STUDIE 98 BEROEPSPROFIEL danser
BEROEPSPROFIEL danser (m/v)
sector
: beeldende, muzische & dramatische kunst studiegebied : muziek & dramatische kunst opleiding : dans beroep : danser
Werkgroep beroepsprofiel van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/38 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De VLOR heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL DANSER
I N H O U D
WOORD VOORAF
1
1
2
VOORONDERZOEK
1.1
Socio-economische structurele ontwikkelingen 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt 1.2.1
2
Cijfers over tewerkstelling
BEROEPSPROFIEL
2 2 3 3 3 3 3 4 5
2.1
Beroepen en beroepsvelden
5
2.2
Tewerkstellingssectoren/werkvelden
6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8
2.2.1
2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
Onderwijs 2.2.1.1 Deeltijds kunstonderwijs 2.2.1.2 Kleuteronderwijs 2.2.1.3 Lager onderwijs 2.2.1.4 Secundair onderwijs 2.2.1.5 Kunstsecundair 2.2.1.6 Hoger kunstonderwijs 2.2.1.7 Ander hoger onderwijs 2.2.1.8 Onderwijs in de privé-sector Podiumkunsten Media Jeugdwerking en vrije tijd Sociale sector
2.3
Taken die in het beroep worden uitgevoerd
2.4
Kennis, vaardigheden en attitudes 2.4.1 2.4.2 2.4.3
3
Artistieke & culturele sector Sector amusement Sector onderwijs Privé-sector Sociale sector
Praktische kennis en vaardigheden Theoretische kennis en vaardigheden Attitudes
OPLEIDINGEN
9 9 10 10 11
3.1
Bestaande opleidingen
11
3.2
Kennis, vaardigheden en attitudes
11 11 11 12 12 12 12
3.2.1
Praktische kennis en vaardigheden 3.2.1.1 Danstraining 3.2.1.2 Lichaamstraining 3.2.1.3 Muzikale, vocale en dramatische vorming 3.2.1.4 Expressieve toepassing 3.2.1.5 Artistieke toepassing
INHOUD BEROEPSPROFIEL DANSER
3.3
Theoretische kennis en vaardigheden 3.3.1 3.3.2 3.3.3
3.4
Wetenschappelijke vorming Menswetenschappelijke vorming Danstheoretische vorming
Attitudes
12 12 12 13 13
4
BASISCOMPETENTIES
14
5
STARTCOMPETENTIES
15
5.1
Startcompetenties basisopleiding dans
15
5.2
Startcompetenties lerarenopleiding
15
6
BIBLIOGRAFIE
16
7
MEDEWERKERS
17
BIJLAGE
Afgestudeerden H.I.D. (periode 1991-1995)
20
BEROEPSPROFIEL DANSER
1
WOORD VOORAF
V
oor de samenstelling van dit document ten behoeve van de VLOR werd gebruik gemaakt van de Handleiding voor het schrijven van beroepsprofielen, ontwikkeld door de Dienst voor Onderwijsontwikkeling, deel III en IV.
Met betrekking tot het vooronderzoek heeft de sectorcommissie - na een uitvoerige informatieronde bij de in aanmerking komende instanties - moeten vaststellen dat er tot nu toe weinig of geen officiële statistische gegevens beschikbaar zijn. In de mate van het mogelijke werd dit gecompenseerd door de inbreng aan empirische kennis en professionele ervaring vanwege de leden van de sectorcommissie. Door de vakkundige, toegewijde medewerking vanwege alle betrokkenen - waarvoor wij hen oprecht willen bedanken - kon deze eerste poging om het hoger dansonderwijs en zijn omgeving in kaart te brengen, tot een goed einde worden gebracht. Moge dit tevens een aansporing zijn om het fundamenteel onderzoek naar alle relevante factoren betreffende de dans in Vlaanderen op gang te brengen.
BEROEPSPROFIEL DANSER
2
1
1.1
VOORONDERZOEK
Socio-economische structurele ontwikkelingen De macro-economische situering van de sector is, gezien het ontbreken van voorgaand onderzoek, niet te bepalen door de werkgroep. Een beschrijving van de huidige en verwachte ontwikkelingen in de sector is enkel mogelijk op gebied van de arbeidsmarkt, met dit voorbehoud dat de besluitvorming gebaseerd werd op gegevens die niet altijd ondersteund worden door officiële cijfers.
1.1.1
Artistieke & culturele sector Podiumkunsten waaronder dans-, theater-, opera-, en musicalgezelschappen. Vooreerst willen we stellen dat de “danskunst” een internationaal karakter heeft. Dansers kunnen, ongeacht hun nationaliteit en taal, overal ter wereld aan het werk. De door de werkgroep verzamelde informatie beperkt zich tot de situatie in eigen land, maar algemeen genomen is de situatie in het buitenland gelijklopend. Een uitzondering vormen die landen waar de overheid een grotere bijdrage levert tot het behoud en de ontwikkeling van het culturele leven en het kunstenaarschap als dusdanig aanmoedigt en steunt. Wat betreft de huidige en verwachte ontwikkelingen in de artistieke en culturele sector werd cijfermateriaal gevraagd aan het Vlaams Theater Instituut. Met uitzondering van een lijst met geregistreerde gezelschappen en producenten in Vlaanderen, 184 in totaal, blijken geen gegevens beschikbaar te zijn. Uit de summiere gegevens kon echter wel volgende verdeling worden opgemaakt: − 40 gezelschappen/theaters zijn specifiek actief in de sector “dans” − 10 gezelschappen zijn specifiek actief in de sector “bewegingstheater” − 11 gezelschappen zijn specifiek actief in de sector “muziektheater” − 3 productiehuizen zijn specifiek actief in de sector “dans e.a. Samengevat bevestigen deze cijfers dat één derde van de geregistreerde gezelschappen voor podiumkunsten actief zijn in de sector dans, bewegings- en muziektheater. In het verleden werd onder dans bijna uitsluitend de klassieke dans en het klassiek ballet verstaan. Deze disciplines werden inmiddels sterk teruggedrongen. In België bestaat er nog slechts één klassiek gezelschap, met name het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Alle andere erkende gezelschappen - die gewoonlijk verbonden waren aan een operahuis (Brussel, Antwerpen, Gent, Luik) - werden afgeschaft. De arbeidsmarkt heeft de laatste jaren dus ingrijpende wijzigingen ondergaan. In de sector podiumkunsten wordt nu, per productie, bijna uitsluitend gewerkt met contracten van beperkte duur.
BEROEPSPROFIEL DANSER
3
Dit wil echter niet zeggen dat er een teruggang is. Integendeel neemt de programmatie van dans en bewegingstheater in culturele centra en toonaangevende zalen steeds toe. Ook het musicalgenre kent momenteel een enorm succes, zowel voor buitenlandse als voor eigen producties. De hedendaagse danskunst is de laatste jaren sterk geëvolueerd en veronderstelt een nieuw type danser. De arbeidsmarkt wordt door deze evolutie zonder meer gunstig beïnvloed en uitgebreid.
1.1.2
Sector amusement Productiehuizen en media doen steeds vaker beroep op dansers voor actieve medewerking aan televisieprogramma’s, videoclips, filmproducties en reclamecampagnes. Ook in deze sector neemt het werkaanbod toe.
1.1.3
Sector onderwijs Momenteel heerst er in Vlaanderen nog steeds een tekort aan danspedagogen, onder meer voor het deeltijds- en kunstsecundair onderwijs. De danser/performer kent, als uitvoerend artiest, slechts een korte loopbaan. (Tewerkstelling in deze sector situeert zich voornamelijk in de leeftijdsgroep van 18 tot 35 jaar). Mits de danser een erkende basisopleiding van het hoger onderwijs heeft genoten en in het bezit is van een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, biedt het onderwijs ruime arbeidsmogelijkheden om als danser/pedagoog een verdere loopbaan uit te bouwen. In de dagelijkse realiteit wordt de danspraktijk trouwens vaak gecombineerd met een onderwijsopdracht.
1.1.4
Privé-sector Ook in de privé-sector evolueert de arbeidsmarkt positief. De vraag naar lesgevers overtreft het aanbod. Zowel amateuristische als preprofessionele dansopleidingen, sportclubs en fitnesscentra doen een beroep op danspedagogen. Hier moet echter worden vermeld dat een regularisering van de mogelijkheden voor officiële tewerkstelling, de arbeidsmarkt ten goede zou komen.
1.1.5
Sociale sector Steeds vaker worden er danslessen gegeven in het kader van revalidatieprojecten en therapeutische programma’s. De heilzame werking van dans en beweging wordt ondersteund door medische rapporten.
1.2
Analyse van de arbeidsmarkt De verschillende beroepen en functies in de sector dans zijn uitvoerbaar door vrouwen en mannen. Opleiding en werkveld zijn, meer nog dan in andere sectoren, sterk met elkaar verbonden. Een danser moet ook reeds op vrij jonge leeftijd beslissen over haar/zijn loopbaan. Het is een lange en vaak moeilijke weg, meer nog, een levenswijze. Wie de zware opleiding kan voltooien, is dan ook meestal vastbesloten om in het werkveld “dans” actief te zijn en krijgt daartoe ook de nodige kansen.
BEROEPSPROFIEL DANSER
4
Gegevens over de afgestudeerden aan het Hoger Instituut voor Dans (zie bijlage) wijzen uit dat in de periode 1991-1995 alle afgestudeerden aan het werk zijn in de sector, hetzij in vaste dienst bij een dans- of theatergezelschap, hetzij in losse projecten of producties, hetzij in het onderwijs.
1.2.1
Cijfers over tewerkstelling Het bekomen van exacte cijfers met betrekking tot de tewerkstelling, is een opdracht die niet kan uitgevoerd worden door de werkgroep. Dit is veeleer de taak van een gespecialiseerde studie. De werkgroep vermeldt evenwel als richtlijn enkele gegevens van de belangrijkste werkterreinen. ♦ Tewerkstelling in een groot gezelschap (KBVV) Per seizoen: − − −
± 52 dansers (28 vrouwen en 24 mannen) de leeftijdscategorie ligt tussen 18 en 36 jaar (23 dansers zijn tussen 21/25 jaar) ± 5 gastchoreografen 3 vaste balletmeesters/repetenten, alsook 1 huischoreograaf
De werkgroep benadrukt dat deze cijfers enkel richtinggevend zijn voor een groot (gesubsidieerd) gezelschap. Kleine gezelschappen werken vaak met losse medewerkers en het aantal tewerkgestelden varieert per project en/of productie. ♦ Tewerkstelling in de sector onderwijs in het deeltijds kunstonderwijs: 64 danspedagogen (waarvan 60 vrouwen en 4 mannen) − in Het Stedelijk Instituut voor Ballet (SIB), met inbegrip van gastleraren, 20 danspedagogen (16 vrouwen en 4 mannen). Hier wordt tevens ook regelmatig beroep gedaan op gastchoreografen − in het kunstsecundair onderwijs (kunsthumaniora’s Gent, Antwerpen, Brussel en Lemmensinstituut) : 9 danspedagogen (7 vrouwen en 2 mannen) − in het algemeen secundair: geen gegevens − in het hoger niet-artistiek onderwijs: geen gegevens − in het Hoger Instituut voor Dans (HID): 18 docenten (danspedagogen/choreografen) in vaste dienst (13 vrouwen en 5 mannen). Ook hier wordt regelmatig beroep gedaan op gastdocenten/choreografen . −
De werkgroep wil duidelijk stellen dat hoger vermelde cijfers, per school- en academiejaar, onderhevig zijn aan wijzigingen en geenszins de totaliteit uitmaken van de volledige tewerkstelling van danspedagogen in de officiële onderwijssector. In de privé-sector zijn er in Vlaanderen naar schatting, uitgezonderd sportclubs en fitnesscentra, ongeveer 240 privé-scholen actief.
BEROEPSPROFIEL DANSER
2
2.1
5
BEROEPSPROFIEL
Beroepen en beroepsvelden Uitvoerend kunstenaar als − − − −
danser performer danser/zanger/acteur choreograaf
Kunstenaar/pedagoog − − − − − −
danspedagoog choreograaf dansmeester – balletmeester repetent bewegingsadviseur animator
Een ruime ervaring èn als uitvoerend kunstenaar èn als kunstenaar/pedagoog kan resulteren in het uitoefenen van beroepen en taken die niet rechtstreeks verbonden zijn aan de genoten opleiding. Sector kunst en cultuur − − − −
scenograaf regisseur stafmedewerker in culturele centra artistiek directeur (theater of gezelschap)
Sector onderwijs − − −
artistiek en pedagogisch coördinator directeur DKO (mits het bezit van een diploma hoger onderwijs van de tweede graad)
Privé-sector − −
zaakvoerder privé-school
BEROEPSPROFIEL DANSER
6
2.2
Tewerkstellingssectoren/werkvelden
2.2.1
Onderwijs 2.2.1.1 Deeltijds kunstonderwijs Deze sector is het domein bij uitstek voor de danspedagoog die in het bezit is van een pedagogisch diploma. Dansvakken lagere graad: − −
algemene artistieke bewegingsleer artistieke training
Dansvakken middelbare graad: − − −
klassieke dans artistieke training dans en muziek
Dansvakken hogere graad: − − − − −
klassieke dans hedendaagse dans klassiek ballet compagnie theorie van de dans
Binnen deze sector kan de danspedagoog een deeltijdse of voltijdse betrekking bekleden. 2.2.1.2 Kleuteronderwijs Aan vier- en vijfjarigen kan kinderdans onderwezen worden. Dit kan aangeboden worden binnen het leerplan of als naschoolse activiteit. 2.2.1.3 Lager onderwijs Door de invoering van de nieuw opgestelde eindtermen zal meer aandacht besteed worden aan muzische vorming, waaronder ook een onderdeel beweging zal vallen. Algemeen kunnen expressieve vakken i.v.m. beweging onderwezen worden door de danspedagoog. Dans kan ook als een naschoolse activiteit ingericht worden. 2.2.1.4 Secundair onderwijs SO en TSO: dans kan voorkomen in het leerplan. Geen gegevens beschikbaar. 2.2.1.5 Kunstsecundair Klassieke dans, hedendaagse dans en bewegingsleer worden gegeven in de studierichtingen: − dans − muziek − woordkunst en drama De danspedagoog levert tijdens schoolvoorstellingen en schoolprojecten choreografisch en organisatorisch een waardevolle bijdrage.
BEROEPSPROFIEL DANSER
7
2.2.1.6 Hoger kunstonderwijs In het hoger kunstonderwijs worden danspedagogen aangeworven voor de opleiding “dramatische kunst” waar dans en bewegingsleer tot de verplichte opleidingsonderdelen behoren. Aan de drie Koninklijke Conservatoria wordt dans onderwezen. In Brussel en Antwerpen is dat jazzdans, in Gent klassieke dans. Daarnaast wordt ook bewegingsleer volgens Laban onderwezen in Brussel en Gent. Tot slot staat ook, o.l.v. een danspedagoog, conditietraining op het programma van de drie Koninklijke Conservatoria en Studio Herman Teirlinck. In de hogere opleiding “muziek” geven danspedagogen bewegingsleer en stage behaviour voor zangers. Zij assisteren als bewegingsadviseur bij opera en zangproducties. In de hogere opleiding “dans” kan de danspedagoog polyvalent of gespecialiseerd worden ingezet. 2.2.1.7 Ander Hoger onderwijs Aan universiteiten, sporthogescholen, hogescholen e.a. maakt “dans” deel uit van de opleidingsonderdelen. Geen concrete gegevens bekend. 2.2.1.8 Onderwijs in de privé-sector Het aanbod aan privé-dansonderwijs is momenteel zeer groot en danspedagogen/choreografen vinden hier een uitgebreid werkterrein met veel mogelijkheden. Er zijn ook amateurgezelschappen, al dan niet met een eigen amateurschool. − privéscholen en fitnesscentra bieden aan kinderen en volwassenen lessen in: kinderdans, pré-dans, klassieke dans, hedendaagse dans, jazzdans, aerobic, step-aerobic, stretching, hip hop, funk, Afrikaanse dans − privé-personen en bedrijven laten zich door bewegingsadviseurs begeleiden voor bewegingscoaching
2.2.2
Podiumkunsten − − − −
dansgezelschappen theatergezelschappen musicalgezelschappen losse producties
Tewerkstelling als: danser, performer, danser/zanger/acteur, choreograaf, dansmeester, repetent en bewegingsadviseur.
2.2.3
Media − − − − −
productiehuizen televisieproducties film en videoproducties videoclips reclamespots
Tewerkstelling als: danser, performer, danser/zanger/acteur, choreograaf, dansmeester, repetent en bewegingsadviseur.
BEROEPSPROFIEL DANSER
8
2.2.4
Jeugdwerking en vrije tijd − − − − −
dansstages georganiseerd door landelijke sportorganisaties buurtwerking vakantiewerking initiatievoorstellingen turnverenigingen
Tewerkstelling als: danspedagoog, choreograaf, bewegingsadviseur, animator.
2.2.4
Sociale sector − − −
2.3
danslessen aan gehandicapten en senioren danslessen als onderdeel van een revalidatieproject danslessen als onderdeel van een therapeutisch programma
Taken die in het beroep worden uitgevoerd Uitvoerend kunstenaar - danser - performer - danser/zanger/acteur In deze beroepen wordt artistiek en praktisch werk verricht met een onvoorwaardelijke mentale en fysieke inzet. Een doorgedreven zelfwerkzaamheid moet de uitvoerend kunstenaar in staat stellen om feilloos te kunnen functioneren zowel solistisch als in een groep of gezelschap. Hij draagt de verantwoordelijkheid zichzelf in goede conditie te houden en zijn vaardigheden en kennis aan te wenden ter voorbereiding en uitvoering van dans- en theaterproducties, projecten, e.a. Uitvoerend kunstenaar - choreograaf Een choreograaf ontwerpt balletten en dansstukken, zowel voor professionele als niet-professionele uitvoerders. Hij creëert beweging en bewegingsvormen voor dansers, acteurs, performers, zangers e.a. Hij werkt volledig zelfstandig op basis van zijn eigen vaardigheden en kennis en staat in voor de voorbereiding, het werkproces en de uitvoering van zijn creatie. Kunstenaar/pedagoog - danspedagoog - choreograaf De danspedagoog heeft de taak om zijn theoretische en praktische kennis aan te wenden om het leerproces van de studenten productief te begeleiden. Hij volgt specifieke leerplannen en helpt ze eventueel ook opstellen in nauwe samenwerking met andere pedagogen en in functie van de vereisten van de opleiding. Hij moet motiveren, inspireren, stimuleren tot zelfwerkzaamheid, samenwerking, hoge inzet en voortdurende creativiteit. Kunstenaar/pedagoog - dansmeester - balletmeester De dansmeester/balletmeester is de rechterhand van de choreograaf. Het is zijn taak te zorgen voor de artistieke en technisch correcte uitvoering van een dansstuk. De dansmeester/balletmeester organiseert en leidt repetities, voert correcties uit, observeert voorstellingen en evalueert prestaties.
BEROEPSPROFIEL DANSER
9
Kunstenaar/pedagoog - repetent De repetent assisteert de dansmeester/balletmeester. Hij is verantwoordelijk voor het repeteren van dansstukken in opdracht van de dansmeester/balletmeester. Kunstenaar/pedagoog - bewegingsadviseur De taakomschrijving is steeds gerelateerd met een specifieke opdracht. Het betreft het geven van deskundig advies voor allerhande bewegingsvormen, waarbij research en begeleiding de voornaamste taken zijn. Kunstenaar/pedagoog - animator De animator werkt in opdracht en animeert, mogelijk ook in samenwerking met collega’s, groepen mensen. Hij vervult hierbij, naast de taak van entertainer, vaak een pedagogische taak in de amusements- en vrije tijdssector.
2.4
Kennis, vaardigheden en attitudes
2.4.1
Praktische kennis en vaardigheden ♦ Danstraining Grondige kennis van de “hoofddanstechnieken” en stevige basis in “ondersteunende danstechnieken”. Specifiek worden volgende technieken van belang geacht klassieke dans (Vaganova techniek - Bournonville techniek) − − − −
klassiek ballet pointes pas de deux klassiek en neoklassiek repertoire
moderne en hedendaagse dans (Graham-, Limon-, Cunningham techniek) − − − − − − −
modern repertoire repertoire hedendaagse choreografen jazzdans showdans tapdans historische dans etnische dansvormen
♦ Lichaamstraining Een veelzijdige fysieke ontwikkeling is noodzakelijk. − conditietraining − acrobatiek − placement ♦ Muzikale, vocale en dramatische vorming − algemene muziekleer − muziekanalyse − stemvorming − zang − algemene verbale vorming en taalvaardigheid − drama
BEROEPSPROFIEL DANSER
10
2.4.2
Theoretische kennis en vaardigheden Wetenschappelijke vorming − − − −
kennis van de anatomie van het menselijk lichaam bewegingsanalyse blessurepreventie menswetenschappelijke vorming: (lerarenopleiding) psychologie artistieke pedagogie
−
danstheoretische vorming: dans- en cultuurgeschiedenis dansnotatie klassieke dansanalyse (Vaganova)
2.4.3
Attitudes − − − − − − − − − − −
zelfdiscipline en zelfwerkzaamheid mentale en artistieke maturiteit sterke en open persoonlijkheid kritische en geëngageerde instelling flexibiliteit en belangstelling voor nieuwe ontwikkelingen verantwoordelijkheidsgevoel creatief en inventief teamgeest vermogen tot samenwerken zelfkritiek aanpassingsvermogen (solistisch werk - groepswerk)
BEROEPSPROFIEL DANSER
3
3.1
11
OPLEIDINGEN
Bestaande opleidingen Het Hoger Instituut voor Dans organiseert de enige erkende basisopleiding op het niveau van Hoger onderwijs in Vlaanderen (en België). Het HID is opgenomen in het Departement Dramatische Kunst, Muziek en Dans van de Hogeschool Antwerpen. Het betreft een basisopleiding dans van één cyclus (3 jaar), facultatief aan te vullen met een tweejarige deeltijdse lerarenopleiding. De basisopleiding bestaat uit een gemeenschappelijke stam met keuzepakketten waaronder: − klassiek ballet − hedendaagse dans − theaterdans Afgestudeerden bekomen het diploma van gegradueerde in dans. Afgestudeerden van de lerarenopleiding behalen een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, afdeling dans.
3.2
Kennis, vaardigheden en attitudes
3.2.1
Praktische kennis en vaardigheden 3.2.1.1 Danstraining Grondige kennis van de “hoofddanstechnieken” en stevige basis in “ondersteunende danstechnieken”. Wat hoofd- en ondersteunend opleidingsonderdeel is, is afhankelijk van het keuzepakket. Specifiek worden volgende technieken van belang geacht. klassieke dans (Vaganova techniek - Bournonville techniek) − − − −
klassiek ballet pointes pas de deux klassiek en neoklassiek repertoire
moderne en hedendaagse dans − − − − − −
Grahamtechniek Limontechniek Cunninghamtechniek modern repertoire repertoire hedendaagse choreografen jazzdans
BEROEPSPROFIEL DANSER
12
− − − −
showdans tapdans historische dans etnische dansvormen
3.2.1.2 Lichaamstraining Via opleidingsonderdelen als bijvoorbeeld, acrobatiek, conditietraining en placement streeft men naar een veelzijdige fysieke ontwikkeling van de danser. 3.2.1.3 Muzikale, vocale en dramatische vorming Algemene muziekleer, muziekanalyse, stemvorming, algemene verbale vorming/ taalvaardigheid, drama, zang, zijn opleidingsonderdelen die - afhankelijk van het keuzepakket - in meerdere of in mindere mate in het opleidingsprogramma voorkomen. 3.2.1.4 Expressieve toepassing Improvisatie en compositielessen zullen de student de mogelijkheid bieden te groeien in het choreografisch omgaan met de verworven technieken. 3.2.1.5 Artistieke toepassing De studenten worden op het beroepsleven voorbereid via: productiepraktijk − publieke presentaties − uitwisselingsprogramma’s − waarnemings- en/of deelnemingsstages in beroepsgezelschappen of productiehuizen − stage −
3.3
Theoretische kennis en vaardigheden
3.3.1
Wetenschappelijke vorming Anatomie en bewegingsanalyse zijn noodzakelijke opleidingsonderdelen omdat kennis en inzicht van het lichaam enerzijds belangrijk is om zelf tot optimaal functioneren te komen en anderzijds onontbeerlijk is bij pedagogische taken zoals aanleren van bewegingen en verbeteren van fouten.
3.3.2
Menswetenschappelijke vorming (lerarenopleiding) Psychologie geeft inzicht in psychische mechanismen en sociale interacties. Artistieke pedagogie zal verschillende onderwijsmethodes behandelen en in functie van de specificiteit van het doceren van een artistieke discipline en hieruit algemene en specifieke pedagogische principes distilleren. In de vakdidaktiek van de verschillende dansvormen kunnen specifieke aanpak en de juiste onderwijsmethode worden toegelicht en uitgeprobeerd in proeflessen en stages.
BEROEPSPROFIEL DANSER
3.3.3
13
Danstheoretische vorming Dans/cultuurgeschiedenis Schetst een beeld van de evolutie van de dans, plaatst dans vroeger en nu binnen een maatschappelijke context en legt verbanden met andere kunstvormen. Dansnotatie Is belangrijk bij het uitschrijven van lesvoorbereidingen en choreografieën. Klassieke dansanalyse (Vaganova systeem) Bewegingspatronen uit de klassieke dans worden geanalyseerd om tot een zo correct mogelijke uitvoering ervan te kunnen komen. Voorstellingsanalyse Analyse van voorstellingen waarbij een persoonlijke en kritische visie wordt ontwikkeld en de evolutie van de podiumkunsten van nabij wordt gevolgd. Seminaries Kunnen bijkomend georganiseerd worden om kortdurende studieonderwerpen aan bod te laten komen (bv. Studie van het vakterrein en methoden van de andere podiumkunsten, theatertechnieken, audiovisuele technieken enz.).
3.4
Attitudes − − − − − − − − − − −
zelfdiscipline en zelfwerkzaamheid mentale en artistieke maturiteit sterke en open persoonlijkheid kritische en geëngageerde instelling flexibiliteit en belangstelling voor nieuwe ontwikkelingen verantwoordelijkheidsgevoel creatief en inventief teamgeest vermogen tot samenwerken zelfkritiek aanpassingsvermogen (solistisch werk - groepswerk)
BEROEPSPROFIEL DANSER
14
4 BASISCOMPETENTIES
♦ Basiscompetenties op cognitief vlak − kennis van het bewegingsapparaat(+blessurepreventie) − kennis van de dans/cultuurgeschiedenis − theoretische vakkennis en kennis van dansterminologie − inzicht in psychologische en pedagogische mechanismen − concentratie-, observatie-, analyse- en opnamevermogen
♦ Basiscompetenties op psychomotorisch vlak beschikken over goed getrainde basiseigenschappen zoals kracht, lenigheid, snelheid, uithoudingsvermogen en coördinatie − hoge danstechnische competentie in “hoofddanstechnieken” − gespecialiseerd in één of meerdere bijkomende dansvormen − goed stemgebruik −
♦ Basiscompetenties op affectief vlak persoonlijkheid − uitstraling/expressiviteit − empathie − verbeeldingskracht/creativiteit/inventiviteit − flexibiliteit − sociale vaardigheden − stressbestendigheid − dynamiek − gevoel voor humor − assertiviteit met gevoel voor zelfrelativering − geduld − liefde voor het vak en voor de leerlingen − artisticiteit −
BEROEPSPROFIEL DANSER
15
5 STARTCOMPETENTIES
5.1
Startcompetenties basisopleiding dans Het fysieke aspect van deze opleiding vraagt, naast strenge zelfdiscipline, een degelijke vooropleiding en voldoende fysieke en artistieke aanleg. Om tot de basisopleiding “dans” te worden toegelaten moet de kandidaat voldoen aan: − eisen met betrekking tot de vooropleiding (HSO en dansopleiding) − specifieke normen gesteld bij de artistieke toelatingsproef − medische keuring Vooropleiding − −
Hoger Secundair Onderwijs: diploma ASO, TSO, KSO, BSO met 7de jaar spec. vooropleiding dans : KSO/dans, DKO/dans e.a.
Artistieke toelatingsproef (auditie) De artistieke toelatingsproef bestaat uit een eerste selectieproef en een finale auditie. Inhoudelijk worden alle kandidaten getest op hun danstechnische kwaliteiten en fysieke mogelijkheden. Hiervoor worden lessen georganiseerd uit het basispakket van het opleidingsprogramma (klassieke dans, hedendaagse dans). De kandidaten worden beoordeeld op: techniek − ritme − uitstraling − motoriek − muzikaliteit − fysiek − voorkomen − lenigheid − stemgebruik − kracht − dynamiek −
Indien de kandidaat bij de finale auditie positief wordt bevonden, volgt een persoonlijk gesprek betreffende zijn motivatie. Een medische keuring is verplicht alvorens tot de opleiding te worden toegelaten.
5.2
Startcompetenties lerarenopleiding Om tot de lerarenopleiding dans te worden toegelaten moet de kandidaat geslaagd zijn in het 2de jaar basisopleiding dans of 5 jaar nuttige beroepservaring (danser bij een erkend gezelschap) kunnen voorleggen.
BEROEPSPROFIEL DANSER
16
6 BIBLIOGRAFIE
Lijst documenten & verslagen ♦ Vlaams Theater Instituut - Lijst gezelschappen en producenten in Vlaanderen ♦ OVSG nieuws - Visie op de opdrachten van het DKO (congrestekst) ♦ DKO - Lijst van tewerkgestelde danspedagogen ♦ KBVV - Tewerkstelling dansers, dansmeesters, choreografen ♦ de Singel - Programmatie dansvoorstellingen ♦ Hogeschool Katholieke Leergangen, Fakulteit der Kunsten - studiegidsen Dansacademie Brabant ♦ Hogeschool Antwerpen, departement dramatische kunst, muziek en dans Hoger Instituut voor Dans: studieprogramma’s, gegevens afgestudeerden ♦ Persoonlijke invulling van beroepsprofielen, opleidingsprofielen en basiscompetenties door adviseurs en leden van de werkgroep
BEROEPSPROFIEL DANSER
17
7 MEDEWERKERS
Voor de samenstelling van dit document werd een beroep gedaan op deskundigen uit verschillende sectoren.
Sector onderwijs ♦ Pascale De Groote docent HKO (praktijk en didactiek klassieke dans), adviseur dans OVSG en VLOR, danser/dansmeester
♦ Stella De Volder, leerkracht dans TSO (Muzische Vorming)
♦ Margaretha Smits docent HKO (praktijk en didactiek hedend. dans), docent en choreograaf amateurwerkveld Nederland
♦ Michele Swennen docent HKO (praktijk hedendaagse dans), choreograaf - leraar SIB
♦ Magda Thielemans docent HKO (didactiek hedendaagse dans), leraar DKO
♦ Hilde Quix docent HKO - leraar DKO, leraar amateurwerkveld privé-sector
♦ Annemieke Van Moorsel docent HKO (praktijk en didactiek hedendaagse danspedagogie), leraar en choreograaf amateurwerkveld privé-sector
♦ Ann Van Hufffel leraar KSO/DKO, leraar en choreograaf amateurwerkveld privé-sector
♦ Tina Van Roy leraar DKO, leraar amateurwerkveld privé-sector
Sector privé onderwijs ♦ Irma Swynen Artistiek Directeur Dansstudio Arabesque
♦ Margaretha Smits ♦ Hilde Quix ♦ Annemieke Van Moorsel ♦ Ann Van Huffel ♦ Tina Van Roy
BEROEPSPROFIEL DANSER
18
Sector podiumkunsten ♦ Linda Lepomme directeur van het KBVV, afdeling musical
♦ Tijl Bossuyt cultuurfunctionaris CVA Anderlecht
♦ Patrick De Coninck choreograaf voor productiehuizen/media, choreograaf en artistiek leider (eigen gezelschap)
♦ Dirk Grijspeirt cineast en regisseur voor film en televisie
♦ Gideon Louw danser/dansmeester bij het KBVV
♦ Marc Schillemans theaterregisseur
♦ Mark Vanrunxt choreograaf en artistiek leider van vzw Hyena, vaste medewerker van De Beweeging
Wegens de uitgebreide omvang van het onderzoek werd de werkgroep onder het algemeen voorzitterschap van de heer Aimé de Lignière onderverdeeld als volgt.
Sub-werkgroep 1: Vooronderzoek ♦ Coördinator Aimé de Lignière
♦ Werkende leden Pascale De Groote, Michele Swennen, Tina Van Roy, Annemieke Van Moorsel, Gideon Louw, Marc Schillemans
♦ Adviseurs Irma Swynen, Tijl Bossuyt, Patrick De Coninck, Dirk Grijspeirt, Linda Lepomme, Mark Vanrunxt
Sub-werkgroep 2: In kaart brengen beroepen-studierichtingen-opleidingen ♦ Coördinator Pascale De Groote
♦ Werkende leden Margaretha Smits, Hilde Quix, Ann Van Huffel, Annemieke Van Moorsel
♦ Adviseurs Magda Thielemans, Stella De Volder, Marc Schillemans, Linda Lepomme
BEROEPSPROFIEL DANSER
Sub-werkgroep 3: Opstellen van het eigen beroepsprofiel ♦ Coördinator Annemieke Van Moorsel
♦ Werkende leden Aimé de Lignière, Pascale De Groote
♦ Adviseurs alle leden van de commissie
19
BEROEPSPROFIEL DANSER
20
BIJLAGE
Afgestudeerden H.I.D. (periode 1991-1995) Afgestudeerd in 1995 ♦ KB Daisy Croes, Danser bij Joop van den Ende - productions
♦ HD Tine Brems, Danser in losse producties (VTM, VLOS) Rosane Fonteyne, Leraar DKO, Danser in losse producties (Veerle Bakelants, Jeugd & Dans, Free Art Dance Company) Sylvie Huysman, Student P.A.R.T.S. Jennifer Regidor, Student P.A.R.T.S., Choreograaf voor jongerenproducties
♦ TD Kirsten Cools, Student Conservatorium Brussel Sofie De Meester, Choreograaf voor theater- en dansproducties Elise de Vliegher, Musicalacteur en -danser (KJT) Eva Lybaert, Danser en zanger in losse producties (VTM, VLOS)
Afgestudeerden in 1994 ♦ KB Jodka Crabbe, Leraar DKO, Choreograaf jongerenproducties, Danser in losse producties (VTM, BRT, Compagnie Aimé de Lignière) Yasemin Kandemir, Leraar DKO, Choreograaf jongerenproducties, Danser in losse producties (VTM, BRT, Compagnie Aimé de Lignière) Sabine Vanderhaeghe, Leraar privé-school, Danser & acteur in losse producties (VTM, BRT, II Cigno)
♦ HD Patricia De Volder, Leraar DKO & KSO, Danser in losse producties (Compagnie Aimé de Lignière) Aike Raes, Leraar en organisator privé-school, Choreograaf jongerenproducties
♦ TD Kristien Perpête, Musicalacteur, zanger, danser (KBVV)
Afgestudeerd in 1993 (vorige structuur: geïntegreerde dans- en lerarenopleiding) ♦ Miranda Crul Leraar DKO & privé-school, Danser (ll Cigno, Compagnie Aimé de Lignière, Olivia Gerolf)
♦ Lieve Cuisinier Leraar DKO
BEROEPSPROFIEL DANSER
21
♦ Goedele De Raeymaeker Leraar privé-school
♦ Sarah De Winter Leraar DKO, Choreograaf, Danser Fred Academy, Danser in losse producties (Jeugd & Dans, Compagnie Aimé de Lignière)
♦ Kristine Vandenberghe Leraar privé-school
♦ Valérie Van Poucke Leraar DKO & privé-school
Afgestudeerd in 1992 (vorige structuur: geïntegreerde dans- en lerarenopleiding) ♦ Katrien Bruyland Leraar privéschool & turngroep, Choreograaf voor turners.
♦ Sandra De Hertogh Leraar DKO & privéschool, Choreograaf Terpsichore, Free Art dance Company Danser (Free Art Dance Company, Jeugd en dans)
♦ Claudia De Smet Danser (Régine Chopinot, Charleroi Dance, Compagnie Aimé de Lignière)
♦ Ann Van Huffel Leraar DKO & KSO Choreograaf jongerenproducties (Mini Maxi Dance Workshop), Danser in losse producties (Free Art Dance Company, Compagnie Aimé de Lignière, Jeugd en dans)
♦ Kristine Van Naelten Leraar privé-school, Danser (Arabesque)
Afgestudeerd in 1991 (vorige structuur: geïntegreerde dans- en lerarenopleiding) ♦ Marijke Ceunen Leraar privéschool & DKO, Danser in losse producties (Veerle Bakelants, Catherine Massin)
♦ Ann Cuyvers Leraar DKO
♦ Vjera Somers Danser (Air de C, Compagnie Aimé de Lignière, Veerle Bakelants, Kaylash), Choreograaf (Kaylash, KJT, Jeugd en dans)
♦ Ingrid Swaelens Danser losse producties (BRT, VTM, Free Art Dance Company, Ballet du Nord)
♦ Tina Van Roy Leraar DKO & privé-school, Choreograaf jazzproducties (eigen amateurgezelschap) Danser in losse producties (eigen gezelschap, Jeugd en dans)
♦ Chantal Yzermans Danser (Veerle Bakelants, Kaylash, Free Art dance Company), Choreograaf, leraar DKO