STUDIE 13 BEROEPSPROFIEL audioloog
BEROEPSPROFIEL audioloog
sector studiegebied opleiding beroep
: : : :
gezondheidszorg gezondheidszorg logopedie en audiologie audioloog
Werkgroep beroepsprofielen van de Vlaamse Hogescholen in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad D/1997/6356/1 De leden van de werkgroep beroepsprofielen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
I N H O U D
1
EXACTE BENAMING VAN HET BEROEP
1
2
GLOBALE BESCHRIJVING
2
2.1 2.2
2 2
Beschrijving van de beroepsactiviteit Beschrijving van de beroepscontext
3
OPLEIDINGSVEREISTEN EN BEROEPSERVARING
4
4
TYPEFUNCTIES, DEELFUNCTIES EN TAKEN
6
5
BEROEPSHOUDINGEN
13
5.1 5.2
13 13 13 13 13 14 14 14 14 15 15
6
Bepaling van de belangrijkste beroepshoudingen Selecteren en concretiseren van de belangrijkste houdingen 5.2.1 Nauwkeurigheid 5.2.2 Contactbereidheid 5.2.3 Dienstverlenende ingesteldheid 5.2.4 Empathie 5.2.5 Flexibiliteit 5.2.6 Kritische ingesteldheid 5.2.7 Leergierigheid 5.2.8 Resultaatgerichtheid 5.2.9 Veiligheids- en milieubewustzijn
SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP
16
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
1
EXACTE BENAMING VAN HET BEROEP
Benaming van het beroep: audiologie Benaming van de beoefenaar: audioloog
1
2
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
2 GLOBALE BESCHRIJVING
2.1
Beschrijving van de beroepsactiviteit De audioloog is de paramedicus gespecialiseerd in de detectie van gehoorstoornissen en de klinische audiometrie, vestibulometrie, de aanpassing van de hoorhulpmiddelen met bijhorende begeleiding, de preventie van gehoorstoornissen en van gehoorbeschadiging door lawaai. Als klinisch audioloog doet hij aan detectie van gehoorstoornissen en voert op aanvraag van de NKO - arts alle technische onderzoeken uit ter evaluatie van de auditieve, auditief-neurale en vestibulaire functies. Als audicien (gehoorprothesist) verbetert hij het horen door middel van elektroakoestische, vibrotactiele en elektrische hoorapparaten of andere bijkomende hulpmiddelen. Op eigen verantwoordelijkheid voert hij de prothetische audiometrie uit, die leidt tot de eindselectie van het optimale hoortoestel en andere hulpmiddelen die de schoolse, de professionele en de sociale integratie van de persoon met auditieve stoornis bevorderen. Hij implementeert middelen ter bescherming van het gehoor tegen schadelijke bronnen en begeleidt de persoon met het doel deze hulpmiddelen efficiënt te gebruiken. De audicien ziet de aanpassing van hoortoestellen als deel van de integrale hulpverlening aan personen met een auditieve handicap. Hij begeleidt de persoon met slechthorendheid of doofheid tijdens het aanpassingsproces en verwijst eventueel naar andere disciplines in het kader van een multidisciplinaire benadering voor onder andere hoortraining, lipleestraining, communicatietraining en psychosociale problematiek). Hij participeert in het cochleair implantteam onder meer voor de fitting van de elektrische binnenoorprothese. Hij verricht alle metingen ter evaluatie van het functioneren van het hoortoestel en de meetapparatuur. Hij staat in voor de nazorg. Als sonometrist verricht hij geluidmetingen. Hij bepaalt of de wettelijke normen zijn overschreden en berekent het effect en de doeltreffendheid van de gehoorbeschermingsmiddelen. Hij verricht de metingen ter evaluatie en ijking van de onderzoeksapparatuur.
2.2
Beschrijving van de beroepscontext Als belangrijkste tewerkstellingssectoren of werkvelden kunnen we aanduiden: -
NKO (Neus-Keel-Oor) diensten in ziekenhuizen NKO raadplegingen in privé hoorcentra zelfstandig audicien
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
-
revalidatiecentra instellingen voor auditief gehandicapten thuisbegeleiding en geïntegreerd onderwijs voor auditief gehandicapten. onderwijs industrie arbeidsgeneeskunde PMS-centra medische schooltoezicht bejaardenzorg preventie, gezondheidsvoorlichting en opvoeding
3
4
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
3
OPLEIDINGSVEREISTEN EN BEROEPSERVARING
De uitoefening van het beroep audiologie is voorbehouden aan personen die voldoen aan de volgende voorwaarden:
3.1
Houder zijn van een diploma in de audiologie dat een opleiding bekroont van tenminste drie jaar hoger onderwijs met minstens volgende inhoud:
3.1.1
Theoretische leerinhouden omtrent 3.1.1.1 op biomedisch gebied : - anatomie, fysiologie en pathologie met inbegrip van allergologie van het audio-vestibulaire systeem ,de luchtwegen en de huid. - neurologie - geriatrie 3.1.1.2 op psychologisch gebied : - algemene psychologie - ontwikkelingspsychologie met inbegrip van gerontologie 3.1.1.3 op taalkundig gebied - fonetika en linguïstiek - ontwikkeling van de kindertaal 3.1.1.4 op exacte wetenschappelijk en technologisch gebied: - statistiek - fysica met inbegrip van akoestiek en elekro-akoestiek - elektrotechniek - elektronica - technologie van hoortoestellen en meetinstrumenten 3.1.1.5 onderzoek van het audio-vestibulaire systeem: - acoumetrie - tonale liminaire en supraliminaire audiometrie - spraakaudiometrie - kinderaudiometrie - objectieve audiometrie - centraal auditieve tests - electro-audiometrie - vestibulometrie 3.1.1.6 aanpassing van hoorapparaten en andere hoorhulpmiddelen - preselectie - selectie - eindselectie - opvolging
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
5
3.1.1.7 begeleiding in functie van het aanpassingsproces - revalidatie van doven en gehoorgestoorden met inbegrip van hoortraining, training van spraakafzien en intermodale training 3.1.1.8 sonometrie: - algemene metingen - ijking - sonometrie in functie van gehoorbescherming
3.1.2
3.1.1.9
bedrijfsbeheer
3.1.1.10
recht
3.1.1.11
deontologie
Practica omtrent -
3.1.3
klinische audiometrie aanpassing van de hoorhulpmiddelen sonometrie
Stages Een stage in de klinische audiologie, de aanpassing van hoorhulpmiddelen en sonometrie.
3.1.4
Eindwerk Dit eindwerk bestaat uit een verhandeling die in verband staat met de audiologie .
3.2
Hun beroeps - en kennisvaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en/of deelname aan bijscholingsactiviteiten.
6
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
4
TYPEFUNCTIES, DEELFUNCTIES EN TAKEN
Typefunctie 1: Verzorging en hulpverlening Deelfuncties 1.1
omschrijving van de hulpvraag
1.2
aanpassing van hoortoestellen, groepsapparatuur en andere hulpmiddelen
1.3
begeleiding
Taken 1.1 -
omschrijving van de hulpvraag intake doen
-
hulpvraag synthetiseren
-
verwijzen naar aangepaste dienstverlening
1.2
aanpassing van hoortoestellen, groepsapparatuur en andere hulpmiddelen
-
de meting, de evaluatie of de beoordeling van de fysio-akoestische en psycho-akoestische karakteristieken van het gehoor, nuttig voor de aanpassing.
-
de keuze, de aanpassing, de onmiddellijke doeltreffendheidskontrole en de aflevering van de hoortoestellen, groepsapparatuur en andere hulpmiddelen.
-
de controle van de bestendige doeltreffendheid van de geleverde hoortoestellen, groepsapparatuur en andere hulpmiddelen.
1.3
begeleiding
-
de patiënt/cliënt, zijn omgeving of beide sensibiliseren met het oog op het doeltreffend gebruik van hoorhulpmiddelen in het kader van het aanpassingsproces
-
de patiënt/cliënt, zijn omgeving of beide trainen met het oog op het doeltreffend gebruik van hoorhulpmiddelen in het kader van het aanpassingsproces
-
de patiënt/cliënt, zijn omgeving of beide psychosociaal begeleiden bij de aanpassingsprocedure
-
in interdisciplinair verband mee instaan voor het plannen, organiseren en evalueren van bijkomende interventies
-
de patiënt/client, zijn omgeving of beide doorverwijzen naar hulpverleners of hulpverlenende instanties met het oog op bijkomende interventies
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
Typefunctie 2: Preventie Deelfuncties 2.1 2.2 2.3
vroegtijdige detectie gehoorbescherming omzetting van signalen
Taken 2.1 -
vroegtijdige detectie screenen van het gehoor bij pasgeborenen screenen van het gehoor bij risicogroepen: baby’s, kinderen en volwassenen.
2.2 -
gehoorbescherming uitvoeren van gehoorbescherming evalueren van gehoorbescherming advies voor gehoorbescherming
2.3 -
omzetting van signalen auditieve boodschappen omzetten in alternatieve waarnemingssignalen waarschuwingssignalen omzetten in alternatieve waarnemingssignalen
Typefunctie 3 : Samenwerking en communicatie Deelfuncties 3.1 interdisciplinaire werking 3.2 samenwerking met de omgeving van de patiënt/client 3.3 teambespreking 3.4 verslaggeving Taken 3.1
interdisciplinaire werking
-
samenwerken met artsen
-
samenwerken met paramedici, verpleegkundigen en andere gezondheidswerkers
-
samenwerken met ondermeer psychologen, maatschappelijk werkers, opvoeders, leerkrachten, technici, ingenieurs, fysici.
3.2
samenwerking met de omgeving van de patiënt/client
-
samenwerken met het gezin
-
samenwerken met de school
-
samenwerken met het arbeidsmilieu
7
8
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
3.3
teambespreking
-
team voorbereiden
-
team bijwonen
-
conclusies uit de teambespreking verwerken en toepassen
3.4
verslaggeving
-
verslagen maken en doorsturen
-
reacties op verslagen opvolgen en verwerken
Typefunctie 4 : Advies en informatieverstrekking Deelfuncties 4.1
sensibilisering van de omgeving
4.2
informatie over gehoorprobematiek, hoortoestellen en andere hulpmiddelen
4.3
raadgeving aan individuen en omgeving
Taken 4.1
sensibilisering van de omgeving
-
individuen sensibliseren
-
groepen sensibiliseren
-
organisaties en overheid sensibiliseren
4.2
informatie over gehoorprobematiek, hoortoestellen en andere hulpmiddelen
-
informeren van beleidsinstanties i.v.m. gehoorproblematiek, hoortoestellen en andere hulpmiddelen
-
informeren van sociale groepen i.v.m. gehoorproblematiek, hoortoestellen en andere hulpmiddelen
4.3
raadgeving aan individuen en omgeving
-
adviseren van de patiënt/cliënt
-
adviseren van gezin en omgeving
-
adviseren van professionelen
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
Typefunctie 5 : Analyse en diagnose Deelfuncties uitvoeren van : 5.1 metingen van het gehoor 5.2 efficiëntiecontroles van de aanpassing van hoorhulpmiddelen 5.3 metingen van hoortoestellen 5.4 metingen van onderzoeksapparatuur 5.5 sonometrie Taken 5.1
metingen van het gehoor
uitvoeren van onder andere : -
tonaal audiogram ( lucht - en beengeleiding)
-
maskering
-
hoogfrequentiële audiometrie
-
detectie van simulanten
-
stemvorktesten
-
supraliminaire tests
-
Békesy - audiometrie
-
tinnitusanalyse
-
spraakaudiometrie
-
gehoortesten uitsluitend voor kinderen
-
objectieve audiometrie
-
centraal auditieve tests
-
controle van electrodenimpedantie
-
vestibulometrie
-
peroperatieve testing
5.2
efficiëntiecontroles van de aanpassing van hoorhulpmiddelen
controleren van onder andere -
de balans tussen beide toestellen (bij stereo)
-
het richtingshoren met toestel
-
de functionele winst met toestel
-
het meest comfortabel niveau met toestel
-
het oncomfortabel niveau met toestel
-
de luidheidsaangroei met toestel
9
10
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
-
de signaal - ruis verhouding met toestel
-
de reactietijd met toestel
-
het inductieveld
het uitvoeren van -
spraakaudiometrie met toestel
-
vergelijkende metingen met verschillende toestellen
5.3
metingen van hoortoestellen
controleren van onder meer -
het stroomverbruik
-
de versterking
-
de maximale uitgang
-
de vervorming
-
de werking van de begrenzing
-
de werking van de compressie
-
de tijdsaspecten
-
de inductiespoel
-
de audio-input
-
al deze aspecten door middel van 2cc of ear-simulator meting
-
al deze aspecten door middel van insitu-meting (in de gehoorgang van de cliënt, patiënt)
5.4
metingen van onderzoeksapparatuur
-
ijken van onderzoeksapparatuur
-
efficiëntiecontrole van onderzoeksapparatuur
5.5
sonometrie
-
meten van het niveau van stabiele en niet-stabiele geluiden
-
meten van de spectrale samenstelling van geluiden
-
berekenen van de karakteristieke waarden uit de spectrale metingen
-
uitvoeren van statistische geluidmetingen
-
meten van een geluidsdosis
-
berekenen van het equivalent geluidsniveau uit meetgegevens
-
berekenen van het dagelijks blootstellingsniveau
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
Typefunctie 6 : Bedrijfsbeheer en verkoop Deelfuncties 6.1 praktijkbeheer 6.2 verkoopsadministratie 6.3 dossieradministratie 6.4 stockbeheer Taken 6.1
praktijkbeheer
-
infrastructuur beheren
-
werking bijsturen
-
profileren
6.2
verkoopsadministratie
opstellen van: -
bestelbonnen
-
facturen
-
herstellingsbonnen
6.3
dossieradministratie
-
cliëntdossier opmaken
-
administratie naar de voorschrijver
-
administratie naar de terugbetalende instanties
-
administratie naar begeleidende instanties
6.4
stockbeheer
-
opvolgen van de stock
-
bijvullen van de stock
Typefunctie 7 : Research Deelfuncties 7.1 samenwerking met opleidingen 7.2 samenwerking met beroeps- en wetenschappelijke verenigingen Taken 7.1
samenwerking met opleidingen
-
onderzoeksprojecten doorgeven
11
12
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
-
onderzoeksprojecten begeleiden
-
meewerken aan onderzoeksprojecten
7.2
samenwerking met beroeps- en wetenschappelijke verenigingen
-
bestuderen van problemen in het werkveld
-
suggesties formuleren
-
uitwerken van projecten
Typefunctie 8 : Controle en onderhoud Deelfuncties 8.1
controle en onderhoud van hoortoestellen, groepsapparatuur en hulpmiddelen
8.2
controle en onderhoud van audiometrisch en technisch materiaal
Taken 8.1
controle en onderhoud van hoortoestellen, groepsapparatuur en hulpmiddelen
controleren en onderhouden van ondermeer : -
oorstukken
-
batterijen
-
onderdelen van het hoortoestel
-
externe kabelverbindingen
-
externe onderdelen van de cochleaire implant
8.2
controle en onderhoud van audiometrisch en technisch materiaal
-
ijken van de audiometer en onderzoeksapparatuur
-
ijken en controle van alle apparatuur nodig voor de aanpassing
Typefunctie 9 : Bijscholing Deelfuncties 9.1 zelfstudie 9.2 vormingsactiviteiten 9.3 productinformatie 9.4 beleidsinformatie Taken het volgen en verwerken van bovenstaande bijscholingsmogelijkheden
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
5
5.1
13
BEROEPSHOUDINGEN
Bepaling van de belangrijkste beroepshoudingen. De belangrijkste beroepshoudingen zijn : Nauwkeurigheid, contactbereidheid, dienstverlenende ingesteldheid, empathie, flexibiliteit, kritische ingesteldheid, leergierigheid, resultaatgerichtheid en veiligheids- en milieubewustzijn.
5.2 5.2.1
Selecteren en concretiseren van de belangrijkste houdingen. Nauwkeurigheid. De handelingen van de audioloog getuigen van grondigheid en precisie. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het selecteren, doorvoeren, registreren en rapporteren van gehoortests en testresultaten met bijzondere aandacht voor het geijkte en vertrouwelijke karakter ervan. doeltreffendheidcontrole van de hoortoestellen, groepsapparatuur en andere hulpmiddelen. zijn of haar taalgebruik en de beheersing van de vakterminologie het aanleggen en bijhouden van dossiers met betrekking tot geplande en aan de gang zijnde interventies. het stipt zijn in de afspraken met medewerkers en patiënten/cliënten
5.2.2
Contactbereidheid De handelingen van de audioloog getuigen van sociale vaardigheid, openheid en mededeelzaamheid zowel naar medehulpverleners als naar patiënten/cliënten. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het mededeelzaam zijn waar het relevante gegevens betreft in het kader van interprofessioneel overleg. het kunnen aanpassen van zijn gedrag en taalgebruik aan niveau en leeftijd van de patiënt/cliënt met het oog op doeltreffende communicatie.
5.2.3
Dienstverlenende ingesteldheid De handelingen van de audioloog getuigen van bekommernis en professionele beschikbaarheid zowel naar medehulpverleners als naar patiënten/cliënten toe. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het als hulpverlener gevoelig zijn voor alle mogelijke facetten van de problemen en vragen van patiënten/cliënten het zich coöperatief opstellen in teamverband
14
5.2.4
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
-
het overzien en doeltreffend gebruiken van mogelijkheden tot doorverwijzing ten
-
behoeve van de patiënt/cliënt
Empathie De handelingen van de audioloog getuigen van inlevingsvermogen. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het kunnen afstemmen van de interventie op de persoonlijkheid en de leeftijd van de patiënt/cliënt het zich begrijpend en solidair kunnen opstellen op basis van inzicht in de probleemsituatie van patiënten/cliënten
5.2.5
Flexibiliteit De handelingen van de audioloog getuigen van creativiteit en aanpassingsvermogen. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het kunnen bijsturen van geplande interventies in geval van onvoorziene hinderpalen of nieuwe ontwikkelingen het vlot overschakelen van communicatieve stijl naargelang de persoonlijkheid, de leeftijd en de stoornis van de individuele patiënt/cliënt het beheersen van een medisch, natuurkundig, akoestisch, linguïstisch en psychopedagogisch vocabularium met het oog op de grote diversiteit in professionele contacten
5.2.6
Kritische ingesteldheid De handelingen van de audioloog getuigen van nuchterheid en wetenschappelijke scepsis ten aanzien van eigen of andermans interventies en voorstellen. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het zoeken naar nut en verantwoording van alle interventies onder de vorm van wetenschappelijke fundering en voortdurende controle van hun effect. het onbevooroordeeld onderzoeken van kritiek op het eigen handelen of van recentere benaderingsmogelijkheden.
5.2.7
Leergierigheid De handelingen van de audioloog getuigen van een streven naar voortdurende vorming. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: congressen, workshops, scriptieprojecten en dergelijke aangrijpen als gelegenheden om de eigen kennis en vaardigheden te actualiseren het regelmatig verwerken van vakliteratuur en, met het oog daarop, het op zijn minst passief beheersen van een of meer andere talen
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
5.2.8
Resultaatgerichtheid De handelingen van de audioloog getuigen van een streven naar efficiëntie en objectivering. Deze algemene beroepshouding komt duidelijk naar voor in indicatoren als: het kunnen vooropstellen van individueel aangepaste, realistische streefdoelen en een timing het operationeel en controleerbaar uitwerken van handelingsplannen, subdoelstellingen en einddoelen het voorzien en doorvoeren van kwaliteitscontrole in alle aanpassingen en interventies interventies op een oordeelkundig gekozen tijdstip weten af te sluiten
5.2.9
Veiligheids- en milieubewustzijn Gerichtheid op het voorkomen van schadelijke invloed van het lawaai. Aandacht voor veiligheid inzake gebruik van apparatuur. Ecologische gevoeligheid in verband met het gebruik van batterijen en andere materialen.
15
16
BEROEPSPROFIEL AUDIOLOGIE
6
SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP
Herbert Callewaert
Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende
Marc Claeys
Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen
Paul Corthals
Hogeschool Gent
Marleen Desloovere
Audiologe
Herman Ketels
Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen
Kris Lambers
Katholieke Vlaamse Hogeschool
Mark Laureyns
Belgische Vereniging voor Gehoorsprothesisten
Anne-Marie Van Damme
Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende
Eveline Verstraete
Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen