Strategisch bestuursbeleidskader
van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
Versie juli 2008
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
1
Strategisch bestuursbeleidskader Het bestuur heeft, mede als uitwerking van de statuten, onderstaande kaders binnen het beleid vastgesteld. Deze kaders gelden zowel voor het bestuur als voor het management van de school, en met name voor de onderlinge verhoudingen tussen bestuur en management. Het is een belangrijk middel om het mandaat aan het management èn de periodieke verantwoording van de uitvoering van dit beleid te regelen. Het strategisch beleidskader wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de school en waar nodig jaarlijks geactualiseerd. 1. Levensbeschouwelijke identiteit 1.1.
Algemeen
De vereniging heeft als grondslag de Heilige Schrift als Gods Woord naar de belijdenis van de kerken der Reformatie hier ten lande, vastgelegd in de drie Formulieren van Enigheid. 1.2
Missie van de school
De school staat in de christelijke traditie. Kenmerkend daarvoor is het gezag van Gods Woord over alle terreinen van het leven. De school heeft een eigen taak en verantwoordelijkheid ten aanzien van het opvoeden en onderwijzen. Opvoeden is in eerste instantie een taak van de ouders. De identiteit van de school wil nadrukkelijk in het verlengde liggen van de identiteit van gezin en kerk. De eenheid tussen gezin, kerk en school heeft veel waarde. De missie van onze bijzondere basisschool is heel bijzonder. CBS de Zaaier is een school voor “Koninklijk” onderwijs. We willen ons in ons werk in de eerste plaats laten leiden door de Koning der Koningen en daarbij luisterend naar Zijn woord ons werk doen. In de tweede plaats staat koninklijk voor kwalitatief hoogwaardig onderwijs met aandacht voor het individuele kind. Op identiteitsgebied hebben we te maken met de volgende trends: toenemende pluriformiteit (ook in de achterban van de school), zo men wil: versplintering afnemende kennis van de (geloofs)leer steeds terugkerende discussie over de vrijheid van onderwijs met daaraan gekoppelde onzekerheid over het voortbestaan van het bijzonder onderwijs (of de randvoorwaarden daaronder; denk aan de recent ‘opgelegde’ overblijfplicht en het regelen van voor-en naschoolse opvang) 1.3
Praktische uitwerking
Het voorgaande houdt in dat in de school verteld en gelezen wordt uit de Bijbel en dat de kinderen psalmen en geestelijke liederen leren. Er wordt gebeden en de christelijke feesten worden gevierd. Deze houding komt ook tot uitdrukking in de wijze waarop men binnen de school met elkaar omgaat. Deze identiteit heeft ook invloed op de lessen, in het bijzonder de godsdienstlessen, de geschiedenislessen, de aardrijkskundelessen en de natuurkundelessen. Zo wil de vereniging in de school kwalitatief hoogwaardig onderwijs aanbieden dat aansluit bij de individuele mogelijkheden van de kinderen, dat gebaseerd is op de christelijke grondslag, uitgaande van de Bijbel. Deze levensbeschouwelijke identiteit staat in samenhang met de pedagogische en onderwijskundige identiteit.
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
2
1.1 Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid Het bestuur draagt er zorg voor dat de identiteit van de scholen blijvend op de bestuurlijke agenda geplaatst wordt. Het bestuur zal zich het komende jaren bezinnen op de maatschappelijke opdracht voor de school. Overwegingen daarbij zijn de eigen gedachten over de plaats en de taak van de school in de maatschappij (bescherming bieden, weerbaarheid bevorderen, openheid betrachten), mede opkomend uit de voorschriften vanuit het ministerie. Het bestuur inventariseert ongeschreven identiteitsregels en legt deze vast. Het bestuur werkt constructief samen met externe partners, zoals gemeente, kerken, naburige scholen en regionale dan wel landelijke (raad van) besturen en zoekt naar optimale randvoorwaarden voor het realiseren van onze identiteit. Het bestuur heeft goede (statutaire) contacten met de plaatselijke PKN.
2. Toelatingsbeleid, doelgroep en voedingsgebied van de school 2.1 Toelatingsbeleid (ouders) We heten graag iedereen welkom die positief wil staan tegenover ons programma en de identiteit van de school. Van de ouders van schoolgaande kinderen wordt gevraagd de grondslag van de school te onderschrijven en/of te respecteren. Dit gebeurt schriftelijk bij de aanmelding van hun kinderen. Er is ook altijd gesprek met ouders die niet kerkelijk meelevend zijn. De directeur legt dan uit wat de regels en de gebruiken van de school zijn. Leden van de vereniging kunnen zijn, zij die volgens de wet meerderjarig zijn en instemmen met de grondslag en daartoe een door het bestuur voor te leggen verklaring ondertekenen. 2.2 Doelgroep en voedingsgebied van de school Wijngaarden is een klein dorp in de omgeving van Sliedrecht. Het dorp telt 700 inwoners. De school is de enige school in het dorp. Bijna alle leerplichtige kinderen van Wijngaarden bezoeken of bezochten deze school. Het toelatingsbeleid met betrekking tot de mogelijkheden en grenzen van leerlingen met een handicap staat omschreven in de Schoolgids. Kinderen met leerling-gebonden financiering (rugzakleerlingen) worden na een zorgvuldig besluitvormingsproces toegelaten, of gemotiveerd afgewezen.
2.3 Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid Het is nodig om opnieuw na te denken over de toelating van leerlingen met een handicap gezien de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs.
3. Beleid en begrotingscyclus Het bestuur voert een beleid wat wordt gevoed door een meerjarenvisie. Vanuit deze visie vindt (school)planvorming plaats door de directie inclusief een daaraan gerelateerde begroting. Het door de directeur opgestelde jaarplan met de daaraan gekoppelde financiële begroting voor het komende jaar worden jaarlijks door het bestuur beoordeeld en vastgesteld. De financiële rapportage valt onder verantwoordelijkheid van de directeur. Met name de afwijkingen van de begroting worden in de kwartaalcijfers aan het bestuur gerapporteerd en toegelicht. Voor een verdere concretisering wordt verwezen naar de invulling van de bestuurlijke jaaragenda en de managementrapportages.
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
3
4. Onderwijs 4.1 Onderwijskundig beleid Het bestuur vindt het uiteraard belangrijk dat het onderwijskundig beleid past binnen de levensbeschouwing van de school. Dat is het geval wanneer de onderscheiden gaven en talenten van de leerlingen tot volle ontplooiing komen en de goede vorming van de leerling als persoon bevorderd wordt. Daarvoor vinden we het nodig in ons onderwijs uit te gaan van de drie basisbehoeften van kinderen, nl. competentie, relatie en zelfstandigheid/verantwoordelijkheid. Verder dient het pedagogisch klimaat van dien aard te zijn dat de levensbeschouwing in de praktijk functioneert. De leerkracht als gezagsdrager en identificatiefiguur draagt waarden en normen over en leeft deze voor. Het kind ervaart veiligheid, ondersteuning en uitdaging. Het bestuur vindt het vanuit de missie van de school belangrijk de levensbeschouwing in het onderwijskundig concept terug te zien. Door ontwikkelingen in de maatschappij, zoals opbrengstgerichtheid, individualisering en de verdergaande technologie dreigt dit aspect te veel uit het oog verloren te worden. De school wil voldoen aan de voor het onderwijs vastgestelde kerndoelen. 4.2
4.3 4.4
Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid de kinderen gaan met plezier naar school: er zijn instrumenten aangeschaft (schoolvragenlijst) en er worden materialen ontwikkeld om het welbevinden van de kinderen te kunnen ‘meten’; dit is inmiddels gerealiseerd door het werken met het pedagogisch expertsysteem ZIEN!PO en door de vragenlijst te gebruiken van de PO-spiegel (oordelen ouders, leerkrachten, bestuur, leerlingen). het bestuur hecht aan goede opbrengsten van het onderwijs. Dit houdt concreet in dat de leerresultaten tenminste op het niveau liggen dat op grond van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht (Inspectie, Cito) De kinderen zijn toegerust voor het voortgezet onderwijs d.m.v. het beschikken over waarden en normen vanuit de identiteit van de school, over de gewenste sociale vaardigheden en over verantwoordelijkheid en zijn zo toegerust voor de bredere maatschappij. Het verwijzingspercentage naar het speciaal basisonderwijs (sbo) ligt onder het landelijk- en het Samen Werkings Verband (SWV) gemiddelde; Bij zorg-op-maat wordt op adequate manier aandacht geschonken aan kinderen met leer-en gedragsproblemen. Dit heeft zowel betrekking op kinderen met achterstand alsook op kinderen met meer- en hoogbegaafdheid. Het bestuur volgt landelijke onderwijsinnovaties positief-kritisch en neemt daar zelfstandig besluiten over. Er wordt een verkenning gemaakt, waarin het onderzoek wordt weergegeven naar andere organisatievormen; daaraan gekoppeld wordt een plaatje gemaakt van de ruimtelijke behoefte; Het uitgangspunt voor de samenwerking met anderen in de federatie is dat er thuisnabij onderwijs in het dorp moet blijven. Identiteitstoets: Belang van kinderen staat boven het belang (= de naam) van de school. Stroken vernieuwingen met het Bijbels mens- en kindbeeld, dat wij hanteren? Zorg-op-maat mag niet ten koste gaan van het totale onderwijs aan de kinderen. Kwaliteitstoets: Niet alleen kwantitatief (getalsmatig), maar ook kwalitatief (de manier waarop de doelstellingen bereikt zijn), moet geëvalueerd worden. Is een innovatie een verbetering, mede gelet op de te leveren inspanningen?
5. Personeel en organisatie
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
4
5.1.
Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid Het bestuur wil de wettelijke eisen zoals deze zijn opgenomen in de Wet voor Beroepen in het onderwijs (Bio) en die per 1 augustus 2006 van kracht is geworden, verkennen en daaraan uitvoering geven.
5.1.1 Integraal personeelsbeleid Het bestuur ziet Integraal personeelsbeleid (Ipb) als een middel om de identiteit en de kwaliteit van het onderwijs gestalte te geven. Het gaat om het leven tot Gods eer en dienstbaarheid aan de Schepper en Zijn schepping (de naaste en de natuur). Arbeid is een roeping. De Bijbel vraagt dat het werk met de geschonken gaven zo goed mogelijk gedaan wordt, in dit geval ten dienste van de school. Het team doet dit in gezamenlijkheid en draagt daarvoor verantwoordelijkheid. Personeelsleden werken in het belang van de schooldoelen onder leiding van de directie aan hun competenties. De schoolorganisatie op haar beurt probeert zoveel mogelijk ruimte te bieden aan de ontplooiing van de medewerkers. De directie zorgt voor een geaccordeerd taakbeleid. 5.1.2 Personeelsbeheer en instroom van personeel De verwachte schoolgrootte is voor vier jaar vooruit redelijk duidelijk. Met de huidige gegevens ziet het bestuur zich genoodzaakt een voorzichtig beleid te voeren vanwege de daling van het leerlingenaantal. Het bestuur hanteert de CAO primair onderwijs. Bij de werving en selectie hanteert het bestuur een sollicitatieprocedure. Niemand kan benoemd worden aan de school die niet vooraf schriftelijk heeft verklaard in te stemmen met de grondslag en het doel van de vereniging conform artikel 3 van de statuten. Het onderwijzend personeel moet dooplid en bij voorkeur belijdend lid zijn van de PKN, tenzij naar het oordeel van het bestuur hiervan om dringende redenen moet worden afgeweken. Bij de samenstelling van het team wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen.
5.1.3 Personeelsontwikkeling en opleiding Professionalisering van de medewerkers heeft prioriteit en is gericht op het groeien in het vak aan de hand van de competenties uit het POP. In het kader van de POP’s (Persoonlijke Ontwikkelings Plan) is er ruimte voor individuele groeimogelijkheden. Over individuele scholing van teamleden op basis van persoonlijke keuze en ontwikkeling en het verkrijgen van bevoegdheden neemt het bestuur een beslissing en wordt een studieovereenkomst gesloten. De directie ontwikkelt een voorstel. 5.1.4 Personeelszorg De zorg voor personeel blijkt uit meerdere aspecten. Zowel beginnende als oudere (50+) leraren worden in het kader van taakbeleid ontzien in de omvang van hun werkzaamheden. Het taakbeleid is gericht op een eerlijke en evenwichtige afstemming van vereiste werkzaamheden en beschikbare competenties en mogelijkheden. Een personeelslid dat zich onvoldoende wenst te ontwikkelen, zoals aangegeven in de Wet Bio met betrekking tot het werken aan een eigen bekwaamheidsdossier, zal door de directeur worden aangesproken. Bij geen, of onvoldoende medewerking dient dit door de directeur te worden gemeld aan het bestuur. Bij onvoldoende resultaat wordt geadviseerd een ander werkverband te zoeken. Zonodig wordt door een besluit van het bestuur tot ontslag overgegaan, uiteraard
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
5
5.2
nadat een zorgvuldige procedure doorlopen is. Dit vindt plaats in het kader van de verplichting tot beoordeling volgens de Wet Bio. Met de personeelsleden die vertrekken, wordt door de directeur een exitgesprek gevoerd. De resultaten daarvan worden aan het bestuur gerapporteerd.
Identiteitstoets Het te benoemen personeel dient te voldoen aan de benoemingscriteria zoals aangegeven in de Statuten.
Kwaliteitstoets Groeimogelijkheden voor individuele personeelsleden worden mede getoetst aan het schoolbelang.
5.3
5.4 Organisatie Aan het team van personeelsleden wordt leiding gegeven door de directeur. De directeur heeft een plaatsvervanger aangewezen.
6
Huisvesting en beheer
6.1.
6.2
Het bestuur is verantwoordelijk voor adequate huisvesting en een economisch verantwoord beheer van het gebouw. Huisvesting en beheer zijn geen doel op zich, maar middelen om de doelen van de organisatie te behalen. De directie is verantwoordelijk voor het creëren van optimale leef-, speel- en werkomstandigheden waarbij veiligheid, effectiviteit en doelmatigheid belangrijke aandachtsgebieden zijn. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de onderhoudsplanning en de bijbehorende meerjarenbegroting. Het onderhoudsrapport van het bureau DHV (2007) is hiervoor het uitgangspunt. De directie zal inspelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en wettelijke verplichtingen zoals voor- en naschoolse opvang.
Identiteitstoets: het geheel oogt rentmeesterschap);
Kwaliteitstoets: De school ziet er (binnen en buiten) aantrekkelijk uit. Reparaties e.d. worden zo snel mogelijk uitgevoerd. Er worden zoveel mogelijk duurzame materialen gebruikt. De kosten van de verbruikscijfers van energie en water worden kritisch gemonitord.
6.3
7
Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid
goed,
mede
als
gevolg
van
goed
beheer
(goed
Financiën
Het bestuur werkt met een door de directie opgestelde en door het bestuur goedgekeurde vierjaren begroting, waarbij de nadruk ligt op het eerste jaar. Het streven is een jaarlijks sluitende exploitatiebegroting, en de ontvangen vergoedingen volledig te besteden aan het onderwijs indien het weerstandsvermogen het toelaat.
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
6
Tussentijds wordt door de directie per kwartaal (in samenwerking met de penningmeester) een managementrapportage met verschillenanalyse op grote onder - en overschrijdingen tussen begroting en werkelijkheid aan het bestuur uitgebracht. De directie is bevoegd tot het doen van uitgaven binnen de door het bestuur vastgestelde begroting. Grote uitgaven (boven 10.000 euro) worden vantevoren gemeld tijdens de bestuursvergaderingen. De direct beschikbare liquiditeit op de lopende rekening bij de bank mag een maximale omvang hebben van de uitgaven over 1 maand. De overtollige middelen worden overgeboekt naar een spaarrekening. Het totaalbedrag aan direct beschikbare liquide middelen dient wel een minimale omvang te hebben van de uitgaven over 2 maanden. De uitvoering hiervan ligt bij het administratiekantoor. 7.1
Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid
7.2
De directie zorgt er voor dat de jaarlijkse bestedingsruimte een afgeleide is van een meerjarenbegroting die op reële basis ruimte biedt voor vervanging van materiële zaken zoals meubilair, speeltoestellen, etc. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen in de nabije toekomst van een meerjarenbegroting voor BAPO, ouderschapsverlof en groot onderhoud. Het bestuur zal met betrekking tot de kengetallen voor liquiditeit, solvabiliteit, weerstandsvermogen en onderwijskwaliteit de gewenste normen bepalen.
Identiteitstoets: Het bestuur zal geen geld besteden op een risicovolle manier (o.a. beleggen) (zie het treasurystatuut). De wet- en regelgeving (CAO) wordt gevolgd.
7.3
Kwaliteitstoets: Er is een transparante financiële administratie. De financiële processen zijn transparant en beschreven (handboek financiële organisatie) Er is een duidelijke planning- en controlecyclus.
8
Betrokkenheid en communicatie
De school gaat uit van een vereniging. Het bestuur legt verantwoording af aan de algemene ledenvergadering. Er is een medezeggenschapsraad met uitsluitend adviesrecht. Ouders worden zomogelijk ingeschakeld bij allerlei schoolse en onderwijsondersteunende activiteiten zoals excursies, festiviteiten en, hulp bij onderwijsactiviteiten. De relatie met de ouders is vanuit de visie van groot belang. Ouders worden optimaal geïnformeerd door de website, contactavonden, schoolkrant, schoolgids en nieuwsbrief. Invloed op het beleid kan men doen gelden door middel van het lidmaatschap van de schoolvereniging. Mochten ouders niet tevreden zijn over de kwaliteit van de door of namens school geleverde diensten dan geldt daarvoor de klachtenregeling. De directie informeert het bestuur periodiek op de bestuursvergadering. Bij het onderdeel managementrapportage is aangegeven over welke zaken het bestuur gerapporteerd wil worden. Over deze rapportage gaat het bestuur in gesprek met de directeur. De betrokkenheid bij het schoolleven vanuit het bestuur blijkt door o.m. schoolbezoeken.
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
7
8.1
Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid
8.2
De directeur en een bestuurder zijn verantwoordelijk de deelname in het lokaal onderwijsbeleid. Het bestuur onderhoudt contacten met kerkelijke en maatschappelijke organisaties. De directie is verantwoordelijk voor het organiseren van o informele bijeenkomsten (kerstontmoeting na de kerstviering o Oudertevredenheidsonderzoeken (PO-spiegel) o ouderavonden over schoolzaken en beleid. Identiteitstoets:
8.3
9
Kwaliteitstoets: Alle uitgaande stukken maken duidelijk, dat ze van de school zijn. Alle uitgaande stukken zijn nadrukkelijk gescreend op begrijpelijkheid. Ouders voelen zich serieus genomen en daardoor zijn ze betrokken op het onderwijs en de vorming van het kind. (Bestuurlijke) samenwerking
9.1 Richtinggevende uitspraken met betrekking tot ons beleid DV 24 juni is er een belangrijke vergadering met de federatie, daarna zal hier verder beleid op worden geformuleerd. 9.2
Identiteitstoets
9.3
Kwaliteitstoets
Strategisch bestuursbeleidkader van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Wijngaarden
8