Onderscheidend in betrokkenheid en bereikbaarheid
STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2012-2017 De Maatschap Medische Microbiologie & Immunologie Gelderland ziet de komende jaren de concurrentie verder toenemen. De verwachting is dat er door de aanvragers meer naar de prijsstelling gekeken gaat worden. Het onderscheidend vermogen van de maatschap zit voornamelijk in de betrokkenheid en bereikbaarheid van de kwalitatief hoogstaande expertise van de artsen-microbioloog en immunoloog bij haar aanvragers en aanwezigheid in de kliniek Het doel dat de maatschap zich heeft gesteld voor de komende vijf jaren is dat zij effectief, efficiënt en kostenbewust blijft werken met als uitgangspunt haar betrokkenheid bij de patiëntenzorg en aanwezigheid in de klinieken.
Maatschap Medische Microbiologie en Immunologie Gelderland: Ron Bosboom Dr. Arjanne van Griethuysen Thuy Nga Le Dr. Ellen van Lochem Dr. Ellen Mascini Dr. Bent Postma Dr. Ries Schouten Dr. Caroline Swanink Dr. Ton van Zwet
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Ontwikkelingen 2.1. Externe ontwikkelingen 2.2. Interne ontwikkelingen 3. Strategische koers 3.1. Missie 3.2. Visie 3.3. Kernwaarden 3.4. Strategische concepten 4. Externe en interne samenwerking 4.1. Externe samenwerking 4.2. Interne samenwerking 5. Diagnostiek 5.1. Bacteriologie en mycologie 5.2. Parasitologie 5.3. Moleculaire diagnostiek 5.4. Serologie 5.5. Immunologie 6. Klantgerichtheid 6.1. Eerste lijn 6.2. Tweede lijn 6.3. Travel Clinic 7. Kwaliteit en professionaliteit 7.1. Accreditatie 7.2. Patiëntveiligheid 7.3. Medisch Moleculair Microbioloog 7.4. Opleiding en onderwijs 7.5. Onderzoek 8. Hygiëne en Infectiepreventie 9. Organisatie Maatschap 9.1. Aantrekkelijk om te werken 9.2. Nascholing 9.3. Procesoptimalisatie 9.4. Automatisering & Informatisering 10. Profilering 10.1. Website 10.2. Social Media 11. Samenvatting
pagina 2 3
5
7
8
10
12
14 15
17
18
1
1. Voorwoord De Maatschap Medische Microbiologie & Immunologie Gelderland (MMMIG) bestaat op dit moment uit acht artsen-microbioloog en één medisch immunoloog. De artsen-microbioloog zijn verdeeld over een viertal ziekenhuizen: Ziekenhuis Rivierenland in Tiel, Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, Ziekenhuis Rijnstate en het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem. Het laboratorium voor Rijnstate is ondergebracht in de locatie Velp van Ziekenhuis Rijnstate. Het beleidsplan van de MMMIG is na 6 jaar aan een herziening toe. Op twee beleidsdagen in 2011 hebben de leden van de maatschap hun visie besproken op de ontwikkelingen binnen de zorg en de medische laboratoria. Dit beleidsplan is daarvan het resultaat. Het geeft de visie van de maatschap weer op de positie, inrichting en toekomst van de maatschap en de laboratoria binnen de maatschap voor de komende vijf jaar. De wereld van de zorg en daarmee ook die van medische laboratoria is de afgelopen jaren sterk veranderd. De invoering van marktwerking en het toenemend belang dat gehecht wordt aan kwaliteit en veiligheid zijn de belangrijkste ontwikkelingen. Om goed in te kunnen spelen op deze ontwikkelingen hebben we een aantal strategische concepten uitgewerkt, die als een rode draad door dit beleidsplan lopen. Per hoofdstuk zal in een grijs kader worden samengevat wat de maatschap op dat gebied de komende vijf jaar wil bereiken. Voor een goede prijs een topkwaliteit in diagnostiek en advies leveren aan collegae in de 1e en 2e lijn en andere partners; Dát is de uitdaging die we de komende jaren aangaan.
2
2. Ontwikkelingen De analyse van interne en externe ontwikkelingen is de basis voor dit beleidsplan. De belangrijkste conclusies worden in dit hoofdstuk weergegeven.
2.1 Externe ontwikkelingen 1. Bezuinigingen in de zorg Bezuinigingen, het nieuwe financieringsbeleid en het streven naar resultaatgerichtheid binnen de ziekenhuizen zijn op dit moment belangrijke ontwikkelingen in de gezondheidzorg. We verwachten dat deze ontwikkelingen invloed hebben op de positie (extern en intern) van de microbiologische laboratoria in de ziekenhuizen a.
Centralisatie: samenwerking en fusie van kleine ziekenhuizen en laboratoria Ziekenhuizen zoeken de samenwerking op voor de hoog-complexe laag-volume zorg (chirurgische ingrepen). Ook laboratoria maken afspraken over specialistische bepalingen (immunologie, moleculaire testen) en zijn op zoek naar partners om tot schaalvergroting te komen.
b. Commerciële laboratoria Steeds meer laboratoria buiten de ziekenhuizen. Bijvoorbeeld huisartsen laboratoria – voor en door huisartsen - maar ook commerciële initiatieven van grote buitenlandse laboratoria of van UMC’s die buiten het (academische) ziekenhuis een diagnostisch centrum voor de huisartsen creëren. c.
Concurrentie met andere (commerciële) laboratoria op prijs Nu het merendeel van de laboratoria CCKL/RvA geaccrediteerd is en ook artsenmicrobioloog en laboratoriumspecialisten in dienst heeft, zal de concurrentie zich meer dan voorheen op de prijs gaan richten
2. Eisen/regelgeving van “buiten” (VWS, inspectie) Door politiek en Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) worden wet- en regelgeving opgelegd met het doel de patiëntenzorg te optimaliseren. Deze regelgeving beperkt zich niet alleen tot de directe patiëntenzorg maar richt zich op alle betrokken processen. a.
Kwaliteit en Patiëntveiligheid Landelijk toenemende aandacht voor patiëntveiligheid. Veiligheidmanagement systeem in alle ziekenhuizen ingevoerd; eind 2012 aan IGZ eisen voldoen. Hierbij veel aandacht voor infectie(preventie).
b. Accreditatie laboratoria Medische laboratoria dienen CCKL/RvA geaccrediteerd te zijn en continu hun kwaliteitssysteem aan externe toetsing te onderwerpen: verregaande protocollering 3. nieuwe (emerging) infectieziekten a.
nieuwe infecties als gevolg van maatschappelijke veranderingen (intensieve veehouderij, reizen naar verre bestemmingen) en antibioticumgebruik
b. ontwikkeling van resistente micro-organismen. Vraagt meer om een duidelijk en (door de arts-microbioloog) gecoördineerd antibioticumbeleid gebaseerd op landelijke en lokale resistentiecijfers. Vraagt om nieuwe detectiemethoden en aanpassingen in H&I beleid Externe ontwikkelingen: De financiële kaders en wet- en regelgeving aangaande kwaliteit van zorg bepalen de grenzen waarbinnen we bouwen aan hoogwaardige diagnostiek en beleid. 3
2.2 Interne ontwikkelingen 1. nieuwe technieken: prominente rol voor moleculaire diagnostiek in de detectie van microorganismen en analyse van resistenties 2. Lean management door verregaande automatisering en samenwerking tussen de microbiologische laboratoria van de maatschap: a.
keuzes voor bepalingenpakket: lateraliseren van bepalingen (kosteneffectief en expertise verhogend)
b. automatisering: met name voor serologische en moleculaire bepalingen verwachten we een toename in automatisering/robotisering 3. digitalisering a.
ordermanagement, voor aanvragers binnen en buiten de ziekenhuizen
b. uitslagen zullen enkel nog digitaal worden uitgeslagen (via EPD, HIS of externe LIMS koppelingen)
Interne ontwikkelingen: Om kosteneffectief te kunnen werken is verder automatisering van het totale analytische proces noodzakelijk. Door schaalvergroting wordt de expertise verhoogd.
4
3. Strategische koers Voor de strategische koers die we als maatschap uitzetten voor de komende jaren, zijn onze missie, visie en kernwaarden richting geven.
3.1 Missie “De maatschap is betrokken en draagt zorg voor betrouwbare diagnostiek en deskundig advies op het gebied van infectieziekten, infectiepreventie en immunologie, waarbij hoge kwaliteit wordt geleverd tegen een scherpe prijs”.
3.2 Visie Wij zijn de enige logische partner in de regio voor vragen en advies over microbiologie, immunologie en infectiepreventie.
3.3 Kernwaarden van de maatschap
Deskundig advies op maat
Betrokken, bereikbaar en zichtbaar
Kwaliteit voor een verantwoorde prijs
Aandacht voor infectiepreventie
3.4 Strategische concepten Met inachtneming van bovenstaande missie, visie en kernwaarden, formuleren we strategische concepten met betrekking tot samenwerking van laboratoria, adherentie en infectie preventie.
Samenwerkend en voet houdend in ziekenhuizen Het ‘virtueel’ laboratorium is het antwoord van de maatschap op de concurrentie. Een schaalvergroting door lateralisatie maar ook dicht bij de aanvrager in alle ziekenhuizen blijven is een weloverwogen keuze. De afspraken die de Raden van Bestuur van het Ziekenhuis Gelderse Vallei, Rijnstate en het Slingeland Ziekenhuis eind 2011 hebben gemaakt aangaande samenwerking in hoog expertise, laag volume zorg voor chirurgische ingrepen zijn hiermee in lijn. In 2009 is een convenant getekend tussen Ziekenhuis Gelderse Vallei en Rijnstate dat de samenwerking bekrachtigt; in 2012 is besloten om de gehele infectieserologie naar Ede en de moleculaire diagnostiek naar Velp te lateraliseren. Het Slingeland Ziekenhuis neemt vooralsnog een afwachtende houding aan, maar staat positief tegenover samenwerking. De maatschap staat positief tegenover samenwerking met commerciële en academische laboratoria voor respectievelijk dienstverlening naar eerste lijn en versterking van onderzoek en expertise om op die manier ‘het beste uit meerdere werelden samen te brengen’. Onder “Externe samenwerking” van Hoofdstuk 4 is uitgewerkt hoe de maatschap deze samenwerking de komende jaren verder vorm wil geven.
5
Behouden en uitbreiden adherentie eerste lijn De eerstelijns adherentie is voor zowel de maatschap als de ziekenhuizen belangrijk. Het laboratorium is vaak het eerste contact van de patiënt met het ziekenhuis. Goede bereikbaarheid en tevredenheid met de service bepalen nu voor een groot deel de keuze van de huisarts voor een laboratorium. De maatschap hecht grote waarde aan een goed contact met de huisartsen. Om de eerstelijns diagnostiek te behouden zal de maatschap een optimale service naar de huisartsen moeten bieden. Daarnaast zal deze diagnostiek tegen een concurrerende prijs worden aangeboden. In Hoofdstuk 6 Klantgerichtheid, wordt geformuleerd hoe de dienstverlening naar de eerste lijn verder wordt geoptimaliseerd.
Regionale samenwerking Hygiëne en Infectiepreventie De regionale samenwerking tussen de afdelingen H&I zal verder worden uitgebreid, zodat kennis gedeeld wordt en FTE optimaal benut worden. Dit zal leiden tot een uniform beleid en kwaliteit over alle ziekenhuizen die de maatschap bedient. Professionaliteit en kennis van een regionale H&I zou tegen een redelijke vergoeding kunnen worden ingezet bij de advisering naar andere zorgaanbieders en instellingen in de regio. In hoofdstuk 8 Hygiëne en Infectiepreventie, wordt verder ingegaan op hoe dit H&I beleid verder zal worden vormgegeven.
Strategische koers. De maatschap MMMIG is betrokken en draagt zorg voor betrouwbare diagnostiek en deskundig advies op het gebied van infectieziekten, infectiepreventie en immunologie. Door dit alles aan te bieden tegen een concurrerende prijs, zijn zij de enige logische partner in de regio voor vragen en advies over microbiologie, immunologie en infectiepreventie.
6
4. Externe en interne samenwerking Samenwerking, zowel binnen als buiten de ziekenhuizen, is de manier om kostprijzen zoveel mogelijk te reduceren en optimaal gebruik te maken van apparatuur, kennis en contacten.
4.1 Externe samenwerking Prioriteit in de externe samenwerkingsverbanden ligt bij de implementatie van het ‘virtuele’ laboratorium: 1. verregaande samenwerking microbiologische laboratoria Ede – Velp binnen 1 jaar verwezenlijken door: a.
Lateralisatie van diagnostische bepalingen (infectieserologie en moleculaire diagnostiek)
b. Uniforme protocollen, beleid en interpretatie met betrekking tot diagnostische (vervolg) bepalingen 2. Binding Slingeland Ziekenhuis Doetinchem/ Rivierenland Ziekenhuis Tiel via langlopende contracten 3. De kleinere ziekenhuizen in de maatschap (Slingeland Ziekenhuis Doetinchem en Ziekenhuis Rivierenland Tiel) zoeken steeds meer samenwerking voor hoog-complexe en laag-volume zorgprofielen en zo ook voor laboratoriumbepalingen. De maatschap is er veel aangelegen dat deze samenwerking met de laboratoria binnen haar verzorgingsgebied wordt gevonden en dat Tiel en Doetinchem aansluiten bij de samenwerking tussen Rijnstate en Ziekenhuis Gelderse Vallei. Externe samenwerking zal ook gezocht worden met medisch microbiologische laboratoria buiten de maatschap: 4. samenwerking met commerciële labs / UMC’s 3-5 jaar a.
De maatschap zal de komende jaren samenwerking met huisartsenlaboratoria onderzoeken om een optimale dienstverlening voor de huisartsen te bereiken en deze groep aanvragers als klant te behouden (zie ook onder 6.1)
b. Samenwerking met academische laboratoria zal verder worden geëxploreerd om een optimaal pakket aan diagnostiek aan te bieden, om de eigen onderzoekslijnen te ondersteunen en expertise binnen de laboratoria van de maatschap verder uit te breiden en voor de opleiding tot arts-microbioloog.
4.2 Interne samenwerking In de ziekenhuizen Gelderse Vallei en het Slingeland Ziekenhuis zal nauwer samengewerkt gaan worden met het Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium (KCHL). Grote robot straten (Total Lab Automation; TLA) op de KCHL’s kunnen grote hoeveelheden monsters verwerken. Door deze apparatuur ook in te zetten voor infectieserologische bepalingen wordt de capaciteit van deze apparatuur optimaal benut en kunnen kosten worden gereduceerd.
Samenwerking: Samenwerking tussen de microbiologische laboratoria binnen de maatschap zal verstevigd worden door lateralisatie van testen. Op die manier wordt een solide eenheid vormgegeven die bestand is tegen concurrentie van andere grote laboratoria.
7
5 Diagnostiek Voor de ziekenhuizen en hun adherentiegebieden willen we met de laboratoria een zo compleet mogelijk diagnostisch bepalingenpakket aanbieden op het gebied van infectieziekten en immunologische aandoeningen. Dit alles volgens de vigerende richtlijnen van de wetenschappelijke verenigingen en met een hedendaagse technologie die een hoge kwaliteit waarborgt. Er is continue aandacht voor beperking van onnodig onderzoek, snellere diagnostiek en voorkómen van infecties.
5.1 Bacteriologie en mycologie Wat betreft de bacteriologie en mycologie zijn er veel ontwikkelingen de laatste jaren. De moleculaire diagnostiek heeft een belangrijkere plaats ingenomen en de bacteriologische diagnostiek kan inmiddels worden geautomatiseerd. Deze automatisering zal verder worden doorgezet in de toekomst, mede uit een kosten aspect, maar ook om een continue kwaliteit te garanderen. 1. handmatig werk naar automatisering Er is continue aandacht voor mogelijkheid tot automatisering waarbij handwerk gereduceerd kan worden en de kwaliteit van het proces verhoogd. Voor afname en transport is gekozen voor een universeel afname systeem, hiermee is de eerste voorbereiding getroffen voor verdere automatisering zoals het gebruik van entmachines. Afhankelijk van de productieontwikkelingen kan een business case gemaakt worden voor de implementatie van een bacteriologische straat (zoals van Kiestra) die aansluit op een entmachine. 2. bepaling en monitoring van resistentie ontwikkeling: a.
De moleculaire detectie van (nieuwe) pathogene micro-organismen zal zich steeds verder ontwikkelen. Moleculaire detectie van bijzonder resistente micro-organismen (MRSA, VRE, ESBL etc) zullen ons steeds beter in staat stellen tot vroege interacties zoals gerichte antibiotische therapie (antibiotic stewardship), als ook sneller instellen of stoppen van isolatiemaatregelen.
b. Data uit de laboratoria informatiesystemen stellen ons in staat resistentieontwikkeling te monitoren en te vergelijken met landelijke gegevens. Dit stelt ons in staat om meer gestructureerd en gestandaardiseerde terugkoppeling te geven aan onze aanvragers
5.2 Parasitologie Moleculaire technieken vervangen de klassieke microscopie (TFT) voor de parasitologische diagnostiek op de meest voorkomende fecespathogenen. Om binnen de maatschap microscopische expertise op het gebied van de parasitologische fecesdiagnostiek te behouden, zal er een kerngroep aandachtsanalisten blijven.
5.3 Moleculaire diagnostiek De moleculaire diagnostiek vanuit Ede wordt naar Velp gelateraliseerd en versterkt ten behoeve van de hele regio van de maatschap. Continue afstemming met Ede, Tiel, en Doetinchem is daarbij cruciaal. De komende jaren gaat de aandacht uit naar automatisering van het analytisch proces en kwaliteitsborging van de bestaande assays en het ontwikkelen van innovatieve mogelijkheden van moleculaire diagnostiek. 8
5.4 Serologie De infectieserologie van Velp zal gelateraliseerd worden naar Ede. Door de centralisatie van bepalingen (schaalvergroting) en door een gezamenlijke apparatuur investering met het KCHL te Ede (als onderdeel van “Total Lab Automation”) is het mogelijk: 1. Kosten te besparen waardoor diagnostiek voor een concurrerende prijs aan 1e lijn en nieuwe klanten in de regio aangeboden kan worden. 2. Infectieserologische bepalingen die nu worden opgestuurd, zelf uit te voeren zoals bijvoorbeeld Dengue, hepatitis E, Legionella en Bartonella. Daarbij zullen we afgaan op de hoeveelheid aanvragen of de verwachting dat de aanvragen zullen toenemen.
5.5 Immunologie Beleid betreffende de immunologische diagnostiek richt zich op een drietal punten: 1. automatisering van hoogvolume / laag complexe diagnostiek Serologische auto-antistof bepalingen die veelvuldig worden aangevraagd zoveel mogelijk automatiseren waardoor het mogelijk is deze frequent uit te voeren. Het betreft vaak aanvragen uit eerste lijn (coeliakie en reumatoïde artritis) waarbij een automatische interpretatie en (verwijs) advies samen met onderwijs/FTO’s ondersteund door betreffende medisch specialisten (MDL en reumatologie), het onderscheid kan maken met grote commerciële laboratoria die deze diagnostiek aanbieden. 2. Laagvolume / hoog complexe diagnostiek Een deel van de immunologische diagnostiek betreft een relatief kleine patiënten groep, vraagt specialistisch opgeleide analisten en is relatief duur. Het is van belang om deze diagnostiek te centraliseren uit kosten perspectief en om expertise op te bouwen en te behouden en om algoritmes te introduceren waarmee deze bepalingen gericht aangevraagd worden. 3. nieuwe vroeg diagnostische/prognostische markers Om dure diagnostiek te beperken en gerichter aan te bieden zullen markers die in een vroeg stadium van de immuunziekte aanwezig zijn, voor diagnostische doeleinden geëxploreerd worden. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan cytokines / chemokines of specifieke antistoffen. Met de succesvolle behandeling van auto-immuunziekten door zogenaamde biologicals (als immuunmodulerende geneesmiddelen) zal er meer vraag komen naar de juiste immunologische indicatoren voor prognose inschatting en monitoring. Aandacht op het consultatieve vlak zal uitgaan naar ondersteuning in het beleid van de immuungecompromitteerde patiënt bijvoorbeeld advisering in vaccinatie beleid.
Diagnostiek: Lateralisatie van moleculaire diagnostiek en infectieserologie is essentieel om via schaalvergroting een concurrerende prijs en een hoog expertise niveau te kunnen bewerkstelligen. Verdergaande automatisering en aandacht voor nieuwe vroeg diagnostische markers om kwaliteit en snelheid van diagnostiek te kunnen waarborgen.
9
6. Klantgerichtheid De dienstverlening naar de aanvrager van onderzoek of advies, is ons sterke punt ten opzichte van concurrerende (commerciële) laboratoria. Dit zullen we de komende jaren maximaal uitdragen.
6.1 Eerste lijn Behoud van adherentie in de eerste lijn (huisartsen, verpleeghuizen, GGD’s) is van groot belang voor de maatschap en de ziekenhuizen waarin we werken. We zullen ons dan ook maximaal inspannen een optimale service en diagnostiek voor een concurrerende prijs te leveren. Als maatschap streven we ernaar om in de komende jaren de eerste lijn optimaal te faciliteren op het gebied van preventie, diagnostiek en behandeling van infectieziekten. De volgende zaken zijn daarbij belangrijk: 1. Een goede bereikbaarheid voor consulten o
7/24 uur bereikbaarheid van arts-microbioloog voor klinische consultaties is van oudsher gewaarborgd. Voor kwalitatief goede advisering op het gebied van ziekenhuishygiëne buiten kantoortijden maakt de maatschap zich sterk dat de raden van bestuur een regionale pool van dienstdoende adviseurs infectiepreventie gaan opzetten.
o
Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van diagnostiek en behandeling worden steeds sneller naar de aanvragers gecommuniceerd met behulp van de MMMIG website en Twitter account. De maatschap gaat zich inzetten om haar aanvragers ook daadwerkelijk gebruik te laten maken van deze faciliteiten.
2. Goede informatievoorziening door middel van de website / MicroVademecum online 3. Bezoek aan huisartsen met klanttevredenheidsonderzoek, terugkoppeling van productiecijfers en feedback op aanvraaggedrag. Actief meedenken over gewenste snelheid van diagnostisch proces en kostenreductie voor de eerste lijn. 4. ondersteuning van praktijk assistenten met betrekking tot afname en versturen van materialen alsook met betrekking tot de uitslagverwerking. 5. logistiek voor afname van materialen regelen door afspraken met prikposten, en koerier die materialen bij huisartsen en zorginstellingen ophaalt 6. Onderwijs: o
(verpleeg)huisartsen / Farmaco Therapie Overleg (FTO)
o
Onderwijs aan praktijkassistenten
7. koppeling met Huisartsen Informatie Systemen (HIS) optimaliseren 8. ordermanagement
Sinds jaren ondervindt de maatschap in toenemende mate concurrentie van (commerciële) laboratoria; met name op het gebied van de eerste lijns diagnostiek. De maatschap neemt initiatieven om de dialoog aan te gaan met bijvoorbeeld de SHO (Stichting Huisartsen Laboratorium Oost) om tot een samenwerking te komen. De maatschap staat er voor open om partnerschappen aan te gaan met andere laboratoria om op die manier invulling te kunnen geven aan een optimale dienstverlening van de eerste lijn in de regio.
10
6.2 Tweede lijn Ook binnen de ziekenhuizen willen we de komende jaren inzetten op een verdere optimalisering van onze dienstverlening. Daar hoort ook het verantwoord toepassen van diagnostiek bij. Naast aandacht voor klanttevredenheid van de aanvragers, zal de maatschap daarom de komende jaren extra aandacht besteden aan onnodig aangevraagd onderzoek en zorgen voor een goede terugkoppeling naar de diverse vakgroepen. De volgende punten zijn de komende jaren van belang binnen de ziekenhuizen: 1. Bereikbaar en zichtbaar voor de kliniek door: o
Deelname aan (multidisciplinaire) overleggen
o
Onderwijs
o
Consultvoering zichtbaar in het EPD
2. Betrokkenheid van de arts-microbioloog bij beleid met betrekking tot infectieziekten o
Infectiepreventie (H&I beleid)
o
Beleid ten aanzien van behandeling van infectieziekten (antibiotica commissie + formularium) en toetsing van dit beleid door antimicrobial stewardship.
3. Een degelijke informatievoorziening via de diverse kwaliteitsportalen 4. Terugrapportage van aanvraaggedrag, epidemiologie en resistentiecijfers naar de aanvragers 5. Actief meedenkend over kostenbesparingen Met de komst van resultaat verantwoordelijke eenheden zal terugkoppeling en sturing van het aanvraaggedrag nog belangrijker worden.
6.3 Travel clinic Travel Clinic Vivre is een ZKN geaccrediteerde kliniek en werkt volgens de richtlijnen van het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering. De artsen-microbioloog van de maatschap die gecertificeerd reizigersgeneeskundige zijn hebben de supervisie over de consulten met betrekking tot vaccinatie advies. Met de opkomst en successen van de immuunmodulerende geneesmiddelen zullen we meer immuungecompromitteerde patiënten zien voor reis en/of vaccinatie advies. Samen met betreffende behandelend specialisten zet de maatschap zich in om deze patiënten groep van passend advies te bedienen. Bijvoorbeeld door de patiënt er actief (via folders en in gesprek) op te attenderen om zich met vaccinaties te beschermen vóór zijn/haar afweer afneemt.
Klantgerichtheid: Structureel gevraagd en ongevraagde terugkoppeling van aanvraaggedrag en overzichtsresultaten van onderzoek om met de aanvragers uit eerste en tweede lijn tot een kosteneffectief en kwalitatief hoogstaand aanvraagbeleid te komen; Voor consulten over infectieziekten en -preventie en immunologische aandoeningen dé logische gesprekspartner voor een ieder!
11
7 Kwaliteit en professionaliteit Om ons als maatschap medische microbiologie en immunologie te onderscheiden willen we een zichtbare kwaliteit en professionaliteit bieden. Alle laboratoria waar de maatschap in werkt zijn CCKL geaccrediteerd. Kwaliteit en professionaliteit bereiken we als maatschap door 1. de korte lijnen met aanvragers (kennen we persoonlijk) 2. een poot in ziekenhuis én in het laboratorium te hebben waardoor we de vraag en wensen van aanvragers kunnen vertalen naar diagnostiek én de uitslagen van het onderzoek kunnen vertalen naar de aanvrager. 3. de koppelingen tussen LIMS/ZIS en HIS waardoor fouten introductie wordt geminimaliseerd
7.1 Accreditatie De maatschap zal zich voor alle 4 de laboratoria inzetten om professioneel inhoudelijk sturing te geven aan het kwaliteitsbeleid. Bijvoorbeeld door de implementatie van nieuwe diagnostische richtlijnen en protocollen, innoveren van testen en testsystemen en overdracht van kennis aan laboratoriummedewerkers.
7.2 Patiëntveiligheid In het landelijke veiligheidsprogramma, het veiligheidsmanagementsysteem (VMS), zitten enkele belangrijke infectiepreventie thema’s, zoals het voorkómen van wondinfecties en lijnsepsis. De maatschap zal deze programma’s, samen met de afdeling H&I, zoveel mogelijk ondersteunen in de ziekenhuizen. Er zal daarvoor wel extra FTE toegekend dienen te worden.
7.3 Medisch Moleculair Microbioloog Vanaf midden 2012 is er een MMM-er verbonden aan het MIL. Dit leidt tot verdere kwaliteitsverbetering en daarmee tot versterking van de positie van de afdeling moleculaire diagnostiek. Gecombineerd met de inzet en het enthousiasme van alle medewerkers van de afdeling wordt de ambitie om in 2017 te behoren tot één van de toonaangevende laboratoria op het gebied van microbiologisch moleculaire diagnostiek bereikbaar
7.4 Opleiding en onderwijs De maatschap medische microbiologie en immunologie participeert actief in onderwijs en opleiding. 1. Zij verzorgt onder andere in samenwerking met het UMC St. Radboud de opleiding tot artsmicrobioloog voor de duur van 1 jaar. Momenteel worden er 1-2 AIOS per jaar opgeleid. Dit aantal zal uitgebreid worden naar 3 per jaar binnen het OOR Oost-Nederland. Hiertoe zal de ruimtelijke voorzieningen voor de AIOS aangepast moeten worden. Om goed geïnformeerd te zijn over de nieuwe mogelijkheden en veranderende eisen binnen de opleiding is de opleider vertegenwoordigd in het Concilium Medico Microbiologicum. 2. De gehele opleidingsgroep neemt deel aan het dagelijks generaal rapport. Investering in conference call of videoconference is een vereiste om gestructureerd te kunnen overleggen met input van alle locaties. 3. De artsen-microbioloog en medisch immunoloog zijn actief op het gebied van bijscholing van eigen personeel door het verzorgen van voordrachten
12
4. Zij verzorgen eveneens onderwijs en (na)scholing van andere specialisten en huisartsen door middel van referaten, multidisciplinaire besprekingen, kweek van de week, FTO’s e.d. 5. De maatschap verzorgt al sinds jaren een deel van de HLO-opleiding medisch microbiologisch analist. Dit wordt gezien als de kweekvijver voor nieuw personeel
7.5 Onderzoek Het verwerven van kennis die praktisch toepasbaar is staat op de voorgrond. De maatschap is betrokken bij onderzoek wat op de eigen afdeling plaatsvindt, maar ook bij onderzoek op het gebied van de microbiologie binnen de ziekenhuizen en eerste lijn. Onderwerpen waarbij de maatschap al betrokken is of zich verder in wenst te profileren zijn 1. innovatieve technieken (E-nose, moleculaire detectie van resistentie) o
Sinds enige jaren bestaat er een intensieve samenwerking tussen de maatschap en Check-points, een klein bedrijf met new-venture producten op het gebied van moleculaire detectie van resistentiegenen. Deze samenwerking leidt ertoe dat Rijnstate (en indien gewenst ook de andere ziekenhuizen verbonden aan de maatschap) nationaal en internationaal voorop zal lopen bij de praktische introductie van nieuwe detectiemethoden voor het snel opsporen van multiresistente Gram negatieve bacteriën in ziekenhuizen. Als “spin-off” van deze samenwerking zal een analist verbonden aan het MIL in staat worden gesteld om in 2015-2016 op dit onderwerp te promoveren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
o
Sinds kort is er door de maatschap contact gelegd met C-it, een bedrijf wat een elektronische neus heeft ontwikkeld (E-nose). Deze E-nose is in staat om op een innovatieve manier micro-organismen te herkennen en kan gebruikt worden in het veld waar een volwaardig laboratorium niet voorhanden is. In samenwerking met het MIL wordt aan C-it de mogelijkheid geboden deze technieken verder te verfijnen en te onderzoeken welke plaats het kan hebben in het diagnostisch microbiologisch laboratorium.
2. Immunologisch onderzoek o
Pathofysiologie van immuunsysteem bij inflammatoire darmziekten (M. Crohn en Colitis Ulcerosa). Focus op mucosale T-celprofielen en relatie tot klinische beeld. Samenwerking met MDL (Dr. P. Wahab, Dr. R. Robijn en Drs. C. Horjus)
o
Rol van het immuunsysteem in jicht. Toegepast klinisch onderzoek naar prognostische parameters zoals cytokines en vernieuwde analyse van uraat kristallen, maar ook meer basaal wetenschappelijk onderzoek naar jicht in samenwerking met UMCU. Samenwerking met Reumatologie (Dr. M. Janssen)
o
Onderzoek naar de diagnostiek bij interstitiële longaandoeningen in samenwerking met longartsen (verder te exploreren in nauwe samenwerking met prof. M. Drenth)
3. Ondersteuning van klinisch onderzoek zoals behandeling van HIV en hepatitis De maatschapsleden informeren elkaar structureel over de voortgang van wetenschappelijk onderzoek door middel van researchbesprekingen tijdens het professioneel overleg.
Kwaliteit en professionaliteit: Alle laboratoria zijn (CCKL)-geaccrediteerd. Het aantal opleidingsplaatsen tot arts-microbioloog in Rijnstate wordt uitgebreid. Op het gebied van onderzoek is de maatschap initiërend en een sterke partner.
13
8. Hygiëne en Infectiepreventie De maatschap streeft ernaar om zich te blijven inzetten voor outbreakmanagement, surveillanceprojecten etc. Hiervoor is het noodzakelijk dat er voldoende formatie ten behoeve van infectiepreventie aan de maatschap ter beschikking wordt gesteld. De maatschap streeft ernaar om de formatie op peil te brengen conform de door de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en de Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg geaccepteerde norm van 1 FTE hygiënist per 5.000 opnames en 1 FTE arts-microbioloog per 25.000 opnames. Het intern kwaliteitsbeleid van de afdelingen H&I zal de komende jaren vorm krijgen. Voor de Hygiëne en Infectiepreventie zullen beleid en protocollen steeds meer regionaal op elkaar afgestemd worden. Wat betreft inzet van FTE ziekenhuishygiënisten is er een piekbelasting bij uitbraken. Door samen te werken kunnen uit een regionale pool FTE efficiënt ingezet worden op de plaats waar het op dat moment nodig is. Hiervoor is het noodzakelijk om een periode bij elkaar te gaan kijken. Tijdens een dergelijke uitwisselingsperiode zullen ook audits bij elkaar worden afgenomen. Op termijn zou dit kunnen leiden tot één regionale dienstpool. Ondersteuning van verpleeghuizen en eerste lijn, met betrekking tot opstellen van protocollen en uitbraak management, zal steeds meer vanuit de afdelingen Hygiëne en Infectiepreventie in de ziekenhuizen plaatsvinden.
Hygiëne en Infectiepreventie: Een regionaal H&I beleid voor ziekenhuizen en andere zorginstellingen in onze regio; de maatschap biedt ondersteuning bij uitbraak management en ziet toe op de waarborging van nieuwe kwaliteit- en veiligheidseisen.
14
9 Organisatie maatschap De maatschap komt twee maal per maand bijeen om elkaar te informeren over wat er speelt op de verschillende lokaties en om besluiten te nemen over verschillende zaken. Eén van de van de maten is belast met het voorzitterschap van de maatschap. De voorzitter leidt de maatschapvergaderingen. Een andere maat functioneert als secretaris van de maatschap. Een derde maat neemt het penningmeesterschap op zich. Deze posities wisselen na een periode van 3 jaar, waarna deze functies met 3 jaar verlengd kunnen worden of kunnen worden toebedeeld aan een van de andere maten. Een nieuwe organisatie vorm van het maatschapsbestuur wordt overwogen nu het aantal leden van de maatschap tien nadert. Per locatie is een maatschaplid medisch manager naast een organisatorisch manager, die in dienst is van het ziekenhuis. De medisch managers zijn samen met de organisatorisch managers verantwoordelijk voor een soepele regionale samenwerking tussen de laboratoria binnen de maatschap. De komende jaren zal eerst gefocust worden op de nauwere samenwerking en lateralisatie van onderzoeken tussen het Ziekenhuis Gelderse Vallei en Ziekenhuis Rijnstate. Hier ligt immers al een samenwerkingsovereenkomst. Het streven is dat het Slingeland Ziekenhuis in een latere fase zal aanhaken. De verschillende maatschapleden hebben allen specifieke aandachtgebieden en expertise. Deze expertise zal breed ingezet worden in de komende jaren. Kennis aanwezig in de maatschap zal laagdrempelig benut worden. Alle maten streven ernaar om hun specifieke kennis op alle locaties in te brengen door middel van voordrachten en/of onderwijs. Via internet zal een gezamenlijke “cloud” gemaakt worden voor een makkelijke uitwisseling van kennis, die gereed zal zijn in 2012. Zoals ook in het hoofdstuk H&I wordt benoemd, streven we naar uitbreiding ten behoeve van de formatie voor H&I.
9.1 Aantrekkelijk om te werken Mede door het werken in een dynamisch team, dat over meerdere locaties werkt, en allround de medische microbiologie en immunologie bedrijft, waarbij het mogelijk is om een eigen aandachtsgebied te ontplooien, is onze maatschap aantrekkelijk om in te werken. Het is de komende jaren belangrijk om een aantrekkelijk werkklimaat te behouden, omdat het aanbod van nieuwe collegae klein is. Bovendien verwachten we dat vanwege de onzekerheden met betrekking tot de honorering van vrijgevestigde specialisten artsen-microbioloog steeds vaker kiezen voor de zekerheid van een dienstverband. Uitbreiding van de maatschap is de komende jaren nodig vanwege de toegenomen werkdruk. Op laboratoriumniveau worden steeds strengere eisen gesteld aan kwaliteit, de werkzaamheden voor de H&I nemen toe en de prevalentie van resistente bacteriën stijgt. Om deze zaken over een breed front goed aan te pakken zullen we de komende jaren enthousiaste collega’s moeten werven. In de toekomst zal goed gekwalificeerd personeel in de gezondheidzorg schaarser worden. Dit is op het microbiologisch laboratorium deels op te vangen door automatisering. Het is echter belangrijk dat analisten bekwaam in microbiologische technieken kunnen worden aangetrokken. Het laboratorium zal daarom een aantrekkelijke werkplek moeten blijven voor deze analisten. Ondanks de lateralisatie willen we daarom geen van de laboratoria “uitkleden”, zodat er voldoende diversiteit in werkzaamheden blijft bestaan om het werk voor deze analisten interessant te houden.
9.2 Nascholing Alle artsen-microbioloog en medisch immunoloog voldoen aan de eisen met betrekking tot nascholing. Zij dragen er zorg voor zich zodanig na te scholen dat aan alle Canmeds competenties wordt voldaan te weten: medisch handelen, communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie, professionaliteit. Voor deze nascholing wordt gebruik gemaakt van GAIA. Dit wordt getoetst door de kwaliteitsvisitatie van de beroepsgroep. 15
Daarnaast neemt de maatschap deel aan o
IFMS, zowel individueel als maatschapbreed
o
docentprofessionalisering (teach-the-teacher)
o
managementcursus
o
good clinical practice
9.3 Procesoptimalisatie De maatschap streeft naar een optimalisatie van het diagnostische proces (van aanvraag tot uitslag) om het zorgproces positief te beïnvloeden. In de ziekenhuis laboratoria is efficiënt werken een belangrijk onderwerp. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van LEAN management.
9.4 Automatisering en Informatisering Een belangrijke voorwaarde voor optimale samenwerking en data/kennis uitwisseling is de koppeling tussen de laboratorium informatie systemen (LIMS) binnen de maatschap welke recent is gerealiseerd. Idealiter is één LIMS te hebben welke benaderbaar is vanuit alle locaties waardoor alle beschikbare gegevens van de patiënt eenvoudig inzichtelijk zijn voor consultvoering en waarneming. Tevens wil de maatschap ook prioriteit geven aan electronische uitwisseling van gegevens en onderzoeksresultaten met laboratoria buiten de maatschap.
Organisatie maatschap: Samenvattend wil de maatschap door nauwe samenwerking tussen de laboratoria en optimalisatie van de diagnostische processen kosten effectief werken en het zorgproces positief beïnvloeden.
16
10 Profilering 10.1 Website De website van de maatschap, www.MMMIG.nl, is in 2011 gelanceerd. In de komende jaren zal de maatschap werken aan de toegankelijkheid van de website. Het MicroVademecum dat nu nog als PDF file in te zien is op de website zal in een overzichtelijke format gepresenteerd gaan worden.
10.2 Social Media Social Media winnen snel terrein als het gaat om kennisoverdracht en delen van informatie. De maatschap wil daarom de komende jaren zich actief profileren in deze nieuwe media. Als MMMIG door hulpverleners en patiënten uit heel Nederland gevolgd wordt via Twitter, de website en eventuele nieuwe Social Media zal het verzorgingsgebied van de maatschap verder kunnen worden uitgebreid. De komende jaren zullen we de volgende onderwerpen via deze media naar buiten brengen: 1. voorlichting, onderwijs en naamsbekendheid maatschap: MMMIG ondersteunt de ontwikkeling van commerciële vakinhoudelijke voorlichtingspaketten / onderwijsmodules en is de eerst aangesproken maatschap als er in de media behoefte is aan medisch microbiologische of immunologische informatie. De maatschap beschikt over een aandachtsmaat PR.
2. laagdrempelig diagnostiek counseling MMMIG biedt online laagdrempelig direct diagnostiek aan patiënten aan; counseling gebeurt door een maat, via een (telefonisch / skype) consult. Denk aan anonieme SOA diagnostiek tot advisering van MRSA / BRMO positieve personen.
Public Relations: Door gebruik van Social Media heeft MMMIG in 2017 een dusdanige naamsbekendheid en reputatie gekregen dat ook aanvragen voor diagnostiek, consulten en adviezen van buiten de geëigende regio hun weg naar MMMIG weten te vinden.
17
11 SAMENVATTING De uitdaging voor de maatschap is de komende jaren om de eerstelijnszorg te behouden, de service en de kwaliteit hoog te houden en aan de andere kant de kosten zoveel mogelijk te reduceren om onze concurrentiepositie te verbeteren. Samenwerking tussen de microbiologische laboratoria binnen de maatschap zal verstevigd worden door lateralisatie van testen. Op die manier wordt een solide eenheid vormgegeven die bestand is tegen concurrentie van andere grote laboratoria. In de ziekenhuizen zal de maatschap blijven zorg dragen voor een goede bereikbaarheid, betrokkenheid bij multidisciplinaire overleggen en deskundige adviezen op het gebied van infectieziekten, infectiepreventie en immunologie. De maatschap speelt een actieve rol in de opleiding van onder andere artsen-assistent en analisten. Bovendien zal de arts-microbioloog, als spil tussen het laboratorium en kliniek, vaker informatie terugkoppelen naar de aanvragers over bijvoorbeeld resistentiecijfers en aanvraaggedrag, zodat antibioticumbeleid gestuurd kan worden en onnodige diagnostiek gereduceerd. Er zal door de toename van de prevalentie van resistente bacteriën en de aandacht voor kwaliteit en patiëntveiligheid extra druk gelegd worden op de afdelingen Hygiëne en Infectiepreventie en daarmee ook op de artsen-microbioloog. Op het gebied van onderzoek is de maatschap initiërend en een sterke partner. Om onze visie “ de enige logische partner in de regio voor vragen en advies over microbiologie, immunologie en infectiepreventie te zijn” ook bewaarheid te maken zullen we investeren in profilering via de nieuwe (social) media en in samenwerking met partners in ons vakgebied.
www.MMMIG.nl
18