Lokaal Multidisciplinair Netwerk Samen in Zorg (Gent-Merelbeke)
STRATEGISCH BELEIDSPLAN Alleman L., Beddeleem E., dr. Besard C., dr. Demeyer M., dr. De Munck G., dr. Mariën B., Simillion F., dr. Vande Walle S., dr. Verdonck P. April 2014
“Chronic diseases and multimorbidity represent one of the greatest challenges to the 21st century.” (Zsuzsanna Jakab, WHO Regional Director for Europe) VOORWOORD
De zorg voor chronisch zieken vormt vandaag wereldwijd één van de meest prangende uitdagingen in de gezondheidszorg. Chronische ziekten1, zoals diabetes, hart- en vaatziekten, chronische nierinsufficiëntie, beroerte, kanker, chronische aandoeningen van de luchtwegen, enz. zijn veruit de belangrijkste oorzaak van sterfte in de wereld, wat neerkomt op 63% van alle sterfgevallen2. In de meeste Europese landen gaat bijna 80% van het budget voor gezondheidszorg naar chronische zorg3. Het aantal mensen met chronische ziekten neemt onrustwekkend toe. Het percentage personen met een langdurige aandoening steeg in België van 23,8% in 2004 naar 27,2% in 20084, wat voor een stuk te wijten is aan de veroudering van de bevolking (cfr. de ‘vergrijzing’ en de ‘verzilvering’), maar ook aan aspecten van levensstijl (cfr. ‘welvaartsziekten’). Daarnaast hebben bijna 1/3 van de chronisch zieken in België meer dan één chronische ziekte (multimorbiditeit)5. Van de zeventig plussers lijdt 50 tot 70% aan minstens 2 chronische ziekten 6. Opvallend genoeg blijkt dat veel van de chronisch zieke patiënten de aanbevolen zorg niet krijgen. Het groeiend aantal nationale en internatonale wetenschappelijke publicaties getuigt van tekortkomingen in de kwaliteit van zorg voor chronisch zieken. Het overwinnen van deze tekortkomingen vereist een transformatie van de gezondheidszorg: van een systeem dat in wezen reactief is (reageren wanneer een persoon ziek is), naar een proactief systeem dat gericht is op het zo gezond mogelijk houden van mensen7. In België werden reeds geringe initiatieven genomen ter verbetering van de zorg voor chronisch zieken. Een voorbeeld daarvan zijn de zorgtrajecten Diabetes Mellitus (DM) en Chronische NierInsufficiëntie (CNI), die in 2009 gelanceerd werden. Een zorgtraject (ZT) organiseert en coördineert de aanpak, de behandeling en de opvolging van een patiënt met een chronische ziekte en vertrekt vanuit een samenwerking tussen drie partijen: de patiënt, huisarts en specialist 8. Door velen worden de zorgtrajecten aanzien als een hefboom voor de herpositionering en de versterking van de 1ste lijn. Ter ondersteuning van de multidisciplinaire samenwerking en de zorgtrajecten in het bijzonder, werden de Lokale Multidisciplinaire Netwerken (LMN) in het leven geroepen. De oprichting van deze netwerken kwam er op initiatief van huisartsenkringen. De huisartsen spelen als spilfiguur in de 1ste lijnsgezondheidszorg een centrale rol bij het streven naar kwaliteitsverbetering van chronische zorg. In de regio Gent-Merelbeke werd in 2010 het Lokaal Multidisciplinair Netwerk Samen in Zorg opgericht. In de vier voorbije jaren werden de nodige banden gelegd met zorgverleners en partnerorganisaties en werden zorgverleners ondersteund bij het multidisciplinair samenwerken in de zorg voor chronisch zieken. Omdat we vaststelden dat de opdrachten die aan de lokale multidisciplinaire netwerken werden toebedeeld, te beperkt zijn om in te spelen op de vele uitdagingen in de chronische zorg, besliste het netwerk Gent-Merelbeke om te evolueren naar een lokaal netwerk/platform dat streeft naar kwaliteitsverbetering in de totale chronische zorg. Dit beleidsplan heeft als doel deze evolutie te schetsen. We stellen de visie op de toekomst van het LMN aan u voor, alsook de wegen om deze visie te realiseren. Het beleidsplan reflecteert de bewustwording dat huisartsen en andere zorgpartners in de regio actief zullen moeten investeren in (en participeren aan) de vernieuwing van de chronische zorg. In dit beleidsplan worden de strategische doelstellingen van het LMN Samen in Zorg toegelicht. Daarnaast stellen we jaarlijks een actieplan op met doelgerichte acties om zo (meetbare) kwaliteitsverbeteringen te realiseren in de chronische zorg. Dit rapport is dynamisch: suggesties voor aanpassingen zijn steeds bespreekbaar.
1
Door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als ‘een ziekte van lange duur en in het algemeen langzame progressie’. 2 WHO Global report on non -communicable diseases, 2010 3 http://ec.europa.eu/health/interest_groups/docs/euhpf_answer_consultation_jan2012_en.pdf 4 Nationale Gezondheidsenquête, 2008 5 Nationale Gezondheidsenquête, 2008 6 Fortin M. e.a., Prevalence estimates of multimorbidity: a comperative study of two sources. BMC Health Services Researcht, 2010. 7 http://www.improvingchroniccare.org 8 www.zorgtraject.be
2
In een eerste hoofdstuk geven we toelichting bij het Lokaal Multidisciplinair Netwerk Samen in Zorg. We beschrijven het ontstaan van het LMN, het werkingsgebied, de toebedeelde opdrachten, kenmerken van de plaatselijke zorgverleners, bestaande (zorg)partners en schetsen de evolutie naar een platform voor chronische zorg in de regio Gent-Merelbeke. In een tweede hoofdstuk lichten we het theoretisch kader toe waarop de werking van het LMN gebaseerd is en vullen we dit stapsgewijs in. Om een kwaliteitsvolle werking te realiseren, baseren we ons beleid op het Kwadrant Model. Rond dit model is dan ook dit rapport opgebouwd. Voor het bereiken van hoogkwalitatieve chronische zorg is onze inspiratiebron het Chronic Care model (CCM). Dit model dient als kapstok voor onze acties. Als stuurgroep van het LMN Samen in Zorg is het ons doel om kwaliteitsvolle chronische zorg te realiseren in Gent-Merelbeke. Samen met verschillende betrokkenen, wensen we een professionele structuur uit te bouwen om deze doelstelling te realiseren.
De strategische stuurgroep van het LMN Samen in Zorg L. Alleman, E. Beddeleem, dr. C. Besard, dr. M. Demeyer, dr. G. De Munck, dr. B. Mariën, F. Simillion, dr. S. Vande Walle, dr. P. Verdonck.
3
LIJST MET AFKORTINGEN
4
BO
Beleidsondersteunend Orgaan
CCM
Chronic Care Model
CNI
Chronische NierInsufficiëntie
DM
Diabetes Mellitus
EBM
Evidence Based Medecine
EBP
Evidence Based Policy
EFQM
European Foundation for Quality Management
EMD
Elektronisch Medisch Dossier
GDT
Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging
HAIO
HuisArts In Opleiding
HAK
HuisArtsenKring
HAKM
HuisArtsenKring Merelbeke
HVG
HuisartsenVereniging Gent
LMN
Lokaal Multidisciplinair Netwerk
LOK
LOkale Kwaliteitsgroepen
PromOV²
Promotoren-overleg Oost-Vlaanderen
RIZIV
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
RVB
Raad Van Bestuur
SEL
Samenwerkingsinitiatief EersteLijnsgezondheidszorg
SSG
Strategische StuurGroep
WGC
WijkGezondheidsCentrum
WHO
World Health Organization
ZT
ZorgTraject
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD .......................................................................................................2 LIJST MET AFKORTINGEN ......................................................................................... 4 INHOUDSOPGAVE ..................................................................................................5
1.
HET LOKAAL MULTIDISCIPLINAIR NETWERK ....................................................... 6 1.1.
ONTSTAAN .............................................................................................. 6
1.2.
OPDRACHTEN VANUIT HET RIZIV....................................................................6
1.3.
WERKINGSGEBIED EN DEMOGRAFISCHE KENMERKEN ............................................6
1.4.
PLAATSELIJKE ZORGVERLENERS.....................................................................7
1.5.
ZORGORGANISATIES ................................................................................... 8
1.6.
VERNIEUWDE AANPAK SINDS 2012 ..................................................................8
1.7.
TOEKOMSTVISIE ........................................................................................ 9
2.
MANAGEMENT VAN HET LMN VOLGENS HET KWADRANT MODEL.............................. 9 2.1.
LEIDERSCHAP ......................................................................................... 10
2.1.1.
MISSIE, VISIE EN WAARDEN .................................................................. 11
2.1.2.
ORGANISATIESTRUCTUUR .................................................................... 12
2.2.
BELEID EN STRATEGIE............................................................................... 15
2.2.1.
STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN ........................................................... 15
2.2.2.
STRATEGIE ...................................................................................... 20
BIJLAGEN.......................................................................................................... 21
5
1.
HET LOKAAL MULTIDISCIPLINAIR NETWERK
1.1.
Ontstaan
In 2010 werd het Lokaal Multidisciplinair Netwerk Samen in Zorg opgericht, door de Huisartsenvereniging Gent (HVG) en de Huisartsenkring Merelbeke (HAKM), met de steun van het RIZIV. Het project werd gelanceerd voor een initiële periode van 4 jaar (januari 2010 – december 2013). Het LMN werd opgericht ter ondersteuning van de multidisciplinaire samenwerking in de zorg voor chronisch zieken en de zorgtrajecten in het bijzonder. Sinds de start in 2010 werkt een voltijds zorgtrajectpromotor voor het LMN. In de vier voorbije jaren werden de nodige banden gelegd met zorgverleners en partnerorganisaties en werden zorgverleners warm gemaakt om multidisciplinair samen te werken in de zorg voor chronisch zieken, met de huisarts als spilfiguur. Op het ogenblik van de redactie van dit rapport ligt een nieuwe overeenkomst met het RIZIV op tafel voor de periode 2014 – 2015.
1.2.
Opdrachten vanuit het RIZIV
De Lokale Multidisciplinaire Netwerken, kregen bij hun opstart vier opdrachten van het RIZIV9:
Het inzamelen, updaten en verspreiden van informatie met betrekking tot de zorgverlening voor patiënten met een zorgtrajectcontract en met betrekking tot de zorgverleners en organisaties die lokaal meewerken aan de zorgtrajecten (o.m. het in kaart brengen van alle partners);
Het ondersteunen en faciliteren van lokale initiatieven inzake informatieverstrekking aan zorgverleners en aan patiënten met een zorgtrajectcontract (o.m. uitwisseling ‘good practices’ en ervaringen tussen zorgverleners; informatie over lokale aangeboden dienstverlening);
Het ondersteunen en faciliteren van de communicatie, het partnership en het lokaal overleg tussen de zorgverleners die meewerken aan de zorgtrajecten (o.m. oplijsting en aanpak probleemsituaties met het oog op optimale zorgkwaliteit);
Het verzamelen van informatie over de werking van het netwerk op basis van parameters en volgens een methodiek die toelaat de werking van het netwerk te evalueren.
Op 16 april 2012 kwam er een voorstel van het Begeleidingscomité zorgtrajecten, gevalideerd door de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen aangaande een uitbreiding van de activiteiten: “De zorgtrajectpromotoren kunnen ingeschakeld worden bij breder multidisciplinair overleg dan de zorgtrajecten en bij andere chronische ziekten, op voorwaarde dat er een goede coördinatie en integratie is met de andere diensten op het terrein en dat deze activiteiten apart worden opgenomen in het activiteitenverslag.”
1.3.
Werkingsgebied en demografische kenmerken
Het werkingsgebied van het LMN Samen in Zorg bestaat uit de werkingsgebieden van de twee initiatiefnemende huisartsenkringen (HVG en HAKM): de fusiegemeenten Merelbeke, Destelbergen, Melle en Gent (uitgezonderd drie deelgemeenten die niet tot het werkingsgebied van de HVG behoren: Sint-DenijsWestrem, Afsnee en Zwijnaarde). De tabel op de volgende bladzijde (tabel 1) toont een overzicht van de deelgemeenten binnen het werkingsgebied van het LMN.
9
6
www.zorgtraject.be
Gent 9000 9030 9031 9032 9040 9041 9042 9042 9042 9050 9050
Destelbergen
Gent Mariakerke Drongen Wondelgem Sint-Amandsberg Oostakker Mendonk Desteldonk Sint-Kruis-Winkel Ledeberg Gentbrugge
9070 9070
Melle
Destelbergen Heusden
9090 9090
Merelbeke
Melle Gontrode
9820 9820 9820 9820 9820 9820
Merelbeke Bottelare Lemberge Melsen Munte Schelderode
Tabel 1: Werkingsgebied LMN De fusiegemeente Gent wordt door de stad Gent ingedeeld in 25 wijken. Deze zijn: de binnenstad, Sluizeken-Tolhuis-Ham, Macharius-Heirnis, Brugse Poort-Rooigem, Watersportbaan-Ekkergem, Elisabethbegijnhof-Papagaai, Rabot-Blaisantvest, Wondelgem, Bloemekenswijk, Muide-MeulestedeAfrikalaan, Kanaaldorpen en –zone, Oostakker, Dampoort, Sint-Amandsberg, Moscou-Vogelhoek, Gentbrugge, Oud Gentbrugge, Ledeberg, Zwijnaarde, Nieuw Gent-UZ, Stationsbuurt Zuid, Stationsbuurt Noord, Sint-Denijs-Westrem, Mariakerke en Drongen. Deze indeling kan door het LMN ook gebruikt kunnen worden bij wijkgerichte acties. Onderstaande tabel (tabel 2) geeft een overzicht van enkele belangrijke demografische kenmerken van de fusiegemeenten waarbinnen het LMN opereert.
11
Aantal inwoners
Oppervlakte (km²)12 13
Bevolkinsgdichtheid (inw/km²)
Gent10
Destelbergen
Melle
Merelbeke
LMN Samen in Zorg
235 362
17 831
11 038
23 687
287 917
156
27
15
37
235
1509
660
736
640
1225
Relatief aantal personen bij geboorte niet-Belg 14
23,83%
5,88%
5,83%
4,99%
20,47%
Het relatief aantal 60-plussers15
16,16%
21,19%
19,16%
19,06%
16,83%
Het relatief aantal 80-plussers16
5,28%
5,67%
5,73%
5,13%
5,31%
Tabel 2: Demografische kenmerken fusiegemeenten In bijlage 1 zijn enkele demografische kenmerken van het werkingsgebied te vinden.
1.4.
Plaatselijke zorgverleners
Gedurende de 4 voorbije jaren legde het LMN contact met verschillende zorgverleners. Dit zijn vooral de zorgverleners die kunnen betrokken worden bij zorgtrajecten, aangezien de LMN’s vooral opgericht werden om de zorgtrajecten te ondersteunen. HUISARTSEN Het LMN is een initiatief van huisartsen in de regio Gent-Merelbeke. Binnen het werkingsgebied van de HVG (Gent, Destelbergen en Melle) vallen bij benadering 354 huisartsen (inclusief HAIO’s). Binnen het
10
Excl. Afsnee,Sint-Denijs-Westrem en Zwijnaarde. Rijksregister via bevolkingskubus (incl. wachtregister), 2013 12 Gemeentefiches Steunpunt Sociale Planning – Demografie, Rijksregister via bevolkingskubus, exclusief wachtregister, 1.01.2012 13 Rijksregister via bevolkingskubus (incl. wachtregister), 2013 14 Rijksregister via bevolkingskubus (incl. wachtregister), 2013 15 Rijksregister via bevolkingskubus (incl. wachtregister), 2013 16 Rijksregister via bevolkingskubus (incl. wachtregister), 2013 11
7
werkingsgebied van de HAKM (Merelbeke) zijn dat ongeveer 31 huisartsen (inclusief HAIO’s). We kunnen dus stellen dat er binnen het werkingsgebied van het LMN bij benadering 385 huisartsen werkzaam zijn. Tabel 3 toont de relatieve verdeling van de huisartsen (leden van de HVG en HAKM) over de verschillende praktijkvormen (solo, duo, groepspraktijk of wijkgezondheidscentrum)17. HVG
HAKM
Solo
37%
40%
Duo
16%
27%
Groep
25%
33%
WGC
22%
-
Tabel 3: Verdeling huisartsen HVG en HAKM over de verschillende praktijkvormen
ANDERE ZORGVERLENERS De ‘andere zorgverleners’ die een belangrijke rol spelen in onze werking zijn, gezien onze wettelijke opdrachten, de zorgverleners die bij de zorgtrajecten betrokken kunnen worden. In bijlage 2 is een overzicht te vinden van de bij de zorgtrajecten betrokken disciplines en hun respectievelijke aantallen in de projectregio. Geleidelijk aan breidt het LMN haar netwerk uit naar alle partners die betrokken zijn bij chronische zorg.
1.5.
Zorgorganisaties
Het LMN legde ook contacten met tal van (zorg)organisaties. Enkele belangrijke partners van het LMN vindt u in bijlage 3 (niet limitatief, niet allen in dezelfde mate en in willekeurige volgorde). Het betreft soms ook mogelijke toekomstige samenwerkingsverbanden.
1.6.
Vernieuwde aanpak sinds 2012
In de regio Gent-Merelbeke besliste het LMN begin 2012 de werking te verruimen naar de totale chronische zorg. Vanaf dan werden alle acties van het LMN ook gebaseerd op het Chronic Care Model (zie verder). In februari 2012 werd een nieuwe zorgtrajectpromotor aangesteld en in juli 2012 werd een zorgtrajectmedewerker aangeworven. Omdat het LMN meer omhelst dan enkel zorgtrajecten alleen, besliste de stuurgroep van het LMN (in november 2013) de functietitels om te dopen tot ‘netwerkcoördinator’ en ‘netwerkmedewerker’. Om na te gaan of de ‘vernieuwde aanpak’ (sinds 2012) zinvol was, hebben we in het najaar van 2013 een enquête afgenomen over de impact van het LMN bij, enerzijds bij huisartsen, anderzijds bij de diabeteseducatoren. Deze resultaten zijn te vinden in het evaluatie-gedeelte van het actieplan voor 2014 18 en vormen een belangrijke input voor dit actieplan. Organisatorisch werd vanaf datzelfde jaar een evolutie naar meer verzelfstandiging (onafhankelijkheid van het RIZIV) ingezet, door het aangaan van samenwerkingsverbanden met partnerorganisaties.
17 18
8
HVG en HAKM, februari 2014 LMN Samen in Zorg, Actieplan 2014, 2014
1.7.
Toekomstvisie
Het regeerakkoord voorziet een bevoegdheidsoverdracht inzake de LMN’s van het Federale naar het Vlaamse niveau. Dit akkoord geeft echter niet aan onder welke vorm en op welke manier de bestaande structuren zullen ondersteund worden. Daarom hebben de Huisartsenvereniging Gent en de Huisartsenkring Merelbeke hebben een duidelijke toekomstvisie ten aanzien van het Lokaal Multidisciplinair Netwerk Samen in Zorg uitgeschreven en overgemaakt aan de Vlaams minister van volksgezondheid. Chronische zorg wordt het best georganiseerd in de 1ste lijn, waar zorgverleners heel lokaal een team vormen rond de patiënt (micro-niveau). Internationaal onderzoek toont aan dat gezondheidszorgsystemen die gebaseerd zijn op een effectieve eerstelijnszorg met hoogopgeleide huisartsen, praktiserend in de gemeenschap, zowel een meer kosteneffectieve als een klinisch meer effectieve zorg bieden dan systemen waarin de eerstelijnsfunctie veel minder ontwikkeld is19. De huisarts is de spilfiguur binnen de zorg voor de chronisch zieke patiënt. Door zijn toegankelijkheid, laagdrempeligheid en vertrouwensband met de patiënt is deze uitstekend in staat chronisch zieke patiënten te detecteren, op te volgen en te verwijzen waar nodig. Huisartsen zijn medische specialisten die zijn opgeleid in de basisprincipes van hun discipline. Zij zijn persoonsgeoriënteerde artsen, in de eerste plaats verantwoordelijk voor het verlenen van integrale en continue zorg aan ieder individu dat medische hulp zoekt, ongeacht leeftijd, sekse of aandoening. Zij zorgen voor individuen in de context van hun familie, hun leefomgeving en hun cultuur, met uitgesproken respect voor de autonomie van de patiënt. Zij erkennen dat zij ook een professionele verantwoordelijkheid hebben voor de gemeenschap. Bij het overleg met patiënten over het behandelingsbeleid integreren zij fysieke, psychische, sociale en culturele factoren, inclusief de manier waarop mensen zin geven aan leven, ziekte en overlijden. Daarbij maken zij gebruik van de kennis en het vertrouwen dat voortspruit uit het herhaalde contact met de patiënt. De professionele rol van huisartsen bestaat uit de bevordering van gezondheid en gezond gedrag, het voorkomen van ziekte, alsmede het aanbieden van behandeling, zorg en palliatie. Dit doen ze direct of via de diensten van anderen, al naar gelang de gezondheidsbehoeften en de middelen die de gemeenschap beschikbaar stelt. Waar nodig staan ze de patiënten bij om toegang te krijgen tot deze diensten.20 De huisartsenkring (HAK) kan initiatieven nemen ter optimalisatie van de multidisciplinaire samenwerking tussen zorgverstrekkers en hiervoor vormt het LMN in de schoot van de HAK het werkinstrument bij uitstek. Deze bestaande werkvorm heeft reeds, onder aansturing en impuls van de huisartsenkringen, haar impact aangetoond. Deze projecten hebben bewezen dat huisartsenkringen, mits de noodzakelijke middelen voor professionalisering, projecten efficiënt kunnen uitbouwen. Een platform voor chronische zorg (of ook: LMN) in de schoot van de HAK met ruimte voor lokale verankering/de nodige vrijheidsgraden en met een duidelijk kader op lange termijn zodat strategieën kunnen bepaald worden en acties kunnen gepland worden, is dan ook, ons inziens, de beste wijze om chronische zorg kwaliteitsvol in te vullen.
2.
MANAGEMENT VAN HET LMN VOLGENS HET KWADRANT MODEL
De werking van het LMN is gebaseerd op het Kwadrant Model. Dit model is, op zijn beurt, gebaseerd op het EFQM21 model en is het resultaat van een samenwerking tussen Vlaamse zorgorganisaties en het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (K.U. Leuven), met begeleiding van het INK (Instituut Nederlandse Kwaliteit.). Het model biedt een belangrijk theoretisch kader voor wat wordt verstaan onder hoog kwalitatief management van een zorgorganisatie. Het laat toe om een diepgaande doorlichting en evaluatie te maken 19 20 21
9
Starfield B. Primary care: balancing health needs, services and technology. Oxford:Oxford University Press, 1998 Allen J., Gay B. e.a., Huisartsgeneeskunde: de Europese definitie. WONCA, 2002. European Foundation for Quality Management
van het eigen functioneren en de resultaten van een organisatie. Tegelijkertijd zet het model zorgorganisaties aan tot leren, sturen en resultaatgericht werken. Het model wordt dus gebruikt als managementmodel, als zelfevaluatie-instrument en als basis voor het opstellen van jaarverslagen. In dit hoofdstuk geven we duiding bij de verschillende onderdelen van dit model. Het Kwadrant Model (zie figuur 1) steunt op negen aandachtsgebieden (vijf managementgebieden en vier resultaatsgebieden). De managementgebieden geven aan hoe de organisatie vorm geeft aan haar management, met welk doel en volgens welk plan ze werkt. In de resultaatsgebieden ligt de nadruk op meten: ze geven aan of de activiteiten geleid hebben tot het gewenste resultaat. In wat volgt zullen we vanuit leiderschap (missie, visie, waarden, organisatiestructuur) het beleid (strategische doelstellingen) en de strategie bepalen. Aan het beleid en de strategie worden medewerkers en middelen gekoppeld. Vanuit het beleid en de strategie worden ook de kerntaken bepaald, die uitgeschreven zijn in het procesmanagement (operationele doelstellingen en indicatoren). Dit alles kan u vinden in de jaarlijkse actieplannen, gekoppeld aan resultaatsgebieden.
Missie, visie, waarden, organisatiestructuur
Strategische doelstellingen
Operationele doelstellingen
Indicatoren
Figuur 1: Het Kwadrant Model
2.1.
Leiderschap
Goed leiderschap start bij het ontwikkelen en kenbaar maken van de missie van de organisatie. Daarnaast omvat goed leiderschap ook de ontwikkeling van een heldere visie over hoe je die missie gaat vervullen en de waarden die de organisatie daarbij hoog in het vaandel draagt. Vanuit leiderschap wordt ook de organisatiestructuur ontwikkeld die het best de doelen van de organisatie dient. In wat volgt, geven we aan hoe deze elementen van leiderschap vorm krijgen binnen het LMN.
10
2.1.1.
Missie, visie en waarden
Het LMN stelt de volgende missie voorop22:
De missie wordt gekoppeld aan een visie:
22
Het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor chronisch zieken is het hoofddoel van het LMN. Preventieve acties, buiten de huisartspraktijk, dienen steeds afgewogen te worden t.a.v. dit primair doel en gebeuren voornamelijk in partnerships met derden.
11
Bij het nastreven van haar missie en visie hanteert het LMN ook enkele kernwaarden:
Innovatie: Om de kwaliteit van chronische zorg te waarborgen en zelf te verbeteren zullen innovaties binnen de chronische zorg nodig zijn (zie voorwoord). Het LMN durft ‘out of the box - denken23’ en bestaande ideeën, structuren, behandelingswijzen, enz. in vraag stellen.
Participatie: Het LMN wenst het chronisch zorgbeleid vorm te geven met betrokkenheid en inspraak van de diverse betrokken actoren (zorgverleners en partnerorganisaties).
Centrale rol voor huisartsen: Het LMN erkent de centrale rol van huisartsen in de zorg voor chronisch zieken. Meer algemeen erkent het LMN de noodzaak van een sterke eerste lijn bij de realisatie van hoog kwalitatieve chronische zorg.
Patient empowerment: Het LMN wenst de patiënt zo veel mogelijk in staat te stellen de controle te hebben over zijn leven en verantwoordelijkheid op te nemen, door hem te activeren, te motiveren en te informeren.
Oog voor diversiteit: Het LMN wil rekening houden met diversiteit binnen de verschillende subzones van haar werkingsgebied en met de diversiteit onder zorgverleners en inwoners binnen dit werkingsgebied. Een gediversifieerd beleid wordt gevoerd waar nodig.
Proactieve zorg: Het LMN zal, naast een reactief beleid te voeren, waar mogelijk ook inzetten op preventie en vroegtijdige opsporing van chronische aandoeningen.
Evidence based: Volgens de principes van ‘evidence-based medecine’ (EBM) (op evidentie gebaseerde zorg) en ‘evidence based policy’ (EBP) (op evidentie gebaseerd beleid) maakt het LMN gebruik van het best beschikbare bewijs.
Evaluatie: Het LMN wenst haar beleid, acties en organen op geregelde tijdstippen te evalueren (en eventueel bij te sturen waar nodig), teneinde haar kwalitatief karakter te behouden..
2.1.2.
Organisatiestructuur
Onderstaande figuur (figuur 2) toont het organigram van het LMN.
Figuur 2: Organigram LMN Samen in Zorg
23
Letterlijk betekent het ‘buiten de doos-denken’, waarbij met de doos het bestaande denkkader van een organisatie wordt bedoeld.
12
Hieronder geven we een oplijsting van de diverse rollen binnen het LMN, met de daarbij horende bevoegdheidsdomeinen en verantwoordelijkheden:
Strategische stuurgroep (SSG)
De SSG bepaalt de strategische lijnen voor een optimale doelverwezenlijking en controleert de uitvoering ervan. De SSG is klein genoeg om efficiënt te kunnen werken en groot genoeg om diversiteit in kennis en ervaring mogelijk te maken. -
-
De vaste kern is monodisciplinair samengesteld (huisartsen). De reden voor de monodisciplinaire samenstelling is gelegen in het feit dat de LMN’s zijn ontstaan als initiatief van huisartsenkringen en primair gericht zijn op de ondersteuning van huisartsen als spilfiguur in de chronische zorg. De ruimere stuurgroep is multidisciplinair samengesteld: o Om de twee stuurgroepvergaderingen worden vertegenwoordigers van een andere discipline uitgenodigd. o Jaarlijks worden twee stuurgroepvergaderingen ingericht met vertegenwoordigers uit alle betrokken disciplines.
De SSG bestaat uit een meerderheid van niet-uitvoerende leden (die geen uitvoerende taken vervullen in de operationele werking van het platform)24. Uit de raden van bestuur van de HVG en de HAKM wordt een lid afgevaardigd in de SSG van het LMN. De SSG vergadert 8 à 9 maal per jaar (ongeveer 6-wekelijks), een 2-tal uur. Eén à twee maal per jaar is er een iets langere stuurgroepvergadering, eventueel met aanwezigheid van de leden van de raden van bestuur. Een jaarplanning met vastgelegde vergaderdata wordt opgemaakt. De beraadslaging en besluitvorming in de SSG verlopen collegiaal en het verslag van de vergadering gaat binnen een redelijke termijn naar alle stuurgroepleden. De SSG werkt met een jaarlijks wisselend voorzitterschap. Op deze manier werkt het LMN verfrissend, krijgt het nieuwe invalshoeken. Het is de taak van de stuurgroepvoorzitter om: -
de stuurgroepvergaderingen te leiden (of dit te delegeren); te bewaken dat de vooropgestelde doelen gerealiseerd worden; een helikopterzicht te bewaren; tussen twee stuurgroepvergaderingen door in overleg te treden met de LMN-medewerkers (over agendapunten, dagelijkse werking, …).
Daarnaast werkt de strategische stuurgroep met peter/meterschappen: bij bepaalde projecten is één stuurgroeplid iets nauwer betrokken. Deze persoon is beschikbaar voor vragen van de LMN-medewerkers.
Raad van bestuur (RVB) Huisartsenvereniging Gent (HVG) en Huisartsenkring Merelbeke (HAKM)
De RVB van de HVG en de HAKM: neemt, samen met de strategische stuurgroep, strategische beslissingen over het LMN (bv. personeelszaken, samenwerking met bepaalde partners, belangrijke standpunten, …); komt 1 à 2 maal per jaar samen met de strategische stuurgroep voor overleg. De raden van bestuur worden regelmatig gebrieft over de realisaties, de plannen en het beleid van het LMN via het lidmaatschap van dr. Guido De Munck en Fleur Simillion in de raad van bestuur van de HVG en via het lidmaatschap van dr. Micheline Demeyer in de raad van bestuur van de HAKM. Zij opereren als verbinding tussen de raad van bestuur van de kringen en de SSG van het LMN.
24
Aanbevelingen voor het besturen van socialprofitorganisaties. Aandachtspunten en goede praktijken, Koning Boudewijnstichting, 2010.
13
De voorzitters van de raden van bestuur kunnen, desgewenst, in kopie geplaatst worden voor de verslaggeving van de stuurgroepvergaderingen. Op vraag van een raad van bestuur kunnen de netwerkcoördinator en/of –medewerker zaken betreffende het LMN komen toelichten op de vergaderingen van de raad. Het is de raad van bestuur van de Huisartsenvereniging Gent die bevoegd is voor de personeelsaangelegenheden binnen het LMN. Jaarlijks vindt er een functioneringsgesprek plaats tussen enkele leden van de raad van bestuur van de HVG en de netwerkcoördinator en een gesprek tussen enkele leden van de raad van bestuur van de HVG en de netwerkmedewerker.
Netwerkcoördinator en netwerkmedewerker
Netwerkcoördinator Staat, samen met de stuurgroep, in voor het uittekenen van het strategisch kader van het LMN (bv. strategisch beleidsplan, jaarlijks actieplan, enz.) Staat, samen met de netwerkmedewerker, in voor de (operationele) uitwerking van de strategische lijnen zoals uitgetekend door de SSG (zet deze strategische lijnen om in concrete stappen om de doelstellingen te realiseren en informeert de SSG hierover regelmatig) Is, samen met de stuurgroepvoorzitter, verantwoordelijk voor de inhoudelijke voorbereiding, het voorzitten van, het bewaken van de tijd en de agenda van stuurgroepvergaderingen en de uitvoering van genomen besluiten binnen de SSG Is eindverantwoordelijke voor de externe communicatie van het LMN en vormt het centrale aanspreekpunt van het LMN
Netwerkmedewerker Ondersteunt de netwerkcoördinator bij het uittekenen van het strategisch kader voor het LMN (bv. input strategisch beleidsplan en actieplan) Ondersteunt de netwerkcoördinator bij de (operationele) uitwerking van de strategische lijnen zoals uitgetekend door de SSG
Geeft input aan de stuurgroep-agenda, neemt deel aan de stuurgroepvergaderingen en staat in voor de logistieke ondersteuning en de verslaggeving van deze en andere vergaderingen
Is aanspreekpunt voor bepaalde diensten/groepen (bv. diabeteseducatoren) Staat in voor de schriftelijke communicatie van het LMN (websitebeheer, redactie nieuwsbrieven, folders, enz.)
Staat in voor de kwaliteit van de zorgorganisatie (budgetbewaking, planning/voortgangsbewaking, kwaliteitsbewaking, enz.) Staat, samen met de netwerkmedewerker, in voor de evaluatie van het LMN, teneinde de kwaliteit ervan te verzekeren Participeert aan verschillende overlegstructuren, met het oog op een betere afstemming van de verschillende initiatieven in de chronische zorg en een optimalisatie van de zorg voor chronisch zieken
Voert bepaalde opdrachten uit als dossierverantwoordelijke
14
Draagt bij aan de evaluatie van het LMN (zowel inhoudelijk als door de inventarisatie van gegevens, de redactie van het jaarverslag, enz.)
Staat in voor het opmaken, bijhouden en updaten van een regionale zorggids Staat in voor het inventariseren van partners in de chronische zorg en de activiteiten die ze aanbieden Staat in voor het drukwerk en de verzendingen Voert bepaalde opdrachten uit als dossierverantwoordelijke
De netwerkcoördinator en de netwerkmedewerker bespreken op een wekelijks overleg de stand van zaken aangaande projecten. Jaarlijks zitten de netwerkcoördinator en –medewerker samen ter bespreking van de samenwerking.
Klankbordgroepen
Een klankbordgroep brengt kennis en ervaring in het project. De expertise van deze groepen wordt benut om het beleid te helpen bepalen en de uitvoering ervan te ondersteunen. Een klankbordgroep kan bestaan uit zorgverleners van één bepaalde discipline (bv. apothekers, diabeteseducatoren, enz.). Een klankbordgroep kan ook bestaan uit een groep deskundigen (uit verschillende disciplines) in een bepaalde thematiek (bv. diabetes). De klankbordgroepen kunnen ook bestaan uit patiënten indien nodig/gewenst. Een reeds bestaande klankbordgroep voor huisartsen in de regio is bijvoorbeeld het beleidsondersteunend orgaan (BO), als orgaan binnen de HVG (hierin zetelen afgevaardigde artsen uit de deelgebieden van het werkingsgebied van de HVG). Het LMN zal beroep doen op dit bestaand orgaan als klankbordgroep voor de huisartsen van Gent-Melle-Destelbergen. Een ander voorbeeld, van een klankbordgroep is het Oost-Vlaams zorgtrajectpromotoren-overleg (PromOV²). Binnen dit orgaan kunnen ideeën met andere LMN’s afgetoetst worden. Andere klankbordgroepen zijn de vakgroep huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent, de werkgroep van diabeteseducatoren uit de tweede lijn, de werkgroep navorming van de HVG, de lokale werkgroepen die worden ingericht n.a.v. de interprofessionele vormingen (zie verder), enz. Niet alle klankbordgroepen komen samen om te vergaderen. Zo toetst het LMN bepaalde ideeën ook af bij minder georganiseerde groepen: de groepen van specialisten uit de Gentse ziekenhuizen, de diabeteseducatoren uit de 1 ste lijn, enz.
2.2.
Beleid en strategie
Vanuit leiderschap wordt het beleid en de strategie van de zorgorganisatie bepaald. Het beleid van het LMN omvat 7 op evidentie gebaseerde strategische doelstellingen en een strategie om deze doelstellingen te bereiken.
2.2.1.
Strategische doelstellingen
Het beleid van het LMN is gebaseerd op het Chronic Care model (Wagner et al, 199825). Dit model biedt een theoretisch kader voor wat wordt verstaan onder hoog kwalitatieve chronische zorg. Het model is ontstaan door systematisch elementen te identificeren die van invloed zijn op de kwaliteit van zorg voor patiënten met een chronische ziekte. Het model (zie figuur 3) gaat ervan uit dat de resultaten van de zorg kunnen verbeteren door productieve interacties tussen de geïnformeerde, geactiveerde patiënt (en diens omgeving) en een voorbereid, proactief team van zorgverleners.
25
Wagner E.H. (1998). Chronic disease management: What will it take to improve care for chronic illness? Effective Clinical Practice 1: 2-4.
15
Figuur 3: Het Chronic Care Model Het model stelt dat er voor hoog kwalitatieve chronische zorg interventies binnen de volgende domeinen vereist zijn: -
het ondersteunen van de besluitvorming van clinici, het hertekenen van bestaande zorgprocessen (of ook: het ondersteunen van het praktijkteam), het ondersteunen van het zelfmanagement/zelfzorgvermogen van patiënten, en het gebruik van klinische informatiesystemen.
Verder vraagt de organisatie van de zorg om: -
verbeteringen in het gezondheidszorgsysteem, een inbedding in de maatschappij/gemeenschap, een zorgorganisatie met leiderschap en visie.
De bijdrage van het Chronic Care Model ligt vooral in de onderlinge afstemming van verschillende elementen in de chronische zorg, Het LMN past al zijn acties in dit model in, op deze manier vormen deze acties een samenhangend geheel. Ook is dit model toepasbaar op de zorg voor patiënten met meerdere chronische ziektes (multimorbiditeit). Hiermee onderscheidt het model zich van modellen die zijn gericht op de zorg voor patiënten met één chronische ziekte (bijvoorbeeld een disease management programma of ketenzorg). Het Chronic Care Model is door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) geadopteerd als routemap voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg in diverse landen. Aanvullende informatie over dit Chronic Care Model is te vinden op de website van Improving Chronic Illness Care (ICIC)26. Uit de missie, de visie en de waarden die het LMN vooropstelt, vloeien 7 strategische doelstellingen voort (hierna weergegeven in willekeurige volgorde).
26
16
www.improvingchroniccare.org
Strategische doelstelling 1: Het ondersteunen van de besliskunde van zorgverleners Het LMN ondersteunt zorgverleners bij hun (klinische) besluitvorming. De focus wordt gelegd op huisartsen, maar ook andere betrokken zorgverleners worden waar nodig ondersteund. Het LMN is opgericht om de multidisciplinaire samenwerking in de chronische zorg en de zorgtrajecten in het bijzonder te ondersteunen. Het LMN informeert zorgverleners aangaande de zorgtrajecten. Daarnaast informeert het LMN zorgverleners ook over haar eigen werking. Het LMN verzamelt (lokale) objectieve gegevens: een schatting van het aantal patiënten dat lijdt aan een bepaalde chronische ziekte, een inventarisatie van het aantal patiënten dat opgenomen is een bepaald zorgsysteem (bv. aantal patiënten met diabetespas, in een zorgtraject of in de conventie). Het LMN bevraagt regelmatig zorgverleners in haar werkingsgebied (Bij welke onderdelen van de chronische zorg hebben zij ondersteuning nodig? Wat zijn hun ervaringen met de zorgtrajecten? Enz.). Het LMN maakt en verspreidt ondersteunende documenten. Het LMN implementeert lokaal een behandelschema per pathologie waar rond gewerkt wordt. Vaak bestaan (lijvige) behandelprotocollen, of (beknoptere) steekkaarten, maar het is onze taak deze op een bruikbare manier tot bij de individuele huisartsen (en andere zorgverleners) te brengen. De fiche wordt toegelicht tijdens een navorming (zie hieronder). Per zorgprogramma wordt een navormingsprogramma georganiseerd. In alle navormingsgroepen van de projectregio wordt een gelijkaardige navorming gegeven, door een duo huisarts-specialist, gebaseerd op de protocolfiche en met concrete casussen. Het LMN kan ook andere thema’s in de chronische zorg aanbieden voor LOK’s en navormingskringen. Het LMN faciliteert de coaching van de 1 ste lijn door de 2de lijn: door het beschikbaar stellen van de contactgegevens van de 2de lijn, door de 2de lijn uit te nodigen als spreker tijdens navormingen, infomomenten, ed. Steeds meer presenteren patiënten zich met meerdere ziektebeelden tegelijkertijd. We ondernemen acties om zorgverleners te ondersteunen in hun omgang met multimorbiditeit en steunen initiatieven die hierop inzetten.
17
Strategische doelstelling 2: Het ondersteunen van het praktijkteam Het LMN ondersteunt niet alleen de individuele zorgverleners, maar ook de teamvorming van zorgverleners rond de patiënt. Dit onder meer door:
het opmaken, updaten en beschikbaar stellen van lijsten van zorgverleners (zorgverlenersgids), het organiseren van interprofessionele vormingen op kleinschalig niveau (wijk, deelgemeente,…), de organisatie van interprofessionele stuurgroepvergaderingen, het in overleg treden met diverse beroepsgroepen/-organisaties, het opzetten van specifieke acties, waar nodig, om de samenwerking tussen welbepaalde actoren in de chronische zorg te bevorderen, …
Strategische doelstelling 3: Het ondersteunen van het zelfmanagement van patiënten Het LMN onderneemt en ondersteunt acties die het zelfmanagement van patiënten (en hun mantelzorgers) ondersteunen. Hieronder vallen onder meer:
acties die de kennis van patiënten (en hun mantelzorgers) rond hun ziekte en de zorgsystemen (zoals bijvoorbeeld het zorgtraject) verhogen (bv. door de opmaak van patiëntenfolders, het verspreiden van folders van partnerorganisaties of het geven van voordrachten aan patiënten, …), acties ter sensibilisering en/of detectie van patiënten of hoogrisicopersonen, acties die de patiënt toeleiden naar de aangewezen zorg, …
Strategische doelstelling 4: Het ondersteunen van het gebruik van klinische informatiesystemen In het zorglandschap beweegt er heel wat omtrent klinische informatiesystemen. Dit zijn systemen die het elektronisch registreren en/of – delen mogelijk maken (bv. de E-Health box, Vitalink, Vaccinet, Hubs, Elektronisch Medisch Dossier, enz.). Het LMN gaat na wat de noden zijn van huisartsen (en bij uitbreiding andere zorgverleners) m.b.t. elektronische gegevensregistratie en/of – deling. Het LMN gaat ook na welke mogelijkheden systemen voor elektronische gegevensregistratie en/of – deling bieden en of deze tegemoet komen aan de wensen van zorgverleners. Zo werden bijvoorbeeld alle EMDleveranciers opgebeld met de vraag of hun EMD’s pathologieën kunnen coderen, lijsten kunnen trekken van subpopulaties, labo-resultaten kunnen inbrengen, verslagen kunnen aanhechten, enz. Als LMN willen we zorgverleners ook ondersteunen bij elektronische gegevensregistratie en/of -deling.
18
Strategische doelstelling 5: Het realiseren van verbeteringen in het gezondheidszorgsysteem Om verbeteringen te realiseren in de (organisatie van de) zorg voor chronisch zieken
volgt het LMN Federale, Vlaamse en lokale (beleids)evoluties in de zorg voor chronisch zieken op, participeert het LMN aan verschillende overlegstructuren, vangt het LMN signalen ter verbetering bottom-up op, vanuit klankbordgroepen en/of individuen, en geeft deze waar nodig mee aan de bevoegde instanties, …
Strategische doelstelling 6: Het inbedden van (de acties van) het LMN in de maatschappij/gemeenschap Het LMN zorgt voor een inbedding van haar organisatie/acties binnen de maatschappij/gemeenschap waarin het opereert. Dit onder meer door in overleg te treden met (zorg)partners die actief zijn binnen die gemeenschap (individuen/organisaties), door hen te betrekken waar nodig, door proactief initiatieven van partners te inventariseren/te analyseren, maar ook door de gemeenschap te sensibiliseren voor chronische ziekten.
Strategische doelstelling 7: Het ontwikkelen van een zorgorganisatie met leiderschap en visie Het LMN ontwikkelt zich tot een professioneel uitgebouwde zorgorganisatie met leiderschap en visie en formaliseert dit in een strategisch beleidsplan. Het LMN baseert dit beleid op wetenschappelijk bewijs en evalueert haar werking op verschillende domeinen en op regelmatige tijdstippen, teneinde de kwaliteit ervan te verzekeren. Het LMN is een initiatief van de Huisartsenvereniging Gent (HVG) en de Huisartsenkring Merelbeke (HAKM), dat grotendeels opereert met RIZIV-financiering (voor de LMN-opdrachten). Daarnaast worden bijkomende inkomensbronnen geëxploreerd om projecten in de ruimere chronische zorg te realiseren, bv. projectsubsidies van de gemeenten (Destelbergen, Melle, Merelbeke), de stad (Gent), projectsubsidies van partnerorganisaties (Diabetes Liga, deel-SEL Gent, enz.), … Het nastreven van een evenwichtige balans is cruciaal voor een goede werking.
19
2.2.2.
Strategie
Huisarts – patiënt traject Het LMN beschouwt een chronisch zorgtraject als een pad dat de huisarts en de patiënt samen bewandelen, waarop ze met tal van andere actoren interageren (visueel weergegeven in figuur 4). Voor het LMN zijn die acties primair die het huisarts – patiënt traject versterken. Daarnaast vormt het LMN een ondersteunend netwerk rond deze arts-patiëntrelatie.
Huisarts
Patiënt
Figuur4: Huisarts en patiënt centraal binnen een team van (zorg)actoren
Programmatorische aanpak Het LMN hanteert een programmatorische aanpak in de chronische zorg. Het LMN richt zijn aandacht trapsgewijs op een andere chronische pathologie en onderneemt telkens een aantal acties om de kwaliteit van zorg voor deze pathologie te verbeteren. Deze acties passen steeds in het chronisch zorgmodel. De keuze voor de pathologie waar het LMN zich op zal richten, wordt door de strategische stuurgroep gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden signalen uit het werkveld, o.a. via klankbordgroepen en de actualiteit. We hebben hierbij ook oog voor multimorbiditeit, door pathologie-overschrijdende acties te ondernemen en zorgverleners te ondersteunen in hun omgang met multimorbide patiënten. Het LMN wenst geleidelijk aan los te komen van een pathologie-gebonden benadering en te evolueren naar een meer patiëntgerichte benadering.
CNI
DM
20
BIJLAGEN
Bijlage 1: Demografische kenmerken werkingsgebied27
Tabel: Demografische kenmerken werkingsgebied Postcode 9000 9042 9031 9050 9050 9030 9042 9041
Deelgemeente GENT GENT (Desteldonk) GENT (Drongen) GENT (Gentbrugge) GENT (Ledeberg) GENT (Mariakerke) GENT (Mendonk) GENT (Oostakker) GENT (SintAmandsberg) GENT (Sint-KruisWinkel) GENT (Wondelgem) Niet gekend
9040 9042 9032
9070 9070
9090 9090
9820 9820 9820 9820 9820 9820
Bij Bij Aantal 60+ geboorte Aantal opp 60+ 80+ 80+ geboorte inw/ nietinwoners (km²) (relatief) (totaal) (relatief) niet-Belg km² (totaal) Belg (relatief) (totaal) 125662 18388 14,63% 6325 5,03% 39843 32,00% 833 101 12,12% 45 5,40% 31 4,00% 13436 3035 22,59% 749 5,57% 521 4,00% 21075 3582 17,00% 1353 6,42% 3261 15,00% 9083 1288 14,18% 351 3,86% 3193 35,00% 10901 2453 22,50% 711 6,52% 944 9,00% 338 61 18,05% 20 5,92% 12 4,00% 13239 2184 16,50% 793 5,99% 860 6,00% 24881
3809
15,31%
1291
5,19%
5290
21,00%
1173
176
15,00%
41
3,50%
44
4,00%
13635 1105
2907 55
21,32% 4,98%
736 8
5,40% 0,72%
1706 370
13,00% 33,00%
GENT
235361
38039
16,16%
12423
5,28%
56075
23,83%
DESTELBERGEN DESTELBERGEN (Heusden) Niet gekend
9181
156
1509
1961
21,36%
517
5,63%
673
7,00%
8585
1816
21,15%
494
5,75%
370
4,00%
2
3,08%
0
0,00%
6
9,00%
DESTELBERGEN
17831
3779
21,19%
1011
5,67%
1049
5,88%
MELLE MELLE (Gontrode) Niet gekend
10000 1001 37
1921 194 0
19,21% 19,38% 0,00%
587 45 0
5,87% 4,50% 0,00%
608 34 1
6,00% 3,00% 3,00%
MELLE
11038
2115
19,16%
632
5,73%
643
5,83%
MERELBEKE MERELBEKE (Bottelare) MERELBEKE (Lemberge) MERELBEKE (Melsen) MERELBEKE (Munte) MERELBEKE (Schelderode) Niet gekend
17124
3170
18,51%
817
4,77%
991
6,00%
1883
364
19,33%
124
6,59%
63
3,00%
1007
189
18,77%
134
13,31%
30
3,00%
1415 610
243 158
17,17% 25,90%
62 28
4,38% 4,59%
50 16
4,00% 3,00%
1519
369
24,29%
45
2,96%
28
2,00%
129
21
16,28%
6
4,65%
4
3,00%
MERELBEKE
23687
37
640
4514
19,06%
1216
5,13%
1182
4,99%
LMN Samen in Zorg
287917
235
1225
48447
16,83%
15282
5,31%
58949
20,47%
65 27
15
660
736
Het aantal onbekenden die u hier nog terugvindt is te wijten aan het niet plaatsbaar zijn op kaart. In het Rijksregister wordt enkel het adres vermeld. Op basis van dit adres wordt een statistische sector en deelgemeente toegekend. Sommige adressen hebben nog geen X enY-coördinaat en zijn dan ook niet plaatsbaar op kaart of kunnen we geen statistische sector of deelgemeente aan toevoegen. Op gemeenteniveau zijn er geen onbekenden aangezien de gemeente ook in het Rijksregister vermeld worden. 27
21
Bron: rijksregister via bevolkingskubus (inclusief wachtregister), 2013
Bijlage 2: De bij de zorgtrajecten betrokken disciplines en hun respectievelijke aantallen in de projectregio28
Discipline Diabeteseducatoren 1ste lijn
Diabeteseducatoren 2de lijn (conventie)
Diëtisten 1ste lijn (die patiënten met DM en/of CNI behandelen)
Zelfstandig/organisatie Zelfstandig Wit-Gele Kruis (WGK) Solidariteit voor het gezin (SVHG) Wijkgezondheidscentra (WGC) TOTAAL UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas TOTAAL Zelfstandig WGC Wit-Gele Kruis (WGK) TOTAAL
Diëtisten 2de lijn (die patiënten met DM en/of CNI behandelen)
UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas TOTAAL
Podologen (die patiënten met DM en/of CNI behandelen)
UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas Zelfstandig TOTAAL
Oftalmologen
UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas Zelfstandig TOTAAL
Endocrinologen
UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas
Nefrologen
UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas
TOTAAL
TOTAAL
28
Aantal 20 6 2 6 32 14 2 2 9 30 30 2 3 27 4 6 10 5 25 0 2 2 2 10 16 7 2 10 8 25 52 4 1 1 3 11 10 0 5 4 19
LMN Samen in Zorg, juli 2013 – De aantallen betreffen de door ons gekende zorgverleners en zijn dus een indicatie van de realiteit!
22
Bijlage 3: (Zorg)partners van het LMN Zorgpartner Stad Gent Gemeente Merelbeke Gemeente Melle Gemeente Destelbergen SEL (Samenwerkingsinitiatief EersteLijnsgezondheidszorg) LOGO (Lokaal Gezondheidsoverleg) Thuiszorgorganisaties
Mutualiteiten
Ziekenhuizen
LDC (Lokale dienstencentra)
WGC (Wijkgezondheidscentra)
OCMW (Openbare centra voor maatschappelijk welzijn)
Hogeschool Gent Arteveldehogeschool Katholieke hogeschool Sint-Lieven Universiteit Gent
23
Dienst/lokale afdeling/… Gezondheidsdienst stad Gent
SEL Zorgregio Gent Deel-SEL Gent LOGO Gezond + Wit-Gele Kruis Solidariteit voor het Gezin Familiezorg Familiehulp vzw Partena Thuishulp vzw Christelijke Mutualiteit Bond Moyson Liberale mutualiteit Vlaams neutraal ziekenfonds HZIV Onafhankelijk ziekenfonds Partena Securex Euromut UZ Gent AZ Jan Palfijn AZ Maria Middelares AZ Sint-Lucas De Boei Ten Hove De Regenboog De Thuishaven De Vlaschaard De Horizon De Waterspiegel Speltincx Wibier WGC De Sleep WGC Brugse Poort WGC Watersportbaan WGC Rabot WGC De kaai WGC Botermarkt Universitair Gezondheidscentrum Nieuw Gent WGC Kapellenberg WGC De Punt OCMW Gent OCMW Destelbergen OCMW Melle OCMW Merelbeke Bachelor in voedings-en dieetkunde Postgraduaat nefrologische diëtiek Bachelor in de podologie Opleiding tot diabeteseducator Bachelor in voedings-en dieetkunde Universiteit Gent faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen
Vakgroep huisartsgeneeskunde Vakgroep maatschappelijke gezondheidskunde (public health) Dienst medische informatie en statistiek Platform Zelfzorg Oost-Vlaanderen (PLAZZO) Vlaams patiëntenplatform Diabetes Liga, afdeling Groot-Gent VZW nierpatiënten PromOV² (promotorenoverleg Oost-Vlaanderen) KOVAG COOP Belgische federatie van podologen (BFP) Vlaamse beroepsvereniging van de voedingsdeskundigen en diëtisten (VBVD ) Nederlandstalige Belgische vereniging voor nefrologie Vlaamse beroepsvereniging van de zelfstandige verpleegkundigen (VBZV) Belgische unie van podologen en gespecialiseerde voetverzorgers Vlaams ergotherapeutenverbond vzw KG (Kinesistherapeuten Gent) AXXON Beroepsvereniging van de Vlaamse verpleegkundigen en diabeteseducatoren (BVVDE) -
Patiëntenvereniging
Lokale Multidisciplinaire Netwerken Beroepsverenigingen
24