Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf Jaarverslag over het boekjaar 2009
Voorwoord
Klaarstaan voor de toekomst De bedrijfstak kent zware tijden. Werkgevers hebben moeite het hoofd boven water te houden. Werknemers kennen minder werkzekerheid. Faillissement en werkloosheid blijken soms onontkoombaar.
Het Aanvullingsfonds staat klaar voor werknemers die het door de economische omstandigheden zwaar hebben. Door eenmalige uitkeringen te verstrekken en door tijdelijk de premie voor pensioenopbouw te vergoeden, biedt het fonds financiële ondersteuning als het nodig is. Ook de financiering van adviescentra voor het Loopbaantraject Bouw & Infra draagt hieraan bij. Het Loopbaantraject Bouw & Infra biedt werknemers in de bedrijfstak immers de mogelijkheid om bij dreigende werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of door nieuwe ambities een andere functie te zoeken.
De ondersteuning die het Aanvullingsfonds biedt, draagt bij aan de toekomstbestendigheid van de bedrijfstak. Op de korte termijn, voor de werknemers die nu al de nare gevolgen van de crisis ondervinden. En op de lange termijn, voor de werknemers die de kans wordt geboden om hun ambities waar te maken.
Het bestuur van de Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf is onderdeel van het cluster van besturen bedrijfstakeigen regelingen (clusterbestuur BTER).
BTER SAB
2
Inhoudsopgave
Jaarverslag 2009 Voorwoord Doelstelling van het fonds Kerncijfers
-X
Uitvoering van de regelingen
! 715
Communicatie
Jaarrekening 2009 Balans per 31 december 2009
n.
Staat van baten en lasten over 2009
Toelichting op de balans per 31 december 2009
18 19 20 22
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009
26
Kasstroomoverzicht over 2009 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Overige gegevens Accountantsverklaring Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten
BTER SAB
3
30 32
Doelstelling van het fonds
Het Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf verstrekt aanvullingen aan werknemers die een uitkering ontvangen als gevolg van een Sociale Verzekeringswet en verstrekt stimuleringsuitkeringen bij reintegratie. Daarnaast voorziet het fonds in een tegemoetkoming in de loonkosten van de werkgever voor extra verlofdagen van werknemers die 55 jaar of ouder zijn. Het Aanvullingsfonds treedt bovendien op als medefinancier van het loopbaanbeleid en van de in- en doorstroom van doelgroepen en leerlingen in het bouwbedrijf.
Regelingen en aanvullingen De cao-partijen bij het bouwbedrijf hechten grote waarde aan re-integratie van zieke werknemers. De nadruk ligt hierbij op preventie van arbeidsongeschiktheid. Hiervoor is al in 2006 de re-integratiebonus ingesteld. Deze regeling houdt in dat als een werknemer in zijn tweede ziektejaar re-integreert in zijn oude of een nieuwe functie binnen of buiten het bedrijf of de bedrijfstak, zowel hij als zijn werkgever recht heeft op een bonus.
Het Aanvullingsfonds betaalt bovendien kosten voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruikmaakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een re-integratiebedrijf. Het Aanvullingsfonds verhaalt deze kosten overigens in een later stadium op de werkgever als die nalatig is geweest.
Overzicht van alle aanvullingsregelingen Alle aanvullingsregelingen opgesomd: •
eindejaarsuitkering aan wao-uitkeringsgerechtigden;
•
eindejaarsuitkering aan iva-uitkeringsgerechtigden;
•
eenmalige uitkering aan de werknemer die werkloos is geworden;
•
doorbetaling van ouderdomspensioenpremie over maximaal zes maanden werkloosheid;
•
doorbetaling van ouderdomspensioenpremie voor zieke werklozen;
•
bonus voor de werkgever bij re-integratie in het tweede ziektejaar;
«
doorbetaling van pensioenpremie voor de aanvullingsregelingen 55+ en 55- van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid bij ontslag op economische gronden.
De tegemoetkoming in loonkosten voor extra verlofdagen van bouwplaatswerknemers van 55 jaar en ouder is een declaratieregeling.
In afzonderlijke reglementen van het Aanvullingsfonds is geregeld welke voorwaarden gelden voor de toekenning van een aanvulling.
BTER SAB
4
Ontwikkeling van de doelstelling in de afgelopen jaren Het verslagjaar is het vijfde jaar waarin de administratie van het Aanvullingsfonds is opgedragen aan Cordares. In het kader van de aanvullingsregelingen had het Aanvullingsfonds tot 2005 een aantal taken uitbesteed aan de Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Sinds 1 januari 2005 richt UWV zich echter volledig op de uitvoering van zijn kerntaken en kon het geen nevenactiviteiten, zoals die voor het Aanvullingsfonds, meer doen. Na de overdracht van die activiteiten aan Cordares hebben beide partijen, samen met cao-partijen, veel overleg gepleegd ten aanzien van de inhoud en uitvoering van de aanvullingsregelingen in de sector. Als gevolg hiervan zijn aanvullingen op ww-, zw-, rea- en wao-uitkeringen, die ten aanzien van duur, hoogte en betaalmoment altijd nauw samenhingen met de verstrekking van die uitkeringen door het UWV, per 1 januari 2006 aangepast of geheel komen te vervallen. Dit is gelijk aan de datum waarop de nieuwe CAO voor de Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid van kracht werd.
BTER SAB
5
Kerncijfers
Aantal werkgevers ultimo verslagjaar1
:
Aantal werknemers ultimo verslagjaar
;
'
200»
2008
2007
2006
2005
11.075"
11.519
11.704
17.030
17.517
169.545
172.157
173.291
172.736
63,2
79,5
74,8
51,4
15,6
14,8
17,2
26,0
156,804
Bijdragen (in miljoenen euro's)
34,5
Aanvullingen (in miljoenen euro's)
15,6
'i
1
!
,
In de jaren voor 2007 is het werkgeversaantal samengesteld op basis van alle (potentiële) premieafdragende werkgevers
binnen de sector Bouw. Vanaf 2007 wordt het werkgeversaantal samengesteld op basis van het aantal actieve werkgevers onder de CAO voor de Bouwnijverheid.
BTER SAB
6
Uitvoering van de regelingen
Eindejaarsuitkering voor arbeidsongeschikte werknemers Als aanvulling op een arbeidsongeschiktheidsuitkering verstrekt het Aanvullingsfonds aan het einde van het kalenderjaar een uitkering. De hoogte van de aanvulling is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid van de betreffende werknemer. Eindejaarsuitkering aan wao-uitkeringsgerechtigden De werknemer aan wie voor 1 januari 2006 een wao-uitkering is toegekend, heeft bij voortduring van die uitkering recht op een eindejaarsuitkering. In de regel is de hoogte van de eindejaarsuitkering afhankelijk van de arbeidsongeschiktheidsklasse op 1 november van het kalenderjaar waarop de eindejaarsuitkering betrekking heeft.
Eindejaarsuitkering aan iva-uitkeringsgerechtigden De wao is per 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (wia). Werknemers aan wie voorheen een wao-uitkering is toegekend, kunnen die uitkering behouden. Werknemers die na deze datum arbeidsongeschikt worden, komen niet meer in aanmerking voor de wao, maar voor de wia. Net als bij de wao is ook bij de wia de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer van belang voor de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering. De wia kent twee regelingen: één voor volledig en één voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. Volledig arbeidsongeschikte werknemers (meer dan 80 procent) ontvangen een uitkering op basis van de Wet Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (iva). Het Aanvullingsfonds verstrekte tot en met 2008 alleen aan volledige arbeidsongeschikte werknemers een eindejaarsuitkering. De hoogte van de eindejaarsuitkering is gelijk aan die voor de waouitkeringsgerechtigden in dezelfde arbeidsongeschiktheidsklasse. Als de iva-uitkering in de loop van het kalenderjaar is begonnen of beëindigd, bestaat er recht op een eindejaarsuitkering naar rato.
Eindejaarsuitkering aan wga-uitkeringsgerechtigden Gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (meer dan 35 procent, maar minder dan 80 procent) ontvangen doorgaans een uitkering op basis van de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (wga). In tegenstelling tot wao-uitkeringsgerechtigden in diezelfde arbeidsongeschiktheidsklassen ontvangen deze werknemers geen eindejaarsuitkering.
BTER SAB
7
Als een werknemer volledig arbeidsongeschikt is, maar hij heeft wel een goede kans op herstel, dan ontvangt die werknemer geen iva- maar een wga-uitkering. Cao-partijen voor de bouwnijverheid hebben in het verslagjaar besloten dat wga-uitkeringsgerechtigden bij volledige arbeidsongeschiktheid voortaan ook recht hebben op de eindejaarsuitkering. Aan het besluit is geen terugwerkende kracht verleend.
Werknemers die vallen onder de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een volledige arbeidsverhouding hebben, komen niet in aanmerking komen voor de eindejaarsuitkering. Zij worden geacht een volwaardig inkomen te kunnen verwerven. Hierbij wordt overigens geen onderscheid gemaakt tussen wao- of wia-uitkeringsgerechtigden.
Indexering De hoogte van de eindejaarsuitkeringen is in het jaar 2001 door cao-partijen gewijzigd ten opzichte van het jaar 2000. In de periode 2001 tot en met 2007 is de hoogte van de eindejaarsuitkering niet meer gewijzigd. Het bestuur van het Aanvullingsfonds besloot in 2008 de eindejaarsuitkeringen voor dat jaar te indexeren op basis van de procentuele stijging van de cao-lonen in de bouwnijverheid. Ook in 2009 zijn de eindejaarsuitkeringen verhoogd op basis van de loonindex. De indexeringen voor 2008 en 2009 zijn als volgt berekend: De loonhoogte (het garantieloon per week in functiegroep E) per 1 juli 2001 was 502,80 euro. Per 1 juli 2008 was dit 586,40 euro. De verhoging is 586,40/5,028 = 116,63 of 16,63 procent; De loonhoogte (het garantieloon per week in functiegroep E) per 1 juli 2008 is 586,40 euro. Per 1 juli 2009 is dat 596,80 euro. De verhoging bedraagt 596,80/5,864 = 101,77 of 1,77 procent. Overzicht bedragen eindejaarsuitkeringen wao/iva/wga Arbeidsongeschikt-
, Hoogte eindejaars- ,
Hoogte eindejaars-
Hoogte eindejaars-
Hoogte eindejaars-
uitkering 2008 na
uitkering van 2001
uitkering tot en
indexatie van 1,77
indexatie van 16,63
tot en met 2007
met 2000
procent ten opzichte
. procent ten opzichte
heidsklasse
• uitkering 2009 na
_
80-100, incl. iva/wga*
„„ ,. ;
van
2Q08
van 2001
673,27
661,56
567,23
499,16 . 399,33
65-80
538,61
, 529,24 .
, 453,78
55-65 ,
437,62
430,01
368,70
324,45
45-55
370,29
363,85
311,97
274,54
35-45
303,26
297,99
255,25
224,62
BTER SAB
8
De eindejaarsuitkeringen worden rekenkundig afgerond. De hoogte van de eindejaarsuitkeringen is dan als volgt: Arbeidsongeschikt-
2009
2008
(in,euro's)
(in euro's)
80-100
673
662
65-80
539
529
438 370
430
heidsklasse
55-65 45-55
:\ l.
H
'':•; ,,;
•' ::
35-45
"' ,
' '''
•
364
.
303
298
Eindejaarsuitkering naar rato van het kalenderjaar Als iemand slechts een deel van het kalenderjaar recht heeft op een wao- of iva-uitkering, dan bestaat recht op de eindejaarsuitkering naar rato van de duur van de uitkering. Daartoe is in 2007 door caopartijen besloten. Dit betreft doorgaans gevallen waarbij men in de loop van het jaar met pensioen is gegaan, overleden is of ingedeeld wordt in een arbeidsongeschiktheidsklasse die niet langer recht geeft op een eindejaarsuitkering.
Administratieve uitvoering van de eindejaarsuitkering In de jaren voor 2009 werden betrokken werknemers gevraagd een antwoordformulier terug te sturen. Op het antwoordformulier moest men aangeven of het rekeningnummer dat het Aanvullingsfonds van hen had juist was of niet. leder jaar bleek dat een aantal rechthebbenden de antwoordstrook niet terugzonden. In die gevallen is de uitkering niet of later uitbetaald. In het verslagjaar is de administratieve verwerking voor de werknemers vereenvoudigd. De werknemers zijn in november 2009 aangeschreven. In die brief zijn de werknemers geïnformeerd over hun rechten, wanneer de eindejaarsuitkering wordt betaald, en op welk rekeningnummer de uitkering wordt overgemaakt. De werknemers zijn uitdrukkelijk gevraagd het rekeningnummer te controleren. Alleen als de werknemer de eindejaarsuitkering op een ander rekeningnummer uitbetaald wil hebben, dient hij het Aanvullingsfonds daarover tijdig te informeren. Eenmalige uitkering aan de werknemer die werkloos is geworden Het Aanvullingsfonds verstrekt aan de werkloos geworden werknemer een eenmalige uitkering van 425 euro. De werknemer dient deze bij de aanvang van zijn werkloosheid zelf aan te vragen. Bij nieuwe werkloosheid binnen twaalf maanden bestaat niet opnieuw recht op deze uitkering. In 2009 zijn 2.606 eenmalige uitkeringen verstrekt. In 2008 waren dit er nog 365. De grote toename is het gevolg van de grote toename van werklozen door de slechte financiële omstandigheden in 2008 en 2009.
BTER SAB
9
Op voordacht van de werknemersorganisaties heeft het bestuur ingestemd met een toevoeging op de huidige administratieve procedure ten aanzien van de eenmalige uitkering. Het Aanvullingsfonds verstrekt de uitkeringen nadat de aanvraag van de betrokken werknemer goedgekeurd is. Sinds de tweede helft van het verslagjaar bestaat ook de mogelijkheid dat de werknemersorganisaties de nettouitkering verstrekken aan de rechthebbenden. Het voordeel van deze werkwijze is dat de werkloos geworden werknemer eerder over de eenmalige uitkering beschikt. Na ontvangst en verwerking van de aanvraagformulieren worden de werknemersorganisaties uit het Aanvullingsfonds betaald. Aanvragen van de eenmalige uitkering Om in aanmerking te komen voor de eenmalige uitkering moet een werknemer twee documenten overleggen: •
een inschrijfbewijs als werkzoekende bij UWV-WERKbedrijf;
»
een ontslagbewijs.
Een bewijs van toekenning van een WW-uitkering door UWV is bij de eerste aanvraag niet vereist. In het verleden duurde het namelijk soms erg lang voordat UWV het recht op WW definitief kon vaststellen. Voor de eenmalige uitkering is nu juist van belang dat de werkloze werknemer hier snel over moet kunnen beschikken.
De eenmalige uitkering is echter niet bedoeld voor diegenen die ontslagen zijn en direct daarna ander werk hebben gevonden. Een bewijs van toekenning van een WW-uitkering is daarom wel gewenst. Het bestuur heeft in het vierde kwartaal van 2009 dan ook besloten de aanvraagprocedure aan te passen. De werknemer dient op zijn aanvraagformulier te verklaren dat hij desgevraagd achteraf een bewijs van toekenning van de WW-uitkering zal insturen. Cordares richt deze procedure in en koppelt de resultaten van de procedure in het eerste halfjaar van 2010 terug aan het bestuur. Doorbetaling van ouderdomspensioenpremie over maximaal zes maanden van werkloosheid De werkloos geworden werknemer heeft gedurende maximaal zes maanden recht op doorbetaling van de ouderdomspensioenpremie. Deze vergoeding moet de werknemer zelf aanvragen. Hij kan dit doen na afloop van zijn werkloosheidsuitkering of, als de periode van werkloosheid langer dan zes maanden duurt, na de eerste zes maanden van werkloosheid.
Doorbetaling van ouderdomspensioenpremie voor zieke werklozen Tot 1 januari 2006 kende het Aanvullingsfonds een bepaling die voorzag in een vergoeding van pensioenpremie voor 'zieke werklozen'. Dat zijn diegenen die ziek zijn terwijl ze geen dienstverband (meer) hebben. De bepaling is per 1 januari 2006 vervallen. Als de werknemers niet of niet snel herstellen, dan komen zij na het einde van hun wachttijd in de Ziektewet in aanmerking voor een wiauitkering. Zowel over de Ziektewet- als de wia-periode wordt voor hen geen ouderdomspensioen opgebouwd. Doordat zij voorafgaand aan hun wia-uitkering geen deelnemer in het Bedrijfstakpensioenfonds van de Bouwnijverheid (bpfBOUW) zijn, komen zij ook niet in aanmerking
BTER SAB
10
voor premievrije bijboeking tijdens arbeidsongeschiktheid. Dit in tegenstelling tot de werknemer die voor minstens 35 procent arbeidsongeschikt is en direct uit een werksituatie voor een wia-uitkering in aanmerking komt. Dat laatste is bepaald in de pensioenregeling van bpfBOUW. Voorzetting pensioenopbouw door doorbetaling ouderdomspensioenpremie Cao-partijen voor de bouwnijverheid vonden de situatie voor zieke werklozen ongewenst. Zij vroegen aan het bestuur van het Aanvullingsfonds een oplossing te vinden voor deze werknemers. Het bestuur van het Aanvullingsfonds heeft daarom in het verslagjaar besloten de ouderdomspensioenpremie voor zieke werklozen te vergoeden. Voor de vergoeding van de ouderdomspensioenpremie gelden de volgende specificaties: 1. De zieke werkloze is deelnemer van bpfBOUW bij zijn ontslag en tijdens zijn periode van ziekte; 2. De zieke werknemer is na twee jaar ziekte arbeidsongeschikt; 3. De zieke werkloze stroomt in de wia in met een arbeidsongeschiktheid van minimaal 35 procent; 4. De ouderdomspensioenpremie wordt vergoed over de periode van het ontslag tot de datum waarop wia-uitkering aanvangt. Door de vergoeding blijven werknemers deelnemer bij bpfBOUW en zijn dat dus ook op de eerste dag waarop hun wia-uitkering aanvangt. De werknemer komt daardoor in aanmerking voor premievrije bijboeking van ouderdomspensioenpremie bij arbeidsongeschiktheid, zoals bepaald in de pensioenregeling van bpfBOUW. Uitvoering en aanvragen van de vergoeding De werknemer hoeft zich pas te melden voor de vergoeding van de ouderdomspensioenpremie als vaststaat dat hij wia-uitkering krijgt. Zodra dat het geval is, moet hij binnen drie maanden een aanvraag indienen. De uitvoering van de regeling is opgedragen aan Cordares. Een bouwplaatswerknemer dient de aanvraag in via de vakorganisaties FNV Bouw of CNV Vakmensen. De UTA-werknemer kan zich rechtstreeks bij Cordares aanmelden. In het verslagjaar is door vakorganisaties gevraagd of de vergoeding ook geldt voor de werknemer die direct na zijn dienstverband in de bouwnijverheid een WW-uitkering krijgt, vervolgens ziek wordt en na het einde van de wachttijd in aanmerking komt voor een wia-uitkering. Cao-partijen zullen zich in 2010 buigen over dat onderwerp. Vergoeding pensioenpremie bij werkloosheid wegens bedrijfseconomische redenen Werkloosheid heeft negatieve gevolgen voor de pensioenopbouw. Cao-partijen voor de bouwnijverheid hebben deze gevolgen willen beperken voor een bepaalde groep oudere werknemers. Cao-partijen zijn daarom op 16 juni 2009 een tijdelijke regeling overeengekomen die bepaalt dat deze groep werknemers een vergoeding voor de pensioenopbouw krijgt.
BTER SAB
11
De vergoeding is uitsluitend bedoeld voor werknemers die wegens bedrijfseconomische redenen werkloos zijn of worden. Met de vergoeding wordt voorkomen dat deze werknemers pensioenaanspraken uit de aanvullingsregelingen van bpfBOUW verliezen. De vergoeding bestaat uit de pensioenpremies voor de aanvullingregelingen 55- én 55+ van bpfBOUW en wordt voor maximaal drie jaar verstrekt. De regeling is ingevoerd op 20 oktober 2009 en heeft een terugwerkende kracht tot 1 juli 2009. Op voordacht van cao-partijen heeft het bestuur van het Aanvullingsfonds ingestemd met een budget van 10 miljoen euro voor de tijdelijke regeling. Dit budget is zowel bestemd voor de pensioenpremies als voor de uitvoeringskosten.
Voorwaarden voor de vergoeding Om in aanmerking te komen voor de vergoeding gelden de volgende voorwaarden: •
een werknemer is ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen in de periode 1 juli 2009 tot 1 april 2011; en
•
er is sprake van een ontslagdatum die maximaal drie jaar voor de 60-jarige leeftijd (of de 62-jarige voor UTA-personeel) ligt; en
•
er is sprake van een volledige beëindiging van het dienstverband (werknemers die voor een deel werkloos zijn geworden, komen niet in aanmerking voor de tijdelijke vergoeding); en
•
een werknemer voldoet aan alle voorwaarden van de aanvullingsregeling 55- of de aanvullingsregeling 55+ van bpfBOUW.
Het Aanvullingsfonds kent al mogelijkheden om pensioen te blijven opbouwen. Zo verstrekt het Aanvullingsfonds pensioenpremie over de eerste zes maanden van werkloosheid aan werknemers. Ook de stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) biedt onder voorwaarden de mogelijkheid pensioenopbouw voort te zetten. Beide regelingen vergoeden echter uitsluitend premies voor het ouderdomspensioen van bpfBOUW en niet voor de aanvullingregeiingen 55- en 55+ van bpfBOUW. De vergoeding wordt verstrekt zolang de aanvrager nog werkloos is én nog niet de leeftijd van 60 jaar (voor bouwplaatsmedewerkers) of 62 jaar (voor UTA-medewerkers) heeft bereikt. Het Aanvullingsfonds controleert steeds elke zes maanden of de aanvrager nog aan de voorwaarden voldoet.
Bonus bij re-integratie in het tweede ziektejaar Als een zieke werknemer re-integreert in zijn tweede ziektejaar bestaat er recht op een reintegratiebonus uit het Aanvullingsfonds. De werknemer ontvangt zijn bonus van zijn werkgever. Deze vult het loon van de werknemer aan tot 100 procent over de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van zijn re-integratie. De werkgever ontvangt de bonus van het Aanvullingsfonds. Hij heeft bij succesvolle re-integratie van zijn werknemer recht een eenmalig bedrag van 2.500 euro.
BTER SAB
12
Er is sprake van succesvolle re-integratie als de werknemer twee loonbetalingperioden van vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk is voor minimaal 50 procent van het voorheen geldende arbeidspatroon. Het werk moet in het tweede ziektejaar worden hervat. In 2009 zijn 86 verzoeken voor een re-integratiebonus afgehandeld. In 2008 werden 139 verzoeken in behandeling genomen. In 2009 zijn 75 bonussen bij succesvolle re-integratie uitbetaald door het Aanvullingsfonds. Betaling extra verlofdagen oudere werknemers In de CAO voor de Bouwnijverheid is vastgelegd dat bouwplaatsmedewerkers van 55 jaar en ouder recht hebben op tien extra doorbetaalde verlofdagen. Werknemers van 60 jaar en ouder hebben recht op dertien extra doorbetaalde verlofdagen. De werkgever krijgt een tegemoetkoming in de loonkosten voor dit extra verlof, zodat de oudere werknemer voor de werkgever niet duurder is dan de werknemer tot 55 jaar. UTA-personeel kent ook extra verlof bij hogere leeftijden, maar dit valt niet onder de declaratieregeling van het Aanvullingsfonds. Toeslagpercentage en aantal gedeclareerde dagen De werkgever krijgt bij naast de tegemoetkoming in de loonkosten ook een vergoeding in de vorm van een toeslag op het dagloon voor alle werkgeverslasten die aan de loondoorbetaling gekoppeld zijn. Het toeslagpercentage wordt elk halfjaar opnieuw vastgesteld. Voor het eerste halfjaar van 2009 was het toeslagpercentage 51,5 procent. Voor het tweede halfjaar van 2009 werd het toeslagpercentage onveranderd vastgesteld. Eind 2009 werd het toeslagpercentage voor het eerste halfjaar van 2010 vastgesteld op 53,5 procent. In het verslagjaar zijn 167.019 extra verlofdagen gedeclareerd. Het uitgekeerde bedrag bedroeg 32,5 miljoen euro. In 2008 ging het om 159.703 gedeclareerde dagen en werd 30,2 miljoen euro uitgekeerd. Loopbaantraject Bouw & Infra Het Loopbaantraject Bouw & Infra biedt werknemers individueel loopbaanadvies om stappen te zetten in hun loopbaan. Werkgevers ontvangen ondersteuning bij het opzetten en uitvoeren van een activerend loopbaanbeleid. Hiervoor zijn in 2006 28 adviescentra opgericht. De adviescentra bieden onafhankelijk advies en begeleiding aan werknemers die een andere functie binnen of buiten het bedrijf of de bedrijfstak ambiëren, of die wegens dreigende arbeidsongeschiktheid of werkloosheid ander werk zoeken. Het Aanvullingsfonds draagt de kosten van deze adviescentra. Tot en met 2009 zijn er in totaal 8.048 werknemers in begeleiding geweest. In 2009 stroomden 1.768 nieuwe deelnemers in. Van het totale aantal deelnemers deed meer dan de helft (970 werknemers) mee vanwege persoonlijke ambitie.
ETER SAB
13
,
De overige doelgroepen zijn als volgt onderverdeeld: •
preventie: 210 personen; re-integratie: 396 personen; arbeidsongeschikt: 14 personen; werkloos: 167 personen; onbekend: 11 personen.
Het totale aantal actieve loopbaantrajecten ultimo 2009 is 2.867,
BTER SAB
14
Communicatie
Sinds 2008 is het internetportaal voor de BTER-fondsen toegankelijk. Het is adres van deze website is: www.BTER-Bouw.nl. Hoewel het Aanvullingsfonds nog geen eigen website heeft, is het de doelstelling van het fonds om deze in de toekomst via het internetportaal beschikbaar te stellen. Daarover wordt in 2010 gesproken door het clusterbestuur. Het Aanvullingsfonds communiceert actief via de communicatie-uitingen Cordares Post en het jaarboek. Desgevraagd kan telefonisch om informatie verzocht worden bij de informatiemedewerkers van Cordares. Ook is het mogelijk om informatie over de verschillende aanvullingsregelingen terug te vinden op de door Cordares beheerde internetsite www.administratienet.nl. De declaratieformulieren voor de bonus bij re-integratie tijdens het tweede ziektejaar of voor extra verlofdagen voor oudere werknemers zijn op deze website terug te vinden en te downloaden.
BTER SAB
15
*
t
Stichting Aanvuffingsfonds voor het Bouwbedrijf Jaarrekening 2009
ETER SAB
16
Balans per 31 december 2009 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euro's)
Activa
2008
2009
Belegde middelen (1) 142.200
121.000
Deposito's en kasgeldleningen Som der belegde middelen
142.200
121,000
Vlottende activa (2) Vorderingen op werkgevers
3.175
Overige vorderingen
1,439
Nog te ontvangen interest
5.609 9.605
7
10
Som der vlottende activa Liquide middelen (3) Totaal activa
Passiva
4.624
15.221
931
520
126.555
157.941
2008
2009
Beschikbaar saldo van baten en lasten (4)
103.517
74.061
Kortlopende schulden (5) Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Te betalen loonhefflng
, .
Nog te betaten uitkeringen Te betalen vakanöewaarden Overige schulden
,
Som der kortlopende schulden Totaal passiva
BTER SAB
17
44.322
44.585
4.755
3.816
1.228
3.811
633
636
1.556
1.576
:
52.494
54.424
1 26,555
157.941
Staat van baten en lasten over 2009 (Bedragen in duizenden euro's)
Baten
2008
2009
Bijdragen (6)
63.198
Interest (7) ,
1.013
5.496
Overige baten (8)
1.529
33
Totaal baten
68.727
37.011
Lasten
2008
2009
Vergoedingen extra verlofdagen oudere werknemers (9)
;••:'
•'• 32.278
14.874
Eindejaarsuitkeringen (10)
14.646
Organisaöelasten Loopbaantraject Bouw & Infra (11)
13.962
Aanvullingen:ww-uitkeringen (12)
'
Aanvullingen zw-uitkeringen (13)
30.763 '.
••••'
-
979'
„„
"•
648
. , . . . _ - _
Re-rntegratiebonus (14)
116
188
Immateriële prikkel(1 5)
93
Administratiekosten {16)
..
Overige lasten (17) Totaal tasten
4.102
. .
:
253
.<
;
o
3.909
312 :
443
!
•jV
."•
Saldo van baten en lasten
, '
'' 66.467 -.
18
"" '51.099
-. ^
J.
BTER SAB
:-
29.456
17,628
Kasstroomoverzicht over 2009 (Bedragen in duizenden euro's)
2008
2009
Kasstroom uit loopbaan- en aanvullingsactiviteiten Bijdragen van werkgevers Aanvullingen
J,. J.
Uitgekeerde extra verlofdagen Loopbaantraject Bouw & Infra Administratiekosten
:
Overige
36.903
66.383
18.396
13.858
32.541
30.160
8.166
9.009
4.110
"4.546
11.824
421
Kasstroom uit aanvullingsactiviteiten
8.389
21.802
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen
J,
Verkoop en aflossingen van beleggingen
./. 6.197.600
7,365.550
6.184.361
7.386,750 ./.
Mutatie opgenomen getden Directe beleggingsopbrengsten
2.100
5.496
1.013
22.213
9.843
Mutatie liquide middelen
411
1.454
Liquide middelen primo periode
520
1.974
Mutatie liquide middelen
411
1.454
Liquide middelen ultimo periode.
931
520
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
BTER SAB
19
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen Het Aanvullingsfonds verstrekt aanvullingen op uitkeringen en/of eenmalige uitkeringen aan werknemers die werkloos zijn of een ziektewetuitkering ontvangen. Aanvullingen bij werkloosheid •
Een eenmalige uitkering van 425 euro voor de werkloos geworden werknemer;
•
Een aanvulling pensioenpremie om een volledige pensioenopbouw tijdens het eerste halfjaar van de ww-uitkering te realiseren;
•
Een aanvulling op de invaliditeitspensioenpremie voor werknemers op wie het laatst voor het intreden van de werkloosheid de CAO voor het Bouwbedrijf van toepassing was. De aanvulling wordt verstrekt gedurende het eerste jaar van werkloosheid.
Aanvullingen op de ziektewetuitkering Deze regeling is per 1 januari 2006 niet langer van kracht. Omdat er geen indieningtermijn in de cao is opgenomen, worden er sporadisch nog steeds aanvragen ingediend. Andere doelstellingen van het Aanvullingsfonds •
De verstrekking van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een wao- of iva-uitkering;
•
De betaling van stimuleringsuitkeringen aan werknemers die voorheen recht hadden op een waouitkering en die na volledig arbeidsgeschikt te zijn verklaard het werk gedurende minimaal een jaar hebben hervat.
Het Aanvullingsfonds betaalt ook kosten voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruik maakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een re-integratiebedrijf.
Vanuit het Aanvullingsfonds vindt verder (gedeeltelijke) financiering plaats van maatregelen die de instroom van langdurig werklozen, vrouwen, allochtonen en langdurig werkloze schoolverlaters in de beroepsopleiding stimuleren. Ook financiert het Aanvullingsfonds (gedeeltelijk) maatregelen die de doorstroming van leerlingen vanuit een voorschakeltraject naar de primaire opleiding bevorderen. Het Aanvullingsfonds verstrekt tegemoetkomingen aan werkgevers voor de kosten die zij moeten maken op basis van hun plicht het loon door te betalen over extra verlofdagen waarop werknemers van 55 jaar en ouder recht hebben.
BTER SAB
20
Ten slotte komt een deel van de kosten van het project zij-instroom van parttime docenten en komt een deel van de kosten van het Loopbaantraject Bouw & Infra en het Loopbaan project Bouw voor rekening van het Aanvullingsfonds. In de reglementen van het Aanvullingsfonds is geregeld welke voorwaarden gelden voor toekenning van een aanvulling of uitkering. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling De waardering vindt plaats tegen nominale waarde, tenzij hieronder anders is aangegeven. Voor vorderingen op werkgevers wordt op de nominale waarde een voorziening voor mogelijk oninbaarheid in mindering gebracht. Deze voorziening is gerelateerd aan de uitstaande vorderingen met betrekking tot bijdragen die vermoedelijk buiten incasso worden gesteld. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De premiebaten betreffen de aan het jaar toe te rekenen premie. De administratiekosten worden toegerekend aan de periode waarop het door Cordares in rekening gebrachte bedrag betrekking heeft.
BTER SAB
21
Toelichting op de balans per 31 december 2009 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld)
Activa 1. Belegde middelen
Deposito's en kasgeldleningen Onderstaand is het verloop van de aan- en verkopen van kasgeldleningen en deposito's weergegeven. 2008
2009
Stand begin boekjaar
:
Aankopen Verkopen
J.
142.200
125.400
7.365J5Q
6.197.600
7.386:750
Stand einde boekjaar
6.180.800
./.
142.200
121.000
Het openstaande saldo ultimo het boekjaar omvat twee deposito's. Eén deposito loopt af in januari 2010 en één in februari 2010. 2. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers
Nog te innen bijdragen van werkgevers
2809
2008
4.377
6.737
Af: voorziening dubieuze vorderingen - stand begin boekjaar - afgeboekte bijdragen - toevoeging voorziening dubieuze vorderingen
880
"1.128 J.
./.
233
1 87 435
307
- stand einde boekjaar
1,202
Stand einde boekjaar van de
3.175
1.128
5.609
vorderingen op werkgevers
BTER SAB 22
Voor de vorderingen op in faillissement verkerende werkgevers is een 100 procent voorziening getroffen. De vorderingen op werkgevers die in surséance van betaling verkeren en werkgevers vallend onder de Wet schuldsanering natuurlijke personen zijn voor 60 procent voorzien.
Overige vorderingen Dit betreft nog te ontvangen bedragen (1.214) betreffende het Loopbaantraject Bouw & Infra en overige vorderingen op het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (225).
Nog te ontvangen interest Dit betreft nog te ontvangen interest op de belegde middelen.
3. Liquide middelen Liquide middelen betreffen het saldo van de bankrekening van de Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf. De middelen staan ter vrije beschikking.
BTER SAB
23
Passiva 4. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit is het cumulatieve saldo van lasten en baten. Het verloop is als volgt:
: Stand begin boekjaar Saldo van de staat van baten en lasten ,
./.
,
:-'\-
2009
2008
103.517
85.889
' "''.-' : :• 28,456!
17.628
\
Stand einde boekjaar
v
•"
' •, •.
J_
74.06,1 ' '
>
103.517 : ,
5. Kortlopende schulden Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Dit bedrag betreft de per 31 december 2009 te betalen extra verlofdagen die tot uiterlijk 31 december 2014 kunnen worden opgenomen. Naast de op de balans opgenomen schuld bestaat er ultimo 2009 een potentiële verplichting inzake extra verlofdagen ad 21,7 miljoen (2008: 20,7 miljoen) aan werknemers zonder dienstverband ultimo 2009. Per jaar wijzigt circa 1 a 2 procent van deze potentiële verplichting in een reële verplichting doordat werknemers weer een dienstverband in de sector verkrijgen. Daartegenover staat dat per jaar circa 9 a 11 procent van de reële verplichtingen omgezet wordt in een potentiële verplichting doordat werknemers hun dienstverband beëindigen. 7e betalen loonheffing Deze post omvat de nog af te dragen loonheffing over uitkeringen (4.755). Nog te betalen uitkeringen Dit betreft nog te betalen aanvullingen (1.228). Te betalen vakantiewaarden Dit betreft de per 31 december 2009 nog te betalen vakantiewaarden (633). Overige schulden Deze post omvat nog te betalen administratiekosten (487), te betalen immateriële prikkel (212) en nog te betalen bedragen aan Fundeon (857).
BTER SAB
24
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Door het clusterbestuur is in 2006 besloten dat uit de middelen van het Aanvullingsfonds van 2009 tot en met 2011 jaarlijks 1,0 miljoen euro afgedragen wordt voor de financiering van de uitvoering van informatie- en verwijstaken. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. De afdrachten vinden plaats aan de kassier van de Commissie Consulenten, zijnde het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Bouwbedrijf.
BTER SAB
25
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld)
Baten 6. Bijdragen Sinds 1 januari 2006 zijn de bij het fonds aangesloten werkgevers verantwoordelijk voor het aanleveren van de loongrondslag ten behoeve van de premieberekening. Over deze grondslag wordt vervolgens de premie voor het fonds vastgesteld. Dientengevolge worden de premiebaten voor de jaarrekening bepaald op de door werkgevers aangegeven loongrondslag en de daarop vastgestelde premie tot en met drie maanden na afloop van het boekjaar.
Per cao bedraagt het gemiddelde bijdragepercentage voor: 2009
Bouwbedrijf
,
UTA-personeel in de Bouwbedrijven
• ,•
•
.'-,
}
,
.
,
-
2008
1,040%.
.1,723%
'0,000%
0,230%
De bijdragen voor Bouwbedrijf respectievelijk UTA-personeel in de Bouwbedrijven betreffen in het jaar 2009 34,469 miljoen respectievelijk 0,0 miljoen. 7. Interest Dit betreft de rente over de beleggingen en het saldo van de liquide middelen. 8. Overige baten Dit betreft een afrekening van ESF Subsidies (434), afrekening van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw (364), afrekening CINOP 2006/2007 (699), een vrijval schuld vakantiewaarden (3) en overige incidentele baten (29).
BTER SAB
26
Lasten 9. Vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Deze vergoeding betreft de lasten van tien of dertien extra verlofdagen, toegekend aan werknemers van 55 jaar en ouder, respectievelijk 60 jaar en ouder. 10. Eindejaarsuitkeringen Deze post betreft de verstrekking van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
11. Organisatielasten Loopbaantraject Bouw & Infra In 2009 is de afrekening ontvangen over voorgaande jaren van de organisatielasten Loopbaantraject Bouw & Infra 13.962 (2008: 0). 12. Aanvullingen ww-uitkeringen Deze post betreft de aanvulling op werkloosheidsuitkeringen van 979 (2008: 648).
13. Aanvullingen zw-uitkeringen Deze post betreft aanvullingen op ziektewetuitkeringen van O (2008:116). De regeling is per 1 januari 2006 afgeschaft, maar de looptijd van de aanvulling is maximaal twee jaar en derhalve geen last meer in 2009.
14. Re-integratiebonus Dit betreft een bonus voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruik maakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een re-integratiebedrijf.
15. Immateriële prikkel Dit betreft de uitkeringen die in het kader van de 'immateriële prikkel' zijn gedaan. De 'immateriële prikkel' betreft maatregelen die de doorstroom van leerlingen vanuit een voorschakeltraject naar de primaire opleiding bevorderen. 16. Administratiekosten De administratiekosten zijn als volgt te specificeren: i
;
Administratiekosten Cordares
2.675
2.916.
Fondskosten Kosten convenant Informatie- en Verwijstaken
2008 .
2009
.
-
134
'
ijUSf 4.102,
. ,
BTER SAB
27
• '
192
1.042 .
.
3,909
17. Overige lasten Dit betreft overige resultaatposten. Deze post is als volgt te specificeren: 2008
2009 Toevoeging voorziening oninbaarheid
:
- .
•
-
Overige incidentele lasten
:
.Totaal
--'
,
:
.<•!,.
BTER SAB
28
!
. ' - •
435'
- \ ~ 3Ü7
.-5
- - 312
; .
8 443
>
i
r
Ondertekening van de jaarrekening
Harderwijk, 24 juni 2010
Namens het bestuur, H. Klein Poelhuis M.B. van Veldhuizen
BTER SAB
29