Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid
Jaarverslag over het boekjaar 2009
Voorwoord
Ontwikkeling van de regeling Het Tijdspaarfonds heeft de afgelopen jaren een gestage ontwikkeling doorgemaakt. De regeling en de uitvoering ervan zijn steeds weer verbeterd. De basisbeginselen zijn uiteraard niet veranderd: de werknemer bouwt op zijn persoonlijke tijdspaarrekening een persoonlijk tegoed op om vrije dagen en vakantietijd te financieren. De werknemer beslist zelf over het geld dat hij opbouwt. Daarin is de bouw uniek: het is de enige bedrijfstak waarin werknemers op elk gewenst moment hun vakantiegeld kunnen opnemen. Het is daarom ook mogelijk om dat geld niet op te nemen. Zo is een werknemer in staat een aardige spaarpot op te bouwen. Andersom geldt natuurlijk precies hetzelfde: een werknemer kan indien gewenst een deel van zijn vakantiegeld opnemen als hem dat uitkomt. De mogelijkheden van het Tijdspaarfonds sluiten daarmee aan op de ontwikkelingen in de bedrijfstak. De flexibiliteit van de regeling biedt werknemers de mogelijkheid om hun opgebouwde tegoeden in te zetten op voor hun geschikte momenten. Hef bestuur van de Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid is onderdeel van het cluster van besturen bedrijfstakeigen regelingen (clusterbestuur BTER).
BTER TSF
2
Inhoudsopgave
Jaarverslag 2009 Voorwoord
,,
,
.
2
,
Doelstelling van het fonds
4
Kerncijfers
7"",'
Premiebeleid
s'
Uitvoering
9 ''
Saldo en beleggingen •
1
3i 14
Communicatie
Jaarrekening 2009 Balans per 31 december 2009
16
Staat van baten en lasten over 2009
17:
Kasstroomoverzicht over 2009 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
1% 19
Toelichting op de balans per 31 december 2009
aè"
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009
23"
Overige gegevens Accountantsverklaring
25
Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten
27
BTER TSF
3
Doelstelling van het fonds
De Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid bestaat sinds 1 januari 2006. Het Tijdspaarfonds verschaft de werknemer een uitkering wegens: •
vakantietoeslag;
•
loonderving bij bovenwettelijke vakantiedagen;
»
loonderving voor een aantal van de roostervrije dagen;
•
loonderving bij kort verzuim;
•
overige, daarmee verband houdende situaties.
Het Tijdspaarfonds biedt de werknemer individuele keuzes voor de opbouw van extra tegoeden. Steeds in de maand mei wordt het opgebouwde saldo van de werknemer op zijn betaalrekening gestort. Tussentijdse opnames zijn ook onbeperkt mogelijk. De enige voorwaarde hiervoor is dat de werknemer geen hogere bedragen kan opnemen dan zijn saldo toelaat. Werking van het Tijdspaarfonds De werkgever betaalt aan het Tijdspaarfonds een bedrag dat bestemd is voor de wettelijke 8 procent vakantietoeslag en voor een aantal vrije dagen. Alle bouwplaatswerknemers zijn verplicht deel te nemen. UTA-personeel kan op vrijwillige basis deelnemen. In dat geval moet de werkgever daaraan zijn medewerking verlenen. Na iedere loonperiode van vier weken of een maand betaalt de werkgever aan het Tijdspaarfonds een bedrag voor de geldswaarde van de vakantietoeslag en een bedrag voor de geldswaarde van de verlof- en verzuimdagen. In het onderstaande overzicht is dit schematisch weergegeven.
Vergoeding
Bouwplaatsmedewerker
'UIA-werknemer
• -. , 8 procent wettelijke vakantietoeslag
'
. Ja
Ja
*5' 10 . 3
**5
Ja
Ja
Verlof- en verzuimdagen Bovenwettelijke verlofdagen Atv/roostervrije dagen Kortverzuimdagen Eventuele extra stortingen
* Voor werknemers tot 18 jaar moeten niet 5 maar 9 bovenwettelijke dagen worden gestort. ** Voor werknemers (UTA) tot 18 jaar kunnen maximaal 7 bovenwettelijke dagen worden gestort.
BTER TSF
4
5 3
Het Tijdspaarfonds administreert de bedragen voor de vakantietoeslag en de verlof- en verzuimdagen apart. Als de werknemer het werk verzuimt voor de uren of dagen zoals hiervoor vermeld, hoeft de werkgever voor die niet-gewerkte tijd geen loon te betalen. Daarvoor heeft hij immers al betaald aan het Tijdspaarfonds. De werknemer kan zijn tegoeden uit het Tijdspaarfonds opnemen wanneer dat hem het beste uitkomt. Dat geldt zowel voor de geldswaarde van de vakantietoeslag als voor de verlof- en verzuimdagen. Het saldo wordt steeds in mei uitgekeerd zonder dat de werknemer daarvoor een aanvraag hoeft in te dienen. Voor een bouwplaatswerknemer van 55 jaar of ouder die gebruik maakt van de regeling van een vierdaagse werkweek, worden alleen de geldswaarden van de vakantietoeslag en de drie kort verzuimdagen verplicht gestort. Alle verlof- en atv-dagen zijn immers nodig om de vierdaagse werkweek te kunnen realiseren. Keuzemogelijkheden De werknemer heeft met het Tijdspaarfonds een aantal keuzemogelijkheden bij het vaststellen van zijn arbeidsvoorwaarden. Cao-partijen hebben zich gerealiseerd dat de werknemer daardoor meer verantwoordelijkheid krijgt, ledere keuze heeft immers gevolgen. De werknemer maakt met zijn werkgever individuele afspraken over de keuzemogelijkheden van de inleg. Voor zover dat praktisch mogelijk is, kunnen afspraken naar behoefte steeds herzien worden. De gemaakte keuzes gelden slechts zolang de werknemer dat wenst; tijdig herroepen van keuzes is altijd mogelijk per de eerstvolgende loonperiode en in overleg met de werkgever. Het Tijdspaarfonds wordt gekenmerkt door de volgende individuele keuzemogelijkheden: Extra stortingen De deelnemer kan met instemming van de werkgever ook de geidswaarde van andere inkomensbestanddelen op zijn individuele tijdspaarrekening laten storten. Dit zijn bijvoorbeeld: •
overige verlof- en/of roostervrije dagen;
•
verlof- en/of roostervrije dagen die aan het eind van het jaar niet zijn opgenomen;
•
reisuren en/of de chauffeurstoeslag.
Vrij beschikken over saldo De werknemer kan steeds vrij beschikken over zowel de gestorte bedragen voor de vakantietoeslag als over de bedragen voor verlof- en verzuimdagen. Het maakt niet uit of er daadwerkelijk verlof is opgenomen of dat er sprake is geweest van verzuimdagen. Flexibele afdracht De deelnemer kan in een kalenderjaar minder verlofdagen en/of roostervrije dagen opnemen dan waarvoor afdracht van dagen heeft plaatsgehad. In dat geval kan hij kiezen voor verlaging van de
BTER TSF
5
afdracht in het volgende kalenderjaar met het aantal minder opgenomen dagen. De waarde van dat aantal dagen in geld wordt dan aangewend voor een storting in een levensloopregeling. Gedeeltelijke storting De deelnemer kan ook kiezen voor een gedeeltelijke storting. In dat geval wordt 55 procent van het per loonbetalingsperiode vastgestelde bedrag afgedragen aan het Tijdspaarfonds. De deelnemer ontvangt het bedrag dat niet in het Tijdspaarfonds wordt gestort, bij de uitbetaling van het loon. Het nettoloon is dus hoger; de afdracht aan het Tijdspaarfonds wordt met hetzelfde bedrag verlaagd.
BTER TSF
6
Kerncijfers
2009
2008
2007
2006
Aantal werkgevers ultimo verslagjaar
10H35
10.887
11.322
11.046
Aantal deelnemers ultimo verslagjaar
123.039
131,570
141.148
135.316
Ontvangen bedragen (in miljoenen euro's)
398,3
412,3
408,2
375,9
Betaalde bedragen (in miljoenen euro's)
415,6
413,6
405,9
131
3,0
2,9
4,6
4,6
€,9
7,2
3,4
0,8
Administratiekosten (in miljoenen euro's) Rendement beleggingen (in miljoenen euro's)
;
BTER TSF
7
Premiebeleid
Werkgevers betalen voor de opbouw van de aanspraken premie aan het Tijdspaarfonds. Op de premie zit geen opslag voor het dekken van de lasten van het uitvoeren van de regeling. In de onderstaande tabel staat vermeld hoeveel het fonds per rechtjaar aan premie heeft ontvangen. Een rechtjaar loopt van de maand mei in een betreffend jaar tot de maand mei van het daaropvolgende jaar.
Rechtjaar
Ontvangen premies (in miljoenen euro's)
mei 2006 tot en met mei 2007 mei 2007 tot en met mei 2008 mei 2008 tot en met mei 2009 mei 2009 tot en met mei 2010
399 398 409 378
In de onderstaande tabel staat vermeld hoeveel het fonds per kalenderjaar aan premie heeft ontvangen.
Kalenderjaar
Ontvangen premies (in miljoenen euro's)
376 408 412 398
2006 2007 2008 2009
BTER TSF
Uitvoering
Opnemen van tegoeden via werknemersorganisaties De werknemer kan steeds vrij beschikken over zowel de gestorte bedragen voor de vakantietoeslag als over de bedragen voor verlof- en verzuimdagen. Het maakt niet uit of er daadwerkelijk verlof is opgenomen of dat er sprake is geweest van verzuimdagen. Het totale, op dat moment aanwezige saldo aan vakantietoeslag en verlof- en verzuimdagen wordt steeds in mei uitgekeerd zonder dat de werknemer daarvoor een aanvraag hoeft in te dienen. Aanvragen voor tussentijdse opnames van bouwplaatspersoneel lopen via de werknemersorganisaties. De deelnemer kan via het private deel van de website van het fonds een zogeheten vakbondsconsulent kiezen. Zijn aanvraag voor een tussentijdse opname wordt dan door die betreffende vakbondsconsulent behandeld. Het bestuur heeft geconstateerd dat niet alle deelnemers een vakbondsconsulent hebben gekozen. In het verslagjaar heeft het bestuur daarom besloten de werknemers in een aparte brief te informeren over de rol van de vakbondsconsulent in het Tijdspaarfonds. Steeds per kalenderkwartaal worden nieuwe deelnemers aangeschreven die in dat kwartaal nog geen keuze voor een vakbondsconsulent hebben gemaakt. Als men na afloop van het kalenderjaar dan nog steeds geen keuze heeft gemaakt, volgt nog eenmaal een schriftelijk advies om alsnog een keuze te maken. De werknemersorganisaties worden door het Tijdspaarfonds geïnformeerd over welke werknemers voor welke vakbondsconsulent hebben gekozen. De werknemersorganisaties kunnen deelnemers zo rechtstreeks over de dienstverlening informeren. UTA-werknemers, die op vrijwillige basis deelnemen aan het Tijdspaarfonds, kunnen via de website van het Tijdspaarfonds opdrachten voor tussentijdse opnames geven. Controle op deelname aan het Tijdspaarfonds Als de CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing is op een arbeidsovereenkomst, dan is deelname aan het Tijdspaarfonds verplicht voor bouwplaatspersoneel. Toch komt het voor dat niet in alle gevallen aan die verplichting wordt voldaan. De werkgever maakt in dat geval afspraken met de werknemer over een afwijkende regeling. Het bestuur acht dat uit het oogpunt van uniforme arbeidsvoorwaarden en een oneigenlijke concurrentiepositie ongewenst. Er is gezocht naar een oplossing voor dit ongewenste en niet-toegestane effect. Het bestuur heeft opdracht gegeven een bestandsvergelijk te maken voor alle bouwplaatswerknemers die bij de uitvoerder een openstaande arbeidsverhouding hebben onder de CAO voor de
BTER TSF
Bouwnijverheid. Voor hen dient betaald te worden aan het Tijdspaarfonds. Dat bestand is vergeleken met de gegevens uit de administratie van het Tijdspaarfonds. De bestandsvergelijking heeft enkele concrete resultaten opgeleverd. Het aantal werknemers waarvoor ten onrechte niet of niet meer is betaald betreft 4.589. Dit aantal kan onderverdeeld worden in:
•
2.632 werknemers voor wie nog nooit een betaling is ontvangen;
•
1.957 werknemers voor wie al meer dan drie maanden geen betaling meer is ontvangen.
De werkgevers waar de hiervoor bedoelde werknemers werkzaam zijn, zijn in het tweede kwartaal van 2009 schriftelijk benaderd. Men is gewezen op de verplichtingen en is gemaand alsnog aan die verplichtingen te voldoen. Deze procedure kan periodiek uitgevoerd worden door het Tijdspaarfonds voor het dan actuele bestand. Controle op juiste en tijdige afdrachten De werkgever dient binnen veertien dagen na afloop van elke loonbetalingsperiode van vier weken of een maand de premies aan het Tijdspaarfonds te betalen. Op elke loonstrook van de deelnemer moet vermeld worden welke bedragen op de Tijdspaarrekening van de deelnemer zijn gestort en op welke periode die storting betrekking heeft. Aan het Tijdspaarfonds worden aparte bedragen betaald voor de vakantiewaarde en de vakantietoeslag. Er waren in de cao en in het reglement van het Tijdspaarfonds echter geen voorschriften gegeven aan de betaalkenmerken bij een storting. Op de saldo-overzichten van de deelnemers waren dus wel betaalde bedragen zichtbaar, maar vaak niet de perioden waarop die bedragen betrekking hadden. De werknemer had daardoor geen duidelijk inzicht of tijdig aan alle betaalverplichtingen was voldaan. Dit inzicht kon beter. Daarom besloot het bestuur tot een uitbreiding van artikel 57a van de CAO voor de Bouwnijverheid. Voortaan moet ook de periode waarop de betaling betrekking heeft met het betaalkenmerk worden meegegeven. Die periodegegevens vindt de werknemer terug op zijn papieren saldo-overzicht dat hij viermaal per jaar ontvangt en op de private pagina's van de website van het fonds. De werknemer heeft daardoor een betere controlemogelijkheid op tijdigheid en juistheid van de gestorte bedragen. Correcties op foute stortingen Het is mogelijk dat werkgevers soms onjuiste stortingen doen. Een te lage storting hoeft niet direct een probleem te zijn. Een werkgever kan tussentijds een aanvullende storting doen of bij de eerstvolgende periodieke storting het tekort inlopen. Door het ontbreken van controles op juiste stortingen worden te hoge stortingen echter niet opgemerkt door het Tijdspaarfonds. Ook ontbreekt de mogelijkheid voor een werkgever om een betaling
BTER TSF
10
ongedaan te maken. Als de werkgever een te hoge storting heeft gedaan, doet hij vaak een beroep op de administratie van het fonds om een correctie uit te voeren. De werkgever is zelf mogelijk ook in staat bij een volgende storting een correctie door te voeren. Dit betreft dan doorgaans relatief kleine financiële verschillen die bij het voortduren van het dienstverband (en dus bij nieuwe stortingen aan Tijdspaarfonds) in korte tijd rechtgezet kunnen worden. In de praktijk is gebleken dat het ontbreken van een correctiemogelijkheid in uitzonderlijke gevallen tot onoverkomelijke problemen kan leiden voor werkgevers. Het betreft dan gevallen waarbij de werkgever een onjuiste storting niet kan corrigeren met volgende stortingen. Het bestuur heeft besloten dat alleen dan sprake kan zijn van terugstorting van het foute bedrag. Dat is alleen aan de orde als van de werkgever redelijkerwijs niet gevraagd kan worden zijn fout zelf te herstellen met toekomstige verplichtingen aan het Tijdspaarfonds. In het verslagjaar hebben de volgende situaties zich voorgedaan: •
er zijn periodieke stortingen gedaan op naam van één werknemer, terwijl de bedragen bestemd waren voor alle bouwplaatswerknemers van betreffende werkgevers;
•
er zijn stortingen gedaan onder een verkeerd burgerservicenummer of registratienummer waardoor het saldo is bijgeschreven bij het Tijdspaarfondssaldo van de verkeerde werknemer;
•
er zijn door administratieve fouten (veel) te hoge stortingen gedaan, die het normale jaarsaldo per werknemer ruimschoots overschrijden.
In voorkomende gevallen wordt het ten onrechte afgedragen bedrag in zijn geheel aan de werkgever teruggestort, waarna de werkgever alsnog de juiste betaling kan doen. Als de werknemer tussentijds zijn saldo heeft opgenomen, of als ambtshalve de uitbetaling in mei heeft plaatsgevonden, dan is terugstorting aan de werkgever niet meer mogelijk. De werkgever moet dan zelf bij de (ex)werknemer een vordering instellen. Beslaglegging De tegoeden die bij het Tijdspaarfonds zijn geregistreerd zijn nettobedragen. Als een werknemer schulden heeft die niet tijdig worden afgelost, dan hebben schuldeisers de mogelijkheid beslag te laten leggen op de Tijdspaarfondstegoeden. De procedure daarvoor is dezelfde als bij loonbeslag die bij werkgevers worden ingediend. Veelal wordt zowel loonbeslag als beslag bij het Tijdspaarfonds gelegd. In tegenstelling tot bij het loonbeslag wordt bij het Tijdspaarfonds geen beslagvrije voet toegepast. In voorkomende gevallen blokkeert het Tijdspaarfonds de tegoeden van de werknemer tot het bedrag waarover beslag is gelegd. De geblokkeerde tegoeden worden aan de beslaglegger overgemaakt bij de uitbetaling in mei of zoveel eerder als de deelnemer heeft verzocht om tussentijdse opname.
BTER TSF
11
Fiscale aspecten Als de werknemer een vrije dag opneemt als bedoeld in het Tijdspaarfonds, betaalt de werkgever over die dag geen loon. De werknemer heeft daarvoor immers een tegoed opgebouwd in het Tijdspaarfonds. Voor het toepassen van de vierweken- of maandtabel gedurende het hele jaar is met de Belastingdienst afgesproken dat een mogelijk tijdverschil tussen betalen aan en uitbetaling van het fonds moet worden voorkomen. Een dergelijk tijdsverschil doet zich voor als de werkgever gedurende het hele jaar inhoudingen doet op de component vakantietoeslag, terwijl de gestorte bedragen slechts op één moment in een jaar (in mei) kunnen worden opgenomen. Daarom is met de Belastingdienst afgesproken dat ook vakantietoeslag uit het Tijdspaarfonds tussentijds kan worden opgenomen. De vierweken- of maandtabel kan dan worden toegepast. Verder is afgesproken de eerste achttien dagen dat de werkgever geen loon betaalt aan een werknemer niet te beschouwen zijn als onbetaalde verlofdagen in de zin van de wet. Deze achttien dagen worden immers via het Tijdspaarfonds aan de werknemer betaald. Omdat over de tegoeden geen rentevergoeding aan de werknemer wordt verstrekt, is het fonds niet te beschouwen als een bancaire inrichting.
BTER TSF
12
Saldo en beleggingen
In de onderstaande grafiek is het verloop aangegeven van de door werkgevers voor werknemers aan het Tijdspaarfonds betaalde gelden. 'VD' is het door het Tijdspaarfonds ontvangen equivalent in geld van de TSF-dagen. 'VT is de ontvangen wettelijke vakantietoeslag van 8 procent. In 2006 is gekozen voor een beleggingsconstructie bij de Rabobank, met een hoofdsom van 200 miljoen euro. Door deze beleggingsconstructie kan een beter rendement worden behaald dan het rendement op geldmarktbeleggingen. Door de jaarlijkse uitbetaling in mei is er tijdelijk een tekort aan gelden in het fonds. Daarom is aan de beleggingsconstructie een kredietfaciliteit gekoppeld. In de grafiek is tevens te zien in hoeverre de kredietfaciliteit 'KF' wordt aangesproken.
l D Kredietfaciliteit (KF) B Vakantiedagen (VD) • Vakantietoeslag (VT) |
BTER TSF
13
Communicatie
Startbrief Zodra van een werkgever een eerste betaling aan het Tijdspaarfonds voor een deelnemer is ontvangen, krijgt de deelnemer een startbrief. In die brief staat onder meer: •
algemene informatie over het Tijdspaarfonds;
»
algemene informatie over de website van het fonds;
•
de toegangscode voor het private deel van de website met 'eigen' informatie;
•
informatie over de keuze van een vakbondsconsulent voor tussentijdse opnames van tegoeden.
Tijdsparenbouw.nl Het Tijdspaarfonds heeft een eigen website: www.tijdsparenbouw.nl. Met behulp van deze website kan het Tijdspaarfonds actuele informatie verstrekken. Het bestuur van het Tijdspaarfonds vindt het belangrijk dat de werknemer snel wordt geïnformeerd over zijn tegoeden. Ook de actualiteit van de saldo-informatie is belangrijk. Informatie via internet biedt daarvoor uitkomst. De website bestaat uit een publiek deel en een privaat deel. Het publieke deel is toegankelijk voor zowel werkgever als werknemer en geeft algemene informatie over de tijdspaarregeling. Het particuliere deel is bestemd voor de individuele deelnemer aan het Tijdspaarfonds en is alleen toegankelijk via een persoonlijke toegangscode. De deelnemer ontvangt die toegangscode na de eerste storting door zijn werkgever in het Tijdspaarfonds. Het private deel biedt de werknemer onder meer een actueel overzicht van zijn saldo, de mutaties (stortingen en opnames) en de mogelijkheid een vakbondsconsulent te kiezen. Via de vakbondsconsulent kunnen tussentijds bedragen opgenomen worden. Sinds 2008 is er voor de aparte websites van de diverse BTER-regelingen één internetportaal gekomen. Het adres van deze website is: www.bter-bouw.nl. Ook het webadres van het Tijdspaarfonds zal voortaan leiden naar dit portaal. Saldo-overzichten Na afloop van ieder kalenderkwartaal ontvangt de werknemer per post een saldo-overzicht met de bijen afschrijvingen die in dat kwartaal hebben plaatsgevonden. Met beknopte teksten op het rechtenoverzicht wordt de werknemer gewezen op algemene en actuele ontwikkelingen rond het Tijdspaarfonds.
BTER TSF
14
Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid Jaarrekening 2009
BTER TSF
15
Balans per 31 december 2009 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euro's)
Activa
Beleggingen (1)
. :
\
Vorderingen en overlopende activa (2) !
Liquide middelen (3)
'
"•
241.176
.254.173
20
342
2.033
241.196
•
'
:
.'
V
Beschikbaar saldo van baten en lasten (4)
\
Spaarrekening (5)
--
'.
-.'1 ""••'• -: ....
' :
;.-.
.*.
>°9
.7348
3.967
"?.'. 229=587
246.966
•'•
'-: ' y
3.983
.3^41
:•. 'V' ,:1;020 '
Overige schulden en overlopende passiva (7)
241.196
Totaal passiva
BTER TSF
2008
• '•'
S
16
256.548
..-• -;•" - ..
'f
Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds (6)
2008
"'
Totaal activa
Passiva
2ÓÓ9
1:632
256.548
Staat van baten en lasten over 2009 (Bedragen in duizenden euro's)
Baten
.
Beleggingsopbrengsten (8)
Totaal van de baten
,
V
Lasten
...
Administratiekosten (9)
;,
Overige lasten (10)
Totaal van de lasten
-
.
•
.'
.
.
•
Saldo baten en lasten
.
'.•
BTER TSF
17
. '
•
" 2009
2008
6,908
7.234'
', 6.908
7:234
2009
2008
-, 2.984
2.856
'630 ,
,
.'-' ,.,.-3,614.
"'
"'
': 3.294'
630
.
'
3.486
'
3.748
Kasstroomoverzicht over 2009 (Bedragen in duizenden euro's)
2009
2008
Kasstroom uit tijdspaarfondsactiviteiten Administratiekosten
2.974
Ingelegde geiden
./.
398.272
Uitbetaalde gelden
./.
415.651
Nog te verwerken bedragen TSF
.7.
742
Overige ontvangsten en betalingen
./.
1.103
Kasstroom uit tijdspaarfondsactiviteiten
.
4.255 412.359
.
./.
412.583 361
.
457
./.
22.198
./.
3.661
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen
J,
763.329
Verkopen en aflossingen van beleggingen Beleggingsopbrengsten
. ./.
1.842.150
780.100
1.844.150
3.303
64
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
,20.074
Mutatie liquide middelen
-
•.-
J.
Liquide middelen primo periode
2:124
,
Mutatie liquide middelen
' ./. ;
Liquide middelen ultimo periode
./.
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
BTER TSF
18
2.064
./.
2.033 2.124
91
1.597
3.630 ./.
1.597
2.033
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid verschaft aan werknemers die deelnemen aan de CAO voor de Bouwnijverheid een vergoeding wegens loonderving bij vakantiedagen en algemeen erkende feestdagen en daarmee gelijk te stellen dagen, de vakantietoeslag, alsmede eventuele andere daarmee verband houdende uitkeringen. De regeling van de Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid is vanaf 1 januari 2006 in werking getreden. Statutair heeft op 14 november 2006 de oprichting plaatsgevonden. Deze verantwoording betreft de tijdspaarregeling van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid welke bij contract is opgedragen aan Cordares CAO-Regelingen B.V. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Waardering van activa en passiva Balans Waardering vindt plaats tegen nominale waarde, tenzij hieronder anders is aangegeven. De Rabo Credit Strategie Obligatie II wordt gewaardeerd tegen actuele waarde of garantiewaarde indien de laatstgenoemde waarde hoger is dan de actuele waarde. Resultaatbepaling Baten en lasten De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Beleggingsopbrengsten Het resultaat uit beleggingen bestaat uit directe beleggingsopbrengsten en indirecte beleggingsopbrengsten. Onder de directe beleggingsopbrengsten worden de interest en dividendopbrengsten van de respectievelijke beleggingen verantwoord. De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeverschillen. Voor het beheer van de Rabo Credit Strategie Obligatie II wordt een management fee in rekening gebracht. De betaalde management fee wordt verwerkt in de waarde (NAV) van de Rabo Credit Strategie Obligatie II. BTER TSF
19
Toelichting op de balans per 31 december 2009 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld)
Activa 1. Beleggingen
Verloopoverzicht beleggingen Het verloop is als volgt te specificeren: Boekwaarde
Aankopen en
Verkopen en
aan het begin
verstrekkingen
aflossingen
Waarde-
Boekwaarde. aan
verschillen " het eind van het
van het jaar
.,' '•;,. •;' ••
Rabo Credit Strategie Obligatie II Deposito's en kasgeldleningen
205.106
• jaar
*
49.067
763.329
./.
780.100
-
'
';.
3.774
208.880 l- -'ƒ;' 32.296 ' " > ' , ' :C
Totaal financiële beleggingen
254.173
763.329
./.
780.100
3.774
241.176
>
Onder de deposito's en kasgeldleningen bevindt zich een bankrekening met het karakter van een kortlopende belegging en een saldo ultimo 2009 van 23 miljoen euro; de bankrekening is gekoppeld aan de gestructureerde obligatie Rabo Credit Strategie Obligatie II (RCSO II). Betalingen vanaf deze bankrekening mogen alleen gedaan worden voor uitkeringen in het kader van de TSF-regeling. De garantiewaarde van de RCSO II wordt pas na afloop van de gehele looptijd gegarandeerd (15 december 2011) en bedraagt 200 miljoen euro.
De RCSO II is een gestructureerde obligatie met een aantal bijzondere kenmerken. Het beheer van de RCSO II vindt plaats door de Rabobank. Door middel van financiële instrumenten worden posities ingenomen op een Europese en Amerikaanse index van bedrijfsobligaties. Het doel van de RCSO II is het innemen van posities in tranches van deze indices om ongeacht of de indices stijgen of dalen een positief rendement te halen. De strategie is een long -positie in te nemen in leningen met een hoger risico (hoog rendement) en shortie gaan in leningen met een lager risico (lager rendement) om zo een extra rendement te behalen.
BTER TSF 20
,, •
De inleg van de RCSO II bestaat uit twee componenten. Het zero coupon deposito is de inleg die wordt gebruikt om de terugbetalingen van de gegarandeerde coupons en aflossingen te garanderen. De buffer is het gedeelte van de inleg dat gebruikt wordt om in de strategie te beleggen. 2. Vorderingen en overlopende activa Dit betreft een nog te ontvangen afrekening administratiekosten. 3. Liquide middelen De liquide middelen ultimo verslagjaar 2009 zijn het eigendom van de stichting. Liquide middelen betreffen de saldi van de bankrekeningen van het fonds. De liquide middelen zijn dagelijks opvraagbaar. Het saldo van de liquide middelen is ultimo verslagjaar 2009 negatief en is opgenomen onder de overige schulden en overlopende passiva. Passiva 4. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit betreft het cumulatieve saldo van baten en lasten. Het verloop is als volgt: 2009
2008
Beschikbaar saldo van baten en lasten aan het begin van het jaar
3;967
219
Saldo volgens de staat van baten en lasten
3.294
3.748
87
-
7.348
3.967
Batig saldo Stichting Vakantiefonds Bouw
Beschikbaar saldo van baten en lasten aan het eind van het jaar
5. Spaarrekening Dit betreft het saldo van ingelegde en uitbetaalde gelden van het Tijdspaarfonds. De tegoeden op de spaarrekening worden in mei uitbetaald of kunnen door de deelnemers tussentijds worden opgenomen.
BTER TSF
21
Verloop spaarrekening 2D09
2008
Stand aan het begin van het jaar
246.966
247.190
Bij: Aangeleverd
398,27.2
412.359
- Vakantietoeslag
230.216
228.363
- Roostervrije dagen
103.019
102,345
- Bovenwettelijke vakantiedagen
51 .310
51.172
- Kortverzuim
30,906
30.703
-229.587
246.966
Af: Uitbetaald:
Stand aan het einde van het jaar
6. Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds Dit saldo betreft de gelden die door de werkgevers zijn gestort, maar nog verwerkt moeten worden. 7. Overige schulden en overlopende passiva Deze post bestaat uit te betalen administratiekosten (244), nog te betalen aan deelnemers Tijdspaarfonds (27), kosten Technisch Bureau Bouwnijverheid (93), rentekosten (28), bankkosten (487) en diverse kosten (50). Het saldo van de liquide middelen is ultimo verslagjaar 2009 negatief (91) en is opgenomen onder de overige schulden en overlopende passiva. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Het fonds bezit in het kader van de beleggingsconstructie met de Rabobank een kredietfaciliteit. Deze kredietfaciliteit bevat een stortingsverplichting van 120 miljoen euro voor elke voortschrijdende periode van zes aaneengesloten kalendermaanden.
BTER TSF
22
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld)
Baten
8. Beleggingsopbrengsten De post directe beleggingsopbrengsten bestaat uit interest over het saldo liquide middelen, interest op vastrentende waarden en rente overige beleggingen. De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen de waardemutatie van de Rabo Credit Strategie Obligatie II. 2006
2008
Directe beleggingsopbrengsten: Interest rekening-courantsaldo
•6
interest op deposito's en kasgeldieningen
84
interest op Rabo Credit Strategie Obligatie il
64 ./.
144
3.044
3.106
3.774
4.208
6.908
7.234
indirecte beleggingsopbrengsten: Waardemutatie RCSO II
Lasten 9, Administratiekosten Dit zijn de door Cordares op basis van de administratieovereenkomst in rekening gebrachte kosten (2.583) en fondskosten (401). De fondskosten bestaan uit accountantskosten (48), bestuurskosten (339), drukkosten jaarverslag (12) en diverse kosten (2). 10, Overige lasten Deze post betreft bankkosten (630).
BIER TSF 23
Ondertekening van de jaarrekening
Harderwijk, 24 juni 2010 Namens het bestuur, W. Ketting M.B. van Veldhuizen
BTER TSF
24