4
Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid
Jaarverslag over het boekjaar 2011
Voorwoord
Verantwoordelijk voor eigen saldo Binnen het Tijdspaarfonds bouwt de werknemer in de bouwnijverheid op zijn persoonlijke tijdspaarrekening een persoonlijk tegoed op om vrije dagen en vakantietijd te financieren. De werknemer beslist zelf over het geld dat hij opbouwt. Daarin is de bouwnijverheid uniek: het is de enige bedrijfstak waarin werknemers op elk gewenst moment hun vakantiegeld kunnen opnemen. Het is daarom ook mogelijk om dat geld niet op te nemen. Zo is de werknemer in staat een spaarpot op te bouwen. De flexibiliteit van de regeling biedt werknemers dus de mogelijkheid om hun opgebouwde tegoeden in te zetten op voor hun geschikte momenten. De werknemer beslist daarmee zelf over de tegoeden die hij opbouwt. Die keuzevrijheid wordt door hen erg gewaardeerd. Uiteraard geldt wel dat de werknemer zelf verantwoordelijk is voor een verstandig beheer van zijn tegoeden. Het bestuur van de Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid is onderdeel van het cluster van besturen bedrjfstakeigen regelingen (clusterbestuur B TER).
BTER TSF 2
Inhoudsopgave
Jaarverslag 2011 Voorwoord
2
Doelstelling van het fonds
4
Kerncijfers
7
Bijdragebeleid
8
Uitvoering
9
Saldo en beleggingen
12
Communicatie
14
Jaarrekening 2011 Balans per 31 december 2011
17
Staat van baten en lasten over 2011
18
Kasstroomoverzicht over 2011
19
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
20
Toelichting op de balans per 31 december 2011
22
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2011
25
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
27
Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten
29
BTER TSF 3
Doelstelling van het fonds
De Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid bestaat sinds 1 januari 2006. Het Tijclspaarfonds verschaft de werknemer een vergoeding wegens: •
de wettelijke 8 procent vakantietoeslag;
•
loonderving bij bovenwettelijke vakantiedagen;
•
loonderving voor een aantal van de roostervrije dagen;
•
loonderving bij kort verzuim;
•
eventuele andere daarmee verband houdende situaties.
Het Tijdspaarfonds biedt de werknemer individuele keuzes voor de opbouw van extra tegoeden. Steeds in de maand mei wordt het opgebouwde saldo van de werknemer op zijn betaalrekening overgemaakt. Tussentijdse opnames zijn ook onbeperkt mogelijk. De enige voorwaarde hiervoor is dat de werknemer geen hogere bedragen kan opnemen dan zijn saldo toelaat. Werking van het Tijdspaarfonds De werkgever betaalt aan het Tijdspaarfonds een bedrag dat bestemd is voor de wettelijke 8 procent vakantietoeslag en voor een aantal vrije dagen. Voor alle bouwplaatswerknemers is deelname aan het Tijdspaarfonds verplicht. Een UTA-werknemer kan op vrijwillige basis deelnemen. In dat geval moet de werkgever daaraan zijn medewerking verlenen. Na iedere loonperiode van vier weken of een maand betaalt de werkgever aan het Tijdspaarfonds een bedrag voor de geldswaarde van de vakantietoeslag en een bedrag voor de geldswaarde van de verlof- en verzuimdagen. In het volgende overzicht is dit schematisch weergegeven.
Vergoeding
Bouwplaatswerknemer
UTA-werknemer
Ja
Ja
8 procent wettelijke vakantietoeslag Verlof- en verzuimdagen (aantal)
*5
• Bovenwettelijke verlofdagen • roostervrijedagen
10
5
• Kortverzuimdagen
3
3
Ja
Ja
Eventuele extra stortingen
*
Voor werknemers tot 18 jaar wordt de geidswaarde van 9 bovenwettelijke dagen gestort.
**
Voor werknemers (UTA) tot 18 jaar wordt de geidswaarde van 7 bovenwettelijke dagen gestort.
BTER TSF 4
Het Tijdspaarfonds administreert de bedragen voor de vakantietoeslag en de verlof- en verzuimdagen apart. Als de werknemer het werk verzuimt voor de uren of dagen zoals hiervoor vermeld, hoeft de werkgever voor die niet-gewerkte tijd geen loon te betalen. Daarvoor heeft die werkgever immers al betaald aan het Tijdspaarfonds, De werknemer kan zijn tegoeden uit het Tijdspaarfonds op aanvraag opnemen wanneer dat hem het beste uitkomt. Dat geldt zowel voor de geldswaarde van de vakantietoeslag als die voor de verlof- en verzuimdagen. Het saldo wordt steeds in mei overgemaakt op de bankrekening van de werknemer zonder dat hij daarvoor een aanvraag hoeft te doen. Voor een bouwplaatswerknemer van 55 jaar of ouder die gebruikmaakt van de regeling van een vierdaagse werkweek als bedoeld in artikel 11 a van de CAO voor de Bouwnijverheid worden alleen de geldswaarden van de vakantietoeslag en de drie kortverzuimdagen verplicht gestort. Alle verlof- en roostervrije dagen zijn namelijk nodig om de vierdaagse werkweek te kunnen realiseren. Keuzemogelijkheden De werknemer heeft met het Tijdspaarfonds een aantal keuzemogelijkheden bij het vaststellen van zijn arbeidsvoorwaarden. De werknemer heeft daardoor ook een grote verantwoordelijkheid. Iedere keuze heeft immers gevolgen. De werknemer kan met zijn werkgever individuele afspraken maken over de keuzemogelijkheden van de inleg. Voor zover dat praktisch mogelijk is, kunnen afspraken naar behoefte steeds herzien worden. De gemaakte keuzes gelden slechts zolang de werknemer dat wenst; tijdig herroepen of aanpassen van keuzes is altijd mogelijk per eerstvolgende loonperiode en in overleg met de werkgever. Het Tijdspaarfonds kent de volgende individuele keuzemogelijkheden: Extra stortingen De deelnemer kan met instemming van de werkgever ook de geidswaarde van andere inkomensbestanddelen op zijn individuele tijdspaarrekening laten storten. Dit zijn bijvoorbeeld: •
overige verlof- en/of roostervrije dagen;
•
verlof- en/of roostervrije dagen die aan het eind van het jaar niet zijn opgenomen;
•
reisu ren en/of de chauffeurstoeslag.
Vrij beschikken over saldo De werknemer kan steeds vrij beschikken over zowel de gestorte bedragen voor de vakantietoeslag als over de bedragen voor verlof- en verzuimdagen. Het maakt niet uit of en wanneer er daadwerkelijk verlof is opgenomen of dat er sprake is geweest van verzuimdagen.
STER TSE 5
Flexibele afdracht De deelnemer kan in een kalenderjaar minder verlofdagen en/of roostervrije dagen opnemen dan waarvoor afdracht van dagen heeft plaatsgehad. In dat geval kan hij kiezen voor verlaging van de afdracht in het volgende kalenderjaar met het aantal minder opgenomen dagen. De geldswaarde van dat aantal dagen kan onder voorwaarden worden gebruikt voor een storting in een levensloopregeling. Gedeeltelijke storting De deelnemer kan ook kiezen voor een gedeeltelijke storting. In dat geval wordt 55 procent van het per loonbetalingsperiode vastgestelde bedrag afgedragen aan het Tijdspaarfonds. De deelnemer ontvangt het bedrag dat niet in het Tijdspaarfonds wordt gestort bij de uitbetaling van het loon. Het nettoloon is dus hoger; de afdracht aan het Tijdspaarfonds wordt met hetzelfde bedrag verlaagd. Per saldo is het totale nettojaarloon van de deelnemer bij de gedeeltelijke storting dus precies gelijk aan de 100 procent-variant.
8TER TSF 6
Kerncijfers
2011
2010
2009
2008
2007
Aantal werkgevers ultimo verslagjaar
9.489
9.868
10.435
10.887
11.322
1 Aantal deelnemers ultimo verslagjaar
99.844
106.063
114.654
123.007
126.701
Ontvangen bedragen (in miljoenen euro’s)
353,8
371,4
398,3
412,3
408,2
Betaalde bedragen (in miljoenen euro’s)
364,8
383,4
415,6
413,6
405,9
Administratiekosten (in miljoenen euro’s)
2,9
3,1
3,0
2,9
4,6
12,,
4,1
6,9
7,2
3,4
Rendement beleggingen (in miljoenen euro’s)
Dit betreft het aantal deelnemers ultimo verslagjaar met een positief saldo. Deze aantallen wijken af van de aantallen in de administratiekostennota. De aantallen in de administratiekostennota zijn op basis van het aantal deelnemers voor wie gedurende het verslagjaar bijdragen zijn gestort. BTER TSE 7
Bijdrage beleid
Werkgevers betalen voor de opbouw van de aanspraken de bijdrage aan het Tijdspaarfonds. Op deze bijdrage zit geen opslag voor het dekken van de uitvoeringskosten van de regeling. In de volgende tabel staat vermeld hoeveel het fonds per rechtjaar aan bijdragen heeft ontvangen. Een rechtjaar loopt van de maand mei in een betreffend jaar tot de maand mei van het daaropvolgende jaar.
Ontvangen bedrag (in miljoenen euros)
Rechtjaar
398 409 378 390 349
mei 2007 tot en met mei 2008 mei 2008 tot en met mei 2009 mei 2009 tot en met mei 2010 mei 2010 tot en met mei 2011 mei 2011 tot en met mei 2012
In de onderstaande tabel staat vermeld hoeveel het fonds per kalenderjaar aan bijdragen heeft ontvangen
Ontvangen bedrag (in miljoenen euros)
Kalenderjaar
408 412 398 371
2007 2008 2009 2010 2011
354
BTER TSF 8
Uitvoering
Tussentijdse opnames bouwplaatswerknemers De werknemer kan steeds Vrij beschikken over zowel de gestorte bedragen voor de vakantietoeslag als over de bedragen voor verlof- en verzuimdagen. Het maakt niet uit of en hoeveel verlof is opgenomen of dat er sprake is geweest van verzuimdagen. Aanvragen voor tussentijdse opnames van bouwplaatspersoneel lopen via de werknemersorganisaties FNV Bouw of CNV Vakmensen. De deelnemer kan via het private deel van de website van het fonds een zogeheten vakbondsconsulent kiezen. Zijn aanvraag voor een tussentijdse opname wordt dan door die betreffende vakbondsconsulent behandeld. Tussentijdse opnames UTA-werknemers UTA-werknemers, die op vrijwillige basis deelnemen aan het Tijdspaarfonds, kunnen via de website van het Tijdspaarfonds opdrachten voor tussentijdse opnames geven. Meibetaling Het totale op dat moment aanwezige saldo aan vakantietoeslag en verlof- en verzuimdagen wordt steeds in mei uitgekeerd zonder dat de werknemer daarvoor een aanvraag hoeft in te dienen. Controle op juiste en tijdige afdrachten De werkgever dient binnen veertien dagen na afloop van elke loonbetalingsperiode van vier weken of een maand de bijdragen aan het Tijdspaarfonds te betalen. Op elke loonstrook van de werknemer staat vermeld welke bedragen aan het Tijdspaarfonds zijn betaald en op welke loonperiode die betaling betrekking heeft. De werknemer kan met zijn saldo-overzichten van het Tijdspaarfonds en zijn loonstroken controleren of de betalingen tijdig en volledig zijn gedaan. Saldo-overzichten worden ieder kwartaal per post toegezonden. Op de private pagina’s van de website van het fonds zijn de meest actuele saldi te raadplegen. Correcties op foute betalingen De werkgever is verantwoordelijk voor tijdige en juiste betaling. Toch komt het voor dat een onjuiste betaling is gedaan. Om de rechten van de werknemers te beschermen, ontbreekt de mogelijkheid voor een werkgever om een betaling ongedaan te maken. Als de werkgever een (veel) te hoge storting heeft gedaan, doet hij daarom vaak een beroep op de administratie van het fonds om een correctie uit te voeren. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt op verzoek van een werkgever een (veel) te hoge betaling teruggestort. Dat is alleen aan de orde als van de werkgever redelijkerwijs niet gevraagd kan BTER TSF 9
worden zijn fout binnen redelijke termijn zelf te herstellen met toekomstige verplichtingen aan het Tijdspaarfonds. In voorkomende gevallen wordt het ten onrechte afgedragen bedrag in zijn geheel aan de werkgever teruggestort, waarna de werkgever alsnog de juiste betaling kan doen. Als de werknemer tussentijds zijn (te hoge) saldo heeft opgenomen, of als ambtshalve de uitbetaling in mei heeft plaatsgevonden, dan is terugstorting aan de werkgever niet meer mogelijk. De werkgever moet dan zelf bij de (ex-)werknemer een vordering instellen. Een onjuiste betaling hoeft overigens niet direct een probleem te zijn. De werkgever is zelf mogelijk ook in staat bij een volgende storting een correctie door te voeren. Dit betreft dan doorgaans relatief kleine financiële verschillen die bij het voortduren van het dienstverband (en dus bij nieuwe stortingen aan Tijdspaarfonds) in korte tijd rechtgezet kunnen worden. Zo kan de werkgever bij een volgende storting zelf een correctie toepassen als hij een keer te veel heeft betaald. Bij een te lage betaling kan de werkgever tussentijds een aanvullende betaling doen of bij de eerstvolgende periodieke storting het tekort aanvullen. Beslaglegging De tegoeden die bij het Tijdspaarfonds zijn geregistreerd zijn nettoloonbedragen. Als een werknemer schulden heeft die niet tijdig worden afgelost, dan hebben schuldeisers de mogelijkheid beslag te laten leggen op de Tijdspaarfondstegoeden. De procedure daarvoor is dezelfde als bij loonbeslag die bij werkgevers wordt ingediend. Veelal wordt zowel loonbeslag als beslag bij het Tijdspaarfonds gelegd. In tegenstelling tot bij loonbeslag wordt bij het Tijdspaarfonds geen beslagvrije voet toegepast. In voorkomende gevallen blokkeert het Tijdspaarfonds de tegoeden van de werknemer tot het bedrag waarover beslag is gelegd. De geblokkeerde tegoeden worden aan de beslaglegger overgemaakt bij de uitbetaling in mei of zo veel eerder als de deelnemer heeft verzocht om tussentijdse opname. Fiscale aspecten Als de werknemer een vrije dag opneemt als bedoeld in het Tijdspaarfonds, betaalt de werkgever over die dag geen loon. De werknemer heeft daarvoor immers een tegoed opgebouwd in het Tijdspaarfonds. Voor het toepassen van de vierweken- of maandtabel gedurende het hele jaar is met de Belastingdienst afgesproken dat een mogelijk tijdsverschil tussen betalen aan en uitbetaling door het fonds moet worden voorkomen. Een dergelijk tijdsverschil doet zich voor als de werkgever gedurende het hele jaar inhoudingen doet op de component vakantietoeslag, terwijl de gestorte bedragen slechts op één moment in een jaar (in mei) kunnen worden opgenomen. Daarom is met de Belastingdienst afgesproken dat ook vakantietoeslag uit het Tijdspaarfonds tussentijds kan worden opgenomen. De vierweken- of maandtabel kan dan worden toegepast. Verder is afgesproken dat de eerste achttien dagen dat de werkgever geen loon betaalt aan een werknemer niet te beschouwen zijn als onbetaalde
STER TSF 10
verlofdagen in de zin van de wet. Deze achttien dagen worden immers via het Tijdspaarfonds aan de werknemer betaald. Omdat over de tegoeden geen rentevergoeding aan de werknemer wordt verstrekt, is het Tijdspaarfonds niet aangemerkt als een bancaire inrichting.
STER TSF 11
Saldo en beleggingen
In de onderstaande grafiek is het verloop aangegeven van de door werkgevers voor werknemers aan het Tijdspaarfonds betaalde bedragen. VD’ is het door het Tijdspaarfonds ontvangen equivalent in geld van de TSF-dagen. VT’ is de ontvangen wettelijke vakantietoeslag van 8 procent. in 2006 is gekozen voor een beleggingsconstructie bij Rabobank, met een vaste hoofdsom van 200 miljoen euro en een looptijd van vijf jaar. Door deze beleggingsconstructie kan een beter rendement worden behaald dan het rendement op geldmarktbeleggingen. Door de jaarlijkse uitbetaling in mei is er tijdelijk een tekort aan gelden in het fonds. Daarom is aan de beleggingsconstructie een kredietfaciliteit gekoppeld. In de grafiek is tevens te zien in hoeverre de kredietfaciliteit ‘KF’ wordt aangesproken.
DKrtdietfacilileit (KF)
oVakantietoeslag (Vr)
DVakattiedagen (Vn)
t S t S
t 0
çs’
ç
1
d’
ç’
1
,.
,
De in 2006 gekozen beleggingsconstructie had een looptijd tot 15 december 2011. Op advies van de beleggingscommissie heeft het bestuur besloten deze constructie te verlengen met opnieuw vijf jaren vanaf 15 december 2011. De aanbieding van Rabobank is vergeleken met een aanbod van ABN AMRO. Het bestuur liet daarbij de mate van betrouwbaarheid, garanties, flexibiliteit, en een zo hoog mogelijk rendement de doorslag geven bij de keuze voor deze beleggingsconstructie. De nieuwe benaming van de beleggingsconstructie van Rabobank is Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO), waarbij de voorwaarden van de constructie en de bijbehorende kredietverleningsovereenkomst voor een groot deel gelijk zijn aan de vorige.
BTER TSF 12
De belegging is 15 december 2011 aangekocht voor 210 miljoen euro. De belegging bestaat ultimo 2011 uit een vast gedeelte van 156,7 miljoen euro waar niet mee belegd wordt en een deel van 54,7 miljoen euro waarmee belegd wordt in aandelen. Het rendement uit de belegging bestaat uit een vaste jaarlijkse rente van 3 miljoen euro, een extra coupon afhankelijk van goede resultaten van de belegging en ongerealiseerde koerswijzigingen indien de marktwaarde onder de kostprijs gedaald is. De looptijd van de belegging is 5 jaar. De garantiewaarde van de belegging is op het einde van de looptijd 200 miljoen euro.
BTER TSF 13
Communicatie
Startbrief Zodra van een werkgever een eerste betaling aan het Tijdspaarfonds voor een deelnemer is ontvangen, krijgt de deelnemer een startbrief. In die brief staat onder meer: •
algemene informatie over het Tijdspaarfonds;
•
algemene informatie over de website van het Tijdspaarfonds;
•
de toegangscode voor het private deel van de website met ‘eigen’ informatie;
•
informatie over de keuze van een vakbondsconsulent voor tussentijdse opnames van tegoeden.
Tijdsparenbouw.n 1 Het Tijdspaarfonds heeft een eigen website: www.tijdsparenbouw.nl. Met behulp van deze website kan het Tijdspaarfonds actuele informatie verstrekken. Het bestuur van het Tijdspaarfonds vindt het belangrijk dat de werknemer snel informatie kan krijgen over zijn tegoeden en de wijzigingen daarin. Voor actuele saldo-informatie biedt het internet daarvoor uitkomst. De website bestaat uit een publiek deel en een privaat deel. Het publieke deel is voor iedereen toegankelijk en geeft algemene informatie over de tijdspaarregeling. Het particuliere deel is bestemd voor de individuele deelnemer aan het Tijdspaarfonds en is alleen toegankelijk via een persoonlijke toegangscode. De deelnemer ontvangt die toegangscode na de eerste betaling door zijn werkgever in het Tijdspaarfonds. Het private deel biedt de werknemer onder meer een actueel overzicht van zijn saldo, de mutaties (betalingen en opnames) en de mogelijkheid een vakbondsconsulent van de werknemersorganisaties te kiezen. Via de vakbondsconsulent kunnen tussentijds bedragen opgenomen worden. Sinds 2008 bestaat er voor de aparte websites van de diverse bedrijfstakeigen regelingen één internetportaal. Het adres van deze website is: www.bter-bouw.nl. Het webadres van het Tijdspaarfonds leidt direct naar dit portaal. Saldo-overzichten Ieder kalenderkwartaal ontvangt de werknemer per post een saldo-overzicht met de bij- en afschrijvingen die sinds het vorige saldo-overzicht hebben plaatsgevonden. Met beknopte teksten op dit overzicht wordt de werknemer gewezen op algemene en actuele ontwikkelingen rond het Tijdspaarfonds.
BTER TSF 14
Keuze vakbondsconsulent Het bestuur heeft geconstateerd dat niet alle deelnemers een vakbondsconsulent hebben gekozen. In 2009 heeft het bestuur daarom besloten de werknemers in een aparte brief te informeren over de rol van de vakbondsconsulent in het Tijdspaarfonds. Steeds per kalenderkwartaal worden nieuwe deelnemers aangeschreven die in dat kwartaal nog geen keuze voor een vakbondsconsulent hebben gemaakt. Als men na afloop van het kalenderjaar dan nog steeds geen keuze heeft gemaakt, volgt nogmaals een schriftelijk advies om alsnog een keuze te maken. Vervolgens wordt aan het einde van elk kalenderjaar bezien welke werknemers nog steeds geen keuze hebben gemaakt voor een vakbondsconsulent. Eind 2011 zijn 4.836 deelnemers aangeschreven; eind 2010 betrof dat 17.802 deelnemers. De werknemersorganisaties worden door het Tijdspaarfonds ieder kwartaal geïnformeerd welke werknemers in dat kwartaal voor welke vakbondsconsulent hebben gekozen. De werknemersorganisaties kunnen deelnemers zo rechtstreeks informeren over hun dienstverlening.
STER TSF 15
Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid
Jaarrekening 2011
STER TSF 16
Balans per 31 december 2011 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euro’s)
Activa
Beleggingen (1) Vorderingen en overlopende activa (2) Liquide middelen (3)
Totaal activa
Passiva
Beschikbaar saldo van baten en lasten (4) Spaarrekening (5) Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds (6) Overige schulden en overlopende passiva (7)
Totaal passiva
BTER TSF 17
2011
2010
195.908
226.148
594
470
29.833
814
226.335
227.432
2011
2010
17.674
7.799
206.566
217.603
1.411
811
684
1.219
226.335
227.432
Staat van baten en lasten over 2011 (Bedragen in duizenden euro’s)
Baten
Beleggingsopbrengsten (8)
2011
2010
12.577
4.081
196
Overige baten (9)
Totaal van de baten
-
12.773
4.081
Lasten
2011
2010
Administratiekosten (10)
2.898
3.131
-
499
Totaal van de lasten
2.898
3.630
Saldo baten en lasten
9.875
451
Overige lasten
BTER TSF 18
Kasstroomoverzicht over 2011 (Bedragen in duizenden euros)
2010
2011
Kasstroom uit tijdspaarfondsactiviteiten Administratiekosten
.1.
2.591
.1.
Ingelegde gelden
371.429
353.761
Uitbetaalde gelden
3.333
364.798
.1.
383.413
Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds
600
.1.
2.430
Overige ontvangsten en betalingen
771
.1.
457
.1.
.1.
Kasstroom uit tijdspaarfondsactiviteiten
18.204
.1.
13799
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutaties beleggingen Directe beleggingsopbrengsten
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
40.168
16.292
2.650
2.817
42.818
19.109
29.019
905
‘t
Mutatie liquide middelen
Liquide middelen primo periode
814
t.
91
Mutatie liquide middelen
29.019
905
Liquide middelen ultimo periode
29.833
814
BTER TSF 19
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid verschaft aan werknemers die deelnemen aan de CAO voor de Bouwnijverheid een vergoeding wegens loonderving bij vakantiedagen en algemeen erkende feestdagen en daarmee gelijk te stellen dagen, de vakantietoeslag, alsmede eventuele andere daarmee verband houdende uitkeringen. De regeling van de Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid is vanaf 1 januari 2006 in werking getreden. Statutair heeft op 14 november 2006 de oprichting plaatsgevonden. Deze verantwoording betreft de tijdspaarregeling van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid welke bij contract is opgedragen aan Cordares CAO-Regelingen bv. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Waardering van activa en passiva
Balans Waardering vindt plaats tegen nominale waarde, tenzij hieronder anders is aangegeven. De Rabo Equity Strategie Obligatie bestaat uit een obligatiecomponent (vaste component) en een eigen vemiogenscomponent (variabele component). Bij de eerste verwerking worden deze per de transactiedatum opgenomen tegen reële waarde vermeerderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten. De Rabo Equity Strategie Obligatie wordt tot het einde van de looptijd aangehouden. Na de eerste waardering wordt de obligatiecomponent gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve-rentemethode. Baten en lasten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt. De eigen vermogenscomponent wordt na de eerste waardering gewaardeerd tegen de reële waarde. Baten en lasten die voortvloeien uit veranderingen in de reële waarde worden verwerkt in de staat van baten en lasten. De reële waarde is bepaald met behulp van beschikbare marktinformatie. Op elke balansdatum beoordeelt het bestuur of de Rabo Equity Strategie Obligatie een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Voor de obligatiecomponent die tegen (geamortiseerde) kostprijs wordt gewaardeerd, wordt bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen, de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardevermindering BTER TSE 20
bepaald en in de staat van baten en lasten verwerkt. Hierbij wordt de omvang van het verlies bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief, en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Resultaatbepaling Baten en lasten De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Beleggingsopbrengsten Het resultaat uit beleggingen bestaat uit directe beleggingsopbrengsten en indirecte beleggingsopbrengsten. Onder de directe beleggingsopbrengsten worden de interest en dividendopbrengsten van de respectievelijke beleggingen verantwoord. De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeverschillen. Voor het beheer van de Rabo Equity Strategie Obligatie wordt een management fee in rekening gebracht. De betaalde management fee wordt verwerkt in de waarde (NAV) van de Rabo Equity Strategie Obligatie. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
BTER TSF 21
Toelichting op de balans per 31 december 2011 (Bedragen in duizenden euros, tenzij anders vermeld)
Activa 1. Beleggingen Verloopoverzicht beleggingen Het verloop is als volgt te specificeren: Boekwaarde
Aankopen en
Verkopen en
Waarde-
Boekwaarde aan
aan het begin
verstrekkingen
aflossingen
verschillen
het eind van het jaar
van het jaar
Rabo Credit Strategie Obligatie II Rabo Equity Strategie Obligatie
-
.1.
218.705
210.000
.1.
53.300
210.144 -
8.561 156.700
(vaste component) Rabo Equity Strategie Obligatie
-
-
1.366
.1
28.562
-
53.300
54.666
(variabele component) Kredietfaciliteit Deposito’s en kasgeldleningen Totaal financiële beleggingen
13.104
-
2.900
115.800
.1.
118.700
-
226.148
379.100
.1.
419.267
9.927
.1.
15.458
195.908
Per 15 december 2011 is de Rabo Credit Strategie Obligatie II (RCSO II) afgelost en is de Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO) aangeschaft. De garantiewaarde van de RESO wordt na afloop van de gehele looptijd gegarandeerd (15 december 2016) en bedraagt 200 miljoen euro. De RESO is een gestructureerde obligatie met een aantal bijzondere kenmerken. Het beheer van de RESO vindt plaats door de Rabobank. Door middel van financiële instrumenten worden posities ingenomen in Europese aandelen. Het doel van de RESO is het innemen van langetermijnposities op een leveraged basis om een positief rendement te behalen. De strategie van de variabele component is om een langetermijnpositie in te nemen in Europese aandelen. De inleg van de RESO bestaat uit twee corn ponenten. Het zero coupon deposito (de vaste component ad 156,7 miljoen euro) is de inleg die wordt gebruikt om de terugbetalingen van de gegarandeerde coupons en aflossingen te garanderen. De buffer (de variabele cornponent ad 54,7 miljoen euro) is het
STER TSE 22
gedeelte van de inleg dat gebruikt wordt om in de strategie te beleggen. De reële waarde van de vaste component ultimo 2011 is nagenoeg gelijk aan de (geamortiseerde) kostprijs. Onder de beleggingen bevindt zich een kredietfaciliteit in de vorm van een bankrekening. Ultimo 2011 bedraagt het saldo .1. 15,5 miljoen euro. De kredietfaciliteit is gekoppeld aan de gestructureerde obligatie Rabo Equity Strategie Obligatie (RESO). Betalingen vanaf deze bankrekening mogen alleen gedaan worden voor uitkeringen in het kader van de TSE-regeling. 2. Vorderingen en overlopende activa Dit betreft een vooruitbetaald bedrag, inzake een liquiditeitsbuffer, aan het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid 430 (2010: 430), opgebouwde interest op de RESO 133 (2010: 0) en een te vorderen bedrag op deelnemers 31(2010: 40). 3. Liquide middelen De liquide middelen ultimo 2011 zijn het eigendom van de stichting. Liquide middelen betreffen de saldi van de bankrekeningen van het fonds. De liquide middelen zijn dagelijks opvraagbaar. Passiva 4. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit betreft het cumulatieve saldo van baten en lasten. Het verloop is als volgt: 2011
2010
Beschikbaar saldo van baten en lasten aan het begin van het jaar
7.799
7.348
Saldo volgens de staat van baten en lasten
9.875
451
17.674
7.799
Beschikbaar saldo van baten en lasten aan het eind van het jaar
5. Spaarrekening Dit betreft het saldo van ingelegde en uitbetaalde gelden van het Tijdspaarfonds. De tegoeden op de spaarrekening worden in mei uitbetaald of kunnen door de deelnemers tussentijds worden opgenomen.
STER TSF 23
Verloop spaarrekening 2011
2010
Stand aan het begin van het jaar
217.603
229.587
Bij: Aangeleverd
353.761
371.429
203.275
214.699
Roostervrije dagen
89.735
93.731
Bovenwettelijke vakantiedagen
44.868
46.865
Kortverzuim
26.920
28.118
206.566
217.603
Af: Uitbetaald: Vakantietoeslag
-
-
-
-
Stand aan het einde van het jaar
6. Nog te verwerken bedragen Tijdspaarfonds Dit saldo betreft de gelden die door de werkgevers zijn gestort, maar nog verwerkt moeten worden. 7. Overige schulden en overlopende passiva Deze post bestaat uit te betalen administratiekosten 293 (2010: 1), nog te betalen aan deelnemers Tijdspaarfonds 138 (2010: 282), kosten Technisch Bureau Bouwnijverheid 162 (2010: 141), te betalen accountantskosten 24 (2010: 29) en te betalen rente en bankkosten 67 (2010: 766). Niet in de balans opgenomen verplichtingen Het fonds bezit in het kader van de beleggingsconstructie met de Rabobank een kredietfaciliteit. Deze kredietfaciliteit bevat een stortingsverplichting van 120 miljoen euro voor elke voortschrijdende periode van zes aaneengesloten kalendermaanden.
STER TSF 24
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2011 (Bedragen in duizenden euros, tenzij anders vermeld)
Baten 8. Beleggingsopbrengsten De post directe beleggingsopbrengsten bestaat uit interest over het saldo liquide middelen, interest op de RCSO Il/RESO en de bijbehorende kredietfaciliteit en rente overige beleggingen. De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen de opbrengst van de verkoop van de RCSO II en de waardemutatie van de variabele corn ponent van de RESO.
2011
2010
99
46
2.551
2.771
Directe beleggingsopbrengsten: Interest op deposito’s en kasgeldleningen Interest op RCSO 111 RESO
L
Indirecte beleggingsopbrengsten: Gerealiseerd bij afloop belegging Waardemutatie
8.561 1.366
1.264
r
12.577
4.081
9. Overige baten Deze post betreft een vrijval van gereserveerde bankkosten (489) en bankkosten 2011 (.1. 293). 10. Administratiekosten Dit zijn de door Cordares op basis van de administratieovereenkomst in rekening gebrachte kosten 2.324 (2010: 2.571) en fondskosten 574 (2010: 560). De fondskosten bestaan uit accountantskosten 29 (2010: 40), bestuurskosten 544 (2010: 528) en overige kosten 1 (2010: .1. 8).
STER TSF 25
Ondertekening van de jaarrekening
Harderwijk, 19juni 2012 Namens het bestuur, W. Ketting M.B. van Veidhuizen
BTER TSF 26
Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten In de statuten zijn geen aanvullende regelingen met betrekking tot de bestemming van het saldo van baten en lasten vastgesteld. Het saldo over 2011 is toegevoegd aan het cum ulatief saldo van baten en lasten.
BTER TSF 29