STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC Menso Alting
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Groningen 14NZ 151332 8 februari 2013 26 april 2013
Pagina 2 van 48
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
4 4.1
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Pedagogisch werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.2
Helpende zorg & welzijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
4.3
Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) . . . . . . 27
4.4
Manager handel (Filiaalmanager) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Bijlage II Overzicht cp-codes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . . . . . . . . 41 Opleiding Pedagogisch werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang), 92632 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Opleiding Helpende zorg & welzijn, 92640 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Opleiding Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), 92650 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Opleiding Manager handel (Filiaalmanager), 93492 . . . . . . . . . . . . . . 47
Pagina 3 van 48
Pagina 4 van 48
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in januari 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC Menso Alting. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo. ROC Menso Alting is een roc met ongeveer 560 studenten en een twintigtal opleidingen. De instelling heeft één onderwijslocatie in Groningen. Een vestiging, die met dezelfde naam studenten opleidt in Zwolle, valt onder Landstede. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: cp-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
ovd22
92632, Pedagogisch Werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang)
92632, Pedagogisch Werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang)
leerweg bol, niveau 4, locatie Vondelpad 4, Groningen
cp-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
92640, Helpende Zorg & Welzijn
92640, Helpende Zorg & Welzijn
leerweg bol, niveau 2, locatie Vondelpad 4, Groningen
code
code
1
1
ovd23
Pagina 5 van 48
cp-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
ovd24
92650, Maatschappelijke Zorg (Medewerker maatschappelijke zorg)
92650, Maatschappelijke Zorg (Medewerker maatschappelijke zorg)
leerweg bol, niveau 3, locatie Vondelpad 4, Groningen
cp-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
93492, Manager handel (Filiaalmanager)
93492, Manager handel (Filiaalmanager)
leerweg bol, niveau 4, locatie Vondelpad 4, Groningen
code
code
1
1
kch10
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
1
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON,
schooljaar 2010-2011. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte cp-codes opgenomen.
Pagina 6 van 48
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij ROC Menso Alting voldoende is. Voorts concluderen we dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico’s komen naar voren bij de kwaliteit van de examens, de opbrengsten en de stabiliteit van organisatie en management. Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we beperkt aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij ROC Menso Alting. Wij hebben kunnen constateren dat ROC Menso Alting voortvarend de systematiek van kwaliteitszorg heeft geïmplementeerd. Gezien de lage opbrengsten van een opleiding vragen wij ROC Menso Alting om voor deze opleiding zelf een verbeterplan op te stellen. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vier opleidingen onderzocht. Het onderwijsproces is overall voldoende tot goed. Bij alle opleidingen is geconstateerd dat niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten rond schoolkosten en bij twee opleidingen zijn tekortkomingen in de betrouwbaarheid van de afname van praktijkexamens geconstateerd. Beide tekortkomingen leiden tot vervolgtoezicht. In de volgende paragraaf wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.
Pagina 7 van 48
2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij ROC Menso Alting is voldoende. Daarom is er geen sprake van vervolgtoezicht. Vervolgtoezicht financiële continuïteit Er zijn geen verhoogde financiële risico’s geconstateerd die aanleiding geven voor aangepast financieel toezicht. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vier onderzochte opleidingen In onderstaande schema's is het vervolgtoezicht te lezen. Pedagogisch Werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang), 92632, locatie Vondelpad 4, Groningen Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4 van de WEB betreffende schoolkosten.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Drie maanden na vaststellingsdatum definitief rapport onderzoekt de inspectie het herstel.
Helpende Zorg & Welzijn, 92640, locatie Vondelpad, 4 Groningen Beoordeling
Toezichtvorm
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4 van de WEB betreffende schoolkosten.
Vervolgtoezicht •
Drie maanden na vaststellingsdatum definitief rapport onderzoekt de inspectie het herstel.
Pagina 8 van 48
Maatschappelijke Zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), 92650, locatie Vondelpad 4, Groningen Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4 van de WEB betreffende schoolkosten.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Drie maanden na vaststellingsdatum definitief rapport onderzoekt de inspectie het herstel.
Manager handel (Filiaalmanager), 93492, locatie Vondelpad 4, Groningen Beoordeling
Toezichtvorm
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4 van de WEB betreffende schoolkosten.
Vervolgtoezicht •
Drie maanden na vaststellingsdatum definitief rapport onderzoekt de inspectie het herstel.
Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat aanvullende toezichtactiviteiten nodig zijn. Onderzoek door de instelling De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om de instelling te vragen zelf een analyse uit te voeren bij de opleiding crebo 94830 Verzorgende IG (Individuele Gezondheidszorg): ook het afgelopen schooljaar is meer dan de helft van de deelnemers uitgestroomd waardoor er geen stijgende lijn te zien is in de opbrengsten. De inspectie verwacht dat de instelling een meer uitgebreide oorzaak-gevolg analyse maakt van deze lage opbrengsten en op basis daarvan een verbeterplan opstelt. Dit verbeterplan ontvangen wij uiterlijk 31 mei 2013. De inspectie bespreekt vervolgens de resultaten met de instelling en maakt afspraken voor mogelijk vervolgtoezicht.
Pagina 9 van 48
Pagina 10 van 48
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Kwaliteitsborging
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging van ROC Menso Alting is voldoende omdat, op een passend niveau, plannen voor verbetering van de kwaliteit zijn vastgesteld en uitgevoerd. ROC Menso Alting beoordeelt jaarlijks zelf de kwaliteit en laat, ook sinds enige jaren, de kwaliteit door onafhankelijk deskundigen beoordelen. De instelling beschikt daarvoor over gevarieerde evaluatiegegevens zoals in de zelfevaluatie is weergegeven. ROC Menso Alting weegt daarbij goed af op welk niveau informatie het best ontsloten kan worden om ervoor te zorgen dat een zinvolle analyse gemaakt kan gaan worden. De geringe omvang van de deelnemersaantallen per opleiding maakt die afweging noodzakelijk. Hierop aansluitend bepaalt het management voor elke verbeteractie of een actie op centraal niveau opgepakt moet worden of dat een uitvoering op afdelings- of teamniveau passender is. Dit zorgt er ook voor dat de plannen goed op elkaar aansluiten. Dit is voor 2012 voor het eerst vastgelegd in teamplannen en schoolplan (instellingsbreed). De teams hebben een deel van deze acties verder
Pagina 11 van 48
geconcretiseerd en zijn betrokken bij de uitvoering. De verbeteracties zijn actueel, want ze zijn geformuleerd mede naar aanleiding van de laatste zelfevaluatie en een externe audit. Wel kunnen de doelen nog concreter worden geformuleerd. Met name de teams hebben hierin nog weinig ervaring opgebouwd. ROC Menso Alting heeft een interne dialoog met studenten middels de deelnemersraad en een externe dialoog met de verschillende branches en het aanleverende en afnemende onderwijsveld. De kwaliteit van de verantwoordingsfunctie van het jaarverslag kan aan kracht winnen door het aanbrengen van meer verdieping. 3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Kwaliteit onderwijs Uit de uitgevoerde onderzoeken op opleidingsniveau blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs van voldoende tot goede kwaliteit is. Door de nauwe verwevenheid van steekproefopleidingen met alle andere opleidingen zien wij voor het onderwijsproces geen tot gering risico. Dit is met name terug te vinden in de goede opbouw van programma's en samenhang met de beroepspraktijkvorming en de examinering. Kwaliteit examinering Voor de kwaliteit van examinering ziet de inspectie een gering tot matig risico. Vanuit de toezichthistorie zijn er geen aanwijzingen voor risico's: in december 2010 werd de kwaliteit van de examinering van de toen onderzochte competentiegerichte opleidingen voldoende bevonden. De examenprocessen waren over het algemeen goed opgezet en deugdelijk; dit geldt ook nu nog. De examencommissie ziet toe op het verloop van de examinering, evalueert en verbetert waar nodig. Echter, de betrouwbaarheid van de praktijkafname is bij twee onderzochte opleidingen nog onvoldoende. Dit is ook door de examencommissie
Pagina 12 van 48
geconstateerd. De oplossing ligt in het sturen op het juist uitvoeren van de procedure bij de Proeve van bekwaamheid en de reguliere inzet van de koninklijke route. Daarnaast wordt middels een steekproef een uitspraak gedaan over de betrouwbaarheid van de beoordeling. Mogelijk kan het probleem van de borging van de betrouwbaarheid ook voorkomen bij niet-onderzochte opleidingen. Opbrengsten Voor opbrengsten ziet de inspectie een gering tot matig risico. Wat betreft de niveau 3 opleidingen scoort ROC Menso Alting onder de norm, dit is al een reeks van jaren zo. Vergeleken met de roc's in de regio scoort ROC Menso Alting bij niveau 3 laag (33 procent). De opleiding 94830 Verzorgende IG heeft te lage opbrengsten, ook de cijfers van de instelling over schooljaar 2011-2012 zijn nog niet voldoende. ROC Menso Alting zit verder met een overall jaar- en een diplomaresultaat van 73 procent boven het landelijk gemiddelde van 68 procent. Het aantal voortijdig schoolverlaters is sinds het peiljaar 2005/2006 gehalveerd. Arbeidsmarktperspectief Wat betreft het arbeidsmarktperspectief ziet de inspectie geen tot gering risico. Het arbeidsmarktperspectief is jaarlijks onderzocht en de resultaten worden meegenomen in het aanbod. Aan studenten wordt vooraf informatie gegeven en op de website en in de studiewijzer staat de informatie vermeld. Zo is de opleiding Cultureel werker opgeheven omdat daar geen werk voor is. Onderwijsassistenten, maar ook Pedagogisch werkers worden gestimuleerd om door te stromen naar het hbo omdat er minder werk is. Maar ook zijn er meer kop-opleidingen in het aanbod opgenomen. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Wat betreft de tevredenheid ziet de inspectie geen tot gering risico. Meer dan de helft van de studenten (52 procent) geeft hun opleiding een 7,2 en hun school een 7,4 in de laatste JOB Odin enquête. De studenten zijn alleen niet tevreden over maatwerk (2,3). De studenten van Economie scoren ten opzichte van de andere onderdelen wel lager en zijn meer kritisch. Tijdens het onderzoek bleek dat alle studenten zich in de kleinschalige school veilig en gezien voelen. Ook de stage wordt hoog gewaardeerd. De vermelde scores van de JOB monitor zijn op teamniveau beschikbaar en vormen daarmee een middel om de kwaliteit van het onderwijs gericht te verbeteren.
Pagina 13 van 48
De tevredenheid van het werkveld ten aanzien van onderwijs en examinering wordt meegenomen in de evaluatie van de bpv en de examens. Ook medewerkers zijn zeer tevreden en het ziekteverzuim is dalend. In 2012 lag schoolbreed de aandacht op tevredenheidsonderzoeken bij studenten, werkveld en medewerkers en die maken als zodanig deel uit van de Jaaragenda. Deze onderzoeken laten een positief beeld zien. De instelling legt hierover verantwoording af in het jaarverslag. Stabiliteit organisatie en management Wat betreft de stabiliteit ziet de inspectie een matig risico. Er moet nog een besluit genomen worden over het toekomstscenario van ROC Menso Alting. Deze onzekerheid wat betreft de toekomst en zelfstandigheid van ROC Menso Alting brengt een risico met zich mee. De naam Menso Alting wordt, in verband met de identiteit, ook in Zwolle genoemd. Betreffende het middelbaar beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag heeft de instelling een samenwerkingsovereenkomst met Landstede. De kwaliteit van onderwijs en examinering van studenten in Zwolle vallen volledig onder het brinnummer van Landstede. Binnen het managementteam van ROC Menso Alting heeft in het schooljaar 2012-2013 een aantal verschuivingen plaatsgevonden. De directeur vormt samen met de drie afdelingsmanagers het managementteam. De functie van afdelingsmanager Gezondheidszorg is door omstandigheden vacant. De afdelingsmanager Onderwijs&Welzijn neemt waar voor het team Helpende Zorg en Welzijn, de directeur voor de overige teams binnen de afdeling Gezondheidszorg. Ook is er nog een ad interim voorzitter van het college van bestuur. Wat betreft de continuïteit van het management ziet de inspectie hier dan ook een risico. Financiële continuïteit Wat betreft de financiële continuïteit ziet de inspectie geen tot gering risico. Elk jaar voeren we een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij kijken we naar drie kengetallen, liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. In de zomer van 2012 zijn alle instellingen betrokken in het onderzoek naar ‘de financiële staat van het mbo’. Hierbij is gebruik gemaakt van de jaarrekening 2011 en aanvullend opgevraagde informatie over investeringsplannen voor huisvesting en derivaten. De financiële kengetallen uit deze jaarrekening en onze analyse van de aanvullende informatie gaven geen aanwijzing voor verhoogde financiële risico’s bij uw instelling. De instelling ziet zelf wel financiële risico's en heeft daarvoor maatregelen getroffen. In 2013 voeren we op verzoek van de Staten-Generaal een nader onderzoek uit
Pagina 14 van 48
naar de huisvestingssituatie van mbo-instellingen. Het is mogelijk dat wij op basis van een risicoanalyse uw instelling in dit onderzoek betrekken. ROC Menso Alting is een kleine instelling met korte lijnen, die centraal aangestuurd wordt en een homogene cultuur kent. Beleidsmatige zaken, met procedures en afspraken, worden goed vastgelegd en gecontroleerd. Het didactisch handelen is voldoende tot goed, leraren blijken zeer betrokken bij de opzet van het onderwijs, studenten van alle opleidingen geven aan dat de coaching en de bpv goed verlopen. Docenten hebben veelal verschillende rollen: dit verhoogt hun motivatie maar kan ook kwetsbaar zijn bij eventueel vertrek of uitval. Al met al zien wij enkele risico's voor de onderwijskwaliteit. We hebben bij alle steekproefopleidingen geconstateerd dat niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten met betrekking tot de schoolkosten. In positieve zin is ons opgevallen dat alle medewerkers zeer betrokken zijn bij het onderwijs en de identiteit van de school.
Pagina 15 van 48
Pagina 16 van 48
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing. Bij alle steekproefopleidingen hebben we onderzocht of wordt voldaan aan de wettelijke vereisten rond schoolkosten. Omdat de resultaten hiervan voor al deze opleidingen identiek zijn, volgt hieronder een overkoepelende beschouwende tekst op dit onderdeel. Schoolkosten Alle onderzochte opleidingen voldoen niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB, zoals nader toegelicht in de brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake Schoolkosten en vrijwillige ouder- of deelnemerbijdrage van 11 mei 2012. De studenten betalen – naast het wettelijk cursusgeld en een bedrag voor studieboeken - een verplichte bijdrage algemene kosten. In het Financieel Reglement ROC Menso Alting 2012-2013 staat vermeld dat het hierbij gaat om kopieerkosten van studenten, printkosten van studenten, portfoliomappen en portfolio inhoud, studiegids, studentenchipknip en verzekeringen. Voor deze zaken mag echter geen verplichte bijdrage worden geïnd. Ten aanzien van portfoliomappen, portfolio-inhoud en studiegids geldt dat deze tot de basisbenodigdheden voor de opleidingen behoren en daarom door de instelling bekostigd moeten worden uit de rijksbijdrage. Kopieerkosten en printkosten zijn in beginsel ook voor rekening van de instelling; een algemene bijdrage hiervoor kan niet anders dan vrijwillig zijn. Een bijdrage voor verzekeringen kan uitsluitend vrijwillig zijn; indien de instelling een verzekering verplicht acht is dit voor rekening van de instelling. Voor de studentenchipknip kan ook alleen een vrijwillige bijdrage worden gevraagd. Verder zijn de kosten van de opleidingen deels niet transparant voor ouders en studenten. In de bijlage bij de onderwijsovereenkomst genaamd ‘Schoolkosten 2012/2013’ staat een opsomming van de verschillende soorten verplichte en vrijwillige kosten; hierin wordt de verplichte bijdrage algemene kosten niet vermeld. Deze bijlage verwijst wel kort naar het Financieel Reglement van Menso Alting. De studiegidsen vermelden ook niets over de verplichte bijdrage algemene kosten. Pas bij eventuele lezing van het Financieel Reglement en bij ontvangst van de jaarlijkse nota verstrekkingen nemen ouders en studenten hiervan kennis.
Pagina 17 van 48
4.1
Pedagogisch werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang) Het kwaliteitsonderzoek bij Pedagogisch werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang), 92632, niveau 4, locatie Vondelpad 4, Groningen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied examinering en diplomering en ook de naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van schoolkosten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk
Pagina 18 van 48
Gebied 1: Onderwijsproces 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding kenmerkt zich door korte communicatielijnen, goede coaches en daadkracht van het docententeam en hierdoor is de opleiding Pedagogisch werk 4 van voldoende kwaliteit. Dit is met name terug te vinden in de goede opbouw van het programma in samenhang met de beroepspraktijkvorming c.q. examinering. Hieronder lichten we de belangrijkste positieve punten toe en geven we aan waar verbeteringen mogelijk en noodzakelijk zijn. Onderwijsproces De opleiding kent een programma conform het kwalificatiedossier (KD); er zijn veel aanpassingen geweest om het lesprogramma aan te sluiten aan het KD. Deelnemers worden gericht geplaatst. Coaches zijn op de hoogte van de intakeinformatie en gebruiken die bij individuele (traject) afspraken. Docenten ontwikkelen de inhoud met behulp van feedback van studenten. De betere studenten vinden de theorie wel wat mager. Studenten zijn tevreden over de wijze van begeleiden. De opdrachten die in de beroepspraktijkvorming (bpv) uitgevoerd moeten worden, worden bijvoorbeeld tijdens de lessen goed
Pagina 19 van 48
voorbereid en besproken. Mede door intervisie krijgen de studenten zicht op eigen functioneren en benodigde beroepsvaardigheden. Het team werkt goed samen met het zorg-adviesteam en deze onderhoudt waar nodig contacten met andere begeleidingsinstanties. Ook de beroepspraktijkvorming is zorgvuldig gepland en wordt goed begeleid, zowel vooraf, binnen de stage als op school. De studenten verschillen onderling in vooropleiding en doorstroomwensen. Daar speelt het team op in door verschillende trajecten aan te bieden die mogelijk kunnen leiden tot vertraging, versnellen van de opleiding of met verdiepingsmodules (voor havisten) en doorstroommodules. In dit programma op maat zit echter wel een spanningsveld; het groepsproces is belangrijk in dit beroep, zij moeten namelijk ook in hun groep blijven leren aan elkaar. Waar nodig worden studenten in staat gesteld om bijlessen te volgen, vooral in generieke delen (taal en rekenen). Op bpv-opdrachten en op opdrachten die in hun portfolio worden opgenomen vindt stelselmatig feedback plaats. De bpvbegeleider gaat drie keer per jaar op bezoek, in het tweede leerjaar vier keer. Formatieve vorderingen worden daarbij besproken, alsmede de summatieve proeves. Examinering en diplomering Omdat op dit terrein nog verbeteringen noodzakelijk zijn, is de kwaliteit van de examinering onvoldoende. De borging van de betrouwbaarheid van de praktijkexaminering schiet tekort. De examinering en de beroepspraktijkvorming hangen nauw met elkaar samen en dit versterkt wel de kwaliteit, maar hierin zit ook de valkuil. Studenten maken een individueel vast te stellen proeve waarbij rekening wordt gehouden met de context, en wat is afgestemd op het te behalen niveau. De opdrachtomschrijving in de proeve die kerntaak drie dekt, is summier: wel worden alle prestatie-indicatoren van het KD voor besproken en beoordeeld conform de handleiding. De bpv-beoordelaar wordt door middel van gesprekken, voorafgaand aan de proeve, goed geïnformeerd. Dit blijkt ook uit de evaluaties die de examinatoren na de proeve invullen. Bij vaststelling vooraf wordt bekeken of de werkplanning behorende bij de proeve alle werkprocessen en competenties dekt. De competenties van kerntaak drie komen in de opdrachtomschrijving minder prominent naar voren, maar worden volgens het beoordelingsmodel (zoals te zien in de complete examendossiers) wel beoordeeld. Deze competenties zijn wel een aandachtspunt omdat men hier in de praktijk nog mee worstelt. Zo zijn beleids- en beheersmatige zaken doorgaans moeilijk uit te voeren. De proeves worden beoordeeld door een functionaris van de bpv-instelling (vaak de werkbegeleider) en (op school of in de praktijk) nabesproken door een
Pagina 20 van 48
examinator van de instelling. In ongeveer de helft van de gevallen is de beoordeling na de proeve samen doorgesproken alvorens tot een oordeel te komen (te zien in formulier eindgesprek). Doorgaans heeft de examinator van de instelling voornamelijk een verifiërende rol: hij/zij toetst of de beoordeling conform de prestatie-indicatoren is gegaan. De betrouwbaarheid van de feitelijke beoordeling is echter moeilijk achteraf vast te stellen. In tegenstelling tot de proeves bij Helpende zorg & welzijn wordt niet met de (onafhankelijke) examinator uit de praktijk mee beoordeeld. Volgens procedures en handleiding zou dit wel de bedoeling zijn. Op deze wijze is een objectieve beoordeling van de praktijkexamens, waarbij in gelijke gevallen gelijk wordt geoordeeld, onvoldoende geborgd. Een verbetering zou zijn een tweede onafhankelijk beoordelaar in te schakelen of middels een steekproef vast te stellen of de feitelijk beoordelingen verlopen zoals beoogd. De inspectie heeft geconstateerd dat de examens die voor Nederlands worden gebruikt voldoende dekking kennen voor wat betreft de taken van de deelvaardigheden. De (schrijf- en spreek-) opdrachten worden geconcretiseerd naar eigen beroep waardoor docenten de dekking van het referentiekader zelf moeten blijven vaststellen. Bij de beoordeling is niet duidelijk of iedere student gelijk beoordeeld wordt conform het referentiekader. Goed is dat deelnemers zelf inzicht hebben in het referentiekader taal en rekenen. De waardering voor talen weegt overigens in 2013 nog niet mee in het oordeel over de examenkwaliteit. Voor het overige neemt de examencommissie verantwoordelijkheid voor de examinering: middels vaststelling, verschillende evaluaties en onderzoeken heeft zij vastgesteld dat de kwaliteit van de examinering voldoet. Wel zou zij meer zicht moeten krijgen op de beoordeling in de praktijk, b.v. door een dubbele beoordeling. Ook zou zij meer zicht moeten hebben op de beoordelingen ten aanzien van Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap. Dit heeft de examencommissie zelf ook al geconstateerd en daarop heeft zij actie ondernomen. De besluitvorming rondom het al of niet afgeven van een diploma is in orde. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 83 procent en een diplomaresultaat van 83,7 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code ovd22, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn.
Pagina 21 van 48
De opbrengsten van de opleiding vertonen over de afgelopen jaren een stabiel en gunstig beeld. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleiding en instelling is voldoende omdat, op een passend niveau, plannen voor verbetering van de kwaliteit worden vastgesteld, uitgevoerd en de kwaliteit wordt beoordeeld door zowel de instelling zelf als door onafhankelijk deskundigen. De instelling heeft vastgelegd welke verbeteracties op welk niveau moeten worden uitgevoerd in teamplannen en schoolplan. Het team Pedagogisch werk is betrokken bij de opzet en de uitvoering. De verbeteracties zijn geformuleerd mede naar aanleiding van de laatste zelfevaluatie en een externe audit. Daarbij worden afspraken nageleefd, en maakt men bij de beoordeling van de kwaliteit gebruik van beschikbare evaluatiegegevens. De teammanager heeft als MT lid ook directe invloed op de kwaliteitscyclus. Hoewel er regelmatig intern wordt geschoold, gebeurt deskundigheid bevordering nog veel ad hoc. Het onderzoeksteam van de inspectie heeft geen twijfels bij de deskundigheid van dit team. De werkgroep Professionalisering is bezig de deskundigheidsbevordering een structureler karakter te geven. Verbetering is nog mogelijk in het specifieker formuleren van verbeterdoelstellingen. Ook kan de kwaliteitsborging mogelijk sterker als de teamplannen met regelmaat geëvalueerd en bijgesteld worden. Wettelijke vereisten Schoolkosten/vrijwillige bijdragen De opleiding voldoet niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Zie voor de onderbouwing van dit oordeel de inleiding van Hoofdstuk 4. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
Pagina 22 van 48
4.2
Helpende zorg & welzijn Het kwaliteitsonderzoek bij Helpende zorg & welzijn, 92640, niveau 2, locatie locatie Vondelpad 4, Groningen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied naleving wettelijke vereisten is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van schoolkosten/vrijwillige bijdragen. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 23 van 48
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Waar een klein team groot in kan zijn: dankzij betrokkenheid bij alle studenten, korte communicatielijnen en daadkracht van docenten kent de opleiding Helpende zorg & welzijn een voldoende tot goede kwaliteit. Dit is met name terug te vinden in de goede samenhang tussen de lessen, de beroepspraktijkvorming en de examinering enerzijds en het maatwerk dat daarbij voor studenten wordt geleverd anderzijds. Dat de kwaliteit van de opleiding voldoende is, heeft het team en de instelling zelf ook geconstateerd.
Pagina 24 van 48
Met behulp van een zelfevaluatie en externe beoordelingen heeft de opleiding zicht op de meeste terreinen waar nog verbeteringen mogelijk zijn. Verbetering is voornamelijk te bereiken in verhoging van de borging. Hieronder lichten we de belangrijkste positieve punten toe en geven we aan waar verbeteringen mogelijk en noodzakelijk zijn. Onderwijsproces De opleiding kenmerkt zich door een gedegen en samenhangend opleidingsplan en een eenduidige wijze van begeleiden van studenten. De opdrachten die in de beroepspraktijkvorming (bpv) uitgevoerd moeten worden, worden bijvoorbeeld tijdens de lessen goed ingeleid en individueel besproken. Mede door intervisie krijgen de studenten zicht op eigen functioneren. Het team werkt goed samen met het zorgadviesteam en onderhoudt contacten met andere begeleidingsinstanties. Ook de beroepspraktijkvorming is zorgvuldig gepland en wordt goed begeleid, zowel vooraf, binnen de stage als op school. De studenten verschillen onderling in vooropleiding, doorstroom- of beroepswens. Daar speelt het team op in door verschillende individuele trajecten aan te bieden die qua tijd, begeleiding en inhoud van elkaar verschillen. Waar nodig passen docenten, naar aanleiding van tussentijdse resultaten, het lesprogramma aan. Docenten zijn betrokken bij inhoud en verbeteringen. Het team is klein en kwetsbaar, maar het management geeft aan opties voor vervanging te hebben. Examinering en diplomering Hoewel op dit terrein nog verbeteringen noodzakelijk zijn, is de kwaliteit van de beroepsgerichte examinering dusdanig, dat het totaaloordeel voldoende luidt. De examinering en de beroepspraktijkvorming hangen nauw met elkaar samen en dit versterkt de kwaliteit. Studenten bereiden zich namelijk gaandeweg de beroepspraktijkvorming voor op een individueel vast te stellen proeve waarbij rekening wordt gehouden met de context van de bpv-instelling. De proeve wordt beoordeeld door zowel een onafhankelijke functionaris van de bpv-instelling (niet zijnde een werkbegeleider) als door een examinator van de instelling. Hierbij heeft de examinator van de instelling voornamelijk een verifiërende rol: zij toetst met de praktijkexaminator of de beoordeling conform de prestatieindicatoren is. De besluitvorming rondom het al of niet afgeven van een diploma is in orde, alhoewel de examencommissie zich daarbij een beperktere rol toegekend heeft dan wenselijk is. De examencommissie heeft namelijk geen zicht op de kwaliteit van de beoordelingen die ten aanzien van Nederlands, rekenen en loopbaan & burgerschap zijn afgegeven. Met name voor de examinering van Nederlands wreekt zich dat.
Pagina 25 van 48
De inspectie heeft namelijk geconstateerd dat de examens die voor Nederlands schrijven worden gebruikt voldoende dekking kennen maar voor wat betreft de deelvaardigheid spreken een beoordelingsformulier gehanteerd wordt dat niet aansluit op het referentiekader taal en rekenen. De waardering voor talen weegt overigens in 2013 nog niet mee in het oordeel over de examenkwaliteit. Overigens is de wijze waarop de examencommissie verantwoordelijkheid neemt voor de examinering voor het overige in orde: middels verschillende evaluaties en onderzoeken heeft zij vastgesteld dat de kwaliteit van de examinering voldoet en dit oordeel delen wij. We hebben voorts kennis genomen van de voornemens van de examencommissie om te taken en verantwoordelijkheden op het terrein van Nederlands, rekenen en loopbaan & burgerschap uit te breiden en vertrouwen er daarom op dat verbetering op dit terrein gerealiseerd zal worden. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 75 procent en een diplomaresultaat van 64,3 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code ovd23, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. De opbrengsten van de opleiding vertonen over de afgelopen jaren een stabiel en gunstig beeld. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleiding en instelling is voldoende omdat, op een passend niveau, plannen voor verbetering van de kwaliteit worden vastgesteld, uitgevoerd en de kwaliteit wordt beoordeeld door zowel de instelling zelf als door onafhankelijk deskundigen. Daarbij worden afspraken nageleefd, en maakt men bij de beoordeling van de kwaliteit gebruik van beschikbare evaluatiegegevens. De instelling heeft vastgelegd welke verbeteracties op welk niveau moeten worden uitgevoerd in teamplannen en schoolplan. Het team Helpende Zorg & Welzijn heeft een deel van deze acties verder geconcretiseerd en is sterk betrokken bij de uitvoering. De verbeteracties zijn geformuleerd mede naar aanleiding van de laatste zelfevaluatie en een externe audit. Verbetering is nog mogelijk in het specifieker formuleren van verbeterdoelstellingen. Zo is aan enkele verbeterdoelstellingen die zijn opgenomen in het teamplan, niet af te lezen waar deze toe moeten leiden. Ook is nog versterking van de borging mogelijk.
Pagina 26 van 48
De mogelijkheden om deskundigheidsbevordering in te zetten ter verankering van de kwaliteit zijn bijvoorbeeld nog niet in relatie gebracht met de didactische kwaliteiten van het team. Er worden namelijk nog geen lesbezoeken of andere instrumenten ingezet om de didactische kwaliteit in kaart te brengen. Wettelijke vereisten Schoolkosten/vrijwillige bijdragen De opleiding voldoet niet aan de in artikel 8.1.4. van de WEB gestelde eisen. Zie voor de onderbouwing van dit oordeel de inleiding van Hoofdstuk 4. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding Helpende zorg & welzijn voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim voor deelnemers zonder geldige reden alsook aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim voor deelnemers van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie.
4.3
Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) Het kwaliteitsonderzoek bij Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), 92650, niveau 3, locatie Vondelpad 4, Groningen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van schoolkosten/vrijwillige bijdragen.
Oordeel per aspect
Pagina 27 van 48
Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De kleinschalige opleiding Medewerker maatschappelijke zorg wordt gekenmerkt door aandacht voor elke student en een veilige sfeer. De opleiding bereidt voor op het werken met een grote diversiteit aan doelgroepen; het onderwijsprogramma speelt hier op in en kent een goede samenhang met de
Pagina 28 van 48
beroepspraktijkvorming en examinering. De kwaliteitsborging is voldoende maar verbetering is nog mogelijk waar het gaat om concretiseren van doelstellingen en inzet van borgingsinstrumenten. De deelnemers zijn over het algemeen tevreden over hun opleiding. Hieronder lichten we de belangrijkste positieve punten toe en geven we aan waar verbeteringen mogelijk en noodzakelijk zijn. Onderwijsproces Het onderwijsproces hebben wij als voldoende beoordeeld. De werksfeer is positief en de interactie tijdens de lessen over het algemeen voldoende. De materiële voorzieningen zijn toereikend. Er is voldoende differentiatie in het programma omdat zowel voor studenten met een zorgbehoefte als voor studenten die extra uitdaging nodig hebben een programma op maat mogelijk is. Verlenging van de studieduur is mogelijk en wordt ook daadwerkelijk toegepast. Verkorting van de studieduur (versnellen) vindt echter niet meer plaats, aangezien eerdere ervaringen hiermee niet positief waren. Wel sluiten studenten de algemeen vormende vakken soms eerder af. Intake en plaatsing van studenten gebeurt zeer zorgvuldig. De startsituatie van elke student wordt goed in kaart gebracht waarna een coach de student tijdens de opleiding adequaat begeleidt. Indien nodig is er de mogelijkheid van extra zorg, waarbij de coach de zorgcoördinator in kan schakelen voor aanvullende voorzieningen. De informatievoorziening aan de studenten is de afgelopen periode flink verbeterd, nadat studenten daarover klachten hadden geuit. Zo zijn er nu individuele examenplannen, duidelijker bpv-boeken met een toelichting daarop in de lessen en een afstudeerreader voor derdejaars studenten. Studenten en bedrijven worden goed voorbereid op en begeleid bij de beroepspraktijkvorming. De bpv-coach van de opleiding is daarbij de verbindende factor en deze bewaakt ook de voortgang van de student.
Pagina 29 van 48
De coaches helpen studenten waar nodig om de (algemene) opdrachten in het bpv-boek te vertalen naar de stagepraktijk. Examinering en diplomering De examinering en diplomering is onvoldoende omdat de betrouwbaarheid van de praktijkafnames tekort schiet. De praktijkbeoordelaar die de beoordeling uitvoert is in de meeste gevallen namelijk ook de praktijkbegeleider van de student, en dus niet onafhankelijk. De Handleiding Proeve van bekwaamheid MMZ – SAW schrijft voor dat er na de praktijkbeoordeling nog een eindgesprek van student, schoolexaminator en praktijkexaminator plaats vindt. Dit gesprek dat met de persoon van de schoolexaminator een onafhankelijke factor introduceert, vindt echter slechts in de helft van de gevallen plaats. In de overige gevallen gaat het beoordelingsformulier samen met het observatieverslag van de praktijkbeoordelaar naar de opleiding, waar een schoolexaminator uitsluitend checkt of de procedure juist is gevolgd en daarna het beoordelingsformulier mede ondertekent. De borging van de betrouwbaarheid van de praktijkafnames wordt ook niet op een andere wijze vormgegeven. Zo vinden er geen steekproefsgewijze bijwoningen van praktijkexamens plaats door leden van de examencommissie of functionarissen van de opleiding. Op deze wijze is een objectieve beoordeling van de praktijkexamens, waarbij in gelijke gevallen gelijk wordt geoordeeld, onvoldoende geborgd. Het beroepsgerichte exameninstrumentarium dat is ingezet bij de examens in 2012 voldoet wel aan de basiskwaliteit. Het schriftelijke materiaal - de instructie voor de studenten (algemeen) en de opdrachtformulering (per proeve) – is globaal, maar feitelijk is er bij elk van de drie proeves per student in het uitgebreide voortraject sprake van een adequate toespitsing van de setting in de bpv, de planning van de proeve (inclusief duur) en de wijze waarop de student gaat aantonen dat hij/zij voldoet aan de prestatieindicatoren uit het kwalificatiedossier. Een en ander wordt vastgelegd in een plan van aanpak. Het exameninstrumentarium voor Nederlands biedt voldoende dekking voor de deelvaardigheid schrijven, terwijl voor spreken een beoordelingsformulier wordt gehanteerd dat niet aansluit op het referentiekader taal en rekenen. Het exameninstrumentarium voor Engels is ingekocht bij de leverancier Deviant en ongewijzigd ingezet. De inspectie heeft dit materiaal eerder beoordeeld en voldoende bevonden. De waardering voor talen weegt overigens in 2013 nog niet mee in het oordeel over de examenkwaliteit. De besluitvorming rondom het al of niet afgeven van een diploma is in orde, alhoewel de examencommissie zich daarbij een beperktere rol toegekend heeft dan wenselijk is. De examencommissie heeft namelijk geen zicht op de kwaliteit van de beoordelingen die ten aanzien van Nederlands, rekenen en loopbaan en
Pagina 30 van 48
burgerschap zijn afgegeven. Met name voor de examinering van Nederlands wreekt zich dat, gezien ons oordeel over het daarbij ingezette exameninstrumentarium. De wijze waarop de examencommissie verantwoordelijkheid neemt voor de examinering is voor het overige in orde: middels verschillende evaluaties en onderzoeken heeft zij vastgesteld dat de kwaliteit van de examinering voldoet en dit oordeel delen wij. De betrouwbaarheid van de praktijkbeoordelingen is ook voor de examencommissie een punt van zorg waarbij actief wordt gezocht naar oplossingen. We hebben voorts kennis genomen van de voornemens van de examencommissie om de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap uit te breiden en vertrouwen er daarom op dat verbetering op dit terrein gerealiseerd zal worden. Opbrengsten De opbrengsten zijn gezien het lage aantal geslaagden en uitstromers niet te beoordelen. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleiding is voldoende omdat, op een passend niveau, plannen voor verbetering van de kwaliteit worden vastgesteld en uitgevoerd. De kwaliteit wordt beoordeeld door zowel de instelling zelf als door onafhankelijk deskundigen. Daarbij komt men afspraken na en maakt men bij de beoordeling van de kwaliteit gebruik van beschikbare evaluatiegegevens. De instelling heeft vastgelegd welke verbeteracties op welk niveau moeten worden uitgevoerd in het schoolplan en in de teamplannen. De teammanager heeft als MT-lid ook directe invloed op de kwaliteitscyclus. Het Teamplan Kernteam MMZ – 2013 bevat de verbeteracties voor deze opleiding. Hierbij merken we op dat de verbeterdoelstellingen in het teamplan specifieker geformuleerd kunnen worden. Ook kan de kwaliteitsborging mogelijk sterker als het teamplan met regelmaat geëvalueerd en bijgesteld wordt. Hoewel docenten regelmatig scholing volgen, gebeurt deskundigheidsbevordering nog veel op ad-hocbasis. De mogelijkheden om deskundigheidsbevordering in te zetten ter verankering van de kwaliteit zijn nog niet in relatie gebracht met de didactische kwaliteiten van het team. Er worden namelijk nog geen lesbezoeken of andere instrumenten ingezet om de didactische kwaliteit in kaart te brengen. Wettelijke vereisten Schoolkosten/vrijwillige bijdragen De opleiding voldoet niet aan de in artikel 8.1.4. van de WEB gestelde eisen. Zie voor de onderbouwing van dit oordeel de inleiding van Hoofdstuk 4.
Pagina 31 van 48
Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
4.4
Manager handel (Filiaalmanager) Het kwaliteitsonderzoek bij Manager handel (Filiaalmanager), 93492, niveau 4, locatie Vondelpad 4, Groningen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied naleving wettelijke vereisten is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van schoolkosten/vrijwillige bijdragen. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk
Pagina 32 van 48
Gebied 1: Onderwijsproces 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Het onderwijsproces en de examinering en diplomering kennen geen belangrijke tekortkomingen. Het team Economie verzorgt meerdere opleidingen; de opleiding Manager handel en de opleiding Verkoopspecialist worden in één opleidingstraject met twee uitstroommogelijkheden aangeboden. Studenten maken na ander half jaar de keuze om af te studeren als Verkoopspecialist niveau 3 of als Manager handel niveau 4. Hieronder lichten we de belangrijkste positieve punten toe en geven we aan waar verbeteringen mogelijk en noodzakelijk zijn. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Sinds dit huidige schooljaar wordt gewerkt met een nieuwe methode, die volgens de docenten beter is dan de oude. Deze methode sluit echter volgens de studenten niet goed aan bij de examinering door KC Handel. Dit is onderkend door de docenten en in de lessen wordt extra aandacht besteed aan ontbrekende theorie. De programmering beoordelen wij als onvoldoende. In de opbouw van het lesprogramma in de eerste twee periodes van het derde leerjaar is onvoldoende tijd ingebouwd voor docenten om voortgangsgesprekken te voeren met studenten over de voortgang van studie en de opdrachten in de bpv. Voortgangsgesprekken, waarbij portfolio’s en persoonlijke ontwikkeling aan bod komen, zijn ingepland in de portfolioweken maar schieten er wel eens bij in met
Pagina 33 van 48
name als het goed lijkt te gaan met studenten. De dagen dat docenten stagebezoeken kunnen uitvoeren sluiten niet altijd goed aan bij de mogelijkheden van de bpv-bedrijven. De begeleiding van de studenten door school op de bpv vindt in de regel plaats aan het begin en aan het einde van een stageperiode. In een aantal gevallen is dat niet gebeurd. Het maatwerk is voldoende: er bestaan mogelijkheden voor versnelde instroom en ook is er aandacht voor doorstroom naar het hbo. Ook de keuze om na ander half jaar te kiezen voor een passende uitstroom op niveau 3 of 4. De betere leerlingen kunnen extra opdrachten krijgen. Het didactisch handelen is voldoende. Ondanks wisselende ervaringen per docent is er over het algemeen een goede interactie tijdens de lessen. Studenten moeten wel vaak zelf vragen om voortgangsgesprekken. Studenten zijn minder tevreden over de begeleiding tijdens het beroepsgerichte deel van de opleiding. De intake en plaatsing gebeuren zorgvuldig. Coaches zijn op de hoogte van de intake-informatie. De leerlingen krijgen voldoende informatie over de studie, maar moeten er soms wel achteraan zitten. Coaches zijn vooral gericht op studenten waar het mogelijk niet goed meegaat. Het team werkt dan goed samen met het zorg-adviesteam en deze onderhoudt contacten met andere begeleidingsinstanties. De studenten ontvangen voldoende informatie vooraf voor de beroepspraktijkvorming. Studenten moeten zelf hun stageplaats zoeken en dit lukt tot op heden goed. De studenten zijn zeer tevreden over de begeleiding door de bedrijven. Bij problemen is vervanging of wisseling van bpv plaats mogelijk. Examinering en diplomering Het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is voldoende. Voor de examinering wordt gebruik gemaakt van het materiaal van KC Handel. Dit instrumentarium is eerder door ons onderzocht en als voldoende beoordeeld. Alle proeves worden in de bpv afgenomen met betrokkenheid van een examinator uit het werkveld. Wel heeft de school te maken met veel wisseling van beoordelaars binnen het werkveld. De externe beoordelaars worden geschoold door KC Handel en oefenen met cesuur, beoordelingsmodellen etc. Beoordelaars van school nemen het hele examen procesmatig en inhoudelijk door. De inspectie heeft geconstateerd dat de examens die voor Nederlands worden gebruikt voldoende dekking bieden maar de prestatie-indicatoren voor spreken komen niet overeen met het referentiekader. De schrijf- en spreekopdrachten worden geconcretiseerd naar eigen beroep en de beoordelingsformulieren van
Pagina 34 van 48
Instrukt worden gebruikt. Het exameninstrumentarium voor Engels wordt ingekocht bij Deviant en voldoet. De waardering voor de talen weegt overigens in 2013 nog niet mee in het oordeel over de examenkwaliteit. De examencommissie heeft zicht op het examenproces en de resultaten worden per deelnemer besproken en vastgesteld. Ook de kwaliteit van praktijkbeoordelaars wordt gevolgd. De wisseling bij de leerbedrijven van daartoe deskundige beoordelaars is ook een zorg van de examencommissie. De signalen over deze wisselingen worden steeds doorgespeeld aan het kenniscentrum en de voorbereiding op de uitvoering van de proeve wordt dan geïntensiveerd. Jaarlijks wordt het examenproces geëvalueerd. Opbrengsten De opbrengsten zijn voor deze opleiding gezien het lage aantal geslaagden en uitstromers niet te beoordelen. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleiding is voldoende omdat op een passend niveau, plannen voor verbetering van de kwaliteit worden vastgesteld en uitgevoerd. De kwaliteit wordt beoordeeld door zowel de instelling zelf als door onafhankelijke deskundigen. Daarbij komt men afspraken na en maakt men bij de beoordeling van de kwaliteit gebruik van beschikbare evaluatiegegevens. De instelling heeft vastgelegd welke verbeteracties op welk niveau moeten worden uitgevoerd in schoolplan en in het teamplan. Het team Economie heeft een teamplan opgesteld en is betrokken bij de uitvoering. De net aangestelde teammanager is voornemens de realisering van het teamplan ter hand te nemen en daarin met concretere verbeteracties te komen. Het team Economie kent een systematiek van verbetering en verankering van de afspraken, dit kan nog zeker wel sterker in het teamplan zichtbaar worden. Hoewel docenten regelmatig scholing volgen, gebeurt deskundigheidsbevordering nog veel op ad-hocbasis. Binnen de gehele school zijn de studenten van Economie het meest kritisch over hun opleiding. De studenten van Manager handel stappen snel af op de teammanager bij klachten over de planning van de vakken. Wat betreft externe dialoog bestaan er contacten met het Economisch Netwerk Groningen. Wettelijke vereisten Schoolkosten/vrijwillige bijdragen De opleiding voldoet niet aan de in artikel 8.1.4. van de WEB gestelde eisen. Zie voor de onderbouwing van dit oordeel de inleiding van Hoofdstuk 4.
Pagina 35 van 48
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 36 van 48
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Pagina 37 van 48
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 38 van 48
Bijlage II Overzicht cp-codes Hieronder is per onderzochte cp-code aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Overzicht cp-codes CP-code: ovd22
Pedagogisch Werk Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
10743
Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4)
92630
Pedagogisch Werk 4
CP-code: ovd23
Helpende zorg & welzijn Niveau: 2
Crebo:
Opleiding:
92640
Helpende zorg & welzijn
CP-code: ovd24
Maatschappelijke zorg Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
92650
Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg)
CP-code: kch10
Manager handel Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
93490
Manager handel
93492
Manager handel (Filiaalmanager)
Pagina 39 van 48
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Pagina 40 van 48
Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Opleiding Pedagogisch werk 4 (Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang), 92632 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
• • • •
Pagina 41 van 48
Gebied 1: Onderwijsproces 1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Opleiding Helpende zorg & welzijn, 92640 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma
Pagina 42 van 48
Gebied 1: Onderwijsproces 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
Voldoende Onvoldoende
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
• • • •
Pagina 43 van 48
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Opleiding Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), 92650 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
• •
Pagina 44 van 48
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 45 van 48
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Pagina 46 van 48
Opleiding Manager handel (Filiaalmanager), 93492 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
Pagina 47 van 48
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Pagina 48 van 48