STAAT VAN DE INSTELLING MBO Citaverde College
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Herten 21CS 151354 18 maart - 9 april 2013 10 juli 2013
Pagina 2 van 50
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
4 4.1 4.2
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie) . . . . . . . . 19 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving) en Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
4.3 5
Natuur en vormgeving 4 (Specialist natuur en vormgeving) . . . . . . . 31 BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Bijlage II Overzicht cp-codes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . . . . . . . . 44 Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie), 97090 . . . . 44 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving), 97390 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving), 97490 . . . . 47 Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte), 97531 . . . . . . 49
Pagina 3 van 50
Pagina 4 van 50
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in maart en april 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij het Citaverde College, een instelling met groen mbo en vmbo. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Het Citaverde College is een aoc met ongeveer 2.000 studenten in het mbo met ongeveer 18 opleidingen. De instelling heeft vier mbo-locaties. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: BC-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
bc146
97090, Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie)
97090, Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie)
Leerweg bol, niveau 4, locatie Jagerstraat 6, Roermond
bc010
97390, Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving)
97390, Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving)
Leerweg bbl, niveau 1, locatie Bedrijfsopleidingen, Hors
bc144
97531, Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte)
97531, Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte)
Leerweg bbl, niveau 2, locatie Bedrijfsopleidingen, Hors
ID1
Pagina 5 van 50
bc147
97490, Natuur en vormgeving (specialist natuur en vormgeving)
97490, Natuur en vormgeving (specialist natuur en vormgeving)
Leerweg bol, niveau 4, locatie Geusseltweg 45c, Maastricht
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
1
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar
2011-2012. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte bc-id opgenomen.
Pagina 6 van 50
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging,de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij het Citaverde College onvoldoende is. Voorts concluderen we dat er enkele risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico's komen met name naar voren bij de kwaliteit van het onderwijsproces, de tevredenheid van medewerkers en de stabiliteit van organisatie en management. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt ertoe dat we beperkt aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij het Citaverde College. De kwaliteitsborging is onvoldoende omdat voor cruciale onderdelen van het onderwijsproces, zoals bijvoorbeeld de kwaliteit van de lessen en de studieloopbaanbegeleiding, nog onvoldoende kwaliteitseisen geformuleerd zijn. Hierdoor ontbreekt zicht op kwaliteit van de feitelijke uitvoering van het onderwijsproces. De monitoring is nog onvolledig, monitoring van de examenkwaliteit vindt wel plaats. Wij hebben wel geconstateerd dat het Citaverde College voortvarend de systematiek van kwaliteitszorg implementeert. De risico's in de tevredenheid van medewerkers komen voornamelijk voor in de locatie Roermond. Ook hebben wij risico’s in onderdelen van de organisatie in stabiliteit van organisatie en management geconstateerd. Op basis hiervan vinden wij dat extra toezichtactiviteiten bij deze locatie nodig zijn. Wij zien bij één opleiding risico’s in de opbrengsten 2011-2012. Bij deze opleiding achten wij nader onderzoek nodig. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.
Pagina 7 van 50
Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vier opleidingen onderzocht. Bij alle onderzochte opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij het Citaverde College is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art. 1.3.6) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet-naleving van wettelijke vereisten. Het Citaverde College krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat eruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Hierbij zullen wij ons vooral richten op de wijze waarop de monitoring van het onderwijsproces plaatsvindt, gebaseerd op heldere kwaliteitseisen en met betrouwbare en representatieve uitkomsten. Vervolgtoezicht financiële continuïteit Aangezien er geen financiële risico's zijn geconstateerd is er geen financieel vervolgtoezicht. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vier onderzochte opleidingen In onderstaande schema's is het vervolgtoezicht te lezen. We voeren dit vervolgtoezicht zo veel mogelijk gelijktijdig uit. Indien er sprake is van een waarschuwingbrief van de minister, is de genoemde termijn in deze waarschuwingsbrief leidend.
Pagina 8 van 50
Natuur en Vormgeving (Specialist natuur en vormgeving), 97490 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende (zwak onderwijs).
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs*.
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
· Circa één jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel artikel 21a Leerplichtwet 1969. De wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim voor deelnemers zonder geldige reden voldoet niet en er vinden geen vervolgmeldingen plaats.
•
3 maanden na het definitieve rapport onderzoekt de inspectie het herstel.
Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving), 97390 en Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte), 97531 Beoordeling
Toezichtvorm
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten uit de WEB: - artikel 8.1.4 van de WEB (schoolkosten voldoen niet) - artikel 7.2.2, lid 2b (praktijkovereenkomst voldoet niet), - crebo 97390: artikel 7.2.4 lid 9 (onderwijsovereenkomst voldoet niet)
Vervolgtoezicht •
3 maanden na het definitief rapport onderzoekt de inspectie het herstel.
Pagina 9 van 50
Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie), 97090 Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende (zwak onderwijs).
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs.
•
Circa één jaar na het definitieve rapport vindt er een onderzoek naar kwaliteitsverbetering plaats.
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
Circa één jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Verbeterplan Bij de opleiding Natuur en Vormgeving (Specialist natuur en vormgeving), 97490 hebben wij dermate veel tekortkomingen vastgesteld dat wij van de instelling zeven weken na ontvangst van het definitieve rapport een plan van aanpak vragen met een verbeteraanpak voor de kwaliteitsgebieden onderwijsproces en kwaliteitsborging. Wij zullen op dit plan reageren. Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat extra toezichtactiviteiten nodig zijn. Onderzoek door de instelling De opbrengsten 2011-2012 is voor de inspectie aanleiding om de instelling te vragen zelf onderzoek te doen bij de opleiding Natuur en vormgeving niveau 3. Dit onderzoek wordt door de instelling uitgevoerd op de kwaliteitsgebieden onderwijsproces en opbrengsten. Binnen zes maanden na het definitieve rapport van de Staat van de instelling wordt dit onderzoek uitgevoerd en wordt de rapportage aan de inspectie toegestuurd. De inspectie volgt de uitvoering van het onderzoek en bespreekt de resultaten met de instelling. De instelling maakt de resultaten van dit onderzoek via de eigen website openbaar (zie Toezichtkader bve 2012, paragraaf 3.5). Op basis van de rapportage beslissen wij al dan niet tot vervolgtoezicht. Onderzoek door de inspectie De risico's in de tevredenheid van medewerkers komen in het bijzonder voor op de locatie Roermond. Ook zijn de studenten op deze locatie kritisch. Tevens hebben wij daar risico's in stabiliteit van organisatie en management geconstateerd, die al langere tijd aanwezig zijn. Daarom voeren wij één jaar na
Pagina 10 van 50
het definitieve rapport op de locatie Roermond bij twee opleidingen een kwaliteitsonderzoek uit op de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, kwaliteitsborging en opbrengsten.
Pagina 11 van 50
Pagina 12 van 50
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Kwaliteitsborging
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging is onvoldoende omdat de monitoring van de kwaliteit van het onderwijsproces niet voldoet. Instellingsbreed zijn voor het onderwijsproces nog onvoldoende kwaliteitseisen geformuleerd, deze zijn in ontwikkeling. Het risico bestaat dat onvolkomenheden in het onderwijsproces nu niet of te laat worden geconstateerd. Voor examinering en diplomering is er echter wel een adequaat monitoringsysteem en zijn kwaliteitseisen geformuleerd. Bij de onderzochte opleidingen hebben wij over het onderwijsproces een gedifferentieerd beeld aangetroffen. Op basis van externe factoren of signalen wordt bij sommige opleidingen wel de kwaliteit van het onderwijsproces systematisch verbeterd en gemonitord. Ondanks de onvoldoende voor beoordeling zien wij een aoc, dat gedreven werkt aan invoering van de kwaliteitsborging binnen de instelling. De sturing is voldoende. Het college van bestuur formuleert jaarlijks targets, op basis van het strategisch beleidsplan. Dit wordt vertaald in locatieplannen en
Pagina 13 van 50
teamplannen. Binnen de teams wordt het teamplan nog niet altijd als een middel voor kwaliteitsverbetering en kwaliteitsbewaking gezien. De plannen kunnen in zijn algemeenheid 'smarter' geformuleerd worden, gericht op het beoogde effect. Sinds twee jaar werkt het college met een externe partij om een auditsystematiek voor het gehele onderwijs te ontwikkelen. Deze is in opzet risico-gericht, maar ook zodanig van opzet dat alle instellingsonderdelen in de loop van de tijd geaudit gaan worden. Daarnaast zijn er intern georganiseerde audits over de examenkwaliteit, opbrengsten en bedrijfsvoering. Voor examinering wordt er ook periodiek een externe audit uitgevoerd. De resultaten van deze audits leiden tot verbeterplannen, de effecten van de verbeterplannen worden gemonitord. De kwaliteitszorg is verankerd en ingebed in de kwaliteitszorgcyclus op instellingsniveau; het programmateam en de kwaliteitszorgmedewerkers van de dienst Onderwijs hebben hier een belangrijke rol in. Voor medewerkers worden scholingsactiviteiten opgezet, enerzijds voortkomend vanuit beleidsontwikkelingen Citaverde-breed, anderzijds aansluitend op behoeftes van directies en de medewerkers. Aandachtspunt hierbij is om voor de scholing het doel en het gewenste effect te beschrijven, aansluitend bij de visie van het college. Op instellingsniveau is er een werkende interne dialoog. Naast de gesprekken met de locatiedirecties is het college van bestuur ook periodiek aanwezig tijdens teamgesprekken of bij locatieactiviteiten. Er vindt regelmatig verantwoording plaats aan de raad van toezicht. De externe dialoog is actief vormgegeven, zowel op strategisch niveau door het college van bestuur als op meer operationeel niveau door de locaties. 3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Pagina 14 van 50
Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van onderwijs kwalificeren we als matig tot hoog. Bij twee van de vier onderzochte opleidingen uit de steekproef zijn tekortkomingen in het onderwijsproces geconstateerd. Daarnaast hebben wij geconstateerd dat er geen volledig dekkende monitoring van het onderwijsproces is. Hierdoor bestaat de kans dat tekortkomingen bij andere opleidingen niet tijdig worden geconstateerd doordat er onvoldoende zicht is op de uitvoering van het onderwijsproces. Kwaliteit examinering Het risico voor de kwaliteit van examinering schatten wij als geen tot gering in. De afgelopen jaren heeft het Citaverde College het proces van examinering verbeterd. Uit ons onderzoek blijkt dat dit positief resultaat heeft; geen van de onderzochte opleidingen heeft een onvoldoende voor examinering en diplomering. Mede gelet op de taak van de centrale examencommissie en de auditsystematiek voor examinering zien wij hier geen risico's voor de kwaliteit. Opbrengsten Bij opbrengsten zien wij geen tot geringe risico's. De opbrengsten 2011-2012 laten bij één opleiding risico’s zien, deze risico’s bestaan al langer. Bij deze opleiding voeren wij nader onderzoek uit. Het Citaverde College heeft het voortijdig schoolverlaten tussen 2005-2006 en 2011-2012 terug weten te dringen en presteert hierin beter dan het landelijke gemiddelde. In 2011-2012 is het percentage voortijdig schoolverlaten 6 procent, ten opzichtte van het landelijke gemiddelde van 6,9 procent (dit betreft voorlopige cijfers). Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers De risico's op instellingsniveau naar aanleiding van tevredenheidsonderzoek bij studenten kwalificeren we als gering tot matig. Bij analyse van de resultaten uit de JOB-monitor 2012 vallen de locaties Roermond en Maastricht in negatieve zin op. De oorzaak hiervan is bij de locatie Maastricht bekend en er wordt daar gericht gewerkt aan de verbetering. Op de locatie Roermond hebben wij op basis van de bevindingen van ons onderzoek niet kunnen constateren dat hier in brede zin verbetermaatregelen zijn getroffen. De risico's van tevredenheid van medewerkers schatten wij matig tot hoog in. Uit het eigen tevredenheidonderzoek 2011 bij medewerkers blijkt dat het personeel matig tevreden is, gemiddeld wordt een 6,1 gegeven. Vooral over facilitaire voorzieningen en over besluitvorming is men niet tevreden. Uit de enquête blijkt dat de medewerkers van de locatie Roermond het meest
Pagina 15 van 50
ontevreden zijn. Dit hebben wij bij ons onderzoek op deze locatie ook geconstateerd. Het college van bestuur is zich bewust van deze situatie en richt zijn aandacht hierop. Wij zien geen risico's voor de tevredenheid van werkgevers, ondanks het feit dat de instelling geen enquête uitvoert onder bpv-bedrijven. Het Citaverde College is in afwachting van de landelijke enquête. Er is echter voldoende contact met het beroepenveld waardoor signalen tijdig opgepakt worden. Stabiliteit organisatie en management Voor wat betreft het risico van de stabiliteit van de organisatie en het management schat de inspectie in dat dit gering tot matig is. Zowel op de locatie Maastricht als op de locatie Roermond hebben zich de afgelopen jaren wijzigingen in de organisatie als ook in de aansturing voorgedaan. Wij hebben nog niet kunnen vaststellen of hiermee de problemen op deze locaties zijn opgelost. Financiële continuïteit Elk jaar voeren we een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij kijken we naar drie kengetallen: liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. In de zomer van 2012 zijn alle instellingen betrokken in het onderzoek naar 'de financiële staat van het mbo'. Hierbij is gebruikgemaakt van de jaarrekening 2011 en aanvullend opgevraagde informatie over investeringsplannen voor huisvesting en derivaten. De financiële kengetallen uit deze jaarrekening en onze analyse van de aanvullende informatie gaven geen aanwijzing voor verhoogde financiële risico's bij de instelling. In 2013 voeren we op verzoek van de Staten-Generaal een nader onderzoek uit naar de huisvestingssituatie van mbo-instellingen. Het is mogelijk dat wij op basis van een risicoanalyse het Citaverde College in dit onderzoek betrekken. Samenvattend Wij komen uit op enkele risico's voor de onderwijskwaliteit. Het college heeft te weinig zicht op de feitelijke uitvoering van het onderwijsproces. Het college is sinds enkele jaren bezig om een externe auditsystematiek op te zetten, waar het onderwijsproces onderdeel van is. Maar voor het onderwijsproces zijn nog te weinig kwaliteitseisen geformuleerd. Daardoor is niet duidelijk wat de waarde is van de resultaten van de uitgevoerde audit. De ontevredenheid van medewerkers op met name de locatie Roermond vinden wij een matig tot hoog risico en is bekend bij het college van bestuur. Ook op de locatie Maastricht is er sprake van ontevredenheid, maar hierin zien wij een positieve ontwikkeling, mede door de samenwerking met de locatie Heerlen. Bij de stabiliteit van de
Pagina 16 van 50
organisatie en het management, tevredenheid van studenten en de kwaliteit van het onderwijs zien wij geringe tot matige risico's. Risico's voor examenkwaliteit en financiële continuïteit zien wij niet.
Pagina 17 van 50
Pagina 18 van 50
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.
4.1
Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie) Het kwaliteitsonderzoek bij Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie), crebo 97090, niveau 4, locatie Jagerstraat 6 te Roermond heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs en vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.
Pagina 19 van 50
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Op twee kwaliteitsgebieden – examinering en opbrengsten – krijgt de opleiding een positief oordeel. Voor de andere twee – onderwijsproces en kwaliteitsborging – niet. Bij het onderwijsproces zijn er tekorten bij de studieloopbaanbegeleiding, de zorg en het maatwerk. Bij de kwaliteitsborging is het belangrijkste probleem het ontbreken van meetbare resultaten in het teamplan. Een onderliggend probleem is het gebrek aan overeenstemming
Pagina 20 van 50
tussen de leiding en de betrokken docenten over de gewenste ontwikkeling en over de eigen beleidsruimte voor het betrokken team. Onderwijsproces Het onderwijsproces is als onvoldoende beoordeeld. Een aantal belangrijke aspecten zijn wel voldoende. Er zijn echter drie aspecten onvoldoende: de studieloopbaanbegeleiding, het maatwerk en de zorg. Bij de studieloopbaanbegeleiding zijn er zowel problemen bij de informatievoorziening als bij de studieloopbaanbegeleiding in engere zin. De informatievoorziening is op verschillende gebieden niet toereikend. Dat geldt onder meer voor de opzet en uitvoering van de proeven van bekwaamheid, waardoor er bij studenten veel onzekerheid bestaat over de uitvoering van de proeven. Ook geven de studiewijzers studenten onvoldoende houvast bij de voorbereiding van hun toetsen. De studiebegeleiding is onvoldoende omdat studenten geen goed inzicht hebben in de feitelijke behaalde studieresultaten. Het daarvoor centraal in gebruik genomen systeem blijkt – in ieder geval bij deze locatie – ertoe te leiden dat er geen regelmatige overzichten van de studievoortgang in zijn totaliteit aan studenten kunnen worden aangeboden. Een tweede aspect dat als onvoldoende is beoordeeld is het maatwerk. Afgezien van sommige onderdelen van het moderne talenonderwijs en elementen van het rekenonderwijs wordt door docenten in de lessen niet gedifferentieerd naar mogelijkheden en behoeften van studenten. Dit klemt temeer waar bij onderwijsactiviteiten studenten van verschillende opleidingsniveaus in één groep zijn samengebracht. Een laatste tekort betreft de zorg. Knelpunt hier is vooral de eerstelijnszorg. Het ontbreekt aan voorzieningen voor de aanpak van cognitieve achterstanden. De locatie kent geen structurele voorzieningen om dit type achterstanden aan te pakken, afgezien van enkele ad-hoc acties van individuele docenten. In de diverse overleggen worden echter wel problemen op sociaal-emotioneel gebied tijdig gesignaleerd en in het algemeen adequaat aangepakt door de zorgcoaches. De overige aspecten zijn positief beoordeeld. Dat neemt niet weg dat ook hier wel een enkele nuancerende opmerking op zijn plaats is. Opvallend is dat er nog geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over didactische principes. Tijdens het onderzoek is gebleken dat sterk uiteenlopende didactische principes door verschillende docenten worden gehanteerd. Het levert verwarring op voor studenten en maakt een kritisch gesprek over de feitelijke onderwijspraktijk erg lastig. Het leidt er ook toe dat in sommige lessen de centrale instructie onevenredig veel tijd in beslag neemt en bij veel lessen een duidelijke en expliciete lesopbouw ontbreekt.
Pagina 21 van 50
Waardering heeft de inspectie voor het feit dat in bijna alle lessen voldoende rust aanwezig is en dat docenten altijd openstaan voor vragen van studenten. Positief beoordeelt de inspectie ook de wijze waarop de bpv wordt georganiseerd. Juist op dit punt waren bij tevredenheidonderzoeken knelpunten vastgesteld. Door strakkere afspraken en een goede registratie daarvan is dat nu aanzienlijk verbeterd. Examinering en diplomering De kwaliteit van de examinering en diplomering is voldoende. Er is een duidelijk onderscheid tussen de voortgangstoetsen en de proeven van bekwaamheid. De opleiding maakt gebruik van de instrumenten van de groene standaard. Deze instrumenten hebben wij eerder beoordeeld en voldoende bevonden. Het Citaverde College maakt hierbij gebruik van zelfontwikkelde concrete opdrachtomschrijvingen; deze opdrachten dekken de werkprocessen en de bijbehorende beheersingscriteria. De opdrachten zijn realistisch en worden grotendeels in de praktijk uitgevoerd. Onafhankelijkheid van de assessoren is een uitgangspunt waar rekening mee gehouden wordt bij de inrichting van de proeven. De criteria om onafhankelijkheid te borgen zijn echter niet gedefinieerd. De voorschriften rondom het vereiste inrichtingsplan, de afname en de beoordeling worden adequaat opgevolgd. Voorafgaand aan de proeven worden alle betrokkenen geïnformeerd middels het inrichtingsplan, studenten ervaren de ontvangst hiervan twee weken voorafgaand aan de proeve van bekwaamheid als laat. De centrale examencommissie geeft algemene richtlijnen aan de locatieexamencommissies, op basis van evaluaties en auditgegevens rondom de examinering. Deze centrale commissie waarborgt ook de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering, waaronder de bedrijfsassessoren. De locatieexamencommissie in Roermond heeft voldoende zicht op de uitvoering van de examinering. Sterk is dat er steekproefsgewijs bezoeken aan proeven van bekwaamheid plaatsvinden door leden van de examencommissie en dat daarnaast iedere proeve van bekwaamheid schriftelijk geëvalueerd wordt. Het vastleggen van de steekproefomvang en het systematisch analyseren van de uitkomsten van evaluaties zijn verbeterpunten. Wij zien dat de examencommissie grip heeft op de besluitvorming tot diplomering. De diploma's worden verstrekt op basis van de juiste besluiten. De examencommissie is met ingang van dit schooljaar overgegaan naar een systeem waarbij ieder examendossier gecontroleerd wordt door de secretaris van de examencommissie en een stempel krijgt alvorens een diploma wordt uitgegeven.
Pagina 22 van 50
Talen Voor de examinering van de vaardigheden spreken en gesprekken voeren van Nederlands worden zelfontwikkelde examens ingezet die op diverse punten niet voldoen. Zo zijn de opdrachten niet adequaat beschreven, is de beoordelingswijze niet specifiek genoeg en ontbreekt een beoordelaarsinstructie. Voor de overige vaardigheden koopt men de examens in bij Uitgeverij Deviant. Deze examens worden ongewijzigd ingezet en zijn eerder door ons onderzocht en als voldoende beoordeeld. Voor de examinering van de vaardigheden spreken en gesprekken voeren van Duits worden zelfontwikkelde examens ingezet. Deze examens voldoen. Voor de overige vaardigheden koopt men de examens in bij bureau ICE. Deze worden ongewijzigd ingezet en zijn eerder door ons onderzocht en als voldoende beoordeeld. De waardering voor Nederlands en Duits weegt nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie) zijn met een jaarresultaat van 66,0 procent en een diplomaresultaat van 72,0 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van bc146, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is onvoldoende. Vooral de sturing is niet effectief genoeg. Het teamplan is onvoldoende specifiek en in meetbare resultaten geformuleerd. Hierdoor is het teamplan geen richtinggevend document voor de verbeteractiviteiten. Tijdens het onderzoek is vastgesteld dat er te weinig overeenstemming is tussen de directie en het team over de gewenste ontwikkeling en over de eigen beleidsruimte voor het betrokken team. Waardoor mogelijk effectiviteit van het beleid in het geding kan komen, zoals bijvoorbeeld de uitvoering van het verbeterplan. Kort voor het inspectieonderzoek is een evaluatie uitgevoerd van de kwaliteit van deze opleiding. Deze evaluatie heeft geleid tot verbeterplannen met doelgerichte aanzetten om de geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Om die reden worden zowel de beoordeling als de verbetering en verankering positief beoordeeld. Op dit moment functioneert de interne dialoog met studenten niet goed. De interne leerlingenraad werkt niet meer. Er wordt gewerkt aan een nieuwe formule om het gesprek met studenten te organiseren,
Pagina 23 van 50
maar op dit moment is er nog geen operationeel substituut voor de leerlingenraad. Verder constateren wij dat diverse instellingsbrede initiatieven hebben geleid tot onder meer verbeteringen op het gebied van de kwaliteitsborging van examens en van de besturingscyclus. De aanpak van de bpv laat zien dat het team erin slaagt voorgenomen verbeteringen adequaat door te voeren. Daarnaast zijn er voldoende inspanningen op het gebied van de deskundigheidsbevordering waarbij zowel teambrede als meer individueel scholingswensen zijn meegenomen. De dialoog met externe betrokkenen heeft recent een nieuwe impuls gekregen met de instelling en revitalisering van de Ketenadviesraden. Wettelijke vereisten De inspectie heeft geen tekorten vastgesteld bij de door haar onderzochte aspecten van de naleving van wettelijke vereisten.
Pagina 24 van 50
4.2
Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving) en Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte) Het kwaliteitsonderzoek bij Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving), 97390, niveau 1, locatie Bedrijfsopleidingen en Natuur en groene ruimte (Medewerker buitenruimte), 97531, niveau 2, locatie Bedrijfsopleidingen heeft geleid tot de volgende oordelen. Omdat beide opleidingen in de uitvoering veel overeen komen worden ze in dit hoofdstuk gezamenlijk beschreven. Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Het kwaliteitsgebied naleving wettelijke vereisten is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van de praktijkovereenkomsten (artikel 7.2.2 lid 2b van de WEB) en schoolkosten (artikel 8.1.4 van de WEB). Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.
Pagina 25 van 50
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
• •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Aspect 1.8, Zorg, is niet beoordeeld, zie voor toeliching de beschouwing hieronder.
Beschouwing Algemeen De kwaliteit van het onderwijs wordt gekenmerkt door een programma met veel zorg en oog voor de studenten, die voor een belangrijk deel afkomstig zijn uit een beschermde werkomgeving zoals werkvoorzieningschappen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, hierna te noemen werkgevers. Bij deze bedrijfsgerichte opleidingen is er ook veel betrokkenheid van de werkgevers waar de studenten werken. In de contacten met deze werkgevers wordt echter
Pagina 26 van 50
voornamelijk over de studenten gesproken en in mindere mate met de studenten. Ook de interne dialoog met de studenten schiet tekort omdat met hen in onvoldoende mate over de onderwijskwaliteit gesproken wordt. De sterke oriëntatie op het bedrijfsleven en de verantwoording die aan de opdrachtgevers wordt gegeven, vertaalt zich in de kwaliteitsborging die voldoende is. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Voor de beide opleidingen is een doordacht programma opgesteld. De mate van differentiatie is passend voor de beide opleidingen. Er is, waar nodig, een beperkte vorm van differentiatie in de vorm van bijlessen taal en rekenen. Ook voorziet het schoolprogramma na intake in een aanvullend aanbod van praktijkoefeningen in aansluiting op de mogelijkheden bij diverse leerbedrijven. Verder is tussentijdse instroom gedurende de opleiding Natuur en vormgeving mogelijk uit de opleiding Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent voor studenten die dit aankunnen. Er wordt voor deze specifieke doelgroepen gewerkt met kleine klassen (10 à 15 studenten). De intake is zorgvuldig en compleet, waarbij ook de zorgvraag in beeld komt. De opleidingen houden rekening met de verkregen informatie uit de intake. Conform afspraken tussen de werkgevers en de school is de verantwoordelijkheid voor de tweede- en derdelijnszorg voor de werkgever. Wel worden zorgsignalen aan de werkgever doorgegeven door de begeleider. Het zorgaanbod van deze opleidingen wordt als gevolg hiervan niet door ons beoordeeld. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. De coaches tonen een grote betrokkenheid en hebben voldoende informatie om de studenten te kunnen volgen en te begeleiden. Er zijn echter wel verbetermogelijkheden. De coachinggesprekken worden gevoerd, de frequentie en verslaglegging zijn echter niet consistent maar docentafhankelijk. Daarnaast dient de informatie systematisch beschikbaar gesteld te worden voor de student en de werkgever. Ook de beroepspraktijkvorming is voldoende. De studenten en de werkgevers zijn goed bekend met de opleiding, mede door de langdurige contacten met de coaches van het Citaverde College. Opvallend zijn de voor de betrokken doelgroepen ontwikkelde duidelijke instructiekaarten die een grote rol spelen binnen de bpv en de voorbereidende lessen. De begeleiding door de opleiding is ingebed in de studieloopbaanbegeleiding. De begeleiding is echter vaak een tweegesprek tussen coach en werkgever, terwijl de student er niet bij betrokken is. Hier geldt als verbeterpunt dat niet over, maar ook met de studenten gesproken wordt.
Pagina 27 van 50
Examinering en diplomering De kwaliteit van de examinering en diplomering is voldoende. Er is een duidelijk onderscheid tussen de voortgangstoetsen en de proeven van bekwaamheid. Het ingekochte exameninstrumentarium van de groene standaard is eerder beoordeeld en voldoende bevonden. Het Citaverde College maakt hierbij gebruik van zelfontwikkelde concrete opdrachtomschrijvingen; deze opdrachten dekken de werkprocessen en de bijbehorende beheersingscriteria. De opdrachten zijn realistisch en worden grotendeels in de praktijk uitgevoerd. De beoordeling gebeurt door een bedrijfsassessor en een schoolassessor die beiden niet bij de opleiding van de student zijn betrokken. De voorschriften rondom het vereiste inrichtingsplan, de afname en de beoordeling worden daarbij adequaat opgevolgd. De centrale examencommissie geeft algemene richtlijnen aan de locatieexamencommissies, op basis van evaluaties en auditgegevens rondom de examinering. Deze centrale commissie waarborgt ook de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering, waaronder de bedrijfsassessoren. De locatieexamencommissie Bedrijfsopleidingen is verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van de examinering en diplomering bij de onderzochte opleidingen. De centrale examencommissie analyseert de evaluaties van studenten en assessoren. Dit kan leiden tot aanpassingen in het proces of in de opdrachten. De besluitvormingsprocedure die de locatie-examencommissie hanteert bij de diplomering is omkleed met verschillende waarborgen en volstaat om te komen tot gedegen diplomabeslissingen. Deze examencommissie zou meer zicht op de feitelijke afname en beoordeling kunnen krijgen door bijvoorbeeld meer planmatig en steekproefsgewijs afnames bij te wonen. Voor Nederlands worden de examens ingekocht bij Bureau ICE. Deze examens worden ongewijzigd ingezet en zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. De waardering voor Nederlands weegt nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving) zijn met een jaarresultaat van 79,0 procent en een diplomaresultaat van 78,0 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van bc147, niveau 1 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. De opbrengsten Natuur en groene ruimte (Medewerker buitenruimte) zijn met een jaarresultaat van 58,0 procent en een diplomaresultaat van 63,0 procent
Pagina 28 van 50
voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRONgegevens 2011-2012 zijn de resultaten van bc144, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging van de opleidingen is voldoende. Het locatie/teamplan is geënt op het centraal vastgestelde meerjarenbeleid en de centraal aangegeven jaartargets. Het locatie/teamplan bevat concrete doelen en activiteiten. Het plan is echter sterk gericht op de centraal aangegeven richtlijnen en is in mindere mate bottom-up vormgegeven. Zo ontbreken kwaliteitscriteria voor diverse onderdelen binnen het onderwijsproces, zoals de bpv-begeleiding, de intake en de leskwaliteit. Er is veel sturingsinformatie beschikbaar, waardoor overigens het risico bestaat dat door de overvloed de essentiële informatie onderbelicht blijft. Monitoring vindt onder andere plaats aan de hand van interne en externe audits, tevredenheidsonderzoeken, lesbezoeken, gegevens na iedere examen afname en gesprekken in het kader van de bedrijfsgerichte trajecten. Er zijn echter wel verbeteringen mogelijk; zo worden de bevindingen uit de bpv niet eenduidig vastgelegd, dit gebeurt nu nog docentafhankelijk. Ook kan het effect van de evaluaties met de daaruit voortvloeiende verbeteraanpak en de verankering binnen de organisatie verder worden vergroot; dat is mogelijk door ook gebruik te maken van de hiervoor genoemde, nog ontbrekende kwaliteitscriteria. De dialoog en verantwoording is onvoldoende. Er is een werkende dialoog met het bedrijfsleven, maar de interne dialoog met de studenten schiet tekort. Wettelijke vereisten De opleidingen voldoen niet aan een aantal onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten De opleiding voldoet wat betreft de schoolkosten niet aan de eisen, gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Studenten worden kosten in rekening gebracht voor onder meer feestelijke activiteiten rondom de diplomauitreiking en excursies bovenop het wettelijke les- of cursusgeld. Het is niet toegestaan om het onderwijs afhankelijk te stellen van andere geldelijke bijdragen dan het wettelijk bepaalde les- of cursusgeld. Daarnaast is het alleen mogelijk om voor extra faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding of het behalen van een diploma een vrijwillige bijdrage te vragen. Die vrijwilligheid wordt bij de bijdragen voor deze extra faciliteiten niet benoemd.
Pagina 29 van 50
Studieduur Zowel bij de Arbeidsmarktgekwalificeerde opleiding als bij de opleiding Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte) hebben wij tekortkomingen geconstateerd. Arbeidsmarktgekwalificeerde opleiding De omvang van het praktijkdeel van de opleiding voldoet niet aan de wettelijke norm van minimaal 60% van de studieduur (WEB Artikel 7.2.2. lid 2b). De studieduur van de betreffende opleiding is één jaar ( bron: Opleidingsplan AKA). Een normatief studiejaar is vastgesteld op 1600 klokuren (WEB Artikel 7.2.4 lid 9) en derhalve dient de omvang van de beroepspraktijkvorming in dit geval minimaal 960 klokuren te omvatten. In de onderzochte praktijkovereenkomsten zijn 640 klokuren opgenomen. Aandachtspunt is dat in de praktijkovereenkomst het aantal te volgen praktijkuren per jaar opgenomen moet zijn, zie artikel 7.2.8, lid 2a. Ook is een overschrijding in de onderwijsovereenkomst aangetroffen van de wettelijke maximale aantal normatieve studiejaren. Voor de onderzochte opleiding is de normatieve studieduur vastgesteld op maximaal 1 jaar (WEB Artikel 7.2.4 lid 9). Tijdens het onderzoek is zonder nadere onderbouwing regelmatig in onderwijs overeenkomsten een overschrijding van één jaar aangetroffen. Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte) De omvang van het praktijkdeel van de opleiding voldoet niet aan de wettelijke norm van minimaal 60% van de studieduur (WEB Artikel 7.2.2. lid 2b). De studieduur van de betreffende opleiding is twee jaar (bron: Opleidingsplan BBL Natuur en groene ruimte, niveau 2). Een normatief studiejaar is vastgesteld op 1600 klokuren (WEB Artikel 7.2.4 lid 9) en derhalve dient de omvang van de beroepspraktijkvorming voor deze tweejarige opleiding minimaal 1920 klokuren te omvatten. In de onderzochte praktijkovereenkomsten zijn 640 klokuren opgenomen. Aandachtspunt is dat in de praktijkovereenkomst het aantal te volgen praktijkuren per jaar opgenomen moet zijn, zie artikel 7.2.8, lid 2a.
Pagina 30 van 50
4.3
Natuur en vormgeving 4 (Specialist natuur en vormgeving) Het kwaliteitsonderzoek bij Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving), crebo 97490, niveau 4, locatie Geusseltweg, Maastricht heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs, vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging en het niet voldoen aan de wettelijke vereiste meldingen van ongeoorloofd verzuim van minderjarigen (artikel 21a Leerplichtwet 1969). Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.
Pagina 31 van 50
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Bij de uitvoering van het onderwijsproces van deze relatief jonge opleiding is bij de locatie Maastricht het nodige misgegaan. Dat heeft geleid tot forse kritiek van studenten en ouders. Het nieuwe management van Citaverde Zuid, een integratie van de locaties Heerlen en Maastricht, neemt initiatieven om de
Pagina 32 van 50
ontstane tekorten in het onderwijsproces van de opleiding weg te werken, maar heeft daarvoor tijd nodig. De centraal aangestuurde examens voldoen en de kwaliteit ervan wordt ook voldoende geborgd, de kwaliteitsbewaking van het onderwijsproces moet nog grotendeels gestalte krijgen. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is onvoldoende door tekortkomingen bij maatwerk, leertijd en studieloopbaanbegeleiding. Maatwerk Maatwerk is onvoldoende omdat alle studenten een vrijwel uniform programma moeten volgen. Bij een deel van de vakken vindt het onderwijs voor niveau 3 en 4 gecombineerd plaats zonder een vorm van differentiatie, waardoor voor studenten van niveau 4 onvoldoende uitdaging ontstaat, vooral in de beginjaren van de opleiding. Bij de start van taal- en rekenvakken vinden diagnostische toetsen plaats die aangeven dat er substantiële verschillen in kennis bestaan, maar deze vaststelling leidt niet tot passende differentiatie in het programma. Studenten die de overgangsnormen niet halen, moeten een volledig leerjaar overdoen. Voor studenten met specifieke zorgbehoeften wordt enig verschil gemaakt. Leertijd Er is een behoorlijk ongeoorloofd verzuim van studenten. Dat is een al langer bestaand probleem, komt in alle leerjaren voor en is vooral in de eerste helft van het lopende schooljaar aanzienlijk geweest. Door het hanteren van een aanwezigheidsregel van 80 procent heeft de opleiding ongewild ruimte voor calculerend gedrag van studenten gecreëerd. Daarnaast is onvoldoende krachtig gereageerd op spijbelen, terwijl hierover bij het begin van het lopende schooljaar nog afspraken in het team zijn gemaakt. Ten tijde van ons onderzoek blijkt dat de registratie van het verzuim op orde is en meer studenten het onderwijs volgen. Maar het team is er nog niet in geslaagd het ongeoorloofd verzuim tot aanvaardbare proporties terug te dringen. Studieloopbaanbegeleiding De studieloopbaanbegeleiding is in de opleiding onvoldoende zichtbaar en niet effectief. Er is wel voldoende schriftelijke en/of elektronische informatie voor handen. Maar deze informatie wordt nog te weinig actief en niet altijd tijdig besproken met studenten. Hierdoor missen veel studenten het overzicht over hun studie en hebben zij deadlines voor het afronden van activiteiten niet helder voor ogen. Wel zijn in alle leerjaren uren voor coaching ingeroosterd, maar deze
Pagina 33 van 50
worden hiervoor slechts zeer ten dele gebruikt. In studentbesprekingen neemt de coach onvoldoende het voortouw voor het uitstippelen van verbeterinitiatieven. Problemen worden wel gesignaleerd, maar lang niet altijd effectief aangepakt. Positief is dat het nieuwe management van Citaverde Zuid het tekortschieten van de coachingsvaardigheden onderkent en hierop actie onderneemt door onder andere scholing te initiëren. Overige aspecten De overige aspecten van het onderwijsproces beoordelen wij als voldoende. We volstaan met het noemen van enkele specifieke bevindingen. Ten eerste sluit het programma op school aan op het kwalificatiedossier en kent voldoende samenhang, de 'groene' accenten van de opleiding zijn echter nog weinig zichtbaar. Ten tweede is het didactisch handelen van het team voldoende, maar sommige docenten kunnen zeker in het eerste jaar van de opleiding beter inspelen op het uiteenlopende vermogen van studenten om zelfstandig te werken en zo hun studieprestaties beter bevorderen. Ten derde is de leeromgeving studentvriendelijk en biedt studenten met zorgbehoeften voldoende ondersteuning. Het team worstelt wel met een aantal studenten die dit schooljaar in de opleiding zijn geplaatst, ondanks uitdrukkelijke negatieve adviezen van intakers. Wij beoordelen de intake en plaatsing toch als voldoende omdat er inmiddels heldere afspraken over een gewijzigde intake voor het komende schooljaar zijn gemaakt. Als laatste zijn de voorbereiding en begeleiding van de beroepspraktijkvorming voldoende. Wel hebben wij geconstateerd dat het vinden van praktijkplaatsen efficiënter kan. Dit heeft de opleiding zelf ook gezien en heeft hierop maatregelen genomen door de stages te spreiden over de leerjaren en een bpv-bureau in te richten dat studenten helpt bij het vinden van een passende bpv-plaats. Examinering en diplomering De kwaliteit van examinering en diplomering is voldoende. Er is een duidelijk onderscheid tussen de voortgangstoetsen en de proeven van bekwaamheid. De opleiding maakt gebruik van de instrumenten van de groene standaard. Deze instrumenten hebben wij eerder beoordeeld en voldoende bevonden. De groene standaard is door het Citaverde College uitgewerkt in opdrachten. Deze opdrachten dekken de werkprocessen en de bijbehorende beheersingscriteria. Beide proeven worden geëxamineerd in een gesimuleerde omgeving. Het bedrijfsleven is echter ruim voldoende betrokken bij de afname en beoordeling in de rol van opdrachtgever of externe assessor tijdens verschillende fasen van het examen. Ook zijn de proeven realistisch. De centrale examencommissie geeft algemene richtlijnen aan de locatieexamencommissies op basis van evaluaties en auditgegevens rondom de
Pagina 34 van 50
examinering. Deze centrale commissie waarborgt ook de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering, waaronder de bedrijfsassessoren. De locatieexamencommissie is verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van de examinering en diplomering bij de onderzochte opleidingen. De centrale examencommissie analyseert de evaluaties van studenten en assessoren. Indien nodig leidt dit tot aanpassingen in het proces of in de opdrachten. Daarnaast controleert de locatie-examencommissie voorafgaand aan het diplomabesluit of aan alle voorwaarden voor diplomering is voldaan. Deze examencommissie zou meer zicht op de feitelijke afname en beoordeling kunnen krijgen door bijvoorbeeld deze meer planmatig en steekproefsgewijs afnames bij te wonen. Talen Voor de examinering van Nederlands worden voor de vaardigheid spreken zelfontwikkelde examens ingezet, deze examens voldoen. Voor de overige vaardigheden koopt men de examens in bij uitgeverij Deviant. Deze worden ongewijzigd ongezet en zijn eerder door ons onderzocht en als voldoende beoordeeld. Voor de examinering van Engels worden voor de vaardigheden spreken en gesprekken voeren zelfontwikkelde examens ingezet die voldoen. Er is wel een verbeterpunt: de tekst bevat diverse onvolkomenheden. Zo is er wel een maximale maar geen minimale duur van het examen vermeld en is de opdracht voor spreken te ruim geformuleerd. Voor de overige vaardigheden koopt men de examens in bij Uitgeverij Deviant. Deze examens worden ongewijzigd ingezet en zijn eerder door ons onderzocht en als voldoende beoordeeld. De waardering voor Nederlands en Engels weegt nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 80,0 procent en een diplomaresultaat van 80,0 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-id147, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging kwaliteitsborging beoordelen wij als onvoldoende en niet als slecht. De kwaliteitsborging van de centraal aangestuurde examinering voldoet. Het ontbreekt echter aan een effectieve cyclus van kwaliteitszorg van het
Pagina 35 van 50
onderwijsproces waardoor sturing, beoordeling en verbetering en verankering voor dit gebied onvoldoende zijn beoordeeld. De doelen en activiteiten in het teamplan zijn niet 'smart' geformuleerd en bieden hierdoor onvoldoende basis voor een adequate sturing op de kwaliteit van het onderwijsproces. Ook is in het teamplan geen aansluiting met de geconstateerde problemen bij deelnemertevredenheid en oudertevredenheid te zien. Bovendien is er weinig samenhang tussen een 'verbeterplan' voor de locatie Maastricht en een 'teamplan' voor Citaverde Zuid (integratie Heerlen en Maastricht) waardoor niet helder is op welke prioriteiten en beoogde resultaten nu echt gestuurd wordt. Er is wel een locatieplan 2013 voor Citaverde Zuid, dat aansluit op de 'targets' op instellingsniveau, maar voor het komende schooljaar nog uitwerking behoeft in een nieuw teamplan. De monitoring en evaluatie schieten tekort omdat voor de kwaliteit van het onderwijsproces geen heldere kwaliteitseisen zijn vastgesteld. Tevens zijn er vrijwel geen betrouwbare gegevens over de feitelijke uitvoering van het onderwijsproces verzameld, zoals bijvoorbeeld uit een zelfevaluatie van het onderwijsproces zou kunnen blijken . Evenmin is gebleken dat onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van het onderwijsproces van deze opleiding betrokken zijn. Er worden diverse ontwikkel- en verbeterinitiatieven voor het onderwijsproces genomen maar die hebben een nog weinig systematisch karakter. Ze zijn meermaals niet gebaseerd op expliciet vastgestelde tekorten. Het nieuwe management is bezig een scherper zicht op tekorten in het onderwijsproces te krijgen en dat moet zich nog vertalen in verbeterinitiatieven. Voor de verankering van de kwaliteitsbewaking ontbreekt nog een vaste systematiek en een eenduidige toedeling van taken en verantwoordelijkheden in het nieuwe team van Citaverde Zuid. De dialoog en verantwoording beoordelen wij als voldoende. Er zijn heldere vormen van verantwoording naar het centrale management. De externe dialoog geschiedt via de Keten Advies Raad en de interne dialoog met studenten en ouders is op gang gebracht. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan alle onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
Pagina 36 van 50
Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim voor deelnemers zonder geldige reden. Als het ongeoorloofd verzuim voortduurt na 16 uur binnen 4 opeenvolgende lesweken voor deelnemers vindt geen vervolgmelding plaats (artikel 21a Leerplichtwet 1969). Voor leerplichtige deelnemers geldt dat na de eerste 16 uur ongeoorloofde afwezigheid een vervolgmelding plaats dient te vinden, zodra binnen een periode van vier weken weer 16 uur ongeoorloofd verzuim is opgebouwd. Dit wordt steeds opnieuw gemeld, ongeacht of er een actie vanuit uw instelling of leerplichtambtenaar loopt. Wanneer een leerplichtige na de eerste melding helemaal niet meer op school verschijnt, en als gevolg daarvan meerdere keren per week een overschrijding van 16 uur en dus melding aan de orde zou zijn, kan worden volstaan met een wekelijkse vervolgmelding in plaats van na iedere 16 uur afwezigheid opnieuw te melden. Daarnaast is gebleken dat de opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden voor deelnemers van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 37 van 50
Pagina 38 van 50
5
BIJLAGEN
Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 39 van 50
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Pagina 40 van 50
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 41 van 50
Bijlage II Overzicht cp-codes Hieronder is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Overzicht bc-id bc-id: bc010
Niveau: 1 Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent
Crebo:
Opleiding: Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (voedsel en leefomgeving)
97390
bc-id: bc144 Crebo:
Niveau: 2 Natuur en groene ruimte 2 Opleiding:
97180
Medewerker natuur en leefomgeving
97182
Medewerker natuur en leefomgeving (Medewerker hoverniersbedrijf/ groenvoorziening)
97531
Medewerker natuur en leefomgeving (Medewerker buitenruimte)
97532
Medewerker natuur en leefomgeving (Groentechnisch medewerker recreatie)
bc-id: bc147
Niveau: 4 Natuur en vormgeving
Crebo:
Opleiding:
97490
Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving)
bc-id: bc146
Niveau: 4 Natuur en groene ruimte 4
Crebo:
Opleiding: Manager natuur en recreatie
97090
Pagina 42 van 50
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Pagina 43 van 50
Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Natuur en groene ruimte 4 (Manager natuur en recreatie), 97090 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 44 van 50
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (Voedsel en leefomgeving), 97390 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
• • •
Pagina 45 van 50
Gebied 1: Onderwijsproces 1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
Voldoende Onvoldoende
• •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
• • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
• • • • • • • • • •
Pagina 46 van 50
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Aspect 1.8 Zorg is niet beoordeeld, zie beschouwing in hoofdstuk 4.2 voor toelichting.
Natuur en vormgeving (Specialist natuur en vormgeving), 97490 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
• • • •
Pagina 47 van 50
Gebied 1: Onderwijsproces 1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
Voldoende Onvoldoende
• •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • •
Pagina 48 van 50
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Natuur en groene ruimte 2 (Medewerker buitenruimte), 97531 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
• • • • • •
Leren in de beroepspraktijk
Pagina 49 van 50
Gebied 1: Onderwijsproces 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
Voldoende Onvoldoende
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Aspect 1.8 Zorg is niet beoordeeld, zie beschouwing in hoofdstuk 4.2 voor toelichting.
Pagina 50 van 50