STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC Zadkine te Rotterdam
Maart, 2013
BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd in: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
25LP 127975 September, oktober, 2012 19 december 2012 19 maart 2013
H3506734
Inhoudsopgave
1 Inleiding .................................................................................................... 1 2 Conclusie en vervolgtoezicht ........................................................................ 3 2.1 Conclusie ............................................................................................. 3 2.2 Vervolgtoezicht ..................................................................................... 3 3 Instellingsbrede resultaten ........................................................................... 7 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau........................................... 7 3.2 Risico's op relevante indicatoren ............................................................. 9 4 Resultaten per opleiding ............................................................................ 13 4.1 Helpende zorg & welzijn ....................................................................... 13 4.2 Assistent operator (Basisoperator)......................................................... 17 4.3 Optiek (Opticien/Manager) ................................................................... 21 4.4 Medewerker maatschappelijke zorg ....................................................... 25 4.5 Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen ............................ 29 Bijlagen...................................................................................................... 33 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden..................................................... 33 Bijlage II Overzicht cp-codes ...................................................................... 35 Bijlage III Beoordeling indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed............... 36 Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Helpende zorg & welzijn, 92640.... 37 Bijlage V Beoordeling indicatoren opleiding Assistent operator (Basisoperator), 90452 ..................................................................................................... 39 Bijlage VI Beoordeling indicatoren opleiding Optiek (Opticien/Manager), 93652 41 Bijlage VII Beoordeling indicatoren opleiding Medewerker maatschappelijke zorg, 92650 ..................................................................................................... 43 Bijlage VIII Beoordeling indicatoren opleiding Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen, 90500 ......................................................................... 45
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs voerde in september en oktober 2012 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC Zadkine (hierna Zadkine). Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo-onderwijs en vavo. Zadkine is een roc met ongeveer 21.000 studenten en rond de 150 opleidingen. De instelling heeft zes lokale opleidingencentra met in totaal 26 onderwijslocaties. Daarnaast is er het lokale opleidingencentrum voor Educatie, gericht op inburgering en cursussen basisvaardigheden voor volwassenen. Tot slot is er het VAVO Rijnmond College met twee locaties, waar Zadkine in samenwerking met het Albeda College het vavo aanbiedt. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten, bpv-bedrijven en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: cpcode1 ovd23
Gebied Onderwijsproces Helpende zorg & welzijn 92640
Gebied Examinering en diplomering Helpende zorg & welzijn 92640
com48
Assistent operator (Basisoperator) 90452
Assistent operator (Basisoperator) 90452
svg25
Optiek (Opticien/Manager) 93652
Optiek (Opticien/Manager) 93652
ovd24
Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) 92650 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen 90500
Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg) 92650 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen 90500
eca05
Leerweg, niveau, locatie Leerweg bol, niveau 2, Sportlaan 13, Spijkenisse Zadkine Zuid-Hollandse Eilanden Leerweg bbl, niveau 1, Hoefsmidstraat 41, Hoogvliet Zadkine Haven Leerweg bol, niveau 4, Marconistraat 16, Rotterdam Zadkine West Leerweg bol, niveau 3, Marconistraat 16, Rotterdam Zadkine West Leerweg bol, niveau 4, Marten Meesweg 50, Rotterdam Zadkine Oost
1 Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2010-2011. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte cp-codes opgenomen.
Rapport Staat van de instelling mbo - ROC Zadkine
pagina 1 van 46
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico's en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 2 van 46
2 Conclusie en vervolgtoezicht In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico's. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico's zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico's, enkele risico's of veel risico's. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen. 2.1 Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij Zadkine onvoldoende is. Voorts concluderen we dat er veel risico's in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico's komen naar voren bij: de kwaliteit van de examens, het niveau van de opbrengsten, de financiële continuïteit en de stabiliteit in de organisatie en het management. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er veel risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we intensief aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij Zadkine. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. De onvoldoende kwaliteitsborging en de tekortkomingen bij de vijf steekproefopleidingen vragen om aanscherping van de kwaliteitszorgsystematiek en nadere focus op de gebieden waar tekortkomingen zijn geconstateerd; een zelfde focus is nodig op de opleidingen waarbij uit de risicoanalyse blijkt dat er risico's zijn ten aanzien van de opbrengsten. Deze aanscherping en het aanbrengen van focus krijgen vorm door een combinatie van analyses, uitgevoerd door de instelling zelf en afgestemd op door Zadkine zelf geplande onderzoeken en verbetertrajecten, en aanvullend vervolgtoezicht door de inspectie. Ten aanzien van de financiële situatie heeft de Inspectie intensief toezicht in gang gezet. Met uitzondering van de financiële situatie zien de omstandigheden, om te komen tot verdere ontwikkeling en verbetering van opleidingen en de kwaliteitszorg, er gunstig uit: tegelijk met de recent uitgevoerde reorganisatie is het kwaliteitszorgsysteem aangepast. En dan is er de positieve instelling van het personeel. De 'schouders eronder' mentaliteit, die we doorgaans hebben waargenomen tijdens het onderzoek, geeft vertrouwen. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingen onderzocht. Bij alle opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf. 2.2 Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij Zadkine is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (artikel 1.3.6 van de WEB) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. Zadkine krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 3 van 46
Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Dit onderzoek zal gecombineerd worden met heronderzoek naar de kwaliteitsborging bij de onderzochte opleidingen met een onvoldoende op dit gebied. Vervolgtoezicht financiële continuïteit Er is bij Zadkine een hoog financieel risico geconstateerd dat inmiddels heeft geleid tot een aangepast (intensief) financieel toezichtarrangement. Hierbij heeft de inspectie het herstructureringsplan beoordeeld. De komende periode volgt ze de uitvoering van dat plan. Bij een positieve ontwikkeling van de financiële positie van Zadkine zal de inspectie de intensiteit van het financieel toezicht verlagen en het financieel toezicht overeenkomstig aanpassen. Een eventuele aanpassing wordt via de website van de inspectie (instellingsprofiel) gepubliceerd. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vijf onderzochte opleidingen In onderstaande schema's is het vervolgtoezicht te lezen. Helpende zorg & welzijn, 92640, Sportlaan 13, Spijkenisse Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Bij niet naleven van weten regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4.van de WEB aangaande onderwijsbijdragen.
• Na een jaar onderzoekt de inspectie het herstel van de tekortkoming op het gebied van de schoolkosten.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 21a Leerplichtwet 1969 aangaande melding relatief verzuim.
• Na 3 maanden onderzoekt de inspectie het herstel wat betreft de melding relatief verzuim.
Assistent operator (Basisoperator), 90452, Hoefsmidstraat 41, Hoogvliet Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Niveau opbrengsten is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4.van de WEB aangaande onderwijsbijdragen.
• Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*.
Kwaliteitsborging is onvoldoende. Bij niet naleven van weten regelgeving.
• Na een jaar onderzoekt de inspectie opnieuw de kwaliteitsborging. • Na een jaar onderzoekt de inspectie het herstel van de tekortkoming op het gebied van de schoolkosten.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 4 van 46
Optiek (Opticien/manager), 93652, Marconistraat 16, Rotterdam Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteit examinering is slecht.
Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit.
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4.van de WEB aangaande onderwijsbijdragen.
• De inspectie meldt het oordeel aan de minister. • De instelling ontvangt een waarschuwing. • Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. • Na een jaar onderzoekt de inspectie opnieuw de kwaliteitsborging.
Bij niet naleven van weten regelgeving.
• Na een jaar onderzoekt de inspectie het herstel van de tekortkoming op het gebied van de schoolkosten.
Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg), 92650, Marconistraat 16, Rotterdam Beoordeling
Toezichtvorm
Vervolgtoezicht
Kwaliteit examinering is slecht.
Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit.
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4.van de WEB aangaande onderwijsbijdragen.
• De inspectie meldt het oordeel aan de minister. • De instelling ontvangt een waarschuwing. • Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. • Na een jaar onderzoekt de inspectie opnieuw de kwaliteitsborging.
Bij niet naleven van weten regelgeving.
• Na een jaar onderzoekt de inspectie het herstel van de tekortkoming op het gebied van de schoolkosten.
Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen, 90500, Marten Meesweg 50, Rotterdam Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Niveau opbrengsten is onvoldoende. Bij niet naleven van weten regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*. Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4.van de WEB aangaande onderwijsbijdragen.
• Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*. • Na een jaar onderzoekt de inspectie het herstel van de tekortkoming op het gebied van de schoolkosten.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de cp-code, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 5 van 46
Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben we nog onderzoeken naar kwaliteitsverbetering (okv's) in uitvoering dan wel in onze planning staan. Het gaat om okv's die we uitvoeren vanwege eerder tijdens kwaliteitsonderzoeken geconstateerde tekortkomingen in de onderwijs- of examenkwaliteit. Het gaat om een okv bij één opleiding vanwege zeer zwak onderwijs, namelijk bij de opleiding Autotechnicus. Daarnaast betreft het een okv bij de opleiding Sport & Bewegen, vanwege onvoldoende opbrengsten en een okv bij de opleiding Administratief medewerker vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat aanvullende toezichtactiviteiten nodig zijn. De combinatie van enerzijds de risico’s die we zien op het gebied van de financiële continuïteit, de stabiliteit van de organisatie en het management, de opbrengsten en de kwaliteit van de examinering en anderzijds de onvoldoende kwaliteitsborging maakt dat we uitkomen op het hierna omschreven nader onderzoek. Onderzoek door de inspectie De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om aanvullend onderzoek te doen bij vier opleidingen in de sectoren Uiterlijke verzorging, Zorg, Cultuur en Techniek. Hierbij gaat het om respectievelijk de opleidingen Schoonheidsspecialist niveau 3, Verzorgende IG niveau 3, Artiest niveau 4 en Analist niveau 4. De opbrengsten zijn daar namelijk laag. Dit onderzoek wordt uitgevoerd op het kwaliteitsgebied 1 onderwijsproces, kwaliteitsgebied 2 examinering en diplomering, kwaliteitsgebied 3 opbrengsten en kwaliteitsgebied 4 kwaliteitsborging. Binnen zes maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling worden de onderzoeken uitgevoerd. We maken nadere afspraken over de uitvoering van deze onderzoeken. De inspectie zal tevens een onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de afdeling vwo in het vavo. De aanleiding om dit onderzoek te doen wordt gevormd door de risico's die de inspectie ziet op basis van opbrengstgegevens en de kwaliteitsborging bij deze afdeling. Binnen zes maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling wordt het onderzoek uitgevoerd. We maken nadere afspraken over de uitvoering van dit onderzoek. Onderzoek door de instelling De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om de instelling te vragen zelf een analyse uit te voeren bij drie opleidingen in de sectoren Uiterlijke verzorging, ICT en Economie & Administratie, vanwege onvoldoende opbrengsten. Het gaat om de opleidingen Kapper niveau 2, ICT- en mediabeheer niveau 4 en Medewerker marketing en communicatie niveau 4. Hiermee sluiten we aan op de planning van de afdeling Audit & Control, zoals die er al was ten tijde van het onderzoek. Binnen drie maanden na vaststelling van het rapport van de Staat van de instelling wordt de analyse uitgevoerd om te achterhalen wat de oorzaken zijn van de achterblijvende opbrengsten. De rapportage, waarin tevens de resultaten zijn opgenomen van reeds ingezette verbeteractiviteiten, wordt aan de inspectie toegestuurd. De inspectie volgt de uitvoering van de analyse en bespreekt de resultaten met de instelling.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 6 van 46
3 Instellingsbrede resultaten In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico's zijn bij de instelling. 3.1 Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied
Goed
Voldoende
4. Kwaliteitsborging
Onvoldoende •
Slecht
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspect 4.1 Sturing * 4.2 Beoordeling * 4.3 Verbetering en verankering * 4.4 Dialoog en verantwoording
Voldoende • • •
Onvoldoende
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor de normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging is als onvoldoende beoordeeld. Bij ons oordeel hebben we niet alleen de bevindingen bij de steekproefopleidingen betrokken, maar ook de bevindingen bij de gesprekken met de directies over de risicoanalyse en de instellingsbrede zelfevaluatie die veel meer opleidingen bestrijkt. De kwaliteitsborging wordt bij Zadkine centraal aangestuurd vanuit het Onderwijsplein en is op het moment van het onderzoek nog volop in ontwikkeling. Het is duidelijk dat de basis gelegd is: het kwaliteitszorgsysteem is geïmplementeerd en bevat in principe alle ingrediënten voor het doorlopen van een volledige cyclus. Daarbij zijn echter nog verbeteringen noodzakelijk, met name ten aanzien van de beoordeling: de uitwerking van de evaluatie is nog niet volwaardig en de monitoring vertoont nog tekortkomingen. Op instellingsniveau zijn er diverse visiestukken en het strategisch beleidsplan, die het uitgangspunt vormen voor de plannen per lokaal opleidingencentrum (LOC) en de domeinplannen. In lijn met het beleid ligt de verantwoordelijkheid voor de nadere invulling van de teamplannen en de Zadkine-breed ontwikkelde documenten, zoals de SLB-wijzer, bij de teams. We hebben geconstateerd dat de teamplannen in redelijke mate op deze instellingsbrede plannen zijn afgestemd. Daarnaast leveren de zelfevaluaties op instellings-, LOC-, domeinniveau en met name die op teamniveau input voor de teamplannen. De teamplannen worden in afstemming met de teams geschreven. Deze werkwijze lijkt het kwaliteitsbesef en denken bij alle medewerkers, zoals we dit hebben ervaren tijdens de onderzoeken,
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 7 van 46
aangewakkerd te hebben. Deze systematiek is vanaf begin 2012 ingezet en zit goed in elkaar, maar de cyclus is nog niet overal geheel doorlopen. Daarbij hebben we geconstateerd dat de beoordeling nog onvoldoende tot zijn recht komt, doordat het zelfkritisch vermogen nog aangescherpt moet worden. De zelfevaluaties geven nu nog niet altijd een voldoende realistisch beeld van de stand van zaken. Dit is echter wel noodzakelijk om tijdig verbeteractiviteiten te plannen, prioriteiten te kunnen stellen en haalbare doelen te formuleren. We hebben in de plannen veelal smartgeformuleerde doelen gezien, maar dit is bij enkele teams nog voor verbetering vatbaar. Dit hangt samen met een nog te verbeteren monitoring op al eerder geplande en ingezette verbeteracties. Naast de informatie vanuit de afdeling Audit & Control beschikken het college van bestuur, de LOC-directeuren en het teammanagement over relevante en actuele sturingsinformatie via het managementinformatiesysteem ZICMIS. Dit systeem werkt en is in principe toegankelijk tot op teamniveau. De toegankelijkheid van het systeem moet echter nog verbeterd worden, om zo tot optimale monitoring te kunnen komen. Ook het opbrengstgericht werken op teamniveau is hierdoor nog niet altijd optimaal. Een sterk punt binnen de kwaliteitsborging is de onafhankelijk opererende afdeling Audit & Control. Op basis van opbrengstgegevens en informatie vanuit de monitoring voert deze afdeling onderzoeken en audits uit. Per half jaar wordt aan de hand van een risico-inschatting hiervoor een planning opgesteld, waarbij het ook mogelijk is dat een programmamanager en/of teamleider een verzoek indient voor het uitvoeren van een audit bij een opleiding. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt met andere onderwijsinstellingen om in samenwerkingsverband audits uit te voeren. De kwaliteitszorg is organisatorisch duidelijk belegd. Er wordt ook volgens de instellingsbrede systematiek gewerkt, maar de uitwerking daarvan is nog niet overal tot in detail gerealiseerd. Hoewel bij drie van de vijf onderzochte opleidingen is gebleken dat de systematiek van de kwaliteitszorg nog consequenter gevolgd dient te worden, zijn verbetering en verankering over de gehele instelling als voldoende beoordeeld. In sommige plannen zijn nog verbeteringen nodig in prioriteitstelling of het formuleren van concretere doelen. In de praktijk van de onderzochte opleidingen hebben we geconstateerd dat er wel degelijk prioriteiten zijn gesteld en er ook daadwerkelijk verbeteringen zijn aangebracht in de kwaliteit van het onderwijs. De interne dialoog met studenten wordt vormgegeven in panelgesprekken waarbij incidenteel terugkoppeling aan studenten wordt gegeven van resultaten van tevredenheidonderzoeken. De terugkoppeling van de aanpak en effecten van verbeteractiviteiten kunnen hierin nog wel een prominentere plaats krijgen. Het management informeert de teams goed over lopende zaken en ontwikkelingen, waarmee (teveel) onrust, bijvoorbeeld als gevolg van bezuinigingen, voorkomen wordt. Er zijn als gevolg van de financiële situatie afgelopen jaar bezuinigingsmaatregelen genomen, desondanks heeft het personeel een positieve instelling, men zet de schouders eronder om goede opleidingen aan te kunnen bieden. Periodiek worden het management, het college van bestuur en het algemeen bestuur geïnformeerd. Daardoor is er zicht op de risico’s en tekortkomingen. Naar buiten toe wordt verantwoording afgelegd via het jaarverslag. Daarnaast vindt er op domein- en opleidingsniveau overleg plaats met het bedrijfsleven en (branche)organisaties. Daarbij worden ontwikkelingen in de praktijk en in het onderwijs met elkaar besproken.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 8 van 46
3.2 Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico's in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Mate van risico's
Enkele
Veel •
Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van het onderwijs schatten we in als geen tot gering. Bij eerdere onderzoeken, vorig jaar, was de kwaliteit van het onderwijs bij één van de opleidingen onvoldoende. Bij de vijf onderzochte opleidingen is de kwaliteit van het onderwijs als voldoende beoordeeld. Dit beeld strookt met de instellingsbrede resultaten voortkomend uit de kwaliteitszorgsystematiek van de instelling, al heeft deze wel enige verschillen aangetoond tussen de opleidingen. Kwaliteit examinering We zien gering tot matig risico voor de kwaliteit van de examinering. Hoewel de kwaliteit van de examinering regelmatig wordt gemeten, blijkt dat sommige punten niet worden gesignaleerd. Ook worden verbeteractiviteiten niet altijd voldoende gemonitord. Bij twee van de vijf onderzochte opleidingen blijkt de kwaliteit slecht te zijn. In 2011 was de kwaliteit van de examinering bij één opleiding onvoldoende. Op basis van de instellingsbrede zelfevaluatie lijkt het hier te gaan om incidentele problemen per opleiding die niet instellingsbreed voorkomen.
Opbrengsten Ten aanzien van de opbrengsten zien wij een matig tot hoog risico binnen het mbo. De gemiddelde opbrengsten bij Zadkine liggen onder het landelijk gemiddelde. Dat geldt weliswaar ook voor de andere roc's in de vier grote gemeenten, maar daarbij zijn de opbrengsten van Zadkine de laagste. De instelling heeft een analyse gemaakt van de opbrengsten, gerelateerd aan het percentage studenten dat afkomstig is uit de zogenaamde apc-gebieden. Daarmee is een deel van de achterblijvende opbrengsten te verklaren, maar de resultaten van Zadkine blijven ook achter bij de instellingen met vergelijkbare percentages studenten uit apcgebieden. De opbrengsten zijn in 2010-2011 nog ongeveer anderhalf procent gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Op basis van deze opbrengstgegevens zijn er 19 opleidingen die een zeer ernstig risico vertonen. De instelling had dit ook zelf geconstateerd. Bij een groot deel van de opleidingen zijn de oorzaken bij het management bekend. Bij een aantal opleidingen liggen de oorzaken in beëindiging van de opleiding, uitwisseling met een naburig roc of sterke groei van het aantal studenten. Bij de meeste opleidingen zijn analyses gemaakt en maatregelen genomen. Bij een zevental opleidingen is dat echter minder duidelijk gebeurd en ziet de inspectie de noodzaak om een onderzoek uit te voeren of de instelling zelf een nadere analyse te laten maken. De achterblijvende opbrengsten komen voor bij verschillende branches. Uiterlijke verzorging, Zorg, Welzijn, Cultuur en Handel en Administratie blijven in dat opzicht het meest achter.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 9 van 46
Bij het vavo variëren de risico’s per afdeling. Op basis van de opbrengsten bij vmbo–t zien wij geen tot enkele risico's. Dat geldt ook voor de afdeling havo. Hier liggen de gemiddelde ce–cijfers onder de norm terwijl het verschil se-ce gering is. Volgens het management zijn de ce–cijfers van 2012 gestegen tot op de norm. Bij de afdeling vwo is echter sprake van matig tot hoog risico. Het ce–cijfer ligt duidelijk onder de norm en het verschil se–ce is groot. Volgens het management is dat verschil in 2012 wel minder, maar nog te groot. Daarnaast zijn er risico’s in de kwaliteitsborging. Het vavo kent een eigen systematiek (niet Zadkine-breed) die nog niet geheel sluitend is. Arbeidsmarktperspectief We schalen het risico op dit punt in op geen tot gering. Er zijn twee nieuwe opleidingen gestart in september 2012, namelijk de opleiding Human technology en de opleiding Railvoertuig servicemonteur. De laatstgenoemde opleiding wordt uitgevoerd in samenwerking met het Albeda college. Het is een sterk punt dat uit de toelichting op deze nieuw gestarte opleidingen blijkt dat er in beide gevallen een gedegen voortraject heeft plaatsgevonden om een goed beeld te kunnen vormen bij het arbeidsmarktperspectief. Hierbij zijn het werkveld, de kenniscentra en andere onderwijsinstellingen, zowel mbo als hbo, intensief betrokken. Ook heeft er marktonderzoek plaatsgevonden, waaruit bleek dat er grote behoefte is aan arbeidskrachten voor deze functies. Tot slot is de invulling van de opleidingen gedegen afgestemd op de desbetreffende kwalificatiedossiers. Een ander sterk punt is dat uit het gesprek over de risicoanalyse bleek dat het management ook bij bestaande opleidingen zeer bewust omgaat met de arbeidsmarktrelevantie. Een voorbeeld daarvan is het vaststellen van een maximum aantal studenten dat aan bepaalde opleidingen kan beginnen. Tevens zijn er opleidingen uitgewisseld tussen Zadkine en het Albeda college. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Onze conclusie is dat er geen tot gering risico is ten aanzien van de tevredenheid. Zadkine onderzoekt jaarlijks de studenttevredenheid met een eigen meetinstrument. Er is besloten om deel te gaan nemen aan de tweejaarlijkse JOB/ODIN enquête en in de tussenliggende jaren het eigen instrument te gebruiken. De studenten blijken redelijk tevreden te zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Eenmaal per twee jaar wordt de tevredenheid van de medewerkers gemeten. De laatste rapportage (februari 2011) geeft een redelijke tevredenheid aan, met op enkele punten een duidelijke verbetering ten opzichte van de vorige meting. De arbeidsomstandigheden, de werkplek en de werkdruk zijn onderwerpen die het laagst scoren (51 tot 58 procent). Eind 2012 wordt opnieuw gemeten. Het onderzoek naar de tevredenheid van bedrijven in 2011 heeft een te lage respons opgeleverd en daarmee zijn de resultaten niet representatief. Wel zijn enkele punten uit het onderzoek als verbeterpunt opgenomen, zoals de onbekendheid over de examensystematiek en de aansluiting van de theorie op de praktijk. Stabiliteit organisatie en management We schalen het risico op dit punt in op gering tot matig. Zadkine is enkele jaren verwikkeld geweest in een organisatieverandering. Deze verandering is doorgevoerd en houdt in dat teams zijn ondergebracht in lokale opleidingencentra (LOC's). De aansturing van de teams vindt plaats door een teamleider, die aangestuurd wordt door een onderwijsleider. De programmamanagers zijn verantwoordelijk voor
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 10 van 46
de onderwijsinhoud (domeinbreed). De LOC-directeur stuurt de onderwijsleiders en programmamanagers aan. Ondanks dat deze structuur duidelijk is voor de teams, levert deze matrixorganisatie extra overleg en soms onduidelijkheid op. Met de bezuinigingsmaatregelen is een deel van het personeel, zowel docenten als onderwijsondersteunende medewerkers, ontslagen, met name bij Educatie en zijn teams verplaatst. In de zomervakantie 2012 is een groot aantal teams verhuisd. Tevens zijn teamleiders verplaatst naar andere teams. Met het naburige roc zijn enkele opleidingen uitgewisseld, waarbij ook personeel overgegaan is. Afgelopen zomer is het college van bestuur vervangen door een nieuwe voorzitter en een financieel directeur. De situatie lijkt op het moment van het onderzoek gestabiliseerd. Er zijn echter nieuwe bezuinigingsmaatregelen aangekondigd als gevolg van de nijpende financiële situatie. Dit zal tot gevolg hebben dat er wederom in de personele formatie gesneden zal worden. Daarmee kan opnieuw een situatie van onstabiliteit ontstaan. Positief in dit geheel is dat het personeel tot het moment van het onderzoek zich positief en coöperatief opstelt. Financiële continuïteit Elk jaar voert de inspectie een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij kijken we naar drie kengetallen: liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. Daarnaast zijn deze zomer alle mbo-instellingen betrokken in het onderzoek naar 'de financiële positie van het mbo'. Hierbij is gebruik gemaakt van de jaarrekening 2011 en aanvullend opgevraagde informatie over investeringsplannen voor huisvesting en derivaten. Zadkine heeft over verschillende jaren een negatieve rentabiliteit gerealiseerd, die in 2011 en 2012 fors negatief werd als gevolg van het wegvallen van baten, een te hoog kostenniveau en de vorming van de noodzakelijke reorganisatievoorzieningen. Zadkine had in 2011 nog een redelijke solvabiliteit, maar moest wegens een liquiditeitstekort in 2012 zijn vreemd vermogen herfinancieren. In deze herfinanciering is een langlopende lening afgewikkeld, evenals een bijbehorend rentederivaat ter dekking van het renterisico. Het derivaat had een negatieve marktwaarde. De inspectie heeft op grond van deze ontwikkelingen het risico ten aanzien van de financiële continuïteit beoordeeld als hoog. Zadkine heeft een herstructureringsplan opgesteld, gericht op een financieel gezonde bedrijfsvoering en een spoedig herstel tot een gezonde financiële positie. De belangrijkste onderdelen van dat verbeterplan zijn een sanering van de verliesleidende activiteiten en het verkleinen van de organisatie via een reorganisatie van zijn personeelsbestand en huisvesting. De inspectie volgt de uitvoering van het herstructureringsplan op de voet. Daartoe maakt zij voor een aantal indicatoren prestatieafspraken met Zadkine. Samengevat Uit de onderzoeken en de risicoanalyse blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs voldoende is. Het personeel is doorgaans erg betrokken bij de opleiding en de branche en weet dat ook over te brengen op de studenten. Er heerst een sfeer van aanpakken en niet zeuren. De kwaliteitsborging is systematisch van opzet, maar is nog niet overal tot op de werkvloer systematisch uitgewerkt. Ook in de plannen, die er op alle niveaus zijn, kan nog verbetering worden aangebracht. De evaluatie laat nog te wensen over. Centraal in de instelling wordt duidelijk opbrengstgericht gewerkt, maar dat zou in sommige teams nog meer de leidraad moeten worden. We komen uit op veel risico's vanwege het hoge aantal opleidingen met een zeer ernstig risico bij de opbrengsten, de situatie rondom de financiële continuïteit, de
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 11 van 46
gering tot matig ingeschatte risico's bij de examenkwaliteit en de stabiliteit van organisatie en management. Tegelijkertijd is de kwaliteitsborging onvoldoende. Bij een deel van de opleidingen met risico's bij de opbrengsten zijn de oorzaken daarvan onvoldoende bekend bij het management. Bovendien bleek bij twee van de onderzochte opleidingen de examenkwaliteit slecht te zijn. Het financiële risico heeft mogelijk ook gevolgen voor de onderwijskwaliteit.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 12 van 46
4 Resultaten per opleiding In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing. 4.1 Helpende zorg & welzijn Het kwaliteitsonderzoek bij Helpende zorg & welzijn, 92640, niveau 2, locatie Zadkine Zuid-Hollandse Eilanden heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. 2. 3. 4.
Goed
Voldoende
Onderwijsproces Examinering en diplomering Opbrengsten Kwaliteitsborging
Onvoldoende
Slecht
• • • • Voldoet
5.Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet •
Het kwaliteitsgebied naleving wettelijke vereisten is niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten met betrekking tot herhalingsmeldingen VSV en de schoolkosten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • • • •
pagina 13 van 46
Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Voldoende
Onvoldoende
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding kent een flexibel programma, waardoor studenten in staat worden gesteld hun opleiding in anderhalf jaar af te ronden en door te stromen naar niveau 3. Het team heeft een veranderingsproces doorlopen: de teams van welzijn en zorg zijn samengevoegd en wisselen nu onderling expertise uit. Het team toont betrokkenheid bij de doelgroep en heeft zicht op de geformuleerde speerpunten van onderwijs, examinering en kwaliteit, zoals voor dit jaar de studieloopbaanbegeleiding (slb). Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Dit jaar wordt voor het eerste jaar met een herzien programma gewerkt waarin het onderwijs modulair is opgezet om zo de student meer structuur te bieden en de studieloopbaanbegeleiding in het onderwijs op te nemen. Binnen het programma is er ruimte voor differentiatie. De duur van de opleiding is flexibel en de slb'er geeft waar nodig extra ondersteuning. Het maatwerk is dus voldoende, maar een aandachtspunt betreft de extra lessen rekenen en Nederlands. Deze worden op een vast moment in de week gepland, waardoor studenten die stage lopen deze lessen nooit bij kunnen wonen; nu komt deze taak bij de slb'er terecht en niet bij de docenten rekenen en Nederlands. De didactische en pedagogische aanpak wordt door de docenten onderling besproken. Naast een afwisseling in werkvormen hanteert het team een vaste structuur in de lessen, wat voor deze studenten van groot belang is. Ook zijn de docenten actief met de studenten bezig om ze bij vragen te stimuleren zelf na te denken. Bij de intake is er aandacht voor de zorg die een student gedurende de opleiding nodig heeft. Een kopie van het intakedossier en het dossier van de aanleverende school gaat naar de slb'er. Zadkine-breed is de slb-wijzer ontwikkeld, waaraan het team een nadere invulling geeft en waar nodig wordt er scholing verzorgd voor de slb'ers. Het is een sterk punt dat er naast het zorg- en adviesteam een structureel zorgoverleg bestaat waar deelnemersbegeleiders en slb'er aan deelnemen. De deelnemersbegeleiders nemen de plaats in tussen de slb'er en de tweedelijnszorg: zij bieden ondersteuning en begeleiding wanneer meer expertise noodzakelijk is. De contacten met het werkveld zijn intensief. Desondanks kost het ieder jaar moeite om de studenten zonder vertraging te plaatsen op een stageplek. Er is aandacht voor het krijgen van meer vaste stageplekken voor niveau 2 studenten; hiervoor is een doelstelling opgenomen in het team(meer)jaarplan 2011-2014. Examinering en diplomering Bij examinering en diplomering wordt er duidelijk onderscheid gemaakt tussen de ontwikkelgerichte toetsing en de examinering; ook voor studenten is dit onderscheid helder. De examinering bestaat uit een mix van verschillende examenvormen. Het consistent toepassen van dezelfde terminologie en de keuze van termen in de beoordelingsformulieren, zoals 'waargenomen', verdient nog aandacht.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 14 van 46
Daarnaast passen in sommige gevallen de criteria op de, overigens verder voldoende beoordelingsformulieren, niet exact bij de examenvorm. Deze problemen zijn onderkend en er is gekozen om vanaf dit jaar Prove2move in te kopen. Bij de beoordelingswijze wordt de onafhankelijkheid vormgegeven door in de praktijk de rollen van werkbegeleider en beoordelaar te scheiden. De beoordeling vindt plaats door twee beoordelaars. De examencommissie heeft, behalve op een goed verloop van deze beoordelingswijze en de afname, ook goed zicht op het overige proces van examinering tot en met diplomering en neemt haar verantwoordelijkheid met betrekking tot de kwaliteit van de examinering. Een voorbeeld hiervan is dat de examencommissie, na grondig onderzoek, de keuze heeft gemaakt voor een ander exameninstrumentarium. Een aandachtspunt is het vastleggen van verbeteracties, dit gebeurt te weinig structureel. Voor de examinering van Nederlands zijn zelf ontwikkelde exameninstrumenten ingezet die, behalve het onderdeel taalverzorging, voldoen. Binnen de schrijfopdracht is het onderdeel taalverzorging onvoldoende opgenomen, waardoor dit onderdeel niet volwaardig beoordeeld kan worden. Inmiddels koopt de opleiding, in aansluiting op Zadkine-breed beleid, het exameninstrumentarium voor Nederlands in bij uitgeverij Deviant. De waardering voor Nederlands weegt nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 77,8 procent en een diplomaresultaat van 67,8 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011, zijn de resultaten van de cp-code ovd23, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging Het teamplan is afgestemd op het instellingsbrede strategisch plan en het LOC- en domeinplan. Deze plannen hebben betrekking op alle sturingslagen en hangen onderling met elkaar samen. Daarnaast zijn de uitkomsten van de, mede door het team, ingevulde zelfevaluatie in het teamplan verwerkt. Een aandachtspunt is nog het meer smart formuleren van de doelen. De acties en de daaraan gekoppelde kwaliteitseisen zijn wel duidelijk in het teamplan opgenomen; zo ook bij wie de acties zijn belegd. Instellingsbreed worden tevredenheidonderzoeken onder studenten, stagebieders en medewerkers uitgevoerd. Ook vinden er panelgesprekken met studenten plaats. De resultaten hiervan worden aan de teams ter beschikking gesteld. Ook deze gegevens zijn meegenomen in het teamplan. De opleiding volgt zodoende de instellingsbrede kwaliteitszorgsystematiek en inhoudelijk is het team verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg. Deze verantwoordelijkheid is duidelijk belegd en maakt dat het doorlopen van de kwaliteitszorgcyclus bij deze opleiding deel uit maakt van de dagelijkse gang van zaken. Aan de deskundigheidsbevordering wordt voldoende invulling gegeven. Ondermeer door diverse scholingen, zoals in het jaar 2012-2013 bijvoorbeeld voor de intakers, toetsconstructeurs en vaststellers. Daarnaast worden de deskundigheid en ontwikkelbehoeften van docenten gevolgd door het voeren van ontwikkelgesprekken. De praktijkbegeleiders worden eens per jaar bijgeschoold. De interne en externe dialoog vindt plaats en een sterk punt daarbij is de informatievoorziening van het management naar het team. Doordat het team actief en open geïnformeerd wordt over de instellingsbrede ontwikkelingen, heerst er rust en duidelijkheid in het team.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 15 van 46
Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen wat betreft de vervolgmeldingen vsv en de schoolkosten. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim voor deelnemers zonder geldige reden. Als het ongeoorloofd verzuim voortduurt na 16 uur binnen 4 opeenvolgende lesweken voor studenten vindt tevens geen vervolgmelding plaats (artikel 21a Leerplichtwet 1969). Voor leerplichtige studenten geldt dat na de eerste 16 uur ongeoorloofde afwezigheid een vervolgmelding plaats dient te vinden, zodra binnen een periode van vier weken weer 16 uur ongeoorloofd verzuim is opgebouwd. Dit dient steeds opnieuw te worden gemeld, ongeacht of er een actie vanuit de instelling of leerplichtambtenaar loopt. Wanneer een leerplichtige na de eerste melding helemaal niet meer op school verschijnt en als gevolg daarvan meerdere keren per week 16 uur afwezigheid overschrijdt en dus melding aan de orde zou zijn, kan worden volstaan met een wekelijkse vervolgmelding in plaats van na iedere 16 uur afwezigheid opnieuw te melden. Na herhaalde overschrijding van de termijn door de student stuurt de opleiding de absentieregistratie van de betreffende student naar de leerplichtambtenaar. Dit volstaat echter niet; de opleiding dient toch een vervolgmelding te doen bij herhaalde overschrijdingen van de termijn. Schoolkosten De opleiding voldoet wat betreft de schoolkosten niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Studenten wordt contributie in rekening gebracht voor algemene leermiddelen bovenop het wettelijke les- of cursusgeld. Het is niet toegestaan om het onderwijs afhankelijk te stellen van andere geldelijke bijdragen dan het wettelijk bepaalde les- of cursusgeld. Daarnaast is het alleen mogelijk om voor extra faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding of het behalen van een diploma een vrijwillige bijdrage te vragen.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 16 van 46
4.2 Assistent operator (Basisoperator) Het kwaliteitsonderzoek bij Assistent operator (Basisoperator), 90452, niveau 1, locatie Zadkine Haven heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. 2. 3. 4.
Goed
Voldoende
Onderwijsproces Examinering en diplomering Opbrengsten Kwaliteitsborging
Onvoldoende
Slecht
• • • • Voldoet
5.Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet •
De kwaliteitsgebieden opbrengsten en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van schoolkosten en kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage V is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 17 van 46
Beschouwing Algemeen De opleiding basisoperator (bbl leerweg) is een kleine opleiding die voor het merendeel van de ingeschreven studenten in company wordt gegeven. Doordat het onderwijs in het bedrijf wordt verzorgd en goed aansluit op het dagelijkse werk van de studenten, is de betrokkenheid en de motivatie van de studenten hoog. De wekelijkse aanwezigheid van docenten in het bedrijf zorgt ervoor dat de lijnen kort zijn en signalen en ontwikkelingen snel opgepakt worden. Dit biedt goede mogelijkheden om direct in te spelen op het studietempo en het niveau van de student. Ondanks deze opzet zijn de opbrengsten laag en dit gegeven blijft in de kwaliteitszorgsystematiek nog onderbelicht. Onderwijsproces De kwaliteit van het onderwijsproces is voldoende. Het lesmateriaal is afgestemd op het kwalificatiedossier en het onderwijs wordt gestructureerd en op maat aangeboden. De meerwaarde van de opleiding is voor de studenten duidelijk zichtbaar: ze leren het dagelijks werk in de context van het gehele productieproces van het bedrijf te plaatsen. De lessen bestaan hoofdzakelijk uit zelfstandig werken, hetgeen gestructureerd plaatsvindt. Daarbij is de interactie tussen docent en studenten effectief, functioneel en goed afgestemd op het niveau van de studenten. Ook de differentiatie in leerstijl en leertempo is op maat van de student. De ondersteuning en begeleiding van de studenten is effectief: studenten kunnen de docent gemakkelijk benaderen voor leervragen, waardoor bijsturing door de docent op natuurlijke wijze verloopt. Studenten krijgen bij de intake voldoende voorlichting en worden voor plaatsing getoetst op kennis en niveau. De begeleiding en informatievoorziening tijdens de opleiding zijn goed; de lijnen met de praktijkbegeleider en de docent zijn erg kort waardoor ontwikkelingen of zorgpunten snel gesignaleerd worden. Desondanks heeft het team besloten om de studieloopbaanbegeleiding meer te structureren. Onlangs is besloten om minimaal vier keer per jaar een voortgangsgesprek met studenten te introduceren. Ook wil het team de rol van het portfolio binnen de opleiding versterken. Examinering en diplomering Er is een duidelijk onderscheid tussen voortgangstoetsen en de proeve van bekwaamheid. Het ingekochte exameninstrumentarium van de VAPRO is eerder beoordeeld en deels voldoende bevonden en deels getypeerd als kadertoetsing, wat vraagt om nadere invulling door de opleiding. De examinering is telkens op de situatie van het bedrijf afgepast en we hebben kunnen constateren dat met deze invulling de dekking voldoet. Dit geldt ook voor de transparantie al is het een aandachtspunt dat de afspraken die gelden voor de afname van de proeve van bekwaamheid, zoals het stilleggen van een examen uit veiligheidsoogpunt, niet opgenomen zijn in de richtlijnen voor de beoordelaar; dit kan ten koste gaan van de uniformiteit in de afname. De beoordeling van de proeve van bekwaamheid vindt objectief plaats in de beroepspraktijk van de student. Voor de totstandkoming van het oordeel stemmen de assessor en de praktijkbegeleider hun afzonderlijke oordelen af, om te komen tot één gedragen oordeel. Zadkine heeft overigens in samenwerking met enkele andere onderwijsinstellingen een nieuw opleidingsmodel met onderwijs- en examenmateriaal voor de sector procestechniek ontwikkeld, het 'werkend leren in de procestechniek' (WLP). Het WLP-model zal het materiaal van de VAPRO, dat nog voor het cohort 20102011 wordt toegepast, vervangen.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 18 van 46
Voor Nederlands koopt de opleiding de examinering voor de vaardigheden Lezen en Luisteren in bij Uitgeverij Instruct. Deze examens zijn onvoldoende bevonden omdat een tijdslimiet ontbrak, waardoor het niveau niet geborgd is. Het zelf ontwikkelde exameninstrumentarium voor de overige vaardigheden voldoet. Inmiddels koopt de opleiding, in aansluiting op Zadkine-breed beleid, het exameninstrumentarium voor Nederlands in bij uitgeverij Deviant. De waardering voor Nederlands weegt nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. De examencommissie is onlangs met drie externe leden uit het bedrijfsleven uitgebreid. Deze leden spelen een actieve rol in de borging van de kwaliteit van de examinering. Zo wonen zij steekproefsgewijs en onaangekondigd de afname van proeven van bekwaamheid bij. De besluitvormingsprocedure die de examencommissie hanteert ten aanzien van de diplomering is omkleed met verschillende checks and balances en volstaat om te komen tot gedegen diplomabeslissingen. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 20,0 procent en een diplomaresultaat van 25,0 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code com48, niveau 1 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging binnen deze opleiding is onvoldoende, omdat de beoordeling en de verbetering en verankering als onvoldoende zijn beoordeeld. Het teamplan is afgestemd op het instellingsbrede strategisch plan, het LOC- en met name het domeinplan. Deze plannen hebben betrekking op alle sturingslagen en hangen onderling met elkaar samen. Daarnaast zijn de uitkomsten van de zelfevaluatie in het team besproken en voor dit schooljaar opgenomen in een activiteitenplan. De doelen kunnen echter meer smart geformuleerd worden. Bij de opleiding is de borging van de kwaliteit onvoldoende verankerd, de pdcacyclus wordt niet altijd volledig doorlopen. Daarnaast zou het vastleggen van afspraken in een volgsysteem de overdraagbaarheid en ontsluiting van informatie verbeteren. Dit geldt zowel voor informatie over studenten als bijvoorbeeld voor werkprocedures die docenten of assessoren dienen te volgen. Kwaliteitsverbeteringen worden wel doorgevoerd, maar komen op dit moment vooral ad hoc tot stand. Daarbij blijven de onvoldoende opbrengsten onderbelicht. Het opleidingsmanagement is zich terdege bewust van de opbrengstcijfers, maar uit het activiteitenplan en het teamjaarplan (2011-2012) blijkt dat er in onvoldoende mate een concrete aanpak is opgenomen gericht op het verhogen van de opbrengsten. Deskundigheidsbevordering wordt ondermeer gevolgd doordat de teamleider zicht houdt op het team door de bedrijfslocaties regelmatig te bezoeken. Ook de deskundigheid van de externe beoordelaars wordt gevolgd door de onaangekondigde bezoeken door examencommissieleden aan de afnamen van de proeven van bekwaamheid. Daarnaast hebben docenten trainingen gevolgd dan wel coaching gehad, gericht op het beroepsgerichte onderwijs en leren. De deskundigheidsbevordering dient echter nog beter afgestemd te worden op de uitkomsten van onderzoek naar de onderwijskwaliteit. Instellingsbreed worden tevredenheidonderzoeken onder studenten, stagebieders en medewerkers uitgevoerd. Ook vinden er panelgesprekken met studenten plaats. De resultaten hiervan worden aan de teams ter beschikking gesteld.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 19 van 46
De interne en externe dialoog vindt op opleiding- en brancheniveau plaats. Het is een goed punt dat studenten na het uitvoeren van een enquête over de uitkomsten geïnformeerd zijn. Wettelijke vereisten Schoolkosten De opleiding voldoet wat betreft de schoolkosten niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Studenten wordt contributie in rekening gebracht voor algemene leermiddelen bovenop het wettelijke les- of cursusgeld. Het is niet toegestaan om het onderwijs afhankelijk te stellen van andere geldelijke bijdragen dan het wettelijk bepaalde les- of cursusgeld. Daarnaast is het alleen mogelijk om voor extra faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding of het behalen van een diploma een vrijwillige bijdrage te vragen.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 20 van 46
4.3 Optiek (Opticien/Manager) Het kwaliteitsonderzoek bij Optiek (Opticien/Manager), 93652, niveau 4, locatie Zadkine West heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. Onderwijsproces
Goed
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
•
•
2. Examinering en diplomering
•
3. Opbrengsten
•
4. Kwaliteitsborging Voldoet
Voldoet niet
•
5.Naleving wettelijke vereisten
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt aangepast toezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging en schoolkosten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel op de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage VI is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4
Leertijd
1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2
Afname en beoordeling*
2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement
Voldoende
•
Beoordeling*
4.3
Verbetering en verankering*
• • • • •
• •
•
4.4 Dialoog en verantwoording • Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
•
• • •
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2
Onvoldoende
• • • •
pagina 21 van 46
Beschouwing Algemeen De opleiding Optiek (Opticien/Manager) is een betrekkelijk kleine opleiding. Het onderwijs wordt verzorgd door een klein en hecht team dat voor het beroepsgerichte deel bestaat uit docenten die zelf ervaring hebben opgedaan in de praktijk. Er heerst een goede sfeer. Opvallend is dat de studenten een sterke betrokkenheid hebben bij de opleiding en de beroepspraktijk. De kwaliteitszorg is echter nog te weinig systematisch. Onderwijsproces De opleiding beschikt over moderne technieken en is sterk op de praktijk gericht. Het programma is logisch opgebouwd met onderling goed afgestemde theorie- en praktijklessen. Door het kleine aantal studenten worden praktijklessen van niveau 2 en niveau 4 gecombineerd in de eerste twee leerjaren. Het maatwerk is echter te beperkt, omdat de opleiding een jaargroepensysteem hanteert waarbij de gehele groep hetzelfde programma volgt. Hierdoor kan een student niet sneller door de opleiding en voor betere studenten is er ook geen verdieping mogelijk. Voor studenten die achterstand dreigen op te lopen is er wel extra ondersteuning in de vorm van één tot twee lesuren per week. Studenten zijn tevreden over de lessen. Er is in afstemming met de studenten voor gekozen om de theorielessen frontaal klassikaal aan te bieden. Bij omgangskunde en talen wordt meer activerende didactiek toegepast. In de praktijklessen is daarentegen veel gelegenheid voor individuele ondersteuning en begeleiding. Afspraken over de toe te passen werkvormen zijn echter niet vastgelegd. Een aandachtspunt daarbij is de feedback op leeractiviteiten en resultaten tijdens de lessen. Deze is weinig gestructureerd en vindt deels op verzoek van de studenten plaats. Dit gebeurt wel structureel door de studieloopbaanbegeleider. De intake is afgelopen jaar aangescherpt. Er is in de voorlichting meer nadruk gelegd op de zwaarte van wis- en natuurkunde bij deze opleiding. De gegevens van de intake worden actief gebruikt bij de zorg en begeleiding tijdens de opleiding, zowel bij de eerstelijns als ook bij de tweede- en derdelijns zorg, waarvoor instellingsbreed een adequate voorziening is. Studenten worden goed voorbereid op de stage. De stageplaatsen zijn ruim voorhanden. De begeleiding zowel door de opleiding als door het bedrijf is voldoende. Doordat veel stagebieders ook oud-studenten van deze opleiding zijn, zijn ze doorgaans goed op de hoogte van de werkwijze van de opleiding. Examinering en diplomering In de examinering van de opleiding Opticien/manager zijn tekortkomingen bij de cesuur en de diplomering geconstateerd. De cesuur van de proeven ligt op kerntaakniveau en niet op werkprocesniveau en is daarom ontoereikend. De student kan slagen voor een kerntaak terwijl diverse werkprocessen binnen de kerntaak onvoldoende kunnen zijn. Daarnaast zijn kerntaak 2 en kerntaak 4 in een proeve opgenomen en kennen geen afzonderlijke cesuur. Hierdoor kunnen beide kerntaken elkaar compenseren. De cesuur van de voorwaardelijke toetsing is echter onvoldoende vastgelegd in relatie tot het kwalificatiedossier. De dekking van het kwalificatiedossier kan door het samenspel van voorwaardelijke toetsing en kwalificerende examinering als voldoende worden bestempeld. Na de uitgebreide voorwaardelijke toetsing van kennis, vaardigheden en de beoordeling van de werkboeken heeft het team al een helder beeld van de kwaliteiten van de student en kan de student deelnemen aan de kwalificerende proeven van bekwaamheid.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 22 van 46
De dekking van de kwalificerende proeven is onvolledig, maar wordt wel voldoende opgevangen door de voorwaardelijke toetsing. Deze opzet is ook duidelijk voor de student. De afname en beoordeling van de proeven wordt zorgvuldig uitgevoerd door twee docenten op de instelling of door een docent en een praktijkopleider op de werkplek van de student. Voor Nederlands en Engels worden de examens volledig ingekocht bij uitgeverij Deviant en worden ongewijzigd ingezet. Deze examens zijn eerder door ons bij de leverancier als voldoende beoordeeld. De besluitvorming over de examinering en diplomering ligt inhoudelijk vooral binnen het team. De teamleider en een docent treden in voldoende mate op als 'linking pin' tussen examencommissie en team. Ondanks dat de examencommissie op de hoogte is van de beperkte dekking van de kwalificerende proeven, neemt zij alleen deze proeven mee in de besluitvorming. Daardoor is deze besluitvorming onvoldoende. Daarnaast is er recent op basis van een evc-certificaat onterecht een diploma uitgegeven. De onderbouwing in het evc-certificaat was correct. Uit de conclusie bleek echter dat onvoldoende werkprocessen konden worden beoordeeld en dat daarvoor verder onderwijs noodzakelijk was. Ten tijde van het opstellen van het conceptrapport heeft de instelling deze omissie gecorrigeerd en heeft de kandidaat alsnog examen afgelegd. De examencommissie verlaat zich geheel op het oordeel van het team zonder verdere verificatie ten aanzien van de kwaliteit van instrumenten of werkwijzen van betrokkenen. De examencommissie heeft geen actie ondernomen op basis van de kennis dat de dekking onvoldoende was en was er niet van op de hoogte dat de cesuur van de kwalificerende proeven onvoldoende is. Bovendien richt de commissie zich nog onvoldoende op de deskundigheid van de beoordelaars in de beroepspraktijkvorming. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 75,6 procent en een diplomaresultaat van 76,9 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2009-2010 zijn de resultaten van de CP-code svg25, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging binnen deze opleiding is als slecht beoordeeld omdat zowel de sturing, de beoordeling als de verbetering en verankering als onvoldoende zijn beoordeeld. Het teamplan is afgestemd op het instellingsbrede strategisch plan en het LOC- en domeinplan. De plannen hebben betrekking op alle sturingslagen en hangen onderling met elkaar samen. Het teamjaarplan is echter vooral beschrijvend van aard, met globale doelstellingen waardoor moeilijk gemeten kan worden of de doelen werkelijk gehaald zijn. In een bijlage bij het teamplan is wel een taakverdeling binnen het team gemaakt, maar er zijn in het overzicht geen concrete activiteiten vastgelegd en het is niet duidelijk wanneer wat gereed moet zijn. Sturingsinformatie is beschikbaar via het managementinformatiesysteem van het roc. De continuïteit binnen het team is voldoende. Er heeft afgelopen zomer een wisseling van teamleider plaatsgevonden, maar de situatie is nu weer stabiel. Centraal in de instelling worden tevredenheidonderzoeken onder studenten, stagebieders en medewerkers uitgevoerd. Ook vinden er panelgesprekken met
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 23 van 46
studenten plaats. De resultaten hiervan worden aan de teams ter beschikking gesteld. Het systeem van zelfevaluaties is recentelijk ingevoerd. De beoordeling daarin is nog te mild, maar zonder concrete normering is het ook moeilijk om duidelijke oordelen te geven. Desondanks worden wel verbeteringen doorgevoerd, maar deze zijn niet vastgelegd in een verbeterplan en kunnen dan ook niet gemonitord worden. Ondanks dat het team niet beschikt over een scholingsplan, wordt er wel aandacht aan scholing besteed. Afgelopen jaar is er prioriteit gegeven aan een algemene scholing voor alle docenten en een teamtraining. Afgelopen jaar zijn met de studenten panelgesprekken gevoerd. Terugkoppeling van effecten van verbeteringen op korte en lange termijn en resultaten van de opleiding moeten daarbij nog een duidelijker plaats krijgen. Met het bedrijfsleven zijn er verschillende contacten: jaarlijks overleg met bpv-bieders en branchedagen met twee brancheorganisaties en kenniscentra. Daarbij worden ontwikkelingen en resultaten besproken. Wettelijke vereisten Schoolkosten De opleiding voldoet wat betreft de schoolkosten niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Studenten wordt contributie in rekening gebracht voor algemene leermiddelen bovenop het wettelijke les- of cursusgeld. Het is niet toegestaan om het onderwijs afhankelijk te stellen van andere geldelijke bijdragen dan het wettelijk bepaalde les- of cursusgeld. Daarnaast is het alleen mogelijk om voor extra faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding of het behalen van een diploma een vrijwillige bijdrage te vragen.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 24 van 46
4.4 Medewerker maatschappelijke zorg Het kwaliteitsonderzoek bij de opleiding Medewerker maatschappelijke zorg, 92650, niveau 3, locatie Zadkine West heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. 2. 3. 4.
Goed
Onderwijsproces Examinering en diplomering Opbrengsten Kwaliteitsborging
Voldoende
Onvoldoende
Slecht
• • -
•
Voldoet 5.Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet •
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en het niet naleven van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging en schoolkosten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage VII is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • •
• •
•
• •
-
• •
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 25 van 46
Beschouwing Algemeen De opleiding is nog betrekkelijk nieuw en klein van omvang. Het huidige eerste jaar kent een groei van het aantal studenten en daarbij heeft het team opgemerkt dat de leeftijd van de studenten toeneemt. Het team heeft het afgelopen jaar te kampen gehad met hoge uitval van docenten als gevolg van langdurig ziekte, waardoor het programma vooral voor de eerstejaars is verstoord. Inmiddels is het team weer op sterkte. Het team is gevarieerd, gedreven en volop in beweging, aangestuurd door een nieuwe teamleider. Het team is zich er terdege van bewust dat ze op de goede weg zijn, maar dat er ook nog het nodige moet gebeuren. Sinds de start van dit schooljaar heerst er een 'schouders eronder' mentaliteit, die de deuren open zet voor verdere ontwikkeling en verbetering van de opleiding. Onderwijsproces De lessen in deze opleiding zijn veelal goed gestructureerd en bieden alle ruimte voor interactie. In het eerste jaar moeten studenten wennen aan het integraal leren (zowel proces als inhoud); daardoor wordt het eerste jaar als vrij zwaar ervaren. De docenten zetten de studenten aan tot nadenken over de lesinhoud en laat hen reflecteren over hun gedrag, ontwikkeling en schoolprestaties. Ook de gestructureerde en gedegen studieloopbaanbegeleiding, waarbij de gegevens uit de intake worden betrokken, dragen hier aan bij. Als een student vervolgens meer zorg nodig heeft, zijn er goede voorzieningen voor tweede- en derdelijnszorg. Het is goed dat de intake en de voorlichting over de opleiding afgelopen jaar zijn verbeterd en deze worden door de studenten als adequaat ervaren. Er is te weinig sprake van maatwerk. De opleiding kent een jaargroepensysteem met een vast programma. Studenten met een opgelopen leerachterstand kunnen alleen in de volgende periode gebruik maken van inhaallessen. Er is ook geen verdieping of versnelling mogelijk. Het team heeft in het vizier dat er op een aantal punten nog verbeteringen nodig is; deze zijn reeds ingezet of staan voor dit jaar hoog op het prioriteitenlijstje. Zo is de plaatsing in de bpv in het schooljaar 2011-2012 voor de toenmalige eerstejaars studenten, mede als gevolg van uitval van de bpv-coördinator, niet goed gegaan. Veel studenten hebben daardoor te weinig stage gehad. Met een alternatief programma is een deel van de stagedoelen wel gerealiseerd en de overige worden in het (huidige) tweede jaar alsnog gerealiseerd. Het onderwijsprogramma voor het huidige eerste jaar is aangepast. De begeleiding door het bedrijf en door de opleiding is voldoende. Ook zijn de lessen in de algemene vakken niet altijd goed verlopen in het afgelopen jaar. Dat geldt zowel voor het aantal lessen als voor de afstemming op de examinering. Inmiddels is er een andere opzet voor het taal- en rekenonderwijs: de studenten worden opleidingoverstijgend ingedeeld in taal- en rekenniveaugroepen, waardoor de lessen beter afgestemd kunnen worden op de behoefte van de student. Examinering en diplomering De beroepsgerichte kwalificerende examinering bestaat uit twee onderdelen: een beoordelingsportfolio en een criteriumgericht interview. De nadere uitwerking van deze examenopzet is een cruciaal punt en maakt dat de beoordelingswijze niet volstaat. Daarnaast zijn de afname en beoordeling in de praktijk in onvoldoende mate betrouwbaar. Er is weloverwogen en in samenspraak met het werkveld, voor dit examenmodel gekozen. De voornaamste reden is het omgaan met de privacy van de veelal ingewikkelde doelgroep waar de medewerker maatschappelijke zorg in het
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 26 van 46
dagelijkse werk mee te maken heeft. Het is namelijk de bedoeling dat de student in de praktijk beoordeeld wordt door, bij voorkeur twee, beoordelaars van de stagebieder. De formulieren van deze praktijkbeoordelingen worden opgenomen in het beoordelingsportfolio dat beoordeeld wordt door twee assessoren van de opleiding, die vervolgens ook het criteriumgericht interview afnemen. Ondanks het feit dat er voldoende borging is voor de authenticiteit van de inhoud van het beoordelingsportfolio is uit het nader telefonisch onderzoek bij de stagebieders gebleken dat er onvoldoende zicht is op de afname en beoordeling in de praktijk; deze verlopen niet zoals beoogd door de opleiding. Voor de beoordelaar(s) in de praktijk zijn er geen richtlijnen waaruit blijkt hoe de beoordeling in de praktijk door de werkbegeleider(s) en/of praktijkopleider onderbouwd moet worden. Ook is er op de beoordelingsformulieren geen ruimte om de afname en beoordeling te onderbouwen. Zo verschaffen deze formulieren de assessoren (docenten van de opleiding) van het beoordelingsportfolio onvoldoende inzicht in hoe de beoordeling en de uitvoering in de praktijk hebben plaatsgevonden. Dit maakt dat de assessoren op basis van het beoordelingsportfolio onvoldoende inzicht krijgen in het handelen van de student tijdens de praktijkbeoordeling en daarmee onvoldoende concrete input hebben voor het criteriumgericht interview. Voor Nederlands worden de examens voor de vaardigheden lezen, luisteren en schrijven ingekocht bij uitgeverij Malmberg; deze examens zijn eerder door ons met een voldoende beoordeeld. Het zelf ontwikkelde examen voor de vaardigheid Spreken voldoet. Daarentegen vertoont het examen voor de vaardigheid gesprekken voeren een tekortkoming in de dekking. Dit laatste geldt bij de zelf ontwikkelde examens voor Engels ook voor de vaardigheden gesprekken voeren en lezen; in alle drie de gevallen is de opdracht te summier om de beheersing van het niveau aan te kunnen tonen. De examens van de overige drie vaardigheden bij Engels voldoen. De waardering voor de talen weegt nu nog niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. De examencommissie hanteert een afdoende werkwijze om haar verantwoordelijkheid te kunnen nemen ten aanzien van de kwaliteit van de examinering. Een verbeterpunt is, zeker gezien het gekozen examenmodel, het zicht houden op de afname en beoordeling in de bpv-bedrijven. Ook volstaat de procesgang omtrent de besluitvorming om over te kunnen gaan tot diplomering. Nog voordat de resultaatgegevens de lijn in gaan om te komen tot het diplomabesluit is er een grondige check geweest van gemaakte examens en resultaten op teamniveau. Vervolgens vindt een controle over meerdere schijven plaats, ondermeer door leden van de examencommissie. Opbrengsten De opbrengsten zijn niet te beoordelen. Op het huidige crebo-nummer had in 20102011 namelijk nog geen diplomering plaatsgevonden. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011 zijn de resultaten van de cp-code ovd24 niveau 3 van toepassing. In bijlage II is te zien welke opleiding hierbij betrokken is. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging binnen deze opleiding is onvoldoende, omdat de beoordeling en de verbetering en verankering als onvoldoende zijn beoordeeld. Het teamplan is afgestemd op het instellingsbrede strategisch plan en het LOC- en domeinplan. De plannen hebben betrekking op alle sturingslagen en hangen onderling met elkaar samen.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 27 van 46
In 2011-2012 is door het team gewerkt met een concreet plan van aanpak, aangestuurd door het management, om problemen die binnen de opleiding speelden, het hoofd te kunnen bieden. Uit dit plan van aanpak bleek dat er veel voor verbetering vatbaar was, vervolgens heeft een vijftal onderwerpen prioriteit gekregen: de intake en introductie, de studieloopbaanbegeleiding, de bpv en de examinering. Door medewerkers van het Onderwijsplein is vorig jaar een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de opleiding (nulmeting) en dit jaar een vervolgmeting. Daaruit bleek dat het team een enorme verbeterslag heeft gemaakt. Hoewel deze verbeteringen goed zichtbaar zijn, is de kwaliteitszorg nog onvoldoende verankerd; het heeft een te hoog ad hoc karakter. Er wordt daarnaast onvoldoende gevolgd of de verbeteractiviteiten zijn uitgevoerd en of het beoogde effect ervan is bereikt. Het systeem van zelfevaluaties is recentelijk ingevoerd. De beoordeling daarin is te mild, waardoor nieuwe verbeterslagen met bijbehorende acties onvoldoende scherp naar voren komen. Op centraal niveau worden tevredenheidonderzoeken onder studenten, stagebieders en medewerkers uitgevoerd. Daarnaast worden studentenpanels gehouden die veel informatie opleveren en waarop verbeteractiviteiten worden gepland. Deskundigheidsbevordering wordt ondermeer vormgegeven met behulp van intervisie. Daarnaast worden docenten in de gelegenheid gesteld hun kennis aan te vullen door middel van een dag per jaar stage. Wettelijke vereisten Schoolkosten De opleiding voldoet wat betreft de schoolkosten niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Studenten wordt contributie in rekening gebracht voor algemene leermiddelen bovenop het wettelijke les- of cursusgeld. Het is niet toegestaan om het onderwijs afhankelijk te stellen van andere geldelijke bijdragen dan het wettelijk bepaalde les- of cursusgeld. Daarnaast is het alleen mogelijk om voor extra faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding of het behalen van een diploma een vrijwillige bijdrage te vragen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 28 van 46
4.5 Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen Het kwaliteitsonderzoek bij Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen, 90500, niveau 4, locatie Zadkine Oost heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1. 2. 3. 4.
Goed
Voldoende
Onderwijsproces Examinering en diplomering Opbrengsten Kwaliteitsborging
Onvoldoende
Slecht
• • • • Voldoet
5.Naleving wettelijke vereisten
Voldoet niet •
De kwaliteitsgebieden opbrengsten en naleving wettelijke vereisten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten en niet naleving van de wettelijke vereisten met betrekking tot de schoolkosten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage VIII is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Kwaliteitsgebied Aspect Gebied 1: Onderwijsproces Programma 1.1 Samenhang 1.2 Maatwerk Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch handelen* 1.4 Leertijd 1.5 Leeromgeving Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 1.8 Zorg Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijkvorming* Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1 Exameninstrumentarium* 2.2 Afname en beoordeling* 2.3 Diplomering* Gebied 3: Opbrengsten 3.1 Rendement Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1 Sturing* 4.2 Beoordeling* 4.3 Verbetering en verankering* 4.4 Dialoog en verantwoording Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1 Naleving wettelijke vereisten
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 29 van 46
Beschouwing Algemeen De opleiding commercieel medewerker bank en verzekeringswezen is een kleine opleiding met een bevlogen team. Ondanks het feit dat er net een verhuizing en een reorganisatie achter de rug zijn, heerst er rust en duidelijkheid in het team. De lijnen zijn kort en het team heeft nauwe contacten met het beroepenveld. Onderwijsproces Het onderwijsprogramma van de opleiding is goed gestructureerd en zeer gevuld, waardoor studenten in staat worden gesteld hun opleiding in drie jaar af te ronden. Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de Wet op het financieel toezicht (Wft). Alle lessen zijn gericht op het toekomstige beroep, door simulatie krijgen de studenten een getrouwe weergave van de beroepspraktijk. Zij oefenen kennis en vaardigheden tegelijkertijd, ten behoeve van de Wft en de proeve van bekwaamheid. Binnen het vaste programma is er ruimte voor differentiatie, maar verdere optimalisering is nodig. Voor snelle studenten geeft de docent verdiepende opdrachten of kunnen studenten aan andere vakken werken. Voorts is er een mogelijkheid tot extra lessen Nederlands en Engels. Er zijn goede afspraken over een gemeenschappelijke didactische en pedagogische aanpak en begeleiding, studenten weten waar zij aan toe zijn. De docenten geven de lessen structuur en uitdaging. Afspraken over gedrag worden op een prettige manier gehandhaafd, studenten worden aangesproken en serieus genomen. Ook de bpv-begeleiding is goed te noemen, waardoor zowel studenten als de bedrijven weten waar ze aan toe zijn. Bij de intake wordt er veel tijd besteed aan de zwaarte van de opleiding, het behalen van de Wft modules vormt namelijk vaak een struikelblok. De opleiding heeft halverwege het tweede leerjaar een mogelijkheid ingebouwd voor studenten die de Wft niet halen: deze kunnen eerst de niveau 3 opleiding Commercieel medewerker binnendienst afronden en vervolgens doorstromen naar niveau 4. Examinering en diplomering Het beroepsgerichte exameninstrumentarium wordt ingekocht bij de Stichting Praktijkleren en kan beschouwd worden als ongewijzigd ingezet. Wij hebben dit instrumentarium op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. De instelling heeft het ingekochte materiaal ook zelf beoordeeld en feedback gegeven aan Stichting Praktijkleren. Deze feedback is deels overgenomen. Voor het deel dat nog niet is overgenomen, heeft de instelling aanvullende beoordelingscriteria opgesteld, en deze zijn in overeenstemming met het materiaal van Stichting Praktijkleren en goedgekeurd door de examencommissie. De onderdelen uit het programma Wft vallen onder examinering van een door het ministerie van Financiën aangewezen examenorganisatie. De onderdelen van Wft omvatten de wettelijke beroepsvereisten. Het toezicht daarop wordt uitgevoerd door het ministerie van Financiën. Het instrumentarium voor Nederlands en Engels is deels ingekocht bij Deviant en deels bij Bureau ICE en wordt ongewijzigd ingezet. Deze zijn reeds eerder met een voldoende beoordeeld. De kwaliteit van het zelf ontwikkelde deel van Nederlands en Engels, de vaardigheden spreken en gesprekken voeren, is voldoende. Bij examinering en diplomering wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de ontwikkelgerichte toetsing en de examinering. De examinering bestaat uit verschillende simulaties, passend bij de beroepspraktijk. De beoordelingswijze is onafhankelijk omdat er twee beoordelaars worden ingezet, één van school en één assessor uit de praktijk. Na het examen vindt onderlinge afstemming plaats.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 30 van 46
De examencommissie neemt in voldoende mate haar verantwoordelijkheid voor een deugdelijk diploma. Wel kan het zicht van de examencommissie op het proces van examinering nog verbeterd worden door structureler steekproefsgewijs examens bij te wonen en examendossiers te controleren. Een ander aandachtspunt is het vastleggen van verbeteracties. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 51,6 procent en een diplomaresultaat van 51,6 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2010-2011, zijn de resultaten van de cp-code eca05, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging Het teamplan is afgestemd op het instellingsbrede strategisch plan en het LOC- en domeinplan. De plannen hebben betrekking op alle sturingslagen en hangen onderling met elkaar samen. Het team heeft een teamplan waarin nog niet veel opgenomen is over de opleiding Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen. Hiervoor heeft de nieuwe teamleider een nieuw document opgesteld met doelen en acties. Deze moeten nog meer smart geformuleerd worden. Centraal in de instelling worden tevredenheidonderzoeken onder studenten, stagebieders en medewerkers uitgevoerd. Ook vinden er panelgesprekken met studenten plaats. De resultaten hiervan worden aan de teams ter beschikking gesteld. Het team verwerkt de uitslagen en verbeteracties worden opgenomen in het teamplan. De lijnen zijn kort, verbeteracties worden direct ingezet en het effect wordt gecontroleerd. Een verbeterpunt voor de opleiding betreft het systematisch terugkoppelen van evaluaties en beoordelingen van de onderwijskwaliteit aan de studenten. Aan de deskundigheidsbevordering wordt ondermeer invulling gegeven door het volgen van een assessorenscholing bij ECABO. De interne en externe dialoog vindt plaats, een sterk punt daarbij is de nauwe betrokkenheid van mensen uit de praktijk. Wettelijke vereisten Schoolkosten De opleiding voldoet wat betreft de schoolkosten niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Studenten wordt contributie in rekening gebracht voor algemene leermiddelen bovenop het wettelijke les- of cursusgeld. Het is niet toegestaan om het onderwijs afhankelijk te stellen van andere geldelijke bijdragen dan het wettelijk bepaalde les- of cursusgeld. Daarnaast is het alleen mogelijk om voor extra faciliteiten die niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding of het behalen van een diploma een vrijwillige bijdrage te vragen.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 31 van 46
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 32 van 46
Bijlagen Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
2. 3.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
Voldoende
Onvoldoende Slecht
• Aan acht van de negen aspecten is voldaan. • Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. • Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. • Aan alle kernaspecten is voldaan. • Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. • Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. • Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan. • Aan geen van de kernaspecten is voldaan. • Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet tenminste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau 1 2 3 4
Jaarresultaat 60,7 56,5 65,3 64,2
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Diplomaresultaat 45,1 45,2 67,3 67,3
pagina 33 van 46
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
Voldoende
Onvoldoende Slecht
• Aan alle standaarden is voldaan. • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. • Aan alle standaarden is voldaan. • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. • Aan één standaard is niet voldaan. • Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed
Voldoende
Onvoldoende Slecht
• Aan alle aspecten is voldaan. • Aan alle indicatoren is voldaan. • De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. • Aan alle kernaspecten is voldaan. • Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. • Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen. • Aan twee aspecten is niet voldaan. • Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan • Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 34 van 46
Bijlage II Overzicht cp-codes Hieronder is per onderzochte cp-code aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten. Overzicht cp-codes CP-code: ovd23 Crebo: 92640 10428 10745
Niveau: 2
CP-code: com48 Crebo: 90452 10425
Niveau: 1
CP-code: svg25 Crebo: 93652 93651
Niveau: 4
CP-code: ovd24 Crebo: 92650
Niveau: 3
CP-code: eca05 Crebo: 90500 10761
Niveau: 4
Opleiding: Helpende Zorg & Welzijn Helpende Helpende Welzijn (HW)
Opleiding: Assistent operator (basisoperator) Basisoperator
Opleiding: Optiek (Opticien/manager) Optiek (Opticien)
Opleiding: Maatschappelijke zorg (Medewerker maatschappelijke zorg)
Opleiding: Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen Commercieel Medewerker Bank en Verzekeringswezen
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 35 van 46
Bijlage III Beoordeling indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbeteringen verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende
Indicatoren 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
Onvoldoende
• • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
pagina 36 van 46
Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Helpende zorg & welzijn, 92640 Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Programma 1.1 Samenhang
Inhoud Programmering Differentiatie
• • • • •
1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2
Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting Werkdruk Schoolklimaat Materiële voorzieningen
1.6.1 1.6.2 1.7.1
Voorlichting Intake en plaatsing Informatievoorziening
• • •
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg
•
Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding
•
1.3.3
Leertijd
1.5
Leeromgeving
Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
1.8.1
1.8.2 Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk1.9.1 vorming* 1.9.2 1.9.3 1.9.4
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten 2.1 Exameninstrumentarium*
2.2 2.3
Afname en beoordeling* Diplomering*
Onvoldoende
Indicatoren
1.1.1 1.1.2 1.2 Maatwerk 1.2.1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen* 1.3.2
1.4
Voldoende
Indicatoren 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
•
• • • •
• •
• • •
Voldoende
Onvoldoende
•
• • • • • • • •
pagina 37 van 46
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten 3.1 Rendement
Voldoende Indicatoren 3.1.1 Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Indicatoren 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten vereisten
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Onvoldoende
•
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • Voldoet
Voldoet niet •
pagina 38 van 46
Bijlage V Beoordeling indicatoren opleiding Assistent operator (Basisoperator), 90452 Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Programma 1.1 Samenhang
Inhoud Programmering Differentiatie
• • • • •
1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2
Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting Werkdruk Schoolklimaat Materiële voorzieningen
1.6.1 1.6.2 1.7.1
Voorlichting Intake en plaatsing Informatievoorziening
• • •
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg
•
Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding
•
1.3.3
Leertijd
1.5
Leeromgeving
Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
1.8.1
1.8.2 Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk1.9.1 vorming* 1.9.2 1.9.3 1.9.4
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten 2.1 Exameninstrumentarium*
2.2 2.3
Afname en beoordeling* Diplomering*
Onvoldoende
Indicatoren
1.1.1 1.1.2 1.2 Maatwerk 1.2.1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen* 1.3.2
1.4
Voldoende
Indicatoren 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
•
• • • •
• •
• • •
Voldoende
Onvoldoende
•
• • • • • • • •
pagina 39 van 46
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten 3.1 Rendement
Voldoende Indicatoren 3.1.1 Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Indicatoren 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten vereisten
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Onvoldoende •
Voldoende
Onvoldoende
• • •
•
• • •
• • • Voldoet
Voldoet niet •
pagina 40 van 46
Bijlage VI Beoordeling indicatoren opleiding Optiek (Opticien/Manager), 93652 Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Programma 1.1 Samenhang
Voldoende Indicatoren Inhoud Programmering Differentiatie
• •
• •
1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2
Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting Werkdruk Schoolklimaat Materiële voorzieningen
1.6.1 1.6.2 1.7.1 1.7.2 1.8.1 1.8.2
Voorlichting Intake en plaatsing Informatievoorziening Studieloopbaanbegeleiding Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg
• • • • • •
Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding
•
1.1.1 1.1.2 1.2 Maatwerk 1.2.1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen* 1.3.2
1.3.3
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaan begeleiding* 1.8 Zorg
Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk1.9.1 vorming* 1.9.2 1.9.3 1.9.4
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten 2.1 Exameninstrumentarium*
2.2 2.3
Afname en beoordeling* Diplomering*
Onvoldoende
Indicatoren 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
•
• • • • •
• • •
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • •
•
• •
pagina 41 van 46
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten 3.1 Rendement
Voldoende Indicatoren 3.1.1 Jaarresultaat en Diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
•
Voldoende Indicatoren 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving 5.1.1 Naleving wettelijke wettelijke vereisten vereisten
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Onvoldoende
• •
•
Onvoldoende •
• • •
• • • Voldoet
Voldoet niet •
pagina 42 van 46
Bijlage VII Beoordeling indicatoren opleiding Medewerker maatschappelijke zorg, 92650 Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Programma 1.1 Samenhang
Inhoud Programmering Differentiatie
• •
• •
1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2
Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting Werkdruk Schoolklimaat Materiële voorzieningen
1.6.1 1.6.2 1.7.1
Voorlichting Intake en plaatsing Informatievoorziening
• • •
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg
•
Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding
•
1.3.3
Leertijd
1.5
Leeromgeving
Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
1.8.1
1.8.2 Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk1.9.1 vorming* 1.9.2 1.9.3 1.9.4
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten 2.1 Exameninstrumentarium*
2.2 2.3
Afname en beoordeling* Diplomering*
Onvoldoende
Indicatoren
1.1.1 1.1.2 1.2 Maatwerk 1.2.1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen* 1.3.2
1.4
Voldoende
Indicatoren 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
•
• • • • •
• •
•
• •
Voldoende
Onvoldoende
• • • • •
•
•
• •
pagina 43 van 46
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten 3.1 Rendement
Indicatoren 3.1.1 Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Indicatoren 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten vereisten
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Voldoende
Onvoldoende
-
-
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • Voldoet
Voldoet niet •
pagina 44 van 46
Bijlage VIII Beoordeling indicatoren opleiding Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen, 90500 Gebied 1: Onderwijsproces Aspecten Programma 1.1 Samenhang
Inhoud Programmering Differentiatie
• • • • •
1.4.1 1.4.2 1.5.1 1.5.2
Interactie Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten Benutting Werkdruk Schoolklimaat Materiële voorzieningen
1.6.1 1.6.2 1.7.1
Voorlichting Intake en plaatsing Informatievoorziening
• • •
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding Eerste- en tweedelijnszorg Derdelijnszorg
•
Voorbereiding studenten en bedrijven Plaatsing Begeleiding door het bedrijf Begeleiding door de opleiding
•
1.3.3
Leertijd
1.5
Leeromgeving
Begeleiding 1.6 Intake & plaatsing 1.7 Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
1.8.1
1.8.2 Leren in de beroepspraktijk 1.9 Beroepspraktijk1.9.1 vorming* 1.9.2 1.9.3 1.9.4
Gebied 2: Examinering en diplomering Aspecten 2.1 Exameninstrumentarium*
2.2 2.3
Afname en beoordeling* Diplomering*
Onvoldoende
Indicatoren
1.1.1 1.1.2 1.2 Maatwerk 1.2.1 Leren in de onderwijsinstelling 1.3 Didactisch 1.3.1 handelen* 1.3.2
1.4
Voldoende
Indicatoren 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordelingswijze 2.1.5 Transparantie 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
•
• • • •
• •
• • •
Voldoende
Onvoldoende
•
• • • • • • • •
pagina 45 van 46
Gebied 3: Opbrengsten Aspecten 3.1 Rendement
Voldoende Indicatoren 3.1.1 Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging Aspecten 4.1 Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbeteringen verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Indicatoren 4.1.1 Plannen 4.1.2 Informatie 4.1.3 Continuïteit 4.2.1 Monitoring 4.2.2 Evaluatie 4.3.1 Verbeteraanpak 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 4.3.3 Verankering 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten Aspecten Indicatoren 5.1 Naleving wettelijke 5.1.1 Naleving wettelijke vereisten vereisten
Rapport Staat van de instelling mbo – ROC Zadkine
Onvoldoende •
Voldoende
Onvoldoende
• • • • • • • • • • Voldoet
Voldoet niet •
pagina 46 van 46