STAAT VAN DE INSTELLING MBO Instituut Memo
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amersfoort 30LG 283873 22 - 25 september 2015 19 november 2015
Pagina 2 van 16
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3.2
Financiële continuïteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3.3
Risicobepaling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
4 4.1 5
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Doktersassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Pagina 3 van 16
Pagina 4 van 16
1
INLEIDING In dit rapport staan de uitkomsten van het onderzoek naar de Staat van de instelling, dat de Inspectie van het Onderwijs van 22 september tot en met 25 september 2015 heeft uitgevoerd bij Instituut Memo. De inspectie baseert zich op het Toezichtkader bve 2012 en het Addendum 2015 (zie www.onderwijsinspectie.nl). Instituut Memo is een nbi met 52 studenten in één erkende opleiding. Het onderwijs aan de studenten wordt verzorgd in Leusden en Amersfoort. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Het onderzoek is gestart met een analyse van informatie over de instelling, zoals het jaarverslag, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidsonderzoek en signalen. Aanvullend is bij de opleiding een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd (zie tabel hieronder) en is de kwaliteitsborging van de instelling onderzocht. Op locatie zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd, documenten onderzocht en gesprekken gevoerd. Er is gesproken met studenten, docenten en de directie. Het kwaliteitsonderzoek is uitgevoerd bij de volgende opleiding. Gebied Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
91310, Doktersassistent
91310, Doktersassistent
Derde leerweg, niveau 4, leslocaties Leusden en Amersfoort
In dit rapport starten we met de conclusie van het onderzoek en geven we vervolgens aan of er sprake is van vervolgtoezicht (hoofdstuk 2). Daarna volgen de toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau en de risicobepaling (hoofdstuk 3). Vervolgens is van de onderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek beschreven (hoofdstuk 4). De normering van de onderzochte kwaliteitsgebieden is als bijlage opgenomen.
Pagina 5 van 16
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk staat de conclusie van het onderzoek naar de Staat van de instelling en beschrijven we het vervolg. Het vervolg is bepaald op basis van het aantal geconstateerde risico’s voor de onderwijskwaliteit (geen, enkele of veel) in combinatie met het niveau van de kwaliteitsborging van de instelling (goed, voldoende, onvoldoende, slecht). De toelichting op de risicobepaling en de toelichting op de beoordeling van de kwaliteitsborging staan in hoofdstuk 3.
2.1
Conclusie Zijn er mogelijke risico's voor de onderwijskwaliteit? We zien geen risico's voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risicobepaling is gebaseerd op een risico-inschatting voor de kwaliteit van de examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Wat is de stand van de kwaliteitsborging van de instelling? We concluderen dat de kwaliteitsborging op instellingsniveau bij Instituut Memo voldoende is. We gaan er op basis van deze conclusie vanuit dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico's voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen.
2.2
Vervolgtoezicht Het onderzoek naar de Staat van de instelling geeft geen aanleiding om vervolgtoezicht en aanvullend toezicht uit te voeren bij Instituut Memo. Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed We voeren geen vervolgtoezicht uit naar de kwaliteitsborging van de instelling, omdat de instelling voldoet aan de wettelijke vereiste (WEB, art. 1.3.6). Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleiding Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we de opleiding Doktersassistent onderzocht (zie tabel in 1 Inleiding). We voeren bij deze opleiding geen vervolgtoezicht uit, omdat we alle onderzochte kwaliteitsgebieden als voldoende hebben beoordeeld.
Pagina 6 van 16
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk informeren wij u over de beoordeling van de kwaliteitsborging op instellingsniveau en onderbouwen wij ons oordeel. Daarna lichten we de risicobepaling toe.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau In onderstaande tabel staat de beoordeling van de kwaliteitsborging. Dit oordeel is gebaseerd op de beoordeling van de onderliggende aspecten. De normering staat in bijlage I. Kwaliteitsgebied 4
Kwaliteitsborging
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Instituut Memo is een kleinschalige organisatie met korte lijnen. De directie ziet dit als een belangrijke succesbepalende factor en wil dan ook bewust kleinschalig blijven. De directie is nauw betrokken bij de uitvoering van het onderwijs en heeft hierdoor goed zicht op de kwaliteit van de opleiding. Indien nodig vindt bijsturing op een pragmatische wijze plaats. Wij beoordelen de kwaliteitsborging op instellingsniveau bij Instituut Memo dan ook als voldoende. Aan alle kernaspecten is voldaan. De sturing beoordelen we als voldoende omdat de instelling specifieke en meetbare doelen heeft opgesteld waarop gestuurd wordt. In het opgestelde jaarplan staan deze doelen in de vorm van indicatoren opgesteld. Dit zijn belangrijke pijlers voor de directie om het succes van de opleiding te bepalen. Daarnaast heeft de instelling een aantal strategische doelen voor de toekomst, deze moeten nog omgezet worden naar concrete acties. De concretisering zal in 2016 plaatsvinden, waarna de instelling hier op wil sturen. Bij de inrichting en vormgeving van het onderwijs staat het kwaliteitsdenken centraal.
Pagina 7 van 16
Doordat de directie nauw betrokken is bij de uitvoering van het onderwijs, heeft zij goed zicht op de kwaliteit van de opleiding en is de benodigde sturingsinformatie direct beschikbaar. Er is sprake van voldoende continuïteit in het personeel; de directie zorgt voor tijdige vervulling van vacatures. De beoordeling door de instelling van de kwaliteit van het onderwijs beoordelen we als voldoende. De kwaliteit van de opleiding wordt doorlopend gemonitord door de aanwezigheid van de directie bij de lessen en bij de Proeve van Bekwaamheid. De directie monitort de opgestelde doelen tussentijds waardoor zij goed op de hoogte is van de stand van zaken. Vanuit tevredenheidsenquêtes onder studenten worden docenten beoordeeld alsook de kwaliteit van de opleiding als geheel. Er heeft nog geen bevraging van de leerbedrijven plaatsgevonden, maar het is de planning dat deze binnenkort plaats zal vinden. Overigens worden punten die voortkomen uit de stagebezoeken al wel opgepakt. Ook is een externe deskundige betrokken bij de beoordeling van de kwaliteit; deze heeft de kwaliteitsborging beoordeeld. De verbetering en verankering beoordelen we als voldoende omdat de instelling verbetermaatregelen neemt die aansluiten bij de vastgestelde tekortkomingen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de verbeteracties die ingezet zijn naar aanleiding van de uitkomst van de externe audit en die geleid hebben tot zichtbare verbeteringen. Ook wanneer uit de enquêtes blijkt dat iets niet goed loopt of wanneer de directie signaleert dat dit het geval is, worden direct verbeteracties ingezet. Hoewel acties soms een meer ad-hoc karakter hebben, wordt door de directe controle van de directie op de uitvoering tijdig geconstateerd wanneer iets niet het gewenste effect heeft. Tijdige bijsturing vindt hierdoor plaats. De bespreking en vastlegging van zowel essentiële onderwijs- als examengerelateerde zaken, vinden plaats in de examencommissie. Hierdoor is na te gaan welke acties ingezet zijn met welke reden. Tevens worden verbeteracties ingezet ten aanzien van de deskundigheid van het personeel. Zo hebben de personen die betrokken zijn bij de Proeve van Bekwaamheid allen een assessorentraining gehad. Ook worden acties ingezet wanneer docenten een lage score krijgen van studenten of wanneer de directie over een bepaald punt minder tevreden is. Er wordt dan bekeken hoe de deskundigheid van de betreffende docent vergroot kan worden. De dialoog en verantwoording beoordelen we als voldoende. Er wordt met studenten en docenten regelmatig gesproken over de kwaliteit van de opleiding. Dit vindt vooral op informele wijze plaats.
Pagina 8 van 16
Via een Raad van Advies wordt met het bedrijfsleven over de opleiding gesproken, deze is echter pas één keer bijeen geweest. De rol van het bedrijfsleven bij de opleiding kan versterkt worden, wanneer deze Raad een stevigere rol en positie binnen de instelling in gaat nemen. Ook de bevraging van de leerbedrijven en het gesprek hierover kan hieraan bijdragen. Via het verslag van werkzaamheden verantwoordt de instelling zich over de gerealiseerde kwaliteit. 3.2
Financiële continuïteit We hebben geen financiële risicoanalyse uitgevoerd, omdat Instituut Memo een niet bekostigde instelling is.
3.3
Risicobepaling Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling. Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Deze risicobepaling is gebaseerd op een risico-inschatting voor de kwaliteit van de examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Hierna volgt de toelichting. Kwaliteit examinering We schatten het risico voor de kwaliteit van de examinering in als geen tot gering. Tijdens het uitgevoerde onderzoek bij de opleiding hebben wij geconstateerd dat de examinering en diplomering voldoende is. Opbrengsten Hoewel wij bij de derde leerweg geen oordeel geven over het rendement, bekijken wij wel hoe de instelling het rendement borgt en maken wij hiervoor een risico-inschatting. We schatten het risico voor de opbrengsten in als geen tot gering. De directie van Instituut Memo stuurt op het rendement en op de studieresultaten. Zij heeft goed zicht op de voortgang van de studenten. Redenen van het niet behalen van de opleiding worden geïnventariseerd. Tot op heden heeft een beperkt aantal studenten de opleiding voortijdig beëindigd en behaalt de instelling de norm die zij geformuleerd heeft ten aanzien van het rendement.
Pagina 9 van 16
Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers We schatten het risico voor de tevredenheid van de studenten, medewerkers en werkgevers in als geen tot gering. Uit de tevredenheidsenquêtes onder studenten en de door ons gevoerde gesprekken met studenten kwam naar voren dat de studenten tevreden zijn over de opleiding. Er heeft geen bevraging onder medewerkers en het werkveld plaatsgevonden. De medewerkers die wij gesproken hebben zijn tevreden. Uit het onderzoek kwamen geen signalen die duiden op risico’s ten aanzien van de tevredenheid van medewerkers en het werkveld. Stabiliteit organisatie en management We schatten het risico voor de stabiliteit van de organisatie in als geen tot gering. Wij hebben geen signalen die wijzen op risico's. Samenvattend We zien geen risico's voor de onderwijskwaliteit en beoordelen de kwaliteitsborging van de instelling als voldoende. We gaan ervan uit, dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico's voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen.
Pagina 10 van 16
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk lichten wij per onderzochte opleiding het resultaat van het kwaliteitsonderzoek toe. We geven per gebied aan wat het oordeel is (goed, onvoldoende, voldoende, slecht) en verantwoorden ons over het oordeel.
4.1
Doktersassistent Het kwaliteitsonderzoek bij Doktersassistent, 91310, niveau 4, derde leerweg, locaties Leusden en Amersfoort heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
• • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding Doktersassistent wordt versneld aangeboden in de derde leerweg. De doelgroep bestaat uit volwassenen die allen minimaal een niveau 3 opleiding behaald hebben. Er zijn twee groepen die momenteel de opleiding volgen, waarbij de ene groep de opleiding volgt in 1 jaar en de andere in 1,5 jaar.
Pagina 11 van 16
De opleiding bestaat uit een school- en een beroepspraktijkvormings(bpv)component. Tijdens de aangeboden klassikale lessen worden vakkennis en vaardigheden bijgebracht. Er is bewust voor gekozen dat de studenten de eerste drie maanden nog niet starten met de bpv, zodat eerst de basiskennis van het beroep aanwezig is. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. Het oordeel voor de instellingsexamens Nederlandse taal (generieke eisen) tellen vanaf het jaar van centrale examinering mee in het eindoordeel van de inspectie over de examenkwaliteit van de opleiding. Het exameninstrumentarium voldoet omdat het aansluit op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Het beroepsgerichte deel wordt met diverse toetsen, te weten drie kennistoetsen, een Proeve van Bekwaamheid (PvB) en diverse bpv-examenopdrachten, op meerdere momenten in verschillende contexten geëxamineerd. Doordat alle kerntaken en werkprocessen minimaal één keer getoetst worden, heeft de opleiding gezorgd voor voldoende dekking van het kwalificatiedossier. Het totale kwalificerende instrumentarium voldoet aan de toetstechnische eisen qua cesuur, beoordelingswijze en transparantie. Daarnaast is er sprake van een duidelijk onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en de examinering, waarvan studenten voldoende op de hoogte zijn. Een aandachtspunt binnen het exameninstrumentarium vormt de te lage cesuur van de kennistoetsen. De examencommissie heeft dit zelf ook geconstateerd vanuit de analyse van de uitslagen en gaat dit aanpassen. Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. De exameninstrumenten voor alle vaardigheden Engels worden ingekocht bij Deviant. Dit geldt ook voor de vaardigheden schrijven (en taalverzorging en begrippenlijst) en gesprekken voeren van Nederlands. Deze toetsen zijn eerder door de inspectie beoordeeld en voldoende bevonden. De toets Nederlands spreken heeft de instelling zelf ontwikkeld. De opgestelde beoordelingscriteria sluiten niet volledig aan bij het referentiekader taal en rekenen. Wij hebben geconstateerd dat een aantal onderdelen van het referentiekader niet beoordeeld worden. Dit vormt een aandachtspunt. De instelling is van plan dit op te lossen door ook het instrumentarium van deze vaardigheid in te kopen bij Deviant.
Pagina 12 van 16
Voor de vaardigheden luisteren en lezen van Nederlands wordt deelgenomen aan het landelijk centraal ontwikkelde examen. De examenprocessen van afname en beoordeling zijn voldoende deugdelijk. Doordat werkprocessen en kerntaken op meerdere momenten en in verschillende contexten beoordeeld worden door verschillende beoordelaars, wordt gestreefd naar een zo betrouwbaar mogelijke beoordeling die aansluit bij de reële beroepspraktijk. De beoordeling van de bpv-examenopdrachten vindt plaats in de beroepspraktijk door de praktijkbegeleider. De kennistoetsen worden afgenomen binnen de instelling en de PvB vindt plaats in een gesimuleerde situatie, waarbij meerdere beoordelaars uit de beroepspraktijk de beoordeling uitvoeren. Er is sprake van voldoende deskundigheid bij de beoordelaars. Met uitzondering van de beoordelaars van de vaardigheid Nederlands spreken, zijn alle beoordelaars inhoudelijk deskundig. De beoordelaars van de PvB zijn allen geschoold in het beoordelen en stemmen regelmatig onderling af. De beoordeling die plaatsvindt in de beroepspraktijk kan aan kracht winnen wanneer de beoordelaars gesterkt worden in hun deskundigheid ten aanzien van het beoordelen. Doordat er gekozen is voor een examenmix en alle kerntaken minstens twee keer beoordeeld worden, is de betrouwbaarheid van de beoordeling voldoende geborgd en zien wij laatstgenoemde als een aandachtspunt. Een ander aandachtspunt vormt het moment waarop de afname plaatsvindt van de toets Nederlands spreken. Voor sommige studenten vindt deze plaats vlak na aanvang van de opleiding, terwijl bij anderen deze aan het einde van de opleiding plaatsvindt. Hierdoor kan mogelijk een ongelijke situatie ontstaan. De diplomering is voldoende deugdelijk en geborgd. De examencommissie controleert de examendossiers en neemt op grond van die controles verantwoorde diplomabesluiten. Zij heeft voldoende zicht op de kwaliteit van het exameninstrumentarium en op de afname en beoordeling van de examinering. Ook borgt zij de deskundigheid van betrokken personen onder andere door scholing te verzorgen. Bij de PvB bewaakt de examencommissie het proces en bespreekt de beoordeling met de beoordelaars. De afname en beoordeling van de diverse examens worden door de examencommissie geëvalueerd en geanalyseerd en op basis van de uitkomsten wordt actie ondernomen. Het zicht van de examencommissie op de uitvoering van de examinering in de bpv kan versterkt worden. Alleen bij twijfel over de beoordeling wordt er nu contact opgenomen met het leerbedrijf/de beoordelaar.
Pagina 13 van 16
Opbrengsten Er is geen oordeel voor de opbrengsten opgenomen. De afspraak is dat we dit jaar de rendementen bij de derde leerweg niet beoordelen. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als voldoende. Aan alle aspecten is voldaan. De kwaliteitsborging van de opleiding is gelijk aan de kwaliteitsborging op instellingsniveau. De onderbouwing van het oordeel voor de kwaliteitsborging staat vermeld in hoofdstuk 3. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen, omdat voor zover onderzocht is vastgesteld dat de bepalingen zijn nageleefd. Bij een onderzoek naar de derde leerweg wordt specifiek gekeken naar de aansluiting van het onderwijsprogramma op het kwalificatiedossier en of de beroepspraktijkvorming (bpv) voldoet aan de wettelijke eisen. Aansluiting onderwijsprogramma op kwalificatiedossier Het aangeboden onderwijsprogramma sluit aan bij de eisen uit het kwalificatiedossier. Ook is het haalbaar binnen de vastgestelde studiedduur. Er wordt daarmee voldaan aan artikel 7.1.2 lid 2 en 7.2.7 lid 1 van de WEB. Inrichting bpv De bpv wordt vormgegeven conform de bpv-overeenkomst. Zowel het leerbedrijf als de onderwijsinstelling volgen de voortgang van de student. De begeleider vanuit de onderwijsinstelling vraagt regelmatig bij studenten naar de voortgang en heeft hier per student een helder beeld van. Er vindt telefonisch contact plaats met het leerbedrijf en het leerbedrijf wordt minimaal één keer tijdens de stageperiode bezocht. De bpv moet met een voldoende afgesloten zijn; er is een bpv-map met opdrachten welke examinerend ingezet worden. Aan artikel 7.2.8 en 7.2.9 van de WEB is voldaan.
Pagina 14 van 16
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normering per gebied is per januari 2015 aangepast (zie het Toezichtkader mbo 2012, Addendum 2015). De normering heeft betrekking op de toezichtperiode 2015-2016. De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruikmaakt van een normering. Deze bestaat uit twee stappen: 1.
Een normering per aspect: per aspect wordt een beschrijving gegeven. Indicatoren en portretten zijn daarvoor indicerend en richtinggevend. Een normering per kwaliteitsgebied.
2.
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect benoemd. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle drie de aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle drie de aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één of twee aspecten is niet voldaan.
Slecht
•
Aan geen van de drie aspecten is voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Normering Kwaliteitsborging Goed
• •
Aan alle aspecten is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan twee of drie aspecten is niet voldaan.
Pagina 15 van 16
Slecht
•
Aan alle vier de aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 16 van 16