STAAT VAN DE INSTELLING MBO Nationale Handelsacademie
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Panningen 25RJ 276665 23 september 2014 17 december 2014
Pagina 2 van 45
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
4
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4.1
Administratief medewerker (Secretarieel medewerker) . . . . . . . . . . 17
4.2
Particuliere beveiliging (Beveiliger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
4.3
Verzorgende-IG en Doktersassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . . . . . . . . 38 Administratief medewerker (Secretarieel medewerker). . . . . . . . . . . . 38 Particuliere beveiliging (Beveiliger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Verzorgende-IG en Doktersassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Bijlage IV Zienswijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Pagina 3 van 45
Pagina 4 van 45
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in september 2014 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij de Nationale Handelsacademie BV (NHA). Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. De NHA is een niet bekostigde instelling met ongeveer 1300 studenten en 23 opleidingen. Daarnaast biedt de NHA hoger onderwijs en diverse cursussen aan. De NHA verzorgt afstandsonderwijs en is gevestigd in Panningen. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen, is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management. Daarnaast hebben we aanvullend documenten onderzocht. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Opbrengsten
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
90472
90472, Administratief medewerker (Secretarieel medewerker)
90472, Administratief medewerker (Secretarieel medewerker)
leerweg bbl niveau 2 locatie Industrieterrein 37, Panningen
94850
94850, Particuliere beveiliging (Beveiliger)
94850, Particuliere beveiliging (Beveiliger)
leerweg bbl niveau 2 locatie Industrieterrein 37, Panningen
Pagina 5 van 45
95530
95530, VerzorgendeIG
95530, VerzorgendeIG
leerweg bol niveau 3 locatie Industrieterrein 37, Panningen
91310
91310, Doktersassistent
91310, Doktersassistent
leerweg bol niveau 4 locatie Industrieterrein 37, Panningen
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
Pagina 6 van 45
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. Voorts geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen we dat er enkele risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico's komen naar voren bij de kwaliteit van examinering en de stabiliteit van organisatie en management. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteitsborging bij de Nationale Handelsacademie onvoldoende is. Wij gaan er op basis van deze conclusie vanuit, dat de instelling de kwaliteitsborging verbetert, waardoor ook in de toekomst het aantal risico's verder beperkt kan worden. Omdat er sprake is van risico's en onvoldoende kwaliteitsborging zien we aanleiding om beperkt aanvullend vervolgtoezicht vast te stellen bij de NHA. Daarnaast leiden de tekortkomingen bij de vier opleidingen die we voor het onderzoek Staat van de instelling hebben onderzocht, tot vervolgtoezicht. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt.
2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij de Nationale Handelsacademie is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art. 1.3.6) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. De NHA krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren.
Pagina 7 van 45
Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vier onderzochte opleidingen We voeren dit vervolgtoezicht zo veel mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is de genoemde termijn in de waarschuwingsbrief van de minister leidend. In onderstaande schema's is het vervolgtoezicht te lezen. Administratief medewerker (Secretarieel medewerker), 90472 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is slecht
Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit
Vervolgtoezicht • • •
Kwaliteitsborging is onvoldoende
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Particuliere beveiliging (Beveiliger), 94850 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende (zwak onderwijs)
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Kwaliteitsborging is onvoldoende
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB
•
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Verzorgende-IG, 95530 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteitsborging is onvoldoende
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB
Vervolgtoezicht •
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Doktersassistent, 91310 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteitsborging is onvoldoende
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB
Vervolgtoezicht •
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Pagina 8 van 45
Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben we geen andere onderzoeken bij de NHA in uitvoering dan wel in onze planning staan. Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat extra toezichtactiviteiten nodig zijn. Onderzoek door de instelling De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om de instelling te vragen zelf onderzoek te doen. Dit onderzoek wordt door de instelling uitgevoerd op het kwaliteitsgebied examinering en diplomering en betreft de professionalisering van de gehele examenorganisatie en de borging van de kwaliteit van de examenprocessen. Het onderzoek moet een organisatiebrede analyse betreffen van de oorzaken die aan de constateringen in het onderzoek Staat van de instelling ten grondslag liggen. Daarnaast dient een concreet verbeterplan te worden opgesteld dat aansluit op de oorzaakanalyse en voorziet in het herstellen van de geconstateerde tekortkomingen en de beheersing van de risico's. Uiterlijk binnen drie maanden na publicatie van het rapport van de Staat van de instelling wordt de rapportage van dit onderzoek en het verbeterplan aan de inspectie toegestuurd. De inspectie bespreekt dit met de instelling. De resultaten van de uitvoering van het verbeterplan worden meegenomen in het vervolgtoezicht als gevolg van de tekortkomingen bij de opleidingen en de kwaliteitsborging, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.
Pagina 9 van 45
Pagina 10 van 45
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel:
25RJ - Nationale Handelsacademie Kwaliteitsgebied 4
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Kwaliteitsborging
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Algemeen De Nationale Handelsacademie, onderwijsinstelling voor afstandsonderwijs, is bezig met het ontwikkelen van het kwaliteitszorgsysteem. De organisatie kent voor de opleidingen drie verantwoordelijke clusters en daarnaast maken ondersteunende bureaus deel uit van de organisatie. De korte lijnen in de communicatie zijn door de groei van de organisatie niet meer toereikend om de kwaliteit van alle opleidingen zonder meer voldoende te borgen. De ontwikkeling van het kwaliteitszorgsysteem is gericht op het stroomlijnen van processen, het duidelijk en op uniforme wijze beleggen van taken en verantwoordelijkheden. De fysieke afstand tussen de student en docenten die op basis van freelancecontracten onderdelen van het onderwijs en de examinering uitvoeren, vragen speciale aandacht bij de borging van kwaliteit. Daar is de NHA zich van bewust. Het cluster Zorg is in de ontwikkeling van de kwaliteitsborging het verst gevorderd, maar kan nog niet volledig aansluiten op het instellingsbrede perspectief, aangezien dat nog niet is uitontwikkeld.
Pagina 11 van 45
Beschouwing De kwaliteitsborging hebben we als onvoldoende beoordeeld. Er is er nog geen sprake van een systematische en cyclische uitvoering van het systeem van kwaliteitsborging. Er zijn al wel stappen gezet in een uitwerking van een systematiek van kwaliteitsborging die moet passen bij het specifieke karakter van afstandsonderwijs zoals de NHA dat aanbiedt. Deze stappen betreffen een procesinventarisatie en een beschrijving van de PDCA-cyclus en uitwerking daarvan op hoofdlijnen. De implementatie daarvan heeft nog niet geleid tot een gedegen uitvoering. De eigen kritische reflectie kwaliteitszorg bevestigt dit beeld. Bij sturing, beoordeling en verbetering en verankering zijn instellingsbreed verbeteringen noodzakelijk. De sturing, het op structurele basis vaststellen van specifieke en meetbare doelen voor de instelling en de opleidingen, verkeert in een beginstadium, en is nog niet voldoende. Er zijn diverse plannen (een strategisch plan, een jaarplan NHA en jaarplan mbo-opleidingen), maar de samenhang ontbreekt, de doelen zijn niet voldoende concreet en het overzicht ontbreekt. De lange termijn doelen zijn met name gericht op omzet en productie. Het jaarplan NHA is - aan de hand van de negen gebieden van het INK-model - operationeel van aard. Daarnaast is het jaarplan mbo-opleidingen (incl. een instellingsbrede actielijst 2014) een uitwerking van doelen op hoofdlijnen voor het mbo. Tussen deze verschillende plannen is er echter een te beperkt inhoudelijk verband. De plannen zijn gericht op de continuïteit van de organisatie en op verbetering van kwaliteit, maar ze zijn niet concreet genoeg. Hierdoor wordt of is niet duidelijk hoe die kwaliteit wordt verkregen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarnaast ontbreekt het aan een prioritering. De plannen zijn niet smart geformuleerd en missen verantwoordelijkheidstoedeling en samenhang. Het gevolg hiervan is dat niet eenduidig op resultaten en voortgang kan worden gestuurd. De beoordeling van onderwijskwaliteit is onvoldoende omdat verwerking van gegevens over het onderwijs en de opleidingen niet systematisch plaatsvindt. Er worden wel evaluaties uitgezet onder studenten, leerbedrijven en docenten en er worden tips en tops verzameld, maar van deze gegevens is geen analyse en herleiding naar opleiding, tijdperiode en representativiteit beschikbaar. Wel is er op instellingsniveau een systematiek (productaudit) opgezet aan de hand van indicatoren en normen voor inzicht over onder andere instroom, uitval en diplomering. Daarnaast is er voor examinering sprake van een onafhankelijk uitgevoerde audit die een beeld van de realisatie van de examenprocessen geeft. Maar voor het onderwijs en de samenhang tussen onderwijs en examinering ontbreekt een eenduidig beeld van de eigen kwaliteit.
Pagina 12 van 45
Hoewel er dus gegevens zijn, leidt dit niet tot gerichte informatie over de kwaliteit van het onderwijs. Bijsturing van de realisatie wordt hierdoor beperkt. De verbetering en verankering zijn niet voldoende. De jaarplannen hebben in zijn algemeenheid het karakter van een breed verbeterplan om de organisatie beter in te richten en de kwaliteit van de beheersing te verbeteren. De centrale aansturing van de verbeteringen en het monitoren van de voortgang van het plan, mist consistentie in aanpak en voortgang. Gebleken is dat de uitvoering niet de voortgang brengt die men bij het begin van de veranderingen voor ogen had. Het beleggen van de aansturing bij freelancemanagers kan hierbij een rol spelen. Desondanks is er wel een voorbeeld te geven van een succesvolle verbetering. Te weten het aanstellen van bpv-consulenten om het beperkte aanbod van beschikbare bpv-plaatsen te verruimen. De verankering van de systematiek van kwaliteitsborging is instellingsbreed in ontwikkeling maar nog niet voltooid. De kwaliteitsborging is op papier vormgegeven. Dat wil zeggen dat taakomschrijvingen en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd en er is een systematiek beschreven hoe men zicht krijgt op de bereikte resultaten en de kwaliteit daarvan. De wijze waarop verzamelde gegevens vervolgens worden geanalyseerd en gericht worden gebruikt door het management, is nog onvoldoende uitgekristalliseerd in de organisatie. Daarnaast hebben we geconstateerd dat de uitvoering van de verantwoordelijkheden van de centrale examencommissie onvoldoende is. Deze centrale examencommissie is nieuw en moet (beleids)ondersteuning bieden aan clusterexamencommissies en management voor de borging van de examenprocessen. De rol van de centrale examencommissie en de verhouding tot de clusterexamencommissies vraagt echter verdere doordenking; de taken en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk belegd. Daarbij is geconstateerd dat de clusterexamencommissie Economie en veiligheid in onvoldoende mate deskundig is. De leden zijn niet ingewerkt en voorbereid op hun taak in de examencommissie, maar hebben al wel taken uitgevoerd. Het is wel zo dat deskundigheidsbevordering een belangrijk speerpunt binnen de NHA is. Helaas is de deskundigheid van de hiervoor genoemde examencommissie daar geen voorbeeld van, maar we beoordelen deskundigheidsbevording met een voorzichtige voldoende. Voor assessoren en bpv-docenten zijn er regelmatig bijeenkomsten voor kennisdeling en om hen op de hoogte te brengen van relevante ontwikkelingen. Deze functionarissen ervaren deze als goed georganiseerd, relevant en waardevol. Zicht op de kwaliteit van huiswerkdocenten is echter onvoldoende systematisch georganiseerd en zien we als risico.
Pagina 13 van 45
Studieloopbaanbegeleiders hebben - soms - zicht op uitvoering van huiswerkdocenten en de zogenaamde tips en tops geven ook enig inzicht, maar dit draagt nog onvoldoende bij aan zicht op of input voor deskundigheidsbevordering van huiswerkdocenten. Dialoog en verantwoording over de kwaliteit zijn voldoende. Deze zijn georganiseerd en functioneren, maar kunnen zich nog verder ontwikkelen. Intern is er gestructureerd overleg met de relevante verantwoordelijke functionarissen. Dit overleg heeft veelal een operationele focus. Er is echter nog beperkt sprake van een overstijgende vorm van communicatie over resultaten en kwaliteit, maar de directie is zich hiervan bewust. De bpv-docenten, assessoren en huiswerkdocenten zijn de belangrijkste gesprekspartners met het beroepenveld tijdens georganiseerde docenten- en assessorendagen. Zij ervaren dat zij niet alleen geïnformeerd worden, maar als vertegenwoordigers van het beroepenveld ook de NHA kunnen informeren en hun zegje kunnen doen. Maar ook hier is nog geen sprake van een dialoog op een hoger aggregatieniveau over de opleidingen en de kwaliteit ervan. De nog op te richten beroepenveldcommissie zou hier een bijdrage aan kunnen leveren. 3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van onderwijs kwalificeren we als geen tot gering. Bij vrijwel alle onderzochte opleidingen is het onderwijsproces als voldoende beoordeeld. Door de centrale inrichting van het mbo-onderwijs bij de NHA gaan wij ervan uit dat de resultaten van dit onderzoek karakteristiek zijn voor alle mbo-opleidingen. Eén onderzochte opleiding was niet voldoende betreffende de beroepspraktijkvorming, maar de oorzaak van deze tekortkoming is niet representatief voor de andere opleidingen bij de NHA. Dit betekent dat we geen andere tekortkomingen verwachten bij andere opleidingen.
Pagina 14 van 45
Kwaliteit examinering Het risico voor de kwaliteit van examinering schatten we in als matig tot hoog. Hierbij speelt de toezichthistorie een belangrijke rol. Deze laat zien - hoewel dat nog in het 'eindtermentijdperk' was - dat de uitvoering en borging van examens en examenprocessen bij de NHA in het algemeen en het cluster Economie en veiligheid in het bijzonder, eerder hebben geleid tot onvoldoende oordelen en risico's in relatie tot de beheersing van examenkwaliteit. Het huidige onderzoek bevestigt deze risico's nadrukkelijk. Hoewel er in de loop van de tijd verbeterstappen binnen de NHA zijn gezet, heeft dit nog niet geresulteerd in een voldoende examenkwaliteit voor alle clusters. Opbrengsten De inspectie spreekt dit jaar bij afstandsonderwijs nog geen oordeel uit over de hoogte van het rendement. We wegen het rendement dan ook niet mee bij de risicoanalyse. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Het risico op ontevredenheid bij studenten, medewerkers en werkgevers kwalificeren we als geen tot gering. Over het algemeen zijn studenten tevreden over de NHA. Het tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek laat - ook over een langere periode stabiele - een hoge waardering zien. Studenten waarderen de instelling gemiddeld met een 7,7. Het gaat hierbij wel om studenten van alle geledingen (mbo, hbo en cursorisch onderwijs). Daarbij blijkt wel dat mbo-studenten ten opzichte van andere type cursisten minder tevreden zijn. Aandachtspunt blijft de informatievoorziening rond de bpv. De NHA concludeert dat deze met een score van 6,8 duidelijk achterblijft. De NHA heeft hier verbetermaatregelen voor ingezet. Tijdens het onderzoek is gezien dat dit bij het cluster Zorg tot een andere werkwijze heeft geleid. Bij het cluster Economie en veiligheid zijn daar - mede in het licht van de beoordeling van de opleiding beveiliger op dit punt - zorgen over. Over tevredenheid van medewerkers en werkgevers is geen specifieke informatie beschikbaar op basis waarvan conclusies getrokken kunnen worden. Er is geen regelmatige en/of gestructureerde meting van de tevredenheid van (freelance) medewerkers en werkgevers. Tijdens het onderzoek is wel gesproken met medewerkers die zich betrokken en gewaardeerd voelen. Zij bleken tevreden over hun werk en communicatie met de NHA. De bpv-enquêtes die informatie zouden kunnen verschaffen over de tevredenheid van werkgevers laten, hoewel nog niet voldoende representatief, een eerste positief beeld zien.
Pagina 15 van 45
Stabiliteit organisatie en management Het risico voor de stabiliteit van organisatie en management schatten wij in als gering tot matig. De groei van het aantal studenten bij de NHA heeft onder andere geleid tot een versteviging van de organisatie. Op managementniveau is de organisatie uitgebreid met verschillende, vooral vaste, medewerkers voor de gebieden onderwijs, centrale examencommissie en kwaliteitszorg. Daarnaast bestaat de organisatie uit freelancemedewerkers, ook op managementniveau. Met name bij deze laatste groep ziet de inspectie risico's wat betreft de continuïteit in aansturing en beheersing. Directie en management hebben aangegeven hier zorg en aandacht voor te hebben en te willen voorzien in passende continuïteit van sturing en beheersing voor de stabiliteit van de organisatie. Samenvattend We komen uit op enkele risico’s vanwege de geconstateerde tekortkomingen en de toezichthistorie. Het risico is het grootst bij de kwaliteit van examinering. Daarnaast zorgt de stabiliteit van organisatie en management voor een licht risico. Dit staat naast het feit dat we wel een organisatie hebben gezien die stappen heeft gezet in organisatie- en kwaliteitsontwikkeling. Deze stappen zullen in de nabije toekomst tot resultaat moeten leiden, teneinde de tekortkomingen te herstellen en te voorkomen en de risico's verder te beheersen.
Pagina 16 van 45
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de onderzochte kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing. De NHA biedt opleidingen aan als afstandsonderwijs. De essentie van afstandsonderwijs is dat de student zich zelfstandig en in eigen tempo de leerstof eigen kan maken. Hierdoor is de beoordeling van didactisch handelen van een andere aard dan bij het reguliere mbo-onderwijs. Dit betekent dat wij in dit geval beoordelen of het opleidingsmateriaal zodanig is opgesteld dat de student zelfstandig kan studeren. Daarnaast beoordelen wij of de student voor studiebegeleiding en inhoudelijke ondersteuning de beschikking heeft over voldoende mogelijkheden om contact te hebben met de opleider, zodat zijn studievoortgang niet belemmerd wordt. De aspecten leertijd en zorg worden, gelet op de kenmerken van afstandsonderwijs en de studentenpopulatie, door de inspectie hierbij niet beoordeeld. Gelet op de organisatie van het onderwijs bij de NHA en de bevindingen tijdens het onderzoek worden de opleidingen Administratief medewerker (Secretarieel medewerker) en Particuliere beveiliging (Beveiliger), hoewel vallend onder hetzelfde cluster, in twee aparte paragrafen (4.1 en 4.2) beschreven. De opleidingen Doktersassistent en Verzorgende-IG, beide vallend onder het cluster Zorg, worden gelet op de bevindingen wel in één paragraaf (4.3) beschreven.
4.1
Administratief medewerker (Secretarieel medewerker) Het kwaliteitsonderzoek bij Administratief medewerker (Secretarieel medewerker), 90472, niveau 2 heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Pagina 17 van 45
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.5
Leeromgeving
• •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
• •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding Administratief medewerker (Secretarieel medewerker) wordt evenals de opleiding Particuliere beveiliging (Beveilig) uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het cluster Economie en veiligheid.
Pagina 18 van 45
Het team wordt aangestuurd door een teamleider Economie en veiligheid, die als freelancer verbonden is aan de NHA. Ook overige medewerkers zijn voornamelijk als freelancer bij de opleiding betrokken. Deze opleidingen worden als afstandsonderwijs aangeboden en zijn gelijkwaardig qua opzet van het programma en begeleiding. Inhoudelijk en qua uitvoering zijn er wel verschillen. De beschouwingen van deze opleiding en de opleiding Particuliere beveiliging (Beveiliger) zijn dus op punten gelijk en verschillen zullen worden aangegeven. Voor deze opleiding kunnen studenten rekenen op voldoende en deskundige begeleiding om de opleiding tot een goed einde te kunnen brengen. De examinering laat tekortkomingen zien en ook de kwaliteitsborging van de opleidingen dient nog versterkt te worden. Onderwijsproces Wij hebben het onderwijsproces als voldoende beoordeeld. Programma, beroepspraktijkvorming (bpv) en begeleiding zijn goed op elkaar afgestemd en worden op deskundige wijze uitgevoerd. De samenhang van het programma is voldoende Het sluit inhoudelijk aan op het kwalificatiedossier en de werkprocessen zijn herkenbaar. Het programma biedt daarbij een goede basis voor de student om zich voor te bereiden op de beroepspraktijkvorming. De opleidingen zijn opgedeeld in drie periodes, die uitgaan van een basisplanning. Deze indeling geldt ook voor de studenten die vanaf dit schooljaar op de derde leerweg zijn ingeschreven. Studenten kunnen hun eigen tempo kiezen en eventueel afwijken van de basisplanning. Zij worden vanaf het begin begeleid door hun studieloopbaanbegeleider bij het maken van een realistische planning per periode en een goede aanpak van de studie door middel van de opdracht om een persoonlijk ontwikkelplan en een persoonlijk actieplan (pop en pap) te maken. Deze aandacht voor wat de student nodig heeft om de opleiding te kunnen voltooien, vult de beperkte focus informatie van de intake (alleen vooropleidingseisen) goed aan. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. De begeleiding door studieloopbaanbegeleider, huiswerkdocenten en bpv-docent is goed vormgegeven en wordt adequaat uitgevoerd. Studenten zijn te spreken over de deskundigheid en de bereikbaarheid van de docenten. De digitale omgeving Studentenplaza is een belangrijk hulpmiddel bij de begeleiding. Zowel voor studenten als begeleiders is de voortgang goed te volgen.
Pagina 19 van 45
De beroepspraktijkvoriming is voldoende. De aanpak van de begeleiding van de bpv door de bpv-docent is degelijk en het bpv-bezoek kort na de start van de bpv draagt bij aan een goede voorbereiding van student en bpv-organisatie. Door middel van een zogenaamde werkplekscan moet de bpv-organisatie aangeven of alle werkprocessen in de bpv kunnen worden uitgevoerd. De begeleiding in de praktijk gebeurt door de werkbegeleider die regelmatig afstemming heeft met de NHA. Ter afsluiting van de bpv wordt een gesprek gevoerd met de werkbegeleider, bpv-docent en student. Op basis daarvan wordt tevens vastgesteld of de student aan het afsluitende examen kan deelnemen. Uit evaluaties die op clusterniveau beschikbaar zijn blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de begeleiding in de bpv. Examinering en diplomering De examinering en diplomering zijn als slecht beoordeeld. De dekking van het kwalificatiedossier en de borging van de kwaliteit en diepgang van de beroepsopdrachten in de proeve van bekwaamheid zijn onvoldoende. Daarnaast heeft men onvoldoende zicht op de kwaliteit van de beoordelaars. Het exameninstrumentarium is onvoldoende. Dit heeft te maken met de ingekochte (kader)toets en het criterium gricht interview. Hoewel de NHA gebruik maakt van ingekocht instrumentarium van Stichting Praktijk Leren is de inzet ervan niet deugdelijk. Het instrumentarium is een kaderinstrument. Dit houdt in dat de context en de vorm van het examen is voorgeschreven maar dat de onderliggende opdrachten door de instelling moeten worden geconstrueerd en vastgesteld. Bij de opleiding Secretarieel medewerker bepaalt de praktijkopleider van het leerbedrijf de inhoudelijke opdrachten van de proeve van bekwaamheid, de student maakt hierover een verantwoording in zijn of haar portfolio. Deze opdrachten zijn niet vastgesteld onder verantwoordelijkheid van de examencommissie en gedocumenteerd, waardoor niet geborgd is dat de opdrachten qua complexiteit en omvang de vereisten uit het kwalificatiedossier dekken. Het gevolg is dat studenten mogelijk onvoldoende diepgang en kwaliteit laten zien in relatie tot het kwalificatiedossier. Als afsluiting van het examen wordt een criterium gericht interview (CGI) afgenomen. Dit maakt geen deel uit van het ingekochte exameninstrumentarium noch is het CGI eenduidig in de OER opgenomen. Het examenplan in de OER kent geen CGI. Daarnaast is ook niet duidelijk hoe de inhoud van het CGI wordt bepaald, hoe vastlegging en beoordeling plaatsvinden en hoe het resultaat meeweegt in het eindoordeel.
Pagina 20 van 45
Het examenmateriaal voor Nederlands en voor Engels is ingekocht bij ICE. Dit materiaal is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De afname en beoordeling zijn onvoldoende omdat de beoordeling van het examen niet voldoende onafhankelijk is. De kwalificerende opdrachten worden beoordeeld door de praktijkbeoordelaar van de bpv-organisatie. In sommige gevallen kan dit ook de directe werkbegeleider van de student zijn. In dat geval zijn er geen specifieke aanvullende maatregelen van kracht die een onafhankelijke beoordeling waarborgen. Daarnaast is de deskundigheid van de praktijkbeoordelaars gebaseerd op een verklaring van de beoordelaars zelf en deze is daarmee onvoldoende geborgd. Indien aanvullend het zicht op de inhoud van de beoordeling op deugdelijke wijze inhoud wordt gegeven, vormt de opzet van de examinering en beoordeling voldoende basis voor een betrouwbare afname en beoordeling. De opleiding is bezig met verbeteringen op dit punt. Omdat dat beroepsgerichte examinering geheel plaatsvindt in de praktijk, is de afname voldoende authentiek te noemen. De diplomering is onvoldoende geborgd. De verantwoordelijkheid van de clusterexamencommissie voor kwaliteit en inhoud van het examen wordt als onvoldoende beoordeeld. De clusterexamencommissie vergewist zich niet van de inhoud en kwaliteit van te construeren opdrachten van de kadertoetsing en heeft onvoldoende zicht op de kwaliteit van de beoordeling. Het is ons opgevallen dat de leden van de clusterexamencommissie beperkte kennis van hun taken en verantwoordelijkheden hadden, terwijl zij al wel in functie zijn. Het proces voor besluitvorming tot diplomering dat is ingericht, voorziet in een check op de volledigheid van de examendossiers aan de hand van een checklist. Dit proces kan versterkt worden door meer zicht op de opzet van het examen en een aanvullende inhoudelijke check van de beoordelingswijze in het examendossier. Tot slot maken we nog een opmerking over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de clusterexamencommissie en centrale examencommissie. De relatie tussen deze commissies is in het handboek examinering en in de praktijk onvoldoende eenduidig uitgewerkt. De aansturing van en verantwoording over de examenprocessen is nog geen cyclisch proces en zicht op ontwikkelingen en verbeteringen vragen nog de nodige aandacht. Opbrengsten De inspectie spreekt dit jaar bij afstandsonderwijs nog geen oordeel uit over de hoogte van het rendement.
Pagina 21 van 45
Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is als onvoldoende beoordeeld. Belangrijke reden hiervoor is dat de sturing, beoordeling en verbetering en verankering van de onderwijskwaliteit nog onvoldoende systematisch en betrouwbaar plaatsvindt bij dit cluster. We lichten dat hieronder toe. De sturing is onvoldoende omdat het cluster Economie en veiligheid nog niet tot degelijke planvorming gekomen. Het instellingsbrede strategisch plan, uitgewerkt in het Jaarplan 2014 (op basis van het INK-model) en het handboek examinering 2014 hebben geleid tot een instellingsbrede actielijst 2014 (genoemd Jaarplan mbo-opleidingen). Op basis hiervan worden de clusters aangestuurd. Punt is echter dat de instellingsplannen niet zodanig concreet voor of door een cluster zijn uitgewerkt om op teamniveau een handvat is te bieden om uitvoering te geven aan de gestelde doelen. Het meest recente plan is het teamplan 2014 clusterexamencommissie Economie en veiligheid, waar het accent sec ligt op de examinering. Er ontbreekt een aanvullende planningssystematiek om op teamniveau invulling te geven aan instellingsbrede en clusterspecifieke ontwikkelingen. De continuiteit dan wel de beschikbare capaciteit om uitvoering aan dit proces te geven, is niet in overeenstemming met de doelen en zien we als een risico voor de aansturing van en afstemming met het cluster. De beoordeling van eigen onderwijskwaliteit is onvoldoende. Voor een eigen beoordeling van het onderwijsproces is nog geen systematiek ontwikkeld. Monitoring van de voortgang vindt voldoende plaats, maar gestructureerd analyseren en beoordelen van de beschikbare gegevens over de kwaliteit van onderwijs en examinering op vaste momenten in relatie tot de jaarplannen is nog niet geïmplementeerd. Er zijn wel voldoende monitoringsgegevens beschikbaar op basis van diverse evaluaties van studenten, medewerkers, assessoren, bpv-instellingen, bpv- en examenbureau en daarnaast van studenten die in hun reflectieverslagen bij wijze van evaluatie tips en tops kunnen noteren. Via productaudits wordt ook informatie verzameld over onder andere instroom, uitval en diplomering en ter analyse aangeboden aan het cluster. Vorig jaar is voor het eerst een scan examentaken afgenomen als startpunt voor evaluatie. De inzet van onafhankelijke deskundigen daarbij is nog niet standaard, al is er wel in 2013 een externe audit uitgevoerd inzake de kwaliteit van de examinering. Evaluatie beoordelen wij daarom als onvoldoende.
Pagina 22 van 45
Verbetering en verankering zijn onvoldoende bij dit cluster omdat de verankering van de systematiek van kwaliteitsborging niet voldoende is ingebed in de dagelijkse praktijk. De systematiek van plannen, monitoring en evaluatie hangen nog onvoldoende met elkaar samen om van een cyclisch verband te kunnen spreken. Daarnaast is de verbeteraanpak onvoldoende. Verbeteringen worden onvoldoende adequaat opgepakt; het effectief volgen en beoordelen van in gang gezette veranderingen behoeft nadrukkelijk aandacht. Dit is met name zichtbaar bij examinering. De verbeteraanpak hiervoor is welliswaar vastgelegd in een verbeterplan, maar heeft nog niet tot het gewenste kwaliteitsniveau geleid. Positief te beoordelen zijn de diverse docentendagen die worden georganiseerd om deskundigheid van docenten en assessoren te borgen. De aandacht voor deskundigheid voor de examencommissie is hiervoor al toegelicht. De interne en externe dialoog zijn voldoende vormgegeven, maar er kan nog winst worden geboekt met de instelling van een beroepenveldcommissie. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
4.2
Particuliere beveiliging (Beveiliger) Het kwaliteitsonderzoek bij Particuliere beveiliging (Beveiliger), 94850, niveau 2 heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Pagina 23 van 45
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.5
Leeromgeving
• •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
• •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
•
Beroepspraktijkvorming*
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied. Beschouwing Algemeen De opleiding Particuliere beveiliging (Beveiliger) wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het cluster Economie en veiligheid. Het team wordt aangestuurd door de teamleider Economie en veiligheid, die als freelancer verbonden is aan de NHA.
Pagina 24 van 45
De opleiding valt onder verantwoordelijkheid van de NHA waarbij het onderwijs wordt aangeboden door de NHA, en de examinering onder auspiciën van de SVPB wordt uitgevoerd. Voor deze opleiding kunnen studenten rekenen op voldoende studieloopbaanbegeleiding om de opleiding tot een goed einde te kunnen brengen. De bpv-begeleiding laat echter tekortkomingen zien en de kwaliteitsborging van de opleidingen dient nog versterkt te worden. Onderwijsproces Wij hebben het onderwijsproces als onvoldoende beoordeeld. De opzet van de opleiding is vergelijkbaar met Administratief medewerker (Secretarieel medewerker), echter met name de bpv-begeleiding is anders ingevuld en deze laat tekortkomingen zien. Daarnaast zijn er aandachtpunten betreffende de samenhang van de opleiding (inhoud) en het didactisch handelen (feedback). De samenhang beoordelen we als voldoende, maar er is hierbij wel een aandachtspunt met betrekking tot de inhoud van het studiemateriaal. Het materiaal begeleidt de student bij het leren en is voldoende gestructureerd. Enkele studenten merken echter op dat de aansluiting van het studiemateriaal op het examen van de SVPB op sommige punten te kort schiet. Studenten geven aan hun informatie via andere wegen te moeten verkrijgen. De opleidingen zijn opgedeeld in twee periodes, die uitgaan van een basisplanning. Deze indeling geldt ook voor de studenten die vanaf dit schooljaar op de derde leerweg zijn ingeschreven. Studenten kunnen hun eigen tempo kiezen en eventueel afwijken van de basisplanning. Studenten zijn minder te spreken over de deskundigheid en de feedback van de huiswerkdocenten. Zo was niet duidelijk waarom iets goed of fout was; de feedback werd als te weinig inhoudelijk ervaren om richting te geven aan het eigen studieproces. Daar de feedback van groot belang is binnen het afstandsonderwijs, wordt dit als onvoldoende aangemerkt. De studieloopbaanbegeleiding beoordelen we als voldoende. Studenten worden vanaf het begin begeleid door hun studieloopbaanbegeleider bij het maken van een realistische planning per periode en een goede aanpak van de studie door middel van de opdracht om een pop en pap te maken. Deze aandacht voor wat de student nodig heeft om de opleiding te kunnen voltooien, vult de beperkte informatie uit de intake (alleen vooropleidingseisen) goed aan. De digitale omgeving Studentenplaza is een belangrijk hulpmiddel bij de begeleiding. Zowel voor studenten als voor begeleiders is de voortgang goed te volgen. Over de begeleiding van de NHA tijdens de bpv hebben de studenten opmerkingen.
Pagina 25 van 45
De beroepspraktijkvorming is als onvoldoende beoordeeld. De aanpak van de begeleiding van de bpv door de NHA is onvoldoende. De begeleiding in de praktijk gebeurt door de werkbegeleider en is voldoende. Uit evaluaties blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de begeleiding van de praktijkbegeleider in de bpv, maar niet over de begeleiding door de NHA. Geconstateerd is dat de voorbereiding van de bpv, zowel bij de student als het leerbedrijf, onvoldende is. Bij deze opleiding is onder andere geen sprake geweest van een startgesprek door de bpv-docent. Ook komt de bpv-docent tussentijds niet langs. Er is slechts sprake van een administratieve start van de bpv en ook de eindcontrole van de gemaakte praktijkopdrachten is een administratieve handeling. Door deze werkwijze heeft de NHA geen zicht op de uitvoering van de bpv. Dit is gesignaleerd door de NHA en er zijn verbeterafspraken gemaakt. Examinering en diplomering De kwaliteit van examinering en diplomering is voldoende. Het examen is ingekocht bij de SVPB en dit instrumentarium, de afname en de beoordeling zijn eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. Daarnaast heeft de NHA passend zicht op de uitvoering van het examen. Het examenmateriaal voor Nederlands is ingekocht bij ICE. Dit materiaal is door de inspectie eerder als voldoende beoordeeld. De diplomering is als voldoende beoordeeld. De clusterexamencommissie besluit op deugdelijke wijze tot diplomering. Het proces dat daarvoor is ingericht voorziet in een passende check op de volledigheid van de examendossiers aan de hand van een checklist. De verantwoordelijkheid van de clusterexamencommissie voor kwaliteit van de afname en beoordeling van het examen wordt als voldoende beoordeeld; er zijn in voorkomende gevallen contacten tussen de clusterexamencommissie en de SVPB. Tot slot maken we nog een opmerking over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de clusterexamencommissie en centrale examencommissie. De relatie tussen deze commissies is in het handboek examinering en in de praktijk onvoldoende eenduidig uitgewerkt. De aansturing van en verantwoording over de examenprocessen is nog geen cyclisch proces en zicht op ontwikkelingen en verbeteringen vragen nog de nodige aandacht. Opbrengsten De inspectie spreekt dit jaar bij afstandsonderwijs nog geen oordeel uit over de hoogte van het rendement.
Pagina 26 van 45
Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging beoordelen we als onvoldoende. Omdat de opleiding Beveiliger net als de opleiding Secretarieel medewerker onder het cluster Economie en veiligheid vallen is de kwaliteitsborging van beide opleidingen gelijk. Kortheidshalve wordt hierbij naar paragraaf 4.1 verwezen. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. 4.3
Verzorgende-IG en Doktersassistent Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende-IG, 95530, niveau 3 en Doktersassistent, 91310, niveau 4 heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.5
Leeromgeving
• •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
• •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 27 van 45
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleidingen Doktersassistent en Verzorgende-IG vallen onder het cluster Zorg. Het cluster Zorg is binnen NHA qua aantal studenten en medewerkers het grootste cluster en wordt aangestuurd door een teamleider in vaste dienst. De onderzochte opleidingen worden als afstandsonderwijs aangeboden en zijn gelijkwaardig qua opzet van het programma, begeleiding en bpv. De studenten kunnen bij deze opleidingen rekenen op voldoende en deskundige begeleiding om de opleiding tot een goed einde te kunnen brengen. De kwaliteitsborging van de opleidingen dient nog versterkt te worden. Onderwijsproces Wij hebben het onderwijsproces bij beide opleidingen als voldoende beoordeeld. Programma, bpv en begeleiding zijn goed op elkaar afgestemd en worden op deskundige wijze uitgevoerd. De samenhang beoordelen we als voldoende. Het programma biedt een goede basis voor de praktijkdagen en bpv. De praktijkdagen waar vaardigheden worden geoefend en getoetst, dragen ook bij aan een goede aansluiting tussen theorie en praktijk. Een aandachtspunt is dat er verschillende documenten in omloop zijn, waaronder de OER, die onderling soms net iets andere informatie geven over het programma. Het zou de duidelijkheid ten goede komen als deze informatie eenduidig wordt aangeboden.
Pagina 28 van 45
De opleidingen zijn opgedeeld in drie periodes, die uitgaan van een basisplanning. Deze indeling geldt ook voor de studenten die vanaf dit schooljaar op de derde leerweg zijn ingeschreven. Studenten kunnen hun eigen tempo kiezen en eventueel afwijken van de basisplanning. Zij worden vanaf het begin begeleid door hun studieloopbaanbegeleider bij het maken van een realistische planning per periode en een goede aanpak van de studie door middel van de opdracht om een pop en pap te maken. Deze aandacht voor wat de student nodig heeft om de opleiding te kunnen voltooien, vult de beperkte informatie uit de intake (alleen vooropleidingseisen) goed aan. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. De begeleiding door studieloopbaanbegeleider, huiswerkdocenten, praktijkdocenten en bpv-docent is goed vormgegeven en wordt adequaat uitgevoerd. Studenten zijn te spreken over de deskundigheid en de bereikbaarheid van de docenten. De digitale omgeving Studentenplaza is een belangrijk hulpmiddel bij de begeleiding. Zowel voor studenten als begeleiders is de voortgang goed te volgen. De beroepspraktijk vorming is als voldoende beoordeeld. De aanpak van de begeleiding van de bpv door de bpv-docent is degelijk en het bezoek kort na de start van de bpv draagt bij aan een goede voorbereiding van student en bpvorganisatie. Door middel van een zogenaamde werkplekscan moet de bpvorganisatie aangeven of alle werkprocessen in de bpv kunnen worden uitgevoerd. De begeleiding in de praktijk gebeurt door de werkbegeleider die regelmatig afstemming heeft met de NHA. Ter afsluiting van de bpv wordt een gesprek gevoerd met de werkbegeleider, bpv-docent en student. Op basis daarvan wordt tevens vastgesteld of de student aan het afsluitende examen kan deelnemen. Uit evaluaties die op clusterniveau beschikbaar zijn blijkt dat studenten in het algemeen tevreden zijn over de begeleiding in de bpv. Examinering en diplomering De examinering en diplomering is als voloende beoordeeld. Deze zijn degelijk genoeg vormgegeven om als voldoende te worden beoordeeld, maar kunnen nog versterkt worden. De kwaliteit van het exameninstrumentarium is voldoende. Beide opleidingen werken met examenmateriaal van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs, zowel voor de ontwikkelingsgerichte opdrachten als voor de kwalificerende opdrachten. Het onderscheid tussen beide fasen is duidelijk gemarkeerd. Dit materiaal is recent door de inspectie als voldoende beoordeeld.
Pagina 29 van 45
Het examenmateriaal voor Nederlands en voor Engels (voor de opleiding Doktersassistent) is ingekocht bij Bureau ICE. Dit materiaal is eveneens eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De afname en beoordeling zijn voldoende. De beroepsgerichte examinering vindt nagenoeg geheel plaats in de praktijk. Enkele vaardigheden worden in simulatie geëxamineerd. Daarmee is de afname voldoende authentiek te noemen. Bij beide opleidingen wordt de uitvoering van de kwalificerende opdrachten beoordeeld door de praktijkbeoordelaar van de bpv-organisatie. In een aantal kleinere bpv-organisaties is dat de werkbegeleider. Dat is een aandachtspunt. De deskundigheid van de praktijkbeoordelaars is gebaseerd op een verklaring van de beoordelaars zelf en daarmee niet optimaal geborgd. De assessoren van de NHA hebben desondanks wel voldoende zicht op de kwaliteit van het proces van afname en de beoordeling, doordat zij het gehele portfolio van de studenten (inclusief het verantwoordingsverslag) checken op volledigheid en validiteit van de beoordelingen, het assessmentverslag beoordelen en voorafgaand aan het criterium gericht interview een gesprek hebben met de praktijkbeoordelaar over de beoordeling. Deze opzet van de examinering geeft voldoende vertrouwen dat de afname en beoordeling betrouwbaar zijn, mede gezien het bewustzijn bij de NHA-assessoren waar de risico’s voor de betrouwbaarheid liggen. Een aandachtspunt is dat de assessoren meestal pas aan het eind van de kwalificerende fase in beeld komen. De clusterexamencommissie heeft dit al onderkend en is bezig met verbeteringen op dit punt. De diplomering is voldoende geborgd. De clusterexamencommissie besluit op deugdelijke wijze tot diplomering. Het proces dat daarvoor is ingericht voorziet in een check op de volledigheid van de examendossiers aan de hand van een checklist. Steekproefsgewijze extra controle van de dossiers wordt uitgevoerd. De clusterexamencommissie neemt verantwoordelijkheid voor de (beroepsgerichte) examinering bij de zorgopleidingen en vergewist zich van de kwaliteit via evaluaties van alle betrokkenen, tips en tops in verslagen en door gerichte inzet van de assessoren. Door de inzet van assessoren heeft zij zicht op afname en beoordeling. Een aandachtspunt is dat er vanuit de NHA geen steekproefsgewijze bijwoning van praktijkbeoordelingen door de clusterexamencommissie plaatsvindt bij de zorgopleidingen, die dit zicht verder kunnen objectiveren. De clusterexamencommissie heeft dit punt onderkend en is bezig met verbetermaatregelen. Vastlegging van analyses en verbetermaatregelen kan nog wel meer gestructureerd.
Pagina 30 van 45
Tot slot maken we nog een opmerking over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de clusterexamencommissie en centrale examencommissie. De relatie tussen deze commissies is in het handboek examinering en in de praktijk onvoldoende duidelijk uitgewerkt. De aansturing van en verantwoording over de examenprocessen vanuit de centrale examencommissie is nog geen cyclisch proces en zicht op ontwikkelingen en verbeteringen vragen nog de nodige aandacht. Opbrengsten De inspectie spreekt dit jaar bij afstandsonderwijs nog geen oordeel uit over de hoogte van het rendement. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is als onvoldoende beoordeeld. Belangrijkste reden hiervoor is dat de beoordeling van de onderwijskwaliteit nog onvoldoende regelmatig en betrouwbaar plaatsvindt. De sturing en verbeteraanpak bij dit cluster zijn op hoofdlijnen voldoende maar kunnen aan kwaliteit winnen. We lichten dat hieronder toe. De sturing beoordelen we als voldoende. Het instellingsbrede strategisch plan, uitgewerkt in het Jaarplan 2014 (op basis van het INK-model) en het handboek examinering 2014 hebben geleid tot een instellingsbrede actielijst 2014 (genoemd Jaarplan mbo-opleidingen). Op basis hiervan worden de clusters aangestuurd. Eén van de actiepunten betreft examinering. In het kader daarvan is in 2013 een scan examentaken afgenomen om de kwaliteit van de examinering bij alle clusters in beeld te brengen. Het cluster Zorg heeft het bovenstaande uitgewerkt in onder andere het Actieplan examinering 2013-2016 Zorg. Dit betreft een meerjarenplan met verbetermaatregelen op basis van analyse van de resultaten van de examenscan, Daarnaast werkt het team met het ‘Jaarplan naar aanleiding van het Waarderingskader 2012', dat gericht is op onderwijs. Gezien de ontwikkeling van de kwaliteitszorg op instellingsniveau, heeft het cluster ervoor gekozen nog geen nieuw jaarplan op te stellen. Een deel van dit plan is inmiddels gerealiseerd. Voor het andere deel is het handelen van het team gericht op de onderwerpen uit het jaarplan 2012. Intussen is er een curriculumcommissie ingesteld die bezig is de plannen op gebied van onderwijskwaliteit verder vorm te geven. Daarbij maakt het team gebruik van diverse sturingsgegevens onder andere uit evaluaties.
Pagina 31 van 45
De gesprekken met alle betrokkenen bij cluster Zorg laten zien dat eenieder bekend is met de doelstellingen en verbetermaatregelen uit de verschillende plannen. Hoewel de clusterplannen meer overzichtelijk kunnen worden vastgelegd, beoordelen wij de sturing bij dit cluster als voldoende. De beoordeling van eigen onderwijskwaliteit is onvoldoende. Voor een eigen beoordeling van het onderwijsproces is nog geen systematiek ontwikkeld. Monitoring van de voortgang vindt voldoende plaats, maar gestructureerd analyseren en beoordelen van de beschikbare gegevens over de kwaliteit van onderwijs en examinering op vaste momenten en in relatie tot de jaarplannen is nog niet geïmplementeerd. Er zijn wel voldoende monitoringsgegevens beschikbaar op basis van diverse evaluaties van studenten, medewerkers, assessoren, bpv-instellingen, bpv- en examenbureau en daarnaast van studenten die in hun reflectieverslagen bij wijze van evaluatie tips en tops kunnen noteren. De teamleider doet daarnaast steekproefsgewijze bijwoningen bij docenten op de praktijkdagen en checkt steekproefsgewijs huiswerkdocenten aan de hand van het door hen gecorrigeerde huiswerk. De teamleider verzamelt ook informatie door praktijkdagen te bezoeken en (informeel) gesprekken te voeren met studenten. Daarnaast wordt via productaudits informatie verzameld over onder andere instroom, uitval en diplomering en ter analyse aangeboden aan het cluster. Vorig jaar is voor het eerst ook een scan examentaken afgenomen als startpunt voor evaluatie. De inzet van onafhankelijke deskundigen bij de eigen beoordeling van onderwijs en examinering is nog niet standaard, al is er wel in 2013 een externe audit uitgevoerd inzake de kwaliteit van de examinering. Evaluatie beoordelen wij daarom als onvoldoende. Verbetering en verankering zijn als voldoende beoordeeld. Het cluster Zorg heeft nadrukkelijk aandacht voor implementatie van verbeteringen. De verbeteraanpak is adequaat en zorgt voor realisatie van benodigde maatregelen. Voor deskundigheidsbevordering worden diverse docentendagen georganiseerd om deskundigheid van docenten en assessoren te borgen en door uitwisseling te versterken. Hoewel nog niet uitontwikkeld, is binnen het cluster Zorg sprake van een systematiek van kwaliteitsborging, waarbij taken en verantwoordelijkheden in de uitvoering tot uitdrukking komen. Een aandachtspunt is, dat de kwaliteitszorgcyclus meer consciëntieus kan worden doorlopen. De verschillende fasen van kwaliteitszorg zijn in essentie aanwezig en zijn aan elkaar gerelateerd. Maar de tijdigheid en volledigheid van planvorming en de sytematiek van beoordelen kunnen beter op elkaar worden afsgestemd, zodat sturing en verantwoording leiden tot verdere kwaliteitsverbetering.
Pagina 32 van 45
De interne en externe dialoog zijn voldoende vormgegeven, maar er kan nog winst worden geboekt met de instelling van een beroepenveldcommissie. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Pagina 33 van 45
Pagina 34 van 45
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
2. 3.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven.
Pagina 35 van 45
Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 36 van 45
Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 37 van 45
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Administratief medewerker (Secretarieel medewerker) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
• • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
• • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • • •
Pagina 38 van 45
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • •
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Particuliere beveiliging (Beveiliger) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
•
Pagina 39 van 45
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
1.3.1
Interactie
•
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
• • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
• • • • • • • • • •
Voldoende Onvoldoende
• • •
Pagina 40 van 45
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Verzorgende-IG en Doktersassistent Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
• • • • •
Pagina 41 van 45
Gebied 1: Onderwijsproces 1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
Voldoende Onvoldoende
•
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
• • • • • • • • • •
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
Pagina 42 van 45
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 43 van 45
Bijlage IV Zienswijze Bij brief van 15 januari 2015 heeft de directie van Nationale Handels Academie B.V. aan de Inspectie van het Onderwijs de volgende zienswijze op dit rapport kenbaar gemaakt: Zienswijze Nationale Handels Academie B.V. Langs deze maakt NHA van de gelegenheid gebruik om haar zienswijze te geven op het onderzoeksrapport ‘Staat van de Instelling’ d.d. 17 december 2014. NHA opleidingen kijkt positief terug op de samenwerking en betrokkenheid van de inspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs gedurende het onderzoek naar de staat van instelling. Het onderzoek steunt NHA bij de ingeslagen weg en bij inzichten die binnen de organisatie bestaan over kwalitatief goed onderwijs en biedt NHA mogelijkheden gerichte vervolgstappen te maken. Langs deze weg wil NHA de eigen visie duidelijk maken op de beoordeling over de ‘stabiliteit van de organisatie en management’. In het onderzoeksrapport worden verbeteringen beschreven ten aanzien van de kwaliteitszorg. Deze verbeteringen sluiten aan bij de eigen bevindingen, die voorafgaand aan het instellingsbezoek zijn opgesteld en tijdens het bezoek ter beschikking zijn gesteld aan de Inspectie van het Onderwijs. De genoemde verbeteringen op dit gebied zijn voorafgaand aan het instellingsbezoek ingezet. Aansluitend hebben uitkomsten van het instellingsbezoek al voor het aanbieden van het (concept-)onderzoeksrapport door de inspecteurs geleid tot versterking van een plan van aanpak welke leidt tot verhoging van de basiskwaliteit van de MBO opleidingen van NHA in het algemeen en specifiek voor de onderzochte opleidingen. Op basis hiervan herkent NHA zich niet in het opgenomen risico rondom stabiliteit van organisatie en management. Dit risico wordt aangeduid als gering tot matig. NHA heeft gericht geïnvesteerd in meer vaste- en freelance medewerkers op centrale posities in de onderwijsorganisatie en met name op managementniveau. Deze ontwikkeling is door de betrokken inspecteurs geconstateerd. Dat naast vaste medewerkers ook freelance medewerkers actief zijn op managementniveau ziet NHA als een voordeel. Er wordt bewust in deze mensen geïnvesteerd en hiermee aan de NHA gebonden. Daarnaast biedt het voor NHA de benodigde flexibiliteit om snel te kunnen reageren indien dit onverhoopt nodig mocht zijn, bijvoorbeeld naar aanleiding van een kritisch reflectierapport.
Pagina 44 van 45
Tot slot Hoewel NHA het niet in alle opzichten eens is met de onderbouwing en toonzetting van de conclusies zijn deze meegenomen in het plan van aanpak om de kwaliteit van het mbo onderwijs van NHA te versterken. Het vervolgonderzoek van de Inspectie van onderwijs ziet NHA dan ook met het volste vertrouwen tegemoet.
Pagina 45 van 45