STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC Regio College
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Zaandam 25RA 271796 13 januari - 6 februari 2014 12 mei 2014
Pagina 2 van 64
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4 4.1 4.2
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Chauffeur goederenvervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
4.3
Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
4.4
Onderwijsassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
4.5
Reizen (Verkoper reizen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Bijlage II Overzicht bc-id . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . . . . . . . . 54 Chauffeur goederenvervoer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 Onderwijsassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Reizen (Verkoper reizen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Bijlage V Oordeel voorafgaande aan herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Pagina 3 van 64
Pagina 4 van 64
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in januari en februari 2014 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC Regio College. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs en vavo. ROC Regio College is een roc met ongeveer 5.500 studenten en ongeveer 162 crebo's. De instelling heeft onderwijslocaties in Zaandam, Edam, Heerhugowaard en Purmerend. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, vertegenwoordigers van de studentenraad, praktijkopleiders, docenten en management. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek.
Pagina 5 van 64
De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Opbrengsten
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
bc-id 047
91830, Chauffeur goederenvervoer
91830, Chauffeur goederenvervoer
leerweg bbl, niveau 2, locatie Cypressehout 95-97-99, Zaandam
bc-id 104
92661, Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)
92661, Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)
leerweg bbl, niveau 4, locatie Spinnekop 1, Purmerend
bc-id 064
93212, Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur)
93212, Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur)
leerweg bol, niveau 4, locatie Spinnekop 1, Purmerend
bc-id 154
93500, Onderwijsassistent
93500, Onderwijsassistent
leerweg bol, niveau 4, locatie Cypressehout 95-97-99, Zaandam
bc-id 181
94090, Reizen (Verkoper reizen)
94090, Reizen (Verkoper reizen)
leerweg bol, niveau 3, locatie Cypressehout 95-97-99, Zaandam
Pagina 6 van 64
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
Pagina 7 van 64
Pagina 8 van 64
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen we dat er enkele risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico's komen naar voren bij de kwaliteit van de examinering, het niveau van de opbrengsten, de tevredenheid van studenten en de stabiliteit van organisatie en management. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteitsborging bij het Regio College onvoldoende is. Sinds begin 2013 wordt gewerkt met een vernieuwd, instellingsbreed kwaliteitszorgsysteem dat er op gericht is een synchronisatie aan te brengen in de verschillende werkwijzen van afdelingen en van teams. De controle op de uitvoering van de kwaliteitszorg en de implementatie van het systeem vertoont lacunes. Het instrumentarium dat wordt gehanteerd om het kwaliteitszorgsysteem inhoud te geven, voldoet. Wij hebben dit geconstateerd bij de opleidingen Onderwijsassistent en Chauffeur goederenvervoer. Deze teams borgen de onderwijskwaliteit in voldoende mate. Het oordeel dat de kwaliteitsborging onvoldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we beperkt aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij het Regio College. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingen onderzocht. Bij alle opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals te lezen is in de volgende paragraaf.
Pagina 9 van 64
2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij ROC Regio College is onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art. 1.3.6) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. ROC Regio College krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Het vervolgtoezicht bestaat hieruit dat we over een jaar de kwaliteitsborging opnieuw zullen beoordelen. Vervolgtoezicht financiële continuïteit De inspectie ziet geen aanleiding tot het aanpassen van het financiële continuïteitstoezicht en kent daarom het basisarrangement toe aan de instelling. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vijf onderzochte opleidingen We voeren dit vervolgtoezicht zo veel mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is de genoemde termijn in de waarschuwingsbrief van de minister leidend. In onderstaande schema’s is het vervolgtoezicht te lezen. Het vervolgtoezicht geldt voor de opleidingen die onderzocht zijn binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1. Chauffeur goederenvervoer, 91830 Beoordeling
Toezichtvorm
Niveau opbrengsten is onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*.
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*.
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
• •
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Pagina 10 van 64
Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg), 92661 Beoordeling
Toezichtvorm
Niveau opbrengsten is onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*.
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering*.
Kwaliteit examinering is slecht.
Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
• •
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur), 93212 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Pagina 11 van 64
Onderwijsassistent, 93500 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Reizen (Verkoper reizen), 94090 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende en niveau opbrengsten is onvoldoende (zeer zwak onderwijs)*.
Aangepast toezicht vanwege zeer zwak onderwijs*.
Vervolgtoezicht • • •
• •
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
• • •
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. De instelling stelt binnen 6 weken na ontvangst van het vastgestelde rapport een plan van aanpak op en stuurt deze naar de inspectie. De inspectie geeft een reactie op het plan van aanpak. Circa een jaar na de waarschuwingsbrief een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Pagina 12 van 64
Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat extra toezichtactiviteiten noodzakelijk zijn. Onderzoek door de inspectie De staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om nader onderzoek te doen. Bij twee door ons nader te bepalen andere opleidingen voeren we een kwaliteitsonderzoek uit op de gebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging. Het doel hiervan is om te bepalen of de verbeteringen breder zijn opgepakt dan alleen door de eerder door ons onderzochte opleidingen. Deze kwaliteitsonderzoeken worden gelijktijdig met de onderzoeken naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd. De inspectie zal tevens een onderzoek uitvoeren naar de kwaliteit van de afdeling vwo in het vavo. De aanleiding om dit onderzoek te doen wordt gevormd door de risico's die de inspectie ziet op basis van opbrengstgegevens en de kwaliteitsborging bij deze afdeling. Binnen zes maanden na vaststelling van het definitieve rapport van de Staat van de instelling wordt dit onderzoek uitgevoerd. Onderzoek door de instelling: De Staat van de instelling is voor de inspectie aanleiding om de instelling te vragen zich tussentijds te verantwoorden over de voortgang op de kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging. Binnen 3 maanden na ontvangst van het definitieve rapport van de Staat van de instelling ontvangen wij van u het volgende:
Pagina 13 van 64
Op het kwaliteitsgebied examinering en diplomering: • De resultaten van een interne analyse waarin is nagegaan of de geconstateerde tekortkomingen op dit kwaliteitsgebied met betrekking tot de besluitvorming diplomering en de verantwoordelijkheid van de examencommissie zich ook voordoen bij andere opleidingen; • Een verbeterplan op welke wijze deze geconstateerde tekortkomingen worden aangepakt; • We voeren op basis van de aangeleverde analyse en verbeterplan een voortgangsgesprek. Op het gebied kwaliteitsborging: • De resultaten van een interne analyse waarin is nagegaan of de geconstateerde tekortkomingen op dit kwaliteitsgebied zich ook voordoen binnen opleidingen van andere afdelingen; •
Een verbeterplan op welke wijze deze geconstateerde tekortkomingen op instellings-, afdelings- en teamniveau worden aangepakt; • We voeren op basis van de aangeleverde analyse en verbeterplan een voortgangsgesprek. Over de uitvoering van alle bovenstaande toezichtactiviteiten worden nadere afspraken gemaakt.
Pagina 14 van 64
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Kwaliteitsborging
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging van het Regio College is nog volop in ontwikkeling. Dit geldt voor alle organisatieniveaus en voor de integrale aanpak van kwaliteitszorg. De besturingsfilosofie van het Regio College is er een van besturing op afstand. We hebben geconstateerd dat het college van bestuur onvoldoende zicht heeft op de kwaliteit van de teamwerkplannen en de kwaliteitsborging op teamniveau. Het college heeft wel voldoende zicht op de inhoud en de voortgang van de afdelingsplannen. De kwaliteitsborgingssystematiek waarvoor gekozen is, kenmerkt zich wel door een duidelijk instrumentarium. De afspraken over het gebruik en over de controle op de toepassing ervan zijn echter nog niet altijd duidelijk voor de betrokkenen. Het maken van eigen analyses en het evalueren van de eigen onderwijskwaliteit is nog in ontwikkeling. Indien echter audits uitgevoerd worden vinden er vervolgens kwaliteitsverbeteringen plaats. Deze audits hebben bewerkstelligd
Pagina 15 van 64
dat opleidingsteams zich meer bewust zijn van de noodzaak van een beoordeling van het onderwijs en het uitvoeren van verbeteracties die hieruit voortkomen. De sturing is voldoende. Het visiedocument “Nieuwe Koers Regio College” kenmerkt zich door globaal geformuleerde doelen, maar het geeft voldoende kader om in de afdelingsplannen concrete activiteiten te benoemen die gerelateerd zijn aan deze doelen. Dit betekent dat het plan op instellingsniveau samenhang vertoont met de plannen op afdelingsniveau. Dit geldt in mindere mate voor de teamwerkplannen. Voor het opstellen van deze plannen is voldoende informatie beschikbaar. De kwaliteit van de teamwerkplannen verschilt van elkaar en het volgende valt hierbij op: • Doelen zijn globaal geformuleerd en vooral gericht op procesbeschrijvingen; • De aspecten van het gebied kwaliteitsborging van de standaarden Regio College worden door enkele teams onjuist geïnterpreteerd; • Eigenaarschap van de beoogde resultaten ontbreekt. Wij constateren dat in de ontwikkeling van het verbeteren van de kwaliteitsborging de prioriteit ligt bij het verbeteren van de teamwerkplannen en de afstemming hiervan op het afdelingsplan. In lijn met de ingezette acties, de aandacht en de tijd die hiervoor benodigd is zijn de effecten nog niet overal zichtbaar en meetbaar, maar er wordt aan gewerkt. Bovendien is er een voorbeeld van een good practice in dit verband. We hebben bij de opleiding Onderwijsassistent geconstateerd dat er sprake is van een teamwerkplan van voldoende kwaliteit en dat is afgestemd op het afdelingsplan. Dit opleidingsteam is zich ervan bewust dat het teamwerkplan sturend is om de kwaliteit in onderwijs en examinering te borgen. De beoordeling van de onderwijskwaliteit is onvoldoende. Het monitoringsinstrumentarium biedt onvoldoende zicht op de kwaliteit van het onderwijsproces, de examinering en de opbrengsten. Dit wordt mede veroorzaakt doordat op instellingsniveau te weinig en onduidelijke kwaliteitseisen zijn geformuleerd. Een voorbeeld hiervan zijn de globale normen en streefcijfers die in resultatenbox worden gehanteerd. Bij de beoordeling van de wettelijke vereisten is er wel sprake van een normering en wordt voldoende gemonitord of hieraan wordt voldaan. Op het terrein van het monitoren van rendementsgegevens is er sprake van een niet goed functionerend registratiesysteem. Dit heeft tot gevolg dat actuele en specifieke overzichten ontbreken. Het risico hiervan is dat bij dalende opbrengsten niet tijdig (bij)gestuurd kan worden. Wij hebben geconstateerd dat het college hierop een passende maatregel heeft genomen. Momenteel wordt
Pagina 16 van 64
een instrument geïmplementeerd om relevante en actuele rendementsgegevens tijdig in beeld te brengen. Ook is er op instellingsniveau nog geen sprake van evaluatie. Het kwaliteitszorgsysteem biedt een voldoende basis maar de implementatie is nog niet gereed. Op dit moment wordt de evaluatie gevormd door twee pijlers: te weten een jaarlijkse zelfevaluatie van de teams en een driejaarlijkse audit. Opvallend is dat de zelfevaluaties niet altijd kritisch en daarmee realistisch zijn. De audits, onder voorzitterschap van een onafhankelijke deskundige, daarentegen zijn wel realistisch. Het inspectieonderzoek wijst uit dat de resultaten van de audits in hoge mate overeenkomen met onze bevindingen en conclusies. We zijn tijdens ons onderzoek bij de opleidingen wel een aantal goede voorbeelden tegengekomen van verbeteractiviteiten, gerelateerd aan tekortkomingen en gebaseerd op eigen analyses. Echter er is nog niet altijd sprake van een effectieve en systematische verbeteraanpak op teamniveau. Op instellingsniveau zijn de resultaten van de audits geanalyseerd.Op basis van deze analyse zijn door de dienst OPK aanbevelingen geformuleerd welke uitgangspunt zijn om te komen tot een verdere verbetering van het proces van werken aan de kwaliteit van het onderwijs. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs ligt laag in de organisatie, namelijk bij de resultaatverantwoordelijke teams. Binnen deze teams zijn regisseurs verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit en de kwaliteitsborging. Het eigenaarschap voor de kwaliteitsborging is niet altijd duidelijk belegd binnen de teams. Er is nog geen systematische en cyclische werking van het kwaliteitszorgsysteem. Er is sprake van een werkende dialoog. De externe dialoog staat vooral in het teken van versterking van de samenwerking in de regio. Intern spreekt het college van bestuur periodiek met afdelingsmanagers en de studentenraad, medezeggenschapsraad en de raad van toezicht over de kwaliteit van het onderwijs. 3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit.
Pagina 17 van 64
Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Kwaliteit onderwijs Wij zien een geen tot gering risico voor de onderwijskwaliteit. Uit de uitgevoerde onderzoeken op opleidingsniveau blijkt dat de kwaliteit van het onderwijsproces bij één van de opleidingen onvoldoende is. Bij deze opleiding is er sprake van tekortkomingen van de studieloopbaanbegeleiding. Bij de andere onderzochte opleidingen hebben wij deze wel als voldoende beoordeeld. Echter het systematisch vastleggen van de studievoortgang en de frequentie daarvan verdient aandacht. Wat de toezichthistorie van het Regio College betreft constateren wij dat in het verleden wel een aantal malen sprake is geweest van onvoldoende kwaliteit van opleidingen. Daarbij valt op dat het vooral ging om onvoldoende opbrengsten. Na heronderzoek was de situatie verbeterd. Kwaliteit examinering Op basis van de onderzoeken naar examinering zien wij een hoog tot zeer hoog risico voor de examenkwaliteit. Bij alle vijf opleidingen is de examenkwaliteit onvoldoende. Dit wordt veroorzaakt doordat de examencommissie haar verantwoordelijkheid niet waarmaakt. Zij heeft onvoldoende zicht op de kwaliteit van de afname en beoordeling in de bpv en op de besluitvorming met betrekking tot de diplomering. Wat dit laatste aangaat hebben wij geconstateerd dat in veel gevallen er sprake is van incomplete examendossiers en van gebrekkige of onvoldoende bewijzen om de deugdelijkheid van de beslissingen tot diplomering te staven. Opbrengsten Wij schatten het risico voor de opbrengsten als gering tot matig in. Instellingsbreed heeft Regio College voldoende opbrengsten. De opbrengsten 2011/2012 zijn echter wel iets lager dan die van een jaar eerder maar beter dan dat het College van bestuur zichzelf tot doel had gesteld. Toch hebben zeventien opleidingen een opbrengstrisico. Bij de meeste daarvan gaat het om een beperkt opbrengstrisico. Een drietal opleidingen hebben ernstig opbrengstrisico. Twee opleidingen hebben een zeer ernstig opbrengstrisico. Het College van bestuur heeft de betreffende opleidingen in beeld. Oorzaken zijn geanalyseerd en verbeteracties in gang gezet.
Pagina 18 van 64
Voortijdig schoolverlaten Wij zien weinig risico's op het gebied van voortijdig schoolverlaten. De gegevens van het voortijdig schoolverlaten laten zien dat het percentage van 12,7 procent in 2005-2006 is gedaald tot 9,3 procent in 2011-2012. Dit is een duidelijke daling, maar het Regio College zit met dit percentage nog wel boven het landelijk gemiddelde vsv van 6,9 procent. VAVO Voor het vavo geldt dat er bij de vwo-afdeling sprake is van een verschil in SECE cijfers (driejaars gemidelde). Ook het gemiddeld CE-cijfer voldoet niet aan de norm. De instelling heeft een aantal verbetermaatregelen getroffen. Wij zien op basis van analyses van de instelling over de cijfers 2013 een reductie van het verschil SE-CE en het gemiddelde CE-cijfer. Echter nader onderzoek bij de vwoafdeling moet uitwijzen wat de oorzaken zijn van deze tekortkomingen. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Wij zien een gering tot matig risico ten aanzien van de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkveld. De tevredenheid van de studenten in het Regio College is lager dan het landelijk gemiddelde. Drie van de veertien domeinen van het Regio College scoort lager dan een 6.0 in de JOB-monitor van 2012. Er is een vijftal opleidingen (met meer dan 12 studenten) die een score lager dan 6 voor de tevredenheid van studenten laat zien. Het college van bestuur heeft in haar bestuurverslag aangegeven dat de tevredenheid wat tegenvalt en dat de enquêtes geanalyseerd worden. Teams werken expliciet aan maatregelen om de studenttevredenheid te vergroten. Ook de tevredenheid van medewerkers vertoont geen risico’s. De tevredenheid van de werknemers wordt met een 7,1 beoordeeld. De tevredenheid van de bpv-bedrijven 2012 is hoog en verder toegenomen ten opzichte van 2010. Stabiliteit organisatie en management Wij zien een gering tot matig risico op het gebied van de stabiliteit van de organisatie en het management. Wij zien een risico bij de locatie Purmerend. Momenteel vinden gesprekken plaats in het kader van de macrodoelmatigheid met een ander ROC over deze locatie. Binnenkort worden hierover besluiten genomen en wordt duidelijk hoe deze samenwerking gestalte gaat krijgen. Op dit moment zijn de financiële, personele en onderwijsinhoudelijke effecten hiervan door ons niet in te schatten. Zeker is dat dit veranderingen en consequenties met zich mee gaat brengen.
Pagina 19 van 64
Financiële continuïteit Uit de financiële risicoanalyse blijken geen verhoogde financiële risico’s. Er zijn geen aanwijzingen dat de financiële continuïteit van het onderwijs binnen afzienbare termijn in het geding is. De solvabiliteit 2 (2012: 0,58; 2011: 0,57) van de instelling is stabiel en bevindt zich boven de signaleringsgrens van 0,3. De liquiditeit (0,51) nadert de signaleringsgrens van 0,5. De liquiditeit is de afgelopen jaren gedaald van 1,28 (2010) tot 0,59 (2011) en 0,51 (2012). De rentabiliteit is de afgelopen vijf jaar afwisselend negatief en positief geweest. In 2012 is de rentabiliteit 1,9% en daarmee ligt deze boven de signaleringsgrens. In de meerjarenbegroting voor de instelling zijn bij het basisscenario tot en met 2018 hoofdzakelijk positieve resultaten begroot. De solvabiliteit voor de langere termijn blijft daarmee volgens de begroting boven de signaleringsgrens. Dit besluit is gebaseerd op de door de instelling zelf verzamelde en verstrekte informatie en de toelichtingen daarop. De inspectie heeft de aannemelijkheid van de informatie beoordeeld, maar heeft hierop geen controlewerkzaamheden verricht. Ook heeft de inspectie de volledigheid en/of de juistheid van de gegevens in de (financiële) administratie van de instelling niet onderzocht. Het onderzoek is niet te kwalificeren als een accountantsonderzoek. Samenvattend We komen uit op enkele, maar wel ernstige, risico’s vanwege de geconstateerde tekorten bij de door de inspectie onderzochte opleidingen. De onderzochte opleidingen vertonen tekortkomingen in de examenkwaliteit en de kwaliteitsborging. Wij achten het niet onwaarschijnlijk dat deze constateringen instellingsbreed van toepassing zijn.
Pagina 20 van 64
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de onderzochte kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.
4.1
Chauffeur goederenvervoer Het kwaliteitsonderzoek bij Chauffeur goederenvervoer, 91830, niveau 2, locatie Cypressehout 95-97-99 te Zaandam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en opbrengsten zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten en onvoldoende examenkwaliteit.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Pagina 21 van 64
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
•
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
•
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Een klein, betrokken team geeft op adequate wijze invulling aan het onderwijsproces. Er is sprake van een open, sfeer, waarbij het team elkaar onderling stimuleert. De kwaliteitsborging voldoet.Het team heeft oog voor de ontwikkelingen binnen de opleiding en het heeft gericht een aantal verbeteringen ingevoerd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De aanleiding hiertoe zijn de onvoldoende opbrengsten. De opleiding heeft al eerste positieve signalen dat de aanpassingen hun vruchten afwerpen. De examinering en diplomering voldoet niet omdat de examencommissie de kwaliteit hiervan onvoldoende borgt. Onderwijsproces Het onderwijsproces van deze opleiding is voldoende. De docenten geven op een juiste wijze vorm en inhoud aan het onderwijs. De passende programmering van het onderwijs wordt bevorderd door de gestructureerde wijze waarop het team aanpassingen in het curriculum uitwerkt en implementeert. Voor de eerstejaars studenten is dit jaar gestart met de implementatie van een bijgesteld
Pagina 22 van 64
onderwijsconcept waarbij lessen meer klassikaal worden verzorgd. Via casuïstiek wordt gezocht naar de verbinding tussen theorie en praktijk. Het didactisch handelen voldoet aan de basiskwaliteit. De lessen kennen een gestructureerde opbouw en voor studenten zijn doel, nut en samenhang duidelijk. De ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten die wordt gegeven is gedifferentieerd. Hetzelfde geldt voor de feedback die op basis van de toetsen die regelmatig worden gehouden, wordt gegeven. Er wordt gestuurd op de begeleiding. De intake en plaatsing zijn voldoende. In het kader van de intake wordt zorgvuldig nagegaan of de opleiding past bij de student. De zwaarte van het beroep en het beroepsperspectief krijgen daarbij voldoende aandacht. Ook is de AMN-test onderdeel van de intake. De studenten worden voldoende begeleid in hun leerproces. De docent voor het kernvak speelt hierbij een belangrijke rol als loopbaancoach voor alle studenten van de opleiding. De ontwikkeling en de voortgang van de studenten worden vooral informeel gemonitord door de loopbaancoach. Dit is vanwege de kleine groep studenten ook heel goed mogelijk. Informatie uit de intake, ontwikkelingen en de voortgang van de studenten wordt door de loopbaancoach vastgelegd in een begeleidingsmap. De informatie uit de begeleidingsmap van de docent kan beter afgestemd worden met het studentendossier. Hierdoor wordt de borging van het nakomen van afspraken met betrekking tot de studieloopbaanbegeleiding verbeterd. De beroepspraktijkvorming (bpv) is in orde. Bedrijven en studenten weten wat er verwacht wordt en er vinden regelmatig stagebezoeken plaats door de bpvbegeleider. In de evaluatie laten studenten en bpv-bedrijven zich positief uit over de inhoud, uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming. Examinering en diplomering De kwaliteit van examinering en diplomering is onvoldoende. De examencommissie neemt onvoldoende haar formele verantwoordelijkheid. Het systematisch toezicht houden op de examinering is in ontwikkeling. De examencommissie heeft weliswaar zicht op de examinering door analyse van processenverbaal van de theorie-examens, maar heeft geen zicht op de afname en beoordeling van de examinering in de beroepspraktijk. Ook vinden er door de examencommissie bijvoorbeeld geen resultatenanalyse of bijwoningen plaats, waarna eventuele verbeteracties genomen kunnen worden. De besluitvorming
Pagina 23 van 64
voor diplomering voldoet. Er is een adequate procedure voor de aanvraag van een diploma. Het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel dat door de opleiding is ontwikkeld voldoet aan de eisen. Het exameninstrumentarium bestaat uit een beoordeling in de beroepspraktijkvorming door de praktijkopleider, een beoordeling van opdrachten in een portfolio en een panelgesprek. Het panelgesprek is examinerend ingezet om vakkennis en transfer naar beroepssituaties te toetsen. Daarnaast heeft het panelgesprek een borgende werking ten aanzien van de beoordeling in de beroepspraktijkvorming. Nederlands Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de referentieniveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Het exameninstrumentarium voor luisteren, lezen en schrijven is ingekocht bij Bureau ICE (TOA-toetsen) en is eerder door ons als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden gesprekken voeren en spreken zijn zelf ontwikkeld en voldoen aan de eisen. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 16,7 procent en een diplomaresultaat van 18,2 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-id 047, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is voldoende. De opleiding beschikt over een teamwerkplan in aansluiting op het instellingsbrede kwaliteitszorgsysteem. Het plan bevat duidelijke doelen over de onderwijskwaliteit echter de relatie met het afdelingswerkplan POL mag explicieter. Het team beschikt over voldoende informatie. Deze informatie is op afdelingsniveau beschikbaar en bestaat uit harde gegevens (bijv. vsv, opbrengsten 2011-2012) en ‘zachtere’ gegevens (tevredenheid studenten, docenten en bpv-bedrijven). Er is daarbij ook zicht op de onderwijskwaliteit. Er zijn tijdens lesdagen veel informele contacten tussen de twee vakdocenten waarbij elkaars lessen ook worden bezocht. Op dit moment is er nog weinig zicht op actuele opbrengstgegevens van het vorige schooljaar. De opleiding is zich bewust van dit risico en heeft maatregelen getroffen.
Pagina 24 van 64
De verbeteraanpak is voldoende geborgd in de werkwijze van het team. Het team heeft op basis van lage opbrengsten een analyse van de oorzaken uitgevoerd. Op basis van deze analyse zijn verbeteractiviteiten geformuleerd en deze zijn zichtbaar in het onderwijsproces. Hierdoor stuurt het team voldoende op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Het team heeft de interne en externe dialoog vormgegeven. Hierdoor is op regelmatige basis informatie beschikbaar over wat de studenten, het beroepenveld en stakeholders vinden en verwachten van de opleiding. Het team legt hierover verantwoording af aan belanghebbenden, intern en extern. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 25 van 64
4.2
Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) Het kwaliteitsonderzoek bij Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg), 92661, niveau 4 , locatie Spinnekop 1 te Purmerend heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering, opbrengsten en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten, slechte examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 26 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
• • • Voldoende Onvoldoende
•
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Voldoende Onvoldoende
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding wordt in een driejarig traject vanuit de locatie Purmerend in een bbl traject verzorgd. Sinds oktober 2013 is er een nieuw locatiemanagement aangesteld. Als eerste heeft het management een inventarisatie van de stand van zaken gemaakt. Hieruit komt het verbeteren van de kwaliteitsborging als speerpunt naar voren. Er is binnen deze opleiding nog geen sprake van systematische kwaliteitsborging. Momenteel heeft het locatiemanagement plannen geformuleerd voor 2014-2015. Het ontwikkelen van kwaliteitsbewustzijn bij het team is daarbij een belangrijk doel. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. Het opleidingstraject wordt goed afgestemd op de ontwikkeling en werkervaring van de student. Tijdens de intake worden eerder behaalde diploma’s, werkervaring en eventuele evc-certificaten in beeld gebracht. Op basis van deze informatie wordt besloten tot vrijstellingen voor delen van het onderwijsprogramma. Overige relevante informatie uit de intake, met name de resultaten van de AMN-test, wordt echter niet herkenbaar bij de begeleiding van de studenten gebruikt, alhoewel deze informatie hiervoor wel geschikt is. De studieloopbaanbegeleiding richt zich met name op de POP en PAP van de studenten. Hierin worden de afspraken over de ontwikkeling vastgelegd.
Pagina 27 van 64
De programmering van de opleiding is voldoende en sluit aan bij de beroepspraktijk. Tijdens het laatste leerjaar werken de studenten meer zelfstandig aan de beroepsgerichte onderdelen. Dit sluit goed aan bij de ontwikkelingen van de studenten naar beginnend beroepsbeoefenaar. De effectiviteit van de programmering van het eerste en tweede leerjaar kan nog wel verbeterd worden. In deze leerjaren wordt relatief veel tijd aan de generieke vakken besteed en is er voor studenten geen mogelijkheid tot vrijstelling voor de reeds behaalde niveaus. Docenten betrekken studenten actief bij de les en gaan in op de leervragen van studenten. De beroepsgerichte lessen worden afwisselend vormgegeven en sluiten aan bij de werkervaring van de student. De opleiding is binnen de gestelde tijd te doen, alhoewel het een goede planning vraagt van de studenten. Het laat aanleveren van nieuwe perioderoosters brengt onrust teweeg bij zowel studenten als docenten omdat het rooster consequenties heeft voor de afstemming tussen werk, opleiding en privé. De opleiding heeft dit zelf ook geconstateerd en treft maatregelen. De begeleiding in de beroepspraktijkvorming voldoet. De opleiding heeft een goed contact met de begeleiders van de zorginstellingen en met de studenten tijdens de beroepspraktijkvorming. Examinering en diplomering Het exameninstrumentarium beoordelen wij als onvoldoende. De beoordelingswijze voldoet niet aan de gestelde eisen: • De beoordelingscriteria zijn over het algemeen te breed en niet concreet beschreven. • De beoordelingscriteria zijn niet altijd te herleiden vanuit de prestatieindicatoren en werkprocessen. • Indien een beoordelingseenheid niet behaald wordt is niet inzichtelijk wat de reden van deze onvoldoende is. • Bij een aantal beoordelingseenheden is niet duidelijk op basis van welke bewijzen de beoordeling wordt gegeven. Een sterk punt is het gebruik van de methodemix. Een aandachtspunt is de beschrijving van de opdracht en de afnamecondities. Deze zijn soms summier omschreven of niet volledig waardoor dit tot verkeerde interpretaties kan leiden door zowel de student als de beoordelaar. De besluitvorming tot diplomering voldoet niet, we hebben hierbij het volgende geconstateerd:
Pagina 28 van 64
•
•
•
Het afgelopen jaar heeft een vertegenwoordiger van deze locatie geen deel uitgemaakt van de (sub)examencommissie. Hierdoor heeft de (sub)examencommissie geen zicht gehad op de besluitvorming van de diplomering van deze opleiding. Deze situatie heeft bij de vorige diplomering ertoe geleid dat de examendossiers zeer onvolledig waren. Hierdoor is niet vast te stellen of studenten op de juiste gronden zijn gediplomeerd. Momenteel is er wel weer een vertegenwoordiger in de (sub)examencommissie. De werkwijze van de (sub)examencommissie ten aanzien van de besluitvorming tot diplomering van de afdeling Purmerend van deze opleiding is nog niet uitgewerkt. Afspraken over de dossiervorming en het proces ten aanzien van de besluitvorming diplomering moeten nog geïmplementeerd worden. Naar aanleiding van de intake worden vrijstellingen gegeven, soms op
basis van evc’s. Deze evc’s zijn niet ter goedkeuring voorgelegd aan de examencommissie, pas tijdens de diplomering wordt de (sub)examencommissie hierover geïnformeerd. • De examens Engels voor de vaardigheden Gesprekken voeren, Schrijven en Spreken worden niet geëxamineerd op het vereiste niveau van het kwalificatiedossier. Het kwalificatiedossier vereist niveau B1, maar het aangeleverde exameninstrumentarium examineert op niveau A2. Daarnaast heeft de (sub)examencommissie onvoldoende zicht op afname en beoordeling van de examens van deze opleiding, waarmee de kwaliteit onvoldoende geborgd is. Zo vinden er door de (sub)examencommissie bijvoorbeeld geen resultatenanalyses of bijwoningen plaats, waarna eventuele verbeteracties door de (sub)examencommissie genomen kunnen worden. Nederlands Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden Lezen, Schrijven en Luisteren is ingekocht bij examenleverancier ICE en wordt ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren en Spreken zijn zelf ontwikkeld. Deze exameninstrumenten voldoen niet aan de toetstechnische eisen. Het niveau en de instructie voor de studenten zijn niet duidelijk. De beoordelingsformulieren zijn niet eenduidig en expliciet. Engels Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden Lezen en Luisteren is ingekocht bij examenleverancier ICE en wordt ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende
Pagina 29 van 64
beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Schrijven en Spreken zijn zelf ontwikkeld. Deze exameninstrumenten voldoen niet. Het niveau zoals in het kwalificatiedossier wordt vereist komt niet overeen met de aangeleverde examens. Het oordeel over Nederlands en Engels telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 60,0 procent en een diplomaresultaat van 64,3 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar 2011-2012 zijn de resultaten van de BC-ID 104, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteit van de opleiding wordt onvoldoende geborgd. Er wordt niet systematisch gewerkt aan kwaliteitsborging. Er is een teamplan, maar dit is niet compleet. Bij het opstellen van het teamplan is onvoldoende gebruik gemaakt van sturingsinformatie over onderwijskwaliteit. Monitoringsinformatie is beschikbaar, bijvoorbeeld resultaten van tevredenheidonderzoeken en enquêtes. Er is echter te weinig zicht op actuele opbrengstgegevens. Ook ontbreekt het aan zicht op feitelijke onderwijsuitvoering en examinering. De gegevens die wel beschikbaar zijn worden nog niet systematisch gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. Er is een zelfevaluatie en een audit uitgevoerd. In de audit is een groot aantal tekortkomingen geconstateerd. Hierop is een verbeterplan opgesteld, maar de oorzaken van deze tekortkomingen zijn niet geanalyseerd, waardoor onderliggende problemen niet bekend zijn. Ook is er te weinig zicht op het effect van ingezette verbeteracties. Daarnaast is niet helder hoe deze verbeteracties worden gemonitord en geëvalueerd. Er zijn diverse ontwikkel- en verbeterinitiatieven voor met name examinering en diplomering genomen maar deze hebben een nog weinig systematisch karakter. Deze initiatieven zijn meestal niet gebaseerd op expliciet vastgestelde tekortkomingen, maar op basis van signalen van studenten of docenten en worden onvoldoende vastgelegd. Binnen het team zijn regisseurs verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit en voor de examinering en diplomering. Het eigenaarschap voor de
Pagina 30 van 64
kwaliteitsborging is niet altijd duidelijk belegd binnen het team. Er is nog geen systematische en cyclische werking van het kwaliteitszorgsysteem. Er vinden diverse scholingen plaats. Door deze meer in samenhang aan te bieden en af te stemmen op de behoefte van het team kan deze scholing meer effect krijgen. Er is sprake van een effectief werkende dialoog met het werkveld. Zo is een convenant afgesloten met zorginstellingen uit de regio waarmee de vormgeving van het onderwijs en de examinering wordt besproken. De interne dialoog beoordelen wij als voldoende. Ondanks het feit dat de interne dialoog met de studenten nog niet is geformaliseerd spreken docenten regelmatig met de studenten over de onderwijskwaliteit. Gelet op het geringe aantal studenten is dit ook begrijpelijk. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 31 van 64
4.3
Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) Het kwaliteitsonderzoek bij Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur), 93212, niveau 4, locatie Spinnekop te Purmerend heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 32 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Een gemotiveerd en betrokken team heeft een adequaat opleidingsprogramma samengesteld. Kenmerkend daarbij is de kleinschaligheid van deze opleiding op de locatie Purmerend. Sinds oktober 2013 is er een nieuw locatiemanagement aangesteld. Als eerste heeft het management een inventarisatie van de stand van zaken gemaakt. Hieruit komt het verbeteren van de kwaliteitsborging als speerpunt naar voren. Er is binnen deze opleiding nog geen sprake van systematische kwaliteitsborging. Momenteel heeft het locatiemanagement plannen geformuleerd voor 2014-2015. Het ontwikkelen van kwaliteitsbewustzijn bij het team is daarbij een belangrijk doel. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. De opleiding kenmerkt zich door het gestructureerd aanbieden van een regulier (driejarig) onderwijstraject en een verkort (tweejarig) onderwijstraject voor studenten. Hierdoor zorgt de opleiding voor een aantrekkelijk aanbod, waarbij de keuze voor het juiste onderwijstraject wordt bepaald door de vooropleiding en capaciteiten van studenten. Studenten krijgen extra ondersteuning bij de generieke vakken in het kader van remediëring. De lessen zijn gestructureerd en voor studenten zijn doel, nut en samenhang duidelijk. Docenten betrekken studenten actief bij de les, waarbij er gelegenheid is voor het stellen van vragen.
Pagina 33 van 64
De studenten worden voldoende begeleid in hun leerproces. De ontwikkeling en de voortgang van de studenten worden voornamelijk informeel gemonitord door de loopbaancoach. Is er sprake van studievertraging dan wordt de student daarop aangesproken door de loopbaancoach en worden vervolgafspraken gemaakt. Deze afspraken worden overdraagbaar vastgelegd in het studentendossier. Het is een aandachtspunt om de studieloopbaangesprekken voor alle studenten meer herkenbaar te positioneren gedurende het schooljaar. Er is een goede samenwerking met de bpv-bedrijven. Bedrijven en studenten weten wat er verwacht wordt en er vinden stagebezoeken plaats door de bpvbegeleider. In de evaluatie laten studenten en bpv-bedrijven zich positief uit over de inhoud, uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming. De opleiding kijkt kritisch naar de kwaliteit van de begeleiding door de bpvbegeleiders. Indien de opleiding twijfels heeft over deze kwaliteit gaat men in gesprek met het bedrijf om zo gezamenlijk te komen tot verbetering. Examinering en diplomering De examinering en diplomering is onvoldoende. De examencommissie heeft weliswaar zicht op de theorie-examens door analyse van processenverbaal, maar zij heeft geen zicht op de kwaliteit van de afname en beoordeling van de examinering in de beroepspraktijk. Ook vinden er door de examencommissie bijvoorbeeld geen resultatenanalyse of bijwoningen plaats, waarna eventuele verbeteracties genomen kunnen worden. De besluitvorming voor diplomering voldoet. Er is een adequate procedure voor de aanvraag van een diploma. De opleiding heeft exameninstrumenten van de Stichting Praktijkleren ingekocht. Deze zijn door ons eerder beoordeeld en voldoende bevonden. Nederlands Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden Lezen, Schrijven en Luisteren is ingekocht bij examenleverancier ICE en wordt ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren en Spreken zijn zelf ontwikkeld. Deze exameninstrumenten voldoen aan de gestelde eisen. Het oordeel over de Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 70,4 procent en een diplomaresultaat van 71,7 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-id code 064 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn.
Pagina 34 van 64
Kwaliteitsborging De kwaliteit van de opleiding wordt onvoldoende geborgd. De opleiding beschikt niet over een werkend systeem van kwaliteitsborging. Er zijn enkele aanzetten tot een systematische benadering, maar deze werken nog onvoldoende. De opleiding beschikt over een teamwerkplan in aansluiting op de instellingsbrede kwaliteitszorgsysteem. Echter, de inhoud als ook de systematiek rondom de totstandkoming van het plan is onvoldoende bekend bij de teamleden. Het teamplan wordt nog onvoldoende gedragen door het team. Ook de relatie met het afdelingswerkplan MBO Purmerend kan versterkt worden. Monitoringsinformatie is beschikbaar in de vorm van resultaten van tevredenheidonderzoeken en enquêtes. Er is echter te weinig zicht op actuele opbrengstgegevens. Ook ontbreekt het aan zicht op de feitelijke onderwijsuitvoering en examinering. De gegevens die wel beschikbaar zijn worden nog niet systematisch gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. Het team heeft een zelfevaluatie gemaakt. Hieruit blijkt dat er gewerkt is met de Standaarden Regio College (kwantitatief). Uit deze evaluatie blijkt niet of de kwaliteit voldoende is. Ook is er te weinig gebruik gemaakt van gegevens uit monitoringsinstrumenten. Uit de zelfevaluatie zijn onvoldoende ontwikkelpunten af te leiden. Van een systematische verbeteraanpak is nog geen sprake. Er vindt geen analyse van oorzaken van tekortkomingen plaats en er worden geen verbeterplannen gemaakt. Er vinden echter wel kwaliteitsverbeteringen plaats, maar deze worden vrij ad hoc ingezet en zijn sterk gericht op operationele zaken. Het risico bestaat dat deze initiatieven verzanden of beperkt blijven tot eenmalige acties zonder structurele navolging. De voortgangsbewaking hiervan vindt niet zichtbaar plaats. Binnen het team zijn regisseurs verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit en de kwaliteitsborging. Het eigenaarschap voor de kwaliteitsborging is niet duidelijk belegd binnen het team. Er is nog geen systematische en cyclische werking van het kwaliteitszorgsysteem. De dialoog met externen is onvoldoende, omdat het team er tot op heden, ondanks enkele pogingen daartoe, niet in is geslaagd dit vorm te geven. De interne dialoog voldoet wel. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Pagina 35 van 64
Schoolkosten De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
4.4
Onderwijsassistent Het kwaliteitsonderzoek bij Onderwijsassistent, 93500, niveau 4, Cypressehout 95-97-99 te Zaandam heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 36 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Een klein, enthousiast en betrokken team geeft op adequate wijze invulling aan de opleiding. Er is sprake van een open sfeer, waarbij het team elkaar stimuleert en aanspreekt. Vooral de persoonlijke aandacht en begeleiding scoren hoog bij de studenten. Er is een werkende systematiek voor kwaliteitsborging. Daar waar tekortkomingen worden geconstateerd werkt het team continu aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Desondanks is de examinering onvoldoende wat betreft de rol van de examencommissie. Onderwijsproces Het onderwijsproces hebben wij, met uitzondering van maatwerk, als voldoende beoordeeld. Het programma kent een zodanige opbouw dat alle studenten hetzelfde programma in hetzelfde tempo volgen. Voor versnellen of verdiepen is in het programma niet structureel voorzien. Wel zijn er remediërende lessen voor taal en rekenen ingeroosterd. Het onderwijsprogramma van de opleiding kent een evenwichtige opbouw en in het programma zijn alle vereisten van het kwalificatiedossier opgenomen. Het didactisch handelen voldoet aan de basiskwaliteit. De leeractiviteiten zijn voldoende gestructureerd en er is sprake van effectieve interactie tussen docenten en studenten waarbij docenten adequate ondersteuning en begeleiding
Pagina 37 van 64
geven tijdens het leerproces. Studenten krijgen daarbij voldoende feedback op hun leeractiviteiten. De intake en plaatsing verlopen volgens vastgestelde procedures. Alle studenten leggen hierbij een intaketest af en schrijven een motivatiebrief. Tijdens het intakegesprek wordt de uitkomst van de test en de inhoud van de motivatiebrief met de toekomstige student besproken. De informatie uit de test en het gesprek wordt gebruikt voor het bieden van begeleiding aan de student. De studieloopbaanbegeleiding biedt voldoende structuur aan de studenten. De leerprestaties van studenten worden met regelmaat gemonitord door de loopbaancoach. Afspraken uit studieloopbaanbegeleiding worden vastgelegd in studentendossiers. De beroepspraktijkvorming (bpv) is in orde. Studenten beschikken over gerichte bpv-opdrachten. Zowel studenten als praktijkopleiders zijn vooraf voldoende geïnformeerd over het doel van de bpv. De bpv-begeleider bezoekt in ieder geval twee keer per stageperiode de stageplaats. In de evaluatie laten studenten en bedrijven zich positief uit over de inhoud, uitvoering en begeleiding van de beroepspraktijkvorming. Examinering en diplomering De diplomering voldoet niet omdat de examencommissie onvoldoende haar verantwoordelijkheid neemt. Het systematische toezicht op examinering is in ontwikkeling. De examencommissie heeft weliswaar zicht op de examinering door analyse van processenverbaal, maar heeft geen zicht op de feitelijke afname en beoordeling van de examinering in de beroepspraktijk. Ook vinden er door de examencommissie bijvoorbeeld geen bijwoningen plaats, waarna eventuele verbeteracties genomen kunnen worden. De besluitvorming voor diplomering voldoet. Er is een adequate procedure voor de aanvraag van een diploma. Het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel dat door de opleiding is ontwikkeld voldoet aan de eisen. Het exameninstrumentarium bestaat uit een beoordeling in de beroepspraktijkvorming: theoretische toetsen en een kwalificerende praktijkbeoordeling dekken voldoende het kwalificatiedossier op het gewenste niveau. Het praktijkdeel van het examen vindt plaats in de reële beroepspraktijk. Vooraf aan de uitvoering van een examenopdracht in de beroepspraktijkvorming is er een go/no-go moment. De stagedocent en de praktijkopleider geven op basis van de voorbereiding en de context van de examenopdracht toestemming tot het al dan niet uitvoeren van de examenopdracht. Na uitvoering van de examenopdracht controleert de stagedocent of de beoordelingsformulieren volledig en correct zijn ingevuld. Ook bespreekt de stagedocent de uitvoering en
Pagina 38 van 64
de beoordeling van de opdracht met de kandidaat en de praktijkopleider. Uiteindelijk wordt het eindoordeel door de stagedocent vastgesteld. De examinering van Engels moet beter afgestemd worden op de vereisten van het kwalificatiedossier. Nederlands Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de referentieniveaus. Het exameninstrumentarium voor luisteren, lezen en schrijven is ingekocht bij Bureau ICE (TOA-toetsen) en is eerder door ons als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden gesprekken voeren en spreken zijn zelf ontwikkeld en voldoen aan de eisen. Het oordeel over Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 73,9 procent en een diplomaresultaat van 73,9 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar 2011-2012 zijn de resultaten van de bc-id code 154 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is voldoende. Het teamwerkplan is voortgekomen uit een gezamenlijke teamverantwoordelijkheid. In het teamwerkplan zijn helder geformuleerde doelen opgenomen en er is een relatie met het afdelingswerkplan. Het eigenaarschap van de doelen is nog niet altijd geformaliseerd maar binnen het team is wel duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Monitoringsinformatie is beschikbaar, bijvoorbeeld in de vorm van resultaten van tevredenheidsonderzoeken en enquêtes. De gegevens worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. Er is echter nog te weinig zicht op actuele opbrengstgegevens. Hierdoor is sturing op basis van opbrengsten nog niet mogelijk. Door gericht feedback van studenten te vragen over de kwaliteit van het onderwijs over een lesperiode en deze feedback in te brengen in intervisie-bijeenkomsten heeft het team zicht op de feitelijke onderwijsuitvoering. Het is een aandachtspunt om het zicht op de feitelijke examinering te verbeteren. Er is sprake van een systematische verbeteraanpak. Er vindt een analyse van oorzaken van tekortkomingen plaats. De analyse wordt door het team vertaald naar doelstellingen welke onderdeel zijn van het teamwerkplan.
Pagina 39 van 64
Het teamwerkplan wordt systematisch geëvalueerd en gemonitord. Doelstellingen en acties worden daarbij aangepast of bijgesteld. De voortgangsbewaking van de doelstellingen vindt plaats volgens een vastgesteld tijdpad gedurende het schooljaar. De dialoog met externen is onvoldoende, omdat het team er tot op heden niet in is geslaagd dit vorm te geven. De interne dialoog voldoet wel. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten t.a.v. registratie en melding van ongeoorloofd verzuim en VSV. Het onderzoek bij deze opleiding had betrekking op de periode september 2013 tot half januari 2014. Tijdens het onderzoek werd geconstateerd dat aan- en afwezigheid van studenten zorgvuldig wordt geregistreerd en dat sprake is van een goed werkend registratiesysteem dat inzage biedt in aanwezigheid en diverse vormen van geoorloofde en ongeoorloofde afwezigheid. In dit systeem krijgen de studenten al na 8 uur ongeoorloofd verzuim een waarschuwingsbrief en gaat de loopbaancoach een gesprek aan met de student over het verzuim. Studenten die norm van 16 uur ongeoorloofd verzuim overschrijden worden door de verzuimmedewerker van Bureau Onderwijs Ondersteuning (BOO) gemeld bij de Leerplichtambtenaar of RMC-coördinator. De verzuimmedewerker kan deze melding geheel zelfstandig doen zonder daarbij te moeten wachten op advies of toestemming van de loopbaancoach of VSV-coördinator. Hierdoor wordt de melding meestal al gedaan op de dag van de overschrijding. De Leerplichtambtenaar nodigt de student en diens ouders vervolgens uit voor een gesprek over ongeoorloofde verzuim. Er is in de onderzochte opleiding wel ongeoorloofd verzuim aangetroffen, maar niet zodanig dat de norm van 16 uren ongeoorloofd verzuim binnen een periode van 4 weken werd overschreden. Een melding is dus niet nodig geweest. Ook bij de 18-23 jarigen zonder startkwalificatie werd geen verzuim aangetroffen langer dan 4 weken aaneengesloten. ROC Regio College hanteert voor deze groep dezelfde norm als voor studenten jonger dan 18 jaar, dus 16 uur binnen 4 weken. Ook hier was het niet nodig om studenten te melden. Schoolkosten De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 40 van 64
4.5
Reizen (Verkoper reizen) Het kwaliteitsonderzoek bij Reizen (Verkoper reizen), 94090, niveau 3, locatie Cypressehout 95-97-99 te Zaandam heeft geleid tot de volgende oordelen:
Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, opbrengsten, en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zeer zwak onderwijs, onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 41 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
• • • Voldoende Onvoldoende
•
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Voldoende Onvoldoende
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding heeft onvoldoende opbrengsten. Wij denken dat de tekortschietende studieloopbaanbegeleiding hier voor een groot deel debet aan is. Veel studenten opteren voor de opleiding Luchtvaartdienstverlener, maar deze kan pas gevolgd worden nadat de opleiding Verkoper reizen afgerond is. Om de studenten gemotiveerd te houden betekent dit dat veel aandacht besteed moet worden aan het kritisch volgen en begeleiden van het individuele studietraject. Beide zaken – onvoldoende opbrengsten en een onvoldoende onderwijsproces - betekenen dat de opleiding zeer zwak is. Ook op het terrein van de examinering als de kwaliteitsborging zal de opleiding nog slagen moeten maken. Onderwijsproces Het onderwijsproces is onvoldoende. De informatievoorziening voldoet niet. Roosterinformatie over de uitvoering van de lessen en examinering is aanwezig. Echter wijzigingen en inhoudelijke informatie over de toetsweken wordt laat aangeleverd. Te laat naar de mening van de studenten en ook de docenten vinden de belemmeringen die worden ervaren door het niet op tijd gereed hebben van de betreffende informatie ongewenst. Hierdoor wordt een goede voorbereiding op de toetsweken door de studenten gehinderd. Ook constateren wij dat er meer aandacht moet zijn voor regelmatige mondelinge communicatie
Pagina 42 van 64
-bij herhaling - over de schoolregels, de klachtenregeling. Deze informatie staat wel allemaal op papier maar ‘leeft’ niet bij de studenten. Wij beoordelen de studieloopbaanbegeleiding als onvoldoende. Er wordt niet voldaan om een permanente, pro-actieve en planmatige aandacht voor het studieloopbaantraject van de studenten te verzorgen. Gelet op de gekozen opzet van de opleiding is dit juist noodzakelijk. De studenten blijken deze opleiding vooral te volgen omdat zij luchtvaartdienstverlener willen worden. Bij de voorlichting en de intake wordt specifiek aandacht besteed aan het gegeven dat dit niet direct mogelijk is. Eerst moet namelijk de opleiding verkoper reizen gevolgd worden om vervolgens door te stromen naar luchtvaartdienstverlener. Tot voor kort zijn er geen systematische activiteiten geweest om de studieloopbaan van studenten effectief inhoud en vorm te geven. De studieloopbaanbegeleiding is de facto voortgangsbegeleiding en heeft geen betekenis op belangrijke beslismomenten in de studievoortgang. Naar aanleiding van de interne audit zijn er wel afspraken gemaakt over de frequentie van de begeleiding – minimaal twee loopbaancoachgesprekken per leerjaar - en zijn er formulieren ontwikkeld die moeten worden gebruikt. Maar of dit leidt tot het gewenste effect is (nog) niet vast te stellen. Maatwerk is onvoldoende. In zijn algemeenheid geldt dat het afstemmen van de programma onderdelen op de verschillende mogelijkheden en behoeften van studenten beter moet. Het onderwijsprogramma richt zich op de gemiddelde student; een homogene aanpak staat model voor de onderwijsprogrammering. Hierdoor moeten studenten die de stof al voldoende beheersen ook het reguliere programma volgen. Er zijn wel een aantal verrijkingsactiviteiten, zoals een masterclass. De samenhang is voldoende. De programma- en examenonderdelen zijn afgestemd op het kwalificatiedossier. De structurering en programmering zijn overzichtelijk en worden in de studiegids en de onderwijs- en examenregeling helder neergezet. Op de terugkomdagen wordt de verbinding tussen praktijk en theorie geconcretiseerd. De avo-vakken en met name de talen en rekenen zijn gericht op het behalen van het vereiste niveau. De docenten voor deze vakken zouden meer en beter kunnen differentiëren, zodat de leeractiviteiten beter afgestemd worden op de verschillen in niveaus van de studenten. Het didactisch handelen is voldoende. Wij hebben gezien tijdens het lesbezoek dat de interactie tussen docenten en studenten in het overgrote deel van de bezochte lessen effectief is. Het didactisch concept richt zich vooral op het opdoen van theoretische vakkennis voordat begonnen wordt met de stage. De invulling van de lessen is overwegend klassikaal. Er is echter voldoende afwisseling door projectactiviteiten en het oefenen van computer- en balievaardigheden. Er wordt veel getoetst waardoor de student duidelijk inzicht krijgt in zijn prestaties.
Pagina 43 van 64
De opleiding maakt gebruik van de ondersteuning van het Servicebureau. Studenten kunnen zich melden bij de medewerkers van het bureau. Ook kunnen de loopbaancoaches studenten in contact brengen met het bureau. Het bureau gaat vervolgens verder met de behandeling van de zorgbehoeften van de student, zo nodig met doorverwijzing. Wij hebben geconstateerd dat gegevens van deze studenten in de dossiers van het Servicebureau zitten. De beroepspraktijkvorming (bpv) vormt een belangrijk onderdeel van de opleiding en wij beoordelen deze als voldoende. De begeleiding van de school bij de beroepspraktijkvorming is adequaat en effectief. De verbinding met wat in de praktijk gebeurt, vindt ook plaats, bijvoorbeeld door het inroosteren van terugkomdagen. Hierdoor is er sprake van een nuttige reflectie op de leerervaringen. De studenten waarderen de beroepspraktijkvorming positief. Het principe van werkend leren dat de opleiding aanhangt, wordt waar gemaakt wat ook in de inhoud van het portfolio te constateren is. Door een effectieve combinatie van de feedback van het bedrijf met de begeleiding door de school wordt de kwaliteit van het praktijkleren versterkt. Examinering en diplomering De examinering en diplomering beoordelen wij als onvoldoende. De examencommissie heeft weliswaar zicht op de theorie-examens door analyse van de processenverbaal, maar zij heeft geen zicht op de afname en beoordeling van de examinering in de praktijk. Ook vinden er door de examencommissie geen resultatenanalyses en bijwoningen plaats op basis waarvan verbeteracties kunnen worden genomen. De examendossiers zijn volledig en voorzien van de juiste beoordelingsprotocollen, die op een juiste en adequate manier zijn ingevuld. De betreffende examencommissie checkt deze dossiers en evalueert haar bevindingen. Het exameninstrumentarium beoordelen wij als voldoende. De afgelopen jaren is het exameninstrumentarium gewijzigd. Hierover heeft overleg met het bedrijfsleven plaatsgevonden. Voorts heeft een externe instantie kritisch gekeken naar de producten en de beoordelingscriteria. Wij hebben geconstateerd dat de opdrachten beschreven zijn in lijn met de vereisten van het kwalificatiedossier en dat de daarbij behorende beoordelingscriteria passend zijn bij de opdrachten. Het beheersingsniveau van de examens is ook in orde en de cesuur voor alle onderdelen is helder en reëel. De bewijsstukken worden opgenomen in de praktijkmap en zo is voor iedereen duidelijk en controleerbaar wat de kwaliteit van de examinering is. Het theoriedeel van het examen wordt afgenomen op school en het praktijkdeel vindt plaats in de reële beroepspraktijk. Bij dit laatste bespreekt de schoolbeoordelaar met de praktijkbeoordelaar welk oordeel deze heeft over de
Pagina 44 van 64
kwaliteit van de uitvoering van de werkzaamheden op kerntaakniveau. Een reflectie- of panelgesprek sluit het examen af. Het komt voor dat het praktijkgedeelte van de proeve van bekwaamheid door één beoordelaar is beoordeeld. Deze persoon kan tevens de praktijkbegeleider van de student zijn. Een dergelijke situatie doet twijfels oprijzen over de objectiviteit van de praktijkbeoordeling. Door de methodemix die gehanteerd wordt waarbij verslagen en beroepsproducten op school beoordeeld worden, vinden wij dat de betrouwbaarheid ook dan in voldoende mate wordt gegarandeerd. Nederlands Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden Luisteren, Lezen en Schrijven is ingekocht bij de examenleverancier ICE. Het wordt ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren en Spreken zijn zelf ontwikkeld. Deze exameninstrumenten voldoen aan de gestelde eisen. Het oordeel over Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Engels Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden Luisteren, Lezen en Schrijven is ingekocht bij de examenleverancier ICE. Het wordt ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor Gesprekken voeren en Spreken zijn zelf ontwikkeld en voldoet niet aan alle eisen. Er is een aandachtspunt met betrekking tot de toets Gesprekken voeren. Deze toets is niet conform de vereiste in het kwalificatiedossier. De beoordelingsmodellen voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren en Spreken zijn onvoldoende. Het is onduidelijk op basis van welke criteria een student wordt gewaardeerd met een bepaalde score. Het oordeel voor Engels telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 60 procent en een diplomaresultaat van 55 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens schooljaar 2011- 2012 zijn de resultaten van de bc-id 181, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn.
Pagina 45 van 64
Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is slecht omdat sturing, beoordeling en verbetering en verankering onvoldoende zijn. De situatie is dat er geen sprake is van een systematische en geborgde kwaliteitszorgcyclus. Er is een teamplan maar dit is niet compleet. Bij het opstellen ervan is onvoldoende gebruik gemaakt van sturingsinformatie over de onderwijskwaliteit. Monitoringsinformatie is beschikbaar, bijvoorbeeld in de vorm van resultaten van tevredenheidsonderzoeken en enquêtes. Er is echter te weinig zicht op opbrengstgegevens. Ook ontbreekt het aan zicht op de feitelijke onderwijsuitvoering, bijvoorbeeld op de studieloopbaanbegeleiding en op de examinering. De gegevens die wel beschikbaar zijn worden nog niet systematisch gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. Er is een zelfevaluatie en een audit uitgevoerd. In de audit is een groot aantal tekortkomingen vastgesteld. De oorzaken van deze tekortkomingen zijn niet geanalyseerd, waardoor onderliggende problemen niet zichtbaar zijn. Het effect van ingezette verbeteracties is niet duidelijk. De monitoring en evaluatie van de verbeteracties is eveneens niet helder. Er zijn diverse ontwikkel- en verbeterinitiatieven voor met name de examinering en diplomering genomen, maar deze hebben een nog weinig systematisch karakter. Bovendien dekken ze ook niet alle tekortkomingen, zoals de verantwoordelijkheid van de examencommissie. Binnen het team zijn regisseurs verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit en de kwaliteitsborging. Het eigenaarschap voor de kwaliteitsborging is niet duidelijk belegd binnen het team. Er is nog geen systematische en cyclische werking van het kwaliteitszorgsysteem. Er vinden diverse scholingen plaats, maar er is nog geen sprake van een samenhangend scholingsplan, waaruit blijkt welk doel de scholing voor het team of het individu heeft. De dialoog beoordelen wij als voldoende. Er worden, door de afdelingsmanager, panelgesprekken gehouden met studenten en er zijn periodieke resultaatgesprekken tussen hem en de regisseurs. Er is overleg met het werkveld, vooral met de grootste werkgevers in de regio en de Bedrijfsadviescomissie (BAC) geeft feedback op het onderwijs en de examenproducten. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Pagina 46 van 64
Schoolkosten De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 47 van 64
Pagina 48 van 64
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
2. 3.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 49 van 64
Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Pagina 50 van 64
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 51 van 64
Bijlage II Overzicht bc-id Hieronder is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten Overzicht bc-id Bc-id: bc047
Niveau: 2
Crebo:
Opleiding:
10678
Chauffeur goederenvervoer
91830
Chauffeur goederenvervoer
Bc-id: bc104
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
92660
Maatschappelijke zorg
92661
Maatschappelijke zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)
92662
Maatschappelijke zorg (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Bc-id: bc064
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
93210
Financiële beroepen
93211
Financiële beroepen (Assistent-accountant) Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur)
93212
Bc-id: bc154
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
10710
Onderwijsassistent
93500
Onderwijsassistent
Bc-id: bc181
Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
94090
Reizen (Verkoper reizen)
Pagina 52 van 64
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Pagina 53 van 64
Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Chauffeur goederenvervoer Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
• • • • •
Pagina 54 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering
Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)
Pagina 55 van 64
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
• • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • •
Pagina 56 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Financiële beroepen (Bedrijfsadministrateur) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
• • •
Pagina 57 van 64
Gebied 1: Onderwijsproces 1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
Voldoende Onvoldoende
• •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
• • • • • •
Pagina 58 van 64
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Onderwijsassistent Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
•
Pagina 59 van 64
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
1.3.1
Interactie
•
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
• • • • • • • • • •
Pagina 60 van 64
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Reizen (Verkoper reizen) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
•
Pagina 61 van 64
Gebied 1: Onderwijsproces 1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
Voldoende Onvoldoende
• • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• •
Pagina 62 van 64
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 63 van 64
Bijlage V Oordeel voorafgaande aan herstel De inspectie heeft tijdens het onderzoek een wezenlijke maar relatief eenvoudig te herstellen tekortkoming geconstateerd. In deze bijlage is de bevinding en het oordeel voorafgaand aan herstel weergegeven. Het in deze bijlage opgenomen oordeel wordt betrokken bij het in het onderwijsverslag gegeven landelijke beeld over de kwaliteit. Onderwijsassistent, 93500 Aspect 2.1. Indicator 2.1.3.
Oordeel voorafgaande het herstel: Het exameninstrumentarium van de opleiding Onderwijsassistent was als onvoldoende beoordeeld. Bij de beoordelingscriteria van enkele beoordelingseenheden is de cesuur van een aantal werkprocessen zodanig geformuleerd dat een student zou kunnen slagen en daarbij een meerderheid van de beoordelingscriteria niet beheerst. Verbetering: De opleiding heeft de cesuur van de beoordelingseenheden aangepast. Alle werkprocessen hebben nu twee tot vier verplichte beoordelingscriteria waaraan een student dient te voldoen.
Pagina 64 van 64