STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC de Leijgraaf
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Veghel 28DE 274513 13 - 27 maart 2014 4 juli 2014
Pagina 2 van 62
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
4
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
4.1
Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel) . . . . . . . . . . . . . 19
4.2
Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg) . . . . . . . 25
4.3
Installeren (Monteur werktuigkundige installaties) . . . . . . . . . . . . . 30
4.4
Verzorgende-IG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
4.5
ICT-medewerker (Medewerker ICT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Bijlage II Overzicht bc-id . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . . . . . . . . 53 Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel) . . . . . . . . . . . . . . . 53 Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg). . . . . . . . . 55 Installeren (Monteur werktuigkundige installaties) . . . . . . . . . . . . . . . 57 Verzorgende-IG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 ICT-medewerker (Medewerker ICT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Pagina 3 van 62
Pagina 4 van 62
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in maart 2014 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC De Leijgraaf. Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs en vavo. ROC De Leijgraaf is een roc met ongeveer 7300 studenten en ongeveer 86 opleidingen. De instelling heeft onderwijslocaties in Boxmeer, Cuijk, Oss, Uden en Veghel. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de studenten, de deelnemersraad, het werkveld, de docenten, het management en het college van bestuur. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. De financiële risicoanalyse is gebaseerd op de analyse van de jaarstukken 2012 en ter aanvulling of verduidelijking opgevraagde (toekomstgerichte) financiële gegevens. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur en de stafmedewerker financiën deel uit van de risicoanalyse.
De volgende opleidingen zijn onderzocht: Gebied Opbrengsten
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
bc-id 221
28DE|90383, Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel)
28DE|90383, Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel)
leerweg bbl, niveau 3, locatie Euterpelaan te Oss
Pagina 5 van 62
bc-id 166
28DE|92631, Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg)
28DE|92631, Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg)
leerweg bol, niveau 4, locatie Muntelaar te Veghel
bc-id 083
28DE|94272, Installeren (Monteur werktuigkundige installaties)
28DE|94272, Installeren (Monteur werktuigkundige installaties)
leerweg bbl, niveau 2, locatie Jan van Cuijkstraat te Cuijk
bc-id 223
28DE|94830, Verzorgende-IG
28DE|94830, Verzorgende-IG
leerweg bbl, niveau 3, locatie Muntelaar te Veghel
bc-id 080
28DE|95060, ICTmedewerker (Medewerker ICT)
28DE|95060, ICTmedewerker (Medewerker ICT)
leerweg bol, niveau 2, locatie Euterpelaan te Oss
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
Pagina 6 van 62
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. Voorts geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen we dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico’s komen naar voren bij de kwaliteit van het onderwijsproces, de kwaliteit van examinering en het niveau van de opbrengsten. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteitsborging bij ROC De Leijgraaf voldoende is. We gaan er op basis van deze conclusie vanuit, dat de instelling voldoende zicht heeft op de onderwijskwaliteit en in staat is om ook in de toekomst de risico’s voor de onderwijskwaliteit te voorkomen, danwel vroegtijdig te signaleren en te verhelpen. De constatering dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs gecombineerd met het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij ROC De Leijgraaf. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingen onderzocht. Bij twee opleidingen hebben we alles voldoende beoordeeld. Bij drie opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf.
2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij ROC De Leijgraaf is voldoende. Vervolgtoezicht naar de kwaliteitsborging instellingsbreed is niet aan de orde.
Pagina 7 van 62
Vervolgtoezicht financiële continuïteit De inspectie ziet geen aanleiding tot het aanpassen van het financiële continuïteitstoezicht en kent daarom opnieuw het basisarrangement toe aan de instelling. Dit besluit is gebaseerd op de door de instelling zelf verzamelde en verstrekte informatie en de toelichtingen daarop. De inspectie heeft de aannemelijkheid van de informatie beoordeeld, maar heeft hierop geen controlewerkzaamheden verricht. Ook heeft de inspectie de volledigheid en/of de juistheid van de gegevens in de (financiële) administratie van de instelling niet onderzocht. Het onderzoek is niet te kwalificeren als een accountantsonderzoek. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vijf onderzochte opleidingen In onderstaand schema's is het vervolgtoezicht te lezen. Het vervolgtoezicht geldt voor de opleidingen die onderzocht zijn binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1. Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel), 90383 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs.
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
• •
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Verzorgende-IG, 94830 Beoordeling
Toezichtvorm
Niveau opbrengsten is onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten*.
Vervolgtoezicht •
Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
* Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Pagina 8 van 62
ICT-medewerker (Medewerker ICT), 95060 Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
Vervolgtoezicht •
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben we nog twee onderzoeken naar kwaliteitsverbetering (okv) naar bedrijfsgerichte trajecten in uitvoering.
Pagina 9 van 62
Pagina 10 van 62
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Kwaliteitsborging
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging is op instellingsniveau voldoende ingericht. We zien het echter wel als een nipte voldoende omdat we verschillen zien in de fase van implementatie tussen de verschillende afdelingen. Daarnaast is een belangrijk aandachtspuntspunt de continuiteit van de informatievoorziening op opleidingsniveau. Hoewel de onderwijsmanagers en teamleden de mogelijkheid hebben om deze gegevens in te zien, wordt hier in de praktijk te weinig gebruik van gemaakt. Nog niet bij alle onderzochte opleidingen is de kwaliteitsborging voldoende geïmplementeerd. Het cvb heeft hier vanuit de kwaliteitscyclus bij de initiële opleidingen reeds voldoende zicht op. De kwaliteitsborging is centraal belegd en onderverdeeld in de portefeuilles financieel, bedrijfsmatig (inclusief communicatie) en onderwijskwaliteit (onderwijs en examinering). Door deze centrale positie is niet alleen de regie, maar zijn ook de beoordeling en verbetering en verankering aandachtgebieden die regelmatig in
Pagina 11 van 62
instellingsoverleg aan de orde komen. Directeuren ervaren deze positionering als een ondersteuning voor hun aansturing van de teams. ROC De Leijgraaf heeft het accent verschoven van achteraf verantwoorden naar vooraf sturen. Dit komt zowel tot uiting in het ambitieniveau als in de verschillende plannen. ROC De Leijgraaf positioneert zich als een nadrukkelijk op de regio gericht opleidingscentrum. Daarbij staat de student centraal. De thema’s kwalificeren, participeren en stimuleren, innoveren zijn leidend in de verschillende plannen. De relatie met de partners in de regio is zowel op instellingsniveau als binnen de afdelingen en opleidingsteams zichtbaar. De actieve dialoog met de regionale gemeentelijke-, zorginstellingen en het bedrijfsleven is een sterk punt van ROC De Leijgraaf. Deze is niet alleen een belangrijke inspiratie om het onderwijs ontwikkelingsgericht inhoud en vorm te geven, maar vormt tegelijkertijd een kritisch platform voor de beoordeling van de kwaliteit. Deze vorm van participatie in de cyclus van kwaliteitsborging zien we bij alle onderzochte opleidingen terug. Bij de gesprekken die wij voerden in het kader van het onderzoek waren steeds vertegenwoordigers van het werkveld aanwezig. Zij leverden een positief kritische bijdrage. De sturing is voldoende, dit komt zowel tot uiting in de planvorming als in de informatie en continuïteit. Het bedrijfsplan, de kaderbrief, afdelingskaderbrieven, de afdelingsplannen en de teamplannen zijn de richtinggevende instrumenten voor de sturing door de verschillende managementlagen. Er is voldoende samenhang tussen de plannen die daarnaast ook voldoende draagvlak binnen de organisatie hebben. De algemene doelen zijn duidelijk en helder geformuleerd. ROC De Leijgraaf richt zich op de ontwikkeling van zelfverantwoordelijke, resultaatgerichte teams. Het cvb heeft gesignaleerd dat in een aantal teams de onterechte veronderstelling leeft dat daarmee de ruimte bestaat om een zelfsturend team te zijn en stuurt dit via het teammanagement bij. Op basis van de kaderbrief waarin het cvb strategische doelstellingen heeft geformuleerd, geeft het teammanagement in de afdelingskaderbrief richtlijnen aan de teams om de doelstellingen van het veranderingsproces te sturen en monitoren. Als ondersteunende middelen kent de instelling kwaliteitskaarten op teamniveau en een management dashboard. Wij hebben vastgesteld dat ROC De Leijgraaf bij de invulling van de kwaliteitskaarten een hoge norm gebruikt. Deze normering waardoor relatief veel indicatoren oranje scoren (= voldoende, maar onder de Leijgraafnorm) in combinatie met het aantal indicatoren die rood scoren (= onvoldoende) en rood met een streep scoren (= niet deelgenomen aan onderzoek) leidt er toe dat de kwaliteitskaarten sterk rood/oranje gekleurd
Pagina 12 van 62
zijn. Een enkel team ervaart dit als demotiverend, terwijl het juist de bedoeling is dat deze kwaliteitskaarten het team handvatten tot verbetering geven. Over het algemeen slagen de directeuren er voldoende in de oordelen op de kwaliteitskaart in een breder en ontwikkelingsgericht perspectief te plaatsen. Om de betrokkenheid van de onderwijsteams bij de sturing en verbetering en verankering van de kwaliteitsborging te vergroten zijn verschillende regisseursgebieden benoemd. In ieder team vervullen medewerkers de regisseurstaken. Bij de opleidingsonderzoeken hebben we vastgesteld dat de invulling van de taak door regisseurs verschillend is, waardoor er risico bestaat voor de borging van de kwaliteit van de opleiding. Medewerkers kwaliteitszorg ondersteunen teams bij de uitvoering van de teamplannen. De aansturing hiervan door de onderwijsmanager is cruciaal. Er onstaat een risico ingeval van onvoldoende functioneren van een van betrokkenen. De zichtbaarheid in en bekendheid met het werkveld speelt een belangrijke rol bij de afstemming van het onderwijsaanbod op de praktijk. De continuïteit in bestuur, management en onderwijsteams is voldoende. Een belangrijk aandachtspunt vormt de discontinuïteit bij de ICT opleidingen. Omdat er op dit moment aan een oplossing gewerkt wordt heeft dit aandachtspunt geen gevolgen voor de beoordeling op instellingsniveau. Ook de beoordeling is voldoende. ROC De Leijgraaf heeft een sluitend systeem van risicomonitoring. Er is jaarlijks een risicoanalyse op teamniveau. Verfijning op opleidingsniveau staat er niet in, maar de afdelingsdirectie beschikt via het dashboard over voldoende informatie om een goed beeld te hebben van de kwaliteit van de opleidingen. De veelheid aan informatie in het dashboard vormt een aandachtspunt. Als voorbeeld geldt de informatie over het diplomaresultaat per opleiding. Deze is primair centraal beschikbaar. Omdat de analyse van deze gegevens een belangrijk aangrijpingspunt van evaluatie en daarmee verbeterbeleid is, is goede toegankelijkheid op teamniniveau een voorwaarde. De verbetering en verankering is voldoende. De analyse van de interne audits, waarbij externe- en onafhankelijke deskundigen betrokken zijn, vindt plaats op teamniveau. De resultaten leiden in het teamplan tot verbeteractiviteiten. Ook de uitkomsten van de externe audit en tevredenheidonderzoeken onder studenten, docenten en bedrijfsleven vormen input voor verbeterplannen. Vanuit de functionerings- en beoordelingscyclus vormt de professionalisering van individuele medewerkers een centraal punt. Daarnaast is de Leij academie een
Pagina 13 van 62
professionaliseringsplatform dat veel mogelijkheden biedt tot team gerichte scholing. Docenten zijn tevreden over de ruimte tot professionaliseren. De dialoog en verantwoording zijn voldoende. Alle directeuren hebben een managementcontract dat zij jaarlijks met het college van bestuur bespreken. Daarnaast is er maandelijks een (operationeel) voortgangsoverleg en een managementteambijeenkomst. In de managementcyclus wordt ongeveer vier keer per jaar verantwoording afgelegd. Het teamoverleg kent een vergelijkbare cyclus, waarbij de regisseurs een belangrijke rol vervullen. De studentenraad is uitermate positief over de dialoog met het college van bestuur. Daarbij is de rol die zij, op eigen initiatief, kregen bij de benoeming van een nieuw lid van het cvb een fraai voorbeeld. De leden van het cvb zijn voor hen benaderbaar en zichtbaar. Er is regelmatig overleg waarbij de ingebrachte onderwerpen ook tot verandering leiden. Zo is de verbeterde aansluiting van de Vrije Keuze Leer Eenheid (VKLE) op de opleiding een zichtbaar resultaat. Ook spreekt de studentenraad jaarlijks met de raad van toezicht en staat een gesprek met de ondernemingsraad gepland. Een belangrijk aandachtspunt vanuit de studentenraad is de mogelijkheid van studenten om daadwerkelijk invloed uit te oefenen op de dagelijkse gang van zaken in de opleidingen. Hoewel er drie keer per jaar een overleg hoort te zijn tussen klassenvertegenwoordigers en opleidingsmanagement vindt dit niet altijd plaats en leidt het ook niet altijd tot het gewenste resultaat. Signalen hierover vanuit de opleidingen komen nog niet structureel bij de studentenraad terecht. Over de facilitering van de studentenraad is grote tevredenheid, dit betreft zowel de compensatie in tijdsinvestering als de ondersteuning.
3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Pagina 14 van 62
Het algemene beeld van ROC De Leijgraaf is dat er betrokken medewerkers werken en dat de teams en subteams een positieve instelling tonen. Dit komt tot uiting in de tevredenheid van de studenten. Daarnaast is de instelling nadrukkelijk georiënteerd op de regio en op samenwerking met bedrijven en instellingen. Ook deze zijn positief over de samenwerking met ROC De Leijgraaf. We constateren dat ROC De Leijgraaf in haar eigen risicoanalyse hoge normen hanteert. Dit leidt tot rood gekleurde kwaliteitskaarten. Een aandachtspunt hierbij vormt de herkenbaarheid voor de opleidingen. Een te negatief beeld kan leiden tot een verminderd draagvlak voor verbeteractiviteiten. Kwaliteit onderwijs Op basis van de onderzochte opleidingen en de toezichthistorie is er sprake van gering tot matig risico met betrekking tot het onderwijsproces. In bijna alle gevallen is het voldoende. Wel constateren wij een risico waar het de uitvoering van bedrijfsgerichte trajecten betreft. Omdat dat onderzoek geen onderdeel uitmaakt van het onderzoek naar de Staat van de Instelling besteden we daar in deze rapportage verder geen aandacht aan. De instelling constateert een risico op het gebied van educatie. Mede op grond van veranderde regelgeving is het op dit moment nog niet goed mogelijk een juiste inschatting te maken van de omvang van de risico’s. Kwaliteit examinering Wij beoordelen het risico voor de kwaliteit van de examinering als gering tot matig. Bij twee opleidingen is sprake van tekortkomingen bij examinering en diplomering. Gelet op de toezichthistorie lijkt hier geen sprake van een patroon. Bij een van de opleidingen heeft de tekortkoming een relatie met de, onvoldoende door de examencommissie geborgde, overgang naar nieuw examenmateriaal. Bij de andere opleiding is er een samenhang met andere tekortkomingen in zowel het onderwijsproces als de kwaliteitsborging. Opbrengsten Op het punt van opbrengsten en voortijdig schoolverlaten wordt het risico door de inspectie als gering tot matig ingeschat. Opvallend is dat de grootste risico’s zich bevinden in twee teams. Binnen het clusterdomein economie en bedrijf betreft het de opleidingen Commercieel medewerker bank en verzekeringswezen, Verkoopspecialist, Manager handel, Reizen en Secretariële beroepen. Binnen het clusterdomein Mens en maatschappij betreft de opleidingen Maatschappelijke Zorg (niveau 3) en Verzorgende IG. Ten dele ligt de verklaring in het feit dat er veel bbl studenten zijn in combinatie met een laagconjunctuur.
Pagina 15 van 62
Tot en met 2011-2012 waren de opbrengstresultaten op instellingsniveau bovengemiddeld en vrij stabiel. De resultaten 2012-2013 laten echter een forse terugval in de opbrengsten zien. Dit wordt met name veroorzaakt door een hoge voortijdige uitstroom bij een bedrijfsgerichte trajecten. Het percentage voortijdige schoolverlaters laat een lichte stijging zien, maar ligt nog enkele procenten onder het landelijk gemiddelde. De eigen norm van 5,5% wordt echter op geen van de niveaus behaald. Bij vavo zien we de afgelopen drie jaar opbrengstrisico’s bij havo ten aanzien van het gemiddelde CE cijfer. De cijfers laten een lichte stijging zien. De afdeling hanteert een kwaliteitszorgcyclus die overeenkomt met de instellingsbrede systematiek. Wij beoordelen de kwaliteitsborging van de afdeling vavo als voldoende. De directie geeft aan een aantal maatregelen ter verbetering genomen te hebben. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Op basis van de gesprekken met studenten en tevredenheidsmetingen die de instelling houdt onder studenten, medewerkers en bedrijven en instellingen concluderen we dat er sprake is van geen tot een gering risico. Uit de JOB enquête blijkt dat studenten van een beperkt aantal opleidingen een tevredenheidscijfer lager dan een zes geven. Medewerkers en bedrijven en instellingen zijn gemiddeld genomen tevreden met de instelling. Stabiliteit organisatie en management Voor wat betreft het risico van de stabiliteit van organisatie en management schat de inspectie dit in als geen tot gering. Dit schooljaar is de samenstelling van het college van bestuur gewijzigd. Daarnaast is recent één van de directeuren uit zijn functie ontheven, er is nog niet in opvolging voorzien. Vervanging bij langdurige ziekte van één van de directeuren is adequaat geregeld. Bij enkele teams is sprake van discontinuïteit van docenten. Verder zijn er geen aanwijzingen dat in organisatie of management grote ontwikkelingen of veranderingen te verwachten zijn. Financiële continuïteit Uit de financiële risicoanalyse blijkt dat de kans op verhoogde financiële risico’s geen tot gering is. Er zijn geen aanwijzingen dat het door de instelling verzorgde onderwijs wegens de financiële continuïteit binnen afzienbare termijn in het geding is.
Pagina 16 van 62
De solvabiliteit II (2012: 0,48; 2011: 0,47) van de instelling laat een stijgende trend zien en bevindt zich boven de signaleringsgrens van 0,3. De liquiditeit (2012: 1,59 ; 2011: 1,76) ligt al een aantal jaren op meer dan twee tot drie keer de waarde van de signaleringsgrens van 0,5. De instelling heeft geen rekening courant krediet. De rentabiliteit was de afgelopen drie jaar positief (2012: 0,7%; 2011: 03,3%; 2010: 2,9%). Vanaf 2010 is het aantal deelnemers ruim 10% toegenomen. Voor de komende jaren verwacht het CvB een lichte stijging tot een stabiel aantal leerlingen. In de financiële meerjarenraming 2014-2016 verwacht de instelling enigszins wisselende, maar per saldo positieve resultaten. De liquiditeit zal daarbij door investeringen en aflossingen aanzienlijk dalen, maar wel toereikend blijven Resumerend Wij zien enkele risico's voor de onderwijskwaliteit bij ROC De Leijgraaf. De kwaliteit van de examinering is een aandachtspunt dat de instelling zelf reeds in beeld heeft. Daarnaast hebben enkele opleidingen te maken met discontinuïteit in personele bezetting van de teams. Ook de dalende opbrengsten bij enkele bedrijfsgerichte trajecten vormen een risico. We zien eveneens een risico bij de kwaliteitsborging van die specifieke trajecten. De huidige stand van de kwaliteitsborging biedt voldoende mogelijkheden om de onderwijskwaliteit te monitoren. De verdere ontwikkeling hiervan kan een positieve bijdrage leveren aan de beheersing van de mogelijke kwaliteitstekorten.
Pagina 17 van 62
Pagina 18 van 62
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de onderzochte kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.
4.1
Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel) Het kwaliteitsonderzoek bij Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel), 90383, niveau 3, locatie Oss heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege zwak onderwijs, onvoldoende examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
• •
Pagina 19 van 62
Gebied 1: Onderwijsproces 1.8
Zorg
Voldoende Onvoldoende
•
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding kenmerkt zich door onvoldoende kwaliteit over de gehele linie. Hoewel het onderwijsteam al gedurende lange tijd samenwerkt is er weinig cohesie en ontbreekt een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opleiding. De inspectie constateert dat het team zich niet vanzelfsprekend in de situatie van de student verplaatst. Daardoor is het onderwijs niet vanuit het perspectief van jongvolwassen actueel en aansluitend bij de belevingswereld ingericht. De structuur die het kwaliteitsborgingssysteem zou kunnen bieden wordt onvoldoende benut om het eigen kwaliteitsbeleid ter hand te nemen. Onderwijsproces Het onderwijsproces is onvoldoende omdat er op enkele cruciale gebieden, zoals het programma, intake en plaatsing en studieloopbaanbegeleiding te weinig kwaliteit geleverd wordt.
Pagina 20 van 62
Het programma is onvoldoende. Het onderwijsaanbod is recent strak ingericht op de kerntaken en de inhoud dekt het kwalificatiedossier. Hiermee is afgestapt van een eerder concept waarbij door de inzet van leereenheden veel flexibiliteit beoogd werd. Hoewel deze gedachte al langere tijd verlaten is, lijken er nog residuen in de programmering te zitten. Opvallend is dat huidige studenten de term “ballenbak”, die synoniem was voor het oude concept, nog hanteren. Hoewel de inhoudvan de verschillende programma onderdelen voldoende is, is de uitvoering van het programma onvoldoende. Indien docenten vakexpertise van collega docenten bij hun eigen vak betrekken, kan voor studenten meer zichtbaar worden hoe de relatie tussen de vakken is. Het maatwerk is voldoende omdat er mogelijkheden tot versnellen zijn die ook daadwerkelijk leiden tot het verkorten van de opleiding. Een belangrijk aandachtspunt is het onderwijs voor de groep die met een verlengde opleiding te maken heeft. Naast onduidelijkheid over de programmering is er voor deze groep ook in de lessen weinig specifieke aandacht en wordt er van hen verwacht dat zij vooral zelfstandig werken aan de opdrachten. Hoewel het didactisch handelen van de docenten voldoende is, kan de feedback aan studenten verbeterd worden. Dit geldt zowel tijdens de instructie en verwerking als tijdens de begeleiding. Docenten zijn vooral gericht op kennisoverdracht en sluiten daarbij waar mogelijk aan bij de praktijkervaringen van studenten. De kwaliteit van het onderwijs kan aan kracht winnen als deze ervaringen meer ingezet worden en er vooral ook uitwisseling tussen studenten plaatsvindt. Juist deze studenten hebben baat bij concreet en praktisch ingericht onderwijs, op dit moment is de afstand tussen theorie en praktijk voor hen groot. Door meer aandacht te besteden aan eigentijds onderwijs wordt de aantrekkelijkheid van de lessen voor de studenten vergroot. Het uitwisselen van ervaringen binnen het team bevordert een eenduidige aanpak, waarbij de positieve ervaringen van enkele docenten gebruikt kunnen worden. De intake en plaatsing is onvoldoende omdat de gegevens uit de intake geen consequenties hebben voor het onderwijsaanbod of de inzet van zorg. In enkele onderzochte dossiers zijn daarnaast ernstige tekortkomingen aangetroffen. Hoewel voor de opleiding de mogelijkheid bestaat voor een tweede intake blijkt ook hier het vervolgtraject onvoldoende aan te sluiten. De studieloopbaanbegeleiding is niet voldoende, ondanks de mogelijkheden die er zijn om extra begeleidingsmogelijkheden te bieden. De begeleiding is teveel afhankelijk van individuele docenten. Van de student wordt verwacht dat deze zelf het initiatief neemt. de verwijzing naar extra ondersteuning van het SCO
Pagina 21 van 62
komt moeilijk van de grond. Dit komt mede door het karakter van de bbl opleiding waarbij de studenten slechts een dag per week op school de opleiding volgen. De studenten zijn ontevreden over de communicatie. Zij verwachten duidelijkheid over de inhoud en uitvoering maar ervaren deze onvoldoende in de huidige opzet. Zij signaleren daarbij wel een verschil tussen docenten. Ook bestaat er onduidelijkheid over de mogelijkheden om toetsen te herkansen. Hoewel docenten aangeven dat “de gouden kans” een optie uit het (recente) verleden is, leeft bij de studenten de indruk dat zij deze ultieme kans om een toets succesvol af te ronden ook nog hebben. Het is positief dat de opleiding een constructieve samenwerking heeft met de bedrijven in de regio. Juist in deze branche is het vaak lastig om het bedrijfsleven te betrekken, veel kleine ondernemers zijn geraakt door de economische crisis. Dit heeft ook consequenties voor het vinden van goede bpv plaatsen. Voor de bbl opleiding is het noodzakelijk dat er een arbeidscontract is. De studenten zijn positief over de betrokkenheid van de opleiding bij een tussentijds ontslag. Examinering en diplomering De examinering is onvoldoende omdat zowel het instrumentarium als de afname en beoordeling en de diplomering van onvoldoende kwaliteit zijn. Het team erkent dat het borgen van het examineringsproces nog een speurtocht is. De dekking van het kwalificatiedossier door het exameninstrumentarium is voldoende. Het onderscheid tussen ontwikkelingsgerichte toetsing en examinering is echter niet zichtbaar. Dit leidt tot onduidelijkheid voor studenten. In combinatie met de onduidelijke voorlichting over de examinering ontstaat er voor hen een ongewenste situatie. Ook de cesuur is onvoldoende omdat de minimumeisen voor een voldoende niet zijn vastgesteld. In theorie bestaat de mogelijkheid dat bedrijven door de onduidelijke overgang van ontwikkelingsgericht naar examinerend beoordelen en de ontbrekende cesuurvoorschriften een te positief beeld van de prestaties schetsen. Hoewel er door de opleiding impliciet vanuit gegaan wordt dat alle onderdelen voldoende moeten zijn, komt het in de praktijk voor dat dit niet het geval is. De transparantie is niet voldoende, dit komt door de verschillende invulling die aan de gesprekken gegeven kan worden. Door het verhelderen van procedures en afspraken kan hier op korte termijn winst geboekt worden.
Pagina 22 van 62
Een aandachtspunt vormt de informatie en communicatie over herkansingen. Uit de mondelinge toelichting blijkt dat hierover bij de examencommissie voldoende duidelijkheid is, maar ontberen de studenten deze informatie en bestaat er ook bij de docenten enige onduidelijkheid. De examencommissie onderschrijft onze bevinding dat de drempel voor de aanvraag van een herkansing laag is. De afname en beoordeling is onvoldoende. De authentieke afname is voldoende gegarandeerd. De bedrijven spelen hierin een bepalende rol, de opleiding zorgt voor voldoende afstemming met het werkveld. Een belangrijk aandachtspunt vormt het vroege tijdstip van de afsluitende examinering van enkele onderdelen, in relatie tot het eindniveau van de opleiding. De betrouwbaarheid is onvoldoende omdat de objectiviteit van de beoordeling in de huidige opzet niet waargemaakt kan worden. De praktijkbeoordeling wordt uitgevoerd door de praktijkopleider die ook vaak de begeleider van de student is. Hierdoor wordt onvoldoende geborgd dat de beoordeling zo objectief mogelijk plaats vindt en dat in gelijke gevallen gelijk wordt beoordeeld. Dit ondanks het feit dat de opleiding aandacht besteedt aan dit onderdeel in de werkveldbijeenkomsten. De verantwoordelijkheid van de examencommissie schiet tekort. Er is onvoldoende zicht op de risico’s voor de betrouwbaarheid van de praktijkexaminering. Wel voert de examencommissie steekproeven uit en maakt de secretaris een analyse van de resultaten. Deze analyses leiden echter niet tot zichtbare aanpassingen. Hoewel het gebruikelijk is dat er na afloop van het examen een tevredenheidsmeting wordt afgenomen, vindt dat bij deze opleiding niet plaats. De examencommissie is betrokken bij de vaststelling van de examens en bij de aanpassing van het huidige examenmateriaal. Op dit moment is echter nog niet het volledige pakket aan hen voorgelegd, hierdoor ontbreekt het overzicht over het totaal van het examineringsproces. Daardoor kan de examencommissie haar verantwoordelijkheid niet in de volle breedte uitvoeren. De inrichting van de examencommissie wordt binnenkort gewijzigd, een van de doelstellingen is om daarmee de onafhankelijkheid van de besluiten beter te borgen. Nederlands De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven en taalverzorging zijn ingekocht bij examenleverancier Deviant en zijn ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De taalvaardigheden Lezen en Luisteren zijn afgenomen met het landelijke pilotexamen. Het oordeel over
Pagina 23 van 62
Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 76,6 procent en een diplomaresultaat van 74,7 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2012-2013 zijn de resultaten van de bc-id 221, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging op opleidingsniveau functioneert onvoldoende. De sturing vanuit de plannen is voldoende. Binnen deze opleiding is het concept van regisseurs echter te weinig zichtbaar en geconcretiseerd. Regisseurs richten zich vooral op het eigen gebied. Hierdoor slaagt het team er niet in voldoende verantwoordelijkheid te dragen voor het verbeterplan. De beoordeling is onvoldoende. Hoewel er verschillende metingen zijn om de tevredenheid van belanghebbenden over de kwaliteit in kaart te brengen worden deze onvoldoende gebruikt om verbeteracties te plannen en uit te voeren. De verbetering en verankering is onvoldoende. Een verbeteraanpak staat in de kinderschoenen. De thema’s voor verbeteractiviteiten vertonen, mede gevoed door de wijze waarop regisseurs hun taak uitvoeren, weinig samenhang. De ruimte die er vanuit de directie is om te komen tot een eigen invulling van een resultaatverantwoordelijk team leidt hierdoor niet tot een concreet resultaat. Wel vindt er uitwisseling van informatie plaats met de andere locatie die deze opleiding verzorgt. Ondanks dat binnen ROC de Leijgraaf een systematiek van audits en zelfevaluaties beschikbaar is, is hier onvoldoende gebruik van gemaakt om de onderwijs- en examenkwaliteit te monitoren. De continuïteit van het personeel en de mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering zijn positief. Het team volgt bij de Leij academie een traject professioneel handelen en samenwerken. De dialoog en verantwoording zijn voldoende. De opleiding heeft een regelmatig contact met het werkveld. De bedrijven waar wij mee gesproken hebben zijn positief over de samenwerking. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 24 van 62
4.2
Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg) Het kwaliteitsonderzoek bij Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), 92631, niveau 4, locatie Veghel heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de vijf kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken met het college van bestuur te maken voor deze opleiding. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 25 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De kwaliteit van de opleiding is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. Naar aanleiding van ontwikkelingen in het werkveld is besloten deze opleiding te beëindigen en wordt de opleiding thans afgebouwd door geen nieuwe studenten meer aan te nemen. Ondanks dat de opleiding beëindigd wordt, maakt het kleine opleidingsteam er in nauwe afstemming met het werkveld veel werk van studenten voldoende voor te bereiden op het toekomstig beroep. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. Het onderwijsprogramma is logisch en evenwichtig opgebouwd rondom het fase-georiënteerde lesmateriaal (beroepsprestaties) van het Consortium beroepsonderwijs. Met de wetenschap dat veel instellingen een inwerkprogramma aanbieden aan de student, zijn door het team keuzes gemaakt wanneer welke theorie behandeld wordt. Door het team zijn afspraken gemaakt over de wijze van ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten en ontwikkeling van de studenten. Een mooi voorbeeld hiervan is de wijze van de organisatie van de lessen van de AVO-vakken, waardoor de docenten in staat zijn tijdens de les in te gaan op actuele leervragen van de studenten. Dit resulteert erin dat de studenten veel tijd en aandacht ervaren van de docenten en de coach. Elke periode worden de lessen door de docent onderling geëvalueerd. Mede als gevolg hiervan is de les
Pagina 26 van 62
Drama aangepast door te focussen op de groepsdynamica en zijn voor de lessen Doelgroepen standaard lesmaterialen ontwikkeld die door de docent nog gespecificeerd kunnen worden. Mede gelet op de ervaring dat veel studenten een verkeerd beroepsbeeld hebben, krijgt elke student een uitgebreid intakegesprek (intake+) waarin de motivatie voor het beroep wordt getoetst. Hierbij wordt ook de startsituatie en eventuele zorgbehoefte in beeld gebracht. De student krijgt vervolgens een coach (tevens docent) die de begeleiding tijdens de opleiding verzorgt. Naast e
individuele begeleiding zijn er ook groepsmomenten. Vanaf het 3 leerjaar verandert het accent van de begeleiding van begeleidend naar zelfstandig begeleid. Door de coach wordt de voortgang vastgelegd in het digitale begeleidingsdossier. Op basis van afwezigheidregistratie worden terugkomlessen en extra opdrachten aangeboden. In voorkomende gevallen kan het verzuim leiden tot een negatief studieadvies. Ook rapporteert de coach aan de ouders over de voortgang van de student en verwijst indien van toepassing door naar het loopbaancentrum. Alvorens te mogen solliciteren naar een bpv-plaats in de Jeugdzorg moeten studenten twee voorbereidende modules op de Jeugdzorg met goed gevolg hebben afgerond. Na akkoord van de coach en de zorginstelling wordt de student geplaatst. Aan de hand van de bpv-handleiding wordt de student begeleid door de praktijkopleider, een vaste werkbegeleider en de bpv-docent (veelal ook de coach) met het behalen van haar/ zijn leerdoelen POP/PAP, de ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties en beroepshouding. Door praktijkopleiders gastlessen te laten verzorgen wordt een extra stimulans gegeven aan de intensieve afstemming tussen de coach, vakdocenten en begeleiders van de bpv-biedende instelling. Dit is de kracht van de opleiding. Examinering en diplomering De examinering en diplomering is voldoende. Kenmerkend voor deze opleiding is de samenloop van uitfasering en de implementatie van vernieuwd exameninstrumentarium dat ingekocht is bij de examenleverancier Consortium Beroepsonderwijs. Omwille van organisatorische redenen en borging van de kwaliteit van de afname, is er op verzoek van het afnemende beroepenveld voor gekozen de meerdaags durende proeve niet in te zetten. De kwalificerende examinering bestaat uit beroepsprestaties die in de praktijk uitgevoerd worden. De feitelijke inrichting van de beroepsprestatie wordt vooraf door de vakdocent beoordeeld (go/no go). Vervolgens worden de beroepsprestaties met behulp van een beoordelingsformulier door de vaste werkbegeleider beoordeeld. Daarnaast vinden er nog twee assessmentgesprekken plaats waarbij de praktijkopleider en
Pagina 27 van 62
coach de transfer beoordelen. Het assessmentgesprek wordt gevoerd aan de hand van opgestelde richtlijnen (assessor+) en wordt vastgelegd op een geluidsmedium. In geval van twijfel of op verzoek van de student kan het assessmentgesprek achteraf beluisterd worden. De ingevulde beoordelingsformulieren en de twee beoordelingen van de assessmentgesprekken worden gearchiveerd in het digitale examen portfolio. De instelling organiseert regelmatig in samenwerking met het landelijk kenniscentrum examentrainingen voor praktijkopleiders en werkbegeleiders. Overeenkomstig de richtlijnen uit handboek examinering wordt op basis van de examenresultaten door de examencommissie het diploma aangevraagd bij het examenbureau. Ieder jaar wordt het toetsplan door de regisseur examinering en regisseur O&O in samenspraak met het opleidingsteam geactualiseerd. Op basis van een checklist wordt het toetsplan door de opleidingsmanager respectievelijk examencommissie vastgesteld. Eens per kwartaal bespreken de portefeuillehouders van het AMT aangevuld met een examendeskundige van de afdeling O&O de instellingsbrede ontwikkelingen betreffende examinering. De uitkomsten worden vastgelegd en gerapporteerd aan de afdelingsdirecteur. De examencommissie heeft verbetermaatregelen getroffen (MBO-beter) met als doel de kwaliteit van de afname van examinering in de praktijk beter te borgen. Een aandachtspunt is de scheiding van het oordeel over de bpv en de beroepsgerichte examinering. Nederlands De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Spreken, Schrijven en taalverzorging zijn ingekocht bij examenleverancier Deviant en zijn ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De taalvaardigheden Lezen en Luisteren zijn afgenomen conform het landelijke pilotexamen. Het oordeel over Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Moderne vreemde talen Het exameninstrumentarium voor alle taalvaardigheden Engels is ingekocht bij examenleverancier Deviant en is ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. Het oordeel over Engels telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium.
Pagina 28 van 62
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 83,9 procent en een diplomaresultaat van 92,3 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2012-2013 zijn de resultaten van de bc-id 166, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is voldoende. Het afdelingsbedrijfsplan mens & maatschappij 2012-2014 en de hieruit voortvloeiende jaarlijkse kaderbrief geven richting aan het teamplan maatschappelijke zorg waarvan de opleiding Jeugdzorg deel uit maakt. De docenten worden betrokken bij de totstandkoming van het teamplan, waarbij de regisseur Kwaliteitszorg de regie voert betreffende het actieoverzicht en de verbetermaatregelen. Door de opleidingsmanager wordt vanuit een faciliterende rol het teamplan vastgesteld. Over de voortgang wordt door de opleidingsmanager regelmatig gerapporteerd aan de afdelingsdirecteur. De opleidingsmanager beschikt over sturingsinformatie (Kwaliteitskaart) op teamniveau en ervaart dat in combinatie met de P-cyclus als stimulerend en bruikbaar. Een aandachtspunt is de toegankelijkheid van de sturingsinformatie op opleidingsniveau voor het docententeam. De beoordeling, verbetering en verankering zijn van voldoende kwaliteit. Op afdelingsniveau is een interne audit en een zelfevaluatie beschikbaar. Van oudsher is er voldoende aandacht voor professionele ontwikkeling van de docenten. De professionele ontwikkeling wordt op basis van het professioneel statuut, het strategisch personeelsplan en in aansluiting op de persoonlijke ontwikkelingsbehoefte via de Leij Academy gefaciliteerd. De interne dialoog met studenten en docenten en de externe dialoog met de ouders en het werkveld zijn voldoende. Deze dialoog vindt onder andere plaats tijdens het teamoverleg, het overleg met de klankbordgroep met studenten en het werkveld. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 29 van 62
4.3
Installeren (Monteur werktuigkundige installaties) Het kwaliteitsonderzoek bij Installeren (Monteur werktuigkundige installaties), 94272, niveau 2, locatie Cuijk heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de vijf kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken met het college van bestuur te maken voor deze opleiding. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk
Pagina 30 van 62
Gebied 1: Onderwijsproces 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding is over het geheel genomen van voldoende kwaliteit. De opleiding wordt uitgevoerd door het team Wei dat onderdeel uitmaakt van de afdeling Techniek en Samenleving. De als klein te typeren opleiding wordt in samenwerking met het opleidingsbedrijf InstallatieWerk verzorgd in Cuijck, Oss en Veghel. De opleiding staat onder druk door de huidige economische situatie die sterk merkbaar is bij de afnemende installatiebedrijven welke in de regio actief zijn. Er heerst een prettig onderwijsklimaat en de twee docenten hebben veel aandacht en zorg voor de studenten. Onderwijsproces Het onderwijsproces is beoordeeld als voldoende. Kenmerkend van de opleiding is de combinatie van leren en werken, die in nauwe samenwerking met het opleidingsbedrijf InstallatieWerk en de leerbedrijven uitgevoerd wordt. De intake wordt uitgevoerd door een functionaris van het opleidingsbedrijf InstallatieWerk en/of de intaker en coach van het roc (intake+). In voorkomende gevallen kan doorverwezen worden naar het Servicecenter Onderwijs (SCO).
Pagina 31 van 62
Tijdens de opleiding wordt de student naast de coach en bpv-begeleider van het roc ook begeleid door de studentbegeleider van InstallatieWerk respectievelijk de praktijkopleider van het leerbedrijf. De studievoortgang wordt door de coach bijgehouden in het studentdossier. In het studentdossier wordt door de coach ook de informatie van de studentbegeleider van InstallatieWerk opgenomen. De opleiding wordt voorafgegaan met een introductieprogramma van twee weken. Tijdens het introductieprogramma wordt de student voorbereid op de beroepspraktijkvorming (VCA, tillen Arbo en inrichting praktijkopdrachten). De theorie- en algemeen vormende lessen worden verzorgd door het roc. De praktijkvorming wordt uitgevoerd in het praktijkcentrum van InstallatieWerk (1 x 2 weken) en bij de leerbedrijven. Er wordt veel aandacht besteed aan het afstemmen van de (vak)theorie op de ervaringen welke in de praktijk door de studenten opgedaan worden. Hiertoe beschikt iedere student over een digitaal portfolio, wordt de lesstof online aangeboden (Learning box) en is men gestart met het implementeren van de bpv-tool. Door de studenten worden de docenten gewaardeerd om hun vakkennis, coachvaardigheden en betrokkenheid. Examinering en diplomering De examinering en diplomering is voldoende. Het kwalificerend examen bestaat uit een proeve die onder examencondities afgenomen wordt in het praktijkcentrum van InstallatieWerk. In voorkomende gevallen wordt voor studenten die niet bij een installatiebedrijf stage lopen een proeve op maat ontwikkeld. De proeve wordt op basis van een beoordelingsformulier door een beoordelaar van het roc en een beoordelaar van InstallatieWerk respectievelijk het leerbedrijf beoordeeld. Hierdoor is er sprake van authentieke en objectieve examinering. Alle bij de examinering betrokkenen hebben deelgenomen aan scholing gericht op het bevorderen van examineringsdeskundigheid. Op basis van het examendossier besluit de Subexamencommissie Wei, welke onderdeel is van de Examencommissie Techniek, tot het verstrekken van een diploma. Op basis van eerder verworven competenties (evc) zijn door de examencommissie diploma’s verstrekt. Er zijn passende maatregelen getroffen door de examencommissie om de waarde van het diploma te borgen. Nederlands Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven en taalverzorging is door de instelling zelf ontwikkeld en voldoet aan de vereisten. Dit exameninstrumentarium is door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De taalvaardigheden Lezen en
Pagina 32 van 62
Luisteren zijn afgenomen met het landelijke pilotexamen. Het oordeel over Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 63 procent en een diplomaresultaat van 47,1 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2012-2013 zijn de resultaten van de bc-id 083, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging voor deze opleiding is voldoende. Op basis van de kaderbrief Techniek en Samenleving, de gegevens van de interne audits en kwaliteitskaart is door de opleidingsmanager in samenspraak met de regisseurs en vakgroepen het teamplan WEI ontwikkeld. De opleidingsmanager houdt zicht op de kwaliteit van de opleiding door de tevredenheid van de studenten en bedrijven, vsv, verblijfsduur en aantal inschrijvingen te monitoren. De opleidingsmanager neemt deel aan het wekelijkse AMT overleg, waarop team- en regisseursniveau de voortgang van de gestelde doelen aan de afdelingsdirecteur gerapporteerd wordt. Met het doel een plan van aanpak te ontwikkelen om de kwaliteitsborging van de examinering binnen de afdeling Techniek en Samenleving te verbeteren is recent een interne audit uitgevoerd. In samenspraak met de regisseurs houdt de opleidingsmanager voldoende zicht op de kwaliteit van de opleiding. De opleidingsmanager overlegt regelmatig met het team WEI, de regisseurs en vakgroepen. De opleiding heeft verbetermaatregelen (Leermiddelen en BPV-tool) genomen die passen bij de uitkomsten van de panel- en klankbordgesprekken. De interne dialoog met de studenten en medewerkers, de externe dialoog met het bedrijfsleven en de verantwoording zijn voldoende. De interne dialoog vindt onder andere plaats tijdens panelgesprekken, team- en vakgroepoverleggen en drie klankbordgroepen (W, E en I). Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 33 van 62
4.4
Verzorgende-IG Het kwaliteitsonderzoek bij Verzorgende-IG, 94830, niveau 3, locatie Veghel heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied opbrengsten is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
• Voldoende Onvoldoende
• •
Pagina 34 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
• Voldoende Onvoldoende
•
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Voldoende Onvoldoende
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Het kwaliteitsgebied opbrengsten is onvoldoende. De opleiding heeft op een groot aantal terreinen vooral het laatste jaar kwaliteitswinst geboekt. Door een verbeterde aansturing is de kwaliteit van het onderwijsproces verbeterd. Ook bij de examinering zijn verbeteracties ingezet. Het onderwijs wordt verzorgd door een enthousiast en betrokken team met een grote deskundigheid van het werkveld. Deze betrokkenheid leidt tot een wederzijdse stimulans tot kwaliteitsverbetering zowel binnen de opleiding als bij de instellingen. Mede door de goede relatie met de instellingen is een sterke koppeling tussen praktijk en theorie zichtbaar. Onderwijsproces Het onderwijsproces wordt als voldoende beoordeeld. Recent zijn substantiële verbeteringen gerealiseerd, zowel door een aanpassing van de leermiddelen als door verbeteringen in de elektronische leeromgeving. Hoewel het programma nog steeds als complex kan worden betiteld, zorgt de opleiding er in voldoende mate voor dat studenten het overzicht daarover behouden. Vooral op het gebied van de samenhang van het programma deden zich tot kort geleden aanzienlijke problemen voor. De combinatie van het kwalificatiedossier en de ingezette leermiddelen leidde tot een complex programma, met zeer veel afzonderlijke onderdelen. Studenten hadden grote problemen om het overzicht over het programma te behouden. Hierdoor is er een verschil in waardering van de opleiding tussen de verschillende cohorten. Het is positief dat de studenten de ingezette veranderingen zichtbaar waarderen.
Pagina 35 van 62
Het maatwerk is positief door ons beoordeeld, omdat voorzien is in verschillende instroommomenten, verkorte trajecten en in structurele extra ondersteuning voor studenten met achterstanden op AVO-vakken. Probleem is nog wel dat door de diversiteit aan werkvelden van studenten het lastig is het programma op ieder moment adequaat te laten aansluiten op de ervaringen van de studenten. Het didactisch handelen is voldoende. Studenten waarderen de praktijkgerichte aanpak en vakkennis van docenten. Er is voldoende aandacht voor feedback, zowel onderling als door docenten. Knelpunten deden zich in het recente verleden voor bij de AVO-vakken. Door mutaties in de personale bezetting zijn deze nu grotendeels opgelost. Bij de intake en plaatsing is ondanks het positieve oordeel wel een kanttekening te plaatsen. Opvallend is dat het ROC in formele zin de beslissing over toelating tot de opleiding geheel bij de werkgever legt, afgezien van het voldoen aan de wettelijke toelaatbaarheidseisen. Wij hechten er aan erop te wijzen dat het ROC zelf verantwoordelijk is voor de plaatsing. We stellen daarnaast vast dat het ROC intensief contact onderhoudt met het werkveld over de gehele opleiding maar ook over de individuele studenten. Dit leidt tot een goede en samenhangende studieloopbaanbegeleiding. Van belang daarbij is dat de herinrichting van de elektronische leeromgeving er toe bijdraagt dat studenten een veel beter overzicht hebben over hun studievoortgang. In het verlengde van de studieloopbaanbegeleiding is ook voorzien in een goede eerste- tweedelijnszorg. Daarbij is zowel voor sociaal-emotionele problemen als voor cognitieve problemen een duidelijk vangnet gecreëerd. De beroepspraktijkvorming is van goede kwaliteit. Door het hiervoor al genoemde intensieve overleg tussen ROC en werkgevers en ook door de organisatie en werkwijze binnen de bpv-instellingen is er sprake van een goede begeleiding van studenten op hun bpv-plaats. Examinering De kwaliteit van de examinering en diplomering beoordelen wij als voldoende. De opleiding kampt met de naweeën van de overstap naar nieuw les- en examenmateriaal. Met name in de borging van de kwaliteit van de examinering door de examencommissie heeft dit proces veel aandacht gevraagd.
Pagina 36 van 62
Wat betreft het exameninstrumentarium is er een belangrijk aandachtspunt rond de beoordeling tijdens het Criterium Gerichte Interview (CGI) en de transparantie. Als onderdeel van het examen wordt de studenten tweemaal een CGI afgenomen. De instructies voor de beoordelaars over wat en hoe te beoordelen zijn minimaal maar leveren in de praktijk geen problemen op. De beoordelingsformulieren die zijn aangetroffen in de examendossiers bevatten een korte procesbeschrijving van het interview. Niet in alle gevallen is duidelijk hoe het oordeel tot stand is gekomen. Uit de mondelinge toelichting blijkt echter dat er wel in overleg is voorzien en ook dat dit daadwerkelijk plaats vindt. Zowel voor het examenmateriaal zelf als voor de instructies vanuit het ROC zijn inmiddels verbeterslagen in uitvoering die het gewenste inzicht in de beoordeling moeten opleveren. Op basis hiervan komen wij tot een positief oordeel. Tot voor kort was de transparantie onvoldoende omdat voor de studenten te weinig houvast werd geboden om overzicht te houden op alle onderdelen van het examen. Zoals reeds opgemerkt bij de samenhang van het programma zijn in de onderwijsmaterialen en in de elektronische leeromgeving verbeteringen doorgevoerd die leiden tot meer samenhang in het gehele onderwijs- en examenprogramma. De studenten die recent examen hebben gedaan of dat binnenkort moeten doen kunnen daar al zichtbaar van profiteren. Bij de afname en beoordeling is de betrouwbaarheid van de beoordeling voldoende, maar vormt de verdere ontwikkeling wel een aandachtspunt. De authenticiteit van de afname is verzekerd. Binnen de afzonderlijke bpv-instellingen wordt gewerkt met procedures die zorg moeten dragen voor een zorgvuldige en deskundige beoordeling. Binnen de instellingen is er een waarborg voor gelijke beoordeling van studenten. Een aandachtspunt is de gelijke beoordeling bij verschillende bpv-bedrijven. Hier wordt echter in het overleg met de instellingen regelmatig over afgestemd. De trainingen die voor werkbegeleiders en praktijkbegeleiders bieden hiervoor ook een platform. Een aandachtspunt is dat de opleiding een meer systematisch toezicht op de beoordelingen die plaatsvinden binnen de bpv-instellingen inricht. Tot slot de diplomering. Dit onderdeel is voldoende. Een aandachtspunt constateren we bij de wijze waarop de examencommissie bij deze opleiding haar verantwoordelijkheid vorm geeft voor de kwaliteit van de beoordeling en voor een meer algemene beoordeling van de uitkomsten van de examinering. Wat betreft de borging van de kwaliteit van de beoordeling zou de examencommissie gerichter actie kunnen ondernemen. De commissie voorziet
Pagina 37 van 62
sinds kort in een systematische check op vooral de inhoudelijke kwaliteit van de beoordeling op groeps- op opleidingsniveau. Nederlands De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Spreken, Schrijven en taalverzorging zijn ingekocht bij examenleverancier Deviant en zijn ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De taalvaardigheden Lezen en Luisteren zijn afgenomen met het landelijke pilotexamen. Het oordeel over Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Moderne vreemde talen Het exameninstrumentarium voor alle taalvaardigheden Engels is ingekocht bij examenleverancier Deviant en is ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. Het oordeel over Engels telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 44,7 procent en een diplomaresultaat van 52,9 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2012-2013 zijn de resultaten van de bc-id 223 niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Uit de gegevens van afgelopen drie jaar blijkt dat er sprake is van de dalende trend. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is voldoende. De sturing is voldoende. De kwaliteit van de sturing wordt voor een belangrijk deel bepaald door enerzijds het teamplan en anderzijds de inrichting van de interne organisatie. Bij dat laatste staat het principe van de resultaatverantwoordelijke teams en de aanwijzing van zogenoemde regisseurs voor belangrijke aspecten voorop. Deze werkwijze heeft tijd nodig gehad om tot een effectieve sturing te leiden, maar is door de betrokken inzet van de teamleden nu voldoende zichtbaar. Het risico van een gebrek aan integraliteit in de aansturing is gesignaleerd en wordt aangepakt. Een lid van het afdelingsmanagement dat verantwoordelijk is voor een specifiek team heeft een meer uitgesproken sturende rol gekregen. Daarmee en met de ontwikkeling van routines bij de taakvervulling door de regisseurs is naar ons oordeel een systeem van effectieve sturing ontstaan.
Pagina 38 van 62
Opvallend is dat de teamleden zich in hoge mate betrokken voelen bij inhoud en uitvoering van het teamplan. De beoordeling is voldoende. Door de inzet van diverse instrumenten (waaronder een regelmatige zelfevaluatie, audits en het zogenaamde dashboard) heeft de opleiding een adequaat beeld van de bereikte kwaliteit. De gegevens worden ook voldoende geanalyseerd om tot een adequate vertaling naar te nemen maatregelen te komen. Wij maken daarbij één kanttekening: de beoordeling van het primaire proces kan beter. Als onderdeel van de audit zijn wel lesbezoeken afgelegd, maar die zijn beperkt in aantal. Overigens wordt het beeld over het primaire proces sterk bepaald door (systematisch gegenereerde) studentenoordelen. Directe waarnemingen naast die van de audit kunnen het beeld van het primair proces aanzienlijk aanscherpen. De verbetering en verankering hebben wij als voldoende beoordeeld. Wij hebben feitelijk kunnen waarnemen dat er inspanningen zijn om de grootste twee problemen binnen de opleiding (de samenhang van het programma en de kwaliteit van de examinering) op een structurele wijze aan te pakken. De intensiteit waarmee hier aan wordt gewerkt, de duidelijke rolverdeling die daarbij wordt gehanteerd en de wijze waarop de vorderingen in beeld worden gebracht en besproken leiden ons tot de overtuiging dat verbetering en verankering adequaat wordt vormgegeven in de opleiding. De dialoog en verantwoording zijn voldoende. De opleiding zorgt voor een geregeld en intensief overleg met het werkveld en de studenten. Vertegenwoordigers van het werkveld zijn door de opleiding uitgenodigd om ook een directe bijdrage te leveren aan het inspectie onderzoek. Aan dat verzoek is niet alleen met enthousiasme gevolg gegeven, maar de inbreng leverde ook een positieve bijdrage aan het oordeel over de externe dialoog en de betrokkenheid van de instellingen bij de bpv begeleiding en examinering. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 39 van 62
4.5
ICT-medewerker (Medewerker ICT) Het kwaliteitsonderzoek bij ICT-medewerker (Medewerker ICT), 95060, niveau 2, locatie Oss heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 40 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Team ICTO verzorgt vijf ICT-opleidingen op drie locaties. De onderzochte niveau 2 opleiding wordt aangeboden in Cuijk, Veghel en Oss. Bij team ICTO is continuïteit al jaren een punt van zorg. Het team en de opleidingsmanager a.i. hebben dit duidelijk in beeld. De combinatie van de hoge interne normen, het niet verlengen van tijdelijke contracten (flexibele schil) en langdurige uitval door ziekte, heeft tot gevolg dat het lastig is een goede basis voor eigenaarschap en invulling van een resultaat verantwoordelijk team te realiseren. Het team begeleidt de studenten intensief en biedt tijdig de benodigde extra ondersteuning en zorg. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. Gezien de kleinschaligheid zitten de studenten van niveau 2 en 3 bij elkaar in de klas. Tot de zomer van 2014 wordt gewerkt in trimesters waarin – naast de lessen Nederlands, Engels, rekenen en L&B - twee beroepsgerichte projecten per trimester worden gerealiseerd door de niveau 2 studenten. De niveau 3 studenten verwerken in een hoger tempo de lesstof. Opvallend bij deze opleiding is het aantal studenten dat extra zorg en/of ondersteuning behoeft. De situatie, mogelijkheden en motivatie van de student worden zorgvuldig in kaart gebracht. De opleiding gebruikt hiervoor een intakeformulier, doorstroomformulier van de vorige opleiding, gesprek met de student en ouders en eventueel een aanvullende intakeplus en taal- en
Pagina 41 van 62
rekentoets. Het team gaat adequaat om met de extra begeleidingsbehoeften en heeft onderling veel overleg en afstemming met het ROC-brede Centrum voor Taal en Rekenen (CTR) en Service Centrum Onderwijs (SCO). Ook zijn er twee personen in dienst op basis van LGF-gelden die de studenten waar nodig extra begeleiden. De voortgang van de studenten wordt zorgvuldig bijgehouden middels POP’s, het digitale portfolio en een weekverslag tijdens de stage via de digitale ‘BPVtool’. De docenten zorgen tijdens de lessen voor voldoende structurering, begeleiding en feedback. Zowel de ontwikkelingsgerichte als de kwalificerende resultaten worden individueel met de student besproken. In het tweede jaar is een half jaar stage geprogrammeerd, waarbij de student aan het eind van iedere week via intranet een verantwoording inlevert van haar/ zijn werkzaamheden de afgelopen week, het aantal uren dat hij zij gewerkt heeft en eventuele opdrachten die hij/zij gemaakt heeft. De bpv-bedrijven geven aan dat de opdrachten soms wat onduidelijk zijn. Het team heeft dit zelf ook al geconstateerd en zet nu duidelijke opdrachten in voor de bpv. Maatwerk is onvoldoende omdat de verwachtingen die bij de intake gewekt zijn over verkorte trajecten in de praktijk niet waar gemaakt worden. Daardoor kan in de praktijk onvoldoende inhoud en vorm gegeven worden aan differentiatie. Dit blijkt zowel tijdens de lessen als uit de onmogelijkheid om de opleiding versneld te doorlopen. Er is een aaneengesloten programma van acht lesuren en lessen die uitvallen worden ingehaald. Begin dit schooljaar viel er een eerstejaars project van acht weken uit, dat later dit schooljaar bovenop het reeds bestaande programma is gepland. Ook de tweedejaars geven een vergelijkbaar voorbeeld. Hier speelt het eerder beschreven gebrek aan continuïteit van docenten een rol. De leertijd is onvoldoende, omdat er vanwege uitval van docenten een onevenwichtige werkdruk ontstaat en zowel eerste als tweedejaars studenten aangeven de laatste paar weken van de acht projectweken niet veel te doen te hebben. Docenten herkennen dit en er wordt momenteel gezocht naar extra theorie/verdieping. De studenten zijn over het geheel genomen tevreden over de opleiding, waarbij het veiligheidsgevoel/klimaat hoog scoort. Een punt van aandacht is het arbeidsmarktperspectief voor deze opleiding. Het team is zich hiervan bewust en heeft zowel in regionaal verband als intern met de opleiding Elektrotechniek overleg over de toekomst van de opleiding.
Pagina 42 van 62
Examinering en diplomering De examinering en diplomering is voldoende. Het exameninstrumentarium wordt ingekocht bij Stichting praktijkleren en voldoet aan de eisen. Alle drie de kerntaken worden per werkproces beoordeeld in examenprojecten, waarin voor zover relevant de beroepsgerichte eisen Engels worden meegenomen. Voor studenten is het onderscheid tussen ontwikkelingsgerichte toetsen en kwalificerende examens duidelijk. Op een examendag komen de studenten van de diverse locaties samen om in een praktijklokaal in Oss of Veghel individueel hun opdrachten te realiseren. De assessoren beginnen altijd met een mondelinge klassikale uitleg van de opdracht, de regels die gelden en wat de studenten hierbij wel en niet mogen gebruiken. Na afloop van het examenproject – aan het eind van de dag – worden de resultaten maar ook de onderbouwing daarvan individueel mondeling teruggekoppeld. Een aandachtspunt is het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering. Er wordt niet in de beroepspraktijk geëxamineerd en er worden geen assessoren uit het beroepenveld ingezet. Uit de bpv-enquête blijkt dat de bedrijven de kwaliteit van de examinering laag waarderen. De diplomering en examinering is van voldoende kwaliteit. Er is een subexamencommissie van het team ICTO en daarboven een examencommissie van de afdeling Techniek en Samenleving (T&S). Deze laatste neemt het diplomabesluit op basis van de aanvraag en aanlevering van het examendossier. De volledigheid van het examendossier vormt een aandachtspunt. Het oordeel Goed was meestal niet onderbouwd. Hierdoor is dit oordeel niet herleidbaar en mist de examencommissie een relevante bron om inzicht te krijgen in de afname en beoordeling. De Inmiddels zijn er verbetermaatregelen genomen om de volledigheid van de examendossiers te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is het inrichten van een examenbureau. In de plannen voor 2014 is de afstemming tussen de examencommissie en subexamencommissies opgenomen. Iedere subexamencommissie krijgt een lid vanuit de examencommissie T&S. Nederlands De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Spreken, Schrijven en Taalverzorging zijn ingekocht bij Deviant en zijn ongewijzigd ingezet. Dit exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. De taalvaardigheden Lezen en Luisteren zijn afgenomen met het landelijke pilotexamen. Het oordeel over Nederlands telt dit jaar niet mee in het oordeel over het exameninstrumentarium.
Pagina 43 van 62
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 69,0 procent en een diplomaresultaat van 63,2 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2012-2013 zijn de resultaten van de bc-id 080, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is onvoldoende. De zorg om continuïteit binnen het team drukt een stempel op het niveau van de kwaliteitsborging. Doordat tijdelijke docenten na drie contracten (tijdelijk) de instelling verlaten en het team de laatste jaren met ziektes en diverse wisselingen van de teammanager te maken heeft gehad, ontbreekt stabiliteit als basisvoorwaarde om de gehele kwaliteitscyclus te doorlopen en regisseursrollen langere tijd goed te beleggen. Het organiseren van het primaire proces eist een groot deel van de aandacht, tijd en menskracht. Het team is zich hiervan bewust en streeft bijvoorbeeld naar een achtervang van elke regisseur. Het gebrek aan continuïteit werkt door in de verbetering en verankering. Resultaten van tevredenheidsmetingen en gerealiseerde verbeteringen – zoals onvoldoende vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van examinering en de verbeterde intakeprocedure - zijn niet altijd bekend bij alle docenten. Het team geeft in de zelfevaluatie van december 2013 aan dat er niet altijd in lijn wordt gewerkt op de drie locaties en dat individueel aangedragen verbeterpunten niet altijd helder worden gecommuniceerd en daardoor verloren raken. Veel ontwikkelingen en verbeteracties ontstaan uit eenmansacties of informeel overleg, een structurele aanpak en verankering ontbreekt nog. Vanuit het ROC-brede strategisch beleidsplan 2012-2014 en het strategisch afdelingsplan, is er een jaarlijkse kaderbrief opgesteld door het CvB en één door de afdeling Techniek & Samenleving. Er is een format teamplan waarin al acties zijn opgenomen (voorbedrukt), waarin het team aangeeft zich te concentreren op een drietal speerpunten. Deze speerpunten betreffen de BPV, de begeleiding en zorg in de klas en de inhoud van de opleidingen op niveau 3 en 4 updaten en voor niveau 2 een besluit nemen over het toekomstige aanbod. De acties zijn voldoende SMART geformuleerd en waren op het moment van het onderzoek deels gerealiseerd. Middels het dashboard en de kwaliteitskaart van het team is er veel informatie beschikbaar, echter deze is geordend op teamniveau. Het risico hierbij is dat de resultaten van de vijf opleidingen die dit team verzorgt zich uitmiddelen, waardoor een tijdige signalering van risico’s per opleiding (crebo) ontbreekt.
Pagina 44 van 62
De dialoog en verantwoording is voldoende. Deze vindt plaats door een driewekelijks werkoverleg, tussentijds regisseursoverleg en managementoverleg. Docenten en studieloopbaanbegeleiders hebben veel informeel overleg en er vinden panelgesprekken met studenten plaats. Daarnaast zijn er diverse tevredenheidsmetingen bij het beroepenveld (bpv), de studenten en medewerkers en wordt het beroepenveld betrokken bij beleidsmatige zaken betreffende onderwijs en examinering vanuit onder andere workshops Focus op Vakmanschap. Tevens is er een regionaal overleg met zeven andere ROC’s, SPL en Ecabo waar intervisie plaatsvindt en ervaringen worden gedeeld. Verantwoording middels terugkoppeling van resultaten en onderwijs- en examenkwaliteit naar onder andere het beroepenveld is een aandachtspunt. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van vier weken voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is. Er wordt zorgvuldig geregistreerd. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 21a van de Leerplichtwet 1969. Wanneer er na de eerste 16 uur ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuim zonder geldige reden van 16 uur gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken vinden vervolgmeldingen plaats. Voor deze opleiding waren in de onderzoeksperiode geen studenten die 16 uur binnen 4 opeenvolgende lesweken hebben verzuimd. De verzuimcoordinator voor deze opleiding werkt ook voor andere opleidingsteams op de locatie Oss en uit de registratie is gebleken dat tijdig wordt gehandeld en melding wordt gedaan. De opleiding voldoet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim zonder geldige reden in een aaneengesloten periode van vier weken voor studenten van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Dit betreft de wettelijke bepaling in artikel 8.1.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Wanneer er na de eerste vier weken ongeoorloofd verzuim opnieuw sprake is van verzuim zonder geldige reden in een aaneengesloten periode van vier weken vinden vervolgmeldingen plaats. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 45 van 62
Pagina 46 van 62
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
2. 3.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 47 van 62
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Pagina 48 van 62
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 49 van 62
Bijlage II Overzicht bc-id Hieronder is per onderzochte bc-id aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten Overzicht bc-id Bc-id: bc221
Niveau :3
Crebo:
Opleiding:
10847
Verkoopchef, bol/bbl
10851
Eerste Verkoper, bol/bbl
90383
Verkoopspecialist detailhandel, bol/bbl
Bc-id: bc166
Niveau :4
Crebo:
Opleiding:
10743
Sociaal Pedagogisch Werker 4 (SPW 4), bol
92630
Pedagogisch Werk 4, bol
92631
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg, bol
92632
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang, bol
Bc-id: bc083
Niveau :2
Crebo:
Opleiding:
10261
Monteur Sterkstroominstallaties (MSI), bol/bbl
94271
Monteur elektrotechnische installaties, bol/bbl
94272
Monteur werktuigkundige installaties, bol/bbl
Bc-id: bc223
Niveau :3
Crebo:
Opleiding:
10427
Verzorgende, bol/bbl
94830
Verzorgende-IG, bol/bbl
95530
Verzorgende-IG, bol/bbl
Pagina 50 van 62
Bc-id: bc080
Niveau :2
Crebo:
Opleiding:
10903
Service medewerker ICT, bol
90360
Medewerker ICT, bol
95060
Medewerker ICT, bol
Pagina 51 van 62
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Pagina 52 van 62
Bijlage IV Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Verkoopspecialist (Verkoopspecialist detailhandel) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
• • • • •
Pagina 53 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering
Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 54 van 62
Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 55 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 56 van 62
Installeren (Monteur werktuigkundige installaties) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 57 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 58 van 62
Verzorgende-IG Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 59 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 60 van 62
ICT-medewerker (Medewerker ICT) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 61 van 62
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 62 van 62