STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC Nijmegen
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Nijmegen 25PN 195310 13 mei - 3 juni 2013 21 oktober 2013
Pagina 2 van 58
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
4
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
4.1
Mediavormgever (Grafische vormgeving) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
4.2
Schoonheidsspecialist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
4.3
Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
4.4
Leisure & hospitality (Leisure & hospitality host) . . . . . . . . . . . . . . . 34
4.5
Particuliere beveiliging (Beveiliger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Bijlage II Overzicht BC-ID's. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Mediavormgever (Grafische vormgeving) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Schoonheidsspecialist. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Leisure & hospitality (Leisure & hospitality host) . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Particuliere beveiliging (Beveiliger) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Pagina 3 van 58
Pagina 4 van 58
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in mei en juni 2013 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC Nijmegen. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo-onderwijs en vavo. ROC Nijmegen is een roc, met ongeveer 12.000 studenten en ongeveer 128 aantal opleidingen. De instelling heeft onderwijslocaties in Nijmegen en Boxmeer. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten en management, zijn aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: BC-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
BC132
90413, Mediavormgever (Grafische vormgeving)
90413, Mediavormgever (Grafische vormgeving)
leerweg bol, niveau 4, Heyendaalseweg 98, Nijmegen
BC189
91190, Schoonheidsspecialist
91190, Schoonheidsspecialist
leerweg bol, niveau 3, Campusbaan 6, Nijmegen
BC104
92661, Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)
92661, Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg)
leerweg bbl, niveau 4, Campusbaan 6, Nijmegen
BC097
94120, Leisure & hospitality (Leisure & hospitality host)
94120, Leisure & hospitality (Leisure & hospitality host)
leerweg bol, niveau 3, Campusbaan 6, Nijmegen
ID
1
Pagina 5 van 58
BC165
94850, Particuliere beveiliging (Beveiliger)
94850, Particuliere beveiliging (Beveiliger)
leerweg bol, niveau 2, Begijnenstraat 2, Boxmeer
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
1
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON,
schooljaar 2011-2012. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte BC-ID's opgenomen.
Pagina 6 van 58
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij ROC Nijmegen voldoende is. Voorts concluderen we dat er risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico’s komen naar voren bij het niveau van de opbrengsten en de kwaliteit van het onderwijs en de examens. ROC Nijmegen heeft het proces van kwaliteitsborging instellingsbreed geimplementeerd. Het kwaliteitszorgsysteem is integraal en werkend en tot op teamniveau zijn de verantwoordelijkheden belegd. De kwaliteitsborging op opleidingsniveau is nog niet geheel afgerond. Het ontwikkelt zich weliswaar volgens de centraal uitgezette lijnen, maar laat nog tekortkomingen zien. Het oordeel dat de kwaliteitsborging op instellingsniveau voldoende is, gecombineerd met de constatering dat de risico's zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt er toe dat we beperktaanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij ROC Nijmegen. In paragraaf 2.2 wordt de aard van dit vervolgtoezicht nader uitgewerkt. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingen onderzocht. Bij alle opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals te lezen is in de volgende paragraaf.
Pagina 7 van 58
2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij ROC Nijmegen is voldoende. Er wordt voldaan aan de naleving van de WEB, art. 1.3.6 en er is daarom geen aanleiding voor vervolgtoezicht. Vervolgtoezicht financiële continuïteit Er zijn geen verhoogde financieel risico’s geconstateerd die aanleiding zijn voor aangepast financieel toezicht. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vijf onderzochte opleidingen In onderstaand schema's is het vervolgtoezicht te lezen. Mediavormgever (Grafische vormgeving), 25PN|90413, Nijmegen Beoordeling
Toezichtvorm
Niveau opbrengsten is onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten.
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Kwaliteit examinering is slecht.
Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
• •
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
•
Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging.
*Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken.
Pagina 8 van 58
Schoonheidsspecialist, 25PN|91190, Nijmegen Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
•
Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging.
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4 van de WEB. De schoolkosten voldoen niet. VSV voldoet niet.
•
In het schooljaar 2013-2014 onderzoekt de inspectie het herstel.
Maatschappelijke zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg), 25PN|92661, Nijmegen Beoordeling
Toezichtvorm
Niveau opbrengsten is onvoldoende*.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende opbrengsten.
Vervolgtoezicht •
Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
*Het oordeel van de opbrengsten betreft de opleidingen binnen de bc-id, zie bijlage II voor het overzicht waaruit blijkt op welke opleidingen dit oordeel van toepassing is. In het vervolgtoezicht voor opbrengsten worden alle bijbehorende opleidingen betrokken. Leisure & hospitality host, 25PN|94120, Nijmegen Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
Vervolgtoezicht •
Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging.
Pagina 9 van 58
Particuliere beveiliging (Beveiliger), 25PN|94850 Boxmeer Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit onderwijsproces is onvoldoende. (zwak onderwijs).
Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs.
•
Vervolgtoezicht Na circa een jaar onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
• •
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 1.3.6 van de WEB.
•
Na een jaar beoordelen wij opnieuw de kwaliteitsborging.
Bij niet naleven van wet- en regelgeving.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van artikel 8.1.4 van de WEB. De schoolkosten voldoen niet.
•
In het schooljaar 2013-2014 onderzoekt de inspectie het herstel.
Nader onderzoek Uit het onderzoek naar de Staat van de instelling concluderen wij dat beperkt aanvullende toezichtactiviteiten noodzakelijk zijn. Tekortkomingen bij de onderzochte opleidingen leiden tot vervolgonderzoek zoals bovenstaand is aangegeven. Onderzoek door de instelling Voorafgaande aan het vervolgtoezicht vragen wij ROC Nijmegen om een rapportage te sturen hoe met de tekortkomingen op het terrein van didactisch handelen en de tekortkomingen rond de kwaliteitsborging op opleidingsniveau is omgegaan, welke maatregelen zijn doorgevoerd en welke verbeteringen zijn gerealiseerd. Hierbij verwachten wij tenminste dat de instelling ingaat op de maatregelen om de evaluatieve waarde van de zelfevaluaties, gericht op het hele onderwijsproces, te vergroten. Voorts verzoeken wij de instelling na te gaan of de problemen op het terrein van examinering en diplomering eveneens bij andere opleidingen spelen. We verwachten dat de instelling acties neemt om de tekorten vervolgens op te heffen.
Pagina 10 van 58
Het niet voldoen aan de norm (verschil SE – CE) bij vavo afdeling VWO is voor de inspectie aanleiding om de instelling te vragen om te analyseren of de ingezette maatregelen geleid hebben tot verbetering. De inspectie zal de resultaten bespreken met de instelling.
Pagina 11 van 58
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Kwaliteitsborging
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
. Beschouwing ROC Nijmegen kenmerkt zich door een centraal aangestuurde kwaliteitszorg met 'nabijheid bij de teams' en kent een platte organisatiestructuur. De instelling is goed verankerd in de regio, zowel op operationeel als strategische niveau en creëert bewust kansen om zich te profileren. Het college van bestuur heeft een duidelijke koers gekozen en deze vastgelegd in het strategisch meerjarenplan ‘Koersdocument 2010-2013’. Deze koers wordt jaarlijks aangescherpt in strategische plannen (het ‘Koersdocument’ en de ‘Kaderbrief’) en uitgewerkt in de teamplannen. De strategie is dat er van boven naar beneden kaders worden aangegeven, de teams kunnen hun eigen doelen en prioriteiten stellen. De teamplannen laten hierdoor een duidelijke samenhang met de strategische plannen zien. De kwaliteitszorgmedewerkers van de centrale afdeling Onderwijs & Kwaliteit (O&K) zijn nauw betrokken bij de teams en zijn adviserend in de totstandkoming van de teamplannen. Bij het samenstellen van de strategiedocumenten zijn informatie van de omgeving en
Pagina 12 van 58
actuele ontwikkelingen meegenomen. De sturing beoordelen wij daarom als voldoende. Monitoring en evaluatie op instellingsniveau vindt voldoende plaats. Sturingsinformatie en evaluatiegegevens zijn ruim voorhanden. De centrale afdeling O&K draagt zorg voor het genereren en verspreiden van de sturingsinformatie zoals opbrengstgegevens, vsv-cijfers en uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken. Via de dashboards zijn deze gegevens beschikbaar tot op teamniveau. De periodieke interne audits, quickscans en analyses, externe audits met betrokkenheid van onafhankelijke deskundigen en ROC brede thematische audits zorgen ervoor dat het college van bestuur zicht heeft op de kwaliteit van het onderwijsproces. Zo zijn bijvoorbeeld ROC breed het proces van intake en plaatsing, het verzuim en de examendossiers onderzocht en is er een klokurenanalyse gemaakt. Er zijn frequent managementrapportages en tweejaarlijks wordt een instellingsbrede audit uitgevoerd. Het college krijgt daarnaast informatie uit de frequente resultaat en –bestuursgesprekken tussen het college van bestuur, de directeuren en teammanagers, waarbij periodiek ook de afdeling O&K aanschuift. De teamplannen, de hierin vastgelegde verbeteracties en de managementcontracten - waarin eisen voor kwaliteit zijn opgenomen - komen expliciet aan de orde in deze gesprekken. ROC Nijmegen heeft de jaarlijkse zelfevaluatie op teamniveau geïmplementeerd. Het is een aandachtspunt de zelfevaluaties beter te onderbouwen en de evaluatieve waarde ervan te vergroten. Vanuit resultaten en analyses van de audits worden verbeterplannen opgesteld en projecten uitgevoerd over de teams en sectoren heen. Het proces van intake en plaatsing is bijvoorbeeld verbeterd en dit heeft geleid tot een nieuwe procedure voor intake, plaatsing en begeleiding (’Begeleiding op maat’). Het handboek Examens en de Oer-en zijn verbeterd en de examencommissies zijn omgevormd. De vernieuwde procedures, instrumenten en formats zijn instellingsbreed ingevoerd. In de genoemde gesprekken komt het effect van de ingezette verbetermaatregelen aan de orde. Zo is het college van bestuur op de hoogte van de voortgang van de aanpak van de geconstateerde tekortkomingen. De verbeteraanpak is hiermee voldoende ingebed in de kwaliteitscyclus van de instelling. De kwaliteitszorg is verankerd. Er is een structuur, centraal belegd, voor het oppakken en implementeren van veranderingen en ontwikkelingen. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteitszorg ligt bij de teammanager. De kwaliteitszorgmedewerkers van de afdeling O&K hebben hier een belangrijke rol
Pagina 13 van 58
in. Zij zijn nauw verbonden met de teams en adviseren en ondersteunen ook het management. De instelling zet sterk in op deskundigheidsbevordering met een roc-breed scholingsprogramma (‘Professionaliseringsplan’), aangevuld met team-specifieke scholing. Het betreft een scholingsprogramma voor zowel docenten, management als de betrokkenen bij de examinering, waaronder ook de examencommissies. Op die terreinen waarop de instelling een kwaliteitsslag noodzakelijk vond is scholing ingezet: onder andere pedagogisch-didactisch handelen, intake & begeleiding en examinering. De professionaliseringsaanpak loopt al enige tijd. De resultaten hiervan zijn bijvoorbeeld zichtbaar in het functioneren van de nieuwgevormde domeinexamencommissies (DEC). Er is sprake van een goed werkende interne dialoog; tussen het college van bestuur en de sectordirecteuren vindt regelmatig overleg plaats. Het management is via studentenlunches en de studentenraad met studenten in gesprek en het college legt periodiek verantwoording af aan de raad van toezicht. Daarnaast houden het college van bestuur en de directeuren vinger aan de pols met de werkvloer door informele contacten. De externe dialoog is actief vormgegeven. De contacten met het regionale bedrijfsleven zijn goed, zowel op operationeel als strategisch niveau. ROC Nijmegen is goed verankerd in de regio en betrekt de bedrijven actief bij het onderwijs en examinering. ROC Nijmegen haalt gastdocenten uit de bedrijven de school binnen en docenten lopen stage bij bedrijven, waardoor de wereld van de praktijk en van de school nader tot elkaar worden gebracht.
3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit . Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling:
Pagina 14 van 58
Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Bij ROC Nijmegen zijn veel risico’s in de zin van het toezichtkader gesignaleerd. Kwaliteit onderwijs De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken maken dat we het risico inschalen op gering tot matig. Bij een van de vijf onderzochte opleidingen is het onderwijsproces onvoldoende. Echter het kernaspect didactisch handelen heeft bij drie van de vijf onderzochte opleidingen aandachtspunten. Wij voorzien een risico voor de kwaliteit van het onderwijs door het uitblijven van het systematisch bijwonen van lessen door het management. Ook zien wij een risico voor de kwaliteit van het onderwijs doordat de studentenvoortgang - in het belang van de studieloopbaanbegeleiding van de student - nog onvoldoende systematisch in het leerlingvolgsysteem (trajectplanner) wordt vastgelegd. Het college van bestuur is op de hoogte van de risico’s op het gebied van pedagogisch-didactisch handelen en zet in op deskundigheidsbevordering met een roc-breed scholingsprogramma voor zowel docenten als management. Kwaliteit examinering Op basis van de onderzoeken naar de kwaliteit van de examinering zien wij een matig tot hoog risico. Bij drie van de vijf onderzochte opleidingen is het proces van examinering en diplomering onvoldoende of slecht. In 2013 zijn nieuwe domeinexamencommissies (DEC’s) ingesteld en zij zitten nog in verschillende fases van ontwikkeling, waardoor de kwaliteit niet bij elk team voldoende geborgd is en een mogelijk risico vormt. Bij drie van de vijf onderzochte opleidingen is de examenkwaliteit onder de maat. Het betreft het exameninstrumentarium, afname en beoordeling en het onvoldoende functioneren van de vaststellingscommissie of de examencommissie (in verband met inadequate besluitvorming rond diplomering). ROC Nijmegen heeft het afgelopen jaar veel geïnvesteerd in de examencommissies en in de procedure rondom de onderwijs - en examenregeling (OER). De stroomlijning van de processen van examinering, vastgelegd in het handboek Examinering en een uitgebreid programma van scholing voor sleutelfunctionarissen geeft aan dat het onderwerp de aandacht heeft van het college van bestuur. Opbrengsten Op basis van de opbrengsten zien wij een matig tot hoog risico voor de onderwijskwaliteit. De opbrengsten van de afgelopen drie jaar laten een rendementspercentage op instellingsniveau zien dat ver onder het landelijke gemiddelde ligt. Dit betreft niveau 3 en 4 opleidingen. Het jaarresultaat en het
Pagina 15 van 58
diplomaresultaat van 2012 liggen respectievelijk tien en negen procent onder het landelijk gemiddeld. Niveau 1 en 2 scoren gemiddeld boven de norm. Bij twee van de vijf opleidingen zijn de opbrengsten onvoldoende en voor een aantal opleidingen buiten de steekproef zijn lage opbrengsten vastgesteld. Het college van bestuur en de betreffende directeur zijn op de hoogte van de lage opbrengsten. Analyses door de instelling wijzen uit dat de lage opbrengsten vooral worden veroorzaakt door bedrijfsgerichte (maatwerk)trajecten. Het college van bestuur heeft maatregelen genomen om deze trajecten terug te dringen. Het vsv percentage ligt in 2012 iets onder het landelijke gemiddelde, maar er is een stijging ten opzichte van vorig jaar. Wel zien we dat bij ROC Nijmegen in alle lagen van de organisatie het terugdringen van vsv hoog op de agenda staat. Desondanks zien wij een risico in de handhaving van de afspraken rond afwezigheidsregistratie op teamniveau. Vavo en educatie Er is sprake van enkele risico’s voor de kwaliteit van vavo. De opleiding vwo van de afdeling vavo kent enkele risico’s in verschil tussen SE en CE. Uit de gegevens blijkt dat de opbrengstindicator ‘verschil SE – CE’ 0,73 is in 2012. De norm is 0,5. Uit de gegevens blijkt verder dat voor de vwo het CE-gemiddelde van 5,8 op de norm (5,79) ligt. De afdeling vavo heeft analyses gemaakt en verbetermaatregelen genomen om de normering van de schoolexamens aan te passen, het niveau van examens aan te passen en de herkansingsregeling voor deze examens aan te scherpen. In de kwaliteit van levering van examengegevens doen zich geen grote problemen voor, hoewel 15 procent foutief is aangeleverd. De afdeling vavo hanteert een kwaliteitszorgcyclus die is afgeleid van de instelling brede cyclus en toegespitst is op opleiding specifieke elementen. De afdeling Educatie zet in op ondersteuning bij arbeidsparticipatie van kwetsbare doelgroepen (trede 4 tot en met 6 van de participatieladder). De afdeling is gedreven en blijft zoeken naar professionele profilering in de markt. De opbrengsten in 2012 zijn 21 procent (indicator alfabetisering). Dit is een daling ten opzichte 2011 (37,3 procent). Wij zien geen risico’s voor het arbeidsmarktperspectief van de nieuwe opleidingen. ROC Nijmegen heeft na een zorgvuldige procedure besloten de plannen voor een nieuwe opleiding niet door te zetten. Het college van bestuur heeft periodiek overleg met belanghebbenden, zoals werkgevers om het arbeidsmarktperspectief te bespreken. Het college heeft oog voor macrodoelmatigheid. Zo wordt het opleidingenportfolio met scholen in de regio afgestemd.
Pagina 16 van 58
Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers Wij zien gering tot matige risico's bij de tevredenheid van studenten, medewerkers en bpv-bedrijven. De studenten zijn over het algemeen tevreden over opleiding en de school. De JOB-score is 5,9. Dit is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar en net onder het landelijke gemiddelde. De tevredenheid van de medewerkers is voldoende en wordt met een 6,5 beoordeeld, maar ligt onder het landelijke gemiddelde. De tevredenheid van de bpv-instellingen is in 2012 voldoende. Stabiliteit organisatie en management Wij zien geen risico voor de stabiliteit van de organisatie en het management. ROC Nijmegen heeft na financiële problemen adequate maatregelen genomen en daarnaast actief ingezet op de ontwikkeling van de organisatie. Hiervan zijn de resultaten waarneembaar en de organisatiewijzing is afgerond. Financiële continuïteit Elk jaar voeren we een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij kijken we naar drie kengetallen, liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. In de zomer van 2012 zijn alle instellingen betrokken in het onderzoek naar ‘de financiële staat van het mbo’. Hierbij is gebruik gemaakt van de jaarrekening 2011 en aanvullend opgevraagde informatie over investeringsplannen voor huisvesting en derivaten. Tevens hebben we het jaarverslag 2012, de meerjarenbegroting 2013-2017 en tussentijdse managementinformatie geanalyseerd. De financiële kengetallen uit de jaarrekeningen 2011 en 2012 en onze analyse van de aanvullende informatie gaven geen directe aanwijzing voor verhoogde financiële risico’s bij uw instelling. Samenvatting De Staat van de instelling laat zien dat ROC Nijmegen op de goede weg is. De instelling heeft aanzienlijke slagen gemaakt bij het realiseren van de organisatiewijziging en verbeteringen in de kwaliteit van het onderwijs die de afgelopen jaren zijn ingezet. De onderzochte teams geven er blijk van zich verantwoordelijk te voelen voor de kwaliteit van het onderwijs. In de uitvoering zijn verschillen tussen de teams zichtbaar. Het grootste risico betreft de opbrengsten, maar er zijn ook risico’s geconstateerd op andere gebieden, zoals onderwijs en examinering en kwaliteitsborging op opleidingsniveau. Samen leidt dat tot de categorie ‘veel risico’s’.
Pagina 17 van 58
De onderwerpen waarop risico’s zijn gevonden heeft het college bestuur in beeld en zijn opgepakt met roc-brede verbetertrajecten en/of scholingsprogramma’s. Dit geeft aan dat het de aandacht heeft van het college van bestuur.Het is de verwachting van het college van bestuur dat deze maatregelen leiden tot hogere opbrengsten en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en examinering. De zelfevaluatie van de teams, die onderbouwde, betrouwbare en realistische informatie moet opleveren over het gehele proces van onderwijs behoeft verdere ontwikkeling.
Pagina 18 van 58
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.
4.1
Mediavormgever (Grafische vormgeving) Het kwaliteitsonderzoek bij Mediavormgever (Grafische vormgeving), 25PN|90413, niveau 4, locatie Heyendaalseweg 98 te Nijmegen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied onderwijsproces en naleving wettelijke vereisten voldoet. De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering, opbrengsten en kwaliteitsborging zijn onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege slechte examenkwaliteit, onvoldoende opbrengsten en het niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Pagina 19 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
•
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
•
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Een klein team draagt zorg voor de uitvoering van het onderwijs. Kenmerkend hierbij is de goede relatie met het regionale bedrijfsleven zoals blijkt uit de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de ombuiging van de vier- naar een driejarige opleiding, de examinering en het leveren van gastdocenten. Het team heeft in de afgelopen jaren een aantal verbeteringen doorgevoerd om de opbrengsten te verhogen. Desondanks zijn deze nog steeds onder de norm. Zowel op het terrein van de examinering als de kwaliteitsborging zal de opleiding nog slagen moeten maken. Onderwijsproces Het onderwijs is voldoende. Alle eisen uit het kwalificatiedossier komen aan bod in de opleiding maar er is voor de programmering wel een aandachtspunt. Het keuzemoment voor de uitstroomrichting ligt nu aan het einde van het derde leerjaar, terwijl een groot aantal studenten al bij de start of snel na de start van de opleiding weet welke richting ze op willen. Door de drie basisjaren ervaren zij het laatste studiejaar als het meest zinvolle maar ook als een druk studiejaar, omdat de inhoud dan is toegespitst op hun uitstroom.
Pagina 20 van 58
Hoewel het didactisch handelen als aspect wel voldoet is de feedback op de leeractiviteiten onvoldoende. Studenten krijgen weinig feedback op gemaakte opdrachten, waardoor zij nagenoeg geen zicht hebben op hoe zij de leerstof bij een volgende opdracht beter kunnen toepassen. Studenten verwerken de leerstof veelal via het zelfstandig werken aan opdrachten en zij geven aan dat er bij bepaalde onderwerpen behoefte is aan klassikale lessen voor kennisoverdracht. Het is een aandachtspunt na te gaan welke werkvormen passend zijn voor de verwerking van de leerstof. Voor de beroepspraktijkvorming is extra ingezet op de begeleiding van het proces, zoals onder andere blijkt uit het wekelijks ingeplande lesuur bpvvoorbereiding in de periode voorafgaand aan de bpv. Een bpv-coördinator is verantwoordelijk voor deze voorbereiding en plaatsing van de studenten. Het bewaken dat inderdaad aan het vastgelegde aantal bpv-bezoeken wordt voldaan is een aandachtspunt. Nogal wat studenten verlaten de opleiding voortijdig en daarom zijn de voorlichting en de intake sinds enkele jaren aangescherpt. Zo zijn er informatiebijeenkomsten, is er de mogelijkheid voor meeloopdagen en krijgt elke aspirant-student twee opdrachten waarvan hij de uitwerking moet meenemen naar het intakegesprek. Ook is er een drempel ingebouwd bij de overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2. Voor de studieloopbaanbegeleiding worden behaalde resultaten vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Zo kunnen de docenten/studieloopbaanbegeleiders de leerresultaten van de studenten volgen. Specifieke ondersteuning wordt vormgegeven door begeleiding op maat. Indien uit de intake of gedurende opleiding blijkt dat een student extra zorg of ondersteuning nodig heeft, wordt tevens de trajectcoach ingeschakeld om zorg op maat te kunnen bieden. Examinering en diplomering . Het beroepsgerichte exameninstrumentarium voldoet niet. Dit ingekochte instrumentarium is door de opleiding gewijzigd ingezet. Het examen/de opdracht wordt door de bpv-begeleider in samenspraak met het bpv-bedrijf opgesteld en de bpv-begeleider geeft een go/no go voor het examen. De dekking voldoet niet omdat criteria voor een go/no go ontbreken en er geen verantwoording is dat op het juiste beheersingsniveau wordt getoetst. Bij het binnenschoolse examen van werkproces 3.1 (stelt een ondernemingsplan op) wordt niet getoetst of de kandidaat hiertoe in staat is. Tijdens het opstellen van het plan heeft de student een aantal begeleidingsmomenten met de docent die inhoudelijke aanwijzingen
Pagina 21 van 58
geeft. De beoordelingswijze van werkproces 3.1 voldoet niet. Het examen van het ondernemingsplan is een criteriumgericht interview, waarbij niet is vastgelegd welke onderwerpen aan bod zijn geweest en welke criteria daarbij gehanteerd zijn. Tevens ontbreekt hierbij informatie op welke gronden de beoordelaar welk aantal punten kan toekennen en is het onderscheid in de scores goed, deels of niet aangetoond niet duidelijk. De transparantie voldoet niet omdat de algemene informatie over de organisatie van het beroepsgerichte examen (waaronder cgi) en de afnamecondities ontbreken. Het examen wordt in de reële beroepspraktijk afgenomen. De betrouwbaarheid van de beoordeling is onvoldoende, want het ontbreekt aan informatie waaruit blijkt dat de beoordeling in de praktijk deugdelijk is verlopen. De verantwoording voor het toekennen van een deels of goed, die volgens de richtlijnen moet zijn opgenomen in de beoordeling, is in de examendossiers niet aangetroffen. Ook het voorbereidingsstuk voor het beoordelen van het criteriumgerichte interview is niet aangetroffen. Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de CEF-niveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. De exameninstrumenten Nederlands voor de taalvaardigheden lezen en luisteren worden ingekocht bij bureau ICE. Deze zijn eerder door de inspectie met een voldoende beoordeeld. De zelf ontwikkelde exameninstrumenten voor de taalvaardigheden gesprekken voeren en spreken voldoen. Het exameninstrument voor schrijven voldoet niet aan de dekking. Deze vaardigheid is onderdeel van het ondernemingsplan, waarvan de totstandkoming begeleid wordt door een docent. Door de tussentijdse begeleiding, het ontbreken van een summatief toetsmoment en de uitwerking op de computer (met spellingchecker) voldoet het examen niet aan de eisen. Uit de informatie is niet duidelijk te herleiden waar de cesuur ligt. Ook de beoordelingswijze voldoet niet, omdat de beoordeling van een presentatie hiervan deel uit maakt. Een presentatie is echter geen toetsing van de schrijfvaardigheid. Het exameninstrumentarium voor de taalvaardigheden voor Engels is zelf ontwikkeld en voldoet aan alle criteria. De oordelen voor Nederlands en Engels tellen niet mee voor het eindoordeel over de opleiding. Voor rekenen en loopbaan en burgerschap is een verantwoording aangeleverd. De diplomering is voldoende. Sinds januari dit jaar is de DEC (domein examencommissie) operationeel. De DEC heeft zicht op de kwaliteit van de examinering en de diplomering. Zij doen een check op de vaststelling van de behaalde examenresultaten die zijn vastgelegd in het registratiesysteem. De DEC stelt vervolgens vast of diplomering kan plaatsvinden. Zowel studenten als
Pagina 22 van 58
assessoren zijn betrokken bij de evaluaties van de examinering en de DEC neemt verbetermaatregelen als hier aanleiding voor is. De voorzitters van de DEC’s komen regelmatig bij elkaar voor intervisie en overleg. Het is een aandachtpunt voor de DEC om systematisch te checken of ingekochte of zelf geconstrueerde examens formeel zijn vastgesteld. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 47,0 procent en een diplomaresultaat van 47,0 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bcid-code bc132, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging voldoet niet omdat de beoordeling, verbeteraanpak en de dialoog en verantwoording onvoldoende zijn. Voor de sturing beschikt de opleiding over een teamjaarplan, waarin zowel roc-brede speerpunten als teamspecifieke speerpunten zijn opgenomen. De input voor het teamjaarplan is gebaseerd op de sturingsinformatie uit het management informatiesysteem (MIS) en uit de zelfevaluatie, opgesteld door de teammanager. Het is een aandachtspunt de doelen/acties in zowel het teamjaarplan als het verbeterplan meer SMART te formuleren. De beoordeling (monitoring en evaluatie) is onvoldoende. De afdeling Onderwijs & Kwaliteit verstrekt met de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, de rendementsgegevens en de vsv-percentages voldoende kwantitatieve informatie aan het team. Het team verzamelt echter onvoldoende systematisch kwalitatieve informatie op opleidingsniveau over het gehele proces van onderwijs en examinering. Wel wordt op teamniveau een zelfevaluatie ingevuld, maar die is niet of nauwelijks onderbouwd en betreft op teamniveau geaggregeerde informatie, terwijl er wel inhoudelijke en contextuele verschillen zijn tussen de opleidingen. Hierdoor is nog onvoldoende sprake van integrale evaluatie en analyse van het gehele onderwijsproces op opleidingsniveau. De verbeteraanpak voldoet niet. Naast de verbeteracties in het teamactiviteitenplan heeft het team ook een ander verbeterplan, opgesteld naar aanleiding van te lage opbrengsten. De samenhang tussen het teamactiviteitenplan en het verbeterplan is niet helder, waardoor er met verschillende plannen op verbeteringen wordt gestuurd en het onduidelijk is waar de prioriteiten liggen. Hierdoor is onvoldoende duidelijk of de verbetermaatregelen gericht zijn op het wegwerken van tekortkomingen. Er is roc-breed beleid voor scholing en er is ook ruimte voor scholing van de individuele docent. Daarnaast organiseert de opleiding bijeenkomsten voor
Pagina 23 van 58
externe beoordelaars uit het werkveld. De interne dialoog voldoet niet. Studenten participeren bij de JOB-enquête en in de studentenplatforms maar verslaglegging/terugkoppeling van deze bijeenkomsten vindt niet plaats ondanks dat is vastgelegd dat verslaglegging van studentenbijeenkomsten moet plaats vinden. De externe dialoog voldoet. Er zijn regelmatig bijeenkomsten met externen zoals de ‘vrienden van mediadesign’. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
4.2
Schoonheidsspecialist Het kwaliteitsonderzoek bij Schoonheidsspecialist, 25PN|91190, niveau 3, locatie Campusbaan te Nijmegen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces en opbrengsten zijn voldoende. De examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit en het niet naleven van wettelijke vereisten, waaronder op het gebied van kwaliteitsborging.
Pagina 24 van 58
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
Naleving wettelijke vereisten
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 25 van 58
Beschouwing Algemeen Dit schooljaar is gestart met de uitvoering van de opleiding in 2 jaar in plaats van 2,5 jaar. Dit heeft van de docenten de nodige inspanningen gevraagd. We zien een team waarbij de focus ligt op het primaire proces en het anticiperen op beroepsinhoudelijke en landelijke ontwikkelingen. Desondanks kan het team op diverse onderdelen nog een slag maken in het borgen van de kwaliteit door meer systematisch te werken en sterker te sturen op het vastleggen van zaken en het handhaven van afgesproken procedures en regels. Onderwijsproces Het onderwijsproces voldoet. Alle vereisten van het kwalificatiedossier zijn opgenomen in het programma en de theorie en praktijk sluiten goed op elkaar aan. De studenten volgen het programma door middel van een individueel rooster. De praktijk- en salonuren worden telkens voor groepjes studenten ingeroosterd en de avo-vakken worden grotendeels zelfstandig doorlopen met behulp van gerichte opdrachten. Het is een aandachtspunt om de studenten meer te ondersteunen in hun leerproces bijvoorbeeld bij de zoektocht naar het juiste antwoord. Het tempo en niveau van de opleiding is goed te doen voor de studenten. De ombuiging van de opleiding van 2½ jaar naar 2 jaar is realistisch. Er zijn mogelijkheden voor versnelling of extra ondersteuning bij studieproblemen op het gebied van taal en rekenen. Voor studenten die willen doorstromen naar een niveau 4 opleiding is er de mogelijkheid voor verdieping van Nederlands. De studenten worden voldoende geïnformeerd over de opleiding en bij de intake vindt naast een gesprek ook een assessment plaats. De studieloopbaanbegeleider voert de gesprekken met de student over de studievoortgang en legt de bevindingen vast. Als er aanleiding voor is krijgt de aankomende student een verlengde intake met de trajectbegeleider. Specifieke ondersteuning wordt vorm gegeven door begeleiding op maat. De overdraagbaarheid van de informatie in het zorgdossier alsook in de SLB map is een aandachtspunt gezien de wijze waarop de verslaglegging momenteel plaats vindt (kladblaadjes). De opleiding beschikt over een intermediair die nieuwe stage-bedrijven bezoekt om hen te informeren over de bpv. Zij bewaakt ook of alle studenten volgens planning bezocht worden. De studenten worden tijdig geïnformeerd over de bpv en zij beschikken per stage over bpv- opdrachten. De begeleiding vanuit school
Pagina 26 van 58
en in het stage bedrijf voldoet. De beoordeling van de bpv komt in samenspraak met de student, de praktijkopleider en de docent van school tot stand. De docenten hanteren niet consequent de afgesproken omgangsregels, waardoor sommige studenten zich oneerlijk behandeld voelen, zoals bij het overschrijden van afgesproken deadlines voor het inleveren van werkstukken. Dit is een aandachtspunt voor de opleiding. Het management onderkent dit. Examinering en diplomering Het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel, dat door de opleiding is ontwikkeld voldoet aan de eisen. Het examen wordt op school onder geconditioneerde omstandigheden geëxamineerd waarbij de beoordeling door een docent van school en een schoonheidsspecialist uit de praktijk wordt uitgevoerd. Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de referentieniveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Het exameninstrumentarium voor Nederlands voor de taalvaardigheden lezen en luisteren wordt ingekocht bij Bureau ICE. Het ingekochte exameninstrumentarium is eerder door de inspectie als voldoende beoordeeld. De exameninstrumenten voor de taalvaardigheden gesprekken voeren, spreken en schrijven zijn zelf ontwikkeld en voldoen niet aan alle eisen. De cesuur voor de vaardigheden spreken en gesprekken voeren voldoet niet omdat de student een voldoende kan behalen op criteria die niet zijn gerelateerd aan de taalvaardigheid. Voor deze onderdelen ontbreken ook de afnamecondities. Voor het examen schrijven ontbreken heldere beoordelingscriteria. De oordelen voor Nederlands tellen niet mee voor het eindoordeel over de opleiding. Voor rekenen en loopbaan en burgerschap is een verantwoording aangeleverd. Bij de start van dit schooljaar is er een ombuiging gemaakt van de subexamencommissie naar de DEC. Vanaf afgelopen januari is de DEC volledig operationeel. De diplomering voldoet niet. De domeinexamencommissie (DEC) heeft nog onvoldoende zicht op de kwaliteit van de examinering en diplomering. Het systematisch evalueren van examenprocessen is nog onvoldoende ingericht. De besluitvorming rond diplomering is wel geborgd. Zowel het examenbureau, de SLB’er als de teammanager voeren checks uit op de behaalde examenresultaten waarna er een resultatenvergadering plaats vindt. De voorzitter en twee leden van de DEC controleren deze lijst waarna de voorzitter de overzichtslijsten accodeert en diploma’s worden aangemaakt.
Pagina 27 van 58
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 66,0 procent en een diplomaresultaat van 59,0 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bcid-code bc189, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging voldoet niet. De beoordeling en de dialoog en verantwoording zijn onvoldoende. Op instellingsniveau zijn de meerjarenplannen uitgewerkt in de vorm van de kaderbrief en dit is richtinggevend voor het jaarplan op teamniveau. Het teamjaarplan bestrijkt het kalenderjaar en bevat naast roc-brede speerpunten ook speerpunten en een activiteitenplan van het team. Vanuit het teamdashboard is sturingsinformatie beschikbaar over onder andere opbrengsten en vsv en uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken. Het meer SMART formuleren van de te behalen resultaten/doelen is een aandachtspunt. De monitoring en evaluatie zijn onvoldoende. De afdeling Onderwijs & Kwaliteit verstrekt met de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, de rendementsgegevens en de vsv-percentages voldoende kwantitatieve informatie aan het team. Het team verzamelt echter onvoldoende systematisch kwalitatieve informatie op opleidingsniveau over het gehele proces van onderwijs en examinering. Wel wordt op teamniveau een zelfevaluatie ingevuld, maar die is niet of nauwelijks onderbouwd en betreft op teamniveau geaggregeerde informatie, terwijl er wel inhoudelijke en contextuele verschillen zijn tussen de opleidingen. Hierdoor is nog onvoldoende sprake van integrale evaluatie en analyse van het gehele onderwijsproces op opleidingsniveau. De verbeteraanpak voldoet. Het team bespreekt de voortgang van het teamplan tijdens studiedagen. Er zijn periodiek gesprekken over de voortgang in het domeindirectieoverleg en met het CvB. Het toespitsen van het teamplan op de specifieke opleiding is een aandachtspunt. Nu vindt er geen uitsplitsing plaats naar subteam. Hierdoor is niet duidelijk op welke opleiding de geconstateerde tekorten betrekking hebben. Scholingsactiviteiten vinden plaats en zijn afgestemd op de behoeften van het team. De interne dialoog voldoet niet omdat er nog geen werkende dialoog is met de studenten. De externe dialoog is voldoende en vindt voornamelijk plaats door de landelijke contacten met actoren uit het werkveld. Het betrekken van het werkveld in de regio verloopt moeizaam.
Pagina 28 van 58
Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Het tijdig tekenen van de POK’s is een aandachtspunt. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Voor de praktijklessen moeten de studenten zelf zorg dragen voor de verbruiksmaterialen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten De opleiding voldoet niet aan de wettelijk voorgeschreven meldingsplicht van verzuim voor deelnemers zonder geldige. De opleiding maakt voor het melden van verzuim geen onderscheid tussen ongeoorloofde afwezigheid en ziekte, waardoor er teveel meldingen worden gedaan bij het verzuimloket van DUO. Omdat de opleiding 1x per 14 dagen nagaat of er meldingen gedaan moeten worden aan het verzuimloket wordt de termijn van tijdige melding overschreden. 4.3
Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) Het kwaliteitsonderzoek bij Maatschappelijke zorg (Persoonlijke begeleider gehandicapten zorg), 25PN|92661, BBL, niveau 4, locatie Campusbaan te Nijmegen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving wettelijke vereisten zijn voldoende. De opbrengsten zijn onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende opbrengsten.
Pagina 29 van 58
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
•
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
•
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 30 van 58
Beschouwing Algemeen De opleiding kenmerkt zich door een zorgvuldige begeleiding en zorg voor studenten. Het team is klein en de lijnen zijn kort, waardoor de onderlinge communicatie goed is. De opleiding heeft een goede inbedding in het beroepenveld. Het team werkt aan de continue verbetering van de kwaliteit van het onderwijs; desondanks is de intake en plaatsing onvoldoende. Voorts zijn de opbrengsten laag. Onderwijsproces Het onderwijsproces hebben wij als voldoende beoordeeld. In het onderwijsprogramma zijn alle vereisten van het kwalificatiedossier opgenomen. De studenten worden zorgvuldig en persoonlijk begeleid in hun leerproces. Het team heeft begeleiding en zorg van studenten geborgd met een overlegstructuur van periodieke studentbesprekingen en door samenwerking met de begeleiders uit de beroepspraktijk. De leerresultaten worden inzichtelijk vastgelegd in studentendossiers in trajectplanner. Dat leidt ertoe dat zowel de docenten als de studieloopbaanbegeleiders de leervorderingen van de studenten goed kunnen volgen en begeleiden. Maatwerk is voldoende. Er is sprake van remediëren voor Nederlands en rekenen. Daarnaast is versnelling mogelijk. Er zijn studenten die een tweejarig traject volgen op basis van eerder behaalde competenties. Verdieping van de stof is mogelijk tijdens de lessen. Het didactisch handelen van de docenten is stimulerend en zet aan tot werkelijk leren. De lessen zijn gericht op het behalen van de werkprocessen en bijbehorende competenties en studenten ontvangen uitvoerig feedback op hun leervragen. Tijdens de lessen wordt op heldere wijze de theorie aan de praktijk gekoppeld. De opleiding heeft gastdocenten ingehuurd om te waarborgen dat er een actuele afstemming met de praktijk is. De begeleiding van de bpv door de opleiding en de praktijk is voldoende. De school heeft goede contacten met het werkveld en er is adequate afstemming over de leervorderingen van de student. Het aspect intake en plaatsing is onvoldoende. De intake is zo ingericht dat een werkgever een student aanmeldt bij de opleiding, waarna de opleiding alleen de toelaatbaarheid van de student verifieert; hoofdzakelijk op basis van vooropleiding. De startsituatie van de student wordt niet compleet, betrouwbaar en overdraagbaar in beeld gebracht. De voorlichting over bijvoorbeeld de duur van de opleiding en het vrijstellingenbeleid is onvoldoende. De informatie is wel beschikbaar, maar is niet duidelijk genoeg voor de studenten.
Pagina 31 van 58
Examinering en diplomering Het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel hebben wij als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium is door de opleiding zelf ontwikkeld. Het examenmodel bestaat uit vier proeven, reflectieverslagen en een criteriumgericht interview. Het beoordelingsmodel biedt de mogelijkheid om extra aangetoonde prestaties te honoreren. Hierdoor kan de student ook een score ‘goed’ krijgen. De afname en beoordeling voldoen. Er is sprake van een beoordeling van de student in de reële beroepspraktijk, waarbij controle door middel van het criteriumgerichte interview achteraf door de school op het deugdelijk verlopen van de beoordeling plaatsvindt. Verpleegkundige handelingen worden in simulatie op school getoetst. Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de CEF-niveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Voor lezen en luisteren, neemt de opleiding deel aan de centrale pilotexamens of worden ingekochte toetsen van bureau ICE ingezet. De examens van Bureau ICE zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor spreken, gesprekken voeren en schrijven is zelf ontwikkeld en onvoldoende bevonden. De beoordelingsmodellen voor deze taalvaardigheden zijn onvoldoende duidelijk om het taalniveau van de kandidaat te kunnen beoordelen. Daarnaast is onduidelijk hoeveel tijd er voor de afzonderlijke vaardigheden spreken en gesprekken voeren is bepaald. Voor Engels zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de CEFniveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Voor alle taalvaardigheden worden ingekochte toetsen van bureau ICE ingezet. De examens van Bureau ICE zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. De oordelen voor Nederlands en Engels tellen niet mee voor het eindoordeel over de opleiding. Voor rekenen en loopbaan en burgerschap is een verantwoording aangeleverd. De overgang van de subexamencommissie naar de DEC (domeinexamencommissie) is afgerond. De DEC komt regelmatig bij elkaar en de examinering is een vast agendapunt. Het team heeft een rol in de controle van de examendossiers en de examencommissie controleert steekproefsgewijs de onderliggende examendossiers vóór diplomering. Hierdoor is een tijdige signalering van eventuele tekortkomingen gewaarborgd. De examencommissie houdt vinger aan de pols bij de beoordeling in de praktijk en in simulatie door evaluaties en terugkoppelingen van studenten en beoordelaars. Hieruit blijkt dat de examencommissie, de DEC (domeinexamencommissie), zicht heeft op de kwaliteit van de examinering en diplomering.
Pagina 32 van 58
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 6,5 procent en een diplomaresultaat van 6,2 procent onvoldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bcid-code bc104, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. De lage opbrengsten worden veroorzaakt door het wegvallen van twee grote bedrijfsgerichte (maatwerk)trajecten, waarbij meer dan 80% van het totaal aantal studenten ingeschreven stond. Exclusief deze bedrijfsgerichte trajecten zijn de opbrengsten voldoende. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging hebben wij als voldoende beoordeeld, met een aandachtspunt. De kwaliteitsborging is sterk gestuurd vanuit centraal. Het team Maatschappelijke zorg heeft een teamplan dat de basis vormt van de kwaliteitszorg en - borging. In het plan staan roc-brede speerpunten en opleiding specifieke doelen. Er is sturingsinformatie beschikbaar (dashboard per opleiding) over opbrengsten, vsv, tevredenheidsonderzoeken. De monitoring en evaluatie zijn voldoende. De afdeling Onderwijs & Kwaliteit verstrekt met de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, de rendementsgegevens en de vsvpercentages voldoende kwantitatieve informatie aan het team en de teamplannen en opleidingsdoelen worden periodiek geëvalueerd. Er is een aandachtspunt. Het team vult een zelfevaluatie in, met opleiding specifieke punten. De zelfevaluatie is echter niet of nauwelijks onderbouwd. Hierdoor is het realiteitsgehalte en de signalerende waarde ervan beperkt. De teammanager is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg en wordt hierin ondersteund door de kwaliteitszorgmedewerker van O&K. Verbeteringen worden ingezet op basis van geconstateerde tekortkomingen door het team en regelmatig gemonitord in de teamoverleggen en bijeenkomsten van de leerplancommissie. Daarnaast vinden hierover gesprekken plaats in het periodieke managementoverleg met het college van bestuur en in het domeindirectieoverleg. Scholingsactiviteiten vinden plaats en zijn afgestemd op tekorten in het team of op ontwikkeling gestuurd vanuit centraal. Beoordelaars in de praktijk zijn getraind door het team Maatschappelijke zorg. De interne en externe dialoog is door het team vormgegeven. Er zijn bijvoorbeeld regelmatig studentenlunches en branche- en werkveldbijeenkomsten. De contacten met het werkveld zijn goed en de lijnen zijn kort. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Pagina 33 van 58
Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. 4.4
Leisure & hospitality (Leisure & hospitality host) Het kwaliteitsonderzoek bij Leisure & hospitality host 25PN|94120, BOL, niveau 3, locatie Campusbaan te Nijmegen heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, examinering en diplomering, opbrengsten en wettelijke vereisten. Kwaliteitsborging is onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 34 van 58
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Kenmerkend voor de opleiding is dat de studenten door een team van betrokken docenten op school en in de praktijk zorgvuldig worden begeleid. De opleiding heeft goede contacten met het beroepenveld. Daar waar tekorten worden geconstateerd werkt het team samen met de teammanager aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Onderwijsproces Het onderwijsproces hebben wij als voldoende beoordeeld. Het onderwijsprogramma kent een evenwichtige opbouw en in het programma zijn alle vereisten van het kwalificatiedossier opgenomen. Voor de studenten wordt zorgvuldig een stageplek gekozen die bij hen past. Hierdoor kunnen zij optimaal gebruik maken van de praktijkervaringen. Alle studenten worden minimaal één keer per bpv-periode bezocht op hun stageplek om de voortgang te bespreken. Studenten die in het bezit zijn van een havo-diploma doorlopen de opleiding in een tweejarig traject. Daarnaast hebben de studenten de mogelijkheid tot verrijking van de leerstof ter voorbereiding op doorstroom naar de niveau 4 opleiding. Ook is er sprake van versnelling; havisten kunnen bijvoorbeeld de opleiding starten in leerjaar twee. Remediëring voor Nederlands, de moderne vreemde talen en rekenen is mogelijk en wordt ook ingezet. Daarom is maatwerk als voldoende beoordeeld. Na een intakegesprek met de hele groep, volgen individuele intakegesprekken. Uitgangspunt hierbij zijn de
Pagina 35 van 58
doorstroomdossiers die voor elke student verplicht zijn ingevuld door de toeleverende school. Hierdoor heeft het team goed zicht op het (taal-) niveau van de aankomende studenten maar ook op eventuele hulp- en zorgvragen gedurende de opleiding. De leervorderingen worden volgens een vaste systematiek door de studieloopbaanbegeleider met de student besproken. Met behulp van een digitaal studentvolgsysteem worden alle behaalde resultaten en aan- en afwezigheid bijgehouden. Deze werkwijze zorgt ervoor dat docenten en studieloopbaanbegeleiders de leervorderingen van de studenten goed kunnen volgen en begeleiden. Er zijn geregeld studieloopbaangesprekken met de studenten waarin de studieresultaten onderwerp van gesprek zijn. Verslagen van deze gesprekken worden in het digitale volgsysteem vastgelegd. Studenten en docenten ervaren de leeromgeving als veilig en open. Studenten kunnen met vragen en opmerkingen altijd terecht bij de docenten. Studenten kunnen zich telefonisch - via een computer - afwezig melden. Het nabellen van de studenten door de opleiding gebeurt echter niet consequent. Wij beoordelen het didactisch handelen als voldoende omdat de studenten ondersteuning krijgen bij hun leerproces en feedback op hun leerprestaties. Echter de interactie hebben wij als onvoldoende beoordeeld. De lessen kenmerken zich door groepsgewijze instructie of zelfstandig werken aan opdrachten. Bij de lessen is waargenomen dat de kennisoverdracht wordt bemoeilijkt doordat studenten door de docent niet of niet effectief werden aangesproken op hun gedrag tijdens de les. Als gevolg hiervan laat de overdracht en ontwikkeling van kennis, houding en vaardigheden te wensen over. Examinering en diplomering Het exameninstrumentarium is deels ingekocht en deels zelf ontwikkeld. Het examenmodel bestaat uit twee proeven van bekwaamheid. Het exameninstrumentarium hebben wij als voldoende beoordeeld. Er is een verbeterpunt met betrekking tot het beoordelingsvoorschrift van proeve van bekwaamheid kerntaak 2. Op het beoordelingsvoorschrift is niet aangegeven op basis van welke criteria een deelwaardering aan een prestatie van een student toegekend kan worden. De afname en beoordeling zijn voldoende. Beide proeven van bekwaamheid worden afgenomen in simulatie op de opleidingslocatie Campusbaan. Op deze wijze garandeert de opleiding dat de afname voor alle studenten gelijk is. De context van de examens is authentiek genoeg is. De beoordeling van de proeve van bekwaamheid vindt plaats door een examinator uit het bedrijfsleven en een examinator van het ROC Nijmegen.
Pagina 36 van 58
Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de CEF-niveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Voor lezen en luisteren, neemt de opleiding deel aan de centrale pilotexamens of worden ingekochte toetsen van bureau ICE ongewijzigd ingezet. De examens van Bureau ICE zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor spreken, gesprekken voeren en schrijven is zelf ontwikkeld. Het exameninstrumentarium voor schrijven is voldoende. Het exameninstrumentarium voor spreken en gesprekken voeren is onvoldoende. De beoordelingsmodellen zijn onvoldoende duidelijk om het taalniveau van de kandidaat te kunnen beoordelen. De beoordeling richt zich op taalgebruik en grammatica en onvoldoende op criteria voor gespreksvoering, de kenmerken van taakuitvoering uit het Raamwerk. Ook zijn de beoordelingscriteria niet altijd duidelijk omschreven en is er geen toelichting voor de beoordelaar. Voor spreken geldt ook dat de exacte opdracht ontbreekt. Voor Engels zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de CEF-niveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Voor lezen en luisteren worden ingekochte toetsen van bureau ICE ongewijzigd ingezet. De examens van Bureau ICE zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor spreken, gesprekken voeren en schrijven is zelfontwikkeld. Het exameninstrumentarium voor schrijven is voldoende. Het exameninstrumentarium voor spreken en gesprekken voeren is onvoldoende. De opdracht van gesprekken voeren is te summier en de opdracht mag voorgelezen worden, waardoor onvoldoende het vereiste taalbeheersingsniveau B1 wordt getoetst. Voor spreken is sprake van een groepsopdracht en is onvoldoende duidelijk of de presenteertaken evenredig worden verdeeld. Daarnaast is het gebruik van hulpmiddelen niet vastgelegd. De oordelen voor Nederlands en Engels tellen niet mee voor het eindoordeel over de opleiding. De nieuwe DEC (domeinexamencommissie) functioneert al een jaar naar behoren. Deze examencommissie heeft goed zicht op de kwaliteit van de examinering en diplomering. Diploma’s worden op deugdelijke gronden verstrekt. Zowel het examenbureau als de DEC voeren een check uit of de student aan alle eisen heeft voldaan. Indien dat het geval is, wordt het diplomabesluit bekrachtigd door de DEC. Zij komt regelmatig bij elkaar waardoor een tijdige signalering van eventuele tekortkomingen is gewaarborgd. Leden van de DEC wonen ook examens bij om vast te stellen of processen en beoordelingen adequaat verlopen. Bevindingen worden schriftelijk vastgelegd en besproken binnen deze examencommissie. Ook zijn studentenevaluaties van de examinering een belangrijke informatiebron om examens en examenomstandigheden aan te passen.
Pagina 37 van 58
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 86 procent en een diplomaresultaat van 25 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bcid-code bc097, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging hebben wij als onvoldoende beoordeeld. De beoordeling is namelijk onvoldoende. De kwaliteitsborging is gestuurd vanuit centraal en is door het team specifiek gemaakt. Het team heeft een teamjaarplan dat de basis vormt van de kwaliteitszorg en -borging. In het plan staan roc-brede speerpunten en teamspecifieke doelen, voor zover noodzakelijk gespecificeerd naar opleiding. De sturingsinformatie (dashboard per opleiding) bevat gegevens over opbrengsten, vsv, tevredenheidsonderzoeken. De monitoring en evaluatie zijn onvoldoende. De afdeling Onderwijs & Kwaliteit verstrekt met de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, de rendementsgegevens en de vsv-percentages voldoende kwantitatieve informatie aan het team. Het team verzamelt echter onvoldoende systematisch kwalitatieve informatie op opleidingsniveau over het gehele proces van onderwijs en examinering. Wel wordt op teamniveau een zelfevaluatie ingevuld, maar die is niet of nauwelijks onderbouwd en betreft op teamniveau geaggregeerde informatie, terwijl er wel inhoudelijke en contextuele verschillen zijn tussen de opleidingen. Hierdoor is nog onvoldoende sprake van integrale evaluatie en analyse van het gehele onderwijsproces op opleidingsniveau. Ook heeft het team nog geen periodieke audits uitgevoerd met behulp van onafhankelijke deskundigen. De teammanager is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg van de opleiding. Verbeteringen worden ingezet op basis van input van team en teammanager en regelmatig gemonitord in teamoverleggen. En de opleiding heeft de aanbevelingen van een eerder onderzoek naar onderwijstijd door de inspectie volledig geïmplementeerd. Daarnaast vinden hierover gesprekken plaats in het periodieke managementoverleg met het college van bestuur en in het domein directieoverleg. Scholingsactiviteiten vinden plaats en zijn afgestemd op tekortkomingen of ontwikkelingen gestuurd vanuit centraal. De interne dialoog is voldoende vormgegeven. Er is bijvoorbeeld regelmatig een studentenplatform waarbij de kwaliteit van het onderwijs onderwerp van gesprek is. Er is een werkende dialoog met het bedrijfsleven op het domein van toerisme, recreatie en luchtvaartdienstverlening. Het bedrijfsleven is betrokken bij de uitvoering van het onderwijs en heeft een actieve rol bij de beoordeling van de examinering. Het is een aandachtspunt dat er geen werkveldcommissie is voor dit domein.
Pagina 38 van 58
Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan alle onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
4.5
Particuliere beveiliging (Beveiliger) Het kwaliteitsonderzoek bij Particuliere beveiliging (Beveiliger) 25PN|94850, BOL, niveau 2, locatie Maasvallei te Boxmeer heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Het kwaliteitsgebied opbrengsten is voldoende. Het onderwijsproces, examinering en diplomering, kwaliteitsborging en naleving van de wettelijke vereisten zijn onvoldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende onderwijsproces, diplomering en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van schoolkosten en kwaliteitsborging.
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen.
Pagina 39 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
Naleving wettelijke vereisten
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding kenmerkt zich door een goede inbedding in het beroepenveld. Het kleine team zet zich gemotiveerd in voor een goede begeleiding en zorg voor studenten. De communicatie intern en extern is goed. De kernaspecten van het onderwijsproces zijn voldoende, behalve de informatievoorziening aan de student. Er zijn ook enkele aandachtpunten. Het team werkt samen met de teammanager aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De
Pagina 40 van 58
diplomering is onvoldoende evenals de kwaliteitsborging en de naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van de schoolkosten. Onderwijsproces Het onderwijs is onvoldoende omdat de informatie voor de studenten ontoereikend is. Hierdoor is de studieloopbaanbegeleiding niet voldoende. De studenten zijn niet afdoende op de hoogte van de kosten en de inhoud van de examens bij de SVPB. De informatie is voor een deel wel beschikbaar in de OER en digitaal, maar deze informatie is niet duidelijk en onjuist. Zo is foutief vermeld dat de SVPB het praktijkboek beoordeelt in een praktijkexamen en was het onvoldoende duidelijk voor de studenten dat zij alle examenkosten voor de SVPB betalen. De studenten worden voldoende begeleid in hun leerproces. Het team heeft begeleiding en zorg van studenten geborgd door lessen studieloopbaanbegeleiding en persoonlijke gesprekken. Daarnaast zijn er periodiek studentenbesprekingen. De ontwikkeling en de voortgang van de studenten worden vastgelegd in de SLB-map. Dit alles leidt er toe dat het kleine team van de docenten en studieloopbaanbegeleiders de leerresultaten van de studenten kunnen volgen en hun begeleiding en zorg aanpassen indien nodig. Wel is de overdraagbaarheid van de informatie in de SLB-map en het zorgdossier een aandachtspunt gezien de wijze waarop de verslaglegging momenteel plaats vindt (papieren dossier). Daarnaast is het een aandachtspunt dat de regels en de uitvoering van de afwezigheidsregistratie onvoldoende gericht zijn op het terugdringen van vsv (het uitvalpercentage is 32,5 en de norm is 8 procent). Studenten kunnen zich telefonisch - via een computer afwezig melden en het nabellen van de studenten gebeurt niet consequent. De intake en plaatsing zijn zorgvuldige processen, waarbij een doorstroomdossier wordt ingevuld en een gesprek met de student plaatsvindt. Ook vindt een warme overdracht plaats met de toeleverende school door middel van gesprekken over de student. De startsituatie van de student wordt hierdoor compleet, betrouwbaar en overdraagbaar in beeld gebracht. Indien nodig, bijvoorbeeld bij twijfel over geschiktheid van de student, wordt een verlengde intake aangeboden. De lessen zijn gericht op het behalen van de werkprocessen en bijbehorende competenties en het didactisch handelen is voldoende. De opleiding heeft een gastdocent ingehuurd om te waarborgen dat er actuele afstemming met de praktijk is. De opleiding is erop gericht de studenten goed voor te bereiden op de bpv en het examen. De begeleiding van de bpv door de opleiding is voldoende. De school heeft goede contacten met het werkveld en er is adequate afstemming over de leervorderingen van de student.
Pagina 41 van 58
Versnelling is mogelijk, de student kan de opleiding eerder afronden en er is sprake van remediëren voor Nederlands en rekenen. Didactisch handelen voldoet aan de basiskwaliteit. Studenten krijgen feedback op hun leerprestaties en zij ervaren de docenten als deskundig. Wel is het een aandachtspunt in alle lessen meer aandacht te besteden aan de ondersteuning van het leerproces en ontwikkeling van de student. Studenten worden niet uitgedaagd tot het stellen van vragen en het verdiepen van de lesstof. In het programma zijn alle vereisten uit het kwalificatiedossier opgenomen. Wel is de programmering onvoldoende, omdat de in de praktijk opgedane ervaringen en het theoretische programma in de tijd gezien niet in balans zijn. De studenten doen al vroeg examen en daarmee zijn de theoretische en de beroepsgerichte vakken afgerond. De resterende onderwijstijd wordt gevuld met bpv of avo-vakken. In die laatste fase is de invulling van de onderwijstijd voor studenten niet optimaal. Examinering en diplomering Het exameninstrumentarium en de afname en beoordeling worden verzorgd door de SVPB. Het instrumentarium is eerder door ons als voldoende beoordeeld. Er is een aandachtpunt. Ten onrechte gaat het team ervan uit dat het praktijkwerkboek door de SVPB wordt beoordeeld. Formeel neemt de SVPB alleen een mondeling examen af naar aanleiding van een case uit het ingevulde praktijkboek van de student. De beoordeling van het praktijkwerkboek is aan de school. Het is niet juist dat de SVPB het praktijkwerkboek in de beoordeling betrekt. De school is verantwoordelijk voor het tot stand komen van het bpveindcijfer. Er is wel een controle door de school op de gemaakte opdrachten, maar een gesprek over het praktijkwerkboek (bpv-boek) blijft achterwege. Voor Nederlands zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de referentieniveaus, conform de eisen van het kwalificatiedossier. Voor lezen en luisteren, neemt men deel aan de centrale pilotexamens of worden ingekochte toetsen van bureau ICE ingezet, evenals voor schrijven. De examens van Bureau ICE voor deze drie vaardigheden zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. Het exameninstrumentarium voor spreken, gesprekken voeren - een gecombineerde toets - is zelfontwikkeld en onvoldoende bevonden. De beoordelingsmodellen zijn onvoldoende duidelijk om het taalniveau van de kandidaat te kunnen beoordelen. De beoordelaar kan daaruit namelijk niet opmaken welke scores hij moet toekennen voor de beoordelingscriteria. Ook zijn punten te behalen met een beoordelingscriterium dat geen spreek - of gespreksvaardigheden beoordeelt, de zogenoemde ‘opdracht specifieke
Pagina 42 van 58
inhoudskenmerken’. Daarnaast is onduidelijk hoeveel tijd er voor de afzonderlijke vaardigheden spreken en gesprekken voeren is bepaald. De oordelen voor Nederlands tellen niet mee voor het eindoordeel over de opleiding. Voor rekenen en loopbaan en burgerschap is een verantwoording aangeleverd. De overgang van de subexamencommissie naar de DEC (domeinexamencommissie) is nog in volle gang. De nieuwe DEC komt wel al regelmatig bij elkaar en de examinering is een vast agendapunt. De lijnen zijn kort en hierdoor is een tijdige signalering van eventuele tekortkomingen in de examinering gewaarborgd. Omdat de beroepsgerichte examinering plaatsvindt bij SVPB betreft dit examens taal en rekenen en de procedure rond de resultaten van SVPB-examens. Dit verloopt naar behoren. De diplomering loopt volgens vaste lijnen, waarbij de teammanager, als voorzitter van de vorige examencommissie nog vinger aan de pols houdt. De kwaliteitszorgmedewerker van de afdeling Onderwijs en Kwaliteit controleert periodiek steekproefsgewijs de onderliggende examendossiers vóór diplomering. Toch is de besluitvorming rondom de diplomering onvoldoende. De examencommissie is verantwoordelijk voor de diplomabeslissing en de vaststelling van de OER. De diplomabeslissing is niet conform de eisen van het kwalificatiedossier. Voor taalvaardigheden luisteren, spreken en gesprekken voeren Engels zet de opleiding exameninstrumentarium in op basis van de CEF-niveaus. Dit is niet conform de eisen van het kwalificatiedossier. In het kwalificatiedossier (versie 2011) staan geen generieke eisen meer voor Engels, terwijl de studenten wel voor Engels kunnen zakken als minder dan 60 procent van de gestelde vaardigheden onder het vereiste niveau wordt afgesloten. De diploma-eisen zijn foutief in de onderwijsexamenregeling vermeld. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 50,4 procent en een diplomaresultaat van 54,5 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de bcid-code bc165, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging hebben wij als onvoldoende beoordeeld, omdat de beoordeling onvoldoende is. De kwaliteitsborging is sterk gestuurd vanuit centraal. Het team heeft een teamplan dat de basis vormt van de borging van de kwaliteit van de opleiding. In het plan staan roc-brede speerpunten en team specifieke doelen, voor zover van belang gespecificeerd naar sub team. Het is
Pagina 43 van 58
een aandachtspunt de doelen SMART-er te formuleren. Er is sturingsinformatie beschikbaar (dashboard per opleiding). De monitoring en evaluatie zijn onvoldoende. De afdeling Onderwijs & Kwaliteit verstrekt met de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, de rendementsgegevens en de vsv-percentages (dashboard) voldoende kwantitatieve informatie aan het team. Het team verzamelt echter onvoldoende systematisch kwalitatieve informatie op opleidingsniveau over het gehele proces van onderwijs en examinering. Het team verzamelt echter onvoldoende systematisch kwalitatieve informatie op opleidingsniveau over het gehele proces van onderwijs en examinering. Wel wordt op teamniveau een zelfevaluatie ingevuld, maar die is niet of nauwelijks onderbouwd en betreft op teamniveau geaggregeerde informatie, terwijl er wel inhoudelijke en contextuele verschillen zijn tussen de opleidingen. Hierdoor is nog onvoldoende sprake van integrale evaluatie en analyse van het gehele onderwijsproces op opleidingsniveau. Wel heeft het team een interne audit laten uitvoeren op een deel van het proces en er zijn uitvalredenen in kaart gebracht. Ook woont de teammanager geregeld lessen bij en houdt zo vinger aan de pols wat betreft het didactisch handelen. Hierbij valt echter op dat in de evaluaties de door ons geconstateerde tekorten niet zijn vastgesteld. Verbeteringen worden ingezet en regelmatig gemonitord door de teammanager én besproken in de teamoverleggen. De verbeteracties zijn gerelateerd aan de teamspeerpunten 2013. De teammanager is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg en wordt hierbij ondersteund door de kwaliteitszorgmedewerker van Onderwijs en Kwaliteit. Daarnaast vinden gesprekken plaats over de kwaliteit in het periodieke managementoverleg met de domeindirectie. Scholingsactiviteiten vinden plaats en zijn afgestemd op tekorten binnen het team of de ROC brede ontwikkelingen. De interne en externe dialoog is door het team voldoende vormgegeven. Er zijn bijvoorbeeld regelmatig studentenlunches en werkveldbijeenkomsten en de contacten met de toeleverende scholen zijn goed. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet niet aan de onderzochte wettelijke eisen voor schoolkosten. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet niet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB. De opleiding brengt de kosten van de SVPB- examens in rekening bij de student. Hierbij is geen sprake van vrijwilligheid, omdat de examens bij de SVPB verplicht zijn voor diplomering. Het betreft de wettelijke beroepsvereisten uit het
Pagina 44 van 58
kwalificatiedossier. Examenkosten zijn kosten die altijd door de onderwijsinstelling bekostigd moeten worden. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd.
Pagina 45 van 58
5
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1. Een normering per indikator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. 2. Een normering per aspect. 3. Een normering per kwaliteitsgebied. Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Onvoldoende Slecht
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
•
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan.
•
Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
Pagina 46 van 58
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Pagina 47 van 58
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd). Bijlage II Overzicht BC-ID's Hieronder is per onderzochte BC-ID aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Overzicht BC-ID's BC-ID: bc132
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
90400 90411 90413 90414
Mediavormgever Animatie/audiovisuele vormgeving Grafische vormgeving Interactieve vormgeving
BC-ID: bc189
Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
10506 91190
Schoonheidsspecialist
BC-ID: bc104
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
92660 92661
Maatschappelijke zorg 4
92662
(Maatschappelijke zorg) Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
BC-ID: bc097
Niveau: 3
Crebo: 94120
Opleiding:
BC-ID: bc165
Niveau: 2
Schoonheidsspecialist (Schoonheidsspecialist)
(Maatschappelijke zorg) Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg
Leisure & hospitality host
Pagina 48 van 58
Crebo:
Opleiding:
10876 90541
Beveiliger Particulier beveiliging (Beveiliger)
94850
Beveiliger
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding Mediavormgever (Grafische vormgeving) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
• • • •
Pagina 49 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces 1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
Voldoende Onvoldoende
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
• • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• •
Pagina 50 van 58
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Schoonheidsspecialist Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
• • •
Pagina 51 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces 1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
Voldoende Onvoldoende
• • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • •
Pagina 52 van 58
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoet Voldoet niet
• •
Maatschappelijke Zorg (Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
• • •
Pagina 53 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces 1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Leisure & hospitality (Leisure & hospitality host)
Pagina 54 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
•
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
•
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
• • •
Pagina 55 van 58
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Particuliere beveiliging (Beveiliger) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
• •
Pagina 56 van 58
Gebied 1: Onderwijsproces 1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 57 van 58
Gebied 3: Opbrengsten 3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Pagina 58 van 58