STAAT VAN DE INSTELLING MBO ROC van Amsterdam
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Amsterdam Zuidoost 25PZ 195060 13 mei - 18 juni 2013 19 september 2013
Pagina 2 van 54
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 INSTELLINGSBREDE RESULTATEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.2
Risico’s op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
4
RESULTATEN PER OPLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4.1
DTP-er (Allround DTP-er) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4.2
Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca) . . . . . . 21
4.3
Tweewielertechniek (Fietstechnicus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
4.4
Schoonheidsspecialist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
4.5
Kapper (Junior Kapper) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
5
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Bijlage II Overzicht BC-ID's. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 DTP-er (Allround DTP-er) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca) . . . . . . . 46 Tweewielertechniek (Fietstechnicus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Schoonheidsspecialist. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Kapper (Junior Kapper) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Bijlage V Oordeel voorafgaande aan herstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Pagina 3 van 54
Pagina 4 van 54
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in mei en juni een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij ROC van Amsterdam. Dit onderzoek heeft betrekking op het mbo en vavo. ROC van Amsterdam is een roc met ongeveer 28.000 studenten en 160 opleidingen. De instelling heeft onderwijslocaties in Amsterdam, Hilversum, Hoofddorp en Amstelveen. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het jaarverslag, financiële gegevens, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op uw instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten, docenten, bpv-begeleiders, kwaliteitszorgfunctionarissen en management. Verder zijn er aanvullend documenten onderzocht en zijn onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met het college van bestuur en met de portefeuillehouder van MBO College Hilversum deel uit van het onderzoek. De volgende opleidingen zijn onderzocht: BC-
Gebied Onderwijsproces
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
BC-058
90191/95705, DTP-er (Allround DTP-er)
90191, DTP-er (Allround DTP-er)
leerweg bol, niveau 3, locatie Gare du Nord 13 te Amsterdam
BC-152
90303, Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca)
90303, Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca)
leerweg bol, niveau 4, locatie Da Costastraat 60 te Amsterdam
BC-212
90872, Tweewielertechniek (Fietstechnicus)
90872, Tweewielertechniek (Fietstechnicus)
leerweg bbl, niveau 2, locatie Tempelhofstraat 80 te Amsterdam
BC-189
91190/95746, Schoonheidsspecialist
91190, Schoonheidsspecialist
leerweg bol, niveau 3, locatie Europaboulevard 13 te Amsterdam
ID
1
Pagina 5 van 54
BC-088
95120, Kapper (Junior Kapper)
95120, Kapper (Junior Kapper)
leerweg bol, niveau 2, locatie Arena 301 te Hilversum
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van de kwaliteitsonderzoeken, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht. De inspectie heeft zich bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusies waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het instellingsbrede onderzoek naar kwaliteitsborging en de resultaten van de analyse kunt u lezen in hoofdstuk 3. De resultaten van de kwaliteitsonderzoeken van de onderzochte opleidingen vindt u in hoofdstuk 4.
1
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar
2011-2012. In bijlage II zijn de opleidingen van de onderzochte BC-ID's opgenomen
Pagina 6 van 54
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de kwaliteitsonderzoeken en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. Voorts geven we aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. In de hoofdstukken 3 en 4 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen we tot de conclusie dat de kwaliteitsborging bij ROC van Amsterdam voldoende is. Voorts concluderen we dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Deze risico’s komen naar voren bij de kwaliteit van de examens en het niveau van de opbrengsten. Het oordeel dat de kwaliteitsborging voldoende is, gecombineerd met de constatering dat er enkele risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, leidt ertoe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren bij ROC van Amsterdam. Er zijn geen verhoogde financiële risico’s geconstateerd die aanleiding geven voor aangepast financieel toezicht. Voor het onderzoek naar de Staat van de instelling hebben we vijf opleidingen onderzocht. Bij een opleiding hebben we alle onderzochte kwaliteitsgebieden als voldoende beoordeeld. Bij vier opleidingen zijn tekortkomingen geconstateerd en vindt vervolgtoezicht plaats, zoals is te lezen in de volgende paragraaf.
2.2
Vervolgtoezicht
Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed De kwaliteitsborging bij ROC van Amsterdam is voldoende. Vervolgtoezicht naar aanleiding van de vijf onderzochte opleidingen In onderstaande schema’s is het vervolgtoezicht te lezen.
Pagina 7 van 54
Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca), 25PZ|90303, locatie Da Costastraat 60 te Amsterdam Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Tweewielertechniek (Fietstechnicus), 25PZ|90872, locatie Tempelhofstraat 80 te Amsterdam Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Schoonheidsspecialist, 25PZ|91190/95746, locatie Europaboulevard 13 te Amsterdam Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteit examinering is slecht.
Aangepast toezicht vanwege slechte examenkwaliteit.
Vervolgtoezicht • • •
De inspectie meldt het oordeel aan de minister. De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
Pagina 8 van 54
Kapper (Junior Kapper), 25PZ|95120, locatie Arena 301 te Hilversum Beoordeling
Toezichtvorm
Kwaliteitsborging is slecht.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
Vervolgtoezicht •
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Lopende toezichtactiviteiten voortvloeiend uit eerder inspectieonderzoek Op het moment van het vaststellen van het definitieve rapport van de Staat van de instelling hebben we nog onderzoeken naar tekortkomingen in de wettelijke vereisten (vsv) bij het vavo.
Pagina 9 van 54
Pagina 10 van 54
3
INSTELLINGSBREDE RESULTATEN In dit hoofdstuk geven we de oordelen over de kwaliteitsborging op instellingsniveau weer. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: Kwaliteitsgebied 4
Kwaliteitsborging
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage III. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing De kwaliteitsborging op instellingsniveau beoordelen wij als voldoende. Doorslaggevend daarvoor is dat het college van bestuur (cvb), de MBO College directeuren en de kwaliteitszorgfunctionarissen goed in beeld hebben wat er binnen de instelling c.q. de MBO Colleges speelt en wat aandacht verdient. De (sturings)informatie is toereikend op alle niveaus. Deze informatie wordt onder andere ontsloten in de prestatieboxen en de interne benchmark. Het gekozen organisatiemodel ‘Klein binnen groot’ zorgt voor actieve en betrokken teams die in hoge mate (resultaat)verantwoordelijk zijn. Ieder team verwoordt de uitvoering van de meerjarenstrategie2011-2015 en de jaarlijkse kaderbrief in een ‘teamstatement’ en formuleert doelen en resultaten in een teamplan. Elk MBO College maakt een jaarplan dat onder andere gebaseerd is op de meerjarenstrategie en de kaderbrief. Er is een duidelijke samenhang tussen de kaderbrief en de diverse plannen, ook bieden de plannen duidelijke kaders en richtlijnen voor de teams en MBO Colleges. Op alle organisatieniveaus
Pagina 11 van 54
wordt aan dezelfde doelen gewerkt. Er is voldoende ruimte binnen de vastgestelde kaders en daardoor kunnen de teams en MBO Colleges zich goed profileren voor de studenten en omgeving waar zij voor opleiden. Dit zorgt ervoor dat het management en de teams zich eigenaar voelen en ook eigenaar zijn van hun plannen. Een aandachtspunt voor het roc is dat de kwaliteit van de vastlegging van de plannen verschilt, zowel tussen de MBO Colleges als ook tussen de teams. De verschillende plannen kunnen aan kwaliteit winnen als ze meer concreet gemaakt worden. Meer ondersteuning bij het tot stand komen en het schrijven van de plannen zou de kwaliteit ten goede komen en vergemakkelijkt het monitoren ervan. Ze bevatten wel de relevante onderwerpen en de juiste doelen en acties. De plannen op teamniveau worden besproken binnen het team, en tussen de opleidingsmanager en de directeur, waarbij een verdere concretisering en/of bijstelling plaatsvindt. Deze concretisering en bijstelling worden vastgelegd in notulen, maar heeft nog niet in alle teams haar beslag gekregen in de plannen. Door een strakke planning, vaste agenda en vastlegging van afspraken tijdens de diverse overleggen, zorgt de instelling ervoor dat, ondanks de soms matige kwaliteit van de (team)plannen, er sprake is van voldoende cyclische kwaliteitsbewaking op het niveau van de MBO Colleges en de instelling. Drie keer per jaar vinden quadrimester-gesprekken (Q-gesprekken) plaats, zowel tussen de MBO College directeur en het cvb als tussen de onderwijsmanager en de MBO College directeur. Daarnaast vinden er regelmatig bilaterale en andere overleggen plaats tussen en binnen de diverse organisatieniveaus. Deze gesprekken hebben een duidelijke functie in het systeem van kwaliteitsborging. Tijdens deze overleggen worden de plannen geconcretiseerd en indien nodig bijgesteld, hierdoor is de monitoring en evaluatie op MBO College- en instellingsniveau in voldoende mate geborgd. Bovendien heeft elk MBO College een accounthouder die volgt hoe de kwaliteit geborgd wordt binnen het College. De accounthouders hebben een centrale rol en bieden de MBO Colleges ondersteuning, dit gebeurt gevraagd en ongevraagd. Daarnaast hebben zij regelmatig overleg met het cvb over de stand van zaken in de verschillende colleges. Naast de MBO College directeuren vormen de accounthouders daarmee ook een belangrijke bron van informatie voor het cvb. Ook heeft elk MBO College een portefeuillehouder. De portefeuillehouder is lid van het college van bestuur of raad van bestuur, deze portefeuillehouders hebben direct zicht op het functioneren van de MBO-Colleges en de teams. Door het gekozen organisatiemodel weet het cvb wat er speelt binnen de MBO Colleges. Centrale thema’s als taal en rekenen worden instellingsbreed opgepakt, zodat hier een centrale sturing op zit. Programmamanagers werken het beleid uit en
Pagina 12 van 54
ondersteunen de teams vervolgens op onderwijskundig gebied en op de implementatie van het beleid. De MBO College directeur is de eerstverantwoordelijke voor kwaliteitsborging binnen het eigen college. Binnen de MBO Colleges vinden regelmatig audits plaats op de diverse kwaliteitsgebieden. Deze vinden zowel risicogericht als structureel plaats. Initiatieven om interne en externe audits uit te voeren worden genomen door de directeur, meestal in overleg met het team. Bij ernstige signalen geeft het cvb zelf de opdracht om audits uit te voeren. Door deze werkwijze laat het cvb ruimte aan de verschillende MBO Colleges om interventies te plegen die passend en noodzakelijk zijn. Het eigenaarschap blijft daardoor bij de directeuren en de teams. De externe dialoog is sterk ontwikkeld, de MBO Colleges besteden veel aandacht aan contacten buiten de instelling. Ze betrekken het bedrijfsleven bij de ontwikkeling van het onderwijs. 3.2
Risico’s op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we, in samenhang met de toezichthistorie, gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de opbrengsten, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers, de stabiliteit van organisatie en management en de financiële continuïteit. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Kwaliteit onderwijs Het risico voor de kwaliteit van onderwijs kwalificeren wij als geen tot gering omdat de onderwijskwaliteit bij de vijf onderzochte opleidingen voldoende is. Wij zien wel verschillende aandachtspunten, daarom is het onderwijsproces bij geen van de opleidingen als ‘goed’ beoordeeld. De aandachtspunten verschillen sterk per opleiding en worden herkend door de teams. De toezichthistorie laat geen risico’s zien. Het vavo heeft een eigen kwaliteitsborgingssysteem en valt direct onder de raad van bestuur. De kaderbrief geldt ook voor het vavo als leidraad voor het teamplan. Er is sprake van enkele risico’s voor de kwaliteit van het vavo. Uit de gegevens blijkt namelijk dat zowel het gemiddelde centraal examencijfer als het verschil tussen het centaal examencijfer en het schoolexamencijfer bij het vwo onder de norm ligt. Het management van het vavo heeft goed zicht op de
Pagina 13 van 54
kwaliteit en de risico’s. Zij monitort en evalueert de kwaliteit door het uitvoeren van opbrengstanalyses, lesobservaties en tevredenheidsmetingen, waaronder docentbeoordeling door studenten. De uitkomsten hiervan leiden tot adequate verbeteracties. Kwaliteit examinering Het risico voor de kwaliteit van de examens schatten we in als matig tot hoog. De voornaamste oorzaak hiervoor is dat bij drie opleidingen de diplomering onvoldoende geborgd is. Het examenhandboek is bij deze opleidingen nog niet volledig geïmplementeerd. Het blijkt dat de taakinvulling van de MBO College examencommissie (MEC) en de teamexamencommissie (TEC) nog niet bij elk MBO College voldoende is georganiseerd. Wij hebben er echter vertrouwen in dat dit op korte termijn gaat gebeuren, omdat het examenhandboek dat in alle MBO Colleges wordt geïmplementeerd voldoende houvast biedt. Wij kunnen echter niet concluderen dat op dit moment bij alle opleidingen binnen het MBO College de diplomering geborgd wordt. Overigens zien wij op basis van de toezichthistorie geen grote risico’s op het gebied van examinering. Opbrengsten Voor de opbrengsten op instellingsniveau schatten we het risico in als gering tot matig. Zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat ligt in het schooljaar 2011/2012 rond de norm. Het jaarresultaat van niveau 3 ligt iets onder de norm. Ook zijn er bij niveau 1, 2 en 4 opleidingen waarvan de rendementen onder de norm liggen. Het cvb heeft goed zicht op de risicovolle domeinen en opleidingen. De opbrengstgegevens worden inzichtelijk weergegeven. Als er sprake is van een risico-opleiding dan maakt het MBO College een probleemanalyse en werkt dit verder uit in de teamplannen in doelen en acties. Het cvb stuurt hiermee voldoende op de opbrengsten. Vavo Het gemiddelde centraal examencijfer en het verschil tussen het centraal examencijfer en het schoolexamencijfer bij het vwo ligt onder de norm. Hiermee zijn de opbrengsten onvoldoende. We zien bij beiden echter wel een stijgende lijn. Vsv We hebben geen onderzoek naar vsv gedaan, het is echter wel onderwerp van gesprek geweest met het cvb en de kwaliteitszorgfunctionarissen. Recentelijk heeft de inspectie samen met Bureau Leerplicht Plus van de gemeente Amsterdam een aantal heronderzoeken uitgevoerd. Slechts een opleiding voldeed niet. Vsv is instellingsbreed als centraal thema opgepakt. Dit heeft
Pagina 14 van 54
geleid tot een afname van het vroegtijdig schoolverlaten van 36,5% ten op zichte van het peiljaar 2005-2006. Arbeidsmarktrelevantie Er zijn geen nieuwe opleidingen gestart. De instelling besteedt voldoende aandacht aan de arbeidsmarktrelevantie van opleidingen. Via voorlichting op de internetsite staat per opleiding overzichtelijk weergegeven wat de kansen zijn op de huidige arbeidsmarkt. Tevredenheid studenten, medewerkers en werkgevers. De risico’s die naar voren komen uit de tevredenheidsonderzoeken onder studenten kwalificeren we als gering tot matig. Uit de JOB-enquête en de eigen tevredenheidsonderzoeken blijkt dat het gemiddelde cijfer voor de school en de opleiding voldoende is. Bij enkele opleidingen geven de studenten echter een onvoldoende. Ten tijde van het onderzoek waren er nog geen gegevens beschikbaar van het meest recente medewerkerstevredenheidsonderzoek. Het laatste onderzoek dateert van eind 2010 waaruit naar voren kwam dat medewerkers redelijk tevreden zijn. Omdat we tijdens ons onderzoek geen geluiden over ontevredenheid hebben gehoord, schatten we het risico in als geen tot gering. Niet alle opleidingen hebben een tevredenheidsonderzoek onder bedrijven uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken zien wij geen risico’s. Stabiliteit organisatie en management Het risico voor de stabiliteit van de organisatie en het management schatten we in als geen tot gering. De verhuizing naar de nieuwe panden en de vorming van nieuwe MBO Colleges is door de directeuren goed opgepakt. Ook zijn er geen langdurige vacatures. De samenwerkingsconstructie met ROC Flevoland biedt een vertrouwenwekkend perspectief. De inspectie zal de uitwerking van de samenwerking met ROC Flevoland in januari 2014 in de praktijk toetsen aan de wet- en regelgeving. Financiële continuïteit Elk jaar voeren we een financiële risicoanalyse uit voor alle bekostigde onderwijsinstellingen op basis van de meest recente jaarrekeningen. Daarbij kijken we naar drie kengetallen, liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit. Voor deze rapportage zijn de bevindingen gebaseerd op de jaarrekeningen 2008 tot en met 2012. De liquiditeit is in 2012 onder de signaleringsgrens geraakt. De solvabiliteit II vertoont een dalende trend die in 2012 is gestabiliseerd en boven de signaleringswaarde is gebleven. De rentabiliteit is na een aantal jaren weer
Pagina 15 van 54
met een plus geschreven. Op basis van de – niet door een accountant gecontroleerde – begroting, meerjarenbegrotingen en liquiditeitsprognoses wordt meerjarig een zwakke liquiditeit voorzien. De instelling heeft daartegenover een niet gebruikt rekening courant krediet. Wel verdient het sturingsinstrumentarium meer verfijning en verbeterde afstemming. Wij zien op basis van de ontvangen documentatie en toelichtingen van het cvb en financieel management geen aanleiding om het huidige (normale) risicoprofiel en (standaard)toezichtarrangement te wijzigen. Totaalbeeld Samenvattend komen we uit op enkele risico’s. Drie van de vijf onderzochte opleidingen vertonen tekortkomingen ten aanzien van de borging van de diplomering. Daarnaast blijken de opbrengsten van met name de niveau 3 opleidingen onvoldoende te zijn en zien we enkele risico’s bij de tevredenheid van de studenten. Daarentegen zien we geen risico’s voor de kwaliteit van het onderwijsproces en geen verhoogde financiële risico's. Het cvb heeft voldoende zicht op de door ons geconstateerde risico's, waardoor de kwaliteit instellingsbreed voldoende geborgd wordt.
Pagina 16 van 54
4
RESULTATEN PER OPLEIDING In dit hoofdstuk vermelden we per opleiding de oordelen over de vijf kwaliteitsgebieden. Tevens geven we per opleiding een beschouwing.
4.1
DTP-er (Allround DTP-er) Het kwaliteitsonderzoek bij DTP-er (Allround DTP-er), 90191/95705, niveau 3, locatie Gare du Nord 13 te Amsterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het oordeel voldoende voor vier kwaliteitsgebieden. Dat betekent dat de inspectie geen aanleiding heeft vervolgonderzoek uit te voeren of afspraken met het college van bestuur te maken voor deze opleiding. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van vier kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
•
Pagina 17 van 54
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding Allround DTP-er is vier jaar geleden van start gegaan en diplomeert dit schooljaar de tweede lichting studenten. Aan het eind van vorig schooljaar is de opleiding verhuisd naar een nieuw zeer open ingericht gebouw. Het team heeft de afgelopen jaren onder leiding van de onderwijsmanager gewerkt aan de opzet en verbetering van de opleiding en dat heeft geresulteerd in een voldoende voor het onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende. De opleiding duurt drie jaar en het programma kent een goede inhoudelijke opbouw. Er is een helder programma voor de gehele opleiding ondersteund door lessentabellen per vak. De integratie van de beroepsgerichte vakken en de algemene vakken is nog in een pril stadium waardoor studenten het nut van bijvoorbeeld het vak rekenen nog onvoldoende inzien. Maatwerk is onvoldoende omdat er onvoldoende rekening gehouden wordt in het programma met de verschillen tussen studenten; iedereen volgt een identiek programma. Er is enige differentiatie vanuit de methode voor rekenen en de talen mogelijk, maar ook deze lessen zijn vooral voor de groep als totaal ingericht. Daarnaast vindt de examinering voor alle studenten gelijktijdig plaats, waardoor en geen variatie in studieduur mogelijk is.
Pagina 18 van 54
De inhoud van de lessen sluit goed aan bij het beroep. Ook geven de docenten tijdens en buiten de lessen om voldoende begeleiding. Het geven van feedback is een aandachtspunt. Hoewel studenten voldoende feedback ontvangen op hun leerresultaten, constateren wij dat er geen eenduidige lijn binnen het team is afgesproken over het geven van feedback. Hierdoor verschilt de intensiteit van de feedback te veel per docent. Door enkele incidenten en het wennen aan de nieuwe gebruiken van het nieuwe gebouw is het veiligheidsgevoel van studenten en medewerkers een onderwerp van gesprek en er is een veiligheidsoverleg ingericht. Als gevolg van de incidenten zijn ook maatregelen genomen. In het studentenoverleg met de opleidingsmanager komt dit onderwerp voldoende aan de orde. De materiële voorzieningen van de lokalen in dit nieuwe gebouw sluiten voldoende aan bij de wensen van alle betrokkenen. De voorlichting vooraf over de opleiding is duidelijk. De voorlichting is verbeterd en de intakeprocedure is aangescherpt. Studenten tonen eigen werk om de creativiteit en de capaciteiten te laten beoordelen, daarnaast schrijven zij een motivatiebrief en voeren zij een intakegesprek. Daardoor is de voortijdige uitval in het eerste leerjaar tot op heden ten opzichte van voorgaande jaren afgenomen. Studenten krijgen de informatie die ze nodig hebben tijdig. De studieloopbaanbegeleider heeft wekelijks contact met de studenten en bespreekt de vorderingen van de studenten. Ook is de studieloopbaanbegeleider het eerste aanspreekpunt voor studenten met specifieke zorgbehoeften. De zorglijn is via het loopbaanexpertisecentrum en het zorgadviesteam door het gehele roc eenduidig ingericht. Het leren in de bpv is voldoende. Studenten zijn tevreden over de zaken die zij leren in de bpv. Alle studenten worden geplaatst in de bpv, soms na een intensief zoekproces. Verhoging van de tevredenheid van de bpv-bedrijven is een van de actiepunten in het teamplan. Door verbetering van de voorlichting aan de bedrijven over de bpv-periode en door intensivering van de contacten met de bedrijven verwacht het team dat er een positiever beeld van het roc ontstaat. Ook de begeleiding van de studenten door het bedrijf en de opleiding is voldoende en wordt door de studenten positief beoordeeld.
Examinering en diplomering Het exameninstrument, de afname en beoordeling en de besluitvorming tot diplomering zijn voldoende. De exameninstrumenten voor zowel de
Pagina 19 van 54
beroepsgerichte vakken als voor Nederlands en Engels worden ingekocht bij Stichting Consortium Beroepsonderwijs respectievelijk Bureau voor Interculturele Evaluatie en ingezet zoals bedoeld. Het gehele vakgerichte examen wordt binnen de instelling afgenomen, beoordeeld door de vakdocent en bij een deel van het examen wordt een assessor uit het beroepenveld betrokken. Door de inrichting van de examensituatie sluit de afname voldoende aan bij de context van het toekomstige beroep en is het examen voor alle studenten gelijkwaardig. De besluitvorming over de diplomering is, mede door de inrichting van de examinering, overzichtelijk en correct. De secretaris van de teamexamencommissie (TEC) verzamelt de gegevens van de studenten over alle examenonderdelen en stelt een overzicht samen ten behoeve van de gehele examencommissie. De TEC neemt de diplomabeslissingen en in de toekomst zal de MBO College examencommissie (MEC) steekproefsgewijs de diplomabeslissing verifiëren om zodoende de kwaliteit van de diplomabeslissing te borgen. De TEC heeft voldoende zicht op de kwaliteit van het examen, de afname en beoordeling en de deskundigheid van bij examinering betrokken personen. Een risico echter vormt de centrale rol van de docent van het beroepsgerichte deel. Deze is opleider, constructeur (bij het Consortium beroepsonderwijs), beoordelaar en examencommissielid en evalueert ook het verloop van de examinering met de studenten. Nu is een inhoudelijke deskundige van een ander roc toegevoegd aan de examencommissie en treedt de eigen docent terug uit de examencommissie. De controle op het verloop van de examinering wordt door dit externe lid ter hand genomen. Opbrengsten Wij geven geen oordeel ten aanzien van de opbrengsten. Omdat de opleiding nog maar een beperkt aantal jaren geleden is gestart, en het een opleiding betreft die groeit in studentenaantal, geeft de invloed van het aantal gediplomeerden nog onvoldoende tegenwicht aan de uitval. Kwaliteitsborging De kwaliteit van het onderwijs is voldoende geborgd. Het opgestelde teamplan en de evaluaties binnen het team sluiten aan bij de kaderbrief. Sturingsinformatie is beschikbaar en toegankelijk onder andere via de ‘prestatiebox’. Deze sturingsinformatie wordt ook zichtbaar gebruikt door het team. De onderwijskwaliteit wordt gemonitord door het bezoeken van lessen door de onderwijsmanager en het voeren van functioneringsgesprekken. Bovendien gebeurt monitoring van het verloop van het onderwijs door de open structuur
Pagina 20 van 54
van het gebouw als vanzelfsprekend. Het teamplan, de stand van zaken en de resultaten van diverse projecten en beschreven acties worden tijdens een viertal bijeenkomsten met het gehele team besproken. Ook binnen de diverse projecten en tijdens het werken aan acties vindt tussentijdse monitoring plaats op basis van de resultaten. Uitkomsten van deze monitoring worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen en verbeteren zodat sprake is van een cyclisch proces. Voor een aantal kwantitatief meetbare resultaten, bijvoorbeeld studenttevredenheid, zijn expliciet normen opgesteld, dit geldt echter niet voor alle resultaten van de beschreven acties. Deze kunnen worden aangescherpt omdat anders niet duidelijk is wanneer de acties zijn afgerond en de resultaten zijn bereikt. Er is een goed werkende dialoog met studenten en medewerkers, waarin ook verantwoording wordt afgelegd. De dialoog met het beroepenveld loopt nu vooral via de bpv-begeleiders. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
4.2
Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca) Het kwaliteitsonderzoek bij Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca), 90303, niveau 4, locatie Da Castastraat 60 te Amsterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De kwaliteitsgebieden examinering en diplomering en kwaliteitsborging zijn niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende
Pagina 21 van 54
examenkwaliteit en niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 22 van 54
Beschouwing Algemeen Het team van de opleiding Ondernemer horeca/bakkerij zorgt voor voldoende begeleiding van de studenten tijdens de lessen, de studieloopbaan en de beroepspraktijkvorming (bpv), waardoor studenten voldoende toegerust zijn om de opleiding succesvol af te ronden. Docenten werken aan het verbeteren van de kwaliteit van de opleiding, maar dit gebeurt nog niet op alle kwaliteitsgebieden. Daarnaast zijn doelen en acties die opgenomen zijn in het teamplan onvoldoende smart geformuleerd. De examinering is onvoldoende doordat de examencommissie zich onvoldoende vergewist van de kwaliteit van de examinering en diplomering, waarmee de kwaliteit onvoldoende geborgd is. Onderwijsproces De voorzieningen van de Hotelschool sluiten goed aan bij de aard en de omvang van de opleiding. De praktijkruimtes bieden voldoende mogelijkheid om de theorie toe te passen. Daarnaast zijn de studieloopbaanbegeleiding en de zorgfaciliteiten binnen de school van voldoende kwaliteit; problemen bij studenten worden tijdig gesignaleerd en studenten ontvangen tijdens hun opleidingstraject voldoende begeleiding. Wij hebben tevens geconstateerd dat de docenten voor voldoende structurering, begeleiding en feedback zorgen tijdens de leeractiviteiten. Binnen het onderwijsproces zien wij echter ook een tweetal aandachtspunten. Het eerste aandachtspunt vormt de communicatie richting de student. Deze blijkt namelijk niet altijd eenduidig te zijn. Ondanks dat het team informatie tijdig verstrekt aan de studenten, bestaat over de inhoud hiervan soms onduidelijkheid bij hen. Met name de infomatie over het rooster, de stage en de examinering, blijkt voor derde- en vierdejaarsstudenten niet helder. Ook nemen de studenten verschillen waar in de informatieoverdracht tussen docenten. Een tweede aandachtspunt vormt de beperkte differentiatiemogelijkheden binnen het reguliere vierjarige opleidingsprogramma. Binnen de gehele opleiding zien wij dat voldoende maatwerk wordt geboden. De opleiding houdt rekening met de verschillen in vooropleiding, vordering en vervolgwensen. Door het aanbieden van een versneld tweejarig traject voor havisten en door de mogelijkheid te bieden aan snellere studenten om over te stappen van het vierjarige traject naar het versnelde traject. Ook biedt het team binnen het versnelde traject vakken aan ter voorbereiding op het hbo. Echter er wordt geen extra ondersteuning aangeboden, terwijl studenten binnen het vierjarige traject wel aangeven hieraan behoefte te hebben bij bepaalde
Pagina 23 van 54
vakken. Ook zien wij dat er binnen de vierjarige variant nauwelijks verdieping wordt aangeboden voor de snellere student. Studenten geven aan dat zij extra opdrachten kunnen maken, maar dit is meer herhaling en biedt onvoldoende uitdaging voor hen. Examinering en diplomering De examinering is onvoldoende doordat de examencommissie onvoldoende zicht heeft op de kwaliteit van de afname en beoordeling. Kwaliteitscontroles hebben nog niet plaatsgevonden. Bovendien blijken examendossiers onvolledig te zijn. Het beroepsgerichte exameninstrumentarium bestaat uit twee kerntaken die binnenschools uitgevoerd worden en uit twee kerntaken die plaatsvinden in de beroepspraktijk. Bij de door school ontwikkelde examens zien wij dat er een verbetertraject ingezet is in samenwerking met Cinop. Er heeft scholing plaatsgevonden voor betrokkenen bij de examinering en het exameninstrumentarium is aangepast. Dit heeft ervoor gezorgd dat het examen nu voldoende aansluit bij de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen. Ondanks dat wij constateren dat de werkprocessen voldoende het kwalificatiedossier dekken, hebben wij op het gebied van de dekking een verbeterpunt. Wat opvalt is dat bij bepaalde prestatie-indicatoren aangegeven wordt dat deze niet uitvoerbaar zijn, terwijl deze volgens ons wel gedeeltelijk of in simulatie uitvoerbaar zijn. Dit is vooral het geval bij kerntaak 2. Daarnaast constateren wij dat bepaalde werkprocessen niet volledig uitvoerbaar zijn door de manier waarop zij getoetst worden. Zo wordt bij kerntaak 2 het werven, selecteren en ontslaan van medewerkers en het voeren van gesprekken met medewerkers getoetst in slechts één gesprek van 20 minuten. De afname en beoordeling van het beroepsgerichte deel verlopen deugdelijk. De beoordelaars van de binnenschoolse examens hebben scholing gehad en er vinden afstemmingsbijeenkomsten plaats tussen beoordelaars. Een aandachtspunt bij de examens in de beroepspraktijk is dat de deskundigheid van de praktijkbeoordelaar weinig aandacht krijgt. Het team heeft weinig ingericht om te zorgen voor een zo objectief mogelijke beoordeling in de praktijk, er wordt te veel uitgegaan van de deskundigheid van de beoordelaar. De kwaliteit van de exameninstrumenten voor Nederlands en Engels voldoen doordat hierbij gebruik wordt gemaakt van ingekocht materiaal van Bureau voor Interculturele Evaluatie respectievelijk De Vries Taaltraining. Deze instrumenten zijn eerder als voldoende beoordeeld.
Pagina 24 van 54
De beoordeling van Nederlands en Engels vindt plaats door taaldocenten. Er vindt onderling afstemming plaats. Hierdoor is voldoende geborgd dat in gelijke gevallen gelijk beoordeeld wordt Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 72 procent en een diplomaresultaat van 73 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de BC-ID 152, niveau 4 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteit van de opleiding Ondernemer horeca/bakkerij wordt onvoldoende geborgd. Vanuit de kaderbrief 2013, route 66 en de kernwaarden zijn de plannen opgesteld voor het MBO College Centrum en voor het team. Er is sprake van een zichtbare relatie van het teamplan met de andere plannen. Ook zijn er punten opgenomen die voort zijn gekomen uit de resultaten van tevredenheidsonderzoeken. Echter, het teamplan is nog erg breed geformuleerd en hieruit kan niet afgeleid worden waaraan het team precies gaat werken. Doelen en acties zijn onvoldoende smart geformuleerd en ook zijn er geen taakverdeling en tijdpad aangegeven. Hierdoor is niet vast te stellen welke doelen het team precies wil bereiken binnen welke termijn en welke acties daarop ingezet worden. Het management heeft bewust gekozen het teamplan breed in te steken om zo te zorgen voor draagvlak binnen het team. Een volgende stap zal zijn om het plan gezamenlijk verder uit te werken. De opleidingsmanagers houden zicht op de kwaliteit van de opleiding door lessen te bezoeken en tijdens studiedagen en teamvergaderingen worden verbeterpunten besproken. Ook wordt gericht scholing ingezet op geconstateerde tekorten. Voor de exameninstrumenten is gewerkt aan een verbetertraject op basis van de uitkomsten van een uitgevoerde audit. Voor de overige verbeterpunten zien wij nog niet dat dit systematisch gebeurt. Wij constateren dan ook dat op dit moment de pdca-cyclus nog niet volledig doorlopen is en ook is er nog geen zelfevaluatie uitgevoerd. Een aandachtspunt vormt de continuïteit van onderwijzend personeel bij de vakken Duits en Nederlands. De opleidingsmanagers hebben inmiddels een vervanger geregeld, maar dit heeft niet voorkomen dat in de afgelopen tijd lessen uitgevallen zijn, welke nu ingehaald moeten worden. Vooral in het laatste leerjaar zorgt dit voor meer werkdruk bij de studenten.
Pagina 25 van 54
Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
4.3
Tweewielertechniek (Fietstechnicus) Het kwaliteitsonderzoek bij Tweewielertechniek (Fietstechnicus), 90872, niveau 2, locatie Tempelhofstraat 80 te Amsterdamheeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege onvoldoende examenkwaliteit. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Pagina 26 van 54
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen De opleiding Tweewielertechniek (Fietstechnicus) is een kleinschalige bbl opleiding, die uitgevoerd wordt door één vakdocent. Tussen docent en student vindt een goede interactie plaats. Het onderwijs is gestructureerd en overzichtelijk. Naast het onderwijs is de docent ook verantwoordelijk voor de studieloopbaanbegeleiding en verzorgt hij mede de begeleiding bij de leerbedrijven. De vakdocent vormt met andere woorden de spil van de opleiding. Doordat het gros van alle taken en verantwoordelijkheden bij de vakdocent zijn belegd is de opleiding erg kwetsbaar. De kwaliteit van de opleiding staat en valt bij deze docent. De kwaliteitsborging is voldoende, maar dient wel verder vervolmaakt te worden. Op het gebied van de examinering en diplomering zijn noodzakelijke verbeteringen nodig. Zo borgt de examencommissie onvoldoende dat diploma’s
Pagina 27 van 54
op terechte gronden worden uitgereikt. De examencommissie vergewist zich bovendien in onvoldoende mate van de kwaliteit van de afname en de beoordeling van de examens. Onderwijsproces Binnen de opleiding is voldoende ruimte om te versnellen of te vertragen. Studenten kunnen sneller door de leerstof gaan en eerder beginnen aan de proeve van bekwaamheid, het tegenovergestelde is eveneens mogelijk. Er zijn bovendien meerdere instroommomenten in het jaar. Een ander positief element is dat tweedejaars studenten tijdens de praktijklessen zelf kunnen bepalen welke vaardigheden zij nog willen oefenen ter voorbereiding op de proeve van bekwaamheid, mits zij de verplichte onderdelen hebben afgerond. De materiele voorzieningen in de praktijkruimte zijn adequaat. Studenten moeten op de opleidingsdag erg lang wachten op ondersteuning en begeleiding omdat er slechts één vakdocent is om hen te begeleiden. Wij zijn daarom van oordeel dat de ondersteuning en begeleiding van studenten onvoldoende is. De docent kan tijdens praktijklessen onvoldoende aandacht schenken aan alle studenten. Studenten zouden baat hebben aan extra ondersteuning tijdens de leeractiviteiten. De vakdocent is ook voor alle studenten de studieloopbaanbegeleider. De student legt zijn voortgang en ontwikkeling vast in een portfolio (SED) en twee keer per jaar spreekt de docent met de student over diens voortgang en ontwikkeling aan de hand van de portfolio. Een punt van zorg is dat alle ondersteuning en begeleiding in beginsel door één persoon geboden wordt. Dit maakt de opleiding erg kwetsbaar en maakt de student erg afhankelijk van één docent. De communicatie tussen opleiding en leerbedrijf is een punt voor verbetering. De opleiding dient de contacten met de leerbedrijven te verbeteren om zo meer zicht krijgen op de begeleiding door het leerbedrijf. Leerbedrijven geven aan dat de opleiding meer de samenwerking mag opzoeken en de dialoog mag versterken. De opleiding zou volgens hen inhoudelijk ook op een uitdagender niveau gebracht mogen worden.
Pagina 28 van 54
Examinering en diplomering Het kwalificatiedossier van de opleiding Tweewielertechniek (Fietstechnicus) bestaat uit drie kerntaken. Het exameninstrumentarium voor kerntaken 1 en 2 koopt de opleiding in bij de Stichting Examens Mobiliteitsbranche (Stem). Voor de beoordeling van kerntaak 4 hanteerde de opleiding tot voor kort een eigen instrument. Het team heeft vervolgens besloten om ook voor kerntaak 4 de instrumenten in te kopen bij Stem. De cesuur, dekking en beoordelingswijze van de exameninstrumenten van Stem hebben wij eerder als voldoende beoordeeld. Kerntaken 1 en 2 worden in simulatie beoordeeld bij het instituut IBKI in Nieuwegein. Drie keer per jaar kunnen beide kerntaken bij het instituut geëxamineerd worden. Kerntaak 4 wordt in de beroepspraktijk beoordeeld door de leermeester van het bedrijf van de student. Onderdelen van het examen vinden daarmee in de reële beroepspraktijk plaats. De betrouwbaarheid van de afname en beoordeling van de examinering zijn voldoende geborgd. De vakdocent is niet aanwezig bij de beoordeling in de praktijk maar volgt wel de ontwikkeling van de student door middel van voortgangsgesprekken, eindgesprek en portfolio (SED) en verifieert of de eindbeoordeling realistisch is. De deskundigheid van de leermeester wordt via het kenniscentrum Innovam op peil gehouden. De opleiding verzorgt daarnaast één keer per jaar een informatie en scholingsbijeenkomst voor de leermeesters. De beoordeling van het exameninstrumentarium van Nederlands is voldoende. Alle taalvaardigheden zijn ingekocht bij Bureau voor Interculturele Evaluatie en zijn eerder door ons als voldoende beoordeeld. Wij constateren echter dat er geen examens in een moderne vreemde taal zijn afgenomen. Dat betekent dat de dekking van het kwalificatiedossier onvolledig is en diploma’s op onterechte gronden zijn verstrekt. Examendossiers zijn onvoldoende gecontroleerd op de eisen uit het kwalificatiedossier, waaronder de generieke eisen voor een moderne vreemde taal. Wij concluderen mede hierdoor dat de besluitvorming van de examencommissie hiaten vertoont. De examencommissie vergewist zich daarnaast in onvoldoende mate van de kwaliteit van de afname en de beoordeling van de examens. Een vakdocent woont weliswaar eens per jaar de afname van examens bij het instituut IBKI bij, maar dit behoeft niet een examen van de opleiding Tweewielertechniek te zijn. Daarnaast vergewist de examencommissie zich ook niet van de examinering binnen het leerbedrijf. De examencommissie geeft daarmee onvoldoende invulling aan haar verantwoordelijkheid.
Pagina 29 van 54
Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 59 procent en een diplomaresultaat van 60 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de BC-ID 212, niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging is voldoende. Het team heeft vanuit de meerjarenstrategie en de kaderbrief plannen opgesteld. Zo is er een jaarplan en een verbeterplan. Punt van aandacht is de kwaliteit van de plannen; de doelen en acties kunnen scherper geformuleerd worden. Binnen het team is voldoende sturingsinformatie beschikbaar. Het team is op de hoogte van de opbrengsten en de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken en onderzoek door externen en deze informatie wordt gebruikt bij het opstellen van het jaar- en verbeterplan. De opleidingsmanager monitort de kwaliteit door onder andere lessen bij te wonen en door gesprekken met studenten te voeren. Verbeterpunten die daaruit voortkomen worden vervolgens op teamvergaderingen geagendeerd en gevolgd. Daarnaast wonen docenten elkaars lessen bij om van elkaar te leren. Met externe partijen als het kenniscentrum, het exameninstituut IBKI en collega’s bij een ander roc is met enige regelmaat contact over ontwikkelingen in het werkveld en het onderwijs. Wij hebben geconstateerd dat er een werkend systeem van kwaliteitsborging is, een aandachtspunt hierbij is het gestructureerd vastleggen van afspraken en acties. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 30 van 54
4.4
Schoonheidsspecialist Het kwaliteitsonderzoek bij Schoonheidsspecialist, 91190, niveau 3, locatie Europaboulevard 13 te Amsterdam heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege slechte examenkwaliteit. Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
• Voldoende Onvoldoende
• • •
Pagina 31 van 54
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Algemeen Het team van de opleiding Schoonheidsspecialist heeft de afgelopen jaren onder leiding van een nieuwe onderwijsmanager gewerkt aan verbetering van de opleiding. Dat heeft geresulteerd in een voldoende voor het onderwijsproces en kwaliteitsborging. De examineringinstrumenten en de besluitvorming tot diplomering worden daarentegen met een onvoldoende beoordeeld. Ook hier worden stappen gezet, maar op dit moment is het resultaat hiervan onvoldoende zichtbaar. Onderwijsproces Het onderwijsproces is voldoende, wij zien echter een aantal aandachtspunten. De opleiding schoonheidsspecialist duurt twee jaar en het programma kent een goede inhoudelijke opbouw. Studenten krijgen een portfolio waarin alle lesstof en opdrachten voor zowel de theorie als praktijk staan beschreven. Op deze wijze is de samenhang tussen de verschillende programmaonderdelen voor studenten en docenten zichtbaar. Alle studenten stromen in de niveau 3 opleiding in ook als ze door willen stromen naar niveau 4, het gevolg daarvan is dat de instroom van studenten zeer divers is. Alle studenten volgen het zelfde programma. Maatwerk is daarom onvoldoende. Op grond van de diversiteit van de instroom zou meer maatwerk verwacht worden. De opleiding wordt aangeboden in twee jaar, verder versnellen van de opleiding is bijna niet mogelijk omdat volgens docenten die tijd nodig is om voldoende vaardig te worden. Studenten geven echter aan dat het tempo soms erg laag ligt. Vertragen kan en het komt regelmatig voor dat studenten een half jaar langer over de opleiding doen. Differentiatie voor
Pagina 32 van 54
Nederlands gebeurt weinig, zo is bijvoorbeeld doorstromen naar een hoger referentieniveau niet mogelijk. Er gaat weinig lestijd onnodig verloren. Een aandachtspunt is dat in klassen waar een hoge (geoorloofde) absentie is, effectieve lestijd verloren gaat omdat docenten veel aandacht besteden aan deze problematiek. De voorlichting vooraf over de opleiding is duidelijk. De intakeprocedure is aangescherpt, studenten moeten voor de intake een aantal opdrachten uitvoeren om meer zicht te krijgen op het beroep van schoonheidsspecialist. Het team hoopt hiermee voortijdige uitval te voorkomen. Studenten krijgen de informatie die ze nodig hebben tijdig, wel wordt aangegeven dat niet alle docenten dezelfde informatie geven, dat werkt verwarrend. Er wordt voldoende feedback gegeven op leerresultaten zodat er daadwerkelijk geleerd wordt. Studenten voelen zich veilig en worden voldoende begeleid. Een aandachtspunt is de bpv-begeleiding. Het team heeft ervoor gekozen om studieloopbaanbegeleiding (slb) en bpv-begeleiding los te koppelen. Studenten worden tijdens hun bpv-periode begeleid door de slb-er, deze heeft echter geen contact met de bpv-plek. Contacten met de bpv-plek worden verzorgd door de bpv-begeleider. Het risico hiervan is dat te laat ontdekt wordt wanneer het niet goed gaat met de student in de bpv. Er is geen structureel contact tussen student en bpv-begeleider. Studenten zoeken zelf een bpv-plek. Ze worden hier al vroeg over geïnformeerd, zodat de meeste studenten op tijd een bpv-plek hebben. Als er geen bpv-plek wordt gevonden wordt de student geholpen, soms kan het echter wel enige tijd duren voordat een geschikt adres is gevonden. De materiele voorzieningen zijn toereikend. Dit schooljaar is er een nieuw gebouw in gebruik genomen. Klachten over het gebouw zijn serieus genomen en aangepakt. De klimaatbeheersing is echter nog een probleem en in de praktijkruimtes is de werkruimte niet optimaal, de ruimte tussen de behandelstoelen is erg krap en de snoeren hangen regelmatig in de weg. Deze signalen zijn bekend en er wordt gezocht naar oplossingen. Examinering en diplomering Het exameninstrument en de besluitvorming tot diplomering zijn onvoldoende. De examens voor het beroepsgerichte deel dekken het kwalificatiedossier, dat geldt echter niet voor Nederlands. Niet alle vaardigheden zijn door middel van vastgestelde examens geëxamineerd. De cesuur van de proeves van bekwaamheid is onvoldoende omdat de puntentoekenning te laag is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een proeve waar 33 beoordelingscriteria genoemd staan, bij het voldoen aan 14 cruciale criteria krijgt een student een voldoende. Als aan alle
Pagina 33 van 54
criteria wordt voldaan krijgt de student de beoordeling goed. Voor het beoordelingsdossier nailstyling (cohort 2010) geldt dat er punten toegekend worden voor onderdelen die geen betrekking hebben op de werkprocessen. Verder is de beoordelingswijze van deze toets onvoldoende omdat een deel van de beoordeling, de daadwerkelijke behandeling, door middel van het tonen van foto’s wordt beoordeeld. De beoordelaar kan op deze wijze niet vaststellen of de student zelf de getoonde prestatie heeft geleverd. Het beoordelingsinstrument borgt onvoldoende dat de beoordeling op goede gronden wordt gegeven. De daadwerkelijke afname en beoordeling van de proeven zijn deugdelijk. De beoordeling gebeurt door twee deskundige beoordelaars. Een aandachtspunt is de aanwezigheid van de dagvoorzitter. Tijdens ons onderzoek bleek dat de dagvoorzitter een rol speelt als de twee beoordelaars niet tot een gezamenlijk oordeel kunnen komen. deze werkwijze is echter niet beschreven. Ook blijkt dat de dagvoorzitter niet altijd aanwezig te zijn. Daardoor is er geen volledig beeld hoe de uiteindelijke beoordeling van de proeves tot stand komt. De besluitvorming tot diplomering door de examencommissie is onvoldoende. De examendossiers van studenten zijn niet compleet zodat de examencommissie op grond van deze dossiers geen deugdelijk besluit kan nemen. Tot op heden heeft de teamexamencommissie (TEC) de diplomabeslissingen genomen in de toekomst zal de mbo-college examencommissie (MEC) steekproefsgewijs de diplomabeslissing verifiëren om zodoende de onafhankelijkheid van de diplomabeslissing te borgen. Tijdens ons onderzoek bleek dat de verkeerde versie van het kwalificatiedossier bij het diploma was gevoegd. Studenten zijn geëxamineerd op het dossier van cohort 2010 bij het diploma zijn de kerntaken van cohort 2008 vermeld. De inhoud van de opleiding is wel dezelfde maar de kerntaken verschillen, zodat er onjuiste informatie op het diploma staat. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 76 procent en een diplomaresultaat van 71 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de BC-ID 189, niveau 3 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteit van de opleiding Schoonheidsspecialist wordt voldoende geborgd. De zelfevaluatie en het teamplan van het team sluiten aan bij de kaderbrief. Sturingsinformatie is beschikbaar en toegankelijk onder andere via de ‘prestatiebox’. Deze sturingsinformatie wordt ook zichtbaar gebruikt door het
Pagina 34 van 54
team. De onderwijskwaliteit wordt gemonitord onder andere door twee keer per jaar een zelfevaluatie uit te voeren. Uitkomsten van deze monitoring worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen en verbeteren zodat sprake is van een cyclisch proces. Voor een aantal zaken bijvoorbeeld studenttevredenheid zijn expliciet normen opgesteld dit geldt echter niet voor alle aspecten. Dit zou aangescherpt kunnen worden. Ook is het team nog niet gewend om met het nieuwe format voor het teamplan te werken. Verbeteracties worden wel ingezet maar nog niet altijd vastgelegd in het teamplan, zij worden vastgelegd in de notulen van het team. Er is een goed werkende dialoog met studenten medewerkers en het beroepenveld, waarin ook verantwoording wordt afgelegd. De opleidingsmanagers spreekt vier keer per jaar met studenten en uitkomsten van studenttevredenheidsonderzoeken worden besproken met studenten. Voor de dialoog met het beroepenveld is een bedrijfsadviescommissie ingericht. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
4.5
Kapper (Junior Kapper) Het kwaliteitsonderzoek bij Kapper (Junior Kapper), 95120, niveau 2, locatie Arena 301 te Hilversum heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
3
Opbrengsten
4
Kwaliteitsborging
Kwaliteitsgebied 5
Naleving wettelijke vereisten
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
Het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging is niet voldoende. Hierdoor vindt vervolgtoezicht plaats vanwege niet naleving van de wettelijke vereisten op het gebied van kwaliteitsborging.
Pagina 35 van 54
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de vijf kwaliteitsgebieden weer. In bijlage IV is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 36 van 54
Beschouwing Algemeen Het team van de opleiding Junior Kapper werkt onvoldoende systematisch en planmatig aan de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteitsgebieden opbrengsten en het onderwijsproces zijn voldoende. Wel is merkbaar, met name wat betreft het onderwijsproces, dat een adequaat systeem om de kwaliteit te waarborgen ontbreekt. Wij zien wat dit gebied betreft een aantal aandachtspunten. Het kwaliteitsgebied examinering en diplomering is eveneens voldoende. De proeves van bekwaamheid worden binnen de school in een simulatiesetting afgenomen om een gelijke beoordeling meer te kunnen garanderen. Onderwijsproces Het onderwijsproces is als geheel genomen voldoende, maar er zijn wel tekortkomingen geconstateerd. Het beroepsgerichte deel van het eenjarige programma sluit aan op het kwalificatiedossier. De avo-vakken en LB worden verzorgd en conform de geldende vereisten getoetst. Studenten zijn positief over de opleiding en geven aan zich vertrouwd en gehoord te voelen. De opleiding beschikt over een goed geëquipeerde praktijkruimte die de komende tijd nog op onderdelen gemoderniseerd zal worden, en over een salon die recent is erkend als leerbedrijf. Wij hebben vastgesteld dat de inhoudelijke eisen die in het kwalificatiedossier zijn gesteld in de opleiding aan bod komen. Desondanks constateren wij enkele verbeterpunten ten aanzien van het onderwijsproces. Het eerste verbeterpunt is het programma: de algemene en de beroepsgerichte vakken vormen in het huidige programma geen samenhangend geheel. Ook binnen de beroepsgerichte vakken wordt de inhoud van de lessen vaktheorie en praktijk niet op elkaar afgestemd. De aandacht voor Nederlands en rekenen is een punt van zorg. In de studiewijzer 2012/13 staat dat studenten zeven uren avo-vakken in de week krijgen. In de praktijk blijken hiervan drie uur te zijn ingeroosterd, de overige vier zijn facultatief. Het niveau van Nederlands en rekenen van de studenten is dermate laag dat dit wel noodzakelijk zou zijn. Een duidelijke visie van de opleiding op de gekozen invulling ontbreekt. Tenslotte dwingen docenten onvoldoende af dat afspraken worden nagekomen. Daarmee wordt de ontwikkeling van een goede beroepshouding niet bevorderd. Studenten geven zelf aan behoefte te hebben aan een strengere cultuur; het zou meer rust geven om daadwerkelijk te werken en te leren. Het zou er bovendien toe leiden dat de beschikbare leertijd beter wordt benut.
Pagina 37 van 54
Examinering en diplomering De examinering is voldoende. De kwaliteit van het exameninstrumentarium voor Nederlands voldoet. Er wordt gebruik gemaakt van ingekocht materiaal van Bureau voor Interculturele Evaluatie respectievelijk Deviant. Dit materiaal is eerder als voldoende beoordeeld. De door de opleiding zelf ontwikkelde proeves dekken het kwalificatiedossier. Hoewel wij de betrouwbaarheid van de beoordeling voor deze opleiding als voldoende beoordelen, zou een concretere en meer precieze uitwerking van de beoordelingscriteria op basis van het kwalificatiedossier de betrouwbaarheid van de beoordeling ten goede komen. Dit is vooral van belang omdat de opleiding gebruik maakt van externe beoordelaars die mogelijk minder op de hoogte zijn van wat er precies op grond van het kwalificatiedossier wordt vereist. De proeves worden door middel van een simulatie binnen de school afgenomen om een gelijke beoordeling meer te kunnen garanderen. De keus van de opleiding om vaktheorie ook in de niveau 2-opleiding summatief te toetsen vinden wij positief. De opleiding is gericht op doorstroom naar niveau 3; op deze manier worden studenten daar op voorbereid. Om te voorkomen dat de theorie een struikelblok wordt ligt de cesuur relatief laag. De procedure voorafgaand aan de diplomabeslissing is zorgvuldig wanneer we het aantal controlemomenten op volledigheid van het dossier beschouwen. Wij zien echter wel een risico ten aanzien van de onafhankelijkheid van de teamexamencommissie (TEC). Vanwege de huidige samenstelling van de examencommissie - alle leden zijn verbonden aan de opleiding en vervullen meerdere rollen - is het mogelijk lastig om daadwerkelijk onafhankelijk te beoordelen of een kandidaat aan de diplomavereisten voldoet. Opbrengsten De opbrengsten zijn met een jaarresultaat van 64 procent en een diplomaresultaat van 52 procent voldoende. Voor de beoordeling van de opbrengsten, gebaseerd op de BRON-gegevens 2011-2012 zijn de resultaten van de BC-ID 088 , niveau 2 gebruikt. In bijlage II is te zien welke opleidingen hierbij betrokken zijn. Kwaliteitsborging De kwaliteit van de opleiding Junior Kapper wordt onvoldoende geborgd. De opleiding beschikt niet over een volledig en werkend systeem voor kwaliteitsborging. In de praktijk bestaan er twee systemen die elkaar weliswaar
Pagina 38 van 54
op onderdelen raken, maar geen samenhangend geheel vormen en die allebei te weinig focus hebben. Enerzijds werkt de opleiding met een systeem waarbij door het onderwijsteam geformuleerde verbeterdoelen door verschillende docenten (aanspreekpunten) worden uitgewerkt in zogenaamde SMART’s. Positief aan dit systeem is dat het ‘van de opleiding’ is, en iedereen zich eigenaar voelt van een onderdeel ervan. Gemist wordt echter het totaaloverzicht waardoor het niet goed mogelijk is verbeterpunten te identificeren en de juiste acties in te zetten. Als evaluatieinstrument is het gekozen systeem niet geschikt: het is niet is opgezet als een systeem om de kwaliteit van de opleiding in den brede te evalueren en te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is dat de opleiding dit schooljaar stevig heeft ingezet op het verbeteren van het didactisch handelen. Een onderliggende (probleem)analyse op dit punt ontbreekt echter, waardoor niet duidelijk is waarom geinvesteerd wordt in didactisch handelen. Anderzijds is er het formele systeem van zelfevaluatie, teamactie- en verbeterplannen. Als zelfevaluatie-instrument wordt het toezichtkader van de inspectie gebruikt. Daarmee is geborgd dat ten minste op alle wettelijke vereisten wordt geëvalueerd. Het opleidingsmanagement gaf echter aan dat het toezichtkader als evaluatie-instrument voor hen niet hanteerbaar is. Het vereist allereerst veel zelfinzicht en het is voor hen bovendien onvoldoende duidelijk wat de beoordelingsaspecten precies omvatten. Dat maakt dat het voor deze opleiding (op dit moment) geen goed instrument is om als kwaliteitsborginginstrument in te zetten. Voor beide systemen geldt dat adequate (probleem)analyses ontbreken, dat de uitwerking van (verbeter)doelen in de SMART’s en in de teamactieplannen te weinig concreet zijn en dat de activiteiten die de opleiding uitvoert onvoldoende een vervolg krijgen, waardoor geen sprake is van een kwaliteitscyclus. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen. Onderwijstijd Over het onderzoek naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bent u separaat per brief geïnformeerd. Schoolkosten/wettelijke bijdragen De opleiding voldoet aan de eisen gesteld in artikel 8.1.4 van de WEB.
Pagina 39 van 54
5
BIJLAGEN
Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
2. 3.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 40 van 54
Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruik gemaakt van onderstaande norm. Voor een oordeel voldoende moet ten minste aan één van de twee normen zijn voldaan. Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
1
60,7
45,1
2
56,5
45,2
3
65,3
67,3
4
64,2
67,3
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. De borging van de kwaliteit van de examinering moet voldoende zijn, om tot een voldoende beoordeling van de kwaliteitsborging te komen. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• • •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Pagina 41 van 54
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Normering Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bijvoorbeeld onderwijstijd).
Pagina 42 van 54
Bijlage II Overzicht BC-ID's Hieronder is per onderzochte BC-ID aangegeven welke opleidingen betrokken zijn bij het bepalen van de opbrengsten.
Overzicht BC-ID's BC-ID: BC-152
Niveau: 4
Crebo:
Opleiding:
10386
Horeca-Ondernemer Cafe/Bar en Fast Food
10388
Horeca-ondernemer/-manager
10819
Ondernemer Bakkersbedrijf
90301
Manager/ondernemer café-bar
90303
Manager/ondernemer horeca
90304
Ondernemer bakkerij
BC-ID: BC-212
Niveau: 2
Crebo:
Opleiding:
10220
Bromfietstechnicus
10221
Fietstechnicus
90871
Scootertechnicus
90872
Fietstechnicus
BC-ID: BC-189
Niveau: 3
Crebo:
Opleiding:
10506
Schoonheidsspecialist
91190
Schoonheidsspecialist (Schoonheidsspecialist)
BC-ID: BC-088
Niveau: 2
Crebo:
Opleiding:
10508
Kapper
91172
Kapper (Junior kapper)
95120
Junior Kapper
Pagina 43 van 54
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren kwaliteitsborging instellingsbreed Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage 1 voor normering per gebied.
Pagina 44 van 54
Bijlage IV Beoordeling indicatoren opleiding DTP-er (Allround DTP-er) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 45 van 54
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Ondernemer horeca/bakkerij (Manager/ondernemer horeca) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
•
Pagina 46 van 54
Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
1.3.1
Interactie
•
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
• • • • • • • • • •
Pagina 47 van 54
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Tweewielertechniek (Fietstechnicus) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
• • • • • • • • •
Pagina 48 van 54
Gebied 1: Onderwijsproces 1.5.2
Materiële voorzieningen
Voldoende Onvoldoende
•
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering
• • • • • Voldoende Onvoldoende
2.1
Exameninstrumentarium*
•
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
•
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
• • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • •
Pagina 49 van 54
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
Schoonheidsspecialist Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
• • • • • • • •
Pagina 50 van 54
Gebied 1: Onderwijsproces 1.8.2
Derdelijnszorg
Voldoende Onvoldoende
•
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• • • • • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
•
Pagina 51 van 54
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1.1
Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Kapper (Junior Kapper) Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
• • • • • Voldoende Onvoldoende
•
Pagina 52 van 54
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 3: Opbrengsten 3.1
Rendement
3.1.1
Jaarresultaat en/of diplomaresultaat
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • Voldoende Onvoldoende
• • Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
•
Pagina 53 van 54
Bijlage V Oordeel voorafgaande aan herstel De inspectie heeft tijdens het onderzoek een wezenlijke maar relatief eenvoudig te herstellen tekortkoming geconstateerd. In deze bijlage is de bevinding en het oordeel voorafgaand aan herstel weergegeven. Het in deze bijlage opgenomen oordeel wordt betrokken bij het in het onderwijsverslag gegeven landelijke beeld over de kwaliteit. Manage/ondernemer horeca, 90303 Aspect 2.1 Exameninstrumentarium Indicator 2.1.3 Cesuur
Oordeel voorafgaande het herstel: Bij kerntaak 1 kan de beoordeling lager uitpakken dan voor de vakbekwaamheid van het beroep noodzakelijk is. De cesuurbepaling van de totale kerntaak ligt met de gehanteerde score onder de 75% van de werkprocessen die de instelling aangeeft. Ook zitten er slordigheden in de telling, waardoor de cesuur niet altijd correct weergegeven is. Verbetering: De instelling heeft de cesuur aangepast waarmee ervoor gezorgd is dat de beoordeling in totaal niet lager uitpakt dan voor de vakbekwaamheid van het beroep noodzakelijk is.
Pagina 54 van 54