ROC Menso Alting Jaarverslag 2013
Leeswijzer Dit jaarverslag is geschreven voor alle stakeholders van ROC Menso Alting. Allereerst voor het ministerie van OCW, maar ook voor studenten, ouders, medewerkers, samenwerkingspartners en iedereen die geïnteresseerd is. De opbouw van het jaarverslag is als volgt: In hoofdstuk 1 vindt u algemene informatie over de organisatie. In hoofdstuk 2 vindt u de missie, visie en strategie. In hoofdstuk 3 staan de behaalde resultaten binnen de aandachtsgebieden onderwijs, medewerkers, financiën en bedrijfsvoering naar aanleiding van de doelstellingen zoals geformuleerd in het koersplan 2008-2013. In hoofdstuk 4 is een continuïteitsparagraaf opgenomen. In hoofdstuk 5 wordt aan de hand van de jaaragenda zicht gegeven op de speerpunten voor 2014. Tenslotte vindt u in hoofdstuk 6 t/m 8 de kengegevens en resultaten van ROC Menso Alting. Deze gegevens onderbouwen de resultaten zoals beschreven in hoofdstuk 3.
Reactie Wij kunnen ons voorstellen dat u na lezing van dit jaarverslag nog vragen, opmerkingen, of suggesties hebt. U kunt reageren via E:
[email protected], of T: (050) 524 45 80.
Lijst met gebruikte afkortingen BBL BOL BPV BVE BYON DUO JOB KD OOP OP ROC RMC VSV
: Beroepsbegeleidende leerweg (combinatie werken en leren) : Beroepsopleidende leerweg (leren op school, stage in bedrijf of instelling) : Beroepspraktijkvorming (praktijkgedeelte van de opleiding) : Beroeps- en volwasseneneducatie : Bring Your Own Device : Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen CFI & IBG) : Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs : Kwalificatiedossier : Onderwijsondersteunend personeel : Onderwijzend personeel : Regionaal opleidingencentrum : Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdig Schoolverlaters : Voortijdig schoolverlaten (jonger dan 23 jaar, zonder startkwalificatie)
2
ROC Menso Alting Groningen Correspondentieadres Postbus 448 9700 AK Groningen Bezoekadres Vondelpad 4 T (050) 524 45 80 F (050) 524 45 90 E-mail/website
[email protected] www.rocmensoalting.nl
INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1. Algemeen 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Organisatie Organisatiestructuur Governance Raad van Toezicht College van Bestuur Medezeggenschap
2. Missie, visie & strategie 3. Ontwikkelingen in 2013 3.1 3.2 3.3 3.4
Stichting ROC Menso Alting Zwolle Assendorperdijk 55 8012 EG Zwolle T (088) 850 87 75 E:
[email protected]
Onderwijs Medewerkers Financiën Bedrijfsvoering
4. Kwaliteit 4.1. Organisatiecyclus 4.2. Zelfevaluatie
5. Continuïteitsparagraaf 5.1. Strategische personeelsplanning 5.2. Strategische huisvestingplanning 5.3. Indicatoren en definities continuïteit school
6. Jaaragenda 2014 7. Kengegevens studenten & opleidingen 8. Kengegevens medewerkers 9. Resultatenbox 9.1. Diplomaresultaat 9.2. Jaarresultaat 9.3. Voortijdig schoolverlaten 9.4. Studenttevredenheid 9.5. Klachten 9.6. Oordeel Inspectie van Onderwijs
3
VOORWOORD
Markeer succesmomenten. Dit is een advies dat vaak aan organisaties wordt gegeven. Successen waren er zeker het afgelopen jaar. Goed om daar dit jaarverslag mee te beginnen. ROC Menso Alting scoorde een mooie tweede plaats in de Mbo-keuzegids 2013, het Inspectietoezicht mondde uit in een grotendeels positief eindrapport en uit het medewerkersonderzoek bleek dat medewerkers met veel plezier en toewijding bij het Menso Alting werken. Al met al mooie resultaten die onderling absoluut verband met elkaar houden. Het vele werk wordt door een groep betrokken medewerkers met enthousiasme opgepakt. Wanneer de resultaten dan ook nog goed zijn is dit een bekroning op ieders werk. Dat de dingen goed gaan wil niet zeggen dat we stil kunnen gaan zitten. Er komt ook in 2014 weer veel op ons af. Met name de invoering van Focus op Vakmanschap vergt de nodige voorbereidingen. Met alle betrokkenen worden acties op een projectmatige manier aangepakt waarbij de focus niet ligt op de verandering maar op de kwaliteit van het onderwijs. Deze werkwijze past mooi in de lijn die middels het nieuwe koersplan in 2014 wordt uitgezet. Hernieuwde aandacht voor identiteit en kwaliteit zijn hierin de pijlers van waaruit gewerkt wordt. Naast het uitbouwen van ROC Menso Alting als een school met een helder, christelijk profiel willen we op onderwijsgebied het beste uit onszelf blijven halen. Wat we doen, doen we goed. We hebben het koersplan dan ook de titel “goed voor elkaar” meegegeven. Speerpunten voor de komende jaren zijn professionalisering, duurzaamheid, ICT en begeleiding. Het personeel van ROC Menso Alting bestaat uit een groep betrokken, professionele en enthousiaste medewerkers. Wij zien de interne en externe ontwikkelingen als een kans om het onderwijs nog beter vorm te geven. Dit wordt gezien en gewaardeerd; de aanmeldingen waren het afgelopen jaar hoger dan ooit tevoren. Er is dus een groeiende markt voor goed christelijk onderwijs. Dit is een signaal dat we op de goede weg zijn en het geeft vertrouwen voor de toekomst.
Gerlof Boersma directeur ROC Menso Alting
ONTMOET ELKAAR 3 4
1. ALGEMEEN 1.1.
Organisatie
Ontstaansgeschiedenis ROC Menso Alting is in 1978 ontstaan met de start van de 3-jarige Middelbare Opleiding voor Verpleegkunde. Het Gomarus College – gereformeerde school voor voortgezet onderwijs – bestond toen al, maar van gereformeerd middelbaar beroepsonderwijs was nog geen sprake. In de daarop volgende jaren werden er sociale opleidingen aan het mbo-aanbod toegevoegd en veranderde de naam van de school in MDGO. Vanaf 1989 werden hier ook de MEAO-opleidingen aan toegevoegd die tot dan toe waren ondergebracht bij het Gomarus College. Vanaf 1991 voerde de school de naam Menso Alting College en per 1 januari 2007 de huidige naam: ROC Menso Alting. Structuur ROC Menso Alting maakt sinds 2008, samen met het Gomarus College, deel uit van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. De school is onderverdeeld in de afdelingen Economie, Gezondheidszorg en Onderwijs & Welzijn. In 2008 is in samenwerking met Landstede een vestiging in Zwolle gestart. ROC Menso Alting Zwolle en Landstede werken samen onder het BRIN-nummer van Landstede. Daarnaast valt de vestiging in Zwolle onder een stichting die de identiteit van het merk Menso Alting bewaakt. Op 1 oktober 2012 had de vestiging in Groningen 600 en de vestiging in Zwolle 750 studenten. Over de vestiging in Zwolle wordt verantwoording afgelegd in het jaarverslag van Landstede. Omdat ROC Menso Alting onderdeel is van de Stichting Gereformeerde Scholengroep, vindt u het bericht van de Raad van Toezicht, de jaarrekening en de verklaring bevoegd gezag in het jaarverslag van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. Het jaarverslag van de GSG is te vinden op www.gsg.nl.
1.2.
Organogram
Raad van Toezicht GSG
College van Bestuur GSG
Gomarus College
ROC Menso Alting
Dienstencentrum
Directiesecretariaat Onderwijskundig bureau
Leerlingenadministratie
Kwaliteitszorg
Examenbureau
Communicatie en Voorlichting
Conciërges
Economie
Gezondheidszorg
5
Onderwijs & Welzijn
1.3.
Governance en sturing
De Gereformeerde Scholengroep volgt in haar verantwoording de Code Goed Bestuur BVE. In toezicht, bestuur en management spelen onderstaande actoren en instrumenten een rol. Rol Toezicht
Functie Raad van Toezicht
Bestuur
College van Bestuur
Management
Directeur & Management
1.4.
Documenten Statuten Code Goed Bestuur BVE Zelfevaluatie RvT Financiële rapportage (4x per jaar) Koersplan Jaaragenda Jaarverslag Zelfevaluatie Financiële rapportage (4x per jaar) Koersplan Jaaragenda Schoolplan Teamplannen Zelfevaluatie Inspectierapport Externe audits
Overleg De RvT vergadert 12x per jaar in aanwezigheid van de bestuurder Jaarlijks beoordelingsgesprek met de bestuurder RVT bezoekt 1x per jaar de scholen Vergadering met MR Gomarus college & OR Vergadering met GSG directeuren
Directeurenoverleg GSG Individueel overleg met de directeuren
MT-overleg Individueel overleg tussen directeur en managers Voortgangsgesprek met managers Teamoverleg Voortgangsgesprekken met medewerkers Studentpanels
Samenstelling Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht J.B. Modderman (voorzitter) S. Otten (vicevoorzitter) J.P. van Barneveld (auditcommissie) M.E. Boon (auditcommissie) mw. G.J. Ronda (lid) mw. S. Vermeulen- van Duijvenvoorde (ambtelijk secretaris) Het bericht van de Raad van Toezicht vindt u in het jaarverslag van de Gereformeerde Scholengroep, via: www.gsg.nl.
1.5.
Samenstelling College van Bestuur
De Gereformeerde Scholengroep heeft een eenhoofdig College van Bestuur. Deze functie werd tot 1 juli 2013 uitgeoefend door interim-bestuurder Wybe Sierksma. Per 1 juli 2013 is Tjisse Stelpstra benoemd.
6
1.6.
Medezeggenschap
Op ROC Menso Alting zijn medezeggenschapsorganen ingesteld voor studenten en voor medewerkers. Voor studenten is er de studentenraad en voor medewerkers de ondernemingsraad. Ook in 2013 waren beide organen actief.
Studentenraad Sinds de oprichting op 4 juli 2011 timmert de studentenraad aan de weg. De overleggen zijn wisselend met en zonder directeur. De verhouding tussen directeur en studentenraad is goed, waardoor er wederzijds vertrouwen is. De leden krijgen professionele ondersteuning via de ambtelijk secretaris Medezeggenschap. De studentenraad is na de zomervakantie van 2013 gewijzigd van samenstelling. Dat betekende een nieuwe crew en een frisse blik. Er is een goede afvaardiging per afdeling (economie, welzijn en zorg). De leden weten elkaar te vinden en komen met eigen ideeën voor verbetering. Formeel is in 2013 instemming verleend aan de onderwijsovereenkomst, de ICT-verklaring, het financieel reglement en het deelnemersstatuut.
Ondernemingsraad Ook binnen de ondernemingsraad was er in 2013 sprake van een wisseling van de wacht. Drie OR-leden namen afscheid en drie nieuwe leden werden verwelkomd. Daarom stond dit jaar in het teken van kennismaken en leren: o De nieuwe leden maakten kennis met het werk van de OR en met elkaar. Ook is er kennisgemaakt met de nieuwe bestuurder en de Raad van Toezicht. Zowel de bestuurder als de RvT zullen de komende jaren met enige regelmatig met de OR overleggen. o De voltallige OR heeft een scholing gevolgd. Doel was om op één lijn te komen en om te leren wat ORwerk is en wat je als OR moet en mag binnen de school. De OR streeft daarbij naar transparantie en zichtbaarheid. In 2013 hebben met name de financiën en de vakantieregeling de aandacht gehad. De belangrijkste thema’s voor 2014 zijn: Gezonde school, identiteit, werkdruk, kwaliteit en functioneren en beoordelen.
7
2. MISSIE, VISIE, STRATEGIE en ORGANISATIECYCLUS Missie Wat zijn we ROC Menso Alting is een gereformeerd mbo voor christenen met opleidingen binnen de sectoren Economie, Gezondheidszorg en Onderwijs & Welzijn. Wat doen we We bieden onze bewust christelijke student een beroepsopleiding aan en reiken handvatten voor het uitoefenen van het beroep vanuit een christelijke levenshouding. Ons onderwijs is competentiegericht en sluit aan op de leerstijl en het leertempo van de student. Naast houding en vaardigheden heeft ook de kenniscomponent een belangrijke rol. Onze medewerkers hebben aandacht voor de individuele student en bieden een omgeving waarin hij zich optimaal kan ontwikkelen. Ons motto We doen dit onder het motto Ontmoet elkaar. Relaties nemen binnen de christelijke mensvisie een centrale plaats in en ze vormen een wezenlijk onderdeel binnen het onderwijs en de pedagogische opdracht van ROC Menso Alting. Wil je kunnen groeien in je beroep, in de ontwikkeling van je talenten en in je geloof, dan is de ontmoeting met de ander onmisbaar. We denken hierbij ook aan de ontmoeting met God. Ontmoeten betekent luisteren, spreken, je mening geven, respecteren, lezen, bidden. We vinden het belangrijk onze studenten te leren de dialoog aan te gaan in hun (werk)omgeving en in de samenleving. Ontmoeten betekent ook dat we ons als school willen verbinden met de samenleving, dat we van betekenis willen zijn voor onze omgeving. We zien het als onze opdracht om op deze manier tegenwicht te bieden aan de individualisering van deze tijd.
Visie & strategie Onderwijs Waar willen we naartoe? We willen onze studenten voorbereiden op een beroep of een vervolgopleiding. We streven in ons competentiegerichte onderwijs naar een balans tussen theorie en praktijk, waarbij kennis, vaardigheden en houding samen de basis vormen. We zien het Menso Alting binnen de context van het onderwijs zoals dat in Nederland is ingericht. Dat betekent dat we streven naar een goede aansluiting op het vmbo en het hbo. Waar hebben we aan gewerkt? In 2013 zijn op basis van de jaaragenda en de zelfevaluatie de volgende thema’s aan de orde geweest: Verhogen van de opleidingstijd in het kader van de 1.000-urennorm Invoeren vernieuwde kwalificatiedossiers Onderzoek entree-opleidingen Intake in relatie tot passend onderwijs Intensivering van de loopbaanbegeleiding Vakcollege Mens & Dienstverlenen Op pagina 11 van dit jaarverslag leest u meer over de behaalde resultaten.
8
Medewerkers Waar willen we naartoe? Door middel van deskundigheid en betrokkenheid bereiden onze medewerkers studenten voor op de beroepspraktijk of een vervolgopleiding. Onze medewerkers zijn inspirerende en bevlogen deskundigen die oog en hart hebben voor de organisatie en de individuele student. De identiteit van de school vraagt bovendien om medewerkers met een positief christelijke houding. Waar hebben we aan gewerkt? In 2013 zijn op basis van de jaaragenda en de zelfevaluatie de volgende thema’s aan de orde geweest: Uitzetten van het medewerkersonderzoek Visie en beleid op professionaliseren, ontwikkelen en implementeren Beoordelen binnen het systeem functioneren en beoordelen Afronden identiteitstraject Op pagina 13 van dit jaarverslag leest u meer over de behaalde resultaten.
Financiën Waar willen we naartoe? Inmiddels is het actieplan Mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015 aan de Tweede Kamer aangeboden. Hierin wordt een accent op de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs gelegd en de uitwerking van bezuinigen aangekondigd. Daarin wordt ook de lijn geschetst naar verkorting van de opleidingsduur tot drie jaar en een verzwaring van de onderwijstijd in het eerste jaar tot 1000 uur. Bovendien dient het mbo een stevige inspanning te leveren in verband met de verzwaring van de opleidingseisen met betrekking tot rekenen en taal. Het is voor ROC Menso Alting nog niet in te schatten wat de exacte gevolgen hiervan zullen zijn. Wij houden rekening met het teruglopen van de bekostiging en een toename van de kwaliteitseisen. Waar hebben we aan gewerkt? In 2013 zijn op basis van de jaaragenda en de zelfevaluatie de volgende thema’s aan de orde geweest: Invoeren van de nieuwe bekostigingssystematiek Aanpassen financieel reglement Op pagina 15 van dit jaarverslag leest u meer over de behaalde resultaten.
Bedrijfsvoering Waar willen we naartoe? ROC Menso Alting is een professionele, transparante organisatie. We hebben zicht op onze prestaties en de effecten daarvan en kunnen sturen op kwaliteit. We zijn transparant naar onze stakeholders. De inrichting van het gebouw en de ict-omgeving zijn erop gericht de onderwijsorganisatie zo efficiënt mogelijk te laten functioneren. Waar hebben we aan gewerkt? In 2013 zijn op basis van de jaaragenda en de zelfevaluatie de volgende thema’s aan de orde geweest: Ontwikkelen koersplan 2013-2018 Onderzoek Bring Your Own Device Onderzoek naar gebruik van iPads in het primair proces Maken van afspraken over de bestuurlijke participatie en vertegenwoordiging in de regio
9
Op pagina 19 van dit jaarverslag leest u meer over de behaalde resultaten.
10
3. Ontwikkelingen in 2013 3.1.
Onderwijs
Focus op Vakmanschap Verhogen van de onderwijstijd Met ingang van het schooljaar 2014-2015 moeten alle dan startende cohorten voldoen aan de 1000-urennorm. In dat kader is er in december 2013 een projectgroep in het leven geroepen. De projectgroep heeft de opdracht gekregen richtlijnen te formuleren op basis waarvan de teams een onderbouwde invulling kunnen geven aan curricula die voldoen aan de 1000-urennorm, gericht op kwaliteit van onderwijs. Bij het formuleren van deze richtlijnen wordt uitgegaan van zowel externe als interne kaders. Belangrijkste uitgangspunt daarbij is kwaliteit. Onderwijstijd is daarmee duidelijk een middel om kwaliteit te bereiken. De projectgroep zal de richtlijnen in februari 2014 opleveren.
Invoeren vernieuwde kwalificatiedossiers In verband met het uitstel van de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers zijn de activiteiten die in 2013 in dat kader gepland waren op een laag pitje komen te staan. ROC Menso Alting volgt de ontwikkelingen rond de nieuwe dossiers op de voet. De conceptkwalificatiedossiers geven waar mogelijk wel input voor de curricula die op basis van de invoering van de 1000-urennorm worden herzien.
Onderzoek entree-opleidingen In 2013 stonden we voor de vraag of we wel of niet gaan starten met de entree-opleiding. Samen met de andere ROC’s en het AOC in Groningen zijn afspraken gemaakt over de invulling van het entree-onderwijs in Groningen. De vier mbo-instellingen richten één loket in waar alle aanmeldingen voor entree-onderwijs worden opgepakt en afgehandeld. De medewerkers die dit loket bemensen moeten goed in staat zijn om vraag en -aanbod te matchen. Hiermee kan (mede) voorkomen worden dat er negatieve bindende studieadviezen worden afgegeven en dat leerlingen shoppen c.q. rondgepompt worden tussen de verschillende mboinstellingen. De medewerkers moeten boven de belangen van de afzonderlijke instellingen hun oordeel kunnen geven over plaatsbaarheid. Welke rol kan ROC Menso Alting hierin spelen? Momenteel bieden wij geen opleidingen aan op niveau 1. Ondanks de wens om iets te willen betekenen voor deze doelgroep zijn er weinig concrete punten te noemen die aanleiding geven om hier actief op in te zetten. We zijn geen specialisten in het aanbieden van opleidingen op niveau 1 en 2. Er zijn in de regio scholen die een goed aanbod hebben en waar de beoogde doelgroep al jaren naartoe gaat. Er is dan ook besloten niet te starten met de entree-opleiding.
Ongediplomeerde instroom in niveau 2, 3 en 4 Met ingang van 1 augustus 2014 mogen studenten die niet voldoen aan de toelatingseisen, niet meer zonder meer worden toegelaten tot een opleiding op niveau 2 of hoger. De Noordelijke mbo-instellingen zullen op dit vlak samen beleid ontwikkelen. Het doel hiervan is rechtsgelijkheid voor aspirant-studenten die niet voldoen aan de wettelijke vooropleidingseisen. We willen komen tot een gezamenlijke procedure rond het onderzoek naar de toelaatbaarheid van de aspirant-student. Daarom is in het najaar van 2013 een werkgroep in het leven geroepen. De werkgroep zal de procedure in het voorjaar van 2014 opleveren en beschikbaar stellen voor alle toeleverende organisaties (vmbo, leerplicht/RMC, werkgevers en UWV/Sociale Diensten) en via de websites van de verschillende mbo-instellingen.
Intake in relatie tot passend onderwijs In het afgelopen jaar hebben we een verandering doorgevoerd in de wijze waarop we de intake en de begeleiding van onze studenten vormgeven. Om op een goede wijze invulling te geven aan het begeleidingsprofiel dat we hebben vastgesteld, wordt elke nieuwe aanmelding inhoudelijk gescreend door het zorgadviesteam. Aan dit zorgadviesteam is met ingang van dit jaar een orthopedagoog toegevoegd die zijn kennis en kunde inzet om samen tot een juist begeleidingsaanbod te komen. Het zorgadviesteam bepaalt of een student gebruik maakt van ons standaard begeleidingsaanbod of dat een student in aanmerking komt voor extra begeleiding. Om vanuit het vaststellen van de begeleidingsbehoefte te komen tot een passende uitvoering is de wijze waarop we deze begeleiding vormgeven gewijzigd. Voor de reguliere studenten volstaat 11
het standaard aanbod. Voor hen verandert er niet veel. Voor de studenten die gebruik gaan maken van extra begeleiding stelt de orthopedagoog in samenspraak met de student een handelingsplan op. Om de gemaakte afspraken op de juiste wijze uit te voeren instrueert en ondersteunt de orthopedagoog zowel de coach als het opleidingsteam in het begeleiden van de student. Daarmee leveren we maatwerk voor zowel onze studenten als onze medewerkers.
Vakcollege Mens & Dienstverlenen Het Vakcollege is een opleidingsconcept voor vmbo-leerlingen van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg die vanuit de praktijk willen leren. Dit concept kenmerkt zich door de omvang van praktijklessen en een duidelijke focus op de praktijk, vanaf het eerste leerjaar. In het Vakcollege werken vmbo en mbo samen. Het Gomarus College is vier jaar geleden gestart met het Vakcollege Techniek. ROC Menso Alting speelt hierin geen rol. Het is de bedoeling dat in schooljaar ’14-’15 gestart wordt met het Vakcollege Mens & Dienstverlenen. Samenwerking tussen Gomarus College en ROC Menso Alting is vanwege de overlap in het opleidingsaanbod in dit geval wél waardevol. De samenwerking richtte zich dit jaar op het verkennen van de mogelijkheden en het afstemmen van de beroepsgerichte keuzedelen. Hier zijn nog geen concrete vervolgstappen uit voortgevloeid.
Taal en rekenen Taal Dit jaar stond in het teken van het bewust maken van het belang van taalonderwijs bij de collega’s in de onderwijsteams. Het taalniveau van studenten is nog te laag en dat moet de komende jaren veranderen. Collega’s worden medeverantwoordelijk gemaakt voor het tijdig signaleren van een taalachterstand. We hebben een studiemiddag gewijd aan de verschillende taalniveaus en het begeleiden van studenten naar een hoger taalniveau. Het talenteam ontwikkelde naar aanleiding van deze studiemiddag beoordelingsformulieren voor presentaties, verslagen en zakelijke brieven. Ook werden formats ontwikkeld voor studenten om verslagen en zakelijke brieven vorm te geven. Deze formulieren en formats worden vanaf komend schooljaar schoolbreed ingezet. Hiermee hebben we ons doel voor dit schooljaar gehaald als het gaat om integratie van taalonderwijs binnen de verschillende opleidingen. Ook dit jaar waren de centrale examens een belangrijk onderwerp. Voor studenten die op niveau 4 afstuderen geldt vanaf volgend schooljaar resultaatverplichting voor Nederlands. Hierdoor moesten de meeste tweedejaarsstudenten dit schooljaar al examen doen. De behaalde resultaten tellen mee voor het eindcijfer. Differentiatie staat ook in 2014 op de agenda. Het blijft een moeilijk punt om te differentiëren binnen de klassen omdat er sprake is van grote diversiteit aan kennis en vaardigheden, afhankelijk van het diploma waarmee de student binnen is gekomen.
Rekenen De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan het fundament van het rekenonderwijs. In 2013 lag de focus op de organisatie en planning van de centrale examens voor zowel de niveau 3- als niveau 4-opleidingen. Zo bereiden we ons gedegen voor op de overgang van pilotexaminering naar de daadwerkelijke examinering. De niveau 3- opleidingen deden dit jaar voor het eerst mee aan de pilotexamens. Door de deelname van zowel niveau 3 als 4 krijgen we een goed beeld van de organisatorische mogelijkheden en onmogelijkheden: hebben we voldoende faciliteiten of moeten we naar andere opties kijken. Dit is een proces waar we nog midden in zitten. Deelname aan deze pilot geeft ons daarnaast inzicht in de voortgang van de studenten. Op basis van de resultaten kunnen we zeggen dat we op de goede weg zijn, maar dat er nog een flinke uitdaging ligt.
12
3.2.
Medewerkers
Medewerkersonderzoek In januari 2013 is in samenwerking met Effectory een medewerkersonderzoek uitgezet. De resultaten van dit onderzoek zijn positief, met uitschieters op het gebied van betrokkenheid, tevredenheid en veranderingsbereidheid. Duidelijke aandachtspunten zijn de rolduidelijkheid en de behoefte aan feedback van de leidinggevende. Eind 2013 is de afdeling P&O daarom gestart met het opnieuw vaststellen van het functiebouwwerk en het herschrijven van de functiebeschrijvingen. Hiermee is een start gemaakt met het verbeteren van de rolduidelijkheid. In 2014 wordt dit traject afgerond. Daarnaast zijn alle afdelingen in 2013 gestart met het voeren van functioneringsgesprekken. Zo krijgen de medewerkers onder meer zicht op hun functioneren en duidelijkheid over de verwachte resultaten. Medewerkersonderzoek januari 2013 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
ROC Menso Alting Benchmark Onderwijs
Beoordelen binnen het systeem functioneren en beoordelen Met ingang van schooljaar 2012-2013 zijn we gestart met het voeren van functioneringsgesprekken. Deze gesprekken zijn onderdeel van de gesprekscyclus functioneren en beoordelen. Dit is een cyclus van twee jaar waarin twee functioneringsgesprekken en aansluitend een beoordelingsgesprek plaatsvinden. Door middel van deze cyclus gaan we structureel met onze medewerkers in gesprek over hun professionele en persoonlijke ontwikkeling. De doelstelling van deze cyclus is het optimaliseren van zowel het functioneren van de individuele werknemer als van de organisatie. In schooljaar 2014-2015 vindt de eerste ronde beoordelingsgesprekken plaats. Leidinggevenden worden hier in 2014 voor geschoold.
Visie en beleid op professionaliseren ontwikkelen en implementeren Tot aan schooljaar 2012-2013 werd deskundigheidsbevordering ad hoc vormgegeven. In de tweede helft van 2012 is daarom een projectgroep professionalisering ingesteld die professionalisering een impuls moet gaan geven. Deze projectgroep heeft het begin 2013 advies uitgebracht aan het management in het adviesdocument Tijd voor Professionalisering! In dit advies worden met name aanbevelingen gedaan op het gebied van functioneren en beoordelen, duidelijkheid over de functieomschrijving en organisatiedoelstellingen en het inzetten op collegiale consultatie. Zoals al genoemd is in 2013 al een impuls gegeven aan het ontwikkelen van een doorgaande lijn van functioneren en beoordelen. Ook is gestart met het herschrijven van de functieomschrijvingen. Hiermee maken we een flinke verbeterslag. In 2014 zullen we in het kader van collegiale consultatie onder meer flitsbezoeken 13
gaan introduceren. Daarnaast worden de aanbevelingen uit het adviesdocument Tijd voor Professionalisering! meegenomen in het koersplan 2014-2018.
Afronden identiteitstraject Met de start van het schooljaar is er een presentatie gehouden over de opbrengsten van het identiteitstraject. Het identiteitstraject is echter geen traject met een einddatum. We willen ons ook in de toekomst blijven focussen op hoe we vorm willen geven aan identiteit. Voor nu is er een identiteitsdocument opgesteld waarin we nieuwe studenten uitleggen hoe identiteit in onze organisatie vorm krijgt. Daarnaast loopt het identiteitstraject door in de activiteiten die door het schooljaar heen worden georganiseerd.
14
3.3.
Financiën
Ontwikkelingen De door het Rijk voorgenomen bezuinigingen op het mbo zullen samen met een nieuw bekostigingssysteem voor de instellingen uitgewerkt worden. In het actieplan MBO Focus op Vakmanschap 2011-2015 wordt een accent gelegd op de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Ook wordt de uitwerking van bezuinigingen aangekondigd. Daarin wordt ook de lijn geschetst naar verkorting van de opleidingsduur tot drie jaar en een verzwaring van de onderwijstijd in het eerste jaar tot 1000 uur. Bovendien dient het mbo een stevige inspanning te leveren in verband met de verzwaring van de opleidingseisen met betrekking tot rekenen en taal. Voor de ontwikkeling van een aangepast curriculum is een projectgroep opgezet. De verwachting is dat de invoering hiervan een extra personeelsinzet zal gaan vragen. De aangepaste bekostiging zal een verhoging van de rijksbijdrage opleveren die hier grotendeels voor wordt gebruikt.
Gewijzigde begroting In 2012 is een begroting opgesteld met de looptijd van augustus 2012 t/m juli 2013. Door een begroting op schooljaar te maken willen we de verbinding tussen de primaire processen en de sturing daarvan verbeteren. Het opzetten van een goede financiële planning- en controlecyclus ten behoeve van het verbeteren van de beheersing van de kosten heeft in 2013 de nodige aandacht gekregen. Vooral het tijdig leveren van adequate informatie is verder gestroomlijnd. Verdere ontwikkelingen op het gebied van de koppeling tussen beleid en beheer blijven nodig, alsook het verder verbeteren van beleidsrijke meerjarenprognoses.
Aanpassen financieel reglement Het financieel regelement is opgesteld en in werking getreden. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Inspectie zal de inhoud van het reglement worden bijgesteld in het komende jaar.
Financieel resultaat Het resultaat over 2013 is € 83.000 hoger dan begroot. De afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn als volgt:
Afwijking begroting Rente Overige lasten Huisvesting Afschrijvingen Personeelskosten Overige baten Rijksbijdrage
(50)
-
50
100
150
200
250
300
350
De Rijksbijdragen zijn hoger als gevolg van hogere werkgeverslasten, het onderwijsakkoord en bijdragen voor rekenen en taal en professionalisering mbo. De overige baten zijn lager door minder doorberekende verstrekkingen. De personeelskosten zijn hoger door een hogere formatie. Dit komt mede door een hogere instroom van studenten en hogere werkgeverslasten. Ten opzichte van 2012 zijn de verschillen als volgt:
15
Afwijking t.o.v. 2012 Rente Overige lasten Huisvesting Afschrijvingen Personeelskosten Overige baten Rijksbijdrage
(100)
(50)
-
50
100
150
200
250
De Rijksbijdragen zijn hoger door meer bekostigde studenten (+ 20) en een hoger bedrag per student (+ € 169). De overige baten zijn lager door de lagere verstrekkingen. De personeelskosten zijn hoger door iets meer formatie, hogere werkgeverskosten en lagere terugontvangen uitkeringen personeel. De overige kosten zijn vooral lager doordat er meer is toegerekend aan subsidies.
Financiële positie De financiële positie is in 2013 licht gestegen. Dit geldt zowel voor de liquiditeit als de solvabiliteit. In 2011 is voor € 21.000,- geïnvesteerd in computers en de inrichting van lokalen.
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Solvabiliteit: Liquiditeit: Rentabiliteit: Kapitalisatiefactor:
2013 .56 5.61 0 81%
2012 .55 5.16 -3.2% 86%
2011 .55 5.48 -7.5% 89%
2010 .54 5,04 1,1% 82%
Signalering Bij een waarde lager dan 0,2 Bij een waarde lager dan 0,5 n.v.t 60%
eigen vermogen en voorzieningen/totaal passiva kortlopende vorderingen en liquide middelen/kortlopende schulden resultaat uit gewone bedrijfsvoering/ totaal vermogen totaal kapitaal (exclusief gebouwen en terreinen)/totale baten
De indicatoren zijn hoog doordat het eigen vermogen van ROC Menso Alting relatief hoog is. Dit eigen vermogen is onder meer ontstaan doordat in het verleden subsidies ontvangen zijn voor de realisatie van het schoolgebouw. Omdat ROC Menso Alting vrij klein is, is het gewenst dat het eigen vermogen een relatief grote omvang heeft zodat risico’s opgevangen kunnen worden. In het recente verleden zijn onderwijsontwikkelingen gefinancierd uit de innovatiebox. Dit zijn geen structurele inkomsten. Wij verwachten toekomstige ontwikkelingen te moeten financieren uit eigen middelen. Dit zal tot gevolg hebben dat het eigen vermogen lager wordt. Met ingang van 2011 wordt de bestemmingsreserve huisvesting naar tijdsgelang van het gebruik van het gebouw Vondelpad 4/6 overgeboekt naar de algemene reserve. De belangrijkste financiële doelstelling van ROC Menso Alting is een meerjarig sluitende begroting. Het jaarresultaat 2013 past binnen deze doelstelling. Vanaf 2014 worden bezuinigingen doorgevoerd om aan de doelstelling te kunnen blijven voldoen.
Treasurybeleid Het treasurybeleid van ROC Menso Alting maakt deel uit van het treasurystatuut van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. In dit statuut is vastgelegd dat beleggen en belenen uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de regels zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek.
16
Verklaring helderheid in bekostiging Het interne beleid en de sturing binnen ROC Menso Alting is erop gericht om de regelgeving, zoals opgenomen in het controleprotocol OCW en de notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie na te leven. Voor een uitgebreidere toelichting op de diverse thema’s wordt verwezen naar de jaarrekening van de Stichting Gereformeerde Scholengroep.
Exploitatie en resultaat over 2013 Werkelijk 2013 3.964 23 114 4.101 3.082 251 227 466 4.206 26 106 -80 -5
x € 1.000 Rijksbijdragen Deelnemersbijdragen Overige baten Som der baten Personeel Afschrijvingen Huisvesting Overig Som der lasten Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten Saldo exploitatie
Begroot Werkelijk 2013 2012 3.678 3.734 13 72 100 107 3.791 3.913 2.911 2.968 243 251 241 202 390 481 3.785 3.902 17 29 111 115 -94 -86 -88 -75
Balans X € 1.000 Activa Vaste activa
31-12-2013
31-12-2013 31-12-2012
31-12-2012 Passiva Eigen vermogen
3.337
3.340
395
407
Materiele vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
2.886
3.120 Voorzieningen
2.886
3.120 Langlopende schulden
1.708
1.782
Voorraden Vorderingen Liquide middelen Rekening-courant Totaal vlottende activa
8 58 -51 3.091 3.106
7 64 -16 2.922 2.977 Kortlopende schulden
552
568
5.992
6.097
5.992
6.097
17
Toekomstparagraaf Kengetal Studenten BOL Studenten BBL situatie op 1/10 van het jaar Personele bezetting Management/directie Overige medewerkers Onderwijzend personeel
2013 634 17
2014 643 17
2015 643 17
2016 643 17
1 11,6 31,3 43,9
1 11,6 32,9 45,5
1 11,6 32,9 45,5
1 11,6 32,9 45,5
2013
2014
2015
2016
Balans Activa Materiële vaste activa Vlottende activa Totaal activa
2.886 3.106 5.992
2.893 3.002 5.895
2.900 2.950 5.850
2.907 2.902 5.809
Passiva Eigenvermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal Passiva
1.665 1.672 394 1.708 554 5.993
1.735 1.600 374 1.632 554 5.895
1.858 1.528 354 1.556 554 5.850
1.985 1.456 334 1.480 554 5.809
2013
2014
2015
2016
3.964 5 133 4.102
3.955 5 133 4.093
4.070 5 133 4.208
4.070 5 133 4.208
Baten Rijksbijdrage Cursusgelden Overige baten Lasten Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Totaal resultaat
3.082 251 227 465 4.025 77 803-
3.130 243 244 402 4.019 74 762-
3.197 243 244 402 4.086 122 7151
3.197 243 244 402 4.086 122 6755
Accountantsverklaring De cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. De jaarrekening is gecontroleerd en goedgekeurd door KPMG Accountants N.V. De complete jaarrekening is te vinden op www.gsg.nl.
18
3.4.
Bedrijfsvoering
Ontwikkelen koersplan 2013-2018 Het koersplan 2008-2013 loopt ten einde. In 2013 zijn we daarom gestart met het schrijven van een koersplan 2014-2018. De eerste aanzet is besproken in een sessie met het personeel. Inmiddels beginnen de contouren van het plan zichtbaar te worden. Het accent komt de komende jaren te liggen op de thema’s professionalisering, begeleiding, ICT en duurzaamheid. Begin 2014 wordt het definitieve koersplan vastgesteld.
Bestuurlijke participatie en vertegenwoordiging in de regio Met de komst van een nieuwe bestuurder zijn de taken opnieuw verdeeld. De bestuurder neemt de bestuursoverleggen vo & mbo voor zijn rekening. Wanneer het alleen het mbo betreft en betrekking heeft op macrodoelmatigheid, vertegenwoordigt de directeur ROC Menso Alting de organisatie.
Onderzoek BYOD In 2012 kwam het thema Bring Your Own Device voor het eerst op de agenda. In 2013 is in dat kader een overstap gemaakt van Cisco naar Aruba Networks. Hiermee is het netwerk qua capaciteit op orde. De volgende stap is het onderzoeken van welke devices er voor de medewerkers beschikbaar worden gesteld. In eerste instantie werd ingezet op het gebruik van iPads door docenten, maar omdat de Magisterapplicatie daar niet goed op ondersteund wordt, is de definitieve beslissing nog even uitgesteld.
Gebruik van tablets in het primair proces In schooljaar 2013-2014 is gestart met een pilot voor het gebruik van tablets in het primair proces. Een aantal docentenkoppels onderzoekt de mogelijkheden van het gebruik van tablets tijdens de lessen. In 2014 vindt een evaluatie van deze pilot plaats en wordt een besluit genomen over het vervolg.
Nieuwe website De huidige website voldoet niet aan de eisen van deze tijd. Daarom is in 2013 een plan gemaakt om in samenwerking met ROC Menso Alting Zwolle tot een nieuwe site te komen. Dit plan wordt in 2014 uitgevoerd.
19
4. KWALITEIT 4.1.
Organisatiecyclus
ROC Menso Alting werkt vanuit een vaste organisatiecyclus. Aan de basis van deze cyclus liggen twee instrumenten; het koersplan en de ‘basiskwaliteit’. In het koersplan bepalen we de richting die we als school willen varen. Het koersplan wordt voor een periode van 5 jaar vastgesteld en alleen aangepast wanneer dit noodzakelijk is. Jaarlijks wordt vanuit het koersplan een jaaragenda opgesteld. Hierin benoemen we de doelstellingen die in dat jaar centraal staan binnen de organisatie. De basiskwaliteit wordt bepaald op basis van de inhoud van het toezichtskader zoals de Inspectie van het onderwijs deze hanteert. Aan de hand van verschillende instrumenten doen we uitspraken over de basiskwaliteit en indien nodig worden verbeteracties in gang gezet. Dit komt jaarlijks samen in de zelfevaluatie onderwijs en examinering. Op basis van de jaaragenda en de zelfevaluatie worden het schoolplan en de teamplannen opgesteld. Hierin worden doelstellingen en activiteiten voor een kalenderjaar geformuleerd. In de plannen worden evaluatiemomenten voor de verschillende activiteiten opgenomen. Op basis hiervan wordt tijdens het proces (bij)gestuurd. Gedurende het jaar rapporteren de afdelingsmanagers aan de directie over de resultaten. Dit is tevens input voor de nieuwe teamplannen, het schoolplan en het jaarverslag. Door aan te sluiten bij het koersplan en de ‘basiskwaliteit’ garanderen we een integrale manier van werken. Alles wat we doen vanuit kwaliteitszorg is gericht op het behalen van de doelen die geformuleerd zijn in het koersplan en naar aanleiding van de ‘basiskwaliteit’.
4.2.
Zelfevaluatie
In 2013 is voor de derde keer een brede zelfevaluatie uitgevoerd die alle gebieden van het waarderingskader bve 2012 omvat. Hieronder volgen de belangrijkste punten uit de zelfevaluatie 2013.
Gebied 1: Onderwijsproces Het onderwijsproces zit goed in elkaar. Studenten zijn tevreden en ook de Inspectie en externe auditoren delen deze mening. De afgelopen jaren heeft vooral de examinering aandacht gehad. De komende tijd moet het accent weer komen te liggen op het onderwijsproces. De interne screening die de opleidingsteams het afgelopen jaar hebben uitgevoerd zijn daarin een belangrijk hulpmiddel. Aandachtspunten voor de komende jaren zijn in elk geval: Roostering: Hoe ga je om met roosterwensen vanuit het curriculum en de organisatorische mogelijkheden van de school? Welk belang staat voorop? Zijn de juiste faciliteiten beschikbaar? Het vastleggen van informatie over de studieloopbaan(begeleiding) van de student in Magister. Sinds 2012 werken we met individuele examenplannen. Het is goed om te onderzoeken of het doel van deze plannen (informatie verschaffen) behaald wordt. Is er inderdaad meer duidelijkheid onder studenten over dat wat ze moeten doen om hun diploma te behalen? De implementatie van het zorg- en begeleidingsprofiel. De profielen zijn ontwikkeld en zullen nu verder geïmplementeerd en in gebruik genomen moeten worden.
Gebied 2: Examinering en diplomering De examinering zit goed in elkaar, zowel qua producten als qua processen. We hebben hier de afgelopen jaren veel aandacht aan besteed. Het blijft van belang punten op de i te zetten. Daarom de volgende aandachtspunten:
20
Binnen het eigen geconstrueerde materiaal blijven de verschillende betrokkenen moeite houden met de gehanteerde cesuur in relatie tot de beoordelingsschaal. In 2014 willen we onderzoeken hoe we de beoordelingsschaal aan kunnen passen zonder de betrouwbaarheid van de beoordeling te schaden. Hoewel we hier in onze procedures flink op hebben ingezet, blijft de betrouwbaarheid van de beoordeling van een examen in de praktijk een belangrijk punt. De examencommissie heeft daarom opdracht gegeven om in schooljaar 2013-2014 de plus-route in te zetten om informatie te verzamelen en aanbevelingen te doen over de kwaliteit van de beoordelingen tijdens de uitvoering van een proeve van bekwaamheid. De registratie van behaalde resultaten gericht op de diploma-eisen moet verbeterd worden. De huidige manier van werken is omslachtig en tijdsintensief. In 2014 gaan we hier mee aan de slag.
Gebied 3: Opbrengsten Ons rendement ligt over het algemeen hoog. Aandachtspunten liggen vooral binnen de niveau 3-opleidingen. Hier is wel een duidelijke verklaring voor. Het gaat veelal om: doorstroom vanuit niveau 2, waarbij we uitgaan van kansen voor studenten, of; uitstroom van studenten die de opleiding in de BBL willen volgen (dit bieden wij niet aan), of: studenten die kiezen voor een andere opleiding buiten ons palet van opleidingen. Het is goed om deze studenten na uitstroom te blijven volgen; hoe kijken ze terug op hun tijd op ROC Menso Alting, maar ook wat kunnen we hun nog bieden aan begeleiding. In 2014 zullen we hierover afspraken maken.
Gebied 4: Kwaliteitsborging De verschillende opleidingsteams hebben hun opleidingen tegen het licht gehouden aan de hand van vragen gerelateerd aan de onderwerpen uit gebied 1 van het waarderingskader. Op basis daarvan zijn verbetervoorstellen gedaan. Deze voorstellen zijn input voor het schoolplan en de teamplannen. In januari 2013 is een medewerkersonderzoek uitgevoerd in samenwerking met Effectory. Over de resultaten daarvan kunt u lezen in hoofdstuk 3 van dit jaarverslag. De school- en teamplannen worden gebruikt als werkdocumenten. Toch zijn ze nog te impliciet in gebruik. In 2014 willen we nog meer proberen het gesprek te voeren vanuit de plannen. De plannen zullen daarom een vast onderdeel van de teamagenda worden, in de gesprekken tussen de directeur en afdelingsmanager en op de agenda van het managementteam. Een laatste aandachtspunt vanuit dit gebied is de terugkoppeling van de dialoog met de student. Met ingang van 2014 willen we duidelijker terugkoppelen vanuit de studentenraad, maar daarnaast willen we ook meer inzetten op de dialoog met de studenten binnen de opleidingen door het invoeren van studentpanels.
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten De Inspectie constateerde nalatigheid rondom het naleven van de wettelijke vereisten rondom de schoolkosten zoals vermeld in artikel 8.1.4 in de WEB. Het financieel reglement, de overeenkomst vrijwillige bijdrage en de lijst onderwijsbenodigdheden zijn hier op aangepast met ingang van schooljaar 2013-2014. In 2014 zal er aandacht zijn voor de scholing van het management voor het voeren van beoordelingsgesprekken in het kader van de wet BIO. Ook zal het beleid inzake intake en plaatsing herzien moeten worden in verband met de wijziging in wet- en regelgeving vanuit het actieplan Focus op Vakmanschap.
Gebied 7: Financiële continuïteit De financiële positie van ROC Menso Alting is goed. We kunnen een slag maken als het gaat om de meerjarenbegroting. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de vorige begroting en de meest recente jaarrekening worden nog niet voldoende toegelicht. Ook worden de beleidsdoelstellingen summier onderscheiden. Met de invoering van een begroting op schooljaar zullen beleidsdoelstellingen en projectdoelstellingen aan financiële verantwoording gekoppeld worden. Er is een risico-inventarisatie op GSG-niveau. In de toekomst willen we ook een risicoparagraaf in de begroting opnemen.
21
Overzicht beoordeling per gebied Gebieden 1 Onderwijsproces 2 Examinering en diplomering 3 Opbrengsten 4 Kwaliteitsborging 5 Naleving wettelijke vereisten 6 Kwaliteit Leraarschap 7 Financiële continuïteit
Beoordeling Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Geen beoordeling Voldoende
22
5. CONTINUÏTEITSPARAGRAAF 5.1.
ROC Menso Alting & de regio
ROC Menso Alting heeft de provincie Groningen, het oosten van Friesland en het noorden van Drenthe als voedingsgebied. De verwachting voor deze regio is dat het leerlingenaantal op het vo op de lange termijn met 40% krimpt. Vermoedelijk is de impact hiervan minder groot voor ROC Menso Alting dan voor andere roc’s. Het Menso Alting heeft een traditionele achterban met relatief grote gezinnen. Daarnaast zijn we een school die hoge kwaliteit levert. Onze rendementscijfers zijn hoog, onze studenten en medewerkers zijn tevreden (zie resultaten JOB-monitor en MTO) en we kregen een goede beoordeling van de onderwijsInspectie. Dat het aantal inschrijvingen het afgelopen jaar met 20% is toegenomen, zien wij dan ook als een waardering voor de geleverde kwaliteit. De verwachting is dat het aantal inschrijvingen de komende jaren stabiliseert of licht groeit. Voor de opleidingen in de sector Gezondheidszorg zijn regionaal afspraken gemaakt over de maximaal toelaatbare instroom. Deze blijft voor 2014 gelijk aan de instroom van 2013. Een stijging in deze sector zal dus niet plaatsvinden. Door een lagere uitstroom dan instroom (de hoogste jaargroepen zijn kleiner dan de lagere jaargroepen) wordt er een lichte stijging van de studentaantallen verwacht.
5.2.
Resultaten onderzoeken
Het medewerkersonderzoek (MTO) is hoog met uitschieters op het gebied van betrokkenheid en tevredenheid. Aandachtspunt is de rolduidelijkheid. Dit wordt opgepakt door het opnieuw vaststellen van het functiebouwwerk en het herschrijven van de functiebeschrijvingen. Daarnaast wordt het systeem van functioneren en beoordelen vormgegeven en staat professionalisering nadrukkelijk in het koersplan 2014-2018. In de JOB-monitor scoren we net als andere jaren op bijna alle punten bovengemiddeld. Ons belangrijkste aandachtspunt is de loopbaanbegeleiding. Hier zullen we in 2014 stevig op in gaan zetten. Vanuit stakeholders komen er voornamelijk positieve berichten. Wel ligt de focus op het positioneren als identiteitsschool, vandaar de speerpunten identiteit en kwaliteit.
5.3.
Strategische personeelsplanning
Door de lichte groei van studentaantallen en een toenemende financiering (de Cascade-bekostiging pakt voor ons positief uit) komt er ruimte voor een uitbreiding van het aantal fte’s met ongeveer 2. Deze formatieuitbreiding is voornamelijk nodig om de invoering van de 1000-urennorm te kunnen bekostigen. We proberen te werken met een flexibele schil door nieuwe medewerkers de eerste drie jaar via jaarcontracten aan ons te binden. Daarnaast werken we met tijdelijke uitbreidingen van zittende medewerkers. Op deze manier is een eventuele krimp financieel gezien relatief makkelijk op te vangen. Het ziekteverzuim is laag. Gezien het zeer positieve MTO is er geen reden hier actief op te sturen. Onderwerp van gesprek is wel de werkdruk. Samen met de OR zal gekeken worden naar mogelijk aanpassingen.
5.4.
Strategische huisvestingplanning
We hebben voldoende ruimte om een groei van studentenaantallen en de invoering van de 1000-urennorm op te vangen door middel van enkele interne aanpassingen van het gebouw. Het gebouw is volledig in eigendom. Alleen voor sport worden er voorzieningen ingehuurd.
23
5.5.
Indicatoren en definities continuïteit school
Indicatoren
2013
2014
Gewogen deelnemers per fte OP en direct ondersteunend personeel Gewogen deelnemers per fte Tijdelijk personeel/totaal fte x 1% Kosten fte in loondienst Aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer Overhead personeelskosten in % Liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) Rentabiliteit in % van de omzet Gemiddelde huisvestingskosten per m2 Investeringsbehoefte in % van de omzet
17,1 14,6 13% EUR 70.205,7,6 m2 20% 5,6 -0,1% EUR 47,1%
16,6 14,3 13% EUR 68.789,7,5 m2 20% 5,4 0,0% EUR 50,6%
Toelichting indicatoren Voor de indicator liquiditeit is als beleid vastgesteld dat deze groter dan 1 moet zijn. Voor de indicator rentabiliteit is als beleid vastgesteld dat deze over meerdere jaren groter dan 0 moet zijn. Voor de overige indicatoren is geen beleid vastgesteld. In 2014 zal aan de hand van de benchmark MBO een proces gestart worden om te komen tot grenswaarden voor deze indicatoren.
24
6. JAARAGENDA 2014 In 2014 komen de volgende thema’s aan de orde:
Onderwijs Aanpassen van het curriculum van de opleidingen aan de eisen zoals die gesteld worden in het actieplan Focus op Vakmanschap. Voorbereidende werkzaamheden doen om de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers mogelijk te maken. Aanpassen van de zorgstructuur zodat er passend onderwijs geboden kan worden. Ontwikkelen en implementeren van een helder begeleidingsprofiel en een werkbaar zorgprofiel. Beleid maken op het tegengaan van ongediplomeerde uitstroom. Aanpakken van de communicatie rondom loopbaanbegeleiding.
Medewerkers Vormgeven en implementeren van het systeem van functioneren en beoordelen. Herschrijven van de functieomschrijvingen. Agenderen van de onderwerpen pedagogiek en didactiek binnen verschillende aandachtsgebieden. Inzetten van professionalisering binnen de onderwijsteams en het management. In kaart brengen van medewerkerscompetenties op het gebied van ICT.
Financiën Aanscherpen van de meerjarenbegroting.
Bedrijfsvoering Beschrijven van bedrijfsprocessen als basis voor een in de toekomst te ontwikkelen management informatiesysteem. Ontwikkelen van een visie op onderwijs in relatie tot ICT. Maken van een voorstel tot mogelijke inzet van BYOD door studenten. Ontwikkelen van een nieuwe website. Hernieuwen van de aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen het onderwijs. Onderzoeken van mogelijkheden om het gebouw duurzamer te maken. Betrekken van de studentenraad bij het thema duurzaamheid.
25
7. STUDENTEN & OPLEIDINGEN Opleidingsaanbod Sector
Opleiding
Niveau
Economie
Financieel Administratief Medewerker Bedrijfsadministrateur Secretaresse Directiesecretaresse/ Managementassistent Commercieel Medewerker Junior Accountmanager Verkoper Verkoopspecialist Filiaal Manager Helpende Zorg en Welzijn Verzorgende-IG Mbo-Verpleegkunde Pedagogisch Werker Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker Kinderopvang Medewerker Maatschappelijke Zorg MMZ-Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen MMZ-Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg Onderwijsassistent Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg (kopjaar)
3
Gezondheidszorg
Onderwijs & Welzijn
Leerweg
Duur
BOL
2 jr
4 3 4
BOL BOL
3 jr 2 jr
BOL
3 jr
3 4 2 3 4 2 3 4 3 4
BOL BOL BOL/BBL BOL/BBL BOL/BBL BOL BOL BOL BOL
2 jr 3 jr 2 jr 2 jr 3 jr 2 jr 3 jr 4 jr 3 jr
BOL
3-4 jr
BOL
3 jr
BOL
3-4 jr
BOL
3-4 jr
BOL
3 jr
BOL
1 jr
3 4 4 4 4
Deelnemersgegevens Studentenaantallen per 1 ok. 2013 Economie Gezondheidszorg Onderwijs & Welzijn Totaal
ontwikkeling aantal studenten 2006-2013
157 226 268 651
700 650 600
Leeftijdsopbouw studenten per 1 okt. 2013 Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar ≥ 18 jaar
2 2 19 28 28
Niveau 3 4 1 19 39 87 50 69 97 212
Totaal 22 145 147 337
550 500 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
26
Instroom en doorstroom Instroom en doorstroom Instroom Economie Gezondheidszorg Welzijn Totaal
1 okt. 2012 doorstroom 45 11 59 5 90 9 194 25
Instroom
27
1 okt. 2013 doorstroom 52 16 83 7 94 19 229 42
8. MEDEWERKERS Kerngegevens medewerkers in fte’s per 31-12-2013
14 12 10 8
man
6
vrouw
4 2 0 OBP schaal 1 OBP schaal 6 OBP schaal tm 5 tm 10 11 en hoger
leraren LB
leraren LC
Medewerkers in aantallen en fte's 80 70 60 50 40
2011
30
2012
20
2013
10 0 aantal
fte OP
aantal OBP
fte
aantal
fte
Totaal
Het aantal medewerkers is in 2013 aanzienlijk meer dan in 2012. Hier zijn meerdere redenen voor. Allereerst zijn de vier schoonmakers in 2012 niet in het overzicht meegenomen. In 2012 hadden zij een GSGdienstverband in plaats van een ROC Menso Alting-dienstverband. Daarnaast zijn er in 2013 vier bpvbegeleiders aangesteld. Deze medewerkers hebben contracten van 0,2 fte, hierdoor is er geen sprake van een enorme stijging in het totale aantal fte’s.
28
Leeftijdsopbouw medewerkers per 31-12-2013 16 14 12 10
man
8
vrouw
6
totaal
4 2 0 0-19
20 tm 29 30 tm 39 40 tm 49 50 tm 59
60 +
Bapo-regeling In 2013 maakten 11 medewerkers gebruik van de Bapo-regeling.
Vast en tijdelijk dienstverband
Personeelsverloop: in- en uitstroom
in fte’s, per 31-12-2013
in fte’s, over 2013
38,1
6 5 4 3 2 5,7 1
vast
0
tijdelijk
Instroom
Uitstroom
Ziekteverzuim 3,34
Kengetal Verzuimpercentage Verzuimuren kort Verzuimuren middellang Verzuimuren lang Verzuimuren extra lang Verzuimuren totaal Roosteruren totaal Meldingsfrequentie
Waarde
19,15
4,73 717 692 2.209 125 3.742 79.162 71
18,49 59,02
Kort verzuim Lang verzuim 29
Middellang verzuim Extra lang verzuim
9. RESULTATENBOX 9.1.
Diplomaresultaat
Onderstaande tabel laat zien hoe groot het aantal gediplomeerde instellingsverlaters in een schooljaar is als percentage van alle instellingsverlaters in hetzelfde schooljaar. In de berekening worden alle diploma’s die een student binnen de instelling heeft behaald meegenomen. Diplomaresultaat ROC Menso Alting Vergelijkingsgroep
2009-2010 71% 67%
2010-2011 73% 68%
2011-2012 78% 62%
2012-2013 77,1% 71,9%
Onderstaande tabel geeft het diplomaresultaat naar niveau weer.
Diplomaresultaat naar niveau Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3* Niveau 4
2009-2010 0% 57% 52% 79%
2010-2011 70% 48% 83%
2011-2012 100% 89% 60% 82%
2012-2013 63,6% 68,4% 82,5%
Norm 45,1% 45,2% 67,3% 67,3%
* Deze berekening is inclusief de studenten die in de schooljaren ’08-’09 t/m ’10-’11 primair zijn opgeleid voor het kraamcertificaat en niet voor de opleiding Verzorgende IG (niveau 3).
9.2.
Jaarresultaat
Onderstaande tabel laat zien hoe groot het aantal gediplomeerden (instellingsverlaters met diploma plus gediplomeerde doorstromers binnen de instelling) in een schooljaar is, als percentage van hetzelfde aantal gediplomeerden plus de ongediplomeerde instellingsverlaters in dezelfde periode. Wanneer een student in een eerder schooljaar zijn diploma heeft behaald, wordt dit in de berekening niet meegenomen. Het gaat dus om de diploma’s die in het betreffende schooljaar zijn behaald. Jaarresultaat ROC Menso Alting Vergelijkingsgroep
2009-2010 71% 67%
2010-2011 73% 68%
2011-2012 75% 65%
2012-2013 76,2% 72%
Onderstaande tabel geeft het jaarresultaat naar niveau weer.
Jaarresultaat naar niveau Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3* Niveau 4
2009-2010 0% 57% 52% 79%
2010-2011 100% 78% 51% 80%
2011-2012 100% 86% 60% 78%
2012-2013 100% 83,3% 71,8% 76,8%
Norm 60,7% 56,5% 65,3% 64,2%
* Deze berekening is inclusief de studenten die in de schooljaren ’09-’10 t/m ’10-’11 primair zijn opgeleid voor het kraamcertificaat en niet voor de opleiding Verzorgende IG (niveau 3).
30
9.3.
VSV (voortijdig schoolverlaten)
Een voortijdig schoolverlater is een student die aan het begin van het schooljaar jonger is dan 22 jaar, die op 1 oktober van dat schooljaar is ingeschreven als bekostigd deelnemer, op 1 oktober van het jaar erna niet is ingeschreven in het vo, mbo, vavo of hbo en in dat jaar of in de jaren ervoor geen startkwalificerend diploma heeft behaald. Een startkwalificerend diploma is een havo- of vwo-diploma, of een mbo-diploma op ten minste niveau 2. Onderstaande tabel laat de resultaten voor VSV zien voor ROC Menso Alting en de vergelijkingsgroep. Voortijdig schoolverlaten 2009-2010 3% 9%
ROC Menso Alting Vergelijkingsgroep
2010-2011 2% 8%
2011-2012 3% 8%
2012-2013 2,1% 6,2%
Net als in voorgaande jaren heeft het Menso Alting in 2013 weer een laag percentage vsv’ers. We sturen actief op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en zijn dan ook trots op het behaalde resultaat!
9.4.
Studenttevredenheid
Uit de JOB-Monitor 2012 blijkt dat onze studenten tevreden zijn over de school en de opleidingen. ROC Menso Alting is een klein ROC. Onze docenten kennen hun studenten en de studenten voelen zich veilig en gezien op school. Veiligheid en sfeer worden dan ook hoog gewaardeerd. Ook de tevredenheid over de toetsing springt in het oog. De toetsen sluiten aan bij de leerstof en de studenten zijn daarnaast tevreden over de betrouwbaarheid van de beoordeling. Een aandachtspunt is de loopbaanbegeleiding. De lage score heeft voornamelijk te maken met de mogelijkheid tot het maken van eigen keuzes van vakken of activiteiten. De tevredenheid over de begeleiding bij beroepskeuze en vervolgopleidingen is daarentegen wel gestegen. De vermelde scores van de JOB Monitor zijn ook op teamniveau beschikbaar en vormen daarmee voor de teams een middel om de kwaliteit van het onderwijs gericht te verbeteren.
Cijfer School Opleiding 5-puntsschaal Lessen Toetsing Competenties Docenten Studiebegeleiding Keuze-/loopbaanbegeleiding Stage Informatie Organisatie Veiligheid en sfeer Onderwijsfaciliteiten School en studie
JOB Odin 2008
JOB Odin 2010
JOB Odin 2012
ROC MA
Landelijk
ROC MA
Landelijk
ROC MA
Landelijk
7,1 6,9
6,3 6,9
7,0 6,9
6,9 6,4
7,3 7,1
6,4 6,9
3,3 3,6 3,5 -
3,2 3,5 3,3 -
3,3 3,6 3,8 3,6 3,5 3,0
3,3 3,7 3,7 3,6 3,5 3,1
3,4 3,9 3,8 3,7 3,6 2,9
3,4 3,8 3,6 3,6 3,5 3,0
3,8 3,6 3,2 4,2 2,9
3,6 3,5 3,1 3,7 3,1
3,9 3,2 3,2 4,2 3,4
3,7 3,3 3,1 3,8 3,4
3,7 3,4 3,3 4,2 3,7
3,6 3,3 3,1 3,8 3,5
-
-
3,5
3,3
3,7
3,3
31
9.5.
Klachten
In 2013 kwam een klacht binnen van een student die de bpv niet mocht vervolgen. Na een gesprek met de student en ouders is dit naar volle tevredenheid opgelost. Klachten Jaar
Aantal klachten
2013 2012 2011 2010
1 0 0 0
9.6.
Oordeel Inspectie van het Onderwijs
Onderzoek naar de Staat van de Instelling In januari 2013 heeft de Inspectie van het onderwijs een onderzoek naar de Staat van de instelling uitgevoerd. Het onderzoek heeft tot doel om de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij één of meer opleidingen. De Inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs van voldoende tot goede kwaliteit is. Door de nauwe verwevenheid van steekproefopleidingen met alle andere opleidingen zien zij voor het onderwijsproces geen tot gering risico. Dit is met name terug te vinden in de goede opbouw van programma's en samenhang met de beroepspraktijkvorming en de examinering. Voor de kwaliteit van examinering ziet de Inspectie een gering tot matig risico. Vanuit de toezichthistorie zijn er geen aanwijzingen voor risico's: in december 2010 werd de kwaliteit van de examinering van de toen onderzochte competentiegerichte opleidingen voldoende bevonden. De examenprocessen waren over het algemeen goed opgezet en betrouwbaar; dit geldt ook nu nog. De examencommissie ziet toe op het verloop van de examinering, evalueert en verbetert waar nodig. Echter, de borging van de betrouwbaarheid van de beoordeling van de proeve is bij twee onderzochte opleidingen nog onvoldoende. Dit is ook door de examencommissie geconstateerd. De oplossing ligt in het sturen op het juist uitvoeren van de procedure bij de Proeve van bekwaamheid en de reguliere inzet van de koninklijke route. Voor de opbrengsten, het arbeidsmarktperspectief, tevredenheid van studenten, werkveld, medewerkers en de financiële continuïteit ziet de Inspectie geen tot een gering risico. Onderzochte opleidingen Onderwijsproces Opleiding Pedagogisch Werk niveau 4 Helpende Zorg en Welzijn niveau 2 Maatschappelijke Zorg niveau 3 Manager Handel niveau 4 X: niet onderzocht G: goed V: voldoende
Examinering & Diplomering
V
O
G
V
V V
Opbrengsten
V
Kwaliteitsborging
Naleving wettelijke vereisten
V
VW
V
V
VW
O
X
V
VW
V
X
V
VW
O: onvoldoende VN: voldoet niet VW: voldoet wel
32
Vervolgtoezicht naar aanleiding van het onderzoek naar de Staat van de Instelling De Inspectie van onderwijs constateerde nalatigheid rondom het naleven van de wettelijke vereisten voor de schoolkosten zoals vermeld in artikel 8.1.4 in de WEB. Het financieel reglement, de overeenkomst vrijwillige bijdrage en de lijst onderwijsbenodigdheden zijn hier op aangepast met ingang van schooljaar 2013-2014. De Inspectie van onderwijs heeft inmiddels onderzoek gedaan naar kwaliteitsverbetering en heeft geconcludeerd dat de wettelijke vereisten voor schoolkosten worden nageleefd. Ook zal er vervolgtoezicht plaatsvinden in verband met de tekortkomingen in de borging van de betrouwbaarheid van de beoordeling van de proeve voor de opleidingen Pedagogisch Werk niveau 4 en Maatschappelijke Zorg niveau 3. Zoals ook door de Inspectie aangegeven in het rapport had de examencommissie deze tekortkoming zelf ook al geconstateerd en daar actie op uitgezet.
Onderzoek 850-urennorm In januari 2013 heeft de Inspectie een themaonderzoek uitgevoerd naar de geprogrammeerde en gerealiseerde onderwijstijd binnen de opleidingen Helpende Zorg & Welzijn, Pedagogisch Werker niveau 4 en Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3. Op grond van haar bevindingen concludeert de Inspectie dat de opleidingen voldoen aan het vereiste van minimaal 850 klokuren. Daarmee wordt voldaan aan artikel 7.2.7 van de WEB.
33