QRVA 51 054
QRVA 51 054
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
22 - 11 - 2004
1039 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8218
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BELANG VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2004
2005
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8219
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 8223 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 8231
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
8231
Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
8234
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
8239
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
8242
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
8248
Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
8249
Minister van Landsverdediging
8251
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
8251
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement
—
Minister van Middenstand en Landbouw
8255
Minister van Werk en Consumentenzaken
—
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
8262
Ministre de la Mobilité
8264
Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Mobiliteit
—
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
8267
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8221
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 8269
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
— 8269 8287 8289 8301 8327 8333 8338
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
8374 8395 — — 8399 — 8406
—
Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Buitenlandse Zaken Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Mobiliteit Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
— — —
8408
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
Page/Blz. 8409
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8223
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
1616162122-
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 24- 2-2004
22 25 66 191
1- 3-2004 8- 3-2004
201 203
951320262651013173-
3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004
206 229 233 238 247 249 260 272 277 283 289
9- 6-2004 11- 6-2004 14- 6-2004
291 293 294
1562742626913-
303 306 309 323 327 338 339 342 345
7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Guido De Padt François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Alfons Borginon Alfons Borginon Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Guido De Padt Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Gerolf Annemans Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Alfons Borginon Mw. Hilde Dierickx Bart Laeremans Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Guido De Padt
Date Datum
232 233 1091 3909 4253 4254 4255 4878 4880 5039 5311 5312 5457 5614 5827 5969
9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
Question no Vraag nr. 350 352 353 361 364
23- 9-2004 24- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 1-10-2004 5-10-2004
366 368 369 370 377 378 380 383 385
5-10-2004
388
6-10-2004
390
7-10-2004 7-10-2004 8-10-2004
392 394 396
13-10-2004
6112 6114 6312
397
Auteur Guido De Padt Stijn Bex Stijn Bex Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Geert Lambert André Frédéric Claude Marinower Luk Van Biesen Guido De Padt Bart Laeremans Guido De Padt Alfons Borginon Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen
Page Blz. 7685 7685 7686 7691 7691 7877 7878 7879 8081 8083 8084 8084 8085 8086 8088 8089 8231 8232 8232 8233
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
6313 6598 6599 6601 7178 7179 7181 7182 7511 7512
30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003
2004
2005
45 54 66 81 83 97 104 137 138
Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
689 947 1117 1694 1697 1714 1725 1748 1748
* Liste cloˆturée le 19 novembre 2004 * Lijst afgesloten op 19 november 2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8224
Date Datum
Question no Vraag nr.
20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 1- 3-2004 8- 3-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 13- 4-2004 20- 4-2004 22- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 24- 6-2004 28- 6-2004 5- 7-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 13- 7-2004 26- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 29- 7-2004 10- 9-2004 15- 9-2004 16- 9-2004
150 152 158 206 208 236 254 273 274 281 305 318 320 345 352 353 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407 420 421 422 423 425 430 434 435 436 439 441 442 443 445 449 452 471 472 473
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Pieter De Crem Mw. Trees Pieters Mme Colette Burgeon Mw. Trees Pieters Carl Devlies Walter Muls Geert Lambert Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Luc Sevenhans Willy Cortois Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Date Datum
Question no Vraag nr.
1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4107 4281 4576 4577 4898 5075 5332 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 6440 6442 6442 6605 6607 6612 6753 6753 6754 7184 7187 7187 7188 7188 7190 7191 7516 7517 7692
16- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 22- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 12-10-2004
477 478 480 483 486 487 490 492 494 496 497 499 500 501 502 503 504 505 506 507
2004
2005
Page Blz.
Auteur Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Dirk Van der Maelen Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Carl Devlies Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Hagen Goyvaerts Dylan Casaer Dylan Casaer
Page Blz. 7694 7695 7695 7697 7698 7879 8091 8091 8092 8093 8095 8096 8097 8098 8101 8234 8236 8236 8238 8239
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting
28- 5-2004
22
28172130-
27 28 29 30
6-2004 9-2004 9-2004 9-2004
Mw. Sabien LahayeBattheu Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Bart Laeremans Alfons Borginon
6117 6616 7699 7700 8101
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
2427253111124-
2-2004 4-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004
170 202 214 218 222 224 231
Geert Lambert Guido De Padt Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans
4097 5618 5973 6118 6315 6316 6618
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
25- 6-2004 28- 6-2004 1- 7-2004 2- 7-2004 5- 7-2004 6- 7-2004 9- 7-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 26- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 30- 9-2004 11- 8-2004 20- 8-2004 6- 9-2004 10- 9-2004 10- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 21- 8-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004
239 240 244 245 247 249 250 252 253 254 255 256 257 259 261 263 264 269 270 271 274 282 283 284 286 288 289 290 291 292 293 294 295 296 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309
8225
Auteur Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Filip De Man Pieter De Crem Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Melchior Wathelet Roel Deseyn Jos Ansoms Bart Tommelein Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Willy Cortois Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Bart Laeremans Carl Devlies Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Guido De Padt Bart Laeremans Dirk Claes Bart Laeremans Guido De Padt Jan Mortelmans Stijn Bex Jan Mortelmans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Martine Taelman Guido De Padt Guido De Padt Jan Mortelmans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
5-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 13-10-2004
310 311 312 314 315 316 318
6621 6622 6624 6624 6626 6627 6755 6757 6758 7194 7195 7196 7196 7198 7198 7199 7199 7201 7201 7202 7203 7414 7518 7518 7702 7704 7704 7705 7881 7881 8102 8103 8104 8104 8106 8106 8107 8108 8108 8109 8109 8110 8110 8111 8112 8112
15171128-
4-2004 5-2004 6-2004 6-2004
239 281 290 298
11226272111212182025813131313131616161717171717212123-
7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 6-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
304 314 324 325 331 337 338 339 343 344 346 350 352 353 354 355 356 358 360 361 363 364 365 366 367 369 370 371
2004
2005
Auteur Guido De Padt Jan Mortelmans Jan Mortelmans Patrick De Groote Mw. Nathalie Muylle Patrick De Groote Guido De Padt
Page Blz. 8113 8239 8240 8240 8241 8241 8242
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Hagen Goyvaerts Dirk Claes Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Willy Cortois Claude Marinower Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Claude Marinower Filip Anthuenis Guido De Padt Geert Lambert Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Filip De Man Hagen Goyvaerts Bart Laeremans Bart Laeremans Hagen Goyvaerts
5048 5833 6317 6630 6633 6760 7206 7207 7211 7216 7216 7217 7220 7220 7222 7417 7520 7520 7521 7522 7522 7705 7706 7706 7708 7708 7709 7710 7710 7711 7711 7882
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1040
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8226
Date Datum
Question no Vraag nr.
23- 9-2004 24- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004
372 373 374 376 377 378 379 381 382 383
1-10-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 13-10-2004
385 386 387 388 391 394 395 396 397 398 400
Auteur Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Geert Lambert Guido De Padt Bart Laeremans Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Annick Saudoyer Philippe De Coene Francis Van den Eynde Guido De Padt Roel Deseyn Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters François Bellot Mw. Nahima Lanjri
Page Blz. 7883 7884 7884 8115 8115 8116 8117 8118 8119 8119 8120 8121 8121 8122 8242 8243 8244 8246 8247 8247 8248
Date Datum
Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 4-10-2004 7-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 13-10-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Karel Pinxten Luc Sevenhans Staf Neel Luc Sevenhans Francis Van den Eynde Mw. Hilde Vautmans Mw. Marleen Govaerts
2091 2359 8125 8249 8249 8250 8250
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie
11- 6-2004 30- 9-2004 5-10-2004
120 151 156
Roel Deseyn Philippe De Coene Dirk Van der Maelen
6329 8127 8131
E´nergie — Energie
30- 9-2004 Francis Van den Eynde Roel Deseyn Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Geert Lambert Luk Van Biesen
36 45 117 119 121 122 124
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Buitenlandse Zaken 34 38 51 59 61 70 71 102 104 109 115 116 117 118 119 120 121
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Défense
Ministre des Affaires étrangères
29-10-2003 18-11-2003 7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 26- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 12-10-2004
Question no Vraag nr.
1348 1674 2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523 7712 7712 7713 7714 7885 8248 2004
67
Luk Van Biesen
8132
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
17- 9-2004 6-10-2004 12-10-2004
24 26 27
Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Patrick De Groote
7717 8133 8251
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 2005
7 14 19
Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel
40 253 601
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004
20 25 41 83 84 87 100
24111512330-
5-2004 6-2004 6-2004 7-2004 8-2004 8-2004
109 122 123 137 141 144
7910131616172020-
9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
147 148 150 151 153 154 159 160 161
21- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004
162 164 165 166 167
5-10-2004 6-10-2004
168 170
7-10-2004 8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004
172 173 174 175
8227
Auteur Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mme Zoé Genot Mw. Annemie Turtelboom Mme Muriel Gerkens Luk Van Biesen Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Willy Cortois Mw. Yolande Avontroodt Bart Laeremans Alfons Borginon Philippe De Coene Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer
Page Blz. 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 6770 7236 7239 7428 7526 7528 7529 7718 7719 7721 7722 7723 7723 7886 8134 8135 8135 8136 8137 8251 8252 8253 8253
Santé publique — Volksgezondheid
14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003
11 12 14 44 47
Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
254 255 256 1123 1125 2004
Date Datum
Question no Vraag nr.
29-10-2003 16- 3-2004 29- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 10- 5-2004 10- 5-2004
66 141 152 158 179 181 182
26- 5-2004 9- 6-2004 9- 6-2004
196 206 217
9- 6-2004
223
11- 6-2004 21- 6-2004 24- 6-2004
224 231 234
689122626262734413266667778910131717-
7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
239 242 243 244 246 247 248 253 258 259 260 265 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 283 284
20- 9-2004 21- 9-2004
285 287
2005
Auteur Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Pierre Lano Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Filip De Man Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Willy Cortois Miguel Chevalier Mw. Hilde Dierickx Mme Zoé Genot Guido De Padt Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Guido De Padt Mme Marie Nagy Mw. Yolande Avontroodt Stijn Bex Bart Laeremans
Page Blz. 2099 4438 4731 5078 5626 5627 5628 5987 6149 6151 6153 6328 6453 6652 6655 6771 6772 6773 7239 7240 7241 7245 7248 7249 7249 7251 7429 7430 7430 7431 7432 7433 7433 7434 7435 7529 7531 7532 7725 7726 7726 7727
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8228
Date Datum
Question no Vraag nr.
24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004
289 290 292
30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004
293 295 296 297 298 299
13-10-2004
300
Auteur Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt
Page Blz. 7888 8138 8139 8139 8140 8141 8142 8143 8143 8254
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk
14-10-2003 19- 1-2004 29- 1-2004 3- 3-2004 17- 3-2004 19- 3-2004
24 55 62 67 71 72
25- 3-2004 7- 5-2004 14- 5-2004
74 87 88
2424328-
5-2004 5-2004 6-2004 6-2004
89 90 97 102
1213271016-
7-2004 7-2004 7-2004 9-2004 9-2004
107 109 112 118 120
1717172030-
9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
125 127 128 129 131
Filip Anthuenis Mw. Maggie De Block Guido De Padt Jo Vandeurzen Staf Neel Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Maggie De Block Roel Deseyn Luc Sevenhans Luk Van Biesen Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mme Marie Nagy Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
946 3028 3419 4105 4428 4569 4712 5621 5835 5975 5976 6124
Date Datum
Question no Vraag nr.
30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004
132 133 134 136 137 138 139 140
6-10-2004
141
6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 13-10-2004
142 143 144 145 146 148 149 150 151 152 153 154 155 156
Auteur Mw. Simonne Creyf Luk Van Biesen Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Ortwin Depoortere Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Patrick De Groote Jo Vandeurzen Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block
Page Blz. 8145 8146 8147 8147 8148 8149 8150 8150 8152 8153 8153 8255 8255 8256 8256 8257 8257 8258 8258 8259 8259 8260 8261
Protection des consommateurs — Consumentenzaken
17- 9-2004 6-10-2004
65 69
Mme Marie Nagy Mw. Annemie Turtelboom
7731 8154
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8- 3-2004 17- 9-2004
6659 6775 6776 7254 7532
19 36
Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy
4270 7733
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
7728 7729 7730 7730 7731 8144
17- 9-2004
2004
2005
Fonction publique — Ambtenarenzaken
76
Mme Marie Nagy
7734
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8229
Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Page Blz.
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
223141518232329-
9-2003 3-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004
4- 8-2004
7 37 49 51 52 53 54 57 58
Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman Mw. Sabien LahayeBattheu Jan Mortelmans
621 4736 6160 6330 6454 6455 6456
Date Datum
Question no Vraag nr.
21- 9-2004 1-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 12-10-2004 12-10-2004
148 151 152 153 154 155
12-10-2004
156
4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24
17- 9-2004 20- 9-2004 8-10-2004 13-10-2004
25 26 28 29
Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde
2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779
10- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004
144 146 147
Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Guido De Padt
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
8266 8266
7257 7736 7737 8262 8263
Environnement — Leefmilieu
21- 9-2004
33
Bart Laeremans
7740
Pensions — Pensioenen
131051017-
4-2004 5-2004 7-2004 9-2004 9-2004
24 32 36 41 42
21- 9-2004 22- 9-2004
45 46
Mw. Greta D’hondt Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Luk Van Biesen Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Ortwin Depoortere
4894 6126 6667 7536 7741 7741 7742
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 27- 4-2004
15
Guido De Padt
5631
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Minister van Mobiliteit 143
7739 8155 8264 8265 8265
Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Ministre de la Mobilité
2- 9-2004
Jos Ansoms Bart Laeremans Mw. Simonne Creyf Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Mw. Frieda Van Themsche Mw. Frieda Van Themsche
Ministre de l’Environnement et des Pensions
7255 7256
Gelijke Kansen — E´galité des chances
30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004
Auteur
Page Blz.
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
7436 7534 7737 7738
22- 3-2004
2004
2005
13
Mw. Trees Pieters
4595
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8230
Date Datum
Question no Vraag nr.
7- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 22- 9-2004 7-10-2004
15 16 18 19 20
Auteur
Page Blz.
Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters
7437 7743 7743 7744 8267
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères
14
Gerolf Annemans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Question no Vraag nr.
21- 9-2004
18
Auteur Bart Laeremans
Page Blz. 7745
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Staatssecretaris voor Europese Zaken, en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 11- 6-2004
Date Datum
6333
21- 9-2004 24- 9-2004
2004
2005
25 26
Bart Laeremans Mme Zoé Genot
7747 7889
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8231
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200432355
DO 2003200432355
Question no 392 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 392 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Prisons. — Application de la législation linguistique.
Gevangenissen. — Toepassing taalwet.
La ministre considère les prisons situées à Bruxelles comme des services d’exécution dont le champ d’activité s’étend à tout le pays.
Volgens de minister zijn de in Brussel gelegen gevangenissen uitvoeringsdiensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt.
1. a) Estime-t-elle qu’il en va de même pour les prisons situées dans les autres régions linguistiques ?
1. a) Meent u dat dit ook het geval is voor de gevangenissen die in de andere taalgebieden gelegen zijn ?
b) Le cas échéant, pour quelle raison les considère-telle comme des services locaux ?
b) Of om welke reden beschouwt u deze als plaatselijke diensten ?
2. Dans la première hypothèse, pourquoi n’a-t-on pas fixé de cadres linguistiques ?
2. In het eerste geval, waarom werden er dan geen taalkaders uitgevaardigd ?
3. a) Du personnel appartient-il à l’autre groupe linguistique que celui du siège ?
3. a) Zijn er personeelsleden van de andere taalgroep dan deze van het taalgebied van de zetel tewerkgesteld ?
b) Dans l’affirmative, de combien d’agents s’agit-il par zone linguistique ?
b) Zo ja, om hoeveel personeelsleden gaat het per taalgebied ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8232
DO 2003200432366
DO 2003200432366
Question no 394 de M. Jo Vandeurzen du 7 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 394 van de heer Jo Vandeurzen van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Délits sexuels. — Peines. — Domicile de la victime.
Seksuele delicten. — Straffen. — Woonomgeving slachtoffer.
Les victimes de délits sexuels vivent souvent dans la peur permanente d’être un jour de nouveau confrontées à l’auteur des faits.
Wanneer iemand het slachtoffer is geweest van een seksueel delict dan leeft het slachtoffer vaak voortdurend met de angst nog ooit geconfronteerd te worden met de dader.
On peut dès lors se demander si la peine prononcée par le juge ne devrait pas être accompagnée automatiquement d’une interdiction pour l’auteur de se rendre à proximité du domicile de la victime.
De vraag rijst dan ook of niet automatisch bij het uitspreken van een straf de rechter verbod moet opleggen om zich te begeven in de buurt waar het slachtoffer woont.
1. Le juge peut-il à l’heure actuelle prononcer une telle mesure ?
1. Kan de rechter op dit ogenblik een dergelijke maatregel uitspreken ?
2. a) Est-il tenu de le faire ?
2. a) Is hij daartoe verplicht ?
b) Dans la négative, n’est-il pas d’instaurer une telle obligation ?
souhaitable
b) Indien hij daar niet toe verplicht is, is het niet wenselijk in een dergelijke verplichting te voorzien ?
3. Lorsqu’il prononce une telle interdiction, le juge doit-il nécessairement la limiter dans le temps ?
3. Moet de rechter wanneer hij zo’n maatregel oplegt deze noodzakelijkerwijze beperken in duur ?
4. Cette interdiction peut-elle être prononcée pour une durée indéterminée ?
4. Is het mogelijk een verbod op te leggen van onbepaalde duur ?
DO 2003200431962
DO 2003200431962
Question no 396 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 8 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 396 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Obligation de vote. — Citoyens résidant à l’étranger. — Justification.
Stemplicht. — Burgers die in het buitenland verblijven. — Verschoning.
L’article 207 du Code électoral dispose que « les électeurs qui se trouvent dans l’impossibilité de prendre part au scrutin peuvent faire connaıˆtre leurs motifs d’abstention au juge de paix, avec les justifications nécessaires ». Le juge de paix décide, en accord avec le procureur du Roi, si les raisons de l’absence (« excuse ») sont fondées ou non.
Artikel 207 van het Kieswetboek bepaalt dat « kiezers die onmogelijk aan de stemming kunnen deelnemen de redenen van hun onthouding met de nodige verantwoording, aan de vrederechter mogen doen kennen ». Het is de vrederechter, in overeenstemming met de procureur des Konings, die al dan niet de redenen van afwezigheid (« verschoning ») gegrond acht.
La loi électorale n’énumère pas de motifs devant être acceptés comme « excuse » ni ne comporte de directives à observer pour juger des motifs invoqués. Le juge de paix est dès lors souverain dans son jugement.
De kieswet geeft geen redenen op, welke als verschoning moeten aanvaard worden, zij geeft evenmin enige directieven welke bij het beoordelen van de opgegeven redenen moeten gevolgd worden. De vrederechter is dus volledig vrij in zijn beoordeling.
La majorité des citoyens qui résident à l’étranger le jour du scrutin (et qui n’ont pas donné procuration)
De meeste kiezers die in het buitenland verblijven op de dag van de kiesverrichtingen (en geen volmacht
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8233
s’adressent aux autorités locales (la police) pour se procurer un certificat attestant de leur présence. Un tel document officiel constitue en effet la meilleure des preuves. Toutefois, il est parfois malaisé d’obtenir ce certificat dans les petites localités des pays voisins ou` n’existe pas l’obligation de vote.
hebben verleend) gaan naar de plaatselijke overheid (politie) om een « bewijs van aanwezigheid » te verkrijgen. Een dergelijk officieel document is immers het meest sluitende bewijs. In kleinere lokaliteiten in de ons omringende landen loopt het bekomen van dit bewijs niet van een leien dakje omdat men niet vertrouwd is met de stemplicht.
Pour éluder les difficultés liées à l’obtention de cette déclaration, de nombreux électeurs optent pour une solution « créative » et produisant par exemple une facture de restaurant ou un ticket de distributeur automatique d’argent. Le juge de paix n’accepte pas toujours ces justificatifs qui ne constituent pas une preuve « personnelle ».
Om de moeilijkheden die de aanvraag van dergelijke verklaring met zich brengt, te ontlopen zoeken vele kiezers een « creatieve oplossing » door onder meer een restaurantticket, bankautomaatbewijs als bewijs voor te leggen. Dit wordt echter niet altijd door de vrederechter aanvaard omdat dit geen « persoonlijk » bewijs is.
Je souhaiterais obtenir les renseignements suivants à propos des électeurs qui résidaient temporairement à l’étranger lors des élections fédérales de 2003 :
Met betrekking tot deze afwezige kiezers welke tijdelijk in het buitenland verblijven, vernam ik graag voor de federale verkiezingen van 2003 :
1. Combien d’électeurs (en pour cent) n’ont pas été en mesure de produire une preuve de leur séjour à l’étranger le jour du scrutin ?
1. Hoeveel (in procenten) van deze kiezers geen bewijs van een buitenlands verblijf op de dag van de stemming konden voorleggen ?
2. Combien ont produit une preuve considérée non fondée par le juge de paix ?
2. Hoeveel van hen legden een bewijs voor dat door de vrederechter als ongegrond werd beschouwd ?
3. a) Bien que le juge de paix soit totalement libre de sa décision concernant les motifs d’absence invoqués, vos services formulent-ils des suggestions informelles sur la validité des documents probants produits ?
3. a) Alhoewel de vrederechter volledig vrij is in zijn beoordeling over de opgegeven redenen van afwezigheid, worden vanuit uw diensten vrijblijvende suggesties gemaakt welke bewijsvoering als geldig kan en mag beschouwd worden ?
b) Existe-t-il parmi les juges de paix un consensus tendant à également accepter des preuves non officielles (dont appert toutefois clairement la présence de l’électeur à l’étranger) ?
b) Bestaat er bij de vrederechters een consensus om ook niet-officie¨le bewijsvoering (die weliswaar duidelijk het verblijf van de kiezer in het buitenland aantoont) te aanvaarden ?
c) Ne conviendrait-il pas d’arrêter des directives à observer pour juger des motifs invoqués ?
c) Is het niet opportuun om directieven uit te werken, welke bij het beoordelen van de opgegeven redenen moeten gevolgd worden ?
DO 2004200502404
DO 2004200502404
Question no 397 de M. Jo Vandeurzen du 13 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 397 van de heer Jo Vandeurzen van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Délits sexuels. — Condamnation. — Suivi des conditions.
Seksuele delicten. — Veroordeling. — Opvolging voorwaarden.
Lorsque vis-à-vis de l’auteur d’un délit sexuel est prononcé un jugement conditionnel ou un sursis ou encore si à l’issue d’un jugement l’intéressé est mis en liberté conditionnelle, il est essentiel que les conditions imposées par le juge fassent l’objet d’un controˆle.
Wanneer ten opzichte van de dader van een seksueel delict een voorwaardelijk vonnis wordt uitgesproken of tot een uitstel van veroordeling wordt beslist of indien na een vonnis de betrokkene voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld is het cruciaal dat er toezicht wordt uitgeoefend op de voorwaarden die worden opgelegd door de rechter.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1041
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8234
1. Qui est responsable du controˆle des conditions à respecter ?
1. Wie is verantwoordelijk voor het toezicht op het respecteren van de voorwaarden ?
2. La victime a-t-elle toujours le droit de demander à pouvoir consulter le dossier de l’auteur des faits même s’il s’agit du respect des conditions imposées ?
2. Heeft het slachtoffer steeds het recht om inzage te vragen in het dossier van de dader ook wanneer het al of niet respecteren betreft van de voorwaarden die zijn opgelegd ?
3. a) La victime a-t-elle le droit de signaler que les conditions ne sont pas respectées ?
3. a) Heeft het slachtoffer het recht om te melden dat de voorwaarden niet worden uitgevoerd ?
b) Le cas échéant, à qui doit-elle s’adresser à cet effet ?
b) Aan wie moet hij/zij dat melden ?
4. La victime a-t-elle la possibilité de vérifier s’il est tenu compte de ses observations ?
4. Kan het slachtoffer nagaan of aan een dergelijke melding gevolg wordt gegeven ?
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2003200432364
DO 2003200432364
Question no 503 de Mme Trees Pieters du 7 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Représentation de l’E´tat par le fonctionnaire taxateur. — Implication du fonctionnaire taxateur dans les nouvelles réclamations. — Protocole d’accord avec les avocats.
Vraag nr. 503 van mevrouw Trees Pieters van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Plusieurs notes de service et annales parlementaires révèlent que dans le cadre de la responsabilisation des fonctionnaires taxateurs, il a été décidé, pour les nouvelles réclamations, de confier la défense de l’imposition exclusivement au « fonctionnaire taxateur » qui est à l’origine de l’imposition contestée.
Uit diverse dienstbrieven en parlementaire handelingen blijkt dat er in het kader van de responsabilisering van de aanslagambtenaren besloten werd bij nieuwe bezwaarschriften de verdediging van de belastingaanslag uitsluitend in handen te geven van de « taxatieambtenaar » die aan de basis lag van de bestreden aanslag.
Cette mission continuerait à être confiée à un avocat du département uniquement pour certaines questions juridiques très complexes.
Slechts bij welbepaalde zeer moeilijke juridische kwesties zou die taak nog aan een departementsadvocaat worden toevertrouwd.
Dans les milieux d’avocats, le bruit court cependant que, malgré la circulaire du 1er mars 2002 (Bulletin des impoˆts, no 825, pp. 1230 à 1245 incluses), les « agents taxateurs » n’ont jusqu’à présent pour ainsi dire jamais représenté l’E´tat belge en justice lors de la phase des plaidoiries.
In kringen van advocaten wordt, in weerwil van de circulaire van 1 maart 2002 (Bulletin der belastingen, nr. 825, blz. 1230 tot en met 1245), echter algemeen vernomen dat in fase van pleidooi de « taxatie- of aanslagambtenaren » tot dusver nagenoeg nog nooit de Belgische Staat op een rechtsdag hebben vertegenwoordigd.
Dans la pratique, cette mission spécifique de représentation ne serait assurée que par les services de direction et/ou le service des contentieux.
In de praktijk zou die specifieke vertegenwoordigingsopdracht enkel en alleen zijn waargenomen geworden door de directiediensten en/of door de geschillendienst.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Vertegenwoordiging van de Staat door de aanslagambtenaar. — Betrokkenheid van de taxatieambtenaar bij nieuwe bezwaarschriften. — Akkoordprotocol met de advocaten.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8235
1. a) Les administrations fiscales ne passent-elles pas de ce fait entièrement à coˆté de leur mission concrète telle que définie lors de la réforme des procédures fiscales, c’est-à-dire veiller à implication réelle, personnelle et responsable du fonctionnaire taxateur ?
1. a) Gaan de belastingadministraties daardoor thans nog altijd niet volledig voorbij aan hun concrete opdracht die bij de hervorming van de fiscale procedure het realiseren van een scherpe, persoonlijke en verantwoordelijke betrokkenheid van de taxatieambtenaar tot streefdoel had ?
b) Existe-t-il des statistiques ou des tableaux de bord relatifs au nombre d’« agents taxateurs » qui, jusqu’à la fin de l’année judiciaire passée, ont déjà plaidé dans le cadre de nouvelles réclamations ? Dans l’affirmative, à combien ce nombre s’élevaitil pour chaque région ?
b) Bestaan er statistieken of boordtabellen over het aantal « taxatieambtenaren » dat inzake nieuwe bezwaarschriften tot en met het einde van het vorig gerechtelijk jaar reeds gepleit heeft ? Zo ja, hoeveel bedroeg dit aantal per gewest ?
2. Un agent taxateur responsable ou menant l’instruction peut-il être « contraint » par son administration fiscale ou son/ses supérieur(s) hiérarchique(s) à représenter l’E´tat belge devant le tribunal de première instance ?
2. Kan een verantwoordelijk taxatieambtenaar of een onderzoekend aanslagambtenaar en een geschillenambtenaar effectief door zijn belastingadministratie of zijn hie¨rarchische overste(n) « verplicht » worden om de Belgische Staat te vertegenwoordigen voor de rechtbank van eerste aanleg ?
3. a) Existe-t-il aujourd’hui ou à court terme, des emplois vacants d’avocats de département néerlandophones, francophones et/ou germanophones ?
3. a) Zijn er thans en/of in de nabije toekomst nog betrekkingen van Vlaamse, Franstalige en/of van Duitstalige departementsadvocaten vacant ?
b) Dans l’affirmative, comment ces emplois peuventils être pourvus concrètement et comment la procédure de candidature se déroule-t-elle ?
b) Zo ja, op welke wijze kunnen deze concreet worden ingevuld en hoe gebeurt de kandidatuurstelling ?
4. En cas d’absence organisée du fonctionnaire taxateur responsable le jour de l’audience, celui-ci peut-il, à la demande éventuelle de la partie requérante, encore être convoqué plus tard comme « témoin » par le juge de première instance pour fournir un commentaire sur les faits et/ou un élément juridique quant à ses actes d’instruction, à ses avis de rectification et à sa notification finale de la décision de taxation ?
4. Kan of mag, bij georganiseerde afwezigheid van de aansprakelijke taxatieambtenaar op de rechtsdag, diezelfde aanslag- of taxatieambtenaar, al dan niet op verzoek van eisers door de rechter in eerste aanleg later nog als « getuige » worden opgeroepen om een feitelijke en/of juridische toelichting te verstrekken omtrent zijn onderzoeksdaden, zijn wijzigingsberichten en zijn uiteindelijke kennisgeving van beslissing tot taxatie ?
5. Pourquoi aucun accord de protocole relatif à la représentation de l’E´tat belge n’a-t-il encore été conclu à ce jour entre le SPF Finances, d’une part, et l’Ordre des avocats flamands et l’Ordre néerlandais des avocats de Bruxelles, d’autre part ?
5. Waarom werd tussen de FOD Financie¨n enerzijds en de Orde van Vlaamse balies en de Nederlandse Orde van advocaten te Brussel anderzijds nog altijd geen akkoordprotocol gesloten inzake de vertegenwoordiging van de Belgische Staat ?
` la lumière des articles 3 et 9 de la loi du 10 dé6. A cembre 2001 et compte tenu de la volonté de modernité du législateur fiscal, pouvez-vous donner un relevé détaillé point par point et actualisé des conceptions générales et des méthodes de travail pratiques actuellement en vigueur dans l’administration depuis le 1er avril 2001, et ce, pour tous les bureaux des impoˆts directs (tant l’inspection spéciale des impoˆts que les centres de controˆle et les services fiscaux classiques) ?
6. Kan u, punt per punt, in het licht van de artikelen 3 en 9 van de wet van 10 december 2001 en de wil van de moderne fiscale wetgever, een update geven van de thans gangbare administratieve ziens- en handelwijze voor alle vestigingen van directe belastingen vanaf 1 april 2001 dit zowel voor de bijzondere Belastinginspectie, voor de Controlecentra als voor de klassieke belastingdiensten ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8236
DO 2003200432377
DO 2003200432377
Question no 504 de M. Theo Kelchtermans du 8 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 504 van de heer Theo Kelchtermans van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Fermeture des bureaux de l’Enregistrement et du Cadastre à Maaseik.
Verdwijnen van de kantoren van de Registratie en het Kadaster in Maaseik.
L’administration communale de Maaseik a eu vent de rumeurs concernant un déménagement des bureaux de l’Enregistrement et du Cadastre de Maaseik à Bree. Ces rumeurs, qui pour l’heure n’ont rien d’officiel, inquiètent vivement l’administration communale.
Het gemeentebestuur van Maaseik vangt geruchten op over het verhuizen van de kantoren van de Registratie en het Kadaster van haar grondgebied naar Bree. Deze berichten die tot op heden niet officieel zijn, verontrusten het stadsbestuur ten zeerste.
En tant que chef-lieu d’arrondissement, la ville de Maaseik héberge depuis des années de nombreux services administratifs de l’E´tat. Dans l’élaboration de sa politique locale (aménagement du territoire, infrastructures, etc.), l’administration communale a tenu et tient toujours compte de cette fonction de centre régional de services que la ville remplit de longue date et qui participe à son image. Un nouveau centre administratif de l’E´tat y a par ailleurs été construit très récemment.
Temeer omdat de stad Maaseik als arrondissementshoofdplaats al jaren standplaats is voor heel wat rijksadministratieve diensten en het bestuur in de uitbouw van het lokale beleid (ruimtelijk, infrastructureel, enzovoort) ook steeds rekening hield/houdt met deze functie van regionaal dienstencentrum welke zij van oudsher vervult en mede uithangbord is geworden van Maaseik. Bovendien werd zeer recentelijk nog een nieuw Rijksadministratief Centrum gebouwd in Maaseik.
Il m’est revenu entre-temps que ce déménagement s’inscrirait dans le cadre plus large d’une vaste réorganisation.
Inmiddels verneem ik dat deze verhuis zou kaderen in een ruime reorganisatie.
1. Ces informations sont-elles exactes ou s’agit-il seulement d’une rumeur ?
1. Zijn deze berichten juist of gaat het alleen om geruchten ?
2. Dans l’affirmative, comment cette décision se justifie-t-elle et quelle en est la portée ?
2. Zo ja, wat zijn de reikwijdte en beweegredenen van deze beslissing ?
3. Il est inconcevable que l’on supprime des services dans certaines communes pour ensuite devoir chercher une implantation adéquate pour ces mêmes services ailleurs. Comment réagissez-vous face à cette situation ?
3. Het kan toch niet dat men enerzijds een leegloop gaat organiseren in bepaalde gemeenten terwijl men elders op zoek moet gaan naar een gepaste huisvesting. Wat is uw reactie hierop ?
DO 2003200432378
DO 2003200432378
Question no 505 de M. Hagen Goyvaerts du 8 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 505 van de heer Hagen Goyvaerts van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Régie des Baˆtiments. — Fortifications de Termonde.
Regie der Gebouwen. — Forten van Dendermonde.
Il me revient que les fortifications bordant la Noordlaan à Termonde appartiennent — au moins partiellement — à la Régie des Baˆtiments. Or, la ville de Termonde aurait récemment résilié le bail y relatif.
Naar verluidt zijn de forten — of een deel ervan — aan de Noordlaan te Dendermonde, eigendom van de Regie der Gebouwen. Onlangs heeft de stad Dendermonde de huurovereenkomst aangaande deze forten opgezegd.
1. a) Quelles parties des fortifications sont la propriété de la Régie des Baˆtiments ?
1. a) Welke delen van de forten zijn eigendom van de Regie der Gebouwen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8237
b) Les fortifications appartenant à la Régie des Baˆtiments sont-elles, en tout ou en partie, classées comme monument protégé ?
b) Zijn de fortgebouwen die in handen van de Regie zijn, volledig of deels geklasseerd als beschermd monument ?
2. a) De quelles parties des fortifications la ville de Termonde était-elle locataire ? ` quel montant s’élevait le loyer mensuel ? b) A
2. a) Welke delen huurde de stad Dendermonde van de Regie ?
c) Quand le bail a-t-il été résilié ?
c) Wanneer is de huurovereenkomst opgezegd ?
d) Par qui le bail a-t-il été résilié et pour quelle raison ?
d) Door welke partij en wat is de reden ?
e) La résiliation s’est-elle faite conformément aux termes du contrat de location ?
e) Is de opzeg conform de overeenkomst gebeurd ?
3. a) Est-il exact qu’une partie des fortifications appartenant à la Régie continuera a être utilisée par la ville de Termonde, entre autres pour l’hébergement du Ros Beiaard, et ce à titre gracieux ?
3. a) Is het waar dat een bepaald deel van de forten dat in handen van de Regie is, kosteloos zal blijven gebruikt worden door de stad Dendermonde voor onder andere de opslag van het Ros Beiaard ?
b) Un accord a-t-il été conclu à cet effet ?
b) Is dit via een overeenkomst geregeld ?
4. a) Quels sont les projets de la Régie en ce qui concerne les baˆtiments faisant partie de ces fortifications ?
4. a) Wat zijn de plannen van de Regie met de gebouwen van de forten ?
b) La Régie souhaiterait-elle en louer certaines parties à des institutions et des particuliers ?
b) Is de Regie geı¨nteresseerd om delen van de forten aan meerdere instellingen en particulieren te verhuren ?
c) Des démarches ont-elles déjà été entreprises à cette fin ? A-t-il déjà été demandé à la Régie de louer certaines galeries des fortifications ?
c) Zijn hiervoor al stappen ondernomen en is de Regie reeds gecontacteerd om bepaalde kokers van de forten te verhuren ?
d) La ville de Termonde a-t-elle déjà contacté la Régie à cet effet ?
d) Heeft de stad Dendermonde de Regie reeds in die zin gecontacteerd ?
e) Quelle est la réponse de la Régie aux demandes des intéressés ?
e) Wat is het antwoord van de Regie op de vraag van de geı¨nteresseerden ?
5. a) Combien de galeries les fortifications comptentelles ?
5. a) Hoeveel kokers tellen de forten ?
b) Combien sont étanches ?
b) Hoeveel hiervan zijn er waterdicht ?
c) Dans le cas où des galeries seraient louées, la Régie serait-elle disposée à prendre en charge les frais relatifs aux travaux d’étanchéisation ?
c) Is de Regie bereid om bij eventuele verhuur van kokers de kosten van het waterdicht maken op zich te nemen ?
d) La Régie a-t-elle l’obligation légale, dans le cadre de l’entretien des monuments protégés, d’étanchéiser les fortifications ?
d) Is de Regie in het kader van het onderhoud van beschermde monumenten wettelijk verplicht de forten waterdicht te maken ?
6. Il me revient que certains baˆtiments, qui font partie des fortifications mais qui ne sont pas protégés, seraient démolis afin de créer des places de stationnement.
6. Er is sprake van om bepaalde gebouwen die bij de forten horen, maar niet beschermd zij, af te breken voor parkeerplaatsen.
a) Est-ce exact ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
b) Aan welke maandelijkse huurprijs ?
a) Is dit correct ? 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8238
b) De quels baˆtiments s’agit-il ?
b) Over welke gebouwen gaat het ?
c) Les baˆtiments à démolir appartiennent-ils aussi à la Régie ?
c) Zijn de te slopen gebouwen ook eigendom van de Regie ?
DO 2004200502383
DO 2004200502383
Question no 506 de M. Dylan Casaer du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 506 van de heer Dylan Casaer van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Options sur actions. — Travailleurs. — Impoˆt sur l’avantage de toute nature.
Aandelenopties. — Werknemers. — Belasting op het voordeel van alle aard.
La réglementation relative aux options sur actions, telle qu’elle est développée dans la loi du 26 mars 1999 relative au plan d’action belge pour l’emploi 1998 et portant des dispositions diverses, dispose que les avantages de toute nature obtenus sous forme d’attribution d’options sur actions constituent un revenu professionnel imposable au moment de l’attribution de cette option (article 42, § 1er, alinéa 1er). Du point de vue fiscal, l’option est censée être attribuée le soixantième jour qui suit la date de l’offre.
De wetgeving rond aandelenopties zoals zij werd uitgewerkt in de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, bepaalt dat de belasting op het voordeel van alle aard dat ontstaat door het toekennen aan werknemers van aandelenopties, verschuldigd is op het moment van toekenning (artikel 42, § 1, eerste lid). De optie wordt vanuit fiscaal oogpunt geacht toegekend te zijn de 60ste dag na de datum van het aanbod.
Si cette réglementation a effectivement précisé le moment de la taxation et la base imposable, plusieurs travailleurs ont cependant appris à leurs dépens, ces dernières années, qu’elle recèle aussi des dangers. En effet, ils versent des impoˆts sur un avantage à propos duquel ils ignorent s’ils en bénéficieront un jour (à savoir si un jour ils lèveront ou pourront lever l’option). Entre le moment de l’offre et celui de sa réalisation, le contrat d’emploi des intéressés peut en effet prendre fin ou l’évolution du cours des actions peut rendre absolument non rentable la levée de l’option.
Ook al heeft deze regeling duidelijkheid gebracht over het moment van belastbaarheid en de belastbare basis, toch hebben verschillende werknemers de voorbije jaren ondervonden dat deze regeling ook gevaren inhoudt. Zij betalen immers belastingen op een voordeel, waarvan zij niet weten of zij het ooit zullen genieten (met name of zij ooit de optie zullen lichten of kunnen lichten). Tussen het aanbod en het moment van uitoefening kunnen zij immers hun tewerkstelling bee¨indigd zien of kan het lichten van de optie, door de evolutie van hun aandelenkoersen, volstrekt onrendabel zijn geworden.
Ceci explique pourquoi, surtout depuis la récession de l’automne 2001, de nombreux travailleurs hésitent à accepter une offre d’options sur actions.
Dit verklaart waarom, zeker na de recessie van het najaar 2001, veel werknemers weigerachtig zijn om in te tekenen op een aanbod van aandelenopties.
1. Le SPF Finances a-t-il été impliqué dans des procès (comme partie citée ou comme partie appelée en garantie) par des travailleurs souhaitant récupérer l’impoˆt versé ?
1. Werd de FOD Financie¨n in rechtzaken betrokken (als gedaagde of in vrijwaring geroepen partij) door werknemers die de betaalde belasting wensten te recupereren ?
2. A-t-on déjà connaissance de décisions judiciaires sur le sujet ?
2. Zijn hieromtrent reeds gerechtelijke uitspraken bekend ?
3. Le SPF Finances s’est-il déjà montré volontairement disposé, dans ces circonstances, à reverser l’impoˆt payé ?
3. Is de FOD Financie¨n in dergelijke omstandigheden reeds vrijwillig bereid geweest om de betaalde belasting terug te storten ?
4. Envisagez-vous de prendre des initiatives législatives visant à éluder cette difficulté pour les travailleurs ?
4. Denkt u aan wetgevende initiatieven om deze moeilijkheid voor de werknemers te verhelpen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8239
DO 2004200502393
DO 2004200502393
Question no 507 de M. Dylan Casaer du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 507 van de heer Dylan Casaer van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Comités d’acquisition de Flandre orientale. — Scission en trois sections.
Oost-Vlaamse aankoopcomités. — Opsplitsing in drie onderdelen.
Dans le cadre d’une réorganisation interne du SPF Finances, les deux comités d’acquisition de Flandre orientale, actuellement établis à Gand, seraient scindés en trois sections. Chaque section serait localisée dans une ville différente de Flandre orientale.
In het kader van een interne reorganisatie binnen de FOD Financie¨n, zouden de beide Oost-Vlaamse aankoopcomités die nu in Gent zijn gevestigd, worden opgesplitst in drie onderdelen. Ieder onderdeel zou in een andere stad van de provincie Oost-Vlaanderen worden ondergebracht.
1. Est-il exact qu’une telle réorganisation interne des comités d’acquisition est en préparation ?
1. Is het correct dat een dergelijke interne reorganisatie van de aankoopcomités in voorbereiding is ?
2. Quelles villes entreraient en ligne de compte pour la localisation d’un tel comité ?
2. Welke steden zouden hierbij in aanmerking komen voor de huisvesting van dergelijk comité ?
3. La ville d’Alost, qui possède plusieurs baˆtiments utilisés autrefois par des services administratifs publics et actuellement désaffectés, entrera-t-elle en ligne de compte ?
3. Komt ook de stad Aalst, die verschillende gebouwen heeft die eertijds door administratieve overheidsdiensten gebruikt werden en die niet langer in gebruik zijn, in aanmerking ?
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200432368
DO 2003200432368
Question no 311 de M. Jan Mortelmans du 7 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 311 van de heer Jan Mortelmans van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Masterplan pour l’aménagement des gares.
NMBS. — Masterplan voor de inrichting van de stations.
Dans son avis 04/20, le Comité consultatif des usagers de la SNCB fait observer qu’il n’existe pas de programme de mise en œuvre spécifique pour « Revalor 2000 », le masterplan pour l’aménagement des gares. Le Comité consultatif rappelle en outre que, compte tenu des contraintes budgétaires de la SNCB, la société ne disposerait ni des moyens nécessaires, ni d’un plan financier à cet effet.
In het advies 04/20 stelt het Raadgevend Comité van de Gebruikers van de NMBS dat er voor « Revalor 2000 », het masterplan voor de inrichting van de stations, geen specifiek uitvoeringsprogramma bestaat en dat er middelen noch financieel plan voorhanden zou zijn gelet op de budgettaire beperkingen.
1. Est-il exact qu’aucun budget spécifique n’est prévu pour Revalor 2000 ?
1. Klopt het inderdaad dat er geen specifiek budget bestaat voor Revalor 2000 ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8240
2. De quelle manière la SNCB veillera-t-elle à la mise en œuvre de ce masterplan ?
2. Hoe zal de NMBS er zorg voor dragen dat dit masterplan kan uitgevoerd worden ?
DO 2003200432369
DO 2003200432369
Question no 312 de M. Jan Mortelmans du 7 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 312 van de heer Jan Mortelmans van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Réouverture des gares d’Anvers-Port, de Wolfstee et de Zolder.
NMBS. — Heropening stations van AntwerpenHaven, Wolfstee en Zolder.
Dans son avis 04/21, le Comité consultatif des usagers de la SNCB se déclare favorable à l’éventuelle (ré)ouverture des gares d’Anvers-Port, de Wolfstee et de Zolder. Le Comité se pose cependant des questions quant à l’accueil et à la signalisation dans ces nouvelles gares et quant à leur équipement. Le Comité craint par ailleurs que la période d’essai d’un an ne soit insuffisante.
In zijn advies 04/21 staat het raadgevend Comité van de gebruikers positief tegenover de mogelijke (her)opening van drie stations, namelijk AntwerpenHaven, Wolfstee en Zolder. Het Comité stelt zich wel vragen omtrent het onthaal, de bewegwijzering en de accomodatie van en in de nieuwe stations. Het Comité stelt zich verder ook vragen bij de te korte proefperiode van één jaar.
1. Comment la SNCB a-t-elle réagi à cet avis ?
1. Wat is het antwoord van de NMBS op het geformuleerde advies ?
2. Le ministre peut-il se rallier à cette réponse ?
2. Kan u zich hierin terugvinden ?
DO 2003200432374
DO 2003200432374
Question no 314 de M. Patrick De Groote du 8 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 314 van de heer Patrick De Groote van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Garde coˆtière. — Législation linguistique.
Kustwacht. — Taalwetgeving.
La fête annuelle de la Pêche s’est déroulée à Ostende le 4 septembre 2004. Dans le programme des manifestations figurait notamment une annonce du ministère fédéral ayant la mer du Nord dans ses attributions et qui souhaitait présenter sa structure bilingue « Kustwacht — Garde coˆtière ».
Op 4 september 2004 vonden in Oostende de jaarlijkse visserijfeesten plaats. In het programmaboekje stond een aankondiging van het federale ministerie van de Noordzee, die hun « Kustwacht — Garde coˆtière » (tweetalige administratie) voorstelden.
1. Quelle est la langue utilisée au sein de la structure de Garde coˆtière ?
1. Welke voertaal wordt er in de dienst Kustwacht gebruikt ?
2. Cette présentation bilingue n’est-elle pas contraire aux dispositions des lois du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, et notamment à l’article 33, § 1er, desdites lois, qui stipule ce qui suit : « Tout service régional dont l’activité s’étend exclusivement à des communes sans régime spécial de la région de langue française ou de langue néerlandaise et dont le siège est établi dans cette région, utilise exclusivement la langue de celle-ci dans les services intérieurs, dans ses rapports avec les services dont il relève, ainsi que dans ses rapports avec les autres services de la même région linguistique et de
2. Is de tweetalige voorstelling niet in strijd met de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, met name artikel 33 : « § 1. Iedere gewestelijke dienst waarvan de werkkring uitsluitend gemeenten zonder speciale regeling uit het Nederlandse of het Franse taalgebied bestrijkt en waarvan de zetel in dat gebied gevestigd is, gebruikt uitsluitend de taal van dat gebied in zijn binnendiensten, in zijn betrekkingen met de diensten waaronder hij ressorteert en in zijn betrekkingen met de andere diensten uit hetzelfde taalgebied en uit Brussel-Hoofdstad. Hij stelt de berichten, mededelingen en formulieren die voor
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8241
Bruxelles-Capitale. Il rédige exclusivement dans la langue de sa région les avis, les communications et les formulaires destinés au public » ?
het publiek bestemd zijn uitsluitend in de taal van zijn gebied. » ?
DO 2003200432376
DO 2003200432376
Question no 315 de Mme Nathalie Muylle du 8 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 315 van mevrouw Nathalie Muylle van 8 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers.
NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.
Le voyageur qui souhaite monter dans le train en gare de Roulers doit enjamber un espace de 30 cm au moins entre le bord du quai et la première marche du train. Dans d’autres gares par contre, le quai arrive en général au niveau de la première marche du train. Il s’agit là d’un grave problème non seulement pour les personnes à mobilité réduite, mais également pour les personnes aˆgées et les enfants, qu’il faut souvent littéralement hisser à bord du train. Le problème n’est pas lié à un type de train en particulier; il se pose en effet pour tous les types de trains.
Bij het opstappen van de treinen op het perron in het station Roeselare is de afstand tussen het perron en de eerste trede van de trein minstens 30 centimeter, terwijl in andere stations het perron vaak op gelijke hoogte komt met de eerste trede van de trein. Dit betekent niet alleen een groot probleem voor mensen met een beperkte mobiliteit, maar ook voor ouderen en kinderen die vaak de trein opgetrokken moeten worden. Het is duidelijk dat het niet ligt aan een bepaald type trein want het probleem doet zich voor bij alle treinen.
1. La SNCB est-elle au courant du problème ?
1. Is dit probleem gekend bij de NMBS ?
2. a) La SNCB a-t-elle l’intention de remédier à cette situation à court terme, dans le cadre de son programme visant à améliorer l’accessibilité des gares ?
2. a) Heeft de NMBS op korte termijn plannen om dit euvel op te lossen in het kader van haar programma met betrekking tot een betere toegankelijkheid van haar stations ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures la SNCB envisage-t-elle de prendre à cet effet ?
b) Zo ja, welke maatregelen stelt de NMBS hiervoor in het vooruitzicht ?
DO 2004200502394
DO 2004200502394
Question no 316 de M. Patrick De Groote du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 316 van de heer Patrick De Groote van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Dimensions des tunnels ferroviaires.
Afmetingen van spoorwegtunnels.
Ma question se rapporte aux dimensions des tunnels ferroviaires.
Mijn vraag heeft betrekking op de afmetingen van spoorwegtunnels.
Votre administration peut-elle fournir les dimensions, et plus particulièrement le gabarit, des tunnels Louise-Marie (sur la ligne 86 en direction de Renaix) et de Grammont (sur la ligne d’Enghien) ?
Kan uw administratie de afmetingen geven van de tunnels van Louise-Marie (lijn 86 naar Ronse) en van Geraardsbergen (lijn naar Edingen), inzonderheid de zogenaamde gabarit ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1042
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8242
DO 2004200502409
DO 2004200502409
Question no 318 de M. Guido De Padt du 13 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 318 van de heer Guido De Padt van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Activités effectuées par du personnel extérieur à la société.
NMBS. — Activiteiten uitgevoerd door externen.
Dans l’hebdomadaire « Trends » du 7 octobre 2004, Honoré Paelinck, ancien administrateur délégué de la SNCB, a déclaré que la SNCB pouvait être gérée efficacement avec 28 000 personnes, soit 12 000 de moins qu’actuellement, et cela sans licenciements secs, à condition que certaines activités (installations de signalisation, remplacement de voies, démolition de lignes de chemin de fer ...) puissent de nouveau être exercées en interne. Dans ce cas, il faudrait toutefois que les syndicats acceptent que le personnel soit reconverti et ne s’accroche pas fanatiquement au cadre organique.
In het weekblad « Trends » van 7 oktober 2004 staat volgende verklaring afgedrukt uit de mond van Honoré Paelinck, gewezen gedelegeerd bestuurder van de NMBS : « De NMBS kan efficie¨nt worden gerund met 28 000 mensen, 12 000 minder dan nu. Dat kan zonder naakte ontslagen, als je een aantal zaken weer in eigen huis gaat doen : seininstallaties, sporen vervangen, spoorlijnen afbreken (...). Maar dan moeten de bonden ermee instemmen dat mensen worden omgeschoold en niet fanatiek vasthouden aan hun organieke kader. ».
1. Combien d’activités et lesquelles la SNCB confiet-elle actuellement à du personnel extérieur, c’est-àdire des personnes et des sociétés qui ne sont pas reprises dans le cadre organique, et pourraient en principe également être effectuées par du personnel propre (éventuellement reconverti) ?
1. Hoeveel en welke activiteiten laat de NMBS thans uitvoeren door externen, dit wil zeggen door personen en firma’s die niet opgenomen zijn in het organieke kader, en die in principe ook door eigen (eventueel omgeschoold) personeel zouden kunnen worden uitgevoerd ?
2. Quelles dépenses et quels effectifs externes la sous-traitance de ces activités implique-t-elle ?
2. Welke uitgaven gaan er met deze uitbestede activiteiten en welke externe tewerkstelling gepaard ?
3. Quels programmes de reconversion sont-ils éventuellement prévus ?
3. Welke omscholingsprogramma’s worden eventueel voorzien ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
er
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200432365
DO 2003200432365
Question no 391 de M. Roel Deseyn du 5 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 391 van de heer Roel Deseyn van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Piratage de sites des pouvoirs publics.
Hacken van overheidssites.
Récemment, le fonctionnement des pages internet néerlandaises regering.nl et kabinet.nl a été perturbé à la suite d’une attaque commise par des pirates informatiques. Un groupe d’environ cinquante pirates néerlandais, se faisant appeler « Ox1fe Crew », aurait ainsi voulu protester contre la politique du gouvernement. Cette attaque a également rendu inaccessibles les adresses de courrier électronique finissant par regering.nl et kabinet. nl.
De Nederlandse internetpagina’s regering.nl en kabinet.nl werden recentelijk ernstig aangetast in hun werking door een aanval van computerkrakers. Een groep van ongeveer vijftien Nederlandse krakers die zich de « Ox1fe Crew » noemt zou op die manier protest voeren tegen het kabinetsbeleid. Ook de mailadressen van de bewindslieden die eindigen op regering.nl en kabinet.nl waren erdoor onbereikbaar.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8243
1. a) Combien d’attaques ont été commises contre les sites des pouvoirs publics belges en 2002 ?
1. a) Hoeveel aanvallen tegen Belgische overheidssites vonden plaats in 2002 ?
b) Combien d’attaques ont été commises contre les sites des pouvoirs publics belges en 2003 ?
b) Hoeveel aanvallen tegen Belgische overheidssites vonden plaats in 2003 ?
c) Combien d’attaques ont été commises jusqu’à présent contre les sites des pouvoirs publics belges en 2004 ?
c) Hoeveel tot nu toe in 2004 ?
2. a) Quel est le pourcentage d’attaques « réussies » pour 2002 ?
2. a) Hoeveel procent van de aanvallen was succesvol voor 2002 ?
b) Quel est le pourcentage d’attaques « réussies » pour 2003 ?
b) Hoeveel procent van de aanvallen was succesvol voor 2003 ?
c) Quel est le pourcentage d’attaques « réussies » pour 2004 ?
c) Hoeveel procent van de aanvallen was succesvol voor 2004 ?
3. a) Pourriez-vous me fournir la liste de tous les sites qui ont été mis, totalement ou partiellement, hors service (ou dont le fonctionnement a été perturbé) par des attaques commises de l’extérieur ?
3. a) Kan u een overzicht geven van alle sites die, geheel of gedeeltelijk, buiten dienst werden gesteld (of in hun diensten enigszins werden belemmerd) door aanvallen van buitenaf ?
b) Pourriez-vous indiquer, pour chaque site, la durée de la perturbation ?
b) Kan u hierbij ook aangeven hoelang de sites telkens gehinderd waren ?
4. Quels sites sont les cibles principales des attaques ?
4. Tegen welke sites richtten de aanvallen zich vooral ?
5. a) Comment la sécurisation des sites des pouvoirs publics belges est-elle assurée ?
5. a) Hoe gebeurt de beveiliging van Belgische overheidssites ?
b) Y a-t-il également, outre les responsables locaux, des initiatives centrales ?
b) Zijn er naast de lokale verantwoordelijken ook centrale initiatieven ?
c) Quelles sont les différences de niveaux de sécurité entre les différents sites ?
c) Welke verschillen bestaan er in de beveiligingsniveaus bij de verschillende sites ?
6. Si des pirates prenaient, dans notre pays, une initiative semblable à celle prise aux Pays-Bas, quelle serait, selon vous, la probabilité qu’une telle initiative ait les mêmes conséquences ?
6. Hoe groot acht u de kans dat hackers een initiatief als dat in Nederland tot een gelijkaardig einde hier kunnen brengen ?
DO 2004200502384
DO 2004200502384
Question no 394 de M. Hagen Goyvaerts du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 394 van de heer Hagen Goyvaerts van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Contaminations secondaires lors de l’enlèvement de paratonnerres radioactifs.
Bijkomende besmettingen bij de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders.
Lors de l’enlèvement de paratonnerres radioactifs, on constate de plus en plus que la contamination radioactive des constructions situées dans les environs immédiats du paratonnerre pose problème. En l’occurrence, il s’agit surtout de la contamination
Bij de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders wordt steeds meer vastgesteld dat er zich een probleem voordoet met de radioactieve besmetting van de aanliggende constructies die zich in de onmiddellijke nabijheid van de bliksemafleider bevinden. Het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8244
radioactive des matériaux de construction sur lesquels le paratonnerre est installé ainsi que le recouvrement du toit jouxtant la structure du paratonnerre (bitumes, tuiles, etc.). Ceci est duˆ au fait que ces matériaux ont été exposés aux intempéries pendant des années et qu’aucun controˆle physique n’a été effectué dans la pratique, et ce, par quelque instance que ce soit. Dans le cadre de la campagne menée actuellement par l’Agence fédérale de controˆle nucléaire et de la protection de la population contre les radiations ionisantes, ce problème soulève les questions suivantes.
betreft hier voornamelijk de radioactieve besmetting van de constructiematerialen waarop de radioactieve bliksemafleider mechanisch is gemonteerd evenals de omliggende dakbedekking (bitumen, dakpannen, enzovoort). Dit als gevolg van een jarenlange blootstelling aan de weersomstandigheden zonder dat er in de praktijk enige fysische controle — door welke instantie ook — werd uitgevoerd. In het kader van de lopende campagne die het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) voert aangaande de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders, maar ook in het kader van de bescherming van de bevolking tegen ioniserende straling, rijzen hierover de volgende vragen.
1. L’AFCN est-elle informée du problème susmentionné ?
1. Is het FANC van de bovenvermelde problematiek op de hoogte ?
2. Quelles mesures ont-elles été prises jusqu’à présent afin d’informer le secteur concerné du problème susmentionné ?
2. Welke maatregelen werden tot op heden genomen om de betrokken sector hierover te informeren ?
3. Des instructions claires ont-elles été données aux entreprises spécialisées chargées d’enlever les paratonnerres ?
3. Zijn hierover duidelijke instructies aan de gespecialiseerde verwijderingsbedrijven overgemaakt ?
4. Dans la négative, pourquoi ?
4. Zo neen, waarom niet ?
5. Quelles mesures l’AFCN va-t-elle prendre pour éviter que des matériaux contaminés soient laissés sur le baˆtiment concerné une fois le paratonnerre enlevé ?
5. Welke maatregelen zal het FANC nemen om te vermijden dat er -na de verwijdering van een radioactieve bliksemafleider -besmette materialen onbeheerd op het betrokken gebouw achterblijven ?
DO 2004200502385
DO 2004200502385
Question no 395 de M. Melchior Wathelet du 12 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 395 van de heer Melchior Wathelet van 12 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Utilisation des armes à feu automatiques par les membres des services de police des zones de police locales du Royaume.
Gebruik van automatische vuurwapens door de leden van de politiediensten van de lokale politiezones.
En application de l’article 141 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, est actuellement à l’étude à la Direction Générale des moyens en matériel de police fédérale.
In uitvoering van artikel 141 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, bereidt de Algemene Directie Materie¨le Middelen van de federale politie momenteel een nieuwe reglementering betreffende de bewapening van de geı¨ntegreerde politie voor.
Cette étude devrait déboucher sur un projet d’arrêté royal relatif à l’armement de la police intégrée, structurée à deux niveaux, ainsi qu’à l’armement des fonctionnaires de police du Comité P, du Comité I et de l’Inspection Générale de la police fédérale et de la police locale.
Het is de bedoeling een ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van de bewapening van de geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en van de politieambtenaren van het Comité P, het Comité I en de Algemene Inspectie van de federale politie en de lokale politie, op te stellen.
Dans l’attente de la promulgation de ce nouvel arrêté royal, la réglementation en ce qui concerne entre
In afwachting van de afkondiging van dit nieuwe koninklijk besluit wordt onder meer de bewapening
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8245
autres l’armement de l’ancienne gendarmerie et de l’ancienne police communale reste d’application. Ainsi, l’article 24 de l’arrêté royal du 26 mars 2001 portant exécution des articles 13, 27 alinéas 2 et 5 et 53 de la loi du 27 décembre 2000 portant diverses dispositions relatives à la position juridique du personnel des services de police et portant d’autres dispositions transitoires diverses, sont encore valables.
van de politie nog steeds geregeld door de reglementering die van toepassing was op de vroegere rijkswacht en gemeentepolitie. Zo is artikel 24 van het koninklijk besluit van 26 maart 2001 tot uitvoering van de artikelen 13, 27, tweede en vijfde lid, en 53 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en houdende diverse andere overgangsbepalingen nog steeds geldig.
En ce qui concerne l’armement des anciens gendarmes, l’article 4, § 1er, 2o et 4o de l’arrêté ministériel du 25 novembre 1994 déterminant les armes faisant partie de l’équipement réglementaire des membres du corps opérationnel (et de la catégorie de personnel de la police spéciale) de la gendarmerie et fixant les dispositions particulières relatives à la détention, à la garde et au port de ces armes, intègre le pistolet mitrailleur, et de manière plus générale, les armes à feu automatiques, dans l’armement collectif dont ils disposent. Que ces anciens gendarmes fassent partie de la police fédérale ou d’une zone de police locale n’a donc aucune influence sur le fait qu’ils puissent utiliser légalement les armes à feu automatiques dont, par exemple, le pistolet mitrailleur UZI.
Volgens artikel 4, § 1, 2o en 4o, van het ministerieel besluit van 25 november 1994 tot bepaling van de wapens die tot de voorgeschreven uitrusting van de leden van het operationeel korps [en van de categorie bijzonder politiepersoneel] van de rijkswacht behoren en tot vastlegging van de bijzondere regels betreffende het voorhanden hebben, het bewaren en het dragen van die wapens wordt het machinepistool (en de automatische vuurwapens in het algemeen) bij de collectieve bewapening van de vroegere rijkswachters gecatalogeerd. De gewezen rijkswachters die thans deel uitmaken van de federale politie of van een lokale politiezone kunnen dus zonder onderscheid in alle wettelijkheid gebruik maken van automatische vuurwapens, zoals bijvoorbeeld het machinepistool UZI.
Or l’arrêté royal du 10 avril 1995 réglant l’armement de la police communale ne donne pas cette possibilité aux membres de l’ancienne police communale. Ceux-ci ne peuvent, en effet, disposer d’un pistolet mitrailleur comme armement spécifique qu’à la condition qu’il soit adapté de manière à ne pas pouvoir tirer en rafales et ce moyennant autorisation délivrée par le ministre de l’Intérieur statuant suite à une demande motivée introduite par le bourgmestre.
Volgens het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot regeling van de bewapening van de gemeentepolitie mogen de leden van de vroegere gemeentepolitie deze wapens niet dragen. Ze mogen immers een machinepistool slechts als specifieke bewapening dragen als dit ontdaan is van het automatisch buivuur en de minister van Binnenlandse Zaken, die oordeelt op basis van een door de burgemeester ingediende gemotiveerde aanvraag, daartoe machtiging heeft verleend.
Si les anciens gendarmes en fonction dans les zones de police locales peuvent donc faire usage des armes à feu automatiques en toute légalité, les anciens policiers communaux en exercice dans les mêmes zones ne le peuvent pas.
De gewezen rijkswachters die in dienst zijn in de lokale politiezones kunnen dus reglementair gebruik maken van automatische vuurwapens. De gewezen gemeentelijke politiemannen in dienst in dezelfde zones kunnen dit echter niet.
1. Cette situation, pour le moins surprenante, n’estelle pas de nature à compromettre dangereusement l’efficacité et l’uniformité lors d’une intervention exécutée en commun par les membres de l’ancienne gendarmerie et de l’ancienne police communale ?
1. Is het niet zo dat door deze op zijn zachtst gezegd bizarre toestand een gezamenlijke interventie door leden van de gewezen rijkswacht en gemeentepolitie aan efficie¨ntie en eenvormigheid inboet ?
2. Estimez-vous ou non que tous les membres de police locale doivent être pourvus de pistolets mitrailleurs qui soient adaptés de manière à ne pouvoir tirer qu’au coup par coup ?
2. Is u al dan niet van oordeel dat alle leden van de lokale politie moeten kunnen beschikken over machinepistolen die enkel geschikt zijn om schot per schot af te vuren ?
3. Quand estimez-vous pouvoir envisager la promulgation de l’arrêté royal relatif à l’armement de la police intégrée, structurée à deux niveaux, ainsi qu’à l’armement des fonctionnaires du Comité P, du Comité I et de l’Inspection Générale de la police fédérale et de la police locale, prévu en application de l’article 141 de le loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux ?
3. Wanneer volgt, in uitvoering van artikel 141 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de afkondiging van het koninklijk besluit inzake de bewapening van de geı¨ntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, en van de ambtenaren van het Comité P, het Comité I en de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8246
DO 2004200502395
DO 2004200502395
Question no 396 de M. Melchior Wathelet du 12 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 396 van de heer Melchior Wathelet van 12 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Zone de police locale « Midi » d’Anderlecht, Forest et Saint-Gilles. — Application de l’alinéa 1er de l’article 29 de la loi du 13 mai 1999.
Lokale politiezone « Zuid » (Anderlecht/Sint-Gillis/ Vorst). — Toepassing van artikel 29, eerste lid, van de wet van 13 mei 1999.
L’alinéa 1er de l’article 29 de la loi du 13 mai 1999 portant le statut disciplinaire des membres du person` chaque nel des services de police, dispose que : « A phase de la procédure, le membre du personnel concerné peut, au choix, se faire assister ou représenter à la fois par un avocat, un membre du personnel et un membre d’une organisation syndicale agréé, désignés (ci-après) par le terme « défenseur » ».
Artikel 29, eerste lid, van de wet van 13 mei 1999 houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten bepaalt dat « het betrokken personeelslid zich in elke stand van de procedure naar keuze mag laten bijstaan of vertegenwoordigen tegelijk door een advocaat, een personeelslid en een lid van een erkende vakorganisatie, (hierna) aangeduid met de term « verdediger » ».
Si j’en juge par ce qui s’est passé le 13 juillet 2004 dans la zone de police « Midi » d’Anderlecht, Forest et Saint-Gilles, zone de police locale fréquemment décriée pour son manque de cohérence, il semblerait que cet article, comme le statut disciplinaire des membres du personnel des services de police, ne soit pas très bien connu par certains commissaires-chef de zones.
Uit de gebeurtenissen op 13 juli 2004 in de politiezone « Zuid » (Anderlecht/Sint-Gillis/Vorst), waar het ontbreken van een samenhangend beleid regelmatig aan de kaak wordt gesteld, blijkt echter dat sommige commissarissen-zonechefs niet al te goed op de hoogte zijn van dit artikel, noch van het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten.
Il m’a en effet été rapporté que le 13 juillet 2004, dans le cadre d’une procédure disciplinaire, la défense d’un membre des services de police de la zone avait demandé à être entendue par le service de controˆle interne et que le responsable du dossier refusa de recevoir les deux défenseurs qui accompagnaient le policier incriminé car le mandat n’en prévoyait qu’un seul. Soucieux de respecter scrupuleusement la procédure, le second défenseur remit alors son propre mandat au responsable du dossier qui, application de l’article 29 de la loi précitée du 13 mai 1999 oblige, aurait duˆ lui laisser prendre part à la procédure. Il n’en fut rien. Arguant erronément que la loi du 13 mai 1999 ne prévoyait qu’un seul défenseur, décision que lui a confirmée le chef de corps de la dite zone de police locale.
In het kader van een tuchtprocedure zou de verdediging van een personeelslid van de politiezone op 13 juli 2004 immers hebben gevraagd door de interne controledienst te worden gehoord. De voor het dossier verantwoordelijke persoon zou hebben geweigerd de twee verdedigers die de beschuldigde politieman vergezelden te ontvangen, omdat het mandaat slechts in één verdediger voorzag. Teneinde de procedure nauwgezet na te leven, stond de tweede verdediger zijn mandaat af aan de voor het dossier verantwoordelijke persoon, die hem in toepassing van artikel 29 van voornoemde wet van 13 mei 1999 aan de procedure had moeten laten deelnemen. Maar dat gebeurde niet : de bevoegde persoon voerde abusievelijk aan dat de wet van 13 mei 1999 in slechts één verdediger voorziet. Die beslissing werd door de korpschef van voornoemde lokale politiezone bevestigd.
1. Comment pouvez-vous expliquer une telle méconnaissance des textes législatifs de la part de commissaires responsables du suivi des procédures disciplinaires dans les zones de police locales ?
1. Hoe verklaart u dat commissarissen die op de voortgang van de tuchtprocedures in de lokale politiezones toezien, de wetteksten niet kennen ?
2. Pouvez-vous communiquer, si vous avez eu connaissance, dans d’autres zones de police locales, de situations similaires ?
2. Bent u op de hoogte van gelijksoortige toestanden in andere lokale politiezones ? Zo ja, welke ?
3. Considérez-vous que pareille méconnaissance des textes législatifs ne mérite pas, notamment par le peu de cas qu’elle réserve aux droits de la défense et les vices de procédure qu’elle fait naıˆtre, une sanction dans le chef de ceux qui l’affichent ?
3. Meent u niet dat leidinggevende ambtenaren die niet van de wetteksten op de hoogte zijn en aldus de rechten van de verdediging miskennen en tot procedurefouten aanleiding geven, moeten worden gesanctioneerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8247
DO 2004200502396
DO 2004200502396
Question no 397 de Mme Trees Pieters du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 397 van mevrouw Trees Pieters van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Obligation d’autorisation à laquelle les conseillers en sécurité sont soumis.
Vergunningsplicht veiligheidsadviseurs.
La nouvelle loi relative aux conseillers en sécurité rédigée par le ministre de l’Intérieur comporte d’importantes imprécisions.
Aangaande de nieuwe wet in verband met veiligheidsadviseurs die de minister van Binnenlandse Zaken uitgeschreven heeft, bestaan belangrijke onduidelijkheden.
Tout d’abord, la définition du conseiller en sécurité est trop générale, de sorte qu’elle permet différentes interprétations. Le champ d’application n’est pas non plus clairement précisé.
Ten eerste is de definitie van wie als veiligheidsadviseur wordt beschouwd te algemeen zodat er veel ruimte is voor verschillende interpretaties en is ook het toepassingsgebied niet duidelijk.
Deuxièmement, les normes de qualité auxquelles un conseiller en sécurité doit satisfaire n’ont pas encore été fixées. Les entreprises du secteur concerné n’ont donc aucune idée des critères décisifs pour l’obtention de l’autorisation.
Ten tweede zijn de kwaliteitsnormen waaraan een veiligheidsadviseur moet voldoen nog niet uitgewerkt. Dus hebben de bedrijven uit de sector geen idee wat de beslissende criteria zullen zijn om de vergunning tot veiligheidsadviseur te behalen.
Troisièmement, les dispositions transitoires posent problème, aucune procédure n’ayant en effet été prévue pour les entreprises créées après février 2003. Peuvent-elles également exercer leurs activités dans l’attente de l’obtention de leur autorisation définitive ?
Ten derde is er een probleem met de overgangsbepalingen, er is immers geen procedure voor bedrijven die na februari 2003 werden opgericht. Kunnen zij ook hun activiteiten uitoefenen in afwachting van hun definitieve vergunning ?
1. Pourriez-vous résoudre les problèmes susmentionnés afin de mettre un terme à l’insécurité juridique des personnes concernées ?
1. Kan u een antwoord geven op voornoemde problemen opdat een einde komt an de rechtsonzekerheid van de betrokkene ?
2. Dans le cadre des solutions que vous apporterez aux problèmes posés par cette loi, tiendrez-vous également compte de la simplification administrative ?
2. Zal u bij het aanbrengen van oplossingen aangaande deze wet ook rekening houden met de administratieve vereenvoudiging ?
DO 2003200432062
DO 2003200432062
Question no 398 de M. François Bellot du 12 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 398 van de heer François Bellot van 12 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Recensement des accidents de la route. — Données pour l’année 2002.
Telling van het aantal verkeersongevallen. — Gegevens voor het jaar 2002.
Selon certaines informations, fin aouˆt 2004, le recensement des accidents de la route pour l’ensemble de l’année 2002 n’est pas encore connu.
Naar verluidt was eind augustus 2004 nog altijd niet bekend hoeveel verkeersongevallen zich in het hele jaar 2002 hebben voorgedaan.
Votre prédécesseur avait annoncé que toutes les statistiques des accidents seraient connues dans les trois mois de la fin de l’année civile soit pour le 31 mars de l’année suivante.
Uw voorganger had aangekondigd dat alle statistieken in verband met de verkeersongevallen binnen drie maanden na het einde van het kalenderjaar, zijnde tegen 31 maart van het daaropvolgende jaar, bekend zouden zijn.
Pouvez-vous m’indiquer pour quelles raisons les données statistiques pour l’année 2002 ne sont pas encore connues alors que près de 20 mois se sont écoulés ?
Waarom zijn de statistische gegevens voor het jaar 2002 nog altijd niet bekend, terwijl intussen bijna 20 maanden zijn verstreken ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8248
DO 2004200502411
DO 2004200502411
Question no 400 de Mme Nahima Lanjri du 13 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 400 van mevrouw Nahima Lanjri van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Loi sur les étrangers. — Application de l’article 9, alinéa 3.
Vreemdelingenwet. — Toepassing van artikel 9, derde lid.
Les étrangers qui séjournent dans notre pays peuvent solliciter à tout moment une régularisation de leur statut de séjour. Ce peut être le cas, par exemple, d’étudiants qui se marient dans notre pays et souhaitent conférer une autre base à leur permis de séjour. Cette procédure a lieu en application de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980.
Vreemdelingen die in ons land verblijven kunnen op elk moment om een regularisatie van hun verblijfsstatuut verzoeken. Dit kan bijvoorbeeld voor studenten die hier huwen en een andere basis aan hun verblijfsvergunning willen verschaffen. Dit gebeurt in het kader van de toepassing van artikel 9, derde lid, van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980.
1. Combien de demandes ont-elles été introduites annuellement dans le cadre de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers depuis l’année 2000 ?
1. Hoeveel aanvragen in het kader van het artikel 9, derde lid van de Vreemdelingenwet werden er jaarlijks ingediend vanaf 2000 ?
2. Combien de ces demandes ont-elles été approuvées ?
2. Hoeveel van deze aanvragen werden goedgekeurd ?
3. Quelle est la durée moyenne d’une telle procédure ?
3. Wat is de gemiddelde looptijd van dergelijke procedure ?
4. Combien de demandes sont-elles actuellement en cours de traitement ?
4. Hoeveel aanvragen zijn er momenteel in behandeling ?
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2004200502386
DO 2004200502386
Question no 121 de M. Luk Van Biesen du 12 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 121 van de heer Luk Van Biesen van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Organisations terroristes. — « Moudjahidines du peuple ». Il semble que les E´tats-Unis soient arrives à la conclusion que les « Moudjahidines du peuple » ne peuvent être accusés de terrorisme.
Terreurorganisaties. — « Mujaheddin van het volk ».
La liste des organisations terroristes doit être régulièrement actualisée.
De lijst van terreurorganisaties die wordt bijgehouden moet actueel zijn.
1. Les « Moudjahidines du peuple » figurent-ils toujours sur la liste des organisations terroristes ?
1. Komt de organisatie « Mujaheddin van het volk » nog voor op de lijst van de terreurorganisaties ?
2. Dans la négative, quand l’organisation a-t-elle été rayée de cette liste ?
2. Zo neen, wanneer werd deze organisatie van deze lijst geschrapt ?
3. Dans l’affirmative, ne conviendrait-il pas de l’en rayer ?
3. Zo ja, zou het niet aangewezen kunnen zijn om tot schrapping over te gaan ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
De Verenigde Staten van Amerika zijn blijkbaar tot de conclusie gekomen dat de « Mujaheddin van het volk » niet van terrorisme kunnen worden beschuldigd.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8249
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2003200432357
DO 2003200432357
Question no 119 de M. Luc Sevenhans du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 119 van de heer Luc Sevenhans van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
E´tude sur les problèmes médicaux au sein des anciennes unités radars HAWK.
Studie over medische problemen bij de vroegere HAWK-radareenheden.
Dans votre réponse à ma question relative à l’état d’avancement du dossier concernant l’étude sur les problèmes médicaux au sein des anciennes unités HAWK, vous déclariez que l’enquête serait en principe achevée dans quinze mois (Question B481, Compte rendu intégral, Chambre, 2002-2003, commission de la Défense nationale, 1er avril 2003, COM 1044, p. 5).
In uw antwoord op mijn vraag betreffende de stand van zaken in het dossier aangaande de studie over medische problemen bij de vroegere HAWKeenheden, verklaarde u dat het lopende onderzoek normaal binnen de 15 maanden zou zijn afgerond (Vraag B481, Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie voor de Landsverdediging, 1 april 2003, COM 1044, blz. 5).
Cette étude, qui a débuté en 1999, devait permettre de tirer des conclusions dans un délai de quatre à cinq ans.
Dit onderzoek dat startte in 1999 was gepland om binnen de 4 à 5 jaar tot conclusies te leiden.
Des centaines de dossiers ayant été constitués, il est plus que souhaitable que ces conclusions soient rendues publiques.
Gelet op het feit dat het hier gaat over honderden dossiers is het meer dan wenselijk dat de conclusies worden bekendgemaakt.
1. Quel est l’état d’avancement de l’étude ? Des conclusions peuvent-elles déjà être tirées ?
1. In welk stadium bevindt zich het dossier en zijn er reeds conclusies te trekken ?
2. Dispose-t-on de résultats pour d’autres forces armées ?
2. Zijn er resultaten bekend bij andere krijgsmachten ?
DO 2004200502387
DO 2004200502387
Question no 121 de M. Francis Van den Eynde du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 121 van de heer Francis Van den Eynde van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Domaine militaire de Brasschaat. — Voie ferrée pour le transport de matériel militaire lourd.
Militair domein van Brasschaat. — Spoor voor het vervoer van zwaar militair materiaal.
Le domaine militaire de Brasschaat est desservi par une voie ferrée qui n’est en principe destinée qu’au transport de matériel militaire lourd (artillerie, blindage, etc). Il ne semble dès lors pas exagéré de parler d’une « voie militaire ».
Vanuit het militair domein van Brasschaat vertrekt een spoor hetwelk in principe uitsluitend gebruikt wordt voor het vervoer van zwaar militair materiaal (artillerie, pantsers, enzovoort) zodat het niet overdreven lijkt om over een « militair spoor » te spreken.
Or, les rails sont fortement oxydés.
De sporen liggen er echter zwaar beroest bij.
1. Cette voie est-elle toujours utilisée ?
1. Worden deze sporen nog gebruikt ?
2. Dans l’affirmative, ne convient-il pas de la maintenir en bon état ?
2. Zo ja, is het dan niet aan te bevelen om ze in goede staat te behouden ?
3. Dans la négative, les rails ne peuvent-ils être démontés ?
3. Zo neen, kunnen ze dan niet afgebroken worden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1043
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8250
DO 2004200502401
DO 2004200502401
Question no 122 de Mme Hilde Vautmans du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 122 van mevrouw Hilde Vautmans van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
E´cole d’Infanterie-Cavalerie Blindée (EICB) Quartier Camp Général Bastin à Arlon. — Rapports linguistiques.
Pantserinfanterieschool (InfPsCavSch) Kwartier Generaal Bastin te Aarlen. — Taalverhoudingen.
Selon la communication faite le 3 septembre 2004 par le ministre de la Défense à l’ensemble du personnel militaire et civil concernant le plan de modernisation 2000-2015 du département de la Défense, une nouvelle unité sera constituée en 2007 dans le cadre de l’E´cole d’Infanterie-Cavalerie Blindée bilingue.
Volgens de « mededeling van de heer minister van Landsverdediging aan al het militair personeel en burgerpersoneel over het moderniseringsplan 20002015 van het departement Defensie » daterende van 3 september 2004, zal in het kader van de tweetalige Pantserinfanterieschool in 2007 een nieuwe eenheid gevormd worden.
1. Quel était — en moyenne — le rapport linguistique (F/N) à l’EICB au cours du premier semestre de 2004 en ce qui concerne le cadre (officiers, sousofficiers et soldats exerçant une fonction au tableau organique) ?
1. Welke taalverhoudingen (NL/F) kende de InfPsCavSch gedurende het eerste semester van het jaar 2004 — gemiddeld — wat betreft het kader (officieren, onderofficieren en troep, welke een functie op de organisatietabel invullen) ?
2. Quel était le rapport linguistique (F/N) au sein de cette école militaire et au cours de la même période, en ce qui concerne le personnel non organique, c’est-àdire les trois catégories de personnel prises séparément qui ont suivi les cours ? 3. E´tant donné que cette garnison est assez éloignée pour de nombreux Flamands et Wallons, une solution de remplacement pourrait résider, pour l’école actuelle, dans le casernement d’un bataillon francophone d’infanterie ou de reconnaissance. Dans ce cas, l’école pourrait être établie à BourgLéopold.
2. Welke taalverhouding (NL/F) kende deze militaire onderwijsinstelling gedurende dezelfde tijdspanne wat betreft niet organiek personeel, dit wil zeggen alle drie aparte personeelscategoriee¨n, die les kwamen volgen ?
Quelle est votre position à cet égard ?
3. Aangezien dit garnizoen voor vele Vlamingen en Walen redelijk afgelegen ligt, zou een mogelijk alternatief voor de huidige school kunnen bestaan uit de kazernering van een Franstalige infanterie — of verkenningsbataljon. De school zou in dergelijk geval in Leopoldsburg gehuisvest kunnen worden. Wat is uw houding hiertegenover ?
DO 2004200502414
DO 2004200502414
Question no 124 de Mme Marleen Govaerts du 13 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 124 van mevrouw Marleen Govaerts van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Domaine militaire de Brustem près de Saint-Trond. — Route circulaire. — Problèmes de sécurité.
Militair domein Brustem bij Sint-Truiden. — Ringweg. — Veiligheidsproblemen.
Il y a quelques mois, vous m’avez envoyé un plan (document 2003200421260) figurant les différentes zones de l’ancienne base de la Force aérienne de Brustem, près de Saint-Trond.
Enkele maanden geleden hebt u mij een plattegrond (document 2003200421260) toegezonden met de aanduiding van de verschillende zones van de voormalige militaire luchtmachtbasis Brustem bij Sint-Truiden.
Mais manifestement, sur le terrain, ces zones ne sont pas délimitées aussi clairement que sur le plan. La route circulaire est la propriété de la ville de SaintTrond mais traverse la zone militaire, ce qui pose des problèmes de sécurité car la police de la ville de Saint-
Blijkbaar is in de praktijk die afbakening niet zo duidelijk. De ringweg is eigendom van de stad SintTruiden maar loopt dwars door het militair gebied. Dit zorgt voor veiligheidsproblemen want de politie van de stad Sint-Truiden krijgt driemaal daags de op-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8251
Trond reçoit trois fois par jour l’ordre de relever le grillage roulant qui sépare les terrains communaux du domaine militaire sur lequel des vols sont encore effectués, ce qui crée une certaine insécurité quand on relève ce grillage. 1. Eˆtes-vous informé de cette situation dangereuse ? 2. Pensez-vous pouvoir apporter une autre solution au problème posé par cette route circulaire que n’utilisent pratiquement jamais les particuliers mais bien les utilisateurs des pistes de décollage ?
dracht het rolhek open te zetten. Dit rolhek vormt de scheiding van de gemeentegronden met de militaire gronden. Op de militaire gronden is er nog vliegactiviteit zodat er een onveilige toestand ontstaat bij het openzetten van het rolhek. 1. Bent u op de hoogte van deze gevaarlijke situatie ? 2. Kan er een andere oplossing gevonden worden voor deze ringweg die praktisch niet gebruikt wordt door particulieren, wel door de gebruikers van de startbanen ?
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2004200502398
DO 2004200502398
Question no 27 de M. Patrick De Groote du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Enseignement dans la commune de la frontière linguistique de Renaix. Combien d’enfants (soumis à l’obligation scolaire) habitant à Renaix fréquentent une école : 1. à Renaix même; 2. en dehors de Renaix, en Flandre; 3. en dehors de Renaix, en Wallonie ?
Vraag nr. 27 van de heer Patrick De Groote van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Onderwijs in de taalgrensgemeente Ronse.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
Hoeveel (leerplichtige) kinderen en woonachtig in Ronse lopen school : 1. in Ronse; 2. buiten Ronse in Vlaanderen; 3. buiten Ronse in Wallonie¨ ?
DO 2003200432359
DO 2003200432359
Question no 172 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 7 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Secteur non marchand. — Emplois supplémentaires. Les travailleurs du secteur non marchand sont mécontents de l’absence d’accord social. Le secteur
Vraag nr. 172 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Social profitsector. — Bijkomende jobs. In de sociale profitsector heerst er misnoegdheid bij de werknemers over het uitblijven van een sociaal
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8252
réclame la création de 25 000 emplois supplémentaires. Le ministre a fait savoir qu’il dégagera l’année prochaine un montant de 7 millions d’euros pour la ` partir de 2006, ce création de nouveaux emplois. A montant s’élèvera à 28 millions d’euros. Ces mesures devraient permettre la création de 3 000 emplois supplémentaires. Les syndicats contestent ce chiffre et affirment qu’il s’agirait tout au plus de 778 emplois.
akkoord. De sector vraagt 25 000 bijkomende jobs. De minister heeft laten weten dat hij volgend jaar 7 miljoen euro uittrekt voor de creatie van nieuwe jobs. Vanaf 2006 gaat het om 28 miljoen euro. Dat zou moeten resulteren in 3 000 bijkomende jobs. De vakbonden contesteren dit cijfer en beweren dat er sprake is van maximaal 778 jobs.
1. Quels budgets précis entendez-vous consacrer, par sous-secteur (hoˆpitaux, maisons de repos et soins à domicile, etc.), à la création d’emplois au cours des deux prochaines années ?
1. Welke precieze budgetten voorziet u voor werkgelegenheidscreatie per subsector (ziekenhuizen, rusthuizen en thuisverpleging, enzovoort) de volgende twee jaren ?
2. Par le biais de quelles mesures concrètes entendez-vous parvenir à ces créations d’emplois ?
2. Via welke concrete maatregelen wil u extra jobs scheppen ?
3. Quels types d’emplois le budget supplémentaire permettra-t-il de créer ?
3. Welk soort jobs zullen door het extra budget kunnen worden gecree¨erd ?
4. Pourquoi les syndicats contestent-ils le chiffre du ministre ?
4. Van waar komt de betwisting van het cijfer van de minister door de vakbonden ?
5. Combien d’emplois (en équivalents temps plein) pourront être créés par sous-secteur graˆce à cet effort budgétaire ?
5. Hoeveel jobs (in full time equivalenten) zal deze inspanning per subsector opleveren ?
6. Une partie des budgets prévus bénéficiera-t-elle également aux Communautés, par exemple par le biais d’une réduction des charges ?
6. Zal een deel van de voorziene budgetten ook ten goede komen van de gemeenschappen, bijvoorbeeld via lastenverlagingen ?
DO 2003200432373
DO 2003200432373
Question no 173 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 173 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Incidence des cotisations extrêmement basses sur le travail occasionnel dans le secteur horeca.
Effecten van extra lage bijdragen voor gelegenheidsarbeid in de horeca.
Depuis le mois de juillet 2003, un employeur du secteur horeca peut recourir à un nouveau système de travail occasionnel. Depuis cette date, en effet, il peut faire appel à des travailleurs occasionnels pendant une période maximale de 45 jours par an et ne doit s’acquitter que de 5 euros de cotisations sociales par travailleur.
Sinds juli 2003 kan een werkgever in de horecasector een beroep doen op een nieuw stelsel van gelegenheidsarbeid. De werkgever kan sindsdien een beroep doen op gelegenheidsarbeiders gedurende maximum 45 dagen per jaar. De werkgever moet voor deze arbeiders slechts 5 euro aan sociale bijdragen per werknemer betalen.
1. Combien d’employeurs par Région ont-ils déjà recouru à ce nouveau système ?
1. Hoeveel werkgevers maakten reeds gebruik van deze nieuwe regeling, opgesplitst per gewest ?
2. Combien de travailleurs par Région ont-ils été engagés depuis dans le cadre de ce nouveau système ?
2. Hoeveel arbeiders werden sindsdien via dit nieuwe stelsel tewerkgesteld, opgesplitst per gewest ?
3. Quel est le nombre total de journées de travail accomplies en 2003 et au cours des deux premiers trimestres de 2004 dans le cadre de ce nouveau système ? ` combien se sont chiffrées les moins-values en 4. A recettes de cotisations patronales à la suite de cette
3. Wat is het totale aantal arbeidsdagen die door de arbeiders via deze nieuwe regeling werden gepresteerd in 2003 en gedurende de eerste twee kwartalen van 2004 ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Hoeveel bedroegen de minderinkomsten aan werkgeversbijdragen als gevolg van deze maatregel 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8253
mesure en 2003 et au cours des deux premiers trimestres de 2004 ? ` combien se sont chiffrées les moins-values en 5. A recettes de cotisations des travailleurs à la suite de cette mesure en 2003 et au cours des deux premiers trimestres de 2004 ?
voor het jaar 2003 en voor de eerste twee kwartalen van 2004 ?
6. a) Cette mesure a-t-elle généré des emplois supplémentaires ?
6. a) Leidde deze maatregel tot extra tewerkstelling ?
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Zo ja, hoeveel jobs werden er extra gecree¨erd ?
7. a) Cette mesure a-t-elle déjà fait l’objet d’une évaluation ?
7. a) Werd deze maatregel reeds gee¨valueerd ?
b) Quels en sont les résultats ?
b) Wat zijn de bevindingen ?
c) Faut-il l’adapter ou l’étendre ?
c) Is een bijsturing of uitbreiding noodzakelijk ?
DO 2004200502405
DO 2004200502405
Question no 174 de M. Guy D’haeseleer du 13 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 174 van de heer Guy D’haeseleer van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Lutte contre la fraude sociale. — Personnel supplémentaire pour les services d’inspection.
Strijd tegen de sociale fraude. — Bijkomend personeel voor de inspectiediensten.
Lors du conclave budgétaire d’octobre 2003, le Conseil des ministres a approuvé une série de recrutements indispensables. Cette décision a été prise en exécution de la Conférence pour l’emploi et dans le cadre d’une politique plus efficace en matière de droit social pénal.
Tijdens het begrotingsconclaaf van oktober 2003 heeft de Ministerraad in uitvoering van de werkgelegenheidsconferentie en in het kader van een efficie¨nter sociaal handhavingsbeleid een aantal noodzakelijke aanwervingen goedgekeurd.
L’inspection sociale serait renforcée de :
5. Hoeveel bedroegen de minderinkomsten aan werknemersbijdragen als gevolg van deze maatregel voor het jaar 2003 en voor de eerste twee kwartalen 2004 ?
De sociale inspectie zou versterkt worden met :
— 26 controˆleurs sociaux;
— 26 sociaal controleurs;
— 12 inspecteurs sociaux;
— 12 sociaal inspecteurs;
— 2 analystes stratégiques.
— 2 strategisch analysten.
1. Où en est l’engagement de ce personnel ?
1. Hoever staat het met de aanwerving van deze personeelsleden ?
2. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?
2. Wat is de stand van zaken ?
DO 2004200502406
DO 2004200502406
Question no 175 de M. Guy D’haeseleer du 13 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 175 van de heer Guy D’haeseleer van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Banque de données MERI.
MERI-databank.
La banque de données « MERI » est un projet interne de l’inspection sociale et un module du système
« MERI » is een intern project van de Sociale Inspectie en een module binnen het beheerssysteem
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8254
de gestion « PEGASIS » de l’Inspection sociale qui a pour objet de rassembler toutes les données structurées et non-structurées sur des faits et des constats relatifs au travail illégal et à la traite des être humains et de permettre des détections automatisées. Cette banque de données a été soumise à des tests et elle devait être opérationnelle pour le 1er janvier 2004. 1. Qu’en est-il de ce projet ?
« PEGASIS » van de Sociale Inspectie die onder meer tot doel heeft alle gestructureerde en nietgestructureerde gegevens rond feiten en vaststellingen inzake illegale arbeid en mensenhandel in te zamelen en geı¨nformatiseerde opsporingen toe te laten. Er werden met deze databank testen uitgevoerd en de inproductiename was voorzien op 1 januari 2004. 1. Hoever staat het met dit project ?
2. Quels étaient les résultats des tests effectués depuis le mois de septembre 2003 ?
2. Wat waren de resultaten van de tests die werden uitgevoerd sinds september 2003 ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2004200502407
DO 2004200502407
Question no 300 de M. Guido De Padt du 13 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 300 van de heer Guido De Padt van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Grippe. — Vaccins.
Griep. — Vaccins.
Il se peut que la peste aviaire ait été transmise ` ce jour, le virus d’humain à humain en Thaı¨lande. A ne s’était transmis que des volailles à l’homme. L’Organisation mondiale de la Santé met en garde contre les dangers d’une éventuelle contamination humaine.
In Thailand is de vogelpest mogelijk overgegaan van mens op mens. Tot nu toe werd het virus alleen overgedragen van pluimvee op mens. De Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwt voor de gevaren van eventuele menselijke overdracht.
Si le virus de la peste aviaire a bien été transmis d’être humain à être humain, il s’agit sans doute d’une mutation extrêmement dangereuse. Une telle mutation du virus peut entraıˆner une pandémie à l’échelle mondiale, une épidémie de grippe qui ferait un nombre très élevé de victimes humaines.
Als er inderdaad een overdracht van mens op mens heeft plaatsgevonden, betekent dat mogelijk een levensgevaarlijke verandering van het vogelpestvirus. Een dergelijke mutatie van het virus kan leiden tot een wereldwijde « pandemie », een wereldwijde griepuitbraak onder mensen met enorme aantallen slachtoffers.
Une étude est en cours aux Pays-Bas en vue d’accélérer la production de vaccins. Six à douze mois seraient nécessaires pour qu’un (nouveau) vaccin puisse être administré à toute la population.
In Nederland loopt een onderzoek hoe de productie van vaccins versneld kan worden. Het zou zes tot twaalf maanden duren voordat er voor alle inwoners een (nieuw) vaccin beschikbaar is.
En attendant la mise au point d’un vaccin, les antiviraux constituent la seule protection mais deux cent mille doses seulement sont disponibles aux Pays-Bas.
Voordat er een vaccin beschikbaar is, vormen antivirale middelen de enige bescherming, maar daarvan zijn er in Nederland slechts tweehonderdduizend doses beschikbaar.
1. Combien de cas de grippe ont été signalés en Belgique en 2001, 2002 et 2003 ?
1. Hoeveel gevallen van griep werden er in de jaren 2001, 2002 en 2003 in Belgie¨ gemeld ?
2. En cas de nouvelle épidémie de grippe, la Belgique dispose-t-elle d’un nombre suffisant de vaccins ?
2. Zijn er in Belgie¨, voor het geval er een nieuwe griepepidemie zou uitbreken, voldoende vaccins aanwezig ?
3. Une étude est-elle également mené en Belgique en vue d’accélérer la production de vaccins ?
3. Wordt er ook in ons land onderzoek verricht hoe de productie van vaccins versneld kan worden ?
4. Combien de temps faudrait-il pour qu’un (nouveau) vaccin puisse être administré à toute la population belge ?
4. Hoe lang zou het duren om een (nieuw) vaccin voor alle inwoners van Belgie¨ beschikbaar te maken ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8255
5. Combien de doses antivirales sont-elles disponibles dans notre pays ?
5. Hoeveel doses antivirale middelen zijn er in ons land beschikbaar ?
6. Quelles mesures officielles la Belgique a-t-elle déjà prises pour respecter l’interdiction d’importer de la viande d’autruche en provenance d’Afrique du sud, imposée l’été dernier par la Commission européenne ?
6. Welke officie¨le maatregelen heeft ons land reeds genomen opdat het verbod dat de Europese Commissie afgelopen zomer heeft opgelegd op de invoer van struisvogelvlees vanuit Zuid-Afrika, zou worden nageleefd ?
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2003200432360
DO 2003200432360
Question no 144 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 144 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Entreprises. — Réductions des charges.
Ondernemingen. — Lastenverlagingen.
Ces dernières années, les entreprises ont bénéficié de réductions des charges et le gouvernement compte poursuivre cette politique.
De jongste jaren werden de lasten van de ondernemingen verminderd en de regering heeft het voornemen nog verlagingen door te voeren.
Le président du PS, M. Di Rupo, a déclaré que les réductions de charges n’ont pas généré de nouveaux emplois et s’oppose dès lors à de nouvelles diminutions.
PS-voorzitter Di Rupo heeft gezegd dat de doorgevoerde lastenverlaging geen banen hebben opgeleverd en kant zich dus tegen nieuwe verlagingen.
1. Des études ont-elles été réalisées pour mesurer les effets de la réduction des charges sur la création ou le maintien d’emplois ?
1. Werden er studies uitgevoerd naar het effect van de lastenverlaging op het cree¨ren van nieuwe banen of het behoud ervan ?
2. Quels en sont les résultats ?
2. Wat zijn de bevindingen ?
DO 2003200432361
DO 2003200432361
Question no 145 de M. Patrick De Groote du 7 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 145 van de heer Patrick De Groote van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Frais d’administration des différents organismes de paiement des allocations de choˆmage.
Administratiekosten voor de verschillende uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen.
` combien se sont élevés les frais d’administration A des différents organismes de paiement des allocations de choˆmage depuis l’an 2000 ?
Hoeveel bedroegen de administratiekosten voor de verschillende uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen vanaf het jaar 2000 ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8256
DO 2003200432370
DO 2003200432370
Question no 146 de M. Jo Vandeurzen du 7 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 146 van de heer Jo Vandeurzen van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Heures supplémentaires des cadres.
Overuren gepresteerd door kaderleden.
1. Quelle est la réglementation régissant les heures supplémentaires des cadres ?
1. Wat zijn de bestaande regelingen in verband met overuren die gepresteerd worden door kaderleden ?
2. Ces heures supplémentaires doivent-elles faire l’objet d’une rémunération spéciale ?
2. Moeten die extra vergoed worden ?
3. Cette législation s’applique-t-elle également aux CPAS et aux établissements de soins autonomes (cf. association, chapitre XII de la loi organique des CPAS) ?
3. Is deze wettelijke regeling ook van toepassing op OCMW’s en autonome verzorgingsinstellingen (cf. vereniging, hoofdstuk XII van de OCMW-wet) ?
DO 2003200432373
DO 2003200432373
Question no 148 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 148 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Incidence des cotisations extrêmement basses sur le travail occasionnel dans le secteur horeca.
Effecten van extra lage bijdragen voor gelegenheidsarbeid in de horeca.
Depuis le mois de juillet 2003, un employeur du secteur horeca peut recourir à un nouveau système de travail occasionnel. Depuis cette date, en effet, il peut faire appel à des travailleurs occasionnels pendant une période maximale de 45 jours par an et ne doit s’acquitter que de 5 euros de cotisations sociales par travailleur.
Sinds juli 2003 kan een werkgever in de horecasector een beroep doen op een nieuw stelsel van gelegenheidsarbeid. De werkgever kan sindsdien een beroep doen op gelegenheidsarbeiders gedurende maximum 45 dagen per jaar. De werkgever moet voor deze arbeiders slechts 5 euro aan sociale bijdragen per werknemer betalen.
1. Combien d’employeurs par Région ont-ils déjà recouru à ce nouveau système ?
1. Hoeveel werkgevers maakten reeds gebruik van deze nieuwe regeling, opgesplitst per gewest ?
2. Combien de travailleurs par Région ont-ils été engagés depuis dans le cadre de ce nouveau système ?
2. Hoeveel arbeiders werden sindsdien via dit nieuwe stelsel tewerkgesteld, opgesplitst per gewest ?
3. Quel est le nombre total de journées de travail accomplies en 2003 et au cours des deux premiers trimestres de 2004 dans le cadre de ce nouveau système ? ` combien se sont chiffrées les moins-values en 4. A recettes de cotisations patronales à la suite de cette mesure en 2003 et au cours des deux premiers trimestres de 2004 ? ` combien se sont chiffrées les moins-values en 5. A recettes de cotisations des travailleurs à la suite de cette mesure en 2003 et au cours des deux premiers trimestres de 2004 ?
3. Wat is het totale aantal arbeidsdagen die door de arbeiders via deze nieuwe regeling werden gepresteerd in 2003 en gedurende de eerste twee kwartalen van 2004 ?
6. a) Cette mesure a-t-elle généré des emplois supplémentaires ?
6. a) Leidde deze maatregel tot extra tewerkstelling ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Hoeveel bedroegen de minderinkomsten aan werkgeversbijdragen als gevolg van deze maatregel voor het jaar 2003 en voor de eerste twee kwartalen van 2004 ? 5. Hoeveel bedroegen de minderinkomsten aan werknemersbijdragen als gevolg van deze maatregel voor het jaar 2003 en voor de eerste twee kwartalen 2004 ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8257
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Zo ja, hoeveel jobs werden er extra gecree¨erd ?
7. a) Cette mesure a-t-elle déjà fait l’objet d’une évaluation ?
7. a) Werd deze maatregel reeds gee¨valueerd ?
b) Quels en sont les résultats ?
b) Wat zijn de bevindingen ?
c) Faut-il l’adapter ou l’étendre ?
c) Is een bijsturing of uitbreiding noodzakelijk ?
DO 2003200432375
DO 2003200432375
Question no 149 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 149 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Transmission d’informations d’inspection sociale.
services
Doorsturen van informatie tussen de sociale inspectiediensten.
Dans le cadre de la lutte contre la fraude sociale, le gouvernement a adopté, lors du Conseil des ministres de Gembloux, une note sur le « Respect de la solidarité sociale ». Ce plan d’action précise à juste titre qu’une application efficace suppose un bon échange d’informations entre les différents services d’inspection sociale. Actuellement, pour certains points, ces informations ne sont pas échangées ou pas de manière ciblée et structurée.
In het kader van de strijd tegen de sociale fraude werd door de regering in Gembloers een nota « Respect voor sociale solidariteit » goedgekeurd. In dit actieplan werd terecht gesteld dat : « een efficie¨nte en effectieve handhaving een goede informatieuitwisseling tussen de verschillende sociale inspectiediensten veronderstelt. Momenteel wordt deze informatie voor sommige aspecten niet of op een nietgerichte en niet-gestructureerde manier uitgewisseld. ».
Les mesures nécessaires à l’amélioration de la transmission d’informations entre les quatre principaux services d’inspection sociale (Inspection sociale, ONSS, Inspection des lois sociales, ONEM) étaient prévues pour le premier semestre de 2004.
De noodzakelijke maatregelen om tot een betere uitwisseling van gegevens tussen de vier grote sociale inspectiediensten (Sociale Inspectie, RSZ, Inspectie Sociale Wetten, RVA) te komen, werd in het vooruitzicht gesteld voor de eerste helft van 2004.
entre
les
1. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?
1. Wat is de stand van zaken in dit dossier ?
2. Quelles mesures concrètes ont-elles été prises ?
2. Welke maatregelen werden concreet genomen ?
DO 2003200432380
DO 2003200432380
Question no 150 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 150 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Lutte contre la fraude sociale. — Personnel supplémentaire pour les services d’inspection.
Strijd tegen de sociale fraude. — Bijkomend personeel voor de inspectiediensten.
Lors du conclave budgétaire d’octobre 2003, le Conseil des ministres a approuvé, en exécution des mesures décidées lors de la conférence sur l’emploi et dans le cadre d’une politique plus efficace visant à assurer le respect de la législation en matière sociale, une série de recrutements indispensables.
Tijdens het begrotingsconclaaf van oktober 2003 heeft de Ministerraad in uitvoering van de werkgelegenheidsconferentie en in het kader van een efficie¨nter sociaal handhavingsbeleid een aantal noodzakelijke aanwervingen goedgekeurd.
Ainsi, l’Inspection des lois sociales serait renforcée graˆce au recrutement de 29 controˆleurs sociaux et 8 inspecteurs sociaux.
De Inspectie Sociale Wetten zou versterkt worden met 29 sociaal controleurs en 8 sociaal inspecteurs.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1044
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8258
Deux juristes chargés du traitement des dossiers en cours seraient également engagés au sein du service d’étude du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale.
Voor de verdere afhandeling van de dossiers in de handhavingsketen werden er 2 bijkomende juristen voorzien bij de studiedienst van de FOD Werkgelegenheid.
Les recrutements suivants sont prévus au sein de l’Inspection médicale et technique du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale : 5 médecins, 2 ingénieurs, 3 ingénieurs industriels, 2 licenciés en chimie et 2 psychologues.
Bij de Medische en Technische Inspectie van de FOD Werkgelegenheid werden volgende versterkingen voorzien : 5 artsen, 2 Ingenieurs, 3 industrieel ingenieurs, 2 licentiaten scheikunde en 2 psychologen.
1. Ou` en est le recrutement de ces agents ?
1. Hoever staat het met de aanwerving van deze personeelsleden ?
2. Qu’en est-il de ce problème en général ?
2. Wat is de stand van zaken ?
DO 2004200502388
DO 2004200502388
Question no 151 de M. Guy D’haeseleer du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 151 van de heer Guy D’haeseleer van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Analyses de risques dans le cadre de la lutte contre le travail au noir et la fraude fiscale.
Risicoanalyses in het kader van de strijd tegen zwartwerk en sociale fraude.
Dans le cadre de la lutte contre le travail au noir et la fraude fiscale, on a estimé que les missions d’inspection doivent être réalisées en connaissance de cause par l’analyse des risques. Dans le cadre de ces analyses des fraudes et des risques, le Conseil des ministres a approuvé, lors du conclave budgétaire d’octobre 2003, le recrutement de deux analystes stratégiques de l’inspection sociale qui sont mis à la disposition du Comité de coordination fédéral. Les analyses de risques devraient commencer dans le courant de l’année 2004.
In het kader van de strijd tegen zwartwerk en sociale fraude werd geteld dat de inspectieopdrachten moeten uitgevoerd worden op basis van een diepgaand inzicht via de risicoanalyse. In het kader van deze fraude- en risicoanalyses heeft de Ministerraad tijdens het begrotingsconclaaf van oktober 2003 de werving goedgekeurd van twee strategische analysten bij de sociale inspectie die ter beschikking worden gesteld van het Federale Coo¨rdinatiecomité. Deze risicoanalyses zouden in de loop van 2004 worden opgestart.
1. Quel est l’état de la situation ?
1. Wat is de huidige stand van zaken ?
2. Quels sont les premiers résultats ?
2. Wat zijn de eerste resultaten ?
DO 2004200502389
DO 2004200502389
Question no 152 de M. Guy D’haeseleer du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 152 van de heer Guy D’haeseleer van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Fonctionnement de la banque de données OASIS.
Werking van de OASIS-databank.
Graˆce à la création de la banque de données OASIS, les services de l’inspection sociale peuvent analyser eux-mêmes des données relationnelles provenant de divers secteurs de la sécurité sociale (Dimona, DMFA, ONEm, etc.).
Dankzij de opgerichte OASIS-databank kunnen de sociale inspectiediensten zelf analyses uitvoeren op relationele data die binnengehaald worden vanuit diverse sectoren van de sociale zekerheid (Dimona, DMFA, RVA, enzovoort).
Depuis fin septembre 2002, cette banque de données se trouve dans une phase expérimentale en ce qui concerne le secteur de la construction. Elle aurait duˆ être opérationnelle en juillet 2004.
Sinds september 2002 bevindt deze databank zich in een testfase voor de bouwsector. In juli 2004 zou deze databank in productie worden genomen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8259
1. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?
1. Wat is de stand van zaken in dit dossier ?
2. a) Pouvez-vous fournir un aperçu des analyses réalisées lors de la phase expérimentale ?
2. a) Kan u een overzicht geven welke analyses er werden uitgevoerd in de testfase ?
b) Quels en sont les résultats ?
b) Wat waren de resultaten ?
3. Le champ d’application a-t-il déjà été étendu à d’autres secteurs ?
3. Werd het toepassingsgebied al uitgebreid naar andere sectoren ?
DO 2004200502390
DO 2004200502390
Question no 153 de M. Guy D’haeseleer du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 153 van de heer Guy D’haeseleer van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Accès des services d’inspection sociale à d’autres banques de données.
Toegang van de sociale inspectiediensten tot andere databanken.
Dans le cadre de la lutte contre la fraude sociale, le Conseil des ministres de Gembloux a estimé que les services d’inspection sociale doivent continuer à développer et à exploiter l’usage de banques de données afin d’être en mesure d’effectuer des controˆles dûment préparés et efficaces.
In het kader van zijn strijd tegen de sociale fraude heeft de Ministerraad in Gembloux gesteld dat de sociale inspectiediensten het gebruik van databanken verder moesten ontwikkelen en exploiteren om degelijk voorbereide, efficie¨nte en effectieve controles te kunnen uitvoeren.
Afin de soutenir ce processus, les services d’inspection sociale et le Comité fédéral de coordination examineraient, pour le 1er juillet 2004, à quelles autres banques de données il est indispensable d’avoir accès.
Om dit proces te ondersteunen zouden de sociale inspectiediensten in samenwerking met het Federaal Coo¨rdinatiecomité tegen 1 juli 2004 onderzoeken tot welke andere databanken toegang noodzakelijk is.
1. Cette étude est-elle terminée ?
1. Is dit onderzoek al afgerond ?
2. Dans l’affirmative, quelles en sont les conclusions ?
2. Wat zijn de bevindingen ?
DO 2004200502391
DO 2004200502391
Question no 154 de Mme Maggie De Block du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 154 van mevrouw Maggie De Block van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Faux indépendants. — Faux salariés.
Schijnzelfstandigen. — Schijnwerknemers.
Au sein du gouvernement, les ministres des Classes moyennes et de l’Agriculture, de l’Emploi, des Affaires sociales et des Pensions travaillent à un projet de loi visant à combattre le phénomène des faux indépendants. Selon l’accord gouvernemental, le gouvernement adoptera des mesures législatives, dont la fixation de critères précis afin de combattre le phénomène des faux indépendants. Il sera notamment créé une commission de ruling dont l’action sera à la fois préventive et normative. Toutefois, parallèlement au phénomène des faux indépendants existe également le phénomène des faux salariés.
Binnen de regering werken de ministers van Middenstand en Landbouw, Werk en Consumentenzaken, Sociale Zaken en Pensioenen aan een wetsontwerp dat het fenomeen van de schijnzelfstandigen moet aanpakken. Volgens het regeerakkoord zal de regering wetgevende maatregelen nemen waaronder het vastleggen van welomschreven criteria om het fenomeen van de schijnzelfstandigen tegen te gaan. Onder meer zal een rulingcommissie worden opgericht die niet alleen preventief maar ook normerend zal werken. Evenwel, naast het fenomeen van de schijnzelfstandigen, bestaat ook het fenomeen van de schijnwerknemers.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8260
1. Attachez-vous autant d’importance à la lutte contre le phénomène des faux salariés qu’à la lutte contre le phénomène des faux indépendants ?
1. Hecht u een even groot belang aan het tegengaan van schijnwerknemers als aan het tegengaan van schijnzelfstandigen ?
2. a) Avez-vous déjà pris des initiatives en vue de faire étudier le phénomène des faux salariés ?
2. a) Nam u reeds initiatieven om het fenomeen van schijnwerknemers te laten bestuderen ?
b) Dans la négative, envisagez-vous de prendre une telle initiative ?
b) Zo neen, overweegt u alsnog een initiatief te nemen ?
3. a) Les diverses inspections s’attellent-elles à démasquer les faux salariés ?
3. a) Wordt er door de diverse inspecties gezocht naar schijnwerknemers ?
b) Dans l’affirmative, combien de faux salariés ont-ils été verbalisés au cours des deux dernières années, respectivement en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
b) Zo ja, hoeveel van dergelijke werknemers werden in Vlaanderen, Wallonie¨, respectievelijk Brussel door de inspecties geverbaliseerd de afgelopen twee jaar ?
c) Combien d’entre eux ont-ils effectivement été sanctionnés ?
c) Hoeveel onder hen werden effectief gesanctioneerd ?
4. Dans quels secteurs ce phénomène est-il le plus fréquent ?
4. In welke sectoren doet het fenomeen zich het meest voor ?
5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour (continuer à) lutter contre le phénomène des faux salariés ?
5. Welke maatregelen overweegt u om het fenomeen van de schijnwerknemers (verder) tegen te gaan ?
DO 2004200502402
DO 2004200502402
Question no 155 de Mme Maggie De Block du 12 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 155 van mevrouw Maggie De Block van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Jeunes postulants. — Employeurs. — Réponses ou feed back imparfaits.
Jonge sollicitanten. — Werkgevers. — Gebrekkige respons of feed back.
Une jeune femme limbourgeoise a lancé une action ludique sous le slogan « Emportez une orange avec vous lors de vos entretiens d’embauche ». Elle en a assez de se laisser embobiner lorsqu’elle postule un emploi et elle appelle les jeunes candidats à se rendre aux entretiens d’embauche avec une orange en poche. Lorsque la postulante se rend compte qu’elle n’est pas prise au sérieux par l’employeur, au terme de l’entretien, elle peut laisser tomber en se disant : « je ne me laisse pas presser comme une orange ».
Een Limburgse jongedame heeft een ludieke actie op stapel gezet onder het motto « Neem een sinaasappel mee naar je sollicitatiegesprek ». Ze is het beu om bij het solliciteren met een kluitje in het riet te worden gestuurd en roept jonge sollicitanten op om met een sinaasappel op zak te gaan solliciteren. Wanneer de sollicitant merkt niet au sérieux genomen te worden door de werkgever kan ze die na afloop overhandigen met als achterliggende gedachte « Ik laat me niet uitpersen ».
Cette action ne se veut pas blessante, mais elle montre au grand jour un problème plus profond auquel sont confrontés les jeunes postulants. Il est un fait que de très nombreux jeunes sont découragés après avoir passé un certain temps à postuler pour des emplois exigeant beaucoup, surtout sur le plan de l’expérience, ou encore parce que les employeurs ne réagissent pas ou plus à leurs candidatures. De plus, chercher un emploi s’avère couˆteux pour les jeunes qui n’ont pas encore de revenus et doivent se contenter
De actie is niet kwetsend bedoeld, maar legt wel een dieper liggend probleem bij jonge sollicitanten bloot. Het is een feit dat heel wat jongeren na verloop van tijd bij het solliciteren omwille van hoge eisen, vooral dan op het vlak van ervaring, en het niet of niet meer reageren van werkgevers op hun sollicitaties. Solliciteren is bovendien niet goedkoop voor jongeren die nog geen inkomen hebben of het moeten stellen met een wachtuitkering. Het is dan ook niet onlogisch dat zij in ruil voor het tonen van hun arbeidsbereidheid een
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8261
d’allocations d’attente. Ce n’est donc pas illogique qu’ils s’attendent à une réponse correcte en échange de la démonstration de leur volonté de travailler. Cette initiative ludique est peut-être une bonne occasion de sensibiliser largement à cette problématique les employeurs qui ne sont peut-être pas conscients de l’impact négatif sur la confiance en soi du postulant.
correcte respons verwachten. Misschien vormt dit ludieke initiatief een goede aanleiding om werkgevers, die zich mogelijk niet bewust zijn van de negatieve impact op het zelfvertrouwen van de sollicitanten, op een bredere basis te sensibiliseren voor deze problematiek.
1. Avez-vous conscience du fait que de très nombreux jeunes postulants, après avoir cherché vainement un emploi pendant quelques temps, sont découragés par le manque de réaction ou de feed back de la part des employeurs, l’absence de réponse des employeurs aux lettres de candidatures ou l’exigence de niveaux élevés d’expérience, ce dont les jeunes diploˆmés ne disposent évidemment pas ?
1. Bent u zich bewust van het feit dat heel wat jonge sollicitanten na een tijdje vruchteloos een job te zoeken ontmoedigd geraken door het uitblijven van reacties van of feed back door werkgevers, het niet reageren van werkgevers op sollicitatiebrieven of het stellen van hoge ervaringseisen die pas afgestudeerden vanzelfsprekend niet kunnen voorleggen ?
2. Envisagez-vous d’aborder ce thème lors des discussions avec les organisations patronales ?
2. Overweegt u dit thema aan te kaarten tijdens de gesprekken met werkgeversorganisaties ?
3. Envisagez-vous, éventuellement en collaboration avec les organisations patronales, de prendre une initiative pour sensibiliser les employeurs à faire en sorte de ne pas décourager les jeunes postulants dans leur recherche d’emploi par des réponses ou feed back imparfaits ?
3. Overweegt u, eventueel in samenwerking met de werkgeversorganisaties, een initiatief te nemen om werkgevers te sensibiliseren om jonge sollicitanten niet te ontmoedigen in hun zoektocht naar een baan door een gebrekkige respons of feed back ?
4. Comment comptez-vous vous y prendre pour essayer de sensibiliser les employeurs à ce problème ?
4. Op welke manier zal u de werkgevers proberen bewust te maken van dit probleem ?
DO 2004200502413
DO 2004200502413
Question no 156 de Mme Maggie De Block du 13 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Travail à domicile. — E´laboration d’un cadre juridique cohérent.
Vraag nr. 156 van mevrouw Maggie De Block van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Lors du Conseil des ministres qui s’est tenu pendant deux jours, les 16 et 17 janvier 2004, à Gembloux, le gouvernement a décidé de donner une place à part entière au travailleur à domicile. Il a été convenu qu’un cadre juridique cohérent adapté à la réalité du travail à domicile et contenant les garanties nécessaires en matière de protection du travail et de protection de la vie privée serait élaboré pour le travailleur à domicile.
Tijdens de tweedaagse Ministerraad van 16 en 17 januari 2004 in Gembloers besliste de regering om de thuiswerker een volwaardige plaats te geven. Er werd vooropgesteld dat er een sluitend juridisch kader zou komen voor de thuiswerker aangepast aan de realiteit van dit thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy.
Un certain nombre de problèmes dans les domaines notamment des accidents de travail, de l’adaptation du droit du travail au travail à domicile et du Règlement général pour la protection du travail (RGPT) se posaient encore et seraient examinés par le gouvernement.
Er stelden zich nog een aantal knelpunten, zoals op het vlak van arbeidsongevallen, de afstemming van het arbeidsrecht op thuiswerk en het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB). Die knelpunten zou de regering nog bekijken.
1. a) Qu’en est-il de l’élaboration d’un cadre juridique cohérent pour le travail à domicile ?
1. a) Hoever staat u met het uitwerken van een sluitend juridisch kader voor thuiswerk ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Thuiswerk. — Uitwerking van een sluitend juridisch kader.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8262
b) Dans quel délai cette question devrait-elle être définitivement réglée ?
b) Welke timing wordt vooropgesteld om deze aangelegenheid volledig te regelen ?
2. a) En ce qui concerne le problème de la preuve pour les travailleurs à domicile victimes d’un accident du travail, a-t-on examiné, en collaboration avec les assureurs, s’il existe une possibilité de couverture 24 heures sur 24 pour le risque d’accident du travail ?
2. a) Werd inzake het bewijsprobleem voor thuiswerkers die een arbeidsongeval hebben samen met de verzekeraars onderzocht of er een 24-urendekking voor het risico van arbeidsongevallen mogelijk is ?
b) Dans l’affirmative, quelles étaient les conclusions de cette discussion ?
b) Zo ja, wat waren de conclusies ?
c) Dans la négative, quand ce problème sera-t-il abordé ?
c) Zo neen, wanneer zal dit probleem worden aangepakt ?
3. a) Le gouvernement apportera-t-il, conformément à ce qui a été prévu à Gembloux, les modifications nécessaires au Règlement général pour la protection du travail, d’ici la fin de l’année 2004 ?
3. a) Zal de regering zoals vooropgesteld in de teksten van Gembloers tegen einde 2004 de nodige aanpassingen in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming aanpassen ?
b) De quelles modifications s’agit-il concrètement ?
b) Over welke aanpassingen gaat het concreet ?
4. a) En ce qui concerne l’adaptation du droit du travail au travail à domicile, a-t-on déjà demandé au Conseil national du travail (CNT) de formuler des propositions relatives à l’application des horaires de travail, à la protection de la maternité et à la suspension du contrat de travail ?
4. a) Werd inzake de afstemming van het arbeidsrecht op het thuiswerk aan de Nationale Arbeidsraad (NAR) reeds gevraagd voorstellen te formuleren met betrekking tot de toepassing van de arbeidsuurregeling, de moederschapsbescherming en de schorsing van de arbeidsovereenkomst ?
b) Dans l’affirmative, quelles étaient les recommandations ?
b) Zo ja, wat waren de aanbevelingen ?
c) Dans la négative, quand pourra-t-on disposer de ces recommandations ?
c) Zo neen, tegen wanneer worden deze aanbevelingen verwacht ?
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
E´galité des chances
Gelijke Kansen
DO 2003200432382
DO 2003200432382
Question no 28 de M. Francis Van den Eynde du 8 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Centre pour l’E´galité des chances et la lutte contre le racisme. — STIB. — Problèmes de racisme. En mai 1998, le président du conseil d’administration de la Société des transports intercommunaux
Vraag nr. 28 van de heer Francis Van den Eynde van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — MIVB. — Racismeproblemen. In mei 1998 deelde de voorzitter van de raad van bestuur van de Brusselse intercommunale van open2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8263
bruxellois (STIB) faisait savoir que la société était confrontée à ce qu’il a appelé un « grave problème de racisme ». Des accusations de racisme avaient été portées à l’encontre du chef de la sécurité de la STIB de l’époque. Elles étaient basées sur une plainte pour des faits de racisme qui avait déjà été déposée contre l’intéressé par le Centre pour l’E´galité des chances et la lutte contre le racisme en 1996. Il en a résulté le licenciement de l’intéressé par la STIB. Un de ses collègues, chef de patrouille, a subi le ` la suite de la plainte du centre, le parquet même sort. A décidait d’entamer une procédure judiciaire. Le tribunal a acquitté en première instance les anciens collaborateurs de la STIB. Le parquet décidait d’interjeter appel. La cour d’appel francophone de Bruxelles confirmait néanmoins l’arrêt du tribunal correctionnel le 30 septembre 2004. En outre, l’arrêt mentionnait incidemment que l’intéressé avait été le promoteur de plusieurs initiatives positives au bénéfice des allochtones. Il n’empêche que les intéressés ont perdu leur emploi à la suite de déclarations sans fondement émanant du Centre. Ils ont dès lors subi un lourd dommage moral et financier. 1. Le centre prendra-t-il les mesures nécessaires pour les dédommager ? 2. Dans l’affirmative, de quelle manière ? 3. N’estimez-vous pas qu’à l’avenir le centre devrait faire preuve d’une plus grande prudence en ce qui concerne les plaintes et accusations pour racisme ? 4. a) A-t-on déjà donné les instructions nécessaires à ce sujet ? b) Dans l’affirmative, lesquelles ?
baar vervoer MIVB mee dat de maatschappij te kampen had met wat hij een « ernstig probleem van racisme » noemde. Het was de toenmalige veiligheidschef van de MIVB die hiervan beschuldigd werd. Eén en ander steunde op een klacht die het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding al in 1996 tegen de betrokkene wegens racisme had ingediend. Tengevolge van een en ander werd de betrokkene door de MIVB ontslagen. Eén van zijn collega’s, een chef-patrouilleur, deelde zijn lot. Tengevolge van de klacht van het Centrum besloot het parket tot een strafrechtelijke procedure. In eerste instantie werden de voormalige MIVB-medewerkers door de rechtbank vrijgesproken. Het parket besliste beroep aan te tekenen. Het Franstalig hof van beroep van Brussel bevestigde echter op 30 september 2004 het vonnis van de correctionele rechtbank. In het arrest werd bovendien terloops vermeld dat de betrokkene aan de basis lag van verscheidene positieve initiatieven ten voordele van allochtonen. Dit alles neemt niet weg dat de betrokkenen, ten gevolge van de beschuldigingen van het Centrum die op niets bleken gesteund te zijn, hun baan verloren zijn. Ze hebben dus zeer hartige morele en financie¨le schade geleden. 1. Zal het Centrum het nodige doen om ze hiervoor te vergoeden ? 2. Hoe zal dit gebeuren ? 3. Bent u niet van mening dat het Centrum voortaan veel voorzichtiger moet omspringen met klachten en beschuldigingen wegens racisme ? 4. a) Werden hieromtrent de nodige instructie gegeven ? b) Zo ja, dewelke ?
DO 2004200502408
DO 2004200502408
Question no 29 de M. Francis Van den Eynde du 13 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Centre pour l’E´galité des chances et la lutte contre le racisme. — Port du foulard islamique à l’école.
Vraag nr. 29 van de heer Francis Van den Eynde van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Dragen van hoofddoeken voor moslimmeisjes in scholen. Ik verneem uit het dagblad De Morgen dat de hoofddoeken voor moslimmeisjes op de Provinciale Handelsschool te Hasselt verboden blijven.
J’ai lu dans le journal « De Morgen » que le port du foulard islamique reste interdit à la Provinciale Handelsschool de Hasselt.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8264
Le Centre pour l’E´galité des chances et la lutte contre le racisme auquel les parents de certaines élèves s’étaient adressés, a décidé provisoirement — toujours selon le journal « De Morgen » du 1er octobre 2004 — de ne pas engager de procédure judiciaire pour faits de racisme, en raison de l’actuelle frilosité collective à l’égard du port du foulard.
Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, dat terzake door de ouders van een aantal leerlingen ingeschakeld werd, besliste — volgens het dagblad De Morgen van 1 oktober 2004 — met een gerechtelijk initiatief wegens racisme ten opzichte van de school te wachten, en dit wegens wat genoemd wordt « het huidige hoofddoekonvriendelijke klimaat ».
` l’issue du dialogue interculturel qui a débuté en A février 2004 à l’initiative de la ministre compétente de l’époque, Mme Arena, le Centre compterait néanmois entreprendre les démarches jugées nécessaires.
Na een interculturele dialoog die in februari 2004 op initiatief van de toenmalige minister Arena gestart werd, zouden dan toch de door het Centrum nodig geachte stappen ondernomen worden.
1. N’est-il pas pour le moins étrange qu’une institution comme le Centre attende un climat plus favorable pour entamer une procédure judiciaire ?
1. Is het niet vreemd dat een instelling zoals het Centrum op een gunstig klimaat wacht om een gerechtelijke procedure te starten ?
2. Peut-on en conclure que le Centre éprouve luimême certains doutes quant à l’applicabilité de la législation sur le racisme ?
2. Kan hier niet uit afgeleid worden dat het Centrum er zelf aan twijfelt of de anti-racismewetgeving hier wel van toepassing is ?
3. Ou` en est ce dialogue interculturel ?
3. Hoever is deze zogenaamde interculturele dialoog gevorderd ?
4. Ce dialogue vise-t-il à obliger d’une manière ou d’une autre les écoles à accepter le port du foulard islamique ?
4. Is het de bedoeling van deze dialoog de scholen er op één of andere manier toe te verplichten het dragen van een islamitische hoofddoek te aanvaarden ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2003200432362
DO 2003200432362
Question no 152 de Mme Simonne Creyf du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 152 van mevrouw Simonne Creyf van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Quasi-collision de deux avions au-dessus de Kortenberg.
Bijna botsing van twee vliegtuigen boven Kortenberg.
Le 2 aouˆt 2004, vers 20.14 heures, deux avions seraient pratiquement entrés en collision au-dessus de Kortenberg. Un témoin oculaire a déclaré qu’un avion au décollage (qui se trouvait à hauteur de « Dieteren ») a subitement vu sa trajectoire coupée par un appareil venant de l’est (qui suivait apparemment une route très inhabituelle). Ce témoin estime que la distance séparant les deux avions n’était certainement pas bien grande.
Op 2 augustus 2004 rond 20.14 u zou er een bijna botsing van twee vliegtuigen hebben plaatsgevonden boven Kortenberg. Een ooggetuige meldde het volgende : « Een toestel dat opstijgt (ongeveer ter hoogte van « Dieteren ») wordt plots gekruist door een toestel dat komt aanvliegen vanuit het oosten (dit toestel kwam wel van een zeer ongewone koers). De afstand tussen beiden was zeker niet groot. ».
1. Un expert a-t-il signalé cet incident (Belgocontrol, la DGTA, le pilote, etc.) ?
1. Heeft een deskundige hiervan melding gemaakt ? (Belgocontrol, DGLV, de piloot, enzovoort) ?
2. Combien de quasi-collisions se sont produites au cours des trois dernières années ? Pourriez-vous me fournir ces chiffres par mois, jusqu’au mois en cours ?
2. Hoeveel near-misses vonden er plaats gedurende de jongste drie jaar (met een opdeling per maand en tellende tot deze maand) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8265
3. Quelles initiatives ont été prises pour réduire le nombre total d’incidents ?
3. Welke acties zijn genomen om het totaal aantal incidenten in te dijken ?
DO 2003200432363
DO 2003200432363
Question no 153 de Mme Nathalie Muylle du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 153 van mevrouw Nathalie Muylle van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers.
NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.
Le voyageur qui souhaite monter dans le train en gare de Roulers doit enjamber un espace de 30 cm au moins entre le bord du quai et la première marche du train. Dans d’autres gares par contre, le quai arrive en général au niveau de la première marche du train. Il s’agit là d’un grave problème non seulement pour les personnes à mobilité réduite, mais également pour les personnes aˆgées et les enfants, qu’il faut souvent littéralement hisser à bord du train. Le problème n’est pas lié à un type de train en particulier; il se pose en effet pour tous les types de trains.
Bij het opstappen van de treinen op het perron in het station Roeselare is de afstand tussen het perron en de eerste trede van de trein minstens 30 centimeter, terwijl in andere stations het perron vaak op gelijke hoogte komt met de eerste trede van de trein. Dit betekent niet alleen een groot probleem voor mensen met een beperkte mobiliteit, maar ook voor ouderen en kinderen die vaak de trein opgetrokken moeten worden. Het is duidelijk dat het niet ligt aan een bepaald type trein want het probleem doet zich voor bij alle treinen.
1. La SNCB est-elle au courant du problème ?
1. Is dit probleem gekend bij de NMBS ?
2. a) La SNCB a-t-elle l’intention de remédier à cette situation à court terme, dans le cadre de son programme visant à améliorer l’accessibilité des gares ?
2. a) Heeft de NMBS op korte termijn plannen om dit euvel op te lossen in het kader van haar programma met betrekking tot een betere toegankelijkheid van haar stations ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures la SNCB envisage-t-elle de prendre à cet effet ?
b) Zo ja, welke maatregelen stelt de NMBS hiervoor in het vooruitzicht ?
DO 2004200502392
DO 2004200502392
Question no 154 de M. Hagen Goyvaerts du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 154 van de heer Hagen Goyvaerts van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
SNCB. — Emploi des langues pour les indications relatives aux guichets d’information dans les gares. ` la suite d’une plainte, la Commission permanente A du controˆle linguistique (CPCL) a décidé que l’indication en anglais « Travel Centre » pour le guichet d’information de la gare de Louvain (mais aussi d’autres grandes gares) doit être remplacée par une indication rédigée en néerlandais.
NMBS. — Taalgebruik bij het aanduiden van informatieloketten in treinstations.
Selon la CPCL, la SNCB doit utiliser un terme néerlandais ou bien les traductions néerlandaise, française, allemande et anglaise mais dans ce dernier cas le terme néerlandais doit figurer en tête.
Volgens het VCT moet de NMBS een Nederlandstalige term gebruiken ofwel de Nederlandse, Franse, Duitse en Engelse vertalingen en bij deze laatste optie moet de Nederlandse term opvallend bovenaan worden geplaatst.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) heeft na een klacht beslist dat de Engelstalige aanduiding « Travel Centre » voor de aanduiding van het informatieloket te Leuven (maar ook in andere grote stations) moet vervangen worden door een Nederlandstalige naam.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1045
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8266
En tant qu’entreprise publique, la SNCB est tenue, dans la région de langue néerlandaise, de transmettre toutes ses informations et annonces au public exclusivement en néerlandais. Or, à en juger d’après sa première réaction, la SNCB ne semble nullement avoir l’intention de se conformer à la décision de la CPCL.
Niettegenstaande de NMBS als overheidsbedrijf haar berichten en mededelingen aan het publiek in het Nederlands taalgebied uitsluitend in het Nederlands dient te stellen, blijkt uit een eerste reactie dat de NMBS niet van plan is zich te schikken naar de beslissing van de VCT.
Quelles initiatives le ministre compte-t-il prendre à court terme afin d’amener la SNCB à apposer aux guichets d’information des gares, une signalisation conforme à la législation linguistique ?
Welke initiatieven overweegt u op korte termijn te ondernemen om de NMBS tot een beter inzicht te brengen om de aanduiding van de informatieloketten in de stations alsnog conform de taalwetgeving uit te voeren ?
DO 2004200502397
DO 2004200502397
Question no 155 de Mme Frieda Van Themsche du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 155 van mevrouw Frieda Van Themsche van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Essais sur la voie publique.
Testritten op de openbare weg.
Il est apparu, il y a quelques mois, que certains constructeurs automobiles effectuent, en toute illégalité, des essais sur la voie publique pour tester dans des conditions réelles la vitesse et la tenue de route de leurs voitures lors de manœuvres inopinées dans le trafic. Des accidents causés par les situations dangereuses que créent parfois ces pilotes d’essai ont déjà fait de nombreux morts et blessés graves.
In Duitsland is enkele maanden geleden aan het licht gekomen dat sommige autoconstructeurs illegale testritten laten uitvoeren op de openbare weg om de snelheid en de wendbaarheid van de wagens bij onverwachte manoeuvres in het echte verkeer te beproeven. Bij ongelukken als gevolg van de gevaarlijke situaties die de testritpiloten veroorzaken, zijn reeds ettelijke burgers zwaar gewond of om het leven gekomen.
1. Avez-vous connaissance d’essais effectués sur nos routes ?
1. Heeft u weet van dergelijke testritten op onze wegen ?
2. Quel est le nombre connu de morts ou de blessés, victimes d’un accident causé par un tel essai ?
2. Hoeveel slachtoffers zijn er bekend die als gevolg van dergelijke testritten op onze wegen gedood of verwond zijn ?
3. Les autorités sont-elles déjà intervenues ?
3. Is tegen dergelijke testritten reeds opgetreden ?
4. a) Que prévoit la réglementation en ce qui concerne les essais sur la voie publique ?
4. a) Wat is de reglementering inzake testritten op de openbare weg ?
b) Qui controˆle le respect de ces dispositions ?
b) Wie controleert dit ?
DO 2004200502403
DO 2004200502403
Question no 156 de Mme Frieda Van Themsche du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 156 van mevrouw Frieda Van Themsche van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Facilités de stationnement pour les détenteurs d’une carte spéciale de parking pour handicapés.
Parkeerfaciliteiten voor houders van een speciale parkeerkaart voor gehandicapten.
1. Le détenteur d’une carte spéciale de parking pour handicapés peut-il solliciter à son usage exclusif une place de stationnement sur la voie publique à proximité de son domicile ?
1. Kan de houder van een speciale parkeerkaart voor gehandicapten een parkeerplaats op de openbare weg aanvragen in de nabijheid van zijn woning en die enkel voor hem bestemd is ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8267
2. a) Dans l’affirmative, sur la base de quelle réglementation ? ` qui la personne handicapée doit-elle s’adresser ? b) A
2. a) Indien dit het geval is, op basis van welke reglementering is dit gestoeld ?
3. Qui décide de l’endroit des places de stationnement, et de leur nombre, à attribuer exclusivement aux détenteurs d’une carte spéciale de parking pour handicapés ?
3. Wie beslist waar en hoeveel parkeerplaatsen er komen die enkel voor houders van een speciale parkeerkaart voor gehandicapten zijn bestemd ?
4. Est-il exact que le symbole des handicapés seul, peint au sol sur l’emplacement de parking, ne suffit pas pour réserver celui-ci aux détenteurs d’une carte spéciale de parking pour handicapés et qu’à cet effet, le panneau E9a et le sous-panneau affichant le symbole des handicapés doivent également être apposés ?
4. Klopt het dat louter het teken voor mindervaliden, binnen het parkeervak met verf aangebracht op het grondoppervlak, niet voldoende is om de parkeerplaats te reserveren voor houders van een speciale parkeerkaart voor gehandicapten en dat bijkomend het bord E9a met het onderbord met het symbool voor mindervaliden nodig is om het parkeren voor te behouden voor voertuigen van mindervaliden ?
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
b) Tot wie moet de mindervalide zich wenden ?
DO 2003200432364
DO 2003200432364
Question no 20 de Mme Trees Pieters du 7 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 20 van mevrouw Trees Pieters van 7 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Représentation de l’E´tat par le fonctionnaire taxateur. — Implication du fonctionnaire taxateur dans les nouvelles réclamations. — Protocole d’accord avec les avocats.
Vertegenwoordiging van de Staat door de aanslagambtenaar. — Betrokkenheid van de taxatieambtenaar bij nieuwe bezwaarschriften. — Akkoordprotocol met de advocaten.
Plusieurs notes de service et annales parlementaires révèlent que dans le cadre de la responsabilisation des fonctionnaires taxateurs, il a été décidé, pour les nouvelles réclamations, de confier la défense de l’imposition exclusivement au « fonctionnaire taxateur » qui est à l’origine de l’imposition contestée.
Uit diverse dienstbrieven en parlementaire handelingen blijkt dat er in het kader van de responsabilisering van de aanslagambtenaren besloten werd bij nieuwe bezwaarschriften de verdediging van de belastingaanslag uitsluitend in handen te geven van de « taxatieambtenaar » die aan de basis lag van de bestreden aanslag.
Cette mission continuerait à être confiée à un avocat du département uniquement pour certaines questions juridiques très complexes.
Slechts bij welbepaalde zeer moeilijke juridische kwesties zou die taak nog aan een departementsadvocaat worden toevertrouwd.
Dans les milieux d’avocats, le bruit court cependant que, malgré la circulaire du 1er mars 2002 (Bulletin des impoˆts, no 825, pp. 1230 à 1245 incluses), les « agents taxateurs » n’ont jusqu’à présent pour ainsi dire jamais
In kringen van advocaten wordt, in weerwil van de circulaire van 1 maart 2002 (Bulletin der belastingen, nr. 825, blz. 1230 tot en met 1245), echter algemeen vernomen dat in fase van pleidooi de « taxatie- of aan-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8268
représenté l’E´tat belge en justice lors de la phase des plaidoiries. Dans la pratique, cette mission spécifique de représentation ne serait assurée que par les services de direction et/ou le service des contentieux. 1. a) Les administrations fiscales ne passent-elles pas de ce fait entièrement à coˆté de leur mission concrète telle que définie lors de la réforme des procédures fiscales, c’est-à-dire veiller à implication réelle, personnelle et responsable du fonctionnaire taxateur ? b) Existe-t-il des statistiques ou des tableaux de bord relatifs au nombre d’« agents taxateurs » qui, jusqu’à la fin de l’année judiciaire passée, ont déjà plaidé dans le cadre de nouvelles réclamations ? Dans l’affirmative, à combien ce nombre s’élevaitil pour chaque région ? 2. Un agent taxateur responsable ou menant l’instruction peut-il être « contraint » par son administration fiscale ou son/ses supérieur(s) hiérarchique(s) à représenter l’E´tat belge devant le tribunal de première instance ? 3. a) Existe-t-il aujourd’hui ou à court terme, des emplois vacants d’avocats de département néerlandophones, francophones et/ou germanophones ? b) Dans l’affirmative, comment ces emplois peuventils être pourvus concrètement et comment la procédure de candidature se déroule-t-elle ? 4. En cas d’absence organisée du fonctionnaire taxateur responsable le jour de l’audience, celui-ci peut-il, à la demande éventuelle de la partie requérante, encore être convoqué plus tard comme « témoin » par le juge de première instance pour fournir un commentaire sur les faits et/ou un élément juridique quant à ses actes d’instruction, à ses avis de rectification et à sa notification finale de la décision de taxation ? 5. Pourquoi aucun accord de protocole relatif à la représentation de l’E´tat belge n’a-t-il encore été conclu à ce jour entre le SPF Finances, d’une part, et l’Ordre des avocats flamands et l’Ordre néerlandais des avocats de Bruxelles, d’autre part ? ` la lumière des articles 3 et 9 de la loi du 10 dé6. A cembre 2001 et compte tenu de la volonté de modernité du législateur fiscal, pouvez-vous donner un relevé détaillé point par point et actualisé des conceptions générales et des méthodes de travail pratiques actuellement en vigueur dans l’administration depuis le 1er avril 2001, et ce, pour tous les bureaux des impoˆts directs (tant l’inspection spéciale des impoˆts que les centres de controˆle et les services fiscaux classiques) ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
slagambtenaren » tot dusver nagenoeg nog nooit de Belgische Staat op een rechtsdag hebben vertegenwoordigd. In de praktijk zou die specifieke vertegenwoordigingsopdracht enkel en alleen zijn waargenomen geworden door de directiediensten en/of door de geschillendienst. 1. a) Gaan de belastingadministraties daardoor thans nog altijd niet volledig voorbij aan hun concrete opdracht die bij de hervorming van de fiscale procedure het realiseren van een scherpe, persoonlijke en verantwoordelijke betrokkenheid van de taxatieambtenaar tot streefdoel had ? b) Bestaan er statistieken of boordtabellen over het aantal « taxatieambtenaren » dat inzake nieuwe bezwaarschriften tot en met het einde van het vorig gerechtelijk jaar reeds gepleit heeft ? Zo ja, hoeveel bedroeg dit aantal per gewest ? 2. Kan een verantwoordelijk taxatieambtenaar of een onderzoekend aanslagambtenaar en een geschillenambtenaar effectief door zijn belastingadministratie of zijn hie¨rarchische overste(n) « verplicht » worden om de Belgische Staat te vertegenwoordigen voor de rechtbank van eerste aanleg ? 3. a) Zijn er thans en/of in de nabije toekomst nog betrekkingen van Vlaamse, Franstalige en/of van Duitstalige departementsadvocaten vacant ? b) Zo ja, op welke wijze kunnen deze concreet worden ingevuld en hoe gebeurt de kandidatuurstelling ? 4. Kan of mag, bij georganiseerde afwezigheid van de aansprakelijke taxatieambtenaar op de rechtsdag, diezelfde aanslag- of taxatieambtenaar, al dan niet op verzoek van eisers door de rechter in eerste aanleg later nog als « getuige » worden opgeroepen om een feitelijke en/of juridische toelichting te verstrekken omtrent zijn onderzoeksdaden, zijn wijzigingsberichten en zijn uiteindelijke kennisgeving van beslissing tot taxatie ? 5. Waarom werd tussen de FOD Financie¨n enerzijds en de Orde van Vlaamse balies en de Nederlandse Orde van advocaten te Brussel anderzijds nog altijd geen akkoordprotocol gesloten inzake de vertegenwoordiging van de Belgische Staat ? 6. Kan u, punt per punt, in het licht van de artikelen 3 en 9 van de wet van 10 december 2001 en de wil van de moderne fiscale wetgever, een update geven van de thans gangbare administratieve ziens- en handelwijze voor alle vestigingen van directe belastingen vanaf 1 april 2001 dit zowel voor de bijzondere Belastinginspectie, voor de Controlecentra als voor de klassieke belastingdiensten ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8269
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200421446
DO 2003200421446
Question no 265 de M. Walter Muls du 6 mai 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 265 van de heer Walter Muls van 6 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Emploi des langues au sein des sections linguistiques de la Cour de cassation.
Taalgebruik in de taalafdelingen van het Hof van Cassatie.
Au sein des sections linguistiques française ou néerlandaise dont se compose chaque chambre de la Cour de cassation, les affaires ordinaires sont traitées en néerlandais ou en français, selon la langue de la décision contestée, par cinq ou, parfois, trois conseillers qui disent le droit dans la langue de leur diploˆme. Aucune exception à cette règle, règle confirmée par la loi du 18 juillet 2002 remplaçant l’article 43quinquies et insérant l’article 66 dans la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, n’a été prévue dans la nouvelle loi, même pas pour les conseillers ayant présenté l’examen linguistique.
In de Nederlandse of Franse taalafdeling, waaruit iedere kamer van het Hof van Cassatie bestaat, worden de gewone zaken naargelang de taal van de bestreden beslissing in het Nederlands of het Frans behandeld door vijf of soms drie raadsheren die in de taal van hun diploma recht spreken. Een uitzondering op deze regel, een regel die de wet van 18 juli 2002 tot vervanging van artikel 43quinquies en tot invoeging van artikel 66 in de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken opnieuw bevestigt, is niet bij deze nieuwe wet ingevoerd, ook niet voor raadsheren die het taalexamen hebben afgelegd.
Le rapport annuel de la Cour de cassation, selon lequel trois conseillers titulaires d’un diploˆme établi en langue française ont siégé dans des affaires ordinaires du roˆle linguistique néerlandais en 2003, appelle un certain nombre de questions.
De vermelding in het jaarverslag van het Hof van Cassatie dat in 2003 drie raadsheren met een in het Frans gesteld diploma in gewone zaken van de Nederlandse taalrol zetelden roept een aantal vragen op.
1. Combien de conseillers titulaires d’un diploˆme établi en langue néerlandaise ont-ils siégé dans des affaires ordinaires du roˆle linguistique français en 2003 ?
1. Hoeveel raadsheren met een in het Nederlands gesteld diploma hebben in 2003 gezeteld in gewone zaken van de Franstalige taalrol ?
2. Combien de conseillers titulaires d’un diploˆme établi en langue française ont-ils siégé dans des affaires ordinaires du roˆle linguistique néerlandais en 2003 ?
2. Hoeveel raadsheren met een in het Frans gesteld diploma hebben in 2003 gezeteld in gewone zaken van de Nederlandse taalrol ?
3. Existe-t-il une base légale sur laquelle pourrait reposer une exception à la règle générale (selon laquelle les juges siègent dans la langue de leur diploˆme) pour (a) les affaires ordinaires et (b) les chambres des vacations, qui permettrait à un conseiller
3. Is er een wettelijke grondslag waarop, voor (a) gewone zaken, voor (b) vakantiekamers een uitzondering op de algemene regel (dat rechters zetelen in de taal van hun diploma) zou kunnen berusten waardoor een raadsheer met een in het Frans of in het Neder-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8270
titulaire d’un diploˆme établi en français ou en néerlandais de siéger de manière permanente dans une section linguistique travaillant dans une autre langue que celle de son diploˆme ? 4. Existe-t-il une base légale sur laquelle pourrait reposer une exception à la règle générale, qui permettrait à un conseiller titulaire d’un diploˆme établi en langue française ou en langue néerlandaise de siéger de manière permanente dans une section linguistique travaillant dans une autre langue que celle de son diploˆme ? 5. Existe-t-il une base légale sur laquelle pourrait reposer une exception à la règle générale, qui permettrait à un conseiller titulaire d’un diploˆme établi en langue française ou en langue néerlandaise de siéger lors d’un remplacement dans une section linguistique travaillant dans une autre langue que celle de son diploˆme ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 265 de M. Walter Muls du 6 mai 2004 (N.) : Veuillez trouver ci-dessous la réponse telle qu’elle m’a été communiquée par les autorités judiciaires de la Cour de cassation. « La question se base sur une lecture de textes légaux qui sont applicables aux juges du fond mais pas à la Cour de cassation. Pour ce qui concerne la Cour de cassation, la loi ne dispose pas que les conseillers peuvent siéger uniquement dans les affaires qui sont traitées dans la langue de leur diploˆme. Ceci est d’ailleurs logique : dans les affaires traitées en audience plénière et en chambres réunies, la composition doit être mixte et dans les autres affaires la possibilité n’est certainement pas exclue par la loi. La taˆche de l’unification du droit qui incombe à la Cour de cassation implique que la réglementation est différente de celle prévue pour les juges du fond. Ceci n’empêche pas que dans la majorité des cas les affaires sont traitées dans des compositions linguistiques homogènes. Il n’y a eu que sporadiquement des exceptions, à savoir en matière de dessaisissements urgents et pour les chambres de vacation. »
lands gesteld diploma op een permanente wijze zou kunnen zetelen in een taalafdeling die werkt in een andere taal dan die van hun diploma ?
DO 2003200432126
DO 2003200432126
no
Question 347 de M. Bart Laeremans du 16 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Criminalité organisée transfrontalière. — Collaboration entre la justice belge et la justice italienne. Le 15 juin 2004, l’hebdomadaire « Humo » a publié une interview accordée par des magistrats belges et
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Is er een wettelijke grondslag waarop een uitzondering op de algemene regel zou kunnen berusten waardoor een raadsheer met een in het Frans of in het Nederlands gesteld diploma op een permanente wijze zou kunnen zetelen in een taalafdeling die werkt in een andere taal dan die van zijn diploma ? 5. Is er een wettelijke grondslag waarop een uitzondering op de algemene regel zou kunnen berusten waardoor een raadsheer met een in het Frans of in het Nederlands gesteld diploma bij een vervanging zou kunnen zetelen in een taalafdeling die werkt in een andere taal dan die van zijn diploma ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 265 van de heer Walter Muls van 6 mei 2004 (N.) : U gelieve hieronder het antwoord te vinden dat mij door de gerechtelijke overheden van het Hof van Cassatie werd bezorgd. « De vraag gaat uit van een lezing van wetteksten die toepasselijk zijn voor de feitenrechten maar niet voor het Hof van Cassatie. Voor het Hof van Cassatie bepaalt de wet niet dat raadsheren alleen zitting mogen hebben in zaken die behandeld worden in de taal van hun diploma. Dat ligt overigens voor de hand : in zaken behandeld in voltallige zittingen en in verenigde kamers moet de samenstelling gemengd zijn en in de overige zaken wordt die mogelijkheid door de wet zeker niet uitgesloten. De taak van eenmaking van het recht die aan het Hof van Cassatie is opgedragen heeft tot gevolg dat de regeling anders is dan voor de feitenrechters; dit belet niet dat in de overgrote meerderheid van de gevallen de zaken behandeld worden in taalhomogene samenstellingen. Er zijn hierop slechts sporadisch uitzonderingen geweest, met name in zaken van spoedeisende onttrekkingen en in de vakantiekamers. »
Vraag nr. 347 van de heer Bart Laeremans van 16 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. — Samenwerking tussen de Belgische en de Italiaanse justitie. Op 15 juni 2004 publiceerde het weekblad Humo een interview met Belgische en Italiaanse magistraten 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8271
italiens concernant la lutte contre la puissante organisation maffieuse « Ndrangheta » qui s’est principalement spécialisée dans le trafic de drogues et d’armes à grande échelle, et dans le blanchiment de millions d’euros provenant de ses activités criminelles.
over de strijd tegen de machtige Italiaanse maffiose organisatie « Ndrangheta » die zich voornamelijk heeft gespecialiseerd in grootschalige drugs- en wapenhandel en het witwassen van miljoenen euro’s afkomstig uit haar criminele activiteiten.
Cette interview a fait apparaıˆtre que la collaboration entre les différents acteurs de la justice ne se déroule pas toujours sans anicroche et, surtout, que les magistrats belges sont peu enclins à accréditer l’hypothèse d’un réseau maffieux étendu gérant un important portefeuille de valeurs immobilières en Belgique.
Uit het interview bleek dat de samenwerking tussen de verschillende actoren van justitie niet altijd even vlot verloopt en vooral dat Belgische magistraten weinig geloof hechten aan de hypothese van een uitgebouwd maffioos netwerk dat een omvangrijke vastgoedfortefeuille beheert in Belgie¨.
Cette différence de vision quant à l’ampleur du réseau a pour effet que la justice italienne est dans une certaine mesure insuffisamment soutenue dans sa lutte incessante contre le crime organisé.
Dit verschil in visie over de omvang van het netwerk, maakt dat de Italiaanse justitie tot op zekere hoogte onvoldoende wordt gesteund in haar nietaflatende strijd tegen de georganiseerde misdaad.
1. La lutte contre des réseaux d’organisations criminelles de grande envergure est-elle prioritaire aux yeux du gouvernement et dans quelle mesure cela se traduitil sur le terrain pour la magistrature ?
1. Is de bestrijding van grootschalige netwerken van criminele organisaties voor deze regering prioritair en in welke mate vertaalt zich dat op het terrein voor de magistratuur ?
2. La magistrature dispose-t-elle de moyens suffisants pour assurer un déroulement transfrontalier fluide et efficace de la collaboration dans ce type de dossiers ?
2. Beschikt de magistratuur over voldoende middelen om de samenwerking in dit soort dossiers over de landsgrenzen heen vlot en efficie¨nt te laten verlopen ?
3. Est-il exact que les enquêteurs et les magistrats belges n’assurent aucun suivi, ou assurent un suivi insuffisamment systématique, des étrangers résidant en Belgique (par exemple les Italiens) et ayant des liens avec des bandes maffieuses, et qu’ils communiquent insuffisamment à leurs collègues étrangers les informations dont ils disposent à ce sujet ?
3. Is het zo dat de Belgische speurders en magistraten niet of voldoende systematisch de activiteiten van de in Belgie¨ verblijvende vreemdelingen (bijvoorbeeld Italianen) met maffiabanden opvolgen en meedelen aan hun buitenlandse collegae ?
4. Comment se fait-il que certains chefs de cette bande maffieuse n’aient jamais été inquiétés à ce jour ?
4. Hoe komt het dat bepaalde kopstukken van deze maffiabende tot op heden ongemoeid zijn gelaten ?
5. a) A-t-on déjà trouvé des indices d’investissements maffieux dans l’immobilier ?
5. a) Werden er reeds aanwijzingen gevonden van investeringen in vastgoed ?
b) Dans l’affirmative, de combien d’immeubles s’agitil ?
b) Zo ja, om hoeveel panden gaat het ?
c) Ou` sont-ils situés ?
c) Waar zijn ze gelegen ?
6. a) Y a-t-il des indices qui donnent à penser que les clans calabrais sont approvisionnés en armes depuis la Belgique ?
6. a) Zijn er aanwijzingen dat de Calabrese clans vanuit Belgie¨ bevoorraad worden met wapens ?
b) Dans l’affirmative, de quelles armes s’agit-il ?
b) Zo ja, om wat voor wapens gaat het ?
c) Ou` sont-elles fabriquées ?
c) Waar worden ze gefabriceerd ?
d) Des fournisseurs ont-ils déjà été arrêtés ?
d) Werden er reeds leveranciers gearresteerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8272
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 347 de M. Bart Laeremans du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 347 van de heer Bart Laeremans van 16 september 2004 (N.) :
1. La lutte contre les réseaux criminels de grande envergure passe nécessairement par une entraide judiciaire internationale efficace. Celle-ci s’est améliorée suite à l’exécution des accords de Schengen. De nouvelles initiatives sont en cours notamment dans le cadre de l’échange de données policières et la mise en place d’équipes d’enquêtes mixtes.
1. Grootschalige criminele netwerken moeten noodzakelijkerwijs worden bestreden door middel van een doeltreffende internationale wederzijdse rechtshulp. De wederzijdse rechtshulp is verbeterd dankzij de tenuitvoerlegging van de akkoorden van Schengen. Thans lopen nieuwe initiatieven, inzonderheid in het kader van de uitwisseling van politionele gegevens en de invoering van gemengde onderzoeksteams.
2. La collaboration avec les autorités étrangères est une des taˆches principales du parquet fédéral. L’extension récente de son cadre devrait lui permettre d’y faire face au mieux.
2. De samenwerking met de buitenlandse overheden is een van de belangrijkste taken van het federaal parket. Met de recente uitbreiding van de personeelsformatie zou het federaal parket hieraan beter het hoofd moeten kunnen bieden.
3. Je ne suis pas au courant de réticences de magistrats belges à collaborer avec les autorités étrangères à propos d’organisations mafieuses. Des démarches ont été accomplies envers les autorités compétentes. Le résultat sera communiqué ultérieurement.
3. Ik ben niet op de hoogte van terughoudendheid van de Belgische magistraten om samen te werken met de buitenlandse autoriteiten op het stuk van maffiabendes. Er zijn stappen ondernomen bij de bevoegde autoriteiten. Het resultaat wordt later meegedeeld.
DO 2003200432245
DO 2003200432245
Question no 371 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 371 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Justices de paix. — Achat de matériel informatique. — Entreprise.
Vredegerechten. — Aankoop van informaticamateriaal. — Firma.
Le 25 juin 2004, la ministre avait annoncé l’achat pour un montant de 3,2 millions d’euros de matériel informatique destiné aux justices de paix. La commande aurait été passée auprès de l’entreprise Axylis. Or, on ne trouve aucune information à propos de cette entreprise.
Op 25 juni 2004 heeft de minister bekendgemaakt dat ze ten behoeve van vredegerechten informaticamateriaal heeft laten aankopen ter waarde van 3,2 miljoen euro. Deze zou zijn toegewezen aan de firma Axylis. Nu blijkt dat van dit bedrijf evenwel niets terug te vinden is.
1. Pourriez-vous communiquer le numéro de registre de commerce de cette entreprise ainsi que l’adresse de son siège social ?
1. Kan u het handelsregisternummer van dit bedrijf meedelen alsook het adres waarop het gevestigd is ?
2. Pourriez-vous également communiquer l’adresse de son siège d’exploitation ?
2. Kan u tevens het adres van de productiezetel meedelen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 16 novembre 2004, à la question no 371 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 16 november 2004, op de vraag nr. 371 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) :
Il est exact que le Conseil des ministres a marqué son accord de principe, le 25 juin 2004, à la conclusion d’un marché relatif à la modernisation informatique des justices de paix. Ce projet ne portait que pour une part seulement sur l’acquisition de matériel.
Het is juist dat de Ministerraad op 25 juni 2004 principiel akkoord ging met het sluiten van een aanbesteding inzake de modernisering van het informaticamateriaal van de vredegerechten. De aankoop van het materiaal had alleen betrekking op een deel van het project.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8273
Néanmoins, cette autorisation n’a, à ce jour, pas été concrétisée, l’opportunité de la solution initialement proposée ayant dû être réexaminée à la suite de la révision de son planning par la firme actuellement en charge du développement des applications du projet Phénix.
Dit akkoord werd echter tot op heden niet in concrete vorm gebracht. De opportuniteit van de aanvankelijk voorgestelde oplossing moest opnieuw worden onderzocht, dit ten gevolge van het feit dat de firma die momenteel belast is met de ontwikkeling van de toepassingen van het Phenixproject haar planning heeft herzien.
DO 2003200432247
DO 2003200432247
Question no 373 de M. Francis Van den Eynde du 30 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : E´tablissements pénitentiaires. — Problème de drogue.
Vraag nr. 373 van de heer Francis Van den Eynde van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Les établissements pénitentiaires du pays sont confrontés à un problème spécifique de drogues auquel il n’a guère pu être remédié à ce jour.
Er stelt zich in de penitentiaire instellingen van ons land een specifiek drugprobleem, waartegen tot op heden weinig of niets aan kon gedaan worden.
Cette situation s’explique en partie par le fait que les drogues sont introduites par tous les moyens possibles au sein de la prison, notamment par un ingénieux système de levier attaché aux barreaux par des fils, avec l’aide de détenus travaillant en dehors de l’établissement pénitentiaire et, surtout, de visiteurs.
Dit heeft onder meer te maken met het feit dat drugs op alle mogelijke manieren de gevangenis binnenkomen. Bijvoorbeeld via een vernuftig hefboomsysteem met touwtjes vastgebonden aan de tralies, via gedetineerden die buiten de instelling werken, maar vooral via de bezoekers.
Une fois par mois, les détenus ont le droit de rencontrer leur conjoint ou leur partenaire stable lors d’une « une visite dans l’intimité ».
Een keer per maand mogen de gevangenen « ongestoord bezoek » ontvangen van hun vrouw of vaste partner.
Or, cette visite semble de plus en plus souvent mise à profit pour introduire de la drogue dans la prison. 1. Eˆtes-vous au courant de ces pratiques ?
Steeds meer wordt vastgesteld dat dit « ongestoord bezoek » een doorgeefluik is voor drugs.
2. Quelles mesures ont été prévues pour y remédier ?
2. Welke maatregelen werden er voorzien om dat te verhelpen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 17 novembre 2004, à la question no 373 de M. Francis Van den Eynde du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 17 november 2004, op de vraag nr. 373 van de heer Francis Van den Eynde van 30 september 2004 (N.) :
1. Tout le monde sait que les prisons sont confrontées à un problème de drogue. Afin de tenter d’éviter que de la drogue ne soit introduite en prison, diverses mesures de controˆle sont effectuées telles que, entre autres, le controˆle d’accès à l’entrée de l’établissement et le controˆle pendant les visites.
1. Het is algemeen geweten dat de gevangenissen geconfronteerd worden met een drugproblematiek. Teneinde te trachten te voorkomen dat drugs in de gevangenissen binnenkomen, worden verscheidene controlemaatregelen uitgevoerd, zoals onder andere de toegangscontrole bij het betreden van de inrichting en het toezicht tijdens en de controle na de bezoeken.
2. En ce qui concerne plus particulièrement la visite dans l’intimité, toute une série de critères de sécurité sont toujours pris en considération.
2. Wat specifiek het ongestoord bezoek betreft, worden er steeds een aantal veiligheidsaspecten in acht genomen. Zo wordt het lokaal voor en na het bezoek gecontroleerd.
Ainsi, avant et après la visite, le local est controˆlé et le détenu est soumis à une fouille approfondie ainsi qu’au détecteur de métaux. Après la visite, il doit
De gedetineerde wordt voor en na het bezoek grondig gefouilleerd en via de metaaldetector gecontroleerd. Na het bezoek moet hij andere kleding aantrek-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Penitentiaire instellingen. — Drugprobleem.
1. Bent u van een en ander op de hoogte ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1046
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8274
changer de vêtements. Le visiteur ne peut accéder à l’espace réservé aux visites dans l’intimité qu’après avoir été rigoureusement controˆlé au moyen du détecteur de métaux.
ken. De bezoeker mag slechts de ruimte voor ongestoord bezoek betreden nadat hij een strenge controle via de metaaldetector heeft ondergaan.
Ni le visiteur, ni le détenu n’est autorisé à introduire des objets dans le local destiné aux visites dans l’intimité.
Noch de bezoeker, noch de gedetineerde mag in het lokaal dat voorbehouden is voor ongestoord bezoek voorwerpen binnenbrengen.
En outre, le bénéfice de la visite dans l’intimité peut être suspendu si les détenus et les visiteurs introduisent des objets prohibés dans l’établissement ou s’ils ne respectent pas les dispositions relatives à la visite dans l’intimité.
Bovendien kan de toelating van het ongestoord bezoek ingetrokken worden indien de gedetineerden en de bezoekers niet-toegelaten voorwerpen in de inrichting binnenbrengen of indien ze de bepalingen aangaande het ongestoord bezoek niet naleven.
3. La problématique de l’entrée de la drogue dans les établissements pénitentiaires ne se limite pas au controˆle de l’entrée du produit.
3. De problematiek van het binnenbrengen van drugs in de penitentiaire instellingen is niet beperkt tot het controleren van het binnenbrengen van het product.
Une politique pénitentiaire responsable tient également compte de la prise en charge des toxicomanes sur le plan de la santé.
Een verantwoordelijk penitentiair beleid houdt eveneens rekening met het ten laste nemen van drugverslaafden op gezondheidsvlak.
De nombreux efforts ont été faits en ce sens ces dernières années. Par exemple, la poursuite des traitements de méthadone initiée à l’extérieur de l’établissement est encouragée et développée. Ce type d’initiative est aussi de nature à diminuer les quantités de drogue qui entrent en prison.
In die zin werden de jongste jaren talrijke inspanningen geleverd. Zo is bijvoorbeeld het vervolgen van behandelingen met methadon waarmee buiten de instelling van start is gegaan aangemoedigd en ontwikkeld. Een dergelijk initiatief is ook van aard om de hoeveelheden drugs die in de gevangenis komen te verminderen.
Ce débat est loin d’être facile à appréhender dans sa globalité mais je m’y attèle.
Het is geen debat dat makkelijk globaal te omvatten is, maar ik werk eraan.
DO 2003200432277
DO 2003200432277
Question no 381 de M. Guido De Padt du 1er octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 381 van de heer Guido De Padt van 1 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Nouvelle loi relative à la circulation routière. — Retrait immédiat de permis de conduire. — Cour d’Arbitrage.
Nieuwe verkeerswet. — Onmiddellijke intrekking van rijbewijzen. — Arbitragehof.
Depuis l’entrée en vigueur de la nouvelle loi sur la circulation routière en février 2003, les parquets peuvent procéder au retrait immédiat du permis de conduire pour une durée d’un mois, renouvelable deux fois.
Sedert de invoering van de verstrengde verkeerswet in februari 2003, beschikken de parketten over de mogelijkheid tot het onmiddellijk intrekken van het rijbewijs van chauffeurs voor een periode van één maand. Deze periode kan tot tweemaal toe verlengd worden.
La Cour d’Arbitrage considère cependant que cette possibilité est contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution (arrêt no 156/2004 du 22 septembre 2004), étant donné que la disposition en cause ne prévoit pas d’intervention d’un juge ou de recours effectif auprès d’un juge en ce qui concerne la décision par laquelle la mesure de retrait immédiat du permis de conduire est prorogée pour une deuxième ou une troisième période.
Het Arbitragehof acht deze mogelijkheid echter in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (arr. nr. 156/2004 van 22 september 2004) omdat niet wordt voorzien in een optreden van of een effectief beroep bij een rechter in het geval dat de maatregel verlengd wordt met een tweede en een derde termijn.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8275
` la suite de cet arrêt de la Cour d’Arbitrage, les A parquets ne pourront désormais plus procéder au retrait des permis de conduire.
Door deze uitspraak van het Arbitragehof zullen in de toekomst de parketten niet langer bevoegd zijn de rijbewijzen van chauffeurs in te trekken.
1. Combien de permis de conduire ont été retirés immédiatement depuis l’entrée en vigueur de la nouvelle loi relative à la circulation routière, et pour quelle durée ?
1. Hoeveel rijbewijzen werden onmiddellijk ingetrokken sedert de invoering van de nieuwe verkeerswet en voor welke periode ?
2. Quels types d’infractions étaient à l’origine de ces décisions de retrait immédiat ? Combien de permis ont été retirés pour chaque type d’infraction ?
2. Voor welke overtredingen werden de rijbewijzen onmiddellijk ingetrokken en hoeveel per soort van overtreding ?
3. Combien de ces retraits immédiats ont été prorogés par la suite ? Combien ont été prorogés respectivement une et deux fois, et pour quelle durée ?
3. Hoeveel van de onmiddellijke intrekkingen werden later verlengd (hoeveel één keer verlengd, hoeveel twee keer en voor hoelang) ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 381 de M. Guido De Padt du 1er octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 381 van de heer Guido De Padt van 1 oktober 2004 (N.) :
La Cour d’arbitrage a rendu deux arrêts le 22 septembre 2004 concernant la matière des permis de conduire : l’arrêt 154/2004 sur recours direct qui portait sur l’article 25 de la loi du 7 février 2003 et l’arrêt 156/2004 sur question préjudicielle du tribunal d’Audenarde portant sur l’article 56, alinéa 2,1o, des lois relatives à la police de la circulation routière, coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968, soit la disposition antérieure à la modification intervenue à la suite du loi du 7 février 2003 entrée en vigueur le 1er mars 2004.
Op 22 september 2004 heeft het Arbitragehof twee arresten geveld omtrent rijbewijzen : het arrest 154/ 2004 inzake rechtstreekse vorderingen dat betrekking had op artikel 25 van de wet van 7 februari 2003 en het arrest 156/2004 op prejudicie¨le vraag van de rechtbank van Oudenaarde met betrekking tot artikel 56, tweede lid, 1o, van de op 16 maart 1968 door koninklijk besluit gecoo¨rdineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer, met name de bepaling die voorafging aan de wijziging door de wet van 7 februari 2003 die op 1 maart 2004 in werking is getreden.
L’arrêt 154/2004 a une portée générale et annule la disposition attaquée et pour éviter une insécurité juridique décide en application de l’article 8, alinéa 2 de la loi spéciale sur la Cour d’arbitrage de maintenir les effets de la disposition annulée jusqu’au 31 décembre 2004. L’effet de cet arrêt au-delà de cette date est de faire revivre l’article 56, alinéa 2,1o, des lois relatives à la police de la circulation routière tel qu’il était rédigé dans sa version ancienne.
Het arrest 154/2004 heeft een algemene draagwijdte en vernietigt de bestreden bepaling. Op grond van artikel 8, tweede lid van de bijzondere wet op het Arbitragehof, bepaalt het tevens dat, om rechtsonzekerheid te vermijden, de werking van de vernietigde bepaling tot en met 31 december 2004 behouden zal blijven. Na deze datum zal dit arrest ervoor zorgen dat artikel 56, tweede lid, 1o, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer opnieuw in de voormalige versie zal worden gebruikt.
L’arrêt 156/2004 constate la non-conformité aux articles 10 et 11 de la Constitution avant sa modification par l’article 25 de la loi du 7 février 2003 en tant qu’il n’a pas prévu d’intervention d’un juge ou de recours effectif auprès d’un juge en ce qui concerne une décision de prorogation de la mesure de retrait immédiat du permis de conduire pour une deuxième ou troisième période de 15 jours. Bien que l’effet de cet arrêt soit limité à la question préjudicielle, les procureurs généraux ont donné sans attendre instruction de limiter les retraits de permis à une seule période de 15 jours.
Het arrest 156/2004 stelt de niet-overeenstemming vast met artikel 10 en 11 van de Grondwet vo´o´r haar wijziging door artikel 25 van de wet van 7 februari 2003. Er wordt immers niet voorzien in de tussenkomst van een rechter of een daadwerkelijk rechtsmiddel bij een rechter wat betreft een besluit tot verlenging van de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs voor een tweede of een derde periode van 15 dagen. Hoewel het effect van dit arrest beperkt is tot de prejudicie¨le vraag, hebben de procureurs-generaal onmiddellijk de opdracht gegeven de intrekking van het rijbewijs tot een enkele periode van 15 dagen te beperken.
Notre circulaire ministérielle du 26 février 2004 diffusée dans les parquets par la Col 5/2004 du 1er mars 2004 du Collège des procureurs généraux,
Uitgaande op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State (Memorie van Toelichting, Parl. St., Kamer, 2001-2002, 50 1915/001, blz. 15 en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8276
entrée en vigueur le 1er mars 2004, avait anticipé cette probable annulation en se fondant sur l’avis de la section législation du Conseil d’E´tat (Exposé des motifs, Doc. parl., Chambre, 2001-2002, 50 1915/001, p. 15 et 16) en insistant pour qu’un usage restreint soit fait de la mesure de retrait de permis d’un mois et qu’en l’absence de circonstances exceptionnelles, le permis soit restitué à l’expiration du délai de quinze jours.
16) had onze ministerie¨le omzendbrief van 26 februari 2004, die in de parketten verspreid werd door Col 5/ 2004 van 1 maart 2004 van het College van Procureurs-generaal en op 1 maart 2004 in werking is getreden, op deze vermoedelijke vernietiging ingespeeld. Hierin werd aangedrongen op het feit dat de maatregel van de intrekking van het rijbewijs voor een maand beperkt moet worden toegepast en dat het rijbewijs, indien er geen bijzondere omstandigheden zijn, na het verlopen van de termijn van vijftien dagen wordt terugbezorgd.
En outre, sous l’ancienne législation, le renouvellement était déjà très rare. Dans son analyse de la circulaire ministérielle du 7 décembre 1998 ayant même objet que la circulaire du 26 février 2004, le Service de la politique criminelle a démontré le peu d’usage de cette mesure.
Bovendien was er nauwelijks sprake van vernieuwing bij de oude wetgeving. In zijn analyse van de ministerie¨le omzendbrief van 7 december 1998 met hetzelfde onderwerp als de omzendbrief van 26 februari 2004, heeft de Dienst voor het strafrechtelijk beleid aangetoond dat deze maatregel weinig wordt toegepast.
Sans attendre les chiffres demandés au Centre de traitement informatique du SPF Justice, nous pouvons affirmer au regard des éléments communiqués cidessus qu’il a été fait un usage restreint de la mesure de retrait mensuel du permis de conduire et son renouvellement.
Zonder de cijfers af te wachten die aan het Centrum voor Informatieverwerking van de FOD Justitie werden gevraagd, kunnen we stellen dat, uitgaande van de hierboven vermelde elementen, beperkt gebruik werd gemaakt van de maatregelen van maandelijkse intrekking van het rijbewijs en de verlenging ervan.
DO 2003200432334
DO 2003200432334
Question no 387 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 5 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 387 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
SPRLU. — Obligation de libération du capital.
EVBA. — Volstortingsplicht met betrekking tot het kapitaal.
L’obligation de libération du capital des SPRLU (société privée à responsabilité limitée unipersonnelle) vient d’être portée de 6 200 à 12 400 euros.
Onlangs werd de volstortingsplicht met betrekking tot het kapitaal van de EVBA (eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid) opgetrokken van 6 200 naar 12 400 euro.
Votre administration peut-elle préciser si, dans le cadre de cette obligation, l’incorporation de réserves dans le capital peut être substitué à un apport supplémentaire en argent ou en nature ?
Kan uw administratie meedelen of aan deze volstortingsplicht ook kan worden voldaan door de incorporatie van reserves in het kapitaal in plaats van een bijkomende inbreng in geld of in natura ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 16 novembre 2004, à la question no 387 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 16 november 2004, op de vraag nr. 387 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 5 oktober 2004 (N.) :
La réponse à cette question est affirmative. En effet, une augmentation du capital peut également être effectuée à l’aide de biens sociaux. Dans ce cas, il n’y a pas d’apport extérieur et par conséquent, les règles en matière de libération (intégrale) ne sont pas d’application. Il s’agit ici d’une modification du passif du bilan de la société selon laquelle certains postes du passif se déplacent vers le poste « capital » du passif. Il
Het antwoord hierop is bevestigend. Immers een kapitaalsverhoging kan ook worden doorgevoerd met vennootschapsmiddelen. In dit geval is er geen externe inbreng en zijn bijgevolg de regels met betrekking tot de (vol)storting niet van toepassing. Het betreft hier een wijziging in de passiefzijde van de balans van de vennootschap waarbij er een verschuiving is van bepaalde passiefposten naar de passiefpost kapitaal.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8277
va de soi que les biens sociaux doivent être suffisamment élevés pour couvrir l’obligation de libération intégrale imposée par la loi.
Het spreekt vanzelf dat de gebruikte vennoootschapsmiddelen voldoende hoog moeten zijn om de door de wet opgelegde volstortingsplicht te dekken.
L’augmentation de capital par incorporation de réserves, de primes d’émission, de plus-values de réévaluation ou de bénéfice reporté entre donc en considération.
Komen aldus in aanmerking kapitaalverhoging door incorporatie van reserves, van uitgiftepremies, van herwaarderingsmeerwaarden of van overgedragen winst.
Je tiens à souligner que cette augmentation de capital implique une modification des statuts.
Ik wens te beklemtonen dat deze kapitaalsverhoging een statutenwijziging impliceert.
DO 2003200432338
DO 2003200432338
Question no 389 de M. Servais Verherstraeten du 5 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 389 van de heer Servais Verherstraeten van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Non-exécution d’une condamnation judiciaire par les autorités belges.
Niet-uitvoering door de Belgische overheid van een gerechtelijke veroordeling.
Dans l’affaire Semira Adamu, l’E´tat belge et les gendarmes qui y étaient impliqués ont été condamnés solidairement à verser des dommages-intérêts à la famille de la défunte.
In de zaak Semira Adamu werd de Belgische Staat en betrokken rijkswachters solidair veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de nabestaanden. Negen maanden na het vonnis werd echter nog niets uitbetaald.
1. Eˆtes-vous informée de cet état de choses ?
1. Bent u hiervan op de hoogte ?
` combien s’élèvent exactement ces dommages2. A intérêts ?
2. Over welk bedrag gaat het hier precies ?
3. Pourriez-vous expliquer pourquoi l’E´tat belge n’a toujours pas exécuté le jugement susvisé, qui date du 12 décembre 2003 ?
3. Kan u verklaren waarom de Belgische Staat het vonnis van 12 december 2003 nog steeds niet heeft uitgevoerd ?
4. Les autorités belges ont-elles l’intention, en agissant de la sorte, de faire supporter aux gendarmes impliqués tout le poids des responsabilités ?
4. Is de overheid op die manier van plan haar verantwoordelijkheid op betrokken rijkswachters af te schuiven ?
5. a) Les autorités belges manquent-elles à leur obligation d’exécuter un jugement ou un arrêt dans d’autres affaires encore ou` une décision judiciaire exécutoire a été prise ?
5. a) Zijn er nog andere uitvoerbare gerechtelijke uitspraken waar de overheid in gebreke blijft het vonnis of arrest uit te voeren ?
b) Dans l’affirmative, de combien d’affaires s’agit-il et pour quelle raison l’E´tat belge ne remplit-il pas ses obligations ?
b) Zo ja, hoeveel en wat is de reden hiervoor ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 389 de M. Servais Verherstraeten du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 389 van de heer Servais Verherstraeten van 5 oktober 2004 (N.) :
Cette question relève de la compétence de mon collègue le ministre de l’Intérieur. (Question no 393 du 5 octobre 2004.)
Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 393 van 5 oktober 2004.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8278
DO 2003200432348
DO 2003200432348
Question no 391 de M. Bart Laeremans du 6 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 391 van de heer Bart Laeremans van 6 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Tribunal de commerce de Bruxelles. — Cadre du personnel. — Agents contractuels.
Rechtbank van koophandel van Brussel. — Personeelsformatie. — Contractuelen.
Les postes prévus au cadre du personnel du greffe du tribunal de commerce de Bruxelles ne sont pas tous occupés par des agents statutaires, loin s’en faut. Aussi y fait-on appel à des agents contractuels.
De personeelsformatie van de griffie van de rechtbank van koophandel van Brussel is lang niet volledig bezet door statutairen. Het wordt dan maar verder opgevuld door contractuelen.
Une politique du personnel efficace permettant d’assurer un service correct à la population nécessite un cadre du personnel composé principalement d’agents statutaires. C’est la seule manière d’assurer la continuité du service.
Een goed personeelsbeleid dat leidt tot een goede dienstverlening, vereist dat de personeelsformatie hoofdzakelijk door statutairen wordt bezet. Dat alleen laat toe de continuı¨teit van de dienst te verzekeren.
1. a) Pourquoi n’a-t-on pas recruté suffisamment d’agents statutaires ?
1. a) Waarom werden niet voldoende statutairen aangeworven ?
b) De quand datent les derniers examens de recrutement ?
b) Van wanneer dateren de laatste aanwervingexamens ?
2. Un nouvel examen est-il prévu ?
2. Wordt alsnog in een nieuw examen voorzien ?
3. Sur la base de quels critères linguistiques les agents contractuels sont-ils engagés ?
3. Op basis van welke taalcriteria worden de contractuelen geworven ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 391 de M. Bart Laeremans du 6 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 391 van de heer Bart Laeremans van 6 oktober 2004 (N.) :
1. a) Le greffe du tribunal de commerce de Bruxelles compte une série de places vacantes statutaires faute, notamment, de candidats justifiant des conditions linguistiques requises telles que définies par la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire.
1. a) De griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel telt een groot aantal statutaire vacante plaatsen, ondermeer, door gebrek ondermeer aan laureaten die aan de taalvoorwaarden voldoen zoals voorzien door de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken.
b) La dernière session d’examen linguistique a été organisée fin 2003.
b) De laatste zittijd van het taalexamen werd ingericht eind 2003.
En ce qui concerne les concours et examens de recrutement proprement dits :
Wat betreft de wervingsexamens en vergelijkend examens :
— un concours d’employé a eu lieu en 2000, concours dont j’ai prolongé la validité jusqu’au 31 octobre 2005.
— een vergelijkend examen van beambte werd ingericht in 2000, waarvan ik de geldigheid verlengd heb tot 31 oktober 2005.
— un examen pour candidats-greffier et candidats-secrétaire a été organisé en 2001.
— een examen voor kandidaten-griffier en kandidaten-secretaris werd ingericht in 2001.
2. Une nouvelle session de l’examen linguistique est en cours. L’avis d’organisation des examens de connaissances de la langue française ou de la langue néerlandaise pour candidats à certaines fonctions de greffier, greffier adjoint, rédacteur et employé de greffe a été publiée au Moniteur belge du 14 octobre 2004.
2. Een nieuwe zittijd van het examen over de kennis van de Franse of van de Nederlandse taal voor kandidaten voor sommige ambten van griffier, adjunctgriffier, opsteller en beambte in een griffie, is lopend. De aankondiging werd in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 14 oktober 2004.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8279
Une session de l’examen pour candidats-greffier et candidats-secrétaire est également en cours, les épreuves écrites ayant eu lieu en septembre 2004.
Een zittijd van het examen voor kandidaten-griffier en kandidaten-secretaris is eveneens lopend. De schriftelijke proeven hadden in september 2004 plaats.
Dès que les résultats seront connus, les places vacantes seront republiées
Eens de uitslagen bekend zullen de vakante plaatsen opnieuw gepubliceerd worden.
L’organisation d’aucun autre examen n’est prévue pour le moment dans l’attente du déroulement des actuelles négociations concernant le Protocole 249.
Voor het ogenblik is de inrichting van andere examens niet voorzien in afwachting van het verloop van de huidige onderhandelingen betreffende het Protocol 249.
3. Relativement aux contractuels qui occupent les postes statutaires non pourvus, aucune exigence linguistique n’est requise et les recrutements de personnel francophone ou néerlandophone sont effectués selon les nécessités du service.
3. Voor de contractuelen die de niet-ingenomen statutaire plaatsen opvullen, zijn er geen taalvoorwaarden vereist. De aanwervingen van het Franstalig of Nederlandstalig personeel gebeurt op basis van de noden van de dienst.
DO 2003200432356
DO 2003200432356
Question no 393 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 7 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 393 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Procuration du juge de paix requise dans le cadre de la protection des biens de mineurs.
Vereiste machtiging van de vrederechter in het kader van de bescherming van de goederen van minderjarigen.
` ma question orale no 1188, vous avez répondu que A vous chargeriez votre administration d’une étude/une évaluation de la mise en œuvre de la loi du 29 avril 2001 modifiant certaines dispositions légales relative à la tutelle des mineurs ainsi qu’à la modification apportée à cette loi en 2003 (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de la Justice, 13 janvier 2004 (COM 117, p. 24).
Naar aanleiding van mijn mondelinge vraag nr. 1188 antwoordde u dat u uw administratie zou gelasten met een onderzoek/evaluatie van de uitwerking van de wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake voogdij over minderjarigen en van de wijziging die in 2003 werd doorgevoerd (Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Justitie, 13 januari 2004 (COM 117, blz. 24).
1. Votre administration a-t-elle déjà déposé des conclusions à ce propos ?
1. Zijn er terzake reeds conclusies van uw administratie ?
2. Dans la négative, quand ces conclusions serontelles disponibles ?
2. In ontkennend geval, tegen wanneer kunnen deze dan wel verwacht worden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 17 novembre 2004, à la question no 393 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 17 november 2004, op de vraag nr. 393 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 7 oktober 2004 (N.) :
1. Je ne dispose pas encore des résultats de l’évaluation de la loi du 29 avril 2001 modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs, ainsi que de la loi du 13 février 2003 modifiant certaines dispositions du Code civil et du Code judiciaire en ce qui concerne la protection des biens des mineurs.
1. Ik beschik nog niet over de resultaten van de evaluatie van de wet van 29 april 2001 tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen, en van de wet van 13 februari 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de bescherming van de goederen van de minderjarigen.
2. ll ne m’apparaıˆt pas opportun de fixer dores et déjà une date définitive trop rapprochée pour la
2. Het lijkt me dan ook niet opportuun om nu reeds een definitieve datum in een te nabije toekomst vast te
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8280
cloˆture de cette évaluation. En effet, il s’agit de lois récentes, et l’expérience démontre qu’il faut du temps pour procéder à une évaluation de qualité. Je souhaite que cette évaluation soit la plus exhaustive possible, afin de s’assurer que la prochaine intervention législative prenne en compte l’ensemble des difficultés rencontrées dans l’application et l’interprétation de ces lois et ce, dans l’intérêt des mineurs.
stellen voor het afsluiten van die evaluatie. Het gaat immers om recente wetten, en de ervaring toont aan dat er tijd nodig is om tot een kwalitatief goede evaluatie te komen. Ik wens dat deze evaluatie zo volledig mogelijk geschiedt zodat de komende wetgevende tussenkomst rekening kan houden met alle moeilijkheden die rijzen bij de toepassing en de interpretatie van die wetten en dit in het belang van de minderjarigen.
DO 2003200432367
DO 2003200432367
Question no 395 de M. Jo Vandeurzen du 7 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 395 van de heer Jo Vandeurzen van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Dédommagement sur la base de séquelles psychiques.
Schadevergoeding psychische letsels.
Les victimes de délits sexuels présentent souvent des traumatismes psychiques importants.
Slachtoffers van seksuele delicten lopen vaak ernstige psychische trauma’s op.
Ces victimes peuvent-elles, sur la base de ces séquelles, psychiques réclamer un dédommagement, indépendamment de la demande en dédommagement moral ?
Kan voor dergelijke psychische letsels een schadevergoeding worden gevorderd los van de vraag naar een morele schadevergoeding ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 395 de M. Jo Vandeurzen du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 395 van de heer Jo Vandeurzen van 7 oktober 2004 (N.) :
L’article 1382 du Code civil oblige celui par la faute duquel un dommage a été causé, à le réparer. Selon la jurisprudence belge, cela signifie que la personne lésée doit retrouver l’état dans lequel elle se trouvait si l’événement dommageable ne s’était pas produit. La personne lésée peut en conséquence réclamer une indemnité pour l’intégralité du dommage subi. Il appartient au juge d’évaluer le montant de l’indemnité. Pour ce faire il peut se baser sur l’avis d’un expert.
Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek verplicht degene door wiens fout schade is veroorzaakt, deze te vergoeden. Volgens de Belgische rechtspraak betekent dit dat de benadeelde teruggebracht moet worden in de toestand waarin deze zich zou bevonden hebben indien de schadeveroorzakende gebeurtenis niet had plaatsgevonden. De benadeelde kan bijgevolg voor de gehele schade een vergoeding vorderen. Het is aan de rechter om de omvang van de schadevergoeding te begroten. De rechter kan dit doen op basis van het oordeel van een deskundige.
Si l’expert conclut à des troubles psychiques graves chez la victime, tels un stress post-traumatique, la victime peut réclamer une indemnité pour ce dommage psychique spécifique. Dans la jurisprudence, on trouve la notion de « pretium doloris », prenant en considération, au-delà du dommage moral « ordinaire », la souffrance (littéralement, « le prix de la douleur »). Le préjudice sexuel peut également entrer en ligne de compte pour bénéficier d’une indemnité distincte. Il s’agit d’une forme de dommage moral à la suite d’une perte de vie sexuelle (dit « pretium voluptatis »).
Indien de deskundige bij een slachtoffer ernstige psychische trauma’s vaststelt, zoals een posttraumatische stress-stoornis, kan het slachtoffer voor deze specifieke psychische schade een vergoeding vorderen. In de rechtspraak vindt men het begrip « pretium doloris » terug waarbij, naast de « gewone » morele schade, het lijden (letterlijk « de prijs van de pijn ») in rekening wordt gebracht. Ook seksuele schade kan voor aparte vergoeding in aanmerking komen. Het gaat het om een vorm van morele schade wegens verlies aan seksueel leven (de zogenaamde « pretium voluptatis »).
Si la victime d’un délit sexuel n’obtient pas une indemnisation suffisante, parce que par exemple, l’auteur est inconnu ou insolvable, elle peut faire appel à la Commission pour l’aide financière aux victimes d’actes intentionnels de violence. Il ressort de ses déci-
Indien het slachtoffer van een seksueel delict geen afdoende schadevergoeding kan bekomen, bijvoorbeeld omdat de dader onbekend of onvermogend is, kan hij een beroep doen op de Commissie voor financie¨le hulp aan slachtoffers van opzettelijke geweldda-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8281
sions, que cette Commission donne également une interprétation assez large de la notion de dommage moral, prenant en compte la gravité des lésions encourues. La Commission prend comme point de départ pour la fixation de l’aide financière l’éventuelle décision judiciaire sur l’indemnisation.
den. Uit de beslissingen van deze Commissie blijkt dat zij het begrip morele schade eveneens ruim interpreteert en rekening houdt met de ernst van de opgelopen trauma’s. De Commissie neemt, bij het bepalen van de financie¨le hulp, de eventuele rechterlijke beslissing over de schadevergoeding als uitgangspunt.
DO 2004200502430
DO 2004200502430
Question no 402 de M. Alfons Borginon du 15 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 402 van de heer Alfons Borginon van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Greffes et parquets. — Personnel. — Modèle de carrière. — Mesures transitoires. — Rédacteurs.
Griffies en parketten. — Personeel. — Loopbaanmodel. — Overgangsmaatregelen. — Opstellers.
L’avant-projet de protocole no 249 du 20 mars 2003 du SPF Justice contient un accord pour la modernisation de la carrière du personnel des greffes et des parquets. Ce protocole a été signé par les ministres de la Justice, de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration ainsi que du Budget de l’époque.
In het voorontwerp van protocol nr. 249 van 20 maart 2003 van de FOD Justitie, werd een akkoord bereikt over de nieuwe loopbanen van de personeelsleden van de griffies en de parketten. Dit protocol werd ondertekend door de toenmalige ministers van Justitie, Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en Begroting.
Ce protocole définit un nouveau modèle de carrière pour le personnel administratif et de soutien des greffes et parquets, comprenant trois niveaux de fonction :
In dit protocol werd een nieuw loopbaanmodel uitgewerkt voor het administratief en ondersteunend personeel van griffies en parket rond drie functieniveaus :
— niveau D : collaborateur (l’actuel « agent »);
— niveau D : medewerker (de huidige « beambte »);
— niveau C : assistant (l’actuel « rédacteur »);
— niveau C : assistent (de huidige « opsteller »);
— niveau B : expert. Les greffiers appartiennent au niveau A. ` cet égard, les mesures de transition suivantes ont A notamment été prévues :
— niveau B : deskundige. De griffiers zelf behoren tot niveau A.
— Les agents contractuels qui ont réussi l’examen d’agent sont immédiatement nommés à titre définitif. Ils seront ensuite nommés automatiquement « collaborateur » à condition d’avoir participé à un théaˆtre d’entreprise.
— Contractuele beambten die geslaagd zijn in het examen van beambte worden onmiddellijk vast benoemd. Zij zullen nadien automatisch benoemd worden tot « medewerker » mits het volgen van een bedrijfstheater.
— Les rédacteurs nommés à titre définitif deviennent automatiquement « assistants » et peuvent ensuite participer aux tests de compétences prévus à cet égard.
— Vast benoemde opstellers worden automatisch benoemd tot « assistent » en kunnen nadien deelnemen aan voorziene competentietesten.
Un problème se pose toutefois pour les agents qui ont à ce jour réussi l’examen de rédacteur mais qui n’ont pas encore été nommés rédacteurs. La réussite de cet examen leur a permis d’obtenir une attestation du SPF Justice établissant qu’ils « conservent l’avantage de leur résultat pour une période illimitée ». Néanmoins, après l’entrée en vigueur de la nouvelle loi, ils devront à nouveau présenter l’examen afin de pouvoir être nommés assistant.
Er rijst echter een probleem voor de beambten die momenteel geslaagd zijn voor het examen van opsteller, maar nog niet tot opsteller zijn benoemd. Dit examen leverde hen een attest van FOD Justitie op, waaruit blijkt dat zij « onbeperkt het voordeel van hun uitslag behouden ». Toch zullen zij na de inwerkingtreding van de nieuwe wet, opnieuw het examen moeten afleggen om tot assistent benoemd te kunnen worden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Hierbij werden onder meer volgende overgangsmaatregelen voorzien :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1047
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8282
Il n’est pas équitable que pour cette catégorie de personnel administratif aucune mesure de transition ne soit prévue.
Het is onrechtvaardig dat voor deze categorie van administratief personeel geen overgangsmaatregelen voorzien zijn.
Envisagez-vous de prendre d’autres mesures de transition afin de remédier au caractère inique de cette situation ?
Overweegt u nog overgangsmaatregelen te treffen die deze onrechtvaardige situatie verhelpen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 18 novembre 2004, à la question no 402 de M. Alfons Borginon du 15 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 18 november 2004, op de vraag nr. 402 van de heer Alfons Borginon van 15 oktober 2004 (N.) :
Dans l’avant-projet de loi concerné, des mesures transitoires sont envisagées à l’attention des lauréats de l’examen de rédacteur. Pour de plus amples informations, je vous renvoie à ma réponse à la question orale no 3890 traitant du même sujet, posée par M. Verherstraeten (cf. Rapport Intégral, 2004-2005, commission de la Justice en date du 19 octobre 2004, CRIV 51 COM 359, p. 5).
Er zullen in betrokken voorontwerp van wet overgangsmaatregelen worden voorzien voor de geslaagden van het examen voor opsteller. Voor nadere toelichting verwijs ik naar mijn antwoord op de mondelinge vraag nr. 3890 omtrent ditzelfde onderwerp, gesteld door de heer Verherstraeten (cf. Integraal Verslag, 2004-2005, commissie voor de Justitie van 19 oktober 2004, CRIV 51 COM 359, blz. 5).
DO 2004200502450
DO 2004200502450
Question no 407 de M. Jo Vandeurzen du 19 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 407 van de heer Jo Vandeurzen van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Acquisition de la nationalité belge. — Adoption.
Verwerving van Belgische nationaliteit. — Adoptie.
L’article 12bis, § 1er, 2o, du Code de la nationalité belge dispose que l’étranger né à l’étranger, majeur et dont l’un des auteurs acquiert la nationalité belge, a droit à la nationalité belge.
Artikel 12bis, § 1, 2o, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit stelt dat iemand recht heeft op de nationaliteit wanneer zij/hij in het buitenland is geboren, meerderjarig is en de vader/moeder van betrokkene de Belgische nationaliteit verwerft.
Votre administration peut-elle préciser si cette réglementation s’applique également aux étrangers nés à l’étranger, majeurs et adoptés par une personne qui acquiert la nationalité belge après l’adoption ?
Kan uw administratie meedelen of deze regeling ook geldt voor iemand die in het buitenland is geboren, die meerderjarig is en die geadopteerd wordt door iemand die daarna de Belgische nationaliteit verwerft ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 407 de M. Jo Vandeurzen du 19 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 407 van de heer Jo Vandeurzen van 19 oktober 2004 (N.) :
L’article 12bis, § 1er, 2o, du Code de la nationalité belge (ci-après CNB) dispose :
Artikel 12bis, § 1, 2o, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (hierna WBN) bepaalt het volgende :
« § 1er. Peuvent acquérir la nationalité belge en faisant une déclaration conformément au § 2 du présent article, s’ils ont atteint l’aˆge de 18 ans : (...)
« § 1. De Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen door een verklaring af te leggen overeenkomstig § 2 van dit artikel, indien zij de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt : (...)
2o L’étranger né à l’étranger dont l’un des auteurs possède la nationalité belge au moment de la déclaration; (...) »
2o de in het buitenland geboren vreemdeling van wie een ouder op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit; (...) »
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8283
Le cas soumis dans votre question n’est pas repris dans cet article mais dans l’article 13, 2o du Code de la nationalité belge :
Het geval dat u voorlegt valt niet onder voorgaand artikel doch wel onder de bepalingen van artikel 13, 2o van het Wetboek van de Belgische nationaliteit :
« Peuvent acquérir la nationalité belge par option, dans les conditions et suivant les formes déterminées par les articles 14 et 15 : (...)
« Kunnen de staat van Belg door nationaliteitskeuze verkrijgen, onder de voorwaarden en op de wijze bepaald bij de artikelen 14 en 15 : (...)
2o l’enfant né à l’étranger dont l’un des adoptants possède la nationalité belge au moment de la déclaration; (...) »
2o het in het buitenland geboren kind van wie een adoptant, op het tijdstip van de verklaring de Belgische nationaliteit bezit; (...) »
L’article 12bis, § 1er, 2o, CNB ne vise donc que les enfants biologiques dont un des auteurs est Belge au moment de la déclaration, à l’exclusion de ceux dont la filiation résulte d’une adoption.
Men kan dus stellen dat artikel 12bis, § 1, 2o, WBN zich enkel richt op de biologische kinderen waarvan één van de van de ouders Belg is op het ogenblik van de verklaring, met uitsluiting van de kinderen waarvan de afstammingsband door adoptie werd tot stand gebracht.
Toutefois, l’article 14 du CNB impose quelques conditions pour l’application de l’article 13, 2o du CNB et relatives, d’une part, à l’aˆge de l’intéressé (avoir entre 18 ans et moins de 22 ans), et d’autre part, à la durée de la résidence en Belgique.
Artikel 14, WBN legt voor de geadopteerde (artikel 13, 2o, WBN) wel een aantal voorwaarden op met betrekking tot enerzijds de leeftijd aangezien hij/zij ouder dan 18 en jonger dan 22 dienen te zijn, en anderzijds wat betreft de duur van het verblijf in Belgie¨.
Le législateur a justifié cette distinction selon la filiation de l’enfant de la façon suivante :
De wetgever motiveert dit onderscheid tussen biologische en adoptieve afstamming als volgt :
« Des abus et des détournements de procédure seraient en effet à craindre, si la seule adoption par un Belge permettait à l’étranger adopté, pendant sa majorité, par un Belge, de devenir Belge par déclaration » (Doc. parl., Chambre, 1999, no 500292/ 001, p. 100).
« Des abus et des détournements de procédure seraient en effet à craindre, si la seule adoption par un Belge permettait à l’étranger adopté, pendant sa majorité, par un Belge, de devenir Belge par déclaration. » (Parl. St., Kamer, 1999, nr. 500292/001, blz. 10).
DO 2004200502477
DO 2004200502477
Question no 411 de M. Olivier Maingain du 21 octobre 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 411 van de heer Olivier Maingain van 21 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Répartition linguistique des nouvelles affaires et des jugements/arrêts devant les juridictions bruxelloises. — Tribunal de première instance, tribunal de commerce, cour d’appel et cour du travail.
Verdeling volgens de taal van de nieuwe zaken die bij de Brusselse rechtscolleges werden ingeleid en van de vonnissen/arresten die door hen werden uitgesproken. — Rechtbank van eerste aanleg, rechtbank van koophandel, hof van beroep en arbeidshof.
Ma question concerne la répartition linguistique des nouvelles affaires et des jugements/arrêts devant les juridictions bruxelloises et ce pour le tribunal de première instance, le tribunal de commerce, la cour d’appel et la cour de travail.
Mijn vraag betreft de verdeling volgens de taal van de nieuwe zaken die bij de Brusselse rechtscolleges werden ingeleid en van de vonnissen/arresten die door hen werden uitgesproken, met name wat de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel, het hof van beroep en het arbeidshof aanbelangt.
Quel est pour chacune des juridictions, dont question sous objet, et ce pour les années 2003, 2002, 2001 : 1. le nombre de nouvelles causes introduites en distinguant les chambres francophones et les chambres néerlandophones, et selon les matières traitées dans chacune de ces juridictions;
Wat is voor elk van voornoemde rechtscolleges, voor de jaren 2003, 2002 en 2001 : 1. het aantal nieuwe zaken dat werd ingeleid, daarbij een onderscheid makend tussen de Franstalige en de Nederlandstalige kamers en naargelang de materie die in elk van die rechtscolleges wordt behandeld;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8284
2. le nombre de jugements/arrêts entrepris en distinguant les chambres francophones et les chambres néerlandophones, et selon les matières traitées dans chacune de ces juridictions ?
2. het aantal vonnissen/arresten dat werd uitgesproken, daarbij een onderscheid makend tussen de Franstalige en de Nederlandstalige kamers en naargelang de materie die in elk van die rechtscolleges wordt behandeld ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 novembre 2004, à la question no 411 de M. Olivier Maingain du 21 octobre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 november 2004, op de vraag nr. 411 van de heer Olivier Maingain van 21 oktober 2004 (Fr.) :
1. Tribunal de première instance
1. Rechtbank van eerste aanleg
Affaires civiles (francophone)
Burgerlijke zaken (Franstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
18 808 17 311 18 232
13 287 13 161 13 040
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
18 808 17 311 18 232
13 287 13 161 13 040
Affaires civiles (néerlandophone)
Burgerlijke zaken (Nederlandstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
9 541 9 110 10 249
8 176 7 365 7 504
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
9 541 9 110 10 249
8 176 7 365 7 504
Affaires correctionnelles (premières fixations) (francophone)
Correctionele zaken (eerste vaststellingen) (Franstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
5 243 4 124 3 823
5 306 5 131 4 898
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
5 243 4 124 3 823
5 306 5 131 4 898
Affaires correctionnelles (néerlandophone)
(premières
fixations)
Correctionele zaken (eerste vaststellingen) (Nederlandstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 132 1 235 1 297
1 286 1 331 1 396
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 132 1 235 1 297
1 286 1 331 1 396
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8285
Tribunal de la jeunesse : Civil (francophone)
Jeugdrechtbank : Burgerlijke zaken (Franstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 219 1 270 1 375
1 855 2 113 2 228
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 219 1 270 1 375
1 855 2 113 2 228
Tribunal de la jeunesse : Civil (néerlandophone)
Année 2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
Nouvelles causes introduites 529 555 572
Jeugdrechtbank : Burgerlijke zaken (Nederlandstalig)
Jugements/ ordonnances
Jaar
612 831 823
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
Tribunal de la jeunesse : Protectionnel (francophone)
Nieuwe ingeleide zaken 529 555 572
Vonnissen/ beschikkingen 612 831 823
Jeugdrechtbank : Protectionele zaken (Franstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 416 1 360 1 520
7 153 7 670 8 641
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 416 1 360 1 520
7 153 7 670 8 641
Tribunal de la jeunesse : Protectionnel (néerlandophone) Année 2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
Nouvelles causes introduites 255 268 243
Jeugdrechtbank : Protectionele zaken (Nederlandstalig)
Jugements/ ordonnances
Jaar
1 147 1 186 1 405
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
2. Tribunal de commerce (francophone)
Nieuwe ingeleide zaken 255 268 243
Vonnissen/ beschikkingen 1 147 1 186 1 405
2. Rechtbank van koophandel (Franstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
5 825 5 509 5 115
7 043 6 805 7 123
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
5 825 5 509 5 115
7 043 6 805 7 123
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8286
Tribunal de commerce (néerlandophone)
Rechtbank van koophandel (Nederlandstalig)
Année
Nouvelles causes introduites
Jugements/ ordonnances
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Vonnissen/ beschikkingen
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
5 309 5 419 5 200
5 360 5 373 6 007
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
5 309 5 419 5 200
5 360 5 373 6 007
3. Cour d’appel (francophone)
3. Hof van beroep (Franstalig)
Affaires civiles*
Burgerlijke zaken*
Année
Nouvelles causes introduites
Arrêts
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Arresten
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
2 125 2 130 2 059
2 597 2 948 2 656
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
2 125 2 130 2 059
2 597 2 948 2 656
(*) Affaires civiles de la jeunesse comprises.
(*) Inclusief burgerlijke jeugdzaken.
Affaires pénales
Strafzaken
Année
Nouvelles causes introduites
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
869 841 725
Jaar
Arrêts 914 867 816
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
Affaires protectionnelles Année
Nouvelles causes introduites
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
149 188 181
Nieuwe ingeleide zaken 869 841 725
Arresten 914 867 816
Protectionele jeugdzaken Jaar
Arrêts — — 176
Nieuwe ingeleide zaken
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
149 188 181
— Données pas disponibles.
— Gegevens niet beschikbaar.
Cour d’appel (néerlandophone)
Hof van beroep (Nederlandstalig)
Affaires civiles*
Burgerlijke zaken*
Arresten — — 176
Année
Nouvelles causes introduites
Arrêts
Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
Arresten
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 872 1 715 1 782
2 420 2 363 2 338
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 872 1 715 1 782
2 420 2 363 2 338
(*) Affaires civiles de la jeunesse comprises.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
(*) Inclusief burgerlijke jeugdzaken.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8287
Affaires pénales Année
Strafzaken
Nouvelles causes introduites
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
484 483 502
488 467 480
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
Affaires protectionnelles Année
Nouvelles causes introduites
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
33 32 53
Nouvelles causes introduites
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 172 797 740
Nouvelles causes introduites
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
467 438 507
484 483 502
Nieuwe ingeleide zaken
Jaar
Arrêts — — 75
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
488 467 480
Arresten
33 32 53
— — 75
— Gegevens niet beschikbaar. 4. Arbeidshof (Franstalig) Jaar
Nieuwe ingeleide zaken
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
1 172 797 740
Arrêts 790 606 980
Cour du travail (néerlandophone) Année
Arresten
Protectionele jeugdzaken
— Données pas disponibles. 4. Cour de travail (francophone) Année
Nieuwe ingeleide zaken
Jaar
Arrêts
Arresten 790 606 980
Arbeidshof (Nederlandstalig) Nieuwe ingeleide zaken
Jaar
Arrêts 532 505 488
2001 ............. 2002 ............. 2003 .............
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Arresten
467 438 507
532 505 488
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2003200432190
DO 2003200432190
Question no 481 de M. Paul Tant du 20 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Déplacements professionnels à motocyclette. — Déductibilité fiscale des vêtements de motocycliste. — Circulaire. Le 9 juillet 2004 est parue une circulaire (Ci. RH.241/559.092i (AFER 29/2004) à l’adresse de
Vraag nr. 481 van de heer Paul Tant van 20 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Beroepsmatige verplaatsingen met een motorfiets. — Fiscale aftrekbaarheid van motorkledij. — Omzendbrief. Op 9 juli 2004 verscheen een circulaire (Ci. RH.241/ 559.092i(AOIF 29/2004) gericht aan alle belastingamb-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8288
l’ensemble des fonctionnaires fiscaux en ce qui concerne la déductibilité des frais occasionnés par les déplacements professionnels à motocyclette. Cette circulaire stipule expressis verbis qu’à l’exception du casque, les vêtements de motocycliste ne sont plus acceptés au titre de frais fiscalement déductibles, alors qu’auparavant, ces vêtements de sécurité pouvaient toujours être déduits fiscalement à condition d’être utilisés sur le chemin du travail. Le port de tels vêtements contribue de manière évidente à la sécurité du motocycliste lors de ses déplacements entre son domicile et son lieu de travail. En outre, dans le cadre de la recherche de solutions au problème de mobilité, la suppression de la déductibilité fiscale de ces vêtements au titre de frais professionnels constitue à notre sens un signal négatif de la part des autorités. Lors d’une entrevue avec le groupement d’intérêts MAG (Motorcycle Action Group), le ministre aurait dès lors déjà déclaré qu’une exception serait consentie pour les vêtements de sécurité destinés aux motocyclistes même si la lettre de la loi n’admet pas de déduction. 1. Avez-vous déjà pris une initiative en la matière ? 2. Quelle forme cette initiative a-t-elle prise ? 3. Cette initiative a-t-elle déjà été communiquée aux fonctionnaires fiscaux ? 4. a) Si vous n’avez pas encore pris d’initiative en la matière, envisagez-vous d’en prendre une ? b) Dans l’affirmative, laquelle ? c) Dans la négative, pourquoi le ministre ne respectet-il pas l’engagement verbal qu’il a pris ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 novembre 2004, à la question no 481 de M. Paul Tant du 20 septembre 2004 (N.) :
tenaren met betrekking tot de aftrekbaarheid van kosten die voortvloeien uit beroepsmatige verplaatsingen met een motorfiets. Deze omzendbrief vermeldt expressis verbis dat de motorkledij — met uitzondering van de helm — niet meer aanvaard wordt als fiscaal aftrekbaar item, in tegenstelling tot vroeger waarbij deze veiligheidskledij steeds aanvaard werd als aftrekpost, voorzover deze kledij gebruikt werd voor het woon-werkverkeer. Dat het dragen van dergelijke kledij zijn nut heeft voor de veiligheid van de motorrijder die zich van of naar zijn werk begeeft, hoeft geen betoog. Bovendien lijkt het ons in het kader van de zoektocht naar oplossingen voor het mobiliteitsprobleem een negatief signaal van de overheid dat deze kledij niet meer als beroepskosten aftrekbaar zou zijn.
Je renvoie l’honorable membre à la réponse à la question no 3-1370 du 10 septembre 2004 posée par le sénateur Patrik Vankrunkelsven. (Voir : Bulletin des Questions et Réponses écrites, Sénat, no 3-28).
In een onderhoud met de belangenvereniging MAG (Motorrijders Actie Groep) zou de minister daarom ook reeds gesteld hebben dat, niettegenstaande de letter van de wet geen aftrek toestaat, voor veilige motorkledij een uitzondering zou worden gemaakt. 1. Heeft u terzake al een initiatief genomen ? 2. Welke vorm heeft dit initiatief aangenomen ? 3. Werd dit initiatief reeds gecommuniceerd aan de belastingambtenaren ? 4. a) Indien u nog geen initiatief terzake heeft genomen, overweegt u er alsnog één ? b) Zo ja, hetwelke ? c) Zo niet, wat is de reden waarom de minister de mondeling gedane belofte niet nakomt ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 november 2004, op de vraag nr. 481 van de heer Paul Tant van 20 september 2004 (N.) : Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord op de vraag nr. 3-1370 van 10 september 2004 gesteld door senator Patrik Vankrunkelsven. (Zie : Bulletin van Schriftelijke Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-28).
DO 2003200432206
DO 2003200432206
Question no 485 de M. Geert Lambert du 21 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Déductibilité de frais afférents à l’utilisation d’une motocyclette pour les déplacements professionnels. — Circulaire. Dans une circulaire du 9 juillet 2004 relative à la déductibilité de frais afférents à l’utilisation d’une
Vraag nr. 485 van de heer Geert Lambert van 21 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Aftrekbaarheid kosten voortvloeiend uit beroepsmatige verplaatsingen met een motorfiets. — Omzendbrief. In een omzendbrief van 9 juli 2004 betreffende de aftrekbaarheid van kosten die voortvloeien uit de be-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8289
motocyclette pour les déplacements professionnels, l’auditeur général des Impoˆts et du Recouvrement, M. V. Kindt, indique que les frais de vêtement des motards ne sont plus pris en considération à titre de frais professionnels déductibles. Le couˆt du casque, par contre, reste considéré comme constitutif de frais professionnels déductibles.
roepsmatige verplaatsingen met een motorfiets, deelde de auditeur-generaal van de Belastingen en de Invorderingen, de heer V. Kindt, mee dat de kosten van de kledij van een motorrijder niet langer aftrekbaar zijn als beroepsonkosten. De helm daarentegen valt wel nog onder de aftrekbare kosten.
1. Pourriez-vous préciser le fondement de cette mesure et de cette circulaire ?
1. Kan u meedelen waar de reden ligt van deze maatregel en deze omzendbrief ?
2. Pourquoi les frais de vêtement des motards, contrairement au casque, ne sont-ils plus acceptés comme frais professionnels déductibles ? 3. Partagez-vous mon opinion selon laquelle l’E´tat doit encourager le port de vêtements de sécurité par les motards ?
2. Waarom wordt de kledij van een motorrijder niet aanvaard als aftrekbare kost en blijft de helm wel fiscaal aftrekbaar ?
4. La moto constitue un moyen de transport idéal pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Tout comme les transports en commun, la moto peut aider à résoudre les problèmes de circulation. La suppression de la déductibilité fiscale des frais de vêtements de sécurité pour motards constitue dès lors un signal erroné. Le ministre peut-il fournir des précisions à ce propos ?
4. Vooral bij het woon-werk-verkeer is de motor een aangewezen vervoermiddel. Naast het openbaar vervoer heeft het gebruik van een motor een positieve invloed in het fileprobleem. Het lijkt mij daarom een verkeerd signaal om nu net de kosten voor veilige kledij te schrappen van de aftrekbare kosten. Kan u hieromtrent meer duidelijkheid verschaffen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 novembre 2004, à la question no 485 de M. Geert Lambert du 21 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 november 2004, op de vraag nr. 485 van de heer Geert Lambert van 21 september 2004 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse à la question no 3-1370 du 10 septembre 2004 posée par le sénateur Patrik Vankrunkelsven. (Voir : Bulletin des Questions et Réponses écrites, Sénat, no 3-28).
Ik verwijs het geachte lid naar antwoord op vraag nr. 3-1370 van 10 september 2004 gesteld door senator Patrik Vankrunkelsven. (Zie : Bulletin van Schriftelijke Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-28).
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
3. Kan u mij bijtreden in de stelling dat de overheid het dragen van veilige motorkledij moet bevorderen ?
DO 2003200432032
DO 2003200432032
Question no 276 de M. Francis Van den Eynde du 20 août 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 276 van de heer Francis Van den Eynde van 20 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Membres de la police fédérale. — Mission officielle. — Titre de transport.
NMBS. — Leden van de federale politie. — Officie¨le opdracht. — Vervoerbewijs.
Au sein de la police fédérale, on continue de considérer que les membres de ce corps chargés d’une
Bij de federale politie zou er nog steeds van uitgegaan worden dat leden van dit korps, wanneer ze in
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1048
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8290
mission officielle peuvent se déplacer en train sans titre de transport.
officie¨le opdracht zijn, bij de NMBS zonder vervoerbewijs kunnen reizen.
La SNCB aurait déjà à plusieurs reprises remis les choses au point à ce sujet auprès du ministère de l’Intérieur, mais en vain.
De NMBS zou terzake al meer dan eens bij het ministerie van Binnenlandse Zaken de puntjes op de i gezet hebben, maar tevergeefs.
Des incidents se produisent-ils toujours à ce propos et, dans l’affirmative, quelles mesures ont été prises pour y remédier ?
Doen er zich nog altijd incidenten in deze context voor en zo ja, wat werd hieraan gedaan ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 276 de M. Francis Van den Eynde du 20 août 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 276 van de heer Francis Van den Eynde van 20 augustus 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Le nombre d’incidents auxquels l’honorable membre se réfère est extrêmement faible.
Het aantal incidenten waarnaar het geachte lid verwijst is uiterst miniem.
Toutefois, si cela lui semble nécessaire, la SNCB rappellera aux ministères concernés la réglementation en la matière.
Niettemin, indien zij het nodig acht, zal de NMBS de betrokken ministeries opnieuw attent maken over de reglementering hieromtrent.
DO 2003200432035
DO 2003200432035
Question no 279 de M. Francis Van den Eynde du 20 août 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 279 van de heer Francis Van den Eynde van 20 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Gares sans personnel.
NMBS. — Onbemande stations.
D’après divers rapports internes de la SNCB, les gares sans personnel sont un facteur de dégradation des abords, d’exacerbation du sentiment d’insécurité des voyageurs et d’escalade des agressions.
Volgens verschillende interne verslagen van de NMBS werken onbemande stations verloedering van de omgeving, een gevoel van onveiligheid bij de reizigers en agressie in de hand.
1. Avez-vous connaissance de ce fait ?
1. Bent u hiervan op de hoogte ?
2. Quelles mesures ont été prises pour remédier à la situation ?
2. Welke maatregelen werden er getroffen om hieraan te verhelpen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 279 de M. Francis Van den Eynde du 20 août 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 279 van de heer Francis Van den Eynde van 20 augustus 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Les services concernés de la SNCB ne disposent pas de rapports internes spécifiques relatifs à l’augmentation du sentiment d’insécurité dans les points d’arrêts non gardés en raison des abords dégradés. Ils disposent cependant de données suffisantes qui
1. De betrokken diensten van de NMBS beschikken over geen specifieke interne verslagen met betrekking tot de toename van het onveiligheidsgevoel in de onbemande stations door een verloederde omgeving. Ze beschikken evenwel over voldoende gegevens die aan-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8291
démontrent que, en comparaison, le nombre d’agressions dans les points d’arrêts non gardés est bien inférieur à celui des gares plus importantes.
tonen dat de agressie in de onbemande stations, in verhouding, veel lager ligt dan in de grotere stations.
2. Les mesures prises afin de combattre le phénomène de dégradation et le sentiment d’insécurité dans les points d’arrêts non gardés, sont les suivantes :
2. De genomen maatregelen om verloedering en het onveiligheidsgevoel in de onbemande stations tegen te gaan zijn de volgende :
— Tout est mis en œuvre pour augmenter autant que possible l’impression « d’ouverture » et de « transparence » des gares dépourvues de personnel, notamment via l’aménagement d’abris vitrès sur les quais, un éclairage suffisant des accès et des quais, l’élimination de la végétation gênant la vue depuis les quais et vers les quais;
— Er wordt gestreefd om onbemande stations zoveel mogelijk « open » of « doorzichtig » te maken, onder andere door het gebruik van beglaasde schuilplaatsen op de perrons, degelijke verlichting van de toegangen en van de perrons, wegnemen van begroeiing die het zicht van en naar de perrons belemmert;
— Une équipe mobile est envoyée sur place à intervalles réguliers afin d’assurer les travaux d’entretien requis. Ces interventions consistent notamment à vider les poubelles, nettoyer les abris et éliminer les détritus aux abords de la gare. L’objectif de la SNCB est d’entretenir correctement toutes les gares et de leur donner un aspect propre et soigné;
— Op regelmatige tijdstippen wordt een mobiele ploeg ter plaatse gestuurd om de noodzakelijke onderhoudsactiviteiten te verzekeren. Tijdens deze interventies worden onder meer de vuilnisbakken geledigd, de schuilhuisjes gereinigd en wordt het zwerfvuil rond het station verwijderd. De doelstelling van de NMBS is om alle stations degelijk te onderhouden en ze een nette verzorgde indruk te geven;
— Les agents de B-Security effectuent des patrouilles à intervalles réguliers dans les points d’arrêts non gardés.
— Het uitvoeren van patrouilles door de veiligheidsagenten van B-Security, op geregelde tijdstippen in de onbemande stations.
DO 2003200432056
DO 2003200432056
Question no 281 de M. Stijn Bex du 2 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 281 van de heer Stijn Bex van 2 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Objets perdus.
NMBS. — Verloren voorwerpen.
Ces questions ont trait aux objets perdus trouvés par la SNCB.
Deze vragen handelen over de verloren voorwerpen gevonden door de NMBS.
1. Combien d’objets perdus la SNCB a-t-elle trouvés en 2000, 2001, 2002, 2003 et au cours du premier semestre de l’année 2004 ?
1. Hoeveel verloren voorwerpen heeft de NMBS gevonden in de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en het eerste halfjaar van 2004 ?
2. Pourriez-vous me fournir ces chiffres pour les objets suivants :
2. Kan u een rangschikking geven van voornoemde cijfers volgens volgende gegevens :
a) parapluie;
a) paraplu;
b) portefeuille;
b) portefeuille;
c) manteau;
c) jas;
d) matériel de bureau;
d) kantoorgerief;
e) effets scolaires;
e) schoolgerei;
f) valise, sac de voyage ou sac à dos;
f) koffer of reistas of rugzak;
g) GSM;
g) GSM;
h) ordinateur portable;
h) draagbare computer;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8292
i) éventuellement objets particuliers ?
i) eventuele bijzondere voorwerpen ?
3. a) Dans combien de cas les propriétaires des objets ont-ils été identifiés ?
3. a) Bij hoeveel van voornoemde voorwerpen kon de eigenaar worden vastgesteld ?
b) Combien de personnes ont réagi à un avis de la SNCB leur annonçant que leur bien avait été retrouvé ?
b) Hoeveel personen gaven gevolg aan een NMBSbericht van terugvondst van hun eigendom ?
4. a) Retrouve-t-on également des objets de valeur ?
4. a) Worden er ook waardevolle voorwerpen gevonden ?
b) Dans l’affirmative, lesquels par exemple ?
b) Zo ja, welke bijvoorbeeld ?
5. Qu’advient-il après un certain temps des objets retrouvés qui n’ont pas été récupérés par leur propriétaire ?
5. Wat gebeurt er met de niet-opgehaalde verloren voorwerpen na verloop van tijd ?
6. Quels moyens financiers la SNCB consacre-t-elle annuellement à la gestion de ce service des objets perdus ?
6. Hoeveel financie¨le middelen besteedt de NMBS jaarlijks aan alle aspecten van de verloren voorwerpen ?
7. Les gares ont-elles la possibilité de consulter (par exemple par le biais d’un intranet) la base de données du service des objets trouvés ?
7. Beschikken stations over de mogelijkheid om (bijvoorbeeld via een intranet) digitaal de database van de dienst gevonden voorwerpen te raadplegen ?
8. a) La SNCB envisage-t-elle de permettre à ses utilisateurs de déclarer en ligne la perte d’un objet ?
8. a) Overweegt de NMBS om aangifte van verloren voorwerpen online mogelijk te maken ?
b) Dans l’affirmative, dans quel délai ?
b) Zo ja, op welke termijn ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 281 de M. Stijn Bex du 2 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 281 van de heer Stijn Bex van 2 september 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1.
1.
2001
Nombre d’objets trouvés. — Aantal gevonden voorwerpen ................. Dont retournés au propriétaire. — Waarvan aan de eigenaar werden afgeleverd ............................................................................................ Soit un taux de restitution. — Hetzij een teruggavencijfer .................. (1) Données non disponibles : Suite incendie au Dépoˆt des objets trouvés situé à la gare du Nord.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2002
2003
23 708
28 946
(1) (1)
(1) (1)
28 435 2 511 8,83 %
1er semestre 2004 — 1e semester 2004 14 197 1 213 8,54 %
(1) Gegevens niet beschikbaar : Ingevolge een brand in het Depot van de gevonden voorwerpen in het Noordstation.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8293
2. Type d’objets :
2. Voorwerpen : 1er semestre 2004 — 1e semester 2004
2003
Parapluies. — Paraplu’s .......................................................................................... Serviettes et porte-monnaie. — Brieventassen en geldbeugels .................................. Vestes et pardessus. — Jassen en overjassen ........................................................... Valises, sacs de voyage, sacs à dos. — Koffers, reistassen, rugzakken ..................... Articles scolaires et de bureau. — School- en kantoorgerief .................................... GSM ....................................................................................................................... Appareils photo et vidéo. — Foto en video-apparaten ............................................ Ordinateurs et accessoires. — Computers en toebehoren ........................................
3. Selon les estimations de la SNCB :
2 742 958 2 952 3 648 1 392 649 129 24
1 491 392 1 260 1 857 733 369 50 14
3. Volgens de ramingen van de NMBS :
— Pour 10 % des objets, l’identité du propriétaire peut être déterminée.
— Bij 10 % van de voorwerpen kan de identiteit van de eigenaar worden bepaald.
— Pour 5 % des objets, l’identité et l’adresse du propriétaire peuvent être déterminées.
— Bij 5 % van de voorwerpen kunnen de identiteit en het adres van de eigenaar worden bepaald.
Seulement 50 % de ces personnes font les démarches nécessaires pour récupérer leurs objets. Pour les personnes résidant à l’étranger, ce pourcentage est inférieur à 50 %.
Slechts 50 % van die personen doen de nodige stappen om hun voorwerpen te recupereren. Voor buitenlanders ligt het cijfer onder 50 %.
4. Parmi les objets de valeur trouvés, il y a des :
4. Onder de gevonden waardevolle voorwerpen treft men aan :
— GSM;
— GSM;
— Appareils photos, caméras et accessoires tels lentilles et trépieds;
— Foto- en videocamera’s en toebehoren; zoals lenzen en statieven;
— Jumelles;
— Verrekijkers;
— Calculatrices;
— Rekenmachines;
— Horloges;
— Uurwerken :
— Bijoux (bracelets, chaıˆnes, bagues et boucles d’oreilles ...);
— Juwelen (armbanden, halskettiningen, ringen en oorringen ...);
— Ordinateurs (portables/« palm » pc).
— Computers (draagbaar/« palm » pc).
Chaque mois, 200 à 300 de ces objets de valeur sont retrouvés.
Elke maand worden 200 tot 300 van die waardevolle voorwerpen teruggevonden.
Parmi certains objets de valeur retournés à leur propriétaire, il y avait un violon estimé à 2 500 euros, un appareil digital de projection estimé à 10 000 euros, etc.
Onder de aan de eigenaar terugbezorgde waardevolle voorwerpen was er een viool met een waarde geraamd op 2 500 euro, een digitaal projectietoestel met waarde geraamd op 10 000 euro, enzovoort.
5. Les objets sont conservés au « Dépoˆt Central des Objets trouvés » pendant un délai de 6 mois.
5. De voorwerpen worden gedurende 6 maanden bewaard in het « Centraal Depot van de gevonden Voorwerpen ».
Après ce délai, ils sont envoyés au ministère des Finances — Service des « Domaines » où ils seront vendus aux enchères.
Na deze termijn worden ze gestuurd naar het ministerie van Financie¨n — Dienst « Domeinen » waar ze bij opbod verkocht worden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8294
DO 2003200432139
DO 2003200432139
Question no 285 de M. Patrick De Groote du 16 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 285 van de heer Patrick De Groote van 16 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver.
NMBS. — Station van Sint-Katelijne-Waver.
Le cambriolage et le vol du coffre-fort commis fin décembre 2003 à la gare de Sint-Katelijne-Waver ont immédiatement entraıˆné la fermeture du guichet et de la salle des pas perdus, sans qu’il y ait la moindre perspective de réouverture. Le laconique avis signalant que « la gare est provisoirement fermée à la suite de circonstances imprévues », est porteur d’espoir.
Na de inbraak in het stationsgebouw van SintKatelijne-Waver eind december 2003 en de diefstal van de kluis werden het loket en de wachtzaal prompt gesloten zonder dat er uitzicht is op een eventuele heropening. Het laconieke bericht « wegens onvoorziene omstandigheden zal het station voorlopig gesloten zijn » geeft hoop.
Dans le même temps, la SNCB promeut dans le bulletin d’information communal une carte de réduction pour les familles nombreuses, l’attrayante « key card », une centaine d’emplacements de parking supplémentaires, etc.
Ondertussen maakt de NMBS langs het gemeentelijk infoblad promotie voor onder meer een verminderingskaart voor grote gezinnen, de aantrekkelijke « key card », 100 bijkomende parkeerplaatsen, enzovoort.
L’administration communale a indiqué que les abords de la gare seront réhabilités dans le cadre du plan de mobilité et qu’un accord a été conclu avec la SNCB pour agrandir et améliorer le dépoˆt de vélos (132 emplacements sous le pont ferroviaire et 48 emplacements couverts à la Clemenceaustraat).
Het gemeentebestuur liet weten dat in het kader van het mobiliteitsplan, de stationsomgeving wordt opgewaardeerd en dat er een akkoord is met de NMBS om de fietsenstallingen te verruimen en te verbeteren (132 onder de spoorwegbrug en 48 overdekte aan de Clemenceaustraat).
Voilà qui serait bien beau si M. Vinck, administrateur délégué de la SNCB, n’avait annoncé que son entreprise veut conférer une nouvelle affectation au baˆtiment des voyageurs. Celle-ci devra permettre en priorité que la salle des pas perdus reste accessible aux clients. M. Vinck justifie cette option au moyen de chiffres censés démontrer que la gare couˆte plus qu’elle ne rapporte.
Allemaal goed nieuws, ware het niet dat de heer Vinck van de NMBS liet weten dat de NMBS zoekt naar een andere bestemming voor het reizigersgebouw met als prioriteit een die toelaat dat de wachtzaal toegankelijk blijft voor de klanten. Als reden geeft de heer Vinck dan nog cijfers die moeten bewijzen dat het station meer kost dan het opbrengt.
A) Guichet.
A) Loket.
Il est manifeste que la SNCB utilise la fermeture du guichet et de la salle des pas perdus après le vol du coffre-fort, comme prétexte pour fermer définitivement la gare. Cette attitude est particulièrement désobligeante envers les clients qui, pour obtenir des billets spéciaux, demander un abonnement, etc., doivent d’abord se rendre dans une autre gare et donc acheter un titre de transport au prix plein dans le train. La fermeture du guichet laisse en tout cas l’occasion de voyager volontairement ou non sans titre de transport, surtout aux heures de pointe lorsque les trains sont bondés. B) Salle des pas perdus.
B) Wachtzaal.
Il est inacceptable que la salle des pas perdus soit fermée, surtout en automne et en hiver, d’autant que les nouveaux abris, aussi jolis fussent-ils, ne protègent absolument pas du piquant vent d’est, des averses ou des bourrasques. Toujours selon M. Vinck, ces abris
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Het is duidelijk dat de NMBS de sluiting van het loket en wachtzaal als gevolg van de diefstal van de kluis aangrijpt om het stationsgebouw voor eens en altijd te sluiten. Dit is zeer klantonvriendelijk want de reizigers moeten voor speciale kaarten, aanvraag abonnement enzovoort eerst naar een ander station en dus een treinkaartje op de trein kopen aan de volle pot. In elk geval geeft het sluiten van het loket de kans om, gewild of ongewild, zonder kaartje te reizen, zeker tijdens de piekuren als de treinen overvol zitten.
2004
Het is onaanvaardbaar, zeker in de herfst ende winter, dat de wachtzaal gesloten is, temeer daar de fraai ogende nieuwe schuilhuisjes alles behalve bescherming bieden tegen de bijtende oostenwind of regenvlagen met stormwind. Volgens de heer Vinck 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8295
font partie de l’équipement standard des quais depuis une dizaine d’années déjà, à la satisfaction générale, et il n’y aurait donc pas lieu d’intervenir. C) Offre ferroviaire aux heures de pointe.
staan de schuilhuisjes al sinds een tiental jaren standaard op de perrons tot eenieders voldoening en moet er niets gebeuren. C) Treinaanbod piekuren.
En 1956 et ultérieurement, quatre trains s’arrêtaient à Sint-Katelijne-Waver aux heures de pointe, contre deux aujourd’hui ! Une fréquence accrue pourrait inciter de nombreuses personnes à laisser leur voiture au garage. D) Accessibilité des quais.
In 1956 en later stopten er in Sint-Katelijne-Waver tijdens de piekuren vier treinen, nu nog twee ! Een beter treinaanbod zou velen kunnen doen besluiten de wagen te laten staan. D) Toegankelijkheid perrons.
Une politique inclusive bannissant toute discrimination passe nécessairement par l’accès, pour les personnes handicapées, à tous les baˆtiments publics et à tous les édifices privés ouverts au public, ainsi qu’aux transports publics. Si cela était encore possible dans le passé à Sint-Katelijne-Waver moyennant un accompagnement, c’est exclu depuis les travaux menés pour la ligne TGV. E) Inoccupation.
Voor een inclusief beleid zonder discriminatie is de toegankelijkheid voor personen met een handicap van alle openbare en publiek toegankelijke privégebouwen alsook het openbaar vervoer een noodzaak. In Sint-Katelijne-Waver was dit vroeger onder begeleiding nog enigszins mogelijk, maar na de werken voor de HST-lijn, uitgesloten. E) Leegstand.
Pendant les travaux du TGV, d’importantes dépenses ont été faites pour le baˆtiment de la gare et l’habitation annexe. L’ancien logement du chef de gare (fonction supprimée depuis plusieurs années déjà), n’est plus occupé. La N-VA avait proposé à M. Vinck de le louer à un prix abordable à l’un de ses nombreux collaborateurs. Ceci lui aurait, d’une part, apporté une source de revenus supplémentaires. D’autre part, cela lui aurait permis de renforcer le controˆle social et, éventuellement, de prévenir ainsi le vol. Compte tenu de la pénurie de logements locatifs abordables, la SNCB aurait en outre pu redorer son blason de la sorte.
Tijdens de werken voor de HST zijn aan het stationsgebouw en de bijhorende woning grote kosten gedaan. De woning die vroeger bewoond werd door de stationschef (ondertussen al jaren afgeschaft) staat sindsdien leeg. De N-VA heeft aan de heer Vinck voorgesteld ze tegen een redelijke prijs te verhuren aan een van zijn duizenden werknemers. Hiermee kon hij enerzijds rekenen op meer inkomsten en anderzijds de sociale controle, die misschien de diefstal had kunnen helpen voorkomen, vergroten. En gezien het tekort aan betaalbare huurwoningen kan de NMBS ook hier zijn blazoen wat opsmukken.
1. Les guichets et la salle des pas perdus seront-ils réouverts et, dans l’affirmative, quand le seront-ils ?
1. Worden de loketten en de wachtzaal heropend en zo ja, wanneer ?
2. Quelles mesures envisagez-vous pour remédier aux déficiences et au manque de confort des abris ?
2. Wat overweegt u te ondernemen om de problemen en ongemakken van de schuilhuisjes te verhelpen ?
3. Quelles mesures envisagez-vous pour que les personnes handicapées aient de nouveau accès aux quais ?
3. Wat overweegt u te ondernemen om de toegankelijkheid van de perrons voor gehandicapten weer mogelijk te maken ?
4. L’offre ferroviaire peut-elle être portée à quatre trains par heure (le matin et le soir) les jours ouvrables ?
4. Kan het treinaanbod op werkdagen, tijdens de piekuren opgevoerd worden tot vier per uur (’s morgens en ’s avonds) ?
5. Qu’adviendra-t-il de l’habitation annexe, qui est inhabitée ?
5. Wat zal er gebeuren met de aanpalende leegstaande woning ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 285 de M. Patrick De Groote du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 285 van de heer Patrick De Groote van 16 september 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8296
1. Non. La fermeture s’explique par le fait que les chiffres de vente étaient trop faibles comparés aux coûts.
1. Neen. De reden van het stopzetten legt zich uit door het feit dat de verkoopcijfers te laag liggen tegenover de kosten.
2. Les prescriptions de construction, dont notamment celles relatives aux abris, sont énoncées dans le document Revalor 2000 concernant le masterplan des gares et l’accueil des voyageurs. Les abris installés sur les quais à Sint-Katelijne-Waver sont tout à fait conformes à ces prescriptions.
2. De bouwvoorschriften, waarvan onder andere deze betreffende de schuilhuisjes, zijn vervat in het document Revalor 2000 betreffende de masterplan van de stations en de onthaal van de reizigers. De schuilhuisjes die op de perrons te Sint-Katelijne-Waver staan zijn volledig in overeenstemming met deze bouwvoorschriften.
3. La SNCB développe actuellement un réseau de 93 gares, bien réparties géographiquement, qui seront intégralement accessibles aux voyageurs à mobilité réduite. Pour la région concernée, il s’agit de la gare de Malines. Sint-Katelijne-Waver ne faisant pas partie de ce réseau, il n’est dès lors pas prévu d’équiper les quais d’ascenseurs ou de rampes d’accès.
3. De NMBS zal een netwerk uitbouwen van 93 stations, voldoende geografisch gespreid, die integraal toegankelijk gemaakt zullen worden voor de minder mobiele reizigers. Tot de betrokken regio behoort het station Mechelen. Daar Sint-Katelijne-Waver niet tot dit netwerk behoort, wordt er niet voorzien de perrons uit te rusten met liften of toegangshellingen.
4. Pour l’instant, deux trains par heure s’arrêtent à ` Sint-Katelijne-Waver, soit un toutes les demi-heure. A partir de Malines, l’un des deux trains continue directement vers Bruxelles. Vu le grand nombre de trains IC et IR circulant entre Anvers et Bruxelles, il n’est pas possible de prévoir des omnibus supplémentaires.
4. Momenteel stoppen twee treinen per uur te SintKatelijne-Waver volgens een perfecte halfuurspreiding. E´én van beide treinen rijdt vanaf Mechelen rechtstreeks naar Brussel. Gezien het grote aantal ICen IR-treinen op het tracé Antwerpen-Brussel is het niet mogelijk extra stoptreinen in te leggen.
5. Une équipe d’entretien des voies occupe la partie habitation du baˆtiment de gare.
5. Een onderhoudsploeg van de spoorwegen bezet het woongedeelte van het stationsgebouw.
La mise en location de cette partie implique non seulement la recherche d’un nouveau logement pour l’équipe d’entretien, mais également un investissement important qui à terme rapporte peu.
Het verhuurbaar maken van dit gedeelte impliceert niet alleen een herhuisvesting van de onderhoudsploeg, maar tevens een belangrijke investering, die op termijn weinig opbrengt.
DO 2003200432172
DO 2003200432172
Question no 287 de M. Guido De Padt du 17 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 287 van de heer Guido De Padt van 17 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Suppression des guichets dans certaines gares.
NMBS. — Afschaffing van loketten in sommige stations.
En raison de la suppression des guichets dans certaines gares, les accompagnateurs de trains sont de plus en plus fréquemment amenés à vendre des billets et à assumer d’autres taˆches. Sans doute en résulte-t-il qu’il s’écoule un certain temps entre le moment ou` est desservi le premier voyageur à n’avoir pas payé et le dernier qui se trouve dans la même situation. Il n’est donc pas à exclure que des voyageurs parcourent un trajet donné sans payer parce que l’accompagnateur est accaparé par le vente des billets aux autres voyageurs.
De afschaffing van de loketten in een aantal stations brengt met zich mee dat treinbegeleiders meer en meer moeten instaan voor de verkoop van biljetten en andere zaken. Dit heeft wellicht tot gevolg dat er een zekere tijdspanne zal verlopen tussen de « bediening » van de eerste « niet-betaald-hebbende » reiziger en de laatste die in dezelfde situatie verkeert. Het is dus niet uitgesloten dat een aantal malafide personen gedurende een bepaald traject gratis zullen reizen, omdat de treinbegeleider inmiddels bezig zal zijn geweest met het uitschrijven van biljetten voor andere treinreizigers.
Pouvez-vous indiquer pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et pour le premier semestre de 2004 :
Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en de eerste helft van 2004 meedelen :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8297
1. Combien de guichets ont été fermés, quand et à quel endroit ? 2. Dans combien de gares «fermées» peut-on encore se procurer des billets graˆce aux distributeurs automatiques ? 3. Combien de billets, d’abonnements, de cartes «city» et de produits divers ont été vendus dans ces gares au cours de l’année précédant la fermeture ? 4. Combien de billets, d’abonnements, de cartes «city» et de produits divers ont été vendus par les accompagnateurs de trains ? 5. Combien de billets ont été achetés aux distributeurs automatiques dans les gares fermées (annuellement à dater de la fermeture) ? 6. Combien d’emplois, en équivalents temps plein, ont été supprimés en raison de la fermeture de ces gares et quelle économie a ainsi pu être réalisée ? 7. a) N’y a-t-il pas un risque accru pour la sécurité des accompagnateurs de trains qui seront en possession de sommes en argent liquide de plus en plus importantes ? b) Dans l’affirmative, comment y remédiera-t-on ? 8. a) Envisage-t-on la fermeture de gares supplémentaires ? b) Dans l’affirmative, lesquelles ? c) Quelles économies cette opération permettra-t-elle de réaliser ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 287 de M. Guido De Padt du 17 septembre 2004 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. 1 et 3. Les heures d’ouverture et le nombre de guichets ouverts par gare sont adaptés en permanence en fonction de la demande. Depuis le 1er janvier 1998, la vente aux guichets a tout à fait cessé dans 12 gares. ` titre d’information, les opérations de vente au A niveau des gares s’élèvent à :
1. Hoeveel stationsloketten werden er gesloten, sedert wanneer en waar gebeurde dit ? 2. In hoeveel « gesloten » stations bleef er nog een bediening over via automaten ? 3. Hoeveel biljetten, abonnementen, city-kaarten en andere producten werden er in die stations verkocht gedurende het jaar voorafgaand aan de sluiting ? 4. Hoeveel biljetten, abonnementen, city-kaarten en andere producten werden er door treinbegeleiders verkocht ? 5. Hoeveel treinbiljetten werden er via biljettenautomaten in de gesloten treinstations verkocht (opsplitsing per jaar vanaf de sluiting) ? 6. Hoeveel full-time arbeidsequivalenten verdwenen er door de sluiting van die stations en welke totale besparing ging gepaard met deze sluitingen ? 7. a) Ontstaat er geen verhoogd veiligheidsrisico voor de treinbegeleiders die meer en meer contant geld zullen op zak hebben ? b) Zo ja, op welke wijze zal men daaraan verhelpen ? 8. a) Wordt de sluiting van nog andere stations in het vooruitzicht gesteld ? b) Zo ja, welke ? c) Welke besparing zal deze ingreep met zich brengen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 287 van de heer Guido De Padt van 17 september 2004 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. 1 en 3. De openingsuren en het aantal open loketten per station worden voortdurend aangepast aan de vraag. Vanaf 1 januari 1998 tot heden werd de loketverkoop volledig stopgezet in 12 stations. Ter informatie, het totaal van de verkoopsoperaties van alle stations is :
Intérieur — Binnenland en 2000. — in 2000 ............................ en 2001. — in 2001 ............................ en 2002. — in 2002 ............................ en 2003. — in 2003 ............................ au 1er semestre de 2004. — in het 1e semester 2004 .................................
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
26 26 27 27
254 628 801 855
649 302 482 138
13 954 162
2004
2005
International — Internationaal 3 3 3 3
361 454 633 486
190 830 604 157
1 690 589
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1049
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8298
2 et 5. Seules les gares avec guichet disposent de distributeurs automatiques. 4. Nombre d’opérations de vente dans le train :
2 en 5. Er zijn alleen automaten in stations met loketverkoop. 4. Het aantal verkoopsoperaties in de trein is :
2 867 806 en 2000;
2 867 806 in 2000;
3 215 873 en 2001;
3 215 873 in 2001;
3 199 445 en 2002;
3 199 445 in 2002;
3 410 905 en 2003;
3 410 905 in 2003;
1 657 271 au 1er semestre de 2004.
1 657 271 in het 1e semester van 2004.
Les augmentations ne sont pas imputables à la fermeture de guichets de gare, mais bien à la politique suivie par la SNCB sur le plan des « règlements dans le train » et en particulier l’automatisation de ces règlements via les ordinateurs portables dont disposent les accompagnateurs de train. L’augmentation du trafic joue aussi un roˆle important à ce propos.
De stijgingen zijn niet te wijten aan de sluiting van stationsloketten maar wel aan de door de NMBS gevolgde politiek op het gebied van « treinregelingen » en in het bijzonder de automatisering ervan met de draagbare verkoopsautomaten voor treinbegeleiders. Ook de verkeersstijging dienaangaande is van belang.
6. 68 équivalents temps plein représentant une économie annuelle globale de 5 millions d’euros.
6. 68 full-time arbeidsequivalenten met een globale jaarlijkse besparing van 5 miljoen euro.
7. Non, car globalement, il y a moins de « ventes dans le train » suite à l’introduction de la vente externe et de méthodes de distribution alternatives.
7. Neen, want globaal is er minder « treinverkoop » door invoering van externe verkoop en alternatieve distributiemethodes.
8. Le fermeture d’autres gares à l’avenir n’est pas exclue et dépendra de l’évolution des résultats de vente.
8. De sluiting van andere stations in het vooruitzicht is niet uitgesloten en hangt af van de evolutie van de verkoopresultaten.
DO 2003200432281
DO 2003200432281
Question no 297 de M. Jan Mortelmans du 1er octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 297 van de heer Jan Mortelmans van 1 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Inaccessibilité du numéro des renseignements à la gare de Termonde.
NMBS. — Onbereikbaarheid van het inlichtingennummer van het station van Dendermonde.
Le numéro des renseignements de la gare de Termonde (09/242 61 00) mentionné sur le site web de la SNCB et communiqué par le service des renseignements de Belgacom est quasi inaccessible. Le 24 septembre 2004, mon collaborateur n’a réussi à joindre quelqu’un qu’après plusieurs tentatives et vingt minutes d’attente au total. La ligne n’était pas occupée mais personne ne décrochait. Selon le « area manager » de Termonde, ce problème ne date pas d’hier et semble duˆ au fait que le téléphone ne se trouve pas à proximité suffisante des guichetiers. Quoique n’étant pas compétent pour les activités aux guichets, il a proposé amicalement d’aborder « une fois de plus » ce problème avec les membres du personnel concernés. Cependant, dans le meilleur des cas, son intervention ne pourrait
Het op de webstek van de NMBS en door de dienst inlichtingen van Belgacom opgegeven inlichtingennummer van het station van Dendermonde, 09/ 242 61 00, is quasi onbereikbaar. Het is mijn medewerker op 24 september 2004 na enkele pogingen en in totaal 20 minuten wachten, gelukt om iemand aan de lijn te krijgen. Niet dat de telefoon bezet was, er werd gewoonweg niet opgenomen. Volgens de area manager van Dendermonde is de onbereikbaarheid van het inlichtingennummer van het station van Dendermonde een oud zeer en blijkt het een kwestie van plaats te zijn waar de telefoon zich bevindt ten opzichte van de loketbedienden. Alhoewel het loketgebeuren niet zijn bevoegdheid is, bood hij vriendelijk aan om het probleem bij de mensen in kwestie « nog eens » aan te
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8299
déboucher que sur une amélioration temporaire de l’accessibilité du numéro litigieux.
kaarten. Zijn tussenkomst kan echter in het beste geval slechts resulteren in een tijdelijke betere bereikbaarheid.
Il est inadmissible que les clients de la SNCB soient ainsi, littéralement, mis en attente.
Het is onaanvaardbaar dat NMBS-klanten letterlijk aan het lijntje worden gehouden.
Pourriez-vous charger vos services de déterminer la nature du problème qui se pose à l’accueil téléphonique de la gare de Termonde et de proposer une solution structurelle à la SNCB ?
Kan u laten onderzoeken wat het probleem is met het telefonisch onthaal in het station van Dendermonde en de NMBS hiervoor een structurele oplossing laten aanreiken en implementeren ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 297 de M. Jan Mortelmans du 1er octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 297 van de heer Jan Mortelmans van 1 oktober 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Pour obtenir des informations sur le trafic voyageurs intérieur, il faut former le numéro du centre spécialisé en la matière qui est le 02/528 28 28 ou le 02/ 555 25 55 pour les appareils à cadran. Ces numéros sont accessibles durant une large plage horaire et permettent de fournir des réponses rapidement.
Om informatie te krijgen over het binnenverkeer voor reizigers moet men het nummer 02/528 28 28 draaien van het centrum dat ter zake gespecialiseerd is of het nummer 02/555 25 55 voor de toestellen met een kiesschijf. Deze nummers zijn bereikbaar gedurende een lange tijdspanne en hier kan men snel een antwoord krijgen.
Le numéro 09/242 61 00 auquel l’honorable membre se réfère est bien celui du guichet, mais le préposé en question doit d’abord desservir le guichet avant de prendre en charge les appels téléphoniques.
Het nummer 09/242 61 00 waarnaar het geachte lid verwijst, is wel degelijk dat van het loket, maar de desbetreffende bediende moet eerst de klanten aan het loket bedienen vooraleer hij zich met de telefonische oproepen kan bezighouden.
DO 2003200421869
DO 2003200421869
Question no 313 de M. Olivier Maingain du 8 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 313 van de heer Olivier Maingain van 8 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Implantation d’un poste de police permanent à la gare de Bruxelles-Central.
Opening van een permanente politiepost in het station van Brussel-Centraal.
Plusieurs de mes correspondants m’alertent régulièrement de problèmes de sécurité aux abords de la gare de Bruxelles-Central.
Verscheidene van mijn correspondenten wijzen mij regelmatig op veiligheidsproblemen in de omgeving van het station van Brussel-Centraal.
Actuellement, des équipes du Service interne de gardiennage de la SNCB assurent quotidiennement des patrouilles de surveillance et de prévention dans les installations en question, essentiellement aux heures d’affluence et lors de la fermeture de la gare.
Momenteel patrouilleren teams van de interne bewakingsdienst van de NMBS dagelijks in de bewuste zones om toezicht te houden en ongeregeldheden te voorkomen, vooral tijdens de spitsuren en bij de sluiting van het station.
En cas de difficultés, ces équipes au même titre que le personnel de la gare peuvent solliciter l’intervention d’un service de police par l’intermédiaire d’un central d’appels interne à la SNCB chargé de coordonner l’intervention des services de police et/ou de secours.
Doen er zich problemen voor, dan kunnen die teams net als het stationspersoneel een politiedienst om versterking vragen via de centrale meldkamer van de NMBS, waar het ingrijpen van de politie- en/of hulpdiensten gecoo¨rdineerd wordt.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8300
D’après les informations dont je dispose, un projet d’installation d’un système de télésurveillance serait à l’étude, dans le cadre d’un projet plus global de sécurisation et de surveillance du système ferroviaire.
Volgens mijn informatie zouden er plannen zijn om een camerabewakingssysteem te installeren, in het kader van een ruimer plan voor de beveiliging en bewaking van de spoorweginfrastructuur.
Néanmoins, il me paraıˆt opportun d’examiner la possibilité de réinstaller un poste de police permanent au sein même de la gare de Bruxelles-Central, ainsi que cela a déjà été le cas auparavant.
Toch lijkt het mij opportuun na te gaan of er niet opnieuw een permanente politiepost kan worden geopend in het station van Brussel-Centraal.
1. Cette possibilité est-elle actuellement mise à l’étude au sein de vos services ?
1. Wordt die mogelijkheid momenteel door uw diensten onderzocht ?
2. Dans l’affirmative, dans quel délai peut-on estimer voir réinstallée cette permanence ?
2. Zo ja, binnen welke termijn kan dat permanente politietoezicht er komen ?
3. Dans le cas contraire, quelles sont les raisons qui justifieraient la non-réinstauration de ce poste ?
3. Zo neen, waarom acht men het opnieuw openen van een politiepost niet nodig ?
4. Qu’en est-il du projet d’installation d’un système de télésurveillance à la gare de Bruxelles-Central ?
4. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de plannen voor de installatie van een camerabewakingssysteem in het station van Brussel-Centraal ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 313 de M. Olivier Maingain du 8 octobre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 november 2004, op de vraag nr. 313 van de heer Olivier Maingain van 8 oktober 2004 (Fr.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1, 2 et 3. Les éléments de réponse sont à communiquer par le ministre de l’Intérieur. (Question no 321 du 8 octobre 2004).
1, 2 en 3. De elementen van antwoord dienen door de minister van Binnenlandse Zaken te worden verstrekt. (Question nr. 321 van 8 oktober 2004).
4. La gare de Bruxelles-Central fait actuellement l’objet de travaux d’aménagement. Après ces travaux, dans le courant de 2006, cette gare sera équipée de caméras de surveillance dans les lieux publics. Les lieux à risques seront en outre dotés d’un système de protection anti-intrusion.
4. Aan het station van Brussel-Centraal worden momenteel aanpassingswerken uitgevoerd. Na die werkzaamheden, in de loop van 2006, zal dat station met bewakingscamera’s worden uitgerust op de openbare plaatsen. De risicoplaatsen zullen bovendien van een anti-inbraaksysteem worden voorzien.
DO 2004200502400
DO 2004200502400
Question no 317 de M. Francis Van den Eynde du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 317 van de heer Francis Van den Eynde van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Comité de direction. — Sous-représentation flamande.
NMBS. — Directiecomité. — Vlaamse ondervertegenwoordiging.
Depuis le départ d’Antoine Martens, les francophones sont majoritaires au comité de direction de la SNCB. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?
Sinds het vertrek van Antoine Martens zijn de Franstaligen in de meerderheid in het directiecomité van de NMBS.
2. Quelles mesures a-t-on prises pour rétablir les droits des Flamands à la direction de la SNCB ?
2. Welke maatregelen werden er getroffen om de rechten van de Vlamingen in de leiding van de NMBS te herstellen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Bent u hiervan op de hoogte ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8301
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 16 novembre 2004, à la question no 317 de M. Francis Van den Eynde du 12 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 16 oktober 2004, op de vraag nr. 317 van de heer Francis Van den Eynde van 12 oktober 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
L’article 16 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques impose le respect de la parité linguistique au sein du Comité de direction, éventuellement en faisant exception de l’administrateur délégué.
Artikel 16 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven bepaalt dat de taalpariteit binnen het directiecomité moet gerespecteerd worden, eventueel met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder.
Avant le départ de M. Martens, admis à la retraite, le Comité de direction de la SNCB était composé de 11 membres, y compris l’administrateur délégué, dont 6 néerlandophones et 5 francophones.
Vo´o´r het vertrek van de heer Martens, met pensioen, was het Directiecomité van de NMBS samengesteld uit 11 leden, met inbegrip van de gedelegeerd bestuurder, waarvan 6 Nederlandstaligen en 5 Franstaligen.
Depuis le départ de M. Martens, le Comité de direction de la SNCB est composé de 10 membres dont 5 néerlandophones et 5 francophones. La parité linguistique est dès lors toujours respectée.
Sinds het vertrek van de heer Martens bestaat het Directiecomité van de NMBS uit 10 leden, waarvan 5 Nederlandstaligen en 5 Franstaligen. De taalpariteit is bijgevolg steeds gerespecteerd.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200421010
DO 2003200421010
Question no 203 de M. Jo Vandeurzen du 4 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 203 van de heer Jo Vandeurzen van 4 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Entreprises de type Seveso. — Services d’incendie. — Fonds. — Contributions.
Seveso-bedrijven. — Brandweerkorpsen. — Fonds. — Bijdragen.
Les entreprises Seveso sont tenues de verser une contribution à un fonds.
Bedrijven met Seveso-risico’s moeten aan een fonds een bijdrage storten.
1. Quelles sont les dépenses couvertes par ce fonds ?
1. Welke uitgave wordt er met het fonds vergoed ?
2. De quelle manière sont indemnisés par ce fonds les services d’incendie et les communes qui accueillent une entreprise Seveso sur leur territoire, ce qui nécessite l’achat d’équipements spécifiques etc. par le service d’incendie concerné ?
2. Op welke wijze ontvangen de brandweerkorpsen en de gemeenten, op wiens grondgebied een Sevesobedrijf ligt en waarvoor het betrokken brandweerkorps dus ook extra materialen moet aankopen en dergelijke, een vergoeding uit dit fonds ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 203 de M. Jo Vandeurzen du 4 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 203 van de heer Jo Vandeurzen van 4 maart 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8302
1. Les prélèvements dits Seveso sont utilisés pour trois types de dépenses :
1. De zogenaamde Seveso-heffingen gebruikt voor drie soorten uitgaven :
1o Des dépenses d’investissement : des tenues antigaz, des filtres de protection chimique, des appareils respiratoires, des véhicules équipés d’un bras hydraulique etc. sont notamment achetés pour les services d’incendie et les unités permanentes.
1o Investeringsuitgaven : gaspakken, chemische beschermingsfilters, ademhalingstoestellen, voertuigen uitgerust met een hydraulische arm, enzovoort, zijn in het bijzonder voor de brandweerkorpsen en de permanente eenheden gekocht.
2o Des dépenses de fonctionnement : il convient en effet d’assurer la maintenance du matériel visé en 1o). C’est ainsi que ces dépenses sont utilisées pour la maintenance des appareils respiratoires et de détection, etc. Les frais des campagnes « Seveso » sont également compris dans les dépenses de fonctionnement.
2o Werkingsuitgaven : het onderhoud van het materiaal, vermeld onder 1o dient immers verzekerd te worden. Zodoende worden deze uitgaven aangewend voor het onderhoud van de ademhalings- en detectietoestellen, enz. De onkosten van de Sevesocampagnes zitten eveneens in deze werkingsuitgaven vervat.
3o Des dépenses de personnel : des contractuels, qui s’occupent dans les provinces et à l’administration centrale de la gestion des dossiers relatifs à la problématique Seveso, sont rémunérés sur ce fonds.
3o Personeelsuitgaven : de tijdelijk aangestelde ambtenaren, die zich binnen de provincies en bij de centrale administratie bezighouden met het beheer van de dossiers betreffende de Seveso-problematiek, worden met dit fonds bezoldigd.
2. Les communes sur le territoire desquelles se trouvent une ou plusieurs entreprises Seveso ne reçoivent pas directement d’« indemnité » du fonds.
2. De gemeenten waarop zich één of meerdere Seveso-bedrijven bevinden ontvangen niet onmiddellijk een fonds-« vergoeding ».
Elles ne sont d’ailleurs pas les seules concernées par les problèmes Seveso. Il convient, en effet, de se rappeler que les accidents Seveso ne se produisent pas exclusivement dans les firmes Seveso. ` cet égard, il suffit de se remémorer l’accident avec A le camion-citerne « Brome » en Anvers.
Zij zijn overigens niet de enige betrokkenen bij de Seveso-problematiek. Het volstaat inderdaad zich ervan te vergewissen dat de Seveso-ongevallen zich niet uitsluitend in de Seveso-bedrijven voordoen.
La partie des crédits Seveso réservée à chaque province est fixée suivant une clé de répartition.
Het gedeelte van de Seveso-kredieten dat bestemd is voor iedere provincie is vastgelegd overeenkomstig een verdeelsleutel.
Il appartient ensuite au gouverneur, en fonction des demandes des différents services d’incendie, de m’envoyer des propositions d’utilisation de ces crédits dans sa province.
Vervolgens is het de taak van de Gouverneur om, in functie van de vragen van de verschillende brandweerkorpsen, me bestedingsvoorstellen van deze kredieten in zijn provincie toe te zenden.
Un programme d’utilisation est arrêté annuellement. C’est sur la base de ce programme que les différents achats sont effectués.
Jaarlijks wordt een bestedingsprogramma vastgelegd. Het is op basis van dit programma dat de diverse aankopen worden uitgevoerd.
DO 2003200421771
DO 2003200421771
Question no 307 de M. Roel Deseyn du 2 juillet 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 307 van de heer Roel Deseyn van 2 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Lutte contre la cybercriminalité.
Aanpak van de computercriminaliteit.
Le cadre de la FCCU (Federal Computer Crime Unit) ne permet pas de répondre aux problèmes de plus en plus nombreux liés à la forte croissance de la cybercriminalité. D’autre part, le département rensei-
De bezetting van de FCCU (Federal Computer Crime Unit) is in het licht van de snel stijgende computercriminaliteit onvoldoende om een antwoord te geven op de groeiende problemen. Daarnaast is het zo
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
worden
In dat opzicht spreekt de herinnering aan het ongeval met de broom-tankwagen in Antwerpen voor zich.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8303
gnements et sécurité de l’armée dispose des moyens matériels et humains ainsi que de l’expertise nécessaires à l’accomplissement d’une mission comparable.
dat de veiligheids- en inlichtingendienst van het leger over de middelen, manschappen en expertise beslist om een gelijkaardige taak te vervullen.
1. Quels obstacles s’opposent-ils à une collaboration entre les deux services (d’un point de vue technique, légal, etc.) ?
1. Welke hindernissen staan deze samenwerking in de weg (technisch, wettelijk, enzovoort) ?
2. a) Une concertation a-t-elle été menée au sujet d’une éventuelle collaboration ?
2. a) Werd over een mogelijke samenwerking overlegd ?
b) Dans l’affirmative, quelles en étaient les résultats ?
b) Zo ja, wat waren de conclusies ?
3. a) Que pensez-vous de la conclusion d’un accord de coopération ?
3. a) Hoe staat u tegenover een samenwerkingsakkoord ?
b) Quelles initiatives ont-elles été prises pour mettre en place une collaboration ?
b) Welke stappen werden genomen om tot een samenwerking te komen ?
c) Quelles autres initiatives envisagez-vous ?
c) Heeft u hier aangaande plannen voor de toekomst ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 307 de M. Roel Deseyn du 2 juillet 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 307 van de heer Roel Deseyn van 2 juli 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
1. Il est clair que les missions de la police et de la défense sont de nature différente.
1. Het is duidelijk dat de opdrachten van politie en defensie verschillend van aard zijn.
Afin de pouvoir accomplir leurs taˆches de police administrative et judiciaire, les membres de la police sont investis des qualités d’agent ou d’officier de police judiciaire et/ou administrative. En cette qualité, ils ont pour mission de prévenir, de déceler et de constater les délits, ainsi que de traduire les auteurs en justice.
Om haar taken van bestuurlijke en gerechtelijke politie te kunnen realiseren, zijn de leden van de politie bekleed met de hoedanigheden van agent of officier van gerechtelijke en/of bestuurlijke politie. In deze hoedanigheid hebben zij de opdracht om misdrijven te voorkomen, op te sporen, vast te stellen en om de daders voor het gerecht te brengen.
Dans ce contexte, la FCCU et les CCU régionales interviendront dans les actes de criminalité informatique commis contre des systèmes ICT qui se trouvent sur le territoire belge — quel qu’en soit le propriétaire.
In deze zin zullen de FCCU en de regionale CCU’s tussenkomen bij ICT-criminaliteit die wordt gepleegd tegen ICT-systemen die zich op Belgisch grondgebied bevinden — ongeacht wie de eigenaar ervan is.
La FCCU vise également à aboutir à une amélioration structurelle de la sécurité électronique des systèmes ICT en Belgique, notamment en :
De FCCU streeft er ook naar om een structurele verbetering van de e-security van de ICT-systemen in Belgie¨ te bewerkstelligen onder meer door :
— organisant des campagnes de sensibilisation
— bewustmakingscampagnes
— contribuant à des procédures d’alerte en cas d’attaques de systèmes ICT vitaux.
— medewerking aan alarmprocedures bij aanvallen op vitale ICT-systemen.
La mission de la défense en général et du Service de renseignement en de sécurité de l’Armée en particulier est bien plus spécifique et s’axe sur l’infrastructure militaire qui doit garantir l’intégrité du territoire et la sécurité intérieure.
De taak van defensie in het algemeen en van de Veiligheids- en inlichtingendienst in het bijzonder, is veel specifieker en richt zich naar de militaire infrastructuur die de integriteit van het grondgebied en de binnenlandse veiligheid moet garanderen.
Les militaires ne sont pas en tant que tels investis de la qualité d’agent ou d’officier de police judiciaire et/ ou administrative. En dehors de leur propre cadre
De militairen zijn als zodanig niet bekleed met de hoedanigheid van agent of officier van gerechtelijke en/of bestuurlijke politie. Zij zijn, buiten hun eigen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8304
ICT, ils ne sont donc pas non plus habilités à accomplir des taˆches d’enquête et de recherche en vue de lutter contre la criminalité informatique.
ICT-omgeving, dus ook niet gemachtigd om onderzoeks- of opsporingshandelingen te stellen ter bestrijding van ICT-criminaliteit.
L’apprentissage de la connaissance et de l’expertise nécessaires pour pouvoir mener à bien, sur les plans technique et procédural, une enquête ICT légale, fait partie des différentes étapes de la formation de l’agent de police (formation de base, formation en recherche, formation CCU). Cette formation diffère donc, à plusieurs égards, de celle de personnes en charge de la gestion et de la sécurisation des systèmes ICT militaires.
De kennis en de expertise om een forensisch ICTonderzoek technisch en procedureel correct te kunnen uitvoeren, wordt in de verschillende stappen in de vorming van de politieman meegegeven (basisvorming, recherchevorming, CCU-opleiding). Deze vorming is dus op diverse vlakken verschillend van deze van personen die zich bezig houden met beheer en beveiliging van de militaire ICT-systemen.
2. a) Une collaboration est possible là où les missions des services précités se recoupent.
2. a) Samenwerking is mogelijk waar de opdrachten van de genoemde diensten raakvlakken hebben.
C’est en autres le cas de la protection de l’infrastructure ICT vitale. Chaque service joue son propre roˆle dans le cadre de cette protection (défense : protection de ses propres systèmes; analyse des menaces, rapports d’incidents — police : recherches en cas d’incidents liés à ces systèmes).
Dit is ondermeer het geval inzake de bescherming van de vitale ICT-infrastructuur. In deze bescherming speelt elke dienst zijn eigen rol (defensie : bescherming van de eigen systemen; analyse van dreigingen, rapportering van incidenten — politie : voeren van opsporing ingeval van incidenten op deze systemen).
Dans ce contexte, deux réunions se sont tenues afin de commenter les projets de création d’une agence nationale pour la sécurisation de l’information, qui étaient en cours au service Infosec de la défense.
In deze zin werden twee bijeenkomsten gehouden om de plannen voor een nationaal agentschap voor de informatiebeveiliging, dat in uitwerking was bij de dienst Infosec van defensie, toe te lichten.
b) Les initiatives seront prises dans le cadre de la future agence nationale de la protection ICT.
b) De initiatieven zullen genomen worden in het kader van het toekomstige nationaal agentschap voor informatiebeveiliging.
3. a) Toute forme de collaboration doit s’inscrire dans les missions respectives des services précités. Celleci se limite actuellement à une éventuelle collaboration dans le cadre de la protection de l’infrastructure ICT vitale.
3. a) Elke vorm van samenwerking moet kaderen binnen de respectieve opdrachten van de genoemde diensten. Dit beperkt zich actueel tot een eventuele samenwerking binnen het kader van de bescherming van vitale ICT-infrastructuur.
b)
Voir point 2supra.
b) Zie punt 2 supra.
DO 2003200431989
DO 2003200431989
Question no 335 de M. Willy Cortois du 5 août 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 335 van de heer Willy Cortois van 5 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Vol d’objets d’art. — Situation en Belgique.
Diefstal kunstschatten. — Situatie in Belgie¨.
Des cellules spécialisées, s’occupant exclusivement des vols d’objets d’art précieux dans les églises, les chaˆteaux et les musées — ouverts ou non au public —, existent au sein des polices française et italienne.
In de schoot van de Franse en de Italiaanse politie bestaan gespecialiseerde cellen, die zich uitsluitend inlaten met de diefstallen van waardevolle kunstschatten uit kerken, kastelen en musea — al dan niet toegankelijk voor het publiek.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8305
1. Existe-t-il également une cellule spécialisée au sein de la police fédérale belge et de combien de personnes est-elle composée ?
1. Bestaat er ook binnen de Belgische federale politie een dergelijke cel en hoeveel personen maken er deel van uit ?
2. A-t-on une idée du nombre de vols commis en Belgique dans les lieux précités et dispose-t-on à cet égard de chiffres pour les lieux ouverts au public ?
2. Heeft men een idee hoeveel diefstallen in de voornoemde locaties in Belgie¨ werden gepleegd en kan men daarbij cijfers geven voor locaties toegankelijk voor het publiek ?
3. a) A-t-on une idée de la valeur des objets d’art volés ?
3. a) Heeft men enig idee van de waarde van de gestolen kunstschatten ?
b) Combien de vols, en pourcentage, ont été élucidés et combien d’objets d’art ont été retrouvés ?
b) Hoeveel, in percentage uitgedrukt, van de diefstallen werden opgelost en hoeveel van de kunstschatten werden gerecupereerd ?
4. Les initiés affirment qu’il s’agit d’un réel problème parce que ces objets d’art sont très convoités aux E´tats-Unis, au Japon, dans les E´tats pétroliers du Moyen-Orient et depuis peu aussi également en Russie.
4. Ingewijden zeggen dat het om een ree¨el probleem gaat, omdat er voor dergelijke kunstschatten grote belangstelling is in de Verenigde Staten, Japan, de oliestaten in het Midden-Oosten en nu recentelijk ook in Rusland.
a) Reconnaissez-vous l’existence de ce problème et le fait que, de par son ampleur, il entraıˆne la perte d’une partie considérable de notre patrimoine culturel ?
a) Erkent u het probleem en het feit dat omwille van de omvang ervan een belangrijk deel van ons cultureel ergfoed verloren gaat ?
b) Existe-t-il une quelconque coopération structurelle en la matière avec nos services de douane et au niveau européen ?
b) Bestaat er terzake enige structurele samenwerking met onze douanediensten en op Europees niveau ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 335 de M. Willy Cortois du 5 août 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 335 van de heer Willy Cortois van 5 augustus 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à sa question.
Het geachte lid vindt hieronder een antwoord op zijn vraag.
1. Au sein de la direction de la Police fédérale, existe un service chargé de la matière criminelle relative aux biens culturels (Art Research Team = ART). Le service comporte un policier et un membre du personnel administratif. Par ailleurs, chaque SJA comporte un point de contact pour toute enquête relative à cette criminalité. Trois SJA comportent un service spécialisé (Bruxelles, Liège et Anvers).
1. Binnen de directie van de Federale Politie bestaat een dienst belast met de strafrechtelijke materie aangaande culturele goederen (Art Research Team = ART). De dienst bestaat uit een politieman en een administratief personeelslid. Bovendien heeft elke GDA een contactpunt voor elk onderzoek betreffende deze criminaliteitsvormen. Drie GDA beschikken over een gespecialiseerde dienst (Brussel, Luik en Antwerpen).
2. Les statistiques figurent en annexe et comportent le nombre de faits (pas le nombre d’objets volés) par arrondissement ainsi que les lieux ciblés par les voleurs. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Question et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants(service des Questions parlementaires). En moyenne, c’est un millier de faits qui sont constatés chaque année, représentant de 12 à 14 000 objets d’art.
2. De statistieken bevinden zich in bijlage en bevatten het aantal feiten (niet het aantal gestolen voorwerpen) per arrondissement, alsook de plaatsen die door de dieven worden beoogd. Gezien het louter dokumentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). Gemiddeld worden jaarlijks een duizendtal feiten vastgesteld die overeenkomen met 12 à 14 000 kunstvoorwerpen.
Pour des raisons informatiques, il n’est pas possible de communiquer les chiffres 2002-2003 actuellement.
Om informaticaredenen is het momenteel niet mogelijk om de cijfers van 2002-2003 mee te delen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1050
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8306
3. a) Le Code pénal ignore la valeur d’un objet volé, qu’il s’agisse d’un bien culturel ou autre. De plus, évaluer la valeur financière d’un bien culturel est difficile; un bien culturel ne valant que ce qu’un acheteur est disposé à payer pour l’acquérir. Pour les assurances, on peut parler de valeur de remplacement, de valeur agréée. Pour un historien de l’art, on parlera de valeur artistique, historique ou culturelle.
3. a) Het Strafwetboek kent de waarde van een gestolen voorwerp niet, of het nu gaat over een cultureel goed of een ander. Bovendien is het moeilijk om de financie¨le waarde van een cultureel goed te evalueren; een cultureel goed is slechts waard wat een koper ervoor wil betalen om het te krijgen. De verzekeringen spreken over vervangingswaarde, getaxeerde waarde. Een kunsthistoricus heeft het over artistiek, historische of culturele waarde.
b) Le pourcentage d’identification et de récupération se situe autour de 4 %. Il s’agit toutefois de nuancer ce chiffre. En effet, notre service identifie les biens culturels volés sur la base de photographies. Sur les 12 à 14 000 objets d’art volés chaque année en Belgique, seuls 8 % de ces objets possèdent une photographie et/ou un marquage permettant une identification absolue du propriétaire. Ceci signifie que les biens culturels saisis par les services de police, l’ont été sur base d’une photographie reposant dans notre système informatique. Sans photographie et sans marquage, il est impossible d’identifier un bien culturel volé.
b) Het identificatie- en recuperatiepercentage is rond de 4 %. Dit cijfer moet echter genuanceerd worden. Onze dienst identificeert de gestolen culturele goederen immers op basis van foto’s. Van de 12 à 14 000 kunstvoorwerpen die jaarlijks worden gestolen in Belgie¨, heeft slechts 8 % een foto en/of een merkteken waardoor de eigenaar kan worden geı¨dentificeerd. Dit betekent dat de culturele goederen door de politiediensten in beslag worden genomen op basis van een foto in ons informaticasysteem. Zonder foto en zonder merkteken is het onmogelijk om een gestolen cultureel goed te identificeren.
Le plan d’action réalisé dans le cadre du plan national de sécurité aborde l’investissement du service en matière de sensibilisation à la prévention contre les cambriolages et à la tracibilité des objets, en collaboration avec d’autres partenaires.
In het actieplan, dat in het kader van het nationaal veiligheidsplan wordt uitgevoerd, spreekt men over de investering van de dienst inzake sensibilisering voor de inbraakpreventie en voor de opspoorbaarheid van de voorwerpen, in samenwerking met andere partners.
4. a) Il est vrai que certains de nos trésors culturels volés ont été retrouvés entre les mains de malfaiteurs alors qu’ils tentaient de les négocier dans des pays étrangers. Il est un fait que notre patrimoine culturel pourrait être en danger (par exemple : objets du culte volés dans les églises et écoulés à l’étranger) mais sur le plan policier, les aspects répressif et préventif font partie intégrante des missions confiées tant à la police fédérale qu’à la police locale. Toutefois, sans une prise en main des propriétaires de biens culturels, qu’ils soient privés ou publics, aucune progression dans le pourcentage de récupération ne pourra être espérée. Une task force « lutte contre les cambriolages » a été mise sur pied au Service Public Fédéral Intérieur et des professionnels de l’art seront conviés aux réunions qui débuteront en septembre; réunion organisée par le groupe de travail « recel et tracibilité des biens ».
4. a) Het is waar dat bepaalde van onze gestolen culturele kunstschatten worden teruggevonden bij misdadigers op het ogenblik dat zij deze wilden verhandelen in het buitenland. Het is een feit dat ons cultureel erfdeel gevaar zou kunen lopen (bijvoorbeeld religieuze voorwerpen die worden gestolen uit kerken en in het buitenland worden verkocht) maar op politioneel vlak maken de repressieve en preventieve aspecten noodzakelijk deel uit van de opdrachten die zowel aan de federale als aan de lokale politie worden toevertrouwd. Er kan echter op geen enkele vooruitgang in het recuperatiepercentage worden gehoopt indien de eigenaars van culturele goederen het heft niet in eigen handen nemen. Op de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken werd een task force « inbraakbestrijding » opgericht en de kunstspecialisten zullen worden uitgenodigd op de vergaderingen die in september beginnen; vergadering georganiseerd door de werkgroep « heling en opsporing van goederen ».
b) La coopération internationale est cruciale en ce domaine et chaque pays européen (ou presque) possède, sur le plan policier, un office central qui est notre interlocuteur direct via les différents canaux de communication prévus. Notre service
b) De internationale samenwerking is op dit vlak van cruciaal belang en elk (of bijna elk) Europees land heeft op politioneel vlak een centrale dienst die onze rechtstreekse gesprekspartner is door middel van de verschillende voorziene communicatiekana-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8307
peut compter sur l’appui d’un point de contact douanier et des pourparlers sont en cours actuellement entre la police judiciaire et les services des douanes afin de pouvoir bénéficier d’une collaboration accrue entre les deux services.
len. Onze dienst kan op de steun rekenen van een douanecontactpunt en er zijn momenteel onderhandelingen aan de gang tussen de gerechtelijke politie en de douanediensten om te komen tot een grotere samenwerking tussen beide diensten.
DO 2003200432022
DO 2003200432022
Question no 340 de M. Stijn Bex du 16 août 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 340 van de heer Stijn Bex van 16 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Police. — Véhicules prioritaires. — Formation. — Accidents.
Politie. — Prioritaire voertuigen. — Opleiding. — Ongevallen.
Conformément à l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière, les véhicules prioritaires ne doivent pas respecter les limitations de vitesse en cas de mission urgente.
Volgens het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer moeten prioritaire voertuigen zich niet aan de snelheidsbeperkingen houden wanneer een dringende opdracht dit rechtvaardigt.
Au cours de l’émission télévisée «Koppen» du 8 avril 2004, un commissaire de police a déclaré que les équipes d’intervention de la zone de police Bruxelles-Ouest ont été impliquées dans 136 accidents, dont 3 graves.
In de televisieuitzending van « Koppen » van 8 april 2004 verklaarde een politiecommissaris dat de interventieploegen van politiezone Brussel-West vorig jaar bij 136 ongevallen betrokken waren, waarvan 3 zware.
1. a) Disposez-vous de chiffres concernant le nombre d’accidents ayant impliqué des véhicules de police au cours des dernières années ?
1. a) Heeft u cijfers over het aantal ongevallen met politievoertuigen in de afgelopen jaren ?
b) Dans combien de cas ces accidents ont-ils fait des victimes ?
b) Hoeveel daarvan waren met slachtoffers ?
2. Une expérience spécifique à la conduite est-elle requise pour pouvoir conduire un véhicule prioritaire ? Dans l’affirmative, laquelle ?
2. Moet men bepaalde rijervaring hebben om een prioritair voertuig te mogen besturen ? Zo ja, welke ?
3. a) Un cours complémentaire de conduite défensive ou un cours de dérapage font-ils partie du programme de formation dispensé aux policiers ?
3. a) Behoort een extra cursus defensief rijden of een slipcursus tot de verschillende politieopleidingen ?
b) Dans la négative, estimez-vous que de tels cours devraient faire partie de cette formation ?
b) Zo neen, denkt u dat deze cursussen moeten worden opgenomen in de opleiding ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 340 de M. Stijn Bex du 16 août 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 340 van de heer Stijn Bex van 16 augustus 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1. Je ne dispose actuellement que de données concernant la police fédérale mais on peut supposer que pour les corps de police locale, les chiffres doivent être plus ou moins analogues.
1. Ik beschik thans slechts over gegevens met betrekking tot de federale politie, maar men kan ervan uitgaan dat voor de lokale politiekorpsen de cijfers min of meer analoog zijn.
En 2002, 579 accidents se sont produit, dont 54 avec blessés et pour lesquels un blessé mortel est à déplorer.
In 2002 deden zich 579 ongevallen voor, waarvan 54 met gewonden en waarbij 1 dodelijk slachtoffer te
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8308
La victime mortellement blessée est un policier qui fut renversé alors qu’il était occupé à enlever une signalisation routière.
betreuren viel. Het dodelijk slachtoffer betrof een politieambtenaar die werd aangereden terwijl hij de verkeerssignalisatie aan het verwijderen was.
En 2003, 509 accidents ont été recensés, pour lesquels 38 ont été blessés
In 2003 werden er 509 ongevallen geregistreerd, waarbij 38 gewonden vielen.
2. A priori aucune aptitude particulière n’est requise pour pouvoir conduire un véhicule prioritaire. Il suffit de posséder un permis de conduire catégorie B. Ceci est d’ailleurs le cas pour tous les services disposant de véhicules prioritaires.
2. Er is a priori geen bijzondere bekwaamheid vereist om een prioritair voertuig te mogen besturen. Enkel het bezit van een rijbewijs categorie B volstaat. Dit is trouwens het geval voor alle diensten die over prioritaire voertuigen beschikken.
3. Une formation « Pro Active Driver » est donnée au Centre de perfectionnement de la police fédérale. Celle-ci s’adresse principalement aux policiers des services d’intervention des corps de police locale. La participation à cette formation est libre et dépend de la décision du chef de corps concerné.
3. Er wordt bij het Vervolmakingscentrum Auto van de federale politie een opleiding « Pro Active Driver » aangeboden. Deze is voornamelijk gericht op politieambtenaren van de interventiediensten van de lokale politiekorpsen. De deelname aan de opleiding is vrij en hangt af van de beslissing van de betrokken korpschef.
Les motards, par définition plus vulnérables dans le trafic et les chauffeurs de véhicules à grandes vitesse, chargés de missions impliquant un risque nécessairement plus élevé (par exemple les unités spéciales, protection de transports de valeurs), sont naturellement soumis à une formation spécifique.
Motorrijders, die per definitie kwetsbaarder zijn in het verkeer en de bestuurders van snelle voertuigen die belast zijn met opdrachten waar het risico noodzakelijkerwijze hoger is (bijvoorbeeld de speciale eenheden, bewaking geldtransporten, enzovoort), krijgen uiteraard een specifieke opleiding.
Il me semble donc plus judicieux d’organiser cette formation en fonction des missions concrètes, plutoˆt que de dispenser une telle formation complémentaire à tous les aspirants. En outre, la formation de base fait actuellement l’objet d’une évaluation, à l’occasion de laquelle le problème soulevé par l’honorable membre sera analysé.
Het komt mij aldus voor dat het beter is, zoals hoger omschreven, bij de opleiding rekening te houden met de concrete taakstelling, eerder dan alle aspiranten op dit vlak een bijkomende opleiding te verstrekken. Hoe dan ook wordt actueel een evaluatie uitgevoerd van de basisopleiding waarbij het door het geachte lid opgeworpen probleem zal worden onderzocht.
DO 2003200432023
DO 2003200432023
Question no 341 de M. Stijn Bex du 16 août 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 341 van de heer Stijn Bex van 16 augustus 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Télécommunications. — Cell Broadcast.
Telecommunicatie. — Cell Broadcast.
Cell Broadcast est une technologie permettant d’envoyer des messages électroniques vers les GSM à l’intérieur d’une région géographique bien déterminée. Cette technologie pourrait être utilisée pour avertir la population en cas d’incendie, d’inondation, d’explosion, de recherches à mener, etc. Selon le quotidien « Gazet van Antwerpen » du 4 aouˆt 2004, le SPF Intérieur examinerait les possibilités d’utilisation de cette technologie.
Cell Broadcast is een technologie die toelaat om elektronische boodschappen naar GSM’s te zenden binnen een bepaalde geografische regio. Deze technologie zou kunnen worden ingezet om de bevolking te waarschuwen bij brand, overstromingen, ontploffingen, opsporingen, enzovoort. Volgens de media (Gazet van Antwerpen van 4 augustus 2004) zou de FOD Binnenlandse Zaken deze technologie onderzoeken.
1. Combien d’utilisateurs de GSM la Belgique compte-t-elle ? 2. Avez-vous déjà contacté les opérateurs de GSM au sujet de Cell Broadcast ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Hoeveel GSM-gebruikers telt Belgie¨ ? 2. Heeft u over Cell Broadcast reeds contact opgenomen met de GSM-operators ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8309
a) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement des discussions avec Proximus ?
a) Zo ja, hoe ver staan de gesprekken met Proximus ?
b) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement des discussions avec Mobistar ?
b) Zo ja, hoe ver staan de gesprekken met Mobistar ?
c) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement des discussions avec Base ?
c) Zo ja, hoe ver staan de gesprekken met Base ?
3. Dans le cadre de quelles situations souhaiteriezvous utiliser cette technologie ?
3. Bij welke situaties zou u deze technologie willen aanwenden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 341 de M. Stijn Bex du 16 août 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 341 van de heer Stijn Bex van 16 augustus 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
1. La question relève de la compétence du ministre de l’E´conomie à qui je l’ai transmise. (Question no 175 du 22 novembre 2004.)
1. De vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Economie aan wie ik deze dan ook heb overgemaakt. (Vraag nr. 175 van 22 november 2004.)
2. Dans le courant du premier trimestre 2003, mon département a eu des entretiens avec Proximus et Mobistar. Apparemment, ceux-ci ne sont pas fort enclins à adapter leur matériel afin de poursuivre le développement de cette possibilité de communication. Une telle mesure exigerait, en effet, d’importants investissements, notamment en matière d’appui de l’utilisateur. L’IBPT a été invité à examiner le carac` l’heure actuelle, tère contraignant de cette mesure. A l’IBPT n’a toutefois pas progressé dans ce dossier.
2. In de loop van het eerste trimester van 2003 heeft mijn departement een onderhoud gehad met Proximus en Mobistar. Blijkbaar zijn deze niet gewonnen om hun apparatuur aan te passen om deze communicatiemogelijkheid verder uit te werken. Dit zou immers belangrijke investeringen vergen, onder andere in ondersteuning van de gebruiker. Het BIPT werd verzocht om de afdwingbaarheid ervan te onderzoeken. Tot op heden werd in dit dossier bij het BIPT echter nog geen vooruitgang geboekt.
3. Lorsqu’une situation dangereuse surviendra, j’ai l’intention d’avertir l’ensemble des utilisateurs de GSM qui se trouveront dans la zone concernée à l’aide d’un message cell-broadcasting.
3. Indien zich een gevaarlijke situatie voordoet is het de bedoeling om de GSM-gebruikers die zich in de betrokken zone bevinden, te waarschuwen door een bericht verzonden via cell-broadcasting.
DO 2003200432087
DO 2003200432087
Question no 347 de M. Mohammed Boukourna du 8 septembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 347 van de heer Mohammed Boukourna van 8 september 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Situation des chambres francophones de la Commission permanente de recours des réfugiés (CPRR).
Toestand bij de Franstalige kamers van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen (VBCV).
Le 21 janvier 2004, je vous ai posé une question orale sur la situation des chambres francophones de la Commission permanente de recours des réfugiés (CPRR).
Op 21 januari 2004 stelde ik u een mondelinge vraag betreffende de toestand bij de Franstalige kamers van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen (VBCV).
Pour rappel, je pointais, d’abord, le déséquilibre des moyens humains dont disposent les chambres néerlandophones et les chambres francophones (CRIV 51 COM 134, p. 21). Je relevais également le déséquilibre aux dépens des chambres francophones d’une part, et d’autre part, la forte augmentation de l’arriéré concentré, essentiellement, du coˆté francophone.
Ik wees toen onder meer op de verschillen in personeelsbezetting bij de Nederlandstalige en de Franstalige kamers (CRIV 51 COM 134, blz. 21). Die laatste beschikken over minder personeel, terwijl precies daar de achterstand sterk is toegenomen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8310
` l’époque vous me confirmiez cet état de fait et A vous entendiez, je cite : « prendre des initiatives pour mettre fin à la répartition inégale de la charge de travail (des chambres francophones) et résorber l’arriéré des dossiers ».
U bevestigde toen mijn analyse en kondigde aan dat u het nodige zou doen om aan de ongelijke verdeling van de werklast (ten nadele van de Franstalige kamers) een einde te maken en de achterstallige dossiers weg te werken.
Selon mes sources, depuis lors, il y a bien eu effectivement des remplacements mais pas de nouveaux engagements.
Volgens de informatie waarover ik beschik, werd sindsdien wel een aantal personeelsleden vervangen, maar werden geen nieuwe mensen in dienst genomen.
Dès lors, la problématique reste entière.
Het probleem blijft dus onverminderd bestaan.
Je désire rappeler, ici, qu’il ne faut pas oublier que derrière les nombreux dossiers, il y a des femmes et des hommes qui souffrent de ces retards avec pour conséquence, notamment, des complications liées à la résidence et l’impossibilité de prendre une décision dans un sens ou dans l’autre et de répondre à un certain nombre de besoins essentiels.
Ik wil erop wijzen dat achter die dossiers vrouwen en mannen schuilgaan, voor wie de laattijdige afhandeling van hun aanvraag erg nadelige gevolgen heeft, bijvoorbeeld wat het vestigen van hun verblijfplaats betreft. Zolang ze in het ongewisse verkeren, kunnen ze immers geen definitieve beslissingen nemen en hebben ze het moeilijk om aan een aantal basisbehoeften te voldoen.
1. Pouvez-vous me confirmer que des mesures ont été prises afin que l’arriéré des chambres francophones soit résorbé ?
1. Bevestigt u dat maatregelen werden genomen om de achterstand bij de Franstalige kamers in te lopen ?
2. a) Dans la même ligne d’idées, pouvez-vous me confirmer qu’il est toujours envisagé d’accorder des moyens financiers et/ou humains supplémentaires aux chambres francophones afin de pallier au déséquilibre avec les chambres néerlandophones ?
2. a) In het verlengde daarvan, bent u nog altijd van plan de Franstalige kamers bijkomende middelen en mensen toe te kennen, zodat die op gelijke voet komen met de Nederlandstalige kamers ?
b) Dans quel délai ce déséquilibre sera-t-il corrigé ?
b) Binnen welke termijn zal dat gebeuren ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 347 de M. Mohammed Boukourna du 8 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 347 van de heer Mohammed Boukourna van 8 september 2004 (Fr.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-dessus la réponse à sa question.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
Afin de prévenir un accroissement du retard dans le traitement des appels devant la Commission permanente de recours des réfugiés, j’ai pris un nombre de mesures, de concert avec les premiers présidents.
Teneinde de verdere aangroei van de achterstand bij de behandeling van de beroepen voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen te voorkomen heb ik, in overleg met de eerste voorzitters een aantal maatregelen genomen.
En première instance, mes services ont préparé un projet de loi qui élargira de façon considérable la possibilité des magistrats de siéger seul dans la Commission permanente de recours des réfugiés. Cette mesure doit rendre possible l’arbitrage d’un plus grand nombre de procédures par le même nombre de magistrats.
In eerste instantie hebben mijn diensten een ontwerp van wet voorbereid dat de mogelijkheden voor de magistraten bij de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen om alleen te zetelen gevoelig zal uitbreiden. Door deze maatregel dient het mogelijk te zijn om met een zelfde aantal magistraten een groter aantal procedures te beslechten.
En plus, j’ai faire publier dans le Moniteur belge un appel aux candidats-magistrats. La procédure de sélection doit être terminée fin octobre. Quand les résultats des examens seront connus, je présenterai immédiatement les candidats retenus, en vue de leur désignation. Conformément à l’article 57/12quater de la loi du
Tevens heb ik een oproep tot kandidaatmagistraten laten publiceren in het Belgisch Staatsblad. De selectieprocedure dient in beginsel eind oktober afgerond te zijn. Wanneer de resultaten van de tests bekend zijn, zal ik dadelijk de geschikte kandidaten met het oog op hun aanstelling voordragen. Overeenkomstig arti-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8311
15 décembre 1980 concernant l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers; les désignations et les nominations des magistrats doivent être faites par le Roi, sur proposition du ministre de l’Intérieur, sur base d’un arrêté royal, décidé en Conseil des ministres.
kel 57/12quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, dienen de aanstellingen en de benoemingen van de magistraten immers te gebeuren door de Koning, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.
Finalement, je veux souligner que, à cause de la diminution du nombre des demandes d’asile et à cause de l’application de l’article 55 de la loi du 15 décembre 1980, on peut s’attendre à une diminution du surcharge de travail dans la Commission permanente de recours des réfugiés.
Ten slotte wens ik er op te wijzen dat door de daling van het aantal asielaanvragen en door de toepassing van artikel 55 van de wet van 15 december 1980 er mag verwacht worden dat de werkdruk bij de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen ook zal afnemen.
DO 2003200432089
DO 2003200432089
Question no 349 de M. Guido De Padt du 8 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 349 van de heer Guido De Padt van 8 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Police. — Animaux errants. — Couˆts. — Récupération auprès des particuliers.
Politie. — Loslopende dieren. — Kosten. — Verhaal op particulieren.
La police intervient régulièrement pour capturer des animaux errants, souvent des bovins échappés de leur prairie qui se retrouvent sur la voie publique. Compte tenu des problèmes de sécurité qui en résultent, il est logique que la police intervienne dans ces cas. Toutefois, ces missions peuvent peser sur la capacité des services et sans doute les fonctionnaires de police ontils des taˆches plus importantes à accomplir que de rattraper des vaches. On peut également se demander s’il n’y aurait pas lieu de récupérer le couˆt de ces interventions auprès des propriétaires des animaux lorsque leur négligence est avérée ou qu’ils ont manqué à leurs devoirs.
De politie dient regelmatig te intervenie¨ren bij loslopende dieren. Veelal gaat het om runderen die om een of andere reden ontsnappen uit de weide en op de openbare weg lopen. Gelet op de hieraan verbonden veiligheidsaspecten is het niet meer dan logisch dat de politie dan uitrukt, wat niet wegneemt dat dergelijke opdrachten kunnen wegen op de capaciteit en politiemensen wellicht belangrijker taken hebben dan achter koeien aan te hollen. De vraag stelt zich of de aan de interventie verbonden kosten niet gerecupeerd moeten worden van de houder van het dier wanneer kan worden aangetoond dat deze nalatig is geweest of in gebreke is gebleven.
1. Voudriez-vous m’indiquer, pour les années 2002 et 2003, combien d’interventions policières ont été effectuées pour récupérer des animaux errants et, en regard de la capacité, à combien d’heures ces interventions sont estimées ?
1. Kan u mij voor de jaren 2002 en 2003 meedelen hoeveel keer de politie is moeten tussenkomen voor loslopende dieren en op hoeveel uren capaciteit deze interventies worden geraamd ?
2. Pensez-vous qu’il soit légalement possible, dans certains cas bien définis, que les zones de police récupèrent les couˆts de ces interventions ?
2. Acht u het wettelijk mogelijk dat politiezones in welomschreven gevallen kunnen overgaan tot recuperatie van de met de interventie gepaard gaande kosten ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 349 de M. Guido De Padt du 8 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 349 van de heer Guido De Padt van 8 september 2004 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses différentes questions.
Het geachte lid kan hierna de antwoorden vinden op de verschillende vragen.
1. La police de la route de la police fédérale a enregistré 1 429 interventions relatives à des animaux errants en 2002 et 1 403 pour l’année 2003.
1. De wegpolitie van de federale politie heeft 1 429 tussenkomsten geregistreerd inzake loslopende dieren in 2002 en 1 403 tussenkomsten voor het jaar 2003.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8312
La Police de la Route effectue ses missions sur les autoroutes et sur certaines routes nationales qui présentent des caractéristiques similaires aux autoroutes.
De wegpolitie voert haar opdrachten uit op de autosnelwegen en op bepaalde gewestwegen met aan autosnelwegen gelijkaardige kenmerken.
Aucune donnée relative à la capacité consacrée à ces interventions n’est disponible.
Gegevens met betrekking tot de capaciteit die aan deze tussenkomsten wordt besteed, zijn niet voorhanden.
2. Les interventions de ce type constituent une taˆche légale des services de police. L’article 16 de la loi sur la fonction de police du 5 août 1992 stipule que les services de police sont chargés de la police de la circulation routière et qu’ils veillent en tout temps à assurer la liberté de la circulation. L’article 24 de cette même loi énonce que les services de police prennent, à l’égard des animaux dangereux ou abandonnés, toutes les mesures de sûreté nécessaires pour mettre fin à leur divagation.
2. Dergelijke interventies zijn een wettelijke taak van de politiediensten. Artikel 16 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992 stelt dat de politiediensten belast zijn met de politie over het wegverkeer en dat zij ten allen tijde het verkeer vrij moeten houden. Artikel 24 van dezelfde wet stelt dat de politiediensten ten aanzien van gevaarlijke of verlaten dieren alle nodige beveiligingsmaatregelen dienen te nemen om een einde te maken aan hun rondzwerven.
L’article 90 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux (LPI), prévoit la possibilité, pour le conseil communal ou le conseil de police, selon le cas, d’arrêter un règlement relatif à la perception d’une rétribution pour des missions de police administrative de la police locale.
Artikel 90 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP), voorziet in de mogelijkheid voor de gemeente- of de politieraad, naargelang het geval, om reglementen vast te stellen betreffende de inning van een vergoeding voor opdrachten van bestuurlijke politie van de lokale politie.
Les interventions précitées sont principalement des missions de police administrative.
Voormelde interventies zijn in hoofdzaak opdrachten van bestuurlijke politie.
L’article 90, alinéa 2, de la LPI dispose toutefois que le Roi règle, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, les conditions de cette perception et ses modalités. Il n’existe pas encore d’arrêté royal mettant en œuvre l’article 90 de la LPI, de sorte que les conseils communaux et les conseils de police ne peuvent pas encore, à l’heure actuelle, arrêter les règlements visés. Un projet d’arrêté royal de la sorte est toutefois à l’étude pour le moment.
Artikel 90, 2e lid, WGP stelt echter dat de Koning bij een in Ministerraad overlegd bestluit, de voorwaarden en de nadere regels van deze inning regelt. Een koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 90, WGP is er nog niet zodat de gemeente- en politieraden voorlopig nog niet kunnen overgaan tot het vaststellen van bedoelde reglementen. Evenwel is een ontwerp van een dergelijk koninklijk besluit momenteel ter studie.
DO 2003200432103
DO 2003200432103
Question no 351 de M. Willy Cortois du 10 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 351 van de heer Willy Cortois van 10 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Services d’incendie. — Pensions.
Brandweer. — Pensioenen.
Le Comité C-services d’incendie se serait réuni récemment (le 11 mai 2004) sous la direction d’un représentant de votre cabinet. ` l’ordre du jour de cette réunion figurait notamA ment semble-t-il la prorogation de la mesure «congé préalable à la pension». Un nouvel arrêté royal en la matière serait en préparation.
Het Comité C-brandweer zou onlangs (11 mei 2004) zijn samengekomen onder leiding van een vertegenwoordiger van uw kabinet.
Un autre point délicat abordé lors de cette réunion concernait l’incidence du changement de calcul de la
Een ander heikel thema van voornoemde vergadering was de weerslag van de gewijzigde pensioenbere-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Blijkbaar was een van de agendapunten de verlenging van de maatregel « verlof voorafgaand aan het pensioen ». Terzake zou een nieuw koninklijk besluit in voorbereiding zijn.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8313
pension des pompiers qui ont eu recours au « congé préalable à la pension » alors qu’ils n’étaient manifestement pas au courant des modifications apportées par la loi du 3 février 2003 (loi apportant diverses modifications à la législation relative aux pensions du secteur public). Il avait été convenu que votre représentant examinerait ce problème et vérifierait combien de membres du personnel sont concernés par cette mesure. Il avait également été convenu que vous examineriez la possibilité et l’opportunité de prendre des mesures transitoires. Quel est l’état d’avancement des deux dossiers ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 351 de M. Willy Cortois du 10 septembre 2004 (N.) :
kening van de brandweerlui, die al gebruik hebben gemaakt van het « verlof voorafgaand aan het pensioen » zonder dat zij blijkbaar weet hadden van de wijziging van de wet van 3 februari 2003 (wet houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector). Afgesproken werd dat uw vertegenwoordiger deze problematiek ging onderzoeken en nagaan hoeveel personeelsleden daarbij betrokken zijn. Tevens werd gesteld dat u ging nakijken of overgangsmaatregelen mogelijk en wenselijk zijn.
Mon administration a pris contact avec le ministre des Pensions, compétent pour ce problème. Le ministre des Pensions m’a récemment demandé des informations complémentaires afin de pouvoir mesurer l’impact financier d’une adaptation éventuelle de la législation. Mon administration est occupée à collecter ces informations.
Wat is de stand van zaken in beide dossiers ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 351 van de heer Willy Cortois van 10 september 2004 (N.) : Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vraag. Het koninklijk besluit van 14 september 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 1999 betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps werd op 11 oktober 2004 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dankzij de wijziging van het koninklijk besluit zal het voor de brandweerlieden opnieuw mogelijk worden om verlof voorafgaand aan de pensionering aan te vragen. Sommige brandweerlieden die eertijds verlof voorafgaand aan het pensioen hadden opgenomen werden nadien geconfronteerd met een gewijzigde pensioenberekening zonder dat zij daarover vooraf waren ingelicht. In het Comité C werd daarom de vraag gesteld of het mogelijk was om voor deze personen de nadelige gevolgen van de nieuwe pensioenberekening ongedaan te maken. Mijn administratie heeft contact opgenomen met de minister van Pensioenen, die bevoegd is voor dit probleem. De minister van Pensioenen heeft mij recentelijk bijkomende gegevens gevraagd om de financie¨le impact te kunnen meten van een mogelijke aanpassing van de wetgeving. Mijn administratie is bezig met het verzamelen van deze gegevens.
DO 2003200432160
DO 2003200432160
Question no 362 de Mme Marie Nagy du 16 septembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Rapport annuel de la Commission permanente de controˆle linguistique. L’article 62 de la loi du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, prévoit que
Vraag nr. 362 van mevrouw Marie Nagy van 16 september 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Artikel 62 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken bepaalt dat « de
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. L’arrêté royal du 14 septembre 2004 modifiant l’arrêté royal du 3 juin 1999 relatif à l’introduction de la possibilité d’un congé préalable à la mise à la pension pour les membres d’un service professionnel d’incendie a été publié au Moniteur belge du 11 octobre 2004. La modification de l’arrêté royal permettra à nouveau aux sapeurs-pompiers de demander un congé préalable à la mise à la pension. Certains sapeurs-pompiers qui avaient à l’époque pris un congé préalable à la mise à la pension ont par la suite été confrontés à une modification du calcul de la pension sans en avoir été informés préalablement. Au sein du Comité C, il a donc été demandé s’il était possible d’annuler pour ces personnes les conséquences négatives du nouveau calcul de la pension.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1051
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8314
« Chaque année, dans le courant du mois de mars, la Commission fait au gouvernement un rapport détaillé sur son activité. Ce rapport détaillé est remis aux membres des Chambres législatives. Dans ce rapport complémentaire, le ministre de l’Intérieur fait connaıˆtre aux Chambres législatives la suite donnée aux affaires dans lesquelles il s’est substitué à la Commission en application de l’article 61, §§ 2 et 6 ».
Commissie ieder jaar de regering in de loop van de maand maart een omstandig verslag uitbrengt over haar werkzaamheden. Dit omstandig verslag wordt aan de leden van de Wetgevende Kamers overgemaakt. In een aanvullend verslag deelt de minister van Binnenlandse Zaken aan de Wetgevende Kamers mede welk gevolg gegeven is aan de zaken waarin hij, bij toepassing van artikel 61, §§ 2 en 6, in de plaats van de Commissie is opgetreden ».
` quelle date le dernier rapport annuel a-t-il été 1. A transmis à la Chambre et quelle année concernait-il ?
1. Wanneer werd het laatste jaarverslag aan de Kamer overgezonden en op welk jaar heeft het betrekking ?
2. En cas de retard, comment expliquez-vous celuici ?
2. Hoe verklaart u een mogelijke achterstand ?
3. Quelles mesures ont-elles été prises pour éviter ce type de retard dans l’avenir ?
3. Welke maatregelen werden getroffen om een dergelijke achterstand in de toekomst te voorkomen ?
4. Des rapports complémentaires ont-ils été remis, et si oui quand ?
4. Werden aanvullende verslagen overgezonden en zo ja, wanneer ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 362 de Mme Marie Nagy du 16 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 362 van mevrouw Marie Nagy van 16 september 2004 (Fr.) :
Dans le courant du mois d’octobre 2004, j’ai transmis aux présidents de la Chambre et du Sénat et à tous les membres du gouvernement le rapport annuel 2002 de la Commission permanente de Controˆle linguistique (CPCL) que cette Commission m’a fourni.
In de loop van oktober 2004 heb ik het jaarverslag 2002 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) dat mij door deze Commissie was bezorgd, doorgestuurd aan de voorzitter van Kamer en Senaat en alle leden van de Regering.
Vu que, comme tous mes prédécesseurs, je n’ai fait aucun usage de la possibilité d’intervenir à la place de la Commission (article 61, §§ 2 et 6, des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative), je n’ai établi aucun rapport complémentaire.
Aangezien ik, evenmin als al mijn voorgangers, geen gebruik heb gemaakt van de mogelijkheid om in de plaats van de Commissie op te treden (artikel 61, §§ 2 en 6, van de gecoo¨rdineerde wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken), heb ik geen aanvullend verslag opgesteld.
Le délai pour l’introduction du rapport annuel, c’est-à-dire dans le courant du mois de mars, est un délai d’ordre qui dans la pratique est toujours apparu intenable. Néanmoins, des efforts sont fournis pour présenter aussi rapidement que possible le rapport annuel qui, pour ce qui concerne la CPCL, consiste en des résumés de tous les avis émis.
De termijn voor het indienen van het jaarverslag, namelijk in de loop van de maand maart, is een termijn van orde, die in de praktijk niet altijd haalbaar is gebleken. Niettemin worden inspanningen geleverd om het jaarverslag, dat wat de VCT betreft samenvattingen omvat van alle uitgebrachte adviezen, zo snel mogelijk in te dienen.
` cause de mouvements de personnel de niveau A A au sein du service administratif de la CPCL, il n’est possible d’approuver le rapport annuel 2003 qu’en octobre de cette année. Entre-temps, des membres du personnel des autres niveaux ont été formés pour collaborer au rapport annuel de sorte que le rapport annuel 2004 pourra vraisemblablement être déjà présenté dans le courant du premier semestre 2005.
Door personeelsbewegingen in niveau A van de administratieve dienst van de VCT is het maar mogelijk het jaarverslag voor 2003 in oktober van dit jaar goed te keuren. Intussen zijn wel personeelsleden van andere niveaus opgeleid om mee te werken aan het jaarverslag, zodat het jaarverslag 2004 wellicht al in het eerste semester van 2005 zal kunnen worden ingediend.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8315
DO 2003200432251
DO 2003200432251
Question no 375 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 375 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Demandeurs d’asile déboutés. — Annulation et report du rapatriement.
Uitgeprocedeerde asielzoekers. — Afgelasting en uitstel van repatrie¨ring.
Les pouvoirs locaux constatent régulièrement que des demandeurs d’asile déboutés et qui sont transférés par les services de police à Steenokkerzeel pour être rapatriés réapparaissent peu après dans la commune. Ce phénomène s’explique souvent par le fait qu’un ou plusieurs membres de la famille du réfugié passent dans la clandestinité et que le rapatriement est reporté jusqu’à ce que les autorités réussissent à retrouver l’ensemble de la famille. E´tant donné qu’apparemment la famille déboutée n’est rapatriée que lorsqu’elle est au complet, le passage à la « clandestinité » sert précisément dans certains cas à reporter le rapatriement.
Lokale besturen worden regelmatig geconfronteerd met de vaststelling dat uitgeprocedeerde asielzoekers door de politiediensten worden overgebracht naar Steenokkerzeel voor repatrie¨ring, maar na korte tijd reeds terug komen opdagen in de gemeente. Veelal heeft dit te maken met het feit dat een of meerdere gezinsleden « onderduiken » en men de repatrie¨ring uitstelt tot wanneer men er in slaagt het volledig gezin op te pakken. Gelet op de vaststelling dat het terugsturen blijkbaar gekoppeld wordt aan het voltallig zijn van het uitgeprocedeerd gezin, wordt het « onderduiken » in sommige gevallen toegepast, juist om de repatrie¨ring uit te stellen.
Pourriez-vous me fournir les informations suivantes pour les années 2002, 2003 et 2004 :
Kan u voor de jaren 2002, 2003 en 2004 meedelen :
1. De combien de personnes qui ont été transférées au centre de rapatriement ou qui se sont présentées spontanément en vue de leur rapatriement, celui-ci a-til finalement été annulé ou reporté ?
1. Hoeveel personen werden er weggevoerd of boden zich spontaan aan om te worden gerepatrieerd, maar wiens repatrie¨ring uiteindelijk werd afgelast of uitgesteld ?
2. Quelles étaient les causes de cette annulation ou de ce report ?
2. Welke oorzaken lagen aan de basis van deze afgelasting of uitstel ?
3. Combien de temps s’est-il écoulé en moyenne entre le premier transfert et le rapatriement réel ?
3. Wat was in die gevallen de gemiddelde tijd die verstreek tussen de eerste « opname » en de effectieve repatrie¨ring ?
4. Combien de personnes ont-elles disparu après avoir reçu la notification de l’ordre de quitter le territoire et n’ont donc pas pu être transférées au centre de rapatriement ?
4. Hoeveel personen werden na de betekening van het bevel om het grondgebied te verlaten, nadien niet meer teruggevonden om te worden weggevoerd naar het repatrie¨ringscentrum ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 375 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 375 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8316
Ci-dessous vous trouvez un tableau récapitulatif du nombre d’éloignements en 2001, 2002, 2003 et 2004 (jusqu’en septembre inclus).
2001
Rapatriements* — Repatrie¨ringen*
Hieronder vindt u een overzichtstabel van het aantal verwijderingen in 2001, 2002, 2003 en 2004 (tot en met september).
Renvois et reconduites à la frontière — Terugdrijvingen en grensleidingen
Départ volontaire — Vrijwillig vertrek
Janvier. — Januari ......... Février. — Februari ........ Mars. — Maart .............. Avril. — April ................ Mai. — Mei ................... Juin. — Juni ................... Juillet. — Juli ................. Août. — Augustus .......... Septembre. — September Octobre. — Oktober ...... Novembre. — November Décembre. — December .
246 347 455 392 612 559 508 493 569 684 419 438
639 442 451 511 490 501 427 524 483 439 316 399
214 318 330 327 377 271 333 352 324 288 264 235
Total. — Totaal ..............
5 722
5 622
3 633
(*) = y compris les mineurs non accompagnés à la demande du juge de la jeunesse.
2002
Rapatriements* — Repatrie¨ringen*
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
099 107 236 230 479 331 268 369 376 411 999 1 072
14 977
(*) = inclusief niet-begeleide minderjarigen op vraag van de jeugdrechter.
Renvois et reconduites à la frontière — Terugdrijvingen en grensleidingen
Départ volontaire — Vrijwillig vertrek
Janvier. — Januari ......... Février. — Februari ........ Mars. — Maart .............. Avril. — April ................ Mai. — Mei ................... Juin. — Juni ................... Juillet. — Juli ................. Août. — Augustus .......... Septembre. — September Octobre. — Oktober ...... Novembre. — November Décembre. — December .
406 487 653 518 608 696 773 631 671 815 712 540
337 328 361 376 414 309 360 413 405 356 329 263
137 188 256 283 360 275 289 376 301 339 259 162
Total. — Totaal ..............
7 510
4 251
3 225
(*) = y compris les mineurs non accompagnés à la demande du juge de la jeunesse.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Total — Totaal
2004
Total — Totaal
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
880 003 270 177 382 280 422 420 377 510 300 965
14 986
(*) = inclusief niet-begeleide minderjarigen op vraag van de jeugdrechter.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
2003
8317
Rapatriements* — Repatrie¨ringen*
Renvois et reconduites à la frontière — Terugdrijvingen en grensleidingen
Départ volontaire — Vrijwillig vertrek
Janvier. — Januari ......... Février. — Februari ........ Mars. — Maart .............. Avril. — April ................ Mai. — Mei ................... Juin. — Juni ................... Juillet. — Juli ................. Août. — Augustus .......... Septembre. — September Octobre. — Oktober ...... Novembre. — November Décembre. — December .
644 664 618 641 690 656 665 569 622 866 607 500
299 259 314 298 272 266 288 284 283 302 292 391
227 262 242 210 241 233 255 225 202 237 240 246
Total. — Totaal ..............
7 742
3 548
2 820
(*) = y compris les mineurs non accompagnés à la demande du juge de la jeunesse.
2004
Rapatriements* — Repatrie¨ringen*
Total — Totaal
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
170 185 174 149 203 155 208 078 107 405 139 137
14 110
(*) = inclusief niet-begeleide minderjarigen op vraag van de jeugdrechter.
Renvois et reconduites à la frontière — Terugdrijvingen en grensleidingen
Départ volontaire — Vrijwillig vertrek
Total — Totaal
Janvier. — Januari ......... Février. — Februari ........ Mars. — Maart .............. Avril. — April ................ Mai. — Mei ................... Juin. — Juni ................... Juillet. — Juli ................. Août. — Augustus .......... Septembre. — September Octobre. — Oktober ...... Novembre. — November Décembre. — December .
431 554 765 500 497 604 447 435 500
271 309 267 139 162 131 136 121 173
273 238 267 325 241 261 260 272 268
975 1 101 1 299 964 900 996 843 828 941 0 0 0
Total. — Totaal ..............
4 733
1 709
2 405
8 847
(*) = y compris les mineurs non accompagnés à la demande du juge de la jeunesse.
(*) = inclusief niet-begeleide minderjarigen op vraag van de jeugdrechter.
La rubrique « départ volontaire » comprend aussi bien les personnes qui :
De rubriek « vrijwillig vertrek » omvat zowel de personen die :
— sont parties avec l’OIM sans avoir été détenus;
— niet opgesloten met IOM vertrokken;
— sont parties avec l’OIM des centres fermés;
— vanuit de gesloten centra met IOM vertrokken;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8318
— se sont présentées volontairement et pour qui une réservation de vol et un billet d’avion ont été réglés par l’OE et de qui le départ a été controˆlé.
— zich vrijwillig aanboden en voor wie een vluchtreservatie en een vliegtuigticket geregeld werd door DVZ en van wie het vertrek werd gecontroleerd.
1. Raisons qui peuvent être à la base de l’annulation ou du report de l’éloignement
1. Redenen die kunnen aan de basis liggen van de afgelasting of het uitstel van de verwijdering
Il faut noter que la détention administrative des illégaux et demandeurs d’asile déboutés se fait dans le but de pouvoir effectivement éloigner les intéressés du territoire. L’enfermement dans ce cas ne peut être effectué que pour le délai strictement nécessaire à l’exécution de la mesure d’éloignement tel que prévu dans la loi relative aux étrangers. L’enfermement peut être prorogé d’un délai de deux mois dans le cadre de la procédure d’identification.
Opgemerkt moet worden dat de administratieve vasthouding van illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers tot doel heeft de betrokkenen daadwerkelijk van het grondgebied te verwijderen. De opsluiting in dat verband kan slechts doorgevoerd worden voor de termijn die strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de verwijderingsmaatregel zoals bepaald in de vreemdelingenwet. De vasthouding kan met een termijn van twee maanden verlengd worden in het kader van de identificatieprocedure.
S’il apparaıˆt qu’aucun document de voyage ne peut être obtenu ou qu’il y a d’autres raisons qui empêchent l’exécution de l’éloignement, il n’y a qu’une option, notamment la libération de personnes concernées.
Wanneer blijkt dat geen reisdocumenten worden bekomen of er andere redenen aanwezig zijn die de uitvoering van de verwijdering beletten, is er slechts één optie, namelijk de vrijstelling van de betrokken personen.
Quand cependant l’éloignement est complètement organisé et que les personnes concernées refusent de partir, une nouvelle décision d’enfermement est prise et un nouveau délai de deux mois commence à courir. Dans de tels cas, les personnes concernées sont, de par leur comportement rebelle, elles-mêmes à la base du rallongement de la durée de l’enfermement;
Wanneer echter de verwijdering volledig georganiseerd is en de betrokken personen weigeren te vertrekken, wordt een nieuwe beslissing tot vasthouding genomen en begint een nieuwe termijn van twee maanden te lopen. In dergelijke gevallen, liggen de betrokken personen zelf door hun weigerachtig gedrag aan de basis van het oplopen van de duur van opsluiting.
Les raisons suivantes peuvent être à la base de l’annulation ou du report de l’éloignement :
Volgende redenen kunnen aan de basis liggen van afgelasting of uitstel van de verwijdering :
— objection médicale du médecin du centre opposé à l’éloignement;
— medisch bezwaar van de centrumarts tegen de verwijdering;
— une personne doit être libérée si, pour des raisons médicales, l’éloignement ne peut pas se faire dans un délai raisonnable et sans risque;
— een persoon moet vrijgesteld worden wanneer omwille van medische redenen de verwijdering niet binnen een redelijke termijn en niet zonder risico, kan uitgevoerd worden;
— si cette objection médicale vaut pour un délai court et que le rapatriement peut se faire dans un délai raisonnable, la personne reste enfermée;
— wanneer dit medisch bezwaar voor een korte duur geldt en de repatrie¨ring binnen een redelijke termijn kan uitgevoerd worden, wordt de persoon verder vastgehouden;
— l’obtention d’un document de voyage paraıˆt impossible;
— het bekomen van een reisdocument blijkt onmogelijk te zijn;
— l’organisation du rapatriement ne paraıˆt pas réalisable dans un délai raisonnable;
— de organisatie van de repatrie¨ring blijkt niet realiseerbaar binnen een redelijke termijn;
— mise en liberté à la suite d’une disposition du pouvoir judiciaire;
— invrijheidstelling ingevolge een beschikking van de rechterlijke macht;
— il faut libérer des places à d’autres enfermements prioritaires dans les centres pour des raisons de force majeure.
— er moeten om redenen van overmacht plaatsen vrijgemaakt worden in de centra voor andere prioritaire vasthoudingen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8319
2. La durée moyenne de séjour dans les centres fermés (en nombre de jours)
2002 ............ 2003 ............ 2004* ...........
2. De gemiddelde verblijfsduur in de gesloten centra (in aantal dagen)
INAD
TC127
RC127bis
CIB
CIM
CIV
1,98 1,61 2,05
12,98 8,5 9,11
14,34 11,9 19,13
30,64 32,64 59,36
39,96 41,9 53,69
34,07 41,22 46,12
(*) Jusqu’en septembre 2004 inclus.
(*) Tot en met september 2004.
3. Le nombre de personnes qui n’ont pas été retrouvées après notification d’un ordre de quitter le territoire. Nous n’avons aucune donnée à ce sujet.
3. Het aantal personen die na betekening van een bevel om het grondgebied niet meer werden teruggevonden Hierover zijn geen gegevens beschikbaar.
DO 2003200432265
DO 2003200432265
Question no 380 de M. Patrick De Groote du 30 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 380 van de heer Patrick De Groote van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Collectes de vêtements de seconde main.
Ophalen van tweedehands kleding.
En Belgique, divers organismes et associations procèdent à la collecte de vêtements soit de porte à porte, soit au moyen de conteneurs placés dans des parcs à conteneurs ou sur des terrains privés.
Verschillende instanties en verenigingen halen in Belgie¨ kleding op. Dit zowel via het ophalen van huis tot huis als via containers op containerparken of privédomein.
Or, le service public fédéral Intérieur pourrait être compétent pour l’organisation de ces collectes, du moins aux termes de l’arrêté royal du 22 septembre 1823 dont les dispositions concernent toutefois les collectes dans les églises et au domicile de particuliers. La responsabilité peut également incomber aux régions, à la Société publique des Déchets pour la Région flamande (SPDRF), puisque certaines instances (la SPDRF, notamment) considèrent les vêtements collectés comme des déchets textiles.
Voor het ophalen zou, althans volgens het koninklijk besluit van 22 september 1823, de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk kunnen zijn. Het betreft hier evenwel een koninklijk besluit houdende bepalingen nopens het doen van collecten in de kerken en aan huis. De verantwoordelijkheid kan evenwel ook liggen bij de gewesten, wat het Vlaams Gewest betreft bij de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), gezien instanties (onder meer OVAM) het ophalen aanzien als textielafval.
1. a) Quelles autorisations sont requises pour collecter des vêtements de seconde main ?
1. a) Welke vergunningen zijn noodzakelijk voor het inzamelen van tweedehands kleding ?
b) Quelle autorité est responsable de la délivrance de ce(s) permis pour la collecte de textiles usagés ?
b) Welke overheid draagt de verantwoordelijkheid voor het afleveren van de(ze) vergunningen(en) voor het inzamelen van gebruikt textiel ?
2. Les vêtements collectés uniquement auprès de particuliers ou au moyen de conteneurs et qui n’ont pas encore été traités — c’est-à-dire triés, en l’occurrence — doivent-ils être considérés, ainsi que l’affirme la SPDRF, comme des déchets textiles ?
2. Gaat het hier zoals OVAM weldegelijk beweert om textielafval, wanneer de ingezamelde kleding enkel opgehaald is aan huis of per container en wanneer er nog geen bewerking is uitgevoerd, in casu het sorteren ?
3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre contre les pratiques douteuses auxquelles se livrent des
3. Wat meent u te kunnen doen aan de duistere praktijken van personen die voor eigen gewin kleding
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8320
personnes qui collectent des vêtements à leur profit et les vendent (au noir, ou non) à des entreprises de triage non autorisées, principalement actives dans la région de Termonde — Saint-Nicolas — Lokeren et dans la Région de Bruxelles-Capitale ?
inzamelen en alle ingezamelde waren verkopen (al dan niet in het zwart) bij niet-vergunde sorteerbedrijven, voornamelijk actief in de regio Dendermonde — SintNiklaas — Lokeren en in het Brussels Gewest ?
L’arrêté royal précité ne leur serait pas applicable dès lors qu’elles réalisent des collectes à leur profit et non pour une bonne cause. Toutefois, elles font référence à une activité caritative pour convaincre les gens de faire don de vêtements, tout en faisant allusion à la défense de l’environnement.
Het betreffende koninklijk besluit zou op hen niet van toepassing zijn, gelet zij niet inzamelen voor een goed doel, maar voor eigen gewin. Nochtans zinspelen zij bij het omroepen kleding te geven voor het goede doel door onder meer zinsneden te gebruiken als « het milieu is ons hier dankbaar voor ».
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 380 de M. Patrick De Groote du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 380 van de heer Patrick De Groote van 30 september 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après une réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hierna het antwoord op de door hem gestelde vragen.
1. a) Les collectes à domicile (entre autres de vêtements de seconde main) entreprises dans un but charitable sont soumises à une obligation d’autorisation en application de l’arrêté royal du 22 septembre 1823 contenant des dispositions à l’égard des collectes dans les églises et à domicile.
1. a) Voor het huis-aan-huis inzamelen voor een goed doel (van onder andere tweedehands kledij) is uitsluitend een vergunning nodig in toepassing van het koninklijk besluit van 22 september 1823 houdende bepalingen nopens het doen van collecten in de kerken en aan de huizen.
Les collectes organisées par des institutions de piété ou de bienfaisance reconnues, à savoir les centres publics d’aide sociale et les fabriques d’église, et d’autre part, les collectes ayant un autre but que la charité (par exemple les collectes organisées dans le cadre d’un divertissement ou qui poursuivent un but scientifique, littéraire, politique ou philosophique) ne sont pas soumises à une autorisation.
De collecten die gehouden worden door erkende godsdienstige of liefdadige instellingen, met name de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de kerkfabrieken, en anderzijds, de collecten gehouden met enig ander doel dan liefdadigheid (bijvoorbeeld collecten voor vermaak of uit wetenschappelijk, literair, politiek of filosofisch oogpunt), zijn niet aan een vergunning onderworpen.
b) Les autorisations en application de l’arrêté royal du 22 septembre 1823 sont délivrées par :
b) De vergunningen in toepassing van het koninklijk besluit van 22 september 1823 worden afgeleverd door :
— le collège des bourgmestre et échevins, si les collectes ont lieu dans une seule commune;
— het college van burgemeester en schepenen, wanneer de collecten in één gemeente gehouden worden;
— par la députation permanente de la province, si les collectes ont lieu dans plusieurs communes d’une même province;
— de bestendige deputatie van de provincie, wanneer de collecten gehouden worden in meerdere gemeenten van éénzelfde provincie;
— par le gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, si les collectes ont lieu dans plusieurs communes de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale;
— de Brusselse Hoofdstedelijke regering, wanneer de collecten gehouden worden in meerdere gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;
— par le Roi, sur la proposition du ministre de l’Intérieur, si les collectes ont lieu sur le territoire de plusieurs provinces.
— de Koning, op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken, wanneer de collecten op het grondgebied van verschillende provincies worden gehouden.
2. Les collectes de vêtements à domicile ne doivent pas être considérées comme l’enlèvement de déchets
2. De huis-aan-huis kledij-inzamelingen moeten niet aanzien worden als het ophalen van afval maar
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8321
mais plutoˆt comme un don de la population au profit d’une bonne œuvre.
eerder als een gift door de bevolking voor een goed doel.
3. Je ne suis pas au courant des pratiques que vous citez. Chaque citoyen qui constate une irrégularité dans le déroulement d’une collecte est libre d’en avertir le bourgmestre de la commune où cette pratique a été mise à jour.
3. Ik ben niet op de hoogte van de door u geciteerde praktijken. Het staat elke persoon vrij die een onregelmatigheid vaststelt in het verloop van een ophaling om de burgemeester van de gemeente waar deze praktijk aan het licht gekomen is, daarvan op de hoogte te brengen.
DO 2003200432286
DO 2003200432286
Question no 384 de M. Bart Laeremans du 1er octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 384 van de heer Bart Laeremans van 1 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Dernières élections. — Dépenses maximales pour les bureaux principaux de canton du Brabant flamand.
Voorbije verkiezingen. — Maximumuitgaven voor kantoorhoofdbureaus van Vlaams-Brabant.
Il me revient que les montants qui ont été mis, lors des dernières élections, à la disposition des présidents des bureaux principaux de canton pour les dépenses des membres de leur bureau auraient été réduits de moitié par rapport aux élections antérieures.
Ik verneem dat de bedragen die aan de voorzitters van de kantonhoofdbureaus bij de voorbije verkiezingen ter beschikking werden gesteld in verband met de uitgaven van de leden van de kantonhoofdbureaus, gehalveerd zouden zijn ten opzichte van vroeger.
C’est ainsi, par exemple, que le montant maximum des dépenses a été fixé à 2 460 euros pour Asse, à 320 euros pour Opglabeek et à 1 620 euros pour Haacht. Il me revient également qu’un chauffeur et un garde du corps auraient été mis à la disposition de chaque président d’un bureau principal de canton.
Zo werd bijvoorbeeld de maximumuitgave voor Asse vastgesteld op 2 460 euro, voor Opglabeek zou dit 320 euro geweest zijn en voor Haacht 1 620 euro. Ook verneem ik dat elke voorzitter van een kantonhoofdbureau zowel een chauffeur als een bodyguard ter beschikking zou gekregen hebben.
1. Pourriez-vous me fournir un tableau comparatif des montants maximums des dépenses pour les bureaux principaux de canton du Brabant flamand en 2003 et en 2004 ?
1. Kan u een vergelijkend overzicht geven van de maximumuitgaven voor de kantonhoofdbureaus van Vlaams-Brabant in 2003 en 2004 ?
2. Pourriez-vous également m’indiquer les montants réellement dépensés pour chaque canton, et ce par année ?
2. Kan voor elk kanton en per jaar ook worden weergegeven welke bedragen effectief werden uitgegeven ?
3. a) Est-il exact qu’un chauffeur et un garde du corps ont été mis à la disposition de chaque président d’un bureau principal de canton ?
3. a) Klopt het dat elke voorzitter van een kantonhoofdbureau een chauffeur en een bodyguard ter beschikking kreeg ?
b) Quel couˆt cela représentait-il par canton ?
b) Wat was de kostprijs hiervoor per kanton.
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 384 de M. Bart Laeremans du 1er octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 384 van de heer Bart Laeremans van 1 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid de onderstaande antwoorden te verstrekken op zijn vragen.
1 et 2. L’article 130, dernier alinéa, du Code électoral dispose que le gouverneur de province ou le gouverneur de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale règle la répartition des frais électo-
1 en 2. Artikel 130, laatste lid, van het Kieswetboek bepaalt dat de provinciegouverneur of de gouverneur van het administratief arrondissement van BrusselHoofdstad de omslag regelt van de verkiezingsuitga-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1052
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8322
raux de chaque bureau principal entre les communes ` la suite de la réforme faisant partie de son ressort. A du budget provincial et de l’introduction de la nouvelle comptabilité provinciale pendant la période 2000-2002, cette disposition a été ajoutée au Code électoral par la loi du 11 mars 2003.
ven van elk hoofdbureau onder de gemeenten die eronder ressorteren. Deze bepaling is toegevoegd in het Kieswetboek bij de wet van 11 maart 2003 ingevolge de hervorming van de provinciale begroting en de invoering van de nieuwe provinciale boekhouding in de periode 2000-2002.
Le 7 avril 2004, le Collège des gouverneurs a élaboré, à compter des élections du 13 juin 2004 pour le Parlement européen et pour les conseils communautaires et régionaux et pour l’ensemble du pays, une réglementation uniforme concernant les indemnités octroyées aux membres des bureaux principaux électoraux (au niveau du canton, de la circonscription et du collège). Cette réglementation uniforme élaborée par le Collège des gouverneurs a pour effet que, d’une part, dans toute la Belgique pour des prestations équivalentes lors des élections, les membres des bureaux principaux sont tous indemnisés de façon égale et correcte, et que, d’autre part, il n’y a pas d’indemnités excessives qui sont exigées des communes. Ce sont finalement les administrations communales qui doivent payer les indemnités accordées aux membres des différents bureaux principaux électoraux.
Vanaf de verkiezingen op 13 juni 2004 voor het Europese Parlement en gewest- en gemeenschapsraden is door het College van gouverneurs op 7 april 2004 een uniforme regeling uitgewerkt aangaande de vergoedingen voor de leden van de kieshoofdbureaus (op niveau van kanton, kieskring en college) voor het ganse land. De uitwerking van een uniforme regeling door het College van gouverneurs leidt ertoe dat, enerzijds, de leden van de kieshoofdbureaus in geheel Belgie¨ op een gelijkmatige en correcte manier worden vergoed voor gelijkwaardige prestaties bij verkiezingen en, anderzijds, geen buitenmatige vergoedingen ten laste van de gemeenten worden omgeslagen. Het zijn ten slotte de gemeentebesturen die de vergoedingen van de onderscheidene kieshoofdbureaus dienen te dragen.
Cette réglementation du Collège des gouverneurs a été communiquée par la circulaire du gouverneur de la province du Brabant flamand, datée du 6 mai 2004 et adressée aux présidents des bureaux principaux électoraux de son ressort. Le 28 mai 2004, le Gouverneur a complété sa circulaire par une explication complémentaire.
Deze regeling van het College van gouverneurs is bij omzendbrief van 6 mei 2004 van de heer Gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant meegedeeld aan de voorzitters van de kieshoofdbureaus in zijn ambtsgebied. Op 28 mei 2004 is nog een aanvullende toelichting op deze omzendbrief door de heer Gouverneur verstrekt.
Cette circulaire prévoit, entre autres, une indemnité par bureau principal de canton en fonction du nombre d’électeurs et de celui des bureaux de vote du canton électoral. La fixation à partir des élections de 2004, par circulaire du gouverneur, du montant maximum par canton électoral, explique pourquoi, en certains cantons électoraux, le montant total des indemnités octroyées aux membres des bureaux principaux de canton lors des élections de 2004 soit inférieur au montant payé à l’occasion des élections de 2003 lorsque la réglementation uniforme élaborée par le Collège des gouverneurs ne fut pas encore d’application.
De omzendbrief voorziet onder meer een vergoeding per kantonhoofdbureau in functie van het aantal kiezers en kiesbureaus in het kieskanton, alsook een maximumbedrag per kieskanton. Het vaststellen van een maximumbedrag per kieskanton vanaf de verkiezingen 2004 bij omzendbrief van de provinciegouverneur verklaart waarom in sommige kieskantons het totaalbedrag van vergoedingen aan de leden van de kantonhoofdbureaus lager ligt bij de verkiezingen in 2004 dan bij de verkiezingen in 2003, toen de uniforme regeling van het College van gouverneurs nog niet van toepassing was.
Veuillez trouver ci-dessous le tableau, daté du 7 octobre 2004, mentionnant les montants des indemnités accordées aux bureaux principaux de canton par les services du gouverneur de la province du Brabant flamand.
Hieronder vindt u de tabel van 7 oktober 2004 met de vergoedingen aan de kantonhoofdbureaus in 2003 en 2004 van de diensten van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8323
E´lections du 18 mai 2003 et du 13 juin 2004 Indemnités octroyées aux membres des bureaux principaux de canton et à leurs collaborateurs dans la province du Brabant flamand Les montants maxima et les montants effectivement payés par canton
Canton — Kanton (1)
E´lections 2003 Verkiezingen 2003 — Montant maximum des indemnités — Maximumbedrag vergoedingen (2)
Aarschot (NG/NAU) ...... Asse (G/AU) ................... Diest (NG/NAU) ............ Glabbeek (G/AU) ........... Haecht/Haacht (G/AU) .. Hal/Halle (NG/NAU) ..... Landen (NG/NAU) ......... Lennik (NG/NAU) ......... Louvain/Leuven (G/AU) . Meise (NG/NAU) ........... Tirlemont/Tienen (NG/ NAU) .............................. Vilvo(o)rde (G/AU) ........ Zaventem (G/AU) ........... Zoutleeuw-Léau (G/AU) .
E´lections 2003 Verkiezingen 2003 — Montant (en euros) des indemnités effectivement payées — Bedrag (in euro) van de effectief betaalde vergoedingen
E´lections 2004 Verkiezingen 2004 — Montant maximum des indemnités (en euros) — Maximumbedrag vergoedingen (in euro) (3)
E´lections 2004 Verkiezingen 2004 — Montant (en euros) des indemnités effectivement payées — Bedrag (in euro) van de effectief betaalde vergoedingen
/ / / / / / / / / /
1 955,00 3 057,90 11 384,00 / (4) 1 981,50 10 425,86 / (4) 9 407,50 8 745,05 (5) 8 992,50
3 220,00 2 460,00 3 960,00 320,00 1 520,00 7 880,00 1 300,00 3 760,00 3 260,00 7 200,00
1 730,00 2 087,85 3 958,00 / (6) 1 508,00 7 875,00 / (6) / (6) / (6) / (6)
/ / / /
5 983,00 6 047,75 940,76 / (4)
3 580,00 1 360,00 1 700,00 500,00
3 576,00 / (6) / (6) / (6)
(1) AU = vote automatisé, NAU = vote non automatisé. (2) Pas de montants maxima fixés en 2003. (3) Calculé sur la base de la formule : (3) — en cas de vote automatisé : nombre de bureaux de vote × 20 euros; (3) — en cas de vote non automatisé : [nombre de bureaux de vote + (nombre de bureaux de dépouillement × 3)] × 20 euros, afin de tenir compte des taˆches spécifiques supplémentaires des bureaux principaux des cantons non automatisés. (4) Pas de déclarations de créance introduites. (5) Montant maximum du bureau principal de circonscription ou de canton. (6) Les déclarations de créancen’ont pas encore été reçues et/ ou payées. ` part ces indemnités, le président et les membres Nota bene : A du bureau principal de canton reçoivent également les jetons de présence légaux accordés par l’E´tat fédéral : 62 euros sont octroyés au président de canton et 25 euros au secrétaire et aux assesseurs du bureau principal de canton. Les frais de déplacement du président, du secrétaire et des membres des bureaux principaux de canton sont également supportés par l’E´tat.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Verkiezingen van 18 mei 2003 en 13 juni 2004 Vergoedingen voor de leden en de medewerkers van de kantonhoofdbureaus in de provincie Vlaams-Brabant Maximumbedragen en effectief betaalde bedragen per kanton
2004
(1) G = geautomatiseerde stemming, NG = nietgeautomatiseerde stemming. (2) Geen maximumbedragen vastgesteld in 2003. (3) Berekend op basis van de formule : (3) — bij geautomatiseerde stemming : aantal stembureaus × 20 euro; (3) — bij niet-geautomatiseerde stemming : [aantal stembureaux + (aantal stemopnemingsbureaus × 3)] × 20 euro, teneinde zo rekening te houden met de specifieke, bijkomende taken voor de hoofdbureaus van de kantons met niet-geautomatiseerde stemming. (4) Geen schuldvorderingsstaten ingediend. (5) Totaalbedrag van het kieskring en kantonhoofdbureau. (6) Nog geen schuldvorderingsstaten ontvangen en/of betaald Nota bene : Naast deze vergoedingen ontvangen de voorzitter en de leden van het kantonhoofdbureau ook het wettelijke presentiegeld van de Staat : 62 euro voor de kantonvoorzitter en 25 euro voor de secretaris en voor de bijzitters van het kantonhoofdbureau. De reiskosten van de voorzittende secretaris en de leden van de kantonhoofdbureaus worden ook door de Staat gedragen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8324
3. E´tant donné qu’à la suite d’actions en faveur de la scission de la circonscription de Bruxelles-HalVilvorde des incidents pouvaient se produire dans les bureaux de vote des cantons électoraux de l’arrondissement de Hal-Vilvorde, il fut demandé aux présidents de canton d’être vigilants dans leur canton le jour du scrutin et, là où c’était nécessaire, d’agir sur place. C’est pourquoi, il fut demandé aux présidents de canton s’ils possédaient une voiture, ou s’ils souhaitaient obtenir une voiture avec chauffeur. Uniquement le président du canton d’Asse a voulu bénéficier de cette proposition. Il ne fut jamais question de faire accompagner les présidents de canton le jour du scrutin par un garde du corps. Le coût pour mettre le dimanche 13 juin 2004, de 7 à 16 heures (pendant 9 heures), une voiture avec chauffeur à la disposition du président du canton d’Asse s’éleva, au prix de 50 euros l’heure, à : (50 euros × 9) + TVA = 546,75 euros.
3. Gelet op mogelijke incidenten in de stembureaus van de kieskantons van het arrondissement HalleVilvoorde door acties voor de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is aan de kantonvoorzitters verzocht om waakzaam te zijn op de dag van de stemming in hun kieskantons en waar nodig vlug ter plaatse op te treden. Aan de kantonvoorzitters is hiervoor gevraagd of zij eigen vervoer hadden of een auto met chauffeur wensten. Enkel de kantonvoorzitter van Asse is op dit voorstel ingegaan. De overige kantonvoorzitters hadden reeds voor eigen vervoer gezorgd. Nooit is er sprake geweest om de kantonvoorzitters een bewaker op de stemmingsdag te bezorgen. De kostprijs voor het ter beschikking stellen van een wagen met chauffeur aan de kantonvoorzitter van Asse op zondag 13 juni 2004 van 7 uur tot 16 uur (9 uren) bedroeg : 50 euro per uur of 9 uren × 50 euro + BTW = 546,75 euro.
DO 2003200432344
DO 2003200432344
Question no 389 de M. Bart Laeremans du 5 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 389 van de heer Bart Laeremans van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Obligation de bilinguisme au Centre de Physique du Globe de Dourbes.
Verplichte tweetaligheid bij het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes.
L’IRM est un établissement scientifique fédéral et doit dès lors offrir un service bilingue, etc. L’institut dispose toutefois également d’une station de mesure à Dourbes, en Wallonie. Celle-ci fournit des prestations pour l’ensemble du pays et doit donc également être bilingue. Il ne s’agit donc pas d’une section régionale d’un service fédéral (ou d’un « service extérieur »). Si ce centre dispose d’un site Internet entièrement bilingue, il n’utilise toutefois que la dénomination ou l’abréviation francophone, comme en témoigne son site Internet : http ://meteo.be/CPG/. On peut par exemple y lire ce qui suit : « Welkom op de website van het « Centre de Physique du Globe ». L’on peut procéder au même constat dans l’article « Happy birthday, centre de physique du globe » paru dans le no 38 du magazine « De Regie » (journal du personnel de la Régie des Baˆtiments) de juillet 2004, p. 3-5.
Het KMI is een federale wetenschappelijke instelling en moet dus tweetalig zijn in haar dienstverlening enzovoort. Het KMI beschikt echter ook over een meetafdeling te Dourbes in Wallonie¨. Deze afdeling werkt voor het gehele land en moet dus ook tweetalig zijn. Het gaat dus niet om een regionale afdeling van een federale dienst (of zogenaamde buitendienst). Ik merk op dat dit centrum een perfect tweetalige webstek heeft. Maar het centrum gebruikt enkel en alleen de Franse benaming of afkorting van die Franse benaming. Het volstaat om volgende webstek te bezoeken : http ://www.meteo.be/CPG/. Men spreekt dus bijvoorbeeld van : Welkom op de webstek van het « Centre de Physique du Globe ». U kunt dit ook controleren in het tijdschrift « De Regie » (personeelsblad van de Regie der Gebouwen), juli 2004, nr. 38, blz. 3-5 in het artikel « Happy birthday, centre de physique du globe ».
D’autres établissements scientifiques fédéraux utilisent bien une dénomination et une abréviation bilingues. Je songe au Centre d’étude de l’énergie nucléaire de Mol, situé en Flandre, dont l’adresse Internet (http ://www.sclcen.be/) comporte déjà l’abréviation dans les deux langues (FR-NL), contrairement au site de la station de Dourbes. Dans les offres d’emploi également (même exclusivement rédigées en néerlandais), le CEN utilise toujours la dénomination bilingue.
Andere federale wetenschappelijke instellingen werken wel met een tweetalige benaming en afkorting. Zo verwijs ik naar het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol, gelegen in Vlaanderen, via de webstek http ://www.sckcen.be/. Hier wordt dus zelfs al in het internetadres gebruik gemaakt van de twee afkortingen (NL-FR) terwijl dat bij Dourbes niet het geval is. Ook in vacatures (zelfs puur eentalig Nederlandstalige) gebruikt het SCK altijd de tweetalige benaming.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8325
` votre estime, serait-il opportun que la station 1. A de Dourbes utilise également une dénomination (ou abréviation) en néerlandais dans les publications en néerlandais, sur le site Internet, etc., afin d’établir ainsi clairement son bilinguisme ?
1. Is het volgens u wenselijk dat ook in Dourbes in de Nederlandstalige publicaties, webstek, enzovoort, een Nederlandstalige naam (of afkorting) gebruikt kan worden om op die wijze ook de tweetaligheid van de dienst duidelijk te maken ?
2. Pourriez-vous indiquer comment sont répartis les emplois (F/N) dans le centre précité et quels critères sont retenus à cet effet ?
2. Kan u meedelen hoe de verdeling van de betrekkingen (N/F) in het genoemd centrum gebeurt en welke criteria hiervoor aan de dag gelegd worden ?
3. Combien de néerlandophones et combien de francophones ont-ils fourni la preuve de leur connaissance de l’autre langue ?
3. Hoeveel Nederlandstaligen en hoeveel Franstaligen hebben het bewijs geleverd van de kennis van de andere taal ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 389 de M. Bart Laeremans du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 389 van de heer Bart Laeremans van 5 oktober 2004 (N.) :
Suivant le principe unanimement admis que chaque ministre est responsable de l’application de la législation linguistique dans son département et dans les institutions qui en dépendent, il revient au ministre compétent pour les institutions scientifiques fédérales de donner une réponse. (Question no 35 du 22 novembre 2004.)
Uitgaande van het steeds gehuldigde principe dat iedere minister verantwoordelijk is voor de toepassing van de taalwetgeving in zijn departement en de eronder ressorterende instellingen, komt het aan de minister bevoegd voor de federale wetenschappelijke instellingen toe een antwoord te geven. (Vraag nr. 35 van 22 november 2004.)
DO 2003200432354
DO 2003200432354
Question no 390 de M. Mark Verhaegen du 5 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 390 van de heer Mark Verhaegen van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Aide fédérale aux communes dans le domaine de la sécurité et de la prévention du cambriolage. — Communes de la province d’Anvers. — Critères.
Federale steun voor veiligheid en inbraakpreventie. — Gemeenten in de provincie Antwerpen. — Criteria.
Dans notre pays, 66 communes pourraient bénéficier d’une aide financière en matière de sécurité et de prévention du cambriolage.
Naar blijkt zijn er in ons land 66 gemeenten die in aanmerking komen voor financie¨le hulp voor veiligheid en inbraakpreventie.
1. Quelles communes de la province d’Anvers peuvent bénéficier de cette aide en 2004 et quelles communes en ont bénéficié en 2003 ?
1. Welke gemeenten in de provincie Antwerpen komen in aanmerking in 2004 en welke gemeenten ontvingen een bijdrage in 2003 ?
2. En vertu de quels critères accordez-vous cette aide financière ?
2. Welke criteria hanteert u voor het bekomen van deze financie¨le subsidie ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 390 de M. Mark Verhaegen du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 390 van de heer Mark Verhaegen van 5 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
1. Les communes de la province d’Anvers entrant en ligne de compte sont les communes d’Anvers, Boom, Geel, Herentals, Lier, Malines, Mol, Turnhout et Wommelgem.
1. De gemeenten van de provincie Antwerpen die in aanmerking komen zijn : Antwerpen, Boom, Geel, Herentals, Lier, Mechelen, Mol, Turnhout en Wommelgem.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8326
Mon administration vient de conclure le controˆle des demandes de soutien financier pour l’année 2003. Je peux vous informer que, mis à part la Ville d’Anvers, les communes précitées ont toutes introduit un dossier pour l’année 2003 et recevront toutes une aide financière.
J’envisage également une nouvelle approche avec plus d’impact sur le but à atteindre, à savoir stimuler la volonté de prévention et le sentiment de responsabilité relatif à la lutte contre le cambriolage chez les citoyens. Ceci se passera en étroite concertation avec l’administration concernée, les services de police et les acteurs de prévention.
Mijn administratie heeft de controle van de aanvragen voor financie¨le ondersteuning voor het jaar 2003 afgesloten. Ik kan u meedelen dat de voornoemde gemeenten, met uitzondering van de gemeente Antwerpen, allemaal een dossier hebben ingediend voor het jaar 2003 en zij allemaal de financie¨le steun zullen krijgen. 2. De criteria voor toekenning van de toelagen voor inbraakpremies zijn bepaald in de koninklijke besluiten van 10 april 1995 (Belgisch Staatsblad van 15 september 1995) en van 8 september 1997 (Belgisch Staatsblad van 12 december 1997). Er zijn vier cumulatieve criteria. De selectie van de gemeenten is in eerste instantie gebaseerd op de criminaliteitscijfers (het aantal geregistreerde inbraken op het grondgebied van de gemeente moet gelijk zijn of groter dan honderd per jaar). Vervolgens moet de gemeente autonoom een 24 uur permanentie van de gemeentepolitie voorzien of betrokken zijn in een intergemeentelijke samenwerking tussen de verschillende politiekorpsen. Bovendien moet de gemeente uit eigen middelen een budget voorzien dat minimum een tweede bedraagt van de toelage toegekend door de minister van Binnenlandse Zaken, om het maximale bedrag van de financie¨le hulp te bekomen. Ten slotte dient de gemeente een contract tot toekenning van financie¨le hulp in het kader van de inbraakpreventie te hebben gesloten. Ik heb vastgesteld dat de huidige selectie van 66 gemeenten nog steeds gebaseerd is op de criminaliteitscijfers inzake inbraken van 1995. Deze oorspronkelijke selectie wordt jaarlijks herbevestigd terwijl de criminaliteitscijfers evolueren. Daarom zal dit dispositief, dat al verschillende jaren bestaat, worden gee¨valueerd en geactualiseerd. Ik bekijk eveneens de mogelijkheden tot nieuwe aanpak met meer impact op het te bereiken doel met name de preventiebereidheid en het verantwoordelijkheidsgevoel inzake inbraakbestrijding bij de burgers aanwakkeren. Dit zal gebeuren in nauw overleg met de betrokken administratie, de politiediensten en de preventiemedewerkers.
DO 2004200502410
DO 2004200502410
Question no 399 de Mme Frieda Van Themsche du 13 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Enfants exposés. La presse rapporte régulièrement des cas d’enfants exposés. Par enfant exposé, j’entends un enfant en vie
Vraag nr. 399 van mevrouw Frieda Van Themsche van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Te vondeling gelegde kinderen. Regelmatig duikt er in de pers een bericht op van een te vondeling gelegd kind. Met een te vondeling
2. Les critères d’octroi des subventions pour les primes anti-cambriolage sont définies dans les Arrêtés Royaux du 10 avril 1995 (Moniteur belge du 15 septembre 1995) et du 8 septembre 1997 (Moniteur belge du 12 décembre 1997). Ces critères sont au nombre de quatre et sont cumulatifs. La sélection des communes se fonde en premier lieu sur les chiffres de criminalité (le nombre de cambriolages enregistrès sur le territoire de la commune devant être équivalent ou supérieur à cent par an). Ensuite, la commune doit prévoir une permanence 24 heures sur 24 à la police communale de manière autonome ou doit participer à une collaboration intercommunale entre les différents corps de police. De plus, la commune doit également prévoir, de ses propres deniers, un budget équivalent à au moins la moitié de la subvention allouée par le ministre de l’Intérieur, pour obtenir un montant maximal de l’aide financière. Enfin, la commune doit avoir conclu un contrat d’aide financière dans le cadre de la prévention contre le cambriolage. J’ai constaté que les 66 communes ont été sélectionnées sur base de chiffres de criminalité de l’année 1995 concernant les cambriolages, chiffres qui entretemps ont évolués. C’est pourquoi, ce dispositif existant depuis plusieurs années sera évalué et actualisé.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8327
et correctement vêtu que l’on abandonne pour que, manifestement, il soit trouvé et pris en charge. Disposez-vous d’informations plus concrètes à ce sujet ?
gelegd kind bedoel ik een levend, goedgekleed kind dat achtergelaten werd met de duidelijke bedoeling om gevonden en verzorgd te worden. Hebt u hieromtrent meer concrete gegevens ?
1. Votre administration pourrait-elle indiquer combien d’enfants ont été abandonnés de cette manière au cours des dix (éventuellement seulement au cours des cinq) dernières années ?
1. Kan uw administratie meedelen hoeveel kinderen er de jongste tien jaar (eventueel slechts de jongste vijf jaar), werden achtergelaten als vondeling ?
2. De combien d’enfants a-t-on retrouvé les parents ?
2. Van hoeveel kinderen werden de ouders teruggevonden ?
3. Combien de nouveau-nés en vie ont-ils été abandonnés et retrouvés dans des toilettes, des parcs ou d’autres lieux ?
3. Hoeveel kinderen werden er als pasgeborene levend achtergelaten en teruggevonden in toiletten, parken, op andere plaatsen ?
4. Etablissez-vous une distinction, sur les plans juridique et pénal, entre les enfants exposés et les enfants abandonnés ?
4. Maakt u juridisch en strafrechtelijk een onderscheid tussen vondelingen en achtergelaten kinderen ?
5. L’exposition d’un enfant constitue-t-elle un acte punissable et, dans l’affirmative, quel est le taux de la peine ?
5. Is het te vondeling leggen van een kind een strafbare daad en zo ja, wat is de strafmaat ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 19 novembre 2004, à la question no 399 de Mme Frieda Van Themsche du 13 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 399 van mevrouw Frieda Van Themsche van 13 oktober 2004 (N.) :
En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.
Je ne peux que vous renvoyer à la réponse de ma collègue de la Justice à la suite de votre question écrite du 9 mars 2004 portant le numéro 204, dont c’est la compétence exclusive. (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 28, p. 4294.)
Ik kan u enkel verwijzen naar het antwoord van mijn collega van Justitie op uw schriftelijke vraag van 9 maart 2004 met nummer 204. Ze heeft de uitsluitende bevoegdheid hierover. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 28, blz. 4294.)
Le Service public fédéral Intérieur ne dispose, par ailleurs, pas de chiffres supplémentaires relatifs au nombre d’enfants abandonnés.
De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken beschikt overigens niet over bijkomende cijfers betreffende het aantal te vondeling gelegde kinderen.
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2003200410337
DO 2003200410337
Question no 41 de M. Alfons Borginon du 26 novembre 2003 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 41 van de heer Alfons Borginon van 26 november 2003 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Ministère. — Rapport sur le cadre du personnel. — Présentation du plan du personnel à la CPCL.
Ministerie. — Verslag personeelsformatie. — Voorlegging personeelsplan aan VCT.
Tous les six mois, le ministère des Affaires étrangères établit un rapport sur son cadre du personnel, qu’il
Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelt elke zes maanden een verslag op over haar personeelsformatie
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8328
soumet à la Commission permanente de controˆle linguistique (CPCL). Cette commission prend acte du rapport et, si des problèmes se présentent, elle s’adresse au ministre des Affaires étrangères.
dat zij voorlegt aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT). Deze commissie neemt akte van het verslag en indien er zich problemen voordoen, richt zij zich tot de minister van Buitenlandse Zaken.
Le dernier rapport date de 2002, lorsque le personnel statutaire a été réparti en degrés linguistiques. Toutefois, le problème est qu’à l’heure actuelle — en raison de la réforme Copernic — la structure des degrés linguistiques a changé : il y a, par exemple, l’arrivée des managers. Il n’y a pas encore de nouvelle version du rapport à adresser à la Commission permanente de controˆle linguistique. Ce rapport ne sera rédigé qu’après l’approbation du plan du personnel. Le service du personnel du ministère des Affaires étrangères n’a toutefois pas encore été informé de la manière dont les choses devraient être réglées à l’avenir et de la structure qui devrait éventuellement être observée.
Het laatste verslag dateert van 2002 waarbij het statutair personeel verdeeld werd in taaltrappen. Probleem is echter dat momenteel — als gevolg van de Copernicus-hervorming — de structuur van de taaltrappen veranderd is : zo is er bijvoorbeeld de komst van de managers. Een nieuwe versie van een verslag aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht is nog niet opgesteld. Dit zal pas gebeuren na de goedkeuring van het personeelsplan. De personeelsdienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken is echter nog niet geı¨nformeerd over hoe dit in de toekomst precies in zijn werk zal gaan; en of er al dan niet een zekere structuur dient te worden nageleefd.
1. Quand pourra-t-on obtenir des précisions sur le plan du personnel au ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au développement ?
1. Wanneer zal er enige duidelijkheid zijn over het personeelsplan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ?
2. Quand ce plan sera-t-il soumis à la Commission permanente de controˆle linguistique ?
2. Wanneer zal dit plan voorgelegd worden aan de Vaste Commissie voor taaltoezicht ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 19 novembre 2004, à la question no 41 de M. Alfons Borginon du 26 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 41 van de heer Alfons Borginon van 26 november 2003 (N.) :
1. Le plan de personnel 2004 a été approuvé par le ministre du Budget le 20 juillet 2004.
1. Het personeelsplan 2004 werd op 20 juli 2004 goedgekeurd door de minister van Begroting.
2. Le plan et la fixation des cadres linguistiques des degrés 3, 4 et 5 sont a présent soumis à la Commission permanente de controˆle linguistique.
2. Het plan wordt momenteel samen met de vaststelling van de taalkaders in de trappen 3, 4 en 5 voorgelegd aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
DO 2003200410383
DO 2003200410383
Question no 45 de M. André Frédéric du 3 décembre 2003 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 45 van de heer André Frédéric van 3 december 2003 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Départements. — Commission d’enquête parlementaire concernant les sectes. — Recommandations.
Departementen. — Parlementaire onderzoekscommissie « sekten ». — Aanbevelingen.
La commission d’enquête parlementaire visant à élaborer une politique en vue de lutter contre les pratiques illégales des sectes et les dangers qu’elles représentent pour la société et pour les personnes, particulièrement les mineurs d’aˆge, a rendu son rapport le 28 avril 1997.
De parlementaire onderzoekscommissie belast met de beleidsvorming ter bestrijding van de onwettige praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor de minderjarigen, diende op 28 april 1997 haar verslag in.
Dans ses recommandations (Doc. parl., Chambre, 1995-1996, no 313/8, p. 220 et suivantes), la commission insiste, d’une part, pour que les autorités fédérales prennent en compte de façon effective et coordonnée le phénomène sectaire et, d’autre part, sur la nécessité
In haar aanbevelingen (Parl. St., Kamer 1995-1996, nr. 313/8, blz. 220 en volgende) dringt de commissie erop aan dat de federale overheid het verschijnsel van de sekten daadwerkelijk en op een gecoo¨rdineerde manier aanpakt, en dat de wetgeving wordt aangepast
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8329
d’une adaptation de la législation aux dangers que représentent les organisations sectaires nuisibles.
om rekening te houden met het gevaar dat uitgaat van schadelijke sektarische organisaties.
1. Pour votre département, quelles recommandations précitées ont été suivies concrètement d’effets (éventuellement en coordination avec d’autres départements) ?
1. Aan welke van de voormelde aanbevelingen heeft uw departement inmiddels concreet gevolg gegeven (eventueel in samenspraak met andere departementen) ?
2. Quelles sont celles qui n’ont pu être réalisées et pourquoi ?
2. Welke aanbevelingen konden nog niet ten uitvoer gebracht worden, en waarom niet ?
3. Quelles sont celles qui éventuellement seraient encore en voie de concrétisation ?
3. Van welke aanbevelingen zou er eventueel binnenkort nog werk gemaakt worden ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 19 novembre 2004, à la question no 45 de M. André Frédéric du 3 décembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 45 van de heer André Frédéric van 3 december 2003 (Fr.) :
L’honorable membre voudra bien trouver, cidessous, la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierbij het antwoord op zijn vraag te willen vinden.
Le Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement n’est pas repris dans la liste des départements fédéraux compétents, figurant dans les recommandations de la Commission.
De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking staat niet vermeld bij de bevoegde federale departementen die in de aanbevelingen van de Commissie worden opgesomd.
En ce qui concerne la recommendation d’intensification de la coopération avec les autorités européennes et internationales (Conseil des Ministres européen, Parlement européen, Europol), il y a lieu d’observer que cette matière relève exclusivement de la compétence des Service publics fédéraux Justice (question no 105 du 3 décembre 2003, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 21, p. 3059) et Intérieur (question no 113 du 3 décembre 2003, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 25, p. 3836), représentés au niveau euopéen dans le Groupe JAI (Justice — Affaires intérieurs).
Wat betreft de aanbeveling om de samenwerking met de Europese en internationale instanties (Europese Raad van ministers, Europees Parlement, Europol) te intensiveren, behoort deze materie uitsluitend tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdiensten Justitie (vraag nr. 105 van 3 december 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 21, blz. 3059) en Binnenlandse Zaken (vraag nr. 113 van 3 december 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 25, blz. 3836), die in het Europees overleg deel uitmaken van de groep JAI (Justitie — Binnenlandse Zaken).
DO 2003200431878
DO 2003200431878
Question no 103 de M. Melchior Wathelet du 26 juillet 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 103 van de heer Melchior Wathelet van 26 juli 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
E´largissement de l’Union européenne. — Autorités communales. — Documents de voyage.
Uitbreiding van de Europese Unie. — Gemeentebesturen. — Reisdocumenten.
Ma question concerne l’information donnée aux autorités communales à propos des documents de voyage suite à l’élargissement de l’Union européenne le 1er mai 2004. Depuis l’adhésion de dix nouveaux états à l’Union européenne, le 1er mai 2004, les citoyens belges peuvent en effet voyager vers six pays supplémentaires avec une simple carte d’identité en ordre de validité.
Mijn vraag betreft de manier waarop de gemeentebesturen op de hoogte gebracht werden van de wijzigingen inzake de reisdocumenten die zijn ingegaan op 1 mei 2004, datum van de uitbreiding van de Europese Unie. Sinds de toetreding op 1 mei 2004 van tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie kunnen de Belgische onderdanen met de gewone identiteitskaart naar zes bijkomende landen reizen.
Nos concitoyens jouissaient déjà de cette faculté avec les quatorze autres E´tats-membres actuels ainsi
Met de identiteitskaart konden de Belgische onderdanen reeds terecht in de veertien andere lidstaten plus
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1053
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8330
qu’avec Malte, Chypre, la Hongrie et la Slovénie. Ils peuvent depuis le 1er mai 2004 faire de même à destination de l’Estonie, de la Lettonie, de la Lituanie, de la Pologne, de la Slovaquie et de la République Tchèque.
Malta, Cyprus, Hongarije en Slovenie¨. Dit geldt sinds 1 mei 2004 ook voor Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije en de Tsjechische Republiek.
Quelles mesures le ministère des Affaires étrangères a-t-il prises pour informer les autorités communales délivrant les passeports de cette modification ?
Op welke wijze heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken deze wijziging meegedeeld aan de gemeentebesturen die de paspoorten uitreiken ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 19 novembre 2004, à la question no 103 de M. Melchior Wathelet du 26 juillet 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 103 van de heer Melchior Wathelet van 26 juli 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de me référer à la question parlementaire du membre de la Chambre des représentants Melchior Wathelet à mon collègue, le ministre de l’Intérieur, concernant l’utilisation de la carte d’identité dans les nouveaux pays membres de l’Union européenne. (Question no 437 du 22 novembre 2004.)
Ik heb de eer te verwijzen naar de mondelinge vraag van Volksvertegenwoordiger Melchior Wathelet aan mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken, over het gebruik van de identiteitskaart in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. (Vraag nr. 437 van 22 november 2004.)
Je puis confirmer que, depuis le 1er mai 2004, l’Estonie, la Lettonie, la Lituanie, la Pologne, la Slovaquie et la République Tchèque autorisent l’entrée des Belges sous le couvert de leur carte d’identité.
Ik kan bevestigen dat Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije en Tsjechie¨ sinds 1 mei 2004 de binnenkomst van Belgen met een identiteitskaart toestaan.
Le Service public fédéral Affaires étrangères l’a annoncé sur son site internet plusieurs semaines avant l’entrée en vigueur de la nouvelle réglementation. Dans un communiqué de presse daté du 26 avril 2004, le Spf Affaires étrangères a encore spécialement attiré l’attention sur ce sujet.
De FOD Buitenlandse Zaken heeft dit weken voor deze datum aangekondigd op haar website. In een persbericht van 26 april 2004 heeft de FOD Buitenlandse Zaken hier nog speciaal de aandacht op gevestigd.
Il est dans la pratique matériellement impossible au SPF Affaires étrangères d’informer toutes les administrations belges des modifications qui interviennent dans les conditions d’entrée des Belges dans plus de 200 pays : aux communes, provinces, ambassades, consulats ou aux agences de voyage. Dans la brochure « Un voyageur averti » publiée chaque année par les Affaires étrangères et distribuée à toutes les communes belges, le citoyen et l’administration communale sont invités à controˆler les conditions d’entrée sur le site internet des Affaires étrangères. Ce site est actualisé chaque jour.
Het is niet de politiek, want praktisch niet te realiseren, van de FOD Buitenlandse Zaken om telkens veranderingen in de binnenkomstvoorwaarden voor Belgen in meer dan 200 landen te melden aan alle Belgische administraties die reisdocumenten afgeven; gemeenten, provincies, ambassades, consulaten of alle reisbureaus. In de brochure « reis-wijs » met reisinformatie voor Belgen die Buitenlandse Zaken bijna jaarlijks ook over alle Belgische gemeenten verdeelt, wordt sinds enkele jaren de burger en het gemeentebestuur gevraagd om binnenkomstvoorwaarden te controleren op de website van Buitenlandse Zaken. Deze website wordt dagelijks geactualiseerd.
DO 2003200431919
DO 2003200431919
Question no 105 de Mme Muriel Gerkens du 27 juillet 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 105 van mevrouw Muriel Gerkens van 27 juli 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Avant-projet de loi relative à l’application du protocole additionnel à l’Accord international sur la nonprolifération des armes nucléaires.
Voorontwerp van wet betreffende de toepassing van het aanvullend protocol bij de internationale overeenkomst inzake de niet-verspreiding van kernwapens.
Le Conseil des ministres du 13 février 2004 a approuvé un avant-projet de loi relative à l’application
Tijdens de Ministerraad van 13 februari 2004 werd een voorontwerp van wet goedgekeurd betreffende de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8331
du protocole additionnel à l’accord international du 5 avril 1973 pris en application des §§ 1er et 4 de l’article III du traité du 1er juillet 1968 sur la nonprolifération des armes nucléaires et permettant à l’Agence internationale de l’énergie atomique (AIEA) d’obtenir une information élargie sur l’activité nucléaire en Belgique et d’accéder à des emplacements non visés par la loi du 20 juillet 1978 établissant des dispositions propres à permettre à l’AIEA d’effectuer des activités d’inspection et de vérification sur le territoire belge. Cet avant-projet permet :
toepassing van het aanvullend protocol bij de internationale overeenkomst van 5 april 1973 genomen met toepassing van paragrafen 1 en 4 van artikel III van het verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens en waardoor het Internationaal Agentschap voor atoomenergie (IAAE) zijn informatie aangaande de nucleaire activiteiten in Belgie¨ kan verruimen en toegang kan verkrijgen tot plaatsen die niet worden vermeld in de wet van 20 juli 1978 houdende gee¨igende beschikkingen teneinde het IAAE toe te laten inspectie- en verificatiewerkzaamheden op Belgisch grondgebied uit te voeren. Dankzij dit voorwerp :
— à l’AIEA d’obtenir une information élargie sur l’ensemble des activités conduites en Belgique dans le domaine du nucléaire ou y associé, par le canal des autorités belges compétentes;
— kan het IAAE zijn informatie aangaande het geheel van de nucleaire en aanverwante activiteiten in Belgie¨ verruimen, en dit via de bevoegde Belgische overheden;
— aux inspecteurs de l’AIEA d’avoir accès à des emplacements non prévus par la loi précitée;
— kunnen de IAAE-inspecteurs toegang verkrijgen tot plaatsen die niet in voornoemde wet worden vermeld;
— aux inspecteurs nucléaires de l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) de constater et de poursuivre les infractions à la loi. L’avant-projet est transmis au Conseil d’E´tat pour avis dans un délai ne dépassant pas cinq jours ouvrables.
— kunnen de nucleaire inspecteurs van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) de inbreuken op de wet vaststellen en vervolgen. Het voorontwerp wordt aan de Raad van State voorgelegd, die binnen de vijf werkdagen advies dient uit te brengen.
1. Ou` en est cet avant-projet de loi dans sa procédure d’adoption ?
1. Hoever is de goedkeuringsprocedure voor dit voorontwerp van wet gevorderd ?
2. Quels sont les membres de l’Union européenne qui ont déjà ratifié ce protocole ?
2. Welke lidstaten van de Europese Unie hebben dit protocol reeds bekrachtigd ?
3. Quelles sont les implications de la ratification de ce protocole pour la Belgique ?
3. Welke gevolgen heeft de bekrachtiging van dit protocol voor Belgie¨ ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 19 novembre 2004, à la question no 105 de Mme Muriel Gerkens du 27 juillet 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 105 van mevrouw Muriel Gerkens van 27 juli 2004 (Fr.) :
Le Conseil des ministres du 13 février 2004 a approuvé un avant-projet de loi relative à l’application du protocole additionnel à l’accord international du 5 avril 1973 pris en application des §§ 1er et 4 de l’article III du Traité du 1er juillet 1968 sur la nonprolifération des armes nucléaires.
De Ministerraad van 13 februari 2004 heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd met betrekking tot het aanvullend protocol bij het akkoord van 5 april 1973 in uitvoering van het artikel III, §§ 1 en 4 van het verdrag van 1 juli 1968 aangaande de non-proliferatie van kernwapens.
Le ministre des Affaires étrangères se réfère, pour ce qui concerne ces questions (1-3) aux réponses fournis par M. le vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur, ministre tutelle de l’Agence fédérale de controˆle nucléaire, l’autorité compétente belge pour l’exécution de cet accord. (Question no 327 du 27 juillet 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 52, p. 7966.)
De minister van Buitenlandse Zaken verwijst voor wat betreft deze vragen (1-3) naar de antwoorden verstrekt door de heer vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken, voogdijminister van het Federaal Agentschap voor de nucleaire controle, de bevoegde Belgische autoriteit voor de uitvoering van dit akkoord. (Vraag nr. 327 van 27 juli 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 52, blz. 7966.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8332
DO 2003200432057
DO 2003200432057
Question no 113 de M. Gerolf Annemans du 2 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 113 van de heer Gerolf Annemans van 2 september 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Conseils de ministres européens. — Ministres belges.
Europese ministerraden. — Belgische ministers.
1. Pouvez-vous fournir une liste des présences, pour ces quatre dernières années, des ministres belges aux Conseils de ministres européens, pour chaque Conseil de ministres et pour chaque ministre belge compétent ?
1. Kan u voor de afgelopen vier jaar een presentielijst van de Belgische ministers op de Europese ministerraden geven, per Ministerraad en per bevoegde Belgische minister ?
2. Selon quels critères les ministres belges sont-ils excusés en cas d’absence éventuelle ?
2. Volgens welke criteria worden de Belgische ministers bij eventuele afwezigheid verontschuldigd ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 19 novembre 2004, à la question no 113 de M. Gerolf Annemans du 2 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 113 van de heer Gerolf Annemans van 2 september 2004 (N.) :
1. L’information demandée peut être très aisément trouvée sur le site électronique du « Conseil de l’Union européenne », sous le titre « Formations du Conseil ».
1. De door u gevraagde informatie kan vrij gemakkelijk gevonden worden op de webstek van de « Raad van de Europese Unie » onder de titel « Raadsformaties ».
Sous la rubrique « communications à la presse », vous trouverez pour chaque session du Conseil des ministres (à partir de 1996), la liste des représentants des états membres présents.
In de rubriek « persmededelingen », vindt u per zitting van de Ministerraad (vanaf 1996) de lijst van de aanwezige vertegenwoordigers der lidstaten.
2. Il n’existe pas de critère spécifique qui soit invoqué pour excuser les ministres belges en cas d’absence.
2. Er bestaan geen specifieke criteria volgens welke de Belgische ministers bij afwezigheid verontschuldigd werden.
DO 2003200432058
DO 2003200432058
Question no 114 de M. Jo Vandeurzen du 2 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 114 van de heer Jo Vandeurzen van 2 september 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Cannabis. — Politique de tolérance et résolution européenne.
Cannabis. — Gedoogbeleid en Europese resolutie.
Le Conseil de ministres européen du 26 juillet 2004 a approuvé une résolution relative à la stratégie à adopter face à la consommation croissante de cannabis.
Op de Europese Ministerraad van 26 juli 2004 werd een resolutie goedgekeurd met betrekking tot de strategie inzake het alsmaar stijgend cannabisgebruik.
Le conseil de ministres constate dans cette résolution que la concentration de THC, une substance présente dans le cannabis, ne fait qu’augmenter.
In de resolutie stelt de Ministerraad dat de concentratie THC, die gevonden wordt in cannabis, alleen maar stijgt.
Si les ministres semblent estimer à l’échelle européenne qu’il est urgent d’accorder une attention accrue à la lutte contre la production et la consommation de cannabis, il faut mettre à l’« actif » de la précédente coalition arc-en-ciel l’instauration en Belgique d’une politique de tolérance en la matière.
Terwijl blijkbaar op het Europese niveau de ministers van oordeel zijn dat er dringend meer aandacht moet gaan naar de strijd tegen de productie en het gebruik van cannabis, is het de « verdienste » geweest van de vorige paarsgroene regering om in Belgie¨ daaromtrent een gedoogbeleid te installeren.
Dans quelle mesure l’option historique ainsi prise par le précédent gouvernement est-elle conciliable avec
In welke mate kan u deze historische optie van de vorige regering verzoenen met het standpunt dat u in
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8333
la position que vous avez adoptée au conseil de ministres européen à propos de cette résolution européenne ?
de Europese Ministerraad met betrekking tot deze Europese resolutie heeft aangenomen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 19 novembre 2004, à la question no 114 de M. Jo Vandeurzen du 2 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 19 november 2004, op de vraag nr. 114 van de heer Jo Vandeurzen van 2 september 2004 (N.) :
Le Conseil de l’Union européenne a approuvé, au cours de la session du 26 juillet 2004, une résolution sur la stratégie anti-drogue de l’Union. Le Conseil s’est réuni dans sa configuration « Conseil Affaires générales et Rapports extérieures ».
De Raad van de Europese Unie heeft, tijdens haar zitting van 26 juli 2004 een resolutie over de anti-drugs strategie van de EU, goedgekeurd. De Raad zetelde in haar « Raad algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen »-configuratie.
Ce point était également repris sur l’ordre du jour en tant que point A. Ceci veut dire que ces points sont présentés pour approbation formelle sans débat prévu.
Dit punt stond evenwel als een A-punt op de agenda; daaronder verstaat men de punten ter formele goedkeuring voorgelegd zonder debat.
Les décisions, reprises dans des points A ne sont pas nécessairement liées aux compétences du Conseil, sur l’agenda duquel elles sont inscrites : le contenu a été approuvé dans un stade antérieur de la procédure.
De beslissingen, aangenomen in A-punten zijn niet noodzakelijkerwijs gelinkt aan de bevoegheden van de Raad, op wier agenda ze zijn ingeschreven : de inhoud werd goedgekeurd in een vroeger stadium van de procedure.
La Résolution du Conseil en question traite de la stratégie anti-drogue et plus particulièrement des compétences des ministres de Justice, étant donné qu’elle a été préparée par le groupe horizontal « Drogue », au travail duquel le SPF Justice a participé.
In casu handelt de Resolutie van de Raad over de anti-drugs strategie voornamelijk over de bevoegdheden van de ministers van Justitie. Zij is voorbereid geweest door de horizontale groep « Drugs » bij wier werkzaamheden de FOD Justitie betrokken is geweest.
La réponse à la question posée relève donc de la compétence du ministre de la Justice. (Question no 446 du 22 novembre 2004.)
Het antwoord aan de gestelde vraag ressorteert aldus onder de bevoegdheid van de minister van Justitie. (Vraag nr. 446 van 22 november 2004.)
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2003200432379
DO 2003200432379
Question no 120 de M. David Geerts du 8 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 120 van de heer David Geerts van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
HCB-RA. — Audit.
HCB-KA. — Audit.
Dans le mémoire de la note relative à l’HCB-RA (l’Hoˆpital central de la Base — Reine Astrid), il est plusieurs fois fait référence à un audit de la Composante médicale.
In de memorie van de nota aangaande HCB-KA (Hospitaalcentrum van de basis — Koningin Astrid) wordt herhaaldelijk verwezen naar een audit over de « Medische Component ».
1. a) Quelle méthode a été suivie ?
1. a) Wat was de gebruikte methodologie ?
b) Commenta été menée l’analyse des processus ?
b) Op welke wijze werd de procesanalyse gevoerd ?
c) Le diagramme de flux de données relève-t-il des relations entre les différents processus ?
c) Zijn er relaties tussen de verschillende processen in het data-flow-diagram ?
2. Quel a été le résultat de l’analyse quantitative ?
2. Wat was de output van de kwantitatieve analyse ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8334
3. a) Un modèle de simulation a-t-il été mis au point ?
3. a) Is er een simulatiemodel uitgewerkt ?
b) Dans quelle mesure le modèle idéal-typique se distingue-t-il des structures actuelle et future ?
b) In welke mate is het ideaaltypisch model verschillend van de huidige en toekomstige structuur ?
4. Des propositions d’amélioration ont-elles été formulées ? Quelle en est l’incidence sur la performance ?
4. Werden er verbeteringsvoorstellen uitgewerkt en wat is hun impact op de performantie ?
5. Qu’en est-il de la mise en œuvre de ces propositions ? Quel en est le couˆt ?
5. Hoe gebeurt de implementatie en wat is de kostprijs ervan ?
Réponse du ministre de la Défense du 17 novembre 2004, à la question no 120 de M. David Geerts du 8 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 17 november 2004, op de vraag nr. 120 van de heer David Geerts van 8 oktober 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Les décisions qui ont été présentées le 15 septembre 2004 en Commission parlementaire de la Défense par le ministre de la Défense doivent être situées dans le cadre de l’optimalisation de la Composante médicale. Elles sont le fruit d’une analyse très approfondie du rapport du groupe de travail qui a été chargé au sein de la Défense d’effectuer un examen détaillé de la place et du roˆle de la Composante médicale au sein de la Défense, ainsi que des missions et de l’organisation de l’Hoˆpital central de la base Reine Astrid au sein de cette composante. Les décisions annoncées ne résultent donc pas d’un audit au sens strict du terme.
1. De beslissingen die op 15 september 2004 door de minister van Landsverdediging in de Parlementaire Commissie van Landsverdediging werden aangekondigd dienen gesitueerd te worden in het kader van de optimalisatie van de Medische Component. Ze zijn de vrucht van een zeer diepgaande analyse van het verslag van de werkgroep die binnen Defensie belast werd met een gedetailleerd onderzoek van de plaats en de rol van de Medische Component binnen Defensie, en van de opdrachten en de organisatie van het Hospitaalcentrum van de Basis Koningin Astrid binnen deze component. De aangekondigde beslissingen zijn dus niet het resultaat van een audit in de strikte betekenis van het woord.
La méthodologie suivie par le groupe de travail comprend :
De methodologie gevolgd door de werkgroep omvat :
— une analyse du fonctionnement des départements et services de l’HCB-RA,
— een analyse van de werking van de departementen en diensten van het HCB-KA,
— une analyse de tous les audits antérieurs, et une audition des personnes ayant réalisé ces audits,
— een analyse van alle voorgaande audits, en een auditie van de personen die deze audits hadden uitgevoerd,
— l’audition du personnel clé occupant une fonction importante au sein de la Composante médicale et de l’HCB-RA,
— de auditie van sleutelpersoneel met een belangrijke functie binnen de Medische Component en binnen het HCB-KA,
— une consultation large de toutes les catégories de personnel de l’HCB-RA et l’analyse des propositions formulées au Chef de la Défense par le personnel de l’HCB-RA,
— een brede consultatie van alle categoriee¨n van het personeel HCB-KA en de analyse van voorstellen geformuleerd door het personeel HCB-KA aan de Chef Defensie,
— l’analyse du point de vue des organisations syndicales représentant le personnel militaire et civil.
— de analyse van het standpunt van de syndicale organisaties die het militair en burgerlijk personeel vertegenwoordigen.
2. Pas d’application.
2. Niet van toepassing.
3. Pas d’application.
3. Niet van toepassing.
4. Les propositions d’amélioration formulées par le groupe de travail sont à la base des décisions annon-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. De verbeteringsvoorstellen geformuleerd door de werkgroep liggen aan de basis van de beslissingen die 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8335
cées en Commission parlementaire. Elles concernent plus particulièrement :
aangekondigd werden in de Parlementaire Commissie. Deze richten zich meer bepaald op :
— la consolidation du roˆle de la Composante médicale au sein de la Défense,
— de consolidatie van de rol van de Medische Component binnen Defensie,
— l’évolution de l’organisation de l’Hoˆpital central de la Base Reine Astrid,
— de evolutie van de organisatie van het Hospitaal Centrum van de Basis Koningin Astrid,
— la mise en place d’une nouvelle équipe pour occuper les fonctions clé au sein de l’hoˆpital.
— de inplaatsstelling van een nieuw team in het hospitaal om de sleutelfuncties te bekleden.
Les décisions visent l’optimalisation de l’organisation et du fonctionnement de l’Hoˆpital central de la base Reine Astrid. Leur impact effectif sur la performance pourra se mesurer en pratique à la réalisation du contrat de gestion qui est introduit.
De beslissingen zijn er op gericht de organisatie en de werking van het Hospitaalcentrum van de Basis Koningin Astrid te optimaliseren. Hun daadwerkelijke impact op de performantie zal in de praktijk getoetst kunnen worden aan de realisatie van het beheerscontract dat ingevoerd wordt.
5. L’implémentation des décisions prises a commencé avec la mise en place d’une nouvelle équipe pour occuper les fonctions clé, l’adaptation de la structure organisationnelle de l’HCB-RA et la tenue de la première réunion du nouveau conseil de direction. Elle comporte entre autre comme actions prioritaires l’élaboration d’un contrat de gestion et l’introduction d’une commission médicale consultative.
5. De implementatie van de genomen beslissingen is gestart met de inplaatsstelling van een nieuw team om de sleutelfuncties te bekleden, de aanpassing van de organisatiestructuur van het HCB-KA en het houden van de eerste vergadering van de nieuwe bestuursraad. Zij omvat onder meer als prioritaire acties het opstellen van een beheerscontract en de invoering van een consultatieve medische commissie.
Les décisions n’ont pas d’impact sur l’enveloppe du personnel et sont mises en application au sein de l’infrastructure actuelle et avec les moyens de fonctionnement existants. Il faut tenir compte des indemnités de mutation du personnel clé qui est muté à partir de ou vers une autre unité. Ceci se situe néanmoins dans le cadre des dépenses de personnel normales.
De beslissingen hebben geen impact op de personeelsenveloppe en worden uitgevoerd binnen de bestaande infrastructuur en werkingsmiddelen. Ze genereren als dusdanig geen specifieke kosten. Er dient rekening gehouden te worden met de mutatievergoedingen van het sleutelpersoneel dat muteert vanuit of naar een andere eenheid. Dit situeert zich echter binnen het kader van de normale personeelsuitgaven.
DO 2004200502412
DO 2004200502412
Question no 123 de M. Philippe De Coene du 13 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 123 van de heer Philippe De Coene van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Vente d’instruments de musique à l’armée.
Verkoop van muziekinstrumenten aan het leger.
Il me revient que, depuis quelques années déjà, un représentant de la firme Music Company se rend hebdomadairement dans les bases des musiques militaires (musique des Guides à Heverlee, musique de la Marine à Ostende et musique de la Force aérienne à Beauvechain) pour y présenter ses articles (instruments et accessoires de musique) à la vente. Il y trouve bien évidemment un excellent terrain de vente puisque, aussi bien, quelque 80 musiciens professionnels sont présents à chaque fois.
Naar verluidt komt al enkele jaren een vertegenwoordiger van de firma Music Company wekelijks langs in de basissen van de militaire muziekkapellen, (muziekkapel van de Gidsen Heverlee, muziekkapel van de Marine Oostende en de muziekkapel van de Luchtmacht Bevekom) met zijn koopwaar (muziekinstrumenten en benodigdheden). Vanzelfsprekend is dit een zeer goede uitvalsbasis, vermits er toch telkens ongeveer 80 professionele musici aanwezig zijn.
1. La firme Music Company est-elle autorisée à pratiquer des activités commerciales dans des casernes militaires ?
1. Heeft de firma Music Company de toelating om commercie¨le activiteiten uit te voeren in legerkazernes ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8336
2. De manière générale, les activités commerciales sont-elles admises dans des casernes militaires ?
2. Is het sowieso toegelaten commercie¨le activiteiten uit te oefenen in legerkazernes ?
3. D’autres firmes présentent-elles leurs articles à la vente aux musiques militaires ?
3. Zijn er nog firma’s die hun koopwaar aanbieden bij militaire muziekkapellen ?
4. Si de telles activités sont autorisées dans les casernes militaires, d’autres firmes spécialisées dans les articles de musique ont-elles eu l’occasion de présenter leurs articles à la vente ?
4. Indien dergelijke activiteiten toegelaten zijn in legerkazernes, hebben andere firma’s in muziekbenodigdheden ook de kans gekregen hun koopwaar aan te bieden ?
5. Des adjudications sont-elles lancées à cette fin ?
5. Worden daarvoor aanbestedingen uitgeschreven ?
Réponse du ministre de la Défense du 19 novembre 2004, à la question no 123 de M. Philippe De Coene du 13 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 19 november 2004, op de vraag nr. 123 van de heer Philippe De Coene van 13 oktober 2004 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Les activités de la firme Music Company dans certaines casernes de l’armée se situent dans le cadre d’un service commercial que cette firme fournit à certains membres des musiques militaires et sont limitées à la prise en charge et à la restitution d’instruments de musique à la suite d’un entretien exécuté par cette firme. Il s’agıˆt ici d’instruments de haute qualité que ces musiciens ont acquis personnellement, qu’ils entretiennent à leurs frais personnels et qu’ils utilisent dans le cadre de leurs prestations militaires. Bien que les activités visées ne se situent pas dans le contexte d’un marché public, l’accès aux quartiers concernés est autorisé à la firme lors de la prise en charge et de la restitution d’instruments en raison du fait qu’il existe un lien avec l’activité professionnelle militaire des musiciens en question.
1. De activiteiten van de firma Music Company in bepaalde legerkazernes vinden plaats in het kader van een commercie¨le dienst die deze firma verleent aan zekere leden van de militaire muziekkapellen en zijn beperkt tot het afhalen en terugbezorgen van muziekinstrumenten naar aanleiding van een onderhoud uitgevoerd door deze firma. Het gaat hier om hoogwaardige instrumenten die de muzikanten persoonlijk hebben aangeschaft, op eigen kosten onderhouden en gebruiken ten behoeve van hun militaire prestaties. Hoewel de bedoelde activiteiten zich niet in de context van een overheidsopdracht situeren, wordt aan de firma de toegang tot de betrokken kwartieren verleend bij het afhalen en terugbezorgen van instrumenten, uit hoofde van het feit dat er een band bestaat met de militaire professionele activiteit van de muzikanten in kwestie.
2. La règle générale veut que seules les activités dans le cadre des marchés publics soient autorisées, à l’occasion desquelles l’accès à un quartier militaire est soumis à la permission du commandant de quartier concerné.
2. De algemene regel geldt dat op militair domein enkel activiteiten in het kader van overheidsopdrachten zijn toegestaan, waarbij de toegang tot een militair kwartier onderworpen is aan de toestemming van de betrokken kwartiercommandant.
3. En dehors du contexte des marchés publics, il n’y pas d’autres firmes qui présentent des articles ou des services auprès des musiques militaires.
3. Er zijn geen andere firma’s die koopwaar of diensten aanbieden bij militaire muziekkapellen buiten de context van de overheidsopdrachten.
4. Chaque firme peut demander au commandant de quartier concerné de pouvoir emporter ou restituer des instruments de musique personnels.
4. Elke firma kan de toelating aanvragen aan de betrokken kwartiercommandant om persoonlijke muziekinstrumenten op te halen of terug te brengen.
5. Le département met également des instruments à disposition des musiciens militaires. Ces instruments et d’autres accessoires sont acquis par la voie de marchés publics. Pour la conclusion de ces marchés publics, l’administration est soumise au principe de l’appel à la concurrence, et elle est donc obligée de consulter plusieurs fournisseurs potentiels. Chaque firme peut spontanément se présenter comme fournisseur potentiel.
5. Het departement stelt eveneens instrumenten ter beschikking van de militaire muzikanten. Deze instrumenten en andere benodigdheden worden aangeschaft via overheidsopdrachten. Bij het afsluiten van deze overheidsopdrachten is de administratie gebonden aan het principe van het beroep op de mededinging en dus verplicht meerdere potentie¨le leveranciers te raadplegen. Elke firma kan zich spontaan als potentie¨le leverancier kenbaar maken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8337
DO 2004200502475
DO 2004200502475
Question no 129 de Mme Ingrid Meeus du 20 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 129 van mevrouw Ingrid Meeus van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Marine. — Dragueurs de mines océaniques. — Nouvelle affectation. Dans les années cinquante, les E´tats-Unis ont attribué à notre pays cinq dragueurs de mines océaniques (de type MSO) dans le cadre du programme d’aide et d’assistance militaire (MDAP = Mutual Defense Assistance Programm). L’un d’entre eux, le M906 Breydel, a été transformé en musée et se trouve à quai à Rupelmonde.
Marine. — MSO’s. — Nieuwe bestemming.
Les quatre autres, le M903 Dufour, le M904 Debrouwer, le M908 Truffaut et le M909 Bovesse ont été retirés du service et déclassés il y a des années déjà par le département de la Défense et dépérissent actuellement sur la base navale de Zeebrugge dans l’attente d’une nouvelle affectation ou de leur déchirage. Il y a quelques années, la marine avait demandé en vain aux autorités américaines l’autorisation de déchirer les navires.
De vier andere, zijnde de M903 Dufour, M904 Debrouwer, M908 Truffaut en M909 Bovesse zijn reeds jaren door Defensie buiten dienst gesteld en gedeclaseerd en liggen momenteel op de Marinebasis van Zeebrugge te verkommeren in afwachting van een nieuwe bestemming of verschroting. De Marine heeft een aantal jaren geleden aan de Amerikaanse autoriteiten een aanvraag tot verschroting van deze schepen gericht, doch tevergeefs.
La situation actuelle porte préjudice tant à la Marine qu’aux navires en question. Les coques en bois sont en train de pourrir et il devient difficile de mainte` cet effet, des mesures de sécunir les navires à flot. A rité doivent constamment être prises. En outre, ces navires délabrés occupent des places précieuses le long des quais et nuisent à l’image de la Marine.
De huidige situatie is zowel voor de Marine als voor de betreffende MSO’s nefast. De houten rompen zijn aan het wegrotten en kunnen met moeite nog drijvend gehouden worden. Hiervoor dienen de nodige veiligheidsmaatregelen continu te worden verzekerd. Bovendien nemen deze schepen de voor de Marine schaarse en kostbare aanlegplaatsen in beslag. Ook naar de uitstraling van de Belgische vloot vormen deze « verkrotte » schepen alvast geen voorbeeldfunctie.
1. Notre pays est-il autorisé à donner une autre affectation à ces navires ?
1. Is ons land bevoegd om deze schepen een andere bestemming te geven ?
2. Existe-t-il des plans concrets pour déchirer les navires en question ou leur donner une nouvelle affectation (à l’exemple du M906 Breydel qui a été transformé en musée à Rupelmonde) ?
2. Bestaan er concrete plannen om deze MSO’s te verschroten of een andere bestemming te geven (bijvoorbeeld naar het voorbeeld van de M906 Breydel die in Rupelmonde als museum dient) ?
3. Pour quand peut-on s’attendre à une solution définitive au problème ?
3. Wanneer wordt een definitieve oplossing voor deze problematiek vooropgesteld ?
Réponse du ministre de la Défense du 18 novembre 2004, à la question no 129 de Mme Ingrid Meeus du 20 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 18 november 2004, op de vraag nr. 129 van mevrouw Ingrid Meeus van 20 oktober 2004 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-dessous la réponse à ses questions. 1. L’E´tat belge est compétent pour modifier la destination finale de ces navires en tenant compte du fait que les E´tats-Unis doivent marquer préalablement leur accord avec la nouvelle destination. 2. En août 2004, l’autorisation des E´tats-Unis a été demandée de manière officielle afin de mettre les MSO à la casse.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
In de jaren vijftig hebben de Verenigde Staten in het kader van het zogenaamde MAP-programma (= Mutual Defense Assistance Programm) aan ons land vijf Oceaan Mijnenvegers (MSO’s) toegewezen. Eén van hen, de M906 Breydel doet momenteel dienst als museum in Rupelmonde.
1. De Belgische Staat is bevoegd om de eindbestemming van deze schepen te wijzigen met dien verstande dat de Verenigde Staten vooraf moeten instemmen met de nieuwe eindbestemming. 2. Aan de Verenigde Staten werd in augustus 2004 officieel toestemming gevraagd om de MSO’s te verschroten. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1054
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8338
3. L’accord formel des E´tats-Unis est attendu pour le début de 2005. La mise à la casse concrète pourra débuter ensuite.
3. Het formeel akkoord van de Verenigde Staten wordt verwacht begin 2005 waarna de concrete verschroting kan aangevat worden.
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2003200421720
DO 2003200421720
Question no 124 de M. Roel Deseyn du 24 juin 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 124 van de heer Roel Deseyn van 24 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Défaut de couverture GSM dans les trains.
Gebrekkige GSM-dekking in treinen.
Chaque jour, des conversations de voyageurs téléphonant à bord de trains sont interrompues. Cette situation ne gêne pas seulement les passagers concernés et tous les autres voyageurs présents dans le compartiment, elle entraıˆne aussi des frais téléphoniques élevés puisque des frais de connexion sont facturés à chaque fois.
Elke dag worden de telefoongesprekken van bellende reizigers onderbroken. Dit veroorzaakt niet alleen hinder voor de betrokken reiziger en alle anderen in de treinwagon, maar vooral ook hoge telefoonkosten daar steeds opnieuw connectiekosten worden aangerekend.
1. a) Quelle est la cause des coupures des liaisons GSM dans les trains ?
1. a) Waar ligt de oorzaak van het uitvallen van GSMverbindingen in treinen ?
b) Ce problème ne se poserait pas, ou très peu, dans les trains à grande vitesse. Comment est-on parvenu à ce résultat ? ` combien s’élèverait le couˆt de l’application de ce c) A système aux liaisons intérieures ?
b) Op de hogesnelheidstreinen zou het probleem zich niet of nauwelijks voordoen. Hoe heeft men dit bewerkstelligd ?
d) Pouvez-vous faire pour ce dernier calcul une distinction entre l’option prévoyant la seule couverture des axes principaux et l’option englobant l’équipement de tous les axes ?
d) Kan u bij deze laatste berekening een onderscheid maken tussen een optie waarin men enkel een dekking van de hoofdassen voorziet, en een optie waarin alle assen worden voorzien ?
2. a) Quelles sont les solutions possibles ?
2. a) Welke mogelijke remedies zijn er ?
b) Quels avantages et quels inconvénients y sont liés ?
b) Wat zijn de voor- en nadelen eraan verbonden ?
3. Le 22 mars 2004, vous avez annoncé en commission de l’Infrastructure votre intention de vous concerter avec les opérateurs pour parvenir à un accord.
3. Op 22 maart 2004 vermeldde u in de commissie voor de Infrastructuur dat u overleg zou plegen met de operatoren om tot een akkoord te komen.
a) Quelles instances/entreprises ont été entendues et à quels moments ?
a) Welke instanties/bedrijven werden gehoord op welke tijdsstippen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
c) Hoeveel bedraagt de kostprijs indien men dit systeem ook zou toepassen op binnenlandse verbindingen ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8339
b) Quelles sont les conclusions de cette concertation ?
b) Welke conclusies werden getrokken uit dit overleg ?
c) Quand un accord a-t-il été conclu ou quand escomptez-vous le faire ?
c) Wanneer werd een akkoord gesloten of verwacht u dit te zullen doen ?
4. Selon vous, qui doit supporter les frais si l’on décide d’une solution ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 124 de M. Roel Deseyn du 24 juin 2004 (N.) :
4. Wie dient volgens u de kosten te dragen indien men tot een oplossing besluit ?
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
1. a) Il y a plusieurs raisons au manque de couverture dans les trains :
1. a) Er zijn verschillende redenen voor het gebrekkige bereik in treinen :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 124 van de heer Roel Deseyn van 24 juni 2004 (N.) :
— Les voies ferrées se trouvent souvent dans des tranchées.
— Spoorwegen liggen vaak in gleuven.
— Les voies ferrées se trouvent souvent dans des zones de faible population.
— Spoorwegen lopen vaak door dunbevolkte gebieden.
— Les trains, en raison de leur structure métallique, réagissent comme une cage de Faraday ce qui atténue le signal GSM.
— Wegens hun metalen structuur reageren treinen als een kooi van Faraday, waardoor het GSMsignaal wordt gedempt.
— Le mobilier à l’intérieur des trains limite également la propagation.
— Ook het meubilair in de treinen beperkt de voortplanting van het signaal.
b) — Les trains à grande vitesse sont ceux qui atténuent le moins le signal (moins d’effet de la cage de Faraday).
b) — In hogesnelheidstreinen wordt het signaal het minst gedempt (geringer effect van de kooi van Faraday).
— Le tracé des voies à grande vitesse suit très souvent les autoroutes dont la couverture est obligatoire par l’arrêté royal du 7 mars 1995.
— Het tracé van hogesnelheids-treinen volgt heel vaak de autosnelwegen, waarvan de dekking wordt verplicht door het koninklijk besluit van 7 maart 1995.
c) Il n’y a pas de système spécial utilisé dans les TGV et Thalys.
c) Er worden geen speciale systemen gebruikt in de HST’s en Thalys.
d) La réponse à cette question est donnée dans la réponse à la question 2.
d) Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in het antwoord op vraag 2.
2. a) et b) Les solutions au problème de couverture dans les trains sont les suivantes :
2. a) en b) De oplossingen voor het probleem met het bereik in treinen zijn de volgende :
— Construction de sites d’antenne supplémentaires pour améliorer la couverture.
— Aanleg van extra antennesites om de dekking te verbeteren.
Avantages :
Voordelen :
•
Peut profiter à la population de régions moins peuplées.
•
Kan ten goede komen aan de bevolking in minder bevolkte streken.
•
Les opérateurs ne sont pas dépendant de la SNCB et des constructeurs de trains.
•
De operatoren zijn niet afhankelijk van de NMBS en van de constructeurs van treinen.
•
L’entretien des sites ne dépend pas de la SNCB.
•
Het onderhoud van de sites hangt niet af van de NMBS.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8340
Inconvénients : • Le nombre de site nécessaire est élevé, 450 sites pour le GSM-R (coûts). • La vitesse de réalisation est très lente à la suite des problèmes de permis de baˆtir. — Utilisation de répéteurs dans les trains. Avantages : • La couverture extérieure doit être moins grande et nécessite donc moins de site. • La solution peut être plus rapide (moins de permis de baˆtir). Inconvénients : • Solution technique compliquée. • Solution très chère (1 700 trains à équiper souvent avec plusieurs répéteurs). •
Pour la réalisation, les opérateurs dépendent de la SNCB. • Pour l’entretien, les opérateurs dépendent de la SNCB. • Ces répéteurs travaillent sur toutes les bandes GSM. Un accord entre les opérateurs est obligatoire. Coûts des solutions Les opérateurs n’ont pas encore fait une estimation des coûts des deux possibilités mais celui-ci est très élevé. Il y a cependant une évolution suite à la signature d’une convention entre la SNCB et les opérateurs GSM. 3. Au cours du mois d’avril et de mai 2004, une concertation a été menée avec les différents opérateurs mobiles actifs sur le marché belge. Il est apparu qu’une initiative commerciale était imminente. Entre-temps, la SNCB a conclu un accord de coopération avec Proximus et Mobistar pour améliorer la couverture GSM dans les trains. Apparemment, les négociations avec Base se poursuivent toujours. 4. Cette prestation de service n’ayant pas été reprise en tant que condition de licence, les opérateurs sont libres de formuler une offre commerciale.
Nadelen : • Het nodige aantal sites ligt hoog; 450 sites voor het GSM-R (kosten). • De snelheid van de realisatie is laag door de problemen met bouwvergunningen. — Gebruik van versterkers in de treinen. Voordelen : • De dekking van buiten moet minder groot zijn en vereist dus minder sites. • De oplossing kan sneller zijn (minder bouwvergunningen). Nadelen : • Ingewikkelde technische oplossing. • Zeer dure oplossing (1 700 treinen die vaak met verschillende versterkers moeten worden uitgerust). • Voor de realisatie hangen de operatoren af van de NMBS. • Voor het onderhoud hangende operatoren af van de NMBS. • Die versterkers werken op alle GSMbanden; tussen de operatoren is een overeenkomst verplicht. Kosten van de oplossingen De operatoren hebben nog geen raming gemaakt van de kosten van de twee mogelijkheden, maar die liggen erg hoog. Er is echter een evolutie door de ondertekening van een overeenkomst tussen de NMBS en de GSM-operatoren. 3. Er werd in de loop van april en mei 2004 overleg gepleegd met de verschillende mobiele operatoren die actief zijn op de Belgische markt. Daaruit bleek dat een commercieel initiatief nakend was. Intussen heeft de NMBS een samenwerkingsovereenkomst gesloten met zowel Proximus als Mobistar om de GSMdekking op treinen te verbeteren. De onderhandelingen met Base zijn naar verluidt nog steeds aan de gang. 4. Gelet op het feit dat deze dienstverlening niet werd opgenomen als licentievoorwaarde, staat het de operatoren vrij een commercieel aanbod te formuleren.
DO 2003200431905
DO 2003200431905
Question no 134 de M. Roel Deseyn du 27 juillet 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Décision de la Cour d’arbitrage concernant les compétences de l’IBPT. La Cour d’arbitrage a annulé, le 14 juillet 2004, l’article 14 de la loi du 17 janvier 2003 relative au
Vraag nr. 134 van de heer Roel Deseyn van 27 juli 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Beslissing van het Arbitragehof over de bevoegdheden van het BIPT. Het Arbitragehof vernietigde op 14 juli 2004 artikel 14 van de wet van 17 januari 2003, met betrekking 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8341
statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges fixant les compétences de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT).
tot het statuut van de regulator van de Belgische posten telecommunicatiesector dat de bevoegdheid bepaalt van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT).
1. Quelles actions allez-vous entreprendre afin de régler cette question ?
1. Welke acties overweegt u te ondernemen ten einde de situatie recht te trekken ?
2. a) Quelle est l’éventuelle incidence de cette annulation sur l’avant-projet de loi télécom ?
2. a) Welke mogelijke implicaties heeft dit op het voorontwerp van Telecomwet ?
b) Quelles adaptations s’imposeraient-elles ?
b) Welke aanpassingen dienen te gebeuren ?
3. L’accord de coopération qui règle, entre autres, la répartition des compétences entre l’IBPT et le Vlaams Commissariaat voor de media (Commissariat flamand aux médias) joue-t-il un roˆle dans ce cadre ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 novembre 2004, à la question no 134 de M. Roel Deseyn du 27 juillet 2004 (N.) :
3. In welke mate heeft het samenwerkingsakkoord, dat onder meer de bevoegdheidsverdelingen regelt tussen het BIPT en het Vlaams Commissariaat voor de media, hierin een rol te spelen ?
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
1. L’arrêt de la Cour d’arbitrage no 132/2004 du 14 juillet 2004 auquel l’honorable membre se réfère à une portée plus complexe que l’annulation pure et simple de l’article 14 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et télécommunications belges. D’une part, cette annulation ne vaut que pour les seules infrastructures de transmission électronique communes à la fois à la radiodiffusion et aux télécommunications. Il en résulte donc à tout le moins que le secteur postal n’est pas touché. D’autre part, la Cour maintient les effets de l’article ainsi annulé jusqu’à l’entrée en vigueur d’une réglementation prise de commun accord et au plus tard jusqu’au 31 décembre 2005.
1. De draagwijdte van arrest nr. 132/2004 van het Arbitragehof van 14 juli 2004 waaraan het geachte lid refereert, is ingewikkelder dan de eenvoudige vernietiging van artikel 14 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector. Enerzijds slaat die vernietiging enkel op de infrastructuur voor elektronische transmissie die gemeenschappelijk is voor omroep en telecommunicatie. Daaruit vloeit dus op z’n allerminst voort dat de postsector er niet bij betrokken is. Anderzijds handhaaft het Hof de uitwerking van het aldus vernietigde artikel tot aan de inwerkingtreding van een reglementering die in onderlinge overeenstemming wordt genomen en uiterlijk tot 31 december 2005.
Pour rétablir la sécurité juridique il convient donc de parvenir avant le 1er janvier 2006 à la conclusion d’un accord de coopération entre l’E´tat fédéral et les entités fédérées intéressées pour régler de commun accord les matières relatives aux communications électroniques où leurs compétences sont imbriquées.
Om de rechtszekerheid te herstellen, moet men er dus in slagen om vo´o´r 1 januari 2006 een samenwerkingsakkoord te sluiten tussen de federale Staat en de betrokken deelentiteiten, om in onderlinge overeenstemming de materies te regelen in verband met elektronische communicatie waar hun bevoegdheden met elkaar vervlochten zijn.
2. Pour ce qui concerne la question des éventuelles implications de l’arrêt sur le projet de loi relative aux communications électroniques, il est possible à ce stade d’identifier comme principal problème sensible la question de la répartition des compétences en ` cet égard, le matière de gestion des radiofréquences. A projet de loi énonce très clairement que ses dispositions ne s’appliquent pas aux fréquences radioélectriques propres à la radiodiffusion et à la télévision. Une nuance est toutefois apportée en ce qui concerne la police générale des ondes radioélectriques. En cette
2. Wat betreft de vraag over de eventuele implicaties van het arrest op het wetsontwerp betreffende de elektronische communicatie, kan in dit stadium als voornaamste gevoelig probleem de kwestie worden vermeld van de bevoegdheidsverdeling inzake het beheer van de radiofrequenties. In dat opzicht stelt het wetsontwerp heel duidelijk dat de bepalingen ervan niet van toepassing zijn op de radiofrequenties die eigen zijn aan radio-omroep en televisie. Toch wordt een nuance aangebracht wat de algemene controle op de radiogolven betreft. Op dat gebied zal, indien de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 november 2004, op de vraag nr. 134 van de heer Roel Deseyn van 27 juli 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8342
matière, si les ordonnances seront déterminées par le Roi, la prise de l’arrêté royal en question devra cependant être précédée d’une concertation préalable avec les gouvernements des communautés.
regelingen door de Koning bepaald zullen zijn, echter eerst overleg moeten worden gepleegd met de regeringen van de gemeenschappen voordat het betreffende koninklijk besluit wordt genomen.
3. Un tel accord entre l’IBPT et le Vlaams Commissariaat voor de media n’existe pas.
3. Een dergelijk samenwerkingsakkoord tussen het BIPT en het Vlaams Commissariaat voor de media bestaat niet.
DO 2003200431972
DO 2003200431972
Question no 138 de Mme Zoé Genot du 3 août 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 138 van mevrouw Zoé Genot van 3 augustus 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Impact de la directive Bolkestein sur les législations et réglementations.
Weerslag van de richtlijn Bolkestein op de wetgevingen en reglementeringen.
Le 8 juin 2004, Mme Moerman, alors ministre de l’E´conomie, a déclaré en commission de la Chambre que « sans pouvoir certifier le caractère parfaitement exhaustif de l’examen mené à ce jour par l’ensemble des administrations et sans entrer dans le détail des compétences qui sont parfois partagées, voici pour le fédéral les domaines concernés par la proposition de directive. Je vous ai dit, à vous ou à vos collègues d’ailleurs, la semaine dernière, que l’examen du SPF concernait aussi les administrations à d’autres niveaux de compétence. Cette réponse vaut ici pour le fédéral.
Op 8 juni 2004 verklaarde de toenmalige minister van Economie, mevrouw Moerman, in de Kamercommissie : « zonder aanspraak te maken op volledigheid van het onderzoek dat alle administraties tot heden gevoerd hebben en zonder in detail te treden van de soms gedeelde bevoegdheden, kan ik u een overzicht geven van de domeinen die op federaal vlak onder de toepassing van de richtlijn Bolkestein vallen. Vorige week heb ik u, aan uzelf of aan uw collega’s trouwens, gezegd dat het onderzoek van de FOD ook de besturen op andere bevoegdheidsniveaus omvatte. Mijn antwoord heeft betrekking op het federale niveau.
Le SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie prévoit des conséquences dans les réglementations qui organisent l’entreprise indépendante, les professions intellectuelles et autres professions réglementées, les autorisations économiques, la métrologie, l’accréditation, la sécurité des services, les implantations commerciales voire dans le domaine des services de distribution de gaz et de l’électricité ou encore sur le fonctionnement de la Banque-Carrefour des entreprises. Il faut y ajouter l’impact de la directive sur le controˆle des sociétés de gestion des droits d’auteur ou droits voisins, et sur la protection des consommateurs : contrats de voyage, vente de time-sharing, contrats de courtage matrimonial, pratique du commerce et information du consommateur, médiation des dettes. L’IBPT doit pour sa part rester attentif à l’impact de la directive sur l’offre de certains services postaux. Le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale est directement visé au titre du controˆle qu’il exerce en matière de détachement des travailleurs. Le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement craint la perte de maıˆtrise dans la définition des choix fondamentaux portant sur l’organisation des soins de santé.
De FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie is van oordeel dat de richtlijn gevolgen zal hebben voor de reglementeringen die van toepassing zijn op de organisatie van de zelfstandige ondernemingen, de intellectuele beroepen en andere gereglementeerde beroepen, de economische vergunningen, de metrologie, de accreditatie, de veiligheid van de diensten, de handelsvestigingen, en verder zelfs voor de diensten voor de gas- en elektriciteitsdistributie of nog voor de werking van de Kruispuntbank van ondernemingen. De richtlijn heeft tevens gevolgen voor de controle van de beheersvennootschappen van auteursrechten en van naburige rechten en voor de consumentenbescherming : reiscontracten, time-sharing, contracten van huwelijksbemiddeling, handelspraktijken en consumentenvoorlichting, schuldbemiddeling. Het BIPT dient aandachtig toe te zien op de invloed die de richtlijn op het aanbod van sommige postdiensten kan hebben. De richtlijn heeft rechtstreeks betrekking op de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met name wat het toezicht op de detachering van de werknemers betreft. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vreest dat hij niet langer vrij zal zijn om fundamentele keuzes inzake de organisatie van de gezondheidszorg te maken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8343
Le SPF Sécurité sociale exprime la crainte de voir les secrétariats sociaux être couverts par la directive et note son impact futur sur l’enregistrement des entrepreneurs dans le secteur de la construction.
De FOD Sociale Zekerheid vreest dat de sociale secretariaten onder de richtlijn zullen vallen en merkt op dat laatstgenoemde gevolgen zal hebben voor de registratie van de ondernemers in de bouwsector.
Le SPF Intérieur est préoccupé par la problématique de la sécurité privée.
De FOD Binnenlandse Zaken maakt zich zorgen over het probleem van de private veiligheid.
Enfin, la vigilance du SPF Finances est acquise en raison de ses doutes quant à la portée réelle de l’article 2 selon lequel la directive ne s’applique pas au domaine de la fiscalité. » (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’E´conomie, no 289 du 8 juin 2004, p. 10).
Tot slot heeft de FOD Financie¨n zijn twijfels over de werkelijke draagwijdte van artikel 2 dat bepaalt dat de richtlijn niet van toepassing is op de belastingen. » (Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Economie, nr. 289 van 8 juni 2004, blz. 10).
Quelles sont toutes les législations et réglementations dépendant de vos compétences, qui vont être touchées par la proposition de directive Bolkestein de libéralisation des services ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 novembre 2004, à la question no 138 de Mme Zoé Genot du 3 août 2004 (Fr.) :
Kan u een exhaustief overzicht geven van de wetgevingen en reglementeringen waarvoor u bevoegd is en die door het ontwerp van richtlijn Bolkestein inzake de liberalisering der diensten getroffen worden ?
Je puis communiquer à l’honorable membre les informations suivantes en réponse à sa question.
Als antwoord op de schriftelijke vraag van het geachte lid kan ik haar volgende informatie laten geworden.
Le projet de Directive « Services » est toujours en phase de préparation.
Het ontwerp van Dienstrichtlijn bevindt zich nog steeds in een voorbereidende fase.
Par conséquent, il est très difficile de dresser une liste détaillée et définitive des législations et réglementations qui seront influencées par la Directive « Services » dans chacune de mes compétences.
Bijgevolg is het zeer moeilijk om nu reeds een gedetailleerde en definitieve lijst van wetgevingen en reglementeringen die door de Dienstenrichtlijn beı¨nvloed zullen worden, binnen elkeen van mijn bevoegdheden op te maken.
DO 2003200432085
DO 2003200432085
Question no 141 de Mme Muriel Gerkens du 7 septembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 141 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
IBPT. — Controˆle.
BIPT. — Controle.
L’Institut belge des services postaux et des télécommunications est l’organe réglementaire du secteur des postes et des télécommunications en Belgique, créé par la loi du 21 mars 1991. L’Institut est chargé de missions stratégiques, de missions réglementaires, de missions opérationnelles, de missions relatives à la résolution de différends entre opérateurs ainsi qu’au controˆle de l’ensemble du secteur.
Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie is het regulerend orgaan voor de post- en de telecommunicatiesector in Belgie¨. Het Instituut werd opgericht bij de wet van 21 maart 1991 en vervult een aantal strategische opdrachten, regelgevende opdrachten en operationele opdrachten. Het beslecht geschillen tussen operatoren en heeft een controlebevoegdheid voor de sector in zijn geheel.
L’existence d’un tel organisme régulateur, pour lequel il serait évidemment réducteur de vouloir figer une définition plus précise n’est malheureusement pas sans poser de questions politiques, entre autres, sur les
Het bestaan van zo’n regulerende instantie roept helaas ook een aantal (politieke) vragen op over de betrekkingen van dat orgaan met de regering enerzijds, en met het Parlement anderzijds. Dergelijke instanties
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 november 2004, op de vraag nr. 138 van mevrouw Zoé Genot van 3 augustus 2004 (Fr.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8344
relations que celui-ci entretient avec le gouvernement d’une part, avec le Parlement d’autre part. Se pose également le problème de la concertation et du dialogue avec les acteurs concernés et la société civile, ainsi que de sa réglementation. Enfin, il est important de s’interroger sur le controˆle qui est exercé sur ce régulateur et la nature de celui-ci. 1. Concernant le budget annuel de l’IBPT : ` combien s’élevait ce budget pour les années 2002 a) A et 2003 ? b) Qui finance ce budget ? c) Qui est compétent pour approuver ce budget ? d) Existe-t-il un réviseur compétent pour exercer un controˆle sur ce budget et si oui, qui le désigne ? 2. Qui approuve le règlement d’ordre intérieur de l’IBPT ? 3. Quelles compétences de controˆle a la Cour des comptes concernant l’IBPT ? 4. Quelles compétences de controˆle a le Parlement concernant l’IBPT ? 5. Existe-t-il une instance qui controˆle l’efficacité et l’efficience de la gestion de l’IBPT ? 6. a) Dans le domaine qui relève de ses compétences, la consultation par l’IBPT du secteur et des opérateurs concernés est-elle informelle ou réglementée ? b) Si cette consultation est réglementée, comment l’est-elle ? 7. Quel est votre avis, en tant que ministre, sur la nécessité d’un dialogue et d’une concertation structurelle entre le régulateur et la société civile ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 novembre 2004, à la question no 141 de Mme Muriel Gerkens du 7 septembre 2004 (Fr.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante. 1. a) Pour l’année 2002, le budget de l’IBPT s’élevait en recettes à 32 247 000 euros et à 36 254 000 euros en dépenses, en ce compris 13 500 000 euros reversés au Trésor public et 3 265 900 euros correspondant à la prise en charge financière des dépenses du personnel de l’ancienne RTT (devenue Belgacom) affecté à la perception de la redevance radio-TV pour le compte des communautés.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
in een strakker keurslijf dwingen zou uiteraard van een al te eenzijdige aanpak getuigen. Daarnaast rijst het probleem van het overleg en de dialoog met de betrokken actoren en het maatschappelijk middenveld, en van de reglementering. Ten slotte moet er ook worden stilgestaan bij de controle op de regulator en de aard ervan. 1. Kan u mij de volgende gegevens meedelen met betrekking tot de jaarbegroting van het BIPT : a) hoeveel beliep die begroting voor de jaren 2002 en 2003; b) door wie wordt de begroting gefinancierd; c) wie is er bevoegd voor de goedkeuring van die begroting; d) is er een accountant bevoegd om die begroting te controleren, en zo ja, wie wijst die accountant aan ? 2. Door wie wordt het huishoudelijk reglement van het BIPT goedgekeurd ? 3. Welke controlebevoegdheid heeft het Rekenhof met betrekking tot het BIPT ? 4. Welke controlebevoegdheid heeft het Parlement met betrekking tot het BIPT ? 5. Bestaat er een instantie die de efficiency van het beheer van het BIPT controleert ? 6. a) Verloopt het overleg tussen het BIPT en de betrokken sector en operatoren op het beleidsgebied van het BIPT op een informele of op een gereglementeerde manier ? b) Hoe is het overleg desgevallend gereglementeerd ? 7. Wat is uw standpunt als minister over de noodzaak van dialoog en structureel overleg tussen de regulator en het maatschappelijk middenveld ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 november 2004, op de vraag nr. 141 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 september 2004 (Fr.) : Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen. 1. a) Voor het jaar 2002 bedroeg de begroting van het BIPT in ontvangsten 32 247 000 euro en 36 254 000 euro in uitgaven, waarin een bedrag zit van 13 500 000 euro dat in de Schatkist is gestort en van 3 265 900 euro dat overeenstemt met de financie¨le overname van de uitgaven van het personeel van de voormalige RTT (dat Belgacom is geworden) dat ingezet is voor de inning van het kijk- en luistergeld voor rekening van de gemeenschappen. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8345
La différence entre les recettes et les dépenses s’explique par la révision annuelle des réserves de liquidités nécessaires de l’IBPT. Celles-ci dépendent des missions que l’IBPT doit remplir pendant l’exercice budgétaire en cours, par exemple le préfinancement du Service de médiation, la coordination d’une assignation de licence ou d’autres dépenses connues, mais ne pouvant être chiffrées précisément, justifiant temporairement d’une réserve supplémentaire.
Het verschil tussen inkomsten en uitgaven wordt verklaard door de jaarlijkse herziening van de noodzakelijke liquiditeitsreserves van het BIPT. Deze zijn afhankelijk van de opdrachten die het BIPT in het lopende begrotingsjaar te vervullen krijgt, bijvoorbeeld het prefinancieren van de Ombudsdienst, het coo¨rdineren van een licentietoewijzing, of van bekende, maar niet exact te ramen uitgaven die een bijkomende reserve tijdelijk rechtvaardigen.
Au budget 2003, les recettes de l’IBPT s’élevaient à 30 958 000 euros et les dépenses à 29 982 194 euros, y compris 3 000 000 euros reversés au Trésor public et 6 777 000 euros de prise en charge des dépenses du personnel auparavant affecté à la perception des redevances radio-TV.
Op de begroting 2003 bedroegen de inkomsten van het BIPT 30 958 000 euro en de uitgaven 29 982 194 euro, waarin een bedrag begrepen is van 3 000 000 euro dat in de Schatkist is gestort en van 6 777 000 euro voor de tenlasteneming van de uitgaven van het personeel dat tevoren ingezet was voor de inning van het kijk- en luistergeld.
b) Aux termes de la loi, les ressources de l’IBPT sont constituées par les legs et donations en sa faveur, ses revenus occasionnels, les recettes légales et réglementaires liées à son action, les indemnités pour prestations et l’ensemble des redevances dues en vertu des lois du 30 juillet 1979 et 21 mars 1991. La loi ajoute que l’ensemble des frais de fonctionnement sont supportés par les ressources de l’Institut.
b) Krachtens de wet bestaan de middelen van het BIPT uit de in zijn voordeel gedane schenkingen en legaten, zijn toevallige inkomsten, de wettelijke en reglementaire ontvangsten verbonden aan zijn werkzaamheden, de vergoedingen voor prestaties en alle rechten die verschuldigd zijn op grond van de wetten van 30 juli 1979 en 21 maart 1991. De wet voegt eraan toe dat alle werkingskosten worden gedragen door de inkomsten van het Instituut.
En pratique, les recettes de l’année 2002 provenaient pour 78 % des droits d’utilisation et de controˆle du spectre des fréquences (radiocommunications), pour 6 % des droits d’utilisation de numéros téléphoniques, pour 3 % des redevances des opérateurs de téléphonie fixe et pour 13 % de provenances diverses.
In de praktijk waren de inkomsten van het jaar 2002 voor 78 % afkomstig uit de rechten voor het gebruik van en de controle op het frequentiespectrum (radiocommunicatie), voor 6 % uit de rechten voor het gebruik van telefoonnummers, voor 3 % uit bijdragen van de operatoren voor vaste telefonie en voor 13 % uit diverse bronnen.
Il est à noter que le controˆle des radiocommunications constitue également un poste de dépenses important en termes de personnel et de matériel.
Aanmerkelijk is dat de controle op radiocommunicatie ook een belangrijke begrotingspost is wat personeels- en werkingsuitgaven betreft.
c) Le budget de l’IBPT est approuvé par les ministres du Budget et des Finances et communiqué à la Chambre des représentants.
c) De begroting van het BIPT wordt goedgekeurd door de minister van Begroting en de minister van Financie¨n en overgezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.
d) L’IBPT n’est pas soumis au controˆle d’un réviseur, mais bien de l’Inspection des finances.
d) Het BIPT is niet onderworpen aan de controle door een revisor maar wel door de inspectie van financie¨n.
2. Le règlement d’ordre intérieur du Conseil de l’IBPT, dont le contenu minimal et certaines règles sont fixées par l’article 22 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges, doit encore faire l’objet d’un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres, sur avis de l’Institut.
2. Het huishoudelijk reglement van de Raad van het BIPT, waarvan de minimale inhoud en bepaalde regels zijn vastgesteld bij artikel 22 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, moet nog het voorwerp uitmaken van een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad op advies van het Instituut.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1055
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8346
3. Les comptes annuels ainsi que le rapport d’activités de l’Institut sont soumis chaque année à la Cour des comptes pour vérification.
3. De jaarrekening en het activiteitenverslag van het Instituut worden elk jaar voor verificatie aan het Rekenhof voorgelegd.
La Cour des comptes peut en outre effectuer son ` l’heure actuelle un tel controˆle est controˆle sur place. A en cours, qui porte sur les comptes de l’Institut pour les années 1998-2002, date des derniers comptes approuvés. Le controˆle ne s’exerce pas seulement sur les comptes annuels, mais également sur le respect des règles en matière de comptabilité publique et de marchés publics ainsi que des procédures internes de dépenses.
Het Rekenhof kan bovendien zijn controle ter plaatse uitvoeren. Momenteel is zo’n controle aan de gang met betrekking tot de boekhouding van het Instituut voor de jaren 1998-2002, de datum van de laatste goedgekeurde boekhouding. Niet alleen de jaarrekening wordt gecontroleerd, maar ook de naleving van de regels inzake staatsboekhouding en overheidsopdrachten, alsook de interne procedures voor uitgaven.
4. L’Institut transmet deux fois par an, le 15 mars et le 15 octobre, à la Chambre des représentants un rapport de ses activités. Il est discuté au sein de la commission de l’Infrastructure.
4. Het Instituut zendt tweemaal per jaar, op 15 maart en 15 oktober een verslag van zijn activiteiten naar de Kamer van volksvertegenwoordigers. Dat verslag wordt besproken in de commissie voor de Infrastructuur.
En outre, la Chambre des représentants reçoit communication du budget annuel de l’IBPT.
Bovendien krijgt de Kamer van volksvertegenwoordigers de jaarlijkse begroting van het BIPT ter inzage.
5. La loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges prévoit que les décisions de l’Institut qui ont une incidence financière et budgétaire sont controˆlées, selon des modalités qui restent à fixer par le Roi, par le ministre du Budget.
5. De wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector bepaalt dat de besluiten van het Instituut die een financie¨le en budgettaire weerslag hebben, door de minister van Begroting worden gecontroleerd volgens de werkwijze die nog door de Koning moet worden vastgesteld.
Les travaux parlementaires indiquent que la volonté du législateur était en pratique de confier cette taˆche à l’Inspection des Finances, qui exerce à la fois un controˆle budgétaire et administratif englobant également le controˆle de l’efficacité et de l’efficience de la gestion.
De parlementaire werkzaamheden wijzen erop dat de wil van de wetgever in de praktijk erin bestond die taak toe te vertrouwen aan de Inspectie van Financie¨n, die zowel een budgettaire als administratieve controle verricht, waaronder ook de controle op de effectiviteit en efficie¨ntie van het beheer.
6. a) et b) La consultation par l’IBPT du secteur et des opérateurs concernés est dans certains cas réglementée par des dispositions particulières, comme par exemple en matière d’offres de référence techniques et tarifaires (pour l’interconnexion, l’accès dégroupé à la boucle locale ou encore l’accès à un débit binaire) que Belgacom est annuellement tenue de formuler à l’égard des autres opérateurs de téléphonie et qui doivent préalablement être approuvées par l’IBPT.
6. a) en b) De consultatie door het BIPT van de sector en van de betrokken operatoren is in sommige gevallen gereglementeerd door bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld bij de technische en tarifaire referentieaanbiedingen (voor interconnectie, ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk of toegang tot een binair debiet) die Belgacom jaarlijks moet opstellen voor de overige telefoonoperatoren en die vooraf door het BIPT moeten worden goedgekeurd.
L’IBPT est en outre tenu par sa loi organique, de façon tout à fait générale, d’offrir à toute personne directement et personnellement concernée par une de ses décisions la possibilité d’être entendue au préalable.
Het BIPT is bovendien door zijn organieke wet verplicht om heel in het algemeen aan elke persoon die rechtstreeks en persoonlijk bij een van zijn besluiten betrokken is, de gelegenheid te bieden om vooraf te worden gehoord.
Enfin, l’Institut peut d’initiative, dans le cadre de ses compétences, organiser toute forme d’enquête et de consultation publique. Il suffit de parcourir le site internet de l’Institut pour constater qu’il s’agit d’une pratique courante.
Ten slotte kan het Instituut uit eigen initiatief in het kader van zijn bevoegdheden elke vorm van enquête en openbare consultatie organiseren. Men moet maar een kijkje nemen op de website van het Instituut om vast te stellen dat het om een courante praktijk gaat.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8347
Dans le cadre du fonctionnement habituel de l’Institut des échanges informels plus ponctuels avec le secteur ont également lieu de façon quasi-quotidienne.
In het kader van de gewone werking van het Instituut zijn er ook bijna dagelijks meer gerichte informele contacten met de sector.
7. L’importance d’un dialogue et d’une concertation organisée entre le régulateur, les opérateurs et la société civile ne peut être mise en doute.
7. Er mag geen twijfel bestaan over het belang van een dialoog en georganiseerd overleg tussen de regulator, de operatoren en de burgermaatschappij.
Les Comités consultatifs pour les télécommunications et pour le secteur postal qui réunissent déjà à l’heure actuelle ces différents intervenants doivent y jouer un roˆle majeur.
Daarin moeten de Raadgevende Comités voor de telecommunicatie en voor de postsector, die nu reeds die verschillende partijen verenigen, een essentie¨le rol spelen.
Ce roˆle a encore été renforcé par le législateur dans la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges. Deux arrêtés royaux délibérés en Conseil des ministres sont cependant encore nécessaires pour donner à chacun de ces comités leur nouveau statut et leurs nouvelles compétences. Leur adoption rapide constitue un de mes objectifs.
Die rol is nog door de wetgever versterkt in de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector. Er zijn echter nog twee koninklijke besluiten, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, nodig om aan beide comités hun nieuwe statuut en hun nieuwe bevoegdheden te verlenen. De snelle aanneming daarvan is één van mijn doelstellingen.
DO 2003200432170
DO 2003200432170
Question no 145 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 145 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes.
Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ?
1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ?
2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ?
2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ?
3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ?
3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ?
4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ?
4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ?
5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ?
5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ?
b) Dans quels cas et pourquoi ?
b) In welke gevallen en op grond waarvan ?
c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ?
c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8348
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 145 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 145 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) :
1. En réponse à la question susmentionnée je peux déjà communiquer à l’honorable membre les données sur les délégués ou représentants du gouvernement qui, dans le cadre de la compétence E´conomie du Service public fédéral E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie, ont été désignés auprès de l’Institut belge de l’économie, du Conseil central de l’E´conomie et de l’Office national du Ducroire.
1. Als antwoord op de bovenvermelde vraag kan ik het geachte lid reeds de gegevens meedelen over de regeringscommissarissen of -afgevaardigden die in het kader van de bevoegdheid Economie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie werden aangeduid bij het Belgisch Instituut voor normalisatie, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Delcrederedienst.
2. La base réglementaire de leurs compétences est :
2. De reglementaire basis van hun bevoegdheden is :
— pour l’Institut belge de normalisation : l’article 8 de l’arrêté-loi du 20 septembre 1945 relatif à la normalisation et les articles 9 et 10 de la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public;
— voor het Belgisch Instituut voor normalisatie : artikel 8 van de besluitwet van 20 september 1945 betreffende de normalisatie en de artikelen 9 en 10 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;
— pour l’Office national du Ducroire : l’article 12 de la loi du 31 août 1939 sur l’Office national du Ducroire et les articles 9 et 10 de la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public;
— voor de Nationale Delcrederedienst : artikel 12 van de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst en de artikelen 9 en 10 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;
— pour le Conseil central de l’E´conomie : l’article 13 de la loi du 20 septembre 1948 portant organisation de l’économie et l’article 15 de l’arrêté du Régent du 6 mars 1950 déterminant les modalités de fonctionnement du Conseil central de l’économie.
— voor de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven : artikel 13 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en artikel 15 van het besluit van de Regent van 6 maart 1950 houdende vaststellingen van de voorschriften omtrent de werkwijze van de Centrale Raad voor het bedrijfsleven.
3. Aux commissaires ou délégués du gouvernement sont attribués les rénumérations suivantes :
3. Aan de regeringscommissarissen of -afgevaardigden worden de volgende vergoedingen toegekend :
— pour l’Institut belge de normalisation : une allocation annuelle de 1 487,36 euros au commissaire de gouvernement et de 892,42 euros au commissaire du gouvernement adjoint (arrêté royal du 20 mars 1981 octroyant une allocation annuelle au commissaire du gouvernement, au commissaire du gouvernement adjoint et au délégué du ministre des Finances auprès de l’Institut belge de normalisation);
— voor het Belgisch Instituut voor normalisatie : een jaarlijkse toelage van 1 487,36 euro aan de regeringscommissaris en van 892,42 euro aan de adjunct-regeringscommissaris (koninklijk besluit van 20 maart 1981 tot toekenning van een jaarlijkse toelage aan de regeringscommissaris, aan de adjunct-regeringscommissaris en aan de gemachtigde van de minister van Financie¨n bij het Belgisch Instituut voor normalisatie);
— pour l’Office nationale du Ducroire : 38,94 euros par séance du conseil d’administration par séance, avec un montant maximal de 1 947,20 euros par an (arrêté ministériel du 30 avril 1975);
— voor de Nationale Delcrederedienst : 38,94 euro per zitting van de raad van bestuur, met een maximumbedrag van 1 947,20 euro per jaar (ministerieel besluit van 30 april 1975);
— pour le Conseil central de l’E´conomie : un jeton de présence de 12,39 euros par séance (article 15 de l’arrêté du Régent du 6 mars 1950 déterminant les modalités de fonctionnement du Conseil central de l’économie).
— voor de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven : een presentiegeld van 12,39 euro per zitting (artikel 17 van het besluit van de Regent van 6 maart 1950 houdende vaststellingen van de voorschriften omtrent de werkwijze van de Centrale Raad voor het bedrijfsleven).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8349
4. En ce qui concerne le Conseil central de l’E´conomie, la procédure est décrite à l’article 15 de l’arrêté du Régent du 6 mars 1950 susmentionné :
5. Depuis mon entrée en fonction, aucune décision n’a été suspendue.
4. Wat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven betreft, wordt de procedure beschreven in artikel 15 van het bovenvermelde besluit van de Regent van 6 maart 1950 : « De regeringscommissaris dient binnen de drie dagen bij de minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren zijn bezwaar in tegen elke beslissing van de Raad of van het dagelijks bestuur inzake bestuurs-, financie¨le of begrotingsaangelegenheden welke strijdig zouden zijn met de wetten en besluiten, in het bijzonder met bovengemelde wet van 20 september 1948, met haar uitvoeringsbesluiten of met het algemeen belang. Dit bezwaar is opschortend. Indien de minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, binnen de vijftien dagen aan het bezwaar geen gevolg heeft gegeven, wordt de beslissing uitvoerbaar. (...) De regeringscommissaris heeft alle nodige bevoegdheden tot het volbrengen van zijn taak. Hij woont de vergaderingen van de Raad en van het dagelijks bestuur bij voorzover op deze vergaderingen vraagstukken worden behandeld die in zijn bevoegdheden vallen. Te dien einde zullen alle oproepingsbrieven uitgaande van de Raad of van het dagelijks bestuur hem worden toegezonden. » Wat de instellingen betreft waarop de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut van toepassing is (het Belgisch Instituut voor normalisatie en de Nationale Delcrederedienst) wordt de procedure beschreven in de artikelen 9 en 10 van die wet. Voor deze laatste instelling stuurt de regeringsafgevaardigde de agenda van de vergaderingen en de bijhorende documenten voorafgaandelijk naar mij zodat ik eventueel reeds mijn standpunt kan bepalen. Overeenkomstig artikel 16 van de bovengenoemde wet van 31 augustus 1939 moet hij mij er onmiddellijk van op de hoogte brengen wanneer hij een beslissing heeft geschorst. 5. Er werden sinds mijn aantreden geen beslissingen geschorst.
DO 2003200431985
DO 2003200431985
Question no 149 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Téléphonie. — Entreprises. — Numéro central. ` la demande des entreprises, le ministère néerlanA dais de l’E´conomie compte donner aux sociétés dispo-
Vraag nr. 149 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Telefonie. — Bedrijven. — Centraal telefoonnummer. Het Nederlandse ministerie van Economische Zaken gaat op verzoek van het bedrijfsleven het moge-
« Le commissaire du gouvernement prend dans les trois jours son recours auprès du ministre qui a les Affaires économiques dans ses attributions, contre toute décision en matière administrative, financière ou budgétaire du Conseil ou du bureau qui serait contraire aux lois et arrêtés, spécialement à la loi du 20 septembre 1948 susmentionnée, à ses arrêtés d’exécution, ou à l’intérêt général. Ce recours est suspensif. La décision devient exécutoire si dans un délai de quinze jours le ministre qui a les Affaires économiques dans ses attributions n’a pas donné suite au recours. (...) Le commissaire du gouvernement a tous les pouvoirs nécessaires pour l’accomplissement de sa mission. Il assiste aux réunions du Conseil et du bureau pour autant que des questions de sa compé` cette fin, toutes les convotence y soient traitées. A cations du Conseil ou du bureau lui sont adressées. » Pour ce qui est des organismes auxquels est d’application la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public (l’Institut belge de normalisation et l’Office national du Ducroire), la procédure est décrite aux articles 9 et 10 de cette loi. Pour ce dernier organisme, le délégué du gouvernement m’envoie au préalable l’ordre du jour des réunions et les documents y afférents de sorte que je puisse éventuellement déjà prendre position. Conformément à l’article 16 de la du 31 août 1939 susmentionnée, il doit me mettre au courant immédiatement quand il a suspendu une décision.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8350
sant de plusieurs sites la possibilité d’être joignables par le biais d’un numéro de téléphone unique. Cette solution présente l’avantage que le consommateur ne doit plus former qu’un seul numéro, avec le préfixe 088. Les appels vers les numéros 088 ne devraient à l’avenir pas couˆter plus cher qu’un appel zonal.
Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes à ce sujet.
lijk maken dat bedrijven met meerdere vestigingen in de toekomst via één telefoonnummer te bereiken zijn. Het voordeel voor de consument bestaat erin dat die slechts één nummer, beginnen met 088, dient te bellen. Het is de bedoeling dat in de toekomst het bellen naar 088-nummers niet duurder is dan bellen naar een nummer uit de eigen zone. Kan u meedelen.
1. Quel est le nombre de sociétés disposant de plusieurs sites dans notre pays, avec des numéros de téléphone différents ?
1. Hoeveel bedrijven er in ons land zijn die over meerdere vestigigen beschikken en die aparte telefoonnummers hebben ?
2. Avez-vous l’intention de suivre l’exemple de votre homologue néerlandais, et quel est, le cas échéant, l’échéancier prévu pour la mise en œuvre de cette initiative ?
2. Of u een gelijkaardig initiatief overweegt zoals uw Nederlandse collega en welk het tijdspad en het uitrolpatroon ervan is ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 149 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 149 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
1. L’Institut belge des services postaux et des télécommunications ne dispose pas de telles informations.
1. Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie beschikt niet over dergelijke informatie.
2. Le caractère unique de la série 088 aux Pays-Bas n’est pas tellement que les sociétés sont joignables via un seul numéro de téléphone mais bien que l’identification géographique normale est remplacée par une identification de la société. Ainsi, une société possédant plusieurs établissements dans des zones d’appel différentes peut obtenir une seule série de numéros après un préfixe unique suivi d’une série de chiffres qui identifient la société. Une initiative similaire n’est pas envisagée actuellement en Belgique. Et ce, pour différents motifs. Tout d’abord, l’Institut n’est pas convaincu que la demande du marché soit suffisamment grande car jusqu’à présent, il n’a jamais été abordé expressément par les entreprises belges à ce sujet. En outre, le plan de numérotation belge ne laisse pas beaucoup de marge pour l’introduction de tels numéros. Pour résoudre ce problème, des adaptations peuvent être apportées mais cela entraıˆnerait des désagréments et des coûts supplémentaires pour tous les utilisateurs finals. De plus, il existe une alternative en Belgique sous la forme de l’utilisation de numéros 078 ou 070. Ces numéros peuvent être utilisés par les sociétés pour des applications qui ne sont pas liées à l’emplacement.
2. Het unieke aan de 088-reeks in Nederland is niet zozeer dat bedrijven via één telefoonnummer te bereiken zijn maar wel dat de normale geografische identificatie wordt vervangen door een identificatie van het bedrijf. Zo kan een bedrijf met verschillende vestigingen in verschillende nummerzones één enkele reeks nummers krijgen na één unieke prefix gevolgd door een reeks van cijfers die het bedrijf identificeert. Een gelijkaardig initiatief wordt op dit ogenblik niet overwogen in Belgie¨. Hiervoor zijn verschillende redenen. Ten eerste is het Instituut niet overtuigd dat de marktvraag hiervoor voldoende groot is omdat het hiervoor nog nooit uitdrukkelijk werd benaderd door het Belgisch bedrijfsleven. Verder is het zo dat het Belgisch telefoonnummeringsplan niet veel ruimte biedt om dergelijke nummers te introduceren. Om dit probleem te verhelpen kunnen aanpassingen worden gemaakt, maar wel met de nodige ongemakken én bijkomende kosten voor alle eindgebruikers. Bovendien is het zo dat er in Belgie¨ een alternatief bestaat onder de vorm van het gebruik van 078- of 070-nummers. Deze nummers kunnen door de bedrijven worden gebruikt voor locatieonafhankelijke toepassingen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8351
DO 2003200432217
DO 2003200432217
Question no 150 de M. Geert Lambert du 30 septembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 150 van de heer Geert Lambert van 30 september 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Modification des tarifs pour la télédistribution et les droits d’auteur.
Prijsaanpassingen voor kabeldistributie en auteursrechten.
La redevance radio et télévision a été supprimée il y a peu dans le cadre de la politique générale visant à réduire l’impoˆt. Alors qu’Electrabel se chargeait auparavant de la perception des redevances pour la télédistribution et les droits d’auteur, cette mission est à présent assurée par la société Mixt-ICS. Cette entreprise a promptement augmenté les tarifs à raison de 30 % pour la télédistribution et de 100 % pour les droits d’auteur. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation et pouvezvous confirmer ces augmentations de prix ?
Nog niet zolang geleden werd het kijk- en luistergeld afgeschaft. Dit kaderde in het algemene beleid om de belastingen te verlagen. De kabeldistributie en de auteursrechten werden voorheen door Electrabel geı¨nd. Vandaag gebeurt deze inning door Mixt-ICS. Dit bedrijf heeft deze bedragen dan ook prompt verhoogd, een verhoging voor de kabeldistributie met 30 % en de auteursrechten met 100 %.
2. Dans l’affirmative, envisagez-vous d’entreprendre des démarches contre ces augmentations de prix ? Il me semble en effet inacceptable que, le gouvernement ayant supprimé la redevance radio et télévision, le caˆblo-opérateur en profite pour augmenter ces prix.
2. Indien dit het geval is, overweegt u stappen te ondernemen tegen deze prijsverhoging ? Het kan mijns inziens niet zijn dat de regering het kijk- en luistergeld afschaft en dat de kabeldistributeur vervolgens zijn prijzen verhoogt.
3. Quelle est la base légale de ces augmentations de prix ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 150 de M. Geert Lambert du 30 septembre 2004 (N.) :
3. Kan u meedelen op welke wettelijke basis deze verhogingen gebeurden ?
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
En août 2002, Telenet a repris les réseaux caˆblés des intercommunales mixtes. Les réseaux de ces dix intercommunales ont été transférés à la filiale de Telenet Mixt-ICS.
In augustus 2002 heeft Telenet de kabelnetten van de gemengde intercommunales overgenomen. De netten van deze tien intercommunales werden ondergebracht in de Telenet-dochter Mixt-ICS.
1. Le ministre ayant les Affaires économiques dans ses attributions a décidé, après avis de la Commission pour la Régulation des Prix, de donner l’autorisation à Mixt-ICS d’uniformiser pour chaque abonné, le prix de l’abonnement au caˆble de la télédistribution et d’accepter une hausse de prix en autorisant le tarif de 8,43 euros par mois, hors droit d’auteurs et TVA de 21 %. Cette hausse a été accordée conformément à la procédure administrative déterminée en application de la loi du 22 janvier 1945 sur la réglementation économique et les prix et de l’article 3 de l’arrêté ministériel du 20 avril 1993 portant des dispositions particulières en matière de prix.
1. Mixt-ICS heeft, na advies van de Commissie tot Regeling der Prijzen, de goedkeuring gekregen van de minister bevoegd voor Economische Zaken om de prijzen van het kabelabonnement gelijk te schakelen voor elke abonnee en te verhogen tot 8,43 euro per maand, exclusief de rechten en 21 % BTW. Deze verhoging is toegestaan na het doorlopen van de administratieve procedure bepaald, in overeenstemming met de wet betreffende de economische reglementering en de prijzen van 22 januari 1945 en artikel 3 van het ministerieel besluit houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen van 20 april 1993.
La hausse est justifiée par la nécessité pour l’entreprise d’effectuer de nouveaux investissements, par
De verhoging is verantwoord door de nood van nieuwe investeringen voor de onderneming, de stijging
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Kan u meedelen of u hiervan op de hoogte bent en kan u tevens deze prijsaanpassingen bevestigen ?
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 150 van de heer Geert Lambert van 30 september 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8352
l’augmentation de ses coûts d’exploitation et par la prévision d’une évolution négative de ses résultats.
van haar exploitatiekosten en de voorziene negatieve evolutie van haar bedrijfsresultaat.
Le ministre a cependant décidé d’instaurer la hausse de prix en deux phases : dans une première phase, une majoration de 1 euro par mois en moyenne à partir du 16 janvier 2003, soit un prix autorisé de 7,67 euros par mois et dans une deuxième phase, une augmentation de 0,76 euro par mois sur le prix appliqué, à partir du 16 juillet 2003, soit un prix autorisé de 8,43 euros par mois (hausse totale accordée de 1,76 euro par mois en moyenne). L’adaptation tarifaire n’est pas identique partout et dépend de la commune où l’abonné est raccordé.
De minister verzocht wel om de verhoging in twee fasen door te voeren : in een eerste fase met gemiddeld 1 euro op 16 januari 2003 tot 7,67 euro per maand. Daarna werd in een tweede fase vanaf 16 juli 2003 het tarief aangepast met 0,76 euro tot 8,43 euro per maand (totale prijsaanpassing van gemiddeld 1,76 euro per maand). De tariefaanpassing was bijgevolg niet overal dezelfde, namelijk afhankelijk van de gemeente waar de abonnee was aangesloten.
2. La provision pour droits d’auteur comprend les contributions perçues en faveur des ayants droit et les prestations. Ces montants sont intégralement versés par la société de télédistribution aux sociétés de gestion.
2. De provisie voor auteursrechten zijn de bijdragen die geı¨nd worden ten gunste van de rechthebbenden van werken en prestaties. De geı¨nde bedragen worden door de kabelmaatschappij integraal gestort aan de beheersvennootschappen.
Après avoir consulté Telenet, il appert que la hausse de la contribution pour les drois d’auteur est principalement due à des nouveaux accords conclus avec les sociétés de gestion, à plusieurs décisions judiciaires et au fait que par le passé, les intercommunales mixtes ont maintenu la provision au plus bas dans l’attente d’accords définitifs et des décisions précitées. L’adaptation, entrée en vigueur le 1er août 2003, représente en moyenne 0,90 euro par mois, TVA comprise. Les droits par abonné se chiffrent par an à 21,74 euros hors TVA et à 26,31 euros TVA comprise.
Na raadpleging van Telenet, is gebleken dat de verhoging van de bijdrage voor auteursrechten hoofdzakelijk het gevolg was van nieuw gesloten akkoorden met beheersvennootschappen, verder door een aantal gerechtelijke uitspraken en het feit dat in het verleden de gemengde intercommunales de provisie zo laag mogelijk hielden, in afwachting van de definitieve akkoorden en gerechtelijke uitspraken. De aanpassing bedroeg gemiddeld 0,90 euro per maand, inclusief BTW en ging in vanaf 1 augustus 2003. Het bedrag van de rechten bedraagt per abonnee 21,74 euro exclusief BTW en 26,31 euro incl. BTW per jaar.
Les sociétés de télédistribution ont négocié avec les sociétés de gestion des ayants droits et ont tenté de maintenir les tarifs au plus bas dans l’intérêt de leurs abonnés. Contrairement à l’adaptation de l’abonnement au caˆble, l’augmentation des tarifs demandée par les associations d’auteurs n’est toutefois pas soumise à la réglementation des prix.
De kabelmaatschappijen onderhandelen met de beheersvennootschappen van rechthebbenden en trachten in het belang van hun abonnees om de tarieven zo laag mogelijk te houden. De verhoging van de tarieven die auteursverenigingen vragen is echter, in tegenstelling tot de aanpassing van het kabelabonnement, niet onderworpen aan de prijzenreglementering.
Les droits de retransmission par caˆble sont un droit exclusif et ne sont, en principe, pas soumis à un controˆle supplémentaire.
De rechten voor de kabeldoorgifte betreffen een uitsluitend recht en zijn in principe niet aan bijkomende controle onderworpen.
3. Les deux adaptations ont été notifées de plusieurs façons aux clients de Mixt-ICS (communiqués de presse, lettres, mention sur la facture et via différents sites internet : www.kabeltv.be, www.mixtics.be, www.telenet.be).
3. Beide aanpassingen werden op verschillende wijzen kenbaar gemaakt aan de Mixt-ICS klanten (via persberichten, brieven, vermelding op de factuur, en via verschillende websites zoals bijvoorbeeld (www.kabeltv.be, www.mixtics.be, www.telenet.be).
L’adaptation des prix de l’abonnement au caˆble et la hausse de la provision pour les droits d’auteur sont totalement indépendantes de la suppression de la redevance radio-télé en Communauté flamande. Cette redevance était en effet, contrairement aux tarifs pour la télédistribution et à la provision pour droits d’auteur, une taxe.
De prijsaanpassing van het kabelabonnement en de verhoging van de provisie voor auteursrechten staan volledig los van de afschaffing van de kijk- en luistergeldbijdrage in de Vlaamse Gemeenschap. Het kijk- en luistergeld was immers, in tegenstelling tot de tarieven voor kabeldistributie en de provisie voor auteursrechten, een belasting.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8353
DO 2003200432268
DO 2003200432268
Question no 152 de M. Roel Deseyn du 30 septembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 152 van de heer Roel Deseyn van 30 september 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Décision de la Cour d’arbitrage concernant les compétences de l’IBPT.
Beslissing van het Arbitragehof over de bevoegdheden van het BIPT.
La Cour d’arbitrage a annulé, par son arrêt du 14 juillet 2004, l’article 14 de la loi du 17 janvier 2003, lequel attribue certaines compétences à l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT).
Het Arbitragehof vernietigde op 14 juli 2004 artikel 14 van de wet van 17 januari 2003, dat de bevoegdheden omschrijft van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT).
1. a) Quelles initiatives législatives envisagez-vous de prendre à la suite de cet arrêt ?
1. a) Welk wetgevend initiatief overweegt u inzake dit te ondernemen ?
b) Quel calendrier vous êtes-vous fixé à cet égard ?
b) Met welk tijdsschema ?
2. a) Quelles sont les éventuelles implications de cet arrêt pour l’avant-projet de loi relatif aux télécommunications ? ` quelles adaptations faudra-t-il procéder ? b) A
2. a) Welke mogelijke implicaties heeft dit op het voorontwerp van Telecomwet ?
3. a) Quels accords de coopération faudra-t-il conclure (avec les différentes communautés) ?
3. a) Welke samenwerkingsakkoorden (met de verschillende gemeenschappen) zullen moeten gesloten worden ?
b) Quelles dispositions ces accords devront-ils contenir ?
b) Welke bepalingen zullen hierin vervat moeten zijn ?
c) Qu’en est-il dans ce cadre du projet I-line ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 152 de M. Roel Deseyn du 30 septembre 2004 (N.) :
c) Welke plaats zal I-line innemen ?
En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit.
Het geachte lid gelieve hieronder het antwoord op de gestelde vraag te willen vinden.
1. a) L’arrêt de la Cour d’arbitrage no 132/2004 du 14 juillet 2004 auquel l’honorable membre se réfère a une portée plus complexe que l’annulation pure et simple de l’article 14 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et télécommunications belges. D’une part, cette annulation ne vaut que pour les seules infrastructures de transmission électronique communes à la fois à la radiodiffusion et aux télécommunications. Il en résulte donc à tout le moins que le secteur postal n’est pas touché. D’autre part, la Cour maintient les effets de l’article ainsi annulé jusqu’à l’entrée en vigueur d’une réglementation
1. a) De draagwijdte van arrest nr. 132/2004 van het Arbitragehof van 14 juli 2004 waaraan het geachte lid refereert, is ingewikkelder dan de eenvoudige vernietiging van artikel 14 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector. Enerzijds slaat die vernietiging enkel op de infrastructuur voor elektronische transmissie die gemeenschappelijk is voor omroep en telecommunicatie. Daaruit vloeit dus op zijn allerminst voort dat de postsector er niet bij betrokken is. Anderzijds handhaaft het Hof de uitwerking van het aldus vernietigde artikel tot aan de inwerkingtre-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
b) Welke aanpassingen dienen te gebeuren ?
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 152 van de heer Roel Deseyn van 30 september 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1056
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8354
prise de commun accord et au plus tard jusqu’au 31 décembre 2005.
ding van een reglementering die in onderlinge overeenstemming wordt genomen en uiterlijk tot 31 december 2005.
Il convient donc de conclure un accord de coopération entre l’E´tat fédéral et les communautés pour régler de commun accord les matières relatives aux communications électroniques où leurs compétences sont imbriquées.
Men moet dus een samenwerkingsakkoord sluiten tussen de federale Staat en de gemeenschappen, om in onderlinge overeenstemming de materies te regelen in verband met elektronische communicatie waar hun bevoegdheden met elkaar vervlochten zijn.
b) II est par nature difficile de prévoir le terme de négociations, mais tout sera mis en œuvre pour aboutir avant la date du 31 décembre 2005, afin que la sécurité juridique du secteur ne soit pas menacée.
b) Het is van nature moeilijk het einde van de onderhandelingen te voorzien, maar alles zal in het werk worden gesteld om de zaak af te ronden vo´o´r 31 december 2005, opdat de rechtzekerheid van de sector niet wordt bedreigd.
2. a) Pour ce qui concerne la question des éventuelles implications de l’arrêt sur le projet de loi relative aux communications électroniques, il est possible à ce stade d’identifier comme principal problème sensible la question de la répartition des compéten` ces en matière de gestion des radiofréquences. A cet égard, le projet de loi énonce très clairement que ses dispositions ne s’appliquent pas aux fréquences radioélectriques propres à la radiodiffusion et à la télévision. Une nuance est toutefois apportée en ce qui concerne la police générale des ondes radioélectriques. En cette matière, si les ordonnances seront déterminées par le Roi, la prise de l’arrêté royal en question devra cependant être précédée d’une concertation préalable avec les gouvernements des communautés.
2. a) Wat betreft de vraag over de eventuele implicaties van het arrest op het wetsontwerp betreffende de elektronische communicatie, kan in dit stadium als voornaamste gevoelig probleem de kwestie worden vermeld van de bevoegdheidsverdeling inzake het beheer van de radiofreçuenties. In dat opzicht stelt het wetsontwerp heel duidelijk dat de bepalingen ervan niet van toepassing zijn op de radiofrequenties die eigen zijn aan radio-omroep en televisie. Toch wordt een nuance aangebracht wat de algemene controle op de radiogolven betreft. Op dat gebied zal, indien de regelingen door de Koning bepaald zullen zijn, echter eerst overleg moeten worden gepleegd met de regeringen van de gemeenschappen voordat het betreffende koninklijk besluit wordt genomen.
b) La loi relative aux communications électroniques pourra éventuellement être adaptée en fonction des résultats des négociations de l’accord de coopération. La transposition des directives en droit belge à laquelle s’attache l’adoption de cette loi ne peut cependant souffrir aucun retard en raison de la procédure en constatation de manquement intentée par la Commission à l’égard de la Belgique devant la Cour de justice des Communautés européennes.
b) De wet betreffende de elektronische communicatie zal eventueel kunnen worden aangepast aan de resultaten van de onderhandelingen over het samenwerkingsakkoord. De omzetting van de richtlijnen in Belgisch recht, die met de aanneming van deze wet wordt nagestreefd, mag evenwel geen enkele vertraging oplopen door de procedure wegens niet-nakoming die de Commissie tegen Belgie¨ heeft ingesteld voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
3. a) et b) L’étendue même du champ d’application de l’accord de coopération avec les communautés devra faire l’objet de la première phase des négociations. Il est donc à ce stade prématuré d’apporter une réponse plus précise.
3. a) en b) De eigenlijke omvang van het toepassingsgebied van het samenwerkingsakkoord met de gemeenschappen zal aan bod moeten komen in de eerste fase van de onderhandelingen. Daarom is het in dit stadium voorbarig daarop een preciezer antwoord te geven.
c) I-line, à savoir la mise à disposition à un prix abordable de raccordements et d’abonnements internet répondant aux besoins particuliers des écoles, des bibliothèques publiques et des hoˆpitaux aujourd’hui inscrite dans la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques est conservée dans le projet de loi
c) I-line, dit wil zeggen de beschikbaarstelling tegen een betaalbare prijs van internetaansluitingen en -abonnementen die beantwoorden aan de bijzondere behoeften van scholen, openbare bibliotheken en ziekenhuizen, die momenteel opgenomen is in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrij-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8355
relative aux communications électroniques déposé récemment à la Chambre des représentants.
ven, blijft behouden in het ontwerp van wet betreffende de elektronische communicatie dat onlangs bij de Kamer van volksvertegenwoordigers is ingediend.
Il dépendra donc de la volonté des communautés d’inscrire ou non la question à l’ordre du jour des négociations concernant l’accord de coopération.
Het zal dus van de wil van de gemeenschappen afhangen of de kwestie al dan niet op de agenda wordt gezet van de onderhandelingen over het samenwerkingsakkoord.
DO 2003200432290
DO 2003200432290
Question no 153 de M. Roel Deseyn du 1er octobre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 153 van de heer Roel Deseyn van 1 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Baisse des tarifs de téléphonie « fixe à mobile ».
Daling van de tarieven voor « vast naar mobiel ».
En Belgique, les appels vers un téléphone mobile sont cinq fois plus chers en moyenne que ceux vers un appareil fixe. C’est ce que révèle une étude de Beltug (Belgian Télécommunications Users Group), l’association des utilisateurs professionnels des télécommunications, qui préconise une baisse accélérée des charges d’interconnexion d’un appareil fixe vers un mobile (les Mobile Termination Rates ou MTR). L’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) a amorcé cette baisse en 2000 mais, selon les auteurs de l’étude, elle est insuffisante et trop peu ambitieuse. Ceci a comme conséquence que les opérateurs mobiles livrent une concurrence déloyale aux opérateurs fixes. De plus, les coûts sont aussi élevés qu’imprévisibles pour les entreprises (la portabilité du numéro ne permet pas de savoir auprès de quel opérateur un abonné est client; le préfixe ne fournit pas d’indication de prix).
Bellen naar een GSM is in Belgie¨ gemiddeld vijfmaal zo duur als naar een vast toestel. Dat blijkt uit een studie van Beltug, de vereniging van zakelijke telecomgebruikers. Beltug pleit voor een versnelde daling van de tarieven voor de afwikkeling van een vast naar een mobiel toestel (de zogenaamde « Mobile Termination Rates » of MTR). Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) zette deze daling in 2000 in, maar deze is volgens de studie onvoldoende en te weinig ambitieus. Dit heeft tot gevolg dat mobiele operatoren op een oneerlijke manier concurreren met vaste operatoren en de kosten voor de bedrijven onvoorspelbaar hoog liggen (door de nummeroverdraagbaarheid is het niet geweten waar iemand klant is; het prefix geeft geen aanduiding van de prijs).
1. a) Que pensez-vous de la proposition de réduction accélérée des MTR ?
1. a) Hoe staat u tegenover de suggestie van een versnelde daling van de MTR ?
b) Inciterez-vous l’IBPT à réduire rapidement les MTR ?
b) Zal u het BIPT aanzetten tot het versneld afbouwen van de MTR ?
2. Que pensez-vous de la demande de Beltug de ne plus reprendre les frais de publicité dans les MTR ?
2. Hoe staat u tegenover de vraag van Beltug om publiciteitskosten niet langer in de MTR te betrekken ?
3. a) Que pensez-vous de la proposition d’harmoniser les heures creuses et de pointe des opérateurs fixes et mobiles dans un souci de transparence ?
3. a) Hoe staat u tegenover de suggestie met betrekking tot het afstemmen van de piek- en daluren van de vaste en mobiele operatoren ten einde transparantie te verzekeren ?
b) Quelles initiatives envisagez-vous à cet égard ?
b) Welke acties overweegt u hierin te ondernemen ?
4. a) Quand la nouvelle loi sur les télécommunications entrera-t-elle en vigueur ?
4. a) Wanneer zal de nieuwe Telecomwet van kracht worden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8356
b) Dans quelle mesure cette loi permettra-t-elle à l’IBPT de contraindre les opérateurs non SMP (Significant Market Power) comme Base, et que l’actuelle réglementation n’oblige pas à baser leurs charges MTR sur les coûts, à modifier celles-ci ?
b) In welke mate zal deze wet het BIPT wel toelaten om niet-SMP’s (zoals Base), dewelke volgens de huidige reglementering niet verplicht zijn hun MTR op de kosten te baseren, te dwingen hun MTR aan te passen ?
5. Dans sa décision du 23 septembre 2003, le Conseil de l’IBPT indique à propos des charges de terminaison de Mobistar que « s’il appert que le volume du trafic de terminaison sur le réseau de Mobistar augmente significativement et que cet accroissement est de nature à entraıˆner une diminution, dans le modèle de coûts, du prix unitaire du service de terminaison, l’IBPT se réserve le droit d’adapter les valeurs du mécanisme de price-cap (...) et d’imposer à Mobistar, par conséquent, une baisse de tarifs MTR plus rapide (...). »
5. In het besluit van 23 september 2003 van de Raad van het BIPT betreffende de terminatietarieven van Mobistar staat dat « Indien blijkt dat het volume van het terminatieverkeer naar Mobistar aanzienlijk toeneemt en die toename in het kostenmodel tot een verlaging van de eenheidsprijs van de terminatiedienst kan leiden, behoudt het BIPT zich het recht voor om de waarden van de price cap aan te passen, en bijgevolg aan Mobistar een snellere verlaging van de MTRtarieven op te leggen ».
Allez-vous recourir à cette possibilité, compte tenu de la forte croissance du nombre de clients GSM auprès de Mobistar ?
Zal u van deze mogelijkheid gebruik maken gezien de forse stijging van het aantal GSM-klanten bij Mobistar ?
6. Que pensez-vous, compte tenu de la forte densité de population dans notre pays, de la proposition de Beltug de viser pour les charges MTR un niveau quelque peu inférieur aux 20 % de moins que la moyenne des opérateurs bénéficiant d’une position forte en Europe ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 novembre 2004, à la question no 153 de M. Roel Deseyn du 1er octobre 2004 (N.) :
6. Hoe staat u, gezien de hoge bevolkingsdichtheid van Belgie¨, tegenover de suggestie van Beltug om voor de MTR een niveau na te streven dat nog wat lager ligt dan de 20 % lager dan het gemiddelde van operatoren met een sterke positie in europa ?
En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit.
Ik heb de eer in antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag het volgende mee te delen.
1. Depuis 2001, les différentes décisions adoptées par l’IBPT ont déjà conduit à une diminution très substantielle des charges de terminaison MTR (« Mobile Termination Rate ») réclamées par les opérateurs de téléphonie mobile, notamment aux opérateurs de téléphonie fixe. Ainsi, dans le cas de l’opérateur Belgacom Mobile (Proximus), la baisse du niveau moyen des charges a atteint plus de 40 % en francs constants en moins de quatre ans. Cette forte diminution a d’ailleurs été la plus forte pendant les heures pleines (« peak »), lesquelles concernent en général avant tout la clientèle professionnelle et les entreprises représentées notamment par l’association Beltug.
1. Sedert 2001 hebben de verschillende beslissingen van het BIPT reeds geleid tot een zeer sterke vermindering van de MTR-terminatielasten (« Mobile Termination Rate ») die de mobieletelefonieoperatoren, met name aan de vaste-telefonieoperatoren vragen. Zo komt in het geval van operator Belgacom Mobile (Proximus) de verlaging van het gemiddelde niveau van de lasten in minder dan vier jaar neer op meer dan 40 % in lopende franken uitgedrukt. Die sterke vermindering was overigens het grootst tijdens de piekuren (« peak »), die over het algemeen vooral de professionele klanten betreffen, alsook de ondernemingen die met name door de vereniging Beltug worden vertegenwoordigd.
2. Les modèles de coûts des opérateurs mobiles qui sont déclarés puissants (SMP = « Significant Market Power »), à savoir Proximus et Mobistar, tiennent partiellement compte de certains coûts commerciaux en plus des coûts de réseau proprement dits (coûts techniques + coûts financiers). Il s’agit là d’une pratique conforme à celle de la plupart des autres E´tats membres de l’Union européenne. Ainsi, à titre
2. De kostenmodellen van de mobiele operatoren die als SMP-operator zijn aangemerkt (SMP = « Significant Market Power »), namelijk Proximus en Mobistar, houden deels rekening met bepaalde commercie¨le kosten, naast de eigenlijke netwerkkosten (technische kosten + financie¨le kosten). Dit is een praktijk die strookt met de werkwijze in de meerderheid van de overige lidstaten van de Europese Unie. In
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 november 2004, op de vraag nr. 153 van de heer Roel Deseyn van 1 oktober 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8357
d’exemple, aux Pays-Bas qui sont un pays où les coûts unitaires d’un réseau GSM ne sont certainement pas supérieurs à la Belgique eu égard à la très forte densité de population de ce pays et au relief très favorable au déploiement d’un réseau GSM. le prix moyen de terminaison MTR d’un opérateur tel que KPN Mobile est nettement supérieur à celui de Proximus en Belgique (15,50 euros cent/min contre 12,62 euros cent/min pour Proximus, soit un écart de 23 %, selon le benchmarking de l’IRG — « Independent Regulators Group ») : cette comparaison montre qu’aux Pays-Bas, comme dans de nombreux autres pays européens, les charges MTR en question prennent en considération des coûts autres que ceux du réseau.
Nederland bijvoorbeeld, een land waar de kostprijs per eenheid van een GSM-netwerk zeker niet hoger ligt dan in Belgie¨, gelet op de zeer hoge bevolkingsdichtheid van dat land en het relie¨f dat heel gunstig is voor de roll-out van een GSM-netwerk, ligt de gemiddelde MTR-terminatieprijs van een operator zoals KPN Mobile duidelijk hoger dan die van Proximus in Belgie¨ (15,50 euro cent/min tegenover 12,62 euro cent/min voor Proximus, dit wil zeggen een verschil van 23 %, volgens de benchmarking van de IRG — « Independent Regulators Group ») : die vergelijking toont aan dat de betreffende MTR-lasten in Nederland, net als in vele andere Europese landen, rekening houden met andere kosten dan die van het netwerk.
3. En ce qui concerne la définition des heures « peak » et « off-peak », l’opérateur Base applique depuis octobre 2003 une définition différente de celle des deux autres opérateurs mobiles (Proximus et Mobistar) pour ses charges de terminaison MTR, ce qui est reflété notamment dans les tarifs au détail de Belgacom pour les appels « fixe vers mobile ». Cet écart a été examiné par l’IBPT qui, dans sa décision du 29 août 2003, a conclu que cette demande de différenciation de Base était raisonnable dans la mesure où elle reflétait la distribution spécifique du trafic sur le réseau GSM de cet opérateur, avec une forte pointe en soirée, ce qui s’explique par les types de clientèles des trois opérateurs mobiles en Belgique. Il convient à cet égard de trouver un juste équilibre entre l’objectif de transparence tarifaire, d’une part, et les exigences légitimes des opérateurs d’assurer leur viabilité financière, d’autre part.
3. Wat de definitie van de « peak »- en « off-peak »uren betreft, hanteert operator Base sedert oktober 2003 een definitie die verschilt van diegene die door de twee overige mobiele operatoren (Proximus en Mobistar) wordt toegepast voor zijn MTR-terminatielasten, hetgeen met name wordt weerspiegeld in de kleinhandelstarieven van Belgacom voor oproepen « van vast naar mobiel ». Dat verschil is door het BIPT onderzocht, dat in zijn besluit van 29 augustus 2003 geconcludeerd heeft dat dit verzoek om differentiatie van Base redelijk was omdat die de specifieke verdeling van het verkeer op het GSM-netwerk van die operator weerspiegelde, met een sterke piek’s avonds, hetgeen zijn verklaring vindt in het soort clie¨nteel van de drie mobiele operatoren in Belgie¨. Daarbij moet een juist evenwicht worden gezocht tussen, enerzijds, de nagestreefde tarieftransparantie en, anderzijds, de gewettigde eisen van de operatoren om hun financie¨le leefbaarheid te garanderen.
4. a) Le projet de nouvelle loi sur les communications électroniques a été déposé au Parlement.
4. a) Het ontwerp van nieuwe wet op de elektronische communicatie is bij het Parlement ingediend.
b) Ce projet de loi ne fixe pas précisément les obligations qui pourraient être imposées à un opérateur tel que Base mais donne seulement, conformément aux directives européennes pertinentes, la liste des remèdes qui pourraient être éventuellement appliqués aux opérateurs à l’issue du processus d’analyse des marchés qui est en cours.
b) Dat wetsontwerp legt de verplichtingen die aan een operator als Base zouden kunnen worden opgelegd niet precies vast, maar geeft enkel overeenkomstig de relevante Europese richtlijnen de lijst van de remedies die eventueel op de operatoren zouden kunnen worden toegepast na de marktanalyse die aan de gang is.
Dans le cadre de la recommandation de la Commission européenne sur l’analyse des marchés dans le secteur des communications électroniques, chaque opérateur d’un réseau de télécommunications, qu’il soit fixe ou mobile, devra en principe être déclaré puissant (SMP) sur le marché de la terminaison d’appels sur son propre réseau. Ce devrait donc être aussi le cas de Base. Cependant, on ne saurait exclure au stade actuel que les remèdes qui seront apportés soient différenciés en tenant compte notamment des parts de marché respectives des opérateurs : il se pourrait par conséquent que les trois opérateurs mobiles belges ne
In het kader van de aanbeveling van de Europese Commissie over de marktanalyse in de elektronischecommunicatiesector, zal elke operator van een vast of mobiel telecommunicatienetwerk, in principe als SMP-operator moeten worden aangemerkt op de markt voor de afwikkeling van oproepen op zijn eigen netwerk. Dat zou dus ook het geval zijn voor Base. Toch kan in het huidige stadium niet worden uitgesloten dat de remedies die zullen worden toegepast, gedifferentieerd worden, met name rekening houdende met het respectieve marktaandeel van de operatoren : bijgevolg is het mogelijk dat de drie Belgische mobiele
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8358
soient pas exactement soumis aux mêmes obligations en matière de régulation de leurs charges MTR.
operatoren niet helemaal aan dezelfde verplichtingen worden onderworpen inzake regulering van hun MTR-lasten.
5. Le modèle de coûts de Mobistar a été établi en 2003. L’IBPT ne considère pas que l’évolution du marché de la téléphonie pendant l’année écoulée justifie de déjà adapter le modèle en question, et ce d’autant plus que l’IBPT est sur le point de lancer un nouveau projet de modèle de coûts générique pour opérateur mobile en Belgique, lequel devrait fonder les futures décisions de l’IBPT en la matière à partir de l’année 2005.
5. Het kostenmodel van Mobistar is in 2003 opgesteld. Het BIPT vindt niet dat de evolutie van de markt voor telefonie in het afgelopen jaar reeds een aanpassing van het betrokken model rechtvaardigt, temeer daar het BIPT op het punt staat om een nieuw ontwerp van generiek kostenmodel te lanceren voor mobiele operatoren in Belgie¨, dat vanaf het jaar 2005 aan de grondslag zou moeten liggen van de toekomstige besluiten van het BIPT op dat gebied.
6. L’objectif proposé par Beltug présente un certain caractère arbitraire. Les comparaisons internationales, en particulier le benchmarking de l’IRG, montrent que Proximus en tout cas, en tant qu’opérateur SMP en Belgique, se situe déjà dans le groupe des opérateurs mobiles les plus performants en matière de charges MTR en europe. La densité de population n’est pas le seul facteur qui influence le niveau des charges de terminaison MTR, comme le montre d’ailleurs l’exemple précité des Pays-Bas où les charges MTR sont en moyenne nettement supérieures à celles qui sont appliquées en Belgique alors que la densité de population y est plus forte que dans notre pays.
6. De doelstelling die Beltug voorstelt, vertoont een zeker arbitrair karakter. Uit internationale vergelijkingen, in het bijzonder de benchmarking van de IRG, blijkt dat Proximus in elk geval, als SMP-operator in Belgie¨, reeds in de groep zit van de meest performante mobiele operatoren inzake MTR-lasten van Europa. De bevolkingsdichtheid is niet de enige factor die invloed heeft op het niveau van de MTRterminatielasten, zoals overigens blijkt uit het Nederlandse voorbeeld hierboven, waar de MTR-lasten gemiddeld duidelijk hoger liggen dan diegene die in Belgie¨ worden toegepast, terwijl de bevolkingsdichtheid er hoger is dan in ons land.
DO 2003200431899
DO 2003200431899
Question no 154 de Mme Hilde Dierickx du 4 octobre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 154 van mevrouw Hilde Dierickx van 4 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Consommateurs. — Dettes. — Techniques de crédit.
Consumenten. — Schulden. — Krediettechnieken.
Un Belge sur quatre rencontre des difficultés pour rembourser ses dettes. Le montant total des dettes ne cesse de croıˆtre. Dans certains cas, les dettes sont tellement élevées que la société doit intervenir pour garantir une vie conforme à la dignité humaine.
E´én Belg op vier heeft problemen bij het afbetalen van zijn schulden. Het totale schuldbedrag stijgt steeds weer. In sommige gevallen worden de schulden zo groot dat de maatschappij moet bijspringen om een menswaardig leven te garanderen.
Deux questions se posent à cet égard. On peut se demander, d’une part, quelle est la part de responsabilité individuelle dans l’accumulation des dettes et, d’autre part, si le consommateur ne devrait pas être mieux protégé contre certaines techniques de crédit.
We kunnen ons hierbij twee vragen stellen. Enerzijds kan men zich afvragen hoe groot de individuele verantwoordelijkheid is voor deze schulden, maar anderzijds kan men zich ook afvragen of de consument niet beter beschermd moet worden ten opzichte van bepaalde krediettechnieken.
L’offre de cartes de crédit « bon marché » aux clients par les grandes surfaces, les entreprises de vente par correspondance, etc. est un phénomène de plus en plus répandu. Le client paie une petite somme par mois et peut acheter à crédit. Le consommateur est généralement libre de choisir le délai et le montant de la somme à rembourser.
Het fenomeen dat warenhuizen, postorderbedrijven, enzovoort, de consument « goedkope » kredietkaarten ter beschikking stellen ziet men steeds meer. De consument betaalt elke maand een kleine som en kan kopen op krediet. Veelal laat men de consument zelf beslissen wanneer en hoeveel hij zal terugbetalen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8359
Certaines personnes se laissent abuser par le « faux sentiment de sécurité » engendré par le système des cartes de crédit. Le consommateur se méprend surtout sur la modeste somme à payer chaque mois par rapport à la dette qui elle ne cesse d’augmenter.
Sommigen laten zich misleiden door het « vals gevoel van veiligheid » dat dit systeem van kredietkaarten met zich brengt. De consument verkijkt zich vooral op het kleine bedrag dat elke maand betaald dient te worden, in vergelijking met de schuld die steeds groter wordt.
Un dialogue entre les autorités fédérales et les secteurs faisant usage de ces techniques me semble souhaitable. De nombreux problèmes d’endettement pourraient être évités en fixant des limites à l’utilisation de la carte de crédit. Il ne peut pas s’agir pour les secteurs concernés de couvrir le consomma` plus long terme, leur propre chiffre teur de dettes. A d’affaires risque d’en subir les conséquences négatives.
Een gesprek tussen de federale overheid en de sectoren die deze technieken gebruiken lijkt me aangewezen. Onderlinge afspraken die limieten opleggen voor het gebruik van deze kredietkaarten kunnen immers vele schuldproblemen voorkomen. Het kan niet de bedoeling zijn van de sectoren om de consument met schulden op te zadelen. Dit werkt immers nefast op langere termijn voor de eigen omzet.
Quelle est votre position en la matière ?
Wat is uw standpunt met betrekking tot deze problematiek ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 154 de Mme Hilde Dierickx du 4 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 154 van mevrouw Hilde Dierickx van 4 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
La mise à disposition de cartes de crédit « bon marché » a lieu dans le cadre d’un recours accru aux contrats d’ouverture de crédit.
De terbeschikkingstelling van « goedkope » kredietkaarten vindt plaats in het raam van een toegenomen toevlucht tot kredietopeningscontracten.
L’ouverture de crédit constitue un mode de financement souple et facilement utilisable. Cependant, on constate, ces dernières années, une augmentation du nombre de défaillances pour ce type de crédit, qui s’explique, en partie, par un accroissement en volume du nombre total de contrats d’ouvertures de crédit conclus.
De kredietopening betreft een soepele en gemakkelijk te gebruiken financieringswijze. Toch, stelt men de laatste jaren inderdaad een toename vast van het aantal wanbetalingen voor deze kredietvorm, hetgeen gedeeltelijk te verklaren is door een aangroei in volume van het totaal aantal gesloten kredietopeningen.
Ces contrats sont unanimement considérés comme favorisant un endettement permanent, puisque la dette en capital n’est pas amortie et subsiste intégralement. De plus, les consommateurs moins avertis s’en rendent peu compte, puisque chaque mois, ils effectuent un paiement. En réalité, ce montant mensuel ne représente que les intérêts débiteurs calculés sur le crédit prélevé.
Deze contracten worden unaniem beschouwd als contracten die een blijvende schuldenlast aanmoedigen, omdat de kapitaalschuld niet afgelost wordt en volledig blijft voortbestaan. Bovendien beseffen de minder ingelichte consumenten dit niet omdat ze elke maand een betaling uitvoeren. In werkelijkheid, betreft dit maandelijkse bedrag enkel de debetinteresten berekend op het opgenomen krediet.
La loi du 24 mars 2003, modifiant la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, entrée en vigueur le 1er janvier 2004, a tenu compte de la problématique de l’endettement liée à l’utilisation de l’ouverture de crédit. La nouvelle loi prévoit la remise à zéro pour les contrats à durée indéterminée ou à durée déterminée de plus de cinq ans qui ne prévoient pas de remboursement périodique en capital.
De wet van 24 maart 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, in werking getreden op 1 januari 2004, heeft ten aanzien van de kredietopening rekening gehouden met de problematiek van de schuldenlast. De nieuwe wet voorziet een termijn van nulstelling voor contracten van onbepaalde duur of een bepaalde duur van meer dan vijf jaar die niet voorzien in de periodieke terugbetaling van kapitaal.
La nécessité d’imposer au prêteur de fixer un délai au terme duquel le consommateur est tenu de rembourser la totalité de sa dette avant de pouvoir
De noodzaak om de kredietgever te verplichten om een termijn te bepalen waarbinnen de consument gehouden is zijn volledige schuld terug te betalen alvo-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8360
effectuer un nouveau prélèvement devrait remédier aux difficultés rencontrées.
rens een nieuwe opneming te kunnen uitvoeren, zou de bestaande moeilijkheden moeten verhelpen.
En outre, afin que le consommateur soit bien informé sur les opérations effectuées dans le cadre de l’ouverture de crédit, la loi prévoit que le prêteur doit communiquer chaque mois un relevé où sont mentionnés :
Daarenboven, opdat de consument goed geı¨nformeerd zou zijn over de verrichtingen uitgevoerd in het raam van de kredietopening, voorziet de wet dat de kredietgever elke maand een overzicht moet meedelen waarop vermeld wordt :
1o la période précise sur laquelle porte le relevé de compte;
1o de juiste periode waarop het overzicht betrekking heeft;
2o les montants prélevés et leur date;
2o de opgenomen bedragen en hun data;
3o le cas échéant, le solde restant dû du relevé précédent et la date;
3o in voorkomend geval, het verschuldigd blijvend saldo van het voorgaand overzicht en de datum;
4o la date et le montant des frais dus;
4o de datum en het bedrag van de verschuldigde kosten;
5o la date et le montant des paiements effectués par le consommateur;
5o de datum en het bedrag van de betalingen verricht door de consument;
6o le dernier taux débiteur annuel convenu;
6o de laatst overeengekomen debetrentevoet op jaarbasis;
7o la date et le montant total des intérêts dus;
7o de datum en het totaal bedrag van de verschuldigde interesten;
8o le cas échéant, le montant minimum à payer;
8o in voorkomend geval, het minimaal te betalen bedrag;
9o le cas échéant, le nouveau solde restant dû;
9o in voorkomend geval, het nieuwe verschuldigd blijvend saldo;
10o le nouveau montant total dû.
10o het nieuwe totaal verschuldigde bedrag.
Les nouvelles dispositions légales ne sont en vigueur que depuis 8 mois. Il est encore trop toˆt vigueur que depuis 8 mois. Il est encore trop toˆt aujourd’hui, pour évaluer leur impact. Si l’augmentation des défaillances des ouvertures de crédit devait se poursuivre dans le futur malgré les nouvelles dispositions légales, on serait en droit de s’interroger sur la pertinence de ces dernières.
De nieuwe wettelijke bepalingen zijn slechts 8 maanden geleden in werking getreden. Het is maanden geleden in werking getreden. Het is vandaag nog te vroeg om hun impact te evalueren. Indien de toename van wanbetalingen van kredietopeningen in de toekomst moest blijven voortduren ondanks deze nieuwe wettelijke bepalingen, zal men zich terecht moeten bevragen over de gepastheid van deze laatste.
Compte tenu des nombreuses législations adoptées ces dernières années dans le but de protéger le consommateur et de lutter contre le surendettement (loi du 10 août 2001 relative à la Centrale des crédits aux particuliers, loi du 5 juillet 1998 sur le règlement collectif de dettes, loi du 24 mars 2003 instaurant un service bancaire de base), des réformes successives menées à bien ces dernières années en matière de crédit à la consommation, et de la législation comparable dans les E´tats membres européens voisins, il semble difficile de légiférer encore sans mettre en péril l’activité économique générée par ce secteur essentiel pour la croissance économique de notre pays.
Rekening houdend met de talrijke nieuwe wetten die de jongste jaren aangenomen werden om de consument te beschermen en om de overmatige schuldenlast tegen te gaan (wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor kredieten aan particulieren, wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling, wet van 24 maart 2003 tot instelling van een basis bankdienst) en rekening houdend met de opeenvolgende hervormingen van de jongste jaren op het vlak van consumentenkrediet alsook met de vergelijkbare wetgeving in de naburige lidstaten, lijkt het moeilijk om nog bijkomende regels op te stellen zonder de economische activiteit van deze sector, die essentieel is voor de economische groei van ons land, aan te tasten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8361
DO 2003200432337
DO 2003200432337
Question no 155 de M. Guido De Padt du 5 octobre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 155 van de heer Guido De Padt van 5 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Communications de poste fixe à poste mobile. — Tarifs élevés.
Telefoneren van vast naar mobiel. — Hoge tarieven.
Les communications téléphoniques de poste fixe à poste mobile restent couˆteuses en Belgique et sont plus onéreuses que les communications de fixe à fixe ou que les communications entre les différents opérateurs mobiles.
Vast naar mobiel bellen in Belgie¨ blijft duur. Het is duurder dan de tarieven van vast naar vast en het is duurder dan telefoneren tussen de verschillende mobiele operatoren.
Les communications établies à partir d’un poste fixe vers un GSM sont soumises à deux tarifs : d’une part, le « mobile termination rate » pour l’utilisation du réseau de l’opérateur mobile et, d’autre part, un couˆt pour le réseau fixe d’ou` est émis l’appel. Ce sont les couˆts élevés facturés par les opérateurs mobiles aux opérateurs fixes pour l’utilisation de leur réseau qui font monter le prix pour le client.
Wanneer men van een vast toestel belt naar een GSM, betaalt men twee tarieven,enerzijds de zogenaamde « mobile termination rate » voor het gebruik van het netwerk van de mobiele operator en anderzijds een kost voor het vaste netwerk vanwaar de oproep vertrekt. Het zijn de hoge kosten die de mobiele operatoren aanrekenen aan de vaste operatoren voor het gebruik van hun netwerk die de prijs voor de klant de hoogte injagen.
Le cadre réglementaire européen prévoit des mesures visant à inciter les opérateurs puissants sur le marché à pratiquer des tarifs axés sur les couˆts.
In het Europees regelgevend kader zijn maatregelen voorzien om druk uit te oefenen op de operatoren met marktmacht om tarieven te gebruiken die op de kosten georie¨nteerd zijn.
1. a) Pourriez-vous fournir un aperçu des différences entre les tarifs fixe-mobile, fixe-fixe et mobilemobile ?
1. a) Kan u een overzicht geven van de prijsverschillen tussen vast-mobiel, vast-vast en mobiel-mobiel ?
b) Comment ces différences s’expliquent-elles ?
b) Waaraan zijn deze verschillen te wijten ?
2. a) Dans quelle mesure ce problème se pose-t-il également dans d’autres pays européens ?
2. a) In welke mate doet dit probleem zich ook in andere Europese landen voor ?
b) Quelles mesures y prend-on ?
b) Welke maatregelen worden er daar genomen ?
3. Par le passé, Proximus et Mobistar ont déjà été contraints de réduire leurs tarifs en matière de « mobile termination rate », contrairement à Base qui n’a pas le statut d’opérateur puissant sur le marché.
3. In het verleden werden Proximus en Mobistar reeds verplicht om prijsdalingen inzake hun « mobile termination rate » door te voeren. Dit geldt niet voor Base omdat deze niet het statuut heeft van een operator met een sterke positie op de markt.
a) L’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) imposera-t-il de nouvelles réductions tarifaires à Proximus et Mobistar ?
a) Zal het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) verdere tariefverlagingen aan Proximus en Mobistar opleggen ?
b) Quelle attitude l’IBPT adoptera-t-il à l’avenir à l’égard de Base ?
b) Welke houding zal het BIPT naar de toekomst toe aannemen ten aanzien van Base ?
4. a) Quel modèle de couˆts applique-t-on dans le cadre de la détermination des tarifs ?
4. a) Welk kostenmodel wordt gehanteerd bij het bepalen van de tarieven ?
b) Quels couˆts y inclut-on ?
b) Welke kosten zitten daarin vervat ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1057
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8362
c) Pourquoi les tarifs Proximus et Mobistar diffèrentils alors qu’ils sont axés sur les couˆts dans les deux cas ?
c) Waarom verschillen de tarieven voor Proximus en Mobistar wanneer zij toch als beide kostengeorie¨nteerd werken ?
5. En vertu de la nouvelle loi sur les télécommunications, de quels nouveaux instruments l’IBPT dispose-t-il pour entreprendre de nouvelles actions ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 18 novembre 2004, à la question no 155 de M. Guido De Padt du 5 octobre 2004 (N.) :
5. Welke nieuwe instrumenten kan de nieuwe telecomwet aanreiken aan het BIPT om verdere acties te ondernemen ?
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
1. a) Lorsqu’on évoque le prix des appels des services de téléphonie, fixe ou mobile, il convient de distinguer les tarifs « retail » payés par les utilisateurs finals d’une part et les tarifs « wholesale » payés entre opérateurs au niveau de l’interconnexion de leurs réseaux respectifs d’autre part. Il est évident que les tarifs « wholesale » constituent un des éléments intervenant dans la fixation des tarifs « retail ».
1. a) Wanneer men het heeft over de prijs van oproepen van de dienst voor vaste of mobiele telefonie moet een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de « retail »-tarieven die door de eindgebruikers worden betaald en anderzijds de « wholesale »tarieven die tussen operatoren onderling worden betaald voor de interconnectie van hun respectieve netwerken. Het spreekt vanzelf dat de « wholesale »-tarieven een van de elementen zijn die een rol spelen bij de vaststelling van de « retail »-tarieven.
Vu le grand nombre d’opérateurs et de fournisseurs de services (« service provider ») et la multiplication des plans tarifaires offerts par chaque opérateur ou fournisseur de service (plans avec abonnement, cartes prépayées, options tarifaires, crédits d’appels, programmes de ristournes, etc.), il semble exclu de répondre à la question posée en ce qui concerne les tarifs « retail » dans le cadre d’une question parlementaire. Les informations concernant les tarifs retail des différents opérateurs de télécommunications peuvent être obtenues sur le website de ces sociétés.
Gelet op het grote aantal operatoren en dienstenleveranciers (« service providers ») en de toename van de tariefplannen die elke operator of service provider biedt (plannen met abonnement, voorafbetaalde kaarten, tariefopties, beltegoeden, kortingsprogramma’s, enzovoort) lijkt het uitgesloten om in het kader van een parlementaire vraag op de gestelde vraag te antwoorden wat de « retail »-tarieven betreft. Inlichtingen over de retailtarieven van de verschillende telecommunicatieoperatoren kan men terugvinden op de website van die ondernemingen.
En ce qui concerne les tarifs d’interconnexion « wholesale » entre opérateurs, le niveau moyen actuel des charges d’interconnexion réclamées par les principaux opérateurs de télécommunications en Belgique est approximativement (ces valeurs se fondent nécessairement sur certaines hypothèses portant notamment sur la répartition des appels entre heures « peak » et « off-peak » et sur la distribution statistique de la durée des appels) le suivant (montants HTVA) :
Wat de « wholesale »-interconnectie-tarieven onder operatoren betreft, is het huidige gemiddelde niveau van de interconnectielasten die door de voornaamste telecommunicatieoperatoren in Belgie¨ worden gevraagd bij benadering als volgt (bedragen, exclusief BTW) (die waarden zijn noodzakelijkerwijs gebaseerd op bepaalde hypotheses die met name betrekking hebben op de verdeling van de oproepen tussen « peak »- en « offpeak »-uren en op de statistische spreiding van de duur van de oproepen) :
— Belgacom (fixe) = 0,8 eurocent/min;
— Belgacom (vast) = 0,8 eurocent/min;
— Telenet = 4,8 eurocent/min;
— Telenet = 4,8 eurocent/min;
— Proximus = 13 eurocent/min;
— Proximus = 13 eurocent/min;
— Mobistar = 16 eurocent/min;
— Mobistar = 16 eurocent/min;
— Base = 19 eurocent/min.
— Base = 19 eurocent/min.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 18 november 2004, op de vraag nr. 155 van de heer Guido De Padt van 5 oktober 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8363
b) Les écarts importants entre les charges d’interconnexion des opérateurs fixes et mobiles proviennent de divers facteurs, particulièrement lorsqu’on compare les tarifs des opérateurs mobiles à ceux de l’opérateur historique du réseau fixe Belgacom, notamment :
b) De grote verschillen tussen de interconnectielasten van de vaste en de mobiele operatoren worden veroorzaakt door diverse factoren, in het bijzonder wanneer men de tarieven van de mobiele operatoren vergelijkt met die van de historische operator van het vaste netwerk, Belgacom, namelijk :
— (1) les volumes et caractéristiques du trafic : les coûts du réseau fixe de Belgacom sont répartis sur un volume de trafic beaucoup plus grand que pour les opérateurs mobiles;
— (1) de volumes en karakteristieken van het verkeer : de kosten van het vaste netwerk van Belgacom zijn verdeeld over een veel groter verkeersvolume dan bij de mobiele operatoren;
— (2) la complexité du réseau : un réseau GSM doit assumer les fonctions très complexes de gestion de la mobilité des utilisateurs, y compris le roaming international;
— (2) de complexiteit van het netwerk : een GSMnetwerk moet heel complexe functies vervullen voor het beheer van de mobiliteit van de gebruikers, waaronder internationale roaming;
— (3) les niveaux de taxation par les pouvoirs publics : les trois opérateurs GSM ont notamment dû acquitter à l’E´tat un montant total d’environ 1,1 milliard d’euros pour obtenir leurs licences et sont, de plus, soumis à de nombreuses taxes locales pour leurs stations de base;
— (3) de niveaus van belasting door de overheden : de drie gsm-operatoren hebben met name aan de Staat een totaal bedrag van ongeveer 1,1 miljard euro moeten betalen om hun vergunning te krijgen en worden bovendien onderworpen aan talrijke lokale belastingen voor hun basisstations;
— (4) la durée d’amortissement des investissements : la période d’amortissement des caˆbles est sensiblement plus longue que celles des équipements électroniques;
— (4) de duur voor de afschrijving van de investeringen : de afschrijvingsperiode voor kabels is aanzienlijk langer dan die voor elektronische apparatuur;
— (5) le financement de l’accès local : dans le cas du réseau filaire de Belgacom, les charges d’interconnexion ne couvrent pas les coûts du réseau d’accès local, lequel est censé être financé par les redevances d’abonnement, tandis que, dans le cas des réseaux mobiles GSM, les charges d’interconnexion doivent couvrir la totalité des coûts, en ce compris le réseau d’accès radioélectrique, lequel représente la plus grosse partie des investissements (environ 75 %);
— (5) de financiering van de lokale toegang : in het geval van het draadnetwerk van Belgacom dekken de interconnectielasten niet de kosten van het netwerk voor lokale toegang, dat geacht wordt te worden gefinancierd door het abonnementsgeld, terwijl in het geval van de mobiele GSM-netwerken, de interconnectielasten de totaliteit van de kosten moeten dekken, met inbegrip van het netwerk voor radiotoegang, dat het grootste deel van de investeringen vertegenwoordigt (ongeveer 75 %);
— (6) la prise en compte partielle de certains coûts commerciaux.
— (6) het gedeeltelijk meetellen van sommige commercie¨le kosten.
2. a) La situation en matière de différences de charges d’interconnexion entre les réseaux fixes d’une part et les réseaux mobiles d’autre part est assez similaire dans les autres pays européens, comme le montrent les « benchmarkings » internationaux.
2. a) De situatie inzake verschillen in interconnectielasten tussen de vaste netwerken enerzijds en de mobiele netwerken anderzijds, komt tamelijk overeen met die in andere Europese landen, zoals uit internationale « benchmarkings » blijkt.
b) Comme l’IBPT en Belgique, d’autres régulateurs européens exercent une pression croissante notamment sur le niveau des charges d’interconnexion des opérateurs mobiles en imposant par exemple des mécanismes de « price cap ».
b) Net als het BIPT in Belgie¨ oefenen andere Europese regulatoren toenemende pressie uit, met name op het niveau van de interconnectielasten van de mobiele operatoren, bijvoorbeeld door « price-capmechanismen » op te leggen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8364
3. a) On peut s’attendre à ce que le mouvement de baisse du niveau des charges d’interconnexion des deux opérateurs mobiles SMP (Proximus et Mobistar) se poursuive dans les prochaines années, en particulier sur la base du modèle de coûts générique que l’IBPT compte faire développer dans les prochains mois.
3. a) Men mag verwachten dat de neerwaartse beweging van het niveau van de interconnectielasten van de twee mobiele SMP-operatoren (Proximus en Mobistar) de volgende jaren zal doorgaan, in het bijzonder op basis van het generieke kostenmodel dat het BIPT van plan is in de komende maanden te ontwikkelen.
b) En ce qui concerne Base, il convient d’attendre les résultats de l’analyse des marchés qui est actuellement en cours. Sur la base de la Recommandation pertinente de la Commission européenne, tout opérateur de télécommunications, qu’il soit fixe ou mobile, devrait être considéré comme puissant (SMP = « Significant Market Power ») sur le marché de la terminaison d’appels sur son propre réseau : ceci s’applique donc notamment à Base. Toutefois, on ne peut préjuger à l’heure actuelle, en attendant les résultats de l’analyse des marchés, des remèdes qui pourraient éventuellement être imposés à cet opérateur.
b) Wat Base betreft moeten de resultaten worden afgewacht van de markanalyse die momenteel aan de gang is. Op basis van de desbetreffende aanbeveling van de Europese Commissie zou elke — vaste of mobiele — telecommunicatieoperator als SMPoperator (SMP = « Significant Market Power ») moeten worden beschouwd op de markt voor de afwikkeling van oproepen op zijn eigen netwerk : dit geldt dus onder andere voor Base. Men mag nu echter, in afwachting van de resultaten van de marktanalyse, niet vooruitlopen op de remedies die eventueel aan die operator zouden kunnen worden opgelegd.
4. a) Jusqu’à présent, en Belgique comme dans la plupart des autres E´tats membres de l’Union européenne, les modèles de coûts des opérateurs mobiles SMP (Proximus et Mobistar) sont de type FACHCA (« Fully Allocated Costs — Historical Cost Accounting »).
4. a) Tot op heden zijn zowel in Belgie¨ als in de meerderheid van de andere lidstaten van de Europese Unie, de kostenmodellen van de mobiele SMPoperatoren (Proximus en Mobistar) van het type FAC-HCA (« Fully Allocated Costs — Historical Cost Accounting »).
b) Les modèles de coûts développés pour Proximus et Mobistar comportent quatre types de coûts :
b) De kostenmodellen die ontwikkeld zijn voor Proximus en Mobistar omvatten vier soorten kosten :
— les coûts techniques du réseau;
— de technische kosten van het netwerk;
— les coûts financiers (rémunération des capitaux investis);
— de financie¨le kosten (vergoeding van het geı¨nvesteerde kapitaal);
— des coûts divers et de support;
— diverse kosten en kosten voor ondersteuning;
— des coûts commerciaux.
— commercie¨le kosten.
c) Les modèles de coûts en question permettent de déterminer le coût unitaire moyen du service de terminaison d’appels sur le réseau en question, lequel coût doit être reflété dans le tarif d’interconnexion en vertu de l’obligation d’orientation sur les coûts incombant aux opérateurs SMP. Ce coût unitaire moyen résulte de la division des coûts pertinents pris en considération par le volume de trafic de terminaison. Lorsqu’on compare les modèles de coûts de Proximus et de Mobistar, il existe une différence notable entre les volumes de trafic de terminaison en raison du grand écart des parts de marché (nombres de clients) entre ces deux opérateurs mobiles. Par conséquent, il est normal que cette différence substantielle entre les volumes de trafic produise des coûts unitaires
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
c) De betreffende kostenmodellen maken het mogelijk de gemiddelde kostprijs per eenheid te bepalen van de dienst voor de afwikkeling van oproepen op het betreffende netwerk, en die kostprijs moet krachtens de verplichting tot kostenbasering die op de SMP-operatoren rust, in het interconnectietarief worden weerspiegeld. Die gemiddelde kostprijs per eenheid wordt verkregen door de relevante kosten die in aanmerking worden genomen, te delen door het volume van het terminatieverkeer. Wanneer men de kostenmodellen van Proximus en Mobistar met elkaar vergelijkt, is er een merkelijk verschil tussen de volumes van het terminatieverkeer wegens het grote verschil in marktaandeel (aantal klanten) van die twee mobiele operatoren. Bijgevolg is het normaal dat dit aanzienlijke ver2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8365
différents pour la terminaison d’appels sur les réseaux en question.
schil tussen de verkeersvolumes een verschillende kostprijs per eenheid oplevert voor de afwikkeling van oproepen op de betreffende netwerken.
5. La nouvelle loi en projet sur les communications électroniques prévoit, conformément aux directives européennes pertinentes, la liste des remèdes qui peuvent être éventuellement imposés aux opérateurs pour résoudre les problèmes de concurrence constatés après l’analyse de marché. L’orientation sur les coûts fait évidemment partie de ces remèdes possibles.
5. Het nieuwe ontwerp van wet betreffende de elektronische communicatie bepaalt overeenkomstig de relevante Europese richtlijnen de lijst van remedies die eventueel aan de operatoren kunnen worden opgelegd om concurrentieproblemen op te lossen die na de marktanalyse worden vastgesteld. De kostenbasering maakt vanzelfsprekend deel uit van die mogelijke remedies.
DO 2003200432372
DO 2003200432372
Question no 157 de M. Roel Deseyn du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 157 van de heer Roel Deseyn van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Couˆt lié à la non-activité de certains membres du personnel de l’IBPT.
Kosten verbonden aan het op non-actief staan van sommige werknemers van het BIPT.
Le 12 mai 2004, la ministre fédérale de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique de l’époque, Mme Fientje Moerman, a déclaré que 47 membres du personnel de l’IBPT étaient toujours en inactivité. Or, le 4 octobre 2004, le ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’égalité des chances, M. Christian Dupont, a démenti ce chiffre et a déclaré à son tour que tous les anciens fonctionnaires du service des Redevances radio et télévision étaient mutés depuis le 1er avril.
Op 12 mei 2004 zei toenmalig federaal minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Fientje Moerman dat er nog 47 werknemers van het BIPT op non-actief stonden. Op 4 oktober 2004 ontkende minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Christian Dupont dit, en verklaarde op zijn beurt dat sinds 1 april alle gewezen ambtenaren van de dienst Kijk- en Luistergeld waren overgeplaatst.
1. ` quelle date les fonctionnaires du service des a) A Redevances radio et télévision ont-ils été mis en non-activité ?
1. a) Op welke datum kwamen de werknemers van het Kijk- en Luistergeld op non-actief te staan ?
` quelle date le dernier fonctionnaire a-t-il été b) A muté ?
b) Op welke datum was de laatste werknemer overgeplaatst ?
2. Combien de personnes étaient concernées au total ?
2. Om hoeveel mensen ging het in totaal ?
` combien s’élève le couˆt cumulé afférent à cette 3. A période de non-activité des fonctionnaires (y compris les cotisations patronales, les cotisations ONSS et pensions), jusqu’à la date de la mutation effective du dernier fonctionnaire ?
3. Hoeveel bedraagt de gecumuleerde kost (met inbegrip van werkgeversbijdragen, RSZ en pensioenen), afgeklokt op het moment dat de laatste werknemer effectief was overgeplaatst, van de werknemers tijdens deze non-actieve periode ?
4. Pourriez-vous me fournir un aperçu des mutations vers les différents services et du nombre de fonctionnaires affectés à chaque service ?
4. Kan u een overzicht geven van de overplaatsingen naar de verschillende diensten en het aantal werknemers dat naar die diensten is vertrokken ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8366
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 novembre 2004, à la question no 157 de M. Roel Deseyn du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 november 2004, op de vraag nr. 157 van de heer Roel Deseyn van 7 oktober 2004 (N.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te willen vinden.
1. a) Les agents du centre d’Alost ont été progressivement mis en non-actif entre le 15 janvier 2001 et le 1er novembre 2002; pour les agents du centre de Bruxelles, ceci se passait également progressivement entre le 1er avril 2002 et le 31 décembre 2002. Les agents du centre de Namur ont été collectivement mis en non-actif le 18 octobre 2002. Afin d’éviter toute confusion, il est remarqué que avec « non-actif » on veut dire qu’ils n’étaient plus utilisés pour percevoir les taxes des radioredevances. Les fonctionnaires concernés n’ont jamais été mis dans la position administrative de « non-activité ».
1. a) De personeelsleden van het centrum Aalst werden tussen 15 januari 2001 en 1 november 2002 geleidelijk op non-actief gesteld; voor de personeelsleden van het centrum Brussel gebeurde dit eveneens geleidelijk tussen 1 april 2002 en 31 december 2002. De personeelsleden van het centrum Namen werden collectief op 18 oktober 2002 op non-actief geplaatst. Om elke verwarring te vermijden, wordt opgemerkt dat met « non-actief bedoeld wordt dat zij niet meer ingezet werden voor de inning van het kijk- en luistergeld. De betrokken ambtenaren werden nooit in de administratieve stand « nonactiviteit » geplaatst.
b) Le dernier membre du personnel a été mis à disponibilité d’un service utilisateur en date du 1er avril 2004.
b) Het laatste personeelslid werd ter beschikking gesteld van een andere overheidsdienst op datum van 1 april 2004.
2. Il s’agissait en total de 184 membres du personnel.
2. Het betrof in totaal 184 personeelsleden.
3. Le coût cumulé pour les périodes de non-activité s’élève à 4 934 999,99 euros.
3. De gecumuleerde kost voor de periodes van niettewerkstelling bedraagt 4 934 999,99 euro.
4. Le nombre suivant des membres du personnel ont été mis à la disposition des services suivants pour utilisation :
4. Volgend aantal personeelsleden werd voor beziging ter beschikking gesteld aan de volgende diensten :
SPF Finances ........................................................... SPF sécurité Sociale ................................................. SPF Intérieur ........................................................... SPF Justice .............................................................. Communauté flamande ........................................... Communauté française ............................................ Région wallonne ..................................................... Observatoire Royal ................................................. Bureau belge d’intervention et de restitution ........... Fonds des Maladies professionnelles ....................... Office national des Pensions .................................... INASTI ................................................................... IBPT ........................................................................
50 44 2 57 4 2 1 1 1 1 2 2 5
FOD-Financie¨n ........................................................ FOD-Sociale zekerheid ............................................ FOD-Binnenlandse zaken ........................................ FOD-Justitie ............................................................ Vlaamse Gemeenschap ............................................ Franse Gemeenschap ............................................... Waals Gewest .......................................................... Koninklijke Sterrenwacht ........................................ Belgisch interventie- en restitutiebureau .................. Fonds voor de Beroepsziekten ................................. Rijksdienst voor Pensioenen .................................... RSVZ ...................................................................... BIPT ........................................................................
50 44 2 57 4 2 1 1 1 1 2 2 5
Total .......................................................................
172
Totaal .....................................................................
172
La différence entre le chiffre indiqué comme réponse au point 2 (184) et le total des membres de personnel indiqué au point 4 (172) s’explique par des décès, retraites et absences de longue durée (pause-carrière complète et absence de longue durée pour raisons personnelles).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Het verschil tussen het getal vermeld onder punt 2 (184) en het totaal van de ter beschikking gestelde personeelsleden, aangeduid onder punt 4 (172) wordt verklaard door overlijdens, pensioneringen en afwezigheden van lange duur (volledige loopbaanonderbreking en afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheid). 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8367
DO 2003200432062
DO 2003200432062
Question no 158 de M. François Bellot du 2 septembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 158 van de heer François Bellot van 2 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Recensement des accidents de la route. — Données pour l’année 2002.
Telling van het aantal verkeersongevallen. — Gegevens voor het jaar 2002.
Selon certaines informations, fin aouˆt 2004, le recensement des accidents de la route pour l’ensemble de l’année 2002 n’est pas encore connu.
Naar verluidt was eind augustus 2004 nog altijd niet bekend hoeveel verkeersongevallen zich in het hele jaar 2002 hebben voorgedaan.
Votre prédécesseur avait annoncé que toutes les statistiques des accidents seraient connues dans les trois mois de la fin de l’année civile soit pour le 31 mars de l’année suivante.
Uw voorganger had aangekondigd dat alle statistieken in verband met de verkeersongevallen binnen drie maanden na het einde van het kalenderjaar, zijnde tegen 31 maart van het daaropvolgende jaar, bekend zouden zijn.
Pouvez-vous m’indiquer pour quelles raisons les données statistiques pour l’année 2002 ne sont pas encore connues alors que près de 20 mois se sont écoulés ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 novembre 2004, à la question no 158 de M. François Bellot du 2 septembre 2004 (Fr.) :
Waarom zijn de statistische gegevens voor het jaar 2002 nog altijd niet bekend, terwijl intussen bijna 20 maanden zijn verstreken ?
La statistique 2002 des accidents de la circulation n’est pas encore disponible en raison du fait qu’elle est soumise à une vaste analyse de qualité.
De statistiek van de verkeersongevallen voor 2002 is nog niet beschikbaar doordat ze momenteel onderworpen wordt aan een uitgebreide kwaliteitsanalyse.
La collecte et l’enregistrement de l’information sont réalisés par les services de police. Mon administration, qui ne peut en aucune manière intervenir dans ces étapes de la collecte de l’information, reçoit toutes les données enregistrées par les services de police sous forme électronique : c’est à ce stade qu’une première analyse a fait ressortir des manquements.
De gegevensverzameling en -registratie gebeurt door de politiediensten. Mijn administratie, die op geen enkel ogenblik kan tussenbeide komen in die stadia van de gegevensverzameling, ontvangt alle geregistreerde gegevens van de politiediensten onder elektronische vorm. In dat stadium bleken al uit een eerste analyse tekortkomingen.
Pour l’instant, la direction générale de la Statistique et de l’Information économique se trouve dans l’impossibilité d’établir des statistiques fiables, dans les trois mois qui suivent la fin de la période de référence (année civile ou trimestre).
Voorlopig is de algemene directie Statistiek en Economische Informatie in de onmogelijkheid betrouwbare statistieken op te stellen drie maanden na het einde van de referentieperiode (burgerlijk jaar of kwartaal).
DO 2004200502428
DO 2004200502428
Question no 159 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 159 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre
Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 november 2004, op de vraag nr. 158 van de heer François Bellot van 2 september 2004 (Fr.) :
Naar aanleiding van de internationale week van de Eerlijke Handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8368
2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres E´colo et Agalev consommaient des produits du « Commerce Equitable ».
2004, breng ik u in herinnering dat de Ecolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.
1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ?
1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ?
2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 159 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :
2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?
1. En ce qui concerne l’administration, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le café et le thé noir (tous les deux ont le label Max Havelaar) sont achetés chez Oxfam.
1. Wat de administratie betreft, deel ik het geachte lid mee dat de koffie en de zwarte thee (beide met Max Havelaarlabel) worden aangekocht bij Oxfam.
2. Sans objet.
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 159 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :
2. Zonder voorwerp. E´nergie
Energie
DO 2003200431972
DO 2003200431972
Question no 58 de Mme Zoé Genot du 3 août 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 58 van mevrouw Zoé Genot van 3 augustus 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Impact de la directive Bolkestein sur les législations et réglementations.
Weerslag van de richtlijn Bolkestein op de wetgevingen en reglementeringen.
Le 8 juin 2004, Mme Moerman, alors ministre de l’E´conomie, a déclaré en commission de la Chambre que « sans pouvoir certifier le caractère parfaitement exhaustif de l’examen mené à ce jour par l’ensemble des administrations et sans entrer dans le détail des compétences qui sont parfois partagées, voici pour le fédéral les domaines concernés par la proposition de directive. Je vous ai dit, à vous ou à vos collègues d’ailleurs, la semaine dernière, que l’examen du SPF concernait aussi les administrations à d’autres niveaux de compétence. Cette réponse vaut ici pour le fédéral.
Op 8 juni 2004 verklaarde de toenmalige minister van Economie, mevrouw Moerman, in de Kamercommissie : « zonder aanspraak te maken op volledigheid van het onderzoek dat alle administraties tot heden gevoerd hebben en zonder in detail te treden van de soms gedeelde bevoegdheden, kan ik u een overzicht geven van de domeinen die op federaal vlak onder de toepassing van de richtlijn Bolkestein vallen. Vorige week heb ik u, aan uzelf of aan uw collega’s trouwens, gezegd dat het onderzoek van de FOD ook de besturen op andere bevoegdheidsniveaus omvatte. Mijn antwoord heeft betrekking op het federale niveau.
Le SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie prévoit des conséquences dans les réglementations qui organisent l’entreprise indépendante, les professions intellectuelles et autres professions réglementées, les autorisations économiques, la métrologie, l’accréditation, la sécurité des services, les implantations commerciales voire dans le domaine des services de distribution de gaz et de l’électricité ou encore sur le fonctionnement de la Banque-Carrefour des entreprises. Il faut y ajouter l’impact de la directive sur le controˆle des sociétés de gestion des droits d’auteur ou
De FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie is van oordeel dat de richtlijn gevolgen zal hebben voor de reglementeringen die van toepassing zijn op de organisatie van de zelfstandige ondernemingen, de intellectuele beroepen en andere gereglementeerde beroepen, de economische vergunningen, de metrologie, de accreditatie, de veiligheid van de diensten, de handelsvestigingen, en verder zelfs voor de diensten voor de gas- en elektriciteitsdistributie of nog voor de werking van de Kruispuntbank van ondernemingen. De richtlijn heeft tevens gevolgen voor de controle van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8369
droits voisins, et sur la protection des consommateurs : contrats de voyage, vente de time-sharing, contrats de courtage matrimonial, pratique du commerce et information du consommateur, médiation des dettes. L’IBPT doit pour sa part rester attentif à l’impact de la directive sur l’offre de certains services postaux. Le SPF Emploi, Travail et Concertation sociale est directement visé au titre du controˆle qu’il exerce en matière de détachement des travailleurs. Le SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement craint la perte de maıˆtrise dans la définition des choix fondamentaux portant sur l’organisation des soins de santé.
de beheersvennootschappen van auteursrechten en van naburige rechten en voor de consumentenbescherming : reiscontracten, time-sharing, contracten van huwelijksbemiddeling, handelspraktijken en consumentenvoorlichting, schuldbemiddeling. Het BIPT dient aandachtig toe te zien op de invloed die de richtlijn op het aanbod van sommige postdiensten kan hebben. De richtlijn heeft rechtstreeks betrekking op de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met name wat het toezicht op de detachering van de werknemers betreft. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vreest dat hij niet langer vrij zal zijn om fundamentele keuzes inzake de organisatie van de gezondheidszorg te maken.
Le SPF Sécurité sociale exprime la crainte de voir les secrétariats sociaux être couverts par la directive et note son impact futur sur l’enregistrement des entrepreneurs dans le secteur de la construction.
De FOD Sociale Zekerheid vreest dat de sociale secretariaten onder de richtlijn zullen vallen en merkt op dat laatstgenoemde gevolgen zal hebben voor de registratie van de ondernemers in de bouwsector.
Le SPF Intérieur est préoccupé par la problématique de la sécurité privée.
De FOD Binnenlandse Zaken maakt zich zorgen over het probleem van de private veiligheid.
Enfin, la vigilance du SPF Finances est acquise en raison de ses doutes quant à la portée réelle de l’article 2 selon lequel la directive ne s’applique pas au domaine de la fiscalité. » (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’E´conomie, no 289 du 8 juin 2004, p. 10).
Tot slot heeft de FOD Financie¨n zijn twijfels over de werkelijke draagwijdte van artikel 2 dat bepaalt dat de richtlijn niet van toepassing is op de belastingen. » (Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Economie, nr. 289 van 8 juni 2004, blz. 10).
Quelles sont toutes les législations et réglementations dépendant de vos compétences, qui vont être touchées par la proposition de directive Bolkestein de libéralisation des services ?
Kan u een exhaustief overzicht geven van de wetgevingen en reglementeringen waarvoor u bevoegd is en die door het ontwerp van richtlijn Bolkestein inzake de liberalisering der diensten getroffen worden ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 novembre 2004, à la question no 58 de Mme Zoé Genot du 3 août 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 november 2004, op de vraag nr. 58 van mevrouw Zoé Genot van 3 augustus 2004 (Fr.) :
Je puis communiquer à l’honorable membre les informations suivantes en réponse à sa question.
Als antwoord op de schriftelijke vraag van het geachte lid kan ik haar volgende informatie laten geworden.
Le projet de Directive « Services » est toujours en phase de préparation.
Het ontwerp van Dienstrichtlijn bevindt zich nog steeds in een voorbereidende fase.
Par conséquent, il est très difficile de dresser une liste détaillée et définitive des législations et réglementations qui seront influencées par la Directive « Services » dans chacune de mes compétences.
Bijgevolg is het zeer moeilijk om nu reeds een gedetailleerde en definitieve lijst van wetgevingen en reglementeringen die door de Dienstenrichtlijn beı¨nvloed zullen worden, binnen elkeen van mijn bevoegdheden op te maken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1058
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8370
DO 2003200432170
DO 2003200432170
Question no 65 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 65 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes.
Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ?
1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ?
2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ?
2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ?
3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ?
3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ?
4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ?
4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ?
5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ?
5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ?
b) Dans quels cas et pourquoi ?
b) In welke gevallen en op grond waarvan ?
c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ?
c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 novembre 2004, à la question no 65 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 november 2004, op de vraag nr. 65 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) :
1. En réponse à la question susmentionnée je peux déjà communiquer à l’honorable membre quelques données sur les délégués ou représentants du gouvernement qui, dans le cadre de la compétence E´nergie du Service public fédéral E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie, ont été désignés auprès de l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (ONDRAF), de l’Institut national des radioéléments (IRE) et du Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEEN).
1. Als antwoord op de bovenvermelde vraag kan ik het geachte lid reeds een aantal gegevens meedelen over de regeringscommissarissen of -afgevaardigden die in het kader van de bevoegdheid Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie werden aangeduid bij de Nationale Instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS), het Studiecentrum voor kernenergie (SCK) en het Nationaal Instituut voor radio-elementen (NIR).
2. Le base réglementaire de leurs compétences est :
2. De reglementaire basis van hun bevoegdheden is :
pour l’ONDRAF : l’article 18 de l’arrêté royal du 30 mars 1981 déterminant les missions et fixant les modalités de fonctionnement de l’organisme public de gestion des déchets radioactifs et des matières fissiles;
voor de NIRAS : artikel 18 van het koninklijk besluit van 30 maart 1981 houdende bepaling van de opdrachten en de werkingsmodaliteiten van de openbare instelling voor het beheer van radioactief afval en splijtstoffen;
pour le CEEN : les articles 4 et 5 de l’arrêté royal du 16 octobre 1991 portant les règles relatives au controˆle
voor het SCK : artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1991 houdende de regelen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8371
et au mode de subvention du Centre d’étude de l’énergie nucléaire et modifiant les status de ce centre;
3. Dès que les données à ce sujet sont en ma possession, elles seront communiquées dans un réponse complémentaire. 4. Idem. 5. Idem.
betreffende het toezicht op en de subsidie¨ring van het Studicentrum voor kernenergie en tot wijziging van de statuten van dit centrum; voor het NIR : artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1991 houdende de regelen betreffende het toezicht op en de subsidie¨ring van het Nationaal Instituut voor radio-elementen en tot wijziging van de statuten van dit instituut. 3. Zodra de gegevens hierover in mijn bezit zijn, zullen ze worden meegedeeld in een aanvullend antwoord. 4. Idem. 5. Idem.
DO 2004200502428
DO 2004200502428
Question no 68 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres E´colo et Agalev consommaient des produits du « Commerce Equitable ». 1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ? 2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 17 novembre 2004, à la question no 68 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) : En ce qui concerne l’administration j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à ma réponse à la question no 159 du 15 octobre 2004. (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 54, p. 8367).
Vraag nr. 68 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen. Naar aanleiding van de internationale week van de Eerlijke Handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ecolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten. 1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ? 2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 17 november 2004, op de vraag nr. 68 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) : Wat de administratie betreft, heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar mijn antwoord op de vraag nr. 159 van 15 oktober 2004. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 54, blz. 8367).
Commerce extérieur
Buitenlandse Handel
pour TIRE : les articles 4 et 5 de l’arrêté royal du 16 octobre 1991 fixant les règles relatives au controˆle et au mode de subvention de l’Institut national des radioéléments, et modifiant les stuts de cet institut;
DO 2003200432170
DO 2003200432170
Question no 24 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. 1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ?
Vraag nr. 24 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen. 1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8372
2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ?
2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ?
3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ?
3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ?
4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ?
4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ?
5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ?
5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ?
b) Dans quels cas et pourquoi ?
b) In welke gevallen en op grond waarvan ?
c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ?
c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ?
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 novembre 2004, à la question no 24 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 november 2004, op de vraag nr. 24 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
En ce qui concerne les services qui sont dans ma compétence mais relèvent du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement, je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à sa question no 117 du 17 septembre 2004 communiqué par le ministre des Affaires étrangères.
Voor de diensten die onder mijn bevoegdheid ressorteren binnen de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wens ik het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door de minister van Buitenlandse Zaken, wordt gegeven op uw vraag nr. 117 van 17 september 2004.
DO 2004200502428
DO 2004200502428
Question no 26 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 26 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable.
Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
` l’occasion de la semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres E´colo et Agalev consommaient des produits du « Commerce Equitable ».
Naar aanleiding van de internationale week van de Eerlijke Handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ecolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.
1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ?
1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ?
2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ?
2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8373
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 19 novembre 2004, à la question no 26 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 19 november 2004, op de vraag nr. 26 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
En ce qui concerne les services qui sont dans ma compétence mais relèvent du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement, je tiens à référer l’honorable membre que depuis plusieurs années, le café et le thé servis au sein du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement, répond au critère de « Commerce équitable ». Par ailleurs, durant deux jours et lors de la Semaine internationale du Commerce équitable, des déjeuners, utilisant un grand nombre de produits bénéficiant de ce critère tels que du riz, des huiles végétales, du couscous, du miel, du sucre, des raisins secs et du mango séché, ont été organisé.
Voor de diensten die onder mijn bevoegdheid ressorteren binnen de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking kan ik het geachte lid melden dat de koffie en de thee die de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gebruikt reeds verscheidene jaren beantwoorden aan de criteria van de « Eerlijke handelsproducten ». Bovendien werd ter gelegenheid van de Internationale Week van de « Fair Trade » gedurende twee dagen een lunch aangeboden waarvoor allerlei producten werden gebruikt die voldoen aan deze criteria zoals rijst, plantaardige olie¨n, kouskous, honing, suiker, gedroogde rozijnen en mango.
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 27 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 27 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8374
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 novembre 2004, à la question no 27 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante. En ce qui concerne les services qui sont dans ma compétence mais relèvent du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement, je tiens à référer l’honorable membre à la réponse qui sera communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la question no 123 du 18 octobre 2004.
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 november 2004, op de vraag nr. 27 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen. Voor de diensten die onder mijn bevoegdheid ressorteren binnen de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wens ik het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door de minister van Buitenlandse Zaken zal worden gegeven op uw vraag nr. 123 van 18 oktober 2004.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200432104
DO 2003200432104
Question no 149 de M. Luk Van Biesen du 10 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Mutualités. — Obligations en matière d’assurance libre complémentaire. — Critère de remboursement des frais relatifs aux médicaments et thérapies non conventionnels. A) Outre la cotisation légale obligatoire, la plupart des mutualités proposent également une assurance libre complémentaire. Certaines mutualités imposent toutefois cette assurance libre, ce qui est contraire à la loi sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur. Dans certains cas, les mutualités majorent unilatéralement la cotisation ou élargissent la couverture de manière telle que le consommateur, placé devant le fait accompli, n’a d’autre possibilité que de payer. Souvent, ces services, comme l’assurance-voyage ou la couverture de certains frais d’hospitalisation, font double emploi avec les assurances que le consommateur a déjà souscrites par ailleurs (et à de meilleures conditions). Lorsque le consommateur refuse de payer deux fois et décide de renoncer à l’assurance libre complémentaire, certaines mutualités vont jusqu’à le menacer d’exclusion. Dès lors qu’il s’agit de services proposés dans le cadre du « circuit commercial », les mutualités sont tenues, elles-aussi, de respecter la loi. B) Le remboursement des traitements homéopathiques se justifie-t-il ? Dans la mesure en effet ou` l’efficacité de seulement certains médicaments homéopathiques serait avérée, il faut en effet se garder de toute généralisation.
Vraag nr. 149 van de heer Luk Van Biesen van 10 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Ziekenfondsen. — Verplichtingen tot vrijwillige aanvullende verzekering. — Criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen en therapiee¨n. A) Naast de verplicht wettelijke bijdrage bieden de meeste ziekenfondsen ook nog een vrijwillige aanvullende verzekering aan. Meerdere ziekenfondsen maken deze vrijwillige verzekering echter verplicht. Deze praktijk is in strijd met de wet op de handelspraktijken en in strijd met de voorlichting van de consument. In sommige gevallen verhogen ziekenfondsen eenzijdig de bijdrage of breiden ze het pakket uit, waardoor de consument voor een voldongen feit wordt geplaatst en alleen maar kan betalen. Geregeld overlappen die diensten, bijvoorbeeld voor reisbijstand of bepaalde hospitaalkosten, de verzekeringen die de consument al elders (en beter) heeft afgesloten. Wanneer de consument weigert een dubbele betaling door te voeren en beslist om van deze vrijwillige aanvullende verzekering af te zien, dreigen sommige ziekenfondsen zelfs met uitsluiting. Gezien het gaat om diensten die aangeboden worden in het « handelscircuit », dienen ook ziekenfondsen de wet te volgen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
B) Is de terugbetaling van homeopathie verantwoord ? Men mag immers niet veralgemenen, gezien slechts sommige homeopathische middelen effectief doeltreffend zouden zijn.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8375
Les mutualités remboursent partiellement les frais afférents à des thérapies non conventionnelles (l’homéopathie, l’ostéopathie, la chiropraxie, l’acupuncture). Le professeur Lieven Annemans, de l’Université de Gand, estime à 15 millions d’euros par an le remboursement de soins homéopathiques, notamment, par l’ensemble des mutualités (« De Standaard », 20 janvier 2004). Ce remboursement confère aux médicaments et aux thérapies non conventionnels une crédibilité qui n’est pas toujours justifiée (dans la mesure ou` leur efficacité n’est pas établie). Se justifiet-il de rembourser des soins qui ne donnent pas de résultats ? 1. a) Les mutualités peuvent-elles contraindre leurs membres à souscrire une assurance libre complémentaire ? b) Dans la négative, le ministère des Affaires économiques sanctionne-t-il ce type de « vente couplée » ? 2. a) Sur quel critère repose le remboursement de médicaments ou de thérapies non conventionnels (homéopathiques notamment) ? b) Les mutualités ne doivent-elles pas se fonder pour le remboursement sur le critère de l’efficacité avérée du médicament ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 novembre 2004, à la question no 149 de M. Luk Van Biesen du 22 octobre 2004 (N.) : 1. a) Les mutualités peuvent prévoir dans leurs statuts le caractère obligatoire de l’affiliation à des services de l’assurance complémentaire. C’est l’assemblée générale de la mutualité, composée de représentants élus par les membres et les personnes à leur charge, majeurs ou émancipés et résidant en Belgique, qui détermine quels services de l’assurance complémentaire sont obligatoires. L’obligation d’affiliation à un service permet d’offrir, à l’ensemble des membres, un ensemble d’avantages à des conditions accessibles, ce qui rencontre pleinement le principe de solidarité repris à l’article 2, § 1er, de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités. Chaque membre est, de par son affiliation auprès de la mutualité, censé accepter les statuts de celle-ci et les modifications y apportées par l’assemblée générale. Si une personne ne désire pas adhérer à un service obligatoire d’une mutualité, il peut s’affilier auprès de la Caisse auxiliaire d’assurance maladieinvalidité, laquelle n’organise pas d’assurance complémentaire ou auprès d’une mutualité dont tous les services de l’assurance complémentaire sont facultatifs.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Ziekenfondsen betalen kosten voor alternatieve therapiee¨n (bijvoorbeeld homeopathie, osteopathie, chiropraxie, acupunctuur) gedeeltelijk terug. Professor Lieven Annemans van de Gentse Universiteit raamt het bedrag dat alle ziekenfondsen samen terugbetalen voor onder andere homeopathie op 15 miljoen euro per jaar (De Standaard, 20 januari 2004). Door de terugbetaling verkrijgen deze alternatieve geneesmiddelen en therapiee¨n geloofwaardigheid die ze niet altijd verdienen (want er is geen bewijs van hun werking). Is het terugbetalen van kosten die geen resultaat hebben wel zinvol ? 1. a) Kunnen ziekenfondsen een vrijwillig aanvullende verzekering verplicht maken voor hun leden ? b) Zo neen, sanctioneert het ministerie van Economische Zaken dergelijke « koppelverkoop » ? 2. a) Wat is het criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen/therapiee¨n (onder andere homeopathie) ? b) Dienen ziekenfondsen zich niet te beroepen op het criterium van de bewezen werkzaamheid van een geneesmiddel ? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 november 2004, op de vraag nr. 149 van de heer Luk Van Biesen van 22 oktober 2004 (N.) : 1. a) Ziekenfondsen kunnen in hun statuten de aansluiting bij de diensten van de aanvullende verzekering verplicht maken. Het is de algemene vergadering van het ziekenfonds, die samengesteld is uit vertegenwoordigers verkozen door de leden en de personen ten laste die meerderjarig of ontvoogd zijn, en die in Belgie¨ wonen, die bepaalt welke diensten van de aanvullende verzekering verplicht zijn. De verplichting tot aansluiting bij een dienst laat toe aan alle leden een geheel van voordelen te bieden aan aanvaardbare voorwaarden, hetgeen volledig tegemoet komt aan het solidariteitsprincipe bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. Ieder lid wordt door de toetreding bij een ziekenfonds geacht de statuten ervan te onderschrijven, alsook de wijzigingen eraan aangebracht door de algemene vergadering. Indien een persoon niet wenst aangesloten te zijn bij een verplichte dienst van een ziekenfonds, kan hij zich aansluiten bij de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, dewelke geen aanvullende verzekering inricht of bij een ziekenfonds waarvan alle diensten van de aanvullende verzekering facultatief zijn. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8376
b) Le fait pour une mutualité de rendre obligatoire l’affiliation à certains services de l’assurance complémentaire ne peut être considéré comme une offre conjointe interdite par l’article 54 de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.
b) Het door een ziekenfonds verplicht stellen van de aansluiting tot bepaalde diensten van de aanvullende verzekering kan niet beschouwd worden als een verboden gezamenlijk aanbod van producten en diensten zoals bedoeld in artikel 54 van de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument.
En effet, il ressort des travaux préparatoires (Doc. parl, Sénat, 1986-1987, no 464/2, p. 9 et 17), que les activités des mutualités ne tombent pas sous le champ d’application de celle-ci, sauf si elles venaient à accom` ce propos, dans son plir des actes de commerce. A arrêt 102/2001 du 13 juillet 2001, la Cour d’arbitrage a estimé que tant que les activités de celles-ci, dans le cadre de l’assurance complémentaire, sont dépourvues de tout but lucratif, sont limitées à leurs affiliés, ont un rapport avec la santé de ceux-ci et celle de leur famille et répondent aux critères de prévoyance, d’assistance mutuelle et de solidarité, elles ne peuvent être qualifiées d’actes de commerce.
Immers, uit de voorbereidende werken (Parl. St., Senaat, 1986-1987, nr. 464/2, blz. 9 en 17) blijkt dat de activiteiten van ziekenfondsen niet onder het toepassingsgebied van deze wet vallen, tenzij ze daden van koophandel zouden stellen. Dienaangaande heeft het Arbitragehof in zijn arrest 102/2001 van 13 juli 2001 geoordeeld dat de activiteiten van de ziekenfondsen in het kader van de aanvullende verzekering niet beschouwd kunnen worden als daden van koophandel, voorzover elk winstoogmerk is uitgesloten, ze beperkt worden tot de aangeslotenen, betrekking hebben op de gezondheid van deze aangeslotenen en van hun gezin, en beantwoorden aan de criteria van voorzorg, onderlinge bijstand en solidariteit.
Pour être complet, il est observé que l’offre conjointe interdite par l’article 54 de la loi du 14 juillet 1991 suppose l’absence de toute obligation légale dans le chef de l’offrant de lier l’acquisition de produits, de services, de tous autres avantages ou de titres permettant de les acquérir, à l’acquisition d’autres produits ou services. Or, étant donné qu’aux termes de l’article 3, alinéa 1er, b), de la loi du 6 août 1990 précitée, les mutualités doivent réserver les avantages des services de l’assurance complémentaire qu’elles organisent à leurs seuls affiliés, il s’ensuit que ceux qui désirent bénéficier d’un tel service, fût-il facultatif, doivent, sauf dans les exceptions prévues en exécution de ladite loi, obligatoirement s’affilier auprès de la même mutualité pour l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités.
Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat het gezamenlijk aanbod, verboden door artikel 54 van de wet van 14 juli 1991, veronderstelt dat er in hoofde van de aanbieder geen enkele wettelijke verplichting bestaat om de verkrijging van producten, diensten, of alle andere voordelen of titels waarmee men die kan verwerven, te verbinden aan het verwerven van andere producten of diensten. Welnu, aangezien de ziekenfondsen op grond van artikel 3, eerste lid, b), van de wet van 6 augustus 1990, de voordelen van de diensten van de aanvullende verzekeringen die zij organiseren, aan hun aangeslotenen dienen voor te behouden, moeten de personen die van een dergelijke dienst wensen te genieten, ook al is deze facultatief, zich tevens in hetzelfde ziekenfonds aansluiten voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, behoudens in de uitzonderingen die voorzien worden in uitvoering van voormelde wet.
2. a) et b) Le critère qui sert de base à l’intervention offerte dans le coût de médicaments ou de thérapies alternatifs par une mutualité dans le cadre de l’assurance complémentaire est arrêté librement par l’assemblée générale de cette mutualité et repris dans les statuts, après approbation de ceux-ci par l’Office de controˆle. Cet organisme ne peut, aux termes de l’article 11, § 2, de la loi précitée du 6 août 1990, refuser d’approuver le critère retenu que s’il est contraire aux dispositions légales et réglementaires ou s’il met en péril l’équilibre financier de cette mutualité ou du service concerné.
2. a) en b) Het criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen of therapiee¨n, aangeboden door een ziekenfonds in het kader van de aanvullende verzekering, wordt vrij door de algemene vergadering van dit ziekenfonds vastgesteld en in de statuten opgenomen, na goedkeuring door de Controledienst. Deze instelling kan overeenkomstig artikel 11, § 2, van voormelde wet van 6 augustus 1990 de goedkeuring van het weerhouden criterium slechts weigeren indien het strijdig is met de wettelijke of reglementaire bepalingen of indien deze het financieel evenwicht van de mutualistische entiteit of van de betrokken dienst in het gedrang brengt.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8377
Dans la pratique, les entités mutualistes adoptent le plus souvent un ou plusieurs critère(s) parmi la liste non exhaustive reprise ci-dessous :
In de praktijk worden door mutualistische entiteiten meestal een of meer criteria uit de volgende nietexhaustieve lijst weerhouden :
— les médicaments doivent être prescrits par un médecin (ou un dentiste);
— de geneesmiddelen moeten worden voorgeschreven door een arts (of tandarts);
— les produits doivent être achetés dans une pharmacie;
— de producten moeten worden aangekocht in een apotheek;
— les spécialités homéopathiques doivent être préparées et livrées par des laboratoires agréés par le RASH (Reglementory Affairs Society for Homeopathy).
— homeopathische specialiteiten moeten klaargemaakt en geleverd worden door laboratoria met een erkenning van de RASH (Reglementory Affairs Society for Homeopathy).
Enfin, il y a lieu de noter que toutes les entités mutualistes qui offrent des interventions dans le coût de médicaments ou de thérapies alternatifs ont prévu un montant maximal annuel dans leurs statuts.
Hierbij dient ten slotte nog te worden vermeld dat alle mutualistische entiteiten die een tussenkomst voorzien in de kosten voor alternatieve geneesmiddelen of therapiee¨n een jaarlijks maximum hebben opgenomen in hun statuten.
DO 2003200432147
DO 2003200432147
Question no 155 de Mme Maggie De Block du 16 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 155 van mevrouw Maggie De Block van 16 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Tickets modérateurs en kinésithérapie et en physiothérapie.
Remgelden in de kinesitherapie en de fysiotherapie.
La déclaration gouvernementale stipule que le gouvernement est chargé de « moduler le ticket modérateur afin de stimuler une bonne utilisation des soins (...) en rééquilibrant les tickets modérateurs en kinésithérapie et en physiothérapie ». Cette mesure est nécessaire si l’on entend éviter un glissement des prestations des kinésithérapeutes indépendants vers la physiothérapie dans les hoˆpitaux, et ce, a fortiori après les économies qui ont été réalisées dans le domaine de la kinésithérapie au cours des dernières années.
De regeringsverklaring stelt dat de regering belast wordt met de « aanpassing van de remgelden om tot een juister gebruik van de zorgen aan te zetten. Dit zal gebeuren (...) door het in evenwicht brengen van de remgelden in de kinesitherapie en de fysiotherapie. ». Deze maatregel is nodig om te voorkomen dat er een verschuiving is van de prestaties door zelfstandige kinesisten naar de fysiotherapie in ziekenhuizen en dit in het bijzonder na de besparingen in de kinesitherapie in de afgelopen jaren.
1. Qu’en est-il du rééquilibrage des tickets modérateurs en kinésithérapie et en physiothérapie ?
1. Wat is de stand van zaken van het in evenwicht brengen van de remgelden in de kinesitherapie en de fysiotherapie ?
2. A-t-on calculé l’incidence financière de cette mesure ?
2. Werd berekend wat de financie¨le effecten van deze maatregel zouden zijn ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 novembre 2004, à la question no 155 de Mme Maggie De Block du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 november 2004, op de vraag nr. 155 van mevrouw Maggie De Block van 16 september 2004 (N.) :
1. Dans le cadre des mesures visant à éviter le décrochage social dans le cadre de l’accessibilité aux soins de santé, le gouvernement a décidé de rééquilibrer les tickets modérateurs en kinésithérapie et en physiothérapie.
1. In het raam van de maatregelen om sociale achterstand te vermijden in het kader van de toegankelijkheid van de geneeskundige verzorging, heeft de regering besloten een evenwichtiger verhouding te verwezenlijken tussen de remgelden voor kinesitherapie en fysiotherapie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1059
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8378
L’arrêté royal du 23 mars 1982 sur l’intervention personnelle a été modifié en conséquence.
Het koninklijk besluit van 23 maart 1982 betreffende het persoonlijk aandeel werd dienovereenkomstig gewijzigd.
Au niveau des grandes séances (c’est-à-dire d’une durée minimale de trente minutes) de la liste « F » de la nomenclature kinésithérapie :
Ten aanzien van de grote zittingen (dat wil zeggen met een minimumduur van dertig minuten) van de lijst « F » van de nomenclatuur van de kinesitherapie :
A. L’intervention personnelle des prestations de kinésithérapie effectuées au « domicile » de l’assuré social, est portée à 35 % pour les assurés sociaux qui ne sont pas admis au bénéfice de l’intervention majorée de l’assurance et à 17,5 % pour les bénéficiaires de l’intervention majorée de l’assurance. Actuellement, ces taux sont de 40 % et de 20 % des honoraires conventionnels.
A. Het persoonlijk aandeel van de verstrekkingen van kinesitherapie, verricht bij de sociaal verzekerde « thuis », wordt op 35 % gebracht voor de sociaal verzekerden die de verhoogde tegemoetkoming niet genieten, en op 17,5 % voor de rechthebbende op de verhoogde tegemoetkoming. Heden belopen deze remgelden 40 % en 20 % van de overeengekomen honoraria.
B. L’intervention personnelle des prestations dans le cadre d’un traitement mono-disciplinaire sous la surveillance d’un physiothérapeute, est portée à 12 % (en lieu et place de 10 %) pour les bénéficiaires de l’intervention majorée de l’assurance et à 30 % (en lieu et place de 20 %) pour les autres assurés sociaux.
B. Het persoonlijk aandeel van de verstrekkingen in het kader van een monodisciplinaire behandeling onder het toezicht van een fysiotherapeut, wordt op 12 % gebracht (in plaats van 10 %) voor de rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegenmoetkoming en op 30 % (in plaats van 20 %) voor de andere sociaal verzekerden.
C. Pour les prestations de kinésithérapie effectuées au « domicile » du patient souffrant de ce qu’on appelle communément les pathologies lourdes, l’intervention personnelle est portée à 8,6 % (en lieu et place de 10 %) pour les bénéficiaires de l’intervention majorée de l’assurance et à 21,8 % (en lieu et place de 25 %) pour les autres assurés sociaux.
C. Voor de kinesitherapieverstrekkingen die bij de patie¨nt « thuis » verricht worden, die lijden aan wat men gemeenzaam de zware pathologiee¨n noemt, wordt het persoonlijk aandeel gebracht op 8,6 % (in plaats van 10 %), voor de rechthebbenden van de verhoogde tegemoetkoming en op 21,8 % (in plaats van 25 %) voor de andere sociaal verzekerden.
D. Pour les prestations de kinésithérapies effectuées au cabinet du kinésithérapeute, l’intervention personnelle est portée à 30 % (en lieu et place de 35 %) pour les assurés sociaux qui ne sont pas bénéficiaires de l’intervention majorée de l’assurance et à 15 % (en lieu et place de 17,5 %) pour les bénéficiaires de l’intervention majorée de l’assurance.
D. Voor de kinesitherapieverstrekkingen die verricht worden in de praktijkkamer van de kinesitherapeut, wordt het persoonlijk aandeel op 30 % gebracht (in plaats van 35 %), voor de sociaal verzekerden die geen rechthebbenden op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming zijn en op 15 % (in plaats van 17,5 %) voor de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming.
Si ces prestations concernent des pathologies lourdes, les interventions personnelles sont alors portée à 20 % (en lieu et place de 21,8 %) et à 8 % (en lieu et place de 8,6 %).
Indien deze verstrekkingen zware pathologiee¨n betreffen, worden de persoonlijk aandelen gebracht op 20 % (in plaats van 21,8 %) en op 8 % (in plaats van 8,6 %).
E. Dans le cadre d’une prestation de revalidation multidisciplinaire sous la surveillance d’un physiothérapeute, une quote-part personnelle est exigible à partir du premier jour de traitement.
E. In het kader van een pluridisciplinaire revalidatieverstrekking onder toezicht van een fysiotherapeut, is een persoonlijk aandeel eisbaar vanaf de eerste dag van de behandeling.
2. Les effets de cette harmonisation ont été estimés à 3 107 000 euros en prix 2004 (base annuelle).
2. De gevolgen van deze harmonisering worden geraamd op 3 107 000 euro in prijzen van 2004 (op jaarbasis).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8379
DO 2003200432161
DO 2003200432161
Question no 156 de Mme Maggie De Block du 16 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 156 van mevrouw Maggie De Block van 16 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Forfaitarisation des traitements de kinésithérapie dans les maisons de repos.
Forfaitarisering van kinebehandeling in rusthuizen.
La déclaration du gouvernement précise notamment que le gouvernement est chargé de la poursuite de la concertation en vue de la forfaitarisation des traitements de kinésithérapie dans le secteur des maisons de repos.
De regeringsverklaring stelt onder meer dat de regering belast wordt met de voortzetting van het overleg met het oog op een forfaitarisering van de kinebehandeling in de sector van de rusthuizen.
1. Quel est l’état d’avancement de la concertation ?
1. Wat is de stand van het overleg ?
2. Quand devrait-on connaıˆtre les résultats de cette concertation ?
2. Wanneer worden er resultaten van dit overleg verwacht ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 octobre 2004, à la question no 156 de Mme Maggie De Block du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 oktober 2004, op de vraag nr. 156 van mevrouw Maggie De Block van 16 september 2004 (N.) :
Une forfaitarisation des prestations de kinésithérapie dans les maisons de repos pour personnes aˆgées impliquerait une prise en charge par le budget de l’assurance soins de santé du ticket modérateur actuellement à charge du bénéficiaire.
Een forfaitarisering van de kinesitherapieverstrekkingen in de rustoorden voor bejaarden zou betekenen dat het remgeld, dat thans voor rekening van de rechthebbende is, ten laste van de verzekering voor geneeskundige verzorging zou komen.
Cette forfaitarisation entraıˆnerait donc un coût supplémentaire pour l’assurance soins de santé que la situation budgétaire actuelle interdit d’envisager.
Die forfaitarisering zou bijgevolg voor de verzekering voor geneeskundige verzorging meerkosten met zich brengen, wat in de huidige budgettaire situatie niet kan worden overwogen.
Par ailleurs, une concertation à ce sujet suppose que les besoins de soins dans le secteur soient déterminés, et qu’une norme minimale de personnel pour les prestations de kinésithérapie dans les maisons de repos pour personnes aˆgées soit fixée, opérations qui ne sauraient être engagées en l’absence d’une perspective financière.
Bovendien impliceert een overleg over dat onderwerp dat de zorgbehoeften in de sector worden nagegaan en dat een minimale personeelsnorm voor de kinesitherapeutische verstrekkingen in de rustoorden voor bejaarden wordt vastgesteld, maar zonder financie¨le vooruitzichten kan daartoe niet worden overgegaan.
Pour ces motifs, je ne puis actuellement préciser dans quels délais cette forfaitarisation sera réalisée.
Om die redenen kan ik thans niet precies zeggen op welke termijn die forfaitarisering kan worden verwezenlijkt.
DO 2003200432336
DO 2003200432336
Question no 169 de Mme Maggie De Block du 5 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 169 van mevrouw Maggie De Block van 5 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Congé de maternité. — Prise en compte du premier jour de congé.
Bevallingsverlof. — Aanrekening van eerste verlofdag.
Dans son avis no 84 relatif aux congés visant à permettre de concilier plus harmonieusement vie familiale et vie professionnelle, le Conseil de l’égalité des
Op het vlak van moederschapsbescherming en bevallingsverlof wijst de Raad van gelijke kansen in zijn advies nr. 84 betreffende de verloven ter bevorde-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8380
chances a attiré l’attention, en ce qui concerne la protection de la maternité et le congé de maternité, sur le fait que lorsqu’une femme a travaillé ou est restée disponible sur le marché du travail le jour de l’accouchement, celui-ci est pris en compte comme le premier jour de son congé de maternité.
ring van de combinatie van gezins- en beroepsleven op het feit dat een vrouw die gewerkt heeft of voor de arbeidsmarkt beschikbaar bleef op de dag van haar bevalling die dag als eerste verlofdag van haar bevallingsverlof wordt aangerekend.
1. Quelle est la raison sous-jacente de cette prise en compte ?
1. Wat is de achterliggende redenering om een vrouw die gewerkt heeft of beschikbaar bleef voor de arbeidsmarkt op de dag van haar bevalling toch die dag aan te rekenen als eerste dag van het bevallingsverlof ?
2. Combien de femmes ont-elles été dans cette situation au cours des cinq dernières années ?
2. Hoeveel vrouwen verkeerden de afgelopen vijf jaar in deze situatie ?
3. Quel serait le couˆt d’une adaptation éventuelle de la réglementation qui prévoirait alors que le congé de maternité débute un jour plus tard ?
3. Hoeveel bedraagt de geschatte kostprijs van een mogelijke aanpassing van de regelgeving die voorziet dat het bevallingsverlof een dag later zou ingaan ?
4. Comptez-vous réserver une suite favorable à la suggestion de remédier à cette situation et de faire commencer le congé de maternité de la travailleuse concernée le lendemain du jour de l’accouchement ?
4. Overweegt u in te gaan op de suggestie om deze toestand ongedaan te maken en het bevallingsverlof van de betrokken vrouwen te laten ingaan de dag na hun bevalling ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 19 novembre 2004, à la question no 169 de Mme Maggie De Block du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 19 november 2004, op de vraag nr. 169 van mevrouw Maggie De Block van 5 oktober 2004 (N.) :
1 et 4. Je confirme que le jour de l’accouchement est considéré comme étant le premier jour de la période de repos postnatal obligatoire. L’article 39, alinéa 2, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail prévoit en effet que la période de neuf semaines de repos postnatal obligatoire prend cours le jour de l’accouchement. L’article 114, alinéa 2, de la loi coordonnée le 14 juillet 1994 relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités est formulé de la même manière (« Le repos postnatal s’étend à une période de neuf semaines qui prend cours le jour de l’accouchement »).
1 en 4. Ik deel mee dat de dag van de bevalling beschouwd moet worden als de eerste dag van de periode van verplichte nabevallingsrust. Het artikel 39, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt immers dat de periode van negen weken verplichte nabevallingsrust een aanvang neemt op de dag van de bevalling. Het artikel 114, tweede lid, van de gecoo¨rdineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen is in dezelfde zin geformuleerd (« De nabevallingsrust strekt zich uit over een tijdvak van negen weken te rekenen vanaf de dag van de bevalling »).
Le fait que le jour de l’accouchement soit considéré comme le premier jour du repos postnatal obligatoire pose rarement problème puisque la mère doit arrêter le travail (ou ne plus être disponible pour le marché de l’emploi) dès le septième jour qui précède la date présumée de l’accouchement. La question soulevée ne peut dès lors se poser que si l’accouchement survient plus de sept jours avant sa date présumée, lorsque la mère aurait travaillé le jour même de l’accouchement.
Het feit dat de dag van de bevalling beschouwd wordt als de eerste dag van het tijdvak van verplichte nabevallingsrust stelt zelden een probleem aangezien de moeder het werk moet onderbreken (of niet meer beschikbaar mag zijn voor de arbeidsmarkt) vanaf de zevende dag die voorafgaat aan de vermoedelijke bevallingsdatum. De aangehaalde situatie kan zich derhalve alleen voordoen wanneer de bevalling plaatsheeft meer dan zeven dagen vo´o´r de vermoedelijke datum ervan, wanneer de moeder op de dag van de bevalling zelf nog gewerkt zou hebben.
Les relations entre l’employeur et la travailleuse relèvent en premier lieu du droit du travail. Il y aurait donc lieud’interroger la ministre de l’Emploi au sujet d’une éventuelle adaptation de l’article 39 précité, en vue de postposer d’un jour la prise de cours du repos
Aangezien de relaties tussen werkgever en werkneemster in eerste instantie deel uitmaken van het arbeidsrecht, zou de minister van Werk dus ondervraagd kunnen worden over een eventuele aanpassing van voormeld artikel 39, ten einde de aanvang van het tijd-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8381
postnatal en cas d’accouchement prématuré (avant le septième jour précédant la date présumée de l’accouchement) et lorsque la travailleuse a effectivement travaillé le jour de l’accouchement. Je vais donc faire examiner la question et si une telle adaptation devait être décidée, il y aurait lieu d’adapter simultanément l’article 114 susvisé, pour permettre à la mutualité de payer à la travailleuse l’indemnité correspondant à ce jour de repos supplémentaire.
vak van nabevallingsrust uit te stellen met een dag bij vroegtijdige geboorte (vo´o´r de zevende dag voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum) en wanneer de werkneemster nog effectief gewerkt heeft de dag van de bevalling. Ik zal dus de kwestie laten onderzoeken en indien besloten zou worden tot een dergelijke aanpassing, zou voormeld artikel 114 gelijktijdig aangepast moeten worden, om het ziekenfonds toe te laten aan de werkneemster een uitkering uit te betalen voor deze bijkomende dag van rust.
2 et 3. L’INAMI ne dispose pas de statistiques au sujet du nombre de titulaires pouvant se trouver dans une telle situation. Le coût moyen d’une journée de repos de maternité supplémentaire s’élève à 58 euros.
2 en 3. Het RIZIV beschikt over geen statistische gegevens met betrekking tot het aantal gerechtigden dat zich in dergelijke situatie zou bevinden. De gemiddelde kostprijs van één dag bijkomende moederschapsrust bedraagt 58 euro.
Ce coût devrait être multiplié par le nombre de cas estimé pour déterminer l’incidence financière de l’adaptation évoquée au point précédent.
Dit bedrag zou dan vermenigvuldigd moeten worden met het aantal geraamde gevallen om de budgettaire kostprijs te bepalen van de aanpassing, zoals vermeld in het vorige punt.
DO 2003200432358
DO 2003200432358
Question no 171 de M. Patrick De Groote du 7 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 171 van de heer Patrick De Groote van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Frais d’administration des mutualités.
Administratiekosten van ziekenfondsen.
Votre administration pourrait-elle fournir les données chiffrées relatives aux frais d’administration des mutualités depuis l’an 2000, en ventilant ces chiffres par union nationale, par ayant droit et par entité fédérée.
Kan uw administratie de cijfers geven voor de administratiekosten van de ziekenfondsen, opgesplitst per landsbond, vanaf het jaar 2000 en per rechthebbende per landsdeel ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 novembre 2004, à la question no 171 de M. Patrick De Groote du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 november 2004, op de vraag nr. 171 van de heer Patrick De Groote van 7 oktober 2004 (N.) :
Les chiffres des frais d’administration des mutualités sont les suivants.
De cijfers voor de administratiekosten van de ziekenfondsen zijn de volgende.
1. Frais d’administration attribués par union nationale.
1. Toegekende administratiekosten per landsbond.
(en euros). — (in euro) ANMC. — LCM ............................... UNMN. — LNZ ................................ UNMS. — NVSM .............................. UNM Libérales. — LLM ................... UNM Libres. — LOZ ........................ Caisse SNCB. — Kas NMBS ..............
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2000 283 30 201 47 107 11
184 163 610 843 146 517
2001 462 671 723 736 773 449
293 31 209 49 111 11
2004
650 391 975 548 675 992
2005
2002 634 031 798 033 273 991
308 33 220 51 117 12
187 162 334 705 680 588
2003 357 985 350 918 953 523
321 34 230 53 124 13
325 983 584 790 039 164
909 525 103 538 667 631
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8382
2. Frais d’administration attribués par bénéficiaire dans chaque union nationale.
2. Toegekende administratiekosten rechthebbende in elke landsbond.
(en euros). — (in euro)
2000
2001
2002
2003
ANMC. — LCM ............................... UNMN. — LNZ ................................ UNMS. — NVSM .............................. UNM Libérales. — LLM ................... UNM Libres. — LOZ ........................ Caisse SNCB. — Kas NMBS ..............
62,64 74,52 72,21 79,05 66,57 77,60
65,02 76,02 74,31 81,75 68,45 82,41
68,37 79,22 77,22 85,54 71,14 88,51
71,41 83,02 80,04 89,51 73,57 95,81
Il n’existe pas de chiffres des frais d’administration par région.
Er bestaan geen cijfers over de administratiekosten per regio.
DO 2004200502483
DO 2004200502483
Question no 185 de M. Hagen Goyvaerts du 21 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 185 van de heer Hagen Goyvaerts van 21 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Crédit-temps et mandat politique d’un conseiller provincial.
Tijdskrediet en het politiek mandaat van een provincieraadslid.
Il est mentionné dans le texte du formulaire C61 — CCT 77bis (ONEM — demande d’allocations d’interruption dans le cadre d’un crédit-temps, d’une interruption de carrière ou d’une réduction des prestations de travail jusqu’à un emploi à mi-temps) que le crédit-temps n’est pas cumulable avec un mandat politique, à l’exception d’un mandat de conseiller communal ou de membre du CPAS.
In de tekst van het formulier C61 — CAO 77bis (RVA — aanvraag onderbrekingsuitkeringen in het kader van een tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) staat vermeld dat het tijdskrediet niet cumuleerbaar is met een politiek mandaat, met uitzondering van een mandaat als gemeenteraadslid of lid van het OCMW.
Donc, implicitement, les mandats politiques rémunérés au moyen d’un jeton de présence ne sont pas jugés incompatibles avec le crédit-temps.
Hiermee wordt aangegeven dat politieke mandaten die door middel van een zitpenning worden vergoed niet worden uitgesloten.
1. Les conseillers provinciaux étant aussi rémunérés par des jetons de présence, on peut se demander pourquoi ils n’ont pas été rangés dans les exceptions au même titre que les conseillers communaux et les conseillers de CPAS ?
1. In de praktijk worden ook de provincieraadsleden vergoed op basis van zitpenningen en bijgevolg rijst de vraag waarom deze niet mee zijn opgenomen in de uitzonderingen zoals de gemeenten OCMWraadsleden ?
2. Sur la base de quelle motivation existe-t-il, en matière de crédit-temps, une inégalité de traitement entre les conseillers communaux et de CPAS, d’une part, et les conseillers provinciaux, d’autre part ?
2. Op basis van welke motivering is er voor het tijdskrediet een ongelijke behandeling tussen gemeente- en OCMW-raadsleden, enerzijds, en provincieraadsleden, anderzijds ?
3. a) Envisagez-vous de prendre à brève échéance une initiative législative pour mettre un terme à cette inégalité de traitement ?
3. a) Overweegt u om op korte termijn een wetgevend initiatief te nemen om deze ongelijke behandeling op te heffen ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
4. Quelques expériences pratiques montrent par ailleurs qu’au sein des services de l’ONEM, un grand
4. Uit enkele praktijkervaringen blijkt ook dat er bij de RVA diensten grote onduidelijkheid hierover
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8383
manque de clarté règne à ce sujet. Si certains bureaux de choˆmage suivent l’esprit de la loi, d’autres en appliquent la lettre. Quelles initiatives comptez-vous prendre vis-à-vis de vos services de façon à clarifier davantage cette question ?
bestaat. Bepaalde werkloosheidsbureaus volgen de geest van de wet, andere bureaus houden zich strikt aan de wettekst. Welke initiatieven neemt u ten aanzien van uw diensten om hierover meer duidelijkheid te scheppen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 17 novembre 2004, à la question no 185 de M. Hagen Goyvaerts du 21 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 17 november 2004, op de vraag nr. 185 van de heer Hagen Goyvaerts van 21 oktober 2004 (N.) :
Par la présente, je vous signale que l’objet de votre question est de la compétence exclusive de ma collègue, Mme Freya Van den Bossche, ministre de l’Emploi. (Question no 179 du 18 novembre 2004.)
Hierbij laat ik u weten dat de inhoud van de door u gestelde vraag tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van mijn collega, mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk. (Vraag nr. 179 van 18 november 2004.)
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200431992
DO 2003200431992
Question no 262 de M. Koen Bultinck du 5 août 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 262 van de heer Koen Bultinck van 5 augustus 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Médicaments génériques. — Consommation en hausse.
Generische geneesmiddelen. — Stijging gebruik.
Il ressort d’une étude effectuée par l’Alliance nationale des mutualités chrétiennes que la part des médicaments génériques délivrés sur prescription à des patients sous traitement ambulatoire est passée de 1,9 % à 10,3 % durant la période de début 2001 à début 2004.
Uit een studie van de Landsbond der christelijke mutualiteiten blijkt dat het aandeel van de ambulant voorgeschreven generische geneesmiddelen in de periode van begin 2001 tot begin 2004 gestegen is van 1,9 % naar 10,3 %.
1. Disposez-vous de données corroborant ces chiffres ?
1. Beschikt u over gegevens die deze cijfers bevestigen ?
2. Disposez-vous de données similaires pour les autres mutualités ?
2. Beschikt u over gelijkaardige gegevens voor de andere mutualiteiten ?
3. a) Cette augmentation en matière de prescription de médicaments génériques a-t-elle conduit à des économies pour l’assurance maladie ?
3. a) Heeft de stijging van het voorschrijven van generische geneesmiddelen aanleiding gegeven tot besparingen voor de ziekteverzekering ?
b) Disposez-vous d’informations concrètes à ce sujet ?
b) Beschikt u over concrete gegevens dienaangaande ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 18 novembre 2004, à la question no 262 de M. Koen Bultinck du 5 août 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 18 november 2004, op de vraag nr. 262 van de heer Koen Bultinck van 5 augustus 2004 (N.) :
L’INAMI dispose via Pharmanet des données jusqu’à et y compris 2003. Ces données proviennent de tous les organismes assureurs.
Het RIZIV beschikt via Farmanet over gegevens tot en met 2003. Deze gegevens zijn afkomstig van alle verzekeringsinstellingen.
Comme vous pouvez le constater dans le tableau cidessous, l’usage des génériques et des copies a
Zoals u ziet in de onderstaande tabel is het gebruik van generieken en kopiee¨n sinds de invoering van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8384
augmenté depuis la mise en œuvre du remboursement de référence. L’usage est exprimé en DDD (defined daily dose) comme fixé par l’Organisation mondiale de la santé. Cette dose standard indique la dose utilisée dans l’indication principale chez un patient adulte. Tableau : Aperçu DDD 1999-2003
referentietegemoetkoming toegenomen. Het gebruik wordt uitgedrukt in DDD (defined daily dose) zoals die vastgelegd wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze standaarddosis geeft de dosis weer die gebruikt wordt in de voornaamste indicatie bij een volwassen patie¨nt. Tabel : Overzicht DDD 1999-2003
DDD 1999
DDD 2000
DDD 2001
DDD 2002
DDD 2003
(1) Total des spécialités remboursables. — (1) Totaal vergoedbare specialiteiten ...................... 2 731 843 520 2 846 925 650 2 985 057 374 3 131 078 889 3 327 968 212 (2) Total génériques (G) + copies (C). — (2) Totaal generieken (G) + kopies ........................ 23 265 489 31 606 688 107 597 711 198 266 126 280 007 845 (3) Total originaux (pour lesquels G ou C existe). — (3) Totaal originelen (waarvoor G of C bestaat) ................................................................. 1 123 403 045 1 122 990 417 1 069 300 618 1 020 810 895 992 387 727 (4) Total G + C + orig. (pour lesquels G ou C existe). — (4) Totaal G + C + orig. (waarvoor G of C bestaat) ..................................................... 1 146 668 534 1 154 597 105 1 176 898 329 1 219 077 021 1 272 395 572 Part de % G+C (2) au total (1). — % aandeel G+C (2) in totaal (1) ........................................ Part de % orig. (pour lesquels G ou C existe) (3) au total (1). — % aandeel orig. (waarvoor G of C bestaat) (3) in totaal (1) ....................................
0,85 %
1,11 %
3,60 %
6,33 %
8,41 %
41,12 %
39,45 %
35,82 %
32,60 %
29,82 %
(5) Total originaux (pour lesquels G ou C n’existent pas). — (5) Totaal originelen (waarvoor geen G of C bestaat) ................................. 1 585 174 986 1 692 328 545 1 808 159 044 1 912 001 868 2 055 572 640 Part de % orig. (sans G ou C) (5) au total (1). — % aandeel orig. (zonder G of C) (5) in totaal (1) 58,03 % 59,44 % 60,57 % 61,07 % 61,77 %
En 2003, 8,41 % proviennent de l’usage des génériques et des copies. Ce pourcentage confirme la constatation des Mutualités chrétiennes.
In 2003 kwam 8,41 % van het gebruik van generieken en kopies. Dit percentage bevestigt de vaststelling van de Christelijke Mutualiteiten.
Toutefois, l’usage des spécialités originales et des génériques apparentés diminue au niveau de l’usage total de 41,97 % en 1999 à 38,23 % en 2003.
Het gebruik van de originele specialiteiten en de bijhorende generieken in het totale gebruik echter daalt van 41,97 % in 1999 naar 38,23 % in 2003.
Les spécialités pharmaceutiques, pour lesquelles il n’y a pas sur le marché de générique ou de copie, augmente au niveau de l’usage total de 58,03 % en 1999 à 61,77 % en 2003.
De farmaceutische specialiteiten waarvoor er nog geen generiek of kopie in de handel is, neemt in het totale gebruik toe van 58,03 % in 1999 naar 61,77 % in 2003.
L’économie provoquée par l’usage des génériques et la diminution apparentée des prix des spécialités originales est bien réalisée.
De besparing die bekomen werd door het gebruik van generieken en de bijhorende vermindering van de prijzen van de originele specialiteiten is wel degelijk gerealiseerd.
Comme montré dans le graphique, cette économie a eu une influence sur l’augmentation continue des dépenses. L’usage des génériques occasionne un retard dans le pourcentage d’augmentation des dépenses.
Zoals in de grafiek wordt aangetoond, heeft die besparing een invloed gehad op de continue stijging van de uitgaven. Het gebruik van generieken zorgt voor een vertraging in het stijgingspercentage van de uitgaven.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8385
GRAPHIQUES
Là où en 1998 et 1999 les dépenses de l’INAMI augmentent d’environ 9 % par année, les dépenses augmentent moins vite à partir de 2000. Année 1998 1999 2000 2001 2002 2003
............. ............. ............. ............. ............. .............
Augmentation des dépenses en euro 120 131 92 110 130 147
831 917 561 249 086 153
203 721 953 461 715 039
Augmentation des dépenses en % 9,04 9,05 5,82 6,55 7,26 7,65
Jaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003
Cette diminution du pourcentage d’augmentation est associée à l’accroissement de l’augmentation des dépenses pour les génériques.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Waar in 1998 en 1999 de RlZIV-uitgaven stegen met ongeveer 9 % per jaar, stijgen de uitgaven minder snel vanaf 2000.
2004
............. ............. ............. ............. ............. .............
Stijging uitgaven in euro 120 131 92 110 130 147
831 917 561 249 086 153
203 721 953 461 715 039
Stijging uitgaven in % 9,04 9,05 5,82 6,55 7,26 7,65
Deze vermindering van het stijgingspercentage valt samen met de verhoging van de stijging van de uitgaven voor de generieken. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1060
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8386
Année
1998 1999 2000 2001 2002 2003
............. ............. ............. ............. ............. .............
G+C Augmentation des dépenses en euro 1 3 3 26 25 34
068 244 298 897 353 503
582 643 214 604 412 770
G+C Augmentation des dépenses en % 24,55 59,86 38,06 224,83 65,24 53,73
Jaar
1998 1999 2000 2001 2002 2003
............. ............. ............. ............. ............. .............
G+C Stijging uitgaven in euro 1 3 3 26 25 34
068 244 298 897 353 503
582 643 214 604 412 770
G+C Stijging uitgaven in % 24,55 59,86 38,06 224,83 65,24 53,73
` partir de 2003, les dépenses totales augmentent un A peu plus que par rapport aux années précédentes.
Vanaf 2003 stijgen de totale uitgaven terug iets meer dan de vorige jaren.
DO 2003200432148
DO 2003200432148
Question no 281 de M. Jo Vandeurzen du 16 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 281 van de heer Jo Vandeurzen van 16 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hygiène hospitalière.
Ziekenhuishygie¨ne.
Une attention accrue est accordée depuis quelque temps dans les hoˆpitaux belges à l’hygiène hospitalière.
Er wordt de jongste tijd meer aandacht besteed aan de organisatie van de ziekenhuishygie¨ne in de Belgische ziekenhuizen.
1. a) Estimez-vous qu’il conviendrait de modifier l’actuel arrêté royal fixant les normes relatives à l’hygiène hospitalière ?
1. a) Bent u van oordeel dat het bestaand koninklijk besluit, dat de normen vastlegt met betrekking tot ziekenhuishygie¨ne, aan herziening toe is ?
b) Dans l’affirmative, sur quels axes une telle réforme devrait-elle reposer selon vous ?
b) Zo ja, vanuit welke visie wilt u deze herziening doorvoeren ?
2. Les points de vue divergent manifestement au sein des institutions belges en ce qui concerne l’organisation des hoˆpitaux. La plate-forme fédérale d’hygiène hospitalière à rendu un avis à ce sujet et le « Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen » (NVKVV), l’association nationale des infirmières et des sages-femmes flamandes, a aussi formulé un avis sur ce que devrait être la fonction d’infirmier hygiéniste hospitalier.
2. Blijkbaar bestaan er meerdere visies op de organisatie van de ziekenhuizen in de Belgische instellingen. Het federaal platform voor ziekenhuishygie¨ne heeft daaromtrent een advies uitgebracht maar ook het Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen (NVKW) heeft een toekomstvisie op de functie van de verpleegkundige ziekenhuishygie¨nist geformuleerd.
a) Le ministre est-il au courant du contenu de ces propositions ?
a) Zijn deze voorstellen aan de minister bekend ?
b) Quelle est sa position quant à ces deux conceptions de l’organisation de l’hygiène hospitalière ?
b) Welk standpunt neemt u in met betrekking tot de beide visies op de uitbouw van de ziekenhuishygie¨ne in de ziekenhuizen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 novembre 2004, à la question no 281 de M. Jo Vandeurzen du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 november 2004, op de vraag nr. 281 van de heer Jo Vandeurzen van 16 september 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8387
1. a) L’arrêté royal du 7 novembre 1988 prévoit quatre instances pour promouvoir l’hygiène hospitalière : le médecin en chef, le médecin hygiéniste hospitalier, l’infirmier hygiéniste hospitalier et le comité d’hygiène hospitalière. En outre, les taˆches de ces différents acteurs, les exigences minimales de formation du médecin hygiéniste hospitalier et de l’infirmier hygiéniste hospitalier, ainsi que la composition du comité d’hygiène hospitalière sont spécifiées.
1. a) Het koninklijk besluit van 7 november 1988 voorziet in vier instanties die de ziekenhuishygie¨ne moeten bevorderen : de hoofdgeneesheer, de geneesheer-ziekenhuishygie¨nist, de verpleegkundige-ziekenhuishygie¨nist(e) en het comité voor ziekenhuishygie¨ne. Verder worden de taken van deze verschillende actoren, de minimale opleidingsvoorwaarden van de geneesheerziekenhuishygie¨nist en de verpleegkundige-ziekenhuishygie¨nist(e), en de samenstelling van het comité voor ziekenhuishygie¨ne gespecifieerd.
Cette définition des structures d’hygiène hospitalière constitue à mes yeux encore une bonne base pour le développement qualitatif de l’hygiène hospitalière dans les établissements beiges. Dès lors, c’est sur cette définition que le financement actuel des hoˆpitaux pour ce qui concerne le volet hygiène hospitalière est basé.
Deze definitie van de ziekenhuishygie¨nestructuren vormt mijns insziens nog steeds een goede basis voor de kwaliteitsvolle uitbouw van de ziekenhuishygie¨ne in de Belgische instellingen. Hierop is dan ook de huidige financiering van de ziekenhuizen voor het luik ziekenhuishygie¨ne gebaseerd.
Par ailleurs, une révision de l’arrêté royal actuel peut être indiquée à la lumière des développements intervenus durant ces quinze dernières années. Ainsi, le problème des infections nosocomiales s’est fortement aggravé ces dernières années en raison de divers facteurs médicaux (par exemple l’augmentation des techniques médicales invasives, des patients à immunité perturbée, de la résistance aux antibiotiques, ...), ce qui a évidemment d’importantes répercussions financières. Il y aussi l’attention portée récemment à une dispensation de soins de qualité dans les hoˆpitaux, où l’on n’est pas seulement attentif aux structures — ce à quoi se limite essentiellement l’arrêté royal actuel — mais aussi aux processus et aux résultats dans le cadre d’une bonne dispensation de soins aux patients.
Anderzijds kan een herziening van het huidige koninklijk besluit wenselijk zijn in het licht van de ontwikkelingen gedurende de voorbije 15 jaar. Zo is de omvang van het probleem van de ziekenhuisinfecties door allerlei medische factoren (bijvoorbeeld meer invasieve medische technieken, meer patie¨nten met gestoorde immuniteit, toenemende antibioticaresistentie, ...) de laatste jaren sterk toegenomen, wat natuurlijk ook grote financie¨le implicaties heeft. Er is ook de recente aandacht voor kwaliteitsvolle dienstverlening in de ziekenhuizen, waarbij niet alleen aandacht geschonken wordt aan structuren — waartoe het huidige koninklijk besluit zich hoofdzakelijk beperkt — maar ook aan processen en resultaten in het kader van een goede patie¨ntenzorg.
b) Il est essentiel à mes yeux qu’une éventuelle révision de cet arrêté royal tienne compte autant que possible des observations et avis des gens du terrain. Je dispose à cet effet de deux avis récents : l’un émanant du groupe de travail hygiène hospitalière du « Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen » (NVKVV) — « Toekomstvisie op de functie van de verpleegkundige-ziekenhuishygie¨nist 2003 » (Vision d’avenir sur la fonction de l’infirmier hygiéniste hospitalier 2003) — et l’autre de la Plateforme fédérale d’hygiène hospitalière (PFHH) « Plan stratégique concernant la réorganisation de l’hygiène hospitalière dans les établissements belges ».
b) Het is voor mij essentieel dat bij een eventuele herziening van dit koninklijk besluit zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de bemerkingen en adviezen van de mensen op het terrein. Ik beschik daarvoor over twee recente adviezen van enerzijds de werkgroep ziekenhuishygie¨ne van het Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen en Vroedvrouwen (NVKVV) — « Toekomstvisie op de functie van de verpleegkundige-ziekenhuishygie¨nist 2003 » — en anderzijds het Federaal Platform voor Ziekenhuishygie¨ne — « Beleidsplan betreffende de reorganisatie van ziekenhuishygie¨ne in de Belgische instellingen ».
Mon objectif est de mettre les structures et moyens modernes requis à la disposition des instances mentionnées au point 1.a) et qui sont chargées actuellement de l’hygiène hospitalière dans les établissements belges afin qu’elles puissent s’attaquer de manière effective au problème impor-
Het is mijn bedoeling de in 1.a) vermelde instanties die momenteel instaan voor de ziekenhuishygie¨ne in de Belgische instellingen de vereiste hedendaagse structuren en middelen ter beschikking te stellen opdat zij het zeer belangrijke probleem van de ziekenhuisinfecties effectief zouden kunnen aan-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8388
tant des infections nosocomiales. C’est à la lumière de cet objectif qu’il convient d’évaluer toutes les adaptations proposées.
pakken. Met deze doelstelling in het achterhoofd moeten alle voorgestelde aanpassingen gee¨valueerd worden.
2. a) L’administration m’a récemment informé de ces propositions.
2. a) De administratie heeft mij recentelijk ingelicht over deze voorstellen.
b) Il est indispensable de recueillir d’abord l’avis du Conseil national des établissements hospitaliers.
b) Het is noodzakelijk eerst het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen in te winnen.
Néanmoins, il est intéressant d’énoncer déjà brièvement les principales propositions contenues dans les deux textes précités.
Toch is het interessant om de belangrijkste voorstellen in beide bovenvermelde teksten reeds even aan te halen.
Dans l’avis de la Plateforme fédérale d’hygiène hospitalière figurent les points novateurs suivants :
In het advies van het Federaal Platform voor Ziekenhuishygie¨ne vindt men volgende innoverende punten :
— Formation d’une équipe d’hygiène hospitalière composée au minimum de 0,5 ETP médecin hygiéniste hospitalier et de 1,0 ETP infirmier hygiéniste hospitalier, et qui doit pouvoir fonctionner de manière autonome. Le comité d’hygiène hospitalière devient un organe consultatif qui surveille en outre le bon fonctionnement de l’équipe. La taˆche du médecin en chef reste inchangée. Les référents infirmiers en hygiène hospitalière doivent constituer dans chaque section de soins le lien entre l’équipe et les autres collaborateurs de l’hoˆpital.
— Vorming van een team voor ziekenhuishygie¨ne dat minimaal bestaat uit een 0,5 FTE geneesheer-ziekenhuishygie¨nist en een 1,0 FTE verpleegkundige-ziekenhuishygie¨nı¨st(e), en dat autonoom moet kunnen functioneren. Het comité voor ziekenhuishygie¨ne wordt een consulterend orgaan dat bovendien de goede werking van het team bewaakt. De taak van de hoofdgeneesheer blijft onveranderd. Referentieverpleegkundigen ziekenhuishygie¨ne moeten op elke verpleegafdeling een link vormen tussen het team en de andere ziekenhuismedewerkers.
— Les taˆches actuelles du médecin hygiéniste hospitalier et du comité d’hygiène hospitalière sont directement attribuées à l’équipe d’hygiène hospitalière. Idéalement, elles sont limitées aux taˆches qui englobent la maıˆtrise effective des infections nosocomiales. Les autres taˆches (activités connexes) font encore partie de l’ensemble des taˆches de l’établissement mais sont attribuées de préférence à d’autres collaborateurs ou services concernés de l’établissement.
— De huidige taken van de geneesheerziekenhuishygie¨nist en het comité voor ziekenhuishygie¨ne worden rechtstreeks toegewezen aan het team voor ziekenhuishygie¨ne. Deze worden idealiter beperkt tot die taken die de daadwerkelijke beheersing van ziekenhuisinfecties omvatten. De andere taken (randactiviteiten) behoren nog steeds tot het takenpakket van de instelling maar worden bij voorkeur toegewezen aan andere relevante medewerkers of diensten in de instelling.
— Un financement supplémentaire est nécessaire pour l’augmentation de l’effectif minimum de l’équipe et du budget de fonctionnement. En outre, ce financement doit devenir transparent par la création d’un centre de frais « hygiène hospitalière ».
— Er is nood aan bijkomende financiering voor de uitbreiding van de minimale bezetting van het team en het optrekken van het werkingsbudget. Bovendien moet deze financiering transparant worden door het cree¨ren van een aparte kostenplaats « ziekenhuishygie¨ne ».
Le texte du NVKVV donne une description détaillée des taˆches actuelles et futures de l’infirmier hygiéniste hospitalier. Ici également, on plaide en faveur d’une équipe interdisciplinaire d’hygiène hospitalière mais disposant de moins d’autonomie que dans la proposition de la PFHH. Le comité d’hygiène hospitalière devient un organe de gestion qui délègue la gestion journalière à l’équipe. Dans
De tekst van het NVKVV geeft een gedetailleerde beschrijving van de huidige en toekomstige taken van de verpleegkundige-ziekenhuishygie¨nist(e). Ook hier wordt geijverd voor een interdisciplinair team ziekenhuishygie¨ne, zij het met minder autonomie dan in het voorstel van het FPvZ. Het comité voor ziekenhuishygie¨ne wordt een beleidsorgaan dat het dagelijks beleid delegeert aan het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8389
cette proposition, on ne fait pas de distinction explicite entre la maıˆtrise des infections et les activités connexes. Mais, il est stipulé que, pour ces activités connexes, une collaboration est requise avec d’autres instances de l’établissement, telles que le coordinateur environnement, le coordinateur qualité et le conseiller en prévention.
team. In dit voorstel wordt er geen expliciet onderscheid gemaakt tussen infectiebeheersing en randactiviteiten. Wel wordt er gesteld dat voor deze randactiviteiten samenwerking vereist is met andere instanties in de instelling, zoals de milieucoo¨rdinator, de kwaliteitscoo¨rdinator en de preventieadviseur.
DO 2003200432170
DO 2003200432170
Question no 282 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 282 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes.
Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ?
1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ?
2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ?
2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ?
3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ?
3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ?
4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ?
4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ?
5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ?
5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ?
b) Dans quels cas et pourquoi ?
b) In welke gevallen en op grond waarvan ?
c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ?
c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 19 novembre 2004, à la question no 282 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 19 november 2004, op de vraag nr. 282 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
A. direction générale soins de santé primaires
A. Directoraat-generaal basisgezondheidszorg
1. Un commissaire du gouvernement est désigné auprès du Comité de l’assurance de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité.
1. Er is een regeringscommissaris aangesteld bij het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
2. Ses missions sont définies dans l’arrêté royal du 14 novembre 2001 réglant les conditions de nomination et l’exercice de la mission des commissaires du gouvernement auprès des Institutions publiques de sécurité sociale.
2. Zijn taken zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 14 november 2001 tot regeling van de benoemingsvoorwaarden en de uitoefening van de opdracht van de regeringscommissarissen bij de openbare instellingen van sociale zekerheid.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8390
3. La base réglementaire de ses rémunérations est l’arrêté royal du 14 novembre 2001 précité.
3. Het voornoemde koninklijk besluit van 14 november 2001 vormt de wettelijke basis van zijn bezoldiging.
4. Le représentant de l’administration suit les activités de l’INAMI, dans la mesure où il y a un conflit concernant l’exécution, il en est alors fait mention.
4. De vertegenwoordiger van de administratie volgt de werkzaamheden van het RIZIV op, in die mate dat bij enig conflict omtrent de uitvoering hier dan gewag wordt gemaakt.
5. Il n’y a eu aucune suspension de décision depuis le début de la législature.
5. Er zijn geen beslissingen geschorst sinds het begin van de legislatuur.
B. direction générale médicaments
B. Directoraat-generaal geneesmiddelen
1. La direction générale médicaments a des représentants dans les comités nommés ici dans le cadre de l’Union européenne. Le Comité pharmaceutique, le Comité vétérinaire pharmaceutique, le Comité dispositifs médicaux, le Comité de transparance et le Comité précurseurs et drogues sont consultatifs. Les « standing committees » revêtus de compétence réglementaire sont respectivement compétents pour les médicaments à usage humain, les médicaments à usage vétérinaire et les dispositifs médicaux.
1. Het diretoraat-generaal geneesmiddelen heeft, in het kader van de Europese Unie, vertegenwoordigers in de hiernagenoemde comités. Het Farmaceutisch Comité, het Veterinair Farmaceutisch Comité, het Comité medische hulpmiddelen, het Transparantiecomité en het Comité precursoren en drugs zijn adviserend. De met reglementaire bevoegdheid beklede « standing committees » zijn respectievelijk bevoegd voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik, geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en voor medische hulpmiddelen.
Finalement la DGM a aussi un nombre de représentants dans des comités qui sont créés suite aux règlements européens, notamment le « Committee for Medicinal Products for Human Use » (CPMP), le « Committee for Medicinal Products for Veterinary Use » (CVMP), le « Committee for Orphan Medicinal Products » (COMP) et le « Committee for Herbal Medicinal Products » (CHMP).
Ten slotte heeft het DGG ook een aantal vertegenwoordigers in comités die opgericht zijn tengevolge van Europese verordeningen, met name het « Committee for Medicinal Products for Human Use » (CPMP), het « Committee for Medicinal Products for Veterinary Use » (CVMP), het « Committee for Orphan Medicinal Products » (COMP) en het « Committee for Herbal Medicinal Products » (CHMP).
Au niveau belge la DGM a des représentants dans la Commission remboursement des médicaments (CRM) et dans la Commission des prix des spécialités pharmaceutiques.
Op Belgisch niveau heeft het DGG vertegenwoordigers in de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG) en in de Prijzencommissie voor farmaceutische specialiteiten.
2. Les bases légales par comité sont :
2. De wettelijke basis per comité is respectievelijk :
— Pour le Comité pharmaceutique (Vétérinaire) : Décision 75/320/CEE du Conseil, du 20 mai 1975, portant création d’un comité pharmaceutique.
— Voor het (Veterinair) Farmaceutisch Comité : Besluit 75/320/EEG van de Raad van 20 mei 1975 tot instelling van een geneesmiddelencomité.
— Pour le Comité dispositifs médicaux : article 7 de la Directive 93/42/CEE du Conseil du 14 juin 1993 relative aux dispositifs médicaux et article 6, alinéa 2 de la Directive 90/385/CEE du Conseil, du 20 juin 1990, concernant le rapprochement des législations des E´tats membres relatives aux dispositifs médicaux implantables actifs.
— Voor het Comité Medische Hulpmiddelen : artikel 7 van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen en artikel 6, lid 2 van de Richtlijn 90/ 385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lid-staten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen.
— Pour le Comité de transparance : Directive 89/ 105/CEE du Conseil du 21 décembre 1988 concernant la transparence des mesures régissant la fixation des prix des médicaments à
— Voor het Transparantiecomité : Richtlijn 89/ 105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8391
usage humain et leur inclusion dans le champ d’application des systèmes d’assurancemaladie.
geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg.
— Pour le Comité précurseurs et drogues : article 10 du règlement no 3677/90/CEE du Conseil, du 13 décembre 1990, relatif aux mesures à prendre afin d’empêcher le détournement de certaines substances pour la fabrication illicite de stupéfiants ou de substances psychotropes.
— Voor het Comité precursoren en drugs : artikel 10 van de verordening nr. 3677/90/EEG van de Raad van 13 december 1990 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
— Pour les Standing Committees : articles 120 et 121 de la Directive 2001/83/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 novembre 2001 instituant un code communautaire relatif aux médicaments à usage humain, les articles 88 et 89 de la Directive 2001/82/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 novembre 2001 instituant un code communautaire relatif aux médicaments vétérinaires et article 7 de la Directive 93/42/CEE du Conseil, du 14 juin 1993, relative aux dispositifs médicaux et article 6, alinéa 2 de la Directive 90/385/CEE du Conseil, du 20 juin 1990, concernant le rapprochement des législations des E´tats membres relatives aux dispositifs médicaux implantables actifs.
— Voor de Standing Committees : artikelen 120 en 121 van de Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, de artikelen 88 en 89 van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en artikel 7 van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen en artikel 6, lid 2 van de Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen.
— Pour le CPMP : article 50, 1, a), du règlement (CEE) no 2309/93 du Conseil du 22 juillet 1993, établissant des procédures communautaires pour l’autorisation et la surveillance des médicaments à usage humain et à usage vétérinaire et instituant une Agence européenne pour l’évaluation des médicaments.
— Voor het CPMP : artikel 50, 1, a), van de verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling.
— Pour le CVMP : article 50, 1, b), du règlement (CEE) no 2309/93 du Conseil, du 22 juillet 1993, établissant des procédures communautaires pour l’autorisation et la surveillance des médicaments à usage humain et à usage vétérinaire et instituant une Agence européenne pour l’évaluation des médicaments.
— Voor het CVMP : artikel 50, 1, b), van de verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling.
— Pour le COMP : article 4 du règlement (CE) no 141/2000 du Parlement européen et du Conseil, du 16 décembre 1999, concernant les médicaments orphelins.
— Voor het COMP : artikel 4 van de verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen.
— Pour le CHMP : article 16nonies de la Directive 2001/83/CE du Parlement européen et du Conseil du 6 novembre 2001 instituant un code communautaire relatif aux médicaments à usage humain.
— Voor het CHMP : artikel 16nonies van de Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8392
— Pour la Commission des prix : l’arrêté royal du 8 août 1975 instituant une Commission des prix des spécialités pharmaceutiques.
— Voor de Prijzencommissie : het koninklijk besluit van 8 augustus 1975 tot oprichting van een Prijzencommissie voor de farmaceutische specialiteiten.
— Pour le CTG : article 8 de la loi du 10 août 2001 portant des mesures en matière de soins de santé.
— Voor de CTG : artikel 8 van de wet van 10 augustus 2001 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg.
3. Les représentants qui siègent dans les comités mentionnés reçoivent des jetons de présence ou une indemnité de déplacement qui couvre principalement les frais.
3. De vertegenwoordigers die zetelen in voormelde comités, krijgen presentiegeld, zitpenningen of een verplaatsingsvergoeding die hoofdzakelijk de onkosten dekken.
4. Il est demandé aux représentants de rapporter tout ce qui concerne nos services.
4. Er wordt de vertegenwoordigers gevraagd om alles te rapporteren dat onze diensten aanbelangt.
5. Néant.
5. Geen enkele.
C. Relations internationales.
C. Internationale betrekkingen.
1. En ce qui concerne les organismes internationaux, le gouvernement est représenté auprès des organismes suivants : l’Organisation mondiale de la santé, le Centre international de recherche sur le cancer, le Conseil de l’Europe, l’Organisation de coopération et de développement économiques, l’Union européenne, l’Organisation des Nations unies pour l’alimentation et l’agriculture, l’Organisation mondiale de la santé animale et l’Organisation mondiale du commerce.
1. De regering is bij de volgende internationale instellingen vertegenwoordigd : de Wereldgezondheidsorganisatie, het Internationaal Centrum voor kankeronderzoek, de Raad van Europa, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, de Europese Unie, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, de Werelddierengezondheidsorganisatie en de Wereldhandelsorganisatie.
2. Il n’y a pas de base légale ou réglementaire concernant les compétences des délégués.
2. Er is geen wettelijke of reglementaire basis voor de bevoegdheden van de afgevaardigden.
3. Il n’y a pas de rémunérations.
3. Er worden geen vergoedingen uitgekeerd.
4. Une réunion de coordination est organisée afin de définir la position belge que le délégué doit présenter. Un rapport est établi par celui-ci après chaque réunion.
4. Er wordt een coo¨rdinatievergadering belegd om tot een Belgisch standpunt te komen dat de vertegenwoordiger moet verdedigen. Na elke vergadering stelt deze laatste daarover een verslag op.
5. Il n’y a pas eu de suspensions de décisions depuis le début de la législature.
5. Sinds de aanvang van de regeerperiode werd nog geen enkele beslissing opgeschort.
D. Budget et Controˆle de gestion.
D. Budget en Beheerscontrole.
a) 1) Délégué du ministre dans la personnalité juridique de l’ISP.
a) 1) Afgevaardigde van de minister in de rechtspersoonlijkheid van het WIV.
2) Article 3, 3o, de l’arrêté royal du 14 octobre 1987 (Moniteur belge du 24 novembre 1987) — arrêté royal du 1er avril 2004 (Moniteur belge du 27 mai 2004) portant nomination des membres de la Commission administrative pour l’administration du patrimoine de l’Institut scientifique de santé publique.
2) Artikel 3, 3o, van het koninklijk besluit van 14 oktober 1987 (Belgisch Staatsblad van 24 november 1987) — koninklijk besluit van 1 april 2004 (Belgisch Staatsblad van 27 mei 2004) tot benoeming van de leden van de beheerscommissie voor het beheer van het vermogen van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
3) Le mandat du membre du comité de gestion n’est pas rémunéré.
3) Het mandaat van lid van de Beheerscommissie is onbezoldigd.
4) Introduire un rapport auprès du Comité de direction.
4) Verslag indienen bij het directiecomité.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8393
5) Aucune suspension depuis la désignation du titulaire en fonction actuellement.
5) Geen, sinds aanstelling van de huidige titularis.
b) 1) Commissaire de gouvernement auprès du Fonds d’aide médicale urgente.
b) 1) Regeringscommisaris bij het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening.
2) Arrêté royal du 6 février 2004 (Moniteur belge du 6 octobre 2004) désignant un nouveau commissaire auprès du Fonds d’aide médicale urgente.
2) Koninklijk besluit van 6 februari 2004 (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 2004) tot aanwijzing van een nieuwe commissaris bij het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening.
3) Sans rémunération.
3) Onbezoldigd.
4) Faire rapport au ministre et à l’assemblée générale ordinaire sur les investigations auxquelles ils ont procédé.
4) Verslag bij de minister en aan de gewone algemene vergadering betreffende de controle die zij uitgeoefend hebben.
5) Aucune suspension depuis la désignation du titulaire en fonction actuellement.
5) Geen, sinds aanstelling van de huidige titularis.
DO 2003200432233
DO 2003200432233
Question no 288 de M. Guido De Padt du 24 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 288 van de heer Guido De Padt van 24 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Utilisation de préservatifs. — Composition chimique.
Condoomgebruik. — Chemische samenstelling van condooms.
La chaıˆne de sex-shops allemande Beate Uhse a retiré de la vente les préservatifs au parfum chocolat, la présence de la substance cancérigène nitrosamine y ayant été détectée.
De Duitse seksketen Beate Uhse heeft de chocoladecondooms uit de verkoop gehaald, nadat was vastgesteld dat deze de kankerverwekkende stof nitrosamine bevatten.
Selon un institut de controˆle de Stuttgart, les contraceptifs contiennent 600 milligrammes de nitrosamine par kilo, soit plus de 60 fois la quantité tolérée dans les tétines pour bébés, par exemple.
In de voorbehoedsbemiddelen zit volgens een keuringsinstituut in Stuttgart 600 milligram nitrosamine per kilo, ruim 60 keer zoveel als is toegestaan in bijvoorbeeld fopspenen voor baby’s.
L’institut de Stuttgart précise que si les préservatifs constituent un instrument important dans la lutte contre le sida, il convient également de veiller à ce que leur composition chimique ne pose aucun problème. Le ministère allemand de la Santé publique estime que les résultats de cette étude ne sont pas de nature à modifier la recommandation encourageant l’utilisation de préservatifs. Le ministère affirme que, pendant les relations sexuelles, au maximum un millième de la quantité de nitrosamine absorbée journellement par voie alimentaire serait libéré. Le ministère appelle toutefois les fabricants à améliorer au besoin leurs produits.
Het Stuttgarter instituut verklaarde dat condooms een belangrijke bijdrage zijn in de strijd tegen aids, maar dat ze ook chemisch moeten deugen. Het Duitse ministerie van Volksgezondheid ziet in de onderzoeksresultaten geen reden om de aanbeveling condooms te gebruiken, te wijzigen. Volgens het ministerie zou tijdens de seks hooguit een duizendste van de hoeveelheid nitrosamine vrijkomen die een mens dagelijks via het voedsel binnenkrijgt. Het ministerie roept de fabrikanten wel op hun producten, zonodig, te verbeteren.
1. Quelle a été l’évolution de l’utilisation des préservatifs dans notre pays au cours des cinq dernières années ? 2. Eˆtes-vous au courant des résultats de l’étude précitée ?
1. In welke mate is het condoomgebruik in ons land tijdens de jongste vijf jaar gee¨volueerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2. Bent u op de hoogte van de resultaten van de voormelde studie ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1061
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8394
3. Quelles initiatives notre pays prendra-t-il le cas échéant pour élaborer des directives visant à améliorer la composition chimique des préservatifs ?
3. In voorkomend geval, welke initiatieven zal ons land nemen om richtlijnen op te stellen voor de verbetering van de chemische samenstelling van condooms ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 novembre 2004, à la question no 288 de M. Guido De Padt du 24 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 november 2004, op de vraag nr. 288 van de heer Guido De Padt van 24 september 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les informations suivantes :
Ik heb de eer het geachte lid de volgende informatie te verstrekken :
1. Mon administration ne dispose pas de statistiques concernant l’évolution de la consommation des condoms en Belgique au cours des cinq dernières années.
1. Mijn administratie beschikt niet over de statistieken met betrekking tot de evolutie van het condoomgebruik in Belgie¨ gedurende de jongste vijf jaren.
2. Je suis au courant des résultats de l’étude de l’organisme allemand CVUA sur la concentration en nitrosamines des condoms.
2. Ik ben op de hoogte van de resultaten van de studie door het Duitse organisme CVUA over de concentratie van nitrosamines in condooms.
L’unité dispositifs médicaux de la direction générale Médicaments a enquêté au mois de juin 2004 sur ses éventuelles répercussions sur le marché belge. La teneur de 600 microgrammes (et non milligrammes) par kg a été relevée sur une seule marque non vendue en Belgique qui a d’ailleurs été retirée du marché en Allemagne. Les teneurs en nitrosamine des autres échantillons analysés en Allemagne étaient nettement plus réduites. Les produits analogues sur le marché belge ont une origine toute différente. Il existe une limite en nitrosamines pour les tétines de biberon. Le risque présenté par les condoms est cependant très différent puisque l’absorption ne peut se faire que par transfert cutané et est donc minime alors que dans le cas des tétines l’absorption se fait par voie digestive. Il a été estimé que les quantités pouvant être absorbées par transfert cutané en utilisant des condoms sont de 1 000 à 10 000 fois inférieures aux quantités quotidiennes potentiellement absorbées par l’alimentation. Le rapport bénéfice-risque reste donc tout à fait positif pour l’utilisation des condoms dans la prévention des maladies sexuellement transmissibles.
De eenheid medische hulpmiddelen van het directoraat-generaal Geneesmiddelen heeft gedurende de maand juni 2004 de mogelijke repercussies voor de Belgische markt onderzocht. Het gehalte van 600 microgrammen (en niet milligrammen) per kg werd vastgesteld bij één enkel merk dat niet verkocht werd in Belgie¨ en dat bovendien van de markt teruggetrokken is in Duitsland. De gehaltes aan nitrosamines van andere analysestalen lagen duidelijk lager. De analoge producten op de Belgische markt hebben een heel andere oorsprong. Er bestaat een grenswaarde voor nitrosamines in spenen voor zuigflessen. Het risico door condooms is echter heel verschillend aangezien dat de absorptie enkel via huidabsorptie kan gebeuren en dus miniem is, daar waar in het geval van spenen de absorptie door de spijsvertering gebeurd. Er wordt geschat dat de hoeveelheden, geabsorbeerd door transfer door de huid bij het gebruik van condooms, 1 000 tot 10 000 keer kleiner zijn dan de dagelijkse hoeveelheden die potentieel kunnen opgenomen worden door de voeding. Het benefit-risico rapport blijft dus zeker positief voor het gebruik van condooms in de preventie van seksueel overdraagbare ziektes.
3. Notre pays ne peut fixer de façon unilatérale des normes chimiques pour les condoms car ils sont réglementés par la Directive européenne 93/42 relative aux dispositifs médicaux et peuvent circuler librement en Europe une fois munis d’une marque CE valable. Mon administration posera cependant dans les forums européens la question de l’opportunité d’introduire une limite en nitrosamines dans le standard harmonisé européen EN600 relatif aux condoms, à l’occasion de la révision périodique de ce standard.
3. Ons land kan niet unilateraal chemische normen voor condooms vastleggen omdat deze gereglementeerd zijn door de Europese Richtlijn 93/42 betreffende de medische hulpmiddelen. Hierdoor kunnen zij vrij circuleren in Europa eenmaal voorzien van een geldige EG-markering. Mijn administratie zal echter op de Europese fora de vraag stellen over de mogelijkheid om, ter gelegenheid van de periodische herziening van de standaard, een grenswaarde voor nitrosamines in de Europese geharmoniseerde standaard EN600 betreffende condooms, in te voeren.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8395
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 32 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 32 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 novembre 2004, à la question no 32 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 november 2004, op de vraag nr. 32 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Pour ce qui concerne l’administration de la Sécurité sociale des indépendants, celle-ci ne reçoit que très rarement des visiteurs à mobilité réduite ou atteints d’un autre handicap. La plupart de ceux-ci sont des personnes qui ont souhaité se présenter à l’audience pour l’examen de leur demande de dispense de cotisations sociales. Il s’agit donc de travailleurs indépendants actifs qui, sauf exception, jouissent de leur autonomie physique.
Wat het bestuur der Sociaal Statuut der zelfstandigen betreft, ontvangt deze slechts heel zelden minder valide bezoekers of mensen met een andere handicap. Het merendeel onder hen zijn personen die gehoor wensten te geven aan een onderzoek voor hun vrijstellingsaanvraag inzake de sociale bijdragen. Het gaat dus om actieve zelfstandigen die, afgezien van een enkele uitzondering, fysieke autonomie genieten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8396
Les personnes handicapées peuvent accéder aux locaux avec une aisance relative. Le baˆtiment est équipé d’un parking accessible aux visiteurs. L’entrée du baˆtiment se trouve au ras du sol, ce qui permet, si nécessaire, le passage de chaises roulantes. Celles-ci peuvent être accueillies dans les ascenseurs. En outre, un service d’accueil installé au rez-de-chaussée peut éventuellement prendre en charge des personnes souffrant d’un handicap visuel ou auditif.
Mindervalide personen kunnen relatief gemakkelijk de lokalen bereiken. Het gebouw is met een voor de bezoekers toegankelijke parking uitgerust. De ingang van het gebouw bevindt zich vlak over de grond hetgeen, indien nodig, de doorgang voor rolstoelen mogelijk maakt. Deze kunnen toegang tot de liften hebben. Ook de onthaaldienst op de benedenverdieping kan eventueel de mensen met een visuele of gehoorhandicap opvangen.
Pour ce qui concerne l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants (INASTI), depuis un certain temps une politique d’accueil à l’égard de ses visiteurs est développée.
Wat het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) betreft, wordt er al geruime tijd een beleid uitgebouwd voor het onthaal van zijn bezoekers.
Cette politique englobe aussi les mesures prises à l’égard des moins valides. L’Institut national comprend douze sites (administration centrale et bureaux régionaux). La situation n’est pas égale partout. La plupart sont bien adaptés à la réception des moins valides.
Dat beleid houdt ook maatregelen in ten gunste van de mindervaliden. Het Rijksinstituut heeft twaalf gebouwen (centraal bestuur en gewestelijke kantoren) waar de toestand verschilt van gebouw tot gebouw. De meeste gebouwen zijn goed toegankelijk voor mindervaliden.
Chaque fois qu’il entreprend une rénovation totale ou partielle d’un de ses immeubles, l’Institut veille à la réalisation de travaux rendant l’accès des lieux plus aisés pour les moins valides. Il n’y pas ou peu d’emplacements de parking aux environs des immeubles concernés qui sont pour la plupart situés au centre des agglomérations desservies. Il est toutefois possible dans la plupart des cas, moyennant de préférence convenances préalables, de mettre à la disposition d’un moins valide un emplacement de parking appartenant à l’Institut.
Telkens als een gebouw volledig of gedeeltelijk vernieuwd wordt, zorgt het Instituut ervoor dat er werken uitgevoerd worden om de toegang voor mindervaliden te vergemakkelijken. Er zijn geen of weinig parkeerplaatsen in de nabijheid van de bedoelde gebouwen die zich voor het grootste deel in het centrum van de agglomeraties bevinden. In de meeste gevallen is het echter mogelijk een parkeerplaats van het Rijksinstituut ter beschikking te stellen van een mindervalide op voorwaarde dat het liefst vooraf werd afgesproken.
Dans chacun des sièges de l’INASTI, des agents chargés de l’accueil, spécialement formés à cet effet, ont notamment comme taˆche de recevoir dans les meilleures conditions les visiteurs moins valides et parmi eux ceux qui souffrent d’un handicap visuel ou auditif. Cela fait partie de la politique d’accueil de l’Institut.
In elk kantoor van het RSVZ hebben de onthaalbediendes, die een specifieke opleiding ter zake hebben gevolgd, de taak om de mindervalide bezoekers, waaronder de bezoekers met een visuele of auditieve handicap, in de beste omstandigheden te ontvangen. Dat is een onderdeel van het onthaalbeleid van het RSVZ.
DO 2004200502460
DO 2004200502460
Question no 33 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 33 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Pension complémentaire libre pour les indépendants.
Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen.
Depuis le 1er janvier 2004, les indépendants peuvent conclure une pension complémentaire libre « sociale ». Ils ne doivent plus obligatoirement s’adresser à cet effet à leur caisse d’assurances sociales. Bon nombre de compagnies d’assurances privées se sont lancées sur ce marché.
Sinds 1 januari 2004 kunnen zelfstandigen een « sociaal » vrij aanvullend pensioen afsluiten waarvoor ze niet langer alleen bij hun sociale verzekeringskas terecht kunnen. Tal van privé-verzekeringsinstellingen hebben zich op deze markt gegooid.
D’un point de vue politique, il est important de pouvoir continuer à observer précisément l’évolution des piliers de pension. En ce qui concerne la pension
Vanuit beleidsperspectief is het belangrijk een nauwkeurig zicht te kunnen blijven hebben op de evolutie van de pensioenpijlers. Voor de wettelijk ver-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8397
légale obligatoire ainsi que la pension complémentaire constituées auprès des caisses sociales pour travailleurs indépendants, les chiffres sont disponibles via les statistiques de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants (INASTI) et celles des caisses. Cela ne semble par contre pas être le cas pour les polices conclues via les compagnies d’assurances ou les banques.
plichte pensioenen en ook voor de vrij aanvullende pensioencontracten die bij de kassen voor zelfstandigen zijn aangegaan, zijn de cijfers beschikbaar via de statistieken van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen (RSVZ) en deze van de kassen. Dit is, naar vernomen, niet het geval voor de polissen die aangegaan zijn via bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen en banken.
1. N’estimez-vous pas nécessaire de pouvoir disposer de chiffres fiables concernant le nombre total d’indépendants qui désirent se constituer une pension complémentaire ainsi que concernant les montants versés ?
1. Vindt u het niet noodzakelijk ook over betrouwbare cijfers te kunnen beschikken van het aantal zelfstandigen dat in het hele circuit een complementaire pensioeninspanning heeft verricht, alsmede over de gestorte bijdragen die hiertegenover staan ?
2. Le secteur concerné ne peut-il fournir périodiquement ces chiffres, sans que des études « approximatives » ne doivent à nouveau être commandées afin de pouvoir disposer de chiffres « un tant soit peu » acceptables ?
2. Kan de desbetreffende sector deze cijfers niet periodiek aanleveren, zonder dat straks weer « benaderende » studies moeten besteld worden om over « enigszins » aanneembare cijfers te kunnen beschikken ?
3. N’était-ce pas le souci de ce gouvernement de pouvoir fonder sa politique sur des données maıˆtrisables ?
3. Was het niet de bekommernis van deze regering om het beleid initieel zoveel mogelijk te laten stoelen op beheersbare gegevens ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 19 novembre 2004, à la question no 33 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 19 november 2004, op de vraag nr. 33 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen.
1. Je suis d’accord avec l’honorable membre que nous devons disposer de chiffres fiables tant en ce qui concerne le nombre d’indépendant ayant produit un effort de pension complémentaire, ainsi que concernant les cotisations versées à cet effet.
1. Ik ben het met het geachte lid eens dat wij over betrouwbare cijfers dienen te beschikken omtrent zowel het aantal zelfstandigen die een complementaire pensioensinspanning hebben geleverd, als zowel de daarbij gestorte bijdragen.
2. La législation relative aux pensions complémentaires n’impose pas aux compagnies d’assurances de fournir des statistiques relatives aux contrats en la matière. Celles-ci sont évidemment soumises au controˆle de la Commission bancaire, financière et des assurances qui veille au respect des dispositions de la loi.
2. De wetgeving betreffende de aanvullende pensioenen verplicht de verzekeringsinstellingen niet om statistieken omtrent de betrokken contracten te leveren. Deze instellingen worden vanzelfsprekend aan de controle van de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen onderworpen, die erop toeziet dat de wettelijke bepalingen nageleefd worden.
Je suis néanmoins convaincue que ces chiffres sont disponibles. De récents communiqués de presse le confirment. Mon cabinet rassemblera les données nécessaires afin d’inclure dans ce dossier la transparence nécessaire. Les premiers résultats en la matière peuvent être attendus au printemps de l’année prochaine.
Ik ben evenwel ervan overtuigd dat deze cijfers beschikbaar zijn. Recente persberichten bevestigen dit. Mijn kabinet zal de nodige gegevens verzamelen om in dit dossier de nodige transparantie in te bouwen. De eerste resultaten hierover kunnen verwacht worden in de lente van volgend jaar.
3. Les chiffres qui seront disponibles contribueront à l’évidence à ce moment-là à une évaluation approfondie.
3. De cijfers die zullen beschikbaar zijn, zullen uiteraard op dat moment bijdragen tot een grondige evaluatie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8398
Agriculture
Landbouw
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 42 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 42 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 18 novembre 2004, à la question no 42 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 18 november 2004, op de vraag nr. 42 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Pour ce qui concerne l’administration de la Sécurité sociale des indépendants, celle-ci ne reçoit que très rarement des visiteurs à mobilité réduite ou atteints d’un autre handicap. La plupart de ceux-ci sont des personnes qui ont souhaité se présenter à l’audience pour l’examen de leur demande de dispense de cotisations sociales. Il s’agit donc de travailleurs indépendants actifs qui, sauf exception, jouissent de leur autonomie physique.
Wat het bestuur der Sociaal Statuut der Zelfstandigen betreft, ontvangt deze slechts heel zelden minder valide bezoekers of mensen met een andere handicap. Het merendeel onder hen zijn personen die gehoor wensten te geven aan een onderzoek voor hun vrijstellingsaanvraag inzake de sociale bijdragen. Het gaat dus om actieve zelfstandigen die, afgezien van een enkele uitzondering, fysieke autonomie genieten.
Les personnes handicapées peuvent accéder aux locaux avec une aisance relative. Le baˆtiment est équipé d’un parking accessible aux visiteurs. L’entrée
Mindervalide personen kunnen relatief gemakkelijk de lokalen bereiken. Het gebouw is met een voor de bezoekers toegankelijke parking uitgerust. De ingang
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8399
du baˆtiment se trouve au ras du sol, ce qui permet, si nécessaire, le passage de chaises roulantes. Celles-ci peuvent être accueillies dans les ascenseurs. En outre, un service d’accueil installé au rez-de-chaussée peut éventuellement prendre en charge des personnes souffrant d’un handicap visuel ou auditif. Pour ce qui concerne l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants (INASTI), depuis un certain temps une politique d’accueil à l’égard de ses visiteurs est développée. Cette politique englobe aussi les mesures prises à l’égard des moins valides. L’Institut national comprend douze sites (administration centrale et bureaux régionaux). La situation n’est pas égale partout. La plupart sont bien adaptés à la réception des moins valides. Chaque fois qu’il entreprend une rénovation totale ou partielle d’un de ses immeubles, l’Institut veille à la réalisation de travaux rendant l’accès des lieux plus aisés pour les moins valides. Il n’y a pas ou peu d’emplacements de parking aux environs des immeubles concernés qui sont pour la plupart situés au centre des agglomérations desservies. Il est toutefois possible dans la plupart des cas, moyennant de préférence convenances préalables, de mettre à la disposition d’un moins valide un emplacement de parking appartenant à l’Institut. Dans chacun des sièges de l’INASTI, des agents chargés de l’accueil, spécialement formés à cet effet, ont notamment comme taˆche de recevoir dans les meilleures conditions les visiteurs moins valides et parmi eux ceux qui souffrent d’un handicap visuel ou auditif. Cela fait partie de la politique d’accueil de l’Institut.
van het gebouw bevindt zich vlak over de grond hetgeen, indien nodig, de doorgang voor rolstoelen mogelijk maakt. Deze kunnen toegang tot de liften hebben. Ook de onthaaldienst op de benedenverdieping kan eventueel de mensen met een visuele of gehoorhandicap opvangoeen. Wat het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) betreft, wordt er al geruime tijd een beleid uitgebouwd voor het onthaal van zijn bezoekers. Dat beleid houdt ook maatregelen in ten gunste van de mindervaliden. Het Rijksinstituut heeft twaalf gebouwen (centraal bestuur en gewestelijke kantoren) waar de toestand verschilt van gebouw tot gebouw. De meeste gebouwen zijn goed toegankelijk voor mindervaliden. Telkens als een gebouw volledig of gedeeltelijk vernieuwd wordt, zorgt het Instituut ervoor dat er werken uitgevoerd worden om de toegang voor mindervaliden te vergemakkelijken. Er zijn geen of weinig parkeerplaatsen in de nabijheid van de bedoelde gebouwen die zich voor het grootste deel in het centrum van de agglomeraties bevinden. In de meeste gevallen is het echter mogelijk een parkeerplaats van het Rijksinstituut ter beschikking te stellen van een mindervalide op voorwaarde dat het liefst vooraf werd afgesproken. In elk kantoor van het RSVZ hebben de onthaalbediendes, die een specifieke opleiding ter zake hebben gevolgd, de taak om de mindervalide bezoekers, waaronder de bezoekers met een visuele of auditieve handicap, in de beste omstandigheden te ontvangen. Dat is een onderdeel van het onthaalbeleid van het RSVZ.
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2003200432371
DO 2003200432371
Question no 84 de M. Roel Deseyn du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Permis de conduire informatique européen pour les fonctionnaires. Les mesures de compétences actuelles pour les fonctionnaires comprennent un test informatique organisé
Vraag nr. 84 van de heer Roel Deseyn van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Computerrijbewijs voor ambtenaren.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
De huidige competentiemetingen voor ambtenaren zijn gekoppeld aan een eigen computertest, maar niet 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8400
par les autorités fédérales (test pc), mais elles ne sont pas mises en corrélation avec le Permis de conduire informatique européen (PCIE), aujourd’hui généralisé. En revanche, les agents pouvant produire le PCIE sont exemptés de ce volet de la mesure de compétences.
aan het ondertussen ingeburgerde Europees Computer Rijbewijs (ECDL : European Computer Driving Licence). Ambtenaren die hun ECDL-bewijs kunnen voorleggen worden wel meteen vrijgesteld van dit onderdeel in de competentiemeting.
1. a) Quel pourcentage d’agents des différents niveaux (A-C) a actuellement réussi le test pc des autorités fédérales ?
1. a) Hoeveel procent van de ambtenaren in de verschillende categoriee¨n (A-C) is ondertussen geslaagd voor de eigen computertest ?
b) Quelles sont les prévisions à ce sujet pour l’avenir ?
b) Wat is de prognose voor de toekomst ?
2. a) Quelle est au juste la différence entre le test pc des autorités fédérales et le test d’obtention du PCIE ?
2. a) Waarin ligt het verschil van de eigen computertest met die van het ECDI ?
b) Pour quelles raisons le PCIE n’a-t-il pas été érigé en norme ?
b) Waarom werd er niet voor geopteerd om de ECDL als standaard in te voeren ?
c) Le test pc des autorités fédérales est-il reconnu au niveau international ?
c) Geniet de eigen computertest internationale erkenning ?
3. a) Les fonctionnaires qui se présentent aux tests pour obtenir le PCIE peuvent-ils de ce fait prétendre à une indemnité ?
3. a) Krijgen ambtenaren die deelnemen aan ECDLtests daarvoor een tegemoetkoming ?
b) Dans l’affirmative, quel est le montant de cette indemnité ?
b) Zo ja, hoeveel bedraagt deze ?
c) Dans la négative, comment réagissez-vous à la suggestion d’octroyer une telle indemnité ?
c) Zo neen, hoe staat u tegenover de suggestie om dit uit te voeren ?
4. a) Quel est le taux de réussite des fonctionnaires qui se présentent aux tests pc des autorités fédérales ?
4. a) Hoeveel bedraag de slaagkans van ambtenaren die deelnemen aan de eigen computertests ?
b) Quel est le taux de réussite pour le PCIE ?
b) Hoeveel is dit voor het ECDL ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 16 novembre 2004, à la question no 84 de M. Roel Deseyn du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 16 november 2004, op de vraag nr. 84 van de heer Roel Deseyn van 7 oktober 2004 (N.) :
En réponse à sa question, je puis communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.
1. ` l’heure actuelle les mesures de compétences ne a) A concernent que les membres du personnel des niveaux B et C.
1. a) Tot op heden worden enkel competentiemetingen voor personeelsleden van niveau B en niveau C afgenomen.
Voici le pourcentage de réussite de ces groupes.
Hieronder vindt u de slaagpercentages voor deze groepen.
Participants ........................... Réussites ...............................
Niveau B
Niveau C
4 143 2 007
12 627 6 449
% ..............................................
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
48,44
Deelnemers ........................... Geslaagden ...........................
51,07
% ..............................................
2004
2005
Niveau B
Niveau C
4 143 2 007
12 627 6 449
48,44
51,07
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8401
b) Durant toute la période de déroulement des tests (de janvier 2003 à aujourd’hui) les chiffres sont restés constants. L’on peut donc vraisemblablement s’attendre aux mêmes chiffres pour ce qui concerne l’avenir.
b) Gedurende de periode (januari 2003 tot heden) dat de testen werden georganiseerd, zijn deze cijfers constant gebleven. In de toekomst kunnen wellicht dezelfde cijfers verwacht worden.
2. Les tests que le Selor utilise pour les mesures de compétences sont basés sur les objectifs de base du Permis de conduire informatique européen (ECDL). Le test de Selor est donc basé sur l’ECDL, mais n’est pas reconnu en tant que tel sur le plan international. En outre, si un candidat possède déjà un certificat ECDL pour un ou plusieurs modules, il est dispensé de ces modules.
2. De testen die Selor gebruikt voor de competentiemetingen zijn gebaseerd op de basisdoelstellingen van het Europees Computer Rijbewijs (ECDL). De test van Selor is dus gebaseerd op het ECDL, maar is op zich niet internationaal erkend. Het is echter zo, dat indien een kandidaat reeds over een ECDL-certiflcaat voor één of meerdere modules beschikt, hij voor deze modules is vrijgesteld.
Dans le cadre des mesures de compétences, il n’était pas opportun d’investir immédiatement dans l’acquisition des aptitudes ECDL pour chaque fonctionnaire participant aux mesures de compétences. C’est pourquoi, on a travaillé à l’aide de tests basés sur les questions du Permis de conduire informatique européen. ` l’heure actuelle, les membres du personnel qui 3. A réussissent les mesures de compétences (c’est-à-dire les tests d’aptitude informatique et l’épreuve d’application) reçoivent une allocation de compétences. En ce qui concerne la participation à un test ECDL, aucune intervention n’est prévue. Toutefois, Selor examine en ce moment dans quelle mesure il serait opportun de certifier les aptitudes informatiques des fonctionnaires par un système de certification.
Binnen de competentiemetingen was het niet opportuun om onmiddellijk te investeren in het verwerven van de nodige ECDL-vaardigheden voor elke ambtenaar die deelneemt aan de competentiemetingen. Vandaar dat er gewerkt werd met testen die gebaseerd zijn op de vragen van het Europese Rijbewijs.
4. a) Je renvoie à la réponse au point 1. a).
4. a) Ik verwijs naar het antwoord op punt 1. a).
b) Les chiffres ne sont pas connus à ce jour. Ces données sont gérées par la fondation ECDL.
b) Tot op heden zijn geen cijfers bekend. Deze gegevens worden beheerd door de ECDL-fondation.
DO 2003200432381
DO 2003200432381
Question no 85 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 85 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Prorogation éventuelle du droit à la semaine volontaire de quatre jours et au départ anticipé à mi-temps dans le secteur public.
Eventuele verlenging van het recht op vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding in de openbare sector.
En exécution de l’article 27, § 3, de la loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur public, un arrêté royal du 3 octobre 2003 prévoit la prorogation, jusqu’à fin 2004, de la possibilité de bénéficier du régime de départ anticipé à mitemps et du régime de la semaine de quatre jours.
Ter uitvoering van artikel 27, § 3, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector werd op 3 oktober 2003 een koninklijk besluit genomen dat de mogelijkheid tot halftijdse vervroegde uittreding en de vrijwillige vierdagenweek verlengde tot eind 2004.
1. Envisagez-vous la prorogation pour un an de cette mesure ?
1. Overweegt u om deze maatregel met een jaar te verlengen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
3. Tot op heden, ontvangen de personeelsleden die slagen voor de competentiemetingen (met name de pcvaardigheidstesten en de toepassingsproef) een competentiepremie. Wat betreft het deelnemen aan een ECDL-test is thans in geen tegemoetkoming voorzien. Momenteel zoekt Selor uit in hoeverre het opportuun is om de computervaardigheden van de ambtenaren te certificeren via een certificatiesysteem.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1062
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8402
2. Cette éventuelle prorogation a-t-elle déjà fait l’objet d’une concertation ? 3. Quand pourrait-on eˆtre fixé sur ce sujet ?
2. Werden er hierover reeds gesprekken gevoerd ? 3. Wanneer zou hierover duidelijkheid kunnen bestaan ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 18 novembre 2004, à la question no 85 de M. Guy D’haeseleer du 8 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 18 november 2004, op de vraag nr. 85 van de heer Guy D’haeseleer van 8 oktober 2004 (N.) :
En vertu de l’article 27, § 2, de la loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur public, il ne peut plus être fait usage de la semaine volontaire de quatre jours ni du départ anticipé à mi-temps à partir du 1er janvier 2005. Par ailleurs, la dispense du paiement des cotisations patronales de sécurité sociale afférentes au traitement du contractuel engagé en remplacement des agents qui optent pour la semaine volontaire de 4 jours, est applicable jusqu’au 31 décembre 2004.
Krachtens artikel 27, § 2, van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector kan er van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding niet langer gebruik worden gemaakt vanaf 1 januari 2005. Verder is de vrijstelling van het betalen van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid die betrekking hebben op de wedde van de contractueel die in dienst genomen wordt ter vervanging van de ambtenaren die voor de vrijwillige vierdagenweek kiezen, toepasselijk tot 31 december 2004.
Toutefois, l’article 27, § 3, de la même loi du 10 avril 1995 habilite le Roi à supprimer ou à remplacer les dates susmentionnées. Le 28 octobre 2004, le Conseil des ministres a approuvé un projet d’arrêté royal qui prolongera la mesure de la semaine volontaire de quatre jours et du départ anticipé à mi-temps à concurrence d’un an, à savoir jusqu’au 31 décembre 2005 et la dispense des cotisations patronales de sécurité sociale jusqu’à la même date. Ce projet sera soumis au cours des prochains jours à la négociation avec les organisations syndicales représentatives au sein du Comité commun à l’ensemble des services publics.
Artikel 27, § 3, van dezelfde wet van 10 april 1995 machtigt evenwel de Koning om de bovenvermelde data te schrappen of te vervangen. Op 28 oktober 2004 keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de maatregel van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijds vervroegde uittreding voor één jaar zal verlengen, namelijk tot 31 december 2005 en de vrijstelling van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid tot diezelfde datum. In de komende dagen zal dit ontwerp ter onderhandeling aan de representatieve vakorganisaties worden voorgelegd in het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten.
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 88 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 88 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des
Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8403
difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 18 novembre 2004, à la question no 88 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 18 november 2004, op de vraag nr. 88 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :
Je puis communiquer à l’honorable membre que le personnel du SPF Personnel et Organisation, ainsi que celui de mon secrétariat, est établi dans le baˆtiment sis au 51, rue de la Loi, à 1040-Bruxelles.
Ik kan het geachte lid meedelen dat het personeel van de FOD Personeel en Organisatie alsmede dat van mijn Secretariaat, gehuisvest is in het gebouw gelegen in de Wetstraat 51 te 1040-Brussel.
Les services de l’Institut de Formation de l’Administration fédérale (IFA) et du Bureau de Sélection de l’administration fédérale (Selor) ont été transférés dans le Centre étoile, au 15 du boulevard Bisschofsheim, à 1000-Bruxelles.
De diensten van het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO) en van het Selectiebureau van de Federale Overheid (Selor) werden ondergebracht in het Stergebouw aan de Bisschofsheimlaan 15 te 1000-Brussel.
Veuillez trouver ci-dessous, par baˆtiment, la réponse aux questions posées.
Onderstaand vindt u per gebouw het antwoord op de gestelde vragen.
1. Rue de la Loi 51 à 1040-Bruxelles
1. Wetstraat 51 te 1040-Brussel
a) L’accessibilité est assurée du coˆté de la rue de la Loi par un plan légèrement incliné qui est à la disposition de l’accueil. Tous les étages sont accessibles à partir du hall d’entrée. Du coˆté de la rue de la Science également, il y a une possibilité d’accès pour les utilisateurs de chaises roulantes, et les ascenseurs sont accessibles à coˆté du hall d’entrée.
a) De toegankelijkheid is verzekerd langs de kant van de Wetstraat door middel van een licht hellend vlak dat ter beschikking is van het onthaal. Vanaf de inkomhal zijn verder alle verdiepingen bereikbaar. Ook langs de Wetenschapsstraat is er een toegangsmogelijkheid voor rolstoelgebruikers en zijn de liften naast de inkomhal bereikbaar.
b) Pas d’application pour les services établis dans ce baˆtiment.
b) Niet van toepassing voor de diensten die in dat gebouw gehuisvest zijn.
Il n’y a pas de places de parking spéciales prévues à l’extérieur du baˆtiment, mais il existe une possibilité de parking à l’intérieur, qui donne accès aux ascenseurs qui desservent le baˆtiment.
Er zijn geen speciale parkeerplaatsen voorzien buiten het gebouw maar in het gebouw is er parkeergelegenheid die toegang geeft tot de liften die het gebouw bedienen.
Des aides spécifiques sont prévues pour ces personnes, afin de faciliter leurs déplacements.
Voor deze personen worden aangepaste specifieke hulpmiddelen voorzien om het functioneren mogelijk te maken.
2. Boulevard Bisschofsheim 15 à 1000-Bruxelles. a) L’accessibilité est garantie; les travaux nécessaires ont été exécutés afin de compenser la différence de niveau du seuil.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2. Bisschofsheimlaan 15 te 1000-Brussel a) De toegankelijkheid is gegarandeerd; de nodige werken werden uitgevoerd om op de stoep het niveauverschil te elimineren. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8404
b) En ce qui concerne les emplacements des antennes régionales de Selor, comme celui de l’équipe du complexe Baudouin de la Communauté flamande, de l’équipe d’Eupen et de celle de Namur, ainsi que dans les palais du Heyzel lors de l’organisation de méga-examens, les aménagements utiles ont été faits en faveur des personnes à mobilité réduite. Une place de parking est réservée pour un agent de Selor à mobilité réduite. Pour les visiteurs, un nombre suffisant de places a été prévu dans le parking souterrain.
b) Wat betreft de locaties van de regionale antennes van Selor zoals die van het team in het Boudewijncomplex van de Vlaamse Gemeenschap, van het team in Eupen en in Namen alsmede in de Heizelpaleizen bij de organisatie van megaselecties, zijn de nodige voorzieningen getroffen voor minder mobiele personen. E´én parkeerkplaats is voorbehouden voor een minder mobiele werknemer van Selor. Voor de bezoekers werden voldoende plaatsen voorzien in de ondergrondse parking.
Tant pour les activités de formation que de sélection, des aménagements structurels sont prévus, dans la mesure du possible, à la demande des intéressés. On peut encore ajouter que dans le cadre du programme de diversité de mise au travail par l’autorité, Selor attache une importance particulière au confort et aux besoins des personnes moins valides.
Zowel bij de vormings-, als selectieactiviteiten worden op verzoek van de betrokkenen en in de mate van het mogelijke, structurele voorzieningen genomen. Hier kan nog aan toegevoegd worden dat in het kader van het diversiteitsprogramma van tewerkstelling bij de overheid, Selor uitdrukkelijk aandacht besteedt aan het comfort en de behoeften van personen met een handicap.
DO 2004200502440
DO 2004200502440
Question no 89 de M. Guido De Padt du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 89 van de heer Guido De Padt van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Organisations syndicales. — Fonctionnaires détachés. — Indemnités complémentaires. — Cotisations de sécurité sociale.
Syndicale organisaties. — Gedetacheerde ambtenaren. — Aanvullende vergoedingen. — Socialezekerheidsbijdragen.
Il me revient que les indemnités complémentaires versées par les organisations syndicales aux fonctionnaires détachés par les pouvoirs publics ne sont pas soumises aux cotisations de sécurité sociale. Cette situation se justifierait par l’absence de contrat de travail entre le fonctionnaire détaché et le syndicat auprès duquel il est détaché. L’absence de contrat de travail signifierait dès lors qu’aucun salaire n’est versé et qu’aucune cotisation sociale n’est ainsi due.
Vastgesteld wordt dat de aanvullende vergoedingen die de syndicale organisaties uitkeren aan de door de overheid gedetacheerde ambtenaren, niet aan socialezekerheidsbijdragen worden onderworpen. Men motiveert dit op grond van het feit dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen de gedetacheerde en de vakbond waarnaar hij gedetacheerd werd : het gebrek aan arbeidsovereenkomst zou betekenen dat er geen loon wordt uitbetaald, zodat ook geen sociale bijdragen verschuldigd zijn.
Les fonctionnaires concernés sont dès lors pénalisés au niveau de la constitution de leurs droits à la pension. Cette situation contraste avec la volonté du gouvernement de soumettre les jetons de présence des administrateurs publics à la sécurité sociale.
De betrokken ambtenaren missen aldus een stuk pensioenopbouw. Een en ander staat in contrast met de intentie van de regering om de zitpenningen van overheidsbestuurders aan de sociale zekerheid te onderwerpen.
1. Combien de fonctionnaires fédéraux, ventilés par SPF et par roˆle linguistique, ont-ils été détachés auprès d’une organisation syndicale (données les plus récentes) ?
1. Hoeveel federale ambtenaren, opgesplitst per FOD en per taalrol zijn naar een syndicale organisatie gedetacheerd (meest recente gegevens) ?
2. Si les indemnités complémentaires accordées aux fonctionnaires en question étaient soumises à la sécurité sociale, à quel montant sont estimées les recettes qui en découleraient pour la caisse de sécurité sociale ?
2. Op hoeveel wordt de opbrengst voor de sociale zekerheidskas geraamd indien de aan deze ambtenaren uitgekeerde aanvullende vergoedingen aan de sociale zekerheid zouden worden onderworpen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8405
3. Sur la base de quel fondement légal ou juridique aucune cotisation sociale n’est-elle prélevée sur les indemnités complémentaires susvisées ?
3. Op grond van welke wettelijke motieven en/of rechtsgronden worden geen sociale bijdragen geheven op voormelde aanvullende vergoedingen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 18 novembre 2004, à la question no 89 de M. Guido De Padt du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 18 november 2004, op de vraag nr. 89 van de heer Guido De Padt van 18 oktober 2004 (N.) :
Je tiens avant tout à attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que la question vise les membres du personnel qui ont la qualité de délégué permanent au sens des articles 71, 3o et 73 à 79 de l’arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités.
Ik wil vooreerst de aandacht van het geachte lid vestigen op het feit dat de vraag de personeelsleden beoogt die de hoedanigheid hebben van vaste afgevaardigde in de zin van de artikelen 71, 3o en 73 tot 79 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Selon ces dispositions, les « délégués permanents » sont des membres du personnel qui défendent de façon régulière et continue les intérêts professionnels du personnel. ¨ıls sont, sur demande de leur organisation syndicale, agréés comme délégués permanents, et sont mis à la disposition de cette organisation syndicale. L’agrément est accordé par l’autorité dont relève le membre du personnel.
Volgens die bepalingen zijn de « vaste afgevaardigden » personeelsleden die regelmatig en doorlopend de beroepsbelangen van het personeel behartigen. Ze worden op vraag van hun vakorganisatie erkend als vaste afgevaardigden, en worden ter beschikking gesteld van die vakorganisatie. De erkenning wordt toegestaan door de overheid waaronder het personeelslid ressorteert.
Ils obtiennent de plein droit un congé syndical : ils quittent leur administration mais sont réputés rester en activité de service. Leurs traitements, allocations et indemnités sont remboursés par leur organisation syndicale aux autorités concernées.
Ze krijgen van rechtswege een vakbondsverlof : ze verlaten hun dienst maar worden geacht in actieve dienst te zijn. Hun wedden, toelagen en vergoedingen worden terugbetaald door hun vakorganisatie aan de betrokken overheden.
En tenant compte de ces considérations préliminaires, je puis donner les réponses suivantes.
Rekening houdende met deze voorafgaande beschouwingen kan ik de volgende antwoorden geven.
1. En ce qui concerne le Service public fédéral Personnel et Organisation, seuls deux agents sont agréés en qualité de délégués permanents. L’un est inscrit au roˆle linguistique néerlandais, l’autre au roˆle linguistique français.
1. Wat betreft de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie, werden enkel twee personeelsleden erkend als vaste afgevaardigden. Een is ingeschreven op de Nederlandse taalrol en de andere op de Franse taalrol.
L’agrément d’un membre du personnel en tant que délégué permanent étant effectué par l’autorité dont il relève, les données relatives au nombre de délégués permanents ne sont disponibles qu’auprès des différentes autorités. Il convient donc que l’honorable membre s’adresse à mes collègues en ce qui concerne les autres services publics fédéraux.
De erkenning van een personeelslid als vaste afgevaardigde gebeurt door de overheid waaronder hij ressorteert; de gegevens aangaande het aantal vaste afgevaardigden zijn enkel beschikbaar bij de verschillende overheden. Het is dus aangewezen dat het geachte lid zich tot mijn collega’s richt wat betreft de andere federale overheidsdiensten.
2. et 3. Je renvoie à la réponse qui sera donnée par le ministre des Affaires sociales, à qui la question a également été posée. (Question no 181 du 18 octobre 2004.)
2 en 3. Ik verwijs naar het antwoord dat de minister van Sociale Zaken, aan wie de vraag eveneens werd gesteld, zal geven. (Vraag nr. 181 van 18 oktober 2004.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8406
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Pensions
Pensioenen
DO 2004200502462
DO 2004200502462
Question no 52 de M. André Frédéric du 19 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 52 van de heer André Frédéric van 19 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Enseignants de la Communauté germanophone. — Calcul définitif des pensions.
Leerkrachten van de Duitstalige Gemeenschap. — Berekening van het definitieve pensioenbedrag.
A l’heure actuelle, le calcul définitif des pensions de bon nombre d’enseignants de la Communauté germanophone ne peut toujours pas être établi.
Op dit ogenblik is het definitieve pensioenbedrag van heel wat leerkrachten van de Duitstalige Gemeenschap nog steeds niet gekend.
L’administration compétente répond que « la cloˆture des dossiers relatifs à la mise en retraite dépend de l’intégration des barêmes de la Communauté germanophone dans le système informatique de calcul et de péréquation des pensions dont l’analyse est actuellement en cours ».
Volgens de bevoegde administratie kunnen de pensioendossiers pas worden afgerond na de integratie van de barema’s van de Duitstalige Gemeenschap in het informaticasysteem voor de berekening en de perequatie van de pensioenen, die op dit ogenblik wordt geanalyseerd.
L’administration prétend que la situation pécuniaire des personnes concernées sera régularisée avec effet rétroactif à la date de la mise à la retraite et ce, dés que le Haut Collège aura marqué son accord sur le droit à la pension et le montant de celui-ci.
De administratie stelt dat de geldelijke toestand van de betrokkenen met terugwerkende kracht tot de datum van de oppensioenstelling zal worden rechtgezet zodra het Hoog College zijn akkoord inzake het recht op en het bedrag van het pensioen heeft gegeven.
Vous conviendrez qu’entre-temps beaucoup de personnes concernées bénéficient d’un montant de pension inférieur à ce qu’elles pourraient prétendre, ce qui pèse lourdement sur leur pouvoir d’achat.
Ondertussen ontvangen heel wat betrokkenen evenwel een lager pensioen dan datgene waarop zij recht hebben, wat hun koopkracht aanzienlijk in het gedrang brengt.
D’autre part, des adaptations devront invariablement être opérées au niveau des impoˆts.
Anderzijds zal het belastingniveau altijd moeten worden aangepast.
Quelles solutions préconisez vous pour régler ces dossiers dans les meilleurs délais ? Pour rappel, cette situation concerne les personnes mises à la retraite depuis 2001 à ce jour. Certaines personnes attendent donc depuis plus de trois ans de connaıˆtre le montant définitif de leur pension.
Welke oplossingen denkt u aan te dragen opdat die dossiers zo snel mogelijk kunnen worden afgerond ?Ter herinnering, het gaat om leerkrachten die tijdens de periode vanaf 2001 tot heden op pensioen zijn gesteld. Sommigen van hen verkeren dus al meer dan drie jaar in het ongewisse over hun definitieve pensioenbedrag.
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 19 novembre 2004, à la question no 52 de M. André Frédéric du 19 octobre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 19 november 2004, op de vraag nr. 52 van de heer André Frédéric van 19 oktober 2004 (Fr.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
La situation en matière de pension des membres du personnel de l’enseignement fondamental de la Communauté germanophone dont le traitement est
De pensioensituatie van de personeelsleden van het basisonderwijs van de Duitstalige Gemeenschap, van wie de wedde progressief wordt gelijkgesteld met deze
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8407
progressivement aligné sur celui du professeur de l’enseignement secondaire inférieur est en voie de régularisation.
van de leraar van het lager secundair onderwijs, wordt geregulariseerd.
L’administration des pensions a récemment achevé l’intégration dans sa base de données des nouvelles échelles de traitement transmises par les services de l’enseignement de la Communauté germanophone. Elle a aussitoˆt adapté ses programmes de calcul et de péréquation compte tenu des dispositions de la loi du 13 mai 1999 concernant le calcul de la pension de retraite du personnel enseignant et directeur de l’enseignement gardien et primaire.
De administratie der Pensioenen heeft recentelijk de integratie van de nieuwe weddeschalen, overgemaakt door de onderwijsdiensten van de Duitstalige Gemeenschap, in de gegevensbestanden voltooid. De administratie heeft onmiddellijk de berekenings- en de perequatieprogramma’s aangepast rekening houdend met de bepalingen van de wet van 13 mei 1999 betreffende de berekening van het rustpensioen van het onderwijzend en bestuurspersoneel van het kleuter- en lager onderwijs.
Je rappelle que la loi précitée prévoit d’appliquer progressivement, aux bénéficiaires de l’enseignement fondamental, le mode de calcul de la pension de retraite des membres de l’enseignement secondaire avec toutefois une garantie de montant si ce mode de calcul s’avère moins favorable. Ces dispositions s’appliquent tant au calcul qu’à la péréquation de la pension de retraite de tout membre du personnel de l’enseignement bénéficiant d’un tel alignement, quelle que soit la Communauté dans l’enseignement de laquelle il était en fonction.
Ik herhaal dat voornoemde wet, ten aanzien van de begunstigden van het basisonderwijs, voorziet in de progressieve toepassing van de berekeningswijze van het rustpensioen van de leden van het secundair onderwijs, met nochtans een waarborg naar bedrag indien deze berekeningswijze minder voordelig zou blijken. Deze bepalingen zijn zowel van toepassing op de berekening als op de perequatie van het rustpensioen van alle personeelsleden van het onderwijs die van een dergelijke gelijkschakeling genieten, ongeacht de onderwijsgemeenschap waar zij in dienst waren.
Concrètement, les pensions de retraite des bénéficiaires de l’alignement en Communauté Germanophone ayant pris cours à partir du 1er septembre 2000, date du début de l’ alignement dans cette communauté, doivent être recalculées individuellement. Le montant résultant de ce calcul sera soit plus élevé, soit équivalent au montant actuellement payé. Cette opération va débuter dans les prochains jours et les montants révisés à la hausse seront mis en paiement aussitoˆt après. Les premières mensualités majorées seront liquidées à la fin du mois d’octobre prochain. Les arriérés éventuels seront payés aux intéressés soit dans la deuxième quinzaine d’octobre, soit dans la première quinzaine de novembre.
Concreet, de rustpensioenen van de begunstigden van een gelijkschakeling in de Duitstalige gemeenschap ingegaan vanaf 1 september 2000, de aanvangsdatum van de gelijkschakeling binnen deze gemeenschap, moeten individueel herberekend worden. Het uit deze berekening voortvloeiend bedrag zal hetzij hoger zijn, hetzij het equivalent zijn van het huidig betaalde bedrag. Deze operatie start in de komende dagen en de in de hoogte herziene bedragen zullen onmiddellijk daarna in betaling gaan. De eerste verhoogde maandbedragen zullen geregeld worden eind oktober. De eventuele achterstallen zullen aan de betrokkenen betaald worden hetzij in de tweede helft van oktober, hetzij in de eerste helft van november.
Quant aux pensions ayant pris cours avant le 1er septembre 2000, elles ont été adaptées avec effet rétroactif au 1er septembre 2000. Les premiers paiements majorés ont été effectués le 30 septembre, pour les pensions payées à terme échu et le 1er octobre, pour les pensions payées par anticipation. Les arrières éventuels seront quant à eux liquidés dans le courant du mois d’octobre.
De pensioenen ingegaan vo´o´r 1 september 2000, zullen retroactief aangepast worden op 1 september 2000. De eerste verhoogde betalingen werden uitgevoerd op 30 september voor de pensioenen betaald na vervallen termijn en op 1 oktober voor de voorafbetaalde pensioenen. De eventuele achterstallen zullen geregeld worden in de loop van de maand oktober.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8408
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Développement durable
Duurzame Ontwikkeling
DO 2004200502428
DO 2004200502428
Question no 18 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Economie sociale, adjointe au Ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 18 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de Minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres E´colo et Agalev consommaient des produits du « Commerce Equitable ».
Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ?
1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ?
2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Economie sociale, adjointe au Ministre du Budget et des Entreprises publiques du 17 novembre 2004, à la question no 18 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :
2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.
Naar aanleiding van de internationale week van de Eerlijke Handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ecolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de Minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 17 november 2004, op de vraag nr. 18 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) : Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden.
En réponse à votre question, je peux vous informer que tant du café que des jus de fruits issus du commerce équitable sont offerts au sein de mon secrétariat et cellules stratégiques. ` l’avenir, j’espère pouvoir offrir l’offre la plus A complète possible de produits du commerce équitable au personnel de mon secrétariat et des cellules stratégiques.
In antwoord op uw vraag kan ik u melden dat op mijn secretariaat en beleidscellen zowel koffie als fruitsap geschonken wordt uit het eerlijke handelscircuit.
Le SPP Développement durable en tant que tel n’achète aucun produit alimentaire. Par ailleurs, une des valeurs du SPP Développement durable est de montrer l’exemple. Dans le cadre de marchés publics, les critères écologiques et sociaux du guide des achats durables sont utilisés.
De POD Duurzame Ontwikkeling als dusdanig koopt geen voedingsproducten aan. Daarnaast rekent de POD Duurzame Ontwikkeling het tot een van zijn waarden om het voorbeeld te geven. Bij overheidsopdrachten worden dan ook de ecologische en sociale criteria van de gids voor duurzame aankopen gehanteerd.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Naar de toekomst toe streef ik ernaar om een zo volledig mogelijk aanbod van eerlijke handelsproducten te kunnen aanbieden aan het personeel van mijn secretariaat en beleidscellen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8409
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1
2003200421446
6- 5-2004
265
Walter Muls
Emploi des langues au sein des sections linguistiques de la Cour de cassation. Taalgebruik in de taalafdelingen van het Hof van Cassatie.
8269
1
2003200432126 16- 9-2004
347
Bart Laeremans
Criminalité organisée transfrontalière. — Collaboration entre la justice belge et la justice italienne. Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. — Samenwerking tussen de Belgische en de Italiaanse justitie.
8270
1
2003200432245 30- 9-2004
371
Bart Laeremans
Justices de paix. — Achat de matériel informatique. — Entreprise. Vredegerechten. — Aankoop van informaticamateriaal. — Firma.
8272
1
2003200432247 30- 9-2004
373
Francis Van den Eynde
E´tablissements pénitentiaires. — Problème de drogue. Penitentiaire instellingen. — Drugprobleem.
8273
1
2003200432277
1-10-2004
381
Guido De Padt
Nouvelle loi relative à la circulation routière. — Retrait immédiat de permis de conduire. — Cour d’Arbitrage. Nieuwe verkeerswet. — Onmiddellijke intrekking van rijbewijzen. — Arbitragehof.
8274
1
2003200432334
5-10-2004
387
Mw. Liesbeth Van der Auwera
SPRLU. — Obligation de libération du capital. EVBA. — Volstortingsplicht met betrekking tot het kapitaal.
8276
1
2003200432338
5-10-2004
389
Servais Verherstraeten
Non-exécution d’une condamnation judiciaire par les autorités belges. Niet-uitvoering door de Belgische overheid van een gerechtelijke veroordeling.
8277
1
2003200432348
6-10-2004
391
Bart Laeremans
Tribunal de commerce de Bruxelles. — Cadre du personnel. — Agents contractuels. Rechtbank van koophandel van Brussel. — Personeelsformatie. — Contractuelen.
8278
8
2003200432355
7-10-2004
392
Bart Laeremans
* Prisons. — Application de la législation linguistique. Gevangenissen. — Toepassing taalwet.
8231
1
2003200432356
7-10-2004
393
Mw. Liesbeth Van der Auwera
Procuration du juge de paix requise dans le cadre de la protection des biens de mineurs. Vereiste machtiging van de vrederechter in het kader van de bescherming van de goederen van minderjarigen.
8279
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1063
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8410
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200432366
7-10-2004
394
Jo Vandeurzen
* Délits sexuels. — Peines. — Domicile de la victime. Seksuele delicten. — Straffen. — Woonomgeving slachtoffer.
8232
1
2003200432367
7-10-2004
395
Jo Vandeurzen
Dédommagement sur la base de séquelles psychiques. Schadevergoeding psychische letsels.
8280
8
2003200431962
8-10-2004
396
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Obligation de vote. — Citoyens résidant à l’étranger. — Justification. Stemplicht. — Burgers die in het buitenland verblijven. — Verschoning.
8232
8
2004200502404 13-10-2004
397
Jo Vandeurzen
* Délits sexuels. — Condamnation. — Suivi des conditions. Seksuele delicten. — Veroordeling. — Opvolging voorwaarden.
8233
1
2004200502430 15-10-2004
402
Alfons Borginon
Greffes et parquets. — Personnel. — Modèle de carrière. — Mesures transitoires. — Rédacteurs. Griffies en parketten. — Personeel. — Loopbaanmodel. — Overgangsmaatregelen. — Opstellers.
8281
1
2004200502450 19-10-2004
407
Jo Vandeurzen
Acquisition de la nationalité belge. — Adoption. Verwerving van Belgische nationaliteit. — Adoptie.
8282
1
2004200502477 21-10-2004
411
Olivier Maingain
Répartition linguistique des nouvelles affaires et des jugements/arrêts devant les juridictions bruxelloises. — Tribunal de première instance, tribunal de commerce, cour d’appel et cour du travail. Verdeling volgens de taal van de nieuwe zaken die bij de Brusselse rechtscolleges werden ingeleid en van de vonnissen/arresten die door hen werden uitgesproken. — Rechtbank van eerste aanleg, rechtbank van koophandel, hof van beroep en arbeidshof.
8283
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1
2003200432190 20- 9-2004
481
Paul Tant
1
2003200432206 21- 9-2004
485
Geert Lambert
8
2003200432364
503
Mw. Trees Pieters
7-10-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Déplacements professionnels à motocyclette. — Déductibilité fiscale des vêtements de motocycliste. — Circulaire. Beroepsmatige verplaatsingen met een motorfiets. — Fiscale aftrekbaarheid van motorkledij. — Omzendbrief.
8287
Déductibilité de frais afférents à l’utilisation d’une motocyclette pour les déplacements professionnels. — Circulaire. Aftrekbaarheid kosten voortvloeiend uit beroepsmatige verplaatsingen met een motorfiets. — Omzendbrief. * Représentation de l’E´tat par le fonctionnaire taxateur. — Implication du fonctionnaire taxateur dans les nouvelles réclamations. — Protocole d’accord avec les avocats. Vertegenwoordiging van de Staat door de aanslagambtenaar. — Betrokkenheid van de taxatieambtenaar bij nieuwe bezwaarschriften. — Akkoordprotocol met de advocaten.
8288
2005
8234
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 CA
DO
8411
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200432377
8-10-2004
504
Theo Kelchtermans * Fermeture des bureaux de l’Enregistrement et du Cadastre à Maaseik. Verdwijnen van de kantoren van de Registratie en het Kadaster in Maaseik.
8236
8
2003200432378
8-10-2004
505
Hagen Goyvaerts
* Régie des Baˆtiments. — Fortifications de Termonde. Regie der Gebouwen. — Forten van Dendermonde.
8236
8
2004200502383 12-10-2004
506
Dylan Casaer
* Options sur actions. — Travailleurs. — Impoˆt sur l’avantage de toute nature. Aandelenopties. — Werknemers. — Belasting op het voordeel van alle aard.
8238
8
2004200502393 12-10-2004
507
Dylan Casaer
* Comités d’acquisition de Flandre orientale. — Scission en trois sections. Oost-Vlaamse aankoopcomités. — Opsplitsing in drie onderdelen.
8239
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 1
2003200432032 20- 8-2004
276
Francis Van den Eynde
SNCB. — Membres de la police fédérale. — Mission officielle. — Titre de transport. NMBS. — Leden van de federale politie. — Officie¨le opdracht. — Vervoerbewijs.
8289
1
2003200432035 20- 8-2004
279
Francis Van den Eynde
SNCB. — Gares sans personnel. NMBS. — Onbemande stations.
8290
1
2003200432056
2- 9-2004
281
Stijn Bex
SNCB. — Objets perdus. NMBS. — Verloren voorwerpen.
8291
1
2003200432139 16- 9-2004
285
Patrick De Groote
SNCB. — Gare de Sint-Katelijne-Waver. NMBS. — Station van Sint-Katelijne-Waver.
8294
1
2003200432172 17- 9-2004
287
Guido De Padt
SNCB. — Suppression des guichets dans certaines gares. NMBS. — Afschaffing van loketten in sommige stations.
8296
1
2003200432281
1-10-2004
297
Jan Mortelmans
SNCB. — Inaccessibilité du numéro des renseignements à la gare de Termonde. NMBS. — Onbereikbaarheid van het inlichtingennummer van het station van Dendermonde.
8298
8
2003200432368
7-10-2004
311
Jan Mortelmans
* SNCB. — Masterplan pour l’aménagement des gares. NMBS. — Masterplan voor de inrichting van de stations.
8239
8
2003200432369
7-10-2004
312
Jan Mortelmans
* SNCB. — Réouverture des gares d’Anvers-Port, de Wolfstee et de Zolder. NMBS. — Heropening stations van AntwerpenHaven, Wolfstee en Zolder.
8240
1
2003200421869
8-10-2004
313
Olivier Maingain
Implantation d’un poste de police permanent à la gare de Bruxelles-Central. Opening van een permanente politiepost in het station van Brussel-Centraal.
8299
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8412
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200432374
8-10-2004
314
Patrick De Groote
* Garde coˆtière. — Législation linguistique. Kustwacht. — Taalwetgeving.
8240
8
2003200432376
8-10-2004
315
Mw. Nathalie Muylle
* SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers. NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.
8241
8
2004200502394 12-10-2004
316
Patrick De Groote
* Dimensions des tunnels ferroviaires. Afmetingen van spoorwegtunnels.
8241
1
2004200502400 12-10-2004
317
Francis Van den Eynde
8
2004200502409 13-10-2004
318
Guido De Padt
SNCB. — Comité de direction. — Sousreprésentation flamande. NMBS. — Directiecomité. — Vlaamse ondervertegenwoordiging.
8300
* SNCB. — Activités effectuées par du personnel extérieur à la société. NMBS. — Activiteiten uitgevoerd door externen.
8242
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2003200421010
4- 3-2004
203
Jo Vandeurzen
Entreprises de type Seveso. — Services d’incendie. — Fonds. — Contributions. Seveso-bedrijven. — Brandweerkorpsen. — Fonds. — Bijdragen.
8301
1
2003200421771
2- 7-2004
307
Roel Deseyn
Lutte contre la cybercriminalité. Aanpak van de computercriminaliteit.
8302
1
2003200431989
5- 8-2004
335
Willy Cortois
Vol d’objets d’art. — Situation en Belgique. Diefstal kunstschatten. — Situatie in Belgie¨.
8304
1
2003200432022 16- 8-2004
340
Stijn Bex
Police. — Véhicules prioritaires. — Formation. — Accidents. Politie. — Prioritaire voertuigen. — Opleiding. — Ongevallen.
8307
1
2003200432023 16- 8-2004
341
Stijn Bex
Télécommunications. — Cell Broadcast. Telecommunicatie. — Cell Broadcast.
8308
1
2003200432087
8- 9-2004
347
Mohammed Boukourna
Situation des chambres francophones de la Commission permanente de recours des réfugiés (CPRR). Toestand bij de Franstalige kamers van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen (VBCV).
8309
1
2003200432089
8- 9-2004
349
Guido De Padt
Police. — Animaux errants. — Couˆts. — Récupération auprès des particuliers. Politie. — Loslopende dieren. — Kosten. — Verhaal op particulieren.
8311
1
2003200432103 10- 9-2004
351
Willy Cortois
Services d’incendie. — Pensions. Brandweer. — Pensioenen.
8312
1
2003200432160 16- 9-2004
362
Mme Marie Nagy
Rapport annuel de la Commission permanente de controˆle linguistique. Jaarverslag van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.
8313
1
2003200432251 30- 9-2004
375
Guido De Padt
Demandeurs d’asile déboutés. — Annulation et report du rapatriement. Uitgeprocedeerde asielzoekers. — Afgelasting en uitstel van repatrie¨ring.
8315
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 CA
DO
8413
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200432265 30- 9-2004
380
Patrick De Groote
Collectes de vêtements de seconde main. Ophalen van tweedehands kleding.
8319
1
2003200432286
1-10-2004
384
Bart Laeremans
Dernières élections. — Dépenses maximales pour les bureaux principaux de canton du Brabant flamand. Voorbije verkiezingen. — Maximumuitgaven voor kantoorhoofdbureaus van Vlaams-Brabant.
8321
6
2003200432344
5-10-2004
389
Bart Laeremans
Obligation de bilinguisme au Centre de Physique du Globe de Dourbes. Verplichte tweetaligheid bij het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes.
8324
1
2003200432354
5-10-2004
390
Mark Verhaegen
Aide fédérale aux communes dans le domaine de la sécurité et de la prévention du cambriolage. — Communes de la province d’Anvers. — Critères. Federale steun voor veiligheid en inbraakpreventie. — Gemeenten in de provincie Antwerpen. — Criteria.
8325
8
2003200432365
5-10-2004
391
Roel Deseyn
* Piratage de sites des pouvoirs publics. Hacken van overheidssites.
8242
8
2004200502384 12-10-2004
394
Hagen Goyvaerts
* Contaminations secondaires lors de l’enlèvement de paratonnerres radioactifs. Bijkomende besmettingen bij de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders.
8243
8
2004200502385 12-10-2004
395
Melchior Wathelet
* Utilisation des armes à feu automatiques par les membres des services de police des zones de police locales du Royaume. Gebruik van automatische vuurwapens door de leden van de politiediensten van de lokale politiezones.
8244
8
2004200502395 12-10-2004
396
Melchior Wathelet
* Zone de police locale « Midi » d’Anderlecht, Forest et Saint-Gilles. — Application de l’alinéa 1er de l’article 29 de la loi du 13 mai 1999. Lokale politiezone « Zuid » (Anderlecht/Sint-Gillis/ Vorst). — Toepassing van artikel 29, eerste lid, van de wet van 13 mei 1999.
8246
8
2004200502396 12-10-2004
397
Mw. Trees Pieters
* Obligation d’autorisation à laquelle les conseillers en sécurité sont soumis. Vergunningsplicht veiligheidsadviseurs.
8247
8
2003200432062 12-10-2004
398
François Bellot
* Recensement des accidents de la route. — Données pour l’année 2002. Telling van het aantal verkeersongevallen. — Gegevens voor het jaar 2002.
8247
1
2004200502410 13-10-2004
399
Mw. Frieda Van Themsche
8
2004200502411 13-10-2004
400
Mw. Nahima Lanjri * Loi sur les étrangers. — Application de l’article 9, alinéa 3. Vreemdelingenwet. — Toepassing van artikel 9, derde lid.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Enfants exposés. Te vondeling gelegde kinderen.
2005
8326 8248
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8414
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1
2003200410337 26-11-2003
41
Alfons Borginon
Ministère. — Rapport sur le cadre du personnel. — Présentation du plan du personnel à la CPCL. Ministerie. — Verslag personeelsformatie. — Voorlegging personeelsplan aan VCT.
8327
1
2003200410383
45
André Frédéric
8328
1
2003200431878 26- 7-2004
103
Melchior Wathelet
Départements. — Commission d’enquête parlementaire concernant les sectes. — Recommandations. Departementen. — Parlementaire onderzoekscommissie « sekten ». — Aanbevelingen. ´Elargissement de l’Union européenne. — Autorités communales. — Documents de voyage. Uitbreiding van de Europese Unie. — Gemeentebesturen. — Reisdocumenten.
1
2003200431919 27- 7-2004
105
Mme Muriel Gerkens
Avant-projet de loi relative à l’application du protocole additionnel à l’Accord international sur la non-prolifération des armes nucléaires. Voorontwerp van wet betreffende de toepassing van het aanvullend protocol bij de internationale overeenkomst inzake de niet-verspreiding van kernwapens.
8330
1
2003200432057
2- 9-2004
113
Gerolf Annemans
Conseils de ministres européens. — Ministres belges. Europese ministerraden. — Belgische ministers.
8332
1
2003200432058
2- 9-2004
114
Jo Vandeurzen
Cannabis. — Politique de tolérance et résolution européenne. Cannabis. — Gedoogbeleid en Europese resolutie.
8332
8
2004200502386 12-10-2004
121
Luk Van Biesen
* Organisations terroristes. — « Moudjahidines du peuple ». Terreurorganisaties. — « Mujaheddin van het volk ».
8248
3-12-2003
8329
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 8
2003200432357
7-10-2004
119
Luc Sevenhans
1
2003200432379
8-10-2004
120
David Geerts
8
2004200502387 12-10-2004
121
Francis Van den Eynde
8
2004200502401 12-10-2004
122
Mw. Hilde Vautmans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
* E´tude sur les problèmes médicaux au sein des anciennes unités radars HAWK. Studie over medische problemen bij de vroegere HAWK-radareenheden. HCB-RA. — Audit. HCB-KA. — Audit.
2004
8333
* Domaine militaire de Brasschaat. — Voie ferrée pour le transport de matériel militaire lourd. Militair domein van Brasschaat. — Spoor voor het vervoer van zwaar militair materiaal. * E´cole d’Infanterie-Cavalerie Blindée (EICB) Quartier Camp Général Bastin à Arlon. — Rapports linguistiques. Pantserinfanterieschool (InfPsCavSch) Kwartier Generaal Bastin te Aarlen. — Taalverhoudingen.
2005
8249
8249
8250
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 CA
DO
8415
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200502412 13-10-2004
123
Philippe De Coene
8
2004200502414 13-10-2004
124
Mw. Marleen Govaerts
0
2004200502475 20-10-2004
129
Mw. Ingrid Meeus
Vente d’instruments de musique à l’armée. Verkoop van muziekinstrumenten aan het leger.
8335
* Domaine militaire de Brustem près de Saint-Trond. — Route circulaire. — Problèmes de sécurité. Militair domein Brustem bij Sint-Truiden. — Ringweg. — Veiligheidsproblemen.
8250
Marine. — Dragueurs de mines océaniques. — Nouvelle affectation. Marine. — MSO’s. — Nieuwe bestemming.
8337
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie — Economie 1
2003200421720 24- 6-2004
124
Roel Deseyn
Défaut de couverture GSM dans les trains. Gebrekkige GSM-dekking in treinen.
8338
1
2003200431905 27- 7-2004
134
Roel Deseyn
Décision de la Cour d’arbitrage concernant les compétences de l’IBPT. Beslissing van het Arbitragehof over de bevoegdheden van het BIPT.
8340
1
2003200431972
3- 8-2004
138
Mme Zoé Genot
Impact de la directive Bolkestein sur les législations et réglementations. Weerslag van de richtlijn Bolkestein op de wetgevingen en reglementeringen.
8342
1
2003200432085
7- 9-2004
141
Mme Muriel Gerkens
IBPT. — Controˆle. BIPT. — Controle.
8343
1
2003200432170 17- 9-2004
145
Mme Marie Nagy
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
8347
1
2003200431985 30- 9-2004
149
Guido De Padt
Téléphonie. — Entreprises. — Numéro central. Telefonie. — Bedrijven. — Centraal telefoonnummer.
8349
1
2003200432217 30- 9-2004
150
Geert Lambert
Modification des tarifs pour la télédistribution et les droits d’auteur. Prijsaanpassingen voor kabeldistributie en auteursrechten.
8351
1
2003200432268 30- 9-2004
152
Roel Deseyn
Décision de la Cour d’arbitrage concernant les compétences de l’IBPT. Beslissing van het Arbitragehof over de bevoegdheden van het BIPT.
8353
1
2003200432290
1-10-2004
153
Roel Deseyn
Baisse des tarifs de téléphonie « fixe à mobile ». Daling van de tarieven voor « vast naar mobiel ».
8355
1
2003200431899
4-10-2004
154
Mw. Hilde Dierickx
Consommateurs. — Dettes. — Techniques de crédit. Consumenten. — Schulden. — Krediettechnieken.
8358
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8416
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200432337
5-10-2004
155
Guido De Padt
Communications de poste fixe à poste mobile. — Tarifs élevés. Telefoneren van vast naar mobiel. — Hoge tarieven.
8361
1
2003200432372
7-10-2004
157
Roel Deseyn
Couˆt lié à la non-activité de certains membres du personnel de l’IBPT. Kosten verbonden aan het op non-actief staan van sommige werknemers van het BIPT.
8365
1
2003200432062
2- 9-2004
158
François Bellot
Recensement des accidents de la route. — Données pour l’année 2002. Telling van het aantal verkeersongevallen. — Gegevens voor het jaar 2002.
8367
1
2004200502428 15-10-2004
159
Mme Muriel Gerkens
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
8367
E´nergie — Energie 1
2003200431972
3- 8-2004
58
Mme Zoé Genot
Impact de la directive Bolkestein sur les législations et réglementations. Weerslag van de richtlijn Bolkestein op de wetgevingen en reglementeringen.
8368
1
2003200432170 17- 9-2004
65
Mme Marie Nagy
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
8370
1
2004200502428 15-10-2004
68
Mme Muriel Gerkens
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
8371
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 1
2003200432170 17- 9-2004
24
Mme Marie Nagy
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
8371
1
2004200502428 15-10-2004
26
Mme Muriel Gerkens
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
8372
1
2004200502445 18-10-2004
27
Mw. Greet Van Gool
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
8373
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 8
2004200502398 12-10-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
27
Patrick De Groote
2004
* Enseignement dans la commune de la frontière linguistique de Renaix. Onderwijs in de taalgrensgemeente Ronse.
2005
8251
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 CA
DO
8417
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2003200432104 10- 9-2004
149
Luk Van Biesen
Mutualités. — Obligations en matière d’assurance libre complémentaire. — Critère de remboursement des frais relatifs aux médicaments et thérapies non conventionnels. Ziekenfondsen. — Verplichtingen tot vrijwillige aanvullende verzekering. — Criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen en therapiee¨n.
8374
1
2003200432147 16- 9-2004
155
Mw. Maggie De Block
Tickets modérateurs en kinésithérapie et en physiothérapie. Remgelden in de kinesitherapie en de fysiotherapie.
8377
1
2003200432161 16- 9-2004
156
Mw. Maggie De Block
Forfaitarisation des traitements de kinésithérapie dans les maisons de repos. Forfaitarisering van kinebehandeling in rusthuizen.
8379
1
2003200432336
5-10-2004
169
Mw. Maggie De Block
Congé de maternité. — Prise en compte du premier jour de congé. Bevallingsverlof. — Aanrekening van eerste verlofdag.
8379
1
2003200432358
7-10-2004
171
Patrick De Groote
Frais d’administration des mutualités. Administratiekosten van ziekenfondsen.
8381
8
2003200432359
7-10-2004
172
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Secteur non marchand. — Emplois supplémentaires. Social profitsector. — Bijkomende jobs.
8251
8
2003200432373
8-10-2004
173
Guy D’haeseleer
* Incidence des cotisations extrêmement basses sur le travail occasionnel dans le secteur horeca. Effecten van extra lage bijdragen voor gelegenheidsarbeid in de horeca.
8252
8
2004200502405 13-10-2004
174
Guy D’haeseleer
* Lutte contre la fraude sociale. — Personnel supplémentaire pour les services d’inspection. Strijd tegen de sociale fraude. — Bijkomend personeel voor de inspectiediensten.
8253
8
2004200502406 13-10-2004
175
Guy D’haeseleer
* Banque de données MERI. MERI-databank.
8253
6
2004200502483 21-10-2004
185
Hagen Goyvaerts
Crédit-temps et mandat politique d’un conseiller provincial. Tijdskrediet en het politiek mandaat van een provincieraadslid.
8382
Santé publique — Volksgezondheid 1
2003200431992
5- 8-2004
262
Koen Bultinck
Médicaments génériques. — Consommation en hausse. Generische geneesmiddelen. — Stijging gebruik.
8383
1
2003200432148 16- 9-2004
281
Jo Vandeurzen
Hygiène hospitalière. Ziekenhuishygie¨ne.
8386
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1064
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8418
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200432170 17- 9-2004
282
Mme Marie Nagy
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
8389
1
2003200432233 24- 9-2004
288
Guido De Padt
Utilisation de préservatifs. — Composition chimique. Condoomgebruik. — Chemische samenstelling van condooms.
8393
8
2004200502407 13-10-2004
300
Guido De Padt
* Grippe. — Vaccins. Griep. — Vaccins.
8254
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 1
2004200502445 18-10-2004
32
Mw. Greet Van Gool
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
8395
1
2004200502460 19-10-2004
33
Mw. Trees Pieters
Pension complémentaire libre pour les indépendants. Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen.
8396
Agriculture — Landbouw 1
2004200502445 18-10-2004
42
Mw. Greet Van Gool
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
8398
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk 8
2003200432360
7-10-2004
144
Bart Laeremans
* Entreprises. — Réductions des charges. Ondernemingen. — Lastenverlagingen.
8255
8
2003200432361
7-10-2004
145
Patrick De Groote
* Frais d’administration des différents organismes de paiement des allocations de choˆmage. Administratiekosten voor de verschillende uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen.
8255
8
2003200432370
7-10-2004
146
Jo Vandeurzen
* Heures supplémentaires des cadres. Overuren gepresteerd door kaderleden.
8256
8
2003200432373
8-10-2004
148
Guy D’haeseleer
* Incidence des cotisations extrêmement basses sur le travail occasionnel dans le secteur horeca. Effecten van extra lage bijdragen voor gelegenheidsarbeid in de horeca.
8256
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 CA
DO
8419
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200432375
8-10-2004
149
Guy D’haeseleer
* Transmission d’informations entre les services d’inspection sociale. Doorsturen van informatie tussen de sociale inspectiediensten.
8257
8
2003200432380
8-10-2004
150
Guy D’haeseleer
* Lutte contre la fraude sociale. — Personnel supplémentaire pour les services d’inspection. Strijd tegen de sociale fraude. — Bijkomend personeel voor de inspectiediensten.
8257
8
2004200502388 12-10-2004
151
Guy D’haeseleer
* Analyses de risques dans le cadre de la lutte contre le travail au noir et la fraude fiscale. Risicoanalyses in het kader van de strijd tegen zwartwerk en sociale fraude.
8258
8
2004200502389 12-10-2004
152
Guy D’haeseleer
* Fonctionnement de la banque de données OASIS. Werking van de OASIS-databank.
8258
8
2004200502390 12-10-2004
153
Guy D’haeseleer
* Accès des services d’inspection sociale à d’autres banques de données. Toegang van de sociale inspectiediensten tot andere databanken.
8259
8
2004200502391 12-10-2004
154
Mw. Maggie De Block
* Faux indépendants. — Faux salariés. Schijnzelfstandigen. — Schijnwerknemers.
8259
8
2004200502402 12-10-2004
155
Mw. Maggie De Block
8260
8
2004200502413 13-10-2004
156
Mw. Maggie De Block
* Jeunes postulants. — Employeurs. — Réponses ou feed back imparfaits. Jonge sollicitanten. — Werkgevers. — Gebrekkige respons of feed back. * Travail à domicile. — E´laboration d’un cadre juridique cohérent. Thuiswerk. — Uitwerking van een sluitend juridisch kader.
8261
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
2003200432371
7-10-2004
84
Roel Deseyn
Permis de conduire informatique européen pour les fonctionnaires. Computerrijbewijs voor ambtenaren.
8399
1
2003200432381
8-10-2004
85
Guy D’haeseleer
Prorogation éventuelle du droit à la semaine volontaire de quatre jours et au départ anticipé à mitemps dans le secteur public. Eventuele verlenging van het recht op vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding in de openbare sector.
8401
1
2004200502445 18-10-2004
88
Mw. Greet Van Gool
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
8402
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004
8420
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
2004200502440 18-10-2004
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 89
Guido De Padt
Organisations syndicales. — Fonctionnaires détachés. — Indemnités complémentaires. — Cotisations de sécurité sociale. Syndicale organisaties. — Gedetacheerde ambtenaren. — Aanvullende vergoedingen. — Socialezekerheidsbijdragen.
8404
Gelijke Kansen — E´galité des chances 8
2003200432382
8-10-2004
28
Francis Van den Eynde
8
2004200502408 13-10-2004
29
Francis Van den Eynde
* Centre pour l’E´galité des chances et la lutte contre le racisme. — STIB. — Problèmes de racisme. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — MIVB. — Racismeproblemen. * Centre pour l’E´galité des chances et la lutte contre le racisme. — Port du foulard islamique à l’école. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Dragen van hoofddoeken voor moslimmeisjes in scholen.
8262
8263
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 8
2003200432362
7-10-2004
152
Mw. Simonne Creyf * Quasi-collision de deux avions au-dessus de Kortenberg. Bijna botsing van twee vliegtuigen boven Kortenberg.
8264
8
2003200432363
7-10-2004
153
Mw. Nathalie Muylle
* SNCB. — Accès aux trains en gare de Roulers. NMBS. — Toegankelijkheid van de treinen in het station Roeselare.
8265
8
2004200502392 12-10-2004
154
Hagen Goyvaerts
* SNCB. — Emploi des langues pour les indications relatives aux guichets d’information dans les gares. NMBS. — Taalgebruik bij het aanduiden van informatieloketten in treinstations.
8265
8
2004200502397 12-10-2004
155
Mw. Frieda Van Themsche
* Essais sur la voie publique. Testritten op de openbare weg.
8266
8
2004200502403 12-10-2004
156
Mw. Frieda Van Themsche
* Facilités de stationnement pour les détenteurs d’une carte spéciale de parking pour handicapés. Parkeerfaciliteiten voor houders van een speciale parkeerkaart voor gehandicapten.
8266
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Pensions — Pensioenen 1
2004200502462 19-10-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
52
André Frédéric
2004
Enseignants de la Communauté germanophone. — Calcul définitif des pensions. Leerkrachten van de Duitstalige Gemeenschap. — Berekening van het definitieve pensioenbedrag.
2005
8406
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 054 22 - 11 - 2004 CA
DO
8421
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
8
2003200432364
7-10-2004
20
Mw. Trees Pieters
* Représentation de l’E´tat par le fonctionnaire taxateur. — Implication du fonctionnaire taxateur dans les nouvelles réclamations. — Protocole d’accord avec les avocats. Vertegenwoordiging van de Staat door de aanslagambtenaar. — Betrokkenheid van de taxatieambtenaar bij nieuwe bezwaarschriften. — Akkoordprotocol met de advocaten.
8267
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Développement durable — Duurzame Ontwikkeling
1
2004200502428 15-10-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: TMP S.A.
18
Mme Muriel Gerkens
2004
Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.
2005
8408
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers
993