QRVA 51 142
QRVA 51 142
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
13 - 11 - 2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27690
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2006
2007
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27691
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 27695 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 27709
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
27709 Vice-eersteminister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
27709 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
Vice-première ministre Vice-eersteminister et ministre du Budget et de la Protection de la consommation 27717 en minister van Begroting en Consumentenzaken Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
27718 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
—
Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
—
Minister van Landsverdediging
Minister van Economie, Energie, 27721 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
27723 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
27731 Minister van Middenstand en Landbouw
Ministre de la Coopération au développement
—
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances 27735 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité
27736 Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions
27737 Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Ministre de l’Emploi 27739 Minister van Werk ´ Secrétaire d’Etat à la Modernisation des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n et à la Lutte contre la fraude fiscale, en de Strijd tegen de fiscale fraude, adjoint au ministre des Finances — toegevoegd aan de minister van Financie¨n Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, adjoint au Premier ministre — toegevoegd aan de Eerste minister Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, Staatssecretaris voor Europese Zaken, adjoint au ministre des Affaires étrangères — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la en Sociale Economie, toegevoegd aan consommation 27743 de minister van Begroting en Consumentenzaken Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique — en Volksgezondheid Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenconsommation 27744 zaken
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27693
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 27747
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
— Eerste minister 27747 Vice-eersteminister en minister van Justitie 27753 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n Vice-eersteminister — en minister van Begroting en Consumentenzaken 27765 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 27778 Minister van Buitenlandse Zaken — Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 27795 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
27810 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid — Minister van Middenstand en Landbouw 27821 Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 27825 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 27840 Minister van Mobiliteit 27845 Minister van Leefmilieu en Pensioenen 27848 Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, 27851 toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, 27852 toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan 27853 de minister van Begroting en Consumentenzaken
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumenten27857 zaken
—
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
Page/Blz. 27863
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27695
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 205173-
8-2003 4-2004 5-2004 6-2004
22 229 283 289
9- 6-2004 5- 7-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 22-12-2004 13- 1-2005 23- 2-2005 24- 2-2005 28- 2-2005 3- 3-2005 10- 3-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 23- 3-2005 29- 3-2005 7- 4-2005
291 306 342 383 416 435 441 448 461 462 489 497 540 543 545 563 581 587 589 590 608 612 617
21- 4-2005
638
25- 4-2005 9- 5-2005
641 667
Francis Van den Eynde Filip De Man Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Mme Marie Nagy Roel Deseyn Alfons Borginon Dylan Casaer Francis Van den Eynde Alfons Borginon Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Gerolf Annemans Claude Marinower Gerolf Annemans Guy Hove Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Alfons Borginon Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche Mw. Frieda Van Themsche Jo Vandeurzen Jan Mortelmans
232 4878 5969 6112 6114 6599 7511 8085 8652 8885 9279 9282 9479 9480 9955 10550 11722 12035 12035 12222 12410 12412 12412 12413 12422 12871 13157 13605 13606 14132
Date Datum
Question no Vraag nr.
10101010232526199999922-
5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
674 675 676 678 687 692 693 701 705 706 707 708 709 710 723
232728414262828115-
6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 8-2005 9-2005
724 729 731 738 746 754 761 763 770 772
1622222228-
9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005
782 790 792 794 802
24-10-2005 25-10-2005 10-11-2005 14-11-2005 25-11-2005 29-11-2005
819 823 830 833 848 854
Auteur Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dylan Casaer Jo Vandeurzen Guido De Padt Claude Marinower Stijn Bex Servais Verherstraeten Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mme Corinne De Permentier Jean-Marc Nollet Geert Lambert Guy Hove Dylan Casaer Walter Muls Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Claude Marinower Claude Marinower Claude Marinower Mw. Marleen Govaerts Claude Marinower Mme Muriel Gerkens Alfons Borginon Stijn Bex Eric Libert Willy Cortois
Page Blz. 14133 14134 14135 14136 14409 14413 14641 14648 15155 15155 15156 15156 15157 15157 15412 15627 15630 15632 15636 15873 16960 16965 16966 16972 16974 17311 17657 17658 17659 17662 18143 18146 18591 18593 19031 19033
* Liste cloˆturée le 10 novembre 2006 * Lijst afgesloten op 10 november 2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27696
Date Datum
Question no Vraag nr.
1-12-2005
860
7-12-2005 8-12-2005 8- 9-2005 9- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 18- 1-2006 19- 1-2006 19- 1-2006 25- 1-2006 27- 1-2006 1- 2-2006 1- 2-2006 6- 2-2006 79212313-
2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 3-2006
863 865 870 883 889 891 892 895 899 903 905 906 910 913 917 918 921 922 926 939 940 950
13- 3-2006 13- 3-2006 13- 3-2006 13- 3-2006 14- 3-2006 2-12-2005
953 954 955 956 957 959
23- 1-2006
960
25161717-
1-2006 3-2006 3-2006 3-2006
961 962 966 967
21222324242729-
3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006
971 972 973 975 976 978 981
Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Bart Laeremans Hendrik Bogaert Roel Deseyn Mw. Martine Taelman Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Dylan Casaer Roel Deseyn Filip De Man Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dylan Casaer Mw. Marleen Govaerts Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx Dirk Van der Maelen Jef Van den Bergh Mw. Sabien LahayeBattheu Ortwin Depoortere Filip De Man Jo Vandeurzen Miguel Chevalier Claude Marinower Alfons Borginon Walter Muls
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 19035 19038 19040 19041 20108 20306 20306 20307 20310 20311 20313 20481 20482 20484 20823 20825 20826 21028 21028 21483 21810 22133 22585 22588 22588 22589 22590 22590 22591 22592 22593 22831 22832 22833 22834 22835 23023 23024 23025 23026 23027 2006
Date Datum
Question no Vraag nr.
31- 3-2006 5- 4-2006 7- 4-2006 7- 4-2006 14-11-2005 20- 2-2006 19- 4-2006
982 985 989 991 992 993 995
19- 4-2006 20- 4-2006 20- 4-2006 24- 4-2006 15-12-2005 25- 4-2006 25- 4-2006 27- 4-2006 28- 4-2006 2- 5-2006 3- 5-2006 3- 5-2006 4- 5-2006
996 998 999 1001 1003 1004 1005 1008 1010 1015 1016 1017 1019
1012151818242430677912121212121215161616191922-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006
2007
1022 1025 1028 1030 1031 1040 1041 1043 1046 1048 1049 1051 1052 1054 1055 1057 1058 1059 1062 1064 1065 1066 1070 1071 1073
Auteur Jean-Marc Nollet Alfons Borginon Olivier Maingain Dylan Casaer Guido De Padt Guido De Padt Ludo Van Campenhout Mme Marie Nagy Charles Michel Mw. Hilde Vautmans Alfons Borginon Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dylan Casaer Alfons Borginon Mw. Dalila Douifi Jef Van den Bergh Bart Laeremans Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Hilde Dierickx Dylan Casaer Claude Marinower Bert Schoofs Mw. Hilde Vautmans Mw. Martine Taelman Mw. Martine Taelman Guido De Padt Mme Colette Burgeon Patrick Cocriamont Mw. Martine Taelman Mw. Ingrid Meeus Jean-Marc Nollet Bart Laeremans Alfons Borginon Stijn Bex Walter Muls Bart Laeremans Guido De Padt Filip De Man Gerolf Annemans Geert Lambert Bart Laeremans Walter Muls Mw. Hilde Claes
Page Blz. 23385 23388 23687 23688 23690 23690 23692 23693 24029 24030 24031 24033 24034 24034 24347 24349 24352 24353 24354 24497 24499 24706 24710 24859 24860 24861 24862 25103 25328 25329 25330 25332 25332 25334 25335 25336 25338 25338 25624 25625 25626 25627 25629 25630 25847
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 Date Datum 2618281320202428283131116161644891215212627-
6-2006 1-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 9-2006 9-2006 9-2006 5-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006
3-10-2006
27697
Question no Vraag nr. 1075 1076 1077 1087 1093 1094 1096 1097 1098 1099 1100 1102 1103 1104 1105 1108 1109 1112 1113 1114 1115 1117 1118 1119 1121
Auteur Mw. Hilde Vautmans Gerolf Annemans Alfons Borginon Dylan Casaer Roel Deseyn Guido De Padt Mme Zoé Genot Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Willy Cortois Alfons Borginon Gerolf Annemans Koen T’Sijen Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Hilde Dierickx
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
25849 25849 25850 26743 26746 26747 26748 26749 26750 26750 26751 26751 26752 26752 26753 27185 27186 27189 27190 27192 27411 27541 27542
31- 1-2005 3- 2-2005 16- 2-2005 10- 3-2005 29- 3-2005 10- 5-2005 18- 5-2005 27- 5-2005 31- 5-2005 1- 6-2005 14- 6-2005 27- 7-2005 16- 8-2005 5- 9-2005 4-10-2005
629 636 645 692 711 788 794 805 812 814 838 891 903 910 944
6-10-2005
949
17-11-2005 9-12-2005 12-12-2005 9- 1-2006 11- 1-2006 10- 2-2006 10- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 14- 3-2006 28-11-2005 20- 3-2006 24- 3-2006 31- 3-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 9- 5-2006 11- 5-2006 22- 5-2006 4- 5-2006 12- 6-2006 31- 3-2006 12-12-2005
980 1031 1033 1052 1065 1138 1139 1161 1162 1184 1192 1194 1201 1211 1226 1235 1282 1288 1300 1315 1319 1322 1327
1315192126-
1329 1332 1336 1339 1341
27544 27709
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 6-11-2003 10-11-2003 20-11-2003 8- 1-2004 26- 1-2004 5- 5-2004 2- 6-2004 23- 9-2004 2-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 11- 1-2005 27- 1-2005
45 81 97 152 206 236 367 407 487 549 560 563 589 625
Geert Lambert Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Jean-Jacques Viseur Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet Geert Lambert Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
689 1694 1714 1944 2784 3225 5471 6134 7879 9487 9670 9957 10441 11087 2006
6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006
2007
Auteur Guido De Padt Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Guido De Padt Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mme Zoé Genot Dirk Van der Maelen David Geerts Jo Vandeurzen Mw. Frieda Van Themsche Mw. Marleen Govaerts Carl Devlies Mw. Maggie De Block Jean-Marc Nollet Guido Tastenhoye Gerolf Annemans Luk Van Biesen Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Carl Devlies Patrick Moriau Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Jean-Marc Nollet Melchior Wathelet Bart Laeremans Bart Tommelein Alfons Borginon Bart Tommelein Mw. Maggie De Block Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Carl Devlies Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters
Page Blz. 11087 11391 11725 12426 12876 14155 14159 14651 14658 14660 15163 16978 16990 16995 17680 17895 18788 19062 19064 20112 20121 21490 21491 21816 21817 22597 21820 22836 23030 23390 23697 24036 24503 24711 24864 25341 25344 25345 25347 25348 25633 25633 25636 25852
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27698
Date Datum 2626171819192525710-
Question no Vraag nr.
6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 6-2006 8-2006
1343 1344 1368 1370 1375 1377 1378 1379 1380 1385
11- 8-2006 11- 8-2006 16- 8-2006 23- 8-2006 24- 8-2006 28- 8-2006 12- 7-2006 7- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 8- 9-2006 11- 9-2006 11- 9-2006 15- 9-2006 21- 9-2006 26- 9-2006 28- 9-2006 28- 9-2006 28- 9-2006 29- 9-2006 29- 9-2006 3-10-2006 3-10-2006
1386 1387 1388 1389 1390 1391 1394 1396 1397 1398 1399 1400 1402 1403 1405 1407 1408 1410 1411 1412 1418 1419 1420 1421 1422 1423 1424 1425
Auteur Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Dirk Van der Maelen Roel Deseyn Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Annemie Turtelboom Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Carl Devlies Luc Sevenhans Carl Devlies Carl Devlies Mw. Hilde Vautmans Willy Cortois Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Koen T’Sijen Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Mw. Ingrid Meeus
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
25854 25855 26754 26758 26758 26759 26759 26760 26761
9-11-2004 10-11-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 26- 5-2005 12- 7-2005 28- 7-2005 20-10-2005 18- 4-2006 24- 5-2006
34 36 42 46 54 60 61 62 68 71 74 91 93
26763 26763 26765 26765 26766 26767 26768 27193 27193 27194 27195 27195 27196 27196 27197 27199 27201 27203 27204 27412 27544 27545 27709 27711 27712 27714 27714 27715 27716
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken Budget — Begroting
15-10-2004
31
Mme
Muriel Gerkens
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
8450 2006
Auteur Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Geert Lambert Olivier Maingain Guy D’haeseleer Bart Laeremans Mw. Marleen Govaerts
Page Blz. 8898 8898 10832 11093 13328 14160 14161 14662 15882 16999 18160 24358 24866
Protection de la consommation — Consumentenzaken
2426273116-
1-2006 1-2006 2-2006 3-2006 5-2006
173 175 185 198 201
16- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 15- 6-2006 24-10-2005 6- 9-2006 10-10-2006
202 203 204 211 215 222 223
Mw. Nathalie Muylle Mme Zoé Genot Bart Tommelein Mw. Greet Van Gool Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Trees Pieters Mw. Hilde Dierickx Jean-Marc Nollet Alfons Borginon Yvan Mayeur Luk Van Biesen Servais Verherstraeten
20492 20840 22136 23037 24715 24716 24867 24868 25637 26771 27207 27717
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 10- 3-2005 16- 3-2005 7- 4-2005
545 552 573
2118134-
595 625 649 677
4-2005 5-2005 6-2005 7-2005
9- 8-2005 2007
713
Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen T’Sijen Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Ortwin Depoortere
12459 12462 13176 13628 14185 15179 15679 17013
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
8- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 16- 9-2005 21- 9-2005 27- 9-2005 20-10-2005 29- 6-2005 17-11-2005
723 725 726 729 737 739 751 757 776
17-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 9-12-2005 19-12-2005 11- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 17- 1-2006 25- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006 8- 2-2006 8- 2-2006 20- 2-2006 27- 2-2006 28- 2-2006 28- 2-2006 3- 3-2006 10- 3-2006 14- 3-2006 20- 3-2006 22- 3-2006 22- 3-2006 27- 3-2006 28- 3-2006 31- 3-2006 3- 4-2006 5- 4-2006 7- 4-2006 18- 4-2006 18- 4-2006 21- 4-2006 24- 4-2006 2- 5-2006
779 796 806 820 827 855 860 861 864 867 883 887 888 891 892 904 915 916 917 921 925 927 934 940 941 948 953 956 958 960 965 971 972 980 991 999
27699
Auteur Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Bert Schoofs Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Guido De Padt Patrick Moriau Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Gerolf Annemans Mw. Ingrid Meeus Bart Tommelein Dylan Casaer Patrick Cocriamont Patrick De Groote Ortwin Depoortere Dirk Van der Maelen Guido De Padt Guido De Padt Patrick De Groote Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dirk Claes Guido De Padt Melchior Wathelet Dirk Van der Maelen Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Simonne Creyf Guido De Padt Bart Laeremans Bart Laeremans Mw. Nancy Caslo Gerolf Annemans Alfons Borginon Melchior Wathelet
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
17327 17328 17329 17333 17337 17691 18164 18386
3- 5-2006 5- 5-2006 5- 5-2006 5- 5-2006 10- 5-2006 16- 5-2006 18- 5-2006 29- 5-2006 29- 5-2006 12- 6-2006 12- 6-2006 16- 6-2006 22- 6-2006 14- 7-2006 19- 7-2006 25- 7-2006 2- 8-2006 7- 8-2006 16- 8-2006 18- 8-2006 23- 8-2006 24- 8-2006 4- 9-2006 4- 9-2006 7- 9-2006 13- 9-2006 9- 6-2006 21- 9-2006 26- 9-2006 2-10-2006 2-10-2006 3-10-2006 11-10-2006
1001 1003 1004 1005 1007 1010 1012 1023 1024 1029 1030 1037 1039 1059 1068 1073 1076 1079 1086 1089 1092 1093 1095 1096 1097 1100 1101 1102 1103 1106 1107 1108 1111
18810 18810 19070 19077 19085 19567 20130 20336 20337 20339 20340 20500 20845 20846 21037 21038 21827 22142 22143 22144 22448 22602 22603 22840 22844 22845 23042 23045 23395 23395 23397 23701 23703 23704 24043 24051 24360 2006
Auteur Bart Laeremans Patrick De Groote Jacques Germeaux Filip De Man Guido De Padt Mw. Hilde Claes Bert Schoofs Dirk Claes Paul Tant Olivier Maingain Bart Laeremans Mw. Ingrid Meeus Paul Tant Mme Marie Nagy Bart Laeremans Guido De Padt Filip De Man Carl Devlies Mw. Hilde Dierickx Stijn Bex Luc Sevenhans Francis Van den Eynde Roel Deseyn André Frédéric Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Ortwin Depoortere Gerolf Annemans Koen T’Sijen Miguel Chevalier Willy Cortois Mw. Ingrid Meeus Mme Jacqueline Galant
Page Blz. 24361 24509 24509 24510 24511 24717 24869 25105 25107 25354 25354 25642 25856 26774 26779 26782 26784 26785 26790 26791 26793 26794 27208 27209 27210 27212 27413 27546 27547 27718 27719 27719 27720
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 2716182252127-
7-2005 6-2006 7-2006 8-2006 9-2006 9-2006 9-2006
2007
258 358 370 380 383 384 385
Mw. Inga Verhaert Gerolf Annemans Miguel Chevalier Francis Van den Eynde Dirk Van der Maelen Mw. Hilde Dierickx Mme Marie Nagy
17017 25644 26795 26799 27213 27548 27549
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27700
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Date Datum
Ministre de la Défense
45 238 352 359 360 379 419
Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Koen T’Sijen Luc Sevenhans Luc Sevenhans
2359 14921 22147 22604 22605 23709 27214
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie
28-12-2004 7- 2-2005 8- 3-2005 25- 5-2005 26- 7-2005 5- 8-2005 8- 8-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 6-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 10- 3-2006 24- 1-2005
197 224 243 288 320 328 330 338 339 349 362 363 429 433
18- 4-2006 25- 7-2006 31- 7-2006 4- 9-2006 5-10-2006 10-10-2006
459 485 489 491 504 505
Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mw. Trees Pieters Marc Verwilghen Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Servais Verherstraeten
10155 11403 12253 14432 17025 17029 17029 17341 17342 17895 18181 18182 22609 22847 24719 26806 26808 27214 27721 27722
15- 6-2005 29- 7-2005 30- 1-2006
153 181
Mw. Greta D’hondt Mme Muriel Gerkens Jean-Marc Nollet
25703 17032 20861
10-11-2004 1- 2-2005 25- 2-2005 21- 3-2005 31- 3-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 22- 4-2005 26- 4-2005 20-10-2005 25-10-2005 10-11-2005 20-12-2005 21-12-2005 17- 1-2006 18- 1-2006 27- 1-2006 27- 1-2006 30- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006 21- 3-2006 31- 3-2006 24- 5-2006
33 49 52 55 56 59 61 63 64 81 83 85 90 92 93 94 96 97 98 99 100 101 103 110
24- 7-2006 10- 8-2006 28- 8-2006
114 116 118
Guy D’haeseleer Koen T’Sijen Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Staf Neel Geert Lambert Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Stijn Bex Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Mw. Ingrid Meeus Jean-Marc Nollet Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Ortwin Depoortere Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mw. Ingrid Meeus Mw. Simonne Creyf
8928 11111 12070 12472 13012 13355 13356 13645 13646 18191 18192 18611 19593 19596 20351 20351 20862 20863 20864 20865 20865 22850 23406 24884 26818 26819 26821
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
Servais Verherstraeten 18189 Melchior Wathelet 26810
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
58 61 67
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
E´nergie — Energie
25-10-2005 20- 7-2006
Auteur
Page Blz.
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
Minister van Landsverdediging 16-12-2003 8- 6-2005 28- 2-2006 9- 3-2006 9- 3-2006 7- 4-2006 11- 9-2006
Question no Vraag nr.
2006
21- 8-2003 6-10-2003 2007
14 25
Jan Mortelmans Gerolf Annemans
253 778
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 11- 6-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 4-10-2004
41 83 84 87 122 153 159 167
8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 19-10-2004 30-11-2004 9-12-2004
173 174 175 182 206 212
10-12-2004 22- 3-2005 24- 3-2005 21- 4-2005 13- 5-2005
221 275 279 299 316
20- 6-2005 29- 6-2005 27- 7-2005 29- 8-2005 31- 8-2005 23- 9-2005 24-10-2005 25-10-2005 14-11-2005
328 334 344 349 350 357 363 365 373
14-11-2005
375
29-12-2005
405
18- 1-2006
407
2- 2-2006 20- 2-2006
418 429
21- 2-2006 24- 2-2006 2- 3-2006
431 435 439
6- 3-2006 9- 3-2006 10- 3-2006
440 441 444
27701
Auteur Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Willy Cortois Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hendrik Daems Patrick De Groote Mw. Annemie Turtelboom Jo Vandeurzen Carl Devlies Mw. Maggie De Block David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mme Marie Nagy Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Koen Bultinck Mw. Sabien LahayeBattheu Francis Van den Eynde Mw. Maggie De Block Luc Goutry
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 1523 4111 4114 4282 6324 7718 7721 8135 8252 8253 8253 8469 9519 9695 9700 17977 12888 13647 14198 15428 15696 17038 17042 17043 17700 18194 18196 18616 18618 19601 20353 21045 21837 21838 22151 22454 22455 22611 22613 2006
Date Datum
Question no Vraag nr.
14- 3-2006 17- 3-2006 24- 3-2006
448 451 454
8- 3-2006 7- 4-2006
460 463
18269112223667-
4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 4-2006
464 468 475 477 480 482 487 488 489
3- 5-2006 13- 6-2006
490 493
20- 6-2006
495
27- 6-2006
496
1717171718191910-
505 506 507 508 509 510 511 512
7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006
23- 8-2006 17- 7-2006 3- 8-2006
513 516 517
21- 9-2006
518
26- 9-2006 28- 9-2006 29- 9-2006 10-10-2006 10-11-2006
519 520 521 522 540
Auteur Koen Bultinck Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Bert Schoofs Mw. Greet Van Gool Mw. Hilde Dierickx Benoıˆt Drèze Jean-Marc Nollet Mw. Karin Jiroflée Jean-Jacques Viseur Jean-Jacques Viseur Mw. Annemie Turtelboom Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Filip Anthuenis Filip Anthuenis Filip Anthuenis Mw. Trees Pieters Luk Van Biesen Guy D’haeseleer David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Luc Sevenhans Mw. Martine Taelman Mw. Annemie Turtelboom Mw. Yolande Avontroodt Patrick De Groote Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt
Page Blz. 22616 22852 23054 23409 23710 23711 24062 24519 24720 24885 24886 25359 25360 25360 25361 25364 25651 25861 26822 26823 26824 26825 26827 26828 26828 26829 26830 27221 27415 27551 27551 27723 27724 27725 27726
Santé publique — Volksgezondheid
21-10-2003 2007
44
Guy D’haeseleer
1123
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27702
Date Datum
Question no Vraag nr.
29-10-2003 16- 3-2004 9- 6-2004
66 141 223
24- 6-2004
234
9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 13- 8-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 10- 1-2005 24- 1-2005 14- 4-2005
243 246 247 265 277 278 295 318 321 372 385 445
2- 5-2005 9- 5-2005
462 467
31- 5-2005 6- 6-2005 6- 6-2005 4519288-
7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 8-2005
5- 9-2005 13- 9-2005 7-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 10-11-2005 14-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005
479 483 484 504 506 515 527 530 541 546 561 563 564 578 580 587 594 601
30-11-2005 5-12-2005
602 605
14-12-2005
610
Auteur Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guido De Padt Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mme Dominique Tilmans Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Mw. Katrien Schryvers Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Mw. Inga Verhaert Mw. Marleen Govaerts Mw. Hilde Vautmans Luk Van Biesen Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Mw. Hilde Dierickx Geert Lambert Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nancy Caslo Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 2099 4438 6153 6652 6772 7239 7240 7251 7435 7529 8140 8681 8684 10451 10855 13366 13943 14201 14703 14935 14936 15703 15705 15917 17047 17050 17056 17352 17903 18197 18197 18624 18625 19125 19129 19134 19135 19137 19139 2006
Date Datum
Question no Vraag nr.
20-12-2005 28-12-2005
612 621
5- 1-2006 11- 1-2006
624 628
131318232426302-
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006
635 636 644 648 652 658 661 667
1014141420-
2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006
679 680 681 682 685
212491721272127281518182310612-
2-2006 2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006 4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006
688 697 708 718 719 723 735 738 741 749 754 757 763 766 772 774
13152214171820194-
6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 6-2006 8-2006
2007
775 776 781 799 800 801 805 808 811
Auteur Mme Muriel Gerkens Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nathalie Muylle Daniel Bacquelaine Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck Koen Bultinck Mw. Nathalie Muylle Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Alfons Borginon Guido De Padt Ortwin Depoortere Ortwin Depoortere Mw. Marleen Govaerts Koen Bultinck Joseph Arens Jo Vandeurzen Koen Bultinck Ortwin Depoortere Jo Vandeurzen Jacques Germeaux Mw. Nathalie Muylle Paul Tant Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Roel Deseyn Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Koen Bultinck Patrick De Groote Miguel Chevalier Miguel Chevalier Paul Tant Mw. Annemie Turtelboom
Page Blz. 19601 19607 20143 20144 20357 20357 20364 20511 20513 20868 20870 21048 21510 21511 21512 21513 21841 21843 22154 22618 22853 22854 23058 24064 24369 24370 24722 24888 24889 24892 24895 25370 25371 25372 25651 25863 26831 26832 26832 26835 26836 26840
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 Date Datum
Question no Vraag nr.
28- 8-2006 4- 9-2006 4- 9-2006
818 820 821
4556666-
9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006
822 823 825 826 827 828 829
7- 9-2006
830
7- 9-2006 21- 9-2006 28- 9-2006 29- 9-2006 2-10-2006 3-10-2006 4-10-2006 4-10-2006 5-10-2006
831 832 833 834 835 836 837 838 839
27703
Auteur Mw. Nathalie Muylle François Bellot Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Geert Versnick Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Mw. Sabien LahayeBattheu Patrick De Groote Filip Anthuenis Miguel Chevalier Miguel Chevalier Daniel Bacquelaine Roel Deseyn Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Mw. Sabien LahayeBattheu
Page Blz. 26844 27222 27223 27223 27224 27225 27226 27227 27227
21181019-
3-2006 7-2006 7-2006 7-2006
27731
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Mw. Trees Pieters Jean-Marc Nollet
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
31- 3-2004 23- 2-2005 8- 3-2005
37 100 102
4-11-2005 14-11-2005 8- 9-2005 19- 4-2006 7- 6-2006
155 160 162 196 213
12- 6-2006 26- 6-2006
214 220
27731 27733
23- 1-2006
89
13- 3-2006
96
22- 5-2006 24- 5-2006
103 104
13- 6-2006 18- 8-2006 18- 8-2006 18- 8-2006 18- 8-2006 18- 8-2006 18- 8-2006 23- 8-2006 2-10-2006
107 108 109 111 113 116 120 122 123
Agriculture — Landbouw
11-10-2006
96
Dirk Claes
27734
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 17-12-2004 1- 2-2005 4- 7-2005
49 62 91
Gerolf Annemans Koen T’Sijen Filip De Man
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
22856 26844 26845 26847
Mw. Annelies Storms David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx Koen T’Sijen Filip De Man Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Hagen Goyvaerts Walter Muls
4736 11770 12264 18409 18628 18631 23716 25372 25373 26851
Gelijke Kansen — E´galité des chances
Classes moyennes — Middenstand
141 142
Ortwin Depoortere Miguel Chevalier Staf Neel Mw. Nathalie Muylle
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Minister van Middenstand en Landbouw
28- 9-2006 3-10-2006
115 124 125 127
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
27228 27228 27229 27552 27727 27727 27728 27729 27730 27730
Question no Vraag nr.
Date Datum
9987 11126 15712 2006
2007
Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luc Sevenhans Mw. Annemie Turtelboom
20520 22625 24900 24901 25375 26852 26853 26854 26855 26856 26859 26860 27735
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27704
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 29-11-2004 28-12-2004 29-12-2004 11- 4-2005 12- 4-2005
182 198 201 242 246
28681013-
4-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005
266 294 296 303 305
26- 7-2005
330
29- 7-2005
339
22- 8-2005 5- 9-2005 23- 9-2005 7-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 20-10-2005
342 349 362 373 374 376 379
20-10-2005
382
14-11-2005 14-11-2005 21-11-2005 12- 1-2006 20- 1-2006 23- 1-2006 23- 1-2006 24- 1-2006 1- 2-2006 13- 2-2006 22- 2-2006 22- 3-2006 20- 3-2006 7- 4-2006 19- 4-2006 24- 4-2006 8- 5-2006 8- 5-2006
396 397 400 418 424 426 427 428 434 436 441 450 452 456 461 463 467 468
Roel Deseyn Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Ludo Van Campenhout Mw. Hilde Dierickx André Frédéric Stijn Bex Patrick De Groote Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Mw. Frieda Van Themsche Jef Van den Bergh Melchior Wathelet Mw. Simonne Creyf Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Filip De Man Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Véronique Ghenne Bart Tommelein Dylan Casaer Ortwin Depoortere Guido De Padt Guido De Padt Willy Cortois Jan Peeters Hendrik Bogaert Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Guido De Padt Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Guido De Padt Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Claes Dylan Casaer Dylan Casaer
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
9548 10165 10166 13194 13198 13950 14955 14956 15195 15198 17077 17083 17085 17090 17708 17907 18212 18214 18216 18218 18633 18634 18840 20365 20521 20522 20523 24074 20888 21515 21853 22860 23060 23717 23722 24077 24525 24527 2006
Date Datum
Question no Vraag nr.
7- 4-2006
472
22- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 23- 5-2006 23- 5-2006 23- 5-2006 9- 6-2006 9- 6-2006 15- 6-2006 15- 6-2006 15- 6-2006 16- 6-2006 24- 4-2006 26- 6-2006 24- 7-2006 24- 7-2006 2- 5-2006 28- 7-2006 8- 8-2006 16- 8-2006 16- 8-2006 23- 8-2006 7- 9-2006 21- 9-2006 26- 9-2006 26- 9-2006 3-10-2006
474 475 476 477 478 479 480 481 482 486 487 489 490 491 492 493 494 504 505 506 507 508 509 510 512 513 515 516 517 518
Auteur Mme Alisson De Clercq Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jean-Marc Nollet Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Guido De Padt Charles Michel Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Guido De Padt Jef Van den Bergh Guido De Padt Mme Marie Nagy Dirk Claes Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Luc Sevenhans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt
Page Blz. 24727 24901 24902 24902 24903 24903 24904 24904 24905 24905 25377 25378 25657 25658 25659 25659 25866 25867 26860 26862 26862 26863 26864 26865 26866 26867 27229 27554 27554 27555 27736
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu
25-10-2005 10-11-2005 5-12-2005 20- 1-2006 1- 6-2006 8- 5-2006 2007
78 80 85 89 99 101
Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Nathalie Muylle Mme Muriel Gerkens
18223 18635 19163 20524 25379 25381
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 Date Datum
27705
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Pensions — Pensioenen
9-12-2004 14-12-2005 3- 2-2006
65 140 147
12- 6-2006 16- 6-2006 14- 7-2006 23- 8-2006 15- 9-2006 2-10-2006
167 168 174 175 178 179
6-10-2006
180
24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004 15-12-2004 13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005 161622313127323626-
3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 5-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
5- 9-2005 15- 9-2005 27- 9-2005 28- 9-2005
Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Dylan Casaer Luc Sevenhans Jean-Pol Henry Mw. Annemie Turtelboom Jean-Marc Nollet
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 89 Mw. Greet Van Gool 90 Mw. Greet Van Gool 109 Roel Deseyn 127 Mme Marie Nagy 138 Bart Laeremans 142 Ortwin Depoortere 167 Mw. Annemie Turtelboom 199 Mw. Annemie Turtelboom 215 Gerolf Annemans 237 Jo Vandeurzen 253 Mw. Sabien LahayeBattheu 257 Guy D’haeseleer 258 Guy D’haeseleer 266 Mw. Maggie De Block 272 Mw. Maggie De Block 274 Mw. Maggie De Block 306 Melchior Wathelet 311 Hagen Goyvaerts 322 Jean-Marc Nollet 331 Mme Muriel Gerkens 338 Mme Yolande Avondroodt 341 Mw. Annemie Turtelboom 344 Guido De Padt 348 Mw. Annemie Turtelboom 351
9729 19171 21057 25382 25660 26869 26870 27415 27737 27738
5975 5976 6776 7730 8149 8153 8687 9708 10602 11123
Question no Vraag nr.
20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 18-11-2005
357 364 369 370 378 382
18-11-2005 22-11-2005
384 388
28-11-2005 5-12-2005 9-12-2005
396 403 405
14-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 29-12-2005
407 411 413 416
91226131528-
430 435 442 453 454 463
1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006
2- 3-2006 7- 3-2006
12487 12489 12490 12495 13017 13019 14705 14939 15706 15710 17058 17061 17370 17715
Mw. Annemie Turtelboom 17717
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Date Datum
2006
7- 3-2006
468 470 471
13- 3-2006 13- 3-2006 23- 1-2006
476 477 479
21- 3-2006 22- 3-2006
481 484
4151824-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
519 531 534 539
30- 5-2006 2- 6-2006 21- 6-2006
542 544 563
2007
Auteur Guy D’haeseleer Philippe De Coene Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot François-Xavier de Donnea Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mme Zoé Genot Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom Mw. Marleen Govaerts Mw. Marleen Govaerts Luc Goutry Mw. Hilde Dierickx Mw. Annemie Turtelboom Mw. Nancy Caslo Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Marleen Govaerts Charles Michel Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom
Page Blz. 18226 18230 18418 18418 18638 18845 18847 18849 19174 19177 19178 19180 20255 19619 19621 20152 20374 20892 21518 21519 22165 22461 22462 22462 22627 22628 22865 22866 22868 24528 24729 24906 24911 25109 25383 25669
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27706
Date Datum
Question no Vraag nr.
21- 6-2006 18- 7-2006 19- 7-2006
565 578 580
20- 7-2006 20- 7-2006 3- 8-2006
582 583 590
81823247-
8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 9-2006
595 600 601 602 605
29- 9-2006 29- 9-2006
608 609
3-10-2006
611
3-10-2006
612
5-10-2006
613
Auteur Charles Michel Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Annemie Turtelboom Roel Deseyn Stijn Bex Luc Sevenhans Mw. Greta D’hondt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu
Page Blz. 25670 26872 26873 26873 26874 26876 26878 26880 26880 26881 27232 27739 27740 27741 27742 27742
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 7- 9-2004 4- 7-2005 22-11-2005 21-12-2005 22- 5-2006
15 48 53 59 68
Mme Muriel Gerkens Pieter De Crem Dirk Van der Maelen Mw. Nathalie Muylle Dirk Van der Maelen
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 13- 9-2006
95
Willy Cortois
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
27236 2006
Auteur
Page Blz.
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken E´conomie sociale — Sociale Economie
23- 8-2006 6- 9-2006 6- 9-2006 6- 9-2006 6- 9-2006 6- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 7- 9-2006 10-10-2006
67 69 70 71 72 73 75 76 77 78 79 80 81 82 84 85 87
Luc Sevenhans Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom
26884 27238 27238 27239 27239 27240 27241 27242 27242 27243 27243 27244 27245 27245 27247 27247 27743
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
7437 17720 18851 19622 24913
Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre
Question no Vraag nr.
Date Datum
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 121919302131-
4-2005 4-2005 4-2005 1-2006 3-2006 3-2006
2007
49 53 54 80 85 88
Mme Zoé Genot Mw. Karin Jiroflée Mw. Karin Jiroflée Jean-Marc Nollet Ortwin Depoortere Mw. Greet Van Gool
13199 13388 13389 20903 22869 23433
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 Date Datum
27707
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1- 7-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 15-10-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005 31- 1-2005 31- 1-2005
244 282 286 291 292 305 319 341 343 350 362 373 375 376 379 389 390 392 400 409 412 417 419 420
1918222225289910142124-
423 429 443 444 448 450 451 462 466 467 472 483 487
2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005
Filip De Man Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
6624 7414 7702 7881 7881 8110 8451 8901 8903 8908 9296 9498 9674 9675 9678 10150 10315 10443 10570 10574 10833 11094 11095 11096 11098 11397 11740 11741 11745 12053 12055 12243 12245 12443 12447 12453 12879 2006
Date Datum 14181821222610101011262781314232945-
Question no Vraag nr.
4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
499 507 509 515 516 519 528 529 530 541 555 556 595 603 606 608 615 618 621
6- 7-2005 26- 7-2005
623 641
26- 7-2005
642
26- 7-2005
643
27- 7-2005 28- 7-2005 7- 9-2005 8- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 6-10-2005 24-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 24-11-2005 2-12-2005 29- 7-2005 22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 10- 1-2006 19- 1-2006 23- 1-2006 25- 1-2006
647 650 658 661 671 672 694 712 721 723 756 768 775 789 793 802 813 829 835 839
2007
Auteur Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Roel Deseyn Stijn Bex Mw. Inga Verhaert Geert Lambert Olivier Maingain Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Olivier Maingain Olivier Maingain Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Bart Laeremans Guy D’haeseleer Bart Laeremans Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx
Page Blz. 13329 13332 13334 13623 13624 13627 14165 14165 14166 14173 14664 14664 14910 15173 15175 15658 15661 15663 15665 15666 17003 17004 17004 17006 17007 17009 17373 17380 17380 17909 18240 18421 18422 19193 19199 19203 19636 19639 19644 20159 20530 20534 20537
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27708
Date Datum
Question no Vraag nr.
2630131410212424293131510232324-
1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
841 844 862 866 901 920 924 927 931 937 938 940 966 976 978 980
24291016-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
982 987 988 989
3012121616191922262627272728-
5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006
990 997 1000 1002 1003 1007 1008 1015 1017 1018 1019 1020 1025 1027
Auteur Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Dierickx Jef Van den Bergh Hagen Goyvaerts Ortwin Depoortere Bart Laeremans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Mw. Martine Taelman Jean-Claude Maene Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Guido De Padt Bert Schoofs Mw. Annemie Turtelboom Jan Mortelmans Mme Anne Barzin Miguel Chevalier Geert Lambert Geert Lambert Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Roel Deseyn Francis Van den Eynde Mw. Ingrid Meeus Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 20904 20907 21521 21525 22631 22875 23067 23069 23072 23435 23436 23437 24531 24916 24918 24919 24920 25114 25115 25115 25116 25387 25390 25672 25673 25676 25676 25876 25877 25878 25878 25879 25881 25883
2006
Date Datum
Question no Vraag nr.
1819202020242426282-
7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006
1043 1045 1046 1047 1048 1049 1050 1051 1053 1054
17222323283044577718181926262627-
8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 8-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006
1055 1066 1068 1070 1072 1073 1075 1076 1077 1078 1079 1080 1082 1083 1084 1085 1086 1087 1088
3-10-2006 4-10-2006 11-10-2006 11-10-2006
1089 1090 1091 1092
2007
Auteur Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Mark Verhaegen Jef Van den Bergh Roel Deseyn Jan Peeters Roel Deseyn Ludo Van Campenhout Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luc Sevenhans Walter Muls Roel Deseyn Roel Deseyn Charles Michel Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman Mw. Ingrid Meeus Mw. Ingrid Meeus Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jef Van den Bergh Mw. Ingrid Meeus Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Dirk Claes Jef Van den Bergh
Page Blz. 26887 26887 26888 26889 26890 26891 26892 26892 26893 26894 26895 26901 26902 26904 26905 26906 27248 27249 27249 27250 27250 27251 27417 27418 27419 27556 27557 27558 27559 27744 27745 27745 27746
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27709
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eersteminister en minister van Justitie
DO 2005200608675
DO 2005200608675
Question no 1121 de Mme Hilde Dierickx du 3 octobre 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Incendie volontaire. — Services d’incendie. — Dégaˆts. L’incendie volontaire constitue un terrible phénomène et de tels actes sont généralement le fait de pyromanes. 1. A combien de reprises les services d’incendie ontils duˆ intervenir à la suite d’un incendie volontaire ?[d65] Pourriez-vous fournir les chiffres annuels à partir de 2003 ? 2. Quelle est l’ampleur des dégaˆts, exprimés en euros, constatés annuellement depuis 2003 à la suite : a) d’un incendie en général ; b) d’un incendie volontaire ?
Vraag nr. 1121 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie : Opzettelijke brandstichting. — Brandweerdiensten. — Schade. Opzettelijke brandstichting is een verschrikkelijk fenomeen.[d65] Meestal gaat het om pyromanen die tot deze daden overgaan. 1. Hoeveel keer zijn de brandweerdiensten moeten uitrukken voor een brand ten gevolge van opzettelijke brandstichting ?[d65] Graag jaarlijkse cijfers vanaf 2003. 2. Hoeveel schade, uitgedrukt in euro, wordt er sinds 2003 jaarlijks vastgesteld ten gevolge van : a) brand in het algemeen; b) opzettelijke brandstichting ?
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
DO 2005200608877
DO 2005200608877
Question no 1419 de Mme Trees Pieters du 28 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Taxations d’office en matière d’impoˆts directs. — Tracasseries administratives. — Caractère arbitraire. — Nullité. — Procédure. En vertu des dispositions de l’article 351, alinéa 1er, du Code des impoˆts sur les revenus (CIR) 1992, les
Vraag nr. 1419 van mevrouw Trees Pieters van 28 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Ambtshalve aanslagen inzake directe belastingen. — administratieve rompslomp. — Willekeur. — Nietigheid. — Procedure. Overeenkomstig de beschikkingen van artikel 351, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastin-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27710
administrations fiscales peuvent procéder à une taxation d’office dans cinq cas bien précis.
gen 1992 kunnen belastingadministraties in vijf welbepaalde gevallen een ambtshalve aanslag vestigen.
Cependant, les questions pratiques et générales suivantes se posent.
Ter zake rijzen thans de volgende algemene praktische vragen.
1. S’agit-il désormais d’une obligation légale pour les agents taxateurs dans chacun de ces cinq cas ?
1. Is dit voor de taxatieambtenaren voortaan in elk van die vijf gevallen een wettelijke verplichting ?
2. Dans quelle mesure les administrations doiventelles faire preuve de souplesse, d’équité et d’ouverture d’esprit lorsque des livres, documents et registres n’ont pas été présentés au sens de l’article 315 du CIR 1992 ou lorsque les renseignements demandés par écrit en vertu de l’article 316 du CIR 1992 n’ont pas été ou n’ont pu être fournis entièrement et dans le délai, par exemple en ce qui concerne des factures délivrées pour la livraison de combustibles ou un ordre de paiement manuel établi en un seul exemplaire et remis pour exécution aux banques ?
2. Welke soepele, billijke en breeddenkende houding moeten de administraties aannemen wanneer boeken, bescheiden en registers niet werden overgelegd in de zin van artikel 315 WIB 1992 of wanneer de bij artikel 316 WIB 1992 gestelde schriftelijke vragen niet tijdig en volledig werden en zelfs konden worden verstrekt, zoals bijvoorbeeld het vragen van afrekeningen voor het tanken van brandstof en een exemplaar van de slechts in enkelvoud opgestelde en aan de banken ter uitvoering afgegeven manuele betalingsopdracht ?
3. a) Les administrations fiscales considèrent-elles que dans tous les cas et dans tous les exemples mentionnés plus haut, il y a toujours « obligation » de recourir à la taxation d’office, de sorte que la charge de la preuve est automatiquement renversée et que, pour plus de facilité, elle repose entièrement sur le contribuable (cf. article 352 du CIR 1992) ?
3. a) Zijn de belastingadministraties van oordeel dat er in alle voornoemde gevallen en voorbeelden steeds gebruik « moet » worden gemaakt van die ambtshalve procedure zodat de bewijslast daarenboven meteen wordt omgekeerd en gemakshalve volledig op de schouders van de belastingplichtige wordt gelegd (cf. artikel 352 WIB 1992) ?
b) Peut-il ou doit-il être procédé à une taxation d’office lorsqu’il n’est répondu que partiellement à des demandes inspirées par un zèle excessif et/ou lorsqu’il est répondu de manière incomplète ou sommaire à des questions absurdes portant sur des montants et sur des dossiers insignifiants, que les contribuables perçoivent comme étant déraisonnables ou relevant même du harcèlement pur et simple ?
b) Kan of moet een ambtshalve aanslag worden gevestigd om reden van gedeeltelijk onbeantwoorde overijverige vraagstellingen en/of omwille van onvolledige of beknopte antwoorden op onmogelijke vragen over onbenullige bedragen en zaken die door de belastingplichtigen veeleer worden aangevoeld als onbehoorlijk of zelfs als pure plagerijen ?
c) Pareilles taxations d’office doivent-elles être qualifiées de « déraisonnables » et « d’arbitraires » et convient-il dès lors de les considérer comme nulles au cours de la phase de réclamation ? Dans la négative, pourquoi ?
c) Moeten dergelijke ambtshalve aanslagen als onbehoorlijk en willekeurig worden bestempeld en daardoor in fase van bezwaar geheel nietig worden verklaard en zo neen, waarom telkens niet ?
4. L’administration considère-t-elle que les fonctionnaires examinateurs :
4. Is de administratie van oordeel dat de onderzoekende ambtenaren :
a) doivent agir en toute circonstance avec le discernement et le bon sens économique requis ?
a) steeds met het nodige doorzicht en met gezond economisch verstand moeten handelen;
b) doivent veiller à user seulement de manière réfléchie et modérée de la compétence qui leur est octroyée[d65] (cf. : Doc. Parl. Sénat, 1961-1962, no366, p. 292) ?
b) er zorg moeten voor dragen slechts een goed overwogen en gematigd gebruik te maken van de hen verleende bevoegdheid (zie : Parl. st., Senaat, 19611962, nr. 366, blz. 292);
c) ne peuvent en aucun cas exiger des contribuables des recherches tellement superflues ou irréalistes et un travail administratif à ce point important qu’ils entraıˆneraient une perte de temps déraisonnable et un couˆt élevé (cf. : Annales parlementaires, Chambre, 15 juin 1962, p. 85) ?
c) dat het niet aanvaardbaar is dat ze zulke overtollige of onmogelijke opzoekingen en zoveel administratief werk zouden vragen dat ze voor de belastingplichtige ongehoord tijdverlies en hoge kosten zouden meebrengen (zie : Parlementaire handelingen, Kamer, 15 juni 1962, blz. 85);
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27711
d) peuvent ou doivent exiger une preuve négative et/ ou impossible ?
d) een negatief en/of een onmogelijk bewijs mogen of moeten eisen;
e) peuvent procéder à pareilles taxations d’office arbitraires ou frappées de nullité ?
e) zo’n willekeurige en/of nietige ambtshalve aanslagen mogen teweegbrengen ?
5. Pouvez-vous me faire part, point par point, de votre approche générale actuelle, aussi bien théorique que pratique, ainsi que de votre commentaire administratif, à la lumière tant des dispositions des articles 49, 318 et 351 à 352bis du CIR 1992 que dans le cadre d’une administration fiscale performante et correcte ainsi que de la nouvelle culture administrative fiscale et conviviale « Coperfin »,[d65] annoncée dans les médias financiers par le président du Comité de direction du SPF Finances ?
5. Kunt u punt per punt uw huidige « algemene » ziens- en handelwijze en administratieve commentaar meedelen zowel in het licht van de beschikkingen van de artikelen 49, 318 en 351 tot 352bis WIB 1992 als in het kader van zowel een performant en behoorlijk fiscaal bestuur en van de in de financie¨le pers door de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Financie¨n gepropageerde nieuwe fiscale en klantvriendelijke Coperfinbestuurscultuur ?
DO 2005200608878
DO 2005200608878
Question no 1420 de Mme Trees Pieters du 28 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1420 van mevrouw Trees Pieters van 28 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Traitement de réclamations importantes dans le cadre de la nouvelle procédure fiscale. — Mise à jour du commentaire administratif. — Enquête personnelle sur place par les directeurs régionaux. — Nouvelle charte pour une administration à l’écoute des usagers. — Management de la performance.
Afhandeling van belangrijke bezwaarschriften in de nieuwe fiscale procedure. — Bijwerking van de administratieve commentaar. — Persoonlijk onderzoek ter plaatse door de gewestelijk directeurs.
Dans la réponse du 21 avril 2006 à ma question no 512 du 19 octobre 2004 (voir : Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 118, p. 22890), il est notamment indiqué que le commentaire administratif relatif à l’article 374 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 sera actualisé et que le numéro 374/16 est obsolète.
— Nieuw handvest voor een klantvriendelijke overheid. — Performantiemanagement. Als reactie op mijn vraag nr. 512 van 19 oktober 2004 (zie : Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 118, blz. 22890) werd op 21 april 2006 onder meer geantwoord dat de administratieve commentaar op artikel 374 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan een actualisering toe is en dat het nr. 374/16 voorbijgestreefd is.
1. Dans quel délai raisonnable le commentaire administratif relatif aux articles 366 à 376quater inclus du Code des impoˆts sur les revenus 1992 sera-t-il complètement mis à jour sur Fisconet et quand les dispositions obsolètes du numéro 374/16 seront-elles correctement adaptées à celles de l’article 31 de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale ?
1. Binnen welke redelijke termijn zal de administratieve commentaar op de artikelen 366 tot en met 376quater van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op Fisconet nu volledig worden geactualiseerd en inzonderheid het oude nr. 374/16 correct worden aangepast aan de beschikkingen van artikel 31 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting[d65] van fiscale geschillen ?
2. a) Quel est actuellement le roˆle précis du directeur régional des contributions directes dans les cas mentionnés dans le commentaire obsolète no 374/ 16 ?
2. a) Wat is thans dan wel de precieze en huidige taak van de gewestelijk directeur der directe belastingen in de gevallen waarvan sprake in die zogezegde achterhaalde commentaar nr. 374/16 ?
b) Que prévoira le commentaire administratif mis à jour en ce qui concerne le traitement de réclamations importantes, l’enquête personnelle sur place
b) Hoe zal de oppuntgestelde administratieve commentaar voortaan luiden wat betreft de afhandeling van belangrijke bezwaarschriften en het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27712
et la collaboration de l’ensemble des directeurs régionaux responsables ?
persoonlijk onderzoek ter plaatse en de medewerking van alle verantwoordelijke gewestelijk directeurs ?
3. De quel roˆle responsable et impartial et de quelles compétences et taˆches les directeurs régionaux rattachés aux services de contributions classiques, aux centres de controˆle et aux Inspections spéciales des impoˆts sont-ils investis à ce jour en vue de prévenir au maximum tout litige judiciaire et toute surcharge des juridictions compétentes ?
3. Wat zijn op vandaag zowel de huidige verantwoordelijke en onpartijdige rol, de bevoegdheden als de actuele opdrachten van de gewestelijk directeurs verbonden aan de klassieke belastingdiensten, de controlecentra en aan de Bijzondere Belastinginspecties ter maximale vermijding van gerechtelijke betwistingen en overbelasting van de bevoegde rechtsinstanties ?
4. Pourriez-vous exposer point par point votre nouvelle approche et votre commentaire administratif actualisé à la lumière des dispositions des articles 366 à 376quater CIR 1992, dans le cadre d’une administration fiscale performante et correcte et par analogie notamment avec les numéros 3, 8 et 13 de la Charte pour une administration à l’écoute des usagers, approuvée par le Conseil des ministres et conclue le 22 juin 2006 par le secrétaire d’Etat à la Simplification administrative et le ministre de la Fonction publique (voir : http :/www.kafka.be; Kafka-Infolettre no 30) ?
4. Kunt u punt per punt uw nieuwe ziens- en handelwijze en uw bijgewerkte administratieve commentaar meedelen in het licht van de beschikkingen van de artikelen 366 tot 376quater WIB 1992 als in het kader van zowel een performant en behoorlijk fiscaal bestuur en als bij analogie van onder meer de nrs. 3, 8 en 13 van het door de Ministerraad goedgekeurd Charter voor een klantvriendelijke overheid op datum van 22 juni 2006 overeengekomen door de staatssecretaris voor administratieve Vereenvoudiging en de minister van Ambtenarenzaken (zie : http :/ www.kafka.be; Kafka-Nieuwsbrief nr. 30) ?
DO 2005200608879
DO 2005200608879
Question no 1421 de Mme Trees Pieters du 28 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1421 van mevrouw Trees Pieters van 28 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Statut social des coureurs motocyclistes et cyclistes. — Conséquences sociales de la double qualification fiscale des revenus professionnels nets des sportifs rémunérés. — Frais professionnels. — Déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
Sociaal statuut van motorrenners en wielrenners. — Sociale gevolgen van de dubbele fiscale kwalificering van de netto beroepsinkomsten van betaalde sportbeoefenaars. — Beroepskosten. — Woonwerkverkeer.
En vertu des nos 23/291 et 23/292 du Commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (en abrégé CIR 1992), les revenus des coureurs motocyclistes professionnels et des coureurs cyclistes sur route et sur piste de la catégorie des élites belges détenteurs d’une licence semblent devoir être classés, du point de vue du droit fiscal, sous deux catégories d’impoˆts différentes, d’une part, comme revenus professionnels d’employés avec un contrat de travail visés aux articles 30, 1o, et 31 du CIR 1992 et, d’autre part, comme profits d’occupations lucratives visés aux articles 23, § 1, 2o, et 27 du CIR 1992.
Luidens de nrs. 23/291 en 23/292 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (afgekort WIB 1992) moeten de inkomsten van Belgische beroepsmotorrenners en van weg- en baanelitewielrennners met vergunning uit fiscaalrechtelijk oogpunt blijkbaar worden gerangschikt onder twee verschillende belastingcategoriee¨n, enerzijds als beroepsinkomsten van bedienden met een arbeidsovereenkomst waarvan sprake in de artikelen 30, 1o en 31 WIB 1992, en, anderzijds als baten van winstgevende bezigheden waarvan sprake in de artikelen 23, § 1, 2o en 27 WIB 1992. Ter zake rijzen voor elk van die Belgische beroepssporters de volgende algemene en fiscale vragen.
Les questions générales et fiscales suivantes se posent pour chacun de ces sportifs professionnels belges.
1. In welke mate zijn al hun Belgische en buitenlandse belastbare beroepsinkomsten (vaste salarissen, startgelden,
1. Dans quelle mesure leurs revenus professionnels imposables belges et étrangers (salaires fixes, primes
onkostenvergoedingen, prijzen en winstpremies en voornoemde « fiscale baten » van winstgevende sport-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27713
de départ, défraiements, prix et primes de victoire et « profits fiscaux » d’occupations lucratives susmentionnés) versés ou non contractuellement par l’intermédiaire de leurs fédérations sportives ou directement par les organisateurs et leurs sponsors, sont-ils soumis ou non simultanément à l’ONSS belge et/ou au statut social des travailleurs indépendants en qualité d’indépendant exerçant une activité à titre principal ou complémentaire ?
bezigheden) al dan niet contractueel uitbetaald via hun sportfederaties of rechtstreeks door de organisatoren en hun sponsors al dan niet tezelfdertijd onderworpen aan de Belgische RSZ en/of aan het sociaal statuut der zelfstandigen in de hoedanigheid van zelfstandige in hoofd- of in bijberoep ?
2. Les cotisations ONSS forfaitaires retenues sur leur rémunération mensuelle suffisent-elles en ce qui concerne l’obligation sociale unique, malgré cette double qualification fiscale, pour les deux catégories de revenus professionnels (rémunérations et profits) pour leur permettre de bénéficier[d65] en permanence des droits sociaux et d’être entièrement et parfaitement en règle avec la législation sociale ? ` quelles obligations sociales et de déclaration 3. A individuelles concernant leur situation personnelle et professionnelle ces deux catégories professionnelles de sportifs sont-elles soumises au regard de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants, des caisses d’assurance sociale agréées et de toutes les autres instances sociales ?
2. Of, volstaan als eenmalige sociale verplichting, ongeacht die dubbele fiscale kwalificering, voor beide soorten beroepsinkomsten (bezoldigingen en baten) de op hun maandwedde forfaitair ingehouden RSZbijdragen, zodat zij alle sociale rechten blijvend zouden kunnen genieten en volledig en perfect sociaal in regel zouden zijn ?
4. Dans quelle mesure les revenus professionnels nets (profits fiscaux) acquis à l’étranger qui, conformément aux conventions préventives de la double imposition, y ont été soumis au précompte professionnel forfaitaire libératoire, sont-ils[d65] éventuellement encore pris en considération pour l’établissement des cotisations sociales dues et de l’impoˆt des personnes physiques belge ?
dubbelbelastingverdragen aldaar aan een bevrijdende forfaitaire bedrijfsbelasting werden onderworpen, eventueel toch nog in aanmerking genomen voor de bepaling van de verschuldigde sociale bijdragen en van de Belgische personenbelasting ?
5. Selon quelles modalités les administrations fiscales échangent-elles ces revenus professionnels nets imposables belges et étrangers afin que cette double qualification fiscale (rémunérations et profits) n’entraıˆnejamais ultérieurement de problèmes sociaux pour ces sportifs professionnels ?
5. Op welke wijze worden die netto belastbare Belgische en buitenlandse beroepsinkomsten uitgewisseld door de belastingadministraties zodat die professionele sportbeoefenaars tengevolge van die dubbele fiscale kwalificering (wedden en baten) naderhand nooit sociale moeilijkheden zouden ondervinden ?
6. a) Ces sportifs professionnels peuvent-ils, dans le cadre de leurs déplacements du domicile au lieu de travail, à savoir les lieux de départ fixes des épreuves de motos et des courses cyclistes sur route et sur piste organisées chaque année, déduire leurs frais de voiture sur la base de la règle des 0,15 euro visée à l’article 66, §§ 4 et 5, du CIR 1992 ?
6. a) Mogen die beroepssporters voor hun woonwerkverkeer naar de jaarlijks terugkerende vaste startplaatsen van motorwedstrijden en weg- en baanwielerkoersen hun autokosten in rekening brengen aan de hand van de 0,15 euro-regel waarvan sprake in artikel 66, § 4 en 5, WIB 1992 ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
7. Pouvez-vous préciser vos méthode et point de vue « généraux », à la lumière des législations et des réglementation sociales actuellement en vigueur, visées notamment dans la loi du 24 février 1978 et dans le
7. Kunt u ter zake uw « algemene » ziens en handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende sociale wetgeving en reglementering waarvan onder meer sprake in de wet van 24 februari 1978 en
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Welke individuele sociale verplichtingen en meldingsplichten nopens hun persoonlijke en professionele situatie rusten er op die beide sportberoepscategoriee¨n ten opzichte van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, de erkende sociale verzekeringskassen en alle andere sociale instanties ? 4. In welke mate worden de in het buitenland behaalde netto beroepsinkomsten (fiscale baten), die ingevolge
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27714
statut social des travailleurs indépendants,[d65] ainsi que des dispositions légales inscrites aux articles 23, 27, 30, 31, 49, 66, 155 et, par analogie, aux articles 228 et 270 du CIR 1992 et des articles 16 ou 17 de la majorité des conventions internationales et bilatérales préventives de la double imposition ?
het sociaal statuut der zelfstandigen als van de wettelijke bepalingen van de artikelen 23, 27, 30, 31, 49, 66, 155 en bij analogie de artikelen 228 en 270 WIB 1992 en de artikelen 16 of 17 van het merendeel van internationale en bilaterale overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting ?
DO 2005200608881
DO 2005200608881
Question no 1422 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1422 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture.
Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
A ma question no 547 du 15 octobre 2002 (voir : Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 154, p. 19687) il a notamment été répondu le 29 janvier 2003 que le groupe de travail du Comité de gestion de l’Office national de sécurité sociale examinerait la notion de « rémunération » dans le cadre des problèmes fiscaux et sociaux relatifs aux primes de mobilité et au remboursement des frais de déplacement dans les entreprises du secteur de la construction et autres.
Als reactie op mijn vraag nr. 547 van 15 oktober 2002 (zie : Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 154, blz. 19687) werd op 29 januari 2003 onder meer geantwoord dat de werkgroep van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid het begrip « loon » nader zou onderzoeken in het kader van de toen opgeworpen fiscale en sociale problematiek inzake mobiliteitsvergoedingen en inzake de terugbetaling van alle mogelijke verplaatsingskosten bij bouwbedrijven en bij andere bedrijven.
1. a) Cette étude est-elle déjà terminée ?
1. a) Is dit sociaal onderzoek al bee¨indigd ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom nog steeds niet ?
2. Quels sont les résultats finaux et les recommandations de ce groupe de travail ?
2. Wat zijn de eindresultaten en de aanbevelingen van die RSZ-werkgroep ?
3. Quelles nouvelles dispositions légales et/ou réglementaires et quelles instructions administratives[d65] ont été édictées en la matière depuis le début de l’année 2003, tant sur le plan social que sur le plan fiscal ?
3. Welke nieuwe wettelijke en/of reglementaire bepalingen en administratieve onderrichtingen werden er sinds begin 2003 dienaangaande ondertussen zowel op sociaal als op fiscaal vlak reeds uitgevaardigd ?
4. Quand et de quelle manière la règle de l’imposabilité à raison de 50 % des primes de mobilité a-t-elle entre-temps été légalisée (voir principe constitutionnel de légalité) ?
4. Wanneer en op welke wijze werd de 50 %belastbaarheidregel van mobiliteitsvergoedingen inmiddels gelegaliseerd (cf. grondwettelijk legaliteitsbeginsel) ?
5. Pourriez-vous nous faire part de vos conceptions et méthodes générales actualisées, eu égard à la législation sociale actuellement en vigueur ainsi qu’aux dispositions des articles 30, 1o; 31; 49; 52, 3o et plus particulièrement de l’article 66, § 1 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui sont d’ordre public ?
5. Kunt u ter zake uw geactualiseerde algemene ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende sociale wetgeving als in het licht van de wettelijke bepalingen van de artikelen 30, 1o; 31; 49; 52, 3o en inzonderheid van artikel 66, § 1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die van openbare orde zijn ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27715
DO 2005200608882
DO 2005200608882
Question no 1423 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Avis de rectification. — Motivation. Il a été répondu à ma question no 953 du 12 mars 2002 (cf. Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 148, page 18766, et Bulletin des Contributions, no 836, page 1114) qu’en ce qui concerne la motivation de l’avis rectificatif, il n’est d’une part pas requis que cet avis[d65] fasse référence aux dispositions légales dont l’application est envisagée par le taxateur (Cass., 25 juin 1990, FJF, 1990, no 90/175, page 370), et que d’autre part, l’avis de rectification répond aux exigences de motivation, même s’il comporte une erreur, pour autant qu’il permette au contribuable d’apprécier le fondement du redressement (Cass., 26 mai 1995, Bull. 360, page 103). Dans ce contexte, les questions pratiques d’ordre général suivantes se posent. 1. Les principes exposés antérieurement et l’ancienne jurisprudence s’appliquent-ils également lorsque l’avis de rectification de la déclaration et la notification de la taxation d’office contiennent, sur un seul et même point de discussion, un ou plusieurs paradoxes et contradictions juridiques et/ou effectifs, et/ou invoquent parallèlement plusieurs éléments de preuve et différents articles, titres et chapitres du CIR 1992 à titre de justification ? 2. Dans quelle mesure les taxations (d’office ou non) et/ou décisions directoriales qui en résultent seront-elles à considérer, en tout ou en partie, comme arbitraires et/ou nulles ? 3. Pouvez-vous préciser votre position ainsi que vos méthodes générales actuelles, tant à la lumière des dispositions actuellement en vigueur des articles 339, 340, 346 et 375 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, de l’article 46 de la loi du 28 juillet 1992 et de l’article 90 de la loi du 6 juillet 1994, que dans le cadre des principes généraux de bonne administration, et notamment le principe de rigueur et le principe de légalité ?
Vraag nr. 1423 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Berichten van wijziging. — Motivering. Als reactie op mijn vraag nr. 953 van 12 maart 2002 (zie : Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 148, blz. 18766 en Bulletin der belastingen nr. 836, blz. 1114) werd enerzijds geantwoord dat met betrekking tot de motivering van een bericht het niet vereist is dat het bericht van wijziging melding maakt van de wettelijke bepalingen waarvan de toepassing wordt beoogd door de aanslagambtenaar (Cass., 25 juni 1990, FJF, 1990, nr. 90/175, blz. 370) en anderzijds gesteld dat het bericht van wijziging beantwoordt aan de motiveringsplicht, zelfs wanneer het een vergissing bevat, voor zover het de belastingplichtige in staat stelt de gegrondheid van de wijziging te beoordelen (Cass., 26 mei 1995, Bull. 360, blz. 112). Ter zake rijzen in dit gelijkaardige verband nog de volgende algemene praktische vragen. 1. Gelden die eerder uiteengezette principes en die oudere rechtspraak eveneens wanneer een bericht van wijziging van aangifte en een kennisgeving van aanslag van ambtswege over eenzelfde discussiepunt een of verscheidene juridische en/of feitelijke tegenstrijdigheden en paradoxen bevat en/of tezelfdertijd meerdere bewijsmiddelen en verschillende wetsartikelen, titels en hoofdstukken van het WIB 1992 als rechtvaardiging aanhaalt ? 2. In welke mate kunnen de daaropvolgende al dan niet ambtshalve aanslagen en/of directoriale beslissingen geheel of gedeeltelijk als willekeurig en/of als nietig worden bestempeld ? 3. Kunt u uw aanvullende en huidige algemene ziens- en handelwijze meedelen, zowel in het licht van de thans vigerende beschikkingen van de artikelen 339, 340, 346 en 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 46 van de wet van 28 juli 1992 en artikel 90 van de wet van 6 juli 1994 als in het kader van alle algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder inzonderheid het zorgvuldigheidsbeginsel en het legaliteitsbeginsel ?
DO 2005200608896
DO 2005200608896
Question no 1424 de M. Jean-Jacques Viseur du 3 octobre 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Les problèmes de parking à la Tour des Finances à Charleroi. Le problème du parking pour les agents de la Tour des Finances à Charleroi devient de plus en plus préoccupant.
Vraag nr. 1424 van de heer Jean-Jacques Viseur van 3 oktober 2006 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : De parkeerproblemen van het personeel van de Financietoren te Charleroi. De ambtenaren van de Financietoren te Charleroi krijgen hun wagen steeds moeilijker geparkeerd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27716
Il y a quelques années, les agents disposaient de plusieurs parkings en nombre suffisant pour répondre à leurs attentes.
Enkele jaren geleden konden ze hun wagen nog kwijt op verscheidene parkeerterreinen waar voldoende parkeerplaatsen aanwezig waren.
Aujourd’hui, seul le parking du CAE, rue Jean Monnet leur est accessible. Cela permet encore de répondre à leurs besoins, mais il semble que seuls les fonctionnaires de rang 13 et les agents amenés à utiliser leur véhicule à des fins professionnelles disposeraient encore de places de parking individuelles. Les autres agents ne pourraient même plus avoir accès à ce parking.
Vandaag kunnen ze alleen nog op het parkeerterrein van het CAE in de rue Jean Monnet terecht. Dat voldoet aan hun vraag, maar blijkbaar zijn er alleen nog individuele parkeerplaatsen voorhanden voor ambtenaren van graad 13 en personeelsleden die hun wagen voor beroepsdoeleinden gebruiken. De overige ambtenaren zouden zelfs geen toegang meer krijgen tot dat parkeerterrein.
Or, la situation du lieux rend difficile sinon impossible de parquer sa voiture. Recourir à des parkings privés payants constituerait en outre une charge tout à fait inadmissible pour les différents agents.
De ligging van het gebouw en de plaatselijke verkeerssituatie maken het echter moeilijk, zo niet onmogelijk voor de ambtenaren om hun wagen te parkeren. Het ware bovendien onaanvaardbaar hen voor een parkeerplaats op een privéterrein te doen betalen.
Quelles sont les mesures que vous envisagez prendre pour maintenir un nombre de parkings suffisants pour le personnel des Finances quitte à ce que le SPF loue des emplacements pour son personnel auprès des parkings privés situés à proximité de la Tour des Finances ?
Welke maatregelen overweegt u te nemen teneinde voldoende parkeerplaatsen voor het personeel van Financie¨n te behouden ? De FOD zou desnoods parkeerplaatsen voor zijn personeel op privéterreinen in de nabijheid van de Financietoren kunnen huren.
DO 2005200608897
DO 2005200608897
Question no 1425 de Mme Ingrid Meeus du 3 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1425 van mevrouw Ingrid Meeus van 3 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
SPF Finances. — Baˆtiments. — Amiante.
FOD Financie¨n. — Gebouwen. — Asbest.
Fin 1998, la Belgique a totalement interdit l’utilisation d’amiante. Or, bon nombre de gares et autres baˆtiments de la SNCB ont été construits avant 1998. Il n’est donc pas impensable qu’ils contiennent de l’amiante.
In Belgie¨ kwam eind 1998 een algemeen verbod op het gebruik van asbest. Heel wat gebouwen van de FOD Financie¨n in Belgie¨ zijn ouder dan 1998. Het is dus niet ondenkbeeldig dat er zich in deze gebouwen asbest bevindt.
1. a) La présence d’amiante dans les gares et autres baˆtiments de la SNCB a-t-elle fait l’objet d’une étude ?
1. a) Is er een studie gemaakt met betrekking tot de aanwezigheid van asbest in de gebouwen van de FOD Financie¨n ?
b) Dans l’affirmative, quelles sont les conclusions de cette étude ?
b) Zo ja, wat zijn de besluiten van die studie ?
2. Quelles gares et autres baˆtiments de la SNCB en Belgique contiennent encore de l’amiante aujourd’hui ?
2. In welke gebouwen van de FOD Financie¨n in Belgie¨ bevindt zich momenteel nog asbest ?
3. a) Cette présence d’amiante constitue-t-elle un danger pour la santé du personnel ?
3. a) Levert dit een gevaar op voor de gezondheid van de personeelsleden ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures sont prises pour remédier à cette situation ?
b) Zo ja, welke remedie¨rende maatregelen worden hiervoor genomen ?
4. a) Quelles mesures sont prises pour procéder le plus rapidement possible au désamiantage de ces baˆtiments ?
4. a) Welke maatregelen worden genomen teneinde deze asbest zo snel mogelijk te verwijderen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27717
b) Quel est l’échéancier prévu pour chacun des baˆtiments concernés ?
b) Wat is de planning per getroffen gebouw hiervoor ter zake ?
c) Quelle est l’échéance prévue pour le désamiantage complet de l’ensemble des baˆtiments ?
c) Welk tijdstip wordt vooropgesteld om alle asbest uit alle gebouwen te verwijderen ?
5. Quel est le couˆt estimatif global du désamiantage des gares et autres baˆtiments de la SNCB ?
5. Wat is de totale vooropgestelde kostprijs voor de verwijdering van het asbest uit de gebouwen van de FOD Financie¨n ?
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken
Protection de la consommation
Consumentenzaken
DO 2006200708912
DO 2006200708912
Question no 223 de M. Servais Verherstraeten du 10 octobre 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 223 van de heer Servais Verherstraeten van 10 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken :
Sursis de paiement demandé par un débiteur d’un crédit hypothécaire.
De aanvraag tot betalingsuitstel van een schuldenaar van een hypothecair krediet.
Il ressort de la réponse de la ministre de la Justice à ma question du 19 décembre 2005 qu’en ce qui concerne les crédits relevant du champ d’application de la loi du 4 aouˆt 1992, aucune dérogation à la procédure normale n’est accordée pour l’octroi d’un sursis de paiement, ce qui implique que la demande de facilités de paiement doit être faite par la voie d’une citation (question no 9372, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission de la Justice, COM 792, p. 10).
Uit het antwoord van de minister van Justitie op mijn vraag van 19[d65] december 2005 blijkt dat voor kredieten die onder het toepassingsgebied van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet vallen, er geen afwijking is van de gewone procedure bij het verlenen van betalingsuitstel, wat wil zeggen dat een verzoek tot het bekomen van betalingsfaciliteiten moet gebeuren bij dagvaarding (vraag nr. 9372, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Justitie, COM 792, blz. 10).
L’importance de la réponse à cette question dépasse la technique juridique. Pour les personnes en difficulté de paiement, le recours obligatoire à une citation représente un surcouˆt supplémentaire qui n’est peutêtre pas vraiment indispensable. Il s’agit en général de personnes qui se trouvent dans une situation financière précaire et qui doivent se garder de toute dépense supplémentaire. Il faudrait dès lors dégager une solution à la fois plus humaine sur le plan financier et plus cohérente sur le plan juridique.
Het antwoord op deze vraag is niet louter juridischtechnisch van belang. Voor mensen die betalingsmoeilijkheden kennen, betekent het verplicht gebruiken van een dagvaarding een supplementaire meerkost die misschien niet echt noodzakelijk is. Het gaat hier om mensen die het over het algemeen niet echt breed hebben en waarbij elke extra kost best te vermijden is. Een financieel meer humane én een juridisch meer sluitende oplossing is dan ook ten zeerste op zijn plaats.
La ministre de la Justice a indiqué qu’elle serait prête à se concerter avec vous et avec le ministre de l’E´conomie.
De minister van Justitie stelde dat zij mogelijk overleg zou plegen met u en met de minister van Economie.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27718
1. a) Une concertation a-t-elle eu lieu entre les ministres compétents de la Justice, de l’E´conomie et vousmême à propos de ce dossier ?
1. a) Heeft er een overleg omtrent dit dossier plaatsgevonden tussen de bevoegde ministers van Justitie, Economie en uzelf ?
b) Dans l’affirmative, quel en est le résultat ?
b) Zo ja, wat was het resultaat ?
c) Dans la négative, pourquoi une concertation n’a-telle pas eu lieu ?
c) Zo neen, waarom niet ?
2. a) Ne serait-il pas préférable que le débiteur d’un crédit hypothécaire puisse demander des facilités de paiement par le biais d’une simple requête plutoˆt que d’une citation ?
2. a) Zou het niet beter zijn om een verzoek tot het verkrijgen van betalingsfaciliteiten voor een schuldenaar van een hypothecair krediet te laten gebeuren via eenvoudig verzoek en dus niet langer via dagvaarding ?
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom wel of waarom niet ?
3. Envisagez-vous de prendre rapidement des mesures à cet égard ?
3. Overweegt u hieromtrent binnen korte tijd stappen te ondernemen ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2005200608467
DO 2005200608467
Question no 1106 de M. Miguel Chevalier du 2 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1106 van de heer Miguel Chevalier van 2 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Génocide au Rwanda. — Possible séjour en Belgique d’un meurtrier.
Rwanda genocide. — Mogelijk verblijf in Belgie¨ van een moordenaar.
Dans un nouveau rapport, l’organisation rwandaise African Rights avance que Jean-Damascène Rutiganda, probablement un des meurtriers les plus sanguinaires du génocide au Rwanda, pourrait bien se cacher en Belgique.
De Rwandese organisatie African Rights stelt in een nieuw rapport dat Jean-Damascène Rutiganda, vermoedelijk één van de wreedste moordenaars tijdens de Rwanda genocide, zich wellicht schuil houdt in Belgie¨.
African Rights se fonde sur des entretiens avec des survivants au Rwanda et sur des informations obtenues de la communauté rwandaise en Belgique pour aboutir à cette conclusion.
Tot deze conclusie komt African Rights na gesprekken met overlevenden in Rwanda en informatie uit de Rwandese gemeenschap in Belgie¨.
1. Disposez-vous de ces données de l’organisation African Rights, et y attache-t-on de la valeur ?
1. Beschikt u over de gegevens van de organisatie African Rights en wordt daar enige waarde aan gehecht ?
2. Disposez-vous de données suffisamment accablantes pour justifier la recherche active de JeanDamascène Rutiganda ?
2. Beschikt u over gegevens die voldoende bezwarend zijn om actief te zoeken naar Jean-Damascène Rutiganda ?
3. Disposez-vous de données qui permettent d’affirmer que Jean-Damascène Rutiganda se trouve actuellement en Belgique ou a séjourné dans notre pays ?
3. Beschikt u over gegevens die aantonen dat JeanDamascène Rutiganda op dit moment in Belgie¨ verblijft of dit in het verleden gedaan heeft ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27719
DO 2005200608887
DO 2005200608887
Question no 1107 de M. Willy Cortois du 2 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1107 van de heer Willy Cortois van 2 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Police. — Service d’appui aérien.
Politie. — De dienst Luchtsteun.
Depuis la réforme des polices, le service d’appui aérien vient en aide à la police locale et fédérale lors de catastrophes, etc.
Sinds de politiehervorming biedt de dienst Luchtsteun aan de lokale en federale politie ondersteuning bij rampen, onderzoekingen, bescherming, enzovoort.
1. Ou` ce service se situe-t-il dans l’organigramme de la police fédérale ?[d65]
1. Wat is de plaats van deze dienst in het organigram van de federale politie ?
2. Quelle est la description des taˆches précises de ce service ?
2. Hoe is de precieze taakomschrijving ?
3. a) De combien d’appareils le service dispose-t-il ? De quel type ? Certains de ces appareils sont-ils spécialement conçus pour l’exécution de missions spécifiques ?
3. a) Over hoeveel toestellen en van welke type beschikt de dienst en zijn sommige speciaal uitgerust voor specifieke opdrachten ?
b) Quelle est leur année de construction ? ` combien s’élève l’effectif total de ce service ? 4. A Quel en est le cadre et quel est le statut des pilotes dans ce cadre ?
b) Wat is hun bouwjaar ?
5. a) Combien de missions ont été effectuées en 2005 ?
5. a) Hoeveel opdrachten werden in 2005 uitgevoerd ?
b) Pouvez-vous préciser en détail la nature de chacune de ces missions et indiquer à la demande de qui elles ont été réalisées ?
b) Kan worden medegedeeld met omschrijving over welke opdracht het telkenmale ging en op wiens verzoek deze werd uitgevoerd ?
6. Des missions ont-elles également été effectuées à la demande d’autres autorités publiques ou à la demande d’entreprises privées ? Le cas échéant, comment sont-elles facturées ? [d65]
6. Werden ook opdrachten uitgevoerd op vraag van andere overheden of op vraag van private ondernemingen en hoe worden die gefactureerd ?
7. Des missions ont-elles également été effectuées à la demande d’instances étrangères ? Dans quel cadre ont-elle eu lieu ?
7. Werden ook opdrachten uitgevoerd op vraag van buitenlandse instanties en binnen welk kader gebeurden die ?
8. Ou` le service et ses appareils sont-ils hébergés et ces endroits font-ils l’objet de mesures de protections particulières ?
8. Waar zijn de toestelen en de dienst gelokaliseerd en bestaan er bijzondere beveiligingsmaatregelen voor deze locatie(s) ?
DO 2005200608900
DO 2005200608900
Question no 1108 de Mme Ingrid Meeus du 3 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1108 van mevrouw Ingrid Meeus van 3 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Anciennes casernes de gendarmerie et baˆtiments actuels de la police. — Amiante.
Voormalige rijkswachtkazernes en huidige politiegebouwen. — Asbest.
En Belgique, une interdiction générale d’utiliser de l’amiante a été décrétée fin 1998. Or la[d65] construc-
In Belgie¨ kwam eind 1998 een algemeen verbod op het gebruik van asbest. Heel wat voormalige rijks-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
4. Hoe groot is het totaal personeelsbestand, wat is het kader en wat is daarin het statuut van de piloten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27720
tion de nombreux baˆtiments du SPF Finances est antérieure à 1998. Aussi[d65] n’est-il pas inconcevable qu’ils contiennent de l’amiante.
wachtkazernes en/of huidige politiegebouwen in Belgie¨ zijn ouder dan 1998. Het is dus niet ondenkbeeldig dat er zich in deze gebouwen asbest bevindt.
1. a) Une étude portant sur la présence d’amiante dans les baˆtiments du SPF Finances a-t-elle été réalisée ?
1. a) Is er bij Binnenlandse Zaken een studie gemaakt over de aanwezigheid van asbest in de voormalige rijkswachtkazernes en/of huidige politiegebouwen ?
b) Dans l’affirmative, quelles en sont les conclusions ?
b) Zo ja, wat zijn de besluiten van deze studie ?
2. Dans quels baˆtiments du SPF Finances trouve-ton encore de l’amiante ?
2. In welke voormalige rijkswachtkazernes en/of huidige politiegebouwen in Belgie¨ bevindt zich momenteel nog asbest ?
3. a) Cette amiante présente-t-elle un danger pour la santé[d65] du personnel ?
3. a) Levert dit een gevaar op voor de gezondheid van de personeelsleden ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures prophylactiques comptez-vous prendre ?
b) Zo ja, welke remedie¨rende maatregelen worden hiervoor genomen ?
4. a) Quelles mesures comptez-vous prendre pour procéder aussi vite que possible à un désamiantage ?
4. a) Welke maatregelen worden genomen teneinde deze asbest zo snel mogelijk te verwijderen ?
b) Quel sera le calendrier par baˆtiment concerné ?
b) Wat is de planning per getroffen gebouw hiervoor ter zake ?
c) Quand tous les baˆtiments concernés devraient-ils être ientièrement désamiantés ?
c) Welk tijdstip wordt vooropgesteld om alle asbest uit alle gebouwen te verwijderen ?
5. Quel est le couˆt estimatif du désamiantage des baˆtiments du SPF Finances ?
5. Wat is de totale vooropgestelde kostprijs voor de verwijdering van het asbest uit de[d65] voormalige rijkswachtkazernes en/of huidige politiegebouwen ?
DO 2006200708920
DO 2006200708920
Question no 1111 de Mme Jacqueline Galant du 11 octobre 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1111 van mevrouw Jacqueline Galant van 11 oktober 2006 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Policiers. — Formations dispensées.
Politieagenten. — Opleidingen.
Se former dans le cadre de son travail est profitable à celui qui veut progresser dans ses taˆches quotidiennes.[d65] Si les formations dispensées au sein de la police sont appréciées par les policiers, il semble cependant que subsistent quelques disparités entre les policiers fédéraux et locaux.
Bijscholing in het kader van het werk is een goede zaak voor wie zijn vakbekwaamheid wil verhogen. De opleidingen die bij de politie worden verstrekt, worden zeker gewaardeerd door de politieagenten, maar naar verluidt zouden er nog een aantal discrepanties bestaan tussen de federale en lokale politie.
Ainsi, il m’a été rapporté que, suite au « Vésale bis », les membres du cadre de base des SER intégrés au moment de la réforme peuvent obtenir la qualité d’OPJ à leur demande après avoir suivi une formation.
Zo werd mij gemeld dat de personeelsleden van het basiskader van de SER’s die op het tijdstip van de hervorming geı¨ntegreerd waren, als gevolg van de operatie-« Vesalius bis » op hun verzoek de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toegekend kunnen krijgen, mits ze een opleiding gevolgd hebben.
Mais les membres du « Pilier Judiciaire Fédéral » qui n’étaient pas membre BSR au moment de la réforme,
De personeelsleden van de « federale gerechtelijke pijler » die op het tijdstip van de hervorming geen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27721
mais qui avaient été versés dans les SJA ont pu obtenir la qualité d’OPJ en suivant une formation accélérée, sans examens.
BOB-lid waren maar bij de GDA’s waren ingeschaald, konden de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie daarentegen verkrijgen na een versnelde opleiding en zonder examen te hoeven afleggen.
1. Pourquoi deux poids deux mesures entre le local et le fédéral ?
1. Vanwaar die ongelijkheid tussen lokale en federale politiediensten ?
2. Pourquoi soumettre les membres du SER à un examen et pas les fédéraux ?
2. Waarom moeten personeelsleden van een SER examen afleggen en federale agenten niet ?
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2005200608904
DO 2005200608904
Question no 504 de M. Roel Deseyn du 5 octobre 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 504 van de heer Roel Deseyn van 5 oktober 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Mesures techniques permettant les écoutes téléphoniques.
Het technisch mogelijk maken van tapping.
En vertu de l’article 127 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, le Roi fixe les mesures techniques et administratives qui sont imposées aux opérateurs ou aux utilisateurs finals en vue de permettre notamment les écoutes des communications privées.
Ter uitvoering van artikel 127 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie bepaalt de Koning de technische en administratieve maatregelen die aan operatoren of eindgebruikers kunnen worden opgelegd om tapping mogelijk te maken.
1. a) Quel est l’état d’avancement des arrêtés royaux à prendre en exécution de l’article 127 de la loi précitée du 13 juin 2005 ?
1. a) Hoever staat het met de in het licht van artikel 127 van voornoemde wet van 13 juni 2005 noodzakelijke koninklijke besluiten ?
b) Quand ces arrêtés royaux seront-ils publiés ?
b) Wanneer kunnen we deze koninklijke besluiten verwachten ?
2. Quelles sont les conséquences sur le terrain de cette absence d’arrêtés royaux ?
2. Welke gevolgen heeft het ontbreken van deze koninklijke besluiten op het terrein ?
3. a) Y a-t-il, à l’heure actuelle, des opérateurs sur le réseau desquels les écoutes ne sont pas possibles ou ne le sont que partiellement ?
3. a) Zijn er op dit moment operatoren waarvoor geen of slechts gedeeltelijke tapping mogelijk is ?
b) Dans l’affirmative, quels sont ces opérateurs, et quand sera-t-il remédié à cette situation ?
b) Zo ja, om welke operatoren gaat het en wanneer zal deze situatie zijn rechtgetrokken ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27722
DO 2006200708913
DO 2006200708913
Question no 505 de M. Servais Verherstraeten du 10 octobre 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 505 van de heer Servais Verherstraeten van 10 oktober 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Sursis de paiement demandé par un débiteur d’un crédit hypothécaire.
De aanvraag tot betalingsuitstel van een schuldenaar van een hypothecair krediet.
Il ressort de la réponse de la ministre de la Justice à ma question du 19 décembre 2005 qu’en ce qui concerne les crédits relevant du champ d’application de la loi du 4 aouˆt 1992, aucune dérogation à la procédure normale n’est accordée pour l’octroi d’un sursis de paiement, ce qui implique que la demande de facilités de paiement doit être faite par la voie d’une citation (question no 9372, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission de la Justice, COM 792, p. 10).
Uit het antwoord van de minister van Justitie op mijn vraag van 19 december 2005 blijkt dat voor kredieten die onder het toepassingsgebied van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet vallen, er geen afwijking is van de gewone procedure bij het verlenen van betalingsuitstel, wat wil zeggen dat een verzoek tot het bekomen van betalingsfaciliteiten moet gebeuren bij dagvaarding (vraag nr. 9372, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Justitie, COM 792, blz. 10).
L’importance de la réponse à cette question dépasse la technique juridique. Pour les personnes en difficulté de paiement, le recours obligatoire à une citation représente un surcouˆt supplémentaire qui n’est peutêtre pas vraiment indispensable. Il s’agit en général de personnes qui se trouvent dans une situation financière précaire et qui doivent se garder de toute dépense supplémentaire. Il faudrait dès lors dégager une solution à la fois plus humaine sur le plan financier et plus cohérente sur le plan juridique.
Het antwoord op deze vraag is niet louter juridischtechnisch van belang. Voor mensen die betalingsmoeilijkheden kennen, betekent het verplicht gebruiken van een dagvaarding een supplementaire meerkost die misschien niet echt noodzakelijk is. Het gaat hier om mensen die het over het algemeen niet echt breed hebben en waarbij elke extra kost best te vermijden is. Een financieel meer humane én een juridisch meer sluitende oplossing is dan ook ten zeerste op zijn plaats.
La ministre de la Justice a indiqué qu’elle serait prête à se concerter avec vous et avec la ministre de la Protection de la consommation.
De minister van Justitie stelde dat zij mogelijk overleg zou plegen met u en met de minister van Consumentenzaken.
1. a) Une concertation a-t-elle eu lieu entre les ministres compétentes de la Justice, de la Protection de la consommation et vous-même à propos de ce dossier ?
1. a) Heeft er een overleg omtrent dit dossier plaatsgevonden tussen de bevoegde ministers van Justitie, Consumentenzaken en uzelf ?
b) Dans l’affirmative, quel en est le résultat ?
b) Zo ja, wat was het resultaat ?
c) Dans la négative, pourquoi une concertation n’a-telle pas eu lieu ?
c) Zo neen, waarom niet ?
2. a) Ne serait-il pas préférable que le débiteur d’un crédit hypothécaire puisse demander des facilités de paiement par le biais d’une simple requête plutoˆt que d’une citation ?
2. a) Zou het niet beter zijn om een verzoek tot het verkrijgen van betalingsfaciliteiten voor een schuldenaar van een hypothecair krediet te laten gebeuren via eenvoudig verzoek en dus niet langer via dagvaarding ?
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom wel of waarom niet ?
3. Envisagez-vous de prendre rapidement des mesures à cet égard ?
3. Overweegt u hieromtrent binnen korte tijd stappen te ondernemen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27723
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2005200608879
DO 2005200608879
Question no 520 de Mme Trees Pieters du 28 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 520 van mevrouw Trees Pieters van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Statut social des coureurs motocyclistes et cyclistes. — Conséquences sociales de la double qualification fiscale des revenus professionnels nets des sportifs rémunérés. — Frais professionnels. — Déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
Sociaal statuut van motorrenners en wielrenners. — Sociale gevolgen van de dubbele fiscale kwalificering van de netto beroepsinkomsten van betaalde sportbeoefenaars. — Beroepskosten. — Woonwerkverkeer.
En vertu des nos 23/291 et 23/292 du Commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (en abrégé CIR 1992), les revenus des coureurs motocyclistes professionnels et des coureurs cyclistes sur route et sur piste de la catégorie des élites belges détenteurs d’une licence semblent devoir être classés, du point de vue du droit fiscal, sous deux catégories d’impoˆts différentes, d’une part, comme revenus professionnels d’employés avec un contrat de travail visés aux articles 30, 1o, et 31 du CIR 1992 et, d’autre part, comme profits d’occupations lucratives visés aux articles 23, § 1, 2o, et 27 du CIR 1992.
Luidens de nrs. 23/291 en 23/292 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (afgekort WIB 1992) moeten de inkomsten van Belgische beroepsmotorrenners en van weg- en baanelitewielrennners met vergunning uit fiscaalrechtelijk oogpunt blijkbaar worden gerangschikt onder twee verschillende belastingcategoriee¨n, enerzijds als beroepsinkomsten van bedienden met een arbeidsovereenkomst waarvan sprake in de artikelen 30, 1o en 31 WIB 1992, en, anderzijds als baten van winstgevende bezigheden waarvan sprake in de artikelen 23, § 1, 2o en 27 WIB 1992. Ter zake rijzen voor elk van die Belgische beroepssporters de volgende algemene en fiscale vragen.
Les questions générales et fiscales suivantes se posent pour chacun de ces sportifs professionnels belges.
1. In welke mate zijn al hun Belgische en buitenlandse belastbare beroepsinkomsten (vaste salarissen, startgelden,
1. Dans quelle mesure leurs revenus professionnels imposables belges et étrangers (salaires fixes, primes de départ, défraiements, prix et primes de victoire et « profits fiscaux » d’occupations lucratives susmentionnés) versés ou non contractuellement par l’intermédiaire de leurs fédérations sportives ou directement par les organisateurs et leurs sponsors, sont-ils soumis ou non simultanément à l’ONSS belge et/ou au statut social des travailleurs indépendants en qualité d’indépendant exerçant une activité à titre principal ou complémentaire ?
onkostenvergoedingen, prijzen en winstpremies en voornoemde « fiscale baten » van winstgevende sportbezigheden) al dan niet contractueel uitbetaald via hun sportfederaties of rechtstreeks door de organisatoren en hun sponsors al dan niet tezelfdertijd onderworpen aan de Belgische RSZ en/of aan het sociaal statuut der zelfstandigen in de hoedanigheid van zelfstandige in hoofd- of in bijberoep ?
2. Les cotisations ONSS forfaitaires retenues sur leur rémunération mensuelle suffisent-elles en ce qui concerne l’obligation sociale unique, malgré cette double qualification fiscale, pour les deux catégories de revenus professionnels (rémunérations et profits) pour leur permettre de bénéficier[d65] en permanence des droits sociaux et d’être entièrement et parfaitement en règle avec la législation sociale ?
2. Of, volstaan als eenmalige sociale verplichting, ongeacht die dubbele fiscale kwalificering, voor beide soorten beroepsinkomsten (bezoldigingen en baten) de op hun maandwedde forfaitair ingehouden RSZbijdragen, zodat zij alle sociale rechten blijvend zouden kunnen genieten en volledig en perfect sociaal in regel zouden zijn ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27724
` quelles obligations sociales et de déclaration 3. A individuelles concernant leur situation personnelle et professionnelle ces deux catégories professionnelles de sportifs sont-elles soumises au regard de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants, des caisses d’assurance sociale agréées et de toutes les autres instances sociales ?
4. Dans quelle mesure les revenus professionnels nets (profits fiscaux) acquis à l’étranger qui, conformément aux conventions préventives de la double imposition, y ont été soumis au précompte professionnel forfaitaire libératoire, sont-ils[d65] éventuellement encore pris en considération pour l’établissement des cotisations sociales dues et de l’impoˆt des personnes physiques belge ? 5. Selon quelles modalités les administrations fiscales échangent-elles ces revenus professionnels nets imposables belges et étrangers afin que cette double qualification fiscale (rémunérations et profits) n’entraıˆnejamais ultérieurement de problèmes sociaux pour ces sportifs professionnels ? 6. a) Ces sportifs professionnels peuvent-ils, dans le cadre de leurs déplacements du domicile au lieu de travail, à savoir les lieux de départ fixes des épreuves de motos et des courses cyclistes sur route et sur piste organisées chaque année, déduire leurs frais de voiture sur la base de la règle des 0,15 euro visée à l’article 66, §§ 4 et 5, du CIR 1992 ? b) Dans la négative, pourquoi ? 7. Pouvez-vous préciser vos méthode et point de vue « généraux », à la lumière des législations et des réglementation sociales actuellement en vigueur, visées notamment dans la loi du 24 février 1978 et dans le statut social des travailleurs indépendants,[d65] ainsi que des dispositions légales inscrites aux articles 23, 27, 30, 31, 49, 66, 155 et, par analogie, aux articles 228 et 270 du CIR 1992 et des articles 16 ou 17 de la majorité des conventions internationales et bilatérales préventives de la double imposition ?
3. Welke individuele sociale verplichtingen en meldingsplichten nopens hun persoonlijke en professionele situatie rusten er op die beide sportberoepscategoriee¨n ten opzichte van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, de erkende sociale verzekeringskassen en alle andere sociale instanties ? 4. In welke mate worden de in het buitenland behaalde netto beroepsinkomsten (fiscale baten), die ingevolge dubbelbelastingverdragen aldaar aan een bevrijdende forfaitaire bedrijfsbelasting werden onderworpen, eventueel toch nog in aanmerking genomen voor de bepaling van de verschuldigde sociale bijdragen en van de Belgische personenbelasting ?
5. Op welke wijze worden die netto belastbare Belgische en buitenlandse beroepsinkomsten uitgewisseld door de belastingadministraties zodat die professionele sportbeoefenaars tengevolge van die dubbele fiscale kwalificering (wedden en baten) naderhand nooit sociale moeilijkheden zouden ondervinden ? 6. a) Mogen die beroepssporters voor hun woonwerkverkeer naar de jaarlijks terugkerende vaste startplaatsen van motorwedstrijden en weg- en baanwielerkoersen hun autokosten in rekening brengen aan de hand van de 0,15 euro-regel waarvan sprake in artikel 66, § 4 en 5, WIB 1992 ? b) Zo neen, waarom niet ? 7. Kunt u ter zake uw « algemene » ziens en handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende sociale wetgeving en reglementering waarvan onder meer sprake in de wet van 24 februari 1978 en het sociaal statuut der zelfstandigen als van de wettelijke bepalingen van de artikelen 23, 27, 30, 31, 49, 66, 155 en bij analogie de artikelen 228 en 270 WIB 1992 en de artikelen 16 of 17 van het merendeel van internationale en bilaterale overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting ?
DO 2005200608881
DO 2005200608881
Question no 521 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. A ma question no 547 du 15 octobre 2002 (voir : Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 154,
Vraag nr. 521 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Als reactie op mijn vraag nr. 547 van 15 oktober 2002 (zie : Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27725
p. 19687) il a notamment été répondu le 29 janvier 2003 que le groupe de travail du Comité de gestion de l’Office national de sécurité sociale examinerait la notion de « rémunération » dans le cadre des problèmes fiscaux et sociaux relatifs aux primes de mobilité et au remboursement des frais de déplacement dans les entreprises du secteur de la construction et autres.
nr. 154, blz. 19687) werd op 29 januari 2003 onder meer geantwoord dat de werkgroep van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid het begrip « loon » nader zou onderzoeken in het kader van de toen opgeworpen fiscale en sociale problematiek inzake mobiliteitsvergoedingen en inzake de terugbetaling van alle mogelijke verplaatsingskosten bij bouwbedrijven en bij andere bedrijven.
1. a) Cette étude est-elle déjà terminée ?
1. a) Is dit sociaal onderzoek al bee¨indigd ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom nog steeds niet ?
2. Quels sont les résultats finaux et les recommandations de ce groupe de travail ?
2. Wat zijn de eindresultaten en de aanbevelingen van die RSZ-werkgroep ?
3. Quelles nouvelles dispositions légales et/ou réglementaires et quelles instructions administratives[d65] ont été édictées en la matière depuis le début de l’année 2003, tant sur le plan social que sur le plan fiscal ?
3. Welke nieuwe wettelijke en/of reglementaire bepalingen en administratieve onderrichtingen werden er sinds begin 2003 dienaangaande ondertussen zowel op sociaal als op fiscaal vlak reeds uitgevaardigd ?
4. Quand et de quelle manière la règle de l’imposabilité à raison de 50 % des primes de mobilité a-t-elle entre-temps été légalisée (voir principe constitutionnel de légalité) ?
4. Wanneer en op welke wijze werd de 50 %belastbaarheidregel van mobiliteitsvergoedingen inmiddels gelegaliseerd (cf. grondwettelijk legaliteitsbeginsel) ?
5. Pourriez-vous nous faire part de vos conceptions et méthodes générales actualisées, eu égard à la législation sociale actuellement en vigueur ainsi qu’aux dispositions des articles 30, 1o; 31; 49; 52, 3o et plus particulièrement de l’article 66, § 1 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui sont d’ordre public ?
5. Kunt u ter zake uw geactualiseerde algemene ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende sociale wetgeving als in het licht van de wettelijke bepalingen van de artikelen 30, 1o; 31; 49; 52, 3o en inzonderheid van artikel 66, § 1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die van openbare orde zijn ?
DO 2006200708911
DO 2006200708911
Question no 522 de Mme Trees Pieters du 10 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 522 van mevrouw Trees Pieters van 10 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Régularisation des véhicules de société.
Regulariseren van bedrijfswagens.
1er
Depuis le janvier 2005, l’employeur est redevable d’une cotisation de solidarité sur les véhicules de société. La loi-programme du 20 juillet 2006 sanctionne la non-déclaration ou la fausse déclaration d’un véhicule de société d’une amende égale au double de la cotisation éludée. Cela dit, le législateur a voulu donner une dernière chance aux employeurs, en leur permettant d’accomplir les formalités nécessaires et de régulariser leur situation. Dans la pratique, les employeurs se voient toutefois privés de cette possibilité, le délai de régularisation prévu par la loi expirant le 30 juin 2006, et cette date étant antérieure à la date de publication de la loi (le 28 juillet 2006). C’est dire qu’on est loin du principe de bonne administration. Les employeurs devraient avoir la possibilité de faire
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Sinds 1 januari 2005 moet een solidariteitsbijdrage voor bedrijfsvoertuigen betaald worden door de werkgever. De programmawet van 20 juli 2006 legt ingeval van niet-aangifte of van valse aangifte van bedrijfsvoertuigen een sanctie op die overeenkomt met het dubbele van de ontdoken bijdragen. De wetgever heeft evenwel de werkgever een laatste kans willen geven om de nodige formaliteiten te vervullen en zich te regulariseren. De in de wet ingeschreven regularisatiedatum (30 juni 2006) valt echter vo´o´r de publicatiedatum van de wet van (28 juli 2006), wat de werkgevers feitelijk deze mogelijkheid ontneemt. Een echt voorbeeld van goed bestuur is dit niet. Werkgevers zouden de mogelijkheid moeten krijgen om de aan CO2-bijdrage onderworpen voertuigen volledig en 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27726
une déclaration complète et correcte des véhicules soumis à la cotisation CO2 avant de s’exposer à des sanctions. Une concertation à ce sujet serait actuellement en cours au sein du comité de gestion de l’ONSS.
correct aan te geven vooraleer op hen een sanctie wordt toegepast. Er zou hieromtrent in het beheerscomité van het RSZ overleg aan de gang zijn.
1. Cette concertation a-t-elle déjà abouti à des résultats concrets ?
1. Is er reeds een resultaat bekend van dat overleg ?
2. Selon le gouvernement, l’introduction d’une cotisation de solidarité sur les véhicules de société s’inscrivait dans une politique de réduction des émissions de CO2.
2. Volgens de regering kaderde de beslissing om een solidariteitsbijdrage te heffen op bedrijfsvoertuigen in een beleid om de CO2-uitstoot te beperken.
a) Combien de véhicules ont depuis été réglés pour réduire les émissions de CO2 ?
a) Hoeveel wagens hebben hun CO2-uitstoot aangepast ?
b) Autrement dit : combien d’employeurs ont adapté leur parc automobile afin de réduire les émissions de CO2 et, partant, la cotisation de solidarité à payer ?
b) Oftewel, hoeveel werkgevers hebben hun wagenpark aangepast opdat hun CO2-uitstoot, en dus hun solidariteitsbijdrage, zou verminderen ?
3. A chaque nouvelle surestimation des recettes budgétaires, la nouvelle loi-programme a modifié les dispositions relatives à la cotisation sur les véhicules de société. Tout cela ne fait que confirmer mon impression, que j’ai d’ailleurs exprimée à plusieurs reprises, que le gouvernement y voit surtout une source de revenus.
3. Telkenmale werd de budgettaire opbrengst te hoog ingeschat, waardoor bij elke nieuwe programmawet er opnieuw werd gesleuteld aan de heffing op bedrijfsvoertuigen. Dit bevestigt mijn reeds meerdere malen geuite vermoeden dat het de regering er vooral om te doen is om geld binnen te halen.
a) Combien la cotisation de solidarité vous a-t-elle déjà rapporté ?
a) Hoeveel geld heeft u reeds ontvangen via de solidariteitsbijdrage ?
b) Quelles sont les recettes structurelles générées annuellement par cette cotisation de solidarité ?
b) Welke structurele ontvangst heeft u via de solidariteitsbijdrage op jaarbasis ?
DO 2006200708924
DO 2006200708924
Question no 540 de M. Guido De Padt du 10 novembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 540 van de heer Guido De Padt van 10 november 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Limitation du cumul de la pension et de l’allocation de maladie professionnelle ou d’accident du travail. — Arrêt de la Cour de cassation.
Beperking cumulatie pensioen en uitkering van beroepsziekte of arbeidsongeval. — Cassatiearrest.
En 1983, le gouvernement Martens-Gol a publié un arrêté royal relatif à la limitation du cumul entre une pension et une allocation pour maladie professionnelle ou accident du travail. Vingt-trois ans après la publication de cet arrêté royal limitant le cumul, la Cour de cassation l’a jugé illégal par un arrêt du 27 février 2006. Les articles 311 à 349 de la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses ont ensuite mis un terme à l’insécurité juridique qui résultait de l’arrêt de la Cour de cassation. Le système instauré le 1er janvier 1983 est donc maintenu.
In 1983 werd door de regering Martens-Gol een koninklijk besluit uitgevaardigd dat de cumulatie beperkte van een pensioen en een uitkering voor beroepsziekte of arbeidsongeval. Het Hof van Cassatie heeft dit driee¨ntwintig jaar oude koninklijk besluit dat de cumulatie beperkt bij arrest van 27 febuari 2006 onwettig verklaard, waarna de artikelen 311 tot 349 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen een einde maakten aan de juridische onzekerheid die voortvloeide uit het Cassatiearrest. Het sinds 1 januari 1983 ingevoerde stelsel wordt aldus gehandhaafd.
1. Du 1er janvier 1983 à ce jour, à combien de retraités a été appliquée la limitation du cumul susdite ?
1. Hoeveel gepensioneerden zijn sinds 1 januari 1983 tot heden het voorwerp van voormelde cumulatiebeperking ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27727
2. Quels montants supplémentaires les autorités ont-elles pu économiser pendant toutes ces années graˆce à la mesure de crise prise à l’époque ?
2. Hoeveel geld heeft de overheid al die jaren door de toen uitgevaardigde crisismaatregel extra kunnen besparen ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2005200608875
DO 2005200608875
Question no 833 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 833 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Maladie de la langue bleue. — Virus tropicaux.
Blauwtongvirus. — Tropische virussen.
La présence du virus de la fièvre catarrhale, dite maladie de la langue bleue, a été détectée en Belgique, quelques jours après l’observation des premiers cas aux Pays-Bas. Cette maladie, dont on ne pensait pas qu’elle pouvait apparaıˆtre en Belgique, est endémique dans les pays tropicaux.
Enkele dagen na Nederland werd ook in Belgie¨ het blauwtongvirus vastgesteld. Het betreft een tropische ziekte waarvan men dacht dat ze in Belgie¨ niet zou voorkomen.
1. Dans quelle mesure la consommation de viande de mouton contaminée présente-t-elle un risque pour la santé publique ?
1. In welke mate is het eten van besmet schapenvlees een gevaar voor de volksgezondheid ?
2. Disposez-vous d’informations permettant de déterminer l’origine de cette infection ?
2. Beschikt u over gegevens die aantonen waar de oorsprong van deze ziekte terug te vinden is ?
3. Disposez-vous d’informations permettant de démontrer la présence d’autres virus dits tropicaux en Belgique à l’heure actuelle ?
3. Beschikt u over gegevens die aantonen of er nog andere zogenaamde tropische virussen zijn die nu ook in Belgie¨ voorkomen ?
4. Pouvez-vous déjà faire une première estimation du préjudice financier subi par les éleveurs touchés ?
4. Kan u reeds een raming maken van de opgelopen financie¨le schade voor de getroffen landbouwers ?
5. Disposez-vous des moyens nécessaires pour offrir une aide financière aux éleveurs touchés ?
5. Beschikt u over middelen om de getroffen landbouwers financieel bij te springen ?
DO 2005200608884
DO 2005200608884
Question no 834 de M. Miguel Chevalier du 29 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 834 van de heer Miguel Chevalier van 29 september 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Prévention de la propagation du virus de la grippe aviaire.
Voorkoming verspreiding vogelgriepvirus.
Aux Pays-Bas, les aviculteurs sont tenus, depuis le 1er septembre 2006, de prendre toutes les précautions nécessaires pour éviter que leurs volailles n’entrent en contact avec les oiseaux sauvages, afin de prévenir une éventuelle propagation du virus de la grippe aviaire au commencement des migrations d’automne. Cette directive ne s’applique cependant pas aux oiseaux vaccinés.
In Nederland moeten pluimveehouders vanaf 1 september 2006 er voor zorgen dat hun dieren niet in contact komen met wilde vogels, dit om bij de intrede van de najaarstrek een mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus tegen te gaan. Gevaccineerde vogels zijn niet aan deze richtlijn onderhevig.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27728
1. Quelles démarches prévoyez-vous pour lutter contre une éventuelle propagation du virus de la grippe aviaire en Belgique à la veille des migrations d’automne ?
1. Welke stappen plant u om in Belgie¨ de mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus tegen te gaan met de komende najaarstrek in zicht ?
2. Pouvez-vous fournir un inventaire des réserves d’antiviraux nécessaires à la contamination de l’homme par la grippe aviaire ?
2. Kan u een overzicht geven van de reserves antivirale middelen die nodig zijn om de mogelijke verspreiding van het vogelgriepvirus bij de mens te voorkomen ?
DO 2005200608886
DO 2005200608886
Question no 835 de M. Daniel Bacquelaine du 2 octobre 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 835 van de heer Daniel Bacquelaine van 2 oktober 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
La microdélétion 22q11.
Microdeletie 22q11.
Le syndrome de microdélétion 22q11 trouve son origine dans la perte d’une partie du matériel génétique au niveau du bras long du chromosome 22.
Het microdeletiesyndroom 22q11 vindt zijn oorsprong in het ontbreken van een gedeelte van het genetisch materiaal ter hoogte van de lange arm van het chromosoom 22.
Chaque année, une trentaine d’enfants naissent en Belgique avec cette malformation chromosomique importante.
Jaarlijks worden in Belgie¨ een dertigtal kinderen met deze ernstige chromosomale afwijking geboren.
Cette malformation engendre diverses perturbations physiques en mentales. Dans la majorité des cas, une malformation cardiaque est présente. Une baisse du taux de calcium dans le sang est très fréquente chez le nouveau-né et le jeune enfant. Au niveau du visage, plusieurs ressemblances peuvent apparaıˆtre entre les enfants atteints de ce syndrome. Il existe souvent un problème de préhension fine des mains, ce qui les rend souvent maladroits. Leurs corps présentent fréquemment un manque de souplesse. Ils présentent dans la majorité des cas une certaine lenteur qu’ils ne peuvent aisément controˆler.
De aandoening gaat gepaard met diverse lichamelijke en geestelijke stoornissen. Meestal is er sprake van een hartafwijking. Zuigelingen en jonge kinderen lijden erg vaak aan hypocalcie¨mie. Bij kinderen met dit syndroom kunnen bepaalde uiterlijke gelijkenissen voorkomen. Dikwijls hebben ze problemen met de fijne motoriek van de handen, waardoor ze onhandig zijn. Hun lichaam is vaak onvoldoende soepel. De meesten onder hen zijn traag en kunnen dat euvel moeilijk controleren.
Le mauvais développement du thymus, qui est une glande fabriquant les anticorps, entraıˆne un trouble des défenses immunitaires contre les virus et les bactéries. Plus de la moitié des enfants atteints du syndrome ont une intelligence moyenne. Chez les enfants présentant le syndrome, l’apparition du langage est souvent retardée. Par contre, leur compréhension du langage correspond plus ou moins à leur développement général. Dans tous les cas, les enfants présentent des troubles, même légers, de l’apprentissage entraıˆnant malheureusement de grandes difficultés d’insertion scolaire, l’école n’acceptant qu’avec réticence les enfants présentant la plus petite différence dans les rythmes d’apprentissage.
De onderontwikkeling van de thymus, een klier die antistoffen aanmaakt, verstoort de afweer tegen virussen en bacterie¨n. Meer dan de helft van de kinderen met het syndroom heeft een gemiddelde intelligentie. Bij die kinderen zijn stoornissen in de spraakontwikkeling frequent, terwijl hun taalbegrip min of meer met hun algemene ontwikkeling overeenstemt. Al deze kinderen hebben — zij het soms lichte — leermoeilijkheden, wat hun schoolloopbaan jammer genoeg ernstig bemoeilijkt omdat scholen terughoudend zijn om kinderen met nog maar de minste leerachterstand te aanvaarden.
Depuis un peu plus d’un an, une ASBL tente de créer une dynamique dans laquelle peuvent se rencontrer parents, familles et professionnels du monde médical et paramédical.
Sinds iets meer dan een jaar tracht een vzw een kader te ontwikkelen waarbinnen ouders, gezinnen en beroepsbeoefenaars uit de medische en paramedische wereld met elkaar in contact kunnen komen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27729
Il me revient qu’actuellement, aucune convention Inami n’existe pour cette maladie.
Naar verluidt bestaat er momenteel geen Rizivovereenkomst met betrekking tot deze aandoening.
1. Envisagez-vous de vous pencher sur ce problème et d’ouvrir une réflexion englobant tous les aspects de suivi de cette maladie en particulier et des maladies génétiques en général ?
1. Zal u dit probleem bestuderen en een denkproces opstarten over alle aspecten van de follow-up van deze ziekte in het bijzonder en van genetische ziektes in het algemeen ?
2. Par ailleurs, s’agissant de la prise en charge de la microdélétion 22q11, une convention Inami est-elle envisageable ?
2. Wat bovendien de terugbetaling van microdeletie 22q11 betreft, vraag ik me af of er geen overeenkomst met het Riziv kan worden afgesloten.
DO 2005200608899
DO 2005200608899
Question no 836 de M. Roel Deseyn du 3 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 836 van de heer Roel Deseyn van 3 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Rayonnements provoqués par le Wifi, les GSM et l’UMTS.
De straling veroorzaakt door WIFI, GSM en UMTS.
Le Wifi (Wireless Fidelity) permet de surfer sans fil à la maison ou dans un lieu public. Mais une université canadienne en a interdit récemment le déploiement parce que les effets des rayonnements Wifi sur la santé ne sont pas connus. En effet, si la puissance d’émission des émetteurs Wifi serait largement inférieure à celle des antennes GSM (Global System for Mobile Communications), par exemple, l’émetteur Wifi peut se trouver à une distance très courte du corps, ce qui n’est pas le cas d’une antenne GSM..
Met WIFI (Wireless Fidelity) is draadloos internet in huis of op een openbare ruimte mogelijk. Een Canadese universiteit verbood evenwel recentelijk de ontplooiing ervan, omdat er onzekerheid bestaat over de effecten van de straling op de gezondheid. Weliswaar zou het uitzendvermogen enerzijds heel wat lager liggen dan bijvoorbeeld dat van GSM-masten (Global System for Mobile Communications), toch kan anderzijds het WIFI-zendtoestel zich op zeer korte afstand van het lichaam bevinden.
1. Quel est l’impact du rayonnement d’un émetteur Wifi sur le corps humain (exprimé en Specific Absorption Rate, densité de puissance et intensité de champ électrique) à un et dix mètres ?
1. Hoeveel bedraagt de impact van de straling van een WIFI-zendtoestel op het lichaam (uitgedrukt in Specific Absorption Rate, vermogensdichtheid en elektrische veldsterkte) op respectievelijk één en tien meter ?
2. Quelle est la norme légale ?
2. Hoeveel bedraagt de wettelijke norm ?
3. Quel rayonnement génèrent respectivement les GSM et l’UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) sur le corps (exprimé en Specific Absortion Rate, densité de puissance et intensité de champ électrique) ? 4. Quelle est la norme légale dans ce cas ?
4. Hoeveel bedraagt de wettelijke norm hier ?
5. Quel rayonnement provoquent sur le corps humain les appels passés respectivement avec un GSM et un téléphone UMTS (exprimé en Specific Absortion Rate, densité de puissance et intensité de champ électrique) ? 6. Quelle est la norme légale dans ce cas ?
5. Welke straling verooraakt het bellen met respectievelijk een GSM-telefoon en een UMTS-telefoon op het lichaam (uitgedrukt in Specific Absortion Rate, vermogensdichtheid en elektrische veldsterkte) ? 6. Hoeveel bedraagt de wettelijke norm hier ?
7. a) Existe-t-il des études indépendantes concernant l’incidence de tels émetteurs sur la santé ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
3. Welke straling veroorzaken respectievelijk GSM en UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) op het lichaam (uitgedrukt in Specific Absortion Rate, vermogensdichtheid en elektrische veldsterkte) ?
2006
7. a) Bestaan er onafhankelijke studies met betrekking tot het impact van zendtoestellen op de gezondheid ? 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27730
b) Dans la négative, quels effets ont pu être constatés et lesquels sont encore au centre de débats ?
b) Zo ja, welke effecten konden worden vastgesteld en welke staan nog ter discussie ?
DO 2005200608902
DO 2005200608902
Question no 837 de Mme Nathalie Muylle du 4 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 837 van mevrouw Nathalie Muylle van 4 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Charte du bien-être des animaux de ferme.
Het handvest voor het welzijn van de hoevedieren.
Une charte pour le bien-être des animaux de ferme a vu le jour sous l’impulsion de la Fondation Prince Laurent. Le prince a souligné que le bien-être animal a un prix, à payer par le consommateur de payer ce prix.
Onder impuls van de stichting « Prins Laurent » werd een handvest uitgewerkt voor het welzijn van de hoevedieren. De prins benadrukte dat het dierenwelzijn een kost inhoudt die de verbruiker moet dragen.
1. a) Suivez-vous le prince dans cette thèse sur le prix à payer pour le bien-être animal ?
1. a) Volgt u de prins in die stelling rond het dragen van de kosten voor dierenwelzijn ?
b) Dans l’affirmative, comment comptez-vous faire supporter ce couˆt par le consommateur ?
b) Zo ja, hoe overweegt u de consument deze kosten te laten dragen ?
Le producteur/éleveur étant tributaire de prix fixés par autrui, la répercussion par la voie d’une taxe au niveau du producteur est irréaliste.
Via een heffing bij de producent kan het vaak niet doorgerekend worden omdat de producent/veehouder een prijsnemer is en geen prijszetter.
2. a) Envisagez-vous d’observer cette charte dans un cadre légal ?
2. a) Overweegt u dit handvest te volgen in een wettelijk kader ?
b) Ne jugez-vous donc pas suffisantes les normes édictées par la Commission européenne en la matière ?
b) Vindt u de normen van de Europese Commissie dan niet voldoende ?
DO 2005200608903
DO 2005200608903
Question no 838 de Mme Nathalie Muylle du 4 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 838 van mevrouw Nathalie Muylle van 4 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Exportation de viande de porc vers la Chine.
Export van varkensvlees naar China.
Bien que la minicrise de la dioxine qu’a connue notre pays en février 2006 n’ait entraıˆné aucun risque pour la santé publique, l’exportation[d65] de viande de porc vers la Chine a été bloquée à la suite de cet incident. Au cours de la visite du ministre chinois de l’Alimentation, vous avez préconisé la réouverture des frontières chinoises à la viande porcine belge.
Ondanks het feit dat de mini-dioxinecrisis van februari 2006 geen gevaar opleverde voor de volksgezondheid, leidde dit incident tot een blokkade van de export van varkensvlees naar China. Tijdens het bezoek van de Chinese minister van Voeding pleitte u voor het heropenen van de Chinese grenzen voor ons varkensvlees.
Quel a été le résultat de cette concertation ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Wat heeft dit overleg opgeleverd ? 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27731
DO 2005200608906
DO 2005200608906
Question no 839 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 5 octobre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 839 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 5 oktober 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Ambulance du service d’incendie de Poperinge. — Don.
Ambulancewagen van de brandweer in Poperinge. — Schenking.
Par le passé, les ambulances utilisées par les institutions chargées de l’aide médicale urgente étaient[d65] propriété du ministère (actuellement du SPF) de la Santé publique. Sous la législature précédente, il a été décidé pour des raisons budgétaires que le département de la Santé publique ne financerait plus leur acquisition.
Vroeger werden de ambulances voor de instellingen die instaan voor het verlenen van « dringende medische hulp » door het ministerie van Volksgezondheid (nu : FOD) aangekocht. Om budgettaire redenen is in de vorige legislatuur beslist om de aankoop niet langer te financieren vanuit het departement Volksgezondheid.
L’ambulance du service d’incendie de Poperinge[d65] offerte par le ministère de la Santé publique à l’époque a aujourd’hui fait son temps.
De ambulancewagen van de brandweer in Poperinge heeft zijn beste tijd gehad. Die wagen werd destijds geschonken door het ministerie van Volksgezondheid.
1. Comment s’était fait à l’époque le don d’une ambulance au service d’incendie de Poperinge ?
1. Hoe is die schenking van een ambulancewagen aan de brandweer van Poperinge destijds tot stand gekomen ?
2. a) De tels dons se font-ils encore aujourd’hui ?
2. a) Valt het op vandaag nog voor dat dergelijke schenkingen gebeuren ?
b) Dans l’affirmative, quelles conditions le service d’incendie de Poperinge doit-il remplir pour recevoir une nouvelle ambulance ?
b) Zo ja, op welke manier kan de Poperingse brandweer in aanmerking komen voor de schenking van een nieuwe ambulancewagen ?
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2005200608879
DO 2005200608879
Question no 141 de Mme Trees Pieters du 28 septembre 2006 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 141 van mevrouw Trees Pieters van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Statut social des coureurs motocyclistes et cyclistes. — Conséquences sociales de la double qualification fiscale des revenus professionnels nets des sportifs rémunérés. — Frais professionnels. — Déplacements entre le domicile et le lieu de travail.
Sociaal statuut van motorrenners en wielrenners. — Sociale gevolgen van de dubbele fiscale kwalificering van de netto beroepsinkomsten van betaalde sportbeoefenaars. — Beroepskosten. — Woonwerkverkeer.
En vertu des nos 23/291 et 23/292 du Commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (en abrégé CIR 1992), les revenus des coureurs
Luidens de nrs. 23/291 en 23/292 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (afgekort WIB 1992) moeten de
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27732
motocyclistes professionnels et des coureurs cyclistes sur route et sur piste de la catégorie des élites belges détenteurs d’une licence semblent devoir être classés, du point de vue du droit fiscal, sous deux catégories d’impoˆts différentes, d’une part, comme revenus professionnels d’employés avec un contrat de travail visés aux articles 30, 1o, et 31 du CIR 1992 et, d’autre part, comme profits d’occupations lucratives visés aux articles 23, § 1, 2o, et 27 du CIR 1992.
inkomsten van Belgische beroepsmotorrenners en van weg- en baanelitewielrennners met vergunning uit fiscaalrechtelijk oogpunt blijkbaar worden gerangschikt onder twee verschillende belastingcategoriee¨n, enerzijds als beroepsinkomsten van bedienden met een arbeidsovereenkomst waarvan sprake in de artikelen 30, 1o en 31 WIB 1992, en, anderzijds als baten van winstgevende bezigheden waarvan sprake in de artikelen 23, § 1, 2o en 27 WIB 1992. Ter zake rijzen voor elk van die Belgische beroepssporters de volgende algemene en fiscale vragen.
Les questions générales et fiscales suivantes se posent pour chacun de ces sportifs professionnels belges.
1. In welke mate zijn al hun Belgische en buitenlandse belastbare beroepsinkomsten (vaste salarissen, startgelden,
1. Dans quelle mesure leurs revenus professionnels imposables belges et étrangers (salaires fixes, primes de départ, défraiements, prix et primes de victoire et « profits fiscaux » d’occupations lucratives susmentionnés) versés ou non contractuellement par l’intermédiaire de leurs fédérations sportives ou directement par les organisateurs et leurs sponsors, sont-ils soumis ou non simultanément à l’ONSS belge et/ou au statut social des travailleurs indépendants en qualité d’indépendant exerçant une activité à titre principal ou complémentaire ?
onkostenvergoedingen, prijzen en winstpremies en voornoemde « fiscale baten » van winstgevende sportbezigheden) al dan niet contractueel uitbetaald via hun sportfederaties of rechtstreeks door de organisatoren en hun sponsors al dan niet tezelfdertijd onderworpen aan de Belgische RSZ en/of aan het sociaal statuut der zelfstandigen in de hoedanigheid van zelfstandige in hoofd- of in bijberoep ?
2. Les cotisations ONSS forfaitaires retenues sur leur rémunération mensuelle suffisent-elles en ce qui concerne l’obligation sociale unique, malgré cette double qualification fiscale, pour les deux catégories de revenus professionnels (rémunérations et profits) pour leur permettre de bénéficier[d65] en permanence des droits sociaux et d’être entièrement et parfaitement en règle avec la législation sociale ? ` quelles obligations sociales et de déclaration 3. A individuelles concernant leur situation personnelle et professionnelle ces deux catégories professionnelles de sportifs sont-elles soumises au regard de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants, des caisses d’assurance sociale agréées et de toutes les autres instances sociales ?
2. Of, volstaan als eenmalige sociale verplichting, ongeacht die dubbele fiscale kwalificering, voor beide soorten beroepsinkomsten (bezoldigingen en baten) de op hun maandwedde forfaitair ingehouden RSZbijdragen, zodat zij alle sociale rechten blijvend zouden kunnen genieten en volledig en perfect sociaal in regel zouden zijn ?
4. Dans quelle mesure les revenus professionnels nets (profits fiscaux) acquis à l’étranger qui, conformément aux conventions préventives de la double imposition, y ont été soumis au précompte professionnel forfaitaire libératoire, sont-ils[d65] éventuellement encore pris en considération pour l’établissement des cotisations sociales dues et de l’impoˆt des personnes physiques belge ?
dubbelbelastingverdragen aldaar aan een bevrijdende forfaitaire bedrijfsbelasting werden onderworpen, eventueel toch nog in aanmerking genomen voor de bepaling van de verschuldigde sociale bijdragen en van de Belgische personenbelasting ?
5. Selon quelles modalités les administrations fiscales échangent-elles ces revenus professionnels nets imposables belges et étrangers afin que cette double qualification fiscale (rémunérations et profits)
5. Op welke wijze worden die netto belastbare Belgische en buitenlandse beroepsinkomsten uitgewisseld door de belastingadministraties zodat die professionele sportbeoefenaars tengevolge van die dubbele
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Welke individuele sociale verplichtingen en meldingsplichten nopens hun persoonlijke en professionele situatie rusten er op die beide sportberoepscategoriee¨n ten opzichte van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, de erkende sociale verzekeringskassen en alle andere sociale instanties ? 4. In welke mate worden de in het buitenland behaalde netto beroepsinkomsten (fiscale baten), die ingevolge
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27733
n’entraıˆnejamais ultérieurement de problèmes sociaux pour ces sportifs professionnels ?
fiscale kwalificering (wedden en baten) naderhand nooit sociale moeilijkheden zouden ondervinden ?
6. a) Ces sportifs professionnels peuvent-ils, dans le cadre de leurs déplacements du domicile au lieu de travail, à savoir les lieux de départ fixes des épreuves de motos et des courses cyclistes sur route et sur piste organisées chaque année, déduire leurs frais de voiture sur la base de la règle des 0,15 euro visée à l’article 66, §§ 4 et 5, du CIR 1992 ?
6. a) Mogen die beroepssporters voor hun woonwerkverkeer naar de jaarlijks terugkerende vaste startplaatsen van motorwedstrijden en weg- en baanwielerkoersen hun autokosten in rekening brengen aan de hand van de 0,15 euro-regel waarvan sprake in artikel 66, § 4 en 5, WIB 1992 ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
7. Pouvez-vous préciser vos méthode et point de vue « généraux », à la lumière des législations et des réglementation sociales actuellement en vigueur, visées notamment dans la loi du 24 février 1978 et dans le statut social des travailleurs indépendants,[d65] ainsi que des dispositions légales inscrites aux articles 23, 27, 30, 31, 49, 66, 155 et, par analogie, aux articles 228 et 270 du CIR 1992 et des articles 16 ou 17 de la majorité des conventions internationales et bilatérales préventives de la double imposition ?
7. Kunt u ter zake uw « algemene » ziens en handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende sociale wetgeving en reglementering waarvan onder meer sprake in de wet van 24 februari 1978 en het sociaal statuut der zelfstandigen als van de wettelijke bepalingen van de artikelen 23, 27, 30, 31, 49, 66, 155 en bij analogie de artikelen 228 en 270 WIB 1992 en de artikelen 16 of 17 van het merendeel van internationale en bilaterale overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting ?
DO 2005200608895
DO 2005200608895
Question no 142 de M. Jean-Marc Nollet du 3 octobre 2006 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 142 van de heer Jean-Marc Nollet van 3 oktober 2006 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
L’exercice d’activités ambulantes. — Forains. — Nouvelle législation.
Uitoefening van ambulante activiteiten. — Kermisexploitanten. — Nieuwe wetgeving.
Une nouvelle législation est en train de se mettre en place pour ce qui concerne les forains et l’exercice d’activités ambulantes.
Momenteel wordt een nieuwe wetgeving betreffende de kermisexploitanten en de uitoefening van ambulante activiteiten uitgewerkt.
Je souhaiterais vous poser les questions suivantes en lien avec l’article 18 du nouvel arrêté royal du 24 septembre 2006 relatif à l’exercice et à l’organisation des activités foraines et des activités ambulantes de gastronomie foraine.
Ik wil u graag de volgende vragen stellen in verband met artikel 18 van het nieuwe koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie.
1. La cession d’un seul emplacement est-elle possible ou faut-il céder tous ces emplacements d’un coup ?
1. Is de overdracht van één enkele standplaats mogelijk of moeten alle standplaatsen in één keer worden overgedragen ?
2. La cession d’une exploitation d’attraction(s) peut-elle être limitée à une partie de l’ensemble des attractions et établissements ou bien la cession ne peutelle se concevoir que de manière totale ?
2. Kan de overdracht van een exploitatie van een of meerdere attracties tot een gedeelte van de attracties en vestigingen beperkt zijn, of kan de exploitatie alleen in haar geheel worden overgedragen ?
3. La cession d’exploitation est-elle un choix totalement libre ou bien résulte-t-elle exclusivement de contraintes (aˆge de la retraite, faillite, décès, etc.) ?
3. Beantwoordt de overdracht van een exploitatie aan een volledig vrije keuze of is ze uitsluitend het gevolg van een verplichting (pensioenleeftijd, faillissement, overlijden, enz.) ?
4. Un forain peut-il encore librement revendre un emplacement sans par exemple avoir cessé d’exploiter l’attraction qui était associée à cet emplacement ?
4. Is een kermisexploitant nog vrij om een standplaats door te verkopen ook wanneer hij bijvoorbeeld de exploitatie van de eraan verbonden attractie niet heeft stopgezet ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27734
5. Par ailleurs, de manière plus globale, qui avezvous consulté (associations de forains; forains individuels; placeurs, etc.) dans la phase d’élaboration de cet arrêté royal et sous quelle forme cette consultation a-telle été effectuée ?
5. Meer algemeen, wie hebt u bij de uitwerking van dit koninklijk besluit geraadpleegd (verenigingen van kermisexploitanten, individuele kermisexploitanten, marktmeesters, enz.) en hoe is die raadpleging gebeurd ?
6. Le 16 mars 2006 vous avez dit que l’organisation de la foire pourra « comme présentement » être confiée à un concessionnaire privé alors que, semble-t-il, ce n’était justement pas le cas par le passé.
6. Op 16 maart 2006 hebt u verklaard dat de organisatie van de kermis « zoals nu » aan een privéconcessiehouder kan worden toevertrouwd. In het verleden was dat echter niet het geval.
a) Pourriez-vous communiquer la liste des foires qui étaient par le passé déjà confiées à un concessionnaire privé ?
a) Kan u de lijst van kermissen meedelen die vroeger reeds door een privéconcessiehouder werden georganiseerd ?
b) Pourriez-vous vous communiquer si des balises existent pour que ces foires ne fassent pas, peu à peu, l’objet d’un achat par de gros groupes vidant ainsi peu à peu l’esprit fondamental de nos foires de tout son sens ?
b) Is een en ander duidelijk afgebakend zodat kan worden voorkomen dat die kermissen geleidelijk door grote groepen worden opgekocht, waardoor de essentie ervan beetje bij beetje verloren gaat ?
Agriculture
Landbouw
DO 2006200708915
DO 2006200708915
Question no 96 de M. Dirk Claes du 11 octobre 2006 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 96 van de heer Dirk Claes van 11 oktober 2006 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Controˆle des refuges pour animaux.
Controle op dierenasielen.
En Belgique, les animaux perdus ou abandonnés sont recueillis par des refuges pour animaux, qui sont généralement gérés par des bénévoles. L’arrêté royal du 17 février 1997 fixe les conditions d’agrément pour l’aménagement et l’exploitation des refuges.
In Belgie¨ is de opvang van verloren gelopen en afgestane dieren in handen van dierenasielen, welke meestal beheerd worden door een groep van vrijwilligers. Het koninklijk besluit van 17 februari 1997 zorgt daarbij voor de nodige richtlijnen voor het oprichten en uitbaten van asielen.
Dans ce contexte, il est donc relativement facile d’ouvrir un tel refuge. Le SPF Agriculture est chargé de la délivrance des agréments, ainsi que des controˆles nécessaires des divers établissements. Se basant sur leurs propres constatations, des citoyens se plaignent régulièrement de la situation dans les refuges pour animaux.
In die context is het dus vrij eenvoudig om met zulk een asiel te starten. De FOD Landbouw staat daarbij in voor de aflevering van de vergunning, alsook voor de nodige controles van de diverse uitbatingen. Regelmatig maken echter burgers, op basis van eigen vaststellingen, hun beklag over de toestand in een dierenasiel.
1. a) Combien de refuges disposent actuellement d’un agrément officiel dans les trois Régions du pays ?
1. a) Hoeveel dierenasielen beschikken vandaag over een officie¨le erkenning in de drie Gewesten in ons land ?
b) Tous ces refuges sont-ils réellement opérationnels ?
b) Zijn al die asielen ook werkelijk actief ?
2. a) Combien de controˆles ont-ils été effectués dans des refuges pour animaux au cours des cinq dernières années, par Région ?
2. a) Hoeveel controles werden er gedurende de voorbije vijf jaar gepleegd in de dierenasielen, opgesplitst per Gewest ?
b) Par quelles instances ces controˆles ont-ils à chaque fois été effectués ?
b) Door welke instanties werden telkenmale deze controles uitgevoerd ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27735
3. a) Combien d’infractions ont-elles été constatées au cours de la même période ?
3. a) Hoeveel overtredingen werden er gedurende diezelfde periode vastgesteld ?
b) Un procès-verbal est-il à chaque fois dressé ?
b) Wordt hier telkenmale een proces-verbaal van opgesteld ?
4. Ces infractions ont-elles ultérieurement fait l’objet d’un nouveau controˆle ?
4. Worden deze overtredingen in verdere fase opnieuw gecontroleerd ?
5. Combien d’agréments ont-ils été retirés au cours des cinq dernières années dans les trois Régions ?
5. Hoeveel vergunningen werden er in de drie Gewesten gedurende de voorbije vijf jaar ingetrokken ?
6. Combien de nouveaux agréments ont-ils été accordés au cours des cinq dernières années dans les trois Régions ?
6. Hoeveel nieuwe vergunningen werden er gedurende de voorbije vijf jaar in de drie Gewesten toegekend ?
7. a) Auprès de quelle instance les citoyens peuvent-ils déposer plainte en ce qui concerne le fonctionnement d’un refuge pour animaux ?
7. a) Bij welke instantie kunnen burgers klachten melden omtrent de werking van een dierenasiel ?
b) Toutes ces plaintes sont-elles immédiatement examinées ?
b) Worden al deze klachten onmiddellijk onderzocht ?
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
E´galité des chances
Gelijke Kansen
DO 2005200608890
DO 2005200608890
Question no 123 de Mme Annemie Turtelboom du 2 octobre 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 123 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 oktober 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Monde des entreprises. — Homosexuels et bisexuels.
Bedrijfsleven. — Holebi’s.
Il ressort d’une enquête réalisée aux Pays-Bas par la revue Management Team[d65] qu’il existe dans le milieu des entreprises néerlandaises un « plafond rose » un terme par lequel les chercheurs indiquent[d65] que les homosexuels et les bisexuels seraient exclus du plus haut sommet de la hiérarchie. Cette enquête montre par exemple que pas un seul homosexuel ou bisexuel afirmé ne figure parmi les 125 administrateurs qui siègent au conseil d’administration des plus importantes sociétés cotées en Bourse, il. Toujours selon Management Team, un certain nombre de grandes entreprises telles que TNT, ING et Shell ont pris des initiatives pour infléchir les mentalités à l’égard de[d65] l’homosexualité.
Uit een onderzoek van het tijdschrift Management Team in Nederland blijkt er zoiets te bestaan als een « roze plafond » in het Nederlandse bedrijfsleven. Met deze term geven de onderzoekers aan dat de absolute top van het bedrijfsleven schijnbaar onbereikbaar is voor de holebi’s. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat van de 125 bestuursleden die zetelen in de raad van bestuur van de belangrijkste beursbedrijven er niet één homo is of iemand die openlijk voor zijn geaardheid uitkomt. Nog volgens Management Team heeft een aantal grote bedrijven zoals TNT, ING en Shell, initiatieven genomen om de mentaliteit ten opzichte van homoseksualiteit te verbeteren.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27736
1. Une enquête a-t-elle déjà permis de constater chez nous l’existence d’un semblable « plafond rose » dans le milieu des entreprises ?
1. Werd ook in ons land reeds via onderzoek vastgesteld dat er een « roze plafond » in het bedrijfsleven zou bestaan voor holebi’s ?
2. Dans la négative, envisagez-vous de mener une telle enquête ?
2. Zo neen, overweegt u om dergelijk onderzoek op te starten ?
3. Envisagez-vous de prendre une initiative pour inciter les grandes entreprises à adopter des dispositions[d65] destinées à infléchir les mentalités à l’égard de l’homosexualité ?
3. Overweegt u een initiatief te nemen om grote bedrijven aan te zetten tot initiatieven die de mentaliteit ten opzichte van homoseksualiteit moet verbeteren ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2005200608898
DO 2005200608898
Question no 518 de M. Guido De Padt du 3 octobre 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 518 van de heer Guido De Padt van 3 oktober 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Avions. — Nuisances sonores. — Ardennes flamandes.
Vliegtuigen. — Geluidshinder. — Vlaamse Ardennen.
Les vols de nuit ont déjà suscité beaucoup d’émoi dans le passé, en particulier à Bruxelles et dans sa périphérie. Mais selon un certain nombre d’habitants, les avions provoquent également des nuisances sonores[d65] dans la région des Ardennes flamandes, essentiellement le soir entre 21 et 24 heures.
De nachtvluchten hebben in het verleden al voor heel wat commotie gezorgd, vooral dan in en rond Brussel. Toch blijken, volgens een aantal inwoners, de vliegtuigen ook in de streek van de Vlaamse Ardennen vooral ’s avonds tussen 21 uur en 24 uur voor geluidshinder te zorgen.
1. a) Combien d’itinéraires d’atterrissage et de décollage sur le site de notre aéroport national passent par les Ardennes flamandes (région de Grammont — Audenarde et dans un rayon de 20 km alentour) ?
1. a) Hoeveel landingsroutes en opstijgroutes van onze nationale luchthaven gaan over de Vlaamse Ardennen (streek Geraardsbergen -Oudenaarde en straal van 20 km daarrond) ?
b) Quelles communes (fusionnées) du Sud-Est de la Flandre sont ainsi survolées ?
b) Over welke (deel-)gemeenten van Zuid-OostVlaanderen wordt daarbij dan gevlogen ?
2. a) Combien d’avions (veuillez ventiler entre avions à l’atterrissage et au décollage) sont, en moyenne, passés par cette région quotidiennement au cours des douze derniers mois ?
2. a) Hoeveel vliegtuigen (opsplitsing naargelang het om opstijgende of landende vliegtuigen gaat) passeerden daar gemiddeld per dag in de voorbije twaalf maanden ?
b) Peut-on parler de très forte croissance par rapport aux années précédentes ?
b) Kan men spreken van een drastische toename met de voorgaande jaren ?
3. A quelles heures de la journée y a-t-il, en moyenne, la plus grande fréquentation au-dessus des Ardennes flamandes ?
3. Welke uren van de dag zijn gemiddeld genomen het drukst voor het vliegverkeer boven de Vlaamse Ardennen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27737
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Pensions
Pensioenen
DO 2005200608888
DO 2005200608888
Question no 179 de Mme Annemie Turtelboom du 2 octobre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 179 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 oktober 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Restructurations. — « Assurance salaire ».
Herstructureringen. — « Loonverzekering ».
Lors d’une conférence de presse donnée au Palais des Académies à Bruxelles, au cours de laquelle il a été souligné que si la Flandre est un paradis, l’Etat providence s’essouffle, le professeur émérite Roger Blanpain a plaidé pour un bon encadrement social lors de restructurations. Dans ce contexte, il a évoqué le système de « l’assurance salaire », ou` les travailleurs qui acceptent un travail moins bien rémunéré après une restructuration bénéficient d’une allocation durant une période déterminée. D’une certaine manière, l’idée a déjà été concrétisée chez nous dans le cadre de la remise au travail de prépensionnés, notamment sous la forme de la prime-pont.
Tijdens een persconferentie in het Brusselse Paleis der Academie¨n met de titel « Vlaanderen is een paradijs, maar onze welvaartstaat sputtert. » brak professor emeritus Roger Blanpain een lans voor een goede sociale begeleiding bij herstructureringen. In dat kader verwees hij naar de zogenaamde « loonverzekering », een idee waarbij werknemers die na een herstructurering een lager betaalde baan aanvaarden gedurende een bepaalde periode een toelage krijgen. In eigen land is dat idee al in zekere zin aangehaald met het oog op de hertewerkstelling van bruggepensioneerden, de zogenaamde brugpremie.
Toutefois, l’acceptation d’un travail moins bien rémunéré peut influer sur la constitution de droits à la pension et sur le montant final de la retraite, de sorte qu’il est permis de se demander si, à titre d’encouragement, il ne faudrait pas tendre, lors de la concrétisation de cette piste de réflexion, vers un calcul (temporaire) du montant de la retraite en fonction de la rémunération dont bénéficiait le travailleur avant de perdre son emploi à la suite de la restructuration.
Vermits een lagerbetaalde baan gevolgen kan hebben voor de opbouw van pensioenrechten en de hoogte van het pensioen later, rijst de vraag of bij de operationalisering van dit idee bij wijze van aanmoediging kan worden gestreefd naar een (tijdelijke) berekening van de pensioenen op basis van het loon dat de werknemer had vooraleer hij of zij bij de herstructurering zijn of haar job verloor.
1. Le calcul fictif (temporaire) des droits à la pension en fonction du salaire versé par l’employeur précédent avant la restructuration constitue-t-elle à vos yeux une piste souhaitable voire réaliste ?
1. Acht u de idee van een (tijdelijk) fictieve berekening van de pensioenrechten op basis van het loon dat de werkgever vo´o´r de herstructurering bij zijn of haar vorige werknemer verdiende een wenselijke, respectievelijk haalbare piste ?
2. Envisagez-vous d’examiner des solutions pour encourager les travailleurs qui ont perdu leur emploi à la suite d’une restructuration à accepter un travail moins bien rémunéré plutoˆt plutoˆt que d’opter pour le[d65] choˆmage, sans incidence toutefois sur le montant de leur retraite ?
2. Overweegt u te onderzoeken op welke manier u werkloos geworden werknemers ingevolge een herstructurering kan aanzetten om een lagerbetaalde baan te verkiezen boven werkloos te blijven zonder dat de betrokken partij daarbij nefaste gevolgen ondervinden voor zijn pensioen later ?
3. Quelles pistes de réflexion comptez-vous examiner à cet égard ?
3. Welke denkpistes neemt u hiervoor in aanmerking ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27738
DO 2005200608907
DO 2005200608907
Question no 180 de M. Jean-Marc Nollet du 6 octobre 2006 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 180 van de heer Jean-Marc Nollet van 6 oktober 2006 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Les pensions versées par l’OSSOM.
De door de DOSZ uitgekeerde pensioenen.
La loi-programme du 20 juillet 2006 (publiée au Moniteur belge du 28 juillet 2006) vient modifier assez considérablement, à partir du 1er janvier 2007, la législation concernant les pensions de l’OSSOM (Office de la sécurite sociale d’outre-mer). Ces changements concernent les pensions liées à la loi du 16 juin 1960 (services accomplis à l’époque coloniale), et plus encore les pensions liées à la loi du 17 juillet 1963 (participation à l’assurance après les indépendances).
Met de programmawet van 20 juli 2006 (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2006) wordt de wetgeving betreffende de door de DOSZ (Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid) uitgekeerde pensioenen, met ingang van 1 januari 2007, vrij ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen hebben betrekking op de pensioenen in het raam van de wet van 16 juni 1960 (diensten tijdens het koloniale tijdperk) en vooral[d65] op de pensioenen in het raam van de wet van 17 juli 1963 (deelname aan de verzekering na de onafhankelijkheid van de kolonies).
Cette loi vise essentiellement à supprimer tout ce qui, dans l’ancienne législation, pouvait apparaıˆtre comme une inégalité entre les droits des hommes et les droits des femmes et à rapprocher les aˆges de prise de cours de la pension de retraite de ceux prévus dans les autres systèmes belges de pension.
De wijzigingen hebben een dubbel doel : enerzijds willen ze komaf maken met alles wat in de vroegere wetgeving als een ongelijkheid tussen de rechten van de mannen en van de vrouwen kon worden aangemerkt en anderzijds komt er een betere afstemming op de rustpensioenleeftijd die in de andere Belgische pensioenregelingen geldt.
Il est également prévu que des dispositions réglant la revalorisation et l’indexation dans la loi du 17 juillet 1963 resteront en vigueur jusqu’à la publication, vraisemblablement dans le courant de l’année 2007, d’un arrêté royal précisant ces notions.
De nieuwe wet bepaalt voorts dat de regels met betrekking tot de herwaardering en de indexering van de wet van 17 juli 1963 van kracht zullen blijven tot — wellicht in de loop van 2007 — een koninklijk besluit wordt gepubliceerd dat die begrippen nader omschrijft.
Certaines dispositions prévues dans la loiprogramme du 20 juillet 2006 correspondent à des adaptations incontournables (traitement égal des femmes et des hommes, alignement de l’aˆge de la pension sur les dispositions des autres systèmes de pensions belges, etc.). Par la même occasion, une série de révisions à préciser dans le cadre de cet arrêté royal concernent la revalorisation des cotisations, le taux d’intérêt et l’indexation future.
Een aantal bepalingen in de programmawet van 20 juli 2006 drong zich op (gelijke behandeling van vrouwen en mannen, afstemming van de pensioenleeftijd op de bepalingen van de andere Belgische pensioenregelingen, enz.). Anderzijds betreft een aantal nieuwigheden, dat in het aangekondigde koninklijk besluit nog nader moet worden omschreven, de herwaardering van de bijdragen, de intrestvoet en de toekomstige indexering.[d65]
Dans ce cadre, pouvez-vous garantir que ces révisions n’auront pas pour conséquence une diminution notable des pensions par rapport à ce qui est « promérité », y compris via les pensions constituées par le passé; et, en même temps, préciser quel est le sens, dans les grandes lignes, de cet arrêté royal ?
Kan u me in dat verband verzekeren dat die wijzigingen de verworven pensioenrechten (met inbegrip van de in het verleden opgebouwde pensioenrechten) niet ernstig in het gedrang zullen brengen en kan u de krachtlijnen van dat koninklijk besluit toelichten ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27739
Ministre de l’Emploi
Minister van Werk
DO 2005200608880
DO 2005200608880
Question no 608 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 608 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Non-délivrance de documents requis par certains coordinateurs en matière de prévention et de santé. — Construction et aliénation d’habitations privées. — Passation d’actes notariés.
Gebrek aan aflevering van documenten door sommige veiligheids. — en gezondheidscoo¨rdinatoren. — Bouwen en vervreemden van particuliere gezinswoningen. — Verlijden van notarie¨le akten.
Les particuliers ayant entamé la construction d’une nouvelle habitation privée avant le 1er janvier 2005, étaient en principe tenus de faire appel, pour toute la durée des travaux de construction, aux services d’un coordinateur agréé en matière de prévention et de santé. Ils ne pouvaient dès lors malheureusement pas bénéficier du régime simplifié instauré par l’arrêté royal du 19 janvier 2005 concernant les chantiers temporaires ou mobiles et devaient supporter des frais supplémentaires importants.
De particuliere bouwers die vo´o´r 1 januari 2005 de nieuwbouw van een privaat woonhuis hadden aangevat, dienden in principe en dat voor de ganse duur van de bouwwerken nog altijd een beroep te doen op een erkend veiligheids- en gezondheidscoo¨rdinator en vielen met alle meerkosten van dien helaas daardoor niet onder het vereenvoudigd regime zoals bedoeld in het recente koninklijk besluit van 19 januari 2005 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen.
Un tel coordinateur est tenu d’élaborer un journal de coordination et un plan de sécurité et de santé, et ultérieurement surtout un dossier d’intervention ultérieure à transmettre en temps utile aux maıˆtres d’ouvrage privés.
Dit hield onder meer in dat er niet alleen een coo¨rdinatiedagboek, een veiligheids- en gezondheidsplan maar vooral naderhand ook een uitgebreid postinterventiedossier moest worden aangelegd en te gepasten tijde worden overhandigd aan de particuliere bouwheren/-dames.
Il me revient qu’en l’absence d’un dossier d’intervention ultérieure, la construction nouvelle ne pourrait jamais faire l’objet d’une vente ou autre aliénation et que le notaire ne serait pas autorisé à rédiger un contrat de vente, ni à passer un acte notarié.
Naar verluidt kan indien geen postinterventiedossier voorhanden is, zelfs de nieuwgebouwde woning nooit worden verkocht of vervreemd en mag de notaris geen verkoopovereenkomst opstellen, noch een notarie¨le akte verlijden.
Il semblerait par ailleurs que, dans la pratique, il est parfois constaté qu’au bout de deux ans, les documents de travail susvisés et notamment le « dossier d’intervention ultérieure » ne sont toujours pas délivrés aux maıˆtres d’ouvrages concernés, alors que les coordinateurs en matière de sécurité et de santé ont bien transmis leur facture ou note d’honoraires et que les habitations familiales occupées dans l’intervalle ont été depuis longtemps déjà inscrites au cadastre et enregistrées par les services de la TVA.
Blijkbaar wordt in de praktijk in welbepaalde gevallen vastgesteld dat de veiligheids- en gezondheidscoo¨rdinatoren wel hun factuur of ereloonnota hebben uitgereikt, terwijl de drie genoemde werkdocumenten, waarvan inzonderheid het « postinterventiedossier », na meer dan twee jaar nog steeds niet werden afgeleverd aan de rechthebbende particuliere bouwheren/dames en hun in gebruik genomen gezinswoningen al lang ten kadaster en bij de btw gekend zijn.
Les questions pratiques à la fois générales et pertinentes suivantes se posent dès lors en la matière.
Ter zake rijzen dan ook de volgende algemene doch pertinente praktijkvragen.
1. Dans quels délais raisonnables, légaux et/ou administratifs les coordinateurs en matière de sécurité et de santé sont-ils tenus de délivrer de manière ponctuelle et correcte le « dossier d’intervention ultérieure » ?
1. Binnen welke redelijke, wettelijk en/of administratieve termijnen zijn de veiligheids- en gezondsheidscoo¨rdinatoren verplicht het nauwkeurig opgesteld « postinterventiedossier » stipt en correct af te leveren ?
2. a) Les maıˆtres d’ouvrage privés peuvent-ils, tant sur le plan pénal qu’administratif, à chaque fois être sanctionnés personnellement et être tenus pour
2. a) Kunnen particuliere bouwheren/-dames telkens persoonlijk zowel strafrechtelijk als administratief worden gesanctioneerd, aansprakelijk en/of
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27740
responsables ou coresponsables lorsque les coordinateurs en matière de sécurité et de santé omettent de délivrer chacun des trois documents requis et particulièrement le « dossier d’intervention ultérieure ». b) De quels instruments juridiques les consommateurs-maıˆtres d’ouvrage disposent-ils pour se prémunir contre ce type de sanctions ? 3. De quels instruments juridiques et de quels recours administratifs et autres les maıˆtres d’ouvrage privés disposent-ils pour s’opposer fermement à cette attitude plutoˆt laxiste et critiquable de certains coordinateurs en matière de sécurité et de santé ? 4. De tels manquements ou négligences peuvent-ils donner lieu à un dédommagement ? De quelles sanctions les coordinateurs en matière de sécurité et de santé défaillants sont-ils passibles ? ` quelles instances territorialement compétentes, 5. A locales et/ou centrales ou à quels services de médiation les consommateurs-baˆtisseurs lésés peuvent-ils s’adresser pour obtenir tout de même légitimement le « dossier d’intervention ultérieure » ? 6. Les maıˆtres d’ouvrage sont-ils tenus d’envoyer préalablement une mise en demeure avant d’introduire un recours administratif ou autre ? 7. Les notaires peuvent-ils rédiger un contrat de vente et/ou passer un acte notarié lorsque le dossier d’intervention ultérieure n’est toujours pas disponible en raison de la seule négligence des coordinateurs en matière de sécurité et de santé ? Dans la négative, pour quelles raisons fondées ? 8. Pourriez-vous exposer point par point vos conception et méthode générales, à la lumière de toutes les dispositions réglementaires en vigueur en la matière et notamment de l’ancien arrêté royal du 25 janvier 2001 concernant les chantiers temporaires ou mobiles et de la loi du 25 ventoˆse an XI (16 mars 1803) contenant organisation du notariat, telle que modifiée par les lois du 4 mai 1999 ?
(mede)verantwoordelijk gesteld wanneer de veiligheids- en gezondheidscoo¨rdinatoren in gebreke blijven wat betreft de aflevering van elk van de drie vereiste stukken en inzonderheid van het « postinterventiedossier » ? b) Hoe kunnen of moeten de consumentenbouwheren/-dames zich daartegenover juridisch wapenen of beschermen ? 3. Over welke administratieve en andere rechts- of verhaalmiddelen beschikken private bouwheren/dames om zich krachtdadig te verzetten tegen de eerder lakse en laakbare houding van sommige veiligheids- en gezondheidscoo¨rdinatoren ? 4. Kan voor zo’n tekortkoming of nalatigheid eventueel een schadevergoeding worden gee¨ist en welke sancties kunnen er desgevallend worden genomen ten overstaan van de in gebreke gebleven veiligheids- en gezondheidscoo¨rdinatoren ? 5. Tot welke territoriaal bevoegde instanties, lokale en/of centrale besturen of ombudsdiensten kunnen de benadeelde consumenten-bouwers zich wenden om het noodzakelijke « postinterventiedossier » toch nog rechtmatig te bekomen ? 6. Dienen de bouwheren/-dames vooraf een ingebrekestelling te versturen vooraleer zij eventueel een administratief beroep of andere rechtsmiddelen wensen in te stellen ? 7. Mogen de notarissen al dan niet een verkoopovereenkomst opstellen en/of notarie¨le aktes verlijden wanneer het postinterventiedossier nog altijd niet beschikbaar is door de loutere nalatigheid van de veiligheids- en gezondheidscoo¨rdinatoren en zo neen, om welke gegronde redenen niet ?
8. Kunt u punt per punt uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van alle ter zake vigerende regelgeving waarvan onder meer sprake in het vorige koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele werkplaatsen en in de wet van 25 Ventoˆse van het jaar XI (16 maart 1803) op het notarisambt, zoals gewijzigd bij de wetten van 4 mei 1999 ?
DO 2005200608885
DO 2005200608885
Question no 609 de Mme Annemie Turtelboom du 29 septembre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 609 van mevrouw Annemie Turtelboom van 29 september 2006 (N.) aan de minister van Werk : Deeltijdse werknemers. In Nederland blijkt een groot aantal twintigers niet full time te werken. Een en ander heeft op langere
Travailleurs à temps partiel. Aux Pays-Bas, il s’avère qu’un nombre considérable de personnes entre vingt et trente ans ne travaillent pas
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27741
` plus long terme, cette situation risque à temps plein. A de compromettre la constitution de leur pension.
termijn gevolgen voor de pensioenopbouw van de betrokkenen.
1. Combien de personnes entre vingt et trente ans, respectivement dans la trentaine, la quarantaine, la cinquantaine et la soixantaine, travaillent-elles — en chiffres absolus et en pourcentages par rapport à l’ensemble de leur catégorie d’aˆge active — à temps plein ou à temps partiel ?
1. Hoeveel twintigers, respectievelijk dertigers, veertigers, vijftigers en zestigers werken — in absolute getallen en in percentages ten aanzien van de ganse actieve leeftijdsgroep -voltijds, respectievelijk deeltijds ?
2. Combien de ces travailleurs[d65] à temps partiel travaillent-ils quatre jours par semaine, dans un régime à mi-temps ou moins ?
2. Hoeveel van deze mannelijke, respectievelijk vrouwelijke deeltijders werken in een vierdaagse werkweek, respectievelijk halftijds of minder dan halftijds ?
3. Y a-t-il des différences entre le nombre de travailleurs à temps partiel en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
3. Zijn er verschillen tussen het aantal deeltijdse werknemers in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel ?
4. Combien de travailleurs combinent-ils plus d’un emploi à temps partiel, de sorte que dans les faits, ils travaillent à temps plein ?
4. Hoeveel werknemers combineren meer dan één deeltijdse job, zodat ze in de feiten toch een voltijds uurrooster hebben ?
5. Dans quelle mesure les pièges à l’emploi empêchent-ils les demandeurs d’emploi d’accepter un emploi à temps partiel ?
5. In welke mate weerhouden de werkloosheidsvallen werkzoekenden ervan om een deeltijdse job te aanvaarden ?
6. A-t-on déjà examiné quels sont les principaux motifs qui motivent les jeunes travailleurs à accepter un emploi à temps partiel ?
6. Werd reeds nagegaan wat de belangrijkste drijfveren van jonge werknemers zijn om deeltijds te gaan werken ?
DO 2005200608892
DO 2005200608892
Question no 611 de Mme Annemie Turtelboom du 3 octobre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 611 van mevrouw Annemie Turtelboom van 3 oktober 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Introduction d’un nouveau régime d’épargne-temps pour l’ensemble des travailleurs. — Garanties pour les travailleurs.
Invoering van een nieuw stelsel van tijdsparen voor alle werknemers. — Garanties voor de werknemers.
En réponse à ma question écrite, vous précisez qu’un éventuel régime d’épargne-temps doit « certainement fournir des garanties aux travailleurs » (question no 483 du 21 mars 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 135, p. 26597-26598). Vous soulignez en outre que ce régime peut être organisé de différentes manières.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag, stelt u dat een eventueel stelsel van tijdsparen « zeker garanties naar de werknemers toe » moet bevatten (vraag nr. 483 van 21 maart 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 135, blz. 26597-26598). Tevens wijst u erop dat dergelijk stelsel op verschillende manieren kan worden georganiseerd.
1. Quelles garanties concrètes pour les travailleurs un régime d’épargne-temps doit-il, selon vous, comporter au minimum ?
1. Welke concrete garanties voor de werknemers moet een stelsel van tijdsparen volgens u minimaal bevatten ?
2. Quel régime concret d’épargne-temps estimezvous le plus souhaitable ?
2. Welk concreet stelsel van tijdsparen acht u het meest wenselijk om in te voeren ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27742
DO 2005200608893
DO 2005200608893
Question no 612 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 3 octobre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 612 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 3 oktober 2006 (N.) aan de minister van Werk :
ALE. — Controˆles des travailleurs ALE. — Travail au noir.
PWA’s. — Controles van PWA-ers. — Zwartwerk.
Plusieurs questions posées dans le cadre de ma question écrite relative aux controˆles des travailleurs ALE effectuant du travail au noir sont restées sans réponse ou ont reçu une réponse insuffisante (question no 460 du 28 février 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 134, p. 26462-26464).
Op mijn vraag met betrekking tot controles van PWA-ers op zwartwerk bleef een aantal vragen niet of onvoldoende beantwoord (vraag nr. 460 van 28 februari 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 134, blz. 26462-26464).
1. Avez-vous connaissance de demandeurs d’emploi qui ne déclarent pas l’ensemble des heures de travail qu’ils effectuent dans le cadre de l’ALE ?
1. Heeft u weet van werkzoekenden die niet alle uren die ze in het kader van de PWA presteren in het wit werken ?
2. Les travailleurs ALE font-ils effectivement l’objet de controˆles spontanés relatifs au travail noir ?
2. Gebeuren er effectief spontane controles op PWA-ers met betrekking tot zwartwerk ?
3. Dans l’affirmative, comment les controˆles des travailleurs ALE se déroulent-ils concrètement ?
3. Zo ja, op welke manier verlopen de controles van de PWA-ers concreet ?
4. Dans la négative, cela signifie-t-il que les travailleurs ALE de mauvaise foi reçoivent en fait[d65] automatiquement carte blanche pour effectuer du travail au noir ?
4. Zo neen, betekent dit dat PWA-ers die niet te goeder trouw zouden zijn de facto een vrijgeleide krijgen om zwartwerk te verrichten ?
DO 2005200608905
DO 2005200608905
Question no 613 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 5 octobre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 613 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 5 oktober 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Titres-services. — Travailleurs masculins. — Utilisateurs. — Discrimination.
Dienstencheques. — Mannelijke werknemers. — Gebruikers. — Discriminatie.
En réponse à ma question concernant les travailleurs masculins dans le cadre du système des titresservices, vous affirmez qu’une entreprise de titresservices ne peut discriminer des travailleurs et que l’utilisateur ne peut faire à l’égard des travailleurs de distinctions fondées sur le sexe (question no 553 du 19 juin 2006, Questions et Réponses, Chambre, 20052006, no 134, p. 26465). Le problème ne semble toutefois pas résider chez les employeurs, qui sont tout à fait disposés à recruter des travailleurs masculins dans le cadre des titres-services, mais dans l’apparente réticence de certains clients à l’égard des travailleurs masculins. En théorie, les clients ne peuvent en effet établir de distinctions fondées sur le sexe mais, dans la pratique, les entreprises sont pour ainsi dire contraintes de tenir compte de leurs souhaits.
In antwoord op mijn vraag over mannelijke werknemers in het stelsel van dienstencheques, stelt u dat een dienstencheque-onderneming geen werknemers mag discrimineren en de gebruiker geen onderscheid ten aanzien van de werknemers mag maken op grond van geslacht (vraag nr. 553 van 19 juni 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 134, blz. 26465). Het probleem lijkt echter niet te zitten bij de werkgevers. Die blijken best bereid om mannelijke werknemers aan te werven in het stelsel van dienstencheques. Het probleem dat werd vastgesteld, is het feit dat een aantal klanten weigerachtig lijkt te staan tegenover mannelijke werknemers. Theoretisch mogen die inderdaad geen onderscheid naar geslacht maken, maar in de praktijk kunnen bedrijven bijna niet anders dan rekening te houden met de wensen van hun klanten.
Eu égard à l’attention accordée régulièrement — à juste titre — à la nécessité d’atteindre une représenta-
Vermits er regelmatig — terecht — aandacht wordt gevaagd voor een evenwichtige vertegenwoordiging
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27743
tion équilibrée des femmes dans tous les segments du marché de l’emploi, notamment dans les secteurs plus techniques, il ne nous paraıˆt pas illogique de faire preuve d’une préoccupation analogue à l’égard de secteurs ou` l’engagement de travailleurs masculins est considéré comme moins évident. Pour trouver une solution appropriée au problème, on pourrait dans un premier temps enquêter sur la réticence des utilisateurs à l’égard des travailleurs masculins et sur les motifs qui y sont à la base.
van vrouwen in alle geledingen van de arbeidsmarkt, onder meer in de eerder technische sectoren, lijkt het ons niet onlogisch dat een analoge bekommernis mag getoond worden ten aanzien van sectoren waar de inschakeling van mannen als minder evident wordt beschouwd.[d65] Vooreerst zou een onderzoek naar het feit of en de redenen waarom gebruikers weigerachtig staan tegenover een mannelijke werknemer kunnen worden gevoerd, teneinde het probleem een degelijke oplossing te geven.
1. Envisagez-vous de faire examiner si certains utilisateurs sont effectivement réticents à engager un travailleur masculin dans le cadre des titres-services, et comptez-vous enquêter sur les motifs de cette réticence ?
1. Overweegt u te laten onderzoeken of er inderdaad gebruikers weigerachtig staan tegenover het engageren van een mannelijke werknemer in het kader van dienstencheques, alsook te polsen naar de redenen van hun weigerachtige houding ?
2. Envisagez-vous de prendre une initiative, en concertation avec le secteur, pour promouvoir l’engagement de travailleurs masculins auprès des utilisateurs ?
2. Overweegt u in overleg met de sector een initiatief uit te werken om de inschakeling van mannelijke werknemers beter aanvaardbaar te maken bij gebruikers ?
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 2006200708910
DO 2006200708910
Question no 87 de Mme Annemie Turtelboom du 10 octobre 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 87 van mevrouw Annemie Turtelboom van 10 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Personnes handicapées peu qualifiées.
Laaggeschoolde gehandicapten.
Il ressort de divers témoignages que certaines personnes handicapées peu qualifiées risquent de passer au travers des mailles du filet social. Certains handicapés ne répondant pas entièrement aux critères pour bénéficier du soutien du Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) (fonds flamand pour l’intégration sociale des personnes handicapées), ne sont toutefois pas à même de fonctionner indépendamment sur le marché du travail normal. L’économie sociale, qui offre un accompagnement et un encadrements suffisants à ces personnes, permettrait de remédier à ce problème. Or, l’accès de ces personnes aux ateliers sociaux est loin d’être une évidence.[d65]
Uit getuigenissen van een aantal mensen blijkt dat sommige laaggeschoolde gehandicapten tussen de mazen van het net dreigen te vallen. Een aantal van deze mensen komt net niet in aanmerking voor steun van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH), maar staat tevens te zwak om op eigen houtje te kunnen functioneren op de reguliere arbeidsmarkt. De sociale economie lijkt voor deze mensen een uitkomst te bieden, vermits zij daar kunnen rekenen op voldoende begeleiding en omkadering. Toch lijkt het niet altijd evident om deze mensen in de sociale werkplaatsen aan de slag te krijgen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27744
1. Avez-vous précédemment pris des mesures visant à insérer dans des initiatives de l’économie sociale les personnes handicapées qui ne peuvent pas prétendre au soutien du VFSIPH ?
1. Heeft u in het verleden al maatregelen genomen die erop gericht zijn om laaggeschoolde gehandicapten die niet in aanmerking komen voor steun van het VFSIPH in te schakelen in de sociale economie ?
2. Envisagez-vous de prendre des initiatives pour faciliter l’accès de cette catégorie de personnes handicapées aux ateliers sociaux et aux autres initiatives de l’économie sociale, par exemple en demandant qu’une attention particulière y soit accordée lors de l’attribution de subsides ?
2. Overweegt u initiatieven te nemen om deze groep van mensen aan de bak te laten komen in sociale werkplaatsen en andere initiatieven in de sociale economie, bijvoorbeeld door hiervoor extra aandacht te vragen bij het toekennen van subsidies ?
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
DO 2005200608894
DO 2005200608894
Question no 1089 de M. Guido De Padt du 3 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1089 van de heer Guido De Padt van 3 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
La Poste. — Bureau de poste de Gramont. — Temps d’attente aux guichets.
De Post. — Postkantoor Geraardsbergen. — Wachttijd aan de loketten.
De longues files d’attente sont régulièrement constatées au bureau de poste de Grammont. Ainsi, le temps d’attente s’élevait à environ deux heures samedi matin, 30 septembre 2006, ce qui ne correspond évidemment pas au service que l’on est en droit d’attendre d’une entreprise publique performante. Ce problème résulte du nouvel horaire qui ne prévoit la présence que d’un seul membre du personnel le samedi matin, ce qui est évidemment insuffisant.
In het postkantoor van Geraardsbergen worden regelmatig lange wachtrijen vastgesteld. Zo was er zaterdagvoormiddag 30 september 2006 een wachttermijn van bijna twee uur, wat uiteraard niet in overeenstemming is met de dienstverlening die men kan en mag verwachten van een performant overheidsbedrijf. Een en ander is het gevolg van de nieuwe dienstregeling die bepaalt dat er op zaterdagvoormiddag slechts één personeelslid aanwezig is, wat uiteraard te weinig is.
1. Pouvez-vous indiquer le temps d’attente moyen aux guichets pour les années 2004, 2005 et 2006 (par province) ?
1. Kan u voor de jaren 2004, 2005 en 2006 (opgesplitst per provincie) de gemiddelde wachttijd aan de loketten opgegeven ?
2. Pouvez-vous préciser le temps d’attente moyen à Grammont pour les mêmes années ?
2. Kan u aangeven wat in dezelfde jaren de gemiddelde wachttijd voor Geraardsbergen was ?
3. a) Quelles sont les causes des problèmes spécifiques à Grammont et comment pense-t-on les résoudre ?
3. a) Welke oorzaken liggen aan de basis van de specifieke problemen in Geraardsbergen en hoe denkt men die te zullen oplossen ?
b) N’était-il pas prévisible qu’un seul membre du personnel serait insuffisant pour assurer le service le samedi matin dans une ville comme Grammont ?
b) Kon men niet op voorhand inschatten dat één personeelslid te weinig is om een stad als Geraardsbergen op een zaterdagvoormiddag te bedienen ?
c) La Poste peut-elle faire appel à une sorte d’équipe « volante » pouvant prêter main forte çà et là en cas de besoin urgent de personnel ?
c) Kan De Post bij acuut personeelstekort een beroep doen op een soort « vliegende ploeg », die her en der kan inspringen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27745
DO 2005200608901
DO 2005200608901
Question no 1090 de Mme Ingrid Meeus du 4 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1090 van mevrouw Ingrid Meeus van 4 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Gares et autres baˆtiments de la SNCB. — Amiante.
Stations. — en NMBS-gebouwen. — Asbest.
Fin 1998, la Belgique a totalement interdit l’utilisation d’amiante. Or, bon nombre de gares et autres baˆtiments de la SNCB ont été construits avant 1998. Il n’est donc pas impensable qu’ils contiennent de l’amiante.
In Belgie¨ kwam eind 1998 een algemeen verbod op het gebruik van asbest. Heel wat stations- en NMBSgebouwen in Belgie¨ zijn ouder dan 1998. Het is dus niet ondenkbeeldig dat er zich in deze gebouwen asbest bevindt.
1. a) La présence d’amiante dans les gares et autres baˆtiments de la SNCB a-t-elle fait l’objet d’une étude ?
1. a) Is er een studie gemaakt over de aanwezigheid van asbest in de stations- en NMBS-gebouwen ?
b) Dans l’affirmative, quelles sont les conclusions de cette étude ?
b) Zo ja, wat zijn de besluiten van deze studie ?
2. Quelles gares et autres baˆtiments de la SNCB en Belgique contiennent encore de l’amiante aujourd’hui ?
2. In welke stations- en NMBS-gebouwen in Belgie¨ bevindt zich momenteel nog asbest ?
3. a) Cette présence d’amiante constitue-t-elle un danger pour la santé du personnel ?
3. a) Levert dit een gevaar op voor de gezondheid van de personeelsleden ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures sont prises pour remédier à cette situation ?
b) Zo ja, welke remedie¨rende maatregelen worden hiervoor genomen ?
4. a) Quelles mesures sont prises pour procéder le plus rapidement possible au désamiantage de ces baˆtiments ?
4. a) Welke maatregelen worden genomen teneinde deze asbest zo snel mogelijk te verwijderen ?
b) Quel est l’échéancier prévu pour chacun des baˆtiments concernés ?
b) Wat is de planning per getroffen gebouw hiervoor ter zake ?
c) Quelle est l’échéance prévue pour le désamiantage complet de l’ensemble des baˆtiments ?
c) Welk tijdstip wordt vooropgesteld om alle asbest uit alle gebouwen te verwijderen ?
5. Quel est le couˆt estimatif global du désamiantage des gares et autres baˆtiments de la SNCB ?
5. Wat is de totale vooropgestelde kostprijs voor de verwijdering van het asbest uit de stations- en NMBSgebouwen ?
DO 2006200708916
DO 2006200708916
Question no 1091 de M. Dirk Claes du 11 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1091 van de heer Dirk Claes van 11 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Travaux aux passages à niveaux.
NMBS. — Werken aan overwegen.
Votre réponse à une précédente question écrite relative aux travaux réalisés aux chemins de fer en Belgique comportait des chiffres erronés en grande partie. En effet, les données que vous avez fournies sont des moyennes, alors que nous avions demandé des chiffres
In een vorige schriftelijke vraag aangaande de werken aan overwegen in Belgie¨ werd er voor een belangrijk deel met foutieve cijfers geantwoord. Waar er gevraagd werd naar de cijfers per jaar, antwoordde u met gemiddelden (vraag nr. 963 van 2 mei 2006,
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27746
annuels (question no 963 du 2 mai 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 134, p. 26500).
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 134, blz. 26500).
1. Combien de pannes ont-elles été constatées annuellement (pour la période 2002-2005 et en 2006) aux passages à niveau de notre réseau ferroviaire, par Région ?
1. Hoeveel defecten worden er jaarlijks (periode 2002-2005 plus 2006) in ons land en verdeeld over de Gewesten vastgesteld aan de overwegen van ons spoornet ?
2. Combien de passages à niveau ont-ils annuellement (pour la période 2002-2005 et en 2006) fait l’objet de travaux d’entretien (du passage à niveau et de la chaussée), par Région ?
2. Hoeveel overwegen worden er jaarlijks (periode 2002-2005 plus 2006) aangepakt voor een onderhoud van de overweg, alsook het wegdek in Belgie¨, opgedeeld per Gewest ?
DO 2006200708917
DO 2006200708917
Question no 1092 de M. Jef Van den Bergh du 11 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1092 van de heer Jef Van den Bergh van 11 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Cadence des trains entre Anvers et Bruxelles.
NMBS. — Cadansering van de treinen tussen Antwerpen en Brussel.
Le rythme auquel les trains se suivent entre Anvers et Bruxelles est l’exemple type de ce qu’il ne faut pas faire. En direction de Bruxelles, après le train IR reliant Anvers et Nivelles via Bruxelles, aucun train ne circule pendant 26 minutes. Au cours de la demi-heure qui suit, le navetteur voit se succéder le train L, le « train Benelux », un train P et un train IR venant d’Essen en direction de Charleroi. Ensuite, la succession recommence avec le train IR en direction de Bruxelles-Nivelles, qui est en partie un service L. Le scénario est plus ou moins identique en sens inverse : aucun train ne circule pendant vingt minutes, puis le train IR de Charleroi à Essen, le train L, le train P, le « train Benelux » et le train IC se succèdent rapidement.
De cadansering van de treinen tussen Antwerpen en Brussel is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. In de richting van Brussel heeft men na de IR-trein tussen Antwerpen en Nijvel over Brussel gedurende 26 minuten geen enkele trein, en dan heeft de pendelaar in het daarop volgende halfuur de L-trein, de Beneluxtrein, een P-trein, een IR-trein vanuit Essen naar Charleroi om dan weer het rijtje te herbeginnen met de IRtrein richting Brussel-Nijvel die gedeeltelijk een Ldienst is. Omgekeerd is het min of meer hetzelfde beeld : twintig minuten lang geen enkele trein, en dan volgen op korte tijd de IR-trein vanuit Charleroi naar Essen, de L-trein, de P-trein, de Beneluxtrein, en de ICtrein.
On comprend que l’organisation d’une cadence régulière des trains était difficile en raison des travaux effectués à Anvers-Central, mais on s’explique moins que cette situation soit pratiquement maintenue dans le nouvel horaire.
Het is begrijpelijk dat een regelmatige cadansering moeilijk kon omwille van de werken aan AntwerpenCentraal. Maar het is wel moeilijk te begrijpen dat deze slechte cadansering quasi overeind blijft in de nieuwe dienstregeling die werd uitgewerkt.
Pouvez-vous en indiquer les raisons et nous faire savoir si la cadence des trains sera améliorée après l’achèvement des travaux à Anvers-Central ?
Kan u daarvan de redenen meedelen, en tevens meedelen of er een betere cadansering zal komen na de voltooiing van de werken in Antwerpen-Centraal ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27747
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eersteminister en minister van Justitie
DO 2005200607097
DO 2005200607097
Question no 916 de M. Koen T’Sijen du 31 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 916 van de heer Koen T’Sijen van 31 januari 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Site de casino en ligne 2play.
Online-casino 2play.
L’article 4 de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs prévoit explicitement qu’il est interdit d’exploiter, en quelque lieu, sous quelque forme et de quelque manière directe ou indirecte que ce soit, un ou plusieurs jeux de hasard ou établissements de jeux de hasard autres que ceux autorisés conformément à la loi. Les sites internet qui proposent ces jeux de hasard en Belgique sont passibles d’une peine, conformément à cet article.
Artikel 4 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, bepaalt uitdrukkelijk dat het verboden is om onder welke vorm, op welke plaats en op welke rechtstreekse of onrechtstreekse manier ook, kansspelen of kansspelinrichtingen te exploiteren, tenzij die overeenkomstig de wet zijn toegelaten. Internetsites die kansspelen aanbieden in Belgie¨, zijn overeenkomstig het artikel strafbaar.
Il existe cependant depuis longtemps un site web « www.2play.be » avec une adresse internet enregistrée ` la demande du Groupe de travail dans notre pays. A contre l’accoutumance aux jeux de hasard ASBL, la Commission des jeux de hasard a dressé procès-verbal contre ce site et a transmis le dossier au parquet de Louvain. Le site internet est cependant toujours actif dans notre pays.
Nochtans bestaat al geruime tijd de website « www.2play.be » een website met een in ons land geregistreerd internetadres. Tegen deze site werd een proces-verbaal opgesteld door de Kansspelcommissie op vraag van de Werkgroep tegen gokverslaving VZW. Dit werd doorgegeven aan het parket van Leuven. Tot op heden is de website nog steeds actief in ons land.
Comment se fait-il qu’une société comme « 2play » peut poursuivre ses activités illégales en Belgique sans que des mesures soient prises à son encontre ?
Hoe komt het dat een bedrijf als « 2play » zijn illegale activiteiten in Belgie¨ kan verder zetten zonder dat hiertegen wordt opgetreden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 9 novembre 2006, à la question no 916 de M. Koen T’Sijen du 31 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 9 november 2006, op de vraag nr. 916 van de heer Koen T’Sijen van 31 januari 2006 (N.) :
Je peux communiquer à l’honorable membre que le parquet de Louvain a mis à la disposition du parquet de Bruxelles le procès-verbal dressé par la Commission des jeux de hasard. L’instruction est toujours en cours et à ce stade-ci, je ne peux que rappeler le principe du secret de l’instruction.
Ik kan het geachte lid meedelen dat het parket van Leuven het proces-verbaal opgesteld door de Kansspelcommissie ter beschikking heeft gesteld van het parket van Brussel. Het onderzoek is nog lopende en in dit stadium dien ik dan ook te herinneren aan het beginsel van het geheim van het onderzoek.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27748
DO 2005200607779
DO 2005200607779
Question no 1007 de Mme Marleen Govaerts du 19 avril 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : E´volution du nombre de faillites.
Vraag nr. 1007 van mevrouw Marleen Govaerts van 19 april 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
1. Comment le nombre de faillites a-t-il évolué en Belgique ?
1. Hoe is evolutie van het aantal faillissementen in Belgie¨ ?
2. Pourriez-vous me communiquer, pour la période de 1990 à ce jour ou, si ce n’est possible, pour les cinq dernières années, le nombre de faillites enregistrées par Région et par année ?
2. Kan u voor de periode van 1990 tot vandaag, het aantal faillissementen per regio en per jaar meedelen, en zo niet voor de jongste vijf jaar ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 31 octobre 2006, à la question no 1007 de Mme Marleen Govaerts du 26 avril 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 1007 van mevrouw Marleen Govaerts van 26 april 2006 (N.) :
Cette question parlementaire relève de la compétence de mon collègue le ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique. (Question no 517 du 31 octobre 2006.)
Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. (Vraag nr. 517 van 31 oktober 2006.)
DO 2005200607911
DO 2005200607911
Question no 1012 de Mme Annemie Turtelboom du 28 avril 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1012 van mevrouw Annemie Turtelboom van 28 april 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Consommation de drogues. — Effets mortels.
Drugsgebruik. — Dodelijke effecten.
Les questions suivantes se posent en ce qui concerne la consommation de drogues.
Betreffende het drugsgebruik rijzen volgende vragen.
1. a) Combien de décès ont-ils été enregistrés en Belgique à la suite de la consommation de drogue dans les années 2002, 2003, 2004 et 2005, ventilés par type de drogue ?
1. a) Hoeveel doden zijn er in Belgie¨ gevallen naar aanleiding van drugsgebruik voor de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 uitgesplitst per « drug » ?
b) Pouvez-vous donner un aperçu du nombre de décès par an et par drogue, à la suite d’une overdose d’alcool, d’héroı¨ne, de cocaı¨ne, de crack, d’ecstasy et de cannabis ?
b) Kan u een overzicht geven per drug van het aantal doden per jaar naar aanleiding van een overdosis alcohol — heroı¨ne — cocaı¨ne — crack — XTC en cannabis ?
2. Disposez-vous également, pour les années 2002, 2003, 2004 et 2005, de données relatives à la nature des « drogues » sous l’influence desquelles des meurtres ou homicides ont été commis, ventilées selon qu’il s’agisse d’alcool, d’héroı¨ne, de cocaı¨ne, de crack, d’ecstasy et de cannabis ?
2. Heeft u ook gegevens over de aard van de « drugs » onder de invloed waarvan moorden of doodslag gebeurden ten aanzien van derden, uitgesplitst voor alcohol — heroı¨ne — cocaı¨ne — crack — XTC en cannabis voor de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005 ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 9 novembre 2006, à la question no 1012 de Mme Annemie Turtelboom du 28 avril 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 9 november 2006, op de vraag nr. 1012 van mevrouw Annemie Turtelboom van 28 april 2006 (N.) :
1. En raison de la situation actuelle, il est impossible d’avoir un aperçu complet du nombre de décès dus
1. Het is volgens de actuele stand van zaken niet mogelijk om een compleet overzicht te kennen van het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Evolutie in het aantal faillissementen.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27749
à la drogue pour la période demandée. Une subdivision selon le type de drogue donc pas possible pour cette période. En ce qui concerne le système d’enregistrement, je vous renvoie à ma réponse à la question 450 du 21 septembre 2001 posée par Mme Y. Avontroodt. (Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 124, p. 15587.) La situation n’a pas encore changé. L’Institut scientifique de santé publique belge ne dispose que des données qui ont été rédigées par l’Institut national de Statistique sur la base des données consignées dans le registre des décès. Ces données sont composées des chiffres mis à disposition par roˆle linguistique. L’aperçu le plus récent reprend des données jusqu’à 1997.
aantal drugsdoden voor de gevraagde periode. Een uitsplitsing naar drugs is voor deze periode bijgevolg ook niet mogelijk. Inzake het registratiesysteem kan verwezen worden naar mijn antwoord op vraag nummer 450 van mevrouw Y. Avontroodt van 21 september 2001. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 124, blz. 15587.) Momenteel is de situatie nog niet gewijzigd. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid beschikt enkel over de gegevens die door het Nationaal Instituut voor de Statistiek werden opgesteld op basis van de gegevens die worden opgetekend in het overlijdensregister. Deze gegevens worden samengevoegd uit de cijfers die per taalrol worden ter beschikking gesteld. Het meest recente overzicht bevat gegevens voor 1997.
Ce registre général de mortalité belge contient des données codées selon la CIM-9 (Classification internationale des Maladies, version 9). Les données sur les décès à partir de 1998 sont codées selon la CIM-10. L’Observatoire européen des drogues et des toxicomanies (OEDT) décrit définit les décès liés aux drogues comme suit : quand les causes sous-jacentes de décès étaient « drugs psychoses », dépendance à la drogue, abus non-dépendant de drogues, empoisonnement accidentel, suicide par substances solides ou liquides et autoempoisonnement, ou empoisonnement avec intention indéterminée. En outre, des cas sont inclus lorsque le décès était lié à l’usage de drogues spécifiques mentionnées dans une liste standard : opiacés, cocaı¨ne, amphétamines et dérivés, cannabis, et hallucinogènes. Sur la base de ces critères, 890 cas de décès liés aux drogues (651 hommes et 239 femmes) ont été extraits du registre général de mortalité entre 1987 et 1997.
Dit Belgische algemene mortaliteitsregister bevat gegevens die volgens de ICD-9 (International Classification of Diseases, versie 9) gecodeerd worden. Gegevens na 1988 worden gecodeerd volgens de ICD-10. Het Europese Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD) beschrijft een druggerelateerd overlijden als volgt : wanneer de onderliggende oorzaak drugspsychoses, drugsverslaving, niet-afhankelijk druggebruik, accidentele vergiftiging, zelfmoord en zelf toegebrachte vergiftiging en vergiftiging met onbepaalde bedoeling is, bovendien zullen die gevallen worden meegerekend waarin de dood het gevolg is van een standaardlijst van specifieke drugs : opiaten, cocaı¨ne, amfetamines en -derivaten, cannabis en hallucinogenen. Op basis van deze criteria werden in de periode tussen 1987 en 1997 in totaal 890 (waarvan 651 mannen en 239 vrouwen) druggerelateerde overlijdens gelicht uit de algemene mortaliteitscijfers.
Nombre de décès liés aux drogues
Het aantal druggerelateerde overlijdens.
Année
Nombre
Jaartal
Aantal
1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997
17 33 26 50 63 64 123 122 132 137 123
1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997
17 33 26 50 63 64 123 122 132 137 123
L’administration de la Santé de la Communauté flamande dispose de données plus récentes graˆce aux indicateurs de santé flamands (données pour la Région flamande), il est possible d’adresser une demande à cette administration.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
De gezondheidsadministratie van de Vlaamse Gemeenschap beschikt over meer recente gegevens naar aanleiding van de Vlaamse gezondheidsindicatoren (gegevens voor het Vlaamse Gewest) en kunnen aldaar opgevraagd worden. 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27750
` titre d’information, je vous signale également que A sur la base de la question de Mme Nancy Caslo au ministre de la Santé publique du 18 avril 2006 dans ce même contexte, les données statistiques du Service médical d’urgence (SMURG) sont actuellement analysées.
Ter info deel ik eveneens mee dat er op basis van de vraag van mevrouw Nancy Caslo van 18 april 2006 aan de minister van Volksgezondheid in eenzelfde context momenteel de statistische gegevens van de Medische Urgentie Dienst (MUG) geanalyseerd worden.
2. Les informations demandées ne sont pas codées dans les banques de données existantes.
2. De gevraagde informatie wordt niet gecodeerd in de bestaande databanken.
DO 2005200608346
DO 2005200608346
Question no 1072 de M. Charles Michel du 21 juin 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1072 van de heer Charles Michel van 21 juni 2006 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Confiscation d’immeubles dans les affaires dites de « marchands de sommeil ».
Verbeurdverklaring van panden van huisjesmelkers.
Récemment, la presse a fait écho d’une affaire de marchand de sommeil dans la région de Charleroi. Un locataire sous-louait dans des conditions anormales un immeuble en profitant de la misère sociale de ses souslocataires. Le propriétaire de l’immeuble a été acquitté pour ces faits, tandis que le locataire était condamné. La confiscation de l’immeuble a néanmoins été prononcée, malgré l’acquittement du propriétaire. Cette affaire met en lumière un point problématique du Code pénal, modifié en 2005.
Onlangs berichtte de pers over een zaak van huisjesmelkerij in de regio Charleroi. Een huurder onderverhuurde een pand in abnormale omstandigheden en profiteerde daarbij van de sociale ellende van zijn onderhuurders. De eigenaar van het pand werd voor die feiten vrijgesproken, terwijl de onderverhuurder werd veroordeeld. Ondanks de vrijspraak van de eigenaar werd het pand verbeurdverklaard. Deze zaak stelt een tekortkoming van het in 2005 gewijzigde Strafwetboek in het licht.
La loi du 10 aouˆt 2005 prévoit la confiscation de l’immeuble pour le marchand de sommeil, même lorsque l’immeuble n’est pas la propriété du condamné. Il a été précisé lors des travaux parlementaires que cette sanction était automatique en cas de condamnation dans une telle affaire. La loi ajoute néanmoins qu’il y a confiscation sans que celle-ci puisse porter préjudice aux droits de tiers sur les biens susceptibles de faire l’objet de la confiscation.
De wet van 10 augustus 2005 voorziet in de verbeurdverklaring van het pand ten aanzien van de huisjesmelker, zelfs indien het pand geen eigendom is van de veroordeelde. Tijdens de parlementaire werkzaamheden werd bepaald dat die straf automatisch zou worden toegepast bij een veroordeling voor dergelijke feiten. De wet voegt er evenwel aan toe dat de verbeurdverklaring plaatsvindt zonder dat deze de rechten van derden op de goederen die het voorwerp van de verbeurdverklaring kunnen uitmaken, schaadt.
Il apparaıˆt donc que la loi présente un certain illogisme, ou à tout le moins une difficulté d’application. Il est en effet paradoxal de voir un propriétaire subir la confiscation de son immeuble alors même qu’il ignorait tout des agissements de son locataire et qu’il a été acquitté par la justice. Cette situation pourrait également se produire quand bien même le propriétaire aurait expressément interdit à son locataire de souslouer l’immeuble, si celui-ci contrevient à son insu à cette interdiction. Le propriétaire risque par ailleurs dans de nombreux cas de ne jamais obtenir réparation de son dommage, la personne condamnée étant en fuite ou insolvable. C’est une situation qui met à mal le droit de propriété et n’est pas de nature à inciter les propriétaires à louer leurs logements.
De wet vertoont dus een gebrek aan logica, of doet op zijn minst problemen rijzen wat de toepassing betreft. Het is immers tegenstrijdig dat een eigenaar zijn pand verbeurdverklaard ziet terwijl hij geenszins van de praktijken van zijn huurder op de hoogte was en hij zelf door de rechtbank werd vrijgesproken. Dergelijke situatie kan zich evengoed voordoen indien de eigenaar zijn huurder uitdrukkelijk heeft verboden het pand onder te verhuren en indien de huurder dat verbod aan zijn laars lapt. In veel gevallen dreigt de eigenaar bovendien nooit een schadevergoeding te ontvangen, wanneer de veroordeelde voortvluchtig is of onvermogend. Deze toestand betekent een inbreuk op het eigendomsrecht en zal eigenaars er niet meteen toe aanzetten hun woningen te verhuren.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27751
1. Avez-vous connaissance de telles difficultés d’application de cette sanction qu’est la confiscation dans les affaires de marchand de sommeil ?
1. Bent u op de hoogte van dergelijke moeilijkheden bij de toepassing van de verbeurdverklaring in zaken van huisjesmelkerij ?
2. Un projet va-t-il être préparé afin de remédier à cette difficulté ?
2. Wordt er een wetsontwerp voorbereid teneinde die moeilijkheden te verhelpen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 10 novembre 2006, à la question no 1072 de M. Charles Michel du 21 juin 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 10 november 2006, op de vraag nr. 1072 van de heer Charles Michel van 21 juni 2006 (Fr.) :
1. Le principe de la séparation des pouvoirs ne me permet pas d’interférer dans des procédures judiciaires.
1. Gelet op het beginsel van de scheiding der machten kan ik niet tussenbeide komen in gerechtelijke procedures.
Toutefois, il me paraıˆt utile de rappeler les éléments suivants.
Het lijkt mij evenwel nuttig op de volgende elementen te wijzen.
L’article 433terdecies du Code pénal dispose que :
In artikel 433terdecies van het Strafwetboek is het volgende gesteld :
« [...]
« [...]
La confiscation spéciale prévue à l’article 42, 1o, est appliquée aux coupables de l’infraction visée à l’article 433decies, même lorsque la propriété des choses sur lesquelles elle porte n’appartient pas au condamné, sans que cette confiscation puisse cependant porter préjudice aux droits des tiers sur les biens susceptibles de faire l’objet de la confiscation. Elle doit également être appliquée, dans les mêmes circonstances, au bien meuble, à la partie de celui-ci, au bien immeuble, à la chambre ou à tout autre espace visé par cet article.
De bijzondere verbeurdverklaring zoals bedoeld in artikel 42, 1o, wordt toegepast op de schuldigen aan het misdrijf bedoeld in artikel 433decies, zelfs ingeval de zaken waarop zij betrekking heeft niet het eigendom van de veroordeelde zijn, zonder dat deze verbeurdverklaring evenwel afbreuk kan doen aan de rechten van de derden op de goederen die verbeurd zouden kunnen worden verklaard. Zij moet in dezelfde omstandigheden ook worden toegepast op het roerend goed, het deel ervan, het onroerend goed, de kamer of enige andere ruimte bedoeld in dat artikel.
Elle peut également être appliquée à la contre-valeur de ces meubles ou immeubles aliénés entre la commission de l’infraction et la décision judiciaire définitive. »
Ze kan ook worden toegepast op de tegenwaarde van deze roerende of onroerende goederen die werden vervreemd tussen het tijdstip waarop het misdrijf werd gepleegd en de definitieve rechterlijke beslissing. »
L’article 433decies du Code pénal vise « quiconque » qui commet les faits qui y sont décrits, sans distinction entre le propriétaire, le locataire ou quelque autre personne qui a la jouissance d’un immeuble.
Artikel 433decies van het Strafwetboek heeft betrekking op « al wie » de erin omschreven feiten pleegt, zonder onderscheid te maken tussen de eigenaar, de huurder of enig ander persoon die het genot heeft van een onroerend goed.
Lors des discussions portant sur la loi du 10 août 2005 modifiant diverses dispositions en vue de renforcer la lutte contre la traite et le trafic des êtres humains et contre les pratiques des marchands de sommeil, il a été longuement débattu de la confiscation de l’immeuble en lien avec les droits des tiers.
Tijdens de besprekingen over de wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers, werd langdurig gediscussieerd over de verbeurdverklaring van een onroerend goed en de rechten van derden.
Le cas du propriétaire de bonne foi a été évoqué à plusieurs reprises à la Chambre des représentants.
Het geval van de eigenaar te goeder trouw werd, door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, verschillende malen ter sprake gebracht.
Pour clarifier la situation de ces propriétaires, un amendement à l’article 433terdecies a été adopté pour viser leurs droits afin notamment de tenir compte de la
Om de situatie van deze eigenaars te verduidelijken, werd een amendement ingediend op artikel 433terdecies om hun rechten te bepalen, inzonder-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27752
jurisprudence de la Cour de Cassation qui a consacré les droits des tiers de bonne foi.
heid om rekening te houden met de rechtspraak van het Hof van Cassatie die de rechten van derden te goeder trouw bevestigt.
L’intention du législateur a été claire : l’article 433terdecies prévoit une obligation de confiscation même lorsque le bien n’est pas la propriété de l’auteur de l’infraction, mais il impose de tenir compte également des droits des tiers de bonne foi; il n’y a pas lieu de l’interpréter comme imposant de confisquer un bien qui est la propriété d’un tiers lorsque celui-ci a justifié sa bonne foi et, a fortiori, lorsque celui-ci a été acquitté par le tribunal.
De bedoeling van de wetgever was duidelijk : artikel 433terdecies voorziet in de verplichting tot verbeurdverklaring, zelfs ingeval de zaken waarop zij betrekking heeft geen eigendom zijn van de dader van het misdrijf, maar krachtens dit artikel is het evenwel verplicht tevens rekening te houden met de rechten van derden die te goeder trouw zijn. Dit artikel mag niet worden begrepen als het opleggen van de verbeurdverklaring van een zaak die eigendom is van een derde wanneer deze zijn goede trouw heeft aangetoond en, a fortiori wanneer deze door de rechtbank is vrijgesproken.
2. Compte tenu de ce qui précède, il ne me paraıˆt pas nécessaire de modifier la législation mais je vais attirer l’attention de l’Organe central pour la saisie et la confiscation sur ce point.
2. Gelet op wat voorafgaat, lijkt een wijziging van de wetgeving mij niet nodig te zijn, maar ik zal de aandacht van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring op dit punt vestigen.
DO 2006200708941
DO 2006200708941
Question no 1122 de M. Filip De Man du 17 octobre 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1122 van de heer Filip De Man van 17 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Police technique et scientifique. — Personnel administratif opérationnel.
Technische en wetenschappelijke « Operationele administratieven ».
Le personnel administratif affecté à un laboratoire judiciaire ne peut prétendre ni à l’échelle barémique la plus élevée B, ni à des allocations, alors que les intéressés travaillent sur le terrain (collecte d’éléments de preuve, mise sous scellés, retrait des scellés, etc.) et exercent de facto une compétence policière limitée. Il s’agit en fait de personnel opérationnel qui n’est pas reconnu en tant que tel.
administratief personeel dat bij een gerechtelijk labo werkt, kan noch de hoogste loonschaal B, noch vergoedingen genieten. Dit ondanks het feit dat deze mensen toch ook op het terrein werken (inzamelen bewijsmateriaal, verzegelen, zegels verbreken en dergelijke) en zij de facto een beperkte politiebevoegdheid uitoefenen. Het gaat in feite om « operationelen » die niet als dusdanig erkend worden.
1. Comment expliquez-vous cette situation ?
politie.
—
1. Waarom is dat zo ?
2. Existe-t-il un cadre légal pour cette catégorie particulière ?
2. Bestaat er wel een wettelijk kader voor deze bijzondere categorie ?
3. Pourquoi le personnel technique et scientifique affecté aux laboratoires judiciaires n’est-il pas assimilé aux INPP (inspecteurs principaux) ?
3. Waarom worden zij niet gelijkgesteld met de HINP (hoofdinspecteur) voor de gerechtelijke labo’s ?
Cette possibilité existe déjà pour les comptables, les informaticiens et les psychologues et il était prévu de l’instaurer également pour les membres de la police technique et scientifique.
Die mogelijkheid bestaat voor boekhouders, informatici, psychologen en was eigenlijk ook gepland voor de leden van technische en wetenschappelijke politie.
4. Le danger n’est-il pas réel de voir opérer ce personnel — qui collecte des éléments de preuve de manière autonome — dans l’illégalité, si bien que les auteurs restent impunis ?
4. Loopt men bovendien niet het risico dat bij het zelfstandig verzamelen van bewijsmateriaal buiten het wettelijk kader wordt getreden, waardoor verdachten (onterecht) vrijkomen ?
En raison de la pénurie de personnel, ce personnel administratif — qui ne possède pas la qualité d’OPJ/
Er is immers niet altijd een vergezellende politieambtenaar door gebrek aan mankracht en zelf bezit-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27753
APR (officier de police judiciaire, auxiliaire du procureur du Roi) — n’est pas toujours accompagné d’un fonctionnaire de police. Il arrive dès lors dans la pratique que les missions confiées à ces personnes doivent en fait être considérées comme illégales et que celles-ci s’adressent en vain à l’assureur pour obtenir une indemnisation du dommage aux biens ou une assistance judiciaire. Aujourd’hui, plusieurs dizaines de personnes font partie du cadre moyen sans être rémunérées en fonction de leurs prestations. Quelle est votre position en la matière ?
ten zij geen hoedanigheid van OGPHPK (officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings). Concreet gebeurt het dan ook dat aan dergelijke werknemers toegewezen opdrachten in feite als onwettig zouden moeten beschouwd worden en dat zij tevergeefs een beroep doen op een tussenkomst van de verzekering voor zaakschade of rechtsbijstand. Ondertussen gaat het om meerdere tientallen mensen die zogenaamd bij het middenkader behoren, maar niet als dusdanig worden gehonoreerd. Wat is uw visie hieromtrent ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 10 novembre 2006, à la question no 1122 de M. Filip De Man du 17 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 10 november 2006, op de vraag nr. 1122 van de heer Filip De Man van 17 oktober 2006 (N.) :
Cette question parlementaire relève de la compétence de mon collègue le ministre de l’Intérieur. (Question no 1112 du 17 octobre 2006.)
Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 1112 van 17 oktober 2006.)
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
DO 2005200607654
DO 2005200607654
Question no 1208 de M. Guido De Padt du 28 mars 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1208 van de heer Guido De Padt van 28 maart 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Suppression totale des timbres fiscaux.
Volledige afschaffing fiscale zegels.
En 2002, l’autorité publique fédérale a modifié la législation relative au droit de timbre. Ainsi, le recours aux timbres fiscaux a été supprimé pour l’acquittement de la taxe d’affichage, de la redevance pour l’immatriculation d’un véhicule à la Direction pour l’immatriculation des véhicules, de la redevance due lors de la délivrance des permis de conduire et du droit de timbre pour tous les extraits et attestations des registres tenus par les officiers de l’état civil lorsque ceux-ci font partie du dossier d’établissement d’un acte de déclaration de mariage ou pour l’enregistrement d’une déclaration de cohabitation légale.
Sinds 2002 heeft de federale overheid de wetgeving op het zegelrecht reeds gedeeltelijk aangepast. Zo werd de voorbije jaren het gebruik van fiscale zegels afgeschaft voor de betaling van de aanplakkingstaks, de vergoeding voor de inschrijving van een voertuig bij de Directie voor Inschrijving van Voertuigen, de vergoeding voor de aflevering van rijbewijzen, het zegelrecht voor alle uittreksels en getuigschriften uit de registers gehouden door de ambtenaren van de burgerlijke stand wanneer deze bestemd zijn om deel uit te maken van het dossier voor de opmaak van een akte van huwelijksaangifte of voor het afleggen van een verklaring voor de wettelijke samenwoning.
La question se pose de savoir si, dans le cadre de la simplification administrative, il ne serait pas opportun de supprimer purement et simplement l’obligation imposée par l’autorité supérieure d’utiliser ces timbres ` mon sens, cette comme moyen de paiement. A suppression permettrait de réduire les couˆts et de décharger d’une partie de leur travail les services
De vraag rijst of het niet aangewezen is om in het kader van de administratieve vereenvoudiging, de door de hogere overheid opgelegde verplichting tot gebruik van deze zegels als betaalmethode, volledig af te schaffen. Mijns inziens zou dit kosten- en werkbesparend zijn voor alle diensten die op de een of andere manier met fiscale zegels worden geconfronteerd. Er
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27754
concernés de l’une ou l’autre manière par le paiement au moyen de timbres fiscaux. Ces derniers pourraient être remplacés par des modes de paiement plus directs et plus conviviaux, entraıˆnant moins de lourdeurs administratives pour le citoyen.
zou plaats zijn voor meer rechtstreekse en eenvoudigere betaalmethodes, waarbij de particulier minder administratieve rompslomp heeft.
1. a) Que pensez-vous de la suppression totale des timbres fiscaux ?
1. a) Wat is uw mening betreffende het volledig afschaffen van de fiscale zegels ?
b) Une suppression pure et simple est-elle réalisable et souhaitable ?
b) Is dat realiseerbaar en wenselijk ?
2. a) Une telle mesure ne permettrait-elle pas de réduire les couˆts et de décharger les services du SPF Finances, plus particulièrement les bureaux de recettes domaniales et d’amendes pénales ?
2. a) Zou het niet kosten- en werkbesparend zijn voor de FOD Financie¨n en in het bijzonder de ontvangkantoren der domeinen en penale boeten ?
b) Quelles autres répercussions la suppression des timbres fiscaux pourrait-elle avoir ?
b) Wat zijn de andere mogelijke repercussies ?
3. Quel est le délai (le cas échéant hypothétique) nécessaire à la suppression de tous les timbres fiscaux ?
3. Wat is de tijdspanne waarbinnen (eventueel hypothetisch) alle fiscale zegels kunnen worden afgeschaft ?
4. Pour quels paiements l’utilisation de timbres fiscaux sera-t-elle prochainement supprimée ? Quand le sera-t-elle ?
4. Voor welke betalingen zal het gebruik van de fiscale zegels in de nabije toekomst (en wanneer precies) worden afgeschaft ?
5. Comment est actuellement évaluée (couˆt/profit) la suppression des timbres fiscaux pour les paiements précités (depuis 2002) ?
5. Wat is de huidige evaluatie (kosten/baten) van het afschaffen van de fiscale zegels voor de betalingen die hierboven werden beschreven (sedert 2002) ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 8 novembre 2006, à la question no 1208 de M. Guido De Padt du 28 mars 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 8 november 2006, op de vraag nr. 1208 van de heer Guido De Padt van 28 maart 2006 (N.) :
La question de M. De Padt donne l’occasion d’apporter un grand nombre de précisions.
De vraag van de heer De Padt geeft aanleiding tot een aantal noodzakelijke verduidelijkingen.
Premièrement, une claire distinction doit être faite entre le droit de timbre, tel que réglé dans le Code des droits de timbre (arrêté du Régent du 26 juin 1947), et « le paiement effectué au moyen de l’apposition de timbres fiscaux ». Ainsi le SPF Justice et le SPF Affaires étrangères utilisent-ils encore les timbres fiscaux comme moyen de paiement. L’avant-projet de loi instaurant le Code des droits et taxes divers suite à l’abrogation du Code des droits de timbres et la modification du Code des taxes assimilées au timbre et les articles de loi qui en renvoient au Code civil, le Code judiciaire, le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe, la loi portant création d’une banque-carrefour des entreprises et la loi relative à certains actes de l’état civil dressés en dehors du Royaume, n’a pas seulement pour objectif de supprimer le droit de timbre sur de nombreux documents et l’utilisation du papier timbré, mais vise aussi à modemiser le moyen de paiement du droit de timbre actuel (l’appellation de l’impoˆt fédéral perd sa connotation
Vooreerst moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen « het zegelrecht », zoals geregeld in het Wetboek der zegelrechten (besluit van de Regent van 26 juni 1947), en « de betaling door middel van het aanbrengen van fiscale zegels ». Zo maken de FOD Justitie en de FOD Buitenlandse Zaken nog gebruik van fiscale zegels als betalingswijze. Het voorontwerp van wet tot invoering van het Wetboek diverse rechten en taksen ingevolge de opheffing van het Wetboek der zegelrechten en de wijziging van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, en de wetsartikels die daarnaar verwijzen in het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, de wet tot oprichting van een kruispuntbank voor ondernemingen en de wet betreffende sommige buiten het Rijk opgemaakte akten van burgerlijke stand, heeft niet enkel tot doel het zegelrecht op een aantal documenten en het gebruik van het gezegeld papier af te schaffen, maar ook om de betalingswijze van het huidige zegel-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27755
de timbre). L’objectif est que le paiement du droit s’effectue à l’avenir en espèces, par virement ou de manière électronique.
recht — de benaming van de federale belasting verliest haar connotatie zegel — te moderniseren. Het is de bedoeling dat de betaling van het recht voortaan via specie¨n, overschrijving of elektronisch zal worden verricht.
Il faut remarquer ensuite que, en ce qui concerne la taxe d’affichage, le paiement au moyen des timbres fiscaux n’est toujours pas complètement supprimé, bien qu’on en ait eu initialement l’intention. Avec l’introduction de l’euro, il est seulement devenu possible, suite à la modification de l’article 199 du Code des taxes assimilées au timbre par l’article 2 de l’arrêté royal du 20 juillet 2000, de payer la taxe d’affichage par le dépoˆt d’une déclaration avec versement ou virement sur le compte courant postal du bureau compétent. Cela entraıˆnait cependant le dépoˆt de déclaration et le virement ou le versement de très petites sommes, si bien que, dans un souci de simplification, pour les affiches dont la superficie est comprise entre 15 dm2 et 1 m2, la possibilité de payer la taxe au moyen des timbres fiscaux à été réintroduite par la loi du 22 avril 2003 (article 199, § 2, du Code des taxes assimilées au timbre). L’avant-projet de loi précité souhaite supprimer la taxe d’affichage sur les affiches d’une superficie inférieure à un mètre carré. Pour l’instant, ces affiches sont soumises à une taxe de 10 eurocent.
Vervolgens moet worden opgemerkt dat voor de belasting voor aanplakking de betaling door middel van fiscale zegels niet helemaal werd afgeschaft, wat oorspronkelijk wel de bedoeling was. Bij de invoering van de euro werd het enkel nog mogelijk, ingevolge de wijziging van artikel 199 van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen door artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2000, de belasting voor aanplakking te betalen door indiening van een aangifte met storting of overschrijving op de postrekening van het bevoegde kantoor. Dit gaf evenwel aanleiding tot de indiening van aangiften en de overschrijving of storting van zeer kleine bedragen zodat, voor de vereenvoudiging, bij de wet van 22 april 2003 opnieuw de mogelijkheid werd voorzien om de taks te betalen door middel van fiscale zegels voor de plakbrieven tussen 15 dm2 en 1 m2 (artikel 199, § 2, van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen). Het voormelde voorontwerp van wet wil de belasting voor aanplakking op plakbrieven met een oppervlakte kleiner dan één vierkante meter afschaffen. Momenteel zijn deze plakbrieven onderworpen aan een belasting van 10 eurocent.
« L’indemnité pour l’immatriculation d’un véhicule, que M. De Padt cite, concerne la suppression de la redevance due à la Division d’Immatriculation des Véhicules. Le timbre fiscal, en tant que moyen de paiement, n’est pas remplacé par un autre moyen de paiement : la redevance est elle-même supprimée. Cette matière ne relève par ailleurs pas de la compétence du SPF Finances.
De door de heer De Padt aangehaalde « vergoeding voor de inschrijving van een voertuig » betreft de afschaffing van de retributie verschuldigd aan de directie voor Inschrijving van Voertuigen. De fiscale zegel werd, als betalingswijze, niet vervangen door een andere wijze van betaling : de vergoeding zelf werd afgeschaft. Deze materie behoort bovendien niet tot de bevoegdheid van de FOD Financie¨n.
1. a) et b) Il doit être fait une distinction entre la suppression des timbres fiscaux avec maintien du droit de timbre et la suppression non seulement des timbres fiscaux, mais aussi du droit de timbre.
1. a) en b) Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de afschaffing van de fiscale zegels met behoud van het zegelrecht en de afschaffing van zowel de fiscale zegels als het zegelrecht.
La suppression totale du droit de timbre (Code des droits de timbre) aura certainement un important impact budgétaire et touche un domaine plus élargi que le « timbre fiscal » que vise M. De Padt. L’avantprojet de loi précité souhaite effectivement être budgétairement neutre. Cette neutralité budgétaire est atteinte au moyen de l’introduction d’un droit forfaitaire — compte tenu de la nature du contenu de l’acte ou du document — qui s’appliquera sur les actes des notaires et des huissiers de justice. Ceci en opposition avec le droit de timbre actuel, pour lequel le droit est dû en fonction du nombre de pages.
De volledige afschaffing van het zegelrecht (Wetboek der zegelrechten) zal zeker een bepaalde budgettaire impact hebben en bestrijkt een ruimer domein dan de « fiscale plakzegel » waarop het geachte lid doelt. Voormeld voorontwerp van wet wenst echter budgettair neutraal te zijn. Dit wordt bereikt door middel van de invoering van een forfaitair recht — rekening gehouden met de inhoudelijke aard van de akte of van het geschrift — dat zal worden toegepast op de akten van notarissen en gerechtsdeurwaarders. Dit in tegenstelling tot het huidige zegelrecht, waarbij het zegelrecht verschuldigd is in functie van het aantal bladzijden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27756
En ce qui concerne la suppression des timbres fiscaux comme moyen de paiement, le Code des droits de timbre prévoit la possibilité, dans certains cas, d’acquitter le droit de timbre en espèces. Cette possibilité existe déjà pour les banques, pour les villes et communes et, dans certains cas, pour les notaires également. L’avant-projet de loi souhaite, comme on l’a déjà souligné, modemiser le moyen de paiement du droit de timbre. Le paiement des droits divers, qui remplace le droit de timbre, doit à l’avenir s’effectuer en espèces, par virement ou de manière électronique.
Wat betreft de afschaffing van de fiscale zegel als betalingswijze voorziet het Wetboek der zegelrechten in de mogelijkheid om in bepaalde gevallen het zegelrecht te voldoen in contanten. Deze mogelijkheid bestaat reeds voor banken, voor steden en gemeenten en in sommige gevallen eveneens voor notarissen. Het voorontwerp van wet wil, zoals reeds opgemerkt, de betalingswijze van het zegelrecht moderniseren. De betaling van de diverse rechten, die in de plaats komen van het zegelrecht, moet voortaan via specie¨n, overschrijving of elektronisch worden verricht.
Il est du reste évident que la suppression de certains droits de timbre ou du moyen de paiement via un timbre fiscal conduira à une utilisation beaucoup plus souple de l’E-gouvernement. Un grand nombre de documents pourront désormais être facilement délivrés par le biais de l’internet, si bien que l’on peut assurément parler d’une diminution de charges administratives, tant pour le citoyen que pour les autorités.
Het is trouwens evident dat de afschaffing van bepaalde zegelrechten of van de betalingswijze via een fiscale plakzegel het gebruik van het E-government veel soepeler zal kunnen verlopen. Een groot aantal documenten zullen voortaan vlot via het internet kunnen worden afgeleverd, zodat er zeker van een administratieve lastenverlaging — zowel in hoofde van de burger als van de overheid — mag gesproken worden.
2. a) et b) La suppression des timbres fiscaux comme moyen de paiement sera probablement, sur le plan des coûts et de la charge de travail, une opération neutre pour le SPF Finances. Les bureaux de recettes des domaines ne s’occupent actuellement que de la vente des timbres fiscaux. Si le droit de timbre est simplement remplacé par des droits divers qui seront payés comptant ou par virement, ces bureaux de recettes deviendront compétents pour la réception des paiements et des déclarations. La suppression de certains droits de timbre et l’introduction d’un droit forfaitaire, comme prévu par l’avant-projet de loi, diminuera sans doute bien les coûts et la charge de travail.
2. a) en b) De afschaffing van de fiscale zegels als betalingswijze zal vermoedelijk op het vlak van kosten- en werkbesparing een neutrale operatie zijn voor de FOD Financie¨n. De Ontvangkantoren van de domeinen doen nu enkel de verkoop van de fiscale zegels. Indien het zegelrecht louter vervangen wordt door diverse rechten die in contanten of via overschrijving zullen worden betaald, zullen deze Ontvangkantoren bevoegd worden voor de ontvangst van de betalingen en van de aangiften. De afschaffing van bepaalde zegelrechten en de invoering van een forfaitair recht, zoals beoogd door het voorontwerp van wet, zal vermoedelijk wel kosten- en werkbesparend zijn.
3. Comme on l’a déjà souligné, beaucoup d’autres SPF utilisent les timbres fiscaux comme moyen de paiement. En ce qui concerne la suppression des timbres fiscaux, ces SPF ont été consultés.
3. Zoals reeds eerder opgemerkt zijn er nog een aantal andere FOD’s die gebruikmaken van fiscale zegels als betalingswijze. Wat betreft de afschaffing van fiscale zegels werd overleg gepleegd met deze FOD’s.
Le Code droits et taxes diverses entrera en vigueur le 1er janvier 2007.
De inwerkingtreding van het Wetboek diverse rechten en taksen werd bepaald op 1 januari 2007.
4. Dans le nouveau Code, l’utilisation du papier timbré pour les actes des notaires et pour les procèsverbaux de vente publique d’objets mobiliers corporels dressés par les huissiers de justice est supprimée. L’apposition de timbres fiscaux sur les expéditions, les copies et extraits qui en sont délivrés, sont repris dans le tarif forfaitaire unique qui couvre tout.
4. In het nieuwe Wetboek wordt het gebruik van gezegeld papier voor notarisakten en voor de door gerechtsdeurwaarders opgemaakte processen-verbaal van openbare verkoping van lichamelijke roerende voorwerpen afgeschaft. Het aanbrengen van fiscale zegels op de afgeleverde uitgiften, afschriften of uittreksels wordt vervangen door de invoering van een eenvormig forfaitair tarief dat alles dekt.
Les timbres fiscaux apposés entre autres sur les certificats d’identité, les certificats de nationalité, les preuves de domicile, les certificats de bonne conduite,
De fiscale zegels op onder meer de attesten van identiteit, nationaliteitsattesten, bewijzen van woonst, getuigschriften van goed gedrag en zeden en op de
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27757
vie et mours, et sur divers copies et extraits des registres de l’état civil, et les permis de baˆtir et autorisations environnementales sont supprimés également.
diverse afschriften en uittreksels op de registers van burgerlijke stand en de bouw- en milieuvergunningen worden eveneens afgeschaft.
5. L’impact budgétaire de ces simplifications est compensé par l’introduction de droits forfaitaires pour les actes notariés et les actes des huissiers de justice.
5. De budgettaire impact van deze vereenvoudigingen werd gecompenseerd door de invoering van forfaitaire rechten voor akten van notarissen en gerechtsdeurwaarders.
DO 2005200608471
DO 2005200608471
Question no 1360 de M. Servais Verherstraeten du 10 juillet 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1360 van de heer Servais Verherstraeten van 10 juli 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Construction du nouveau palais de justice à Gand. — Constitution d’une provision.
Bouw van het nieuwe gerechtshof te Gent. — Aangelegde provisie.
Le deuxième plan pluriannuel pour la Justice prévoit la construction, avec un financement alternatif, d’un nouveau palais de justice à Gand.
In het raam van het tweede meerjarenplan Justitie wordt via alternatieve financiering een nieuw gerechtshof in Gent gebouwd.
Initialement estimé à 75,8 millions d’euros, le couˆt des travaux de construction aurait déjà été réévalué à 97,7 millions d’euros, compte tenu de tous les frais d’investissement (études, gestion du projet, coordination de la sécurité). Depuis, l’estimation a encore été revue à la hausse, et le budget prévu a été porté successivement à 100 millions d’euros (selon l’estimation dans le Budget général des Dépenses 2002), à 115 millions d’euros (lors du Conseil des ministres du 9 juin 2004), et finalement à 128 millions d’euros (lors du conclave budgétaire du 11 octobre 2005), montant à majorer par ailleurs de 500 000 euros à titre de provision pour le règlement éventuel d’une demande en dommages-intérêts.
De kostprijs van de bouwwerken werd aanvankelijk geraamd op 75,8 miljoen euro. Rekening houdend met alle investeringskosten (studies, projectbeheer, veiligheidscoo¨rdinatie, enzovoort) zou dit oplopen tot 97,7 miljoen euro. Dat bedrag is echter inmiddels achtereenvolgens verhoogd tot 100 miljoen euro (raming in Algemene Uitgavenbegroting 2002), 115 miljoen euro (Ministerraad van 9 juni 2004) en tot slot 128 miljoen euro (begrotingsconclaaf van 11 oktober 2005). Er werd ook voorzien in een provisie van 500 000 euro voor een eventuele schadevergoeding en intresten.
Quelle est précisément la nature de cette demande en dommages-intérêts qui est à l’origine de la constitution d’une provision de 500 000 euros ?
Wat is de precieze oorzaak van de eis tot schadevergoeding die ten grondslag ligt aan het aanleggen van de provisie van 500 000 euro ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 31 octobre 2006, à la question no 1360 de M. Servais Verherstraeten du 10 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 1360 van de heer Servais Verherstraeten van 10 juli 2006 (N.) :
Suite à sa question susmentionnée, je peux fournir à l’honorable membre la réponse suivante.
Naar aanleiding van zijn vermelde vraag kan ik het geachte lid het volgend antwoord verstrekken.
En ce qui concerne les parois principales du baˆtiment, les quantités présumées données pour l’armature pour béton armé, mentionnées dans le cahier spécial des charges, se sont avérées sousestimées par rapport aux quantités réalisées.
De opgegeven vermoedelijke hoeveelheden bewapening voor gewapend beton, vermeld in het bijzonder bestek, zijn een onderschatting gebleken van de uitgevoerde hoeveelheden voor wat betreft de kernwanden van het gebouw.
Ces parois principales étaient initialement prévues en béton coulé sur place, mais le promoteur a proposé et obtenu que les parois puissent être réalisées en béton semi-préfabriqué. De cette manière, on obtenait une meilleure qualité et l’épaisseur des parois pouvait être
Deze kernwanden waren oorspronkelijk voorzien in ter plaatse gestort beton, maar de promotor heeft voorgesteld en bekomen dat de wanden in semiprefabbeton konden uitgevoerd worden. Op die manier bekwam men een hogere kwaliteit en kon de
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27758
limitée. Les parties composantes de ces parois ont été fabriquées par un sous-traitant du promoteur.
dikte van de wanden beperkt worden. De onderdelen van deze wanden werden geprefabriceerd door een onderaannemer van de promotor.
Du fait de la plus grande quantité d’armature à poser, cette firme a dû prester beaucoup plus d’heures de travail pour fabriquer les parois qu’elle ne l’avait prévu dans son offre de prix au promoteur. L’offre de prix était en effet basée sur la quantité présumée globale par mètre cube de béton comme mentionné dans le cahier des charges.
Door de grotere hoeveelheid te plaatsen wapening heeft deze firma heel wat meer werkuren moeten presteren om de wanden te fabriceren dan door haar voorzien bij de prijsbieding aan de promotor. De prijsbieding was immers gebaseerd op de globale vermoedelijke hoeveelheid per kubieke meter beton zoals vermeld in het bestek.
Ces prestations supplémentaires étaient à la base de la demande d’indemnités introduite.
Deze meerprestaties lagen aan de basis van de ingediende schadeclaim.
DO 2005200608627
DO 2005200608627
Question no 1382 de M. Dirk Claes du 31 juillet 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1382 van de heer Dirk Claes van 31 juli 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Inoccupation d’anciens baˆtiments de la gendarmerie.
Leegstand van ex-rijkswachtgebouwen.
Voici quelques années, le gouvernement fédéral a élaboré un règlement régissant le transfert des baˆtiments de l’ancienne gendarmerie aux zones de police, lesquelles ont pu, dans ce contexte, choisir entre reprendre lesdits baˆtiments ou s’en défaire. Conséquence : dans l’ensemble du pays, plusieurs de ces baˆtiments dont ni la zone de police ni la commune n’ont voulu sont en train de tomber en ruine. Ils ne sont plus entretenus, ni à l’intérieur ni à l’extérieur si bien qu’ils se délabrent ou sont même pillés et cela, alors que ces immeubles trouveraient acquéreur pour un prix normal sur le marché privé ou entreraient en considération pour une réaffectation.
Een aantal jaren geleden heeft de federale regering een regeling uitgewerkt waarbij de overdracht van de toenmalige rijkswachtgebouwen aan de politiezones werd geregeld. Daarbij konden de politiezones de gebouwen overnemen of afstand doen van de gebouwen. In gans het land staan meerdere van deze gebouwen die niet werden geaccepteerd door de politiezone of door de gemeente intussen te vervallen. Er gebeurt geen onderhoud meer binnen of buiten, de gebouwen verkrotten en worden zelfs geplunderd. Dit terwijl deze gebouwen aan normale prijzen een koper zouden vinden op de private markt of voor herbestemming in aanmerking komen.
1. a) Combien d’anciens baˆtiments de la gendarmerie les diverses zones de police ont-elles repris en vue d’en faire usage ?
1. a) Hoeveel voormalige rijkswachtgebouwen werden er door de diverse politiezones overgenomen voor gebruik ?
b) Quelles sommes ces zones doivent-elles acquitter chaque année à cette fin (en totalité) ?
b) Welk bedrag dient hiervoor jaarlijks (in totaliteit) betaald te worden door deze zones ?
2. a) Combien d’anciens immeubles de la gendarmerie n’ont pas été repris par une zone de police ?
2. a) Hoeveel voormalige rijkswachtgebouwen werden er niet door een politiezone overgenomen ?
b) Combien sont actuellement inoccupés ?
b) Hoeveel ervan staan op dit moment leeg ?
3. a) Quels travaux d’entretien ont été entrepris depuis que ces baˆtiments sont inoccupés ?
3. a) Welke onderhoudswerken werden er sinds de leegstand van deze gebouwen ondernomen ?
b) Ces baˆtiments sont-ils surveillés par la police ou une société de gardiennage privée ?
b) Worden deze gebouwen bewaakt door de politie of een privé-bewakingsdienst ?
4. Qu’est-ce que les pouvoirs publics envisagent concrètement de faire de ces immeubles ? Suivant quel calendrier ?
4. Welke concrete plannen heeft de overheid met de gebouwen en wat is de timing hierin ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27759
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 31 octobre 2006, à la question no 1382 de M. Dirk Claes du 31 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 1382 van de heer Dirk Claes van 31 juli 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les informations suivantes.
Ik heb de eer het geachte lid de volgende inlichtingen te verstrekken.
1. a) Par arrêtés royaux des 27 décembre 2004 et 22 septembre 2005, 178 baˆtiments administratifs et logistiques ont été transférés à leurs zones de police respectives.
1. a) Met koninklijke besluiten van 27 december 2004 en 22 september 2005 werden 178 administratieve en logistieke gebouwen aan de respectievelijke politiezones overgedragen.
Un dernier projet d’arrêté royal visant au transfert supplémentaire de 68 baˆtiments administratifs et logistiques est actuellement à l’examen.
Een laatste ontwerp van koninklijk besluit tot bijkomende overdracht van 68 administratieve en logistieke gebouwen is thans in onderzoek.
b) Hormis les sommes à verser ou à percevoir définies dans le tableau du mécanisme de correction, les zones de police ne sont redevables d’aucun paiement pour le transfert.
b) Behoudens de te storten of te ontvangen bedragen, die bepaald worden in de tabel van het correctiemechanisme dienen de politiezones voor de overdracht geen betalingen te verrichten.
2. ` l’issue de la procédure, 154 baˆtiments adminisa) A tratifs et logistiques ont fait l’objet d’une renonciation par les zones de police. Dans 98 cas, la zone de police, dans l’attente d’une solution définitive pour leur hébergement, a demandé à rester provisoirement locataire du complexe administratif et logistique. Au final, le but est de mettre tous ces baˆtiments en vente par le biais du Comité d’Acquisition compétent à cet effet.
2. a) Op het einde van de procedure werd door de politiezones afstand gedaan van 154 administratieve en logistieke gebouwen. In 98 gevallen werd door de politiezone, in afwachting van een definitieve oplossing voor hun huisvesting, gevraagd om het administratief en logistiek complex voorlopig te blijven huren. De uiteindelijke bedoeling is om al deze gebouwen te koop aan te bieden langs het hiervoor bevoegde Aankoopcomité.
b) Quant à l’état d’inoccupation actuel, à ce jour aucune information n’est disponible : globalement, il reste aujourd’hui 56 baˆtiments qui feront l’objet d’une vente. Parmi ceux-ci, 24 baˆtiments seront rachetés par l’E´tat fédéral en vue de servir à l’hébergement de services de l’E´tat.
b) Over de huidige leegstand is er op heden geen informatie beschikbaar : globaal gezien blijven er thans nog 56 gebouwen over die het voorwerp zullen uitmaken van een verkoop. Hiervan zullen er 24 gebouwen door de federale staat opnieuw aangekocht worden om te kunnen dienen voor de huisvesting van staatsdiensten.
3. ` l’exception de travaux de sécurité, plus aucuns a) A travaux ne sont effectués dans ces baˆtiments.
3. a) Behoudens veiligheidswerken worden in deze gebouwen geen werken meer uitgevoerd.
b) Dans la plupart des cas, ces baˆtiments inoccupés sont encore tenus à l’oil par des membres du personnel de la police locale ou fédérale qui résident dans un des logements situés aux alentours.
b) In de meeste gevallen worden deze leegstaande gebouwen in het oog gehouden door personeelsleden van de lokale of federale politie, die in één van de omliggende logementen verblijven.
4. Le gouvernement souhaite vendre au plus offrant, au plus vite et en tout cas à l’issue du terme locatif, ces baˆtiments qui ont fait l’objet d’une renonciation. Concernant le calendrier de ces ventes, je ne puis fournir pour l’instant à l’honorable membre aucune information, ceci dépendant en effet des dates de fin de bail, de la procédure de vente adoptée par les Domaines et du plus haut enchérisseur.
4. De overheid wenst deze afgestane gebouwen zo snel mogelijk, en zeker op het einde van de huurtermijn, te verkopen aan de meestbiedende. Over de timing hiervan kan ik het geacht lid thans geen informatie bezorgen; dit hangt namelijk af van de datums van het einde van het huurcontract, van de aangewende verkoopprocedure door de Domeinen en van de meestbiedende.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27760
DO 2005200608561
DO 2005200608561
Question no 1427 de M. Koen Bultinck du 12 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1427 van de heer Koen Bultinck van 12 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Prix minimums pour les cigarettes. — Commission européenne.
Minimumprijzen Commissie.
Pour faire baisser le tabagisme chez les jeunes, un prix minimum a été instauré pour les cigarettes en 2005.
Om het tabaksverbruik bij jongeren te doen dalen, werd in 2005 een minimumprijs voor sigaretten ingevoerd.
Or, la Commission européenne demande aujourd’hui à notre pays d’abroger ce règlement.
De Europese Commissie wil nu dat ons land een einde maakt aan deze regeling.
1. Quelles dispositions avez-vous déjà prises pour donner suite à la requête de la Commission européenne ?
1. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om uitvoering te geven aan de vraag van de Europese Commissie ?
2. Dans quelle mesure vous voyez-vous contraint d’apporter un correctif à votre politique anti-tabac ?
2. In welke mate ziet u zich genoodzaakt uw antitabaksbeleid bij te sturen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 6 novembre 2006, à la question no 1427 de M. Koen Bultinck du 12 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 6 november 2006, op de vraag nr. 1427 van de heer Koen Bultinck van 12 oktober 2006 (N.) :
Je me permets d’informer l’honorable membre qu’une disposition légale a été insérée dans la loi du 3 avril 1997 relative au régime fiscal des tabacs manufacturés par le biais de la loi-programme du 11 juillet 2005. Cette disposition permet au Roi de fixer par arrêté délibéré en Conseil des ministres un prix minimum pour les cigarettes. Cet arrêté est celui du 15 juillet 2005 qui a décrété que ce prix minimum était de 90 % du prix du paquet de la cigarette la plus vendue.
Ik ben zo vrij het geachte lid ter kennis te brengen dat er een wetsbepaling ingevoegd werd in de wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak door middel van de programmawet van 11 juli 2005. Deze bepaling staat de Koning toe om bij een in Ministerraad overlegd besluit een minimumprijs voor sigaretten vast te stellen. Dit besluit is het besluit van 15 juli 2005 dat de minimumprijs vastgesteld heeft op 90 % van de prijs van een pakje sigaretten uit de meest gevraagde prijsklasse.
Par courrier du 18 octobre 2005 nous avons été mis en demeure de fournir des arguments pour démontrer que nous respections bien les dispositions européennes reprises dans l’article 9 de la directive 95/59/CE. L’argumentation que nous avons développée et qui faisait appel à la problématique de la santé publique a été réprouvée par la Commission et nous avons reçu un avis motivé le 4 juillet 2006 nous obligeant à changer notre loi pour le 4 septembre 2006.
In de brief van 18 oktober 2005 werden we ertoe aangemaand argumenten te verstrekken om aan te tonen dat we de bepalingen in artikel 9 van Richtlijn 95/59/EG effectief naleefden. De door ons ontwikkelde argumentatie berustte op de problematiek van de volksgezondheid, maar werd door de Commissie verworpen en op 4 juli 2006 ontvingen we een met redenen omkleed advies dat ons ertoe verplichtte onze wet tegen 4 september 2006 te wijzigen.
Notre disposition légale étant jugée illégale, nous pouvions donc aller en Cour européenne de justice mais en sachant que la France et la Grèce avaient été condamnées sur les mêmes motifs.
Aangezien onze wetsbepaling onwettig geacht werd, konden we ons dus tot het Europees Hof van Justitie wenden, maar wetende dat Frankrijk en Griekenland om dezelfde redenen veroordeeld werden.
Nous avons donc changé notre loi en augmentant la fiscalité inhérente aux prix inférieurs aux prix pratiqués sur les cigarettes les plus demandées de manière à inciter les fabricants de ces cigarettes à bas prix à augmenter leurs prix puisqu’ils étaient plus taxés. Ce projet de loi vient d’être adopté par la Commission de la Chambre sous la référence DOC 51/2675.
Derhalve hebben we onze wet gewijzigd door een verhoging van de fiscaliteit eigen aan de prijzen die lager zijn dan de prijzen van sigaretten uit de meest gevraagde prijsklasse teneinde de producenten van deze goedkope sigaretten ertoe aan te zetten hun prijzen te verhogen vermits ze meer belast werden. Dit wetsontwerp met referentie DOC 51/2675 werd onlangs in de Kamercommissie goedgekeurd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
voor
sigaretten.
—
Europese
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27761
DO 2006200708978
DO 2006200708978
Question no 1434 de M. Dirk Van der Maelen du 24 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1434 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Encours de crédits d’entreprises étrangères auprès des banques belges.
Openstaande kredieten van buitenlandse ondernemingen bij Belgische banken.
D’après des chiffres de la Banque nationale, les banques belges octroient davantage de crédits à des entreprises établies dans les Antilles néerlandaises qu’à des entreprises allemandes ou italiennes. Au premier trimestre de 2006, des entreprises établies à Jersey avaient un encours de crédits de plus de 22 milliards d’euros auprès des banques belges, soit cinq fois plus que l’encours de crédits des entreprises allemandes et trois fois plus que celui des entreprises françaises.
Volgens cijfers van de Nationale Bank verlenen Belgische banken meer kredieten aan ondernemingen in de Nederlandse Antillen dan aan Duitse of Italiaanse ondernemingen. Ondernemingen in Jersey hadden in het eerste kwartaal van 2006 meer dan 22 miljard euro aan kredieten openstaan bij Belgische banken. Dit is vijfmaal meer dan de openstaande kredieten aan Duitse ondernemingen en driemaal zoveel dan de openstaande kredieten aan Franse ondernemingen.
1. Comment expliquez-vous cet état de choses ? 2. Au deuxième trimestre de 2006, l’encours de crédits des entreprises sises à Jersey ne s’élevait « plus » qu’à 803 millions d’euros. En l’espace de quelques mois, ces entreprises ont manifestement remboursé un montant de plus de 21 milliards d’euros de crédits aux banques belges. Pourriez-vous fournir des explications à cet égard ?
1. Kan u hier een verklaring voor geven ? 2. Voor het tweede kwartaal van 2006 bedroegen de openstaande kredieten aan ondernemingen in Jersey nog « slechts » 803 miljoen euro. Op enkele maanden tijd hebben de ondernemingen op Jersey blijkbaar meer dan 21 miljard euro openstaande kredieten aan Belgische banken afgelost. Heeft u hier een verklaring voor ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 10 novembre 2006, à la question no 1434 de M. Dirk Van der Maelen du 24 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 10 november 2006, op de vraag nr. 1434 van de heer Dirk Van der Maelen van 24 oktober 2006 (N.) :
Les chiffres cités par l’honorable membre dans sa question parlementaire proviennent de tableaux diffusés sur le site internet de la Banque (Rubrique Centrales des crédits > crédits aux entreprises > statistiques) et certains sont repris dans le Bulletin statistique de la Banque (tableau 16.4.2).
De cijfers die het geachte lid in zijn parlementaire vraag aanhaalt, zijn gehaald uit de tabellen op de internetsite van de Bank (Rubriek Kredietcentrales > kredieten aan ondernemingen > statistieken) en sommige zijn opgenomen in het Statistisch Tijdschrift van de Bank (tabel 16.4.2).
Il s’agit des montants de crédit « autorisés » et non pas des montants de crédit « utilisés ».
Het gaat om de « toegestane » kredietbedragen en niet om de « opgenomen » kredietbedragen.
La Centrale récolte les informations sur les montants auprès des banques, mais elle ne collecte ni n’enregistre le motif du crédit ou la cause de la variation d’une période à l’autre des montants enregistrès. Par contre, en cas de variation importante, la Centrale vérifie auprès du ou des banquiers s’il ne s’agit pas d’une erreur. Les variations relatives aux montants octroyés à des débiteurs situés à Jersey ont été confirmées par les institutions déclarantes.
De Centrale wint de informatie over de bedragen bij de banken in, maar ze verzamelt noch registreert het motief voor het krediet of de reden van de variatie in de geregistreerde bedragen van de ene periode tot de andere. In geval van sterke variatie gaat de Centrale wel bij de bank(en) na of het niet om een vergissing gaat. De variaties met betrekking tot de bedragen die aan in Jersey gevestigde debiteuren worden toegekend, werden door de declarerende instellingen bevestigd.
La Centrale n’est donc pas en mesure de répondre à la question posée. Pour connaıˆtre la cause des variations, je suggère que la question soit adressée directement aux représentants des banques ou à Febelfin.
De Centrale kan de gestelde vraag dus niet beantwoorden. Om de reden van de variaties te kennen, stel ik voor dat de vraag rechtstreeks aan de vertegenwoordigers van de banken of aan Febelfin wordt gericht.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27762
DO 2006200709052
DO 2006200709052
Question no 1446 de M. Mark Verhaegen du 6 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1446 van de heer Mark Verhaegen van 6 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Vente d’anciens baˆtiments de la gendarmerie.
Verkoop van voormalige rijkswachtgebouwen.
Un montant de 32 millions d’euros, à financer par la vente de l’ensemble des anciens baˆtiments de la gendarmerie aujourd’hui désaffectés, a été inscrit au ` cet effet, un inventaire de tous les baˆtibudget 2006. A ments entrant en ligne de compte a été dressé.
Bij de opmaak van de begroting 2006 werd een bedrag ingeschreven van 32 miljoen euro dat diende gepuurd te worden uit de verkoop van alle voormalige rijkswachtgebouwen die thans leeg staan. Te dien einde werden alle in aanmerking komende gebouwen geı¨nventariseerd.
1. Quels baˆtiments (situés dans quelles communes) sont concernés par cette opération de vente ?
1. Welke gebouwen (in welke gemeenten) maken het voorwerp uit van deze verkoopoperatie ?
2. a) Quels baˆtiments inventoriés ont entre-temps déjà été vendus ?
2. a) Welke gebouwen van de inventaris zijn intussen reeds verkocht ?
b) Quel est, dans le cadre des dossiers de vente précités, le rapport entre l’estimation du Comité d’acquisition et le prix de vente final ?
b) Wat is in voornoemde verkoopdossiers de verhouding tussen de schatting van het Aankoopcomité en de uiteindelijke verkoopprijs ?
c) Quels baˆtiments seront encore vendus en 2006 ?
c) Welke gebouwen zullen in 2006 nog worden verkocht ?
d) Quels baˆtiments ne pourront plus être vendus en 2006 ?
d) Welke gebouwen zullen in 2006 niet meer kunnen worden verkocht ?
e) Quelle en est la raison ?
e) Wat is de reden die hieraan ten grondslag ligt ?
3. L’objectif de 32 millions d’euros sera-t-il atteint ?
3. Zal de doelstelling van 32 miljoen euro worden gehaald ?
4. Les Comités d’acquisition sont-ils en mesure de faire face à la charge de travail liée à cette opération ?
4. Kunnen de Aankoopcomité’s de werkdruk die gepaard gaat met deze operatie aan ?
5. Certaines zones de police telles que celles de Vilvorde, Hal, Turnhout, Bourg-Léopold, Hasselt, Malines, Brasschaat, etc. souhaitent acquérir au plus vite leur part dans les baˆtiments mixtes en vue d’y héberger leur police locale.
5. Sommige politiezones zoals Vilvoorde, Halle, Turnhout, Leopoldsburg, Hasselt, Mechelen, Brasschaat enzovoort, willen zo vlug mogelijk hun aandeel verwerven in de gemengde gebouwen voor de huisvesting van hun lokale politie.
Que prévoit-on à cet égard ?
Hoe zal hierop worden ingespeeld ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 8 novembre 2006, à la question no 1446 de M. Mark Verhaegen du 6 novembre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 8 november 2006, op de vraag nr. 1446 van de heer Mark Verhaegen van 6 november 2006 (N.) :
1. L’opération de vente visant à recueillir un montant de 32 millions d’euros porte sur les habitations et appartements vides de l’ancienne gendarmerie. Ils sont situés dans l’ensemble des communes et provinces où étaient installées des brigades de gendarmerie. Des logements étaient prévus dans la majorité des brigades. Dans certains cas, des appartements font un tout avec une partie de locaux administratifs qui sont restés fédéraux.
1. De verkoopoperatie met objectief 32 miljoen euro betreft de leegstaande woningen en appartementen van de ex-rijkswachters. Deze zijn gesitueerd in alle gemeenten en provincies waar zich de ex-rijkswachtbrigades bevonden. Bij de meeste brigades waren logementen voorzien. Soms zijn appartementen verweven met een gedeelte administratieve lokalen die federaal zijn gebleven.
Ensuite, les anciennes brigades de gendarmerie qui n’ont pas été reprises par les zones de police seront
Daarnaast zullen ook de ex-rijkswachtbrigades, die niet door de politiezones werden overgenomen, ver-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27763
également vendues si la Régie des Baˆtiments ne peut leur donner une nouvelle affectation. Le produit de cette vente sera versé au Fonds créé en fonction du mécanisme de compensation prévu lors du transfert des anciennes brigades aux zones de police. Ces baˆtiments ne font donc pas partie de l’opération de 32 millions d’euros.
kocht worden indien de Regie der Gebouwen er verder geen bestemming meer voor heeft. De opbrengst er van moet gestort worden in een Fonds dat gecree¨erd werd in functie van het compensatiemechanisme dat werd voorzien bij de overdracht van de ex-brigades aan de politiezones. Zij maken dus geen deel uit van de operatie van 32 miljoen euro.
Si l’honorable membre le souhaite, la liste des logements mis en vente peut lui être transmise.
Indien het geachte lid het wenst kan hem de lijst van de te koop gestelde logementen toegestuurd worden.
2. Les procédures de vente sont lancées et les données sur les baˆtiments vendus et non encore vendus changent tous les jours. Un paquet de quelque 32 millions d’euros a été constitué. Ce paquet reprend des baˆtiments vides et qui ne présentaient pas de problème particulier susceptible de freiner ou d’empêcher la vente (par exemple attestation du sol). La survenance de l’un ou l’autre problème n’est jamais exclue.
2. De verkoopprocedures zijn opgestart en de gegevens over verkochte en nog niet verkochte gebouwen veranderen dagelijks. Een pakket van ongeveer 32 miljoen euro werd samengesteld. In het pakket werden gebouwen opgenomen die leeg staan en geen bijzondere problemen meebrachten die de verkoop zouden vertragen of hinderen (bijvoorbeeld bodemattest). Het is nooit uitgesloten dat zich links of rechts nog een probleem stelt.
3. Le but en tout cas est d’atteindre cet objectif. Il faudra malheureusement attendre la fin de l’année avant de connaıˆtre les résultats.
3. Het is in elk geval de bedoeling om het objectief te halen. Helaas zal het jaareinde dienen afgewacht te worden om het resultaat te kennen.
4. Il s’agit en effet d’une opération de grande envergure. Le Comité d’acquisition met tout en ouvre afin de pouvoir vendre l’ensemble du paquet pour la fin de l’année. Ce serait vraiment exceptionnel si aucun problème ne venait à surgir au cours des procédures de vente. Un problème peut également surgir dans le chef de l’acheteur s’il ne peut par exemple pas obtenir le financement souhaité, entraıˆnant ainsi le report de la passation de l’acte à l’année suivante.
4. Het is inderdaad een omvangrijke operatie. Het Aankoopcomité stelt alles in het werk om voor het einde van het jaar het ganse pakket te kunnen verkopen. Het zou uitzonderlijk zijn indien tijdens de verkoopprocedures geen problemen meer zouden opduiken. Ook bij de koper kan nog een probleem opduiken indien hij bijvoorbeeld de gewenste financiering niet rond krijgt, zodat het verlijden van de akte moet uitgesteld worden tot volgend jaar.
5. Pour ce qui concerne la part revenant aux zones de police, tout sera mis en œuvre afin que le transfert par arrêté royal puise s’opérer le plus rapidement possible. Les baˆtiments administratifs et logistiques de Vilvoorde et de Hasselt, ont déjà été transférés à la zone de police par l’arrêté royal du 22 septembre 2005. Les autres transferts s’effectueront sous peu. Lorsque la situation le permet, la partie restée fédérale sera vendue à la zone de police si celle-ci le souhaite. Lorsqu’il s’agit de logements, elle peut exercer son droit de préemption.
5. Wat het aandeel van de politiezones zelf betreft, zal alles in het werk gesteld worden om de overdracht bij koninklijk besluit zo spoedig mogelijk te laten verlopen. De administratieve en logistieke gebouwen van Vilvoorde en Hasselt werden reeds met koninklijk besluit van 22 september 2005 aan de politiezone overgedragen. De andere overdrachten zullen zeer kortelings gebeuren. Waar mogelijk zal het federaal gebleven gedeelte verkocht worden aan de politiezone indien zij dat wensen. Als het logementen betreft kunnen zij hun voorkooprecht uitoefenen.
DO 2006200709076
DO 2006200709076
Question no 1451 de Mme Katrien Schryvers du 8 novembre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1451 van mevrouw Katrien Schryvers van 8 november 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Transfert des anciens baˆtiments de la gendarmerie aux zones de police locales.
Overdracht van de vroegere rijkswachtgebouwen aan de lokale politiezones.
Plusieurs difficultés subsistent encore actuellement en ce qui concerne le transfert des anciens baˆtiments de la gendarmerie aux zones de police locales. Ne
Aangaande de overdracht van de vroegere rijkswachtgebouwen naar de lokale politiezones, zijn er tot op vandaag nog steeds een aantal moeilijkheden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27764
perdons tout de même pas de vue à cet égard que les zones de police ont été mises en place il y a plus de cinq ans déjà.
Laten we hierbij zeker niet vergeten dat de lokale politiezones reeds meer dan vijf jaar geleden in plaats werden gesteld.
Ainsi, notre zone de police souhaite notamment reprendre aussi plusieurs logements de l’ancienne gendarmerie. Différents entretiens ont déjà eu lieu à ce sujet avec la Régie des Baˆtiments et il nous a également été promis récemment que la question serait bientoˆt réglée.
Zo wil onze politiezone bijvoorbeeld een aantal logementen van de vroegere rijkswacht mee overnemen. Hierover werden reeds verschillende gesprekken gevoerd met de Regie der Gebouwen en werd ons kortelings ook een regeling in het vooruitzicht gesteld.
Après la conclusion de l’accord, les services concernés nous ont toutefois fait savoir qu’aucune disposition concrète ne pouvait encore être prise, étant donné qu’un troisième arrêté royal en la matière n’a pas encore été publié.
Na het akkoord lieten de betrokken diensten ons echter weten dat er nog steeds geen schikking kon getroffen worden aangezien een derde koninklijk besluit ter zake nog niet is verschenen.
1. Quelle est la raison de ce retard ?
1. Wat is de reden van deze vertraging ?
2. Quand l’arrêté royal en question sera-t-il publié ?
2. Wanneer wordt het desbetreffende koninklijk besluit gepubliceerd ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 7 novembre 2006, à la question no 1451 de Mme Katrien Schryvers du 8 novembre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 7 november 2006, op de vraag nr. 1451 van mevrouw Katrien Schryvers van 8 november 2006 (N.) :
Le transfert des anciennes brigades de gendarmerie a été proposé aux zones de police concernées. Celles-ci pouvaient simplement accepter ce transfert ou introduire une réclamation en cas de désaccord avec la valeur de construction estimée ou en cas de demande de dérogation pour des parties de baˆtiments, des pourcentages ou des terrains.
De ex-rijkswachtbrigades werden voor overdracht voorgesteld aan de betrokken politiezones. De zones hadden de mogelijkheid om gewoon deze overdracht te aanvaarden of om een bezwaarschrift in te dienen indien men niet akkoord kon gaan met de geschatte constructiewaarde of indien men een afwijking vroeg betreffende de bouwgedeeltes, de percentages of de terreinen.
C’est principalement cette possibilité d’intervention des zones de police qui a demandé beaucoup de temps. Des propositions ont été formulées même dans le cadre de ces procédures et les zones de police avaient la possibilité de faire connaıˆtre leurs arguments.
Het is vooral deze mogelijkheid tot tussenkomst van de politiezones die zeer veel tijd heeft gevergd. Zelfs in deze procedures werden voorstellen gedaan en hadden de politiezones de mogelijkheid om hun argumenten te laten kennen.
Un première série de brigades à transférer et acceptées sans condition a d’abord été publiée par arrêté royal. Un deuxième arrêté royal a été publié dès qu’un second paquet a été prêt. Enfin, une troisième et dernière série est actuellement finalisée. Ce projet de troisième arrêté royal est actuellement tout à fait au point et sera soumis au Conseil des Ministres en novembre. Après approbation, il sera transmis au Moniteur belge pour publication. Cette publication aura lieu fin 2006 ou éventuellement début 2007 en fonction du planning du Moniteur belge.
Een eerste reeks over te dragen brigades die zonder voorwaarden werden aanvaard werd eerst bij koninklijk besluit gepubliceerd. Zodra een tweede pakket klaar was is een tweede koninklijk besluit gepubliceerd. Uiteindelijk is een derde en laatste reeks nu volledig afgehandeld. Dit ontwerp van derde koninklijk besluit is nu volledig op punt gesteld en zal in november voorgelegd worden aan de Ministerraad. Na goedkeuring wordt het dan overgemaakt aan het Belgisch Staatsblad voor publicatie. Afhankelijk van de planning van het Belgisch Staatsblad wordt de publicatie eind 2006 eventueel begin 2007 verwacht.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27765
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2005200608147
DO 2005200608147
Question no 1020 de M. Gerolf Annemans du 23 mai 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1020 van de heer Gerolf Annemans van 23 mei 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Délits commis dans les gares de la SNCB.
Misdrijven gepleegd in de NMBS-stations.
1. Pouvez-vous fournir un aperçu du nombre de procès-verbaux dressés en 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005 par les services de police pour des délits commis dans les gares de la SNCB ?
1. Kan u een overzicht geven voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 van het aantal processen-verbaal die bij de politiediensten werden neergelegd voor misdrijven gepleegd in elk Belgisch NMBSstation ?
2. Pouvez-vous ventiler ces chiffres par type de délit ?
2. Kan u tevens een opsplitsing geven van die misdrijven per criminaliteitscategorie ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1020 de M. Gerolf Annemans du 23 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1020 van de heer Gerolf Annemans van 23 mei 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1. En complément à ma réponse précédente, veuillez trouver ci-joint un tableau avec le nombre de délits enregistrès par les services de police, sous le code « lieu du délit — gare de chemin de fer ou station de train », de 2000 à 2005 inclus.
1. Ter aanvulling van mijn vorig antwoord, gelieve hierbij een tabel te willen vinden met het aantal door de politiediensten geregistreerde misdrijven met code « plaats misdrijf — spoorwegstation of treinstation », van 2000 tot en met 2005.
Ma réponse précédente reprenait uniquement les délits encodés sous le code « lieu du délit — station de train », de 2000 jusqu’au premier semestre de 2005 inclus.
Mijn vorig antwoord hernam enkel de misdrijven gecodeerd onder de code « plaats misdrijf — treinstation », van 2000 tot en met het eerste semester van 2005.
2. Le tableau ci-dessous est présenté par catégorie de délits.
2. De tabel hieronder is voorgesteld per misdrijfcategorie.
Nombre de faits enregistrès par les services de police avec destination-lieu « Station de train » et « Gare de chemin de fer » (2000-2005)
Aantal door de politiediensten geregistreerde misdrijven met als bestemmingsplaats « spoorwegstation » en « treinstation » (2000-2005)
Station de train et gare de chemin de fer
Vol et extorsion. — Diefstal en afpersing .............. Législation sur les étrangers. — Vreemdelingenwetgeving .......................................................... Stupéfiants. — Verdovende middelen ..................... Infr. contre la foi publique. — Misdr. tegen de openbare trouw ............................................................. Infr. de violence contre la propriété. — Gewelddadige misdrijven tegen eigendom ............................. Infr. contre l’intégrité physique. — Misdr. tegen de lichamelijke integriteit ............................................
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Spoorwegstation en treinstation 2000
2001
2002
2003
2004
2005
7 370
7 275
7 837
8 998
8 703
8 927
1 641 2 324
1 926 1 546
2 291 1 627
2 504 1 560
2 985 2 009
2 854 1 807
1 467
1 724
1 967
1 879
1 659
1 164
798
904
1 168
1 450
1 261
1 093
453
541
559
618
645
595
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27766
2000 Infr. de fraude contre la propriété. — Bedrogmisdrijven tegen de eigendom ...................................... Infr. contre l’autorité publique. — Misdr. tegen gezag van de overheid ............................................ Carte d’identité. — Identiteitskaart ........................ Ivresse, alcool et distillation d’alcool. — Dronkenschap, alcohol, alcoholslijterijen ............................. Infr. contre la sécurité publique. — Misdr. tegen de openbare veiligheid ................................................ Armes et explosifs. — Wapens en springstoffen .... Santé publique. — Volksgezondheid ...................... Transport. — Vervoer ........................................... Contraventions. — Overtreding ............................. Infr. contre la morale sexuelle. — Misdr. tegen de seksuele moraal ...................................................... Protection de la jeunesse. — Jeugdbescherming ..... Infr. contre la famille. — Misdr. tegen de familie .. Infr. contre autres valeurs morales et sentiments. — Misdr. tegen andere morele waarden en gevoelens . Autres lois spéciales. — Andere bijzondere wetten Environnement. — Milieu ...................................... Protection de la personne. — Bescherming personen Travail. — Arbeid ................................................. Infr. relative au statut juridique de l’enfant. — Misdr. tegen het juridisch statuut van het kind ...... Criminalité informatique. — Informaticacriminaliteit ........................................................ Exercice illégal de l’autorité publique. — Misdr. tegen de persoonlijke vrijheid ................................. Infr. contre la liberté individuelle. — Onwettige uitoefening van het openbaar gezag ....................... Pratiques commerciales. — Dierenbescherming ...... Protection des animaux. — Handelspraktijken ...... Infr. en matière de jeux e.a. — Inbreuken inzake spelen e.a. .............................................................. Protection des revenus publics. — Bescherming van de openbare inkomsten .......................................... Gardiennage privé. — Privé-bewaking ................... Registre de population. — Bevolkingsregister ........ Infr. contre la Sécurité de l’E´tat. — Misdr. tegen de veiligheid van de staat ............................................ Législation économique. — Economische wetgeving Loi du football (vente de tickets). — Voetbalwet (ticketverkoop) ....................................................... Infr. dans le secteur audiovisuel. — Kieswetgeving Législation sur les élections. — Misdr. in de audiovisuele sector ............................................................ Hormones et dopage. — Hormonen en doping ..... Total. — Totaal ....................................................
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2001
2002
2003
2004
2005
496
512
529
571
590
444
363 139
387 161
373 186
399 341
389 522
311 502
142
185
264
356
444
407
261 215 24 48 56
261 230 23 67 42
269 231 29 60 73
330 279 61 101 86
296 335 215 61 77
272 383 330 88 61
47 45 45
70 48 42
46 54 44
71 66 51
91 55 71
58 57 70
26 94 48 35 19
35 97 37 30 16
55 59 43 26 17
74 19 31 16 14
69 22 32 40 25
54 8 26 39 33
9
4
8
10
13
13
1
8
10
29
4
5
6
4
4
9
3 2 5
6
3 11
11 1 4
7 1
2 2 5
4
4
2
4
1
1
3
2 7
1
1
3
1
2
3
1
1 1
1
1
3
1 2
3 2 2 1 16 190
2006
16 192
2007
17 842
19 922
20 642
19 646
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27767
DO 2005200608549
DO 2005200608549
Question no 1066 de M. Joseph Arens du 18 juillet 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1066 van de heer Joseph Arens van 18 juli 2006 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Manque d’effectif au sein des unités de police de la route. — Unité d’Arlon.
Personeelstekort bij de eenheden van de wegpolitie. — Eenheid van Aarlen.
Parmi les unités de police de la route (WPR), peu d’entre elles disposent d’un cadre complet et parmi celles-ci, celle d’Arlon manque cruellement d’effectif. En effet, cette dernière compte 28 membres effectifs alors que le tableau organique prévoit 36 membres. Quant au futur tableau organique, ce dernier va jusqu’à fixer un total de 42 membres pour l’unité d’Arlon.
In de meeste eenheden van de wegpolitie (WPR) zijn niet alle posten van de personeelsformatie bezet en vooral de eenheid van Aarlen kampt met een nijpend personeelstekort. Zij telt immers 28 effectieve leden, terwijl de organieke tabel in 36 functies voorziet. De toekomstige organieke tabel voorziet voor de eenheid van Aarlen zelfs in totaal in 42 functies.
Pour combler cette difficulté, l’unité de police de la route de Massul intervient pour gérer les missions de l’unité d’Arlon. Néanmoins l’unité de Massul se verra bientoˆt privée de presque sept membres de son personnel en raison de mutations. Les unités de Namur, Liège, Daussoulx devront alors intervenir pour assurer les missions des unités d’Arlon et de Massul en attendant un renforcement de leurs effectifs. Hélas, un tel système risque de déforcer chacune des différentes unités qui interviendront en remplacement des unités défectives. Ces dernières ne seront en effet pas présentes aussi régulièrement que nécessaire sur le territoire de leur poste de circulation. De plus, les effectifs sont difficiles à combler car la formation que doivent suivre les candidats postulant un poste au sein de la WPR peut durer jusque quatorze mois. Cette formation n’est dispensée que dans une seule école de formation, l’école fédérale à Bruxelles et aucune priorité ne lui est donnée. Si les membres du personnel prennent trois mois pour quitter leur poste au sien de l’unité d’Arlon, leurs remplaçants en prennent quatorze pour venir le combler.
Om dat probleem te verhelpen, neemt de eenheid van de wegpolitie van Massul een deel van de taken van de eenheid van Aarlen voor haar rekening. De eenheid van Massul zal echter binnenkort ook zeven personeelsleden verliezen ten gevolge van mutaties. De eenheden van Namen, Luik en Daussoulx zullen dan een deel van de taken van de eenheden van Aarlen en Massul moeten overnemen in afwachting van de indienstneming van nieuwe personeelsleden in laatstgenoemde eenheden. Die regeling dreigt jammer genoeg elk van de verschillende eenheden die inspringen voor de eenheden die het moeten laten afweten, te verzwakken. Laatstgenoemde zullen immers niet zo vaak aanwezig zijn op het grondgebied van hun post. Bovendien geraken de betrekkingen bij de WPR maar moeilijk ingevuld, want gegadigden dienen een opleiding te volgen die tot veertien maanden kan duren. Die opleiding wordt maar in één centrum verstrekt, namelijk de federale school in Brussel, en zij krijgt geen prioriteit. De personeelsleden van de eenheid van Aarlen kunnen na drie maanden weg, maar het duurt veertien maanden vooraleer zij worden vervangen.
1. Envisagez-vous de prendre des mesures afin de remédier au manque d’effectif au sein des WPR et plus particulièrement au sein de l’unité d’Arlon ?
1. Overweegt u maatregelen te treffen teneinde het personeelstekort binnen de WPR en meer bepaald in de eenheid van Aarlen weg te werken ?
2. Si oui, lesquelles ?
2. Zo ja, welke ?
3. En ce qui conceme la formation, êtes-vous d’accord sur le point qu’il faut réduire la durée de la formation et éventuellement prévoir un autre lieu qui la dispense ?
3. Bent u het er mee eens dat de duur van de opleiding dient te worden ingekort en dat die opleiding eventueel op een andere plaats moet worden gegeven ?
4. Si la mobilité est grande au sein de la zone d’Arlon, c’est notamment en raison des loyers élevés de cette région.
4. De grote mobiliteit in de zone Aarlen valt onder meer te verklaren door de hoge huurprijzen in de regio.
Sur ce point, quelles mesures prevoyez-vous ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Welke maatregelen zal u in dat verband nemen ? 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27768
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1066 de M. Joseph Arens du 18 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1066 van de heer Joseph Arens van 18 juli 2006 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
1 et 2. L’effectif prévu à la répartition actuelle du personnel pour les postes de circulation d’Arlon et de Massul est de 42 membres du personnel. Au 1er septembre 2006, 35 membres du personnel sont affectés à ces deux postes de circulation. Une procédure de recrutement pour un emploi de motard est actuellement en cours de finalisation et six autres emplois de motard ont été déclarés vacants dans le cadre du cycle de mobilité lancé le 16 août 2006. Des mesures sont donc prises pour atteindre l’effectif prévu organiquement.
1 en 2. Het effectief voorzien op de actuele personeelsformatie voor de verkeersposten te Aarlen en Massul bedraagt 42 personeelsleden. Op 1 september 2006 waren er 35 personeelsleden tewerkgesteld in deze twee verkeersposten. Eén aanwervingsprocedure voor een betrekking van motorrijder wordt momenteel bee¨indigd en zes andere betrekkingen van motorrijder werden vacant verklaard in het raam van de mobiliteitscyclus die gelanceerd werd op 16 augustus 2006. Er worden dus wel degelijk maatregelen getroffen om het organiek voorziene effectief te bereiken.
3. La formation fonctionnelle de la police de la circulation comprend plusieurs parties, dont notamment une partie consacrée à la formation de motard. Le contenu de cette formation a été récemment négocié avec les organisations syndicales représentatives (cf. protocole du 19 juillet 2006). Dès lors, l’autorité n’envisage pas une nouvelle réduction de la durée de cette formation.
3. De functionele opleiding verkeerspolitie omvat verschillende onderdelen, waarvan één onderdeel gewijd aan de opleiding motorrijder. De inhoud van deze opleiding werd onlangs onderhandeld met de representatieve syndicale organisaties (cf. protocol van 19 juli 2006). Derhalve overweegt de overheid geen nieuwe vermindering van de duur van deze opleiding.
La formation de motard a déjà été organisée dans les écoles de police provinciales de Flandre occidentale, du Limbourg et d’Anvers. Cette décentralisation visait à répondre à des besoins émis par les services de police de ces provinces. Je charge dès lors mes services d’étudier la faisabilité d’une déconcentration pour cette formation spécifique en province du Luxembourg.
De opleiding motorrijder werd reeds georganiseerd in de provinciale politiescholen van West-Vlaanderen, Limburg en Antwerpen. Deze decentralisatie strekte ertoe de noden van de politiediensten van die provincies te leniger. Ik gelast bijgevolg mijn diensten de mogelijkheid te onderzoeken met betrekking tot een deconcentratie van deze opleiding in de provincie Luxemburg.
4. En ce moment, des mesures statutaires ne sont pas envisagées pour parer au coût élevé du logement dans la région d’Arlon.
4. Op dit ogenblik worden geen statutaire maatregelen overwogen om de kost voortkomend uit het verblijf in de regio Aarlen, te ondervangen.
DO 2005200608615
DO 2005200608615
Question no 1074 de M. Guido De Padt du 26 juillet 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1074 van de heer Guido De Padt van 26 juli 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Engins explosifs artisanaux. — Informations sur le Net. Après les E´tats-Unis d’Amérique, l’Allemagne tire la sonnette d’alarme pour mettre en garde contre certains effets dangereux d’internet. Quiconque est un tant soit peu familiarisé avec le Net ne tarde pas à trouver les instructions nécessaires pour fabriquer des engins explosifs. Selon un hebdomadaire allemand, de plus en plus d’adolescents fabriquent de telles bombes. C’est ainsi que chez notre voisin allemand, il y aurait déjà eu
Zelfgemaakte springtuigen. — Informatie op het internet.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Na de Verenigde Staten van Amerika, luidt Duitsland nu ook de alarmbel voor bepaalde gevaarlijke gevolgen van het internet. Wie een beetje overweg kan met het « World Wide Web », vindt al snel de instructies tot het maken van springtuigen. Volgens een Duits weekblad maken steeds meer tieners dergelijke bommen. Zo zouden in ons buurland de voorbije twee jaar al zeker 6 doden en 34 gewonden gevallen zijn. De 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27769
au moins six morts et 34 blessés au cours de ces deux dernières années. La police allemande a entamé des centaines d’investigations en rapport avec cette évolution extrêmement dangereuse et des campagnes d’information sont lancées dans les écoles.
Duitse politie is begonnen met honderden onderzoeken in verband met deze levensgevaarlijke evolutie en er worden voorlichtingscampagnes in scholen opgestart.
1. a) Combien ces engins explosifs artisanaux ont-ils fait de morts dans notre pays au cours des années 2003, 2004 et 2005, ainsi que durant la première moitié de 2006 ?
1. a) Hoeveel doden vielen er in ons land in de jaren 2003, 2004, 2005 en de eerste jaarhelft van 2006 door zelfgemaakte springtuigen ?
b) Quel était l’aˆge des victimes ?
b) Wat was de leeftijd van de mensen die hierbij omkwamen ?
c) Dans combien de ces cas est-il établi (ou est-il présumé) que les informations nécessaires à la fabrication de la ou des bombes ont été trouvées sur le Net ?
c) In hoeveel van die gevallen staat vast (of wordt vermoed) dat de benodigde informatie tot het fabriceren van de bom(men) van het internet werd geplukt ?
2. a) Certains (autres) indices portent-ils à croire que ce phénomène est aussi en plein essor dans notre pays ?
2. a) Zijn er (andere) aanwijzingen dat ook in ons land dit fenomeen een opmars kent ?
b) Des campagnes d’information visant à sensibiliser la population à ce problème ont-elles déjà été menées ?
b) Bestaan er reeds voorlichtingscampagnes rond deze problematiek ?
c) Dans l’affirmative, depuis combien de temps et en quoi consistent-elles exactement ?
c) Zo ja, hoe lang al en wat houden die precies in ?
d) Dans la négative, ne pensez-vous pas qu’il serait souhaitable de mener de telles campagnes ?
d) Zo neen, acht u deze niet wenselijk ?
3. a) La mise à disposition sur le Net d’informations nécessaires à la fabrication d’un engin explosif estelle punissable ?
3. a) Is het ter beschikkingstellen op het internet van de informatie voor het aanmaken van een explosief strafbaar ?
b) Qui est compétent dans notre pays pour effectuer des investigations et faire des recherches concernant les sites (belges uniquement ?) et leurs concepteurs ?
b) Wie is bevoegd in ons land om onderzoek en opsporing te doen naar de (enkel Belgische ?) websites en hun ontwerpers ?
c) Combien de sites web de ce type ont-ils été découverts chez nous au cours des années écoulées, et combien ont été fermés ?
c) Hoeveel dergelijke sites werden zo in ons land de voorbije jaren ontdekt en hoeveel werden er opgedoekt ?
d) De quelles possibilités dispose le citoyen belge ordinaire pour signaler à l’une ou l’autre instance l’existence de tel ou tel site web belge ou autre qu’il aurait découvert en surfant ?
d) Wat zijn de verschillende mogelijkheden voor de modale Belg om bij het aantreffen van dergelijke — al dan niet Belgische — websites, dit ergens te melden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1074 de M. Guido De Padt du 26 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1074 van de heer Guido De Padt van 26 juli 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.
1. Des renseignements communiqués par les services de la police judiciaire fédérale, il ressort que ceux-
1. Volgens de inlichtingen overgemaakt door de federale gerechtelijke politiediensten, is gebleken dat
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27770
ci n’ont pas connaissance de personnes décédées depuis 2003, par la fabrication de bombes artisanales. La banque nationale des données policières ne dispose d’aucune donnée à ce sujet.
zij geen weet hebben van personen die sinds 2003 omkwamen door zelfgemaakte springtuigen. Ook de nationale politionele gegevensbank beschikt hieromtrent over geen gegevens.
2. E´tant donné que la police fédérale n’a pas connaissance de personnes décédées depuis 2003, par la fabrication de bombes artisanales, il n’y a certainement pas lieu de parler d’un phénomène en émergence. Une campagne de préventions en la matière semble dès lors prématurée.
2. Gezien de federale politiediensten geen weet hebben van personen die sinds 2003 omkwamen met zelfgemaakte springtuigen, kan er zeker niet gesproken worden van een fenomeen in opmars. Een preventiecampagne met betrekking hiertoe, lijkt bijgevolg voorbarig.
3. La loi n’interdit pas explicitement la diffusion de ces informations sur l’Internet. Cependant, sous certaines conditions ces faits, in casu la transmission du savoir-faire en ce qui concerne la fabrication de bombes ou d’explosifs, pourraient être pris en considération pour des poursuites pénales. Ainsi, toute personne qui participe à une quelconque activité d’un groupement terroriste, ne fut ce que par la transmission de données ou de moyens matériels à ce groupement terroriste, sachant que sa participation contribue à la commission d’un crime ou d’un délit commis par ce groupement, sera punie conformément aux dispositions du code pénal en la matière. De la même manière, l’incitation à la commission de crimes ou délits est également punissable lorsque le lien peut être établi entre la communication de ces informations via le website, et les faits répréhensibles qui sont commis. Lorsque les faits commis constituent une infraction pénale, ce sont les règles de la procédure pénale qui prévalent, avec les missions normales qui sont attribuées au ministère public, au juge d’instruction et aux services de police. En outre, dans le cadre du plan « radicalisme » du Collège de Renseignements et de Sécurité, il existe une étroite collaboration entre la police fédérale, les services de renseignements et le GIA (Groupe Interforce Anti-Terroriste), dans le cadre d’une « open sources platform », avec comme but final, via une collaboration nationale et internationale optimales, la prise de mesures adéquates contre les websites qui, de par leurs informations ou activités, contribuent au radicalisme, l’extrémisme et le terrorisme. Une analyse stratégique en la matière a été réalisée par la police fédérale et sert de base pour les futurs travaux, dont notamment un groupe juridique en la matière. E´tant donné qu’un website avec des informations concernant la fabrication d’explosifs, lorsqu’il n’existe aucun lien direct avec des faits répréhensibles, n’est pas explicitement interdit par la loi, la police fédérale ne collationne aucune donnée en la matière. Lorsque les services de police estiment que le contenu d’un website pourrait constituer une infraction pénale, ils en informent la magistrature par le biais d’un procès-verbal. Pour toutes les formes de criminalité sur l’Internet, tout citoyen a la possibilité de s’adresser au « point central judiciaire de communication » de la police fédérale (FCCU)-Tél : 02/743 74 50.
3. De wet verbiedt niet expliciet de verspreiding van deze informatie op Internet. Evenwel, onder bepaalde voorwarden zouden deze feiten, in casu het overbrengen van kennis nopens het aanmaken van bommen of explosieven, in aanmerking kunnen komen om strafrechterlijk vervolgd te worden. Bijvoorbeeld, iedere persoon die deelneemt aan enige activiteit van een terroristische groep, zij het ook door het verstrekken van gegevens of materiele middelen aan een terroristische groep, terwijl hij weet dat zijn deelname bijdraagt tot het plegen van een misdaad of wanbedrijf door een terroristische groep, wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen van het Strafwetboek. Evenzo kan het aanzetten tot het plegen van misdaden en wanbedrijven strafbaar worden gesteld indien er een link kan worden gelegd tussen dergelijke communicaties via een website en strafbare feiten die worden gepleegd. Indien de feiten het voorwerp uitmaken van een strafrechterlijke inbreuk, dan gelden de bepalingen uit het strafprocesrecht, met de normale opdrachten van het openbaar ministerie, de onderzoeksrechter, en de politiediensten. Verder werken in het raam van het plan « radicalisme » van het College van Inlichtingen en Veiligheid de federale politie, de inlichtingendiensten en de AGG (Antiterroristische Gemengde Groep) nauw samen in een « open sources platform », met als uiteindelijke bedoeling via een optimale nationale en internationale samenwerking de gepaste maatregelen te nemen tegen websites die bijdragen tot radicalisme, extremisme en terrorisme. Een strategische analyse ter zake werd gerealiseerd door de federale politie en dient als basis voor verdere werkzaamheden, waaronder ondermeer een juridische werkgroep ter zake. Aangezien een website met informatie voor het maken van explosieven, wanneer en geen directe link bestaat met strafbare feiten, niet expliciet door de wet verboden wordt, houdt de federale politie hieromtrent ook geen cijfers bij. Indien de politiediensten menen dat de inhoud van een website wel strafbaar zou kunnen zijn, dan wordt dit derhalve gemeld aan de magistratuur, bij middel van een proces-verbaal. Voor alle vormen van criminaliteit op het Internet, kan de burger steeds terecht bij het « centraal gerechtelijk meldpunt » van de federale politie (FCCU) — tel : 02/743 74 50.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27771
DO 2005200608658
DO 2005200608658
Question no 1080 de Mme Marleen Govaerts du 9 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1080 van mevrouw Marleen Govaerts van 9 augustus 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Enquête sur l’épidémie de vols à Maasmechelen au cours de l’été 2006.
Onderzoek naar de diefstallenplaag in de zomer van 2006 in Maasmechelen.
Le ministre a fait savoir par médias interposés que ni le bourgmestre ni le chef de zone de la commune de Maasmechelen n’ont jamais demandé que la police fédérale apporte son soutien à la police locale dans la lutte que mène celle-ci contre les cambriolages et les vols. Les habitants de Maasmechelen parlent d’une « épidémie de cambriolages ».
De minister laat via de pers weten dat noch de burgemeester, noch de zonechef van de gemeente Maasmechelen ooit hulp vroegen aan de federale politie ter ondersteuning van de lokale politie in haar strijd tegen inbraken en diefstallen. De inwoners van Maasmechelen spreken over een « inbrakenplaag ».
1. Avez-vous fait examiner la question de savoir si un problème se pose à Maasmechelen et si la police locale a failli à son devoir ?
1. Heeft u laten onderzoeken of er een probleem is in Maasmechelen en of de locale politie tekort is geschoten in haar taak ?
2. Dans l’affirmative, à quels résultats a abouti l’enquête en question ?
2. Indien ja, welke zijn de resultaten van dat onderzoek ?
3. Dans la négative, pourquoi n’estimez-vous pas nécessaire d’examiner ce problème plus en profondeur ?
3. Indien neen, waarom acht u het niet nodig om dit probleem verder te onderzoeken ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1080 de Mme Marleen Govaerts du 9 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1080 van mevrouw Marleen Govaerts van 9 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.
1. Ainsi que je l’ai déjà expliqué, il semblerait d’après la police locale de Maasmechelen, que les faits du 3 août 2006 sont tout à fait ponctuels et pour lesquels une enquête judiciaire est actuellement menée par les autorités judiciaires. Il n’est donc apparemment dans ce cas aucunement question de manquements de la part des services de police locale. Je tiens une fois de plus à insister sur le fait que la gestion de la sécurité locale est une matière qui appartient en premier lieu à la responsabilité des autorités locales et qu’il n’appartient dès lors pas au ministre de s’immiscer d’office dans cette matière. ` la suite de l’interprétation qui a été donnée par 2. A la presse à ces faits, et les questions de l’honorable membre à ce sujet, l’autorité locale de Maasmechelen a été invitée à s’expliquer sur le prétendu fléau des vols qui aurait sévi durant l’été 2006 dans la commune. Des informations qui ont été communiquées par les autorités locales de la commune de Maasmechelen, il ressort que le nombre de cambriolages dans la commune a augmenté par rapport à 2005, mais est néanmoins équivalent à celui de 2003 et 2004. Le quartier « Mariahof » a cependant été confronté de façon plus importante à la petite criminalité, telle que les vols
1. Zoals ik reeds heb uitgelegd blijkt, volgens de lokale politiediensten van Maasmechelen, het voorval van 3 augustus 2006, hoe spijtig ook, een punctueel voorval te zijn, voor hetwelk een gerechtelijk onderzoek lopende is. Er is dus blijkbaar geen sprake in dit geval van tekortkomingen van de lokale politiediensten. Ik wens hier nogmaals te benadrukken dat het lokaal veiligheidsbeleid een materie is die in eerste instantie toebehoort aan de verantwoordelijkheid van de lokale overheid en dat de minister zich niet ambtshalve hoeft te mengen in deze aangelegenheid.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2. Ingevolge de interpretatie die aan de feiten werd gegeven door de pers en de vragen van het geachte lid met betrekking hiertoe, werd de lokale overheid verzocht om verduidelijking met betrekking tot de zogenaamde diefstallenplaag in Maasmechelen gedurende de zomer 2006. Uit de informatie die werd overgemaakt door de lokale overheid van Maasmechelen is gebleken dat het aantal diefstallen uit woningen in de gemeente is gestegen ten opzichte van 2005, maar desondanks gelijkaardig is aan het niveau van 2004 en 2003. De woonwijk Mariahof werd overwegend geconfronteerd met kleine criminaliteit zoals diefstal2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27772
dans les habitations et les véhicules. Cependant, ce phénomène a fortement régressé durant le premier semestre de 2006, nonobstant le fait que comparativement ce quartier a été confronté de façon plus importante au phénomène des vols, que les autres quartiers de la commune. La lutte contre ces phénomènes reçoit dès lors de la part de la police locale une attention prioritaire. Divers plans d’actions en la matière ont été élaborés et sont actuellement toujours en cours d’exécution. La synergie et la coopération avec la population sont systématiquement privilégiées par les inspecteurs de quartier et les vigiles. Tout semble donc indiquer une gestion de sécurité adéquate en la matière dans la commune de Maasmechelen. 3. E´tant donné les réponses aux questions 1 et 2, cette question est sans objet.
len in voertuigen en woningen. Doch, dit fenomeen is in het eerste semester van 2006 sterk afgenomen, niettegenstaande deze wijk verhoudingsgewijs meer geconfronteerd wordt met diefstallen dan de overige wijken van de gemeente Maasmechelen. De aanpak van deze fenomenen krijgt vanwege de lokale politie dan ook een prioritaire aandacht. Diverse actieplannen werden in dit verband uitgewerkt en zijn nog steeds in uitvoering. Overleg en samenwerking met de bevolking worden systematisch georganiseerd door de wijkinspecteurs en de stadswachten. Al bij al blijkt er dus een degelijk veiligheidsbeleid ter zake te worden gevoerd binnen de gemeente Maasmechelen.
DO 2005200608659
DO 2005200608659
Question no 1081 de Mme Marleen Govaerts du 9 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Police locale. — Demandes d’aide supplémentaire adressées à la police fédérale. 1. Les pouvoirs locaux du Limbourg (bourgmestres ou chefs de zone) ont-ils adressé, au cours de ces trois dernières années, des demandes visant à faire aider la police locale par la police fédérale, et cela dans le cadre d’autres types de manifestations que des manifestations culturelles ou sportives ? 2. Pourriez-vous fournir un aperçu de ces communes pour les trois dernières années et spécifier aussi les raisons (autre que la tenue d’une manifestation culturelle ou sportive) pour lesquelles la police fédérale a duˆ prêter main-forte à la police locale ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1081 de Mme Marleen Govaerts du 9 août 2006 (N.) :
Vraag nr. 1081 van mevrouw Marleen Govaerts van 9 augustus 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Lokale politie. — Aanvragen voor extra steun van de federale politie. 1. Werden in Limburg de voorbije drie jaar aanvragen ingediend door lokale overheden (burgemeester of zonechef) om de lokale politie te laten bijstaan door de federale en dit niet in het kader van een of andere culturele of sportieve manifestatie ?
3. Ingevolge het antwoord op vragen 1 en 2 is deze vraag zonder voorwerp.
2. Kan u een overzicht geven van deze gemeenten voor de jongste drie jaar en ook de redenen (géén culturele of sportieve manifestatie) opgeven waarvoor de federale politie versterking moest leveren ?
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1081 van mevrouw Marleen Govaerts van 9 augustus 2006 (N.) : Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2005200608674
DO 2005200608674
Question no 1084 de Mme Hilde Dierickx du 16 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Tapage nocturne. — Plaintes. Le tapage peut représenter une nuisance importante pour les citoyens désireux de profiter du repos
Vraag nr. 1084 van mevrouw Hilde Dierickx van 16 augustus 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Nachtlawaai. — Klachten. Nachtlawaai kan voor slapende burgers zeer vervelend zijn. In steden hoor je vaak klagen over nachtla-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27773
nocturne. Les plaintes relatives au tapage nocturne, notamment aux abords de magasins de nuit, de phone shops et d’établissements horeca, sont fréquentes en milieu urbain. Les citoyens sont attachés au repos nocturne, comme en témoignent les protestations des riverains d’aéroports.
waai bij nachtwinkels, telefoonshops, horecazaken, en dergelijke. Nachtrust is belangrijk, denken we maar aan de burenprotesten in de buurt van de luchthavens.
1. Combien de plaintes a-t-on déposées chaque année auprès des services de police, depuis 2003, pour :
1. Hoeveel klachten worden er sinds 2003 jaarlijks ingediend bij de politiediensten tegen
a) du tapage nocturne provoqué par des avions;
a) nachtlawaai van vliegtuigen;
b) d’autres formes de tapage nocturne ? ` combien de reprises la police a-t-elle duˆ se 2. A rendre sur les lieux pour des faits de tapage nocturne ? Je désirerais des données annuelles depuis 2003.
b) andere vormen van nachtlawaai ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1084 de Mme Hilde Dierickx du 16 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1084 van mevrouw Hilde Dierickx van 16 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.
1. Des renseignements qui sont communiqués par la banque nationale des données policières il ressort que depuis 2003 le nombre de plaintes enregistrées en matière de tapage nocturne, se répartit comme suit :
1. Volgens de inlichtingen die werden overgemaakt door de nationale politionele gegevensbank kan het aantal klachten sinds 2003, die werden geregistreerd met betrekking tot nachtlawaai, als volgt worden ingedeeld :
2. Hoeveel keer is de politie ter plaatse moeten komen voor nachtlawaai ? Graag jaarlijkse cijfers vanaf 2003.
2003 : 4 579;
2003 : 4 579;
2004 : 5 022;
2004 : 5 022;
2005 : 3 151.
2005 : 3 151.
La banque nationale des données policières ne permet cependant pas de faire une distinction sur la base de spécifications (causé par des avions ou autres).
De nationale politionele databank laat echter niet toe een onderscheid te maken op basis van de specificaties (veroorzaakt door vliegtuigen of andere).
2. La banque nationale des données policières ne dispose pas de ces données étant donné qu’elles ne sont pas relevantes dans le cadre d’une analyse stratégique pour le plan national de sécurité. Le même principe est valable pour les zones de police locale dans le cadre du plan zonal de sécurité.
2. De nationale politionele gegevensbank beschikt niet over deze gegevens aangezien zijn niet relevant zijn in het kader van een strategische analyse voor het nationaal veiligheidsplan. Dit principe geldt eveneens voor de lokale politiezones, in het kader van het zonaal veiligheidsplan.
DO 2005200608721
DO 2005200608721
Question no 1091 de M. Patrick De Groote du 22 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1091 van de heer Patrick De Groote van 22 augustus 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nombre d’agents de police.
Aantal politieagenten.
Combien d’agents de police notre pays comptait-il exactement, par zone de police, par région et/ou par roˆle linguistique et par « niveau » (fédéral, local, etc.), au 30 juin 2006 ?
Wat zijn de juiste cijfers over het aantal politieagenten in ons land, opgesplitst per politiezone, per gewest en/of taalrol en per « dienst » (federaal, lokaal, enzovoort), per 30 juni 2006 ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27774
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 8 novembre 2006, à la question no 1091 de M. Patrick De Groote du 22 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 8 november 2006, op de vraag nr. 1091 van de heer Patrick De Groote van 22 augustus 2006 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au Bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2006200708918
DO 2006200708918
Question no 1109 de Mme Jacqueline Galant du 11 octobre 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1109 van mevrouw Jacqueline Galant van 11 oktober 2006 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Tarification des services incendie à charge des communes.
Vaststelling van de aan de gemeenten aangerekende brandweerkosten.
La proportion que prend la charge des services d’incendie dans les budgets communaux est de plus en plus importante. La participation des administrations communales aux frais du service incendie se matérialise dans un premier temps par le versement d’une avance trimestrielle. Cette avance fait l’objet d’une régularisation sur base de la cloˆture du compte, qui permet de mettre en évidence la différence entre l’avance budgétaire et les frais réels. Cette régularisation n’est prélevée sur le compte de la commune que deux ans après l’exercice de référence visé par les avances. Tout d’abord, je ne comprends pas pourquoi les communes ne sont pas informées du montant de la régularisation dès la cloˆture de l’exercice. La seconde interrogation que je tiens à soulever concerne le montant même des dépenses des services d’incendie. Une question cruciale se pose donc : ne faudrait-il pas envisager la mise en place d’un audit assez rapidement comme ce fut le cas pour certaines sociétés de logements sociaux ?
De brandweerdiensten nemen een almaar grotere hap uit de gemeentelijke begrotingen. Als bijdrage aan de kosten van de brandweerdiensten storten de gemeentebesturen aanvankelijk een trimestrieel voorschot. Bij het afsluiten van de rekening volgt een verrekening, waaruit duidelijk het verschil blijkt tussen het begrotingsvoorschot en de werkelijke kosten. Het bedrag van de afrekening wordt pas twee jaar na het referentiejaar waarop het voorschot betrekking heeft, in mindering van de gemeenterekening gebracht. Vooreerst begrijp ik niet waarom de gemeenten niet onmiddellijk na de afsluiting van het referentiejaar van het bedrag van de afrekening op de hoogte worden gebracht. Een tweede vraag heeft betrekking op het eigenlijke bedrag van de uitgaven voor de brandweerdiensten. Er rijst in dat verband een cruciale vraag : is het niet wenselijk op korte tijd een audit te organiseren, zoals ook voor bepaalde socialehuisvestingsmaatschappijen gebeurde ?
De nombreuses questions concernent également le problème de la répartition des frais occasionnés par les services d’incendie entre les pouvoirs locaux et le fédéral. La répartition actuelle des dépenses de sécurité civile est de l’ordre de 90 % à charge des communes, contre 10 % seulement à charge du fédéral.
Daarnaast rijzen ook heel wat vragen omtrent de verdeling van de kosten van de brandweerdiensten tussen de lokale besturen en de federale overheid. De uitgaven voor de civiele veiligheid worden op dit ogenblik voor 90 % door de gemeenten en slechts voor 10 % door het federale niveau gedragen.
Enfin, je n’approuve pas la formule de répartition des frais entre communes, celle-ci tient notamment compte d’éléments sans lien direct avec le risque potentiel d’incendie. Pour rappel, cette formule inclut le nombre d’habitants ainsi que le revenu cadastral de la commune.
Ten slotte kan ik me ook niet terugvinden in de verdeling van de kosten tussen de gemeenten onderling. Daarbij wordt immers rekening gehouden met gegevens zonder rechtstreeks verband met enig brandrisico. De formule houdt onder meer rekening met het aantal inwoners en met het kadastraal inkomen van de gemeente.
J’aurais tendance à penser que plus le revenu cadastral est important, plus l’habitation est importante et
Volgens mij horen hogere kadastrale inkomens bij grotere en beter onderhouden woningen, die een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27775
bien entretenue, et par conséquent le risque d’incendie ` l’opposé, les commume semble moins important. A nes à revenu cadastral faible comprenant un nombre important d’habitations sociales à plusieurs étages paient proportionnellement moins de frais de services d’incendie alors que les risques me semblent beaucoup plus importants.
beperkter brandgevaar inhouden. Anderzijds betalen de gemeenten met een laag kadastraal inkomen, die een groot aantal sociale woningen met meerdere verdiepingen op hun grondgebied hebben, verhoudingsgewijs minder brandweerkosten, terwijl het brandrisico me daar veel groter lijkt.
1. Pourquoi constate-t-on une hausse constante des dépenses en services d’incendie ?
1. Waarom gaan de brandweerkosten voortdurend de hoogte in ?
2. a) Pourquoi les régularisations s’avèrent-elles aussi importantes ?
2. a) Waarom zijn met de afrekeningen zo’n grote bedragen gemoeid ?
b) Afin de justifier ces écarts, ne faudrait-il pas envisager la mise en place d’un audit assez rapidement comme ce fut le cas pour certaines sociétés de logements sociaux ?
b) Zou niet op korte termijn een audit moeten worden uitgevoerd om meer licht te werpen op die aanzienlijke verschillen, zoals in het verleden voor bepaalde socialehuisvestingsmaatschappijen is gebeurd ?
3. Pourquoi le fédéral ne prend-il pas en charge une part plus importante des dépenses comme cela se fait pour les polices locales ?
3. Waarom neemt de federale overheid niet een groter deel van de kosten voor haar rekening, zoals ze dat voor de lokale politiediensten doet ?
4. a) Quel est le lien entre les variables prises en compte actuellement pour le calcul de répartition des dépenses et les risques réels d’incendie ?
4. a) Wat is de link tussen de variabelen die op dit ogenblik als basis voor de kostenverdeling worden genomen en het ree¨le brandgevaar ?
b) Pourquoi ne pas prendre des variables qui prennent plus en compte les réalités du terrain ?
b) Waarom wordt niet voor variabelen gekozen die beter aan de werkelijke toestand beantwoorden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 10 novembre 2006, à la question no 1109 de Mme Jacqueline Galant du 11 octobre 2006 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 10 november 2006, op de vraag nr. 1109 van mevrouw Jacqueline Galant van 11 oktober 2006 (Fr.) :
1. La hausse des dépenses relatives aux services d’incendie s’explique notamment par l’évolution des technologies utilisées lors des missions des pompiers et par la nécessaire modernisation des infrastructures. Des investissements en baˆtiment et en matériel se répercutent dès lors inévitablement sur le coût des services d’incendie. En l’occurrence, dans le cas de la commune de Jurbise, l’augmentation des coûts est due, en grande partie, à la construction d’une nouvelle caserne pour le service d’incendie de Mons, qui la protège.
1. De stijging van de kosten met betrekking tot de brandweerdiensten kan in het bijzonder verklaard worden door de evolutie van de technologiee¨n die gebruikt worden tijdens de opdrachten van de brandweerlieden en door de noodzakelijke modernisering van de infrastructuren. De investeringen in gebouwen en materieel hebben dus onvermijdelijk gevolgen voor de kosten van de brandweerdiensten. In dit geval, voor wat betreft de gemeente Jurbise, is de stijging van de kosten grotendeels te wijten aan de bouw van een nieuwe kazerne voor de brandweerdienst van Bergen, die haar beschermt.
2. a) Les régularisations sont fonction des différences entre les frais admissibles d’un service d’incendie d’une année à l’autre. La répartition des coûts des services d’incendie entre les communes-centre de groupe et les communes protégées est effectuée par les gouverneurs de province.
2. a) De regularisaties zijn afhankelijk van de verschillen tussen de jaarlijkse in aanmerking komende kosten van een brandweerdienst. De verdeling van de kosten van de brandweerdiensten tussen de gemeenten-groepscentra en de beschermde gemeenten wordt uitgewerkt door de provincie gouverneurs.
b) L’augmentation des frais admissibles d’un service d’incendie entraıˆne inévitablement une hausse des coûts, sur laquelle le Gouverneur n’a pas
b) De stijging van de in aanmerking komende kosten van een brandweerdienst heeft onvermijdelijk een stijging van de kosten tot gevolg, waarop de Gou-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27776
d’influence. Je ne vois dès lors pas la nécessité de mettre en place un audit dans ce cadre.
verneur geen invloed heeft. Ik zie dus de noodzaak niet in om in dit kader een audit uit te voeren.
3) S’il est vrai qu’actuellement 80 % des dépenses des services d’incendie sont à charge des communes, autorités organisatrices des services d’incendie, vous n’êtes pas sans savoir que dans le cadre de la réforme de la sécurité civile, il est prévu que l’E´tat fédéral participera davantage au financement de cette dernière.
3) Momenteel zijn 80 % van de kosten van de brandweerdiensten ten laste van de gemeenten, de organiserende autoriteiten van de brandweerdiensten. Dan weet u dat in het kader van de hervorming van de Civiele veiligheid voorzien is dat de federale Staat meer zal bijdragen in de financiering van deze hervorming.
4. a) Le système actuel de répartition des coûts des services d’incendie avait pour objectif d’instaurer une forme de solidarité au niveau de la province. Les coûts à charge des communes protégées sont supportés par toutes les communes protégées par un service d’incendie d’une même catégorie au sein d’une province.
4. a) Het huidige verdeelsysteem voor de kosten van de brandweerdiensten had tot doel om een vorm van solidariteit in te voeren op provinciaal niveau. De kosten ten laste van de beschermde gemeenten worden gedragen door alle gemeenten die beschermd zijn door een brandweerdienst van eenzelfde categorie binnen de provincie.
b) Un des objectifs de la réforme en cours sera la rationalisation des coûts des services d’incendie. Dans ce but, des études ont été diligentées afin de permettre une meilleure prise en compte de la réalité du terrain et donc une adaptation des coûts en adéquation avec la situation réelle.
b) Een van de doelstellingen van de aan de gang zijnde hervorming zal de rationalisering zijn van de kosten van de brandweerdiensten. Hiervoor werden studies verricht om beter toe te laten de realiteit op het terrein en dus een aanpassing van de kosten naargelang de ree¨le situatie, in aanmerking te nemen.
DO 2006200708919
DO 2006200708919
Question no 1110 de M. Gerolf Annemans du 11 octobre 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1110 van de heer Gerolf Annemans van 11 oktober 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
« Route belge ».
Zogenaamde « Belgie¨route ».
Un article sur la « Route belge » que suivent de plus en plus fréquemment des Néerlandais, allochtones ou non, qui souhaitent faire venir leur partenaire de nationalité étrangère, a été publié dans la « Gazet van Antwerpen » du 18 juillet 2006. C’est une manière de tourner les règles néerlandaises plus sévères en matière de regroupement familial (notamment le critère de ressources). Il existe même un site internet (www.buitenlandsepartner.nl) de la Stichting Buitenlandse Partner ou` figure un manuel complet de la Route belge. Ce manuel comprend un aperçu des lois et des règlements belges en matière d’inscription, de mariage, de regroupement familial et d’allocations, de même que divers conseils pratiques. Le nombre d’inscription de citoyens néerlandais à Anvers est passé de 587 en 2002 à 1.035 en 2005. Au cours de la même période, le nombre de ressortissants néerlandais nés au Maroc est passé de 33 à 206.
In de Gazet van Antwerpen van 18 juli 2006 verscheen een bericht over de zogenaamde « Belgie¨route » die steeds meer wordt gevolgd door al dan niet allochtone Nederlanders die hun buitenlandse partner willen laten overkomen. Op die manier worden de aangescherpte Nederlandse regels inzake gezinshereniging (onder meer de inkomenseis) omzeild. Er bestaat zelfs een webstek (www.buitenlandsepartner.nl) van de Stichting Buitenlandse Partner waar men een compleet handboek voor de Belgie¨route vindt. Het handboek bevat een overzicht van de Belgische wetten en reglementen inzake inschrijving, huwelijk, gezinshereniging en uitkeringen, alsmede een aantal praktische tips. Het aantal inschrijvingen van Nederlanders in Antwerpen steeg van 587 in 2002 tot 1.035 in 2005. In diezelfde periode steeg het aantal inschrijvingen van mensen uit Nederland die in Marokko geboren zijn, van 33 naar 206.
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour mettre un frein à la Route belge ?
1. Welke maatregelen heeft u reeds genomen om de Belgie¨route aan banden te leggen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27777
2. Quelles mesures supplémentaires envisagez-vous de prendre ?
2. Welke bijkomende maatregelen overweegt u te nemen ?
3. Le site internet de la Stichting Buitenlandse Partner fera-t-il l’objet d’actions juridiques ?
3. Zullen er juridische stappen ondernomen worden tegen de webstek van de Stichting Buitenlandse Partner ?
4. a) Une concertation a-t-elle déjà eu lieu avec le ministre néerlandais compétent ?
4. a) Vond reeds overleg plaats met de bevoegde Nederlandse minister ?
b) Quelles ont été les résultats de cette concertation ?
b) Wat waren de resultaten van dat overleg ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 10 novembre 2006, à la question no 1110 de M. Gerolf Annemans du 11 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 10 november 2006, op de vraag nr. 1110 van de heer Gerolf Annemans van 11 oktober 2006 (N.) :
Au début de cette année déjà, j’avais convenu avec le ministre néerlandais Verdonck que l’on controˆlerait plus intensivement si des ressortissants néerlandais qui demandent à s’établir en Belgique habitent effectivement à l’adresse qu’ils donnent. L’échange d’informations doit lui aussi être renforcé. Actuellement, la Belgique recueille des données sur le phénomène et sur les intéressés. De leur coˆté, les Pays-Bas rassemblent des informations sur les résidences de fait des ressortissants néerlandais durant la procédure d’asile en Belgique et sur le retour aux Pays-Bas après l’octroi d’une autorisation de séjour. Il est également vérifié si les personnes qui souhaitent être regroupées avec leurs parents disposent de moyens de subsistance suffisants, réguliers et stables.
Reeds in het begin van dit jaar kwam ik met de Nederlandse minister Verdonck overeen dat intensiever zou worden gecontroleerd of Nederlandse onderdanen die vestiging in Belgie¨ aanvragen effectief op het opgegeven adres in Belgie¨ wonen. Ook de informatieuitwisseling moest worden versterkt. Belgie¨ verzamelt nu gegevens over het fenomeen en over de betrokkenen. Nederland van zijn kant verzamelt gegevens over de feitelijke verblijfplaats van de Nederlandse onderdanen tijdens de verblijfsprocedure in Belgie¨ en over de terugkeer naar Nederland nadat de verblijfsvergunning werd toegekend. Er wordt eveneens nagegaan of de personen die herenigd willen worden met de ouders over voldoende, regelmatige en stabiele bestaansmiddelen beschikken.
Depuis lors, différentes réunions de négociations ont déjà eu lieu entre les services néerlandais et les miens. La dernière concertation a eu lieu le 6 juillet. Voici les conclusions qui en ont été tirées :
Er hebben ondertussen al meerdere overlegrondes plaatsgehad tussen mijn diensten en de Nederlandse. Het laatste overleg vond plaats op 6 juli. Conclusies waren :
1. procéder à un controˆle des attestations des employeurs. Dans ce cadre, je peux vous communiquer que les Pays-Bas examinent si la Belgique pourrait obtenir l’accès à leur banque de données relative aux attestations d’employeurs;
1. een intensievere controle van de werkgeversattesten. In dit kader kan ik u meedelen dat Nederland onderzoekt of de Belgische autoriteiten toegang kunnen krijgen tot hun databank inzake werkgeversattesten;
2. effectuer un controˆle plus minutieux des doubles inscriptions;
2. een scherper toezicht op de dubbele inschrijvingen;
3. vérifier si les intéressés ne disposent pas d’un soutien social dans un E´tat membre et ne travaillent pas en même temps dans un autre E´tat membre.
3. nagaan of betrokkenen geen sociale steun genieten in een lidstaat én tevens werken in een andere lidstaat.
Aucune démarche juridique n’a encore été entreprise à rencontre de la Nederlandse Stichting Buitenlandse Partner. Cette possibilité est étudiée.
Tegen de webstek van de Nederlandse Stichting Buitenlandse Partner zijn nog geen juridische stappen ondernomen. Er wordt onderzocht of dit mogelijk is.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27778
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2005200608563
DO 2005200608563
Question no 371 de M. Filip Anthuenis du 19 juillet 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 371 van de heer Filip Anthuenis van 19 juli 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Loi sur les étrangers. — Regroupement familial. — Traités bilatéraux sur l’immigration distincts.
Vreemdelingenwet. — Gezinshereniging. — Aparte bilaterale immigratieverdragen.
Le 12 juillet 2006, la Chambre des représentants a adopté le projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, nos 2478/1 à 9). Ce projet de loi transpose notamment la directive 2003/86/CE relative au droit au regroupement familial qui soumet à des règles plus strictes le regroupement familial entre ressortissants hors UE. C’est ainsi que les deux partenaires doivent être aˆgés d’au moins 21 ans, que le ou la partenaire qu’il s’agit de rejoindre doit disposer d’un logement adéquat et qu’il doit être affilié à une caisse d’assurance maladie.
De Kamer van volksvertegenwoordigers keurde op 12 juli 2006 het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen goed (Parl. St., Kamer, 20052006, nrs. 2478/1 tot 9). Dit wetsontwerp zet onder meer de richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging om. Ingevolge deze richtlijn wordt gezinshereniging tussen niet EU-onderdanen aan strengere regels onderworpen. Zo moeten de beide partners minstens 21 jaar oud zijn; dient de te vervoegen partner over aangepaste huisvesting te beschikken en moet hij aangesloten zijn bij een ziektekostenverzekering.
Mais lors de l’examen de ce projet de loi, il est apparu que ces obligations ne sont pas conformes aux traités bilatéraux sur l’immigration que notre pays a conclus à ce jour avec, entre autres, la Turquie, le Maroc, l’Algérie, la Tunisie et la Yougoslavie. Aux termes de la loi, les dispositions de ces traités priment les nouvelles règles légales. Il en résulte que les règles en matière de regroupement familial ne s’appliquent pas de manière identique à tous les ressortissants hors UE. En outre, il s’avère impossible de lutter avec une efficacité suffisante contre les abus commis actuellement dans le domaine du regroupement familial.
Tijdens de bespreking van dit wetsontwerp bleek echter dat deze verplichtingen niet stroken met bestaande bilaterale migratieverdragen met onder meer Turkije, Marokko, Algerije, Tunesie¨ en Joegoslavie¨. Volgens de wet hebben de bepalingen uit deze verdragen voorrang op de nieuwe wettelijke regels. Dit heeft tot gevolg dat de regels inzake gezinshereniging voor elke niet EU-onderdaan niet op dezelfde wijze gelden. Verder kunnen bestaande misbruiken met betrekking tot gezinshereniging onvoldoende efficie¨nt worden bestreden.
1. Avec quels pays la Belgique a-t-elle conclu des traités bilatéraux distincts en matière d’immigration ?
1. Met welke landen bestaan er aparte bilaterale immigratieverdragen ?
2. Pourriez-vous fournir un aperçu des dispositions de ces traités qui ne sont pas conformes aux modifications légales instaurées ? 3. Eˆtes-vous disposé à réexaminer ces traités et, le cas échéant, à les renégocier ?
2. Kan er een overzicht worden gegeven welke bepalingen uit deze verdragen niet stroken met de ingevoerde wetswijzigingen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 371 de M. Filip Anthuenis du 19 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 371 van de heer Filip Anthuenis van 19 juli 2006 (N.) :
1. Il existe des accords bilatéraux d’immigration avec les pays suivants :
1. Er bestaan aparte bilaterale immigratieverdragen met de volgende landen :
— Yougoslavie;
— Joegoslavie¨;
— Maroc;
— Marokko;
— Tunisie;
— Tunesie¨;
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u bereid om deze verdragen te herbekijken en desgevallend te heronderhandelen ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27779
— Turquie.
— Turkije.
2. Ceci relève de la compétence de mon collègue de l’Intérieur. (Question no 1138 du 17 novembre 2006.)
2. Ik verwijs hiervoor naar mijn collega van Binnenlandse Zaken, bevoegd voor de interpretatie van de wet. (Vraag nr. 1138 van 17 november 2006.)
3. Après révision de ces traités, je ne vois pas l’intérêt immédiat à les renégocier étant donné les obligations qu’ils contiennent concernant l’emploi et le logement, dispositions qui vont plus loin que celles contenues dans la loi, à savoir :
3. Na het herbekijken van de verdragen zie ik niet het onmiddellijke voordeel van heronderhandelingen in, gezien de verplichtingen die deze verdragen inhouden inzake tewerkstelling en huisvesting, met name :
« Les travailleurs occupés et établis en Belgique ont la faculté de se faire rejoindre par leur famille, dès le moment où ils ont travaillé pendant trois mois et à la condition qu’ils disposent d’un logement convenable. »
« De werknemers die in Belgie¨ zijn tewerkgesteld en gevestigd, kunnen hun gezin laten overkomen, zodra zij drie maanden (één maand voor Turkije) hebben gearbeid en op voorwaarde dat zij over een behoorlijke huisvesting voor hun gezin beschikken. Dit laatste omvat de echtgenote en de minderjarigen ten laste. »
DO 2005200608567
DO 2005200608567
Question no 372 de Mme Zoé Genot du 19 juillet 2006 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 372 van mevrouw Zoé Genot van 19 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Ducroire. — Projet « Sakhalin II ».
Delcrederedienst. — « Sakhalin II-project ».
Le projet « Sakhalin II », au large de l’ıˆle russe de Sakhaline, d’un consortium dont un des acteurs le plus important est l’entreprise Shell, est un chantier immense d’exploration de gaz naturel et de pétrole. Une série de problèmes en matière de protection des peuples indigènes et de protection de l’environnement se posent. Je me limite ici à quatre problèmes concrets.
Het « Sakhalin II »-project voor de kust van het Russische eiland Sakhalin, dat werd opgezet door een consortium waarvan het bedrijf Shell een van de belangrijkste partners is, is een grootschalige onderneming voor de winning van aardgas en aardolie. In verband met dat project rijzen er een aantal problemen op het stuk van de bescherming van de inheemse volkeren en het leefmilieu. Ik zal mij hier tot vier concrete problemen beperken.
Un tiers de l’économie locale dépend de la pêche, mais celle-ci est menacée par le projet. L’économie locale, et donc le sort des milliers de personnes, est menacée. « The World Conservation Union », un réseau de 82 états et 111 agences gouvernementales qui constitue l’organisation la plus importante en matière de protection de la nature, a signalé, par courrier officiel, que Shell ne prend pas suffisamment en compte la protection de la nature et de la biodiversité (il se pose notamment des problèmes pour des baleines d’une espèce très rare, en voie d’extinction). Les canalisations « onshore » traversent plus de 100 rivières et ruisseaux, mais les mesures nécessaires pour éviter les pollutions ne semblent pas être prises.
Een derde van de plaatselijke economie is afhankelijk van de visvangst, maar die wordt door het project bedreigd. Duizenden mensen dreigen daarvan het slachtoffer te worden. « The World Conservation Union », een netwerk van 82 staten en 111 gouvernementele organisaties dat de belangrijkste natuurbeschermingsorganisatie vormt, heeft er in een officie¨le brief op gewezen dat Shell onvoldoende rekening houdt met de bescherming van de natuur en de biodiversiteit (er rijzen onder meer problemen voor een zeer zeldzame walvissoort die met uitsterven is bedreigd). De « onshore »-leidingen lopen door meer dan 100 rivieren en beken, maar men lijkt niet de nodige maatregelen te hebben getroffen om vervuiling te voorkomen.
Ceci a incité, l’année passée, la Banque européenne pour la reconstruction et le développement à critiquer fortement Shell. ` ce stade-ci, les problèmes ne semblent pas encore A résolus. Il n’y pas de « oil spill response plan » (plan
Als gevolg daarvan heeft de Europese bank voor wederopbouw en ontwikkeling vorig jaar forse kritiek geuit op Shell.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
De problemen lijken nog niet opgelost. Er is geen « oil spill response plan » (plan ter voorkoming van 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27780
visant à éviter la pollution de la mer par des incidents ou accidents des bateaux transportant des produits pétroliers).
vervuiling van de zee door incidenten of ongevallen met olietankers).
Le Ducroire a été saisi pour couvrir une partie des risques de ce projet. Vu que le projet ne respecte pas les recommandations de l’OCDE (« OECD Recommandations on Common Approaches on Environnement and Officially Supported Export Credits »), je ne vois pas comment le Ducroire pourrait donner son feu vert.
De Delcrederedienst kreeg het verzoek om een gedeelte van de risico’s van dat project te dekken. Aangezien het project de OESO-aanbevelingen niet naleeft (« OECD Recommandations on Common Approaches on Environnement and Officially Supported Export Credits »), zie ik niet in hoe de Delcrederedienst zijn fiat zou kunnen geven.
1. Quels avis internes et externes, le Ducroire a-t-il demandés pour évaluer cette demande ?
1. Welke interne en externe adviezen heeft de Delcrederedienst in het kader van de evaluatie van dat verzoek gevraagd ?
2. Quel est le contenu de ces avis ?
2. Wat is de inhoud van die adviezen ?
3. Quel a été la position du représentant du ministre au sein du Ducroire sur ce projet ? 4. Quelle en est la motivation ?
3. Wat was het standpunt van de vertegenwoordiger van de minister binnen de Delcrederedienst over dat project ? 4. Wat was daarvan de motivering ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 372 de Mme Zoé Genot du 19 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 372 van mevrouw Zoé Genot van 19 juli 2006 (Fr.) :
Nous rappelons que les Approches Communes de l’OCDE concernant l’environnement et les crédits à l’exportation bénéficiant d’un soutien public s’appliquent aux crédits destinés à financer des projets et assortis d’un délai de remboursement de deux ans ou plus.
Wij herinneren eraan dat de Gemeenschappelijke Benaderingen van de OESO inzake milieu en exportkredieten die overheidssteun genieten, van toepassing zijn op de kredieten die bestemd zijn voor de financiering van projecten waarvoor de terugbetalingstermijn twee jaar of meer bedraagt.
Le cas de la demande de couverture pour le projet Sakhalin ne rentre pas dans cette catégorie de projets. Il s’agit en effet d’une affaire payable « au comptant », pour laquelle il n’y a donc pas de financement nécessaire. Pour les projets de cette nature, la marge de manouvre et l’influence des organismes d’assurancecrédit sont donc réduites car il n’y a pas de financement et les travaux qui font l’objet de la demande de couverture au Ducroire représentent une part limitée dans le projet global (1 %).
De dekkingsaanvraag voor het Sakhalin-project valt niet onder die categorie projecten. Het gaat eigenlijk om een « contant » te betalen project, waarvoor derhalve geen financiering is vereist. Wat soortgelijke projecten betreft, zijn de manoeuvreerruimte en de invloed van de kredietverzekeringsinstellingen dan ook beperkt. Er is immers geen financiering mee gemoeid en de werkzaamheden waarvoor bij Delcredere een dekking werd aangevraagd, vertegenwoordigen slechts een klein percentage van het gehele project (1 %).
Néanmoins, cette affaire a fait l’objet d’une analyse environnementale conforme aux Approches Communes, comme dans tout autre cas de projet soumis au Ducroire.
Toch werd ook in deze kwestie een milieuanalyse conform de Gemeenschappelijke Benaderingen verricht, net zoals voor alle projecten die aan Delcredere worden voorgelegd.
1. L’ONDD a basé son analyse du projet sur les éléments suivants :
1. De NDD baseerde de analyse van het project op de volgende gegevens :
— les informations disponibles sur le site web de la BERD (Banque européenne de Reconstruction et de Développement) dont une section est spécialement dédiée au projet Sakhalin (http:// www.ebrd.com/country/sector/natural/projects/
— de informatie die is terug te vinden op de website van de EBRD (de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) waarvan één afdeling helemaal gewijd is aan het Sakhalin-project (http:/ /www.ebrd.com/country/sector/natural/projects/
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27781
sakhalin) et sur le site du projet lui-même (http:// www.sakhalinenergy.com) (1);
sakhalin) en de informatie op de site van het project zelf (http://www.sakhalinenergy.com) (1);
— l’étude d’impact environnemental disponible sur le site web de Sakhalin Energy (http:// www.sakhalinenergy.com) et qui est considérée comme « fit for the purpose of the consultation »;
— de milieu-impactstudie die is terug te vinden op de website van Sakhalin Energy (http:// www.sakhalinenergy.com) en die wordt beschouwd als zijnde « fit for the purpose of the consultation »;
— le résultat des consultations effectuées par la BERD;
— de bevindingen van de door de EBRD verrichte consultaties;
— l’analyse de l’étude d’impact environnemental effectuée par un bureau d’études indépendant, Ecorem, spécialisé dans la maıˆtrise des risques environnementaux;
— de milieu-impactanalyse door een onafhankelijk studiebureau, Ecorem, dat gespecialiseerd is in het beheersen van milieurisico’s;
— les points relevés par les ONG dans leurs différentes campagnes de sensibilisation concernant le projet.
— de punten die de NGO’s in de sensibiliseringscampagnes rond het project aanstipten.
La première étude d’impact environnemental (réalisée en 2003) n’a pas été jugée satisfaisante par l’ONDD qui a attendu l’étude complémentaire (réalisée en 2005). Cette étude prend plus particulièrement en compte les aspects relatifs à la pêche, aux baleines et à la pollution évoqués dans la question parlementaire.
De NDD vond dat de eerste milieu-impactstudie die in 2003 werd verricht, niet voldeed. Het was dus wachten op een bijkomende studie in 2005. Voornoemde studie gaat dieper in op een aantal aspecten die verband houden met de visserij, de walvissen en de milieuvervuiling waarnaar wordt verwezen in de parlementaire vraag.
2. Les experts ont jugé l’étude d’impact environnemental dans son ensemble comme étant complète et bien construite. L’appel à un consultant externe a permis de mettre en évidence certaines faiblesses de l’étude. C’est pourquoi l’ONDD a inséré une clause pour l’octroi de sa couverture visant à s’assurer du respect de l’environnement au cours de l’exécution des travaux.
2. Volgens de deskundigen was de milieuimpactstudie in haar geheel volledig en goed onderbouwd. De externe consultant die werd ingeschakeld, kon de vinger leggen op een aantal zwakke punten van de studie. De NDD voorzag dan ook in een clausule voor de toekenning van de dekking, om zeker te stellen dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden geen schade zou worden berokkend aan het milieu.
E´tant donné que le projet Sakhalin a des impacts environnementaux considérables, un certain nombre de discussions ont été organisées avec les stakeholders. Ces discussions ont conduit à un meilleur encadrement du projet et à des modifications comme celle du tracé du pipeline sous-marin afin de l’éloigner des zones de reproduction des baleines grises occidentales, une espèce en voie d’extinction selon l’IUCN (International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources). Par ailleurs, un groupe d’experts indépendants chargé de vérifier le respect des procédures de construction lors du passage de rivières par le pipeline a été nommé.
Aangezien het Sakhalin-project een aanzienlijke impact heeft op het milieu, werden met de stakeholders een aantal gesprekken georganiseerd. Deze leidden tot een betere omkadering van het project en bewerkstelligden een aantal wijzigingen. Zo werd het tracé van de onderzeese pijpleiding verlegd om verder verwijderd te zijn van de paaiplaats voor grijze walvissen, een soort die volgens de IUCN (International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources) met uitsterven is bedreigd. Daarnaast werd een groep onafhankelijke deskundigen aangesteld om te verifie¨ren of de bouwprocedures daar waar de pijplijn de rivieren kruist, werden nageleefd.
De plus, depuis 2002, les équipes de la BERD vérifient les différents aspects économiques, environnementaux et sociaux de la construction de ce pipeline et ont contribué à l’élaboration de mesures d’atténuation des impacts.
Sinds 2002 bestuderen de teams van de EBRD de economische, sociale en milieu-aspecten van de bouw van de pijplijn. Ze werkten een aantal maatregelen uit om de impact op het milieu te beperken.
` noter que la Russie a octroyé un permis environne(1) A mental au projet Sakhalin.
(1) Rusland verleende een milieuvergunning voor het Sakhalin-project.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27782
Quant aux travaux de dragage, différentes techniques et des localisations différentes ont été étudiées. Le lieu de déversement des boues de dragage a ainsi été choisi afin de limiter au maximum les impacts environnementaux.
Wat de baggerwerkzaamheden betreft, werden verschillende technieken en plaatsen bestudeerd. De plaats die voor het storten van het baggerafval werd gekozen, had ten doel de impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken.
3. Le projet a été présenté au Conseil d’administration du Ducroire en juillet 2005.
3. Het project werd in juli 2005 aan de Raad van Bestuur van Delcredere voorgelegd.
4. Le Conseil d’administration de l’ONDD voulait en 2005 s’assurer que l’avis de la BERD était obtenu concernant les aspects environnementaux du projet Sakhalin II.
4. De Raad van Bestuur van de NDD wilde in 2005 zeker stellen dat de EBRD advies had verstrekt over de milieu-aspecten van het Sakhalin II-project.
Suite à la consultation de la BERD, l’ONDD a décidé d’attendre les études d’impact environnemental complémentaires réalisées à la demande de la BERD.
Na overleg met de EBRD besloot de NDD de bijkomende milieu-impactstudies af te wachten die door de EBRD waren aangevraagd.
Les études complémentaires ont été déclarées « fit for the purpose of consultation » pour la BERD et l’ONDD a, en outre, fait appel à un expert indépendant externe pour examiner ces études complémentaires. C’est seulement suite à ces études complémentaires que l’ONDD a pris la décision d’assurer le projet et a publié ce projet sur son site web.
De bijkomende studies werden aangemerkt als zijnde « fit for the purpose of consultation » voor de EBRD en de NDD deed met name een beroep op een externe deskundige om deze studies te toetsen. Op basis van de bijkomende studies heeft de NDD dan besloten een dekking te verlenen voor het project, dat vervolgens op zijn website werd bekendgemaakt.
DO 2005200608580
DO 2005200608580
Question no 374 de M. Miguel Chevalier du 20 juillet 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 374 van de heer Miguel Chevalier van 20 juli 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Iran. — Dossier nucléaire.
Iran. — Nucleair dossier.
L’Iran menace de suspendre sa collaboration au programme nucléaire si l’Europe ne fait pas preuve de davantage de bonne volonté.
Iran dreigt de samenwerking omtrent het nucleair programma op te heffen als Europa niet meer blijk van goede wil geeft.
L’Iran affirme qu’il a respecté jusqu’à présent le Traité de non-prolifération, malgré le fait qu’il poursuit son programme d’enrichissement d’uranium. Il en a résulté que le dossier du programme atomique iranien sera renvoyé au Conseil de sécurité des Nations unies.
Iran beweert zich totnogtoe aan het nonproliferatieverdrag te houden, ondanks de verdere verrijking van uranium. Dit heeft er toe geleid dat het dossier van het Iraans atoomprogramma terug naar de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gestuurd wordt.
1. Pouvez-vous commenter les discussions qui ont eu lieu début juillet 2006 entre le représentant européen, M. Javier Solana, et son collègue iranien concernant le dossier nucléaire ?
1. Kan u enige toelichting geven bij de gesprekken die begin juli 2006 plaatsvonden tussen de Europese vertegenwoordiger Javier Solana en zijn Iraanse collega betreffende het nucleair dossier ?
2. a) Existe-t-il un consensus au sein de l’Union européenne sur la voie à suivre dans la recherche d’une solution au problème de l’Iran ?
2. a) Bestaat er binnen de Europese Unie eensgezindheid over het te bewandelen pad naar een oplossing van het probleem Iran ?
b) Dans l’affirmative, dans quelle mesure correspondil aux positions d’autres grandes puissances telles que la Chine, la Russie et les E´tats-Unis ?
b) Zo ja, in hoeverre komen die overeen met de standpunten van andere grootmachten als China, Rusland en de Verenigde Staten ?
3. Les positions défendues par M. Javier Solana ont-elles été adoptées après un débat entre tous les
3. Worden de standpunten die Javier Solana hanteert gevormd na een debat met alle Europese
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27783
ministres des Affaires étrangères de l’Union européenne ou M. Javier Solana dispose-t-il d’une grande autonomie d’action ?
ministers van Buitenlandse Zaken of beschikt Javier Solana over een grote autonomie in zijn handelen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 374 de M. Miguel Chevalier du 20 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 374 van de heer Miguel Chevalier van 20 juli 2006 (N.) :
Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 389 du 28 septembre 2006 communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre. (Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 142, p. 27793.)
Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 389 van 28 september 2006 dat door de minister van Buitenlandse Zaken meegedeeld werd aan de Kamer. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 142, blz. 27793.)
DO 2005200608636
DO 2005200608636
Question no 375 de Mme Annemie Turtelboom du 3 août 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 375 van mevrouw Annemie Turtelboom van 3 augustus 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Journée de lutte contre l’homophobie.
Dag ter bestrijding van de homofobie.
Le 26 avril 2006, le Parlement flamand a adopté une proposition de résolution concernant l’acceptation sociale générale des homosexuels et des bisexuels, et leur assimilation aux hétérosexuels. Cette résolution demandait notamment au gouvernement flamand de demander instamment au gouvernement fédéral de militer pour que les instances internationales et notamment les Nations unies, le haut commissariat aux droits de l’homme et la Commission européenne inscrivent à leur ordre du jour officiel la journée du 17 mai comme journée de lutte contre l’homophobie de façon à donner plus de publicité aux initiatives futures et aux projets pilotes déjà lancés en la matière. ` l’échelon fédéral, une proposition de loi a été égaleA ment adoptée afin de proclamer le 17 mai journée de lutte contre l’homophobie en Belgique.
Op 26 april 2006 keurde het Vlaams Parlement een voorstel van resolutie goed over de algemene maatschappelijke aanvaarding en gelijkschakeling van holebi’s. Aan de Vlaamse regering werd onder meer gevraagd er bij de federale regering op aan te dringen ervoor te ijveren dat de internationale instanties, inzonderheid de Verenigde Naties, het hoog commissariaat voor de rechten van de mens en de Europese Commissie om 17 mei, de dag ter bestrijding van de homofobie, op hun officie¨le agenda te plaatsen, om zo meer ruchtbaarheid te geven aan de toekomstige inititieven en aan de in dat verband al gestarte proefprojecten. Ook op het federaal niveau werd een wetsvoorstel aangenomen dat 17 mei in Belgie¨ als dag ter bestrijding van de homofobie aanwijst.
1. Avez-vous déjà reçu une demande en ce sens du gouvernement flamand ?
1. Heeft u reeds een vraag ontvangen van de Vlaamse regering ?
2. Dans l’affirmative, comment y avez-vous réagi ?
2. Zo ja, welke reactie heeft u overgezonden ?
3. Envisagez-vous de donner suite à la demande susmentionnée du Parlement flamand ?
3. Overweegt u om gevolg te geven aan de bovengenoemde vraag van het Vlaams Parlement ?
4. Quelles initiatives concrètes comptez-vous prendre en cette matière ?
4. Welke concrete initiatieven zal u terzake nemen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 375 de Mme Annemie Turtelboom du 3 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 375 van mevrouw Annemie Turtelboom van 3 augustus 2006 (N.) :
1 et 2. Je n’ai pas reçu de question de la part du gouvernement flamand.
1 en 2. Ik heb geen vraag ontvangen van de Vlaamse regering.
3 et 4. Bien qu’en 2005 le Parlement fédéral ait proclamé le 17 mai journée nationale de lutte contre
3 en 4. Hoewel het federale Parlement in 2005 17 mei uitriep als de nationale dag ter bestrijding van
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27784
l’homophobie, j’estime néanmoins prématuré de défendre le 17 mai comme journée internationale de lutte contre l’homophobie au sein des forums internationaux et ce, en raison de la controverse liée à l’homosexualité qui existe toujours dans de nombreux pays. Malgré le fait que l’homosexualité soit un sujet souvent délicat, la Belgique aussi bien que l’Union européenne et le Conseil de l’Europe ont adopté ces dernières années de multiples mesures législatives visant à mettre fin à la discrimination sur la base de l’orientation sexuelle. Le principe de nondiscrimination sur la base du sexe, de la race ou de l’origine ethnique, de la religion, d’un handicap, de l’aˆge ou de l’orientation sexuelle constitue un des principes de base sur lesquels se fonde l’Union européenne. La Belgique ne manque pas de rappeler régulièrement, au sein de l’Union européenne, ces normes et ces engagements relatifs à la lutte contre la discrimination sur la base de l’orientation sexuelle, que ce soit en vertu de l’article 13 du Traité d’Amsterdam ou de l’article 21 de la Charte des droits fondamentaux de l’Union européenne La Belgique plaide pour qu’au sein des forums internationaux qui traitent des droits de l’homme, c’est à dire auprès des institutions des Nations unies, l’Union européenne fasse référence dans ses discours à la notion d’orientation sexuelle. Au cours de la séance du Conseil des droits de l’homme d’octobre 2006, la Belgique a insisté auprès de l’Union européenne pour intégrer la question de la discrimination sur la base de l’orientation sexuelle dans le dialogue mené par l’Union européenne avec le Commissaire aux droits de l’homme des Nations unies, Mme Louise Arbour. La Belgique œuvre également pour que cette dimension essentielle soit inscrite dans les accords-cadres et les plans d’action que l’Union européenne négocie avec des pays tiers, ou dans les dialogues qu’elle mène avec ceux-ci. De manière générale, la Belgique, à l’instar des autres pays européens, concentre son action sur les pays qui connaissent une évolution négative, soit en adoptant une loi qui réprime l’homosexualité ou en fait un sujet de discrimination, soit lorsqu’une telle législation y est réellement mise en application. La société civile, elle aussi, qui entreprend des actions à l’encontre des discriminations sur la base de l’orientation sexuelle, joue un roˆle important. La Belgique, dans le cadre de la politique européenne visà-vis des défenseurs des droits de l’hommes, soutient ces ONG afin qu’elles puissent intervenir auprès des institutions des Nations unies. Bien que la discussion soit difficile et que les opinions divergent au sein des Nations unies, la Belgique continuera à lutter pour que l’on reconnaisse que l’orientation sexuelle constitue effectivement un critère de discrimination.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
de homofobie, ben ik echter van mening dat het voorbarig is om 17 mei te verdedigen als internationale dag ter bestrijding van de homofobie binnen de internationale fora wegens de controverse die nog steeds in veel landen bestaat rond homoseksualiteit. Ondanks het feit dat homoseksualiteit vaak een gevoelig onderwerp is, hebben zowel Belgie¨ als de Europese Unie en de Raad van Europa de jongste jaren tal van wetgevende maatregelen genomen die erop gericht zijn discriminatie op basis van seksuele geaardheid uit te bannen. Het principe van non-discriminatie op basis van geslacht, bevolkingsgroep of ras, religie, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid vormt één van de basisprincipes waarop de Europese Unie gebouwd is. Binnen de EU worden deze normen en engagementen aangaande de strijd tegen discriminatie wegens de seksuele geaardheid ook door Belgie¨ regelmatig in herinnering gebracht, hetzij op basis van artikel 13 van het Verdrag van Amsterdam of artikel 21 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Belgie¨ pleit ervoor dat de EU binnen de internationale fora waar mensenrechten op de agenda staan, namelijk bij de VN instellingen, een verwijzing over de seksuele geaardheid opneemt in zijn toespraken. Tijdens de recente zitting van de Mensenrechtenraad van oktober 2006, heeft Belgie¨ er bij de Europese Unie op aangedrongen om de kwestie van discriminatie op basis van de seksuele geaardheid op te nemen in de dialoog die de Europese Unie voert met de Hoge Commissaris voor de rechten van de mens, mevrouw Louise Arbour. Belgie¨ tracht deze belangrijke dimensie ook op te nemen in kaderakkoorden en actieplannen die de EU onderhandelt met derde landen of in de dialogen die zij voert met deze landen. In het algemeen richt Belgie¨, evenals de andere EU landen, zijn actie op landen waar een negatieve evolutie aan de gang is, hetzij door het aannemen van een wet die homoseksualiteit bestraft of discrimineert, hetzij wanneer een dergelijke wetgeving effectief wordt toegepast. Ook de civiele maatschappij, die acties onderneemt tegen discriminaties op basis van seksuele geaardheid, speelt een belangrijke rol. In het kader van het Europese beleid ten aanzien van mensenrechtenverdedigers ondersteunt Belgie¨ deze NGO’s opdat ze kunnen optreden binnen de VN instellingen. Hoewel de discussie moeilijk is en er uiteenlopende meningen bestaan binnen de VN, zal Belgie¨ blijven pleiten voor het erkennen van seksuele geaardheid als één van de criteria voor discriminatie.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27785
DO 2005200608713
DO 2005200608713
Question no 379 de M. Bart Laeremans du 22 août 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 379 van de heer Bart Laeremans van 22 augustus 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Pavoisement des ambassades.
Bevlagging van de ambassadegebouwen.
Il m’a été signalé qu’à l’occasion de la fête nationale 2006 à l’ambassade de Riga, seuls le coq wallon et le drapeau de la Région de Bruxelles-Capitale avaient été hissés à coˆté du drapeau national, alors qu’il n’y avait aucune trace du lion flamand.
Men signaleert mij dat naar aanleiding van de Nationale Feestdag in 2006 aan het ambassadegebouw te Riga naast de Belgische vlag enkel de Waalse Haan en de Brusselse vlag te bespeuren was. Van de Vlaamse Leeuw was geen sprake.
1. Comment expliquer cette curieuse situation ?
1. Wat is de verklaring van deze eigenaardige situatie ?
2. Le pavoisement des ambassades est-il l’objet de consignes ?
2. Bestaan er instructies inzake de bevlagging van de ambassadegebouwen ?
3. N’est-il pas normal, si le coq wallon est hissé, d’arborer aussi le lion flamand ?
3. Is het niet logisch dat indien de Waalse Haan wordt uitgehangen hetzelfde zou gebeuren met de Vlaamse Leeuw ?
4. Toutes les autres ambassades disposent-elles du reste d’un drapeau flamand ?
4. Beschikken alle andere ambassadegebouwen overigens over een Leeuwenvlag ?
5. Existe-t-il des prescriptions en matière de pavoisement des ambassades le 11 juillet ?
5. Is er voor de ambassadegebouwen bevlagging voorzien voor 11 juli ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 379 de M. Bart Laeremans du 22 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 379 van de heer Bart Laeremans van 22 augustus 2006 (N.) :
1. Le principe du pavoisement est fixé à l’article 5.5 de « l’Accord de coopération du 17 juin 1994 entre l’E´tat fédéral et les régions relatif aux attachés économiques et commerciaux régionaux et aux modalités de promotion des exportations », qui dispose que « Le drapeau régional peut être arboré aux coˆtés du drapeau national moyennant l’accord du pays d’accueil. Les règles et usages locaux déterminent les conditions dans lesquelles le pavoisement est autorisé ».
1. Het principe van de bevlagging wordt vastgelegd in artikel 5.5 van het « Samenwerkingsakkoord van 17 juni 1994 tussen de federale Staat en de gewesten « betreffende de gewestelijke economische en handelsattachés en de modaliteiten op het vlak van de handelspromotie ». Het bepaalt dat : » De vlag van het Gewest kan naast de nationale vlag gehesen worden, mits het akkoord van de ontvangststaat. De plaatselijke regels en gebruiken stellen de voorwaarden vast waarbinnen de bevlagging is toegestaan ».
La disposition de l’article 5.5 s’applique entre autres au pavoisement à l’occasion de la fête de la Région.
De bepaling van artikel 5.5 geldt onder andere voor de bevlagging ter gelegenheid van de feestdag van het gewest.
2. L’Ambassade de Belgique à Riga abrite uniquement le bureau de l’attaché économique et commercial pour la Région wallonne.
2. In de Belgische ambassade in Riga is enkel het kantoor gevestigd van de economische- en handelsattaché van het Waals Gewest.
Cet attaché représente également les intérêts économiques et commerciaux de la Région de BruxellesCapitale, sur la base de la « Convention du 26 octobre 2005 entre « Flanders Investment and Trade » (FIT), l’Agence wallonne à l’Exportation et aux Investissements étrangers (AWEX) et la direction du Commerce extérieur de la Région de Bruxelles-Capitale (Bruxelles-Export) relative à la collaboration au sein des
Deze attaché vertegenwoordigt eveneens de economische en handelsbelangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, op basis van de « Overeenkomst van 26 oktober 2005 tussen het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (« Flanders Investment and Trade »), het Waals Agentschap voor Export en Buitenlandse Investeringen (AWEX) en de directie Buitenlandse Handel van het ministerie van het Brussels
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27786
postes communs ». Il n’y a pas d’attaché économique et commercial pour la Région flamande.
Hoofdstedelijk Gewest (Brussel Export) betreffende de samenwerking in de gemeenschappelijke posten ». Er is geen economisch- en handelsattaché voor het Vlaams Gewest.
3. Ceci explique pourquoi seuls les drapeaux wallon et bruxellois étaient arborés à coˆté du drapeau belge le 21 juillet 2006.
3. Dit verklaart waarom naast de Belgische vlag enkel de vlaggen van de Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewesten op 21 juli 2006 werden gehesen.
DO 2005200608731
DO 2005200608731
Question no 381 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 381 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration.
Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
En vertu de l’article 32 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 (Moniteur belge du 17 février 2004) : « Chacun a le droit de consulter chaque document administratif et de s’en faire remettre copie, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi, le décret ou la règle visée à l’article 134. »
Volgens artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2004) : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ».
` l’échelon fédéral, cet article a trouvé son applicaA tion dans la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration (Moniteur belge du 30 juin 1994). Cette loi visait à mettre fin à la culture d’opacité de l’administration et à permettre aux citoyens d’avoir accès aux documents administratifs sur simple demande.
Op het federale vlak vond dat artikel zijn toepassing in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994). Deze wet beoogde een einde te stellen aan de cultuur van geheimhouding van de administratie en de bestuursdocumenten voortaan op eenvoudig verzoek toegankelijk te maken voor de burgers.
Selon un article récent paru dans le Juristenkrant, cette loi serait inefficace face aux attentes importantes suscitées et est probablement un coup dans l’eau.
Uit een recent artikel verschenen in de Juristenkrant blijkt deze wet de hooggespannen verwachtingen echter niet in te lossen en wellicht een maat voor niets te zijn geweest.
1. Combien de demandes de consultation, d’explication ou de communication d’une copie d’un document administratif ont reçu votre chancellerie ou l’un des organismes relevant de votre tutelle depuis la publication de la loi du 11 avril 1994 ?
1. Hoeveel vragen om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument heeft uw kanselarij of één van de organismen onder uw voogdij ontvangen sinds de publicatie van de wet van 11 april 1994 ?
2. a) Combien de ces demandes ont-elles été rejetées ?
2. a) Hoeveel van deze vragen werden afgewezen ?
b) Pourquoi ont-elles été rejetées ?
b) Voor welke motieven ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 381 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 381 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) :
1. Dans la période 21 septembre 1994 jusqu’au 21 septembre 2006 169 demandes dans le cadre de la loi du 11 avril 1994 concernant la transparence de l’administration furent adressées au ministère des Affaires E´trangères de l’époque et à son successeur contemporain, le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et la Coopération au Développement.
1. In de periode 21 september 1994 tot en met 21 september 2006 werden 169 aanvragen met toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur gericht tot het toenmalige ministerie van Buitenlandse Zaken en hedendaagse opvolger de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27787
2. Sept demandes ont été rejetées parce que par exemple le document était déjà connu en son entièreté par le demandeur ou que la personne individuellement impliquée dans ce document ne donnait pas son accord pour publication à un tiers.
2. Zeven van deze vragen werden afgewezen omdat bijvoorbeeld, het document reeds volledig bekend was bij de aanvrager of dat een individueel betrokkene in het document geen akkoord gaf tot publicatie aan een derde.
DO 2005200607980
DO 2005200607980
Question no 382 de Mme Alexandra Colen du 5 mai 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 382 van mevrouw Alexandra Colen van 5 mei 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Transposition des directives européennes en droit belge. — Nombre de lois.
Omzetting Europese richtlijnen in Belgische wetgeving. — Aantal wetten.
1. Combien de directives européennes ont été transposées en droit belge au cours de la période 2000-2006 (nombre par année) ?
1. Hoeveel Europese richtlijnen werden omgezet in Belgische wetgeving gedurende de periode 2000-2006 (graag cijfers per jaar) ?
2. Combien de lois ont été promulguées en Belgique au cours de la période 2000-2006 (nombre par année) ?
2. Hoeveel wetten werden er in totaal gemaakt in Belgie¨ gedurende de periode 2000-2006 (graag cijfers per jaar) ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 382 de Mme Alexandra Colen du 29 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 382 van mevrouw Alexandra Colen van 29 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse relative à la transposition des directives européennes dans la législation beige.
De geachte volksvertegenwoordigster vindt hieronder het antwoord met betrekking tot de omzetting van de Europese richtlijnen in Belgische wetgeving.
1. Durant la période allant de 2000 au 20 septembre 2006, la Belgique a transposé 551 directives, à savoir :
1. In de periode van 2000 tot 20 september 2006 zette Belgie¨ 551 richtlijnen om, met name :
— 58 directives en 2000,
— 58 richtlijnen in 2000,
— 67 directives en 2001,
— 67 richtlijnen in 2001,
— 74 directives en 2002,
— 74 richtlijnen in 2002,
— 80 directives en 2003,
— 80 richtlijnen in 2003,
— 99 directives en 2004,
— 99 richtlijnen in 2004,
— 99 directives en 2005,
— 99 richtlijnen in 2005,
— et du 1er janvier au 20 septembre 2006, notre pays a transposé 74 directives.
en van 1 januari tot 20 september 2006 zette ons land 74 richtlijnen om.
Vous trouverez, ci-dessous, la référence aux directives transposées année par année.
Voor de referentie naar de omgezette richtlijnen per jaar wordt verwezen naar de tabel hierhonder.
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
1994/62 1995/71 1997/13 1997/61 1997/41 1998/36 1998/77
1994/67 1999/100 1999/99 1999/101 2000/1 1998/98 1999/89
1997/56 1999/55 1999/56 2000/51 2000/75 2001/7 1999/11
1977/388 1997/36 2000/52 2000/70 2001/104 2001/109 2002/57
1992/49 2001/81 2002/78 2002/11 2002/80 2002/68 2001/85
1996/62 1999/35 1997/62 1999/31 2001/12 2001/14 1975/442
1992/43 2001/37 1989/552 1997/67 2002/39 2001/86 2003/6
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27788
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
1998/90 1998/82 1998/39 1997/78 1999/7 1998/56 1998/70 1999/28 1999/84 1998/73 1999/61 1998/58 1999/23 1999/24 1999/26 1998/101 1999/102 1999/104 1998/91 1999/71 1999/8 1999/83 1998/6 1999/80 1999/5 1998/7 1999/21 2000/41 1999/40 1999/50 1999/57 1999/58 1999/75 1999/54 1999/43 1999/90 1998/31 1998/33 2000/18 2000/45 1999/52 2000/24 1994/55 1997/66 2000/50 2000/40 2000/49 1997/81 2000/10 1999/30
1999/96 2000/25 1999/98 2000/3 1999/34 2000/2 1999/86 2000/4 1991/628 1994/47 1999/51 1996/29 1997/43 1998/78 1999/32 1998/53 1999/91 2000/7 2000/71 1999/94 1999/103 2000/42 2000/48 2000/57 2000/58 2000/63 2000/21 2000/16 2000/8 2001/32 2001/33 2000/32 2000/19 2000/22 2001/35 2001/10 2000/81 1999/93 2001/28 2000/33 2001/82 2000/84 2001/49 2001/47 2000/80 2000/30 2001/6 2000/82 2001/99 1999/77 2001/8 1996/71 1998/96
1999/12 1999/62 1999/36 1998/27 1999/2 1999/3 2000/62 1998/24 2001/2 2000/14 1998/50 1999/42 2001/31 2001/27 2000/55 200/37 2000/38 2001/26 2000/77 2000/39 2000/65 2000/72 2000/73 2000/74 2001/39 2001/54 2001/1 2001/53 2001/48 2001/57 2001/64 2001/15 2002/28 2002/29 2001/22 2001/36 2001/78 2001/30 2001/3 2001/50 2001/52 2001/92 2001/102 2002/10 2001/41 1999/45 2001/58 2001/59 2001/60 2001/43 2000/35 2001/5 2002/5
2002/1 2002/16 1998/10 1998/76 2000/5 200/61 1998/71 2000/31 1998/49 2002/8 2000/46 2000/9 1999/95 2001/63 2001/116 2002/72 2001/46 2002/25 2001/100 2000/64 2001/62 2002/66 200/69 2001/91 2002/40 2002/42 2002/71 2002/76 2002/79 200/76 2001/88 2001/93 2002/31 2002/50 2002/63 2002/17 2002/26 2002/27 2002/69 2002/70 2002/2 2002/75 2002/100 2003/21 2003/22 2002/36 2002/34 2003/1 2001/16 2002/32 1999/92 2002/97 2003/2
2002/61 2000/79 2003/45 1999/44 2001/44 2001/80 2001/101 1999/105 2002/51 2002/33 2002/94 2001/20 2001/97 2003/46 2003/47 2002/67 2002/60 2002/81 2001/111 2001/112 2001/113 2001/114 2000/43 2001/105 2001/110 2002/12 2002/13 2000/56 2003/19 2003/63 2000/78 2003/3 2003/23 2003/40 2003/93 2003/102 2001/115 2003/26 2003/32 2003/48 2003/101 2003/52 2004/15 2003/13 2003/14 2003/68 2003/90 2004/5 2004/6 2003/27 2004/32 2003/5 2003/94
1976/464 1980/68 1985/337 2003/96 2003/78 2003/121 2003/118 2004/104 1991/271 1972/166 1975/439 1989/107 1985/337 1997/11 1998/44 1999/74 2000/53 2001/29 2003/16 2003/17 2001/107 2001/108 2002/47 2001/65 2003/49 2003/99 2004/79 2003/50 2003/44 2003/85 2003/43 2002/96 2003/108 2003/15 2004/55 2004/78 2003/111 2004/11 2003/30 2004/16 2004/86 2004/103 2004/105 2002/89 2002/99 2003/123 2004/98 2002/98 2004/33 2004/3 2004/102 2004/34 2005/15
2003/124 2003/125 2003/24 2003/51 2002/92 2003/97 2004/80 2005/26 2005/27 2004/24 2004/27 2004/28 2004/51 2005/13 2005/88 2005/46 2005/51 2005/10 2005/4 2005/5 2005/7 2005/21 2003/18 2005/70 2005/74 2004/36 2006/35 2006/36 2005/31 2005/25 2005/57 2005/72 2001/25 2002/84 2003/103 2003/122 2005/30 2005/39 2005/40 2005/41 2005/49 2004/112 2005/23 2005/45 2005/12 96/61 2006/37 2003/4 2005/50 2004/22 79/409 2004/67 2001/19
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 2000
27789
2001
2002
2003
2004
2005
2006
1998/8 1998/81 1999/13 1999/70 2001/9 1999/32
2002/23 2002/62 2001/90 2001/103 1999/38 2001/56 2002/18 2002/37 2002/3 2000/26 2002/24 2002/41 2001/89
2003/60 2002/38 2003/28 2003/29 2001/106 2003/62 2003/69 2000/34 2003/12 2002/82 2003/7 2002/7 2002/30 2001/95 1997/36 1998/10 2003/61 2003/57 2003/116
2003/104 2003/70 2004/4 2003/113 2003/36 2003/31 2003/66 2003/79 2003/84 2003/126 2003/34 2003/53 2003/73 2003/120 2004/2 2002/95 2003/76 2003/77 2003/39 2003/119 2004/89 2003/74 2004/59 2003/95 2003/100 2004/30 2004/61 2003/37 2002/85 2004/13 2003/115 2003/81 2003/82 2003/112 2004/20 2003/11 1992/49 2001/81
2002/15 2004/95 2004/62 2004/71 2004/45 2004/47 2004/46 2004/43 2004/44 2005/16 2005/17 2005/18 2004/26 2004/77 2003/114 2004/115 2004/99 2004/116 2004/110 2004/111 2003/42 2004/14 2004/96 2004/1 2004/19 2004/58 2005/2 2005/3 2004/73 2004/68 2003/89 2005/34 2005/37 2005/11 2005/6 2005/8 2000/53 2003/30
2005/80 2003/71 2005/1 2006/45 89/106 2005/84 2005/87 2005/86 2006/13 2006/58 2003/8 2003/20 2005/79
2. Durant la période 2000-2006, il ressort des données de la Cellule Affaires générales du SPF Justice un total de 1 395 lois traitées, à savoir :
2. Voor de periode van 2000 tot 2006 komt men volgens gegevens van de Cel Algemene Zaken van de FOD Justitie op een totaal van 1 395 behandelde wetten :
— 185 lois en 2000,
— 185 wetten in 2000,
— 154 lois en 2001,
— 154 wetten in 2001,
— 227 lois en 2002,
— 227 wetten in 2002,
— 250 lois en 2003,
— 250 wetten in 2003,
— 201 lois en 2004,
— 201 wetten in 2004,
— 191 lois en 2005,
— 191 wetten in 2005,
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27790
187 lois jusqu’au 20 septembre 2006 (la méthode de calcul pour cette période est basée sur la réception des parchemins concernés par le SPF Justice et non sur la date de promulgation des lois).
187 wetten tot 20 september 2006 (de berekeningsmethode voor deze periode is gestoeld op de ontvangst van de betrokken perkamenten op de FOD Justitie en niet op de afkondigingsdatum van de overeenstemmende wetten).
DO 2005200608872
DO 2005200608872
Question no 386 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 386 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Liban. — Hezbollah. — Moyens financiers et matériel militaire.
Libanon. — Hezbollah. — Financie¨le middelen en militair materieel.
Après plusieurs semaines de conflit armé au Liban, Israe¨l s’est retiré du Sud-Liban sous la pression d’une résolution de l’ONU. Une force internationale de paix a été constituée pour garantir la sécurité dans la région. Entre-temps, le Hezbollah fournit aux ménages dont l’habitation a été détruite par l’armée israélienne une aide financière pouvant atteindre jusqu’à 10 000 dollars. Compte tenu du fait qu’environ 15 000 habitations ont été détruites, ceci implique que le Hezbollah doit disposer d’énormes moyens financiers.
Na een aantal weken oorlog in Libanon heeft Israe¨l zich onder druk van een VN-resolutie teruggetrokken uit Zuid-Libanon. Een internationale vredesmacht wordt opgericht om de veiligheid in de regio te waarborgen. Ondertussen geeft Hezbollah financie¨le steun aan gezinnen van wie hun huis vernietigd werd door het Israe¨lisch leger, dit met bedragen tot 10 000 dollar. Gelet op het gegeven dat er ongeveer 15 000 huizen vernietigd zijn, betekent dit dat Hezbollah over enorme financie¨le middelen moet beschikken.
1. a) Disposez-vous de données prouvant que certains pays soutiennent financièrement le Hezbollah ?
1. a) Beschikt u over gegevens die aantonen dat er landen zijn die de Hezbollah financieel steunen ?
b) Dans l’affirmative, un tel soutien est-il contraire au droit international ?
b) Zo ja, is dit in strijd met het internationaal recht ?
2. Il est apparu clairement, après l’invasion d’Israe¨l au Liban, que la force de frappe du Hezbollah est très importante.
2. Na de inval van Israe¨l in Libanon is duidelijk gebleken dat de slagkracht van Hezbollah zeer groot is.
Disposez-vous d’informations sur l’origine du matériel militaire utilisé par le Hezbollah ?
Beschikt u over gegevens die de oorsprong van het militair materieel, waar Hezbollah gebruik van maakt, aantonen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 386 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 386 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) :
Le mois dernier vous m’avez posé un certain nombre de questions au sujet des moyens financiers et du matériel militaire du Hezbollah.
Vorige maand heeft u mij een aantal vragen gesteld betreffende de financie¨le middelen en het militaire materieel van de Libanese organisatie Hezbollah.
En ce qui concerne les sources de financement du Hezbollah, nous n’avons pas accès à des données précises de cette organisation au sujet de ses sources de financement ou d’armement. D’après les déclarations, toujours très vagues, des leaders du Hezbollah, le financement proviendrait de donations de la part de Libanais vivant au Liban ou expatriés, et de donations ` ce sujet, des sources dignes de foi de « pays-frères ». A avancent que l’Iran financerait le Hezbollah pour des montants annuels pouvant aller jusqu’à plusieurs
Wat de financie¨le en materiele steun van de Hezbollah betreft beschikken wij niet over precieze gegevens vanwege deze organisatie. Volgens altijd vage verklaringen van de leiders van de Hezbollah zou de financiering komen van schenkingen van binnen of buiten Libanon wonende Libanezen, en schenkingen van « broederlanden ». Betrouwbare bronnen beweren dat Iran de Hezbollah zou voorzien met jaarlijkse bedragen die tot enkele honderden miljoenen dollars zouden oplopen. De Hezbollah is echter ook een politieke en
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27791
centaines de millions de USD. Mais le Hezbollah étant aussi une organisation politique et sociale, il est en pratique difficile de prouver que l’argent versé par des tiers est destiné à financer l’armement ou des activités paramilitaires.
sociale organisatie waardoor het in de praktijk moeilijk is te bewijzen dat fondsen, geschonken door derden, specifiek bestemd zijn voor het aankopen van wapens of voor het financieren van gewapende activiteiten.
Sur le plan du droit international, certains pays considèrent le Hezbollah comme une organisation terroriste; ce n’est pas le cas du Conseil de Sécurité de l’ONU, qui le considère comme une milice armée, ni de l’Union européenne. Même si le financement de telles organisations pourrait être interprété, dans une certaine mesure, comme étant en contrariété avec les buts et principes de la Charte des Nations unies, il n’existe pas d’interdiction formelle à ce sujet.
Op het vlak van het internationale recht beschouwen sommige landen de Hezbollah als een terroristische organisatie; dat is niet het geval voor de VN Veiligheidsraad die de organisatie als een gewapende militie beschouwt, noch voor de Europese Unie. Hoewel de financiering van dergelijke organisaties in zekere mate zou gezien kunnen worden als tegenstrijdig met de doelen en principes van de Charter van de Verenigde Naties bestaat er geen formeel verbod daarvan.
Au sujet de l’armement proprement dit, le Hezbollah prétend qu’il dispose à ce jour de 20 000 roquettes prêtes à être utilisées, mais sans préciser leur nature ni leur portée. Certains pays occidentaux estiment qu’une bonne partie de l’arsenal du Hezbollah, en particulier les engins à moyenne portée qui auraient été capables d’atteindre Jérusalem ou Tel-Aviv, a été détruite par les raids aériens israéliens durant le conflit au Sud-Liban de juillet-août 2006.
Betreffende de bewapening beweert de Hezbollah dat zij hedendaags over 20 000 raketten beschikt, klaar te gebruiken, maar zonder gewag te maken van hun aard of reikwijdte. Westerse landen ramen dat een groot deel van het arsenaal van Hezbollah werd vernietigd door de Israe¨lische luchtaanvallen gedurende het conflict in Zuid Libanon in juli-augustus 2006, namelijk de mid-range raketten die Tel Aviv of Jeruzalem zouden hebben kunnen bereiken.
Enfin, sans qu’il n’existe de preuve patente à cet égard, on s’accorde généralement à penser que l’armement du Hezbollah provient en grande partie, d’Iran, via la Syrie, ce qui explique l’inquiétude de la communauté internationale à l’égard de la porosité de la frontière entre le Liban et la Syrie. Certains craignent que le Hezbollah n’ait déjà commencé à se réarmer progressivement, en dépit de la présence de la FINUL renforcée au Sud-Liban
Ten slotte, maar zonder dat er duidelijke bewijzen beschikbaar zijn, is men het er meestal mee eens dat de wapens van Hezbollah grotendeels afkomstig zijn van Iran, via Syrie¨. Dat laatste verklaart de ongerustheid van de internationale gemeenschap betreffende de poreusheid van de grens tussen Libanon en Syrie¨. Sommige bronnen vrezen dat de Hezbollah geleidelijk aan een herbewapening begonnen is, ondanks de aanwezigheid van de versterkte UNIFIL in Zuid Libanon.
DO 2005200608873
DO 2005200608873
Question no 387 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 387 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Congo. — Second tour des élections.
Congo. — Tweede verkiezingsronde.
Aucun des candidats n’a obtenu une majorité aux élections au Congo. Un second tour déterminera donc lesquels des deux prétendants, Kabila ou Bemba, sera élu président du pays. Cette situation a engendré de nombreuses tensions, notamment dans la capitale Kinshasa.
Na de verkiezingen in Congo bleek er geen enkele kandidaat een meerderheid van de stemmen achter zich te hebben. Een tweede verkiezingsronde tussen Kabila en Bemba zal bepalen wie de nieuwe president wordt. Deze stituatie heeft voor toenemende spanningen gezorgd, vooral in de hoofdstad Kinshasa.
1. Les données dont vous disposez permettent-elles de démontrer que les élections au Congo se sont déroulées selon les règles démocratiques ?
1. Kan u op basis van de gegevens waarover u beschikt aantonen dat de verkiezingen in Congo democratisch zijn verlopen ?
2. La tension est montée de plusieurs crans à l’issue du premier tour des élections, les troupes du président Kabila ayant notamment bloqué la résidence de Jean-
2. Er waren toenemende spanningen na de eerste verkiezingsronde, waarbij troepen van president Kabila de residentie van Bemba blokkeerden op het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27792
Pierre Bemba au moment ou` de nombreux diplomates, dont l’ambassadeur belge, étaient présents.
moment dat er tal van diplomaten ter plaatse waren, waaronder de Belgische ambassadeur.
Envisagez-vous, en tant qu’interlocuteur privilégié, d’insister auprès du président congolais pour qu’il mette tout en œuvre afin de garantir un déroulement calme et pacifique du second tour des élections ?
Overweegt u als bevoorrechte gesprekspartner er bij de Congolese president op aan te dringen alles in het werk te stellen om een rustig en vreedzaam verloop van de tweede verkiezingsronde te bekomen ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 387 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 387 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) :
1. Lorsque dans un pays des élections sont organisées pour la première fois — comme ce fut le cas en RDC depuis plus de quarante ans — on doit tout d’abord et surtout être conscient qu’elles ne pourront jamais satisfaire pleinement aux normes internationales les plus strictes en la matière. Le développement d’un processus et d’institutions démocratiques sont un projet à long terme. Néanmoins, les élections historiques du 30 juillet 2006 ont offert la possibilité aux électeurs congolais d’exprimer leur choix politique librement et démocratiquement. Telle est également la conclusion des nombreuses missions d’observation congolaises et internationales qui ont suivi ces élections sur toute l’étendue du territoire congolais. Bien que certaines missions fassent état du comportement parfois peu responsable de certains médias à Kinshasa et des intimidations et menaces auxquelles sont confrontés certains candidats, ils affirment que les élections constituent un pas en avant important. Ils admettent que le scrutin s’est déroulé dans un calme et une loyauté remarquables malgré quelques problèmes logistiques et des incidents isolés le jour même des élections.
1. Wanneer in een land voor het eerst verkiezingen worden georganiseerd — zoals ook het geval was in de DRC sinds meer dan veertig jaar — moet men er zich eerst en vooral van bewust zijn dat deze nooit volledig zullen kunnen voldoen aan de meest strikte internationale normen ter zake. De ontwikkeling van een democratisch proces en democratische instellingen zijn een project van lange termijn. Toch hebben de historische verkiezingen van 30 juli 2006 de mogelijkheid geboden aan de Congolese kiezers om vrij en democratisch hun politieke keuze te maken. Dit is ook het besluit van de talrijke Congolese en internationale observatiemissies die de verkiezingen over het hele Congolese grondgebied van nabij hebben gevolgd. Hoewel sommige missies wijzen op de soms weinig verantwoordelijke houding van bepaalde media in Kinshasa en de intimidaties en bedreigingen waarmee sommige kandidaten werden geconfronteerd, stellen ze dat de verkiezingen een belangrijke stap voorwaarts betekenen. Zij beamen dat, ondanks enkele logistieke problemen en geı¨soleerde incidenten op de verkiezingsdag zelf, de stembusgang in een opvallende kalmte en loyauteit is verlopen.
2. La Belgique condamne les incidents violents d’août 2006 et continue d’insister — avec ses partenaires de la communauté internationale — en faveur du déroulement serein du processus. Ce sont surtout les candidats à la présidence Kabila et Bemba qui ont une grande responsabilité quant au bon déroulement du processus. La Belgique et la communauté internationale continuent d’exercer une pression pour que les deux candidats souscrivent à un code de conduite relatif à la durée de la campagne, mais aussi après celle-ci. Une pression est également exercée pour que les deux candidats mènent une campagne sereine sans violence et sans discours de haine ethnique. Enfin, la Belgique et ses partenaires veillent pour que les deux candidats respectent nécessairement leur engagement de limiter les membres de leurs milices au strict minimum nécessaire à leur protection. Ceci doit réduire les tensions au cours de la campagne électorale et doit éviter les incidents comme ceux qui ce sont présentés en août dernier. Dans ce contexte, il est à noter que les troupes de la MONUC et d’EUFOR, qui ont été envoyées par la communauté internationale, ont contribué par leur action résolue et impartiale en août à ce que le proces-
2. Belgie¨ veroordeelt de gewelddadige incidenten van augustus 2006 en blijft — samen met haar partners van de internationale gemeenschap — aandringen op een sereen verloop van het proces. Vooral de presidentskandidaten Kabila en Bemba hebben een grote verantwoordelijkheid voor het goede verloop van het proces. Belgie¨ en de internationale gemeenschap blijven druk uitoefenen opdat beide kandidaten een gedragscode zouden onderschrijven die betrekking heeft op de campagneperiode, maar ook nadien. Druk wordt uitgevoerd opdat beide kandidaten een serene campagne zouden voeren zonder geweld en zonder etnische haatdiscours. Tot slot zien Belgie¨ en haar partners erop toe dat beide kandidaten hun engagement naleven om hun militieleden te beperken tot het strikte minimum noodzakelijk voor hun bescherming. Dit moet de spanningen tijdens de electorale campagne reduceren en moet incidenten zoals zich voordeden in augustus voorkomen. Weze in dit verband nog opgemerkt dat de door de internationale gemeenschap gezonden troepenmachten MONUC en EUFOR door hun kordaat en onpartijdig optreden in augustus mee vermeden hebben dat het verkiezingsproces ont-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27793
sus d’élection reste sur les rails. Leur présence aura également un effet dissuasif en prévision du deuxième tour du scrutin.
spoorde. Hun aanwezigheid zal ook voor de tweede stemronde een ontradend effect hebben.
DO 2005200608874
DO 2005200608874
Question no 388 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 388 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Attentats terroristes déjoués à l’aéroport de Londres. — Bagages abıˆmés et volés.
Verijdelde terreuraanslagen op de luchthaven in Londen. — Beschadigde en gestolen bagage.
Dans le chaos qui a suivi l’annonce d’attentats terroristes déjoués à l’aéroport de Heathrow à Londres, des milliers de bagages se sont perdus. Plusieurs passagers belges ont en outre duˆ constater que leurs bagages retrouvés étaient abıˆmés, voire qu’ils avaient été victimes de vols.
In de chaos na de verijdelde terreuraanslagen op de luchthaven Heathrow in Londen werden meerdere duizenden stukken bagage vermist. Een aantal Belgen moest eveneens vaststellen dat hun teruggevonden bagage beschadigd was en dat er zelfs sprake was van diefstal.
1. Disposez-vous d’informations concernant le nombre de Belges dont les bagages égarés à l’aéroport de Heathrow n’ont toujours pas été retrouvés ?
1. Beschikt u over gegevens die aantonen hoeveel Belgen er nu nog hun bagage op de luchthaven van Heathrow niet teruggevonden hebben ?
2. Quelles démarches les passagers concernés peuvent-ils entreprendre en cas de dégradation ou de vol de leurs bagages ?
2. Welke stappen kunnen de getroffen passagiers nemen ingeval van beschadiging van of diefstal van hun bagage ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 388 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 388 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) :
1. Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieure et Coopération au Développement, ne dispose pas d’information sur le nombre de belges qui n’ont pas encore retrouvé leurs bagages.
1. De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beschikt over geen informatie over het aantal Belgen dat hun bagage nog niet teruggevonden heeft.
2. Les passagers concernés doivent se renseigner auprès de leur agence de voyage et ou de la compagnie aérienne qui ont organisé ou réalisé leur voyage et qui ont enregistré les bagages. Le SPF Affaires étrangères ne peut être tenu responsable pour l’exécution d’un contrat privé, concernant le vol en question, entre le voyageur et l’agent de voyage — la compagnie aérienne.
2. De getroffen passagiers dienen zich te richten tot hun reisagent en of de vliegtuigmaatschappij die hun reis heeft georganiseerd of uitgevoerd en die de bedoelde bagage heeft ingechekt. De FOD Buitenlandse Zaken kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de afhandeling van een private overeenkomst tussen de reiziger en de reisagent/ vliegtuigmaatschappij betreffende de betrokken vlucht.
DO 2005200608876
DO 2005200608876
Question no 389 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 389 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Iran. — Production d’énergie nucléaire.
Iran. — Opwekking van nucleaire energie.
Les Nations unies avaient sommé l’Iran de fournir, pour la fin aouˆt 2006, une réponse sans équivoque
Iran moest tegen einde augustus 2006 van de VN een klaar en duidelijk antwoord geven omtrent zijn plan-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27794
concernant ses projets de production d’énergie nucléaire. L’ONU exige plus particulièrement que l’Iran abandonne complètement ces projets, sous peine de sanctions. Dans un courrier adressé aux différents ambassadeurs auprès des Nations unies, l’Iran exprime sa volonté d’entamer de sérieuses négociations, ajoutant toutefois que le pays n’a pour l’instant pas l’intention de mettre un terme à ses activités dans le domaine nucléaire.
nen om nucleaire energie op te wekken. De VN eist dat Iran deze stopzet op straffe van sancties. In een brief aan de verschillende VN-ambassadeurs antwoordt Iran dat het bereid is om ernstige onderhandelingen aan te gaan, maar dat het vooralsnog niet van plan is een einde te stellen aan de ontwikkeling van nucleaire energie.
Quelle est votre position par rapport à l’Iran, au cas ou` ce pays refuserait de renoncer à l’enrichissement d’uranium ?
Welke positie neemt u in ten aanzien van Iran indien het niet stopt met de verrijking van uranium ?
Réponse du ministre des Affaires étrangères du 7 novembre 2006, à la question no 389 de M. Miguel Chevalier du 28 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 389 van de heer Miguel Chevalier van 28 september 2006 (N.) :
Le 31 août, l’AIEA (Agence internationale de l’énergie atomique) a constaté que l’Iran n’a pas suspendu ses activités d’enrichissement nucléaire comme la résolution 1696 des Nations unies lui avait imposé.
Op 31 augustus heeft het IAEA (Internationaal Agentschap voor Atoomenergie) vastgesteld dat Iran niet was overgegaan tot de opschorting van nucleaire verrijking zoals nochtans was opgelegd in Resolutie 1696 van de Veiligheidsraad.
Après une concertation entre les états membres de l’UE et les membres permanents du Conseil de Sécurité, une ultime tentative a été faite par le biais de contacts entre le Haut représentant Solana et du président du Conseil iranien pour la Sécurité Nationale Larijani, afin d’obtenir plus de clarté sur la prise de position définitive de l’Iran.
Na overleg tussen de lidstaten van de EU en de permanente leden van de Veiligheidsraad, werd een ultieme poging gedaan om via contacten tussen de Hoge Vertegenwoordiger Solana en de voorzitter van de Iraanse Raad voor Nationale Veiligheid Larijani duidelijkheid te verkrijgen over de definitieve opstelling van Iran.
Des différentes rencontres n’ont toutefois rien apporté. Le plus grand chef de l’Iran a par contre déclaré publiquement que l’Iran ne renoncera pas à ce qu’elle considère comme un droit absolu sous le Traité de la Non-Prolifération. Pourtant, le Haut représentant Solana avait déjà affirmé que le droit au développement de l’énergie nucléaire passive en Iran n’était pas mis en question. La demande de suspension de l’enrichissement nucléaire doit être considérée comme une mesure essentielle de confiance de la part de l’Iran. La demande est basée sur la constatation, après une vérification depuis des années, que l’AIEA ne réussit pas à conclure si oui ou non le programme nucléaire complexe de l’Iran, monté clandestinement dans le passé, poursuit des objectives passives. La suspension demandée s’achèvera donc dès le moment où l’AIEA aurait terminé sa taˆche de vérification, ce qui dépendra aussi de la coopération de l’Iran.
Verscheidene ontmoetingen leverden echter niets op. De hoogste leider van Iran verklaarde daarentegen publiek dat Iran niet zou afzien van wat het beschouwt als een absoluut recht onder het Non-Proliferatieverdrag. Nochtans was steeds geaffı¨rmeerd door de Hoge Vertegenwoordiger Solana dat het recht op de ontwikkeling van vreedzame nucleaire energie in Iran niet in vraag werd gesteld. Het verzoek tot opschorting van nucleaire verrijking moet gezien worden als een essentie¨le vertrouwenwekkende maatregel in hoofde van Iran. De grond voor dit verzoek ligt bij de vaststelling dat het IAEA na jarenlange verificatie er maar niet in slaagt om te concluderen dat het complexe en in het verleden clandestien opgebouwde nucleaire programma van Iran louter vreedzame objectieven nastreeft. De gevraagde opschorting zou dan ook kunnen eindigen van zodra het IAEA zijn verificatieopdracht heeft kunnen afronden, wat ook afhangt van de medewerking die daartoe wordt betoond door Iran.
Notre attitude est déterminée dans le cadre des consultations très intensives que l’Union européenne tient à ce sujet. Je réfère notamment à de nombreuses conclusions du Conseil des Affaires Générales et Relations extérieures. L’UE mène une politique à double voie. D’une part nous offrons un dialogue et une coopération. Si l’Iran suspend son programme d’enrichissement nucléaire, nous pourrons commencer les négociations sur un paquet global et ambitieux de
Onze houding wordt bepaald in het kader van de zeer intensieve consultaties die over deze kwestie worden gehouden binnen de Europese Unie. Ik verwijs met name naar de talrijke conclusies van de Raad algemene Zaken en Extern Beleid. De EU volgt een tweesporenbeleid. Enerzijds doen wij een aanbod van dialoog en samenwerking. Indien Iran zijn nucleaire verrijking opschort, kunnen onderhandelingen starten over een globaal en ambitieus pakket van voorstellen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27795
propositions qui inauguraient une coopération intensive, même sur le plan nucléaire, entre PUE et l’Iran. D’autre part, PUE appelle l’attention sur la nécessité pour l’Iran de respecter la Résolution 1696 du Conseil de Sécurité. Ceci implique que l’UE contribuera activement aux consultations sur la mise en œuvre des mesures sous l’article 41 de la Charte des Nations unies qui pourraient être utiles pour inciter l’Iran au respect de la Résolution 1696.
die intensieve samenwerking, zelfs op nucleair gebied, tussen de EU en Iran zouden inluiden. Anderzijds wijst de EU op de noodzaak om Resolutie 1696 van de Veiligheidsraad te doen respecteren door Iran. Dit houdt in dat de EU actief zal bijdragen tot de consultaties over de uitwerking van maatregelen onder artikel 41 van het VN Handvest die nodig kunnen zijn om Iran tot naleving van Resolutie 1696 te brengen.
Nous répétons une fois de plus notre appel vis-à-vis de l’Iran de réagir constructivement et positivement au paquet global de propositions que la communauté internationale a présenté afin de régler ce dossier de manière diplomatique.
Wij herhalen nogmaals onze oproep aan Iran om constructief en positief te reageren op het globale pakket voorstellen dat de internationale gemeenschap heeft aangeboden om dit dossier op diplomatieke wijze te beslechten.
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2004200505107
DO 2004200505107
Question no 340 de M. Roel Deseyn du 16 septembre 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 340 van de heer Roel Deseyn van 16 september 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Possibilité de mettre sur écoute les conversations VoIP.
Tapbaar maken van VoIP.
Il est pratiquement impossible à l’heure actuelle de mettre sur écoute des conversations Voice over IP (VoIP). Ces services connaissent pourtant une croissance explosive, notamment par le biais de Skype. Belgacom et d’autres fournisseurs vont aussi lancer ce service. Ceci représente une sérieuse menace pour la sécurité.
Het tappen van Voice over IP (VoIP) gesprekken is op dit moment praktisch onmogelijk. Nochtans kennen deze diensten in Belgie¨, via onder meer Skype, een explosieve groei. Ook Belgacom en andere providers lanceren de dienst. Dat betekent dat de veiligheid op ernstige wijze in het gedrang komt te staan.
1. Où en est-on à l’heure actuelle en Belgique en matière d’interception de conversations VoIP ?
1. Hoever staat Belgie¨ op dit moment met het tappen van VoIP-gesprekken ?
2. a) Une concertation a-t-elle déjà eu lieu avec l’industrie des télécommunications et l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) ?
2. a) Welk overleg met de telecomindustrie en het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) heeft er reeds plaatsgehad ?
b) Quels furent les résultats de cette concertation ?
b) Met welk resultaat ?
3. Quand la Belgique se dotera-t-elle des meˆmes possibilités d’écoute pour le VoIP que pour la téléphonie classique ?
3. Wanneer zal Belgie¨ over dezelfde tapmogelijkheden voor VoIP beschikken als diegene die ze heeft voor het tappen van de traditionele telefoon ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27796
4. Comment l’interception du VoIP fonctionnera-telle ?
4. Hoe zal het tappen van VoIP in zijn werking gaan ?
5. a) Les chambres d’écoute sont-elles déjà preˆtes ?
5. a) Zijn de tapkamers reeds ingesteld ?
b) Dans la négative, à quels aménagements supplémentaires faudra-t-il procéder à cet effet et quel en sera le couˆt ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 340 de M. Roel Deseyn du 16 septembre 2005 (N.) :
b) Zo neen, welke bijkomende aanpassingen moeten daarvoor gebeuren en hoeveel zullen deze aanpassingen kosten ?
En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre que cette question relève des compétences de mon collègue, le ministre de la Justice. (Question no 782 du 16 septembre 2005.)
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer mee te delen aan het geachte lid dat deze vraag behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, minister van Justitie. (Vraag nr. 782 van 16 september 2005.)
DO 2005200607046
DO 2005200607046
Question no 401 de M. Philippe De Coene du 26 janvier 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 401 van de heer Philippe De Coene van 26 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Institut belge des services postaux et des télécommunications. — Alertes virus. — « Faille WMF ».
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. — Virusmeldingen. — « WMF-lek ».
En mai 2000, un système d’information concernant les virus informatiques a été mis sur pied après que le tristement célèbre virus « I Love You » ait également frappé la Belgique. Cette E-Security-Platform est gérée par l’IBPT et comprend, outre un point de contact accessible en permanence, une équipe de spécialistes externes en matière de surveillance de réseaux et d’analyse d’alertes virus. Après une alerte virus, il peut éventuellement être décidé d’avertir le public par le biais du site web de l’IBPT, d’un communiqué de presse ou de messages radio et télévisés.
Vanaf mei 2000 werd een systeem van virusmeldingen op touw gezet nadat het beruchte « I Love You »virus ook in Belgie¨ had toegeslagen. Dit E-SecurityPlatform wordt door het BIPT beheerd en omvat naast het « Meldpunt » dat permanent beschikbaar is, tevens een team van externe specialisten op het vlak van monotoring van de netwerken of op het vlak van analyse van virusmeldingen. Na een virusmelding kan eventueel beslist worden het publiek te waarschuwen via de website van het BIPT, via een persmededeling of via oproepen op radio en televisie.
L’IBPT a en outre été chargé par la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques de veiller à l’intégrité et à la sécurité des réseaux publics ` cet effet, il a pour de communications électroniques. A taˆche de détecter, d’observer et d’analyser les problèmes de sécurité et d’en informer les utilisateurs en permanence. L’Institut doit donc informer le Belge moyen des menaces présentes sur le web et proposer des solutions pour s’en prémunir.
Het BIPT is bovendien door de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie aangeduid om te zorgen voor de integriteit en de veiligheid van de openbare elektronische-communicatienetwerken. Het dient hiervoor in te staan voor het opsporen, het observeren en het analyseren van de veiligheidsproblemen en dient de gebruikers daarover permanent te informeren. Het instituut moet de modale Belg aldus informeren over webdreigingen en dient oplossingen aan te reiken om die problemen buiten te houden.
Le 21 novembre 2005, on a appris la découverte d’une sérieuse fuite dans le système d’exploitation Windows. La faille « WMF » permet la contamination de millions d’ordinateurs à travers le monde. Ce jourlà, la Belgique était classée comme le deuxième pays le plus infecté en raison de cette faille. Le site web de
Op 21 november 2005 raakte bekend dat er een serieus lek in het Windows-besturingssysteem werd ontdekt. Het « wmf-lek » maakt het mogelijk dat miljoenen computers wereldwijd worden besmet. Belgie¨ stond op die dag gerangschikt als tweede meest geı¨nfecteerde land omwille van dit lek. Op de website
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 340 van de heer Roel Deseyn van 16 september 2005 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27797
l’IBPT comporte une mise en garde contre le « worm_sober.ag » publiée le 22 novembre 2005 à 11 h 15 .
van het BIPT staat een waarschuwing gepost op 22 november 2005 11.15 voor « worm_sober.ag ».
Les informations publiées dans la presse à propos de la faille dans le système d’exploitation de Windows étaient disparates et en fait trop tardives. L’utilisateur de PC moyen ne savait pas à quoi s’en tenir ni quelles mesures de protection prendre. Les entreprises sont restées dans l’expectative, avec tous les risques que cela comporte, jusqu’à ce que Microsoft publie finalement un patch le 10 janvier 2006. Un patch qui circule manifestement déjà sur l’internet et que les personnes malveillantes ont le loisir d’étudier pour en détecter les failles éventuelles.
De informatie die in de pers werd gebracht over het lek in het Windows-besturingssysteem was uiteenlopend en in feite al te laat. Een modale pc-gebruiker wist niet waar hij aan toe was en wist ook niet welke beschermingsmaatregelen te nemen. Bedrijven wachtten, met alle risico’s vandien, tot Microsoft pas op 10 januari 2006 een patch uitbracht. Een patch nu nu blijkbaar al op het internet circuleert en door kwaadwilligen kan bestudeerd worden op eventuele gebreken.
1. Savez-vous dans quelle mesure les ordinateurs belges ont été infectés par la « faille WMF » et quelles en sont les conséquences éventuelles ?
1. Weet u inhoeverre Belgische computers zijn geı¨nfecteerd door het « wmf-lek » en welke gevolgen deze infectie kan teweeg brengen ?
2. Pourquoi l’IBPT n’a-t-il pas fait mention de la faille WMF, des conséquences possibles et des éventuelles solutions déjà existantes sur son site web ou par le biais d’un communiqué de presse ou de messages radio et télévisés ?
2. Waarom werd door het BIPT via zijn website, een persmededeling of via oproepen op radio en televisie, geen melding gemaakt van het wmf-lek, de mogelijke gevolgen en eventueel reeds bestaande oplossingen ?
3. a) L’IBPT a-t-il, en exécution de l’article 114 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, pris contact avec Microsoft pour s’assurer que ce prestataire de logiciels avait pris les mesures requises pour garantir la sécurité de ses logiciels ?
3. a) Heeft het BIPT in uitvoering van artikel 114 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie contact opgenomen met Microsoft om te zien of deze aanbieder inzake software de nodige maatregelen heeft genomen om de veiligheid van zijn software te garanderen ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
4. Ou` en est la procédure de recrutement de huit personnes supplémentaires à l’IBPT afin de garantir les missions de cette dernière en matière de sécurité des réseaux et des services de réseaux ?
4. Hoever staat het met de procedure van aanwerving van acht bijkomende personeelsleden van het BIPT om zijn taken inzake veiligheid van de netwerken en netwerkdiensten te garanderen ?
5. Quand l’IBPT pourra-t-il effectivement exercer sa mission d’observateur central de l’internet et de centre d’alerte pour la population, les entreprises, etc. ?
5. Wanneer kan het BIPT starten met de effectieve uitvoering van zijn taak als centrale observator van het internet en waarschuwingscentrum voor de bevolking, de bedrijven, enzovoort ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 401 de M. Philippe De Coene du 26 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 401 van de heer Philippe De Coene van 26 januari 2006 (N.) :
En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre que cette question relève des compétences de mon collègue, le ministre de la Protection de la consommation, à qui je l’ai transmise. (Question no 227 du 3 novembre 2006.)
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer mee te delen aan het geachte lid dat deze vraag behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, de minister van Consumentenzaken, aan wie ik de vraag heb doorgestuurd. (Vraag nr. 227 van 3 november 2006.)
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27798
DO 2005200607120
DO 2005200607120
Question no 409 de M. Roel Deseyn du 1er février 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 409 van de heer Roel Deseyn van 1 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
IBPT. — Participation contestable à des congrès.
BIPT. — Dubieuze deelname aan congressen.
Une conseillère de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) a assisté au « Women’s Forum for the Economy and Society » à Deauville, France (12-15 octobre 2005). Le programme de ce congrès ne présentant aucun lien avec les télécommunications ou La Poste, il n’était pas de nature à justifier la présence de cette personne. Le couˆt de sa participation, d’un montant de 4 101 euros, a été pris en charge par l’IBPT, c’est-à-dire par les opérateurs. Le billet de train lui a aussi été remboursé. Répondant à une précédente question orale, vous avez indiqué que la conseillère concernée avait finalement renoncé à une indemnité journalière.
Een lid van de Raad van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) heeft deelgenomen aan « The Women’s Forum for the Economy and Society » in Deauville, Frankrijk (12-15 oktober 2005). Het programma was niet van die aard om een deelname te rechtvaardigen (geen enkele link met telecommunicatie of Post). De kostprijs werd betaald door het BIPT, de operatoren dus, en bedroeg 4 101 euro. Ook het treinticket werd terugbetaald. U stelde, in een vroegere mondelinge vraag, dat het betrokken raadslid uiteindelijk heeft afgezien van een dagvergoeding.
1. Comment la conseillère justifie-t-elle sa participation au forum ?
1. Hoe verantwoordt het betrokken raadslid de deelname ?
2. Quelles missions remplit-elle au sein de l’IBPT ?
2. Welke opdracht heeft het betrokken raadslid binnen het BIPT ?
` combien s’élève son traitement mensuel net ? 3. A
3. Hoeveel bedraagt het nettoloon van het betrokken raadslid op maandbasis ?
` quelle date l’indemnité journalière lui a-t-elle 4. A été payée initialement ?
4. Op welke datum was de dagvergoeding eerst aan het betrokken raadslid betaald ?
5. ` quelle date a-t-elle décidé de renoncer à a) A l’indemnité journalière ? ` quelle date l’a-t-elle remboursée ? b) A
5. a) Op welke datum heeft het betrokken raadslid bericht te zullen afzien van de dagvergoeding ?
6. Sinon, quel aurait été le montant de l’indemnité journalière ?
6. Hoe hoog zou de dagvergoeding anders zijn geweest ?
7. Pourquoi la conseillère a-t-elle renoncé à l’indemnité journalière mais non à l’indemnité de déplacement ?
7. Waarom heeft het betrokken raadslid afgezien van de dagvergoeding maar niet van de vervoersvergoeding ?
8. Pourriez-vous fournir un aperçu de tous les congrès auxquels des membres de l’IBPT ont assisté en 2005, en indiquant les fonctions occupées par les membres au moment de leur participation ?
8. Kan u ons een overzicht geven van alle congressen waaraan leden van het BIPT hebben deelgenomen in 2005 ? Graag daarbij een vermelding van de functie die de deelnemende leden van het BIPT op dat moment bekleedden.
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 409 de M. Roel Deseyn du 1er février 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 409 van de heer Roel Deseyn van 1 februari 2006 (N.) :
En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit.
Ik heb de eer in antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag het volgende mee te delen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
b) Op welke datum gebeurde de effectieve terugstorting ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27799
1. Dans la réponse à la question orale posée par l’honorable membre le 18 janvier 2006, j’ai déjà communiqué une déclaration du membre du Conseil en question. En substance, voici le contenu de cette réponse. Le Women’s Forum for Economy and Society a été fondé par des femmes exerçant des fonctions de haut niveau du secteur économique ou social. Différentes femmes belges parmi lesquelles V. Paulus du Chatelet, Gouverneur de la Région de Bruxelles, A. Spaak, ministre d’E´tat, M. de Wachter, Banque nationale & CBFA, A. Van Ho¨vell, McKinsey et E. Gessler, Ogilvy, étaient à l’origine de cette initiative à la fois prestigieuse et ambitieuse. Environ vingt-cinq hommes et femmes belges issus du monde de l’entreprise, des organismes publics, de bureaux de consultants, d’entreprises publiques, étaient présents. Belgacom, Telenet, Groupe La Poste, France Telecom, Equant, Orange, Deutsche Telekom, de nombreuses entreprises dans les secteurs des médias, de l’IT et de l’énergie étaient représentées. Un régulateur joue un roˆle important dans l’évolution de l’économie et de la société, d’autant plus que le membre du Conseil en question est spécifiquement responsable de la régulation économique dans le domaine des télécommunications, de l’analyse de l’évolution du marché ainsi que des relations internationales de l’IBPT. Il est donc opportun qu’un membre du Conseil, en tant que manager, participe à des forums de ce type où l’on discute du leadership féminin. En effet, cette problématique touche non seulement le secteur privé mais également le secteur public.
1. In antwoord op de mondelinge vraag van het geachte lid van 18 januari 2006, heb ik reeds een verklaring van het betrokken raadslid meegedeeld. De essentie van dit antwoord was de volgende. Het Women’s Forum for Economy and Society werd opgericht door topvrouwen uit de economische of sociale sector. Verschillende Belgische vrouwen waaronder V. Paulus du Chatelet, Gouverneur van het Brussels Gewest, A. Spaak, minister van Staat, M. de Wachter, Nationale Bank & CBFA, A. Van Ho¨vell, McKinsey en E. Gessier, Ogilvy, stonden aan de doopvont van dit prestigieus en ambitieus initiatief. Een vijfentwintigtal Belgische mannen en vrouwen uit de bedrijfswereld, overheidsinstellingen, consultancy bedrijven, overheidsbedrijven waren aanwezig. Belgacom, Telenet, Groupe La Poste, France Telecom, Equant, Orange, Deutsche Telekom, talrijke energie-, IT- en mediabedrijven waren vertegenwoordigd. Een regulator vervult een belangrijke rol in de ontwikkeling van de economie en de maatschappij, des te meer dat het desbetreffende lid van de Raad specifiek verantwoordelijk is voor de economische regulering op het vlak van telecom, de analyse van de marktevolutie en de internationale relaties van het BIPT. Het is dan ook gepast dat een lid van de Raad, als manager, deelneemt aan dergelijke fora waar de vrouwelijke leadership wordt besproken. Deze problematiek treft immers niet alleen de privé sector maar ook de publieke sector.
Puis-je vous rappeler que le Plan d’action 2005-2007 « Valoriser la diversité » de l’autorité fédérale s’est fixé pour objectif qu’un tiers des futures fonctions à mandat soient occupées par des femmes, contrairement à la situation actuelle où les femmes ne représentent que 11 % des nominations pour les fonctions à mandat. Comme en témoigne par ailleurs la campagne du Selor « Une Future manager » Bref, ce congrès s’inscrit dès lors sans aucun doute dans les compétences de l’IBPT.
Mag ik u eraan herinneren dat het Actieplan 20052007 « Bevorderen van diversiteit » van de federale overheid als streefdoel heeft gesteld dat een derde van de toekomstige mandaatfuncties door vrouwen bekleed wordt, in tegenstelling tot de huidige situatie waarbij slechts 11 % van de benoemingen voor de mandaatfuncties vrouwen zijn. Getuige daarvan is de campagne van Selor « Een Toekomstige Topvrouw ». Kortom, dit congres past dan ook zonder twijfel binnen de bevoegdheden van het BIPT.
2. Le membre du Conseil auquel se réfère l’honorable membre est compétent pour les analyses économiques en matière de télécommunications (il s’agit de tous les aspects économiques en matière de télécommunications comme l’analyse de marché, les PSM, les tarifs, les modèles de coûts, le calcul des coûts du service universel, le suivi des statistiques, l’accès et l’interconnexion), les relations internationales de l’IBPT dans le secteur des télécommunications (à savoir la coordination des travaux de l’ERG, NRG, les institutions européennes, l’UIT, l’OMC, la CEPT) et le budget, la comptabilité et les achats au sein de l’IBPT.
2. Het lid van Raad waarnaar het geachte lid verwijst is bevoegd voor economische analyses inzake telecommunicatie (dit zijn alle economische aspecten inzake telecommunicatie zoals marktanalyse, SMP, tarieven, kostmodellen, berekening van de kosten voor de universele dienst, opvolging van de statistieken, toegang en interconnectie), voor de internationale relaties van het BIPT in de telecommunicatiesector (dit is de coo¨rdinatie van de werkzaamheden op de ERG, IRG, Europese instellingen, ITU, WTO, CEPT) en voor begroting, boekhouding en aankopen binnen het BIPT.
3. Le traitement brut des membres du Conseil a été fixé par l’arrêté royal du 11 mai 2003 et publié au
3. Het brutoloon van de leden van de Raad is vastgelegd bij koninklijk besluit van 11 mei 2003 en
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27800
Moniteur belge du 3 juin 2003. Cependant, le traitement net d’un membre du personnel est une information personnelle, qui dépend également d’autres facteurs, tels que la situation familiale, le revenu du partenaire, etc.
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 2003. Het nettoloon van een personeelslid is echter een persoonlijk gegeven, dat ook functie is van andere factoren, zoals de gezinstoestand, het inkomen van de partner enzovoort.
4. Pour son personnel, l’IBPT applique le système des « indemnités journalières » créé pour les autorités publiques. L’importance du montant est fixée sur la base de la liste de tarifs que publie le ministère des Affaires étrangères (cf. Moniteur belge du 29 avril 2005) et dépend du destinataire II s’agit d’indemnités forfaitaires pour les frais qu’un membre du personnel supporte lors d’un séjour à l’étranger, telles que fixées selon les normes de l’arrêté du ministre des Affaires étrangères et pour l’utilisation desquelles aucune justification ne doit être donnée. L’IBPT suit donc ces recommandations afin de travailler sur la base de d’un forfait en ce qui concerne les frais de séjour à l’étranger. Avant chaque séjour à l’étranger, un membre du personnel reçoit automatiquement une avance sur les frais d’hoˆtel ainsi que l’indemnité journalière Cela a été le cas le 20 septembre 2005.
4. Het BIPT past voor haar personeel het stelsel toe van « dagvergoedingen » gecree¨erd voor de overheid. De grootte van het bedrag wordt bepaald op basis van de tarieflijst die het ministerie van Buitenlandse zaken publiceert (cf. Belgisch Staatsblad van 29 april 2005) en is afhankelijk van de bestemming. Dit zijn forfaitaire vergoedingen van de onkosten die een personeelslid draagt bij verblijf in het buitenland zoals vastgesteld volgens de normen van het besluit van de minister van Buitenlandse Zaken en waarbij geen verantwoording moet worden gegeven voor het gebruik ervan. Het BIPT volgt dus deze aanbevelingen om voor wat de onkosten van verblijf in het buitenland betreft met een forfait te werken. Vo´o´r elk verblijf in het buitenland ontvangt een personeelslid automatisch een voorschot op de hotelkosten en de dagvergoeding. Dit gebeurde op 20 september 2005.
5. Malgré le fait que chaque membre du personnel de l’IBPT ait droit à des indemnités journalières, depuis 2005, le membre du Conseil auquel renvoie l’honorable membre ne reçoit, à sa demande, pas d’indemnité forfaitaire pour les missions à l’étranger. Le paiement d’une indemnité journalière pour cette mission résulte d’un automatisme administratif. Le membre du Conseil l’a constaté et a remboursé. Le décompte des avances et des frais supportés est effectué par l’IBPT après chaque séjour à l’étranger, le solde étant remboursé par l’IBPT ou par le membre du personnel. Ce décompte a été réalisé par l’IBPT le 21 décembre 2005. Le solde a été remboursé le 28 dé` cet égard, il convient de faire remarcembre 2005. A quer que tous les membres du Conseil de l’IBPT renoncent à leur indemnité journalière forfaitaire pour leurs missions à l’étranger en 2005; l’attitude du membre s’inscrit donc parfaitement dans cette ligne de conduite. Ainsi, le membre n’a pas non plus reçu d’indemnités journalières pour les autres missions à l’étranger en 2005 et 2006, c’est-à-dire les deux conférences organisées par OfCom.
5. Ondanks het feit dat elk personeelslid van het BIPT recht heeft op dagvergoedingen, ontvangt het lid van de Raad waarnaar het geachte lid verwijst op diens verzoek sinds 2005 geen forfaitaire onkostenvergoeding bij zendingen in het buitenland. De uitbetaling van een dagvergoeding bij deze zending is het gevolg van een administratief automatisme. Het lid van de Raad heeft dit vastgesteld en terugbetaald. De afrekening van de voorschotten en de gedane kosten gebeurt door het BIPT na elk verblijf in het buitenland waarbij het saldo teruggestort wordt door het BIPT of het personeelslid. Deze afrekening werd door het BIPT op 21 december 2005 verricht. Het saldo werd op 28 december 2005 terugbetaald. Hierbij dient opgemerkt dat alle leden van de Raad van het BIPT voor hun zendingen in het buitenland in 2005 afzien van hun forfaitaire dagvergoeding, de houding van het lid past dus geheel in deze lijn. Zo ook heeft het lid voor de andere zendingen in het buitenland in 2005 en 2006, met name de twee conferenties georganiseerd door OfCom, ook geen dagvergoedingen ontvangen.
6. L’indemnité journalière se serait élevée à 402,5 euros.
6. De dagvergoeding zou 402,5 euro bedraagd hebben.
7. L’IBPT n’applique pas de système d’indemnités forfaitaires pour le transport, à l’exception des cas où les membres du personnel utiliseraient leur propre véhicule. Le membre du Conseil n’a reçu aucune indemnité forfaitaire de déplacement. Comme déjà dit précédemment, le ticket de train a été payé par l’IBPT.
7. Het BIPT past geen stelsel van forfaitaire vergoedingen voor het vervoer toe, behalve indien de personeelsleden hun wagen zouden gebruiken. Het lid van de Raad ontving geen forfaitaire reisvergoeding. Zoals reeds gezegd werd het treinticket betaald door het BIPT.
8. Vous trouverez ci-dessous un aperçu des congrès à l’étranger auxquels les membres de l’IBPT ont participé.
8. Hieronder vindt u een overzicht van de congressen in het buitenland waaraan leden van het BIPT deelnamen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27801
M. Vrancken (niveau 1) :
De heer Vrancken (niveau 1 ) :
Paris « Formation et conférence sur la gestion électronique documentaire Formations informatiques »,
Parijs « Formation et conférence sur la gestion électronique documentaire Formations informatiques »,
Paris « Pratique de l’indexation, Formations informatique »,
Parijs « Pratique de l’indexation, Formations informatique »,
Paris « Construire un thésaurus »;
Parijs « Construire un thésaurus »;
M. Dejonghe (niveau 2) :
De heer Dejonghe (niveau 2) :
Paris « Formation et conférence sur la gestion électronique documentaire »; M. Verbeke (niveau 1) :
Parijs « Formation et conférence sur la gestion électronique documentaire »; De heer Verbeke (niveau 1 ) :
Berlin « Conference WIK — Eur. Framework for Electronic Communications — Review and Reform Perspectives » M. Smet (niveau 1) :
Berlijn « Conferentie WIK — Eur. Framework for Electronic Communications — Review and Reform Perspectives » De heer Smet (niveau 1) :
Londres « The Meridian Conference : Connecting and Protecting Critical Information Infrastructure Protection (CIIP) » Mme Rutten (membre du Conseil) :
Londen « The Meridian Conference : Connecting and Protecting Critical Information Infrastructure Protection (CIIP) » Mevrouw Rutten (lid van de Raad) :
Deauville « Women’s Forum for Economy & Society »
Deauville « Women’s Forum for Economy & Society »
M. Van Heesvelde (président du Conseil) : comme orateur :
De heer Van Heesvelde (voorzitter van de Raad) : als spreker :
Londres « British Institute of International and Comparative Law »;
Londen « British Institute of International and Comparative Law »;
Londres « Visiongain — Spectrum Management Strategies 2005 »;
Londen « Visiongain — Spectrum Management Strategies 2005 »;
Potsdam « ENCIP »;
Potsdam « ENCIP »;
Montpellier « IDATE — First Transatlantic Telecom Industry Forum ».
Montpellier « IDATE — First Transatlantic Telecom Industry Forum ».
Les informations relatives à la participation aux congrès organisés en Belgique ne sont pas disponibles car elles ne sont pas centralisées à l’IBPT.
De informatie omtrent de deelname aan congressen in het binnenland is niet beschikbaar daar deze niet centraal wordt bijgehouden binnen het BIPT.
DO 2005200607139
DO 2005200607139
Question no 411 de M. Luk Van Biesen du 2 février 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 411 van de heer Luk Van Biesen van 2 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Opérateurs télécoms. — Arrêtés d’exécution de la loi sur les télécoms.
Telecomoperatoren. — Uitvoeringsbesluiten van de telecomwet.
Refuser des clients sans justification suffisante, modifier unilatéralement les tarifs et les conditions générales, utiliser les données à caractère personnel de
Iets te gemakkelijk clie¨nten weigeren, eenzijdig de tarieven of de algemene voorwaarden wijzigen, persoonsgegevens voor commercie¨le doeleinden gebrui-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27802
leurs clients à des fins commerciales, désactiver la carte sim des clients qui tardent un peu à payer leur facture, s’acharner à garder le plus longtemps possible leurs clients, etc.
ken, bij de minste vertraging in de betaling de simkaart desactiveren, de clie¨nten zo lang mogelijk aan zich binden, enzovoort.
Alors qu’ils déclinent toute responsabilité en cas de problème concernant la qualité de leurs services, certains opérateurs du secteur de la téléphonie mobile s’arrogent tous les droits.
Bepaalde gsm-operatoren eigenen zich alle rechten toe, terwijl ze alle aansprakelijkheid voor problemen met de kwaliteit van de dienst afwijzen.
L’indemnisation imposée par certains opérateurs à leurs clients qui expriment le désir d’arrêter prématurément un contrat à durée déterminée équivaut au montant total de leur abonnement duˆ jusqu’à l’échéance.
De schadevergoeding die bepaalde gsm-operatoren opleggen wanneer een clie¨nt een contract van bepaalde duur vervroegd wil stopzetten komt neer op het totale bedrag aan abonnementsgeld dat nog tot de einddatum verschuldigd was.
Les sanctions en cas de paiement tardif des factures consistent à faire payer aux clients concernés un montant supplémentaire majoré des intérêts de retard. La plupart des opérateurs se réservent le droit d’appliquer automatiquement ces sanctions sans mettre préalablement leurs clients en demeure.
De sancties bij niet-tijdige betaling van de facturen zijn een extra bedrag te betalen plus nog eens nalatigheidsintresten. De meeste operatoren behouden zich het recht voor om die sancties automatisch toe te passen, zonder de clie¨nt eerst in gebreke te stellen.
Il n’est pas rare que les clients qui ont de bonnes raisons de contester le montant d’une facture doivent acquitter néanmoins son montant intégral tant que le litige n’est pas réglé. Certains opérateurs s’arrogent même le droit de suspendre leur service sans aucun avertissement si leurs clients tardent à régler leur facture.
Niet zelden moet de clie¨nt die goede redenen heeft om het bedrag van een factuur te betwisten, toch het volledige bedrag betalen zolang het geschil niet werd geregeld. Sommige operatoren eigenen zich zelfs het recht toe om de dienst bij niet-tijdige betaling zonder de minste waarschuwing op te schorten.
Presque tous les opérateurs s’arrogent aussi le droit de modifier unilatéralement leurs tarifs et leurs conditions générales alors que le contrat est toujours en cours.
Bijna alle operatoren eigenen zich het recht toe om hun tarieven en hun algemene voorwaarden eenzijdig te wijzigen terwijl het contract loopt.
Aucun opérateur ne respecte la nouvelle disposition de la loi sur les télécoms qui stipule qu’un opérateur ne peut utiliser les données à caractère personnel de ses clients à des fins commerciales que s’ils y ont consenti expressément.
Geen enkele van de operatoren houdt zich aan de nieuwe regel uit de telecomwet die stelt dat een operator de persoonsgegevens van de clie¨nten alleen voor commercie¨le doeleinden mag gebruiken wanneer die daar vooraf uitdrukkelijk toestemming voor hebben verleend.
Dans les conditions générales, les clients se voient offrir tout au plus la possibilité de s’opposer à l’utilisation de leurs données à caractère personnel.
In de algemene voorwaarden wordt de clie¨nten hooguit de mogelijkheid geboden om zich te verzetten tegen het gebruik van hun persoonsgegevens.
1. Les dispositions actuelles prévues par les opérateurs de téléphonie mobile engendrent trop souvent un déséquilibre entre les droits et les devoirs des deux parties. La loi récente sur les télécommunications offre, à certains égards, une plus grande protection aux consommateurs mais manifestement, les opérateurs n’ont pas encore adapté leurs conditions à cette évolution et, d’autre part, un certain nombre de dispositions légales ne peuvent encore être appliquées parce qu’il faut attendre que les arrêtés d’exécution aient été promulgués.
1. De huidige bepalingen van de gsm-operatoren leiden al te vaak tot een onevenwicht tussen de rechten en plichten van de twee partijen. De recente telecomwet biedt de consument in bepaalde opzichten meer bescherming, maar de operatoren hebben hun voorwaarden daar duidelijk nog niet aan aangepast en anderzijds kunnen een aantal wettelijke bepalingen nog niet worden toegepast omdat het wachten is op uitvoeringsbesluiten.
Ou` en sont les arrêtés d’exécution de la loi sur les télécommunications en ce qui concerne les opérateurs télécoms ?
Hoever staat het met de uitvoeringsbesluiten van de telecomwet voor telecomoperatoren ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27803
2. Si des arrêtés d’exécution ont déjà été promulgués, comment les opérateurs télécoms y donnent-ils suite ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 411 de M. Luk Van Biesen du 2 février 2006 (N.) :
2. Indien al uitvoeringsbesluiten werden uitgevaardigd, op welke wijze wordt daar door de telecomoperatoren gevolg aan gegeven ?
En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre que cette question relève des compétences de mon collègue, le ministre de la Protection de la consommation, à qui elle était également posée. (Question no 180 du 2 février 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 115, p. 22267.)
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer mee te delen aan het geachte lid dat deze vraag behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, de minister van Consumentenzaken, aan wie ik de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 180 van 2 februari 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 115, blz. 22267.)
DO 2005200607273
DO 2005200607273
Question no 422 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 422 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Recours aux services de Belgacom par la Cour.
Belgacom. — Hof. — Gebruik van de dienstverlening.
1. Pouvez-vous me faire savoir si la Cour fait usage des services de Belgacom ?
1. Kan u meedelen of het Hof gebruik maakt van de diensten van Belgacom ?
2. Dans l’affirmative, de quels services s’agit-il (nombre et type de lignes, personnel, etc.), quel en est le couˆt et qui le prend en charge ?
2. Zo ja, over welke dienstverlening gaat het (aantal en soort lijnen, personeel, enzovoort), hoeveel bedraagt de kostprijs ervan en wie draait voor de kosten op ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 422 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 422 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) :
En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre que cette question relève des compétences de mon collègue, le secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint au ministre Budget. (Question no 1103 du 3 novembre 2006.)
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer mee te delen aan het geachte lid dat deze vraag behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting. (Vraag nr. 1103 van 3 november 2006.)
DO 2005200608756
DO 2005200608756
Question no 492 de M. Roel Deseyn du 4 septembre 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 492 van de heer Roel Deseyn van 4 september 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Partage de sites d’antennes.
Delen van antennesites.
Le déploiement de l’UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) entraıˆnera une augmentation importante du nombre de pyloˆnes/d’antennes nécessaires.
De uitrol van UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) zal leiden tot een aanzienlijke groei in het aantal benodigde masten/antennes.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 411 van de heer Luk Van Biesen van 2 februari 2006 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27804
` cet égard, pourriez-vous me fournir les précisions A suivantes :
In verband daarmee graag een antwoord op de volgende vragen :
1. Quelle est l’instance chargée de controˆler si une nouvelle antenne peut éventuellement être placée sur un pyloˆne existant d’un autre opérateur plutoˆt que sur un nouveau pyloˆne propre ?
1. Welke instantie voert de controle uit of een nieuwe antenne niet op een bestaande pyloon van een andere operator kan bijgeplaatst worden in plaats van op een nieuwe, eigen, pyloon ?
2. a) Ce controˆle est-il effectué dans tous les cas ?
2. a) Gebeurt deze controle in alle gevallen ?
b) Dans la négative, dans quel pourcentage des cas ne l’est-il pas et pourquoi ?
b) Zo neen, in hoeveel percentage van de gevallen is dit niet het geval en wat is de verklaring voor deze ontbrekende controle ?
3. a) Quelle est l’intensité moyenne de rayonnement d’une antenne UMTS ?
3. a) Wat is de gemiddelde stralingsintensiteit van een UMTS antenne ?
b) Quelle est l’intensité maximale de rayonnement ?
b) Wat is de maximale ?
c) Quel est le seuil légal ?
c) Hoeveel bedraagt de wettelijke drempel ?
4. a) Quelle est l’intensité moyenne de rayonnement d’une antenne GSM ?
4. a) Wat is de gemiddelde stralingsintensiteit van een GSM antenne ?
b) Quelle est l’intensité maximale de rayonnement ?
b) Wat is de maximale ?
c) Quel est le seuil légal ?
c) Hoeveel bedraagt de wettelijke drempel ?
5. a) L’IBPT (Institut Belge des services Postaux et des Télécommunications) controˆle-t-il systématiquement l’intensité de rayonnement de toute nouvelle antenne ?
5. a) Controleert het BIPT (Belgisch instituut voor postdiensten en telecommunicatie) systematisch de stralingsintensiteit van elke nieuwe antenne ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, hoe verklaart u dit ?
6. a) Combien d’antennes ont été controˆlées l’année dernière ?
6. a) Hoeveel antennes werden het afgelopen jaar gecontroleerd ?
b) Quel pourcentage cela représente-t-il par rapport au nombre total d’antennes ?
b) Welk percentage vertegenwoordigt dit van het totaal aantal antennes ?
c) Combien d’infractions a-t-on constatées à cet égard ? Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 492 de M. Roel Deseyn du 4 septembre 2006 (N.) :
c) Hoeveel overtredingen werden er daarbij vastgesteld ?
En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit.
Ik heb de eer in antwoord op de door het geachte lid gestelde vraag het volgende mee te delen.
1. En vertu de la loi relative aux communications électroniques, l’IBPT est habilité à effectuer de tels controˆles. Toutefois, actuellement, l’IBPT peut uniquement intervenir s’il est informé d’éventuelles irrégularités. Il faut qu’à l’avenir des controˆles proactifs soient possibles. Pour ce faire, l’Institut doit recevoir des informations des opérateurs quant aux constructions et aux installations que ceux-ci comp-
1. Op basis van de wet betreffende de elektronische communicatie is het BIPT bevoegd om dergelijke controles uit te voeren. Vandaag kan het BIPT echter enkel optreden wanneer zij in kennis wordt gesteld van eventuele onregelmatigheden. De bedoeling is om naar de toekomst toe pro-actieve controles mogelijk te maken. Hiervoor dient het Instituut informatie te ontvangen van de operatoren omtrent hun bouw- of installatie-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 492 van de heer Roel Deseyn van 4 september 2006 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27805
tent effectuer. Un arrêté royal qui fixe les modalités pratiques relatives à ce devoir d’information est en préparation. Comme il s’agit ici d’une infrastructure dite mixte (c’est-à-dire qui peut être utilisée pour diffuser des signaux de radiodiffusion et de télécommunications), une concertation avec les communautés est requise avant de pouvoir adopter cet arrêté. Ce dossier est donc lié à celui de l’accord de coopération.
2. a) Les controˆles ne sont possibles que lorsque l’IBPT est informé d’irrégularités éventuelles. 3. a) Ici, la question porte vraisemblablement sur la densité de puissance, telle qu’elle est également utilisée comme norme dans l’arrêté royal du 10 aouˆt 2005 relatif aux normes de santé autour des antennes. Cette densité de puissance varie en fonction de la distance et de la position par rapport à l’antenne. Par conséquent, se contenter d’indiquer une moyenne sans disposer d’autres spécifications concernant la distance, la position, etc est impossible. Toutefois, l’on peut dire que cette moyenne est légèrement inférieure à celle des gsm et de nombreuses fois inférieure à la norme légalement autorisée. b) Il est impossible d’indiquer une valeur maximale pour la même raison que ci-dessus. c) Si l’on considère à nouveau que le demandeur parlait bien de la densité de puissance, alors le seuil est fixé comme suit : 0,5 W/m2 pour les fréquences inférieures à 400 MHz, f/800 W/m2 où f représente la fréquence, exprimée en MHz, pour les fréquences situées entre 400 MHz et 2 GHz, et 2,5 W/m2 pour les fréquences supérieures à 2 GHz. Lorsque plusieurs sources ont un impact, il faut procéder à une somme pondérée au carré en fonction de la fréquence des différents signaux présents dans le point considéré. 4. a) Ici, la question porte vraisemblablement sur la densité de puissance, telle qu’elle est également utilisée comme norme dans l’arrêté royal relatif aux normes de santé autour des antennes. Cette densité de puissance varie en fonction de la distance et de la position par rapport à l’antenne. Par conséquent, se contenter d’indiquer une moyenne sans disposer d’autres spécifications concernant la distance, la position, etc. est impossible. Toutefois, l’on peut dire que cette moyenne est légèrement supérieure à celle de l’umts et de nombreuses fois inférieure à la norme légalement autorisée.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
intenties. Een koninklijk besluit dat de praktische modaliteiten met betrekking tot deze informatieplicht regelt is momenteel in voorbereiding. Aangezien het hier een zogenaamde gemengde infrastructuur betreft, namelijk infrastructuur die gebruikt kan worden om omroep- en telecommunicatiesignalen door te geven, is een overleg met de gemeenschappen vereist alvorens dat dit besluit kan worden aangenomen. Zodoende is ook dit dossier verbonden met het dossier inzake het samenwerkingsakkoord. 2. a) Enkel wanneer het BIPT in kennis wordt gesteld van eventuele onregelmatigheden zijn controles mogelijk. 3. a) Waarschijnlijk wordt hier gevraagd om de vermogensdichtheid, zoals ook gebruikt als norm in het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 omtrent de gezondheidsnormen rondom zendmasten. Deze vermogensdichtheid varieert naargelang van de afstand en de positie ten opzichte van de antenne. Zonder meer een gemiddelde opgeven is dan ook onmogelijk zonder verdere specificaties omtrent afstand, positie, enzoort. Wel kan gesteld worden dat deze gemiddeld iets lager is dan die van gsm en vele malen lager dan de wettelijk toegelaten norm.
b) Een maximale waarde kan om dezelfde reden als hierboven niet vermeld worden. c) Indien men opnieuw ervan uitgaat dat de vraagsteller de vermogensdichtheid heeft bedoeld, dan wordt de drempel als volgt bepaald : 0,5 W/m2 voor frequenties onder de 400 MHz, f/800 W/m2 waarbij f de frequentie is, uitgedrukt in MHz, voor frequenties tussen 400 MHz en 2 GHz, en 2,5 W/ m2 voor frequenties boven de 2 GHz. Wanneer meerdere bronnen een invloed hebben, dient op het geheel een gewogen kwadratische som toegepast te worden in functie van de frequentie van de verschillende signalen die aanwezig zijn in het beschouwde punt. 4. a) Waarschijnlijk wordt hier gevraagd om de vermogensdichtheid, zoals ook gebruikt als norm in het koninklijk besluit omtrent de gezondheidsnormen rondom zendmasten. Deze vermogensdichtheid varieert naargelang van de afstand en de positie ten opzichte van de antenne. Zonder meer een gemiddelde opgeven is dan ook onmogelijk zonder verdere specificaties omtrent afstand, positie, enzovoort. Wel kan gesteld worden dat deze gemiddeld iets hoger is dan deze van umts en vele malen lager dan de wettelijk toegelaten norm.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27806
b) Il est impossible d’indiquer une valeur maximale pour la même raison que ci-dessus.
b) Een maximale waarde kan om dezelfde reden als hierboven niet vermeld worden.
c) Si l’on considère à nouveau que le demandeur parlait bien de la densité de puissance, alors le seuil est fixé comme suit : 0,5 W/m2 pour les fréquences inférieures à 400 MHz, f/800 W/m2 où f représente la fréquence, exprimée en MHz, pour les fréquences situées entre 400 MHz et 2 GHz, et 2,5 W/m2 pour les fréquences supérieures à 2 GHz. Lorsque plusieurs sources ont un impact, il faut procéder à une somme pondérée au carré en fonction de la fréquence des différents signaux présents dans le point considéré.
c) Indien men opnieuw ervan uitgaat dat de vraagsteller de vermogensdichtheid heeft bedoeld, dan wordt de drempel als volgt bepaald; 0,5 W/m2 voor frequenties onder de 400 MHz, f/800 W/m2 waarbij f de frequentie is, uitgedrukt in MHz, voor frequenties tussen 400 MHz en 2 GHz, en 2,5 W/ m2 voor frequenties boven de 2 GHz. Wanneer meerdere bronnen een invloed hebben, dient op het geheel een gewogen kwadratische som toegepast te worden in functie van de frequentie van de verschillende signalen die aanwezig zijn in het beschouwde punt.
5. a) Chaque nouvelle antenne déclarée à l’Institut sur la base d’un dossier, est controˆlée par l’Institut. En tous les cas, un modèle mathématique est appliqué à l’installation à mettre en place. Dans certaines circonstances, il arrive même que des mesures soient effectuées sur place dès que les antennes sont opérationnelles.
5. a) Elke nieuwe antenne die aan het Instituut wordt gemeld op basis van een dossier, wordt door het Instituut gecontroleerd. In elk geval wordt een mathematisch model toegepast op de te installeren installatie. Onder bepaalde omstandigheden worden zelfs metingen ter plaatse verricht zodra de antennes operationeel zijn.
b) Vu que chaque cas est controˆlé, cette question n’est pas d’application.
b) Gezien elk geval wordt gecontroleerd, is deze vraag niet van toepassing.
6. a) En 2006, 3 500 dossiers ont été controˆlés, avec normalement pour chacun entre 3 et 9 antennes, donc au total, quelque 20 000 antennes sont vérifiées. En outre, un certain nombre de mesures ont également été effectuées sur le terrain. Toutefois, ce nombre est limité par rapport aux controˆles précités.
6. a) In 2006 werden 3 500 dossiers gecontroleerd, met normaal gezien tussen de 3 en 9 antennes elk, dus in totaal zijn ongeveer 20 000 antennes nagekeken. Bovendien werden er ook nog een aantal metingen op het terrein verricht. Dit aantal is echter beperkt ten opzichte van de voornoemde controles.
b) 100 % de toutes les antennes introduites continuent d’être controˆlées.
b) 100 % van alle ingediende antennes worden steeds gecontroleerd.
c) L’article 4 de l’arrêté royal du 10 août 2005 portant la norme des antennes d’émission pour les ondes électromagnétiques entre 10 MHZ et 10 GHz prévoit que le ministre ayant la santé publique dans ses attributions, désigne les fonctionnaires chargés de la supervision de l’exécution des dispositions de cet arrêté. Le ministre en question n’a pas désigné l’IBPT à cet effet. La loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges n’offre pas davantage de base concluante permettant à l’IBPT de constater ce type d’infractions. Par conséquent, l’IBPT n’est pas compétent pour constater ce type d’infractions. Aucun dossier dépassant la norme n’a été introduit ou traité en 2006.
c) Artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 houdende de normering van zendmasten voor elektromagnetische golven tussen 10 MHz en 10 GHz, bepaalt dat de minister die Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, de ambtenaren aanduidt die belast zijn met het toezicht op de uitvoering van de bepalingen van dit besluit. De betreffende minister heeft het BIPT daartoe niet aangeduid. Evenmin biedt de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector een afdoende basis voor het BIPT om dergelijke overtredingen vast te stellen. Het BIPT is derhalve niet bevoegd voor het vaststellen van overtredingen in deze. In 2006 werden geen dossiers ingediend of afgewerkt, die de norm overschreden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27807
DO 2005200608835
DO 2005200608835
Question no 500 de M. Hendrik Bogaert du 14 septembre 2006 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Décompte de l’électricité gratuite. Des citoyens se plaignent du fait que certains fournisseurs d’énergie décomptent d’un seul coup — à savoir une seule fois par an — de leur facture l’électricité gratuite, alors que d’autres fournisseurs d’électricité le font à l’occasion de la facture mensuelle ou bimestrielle. E´tant donné que, d’une certaine manière, il s’agit en l’occurrence d’argent de la collectivité, je souhaiterais connaıˆtre votre position à ce sujet. Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 500 de M. Hendrik Bogaert du 14 septembre 2006 (N.) : En réponse aux questions posées par l’honorable membre, j’ai l’honneur de porter à sa connaissance ce qui suit. La direction générale E´nergie du SPF E´conomie, reçoit régulièrement des plaintes de consommateurs protégés sur le fait que certains fournisseurs d’énergie acquittent en une fois par an les 500 kWh, tandis que d’autres le font avec la facture mensuelle ou bimensuelle. En vertu de l’arrêté ministériel du 15 mai 2003 fixant les prix maximaux pour la fourniture d’électricité aux clients protégés résidentiels à revenus modestes ou à situation précaire, certaines catégories de clients résidentiels ont droit à un tarif social, ce qui implique notamment que la première tranche de 500 kWh est livrée gratuitement. Cette réglementation ne contient pas de détermination du moment de l’acquittement de la somme citée ci-dessus. Ce qui veut dire que les fournisseurs d’énergie peuvent librement choisir le moment de l’acquittement de l’électricité gratuite.
Vraag nr. 500 van de heer Hendrik Bogaert van 14 september 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Verrekening van gratis elektriciteit. Sommige burgers klagen erover dat bepaalde energieleveranciers de gratis elektriciteit in één keer van de rekening aftrekken, zijnde één keer per jaar, terwijl andere elektriciteitsleveranciers dat doen bij de maandelijkse of tweemaandelijkse afrekening.
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
Aangezien het hier toch over een vorm van gemeenschapsgeld gaat, had ik graag geweten wat uw standpunt hieromtrent is. Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 500 van de heer Hendrik Bogaert van 14 september 2006 (N.) : In antwoord op de vragen van het geachte lid, heb ik de eer hem het volgende ter kennis te brengen. De algemene directie Energie van de FOD Economie krijgt regelmatig van beschermde consumenten klachten over het feit dat sommige energieleveranciers 500 kWh een keer per jaar afrekenen, terwijl andere dat doen bij de maandelijkse of tweemaandelijkse afrekening. Krachtens het ministerieel besluit van 15 mei 2003 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de residentie¨le beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie hebben bepaalde categoriee¨n van eindafnemers recht op sociale tarief, wat onder meer inhoudt dat de eerste schijf van 500 kWh gratis wordt geleverd. Deze reglementering bevat geen enkele bepaling van het moment van de afrekening van het bovenvermelde bedrag. Dat wil zeggen dat de energieleveranciers zelf het tijdstip kunnen bepalen voor de afrekening van de gratis elektriciteit.
DO 2005200608744
DO 2005200608744
Question no 119 de Mme Simonne Creyf du 29 août 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : ´Evolution du pourcentage du PIB investi dans la recherche et de développement dans notre pays. Fin 2005, le « High Level Group 3 % » présentait son étude relative à l’évolution du pourcentage du produit
Vraag nr. 119 van mevrouw Simonne Creyf van 29 augustus 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Evolutie van het percentage Onderzoek en Ontwikkeling in ons land. Eind 2005 stelde de « High Level Group 3 % » haar studie voor aangaande de evolutie van het percentage
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27808
intérieur brut investi dans la recherche et le développement dans notre pays. Cette étude avait pour objectif de dresser un bilan des progrès enregistrés dans notre pays dans le cadre de l’objectif de Barcelone visant à consacrer au sein de l’UE 3 % du produit intérieur brut à la recherche et au développement d’ici à 2010.
van het Bruto Binnenlands Product dat in ons land wordt besteed aan Onderzoek en Ontwikkeling. Bedoeling van die studie was het in kaart brengen van de vooruitgang die Belgie¨ maakt in het kader van de Barcelona-doelstelling om tegen 2010 binnen de EU 3 % van het Bruto Binnenlands Product te besteden aan Onderzoek en Ontwikkeling.
L’étude démontre que la Belgique n’avait pas encore atteint l’objectif de 3 % en 2003 et qu’il serait quasiment impossible d’investir 3 % du produit intérieur brut dans la recherche et le développement d’ici à 2010. Depuis 2001, les activités en matière de recherche et de développement ont en effet tendance à décroıˆtre.
De studie toonde aan dat Belgie¨ de 3 % doelstelling in 2003 nog niet had bereikt en het quasi onmogelijk zou zijn om tegen 2010 3 % van het Bruto Binnenlands Product te besteden aan Onderzoek en Ontwikkeling. Sinds 2001 bewoog de Onderzoeks- en Ontwikkelingsintensiteit immers neerwaarts.
Il s’agit, en l’occurrence, d’une étude menée jusqu’en 2003 inclus.
Het betrof hier een studie die liep tot en met 2003.
1. a) Des chiffres plus récents (relatifs aux années postérieures à 2003) concernant les dépenses en matière de recherche et de développement dans notre pays sont-ils déjà disponibles ?
1. a) Zijn er reeds recentere cijfers (over de jaren na 2003) beschikbaar omtrent de Onderzoeks- en Ontwikkelingsuitgaven in ons land ?
b) Dans l’affirmative, quelle évolution ces chiffres indiquent-ils ? ` quel niveau (pourcentage du produit intérieur c) A brut) les dépenses en matière de recherche et de développement se situent-elles, pour les entreprises, d’une part, et les pouvoirs publics, d’autre part ?
b) Zo ja, welke evolutie geven die cijfers aan ?
2. Quel pourcentage du produit intérieur brut les autorités fédérales investissent-elles actuellement dans la recherche et le développement ?
2. Wat is het percentage van het Bruto Binnenlands Product dat de federale overheid op dit ogenblik besteedt aan Onderzoek en Ontwikkeling ?
3. a) De quelle part du pourcentage du produit intérieur brut qu’y consacrent les « pouvoirs publics » dans leur ensemble s’agit-il ?
3. a) Hoevel percent is dat van het percentage van het Bruto Binnenlands Product besteed door « de overheid » in zijn geheel ?
b) Quel pourcentage les autres régions investissentelles ?
b) Welk percentage nemen de andere gewesten in ?
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 3 novembre 2006, à la question no 119 de Mme Simonne Creyf du 29 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 3 november 2006, op de vraag nr. 119 van mevrouw Simonne Creyf van 29 augustus 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
1. Comme tout autre pays membre de l’Union européenne, la Belgique doit dorénavant se conformer à la pratique dite de « nowcasting », c’est-à-dire fournir, en octobre de chaque année, les données afférentes à l’année en cours, sous forme d’estimations, concernant les grands agrégats de R&D (personnel, investissement et autres frais). C’est ainsi que les chiffres pour 2004 sont disponibles comme le seront bientoˆt également les
1. Net als voor alle andere lidstaten van de Europese Unie, geldt ook voor Belgie¨ voortaan de zogeheten « nowcasting »-regeling. Dat wil zeggen dat ieder jaar in oktober, in de vorm van ramingen, de gegevens moeten worden verstrekt met betrekking tot het aan de gang zijnde jaar in verband met de grote O&Oaggregaten (personeel, investeringen en andere kosten). Zo zijn op de website van het Federaal
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
c) Op welk niveau (percent van het Bruto Binnenlands Product) staan de Onderzoeks- en Ontwikkelingsuitgaven voor de ondernemingen enerzijds en voor de overheid anderzijds ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27809
estimations pour 2005 sur le site de la Politique scientifique fédérale.
Wetenschapsbeleid de cijfers voor 2004 beschikbaar en zullen daarop weldra ook de ramingen voor 2005 te vinden zijn.
Dans le tableau ci-dessous, les dépenses intérieures brutes de R&D (DIRD), financées par les Pouvoirs publics, sont identifiées, par année, selon le secteur d’exécution, et exprimées en pourcentage du produit intérieur brut (PIB). Il en ressort que le financement public de la R&D continue à se réduire dans les entreprises. Depuis 2003 (chiffres définitifs) cependant, il n’existe pas de mouvements significatifs. Un léger tassement apparaıˆt de l’ordre de 0,02 % en 2004 (prévisions), avec quelques réajustements mineurs entre les secteurs d’exécution.
In onderstaande tabel worden de bruto uitgaven voor onderzoek-ontwikkeling (BUOO) die de overheid financiert, per jaar en volgens uitvoeringssector aangegeven en uitgedrukt in percentage van het bruto binnenlands product (BBP). Hieruit blijkt dat de overheidsfinanciering van O&O in de ondernemingen verder krimpt. Sinds 2003 (definitieve cijfers) zijn er geen significante verschuivingen. In 2004 treedt een lichte achteruitgang van 0,02 % naar voren (prognoses), met enkele kleine aanpassingen tussen de uitvoeringssectoren.
Secteur d’exécution — Uitvoeringssector Entreprises. — Ondernemingen ......................... Pouvoirs publics. — Overheid ........................... Institutions sans but lucratif. — Instellingen zonder winstoogmerk ........................................ Enseignement supérieur. — Hoger onderwijs .... DIRD/PIB. — BUOO/BBP ................................
2000
2002
2003
2004 p
1,45 0,13
1,54 0,13
1,40 0,14
1,34 0,13
1,32 0,15
0,02 0,41 2,00
0,02 0,42 2,11
0,03 0,42 1,99
0,02 0,43 1,92
0,02 0,43 1,93
2. Les crédits budgétaires publics de R&D (CBPRD) couvrent la R&D financée par les Pouvoirs publics et exécutée à l’intérieur et à l’extérieur du territoire national (englobant ainsi les crédits destinés aux organisations internationales). L’évolution du taux des CBPRD par rapport au PIB est reprise dans le tableau ci-dessous selon les différentes autorités. Les chiffres définitifs portent sur l’année 2004. Les données pour 2005 sont dites initiales (déclarations d’intention). Une actualisation incluant les données préliminaires pour 2006 est prévue pour début 2007.
Autorité — Overheid
2001
2000
2. De budgettaire overheidskredieten voor O&O (BOKOO) hebben betrekking op het O&O gefinancierd door de overheid en uitgevoerd op het nationale grondgebied en daarbuiten (en omvatten aldus de kredieten bestemd voor de internationale organisaties). De ontwikkeling van het percentage van de BOKOO’s ten opzichte van het BBP is voor de verschillende overheden in onderstaande tabel opgenomen. De gegevens voor 2005 zijn zogenaamd initieel (intentieverklaringen). Begin 2007 zal een bijstelling met daarin de verwerkte preliminaire gegevens voor 2006 beschikbaar zijn.
2001
2002
2003
2004
2005 i
Autorité fédérale. — Federale overheid .................. Communauté flamande. — Vlaamse Gemeenschap Communauté française. — Franse Gemeenschap ... Région Wallonne. — Waals Gewest ...................... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest .........................................................
0,19 0,24 0,08 0,05
0,19 0,24 0,08 0,07
0,18 0,26 0,08 0,07
0,18 0,28 0,08 0,06
0,18 0,28 0,08 0,05
0,15 0,28 0,08 0,06
0,00
0,01
0,01
0,01
0,01
0,01
Total CBPRD. — Totaal BOKOO ........................
0,57
0,59
0,60
0,61
0,59
0,58
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27810
3. Partant des CBPRD, le taux d’influence de l’ensemble des autorités publiques est représenté dans le tableau ci-dessous. Autorité — Overheid
3. In de tabel hieronder wordt weergegeven welke, uitgaande van de BOKOO’s, het aandeel is van alle overheden.
2000
2001
2002
2003
2004
2005 i
Autorité fédérale. — Federale overheid .................. Communauté flamande. — Vlaamse Gemeenschap Communauté française. — Franse Gemeenschap ... Région Wallonne. — Waals Gewest ...................... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest .........................................................
33,46 41,85 14,81 9,32
32,11 40,84 14,46 11,44
29,82 43,98 13,86 11,47
29,63 45,75 13,37 10,23
29,49 47,90 13,36 8,15
26,69 47,99 13,78 10,31
0,56
1,16
0,88
1,02
1,10
1,24
Total CBPRD. — Totaal BOKOO ........................
100
100
100
100
100
100
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2005200606181
DO 2005200606181
Question no 575 de Mme Zoé Genot du 10 novembre 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 575 van mevrouw Zoé Genot van 10 november 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Service « 100 » accessible aux sourds et malentendants.
Toegankelijkheid van de dienst « 100 » voor doven en slechthorenden.
Il y a quelques années un numéro de fax d’urgence pour les sourds et malentendants a été instauré auprès du service « 100 ». Les gardes hospitaliers doivent bien entendu être accessibles aux sourds et malentendants via fax et SMS, et aussi avoir une possibilité d’accueil rapide avec interprète.
Enkele jaren geleden werd bij de dienst « 100 » een noodfaxnummer voor doven en slechthorenden ingesteld. De wachtdiensten in de ziekenhuizen moeten uiteraard toegankelijk zijn voor doven en slechthorenden via fax en sms en die diensten moeten de betrokkenen met behulp van een tolk ook snel kunnen opvangen.
1. Quels sont les critères d’agréation des gardes hospitaliers ?
1. Aan welke erkenningscriteria moeten de wachtdiensten in de ziekenhuizen voldoen ?
2. Ces critères incluent-ils une d’accessibilité des appels urgents écrits ?
obligation
2. Omvatten die criteria ook een verplichting om in de mogelijkheid van schriftelijke noodoproepen te voorzien ?
3. Quelle est la prise en compte globale de l’accès des sourds et malentendants dans des services hospitaliers ?
3. In welke mate wordt in de ziekenhuisdiensten in globo rekening gehouden met de toegankelijkheid voor doven en slechthorenden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27811
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 575 de Mme Zoé Genot du 10 novembre 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 575 van mevrouw Zoé Genot van 10 november 2005 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Il est correct qu’un fax d’urgence a été instauré il y a quelques années dans les centrales 100 au sein du système d’appel unifié à l’intention des sourds et des malentendants. En effet, en Belgique, l’appel à l’aide médicale urgente débute toujours par un avertissement au service 100. Or, cela pose problème pour les sourds et les malentendants, lesquels sont difficilement en mesure de téléphoner. Le fax d’urgence avait été instauré afin de garantir l’accessibilité de l’aide médicale urgente à cette partie de la population.
1. Het is juist dat er enkele jaren geleden in de 100centrales van het eenvormig oproepstelsel een noodfax werd ingesteld voor doven en slechthorenden. Een beroep op de dringende geneeskundige hulpverlening in ons land begint namelijk steeds met het verwittigen van de 100, en dat is voor doven en slechthorenden die moeilijk kunnen telefoneren, niet evident. Om ook ten aanzien van deze bevolkingsgroep de toegankelijkheid van de dringende geneeskundige hulpverlening te garanderen, werd de noodfax geı¨ntroduceerd.
2. Il n’existe pas de procédure comparable pour les hoˆpitaux. Ce qui est somme toute logique, vu qu’il ne faut pas téléphoner ou faxer à l’hoˆpital en cas d’urgence, mais à la centrale 100, qui détermine alors quel est l’hoˆpital le plus proche. Il n’existe donc pas de normes d’agrément contraignant les hoˆpitaux à instaurer une procédure pour les appels urgents écrits.
2. Er bestaat geen vergelijkbare procedure voor ziekenhuizen. Dit is ook logisch, gezien men in geval van nood niet naar het ziekenhuis dient te bellen of faxen, maar naar de 100-centrale die dan beslist welk het dichtstbijgelegen ziekenhuis is. Er zijn dus geen erkenningsnormen die de ziekenhuizen verplichten tot het instellen van een procedure voor schriftelijke noodoproepen.
DO 2005200606755
DO 2005200606755
Question no 622 de Mme Zoé Genot du 5 janvier 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 622 van mevrouw Zoé Genot van 5 januari 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Service « 100 » accessible aux sourds et malentendants.
Dienst 100 voor doven en slechthorenden.
Il y a quelques années un numéro de fax d’urgence pour les sourds et malentendants a été instauré auprès du service « 100 ». Les services de garde hospitaliers doivent bien entendu être accessibles aux sourds et malentendants via fax et SMS, et aussi avoir une capacité d’accueil rapide avec interprète.
Enkele jaren geleden werd bij de dienst 100 een noodfaxnummer in gebruik genomen voor doven en slechthorenden. Uiteraard moeten de personeelsleden met wachtdienst in de ziekenhuizen via fax en sms bereikbaar zijn voor doven en slechthorenden, en moeten zij deze mensen snel kunnen opvangen met behulp van een tolk.
1. Quels sont les critères d’agréation des services de garde hospitaliers ?
1. Volgens welke erkenningscriteria moeten de wachtdiensten in ziekenhuizen georganiseerd worden ?
2. Ces critères incluent-ils une d’accessibilité des appels urgents écrits ?
obligation
2. Houden die criteria ook de verplichting in om bereikbaar te zijn voor schriftelijke noodoproepen ?
3. Quelle est la prise en compte globale de l’accès des sourds et malentendants dans les services hospitaliers ?
3. Hoe is de opvang van doven en slechthorenden in de ziekenhuizen in het algemeen geregeld ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 622 de Mme Zoé Genot du 5 janvier 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 622 van mevrouw Zoé Genot van 5 januari 2006 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27812
1. Il est correct qu’un fax d’urgence a été instauré il y a quelques années dans les centrales 100 au sein du système d’appel unifié à l’intention des sourds et des malentendants. En effet, en Belgique, l’appel à l’aide médicale urgente débute toujours par un avertissement au service 100. Or, cela pose problème pour les sourds et les malentendants, lesquels sont difficilement en mesure de téléphoner. Le fax d’urgence avait été instauré afin de garantir l’accessibilité de l’aide médicale urgente à cette partie de la population.
1. Het is juist dat er enkele jaren geleden in de 100centrales van het eenvormig oproepstelsel een noodfax werd ingesteld voor doven en slechthorenden. Een beroep op de dringende geneeskundige hulpverlening in ons land begint namelijk steeds met het verwittigen van de 100, en dat is voor doven en slechthorenden die moeilijk kunnen telefoneren, niet evident. Om ook ten aanzien van deze bevolkingsgroep de toegankelijkheid van de dringende geneeskundige hulpverlening te garanderen, werd de noodfax geı¨ntroduceerd.
2. Il n’existe pas de procédure comparable pour les hoˆpitaux. Ce qui est somme toute logique, vu qu’il ne faut pas téléphoner ou taxer à l’hoˆpital en cas d’urgence, mais à la centrale 100, qui détermine alors quel est l’hoˆpital le plus proche. Il n’existe donc pas de normes d’agrément contraignant les hoˆpitaux à instaurer une procédure pour les appels urgents écrits.
2. Er bestaat geen vergelijkbare procedure voor ziekenhuizen. Dit is ook logisch, gezien men in geval van nood niet naar het ziekenhuis dient te bellen of faxen, maar naar de 100-centrale die dan beslist welk het dichtstbijgelegen ziekenhuis is. Er zijn dus geen erkenningsnormen die de ziekenhuizen verplichten tot het instellen van een procedure voor schriftelijke noodoproepen.
DO 2005200608103
DO 2005200608103
Question no 759 de M. Koen Bultinck du 22 mai 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 759 van de heer Koen Bultinck van 22 mei 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Site internet médical « Volterys ». — Candidats volontaires pour la recherche médicale.
Medische website « Volterys ». — Kandidaatvrijwilligers voor medische onderzoeken.
Le nouveau site internet médical « Volterys » recherche des volontaires pour participer à des études dans le domaine médical.
Via de nieuwe medische website « Volterys » worden vrijwilligers gezocht voor medische onderzoeken.
Ce site fait donc office d’intermédiaire entre les chercheurs et les candidats volontaires.
De website treedt dus op als bemiddelaar tussen onderzoekers en kandidaat-vrijwilligers voor medische onderzoeken.
1. Quel est votre point de vue face à une telle initiative ?
1. Wat is uw houding naar een dergelijk initiatief ?
2. Cette initiative n’entraıˆne-t-elle pas des problèmes d’ordre éthique ?
2. Doen zich hier geen ethische problemen voor ?
3. Quelles dispositions réglementaires s’appliquentelles en la matière ?
3. Hoe is deze problematiek al dan niet geregeld ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 759 de M. Koen Bultinck du 22 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 759 van de heer Koen Bultinck van 22 mei 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
L’essai clinique est une méthode éprouvée qui permet d’améliorer la connaissance d’une maladie et de son traitement. Il permet de démontrer l’innocuité et l’efficacité des traitements. Il est en effet indispensable, avant d’intégrer un nouveau traitement dans la pratique courante, de démontrer qu’il est bien sans
De klinische test is een beproefde methode die het mogelijk maakt de kennis over een ziekte en haar behandeling te verbeteren. Het laat toe de onschadelijkheid en de doeltreffendheid van de behandelingen aan te tonen. Alvorens een nieuwe behandeling in de dagelijkse praktijk te integreren, is het immers abso-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27813
danger pour le patient et qu’il est supérieur aux autres traitements qui existent déjà et servent de référence. L’essai clinique favorise ainsi les progrès en médecine porteurs de mieux-être.
luut noodzakelijk aan te tonen dat deze zonder gevaar voor de patie¨nt is en beter is dan de reeds bestaande behandelingen die als referentie dienen. De klinische proef bevordert aldus de vooruitgang in geneeskunde die verbetering van het welzijn mogelijk maakt.
Les personnes volontaires pour participer à des essais cliniques contre rétribution sont informées et recrutées de diverses manières, dont le recours à l’information par internet, comme le fait le site « Volterys » mentionné par l’honorable membre.
Personen die zich vrijwillig kandidaat stellen om tegen betaling deel te nemen aan klinische proeven worden op diverse manieren gerecruteerd en ingelicht, waaronder via internetinformatie, zoals de website « Volterys » waarnaar het geachte lid verwijst.
Ce site internet donne aux candidats volontaires une information de référence sur les dispositions légales en vigueur en matière d’essai clinique : la Convention d’Helsinki, la Directive européenne 2001/20/CE du 4 avril 2001; la loi du 7 mai 2004 relative aux expérimentations sur la personne humaine et la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel.
Deze internetsite geeft vrijwillige kandidaten verwijzingsinformatie over de wettelijke beschikkingen die gelden inzake klinische proeven : de Conventie van Helsinki, Europese richtlijn 2001/20/CE van 4 april 2001; de wet van 7 mei 2004 inzake experimenten op de menselijke persoon en de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Les garanties éthiques contenues dans la loi du 7 mai 2004 exigeant d’une part une approbation de la recherche par un comité éthique indépendant et d’autre part un consentement éclairé ou informé du volontaire concernant au moins la nature, la portée, les objectifs, les conséquences, les bénéfices escomptés, les risques de l’expérimentation, les circonstances dans lesquelles elle a lieu ainsi que l’identification et l’avis du comité d’éthique compétent sont d’application.
De ethische garanties die verweven zijn in de wet van 7 mei 2004 vereisen enerzijds een goedkeuring van het onderzoek door een onafhankelijk ethisch comité; anderzijds is een geı¨nformeerde toestemming of toestemming met kennis van zaken van de vrijwilliger vereist betreffende ten minste de aard, de reikwijdte, de doelstellingen, de gevolgen, de verhoopte winsten. de risico’s van het experiment. De winsten, de risico’s van het experiment, de omstandigheden waarin het plaatsvindt evenals de identificatie, en het advies van het bevoegde ethisch comité.
DO 2005200608429
DO 2005200608429
Question no 793 de Mme Marleen Govaerts du 30 juin 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 793 van mevrouw Marleen Govaerts van 30 juni 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Factures adressées à des indépendants pour le paiement de la redevance à l’AFSCA.
Facturen gericht aan zelfstandigen voor de betaling van de FAVV-heffing.
Il me revient qu’un certain nombre d’indépendants n’ayant plus rien à voir avec le fonctionnement de la chaıˆne alimentaire ont reçu une facture avec bulletin de virement émanant de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA, Avenue Simon Bolivar, 30, 1000 Bruxelles) en vue du paiement de la redevance. Dans certains cas, il s’agit de personnes retraitées — voire décédées — depuis des années. D’autres ont reçu une facture à leur adresse mais portant un nom erroné, etc. Ces cas ne concernent pas seulement des indépendants du secteur primaire, non soumis à la déclaration obligatoire, mais également des indépendants qui n’ont pas reçu de formulaire de déclaration.
Er werden mij verschillende gevallen gemeld van zelfstandigen die niets meer te maken hebben met de voedselketen en die toch een factuur met overschrijving toegestuurd krijgen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of FAVV (Simon Bolivarlaan 30 te 1000 Brussel) om hun heffing te betalen. Er zijn mensen bij die al jaren gepensioneerd zijn, sommigen zelfs al jaren overleden, anderen krijgen een factuur op hun adres maar met een verkeerde naam, enzovoort. Het betreft hier niet alleen zelfstandigen uit de primaire sector die geen aangifteplicht hebben, maar ook andere zelfstandigen die geen aangifteformulier gekregen hebben.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27814
1. Sur quelles données et sur quelles années l’AFSCA se base-t-elle pour dresser la liste des personnes qui doivent s’acquitter de la redevance ? ` combien d’indépendants ce courrier a-t-il été 2. A adressé ? ` combien d’indépendants du secteur primaire 3. A — donc non soumis à la déclaration obligatoire — ce courrier a-t-il été adressé ?
1. Kan u meedelen op welke gegevens en op welke jaren het FAVV zich baseert om de lijst van bijdrageplichtigen op te stellen ?
4. Combien d’indépendants ou combien de proches d’indépendants décédés ont-ils réagi pour dire que dans leur cas la redevance n’était plus due ?
4. Hoeveel zelfstandigen of nabestaanden hebben al gereageerd dat ze niet meer in aanmerking komen voor deze bijdrage ?
5. Combien d’euros ayant été induˆment versés pour la période d’encaissement actuelle l’AFSCA doit-elle rembourser ?
5. Hoeveel euro die ten onrechte reeds zijn overgeschreven voor de huidige inningperiode, moet het FAVV terugstorten ?
6. Combien de demandes de paiement ont-elles été expédiées à tort lors des périodes d’encaissement précédentes ?
6. Hoeveel verkeerde betalingsformulieren werden er in vroegere periodes verstuurd ?
7. Lors des périodes précédentes, quels montants ont-ils été induˆment perçus puis remboursés ?
7. Hoeveel geld werd in vorige periodes ten onrechte geı¨nd en teruggestort ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 793 de Mme Marleen Govaerts du 30 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 793 van mevrouw Marleen Govaerts van 30 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
L’arrêté royal du 10 novembre 2005 relatif aux contributions prévoit que les opérateurs fassent auprès de l’AFSCA une déclaration des données nécessaires au calcul des contributions. Quant à l’arrêté ministériel du 18 novembre 2005, il établit le formulaire de déclaration des données.
Het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende de heffingen bepaalt dat de operatoren aangifte doen bij het FAVV van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de berekening van de heffingen. Het ministerieel besluit van 18 november 2005 stelt dan weer het formulier voor de aangifte van de gegevens vast.
Comme l’Agence était consciente que les banques de données d’opérateurs des anciennes entités pouvaient contenir des informations dépassées, les banques de données fusionnées ont, dans un premier temps, été mises en relation avec celle de la Banque-carrefour des entreprises.
Omdat het Agentschap er zich van bewust was dat de operatorendatabanken van de vroegere entiteiten verouderde informatie konden bevatten, werden de samengevoegde databanken in eerste instantie gerelateerd met deze van de Kruispuntbank der Ondernemingen.
Afin d’éliminer du système d’éventuelles erreurs résiduelles, l’AFSCA a ensuite envoyé dans la période novembre-décembre 2005 à tous les opérateurs une lettre comportant en annexe un formulaire de déclaration et une brochure d’information détaillée. Il a été demandé aux opérateurs de transmettre à l’Agence, à l’aide de ce formulaire de déclaration, les données nécessaires à la facturation de la contribution, ou bien de faire savoir qu’ils avaient dans l’intervalle éventuellement cessé ou cédé leurs activités.
Om eventueel resterende fouten uit het systeem te halen, heeft het FAVV vervolgens alle operatoren uit deze databank in de periode november december 2005 een brief gestuurd met in bijlage een aangifteformulier en een uitgebreide infobrochure. Er werd de operatoren gevraagd om aan de hand van dit aangifteformulier het Agentschap de voor de facturatie van de heffing noodzakelijke gegevens door te geven of om te laten weten dat ze eventueel hun activiteiten ondertussen stopgezet of overgelaten hadden.
Afin d’aider les opérateurs dans cette opération, et de leur donner éventuellement un complément d’information à ce sujet, un call center et un site web ont même été spécialement créés.
Om de operatoren hierbij bij te staan en om hen eventueel extra info hieromtrent te geven, werd zelfs speciaal een Call center en een website opgericht.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2. Hoeveel zelfstandigen werden er aangeschreven ? 3. Hoeveel zelfstandigen uit de primaire sector — dus zonder aangifteplicht — werden aangeschreven ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27815
Enfin, avant d’établir les listes pour la facturation, la banque de données a encore été adaptée en fonction des envois non délivrables par la poste. Si toutefois, la poste avait quand même délivré le courrier d’une personne décédée ou si une affaire avait dans l’intervalle, été reprise par les enfants sans qu’ils l’aient signalé à l’AFSCA, celle-ci ne pouvait le savoir d’aucune autre manière, sauf si cette modification a été transmise via le formulaire de déclaration.
Alvorens ten slotte de lijsten voor facturatie op te maken werd de databank ook nog aangepast in functie van de door de post niet bestelbare verzendingen. Indien de post echter de briefwisseling van een overleden persoon toch afleverde of indien een zaak ondertussen door de kinderen werd overgenomen zonder dat ze dit bij het FAVV meldden, kon het FAVV dit op geen enkele andere manier weten, tenzij deze wijziging via het aangifteformulier werd doorgegeven.
Vu la procédure suivie, on peut dire que tous ceux qui ont à présent reçu une facture ont donc également reçu le courrier d’information à la fin de l’année dernière.
Gezien de gevolgde procedure, kan men stellen dat iedereen die nu een factuur ontvangen heeft, eind vorig jaar dus ook de informatieve mailing ontvangen heeft.
Les opérateurs du secteur primaire n’ont toutefois pas dû, à la demande des organisations agricoles, introduire la déclaration, sauf :
Operatoren uit de primaire sector moesten echter, op vraag van de landbouworganisaties, de aangifte niet indienen tenzij
— s’ils n’avaient plus d’activités en 2006
— ze geen activiteiten meer hadden in 2006
ou
of
— s’ils répondaient aux critères pour être considérés comme éleveur amateur ou
— ze voldeden aan de criteria om als hobbyhouder beschouwd te worden of
— au cas où ils avaient des activités secondaires dans le domaine de compétences de l’AFSCA.
— in het geval ze nevenactiviteiten hadden binnen het bevoegdheidsdomein van het FAVV.
Les opérateurs qui ont fait savoir via la déclaration qu’ils n’avaient plus d’activités en 2006 ou d’être éleveur amateur n’ont pas reçu de facture.
Operatoren die via de aangifte te kennen gegeven hebben, geen activiteiten meer te hebben in 2006 of hobbyhouder te zijn, hebben geen factuur ontvangen.
C’est la première année que cette contribution est organisée. J’estime dès lors que l’Agence alimentaire a pris toutes les mesures possibles à sa portée pour retirer de ses banques de données les données erronées ou dépassées avant d’envoyer les factures.
Het is het eerste jaar dat deze heffing georganiseerd wordt. Ik meen dan ook dat het Voedselagentschap alle mogelijke maatregelen genomen heeft, die binnen haar bereik liggen, om fouten of verouderde data uit haar databanken te halen vooraleer de facturen verzonden werden.
Aux questions 2 à 7, une réponse définitive ne pourra être donnée qu’au moment où toutes les déclarations, réclamations et données de facturation seront connues et traitées. C’est seulement à la fin de cette année, début de l’année prochaine que ces données seront disponibles et constitueront la base d’une évaluation approfondie du système.
Op de vragen 2 tot 7 zal pas een sluitend antwoord kunnen gegeven worden op het moment dat alle aangiftes, bezwaren en facturatiegegevens gekend en verwerkt zijn. Pas op het inde van dit jaar, begin volgend jaar zullen deze gegevens beschikbaar zijn en zullen ze de basis vormen voor een grondige evaluatie van het systeem.
Dans la période précédente, aucun formulaire de paiement erroné n’a été envoyé étant donné que l’arrêté royal du 10 novembre 2005 relatif aux contributions n’est entré en vigueur que le 1er janvier 2006.
Er zijn in de vroegere periode geen verkeerde betalingsformulieren verstuurd aangezien het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende de heffingen slechts in voege trad op 1 januari 2006.
Un même raisonnement est applicable aux contributions indûment perçues et reversées dans des périodes antérieures.
Eenzelfde redenering gaat op voor de ten onrechte geı¨nde en teruggestorte heffingen in vorige periodes.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27816
DO 2005200608512
DO 2005200608512
Question no 798 de M. Koen Bultinck du 13 juillet 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 798 van de heer Koen Bultinck van 13 juli 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Cotisation versée à l’AFSCA par les banques alimentaires.
Financie¨le bijdrage aan het FAVV door de Voedselbanken.
Antérieurement, les organisations caritatives étaient exemptées du paiement d’une cotisation à l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire ` la suite de l’instauration du nouveau (AFSCA). A système de financement, il a été mis fin à cette situation. 1. Eˆtes-vous informé du problème qui se pose à ce sujet pour les banques alimentaires ?
Vroeger waren liefdadigheidsorganisaties vrijgesteld van het betalen van een bijdrage aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Met het nieuwe financieringssysteem is dat veranderd.
2. Une solution est-elle en préparation ?
1. Bent u op de hoogte van het probleem dat zich hierbij voordoet voor de Voedselbanken ? 2. Wordt er aan een oplossing gewerkt ?
3. Quand le nouveau système de financement de l’AFSCA sera-t-il évalué ?
3. Wanneer volgt de evaluatie van het nieuwe financieringssysteem van het FAVV ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 798 de M. Koen Bultinck du 13 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 798 van de heer Koen Bultinck van 13 juli 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Je suis bien sûr informé du problème soulevé par les banques alimentaires.
1. Ik ben uiteraard op de hoogte van het door de voedselbanken aangehaalde probleem.
2. J’ai proposé au Conseil des ministres du 20 juillet 206 de suspendre le paiement obligatoire de la contribution à l’AFSCA pour les associations caritatives constituées en ASBL, ayant exclusivement pour objet des actions philantropiques ou de bienfaisance et reposant sur du personnel volontaire.
2. Ik heb de Ministerraad van 20 juli 2006 voorgesteld de verplichte betaling van de heffing aan het FAVV op te schorten voor als VZW’s opgerichte caritatieve verenigingen met als énige doelstelling menslievendheid of liefdadigheid en die met vrijwilligers werken.
3. Le nouveau système de financement de l’AFSCA est entré en vigueur le 1er janvier 2006 après une intense concertation avec les organisations professionnelles représentatives de la chaıˆne alimentaire.
3. Het nieuwe systeem voor de financiering van het FAVV ging in op 1 januari 2006, na intens overleg met de representatieve beorepsverenigingen uit de voedselketen.
Dès le départ, il a été prévu qu’un bilan de cette première expérience serait tiré après un an.
Het was van bij het begin de bedoeling om na één jaar een balans op te maken van deze eerste ervaring.
DO 2005200608553
DO 2005200608553
Question no 803 de Mme Muriel Gerkens du 18 juillet 2006 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 803 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Homologation de l’imidaclopride.
Erkenning van imidaclopride.
Lors d’une précédente interpellation à propos du pesticide Gaucho, suspecté d’être partiellement responsable du dépérissement des ruchers, vous
In het kader van een vorige interpellatie over het pesticide Gaucho, waarvan wordt vermoed dat het gedeeltelijk verantwoordelijk is voor het hoge sterfte-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27817
m’aviez répondu que la décision française d’interdire ce produit risquait fort d’être cassée par le Conseil d’E´tat français vu le non respect de la législation européenne que représentait cet acte juridique.
cijfer bij bijen, antwoordde u mij dat de kans groot was dat de beslissing van de Franse autoriteiten om dat product te verbieden door de Franse Raad van State zou worden vernietigd omdat zij een schending van de Europese regelgeving zou inhouden.
Le 28 avril 2006, le Conseil d’E´tat français rejetait les recours de la société Bayer Cropscience ainsi que ceux de la filière maı¨s française, confirmant ainsi la légitimité de l’interdiction du Gaucho prise par le ministre de l’Agriculture en 2004.
Op 28 april 2006 heeft de Franse Raad van State de door firma Bayer Cropscience en de Franse maı¨ssector ingestelde beroepen verworpen en aldus de wettigheid van het door de minister van Landbouw in 2004 uitgesproken verbod van het gebruik van Gaucho bekrachtigd.
Les arguments utilisés sont que l’homologation du Gaucho a été accordée sans que la non toxicité de ses composants ne soit prouvée de manière suffisante sur base des critères définis dans la directive 91/214. En effet, le quotient de danger (dose en grammes/hectare susceptible de tuer la moitié de la population d’abeilles) du Gaucho a été reconnu supérieur à 50, entraıˆnant ainsi logiquement le retrait du produit. L’étude de référence présente en effet un quotient de danger oral de 18 900 et un quotient de danger par contact de 11 283.
Als argument wordt aangevoerd dat de erkenning van Gaucho werd verleend zonder dat de niettoxiciteit van de bestanddelen ervan afdoende werd bewezen op grond van de criteria die in de richtlijn 91/ 214 zijn vervat. Er werd aangetoond dat het risicoquotie¨nt (dosis in gram/hectare die mogelijk de helft van de bijenpopulatie kan doden) van Gaucho hoger is dan 50, wat logischerwijze de intrekking van het product met zich brengt. De referentiestudie wijst immers uit dat het risicoquotie¨nt voor orale blootstelling 18 900 bedraagt en het risicoquotie¨nt voor contactblootstelling 11 283.
En Belgique, notre système d’homologation des pesticides est également régi par cette directive et prévoit aussi, lorsque le quotient de risque d’une substance est supérieur à 50, l’impossibilité d’homologation, à moins que le producteur ne prouve sa non toxicité.
In ons land wordt het systeem voor de erkenning van pesticiden ook door die richtijn geregeld. Ook in Belgie¨ kan een product onmogelijk worden erkend wanneer het risicoquotie¨nt hoger is dan 50, tenzij de producent de niet-toxiciteit ervan bewijst.
1. a) Dans le dossier d’évaluation présenté lors de l’homologation de l’imidaclopride dans notre pays, à combien s’élevait ce quotient de danger ? b) E´tait-il supérieur à 50 ?
1. a) Wat was het risicoquotie¨nt in het evaluatiedossier dat in het kader van de erkenning van imidaclopride in ons land werd voorgelegd ?
c)
Comment expliquez-vous les éventuelles différences de quotient de danger avec la situation française ?
b) Was het hoger dan 50 ? c)
Hoe verklaart u de eventuele verschillen qua risicoquotie¨nt in vergelijking met Frankrijk ?
2. Pouvez-vous mettre à ma disposition l’ensemble des études ayant été élaborées et produites dans le cadre de l’évaluation qui a eu lieu pour l’agréation de l’imidaclopride ? 3. La décision du Conseil d’E´tat français à elle seule ne vous permet-elle pas déjà d’agir aujourd’hui face à un problème ou` un faisceau de preuve semble aujourd’hui plus que suffisant pour intervenir au nom du principe de précaution et ce, en suspendant les autorisations de commercialisation du Gaucho ?
2. Kan u mij alle studies bezorgen die in het kader van de evaluatie met het oog op de erkenning van imidaclopride werden verricht ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 803 de Mme Muriel Gerkens du 18 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 803 van mevrouw Muriel Gerkens van 18 juli 2006 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Kan u niet ingrijpen op grond van de beslissing van de Franse Raad van State alleen al en, in naam van het voorzorgsbeginsel, de vergunningen voor het in de handel brengen van Gaucho opschorten, aangezien er ter zake al meer dan voldoende bewijzen lijken te bestaan ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27818
1. La première étape dans l’évaluation du risque pour les abeilles est le calcul du quotient de danger. Contrairement à ce que l’honorable membre déclare dans sa question, le quotient de danger n’est pas la dose en grammes/hectare susceptible de tuer la moitié de la population d’abeilles, mais le ratio entre la dose d’application en gramme/hectare et la dose en ug/ abeille susceptible de tuer la moitié des abeilles. Il n’existe pas un quotient de danger oral unique et un quotient de danger par contact unique pour l’imidaclopride. Il y a lieu de calculer ces deux quotients pour chaque usage de chaque formulation contenant l’imidaclopride. Lorsque le quotient est supérieur à 50, ce qui est cas pour les usages du Gaucho en Belgique, la législation européenne prescrit qu’il n’est pas accordé d’autorisation, à moins qu’une évaluation appropriée du risque établisse concrètement que l’utilisation du produit dans les conditions d’utilisation proposées n’a pas ` cet effet, le d’impact inacceptable sur les abeilles. A producteur du pesticide est tenu de fournir des études complémentaires en serre, en champ, etc. Ces études ont été soumises aux autorités belges et ont permis au Comité d’agréation de juger que les usages du Gaucho en traitement de semences de maı¨s, betteraves et céréales ne présentent pas de risque pour les abeilles.
Le quotient de danger pour l’usage du Gaucho en traitement de semences de betteraves est, par exemple, de 36 900 et est donc similaire aux valeurs que vous indiquez pour la France. Mais il est évident que cet usage n’implique pas d’exposition des abeilles (les betteraves ne fleurissent pas et ne sont pas visitées par les abeilles) et une autorisation est donc possible malgré ce quotient élevé. 2. Le dossier pour une seule formulation comprend plusieurs milliers de pages et ne peut pas être aisément copié. Pour la substance active imidaclopride s’y ajoutent quelques dizaines de milliers de pages. Toutefois, les études et évaluations qui ont mené à l’agréation du Gaucho peuvent être consultées auprès de mon administration sur simple demande. 3. Actuellement, j’estime qu’aucun élément nouveau ne permet de suspendre l’agréation du Gaucho : — sur la base de l’ensemble des études requises du notifiant, le Comité d’agréation a estimé que les usages agréés du Gaucho en Belgique ne présentent pas de risque inacceptable pour les abeilles; — les résultats de l’étude des causes du dépérissement des ruchers réalisée à la demande du Parlement wallon par le professeur Haubruge sont mainte-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
1. De eerste stap in de evaluatie van het risico voor bijen is de berekening van de gevaarscoe¨fficie¨nt. In tegenstelling tot wat het geachte lid in haar vraag verklaart is de gevaarscoe¨fficie¨nt niet de dosis in gram/ hectare die de helft van de bijenpopulatie doodt, maar de verhouding tussen de toepassingsdosis in gram/ hectare en de dosis in ug/bij die de helft van de bijen doodt. Er bestaat niet één enkele orale gevaarscoe¨fficie¨nt en één enkele dermale gevaarscoe¨fficie¨nt voor imidacloprid. Voor ieder gebruik van elke imidacloprid bevattende formulering moeten beide gevaarscoe¨fficie¨nten worden berekend. Indien de coe¨fficie¨nt groter is dan 50, wat het geval is voor de toepassingen van Gaucho in Belgie¨, dan schrijft de Europese wetgeving voor dat er geen toelating wordt verleend, tenzij door een adequate risicoevaluatie duidelijk is aangetoond dat er, na toepassing van het middel volgens de voorgestelde gebruiksaanwijzing, geen onaanvaardbare effecten op bijen zijn. Daartoe moet de producent van het gewasbeschermingsmiddel bijkomende studies in kassen, in veldomstandigheden enz. leveren. Dergelijke studies werden aan de Belgische autoriteiten voorgelegd en hebben het Erkenningscomité toegelaten te oordelen dat het gebruik van Gaucho voor de behandeling van zaaizaad van maı¨s, bieten en graangewassen geen risico voor bijen inhoudt. De gevaarscoe¨fficie¨nt voor het gebruik van Gaucho voor zaaizaadbehandeling van bieten bedraagt bij voorbeeld 36 900, wat dus vergelijkbaar is met de Franse cijfers die u citeert. Maar het is vanzelfsprekend dat dit gebruik geen blootstelling van de bijen met zich meebrengt (bieten bloeien niet en worden niet door bijen bezocht), en een toelating is dus toch mogelijk ondanks de hoge coe¨fficie¨nt. 2. Het dossier voor een enkele formulering omvat meerdere duizenden bladzijden. Voor de werkzame stof imidacloprid komen daar nog eens enkele tienduizenden bladzijden bij. Dit is dus wat veel om te kopie¨ren. Niettemin kunnen de studies en de evaluaties die hebben geleid tot de erkenning van Gaucho op aanvraag geconsulteerd worden bij mijn administratie. 3. Ik meen dat voor het ogenblik geen enkel nieuw element mij toelaat de erkenning van Gaucho te schorsen : — op basis van het geheel van de studies die de aanvrager diende te bezorgen heeft het Erkenningscomité geoordeeld dat de erkende toepassingen van Gaucho in Belgie¨ geen onaanvaardbaar risico voor bijen inhouden; — de resultaten van de studie naar de oorzaken van de bijensterfte, verricht door professor Haubruge op vraag van het Waalse Parlement, zijn nu 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27819
nant disponibles. Ces résultats montrent que le dépérissement ne serait pas dû aux pesticides agricoles mais plutoˆt aux maladies des abeilles et aux difficultés rencontrées par les apiculteurs pour les combattre efficacement;
beschikbaar. De resultaten tonen aan dat de sterfte niet te wijten zou zijn aan gewasbeschermingsmiddelen, maar veeleer aan bijenziekten en de problemen die de imkers ondervinden om deze efficie¨nt te bestrijden;
— je tiens également à rappeler l’honorable membre qu’un groupe de travail au sein du programme fédéral de réduction des pesticides et biocides examine cette question de façon détaillée et est en passe de soumettre ses conclusions;
— ik wens het geachte lid er verder aan te herinneren dat een werkgroep in het kader van het federaal reductieprogramma voor pesticiden en biociden dit vraagstuk op gedetailleerde wijze onderzoekt en binnenkort haar conclusies zal presenteren;
— enfin, j’attire l’attention de l’honorable membres sur le fait que les produits contenant de l’imidaclopride restent autorisés dans de nombreux pays de l’Union européenne et que seule la France a pris des mesures très restrictives à l’égard de cette substance.
— ten slotte vestig ik de aandacht van het geachte lid op het feit dat middelen op basis van imidacloprid in talrijke landen van de Europese Unie zijn toegelaten en dat alleen Frankrijk sterk beperkende maatregelen ten aanzien van deze stof heeft genomen.
DO 2005200608719
DO 2005200608719
Question no 814 de Mme Nathalie Muylle du 22 août 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 814 van mevrouw Nathalie Muylle van 22 augustus 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Maltraitance d’animaux.
Verwaarlozen van dieren.
Des cas de maltraitance d’animaux ont été signalés de temps à autre pendant l’été et les médias ont fait état de négligences à l’égard d’un cheval. Chaque année, en effet, de nombreux animaux domestiques sont abandonnés pendant l’été.
Tijdens de zomer werden af en toe meldingen gedaan van verwaarloosde dieren. In het nieuws kwam er wel eens een melding van een verwaarloosd paard. Het is echter ieder jaar een trend dat er veel achtergelaten huisdieren zijn in de zomer.
1. Combien d’infractions à la loi relative au bienêtre des animaux le « Service Bien-être animal » a-t-il constatées pendant l’été ?
1. Hoeveel inbraken op de dierenwelzijnswet heeft de inspectiedienst Dierenwelzijn deze zomer vastgesteld ?
2. a) Ces infractions ont-elles été constatées auprès de particuliers ou auprès d’éleveurs professionnels ?
2. a) Waar kwamen de inbreuken voor : bij particulieren of bij professionele veehouders ?
b) Quel est le rapport quantitatif entre ces deux catégories ?
b) Wat is de verhouding ?
3. De quels animaux s’agissait-il principalement ?
3. Over welke dieren ging het vooral ?
4. Envisagez-vous de mener des actions pour dissuader les citoyens de prendre à la légère un animal domestique chez eux ?
4. Plant u acties om mensen te sensibiliseren niet lichtzinnig een huisdier in huis te nemen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 31 octobre 2006, à la question no 814 de Mme Nathalie Muylle du 22 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 814 van mevrouw Nathalie Muylle van 22 augustus 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
De début juin à début septembre 2006, le service Bien-être animal a reçu en tout 25 plaintes concernant des négligences sur des animaux de prairie.
Van begin juni tot begin september 2006 heeft de Inspectiedienst Dierenwelzijn in totaal 25 klachten betreffende verwaarlozing van weidedieren ontvangen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27820
Les constats concernant les chiens et chats abandonnés ont été établis le plus souvent par la police. Le Service Inspection Bien-être animal ne possède aucune donnée à ce sujet.
De vaststellingen van achtergelaten honden en katten worden meestal verricht door de politie. De Inspectiedienst Dierenwelzijn heeft bijgevolg hierover geen gegevens.
Si les propriétaires des animaux de compagnie abandonnés (surtout des chiens) sont identifiés, il arrive que le service Inspection soit interrogé par la police, (via le parquet ou non), afin d’obtenir un placement de ces animaux. Il n’est pas toujours facile de déterminer s’il s’agit de chiens abandonnés ou perdus.
Indien de eigenaar van achtergelaten gezelschapsdieren (voornamelijk honden) kan worden achterhaald dan ontvangt de Inspectiedienst regelmatig vragen van de politie (al of niet via het parket) om een bestemming voor deze dieren te vragen. Het is hierbij niet altijd duidelijk of het om achtergelaten dan wel om verloren gelopen honden gaat.
Le service Inspection est interrogé toute l’année (2 à 4 fois par mois); il n’a constaté aucune augmentation cet été.
Dergelijke vragen komen gans het jaar op Inspectiedienst terecht (2 tot 4 maal per maand); er is geen stijging deze zomer vastgesteld.
Les infractions concernant les négligences sur les animaux cette été ont surtout été constatées chez les « particuliers ». Le Service inspection a établi 7 avertissements, 5 procès-verbaux et confisqué une fois 11 chevaux et une fois 3 chevaux.
De inbreuken van dierenverwaarlozing deze zomer werden voornamelijk vastgesteld bij « particulieren ». De Inspectiedienst heeft 7 waarschuwingen en 5 processen-verbaal opgesteld. Er werden eenmaal 11 paarden en éénmaal 3 paarden in beslag genomen.
Les plaintes concernent les animaux suivants :
De klachten gingen over de volgende diersoorten :
— chevaux (17);
— paarden (17);
— bovins (2);
— runderen (2);
— aˆnes et chevaux (5);
— ezels en paarden (5);
— chèvres (1).
— geiten (1).
Ces plaintes ont surtout trait :
Deze klachten hadden vooral betrekking op :
— au manque ou à l’insuffisance de nourriture et de boisson;
— onvoldoende of geen voeder en drinken;
— aux soins vétérinaires insuffisants;
— onvoldoende veterinaire verzorging;
— au manque d’abri.
— geen beschutting.
Pendant le mois d’août, les services d’Inspection ont organisé une action de controˆle concernant l’identification et l’enregistrement des chiens. Il s’agissait principalement d’une action de sensibilisation. Si l’obligation de respecter la législation incombe en premier lieu aux vendeurs agréés ou aux vendeurs particuliers, il s’agissait également de sensibiliser les acheteurs au fait que prendre un animal domestique chez soi doit être un acte réfléchi.
Gedurende de maand augustus heeft de Inspectiedienst een controleactie gehouden naar de identificatie en registratie van honden. Deze actie was vooral sensibiliserend bedoeld. Het zijn in eerste instantie de erkende of particuliere verkopers die de wetgeving moeten naleven maar door sensibilisering zullen kopers al waakzamer zijn en hopelijk ook minder lichtzinnig een huisdier in huis nemen.
Lors du controˆle, l’origine du chien a chaque fois été demandée. Les éleveurs qui ont vendu ou offert des chiens non identifiés doivent s’attendre à une visite de controˆle au cours des prochains mois.
Tijdens de controle werd ook steeds nagevraagd waar men de hond aangekocht of verkregen heeft. De kwekers, die niet-geı¨dentificeerde honden verkochten of schonken, zullen zich de komende maanden aan een controlebezoek mogen verwachten.
De telles actions seront réitérées à l’avenir.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Dergelijke acties zullen in toekomst worden herhaald. 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27821
Ministre de la Coopération au Développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
DO 2005200608567
DO 2005200608567
Question no 126 de Mme Zoé Genot du 19 juillet 2006 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 126 van mevrouw Zoé Genot van 19 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Ducroire. — Projet « Sakhalin II ».
Delcrederedienst. — « Sakhalin II-project ».
Le projet « Sakhalin II », au large de l’ıˆle russe de Sakhaline, d’un consortium dont un des acteurs le plus important est l’entreprise Shell, est un chantier immense d’exploration de gaz naturel et de pétrole. Une série de problèmes en matière de protection des peuples indigènes et de protection de l’environnement se posent. Je me limite ici à quatre problèmes concrets.
Het « Sakhalin II »-project voor de kust van het Russische eiland Sakhalin, dat werd opgezet door een consortium waarvan het bedrijf Shell een van de belangrijkste partners is, is een grootschalige onderneming voor de winning van aardgas en aardolie. In verband met dat project rijzen er een aantal problemen op het stuk van de bescherming van de inheemse volkeren en het leefmilieu. Ik zal mij hier tot vier concrete problemen beperken.
Un tiers de l’économie locale dépend de la pêche, mais celle-ci est menacée par le projet. L’économie locale, et donc le sort des milliers de personnes, est menacée. « The World Conservation Union », un réseau de 82 états et 111 agences gouvernementales qui constitue l’organisation la plus importante en matière de protection de la nature, a signalé, par courrier officiel, que Shell ne prend pas suffisamment en compte la protection de la nature et de la biodiversité (il se pose notamment des problèmes pour des baleines d’une espèce très rare, en voie d’extinction). Les canalisations « onshore » traversent plus de 100 rivières et ruisseaux, mais les mesures nécessaires pour éviter les pollutions ne semblent pas être prises.
Een derde van de plaatselijke economie is afhankelijk van de visvangst, maar die wordt door het project bedreigd. Duizenden mensen dreigen daarvan het slachtoffer te worden. « The World Conservation Union », een netwerk van 82 staten en 111 gouvernementele organisaties dat de belangrijkste natuurbeschermingsorganisatie vormt, heeft er in een officie¨le brief op gewezen dat Shell onvoldoende rekening houdt met de bescherming van de natuur en de biodiversiteit (er rijzen onder meer problemen voor een zeer zeldzame walvissoort die met uitsterven is bedreigd). De « onshore »-leidingen lopen door meer dan 100 rivieren en beken, maar men lijkt niet de nodige maatregelen te hebben getroffen om vervuiling te voorkomen.
Ceci a incité, l’année passée, la Banque européenne pour la reconstruction et le développement à critiquer fortement Shell. ` ce stade-ci, les problèmes ne semblent pas encore A résolus. Il n’y pas de « oil spill response plan » (plan visant à éviter la pollution de la mer par des incidents ou accidents des bateaux transportant des produits pétroliers).
Als gevolg daarvan heeft de Europese bank voor wederopbouw en ontwikkeling vorig jaar forse kritiek geuit op Shell.
Le Ducroire a été saisi pour couvrir une partie des risques de ce projet. Vu que le projet ne respecte pas les recommandations de l’OCDE (« OECD Recommandations on Common Approaches on Environnement and Officially Supported Export Credits »), je ne vois pas comment le Ducroire pourrait donner son feu vert.
De Delcrederedienst kreeg het verzoek om een gedeelte van de risico’s van dat project te dekken. Aangezien het project de OESO-aanbevelingen niet naleeft (« OECD Recommandations on Common Approaches on Environnement and Officially Supported Export Credits »), zie ik niet in hoe de Delcrederedienst zijn fiat zou kunnen geven.
1. Quels avis internes et externes, le Ducroire a-t-il demandés pour évaluer cette demande ?
1. Welke interne en externe adviezen heeft de Delcrederedienst in het kader van de evaluatie van dat verzoek gevraagd ?
2. Quel est le contenu de ces avis ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
De problemen lijken nog niet opgelost. Er is geen « oil spill response plan » (plan ter voorkoming van vervuiling van de zee door incidenten of ongevallen met olietankers).
2. Wat is de inhoud van die adviezen ? 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27822
3. Quel a été la position du représentant du ministre au sein du Ducroire sur ce projet ? 4. Quelle en est la motivation ?
3. Wat was het standpunt van de vertegenwoordiger van de minister binnen de Delcrederedienst over dat project ? 4. Wat was daarvan de motivering ?
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 3 novembre 2006, à la question no 126 de Mme Zoé Genot du 19 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 3 november 2006, op de vraag nr. 126 van mevrouw Zoé Genot van 19 juli 2006 (Fr.) :
Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 372 du 19 juillet 2006 qui a été communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre. (Question no 372 du 19 juillet 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 142, p. 27779.)
Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 372 van 19 juli 2006 dat door de minister van Buitenlandse Zaken werd meegedeeld aan de Kamer. (Vraag nr. 372 van 19 juli 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 142, blz. 27779.)
DO 2005200608598
DO 2005200608598
Question no 128 de Mme Zoé Genot du 24 juillet 2006 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 128 van mevrouw Zoé Genot van 24 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Suivi des objectifs du millénaire. — Rapport.
Opvolging van de millenniumdoelstellingen. — Rapportering.
La loi du 14 juin 2005 relative au suivi de l’action gouvernementale en ce qui concerne les objectifs du millénaire pour le développement prévoit que le gouvernement dépose chaque année auprès de la Chambre un rapport déterminant les étapes réalisées pour mettre en œuvre les objectifs du millénaire pour le développement. Le premier rapport devait être déposé au plus tard le 30 juin 2006.
De wet van 14 juni 2005 betreffende de follow-up van het optreden van de regering op het stuk van de Millenniumdoelstellingen inzake ontwikkeling bepaalt dat de regering elk jaar in de federale wetgevende kamers een voortgangsrapport indient over de stadia die bereikt werden om de millenniumdoelstellingen inzake ontwikkeling te realiseren. Het eerste rapport moest uiterlijk 30 juni 2006 worden ingediend.
1. Pouvez-vous communiquer pourquoi ce rapport n’a pas été déposé à temps ?
Waarom werd dat rapport niet tijdig ingediend ?
2. Quel timing prévoyez-vous pour le dépoˆt de ce rapport ?
Welk tijdpad stelt u voorop voor de indiening van dat rapport ?
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 3 novembre 2006, à la question no 128 de Mme Zoé Genot du 24 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 3 november 2006, op de vraag nr. 128 van mevrouw Zoé Genot van 24 juli 2006 (Fr.) :
Le premier rapport sur l’état d’avancement des Objectifs du Millénaire n’a, en effet, pas encore été déposé. L’administration est toujours occupée à sa rédaction. La date de publication prévue a donc subi un retard dont les raisons sont de deux types.
Het eerste Millennium Vooruitgangsrapport werd inderdaad nog niet ingediend. De administratie is nog steeds bezig met de opmaak ervan. Er zit dus vertraging op de voorziene publicatiedatum. De redenen zijn van tweee¨rlei aard.
En premier lieu, il a été jugé nécessaire de présenter les chiffres pour 2005 de la manière la plus informative et la plus pertinente possible. Pour ce faire, il faut pouvoir disposer de la répartition sectorielle des données APD pour 2005. Celles-ci n’ont été disponibles qu’à la fin du premier semestre.
In de eerste plaats leek het aangewezen om de cijfers voor 2005 zo informatief en pertinent mogelijk te maken. Om dat te kunnen doen is het nodig om te kunnen beschikken over de sectorale verdeling van de ODA-gegevens voor 2005. Die zijn pas beschikbaar op het einde van het eerste semester.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27823
En deuxième lieu, j’ai estimé utile de charger la DGCD de la réalisation d’une analyse approfondie des différentes options en présence afin de faire de cette nouvelle publication un véritable rapport de fond susceptible d’informer le Parlement de manière professionnelle sur la contribution de la coopération belge aux objectifs du Millénaire. Il s’agit d’un nouveau rapport, il est donc important de préparer d’emblée le schéma adéquat. Le service concerné de la DGCD dispose déjà depuis mai de l’information et des données fournies par la Représentation belge auprès des Nations unies et auprès des institutions de Bretton Woods à Washington. Cette information était donc disponible en temps utile à l’état brut. J’ai toutefois jugé nécessaire d’intégrer cette information dans le contexte plus large des progrès réalisés par les 18 pays partenaires. Les données statistiques y afférentes ont été collectées et seront traitées dans la deuxième moitié du rapport. Par ailleurs, il y a lieu d’aligner ce nouveau rapport sur les rapports généraux et spécifiques en matière de coopération belge au développement qui existent déjà. Il n’est pas inutile de relever à cet égard que la DGCD rédige déjà un rapport annuel d’activités et que la CTB est également tenue d’établir un rapport annuel. D’autre part, il y a des rapports spécifiques, destinés au Parlement ou non, concernant le respect des droits de l’homme et la coopération au développement, concernant la problématique de l’égalité hommes-femmes, concernant les droits de l’enfant, concernant le Fonds Belge de Survie, etc. Tout récemment, la Belgique a également collaboré aux rapports internationaux rédigés au sujet de l’objectif 8 (mettre en place un partenariat mondial pour le développement) et de la coopération avec les pays les moins avancés. J’estime utile de réaliser, avec toutes les parties intéressées, une analyse portant sur l’utilité et la plus-value de chacun de ces rapports généraux et spécifiques et de chercher si nous ne pouvons pas viser à court terme une simplification de ces différentes obligations de faire rapport, qui entraıˆnent toujours un travail considérable. ` cet égard, il me semble que nous pouvons saisir A l’occasion que nous offre ce nouveau rapport ODM pour avoir un échange de vues sur la question et apprendre de la part des honorables membres le type d’informations qu’ils souhaitent recevoir et sur quels aspects de fond ils souhaitent être informés, de manière à ce que le débat soit le plus productif possible. Quoi qu’il en soit, je me réjouis de pouvoir entamer, avec vous, une discussion approfondie sur ce que la Belgique fait déjà et peut encore faire pour soutenir les Objectifs du Millénaire.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
In de tweede plaats heb ik het nuttig geachte om DGOS een degelijke analyse te laten maken van de verschillende opties die voorliggen om van deze nieuwe publicatie een echt inhoudelijk rapport te maken dat het Parlement deskundig zou kunnen informeren over de wijze waarop de Belgische ontwikkelingssamenwerking bijdraagt tot de Millenniumdoelstellingen. Het gaat om een nieuw rapport en het is dus belangrijk om van in het begin het juiste stramien op te maken. De betrokken dienst beschikt reeds sedert mei over de informatie en gegevens die werden aangeleverd door de Belgische vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties en bij de Bretton Woods-instellingen in Washington. Deze bruto-informatie was dus op tijd beschikbaar. Het leek mij echter aangewezen die informatie te kaderen in de ruimere context van de vooruitgang van de 18 partnerlanden. De statistische gegevens daarover werden opgezocht en zullen worden verwerkt in het tweede gedeelte van het rapport. Daarenboven moet ook een afstemming worden gemaakt tussen dit nieuwe rapport en de reeds bestaande algemene of specifieke rapporteringen inzake de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Het is niet overbodig er op te wijzen dat DGOS reeds een jaarlijks activiteitenverslag opmaakt en dat ook de BTC ertoe gehouden is een jaarverslag op te stellen. Verder zijn er specifieke rapporteringen, al of niet aan het Parlement, betreffende het respect van de mensenrechten en de ontwikkelingssamenwerking, betreffende de genderproblematiek, betreffende kinderrechten, betreffende het Belgisch Overlevingsfonds, enzovoort. Belgie¨ heeft recentelijk ook meegewerkt aan de internationale rapporten opgesteld over Millenniumdoelstelling nr. 8 en over de samenwerking met de minst ontwikkelde landen. Het lijkt mij nuttig om met alle betrokken partijen een analyse te maken van het nut en de meerwaarde van elk van die algemene en specifieke rapporteringen en na te gaan of wij niet kunnen streven naar een vereenvoudiging van deze verschillende rapporteringverplichtingen, die steeds zeer arbeidsintensief zijn. Het komt me alleszins voor dat wij dit nieuwe MDG-verslag kunnen aangrijpen als een gelegenheid om daarover een gedachtewisseling te hebben en om van u te horen welke informatie u wenst te ontvangen en welke inhoudelijke aspecten u wenst belicht te zien, zodat het debat zo productief mogelijk kan gevoerd worden. Ik kijk alleszins uit naar een inhoudelijke discussie met u over wat Belgie¨ doet en beter kan doen om de Millenniumdoelstellingen te ondersteunen.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27824
Je suis également en mesure de vous faire savoir que ma cellule stratégique suit activement cette problématique de concert avec les services administratifs concernés de la DGCD. Dans le courant du mois de juillet, une première discussion a déjà été consacrée à la toute première version du rapport ODM. Une deuxième réunion de travail s’est tenue fin août, l’objectif était de finaliser ce rapport dans le courant du mois de septembre de sorte qu’il puisse être soumis au débat dès que le Parlement reprendra ses activités.
Ik kan u ook laten weten dat mijn beleidsel deze problematiek actief opvolgt met de betrokken administratieve diensten van DGOS. Er is reeds een eerste bespreking gewijd aan de allereerste versie van het MDG-rapport in de loop van de maand juli Einde augustus is een tweede werkvergadering gepland en het is de bedoeling om dit eerste Millenniumvooruitgangsrapport af te werken in september zodat het ter bespreking kan worden voorgelegd zodra het Parlement zijn werkzaamheden hervat.
J’espère que l’honorable membre partage l’avis qu’il vaut la peine de prendre le temps nécessaire pour rédiger un bon rapport de fond, de manière à ce que le débat puisse se dérouler de manière enrichissante et productive.
Ik hoop dat umet mij de mening deelt dat het de moeite loont om de tijd te nemen voor het opstellen van een goed inhoudelijk rapport zodat het debat informatief en vruchtbaar kan verlopen.
DO 2005200608731
DO 2005200608731
Question no 129 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 129 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration.
Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
En vertu de l’article 32 de la Constitution coordonnée du 17 février 1994 (Moniteur belge du 17 février 2004) : « Chacun a le droit de consulter chaque document administratif et de s’en faire remettre copie, sauf dans les cas et conditions fixés par la loi, le décret ou la règle visée à l’article 134. »
Volgens artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 februari 2004) : « Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134 ».
` l’échelon fédéral, cet article a trouvé son applicaA tion dans la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration (Moniteur belge du 30 juin 1994). Cette loi visait à mettre fin à la culture d’opacité de l’administration et à permettre aux citoyens d’avoir accès aux documents administratifs sur simple demande.
Op het federale vlak vond dat artikel zijn toepassing in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1994). Deze wet beoogde een einde te stellen aan de cultuur van geheimhouding van de administratie en de bestuursdocumenten voortaan op eenvoudig verzoek toegankelijk te maken voor de burgers.
Selon un article récent paru dans le Juristenkrant, cette loi serait inefficace face aux attentes importantes suscitées et est probablement un coup dans l’eau.
Uit een recent artikel verschenen in de Juristenkrant blijkt deze wet de hooggespannen verwachtingen echter niet in te lossen en wellicht een maat voor niets te zijn geweest.
1. Combien de demandes de consultation, d’explication ou de communication d’une copie d’un document administratif ont reçu votre chancellerie ou l’un des organismes relevant de votre tutelle depuis la publication de la loi du 11 avril 1994 ?
1. Hoeveel vragen om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument heeft uw kanselarij of één van de organismen onder uw voogdij ontvangen sinds de publicatie van de wet van 11 april 1994 ?
2. a) Combien de ces demandes ont-elles été rejetées ?
2. a) Hoeveel van deze vragen werden afgewezen ?
b) Pourquoi ont-elles été rejetées ?
b) Voor welke motieven ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27825
Réponse du ministre de la Coopération au développement du 3 novembre 2006, à la question no 129 de M. Luc Sevenhans du 23 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 3 november 2006, op de vraag nr. 129 van de heer Luc Sevenhans van 23 augustus 2006 (N.) :
Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 381 du 23 août 2006 qui sera communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre. (Questions et Réponses, Chambre, 20062007, no 142, p. 27785.)
Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 381 van 23 augustus 2006 dat door de minister van Buitenlandse Zaken werd meegedeeld aan de Kamer. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 142, blz. 27785.)
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2005200608891
DO 2005200608891
Question no 218 de Mme Annemie Turtelboom du 3 octobre 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 218 van mevrouw Annemie Turtelboom van 3 oktober 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Travailleurs du secteur privé qui vont travailler dans le secteur public. — Expérience professionnelle. — Rémunération.
Werknemers uit privésector die overstappen naar publieke sector. — Werkervaring. — Verloning.
Le problème duˆ au fait que les travailleurs du secteur privé qui souhaitent aller travailler dans le secteur public ne peuvent faire valoir leur expérience professionnelle passée sur le plan pécuniaire n’est pas neuf.
De problematiek van het niet kunnen inbrengen van werkervaring bij de verloning van werknemers uit de privésector die de overstap wensen te maken naar de publieke sector blijft een oud zeer.
1. Quelles mesures avez-vous prises sous cette législature pour permettre aux travailleurs du privé de faire valoir leur expérience professionnelle passée pour le calcul de leur traitement lorsqu’ils vont travailler dans le secteur public ?
1. Welke maatregelen heeft u tijdens deze legislatuur genomen om werknemers uit de privésector de mogelijkheid te geven hun werkervaring in te brengen bij de berekening van hun wedde wanneer ze de overstap naar de publieke sector maken ?
2. Pour la période 2003-2005, j’aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes (ventilée chaque fois par région) :
2. Voor de periode 2003-2005 kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen, telkens opgesplitst per regio :
a) Combien de travailleurs du secteur privé ont quitté le privé pour occuper une fonction au sein de l’E´tat fédéral ?
a) Hoeveel werknemers uit de private sector maakten de overstap naar een functie bij de federale overheid ?
b) Combien de ces travailleurs avaient, dans le secteur privé, une expérience professionnelle :
b) Hoeveel van deze werknemers hadden een werkervaring in de private sector :
— de moins d’un an;
— van minder dan één jaar;
— d’un à cinq ans;
— van één tot vijf jaar;
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27826
— de cinq à dix ans;
— van vijf tot tien jaar;
— de dix à vingt ans;
— van tien tot twintig jaar;
— de plus de vingt ans ?
— van meer dan twintig jaar ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 218 de Mme Annemie Turtelboom du 3 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 218 van mevrouw Annemie Turtelboom van 3 oktober 2006 (N.) :
Je puis communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Ik kan het geachte lid het volgende meedelen.
1. L’arrêté royal du 4 août 2004 a modifié l’arrêté royal du 29 juin 1973 portant statut pécuniaire du personnel des services publics fédéraux pour les agents qui font l’objet d’un premier recrutement au niveau A. Désormais, ces agents peuvent demander la valorisation des services accomplis dans le secteur privé ou en qualité d’indépendant dans leur ancienneté pécuniaire lorsque ces services constituent une expérience utile à l’exercice de la fonction considérée.
1. Het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 heeft het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten gewijzigd voor de ambtenaren die een eerste werving in het niveau A bekomen. Vanaf nu kunnen die ambtenaren de diensten laten erkennen in hun geldelijke ancie¨nniteit die in de privésector of als zelfstandige verricht zijn, wanneer deze diensten een nuttige ervaring vormen voor de uitoefening van de functie in kwestie.
2. Il n’est pas tenu de statistiques en ce qui concerne les agents de la Fonction publique qui proviennent du secteur privé.
2. Er worden geen statistieken bijgehouden met betrekking tot de personeelsleden van het Openbaar Ambt die overgestapt zijn uit de privésector.
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2005200607772
DO 2005200607772
Question no 195 de M. Gerolf Annemans du 18 avril 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 195 van de heer Gerolf Annemans van 18 april 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Nombre de « disparitions » des centres d’accueil.
Aantal « verdwijningen » uit de asielcentra.
Les demandeurs d’asile résidant dans des centres d’accueil sont inscrits au registre d’attente de la commune ou` leur centre est situé.
Asielzoekers die verblijven in asielcentra, worden ingeschreven in het wachtregister van de gemeente waar het betreffende centrum gelegen is.
Lorsqu’un demandeur d’asile séjournant dans un centre d’accueil donné disparaıˆt dans la nature, la commune concernée acte que le demandeur d’asile disparu a quitté la commune sans laisser de nouvelle adresse et le radie d’office du registre d’attente.
Wanneer een bepaalde asielzoeker uit een bepaald asielcentrum met de noorderzon verdwijnt en spoorloos blijft, dan acteert de betreffende gemeente dat de verdwenen asielzoeker de gemeente verlaten heeft zonder een nieuw adres op te geven en wordt hij van ambtswege uit het wachtregister geschrapt.
Pouvez-vous fournir, pour les années 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005 (et si possible aussi pour les années 1999 et 2000) un aperçu du nombre de demandeurs d’asile qui, par an et par centre d’accueil, ont quitté la commune de leur centre d’accueil sans communiquer de nouvelle adresse et qui ont dès lors été radiés d’office du registre d’attente des communes concernées ?
Kan u voor de jaren 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 (indien mogelijk ook jaren 1999 en 2000) een jaarlijks overzicht geven per asielcentrum van het aantal asielzoekers die de gemeenten van hun asielcentrum verlieten zonder een nieuw adres op te geven en dan ook van ambtswege uit het wachtregister van die gemeenten werden geschrapt ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27827
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 195 de M. Gerolf Annemans du 18 avril 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 195 van de heer Gerolf Annemans van 18 april 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
Ik heb de eer het geachte lid de volgende inlichtingen te verschaffen.
Nous ne disposons que de données sur les départs des centres d’accueil proprement dits et non sur le nombre de personnes rayées du registre d’attente. Le registre d’attente ne nous permet pas de réaliser une telle requête. Pour ce qui est des départs des centres d’accueil qui ne sont pas liés au déroulement de la procédure d’asile, ils ne peuvent en aucun cas être considérés comme des « disparitions ». Il ne s’agit que de renonciations volontaires à l’aide sociale octroyée.
Wij beschikken alleen over gegevens omtrent het feitelijk vertrek uit de opvangcentra en niet omtrent het aantal personen dat uit het wachtregister werd geschrapt. Het wachtregister laat ons niet toe dergelijke opzoeking te doen. Indien het gaat om een vertrek uit een opvangcentrum dat geen verband houdt met het verloop van de asielprocedure, dan is er geen sprake van « verdwijning ». Het gaat dan om personen die op vrijwillige basis afzien van de aangeboden maatschappelijke hulpverlening.
Par ailleurs, le controˆle du séjour des demandeurs d’asile sur le territoire ne relève pas de notre compétence.
Verder valt de controle op het verblijf van asielzoekers op het grondgebied niet onder onze bevoegdheid.
DO 2005200607874
DO 2005200607874
Question no 205 de M. Guido De Padt du 25 avril 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 25 april 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
CPAS. — Fraude.
OCMW’s. — Fraude.
Nous avons pu lire dans les médias qu’au sein du CPAS d’Anvers, non moins de quinze dossiers de fraude ont été découverts en quelques mois. Il s’agissait d’allochtones néerlandais s’installant en Belgique pour obtenir les allocations de choˆmage. Le système était simple : ils venaient tous travailler quelques semaines à Bruxelles et demandaient ensuite l’aide du CPAS. Le CPAS d’Anvers pense qu’ils ont acheté leur contrat.
In de media is te lezen dat bij het OCMW van Antwerpen op een paar maanden tijd maar liefst vijftien dossiers werden ontdekt van fraude. Daarbij ging het om Nederlandse allochtonen die zich in Belgie¨ vestigden voor het stempelgeld. Het systeem was simple : ze gingen allen een paar weken in Brussel werken en vielen later terug op OCMW-steun. Het Antwerpse OCMW vermoedt dat ze hun contract hebben gekocht.
Toujours selon les médias, l’inspection sociale et le ministre de l’Intérieur auraient été informés des fraudes présumées.
Verder stond vermeld dat de sociale inspectie en de minister van Binnenlandse Zaken zouden zijn ingelicht over de vermoedelijke fraude.
1. a) Combien de cas de fraude ont-ils été constatés au sein des différents CPAS de notre pays au cours des années 2003, 2004 et 2005 ?
1. a) Hoeveel gevalen van fraude werden in de jaren 2003, 2004 en 2005 bij de verschillende OCMW’s in ons land vastgesteld ?
b) De quels types de fraude s’agissait-il ?
b) Om welke soorten fraude ging het ?
c) Quelle était la nationalité des fraudeurs ?
c) Welke nationaliteit hadden de fraudeurs ?
2. a) Quels sont les controˆles réalisés au sein des CPAS dans le cadre de fraudes éventuelles ?
2. a) Welke controles worden verricht in het kader van mgoelijke fraude bij de OCMW’s ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27828
b) Quelle est la fréquence de ces controˆles ?
b) Hoe frequent worden dergelijke controles uitgevoerd ?
` quelles sanctions ou suites (éventuelles) les 3. A fraudeurs, comme ceux qui étaient actifs à Anvers, peuvent-ils s’attendre ?
3. Welke (mogelijke) sancties of gevolgen kunnen fraudeurs, zoals degenen die in Antwerpen actief waren, verwachten ?
4. Quelles sont les actions que le ministre de l’Intérieur peut mener dans le cadre de tels dossiers de fraude ?
4. Welke actiemogelijkheden heeft de minister van Binnenlandse Zaken bij dergelijke fraudezaken ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 205 de M. Guido De Padt du 25 avril 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 25 april 2006 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. a) à c) Le Service Inspection du SPP Intégration sociale controˆle le droit à l’intégration sociale sur la base d’un échantillon de dossiers dans les CPAS. Lorsque des irrégularités sont constatées dans les dossiers controˆlés, le CPAS est invité à entreprendre les démarches nécessaires en vue de les rectifier. Dans ces cas, les subventions indûment versées sont récupérées auprès du CPAS.
1. a) tot c)De inspectiedienst van de POD Maatschappelijke Integratie controleert, op basis van een steekproef van dossiers in de OCMW’s, het recht op leefloon. Wanneer er in de gecontroleerde dossiers onrechtmatigheden worden vastgesteld wordt het OCMW gevraagd de nodige stappen te nemen om dit recht te zetten. In deze gevallen worden onrechtmatig uitgekeerde toelagen teruggevorderd van het OCMW.
Le SPP Intégration sociale n’est pas compétent pour entreprendre des actions d’enquêtes ou de récupération directement auprès des bénéficiaires. Du point de vue légal, une décision du conseil de l’aide sociale du CPAS est nécessaire à cet effet. Aucunes données spécifiques ne sont collectées au niveau de la nationalité. Les irrégularités constatées sont réparties en catégories générales. En 2005, 5 344 dossiers ont été controˆlés. Dans 341 dossiers il a été constaté que la subvention dépassait le droit.
De POD Maatschappelijke Integratie heeft geen bevoegdheid om rechtstreeks op niveau van de begunstigde onderzoeksdaden of terugvorderingen te verrichten. Hiervoor is wettelijke gezien een beslissing noodzakelijk van de OCMW-raad. Betreffende de nationaliteit worden geen specifieke gegevens verzameld. De vastgestelde onrechtmatigheden worden in algemene klassen ingedeeld. In 2005 werden er in totaal 5 344 dossiers gecontroleerd. Hierbij werd in 341 dossiers vastgesteld dat de betoelaging verder doorliep dan het recht.
2. a) et b) Le SPP Intégration sociale effectue des controˆles dans toutes les matières qui entrent dans ses compétences. La majeure partie des controˆles s’effectue dans les matières suivantes :
2. a) en b) De POD Maatschappelijke Integratie controleert alle domeinen die tot haar bevoegdheid behoren. De voornaamste controles situeren zich op volgende domeinen :
Controˆle du revenu d’intégration :
Controle van het leefloon :
Outre un controˆle comptable, ce controˆle porte également sur les dossiers. Controˆle de la loi du 2 avril 1965 :
Controle van de wet van 2 april 1965 :
Outre le controˆle comptable, ce controˆle porte également sur les frais médicaux (au niveau des dossiers).
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Hier is er naast een boekhoudkundige controle tevens een controle van de dossiers voorzien.
2006
Hier is er naast de boekhoudkundige controle een controle op de medische kosten voorzien (op niveau van de dossiers). 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27829
Controˆle de la subvention dans le cadre du Fonds Mazout et du Fonds Social Européen :
Controle van de betoelaging in het kader van het stookoliefonds en het Europees Sociaal fonds :
Outre les controˆles comptables, ces controˆles portent également sur les dossiers. C’est toujours le CPAS qui fait l’objet d’un controˆle. Aucun controˆle n’est effectué au niveau du bénéficiaire d’aide. Il s’agit ici d’une compétence du CPAS. Avant de procéder à l’octroi d’aide, le centre doit effectuer une enquête sociale approfondie. Le service inspection a pour objectif de controˆler annuellement les grands CPAS. Les autres CPAS sont controˆlés en moyenne tous les deux ans.
Hier worden er naast boekhoudkundige controles tevens controles op vlak van dossiers voorzien. Onderwerp van controle is steeds het OCMW. Er wordt niet op niveau van de individuele steungerechtigde gecontroleerd. Dit is een bevoegdheid van het OCMW. Het centrum moet, alvorens over te gaan tot een toekenning van steun, een grondig sociaal onderzoek voeren. De doelstelling van de inspectiedienst bestaat erin dat de grote OCMW’s jaarlijks gecontroleerd worden. De andere OCMW’s worden uiterlijk om de twee jaren gecontroleerd.
3. Lorsqu’il est constaté que l’aide a été indûment versée, le conseil de l’aide sociale du CPAS doit prendre une décision au sujet de la procédure à suivre.
3. Wanneer vastgesteld wordt dat steun onrechtmatig uitbetaald werd, dient de OCMW-raad een beslissing te nemen over de te volgen procedure.
4. Cette question n’entre pas dans la compétence du SPPIS.
4. Deze vraag valt buiten de bevoegdheid van de POD MI.
DO 2005200607960
DO 2005200607960
Question no 208 de Mme Hilde Dierickx du 3 mai 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : CPAS. — E´tudiants. — Formation professionnelle en alternance.
Vraag nr. 208 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 mei 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
La loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale prévoit dans quelles situations tel ou tel CPAS est compétent. Pour les étudiants, l’article 2, § 6 contient une réglementation distincte : « Par dérogation à l’article 1er, 1o, le centre public d’aide sociale secourant la personne qui poursuit des études au sens de l’article 11, § 2, a, de la loi du 26 mai 2002 instituant le droit à l’intégration sociale est le centre public d’aide sociale de la commune ou` l’étudiant est, au moment de la demande, inscrit à titre de résidence principale dans le registre de population ou des étrangers. Ce centre public d’aide sociale demeure compétent pour toute la durée ininterrompue des études. »
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door OCMW’s regelt wanneer welk OCMW bevoegd is. Voor studenten is er een aparte regelgeving bepaald in artikel 2, § 6 : « In afwijking van artikel 1, 1o, is het steunverlenend openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de persoon die een studie volgt in de zin van artikel 11, § 2, a, van de wet van 26 mei 2002 tot instelling van het recht op maatschappelijke integratie, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar de student, op het ogenblik van de aanvraag, zijn inschrijving als hoofdverblijfplaats heeft in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Dit openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn blijft bevoegd voor de hele ononderbroken duur van de studie. ».
La circulaire du 3 aouˆt 2004 affine cette réglementation en ce sens qu’elle stipule notamment quelles formations entrent en considération et lesquelles n’entrent pas en considération.
De omzendbrief van 3 augustus 2004 werkt de regelgeving verder uit. Onder andere wordt omschreven welke opleidingen in aanmerking komen en welke niet.
Toutefois, un manque de clarté entoure encore la formation professionnelle en alternance.
Er bestaat wel nog onduidelijkheid over de alternerende beroepsopleiding.
Cette formation consiste en deux jours de cours en classe et trois jours de stages de formation en entre-
Deze opleiding bestaat uit twee dagen les op school en drie dagen opleidingsstages in een bedrijf. De leer-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
OCMW. — Studenten. — Alternerende beroepsopleiding.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27830
prise. L’élève reste un élève sur le plan administratif et il y a aussi maintien des allocations familiales et de la bourse d’études. L’école organise la formation (formation de jour), qui augmente les chances de l’élève de trouver un emploi. L’objectif est aussi que l’élève obtienne le certificat FPA (formation professionnelle en alternance), reconnu par la Communauté flamande.
ling blijft administratief leerling; er is ook behoud van kinderbijslag en studietoelage. De school organiseert de opleiding (dagopleiding) en de beroepskansen van de leerling stijgen hierdoor. Ook is het de bedoeling dat het (door de Vlaamse Gemeenschap erkende) getuigschrift ABO (alternerende beroepsopleiding) gehaald wordt.
1. Peut-on se prévaloir d’une formation professionnelle en alternance pour être considéré comme étudiant dans le cadre du droit à l’intégration sociale, et pour la détermination du CPAS compétent sur la base de la loi précitée du 2 avril 1965 ?
1. Komt de alternerende beroepsopleiding in aanmerking om als student beschouwd te worden in het kader van het recht op maatschappelijke integratie, en voor de bepaling van het bevoegd OCMW op basis van de voornoemde wet van 2 april 1965 ?
2. Combien d’étudiants ont droit à un revenu d’intégration ? Pourriez-vous fournir ces chiffres par an depuis l’entrée en vigueur de la loi sur le revenu d’intégration) ?
2. Hoeveel studenten zijn er die recht hebben op een leefloon ? Graag de cijfers per jaar en dit sinds de invoering van de leefloonwet.
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 208 de Mme Hilde Dierickx du 3 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 208 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 mei 2006 (N.) :
En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. La formation professionnelle en alternance est une formation d’un an qui est organisée après la formation de base dans l’enseignement secondaire spécial flamand de la forme d’enseignement 3, conformément aux dispositions de l’arrêté du gouvernement flamand du 6 décembre 2002 relatif à l’organisation de l’enseignement secondaire spécial de la forme d’enseignement 3.
1. De alternerende beroepsopleiding is een eenjarige opleiding die georganiseerd wordt na de basisopleiding in het Vlaamse buitengewoon secundair onderwijs van opleidingvorm 3, overeenkomstig wat is bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3.
Cette formation consiste en deux jours de formation à l’école et trois jours d’expérience professionnelle dans une entreprise. L’expérience professionnelle n’est pas rémunérée et est, du point de vue de l’organisation, assimilée à un stage scolaire. Pour la détermination des capitaux-périodes, des capitaux-heures et des moyens de fonctionnement de l’école, les élèves sont considérés comme des élèves qui suivent un enseignement à temps plein.
Deze opleiding bestaat uit twee dagen vorming op school en drie dagen werkervaring in een bedrijf. De werkervaring is onbezoldigd en wordt organisatorisch gelijkgesteld met een schoolstage. De leerlingen worden voor de bepaling van de lesuren- en urenpaketten en de werkingsmiddelen van de school beschouwd als leerlingen die voltijds onderwijs volgen.
Aussi, cette formation est considérée comme une étude dans le sens de l’article 11, § 2, a), de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale et la règle spécifique de compétence prévue pour les étudiants à l’article 2, § 6, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge de l’aide accordée par les CPAS, est d’application. 2. E´tudiants bénéficiaires du revenu d’intégration sur la base de moyenne mensuelle :
Derhalve wordt deze opleiding beschouwd als een studie in de zin van artikel 11, § 2, a), van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en is de specifieke bevoegdheidsregel voor studenten van artikel 2, § 6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s, van toepassing.
— en 2003 : 4 309;
— in 2003 : 4 309;
— en 2004 : 5 347;
— in 2004 : 5 347;
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2. Studenten die het leefloon genieten op gemiddelde maandbasis :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27831
— en 2005 : 6 197.
— in 2005 : 6 197.
DO 2005200608423
DO 2005200608423
Question no 217 de M. Koen T’Sijen du 30 juin 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 217 van de heer Koen T’Sijen van 30 juni 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
CPAS. — Primes de scolarité.
OCMW’s. — Schoolpremies.
Dans le cadre des discussions politiques concernant la gratuité de l’enseignement primaire et l’octroi d’une prime fédérale de scolarité, il me paraıˆt utile de savoir combien de CPAS mènent actuellement une politique d’octroi d’une aide financière supplémentaire en matière de frais scolaires.
In het kader van de politieke discussies over kosteloos basisonderwijs en het toekennen van een federale schoolpremie, is het mijns inziens nuttig om te weten hoeveel OCMW’s er momenteel een beleid voeren met betrekking tot het verlenen van extra financie¨le steun in het kader van schoolkosten.
1. a) Disposez-vous de chiffres concernant le nombre de CPAS qui disposent d’un règlement relatif à une allocation de scolarité ?
1. a) Beschikt u over cijfers van het aantal OCMW’s die een reglement met betrekking tot een schooltoelage hebben ?
b) Combien de CPAS octroient une allocation spécifique de scolarité ?
b) Hoeveel OCMW’s geven een specifieke schooltoelage ?
2. Disposez-vous de chiffres traduisant l’aide financière approximative accordée aux clients par le biais des CPAS pour le paiement de factures scolaires ou le financement de frais scolaires ?
2. Beschikt u over cijfers die de financie¨le steun weergeven die er ongeveer wordt verstrekt via de OCMW’s aan clie¨nten voor het betalen van schoolrekeningen of om schoolkosten op te vangen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 8 novembre 2006, à la question no 217 de M. Koen T’Sijen du 30 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 8 november 2006, op de vraag nr. 217 van de heer Koen T’Sijen van 30 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que la demande adressée au CPAS de prendre en charge des frais scolaires, concerne en fait une demande d’aide sociale individuelle sous la forme d’une intervention financière. C’est le CPAS qui juge de manière autonome si et dans quelle mesure la prise en charge des frais prérappelés par le CPAS est nécessaire afin de permettre à l’intéressé de mener une vie conforme à la dignité humaine.
Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat het verzoek aan het OCMW om schoolkosten ten laste te nemen, in feite een verzoek betreft om individuele maatschappelijke dienstverlening in de vorm van een financie¨le tegemoetkoming. Of en in welke mate de tenlasteneming van de bedoelde kosten door het OCMW noodzakelijk is om betrokkene in de mogelijkheid te stellen een menswaardig bestaan te leiden, wordt autonoom door het OCMW beoordeeld.
Considérant qu’il n’existe aucune subvention fédérale relative à ces frais pour les CPAS, je ne suis pas en mesure de fournir les données chiffrées demandées par l’honorable membre.
Vermits er met betrekking tot de bedoelde kosten geen federale staatstussenkomst is ten aanzien van de OCMW’s, kan ik het geachte lid de gevraagde cijfergegevens niet verstrekken.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27832
E´galité des chances
Gelijke Kansen
DO 2003200410539
DO 2003200410539
Question no 7 de M. Francis Van den Eynde du 5 janvier 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 7 van de heer Francis Van den Eynde van 5 januari 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Site internet du Centre islamique de Molenbeek.
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Webstek van het Islamistisch Centrum van Molenbeek.
Sur le site internet du Centre islamique de Molenbeek (www.assabyle.com) il est possible, par le biais d’une sorte de sondage permanent, de donner son avis sur la question de savoir quand disparaıˆtra « l’E´tat sioniste », l’E´tat d’Israe¨l donc.
Op de webstek van het Islamitisch Centrum van Molenbeek (www.assabyle.com) kan permanent een soort opiniepeiling beantwoord worden waarin men zich kan uitspreken voor het bee¨indigen van het bestaan van de « zionistische staat », van Israe¨l dus.
J’estime que ce sondage constitue une infraction manifeste à la loi contre le racisme.
Naar mijn mening hebben wij hier te maken met een kennelijke overtreding van de wet tegen het racisme.
1. Le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme est-il au courant de l’existence de ce site internet, ainsi que de son contenu ?
1. Is het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding op de hoogte van het bestaan van deze webstek en van de inhoud ervan ?
2. Dans la négative, comment pouvez-vous expliquer cela ? 3. Dans l’affirmative, une plainte avec constitution de partie civile a-t-elle déjà été déposée par le centre ? 4. D’autres mesures ont-elles été prises ?
2. Zo neen, hoe is dit te verklaren ? 3. Zo ja, werd er al klacht met burgerlijke partijstelling ingediend ? 4. Werden er andere maatregelen getroffen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 7 de M. Francis Van den Eynde du 5 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 7 van de heer Francis Van den Eynde van 5 januari 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.
Le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme a déposé plainte le 13 mai 2002.
Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding heeft op 13 mei 2002 klacht neergelegd.
DO 2005200606557
DO 2005200606557
Question no 85 de M. Francis Van den Eynde du 8 décembre 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 85 van de heer Francis Van den Eynde van 8 december 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Conférence à Merelbeke.
Directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Voordracht in Merelbeke.
` l’invitation notamment du Conseil local d’action A sociale, le directeur du Centre pour l’égalité des chan-
Op uitnodiging van onder meer de plaatselijke welzijnsraad voerde de directeur van het Centrum voor
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27833
ces et la lutte contre le racisme a donné une conférence à Merelbeke le 24 novembre 2005.
gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding op 24 november 2005 het woord in Merelbeke.
Au cours de son exposé, qui avait trait à des thèmes tels que les demandes de régularisation de réfugiés, l’acquisition de la nationalité et le droit de vote pour les étrangers, il a déclaré que « Les illégaux sont des gens meilleurs que nous ». Il a illustré cette allégation par un exemple : « Ils ne vont pas bruˆler un feu rouge comme nous le ferions, car dans ce cas, ils savent qu’ils n’y aura pas de pitié ».
Tijdens zijn voordracht — die betrekking had op regularisatieaanvragen van vluchtelingen, nationaliteitsverwerving, stemrecht voor vreemdelingen, enzovoort verklaarde hij het volgende : « Illegalen zijn betere mensen dan wij ». Hij illustreerde deze stelling met een voorbeeld : « Zij zullen niet door het rood licht rijden zoals wij, want als ze dat doen, hangen ze ».
On peut conclure de ce qui précède que le directeur du Centre estime que :
Uit wat hier vooraf gaat, kan afgeleid worden dat de directeur van het Centrum van mening is dat :
A) nos compatriotes sont inférieurs aux illégaux;
A) onze landgenoten minderwaardig zijn ten opzichte van illegalen;
B) nos compatriotes commettent régulièrement des infractions graves au Code de la route;
B) onze landgenoten zonder meer regelmatig erenstige verkeersovertredingen veroorzaken;
C) le fait que les illégaux séjournent dans notre pays en dépit de toutes les dispositions légales n’est pas très important, ni au niveau juridique, ni sur le plan moral. 1. Eˆtes-vous au courant de ces prises de position ?
C) het feit dat de betrokken illegalen tegen alle wettelijke voorschriften in ons land verblijven op juridisch noch moreel valk van weinig betekenis is.
2. N’est-il pas question de racisme à l’encontre de notre propre peuple ?
2. Is er hier geen sprake van racisme ten opzichte van ons eigen volk ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 85 de M. Francis Van den Eynde du 8 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 85 van de heer Francis Van den Eynde van 8 december 2005 (N.) :
Je ne peux répondre à votre question parce qu’une enquête judiciaire est en cours concernant les faits qui se sont déroulés le soir auquel l’honorable membre renvoie.
Ik kan deze vraag niet beantwoorden aangezien een gerechtelijk onderzoek loopt naar de gebeurtenissen van de avond waarnaar het geachte lid verwijst.
DO 2005200606602
DO 2005200606602
Question no 87 de M. Guy D’haeseleer du 14 décembre 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 87 van de heer Guy D’haeseleer van 14 december 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Fraude domiciliaire.
Domiciliefraude.
La lutte contre la fraude sociale et fiscale constitue un élément important de la politique gouvernementale. L’un des principaux aspects de la fraude sociale est la fraude domiciliaire, dans le cadre de laquelle le bénéficiaire d’une allocation communique une situation familiale inexacte aux services publics compétents et se voit dès lors octroyer une allocation plus élevée.
De strijd tegen de sociale en fiscale fraude is een belangrijk onderdeel van het regeringsbeleid. Een belangrijke factor binnen de sociale fraude is de domiciliefraude, waarbij door de begunstigde van een uitkering een verkeerde gezinstoestand aan de bevoegde overheidsdiensten wordt doorgegeven waardoor de betrokkene een hogere uitkering ontvangt.
1. Quelles allocations, qui varient selon la composition familiale, sont-elles octroyées par les services publics pour lesquels vous êtes compétent ?
1. Welke uitkeringen, die varie¨ren volgens de gezinssamenstelling, worden door de overheidsdiensten, waarvoor u bevoegd bent, uitbetaald ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
1. Bent u van deze standpunten op de hoogte ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27834
2. a) De quelle manière l’exactitude des données fournies par le bénéficiaire quant à sa composition de famille est-elle controˆlée ?
2. a) Op welke manier wordt er controle uitgeoefend op de juistheid van de door de begunstigde verstrekte gegevens betreffende zijn gezinssamenstelling ?
b) Sur quelle base légale ces controˆles sont-ils réalisés ?
b) Op welke wettelijke basis baseert men zich om die controles uit te voeren ?
c) Quelles méthodes sont-elles appliquées ?
c) Welke methodes worden gehanteerd ?
3. Combien d’enquêtes relatives à la composition de famille ont-elles été réalisées au cours des trois dernières années, ventilées par allocation et par région ?
3. Hoeveel onderzoeken betreffende de gezinssamenstelling werden de jongste drie jaar uitgevoerd, opgesplitst per uitkering en per gewest ?
4. Combien de ces enquêtes ont-elles révélé une situation familiale inexacte, ventilées par allocation et par région ?
4. Hoeveel van deze onderzoeken brachten een onjuiste gezinstoestand aan het licht, opgesplitst per uitkering en per gewest ?
5. Quelles sanctions sont-elles prévues lorsqu’une situation familiale inexacte est constatée ?
5. Welke sancties zijn er bepaald wanneer een onjuiste gezinstoestand wordt vastgesteld ?
6. Dans combien de cas une sanction a-t-elle effectivement été infligée au cours des trois dernières années, ventilés par allocation et par région ?
6. In hoeveel gevallen werd er de jongste drie jaar effectief een sanctie opgelegd, opgesplitst per uitkering en per gewest ?
7. Pour les trois dernières années, quel est le montant total des allocations versées induˆment et récupérées à la suite des controˆles de la situation familiale, ventilées par allocation et par région ?
7. Wat is het totale bedrag van de onterecht uitbetaalde uitkeringen die als gevolg van de controles op de gezinstoestand de jongste drie jaar werden gerecupereerd, opgesplitst per uitkering en gewest ?
8. Pensez-vous que l’arsenal légal dont vous disposez permet un controˆle efficace de la situation familiale ?
8. Bent u van oordeel dat het wettelijk arsenaal waarover u beschikt een efficie¨nte controle van de gezinstoestand mogelijk maakt ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 87 de M. Guy D’haeseleer du 14 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 87 van de heer Guy D’haeseleer van 14 december 2005 (N.) :
En réponse à sa question portant le numéro 0087, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op zijn vraag met het nummer 0087, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Pour l’Egalité des Chances, il convient de se référer à la réponse no 170 fournie par le ministre de l’Intégration Sociale. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 106, p. 19790.)
Voor Gelijke Kansen verwijs ik naar het antwoord met het nr. 170 van de minister van Maatschappelijke Integratie. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20052006, nr. 106, blz. 19790.)
DO 2005200608699
DO 2005200608699
Question no 112 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 112 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Tensions entre jeunes juifs et maghrébins évoquées dans le rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme.
Spanningen tussen joodse en maghrebijnse jongeren volgens het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
Dans le chapitre 2 du rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme
In het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding lees ik in hoofd-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27835
on peut lire ce qui suit sous le titre « Cas de jurisprudence en 2005 » : « Il existe des tensions perceptibles entre jeunes d’origine juive et maghrébine à Anvers. Ces tensions se traduisent souvent par des faits graves de comportements racistes commis par des mineurs. » On peut en déduire que le Centre a connaissance tant de faits d’agression de jeunes maghrébins sur des jeunes juifs que de faits d’agression de jeunes juifs sur des jeunes maghrébins.
stuk 2 onder de titel : « Overzicht van de procedures in 2005 » letterlijk het volgende : « Er zijn duidelijke spanningen merkbaar tussen joodse en maghrebijnse jongeren in Antwerpen. Deze spanningen uiten zich dikwijls in zware racistische daden gepleegd door minderjarigen. » Hieruit kan afgeleid worden dat het Centrum zowel op de hoogte is van daden van agressie van jonge maghrebijnen ten overstaan van joden als omgekeerd van jonge joden op maghrebijnen.
Je n’ai pour l’heure jamais pris connaissance dans les médias que d’agressions de Maghrébins sur des Juifs.
Tot hiertoe heb ik via de media alleen maar gehoord heb van maghrebijnse aanvallen op joden.
1. Combien de cas d’agressions de Maghrébins sur des Juifs figurent dans les statistiques 2005 du Centre ?
1. Hoeveel aanvallen van maghrebijnen op joden komen voor in de statistiek van 2005 van het Centrum ?
2. Combien de cas d’agressions de Juifs sur des Maghrébins figurent dans les statistiques 2005 du Centre ?.
2. Hoeveel joodse aanvallen op maghrebijnen in de statistieken van 2005 van het Centrum voorkomen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 112 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 112 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
1. Le Centre ne dispose pas de statistiques à ce sujet.
1. Het Centrum heeft geen statistieken daaromtrent.
2. Il en va de même pour votre deuxième question.
2. Hetzelfde geldt ook voor uw tweede vraag.
DO 2005200608701
DO 2005200608701
Question no 114 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 114 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Preuves de comportements racistes.
Jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding en het bewijzen van racisme.
On peut lire au chapitre 2 du rapport annuel du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme que le Centre est confronté à la difficulté de constituer un dossier sur des faits de racisme en raison d’un manque de preuves et du fait également de l’écart entre le ressenti d’une victime et les conditions établies par la loi.
In hoofdstuk 2 van het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding lees ik dat het Centrum ervaart dat het samenstellen van een dossier over racisme ver van gemakkelijk is omdat er vaak een gebrek aan bewijzen is en dat de afstand tussen de gevoelens van het slachtoffer en de voorwaarden die in de wet worden voorzien groot is.
Peut-on en déduire que le Centre souhaiterait constituer des dossiers concernant des faits de racisme, une infraction pénale ne l’oublions pas, sans devoir présenter des preuves à cet effet et que les lois contenant les dispositions pénales en matière de racisme ne doivent plus tenir compte exclusivement de critères objectifs mais également des sentiments subjectifs des personnes se disant victimes de comportements racistes ?
Kan hieruit afgeleid worden dat het Centrum wil ijveren voor het samenstellen van dossiers omtrent de strafrechterlijke overtreding die racisme toch is, zonder dat hiervoor bewijzen moeten voorgelegd worden en dat de wetten op de strafrechterlijke bepalingen ten overstaan van racisme niet langer uitsluitend moeten rekening houden met objectieve criteria, maar ook met de subjectieve gevoelens van mensen die beweren het slachtoffer van racisme te zijn ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27836
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 114 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 114 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
La phrase évoquée par l’honorable membre (page 17 du rapport annuel 2005) démontre seulement que, comme il convient, le Centre est prudent dans l’utilisation du droit pénal sur l’application duquel seul le tribunal juge finalement en toute souveraineté.
De door het geachte lid aangehaalde zin (pagina 17 jaarverslag 2005) toont enkel aan dat, zoals het betaamt, het Centrum omzichtig omspringt met het hanteren van het strafrecht over wier toepassing uiteindelijk enkel en alleen de rechtbank in alle soevereiniteit oordeelt.
DO 2005200608704
DO 2005200608704
Question no 115 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 115 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Supposition non-fondée dans le rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme.
Ongefundeerde veronderstelling in het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Au chapitre 2 du rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, le Centre tient à souligner que ses statistiques reflètent uniquement ses activités et en aucun cas l’état du racisme dans l’ensemble de la société. Selon le Centre, ses statistiques ne sont que la pointe d’un iceberg dont la face cachée est difficilement mesurable.
In het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding lees ik in hoofdstuk 2 dat het Centrum wil blijven benadrukken dat zijn statistieken enkel en alleen een weergave zijn van activiteiten en niet van het racisme in de samenleving. Volgens het Centrum zijn zijn statistieken slechts het topje van een ijsberg waarvan niemand weet hoe groot die onder de wateroppervlakte is.
1. Ne pensez-vous pas qu’une telle supposition est gratuite et ne repose sur aucun fondement scientifique ?
1. Meent u niet dat dit laatste een gratuite veronderstelling is die op geen enkele wetenschappelijke vaststelling is gesteund ?
2. Estimez-vous que cette supposition a sa place dans le rapport annuel d’un organisme d’E´tat de la part duquel on s’attend, en toute logique, à l’objectivité la plus stricte ?
2. Meent u dat deze veronderstelling thuis hoort in het jaarverslag van een staatsinstelling waarvan logischerwijze moet worden verwacht dat ze zich strikt objectief in haar waarnemingen opstelt ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 115 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 115 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
Le seul but de la phrase mentionnée à la page 17 du rapport annuel 2005 est de signaler aux lecteurs que les chiffres sont uniquement une représentation des activités du Centre et pas une représentation du racisme au sein de notre société. Le but est donc de signaler que tous les faits ne sont pas communiqués au Centre et que le Centre n’est pas au courant de tous les faits ou situations.
De aangehaalde zin op pagina 17 van het jaarverslag 2005 heeft enkel tot doel de lezer op attent te maken dat de cijfers enkel en alleen een weergave zijn van de activiteiten van het Centrum en niet een weergave zijn van het racisme in onze samenleving. De bedoeling is dan ook de aandacht te vestigen op de realiteit dat niet alle meldingen gebeuren bij het Centrum en niet alle feiten of situaties gekend zijn bij het Centrum.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27837
DO 2005200608706
DO 2005200608706
Question no 117 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Affirmation selon laquelle le racisme se banalise dans la vie de tous les jours.
Jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding en de bewering dat racisme zich meer en meer in het dagelijks leven nestelt.
Dans le rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, celuici affirme au chapitre 2 intitulé « Le racisme, encore et toujours » que le racisme se banalise dans la vie de tous les jours. Le Centre ajoute encore ce qui suit : « des conflits de voisinage, ou simplement des altercations dans la rue, font l’objet d’incitations verbales, voire de violences, de voies de fait. Dans la pratique du Centre, cette tendance au durcissement est observable. »
In het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding lees ik in het hoofdstuk 2 onder de titel : « Racisme, nog steeds en altijd aanwezig » dat het Centrum van mening is dat racisme zich meer en meer in het dagelijks leven nestelt. Hier wordt het volgende aan toegevoegd : « Een burenconflict of eenvoudigweg een woordenwisseling in de straat kunnen reeds aanleiding geven tot verbaal of zelfs fysiek geweld. Deze tendens tot verharding is duidelijk merkbaar in de dossiers van het Centrum. ».
1. Peut-on en déduire que le Centre estime que tout conflit de voisinage ou toute altercation dans la rue qui donne lieu à des incitations verbales, voire à des violences, a systématiquement un lien avec le racisme ?
1. Mag hieruit afgeleid worden dat het Centrum van mening is elk burenconflict of woordenwisseling in de straat met verbaal of zelfs fysiek geweld telkens met racisme te maken hebben ?
2. Dans l’affirmative, sur quoi le Centre se fonde-til pour tirer une telle conclusion ?
2. Zo ja, op welke basis komt het Centrum tot deze conclusie ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 117 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
1. En effet, on ne peut en déduire que chaque conflit entre voisins ou chaque altercation dans la rue accompagné de violence verbale, voire physique, soit toujours lié au racisme. Le cadre vert à la page 17 du Rapport annuel 2005 n’exprime pas « l’opinion » du Centre, mais indique quel type de situations sont dénoncées, ainsi que l’importance d’une politique qui prend la diversité dans la société en compte.
1. Hieruit mag inderdaad niet afgeleid worden dat elk burenconflict of woordenwisseling in de straat met verbaal of zelfs fysiek geweld telkens met racisme te maken heeft. Het groene kader op pagina 17 van het Jaarverslag 2005 vertolkt geen « mening » van het Centrum maar geeft weer welk type situaties worden aangeklaagd en het belang van een beleid dat rekening houdt met de diversiteit in de samenleving.
DO 2005200608707
DO 2005200608707
Question no 118 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 118 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Réaction du directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme.
Reactie van de directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
En juillet 2006, M. Frank Vanhecke, parlementaire européen et président du Vlaams Belang, a adressé une
Tijdens de maand juli 2006 richtte Europees parlementslid Frank Vanhecke, voorzitter van het Vlaams
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27838
lettre ouverte au directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, dans laquelle il s’étonnait que le Centre, théoriquement créé pour lutter contre les discriminations, ne soit jamais intervenu lorsque les discriminations concernaient des Flamands vis-à-vis d’allochtones.
Belang, een open brief tot de directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding. Hierin verwonderde hij er zich over dat het Centrum, dat toch naar verluidt in het leven geroepen werd om discriminatie te bestrijden, dit nooit gedaan heeft wanneer het discriminatie betrof van Vlamingen ten overstaan van allochtonen.
En réponse à cette lettre, le directeur du Centre a déclaré qu’une majorité ne peut jamais être discriminée.
In een reactie hierop stelde de directeur van het Centrum dat een meerderheid nooit kan gediscrimineerd worden.
1. Dès lors, le Centre estime-t-il que la majorité noire d’Afrique du Sud n’a jamais été discriminée par la minorité blanche sous le régime de l’apartheid ?
1. Mag hieruit afgeleid worden dat volgens het Centrum de zwarte meerderheid in Zuid-Afrika gedurende de apartheidsperiode nooit door de blanke minderheid werd gediscrimineerd ?
2. Le gouvernement partage-t-il cet avis ?
2. Staat de regering achter deze uitspraak ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 118 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 118 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
En relisant la lettre en réponse à la « lettre ouverte » du membre du Parlement européen Vankhecke, président du Vlaams Belang, je n’ai pas retrouvé la phrase évoquée par l’honorable membre dans la lettre.
Bij het nalezen van de brief als antwoord op de « open brief » van Europees parlementslid Vanhecke, voorzitter van het Vlaams Belang, heb ik de door het geachte lid aangehaalde zin niet in de brief teruggevonden.
La réponse du directeur du Centre figure sur le site Internet du Centre sous « communiqués de presse ».
Het antwoord van de directeur van het Centrum is te vinden op de website van het Centrum bij de persberichten.
E´tant donné que je ne retrouve pas la phrase évoquée dans la lettre du directeur du Centre, il m’est difficile d’y réagir.
Gezien ik de aangehaalde zin niet terugvind in de brief van de directeur van het Centrum, kan ik moeilijk hierop reageren.
DO 2005200608708
DO 2005200608708
Question no 119 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 119 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Déclarations du directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme.
Uitspraak van de directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
Le directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme s’est exprimé en cette qualité le samedi 12 aouˆt 2006 dans le journal « Het Nieuwsblad ». Dans cet entretien, qui porte sur un concert rock du mouvement néonazi Blood and Honour, le fonctionnaire concerné déclare que le Vlaams Belang doit être considéré comme un partenaire spirituel de ce club. En l’occurrence, il s’agit clairement de déclarations politiciennes faites par un haut fonctionnaire interrogé dans le cadre de sa fonction.
De directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding wordt in deze specifieke hoedanigheid op zaterdag 12 augustus 2006 in Het Nieuwsblad aan het woord gelaten. Het interview betreft een rockconcert van de neonazistische beweging Blood and Honour. De betrokken ambtenaar verklaart tijdens het gesprek dat het Vlaams Belang als een geestesgenoot van deze club moet beschouwd worden. Het gaat hier duidelijk om een partijpolitieke uitspraak die gedaan wordt door een hoge ambtenaar die in het raam van zijn functie ondervraagd wordt.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27839
1. N’estimez-vous pas qu’il s’agit en l’espèce d’une grave violation de la règle fondamentale de la démocratie, qui prescrit la neutralité politique des institutions ?
1. Is u niet van mening dat de basisregel van de democratie die stelt dat de beleidsinstellingen politiek neutraal dienen te zijn hier zwaar geschonden wordt ?
2. Le directeur du Centre a-t-il traduit en l’espèce un point de vue du gouvernement ?
2. Vertolkte de directeur van het Centrum hier een regeringsstandpunt ?
3. Sur quelle base le directeur se fonde-t-il pour alléguer l’existence d’un lien entre le Vlaams Belang et Blood and Honour ?
3. Waarop steunt de directeur zich om te beweren dat er een link zou bestaan tussen het Vlaams Belang en Blood and Honour ?
4. Un fonctionnaire fédéral peut-il, dans le cadre de cette fonction, offenser ainsi purement et simplement un million d’électeurs du Vlaams Belang ?
4. Kan een federaal ambtenaar vanuit deze functie zomaar een miljoen kiezers van het Vlaams Belang beledigen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 119 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 119 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
La déclaration du directeur du Centre ne vise en rien les électeurs du Vlaams Belang.
De verklaring van de directeur van het Centrum viseert in geen enkel opzicht de kiezers van het Vlaams Belang.
Elle se limite à indiquer que parmi les membres du mouvement « Blood and Honour » se trouvent des sympathisants de ce parti.
Ze beperkt er zich toe aan te geven dat er zich onder de leden van de beweging « Blood and Honour » sympathisanten van deze partij bevinden.
DO 2005200608703
DO 2005200608703
Question no 121 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 121 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Critères utilisés par le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme afin de définir le racisme.
Maatstaven tot bepaling van wat racistisch is van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
Dans le chapitre 2 de son rapport annuel 2005, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme affirme que le problème du racisme est d’autant plus difficile à cerner que le racisme en tant que tel est un phénomène malaisément mesurable.
In hoofdstuk 2 van het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding lees ik dat deze instelling van mening is dat het probleem van het racisme moeilijk af te bakenen is omdat racisme als zodanig een fenomeen is dat niet makkelijk kan worden gemeten.
Quels critères le Centre applique-t-il pour déterminer le caractère raciste d’actes ou de propos ?
Welke maatstaven hanteert het Centrum om te stellen dat iets of iemand racistisch is of niet ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 6 novembre 2006, à la question no 121 de M. Francis Van den Eynde du 18 août 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 6 november 2006, op de vraag nr. 121 van de heer Francis Van den Eynde van 18 augustus 2006 (N.) :
La question de l’honorable membre est fondée sur une phrase isolée de son contexte, qui démontre précisément que le Centre agit évidemment dans la limite
De vraag van het geachte lid berust op een uit de context gerukte zin die net aantoont dat het Centrum natuurlijk binnen de door de wet bepaalde criteria op-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27840
des critères définis par la loi. Par ailleurs, c’est toujours le pouvoir judiciaire qui a le dernier mot.
treedt. Overigens, het is telkens de rechterlijke macht die het laatste woord heeft.
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2005200607566
DO 2005200607566
Question no 448 de M. Jo Vandeurzen du 21 mars 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 448 van de heer Jo Vandeurzen van 21 maart 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Arrêté royal relatif au permis de conduire. — Application. — Examen médical du personnel enseignant.
Koninklijk besluit betreffend het rijbewijs. — Toepassing. — Medische keuring leerkrachten.
Votre administration peut-elle préciser si un examen médical conformément à l’article 43, § 4, de l’arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire s’impose lorsque :
Kan uw administratie meedelen of een medische keuring met toepassing van artikel 43, § 4, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs noodzakelijk is wanneer :
1. un enseignant transporte des élèves dans son propre véhicule pendant les heures de service ? Il s’agit en l’occurrence d’une situation fortuite et tout à fait occasionnelle.
1. Een leerkracht tijdens de diensturen met leerlingen ergens naartoe rijdt met zijn eigen voertuig ? Het betreft hier een toevallige en zeer occasionele aangelegenheid.
2. Un enseignant emmène occasionnellement des élèves ou des collègues pendant les heures de service dans un véhicule appartenant à l’école ?
2. Een leerkracht tijdens de diensturen met leerlingen of collega’s ergens naartoe rijdt met een voertuig van de school en het een occasionele gelegenheid betreft ?
3. Un enseignant se met volontairement d’accord avec des collègues pour utiliser son propre véhicule pour les déplacements de et vers le lieu de travail ?
3. Een leerkracht vrijwillig met andere collega’s afspreekt om in één wagen naar het werk te rijden en ’s avonds terug te keren en dit voertuig eigendom is van de betrokken collega ?
4. Une personne transporte des enfants à la demande de l’école pendant les heures d’école (par exemple vers une piscine) et ce, à son propre compte et sans être au service de l’école ?
4. Iemand op vraag van de school kinderen tijdens de schooluren meeneemt voor een verplaatsing (bijvoorbeeld naar een zwembad) en dit doet voor eigen rekening en zonder in dienst te zijn van de school ?
5. Un enseignant emmène des collègues dans son propre véhicule vers une formation de recyclage obligatoire ?
5. Een leerkracht met collega’s met zijn eigen wagen samenrijdt naar een verplichte bijscholing ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 7 novembre 2006, à la question no 448 de M. Jo Vandeurzen du 21 mars 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 7 november 2006, op de vraag nr. 448 van de heer Jo Vandeurzen van 21 maart 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de répondre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Le transport scolaire est considéré comme rémunéré au sens de l’article 43,7o dès que les écoliers effectuent une forme ou l’autre de paiement pour le transport ou pour l’activité.
Leerlingenvervoer wordt beschouwd als zijnde bezoldigd in de zin van artikel 43,7o van zodra de leerlingen een of andere vorm van betaling verrichten voor het vervoer of voor de activiteit.
Un membre du personnel d’une école embarquant des collègues dans sa voiture personnelle pour les
Een personeelslid van een school dat met de eigen wagen collega’s meeneemt naar opleidingen, studie-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27841
conduire à des formations, journées d’étude, réunions ou autres ne doit pas subir d’examen médical puisqu’il s’agit d’un transport effectué au moyen de sa voiture personnelle.
dagen, vergaderingen enzovoort moet geen geneeskundig onderzoek ondergaan omdat het om vervoer met de eigen wagen gaat. Dit is bijvoorbeeld ook het geval bij carpooling.
C’est le cas aussi, par exemple, lors du covoiturage. L’article 43,4o dispose que l’examen médical est obligatoire pour le transport de personnel organisé et exploité par un employeur au moyen d’une voiture de l’employeur et sous sa responsabilité.
Artikel 43,4o bepaalt dat de medische keuring verplicht is voor het vervoer van personeel georganiseerd en uitgebaat door een werkgever met een wagen van de werkgever en op diens verantwoordelijkheid.
Mon administration estime que la différence entre un service de transports organisé et des transports normaux peut se trouver dans sa régularité.
Voor mijn administratie is het onderscheid tussen een vervoerdienst die georganiseerd wordt en een gewoon vervoer gelegen in het regelmatigheids- of het gelegenheidskarakter van dat vervoer.
Si le transport s’adresse toujours à des personnes différentes et n’est pas une activité régulière mais plutoˆt occasionnelle, on peut le qualifier comme transport occasionnel. Il n’est pas important que le transport se fasse au moyen d’un véhicule personnel ou au moyen d’un véhicule de l’institution.
Indien het vervoer steeds met wisselende personen wordt verstrekt en voor de individuele betrokkenen geen regelmatige weerkerende activiteit doch eerder een toevallige praktijk betreft, kan er eerder gesproken worden van occasioneel vervoer. Het maakt daarbij niet uit of het vervoer met een eigen wagen gebeurt of met een wagen van de instelling.
Sous ce rapport, je dois souligner que la différence entre transports réguliers et occasionnels est en réalité une question de fait sur laquelle on laisse décider les tribunaux.
Ik moet hierbij benadrukken dat het onderscheid tussen geregeld en georganiseerd vervoer in se een feitenkwestie blijft, die in geval van betwisting aan het oordeel van de rechtbanken wordt overgelaten.
En réponse aux 5 questions :
In antwoord op de 5 vragen :
1 à 4. Non, tant que les élèves ne doivent pas intervenir financièrement à cet effet. 5. Non.
1 tot 4. Neen, zolang de leerlingen hiervoor geen betaling hoeven te verrichten. 5. Neen.
DO 2005200607778
DO 2005200607778
Question no 459 de M. Koen T’Sijen du 19 avril 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 459 van de heer Koen T’Sijen van 19 april 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Transport prioritaire de malades.
Prioritair ziekenvervoer.
Le ministre de la Santé publique a répondu comme suit à une question sur la législation relative au transport de malades, et plus particulièrement sur les transports de malades effectués par la Vlaamse Kruis :
In antwoord op een vraag over de wetgeving op het ziekenvervoer, en meer bepaald het ziekenvervoer van het Vlaamse Kruis, antwoordde de minister van Volksgezondheid het volgende :
« La couleur RAL 1016 est une des caractéristiques extérieures des ambulances et est donc interdite aux ambulances qui ne font pas partie du service 112 (loi du 14 janvier 2002). Actuellement, peu de controˆles concernent toutefois cette matière. De plus, il n’est pas aisé de déterminer si un véhicule arbore cette couleur RAL ou une teinte qui s’en rapproche. Le SPF se prépare cependant actuellement à renforcer ses méthodes d’inspection ainsi que les moyens financiers disponibles à cet effet. En vertu de la loi du 14 janvier 2002, l’utilisation du gyrophare et/ou des sirènes est réservé aux ambulances du service 100/112. Lorsqu’une
« De kleur RAL 1016 is één van de uiterlijke kenmerken van de ziekenwagens en wordt daardoor verboden voor niet-112-ziekenwagens (wet 14 januari 2002). Hier wordt echter op dit ogenblik weinig controle op uitgevoerd. Bovendien is het niet eenvoudig vast te stellen of een wagen deze specifieke RAL-kleur voert, dan wel een tint die er kort bij ligt. Toch werkt de FOD momenteel aan een versterking van zijn inspectiemethodes en draagkracht. Het gebruik van zwaailicht en/of sirene zijn door de wet van 14 januari 2002 voorbehouden aan de 100/112-ziekenwagens. Een niet-100/112-ziekenwagen die te maken heeft met
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27842
ambulance extérieure au service 100/112 est confrontée à une situation urgente, elle a tout intérêt à rester sur place et à faire appel au 100/112. Elle ne peut utiliser ces signaux ». (Question no 8863 du 22 novembre 2005, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, COM 752, p. 31).
een dringende situatie, blijft best ter plaatse en doet beroep op de 100/112. Hij mag deze signalen niet gebruiken. » (Vraag nr. 8863 van 22 november 2005, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, COM 752, blz. 31).
Le ministre de la Mobilité a fourni la réponse suivante à une question écrite :
In een antwoord op een schriftelijke vraag, antwoordde de minister van Mobiliteit het volgende :
« Les véhicules autorisés d’office à porter la signalisation prioritaire sont énumérés dans les articles 28, § 2, c), 4o (gyrophare) et 43, § 2, 3o (sirène spéciale) du règlement technique (arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que leurs accessoires de sécurité). Pour ce qui concerne le secteur de l’aide médicale, la liste reprend les « véhicules d’intervention médicale urgente du service 100 » et les « ambulances ». Rien n’empêche donc les véhicules immatriculés comme « ambulances » de s’équiper de la signalisation prioritaire ». (Question no 411 du 16 décembre 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 112, p. 21382).
« De voertuigen die ambtshalve de prioritaire signalisatietekens mogen voeren staan opgesomd in de artikelen 28, § 2, c), 4o (blauw zwaailicht) en 43, § 2, 3o (speciale geluidshoorn) van het technisch reglement (koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen). Voor de sector van de medische hulpverlening vinden we in deze lijst de « voertuigen voor dringende medische interventies van de dienst 100 » en de « ziekenauto’s ». Voertuigen ingeschreven als « ziekenauto » mogen dus zonder meer prioritaire signalisatie voeren.« (Vraag nr. 411 van 16 december 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 112, blz. 21382).
1. Ces deux réponses ne sont-elles pas en totale contradiction ?
1. Zijn deze twee antwoorden niet volkomen tegenstrijdig met elkaar ?
2. Une ambulance extérieure au système 110/112 est-elle autorisée à utiliser des signes prioritaires ?
2. Is het toegelaten om prioritaire signalen te gebruiken als ziekenwagen buiten het systeem 110/ 112 ?
3. Les ambulances immatriculées comme telles auprès de la DIV et bénéficiant à ce titre d’une exonération de la taxe de circulation sont-elles autorisées à utiliser des signes prioritaires ?
3. Is het toegelaten om prioritaire signalen te gebruiken door ziekenwagens die zijn ingeschreven als « ziekenauto » bij de DIV en in die zin ook vrijstelling van verkeersbelasting bekwamen ?
4. Les ambulances qui satisfont aux 3 exigences légales suivantes sont-elles autorisées à utiliser des signes prioritaires :
4. Is het toegelaten om prioritaire signalen te gebruiken door ziekenwagens die voldoen aan de 3 wettelijke vereisten :
a) blindage des vitres;
a) geblindeerde ramen;
b) points d’ancrage pour un brancard;
b) verankeringspunten voor brancard;
c) mention « ambulance » sur la face extérieure ?
c) vermelding van « ziekenauto » of « ambulance » op de buitenzijde ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 7 novembre 2006, à la question no 459 de M. Koen T’Sijen du 19 avril 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 7 november 2006, op de vraag nr. 459 van de heer Koen T’Sijen van 19 april 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hierna mijn antwoord op zijn vragen.
1. Si l’on souhaite limiter le placement et l’utilisation de la signalisation prioritaire des ambulances à certaines catégories, une modification des articles 28 et 43 du règlement technique des véhicules (arrêté royal du 15 mars 1968) s’impose. Pour l’instant, ni le ministre de la Santé publique ni son administration ne m’ont demandé de modifier la réglementation. Je n’ai
1. Indien men de plaatsing en het gebruik van prioritaire signalisatietekens bij ziekenauto’s wenst te beperken tot bepaalde categoriee¨n is een wijziging nodig van de artikels 28 en 43 van het technisch reglement van de voertuigen (koninklijk besluit 15 maart 1968). Noch de minister van Volksgezondheid noch zijn administratie hebben mij op dit moment verzocht
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27843
pas non plus connaissance d’une quelconque plainte ou d’un quelconque problème en la matière.
de regelgeving te wijzigen. Er zijn mij hieromtrent ook geen klachten of problemen bekend.
2. Dans l’état actuel de la réglementation, tous les véhicules enregistrès à la DIV en tant qu’ambulances sont autorisés d’office à porter la signalisation prioritaire.
2. In de actuele stand van de reglementering mogen alle bij de DIV als ziekenauto geregistreerde voertuigen ambtshalve prioritaire signalisatie voeren.
3. La taxe de circulation est une matière qui relève de la compétence de mon collègue des Finances.
3. Verkeersbelasting is een materie die behoort tot het bevoegdheidsdomein van mijn collega van Financie¨n.
Il existe pas de lien direct entre la signalisation prioritaire et une éventuelle exemption de la taxe de circulation.
Er is geen rechtstreekse link tussen prioritaire signalisatie en een eventuele vrijstelling van verkeersbelasting.
4. Il revient notamment aux stations de controˆle de vérifier si un véhicule est légitimement enregistré en tant qu’ambulance. Il s’agit du controˆle de la présence permanente de l’équipement classique d’une ambulance, en l’occurrence :
4. Het behoort tot het takenpakket van onder andere de keuringstations na te gaan of een voertuig rechtmatig als ziekenauto geregistreerd staat. Daarbij wordt de permanente aanwezigheid van de klassieke ziekenautouitrusting gecontroleerd zijnde :
— un emplacement et des points d’ancrage pour une civière;
— plaats en verankeringpunten voor een draagberrie;
— des vitres latérales opaques;
— verduisterde zijruiten;
— l’inscription « ambulance ».
— het opschrift « ziekenauto ».
DO 2005200608442
DO 2005200608442
Question no 498 de Mme Magda De Meyer du 4 juillet 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 498 van mevrouw Magda De Meyer van 4 juli 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Reconnaissance des permis de conduire des chauffeurs de camions turcs.
Erkenning van de rijbewijzen van Turkse vrachtwagenchauffeurs.
La Flandre se profile en tant que plaque tournante logistique de l’Europe. Le secteur logistique offre de nombreux emplois qui ne trouvent pas preneurs. C’est ainsi que le métier de chauffeur de camion vient d’être reconnu comme fonction critique. De nombreux chauffeurs de camions d’origine turque ayant obtenu leur permis de conduire en Turquie séjournent pourtant dans notre pays. En raison du renforcement, en juillet 2003, de la procédure de reconnaissance des permis de conduire étrangers, des problèmes sont apparus pour certains permis de conduire étrangers.
Vlaanderen profileert zich als logistieke draaischijf van Europa. In de logistieke sector zijn er heel wat jobs die niet ingevuld geraken. Zo werd de functie van vrachtwagenchauffeur onlangs erkend als knelpuntberoep. In ons land leven echter vele vrachtwagenbestuurders van Turkse afkomst die hun rijbewijs reeds gehaald hebben in Turkije. In juli 2003 heeft men de erkenningsprocedure voor buitenlandse rijbewijzen verstrengd, waardoor er problemen opdoken met sommige buitenlandse rijbewijzen.
1. a) Ou` en est ce dossier ?
1. a) Wat is de stand van zaken in dit dossier ?
b) Les chauffeurs de camions turcs peuvent-ils d’ores et déjà échanger leur permis de conduire contre un permis de conduire belge/européen ?
b) Kunnen Turkse vrachtwagenchauffeurs hun rijbewijs al omwisselen in een Belgisch/Europees rijbewijs ?
c) Dans la négative, est-ce toujours duˆ à la nonratification, par la Turquie, de certaines directives européennes ?
c) Indien dit niet mogelijk is, is dit nog steeds te wijten aan de niet-ratificering door Turkije van bepaalde Europese richtlijnen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27844
2. a) Le gouvernement belge a-t-il déjà transposé la directive 2056 permettant aux chauffeurs étrangers sans formation d’accéder directement à l’examen théorique et à l’examen pratique ?
2. a) Heeft de Belgische regering richtlijn 2056 al omgezet zodat buitenlandse chauffeurs zonder scholing de mogelijkheid krijgen om direct toegang te krijgen tot het theoretische en praktische examen ?
b) Dans la négative, pouvez-vous avancer un échéancier en la matière ?
b) Zo niet, kan u hiervoor een timing geven ?
c) Dans l’affirmative, cette procédure a-t-elle déjà fait l’objet d’une évaluation ?
c) Indien dit wel gebeurd is, heeft u al een evaluatie gemaakt van de praktijk ?
3. a) Eˆtes-vous conscient de l’importance de la reconnaissance du permis de conduire des chauffeurs de camions étrangers, dèslors qu’il s’agit d’une fonction critique ?
3. a) Bent u zich bewust van het belang van de erkenning van het rijbewijs van buitenlandse vrachtwagenchauffeurs, gezien dit een knelpuntberoep betreft ?
b) Envisagez-vous de prendre contact avec votre homologue turc pour faciliter la procédure ou une concertation a-t-elle déjà eu lieu à l’échelon européen ?
b) Overweegt u om contact op te nemen met uw Turkse collega om de procedure te vergemakkelijken of gebeurt dit reeds op Europees niveau ?
4. a) Y a-t-il un accord bilatéral entre la Belgique et la Turquie en ce qui concerne les permis de conduire ?
4. a) Is er al een bilateraal akkoord tussen Belgie¨ en Turkije wat betreft rijbewijzen ?
b) Dans la négative, une négociation est-elle prévue à ce sujet ?
b) Zo niet, wordt hierover nog verder onderhandeld ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 7 novembre 2006, à la question no 498 de Mme Magda De Meyer du 4 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 7 november 2006, op de vraag nr. 498 van mevrouw Magda De Meyer van 4 juli 2006 (N.) :
1. Le permis de conduire B turc peut être échangé pour un permis de conduire B belge.
1. Het Turks rijbewijs B kan omgewisseld worden naar een Belgisch rijbewijs B.
Le permis de conduire C et D turc peut être échangé pour un permis de conduire B belge. L’échange d’un permis de conduire C ou D turc pour un permis de conduire C et D belge n’est pas possible. La réglementation turque sur le permis de conduire n’est pas adaptée aux directives européennes.
Het Turks rijbewijs C en D kan omgewisseld worden naar een Belgische rijbewijs B. Een omwisseling van het Turkse rijbewijs C of D naar het Belgische rijbewijs C en D is niet mogelijk. De Turkse rijbewijsregelgeving is nog niet aangepast aan de Europese richtlijnen.
2. Les titulaires d’un permis de conduire C ou D turc sont dispensés de suivre une formation en vue de l’examen C ou D. Depuis le 3 avril 2006, les titulaires d’un permis de conduire E turc sont également dispensés de suivre une formation en vue de l’examen C ou D. Mon administration en a informé les administrations communales. Aucune évaluation de cette pratique n’a encore été réalisée.
2. Houders van een Turks rijbewijs C of D zijn vrijgesteld van scholing voor het examen C of D. Sinds 3 april 2006 worden de houders van een Turks rijbewijs E eveneens vrijgesteld van scholing voor het examen C of D. Mijn administratie heeft de gemeenten hieromtrent ingelicht. Er is nog geen evaluatie gemaakt van deze praktijk.
3. Les fonctions critiques doivent être assurées sans nuire à la sécurité routière.
3. Knelpuntberoepen moeten worden ingevuld zonder afbreuk te doen aan de verkeersveiligheid.
La réglementation turque sur le permis de conduire a été récemment modifiée. Mon administration a pris les contacts nécessaires avec l’ambassade de Turquie à Bruxelles et a sollicité davantage d’informations en la matière. Malgré des demandes répétées, elle n’a pas encore pu obtenir de version anglaise ou française de la nouvelle législation turque.
De Turkse rijbewijsreglementering is recent gewijzigd. Mijn administratie heeft de nodige contacten gelegd met de Turkse ambassade in Brussel en hieromtrent meer uitleg gevraagd. Ondanks meerdere verzoeken hebben ze nog geen Engelstalige of Franstalige versie van de nieuwe Turkse wetgeving mogen ontvangen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27845
4. Cette matière n’est pas régie par un accord bilatéral avec la Belgique. Des négociations en vue d’une reconnaissance plus large des permis de conduire turcs sont menées dans le cadre plus général des négociations sur l’entrée prochaine de la Turquie au sein de l’Union européenne.
4. Er is hieromtrent geen bilateraal akkoord met Belgie¨. Onderhandelingen om een ruimere erkenning aan de Turkse rijbewijzen toe te kennen, worden gevoerd in het kader van de ruimere onderhandelingen over het toekomstig Turkse lidmaatschap van de Europese Unie.
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Pensions
Pensioenen
DO 2005200608447
DO 2005200608447
Question no 171 de Mme Annemie Turtelboom du 6 juillet 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 171 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 juli 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Bénéficiaires d’une pension percevant un revenu d’appoint. — Procédure administrative simplifiée.
Gepensioneerden die bijverdienen. — Vereenvoudigde administratieve procedure.
Les pensionnés désireux d’exercer une activité professionnelle sont tenus de remplir trois formulaires à cet effet.
Gepensioneerden die willen werken, moeten daarvoor drie formulieren invullen.
Afin de permettre à l’administration de vérifier si leurs revenus ne dépassent pas le plafond légal, les pensionnés doivent notifier officiellement, dans un délai de 30 jours après le début de l’activité, qu’ils perçoivent un revenu d’appoint et le montant exact de celui-ci, à défaut de quoi leur pension risque de leur être retenue. ` la fin de l’an dernier, vous avez annoncé votre A intention de simplifier la procédure. Les formulaires seraient supprimés et l’administration pourrait ellemême recueillir les données nécessaires auprès de la Banque-carrefour de la sécurité sociale.
Om te controleren of de gepensioneerde niet meer verdient dan wettelijk toegelaten, moet de gepensioneerde binnen een termijn van 30 dagen na de aanvang van de bijverdienste officieel melden dat hij/zij bijverdient en hoeveel juist. De gepensioneerde die dit niet doet, riskeert dat zijn of haar pensioen wordt ingehouden.
Le 28 mars 2006, je vous ai déjà posé une question orale à ce sujet. Vous avez dit que vous me répondriez dans les meilleurs délais et que vous me fourniriez le calendrier pour la mise en œuvre de cette simplification (question n. 10819, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission des Affaires sociales, 28 mars 2006, COM 907, p. 5).
Ik stelde u hierover reeds een mondelinge vraag op 28 maart 2006. U zei dat u mij spoedig antwoord zou geven met de timing die zal worden gehanteerd om dit mogelijk te maken (vraag nr. 10819, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Sociale Zaken, 28 maart 2006, COM 907, blz. 5).
1. a) Dans l’intervalle, disposez-vous déjà de ce calendrier ?
1. a) Hebt u ondertussen zulk tijdschema ter beschikking ?
b) Dans l’affirmative, pourriez-vous détailler le calendrier ?
b) Zo ja, zou u de timing kunnen toelichten ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Eind vorig jaar hebt u aangekondigd dat dit veel eenvoudiger zou kunnen worden. U zou met name deze formulieren afschaffen en de administratie zou zelf de nodige informatie uit de Kruispuntbank Sociale Zekerheid kunnen halen.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27846
2. Pourquoi cette simplification s’est-elle fait attendre si longtemps ?
2. Waarom duurde het proces zo lang ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 10 novembre 2006, à la question no 171 de Mme Annemie Turtelboom du 6 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 10 november 2006, op de vraag nr. 171 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 juli 2006 (N.) :
L’arrêté royal du 11 juillet 2006 modifiant l’arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés (Moniteur belge du 7 août 2006) supprime à partir du 1er janvier 2006 l’obligation de déclaration pour les bénéficiaires de pension qui ont atteint l’aˆge de 65 ans accompli, sauf pour chaque premier paiement.
Het koninklijk besluit van 11 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2006) schaft vanaf 1 januari 2006, behoudens voor elke eerste betaling, de aangifteplicht afgeschaft voor pensioengerechtigden die de volle leeftijd van 65 jaar hebben bereikt.
Dans une phase suivante, la suppression de l’obligation de déclaration, pour ce qui concerne le controˆle de l’activité professionnelle, sera peut-être étendu aux personnes qui bénéficient d’une pension et qui n’ont pas encore atteint l’aˆge de 65 ans accompli.
In een volgende fase zal de afschaffing van de aangifteplicht, wat de controle van de beroepsactiviteit betreft, wellicht uitgebreid worden tot personen die pensioengerechtigd zijn en die nog niet de volle leeftijd van 65 jaar bereikt hebben.
Le controˆle par voie électronique au moyen d’échange de flux de données des revenus professionnels pour l’année 2006 est prévu pour mi-2007. Les scénarios de tests relatifs à l’échange des données sont planifiés pour l’automne 2006.
De controle via elektronische weg door middel van de uitwisseling van gegevensstromen van de beroepsinkomsten voor het jaar 2006 is gepland voor medio 2007. De testscenario’s inzake de gegevensuitwisseling zijn gepland voor het najaar 2006.
Les montants limites concernant les activités professionnelles autorisées diffèrent selon que le bénéficiaire d’une pension de retraite et/ou de survie a la charge d’un enfant au moins, suivant les conditions qui sont exigées conformément à l’article 48 de l’arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés.
De grensbedragen inzake toegelaten beroepsactiviteit verschillen naargelang de gerechtigde op een rusten/of overlevingspensioen de hoofdzakelijke last heeft van ten minste één kind in de voorwaarden die, overeenkomstig artikel 48 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, vereist zijn.
Afin de pouvoir déterminer correctement les montants limites, un échange électronique des données relatives aux allocations familiales est nécessaire. La demande ayant trait à l’échange électronique de ces données a été transmise par l’Office national des pensions à la Banque carrefour de la Sécurité sociale.
Teneinde de grensbedragen correct te kunnen vaststellen is een elektronische uitwisseling van de gegevens inzake kinderbijslag nodig. De aanvraag met betrekking tot de elektronische uitwisseling van deze gegevens werd door de Rijksdienst voor pensioenen aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid toegestuurd.
En vertu d’un projet d’arrêté royal modifiant l’article 4, § 1er, de la loi du 5 avril 1994 régissant le cumul des pensions du secteur public avec des revenus provenant de l’exercice d’une activité professionnelle ou avec un revenu de remplacement, les pensionnés qui ont atteint l’aˆge de 65 ans ne devront plus déposer de déclaration préalable du cumul de leur pension avec une activité professionnelle, sauf si leur pension ne prend cours qu’après l’aˆge de 65 ans.
Krachtens een ontwerp van koninklijk besluit waarbij artikel 4, § 1, van de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen gewijzigd wordt, zullen gepensioneerden die de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben, geen voorafgaande verklaring meer moeten afleggen van de cumulatie van hun pensioen met een beroepsactiviteit, behalve indien het pensioen pas ingaat na de leeftijd van 65 jaar.
Après négociation syndicale et avis du Conseil d’E´tat, le projet d’arrêté sera publié au Moniteur belge.
Na syndicale onderhandelingen en na het advies te hebben ingewonnen bij de Raad van State, zal tot publicatie in het Belgisch Staatsblad overgegaan worden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27847
DO 2005200608484
DO 2005200608484
Question no 172 de Mme Trees Pieters du 11 juillet 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 172 van mevrouw Trees Pieters van 11 juli 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Liquidation du capital d’assurances de groupe à l’étranger. — Imposabilité des non-résidents. — Taxesn cotisations et précompte dus. — Assujettissement à l’ONSS.
Uitbetaling van uitkeringen groepsverzekering in het buitenland. — Belastbaarheid in hoofde van nietinwoners. — Verschuldigde voorheffingen, taksen en bijdragen. — Onderwerping aan de RSZ.
Il arrive de temps en temps que des habitants du Royaume (travailleurs salariés et dirigeants d’entreprise) partent s’établir définitivement à l’étranger (surtout en France, en Espagne et aux Pays-Bas) avant l’aˆge légal de la retraite et qu’ils s’y fassent domicilier.
Het valt af en toe voor dat Belgische rijksinwoners (werknemers en bedrijfsleiders) vo´o´r hun pensioengerechtigde leeftijd reeds definitief vertrekken naar het buitenland (vooral naar Frankrijk, Spanje en Nederland) en aldaar gedomicilieerd worden.
Les allocations de pension complémentaire octroyées aux habitants du Royaume tant avant qu’après l’aˆge de soixante ans dans le cadre d’une assurance de groupe contractée par la société qui les emploie ou qui les employait sont en principe imposables (distinctement) dans le cadre de l’impoˆt des personnes physiques. De plus, elles nécessitent également le versement de cotisations à l’ONSS.
Voor rijksinwoners zijn de uitkeringen van aanvullende pensioenen zowel toegekend vo´o´r als na de leefdtijd van zestig jaar, uit hoofde van een groepsverzekering afgesloten door hun vennootschappen-werkgeefsters in principe (afzonderlijk) belastbaar in de personenbelasting en eveneens onderhevig aan een welbepaalde RSZ-bijdrage.
1. On peut cependant se poser la question générale de savoir, en pratique, dans quelle mesure le capital d’une assurance de groupe attribué ou liquidé à l’étranger à des « non-résidents » (des personnes qui ne sont plus belges) est imposable en tout ou en partie ou exonéré et/ou soumis à certains précomptes et cotisations à l’ONSS en Belgique, et par ailleurs, à quelles modalités de paiement spécifiques nationales et internationales ainsi qu’à quelles taxes ou primes d’assurances ces liquidations de capital sont soumises.
1. De algemene praktische vraag rijst echter enerzijds in welke precieze mate die uitkeringen van groepsverzekeringen toegekend of uitbetaald in het buitenland aan « niet-inwoners » (gewezen Belgen) in Belgie¨ geheel of gedeeltelijk belastbaar of vrijgesteld zijn en/of tevens onderworpen zijn aan bepaalde voorheffingen en RSZ-bijdragen, en anderzijds aan welke specifieke nationale en internationale betalingsmodaliteiten en verzekeringstaksen of bijdragen deze allemaal onderhevig zijn ?
2. Pouvez-vous, pour chacun des trois E´tats membres européens précités, me faire part de vos conceptions et méthodes générales à la lumière, notamment, des dispositions des articles 1er, 171, 228, 229, 249 et 276 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, des conventions préventives de la double imposition, de la loi relative aux pensions complémentaires, de la loi du 25 février 2003 tendant à lutter contre la discrimination [...], de la législation sociale et de toutes les conventions transfrontalières et internationales y afférentes et des directives européennes ?
2. Kunt u terzake voor elk van de drie voornoemde Europese lidstaten uw algemene ziens- en handelwijze meedelen zowel onder meer in het licht van de bepalingen van de artikelen 1, 171, 228, 229, 249 en 276 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de dubbelbelastingverdragen, de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP), de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie [...], de sociale wetgeving en alle ermee verband houdende grensoverschrijdende en internationale verdragen en Europese richtlijnen ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 31 octobre 2006, à la question no 172 de Mme Trees Pieters du 11 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 31 oktober 2006, op de vraag nr. 172 van mevrouw Trees Pieters van 11 juli 2006 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que les renseignements demandés relèvent de la compétence du ministre des Finances. (Question no 1362 du 11 juillet 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 136, p. 26667.)
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat de door haar gevraagde inlichtingen onder de bevoegdheid vallen van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1362 van 11 juli 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 136, blz. 26667.)
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27848
DO 2006200708924
DO 2006200708924
Question no 181 de M. Guido De Padt du 10 novembre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 181 van de heer Guido De Padt van 10 november 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Limitation du cumul de la pension et de l’allocation de maladie professionnelle ou d’accident du travail. — Arrêt de la Cour de cassation.
Beperking cumulatie pensioen en uitkering van beroepsziekte of arbeidsongeval. — Cassatiearrest.
En 1983, le gouvernement Martens-Gol a publié un arrêté royal relatif à la limitation du cumul entre une pension et une allocation pour maladie professionnelle ou accident du travail. Vingt-trois ans après la publication de cet arrêté royal limitant le cumul, la Cour de cassation l’a jugé illégal par un arrêt du 27 février 2006. Les articles 311 à 349 de la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses ont ensuite mis un terme à l’insécurité juridique qui résultait de l’arrêt de la Cour de cassation. Le système instauré le 1er janvier 1983 est donc maintenu.
In 1983 werd door de regering Martens-Gol een koninklijk besluit uitgevaardigd dat de cumulatie beperkte van een pensioen en een uitkering voor beroepsziekte of arbeidsongeval. Het Hof van Cassatie heeft dit driee¨ntwintig jaar oude koninklijk besluit dat de cumulatie beperkt bij arrest van 27 febuari 2006 onwettig verklaard, waarna de artikelen 311 tot 349 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen een einde maakten aan de juridische onzekerheid die voortvloeide uit het Cassatiearrest. Het sinds 1 januari 1983 ingevoerde stelsel wordt aldus gehandhaafd.
1. Du 1er janvier 1983 à ce jour, à combien de retraités a été appliquée la limitation du cumul susdite ?
1. Hoeveel gepensioneerden zijn sinds 1 januari 1983 tot heden het voorwerp van voormelde cumulatiebeperking ?
2. Quels montants supplémentaires les autorités ont-elles pu économiser pendant toutes ces années graˆce à la mesure de crise prise à l’époque ?
2. Hoeveel geld heeft de overheid al die jaren door de toen uitgevaardigde crisismaatregel extra kunnen besparen ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 10 novembre 2006, à la question no 181 de M. Guido De Padt du 12 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 10 november 2006, op de vraag nr. 181 van de heer Guido De Padt van 12 oktober 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que sa question — qui porte sur l’application de deux arrêtés royaux du 13 janvier 1983 qui exécutent l’un, l’article 42bis de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents de travail dans le secteur privé, l’autre l’article 66 des lois coordonnées du 3 juin 1970 sur les maladies professionnelles, également dans le secteur privé — relève de la compétence exclusive de mon collègue, le ministre des Affaires sociales. (Question no 540 du 10 novembre 2006.)
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat zijn vraag — die betrekking heeft op de toepassing van twee koninklijke besluiten van 13 januari 1983, het ene tot uitvoering van artikel 42bis van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen in de privé-sector, en het andere van artikel 66 van de samengeordende wetten van 3 juni 1970 op de beroepsziekten eveneens in de privésector — tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van mijn collega, de minister van Sociale Zaken. (Vraag nr. 540 van 10 november 2006.)
Ministre de l’Emploi
Minister van Werk
DO 2005200608889
DO 2005200608889
Question no 610 de Mme Annemie Turtelboom du 2 octobre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 610 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 oktober 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Restructurations. — « Assurance salaire ». Lors d’une conférence de presse donnée au Palais des Académies à Bruxelles, au cours de laquelle il a été
Herstructureringen. — « Loonverzekering ». Tijdens een persconferentie in het Brusselse Paleis der Academie¨n met de titel « Vlaanderen is een para-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27849
souligné que si la Flandre est un paradis, l’E´tat providence s’essouffle, le professeur émérite Roger Blanpain a plaidé pour un bon encadrement social lors de restructurations. Dans ce contexte, il a évoqué le système de « l’assurance salaire », ou` les travailleurs qui acceptent un travail moins bien rémunéré après une restructuration bénéficient d’une allocation durant une période déterminée. D’une certaine manière, l’idée a déjà été concrétisée chez nous dans le cadre de la remise au travail de prépensionnés, notamment sous la forme de la prime-pont.
dijs, maar onze welvaartstaat sputtert. » brak professor emeritus Roger Blanpain een lans voor een goede sociale begeleiding bij herstructureringen. In dat kader verwees hij naar de zogenaamde « loonverzekering », een idee waarbij werknemers die na een herstructurering een lager betaalde baan aanvaarden gedurende een bepaalde periode een toelage krijgen. In eigen land is dat idee al in zekere zin aangehaald met het oog op de hertewerkstelling van bruggepensioneerden, de zogenaamde brugpremie.
1. L’idée d’une assurance-salaire constitue-t-elle à votre estime vous une piste envisageable pour encourager les travailleurs à accepter un travail moins bien rémunéré après une restructuration ?
1. Acht u de idee van een loonverzekering een waardevolle piste om werknemers aan te moedigen om na een herstructurering een lagerbetaalde job te aanvaarden ?
2. Quelles règles précises faudra-t-il respecter lors de la concrétisation de cette piste ?
2. Welke nadere regels moeten volgens u bij de uitwerking van dit idee gerespecteerd worden ?
3. Envisagez-vous de demander à l’administration d’examiner cette piste, voire de la soumettre à l’avis des partenaires sociaux ?
3. Overweegt u dit idee te laten onderzoeken door de administratie en eventueel voor advies voor te leggen aan de sociale partners ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 7 novembre 2006, à la question no 610 de Mme Annemie Turtelboom du 2 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 7 november 2006, op de vraag nr. 610 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 oktober 2006 (N.) :
En réponse à la 1ere question, et particulièrement en ce qui concerne les restructurations, on peut faire référence au chapitre 3 de l’arrêté royal du 16 juillet 2004 visant à promouvoir l’emploi de travailleurs licenciés dans le cadre de restructurations. Ce chapitre dispose que certains travailleurs qui ont été victimes d’une restructuration obtiennent, s’ils sont engagés par un nouvel employeur, une réduction forfaitaire des cotisations personnelles de 400 euros par trimestre, et ce pendant 3 trimestres. Ceci signifie que le travailleur recevra un salaire net plus élevé.
In antwoord op vraag 1 kan specifiek met betrekking tot herstructureringen melding gemaakt worden van hoofdstuk 3 van het koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers ontslagen in het kader van herstructureringen. Dit hoofdstuk bepaalt dat aan sommige werknemers die het slachtoffer zijn van een herstructurering, indien zij aan de slag gaan bij een nieuwe werkgever, een vermindering van de persoonlijke bijdrage van sociale zekerheid wordt toegekend van 400 euro per kwartaal en dit gedurende 3 kwartalen. Dit betekent dat de werknemer een hoger nettoloon zal ontvangen.
En outre, un complément de reprise du travail d’un montant de 172,31 euros par mois est octroyée, sous certaines conditions, aux choˆmeurs de 50 ans au moins qui reprennent le travail. Il s’agit d’une prime qui est accordée comme complément au salaire.
Daarnaast is er de werkhervattingstoeslag, a rato van 172,31 euro per maand, die onder bepaalde voorwaarden wordt toegekend aan werklozen vanaf 50 jaar die het werk hervatten. Het gaat om een vergoeding die wordt toegekend als aanvulling op het loon.
Troisièmement, je tiens à souligner le maintien de l’indemnité complémentaire dans le cadre de la prépension ou de la pseudo-prépension prévue en cas de reprise du travail en tant que salarié ou indépendant. Si l’employeur octroie dans le cadre de la prépension ou de la pseudo-prépension une indemnité complémentaire, il est tenu de continuer à la payer aux plus de 50 ans pendant les périodes de reprise du travail chez un autre employeur ou en tant qu’indépendant. Dans ce cas, il y a une dispense de cotisations et de retenues de sécurité sociale sur cette indemnité complémentaire pendant les périodes de reprise du travail; la condition pour ce régime étant
Ten derde wil ik wijzen op het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van het brugpensioen of pseudo-brugpensioen bij werkhervatting als loontrekkende of zelfstandige. Indien de werkgever in het kader van het brugpensioen of pseudo-brugpensioen een aanvullende vergoeding toekent, dan moet hij deze aan 50-plussers doorbetalen tijdens periodes van werkhervatting bij een andere werkgever of als zelfstandige. Indien hij dit doet, is er vrijstelling van bijdragen en inhoudingen voor de sociale zekerheid op die aanvullende vergoeding tijdens de periodes van werkhervatting. Voorwaarde voor deze regeling is echter wel dat deze doorbetaling verankerd ligt in de regeling die
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27850
toutefois que ce payement s’inscrive dans le régime qui prévoit le remboursement de l’indemnité complémentaire. Pour la période allant jusqu’au 31 décembre 2007, ceci signifie que le régime ne mentionne pas explicitement que le remboursement est interrompu ` partir du 1er janvier lors de la reprise du travail. A 2008, ceci signifie que le régime doit explicitement faire mention du payement en cas de reprise du travail.
voorziet in de uitbetaling van de aanvullende vergoeding. Voor de periode tot 31 december 2007 betekent dit dat de regeling niet expliciet mag vermelden dat de uitbetaling onderbroken wordt bij werkhervatting. Vanaf 1 januari 2008 betekent dit dat de regeling expliciet moet vermelden dat er doorbetaald wordt bij werkhervatting.
Enfin et de façon plus générale, il y a le bonus à l’emploi qui consiste en une réduction des cotisations personnelles de sécurité sociale. Le bonus à l’emploi est un instrument utile dans le cadre de la lutte contre les pièges à l’emploi, où le revenu net du travail faiblement rémunéré augmente sans entraıˆner de surcoût pour l’employeur.
Ten slotte, meer algemeen, is er de werkbonus, die bestaat uit een verlaging van de persoonlijke bijdragen aan de sociale zekerheid. De werkbonus is een nuttig instrument in het kader van de bestrijding van de werkloosheidsvallen, waarbij het netto-inkomen van laagbetaalde arbeid stijgt zonder meerkost voor de werkgever.
En réponse aux questions 2 et 3, la réponse à la 1ere question montre que beaucoup de choses sont déjà prévues dans la législation actuelle.
In antwoord op vragen 2 en 3 toont het antwoord op vraag 1 aan dat in de huidige wetgeving reeds veel voorzien is.
DO 2006200708999
DO 2006200708999
Question no 617 de M. Bart Tommelein du 25 octobre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 617 van de heer Bart Tommelein van 25 oktober 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Services en ligne du site portail fédéral. — Envoi d’un token.
Online-diensten van de federale portaalsite. — Toesturen van een token.
Pour pouvoir utiliser les services en ligne du site portail fédéral, nos concitoyens doivent demander un ` cette fin, ils doivent compléter un formulaire token. A en ligne et, quelques jours plus tard, ils reçoivent un token. De nombreuses personnes ont sans doute procédé ainsi lorsqu’elles ont reçu leur nouvelle déclaration d’impoˆts, laquelle leur offrait la possibilité d’utiliser Tax-on-web..
Om gebruik te maken van de online-diensten van de federale portaalsite moeten burgers een token aanvragen. Zij moeten daartoe hun gegevens invullen op de website en krijgen enkele dagen later een token toegestuurd. Enige tijd geleden is dit allicht veelvuldig gebeurd naar aanleiding van de nieuwe belastingaangiftes waarbij gewezen werd op de mogelijkheid van tax-on-web.
Il me revient que certaines personnes ont reçu deux fois leur token, ces deux tokens étant identiques et ayant été postés dans deux enveloppes (affranchies) le même jour. J’ai personnellement connaissance de deux cas.
Ik verneem dat sommige mensen hun aangevraagde token twee keer toegestuurd kregen. Het token was identiek en werd in twee (gefrankeerde) enveloppes op dezelfde datum toegestuurd. Ik heb kennis van twee gevallen.
J’ai l’impression qu’il s’agit là d’un gaspillage et cette impression correspond à la perception qu’en ont les contribuables.
Dit komt mij voor als verspilling en ook de mensen percipie¨ren dat zo.
1. a) Le double envoi d’un token est-il normal ?
1. a) Is het twee keer toesturen van een token de normale procedure ?
` quoi cette procédure inhabituelle est-elle due ? b) A
b) Waarom doet men dit zo ?
2. a) S’il s’agit d’une erreur, à quoi est-elle imputable ?
2. a) Indien het om een vergissing gaat, waaraan is dit te wijten ?
b) Ce problème est-il entre-temps résolu ?
b) Is het probleem inmiddels opgelost ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27851
Réponse du ministre de l’Emploi du 7 novembre 2006, à la question no 617 de M. Bart Tommelein du 25 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 7 november 2006, op de vraag nr. 617 van de heer Bart Tommelein van 25 oktober 2006 (N.) :
1. Le double renvoi du token n’est évidemment pas la procédure normale. Au début du mois de juin, un incident s’est produit chez le sous-traitant chargé de l’impression des tokens et de leur envoi sous enveloppe. De ce fait, certains tokens ont été imprimés deux fois. Cet incident nous est connu et a été réglé entretemps.
1. Uiteraard is het dubbel terugsturen van het token niet de normale procedure. Er heeft zich in het begin van de maand juni een incident voorgedaan bij onze toeleverancier die instaat voor het afdrukken en het onder omslag verzenden van de tokens, waardoor enkele tokens per vergissing dubbel werden afgedrukt. Dit incident is ons bekend, en is ondertussen afgesloten.
2. Une défaillance humaine a fait que les tokens imprimés deux fois n’ont pas tous été retirés de la chaıˆne et détruits, mais qu’ils ont été transmis aux citoyen en question. Notre fournisseur a pris les mesu` ma res nécessaires pour éviter cela à l’avenir. A connaissance, c’est d’ailleurs la première fois que cela est arrivé sur les quelque 350 000 tokens produits.
2. Menselijk falen heeft ertoe geleid dat niet alle dubbel afgedrukte tokens uit de ketting werden opgehaald en vernietigd, maar gewoon werden opgestuurd naar de burger in kwestie. Onze leverancier heeft de nodige maatregelen genomen om dit in de toekomst te vermijden. Bij mijn weten is dit trouwens de eerste maal dat dit voorkomt op de bijna 350 000 geproduceerde tokens.
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
DO 2005200608882
DO 2005200608882
Question no 75 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 75 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Avis de rectification. — Motivation.
Berichten van wijziging. — Motivering.
no
Il a été répondu à ma question 953 du 12 mars 2002 (cf. Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 148, p. 18766, et Bulletin des Contributions, no 836, p. 1114) qu’en ce qui concerne la motivation de l’avis rectificatif, il n’est d’une part pas requis que cet avis fasse référence aux dispositions légales dont l’application est envisagée par le taxateur (Cass., 25 juin 1990, FJF, 1990, no 90/175, p. 370), et que d’autre part, l’avis de rectification répond aux exigences de motivation, même s’il comporte une erreur, pour autant qu’il permette au contribuable d’apprécier le fondement du redressement (Cass., 26 mai 1995, Bull. 360, p. 103).
Als reactie op mijn vraag nr. 953 van 12 maart 2002 (zie : Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 148, blz. 18766 en Bulletin der belastingen nr. 836, blz. 1114) werd enerzijds geantwoord dat met betrekking tot de motivering van een bericht het niet vereist is dat het bericht van wijziging melding maakt van de wettelijke bepalingen waarvan de toepassing wordt beoogd door de aanslagambtenaar (Cass., 25 juni 1990, FJF, 1990, nr. 90/175, blz. 370) en anderzijds gesteld dat het bericht van wijziging beantwoordt aan de motiveringsplicht, zelfs wanneer het een vergissing bevat, voor zover het de belastingplichtige in staat stelt de gegrondheid van de wijziging te beoordelen (Cass., 26 mei 1995, Bull. 360, blz. 112).
Dans ce contexte, les questions pratiques d’ordre général suivantes se posent.
Ter zake rijzen in dit gelijkaardige verband nog de volgende algemene praktische vragen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27852
1. Les principes exposés antérieurement et l’ancienne jurisprudence s’appliquent-ils également lorsque l’avis de rectification de la déclaration et la notification de la taxation d’office contiennent, sur un seul et même point de discussion, un ou plusieurs paradoxes et contradictions juridiques et/ou effectifs, et/ou invoquent parallèlement plusieurs éléments de preuve et différents articles, titres et chapitres du CIR 1992 à titre de justification ?
1. Gelden die eerder uiteengezette principes en die oudere rechtspraak eveneens wanneer een bericht van wijziging van aangifte en een kennisgeving van aanslag van ambtswege over eenzelfde discussiepunt een of verscheidene juridische en/of feitelijke tegenstrijdigheden en paradoxen bevat en/of tezelfdertijd meerdere bewijsmiddelen en verschillende wetsartikelen, titels en hoofdstukken van het WIB 1992 als rechtvaardiging aanhaalt ?
2. Dans quelle mesure les taxations (d’office ou non) et/ou décisions directoriales qui en résultent seront-elles à considérer, en tout ou en partie, comme arbitraires et/ou nulles ?
2. In welke mate kunnen de daaropvolgende al dan niet ambtshalve aanslagen en/of directoriale beslissingen geheel of gedeeltelijk als willekeurig en/of als nietig worden bestempeld ?
3. Pouvez-vous préciser votre position ainsi que vos méthodes générales actuelles, tant à la lumière des dispositions actuellement en vigueur des articles 339, 340, 346 et 375 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, de l’article 46 de la loi du 28 juillet 1992 et de l’article 90 de la loi du 6 juillet 1994, que dans le cadre des principes généraux de bonne administration, et notamment le principe de rigueur et le principe de légalité ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 6 novembre 2006, à la question no 75 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) :
3. Kunt u uw aanvullende en huidige algemene ziens- en handelwijze meedelen, zowel in het licht van de thans vigerende beschikkingen van de artikelen 339, 340, 346 en 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 46 van de wet van 28 juli 1992 en artikel 90 van de wet van 6 juli 1994 als in het kader van alle algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder inzonderheid het zorgvuldigheidsbeginsel en het legaliteitsbeginsel ?
Par la présente, j’ai l’honneur de me référer à la réponse qui sera donnée dans cette matière par le vicepremier ministre et ministre des Finances Reynders. (Question no 1423 du 29 septembre 2006.)
Hierbij heb ik de eer te verwijzen naar het antwoord dat ter zake zal worden verstrekt door de heer viceeersteminister en minister van Financie¨n Reynders. (Vraag nr. 1423 van 29 september 2006.)
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n van 6 november 2006, op de vraag nr. 75 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) :
DO 2006200709007
DO 2006200709007
Question no 61 de M. Staf Neel du 26 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 61 van de heer Staf Neel van 26 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Services publics fédéraux. — Organisations syndicales. — Paiement des primes syndicales.
Federale overheidsdiensten. — Vakorganisaties. — Uitbetaling vakbondspremies.
Tant les administrations communales que les services publics fédéraux (SPF) versent aux différentes organisations syndicales des primes pour les membres
Zowel de gemeentebesturen als de federale overheidsdiensten (FOD) betalen aan de verschillende vakorganisaties premies uit voor hun personeel, echter
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27853
de leur personnel, sans toutefois vérifier l’affiliation de ces derniers à l’une ou l’autre organisation syndicale. Cette manière de procéder manque en fait de sérieux.
zonder enige controle op lidmaatschap bij deze of gene vakorganisatie. In feite is dit niet ernstig.
1. Pouvez-vous me communiquer le montant des primes syndicales versées au cours des cinq dernières années, et ce pour l’ensemble des services publics fédéraux et pour chacune des organisations syndicales séparément ?
1. Kan u de bedragen meedelen die werden uitbetaald aan vakbondspremies, dit voor alle federale overheidsdiensten en dit voor elke vakorganisatie apart, gedurende de jongste vijf jaar ?
2. Selon quelle « clé » les montants versés aux organisations sont-ils fixés ?
2. Welke « sleutel » wordt gehanteerd om de bedragen van uitbetaling te bepalen ?
3. Ces montants sont-ils indexés ?
3. Zijn deze bedragen aan de index gekoppeld ?
4. Sont-ils versés annuellement, tous les semestres ou tous les trimestres ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 9 novembre 2006, à la question no 61 de M. Staf Neel du 26 octobre 2006 (N.) :
4. Worden deze jaarlijks, halfjaarlijks of driemaandelijks uitgekeerd ?
Comme le roˆle du Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement se limite uniquement à la délivrance d’attestations prouvant que le membre du personnel en question fut employé au Département durant l’année de référence, l’honorable membre est invité à s’adresser à l’autorité compétente en matière de prime syndicale (Chancellerie du premier ministre) afin d’obtenir la réponse à sa question parlementaire. (Question no 138 du 26 octobre 2006).
Vermits de rol van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zich uitsluitend beperkt tot het afleveren van attesten die stellen dat het personeelslid in kwestie tijdens het referentiejaar werkzaam was op het departement, wordt het geachte lid verzocht zich te wenden tot de bevoegde autoriteit betreffende vakbondspremies (Kanselarij van de eerste minister) voor het beantwoorden van de parlementaire vraag. (Vraag nr. 138 van 26 oktober 2006).
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
E´conomie sociale
Sociale Economie
Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 9 november 2006, op de vraag nr. 61 van de heer Staf Neel van 26 oktober 2006 (N.) :
DO 2005200608780
DO 2005200608780
Question no 68 de Mme Maggie De Block du 6 septembre 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : Demandes de subventions majorées de l’E´tat introduites par les CPAS. — Simplification administrative.
Vraag nr. 68 van mevrouw Maggie De Block van 6 september 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Vous avez indiqué dans votre note de politique générale d’octobre 2005 que la procédure relative à la demande de subventions majorées de l’E´tat par les
In uw algemene beleidsnota van oktober 2005 kondigde u aan dat er in het kader van de aanvragen voor verhoogde staatstoelagen door OCMW’s een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Aanvragen voor verhoogde staatstoelagen OCMW’s. — Administratieve vereenvoudiging.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27854
CPAS avait été simplifiée et que les possibilités offertes par l’administration électronique seraient exploitées.
administratieve vereenvoudiging van de procedure werd doorgevoerd en dat er werk zou worden gemaakt van de mogelijkheden die e-government biedt.
1. Depuis lors, les CPAS peuvent-ils cogérer en ligne leurs dossiers administratifs relatifs à la subvention majorée de l’E´tat-E´conomie sociale ?
1. Kunnen OCMW’s intussen online hun administratieve dossiers in het kader van de verhoogde staatstoelage-Sociale Economie meebeheren ?
2. Quand cette procédure est-elle entrée en vigueur ?
2. Sinds wanneer is deze procedure in werking getreden ?
3. Combien de CPAS en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles recourent à cette possibilité ?
3. Hoeveel OCMW’s in Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel maken gebruik van deze mogelijkheid ?
4. Si la nouvelle procédure n’était pas encore en vigueur :
4. Indien, de nieuwe procedure nog niet in werking is :
a) comment expliquez-vous ce retard ?
a) welke is de reden van de vertraging ?
b) quel calendrier sera appliqué pour que la procédure soit enfin mise en œuvre ?
b) welke timing zal worden gerespecteerd om de procedure alsnog in werking te laten treden ?
Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 7 novembre 2006, à la question no 68 de Mme Maggie De Block du 6 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 7 november 2006, op de vraag nr. 68 van mevrouw Maggie De Block van 6 september 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre :
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden :
1. Le formulaire papier concernant la gestion des dossiers administratifs pour la subvention majorée pour des article 60, § 7 — économie sociale a été supprimé pour tous les CPAS au 1er janvier 2006.
1. Op 1 januari 2006 werd het papieren overzichtsformulier voor het beheer van de administratieve dossiers betreffende de verhoogde staatstoelage artikel 60, § 7 — sociale economie, voor alle OCMW’s afgeschaft.
Cette procédure a été remplacée par un formulaire en ligne sur le site web de la Cellule E´conomie sociale du SPP Intégration sociale.
Deze procedure werd vervangen door een online invulformulier op de website van de Cel Sociale Economie van de POD Maatschappelijke Integratie.
2. Cette nouvelle procédure est entrée officiellement en application à partir du 1er janvier 2006. Le formulaire d’enregistrement en ligne a quant à lui été opérationnel, après une phase de démarrage et de controˆle, dès le 13 février 2006.
2. Deze nieuwe procedure is officieel in werking getreden op 1 januari 2006. Het online invulformulier is sinds 13 februari 2006, na de opstart- en controlefase, volledig operationeel.
3. En Flandre, 162 OCMW utilisent cette possibilité, en Wallonie 100 CPAS et en Région de BruxellesCapitale 14.
3. In Vlaanderen maken 162 OCMW’s gebruik van deze mogelijkheid, in Wallonie¨ 100 OCMW’s en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 14 OCMW’s.
Cela signifie concrètement que 85,7 % des CPAS auxquels j’ai octroyé un contingent d’articles 60, § 7 -subvention majorée — économie sociale, utilise cette nouvelle application web.
Dit betekent concreet dat 85,7 % van alle OCMW’s, waaraan ik een contingent voor de verhoogde staatstoelage artikel 60, § 7 — sociale economie heb toegekend, gebruik maken van deze nieuwe webtoepassing.
4. Non relevant.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
4. Niet aan de orde. 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27855
DO 2005200608798
DO 2005200608798
Question no 83 de Mme Maggie De Block du 7 septembre 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 83 van mevrouw Maggie De Block van 7 september 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Fonds fédéral de l’économie sociale et durable.
Kringloopfonds.
Le Fonds fédéral de l’économie sociale et durable a pour objectif d’investir au moins 70 % des moyens collectés dans l’économie sociale et durable. Le restant est investi de manière sociétalement responsable.
Het Kringloopfonds moet minimaal 70 % van de opgehaalde middelen investeren in sociale en duurzame economie. De overige middelen worden op een maatschappelijk verantwoorde wijze belegd.
1. Quel pourcentage des moyens collectés est-il actuellement investi dans l’économie sociale et durable ?
1. Hoeveel percentage van de opgehaalde middelen wordt momenteel geı¨nvesteerd in sociale en duurzame ecnomie ?
2. Quels projets bénéficient-ils du soutien du Fonds fédéral de l’économie sociale et durable ?
2. Welke projecten krijgen middelen van het Kringloopfonds ?
3. Quel pourcentage des moyens est-il investi de manière sociétalement responsable ?
3. Hoeveel percentage van de middelen is op een maatschappelijk verantwoorde wijze belegd ?
4. Dans quels projets concrets ces moyens ont-ils été investis ?
4. In welke concrete projecten werden deze middelen geı¨nvesteerd ?
5. Le Fonds fédéral de l’économie sociale et durable dispose-t-il encore de moyens qui n’ont pas encore été investis ?
5. Beschikt het Kringloopfonds nog over middelen die nog niet geı¨nvesteerd zijn ?
6. Depuis juillet 2005, un directeur a été engagé pour élaborer un plan de communication à déployer dans le courant de 2006. Dans quelle mesure et de quelle manière cet objectif a-t-il été réalisé ?
6. Sinds juli 2005 werd een directeur in dienst genomen die een communicatieplan moest ontwerpen dat in de loop van 2006 wordt ontplooid. In hoeverre en op welke manier is deze doelstelling reeds gerealiseerd ?
7. Par ailleurs, a-t-on dans l’intervalle étudié comment et selon quelles modalités le champ d’action du Fonds fédéral de l’économie sociale et durable peut être élargi dans les limites des dispositions légales ?
7. Werd intussen ook nagegaan hoe en onder welke modaliteiten het werkingsterrein van het Kringloopfonds kan worden verruimd binnen de wettelijke bepalingen ?
8. Qu’a-t-il résulté de cet examen ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 10 novembre 2006, à la question no 83 de Mme Maggie De Block du 7 septembre 2006 (N.) : J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.
8. Welke zijn hiervan de resultaten en realisaties ? Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 10 november 2006, op de vraag nr. 83 van mevrouw Maggie De Block van 7 september 2006 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden.
1 à 5. Le Fonds de l’économie sociale et durable a publié son rapport annuel 2005, ce qui donne une réponse aux questions posées. Le rapport annuel est disponible sur simple demande auprès du Fonds de l’économie sociale et durable, Rue de Ligne 1, 1000 Bruxelles ou peut être téléchargé sur le site web : http://www.kf-fesd.be.
1 tot 5. Het Kringloopfonds heeft zijn jaarverslag 2005 gepubliceerd, wat een antwoord biedt op de gestelde vragen. Het rapport is te verkrijgen op simpele vraag bij het Kringloopfonds, de Lignestraat 1, 1000 Brussel, of kan gedownload worden op de website : http://www.kf-fesd.be.
Durant les 9 premiers mois de 2006, 13,9 millions d’euros ont déjà été investis dans une cinquantaine
Tijdens de eerste negen maanden van 2006 is reeds voor 13,9 miljoen euro geı¨nvesteerd in een vijftigtal
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27856
d’entreprises. Ces 13,9 millions d’euros représentent 62 financements. Cela amène donc un total de 27,6 millions d’euros investis dans l’économie sociale et durable.
verschillende ondernemingen. De 13,9 miljoen euro staan voor 62 financieringen. Dit brengt het totaal aan geı¨nvesteerde middelen in de sociale en duurzame economie op 27,6 miljoen euro.
Le Fonds de l’économie sociale et durable a donc durant les 9 premiers mois de 2006 investis plus de moyens dans le secteur de l’économie sociale et durable que les deux années précédentes.
Het Kringloopfonds heeft in de eerste negen maand van 2006 dus reeds meer middelen toegekend aan de sector van de sociale en duurzame economie als in de voorgaande 2 boekjaren samen.
Pour rappel, le Fonds de l’économie sociale et durable n’avaient investis, en 2005, que 6,5 millions d’euros, on peut donc parler d’une augmentation substantielle des activités. Cette augmentation devrait encore s’accélérer dans les derniers mois de 2006, résultant des nouveaux accords de coopération avec des institutions financières concernant le cofinancement de crédits à des entreprises d’économie sociale et durable.
Ter herinnering, het Kringloopfonds heeft gedurende 2005 6,5 miljoen euro toegekend, zodat er echt wel sprake is van een substantie¨le groei van de activiteiten. Deze groei zou in de laatste maanden van 2006 nog moeten versnellen, als het resultaat van nieuwe samenwerkingsakkoorden met financie¨le instellingen betreffende de cofinanciering van kredieten aan ondernemingen uit de sociale en duurzame economie.
6. Le Fonds de l’économie sociale et durable met en ouvre une communication avec tous les groupes des parties prenantes : les détenteurs d’obligation, le secteur de l’économie sociale et durable, les financeurs et les pouvoirs publics.
6. Het Kringloopfonds voert een communicatie met alle stakeholder-groepen : de obligatiehouders, de sector van de sociale en duurzame economie, de financiers, de overheid.
L’exécution du plan de communication et de promotion amène une accélération et une augmentation du taux d’activité du Fonds. Lorsque, en 2005, l’objectif était de faire connaıˆtre le Fonds de l’économie sociale et durable aux entreprises de l’économie sociale, en 2006 l’attention est centrée sur la rencontre avec le secteur de l’économie durable.
De uitvoering van het opgestelde communicatie- en promotieplan leidt tot een versnelling en verhoging van de activiteitsgraad van het Fonds. Waar in 2005 de klemtoon lag op de bekendmaking van het Kringloopfonds aan de ondernemingen uit de sociale economie, wordt in 2006 ook aandacht besteed aan de bekendmaking naar de sector van de duurzame economie.
Travailler ensemble avec les parties prenantes est également recherché au maximum afin d’obtenir une visibilité optimale du Fonds de l’économie sociale et durable.
Er wordt maximaal getracht samen te werken met de diverse stakeholders om zo ook tot een optimale bekendmaking van het Kringloopfonds te komen.
7. Le conseil d’administration du Fonds de l’économie sociale et durable a décidé, en octobre 2005, sur demande de la secrétaire d’état à l’économie sociale et au développement durable, à utiliser une parties des moyens pour financer l’économie durable.
7. De raad van bestuur van het Kringloopfonds besliste in oktober 2005, mede op verzoek van de staatssecretaris voor Sociale Economie en Duurzame Ontwikkeling, om een deel van de middelen te besteden aan de financiering van de duurzame economie.
8. Le portefeuille d’investissement était, en 2005, tout comme en 2004, essentiellement composé de financement à des entreprises d’économie sociale. Ainsi, 86 % des financements étaient octroyés à des entreprises d’économie sociale. C’est entre autre la conséquence du fait que les premiers accords de collaboration conclus début 2004 l’étaient avec des institutions financières qui se dirigent spécifiquement vers l’économie sociale.
8. De investeringsportefeuille was in 2005, net als in 2004, hoofdzakelijk samengesteld uit financieringen aan bedrijven uit de sociale economie. Zo werden 86 % van de financieringen toegekend aan ondernemingen uit de sociale economie. Dit is onder meer het gevolg van het feit dat de eerste samenwerkingsverbanden begin 2004 afgesloten werden met financie¨le instellingen die zich specifiek richten op de sociale economie.
Les premiers financements à l’économie durable ont été approuvés à la fin 2005 (11 % des financements en 2005). En 2006, un accord de collaboration a été conclu avec une institution financières qui dispose de beaucoup d’expertise dans le financement d’entreprises d’économie durable.
Eind 2005 zijn de eerste financieringen aan de sector van de duurzame economie goedgekeurd (11 % van de financieringen in 2005). In 2006 is een samenwerkingsverband gesloten met een financie¨le instelling met een grote expertise in de financiering van bedrijven uit de duurzame economie.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27857
L’objectif est de rendre cet accord de coopération en matière de cofinancement de crédits opérationnel fin 2006.
Het is de bedoeling om dit samenwerkingsakkoord eind 2006 operationeel te maken inzake de cofinanciering van kredieten.
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
DO 2005200607925
DO 2005200607925
Question no 962 de M. Guy D’haeseleer du 2 mai 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 962 van de heer Guy D’haeseleer van 2 mei 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
ABX. — Activité professionnelle autorisée pour les travailleurs bénéficiant d’un régime de départ anticipé.
ABX. — Toegelaten arbeid van werknemers die in een vervroegd uittredingsstelsel zitten.
Des travailleurs d’ABX qui ont accepté le régime de départ anticipé à la retraite proposé par la société exerçaient une activité professionnelle à titre accessoire à laquelle ils sont à présent tenus de mettre fin dans l’année qui suit le départ anticipé. Ces travailleurs concernés se retrouvent ainsi en situation d’inactivité complète et doivent renoncer à tout travail rémunéré.
Verschillende werknemers van ABX die ingegaan zijn op het voorstel van het bedrijf om gebruik te maken van een vervroegd uitredingsstelsel, hadden op het moment van de vervroegde uittreding een bijberoep. Er blijkt dat dit bijberoep moet stopgezet worden, uiterlijk 1 jaar na uittreding, zodat die mensen volledig op non-actief worden geplaatst en niet langer actief kunnen zijn op de arbeidsmarkt.
1. Pour quelle raison ce régime impose-t-il comme condition au maintien des droits l’arrêt de toute activité professionnelle exercée à titre accessoire au bout d’un an après le départ anticipé ?
1. Wat is de reden van deze regeling waarbij mensen hun bijberoep moeten stopzetten na 1 jaar indien ze hun rechten willen behouden ?
2. Cette inactivité imposée s’inscrit-elle dans la philosophie du gouvernement qui proˆne une activation maximale des personnes sans emploi et une participation maximale sur le marché du travail ?
2. Past dit in de filosofie van de regering om mensen zoveel mogelijk te activeren en te laten participeren aan de arbeidsmarkt ?
3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour supprimer ces restrictions ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 6 novembre 2006, à la question no 962 de M. Guy D’haeseleer du 2 mai 2006 (N.) :
3. Bent u bereid maatregelen te nemen die deze beperkingen opheffen ?
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Diverses réorganisations ont eu lieu au sein d’ABX LOGISTICS (Belgium) SA et d’ABX LOGISTICS Air & Sea Worldwide SA au cours des années 2005 et 2006. Ces réorganisations ont abouti, sur certains sites, à une réduction de l’effectif ou à une suppression complète.
ABX LOGISTICS (Belgium) NV en ABX LOGISTICS Air & Sea Worldwide NV kenden gedurende 2005 en 2006 enkele reorganisaties. Deze reorganisaties hebben tot gevolg dat het personeelsbestand in sommige vestigingen werd verminderd of volledig werd afgebouwd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 6 november 2006, op de vraag nr. 962 van de heer Guy D’haeseleer van 2 mei 2006 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27858
Le plan social prévoyait notamment que les collaborateurs, n’ayant encore trouvé aucun autre emploi au terme du délai couvert par une indemnité de rupture, recevraient une compensation pendant une période de maximum 1 an. La compensation a été fixée à 50 % du salaire net diminué des allocations de choˆmage. Cette compensation est allouée pour autant que le salarié reçoive effectivement des allocations de choˆmage et en présente la preuve à l’employeur. La compensation n’a pas été liée par ABX LOGISTICS à l’exercice ou non d’une activité complémentaire, mais bien au fait de se trouver dans une situation donnant droit à des allocations sociales. Quant à l’ONEm, il autorise le cumul des allocations de choˆmage avec des revenus provenant d’une activité complémentaire, mais sous certaines conditions : — l’activité complémentaire doit déjà avoir été exercée par le travailleur alors que celui-ci était toujours en fonction et ce, au moins 3 mois avant la demande d’allocations; — l’activité complémentaire doit être signalée à l’organisme de paiement au moment de la demande d’allocations; — l’activité complémentaire ne peut pas être exercée entre 7 h et 18 h durant la semaine; en cas de prestations le samedi ou le dimanche, l’allocation est réduite à concurrence du nombre de jours correspondant; — certaines activités sont interdites (par exemple : veilleur de nuit, horeca, etc.). Si le revenu net procuré par l’activité complémentaire exercée durant les 2 années précédentes atteint 3 575,52 euros (montant 8/2005) ou plus, aucune allocation de choˆmage n’est versée. De même, si le nombre d’heures de travail consacrées à l’activité complémentaire est élevé, l’allocation est refusée par le directeur du bureau de choˆmage. En outre, il n’appartient pas à un ministre de modifier unilatéralement un accord social.
Het sociaal plan voorzag er onder meer in dat medewerkers die na het einde van de termijn gedekt door een verbrekingsvergoeding nog geen andere job hadden gevonden, een bijpassing zouden ontvangen gedurende een periode van maximum 1 jaar. De bijpassing werd vastgesteld op 50 % van het nettoloon verminderd met de werkloosheidsuitkeringen. Deze bijpassing wordt toegekend voor zoverre de werknemer effectief werkloosheidsuitkeringen ontvangt en daarvan het bewijs voorlegt aan de werkgever. De bijpassing werd door ABX LOGISTICS niet verbonden aan het al dan niet uitoefenen van een bijberoep, maar wel aan het zich bevinden in een sociale uitkeringssituatie. Wat betreft de RVA geeft hij goedkeuring voor het cumuleren van werkloosheidsuitkeringen met inkomsten uit een bijberoep onder bepaalde voorwaarden : — het bijberoep moet reeds uitgeoefend worden tijdens de tewerkstelling als werknemer en minstens 3 maanden voorafgaand aan de uitkeringsaanvraag; — het bijberoep moet aan de uitbetalingsinstelling worden meegedeeld op het ogenblik van de uitkeringsaanvraag; — het bijberoep mag niet worden uitgeoefend tussen 7u en 18 u tijdens de week; in geval van prestaties op zaterdag of zondag, verliest men de uitkering voor evenveel dagen; — sommige activiteiten zijn verboden (bijvoorbeeld nachtbewaker, horeca, enzovoort). Als het netto-inkomen uit hoofde van het bijberoep van 2 jaar voordien 3 575,52 euro (bedrag 8/2005) of meer bedraagt, worden geen werkloosheidsuitkeringen betaald. Ook als het aantal arbeidsuren besteed aan het bijberoep hoog is, wordt uitkering geweigerd door de directeur van het werkloosheidsbureau. Het komt bovendien niet toe aan een minister om een sociaal akkoord eenzijdig te wijzigen.
DO 2005200608352
DO 2005200608352
Question no 1014 de M. Patrick De Groote du 21 juin 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Raccordements au réseau ferroviaire des entreprises et des terrains industriels. Le nombre de raccordements au réseau ferroviaire des entreprises et des terrains industriels a considérablement diminué au cours des dernières années.
Vraag nr. 1014 van de heer Patrick De Groote van 21 juni 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Spooraansluitingen van bedrijven en industrieterreinen. Het aantal spooraansluitingen van bedrijven en industrieterreinen is de jongste jaren enorm gedaald.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27859
1. En 2005, combien d’entreprises et de terrains industriels étaient-ils raccordés au réseau de la SNCB (chiffres par province) ? 2. a) Combien de raccordements ferroviaires ont-ils temporairement été mis hors service en 2005 ?
1. Hoeveel bedrijven en bedrijventerreinen in Belgie¨ beschikten in 2005 over een aansluiting op het net van de NMBS (cijfers graag opgesplitst per provincie) ? 2. a) Hoeveel aansluitingen werden er in 2005 tijdelijk uit gebruik genomen en hoeveel definitief ?
b) Ou` se situaient-ils ?
b) Waar waren ze gelegen ?
c) Pourquoi ont-ils été mis hors service ?
c) Wat waren de redenen van sluiting ?
3. a) Combien de nouveaux raccordements ferroviaires (par province) ont-ils été mis en service en 2005 ?
3. a) Hoeveel nieuwe aansluitingen zijn er in 2005 (opgesplitst per provincie) in gebruik genomen ?
b) Quels travaux ou circonstances ont-ils précédé ces mises en service ?
b) Welke werkzaamheden of omstandigheden gingen hieraan vooraf ?
4. Quels efforts la SNCB et/ou les autorités fédérales consentent-elles pour inciter les entreprises à se raccorder au réseau de la SNCB ?
4. Welke inspanningen worden door de NMBS en/ of de federale overheid gedaan om bedrijven aan te zetten om een aansluiting op het net van de NMBS te cree¨ren
Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 6 novembre 2006, à la question no 1014 de M. Patrick De Groote du 21 juin 2006 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 6 november 2006, op de vraag nr. 1014 van de heer Patrick De Groote van 21 juni 2006 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Nombre de raccordements ferroviaires en 2005 : 221 (pratiquement inchangé depuis 1995) :
1. Aantal spooraansluitingen in 2005 : 221 (sedert 1995 nagenoeg ongewijzigd gebleven) :
— Bruxelles-Capitale : 8;
— Brussel Hoofdstad : 8;
— Brabant flamand : 1;
— Vlaams-Brabant : 1;
— Brabant wallon : 3;
— Waals-Brabant : 3;
— Flandre orientale : 28;
— Oost-Vlaanderen : 28;
— Flandre occidentale : 10;
— West-Vlaanderen : 10;
— Limbourg : 22;
— Limburg : 22;
— Anvers : 60;
— Antwerpen : 60;
— Liège : 29;
— Luik : 29;
— Namur : 15;
— Namen : 15;
— Luxembourg : 7;
— Luxemburg : 7;
— Hainaut : 38.
— Henegouwen : 38.
2. Nombre de fermetures en 2005 :
2. Aantal sluitingen in 2005 :
— à la demande expresse du client : 5;
— op uitdrukkelijke vraag van de klant : 5;
— après concertation, suite à l’absence de trafic et de perspectives : 2;
— na overleg, als gevolg van het ontbreken van trafiek en vooruitzichten : 2;
— fermeture temporaire en raison de travaux Infrabel : 1.
— tijdelijke sluiting als gevolg van werken Infrabel : 1.
3. Nombre de nouveaux raccordements ferroviaires en 2005 (toujours à la demande du client) : 7.
3. Aantal nieuwe spooraansluitingen in 2005 (steeds op vraag van de klant) : 7.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27860
Régularisation (transformation d’installations existantes en un raccordement ferroviaire) : 1.
Regularisatie (omzetten van bestaande installaties naar spooraansluiting) : 1.
4. Au sein du groupe SNCB, Infrabel gère les raccordements ferroviaires. Dans ces dossiers, Infrabel essaie de parcourir les diverses options avec le client, afin de parvenir à une solution optimale pour l’entreprise.
4. Binnen de NMBS groep is het Infrabel die de spooraansluitingen beheert. In deze dossiers probeert Infrabel samen met de klant de verschillende opties te doorlopen om zo tot een voor het bedrijf optimale oplossing te komen.
DO 2005200608837
DO 2005200608837
Question no 1081 de M. Alfons Borginon du 15 septembre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1081 van de heer Alfons Borginon van 15 september 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Achat de titres de transport par le biais d’un téléphone mobile.
NMBS. — Aankoop vervoerbewijzen via mobiele telefoon.
Les voyageurs des chemins de fer allemands pourront désormais se procurer un titre de transport en utilisant leur téléphone mobile. Un message MMS (Multimedia Messaging Service) remplace la version papier du titre de transport (www.zdnet.be, 25 aouˆt 2006).
Duitse spoorreizigers kunnen voortaan een vervoerbewijs kopen met hun mobiele telefoon. Een MMSberichtje (Multimedia Messaging Service) vervangt het papieren treinticket (www.zdnet.be, 25 augustus 2006).
La société des chemins de fer allemande Deutsche Bahn AG a lancé la vente de billets de train par le biais du gsm. Par l’entremise du site web de la Deutsche Bahn, les voyageurs peuvent acheter un billet jusqu’à dix minutes avant le départ de leur train.
De Duitse spoorwegmaatschappij Deutsche Bahn AG is gestart met de verkoop van treintickets via de gsm. Via de website van de Deutsche Bahn kunnen treinreizigers tot tien minuten vo´o´r het vertrek van hun trein een ticket kopen.
Une fois le billet payé, les navetteurs reçoivent un message MMS faisant office de billet de train. Les voyageurs le montrent à l’accompagnateur de train, qui le controˆle au moyen d’un scanner spécial.
Na betaling krijgen de pendelaars een MMSberichtje toegestuurd dat dienst doet als treinticket. De reizigers tonen het berichtje aan de conducteur, die het met een speciale scanner controleert.
Pour un billet de train virtuel, en allemand « HandyTicket », vous déboursez le même montant que pour un billet de train ordinaire au guichet de la gare. La réservation d’une place assise par gsm couˆte trois euros supplémentaires.
Het virtuele treinticket, in het Duits « HandyTicket », kost evenveel als een ticketje dat u in het treinstation koopt. Wie via zijn mobiele telefoon een zitplaats op de trein wil reserveren, betaalt drie euro extra.
Ce système permet aux voyageurs d’éviter le temps d’attente aux guichets et à la société des chemins de fer de réduire les dépenses de personnel.
Dit vermijdt de wachttijd aan de loketten en bespaart op personeelskosten voor de spoorwegen.
Cette possibilité sera-t-elle également offerte par la SNCB belge à bref délai ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 30 octobre 2006, à la question no 1081 de M. Alfons Borginon du 15 septembre 2006 (N.) :
Zal deze mogelijkheid op korte termijn ook in Belgie¨ bij de NMBS ingevoerd worden ?
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 30 oktober 2006, op de vraag nr. 1081 van de heer Alfons Borginon van 15 september 2006 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27861
La SNCB est constamment à la recherche de nouveaux canaux de distribution susceptibles d’améliorer le service à la clientèle.
De NMBS is constant op zoek naar nieuwe distributiekanalen om tot een steeds betere dienstverlening te komen.
Dans cet ordre d’idées, la SNCB étudie la possibilité d’acheter et/ou de délivrer des titres de transport via un téléphone mobile.
In dat kader onderzoekt de NMBS de mogelijkheid om vervoerbewijzen aan te kopen en/of af te leveren via een mobiele telefoon.
DO 2006200709007
DO 2006200709007
Question no 1099 de M. Staf Neel du 26 octobre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1099 van de heer Staf Neel van 26 oktober 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Services publics fédéraux. — Organisations syndicales. — Paiement des primes syndicales.
Federale overheidsdiensten. — Vakorganisaties. — Uitbetaling vakbondspremies.
Tant les administrations communales que les services publics fédéraux (SPF) versent aux différentes organisations syndicales des primes pour les membres de leur personnel, sans toutefois vérifier l’affiliation de ces derniers à l’une ou l’autre organisation syndicale. Cette manière de procéder manque en fait de sérieux.
Zowel de gemeentebesturen als de federale overheidsdiensten (FOD) betalen aan de verschillende vakorganisaties premies uit voor hun personeel, echter zonder enige controle op lidmaatschap bij deze of gene vakorganisatie. In feite is dit niet ernstig.
1. Pouvez-vous me communiquer le montant des primes syndicales versées au cours des cinq dernières années, et ce pour l’ensemble des services publics fédéraux et pour chacune des organisations syndicales séparément ?
1. Kan u de bedragen meedelen die werden uitbetaald aan vakbondspremies, dit voor alle federale overheidsdiensten en dit voor elke vakorganisatie apart, gedurende de jongste vijf jaar ?
2. Selon quelle « clé » les montants versés aux organisations sont-ils fixés ?
2. Welke « sleutel » wordt gehanteerd om de bedragen van uitbetaling te bepalen ?
3. Ces montants sont-ils indexés ?
3. Zijn deze bedragen aan de index gekoppeld ?
4. Sont-ils versés annuellement, tous les semestres ou tous les trimestres ?
4. Worden deze jaarlijks, halfjaarlijks of driemaandelijks uitgekeerd ?
Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 6 novembre 2006, à la question no 1099 de M. Staf Neel du 26 octobre 2006 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 6 november 2006, op de vraag nr. 1099 van de heer Staf Neel van 26 oktober 2006 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre qu’aucun service public fédéral ne relève exclusivement du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques. En ce qui concerne le SPF Mobilité, je renvoie l’honorable membre à la réponse à la question parlementaire écrite no 522 du 26 octobre 2006, fournie par M. Landuyt, ministre de la Mobilité.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat geen enkele federale overheidsdienst exclusief ressorteert onder de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven. Wat betreft de FOD Mobiliteit verwijs ik het geachte lid naar het antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 522 van 26 oktober 2006, verstrekt door de heer Landuyt, minister van Mobiliteit.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27863
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 1
2005200607097 31- 1-2006
916
Koen T’Sijen
Site de casino en ligne 2play. Online-casino 2play.
27747
6
2005200607779 19- 4-2006
1007
Mw. Marleen Govaerts
E´volution du nombre de faillites. Evolutie in het aantal faillissementen.
27748
1
2005200607911 28- 4-2006
1012
Mw. Annemie Turtelboom
Consommation de drogues. — Effets mortels. Drugsgebruik. — Dodelijke effecten.
27748
1
2005200608346 21- 6-2006
1072
Charles Michel
Confiscation d’immeubles dans les affaires dites de « marchands de sommeil« . Verbeurdverklaring van panden van huisjesmelkers.
27750
8
2005200608675
3-10-2006
1121
Mw. Hilde Dierickx * Incendie volontaire. — Services d’incendie. — Dégaˆts. Opzettelijke brandstichting. — Brandweerdiensten. — Schade.
27709
1
2006200708941 17-10-2006
1122
Filip De Man
27752
Police technique et scientifique. — Personnel administratif opérationnel. Technische en wetenschappelijke politie. — « Operationele administratieven ».
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 1
2005200607654 28- 3-2006
1208
Guido De Padt
Suppression totale des timbres fiscaux. Volledige afschaffing fiscale zegels.
27753
1
2005200608471 10- 7-2006
1360
Servais Verherstraeten
Construction du nouveau palais de justice à Gand. — Constitution d’une provision. Bouw van het nieuwe gerechtshof te Gent. — Aangelegde provisie.
27757
1
2005200608627 31- 7-2006
1382
Dirk Claes
Inoccupation d’anciens baˆtiments de la gendarmerie. Leegstand van ex-rijkswachtgebouwen.
27758
8
2005200608877 28- 9-2006
1419
Mw. Trees Pieters
* Taxations d’office en matière d’impoˆts directs. — Tracasseries administratives. — Caractère arbitraire. — Nullité. — Procédure. Ambtshalve aanslagen inzake directe belastingen. — administratieve rompslomp. — Willekeur. — Nietigheid. — Procedure.
27709
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27864
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200608878 28- 9-2006
1420
Mw. Trees Pieters
* Traitement de réclamations importantes dans le cadre de la nouvelle procédure fiscale. — Mise à jour du commentaire administratif. — Enquête personnelle sur place par les directeurs régionaux. — Nouvelle charte pour une administration à l’écoute des usagers. — Management de la performance. Afhandeling van belangrijke bezwaarschriften in de nieuwe fiscale procedure. — Bijwerking van de administratieve commentaar. — Persoonlijk onderzoek ter plaatse door de gewestelijk directeurs.
27711
8
2005200608879 28- 9-2006
1421
Mw. Trees Pieters
* Statut social des coureurs motocyclistes et cyclistes. — Conséquences sociales de la double qualification fiscale des revenus professionnels nets des sportifs rémunérés. — Frais professionnels. — Déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Sociaal statuut van motorrenners en wielrenners. — Sociale gevolgen van de dubbele fiscale kwalificering van de netto beroepsinkomsten van betaalde sportbeoefenaars. — Beroepskosten. — Woon-werkverkeer.
27712
8
2005200608881 29- 9-2006
1422
Mw. Trees Pieters
* Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
27714
8
2005200608882 29- 9-2006
1423
Mw. Trees Pieters
* Avis de rectification. — Motivation. Berichten van wijziging. — Motivering.
27715
8
2005200608896
3-10-2006
1424
Jean-Jacques Viseur * Les problèmes de parking à la Tour des Finances à Charleroi. De parkeerproblemen van het personeel van de Financietoren te Charleroi.
27715
8
2005200608897
3-10-2006
1425
Mw. Ingrid Meeus
27716
1
2005200608561 12-10-2006
1427
Koen Bultinck
Prix minimums pour les cigarettes. — Commission européenne. Minimumprijzen voor sigaretten. — Europese Commissie.
27760
1
2006200708978 24-10-2006
1434
Dirk Van der Maelen
Encours de crédits d’entreprises étrangères auprès des banques belges. Openstaande kredieten van buitenlandse ondernemingen bij Belgische banken.
27761
1
2006200709052
6-11-2006
1446
Mark Verhaegen
Vente d’anciens baˆtiments de la gendarmerie. Verkoop van voormalige rijkswachtgebouwen.
27762
1
2006200709076
8-11-2006
1451
Mw. Katrien Schryvers
Transfert des anciens baˆtiments de la gendarmerie aux zones de police locales. Overdracht van de vroegere rijkswachtgebouwen aan de lokale politiezones.
27763
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
* SPF Finances. — Baˆtiments. — Amiante. FOD Financie¨n. — Gebouwen. — Asbest.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 CA
DO
27865
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken Protection de la consommation — Consumentenzaken 8
2006200708912 10-10-2006
223
Servais Verherstraeten
* Sursis de paiement demandé par un débiteur d’un crédit hypothécaire. De aanvraag tot betalingsuitstel van een schuldenaar van een hypothecair krediet.
27717
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 2
2005200608147 23- 5-2006
1020
Gerolf Annemans
Délits commis dans les gares de la SNCB. Misdrijven gepleegd in de NMBS-stations.
27765
1
2005200608549 18- 7-2006
1066
Joseph Arens
Manque d’effectif au sein des unités de police de la route. — Unité d’Arlon. Personeelstekort bij de eenheden van de wegpolitie. — Eenheid van Aarlen.
27767
1
2005200608615 26- 7-2006
1074
Guido De Padt
Engins explosifs artisanaux. — Informations sur le Net. Zelfgemaakte springtuigen. — Informatie op het internet.
27768
1
2005200608658
9- 8-2006
1080
Mw. Marleen Govaerts
Enquête sur l’épidémie de vols à Maasmechelen au cours de l’été 2006. Onderzoek naar de diefstallenplaag in de zomer van 2006 in Maasmechelen.
27771
4
2005200608659
9- 8-2006
1081
Mw. Marleen Govaerts
Police locale. — Demandes d’aide supplémentaire adressées à la police fédérale. Lokale politie. — Aanvragen voor extra steun van de federale politie.
27772
1
2005200608674 16- 8-2006
1084
Mw. Hilde Dierickx
Tapage nocturne. — Plaintes. Nachtlawaai. — Klachten.
27772
4
2005200608721 22- 8-2006
1091
Patrick De Groote
Nombre d’agents de police. Aantal politieagenten.
27773
8
2005200608467
2-10-2006
1106
Miguel Chevalier
* Génocide au Rwanda. — Possible séjour en Belgique d’un meurtrier. Rwanda genocide. — Mogelijk verblijf in Belgie¨ van een moordenaar.
27718
8
2005200608887
2-10-2006
1107
Willy Cortois
* Police. — Service d’appui aérien. Politie. — De dienst Luchtsteun.
27719
8
2005200608900
3-10-2006
1108
Mw. Ingrid Meeus
* Anciennes casernes de gendarmerie et baˆtiments actuels de la police. — Amiante. Voormalige rijkswachtkazernes en huidige politiegebouwen. — Asbest.
27719
1
2006200708918 11-10-2006
1109
Mme Jacqueline Galant
Tarification des services incendie à charge des communes. Vaststelling van de aan de gemeenten aangerekende brandweerkosten.
27774
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27866
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2006200708919 11-10-2006
1110
Gerolf Annemans
8
2006200708920 11-10-2006
1111
Mme Jacqueline Galant
« Route belge ». Zogenaamde « Belgie¨route ». * Policiers. — Formations dispensées. Politieagenten. — Opleidingen.
27776 27720
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1
2005200608563 19- 7-2006
371
Filip Anthuenis
Loi sur les étrangers. — Regroupement familial. — Traités bilatéraux sur l’immigration distincts. Vreemdelingenwet. — Gezinshereniging. — Aparte bilaterale immigratieverdragen.
27778
1
2005200608567 19- 7-2006
372
Mme Zoé Genot
Ducroire. — Projet « Sakhalin II ». Delcrederedienst. — « Sakhalin II-project ».
27779
1
2005200608580 20- 7-2006
374
Miguel Chevalier
Iran. — Dossier nucléaire. Iran. — Nucleair dossier.
27782
1
2005200608636
3- 8-2006
375
Mw. Annemie Turtelboom
Journée de lutte contre l’homophobie. Dag ter bestrijding van de homofobie.
27783
1
2005200608713 22- 8-2006
379
Bart Laeremans
Pavoisement des ambassades. Bevlagging van de ambassadegebouwen.
27785
1
2005200608731 23- 8-2006
381
Luc Sevenhans
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
27786
1
2005200607980
5- 5-2006
382
Mw. Alexandra Colen
Transposition des directives européennes en droit belge. — Nombre de lois. Omzetting Europese richtlijnen in Belgische wetgeving. — Aantal wetten.
27787
1
2005200608872 28- 9-2006
386
Miguel Chevalier
Liban. — Hezbollah. — Moyens financiers et matériel militaire. Libanon. — Hezbollah. — Financie¨le middelen en militair materieel.
27790
1
2005200608873 28- 9-2006
387
Miguel Chevalier
Congo. — Second tour des élections. Congo. — Tweede verkiezingsronde.
27791
1
2005200608874 28- 9-2006
388
Miguel Chevalier
Attentats terroristes déjoués à l’aéroport de Londres. — Bagages abıˆmés et volés. Verijdelde terreuraanslagen op de luchthaven in Londen. — Beschadigde en gestolen bagage.
27793
1
2005200608876 28- 9-2006
389
Miguel Chevalier
Iran. — Production d’énergie nucléaire. Iran. — Opwekking van nucleaire energie.
27793
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 1
2004200505107 16- 9-2005
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
340
Roel Deseyn
Possibilité de mettre sur écoute les conversations VoIP. Tapbaar maken van VoIP.
2006
2007
27795
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 CA
DO
27867
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
6
2005200607046 26- 1-2006
401
Philippe De Coene
Institut belge des services postaux et des télécommunications. — Alertes virus. — « Faille WMF ». Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. — Virusmeldingen. — « WMF-lek ».
27796
1
2005200607120
1- 2-2006
409
Roel Deseyn
IBPT. — Participation contestable à des congrès. BIPT. — Dubieuze deelname aan congressen.
27798
1
2005200607139
2- 2-2006
411
Luk Van Biesen
Opérateurs télécoms. — Arrêtés d’exécution de la loi sur les télécoms. Telecomoperatoren. — Uitvoeringsbesluiten van de telecomwet.
27801
6
2005200607273 17- 2-2006
422
Jan Mortelmans
Recours aux services de Belgacom par la Cour. Belgacom. — Hof. — Gebruik van de dienstverlening.
27803
1
2005200608756
4- 9-2006
492
Roel Deseyn
Partage de sites d’antennes. Delen van antennesites.
27803
1
2005200608835 14- 9-2006
500
Hendrik Bogaert
Décompte de l’électricité gratuite. Verrekening van gratis elektriciteit.
27807
8
2005200608904
5-10-2006
504
Roel Deseyn
* Mesures techniques permettant les écoutes téléphoniques. Het technisch mogelijk maken van tapping.
27721
8
2006200708913 10-10-2006
505
Servais Verherstraeten
* Sursis de paiement demandé par un débiteur d’un crédit hypothécaire. De aanvraag tot betalingsuitstel van een schuldenaar van een hypothecair krediet.
27722
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1
2005200608744 29- 8-2006
119
Mw. Simonne Creyf
E´volution du pourcentage du PIB investi dans la recherche et de développement dans notre pays. Evolutie van het percentage Onderzoek en Ontwikkeling in ons land.
27807
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales — Sociale Zaken 8
2005200608879 28- 9-2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
520
Mw. Trees Pieters
2006
* Statut social des coureurs motocyclistes et cyclistes. — Conséquences sociales de la double qualification fiscale des revenus professionnels nets des sportifs rémunérés. — Frais professionnels. — Déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Sociaal statuut van motorrenners en wielrenners. — Sociale gevolgen van de dubbele fiscale kwalificering van de netto beroepsinkomsten van betaalde sportbeoefenaars. — Beroepskosten. — Woon-werkverkeer.
2007
27723
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27868
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200608881 29- 9-2006
521
Mw. Trees Pieters
* Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
27724
8
2006200708911 10-10-2006
522
Mw. Trees Pieters
* Régularisation des véhicules de société. Regulariseren van bedrijfswagens.
27725
8
2006200708924 10-11-2006
540
Guido De Padt
* Limitation du cumul de la pension et de l’allocation de maladie professionnelle ou d’accident du travail. — Arrêt de la Cour de cassation. Beperking cumulatie pensioen en uitkering van beroepsziekte of arbeidsongeval. — Cassatiearrest.
27726
Santé publique — Volksgezondheid 1
2005200606181 10-11-2005
575
Mme Zoé Genot
Service « 100 » accessible aux sourds et malentendants. Toegankelijkheid van de dienst « 100 » voor doven en slechthorenden.
27810
1
2005200606755
5- 1-2006
622
Mme Zoé Genot
Service « 100 » accessible aux sourds et malentendants. Dienst 100 voor doven en slechthorenden.
27811
1
2005200608103 22- 5-2006
759
Koen Bultinck
Site internet médical « Volterys ». — Candidats volontaires pour la recherche médicale. Medische website « Volterys ». — Kandidaatvrijwilligers voor medische onderzoeken.
27812
1
2005200608429 30- 6-2006
793
Mw. Marleen Govaerts
Factures adressées à des indépendants pour le paiement de la redevance à l’AFSCA. Facturen gericht aan zelfstandigen voor de betaling van de FAVV-heffing.
27813
1
2005200608512 13- 7-2006
798
Koen Bultinck
Cotisation versée à l’AFSCA par les banques alimentaires. Financie¨le bijdrage aan het FAVV door de Voedselbanken.
27816
1
2005200608553 18- 7-2006
803
Mme Muriel Gerkens
Homologation de l’imidaclopride. Erkenning van imidaclopride.
27816
1
2005200608719 22- 8-2006
814
Mw. Nathalie Muylle
Maltraitance d’animaux. Verwaarlozen van dieren.
27819
8
2005200608875 28- 9-2006
833
Miguel Chevalier
* Maladie de la langue bleue. — Virus tropicaux. Blauwtongvirus. — Tropische virussen.
27727
8
2005200608884 29- 9-2006
834
Miguel Chevalier
* Prévention de la propagation du virus de la grippe aviaire. Voorkoming verspreiding vogelgriepvirus.
27727
8
2005200608886
835
Daniel Bacquelaine * La microdélétion 22q11. Microdeletie 22q11.
2-10-2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
27728
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 CA
DO
27869
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200608899
3-10-2006
836
Roel Deseyn
* Rayonnements provoqués par le Wifi, les GSM et l’UMTS. De straling veroorzaakt door WIFI, GSM en UMTS.
27729
8
2005200608902
4-10-2006
837
Mw. Nathalie Muylle
* Charte du bien-être des animaux de ferme. Het handvest voor het welzijn van de hoevedieren.
27730
8
2005200608903
4-10-2006
838
Mw. Nathalie Muylle
* Exportation de viande de porc vers la Chine. Export van varkensvlees naar China.
27730
8
2005200608906
5-10-2006
839
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Ambulance du service d’incendie de Poperinge. — Don. Ambulancewagen van de brandweer in Poperinge. — Schenking.
27731
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 8
2005200608879 28- 9-2006
141
Mw. Trees Pieters
* Statut social des coureurs motocyclistes et cyclistes. — Conséquences sociales de la double qualification fiscale des revenus professionnels nets des sportifs rémunérés. — Frais professionnels. — Déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Sociaal statuut van motorrenners en wielrenners. — Sociale gevolgen van de dubbele fiscale kwalificering van de netto beroepsinkomsten van betaalde sportbeoefenaars. — Beroepskosten. — Woon-werkverkeer.
27731
8
2005200608895
142
Jean-Marc Nollet
* L’exercice d’activités ambulantes. — Forains. — Nouvelle législation. Uitoefening van ambulante activiteiten. — Kermisexploitanten. — Nieuwe wetgeving.
27733
3-10-2006
Agriculture — Landbouw 8
2006200708915 11-10-2006
96
Dirk Claes
* Controˆle des refuges pour animaux. Controle op dierenasielen.
27734
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 1
2005200608567 19- 7-2006
126
Mme Zoé Genot
Ducroire. — Projet « Sakhalin II ». Delcrederedienst. — « Sakhalin II-project ».
27821
1
2005200608598 24- 7-2006
128
Mme Zoé Genot
Suivi des objectifs du millénaire. — Rapport. Opvolging van de millenniumdoelstellingen. — Rapportering.
27822
1
2005200608731 23- 8-2006
129
Luc Sevenhans
Application de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration. Toepassing van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
27824
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27870
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
2005200608891
3-10-2006
218
Mw. Annemie Turtelboom
Travailleurs du secteur privé qui vont travailler dans le secteur public. — Expérience professionnelle. — Rémunération. Werknemers uit privésector die overstappen naar publieke sector. — Werkervaring. — Verloning.
27825
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 1
2005200607772 18- 4-2006
195
Gerolf Annemans
Nombre de « disparitions » des centres d’accueil. Aantal « verdwijningen » uit de asielcentra.
27826
1
2005200607874 25- 4-2006
205
Guido De Padt
CPAS. — Fraude. OCMW’s. — Fraude.
27827
1
2005200607960
3- 5-2006
208
Mw. Hilde Dierickx
CPAS. — E´tudiants. — Formation professionnelle en alternance. OCMW. — Studenten. — Alternerende beroepsopleiding.
27829
1
2005200608423 30- 6-2006
217
Koen T’Sijen
CPAS. — Primes de scolarité. OCMW’s. — Schoolpremies.
27831
Gelijke Kansen — E´galité des chances 1
2003200410539
5- 1-2004
7
Francis Van den Eynde
Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Site internet du Centre islamique de Molenbeek. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Webstek van het Islamistisch Centrum van Molenbeek.
27832
1
2005200606557
8-12-2005
85
Francis Van den Eynde
Directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Conférence à Merelbeke. Directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Voordracht in Merelbeke.
27832
1
2005200606602 14-12-2005
87
Guy D’haeseleer
Fraude domiciliaire. Domiciliefraude.
27833
1
2005200608699 18- 8-2006
112
Francis Van den Eynde
Tensions entre jeunes juifs et maghrébins évoquées dans le rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. Spanningen tussen joodse en maghrebijnse jongeren volgens het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
27834
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 CA
DO
27871
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200608701 18- 8-2006
114
Francis Van den Eynde
Rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Preuves de comportements racistes. Jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding en het bewijzen van racisme.
27835
1
2005200608704 18- 8-2006
115
Francis Van den Eynde
Supposition non-fondée dans le rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. Ongefundeerde veronderstelling in het jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
27836
1
2005200608706 18- 8-2006
117
Francis Van den Eynde
Rapport annuel 2005 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Affirmation selon laquelle le racisme se banalise dans la vie de tous les jours. Jaarverslag 2005 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding en de bewering dat racisme zich meer en meer in het dagelijks leven nestelt.
27837
1
2005200608707 18- 8-2006
118
Francis Van den Eynde
Réaction du directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. Reactie van de directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
27837
1
2005200608708 18- 8-2006
119
Francis Van den Eynde
Déclarations du directeur du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. Uitspraak van de directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
27838
1
2005200608703 18- 8-2006
121
Francis Van den Eynde
Critères utilisés par le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme afin de définir le racisme. Maatstaven tot bepaling van wat racistisch is van het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
27839
8
2005200608890
123
Mw. Annemie Turtelboom
* Monde des entreprises. — Homosexuels et bisexuels. Bedrijfsleven. — Holebi’s.
27735
2-10-2006
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1
2005200607566 21- 3-2006
448
Jo Vandeurzen
Arrêté royal relatif au permis de conduire. — Application. — Examen médical du personnel enseignant. Koninklijk besluit betreffend het rijbewijs. — Toepassing. — Medische keuring leerkrachten.
27840
1
2005200607778 19- 4-2006
459
Koen T’Sijen
Transport prioritaire de malades. Prioritair ziekenvervoer.
27841
1
2005200608442
498
Mw. Magda De Meyer
Reconnaissance des permis de conduire des chauffeurs de camions turcs. Erkenning van de rijbewijzen van Turkse vrachtwagenchauffeurs.
27843
4- 7-2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27872
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 8
2005200608898
3-10-2006
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 518
Guido De Padt
* Avions. — Nuisances sonores. — Ardennes flamandes. Vliegtuigen. — Geluidshinder. — Vlaamse Ardennen.
27736
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Pensions — Pensioenen 1
2005200608447
6- 7-2006
171
Mw. Annemie Turtelboom
Bénéficiaires d’une pension percevant un revenu d’appoint. — Procédure administrative simplifiée. Gepensioneerden die bijverdienen. — Vereenvoudigde administratieve procedure.
27845
1
2005200608484 11- 7-2006
172
Mw. Trees Pieters
Liquidation du capital d’assurances de groupe à l’étranger. — Imposabilité des non-résidents. — Taxesn cotisations et précompte dus. — Assujettissement à l’ONSS. Uitbetaling van uitkeringen groepsverzekering in het buitenland. — Belastbaarheid in hoofde van niet-inwoners. — Verschuldigde voorheffingen, taksen en bijdragen. — Onderwerping aan de RSZ.
27847
8
2005200608888
2-10-2006
179
Mw. Annemie Turtelboom
* Restructurations. — « Assurance salaire ». Herstructureringen. — « Loonverzekering ».
27737
8
2005200608907
6-10-2006
180
Jean-Marc Nollet
* Les pensions versées par l’OSSOM. De door de DOSZ uitgekeerde pensioenen.
27738
6
2006200708924 10-11-2006
181
Guido De Padt
Limitation du cumul de la pension et de l’allocation de maladie professionnelle ou d’accident du travail. — Arrêt de la Cour de cassation. Beperking cumulatie pensioen en uitkering van beroepsziekte of arbeidsongeval. — Cassatiearrest.
27848
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 8
2005200608880 29- 9-2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
608
Mw. Trees Pieters
2006
* Non-délivrance de documents requis par certains coordinateurs en matière de prévention et de santé. — Construction et aliénation d’habitations privées. — Passation d’actes notariés. Gebrek aan aflevering van documenten door sommige veiligheids. — en gezondheidscoo¨rdinatoren. — Bouwen en vervreemden van particuliere gezinswoningen. — Verlijden van notarie¨le akten.
2007
27739
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006 CA
DO
27873
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2005200608885 29- 9-2006
609
Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom
1
2005200608889
2-10-2006
610
8
2005200608892
3-10-2006
611
8
2005200608893
3-10-2006
612
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
8
2005200608905
5-10-2006
613
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
1
2006200708999 25-10-2006
617
Bart Tommelein
* Travailleurs à temps partiel. Deeltijdse werknemers. Restructurations. — « Assurance salaire ». Herstructureringen. — « Loonverzekering ». * Introduction d’un nouveau régime d’épargne-temps pour l’ensemble des travailleurs. — Garanties pour les travailleurs. Invoering van een nieuw stelsel van tijdsparen voor alle werknemers. — Garanties voor de werknemers. * ALE. — Controˆles des travailleurs ALE. — Travail au noir. PWA’s. — Controles van PWA-ers. — Zwartwerk. * Titres-services. — Travailleurs masculins. — Utilisateurs. — Discrimination. Dienstencheques. — Mannelijke werknemers. — Gebruikers. — Discriminatie. Services en ligne du site portail fédéral. — Envoi d’un token. Online-diensten van de federale portaalsite. — Toesturen van een token.
27740 27848 27741
27742
27742
27850
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 1
2005200608882 29- 9-2006
75
Mw. Trees Pieters
Avis de rectification. — Motivation. Berichten van wijziging. — Motivering.
27851
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 1
2006200709007 26-10-2006
61
Staf Neel
Services publics fédéraux. — Organisations syndicales. — Paiement des primes syndicales. Federale overheidsdiensten. — Vakorganisaties. — Uitbetaling vakbondspremies.
27852
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken E´conomie sociale — Sociale Economie 1
2005200608780
6- 9-2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
68
Mw. Maggie De Block
2006
Demandes de subventions majorées de l’E´tat introduites par les CPAS. — Simplification administrative. Aanvragen voor verhoogde staatstoelagen OCMW’s. — Administratieve vereenvoudiging.
2007
27853
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 142 13 - 11 - 2006
27874
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200608798
7- 9-2006
83
Mw. Maggie De Block
8
2006200708910 10-10-2006
87
Mw. Annemie Turtelboom
Fonds fédéral de l’économie sociale et durable. Kringloopfonds. * Personnes handicapées peu qualifiées. Laaggeschoolde gehandicapten.
27855
27743
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
1
2005200607925
1
2- 5-2006
962
Guy D’haeseleer
ABX. — Activité professionnelle autorisée pour les travailleurs bénéficiant d’un régime de départ anticipé. ABX. — Toegelaten arbeid van werknemers die in een vervroegd uittredingsstelsel zitten.
27857
2005200608352 21- 6-2006
1014
Patrick De Groote
SNCB. — Raccordements au réseau ferroviaire des entreprises et des terrains industriels. NMBS. — Spooraansluitingen van bedrijven en industrieterreinen.
27858
1
2005200608837 15- 9-2006
1081
Alfons Borginon
SNCB. — Achat de titres de transport par le biais d’un téléphone mobile. NMBS. — Aankoop vervoerbewijzen via mobiele telefoon.
27860
8
2005200608894
3-10-2006
1089
Guido De Padt
* La Poste. — Bureau de poste de Gramont. — Temps d’attente aux guichets. De Post. — Postkantoor Geraardsbergen. — Wachttijd aan de loketten.
27744
8
2005200608901
4-10-2006
1090
Mw. Ingrid Meeus
* Gares et autres baˆtiments de la SNCB. — Amiante. Stations. — en NMBS-gebouwen. — Asbest.
27745
8
2006200708916 11-10-2006
1091
Dirk Claes
* SNCB. — Travaux aux passages à niveaux. NMBS. — Werken aan overwegen.
27745
8
2006200708917 11-10-2006
1092
Jef Van den Bergh
* SNCB. — Cadence des trains entre Anvers et Bruxelles. NMBS. — Cadansering van de treinen tussen Antwerpen en Brussel.
27746
1
2006200709007 26-10-2006
1099
Staf Neel
Services publics fédéraux. — Organisations syndicales. — Paiement des primes syndicales. Federale overheidsdiensten. — Vakorganisaties. — Uitbetaling vakbondspremies.
27861
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: IPM S.A.
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51 ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436