QRVA 51 159
QRVA 51 159
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
26 - 3 - 2007
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30764
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2006
2007
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30765
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 30769 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 30785
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
30785 Vice-eersteminister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
30787 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
Vice-première ministre Vice-eersteminister et ministre du Budget et de la Protection de la consommation 30792 en minister van Begroting en Consumentenzaken Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
30793 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
30795 Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
30796 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 30797 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
30798 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
30805 Minister van Middenstand en Landbouw
Ministre de la Coopération au développement
30806 Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances 30807 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité
30809 Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions
30810 Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
30813 Minister van Werk
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan 30815 de minister van Begroting en Consumentenzaken Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken 30817 en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumenten30817 zaken
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30767
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 30821
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
30821 Eerste minister 30823 Vice-eersteminister en minister van Justitie 30832 Vice-eersteminister en minister van Financie¨n Vice-eersteminister 30836 en minister van Begroting en Consumentenzaken 30839 Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken — Minister van Buitenlandse Zaken 30846 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 30855 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
30882 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid — Minister van Middenstand en Landbouw — Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 30895 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 30899 Minister van Mobiliteit 30915 Minister van Leefmilieu en Pensioenen 30934 Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, 30962 toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, — toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan 30963 de minister van Begroting en Consumentenzaken Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken 30967 en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumenten30968 zaken
—
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
Page/Blz. 30973
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30769
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 5- 4-2004 17- 5-2004 3- 6-2004
229 283 289
9- 6-2004 5- 7-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 23-11-2004 3-12-2004 22-12-2004 13- 1-2005 23- 2-2005 24- 2-2005 28- 2-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 16- 3-2005 29- 3-2005 7- 4-2005
291 306 342 383 416 435 448 462 489 497 540 543 545 587 589 590 612 617
21- 4-2005
638
10101010232622-
5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005
674 675 676 678 687 693 723
Filip De Man Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Mme Marie Nagy Roel Deseyn Alfons Borginon Dylan Casaer Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Gerolf Annemans Claude Marinower Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche Mw. Frieda Van Themsche Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dylan Casaer Jo Vandeurzen Guido De Padt Stijn Bex Mme Corinne De Permentier
4878 5969 6112 6114 6599 7511 8085 8652 8885 9282 9480 9955 10550 11722 12035 12035 12412 12412 12413 12871 13157 13605 14133 14134 14135 14136 14409 14641
Date Datum 27414282816222228-
Question no Vraag nr.
6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005
729 738 746 761 763 782 790 794 802
25-10-2005 10-11-2005 25-11-2005 1-12-2005
823 830 848 860
7-12-2005 8- 9-2005 12- 1-2006 12- 1-2006 19- 1-2006 19- 1-2006 25- 1-2006 27- 1-2006 1- 2-2006 1- 2-2006 6- 2-2006
863 870 891 895 905 906 910 913 917 918 921
9212313-
2-2006 2-2006 2-2006 3-2006
926 939 940 950
1313131423-
3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 1-2006
953 954 955 957 960
25- 1-2006 17- 3-2006
961 967
15412
Auteur Geert Lambert Dylan Casaer Walter Muls Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Claude Marinower Claude Marinower Mw. Marleen Govaerts Mme Muriel Gerkens Alfons Borginon Eric Libert Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Mw. Magda De Meyer Hendrik Bogaert Mw. Martine Taelman Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Filip De Man Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Dylan Casaer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx Mw. Sabien LahayeBattheu
Page Blz. 15630 15636 15873 16965 16966 17311 17657 17659 17662 18146 18591 19031 19035 19038 19041 20306 20310 20481 20482 20484 20823 20825 20826 21028 21483 21810 22133 22585 22588 22588 22589 22590 22592 22593 22833
* Liste cloˆturée le 23 mars 2007 * Lijst afgesloten op 23 maart 2007
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30770
Date Datum
Question no Vraag nr.
21- 3-2006 22- 3-2006 24- 3-2006 27- 3-2006 7- 4-2006 7- 4-2006 14-11-2005 20- 2-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 15-12-2005 25- 4-2006 25- 4-2006 28- 4-2006 3- 5-2006 4- 5-2006
971 972 975 978 989 991 992 993 996 999 1003 1004 1005 1010 1016 1019
10152430712121212151616161918284-
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 1-2006 6-2006 7-2006
1022 1028 1040 1043 1048 1054 1057 1058 1059 1062 1064 1065 1066 1071 1076 1077 1080
13202024316442627-
7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006 8-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006
1087 1093 1094 1096 1100 1105 1108 1109 1118 1119
3-10-2006
1121
Auteur Ortwin Depoortere Filip De Man Miguel Chevalier Alfons Borginon Olivier Maingain Dylan Casaer Guido De Padt Guido De Padt Mme Marie Nagy Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Alfons Borginon Jef Van den Bergh Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Hilde Dierickx Claude Marinower Mw. Martine Taelman Guido De Padt Patrick Cocriamont Bart Laeremans Stijn Bex Walter Muls Bart Laeremans Guido De Padt Filip De Man Gerolf Annemans Geert Lambert Walter Muls Gerolf Annemans Alfons Borginon Mw. Annemie Turtelboom Dylan Casaer Roel Deseyn Guido De Padt Mme Zoé Genot Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Roel Deseyn Roel Deseyn Koen T’Sijen Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Hilde Dierickx
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
22834 22835 23024 23026 23687 23688 23690 23690 23693 24030 24033 24034 24034 24349 24353
19-10-2006
1125
24497 24499 24710 24861 25103 25329 25334 25336 25338 25338 25624 25625 25626 25627 25630 25849 25850 26046 26743 26746 26747 26748 26751 26753 27185 27186 27542 27544 27709 2006
25-10-2006 3-11-2006 3-11-2006 6-11-2006 7-11-2006 8-11-2006 10-11-2006 13-11-2006 13-11-2006 20-11-2006 20-11-2006 21-11-2006
1128 1135 1136 1138 1139 1143 1144 1145 1146 1153 1154 1157
21-11-2006 22-11-2006 28-11-2006 28-11-2006 1-12-2006 5-12-2006 5-12-2006 6-12-2006 8-12-2006 11-12-2006 11-12-2006 11-12-2006
1158 1160 1165 1166 1170 1174 1175 1176 1179 1182 1183 1184
12-12-2006 13-12-2006 14-12-2006 15-12-2006 18-12-2006 18-12-2006 18-12-2006 20-12-2006 20-12-2006
1185 1188 1190 1191 1192 1195 1196 1198 1199
21-12-2006 28-12-2006 4- 1-2007 4- 1-2007 8- 1-2007 8- 1-2007 9- 1-2007 10- 1-2007 10- 1-2007
1200 1204 1205 1206 1208 1209 1210 1211 1212
2007
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Staf Neel Filip De Man Dylan Casaer Hagen Goyvaerts Bert Schoofs Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Staf Neel Stijn Bex Guido De Padt Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Colette Burgeon Stijn Bex Dylan Casaer Dylan Casaer Stijn Bex Mw. Dalila Douifi Dylan Casaer Mw. Hilde Vautmans Pieter De Crem Staf Neel Staf Neel Mw. Annemie Turtelboom Mw. Ingrid Meeus Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Vautmans Guy D’haeseleer Guido De Padt Mme Brigitte Wiaux Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Staf Neel Bart Laeremans Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans
Page Blz. 28047 28050 28319 28320 28322 28322 28325 28449 28449 28450 28617 28618 28619 28620 28622 28797 28798 28801 28803 28804 28804 29043 29045 29045 29046 29047 29049 29242 29242 29243 29245 29245 29246 29247 29409 29538 29538 29539 29540 29540 29541 29541 29542
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 Date Datum 11111111122223242525296779121213141619-
1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007
30771
Question no Vraag nr. 1213 1214 1215 1216 1217 1220 1223 1225 1226 1227 1229 1233 1234 1235 1236 1238 1239 1240 1241 1243 1244
Auteur Olivier Maingain Eric Libert Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Mw. Hilde Dierickx Francis Van den Eynde Pieter De Crem Pieter De Crem Charles Michel Guido De Padt François Bellot Mw. Martine Taelman Mw. Martine Taelman Guido De Padt Filip De Man Guy Hove Guy D’haeseleer Bart Laeremans Bart Laeremans Staf Neel
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
29721 29722 29723 29723 29724 29911 29913 29915 30159 30160 30161 30359 30360 30360 30597 30598 30599 30600 30601 30785 30786
10- 5-2005 18- 5-2005 27- 5-2005 31- 5-2005 1- 6-2005 14- 6-2005 16- 8-2005 5- 9-2005 4-10-2005
788 794 805 812 814 838 903 910 944
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 6-11-2003 10-11-2003 20-11-2003 8- 1-2004 26- 1-2004 2- 6-2004 23- 9-2004 2-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 11- 1-2005 27- 1-2005 313161029-
1-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005
45 81 97 152 206 236 407 487 549 560 563 589 625 629 636 645 692 711
Geert Lambert Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet Geert Lambert Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Guido De Padt Jean-Marc Nollet
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
689 1694 1714 1944 2784 3225 6134 7879 9487 9670 9957 10441 11087 11087 11391 11725 12426 12876 2006
6-10-2005
949
17-11-2005 9-12-2005 12-12-2005 11- 1-2006 10- 2-2006 10- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 14- 3-2006 24- 3-2006 31- 3-2006 19- 4-2006 20- 4-2006 9- 5-2006 11- 5-2006 22- 5-2006 4- 5-2006 12- 6-2006 31- 3-2006 12-12-2005
980 1031 1033 1065 1138 1139 1161 1162 1184 1201 1211 1226 1235 1282 1288 1300 1315 1319 1322 1327
132626192525710-
6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 6-2006 8-2006
1329 1341 1343 1375 1378 1379 1380 1385
16127815-
8-2006 7-2006 9-2006 9-2006 9-2006
1388 1394 1396 1407 1411
2007
Auteur Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mme Zoé Genot David Geerts Jo Vandeurzen Mw. Frieda Van Themsche Mw. Marleen Govaerts Carl Devlies Mw. Maggie De Block Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Luk Van Biesen Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Carl Devlies Mw. Trees Pieters Jean-Marc Nollet Melchior Wathelet Bart Laeremans Bart Tommelein Alfons Borginon Bart Tommelein Mw. Maggie De Block Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Gerolf Annemans Roel Deseyn Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Annemie Turtelboom Carl Devlies Mw. Hilde Vautmans Willy Cortois Mw. Trees Pieters Jean-Marc Nollet
Page Blz. 14155 14159 14651 14658 14660 15163 16990 16995 17680 17895 18788 19062 19064 20121 21490 21491 21816 21817 22597 23030 23390 23697 24036 24503 24711 24864 25341 25344 25345 25347 25348 25852 25854 26758 26759 26760 26761 26763 26765 27193 27193 27201 27412
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30772
Date Datum
Question no Vraag nr.
28- 9-2006 28- 9-2006 29- 9-2006 3-10-2006 17-10-2006 24-10-2006 24-10-2006 24-10-2006 25-10-2006 3-11-2006 7-11-2006 8-11-2006 8-11-2006 9-11-2006 10-11-2006 10-11-2006 14-11-2006 16-11-2006 20-11-2006 22-11-2006 23-11-2006 27-11-2006 27-11-2006 1-12-2006 4-12-2006 5-12-2006 6-12-2006 7-12-2006 7-12-2006 12-12-2006 13-12-2006 15-12-2006 18-12-2006 20-12-2006 27-12-2006 27-12-2006 28-12-2006 10- 1-2007 10- 1-2007 10- 1-2007 10- 1-2007 11- 1-2007 22- 1-2007 22- 1-2007 23- 1-2007 24- 1-2007
1420 1421 1422 1425 1430 1432 1436 1437 1438 1444 1449 1453 1454 1458 1463 1465 1471 1472 1475 1481 1482 1485 1486 1488 1489 1490 1492 1493 1494 1499 1506 1508 1509 1511 1516 1517 1519 1525 1526 1527 1528 1530 1536 1539 1540 1543
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Ingrid Meeus Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Mw. Hilde Dierickx Patrick De Groote Gerolf Annemans Bart Laeremans Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Luk Van Biesen Bart Laeremans Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Carl Devlies Thierry Giet Mw. Trees Pieters Luk Van Biesen Walter Muls Bart Tommelein Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Servais Verherstraeten Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Mw. Ingrid Meeus Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Carl Devlies Luk Van Biesen Carl Devlies Dirk Van der Maelen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 27711 27712 27714 27716 27899 28051 28052 28052 28054 28326 28327 28328 28329 28453 28459 28460 28464 28624 28624 28626 28806 28807 28807 28809 28811 28812 28812 29049 29051 29053 29054 29247 29248 29250 29413 29414 29542 29544 29545 29546 29547 29725 29916 29918 29919 29921 2006
Date Datum 24252526292929293031155678121415151516-
Question no Vraag nr.
1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007
1545 1547 1548 1552 1553 1554 1555 1556 1558 1561 1562 1564 1565 1568 1569 1571 1575 1576 1580 1581 1582 1583
19- 2-2007 21- 2-2007
1584 1585
Auteur Hendrik Bogaert Koen T’Sijen Dirk Van der Maelen Hagen Goyvaerts Dirk Claes Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Luk Van Biesen Carl Devlies Mw. Sabien LahayeBattheu Staf Neel Jo Vandeurzen
Page Blz. 29922 30161 30162 30163 30163 30164 30165 30166 30166 30168 30361 30362 30363 30364 30365 30601 30603 30604 30787 30788 30789 30790 30791 30791
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken Budget — Begroting
15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 26- 5-2005 12- 7-2005 28- 7-2005 2007
31 34 36 42 46 54 60 61 62 68 71
Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Geert Lambert Olivier Maingain
8450 8898 8898 10832 11093 13328 14160 14161 14662 15882 16999
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 Date Datum
Question no Vraag nr.
20-10-2005 18- 4-2006 24- 5-2006
74 91 93
9-11-2006 18-12-2006 19- 2-2007
100 102 105
30773
Auteur Guy D’haeseleer Bart Laeremans Mw. Marleen Govaerts Mw. Trees Pieters Alfons Borginon Staf Neel
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
18160 24358
16- 9-2005 21- 9-2005 27- 9-2005 20-10-2005 29- 6-2005 17-11-2005
729 737 739 751 757 776
17-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 9-12-2005 19-12-2005 11- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 17- 1-2006 25- 1-2006 31- 1-2006 8- 2-2006 20- 2-2006 27- 2-2006 28- 2-2006 28- 2-2006 3- 3-2006 10- 3-2006 14- 3-2006 20- 3-2006 22- 3-2006 22- 3-2006 27- 3-2006 28- 3-2006 31- 3-2006 3- 4-2006 5- 4-2006 18- 4-2006 18- 4-2006 21- 4-2006 2- 5-2006 5- 5-2006 5- 5-2006 5- 5-2006 10- 5-2006 18- 5-2006 29- 5-2006 12- 6-2006
779 796 806 820 827 855 860 861 864 867 883 888 891 904 915 916 917 921 925 927 934 940 941 948 953 956 958 960 971 972 980 999 1003 1004 1005 1007 1012 1023 1029
24866 28465 29251 30792
Protection de la consommation — Consumentenzaken
24- 1-2006 26- 1-2006 27- 2-2006 31- 3-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 15- 6-2006 24-10-2005 10-10-2006 10-11-2006
173 175 185 198 203 204 211 215 223 228
16-11-2006 6-12-2006 7- 2-2007
229 232 237
8- 2-2007 9- 2-2007 19- 2-2007
238 239 240
Mw. Nathalie Muylle Mme Zoé Genot Bart Tommelein Mw. Greet Van Gool Mw. Hilde Dierickx Jean-Marc Nollet Alfons Borginon Yvan Mayeur Servais Verherstraeten Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Mme Véronique Ghenne Miguel Chevalier Pieter De Crem Staf Neel
20492 20840 22136 23037 24867 24868 25637 26771 27717 28466 28627 28813 30366 30604 30605 30793
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 10- 3-2005 16- 3-2005 7- 4-2005
545 552 573
2118134-
4-2005 5-2005 6-2005 7-2005
595 625 649 677
9888-
8-2005 9-2005 9-2005 9-2005
713 723 725 726
Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen T’Sijen Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Ortwin Depoortere Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
12459 12462 13176 13628 14185 15179 15679 17013 17327 17328 17329 2006
2007
Auteur Roel Deseyn Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Bert Schoofs Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Guido De Padt Patrick Moriau Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Gerolf Annemans Mw. Ingrid Meeus Dylan Casaer Patrick Cocriamont Ortwin Depoortere Dirk Van der Maelen Guido De Padt Guido De Padt Patrick De Groote Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Dirk Claes Guido De Padt Melchior Wathelet Dirk Van der Maelen Patrick De Groote Hagen Goyvaerts Mw. Simonne Creyf Guido De Padt Bart Laeremans Mw. Nancy Caslo Gerolf Annemans Melchior Wathelet Patrick De Groote Jacques Germeaux Filip De Man Guido De Padt Bert Schoofs Dirk Claes Olivier Maingain
Page Blz. 17333 17337 17691 18164 18386 18810 18810 19070 19077 19085 19567 20130 20336 20337 20339 20340 20500 20846 21037 21827 22142 22143 22144 22448 22602 22603 22840 22844 22845 23042 23045 23395 23395 23397 23703 23704 24043 24360 24509 24509 24510 24511 24869 25105 25354
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30774
Date Datum
Question no Vraag nr.
12- 6-2006 16- 6-2006 22- 6-2006 14- 7-2006 25- 7-2006 2- 8-2006 7- 8-2006 18- 8-2006 23- 8-2006 24- 8-2006 4- 9-2006 4- 9-2006 13- 9-2006 9- 6-2006 2-10-2006 11-10-2006 18-10-2006 7-11-2006 13-11-2006 14-11-2006 22-11-2006 22-11-2006 27-11-2006 28-11-2006 4-12-2006 6-12-2006 6-12-2006 12-12-2006 13-12-2006 13-12-2006 18-12-2006 20-12-2006 28-12-2006 28-12-2006 4- 1-2007 8- 1-2007 8- 1-2007 10- 1-2007 12- 1-2007 18- 1-2007 23- 1-2007 24- 1-2007 24- 1-2007 25- 1-2007 25- 1-2007 26- 1-2007
1030 1037 1039 1059 1073 1076 1079 1089 1092 1093 1095 1096 1100 1101 1106 1111 1114 1129 1135 1137 1141 1142 1146 1148 1150 1157 1158 1167 1168 1169 1174 1175 1177 1179 1180 1181 1182 1184 1186 1193 1195 1197 1198 1200 1201 1204
Auteur Bart Laeremans Mw. Ingrid Meeus Paul Tant Mme Marie Nagy Guido De Padt Filip De Man Carl Devlies Stijn Bex Luc Sevenhans Francis Van den Eynde Roel Deseyn André Frédéric Guido De Padt Ortwin Depoortere Miguel Chevalier Mme Jacqueline Galant Guido De Padt Guido De Padt Jan Mortelmans Alfons Borginon Stijn Bex Stijn Bex Mw. Martine Taelman Guido De Padt Gerolf Annemans Guido De Padt Guy D’haeseleer Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Gerolf Annemans Filip De Man Willy Cortois Guy D’haeseleer Bart Laeremans Guy D’haeseleer Guido De Padt Philippe De Coene Mw. Hilde Dierickx Carl Devlies Mme Marie Nagy Charles Michel Pieter De Crem Pieter De Crem Guido De Padt
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 25354 25642 25856 26774 26782 26784 26785 26791 26793 26794 27208 27209 27212 27413 27718 27720 27904 28333 28469 28471 28632 28632 28815 28816 28817 28820 28821 29058 29059 29059 29254 29254 29549 29550 29551 29551 29552 29553 29726 29925 29927 29928 29929 30168 30169 30170 2006
Question no Vraag nr.
Date Datum 2629319991919-
1-2007 1-2007 1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007
1205 1206 1208 1212 1213 1214 1217 1219
Auteur Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Philippe Collard Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Stijn Bex Staf Neel Guido De Padt
Page Blz. 30170 30171 30173 30606 30606 30607 30793 30794
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 16- 6-2006 14-12-2006 12- 1-2007 23- 1-2007 24- 1-2007 9- 2-2007 12- 2-2007 19- 2-2007 19- 2-2007
358 419 430 435 436 444 445 447 448
Gerolf Annemans Dirk Van der Maelen Miguel Chevalier Carl Devlies Dirk Van der Maelen Stijn Bex Jo Vandeurzen Staf Neel Koen T’Sijen
25644 29255 29730 29930 29931 30608 30609 30795 30795
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 16-12-2003 8- 6-2005 28- 2-2006 9- 3-2006 9- 3-2006 7- 4-2006 11- 9-2006 19-10-2006 15- 1-2007 19- 2-2007
45 238 352 359 360 379 419 425 454 466
Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Koen T’Sijen Koen T’Sijen Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Luc Sevenhans Staf Neel
2359 14921 22147 22604 22605 23709 27214 28059 29733 30796
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie
28-12-2004 2007
197
Gerolf Annemans
10155
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 Date Datum
Question no Vraag nr.
7- 2-2005 25- 5-2005 24-10-2005 18- 4-2006 14- 2-2007 14- 2-2007
224 288 363 459 553 554
21- 2-2007
557
30775
Auteur Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Marleen Govaerts Patrick De Groote
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
11403 14432 18182 24719 30610
4-10-2004
167
8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 19-10-2004 30-11-2004 9-12-2004
173 174 175 182 206 212
10-12-2004 22- 3-2005 21- 4-2005 13- 5-2005
221 275 299 316
20- 6-2005 29- 6-2005 27- 7-2005 29- 8-2005 31- 8-2005 23- 9-2005 24-10-2005 25-10-2005 14-11-2005
328 334 344 349 350 357 363 365 373
14-11-2005
375
29-12-2005
405
18- 1-2006
407
20- 2-2006
429
2- 3-2006
439
30611 30797
E´nergie — Energie
8- 2-2007
197
Alfons Borginon
30611
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
15- 6-2005
58
Mw. Greta D’hondt
25703
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
21- 3-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 21-12-2005 21- 3-2006 31- 3-2006 23- 1-2007 24- 1-2007 19- 2-2007
55 59 61 92 101 103 128 129 130
Mw. Simonne Creyf Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Stijn Bex Ortwin Depoortere Jean-Marc Nollet Carl Devlies Guido De Padt Staf Neel
12472 13355 13356 19596 22850 23406 29934 29935 30798
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
21- 8-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 11- 6-2004 16- 9-2004 17- 9-2004
14 25 41 83 84 87 122 153 159
Jan Mortelmans Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Willy Cortois Mw. Maggie De Block
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
253 778 1523 4111 4114 4282 6324 7718 7721 2006
6910141724-
3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006
440 441 444 448 451 454
8- 3-2006 7- 4-2006
460 463
189227-
4-2006 5-2006 5-2006 4-2006
2007
464 475 480 489
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hendrik Daems Patrick De Groote Mw. Annemie Turtelboom Jo Vandeurzen Carl Devlies David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mme Marie Nagy Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Francis Van den Eynde Mw. Maggie De Block Luc Goutry Koen Bultinck Jan Mortelmans Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Bert Schoofs Mw. Hilde Dierickx Jean-Marc Nollet Mw. Annemie Turtelboom
Page Blz. 8135 8252 8253 8253 8469 9519 9695 9700 17977 13647 14198 15428 15696 17038 17042 17043 17700 18194 18196 18616 18618 19601 20353 21837 22454 22455 22611 22613 22616 22852 23054 23409 23710 23711 24519 24885 25360
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30776
Date Datum
Question no Vraag nr.
3- 5-2006 13- 6-2006
490 493
20- 6-2006 27- 6-2006 18- 7-2006 19- 7-2006 10- 8-2006
495 496 509 510 512
24-10-2006 24-10-2006 25-10-2006
526 527 529
6-11-2006 9-11-2006 9-11-2006
536 538 539
13-11-2006 20-11-2006 20-11-2006 21-11-2006 1-12-2006 15-12-2006 18-12-2006 27-12-2006 4- 1-2007 8- 1-2007 9- 1-2007 16- 1-2007 17- 1-2007 17- 1-2007 22- 1-2007 23- 1-2007 24- 1-2007 24- 1-2007 29- 1-2007 30- 1-2007 30- 1-2007 7- 2-2007 15- 2-2007 15- 2-2007 16- 2-2007 19- 2-2007
542 547 548 550 551 556 557 560 561 562 563 564 565 566 568 569 571 572 574 575 577 579 581 582 583 584
Auteur Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Luk Van Biesen Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Benoıˆt Drèze Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Yolande Avontroodt Luk Van Biesen Koen Bultinck Guy D’haeseleer Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Koen Bultinck Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Geert Lambert Mme Jacqueline Galant Luk Van Biesen Carl Devlies Charles Michel Bart Tommelein Dirk Claes Koen Bultinck Philippe Collard Ortwin Depoortere Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Staf Neel
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
25361 25364
29-10-2003 16- 3-2004 9- 6-2004
66 141 223
25651
24- 6-2004
234
25861 26827 26828
9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 13- 8-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 10- 1-2005 24- 1-2005 14- 4-2005
243 246 247 265 277 278 295 318 321 372 385 445
2- 5-2005 9- 5-2005
462 467
31- 5-2005
479
6- 6-2005 4- 7-2005 5- 7-2005 5- 9-2005 13- 9-2005 7-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 10-11-2005 25-11-2005 30-11-2005 5-12-2005
483 504 506 541 546 561 563 564 578 587 602 605
14-12-2005 20-12-2005 28-12-2005
610 612 621
5- 1-2006 11- 1-2006
624 628
1123
13131824-
635 636 644 652
2006
2007
26829 28062 28063 28066 28334 28477 28480 29175 28634 28635 28636 28834 29262 29262 29424 29556 29557 29557 29735 29735 29736 29936 29937 29938 29939 30176 30176 30177 30368 30798 30799 30800 30801
Santé publique — Volksgezondheid
21-10-2003
44
Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1-2006 1-2006 1-2006 1-2006
Auteur Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guido De Padt Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Mme Zoé Genot Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mme Dominique Tilmans Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Katrien Schryvers Koen Bultinck Mw. Hilde Vautmans Luk Van Biesen Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Guy D’haeseleer Mw. Hilde Dierickx Mw. Nancy Caslo Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nathalie Muylle Daniel Bacquelaine Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck
Page Blz. 2099 4438 6153 6652 6772 7239 7240 7251 7435 7529 8140 8681 8684 10451 10855 13366 13943 14201 14703 14935 15703 15705 17056 17352 17903 18197 18197 18624 19125 19135 19137 19139 19601 19607 20143 20144 20357 20357 20364 20513
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 Date Datum
Question no Vraag nr.
26- 1-2006 30- 1-2006 2- 2-2006
658 661 667
1014141420-
2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006
679 680 681 682 685
24917212721272815181823612-
2-2006 3-2006 3-2006 3-2006 3-2006 4-2006 4-2006 4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006 6-2006 6-2006
697 708 718 719 723 735 738 741 749 754 757 763 772 774
1315221418204-
6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 9-2006
775 776 781 799 801 805 821
5- 9-2006 6- 9-2006 6- 9-2006
825 828 829
7- 9-2006
830
29- 9-2006 2-10-2006 12-10-2006 13-10-2006 24-10-2006 25-10-2006 25-10-2006
834 835 840 843 846 849 850
30777
Auteur Mw. Nathalie Muylle Melchior Wathelet Ludo Van Campenhout Alfons Borginon Guido De Padt Ortwin Depoortere Ortwin Depoortere Mw. Marleen Govaerts Joseph Arens Jo Vandeurzen Koen Bultinck Ortwin Depoortere Jo Vandeurzen Jacques Germeaux Mw. Nathalie Muylle Paul Tant Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Mw. Nathalie Muylle Koen Bultinck Koen Bultinck Miguel Chevalier Miguel Chevalier Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Mw. Sabien LahayeBattheu Miguel Chevalier Daniel Bacquelaine Miguel Chevalier Miguel Chevalier Koen Bultinck Staf Neel Mw. Yolande Avontroodt
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
20868 20870
25-10-2006
854
3-11-2006 10-11-2006 10-11-2006 13-11-2006 27-11-2006 28-11-2006 6-12-2006 6-12-2006 8-12-2006 8-12-2006 11-12-2006
861 865 866 867 875 877 878 879 880 881 883
14-12-2006 14-12-2006 15-12-2006 15-12-2006
888 890 891 894
15-12-2006 15-12-2006 15-12-2006 15-12-2006 15-12-2006
896 897 898 899 900
21-12-2006 28-12-2006
904 905
161618192323242424242917-
907 908 909 910 911 912 913 914 915 916 917 918 919
21048 21510 21511 21512 21513 21841 22154 22618 22853 22854 23058 24064 24369 24370 24722 24888 24889 24892 25370 25371 25372 25651 25863 26831 26832 26835 27223 27225 27227 27228 27228 27727 27728 27913 27915 28068 28070 28071 2006
912121415-
1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007
2007
920 921 922 923 924
Auteur Mw. Yolande Avontroodt Mw. Hilde Dierickx Koen Bultinck Koen Bultinck Staf Neel Mme Zoé Genot Koen T’Sijen Jean-Marc Nollet Guido De Padt Pieter De Crem Patrick Cocriamont Mw. Yolande Avontroodt Mw. Hilde Dierickx Mw. Maggie De Block Patrick De Groote Mw. Yolande Avontroodt Benoıˆt Drèze Benoıˆt Drèze Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Paul Tant Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Miguel Chevalier Koen Bultinck Miguel Chevalier Carl Devlies Mw. Hilde Dierickx Luc Goutry Mark Verhaegen David Geerts Pieter De Crem Guido De Padt Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Jan Mortelmans Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx
Page Blz. 28073 28336 28485 28486 28486 28837 28838 28839 28840 29067 29068 29069 29266 29267 29268 29271 29272 29272 29273 29273 29274 29425 29558 29737 29738 29939 29940 29941 29941 29942 29942 29943 29944 30178 30369 30370 30612 30613 30613 30614 30802
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30778
Date Datum
Question no Vraag nr.
15- 2-2007
925
19- 2-2007 19- 2-2007
926 927
Auteur
Page Blz.
Mw. Annemie Turtelboom 30803 Staf Neel 30803 Charles Michel 30804
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw
Date Datum
Question no Vraag nr.
12- 6-2006 22-12-2006 23- 1-2007 23- 1-2007 26- 1-2007 7- 2-2007 7- 2-2007 19- 2-2007
214 234 236 237 239 240 241 242
Auteur Hagen Goyvaerts Koen T’Sijen Guido De Padt Carl Devlies Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Staf Neel
Page Blz. 25373 29428 29947 29948 30179 30371 30372 30807
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid Classes moyennes — Middenstand
15- 2-2007
154
Mw. Trees Pieters
30805
23- 1-2007 19- 2-2007
17-12-2004 1- 2-2005 4- 7-2005 21- 3-2006 22- 1-2007 26- 1-2007 14- 2-2007 19- 2-2007
49 62 91 115 136 138 139 140
Gerolf Annemans Koen T’Sijen Filip De Man Ortwin Depoortere Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mw. Hilde Vautmans Staf Neel
9987 11126 15712 22856 29945 30178 30615 30806
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken
8- 2-2007
236
Olivier Maingain
30616
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
23- 2-2005 8- 3-2005
100 102
7- 6-2006
213
David Geerts 11770 Mw. Annemie Turtelboom 12264 Mw. Marleen Govaerts 25372
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Carl Devlies Staf Neel
29949 30808
Gelijke Kansen — E´galité des chances
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking
67 68
28-11-2006 18-12-2006 6- 2-2007
126 129 133
19- 2-2007
134
Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Staf Neel
28845 29276 30372 30808
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 29-11-2004 28-12-2004 11- 4-2005 12- 4-2005
182 198 242 246
8- 6-2005 10- 6-2005 13- 6-2005
296 303 305
29- 7-2005
339
22- 8-2005 23- 9-2005 7-10-2005 20-10-2005 20-10-2005
342 362 373 376 382
20231322-
424 426 436 450
1-2006 1-2006 2-2006 3-2006
2007
Roel Deseyn Jan Mortelmans Guido De Padt Ludo Van Campenhout Stijn Bex Patrick De Groote Ludo Van Campenhout Mw. Frieda Van Themsche Jef Van den Bergh Mw. Simonne Creyf Jef Van den Bergh Filip De Man Mme Véronique Ghenne Guido De Padt Willy Cortois Francis Van den Eynde Jef Van den Bergh
9548 10165 13194 13198 14956 15195 15198 17083 17085 17708 17907 18214 18218 20521 20522 21515 22860
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 Date Datum
Question no Vraag nr.
8- 5-2006 22- 5-2006 22- 5-2006 23- 5-2006 9- 6-2006 15- 6-2006 15- 6-2006 15- 6-2006 16- 6-2006 26- 6-2006 24- 7-2006 28- 7-2006 23- 8-2006 7- 9-2006 21- 9-2006 25-10-2006 14-11-2006 21-11-2006 27-11-2006 11-12-2006 18-12-2006 27-12-2006 12- 1-2007 15- 1-2007 24- 1-2007 24- 1-2007 24- 1-2007 30- 1-2007 5- 2-2007 8- 2-2007 9- 2-2007 14- 2-2007 19- 2-2007
468 474 476 481 486 489 490 491 492 494 504 507 512 513 515 520 525 528 534 540 546 549 551 552 555 557 558 560 561 563 564 565 567
30779
Auteur Dylan Casaer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Charles Michel Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh Guido De Padt Guido De Padt Luc Sevenhans Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Jef Van den Bergh Jan Mortelmans Guido De Padt Jef Van den Bergh Guido De Padt Guido De Padt Bart Laeremans Jan Peeters Guido De Padt Jean-Claude Maene Bart Laeremans Bart Laeremans Philippe Collard Guido De Padt Mme Talbia Belhouari Stijn Bex Hans Bonte Georges Lenssen
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
24527 24901 24902 24905 25377 25657 25658 25659 25659 25867 26860 26863 26867 27229 27554 28074 28491 28641 28848 29080 29278 29431 29740 29741 29950 29952 29953 30180 30373 30617 30618 30619 30809
23- 1-2007 19- 2-2007
115 117
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu
5-12-2005 20- 1-2006 8- 5-2006 7-12-2006 12-12-2006
85 89 101 110 111
Mark Verhaegen Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Ingrid Meeus
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
19163 20524 25381 29083 29086 2006
Auteur Carl Devlies Staf Neel
Page Blz. 29954 30810
Pensions — Pensioenen
9-12-2004 14-12-2005 3- 2-2006
65 140 147
12- 6-2006 16- 6-2006 6-10-2006 9-11-2006 20-11-2006 20-11-2006 15- 2-2007 19- 2-2007
167 168 180 184 188 189 198 199
Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Staf Neel
9729 19171 21057 25382 25660 27738 28493 28643 28644 30811 30812
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004
89 90 109 127 138 142 167
15-12-2004
199
13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005
215 237 253
161622313127323626-
257 258 266 272 274 306 311 322 331 338
3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 5-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
2007
Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mme Muriel Gerkens Mme Yolande Avondroodt
5975 5976 6776 7730 8149 8153 8687 9708 10602 11123 12487 12489 12490 12495 13017 13019 14705 14939 15706 15710 17058
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30780
Date Datum
Question no Vraag nr.
5- 9-2005
341
15- 9-2005 27- 9-2005
344 348
28- 9-2005
351
20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 18-11-2005 22-11-2005
357 364 369 370 378 384 388
5-12-2005 14-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 29-12-2005 926131528-
403 407 411 413 416
1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006
430 442 453 454 463
2- 3-2006
468
7- 3-2006
470
7- 3-2006
471
13- 3-2006 13- 3-2006 23- 1-2006 22- 3-2006 4151824-
476 477 479 484
5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
519 531 534 539
2- 6-2006 21- 6-2006
544 563
21- 6-2006
565
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Philippe De Coene Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Koen Bultinck Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom Mw. Marleen Govaerts Mw. Marleen Govaerts Luc Goutry Mw. Hilde Dierickx Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Marleen Govaerts Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Charles Michel
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 17061 17370 17715 17717 18226 18230 18418 18418 18638 18847 18849 19177 19180 20255 19619 19621 20152 20892 21518 21519 22165
Date Datum
Question no Vraag nr.
20- 7-2006 20- 7-2006 9-11-2006 20-11-2006 20-11-2006 28-11-2006
582 583 625 632 633 635
7-12-2006 12-12-2006 28-12-2006
640 642 649
5892530-
1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007
652 653 654 661 663
30- 1-2007
664
31- 1-2007
665
555151919-
667 668 669 675 676 677
2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007
Auteur Roel Deseyn Roel Deseyn Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Trees Pieters Mw. Ingrid Meeus Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greta D’hondt Guy D’haeseleer Alfons Borginon Hagen Goyvaerts Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Charles Michel Charles Michel Mw. Maggie De Block Staf Neel Mme Muriel Gerkens
22462
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
22462 22627 22628
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
22461
22865 22868 24528 24729 24906 24911 25383 25669 25670 2006
7- 9-2004 4- 7-2005 22-11-2005 22- 5-2006
15 48 53 68
Page Blz. 26873 26874 28497 28646 28647 28851 29087 29090 29560 29562 29563 29563 30182 30184 30185 30185 30375 30376 30377 30813 30813 30814
Mme Muriel Gerkens 7437 Pieter De Crem 17720 Dirk Van der Maelen 18851 Dirk Van der Maelen 24913
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 9- 2-2007 2007
67
Guido De Padt
30621
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30781
Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Date Datum
Question no Vraag nr.
17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 15-10-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005 31- 1-2005 31- 1-2005
286 291 292 305 319 341 343 350 362 373 375 376 379 389 390 392 400 409 412 417 419 420
6624 7414
191822222528991014212414181821222610101011-
423 429 443 444 448 450 451 462 466 467 472 483 487 499 507 509 515 516 519 528 529 530 541
2006
2007
Page Blz.
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling
19- 1-2007 19- 2-2007
65 67
Miguel Chevalier Staf Neel
29957 30815
E´conomie sociale — Sociale Economie
19- 2-2007
92
Staf Neel
30816
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 12- 4-2005 30- 1-2006 21- 3-2006 31- 3-2006 24-10-2006 20-11-2006 20-11-2006 19- 2-2007
49 80 85 88 98 100 101 106
Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Ortwin Depoortere Mw. Greet Van Gool Patrick De Groote Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Staf Neel
13199 20903 22869 23433 28080 28648 28648 30817
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1- 7-2004 6- 9-2004
244 282
Filip De Man Mme Muriel Gerkens
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005
Auteur Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Bart Laeremans
Page Blz. 7702 7881 7881 8110 8451 8901 8903 8908 9296 9498 9674 9675 9678 10150 10315 10443 10570 10574 10833 11094 11095 11096 11098 11397 11740 11741 11745 12053 12055 12243 12245 12443 12447 12453 12879 13329 13332 13334 13623 13624 13627 14165 14165 14166 14173
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30782
Date Datum 2627814232945-
Question no Vraag nr.
5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005
555 556 595 606 608 615 618 621
6- 7-2005 26- 7-2005
623 641
26- 7-2005
642
26- 7-2005
643
27- 7-2005 28- 7-2005 7- 9-2005 8- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 6-10-2005 24-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 24-11-2005 2-12-2005 29- 7-2005 22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 10- 1-2006 19- 1-2006 23- 1-2006 25- 1-2006 26- 1-2006 30- 1-2006 13- 2-2006 14- 2-2006 10- 3-2006 21- 3-2006 24- 3-2006 24- 3-2006 29- 3-2006 31- 3-2006 31- 3-2006
647 650 658 661 671 672 694 712 721 723 756 768 775 789 793 802 813 829 835 839 841 844 862 866 901 920 924 927 931 937 938
Auteur Jef Van den Bergh Roel Deseyn Stijn Bex Geert Lambert Olivier Maingain Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Olivier Maingain Olivier Maingain Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Bart Laeremans Guy D’haeseleer Bart Laeremans Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Dierickx Jef Van den Bergh Hagen Goyvaerts Ortwin Depoortere Bart Laeremans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 14664 14664 14910 15175 15658 15661 15663 15665 15666 17003 17004 17004 17006 17007 17009 17373 17380 17380 17909 18240 18421 18422 19193 19199 19203 19636 19639 19644 20159 20530 20534 20537 20904 20907 21521 21525 22631 22875 23067 23069 23072 23435 23436 2006
Date Datum 510232324-
4-2006 5-2006 5-2006 5-2006 5-2006
29- 5-2006 10- 5-2006 16- 5-2006
Question no Vraag nr. 940 966 976 978 980 987 988 989
301616192226262727272818192020202426282-
5-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 6-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 7-2006 8-2006
990 1002 1003 1007 1015 1017 1018 1019 1020 1025 1027 1043 1045 1046 1047 1048 1050 1051 1053 1054
23283045718192627-
8-2006 8-2006 8-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006 9-2006
1070 1072 1073 1075 1077 1080 1083 1084 1085 1088
3-10-2006 4-10-2006 11-10-2006 12-10-2006
1089 1090 1091 1093
2007
Auteur Mw. Martine Taelman Jean-Claude Maene Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Bert Schoofs Mw. Annemie Turtelboom Jan Mortelmans Geert Lambert Geert Lambert Jan Mortelmans Guido De Padt Roel Deseyn Francis Van den Eynde Mw. Ingrid Meeus Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Mark Verhaegen Roel Deseyn Jan Peeters Roel Deseyn Ludo Van Campenhout Luc Sevenhans Walter Muls Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Martine Taelman Mw. Ingrid Meeus Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Dirk Claes Mw. Annemie Turtelboom
Page Blz. 23437 24531 24916 24918 24919 25114 25115 25115 25116 25672 25673 25676 25876 25877 25878 25878 25879 25881 25883 26887 26887 26888 26889 26890 26892 26892 26893 26894 26904 26905 26906 27248 27249 27251 27418 27419 27556 27559 27744 27745 27745 27920
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 Date Datum
Question no Vraag nr.
23-10-2006 24-10-2006 6-11-2006 7-11-2006 8-11-2006 8-11-2006 10-11-2006 13-11-2006 13-11-2006 14-11-2006 16-11-2006 16-11-2006 17-11-2006
1095 1097 1104 1106 1107 1108 1109 1111 1112 1113 1115 1116 1119
17-11-2006
1120
17-11-2006 20-11-2006 20-11-2006 21-11-2006 21-11-2006 21-11-2006 22-11-2006 22-11-2006 23-11-2006 27-11-2006 27-11-2006 27-11-2006 28-11-2006 5-12-2006 6-12-2006 7-12-2006 11-12-2006 12-12-2006 13-12-2006 15-12-2006 18-12-2006 18-12-2006 19-12-2006 21-12-2006 27-12-2006 4- 1-2007 8- 1-2007 10- 1-2007 11- 1-2007 15- 1-2007 15- 1-2007
1121 1123 1124 1126 1127 1128 1129 1130 1131 1132 1133 1134 1136 1137 1138 1139 1140 1142 1146 1150 1151 1152 1153 1155 1157 1158 1163 1164 1165 1167 1168
30783
Auteur Guido De Padt Koen Bultinck Roel Deseyn Patrick De Groote Mw. Hilde Dierickx Philippe De Coene Stijn Bex Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Guido De Padt Patrick De Groote Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Staf Neel Guido De Padt Patrick De Groote Francis Van den Eynde Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Guido De Padt Stijn Bex Guido De Padt Stijn Bex Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Mw. Hilde Dierickx Roel Deseyn Koen Bultinck Roel Deseyn Roel Deseyn Staf Neel Guido De Padt Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mw. Martine Taelman Guido De Padt Jef Van den Bergh Hagen Goyvaerts
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 28081 28082 28344 28346 28347 28348 28502 28504 28505 28506 28649 28650 28653 28654 28655 28656 28657 28657 28658 28658 28659 28660 28856 28857 28858 28859 28860 28861 28861 29095 29096 29097 29100 29285 29285 29286 29286 29436 29437 29564 29567 29567 29744 29745 29746 2006
Date Datum 151616171922232324242424252525262626262630555555912121213131314151919-
1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 1-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007 2-2007
2007
Question no Vraag nr. 1169 1170 1171 1172 1173 1174 1175 1176 1177 1178 1179 1180 1181 1182 1183 1184 1185 1186 1187 1188 1190 1191 1192 1193 1194 1195 1196 1198 1199 1200 1201 1202 1203 1204 1205 1206 1207 1208
Auteur Hagen Goyvaerts Mw. Annelies Storms Mw. Maya Detiège Luk Van Biesen Bart Laeremans Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Patrick De Groote Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Pieter De Crem Mw. Annemie Turtelboom Pieter De Crem Pieter De Crem Guido De Padt Pieter De Crem Pieter De Crem Pieter De Crem Pieter De Crem Philippe Collard Pieter De Crem Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn André Frédéric Claude Marinower Willy Cortois Mw. Hilde Dierickx André Frédéric Jean-Marc Nollet Staf Neel Stijn Bex
Page Blz. 29746 29746 29748 29749 29958 29958 29959 29960 29961 29961 29962 29962 30187 30187 30188 30189 30190 30191 30192 30192 30194 30381 30382 30382 30383 30384 30385 30622 30623 30623 30624 30625 30626 30627 30628 30817 30819 30819
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30785
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eersteminister en minister van Justitie
DO 2006200709786
DO 2006200709786
Question no 1243 de M. Bart Laeremans du 16 février 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1243 van de heer Bart Laeremans van 16 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Mise en liberté provisoire en vue de l’éloignement du territoire ou de la remise. — Délai d’épreuve.
Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering. — Proeftijd.
La loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d’exécution de la peine ne prévoit un délai d’épreuve qu’en cas de libération conditionnelle et non de mise en liberté provisoire en vue de l’éloignement du territoire ou de la remise.
De wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, bepaalt enkel een proeftijd bij de voorwaardelijke invrijheidstelling en niet bij de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering.
L’article 24 de la loi précitée du 17 mai 2006 dispose que « la libération conditionnelle est un mode d’exécution de la peine privative de liberté par lequel le condamné subit sa peine en dehors de la prison, moyennant le respect des conditions qui lui sont imposées pendant un délai d’épreuve déterminé. ».
Artikel 24 van voornoemde wet van 17 mei 2006 luidt : « De voorwaardelijke invrijheidstelling is een wijze van uitvoering van de vrijheidsstraf waardoor de veroordeelde zijn straf ondergaat buiten de gevangenis, mits naleving van de voorwaarden die hem gedurende een bepaalde proeftijd worden opgelegd. ».
L’article 26, qui précise la notion de mise en liberté provisoire en vue de l’éloignement du territoire ou de la remise, ne fait pas mention d’un délai d’épreuve.
In artikel 26, dat de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering nader omschrijft, is er geen melding van een proeftijd.
Le délai d’épreuve équivaut à la durée de la peine privative de liberté que la personne condamnée devait encore purger le jour ou` la décision relative à la libération conditionnelle est devenue exécutoire.
De proeftijd is gelijk aan de duur van de vrijheidsstraf die de veroordeelde nog moest ondergaan op de dag waarop de beslissing betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling uitvoerbaar is geworden.
L’article 64, 1o prévoit la possibilité, pour le juge de l’application des peines ou le tribunal de l’application
Artikel 64, 1o voorziet in de mogelijkheid voor de strafuitvoeringsrechter of de strafuitvoeringsrechtbank
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30786
des peines, de révoquer la libération conditionnelle si la personne condamnée commet un délit ou un crime pendant le délai d’épreuve. La loi du 17 mai 2006 ne prévoit donc aucune mesure analogue en ce qui concerne la mise en liberté provisoire en vue de l’éloignement du territoire ou de la remise.
om de voorwaardelijke invrijheidstelling te herroepen indien de veroordeelde tijdens de proeftijd een wanbedrijf of een misdrijf (in de wet staat op dit moment nog verkeerdelijk « misdaad ») pleegt. Bij de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering bepaalt de wet van 17 mei 2006 dus geen gelijkaardige maatregel.
En raison de cette lacune, les personnes de nationalité étrangère qui ont bénéficié d’une mise en liberté provisoire ne peuvent donc être réincarcérées immédiatement si elles commettent de nouveaux faits punissables pendant leur mise en liberté provisoire. Ces personnes ne seront pour ainsi dire pas inquiétées.
Door deze lacune kunnen personen met een vreemde nationaliteit die voorlopig in vrijheid zijn gesteld dus niet onmiddellijk terug opgesloten worden indien zij tijdens hun voorlopige invrijheidstelling nieuwe strafbare feiten plegen en vrijwel ongestoord hun gang gaan.
Dans un souci de protection de la société, il est dès lors incompréhensible que la mise en liberté provisoire de telles personnes ne puisse être révoquée immédiatement en cas de nouveau comportement criminel.
Met het oog op de bescherming van de maatschappij is het dan ook onbegrijpelijk dat hun voorlopige invrijheidstelling niet onmiddellijk herroepen kan worden bij nieuw crimineel gedrag.
1. Qu’advient-il des personnes condamnées qui sont libérées provisoirement en vue de leur éloignement du territoire ou de leur remise et commettent de nouveaux faits ? 2. Eˆtes-vous disposée à instaurer un délai d’épreuve pour cette catégorie également ?
1. Wat gebeurt er met veroordeelden die met het oog op overlevering of verwijdering van het grondgebied voorlopig in vrijheid zijn gesteld en nieuwe feiten plegen ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 1244 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1244 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2. Bent u bereid om ook voor deze categorie een proeftijd in te voeren ?
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30787
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
DO 2006200709777
DO 2006200709777
Question no 1580 de Mme Trees Pieters du 15 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1580 van mevrouw Trees Pieters van 15 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension.
Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
Les dirigeants d’entreprise indépendants ainsi que les cadres salariés et les travailleurs importants ont la possibilité de convertir l’assurance dirigeant d’entreprise contractée à leur nom en une assurancegroupe ou en un engagement individuel de pension.
Zowel de zelfstandige bedrijfsleiders als de loontrekkende kaderleden en belangrijke werknemers hebben de mogelijkheid om de op hun naam afgesloten bedrijfsleiderverzekeringen om te vormen tot een groepsverzekering of tot een individuele pensioentoezegging.
Cette matière appelle les questions générales d’ordre pratique suivantes, tant sur le plan des assurances que des contributions et des pensions.
Ter zake rijzen zowel op verzekerings- op belastingals op pensioenvlak de volgende algemene praktische vragen.
1. Sur la base de quelles dispositions légales et/ou réglementaires cette conversion est-elle autorisée et sous quelles conditions cette transformation et/ou la mise en réduction de ces contrats d’assurance dirigeant d’entreprise sont-elles possibles sur les plans technique et juridique, qu’elles respectent ou non un principe de neutralité fiscale ?
1. Op grond van al welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen is die omvorming toegelaten en onder al welke voorwaarden is die transformatie en/of de premievrijmaking van die bedrijfsleiderverzekeringscontracten technisch en juridisch mogelijk op een al dan niet fiscaal neutrale wijze ?
2. Quelles formalités officielles de conversion les assurés et/ou les preneurs d’assurance doivent-ils respecter, strictement et dans un délai défini, tant visà-vis des compagnies d’assurance qu’à l’égard du fisc ou d’autres instances ?
2. Welke officie¨le omvormingsformaliteiten dienen er door de verzekerden en/of door de verzekeringsnemers zowel tegenover de verzekeringsmaatschappijen als tegenover de fiscus of andere instanties binnen een welbepaald tijdsbestek strikt te worden nageleefd ?
3. Quels aspects particuliers du domaine fiscal et des assurances concernent-ils le respect annuel, passé et futur, de la règle des 80 %, le paiement de la prime et la déductibilité fiscale relative à l’impoˆt des sociétés, les réserves d’épargne, les participations bénéficiaires et les conventions de pension ou promesses sous seing privé établies antérieurement ?
3. Welke bijzondere fiscale en verzekeringsaspecten bestaan er ten aanzien van de vroegere en de toekomstige jaarlijkse naleving van de 80 %-regel, de premiebetaling en belastingaftrek inzake vennootschapsbelasting, de opgebouwde spaarreserves, winstdeelnames en met betrekking tot de voorheen opgemaakte pensioenovereenkomsten of onderhandse beloftes ?
4. Quelles taxes relatives aux assurances et à la prime et autres impoˆts directs et indirects, cotisations d’ONSS ou cotisations spéciales de sécurité sociale eston tenu de payer à l’occasion de cette transformation,
4. Welke verzekeringstaksen, premietaksen, andere directe of indirecte belastingen, RSZ-bijdragen of bijzondere heffingen van sociale bijdragen worden er opgelegd ter gelegenheid van die transformatie en van
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30788
des paiements ultérieurs de primes, du back-service et/ ou lors de l’application d’opérations de rattrapage ?
de daaropvolgende premiebetalingen en back-service en/of inhaalverrichtingen ?
5. Sur la base de quelles dispositions fiscales et sous quel régime de taxation, distinct ou non, les réserves constituées, les participations bénéficiaires et les futurs versements du capital de la pension sont-ils dorénavant soumis à l’impoˆt des personnes physiques ?
5. Op grond van welke fiscale bepalingen en aan welk al dan niet afzonderlijk taxatieregime zijn de toekomstige uitkeringen aan pensioenkapitaal, opgebouwde reserves en winstdeelnames voortaan aan de personenbelasting onderworpen ?
6. a) La conversion d’une assurance dirigeant d’entreprise en un engagement individuel de pension implique-t-elle une adaptation de toutes les garanties complémentaires (incapacité de travail pour cause de maladie ou d’accident, hospitalisation, invalidité temporaire ou permanente, etc.) pour les dirigeants d’entreprise indépendants et les travailleurs salariés ?
6. a) Impliceert de omvorming van een bedrijfsleiderverzekering in een individuele pensioentoezegging voor de zelfstandige bedrijfsleiders en voor de bezoldigde werknemers een aanpassing van alle aanvullende waarborgen (arbeidsongeschiktheid door ongeval of ziekte, hospitalisatie, blijvende of tijdelijke invaliditeit, enzovoort) ?
b) Dans l’affirmative, dans quelle mesure ?
b) Zo ja, in welke mate ?
7. Les preneurs d’assurance et/ou affiliés doivent-ils transmettre au fisc et aux compagnies d’assurance toutes les données relatives aux rémunérations périodiques brutes, à la carrière en tant que salarié ou indépendant au sein de l’entreprise et en dehors de celle-ci ainsi que les informations concernant le capital déjà assuré dans tous les autres plans de pension en vue du calcul de la règle des 80 % ?
7. Moeten de verzekeringsnemers en/of de aangeslotenen zowel aan de fiscus als aan de verzekeringsmaatschappijen alle gegevens voor de berekening van de 80 %-regel verstrekken die verband houden met de periodieke brutobezoldigingen, de loopbaan binnen en buiten de onderneming als loontrekkende of als zelfstandige en met de reeds verzekerde kapitalen in alle andere pensioenplannen ?
8. Par quels protocoles officiels d’échange les compagnies d’assurances et les administrations fiscales sont-elles actuellement liées ?
8. Welke officie¨le uitwisselingsprotocollen bestaan er dienaangaande thans tussen de verzekeringsmaatschappijen en de belastingadministraties ?
9. Pouvez-vous me faire part, point par point, de vos méthodes et conceptions actuelles générales, tant à la lumière de la législation actuellement en vigueur en matière d’assurances qu’en ce qui concerne la législation sociale, fiscale et relative aux pensions ?
9. Kunt u punt per punt uw huidige algemene ziensen handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende verzekeringswetgeving, de sociale wetgeving, de pensioenwetgeving als in het licht van de belastingwetgeving ?
DO 2006200709780
DO 2006200709780
Question no 1581 de M. Luk Van Biesen du 15 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1581 van de heer Luk Van Biesen van 15 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
« Commission d’acquisition » versée aux personnes bénéficiant d’un statut spécial dans la périphérie bruxelloise.
« Aanbrengcommissie » uitgekeerd aan personen met een bijzonder statuut in de rand rond Brussel.
Dans le cadre des impoˆts sur les revenus, les commissions acquises hors de l’exercice d’une activité professionnelle afin de mettre en contact diverses parties sont imposables en tant que revenus divers.
In de inkomstenbelastingen zijn als diverse inkomsten onder meer belastbaar de commissielonen, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid verkregen om verscheidene partijen met elkaar in contact te brengen.
Il apparaıˆt dans la pratique que ce cas de figure commence à se présenter fréquemment dans la périphérie bruxelloise ou` résident de nombreux justiciables qui ne sont pas tenus de remplir une déclaration à
In de praktijk blijkt het hiervoor bepaalde nogal opgeld te maken in de rand rond Brussel, waar zeer veel rechtsonderhorigen wonen die niet aangifteplichtig zijn in de personenbelasting maar ondertussen wel
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30789
l’impoˆt des personnes physiques mais pour qui, entretemps, la « commission d’acquisition » semble constituer une importante source de revenus. Même si ces personnes bénéficient très certainement de l’application de la convention préventive de la double imposition ou d’un autre régime d’exemption, la question se pose néanmoins de savoir s’il ne conviendrait pas de mettre fin, pour des raisons économiques, à la situation qui se développe actuellement. 1. Les services de l’inspection économique et fiscale sont-ils au courant du phénomène de la « commission d’acquisition » versée aux personnes bénéficiant d’un statut spécial dans la périphérie bruxelloise ? 2. a) Ce phénomène fait-il l’objet d’enquêtes systématiques et ciblées ? b) En établira-t-on la cartographie ? 3. a) Les divers services d’inspection collaborent-ils entre eux ? b) Existe-t-il des protocoles de collaboration, éventuellement aussi entre les départements ? 4. a) Existe-t-il des cas de (re)qualification de revenus divers en revenus professionnels ? b) Existe-t-il des cas de personnes qui ont été imposées dans le cadre des contributions directes ou qui, le cas échéant après quelque temps seulement, ont été considérées comme des assujettis à la TVA ? 5. Existe-t-il des cas de personnes qui se sont adressées au tribunal fiscal pour invoquer un statut d’exonération en vertu de la convention préventive de la double imposition ? 6. Existe-t-il une jurisprudence à cet égard ? 7. a) Existe-t-il des situations similaires invoquées comme justification au nom de la réciprocité dans ou à la périphérie d’autres capitales européennes ? b) Existe-t-il une concertation internationale ou des accords internationaux en la matière ?
DO 2006200709783
Het zal wel zijn dat het dubbelbelastingsverdragrecht of een ander vrijstellingsregime op hen van toepassing is, doch de vraag rijst of aan de zich aldus ontwikkelende toestand geen paal en perk zou moeten worden gesteld om economische redenen. 1. Is het fenomeen van de « aanbrengcommissies » uitgekeerd aan personen met een bijzonder statuut in de rand rond Brussel bekend bij de fiscale en economische inspectiediensten ? 2. a) Wordt er systematisch en gericht onderzoek naar verricht ? b) Wordt het fenomeen in kaart gebracht ? 3. a) Is er samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten ? b) Bestaan er samenwerkingsprotocollen, eventueel ook departementoverschrijdend ? 4. a) Zijn er gevallen bekend van (her)kwalificatie van diverse inkomsten naar beroepsinkomen ? b) Zijn er gevallen bekend van personen die werden aanslagen in de directe belastingen of die, desgevallend slechts na zekere tijd, werden beschouwd als btw-belastingplichtige ? 5. zijn er gevallen bekend van personen die zich gewend hebben tot de fiscale rechtbank om zich te beroepen op hun status van vrijgestelde wegens het dubbelbelastingsverdrag ? 6. Bestaat daarover rechtspraak ? 7. a) Bestaan er in of rond andere Europese hoofdsteden gelijkaardige toestanden die, uit hoofde van wederkerigheid, als rechtvaardiging worden ingeroepen ? b) Bestaat er dienaangaande internationaal overleg of bestaan er dienaangaande internationale afspraken ? DO 2006200709783
no
Question 1582 de M. Carl Devlies du 15 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Dégrèvement d’office. — Devoirs du contribuable. — Production de pièces. — Réponse aux demandes de renseignements. Lorsque le redevable omet de donner suite à une demande de renseignements qui lui a été envoyée en
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
een aardige cent blijken te verdienen als zogenaamde « aanbrengcommissie ».
2006
Vraag nr. 1582 van de heer Carl Devlies van 15 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n : Ambtshalve ontheffing. — Plichten van de belastingplichtige. — Voorleggen van stukken. — Antwoorden op vragen om inlichtingen. Wanneer een belastingplichtige nalaat gevolg te geven aan een vraag om inlichtingen, hem toegezon2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30790
vue de l’instruction objective de sa réclamation ou refuse d’obtempérer à une invitation à produire les pièces justificatives jugées nécessaires, ce fait confère au directeur régional le droit de rejeter la réclamation, mais uniquement dans la mesure ou` elle se rapporte aux éléments de la cotisation qui ont fait l’objet de la demande de renseignements ou de l’invitation à produire les pièces justificatives nécessaires (Com.I.R. 1992, no 374/20).
den met het oog op het objectief onderzoek van zijn « bezwaarschrift », of weigert in te gaan op een verzoek tot voorlegging van de noodzakelijk geachte verantwoordingsstukken, brengt dit voor de gewestelijke directeur der belastingen het recht mee dit bezwaarschrift te verwerpen, doch slechts in de mate dat het slaat op de elementen van de aanslag die het voorwerp zijn van de vraag om inlichtingen of het verzoek tot voorleggen van de nodige verantwoordingsstukken (Com.I.B. 1992, nr. 374/20).
1. Les instructions administratives précitées, fondées sur la jurisprudence de la Cour de cassation, s’appliquent-elles mutatis mutandis au traitement des demandes de dégrèvement d’office et aux décisions en la matière ?
1. Gelden voornoemde administratieve onderrichtingen gesteund op cassatierechtspraak mutatis mutandis voor de behandeling en voor de beslissing over verzoekschriften tot het bekomen van een ambtshalve ontheffing ?
2. Pouvez-vous me faire part de vos méthodes et conceptions actuelles à la lumière des dispositions de l’ancien article 376 et du nouvel article 376ter (applicable depuis le 1e octobre 2005) du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
2. Kunt u uw huidige ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de beschikkingen van het oude artikel 376 en van het nieuwe artikel 376ter (van toepassing met ingang van 1 oktober 2005) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
DO 2006200709784
DO 2006200709784
Question no 1583 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 16 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1583 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 16 februari 2007 (N.) aan de viceeersteminister en minister van Financie¨n :
Travailleurs frontaliers français. — Statut spécifique. — Controˆles fiscaux.
Franse grensarbeiders. — Specifiek statuut. — Belastingcontroles.
La règle des 45 jours, abrogée par circulaire fin 2005, permettait aux travailleurs frontaliers français de quitter la zone frontalière belge pour aller travailler en Belgique moins de 45 jours par an en dehors de cette zone sans perdre leur statut. L’application de la règle des 45 jours a toujours été l’expression d’une politique de tolérance. La circulaire de mai 2005 a été précédée d’une autre circulaire (CIRC 14.01.04/1), dans laquelle il était déjà question d’une application plus stricte de la convention préventive de la double imposition.
De 45-dagenregeling die bij circulaire van einde 2005 werd afgeschaft, bood Franse grensarbeiders de mogelijkheid de Belgische grensstreek te verlaten om in Belgie¨ minder dan 45 dagen per jaar buiten deze streek te gaan werken zonder hun statuut te verliezen. De toepassing van de 45-dagenregeling is altijd een blijk geweest van een gedoogbeleid. Aan de circulaire van mei 2005 ging een andere circulaire vooraf (CIRC 14.01.04/1), waarin reeds sprake was van een striktere toepassing van het dubbelbelastingverdrag.
Des controˆles fiscaux plus sévères avaient déjà été instaurés en 2005. Les controˆles fiscaux qui ont suivi en 2006 ont reflété une application extrêmement restrictive et avec effet rétroactif du changement de cap administratif, ce qui a entraıˆné la perte du statut de travailleur frontalier et une lourde imposition pour de nombreux travailleurs qui avaient suivi de bonne foi les anciennes instructions administratives et ministérielles.
In 2005 werden al verscherpte belastingcontroles ingevoerd. De belastingcontroles die in 2006 volgden, gaven een terugwerkende en uiterst beperkende toepassing van de administratieve koerswijziging te zien, wat het verlies van het grensarbeidersstatuut en een zware belasting meebracht voor tal van werknemers die de vroegere ministerie¨le en administratieve onderrichtingen te goeder trouw hadden toegepast.
1. Combien de controˆles fiscaux effectués en 2005 et en 2006 ont eu des conséquences négatives pour les travailleurs frontaliers français bénéficiant de ce statut spécifique ?
1. Hoeveel belastingcontroles die in 2005 en 2006 werden uitgevoerd, hadden negatieve gevolgen voor de Franse grensarbeiders in dit specifieke statuut ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30791
2. Combien de travailleurs frontaliers français ontils ainsi perdu le statut de travailleur frontalier ?
2. Hoeveel Franse grensarbeiders verloren bijgevolg het grensarbeidersstatuut ?
3. Quelle est l’importance des impoˆts supplémentaires réclamés à la suite de ces controˆles ?
3. Hoeveel extra belasting werd gevorderd naar aanleiding van deze controles ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 1584 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1584 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709126
DO 2006200709126
Question no 1585 de M. Jo Vandeurzen du 21 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1585 van de heer Jo Vandeurzen van 21 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Inscription de bénévoles au registre du personnel.
Inschrijving vrijwilligers in personeelsregister.
Il me revient qu’en certains lieux, les bénévoles qui servent des boissons dans une maison de jeunes doivent également être inscrits dans les registres du personnel.
Ik verneem dat op een aantal plaatsen vrijwilligers die voor een jeugdhuis de tapkraan bedienen nu ook moeten ingeschreven worden in de personeelsregisters.
1. a) Ces informations sont-elles exactes ?
1. a) Is dit correct ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30792
b) En vertu de quelle disposition légale cette obligation peut-elle être imposée ?
b) Op basis van welke wettelijke bepaling wordt deze verplichting opgelegd ?
2. D’un point de vue fiscal ou de droit social, quelles données doivent-elles être enregistrées et quelles formalités administratives doivent-elles être respectées pour l’ensemble des bénévoles actifs dans le cadre d’une ASBL ou au sein d’une maison de jeunes ?
2. Welke gegevens en administratieve plichtplegingen moeten voor alle vrijwilligers die in een VZW of in een jeugdhuis werkzaam zijn vanuit sociaalrechtelijk of fiscaal oogpunt bijgehouden worden ?
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken
Budget
Begroting
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 105 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 105 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30793
Protection de la consommation
Consumentenzaken
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 240 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 240 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 1217 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1217 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30794
puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709790
DO 2006200709790
Question no 1219 de M. Guido De Padt du 19 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : E´vasions d’établissements communautaires fermés. — Réseaux d’information de quartier.
Vraag nr. 1219 van de heer Guido De Padt van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Au début de février 2007, un dangereux violeur s’est échappé d’un établissement communautaire fermé à Mol. Quoiqu’il existe un réseau d’information de quartier (RIQ) dans les environs de cet établissement, les habitants du quartier n’ont pas été informés de l’évasion. Or, les réseaux d’information de quartier ont été créés spécialement pour permettre des échanges d’information entre la police et les riverains, et dans ce cas spécifique, tout ce réseau, qui se veut une méthode de communication destinée à assurer un flux d’information émanant de la police vers les membres du réseau, n’a pas été mobilisé.
Begin februari 2007 ontsnapte een gevaarlijke verkrachter uit een gesloten gemeenschapsinstelling in Mol. Hoewel in de buurt rond de instelling een buurtinformatienetwerk (Bin-netwerk) bestaat, werden de buurtbewoners niet van de ontsnapping op de hoogte gebracht. Nochtans is het buurtinformatienetwerk speciaal opgericht om informatie uit te wisselen tussen politie en buurtbewoners. Het gehele netwerk dat een communicatiemethode is om de berichtgeving van de politie naar de leden te verzorgen, werd in dit specifiek geval niet in actie gebracht.
1. Quel scénario met-on normalement en pratique lorsque quelqu’un s’échappe d’un établissement fermé ?
1. Welk scenario wordt normaal gevolgd wanneer iemand uit een gesloten instelling ontsnapt ?
2. Les riverains seront-ils informés de la gravité des faits pour lesquels le détenu évadé a été condamné ?
2. Worden de buurtbewoners op de hoogte gebracht van de ernst van de feiten waarvoor de ontsnapte gevangene veroordeeld werd ?
3. Comment se peut-il que le réseau d’information de quartier existant n’ait pas été mobilisé dans le cas de cette évasion ?
3. Hoe is het mogelijk dat wanneer een Bin-netwerk bestaat, dat niet in actie werd gebracht bij deze ontsnapping ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
Ontsnappingen uit gesloten gemeenschapsinstellingen. — Buurtinformatienetwerken.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30795
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 447 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 447 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709720
DO 2006200709720
Question no 448 de M. Koen T’Sijen du 19 février 2007 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 448 van de heer Koen T’Sijen van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Accords militaires bilatéraux avec les E´tats Unis.
Bilaterale militaire akkoorden met de Verenigde Staten.
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
Ma question concerne les accords militaires bilatéraux.
Mijn vraag betreft de bilaterale militaire akkoorden.
L’accord de gouvernement prévoit la révision de ces accords et vous avez déclaré précédemment que les services compétents étaient occupés à les examiner et en dresseraient un inventaire. Je présume qu’après près de quatre ans, cet examen est terminé.
In het regeerakkoord staat de herziening hiervan en eerder werd door u aangegeven dat de bevoegde diensten deze akkoorden aan het onderzoeken waren en dat een overzicht werd gemaakt. Ik veronderstel dat na bijna vier jaar dit onderzoek wel afgerond zal zijn.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30796
1. Quels accord militaires bilatéraux, programmes d’aide et déclarations de principe la Belgique a-t-elle conclus avec les E´tats-Unis et à quelles dates ? 2. Qu’impliquent-ils précisément ?
1. Welke militaire bilaterale akkoorden, hulpprogramma’s en beginselverklaringen heeft Belgie¨ op welke datum met de Verenigde Staten gesloten ? 2. Wat houden ze precies in ?
3. Quand ont-ils été adoptés et ratifiés ?
3. Wanneer werden ze goedgekeurd en geratificeerd ?
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 466 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 466 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30797
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2005200608857
DO 2005200608857
Question no 557 de M. Patrick De Groote du 21 février 2007 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 557 van de heer Patrick De Groote van 21 februari 2007 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Frais demandés aux patients et aux visiteurs par les hoˆpitaux.
De door ziekenhuizen aan patie¨nten en bezoekers aangerekende kosten.
Il m’est revenu, en pleine période de vacances, que l’opinion anglaise avait été mise en émoi par des révélations sur les gros gains que les hoˆpitaux en GrandeBretagne retirent du parking payant pour les visiteurs et des frais de téléphone élevés facturés dans les chambres des patients.
In volle vakantieperiode vernam ik dat er in Engeland grote beroering is ontstaan over het feit dat ziekenhuizen aldaar fors verdienen door hoge parkeergelden te vragen aan bezoekers en door hoge telefoonkosten op de kamers der patie¨nten aan te rekenen.
1. a) Y a-t-il dans notre pays une consigne à respecter en la matière par les hoˆpitaux et les autres établissements médicaux, ou est-il loisible à chacun de fixer sa propre politique des prix ?
1. a) Is er in ons land een richtlijn waaraan de ziekenhuizen en andere medische instellingen zich ter zake dienen te houden of is iedereen daarin vrij ?
b) Envisagez-vous, le cas échéant, de donner une telle consigne ?
b) Denkt u aan de eventuele invoering van zo’n richtlijn ?
2. a) Connaıˆt-on le montant exact des fonds et/ou gains supplémentaires que les hoˆpitaux et autres établissements médicaux tirent d’activités non médicales comme l’aménagement de parcs de stationnement, la location d’espaces commerciaux, la vente de boissons et de produits alimentaires, les applications TI, etc. ?
2. a) Is geweten hoeveel extra-gelden en/of winsten de ziekenhuizen en andere medische instellingen vergaren met niet-medische activiteiten als terbeschikkingstelling van parkings, verhuur van commercie¨le ruimtes, verkoop van drank en voeding, ITtoepassingen en dergelijke meer ?
b) Dans l’affirmative, disposez-vous de chiffres en la matière ?
b) Zo ja, zijn er cijfers beschikbaar ?
c) Dans la négative, n’est-il pas plus que temps d’exiger la transparence dans ce domaine ?
c) Zo neen, wordt het niet de hoogste tijd om openbaarmaking daarvan te vragen ?
3. Les services susmentionnés proposés par les hoˆpitaux et établissements médicaux sont-ils aussi soumis aux règles de droit commercial et de concurrence ordinaires ?
3. Zijn voormelde dienstverstrekkingen in de ziekenhuizen en medische instellingen ook onderworpen aan de gewone handelsrechtelijke voorschriften en concurrentievoorwaarden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30798
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 130 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire. En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel. 1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ? 2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ? 4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
Vraag nr. 130 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
Departementen. — Refters. — Restaurants. Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken. Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen. 1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ? 2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ? 3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ? 4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709776
DO 2006200709776
Question no 581 de M. Melchior Wathelet du 15 février 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Application des règlements européens en matière de sécurité sociale pour travailleurs frontaliers.
Vraag nr. 581 van de heer Melchior Wathelet van 15 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Toepassing van de Europese verordeningen met betrekking tot de socialezekerheidsregeling voor grensarbeiders. In april 2006 heb ik u een vraag gesteld over de toepassing van Europese verordeningen met betrekking
En avril 2006, je vous interrogeais sur l’application de règlements européens en matière de sécurité sociale
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30799
pour travailleurs frontaliers (question no 466 du 25 avril 2006, Questions et Réponses, Chambre 20052006, no 128, p. 25199).
tot de socialezekerheidsregeling voor grensarbeiders (vraag nr. 466 van 25 april 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer 2005-2006, nr 128, blz. 25199).
En effet, certains d’entre eux, travaillant au Luxembourg en tant que salarié, mais ayant en Belgique, parallèlement, un statut d’indépendant à titre accessoire, ne reçoivent pas le complément des mutualités luxembourgeoises pour les prestations effectuées en Belgique. En outre, ils doivent s’assurer contre les petits risques en Belgique.
Een aantal grensarbeiders die in Luxemburg als werknemer aan de slag zijn maar in Belgie¨ ook het statuut van zelfstandige in bijberoep hebben, ontvangen inderdaad de aanvullende tegemoetkoming van de Luxemburgse ziekenfondsen voor verstrekkingen in Belgie¨ niet. Zij moeten bovendien een verzekering tegen kleine risico’s in Belgie¨ sluiten.
Dans votre réponse, vous m’aviez confirmé qu’il était prévu d’appliquer dès que possible les règlements 1408/71/CE et 883/2004/CE, en vertu desquels la personne qui exerce une activité salariée au Luxembourg et une activité indépendante en Belgique sera soumise, pour l’ensemble de ses activités, à la législation sociale de l’E´tat ou` elle exerce son activité salariée.
In uw antwoord heeft u mij bevestigd dat de verordeningen 1408/71/EG en 883/2004/EG zo snel mogelijk zouden toegepast worden. Wie een werknemersactiviteit in Luxemburg en een zelfstandige activiteit in Belgie¨ uitoefent is zodoende voor al zijn activiteiten onderworpen aan de sociale wetgeving van de Staat waar hij zijn werknemersactiviteit uitoefent.
Alors que, depuis un an, l’adaptation de notre législation n’a pas été faite, pourriez-vous communiquer quel est l’état d’avancement en la matière ?
Aangezien onze wetgeving een jaar later nog niet is aangepast, zou ik graag van u vernemen wat de stand van zaken in dit dossier is.
DO 2006200709777
DO 2006200709777
Question no 582 de Mme Trees Pieters du 15 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 582 van mevrouw Trees Pieters van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension.
Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
Les dirigeants d’entreprise indépendants ainsi que les cadres salariés et les travailleurs importants ont la possibilité de convertir l’assurance dirigeant d’entreprise contractée à leur nom en une assurancegroupe ou en un engagement individuel de pension.
Zowel de zelfstandige bedrijfsleiders als de loontrekkende kaderleden en belangrijke werknemers hebben de mogelijkheid om de op hun naam afgesloten bedrijfsleiderverzekeringen om te vormen tot een groepsverzekering of tot een individuele pensioentoezegging.
Cette matière appelle les questions générales d’ordre pratique suivantes, tant sur le plan des assurances que des contributions et des pensions.
Ter zake rijzen zowel op verzekerings- op belastingals op pensioenvlak de volgende algemene praktische vragen.
1. Sur la base de quelles dispositions légales et/ou réglementaires cette conversion est-elle autorisée et sous quelles conditions cette transformation et/ou la mise en réduction de ces contrats d’assurance dirigeant d’entreprise sont-elles possibles sur les plans technique et juridique, qu’elles respectent ou non un principe de neutralité fiscale ?
1. Op grond van al welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen is die omvorming toegelaten en onder al welke voorwaarden is die transformatie en/of de premievrijmaking van die bedrijfsleiderverzekeringscontracten technisch en juridisch mogelijk op een al dan niet fiscaal neutrale wijze ?
2. Quelles formalités officielles de conversion les assurés et/ou les preneurs d’assurance doivent-ils respecter, strictement et dans un délai défini, tant visà-vis des compagnies d’assurance qu’à l’égard du fisc ou d’autres instances ?
2. Welke officie¨le omvormingsformaliteiten dienen er door de verzekerden en/of door de verzekeringsnemers zowel tegenover de verzekeringsmaatschappijen als tegenover de fiscus of andere instanties binnen een welbepaald tijdsbestek strikt te worden nageleefd ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30800
3. Quels aspects particuliers du domaine fiscal et des assurances concernent-ils le respect annuel, passé et futur, de la règle des 80 %, le paiement de la prime et la déductibilité fiscale relative à l’impoˆt des sociétés, les réserves d’épargne, les participations bénéficiaires et les conventions de pension ou promesses sous seing privé établies antérieurement ? 4. Quelles taxes relatives aux assurances et à la prime et autres impoˆts directs et indirects, cotisations d’ONSS ou cotisations spéciales de sécurité sociale eston tenu de payer à l’occasion de cette transformation, des paiements ultérieurs de primes, du back-service et/ ou lors de l’application d’opérations de rattrapage ? 5. Sur la base de quelles dispositions fiscales et sous quel régime de taxation, distinct ou non, les réserves constituées, les participations bénéficiaires et les futurs versements du capital de la pension sont-ils dorénavant soumis à l’impoˆt des personnes physiques ? 6. a) La conversion d’une assurance dirigeant d’entreprise en un engagement individuel de pension implique-t-elle une adaptation de toutes les garanties complémentaires (incapacité de travail pour cause de maladie ou d’accident, hospitalisation, invalidité temporaire ou permanente, etc.) pour les dirigeants d’entreprise indépendants et les travailleurs salariés ? b) Dans l’affirmative, dans quelle mesure ? 7. Les preneurs d’assurance et/ou affiliés doivent-ils transmettre au fisc et aux compagnies d’assurance toutes les données relatives aux rémunérations périodiques brutes, à la carrière en tant que salarié ou indépendant au sein de l’entreprise et en dehors de celle-ci ainsi que les informations concernant le capital déjà assuré dans tous les autres plans de pension en vue du calcul de la règle des 80 % ? 8. Par quels protocoles officiels d’échange les compagnies d’assurances et les administrations fiscales sont-elles actuellement liées ? 9. Pouvez-vous me faire part, point par point, de vos méthodes et conceptions actuelles générales, tant à la lumière de la législation actuellement en vigueur en matière d’assurances qu’en ce qui concerne la législation sociale, fiscale et relative aux pensions ?
3. Welke bijzondere fiscale en verzekeringsaspecten bestaan er ten aanzien van de vroegere en de toekomstige jaarlijkse naleving van de 80 %-regel, de premiebetaling en belastingaftrek inzake vennootschapsbelasting, de opgebouwde spaarreserves, winstdeelnames en met betrekking tot de voorheen opgemaakte pensioenovereenkomsten of onderhandse beloftes ? 4. Welke verzekeringstaksen, premietaksen, andere directe of indirecte belastingen, RSZ-bijdragen of bijzondere heffingen van sociale bijdragen worden er opgelegd ter gelegenheid van die transformatie en van de daaropvolgende premiebetalingen en back-service en/of inhaalverrichtingen ? 5. Op grond van welke fiscale bepalingen en aan welk al dan niet afzonderlijk taxatieregime zijn de toekomstige uitkeringen aan pensioenkapitaal, opgebouwde reserves en winstdeelnames voortaan aan de personenbelasting onderworpen ? 6. a) Impliceert de omvorming van een bedrijfsleiderverzekering in een individuele pensioentoezegging voor de zelfstandige bedrijfsleiders en voor de bezoldigde werknemers een aanpassing van alle aanvullende waarborgen (arbeidsongeschiktheid door ongeval of ziekte, hospitalisatie, blijvende of tijdelijke invaliditeit, enzovoort) ?
DO 2006200709381
DO 2006200709381
Question no 583 de Mme Maggie De Block du 16 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Personnel infirmier dans les services de chirurgie. — Effectifs présents la nuit. — Jours de congé. Il semble régner une certaine confusion en ce qui concerne les normes relatives à la présence d’infirmiers
Vraag nr. 583 van mevrouw Maggie De Block van 16 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Verpleegkundigen op chirurgische diensten. — Personeelsbezetting tijdens de nacht. — Vakantiedagen. Met betrekking tot de tewerkstelling van verpleegkundigen op chirurgische diensten blijkt er op het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
b) Zo ja, in welke mate ? 7. Moeten de verzekeringsnemers en/of de aangeslotenen zowel aan de fiscus als aan de verzekeringsmaatschappijen alle gegevens voor de berekening van de 80 %-regel verstrekken die verband houden met de periodieke brutobezoldigingen, de loopbaan binnen en buiten de onderneming als loontrekkende of als zelfstandige en met de reeds verzekerde kapitalen in alle andere pensioenplannen ? 8. Welke officie¨le uitwisselingsprotocollen bestaan er dienaangaande thans tussen de verzekeringsmaatschappijen en de belastingadministraties ? 9. Kunt u punt per punt uw huidige algemene ziensen handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende verzekeringswetgeving, de sociale wetgeving, de pensioenwetgeving als in het licht van de belastingwetgeving ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30801
de nuit dans les services de chirurgie et le nombre de jours de congés auxquels les membres du personnel effectuant des prestations de nuit ont droit.
terrein enige onduidelijkheid te bestaan inzake de personeelsbezetting tijdens de nacht en het aantal vakantiedagen waarop personeel dat nachtprestaties levert recht heeft.
1. Les normes relatives à l’effectif du personnel dans les services de chirurgie changent-elles à partir du 1er janvier 2007 ?
1. Veranderen vanaf 1 januari 2007 de geldende normen inzake personeelsbezetting op chirurgische diensten ?
2. Dans l’affirmative, combien d’infirmiers doiventils officiellement être présents la nuit dans un service de chirurgie comptant 60 lits à partir du 1er janvier 2007 ?
2. Zo ja, hoeveel personeelsleden moeten vanaf 1 januari 2007 officieel aanwezig zijn op een chirurgische dienst van 60 bedden gedurende de nacht ?
` combien de jours de congé un infirmier à 3. A temps plein effectuant des prestations de nuit a-t-il officiellement droit ?
3. Op hoeveel vakantiedagen heeft een full-time die nachtprestaties levert officieel recht ?
4. Une compensation est-elle prévue pour les jours fériés prestés et à raison de quel tarif ?
4. Krijgt het betrokken personeelslid eveneens de gewerkte feestdagen terug en a rato van welk tarief ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 584 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 584 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30802
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2006200709773
DO 2006200709773
Question no 924 de Mme Hilde Dierickx du 15 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 924 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Catastrophes naturelles. — Classement des Nations Unies.
Natuurrampen. — Ranglijst Verenigde Naties.
La Belgique figure en cinquième position du classement des pays les plus touchés par les catastrophes naturelles établi par les Nations Unies. Le rapport indique que la canicule de juillet 2006 a couˆté la vie à 940 personnes. Les Pays-Bas quant à eux occupent la quatrième position dans ce classement, avec 1 000 décès dus à cette même canicule.
Belgie¨ staat vijfde op de ranglijst van de Verenigde Naties (VN) van landen die het zwaarts getroffen werden door natuurrampen. De hittegolf van juli 2006 heeft volgens het rapport 940 mensenlevens gee¨ist. Nederland staat nog « hoger », namelijk op de vierde plaats met welgeteld 1 000 doden door dezelfde hittegolf.
Il est manifeste que le classement des Nations Unies est incorrect puisqu’il ne porte pas uniquement sur les victimes de la canicule proprement dite. Nous considérons qu’il s’agit surtout de personnes aˆgées et gravement malades décédées un peu plus toˆt à la suite de la canicule.
De ranglijst van de VN is duidelijk niet correct, want het gaat hier niet om slachtoffers die gestorven zijn door de hittegolf zelf. We gaan ervan uit dat het vooral gaat om bejaarden en ernstig zieke mensen die door de hittegolf iets vroeger overleden zijn.
Ce classement grotesque nuit assurément à l’image de notre pays. Il s’agit également d’une mauvaise publicité pour le plan canicule élaboré par le ministre.
Deze belachelijke ranglijst is wel nefast voor het imago van ons land. Ook voor het hittegolfplan dat door de minister uitgewerkt werd, is dit slechte reclame.
1. a) Quelle est votre réaction au classement des pays les plus touchés par les catastrophes naturelles établi par les Nations Unies ?
1. a) Wat is uw reactie op de ranglijst van de VN van landen die het zwaarst getroffen werden door een natuurramp ?
b) Des initiatives sont-elles prises pour éviter la parution de tels rapports erronés et dans l’affirmative, lesquelles ?
b) Worden er initiatieven genomen om dit soort verkeerde rapporten te vermijden en zo ja, welke ?
c) Des contacts ont-ils eu lieu avec les Nations Unies à propos de ces informations et dans l’affirmative, quels accords ont-ils été conclus ?
c) Zijn er contacten geweest met de VN over deze informatie en zo ja, welke afspraken zijn er gemaakt ?
2. a) Le plan canicule a-t-il été soumis à une analyse sérieuse ?
2. a) Werd het hittegolfplan aan een strenge analyse onderworpen ?
b) Quels sont les résultats de l’analyse ?
b) Wat zijn de resultaten van de analyse ?
c) Des adaptations sont-elles prévues et dans l’affirmative, lesquelles ?
c) Worden er aanpassingen gepland en zo ja, welke ?
d) La communication fait-elle l’objet d’une attention accrue, notamment en ce qui concerne le nombre de décès liés directement ou indirectement à la canicule ?
d) Wordt er meer aandacht besteed aan communicatie, ook van het aantal doden die al dan niet rechtstreeks te wijten zijn aan een hittegolf ?
3. Envisagez-vous de prendre des mesures pour inciter les médecins à communiquer la cause exacte du décès ?
3. Overweegt u maatregelen te nemen om de artsen erop te wijzen de juiste doodsoorzaak te vermelden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30803
DO 2006200709778
DO 2006200709778
Question no 925 de Mme Annemie Turtelboom du 15 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 925 van mevrouw Annemie Turtelboom van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Non disponibilité du médicament « Colchicine ».
Niet-beschikbaar « Colchicine ».
Selon la Pharmacopée européenne, la teneur en substance active du médicament « Colchicine » doit être adaptée.
Volgens de Europese farmacopee moest het gehalte aan actieve stof in het geneesmiddel « Colchicine » worden aangepast.
Cette adaptation a été effectuée, un stock est également disponible dans notre pays mais un problème administratif semble se poser, de sorte que ce médicament ne peut pas encore être vendu en Belgique. Il est dès lors temporairement indisponible pour les patients souffrant de rhumatisme.
De aanpassing zelf is gebeurd, er is ook een stock in ons land, maar blijkbaar is er administratief iets gebeurd, waardoor het nog niet kan verkocht worden in Belgie¨. Hierdoor is het geneesmiddel tijdelijk niet beschikbaar voor reumapatie¨nten.
1. Quel problème administratif est à l’origine de la non disponibilité de ce médicament ?
1. Wat is er op administratief vlak gebeurd dat de niet-beschikbaarheid heeft veroorzaakt ?
2. Dans quel délai pensez-vous que le médicament sera à nouveau disponible ?
2. Binnen welke termijn denkt u dat het geneesmiddel terug beschikbaar zal zijn ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 926 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 926 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
zijn
van
het
geneesmiddel
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30804
DO 2006200709796
DO 2006200709796
Question no 927 de M. Charles Michel du 19 février 2007 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 927 van de heer Charles Michel van 19 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Professions médicales. — Accès. — Limitation du nombre de personnes.
Medische beroepen. — Beperkte toegang.
J’ai participé récemment à un débat avec des élèves du secondaire. Ceux-ci m’ont fait part de leurs inquiétudes face aux limitations existantes dans l’accès aux professions médicales.
Ik heb onlangs aan een debat met leerlingen van het secundair onderwijs deelgenomen. Zij hebben hun ongerustheid geuit over de huidige beperkingen inzake de toegang tot de medische beroepen.
Nombre d’entre eux se destinent à des professions médicales et sont particulièrement motivés. Ils expriment leur incompréhension devant une limitation du nombre de médecins alors que l’on constate une pénurie dans les zones rurales. Ils font part également du manque de prise en compte de la dimension internationale du problème, de nombreux pays souffrant cruellement de médecins.
Een aantal onder hen zijn van plan een medisch beroep uit te oefenen en zijn bijzonder gemotiveerd. Zij begrijpen niet dat het aantal artsen wordt beperkt aangezien er in landelijke gebieden een tekort aan geneesheren is. Zij wijzen er ook op dat het beleid weinig oog heeft voor de internationale dimensie van het probleem, aangezien veel landen met een gebrek aan artsen kampen.
Les quotas fixés actuellement prennent eux uniquement en compte une approche économique, basée sur une comparaison européenne et sur la volonté de maıˆtriser le couˆt des soins de santé.
De quota’s van vandaag houden uitsluitend rekening met economische overwegingen, gebaseerd op een Europese vergelijking en op het voornemen om de kosten van de gezondheidszorg te beheersen.
Certains médecins ont déjà fait savoir que les quotas actuels risquaient d’entraıˆner une pénurie de médecins dans quelques années, et donc une diminution du bienêtre de la population.
Bepaalde artsen hebben al laten weten dat de huidige quota’s binnen een paar jaar misschien tot een gebrek aan artsen zullen leiden en bijgevolg tot een vermindering van het welzijn van de bevolking.
1. a) Un système de régulation plus efficace que l’actuel ne peut-il pas être envisagé, permettant une maıˆtrise des dépenses de soins de santé par d’autres mesures, tout en garantissant la santé de la population ?
1. a) Kan men niet overwegen een doeltreffender reguleringssysteem in te voeren om de kosten inzake gezondheidszorg via andere maatregelen te beheersen, zodat de gezondheid van de bevolking niet in gevaar komt ?
b) Etudiez-vous déjà des pistes en ce sens ?
b) Worden al mogelijkheden in die zin onderzocht ?
2. Dans le cas contraire, et tenant compte du fait que la population vieillit et a par conséquent besoin de plus de soins médicaux, que la profession se féminise et que les médecins acceptent moins de faire des horaires très lourds, n’envisagez-vous pas augmenter ces quotas pour le futur ?
2. Zoniet en rekening houdend met het feit dat de bevolking vergrijst en bijgevolg meer medische verzorging nodig heeft, dat het beroep steeds meer vervrouwelijkt en de artsen minder geneigd zijn om lastige uren te kloppen, is u niet van plan om deze quota’s in de toekomst te verhogen ?
3. Quels sont les quotas établis pour les prochaines années ?
3. Wat zijn de quota’s voor de komende jaren ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30805
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2006200709777
DO 2006200709777
Question no 154 de Mme Trees Pieters du 15 février 2007 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 154 van mevrouw Trees Pieters van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension.
Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
Les dirigeants d’entreprise indépendants ainsi que les cadres salariés et les travailleurs importants ont la possibilité de convertir l’assurance dirigeant d’entreprise contractée à leur nom en une assurancegroupe ou en un engagement individuel de pension.
Zowel de zelfstandige bedrijfsleiders als de loontrekkende kaderleden en belangrijke werknemers hebben de mogelijkheid om de op hun naam afgesloten bedrijfsleiderverzekeringen om te vormen tot een groepsverzekering of tot een individuele pensioentoezegging.
Cette matière appelle les questions générales d’ordre pratique suivantes, tant sur le plan des assurances que des contributions et des pensions.
Ter zake rijzen zowel op verzekerings- op belastingals op pensioenvlak de volgende algemene praktische vragen.
1. Sur la base de quelles dispositions légales et/ou réglementaires cette conversion est-elle autorisée et sous quelles conditions cette transformation et/ou la mise en réduction de ces contrats d’assurance dirigeant d’entreprise sont-elles possibles sur les plans technique et juridique, qu’elles respectent ou non un principe de neutralité fiscale ?
1. Op grond van al welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen is die omvorming toegelaten en onder al welke voorwaarden is die transformatie en/of de premievrijmaking van die bedrijfsleiderverzekeringscontracten technisch en juridisch mogelijk op een al dan niet fiscaal neutrale wijze ?
2. Quelles formalités officielles de conversion les assurés et/ou les preneurs d’assurance doivent-ils respecter, strictement et dans un délai défini, tant visà-vis des compagnies d’assurance qu’à l’égard du fisc ou d’autres instances ?
2. Welke officie¨le omvormingsformaliteiten dienen er door de verzekerden en/of door de verzekeringsnemers zowel tegenover de verzekeringsmaatschappijen als tegenover de fiscus of andere instanties binnen een welbepaald tijdsbestek strikt te worden nageleefd ?
3. Quels aspects particuliers du domaine fiscal et des assurances concernent-ils le respect annuel, passé et futur, de la règle des 80 %, le paiement de la prime et la déductibilité fiscale relative à l’impoˆt des sociétés, les réserves d’épargne, les participations bénéficiaires et les conventions de pension ou promesses sous seing privé établies antérieurement ?
3. Welke bijzondere fiscale en verzekeringsaspecten bestaan er ten aanzien van de vroegere en de toekomstige jaarlijkse naleving van de 80 %-regel, de premiebetaling en belastingaftrek inzake vennootschapsbelasting, de opgebouwde spaarreserves, winstdeelnames en met betrekking tot de voorheen opgemaakte pensioenovereenkomsten of onderhandse beloftes ?
4. Quelles taxes relatives aux assurances et à la prime et autres impoˆts directs et indirects, cotisations d’ONSS ou cotisations spéciales de sécurité sociale eston tenu de payer à l’occasion de cette transformation, des paiements ultérieurs de primes, du back-service et/ ou lors de l’application d’opérations de rattrapage ?
4. Welke verzekeringstaksen, premietaksen, andere directe of indirecte belastingen, RSZ-bijdragen of bijzondere heffingen van sociale bijdragen worden er opgelegd ter gelegenheid van die transformatie en van de daaropvolgende premiebetalingen en back-service en/of inhaalverrichtingen ?
5. Sur la base de quelles dispositions fiscales et sous quel régime de taxation, distinct ou non, les réserves constituées, les participations bénéficiaires et les futurs
5. Op grond van welke fiscale bepalingen en aan welk al dan niet afzonderlijk taxatieregime zijn de toekomstige uitkeringen aan pensioenkapitaal, opge-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30806
versements du capital de la pension sont-ils dorénavant soumis à l’impoˆt des personnes physiques ?
bouwde reserves en winstdeelnames voortaan aan de personenbelasting onderworpen ?
6. a) La conversion d’une assurance dirigeant d’entreprise en un engagement individuel de pension implique-t-elle une adaptation de toutes les garanties complémentaires (incapacité de travail pour cause de maladie ou d’accident, hospitalisation, invalidité temporaire ou permanente, etc.) pour les dirigeants d’entreprise indépendants et les travailleurs salariés ?
6. a) Impliceert de omvorming van een bedrijfsleiderverzekering in een individuele pensioentoezegging voor de zelfstandige bedrijfsleiders en voor de bezoldigde werknemers een aanpassing van alle aanvullende waarborgen (arbeidsongeschiktheid door ongeval of ziekte, hospitalisatie, blijvende of tijdelijke invaliditeit, enzovoort) ?
b) Dans l’affirmative, dans quelle mesure ?
b) Zo ja, in welke mate ?
7. Les preneurs d’assurance et/ou affiliés doivent-ils transmettre au fisc et aux compagnies d’assurance toutes les données relatives aux rémunérations périodiques brutes, à la carrière en tant que salarié ou indépendant au sein de l’entreprise et en dehors de celle-ci ainsi que les informations concernant le capital déjà assuré dans tous les autres plans de pension en vue du calcul de la règle des 80 % ?
7. Moeten de verzekeringsnemers en/of de aangeslotenen zowel aan de fiscus als aan de verzekeringsmaatschappijen alle gegevens voor de berekening van de 80 %-regel verstrekken die verband houden met de periodieke brutobezoldigingen, de loopbaan binnen en buiten de onderneming als loontrekkende of als zelfstandige en met de reeds verzekerde kapitalen in alle andere pensioenplannen ?
8. Par quels protocoles officiels d’échange les compagnies d’assurances et les administrations fiscales sont-elles actuellement liées ?
8. Welke officie¨le uitwisselingsprotocollen bestaan er dienaangaande thans tussen de verzekeringsmaatschappijen en de belastingadministraties ?
9. Pouvez-vous me faire part, point par point, de vos méthodes et conceptions actuelles générales, tant à la lumière de la législation actuellement en vigueur en matière d’assurances qu’en ce qui concerne la législation sociale, fiscale et relative aux pensions ?
9. Kunt u punt per punt uw huidige algemene ziensen handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende verzekeringswetgeving, de sociale wetgeving, de pensioenwetgeving als in het licht van de belastingwetgeving ?
Ministre de la Coopération au Développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 140 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 140 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30807
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 242 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 242 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complé-
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30808
ment bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ? 4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
Politique des grandes villes
Grootstedenbeleid
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 68 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire. En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel. 1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ? 2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ? 4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
Vraag nr. 68 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Departementen. — Refters. — Restaurants. Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
E´galité des chances
Gelijke Kansen
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen. 1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ? 2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ? 3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ? 4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 134 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel
Vraag nr. 134 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Departementen. — Refters. — Restaurants. Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30809
puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
DO 2006200709791
DO 2006200709791
Question no 567 de M. Georges Lenssen du 19 février 2007 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 567 van de heer Georges Lenssen van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Insertion alternée. — Dispositions légales. — Projets pilotes.
Ritsen. — Wettelijke regeling. — Proefprojecten.
L’« insertion alternée » est une donnée connue de tous les automobilistes, qui n’y sont pourtant pas assez habitués. Lorsqu’il y a des travaux de voirie, des panneaux de signalisation indiquent que quelques kilomètres plus loin, il n’y aura plus qu’une bande de circulation.
« Ritsen » is een gegeven dat door iedere automobilist gekend is. We zijn er echter onvoldoende mee vertrouwd. Indien er wegenwerken plaatsvinden treffen we verkeersborden aan waarop aangeduid staat dat er binnen x-aantal kilometer één rijstrook zal verminderen.
La réduction à une bande de circulation entraıˆne d’importants embouteillages. Les automobilistes restent aussi longtemps que possible sur la bande de circulation secondaire et ceux qui circulent sur l’autre bande de circulation refusent de céder le passage. Tous les automobilistes devraient se familiariser avec l’insertion alternée. Ceux qui roulent sur une bande condamnée à disparaıˆtre doivent par exemple se rabattre à un nombre précis de kilomètres avant que le passage se réduise, ni avant ni après. Des dispositions légales devraient être adoptées à ce sujet.
Maar bij deze vermindering naar één rijstrook doen zich enorme files voor. Iedereen blijft zolang mogelijk rijden op de rijstrook die zal verdwijnen en degenen die op de andere rijstrook rijden, willen er niemand tussenlaten. Iedereen zou moeten vertrouwd geraken met het ritsen. Een automobilist die op een rijstrook rijdt die zal ophouden, moet bijvoorbeeld op x-aantal kilometers van de vermindering inschuiven en niet vroeger of later. Hiervoor zou er een wettelijke reglementering moeten komen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30810
1. Que pensez-vous de l’instauration d’une réglementation pour l’insertion alternée ?
1. Hoe staat u tegenover een wettelijke regeling voor het ritsen ?
2. Eˆtes-vous prêt à lancer des projets pilotes relatifs à l’insertion alternée ?
2. Bent u bereid proefprojecten op te starten in verband met ritsen ?
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 117 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 117 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30811
Pensions
Pensioenen
DO 2006200709777
DO 2006200709777
Question no 198 de Mme Trees Pieters du 15 février 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 198 van mevrouw Trees Pieters van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension.
Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
Les dirigeants d’entreprise indépendants ainsi que les cadres salariés et les travailleurs importants ont la possibilité de convertir l’assurance dirigeant d’entreprise contractée à leur nom en une assurancegroupe ou en un engagement individuel de pension.
Zowel de zelfstandige bedrijfsleiders als de loontrekkende kaderleden en belangrijke werknemers hebben de mogelijkheid om de op hun naam afgesloten bedrijfsleiderverzekeringen om te vormen tot een groepsverzekering of tot een individuele pensioentoezegging.
Cette matière appelle les questions générales d’ordre pratique suivantes, tant sur le plan des assurances que des contributions et des pensions.
Ter zake rijzen zowel op verzekerings- op belastingals op pensioenvlak de volgende algemene praktische vragen.
1. Sur la base de quelles dispositions légales et/ou réglementaires cette conversion est-elle autorisée et sous quelles conditions cette transformation et/ou la mise en réduction de ces contrats d’assurance dirigeant d’entreprise sont-elles possibles sur les plans technique et juridique, qu’elles respectent ou non un principe de neutralité fiscale ?
1. Op grond van al welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen is die omvorming toegelaten en onder al welke voorwaarden is die transformatie en/of de premievrijmaking van die bedrijfsleiderverzekeringscontracten technisch en juridisch mogelijk op een al dan niet fiscaal neutrale wijze ?
2. Quelles formalités officielles de conversion les assurés et/ou les preneurs d’assurance doivent-ils respecter, strictement et dans un délai défini, tant visà-vis des compagnies d’assurance qu’à l’égard du fisc ou d’autres instances ?
2. Welke officie¨le omvormingsformaliteiten dienen er door de verzekerden en/of door de verzekeringsnemers zowel tegenover de verzekeringsmaatschappijen als tegenover de fiscus of andere instanties binnen een welbepaald tijdsbestek strikt te worden nageleefd ?
3. Quels aspects particuliers du domaine fiscal et des assurances concernent-ils le respect annuel, passé et futur, de la règle des 80 %, le paiement de la prime et la déductibilité fiscale relative à l’impoˆt des sociétés, les réserves d’épargne, les participations bénéficiaires et les conventions de pension ou promesses sous seing privé établies antérieurement ?
3. Welke bijzondere fiscale en verzekeringsaspecten bestaan er ten aanzien van de vroegere en de toekomstige jaarlijkse naleving van de 80 %-regel, de premiebetaling en belastingaftrek inzake vennootschapsbelasting, de opgebouwde spaarreserves, winstdeelnames en met betrekking tot de voorheen opgemaakte pensioenovereenkomsten of onderhandse beloftes ?
4. Quelles taxes relatives aux assurances et à la prime et autres impoˆts directs et indirects, cotisations d’ONSS ou cotisations spéciales de sécurité sociale eston tenu de payer à l’occasion de cette transformation, des paiements ultérieurs de primes, du back-service et/ ou lors de l’application d’opérations de rattrapage ?
4. Welke verzekeringstaksen, premietaksen, andere directe of indirecte belastingen, RSZ-bijdragen of bijzondere heffingen van sociale bijdragen worden er opgelegd ter gelegenheid van die transformatie en van de daaropvolgende premiebetalingen en back-service en/of inhaalverrichtingen ?
5. Sur la base de quelles dispositions fiscales et sous quel régime de taxation, distinct ou non, les réserves constituées, les participations bénéficiaires et les futurs versements du capital de la pension sont-ils dorénavant soumis à l’impoˆt des personnes physiques ?
5. Op grond van welke fiscale bepalingen en aan welk al dan niet afzonderlijk taxatieregime zijn de toekomstige uitkeringen aan pensioenkapitaal, opgebouwde reserves en winstdeelnames voortaan aan de personenbelasting onderworpen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30812
6. a) La conversion d’une assurance dirigeant d’entreprise en un engagement individuel de pension implique-t-elle une adaptation de toutes les garanties complémentaires (incapacité de travail pour cause de maladie ou d’accident, hospitalisation, invalidité temporaire ou permanente, etc.) pour les dirigeants d’entreprise indépendants et les travailleurs salariés ?
6. a) Impliceert de omvorming van een bedrijfsleiderverzekering in een individuele pensioentoezegging voor de zelfstandige bedrijfsleiders en voor de bezoldigde werknemers een aanpassing van alle aanvullende waarborgen (arbeidsongeschiktheid door ongeval of ziekte, hospitalisatie, blijvende of tijdelijke invaliditeit, enzovoort) ?
b) Dans l’affirmative, dans quelle mesure ?
b) Zo ja, in welke mate ?
7. Les preneurs d’assurance et/ou affiliés doivent-ils transmettre au fisc et aux compagnies d’assurance toutes les données relatives aux rémunérations périodiques brutes, à la carrière en tant que salarié ou indépendant au sein de l’entreprise et en dehors de celle-ci ainsi que les informations concernant le capital déjà assuré dans tous les autres plans de pension en vue du calcul de la règle des 80 % ?
7. Moeten de verzekeringsnemers en/of de aangeslotenen zowel aan de fiscus als aan de verzekeringsmaatschappijen alle gegevens voor de berekening van de 80 %-regel verstrekken die verband houden met de periodieke brutobezoldigingen, de loopbaan binnen en buiten de onderneming als loontrekkende of als zelfstandige en met de reeds verzekerde kapitalen in alle andere pensioenplannen ?
8. Par quels protocoles officiels d’échange les compagnies d’assurances et les administrations fiscales sont-elles actuellement liées ?
8. Welke officie¨le uitwisselingsprotocollen bestaan er dienaangaande thans tussen de verzekeringsmaatschappijen en de belastingadministraties ?
9. Pouvez-vous me faire part, point par point, de vos méthodes et conceptions actuelles générales, tant à la lumière de la législation actuellement en vigueur en matière d’assurances qu’en ce qui concerne la législation sociale, fiscale et relative aux pensions ?
9. Kunt u punt per punt uw huidige algemene ziensen handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende verzekeringswetgeving, de sociale wetgeving, de pensioenwetgeving als in het licht van de belastingwetgeving ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 199 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 199 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complé-
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30813
ment bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Ministre de l’Emploi
Minister van Werk
DO 2006200709553
DO 2006200709553
Question no 675 de Mme Maggie De Block du 15 février 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 675 van mevrouw Maggie De Block van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Secteur agricole. — « Formulaire occasionnel ».
Landbouwsector. — « Gelegenheidsformulier ».
Le secteur agricole a décidé de maintenir, en 2007, l’ancienne « carte cueillette », appelée dorénavant « formulaire occasionnel », sans que les conditions relatives à la tenue de ce document ou les procédures y afférentes aient toutefois été modifiées.
In de landbouwsector werd besloten om de vroegere « plukkaart » nog in 2007 te behouden. Ze heet voortaan wel « gelegenheidsformulier », maar de voorwaarden voor het bijhouden van dit document evenals de procedures verschillen niet.
Il serait prévu d’opérer, au cours de 2007, quelques simplifications administratives, les employeurs déposant dorénavant leurs déclarations par l’entremise de Dimona.
Naar verluidt is het de bedoeling om in 2007 enkele administratieve vereenvoudigingen door te voeren aangezien werkgevers hun aangiftes doen via Dimona.
1. Les organisations agricoles ont-elles déjà formulé des suggestions concrètes en vue d’une simplification administrative du formulaire occasionnel ?
1. Hebben de landbouworganisaties al concrete suggesties gedaan om administratieve vereenvoudigingen door te voeren in het gelegenheidsformulier ?
2. Dans l’affirmative, quelles propositions se trouvent sur la table ?
2. Zo ja, welke voorstellen liggen ter tafel ?
3. Sont-elles, selon vous, réalisables et, dans l’affirmative, dans quel délai seront-elles mises en œuvre ?
3. Zijn deze volgens u realiseerbaar en zo ja, op welke termijn zullen ze worden doorgevoerd ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 676 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 676 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seule-
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30814
ment d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709795
DO 2006200709795
Question no 677 de Mme Muriel Gerkens du 19 février 2007 (Fr.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 677 van mevrouw Muriel Gerkens van 19 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Werk :
Protection de la santé et de la sécurité des travailleurs contre les risques liés à des agents chimiques sur leur lieu de travail — Arrêté royal du 11 mars 2002.
Koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van chemische agentia op het werk.
L’arrêté royal du 11 mars 2002 relatif à la protection de la santé et de sécurité des travailleurs contre les risques liés à des agents chimiques sur leur lieu de travail, prévoit en son article 31 une interdiction de production, fabrication ou d’utilisation au travail de certains agents chimiques (énumérés dans l’annexe III de l’arrêté royal), ainsi que de certaines activités, dans un but de protection des travailleurs.
Artikel 31 van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van chemische agentia op het werk stelt dat, met het oog op de bescherming van de werknemers, het produceren, vervaardigen of gebruiken van bepaalde chemische agentia (cf. opsomming in bijlage III van het koninklijk besluit) evenals bepaalde werkzaamheden verboden zijn.
L’article 32 de ce même arrêté royal prévoit toutefois que : « Le ministre qui a l’emploi et le travail dans ses attributions peut accorder des dérogations à l’interdiction mentionnée à l’article 31 ... ». L’autorisation du ministre ne peut être accordée que par rapport à certains cas précis énumérés dans la suite de l’article et pour autant que l’employeur prenne les mesures visées par l’alinéa 3 de l’article.
Artikel 32 van datzelfde koninklijk besluit stelt echter dat « de minister die de tewerkstelling en arbeid tot zijn bevoegdheid heeft afwijkingen van het in artikel 31 bedoelde verbod kan toestaan ». De minister kan die toestemming echter slechts verlenen voor bepaalde gevallen, die verder in het artikel worden opgenoemd, en voor zover de werkgever de in het 3e lid van het artikel bedoelde maatregelen heeft getroffen.
1. a) La dérogation prévue à l’article 32 de cet arrêté royal est-elle accordée pour une durée précise ou non ?
1. a) Wordt de in artikel 32 van dit koninklijk besluit bepaalde afwijking toegestaan voor een bepaalde duur of niet ?
b) Si oui, pour quelle durée ?
b) Zo ja, voor welke duur ?
2. Combien de demandes de dérogations ont été introduites sur base de ces articles chaque année, par substance, depuis 2003 (2003 y compris) ?
2. Hoeveel aanvragen tot afwijking werden er op basis van deze artikelen sinds 2003 jaarlijks per chemische substantie ingediend (met inbegrip van 2003) ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30815
3. Combien de dérogations ont effectivement été accordées, par substance, chaque année depuis 2003 (2003 y compris) ?
3. Hoeveel afwijkingen werden er sinds 2003 jaarlijks per substantie effectief toegekend (met inbegrip van 2003) ?
4. Qui vérifie et de quelle manière que les conditions pour obtenir la dérogation sont bien réunies et le restent durant toute la période couverte par la dérogation ?
4. Wie gaat er na, en op welke manier, of de voorwaarden om een afwijking te verkrijgen vervuld zijn, en of ze dit ook blijven tijdens de hele duurtijd van de afwijking ?
5. Combien d’avertissements ou de procès-verbaux ont-ils été donnés ou dressés pour non-respect de cet arrêté royal chaque année depuis 2003 (2003 y compris) ?
5. Hoeveel verwittigingen en processen-verbaal werden er omwille van de niet-naleving van dit koninklijk besluit sinds 2003 jaarlijks gegeven en opgemaakt (met inbegrip van 2003) ?
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
Développement durable
Duurzame Ontwikkeling
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 67 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 67 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30816
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 92 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 92 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30817
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 106 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 106 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Departementen. — Refters. — Restaurants. Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire. En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel. 1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ? 2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ? 4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen. 1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ? 2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ? 3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ? 4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
DO 2006200709782
DO 2006200709782
Question no 1206 de M. Jean-Marc Nollet du 15 février 2007 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : La Poste. — Fermeture des bureaux de poste de Leernes et de Courcelles Motte. Au mois de novembre 2006, La Poste annonçait la fermeture de 300 bureaux à l’aube 2008. Cent-soixante
Vraag nr. 1206 van de heer Jean-Marc Nollet van 15 februari 2007 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : De Post. — Sluiting van het postkantoor van Leernes en van het kantoor « Courcelles Motte ». In november 2006 kondigde De Post aan dat tegen 2008 driehonderd kantoren de deuren zouden sluiten.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30818
d’entre eux fermeront définitivement leurs portes dès le mois de février 2007.
Honderdzestig daarvan gaan definitief dicht met ingang van februari 2007.
Cette décision paraıˆt également inquiétante de par le fait que depuis la signature de l’alliance avec le consortium composé de la poste danoise et de CVC Partners, des signaux convergents nous annoncent la réduction du nombre de bureaux à un par entité afin de rentabiliser les bureaux. Même si en même temps, La Poste nous promet de développer des « points poste », cela sera insuffisant pour les communes car ceux-ci ne proposent que les services de base et oublient tous les autres services rendus à la population, dont les services bancaires.
Sinds het samengaan van De Post met het consortium Deense Post en CVC Partners, bereiken ons vanuit verschillende hoek signalen dat het aantal kantoren tot één per entiteit zal worden verminderd, om de rentabiliteit ervan te vergroten. In het licht daarvan leidt de voornoemde beslissing tot de nodige ongerustheid. De Post belooft anderzijds PostPunten te zullen oprichten, maar voor de gemeenten is dat onvoldoende. PostPunten bieden immers enkel basisdiensten aan en niet de hele waaier van postdiensten die een kantoor de bevolking biedt, onder meer ook bankdiensten.
Le bureau de poste de « Courcelles Motte » fait partie des bureaux qui fermeront leurs portes dans les prochains jours. Ce dernier possédait un roˆle important. En effet, il permettait à nombre de gens du quartier, notamment des personnes aˆgées, d’effectuer leurs opérations postales et bancaires. Au fil des ans, avec les fermetures successives des commerces et des guichets de la gare, la vie du quartier se réduit de plus en plus.
Het postkantoor « Courcelles Motte » is een van de kantoren dat in de loop van de komende dagen de deuren zal sluiten. Dat kantoor vervulde een sleutelrol, omdat heel wat buurtbewoners, en dan vooral ouderen, er voor hun post- en bankverrichtingen terechtkonden. Met de opeenvolgende sluitingen van de handelszaken en van de loketten in het station, bloedt deze wijk langzaam dood.
Il en est de même pour le bureau de Leernes. La suppression du petit bureau local va obliger les personnes à se déplacer au bureau de poste voisin. Pour des personnes aˆgées, ce n’est pas évident du tout. De plus, la concentration des bureaux de postes va entraıˆner des files d’attente plus longues aux différents guichets.
Hetzelfde geldt voor het postkantoor van Leernes. Als gevolg van de afschaffing van het plaatselijke postkantoortje zal het clie¨nteel zich naar het dichtstbijzijnde kantoor moeten verplaatsen, wat voor ouderen zeker niet voor de hand ligt. Door verschillende kantoren tot één samen te smelten, zullen de wachttijden aan de loketten ook langer worden.
Les deux cas évoqués sont loin d’être des cas isolés.
Het gaat hier zeker niet om alleenstaande gevallen.
1. Le bureau de « Courcelles Motte » fait partie d’un baˆtiment de la SNCB dont elle loue une partie de la superficie. L’autre partie était autrefois utilisée par la SNCB pour ses guichets et quelques petits commerces.
1. Het postkanoor « Courcelles Motte » is gehuisvest in een NMBS-gebouw waarvan De Post een deel in huur heeft. Het overige deel werd destijds gebruikt voor de lokettenzaal van de NMBS en er bevonden zich enkele winkeltjes.
Aujourd’hui, nous aimerions connaıˆtre la position de la SNCB concernant la destination qui sera donnée à ce baˆtiment qui sera complètement libre d’ici la fin du mois. Il importe tout à la fois de veiller à l’affectation de ces baˆtiments, au service à la collectivité, au maintien d’un service de qualité aux utilisateurs du train malgré la fermeture de ces gares et surtout à leur sécurité.
We zouden graag vernemen wat de NMBS van plan is met dat gebouw, dat tegen het einde van de maand volledig leeg zal staan. Er moet worden toegezien op de toekomstige bestemming van dat gebouw, op de openbare dienstverlening, op het behoud van een kwaliteitsvolle dienstverlening aan de treinreizigers — ondanks de sluiting van het station — en bovenal ook op hun veiligheid.
Quelles mesures ont été prises par la SNCB en ce sens ?
Welke maatregelen heeft de NMBS daartoe genomen ?
2. Pour le bureau de Leernes, la donnée est différente car le baˆtiment ne fait pas partie intégrante d’une gare et ici, c’est La Poste qui est propriétaire du bien. Néanmoins, le baˆtiment se trouve dans une zone de commerces de proximité. Il faut donc également veiller à l’affectation future du baˆtiment.
2. Voor het kantoor van Leernes ligt de toestand enigszins anders, aangezien het postgebouw er geen deel uitmaakt van een station en De Post er eigenaar van is. Het gebouw ligt echter wel in een zone met heel wat buurtwinkels en ook hier moet dus de nodige aandacht gaan naar de toekomstige bestemming van het gebouw.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30819
a) Quelles mesures ont été prises par La Poste en ce sens ?
a) Welke maatregelen werden daartoe door De Post genomen ?
b) Pourriez-vous communiquer les points poste invités à remplacer pour partie les bureaux et le calendrier des opérations ?
b) Kan u me meedelen welke PostPunten de dienstverlening van de kantoren ten dele zullen overnemen en volgens welk tijdpad ?
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 1207 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1207 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
DO 2006200709792
DO 2006200709792
Question no 1208 de M. Stijn Bex du 19 février 2007 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1208 van de heer Stijn Bex van 19 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Louvain. — Point vélos.
NMBS. — Leuven. — Fietspunt.
Le 25 janvier 2007, vous avez annoncé que huit points vélos seraient ouverts cette année dans plusieurs grandes gares du pays, dont celle de Louvain. Dans votre réponse à diverses questions orales, vous avez
Op 25 januari 2007 kondigde u aan dat er dit jaar acht fietspunten zouden geopend worden in enkele grote stations, waaronder Leuven. In uw antwoord op enkele mondelinge vragen gaf u te kennen dat deze
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30820
indiqué que ces points vélos effectueraient principalement des taˆches d’entretien et de surveillance. Toutefois, l’entreprise d’économie sociale à laquelle il sera fait appel dans le cadre de ce projet pourra également proposer d’autres services. Vous avez indiqué en outre que la SNCB-holding, en collaboration avec le futur exploitant et compte tenu des possibilités locales, cherchera un lieu ou` ces points vélos pourront être installés. L’exploitant payera en échange un loyer à la SNCB-holding ou à un tiers.
fietspunten zich voornamelijk zullen bezighouden met onderhouds- en toezichtstaken. De socialeeconomieorganisatie waarop een beroep wordt gedaan, kan bijkomende diensten organiseren. Daarnaast meldde u dat de NMBS-holding, in samenwerking met de toekomstige uitbater en rekening houdend met de plaatselijke mogelijkheden, een ruimte zal zoeken voor de uitbouw van deze fietspunten. De uitbater betaalt hiervoor huur aan de NMBS-holding of aan derden.
` propos de ces points vélos, et plus spécifiquement A celui de la gare de Louvain, se posent les questions suivantes.
Met betrekking tot deze fietspunten, en specifiek wat het station Leuven betreft, rijzen volgende vragen.
1. a) A-t-on déjà une idée de l’endroit ou` sera situé le point vélo ?
1. a) Is er al zicht op de locatie van het fietspunt ?
b) Dans quelle mesure le point vélo sera-t-il intégré dans la rénovation de la gare de Louvain ?
b) In welke mate zal het fietspunt geı¨ntegreerd worden in de renovatie van het Leuvense station ?
2. Quand l’ouverture de ce point vélo est-elle prévue ?
2. Wat is de timing voor de opening van dit fietspunt ?
3. Quels seront les autres services proposés par ce point vélo ?
3. Welke diensten zullen nog meer aangeboden worden in dit fietspunt ?
4. Quel sera le tarif des services offerts par ce point vélo ?
4. Welke tarieven zullen gehanteerd worden door de dienstverlening in dit fietspunt ?
5. Dans quelle mesure l’ASBL louvaniste Velo — projet social et environnemental de location et réparation de vélos — sera-t-elle associée à la mise sur pied de ce point vélo ?
5. In welke mate zal de Leuvense VZW Velo, een sociaal en ecologisch fietsproject dat fietsen verhuurt en herstelt, hierbij betrokken worden ?
6. Une collaboration est-elle prévue, et, si oui, dans quelle mesure, avec l’abri à vélos gardé qui existe actuellement dans la gare de Louvain ?
6. In welke mate zal er samengewerkt worden met de bestaande bewaakte fietsstalling in het in het station van Leuven ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30821
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Premier ministre
Eerste minister
DO 2006200709787
DO 2006200709787
Question no 144 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) au premier ministre :
Vraag nr. 144 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) aan de eerste minister :
Départements. — Réfectoires. — Restaurants.
Departementen. — Refters. — Restaurants.
Tant dans le secteur privé que dans le secteur public, l’employeur doit veiller à ce que son personnel puisse prendre ses repas en toute tranquillité à un endroit déterminé et, dans le meilleur des cas, dispose d’un réfectoire.
Zowel in de privé als in de openbare sector moet de werkgever er zorg voor dragen dat zijn personeel op een bepaalde plaats rustig en in de beste omstandigheden over een refter kan beschikken.
En général, les grandes entreprises et de nombreux services publics fédéraux (SPF) disposent non seulement d’un réfectoire, mais aussi d’un restaurant servant des repas au personnel.
Bij grote bedrijven en in vele federale overheidsdiensten (FOD’s) beschikt men niet alleen over een refter, maar is dit meestal een restaurant waar men eten kan verkrijgen.
1. Chaque département dispose-t-il d’un restaurant ou` le personnel peut prendre un repas à un tarif avantageux ?
1. Beschikt elk departement over een restaurant waar het overheidspersoneel kan genieten van een maaltijd aan gunsttarief ?
2. Quels départements ne disposent-ils pas d’un tel restaurant et pour quelle raison ? 3. Eˆtes-vous d’accord avec moi pour considérer que ces repas à un tarif avantageux constituent un complément bienvenu au traitement des fonctionnaires et qu’en fait, tout fonctionnaire devrait pouvoir bénéficier de cet avantage ?
2. Welke departementen beschikken niet over een dergelijk restaurant en wat is hiervoor de reden ?
4. Pourquoi les fonctionnaires fédéraux n’ont-ils pas la possibilité de prendre leurs repas dans n’importe quel restaurant des services publics fédéraux à un tarif unique ?
4. Waarom kan niet elke federale overheidsambtenaar in om het even welk restaurant van de federale overheidsdiensten eten en dit aan hetzelfde tarief ?
Réponse du premier ministre du 21 mars 2007, à la question no 144 de M. Staf Neel du 19 février 2007 (N.) :
Antwoord van de eerste minister van 21 maart 2007, op de vraag nr. 144 van de heer Staf Neel van 19 februari 2007 (N.) :
1 et 2. Le Service public fédéral Chancellerie du premier ministre met un restaurant d’entreprise à la disposition de son personnel et du personnel du secrétariat, de Sa cellule stratégique, du secrétariat et de la
1 en 2. De Federale Overheidsdienst Kanselarij van de eerste minister stelt een bedrijfsrestaurant ter beschikking van haar personeel en van het personeel van het secretariaat, de beleidscel en de cel algemene
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Bent u het ermee eens dat dit eten aan gunsttarief een welgekome aanvulling is op het loon van een ambtenaar en dat eigenlijk elke ambtenaar van dit voordeel moet kunnen genieten ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30822
cellule de coordination générale de la politique, ainsi que du personnel du secrétariat et de la cellule stratégique du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative.
beleidscoo¨rdinatie, alsook van het personeel van het secretariaat en de beleidscel van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging.
En ce qui concerne les questions 3 et 4, je peux, en accord avec le ministre de la Fonction Publique, communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
Wat de vragen 3 en 4 betreft, kan ik, in samenspraak met de minister van Ambtenarenzaken, het geachte lid het volgende meedelen.
3. Les fonctionnaires qui le souhaitent doivent pouvoir bénéficier de la possibilité de prendre un repas chaud à proximité de leur lieu de travail. Suite au récent regroupement des baˆtiments publics fédéraux à Bruxelles, cette possibilité s’offre en général effectivement. Ainsi, un restaurant a récemment ouvert ses portes dans le complexe Eurostation situé à proximité de la Gare du Midi pour les fonctionnaires des différents départements dont le lieu de travail se trouve sur ce campus.
3. De mogelijkheid moet geboden worden aan de ambtenaren, die zulks willen om een warme maaltijd te kunnen gebruiken in de nabije omgeving van hun werkzetel. Door de recente hergroepering van de federale overheidsgebouwen in Brussel is het zo dat die mogelijkheid in de regel ook effectief voorhanden is. Zo werd in het complex Eurostation nabij het Zuidstation recentelijk nog een restaurant geopend voor de ambtenaren van diverse departementen, die op die campus hun werkzetel hebben.
Deux restaurants d’entreprise sont à la disposition des fonctionnaires travaillant à proximité de la Gare du Nord : l’un dans le baˆtiment North Galaxy, l’autre dans le baˆtiment WTC2. Le complexe de la Tour des Finances, qui sera à nouveau occupé au deuxième semestre de 2008, a également été pourvu des infrastructures nécessaires à l’ouverture d’un restaurant d’entreprise. ` cet égard, l’autorité fédérale a débloqué des A sommes importantes pour en effet généraliser la possibilité de prendre un repas chaud dans un endroit qui se trouve le plus près possible du lieu de travail. Dans les provinces, c’est en principe le Service public fédéral Finances qui exploite différents restaurants et offre aux autres services publics fédéraux la possibilité de proposer un repas chaud aux fonctionnaires qui le souhaitent.
Voor de ambtenaren gehuisvest nabij het Noordstation zijn er twee bedrijfsrestaurants operationeel, namelijk in het gebouw North Galaxy en in het gebouw WTC2. Ook in het complex van de Financietoren, dat in het najaar van 2008 terug zal worden bezet zijn de nodige voorzieningen getroffen opdat er een bedrijfsrestaurant zou worden opgestart.
Il est à souligner que l’on peut déduire de données statistiques reposant sur ce qui a été constaté dans la pratique qu’en règle générale, environ 1/3 des fonctionnaires choisissent de prendre un repas chaud à midi. La capacité des restaurants de la fonction publique est basée sur cette réalité statistique.
Op te merken valt dat uit statistische gegevens van vastgestelde praktijk kan worden opgemaakt dat in de regel ongeveer 1/3 van de ambtenaren ervoor opteert om’s middags een warme maaltijd te nemen. De capaciteit van de restaurants van het openbaar ambt is gebaseerd op die statistische realiteit.
Offrir la possibilité aux fonctionnaires qui le souhaitent de prendre un repas chaud n’équivaut pas, en d’autres termes, à un complément de salaire. Les fonctionnaires sont en fait libres de faire usage de cette possibilité.
De mogelijkheid bieden aan de ambtenaren, die zulks willen om een warme maaltijd te gebruiken, is met andere woorden niet gelijk te stellen met een aanvulling op het loon. De ambtenaren zijn in wezen vrij om van voornoemde mogelijkheid gebruik te maken of niet.
4. En principe, les restaurants fédéraux à Bruxelles et dans les provinces sont à la disposition de tous les fonctionnaires fédéraux; ceux-ci doivent demander au service administratif du restaurant dans lequel ils souhaitent prendre leurs repas une carte d’accès pour « tiers-utilisateurs » et peuvent ensuite aller manger dans le restaurant en question.
4. In principe staan de federale restaurants in Brussel en in de provincies ter beschikking van alle federale ambtenaren; zij moeten aan de beheerdienst van het restaurant waar zij hun maaltijden wensen te gebruiken een toegangskaart voor « derden-gebruikers » aanvragen en kunnen dan in het betrokken restaurant gaan eten.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
De overheid getroost zich hiertoe zware fincancie¨le inspanningen opdat er inderdaad een veralgemeende mogelijkheid zou bestaan om een warme maaltijd te nemen op een plaats, die zo dicht mogelijk bij de werkzetel is gelegen. In de provincies is het in de regel de Federale Overheidsdienst Financie¨n die diverse restaurants exploiteert en aan de andere diensten van de federale overheid de mogelijkheid biedt om er hun ambtenaren, die zulks willen, een maaltijd te laten nemen.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30823
Un supplément, par rapport aux utilisateurs internes, est généralement demandé aux tiers-utilisateurs. Ce supplément s’élève à 0,50 euro (dans les restaurants des Finances régionaux, ce montant est de 1 euro) et se justifie par le caractère plus flottant de la fréquentation des restaurants par des tiers-utilisateurs, ce qui rend la gestion du stock moins facile et entraıˆne des gaspillages. Dans un souci de gestion rationnelle des stocks, il est à signaler qu’un supplément de 1 euro est également demandé aux fonctionnaires des Finances quand ils commandent tardivement leur repas. Il faut préciser qu’en ce qui concerne les tiers-utilisateurs, dans la plupart des cas, le service social de leur département intervient dans les frais dudit supplément.
Voor de derden-gebruikers wordt doorgaans een supplement aangerekend ten aanzien van de interne gebruikers. Dit supplement bedraagt in de regel 0,50 euro (in de regionale restaurants van Financie¨n is dit 1 euro) en wordt gerechtvaardigd door het meer vlottend karakter van de restaurantbezoeken door derden-gebruikers, waardoor het stockbeheer minder beheersbaar is en er verloren overschotten zijn. Op te merken valt dat bij de regionale restaurants van Financie¨n voor de eigen ambtenaren van Financie¨n eveneens een supplement van 1 euro wordt aangerekend wanneer zij laattijdig hun maaltijd bestellen en dit vanuit dezelfde bekommernis van rationeel stockbeheer. Wel is het zo dat de sociale diensten van de departementen van de derden-gebruikers veelal tussenkomen in de kost van voornoemd supplement.
Toutefois, suite à l’évolution récente à Bruxelles vers un regroupement des complexes de baˆtiments dans lequels sont installés des restaurants d’entreprise du type « free flow », l’on ne demande plus de supplément aux tiers-utilisateurs étant donné que ce type de restauration est liée à une gestion de stock plus souple. Une restauration du type « free flow » peut en effet être organisée dans de grands restaurants. Dans des petits baˆtiments, par contre, l’inscription préalable est nécessaire afin de ne pas avoir de surplus trop importants.
Echter, door de recente evolutie in Brussel naar gegroepeerde gebouwencomplexen, waarin bedrijfsrestaurants van het type « free flow » worden geı¨nstalleerd, is het zo dat voor de zogeheten « derdengebruikers » geen supplement meer wordt aangerekend doordat dit type van maatijdverstrekking gepaard gaat met een soepeler stockbeheer. Een « free flow »maatijdverschaffing kan immers georganiseerd worden in grote restaurants terwijl in kleine gebouwen de voorafgaande inschrijving noodzakelijk is om geen al te grote overschotten te hebben.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eersteminister en minister van Justitie
DO 2005200608831
DO 2005200608831
Question no 1114 de M. Willy Cortois du 12 septembre 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1114 van de heer Willy Cortois van 12 september 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Loi réglant des activités économiques et individuelles avec des armes. — Réactions négatives.
Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens. — Negatieve reacties.
La loi du 8 juin 2006 réglant des activités économiques et individuelles avec des armes semble rencontrer de nombreuses résistances dans le cadre de son application. Bien que la directive 91/477/CEE du Conseil du 18 juin 1991 relative au controˆle de l’acquisition et de la détention d’armes soit invoquée comme fondement à cette loi, l’exécution de cette dernière suscite plusieurs réactions négatives.
De wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, blijkt bij haar uitvoering vrij veel tegenkantingen uit te lokken. Hoewel de richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving van het voorhanden hebben van wapens, wordt ingeroepen als basis van deze wet, stuit de uitvoering ervan op een aantal negatieve reacties.
Au Chapitre II de la loi susdite du 8 juin 2006, consacré à la classification des armes, sont énumérées toute une série d’armes pour lesquelles une autorisation est désormais nécessaire. Il est frappant de consta-
Bij de indeling van de wapens, onder Hoofdstuk II van voornoemde wet van 8 juni 2006, wordt een hele reeks wapens opgesomd waarvoor voortaan een vergunningsplicht geldt. Daarbij valt op dat ook vuurwa-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30824
ter que les armes à feu d’intérêt historique, folklorique ou décoratif destinées au tir en dehors du cadre de manifestations historiques ou folkloriques sont également soumises à autorisation.
pens met een historische, folkloristische of decoratieve waarde, buiten het kader van historische of folkloristische gebeurtenissen, niet ontsnappen aan de vergunningsplicht.
Même l’ouverture d’un musée consacré aux armes susdites n’est plus possible sans autorisation. Désormais, le gouverneur provincial devra non seulement assumer toute une série de missions dans le cadre de la loi sur les armes mais aussi tenir toute une série de registres qui comprennent les obligations les plus diverses.
Zelfs het opstarten van een museum van voornoemde wapens kan niet meer zonder een erkenning. Voor de provinciegouverneur ligt voortaan niet alleen een uitgebreide reeks opdrachten, gekoppeld aan de wapenwet in het verschiet, maar ook het bijhouden van een reeks registers, die de meest uiteenlopende verplichtingen omvatten.
L’article 11, au chapitre VII, dispose que la détention d’une arme à feu soumise à autorisation est interdite aux particuliers si ceux-ci n’ont pas obtenu un avis favorable du chef de corps de la police locale.
Uit Hoofdstuk VII, artikel 11, blijkt dat voor particulieren het feit een vergunningsplichtig vuurwapen te bezitten onderworpen is aan een gunstig advies van de korpschef van de lokale politie.
Il ressort des nombreuses réactions suscitées par la « loi sur les armes » que si son principe provoque peu de contestations, sa formulation ne tient pas ou peu compte d’un certain nombre d’éléments et entraıˆne dès lors des réactions négatives compréhensibles des citoyens. Ainsi, une arme qu’un grand-père qui a participé à la première guerre mondiale conserve chez lui en souvenir de quatre années de sacrifices n’est plus autorisée non plus. D’autres cas peuvent être évoqués.
Uit de vele reacties kan worden afgeleid, dat zo het principe van de « wapenwet » weinig betwistingen uitlokt, de formulering ervan weinig rekening houdt met een aantal elementen die de negatieve reacties bij de burger begrijpelijk maken. Ook een wapen dat een grootvader uit de Eerste Wereldoorlog als aandenken aan vier jaar opofferingen bij hem thuis heeft bewaard, wordt niet langer geduld. Andere gevallen kunnen aangehaald worden.
1. Avant de soumettre la loi au Parlement, avezvous mené une concertation avec les groupements et les associations concernés ?
1. Heeft u, vooraleer de wet aan het parlement ter goedkeuring voor te leggen, met de betrokken groeperingen en verenigingen overleg gepleegd ?
2. Quelles observations éventuellement formulées ont-elles été prises en compte ?
2. Met welke opmerkingen die — eventueel — werden geformuleerd werd rekening gehouden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 mars 2007, à la question no 1114 de M. Willy Cortois du 12 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 21 maart 2007, op de vraag nr. 1114 van de heer Willy Cortois van 12 september 2006 (N.) :
Le fait qu’une nouvelle loi soit la transposition partielle d’une directive européenne ne la rend évidemment pas exempte de critique. Tel est effectivement le cas de la loi sur les armes. Il importe alors d’examiner si les oppositions et les réactions négatives sont fondées.
Het feit dat een nieuwe wet de gedeeltelijke omzetting is van een Europese richtlijn stelt haar natuurlijk niet vrij van kritiek. Dat is inderdaad ook het geval bij de Wapenwet. Belangrijk is dan te onderzoeken of tegenkantingen en negatieve reacties gefundeerd zijn.
L’article 3, qui contient la classification des armes, établit au § 2, 2o, que « les armes à feu d’intérêt historique, folklorique ou décoratif définies par le Roi » sont réputées armes en vente libre. Elles ne sont donc pas soumises à autorisation. De telles armes à feu sont destinées au tir en dehors du cadre de manifestations historiques ou folkloriques, elles sont considérées comme des armes à feu soumises à autorisation. » Cela signifie que la collection d’armes d’un musée est une collection d’armes en vente libre et qu’il n’a pas besoin d’agrément. Même si des activités de tir sont organisées dans le musée dans le cadre de manifestations historiques ou folkloriques, l’agrément n’est pas requis.
Artikel 3, dat de indeling van de wapens aangeeft, stelt in § 2, 2o dat « de vuurwapens met een historische, folkloristische of decoratieve waarde zoals bepaald door de Koning » als vrij verkrijgbare wapens worden beschouwd. Zij zijn dus niet onderworpen aan de vergunningplicht. Slechts indien dergelijke vuurwapens buiten het kader van historische of folkloristische manifestaties voor het schieten worden bestemd, worden zij beschouwd als vergunningplichtige vuurwapens. Dat betekent dat de wapenverzameling van een museum een verzameling is van vrij verkrijgbare wapens en geen erkenning behoeft. Zelfs indien er in het museum geschoten zou worden in het kader van historische of folkloristische activiteiten, is nog geen erkenning vereist.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30825
En ce qui concerne les armes datant de la Première Guerre Mondiale, les dispositions sont les suivantes. Un objectif de la loi étant de limiter la possession privée d’armes (à feu) utilisables; il est prévu à l’article 11, § 3, 9o, que parmi les conditions à satisfaire pour pouvoir obtenir une autorisation de détention d’une arme à feu, il faut justifier d’un motif légitime. Le législateur a choisi de ne pas considérer l’héritage comme un motif légitime. Celui qui possède une telle arme peut la rendre inapte au tir pour la conserver en raison de sa valeur sentimentale ou la céder à une personne ou une institution autorisée à la détenir.
On peut assurément évoquer d’autres cas.
Wat wapens uit de Eerste Wereldoorlog betreft, geldt het volgende. Aangezien een van de doelstellingen van de wet erin bestond het privébezit van bruikbare (vuur)wapens te beperken, is in artikel 11, § 3, 9o, bepaald dat bij de voorwaarden die men moet vervuilen om aanspraak te kunnen maken op een vergunning tot het voorhanden hebben van een vuurwapen, hoort dat men een wettige reden daartoe opgeeft. De wetgever heeft ervoor gekozen erfenis niet als een wettige reden te beschouwen. De bezitter van een dergelijk wapen kan het onbruikbaar laten maken om het te bewaren wegens de sentimentele waarde ervan of het overdragen aan een persoon of instelling die wel gerechtigd is het voorhanden te hebben. Er kunnen vast andere gevallen aangehaald worden.
Dans le cadre de l’élaboration du projet de loi, des concertations ont été organisées avec des représentants des collectionneurs d’armes, des chasseurs, des tireurs sportifs, des armuriers, des fabricants artisans et des fabricants industriels. Un compte rendu de ces concertations figure dans l’exposé des motifs (DOC 51 2263/ 001, 10-13).
Bij het uitwerken van het wetsontwerp is overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de wapenverzamelaars, de jagers, de sportschutters, de wapenhandelaars, de ambachtelijke wapenmakers en de industrie¨le fabrikanten. Een verslag hiervan is opgenomen in de memorie van toelichting (DOC 51 2263/001, 10-13).
Il a été tenu compte des observations formulées lors de ces entretiens, notamment en introduisant la catégorie armes à feu d’intérêt historique, en prévoyant une disposition concernant le sort des armes des chasseurs à l’expiration du permis de chasse, en soumettant les intermédiaires actifs dans le commerce des armes aux mêmes conditions d’agrément que les armuriers, en assouplissant l’obligation d’autorisation pour les chasseurs et les tireurs sportifs et en réformant le Registre central des armes.
Met de opmerkingen uit deze gesprekken is rekening gehouden, onder meer door het invoeren van de categorie’wapens met een historische waarde’, door het opnemen van een bepaling inzake het lot van de wapens van jagers bij het verlopen van het jachtverlof, door tussenpersonen in de wapenhandel te onderwerpen aan dezelfde voorwaarden inzake erkenning als wapenhandelaars, door de verzachting van de vergunningplicht ten gunste van jagers en sportschutters, en door de hervorming van het Centraal Wapenregister.
DO 2006200709583
DO 2006200709583
Question no 1221 de M. Patrick Cocriamont du 22 janvier 2007 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 1221 van de heer Patrick Cocriamont van 22 januari 2007 (Fr.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie :
Viols collectifs.
Groepsverkrachtingen.
« Neuf fois par jour... ». C’est le titre qu’a donné l’hebdomadaire anversois « ’t Pallieterke » (daté du 3 janvier 2007) à un article traitant des viols collectifs. En voici la traduction résumée : ` en croire une source autorisée, les plaintes pour «A viol inquiéteraient de plus en plus les services de police et les parquets. (...) Le nombre de ces plaintes est en augmentation : il est passé de 3 095 en 2003 à 3 458 en 2005. Ce qui représente neuf cas de viols par jour, car il faut savoir que ces plaintes ne révèlent que la partie émergée de l’iceberg. Toutes les études confirment qu’un dixième à peine des victimes de viol engagent des poursuites (humiliantes et parfois dangereuses).
« Negen keer per dag... », kopte het Antwerpse weekblad ’t Pallieterke op 3 januari 2007 boven een artikel over groepsverkrachtingen. Een korte samenvatting van de inhoud :
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Uit goed ingelichte bron wordt vernomen dat politie en parket zich steeds meer zorgen maken over klachten met betrekking tot groepsverkrachtingen. (...) Het aantal klachten wegens verkrachting is immers gestaag toegenomen, van 3 095 in 2003 tot 3 458 in 2005, wat neerkomt op negen verkrachtingen per dag. Die klachten zijn echter maar het topje van de ijsberg. Alle studies zijn het er immers over eens dat amper een tiende van de slachtoffers naar de rechtbank stapt. Vaak is dat voor hen vernederend en zelfs gevaarlijk. 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30826
Le nombre croissant de plaintes n’entraıˆne pas un nombre croissant de condamnations. Loin de là ! Le nombre de citations et de poursuites est passé de 554 en 2003 à 159 en 2005 ce qui ne provient pas du fait que davantage d’affaires sont classées. Au contraire, le nombre de classements a lui aussi diminué. Mais les nouveaux dossiers viennent s’ajouter aux piles des arriérés judiciaires qui attendent leur prescription.
Meer klachten betekent daarom niet meer veroordelingen. Integendeel ! Het aantal dagvaardingen en vervolgingen is gedaald van 554 in 2003 naar 159 in 2005. Dat wil echter niet zeggen dat er meer zaken worden geseponeerd, want ook het aantal seponeringen is verminderd. De nieuwe dossiers komen bovenop de stapels hangende dossiers die op verjaring liggen te wachten.
Entre temps, les petits violeurs s’adonnent paisiblement à leur abominable sport.
En ondertussen kunnen de jonge daders zich ongestoord toeleggen op hun afschuwelijke sport.
L’hebdomadaire « ’t Pallieterke » souligne que les propos officiels, respectueux des victimes et des lois de notre peuple, sont cruellement démentis par les faits. Plusieurs policiers et un magistrat m’ont, au cours de conversations à baˆtons rompus, confirmé le laxisme de la Justice face à ces cas douloureux. Le fait que des « bandes ethniques » soient à l’origine de la prolifération de ces crimes abjects est-il la cause du manque de zèle de certains « officiels » ?
Het weekblad ’t Pallieterke wijst erop dat de officie¨le verklaringen, waarin respect wordt betoond voor de slachtoffers en de wetten van ons volk, pijnlijk door de feiten worden tegengesproken. Diverse politieagenten en een magistraat hebben me tijdens informele gesprekken bevestigd hoe laks Justitie die schrijnende gevallen aanpakt. Verklaart het feit dat vooral « etnische bendes » voor de uitbreiding van dat soort verwerpelijke misdaden verantwoordelijk zijn, het manifeste gebrek aan ijver bij sommige ambtenaren ?
1. a) Ne pensez-vous pas qu’il est urgent d’appliquer des peines plus sévères aux auteurs de viols ?
1. a) Vindt u niet dat verkrachters dringend strenger moeten worden bestraft ?
b) Ne pensez-vous pas qu’il est nécessaire de réaffirmer votre attachement à la dignité humaine et aux droits de la femme ?
b) Acht u het niet noodzakelijk om uw gehechtheid aan de menselijke waardigheid en de rechten van de vrouw te herbevestigen ?
2. Une répression accrue (tolérance zéro) s’impose face aux bandes ethniques qui font du viol un « rite initiatique » conditionnant l’entrée dans leur gang.
2. Ten aanzien van die etnische bendes, die groepsverkrachting tot een inwijdingsritueel en een voorwaarde voor de toetreding tot hun « gang » hebben verheven, is een strengere aanpak (nultolerantie) vereist.
Eˆtes-vous prête à faire face à vos responsabilités de ministre de la Justice ?
Bent u bereid om als minister van Justitie uw verantwoordelijkheid op te nemen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 22 mars 2007, à la question no 1221 de M. Patrick Cocriamont du 22 janvier 2007 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 22 maart 2007, op de vraag nr. 1221 van de heer Patrick Cocriamont van 22 januari 2007 (Fr.) :
1. a) et b) Voir tableau 1, 2 et 3.
1. a) en b) Zie tabel 1, 2 en 3.
Les condamnations pour viol sur mineurs augmentent régulièrement d’année en année malgré une forte diminution qui intervient en 1999. On remarque que les condamnations pour viol sur mineurs entre 14 et 16 ans diminuent de 1998 à 2000 (de 133 à 110 puis à 96). Il en va de même pour ceux commis sur mineurs entre 10 et 14 ans (de 186 à 181 puis à 147). Ceux commis sur mineurs de moins de 10 ans ne diminuent qu’entre 1997 et 1998 (de 125 à 102) puis restent stables jusqu’en 2001 avant de chuter en 2002 puis remonter en 2003. Il est difficile sur cette base de tirer des conclusions. Cependant, quand on prend l’ensemble des condamnations pour viol, on constate que leur
De veroordelingen voor verkrachting van minderjarigen nemen doorgaans ieder jaar toe, ondanks een sterke daling in 1999. Er kan worden opgemerkt dat de veroordelingen voor verkrachting van minderjarigen tussen 14 en 16 jaar dalen tussen 1998 en 2000 (van 133 naar 110 en vervolgens naar 96). Dit is ook het geval voor verkrachtingen van minderjarigen tussen 10 en 14 jaar (van 186 naar 181 en vervolgens 147). Voor verkrachtingen op minderjarigen, jonger dan 10 jaar is er slechts een daling tussen 1997 en 1998 (van 125 naar 102). Daarna blijft hun aantal stabiel tot 2001, alvorens een sterke daling te kennen in 2002 en in 2003 opnieuw te stijgen. Op deze basis kunnen moeilijk
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30827
nombre est plus ou moins stationnaire d’une année à l’autre mais a tendance à augmenter à moyen terme.
2. Voir tableau 4.
conclusies worden getrokken. Uit alle veroordelingen voor verkrachting kan evenwel worden vastgesteld dat hun aantal niet echt van jaar tot jaar verandert, maar neiging heeft om op middellange termijn toe te nemen. 2. Zie tabel 4.
Nous avons approché cette notion de « viol collectif » en retenant la circonstance aggravante définie par l’article 377 du Code pénal (CP) : l’auteur (du viol) était aidé par une ou plusieurs personnes (code de complément 12 de la nomenclature du Casier judiciaire central). Tous les types de viols sont pris en considération sans distinction quant à l’aˆge de la victime (majeure ou mineure).
De benadering van het concept « groepsverkrachting » gebeurde vanuit de verzwarende omstandigheid als bepaald door artikel 377 van het Strafwetboek (Sw) : de dader (van de verkrachting) werd door een of meerdere personen geholpen (toevoegingscode 12 in de nomenclatuur van het Centraal Strafregister). Er wordt rekening gehouden met alle soorten verkrachtingen, zonder onderscheid wat betreft de leeftijd van het slachtoffer (meerderjarig of minderjarig).
Parmi ces bulletins de décision, nous avons également cherché à identifier ceux concernant des auteurs qui étaient mineurs au moment des faits. Ceux-ci sont repris dans la deuxième colonne relative à chaque type de décision. On constatera qu’ils sont très peu nombreux, mais qu’il y en a néanmoins quelques-uns parmi les condamnations. Pour rappel, il ne s’agit pas de bulletins émanant de juridictions de la jeunesse.
Er werd ook getracht de beslissingsbulletins te identificeren die betrekking hadden op daders die op het moment van de feiten minderjarig waren. Deze werden in de tweede kolom, die betrekking heeft op elke soort beslissing, opgenomen. Hoewel het aantal erg beperkt is, kan evenwel worden vastgesteld dat enkele beslissingsbulletins onder veroordelingen werden opgenomen. Er dient te worden op gewezen dat het geen bulletins zijn van de jeugdrechtbanken.
Dans le tableau 4, on constate que le nombre de dessaisissements du tribunal de la jeunesse ne concerne qu’un nombre de cas très limité. Si l’on compare le tableau 4 avec les tableaux 1, 2 et 3, on remarque que les viols qui présentent la circonstance aggravante « aidé par une ou plusieurs personnes » ne représentent qu’un faible pourcentage du nombre total de viols pour lesquels il y a eu condamnation, internement ou suspensions.
In tabel 4 kan worden vastgesteld dat het aantal uithandengevingen door de jeugdrechtbank beperkt is. Een vergelijking tussen tabel 4 en de tabellen 1, 2 en 3 leert ons dat de verkrachtingen met de verzwarende omstandigheid « door een of meerdere personen geholpen » slechts een klein deel van het totale aantal verkrachtingen uitmaken voor dewelke een veroordeling, internering of opschorting werd uitgesproken.
En matière de délinquance sexuelle dont les auteurs sont des mineurs d’aˆge, il faut se référer à la nouvelle loi du 13 juin 2006 modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction (Moniteur belge du 19 juillet 2006). Cette loi modifie la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse. Elle contient une nouvelle disposition relative aux mineurs aˆgés de 16 à 18 ans ayant commis soit un attentat à la pudeur avec violence ou menace (article 373 du CP) soit un viol (article 375 du CP). Il s’agit de l’article 57bis de la loi de protection de la jeunesse qui entrera normalement en vigueur en octobre 2007 ou, au plus tard, le 1er janvier 2009 et qui précise ce qui suit :
Op het vlak van seksuele delinquentie waarvan de daders minderjarig zijn, moet worden verwezen naar de nieuwe wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (Belgisch Staatsblad van 19 juli 2006). Deze wet wijzigt de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming. Ze bevat een nieuwe bepaling met betrekking tot minderjarigen tussen 16 en 18 jaar die ofwel een aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging hebben gepleegd (artikel 373 Sw) of iemand hebben verkracht (artikel 375 Sw). Het betreft artikel 57bis van de wet betreffende de jeugdbescherming die normaal in oktober 2007 of ten laatste op 1 januari 2009 in werking zal treden. Dit artikel luidt als volgt :
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30828
Si la personne déférée au tribunal de la jeunesse en raison d’un fait qualifié infraction était aˆgée de seize ans ou plus au moment de ce fait et que le tribunal de la jeunesse estime inadéquate une mesure de garde, de préservation ou d’éducation, il peut, par décision motivée, se dessaisir et renvoyer l’affaire au ministère public aux fins de poursuite devant, soit, si la personne concernée est soupçonnée d’avoir commis un délit ou crime correctionnalisable, une chambre spécifique au sein du tribunal de la jeunesse qui applique le droit pénal commun et la procédure pénale commune, s’il y a lieu, soit, si la personne concernée est soupçonnée d’avoir commis un crime non correctionnalisable, la juridiction compétente en vertu du droit commun, s’il y a lieu. Le tribunal de la jeunesse ne peut toutefois se dessaisir que si en outre une des conditions suivantes est remplie :
Indien de persoon die wegens een als misdrijf omschreven feit voor de jeugdrechtbank is gebracht, op het tijdstip van het feit zestien jaar of ouder was en de jeugdrechtbank een maatregel van bewaring, behoeding of opvoeding niet geschikt acht, kan zij de zaak bij een met redenen omklede beslissing uit handen geven en ze naar het openbaar ministerie verwijzen, met het oog op vervolging voor ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een wanbedrijf of correctionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, een bijzondere kamer binnen de jeugdrechtbank die het gemeen strafrecht en de gemeenrechtelijke strafprocedure toepast, als daartoe grond bestaat, ofwel, indien de betrokkene ervan wordt verdacht een nietcorrectionaliseerbare misdaad te hebben gepleegd, het gerecht dat krachtens het gemeen recht bevoegd is, als daartoe grond bestaat. De jeugdrechtbank kan evenwel slechts beslissen tot uithandengeving indien bovendien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan :
— la personne concernée a déjà fait l’objet d’une ou de plusieurs mesures visées à l’article 37, § 2, § 2bis ou § 2ter ou d’une offre restauratrice telle que visée aux articles 37bis à 37quinquies;
— de betrokkene is reeds eerder het voorwerp geweest van een of meerdere van de in artikel 37, § 2, § 2bis of § 2ter bedoelde maatregelen of van een herstelrechtelijk aanbod als bedoeld in de artikelen 37bis tot 37quinquies;
— il s’agit d’un fait visé aux articles 373, 375, 393 à 397, 400, 401, 417ter, 417quater, 471 à 475 du Code pénal ou de la tentative de commettre un fait visé aux articles 393 à 397 du Code pénal.
— het betreft een feit zoals bedoeld in de artikelen 373, 375, 393 tot 397, 400, 401, 417ter, 417quater, 471 tot 475 van het Strafwetboek of een poging tot het plegen van een feit zoals bedoeld in de artikelen 393 tot 397 van het Strafwetboek.
La motivation porte sur la personnalité de la personne concernée et de son entourage et sur le degré de maturité de la personne concernée.
De motivering gebeurt in functie van de persoonlijkheid van de betrokkene en van zijn omgeving en de maturiteitsgraad van de betrokkene.
On constate que cette nouvelle disposition augmente la répression en permettant au juge de la jeunesse de prononcer le dessaisissement en ce qui concerne 1o les faits constitutifs d’attentats à la pudeur avec violences ou menaces et de viol commis une première fois par des mineurs aˆgés de plus de 16 ans et de moins de 18 ans; et 2o les mêmes faits quand ces derniers sont en état de récidive. Toutefois, il ne s’agit que d’une faculté de se dessaisir et non d’une obligation dans le chef du tribunal de la jeunesse.
Door deze nieuwe bepaling wordt de bestraffing zwaarder. De jeugdrechter wordt immers de mogelijkheid gegeven een uithandengeving uit te spreken voor 1o de constitutieve feiten van aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging en van verkrachting die voor een eerste keer door minderjarigen, ouder dan 16 en jonger dan 18 jaar werden gepleegd; en 2o dezelfde feiten in geval van recidive. De mogelijkheid tot uithandengeving is evenwel slechts een mogelijkheid en geen verplichting in hoofde van de jeugdrechtbank.
Il conviendra donc au juge de déterminer quelle est la meilleure solution au cas par cas, compte tenu d’un ensemble de facteurs comme l’aˆge du mineur, la situation de la victime (aˆge, traumatisme,...), celle du mineur (personnalité, maturité, ...), la gravité des faits, l’état de récidive, etc.)
De rechter zal dus geval per geval de beste oplossing moeten bepalen, rekening houdende met een reeks factoren, zoals de leeftijd van de minderjarige, de situatie van het slachtoffer (leeftijd, trauma, ...), de situatie van de minderjarige (persoonlijkheid, maturiteit, ...), de ernst van de feiten, recidive, enzovoort).
Tableaux 1, 2 et 3. Personnes condamnées, ayant bénéficié d’une suspension du prononcé de la condamnation et internées pour viol (article 375, 3, 4, 5, 6 et 7)
Tabellen 1, 2 en 3. Veroordeelde personen, personen waarvan de uitspraak van de veroordeling werd opgeschort en personen die voor verkrachting werden
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30829
(Banque de données statistique du Service de la Politique criminelle, mars 2006)
geı¨nterneerd (artikel 375, 3, 4, 5, 6 et 7) (Statistische gegevensbank van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, maart 2006)
Les circonstances aggravantes liées à l’aˆge sont les suivantes (article 375 du CP) :
De verzwarende omstandigheden verbonden met de leeftijd zijn (artikel 375 van het Strafwetboek) :
— commis sur la personne d’un mineur aˆgé de plus de seize ans accomplis;
— gepleegd op de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar;
— commis sur la personne d’un enfant aˆgé de plus de quatorze ans accomplis et de moins de seize ans accomplis;
— gepleegd op de persoon van een kind boven de volle leeftijd van veertien jaar en beneden die van zestien jaar;
— commis sur la personne d’un enfant qui n’a pas atteint l’aˆge de quatorze ans accomplis;
— gepleegd wordt op de persoon van een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet heeft bereikt;
— commis sur la personne d’un enfant qui n’a pas atteint l’aˆge de dix ans accomplis.
— gepleegd wordt op de persoon van een kind dat de volle leeftijd van tien jaar niet heeft bereikt.
Condamnés — Veroordeelden
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Sur majeur. — Op meerderjarigen .......... Sur mineur + 16. — Op minderjarigen +16 Sur mineur −16. — Op minderjarigen −16 Sur mineur −14. — Op minderjarigen −14 Sur mineur −10. — Op minderjarigen −10 Sans précision. — Niet nader bepaald .....
129 61 88 145 51 2
160 57 93 169 92 1
143 75 120 196 125 4
160 78 133 186 102 3
157 88 110 181 107 6
153 55 96 147 107 8
145 68 112 161 100 7
160 55 95 144 83 5
160 62 128 193 117 4
Total. — Totaal ......................................
375
424
481
478
457
431
438
419
495
NB. : le « total » ne correspond pas nécessairement à la somme des catégories composantes, puisqu’un même individu peut être dénombré dans plus d’une de ses catégories. Ce « total » est sans double compte et correspond au nombre d’individus différents ayant été condamnés pour au moins une infraction appartenant à cet ensemble. Les données statistiques à partir de l’année 2004 ne sont pas encore disponibles. Suspensions — Opschortingen
1995
1996
NB. : het « totaal » stemt niet noodzakelijk overeen met de som van de weergegeven categoriee¨n, omdat eenzelfde individu in meerdere categoriee¨n opgenomen kan zijn. In dit « totaal », dat overeenstemt met het aantal verschillende individu’s dat werd veroordeeld voor minstens een misdrijf dat tot dit geheel behoort, zijn er geen dubbeltellingen.
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Sur majeur. — Op meerderjarigen .......... Sur mineur +16. — Op minderjarigen +16 Sur mineur −16. — Op minderjargen −16 Sur mineur −14. — Op minderjarigen −14 Sur mineur −10. — Op minderjarigen −10 Sans précision. — Niet nader bepaald .....
14 2 6 14 0 0
6 3 5 12 2 0
7 6 6 16 1 0
13 2 3 15 2 0
12 2 2 16 1 0
15 1 6 8 1 1
18 4 9 15 3 4
14 5 6 14 1 0
14 0 4 6 3 1
Total. — Totaal ......................................
35
27
31
34
33
29
46
36
27
Même remarque pour le total.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Zelfde opmerking voor het totaal.
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30830
Internés — Geı¨nterneerd
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Sur majeur. — Op meerderjarigen .......... Sur mineur +16. — Op minderjarigen +16 Sur mineur −16. — Op minderjargen −16 Sur mineur −14. — Op minderjarigen −14 Sur mineur −10. — Op minderjarigen −10 Sans précision. — Niet nader bepaald .....
9 2 5 20 25 1
9 6 12 16 23 1
22 8 15 35 25 2
19 6 13 28 34 1
9 8 11 23 14 0
20 6 9 12 14 0
15 4 9 14 15 2
18 3 7 11 15 1
16 3 6 11 6 0
Total. — Totaal ......................................
52
47
73
68
44
43
48
43
34
Même remarque pour le total. Tableau 4. Nombre de bulletins de décision pour « viol avec la circonstance aggravante que l’auteur a été aidé par une ou plusieurs personnes » — 1995-2004 (données fournies par la cellule d’appui statistique du Service de la Politique criminelle, 6 février 2007)
Internements — Interneringen
Condamnations Veroordelingen Effectif — Aantal
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004*
Dont mineurs — Waarvan minderjarig
17 25 27 28 32 14 19 24 27 33
Zelfde opmerking voor het totaal. Tableau 4. Aantal beslissingsbulletins voor « verkrachting met de verzwarende omstandigheid dat de dader door een of meerdere personen werd geholpen » — 1995-2004 (Gegevens geleverd door de statistische ondersteuningscel van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, 6 februari 2007)
Dont mineurs — Waarvan minderjarig
Effectif — Aantal
0 0 2 1 0 1 1 1 1 3
1 0 0 5 0 3 0 4 1 2
(*) Les données de 2004 sont toujours provisoires
Suspensions — Opschortingen
1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Effectif — Aantal
Dont mineurs — Waarvan minderjarig
0 3 5 6 0 0 1 1 0 2
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
(*) De gegevens voor 2004 zijn nog niet definitief.
DO 2006200709819
DO 2006200709819
Question no 1248 de M. Bert Schoofs du 23 février 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Arrondissements judiciaires. — Infractions à l’interdiction des abattages rituels à domicile. Ma question porte sur le nombre de procès-verbaux dressés dans les arrondissements judiciaires dans le
Vraag nr. 1248 van de heer Bert Schoofs van 23 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Justitie : Gerechtelijke arrondissementen. — Overtredingen verbod op rituele thuisslachtingen. Mijn vraag betreft het aantal processen-verbaal dat in de diverse gerechtelijke arrondissementen werden
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30831
cadre de la fête islamique du sacrifice de fin décembre 2006 pour infraction à l’interdiction des abattages rituels à domicile.
opgesteld met betrekking tot overtredingen in het kader van het islamitisch offerfeest van eind december 2006.
1. Combien d’infractions à cette interdiction ontelles été constatées par arrondissement judiciaire ?
1. Hoeveel overtredingen van het verbod op rituele thuisslachtingen werden er per gerechtelijk arrondissement vastgesteld ?
2. Combien de procès-verbaux dressés à l’encontre d’administrations communales encourageant les abattages à domicile illégaux en mettant à la disposition des particuliers des conteneurs destinés à recueillir les abats de moutons abattus ont-ils été transmis aux parquets ?
2. Hoeveel processen-verbaal werden er aan de diverse parketten overgemaakt tegen gemeentebesturen die illegale thuisslachtingen aanmoedigen middels het plaatsen van afvalcontainers waarin het afval van door particulieren geslachte schapen kon worden gedumpt ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 16 mars 2007, à la question no 1248 de M. Bert Schoofs du 23 février 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie van 16 maart 2007, op de vraag nr. 1248 van de heer Bert Schoofs van 23 februari 2007 (N.) :
Le Centre de crise du gouvernement m’a informée que l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire avait envoyé à l’ensemble des communes du Royaume une note indiquant qu’il leur était possible de consulter sur le site internet de l’Agence un vade-mecum actualisé relatif à l’organisation des abattages rituels à l’occasion de la Fête du Sacrifice. Dans ce vade-mecum, l’Agence rappelle les conditions dans lesquelles un abattage rituel est autorisé.
Het Crisiscentrum van de regering had me erover geı¨nformeerd dat het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid aan alle gemeenten van het Rijk een nota heeft gestuurd, waarin werd vermeld dat ze op de website van het Agentschap een vademecum konden raadplegen inzake de organisatie van de rituele slachtingen bij het Offerfeest. In dat vademecum herinnert het Agentschap aan de voorwaarden waaronder een rituele slachting is toegelaten.
Par ailleurs, le ministre de l’Intérieur a également envoyé une circulaire aux gouverneurs des provinces à ce sujet ainsi qu’aux services de police locaux demandant à ces derniers d’être très attentifs aux infractions pouvant être commises lors des abattages rituels. Tous les acteurs de terrain disposaient donc de toutes les informations utiles pour appréhender la problématique.
Bovendien had de minister van Binnenlandse Zaken ook een circulaire gestuurd naar de provinciegouverneurs hierover, evenals naar de lokale politiediensten en hij heeft die laatste gevraagd om zeer aandachtig te zijn voor de inbreuken die zouden gepleegd worden tijdens die rituele slachtingen. Alle terreinactoren beschikten dus over alle nuttige informatie voor de aanpak van de problematiek.
N’ayant pas de compétence à l’égard des communes, il ne m’appartient pas de me prononcer sur la présence de containers dans certaines communes au moment de cette fête religieuse.
Aangezien ik geen bevoegdheid heb inzake de gemeenten, heb ik me ook niet uit te spreken over de aanwezigheid van containers in bepaalde gemeenten tijdens dat religieuze feest.
Enfin, en ce qui concerne le nombre de procèsverbaux qui ont été dressés par les polices locales, le Centre de crise du Gouvernement a procédé à des vérifications auprès des autorités provinciales et, jusqu’à ce jour, il n’apparaıˆt pas que des procès-verbaux aient été établis. Mais des vérifications sont toujours en cours.
Wat tot slot het aantal processen-verbaal betreft dat de lokale politie opstelde, heeft het Crisiscentrum van de regering nazicht gedaan bij de provinciale autoriteiten en tot op heden blijkt niet dat er processen-verbaal werden opgemaakt. Maar het nazicht is nog steeds aan de gang.
Chaque procureur du Roi apprécie l’opportunité des poursuites dans ces hypothèses eu égard à l’ensemble des priorités en matière de politique criminelle.
Elke procureur des Konings oordeelt over de opportuniteit van de vervolgingen in die gevallen, daarbij gelet op alle prioriteiten inzake strafrechtelijk beleid.
Le nombre de dossiers judiciaires ouverts ne m’a pas été communiqué par le Collège des procureurs généraux mais je vous invite à m’adresser une question écrite, ce qui me permettra de vous fournir des chiffres précis dès que j’aurai pu rassembler ces informations.
Het aantal geopende gerechtelijke dossiers werd mij niet meegedeeld door het College van procureurs-generaal, maar ik nodig u uit om mij een schriftelijke vraag te stellen, zodat ik u precieze cijfers kan verschaffen, zodra ik deze informatie heb kunnen vergaren.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30832
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eersteminister en minister van Financie¨n
DO 2005200608672
DO 2005200608672
Question no 1387 de M. Francis Van den Eynde du 11 août 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1387 van de heer Francis Van den Eynde van 11 augustus 2006 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Projet pilote d’utilisation d’un nouveau gasoil à Gand.
Gents proefproject met nieuwe dieselolie.
Des étudiants d’une école supérieure de Gand ont réussi à distiller du gasoil à partir de graisses de friture. L’administration de la ville de Gand souhaite démarrer un projet pilote sur la base de ce procédé. Il en résulterait en effet une situation « win-win » puisque les graisses de friture, transportées vers des parcs à conteneurs par l’IVAGO (Intercommunale voor Afvalbeheer in Gent en Omstreken), doivent ensuite encore être acheminées vers des entreprises de traitement spécialisées. Aussi l’échevin compétent projette-t-il de propulser les véhicules de cette intercommunale au moyen de ce nouveau gasoil.
Studenten van een Gentse hogeschool zijn er in geslaagd dieselolie uit frituurvet te distilleren. Het Gentse stadsbestuur wil met dat procédé een proefproject starten. Het zou immers tot een win-win situatie leiden omdat het frituurvet, dat naar containerparken gebracht wordt door de Intercommunale voor Afvalbeheer in Gent en Omstreken (IVAGO), anders toch moet worden afgevoerd naar gespecialiseerde verwerkingsfirma’s. De bevoegde schepen wil dan ook de voertuigen van deze intercommunale op de nieuwe dieselolie laten rijden.
Le projet se heurterait toutefois à la législation en matière d’accises, qui serait tout bonnement inexistante dans ce domaine.
Naar verluidt struikelt het project echter over de wetgeving voor accijnzen, die hieromtrent gewoon niet zou bestaan.
L’échevin concerné se plaint dès lors que le service fédéral Finances n’ait à ce jour pas réagi à ce projet.
De betrokken schepen klaagt er dan ook over dat de federale dienst Financie¨n tot hiertoe omtrent deze zaak niet heeft gereageerd.
1. a) Pouvez-vous confirmer ces informations ?
1. a) Kan u dit bevestigen ?
b) Dans l’affirmative, comment expliquez-vous cette lenteur à réagir ?
b) Zo ja, waar is de reden voor deze lattijdigheid te zoeken ?
2. Quelle suite réservera-t-on à ce dossier ?
2. Hoe zal dit dossier verder worden afgehandeld ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 mars 2007, à la question no 1387 de M. Francis Van den Eynde du 11 août 2006 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 16 maart 2007, op de vraag nr. 1387 van de heer Francis Van den Eynde van 11 augustus 2006 (N.) :
Il doit être répondu comme suit aux questions posées.
Er moet als volgt geantwoord worden op de gestelde vragen.
1. a) De l’enquête effectuée auprès des services locaux de l’administration des douanes et accises, il ressort qu’en ce qui concerne un tel projet, aucun dossier n’a été introduit auprès de ces services, que ce soit par l’Administration communale de Gand, par Ivago ou par la « Gentse Hogeschool » concernée.
1. a) Na onderzoek door de plaatselijke diensten van de administratie der douane en accijnzen kunnen wij u meedelen dat met betrekking tot dergelijk project nog geen dossier werd ingediend bij deze diensten, noch door het Stadsbestuur van Gent, noch door Ivago en noch door de betrokken Gentse Hogeschool.
b) Sans objet.
b) Niet van toepassing.
2. Sans objet.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Niet van toepassing. 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30833
DO 2006200709744
DO 2006200709744
Question no 1574 de M. Dirk Van der Maelen du 9 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1574 van de heer Dirk Van der Maelen van 9 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Formations destinées aux fonctionnaires chargés de la recherche des infractions.
Opleidingen voor opsporingsambtenaren.
Dans votre réponse à ma question no 1238 du 20 avril 2006, vous déclariez que l’équipe de travail qui allait concevoir un nouveau programme de formations spécifiques pour les services de recherche examinerait dans quelle mesure une formation relative aux logiciels comptables pourrait être incluse dans le programme de formation (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 121, p. 23482).
In uw antwoord op mijn vraag nr. 1238 van 20 april 2006 stelde u dat het team dat een nieuw programma van specifieke opleidingen voor de onderzoeksdiensten gaat samenstellen, zou onderzoeken in hoeverre een opleiding inzake boekhoudpakketten in het opleidingsprogramma zouden kunnen worden opgenomen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 121, blz. 23482.)
1. Va-t-on inclure une formation relative aux logiciels comptables dans le programme de formation ?
1. Zal een opleiding betreffende boekhoudpakketten opgenomen worden in het opleidingsprogramma ?
2. Dans la négative, pourquoi ?
2. Zo neen, waarom niet ?
3. Quelle est votre position par rapport à une formation relative aux systèmes de caisses électroniques ?
3. Hoe staat u ten opzichte van een opleiding betreffende elektronische kassasystemen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2007, à la question no 1574 de M. Dirk Van der Maelen du 9 février 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 22 maart 2007, op de vraag nr. 1574 van de heer Dirk Van der Maelen van 9 februari 2007 (N.) :
1 et 2. De l’avis de fonctionnaires expérimentés, il ressort que les packages de comptabilité en tant que tels ne doivent pas faire partie du programme de formation concerné.
1 en 2. Uit het advies van deskundigen blijkt dat de opleiding betreffende dergelijke boekhoudpakketten niet moet worden opgenomen in het opleidingsprogramma.
Par contre une formation relative aux obligations comptables légales est indiquée.
Daarentegen is een opleiding inzake wettelijke boekhoudkundige verplichtingen aangewezen.
3. Une formation relative aux caisses enregistreuses électroniques présente un intérêt certain et est dès lors envisagée dans ce cadre.
3. Een opleiding betreffende elektronische kassasystemen is zeker interessant en wordt dus overwogen.
DO 2006200709162
DO 2006200709162
Question no 1586 de Mme Magda De Meyer du 21 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : ´Elevages canins. — Vente de chiens sur l’internet.
Vraag nr. 1586 van mevrouw Magda De Meyer van 21 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Il manque de nombreuses données chiffrées objectives concernant les élevages canins et la vente de chiens sur l’internet.
Inzake hondenkweek, hondenfokkerijen en de verkoop van honden via internet ontbreken heel wat objectieve cijfers.
1. Combien d’élevages disposant d’un numéro d’identification HK dénombre-t-on en Belgique ? 2. Combien d’entre eux sont-ils situés en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
1. Hoeveel fokkerijen met een zogenaamd « HKnummer » (honden katten-nummer) zijn er in Belgie¨ ? 2. Hoeveel daarvan liggen in Vlaanderen, in Wallonie¨ en in Brussel ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Hondenfokkerijen. — Verkoop van honden via internet.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30834
3. De combien de chiens s’agit-il au total et par élevage ?
3. Over hoeveel honden gaat het dan in totaal, en hoeveel zijn dat er per fokkerij ?
4. Dispose-t-on également de statistiques concernant le nombre exact de chiens/chiennes reproducteurs par élevage ? ` combien s’élèvent les chiffres d’affaires des 5. A grands élevages ?
4. Zijn er ook cijfers aangaande het juiste aantal fokteven/fokreuen per fokkerij ?
6. a) Combien de chiots dénombre-t-on en moyenne chaque année par élevage disposant d’un numéro HK ?
6. a) Hoeveel puppies zijn er jaarlijks gemiddeld per fokkerij met een HK-nummer ?
b) Combien de portées enregistre-t-on en moyenne par an, par élevage et par chienne ?
b) Hoeveel nesten zijn er gemiddeld per jaar per fokkerij en per teef ?
7. Parmi ces chiots, combien ont-ils un pédigrée ?
7. Hoeveel van deze puppies hebben een stamboom ?
8. Combien de commerces vendent-ils des chiens en Belgique ?
8. Hoeveel winkels verkopen honden in Belgie¨ ?
9. Quelle est la part de la vente de chiots dans les bénéfices de ces commerces ?
9. Hoe groot is het aandeel van de verkoop van puppies in de winst van deze winkels ?
10. Combien de chiens vend-on sur l’internet dans notre pays ?
10. Hoeveel honden worden er in ons land via het internet verkocht ?
11. Quelle est l’importance, sur le plan financier, de la vente de chiens sur l’internet ?
11. Hoeveel geld is er met de verkoop van honden via het internet gemoeid ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2007, à la question no 1586 de Mme Magda De Meyer du 21 février 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 22 maart 2007, op de vraag nr. 1586 van mevrouw Magda De Meyer van 21 februari 2007 (N.) :
Nous ne disposons pas de données (chiffres d’affaires) sur cette activité, simplement parce que les codes d’activité Nacebel les plus précis se limitent aux élevages d’animaux domestiques et non pas strictement aux élevages de chiens. Une extraction des chiffres d’affaires de chaque élevage de chiens sur la base de la liste du SPF santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement n’est pas possible dans le délai de réponse qui nous est imparti.
We beschikken niet over gegevens (omzetcijfers) met betrekking tot deze activiteit, om de eenvoudige reden dat de meest specifieke Nacebel activiteitencode zich beperkt tot kweken van huisdieren en niet tot kweken van honden stricto sensu. Een extractie van het omzetcijfer van elke hondenkwekerij, aan hand van de lijst van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Milieu is niet mogelijk binnen de termijn die ons werd toebedeeld om dit antwoord op te stellen.
Dans l’état actuel de la situation, l’Administration se renseigne pour savoir si cette démarche est réaliste et ne tardera pas à informer l’honorable membre des résultats de son enquête.
In de huidige stand van zaken, onderzoekt de administratie of deze extractie realiseerbaar is en zal ze niet nalaten het achtbaar lid de resultaten van dit onderzoek mee te delen.
DO 2006200709930
DO 2006200709930
Question no 1606 de M. Dirk Van der Maelen du 12 mars 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 1606 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Financie¨n :
Groupe « Code de conduite » (fiscalité des entreprises).
Code of Conduct Group (Business Taxation).
Dans son rapport au Conseil Ecofin du 22 novembre 2006 (15472/06 FISC 145), le Groupe « Code de
In haar rapport aan Ecofin van 22 november 2006 (15472/06 FISC 145) bevestigde de Code of Conduct
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
5. Wat bedragen de omzetcijfers van de grote fokkerijen ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30835
conduite » a confirmé son programme de travail sous la présidence finlandaise. Outre les travaux relatifs au « gel » (l’engagement des E´tats membres à ne pas instaurer de nouvelles mesures fiscales dommageables) et au « démantèlement » (des mesures jugées dommageables), la discussion portera également sur l’avenir du Groupe « Code de conduite » et sur l’élargissement des missions du Groupe dans le cadre du mandat actuel.
Group haar werkprogramma onder het Finse voorzitterschap. Naast werkzaamheden met betrekking tot de « standstill » en de implementatie van de « rollback » zal ook de discussie gevoerd worden over de toekomst van de Code of Conduct Group en de uitbreiding van de werkzaamheden van de Code of Conduct Group binnen het bestaande mandaat.
La délégation belge a fait observer que la discussion concernant l’avenir du Groupe « Code de conduite » n’a pas sa place dans le cadre des travaux de ce Groupe.
De Belgische delegatie liet optekenen dat een discussie over de toekomst van de Code of Conduct Group geen deel zou mogen uitmaken van de werkzaamheden van de Code of Conduct Group.
1. Pourquoi la Belgique a-t-elle adopté cette position ?
1. Waarom heeft Belgie¨ dit standpunt ingenomen ?
2. Qui représentait la Belgique au sein du Groupe « Code de conduite » ?
2. Wie vertegenwoordigde Belgie¨ in de Code of Conduct Group ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 mars 2007, à la question no 1606 de M. Dirk Van der Maelen du 12 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financie¨n van 16 maart 2007, op de vraag nr. 1606 van de heer Dirk Van der Maelen van 12 maart 2007 (N.) :
Code de Conduite (Business Taxation) En réponse à la question parlementaire no 1606 du Membre de la Chambre des représentants D. Van Der Maelen, je constate que le groupe « Code de conduite, a pratiquement terminé ses travaux tant pour les quinze anciens E´tats membres que pour les douze nouveaux qui se sont joints en 2004 et 2007.
Gedragscode (Business Taxation) In antwoord op parlementaire vraag nr. 1606 van kamerlid D. Van Der Maelen stel ik vast dat de groep « Gedragscode » zijn werken nagenoeg heeft afgerond zowel voor de vijftien oude lidstaten als voor de twaalf nieuwe lidstaten die in 2004 en 2007 zijn toegetreden.
Le mandat, du groupe, concerne exclusivement la fiscalité des sociétés. La Belgique ne voit aucun intérêt à étendre ses activités à d’autres domaines touchant à l’impoˆt des personnes physiques, comme le souhaitent quelques autres E´tats membres car la création du groupe faisait partie d’un paquet fiscal à trois composantes dont les deux autres étaient la directive « Fiscalité de l’épargne » et la modification de la directive « Intérêts et redevances » qui ont toutes été réalisées.
Het mandaat van de groep betreft uitsluitend de belasting voor ondernemingen. Belgie¨ ziet geen enkel voordeel in een uitbreiding van diens activiteiten naar andere domeinen die op de personenbelasting betrekking hebben, zoals enkele lidstaten wensen, aangezien de oprichting van de groep deel uitmaakte van een fiscaal pakket van drie bestanddelen met daarnaast ook de richtlijn « Fiscaliteit van de spaargelden » en de wijziging van de richtlijn « Interesten en royalty’s » die allemaal werden verwezenlijkt.
Il n’y a pas lieu d’organiser, à grands frais des réunions de plus de soixante délégués à Bruxelles s’il n’y a plus rien de substantiel à discuter. La Belgique est représentée par des membres de la Représentation permanente, des membres de l’administration et mon représentant personnel, membre de mon cabinet, soit en général quatre personnes, non rémunérées spécifiquement à cette fin.
Het heeft geen zin tegen een hoge kostprijs vergaderingen van meer dan zestig afgevaardigden in Brussel te organiseren als er niets wezenlijks meer te bespreken valt. Belgie¨ wordt vertegenwoordigd door leden van de Permanente Vertegenwoordiging, door leden van de administratie en door mijn persoonlijke vertegenwoordiger, dus in het algemeen door vier mensen die hiervoor niet specifiek worden bezoldigd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30836
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken
Protection de la consommation
Consumentenzaken
DO 2006200709939
DO 2006200709939
Question no 245 de M. Stijn Bex du 12 mars 2007 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 245 van de heer Stijn Bex van 12 maart 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken :
Problèmes de transfert d’appels et de localisation des appels aux numéros d’urgence.
Doorverbindings- en lokalisatieproblemen van noodnummers.
Dans le passé, plusieurs questions ont déjà été posées au ministre concernant le fonctionnement du numéro d’urgence européen 112 (par exemple la question no 944 du 23 mars 2006 de M. Alain Courtois, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 120, page 23293). Il en est ressorti que s’agissant de ce problème, une concertation est menée entre l’Institut belge des postes et télécommunications, les différents opérateurs de téléphonie mobile et la sa Astrid pour surmonter un certain nombre d’obstacles techniques. C’est ainsi qu’il est pour l’instant impossible de localiser les appels provenant de téléphones portables alors que les appels provenant de téléphones fixes peuvent l’être. En outre se posent des problèmes de transfert d’appels qui ont notamment pour effet que c’est le dispatching du Hainaut qui répond aux appels provenant de téléphones portables dans le Sud-Ouest de la Flandre. Des difficultés du même ordre se posent lorsque les numéros d’urgence 100, 101 et 112 sont appelés à partir de téléphones portables. J’ai posé quelques questions à ce sujet au ministre de l’Economie le 13 novembre 2006. Selon le ministre, avec lequel vous partagez la compétence pour les Télécommunications, vous examinez actuellement ce dossier. C’est la raison pour laquelle je réitère une série de questions.
In het verleden werden reeds verschillende vragen gesteld met betrekking tot de werking van het Europese noodnummer 112 (bijvoorbeeld vraag nr. 944 van 23 maart 2006 van de heer Alain Courtois, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 120, blz. 23293). Daaruit bleek dat er betreffende deze problematiek overleg is tussen het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, de verschillende gsmoperatoren en de nv Astrid voor het uitklaren van enkele technische hindernissen. Zo is het voorlopig onmogelijk om gsm-oproepen te lokaliseren, in tegenstelling tot de oproepen van vaste toestellen. Daarnaast doen zich doorverbindingsproblemen voor waardoor mobiele oproepen in bijvoorbeeld ZuidWest-Vlaanderen beantwoord worden door de dispatching van Henegouwen. Zelfde problemen doen zich voor bij het bellen naar de noodnummers 100, 101 en 112. Op 13 november 2006 stelde ik hierover enkele vragen aan de minister van Economie. Volgens de minister, met wie u de bevoegdheid Telecommunicatie deelt, bent u bezig met dit dossier. Daarom herhaal ik enkele vragen.
Il a été constaté récemment que ces problèmes linguistiques et de localisation se posent toujours et c’est ce qui a amené un collaborateur de la European Emergency Number Association (EENA) à dénoncer le fait qu’en Europe, au bas mot 5 000 décès par an sont dus à l’impossibilité de localiser l’appel de personnes qui ne sont plus à même de dire ou` elles se trouvent. Pourtant, pour autant que la possibilité technique existe, il est obligatoire de pouvoir localiser de tels appels d’urgence en vertu de l’article 26 de la directive 2002/22/CE du Parlement européen et du Conseil du 7 mars 2002 concernant le service universel et les
Recentelijk bleken deze taal- en lokalisatieproblemen nog steeds te bestaan. Een medewerker van de European Emergency Number Association (EENA) stelde daarop dat in Europa jaarlijks minstens 5 000 sterfgevallen te wijten zijn aan het feit dat de oproep niet kan gelokaliseerd worden bij mensen die niet meer in staat zijn te melden waar ze zich bevinden. Nochtans wordt dit voor zover technisch mogelijk verplicht door artikel 26 van de richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30837
droits des utilisateurs au regard des réseaux et services de communications électroniques (directive « service universel »), qui a trait au numéro d’appel d’urgence unique européen.
en -diensten (Universeledienstrichtlijn), inzake het uniforme Europese alarmnummer.
En outre, des problèmes de transfert se posent également en ce qui concerne le « Kinderen- en Jongerentelefoon » (téléphone des enfants et des jeunes, KJT). Sur les instances du ministre Anciaux, le KJT a enfin obtenu en 2005, après de nombreuses années, le numéro d’urgence 102. Mais KJT doit débourser pour pouvoir bénéficier de l’avantage que procurent les règles spécifiques de transfert dont il souhaite faire usage. En clair, il doit payer chaque année 25 000 euros à Belgacom pour qu’elle transfère les appels adressés à KJT vers Anvers lorsque sa centrale de Gand est fermée, étant donné que la centrale d’Anvers compte un personnel plus nombreux et que sa plage d’heures d’ouverture est plus étendue.
Verder blijken zich eveneens doorverbindingsproblemen voor te doen met betrekking tot de Kinderenen Jongerentelefoon (KJT). Op aandringen van minister Anciaux werd in 2005, na zovele jaren, eindelijk het noodnummer 102 bekomen voor KJT. Toch blijkt KJT te moeten opdraaien voor de specifieke doorverbindingsregels die zij wensen te hanteren. Het komt er op neer dat zij jaarlijks 25 000 euro dienen te betalen aan Belgacom om de oproepen naar KJT door te verbinden naar Antwerpen wanneer hun centrale in Gent gesloten is, aangezien de centrale in Antwerpen meer bestaft is en langere openingstijden heeft.
1. Les questions suivantes se posent en ce qui concerne les problèmes de localisation et de transfert des appels provenant de téléphones portables :
1. Met betrekking tot de lokalisatie- en doorverbindingsproblemen van gsm-oproepen, rijzen volgende vragen :
a) Quand ce problème de transfert des appels d’urgence sera-t-il résolu ?
a) Wanneer zal het doorverbindingsprobleem inzake noodoproepen opgelost zijn ?
b) Quand ce problème de localisation des appels d’urgence sera-t-il résolu ?
b) Wanneer zal het lokalisatieprobleem inzake noodoproepen opgelost zijn ?
2. En ce qui concerne les problèmes de transfert du Kinderen- en Jongerentelefoon, pourriez-vous me faire savoir quelles démarches vous envisagez d’effectuer pour remédier à ces problèmes ?
2. Wat de doorverbindingsproblemen van de Kinder- en Jongerentelefoon betreft, kan u meedelen welke stappen u overweegt te ondernemen om deze problemen te verhelpen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2007, à la question no 245 de M. Stijn Bex du 12 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2007, op de vraag nr. 245 van de heer Stijn Bex van 12 maart 2007 (N.) :
1. a) En ce qui concerne les problèmes de relais de certains appels d’urgence, je puis vous informer que nous avons prévu, par l’arrêté royal du 2 février 2007, une responsabilisation des opérateurs. L’arrêté royal remplace l’ancien arrêté royal du 9 octobre 2002 et énumère les services d’urgence et les numéros d’urgence auxquels ceuxci peuvent être joints gratuitement pour des appels d’urgence. Les coûts des appels vers ces numéros d’urgence sont supportés par les opérateurs et les appels vers les numéros d’urgence ne figurent pas sur la facture.
1. a) Inzake de doorverbindingsproblemen van sommige noodoproepen kan ik je melden dat we met het koninklijk besluit van 2 februari 2007 hebben gezorgd voor een responsabilisering van de operatoren. Het koninklijk besluit vervangt het oude koninklijk besluit van 9 oktober 2002 en bevat de nooddiensten en de noodnummers waarop deze kosteloos bereikt kunnen worden voor noodoproepen. De kosten van de oproepen naar deze noodnummers worden gedragen door de operatoren en de oproepen naar de noodnummers worden niet op de factuur vermeld.
Comme vous le signalez, il existait un problème d’accessibilité de certains services d’urgence dans la langue adéquate. Par exemple, celui qui appelait par GSM le service d’urgence médical aboutissait dans certains cas dans une autre région et, partant, dans une autre langue, avec toutes les conséquences qui s’ensuivent. C’était surtout le cas dans les
Er was zoals je stelt een probleem van de bereikbaarheid in de juiste taal van sommige nooddiensten. Wie via zijn GSM bijvoorbeeld de medische spoeddienst belde kwam mogelijks in een ander gewest en dus andere taal terecht, met alle mogelijke gevolgen. Dit gebeurde vooral in de taalgrensgebieden en was te wijten aan een slechte routering
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30838
régions situées le long de la frontière linguistique et c’était dû à un mauvais routage de la part de certains opérateurs mobiles. Avec l’arrêté royal du 2 février 2007, un premier pas est franchi afin d’éviter de tels incidents. Ainsi, il est prévu que les opérateurs doivent router les appels d’urgence vers les centrales de gestion du service d’urgence compétent situé dans la zone géographique à partir de laquelle l’appel d’urgence a été initié. Ce principe général met les opérateurs devant leur responsabilité en matière d’assurer un bon routage. Il s’agit d’une responsabilisation des opérateurs relative au bon routage des appels d’urgence.
van sommige mobiele operatoren. Met het koninklijk besluit van 2 februari 2007 wordt een eerste stap genomen om dergelijke voorvallen te voorkomen. Zo wordt voorzien dat de operatoren de noodoproepen dienen te routeren naar de beheerscentrales van de bevoegde nooddienst gelegen in de geografische zone van waaruit de noodoproep werd geı¨nitieerd. Met dit algemene principe worden de operatoren voor hun verantwoordelijkheid ter zake gesteld om voor een correcte routering te zorgen. Het betreft een responsabilisering van de operatoren betreffende een juiste routering van de noodoproepen.
b) Dans le cas d’appels par GSM vers un service d’urgence, celui-ci ne peut pas toujours déterminer l’endroit d’où sont partis ces appels, d’où l’impossibilité d’envoyer du secours sur place.
b) Bij oproepen vanwege een GSM naar een nooddienst kan door deze niet altijd achterhaald worden vanwaar de noodoproep plaats vond, zodat geen hulp ter plekke kan worden gestuurd.
L’appelant d’urgence par GSM oublie ainsi d’indiquer la localisation ou se trouve dans l’impossibilité de la communiquer au service d’urgence.
De noodoproeper via GSM vergeet aldus om zijn locatie door te geven of verkeert in de onmogelijkheid om deze locatie door te geven aan de nooddienst.
Un des services qu’offre la téléphonie mobile concerne les « Location Based Services », LBS en abrégé, faisant usage des données de localisation du GSM d’un usager afin de fournir des services ou des informations spécifiquement liés à une zone déterminée. Sur la base de ce nouveau service, je viens de transmettre un projet d’arrêté royal au Conseil d’E´tat afin d’apporter une solution en matière de la problématique de localisation en cas d’appels d’urgence.
Een van de diensten die via de mobiele telefonie worden aangeboden betreft « Location Based Services », afgekort LBS, en maakt gebruik van de lokalisatiegegevens van de GSM van een gebruiker om specifiek op een bepaalde zone gerichte diensten of informatie aan te bieden. Op basis van deze nieuwe dienstverlening heb ik net een ontwerp van koninklijk besluit naar de Raad van State gezonden om aldus een oplossing te bieden inzake het lokalisatieprobleem van de noodoproepen.
Ce nouvel arrêté royal permettra à certains services d’urgence en cas d’un appel d’urgence par GSM de recevoir automatiquement des opérateurs mobiles les données de localisation. Les données de localisation concernent les données relatives à l’endroit où se trouve le GSM au moment de l’appel. Les services qui recevront ces données sont les services d’urgence médicaux, les services d’incendie et les services de police. Le projet d’arrêté royal stipule que les opérateurs doivent proposer, dans trois mois, une solution technique permettant de fournir les données de localisation aux services d’urgence. Ils devront par la suite prévoir la réalisation pratique dans un délai de dix mois.
Met het nieuwe koninklijk besluit zal het voor sommige nooddiensten mogelijk worden dat deze van de mobiele operatoren de locatiegegevens automatisch zullen krijgen ingeval van een noodoproep via een GSM. De locatiegegevens betreffen de gegevens omtrent de plaats waar de GSM zich bevindt op het ogenblik van een oproep. De nooddiensten die deze gegevens zullen krijgen zijn de medische spoeddiensten, brandweerdiensten en politiediensten. Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt dat de mobiele operatoren binnen drie maanden één technische oplossing dienen voor te stellen voor het aanleveren van de lokalisatiegegevens aan de nooddiensten. Nadien dienen zij in een tijdspanne van tien maanden te voorzien in de praktische realisatie.
2. Il est vrai que certains opérateurs ont ignoré les règles de routage spécifiques applicables pour le Vlaamse Kinderen en Jongerentelefoon (KJT), ce qui a provoqué des frais supplémentaires et non prévus pour le service concerné. Cependant, ces règles de routage spécifiques sont propres au fonctionnement du service d’urgence concerné, qui renvoie les appels de certains de ses centrales vers une autre centrale ayant des heures d’ouverture plus étendues.
2. Sommige operatoren negeerden inderdaad de specifieke routeringsregels van de Vlaamse Kinderen en Jongerentelefoon (KJT) wat voor extra en onvoorziene kosten zorgde voor de betrokken nooddienst. Deze specifieke routeringsregels zijn echter eigen aan de werking van de betrokken nooddienst, die de oproepen van sommige van haar centrales doorstuurt naar een andere centrale die langere openingstijden heeft.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30839
C’est la raison pour laquelle l’arrêté royal du 2 février 2007 prévoit que les opérateurs doivent router les appels d’urgence adressés à ces services d’urgence suivant les règles de routage que ces services d’urgence leur ont communiqués.
Het koninklijk besluit van 2 februari 2007 voorziet daarom dat de operatoren de noodoproepen gericht aan deze nooddiensten dienen te routeren volgens de routeringsregels die hen door deze nooddiensten werden medegedeeld.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2006200709358
DO 2006200709358
Question no 1199 de M. Hagen Goyvaerts du 24 janvier 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1199 van de heer Hagen Goyvaerts van 24 januari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Incident de contamination sur le site de Belgoprocess.
Besmettingsincident op Belgoprocess.
Aux alentours du 27 octobre 2006, on a appris qu’un incident impliquant une contamination radioactive s’était produit le 16 octobre 2006 dans le baˆtiment 235A du site 2 de Belgoprocess. La contamination aurait résulté de l’obstruction d’un filtre absolu, ce qui a provoqué une perte de dépression dans un réservoir de stockage et entraıˆné une contamination de l’air et de la surface des locaux attenants. Selon le directeur général, M. Jef Claes, le réservoir contenait quelques centaines de litres d’un liquide radioactif contaminé alpha.
In de periode van 27 oktober 2006 raakte bekend dat er zich op 16 oktober 2006 een radioactieve besmetting heeft voorgedaan in gebouw 235A op site 2 van Belgoprocess. De besmetting zou het gevolg geweest zijn van de verstopping van een absoluutfilter waardoor de onderdruk in een opslagtank wegviel, wat leidde tot een lucht- en oppervlaktebesmetting in de aangrenzende lokalen. In de tank waren, volgens algemeen directeur Jef Claes, enkele honderden liter van een alfa-besmette radioactieve vloeistof aanwezig.
1. Quand l’incident s’est-il produit exactement ?
1. Op welk exact tijdstip is het incident gebeurd ?
2. Quand exactement l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) a-t-elle été informée ?
2. Op welk exact tijdstip werd het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) op de hoogte gebracht ?
3. Les autorités locales ont-elles été informées à temps ?
3. Werden de lokale overheden tijdig geı¨nformeerd ?
4. a) Des inspecteurs de l’AFCN se sont-ils rendus sur les lieux ?
4. a) Zijn er inspecteurs van het FANC ter plekke geweest ?
b) Dans l’affirmative, quand ?
b) Zo ja, op welk tijdstip ?
5. Quelles constatations ont-ils faites ?
5. Wat waren hun bevindingen ?
6. Comment l’incident a-t-il été constaté ?
6. Op welke manier werd het incident vastgesteld ?
7. Quelle était la composition isotopique du liquide radioactif contaminé alpha ?
7. Wat was de isotopische samenstelling van de alfa-besmette radioactieve vloeistof ?
8. Une contamination radioactive interne ou externe a-t-elle été constatée auprès des travailleurs concernés ?
8. Is er een inwendige of uitwendige radioactieve besmetting vastgesteld bij de betrokken werknemers ?
9. Des mesures complémentaires ou spécifiques de protection du personnel ont-elles été prises dans le baˆtiment ?
9. Werden er bijkomende of specifieke maatregelen genomen ter bescherming van het personeel in het gebouw ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30840
10. a) Le baˆtiment en question a-t-il été évacué ?
10. a) Werd het betrokken gebouw ontruimd ?
b) Dans l’affirmative, pour combien de temps ?
b) Zo ja, voor hoelang ?
11. Une enquête a-t-elle été menée sur l’origine exacte de l’incident ?
11. Is er een onderzoek gevoerd naar de juiste oorzaak van het incident ?
12. Quelle était l’origine de l’incident ?
12. Wat was de oorzaak van het incident ?
13. Comment expliquez-vous qu’un délai de plus de dix jours se soit écoulé entre le moment ou` l’incident s’est produit et celui ou` il a été rendu public ?
13. Hoe verklaart u dat er tussen het moment van het incident en de publieke bekendmaking ervan meer dan tien dagen zijn verstreken ?
14. Estimez-vous que le public devrait être informé plus rapidement de tels incidents ?
14. Bent u van oordeel dat dergelijke incidenten sneller dienen kenbaar gemaakt te worden aan het publiek ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 mars 2007, à la question no 1199 de M. Hagen Goyvaerts du 24 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 maart 2007, op de vraag nr. 1199 van de heer Hagen Goyvaerts van 24 januari 2007 (N.) :
L’honorable membre trouve ci-après réponse aux points 4 et 5 de sa question. Pour les autres points, je le renvoie à la réponse fournie précédemment par le ministre qui a l’E´nergie dans ses attributions (voir réponse à la question no 191 du 13 décembre 2006 publiée dans le Bulletin des Questions et Réponses, Chambre, 2006-2007, no 151 du 29 janvier 2007, pp. 29328-31).
Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op de deelvragen 4 en 5. Wat betreft de overige vragen verwijs ik naar het antwoord dat eerder werd verstrekt door de minister die het energiebeleid in zijn bevoegdheid heeft (zie antwoord op de vraag nr. 191 van 13 december 2006 verschenen in het Bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 2006-2007, nr. 151 van 29 januari 2007, pagina 29328-31).
4. L’Agence fédérale de Controˆle nucléaire (AFCN) n’a pas jugé nécessaire de dépêcher sur place un de ses inspecteurs puisque cette taˆche relevait du domaine de compétence de l’organisme de controˆle agréé AVN. L’Agence s’est toutefois informée en détails sur les circonstances de l’incident et sur les conséquences éventuelles pour les travailleurs. Pour recueillir ces informations, l’Agence s’est adressée au service interne de controˆle physique de l’exploitant ainsi qu’à l’expert d’AVN qui avait vérifié les conditions sur place.
4. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) heeft het niet nodig geoordeeld om één van zijn inspecteurs ter plaatse te sturen, aangezien dit tot de taakstelling behoort van de erkende controleinstelling AVN. Het Agentschap heeft zich evenwel uitvoerig laten informeren over de omstandigheden van het voorval en de eventuele gevolgen ervan voor de werknemers. Deze informatie-inzameling verliep zowel bij de interne dienst voor fysische controle van de exploitant zelf, als bij de desbetreffende AVNdeskundige, die de omstandigheden ter plaatse heeft nagegaan.
5. Sur la base des informations recueillies, l’Agence a demandé à l’exploitant de réaliser une analyse détaillée de l’incident et d’en évaluer le niveau sur l’échelle INES (voir réponse au point 13 de la question). L’analyse portait notamment sur les éléments suivants :
5. Aan de hand van de ingewonnen informatie heeft het Agentschap aan de exploitant gevraagd om een gedetailleerde analyse op te maken van het voorval en een evaluatie met het oog op de INES-inschaling (zie antwoord op deelvraag 13). De analyse diende onder meer de volgende elementen te bevatten :
— la chronologie des événements;
— de chronologie van de gebeurtenissen;
— le résultat des mesures effectuées;
— het resultaat van de uitgevoerde metingen;
— les actions correctives en vue de l’assainissement des installations;
— correctieve acties voor de sanering van de installaties;
— les mesures visant à prévenir tout incident similaire à l’avenir.
— maatregelen om gelijkaardige voorvallen in de toekomst te voorkomen.
L’Agence a reçu l’analyse demandée le 13 novembre 2006. Cette analyse constitue une réponse satisfaisante
Het Agentschap heeft de gevraagde analyse ontvangen op 13 november 2006. Deze analyse bevat een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30841
aux questions posées. L’AFCN et l’organisme agréé AVN suivront de près l’implémentation des mesures et actions correctives proposées.
bevredigend antwoord op de gestelde vragen. Het FANC zal, samen met de erkende instelling AVN, de implementatie van de voorgestelde correctieve acties en maatregelen nauwlettend opvolgen.
DO 2006200709692
DO 2006200709692
Question no 1210 de M. Stijn Bex du 5 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 1210 van de heer Stijn Bex van 5 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken :
Déclarations de vol et de perte d’armes.
Aangiftes van diefstal en verlies van wapens.
La nouvelle loi sur les armes tend à créer un cadre légal bien défini régissant la possession privée d’armes. Cette nouvelle loi est toutefois fort contestée. Selon certaines sources, on constate dès lors une augmentation du nombre d’armes déclarées « disparues » ou « perdues ». Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes de manière à pouvoir mieux appréhender ce phénomène.
De nieuwe wapenwet wil een duidelijk wettelijk kader zijn voor het persoonlijk wapenbezit. Langs de andere kant is er wel ook veel tegenkanting. Uit sommige hoeken is te horen dat wapens daarom meer dan vroeger als « vermist » of « verloren » worden opgegeven. Onderstaande vragen willen hier de nodige duidelijkheid in scheppen.
1. Combien de déclarations la police a-t-elle enregistrées en 2004, en 2005 et en 2006 :
1. Hoeveel van volgend aangiftes zijn er bij de politie gedaan in 2004, 2005 en 2006 (opgesplitst per jaar) :
a) pour la perte d’une ou de plusieurs armes;
a) het verlies van een of meer wapens;
b) pour le vol d’une ou de plusieurs armes ?
b) de diefstal van een of meer wapens ?
2. Quel est le nombre d’armes concernées (par an et par type de déclaration) ?
2. Om hoeveel wapens ging het (opgesplitst per jaar en per soort aangifte) ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 mars 2007, à la question no 1210 de M. Stijn Bex du 5 février 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 maart 2007, op de vraag nr. 1210 van de heer Stijn Bex van 5 februari 2007 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.
1. Des renseignements qui me sont communiqués par la direction de la banque nationale des données policières il ressort que les données statistiques pour l’année 2006 ne sont pas encore complètement disponibles. Les chiffres concernant les déclarations de perte et de vol d’armes pour les années 2004 et 2005 sont repris dans le tableau ci-joint.
1. Uit de inlichtingen die mij werden overgemaakt door de directie van de nationale politionele gegevensbank, is gebleken dat de volledige statistische gegevens voor het jaar 2006 nog niet beschikbaar zijn. De cijfers met betrekking tot de aangiftes inzake verlies en diefstal van wapens voor de jaren 2004 en 2005 zijn weergegeven in bijgevoegde tabel.
Nombre d’armes volées ............. Nombre d’armes perdues ...........
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
1 754 350
1 911 695
Aantal gestolen wapens ............. Aantal verloren wapens .............
2006
2007
2004
2005
1 754 350
1 911 695
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30842
2. L’honorable membre trouvera dans le tableau cijoint le nombre et le type d’armes pour les années 2004 et 2005.
2. Het geachte lid vindt in bijgevoegde tabel een weergave van het aantal en de soorten wapens voor de jaren 2004 en 2005.
Nombre d’armes volées par catégorie — Aantal gestolen wapens per categorie
2004
2005
Pistolet/Revolver. — Pistool/Revolver ....................................... Autres. — Andere ...................................................................... Carabine. — Karabijn ............................................................... Arme de chasse. — Jachtwapen ................................................. Pistolet d’alarme. — Alarmpistool ............................................. Arme à aire comprimé. — Luchtgeweer .................................... Arme de guerre. — Oorlogsgeweer ............................................ Imitation arme à feu. — Imitatievuurwapen .............................. Pistolet à gaz. — Gaspistool ...................................................... Non déterminé. — Niet bepaald ................................................ Riotgun ...................................................................................... Arme canon scié. — Vuurwapen afgezaagde loop ..................... Pistolet automatique. — Machinepistool ................................... Fusil automatique. — Machinegeweer .......................................
577 160 267 213 142 115 171 52 19 9 15 3 7 4
579 499 246 220 135 87 21 51 28 21 13 7 1 3
Total. — Totaal ........................................................................
1 754
1 911
Nombre d’armes perdues par catégorie — Aantal verloren wapens per categorie
2004
2005
Pistolet/Revolver : Pistool/Revolver ............................................ Autres. — Andere ...................................................................... Carabine. — Karabijn ............................................................... Arme de chasse. — Jachtwapen ................................................. Pistolet d’alarme. — Alarmpistool ............................................. Arme à aire comprimé. — Luchtgeweer .................................... Arme de guerre. — Oorlogsgeweer ............................................ Imitation arme à feu. — Imitatievuurwapen .............................. Non déterminé. — Niet bepaald ................................................ Riotgun ...................................................................................... Arme canon scié. — Vuurwapen afgezaagde loop ..................... Fusil automatique. — Machinegeweer .......................................
113 18 113 77 3 1 9 1 3 10 1 —
195 38 177 243 — 12 8 — 6 12 — 1
Total. — Totaal ........................................................................
349
692
DO 2006200709781
DO 2006200709781
Question no 1216 de M. Stijn Bex du 15 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Base de données centrale « voleurs à l’étalage ». L’ASBL Prévention et Sécurité a l’intention de centraliser les noms des voleurs à l’étalage dans une
Vraag nr. 1216 van de heer Stijn Bex van 15 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Centrale databank « winkeldieven ». De VZW Preventie en Veiligheid gaat de namen van winkeldieven centraliseren in een databank. Op vraag
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30843
` la demande des organisations base de données. A représentatives des classes moyennes, les petits commerces vont, à cet effet, se joindre à la base de données existante des grandes surfaces. Lorsqu’un commerçant surprend un voleur à l’étalage en flagrant délit, il reçoit un formulaire standard « vol » et transmet les coordonnées de l’auteur à la base de données. Si l’auteur refuse de décliner son identité, le commerçant peut faire appel à la police. Le commerçant a aussi la possibilité de demander une contribution de 20 euros à l’auteur. Si le voleur paie le montant en question, le commerçant s’engage alors, en contrepartie, à renoncer à toute demande d’indemnisation ultérieure.
van de middenstandsorganisaties, sluiten kleinere winkels daarvoor aan bij de reeds bestaande databank van de grootwarenhuizen. Een handelaar die een dief betrapt, krijgt een standaard diefstalformulier en stuurt de gegevens daarvan door naar de databank. Wil die zijn identiteit niet bekend maken, dan kan de winkelier een beroep doen op de politie. De handelaar krijgt ook de mogelijkheid om de dief een bijdrage van 20 euro te vragen. Betaalt de dief dat bedrag, dan engageert de winkelier zich om af te zien van verdere eisen tot schadeloosstelling.
Les coordonnées de l’auteur sont transmises à la base de données centrale, ou` elles ne peuvent être consultées que par deux employés et par un juge d’instruction. Lorsqu’un auteur apparaıˆt à trois reprises dans la base de données, son nom et les faits sont communiqués au parquet. D’après Unizo, ce système de déclaration serait lancé avant les vacances de Paˆques.
De gegevens van de dader worden overgemaakt aan de centrale databank, maar kunnen door niemand anders dan twee bedienden en onderzoeksrechters worden geraadpleegd. Van dieven die drie keer voorkomen in de databank, worden de namen en feiten doorgestuurd naar het parket. Volgens Unizo zou dit aangiftesysteem voor de paasvakantie gelanceerd worden.
Je comprends très bien que les commerçants veuillent réellement décourager et sanctionner les vols à l’étalage. Dans ce système, la police n’est appelée à intervenir que lorsque l’auteur présumé refuse de signer un aveu de culpabilité (« PV ») et de payer une indemnité. Il s’agit en l’occurrence d’un pas important vers la privatisation de la politique en matière de sécurité, aussi la prudence est-elle requise. Il est pour le moins curieux qu’un commerçant doit demander l’identité d’un voleur pris en flagrant délit et transmettre ensuite ses coordonnées, de sa propre initiative et sans intervention de la police, à une base de données gérée par deux employés non assermentés. De plus, et contrairement à ce qui a été mentionné par les médias, la Commission de la protection de la vie privée n’a pas rendu d’avis spécifique à propos de cette méthode.
Ik heb er alle begrip voor dat winkeliers winkeldiefstallen effectief willen ontraden en bestraft zien. De politie hoeft in dit systeem enkel tussen te komen wanneer de vermeende dief weigert om een schuldbekentenis (« PV ») te tekenen en een retributie te betalen. Dit is toch een verregaande stap in de richting van privatisering van het veiligheidsbeleid, en vereist dan ook grote omzichtigheid. Het is toch op zijn minst bizar dat een winkelier naar de identiteit van een betrapte dief moet vragen, en diens gegevens dan op eigen houtje, zonder politietussenkomst, overgemaakt aan een databank, die wordt bediend door twee nietbee¨digde bedienden. Daarenboven is er, in tegenstelling tot de berichtgeving in de pers, geen specifiek advies van de privacycommissie over deze werkwijze.
1. Les informations relatives à cette base de données centrale « voleurs à l’étalage » sont-elles correctes ?
1. Klopt de berichtgeving over deze centrale databank « winkeldieven » ?
2. Quel est le roˆle des autorités au niveau de cette base de données et au niveau de l’ASBL Prévention et Sécurité ?
2. Wat is de rol van de overheid in deze en in de VZW Preventie en Veiligheid ?
3. Dans quel cadre légal convient-il de considérer cette base de données et le roˆle éventuel des autorités ?
3. Binnen welk wettelijk kader moet deze databank en de eventuele rol van de overheid gezien worden ?
4. Quelles garanties sont-elles prévues pour éviter les abus, comme le fait de mettre des auteurs pris en flagrant délit sous pression pour qu’ils signent et paient ?
4. Welke garanties zijn ingebouwd om misbruiken te voorkomen, bijvoorbeeld het onder druk zetten van betrapten om te tekenen en te betalen ?
5. Ne serait-il pas opportun de demander l’avis de la Commission de la protection de la vie privée ?
5. Vindt u het opportuun om zelf een advies te vragen aan de privacycommissie ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30844
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 mars 2007, à la question no 1216 de M. Stijn Bex du 15 février 2007 (N.) :
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 maart 2007, op de vraag nr. 1216 van de heer Stijn Bex van 15 februari 2007 (N.) :
L’activité de l’ASBL Prévention et Sécurité, à laquelle vous faites référence, existe depuis 1980. Contrairement à ce que vous pensez avoir appris par les médias, il ne s’agit donc aucunement d’une nouvelle initiative.
De activiteit van de VZW Preventie en Veiligheid, waarnaar u verwijst, bestaat al sinds 1980. In tegenstelling met wat u uit de media hebt menen te vernemen gaat het dus helemaal niet over een nieuw initiatief.
Dans le cadre de l’objet poursuivi par cette association, les commerçants y affiliés ont convenu de regrouper leurs plaintes à l’encontre de voleurs à l’étalage et ` de les déposer collectivement auprès du parquet. A partir de chaque troisième prise en flagrant délit du même voleur à l’étalage ou dès qu’un vol de valeurs a été commis pour un montant qui dépasse un certain plafond, l’association dépose plainte auprès du parquet au nom des commerçants concernés. Afin de pouvoir regrouper les dossiers concernés, un nombre limité de données relatives aux voleurs à l’étalage suspects sont insérés temporairement dans un fichier de l’association. Cet enregistrement s’opère sur la base de formulaires de constatation complétés par les commerçants concernés ou les agents de gardiennage qui ont procédé à la prise en flagrant délit. Ce fichier est soumis à la loi de 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel. Afin de se conformer à la loi, le fichier a été déclaré en 1993 à la Commission pour la protection de la vie privée. L’association a signalé que la Commission a d’ailleurs formulé différentes conditions connexes avant de marquer son accord quant à l’existence de cette banque de données et que ces conditions ont jusqu’à présent été minutieusement respectées. J’estime dès lors qu’il n’est pas nécessaire de demander un avis supplémentaire à ce sujet à la Commission pour la protection de la vie privée.
Deze activiteit komt er in wezen op neer, dat de bij deze vereniging aangesloten handelaars overeen kwamen om hun klachten bij het parket tegen winkeldieven te bundelen. Vanaf iedere derde heterdaad betrapping van dezelfde winkeldief of de diefstal van waarden boven een bepaald bedrag, legt de vereniging in naam van de betrokken winkeliers klacht neer bij het parket. Om de betrokken dossiers te kunnen bundelen, zijn een beperkt aantal gegevens van de verdachte winkeldieven tijdelijk opgenomen in een gegevensbestand van de vereniging. Dit gebeurt op basis van vaststellingsformulieren, ingevuld door de betrokken winkeliers of de bewakingsagenten die de betrapping deden. Dit gegevensbestand is onderworpen aan de in 1992 tot stand gekomen wet verwerking persoonsgegevens. Om zich met deze wet te conformeren werd het gegevensbestand in 1993 aangegeven bij de Commissie voor de bescherming van het privéleven. De vereniging deelde me mede dat de Commissie overigens verschillende randvoorwaarden formuleerde alvorens haar akkoord te verlenen met het bestaan van deze gegevensbank en dat deze voorwaarden tot op vandaag zorgvuldig worden nageleefd. Ik acht het dan niet nodig om hierover nog een bijkomend advies te vragen aan de privacycommissie.
Les aveux et la redevance auxquelles la presse a fait référence correspondent à une fausse image de la réalité. Les commerçants ont en effet l’habitude de tenter d’aboutir à un accord avec les voleurs à l’étalage « qui sont de bonne volonté ». Cette procédure implique d’une part que le voleur à l’étalage paie les biens volés de même qu’une petite indemnité (20 euros) et, d’autre part, que le commerçant renonce à entreprendre une action civile à l’encontre de l’intéressé (constitution de partie civile, par exemple). Cet acte juridique s’appelle une transaction. Le droit belge octroie cette possibilité aux particuliers. Le formulaire de constatation comporte les données nécessaires à cet effet.
De schuldbekentenis en de retributie waarnaar de pers refereerde, is een vertekende voorstelling van zaken. Het is inderdaad de gewoonte dat de betrokken handelaars met de « bereidwillige » winkeldieven proberen tot een akkoord te komen. Dit houdt in dat de winkeldief de gestolen goederen en een kleine vergoeding betaalt (20 euro) en dat anderzijds de handelaar afziet van een burgerlijke actie tegen de betrokkene (burgerlijke partij stelling bijvoorbeeld). Deze rechtsfiguur heet een dading. Het Belgisch recht kent die mogelijkheid toe aan particulieren. Het vaststellingsformulier bevat daarvoor de nodige gegevens.
Il peut uniquement être demandé aux voleurs à l’étalage suspects concernés de compléter et de signer ces formulaires de constatation. En cas de refus, l’intéressé ne peut être contraint de le faire. Ce n’est généralement pas le cas.
Aan de betrokken verdachte winkeldieven kan alleen gevraagd worden deze vaststellingsformulieren mede in te vullen en te ondertekenen. Wie dit weigert, kan hiertoe niet gedwongen worden. Meestal is dit echter niet het geval.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30845
Jusqu’à il y a peu, cette procédure a surtout été appliquée dans le secteur de la grande distribution. La nouveauté introduite à mon initiative réside dans le fait que les principales organisations d’indépendant font à présent également partie de l’ASBL Prévention et Sécurité et que le même service peut donc être proposé aux affiliés. En outre, l’ASBL Sécurité et Prévention réalise également d’autres activités dans le cadre de la lutte contre le vol à l’étalage, comme des procédures d’avis. Elle publie chaque année les statistiques les plus vastes et détaillées en ce qui concerne le vol à l’étalage; ce phénomène concerne environ 22 000 faits. Les fonctionnaires concernés du SPF Intérieur, du SPF Affaires économiques et du SPF Justice, font partie du Conseil d’administration de l’ASBL. La manière dont les voleurs à l’étalage sont pris en flagrant délit est totalement indépendante des activités de cette association. Cette prise sur le fait est réalisée soit par le commerçant, soit par des agents de gardiennage formés pour ce faire. Ces derniers ne disposent pas de plus de compétences que le citoyen pour interpeller des personnes en cas de flagrant délit.
Tot voor kort werd deze procedure vooral toegepast in de sector van de grootdistributie. De vernieuwing bestaat erin dat, onder mijn impuls, de belangrijkste organisaties van zelfstandigen zich nu ook bij VZW Preventie en Veiligheid hebben aangesloten, zodat dezelfde dienstverlening kan aangeboden worden aan hun aangeslotenen. Daarnaast ontwikkelt Preventie en Veiligheid nog andere activiteiten op het gebied van winkeldiefstal, zoals adviesverlening. Ze publiceert jaarlijks de meest omvangrijke en gedetailleerde statistiek over winkeldiefstal; deze heeft betrekking op ongeveer 22 000 feiten. Van de raad van beheer van de VZW maken betrokken ambtenaren van zowel Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Justitie, deel uit. Totaal los van de activiteiten van deze vereniging, is de wijze waarop winkeldieven betrapt worden. Dit gebeurt ofwel door de winkelier ofwel door daarvoor opgeleide bewakingsagenten. Deze laatsten beschikken over niet meer bevoegdheden dan de burger om personen bij heterdaad staande te houden.
DO 2006200709788
DO 2006200709788
Question no 1218 de M. Guido De Padt du 19 février 2007 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Police. — Patrouilles. — Défibrillateurs. Environ 30 patrouilles de la police de Bruxelles disposent depuis peu de défibrillateurs à bord de leurs véhicules. L’objectif serait d’équiper l’ensemble des patrouilles de ce type d’appareils en 2010. L’idée d’équiper les patrouilles de police de ces appareils est née de la constatation qu’elles arrivaient souvent en premier sur les lieux d’un accident. Graˆce à ces appareils, les policiers seront dès lors en mesure de pratiquer les premiers soins. Les agents recevront une formation visant à une utilisation adéquate de ces appareils. 1. Les agents sont-ils suffisamment qualifiés, même à l’issue d’une formation, pour aider les personnes et surtout, pour se prononcer sur leur état médical ?
Vraag nr. 1218 van de heer Guido De Padt van 19 februari 2007 (N.) aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken : Politie. — Patrouilles. — Defibrillatoren. Sinds kort hebben ongeveer 30 patrouilles van de Brusselse politie defibrillatoren aan boord. Het zou de bedoeling zijn om in 2010 alle patrouilles met een dergelijk toestel uit te rusten. Het idee om de politiemannen met deze toestellen uit te rusten, is ontstaan doordat zij heel vaak als eerste ter plaatse zijn bij ongevallen. Dankzij de toestellen zullen zij dan de eerste hulp kunnen toedienen.
2. a) Enverra-t-on également une ambulance ou une équipe d’intervention médicale sur les lieux ? b) Va-t-on les envoyer avant ou après l’intervention des agents ? 3. Envisagez-vous d’équiper tous les corps belges d’un défibrillateur ou cette mesure se limitera-t-elle aux corps bruxellois ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Om de toestellen adequaat te kunnen gebruiken, zullen de agenten opleidingen krijgen. 1. Zijn de agenten zelfs na de opleiding wel voldoende gekwalificeerd om de mensen te helpen en vooral om te zien welke medische oorzaken er zouden kunnen zijn ? 2. a) Zal de ambulance of medisch interventieteam ook nog gestuurd worden ? b) Zal dit gebeuren vo´o´r of nadat de agenten hebben ingegrepen ? 3. Overweegt u om alle Belgische korpsen met een defibrillator uit te rusten of zal deze maatregel beperkt blijven tot de Brusselse korpsen ? 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30846
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 mars 2007, à la question no 1218 de M. Guido De Padt du 19 février 2007 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. 1. Des renseignements qui me sont communiqués par la direction de la police locale « Bruxelles-Ville/ Ixelles », il ressort que les policiers qui entament leur patrouille et qui sont équipés d’un défı¨brillateur externe automatique, ont bénéficié au préalable d’une formation qui leur permet de reconnaıˆtre les symptoˆmes exacts et d’utiliser l’appareil d’une façon efficace et appropriée. L’appareil est complètement automatique et analyse lui-même le rythme cardiaque du patient. L’appareil est muni d’un ordinateur lequel est programmé de telle façon à ce qu’il décide « luimême » si un électrochoc sera dispensé ou non. Les policiers intervenants ne peuvent pas décider euxmêmes d’administrer un électrochoc. 2. Dès que la patrouille intervenante remarque une personne qui fait un malaise, elle fera d’abord appel via le dispatching à une ambulance ou un service d’urgence. C’est seulement après que la patrouille s’occupera du malade. L’intention n’est certainement pas que les services de police de substituent aux services médicaux de secours, mais bien de porter les premiers secours en attendant l’arrivée sur les lieux d’une ambulance. 3. Pour le moment il s’agit d’un projet qui a été mis sur pied par l’autorité locale et qui est appliqué au sein du corps de police locale de la zone « BruxellesCapitale/Ixelles », en coordination avec un team universitaire. Le but étant effectivement à terme et après formation des fonctionnaires de police concernés, de munir toutes les patrouilles avec un appareil défibrillateur externe automatique. Après évaluation du système, je suis effectivement disposé à charger mes services d’un étude quant à une éventuelle extension du système à tous les autres corps de police.
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 maart 2007, op de vraag nr. 1218 van de heer Guido De Padt van 19 februari 2007 (N.) : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen. 1. Uit de informatie die mij werd overgemaakt door de korpsleiding van de lokale politie « Brussel-Hoofdstad/Elsene », blijkt dat de politiemensen die hun patrouille aanvangen en die worden uitgerust met een externe automatische defibrillator, vooreerst een opleiding hebben genoten, die hen toelaat de juiste symptomen te herkennen en op een juiste en adequate manier het toestel te gebruiken. Het toestel is volledig automatisch en analyseert zelf het cardiologisch ritme van de patie¨nt. Het toestel is computer gestuurd en zodanig geprogrammeerd dat het « zelf beslist » of het een stroomstoot zal toedienen of niet. De tussenkomende politiemensen kunnen niet zelf beslissen om een stroomstoot toe te dienen. 2. Van zodra een patrouille een zieke persoon opmerkt, zal zij eerst via de dispatching beroep laten doen op een ziekenwagen of een medisch urgentieteam. Pas daarna zal de patrouille zich met het slachtoffer bezighouden. Het is zeker niet de bedoeling dat de politie zich in de plaats stelt van de medische hulpdiensten, maar de eerste hulp verleent in afwachting van de komst van een ziekenwagen. 3. Momenteel gaat het om een project dat op initiatief van de lokale overheid wordt toegepast bij het politiekorps van « Brussel-Hoofdstad/Elsene », in samenwerking met een universitair medisch team. De bedoeling is uiteraard op termijn, en na opleiding van de betrokken politieambtenaren, alle patrouilles met de externe automatische defibrillatoren uit te rusten. Na evaluatie van het systeem ben ik uiteraard bereid mijn diensten te gelasten met een onderzoek naar een mogelijke uitbreiding van het systeem binnen alle andere politiekorpsen.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2006200709746
DO 2006200709746
Question no 464 de Mme Ingrid Meeus du 12 février 2007 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 464 van mevrouw Ingrid Meeus van 12 februari 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Algemene directie Juridische Steun en Bemiddeling. — Verzoekschriften bij de Raad van State en het Arbitragehof. De Algemene directie Juridische Steun en Bemiddeling (DGJM) van Defensie heeft twee hoofdtaken : op-
Direction générale Appui juridique et Médiation. — Requêtes auprès du Conseil d’E´tat et de la Cour d’arbitrage. La Direction générale Appui juridique et Médiation (DGJM) de la Défense a deux missions principales :
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30847
intervenir comme conseiller juridique du chef de la Défense (CHOD) et jouer un roˆle de médiation pour le département de la Défense. En ce qui concerne la médiation, la DGJM intervient donc en qualité de négociateur dans les litiges civils, les dossiers d’accidents et les litiges soumis au Conseil d’E´tat ou à la Cour d’arbitrage.
treden als juridisch raadgever van de Chef Defensie (CHOD) en het vervullen van een bemiddelende rol voor het departement Landsverdediging. Wat de bemiddeling betreft, treedt de DGJM dus op als onderhandelaar bij burgerlijke geschillen, ongevallenclaims en geschillen die voorgelegd worden aan de Raad van State of het Arbitragehof.
1. a) Combien de nouvelles requêtes ont-elles été adressées au Conseil d’E´tat en 2006 ?
1. a) Hoeveel nieuwe verzoekschriften werden er bij de Raad van State in 2006 ingediend ?
b) Combien de dossiers ont-ils été traités en 2006 dans le cadre d’une procédure civile ?
b) Hoeveel dossiers werden er in 2006 behandeld voor een burgerlijk geding ?
c) Le Conseil d’E´tat a-t-il pris des arrêts importants en 2006, dont la DGJM pourrait tirer des enseignements ?
c) Werden er in 2006 belangrijke arresten geveld door de Raad van State waar DGJM lessen uit kan trekken ?
d) Dans l’affirmative, de quels arrêts s’agit-il et quelles mesures ont-elles été prises ?
d) Zo ja, over welke arresten gaat het en welke maatregelen werden genomen ?
2. a) Combien de nouvelles requêtes ont-elles été adressées à la Cour d’arbitrage en 2006 ?
2. a) Hoeveel nieuwe verzoekschriften werden er bij het Arbitragehof in 2006 ingediend ?
b) Combien de dossiers ont-ils été traités en 2006 dans le cadre d’une procédure civile ?
b) Hoeveel dossiers werden er in 2006 behandeld voor een burgerlijk geding ?
c) La Cour d’arbitrage a-t-elle pris des arrêts importants en 2006, dont la DGJM pourrait tirer des enseignements ?
c) Werden er in 2006 belangrijke arresten geveld door het Arbitragehof waar DGJM lessen uit kan trekken ?
d) Dans l’affirmative, de quels arrêts s’agit-il et quelles mesures ont-elles été prises ?
d) Zo ja, over welke arresten gaat het en welke maatregelen werden genomen ?
3. A-t-on pu constater, au fil des années, une augmentation ou une diminution du nombre de litiges soumis au Conseil d’E´tat ou à la Cour d’arbitrage ?
3. Is er door de jaren heen een stijging of daling op te merken van het aantal geschillen dat aan de Raad van State of het Arbitragehof wordt voorgelegd ?
4. Combien de dossiers d’accidents (terre, mer et air) ont-ils été introduits en 2006 en vue d’obtenir un dédommagement ?
4. Hoeveel ongevallendossiers (land, zee en lucht) werden er in 2006 ingediend met het oog op het bekomen van een vergoeding ?
b) Quelles sommes la Défense a-t-elle versées au total en 2006 aux victimes et ayants droit (chiffres absolus/pourcentage du budget total de la Défense) ?
b) Hoeveel geld heeft Defensie in 2006 in totaal aan slachtoffers en rechthebbenden uitbetaald (absolute cijfers/procentueel van het totale Defensiebudget) ?
c) Dans combien de cas la Défense a-t-elle obtenu gain de cause au tribunal dans le cadre d’une action en dommages et intérêts ?
c) In hoeveel gevallen kreeg Defensie in het kader van een schadeclaim gelijk van de rechtbank ?
d) Quelles sommes ont-elles été versées au total à la Défense dans le cadre de dossiers d’accidents ?
d) Hoeveel geld werd er in totaal in 2006 in het kader van ongevallenclaims aan Defensie betaald ?
5. a) La Direction générale Appui juridique et Médiation (DGJM) poursuit-elle le développement de ses missions d’aide et de médiation juridiques ?
5. a) Is de Algemene directie Juridische Steun en Bemiddeling bezig met het verder uitbreiden van haar juridische dienstverlening en bemiddeling ?
b) Quelle évolution peut-on constater au sein de la DGJM ?
b) Welke ontwikkelingen zijn er binnen DGJM op te merken ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30848
Réponse du ministre de la Défense du 21 mars 2007, à la question no 464 de Mme Ingrid Meeus du 12 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 21 maart 2007, op de vraag nr. 464 van mevrouw Ingrid Meeus van 12 februari 2007 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. a) Le nombre des nouvelles requêtes auprès du Conseil d’E´tat en 2006 est de 35 dont 6 demandes en suspension par extrême urgence, 7 demandes de suspension (ordinaires) et 22 requêtes en annulation. Celles-ci s’ajoutent aux 199 affaires en instance devant le Conseil d’E´tat.
1. a) Het aantal nieuwe verzoekschriften bij de Raad van State in 2006 bedraagt 35 waarvan 6 vorderingen tot schorsing bij hoogdringendheid, 7 (gewone) vorderingen tot schorsing en 22 annulatieverzoekschriften. Deze komen bovenop de 199 reeds lopende zaken voor de Raad van State.
b) 712 dossiers ont été traités devant un tribunal civil.
b) 712 dossiers werden voor een burgerlijke rechtbank behandeld.
c) 33 arrêts du Conseil d’E´tat ont été prononcés, dont 4 arrêts d’annulation. Les leçons possibles ont été tirées.
c) 33 arresten werden door de Raad van State uitgesproken, waaronder 4 vernietigingsarresten. De mogelijke lessen werden getrokken.
d) Pour les 4 arrêts d’annulation DGJM a demandé à l’autorité compétente d’exécuter l’arrêt.
d) Voor de 4 vernietigingsarresten heeft DGJM aan de bevoegde overheid gevraagd om het arrest uit te voeren.
2. a) Trois nouvelles requêtes ont été introduites auprès de la Cour d’arbitrage. Elles se rapportaient à des questions préjudicielles.
2. a) Drie nieuwe verzoekschriften werden bij het Arbitragehof ingediend. Het ging om prejudicie¨le vragen.
b) La réponse à cette question est reprise dans la réponse à la question 1. b) ci avant.
b) Het antwoord op deze vraag zit vervat in het antwoord op vraag 1. b) hiervoor vermeld.
c) Un arrêt a été rendu par la Cour d’Arbitrage. Il s’agit de l’arrêt 173/2006 dans lequel il est spécifié que l’article 20duodecies, deuxième alinéa, de la loi du 21 décembre 1990 relative au statut des candidats militaires du cadre d’active, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, lus conjointement avec son article 182.
c) E´én arrest werd geveld door het Arbitragehof. Het gaat om het arrest 173/2006 waarin gesteld werd dat het artikel 20duodecies, tweede lid, van de wet van 21 december 1990 houdende het statuut van de kandidaat militairen van het actief kader, de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met artikel 182, van de Grondwet schendt.
d) L’arrêt précité concernait une question préjudicielle ce qui ne permet aucune généralisation. Néanmoins il en a été tenu compte lors de la rédaction du projet de loi relatif au Concept de la Carrière Mixte (CCM)
d) Het voormelde arrest betreft een prejudicie¨le vraag waardoor geen veralgemening mogelijk is. Toch werd bij het opstellen van het wetsontwerp betreffende het Gemengde Loopbaanconcept (GLC) ermee rekening gehouden.
3. Le nombre de litiges auprès du Conseil d’E´tat (ConsE) a ces dernières années diminué.
3. Het aantal geschillen bij de Raad van State (RvSt) is de laatste jaren gedaald.
ConsE
2004
2005
2006
59
54
35
RvSt
2004
2005
2006
59
54
35
Cependant la diversité dans les matières a augmenté.
De verscheidenheid in materie is echter toegenomen.
4. a) 380 dossiers d’accident en vue d’obtenir une indemnisation ont été ouverts.
4. a) 380 ongevallendossiers werden met het oog op het bekomen van een vergoeding geopend.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30849
b) L’E´tat a payé 5 981 349,29 euro aux victimes ou ayants droits. Ce montant représente 0,22 % du budget total de la Défense.
b) De Staat heeft 5 981 349,29 euro betaald aan slachtoffers of rechthebbenden. Dit bedrag vertegenwoordigt 0,22 % van het totale Defensiebudget.
c) Aucune demande de dédommagement introduite en justice en 2006 n’a déjà fait l’objet d’une décision. d) Dans le cadre des dossiers d’accident l’E´tat a récupéré 6 426 083,79 euros.
c) Geen enkele schadeclaim die in 2006 bij het gerecht werd ingeleid, heeft al het voorwerp uitgemaakt van een beslissing.
5. a) DGJM s’efforce en permanence de réaliser plus rapidement et au mieux ses objectifs, notamment les avis et études juridiques sur le plan du droit national et international, le traitement du contentieux et la réponse aux interventions. Ces objectifs font l’objet d’un plan sectoriel annuel, basé sur les Objectifs stratégiques et le Plan directeur de la Défense.
5. a) DGJM streeft permanent naar een betere en snellere verwezenlijking van zijn objectieven, namelijk de juridische adviezen en studies op het vlak van nationaal en internationaal recht, de afhandeling van de geschillen en het beantwoorden van de interventies. Deze objectieven maken het voorwerp uit van een jaarlijks sectoraal plan, dat uitgaat van de Strategische objectieven en het Stuurplan van Defensie.
b) Les développements repris dans le plan sectoriel 2007 concernent principalement l’amélioration du service rendu à la clientèle et l’optimalisation du fonctionnement de la DGJM. L’amélioration du service rendu sera entre autres réalisée par l’amélioration de la communication externe et interne, le développement d’un réseau d’accords internationaux, un centre d’expertise en droit international et humanitaire et le respect des délais. L’optimalisation du fonctionnement sera entre autres réalisée par le développement d’une large structure « lessons learned ». Toutes ces initiatives doivent être appuyées par les systèmes de communication et d’information indispensables. Un bilan est présenté dans le rapport annuel de la DGJM.
b) De ontwikkelingen in het sectoraal plan 2007 betreffen vooral het verbeteren van de dienstverlening aan de klant en de optimalisatie van de werking van DGJM. Het verbeteren van de dienstverlening zal ondermeer gerealiseerd worden door het verbeteren van de externe en interne communicatie, het uitbouwen van een netwerk internationale akkoorden en een kenniscentrum internationaal en humanitair recht en het respecteren van de termijnen. De optimalisatie van de werking zal ondermeer gerealiseerd worden door het uitbouwen van een brede structuur « lessons learned ». Al deze initiatieven dienen gesteund te worden door de noodzakelijke communicatie- en informatiesystemen. Een bilan wordt weergegeven in het jaarverslag DGJM.
DO 2006200709835
DO 2006200709835
Question no 467 de M. Francis Van den Eynde du 26 février 2007 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 467 van de heer Francis Van den Eynde van 26 februari 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Nouvelles mises en place.
Nieuwe inplaatsstellingen.
Dans son édition du 24 décembre 2006, Flash Direct annonçait une série de mises en place. Il s’agit notamment de la prolongation d’un an du mandat du général Van Daele dans sa fonction de chef de la Défense (CHOD) et d’une série de nouvelles mises en place à partir du 1er janvier 2007.
Op 24 december 2006 is er een Flash Direct verschenen over een aantal inplaatsstellingen, zoals de verlenging met een jaar van het mandaat van generaal Van Daele in zijn functie als Chef Defensie (CHOD) en een aantal nieuwe inplaatsstellingen vanaf 1 januari 2007.
Cette dernière série de mises en place, dont la désignation du général-major Vandeputte en tant que chef du département d’état-major Bien-être (ACOS WB) et inspecteur général médiateur par exemple, a suscité de nombreuses réactions. Cette décision serait en effet
Deze laatste serie heeft nogal wat deining veroorzaakt. Zo bijvoorbeeld de aanstellling van generaalmajoor Vandeputte als ACOS WB (stafdepartement Welzijn) en inspecteur generaal bemiddelaar (IGB). Deze beslissing zou immers tegen alle wettelijke regels
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
d) In het kader van ongevallendossiers werd 6 426 083,79 euro gerecupereerd door de Staat.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30850
contraire à toutes les dispositions légales. Il me revient que cette information n’était pas correcte et que certaines modifications doivent y être apportées. 1. Comment expliquez-vous cette situation ? 2. Quand ces corrections devraient-elles intervenir ?
et
in genomen zijn. Naar verluidt was deze informatie niet correct en moeten er een aantal wijzigingen aangebracht worden. 1. Hoe is dit allemaal te verklaren ?
modifications
3. Comment seront-elles communiquées ?
2. Tegen wanneer mogen de correcties en verbeteringen verwacht worden ? 3. Op welke wijze zullen ze meegedeeld worden ?
Réponse du ministre de la Défense du 21 mars 2007, à la question no 467 de M. Francis Van den Eynde du 26 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 21 maart 2007, op de vraag nr. 467 van de heer Francis Van den Eynde van 26 februari 2007 (N.) :
1. Les mises en place annoncées dans le Direct Flash du 21 décembre 2006 se situent dans le prolongement des objectifs de simplification et d’optimalisation contenus dans le Plan Directeur et traduisent la volonté d’assurer une plus grande transversalité et plus d’efficience encore dans la structure unique. Entre l’annonce de ces décisions et leur mise en application formelle au 1er janvier 2007, une seule d’entre elles a été reprise en considération. J’ai en effet jugé préférable de ne pas combiner les attributions en matière de bien-être avec la fonction d’inspecteur général médiateur, afin d’assurer l’impartialité totale de ce dernier à tous les égards.
1. De inplaatsstellingen die aangekondigd werden in de Flash Direct van 21 december 2006 situeren zich in het verlengde van de doelstellingen van het stuurplan op het vlak van vereenvoudiging en optimalisatie en vertolken het streven naar een nog grotere transversaliteit en efficie¨ntie binnen de eenheidsstructuur. Tussen de aankondiging van deze beslissingen en hun formele invoering op 1 januari 2007, werd één enkele ervan opnieuw in overweging genomen. Ik heb het inderdaad wenselijk geacht om de bevoegdheden inzake welzijn niet te combineren met de functie van inspecteur generaal bemiddelaar, teneinde in elk opzicht de volledige onpartijdigheid van deze laatste te waarborgen.
2. L’affectation optimale, au sein de la structure unique, des différentes attributions en matière de bienêtre, a été examinée par les services concernés de l’étatmajor et a fait l’objet d’une concertation avec les organisations syndicales représentatives. Les propositions découlant de cette concertation devraient me permettre prochainement de prendre les décisions qui s’imposent.
2. De optimale toewijzing binnen de eenheidsstructuur van de verschillende bevoegdheden inzake welzijn werd onderzocht door de betrokken diensten van de Defensiestaf en heeft het voorwerp uitgemaakt van overleg met de representatieve vakorganisaties. De voorstellen die voortvloeien uit dit overleg zouden mij binnenkort moeten toelaten om ter zake de nodige beslissingen te nemen.
3. Ces décisions seront communiquées en interne via les canaux habituels. Elles seront par ailleurs prises en compte dans la proposition de modification de l’arrêté royal concernant la structure unique.
3. Deze beslissingen zullen intern medegedeeld worden via de gebruikelijke kanalen. Ze zullen anderzijds opgenomen worden in het voorstel tot aanpassing van het koninklijk besluit met betrekking tot de eenheidsstructuur.
DO 2006200709850
DO 2006200709850
Question no 470 de Mme Ingrid Meeus du 27 février 2007 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 470 van mevrouw Ingrid Meeus van 27 februari 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Le Fort St. — Marie dans la zone portuaire du pays de Waas.
Het Fort St. — Marie in het Wase havengebied.
Dans la zone portuaire du pays de Waas, à la hauteur de la région frontalière Kallo-Zwijndrecht, se trouve le Fort St. — Marie. Ce fort militaire date du 16e siècle et a donc été construit à l’époque ou` notre pays était sous le joug espagnol. Au fil des ans, il a été adapté aux nécessités militaires du moment.
In het Wase havengebied ter hoogte van het grensgebied Kallo-Zwijndrecht bevindt zich het Fort St. — Marie. Dit militair fort dateert uit de 16e eeuw, ten tijde van de Spaanse overheersing, en werd door de jaren heen verder aangepast aan de militaire noden van het moment.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30851
La dernière fois qu’il a été utilisé à des fins militaires, le fort a servi de caserne de marine. Aujourd’hui, il est encore la propriété du ministère de la Défense mais il serait désaffecté et serait l’objet d’une procédure d’expropriation engagée par le Conseil autonome de l’enseignement de la Communauté flamande. Il est utilisé par l’école de la navigation intérieure qui utilise également l’un des petits ports.
Tijdens zijn laatste militaire gebruiksfase werd het fort gebruikt als marine-kazerne. Het is vandaag nog in eigendom van het ministerie van Landsverdediging, maar zou gedesaffecteerd zijn en het voorwerp uitmaken van een onteigeningsprocedure van de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs. Het is in gebruik door de school voor binnenvaart, die ook één van de haventjes gebruikt.
1. ` quelles fins la Défense utilise-t-elle aujourd’hui a) A le Fort St. — Marie ?
1. a) Wat is het actuele gebruik van het Fort St. — Marie door Defensie ?
b) Une représentation militaire s’y trouve-t-elle encore e aujourd’hui ?
b) Is actueel nog een militaire vertegenwoordiging aanwezig ?
2. Qui, au sein du département de la Défense, administre actuellement ce domaine militaire ?
2. Wie beheert momenteel dit militair domein binnen Defensie ?
3. Quels projets à court, moyen et long terme échafaude la Défense en ce qui concerne ce domaine militaire ?
3. Wat zijn de toekomstplannen van Defensie met dit militair domein op korte, middellange en lange termijn ?
4. a) La procédure de désaffection de cet ancien domaine militaire est-elle toujours en cours ?
4. a) Is de desaffectieprocedure nog steeds lopende voor dit (voormalig) militair domein ?
b) Quand cette procédure devrait-elle être terminée ?
b) Wanneer wordt verwacht dat deze zal afgerond worden ?
5. a) Est-il nécessaire d’assainir cet ancien domaine militaire ?
5. a) Is sanering nodig op dit voormalig militair domein ?
b) Dans l’affirmative, quelle est l’ampleur des travaux d’assainisement à la fois sur le domaine militaire lui-même et alentour ?
b) Zo ja, wat is de omvang van de nodige saneringsactiviteiten op en rond het voormalig militair domein ?
c) Un plan d’assainissement du sol a-t-il déjà été établi ?
c) Werd reeds een bodemsaneringsplan opgesteld ?
d) Dans l’affirmative, par qui ?
d) Zo ja, door wie ?
e) Dans la négative, pourquoi et qui[d65] en établira un, et dans quel délai ?
e) Zo neen, waarom niet en wie zal dit opstellen, tegen welke tijdspanne ?
Réponse du ministre de la Défense du 23 mars 2007, à la question no 470 de Mme Ingrid Meeus du 27 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 23 maart 2007, op de vraag nr. 470 van mevrouw Ingrid Meeus van 27 februari 2007 (N.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vragen te willen vinden.
1. a) Le fort Sainte-Marie à Zwijndrecht ne connaıˆt actuellement pas d’utilisation par la Défense.
1. a) Het fort Sint-Marie te Zwijndrecht kent actueel geen gebruik door Defensie,
b) Il n’y a actuellement aucune présence militaire.
b) Er is actueel geen militaire vertegenwoordiging aanwezig.
2. Le fort est géré par le Commandement de la Province d’Anvers et le 4e Centre Régional d’Infrastructure à Bourg-Léopold.
2. Het fort wordt beheerd door het Provinciecommando te Antwerpen en het 4e Regionale Centrum voor Infrastructuur te Leopoldsburg.
3. La Défense souhaite aliéner ce domaine le plus rapidement possible.
3. Defensie wenst dit domein zo snel mogelijk te vervreemden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30852
4. a) La procédure de désaffectation est toujours en cours.
4. a) De desaffectatieprocedure is nog steeds lopende,
b) La Défense compte pouvoir la terminer au plus tard en 2010.
b) Defensie rekent erop deze te kunnen afronden uiterlijk in 2010.
5. a) Un assainissement du domaine est nécessaire.
5. a) Het domein moet gesaneerd worden.
b) L’analyse du sol a révélé une pollution. Des éléments de recherche complémentaires sont nécessaires.
b) Het bodemonderzoek heeft een verontreiniging aan het licht gebracht. Aanvullende onderzoeksverrichtingen zijn nodig.
c) Il n’y a encore aucun projet d’assainissement du sol établi.
c) Er werd nog geen bodemsaneringsproject opgesteld.
d) Question sans objet.
d) Vraag zonder voorwerp.
e) La Défense va établir un projet d’assainissement du sol après la cloˆture des analyses du sol. Ceci est programmé en 2007.
e) Defensie zal een bodemsaneringsproject laten opstellen na de afronding van de bodemonderzoeken. Dit is geprogrammeerd in 2007.
DO 2006200709898
DO 2006200709898
Question no 471 de Mme Ingrid Meeus du 6 mars 2007 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 471 van mevrouw Ingrid Meeus van 6 maart 2007 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Militaires belges au Burundi.
Belgische militairen in Burundi.
Alors que des militaires belges sont déjà présents au Liban et en Afghanistan, l’armée belge a aussi envoyé à présent des militaires en mission humanitaire au Burundi. Début janvier 2007, un détachement de 34 militaires du 11e bataillon du génie de Burcht est parti pour ce pays d’Afrique Centrale afin de dispenser une formation en génie aux soldats locaux. Au cours de leur séjour au Burundi, les militaires belges construiront également un foyer d’accueil pour les mères célibataires et leurs enfants à Ruyigi.
Het Belgisch leger stuurt nu ook militairen naar Burundi voor een humanitaire opdracht, terwijl er reeds Belgische militairen in Libanon en Afghanistan aanwezig zijn. Begin januari 2007 is er een detachement van 34 militairen van het 11de geniebataljon van Burcht naar dit Centraal-Afrikaans land vertrokken om de lokale soldaten daar een genie-opleiding te geven. Tijdens hun verblijf in Burundi zullen de Belgische militairen ook een opvangtehuis in Ruyigi bouwen voor alleenstaande moeders met kinderen.
Cette mission à l’étranger aurait déjà duˆ débuter l’an dernier mais le départ des militaires avait été retardé pour des raisons de sécurité. Si la situation en matière de sécurité évolue favorablement, elle est cependant toujours incertaine à l’heure actuelle. Le matériel de l’armée belge avait déjà été envoyé l’an dernier au Burundi ou` il avait duˆ être stocké un certain temps dans une caserne de l’armée à Ruyigi.
Blijkbaar moest deze buitenlandse opdracht reeds vorig jaar van start gegaan zijn, maar werd het vertrek van de militairen uitgesteld omwille van veiligheidsredenen. De veiligheidssituatie evolueert gunstig, maar is momenteel nog steeds onzeker. Het materieel van het Belgisch leger werd vorig jaar wel al verstuurd naar Burundi en moest daarom ter plekke enige tijd opgeslagen worden in een legerkazerne in Ruyigi.
1. a) Quand le foyer d’accueil de Ruyigi sera-t-il prêt à accueillir des occupants ?
1. a) Wanneer zal het opvangtehuis in Ruyigi klaar zijn om mensen in onder te brengen ?
b) Combien de personnes ce foyer d’accueil pourra-til héberger ?
b) Voor hoeveel mensen zal het opvangtehuis onderdak bieden ?
c) Ces personnes bénéficieront-elles aussi de soins de santé ?
c) Worden er ook geneeskundige zorgen verstrekt ?
2. a) Combien de personnes travailleront-elles dans ce foyer d’accueil ?
2. a) Hoeveel mensen zullen er in dit opvangtehuis werken ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30853
b) S’agira-t-il de personnel local et/ou étranger ?
b) Zijn dit lokale en/of buitenlandse krachten ?
c) Quelles taˆches ces personnes assumeront-elles ?
c) Welke taken zullen zij allemaal op zich nemen ?
3. a) Pourquoi avoir justement choisi ce projet à Ruyigi ?
3. a) Waarom is er juist gekozen voor dit project in Ruyigi ?
b) Ce projet fera-t-il l’objet d’un suivi ?
b) Wordt dit project opgevolgd ?
c) Si oui, par qui ?
c) Zo ja, door wie ?
4. a) Les militaires belges courent-ils encore des risques à l’heure actuelle au Burundi ? b) E´tant donné que la situation en matière de sécurité est toujours incertaine dans le pays, quelles mesures de sécurité sont-elles prises en faveur des militaires belges ?
4. a) Lopen de Belgische militairen momenteel nog gevaar in Burundi ?
5. a) Dans quel état se trouve le matériel militaire envoyé l’an dernier au Burundi ?
5. a) In welke staat verkeert het legermaterieel dat vorig jaar reeds naar Burundi werd verstuurd ?
b) Du matériel a-t-il été volé ou détruit ?
b) Zijn er zaken gestolen of vernield ?
c) Si oui, lequel ?
c) Zo ja, wat ?
Réponse du ministre de la Défense du 26 mars 2007, à la question no 471 de Mme Ingrid Meeus du 6 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 26 maart 2007, op de vraag nr. 471 van mevrouw Ingrid Meeus van 6 maart 2007 (N.) :
Je prie, l’honorable membre de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.
Remarques préliminaires :
b) Aangezien de veiligheidssituatie in het land nog zeer onzeker is, welke veiligheidsmaatregelen worden er genomen voor de Belgische militairen ?
Voorafgaande opmerkingen :
— La société burundaise porte encore les cicatrices de la récente guerre civile. Un exemple significatif en est l’exclusion sociale dont sont l’objet les jeunes filles enceintes suite à un viol.
— De Burundese samenleving draagt nog steeds de littekens van de recente burgeroorlog. Een relevant voorbeeld daarvan is de sociale uitsluiting van jonge vrouwen die na een verkrachting zwanger werden.
— Le « Centre Mère Enfant » (CME), qui fait partie d’un plus vaste projet de l’organisation « Maison Shalom », en l’occurrence la construction d’un hoˆpital, a pour but d’accueillir ces filles et leurs enfants « non désirés » et d’essayer de les réintégrer au sein de la communauté locale. Cela suppose un accompagnement tant psychologique que médical (sous-alimentation, SIDA, MST, ...). En plus, les filles apprennent à s’occuper de leurs enfants. C’est ainsi que les notions de base de la préparation d’un repas équilibré ou d’hygiène leur sont enseignées (d’où la construction de douches et de sanitaires).
— Het « Centre Mère Enfant » (CME) dat een onderdeel van een groter project van de organisatie « Maison Shalom » is, namelijk de opbouw van een ziekenhuis, heeft tot doel deze meisjes en hun « ongewenste » kinderen op te vangen, en te trachten ze terug te integreren in de lokale leefgemeenschap. Dit veronderstelt een begeleiding op zowel psychologisch als medisch vlak (ondervoeding, AIDS, SOA, ...). Tevens leren de meisjes bij om voor hun kinderen te zorgen. Zo worden hen bijvoorbeeld de basisbegrippen van het bereiden van een evenwichtige maaltijd alsook van de hygie¨ne aangeleerd (vandaar de constructie van douches en sanitair).
1. a) Le CME pourra être utilisé dès fin avril 2007.
1. a) Het CME zal eind april 2007 in gebruik kunnen genomen worden.
b) Ces filles ont pour la plupart déjà trouvé refuge via l’organisation « Maison Shalom » et/ou d’autres ONG et ce centre ne sera qu’une maison de
b) Meestal hebben deze meisjes al onderdak gevonden via de organisatie « Maison Shalom » en/of een andere NGO en het center zal dienen als door-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30854
passage temporaire où elles seront suivies de manière ambulatoire. Le baˆtiment ne sera utilisé comme centre d’accueil que par les quelques femmes qui errent encore. C’est la raison pour laquelle trois chambres sont prévues pour celles qui n’ont pas encore de toit, la politique étant de ne laisser ces chambres occupées qu’un minimum de temps et de placer les jeunes mères au plus vite dans des maisons de l’organisation.
gangshuis waar ze ambulant begeleid worden. Het gebouw wordt enkel als opvangtehuis gebruikt voor de enkele vrouwen die nog ronddolen. Dit verklaart de drie kamers die voorzien zijn voor hen die nog geen onderdak hebben. De politiek is echter deze kamers slechts een minimum van tijd te laten bezetten en de jonge moeders zo snel mogelijk te plaatsen in woningen van de organisatie.
c) Journellement les jeunes mères et leur enfant peuvent consulter un médecin ou un psychologue.
c) Dagelijks kunnen de jonge moeders met hun kind op consultatie komen bij een arts of een psycholoog.
2. a) Ces deux médecins sont aidés par un assistant responsable logistique et par un agronome. En outre, une infirmière de nuit et trois assistantes dans les cuisines sont prévues.
2. a) Die twee dokters worden bijgestaan door een assistent, logistiek verantwoordelijke en een agronoom. Tevens is er plaats voor een nachtverpleegster en zullen er een drietal helpsters zijn in de keuken.
b) Les collaborateurs devraient tous à terme être des diploˆmés burundais, mais dans un premier temps « Maison Shalom » fera appel à l’aide à quelques ONG étrangères.
b) De medewerkers zouden op termijn allemaal opgeleide en gediplomeerde Burundezen moeten zijn, maar in een opstartfase zal Maison Shalom gebruik maken van de hulp van enkele buitenlandse NGO’s.
Ce projet a été choisi pour trois raisons majeures :
3. Dit project werd gekozen om drie hoofdredenen :
a) la haute plus-value sociale d’une telle activité de réinsertion dans la société;
a) de hoge sociale meerwaarde van zulke wederopname activiteit in de maatschappij;
b) le fait qu’il soit situé dans l’est du pays, région pauvre, difficile d’accès et souvent négligée par les organisations humanitaires;
b) het feit dat het zich situeert in het oosten van het land, arme en moeilijk toegangbare regio die vaak vergeten wordt door de humanitaire organisaties;
c) la synergie avec les moyens militaires puisqu’il permet au personnel du Génie d’infrastructure de s’entraıˆner dans des conditions parfois difficiles.
c) de synergie met de militaire middelen want het laat toe aan het personeel van de infrastructuurgenie te trainen in soms moeilijke omstandigheden.
4. a) D’un point de vue sécuritaire, la région de Ryuigi est traditionnellement relativement calme. Néanmoins la situation sécuritaire au Burundi et à Ryuigi en particulier est suivie de près par les instances militaires concernées sur place.
4. a) De streek van Ruyigi is traditioneel een vanuit veiligheidsoogpunt relatief kalme regio. Desalniettemin wordt de veiligheidstoestand in Burundi in het algemeen en Ruyigi in het bijzonder op de voet gevolgd door de daartoe bevoegde militaire instanties.
b) Il existe un plan d’extraction destiné à évacuer notre détachement en cas de problèmes.
b) Er bestaat een extractieplan om in geval van moeilijkheden ons detachement te kunnen evacueren.
5. a) Le matériel sur place est en bon état.
5. a) Het materiaal terplekke is in goede staat.
b) Rien n’a été volé ou détruit. Le matériel, les véhicules, les remorques, les groupes électrogènes, les outils et les « sea containers » ont été stockés pendant un certain temps dans la caserne d’une unité logistique à Bujumbura. C’était pour le Chef de Corps de cette unité logistique burundaise une question d’honneur que de pouvoir tout remettre intact et en bon état au commandant du détachement belge.
b) Niets werd gestolen of vernield. Het materiaal, de voertuigen, de aanhangwagens, de stroomgeneratoren, de werktuigen en de zeecontainers werden een zekere tijd opgeslagen in de kazerne van een logistieke eenheid in Bujumbura. Het was voor de Korpscommandant van deze Burundese logistieke eenheid een erezaak om alles intact, volledig en in goede staat terug te kunnen overdragen aan de Belgische detachementcommandant.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30855
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2004200505104
DO 2004200505104
Question no 339 de M. Roel Deseyn du 16 septembre 2005 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 339 van de heer Roel Deseyn van 16 september 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Perception de taxes sur la présence d’infrastructures de télécommunications.
Heffen van belastingen op de aanwezigheid van telecommunicatie infrastructuur.
D’après un jugement prononcé par la Cour européenne de justice dans deux affaires, une commune peut imposer une taxe aux opérateurs de téléphonie mobile qui placent une antenne GSM sur son territoire. La Cour considère que l’impoˆt prélevé par les communes belges sur les antennes GSM n’enfreint pas les règles de la libre concurrence. Pour autant qu’elle s’applique sans distinction à tous les opérateurs qu’ils soient anciens ou nouveaux, nationaux ou étrangers, la perception s’inscrit parfaitement dans les limites des règles européennes. Il reste à voir, à présent, si un arreˆt définitif du Conseil d’E´tat confirmera ou non cette décision.
Een gemeente mag GSM-operatoren belasten als die operatoren een GSM-mast plaatsen in die gemeente, dat oordeelde het Europees Hof van Justitie in twee zaken. Het Europees Hof is van oordeel dat de belastingen van de Belgische gemeenten op GSM-masten geen inbreuk vormen op de vrije concurrentie. Voor zover een belasting geen onderscheid maakt tussen oude en nieuwe operatoren, of binnenlandse en buitenlandse is een belasting perfect binnen de grenzen van de Europese regels. Het is nu nog afwachten op een definitieve uitspraak van de Raad van State of dit effectief ingang zal hebben.
D’après les médias, seule la société Proximus verserait déjà des taxes.
Enkel Proximus zou volgens de pers al taksen betalen.
1. Pour quelle date attendez-vous l’arreˆt du Conseil d’E´tat ?
1. Wanneer verwacht u de uitspraak van de Raad van State ?
2. Considérant que, selon la Cour européenne, le prélèvement d’une taxe implique l’absence de discrimination, je suppose que si une commune veut lever des impoˆts, elle doit aussi le faire sur les infrastructures de télécommunications souterraines de meˆme que sur les lignes à haute tension. Partagez-vous ce point de vue ou ce risque est-il inexistant à votre estime ?
2. Aangezien het Europees Hof oordeelt dat belastingen slechts kunnen wanneer geen discriminatie bestaat, veronderstel ik dat, wanneer een gemeente taksen wil heffen, ook op de telecominfrastructuur die onder de grond ligt heffingen moeten geheven worden, hetzelfde voor hoogspanningslijnen. Deelt u deze mening of bestaat volgens u dit risico niet ?
3. a) Combien de communes lèvent-elles une taxe sur les antennes GSM ?
3. a) Hoeveel gemeenten vragen taksen op de GSMmasten ?
b) Combien de communes lèvent-elles une taxe sur les caˆblages souterrains ?
b) Hoeveel gemeenten vragen taksen op de ondergrondse bekabeling ?
4. a) Dans quelle fourchette se situent les taxes prélevées par les communes sur les antennes GSM ?
4. a) Tussen welke uitersten schommelen de bedragen die de gemeenten aan taksen op GSM-masten vragen ?
b) Dans quelle fourchette se situent les taxes prélevées par les communes sur les caˆblages souterrains ?
b) Tussen welke uitersten schommelen de bedragen die de gemeenten aan taksen op ondergrondse bekabeling vragen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30856
5. a) Est-il exact que Proximus est la seule entreprise à avoir payé la taxe pour l’instant ?
5. a) Klopt het dat enkel Proximus voorlopig de taksen betaalde ?
` combien s’élève l’éventuelle dette fiscale exigible b) A des autres opérateurs ?
b) Wat is de eventueel uitstaande taksschuld van de andere operatoren ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 339 de M. Roel Deseyn du 16 septembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 339 van de heer Roel Deseyn van 16 september 2005 (N.) :
1. Il n’y a pas encore eu de décision sur le fond dans l’affaire portée devant le Conseil d’E´tat qui a donné lieu à la question préjudicielle posée à la Cour européenne de justice.
1. In de zaak bij de Raad van State die aanleiding heeft gegeven tot de prejudicie¨le vraagstelling aan het Europees Hof van Justitie, is er nog geen uitspraak ten gronde.
2. L’affaire évoquée dans le préambule de la question concernait uniquement les maˆts, pyloˆnes et antennes GSM. La Cour de justice s’est donc cantonnée à cette problématique et ne s’est pas prononcée sur le caˆblage souterrain.
2. De zaak waarnaar in de aanhef van de vraag wordt verwezen, betrof enkel GSM masten, -pylonen en -antennes. Het Hof van Justitie heeft zich dan ook beperkt tot die problematiek en heeft zich niet uitgesproken over ondergrondse bekabeling.
3. a) Environ 180 communes prélèvent des taxes sur les pyloˆnes GSM. Néanmoins, le ministre Keulen a envoyé début février 2007 aux gouverneurs de province une circulaire dans laquelle il déconseille d’encore prélever des taxes communales sur les pyloˆnes GSM en raison de l’insécurité juridique régnant en la matière.
3. a) Een 180-tal gemeenten leggen belastingen op GSM-masten. Hierbij moet niettemin worden opgemerkt dat minister Keulen begin februari 2007 aan de provinciegouverneurs een omzendbrief zond waarin hij afraadt om nog gemeentebelastingen te heffen op GSM-masten wegens de juridische onzekerheid die daaromtrent bestaat.
b) S’agissant des réseaux de communications électroniques souterrains, la loi du 21 mars 1991 prévoit un droit de passage gratuit. Tenant compte de ce principe, les communes qui, dans le passé, ont pris l’initiative de taxer le caˆblage souterrain destiné aux communications électroniques sont revenues sur leur position.
b) Voor ondergrondse elektronische communicatie netwerken bepaalt de wet van 21 maart 1991 een kosteloos doorgangsrecht. Gemeenten die in het verleden initiatieven namen tot het belasten van ondergrondse bekabeling bedoeld voor elektronische communicatie, zijn daar, rekeninghoudend met het bovengenoemde principe inzake het gratis doorgangsrecht, op teruggekomen.
4. a) Les montants appliqués aux pyloˆnes GSM varient entre 1 239,47 euros et 5 000,00 euros par pyloˆne, maˆt ou antenne.
4. a) De bedragen voor de GSM-masten schommelen tussen de 1 239,47 euro en 5 000,00 euro per pyloon, mast of antenne.
b) Cette question est sans objet compte tenu de la réponse 3. b).
b) Deze vraag is zonder onderwerp rekeninghoudend met het antwoord op 3. b).
5. Il ne m’appartient pas de vous dire avec précision qui a déjà payé ou non quelles contributions. Le prélèvement d’un tel impoˆt relève de l’autonomie communale.
5. Het ligt niet binnen mijn hoedanigheid om u exacte informatie te verstrekken over wie al dan niet reeds welke bijdragen zou hebben betaald. Het heffen van een dergelijke belasting behoort toe tot de gemeentelijke autonomie.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30857
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2004200502624
DO 2004200502624
Question no 33 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 33 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Simplification administrative.
Administratieve vereenvoudiging.
L’accord de gouvernement prévoit notamment une importante simplification administrative.
Het regeerakkoord streeft een belangwekkende administratieve vereenvoudiging na.
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises en matière de simplification administrative ?
1. Welke maatregelen heeft u reeds genomen op het vlak van administratieve vereenvoudiging ?
2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre ou préparez-vous actuellement en matière de simplification administrative ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 33 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) :
2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen op het vlak van de administratieve vereenvoudiging of zijn in voorbereiding ?
La Politique scientifique fédéraleest responsable de la mise à jour de l’inventaire permanent du potentiel scientifique.
Het Federaal Wetenschapsbeleid staat in voor het bijhouden van de Permanente inventaris van het wetenschappelijk potentieel.
Jusqu’il y a peu, la demande sur les établissements concernés se faisait sur des formulaires papier. L’enquête se fait égalemert aujourd’hui au moyen de formulaires életroniques. Les établissements peuvent ainsi choisir entre la réponse sur papier ou la réponse par voie électronique, à leur meilleure convenance. ` l’heure actuelle, l’administration travaille à un A système insérant de façon maximale les informations les informations déjà connues de chaque organisation dans le formulaire existant.
Tot voor kort gebeurde de bevraging van de betrokken instellingen met papieren formulieren. De enquête gebeurt nu door middel van elektronische formulieren. Aldus kunnen de instellingen kiezen tussen het beantwoorden op papier of het beantwoorden via de elektronische weg, naargelang het hen het best uitkomt.
DO 2004200503472
DO 2004200503472
Question no 52 de Mme Simonne Creyf du 25 février 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 52 van mevrouw Simonne Creyf van 25 februari 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Numérisation au sein des établissements scientifiques fédéraux.
Digitalisering van de federale wetenschappelijke instellingen.
Dans notre société de l’information, internet et les autres modes électroniques de communication jouent un roˆle de plus en plus important. Les établissements scientifiques fédéraux (ESF) ne sauraient être à la traıˆne dans ce domaine. La numérisation au sein de ces établissements est même jugée indispensable pour la
In de huidige informatiemaatschappij spelen internet en andere elektronische vormen van communicatie een steeds grotere rol. De federale wetenschappelijke instellingen (FWI) kunnen niet achterblijven in die evolutie. De digitalisering van deze instellingen wordt zelfs broodnodig geacht voor het voortbestaan van het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 33 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) :
Er wordt op dit ogenblik gewerkt aan een systeem waarbij de administratie op maximale wijze de reeds gekende informatie van elke organisatie in het bestaande formulier verwerkt.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30858
survie du patrimoine national qu’ils hébergent. C’est la raison pour laquelle la planification d’une politique globale et coordonnée en matière de numérisation a aussi été envisagée comme premier programme d’action pour Horizon 2005, le « Livre Blanc pour la modernisation des établissements scientifiques fédéraux » qui a été présenté en mai 2002 par le ministre de la Recherche scientifique en fonction à l’époque, M. Charles Picqué.
nationaal erfgoed dat zij herbergen. Daarom werd het plannen van een globaal en gecoo¨rdineerd digitaliseringsbeleid ook naar voren geschoven als een eerste acieprogramma in Horizon 2005, het zogenaamde « Witboek voor de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen », dat in mei 2002 door toenmalig minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Charles Picqué, werd voorgesteld.
En avril 2004, le ministre de la Politique scientifique précédent, Mme Fientje Moerman, avait promis d’importants investissements à hauteur de 147,70 millions d’euros pour la numérisation au sein des établissements scientifiques fédéraux, répartis sur 10 ans. Quelques mois plus tard (en octobre 2004), ce scénario de base devait déjà être adapté par vos soins pour cause d’année budgétaire difficile. Dès lors, pour l’année 2005 — l’année au cours de laquelle les projets élaborés dans le Livre Blanc devraient se concrétiser -, seul un montant de 2,2 millions d’euros (4,3 millions d’euros à partir de 2006) a été réservé et la numérisation programmée accuse un retard d’au moins deux ans.
In april 2004 beloofde de vorige minister van Wetenschapsbeleid, Fientje Moerman, een forse investering van 147,70 miljoen euro voor de digitalisering van de federale wetenschappelijke instellingen, gespreid over 10 jaar. Enkele maanden later (in oktober 2004) moest dit basisscenario al door u worden aangepast wegens een moeilijk begrotingsjaar. Het gevolg is dat er voor 2005 — het jaar waarin de plannen in het Witboek een concrete realisatie zouden moeten krijgen — een bedrag van slechts 2,2 miljoen euro werd uitgetrokken (4,3 miljoen euro vanaf 2006) en dat de geplande digitalisering een vertraging oploopt van minstens twee jaar.
1. a) Une politique de numérisation a-t-elle déjà été conçue par établissement ?
1. a) Is er reeds een digitaliseringsbeleid opgesteld per instelling ?
b) Pourriez-vous spécifier quelles opérations de numérisation seront entreprises par établissement et préciser lesquelles sont prioritaires ?
b) Kan u per instelling weergeven welke digitaliseringsacties zullen genomen worden en welke prioritair worden geacht ?
2. Que s’est-il déjà passé sur le plan de la numérisation, par établissement ?
2. Wat is reeds gebeurd per instelling op vlak van de digitalisering ?
3. Dans le Livre Blanc, il était affirmé catégoriquement qu’une opération de numérisation rapide et de grande ampleur était nécessaire pour prémunir une bonne part de notre patrimoine contre les outrages du temps. La conservation du patrimoine national menacé ne sera-t-elle pas compromise compte tenu des difficultés budgétaires et du retard accumulé ?
3. Het Witboek stelde formeel dat er nood was aan een snelle en omvangrijke digitaliseringsactie om een groot deel van ons patrimonium te redden van de tand des tijds. Zal de bewaring van het bedreigde nationaal erfgoed niet in gevaar gebracht worden, gezien de budgettaire moeilijkheden en de opgelopen vertraging ?
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 52 de Mme Simonne Creyf du 25 février 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 52 van mevrouw Simonne Creyf van 25 februari 2005 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
1. Suite au Livre blanc pour la modernisation des ESF, la Politique scientifique fédérale a lancé, en 2002, un appel d’offres pour identifier les besoins, les acquis et les priorité à dix ans dans le domaine de la digitalisation des collections. Les moyens nécessaires à l’inventoriage et à la numérisation des pièces menacées étaient estimé à 3,8 millions d’euros récurrents Un montant complémentaire de 9 millions d’euros par an
1. Ten gevolge van het Witboek voor de modernisering van de FWI’s, schreef het Federaal Wetenschapsbeleid in 2002 een offerteaanvraag uit om de behoeften, verworvenheden en prioriteiten op tien jaar te identificeren op het gebied van de digitalisering van de collecties. De middelen die nodig zijn om de bedreigde stukken te inventariseren en digitaliseren, werden op 3,8 miljoen recurrente euro geraamd. Om de acties
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30859
état jugé nécessaire afin de donner l’ampleur voulue aux actions de numérisation des contenus et des accès.
voor de digitalisering van de inhouden en de toegangen de gewenste omvang te geven, werd daarbovenop een bedrag van 9 miljoen euro per jaar noodzakelijk geacht.
Une étude complémentaire visant à préciser la faisabilité d’un plan de numérisation décennal a été exécutée au cours du deuxième semestre 2004.
In de loop van de tweede helft van 2004 werd een aanvullende studie verricht met het doel te bepalen of een tienjarig digitaliseringsplan uitvoerbaar is.
Le coût de la numérisation intégrale du patrimoine documentaire, artistique et scientifique est évalué à 575 millions d’euros. La Politique scientifique fédérale a déterminé, en concertation avec les établissements scientifiques fédéraux (ESF), une soixantaine de projets prioritaires, et a dégagéun scénario de base de l’ordre de 150 millions d’euros portant sur une durée de dix ans.
De kosten voor de volledige digitalisering van het documentair, artistiek en wetenschappelijk patrimonium worden op 575 miljoen euro geraamd. In samenspraak met de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) heeft het Federaal Wetenschapsbeleid een zestigtal prioritaire projecten vastgelegd en een basisscenario van 150 miljoen euro uitgetekend dat over tien jaar loopt.
Le Conseil des ministres a approuvé,en avril 2004, le principe de ce plan décernai. Ce dernier bénéficie, par an, d’un budget de 4,3 millions d’euros, à charge de la Politique scientifique fédéraient d’une contribution annuelle des ESF de 3 millions d’euros provenant de leurs fonds propres. Ces deux sources de financement couvrent donc près de la moitié du budget (73 millions d’euros) du scénario de base, élaboré par le SPP.
De Ministerraad heeft, in april 2004, het principe van dit tienjarenplan goedgekeurd. Hiervoor is per jaar een budget van 4,3 miljoen euro ten laste van het Federaal Wetenschapsbeleid uitgetrokken en is er een jaarlijkse bijdrage van 3 miljoen euro uit de eigen middelen van de FWI’s. Deze twee financieringsbronnen samen dekken bijna de helft van het budget (73 miljoen euro) van het basisscenario dat de POD heeft uitgewerkt.
La première phase du plan (2005-2008) mobilise, outre les 3 millions d’euros par an des ESF, comme indiqué ci-dessus, 17 millions d’euros imputables sur l’allocation de base 60 11 12 51 « Dépenses liées aux contrats, conventions et mandats relatifs aux programmes et actions dans le cadre national » du budget de la Politique scientifique fédérale.
De eerste fase van het plan (2005-2008) is, naast de hierboven vermelde 3 miljoen per jaar van de FWI’s, goed voor 17 miljoen euro die op rekening komen van de basisallocatie 60 11 12 51 « Uitgaven verbonden aan de contracten, overeenkomsten en mandaten met betrekking tot de O&O-programma’s en -acties op nationaal vlak » in de begroting van het Federaal Wetenschapsbeleid.
2. Neuf projets coopératifs prioritaires ont abouti à partir de ce niveau de définition. Il s’agit de :
2. Dit leverde de volgende negen prioritaire samenwerkingsprojecten op :
(1) Catalogues informatisé des bibliothèques des ESF et de la Cinémathèque royale ce Belgique;
(1) Geı¨nformatiseerde catalogi van de bibliotheken van de FWI’s en het Koninklijk Belgisch Filmarchief;
(2) Numérisation de journaux et coupures de presse (Bibliothèque royale de Belgique — CEGES — Cinémathèque royale de Belgique);
(2) Digitalisering van kranten en persknipsels (Koninklijke Bibliotheek van Belgie¨ — SOMA — Koninklijk Belgisch Filmarchief);
(3) Copies numériques de documents;
(3) Digitale kopiee¨n van documenten;
(4) Bases de données d’objets de collections artistique et historiques;
(4) Databanken van objecten uit kunst- en historische collecties;
(5) Catalogues et banque de données de collections scientifiques;
(5) Catalogi en databank van wetenschappelijke collecties;
(6) Banque de données d’observations climatologiques manuscrites (IRM — IASB);
(6) Databank van geschreven klimatologische observaties (KMI — BIRA);
(7) Numérisation de plaques photographiques;
(7) Digitalisering van fotografische platen;
(8) Scannage de photos et d’autres objets;
(8) Scanning van foto’s en andere objecten;
(9) Scannage de matériel audiovisuel (MRAH).
(9) Scanning van audiovisueel materiaal (KMKG).
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30860
3. Non, car avant la mise en œuvre d’un plan coordonné de digitalisation, les ESF finançaient, sur leurs fonds propres, différentes mesures portant sur le transfert des collections et des données sur support numérique, ainsi que leur accessibilité par voie électronique, en ligne et hors ligne. Par ailleurs, le Programme pluriannuel de soutien au développement de la société de l’information (2001-2007), adopté par le Conseil des ministres en juillet 2000, leur a également permis de soutenir plusieurs projets de recherche et d’innovation en matière de numérisation.
3. Nee want de FWI’s financierden, vo´o´r een gecoo¨rdineerd digitaliseringsplan in de steigers werd gezet, met eigen middelen verschillende maatregelen die erop gericht waren collecties en gegevens op digitale drager over te zetten en ze on- en offline elektronisch toegankelijk te maken. Dankzij het Meerjarenplan voor de ondersteuning van de uitbouw van de informatiemaatschappij (2001-2007), dat de Ministerraad in juli 2000 goedkeurde, konden zij overigens ook verscheidene onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het gebied van de digitalisering ondersteunen.
DO 2004200504084
DO 2004200504084
Question no 64 de M. Geert Lambert du 26 avril 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 64 van de heer Geert Lambert van 26 april 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Départements. — Services. — Délais de paiement.
Departementen. — Diensten. — Betalingstermijnen.
Les débiteurs qui ne paient pas leurs factures dans les délais constituent pour les entreprises un handicap commercial souvent sous-estimé. Les chefs d’entreprise se plaignent à juste titre du non-respect des délais de paiement et des dépenses importantes qu’ils sont contraints d’engager pour obtenir leur duˆ, à savoir la juste récompense de leur travail.
Late betalers zijn voor een bedrijf een vaak onderschatte commercie¨le hindernis. Ondernemers klagen terecht over het niet respecteren van betalingstermijnen en de hoge kosten om uiteindelijk te krijgen waar ze recht op hebben, loon naar werken.
1. Quel est le délai de paiement moyen observé par vos services ?
1. Kan u meedelen wat de gemiddelde termijn is bij de betalingen die uw diensten moeten uitvoeren ?
2. Quelle somme votre département a-t-il payée en 2003 et en 2004 à titre d’intérêts de retard pour paiement tardif des factures ?
2. Hoeveel nalatigheidsintrest betaalde uw departement jaarlijks door het te laat vereffenen van de facturen en dit voor het jaar 2003 en 2004 ?
3. Dans combien de cas vos services ont-ils été traduits en justice pour non-paiement ou paiement tardif des factures à honorer en 2003 et en 2004 ?
3. In hoeveel gevallen werden uw diensten voor de rechtbank gedaagd door het niet-betalen of te laat betalen van de inkomende facturen gedurende de jaren 2003 en 2004 ?
4. Dans combien de cas l’E´tat belge a-t-il effectivement été condamné ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2007, à la question no 64 de M. Geert Lambert du 26 avril 2005 (N.) :
4. In hoeveel gevallen werd de Belgische Staat dan ook daadwerkelijk veroordeeld ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.
1. Le délai de paiement moyen par ordonnancement est de six semaines.
1. De gemiddelde betalingstermijn via ordonnancering bedraagt zes weken.
2. En 2003 et 2004, il n’y a pas d’intérêts de retard pour paiement tardif de factures.
2. In 2003 en 2004 werden geen nalatigheidsinteresten wegens laattijdige betaling van facturen betaald.
3. La Politique scientifique fédérale n’a pas été traduit en justice pour non-paiement ou paiement tardif.
3. Het Federaal Wetenschapsbeleid werd in geen enkele zaak voor de rechtbank gedaagd voor laattijdige betaling.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 64 van de heer Geert Lambert van 26 april 2005 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30861
4. Sans objet.
4. Zonder voorwerp.
DO 2005200606044
DO 2005200606044
Question no 81 de M. Guy D’Haeseleer du 20 octobre 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Départements et parastataux. — Fonctionnaires. — Régimes de départ anticipé. Les fonctionnaires des ministères et des parastataux peuvent également recourir aux régimes de départ anticipé. 1. a) Quels régimes de départ sont actuellement prévus au sein de votre département ou des parastataux relevant de votre compétence ? b) Pour quelle durée ces régimes ont-ils été conclus ? 2. a) Combien de fonctionnaires ont recouru à ces régimes au cours des cinq dernières années, par régime, par sexe et par région ? b) Quel était le coût de ces régimes, par régime et par région ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 81 de M. Guy D’haeseleer du 20 octobre 2005 (N.) : Il existe un régime pour les membres du personnel statutaire, notamment le droit au départ anticipé à mitemps. Ce congé est réglé par la loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur public et ses arrêté d’exécution. Les membres concernés du personnel peuvent faire usage de ce régime 5 ans au maximum Parallèlement, il existe un régime pour les membres du personnel contractuel qui peuvent faire usage illimité du régime d’interruption de carrière à partir de 50 ans. Les chiffres mentionnés ci-dessous se rapportent au SPP Politique scientifique et aux dix établissements scientifiques fédéraux.
Vraag nr. 81 van de heer Guy D’Haeseleer van 20 oktober 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Departementen en parastatalen. — Ambtenaren. — Vervroegde uittredingsstelsels. Ambtenaren kunnen binnen de ministeries en parastatalen ook een beroep doen op vervroegde uittredingsstelsels. 1. a) Welke uittredingsstelsels bestaan er momenteel binnen uw departement of de parastatalen waarvoor u bevoegd bent ? b) Voor welke duur werden deze stelsels afgesloten ? 2. a) Hoeveel ambtenaren maakten de jongste vijf jaar gebruik van deze stelsels, opgesplitst per stelsel, geslacht en gewest ? b) Wat was de kostprijs van deze stelsels, opgesplitst per stelsel en gewest ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 81 van de heer Guy D’haeseleer van 20 oktober 2005 (N.) : 1. Er bestaat één stelsel voor de statutaire personeelsleden met name het recht op halftijdse vervroegde uittreding. Dit verlof wordt geregeld door de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector en zijn uitvoeringsbesluiten. De betrokken personeelsleden kunnen maximaal 5 jaar gebruik maken van dit stelsel. Daarnaast bestaat er een stelsel voor de contractuele personeelsleden die vanaf hun vijftigste verjaardag onbeperkt gebruik kunnen maken van het stelsel van loopbaanonderbreking. De hieronder meegedeelde cijfers gelden voor de POD Wetenschapsbeleid en de tien federale wetenschappelijke instellingen.
Région — Gewest
Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk ....... Coût par année. — Kost per jaar ...........................
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Statutaires — Statutairen
Contractuels — Contractuelen F — V
H — M 2
2006
1
2007
F — V
H — M
2 8 688
4 13 032
Total — Totaal
9 21 720
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30862
Région — Gewest
Flamande. — Vlaams ............................................. Coût par année. — Kost per jaar ........................... Wallonne. — Waals ............................................... Coût par année. — Kost per jaar ........................... Total personnes. — Totaal personen .....................
Statutaires — Statutairen
Contractuels — Contractuelen F — V
H — M 3
1
3
2
8
4
Coût total. — Totale kost .....................................
Total — Totaal
F — V
H — M
22 95 568 8 34 752 32
13 56 472 3 13 032 20
39 152 040 16 47 784 64
11 584
6 878
19 186
Pour les membres du personnel contractuel, le surcoût est la prime que reçoivent les membres du personnel de l’ONEm.
Voor de contractuele personeelsleden is de meerkost de premie die deze personeelsleden ontvangen van de RVA.
DO 2005200606195
DO 2005200606195
Question no 85 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 85 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Commissaires et autres représentants du gouvernement.
Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
1. Dans quels parastataux, organismes d’intérêt public, institutions de sécurité sociale ou autres institutions relevant du département dont vous êtes responsable le gouvernement a-t-il désigné un commissaire ou un autre représentant ?
1. In welke parastatalen, instellingen van openbaar nut, instellingen van sociale zekerheid, of andere instellingen die onder het departement vallen waarvoor u bevoegd bent, is de regering vertegenwoordigd door een regeringscommissaris of andere vertegenwoordiger ?
2. Qui est le représentant du gouvernement ?
2. Wie is de vertegenwoordiger van de regering ?
3. Quelle est la durée de son mandat ?
3. Wat is de duur van het mandaat ?
4. Quelle rémunération perçoit-il ?
4. Wat is de financie¨le verloning van de betrokkene ?
5. a) Des avantages supplémentaires financiers ou autres lui sont-ils accordés ?
5. a) Worden er nog bijkomende financie¨le of andere voordelen toegekend ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2007, à la question no 85 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 85 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30863
II n’y a pas de commissaires du gouvernement désignés en ce qui concerne ma compétence en matière de politique scientifique.
Er zijn geen regeringscommissarissen aangeduid voor wat mijn bevoegdheid inzake Wetenschapsbeleid betreft.
DO 2005200606647
DO 2005200606647
Question no 90 de M. Stijn Bex du 20 décembre 2005 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 90 van de heer Stijn Bex van 20 december 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Suivi du Livre blanc pour la modernisation des établissements scientifiques fédéraux.
Opvolging van het Witboek omtrent de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen.
La situation des établissements scientifiques fédéraux (ESF) a suscité des remous il y a quelques années. Les différents établissements sont confrontés à de nombreux problèmes, tels que la conservation des collections, la sécurité et l’état des baˆtiments, etc.
De toestand van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) zorgde enkele jaren geleden voor beroering. De verschillende instellingen hebben te kampen met vele problemen zoals het bewaren van de collecties, de veiligheid en staat van de gebouwen, enzovoort.
Pour remédier à ces problèmes, le ministre de la Politique scientifique de l’époque, M. Charles Picqué, et le commissaire du gouvernement, M. Yvan Ylieff avaient fait rédiger un Livre blanc en mai 2002 (Horizon 2005 : Livre blanc pour la modernisation des établissements fédéraux). L’avant-propos de ce Livre blanc se termine par le souhait qu’à l’horizon 2005 la grande majorité des propositions annoncées et des solutions proposées soient réalisées.
Om deze problemen aan te pakken, lieten de toenmalige mnister van Wetenschapsbeleid Charles Picqué en regeringscommissaris Yvan Ylieff in mei 2002 een Witboek opmaken (Horizon 2005 : Witboek voor de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen). Het « Woord Vooraf » in dit Witboek eindigt met de hoop dat tegen 2005 heel wat van de geplande voorstellen en aangedragen oplossingen zouden zijn verwezenlijkt.
L’accord de gouvernement stipule que le gouvernement étudiera attentivement les recommandations et leurs possibilités d’exécution, telles qu’elles figurent dans le Livre blanc pour la modernisation des établissements scientifiques fédéraux. Vos notes de politique générale des 26 octobre 2004 et 27 octobre 2005 stipulent également que les recommandations du Livre blanc devront être exécutées.
In het regeerakkoord staat dat de regering de aanbevelingen en hun mogelijkheden tot uitvoering zoals vervat in het Wetboek omtrent de modernisering van deze federale wetenschappelijke instellingen nauwgezet zal onderzoeken. En ook in uw beleidsnota’s van 26 oktober 2004 en 27 oktober 2005 staat dat de aanbevelingen van het Witboek verder dienen te worden uitgevoerd.
Le Livre blanc définit 8 programmes d’action prioritaires pour atteindre les objectifs stratégiques et de gestion des différents établissements scientifiques fédé` la page 18 du Livre blanc on peut lire que raux. A « l’objectif est que la majorité des actions du « Livre blanc » soient exécutées d’ici 2005, l’année du 175e anniversaire de la Belgique. La transition vers la nouvelle structure et l’introduction de la nouvelle politique du personnel doivent être réalisées, au plus tard le 31 décembre 2003. Les travaux d’infrastructure sont répartis sur une période de dix ans et les premières réalisations dans ce domaine doivent être visibles à partir de 2005. ».
In het Witboek staan 8 prioritaire actieprogramma’s gedefinieerd om de strategische en beheersdoeleinden van de verschillende federale wetenschappelijke instellingen te bereiken. Op pagina 18 van het Witboek staat dat « het de bedoeling is dat de meeste acties van dit « Witboek » zijn doorgevoerd tegen 2005, het jaar van de 175e verjaardag van Belgie¨. De overgang naar de nieuwe structuur en het invoeren van het nieuwe personeelsbeleid moeten ten laatste tegen 31 december 2003 zijn verwezenlijkt. De infrastructuurwerken worden over een periode van tien jaar gespreid en de eerste verwezenlijkingen moeten vanaf 2005 zichtbaar zijn. ».
Mes questions concernent ces programmes d’action. 1. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine de l’utilisation des nouvelles techno-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Mijn vragen betreffen deze actieprogramma’s. 1. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het gebruik van nieuwe informatietechno2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30864
logies de l’information pour assurer la gestion et l’accès au patrimoine ?
logiee¨n om het beheer van en de toegang tot het patrimonium te verzekeren ?
2. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine du maintien et du développement de la recherche et du service public scientifique ?
2. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het behouden en ontwikkelen van het wetenschappelijk onderzoeksniveau en van de wetenschappelijke dienstverlening ?
3. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine de la modernisation et de la valorisation du patrimoine immobilier et des collections des ESF ?
3. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het moderniseren en valoriseren van het onroerend patrimonium en de verzamelingen van de FWI ?
4. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine de la sécurité des usagers, des visiteurs, du personnel et du patrimoine ?
4. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het verzekeren van de veiligheid van de gebruikers, de bezoekers, het personeel en het patrimonium ?
5. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine de l’amélioration de l’image des ESF ?
5. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het verbeteren van het imago van de FWI ?
6.Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine de l’amélioration de l’efficacité des structures de gestion ?
6. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het verduidelijken en verbeteren van de efficie¨ntie van de beheersstructuren ?
7. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine de l’élaboration d’une gestion du personnel adaptée aux caractéristiques spécifiques des ESF ?
7. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het ontwikkelen van een personeelsbeheer, aangepast aan de specifieke kenmerken van de FWI ?
8. Pouvez-vous donner un aperçu des réalisations dans le domaine du développement de l’approche stratégique, de la qualité des services et du controˆle de gestion ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 90 de M. Stijn Bex du 20 décembre 2005 (N.) :
8. Kan u een overzicht geven van de verwezenlijkingen inzake het ontwikkelen van de strategische benadering, de kwaliteit van de diensten en de beheerscontrole ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. ` la suite du Livre blanc pour la modernisation 1. A des ESF, la Politique scientifique fédérale a lancé, en 2002, un appel d’offres pour identifier les besoins, les acquis et les priorités à dix ans dans le domaine de la digitalisation des collections.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
Le coût de la numérisation intégrale du patrimoine documentaire, artistique et scientifique est évalué à 575 millions d’euros. La Politique scientifique fédérale a déterminé, en concertation avec les établissements scientifiques fédéraux (ESF), une soixantaine de projets prioritaires, et a dégagé un scénario de base de l’ordre de 150 millions d’euros portant sur une durée de dix ans.
De kosten voor de volledige digitalisering van het documentair, artistiek en wetenschappelijk patrimonium worden op 575 miljoen euro geraamd. In samenspraak met de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) heeft het Federaal Wetenschapsbeleid een zestigtal prioritaire projecten vastgelegd en een basisscenario van 150 miljoen euro uitgetekend dat over tien jaar loopt.
2. Les ESF participent activement par le biais des programmes de recherche au maintien et au développement de la recherche en faisant des choix dans les thèmes de recherche et en les inscrivant dans les grands réseaux d’excellence.
2. De FWI dragen via de onderzoeksprogramma’s actief bij tot het behoud en de uitbouw van het onderzoek door onderzoeksthema’s te kiezen en deze in de grote excellentienetwerken op te nemen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 90 van de heer Stijn Bex van 20 december 2005 (N.) :
1. Ten gevolge van het Witboek voor de modernisering van de FWI’s, schreef het Federaal Wetenschapsbeleid in 2002 een offerteaanvraag uit om de behoeften, verworvenheden en prioriteiten op tien jaar te identificeren op het gebied van de digitalisering van de collecties.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30865
3. Pour ce qui concerne la modernisation et la mise en valeur du patrimoine, je citerai les travaux d’infrastructure réalisés en partenariat avec la Régie des Baˆtiments concernant notamment l’aile Janlet de l’IRScNB, le lancement de la rénovation du Musée royal d’Afrique centrale, la future scénographie de la Porte de Hall, la rénovation d’une partie du Musée d’Art ancien des MRBAB et les Archives (dépoˆts de Gand, Tournai, Namur et Bruges).
3. Wat betreft de modernisering en de valorisatie van het erfgoed, zou ik graag willen wijzen op de infrastructuurwerken die in samenwerking met de Regie der Gebouwen werden uitgevoerd, met name de Janletvleugel van het KBIN, de renovatie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, de toekomstige scenografie van de Hallepoort, de renovatie van een deel van het Museum voor Oude Kunst van de KMSKB en het Rijksarchief (depots te Gent, Doornik, Namen en Brugge).
4. En ce qui concerne la sécurité des utilisateurs, des visiteurs et du personnel, un budget supplémentaire de 3 millions d’euros a été dégagé pour répondre notamment à ces besoins. En outre deux personnes ont été désignées pour remplir cette taˆche par institut à savoir un conseiller chargé de la prévention et un directeur du service de sécurité
4. Op het gebied van de veiligheid van de gebruikers, de bezoekers en het personnel werd een bijkomende begroting van 3 miljoen euro vrijgemaakt om in te gaan op die behoeften. Bovendien werden twee personen per instituut aangeduid om deze taak in te vullen : één raadgever belast met de preventie en één directeur van de veiligheidsdienst.
5. Pour ce qui concerne l’image des musées et institutions, je citerai à titre d’exemple la rénovation du Musée d’Art ancien qui vise justement l’accueil au public.
5. Wat betreft het imago van de musea en de instellingen, zou ik graag als voorbeeld de renovatie van het Museum voor Oude Kunst noemen, die precies het onthaal van het publiek betreft.
6. Sur le plan de l’amélioration de la gestion, je vous rappellerais la nomination en 2005 des 10 nouveaux directeurs des ESF pour une durée de 6 ans. Ces nominations permettent de stabiliser les perspectives de développement de ces établissements graˆce aux programmes cadres qui s’étendent sur une période de 3 ans et ont pour objet de fixer les objectifs prioritaires. En outre, diverses dispositions réglementaires fondamentales régissant les statuts des ESF sont actuellement en cours de révision.
6. Wat betreft de verbetering van het beheer, wil ik uw aandacht vestigen op de benoeming van de 10 nieuwe directeurs van de FWI voor 6 jaar in 2005. Deze benoemingen zorgen voor meer stabiliteit in de ontwikkelingsvooruitzichten van deze instellingen met de driejarige kaderprogramma’s die prioritaire doelstellingen vooropstellen. Bepaalde fundamentele reglementaire bepalingen betreffende het statuut van de FWI worden momenteel herzien.
DO 2005200606928
DO 2005200606928
Question no 93 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines comme département spécialisé dans les Archives générales du Royaume.
Vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
L’article 419 de la loi-programme du 24 décembre 2002 prévoit l’intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines (CEGES) comme département spécialisé dans les Archives générales du Royaume. L’arrêté royal réglant le transfert des biens, collections, droits et obligations du CEGES ainsi que des membres de son personnel n’a toujours pas été publié.
In artikel 419 van de programmawet van 24 december 2002 wordt de integratie gepland van het Studieen Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA) als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief. Het koninklijk besluit dat de overdracht van de goederen, collecties, rechten en verplichtingen van het SOMA, alsook van de personeelsleden, moet regelen, werd nog altijd niet gepubliceerd.
1. Quelles sont les raisons de l’intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Socié-
1. Wat is de reden voor de vertraging met betrekking tot de integratie van het Studie- en Documentatie-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Integratie van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30866
tés contemporaines en tant que département spécialisé au sein des Archives générales du Royaume ?
centrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief ?
2. Dans quels délais raisonnables peut-on attendre cette intégration ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 93 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) :
2. Wanneer zal naar redelijke verwachting de integratie een feit zijn ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden
Je puis communiquer à l’honorable membre qu’une autre solution a été trouvée pour le Ceges/Soma.
Ik kan het geachte lid melden dat er intussen voor het Soma een andere oplossing is gekozen.
Il est rapidement apparu que l’intégration du Ceges dans les Archives générales du Royaume n’était pas le bon choix. Les missions du Ceges ne sont pas suffisamment en phase avec celles des Archives et l’autonomie du Centre requiert un lien moins étroit avec les autres établissements qui chacun ont des missions spécifiques.
Vrij snel bleek dat de integratie in het Algemeen Rijksarchief niet de juiste keuze was. De taken van het Soma sluiten onvoldoende aan bij de taken van het Algemeen Rijksarchief en de autonomie van het Soma vereist dan weer een lossere band met elke andere instelling die eigen specifieke opdrachten heeft.
J’ai donc demandé à mon administration, à la direction et aux organes du Ceges d’élaborer une proposition alternative, dans laquelle la pleine autonomie du Ceges doit être prioritaire.
Ik heb dan ook aan mijn administratie, de directie van het Soma en aan de organen van het Soma gevraagd mij een alternatief voorstel uit te werken. De volledige autonomie van het Soma moet daarbij voorop staan.
Le 9 mars 2007, toutes les parties concernées ont approuvé un nouveau statut. Le Ceges se verra doté du statut de service de l’E´tat à gestion autonome avec ses propres organes qui assureront la gestion et le travail scientifique. j
Op 9 maart 2007 zijn alle betrokkenen akkoord gegaan met een nieuw statuut. Het Soma zal het statuut krijgen van een « Staatsdienst met Autonoom Beheer » met eigen organen die het beheer zullen waarnemen en het wetenschappelijk werk zullen bepalen.
Je soumettrai les projets modifiant la loi et les arrêtés organiques dans les plus brefs délais au gouvernement lorsque le Ceges en aura officiellement pris réception.
Ik neem mij voor de desbetreffende ontwerpen van wetswijziging en de organieke besluiten zo snel mogelijk na de officie¨le ontvangst ervan vanuit het Soma aan de regering voor te leggen.
DO 2005200607065
DO 2005200607065
Question no 98 de M. Jean-Marc Nollet du 30 janvier 2006 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 98 van de heer Jean-Marc Nollet van 30 januari 2006 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Entreprises publiques économiques, sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. — Comptes de l’année 2004. — Remarques réviseur.
Economische overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen en andere organen. — Rekeningen van het jaar 2004. — Opmerkingen van de revisoren.
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastatales et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2004 ?
1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2004 van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organen die onder uw bevoegdheid vallen, over die rekeningen opmerkingen gemaakt ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 93 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30867
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 98 de M. Jean-Marc Nollet du 30 janvier 2006 (Fr.) :
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. Les Services de l’E´tat à gestion séparée Belnet et le Service d’Information scientifique et technique (SIST) relèvent de ma compétence en matière de politique scientifique. Conformément au système financier et organique, les comptes sont évoqués au sein de la Commission de gestion de l’institution et la Cour des comptes exerce un controˆle. Les établissements scientifiques fédéraux sont soumis au même régime.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.
DO 2005200607101
DO 2005200607101
Question no 100 de M. Hagen Goyvaerts du 31 janvier 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Archives de l’E´tat à Bruges. — Pénurie de personnel.
Vraag nr. 100 van de heer Hagen Goyvaerts van 31 januari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Il est notamment fait état dans le rapport annuel 2004 des Archives générales du Royaume des conditions de travail aux Archives de l’E´tat à Bruges.
In het jaarverslag 2004 van het Algemeen Rijksarchief wordt melding gemaakt van de werkomstandigheden in het Rijksarchief te Brugge.
La pénurie de personnel semble constituer un problème majeur. Le personnel scientifique doit toujours faire face à un arriéré important dans la constitution de l’inventaire et le suivi d’inspections antérieures. Il n’est pas toujours possible d’entretenir les contacts indispensables avec les administrations locales.
Het tekort aan personeel blijkt een groot pijnpunt te zijn. Wat het wetenschappelijk personeel betreft blijft er een aanzienlijke achterstand bestaan inzake de inventarisatie en de opvolging van vroegere inspecties. Vooral de noodzakelijke contacten met de lokale besturen kunnen niet steeds naar behoren worden ingevuld.
Pour assurer le service, les archives sont contraintes de confier de nombreuses missions à du personnel non scientifique.
Nogal wat taken worden uitgevoerd door nietwetenschappelijk personeel teneinde de dienstverlening te kunnen verzekeren.
1. Combien de collaborateurs scientifiques sont actuellement employés aux Archives de l’E´tat à Bruges ?
1. Hoeveel wetenschappelijke medewerkers zijn momenteel tewerkgesteld in het Rijksarchief te Brugge ?
2. Combien de collaborateurs non scientifiques sont actuellement employés aux Archives de l’E´tat à Bruges ?
2. Hoeveel niet-wetenschappelijke medewerkers zijn momenteel tewerkgesteld in het Rijksarchief te Brugge ?
3. Le cadre du personnel est-il rempli ?
De Staatsdiensten met afzonderlijk beheer Belnet en de Dienst voor Wetenschappelijke en Technische Informatie (DWTI) vallen onder mijn bevoegdheid inzake Wetenschapsbeleid. Overeenkomstig de financie¨le en organieke regeling, worden de rekeningen in de Beheerscommissie van de betrokken instelling besproken en oefent het Rekenhof controle uit. Eenzelfde regeling is van toepassing op de Federale Wetenschappelijke Instellingen.
Rijksarchief te Brugge. — Personeelsgebrek.
3. Is de personeelsformatie momenteel volledig ingevuld ?
4. Quelles initiatives ont été prises ou comptez-vous prendre à court terme pour augmenter l’effectif du personnel scientifique ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 98 van de heer JeanMarc Nollet van 30 januari 2006 (Fr.) :
2006
4. Welke initiatieven zijn er genomen of overweegt u op korte termijn te nemen om het personeelsbestand van het wetenschappelijk personeel uit te breiden ? 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30868
5. Quelles autres initiatives ont été prises ou comptez-vous prendre à court terme pour améliorer le fonctionnement des Archives de l’E´tat à Bruges ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 100 de M. Hagen Goyvaerts du 31 janvier 2006 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. 1. Les Archives de Bruges comptent quatre agents scientifiques : le responsable de la division Flandre occidentale, un chef de travaux agrégé, un assistant et un attaché contractuel (collaborateur de projet pour « les archives d’entreprises de Flandre occidentale »). 2. Actuellement, quatre collaborateurs administratifs (à temps plein) et deux collaborateurs d’entretien (à temps partiel) travaillent aux Archives de Bruges 3. Comme vous le savez, les cadres du personnel des E´tablissements scientifiques fédéraux ont été supprimés. Tous les postes prévus au plan du personnel des Archives de Bruges, qui a intégré les effectifs des anciennes formations, sont occupés. 4. Au travers du plan du personnel, de gros efforts sont fournis pour accroıˆtre les effectifs, dans les limites, bien entendu, de l’enveloppe disponible et selon les objectifs opérationnels de l’établissement. Les nouveaux défis d’avenir en matière de d’ouverture à la recherche, de numérisation et de mise à disposition des archives et des informations historiques influenceront certainement la répartition des effectifs entre les 18 dépoˆts d’archives. De plus, chaque année, on s’efforce de recruter du personnel contractuel à l’aide de financements externes (surtout des financements de projets du SPP Politique scientifique). 5. La priorité absolue en matière de services est de mettre à la disposition du public toutes les archives, y compris celles qui n’ont pas encore été ouvertes à la recherche, en respectant la législation sur la publicité de l’administration et la protection de la vie privée. Aux Archives de Bruges, d’importants efforts ont été consentis pour considérablement améliorer l’accessibilité des archives gérées. Récemment, des mesures ont été prises dans toutes les archives afin d’optimiser le service au public (accompagnement garanti par le responsable de la salle de lecture, conseils donnés par un membre du personnel scientifique), de réduire à 10 minutes le temps d’attente maximum pour une demande de documents, de traiter les demandes écrites le jour même (avec un maximum de deux jours), de permettre de faire des photos numériques, etc.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
5. Welke andere initiatieven zijn er genomen of overweegt u op korte termijn te nemen om de dienstverlening van het Rijksarchief te Brugge te verbeteren ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 100 van de heer Hagen Goyvaerts van 31 januari 2006 (N.) : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden. 1. Het Rijksarchief te Brugge telt vier wetenschappelijke personeelsleden, met name het hoofd van de afdeling West-Vlaanderen, een werkleidergeaggregeerde, een assistent en een contractueel attaché (projectmedewerker voor het project WestVlaamse bedrijfsarchieven). 2. In het Rijksarchief te Brugge zijn momenteel vier administratieve medewerkers (voltijds) en twee onderhoudsmedewerkers (deeltijdse opdracht) werkzaam. 3. Zoals uw weet zijn de personeelskaders van de federale wetenschappelijke instellingen afgeschaft. Het personeelsplan, dat de effectieven van de vroegere personeelsformatie heeft overgenomen, is voor het Rijksarchief te Brugge volledig opgevuld. 4. In het personeelsplan worden grote inspanningen geleverd om de effectieven op te drijven, uiteraard voor zover de beschikbare enveloppe dit toelaat en in functie van de operationele doelstellingen van de instelling. De nieuwe uitdagingen voor de toekomst inzake ontsluiting, digitalisering en beschikbaarstelling van archieven en historische informatie, zal in de toekomst beslist invloed hebben bij de verdeling van de personeelsleden over de 18 vestigingen van het Rijksarchief. Bovendien worden elk jaar inspanningen gedaan om contractuele personeelsleden aan te werven dank zij externe financiering (voornamelijk projectfinanciering van de POD Wetenschapsbeleid). 5. De absolute prioriteit inzake dienstverlening is er in de eerste plaats op gericht om alle archiefbestanden, ook niet ontsloten bestanden, ter beschikking te stellen van het publiek mits inachtneming van de wetgeving op de openbaarheid van bestuur en bescherming van de persoonlijke levenssfeer. In het Rijksarchief te Brugge werden tijdens het afgelopen jaar grote inspanningen geleverd om de toegankelijkheid van de beheerde bestanden substantieel te verbeteren. Recent werden in alle Rijksarchieven maatregelen genomen die erop gericht zijn de dienstverlening te optimaliseren (gewaarborgde eerstelijnsbegeleiding door de leeszaal-verantwoordelijke, advisering door een lid van het wetenschappelijk personeel), de maximale wachttijd bij het aanvragen van stukken tot 10 minuten te beperken, de schriftelijke vragen nog dezelfde dag te behandelen (met een maximum van twee dagen), de mogelijkheid te bieden om zelf digitaal te fotograferen, enz. 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30869
Sachez aussi que la « salle de lecture numérique » sera opérationnelle au printemps 2007 (programme ` court terme, tous les inventaires numériArcheion). A sés et les instruments de recherche seront consultables via internet et partiellement via intranet (dans les salles de lecture). Ceci vaut également pour le vaste projet numérique « actes de mariage Flandre occidentale » au profit du grand public (généalogistes, chercheurs locaux, scientifiques etc.).
Verder deel ik u mee dat de « digitale leeszaal » in het najaar 2006 operationeel zal zijn (Archeionprogramma). Op korte termijn zullen alle gedigitaliseerde inventarissen en nadere toegangen deels via internet en deels via intranet (in de leeszalen) raadpleegbaar zijn. Dit geldt ook voor het belangrijke digitale project « Huwelijksakten West-Vlaanderen » ten bate van het ruime publiek (genealogen, lokale vorsers, wetenschappelijke belangstellenden, enzovoort).
Même si aucune inspection systématique des autorités locales n’est prévue pour l’instant, les Archives (de Bruges) répondent à toutes les demandes d’administrations publiques concernant la gestion et la sélection des archives (notamment les communes, fabriques d’église, CPAS, hoˆpitaux, tribunaux, services externes du pouvoir fédéral et de la Communauté flamande). Ce service aux administrations publiques est maintenu.
Ofschoon er op dit ogenblik geen systematische inspecties van lokale overheden zijn gepland, gaat het Rijksarchief (te Brugge) in op alle vragen van openbare besturen inzake archiefbeheer en -selectie (onder andere gemeenten, kerkfabrieken, OCMW’s, ziekenhuizen, rechtbanken, buitendiensten van de federale overheid en van de Vlaamse Gemeenschap). Deze dienstverlening ten aanzien van openbare besturen blijft gehandhaafd.
Enfin, les Archives de l’E´tat s’impliquent dans un vaste projet culturel en organisant des visites guidées et des lectures, en participant avec succès à la Journée Portes ouvertes des Monuments, à la journée du Patrimoine, à la Nuit de l’Histoire.
Ten slotte zet het Rijksarchief zich in voor een brede cultuurwerking door het geven van rondleidingen en lezingen, door een succesvolle deelname aan de Open Monumentendag, de Erfgoeddag en aan de Nacht van de Geschiedenis.
DO 2005200608152
DO 2005200608152
Question no 110 de Mme Marleen Govaerts du 24 mai 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 110 van mevrouw Marleen Govaerts van 24 mei 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Organisation des jobs de vacances au sein du Service public fédéral (SPF).
Organisatie van de vakantiejobwerking binnen de Federale Overheidsdienst (FOD).
L’an dernier, j’ai interrogé le secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, M. Jamar, sur l’organisation des jobs de vacances au sein du SPF Finances (voir question orale no 5065, Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission des Finances et du Budget, 19 janvier 2005, COM 467, p. 34). Le secrétaire d’E´tat a répondu que, dans le cadre de la sélection des candidatures, la priorité est accordée aux cas sociaux et ensuite aux enfants du personnel.
Vorig jaar ondervroeg ik de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, de heer Jamar, over de organisatie van de vakantiejobs in de FOD Financie¨n (zie : mondelinge vraag nr. 5065, Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie voor de Financie¨n en de Begroting, 19 januari 2005, COM 467, blz. 34). De staatssecretaris antwoordde dat bij de selectie van de kandidaturen voorrang verleend wordt aan de sociale gevallen en daarna aan de kinderen van het personeel.
Or, le ministre flamand des Affaires administratives, M. Bourgeois, a préparé une circulaire visant à supprimer la règle de priorité en faveur des enfants de fonctionnaires.
Nu heeft de minister van Bestuurszaken van de Vlaamse regering, de heer Bourgeois, een rondzendbrief klaar om de voorrangsregel voor kinderen van ambtenaren af te schaffen.
Les deux règles de priorité sont-elles appliquées dans votre département et qu’entend-on par « cas sociaux » ?
Worden beide voorrangsregels toegepast in uw departement en wat wordt verstaan onder « sociale gevallen » ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30870
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2007, à la question no 110 de Mme Marleen Govaerts du 24 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 110 van mevrouw Marleen Govaerts van 24 mei 2006 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
Lors de l’engagement des jobs d’étudiants, la priorité est en effet donnée aux « cas sociaux » et aux enfants du personnel.
Bij het aanwerven van jobstudenten wordt inderdaad voorrang gegeven aan de « sociale gevallen » en aan de kinderen van het personeel.
Les « cas sociaux » sont jugés individuellement et en y tenant compte entre autres de la situation financière familiale.
De « sociale gevallen » worden individueel beoordeeld en hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de financie¨le gezinssituatie.
DO 2005200608463
DO 2005200608463
Question no 111 de Mme Véronique Ghenne du 7 juillet 2006 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 111 van mevrouw Véronique Ghenne van 7 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Aides dans le secteur aéronautique.
Steunmaatregelen voor de luchtvaartsector.
La Commission européenne vient de lancer une procédure formelle d’examen sur les aides à la recherche et au développement accordées par la Belgique aux entreprises du secteur aéronautique.
De Europese Commissie heeft onlangs een formele onderzoeksprocedure ingeleid met betrekking tot de Belgische steun voor onderzoek en ontwikkeling aan bedrijven uit de luchtvaartsector.
La Commission européenne a en effet des doutes quant aux conditions selon lesquelles les prêts accordés seront remboursés et souhaite donc s’assurer que les sociétés en Belgique ne bénéficient pas d’un traitement plus favorable sur ce point que ce que les normes communautaires permettent.
De Europese Commissie heeft immers twijfels over de voorwaarden waaronder de toegestane leningen moeten terugbetaald worden. Ze wil er zich bijgevolg van vergewissen dat de in Belgie¨ gevestigde ondernemingen ter zake niet gunstiger behandeld worden dan wat de communautaire normen toelaten.
La Belgique accorde des prêts à des sociétés du secteur aéronautique pour leur permettre de participer à des programmes d’aviation civile. Les sociétés bénéficiaires ne sont tenues de rembourser les prêts que si les programmes de recherche et développement sont couronnés de succès.
Belgie¨ kent aan bedrijven uit de luchtvaartsector leningen toe om hen in staat te stellen aan burgerluchtvaartprogramma’s deel te nemen. De begunstigde ondernemingen moeten de leningen enkel terugbetalen indien de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s met succes worden bekroond.
Cependant, et c’est sur ce point que doute la Commission européenne, le régime d’aides de la Belgique ne prévoit pas de paiement d’intérêts, contrairement à ce qu’exigent les règles européennes. 1. L’E´tat belge, en attribuant ces prêts, estime-t-il que les investissements se révéleront inévitablement non rentables d’ou` la non fixation de taux d’intérêt de remboursement ?
De Belgische steunregeling voorziet echter niet in de betaling van interesten, hetgeen in tegenspraak is met de Europese regelgeving. De Europese Commissie heeft daar vragen bij.
2. Lorsque ce système a été mis en place, a-t-il été inspiré par un système similaire exploité chez un de nos voisins européens ?
2. Stond het systeem dat door een van onze buurlanden wordt gebruikt, model voor het systeem dat bij ons werd ingevoerd ?
3. Si la Commission européenne, lors de la conclusion de son enquête, déclare le système belge non-
3. Wat zullen de gevolgen zijn voor de bedrijven die die steun genoten hebben, indien de Europese
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
1. Gaat de Belgische overheid er bij het verlenen van leningen van uit dat de investeringen hoe dan ook onrendabel zullen zijn, wat meteen verklaart waarom er geen rentevoet voor de terugbetaling wordt vastgesteld ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30871
conforme à la réglementation communautaire, quelles seront les conséquences pour les entreprises qui auront bénéficié de ces aides dès lors que cette pratique serait considérée comme une entrave à la libre concurrence ?
Commissie in haar onderzoek tot de bevinding komt dat het Belgisch systeem strijdig is met de communautaire regelgeving ? In dat geval zal die praktijk immers als een inbreuk op de vrije mededinging worden beschouwd.
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2007, à la question no 111 de Mme Véronique Ghenne du 7 juillet 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 111 van mevrouw Véronique Ghenne van 7 juli 2006 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
1. Depuis le début des années 80, l’industrie aéronautique belge s’associe activement au développement de plusieurs avions Airbus. C’est surtout un appui considérable du pouvoir public par l’octroi d’avances récupérables aux entreprises produisant et livrant des pièces détachées pour avions qui a permis la participation industrielle belge au développement de ces avions civils. Les autorités fédérales soutiennent les entreprises aéronautiques en raison du potentiel économique présent et des conditions favorables pour encourager les firmes à se concentrer sur la production de pièces détachées pour avions. Cette production s’accompagne toutefois de risques industriels considérables, ce qui justifie une intervention de l’E´tat. Les autorités belges ont interprété les règles existantes de telle manière qu’un intérêt n’était pas obligatoire et ont soutenu les évolutions industrielles compte tenu de leur importance pour l’économie.
1. Sinds begin jaren 80 is de Belgische luchtvaartindustrie actief betrokken bij de ontwikkeling van verschillende Airbusvliegtuigen. Het is vooral dankzij de aanzienlijke steun vanwege de overheid via de toekenning van terugvorderbare voorschotten aan bedrijven die vliegtuigonderdelen produceren en leveren, dat de Belgische industrie¨le deelname aan deze burgervliegtuig mogelijk werd. De federale overheid verleent steun aan de luchtvaartbedrijven omdat gebleken is dat het economisch potentieel aanwezig is en de randvoorwaarden gunstig zijn om de bedrijven aan te moedigen zich toe te spitsen op de productie van vliegtuigonderdelen. Aan deze productie zijn echter ook grote industrie¨le risico’s verbonden, hetgeen een overheidstussenkomst verantwoord. De Belgische overheid heeft de bestaande regels zo geı¨nterpreteerd dat er geen interest verplicht was en heeft — gelet op het belang voor de economie — de industrie¨le ontwikkelingen gesteund.
2. En soi, le système belge n’est pas basé sur un exemple étranger. Chaque pays possède son propre régime d’intervention qui doit bien entendu être en conformité avec les règles et conventions européennes et internationales en vigueur, ce qui garantit une certaine uniformité entre les différents pays. Ayant toujours été un participant de la première heure aux programmes d’Airbus, les autorités belges ont acquis une expérience considérable en la matière, sans éprouver de difficultés.
2. Het Belgische systeem is op zich niet gebaseerd op een buitenlands voorbeeld. Elk land beschikt over een eigen tussenkomstregeling, die uiteraard conform moet zijn aan de geldende Europese en internationale regels en afspraken hetgeen een zekere uniformiteit garandeert tussen de verschillende landen. De Belgische overheid heeft als deelnemer van het eerste uur aan de Airbusprogramma’s een grote ervaring ter zake opgebouwd zonder daar ooit moeilijkheden door te hebben ondervonden.
3. Lors des négociations avec les entreprises belges, il a toujours été souligné que le régime d’aides belge devait être approuvé par la Commission européenne. Les contrats entre l’E´tat et les entreprises contiennent dès lors une clause permettant d’adapter les contrats en fonction de la décision définitive de l’Europe.
3. Tijdens de onderhandelingen met de Belgische bedrijven werd steeds beklemtoond dat de Belgische steunregeling dient goedgekeurd te worden door de Europese Commissie. In de contracten tussen de Staat en de bedrijven is dan ook een clausule voorzien die toelaat de contracten aan te passen op basis van de definitieve beslissing van Europa.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30872
DO 2005200608596
DO 2005200608596
Question no 114 de Mme Marie Nagy du 24 juillet 2006 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 114 van mevrouw Marie Nagy van 24 juli 2006 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Modernisation des établissements scientifiques fédéraux. — Réalisation du « Livre blanc ».
Modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen. — Uitvoering van het « Witboek ».
Le 5 juillet 2006, je vous interrogeais en commission de l’E´conomie sur la réalisation du « Livre blanc » pour la modernisation des établissements scientifiques fédéraux (ESF). Comme je vous l’ai dit à cette occasion, je souhaiterais avoir un tableau de réalisation et de mise en œuvre des 8 programmes d’actions du Livre blanc (question no 12175, Compte Rendu Intégral, Chambre, 2005-2006, commission de l’E´conomie, 5 juillet 2006, COM 1035, p. 14).
Op 5 juli 2006 ondervroeg ik u in de commissie voor het Bedrijfsleven naar de uitvoering van het « Witboek » voor de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI). Zoals ik toen al aangaf, zou ik graag een overzichtstabel krijgen met de stand van de uitvoering van de 8 actieprogramma’s van het Witboek (vraag nr. 12175, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw, 5 juli 2006, COM 1035, blz. 14).
1. Pour chacun des 8 programmes d’actions je souhaiterais, d’une part, savoir ce qui a été réalisé et ce qui est terminé.
1. Welke actiepunten werden er al gerealiseerd voor elk van de 8 actieprogramma’s, en wat is er intussen helemaal ten uitvoer gelegd ?
2. D’autre part, pour ce qui reste à faire, je souhaiterais disposer d’un tableau récapitulatif qui reprenne pour chaque programme, les actions à réaliser, la programmation pluriannuelle prévue, le couˆt estimé et la source de financement envisagée. Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 114 de Mme Marie Nagy du 24 juillet 2006 (Fr.) :
2. Kan u mij een samenvattende tabel bezorgen met daarin voor elk actieprogramma de resterende actiepunten, de vooropgestelde meerjarenplanning, een kostenraming en de geldbron waarmee een en ander gefinancierd zou worden ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
Finalisé, en mai 2002, à l’initiative de MM. Charles Picqué et Yvan Ylieff, par les chefs d’établissements d’alors, le Livre blanc « Horizon 2005 » pour la modernisation des établissements scientifiques fédéraux (ESF), placés sous l’autorité du ministre de la Politique scientifique, décrit un cadre général et définit un certain nombre de programmes d’action afin de donner un nouvel élan au processus de modernisation des ESF entamé depuis 1999.
Het Witboek « Horizon 2005 » voor de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI’s) die onder het gezag staan van de minister van Wetenschapsbeleid dat in mei 2002 op initiatief van de heren Charles Picqué en Yvan Ylieff door de toenmalige instellingshoofden werd gefinaliseerd, heeft een algemeen kader uitgetekend en een aantal actieprogramma’s gedefinieerd om het sinds 1999 aangevatte moderniseringsproces van de FWI een nieuw elan te geven.
Le précédent gouvernement a pris acte de cette initiative mais n’a pas vraiment déterminé son coût budgétaire.
De vorige regering heeft akte genomen van dit initiatief maar het budgettaire prijskaartje niet echt ingevuld.
Le président du SPP Politique scientifique comme les nouveaux directeurs généraux des ESF ont rédigé un plan de management et un plan opérationnel, notamment inspirés des recommandations du Livre blanc, reprises également dans la déclaration gouvernemen-
Zowel de voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid als de nieuwe algemeen directeurs van de FWI’s hebben een managementplan en een operationeel plan opgesteld in het bijzonder geı¨nspireerd door de aanbevelingen van het Witboek die tevens opgenomen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 114 van mevrouw Marie Nagy van 24 juli 2006 (Fr.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30873
tale et dans mes propres déclarations sur mes priorités politiques.
werden in de regeringsverklaring en mijn beleidsverklaringen en -prioriteiten.
Le Comité de direction a été élargi aux 10 managers chargés de la direction des 10 ESF, afin de rendre possible la concrétisation d’une politique plus coordonnée.
Het directiecomité is uitgebreid met de 10 managers die belast zijn met de leiding van de 10 FWI. Dit moet mogelijk maken een meer geı¨ntegreerd beleid te voeren.
Ainsi, depuis 2005, un plan commun annuel de personnel est rédigé pour l’ensemble de la Politique scientifique fédérale.
Zo wordt vanaf 2005 een gezamenlijk jaarlijks personeelsplan voor het gehele federale wetenschapsbeleid opgesteld.
Les réformes des réglementations concernant la gestion des ESF et le statut du personnel entrent dans leur phase finale en matière de controˆle administratif et budgétaire.
De hervormingen van de regelgevingen inzake het statuut het beheer van de FWI’s en het statuut van het personeel zitten in de finale fase op het vlak van de administratieve en begrotingscontrole.
La réforme des organes de gestion et des structures de gestion des ESF est également inscrite dans les textes réglementaires mentionnés ci-dessus. Elle prévoit entre autres choses le regroupement des compétences de la commission de gestion et du Conseil scientifique en un seul nouveau Conseil stratégique et le remplacement des sections et des départements actuels par des directions opérationnelles.
De hervorming van de beheersorganen en beheersstructuren van de FWI’s die eveneens in de hiervoor vermelde regelgevende teksten wordt doorgevoerd, voorziet onder meer in het samenvoegen van de bevoegdheden van de Beheerscommissie en van de Wetenschappelijke Raad in één enkel nieuw beleidsorgaan, de Beleidsraad en in de vervanging van de huidige departementen en afdelingen door operationele directies.
Sur le plan budgétaire, j’ai pu faire procéder, à partir de 2007, à un refinancement récurrent pour la plupart des besoins urgents des ESF, avec une provision de 3 millions d’euros par an.
Op budgettair vlak heb ik vanaf 2007 een récurrente financiering voor de meest dringende behoeften van de FWI’s voorzien, met een voorlopig bedrag van 3 miljoen euro per jaar.
4,6 millions d’euros supplémentaires sont prévus pour des projets de valorisation du savoir-faire scientifique des ESF. Le Gouvernement démontre de cette façon qu’il prend ses responsabilités pour ancrer solidement au fédéral l’avenir de ces établissements. Avec l’indexation éventuelle, l’augmentation de la dotation se chiffre à environ 9 %.
Bijkomend 4,6 miljoen euro zullen worden vrijgemaakt voor projecten ter valorisering van de wetenschappelijke know-how van de FWI’s. Hierdoor toont de regering aan dat zij haar verantwoordelijkheden opneemt om deze instellingen duurzaam federaal te verankeren. Samen met de gebeurlijke indexering is dit een stijging van de dotatie met ongeveer 9 %.
En ce qui concerne plus particulièrement les travaux d’infrastructure, en partenariat avec la Régie des baˆtiments, d’importantes étapes seront franchies en 2007. Ainsi la première phase de rénovation de l’aile Janlet de l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique sera terminée fin 2007 et la plupart des grandes prestigieuses salles de ses collections permanentes seront rouvertes.
Meer in het bijzonder met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van infrastructuur, zullen in samenwerking met de Regie der Gebouwen in 2007 belangrijke stappen worden gezet. Zo zal eind 2007 de eerste fase van de renovatie van de Janletvleugel van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen voltooid zijn en worden de grootse en meest prestigieuze zalen van de permanente collecties heropend.
De même, le plan de rénovation de Musée royal d’Afrique centrale est enfin lancé et les Musées Royaux des Beaux-Arts ont vu se terminer la première partie de la phase IV de rénovation du Musée d’Art Ancien. C’est 6,2 millions euros que la Régie des Baˆtiments a pu dégager pour notamment améliorer l’accueil des visiteurs, en ce compris, les personnes à mobilité réduite, améliorer la communication auprès du public par la mise en place d’espaces à vocation pédagogique et éducative et étendre l’espace « Exposition ». De nouvelles dispositions de collabora-
Ook het renovatieplan van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika werd eindelijk opgestart en in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten werd het eerste gedeelte van de IVde renovatiefase van het Museum voor Oude Kunst voltooid. De Regie der Gebouwen heeft 6,2 miljoen euro vrijgemaakt om het onthaal van de bezoekers te verbeteren, met inbegrip van de personen met een beperkte mobiliteit, de communicatie met het publiek te verbeteren aan de hand van voorzieningen met een pedagogische of educatieve inslag en de uitbreiding van de ruimte
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30874
tion ont notamment été mises au point avec la Régie des Baˆtiments pour impliquer plus étroitement les ESF lors de l’élaboration de son planning d’investissement.
bestemd voor de tentoonstellingen. Met de Regie der Gebouwen worden andere nieuwe bepalingen voor een samenwerking op punt gesteld die de FWI’s nauwer moet betrekken bij het uitwerken van de investeringsplanning van de Regie.
Enfin, le Conseil des ministres du 16 février 2007 a pris 4 décisions importantes en ce qui concerne les Archives des dépoˆts de Bruges, Gand, Namur et Tournai. Ainsi pour les Archives du dépoˆt de Bruges il a été décidé de procéder à un marché de promotion comprenant les études et la construction d’un nouveau baˆtiment sur le site de Predikheren. Pour Gand, les Archives seront relogées à Bagattenstraat. Les Archives du dépoˆt de Namur seront relogées dans le cadre d’une location ou d’un marché de promotion contenant une proposition d’achat. De même, les Archives du dépoˆt de Tournai seront relogées dans l’ancien site Casterman.
Ten slotte, op 16 februari 2007 nam de Ministerraad 4 belangrijke beslissingen voor de archiefdepots te Brugge, Gent, Namen en Doornik. In Brugge wordt beroep gedaan op de procedure van de promotieopdracht voor de studies en voor de oprichting van een nieuw gebouw op de site van de Predikheren. In Gent wordt het archief in de Bagattenstraat gehuisvest. Het rijksarchief te Namen zal worden overgeplaatst in het kader van een huurcontract of van een promotieopdracht met aankoopvoorstel. Ook te Doornik zal het archief een nieuwe huisvesting krijgen op de oude site van Casterman.
On peut ainsi estimer l’effort de la Régie des Baˆtiments en faveur des ESF à plus de 150 millions euros.
De inspanning van de Regie der Gebouwen ten gunste van de FWI’s kan aldus worden geschat op meer dan 150 miljoen euro.
Enfin, pour ce qui est de l’énorme chantier de digitalisation des collections et du patrimoine culturel et scientifique, je renvoie l’honorable membre à la réponse que j’ai faite à sa récente question orale. Je puis seulement rappeler qu’après des années d’études et de travail préparatoire, la première phase (20052008) du plan de digitalisation est lancée. Pas moins de 17 millions d’euros sont ainsi ajoutés aux efforts déjà fournis par les établissements eux-mêmes. Cette phase comprend 9 projets coopératifs prioritaires pour lesquels, en plus des moyens libérés par les établissements, 2,2 millions d’euros ont été ordonnancés en 2005 et 4,3 millions de 2006 à 2008. Pour cette même période, l’effort financier des ESF et de la Cinémathèque s’élèvera à environ 30 millions d’euros.
Wat ten slotte het enorme werk voor de digitalisering van de collecties en van het cultureel en wetenschappelijk patrimonium betreft, verwijs ik het geachte lid naar mijn antwoord op haar recente mondelinge vraag en kan ik enkel herhalen dat, na jaren van voorbereidend studiewerk, de eerste fase (2005-2008) van het digitaliseringsplan werd gelanceerd waarbij niet minder dan 17 miljoen euro worden toegevoegd aan de inspanningen die de instellingen zelf reeds leveren. Deze fase omvat 9 prioritaire samenwerkingsprojecten waarvoor bovenop de middelen vrijgemaakt door de instellingen in 2005 2,2 miljoen euro en van 2006 tot 2008 4,3 miljoen euro worden geordonnanceerd. Over dezelfde periode zal de financie¨le inspanning van de FWI en de Cinematheek ongeveer 30 miljoen euro bedragen.
Un partenariat public-privé est également prévu afin d’augmenter les moyens disponibles pour réaliser ce chantier d’envergure.
Ook een publiek-private samenwerking werd voorzien om de nodige middelen te verhogen die nodig zijn om dit grote werk te realiseren.
DO 2005200608668
DO 2005200608668
Question no 116 de Mme Ingrid Meeus du 10 août 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 116 van mevrouw Ingrid Meeus van 10 augustus 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Dispense de versement du précompte professionnel sur les rémunérations des chercheurs.
Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing op de lonen van onderzoekers.
Depuis l’année académique 2003-2004, les universités, les hautes écoles, le « Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek — Vlaanderen » et le Fonds de la
Sedert het academiejaar 2003-2004 zijn universiteiten, hogescholen, het Fonds voor Wetenschappelij Onderzoek — Vlaanderen en het « Fonds de la
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30875
Recherche scientifique sont dispensés, à hauteur de la moitié, du paiement du précompte professionnel sur les rémunérations de leurs chercheurs scientifiques. Cette dispense visait à promouvoir le recrutement de scientifiques et la recherche en général. Cette dispense partielle de versement du précompte professionnel sur les rémunérations des chercheurs est en vigueur depuis plus d’un an. Quoique la loi n’ait pas imposé d’obligations en matière d’utilisation des moyens dégagés, elle avait incontestablement pour but de stimuler le recrutement de chercheurs scientifiques.
Recherche Scientifique » voor de helft vrijgesteld van betaling van bedrijfsvoorheffing op de lonen van hun wetenschappelijke onderzoekers. De maatregel was bedoeld om de rekrutering van wetenschappers — en het onderzoek in het algemeen — te stimuleren. De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing op de lonen van onderzoekers is nu sedert ruim een jaar van kracht. Niettegenstaande de wet geen verplichtingen oplegde inzake de aanwending van de vrijgekomen middelen, was ze onbetwistbaar bedoeld als stimulans voor de tewerkstelling van wetenschappelijke onderzoekers.
En réponse à ma question écrite de juin 2005, vous avez déclaré qu’un aperçu plus précis et plus clair des effets de cette mesure serait disponible à la fin de 2005. (Question no72 du 27 juin 2005 de la députée Ingrid Meeus, Questions et Réponses, 2004-2005, no 89, p. 15692.)
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van juni 2005 stelde u dat een « accurater en duidelijker effect van deze maatregel » op het eind van 2005 beschikbaar zou zijn. (Vraag nr. 72 van vollksvertegewoordiger Ingrid Meeus van 27 juni 2005, Vragen en Antwoorden, 2004-2005, nr 89, blz. 15692.)
1. a) Quels effets exacts cette mesure a-t-elle eus précisément ? ` quel pourcentage de projets de recherche suppléb) A mentaires cette mesure a-t-elle abouti ?
1. a) Welke zijn de acurate en duidelijke effecten van deze maatregel ?
2. Avez-vous une idée du nombre d’emplois supplémentaires de chercheur scientifique que cette mesure a permis de créer ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 116 de Mme Ingrid Meeus du 10 août 2006 (N.) :
2. Heeft u er een zicht op hoeveel extra banen voor wetenschappelijke onderzoekers dit gecree¨erd heeft ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
Au 31 décembre 2005, la mesure relative à la dispense partielle du précompte professionnel aux universités et aux fonds de recherche a conduit au recrutement de chercheurs supplémentaires dont le nombre est repris ci-dessous :
Op 31 december 2005 heeft de maatregel betreffende gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing aan de universiteiten, de hogescholen en de onderzoeksfondsen tot de hieronder opgesomde aantallen bijkomende onderzoekers geleid :
b) Tot hoeveel percentage meer onderzoeksprojecten heeft deze maatregel geleid ?
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 116 van mevrouw Ingrid Meeus van 10 augustus 2006 (N.) :
prédoctoral — predoctoraal FNRS ......................................................................................... FWO-Vlaanderen ....................................................................... Universiteit Antwerpen .............................................................. KU Brussel ................................................................................. Universiteit Gent ........................................................................ KU Leuven ................................................................................. VUB ........................................................................................... Universiteit Hasselt .................................................................... Université de Liège .................................................................... UCL ........................................................................................... UMH .........................................................................................
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
postdoctoral — postdoctoraal
24 — — 5,83 — 75 6 11,76
30 40 — 4,84 74,5 1,1 3 2,89 45
19 6
2007
— 4
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30876
prédoctoral — predoctoraal FPMS ......................................................................................... FUCaM ...................................................................................... Notre-Dame DLP Namur .......................................................... FUSL ......................................................................................... FUSAGx .................................................................................... ULB ...........................................................................................
postdoctoral — postdoctoraal
8 1,75 11,21 2,9 —
— — — — — 8,5
Il est à remarquer que certaines universités investissent les moyens dégagés avec quelque délai, c’est-àdire lorsque le montant du précompte professionnel épargné devient assez substantiel.
Het weze opgemerkt dat bepaalde universiteiten de vrijgekomen middelen met enige uitstel investeren, namelijk tot het bedrag van de uitgespaarde bedrijfsvoorheffing substantieel genoeg is.
Parallèlement au recrutement de chercheurs, quelques universités utilisent également cette mesure pour, par exemple, investir dans l’infrastructure de la recherche.
Naast de tewerkstelling van onderzoekers, wordt de maatregel door sommige universiteiten ook gebruikt voor bijvoorbeeld investering in onderzoeksinfrastructuur.
Par contre, la mesure ne vise pas à organiser des recherches autour de thèmes bien déterminés.
Daarentegen beoogt de maatregel geen onderzoek rond welbepaalde thema’s te organiseren.
Enfin, les hautes écoles ne sont pas reprises dans ce tour d’horizon car la mesure ne donne chez elles qu’un effet assez limité.
Tot slot de hogescholen zijn in dit overzicht niet opgenomen omdat de maatregel slechts een vrij beperkt effect bij hen ressorteert.
DO 2005200608740
DO 2005200608740
Question no 118 de Mme Simonne Creyf du 28 août 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 118 van mevrouw Simonne Creyf van 28 augustus 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Numérisation d’archives.
Digitalisering van archieven.
Plusieurs médias se sont fait l’écho de votre décision de dégager un montant de 2 millions d’euros pour la numérisation de la Cinémathèque royale de Belgique. Cette somme servirait à rémunérer un certain nombre d’entreprises externes chargées de procéder à cette numérisation et à financer la formation de personnel spécialisé interne. La numérisation d’archives est un enjeu de première importance si l’on veut éviter qu’un abondant matériel historique ne disparaisse pour toujours. C’est également le cas pour le riche patrimoine cinématographique belge. En numérisant ses archives, la Cinémathèque royale veut par ailleurs également laisser la porte ouverte aux évolutions futures, qui pourraient permettre aux personnes intéressées de consulter les images de leur choix depuis leur fauteuil.
Via een aantal media vernamen we dat u 2 miljoen euro uittrekt voor de digitalisering van het Belgisch Filmarchief. Het geld moet blijkbaar dienen om externe bedrijven die zich bezig houden met deze digitalisering te betalen en gespecialiseerd eigen personeel op te leiden. De digitalisering van archieven is een uiterst belangrijke aangelegenheid wil men vermijden dat heel wat historisch materiaal onherroepelijk verloren gaat. Hetzelfde geldt voor ons rijk Belgisch Filmpatrimonium. Via de digitalisering wil het Filmarchief trouwens ook de poort openhouden voor evoluties waarbij geı¨nteresseerden van thuis uit de mogelijkheid krijgen de beelden van hun keuze op te vragen en te bekijken.
1. Quel montant global le budget du SPP Politique scientifique prévoit-il pour l’ensemble des projets de numérisation ?
1. Hoeveel bedraagt het totaal budget dat vanuit de begroting van de POD Wetenschapsbeleid voorzien is voor alle digitaliseringsprojecten samen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30877
2. ` quels projetsprécis ce montant est-il affecté ? a) A
2. a) Welke projecten, bestemmingen worden door dit budget precies gefinancierd ?
3. a) De quelle manière le budget global est-il réparti entre les différents projets ?
3. a) Hoe wordt het globaal budget verdeeld over al deze projecten afzonderlijk ?
b) De quel montant exact chaque projet pourra-t-il bénéficier ?
b) Hoeveel krijgt elk project exact ?
4. Qu’en est-il de l’évolution du budget global affecté à la numérisation de 2000 à ce jour et quelle a été l’évolution des montants affectés aux différents projets depuis la même année ?
4. Wat is de evolutie van het globaal budget voor digitalisering sinds 2000 tot nu en wat is de evolutie van het budget voor de afzonderlijke projecten sinds diezelfde datum ?
5. La somme de 75 millions d’euros destinée à la numérisation du patrimoine scientifique et culturel a-telle déjà été versée ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 118 de Mme Simonne Creyf du 28 août 2006 (N.) :
5. Is de beloofde 75 miljoen euro voor de digitalisering van het federaal wetenschappelijk en cultureel erfgoed reeds gestort ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponseà sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
1. Le coût de la numérisation intégrale du patrimoine documentaire, artistique et scientifique est évalué à 575 millions d’euros. La Politique scientifique fédérale a determineren concertation avec les établissements scientifiques fédéraux (ESF), une soixantaine de projets prioritaires, et a dégagé un scénario de base de l’ordre de 150 millions d’euros portant sur une durée de dix ans.
1. De kosten voor de volledige digitalisering van het documentair, artistiek en wetenschappelijk patrimonium worden op 575 miljoen euro geraamd. In samenspraak met de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) heeft het Federaal Wetenschapsbeleid een zestigtal prioritaire projecten vastgelegd en een basisscenario van 150 miljoen euro uitgetekend dat over tien jaar loopt.
Le Conseil des ministres a approuvé,en avril 2004, le principe de ce plan décernai. Ce dernier bénéficie, par an, d’un budget de 4,3 millions d’euros, à charge de la Politique scientifique fédérale et d’une contribution annuelle des ESF de 3 millions d’euros provenant de leurs fonds propres. Ces deux sources de financement couvrent donc près de la moitié du budget (73 millions d’euros) du scénario de base, élaboré par le SPP.
De Ministerraad heeft, in april 2004, het principe van dit tienjarenplan goedgekeurd. Hiervoor is per jaar een budget van 4,3 miljoen euro ten laste van het Federaal Wetenschapsbeleid uitgetrokken en is er een jaarlijkse bijdrage van 3 miljoen euro uit de eigen middelen van de FWI’s. Deze twee financieringsbronnen samen dekken bijna de helft van het budget (73 miljoen euro) van het basisscenario dat de POD heeft uitgewerkt.
Lancée il y a un an, la première phase du plan (20052008) mobilise, outre les 3 millions d’euros par an des ESF, comme indiqué ci-dessus, 17 millions d’euros imputables sur l’allocation de base 60 11 12 51 « Dépenses liées aux contrats, conventions et mandats relatifs aux programmes et actions dans le cadre national » du budget de la Politique scientifique fédérale.
De eerste fase van het plan (2005-2008) is een jaar geleden van start gegaan en is, naast de hierboven vermelde 3 miljoen per jaar van de FWI’s, goed voor 17 miljoen euro die op rekening komen van de basisallocatie 60 11 12 51 « Uitgaven verbonden aan de contracten, overeenkomsten en mandaten met betrekking tot de O&O-programma’s en -acties op nationaal vlak » in de begroting van het Federaal Wetenschapsbeleid.
Ce double financement entre dans le cadre du plan de numérisation des collections des ESF et de la Cinémathèque royale de Belgique dont la dotation publique relève également de la Politique scientifique fédérale. Ces institutions ont défini leurs attentes en
Deze tweevoudige financiering is onderdeel van het plan voor de digitalisering van de collecties van de FWI’s en van het Koninklijk Filmarchief van Belgie¨ waarvan de overheidsdotatie eveneens onder het Federaal Wetenschapsbeleid ressorteert. Deze instellingen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 118 van mevrouw Simonne Creyf van 28 augustus 2006 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30878
matière de digitalisation, en établisant deux critères principaux de sélection découlant de leurs missions, à savoir : la qualité intrinsèque des collections (état, valeur patrimoniale, intérêt historique et/ou scientifique, ...) et les besoins des différentes catégories d’usagers (le type d’usage et le niveau de consultation).
hebben aangegeven wat zij van de digitalisering verwachten via twee grote selectiecriteria die voortvloeien uit hun opdrachten, namelijk de intrinsieke kwaliteit van de collecties (staat, patrimoniumwaarde, historisch en/of wetenschappelijk belang, ...) en de behoeften van de verschillende categoriee¨n van gebruikers (het soort van gebruik en het raadplegingsniveau).
2. Neuf projets coopératifs prioritaires ont abouti à partir de ce niveau de définition. Il s’agit de :
2. Dit leverde de volgende negen prioritaire samenwerkingsprojecten op :
(1) Catalogues informatisé des bibliothèques des ESF et de la Cinémathèque royale de Belgique;
(1) Geı¨nformatiseerde catalogi van de bibliotheken van de FWI’s en het Koninklijk Belgisch Filmarchief;
(2) Numérisation de journaux et coupures de presse (Bibliothèque royale de Belgique — CEGES — Cinémathèque royale de Belgique);
(2) Digitalisering van kranten en persknipsels (Koninklijke Bibliotheek van Belgie¨ — SOMA — Koninklijk Belgisch Filmarchief);
(3) Copies numériques de documents;
(3) Digitale kopiee¨n van documenten;
(4) Bases de données d’objets de collections artistique et historiques;
(4) Databanken van objecten uit kunst- en historische collecties;
(5) Catalogues et banque de données de collections scientifiques;
(5) Catalogi en databank van wetenschappelijke collecties;
(6) Banque de données d’observations climatologiques manuscrites (IRM — IASB);
(6) Databank van geschreven klimatologische observaties (KMI — BIRA);
(7) Numérisation de plaques photographiques;
(7) Digitalisering van fotografische platen;
(8) Scannage de photos et d’autres objets;
(8) Scanning van foto’s en andere objecten;
(9) Scannage de matériel audiovisuel (MRAH).
(9) Scanning van audiovisueel materiaal (KMKG).
3. a) Les 17 millions d’euros de la Politique scientifique fédérée sont ventilés entre les neuf projets, à hauteur de 2,2 millions d’euros pour 2005 et de 4,3 millions d’euros annuels pour les années 2006 à 2008.
3. a) Van de 17 miljoen euro van het Federaal Wetenschapsbeleid zijn 2,2 miljoen euro voor 2005 en 4,3 miljoen euro voor de jaren 2006 en 2008 over de negen projecten verdeeld.
b) Le budget est réparti entre les différents projets de la manière suivante :
b) Het budget is als volgt over de verschillende projecten verdeeld :
Des 17 millions d’euros prévus pour l’ensemble des projets, on constate, en regard de ce tableau, qu’il reste 1,9 million d’euros non distribués Ce solde de réserve ne pourra être engagé qu’en 2008, après une décision du Comité de direction de la Politique scientifique fédérale.
Uit deze tabel blijkt dat van de 17 miljoen euro die is uitgetrokken voor de gezamenlijke projecten, 1,9 miljoen nog niet is verdeeld. Dit resterende saldo kan echter pas in 2008 worden vastgelegd na een beslissing van het directiecomité van het Federaal Wetenschapsbeleid.
4. Avant la mise en œuvre d’un plan coordonné de digitalisation, les ESF finançaient, sur leurs fonds propres, différentes mesures portant sur le transfert des collections et des données sur support numérique, ainsi que leur accessibilité par voie électronique, en ligne et hors ligne. Par ailleurs, le Programme pluriannuel de soutien au développement de la société de l’information (2001-2007), adopté par le Conseil des ministres en juillet 2000, leur a également permis de soutenir plusieurs projets de recherche et d’innovation en matière de numérisation.
4. De FWI’s financierden, vo´o´r een gecoo¨rdineerd digitaliseringsplan in de steigers werd gezet, met eigen middelen verschillende maatregelen die erop gericht waren collecties en gegevens op digitale drager over te zetten en ze on- en offline elektronisch toegankelijk te maken. Dankzij het Meerjarenplan voor de ondersteuning van de uitbouw van de informatiemaatschappij (2001-2007), dat de Ministerraad in juli 2000 goedkeurde, konden zij overigens ook verscheidene onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het gebied van de digitalisering ondersteunen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30879
Suite au Livre blanc pour la modernisation des ESF, la Politique scientifique fédérale a lancé, en 2002, un appel d’offres pour identifier les besoins, les acquis et les priorité à dix ans dans le domaine de la digitalisation des collections. Les moyens nécessaires à l’inventoriage et à la numérisation des pièces menacées étaient estimé à 3,8 millions d’euros récurrents Un montant complémentaire de 9 millions d’euros par an état jugé nécessaire afin de donner l’ampleur voulue aux actions de numérisation des contenus et des accès.
Ten gevolge van het Witboek voor de modernisering van de FWI’s, schreef het Federaal Wetenschapsbeleid in 2002 een offerteaan vraag uit om de behoeften, verworvenheden en prioriteiten op tien jaar te identificeren op het gebied van de digitalisering van de collecties. De middelen die nodig zijn om de bedreigde stukken te inventariseren en digitaliseren, werden op 3,8 miljoen recurrente euro geraamd. Om de acties voor de digitalisering van de inhouden en de toegangen de gewenste omvang te geven, werd daarbovenop een bedrag van 9 miljoen euro per jaar noodzakelijk geacht.
Une étude complémentaire visant à préciser la faisabilité d’un plan de numérisation décennal a été exécuté au cours du deuxième semestre 2004.
In de loop van de tweede helft van 2004 werd een aanvullende studie verricht met het doel te bepalen of een tienjarig digitaliseringsplan uitvoerbaar is.
5. La Politique scientifique fédérale et ses composantes (les ESF) contribuent à la numérisation du patrimoine scientifique et culturel selon le scénario décrit au point 1. Pour les 75 millions restants, un partenariat public-privé est envisagé. Un cahier des charges sera rédigé à cet égard et, les procédures de marché public ad hoc seront lancées.
5. Het Federaal Wetenschapsbeleid en zijn componenten (de FWI’s) dragen volgens het in punt 1 beschreven scenario bij aan de digitalisering van het wetenschappelijk en cultureel patrimonium. Voor de resterende 75 miljoen wordt aan een publiek-privaat partnerschap gedacht. Er zal hiervoor een bestek worden opgesteld en de nodige procedures voor een overheidsopdracht zullen worden in gang gezet.
DO 2006200709430
DO 2006200709430
Question no 124 de M. Staf Neel du 21 décembre 2006 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 124 van de heer Staf Neel van 21 december 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Services publics fédéraux. — Personnel. — Indemnités et acquis. — Report.
Federale overheidsdiensten. — Personeel. — Vergoedingen en verworvenheden. — Uitstel.
Les médias se sont largement fait l’echo du paiement tardif par les pouvoirs publics fédéraux de factures relatives à des biens et des services, causant ainsi la faillite d’un certain nombre d’indépendants.
De pers heeft vol gestaan van middenstanders die failliet gingen door het niet tijdig betalen van goederen en diensten door de federale overheid.
Il s’agit d’un principe pour ainsi dire inhérent au budget fédéral et à en croire les ministres compétents, ils veilleraient désormais à ce que les factures soient payées dans les délais.
Dit is een bijna ingebakken principe in de federale begroting en als wij de bevoegde ministers mogen geloven, zouden zij nu werk maken van tijdige betaling.
Ce report systématique de paiements concernerait apparemment aussi les agents des différents services publics fédéraux (SPF) au sein desquels certains acquis et des accords conclus avec les syndicats dans le cadre de CCT et de protocoles n’ont pas été pris en compte en temps opportun, entraıˆnant des retards de paiement.
Blijkbaar wordt dit principe van het verschuiven in de tijd ook toegepast op het personeel van de verschillende federale overheidsdiensten (FOD’s) waar een aantal verworvenheden en afspraken via CAO’s en protocols met de vakbonden eveneens niet tijdig zouden uitgevoerd worden en alzo het personeel moet wachten op uitbetaling.
1. De quels acquis et indemnités le personnel n’a-til toujours pas pu bénéficier ?
1. Welke vergoedingen en verworvenheden werden tot op heden nog niet aan het personeel uitbetaald ?
2. Pourriez-vous par ailleurs me fournir une liste de toutes les indemnités auxquelles les membres du personnel des différents SPF peuvent prétendre ?
2. Tevens verkreeg ik graag een lijst van al de vergoedingen waarop het personeel aanspraak kan maken en dit voor de verschillende FOD’s.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30880
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 124 de M. Staf Neel du 21 décembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 124 van de heer Staf Neel van 21 december 2006 (N.) :
1. Au sein du SPP Politique scientifique, le personnel n’a pas toujours pu bénéficier d’indemnités pour bicyclette uniquement. Ceci concerne des montants plutoˆt de faible importance.
1. Binnen de POD Wetenschapsbeleid werden enkel de fietsvergoedingen aan het personeel niet tijdig uitbetaald. Het betreft hier wel bedragen van eerde geringe omvang.
2. Il n’y a pas d’autres indemnités que celles qui sont accordées en exécution de la réglementation générale de la fonction publique fédérale.
2. Er bestaan geen andere vergoedingen dan deze die werden toegekend in uitvoering van de algemene reglementering van het federaal openbaar ambt.
DO 2006200709520
DO 2006200709520
Question no 126 de M. Jan Mortelmans du 11 janvier 2007 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 126 van de heer Jan Mortelmans van 11 januari 2007 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Inspection linguistique. — Inspection dans l’enseignement. — Avis des ministres communautaires.
Taalinspectie. — Taaltoezicht in het onderwijs. — Advies gemeenschapsministers.
En réponse à la question écrite no 86 du 14 novembre 2005 posée par M. De Groote, vous avez déclaré qu’afin de pouvoir organiser de façon optimale l’inspection linguistique dans l’enseignement, un accord de coopération avait été prévu entre les autorités fédérales et les communautés, dans le cadre des accords dits de la Saint-E´loi. Un projet de texte aurait été soumis aux ministres fédéraux compétents afin de parvenir à un consensus, après quoi l’avis des ministres communautaires compétents serait sollicité (Questions et réponses, Chambre, 2005-2006, no 105, p. 19374).
In uw antwoord op de schriftelijke vraag nr. 86 van 14 november 2005 van de heer De Groote stelt u dat om het taaltoezicht in het onderwijs optimaal te kunnen organsieren, in het kader van de zogenaamde Sint-Elooisakkoorden, een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen in het vooruitzicht werd gesteld. Hierover zou aan de bevoegde federale ministers een ontwerptekst zijn voorgelegd met de bedoeling tot een consensus te komen. Op dat ogenblik zou het advies van de bevoegde gemeenschapsministers gevraagd worden (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 105, blz. 19374).
1. A-t-on abouti à un consensus avec les ministres fédéraux compétents à propos du projet de texte ?
1. Kan u meedelen of die consensus over de ontwerptekst met de bevoegde federale ministers reeds werd bereikt ?
2. Dans la négative, quelles sont les pierres d’achoppement ?
2. Zo neen, waar doen zich dan de problemen voor ?
3. Dans l’affirmative, quand l’avis des ministres communautaires sera-t-il sollicité ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 mars 2007, à la question no 126 de M. Jan Mortelmans du 11 janvier 2007 (N.) :
3. Zo ja, wanneer wordt dan het advies van de gemeenschapsministers gevraagd ?
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question :
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden :
Comme prévu, j’ai élaboré un projet d’accord de coopération entre l’E´tat fédéral et les communautés afin d’organiser de façon optimale le controˆle linguistique dans l’enseignement. Le texte a été transmis au
Zoals voorzien, heb ik een ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gemeenschappen opgesteld teneinde het taaltoezicht in het onderwijs optimaal te kunnen organiseren. De
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 126 van de heer Jan Mortelmans van 11 januari 2007 (N.) :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30881
ministre Demotte également compétent en la matière. La concertation se poursuit toujours actuellement.
tekst werd overgemaakt aan collega Demotte die eveneens bevoegd is in de materie. Het overleg is momenteel nog aan de gang.
DO 2006200709526
DO 2006200709526
Question no 127 de M. Stijn Bex du 12 janvier 2007 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 127 van de heer Stijn Bex van 12 januari 2007 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Tarif étudiant dans les musées fédéraux.
Studententarief in de federale musea.
De nombreux étudiants de l’enseignement supérieur sont amenés à visiter des musées dans le cadre de leur formation afin d’y étudier des pièces intéressantes. Un nombre considérable de papiers, d’articles scientifiques ou d’études diverses réalisés par les étudiants sont fondés sur des œuvres d’art, des collections historiques ou des expositions. Il est préférable de pouvoir les examiner en situation réelle, étant donné que la confrontation avec les objets réels est plus enrichissante qu’une impression superficielle créée par des supports didactiques audiovisuels lors des cours. Les étudiants en sciences artistiques, en archéologie et en histoire se trouvent plus particulièrement dans cette situation. Dans l’intérêt de la gratuité de l’enseignement, il serait utile d’introduire des tarifs avantageux pour les étudiants.
Heel wat studenten uit het hoger onderwijs dienen in het kader van hun opleiding musea te bezoeken om interessante stukken te bestuderen. Heel wat kunstwerken, historische collecties of tentoonstellingen liggen immers aan de basis van talrijke papers, wetenschappelijke artikels en ander onderzoek door studenten. Deze worden het best in realiteit bestudeerd aangezien de confrontatie met de eigenlijke voorwerpen zoveel meer biedt dan een vluchtige indruk die ervan wordt opgeroepen via didactische audiovisuele hulpmiddelen tijdens colleges. Vooral studenten kunstwetenschappen, archeologie en geschiedenis bevinden zich in die situatie. In het belang van kosteloos onderwijs, zijn er dus best voordelige studententarieven.
1. a) Pourriez-vous me faire savoir si tous les musées fédéraux appliquent un tarif étudiant ?
1. a) Kan u meedelen of er in alle federale musea een studentarief bestaat ?
b) Dans l’affirmative, quel est ce tarif par rapport au prix normal pour un visiteur adulte ?
b) Zo ja, hoeveel bedraagt dit tegenover de normale prijs voor een volwassen bezoeker ?
2. Eˆtes-vous favorable à ce que certaines catégories d’étudiants puissent visiter gratuitement les musées ?
2. Bent u voorstander van gratis museumbezoek voor bepaalde categoriee¨n van studenten ?
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2007, à la question no 127 de M. Stijn Bex du 12 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2007, op de vraag nr. 127 van de heer Stijn Bex van 12 januari 2007 (N.) :
Il existe pour chaque musée fédéral sauf pour l’ISCNB un tarif étudiant pour les collections permanentes et les collections temporaires. Pour l’IRSCNB, le tarif étudiant n’existe que pour les collections permanentes
Er bestaat voor elk federaal museum behalve het KBIN een studententarief voor de permanente en tijdelijke tentoonstellingen. Wat het KBIN betreft, bestaat er alleen maar een studententarief voor de permanente tentoonstellingen.
Les prix sont les suivants :
De prijzen zijn de volgende :
— MRAC : Pour les collections permanentes le tarif étudiant s’élève à 1,5 euro contre 4 euros pour un adulte. Pour les collections temporaires le tarif étudiant est de 3,5 euros contre 6 euros pour un adulte.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
— KMMA : het studententarief voor permanente tentoonstellingen bedraagt 1,5 euro, terwijl de volwassenen 4 euro betalen. Voor de tijdelijke collecties bedraagt het studententarief 3,5 euro, terwijl de volwassenen 6 euro betalen. 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30882
— MRAH : Pour les collections permanentes le tarif étudiant s’élève à 4 euros et de 1,5 euro pour les étudiants en Art contre 5 euros pour un adulte. Pour les collections temporaires, le tarif étudiant est de 8 euros contre 10 euros pour les adultes.
— KMKG : het studententarief voor permanente tentoonstellingen bedraagt 4 euro. De kunststudenten betalen 1,5 euro en de volwassenen 5 euro. Voor de tijdelijke collecties bedraagt het studententarief 8 euro, terwijl de volwassenen 10 euro betalen.
— MRBAB : Pour les collections permanentes, te tarif étudiant s’élève à 2 euros contre 5 euros pour les adultes. Pour les collections temporaires, le tarif étudiant est de 2,5 euros contre 9 euros pour les adultes.
— KMSKB : het studententarief voor permanente tentoonstellingen bedraagt 2 euro, terwijl de volwassenen 5 euro betalen. Voor de tijdelijke collecties bedraagt het studententarief 2,5 euro, terwijl de volwassenen 9 euro betalen.
— IRSCNB : Pour les collections permanentes le tarif étudiant s’élève à 3 euros contre 4 euros pour les adultes
— KBIN : het studententarief voor permanente tentoonstellingen bedraagt 3 euro, terwijl de volwassenen 4 euro betalen.
Je tiens à préciser que les collections permanentes sont accessibles gratuitement tous les premiers mercredis de chaque mois.
Ik wil erop wijzen dat de permanente collecties elke eerste woensdag van de maand gratis toegankelijk zijn.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2004200503783
DO 2004200503783
Question no 279 de Mme Maggie De Block du 24 mars 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 279 van mevrouw Maggie De Block van 24 maart 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Conseil supérieur des volontaires. — Règlement d’ordre intérieur. — Moyens de fonctionnement.
Hoge Raad voor vrijwilligers. — Huishoudelijk reglement. — Werkingsmiddelen.
Le Conseil supérieur des volontaires a été créé par l’arrêté royal du 2 octobre 2002. Ses membres ont été nommés par l’arrêté royal du 12 mars 2003. Le règlement d’ordre intérieur du Conseil supérieur n’aurait toujours pas été approuvé. En outre, le Conseil supérieur évoque une insuffisance des moyens de fonctionnement inscrits au budget.
De « Hoge Raad voor vrijwilligers » werd opgericht bij koninklijk besluit van 2 oktober 2002. De leden ervan werden benoemd bij koninklijk besluit van 12 maart 2003. Het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad zou nog steeds niet zijn goedgekeurd. Bovendien worden vanuit de Hoge Raad signalen de wereld ingestuurd dat de werkingsmiddelen aan de krappe kant zouden begroot worden.
` combien de reprises le Conseil supérieur des 1. A volontaires s’est-il réuni depuis sa création ?
1. Hoe vaak heeft de Hoge Raad voor Vrijwilligers vergaderd sinds zijn oprichting ?
2. ` combien s’élève le montant des jetons de a) A présence des membres du Conseil supérieur ?
2. a) Hoeveel bedraagt het presentiegeld van de leden van de Hoge Raad ?
b) Ont-ils encore droit à d’autres indemnités ?
b) Hebben de leden nog recht op andere vergoedingen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30883
3. a) Quel budget avez-vous prévu pour le fonctionnement du Conseil supérieur ?
3. a) Welk budget heeft u voorzien voor de werking van de Hoge Raad ?
b) Combien de membres du personnel sont-ils mis à la disposition du Conseil supérieur ?
b) Hoeveel personeelsleden staan ter beschikking van de Hoge Raad ?
c) De quel soutien logistique le Conseil supérieur dispose-t-il ?
c) Over welke logistieke ondersteuning kan de Hoge Raad beschikken ?
d) Sur la base de quels critères ces moyens de fonctionnement ont-ils été fixés ?
d) Op basis van welke criteria werden al deze werkingsmiddelen bepaald ?
4. Avez-vous déjà reçu des plaintes du Conseil supérieur concernant l’appui qui lui est apporté ou les budgets prévus ?
4. Ontving u reeds klachten over de geplande budgetten of ondersteuning vanuit de Hoge Raad ?
5. Le Conseil supérieur vous a-t-il déjà adressé des demandes officielles d’augmentation du budget ou de renforcement de l’appui logistique ?
5. Werden aan de minister vanuit de Hoge Raad reeds officie¨le vragen gericht voor een budgetverhoging of een versterking van de logistieke ondersteuning ?
6. Estimez-vous que les budgets de fonctionnement actuels du Conseil supérieur sont suffisants ?
6. Bent u van oordeel dat de huidige werkingsbudgetten voor de Hoge Raad volstaan ?
7. a) Selon le site internet du SPF Sécurité sociale, le règlement d’ordre intérieur du Conseil supérieur des volontaires n’aurait pas encore été approuvé.
7. a) Volgens de website van de FOD Sociale Zekerheid zou het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor vrijwilligers nog niet zijn goedgekeurd.
Est-ce exact et, dans l’affirmative, quelle en est la raison ?
Klopt dit en zo ja, waarom is dit nog niet gebeurd ?
b) Quel calendrier prévoyez-vous pour l’approbation du règlement d’ordre intérieur ?
b) Welke timing plant u voor de goedkeuring van het huishoudelijk reglement ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 23 mars 2007, à la question no 279 de Mme Maggie De Block du 24 mars 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 maart 2007, op de vraag nr. 279 van mevrouw Maggie De Block van 24 maart 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre qu’elle trouvera ci-dessous les éléments de réponse à sa question.
Ik heb het geachte lid te laten weten dat zij hieronder het antwoord op haar vraag vindt.
Depuis sa création, le Conseil supérieur s’est réuni à 14 reprises. ` ce jour, le montant des jetons de présence a été A déterminé par arrêté royal. Dans l’interval de cette publication, les frais de déplacement ont été remboursés.
Sinds zijn oprichting, heeft de Hoge Raad 14 keer vergaderd.
En ce qui concerne les moyens logistiques et le budget que vous évoquez dans votre troisième question, un montant de 11 000 euros a été alloué en 2005 pour couvrir les frais de fonctionnement du Conseil Supérieur. Ce budget et les autres moyens de fonctionnement ont été fixés sur la base des nécessités minimales constatées au cours de l’exercice précédent.
Wat de logistieke ondersteuning en het budget betreft, die u aanhaalt in uw derde vraag, werd in 2005 een bedrag van 11 000 euro toegekend om de werkingskosten van de Hoge Raad te dekken. Dit budget en de andere werkingsmiddelen werden vastgesteld op basis van de minimumvereisten die werden vastgesteld in de loop van het voorgaande boekjaar.
Trois personnes assurent pour le moment le secrétariat du Conseil supérieur des Volontaires ainsi que de l’actualisation de la rubriques « volontaires » du site internet du Service public fédéral Sécurité sociale
Voor het ogenblik verzekeren drie personen het secretariaat van de Hoge Raad voor Vrijwilligers, alsook het updaten van de rubriek « vrijwilligers » op de website van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Momenteel wordt het bedrag van het presentiegeld vastgesteld bij koninklijk besluit. In afwachting van de publicatie, werden de verplaatsingskosten terugbetaald.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30884
Le Conseil Supérieur bénéficie de la mise à dispositions des salles de réunion et du matériel nécessaire à son secrétariat du Service public fédéral.
De Hoge Raad kan beschikken over vergaderzalen en het nodige materieel via het secretariaat van de Federale Overheidsdienst.
Pour répondre à vos questions 4, 5 et 6, le Conseil supérieur des Volontaires s’est en effet adressé soit à moi-même soit au Service public fédéral sécurité sociale.
Om uw vragen 4, 5 en 6 te beantwoorden : de Hoge Raad voor Vrijwilligers heeft zich inderdaad tot mij gericht, en ook tot de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.
Le Conseil a introduit auprès du Service public fédéral une demande de budget complémentaire pour être en mesure de remplir de manière plus efficace ses taˆches telles qu’elles ont été définies dans l’arrêté royal 2 octobre 2002 portant création du Conseil Supérieur,
De Raad heeft bij de Federale Overheidsdienst een aanvraag ingediend voor een bijkomend budget om zo op een meer efficie¨nte manier zijn taken te kunnen uitvoeren, zoals deze zijn vastgesteld in het koninklijk besluit van 2 oktober 2002 tot oprichting van de Hoge Raad.
Le Conseil m’a fait aussi part de ses besoins accrus et de la nécessité de désigner les quatre experts et des deux membres germanophones pour compléter la composition du Conseil. La désignation de ces experts a été examinée par le Conseil des ministres. L’arrêté royal est en cours de publication.
De Raad heeft mij ook op de hoogte gesteld van zijn toegenomen vereisten en van de noodzaak om vier deskundigen en twee Duitstalige leden aan te werven om de samenstelling van de Raad te vervolledigen. De aanduiding van deze deskundigen werd onderzocht door de Ministerraad. Het koninklijk besluit zal weldra worden gepubliceerd.
Pour répondre à votre dernière question, il est exact que le règlement d’ordre intérieur n’a pas encore été approuvé en totalité.
Om uw laatste vraag te beantwoorden : het klopt dat het huishoudelijk reglement nog niet volledig werd goedgekeurd.
Je n’ai pu approuver que partiellement le règlement qui m’a été soumis. En effet, il existe une discordance entre l’article 13 de ce règlement et l’article 5 de l’arrêté royal du 12 mars 2003 nommant les membres du Conseil supérieur des Volontaires.
Ik heb het reglement dat mij werd voorgelegd slechts gedeeltelijk kunnen goedkeuren. Er bestaat namelijk een discordantie tussen artikel 13 van dit reglement en artikel 5 van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 tot benoeming van de leden van de Hoge Raad voor Vrijwilligers.
L’arrêté royal devait être adapté afin de résoudre cette discordance afin de permettre une façon de travailler optimale pour le Conseil. Cet arrêté royal est aussi en cours de publication.
Het koninklijk besluit zou moeten worden aangepast om deze discordantie op te lossen en zo een optimale werking van de Raad te bereiken. Dit koninklijk besluit wordt eveneens weldra gepubliceerd.
DO 2005200607310
DO 2005200607310
Question no 431 de M. Koen Bultinck du 21 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 431 van de heer Koen Bultinck van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Remboursement des inséminations artificielles.
Terugbetaling kunstmatige inseminaties.
no
En réponse à ma question 244 du 19 janvier 2005 relative au remboursement des inséminations artificielles, vous avez indiqué être disposé à envisager l’opportunité du remboursement des inséminations artificielles. (Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 72, p. 11993).
Op mijn vraag nr. 244 van 19 januari 2005 betreffende de terugbetaling van kunstmatige inseminaties antwoordde u dat u bereid bent de opportuniteit van terugbetaling van kunstmatige inseminaties in overweging te nemen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20042005, nr. 72, blz. 11993).
1. Quelles démarches concrètes ont déjà été entreprises dans ce dossier ?
1. Kan u meedelen welke concrete stappen in dit dossier reeds zijn gezet ?
2. Quels sont, le cas échéant, les résultats de l’étude qui aurait été entamée dans l’intervalle ?
2. Wat zijn de resultaten van een eventueel opgestart onderzoek ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30885
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2007, à la question no 431 de M. Koen Bultinck du 21 février 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 431 van de heer Koen Bultinck van 21 februari 2006 (N.) :
Effectivement, nous avons l’intention de rembourser les inséminations artificielles.
Wij hebben de bedoeling de kunstmatige inseminaties terug te betalen.
Cette prise en charge concernera deux domaines :
Deze ten laste neming zal betrekking hebben op volgende twee domeinen :
1. l’acte proprement dit d’insémination artificielle;
1. de kunstmatige inseminatie zelf;
2. les examens réalisés afin de s’assurer de la qualité du sperme inséminé.
2. de gerealiseerde onderzoeken teneinde de kwaliteit van het sperma te verzekeren.
Par ailleurs, il sera procédé à une évaluation budgétaire de l’insémination.
Anderzijds zal men de budgettaire weerslag ramen van de inseminatie.
Ces travaux sont menés actuellement au sein des organes compétents de l’INAMI et sont en voie de concrétisation.
Deze werken worden op dit ogenblik uitgevoerd door de bevoegde instanties van het RIZIV en zijn op weg naar concretisering.
DO 2005200608881
DO 2005200608881
Question no 521 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 521 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. ` ma question no 547 du 15 octobre 2002 (voir : A Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 154, p. 19687) il a notamment été répondu le 29 janvier 2003 que le groupe de travail du Comité de gestion de l’Office national de sécurité sociale examinerait la notion de « rémunération » dans le cadre des problèmes fiscaux et sociaux relatifs aux primes de mobilité et au remboursement des frais de déplacement dans les entreprises du secteur de la construction et autres.
Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
1. a) Cette étude est-elle déjà terminée ?
1. a) Is dit sociaal onderzoek al bee¨indigd ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom nog steeds niet ?
2. Quels sont les résultats finaux et les recommandations de ce groupe de travail ?
2. Wat zijn de eindresultaten en de aanbevelingen van die RSZ-werkgroep ?
3. Quelles nouvelles dispositions légales et/ou réglementaires et quelles instructions administratives ont été édictées en la matière depuis le début de l’année 2003, tant sur le plan social que sur le plan fiscal ?
3. Welke nieuwe wettelijke en/of reglementaire bepalingen en administratieve onderrichtingen werden er sinds begin 2003 dienaangaande ondertussen zowel op sociaal als op fiscaal vlak reeds uitgevaardigd ?
4. Quand et de quelle manière la règle de l’imposabilité à raison de 50 % des primes de mobilité
4. Wanneer en op welke wijze werd de 50 %belastbaarheidregel van mobiliteitsvergoedingen
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Als reactie op mijn vraag nr. 547 van 15 oktober 2002 (zie : Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 154, blz. 19687) werd op 29 januari 2003 onder meer geantwoord dat de werkgroep van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid het begrip « loon » nader zou onderzoeken in het kader van de toen opgeworpen fiscale en sociale problematiek inzake mobiliteitsvergoedingen en inzake de terugbetaling van alle mogelijke verplaatsingskosten bij bouwbedrijven en bij andere bedrijven.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30886
a-t-elle entre-temps été légalisée (voir principe constitutionnel de légalité) ?
inmiddels gelegaliseerd (cf. grondwettelijk legaliteitsbeginsel) ?
5. Pourriez-vous nous faire part de vos conceptions et méthodes générales actualisées, eu égard à la législation sociale actuellement en vigueur ainsi qu’aux dispositions des articles 30, 1o; 31; 49; 52, 3o et plus particulièrement de l’article 66, § 1 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui sont d’ordre public ?
5. Kunt u ter zake uw geactualiseerde algemene ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de thans vigerende sociale wetgeving als in het licht van de wettelijke bepalingen van de artikelen 30, 1o; 31; 49; 52, 3o en inzonderheid van artikel 66, § 1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 die van openbare orde zijn ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2007, à la question no 521 de Mme Trees Pieters du 29 septembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 521 van mevrouw Trees Pieters van 29 september 2006 (N.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à la question posée.
Het geachte lid vindt hierna het antwoord op haar vraag.
1. a) Le groupe de travail auquel le ministre des Affaires sociales et des Pensions de l’époque faisait référence dans sa réponse du 29 janvier 2003 concernant votre question no 547 du 15 octobre 2002 (Bulletin des Question et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 154, p. 19689 et suivantes) ne s’est pas penché sur la problématique soulevée. Ce groupe de travail n’ayant pu se réunir dans le délai imparti pour proposer une réponse rapide, la question a été mise à l’ordre du jour de la réunion du 21 mars 2003 du Comité de gestion de l’Office national de sécurité sociale (ONSS).
1. a) De werkgroep waarnaar de toenmalige minister van Sociale Zaken en Pensioenen verwees in zijn antwoord van 29 januari 2003 met betrekking tot uw vraag nr. 547 van 15 oktober 2002 (Bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 154, blz. 19689 en volgende) heeft zich niet gebogen over de aangehaalde problematiek. Omdat deze werkgroep niet kon vergaderen binnen de toegestane termijn om een snel antwoord voor te stellen, werd de vraag op de agenda gezet van de vergadering van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) van 21 maart 2003.
b) voir point 1. a).
b) zie punt 1. a).
2. Le Comité de gestion de l’ONSS lors de la réunion du 21 mars 2003 communiquait que le secteur de la construction demandait une augmentation de l’indemnité kilométrique, qui a été récemment octroyée (voir point 3).
2. Tijdens de vergadering van 21 maart 2003 deelde het Beheerscomité van de RSZ mee dat de bouwsector een verhoging vroeg van de kilometervergoeding, die recent werd toegekend (zie punt 3).
3. Par l’arrêté royal du 27 septembre 2006 modifiant l’article 19 de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, l’indemnité kilométrique passe de 0,0744 euro à 0,1076 euro, et ce avec effet rétroactif au 1er janvier 2004.
3. Bij het koninklijk besluit van 27 september 2006 tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, werd de kilometervergoeding verhoogd van 0,0744 euro naar 0,1076 euro, en dit met ingang vanaf 1 januari 2004.
4. Cet aspect de la question relève de la compétence de mon collègue, le ministre des Finances, à qui la question a également été posée.
4. Dit aspect van de vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financie¨n, aan wie de vraag eveneens werd gesteld.
5. Sous réserve de ce qui a été dit aux points précédents, je puis vous renvoyer à la réponse du 29 janvier 2003 du ministre des Affaires sociales de l’époque, concernant votre question no 547 du 15 octobre 2002 (Bulletin des Question et Réponses, Chambre, 20022003, no 154, p. 19689 et suivantes).
5. Onder voorbehoud van wat is gezegd in de vorige punten, kan ik u verwijzen naar het antwoord van 29 januari 2003 van de toenmalige minister van Sociale Zaken, met betrekking tot uw vraag nr. 547 van 15 oktober 2002 (Bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 154, blz. 19689 en volgende).
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30887
Les aspects fiscaux de la question relèvent de la compétence de mon collègue, le ministre des Finances, à qui la question a également été posée. (Question no 1422 du 29 septembre 2006.)
De fiscale aspecten van de vraag vallen onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financie¨n, aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 1422 van 29 september 2006.)
DO 2006200709116
DO 2006200709116
Question no 543 de M. Luk Van Biesen du 13 novembre 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 543 van de heer Luk Van Biesen van 13 november 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
ONSS. — Décision du comité de gestion. — Promoteurs.
RSZ. — Beslissing Beheerscomité. — Promotoren.
En réponse à des questions orales concernant le fonctionnement de l’ONSS, le ministre m’a fourni, comme promis, un rapport circonstancié en la matière (Question no 10381 du 8 mars 2006, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission des Affaires sociales, COM 877, p. 6) rédigé par le comité de gestion de l’ONSS. E´tant donné que le ministre m’a transmis ce document sans le moindre commentaire personnel ou sans la moindre explication complémentaire, j’en déduis qu’il adhère aux réponses du comité de gestion.
In antwoord op mondelinge vragen betreffende de werking van de RSZ ontving ik van de minister een beloofd uitgebreid rapport ter zake (vraag nr. 10381 van 8 maart 2006, Integraal Verslag, Kamer, 20052006, commissie voor de Sociale Zaken, 8 maart 2006, COM 877, blz. 6) opgemaakt door het Beheerscomité van de RSZ.
Dans le rapport, je ne trouve aucune trace d’une décision du comité de gestion de l’ONSS de recontacter les promoteurs qui avaient manifesté leur intérêt pour l’un ou l’autre baˆtiment.
In het rapport kan ik geen enkel spoor vinden van een zogenaamde beslissing van het Beheerscomité van de RSZ, om alle promotoren die interesse hadden laten blijken voor het ene of andere gebouw, opnieuw te contacteren.
La seule information que j’ai trouvée est un document (no BC/23 785/D) destiné à la réunion du comité de gestion du 20 février 2004 dans lequel l’administration se réfère à une décision que le comité de gestion aurait prise lors de sa réunion du 24 octobre 2003.
Het enige wat werd aangetroffen is een document (nr. BC/23 785/D) bestemd voor de vergadering van het Beheerscomité van 20 februari 2004, waarin de administratie verwijst naar een zogenaamde beslissing van het Beheerscomité tijdens zijn vergadering van 24 oktober 2003.
Cette décision figurerait dans le document no BC/ 23 700/D et consisterait à envoyer une invitation pour l’introduction d’une nouvelle offre de prix à tous les promoteurs qui avaient manifesté de l’intérêt pour deux baˆtiments.
Deze beslissing zou zijn genomen in het document nr. BC/23 700/D en zou erin bestaan een nieuwe uitnodiging voor een offerte toe te sturen aan alle promotoren die interesse hadden getoond voor twee gebouwen.
Après vérification, il s’est avéré que le document BC/23 700/D ne comporte aucune décision du comité de gestion mais uniquement une proposition de l’administration qui devait encore être soumise pour approbation au comité de gestion.
Bij nazicht bleek het document BC/23 700/D geen enkele beslissing van het Beheerscomité te bevatten, doch enkel een voorstel van de administratie dat nog ter goedkeuring aan het Beheerscomité moest worden voorgelegd.
Aucune trace d’une telle décision n’a été retrouvée dans les comptes rendus du comité de gestion ou` toutes les décisions sont actées.
In de verslagen van de vergaderingen van het Beheerscomité, waarin alle beslissingen worden geacteerd, werd geen enkele spoor van dergelijke beslissing teruggevonden.
1. Dans quel document (et à quel endroit) la décision du comité de gestion (et non pas la proposition de
1. In welk document (en op welke plaats daarin) werd de beslissing van het Beheerscomité (en niet het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Uit het feit dat de minister mij dit document heeft overhandigd zonder de minste persoonlijke commentaar of toevoeging, kan ik afleiden dan hij de antwoorden van het Beheerscomité tot de zijne maakt.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30888
l’administration) a-t-elle été actée et en quels termes concrets a-t-elle été formulée ?
voorstel van de administratie) geacteerd en in welke concrete bewoordingen werd deze beslissing geformuleerd ?
2. Si vous ne pouvez m’indiquer aucune décision concrète du comité de gestion, quelle est votre position concernant la méthode de travail de l’administration ?
2. In het geval u mij geen concrete beslissing van het Beheerscomité kan aanduiden, wat is dan uw standpunt met betrekking tot de door de administratie gevolgde werkwijze ?
3. Quelle est votre position concernant le choix de l’ONSS de ne pas offrir à tous les promoteurs la possibilité d’introduire une offre de prix après la modification des conditions de passation du marché ?
3. Wat is uw standpunt betreffende de door de RSZ gemaakte keuze om niet alle promotoren de kans te geven onder de gewijzigde gunningsvoorwaarden een offerte in te dienen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2007, à la question no 543 de M. Luk Van Biesen du 13 novembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 543 van de heer Luk Van Biesen van 13 november 2006 (N.) :
Comme suite à vos questions regroupées sous le no 543 et datées du 13 novembre 2006, je ne peux pour l’essentiel que vous renvoyer au rapport circonstancié que le Comité de gestion de l’ONSS a élaboré à ma demande le 24 mars 2006 suite à ses questions orales qui portaient sur le même thème.
Naar aanleiding van uw vragen samengevat onder nummer 543 op datum van 13 november 2006, kan ik u enkel voornamelijk verwijzen naar het omstandig verslag dat het Beheerscomité van de RSZ op mijn verzoek op 24 maart 2006 heeft opgemaakt ingevolge zijn mondelinge vragen over hetzelfde thema.
Avant de revenir à ces questions posées cette fois selon la procédure écrite, questions dont la finalité et donc l’intérêt m’échappent, je crois devoir rappeler que la procédure de vente des deux immeubles dont l’ONSS n’avait plus l’usage pour accomplir sa mission, a fait l’objet de toutes les précautions préalables qu’appelle l’aliénation de biens immobiliers publics :
Vooraleer terug te komen op deze vragen die ditmaal volgens de schriftelijke procedure werden gesteld, vragen waarvan het doel en dus het belang mij ontgaan, zou ik eraan willen herinneren dat voor de procedure betreffende de verkoop van de twee gebouwen die de RSZ niet meer gebruikte om zijn opdracht te vervullen alle nodige voorzorgsmaatregelen werden genomen die voor de vervreemding van openbare onroerende goederen noodzakelijk zijn :
— pas moins de trois experts, dont ceux du Comité d’acquisition de Bruxelles, ont participé à l’estimation des biens;
— niet minder dan drie deskundigen, onder wie die van het Aankoopcomité van Brussel, hebben deelgenomen aan de raming van de goederen;
— la valeur de vente a été, sur la base des expertises, avalisée par les ministres du Budget et des Affaires sociales;
— de verkoopwaarde werd op basis van de expertises goedgekeurd door de ministers van Begroting en Sociale Zaken;
— la vente elle-même a été autorisée par ces deux ministres de tutelle;
— de verkoop zelf werd door deze twee toezichthoudende ministers toegestaan;
— une large publicité a été assurée à destination des acquéreurs potentiels (promoteurs et investisseurs);
— er werd veel publiciteit gemaakt voor potentie¨le kopers (promotoren en investeerders);
— le Comité de gestion de l’ONSS a, à chaque étape du processus de vente, confirmé le mandat de l’administration générale après avoir débattu et arrêté les stratégies à suivre;
— het Beheerscomité van de RSZ heeft bij elke fase van het verkoopproces het mandaat van het algemeen bestuur bevestigd, na de te volgen strategiee¨n te hebben besproken en daarover een beslissing te hebben genomen;
— l’administration générale de l’ONSS a, à chaque étape du processus, fait rapport au Comité de gestion;
— het algemeen bestuur van de RSZ heeft bij elke fase van het proces verslag uitgebracht bij het Beheerscomité;
— suite aux questions orales de l’honorable membre, le Comité de gestion de l’ONSS a déposé le rapport précité dans lequel il a confirmé que l’ensemble des
— naar aanleiding van uw mondelinge vragen heeft het Beheerscomité van de RSZ voormeld verslag voorgelegd, waarin het bevestigd heeft dat alle
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30889
actions posées, dont la consultation des promoteurs, l’avaient été sous sa caution et conformément au mandat donné;
acties, waaronder het raadplegen van de promotoren, met zijn goedkeuring en overeenkomstig het verleende mandaat werden ondernomen;
— toutes les actions évoquées dans les documents soumis au Comité de gestion, et sur lesquelles l’honorable membre semble vouloir jeter un discrédit, ont donc rencontré l’agrément de ce dernier et ont été justifiées par lui. Le Comité de gestion a par ailleurs tenu à réitérer sa totale confiance et son soutien à l’administration par rapport aux actes posés.
— alle acties waarnaar wordt verwezen in de documenten die het Beheerscomité werden voorgelegd, en die het achtbaar lid blijkbaar in een kwaad daglicht wil stellen, werden dus door dit Comité goedgekeurd en verantwoord. Het Beheerscomité heeft overigens zijn volledig vertrouwen in en zijn steun aan de administratie ten opzichte van de ondernomen acties opnieuw willen bevestigen.
J’ajoute, qu’à aucun moment les commissaires du gouvernement qui siègent au Comité de gestion, n’ont estimé devoir formuler la moindre réserve sur les actes posés.
Ik zou daaraan willen toevoegen dat de regeringscommissarissen die in het Beheerscomité zetelen op geen enkel moment het minste voorbehoud over de ondernomen acties hebben gemaakt.
Ceci précisé, reprenons brièvement les questions.
Na deze verduidelijkingen zou ik de gestelde vragen in het kort willen overlopen.
Quant à la première. En séance du 24 octobre 2003 (doc CG 23 700/D), le Comité de gestion, informé sur le suivi du dossier, n’a pas écarté la proposition de l’administration générale formulée comme suit dans le dernier alinéa du document présenté.
Wat de eerste vraag betreft. Tijdens zijn vergadering van 24 oktober 2003 (doc BC 23 700/D) heeft het Beheerscomité, dat over de opvolging van het dossier werd ingelicht, het voorstel van het algemeen bestuur dat als volgt is geformuleerd in het laatste lid van het voorgelegde document, niet afgewezen.
« L’Administration générale se propose d’adresser sans délai à chaque acquéreur potentiel, c’est-à-dire à tous les promoteurs qui, depuis le 1er octobre 2003 ont manifesté de l’intérêt pour l’achat des deux immeubles (mais sans répondre aux exigences minimales posées par les autorités de tutelle), une invitation à remettre une offre pour le 21 novembre au plus tard, offre qui doit répondre au minimum fixé par le Comité de gestion et par le ministre des Affaires sociales et s’inscrire dans les conditions de vente rappelées dans la présente ».
« Het algemeen bestuur is van plan iedere potentie¨le koper, namelijk alle promotoren die sedert 1 oktober 2003 belangstelling hebben getoond voor de aankoop van beide gebouwen (maar zonder te voldoen aan de minimumeisen die door de toezichthoudende overheden werden gesteld), onverwijld te vragen een offerte in te dienen tegen uiterlijk 21 november, die moet voldoen aan de minimale voorwaarden vastgelegd door het Beheerscomité en door de minister van Sociale Zaken en aan de verkoopvoorwaarden waaraan in dit document wordt herinnerd ».
Le 20 février 2004 l’Administrateur général rend compte des actions entreprises sur la base de l’orientation annoncée le 24 octobre 2003 (doc CG 23 785/D). Le premier alinéa du point 2 du document présenté est libellé comme suit :
Op 20 februari 2004 brengt de Administrateurgeneraal verslag uit over de acties die werden ondernomen op basis van de denkpiste die op 24 oktober 2003 werd aangekondigd (doc BC 23 785/D). Het eerste lid van punt 2 van het voorgelegde document is als volgt geformuleerd :
« Libéré de tout engagement contractuel au 1er octobre 2003, et conformément à la décision prise par le Comité de gestion en sa séance du 24 octobre (doc CG 23 700/D) l’Office a transmis à tous les promoteurs qui avaient manifesté un quelconque intérêt pour l’achat des deux immeubles, une invitation à remettre une offre. Cette offre devait répondre aux conditions de prix fixées par le Comité de gestion et par le ministre des Affaires sociales ».
« Vrij van elke contractuele verbintenis op 1 oktober 2003, en overeenkomstig de beslissing genomen door het Beheerscomité tijdens zijn vergadering van 24 oktober (doc BC 23 700/D), heeft de Rijksdienst alle promotoren die enig belang voor de aankoop van beide gebouwen hebben getoond verzocht een offerte in te dienen. Deze offerte moest voldoen aan de prijsvoorwaarden die door het Beheerscomité en de minister van Sociale Zaken werden vastgelegd ».
Le Comité de gestion donne formellement son accord « de poursuivre les opérations de vente des baˆtiments séparément ».
Het Beheerscomité geeft zijn formeel akkoord om « de operaties voor de verkoop van de gebouwen apart voort te zetten ».
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30890
Quant à la deuxième question, compte tenu des éléments de réponse à la première, elle est sans objet.
Gelet op de verstrekte elementen als antwoord op de eerste vraag, vervalt de tweede vraag.
Quant à la troisième question, j’attire votre attention — et je vous renvoie à cet égard une fois encore au rapport circonstancié du Comité de gestion, dont vous avez reçu une copie personnellement — sur le fait que l’ONSS a bien diffusé l’information utile à tous les promoteurs qui, depuis le 1er octobre 2003, avaient manifesté de l’intérêt pour les immeubles. Le fait est que le promoteur qui s’est estimé évincé ne figurait pas au nombre de ceux qui avaient manifesté un tel intérêt.
Wat de derde vraag betreft, zou ik uw aandacht — ik verwijs u in dit verband andermaal naar het omstandig verslag van het Beheerscomité, waarvan u persoonlijk een kopie heeft ontvangen — willen vestigen op het feit dat de RSZ de nuttige informatie wel degelijk heeft medegedeeld aan alle promotoren die sedert 1 oktober 2003 belangstelling hadden getoond voor de gebouwen. Het is een feit dat de promotor die meent uitgesloten geweest te zijn, geen deel uitmaakte van de promotoren die dergelijke belangstelling hadden getoond.
Je comprends par ailleurs que les organes de gestion de l’ONSS aient décidé de changer de stratégie et d’engranger pour la gestion globale une recette que les rapports d’experts et le contexte rappelé ne permettaient pas d’espérer. En effet, après trois années de tentatives pour vendre conjointement les immeubles au prix fixé par l’autorité de tutelle, au moment où la problématique de l’amiante ( ?) dans l’immeuble « Waterloo » affectait sa valeur commerciale, où les offres étaient anormalement basses, il reçoit pour l’immeuble « Waterloo » (précisément celui qui est affecté par la problématique) une offre dépassant de 2,85 millions d’euros, soit 114 millions de francs belges, l’estimation des experts retenue par le gouvernement.
Ik begrijp overigens dat de beheersorganen van de RSZ beslist hebben van strategie te veranderen en voor het globaal beheer een ontvangst te verzilveren waarop, volgens de verslagen van de deskundigen en gelet op de achtergrond waaraan herinnerd werd, niet moest worden gehoopt. Inderdaad, na drie jaar gepoogd te hebben de gebouwen samen te verkopen tegen de prijs vastgelegd door de toezichthoudende overheid, op een moment dat het probleem van asbest in het gebouw « Waterloo » de commercie¨le waarde ervan verminderde, dat de offertes abnormaal laag waren, ontvangt de RSZ voor het gebouw « Waterloo » (precies het gebouw waar het probleem zich voordoet) een offerte van meer dan 2,85 miljoen euro, namelijk 114 miljoen Belgische frank, zijnde de raming in aanmerking genomen door de regering.
DO 2006200709689
DO 2006200709689
Question no 578 de M. Charles Michel du 5 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 578 van de heer Charles Michel van 5 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Invalidité et choˆmage
Invaliditeit en werkloosheid
Le travailleur salarié qui n’est plus en mesure de travailler en raison d’une maladie ou d’un accident est soumis à une période d’incapacité de travail primaire qui dure un an maximum, puis à une période d’invalidité. L’invalidité est constatée par le Conseil médical de l’invalidité de l’INAMI. L’article 100 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, définit les critères de reconnaissance de l’incapacité de travail, en particulier une réduction de sa capacité de gain d’un tiers.
Wanneer een werknemer door ziekte of ongeval arbeidsongeschikt wordt, is hij onderworpen aan een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van maximum één jaar, en vervolgens aan een periode van invaliditeit. De invaliditeit wordt vastgesteld door de Medische Raad voor Invaliditeit van het RIZIV. Artikel 100 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, bepaalt de erkenningscriteria voor arbeidsongeschiktheid, inzonderheid een vermindering tot een derde van het verdienvermogen.
D’autre part, l’article 60 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage dispose que pour bénéficier des allocations, le travailleur doit être apte au travail au sens de la législation relative à l’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidité.
Anderzijds bepaalt artikel 60 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering dat de werknemer, om uitkeringen te genieten, arbeidsgeschikt moet zijn in de zin van de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30891
1. En pratique, avez-vous connaissance de cas où une personne ne se voit pas accorder par l’INAMI la reconnaissance d’une incapacité de travail, et qui dans le cadre de son inscription au choˆmage se verrait refuser l’inscription au choˆmage et les allocations de choˆmage car elle serait considérée comme inapte au travail ?
1. Bent u op de hoogte van concrete gevallen van personen die niet arbeidsongeschikt worden verklaard door het RIZIV en wier inschrijving als werkloze wordt geweigerd, waardoor ze geen werkloosheidsuitkeringen kunnen ontvangen omdat ze als arbeidsongeschikt worden beschouwd ?
2. a) Une telle situation est-elle possible ?
2. a) Is dergelijke situatie mogelijk ?
b) Dans l’affirmative, de quels revenus pourra alors disposer cette personne ?
b) Indien ja, over welk inkomen kan de betrokkene dan wel beschikken ?
3. Quel est l’organisme qui doit se conformer à la décision de l’autre ?
3. Welke instelling moet zich naar de beslissing van de andere instelling richten ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2007, à la question no 578 de M. Charles Michel du 5 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 578 van de heer Charles Michel van 5 februari 2007 (N.) :
1. J’ai l’honneur de vous communiquer qu’un tel cas n’a pas été porté à la connaissance de mes services.
1. Ik kan u melden dat een dergelijke situatie niet werd meegedeeld aan mijn diensten.
2 et 3. La situation évoquée est visée par l’article 62 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage. Le paragraphe 2 de cette disposition prévoit que le travailleur considéré comme apte dans le cadre de l’assurance indemnités et qui conteste cette décision devant la juridiction compétente, peut bénéficier des allocations de choˆmage à titre provisoire (malgré le fait que dans un tel cas l’intéressé se considère et se déclare inapte au travail). L’intéressé est considéré comme apte pendant tout le temps de la procédure et ne peut dans un te ! cas être exclu du bénéfice des allocations de choˆmage en raison ` l’issue de la procédure, le juge de ladite incapacité. A déterminera si le cas de l’intéressé relève de l’assurance indemnités ou de l’assurance choˆmage.
2 en 3. De aangehaalde situatie wordt behandeld in artikel 62 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. § 2 van deze bepaling voorziet dat de werknemer die arbeidsgeschikt moet worden beschouwd in het kader van de uitkeringsverzekering en die deze beslissing betwist voor de bevoegde rechtbank, voorlopig uitkeringen kan ontvangen (niettegenstaande het feit dat de betrokkene in deze situatie zichzelf arbeidsongeschikt beschouwt en verklaart). De betrokkene wordt arbeidsgeschikt beschouwd tijdens de volledige procedure en kan in dergelijke situatie niet uitgesloten worden van het recht op werkloosheidsuitkeringen omwille van deze arbeidsongeschiktheid. Bij het einde van de procedure zal de rechter bepalen of de situatie van de betrokkene onder de uitkeringsverzekering of de werkloosheidsverzekering valt.
J’ignore si, dans le cas que vous évoquez, l’intéressé a omis de contester devant le Tribunal du travail la décision de fin d’incapacité de travail (ou d’aptitude au travail) prise par le médecin-conseil de la mutualité ou le CMI Je suis disposé à examiner de manière plus approfondie tout cas particulier qui me serait soumis.
Ik weet niet of in de situatie die u aanhaalt, de betrokkene heeft nagelaten om de beslissing van einde van arbeidsongeschiktheid (of beslissing tot arbeidsgeschiktheid) genomen door de adviserend geneesheer van het ziekenfonds of door de GRI aan te vechten voor de arbeidsrechtbank. Ik ben natuurlijk bereid om elke precieze situatie die mij wordt voorgelegd, op een grondigere manier te onderzoeken.
J’attire enfin votre attention sur le fait qu’en l’absence de prestations de sécurité sociale (indemnités, allocations de choˆmage) ou d’aide sociale telles que les allocations accordées aux personnes handicapées, il y a lieu de s’adresser au CPAS pour solliciter l’aide nécessaire en l’absence d’autres revenus.
Tot slot wil ik uw aandacht erop vestigen dat bij afwezigheid van socialezekerheidsprestaties (arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of werkloosheidsuitkeringen) of sociale bijstand zoals de tegemoetkomingen aan gehandicapten, er contact moet opgenomen worden met het OCMW om de nodige bijstand te vragen bij afwezigheid van andere inkomens.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30892
DO 2006200709656
DO 2006200709656
Question no 580 de Mme Marleen Govaerts du 7 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 580 van mevrouw Marleen Govaerts van 7 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Remboursement des primes de naissance aux travailleurs frontaliers néerlandais.
Terugbetaling van de geboortepremies aan Nederlandse grensarbeiders.
Les travailleurs frontaliers néerlandais qui résident aux Pays-Bas et travaillent en Belgique peuvent prétendre à une prime de naissance. Ces dernières années, le gouvernement belge a refusé de l’octroyer mais il a été récemment rappelé à l’ordre par la Commission européenne. Des milliers de travailleurs frontaliers pourront dès lors réclamer à l’E´tat belge le versement, avec effet rétroactif à 1971, de la prime de naissance qui leur était due.
Nederlandse grensarbeiders die in Nederland wonen en in Belgie¨ werken, hebben recht op een geboortepremie. De Belgische regering weigerde die de voorbije jaren maar is nu door de Europese Commissie teruggefloten. Duizenden grensarbeiders kunnen nu met terugwerkende kracht tot 1971 de geboortepremie waar ze recht op hadden opvorderen van de Belgische Staat.
En 2001 déjà, la Cour européenne de Justice avait statué qu’en vertu du principe de la libre circulation des travailleurs et de l’interdiction de discrimination, nul ne pouvait être exclu du droit à une prime de naissance.
Het Europees Hof van Justitie bepaalde in 2001 reeds op grond van het principe van « vrij verkeer van werknemers en het verbod op discriminatie », dat niemand mag uitgesloten worden.
Pouvez-vous préciser le nombre de primes de naissance concernées et le montant total que l’E´tat belge devra débourser dans le cadre de ce dossier ?
Kan u meedelen over hoeveel geboortepremies het hier gaat en wat de totale kostprijs voor de Belgische Staat zal zijn ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2007, à la question no 580 de Mme Marleen Govaerts du 7 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 580 van mevrouw Marleen Govaerts van 7 februari 2007 (N.) :
En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous communiquer les informations suivantes.
In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u de volgende inlichtingen mee te delen.
Il y a lieu d’abord de rappeler que l’allocation de naissance belge a été exportée vers les Pays-Bas en vertu de l’Accord belgo-hollandais de 1947, et ce jusqu’à l’abrogation de cet accord en date du 7 février 1997.
Er dient eerst aan herinnerd te worden dat het Belgische kraamgeld naar Nederland werd gee¨xporteerd krachtens de Overeenkomst tussen Belgie¨ en Nederland van 1947, en dit tot de opheffing van deze Overeenkomst op 7 februari 1997.
Par ailleurs, suite à la jurisprudence développée par la Cour de Justice des Communautés européennes et à la demande expresse de la Commission européenne, la Belgique a décidé d’exporter dorénavant l’allocation de naissance et la prime d’adoption sur la base de du règlement (CEE) no 1612/68.
Bovendien heeft Belgie¨, naar aanleiding van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en op uitdrukkelijke vraag van de Europese Commissie, beslist om het kraamgeld en de adoptiepremie voortaan te exporteren op basis van de verordening (EEG) nr. 1612/68.
Ces prestations sont accordées en tenant compte du délai de prescription prévu à l’article 120 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés. Cela signifie qu’une demande introduite, par exemple, le 1er février 2007, donne droit à une allocation de naissance si la naissance a eu lieu entre le 1er janvier 2002 et le 1er février 2007.
Deze uitkeringen worden toegekend rekening houdend met de verjaringstermijn voorzien in artikel 120 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders. Dat betekent dat een aanvraag die bijvoorbeeld werd ingediend op 1 februari 2007, recht geeft op kraamgeld wanneer de geboorte heeft plaatsgehad tussen 1 januari 2002 en 1 februari 2007.
En outre, il est à noter que d’éventuelles demandes précédentes concernant cette naissance interrompent
Bovendien dient er opgemerkt te worden dat eventuele vorige aanvragen met betrekking tot deze
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30893
la délai de prescription de sorte que, le cas échéant, une rétroactivité encore plus grande est d’application.
geboorte de verjaringstermijn onderbreken, waardoor in voorkomend geval een nog langere terugwerkende kracht van toepassing is.
Vous trouverez ci-après le nombre de paiements concernant l’allocation de naissance et la prime d’adoption ainsi que le montant total correspondant pour les années 2003 à 2005, données dont dispose actuellement l’ONAFTS.
Hierna vindt u het aantal uitkeringen inzake kraamgeld en adoptiepremie en het overeenkomstige totaalbedrag voor de jaren 2003 tot 2005, dit zijn de gegevens waarover de RKW beschikt.
A) Nombre (1)
A) Aantal (1)
2003
Allocation de naissance. — Kraamgeld ...................................... Prime d’adoption. — Adoptiepremie .........................................
B) Dépenses en euross
2004
142
342 4
2005
Total — Totaal
207 2
691 6
B) Uitgaven in euro
2003
Allocation de naissance. — Kraamgeld ...................................... 130 512,05 Prime d’adoption. — Adoptiepremie ......................................... —
2004
2005
Total — Totaal
298 207,03 3 934,72
244 726,82 2 006,66
673 445,90 5 941,38
(*) Les chiffres pour l’année 2006 ne sont pas encore connus. En ce qui concerne le nombre de paiements concernant l’allocation de naissance pour le futur, celui-ci se maintiendra plus ou moins au niveau actuel et subira peut-être une diminution du nombre de régularisations.
(*) De cijfers voor het dienstjaar 2006 zijn nog niet gekend. Wat het aantal uitkeringen inzake kraamgeld naar de toekomst betreft, zullen deze min of meer gehandhaafd blijven op het huidige niveau en wellicht met het verminderen van het aantal regularisaties verder afnemen.
DO 2006200709804
DO 2006200709804
Question no 586 de Mme Annemie Turtelboom du 22 février 2007 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 586 van mevrouw Annemie Turtelboom van 22 februari 2007 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Services de l’Inspection sociale. — Pénurie de personnel.
Sociale inspectiediensten. — Personeelstekort.
Dans un article publié dans l’hebdomadaire « Knack » du 14 févier 2007, M. Leemans de la CSC souligne que toute nouvelle immigration de travailleurs est exclue tant que le problème pressant de la pénurie de personnel au niveau de l’inspection sociale ne sera pas résolu. Dans le cas contraire, le risque de dumping social sera réel.
In Knack van 14 februari 2007 wijst de heer Leemans van het ACV erop dat nieuwe arbeidsmigratie volkomen uit den boze is als men niet eerst het nijpende personeelstekort bij de sociale inspectie oplost. Anders dreig je sociale dumping te installeren.
1. Les services de l’inspection sociale qui relèvent de votre compétence sont-ils effectivement confrontés à une importante pénurie de personnel ?
1. Kan u meedelen of de bewering klopt dat er inderdaad een nijpend personeelstekort is bij de sociale inspectiediensten die onder uw bevoegdheid vallen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30894
2. Dans l’affirmative, combien de membres de personnel supplémentaire devraient-ils venir renforcer les services de l’inspection sociale ?
2. Zo ja, aan hoeveel bijkomende manschappen hebben de inspectiediensten nood ?
3. Combien de fonctions au sein de l’actuel cadre du personnel sont-elles pour l’instant vacantes respectivement en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
3. Hoeveel functies van de huidige personeelsformatie zijn momenteel vacant in Vlaanderen, respectievelijk Wallonie¨ en Brussel ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2007, à la question no 586 de Mme Annemie Turtelboom du 22 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2007, op de vraag nr. 586 van mevrouw Annemie Turtelboom van 22 februari 2007 (N.) :
Vous trouverez ci-dessous les éléments de réponse à votre question.
Gelieve hieronder de elementen van antwoord op uw vraag te vinden.
En ce qui concerne vos deux premières questions, il convient de savoir que le Titre XII de la loi-programme I du 27 décembre 2006, Moniteur belge du 28 décembre 2006 a créé le Service d’Information et de Recherche Sociale en matière de lutte contre la fraude sociale et le travail illégal (en abrégé : SIRS).
Wat betreft uw twee eerste vragen moet erop gewezen worden dat Titel XII van programmawet I van 27 december 2006, Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst inzake de strijd tegen sociale fraude en illegale arbeid heeft opgericht (afgekort : SIOD).
Cet organe remplace le Conseil fédéral de lutte contre le travail illégal et la fraude sociale ainsi que le Comité fédéral de coordination qui avaient été institués par la loi du 3 mai 2003. Le SIRS a pour objet de coordonner le travail des différentes inspections sociales fédérales directement concernées par le travail illégal. Il s’agit, plus précisément, de l’Inspection sociale du SPF Sécurité sociale, du Controˆle des Lois sociales du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, de l’Inspection sociale de l’Office National de Sécurité Sociale et de l’Inspection sociale de l’Office national de l’Emploi. Ces quatre services d’inspection comptent environ au total 1 000 personnes.
Dit orgaan vervangt de Federale Raad voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude en het Federaal Coo¨rdinatiecomité, opgericht bij wet van 3 mei 2003. De SIOD heeft als taak het werk te coo¨rdineren van de verschillende inspectiediensten die direct betrokken zijn bij de illegale arbeid. Het gaat hierbij meer bepaald om de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, de dienst Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Sociale Inspectie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Sociale Inspectie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Deze vier inspectiediensten tellen samen ongeveer 1 000 personen.
La coordination de ces services d’inspection sociale se réalise au moyen de l’élaboration d’un plan stratégique commun qui se traduit sur le terrain par un plan opérationnel commun, qui veille à combattre de manière organisée et complémentaire les différents mécanismes de la fraude sociale.
De coo¨rdinatie van deze inspectiediensten gebeurt door middel van het uitwerken van een gemeenschappelijk strategisch plan dat zich op het terrein vertaalt in een gemeenschappelijk operationeel plan, dat erop gericht is om op georganiseerde en elkaar aanvullende wijze de sociale fraudemechanismen te bestrijden.
Cette approche structurée de la lutte contre la fraude sociale permet d’utiliser au mieux les effectifs disponibles, même si le renforcement des services d’inspection sociale reste une priorité pour le gouvernement.
Deze gestructureerde aanpak van de strijd tegen de sociale fraude maakt het mogelijk de beschikbare krachten optimaal te gebruiken, ook al blijft het versterken van de Sociale Inspectie een prioriteit voor de regering.
En ce qui concerne votre troisième question, vous trouverez, ci-dessous, le détail des effectifs du personnel de controˆle occupés au sein de l’Inspection sociale du SPF Sécurité sociale. La division a été faite en tenant compte des structures du Service, ce qui explique le regroupement de Bruxelles avec le Brabant flamand. ` cet effectif total de 230 personnes, il convient A d’ajouter 10 controˆleurs sociaux qui entreront en service le 1er mars 2007.
Wat uw derde vraag betreft, vindt u hieronder de weergave van het bestand van het controlepersoneel van de Sociale Inspectie in de schoot van de FOD Sociale Zekerheid. De verdeling werd gemaakt, rekening houdend met de structuur van de dienst, hetgeen de hergroepering verklaart van Brussel en Vlaams Brabant.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Aan dit personeelsbestand van 230 personen moeten nog 10 sociaal controleurs worden toegevoegd die op 1 maart 2007 in dienst zullen treden. 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30895
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2006200709830
DO 2006200709830
Question no 239 de M. Bert Schoofs du 26 février 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 239 van de heer Bert Schoofs van 26 februari 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Gardiens de prison. — Missions. — « Cercles de développement ».
Gevangeniscipiers. — « ontwikkelcirkels ».
Ma question concerne les ’cercles de développement’ dans le cadre de l’exécution des missions des gardiens de prison.
Mijn vraag betreft de zogenaamde « ontwikkelcirkels » in het kader van de uitoefening van het takenpakket van de gevangenisbewaarders.
1. En quoi consistent ces cercles de développement et quel en est le but ?
1. Wat behelzen deze zogenaamde « ontwikkelcirkels » inhoudelijk en waartoe dienen zij ?
2. Sont-ils pris en considération lors de l’évaluation individuelle des gardiens de prison ?
2. Wordt hiermede rekening gehouden in de individuele evaluatie van de gevangenisbewaarder ?
3. La rémunération et/ou les perspectives de promotion des gardiens de prison varient-elles selon qu’il soit ou non donné satisfaction concernant les cercles de développement ?
3. Heeft het al dan niet voldoen aan de zogenaamde ontwikkelcirckels een eventuele invloed op de verloning en/of de promotiekansen van de gevangenisbewaarders ?
4. a) Ces cercles s’inscrivaient/s’inscrivent-ils dans la réforme Copernic ?
4. a) Behoorden/behoren deze ontwikkelcirkels tot de zogenaamde Copernicus-hervorming ?
b) Dans l’affirmative, qu’implique pour les gardiens de prison cette insertion dans la réforme Copernic en matière de rémunération, d’évaluation et de perspectives de promotion ?
b) Zo ja, wat zijn de implicaties van het feit dat deze ontwikkelcirkels vallen onder de Copernicushervorming op het vlak van de verloning, de evaluatie en de promotiekansen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 23 mars 2007, à la question no 239 de M. Bert Schoofs du 26 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 23 maart 2007, op de vraag nr. 239 van de heer Bert Schoofs van 26 februari 2007 (N.) :
1. Le concept « cercles de développement » permet de satisfaire aux exigences de l’arrêté royal du 2 août 2002 instituant un cycle d’évaluation dans les services publics fédéraux :
1. Via het concept ontwikkelcirkels wordt voldaan aan de vereisten van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot invoering van een evaluatiecyclus in de federale overheidsdiensten :
« Les cercles de développement constituent un nouveau système d’évaluation qui a été introduit dans les services publics fédéraux, afin de les soutenir dans leurs processus de changement et d’amélioration (cf. le Conseil des ministres du 28 avril 2000). Ce cycle d’évaluation doit contribuer à l’amélioration du fonc-
« De ontwikkelcirkels zijn een nieuw evaluatiesysteem dat in de federale overheidsdiensten werd ingevoerd om de federale overheidsdiensten te ondersteunen in haar veranderings- en verbeteringsprocessen (cf. de Ministerraad van 28 april 2000). Deze evaluatiecyclus moet bijdragen tot de verbetering van de werking
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
Takenpakket.
—
De
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30896
tionnement des services publics fédéraux et au développement de chaque membre du personnel ».
van de federale overheidsdiensten en de ontwikkeling van elk personeelslid ».
Les cercles de développement partent de l’hypothèse que les collaborateurs disposent du potentiel nécessaire pour pouvoir continuer à se développer sur le lieu ` condition d’être bien accompagné, le de travail. A collaborateur peut mieux fonctionner, ce qui lui permet de se sentir mieux, d’être plus motivé et plus serviable.
De ontwikkelcirkels gaan er van uit dat de medewerkers over het nodige potentieel beschikken om zich op de werkvloer verder te ontwikkelen. Mits goede begeleiding kan de medewerker beter functioneren waardoor hij zich beter voelt, gemotiveerder is en de dienstbaarheid verbetert.
Les cercles de développement aident à répondre à quatre questions :
De ontwikkelcirkels helpen antwoorden formuleren op vier vragen :
1. Quels sont les objectifs de l’organisation/du service ?
1. Welke zijn de doelstellingen van de organisatie/ dienst ?
2. Comment allons-nous les atteindre ?
2. Hoe zullen we die bereiken ?
3. Quelle est la contribution de chaque collaborateur ?
3. Wat is de bijdrage van elke medewerker ?
4. Des connaissances et des aptitudes supplémentaires sont-elles nécessaires à cet effet ?
4. Zijn hiervoor bijkomende kennis en vaardigheden noodzakelijk ?
Les cercles de développement veulent répondre à ces questions en réalisant une meilleure communication entre le chef fonctionnel et ses collaborateurs. Ceci se fait par l’intermédiaire d’un cycle comportant quatre sortes d’entretiens.
De ontwikkelcirkels willen dit alles bereiken door het realiseren van een betere communicatie tussen de functionele chef en zijn medewerkers. Dit gebeurt via een cyclus die vier soorten gesprekken bevat.
1. Entretien de fonction (discussion du profil de fonction).
1. Functiegesprek (bespreken van functieprofiel).
2. Entretien de planification (détermination des objectifs à atteindre).
2. Planningsgesprek (bepalen van de te bereiken doelstellingen).
3. Entretien de fonctionnement (« sommes-nous encore sur la bonne voie » ?).
3. Functioneringsgesprek (« zijn we nog op de goede weg » ?).
4. Entretien d’évaluation (l’entretien de bilan final sur les réalisations).
4. Evaluatiegesprek (het afrondend bilangesprek van wat er bereikt is).
2. Les cercles de développement sont le nouveau système d’évaluation (il est vrai que l’accent est mis sur le « développement » et la « motivation » et non sur la « sanction ») de tous les fonctionnaires et donc également de tous les agents pénitentiaires (gardiens de prison).
2. De ontwikkelcirkels zijn het nieuwe evaluatiesysteem (weliswaar met de focus op « ontwikkelen » en « motiveren » en niet op « sanctioneren ») van alle ambtenaren en dus ook van alle penitentiaire beambten (gevangenisbewaarders).
Le 18 décembre 2003, il a été mis fin au précédent système d’évaluation au SPF Justice et ce nouveau système (cercles de développement) a été introduit.
Op 18 december 2003 werd binnen de FOD Justitie het vorige evaluatiesysteem bee¨indigd en dit nieuwe systeem (de ontwikkelcirkels) ingevoerd.
Conformément à l’arrêté royal du 2 août 2002, tous les fonctionnaires qui sont effectivement en service (tant les contractuels que les statutaires) relèvent de ce nouveau système. C’est donc également le cas pour les agents pénitentiaires.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 vallen alle ambtenaren die effectief in dienst zijn (zowel contractuelen als statutairen) onder dit nieuwe systeem. De penitentiaire beambten vallen dus ook onder de toepassing hiervan.
3.4. Les cercles de développement ne génèrent pas de primes ni d’avancements barémiques pour les agents pénitentiaires, pas plus que pour d’autres catégories de personnel.
3.4. De ontwikkelcirkels genereren geen premies noch baremaverhogingen voor de penitentiaire agenten, zoals dit ook niet gebeurt voor andere personeelscategoriee¨n.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30897
Un collaborateur qui fournit manifestement des prestations médiocres et refuse de s’améliorer peut recevoir un « insuffisant » lors de l’entretien d’évaluation à la fin du cycle d’évaluation. Il peut introduire un recours devant la Chambre de recours contre cet « insuffisant ».
Een medewerker die manifest ondermaats presteert en weigert om hierin bij te sturen, kan een « onvoldoende » krijgen tijdens het evaluatiegesprek aan het einde van de evaluatiecyclus. Tegen deze « onvoldoende » kan hij beroep instellen bij de Raad van Beroep.
Lorsqu’un collaborateur reçoit un « insuffisant », il ne peut pas être pris en considération pour une promotion par accession au niveau supérieur, un avancement barémique ou un changement de grade (article 75, § 3 de l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’E´tat.
Als aan een medewerker een « onvoldoende » is toegekend, kan hij niet in aanmerking komen voor een overgang naar een hoger niveau, verhoging in weddenschaal of verandering van graad (artikel 75, § 3, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel).
DO 2006200709912
DO 2006200709912
Question no 242 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 242 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants.
Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energie- en brandstoffenverbruik.
Le réchauffement de la planète et la réduction de la consommation énergétique requièrent des efforts de tout citoyen responsable. Il convient que les autorités donnent l’exemple en la matière. La fin de la législature constitue un moment propice pour établir un bilan des efforts fournis par les services publics fédéraux, par les institutions fédérales et par les entreprises publiques.
De opwarming van de aarde en het terugdringen van het energiegebruik vergt een belangrijke inspanning van elkeen met verantwoordelijkheidszin. De overheden moeten op dat vlak een voorbeeldrol vervullen. Het einde van een legislatuur is een geschikt moment om een balans op te maken en na te gaan welke inspanningen de federale overheidsdiensten, federale instellingen en de overheidsbedrijven hebben geleverd.
1. Quels efforts les services publics, les administrations et les entreprises publiques ressortissant à votre compétence ont-ils fournis de 2003 à ce jour pour réduire la consommation énergétique et la consommation de combustibles et de carburants ?
1. Welke inspanningen hebben de onder uw bevoegdheid ressorterende overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven vanaf 2003 tot op heden geleverd, om het energie- en brandstoffenverbruik terug te dringen ?
2. Quels résultats ont produit ces efforts ?
2. Wat zijn de resultaten daarvan ?
3. Votre cabinet a-t-il déployé de tels efforts ? Lesquels ?
3. Werden gelijkaardige inspanningen (en welke) doorgevoerd op uw kabinet ?
4. Combien d’audits énergétiques ont été réalisés ? ` quelles recommandations et conclusions ont-ils A donné lieu ?
4. Hoeveel energie-audits werden uitgevoerd en wat waren de aanbevelingen en conclusies ervan ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 23 mars 2007, à la question no 242 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 23 maart 2007, op de vraag nr. 242 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse fournie par mon collègue de l’E´nergie, à qui cette question a été posée sous le numéro 200 du 7 mars 2007).
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van mijn collega van Energie, aan wie deze vraag eveneens werd gesteld onder het nummer 200 van 7 maart 2007).
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30898
DO 2006200709915
DO 2006200709915
Question no 243 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Départements. — E´comobilité.
Vraag nr. 243 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
L’écomobilité joue un roˆle de premier plan dans le cadre du développement durable. La notion d’écomobilité englobe tous les aspects économiques, écologiques et sociaux de la mobilité et porte notamment sur le covoiturage, les incitants visant à encourager la population à utiliser les transports en commun, les primes pour les personnes qui se rendent au travail à vélo, etc. Les grandes entreprises et organisations portent une importante responsabilité dans le domaine de l’écomobilité. Elles pourraient en effet prendre différentes initiatives pour encourager leur personnel à utiliser un mode de transport écologique pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail. Je pense à l’aménagement de parkings pour vélos et motos, à la mise à disposition de douches et de vestiaires, etc. L’écomobilité rencontre par ailleurs les objectifs de Kyoto.
In het kader van duurzame ontwikkeling is ecomobiliteit zeer belangrijk. De term « ecomobiliteit » behelst alle economische, ecologische en sociale aspecten van de mobiliteit en omvat onder andere carpooling, het stimuleren van de bevolking om gebruik te maken van het openbaar vervoer, het geven van premies aan personen die de fiets gebruiken om zich naar hun werk te begeven, enzovoort. Grote organisaties hebben op het vlak van ecomobiliteit een grote verantwoordelijkheid. Zij kunnen immers verscheidene initiatieven opzetten om hun werknemers te stimuleren om op een milieuvriendelijke manier naar hun werk te komen zoals de aanleg van parkings voor fietsen en moto’s, het ter beschikking stellen van douches en vestiaires, enzovoort. Daarenboven komt ecomobiliteit tegemoet aan de doelstellingen van de Kyotonorm.
1. a) Des études ont-elles déjà été menées en vue d’améliorer l’écomobilité au sein de votre département ?
1. a) Zijn er al studies uitgevoerd omtrent het verbeteren van de ecomobiliteit binnen uw departement ?
b) Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats ?
b) Zo ja, wat waren daar de resultaten van ?
2. a) Quelles initiatives votre département a-t-il déjà prises dans le domaine de l’écomobilité ?
2. a) Welke initiatieven ten aanzien van ecomobiliteit zijn er al gerealiseerd binnen uw departement ?
b) Ont-elles fait l’objet d’une évaluation ?
b) Is er al een evaluatie van gebeurd ?
c) Dans l’affirmative, quels en ont été les résultats ?
c) Zo ja, wat waren de resultaten ?
d) Dans la négative, pourquoi n’a-t-il pas été procédé à une évaluation de la politique d’écomobilité ?
d) Zo neen, waarom is er geen evaluatie van het ecomobiliteitbeleid uitgevoerd ?
3. a) Quelles initiatives votre département entend-il encore mettre en œuvre à bref délai dans le domaine de l’écomobilité ?
3. a) Welke initiatieven ten aanzien van ecomobiliteit overweegt men op korte termijn binnen uw departement nog door te voeren ?
b) Quels sont les projets à plus long terme ?
b) Welke langetermijnplannen bestaan er ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 23 mars 2007, à la question no 243 de Mme Ingrid Meeus du 7 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 23 maart 2007, op de vraag nr. 243 van mevrouw Ingrid Meeus van 7 maart 2007 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse fournie par mon collègue de la Mobilité, à qui cette question a été posée sous le numéro 577 du 7 mars 2007.
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van mijn collega van Mobiliteit, aan wie deze vraag eveneens werd gesteld onder het nummer 577 van 7 maart 2007.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Departementen. — Ecomobiliteit.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30899
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2004200504886
DO 2004200504886
Question no 330 de M. Ludo Van Campenhout du 26 juillet 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 330 van de heer Ludo Van Campenhout van 26 juli 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Délais de traitement des dossiers d’homologation de motocyclettes importées.
Behandelingstermijnen van de homologatiedossiers voor geı¨mporteerde motorfietsen.
Le SPF Mobilité et Transports, Service des Véhicules à moteur, veille à la délivrance correcte des certificats d’homologation des véhicules à moteur importés. La procédure suivie par ce service est censée garantir que les nouvelles motos importées chez nous puis introduites dans la circulation routière belge satisfassent à toutes les règles légales et de sécurité.
De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Dienst Motorvoertuigen, zorgt voor de correcte aflevering van de homologatieattesten voor geı¨mporteerde motorvoertuigen. Deze procedure moet verzekeren dat nieuwe geı¨mporteerde motoren die in het Belgische wegverkeer worden geı¨ntroduceerd, voldoen aan alle wettelijke en veiligheidsvoorschriften.
Pour faire homologuer ses motos, l’importateur envoie les documents nécessaires au Service des véhicules à moteur compétent et escompte que son dossier sera traité dans un délai de 1 à 2 semaines. Mais récemment, ce délai a atteint presque 2 mois avec toutes les conséquences dommageables que cela entraıˆne pour un commerce.
Om tot de homologatie te komen zendt de betrokken motorfietseninvoerder de nodige documenten naar de bevoegde Dienst Motorvoertuigen en gaat hierbij uit van een behandelingstermijn van 1 à 2 weken. Recentelijk zou deze termijn echter oplopen tot bijna 2 maanden met alle negatieve gevolgen van dien voor een commercie¨le zaakvoering.
1. Quel est le délai moyen de traitement d’un dossier d’homologation de motocyclettes importées ?
1. Wat is de gemiddelde behandelingstermijn van de homologatiedossiers voor geı¨mporteerde motorfietsen ?
2. Quels facteurs influent sur ce délai de traitement ?
2. Welke factoren beı¨nvloeden deze bovengemelde behandelingstermijn ?
3. a) Des faits particuliers ayant retardé le traitement des dossiers en souffrance se sont-ils produits récemment ?
3. a) Deden er zich recentelijk bijzondere feiten voor op de betrokken dienst waardoor de afhandeling van hangende dossiers werd vertraagd ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke feiten ?
c) Comment les évitera-t-on à l’avenir ?
c) Hoe zullen die in de toekomst vermeden worden ?
4. Quel est le délai légal prescrit ?
4. Wat is de vooropgestelde wettelijke termijn ?
5. Quelle législation est d’application ?
5. Welke wetgeving is daarbij van toepassing ?
6. Ces délais de traitement prescrits pourraient-ils être réduits de sorte que les importateurs de motocyclettes puissent offrir un service optimal à leurs clients ?
6. Kunnen deze vooropgestelde behandelingstermijnen verkort worden opdat invoerders van motorfietsen een zo optimaal mogelijke service aan de klant kunnen aanbieden ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 330 de M. Ludo Van Campenhout du 26 juillet 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 330 van de heer Ludo Van Campenhout van 26 juli 2005 (N.) :
1. Le délai normal de traitement d’un dossier d’agréation de motocyclettes est de deux semaines environ. Il peut se prolonger en cas de période de pointe.
1. De normale behandelingstermijn van een goedkeuringsdossier voor motorfietsen bedraagt circa twee weken. Op piekmomenten kan deze termijn oplopen.
2. Le délai de traitement d’un dossier d’agréation dépend du moment auquel il est introduit. Comme le
2. De behandelingstermijn van een goedkeuringsdossier is afhankelijk van het moment waarop het
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30900
commerce de motocyclettes est saisonnier — celles-ci sont essentiellement vendues au printemps et en été — ces saisons doivent être considérées comme périodes de pointe.
wordt ingediend. Daar de handel in motoren seizoensgebonden is — men verkoopt vooral motoren in het voorjaar en de zomer — moet men deze periode dan ook als piekperiode beschouwen.
3. a) Oui.
3. a) Ja.
b) Fin mai, début juin 2005 (donc au milieu de la période de pointe), le service concerné a déménagé. Les opérations qui en ont résulté (emballage, déménagement proprement dit, déballage et reprise des activités), ont entraıˆné une quasi-paralysie du traitement des dossiers durant deux semaines environ.
b) Eind mei, begin juni 2005 (dus midden de piekperiode) vond de verhuis van de betrokken dienst plaats. Alle perikelen hieromtrent (inpakken, eigenlijke verhuis, uitpakken en terug opstarten) zorgden ervoor dat quasi geen dossiers werden behandeld gedurende ongeveer twee weken.
c) Il s’agit bien entendu d’un événement unique.
c) Dit is vanzelfsprekend een eenmalige gebeurtenis.
4. Aucun délai légal n’est fixé.
4. Er is nergens een wettelijke termijn vastgelegd.
5. Il n’existe aucune législation relative au point 4.
5. Geen, inherent aan punt 4.
6. Exiger des délais de traitement encore plus court que présupposé sous le point 1 ci-dessus n’est pas réaliste. En effet, ce sont des dossiers techniques avec un aspect de sécurité élevé. Il en est que des dossiers pareils nécessitent un controˆle sérieux.
6. Nog kortere behandelingstermijnen vragen dan vooropgesteld in punt 1 hiervoor is niet realistisch. Het zijn immers technische dossiers met een hoog veiligheidsaspect. Dergelijke dossiers vereisen nu eenmaal een degelijk nazicht.
DO 2004200505018
DO 2004200505018
Question no 349 de M. Melchior Wathelet du 5 septembre 2005 (Fr.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 349 van de heer Melchior Wathelet van 5 september 2005 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :
Dérogation au port de la ceinture de sécurité. — Caractère unilingue des cartes.
Vrijstelling van de draagplicht van de veiligheidsgordel. — Eentalige kaarten.
Je suis interrogé par un citoyen qui s’est heurté à un problème linguistique lorsqu’il a produit un document émanant de votre administration. Celui-ci est dispensé du port de la ceinture de sécurité. Afin d’attester de cette dispense il dispose d’une carte émanant du « Ministère des Communication — Administration des transports », ce qui correspond à l’une des composantes actuelles du SPF Mobilité et Transports. Ce document est rédigé uniquement en langue française, contrairement à d’autres documents émanant de votre administration comme par exemple le « Permis de conduire ».
Ik kreeg een vraag van een burger die bij het voorleggen van een door uw administratie uitgereikt document op taalperikelen stuitte. Het gaat om iemand die van de draagplicht van de veiligheidsgordel is vrijgesteld. Ter staving daarvan beschikt hij over een door het « Ministerie van Verkeerswezen — Bestuur van het Vervoer » — een van de huidige componenten van de FOD Mobiliteit en Vervoer — uitgereikte kaart. In tegenstelling tot andere documenten die door uw administratie worden uitgereikt, zoals het rijbewijs, gaat het om een eentalig Frans document.
En l’espèce, le titulaire de cette carte vit en Communauté germanophone à Burg-Reuland et se déplace régulièrement en Allemagne. Il a récemment rencontré des difficultés avec des policiers allemands incapables de comprendre la carte de dérogation qu’il produisait.
De houder van de kaart woont in Burg Reuland in de Duitstalige Gemeenschap en gaat regelmatig naar Duitsland. Hij kreeg het onlangs aan de stok met Duitse politieagenten die niet in staat bleken de kaart die hun werd voorgelegd te begrijpen.
1. Ne serait-il pas possible de faire figurer sur les cartes de dérogation des mentions dans les trois langues nationales ainsi qu’en anglais : à l’image de ce qui ce fait pour le permis de conduire au modèle européen ?
1. Zou het niet mogelijk zijn de bepalingen op de vrijstellingskaarten in de drie landstalen, alsook in het Engels, te vermelden, zoals het geval is op het Europese model van het rijbewijs ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30901
2. a) Est-il possible de disposer du document précité dans les trois langues nationales ? En l’espèce, le titulaire vit en Communauté Germanophone mais sa carte est rédigée en français.
2. a) Kan dit document in de drie landstalen worden verkregen ? De kaarthouder in kwestie woont in de Duitstalige Gemeenschap, maar kreeg een Franstalig document.
b) Dans le cas contraire, serait-il possible d’obtenir de votre administration une traduction certifiée conforme d’un tel document faisant foi lors de déplacements dans une autre région linguistique ou à l’étranger ?
b) Zoniet, zou uw administratie voor een voor eensluidend verklaarde vertaling van dat type document kunnen zorgen, die tijdens verplaatsingen in een ander taalgebied of in het buitenland bewijskracht zou hebben ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 21 mars 2007, à la question no 349 de M. Melchior Wathelet du 5 septembre 2005 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 21 maart 2007, op de vraag nr. 349 van de heer Melchior Wathelet van 5 september 2005 (Fr.) :
1 & 2. a) L’article 5 de la directive européenne 91/671/CEE stipule que les cartes de dérogation doivent porter le pictogramme ci-après et dès lors être reconnues dans tous les E´tats membres européens.
1 & 2. a) Artikel 5 van de Richtlijn 91/671/EEG bepaalt dat op de vrijstellingskaarten het onderstaande pictogram moet worden aangebracht. Een vrijstellingskaart voorzien van dit pictogram moet door alle Europese lidstaten worden erkend.
Pour éviter que d’autres E´tats membres ne refusent quand même les cartes de dérogation de compatriotes — arborant le pictogramme — un nouvel arrêté ministériel est paru le 25 août 200 déterminant les modalités d’octroi ainsi que le modèle des dérogations au port obligatoire de la ceinture de sécurité en raison de contre-indications médicales graves. Cet arrêté est entré en vigueur le 1er septembre 2006. Il est dorénavant explicitement mentionné sur la carte de dérogation qu’il s’agit d’un « Modèle européen », de manière à clairement spécifier que celle-ci est valable dans tous les pays de l’Union européenne.
Om situaties te vermijden waarbij vrijstellingskaarten van landgenoten — waarop het pictogram is afgebeeld — toch niet zouden worden aanvaard in andere lidstaten is op 25 augustus 2006 een nieuw ministerieel besluit verschenen waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald. Dit besluit is op 1 september 2006 in werking getreden. Op de vrijstellingskaart wordt voortaan expliciet vermeld dat het een « Europees model » betreft, zodat het duidelijk is dat de vrijstelling geldt in alle landen van de Europese Unie.
Le pictogramme et la mention « Modèle européen » font que la langue dans laquelle est établi le document ne compte pas. Ce qui n’est que logique dans l’Europe des 25.
Het pictogram en de vermelding « Europees model » zorgen ervoor dat de taal waarin het document wordt opgesteld van geen tel is. Dit is in een Europa van 25 overigens niet meer dan logisch.
Par ailleurs, conformément aux lois sur l’emploi des langues en matière administrative, il est interdit d’utiliser simultanément les trois langues nationales et/ou l’anglais.
Het is tevens, conform de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, niet toegestaan tegelijkertijd de drie landstalen en/of het Engels te gebruiken.
b) Compte tenu de ce qui précède, cette question est en fait sans objet. Si des services de police dans les autres E´tats membres n’acceptent pas les cartes de dérogation sur lesquelles figurent le pictogramme ci-dessus et la mention qu’il s’agit d’un modèle européen, il s’agit tout simplement d’une flagrante manifestation de mauvaise volonté. La langue dans laquelle est établi le document n’y changera pas grand chose.
b) Rekening houdend met het voorgaande is deze vraag eigenlijk zonder voorwerp. Indien politiediensten in de andere lidstaten vrijstellingskaarten waarop het bovenstaand pictogram is afgebeeld en waarop vermeld is dat het een Europees model betreft niet aanvaarden, dan getuigt dit simpelweg van en manifeste onwil. De taal waarin het document is opgesteld zal daaraan niet veel veranderen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30902
DO 2005200606210
DO 2005200606210
Question no 397 de M. Dylan Casaer du 14 novembre 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 397 van de heer Dylan Casaer van 14 november 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Controˆle technique des voitures transformées par tuning.
Keuring van getunede wagens.
Six millions de véhicules circulent actuellement en Belgique. De nombreux conducteurs veulent faire preuve de davantage de créativité que les constructeurs automobiles, ce qui a contribué à l’essor d’une industrie du tuning. Ce secteur est également en proie aux inévitables excès et certains accessoires peuvent présenter un danger pour le conducteur et les passagers du véhicule, ainsi que pour les autres usagers de la route. Quelques consignes de sécurité minimales, parmi lesquelles une hauteur libre minimale de la carrosserie de 11 cm, ont ainsi été mises en place. Les transformations de voitures par des spécialistes et des particuliers vont de plus en plus loin, ce qui a entraıˆné la mise en œuvre de tests spécifiques lors du controˆle technique et l’adaptation d’au moins un centre de controˆle technique par province pour controˆler ces voitures.
In Belgie¨ rijden er momenteel een zes miljoen voertuigen. Vele mensen willen graag creatiever zijn dan de autoconstructeurs en er is daardoor een hele tuningsindustrie gegroeid. Ook deze sector ontsnapt echter niet aan de nodige excessen en sommige onderdelen kunnen voor gevaar zorgen voor de bestuurder en inzittenden van het voertuig maar ook voor de andere weggebruikers. Daarom zijn er enkele minimumveiligheidseisen vastgelegd waaronder de minimum vrije carosseriehoogte van 11 cm. De aanpassingen aan wagens door specialisten en door particulieren gaan steeds verder en daarom heeft men ook specifieke keuringstesten ingevoerd waarbij in iedere provincie minstens één keuringsstation aangepast werd om deze speciale wagens te keuren.
1. a) Pouvez-vous me communiquer le nombre de voitures transformées par tuning qui ont passé le controˆle technique au cours des deux dernières années ?
1. a) Kan u meedelen hoeveel keuringen van tuningwagens er plaatsvonden gedurende de jongste twee jaar ? Indien u niet beschikt over deze cijfers, mogen we daaruit besluiten dat deze keuringen niet als dusdanig worden geregistreerd.
b) Pouvez-vous indiquer les tests qui ont été adaptés pour le controˆle de ces voitures et s’ils ont généré des couˆts supplémentaires ?
b) Kan u meedelen welke testen aangepast zijn aan de tuningwagens en of dit een extra kostprijs met zich meebrengt ?
c) Pouvez-vous préciser ces couˆts, par voiture ?
c) Over welke kostprijs spreken we dan per wagen ?
2. a) Préconisez-vous la liaison des services d’inspection automobile aux centres d’examen du permis de conduire ?
2. a) Bent u voorstander van de koppeling van autokeuringsstations en examencentra voor rijbewijs ?
b) Dans l’affirmative, quels en sont les avantages ?
b) Zo ja, welke voordelen zijn hiermee verbonden ?
c) Avez-vous connaissance d’une évaluation des dix établissements agréés en Belgique ?
c) Heeft u weet van een evaluatie van de tien ondernemingen die in Belgie¨ erkend zijn ?
3. a) Pouvez-vous évaluer le nombre de voitures transformées par tuning circulant en Belgique, réparti éventuellement par région ?
3. a) Kan u een inschatting maken hoeveel tuningwagens er in Belgie¨ rondrijden en kan u dit eventueel uitsplitsen per gewest ?
b) Le nombre de voitures transformées au cours des dernières années est-il en augmentation ou en diminution ?
b) Merkt u een stijging of een daling van het aantal aangepaste wagens gedurende de jongste jaren ?
5. Disposez-vous d’un plan d’action en matière de tuning, vu l’évolution rapide de ce secteur ?
5. Heeft u een actieplan inzake tuning gezien de snelle ontwikkelingen in deze sector ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30903
Réponse du ministre de la Mobilité du 21 mars 2007, à la question no 397 de M. Dylan Casaer du 14 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 21 maart 2007, op de vraag nr. 397 van de heer Dylan Casaer van 14 november 2005 (N.) :
1. a) Depuis que la régularisation des voitures personnelles surbaissées et des véhicules assimilés est possible, 7 992 véhicules ayant une suspension surbaissée ont été approuvés jusqu’à présent (statistiques de février 2007). En application de la circulaire relative à certains véhicules transformés (catégorie M1), 153 453 rapports de tuning ont également été délivrés.
1. a) Sinds de regularisatie van verlaagde personenwagens en gelijkgestelde voertuigen mogelijk is, werden tot op heden (statistieken februari 2007) 7 992 voertuigen met een verlaagde ophanging goedgekeurd. Tevens werden er, in toepassing van de omzendbrief betreffende sommige verbouwde voertuigen (categorie M1), 153 453 tuningrapporten uitgereikt.
b) Pas d’application.
b) Niet van toepassing.
2. a) et b) Les coûts dépendent du type de transformation. Pour chaque transformation, un rapport de tuning est délivré. Ce qui implique un surcoût de 6 euros. Pour les transformations soumises à une procédure de validation, il faut encore compter 6 euros par transformation au moment de la validation.
2. a) en b) De kosten zijn afhankelijk van het type verbouwing. Voor elke verbouwing wordt een tuningrapport afgeleverd. Hieraan is een meerkost van 6 euro verbonden. Voor verbouwingen die aan een validatieprocedure zijn onderworpen komt hier nog eens 6 euro bij per verbouwing, op het ogenblik van de validatie.
Il existe trois types de procédures de validation.
Er zijn drie soorten validatieprocedures.
1) Une procédure de validation pour des pièces agréées e ou E moyennant une attestation d’homologation. Pour les pièces suivantes, une attestation d’homologation de ce type est exigée :
1) Een validatieprocedure aan de hand van een eof E-goedgekeurd onderdeel via een homologatieattest. Voor volgende onderdelen wordt een dergelijk homologatie attest gee¨ist :
— sièges non originaux;
— niet-originele zetels;
— échappements non-originaux;
— niet-originele uitlaten;
— remplacement des ceintures de sécurité.
— vervangen van veiligheidsgordels.
2) Une procédure de validation pour des pièces non agréées e ou E, qui sont approuvées par la Tu¨V, Dekra, la FIA, etc, moyennant un rapport de validation du GOCA. Pour les pièces suivantes, un rapport de validation est exigé :
2) Een validatieprocedure aan de hand van een GOCA validatieverslag voor niet-e- of Egoedgekeurde onderdelen maar goedgekeurd door Tu¨V, Dekra, FIA, enz. Voor volgende onderdelen wordt een validatieverslag gee¨ist :
— capots synthétiques;
— kunststofmotorkappen;
— rétroviseurs latéraux extérieurs;
— buitenzijspiegels;
— surbaissements;
— verlagingen;
— portes papillon;
— vlinderdeuren;
— sièges non originaux;
— niet-originele zetels;
— échappements non originaux;
— niet-originele uitlaten;
— jantes.
— velgen.
3) Une procédure de validation moyennant un mode d’emploi de montage. Un mode d’emploi de montage est exigé pour les pièces suivantes :
3) Een validatieprocedure aan de hand van een montagehandleiding. Voor volgende onderdelen wordt een montagehandleiding gee¨ist :
— cage de sécurité de la cabine.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
— veiligheidskooi. 2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30904
Jusqu’au 31 août 2007, un certificat de visite d’une validité normale de 12 mois est délivré pour les véhicules transformés avec pièces non agréées e ou E pour lesquelles un rapport de validation ne peut être présenté.
Tot en met 31 augustus 2007 wordt voor de met niet-e- of E-goedgekeurde onderdelen waarvoor geen validatieverslag kan worden voorgelegd verbouwde voertuigen een keuringsbewijs met een normale geldigheid van twaalf maanden uitgereikt.
` partir du 1er septembre 2007, ces véhicules reçoiA vent soit un certificat de visite d’une validité normale, soit un certificat de visite d’une validité limitée de quinze jours et les pièces reçoivent respectivement soit une approbation définitive, soit une interdiction définitive.
Vanaf 1 september 2007 krijgen deze voertuigen ofwel een keuringsbewijs met een normale geldigheid ofwel een keuringsbewijs met een beperkte geldigheid van vijftien dagen en krijgen de onderdelen respectievelijk ofwel een definitieve goedkeuring ofwel een definitief verbod.
Les transformations validées préalablement, attestées par le fabricant ou son mandataire et déjà approuvées par le passé ne tombent pas dans le cadre des procédures de validation mentionnées dans la circulaire. Ces transformations préalablement approuvées restent approuvées sur la base de l’attestation présente.
Eerder gevalideerde verbouwingen, geattesteerd door de constructeur of mandataris en reeds in het verleden aanvaard, vallen niet onder de in de omzendbrief vermelde validatieprocedures. Deze reeds aanvaarde verbouwingen blijven op basis van het aanwezige attest aanvaard.
3. a) L’article 25 de l’arrêté royal du 23 mars 1998 a prévu que les centres d’examen du permis de conduire sont organisés par les organismes d’inspection automobiles agréés.
3. a) Het artikel 25 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 bepaalt dat de organisatie van de examencentra voor rijbewijzen wordt toevertrouwd aan de erkende ondernemingen voor autokeuring.
Personnellement, je n’ai pas de préférence particulière.
Persoonlijk heb ik hier geen bijzondere voorkeur in.
b) Pas d’application.
b) Niet van toepassing.
c) En février 2004, les sociétés Expansion et Amelior ont effectué un premier recontroˆle externe des organismes de controˆle technique sur demande du Groupement des Organismes agréés de Controˆle technique. Cette mission avait pour objectif de recontroˆler un certain nombre de voitures qui venaient de passer le controˆle et ce, dans toutes les stations de controˆle de Belgique. Ainsi, plus de 250 véhicules ont été recontroˆlés. En novembre 2004 et 2005, cette campagne de recontroˆles externes a été répétée. Durant cette dernière campagne,’moins de différences ont été constatées que lors des deux campagnes de 2004 (71 % des 257 recontroˆles a donné une différence). L’on aspire à poursuivre la réduction d’un certain nombre de différences dans les années à venir. Afin d’effectuer les controˆles externes, un service d’audit et d’inspection spécifique va aussi être créé en 2007. Ce service sera composé de 11 auditeursinspecteurs soutenus par deux collaborateurs ` court terme, ces nouveaux audiadministratifs. A teurs-inspecteurs seront joints aux inspecteurs des permis de conduire et auto-écoles qui formeront ensemble un « service général d’audit et d’inspection de la sécurité routière ». Le budget (frais de fonctionnement et de personnel) sera financé par le biais d’une rétribution par les organismes de controˆle technique.
c) In februari 2004 hebben de firma’s Expansion en Amelior in opdracht van de groepering van Erkende Instellingen voor Autokeuring (GOCA) een eerste externe nacontrole uitgevoerd van de instellingen voor technische keuring. Deze opdracht had als doelstelling een aantal wagens dat pas gekeurd was opnieuw te keuren en dit in alle keuringsstations van Belgie¨. Op deze manier werden meer dan 250 wagens opnieuw gekeurd. In november 2004 en 2005 werd deze campagne van externe nacontroles herhaald. Tijdens deze laatste campagne werden minder verschillen vastgesteld dan tijdens de twee campagnes van 2004 (71 % van de 257 nacontroles gaf geen verschil). Er wordt gestreefd om het aantal verschillen in de komende jaren verder te reduceren. Teneinde de externe controles op te voeren, zal nog in 2007 een specifieke audit- en inspectiedienst worden opgericht. Deze dienst zal bestaan uit 11 auditeursinspecteurs die ondersteund zullen worden door 2 administratieve krachten. Deze nieuwe auditeurs-inspecteurs zullen op korte termijn bij de inspecteurs rijbewijzen en rijscholen, die samen een algemene « audit- en inspectiedienst verkeersveiligheid » zullen vormen, worden gevoegd. Het budget (personeels- en werkingskosten) zal via een retributie door de keuringsinstellingen worden gefinancierd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30905
DO 2005200607987
DO 2005200607987
Question no 467 de M. Dylan Casaer du 8 mai 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 467 van de heer Dylan Casaer van 8 mei 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Controˆle technique des voitures. — Réformes.
Keuring van wagens. — Hervormingen.
En Belgique, on enregistre traditionnellement un pic de ventes de voitures à l’occasion du Salon de l’Auto ou en début d’année, ce qui signifie que de nombreux véhicules sont immatriculés au cours des premiers mois de l’année. Toutes les voitures doivent passer le controˆle technique pour la première fois après quatre ans. Pour la majorité des véhicules, ce controˆle a donc également lieu durant les premiers mois de l’année. Pour les centres de controˆle technique, cette situation entraıˆne un grand nombre d’inspections durant cette période et partant, de longues files d’attente qui produisent manifestement des conséquences faˆcheuses. Ainsi, l’automobiliste qui n’aura pas laissé tourner son moteur durant l’attente risque d’être confronté, lors de la mesure des émissions de CO2, à des valeurs trop élevées.
Traditioneel worden er in Belgie¨ veel wagens aangekocht tijdens het Autosalon of tijdens het begin van het jaar. Dit betekent dat vele wagens worden ingeschreven in de eerste maanden van het jaar. Na vier jaar moeten alle wagens een eerste maal naar de keuring. Dit gebeurt voor een meerderheid dan ook in deze eerste maanden van het jaar. Dit betekent dat de keuringsstations veel wagens te verwerken krijgen tijdens deze periode met als als gevolg lange wachttijden. Deze wachttijden lijken blijkbaar tot onaangename gevolgen. Zo kan men een te hoge CO2-uitstoot meten indien men zijn motor niet heeft laten draaien tijdens het wachten.
Le ministre a annoncé qu’il entendait réformer le controˆle technique.
De minister heeft aangekondigd dat hij de technische keuring wil hervormen.
1. a) Disposez-vous de données montrant la répartition du nombre de controˆles techniques au cours de l’année ?
1. a) Heeft u zicht op de verdeling van het aantal keuringen doorheen het jaar ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous me communiquer cette répartition par mois ?
b) Zo ja, kan u meedelen hoe deze verdeling er uitziet op maandbasis ?
2. a) Eˆtes-vous conscient des problèmes pouvant survenir si l’on coupe le moteur durant l’attente ?
2. a) Bent u zich bewust van het feit dat er problemen kunnen optreden indien men zijn motor afzet tijdens het wachten ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous présenter une solution acceptable tant sur le plan environnemental que budgétaire ?
b) Zo ja, heeft u hiervoor een milieuen budgetvriendelijke oplossing ?
3. a) Envisagez-vous, dans le cadre de la réforme du controˆle technique, de mieux répartir dans le temps le nombre d’inspections à effectuer ?
3. a) Overweegt u bij de hervorming van de technische keuring ook een spreiding in de tijd van het aantal keuringen ?
b) Dans l’affirmative, comment pensez-vous y parvenir ?
b) Zo ja, op welke manier denkt u dit te realiseren ?
c) Dans la négative, comment les centres de controˆle doivent-ils faire face aux déséquilibres en la matière ?
c) Zo niet, op welke manier moeten de onevenwichten opgevangen worden door de keuringssations ?
4. a) Envisagez-vous d’englober les méthodes utilisées pour effectuer les différentes mesures dans la réforme du controˆle technique ?
4. a) Overweegt u in de hervorming van de technische keuring ook de methodiek op te nemen van de verschillende metingen ?
b) Dans l’affirmative, quelles méthodes seront adaptées et comment ?
b) Zo ja, welke worden er aangepast en op welke manier ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30906
5. a) Eˆtes-vous disposé à organiser le controˆle technique en fonction d’heures fixes à convenir ? b) Dans la négative, pourquoi cette option n’est-elle pas envisageable ? Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 467 de M. Dylan Casaer du 8 mai 2006 (N.) : 1. Vous trouverez en annexe un relevé du nombre de controˆles techniques effectués en 2006. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires). 2. Pour éviter que les controˆles de pollution ne fournissent un résultat moins favorable en raison du refroidissement éventuel du moteur durant les temps d’attente, l’instruction de conditionner le moteur avant d’entamer le mesurage a été transmise aux organismes de controˆle technique. Pour pouvoir effectuer un mesurage correct, il faut notamment que l’huile du moteur soit à température. En cas de doute, la température du bloc moteur sera mesurée au moyen d’un thermomètre infrarouge. 3. Je ne prévois pas de répartition du nombre de controˆles dans le temps. Le principe du libre choix pour le client doit être conservé. En vue d’obtenir un étalement rationnel des controˆles, Ses organismes peuvent déplacer les convocations dans le temps. Ceci dans la période tampon réglementaire de 2 mois avant l’échéance du certificat de visite des voitures personnelles. Dans un certain nombre de grandes stations, un projet-pilote est en vigueur. Pour tester celui-ci, une ligne d’inspection est réservée pour le controˆle sur rendez-vous. Après l’évaluation du projet, on vérifiera si l’on peut le généraliser dans les grandes stations de controˆle technique dans lesquelles suffisamment de lignes d’inspection sont disponibles. 4. Les procédures détaillées de controˆle technique sont en majeure partie imposées par des directives européennes transposées en droit belge et ne laissent que peu de latitude aux méthodes à utiliser. 5. Voir point 3.
5. a) Bent u bereid om de technische keuringen op vast afgesproken tijdstippen te laten doorgaan ? b) Zo niet, waarom kan dit niet ?
DO 2005200608112
DO 2005200608112
Question no 475 de M. Jan Mortelmans du 22 mai 2006 (N.) au ministre de la Mobilité : Stations de controˆle technique. — Motos de « construction propre ». — Absence d’attestation relative aux normes d’émission pour le bloc moteur. Si les stations de controˆle technique n’acceptent plus les motos construites conformément au désirs du
Vraag nr. 475 van de heer Jan Mortelmans van 22 mei 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Keuringsstations. — « Eigen bouw »-motoren. — Ontbreken van een emissienormattest voor motorblokken. De oorzaak van het feit dat de bevoegde keuringsstations geen « eigen bouw »-motoren meer keuren,
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 467 van de heer Dylan Casaer van 8 mei 2006 (N.) : 1. In bijlage vindt u een overzicht van het aantal keuringen van voertuigen gedurende het jaar 2006. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen). 2. Om te vermijden dat milieukeuringen een minder gunstig resultaat opleveren omwille van de eventuele afkoeling van de motor tijdens wachttijden, hebben de keuringsinstellingen de instructie de motor te conditioneren alvorens de meting aan te vangen. E´én van de meetvoorwaarden is dat de motorolie op temperatuur moet zijn. In geval van twijfel hieromtrent wordt de temperatuur van het motorblok gemeten met een infraroodmeter. 3. Ik voorzie geen spreiding van het aantal keuringen in de tijd. Het principe van vrije keuze voor de klant dient behouden te blijven. Met het oog op een rationele spreiding van de keuringen kunnen de instellingen de uitnodigingen tot aanbieding verschuiven in de tijd. Dit in de reglementaire bufferperiode van 2 maanden voor de vervaldag van het keuringsbewijs voor personenauto’s. In een aantal grote stations loopt voor het ogenblik een proefproject. Bij wijze van test wordt hier een inspectielijn vrijgehouden voor keuring op afspraak. Na evaluatie van het project zal nagegaan worden of men dit kan veralgemenen in de grote stations waar voldoende inspectielijnen beschikbaar zijn. 4. De keuringsprocedures worden grotendeels gedetailleerd opgelegd door Europese richtlijnen die omgezet worden in Belgisch recht een waarbij weinig speling blijft op de methodes. 5. Zie punt 3.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30907
propriétaire, c’est — semble-t-il — parce que ce dernier ne peut produire d’attestation relative aux normes d’émission pour le bloc moteur.
zou te maken hebben met het ontbreken van een emissienormattest voor motorblokken.
1. Pourriez-vous me dire s’il existe une attestation pour les bloc-moteur et, si oui, quels fabricants la délivrent ?
1. Kan u meedelen of er inderdaad zoiets als een emissienormattest voor motorblokken bestaat en zo ja, welke fabrikanten dit dan afleveren ?
` quelles conditions doit satisfaire cette attesta2. A tion ?
2. Aan welke voorwaarden moet een emissienormattest voldoen ?
3. N’est-il pas étonnant de réclamer pareille attestation soit nécessaire alors qu’il est généralement admis que les émissions polluantes ne sont pas seulement causées par le seul bloc moteur mais aussi par le pot d’échappement, le carburateur, etc. ?
3. Is het niet merkwaardig dat een emissienormattest nodig blijkt, daar waar algemeen wordt aangenomen dat emissie niet alleen een zaak is van het motorblok maar ook van de uitlaat, de carburator, enzovoort ?
4. Quelle est la valeur de cette attestation ?
4. Wat is de waarde van zullk een attest ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 475 de M. Jan Mortelmans du 22 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 475 van de heer Jan Mortelmans van 22 mei 2006 (N.) :
1. Pour chaque véhicule à deux ou trois roues, il convient notamment de prouver, lors de sa première immatriculation dans notre pays, qu’il répond aux dispositions de la directive européenne 2002/51/CE relative à la réduction du niveau des émissions de polluants provenant de véhicules à moteur à deux ou trois roues. Pour les véhicules munis d’une attestation de conformité européenne (COC), ceci ne pose aucun problème dans la mesure où ces données figurent sur cette COC. Quant aux véhicules non pourvus d’une COC, cette preuve peut être fournie par une attestation relative aux normes d’émission par laquelle le constructeur de la moto, le fabricant du bloc-moteur ou un laboratoire d’essai agréé par nous confirme les valeurs d’émission auxquelles le véhicule ou un moteur donné satisfait.
1. Elke twee- of driewieler moet, bij zijn eerste inschrijving in ons land, ondermeer bewijzen dat hij voldoet aan de bepalingen van de Europese richtlijn 2002/51/EG betreffende de verlaging van het niveau van verontreiniging door uitlaatgassen van motorvoertuigen op twee of drie wielen. Voor voertuigen in het bezit van een Europees gelijkvormigheidsattest (COC) stelt dit geen enkel probleem daar deze gegevens vermeld staan op die COC. Voor voertuigen die niet in het bezit zijn van een COC kan dit bewijs geleverd worden aan de hand van een emissienormattest. Hierbij bevestigt de constructeur van de motor, de fabrikant van het motorblok of een door ons erkend beproevingslaboratorium aan welke emissiewaarden het voertuig of een bepaalde motorisatie voldoet.
2. L’attestation relative aux normes d’émission doit être établie conformément à la directive mentionnée au point 1. Afin d’éviter toute discussion, seuls les documents originaux sont acceptés.
2. Het emissienormattest moet gesteld zijn zoals bepaald in de onder 1. vermelde richtlijn. Om discussies allerhande uit te sluiten, worden enkel originele documenten aanvaard.
3. Comme l’honorable membre le signale à raison, les normes d’émission sont liées à tous les éléments du moteur d’un véhicule (du système d’injection à l’échappement).
3. Zoals door het geachte lid terecht aangehaald zijn emissienormen een zaak van alle elementen van de motorisatie van een voertuig (van injectiesysteem tot uitlaat).
4. Une attestation relative aux normes d’émission détermine des valeurs d’émission d’un véhicule au moment de sa délivrance. Ceci implique que toute modification ultérieure à l’un des éléments déterminants des normes d’émission nécessite la délivrance d’une nouvelle attestation relative aux normes d’émission.
4. Een emissienormattest bepaalt de emissiewaarden van een voertuig op het ogenblik van de afgifte ervan. Een en ander houdt in dat elke latere verwijzing aan één van de emissiewaarden bepalende elementen de afgifte noodzaakt van een nieuw emissienormattest.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30908
DO 2005200608119
DO 2005200608119
Question no 477 de M. Jean-Marc Nollet du 22 mai 2006 (Fr.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 477 van de heer Jean-Marc Nollet van 22 mei 2006 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :
Organismes. — Comptes. — Réviseur.
Instellingen. — Rekeningen. — Revisor.
Pourriez-vous communiquer, pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastatales et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, les données suivantes ?
Kan u me, voor de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en de andere instellingen die onder uw bevoegdheid vallen en waarvan de rekeningen door een revisor worden gecontroleerd, volgende gegevens meedelen ?
1. Quel est le nom du réviseur ?
1. Wat is de naam van de revisor ?
2. Depuis combien d’années remplit-il sa fonction auprès de l’organisme visé ?
2. Sinds hoeveel jaar vervult hij die functie bij de desbetreffende instelling ?
3. Qui a désigné ce réviseur (conseil d’administration, comité de direction, etc.) ?
3. Wie heeft die revisor aangesteld (raad van bestuur, directiecomité, enzovoort) ?
4. a) Par quelle procédure a-t-il été désigné ?
4. a) Welke procedure werd daarbij gevolgd ?
b) La législation sur les marchés publics a-t-elle été appliquée pour ce faire ?
b) Werd de wetgeving betreffende de openbare aanbestedingen gevolgd ?
5. Quelle est sa rémunération annuelle ?
5. Hoeveel bedraagt zijn jaarloon ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 19 mars 2007, à la question no 477 de M. Jean-Marc Nollet du 22 mai 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 19 maart 2007, op de vraag nr. 477 van de heer JeanMarc Nollet van 22 mei 2006 (Fr.) :
1. Conformément à l’article 25 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, qui a été modifiée par l’article 51 de la loi-programme du 9 juillet 2004 publiée au Moniteur belge du 15 juillet 2004, le controˆle des comptes de Belgocontrol est assumé par un collège de commissaires qui compte quatre membres : deux membres de la Cour des comptes et deux réviseurs d’entreprises.
1. Overeenkomstig artikel 25 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, die door artikel 51 van de programmawet van 9 juli 2004 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 juni 2004 werd gewijzigd, wordt de controle van de financie¨le toestand van Belgocontrol gedragen door een college van commissarissen dat vier leden telt : twee leden van het Rekenhof en twee bedrijfsrevisors.
Ont été désignés en qualité de réviseurs d’entreprises la SCPRL Michel Delbrouck & Co. et la SCPRL Van Impe, Mertens & Associates.
De BVBA Michel Delbrouck & Co. en de BVBA Van Impe, Mertens & Associates werden als Bedrijfsrevisors benoemd.
2. Leur nomination a été renouvelée par un arrêté royal du 5 décembre 2004 publié au Moniteur belge du 13 décembre 2004, pour un terme de six ans avec effet le 6 octobre 2004.
2. Hun benoeming werd door een koninklijk besluit van 5 december 2004 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 december hernieuwd voor een termijn van zes jaar met ingang op 6 oktober 2004.
3. Ces réviseurs ont été désignés par arrêté royal sur la proposition du ministre de la Mobilité.
3. Deze revisors werden op voorstel van de minister van Mobiliteit via koninklijk besluit benoemd.
4. a) Voir point 2. ci-dessus.
4. a) Zie punt 2 hierboven.
b) Il s’agit d’un dossier examiné par la Cour des comptes.
b) Het gaat om een dossier dat door het Rekenhof wordt gee¨xamineerd.
5. La rémunération annuelle du collège des commissaires, en ce compris les représentants de la Cour des comptes, est fixée à 135 725 euros, hors TVA.
5. Het jaarloon van het college van commissarissen, met inbegrip van de vertegenwoordigers van het Rekenhof, wordt op 135 725 euro, exclusief BTW vastgesteld.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30909
DO 2005200608122
DO 2005200608122
Question no 478 de M. Jan Mortelmans du 22 mai 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 478 van de heer Jan Mortelmans van 22 mei 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Refus par les stations de controˆle technique des motos « de construction propre ». — Absence de réaction aux courriers de citoyens. ` la suite du refus par les stations de controˆle A technique de motos « de construction propre », un citoyen a adressé plusieurs courriers, depuis le début du mois de mars 2006, au cabinet du ministre et au SPF Mobilité et Transports. Ces courriers n’ont semble-t-il donné lieu jusqu’ici à aucune réaction du ministre, du cabinet ou du SPF.
Weigering keuring van « eigen bouw »-motoren. — Niet reageren op brieven van burgers.
1. Cette information est-elle exacte ?
Naar aanleiding van het weigeren van de keuring van « eigen bouw »-motoren schreef een burger vanaf begin maart 2006 verschillende brieven naar het kabinet van de minister en naar de FOD Mobiliteit en Vervoer. Naar verluidt werd er tot op heden op geen enkele van deze brieven gereageerd, niet door de minister, zijn kabinet of de FOD. 1. Klopt dit ?
2. Dans l’affirmative, pourquoi ne répond-on pas aux courriers de citoyens inquiets ?
2. Zo ja, waarom wordt er niet gereageerd op brieven van bezorgde burgers ?
3. Quelle est la méthode de travail appliquée au cabinet et au SPF en ce qui concerne les réponses à donner aux courriers, courriels et télécopies ?
3. Wat is de werkwijze op het kabinet en de FOD met betrekking tot het beantwoorden van brieven, e-post en faxen ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 478 de M. Jan Mortelmans du 22 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 478 van de heer Jan Mortelmans van 22 mei 2006 (N.) :
1. Comme vous n’indiquez pas le nom de l’auteur de cette lettre, il m’est impossible de faire vérifier cette information par mes services.
1. Daar u de naam van de briefschrijver in kwestie niet vermeldt, kan ik dit door mijn diensten niet laten natrekken.
2. N’est pas d’application compte tenu de la réponse à la première question.
2. Niet van toepassing gezien antwoord op vraag 1.
3. En principe, nous nous efforçons toujours de fournir une réponse (provisoire ou non) dans un délai raisonnable (quelques semaines). Les questions compliquées ou nécessitant un examen préalable, requièrent bien entendu davantage de temps.
3. In principe wordt er steeds naar gestreefd binnen een redelijke termijn (enkele weken) een (al dan niet voorlopig) antwoord te formuleren. Complexe zaken of zaken die een voorafgaand onderzoek vereisen, vergen vanzelfsprekend meer tijd.
DO 2005200608124
DO 2005200608124
Question no 479 de M. Jan Mortelmans du 22 mai 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 479 van de heer Jan Mortelmans van 22 mei 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Centres de controˆle technique. — « Motocyclettes en tant que cas isolé ».
Keuringsstations. — « Motorfietsen als alleenstaand geval ».
Depuis de très nombreuses années, des dizaines de marchands de motos et des centaines de particuliers présentent des motos « de construction propre » dans les centres de controˆle technique agréés, sur la base de l’arrêté royal du 10 octobre 1974 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les cyclomoteurs et les motocyclettes ainsi que leurs remorques. Les centres de controˆle technique controˆlent les motocyclettes « en tant que
Sinds jaar en dag bieden tientallen motorhandelaars en honderden particulieren zich met hun « eigen bouw »-motoren aan bij de daartoe bevoegde keuringsstations. Zij doen dit op basis van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. De keuringsstations keuren de motorfietsen « als alleenstaand geval ». Die procedure wordt trou-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30910
cas isolé ». Cette procédure est d’ailleurs expliquée dans le détail dans la brochure relative à « la procédure de conformité pour les motocyclettes en tant que cas isolé » qui est mise à la disposition des marchands de motos par les centres de controˆle technique agréés.
wens uitvoerig uitgelegd in een folder « Gelijkvormigheidsprocedure motorfiets als alleenstaand geval » die de bevoegde keuringsstations ter beschikking stellen van de motorhandelaars.
1. Comment expliquez-vous que, d’après vous, ce sont les marchands de motos qui aient commis une faute, alors qu’ils n’ont fait que suivre les instructions des centres de controˆle technique ?
1. Hoe kan u verklaren dat het volgens u de motorhandelaars zijn die in de fout zouden gegaan zijn wetende dat zij gewoon de onderrichtingen van de keuringsstations hebben opgevolgd ?
2. Pourquoi cette réglementation ne s’appliqueraitelle subitement plus ?
2. Waarom zou deze reglementering plots niet meer van toepassing zijn ?
3. Quelles mesures avez-vous prises pour clarifier au plus vite la situation, de sorte que les marchands de motos ne soient plus privés de leurs revenus ?
3. Welke maatregelen heeft u getroffen om zo spoedig mogelijk duidelijkheid in deze zaak te brengen opdat de motorhandelaars niet verder gebroodroofd worden ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 479 de M. Jan Mortelmans du 22 mai 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 479 van de heer Jan Mortelmans van 22 mei 2006 (N.) :
1. L’article 3, § 3, de l’arrêté royal du 10 octobre 1974 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les cyclomoteurs et les motocyclettes ainsi que leurs remorques permet l’agrément à titre isolé d’un véhicule à deux ou à trois roues. Ce texte est formulé comme suit : « Le ministre des Communications ou son délégué peut, à titre exceptionnel, autoriser l’agrément et la mise en circulation d’un) véhicule à titre isolé selon la procédure et les conditions d’agrément qu’il détermine ». Une telle autorisation ne peut être accordée que moyennant la preuve par le demandeur que :
1. De mogelijkheid om een twee- of driewieler als alleenstaand geval te laten goedkeuren zit vervat in de bepalingen van artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen. Deze tekst gaat als volgt : « De minister van Verkeerswezen of zijn gemachtigde kan, bij wijze van uitzondering, de goedkeuring en het in het verkeer brengen van een voertuig als alleenstaand geval toelaten volgens de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden die hij vaststelt ». Dergelijke toelating mag slechts verleend worden mits de verzoeker kan bewijzen dat :
a) soit la procédure d’agrément visée aux articles 3 à 7 du présent arrêté n’est pas réalisable et qu’il s’agit d’un véhicule destiné à son usage personnel;
a) ofwel de in de artikelen 3 tot 7 van dit besluit bedoelde goedkeuringsprocedure niet te verwezenlijken is en dat het een voor zijn persoonlijk gebruik bestemd voertuig geldt;
b) soit le véhicule est importé à l’occasion d’un déménagement par une personne qui, ayant été établie à l’étranger, s’établit soit temporairement, soit définitivement en Belgique.
b) ofwel het voertuig werd ingevoerd ter gelegenheid van een verhuizing, door een persoon die in het buitenland gevestigd was en die zicht, hetzij tijdelijk, hetzij definitief, in Belgie¨ vestigt.
Cette autorisation donne lieu à la délivrance d’un document appelé « procès-verbal d’agrément à titre isolé ». Les essais nécessaires pour l’établissement de ce procès-verbal d’agrément et le rapport y afférent seront exécutés par un organisme chargé du controˆle des véhicules en circulation.
Deze toelating geeft aanleiding tot de afgifte van een document, genaamd « proces-verbaal van goedkeuring als alleenstaand geval ». De voor het opstellen van dit proces-verbaal van goedkeuring vereiste testen worden uitgevoerd en het verslag ter zake wordt opgesteld door een instelling belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen.
Cette disposition figure telle quelle depuis 1981 dans l’arrêté susmentionné et constitue toujours à ce jour le fondement juridique de l’octroi des agréments à titre isolé.
Deze bepaling is als dusdanig sedert 1981 in voornoemd besluit opgenomen en vormt tot op vandaag nog steeds de rechtsgrond voor het verlenen van goedkeuringen als alleenstaand geval.
2 et 3. La publication de directives européennes relatives à la réception européenne des véhicules à
2 en 3. De uitvaardiging van Europese richtlijnen met betrekking tot de Europese goedkeuring van twee-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30911
deux ou trois roues (2002/24/CE) ainsi que les mesures prises dans le cadre de la lutte contre les émissions de polluants provenant de motos (2002/51/CE) ont nécessité une refonte complète des procédures à suivre lors de l’importation parallèle de ce type de véhicules. Il en est résulté une nouvelle circulaire en vigueur depuis le 1er septembre 2005. Une différence — fondamentale avec les instructions précédentes concerne les véhicules provenant d’un pays non membre de l’UE (par analogie avec les directives en la matière pour les véhicules à quatre roues) ainsi que ceux pour lesquels la procédure normale de validation ne peut être appliquée pour l’une ou l’autre raison. C’est à présent mon administration qui, sur la base d’un dossier rigoureusement constitué, décide en premier lieu si ces véhicules sont admis à la procédure d’agrément à titre isolé. En traitant ces dossiers, il est apparu que la présentation des documents justificatifs requis laissait beaucoup à désirer. Ceux-ci étaient le plus souvent incomplets et imprécis. C’est la raison pour laquelle mon administration a systématiquement réclamé les rapports d’agrément complets, ce qui a effectivement suscité des difficultés initialement. Depuis lors, chacun sait à quoi s’en tenir et les cas problématiques ont été réduits au minimum.
en driewielers (2002/24/EG) alsook de maatregelen genomen in het kader van de strijd tegen de verontreiniging door uitlaatgassen van motoren (2002/51/EG) noodzaakten een volledige herziening van de te volgen procedures bij de parallelimport van dit soort voertuigen. Dit resulteerde in een nieuwe omzendbrief met toepassingsdatum 1 september 2005. Belangrijk verschil met voorgaande instructies betreft de voertuigen afkomstig van een niet EU-land (naar analogie met de onderrichtingen, ter zake voor vierwielers) en de voertuigen waarvoor om één of andere reden de normale valideringsprocedure niet kan toegepast worden. Bij deze voertuigen is het nu mijn administratie die eerst, op basis van een degelijk samengesteld dossier, beslist of het voertuig wordt toegelaten tot de procedure voor goedkeuring als alleenstaand geval. Bij de behandeling van deze dossiers is gebleken dat de voorlegging van de nodige bewijsstukken veel te wensen overliet. Veelal waren die onvolledig en niet precies. Daarom is mijn administratie stelselmatig de volledige goedkeuringsrapporten gaan opvragen. Aanvankelijk zorgde dit inderdaad voor een aantal moeilijkheden. Ondertussen weet iedereen waar zich aan te houden en zijn de probleemgevallen tot een minimum herleid.
DO 2005200608127
DO 2005200608127
Question no 480 de M. Jan Mortelmans du 23 mai 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 480 van de heer Jan Mortelmans van 23 mei 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Constructeurs de motocyclettes. — Agrément.
Constructeurs van motorrijwielen. — Erkenning.
Il semble qu’il serait particulièrement difficile d’obtenir un agrément en tant que constructeur de motocyclettes.
Naar verluidt zou het bijzonder moeilijk zijn om erkend te worden als constructeur van motorrijwielen.
1. Cette information est-elle exacte ? ` quelles conditions l’agrément est-il soumis et 2. A quelle est la durée de la procédure d’agrément ? Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 480 de M. Jan Mortelmans du 23 mai 2006 (N.) : 1. Oui.
2. Wat zijn de voorwaarden om erkend te worden en hoeveel tijd neemt de procedure tot erkenning in beslag ? Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 480 van de heer Jan Mortelmans van 23 mei 2006 (N.) : 1. Ja.
2. L’instauration d’une homologation européenne pour les véhicules à deux et trois roues a entraıˆné notamment la caducité de l’agrément national en tant que constructeur de ce type de véhicule. La directive européenne 92/61/CEE, modifiée par la directive 2002/24/CE, définit un constructeur comme étant la personne ou l’organisme (la nationalité ne joue aucun roˆle) responsable devant les autorités compétentes en matière de réception de tous les aspects du processus de réception et chargé d’assurer la conformité de la
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1. Klopt dit ?
2006
2. De invoering van een Europese homologatie voor twee- en driewielers heeft onder andere voor gevolg dat een nationale erkenning als constructeur van dit soort voertuigen voorbijgestreefd is. De Europese richtlijn 92/61/EEG, gewijzigd bij richtlijn 2002/ 24/EG, definieert een constructeur als zijnde de persoon of organisatie (nationaliteit speelt geen rol) die tegenover de goedkeuringsinstantie verantwoordelijk is voor alle aspecten van de typegoedkeuringsprocedure en voor de overeenstemming van de productie. 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30912
production. Les effets de cette disposition sont brièvement formulés ci-après.
De consequenties van deze bepaling vindt u hieronder bondig geformuleerd.
Dans un premier temps, le constructeur doit obtenir un WMI (= code d’identification mondiale des constructeurs, conformément à la norme ISO 3780 de 1983, qui est attribué par la Society of Automotive Engineers), nécessaire pour la composition du numéro de chaˆssis de ses véhicules. La demande en vue de son obtention doit être introduite auprès de l’Institut belge de normalisation.
Vooreerst moet de bouwer een WMIidentificatiecode (= wereldidentificatiecode van de fabrikanten, conform de uit 1983 daterende ISO-norm 3780, die door de Society of Automotive Engineers wordt toegekend) bekomen, noodzakelijk voor de samenstelling van het chassisnummer van zijn voertuigen. De aanvraag daartoe moet gebeuren via het Belgisch Instituut voor de Normalisatie.
Ensuite, il doit prouver que son prototype — et tous ses composants — répond à toutes les; directives européennes auxquelles celui-ci est soumis.
Vervolgens moet de constructeur bewijzen dat het door hem gebouwde prototype — en alle onderdelen ervan — voldoet aan alle Europese richtlijnen waaraan het onderworpen is.
Pour finir, il doit disposer des équipements; nécessaires et avoir élaboré les procédures requises de manière à garantir la conformité de tous les exemplaires produits avec le prototype agréé.
Tot slot moet hij over de vereiste installaties beschikken en de nodige procedures hebben uitgewerkt zodat de gelijkvormigheid van alle geproduceerde exemplaren met het goedgekeurde prototype kan gegarandeerd worden.
DO 2006200709557
DO 2006200709557
Question no 553 de M. Jef Van den Bergh du 17 janvier 2007 (N.) au ministre de la Mobilité : E´coles aux abords non aménagés en « zone 30 ».
Vraag nr. 553 van de heer Jef Van den Bergh van 17 januari 2007 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Je renvoie à ma question no 372 du 6 octobre 2005 sur le nombre d’écoles sans « zone 30 » (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 133, p. 26312).
Ik verwijs naar mijn vraag nr. 372 van 6 oktober 2005 omtrent het aantal scholen die nog geen « zone 30 » hebben (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20052006, nr. 133, blz. 26312).
Aux abords de combien d’écoles une « zone 30 » n’avait-elle pas encore été aménagée au 31 décembre 2006 ?
Hoeveel scholen bevonden zich op 31 december 2006 in een omgeving die niet is aangepast aan de « zone 30 » ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 19 mars 2007, à la question no 553 de M. Jef Van den Bergh du 17 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 19 maart 2007, op de vraag nr. 553 van de heer Jef Van den Bergh van 17 januari 2007 (N.) :
1. Les chiffres dont nous disposons à ce jour sont les suivants :
1. De cijfergegevens waarover we momenteel beschikken zijn de volgende :
— 5737 abords d’école ont été signalés à l’administration, dont 4651 sont délimités par une zone 30 « abords d’école »;
— de administratie kreeg melding van het bestaan van 5737 schoolomgevingen waarvan er 4651 afgebakend zijn door een zone 30 « schoolomgeving »;
— 426 abords d’école sont situés dans une zone 30 dite « classique »;
— 426 schoolomgevingen zijn gelegen in een zogenaamde « klassieke » zone 30;
— 74 abords d’école ne se trouvent pas dans une zone 30, pour des raisons exceptionnelles liées à la disposition des lieux.
— 74 schoolomgevingen liggen niet in een zone 30 omwille van uitzonderlijke redenen van plaatsgesteldheid.
Au total, 586 abords d’école sont signalés comme planifiés.
In totaal wordt de aanleg rond 586 schoolomgevingen nog gepland.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Scholen in omgevingen die niet aangepast zijn aan « zone 30 ».
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30913
Mon administration s’est chargée de la collecte de ces données qui lui sont parvenues par divers canaux : via les réponses des gestionnaires de voirie, via les contacts pris par mon administration et via les règlements complémentaires soumis à l’approbation ministérielle.
Mijn administratie heeft deze gegevens ingezameld op basis van de antwoorden van de wegbeheerders, de contacten die zij gelegd heeft en de aanvullende reglementen die aan de goedkeuring van de minister voorgelegd worden.
DO 2006200709603
DO 2006200709603
Question no 556 de M. Charles Michel du 24 janvier 2007 (Fr.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 556 van de heer Charles Michel van 24 januari 2007 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :
Réforme de la formation à la conduite.
Hervorming van de rijopleiding.
Récemment les moniteurs et exploitants d’autoécoles ont manifesté pour marquer leur inquiétude face aux nouvelles dispositions en matière de réforme de la formation à la conduite.
Onlangs kwamen de rijinstructeurs en de uitbaters van rijscholen op straat om uiting te geven aan hun bezorgdheid over de nieuwe maatregelen met betrekking tot de rijopleiding.
Il s’insurgent en particulier contre le manque de controˆle qu’il y aura désormais sur la filière libre, avec des guides amateurs qui ne devront plus répondre à des critères stricts. Le permis de conduire provisoire avec guide, c’est-à-dire dans ladite filière libre, sera désormais valable trente-six mois, alors qu’avant il ne l’était que douze mois. Autre changement, la possibilité pour un aspirant-conducteur de faire appel à plusieurs guides différents, sans que les noms ne doivent être repris sur le permis provisoire. Dorénavant, toute personne peut être guide pour autant que celle-ci soit en possession de son permis de conduire depuis au moins huit ans. Les formateurs professionnels voient dans ces nouvelles mesures une porte ouverte pour le travail au noir, mais relèvent aussi des problèmes en matière de Sécurité routière, la qualité des formations n’étant plus garantie.
Zij zijn vooral verontwaardigd over het gebrek aan toezicht op de vrije begeleiding, met amateurbegeleiders die niet langer aan strikte criteria zullen hoeven te beantwoorden. Het voorlopig rijbewijs met begeleider in de zogenaamde vrije begeleiding, is voortaan 36 maanden geldig, in plaats van twaalf maanden vroeger. De aspirant-chauffeur kan voortaan een beroep doen op verschillende begeleiders, van wie de namen niet langer op het voorlopig rijbewijs moeten staan. Voortaan kan iedereen als begeleider optreden, op voorwaarde dat hij of zij sinds ten minste acht jaar houder is van een rijbewijs. Volgens de professionele instructeurs effenen die nieuwe maatregelen de weg naar zwartwerk en brengen ze de verkeersveiligheid in het gedrang, aangezien de kwaliteit van de opleidingen niet langer wordt gewaarborgd.
Les auto-écoles craignent pour la viabilité de leur entreprise, dans un secteur qui compte près de 3 000 travailleurs et qui pourrait, à terme, se retrouver dans de grandes difficultés.
De autoscholen vrezen voor de leefbaarheid van hun onderneming, in een sector die zo’n 3 000 werknemers tewerkstelt en die op termijn in grote moeilijkheden dreigt te komen.
Une autre disposition peut renforcer encore des craintes. Si l’arrêté royal précise bien que le guide ne peut être rémunéré, il pose une exception : les instructeurs de conduite brevetés. Des personnes brevetées, travaillant éventuellement dans le cadre l’associations du type « Drive Mut », pourront donc désormais exercer la profession de guide dans le cadre de la filière libre ou de la filière sans guide, créant ainsi un nouveau secteur commercial qui concurrence les autoécoles.
De nieuwe regeling omvat een nog verontrustender maatregel. Hoewel de begeleiders normaal gezien niet mogen worden betaald, voorziet het koninklijk besluit in een uitzondering voor de gebrevetteerde rijinstructeurs. Gebrevetteerde personen, die, bijvoorbeeld, voor een vereniging als « Drive Mut » werken, kunnen dus voortaan als begeleider optreden in het kader van de vrije begeleiding of van het voorlopig rijbewijs zonder begeleider. Zo ontstaat een nieuwe commercie¨le sector die klanten wegsnoept van de autorijscholen.
1. Ne pensez-vous pas que ces nouvelles mesures vont favoriser le travail au noir ?
1. Denkt u niet dat die nieuwe maatregelen zwartwerk in de hand zullen werken ?
2. Ne mettent-elles pas en danger tout un secteur qui a pourtant consenti d’importants investissements pour se mettre en conformité avec la législation ?
2. Brengen ze niet een hele sector in gevaar, die nochtans belangrijke investeringen heeft gedaan om aan de wettelijke voorschriften te beantwoorden ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30914
3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour éviter que les craintes des auto-écoles ne se confirment ?
3. Welke maatregelen zal u nemen om ervoor te zorgen dat de vrees van de rijscholen niet wordt bewaarheid ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 19 mars 2007, à la question no 556 de M. Charles Michel du 24 janvier 2007 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 19 maart 2007, op de vraag nr. 556 van de heer Charles Michel van 24 januari 2007 (Fr.) :
La modification de la réglementation relative à l’apprentissage de la conduite des véhicules de la catégorie B, introduite le 1er septembre 2006 avait pour but, d’une part, d’améliorer la sécurité routière en permettant au candidat d’acquérir une plus grande expérience de la conduite et, d’autre part, de démocratiser l’accès au permis de conduire qui constitue bien souvent un moyen d’accès à un emploi.
De reglementering over de rijopleiding voor voertuigen van categorie B werd gewijzigd met ingang van 1 september 2006. De bedoeling was om enerzijds de verkeersveiligheid te verbeteren door de kandidaat meer rijervaring te laten opdoen en anderzijds het rijbewijs, dat heel vaak de poort naar werk opent, voor iedereen toegankelijk te maken.
L’augmentation de la durée de validité du permis de conduire provisoire permettra d’acquérir une plus grande expérience dans la circulation; le candidat pourra se former dans de bonnes conditions. De même, la faculté de faire appel à différents guides lui permettra de pouvoir conduire plus régulièrement sans devoir attendre que l’un des deux guides soit disponible. Dans un but d’améliorer la formation du candidat, le nombre d’années d’expérience exigées du guide a d’ailleurs été augmenté.
Doordat de geldigheidsduur van het voorlopig rijbewijs is verlengd, zal de kandidaat meer ervaring in het verkeer kunnen opdoen en in gunstige omstandigheden leren autorijden. Aangezien hij een beroep kan doen op verschillende begeleiders, zal hij ook regelmatiger kunnen rijden, zonder dat hij hoeft te wachten tot een van de twee begeleiders beschikbaar is. Met het oog op een betere rijopleiding voor de kandidaat werd het vereiste aantal jaren rijervaring van de begeleider trouwens opgetrokken.
La possibilité de faire appel, contre rémunération, à un instructeur de conduite breveté s’inscrit dans la volonté de démocratiser l’accès au permis de conduire, et permettra au candidat de disposer d’une formation de qualité à des conditions favorables.
De mogelijkheid om tegen betaling een beroep te doen op een gebrevetteerd rij-instructeur ligt in de lijn van het streven naar een algemeen toegankelijk rijbewijs. De kandidaat zal zo tegen gunstige voorwaarden kunnen beschikken over een kwaliteitsopleiding.
Ces instructeurs sont évidemment soumis, tout comme des instructeurs exerçant des fonctions dans une école de conduite agréée, aux dispositions en matière de sécurité sociale et de déclarations des revenus. Il ne me semble pas que le risque de travail au noir soit plus grand dans le cadre de cette formation.
Uiteraard zijn die instructeurs, net als instructeurs in een erkende rijschool, onderworpen zijn aan de bepalingen op het gebied van sociale zekerheid en inkomensaangiften. Het lijkt mij niet dat de kans op zwartwerk groter is in het kader van deze opleiding.
Le secteur des écoles de conduite devra bien sûr s’adapter aux nouvelles dispositions en développant des initiatives de nature à rendre la formation en école de conduite attrayante et financièrement accessible.
De rijschoolsector zal zich natuurlijk aan de nieuwe bepalingen moeten aanpassen door middel van initiatieven die de rijschoolopleiding aantrekkelijk en financieel haalbaar maken.
C’est dans cette optique qu’a été introduite la « formation de base de six heures », prévue par l’arrêté royal du 10 juillet 2006. De cette façon, le candidat peut apprendre les techniques de base avec un instructeur et s’exercer ensuite avec un guide.
Vanuit dat oogpunt werd in het koninklijk besluit van 10 juli 2006 voorzien in de invoering van de « basisopleiding van zes uur ». Op die manier kan de kandidaat de basistechnieken aanleren met een instructeur en daarna oefenen met een begeleider.
Je n’envisage pas actuellement de modifier la procédure qui vient d’être introduite au 1er septembre 2006.
Ik ben momenteel niet voornemens de procedure te wijzigen die pas op 1 september 2006 werd ingevoerd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30915
DO 2006200709860
DO 2006200709860
Question no 574 de M. Melchior Wathelet du 28 février 2007 (Fr.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 574 van de heer Melchior Wathelet van 28 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit : Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 5 oktober 2006. — Verzuim van aangifte en laatttijdige registratie van inkomsten uit carnets TIR. In zijn arrest van 5 oktober 2006 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Belgie¨ veroordeeld wegens verzuim van aangifte en laattijdige registratie van inkomsten uit carnets TIR.
Arrêt du 5 octobre 2006 de la CJCE. — Omission et enregistrement tardif des ressources découlant de carnets TIR. Par arrêt du 5 octobre 2006, la Belgique a été condamnée en manquement par la Cour de Justice des Communautés européennes (CJCE) pour omission ou enregistrement tardif des ressources découlant de carnets TIR. En l’absence de demande chiffrée, le montant des intérêts de retard qui sont dus n’a pas été chiffré par la Cour dans son arrêt. ` combien s’élève le montant en principal et inté1. A rêts dont la Belgique est redevable suite à cette condamnation ? 2. a) Selon quel échéancier cette dette sera-t-elle apurée par l’E´tat belge ? b) Ce montant figure-t-il au budget voté en décembre 2006 pour l’année en cours ?
Omdat er niet uitdrukkelijk naar cijfers werd gevraagd, heeft het Hof het bedrag van de verschuldigde verwijlinteresten niet in zijn arrest vermeld. 1. Hoeveel bedragen de hoofdsom en de interesten die Belgie¨ ingevolge die veroordeling verschuldigd is ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 22 mars 2007, à la question no 574 de M. Melchior Wathelet du 28 février 2007 (Fr.) : Les questions de l’honorable membre relatives à ces documents douaniers internationaux que sont les carnets Tir, relèvent de la compétence de mon collègue, M. le ministre des Finances. (Question no 1625 du 22 mars 2007.)
2. a) Binnen welke termijn zal de Belgische Staat die schuld vereffenen ? b) Zijn die bedragen vermeld in de begroting die in december 2006 voor het lopende jaar werd goedgekeurd ? Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 maart 2007, op de vraag nr. 574 van de heer Melchior Wathelet van 28 februari 2007 (Fr.) : De vragen van het geachte lid betreffende deze internationale douanedocumenten dit wil zeggen de « Tir carnets » behoren tot de bevoegdheid van mijn collega, de heer minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1625 van 22 maart 2007.)
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2005200606127
DO 2005200606127
Question no 78 de M. Servais Verherstraeten du 25 octobre 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Institutions publiques. — Fonctionnaires dirigeants. — Statut. ` la suite de la réforme Copernic, un système de A mandats a été instauré dans la fonction publique fédé-
Vraag nr. 78 van de heer Servais Verherstraeten van 25 oktober 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Overheidsinstellingen. — Leidinggevende ambtenaren. — Statuut. Ingevolge Copernicus zijn bij het federaal openbaar ambt de mandaten ingevoerd. Niet alleen bij de FOD’s
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30916
rale. Ce système devait être instauré au sein des SPF (services publics fédéraux), mais également dans les organismes parastataux et les établissements scientifiques.
(Federale overheidsdiensten) maar ook bij de parastatalen en wetenschappelijke instellingen zouden die moeten komen.
Or, on constate cependant que les mandats n’ont pas été instaurés partout. Ils ne l’ont notamment pas été dans différents organismes parastataux non sociaux. De ce fait, il n’y a plus aucun rapport entre l’importance de la fonction et la rémunération qui y est associée.
In realiteit zien we echter dat de mandaten niet overal werden ingevoerd, onder meer bij verschillende niet-sociale parastatalen. Daardoor is er helemaal geen verhouding meer tussen de functiezwaarte en de verloning van deze functies.
Actuellement, la confusion est totale en ce qui concerne le statut des différentes fonctionnaires dirigeants.
Het is echter totaal onduidelijk wie momenteel — wat de leidinggevenden betreft — over welk statuut beschikt.
1. Pouvez-vous donner un aperçu des différentes institutions publiques (établissements scientifiques, organismes parastataux, etc.) qui relèvent de votre compétence ?
1. Kan u een overzicht geven van de verschillende overheidsinstellingen (wetenschappelijke instelling, parastatale, enzovoort) die onder uw bevoegdheid vallen ?
2. Quel est le statut du fonctionnaire dirigeant et (le cas échéant) du fonctionnaire dirigeant adjoint (nommé à titre définitif, avec ou sans mandat, mandataire cf. Copernic, autres, ...) ?
2. Wat is het statuut van de leidinggevende en adjunct-leidinggevende ambtenaar (indien aanwezig) (vast benoemd, met of zonder mandaat, mandaathouder cf. Copernicus, andere, ...) ?
3. Quelle est l’échelle de traitement du fonctionnaire dirigeant et du fonctionnaire dirigeant adjoint du niveau A, l’échelle de traitement spéciale ou l’échelle de traitement en ce qui concerne les indemnités liées au mandat ?
3. Wat is de weddeschaal van de leidinggevende en adjunct-leidinggevende ambtenaar binnen niveau A, bijzondere weddeschaal of weddeschaal binnen de mandaatvergoedingen ?
4. Dans certaines institutions, la carrière des fonctionnaires dirigeants n’est pas encore adaptée à la réforme Copernic.
4. Bij bepaalde instellingen is de loopbaan van de leidinggevenden nog niet aangepast aan Copernicus.
Pourquoi n’a-t-on pas encore procédé à cette adaptation ?
Waarom werd zulks nog niet uitgevoerd ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 78 de M. Servais Verherstraeten du 25 octobre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 78 van de heer Servais Verherstraeten van 25 oktober 2005 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. L’institution publique relevant de notre compétence est le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement.
1. De overheidsinstelling die onder onze bevoegdheid valt, is de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
2. Le statut de tous nos fonctionnaires dirigeants peut être considéré comme conforme à la réforme Copernic :
2. Het statuut van al onze leidinggevenden mag conform aan de Copernicushervorming beschouwd worden :
Président : Dirk Cuypers : titulaire de mandat
Voorzitter : Dirk Cuypers : mandaathouder
DG1 : Chris Decoster : titulaire de mandat
DG1 : Chris Decoster : mandaathouder
DG3 : Johan Van Calster : titulaire de mandat ` la DG 2 et la DG4, les mandataires DG2 et DG4 : A initialement désignés (Herman Van Loon et Xavier De Cuyper) ont remis leurs mandats, mais la sélection au SELOR est déjà terminée. Le Président a fait parvenir
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
DG3 : Johan Van Calster : mandaathouder DG2 en DG4 : Bij DG2 en DG4 hebben de oorspronkelijk aangestelde mandaathouders (Herman Van Loon en Xavier De Cuyper) hun mandaat neergelegd, maar is de selectie bij SELOR wel reeds afge2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30917
une proposition de nomination au ministre de la Santé Publique.
rond. De Voorzitter heeft een voorstel tot benoeming aan de minister van Volksgezondheid overgemaakt.
DG5 : Roland Moreau : titulaire de mandat
DG5 : Roland Moreau : mandaathouder
Directeurs d’encadrement :
Stafdirecteurs :
Personnel et Organisation : Peter Samyn titulaire de mandat
Personeel en Organisatie : Peter Samyn : mandaathouder
Budget et Controˆle de Gestion : Georges Leenen : titulaire de mandat
Budget en Begroting : Georges Leenen : mandaathouder
ICT : Thierry Gravet : titulaire de mandat
ICT : Thierry Gravet : mandaathouder
3. Leur échelle barémique est la suivante :
3. Hun weddeschaal is :
Président : Dirk Cuypers : classe 7
Voorzitter : Dirk Cuypers : klasse 7
DG1 : Chris Decoster : classe 5
DG1 : Chris Decoster : klasse 5
DG2 : NN : classe 5
DG2 : NN : klasse 5
DG3 : Johan Van Calster : classe 4
DG3 : Johan Van Calster : klasse 4
DG4 : NN : classe 4
DG4 : NN : klasse 4
DG5 : Roland Moreau : classe 4
DG5 : Roland Moreau : klasse 4
Directeurs d’encadrement :
Stafdirecteurs :
Personnel et Organisation : Peter Samyn : classe 3
Personeel en Organisatie : Peter Samyn : klasse 3
Budget et Controˆle de Gestion logistique : Georges Leenen : classe 3
Budget en Begroting : Georges Leenen : klasse 3
ICT : Thierry Gravet : classe 4
ICT : Thierry Gravet : klasse 4
4. Les carrières de nos fonctionnaires dirigeants ont donc déjà été adaptées à la réforme Copernic.
4. De loopbanen van onze leidinggevenden zijn dus reeds aangepast aan Copernicus.
DO 2005200606195
DO 2005200606195
Question no 80 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 80 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Commissaires et autres représentants du gouvernement.
Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
1. Dans quels parastataux, organismes d’intérêt public, institutions de sécurité sociale ou autres institutions relevant du département dont vous êtes responsable le gouvernement a-t-il désigné un commissaire ou un autre représentant ?
1. In welke parastatalen, instellingen van openbaar nut, instellingen van sociale zekerheid, of andere instellingen die onder het departement vallen waarvoor u bevoegd bent, is de regering vertegenwoordigd door een regeringscommissaris of andere vertegenwoordiger ?
2. Qui est le représentant du gouvernement ?
2. Wie is de vertegenwoordiger van de regering ?
3. Quelle est la durée de son mandat ?
3. Wat is de duur van het mandaat ?
4. Quelle rémunération perçoit-il ?
4. Wat is de financie¨le verloning van de betrokkene ?
5. a) Des avantages supplémentaires financiers ou autres lui sont-ils accordés ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
5. a) Worden er nog bijkomende financie¨le of andere voordelen toegekend ? 2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30918
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 22 mars 2007, à la question no 80 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 22 maart 2007, op de vraag nr. 80 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) :
Je peux informer l’honorable membre que je ne suis, en tant que ministre de l’Environnement, représenté dans aucune institution, aucun parastatal, etc. par un commissaire du gouvernement.
Ik kan het geachte lid melden dat ik als minister van Leefmilieu in geen enkele instelling, parastatale, enzovoort vertegenwoordigd ben door een regeringscommissaris.
DO 2005200608184
DO 2005200608184
Question no 99 de Mme Nathalie Muylle du 1er juin 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 99 van mevrouw Nathalie Muylle van 1 juni 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
OMC condamne l’Europe pour sa politique OGM.
Europese veroordeling door de WTO in verband met het GGO-beleid.
L’Union européenne a été condamnée par l’OMC à la suite d’une plainte des E´tats-Unis, de l’Argentine et du Canada concernant sa politique en matière d’OGM (organismes génétiquement modifiés). Selon l’UE, cette condamnation n’aurait aucune incidence sur sa politique.
Na een klacht van de VS, Argentinie¨ en Canada rond het GGO-beleid (genetisch gemodifieerde organismen) van de Europese Unie werd de EU veroordeeld. De EU zegt dat de uitspraak geen gevolg zal hebben op haar beleid.
1. Comment réagissez-vous en votre qualité de ministre de l’Environnement ?
1. Wat is uw reactie als minister van Leefmilieu ?
2. Cette condamnation influera-t-elle sur la politique de la Belgique en matière d’OGM ?
2. Zal de veroordeling een invloed hebben op het Belgische beleid inzake GGO’s ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 22 mars 2007, à la question no 99 de Mme Nathalie Muylle du 1er juin 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 22 maart 2007, op de vraag nr. 99 van mevrouw Nathalie Muylle van 1 juni 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Le 10 mai, le comité de l’OMC a effectivement approuvé un rapport définitif afférent à la politique européenne en matière d’OGM.
Op 10 mei werd in het WTO panel inderdaad een definitief rapport goedgekeurd over het Europees GGO beleid.
Les principales conclusions à en tirer me semblent être les suivantes :
De belangrijkste conclusies lijken me de volgende te zijn :
1. L’OMC ne remet pas en question le cadre réglementaire global actuel mis en place par l’Europe dans le domaine des OGM. Si l’Europe dispose déjà d’un cadre sévère pour l’évaluation et l’autorisation d’OGM, ce n’est pas pour autant que l’OMC va à présent battre en brèche un tel cadre. Le rapport ne renferme aucun élément qui force l’Union européenne ou la Belgique à adapter sa réglementation. Des discussions sont par ailleurs en cours au sein de l’UE en vue de rendre l’évaluation des risques encore meilleure et plus transparente, et ce travail se poursuit.
1. De WTO stelt het globale, actuele Europees regelgevend kader voor ggo’s niet in vraag. Europa mag dan al een streng kader hebben voor de beoordeling en de toelating van ggo’s er is geen sprake van dat de WTO zulk een kader nu onderuit haalt. Het rapport bevat geen elementen die de Europese Unie of Belgie¨ ertoe dwingen om het regelgevend kader aan te passen. Momenteel is er trouwens binnen de EU discussie gaande om de risicobeoordeling verder te verbeteren en transparanter te maken en dit werk gaat gewoonweg voort.
2. L’OMC dit que le moratoire de l’UE tel gu’il existait entre octobre 1998 et août 2003 va à rencontre
2. De WTO stelt dat het EU moratorium zoals dat bestond in de periode tussen oktober 1998 en augustus
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30919
des obligations de l’OMC. Par ce moratoire européen « de facto », on entend la mesure qui fut prise par la Commission, sous la pression de certains E´tats membres (Italie, Danemark, France, Allemagne, Belgique, Autriche et Grèce), de geler la procédure d’approbation des autorisations OGM, ce jusqu’à l’entrée en vigueur d’une nouvelle réglementation européenne de grande ampleur pour l’évaluation des risques OGM, et jusqu’à ce le règlement en matière de tracabilité et d’étiquetage garantisse le libre choix du consommateur pour les questions OGM. Depuis l’automne 2003, une telle législation européenne est en vigueur. Début 2004, la Belgique a approuvé un arrêté royal qui prévoyait la transposition des règles européennes et notamment des dispositions complémentaires relatives à l’information du public. Depuis le printemps 2004, de nouveaux OGM ont été approuvés à l’échelon européen. Il apparaıˆt dès lors évident que le rapport de l’OMC traite de pratiques issues du passé.
2003 strijdig is met de WTO verplichtingen. Dit EU « de facto » moratorium bestond erin dat onder druk van een aantal lidstaten (Italie¨, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Belgie¨, Oostenrijk en Griekenland) de Commissie de goedkeuringsprocedure voor ggo autorisaties bevroor en dit tot op het moment dat er een nieuwe omvangrijke Europese regelgeving van kracht was voor de risicobeoordeling van ggo’s en totdat de verordening inzake traceerbaarheid en etikettering de consument keuzevrijheid voor ggo’s garandeerde. Sedert het najaar van 2003 is een dergelijke Europese wetgeving van kracht. In Belgie¨ keurden we begin 2004 een koninklijk besluit goed dat voorzag in de omzetting van de Europese regels en in onder meer bijkomende bepalingen over informatie naar het publiek. Vanaf het voorjaar 2004 werden nieuwe ggo’s op Europees niveau goedgekeurd. Het is dan ook duidelijk dat het WTO rapport hier handelt over praktijken uit het verleden.
3. Outre le moratoire, l’OMC juge aussi que les mesures nationales de sauvegarde de 5 E´tats membres européens (Autriche, Luxembourg, Allemagne, Grèce et France) sont incohérentes vis-à-vis des impératifs de l’OMC. Il s’agit ici d’OGM approuvés avant le moratoire pour lesquels les 5 pays en question ont instauré une interdiction spécifique supplémentaire durant le moratoire. Le sujet a déjà été soulevé lors du Conseil des ministres européens de l’Environnement en juin 2005. La Commission voulait à l’époque obliger les 5 pays à lever leurs mesures de sauvegarde mais seul le Royaume-Uni s’était totalement rangé à cet avis. Notre point de vue était que la Commission était allée trop loin dans sa demande et que les OGM devaient d’abord être réévalués au moyen du nouveau cadre réglementaire européen. Cette position était partagée par la majorité des E´tats membres au Conseil. Il revient aux 5 pays précités de voir quelle réaction adopter à l’égard de l’OMC.
3. Behalve over het moratorium oordeelt de WTO ook dat de nationale vrijwaringsmaatregelen van 5 Europese lidstaten (Oostenrijk, Luxemburg, Duitsland, Griekenland en Frankrijk) inconsistent zijn met de WTO verplichtingen. Het gaat hier om ggo’s waarvan de goedkeuring dateert van voor het moratorium en waarvoor de 5 landen in kwestie nog een bijkomend specifiek verbod instelden tijdens de moratoriumperiode. Deze kwestie is in juni 2005 reeds aan de orde geweest op de Europese Raad Leefmilieu. De Commissie wou de 5 landen toen verplichten om de vrijwaringmaatregelen op te heffen maar werd hierbij slechts door het VK over de hele lijn gevolgd. Ons standpunt was dat de Commissie in haar vraag te ver ging en dat de ggo’s eerst dienen herbeoordeeld te worden aan de hand van het nieuwe Europese regelgevende kader. Dit was tevens het standpunt van de meerderheid van lidstaten in de Raad. Het is aan deze 5 landen om te zien hoe ze reageren naar de WTO.
Ma conclusion est donc simple : l’OMC ne s’est pas prononcée sur le cadre réglementaire européen actuel en matière d’OGM, mais se limite à condamner le moratoire qui n’existe plus et les mesures de sauvegarde de 5 pays. Il n’y a par conséquent aucune raison d’adapter notre politique OGM pour cause d’OMC.
Mijn conclusie is dus simpel : de WTO heeft geen uitspraak gedaan over het huidige Europese regelgevende kader voor ggo’s doch beperkt zich tot een veroordeling van het niet meer bestaande moratorium en van de vrijwaringmaatregelen van 5 landen. Er is dan ook hoegenaamd geen reden om omwille van de WTO ons ggo beleid bij te stellen.
DO 2006200709396
DO 2006200709396
Question no 112 de M. Miguel Chevalier du 15 décembre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 112 van de heer Miguel Chevalier van 15 december 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Fermeture des centrales nucléaires. — Biocarburant.
Sluiting kerncentrales. — Biobrandstof.
La fermeture des centrales nucléaires est prévue pour 2025 au plus tard. En 2015, les trois réacteurs
Een sluiting van de kerncentrales wordt beoogd uiterlijk tegen 2025. Tegen 2015 zullen de drie oudste
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30920
nucléaires belges les plus anciens, à savoir Doel 1 et 2 et Tihange 1, cesseront de produire de l’électricité. Le Bond Beter Leefmilieu a calculé que la perte de production d’électricité engendrée par la fermeture de ces centrales pourra être compensée par les investissements déjà prévus dans des centrales à haut rendement et dans les énergies renouvelables. Les projets de BASF, Stora Enso, Sidmar, Tessenderlo Chemie, Ecopower et d’autres opérateurs représenteraient une production totale d’électricité de 14 435 GWh en 2010, alors que Doel 1, Doel 2 et Tihange 1 ne produisent ensemble que 13 705 GWh.
Belgische kernreactoren, Doel 1 en 2 en Tihange 1, hun elektriciteitsproductie stilleggen. De Bond Beter Leefmilieu heeft berekend dat het verlies aan elektriciteitsproductie door het sluiten van deze centrales kan opgevangen worden met de reeds geplande investeringen in hoogrendementcentrales en hernieuwbare energie. Projecten van BASF, Stora Enso, Sidmar, Tessenderlo Chemie, Ecopower en andere zorgen voor een totale elektriciteitsproductie van 14 435 GWh tegen 2010 terwijl Doel 1 en 2 en Tihange 1 samen maar aan een productie van 13 705 GWh komen.
Touefois, ce changement pose un problème du point de vue de l’émission de gaz à effet de serre. En effet, les investissements prévus, qu’il s’agisse de centrales à cogénération ou de centrales turbine-gaz-vapeur, sont basés sur le combustible gaz. Ces formes de production électrique génèrent par conséquent davantage d’émissions de gaz à effet de serre, précisément au moment ou` l’application du protocole de Kyoto exige de réduire des émissions de CO2.
Hierbij doet zich echter een probleem voor inzake de uitstoot van broeikasgassen. Zowel de geplande investeringen in warmtekrachtkoppeling als die in stoom en gas centrales werken op gas. Deze vormen van elektriciteitsopwekking zorgen dus voor een bijkomende uitstoot van broeikasgassen, net nu er volgens het Kyoto-plan moet gereduceerd worden in CO2uitstoot.
Il existe toutefois d’autres options. C’est ainsi que Electrawinds et Aspiravi sont en train de construire une centrale à cogénération fonctionnant à la biomasse, ce qui est neutre du point de vue du CO2. Toutefois, les biocombustibles restent rares, et l’on ne sait pas toujours au juste quels végétaux peuvent ou non être utilisés comme matière première pour générer de l’électricité. Je pense notamment à la production croissante de miscanthus en Grande-Bretagne, une plante qui, selon des chercheurs de l’université de l’Illinois, peut produire l’équivalent de 36 barils de pétrole par hectare.
Het kan echter ook anders. Electrawinds en Aspiravi bouwen een centrale voor warmtekrachtkoppeling op basis van biomassa, wat CO2 neutraal is. Biobrandstof is echter schaars en het is niet altijd duidelijk welke gewassen al dan niet in aanmerking komen als grondstof voor energieopwekking. Hierbij verwijs ik naar de toenemende teelt van Miscanthus in GrootBrittannie¨ dat volgens onderzoekers van de Universiteit van Illinois per hectare een equivalent van 36 vaten olie kan genereren.
1. Pouvez-vous confirmer l’affirmation du Bond Beter Leefmilieu selon laquelle une quantité suffisante d’électricité sera produite pour compenser la fermeture de Doel 1 et 2 et de Tihange 1 ?
1. Kan u de stelling van de Bond Beter Leefmilieu dat er voldoende bijkomende elektriciteit zal geproduceerd worden om de sluiting van Doel 1 en 2 en Tihange 1 op te vangen, bevestigen ?
2. En ce qui concerne le manque de combustibles biomasse, pouvez-vous indiquer combien d’hectares de terres cultivables sont affectés, en Belgique, à la culture de végétaux utilisés spécifiquement pour la production d’énergie ?
2. Inzake biomassa doet zich een probleem voor van beschikbaarheid. Kan u meedelen hoeveel hectare landbouwgrond in Belgie¨ gebruikt wordt voor de teelt van gewassen die specifiek gebruikt worden voor energiewinning ?
3. Pouvez-vous indiquer quelles espèces de végétaux peuvent être utilisées et sont effectivement cultivées pour la production de biocarburants ?
3. Kan u aangeven welke soorten gewassen in aanmerking komen en geteeld worden in de productie van biobrandstof ?
4. a) Reconnaissez-vous le problème de l’augmentation des émissions de CO2 posé par la production d’électricité dans des centrales à cogénératoin et des centrales turbine-gaz-vapeur, lesquelles utilisent le gaz comme combustible ?
4. a) Erkent u het probleem van de toename van de CO2-uitstoot bij de opwekking van elektriciteit bij warmtekrachtkoppeling en stoom en gas centrales waarbij gas de grondstof is ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures proposez-vous pour accroıˆtre l’offre en biocarburants ?
b) Zo ja, welke maatregelen stelt u voor om de beschikbaarheid van biobrandstof te verhogen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30921
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 112 de M. Miguel Chevalier du 15 décembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 112 van de heer Miguel Chevalier van 15 december 2006 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
En réponse à votre première question, je voudrais faire référence au programme indicatif 2005-2019 de la CREG. Dans un scénario basé sur une augmentation normale de la demande en électricité, la croissance de la cogénération et de l’énergie renouvelable compenserait partiellement la fermeture des réacteurs nucléaires. Selon la CREG, une centrale TGV complémentaire d’une capacité totale de 8 000 GWh doit être construite d’ici 2019 pour pallier entièrement cette fermeture.
In antwoord op uw eerste vraag zou ik willen verwijzen naar het uitrustingprogramma (2005-2019) opgemaakt door de CREG. In een scenario met een normale stijging van de elektriciteitsvraag, zal de groei van warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie de sluiting van de kernreactoren deels opvangen. Tegen 2019 moet, volgens de CREG, één bijkomende STEG-centrale, met een totaal vermogen van 8 000 GWh, bijgebouwd worden om de sluiting volledig op te vangen.
Une remarque ici, à savoir que les projets prévus dans le domaine de la cogénération et de l’énergie renouvelable ne sont pas encore tous entrès dans leur phase d’exécution. Les investisseurs ont toutefois déclaré qu’ils sont prêts. Il convient maintenant de leur donner à temps le signal adéquat, d’où l’intérêt de créer un climat stable favorable aux investissements, afin que ces projets fassent partie des véritables secteurs porteurs de croissance sur le marché belge de l’énergie.
Een bemerking hierbij is dat nog niet alle geplande projecten op het vlak van warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie in uitvoering zijn. De investeerders hebben echter aangegeven dat ze klaar staan. Het komt er nu op aan hen tijdig het juiste signaal te geven en een stabiele investeringsklimaat te cree¨ren opdat deze projecten tot de echte groeisectoren behoren op de Belgische energiemarkt.
Par ailleurs, je voudrais renvoyer à l’étude intitulée « La politique climatique post-2012 : analyse de scénarios de réductions d’émissions aux horizons 2020 et 2050 », que le Bureau fédéral du plan a réalisée à ma demande en 2006. Cette étude a en effet démontré qu’il est possible, non seulement de fermer les centrales nucléaires comme prévu, mais également d’atteindre des objectifs climatiques ambitieux tout en préservant la croissance économique et l’emploi.
Daarnaast wil ik graag verwijzen naar de studie « Het klimaatbeleid na 2012 : analyse van scenario’s voor emissiereducties tegen 2020 en 2050 », die het Federaal Planbureau in 2006 in mijn opdracht uitvoerde. Deze studie toonde immers aan dat het mogelijk is de kerncentrales volgens plan te sluiten, en tegelijkertijd ambitieuze klimaatdoelstellingen te halen, naast het waarborgen van economische groei en werkgelegenheid.
En réponse à votre seconde question, je peux vous informer qu’en 2006, l’agriculture belge a cultivé 9 618 ha (source : SPF Economie) de culture énergétique dont 91 % en Région wallonne (source : Valbiom asbl) et 9 % en Région flamande (source : Vlaamse Overheid, Landbouw en Visserij).
In antwoord op uw tweede vraag kan ik u informeren dat in 2006 in de Belgische landbouw 9 618 ha (bron : FOD Economie) energiegewassen werd geteeld, waarvan 91 % in het Waals Gewest (bron : Valbiom) en 9 % in het Vlaams Gewest (bron : Vlaamse Overheid, Landbouw en Visserij).
3. De très nombreux végétaux se prêtent à la production d’énergie. Selon une étude réalisée en 2003 dans le cadre du’Steunpunt Duurzame Landbouw’du gouvernement flamand, les végétaux qui se prêtent le mieux à la production de bioénergie en Flandre sont les suivants :
3. Zeer veel gewassen zijn geschikt om te worden gebruikt als energiebron. Volgens een studie uitgevoerd in 2003 in het kader van het Steunpunt Duurzame Landbouw van de Vlaamse Overheid zijn de volgende gewassen het meest geschikt voor de productie van bio-energie in Vlaanderen :
1. les cultures traditionnelles : blé d’hiver, betterave sucrière, pomme de terre, colza d’hiver, maı¨s ensilé;
1. traditionele akkerbouwgewassen : wintertarwe, suikerbiet, aardappel, winterkoolzaad, kuilmaı¨s;
2. les nouvelles cultures : miscanthus, bambou, chanvre;
2. nieuwe akkerbouwgewassen : bamboe, hennep;
3. les végétaux ligneux, les bois à courte rotation, les forêts énergétiques : saule, peuplier.
3. houtachtige gewassen, korteomloophout, energiebossen : wilg, populier.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
olifantengras,
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30922
De nombreux déchets agricoles et sylvicoles peuvent également être utilisés comme source d’énergie, tout comme certains produits d’origine animale comme le fumier et les déchets animaux, ou encore la partie biodégradable des déchets ménagers et industriels ou les boues d’épuration.
Daarnaast zijn veel afvalproducten uit de land- en bosbouw geschikt als energiebron en kan ook uit dierlijke producten, zoals mest en dierlijk afval energie worden gewonnen, net als uit de biodegradeerbare fractie van huishoudelijk en industrieel afval, uit zuiveringsslib enzovoort.
4. a) Quant à l’impact sur les émissions de CO2, il serait par trop simpliste de présenter les choses comme si elles se résumaient à mettre les émissions de CO2 de ces installations en balance avec celles des centrales nucléaires dont on envisage la fermeture. Cela étant, la production électrique est l’un des domaines où il reste pas mal d’efforts à fournir. 9,4 % de l’électricité belge provient de vieilles centrales au charbon, à faible rendement et particulièrement peu performantes sur le plan des émissions de CO2 Une réduction substantielle des émissions de CO2 pourrait également être réalisée dans ce secteur.
4. a) Wat de impact op de CO2-uitstoot betreft, is het een wat te eenzijdige voorstelling van zaken om de CO2-uitstoot van de genoemde installaties eenvoudigweg af te wegen tegen die van de te sluiten kerncentrales. Niettemin is ook aan de kant van de elektriciteitsproductie nog behoorlijk wat werk aan de winkel. 9,4 % van de Belgische elektriciteit afkomstig van oude, inefficie¨nte steenkoolcentrales, die bijzonder slecht scoren in termen van CO2-uitstoot. Ook daar bestaat nog een aanzienlijk CO2-besparingspotentieel.
b) Belgique a encore un très grand potentiel supplémentaire en ce qui concerne la production décentralisée d’électricité, par exemple par cogénération, et notre pays se doit d’exploiter au maximum le potentiel offert par les sources d’énergies renouvelables’classiques’telles que l’énergie éolienne. Les biocarburants constituent eux aussi un élément de la solution au problème. Des mesures spécifiques visant à augmenter la quantité disponible de végétaux énergétiques ou d’autres types de biomasse ont un roˆle important à jouer, il est tout aussi clair qu’un cadre politique général axé sur l’augmentation de la proportion de sources d’énergies renouvelables sera l’élément qui incitera le mieux le marché à répondre à une demande accrue de sources d’énergies renouvelables en général et de biomasse en particulier.
b) Belgie¨ heeft nog een zeer groot bijkomend potentieel voor decentrale elektriciteitsproductie, bijvoorbeeld door warmte-krachtkoppeling. Daarnaast moeten we het potentieel inzake de « klassieke » hernieuwbare energiebronnen zoals windenergie ten volle benutten. Biobrandstoffen vormen echter ook een deel van de oplossing. Specifieke maatregelen om de beschikbaarheid van energiegewassen of andere types biomassa te verhogen hebben een belangrijke rol te spelen, het is evenzeer duidelijk dat vooral een algemeen beleidskader dat gericht is op het verhogen van het aandeel van hernieuwbare energiebronnen de markt zal stimuleren om aan een verhoogde vraag naar hernieuwbare energiebronnen in het algemeen en biomassa in het bijzonder te voldoen.
Il va sans dire qu’il nous faudra cependant veiller à ce que la biomasse importée ait été produite selon une méthode durable et que son transport n’entraıˆne pas un supplément d’émissions de CO2 d’une ampleur que l’on ne saurait admettre.
Uiteraard dienen we er wel over te waken dat ingevoerde biomassa duurzaam werd geproduceerd en dat het transport ervan niet voor een onaanvaardbaar grote bijkomende CO2-uitstoot zorgt.
DO 2006200709848
DO 2006200709848
Question no 118 de M. Francis Van den Eynde du 27 février 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 118 van de heer Francis Van den Eynde van 27 februari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Bureau d’avocats. — Services juridiques contre rémunération.
Advocatenkantoor. — Juridische dienstverlening tegen betaling.
1. Pourriez-vous me faire savoir à combien de reprises, respectivement au cours des années 2003, 2004,
1. Kan u meedelen hoe vaak u in respectievelijk het jaar 2003, 2004, 2005 en 2006 tegen betaling een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30923
2005 et 2006, vous avez eu recours contre rémunération aux services juridiques du cabinet d’avocats de M. Marc Uyttendaele, professeur à l’ULB ?
beroep deed op de juridische diensten van het advocatenkantoor van ULB-professor Marc Uyttendaele ?
2. Pourriez-vous me communiquer le montant des honoraires payés annuellement à ce cabinet d’avocats ?
2. Kan u per jaar het bedrag meedelen dat aan voornoemd kantoor werd uitbetaald ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 118 de M. Francis Van den Eynde du 27 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 118 van de heer Francis Van den Eynde van 27 februari 2007 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Pendant la période 2003-2006, il a été fait appel une fois aux services juridiques du bureau d’avocats de maıˆtre Marc Uyttendaele, à savoir en 2004.
1. Gedurende de periode 2003-2006 werd eenmaal een beroep gedaan op de juridische diensten van het advocatenkantoor van meester Marc Uyttendaele, namelijk in 2004.
2. Pendant cette période les montants suivants ont été payé au bureau d’avocats :
2. Gedurende deze periode werden aan het advocatenbureau volgende bedragen uitbetaald :
— en 2004, 1 500 euros;
— in 2004, 1 500 euro;
— en 2005, 1 191,75 euros.
— in 2005, 1 191,75 euro.
Pensions
Pensioenen
DO 2006200709134
DO 2006200709134
Question no 187 de Mme Annemie Turtelboom du 13 novembre 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 187 van mevrouw Annemie Turtelboom van 13 november 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
E´volution du rapport entre hommes et femmes constituant des pensions complémentaires.
Evolutie verhouding van vrouwen en mannen die aanvullende pensioenen opbouwen.
En 2005, 1 070 000 personnes étaient bénéficiaires d’une assurance-groupe ou étaient affiliées à un fonds de pension. Depuis l’entrée en vigueur de la loi sur les pensions complémentaires, ce nombre s’est accru de quelque 650 000 personnes.
1 070 000 personen hadden in 2005 een groepsverzekering of waren aangesloten bij een pensioenfonds. Daar zijn er sinds de Wet op de Aanvullende Pensioenen van kracht werd, bijna 650 000 personen bijgekomen.
1. Parmi les personnes qui ont constitué une pension complémentaire au cours des cinq dernières années, quelle est la répartition entre hommes et femmes ?
1. Wat was in de afgelopen vijf jaar de verdeling van mannen en vrouwen die een aanvullend pensioen opbouwen ?
2. Depuis l’entrée en vigueur de la loi sur les pensions complémentaires, la proportion entre hommes et femmes a-t-elle évolué ?
2. Is er sinds de inwerkingtreding van de Wet op de Aanvullende Pensioenen een evolutie in de verhouding van mannen en vrouwen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30924
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 187 de Mme Annemie Turtelboom du 13 novembre 2006 (N.) : 1. Selon les informations de la Commission bancaire, financière et des assurances, la proportion de femmes et d’hommes constituant une pension complémentaire via une assurance de groupe ou une institution de retraite professionnelle a évolué comme suit :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 187 van mevrouw Annemie Turtelboom van 13 november 2006 (N.) : 1. De verhouding van vrouwen en mannen die een aanvullend pensioen opbouwen via een groepsverzekering of via een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening is, op basis van de gegevens van de Commissie voor het Bank- Financie- en Assurantiewezen, als volgt gee¨volueerd :
Année
Total
Hommes
Femmes
Jaar
Totaal
Mannen
Vrouwen
2001 2002 2003 2004 2005
1 436 142 1 565 984 1 639 936 1 814 795 2 011 326
66,89 % 66,77 % 66,63 % 67,79 % 67,43 %
33,11 % 33,23 % 33,37 % 32,21 % 32,57 %
2001 2002 2003 2004 2005
1 436 142 1 565 984 1 639 936 1 814 795 2 011 326
66,89 % 66,77 % 66,63 % 67,79 % 67,43 %
33,11 % 33,23 % 33,37 % 32,21 % 32,57 %
II y a lieu d’assortir ces chiffres de quelques précisions. D’abord, ils reflètent principalement le nombre de personnes qui, au cours de ces années, constituaient une pension complémentaire. Ils ne prennent plus en compte les retraités dont la pension complémentaire a été liquidée sous la forme d’un capital. Ensuite, ces chiffres recèlent un certain nombre de doublons. Ceux-ci proviennent notamment, d’une part, des contrats mixtes dans certaines assurances de groupe, où des personnes bénéficiant tant d’une couverture vie que d’une couverture décès peuvent être comptées deux fois. D’autre part, des doubles comptages peuvent survenir entre les affiliés des assurances de groupe et les affiliés des institutions de retraite professionnelle du fait que, dans un certain nombre de régimes, les cotisations des travailleurs sont placées dans une assurance de groupe et les cotisations patronales le sont dans une institution de retraite professionnelle. 2. Depuis l’entrée en vigueur de la loi relative aux pensions complémentaires, l’on observe une très légère augmentation de la proportion d’hommes dans le nombre total de personnes qui constituent une pension dans le cadre du deuxième pilier.
Bij deze cijfers moeten een aantal kanttekeningen gemaakt worden. Ten eerste gaat het voornamelijk om mensen die een pensioen aan het opbouwen waren. Gepensioneerden wiens aanvullend pensioen werd uitgekeerd onder de vorm van een kapitaal, komen niet meer voor in de statistieken. Ten tweede zijn er een aantal dubbeltellingen, onder meer omwille van het aantal gemengde contracten in de groepsverzekeringen, waarbij in sommige gevallen personen die zowel genieten van een dekking bij leven als van een overlijdensdekking tweemaal geteld worden. Tussen het aantal deelnemers van de groepsverzekeringen en de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening kunnen zich eveneens dubbeltellingen voordoen aangezien er een aantal stelsels bestaat waarvan de werknemersbijdragen in een groepsverzekering worden ondergebracht en de werkgeverstoelagen in de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening. 2. Sinds de inwerkingtreding van de wet op de aanvullende pensioenen is er een zeer lichte stijging waar te nemen van het aandeel van de mannen in het totaal aantal personen die aan pensioenopbouw doen via de tweede pensioenpijler.
DO 2006200709507
DO 2006200709507
Question no 193 de M. Hagen Goyvaerts du 10 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Fonctionnaires pensionnés. — Paiement des pensions de décembre 2006. Plusieurs fonctionnaires pensionnés m’ont signalé récemment que leur pension du mois de décembre 2006 n’a été payée que début janvier 2007.
Vraag nr. 193 van de heer Hagen Goyvaerts van 10 januari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Gepensioneerde ambtenaren. — Uitbetaling van de pensioenen van december 2006. Verschillende gepensioneerde ambtenaren hebben me de afgelopen tijd aangesproken over het feit dat hun pensioen van de maand december 2006 werd uitbetaald begin januari 2007.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30925
1. Est-il exact que les pensions du mois de décembre 2006 n’ont été payées qu’en janvier 2007 ?
1. Klopt het gegeven dat de uitbetaling van de pensioenen van december 2006 pas in de maand januari 2007 is gebeurd ?
2. Est-ce le cas pour tous les fonctionnaires pensionnés ou uniquement pour certaines catégories d’entre eux ?
2. Geldt dit voor alle gepensioneerde ambtenaren of slechts voor bepaalde categoriee¨n ?
3. Quelle est la raison de ce report de 2006 à 2007 ?
3. Wat is de reden van deze overdracht van 2006 naar 2007 ?
4. a) A-t-on également procédé de la sorte au cours des années précédentes ?
4. a) Gebeurde dit ook in de voorgaande jaren ?
b) Dans l’affirmative, à partir de quelle année ?
b) Zo ja, vanaf welk jaar ?
5. Quel est l’impact budgétaire du report de paiement de décembre 2006 à janvier 2007 ?
5. Wat is het begrotingsimpact van het uitstel van betaling van december 2006 naar januari 2007 ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 193 de M. Hagen Goyvaerts du 10 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 193 van de heer Hagen Goyvaerts van 10 januari 2007 (N.) :
La loi du 7 novembre 1987 prévoit explicitement que les pensions qui prennent cours à partir du 1er janvier 1988 sont payées à terme échu. Cette règle vaut donc uniquement pour les pensions qui ont pris cours à partir du 1er janvier 1988 et pour les seules personnes dont le traitement est lui aussi payé à terme échu.
In de wet van 7 november 1987 werd bepaald dat de pensioenen die ingingen vanaf 1 januari 1988 op het einde van de maand zouden worden uitbetaald. Deze maatregel geldt dus enkel voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 1988 en voor de personen waarvan de wedde ook op het einde van de maand werd betaald.
Dans cette loi, il est également prévu que la mensualité de décembre payée à terme échu ne le serait que le premier jour ouvrable du mois de janvier de l’année suivante.
In deze wet werd tevens bepaald dat het maandbedrag van december, dat aldus op het einde van de maand zou moeten worden uitbetaald, slechts de eerste werkdag van de maand januari van het volgend jaar zal uitbetaald worden.
Les dispositions de cette loi furent introduites d’une part, pour des raisons d’harmonisation (si le traitement est payé à terme échu, il est logique que la pension soit elle aussi payée à terme échu) et, d’autre part, pour limiter le déficit budgétaire de l’année 1988. Compte tenu de l’annalité de chaque exercice budgétaire, cette mesure devait rester d’application pour les années ultérieures.
De bepalingen van deze wet werden ingevoerd enerzijds uit harmonisatieoverwegingen (indien de wedde op het einde van de maand werd uitbetaald is het logisch dat het pensioen ook op het einde van de maand wordt uitbetaald) en anderzijds om het begrotingstekort voor het jaar 1988 te beperken. Gelet op de annaliteit van elk begrotingsjaar diende deze maatregel voor de jaren na de invoering van deze maatregel gehandhaafd te blijven.
En janvier 2007, un montant de 452 millions d’euros a été payé pour les plus ou moins 238 000 pensions du mois de décembre 2006 payées à terme échu. Cela représente 64 % du montant total des pensions mensuelles qui furent payées le 2 janvier 2007.
In januari 2007 werd aldus voor een bedrag van 452 miljoen euro uitbetaald voor de circa 238 000 pensioenen van de maand december 2006 die op het einde van de maand worden uitbetaald. Dit komt overeen met 64 % van het totaal bedrag dat op 2 januari 2007 werd uitbetaald inzake pensioenmaandbedragen.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30926
DO 2006200709588
DO 2006200709588
Question no 194 de M. Carl Devlies du 23 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 194 van de heer Carl Devlies van 23 januari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006.
Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006.
1. a) Quel était le montant des factures entrantes pour lesquelles les administrations et les autres institutions relevant de votre tutelle n’avaient encore effectué aucun ordonnancement au 31 décembre 2006 ?
1. a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturen waarvoor op 31 december 2006 nog geen ordonnancering gebeurde bij de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ?
b) De combien de factures s’agit-il exactement et de quand datent-elles ?
b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welke datum werden ze opgemaakt ?
2. a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancement n’a-t-il été effectué ?
2. a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geen ordonnancering gebeurde ?
b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, telle qu’imposée par le principe de l’ancre, ou certains crédits d’ordonnancement prévus au budget 2006 étaient-ils insuffisants ?
b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenutting van kredieten, zoals opgelegd door het ankerprincipe of waren de in de begroting 2006 bepaalde ordonnanceringskredieten ontoereikend ?
c) Dans ce dernier cas, quelle en est la cause ?
c) In dit laatste geval, wat is hiervan de oorzaak ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 194 de M. Carl Devlies du 23 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 194 van de heer Carl Devlies van 23 januari 2007 (N.) :
Office national des Pensions
Rijksdienst voor Pensioenen
Toutes les factures qui étaient en possession de l’Office national des Pensions et qui avaient trait à l’exercice budgétaire 2006 étaient pourvues au 31 décembre 2006 d’un mandat de paiement, pour autant qu’il ait été satisfait aux critères repris dans la procédure d’approbation. Service des Pensions du Secteur public
Alle facturen die in het bezit waren van de Rijksdienst voor Pensioenen en betrekking hadden op het begrotingsjaar 2006 waren op 31 december 2006 voorzien van een betalingsmandaat, voor zover voldaan werd aan de criteria opgenomen in de goedkeuringsprocedure. Pensioendienst voor de overheidssector
Pour le Service des Pensions du Secteur public, le montant des factures reçues en 2006 et payées en 2007 s’élevait à 229 382,33 euros. 38 factures sont concernées dont 32 reçues dans le courant du mois de décembre 2006. La plus ancienne date du 13 octobre 2006.
Voor de Pensioendienst voor de overheidssector bedroeg het bedrag van de in 2006 ontvangen en in 2007 betaalde facturen 229 382,33 euro. Het betreft 38 facturen, waarvan 32 ontvangen in de loop van de maand december 2006. De oudste dateert van 13 oktober 2006.
Ces factures n’étaient pas payées fin 2006 parce qu’elles étaient dans le processus d’approbation et/ou reçues juste avant la fermeture du Service en décembre. Cela n’avait rien à voir ni avec des crédits insuffisants ni avec le principe de l’ancre.
Deze facturen werden niet op het einde van 2006 betaald omdat de goedkeuringsprocedure nog niet was afgerond en/of omdat zij ontvangen werden juist voor de sluiting van de Dienst in december. Het niet betalen had dus niets te maken met onvoldoende kredieten of met het ankerprincipe.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30927
DO 2006200709658
DO 2006200709658
Question no 195 de M. Daniel Bacquelaine du 30 janvier 2007 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 195 van de heer Daniel Bacquelaine van 30 januari 2007 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Pensions de retraite et de survie des travailleurs salariés. — Discrimination entre pensionnés.
Rust. — en overlevingspensioenen voor werknemers. — Discriminatie tussen gepensioneerden.
En application des dispositions de l’arrêté royal no 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs (complété par l’arrêté royal du 21 décembre 1967, article 29), il apparaıˆt que le critère d’activité minimale requise peut aboutir à réduire la pension calculée d’un travailleur alors qu’en réalité il a travaillé un nombre d’années supérieur à la période valorisée. En outre, le caractère dégressif prévu à l’article 29 de l’arrêté royal du 21 décembre 1967 paraıˆt créer une discrimination entre pensionnés.
Uit de toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers (aangevuld door het koninklijk besluit van 21 december 1967, artikel 29) blijkt dat het criterium van de vereiste minimumactiviteit het berekende pensioen van een werknemer kan doen dalen, terwijl hij eigenlijk een aantal jaren langer dan de in rekening gebrachte periode heeft gewerkt. Bovendien veroorzaakt het degressieve karakter waarin artikel 29 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 voorziet, blijkbaar discriminatie tussen de gepensioneerden.
1. Quels motifs ont présidé à la définition du critère « d’occupation habituelle » précité et notamment à sa dégressivité ?
1. Welke overwegingen liggen ten grondslag aan het voornoemde criterium van de « gewoonlijke tewerkstelling » en met name aan de degressiviteit ervan ?
2. Quelle raison empêcherait d’y substituer la durée réelle d’activité quelle qu’en soit la chronologie dès lors qu’elle a entraıˆné le versement des cotisations adéquates ?
2. Waarom kan dat criterium niet worden vervangen door de werkelijke duur van de activiteit, ongeacht het verloop ervan ? Het is immers die activiteit die tot de storting van de gepaste bijdragen heeft geleid.
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 195 de M. Daniel Bacquelaine du 30 janvier 2007 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 195 van de heer Daniel Bacquelaine van 30 januari 2007 (Fr.) :
La notion « d’occupation habituelle et en ordre principal », définie à l’article 29 de l’arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, n’a plus à l’heure actuelle qu’une incidence mineure dans le calcul des pensions des travailleurs salarié, à savoir notamment :
Het begrip « gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling », bepaald in artikel 29 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, heeft momenteel maar een geringe weerslag op de berekening van de werknemerspensioenen, namelijk bij :
— la prise en compte des années antérieures à 1955;
— het in aanmerking nemen van de jaren vo´o´r 1955;
— la prise en compte d’une année en cas d’activité accessoire dans un autre régime de pension;
— het in aanmerking nemen van een jaar in geval van bijkomende arbeid in een andere pensioenregeling;
— le calcul du plafond de cumul d’une pension de survie avec une pension de retraite.
— de berekening van het cumulatieplafond bij de cumulatie van een overlevingspensioen en een rustpensioen.
Cette notion n’intervient donc aucunement dans la détermination du montant de pension.
Dat begrip speelt dus absoluut geen rol bij de vaststelling van het pensioenbedrag.
Toutefois, cette définition est similaire à la notion d’année dont l’occupation correspond au tiers d’un régime de travail à temps plein introduite à l’occasion de la « réforme des pensions » (arrêté royal du 23 dé-
Die definitie komt namelijk overeen met het begrip « jaar waarvan de tewerkstelling overeenstemt met één derde van een voltijdse arbeidsregeling », dat werd ingevoerd bij de « hervorming van de pensioenen »
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30928
cembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions).
(koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenen).
Cette notion intervient en effet dans deux domaines, d’une part dans le cadre de la condition de carrière (35 ans) permettant d’obtenir une pension de retraite anticipée, d’autre part dans le cadre de la condition de carrière (15 ans) imposée comme préalable à l’octroi du droit minimum de pension par année de carrière; dans ces deux cas seules sont retenues les années répondant à la définition d’occupation correspondant au tiers d’un régime de travail à temps plein.
Dat begrip is inderdaad van toepassing op twee vlakken, enerzijds in het kader van de loopbaanvoorwaarde (35 jaar) die toelaat een vervroegd rustpensioen te bekomen en anderzijds in het kader van de loopbaanvoorwaarde (15 jaar) waaraan moet worden voldaan om het minimum pensioenrecht per loopbaanjaar te bekomen; enkel in die twee gevallen worden de jaren die beantwoorden aan de definitie van een tewerkstelling die overeenstemt met één derde van een voltijdse arbeidsregeling weerhouden.
De plus, les règles d’appréciation du temps de travail dans le cadre de cette notion ne s’appliquent pas seulement à la condition de carrière, mais également au calcul du montant du droit minimum par année, celui-ci étant octroyé au prorata du taux d’occupation au cours de l’année considérée. Toutefois, il y a lieu de rappeler que les dispositions relatives au droit minimum par année de carrière n’interviennent qu’en vue de rehausser un niveau de rémunération trop faible par rapport à un plancher de rémunération, et que, si ce n’est le cas, il est tenu compte des rémunérations sur lesquelles les cotisations de sécurité sociale ont été prélevées.
De regels voor de bepaling van de arbeidstijd in het kader van dat begrip zijn bovendien niet enkel van toepassing op de loopbaanvoorwaarde, maar ook op de berekening van het bedrag van het minimumrecht per jaar, dat wordt toegekend naar verhouding van de tewerkstellingsgraad tijdens het beschouwde jaar. Er moet toch aan worden herinnerd dat de bepalingen over het minimumrecht per loopbaanjaar alleen meespelen om een loonniveau te verhogen dat te gering is vergeleken met een minimumloon en dat, als dat niet het geval is, rekening wordt gehouden met de lonen waarop sociale zekerheidsbijdragen zijn geheven.
1. La définition de la notion d’occupation correspondant au tiers d’un régime de travail à temps plein, tout comme celle d’année d’occupation habituelle et en ordre principal, est différenciée suivant la période considérée. Cette différenciation s’explique historiquement par l’amélioration au fil du temps de la précision des informations contenues dans le compte individuel des travailleurs et par l’évolution des éléments de référence relatifs à l’appréciation du temps de travail.
1. De definitie van het begrip tewerkstelling die met één derde van een voltijdse werkregeling overeenstemt, net zoals deze van een jaar van gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling, verschilt volgens de beschouwde periode. Dat onderscheid kan historisch worden verklaard doordat de informatie vervat in de individuele rekening van de werknemers mettertijd preciezer is geworden en de referentie-elementen voor de beoordeling van de werktijd zijn gee¨volueerd.
Pour les années antérieures à 1955, l’exigence de 185 jours de 4 heures s’explique par la difficulté d’obtenir des précisions pour les années situées durant cette période; si la preuve d’une occupation de cette durée est apportée l’année complète est prise en considération.
Voor de jaren gelegen vo´o´r 1955 wordt de vereiste van 185 dagen van 4 uren verklaard doordat het moeilijk is om over jaren gelegen in die periode duidelijkheid te krijgen; als het bewijs van een tewerkstelling van voormelde duur wordt geleverd, wordt het volledige jaar in aanmerking genomen.
Pour la période de 1955 à 1977, 104 jours représentent un tiers d’une année complète de pension (312 jours) et donc un tiers-temps, étant entendu que pour cette période le travail à temps partiel était en principe inexistant.
Voor de periode van 1955 tot 1977 stemmen 104 dagen overeen met één derde van een volledig pensioenjaar (312 dagen) en dus met één derde tijd, met dien verstande dat in die periode deeltijds werk in principe nog niet bestond.
Pour la période de 1978 à 1991, l’appréciation du temps de travail est déduite de la comparaison du salaire obtenu par le travailleur avec le salaire minimum garanti instauré depuis le début de cette période.
Voor de periode van 1978 tot 1991 wordt de beoordeling van de werktijd afgeleid uit de vergelijking van het loon dat de werknemer heeft ontvangen met het gewaarborgd minimumloon dat sinds het begin van die periode is ingevoerd.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30929
Pour la période à partir de 1992, le nombre précis d’heures de travail est enregistré sur le compte individuel du travailleur; le régime de temps de travail est déduit du rapport entre le nombre d’heures prestées et le nombre d’heures correspondant à l’horaire complet du « travailleur de référence ».
Voor de periode vanaf 1992 wordt het precieze aantal werkuren geregistreerd op de individuele rekening van de werknemer; de werktijdregeling wordt afgeleid uit de verhouding tussen het aantal gepresteerde uren en het aantal uren dat met een volledig werkrooster van de « maatman » overeenstemt.
2. Comme signalé ci-dessus, ce sont en principe les rémunérations qui sont prises en considération dans le calcul de la pension; ce n’est que dans l’hypothèse où celles-ci seraient particulièrement basses, qu’intervient le mécanisme du droit minimum par année de carrière, dont le montant est fonction du taux d’occupation.
2. Zoals hiervoor vermeld worden in principe de lonen in aanmerking genomen voor de berekening van het pensioen; het is pas in de hypothese dat daar waar deze bijzonder laag zijn dat het mechanisme van het minimumrecht per loopbaanjaar toegepast wordt; het bedrag, hangt af van de graad van tewerkstelling.
DO 2006200709695
DO 2006200709695
Question no 196 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 5 février 2007 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 196 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 5 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Pensions. — Fonctionnaires. — Nouvelle nationalité.
Pensioenen. — Ambtenaren. — Nieuwe nationaliteit.
En matière d’impoˆts sur les revenus, la Belgique a conclu à ce jour une convention préventive de la double imposition avec environ 85 pays, incluant tous les E´tats membres de l’Union européenne.
Inzake inkomstenbelastingen heeft Belgie¨ momenteel een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting gesloten met zo’n 85 landen, waaronder alle EU-lidstaten.
En règle générale,les conventions préventives de la double imposition conclues par la Belgique suivent le modèle de convention fiscale OCDE utilisé par les E´tats membres de cette organisation dans leurs négociations.
Doorgaans worden de door Belgie¨ gesloten overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting op de leest geschoeid van het modelverdrag van de OESO, dat door de OESO-lidstaten aan de onderhandelingstafel gebruikt wordt.
Dans la majorité des conventions préventives de la double imposition conclues par la Belgique, la clause relative aux pensions publiques est basée sur le modèle OCDE précité, qui précise que les pensions payées à une personne physique, au titre d’un emploi salarié exercé dans le secteur public, ne sont imposables que dans l’E´tat contractant pour lequel ledit emploi a été exercé. Toutefois, le pouvoir exclusif d’imposer cette pension est normalement attribué à l’autre E´tat contractant, lorsque le bénéficiaire de la pension publique est un résident de cet autre E´tat et possède la nationalité de cet autre E´tat. Pratiquement donc, cela signifie que les pensions payées par les autres autorités publiques belges, au titre d’un emploi salarié antérieur dans le secteur public belge, à des personnes physiques résidentes dans un autre E´tat, en sont en principe imposables qu’en Belgique.
In de meeste dubbelbelastingverdragen die ons land gesloten heeft, stoelt de clausule met betrekking tot de overheidspensioenen op voormeld OESO-modelverdrag. Dat zegt dat pensioenen die aan een natuurlijke persoon uitbetaald worden uit hoofde van een bezoldigde betrekking in overheidsdienst, enkel belastbaar zijn in de overeenkomstsluitende Staat waarvoor de arbeid verricht werd. De exclusieve bevoegdheid om die pensioenen te belasten wordt evenwel normaal gezien aan de andere overeenkomstsluitende Staat toegekend, wanneer de pensioentrekker die het overheidspensioen ontvangt, inwoner is van die andere Staat en de nationaliteit van die andere Staat heeft. In de praktijk betekent dat dus dat pensioenen die door de andere Belgische overheden uitbetaald worden uit hoofde van een vroegere bezoldigde betrekking in het Belgische openbaar ambt, aan natuurlijke personen die inwoner zijn van een andere Staat, in principe enkel in Belgie¨ belastbaar zijn.
Dans le cas ou` une pension publique est payée à une personne physique de nationalité belge et résidente dans un pays avec lequel la Belgique n’a pas conclu de convention préventive de la double imposition, cette pension est également imposable en Belgique, confor-
Overheidspensioenen die uitgekeerd worden aan natuurlijke personen van Belgische nationaliteit die inwoner zijn van een land waarmee Belgie¨ geen overeenkomst tot voorkoming van dubbele belastingheffing gesloten heeft, zijn eveneens belastbaar in Belgie¨,
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30930
mément au prescrit de l’article 228, § 2, 6o du Code des Impoˆts sur les revenus de 1992.
conform artikel 228, § 2, 6o van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Ledit article précise en effet que sont imposables à l’impoˆt des non-résidents les pensions à charge de l’E´tat, des communautés, régions, provinces, agglomérations, fédérations de communes et communes belges.
Overeenkomstig dat artikel vallen de pensioenen ten laste van de Belgische Staat, gemeenschappen, gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en gemeenten in de belasting van niet-inwoners.
1. Un ressortissant belge, qui a été occupé dans la fonction publique fédérale, régionale, communautaire, provinciale ou communale et qui acquière une nationalité étrangère (par exemple, française), peut-il bénéficier d’une pension publique liquidée par l’E´tat belge ?
1. Kan een Belgisch onderdaan die in overheidsdienst gewerkt heeft voor de federale Staat, een Gemeenschap, een gewest, een provincie of een gemeente en die een vreemde nationaliteit verwerft (bijvoorbeeld de Franse), een door de Belgische Staat uitgekeerd overheidspensioen trekken ?
2. Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer par pays, le nombre de pensionnés du secteur public belge qui possède la double nationalité ou qui ont perdu la nationalité belge par acquisition d’une nouvelle nationalité ?
2. Zo ja, kan u per land het aantal gepensioneerde ambtenaren opgeven dat in Belgie¨ in overheidsdienst gewerkt heeft en dat de dubbele nationaliteit heeft of de Belgische nationaliteit verloren heeft door verkrijging van een nieuwe nationaliteit ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 196 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 5 février 2007 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 196 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 5 februari 2007 (Fr.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
En principe, la législation belge ne subordonne pas le droit à une pension de retraite ou de survie à charge du Trésor public à la possession de la nationalité belge. Dès lors, la perte de cette nationalité suite à l’acquisition d’une autre nationalité, comme par exemple la nationalité française, n’a aucune influence sur le droit à la pension.
In principe laat de Belgische wetgeving het recht op een rust- of overlevingspensioen ten laste van de Staatskas niet afhangen van het bezit van de Belgische nationaliteit. Bijgevolg heeft het verlies van deze nationaliteit ten gevolge van de verwerving van een andere nationaliteit, zoals bijvoorbeeld de Franse nationaliteit, geen enkele invloed op het recht op het pensioen.
Le fait pour le titulaire d’une pension de résider à l’étranger a des conséquences sur le mode de paiement de la pension. Sauf en cas de demande expresse de paiement par virement sur un compte bancaire en Belgique, la pension est payée soit par mandat de poste international soit par virement sur un compte bancaire ou postal à l’étranger soit par chèque bancaire. Le Service Central des Dépenses Fixes de l’Administration de la Trésorerie du Service public fédéral Finances, liquide annuellement 6 579 pensions de retraite et de survie civiles à des bénéficiaires qui résident à l’étranger. Ceci représente à peine 1,51 % du nombre total des pensions liquidées par le SCDF (435 460).
Het feit dat de titularis van een pensioen in het buitenland woont, heeft gevolgen voor de betalingswijze van het pensioen. Behalve in het geval van een uitdrukkelijke vraag tot betaling per overschrijving op een bankrekening in Belgie¨, wordt het pensioen betaald, hetzij per internationaal postmandaat, hetzij per overschrijving op een bank- of postrekening in het buitenland, hetzij per bankcheque. De Centrale Dienst der Vaste Uitgaven van de administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financie¨n betaalt jaarlijks 6 579 burgerlijke rust- en overlevingspensioenen aan begunstigden die in het buitenland wonen. Dit vertegenwoordigt nauwelijks 1,51 % van het totaal aantal pensioenen dat betaald wordt door de CDVU (435 460).
Quant au précompte professionnel prélevé sur la pension, le changement de nationalité ou le fait de résider à l’étranger peut, le cas échéant, avoir une incidence.
Wat de bedrijfsvoorheffing betreft die afgehouden wordt van het pensioen, kan de wijziging van nationaliteit of het feit in het buitenland te wonen, in voorkomend geval, een invloed hebben.
S’agissant du traitement fiscal de la pension, ce point relève de la compétence du ministre des Finances. (Question no 1628 du 23 mars 2007.)
De fiscale behandeling van het pensioen behoort evenwel tot de bevoegdheid van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1628 van 23 maart 2007.)
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30931
Quant à la deuxième question portant sur la double nationalité et la perte de la nationalité belge, le Service des Pensions du Secteur public ne dispose d’aucune donnée.
Wat de tweede vraag betreft over de dubbele nationaliteit en het verlies van de Belgische nationaliteit, beschikt de Pensioendienst voor de overheidssector over geen enkel gegeven.
DO 2006200709745
DO 2006200709745
Question no 197 de M. Charles Michel du 9 février 2007 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 197 van de heer Charles Michel van 9 februari 2007 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Personnes aˆgées. — Garantie de revenus. — Séjour à l’étranger.
Bejaarden. — Inkomensgarantie. — Verblijf in het buitenland.
L’arrêté royal du 23 mai 2001 portant règlement général en matière de garantie de revenus aux personnes aˆgées (GRAPA), dispose que le bénéficiaire de la GRAPA doit avoir son lieu de résidence principale en Belgique, c’est-à-dire qu’il doit résider effectivement et en permanence en Belgique. Le séjour à l’étranger pendant moins de 30 jours consécutifs ou non par année civile est assimilé à la résidence effective et permanente en Belgique.
Het koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) bepaalt dat de IGOgerechtigde zijn hoofdverblijfplaats in Belgie¨ moet hebben, met andere woorden, dat hij bestendig en daadwerkelijk in Belgie¨ moet verblijven. Het verblijf in het buitenland gedurende minder dan dertig al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar wordt met een bestendig en daadwerkelijk verblijf in Belgie¨ gelijkgesteld.
Il n’est donc pas permis à un bénéficiaire de la GRAPA de se rendre à l’étranger plus de 29 jours par an.
Een IGO-gerechtigde mag dus niet meer dan 29 dagen per jaar in het buitenland verblijven.
De nos jours, la construction européenne, l’importante offre en moyens de transports, l’existence d’une monnaie unique au sein de l’Union européenne offrent une grande facilité à se rendre à l’étranger. Les personnes aˆgées, qui disposent de beaucoup de temps libres, sont encore plus susceptibles de vouloir profiter de ces facilités.
Heden is het dankzij de Europese eenwording, het grote aanbod aan vervoersmodi en de invoering van één munt binnen de Europese Unie kinderspel geworden om naar het buitenland te reizen. De senioren die over veel vrije tijd beschikken, komen u¨berhaupt in aanmerking om van die mogelijkheid gebruik te maken.
Les personnes bénéficiaires de la GRAPA sont restreintes dans cette liberté, qui ne leur est accordée que pour moins de 30 jours par an.
De IGO-gerechtigden kunnen echter minder reizen omdat ze hooguit 29 dagen per jaar in het buitenland mogen verblijven.
La libre circulation des personnes est pourtant l’une des libertés fondamentales garanties par le droit communautaire.
Het vrij verkeer van personen is nochtans een van de fundamentele vrijheden die door het gemeenschapsrecht gewaarborgd worden.
1. Pour quelles raisons une limitation a-t-elle été mise à la possibilité de se rendre à l’étranger pour les bénéficiaires de la GRAPA ?
1. Waarom is er een beperking opgelegd aan de buitenlandse verplaatsingen van de IGO-gerechtigden ?
2. Ne considérez-vous pas qu’il s’agit là d’une atteinte injustifiée à la libre circulation au sein de l’Union européenne et donc d’une mesure contraire aux règles européennes ?
2. Is u niet van oordeel dat die maatregel een ongerechtvaardigde aantasting inhoudt van het vrij verkeer binnen de Europese Unie en derhalve in strijd is met de Europese regelgeving ?
3. N’envisagez-vous pas à tout le moins d’augmenter le nombre de jours ou` le bénéficiaire peut se rendre à l’étranger ?
3. Kan u op zijn minst de periode tijdens dewelke de IGO-gerechtigden in het buitenland mogen verblijven, niet verlengen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30932
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 197 de M. Charles Michel du 9 février 2007 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 197 van de heer Charles Michel van 9 februari 2007 (Fr.) :
` la différence des pensions de retraite ou de survie, A la garantie de revenus aux personnes aˆgées (GRAPA), qui a succédé depuis le 1er juin 2001 au revenu garanti aux personnes aˆgées, est une prestation à caractère non contributif, dont le financement est entièrement supporté par les pouvoirs publics.
In tegenstelling tot de rust- of overlevingspensioenen, is de inkomensgarantie voor ouderen (IGO), die met ingang van 1 juni 2001 het gewaarborgd inkomen voor bejaarden heeft vervangen, een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie die volledig wordt gefinancierd door de overheid.
1. Cette prestation relève donc du domaine de l’assistance. C’est la raison pour laquelle il est exigé de la part du bénéficiaire d’avoir son lieu de résidence principale en Belgique. Ce principe est définit de manière relativement souple dans la législation actuelle, puisque, comme vous le rappelez, les séjours à l’étranger pendant moins de 30 jours, consécutifs ou non, par année civile sont assimilés à la résidence effective et permanente en Belgique.
1. Die uitkering behoort dus tot het domein van de bijstand. Daarom moet de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats in Belgie¨ hebben. Dit principe wordt op een relatief soepele manier vastgelegd in de huidige wetgeving vermits, zoals u al weet, een verblijf in het buitenland gedurende minder dan 30 al dan niet opeenvolgende dagen per kalenderjaar wordt gelijkgesteld met een daadwerkelijk en bestendig verblijf in Belgie¨.
2. En ce qui concerne la conformité de cette disposition avec la réglementation européenne, l’article 10bis du règlement (CEE) no 1408/71 relatif à l’application des régimes de sécurité sociale dispose que les personnes, auxquelles ce règlement est applicable, bénéficient des prestations spéciales à caractère non contributif exclusivement sur le territoire de l’E´tat membre dans lequel elles résident et au titre de la législation de cet E´tat, pour autant que ces prestations soient mentionnées à l’annexe IIbis; ce qui, pour la Belgique, est le cas de la GRAPA.
2. Wat de overeenstemming van die bepaling met de Europese reglementering betreft, bepaalt artikel 10bis van de verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen, dat de personen waarop deze verordening van toepassing is, de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties uitsluitend ontvangen op het grondgebied van de lidstaat waar zij wonen en krachtens de wetgeving van die lidstaat, voor zover deze prestaties zijn vermeld in bijlage IIbis; voor Belgie¨ is dit het geval voor de IGO.
3. Je n’envisage pas l’allongement de la durée autorisée d’un séjour à l’étranger.
3. Ik stel de verlenging van de toegelaten duur van een verblijf in het buitenland niet in het vooruitzicht.
DO 2005200608568
DO 2005200608568
Question no 200 de M. David Geerts du 26 février 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 200 van de heer David Geerts van 26 februari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Ancien Office belge du Commerce extérieur. — Statut des travailleurs temporaires.
Vroegere Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel. — Statuut van de tijdelijke werknemers.
Au cours des années soixante, l’ancien Office belge du Commerce extérieur (l’actuelle Agence pour le Commerce extérieur) avait recruté des membres du personnel supplémentaires par l’intermédiaire de l’agence d’interim France Interim.
Tijdens de jaren ’60 werden bij de toenmalige Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel (nu : Agentschap voor Buitenlandse Handel) extra werkkrachten aangeworven via het uitzendkantoor France Interim.
Or les prestations fournies par ces membres du personnel ne sont pas mentionnées automatiquement sur l’estimation des droits de pension des intéressés. Toutefois, ces prestations peuvent être prises en considération pour le calcul de leur pension s’ils peuvent produire une attestation d’emploi ou des fiches de
Deze prestaties worden niet automatisch vermeld op de pensioenraming van de betrokkenen. Wel kan deze tewerkstelling voor hun pensioen in aanmerking worden genomen als zij een tewerkstellingsattest of loonfiches kunnen voorleggen. Van het betrokken interim-kantoor is al jaren geen sprake meer. Derhalve
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30933
salaire. L’agence d’interim concernée, France Interim, n’existe plus depuis des années. Dès lors, les ayants droit ne peuvent plus s’adresser à elle pour obtenir de bons de cotisation ou d’autres informations. En outre, le statut social de ces personnes pose problème. D’une part, certains émettent l’hypothèse que, comme les personnes concernées ne peuvent produire de bons de cotisation, elles ont travaillé en quelque sorte comme indépendants. D’autre part, il semble illogique que les intéressés aient travaillé pour cette agence d’interim sans contrat de travail. 1. Quel était le statut des travailleurs temporaires à l’Office belge du Commerce extérieur ? 2. Comment les intéressés peuvent-ils obtenir une attestation d’emploi ? 3. Dans quelle mesure le statut social extrêmement flou des intéressés influe-t-il sur le calcul de leur pension ? Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 200 de M. David Geerts du 26 février 2007 (N.) : Lorsque les prestations effectuées via le bureau d’intérim France-Intérim, n’ont pas été prises en compte dans l’estimation de la pension, cela peut s’expliquer par l’absence de retenues de sécurité sociale sur le salaire. Vu qu’il s’agit d’une occupation dans les années 1960, il sera quasi impossible de trouver trace de documents permettant d’étayer cette activité. Je souhaite également attirer l’attention sur le fait que les copies des bons de cotisation délivrées par les mutualités, ne valent que comme début de preuve de l’occupation et doivent être confrontées avec d’autres éléments. Il est incontestable, qu’à défaut d’informations complémentaires, ces années ne pourront pas être prises en compte dans le calcul de la pension de travailleur salarié. Je suis bien évidemment disposé à demander à l’Office national des pensions d’examiner ce cas de plus près, dès que l’honorable membre m’aura communiqué l’identité des personnes concernées.
kunnen de rechthebbenden hier geen bijdragebonnen of andere informatie van verkrijgen. Daarnaast ontstaat de discussie over het sociale statuut van deze personen. Enerzijds wordt de hypothese geopperd dat de betrokken personen als een soort van zelfstandigen hebben gewerkt, gelet op het feit dat er geen bijdragebons voorhanden zijn. Anderzijds lijkt het onlogisch dat de betrokken werknemers zonder arbeidsovereenkomst voor het interim-bureau zouden gewerkt hebben. 1. Wat was het statuut van de tijdelijke werknemers bij de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel ? 2. Op welke wijze kunnen betrokkenen een tewerkstellingsattest bekomen ? 3. Wat is de invloed van het zeer onduidelijk personeelsstatuut op de berekening van het pensioen ? Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 200 van de heer David Geerts van 26 februari 2007 (N.) : Wanneer de prestaties, verricht via het interimkantoor France-Intérim niet opgenomen worden in de raming van het pensioen, kan de reden hiervan zijn dat geen sociale afhoudingen op het loon verricht werden. Aangezien het hier om een tewerkstelling in de jaren 1960 gaat, zal het uiteraard quasi onmogelijk zijn om nog documenten terug te vinden die deze tewerkstelling kunnen staven. Ik wil er ook de aandacht op vestigen dat de afschriften van de bijdragebons, die door de mutualiteiten verstrekt worden, slechts kunnen gelden als begin van bewijs van een tewerkstelling en in samenloop met andere elementen moeten bekeken worden. Alleszins is het zo dat bij gebrek aan verdere informatie, deze jaren niet opgenomen kunnen worden in het werknemerspensioen. Ik ben uiteraard bereid deze zaak nader te laten bekijken door de Rijksdienst voor pensioenen, indien het geachte lid mij de namen van de betrokkenen opgeeft.
DO 2006200709848
DO 2006200709848
Question no 201 de M. Francis Van den Eynde du 27 février 2007 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Bureau d’avocats. — Services juridiques contre rémunération. 1. Pourriez-vous me faire savoir à combien de reprises, respectivement au cours des années 2003, 2004,
Vraag nr. 201 van de heer Francis Van den Eynde van 27 februari 2007 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Advocatenkantoor. — Juridische dienstverlening tegen betaling. 1. Kan u meedelen hoe vaak u in respectievelijk het jaar 2003, 2004, 2005 en 2006 tegen betaling een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30934
2005 et 2006, vous avez eu recours contre rémunération aux services juridiques du cabinet d’avocats de M. Marc Uyttendaele, professeur à l’ULB ?
beroep deed op de juridische diensten van het advocatenkantoor van ULB-professor Marc Uyttendaele ?
2. Pourriez-vous me communiquer le montant des honoraires payés annuellement à ce cabinet d’avocats ?
2. Kan u per jaar het bedrag meedelen dat aan voornoemd kantoor werd uitbetaald ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2007, à la question no 201 de M. Francis Van den Eynde du 27 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2007, op de vraag nr. 201 van de heer Francis Van den Eynde van 27 februari 2007 (N.) :
Office national des pensions
De Rijksdienst voor Pensioenen
L’Office National des Pensions a fait appel à l’association Uyttendaele, Gerard & Doutrepont dans 13 affaires introduites devant des juridictions depuis l’année 2003, pour un montant total d’honoraires de 9 118,08 euros.
De Rijksdienst voor Pensioenen heeft een beroep gedaan op de vereniging Uyttendaele, Gerard & Doutrepont voor 13 zaken ingediend voor de jurisdicties sinds 2003, en dit voor een totaal bedrag aan honoraria van 9 118,08 euro.
Durant l’année 2003, 10 affaires, dont 9 similaires, ont été confiées pour un montant d’honoraires de 2 200,00 euros.
In 2003 werden 10 zaken toevertrouwd aan de vereniging, waarvan 9 gelijkaardige, voor een totaal bedrag aan honoraria van 2 200,00 euro.
Durant l’année 2004, aucune affaire n’a été confiée.
In 2004 werd geen enkele zaak toevertrouwd.
Durant l’année 2005, 1 affaire a été confiée et des honoraires d’un montant de 3 418,08 euros ont été liquidés pour cette nouvelle affaire ainsi que pour une ancienne pendante.
In 2005 werd 1 zaak toevertrouwd en werden er honoraria uitgekeerd voor een bedrag van 3 418,08 euro voor die nieuwe zaak en voor een vroegere zaak die nog hangende is.
Durant l’année 2006, 2 affaires ont été confiées pour un montant d’honoraires de 3 500,00 euros.
In 2006 werden 2 zaken toevertrouwd voor een bedrag aan honoraria van 3 500,00 euro.
Service des Pensions du Secteur public
Pensioendienst voor de overheidssector
Le Service des Pensions du Secteur public n’a jusqu’à présent pas fait appel aux services du bureau d’avocats Uyttendaele, Gerard & Doutrepont.
De Pensioendienst voor de overheidssector heeft tot op heden geen beroep gedaan op de diensten van het advocatenbureau Uyttendaele, Gerard & Doutrepont.
Ministre de l’Emploi
Minister van Werk
DO 2005200606253
DO 2005200606253
Question no 382 de Mme Annemie Turtelboom du 18 novembre 2005 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 382 van mevrouw Annemie Turtelboom van 18 november 2005 (N.) aan de minister van Werk :
Réduction des charges salariales pour les jeunes travailleurs. — Recrutement de travailleurs des huit nouveaux E´tats membres de l’Union européenne.
Loonkostverlaging van jonge werknemers. — Aanwerving arbeidskrachten uit de acht nieuwe EUlidstaten.
Dans le cadre du Contrat de solidarité entre générations, le gouvernement a décidé de prévoir une réduction supplémentaire des charges pour les travailleurs de moins de trente ans afin de contribuer à la création d’emplois pour les jeunes demandeurs d’emploi. Force
In het kader van het Generatiepact heeft de regering besloten in een extra lastenverlaging te voorzien voor werknemers jonger dan dertig jaar in een poging om hiermee een adequaat antwoord te helpen bieden op jobcreatie voor jonge werkzoekenden. Tegelijk wordt
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30935
est également de constater que sur le marché de l’emploi belge, la demande de travailleurs provenant de huit des nouveaux E´tats membres de l’Union européenne, essentiellement de Pologne, est croissante pour des professions ou` il y a pénurie de main-d’œuvre et d’autres fonctions pour lesquelles il est difficile de trouver des travailleurs à un prix abordable en Belgique. La réduction des charges salariales pour les jeunes travailleurs peut néanmoins contribuer à une situation de concurrence loyale, dans le cadre de laquelle les employeurs sont moins enclins à aller chercher leur personnel en dehors de nos frontières.
onze arbeidsmarkt geconfronteerd met een stijgende vraag naar werknemers afkomstig uit acht van de nieuwe Europese lidstaten, onder wie hoofdzakelijk Polen, voor de invulling van knelpuntberoepen en andere functies waarvoor men hier moeilijk betaalbare arbeidskrachten vindt. De loonkostverlaging voor jonge werknemers kan echter bijdragen tot een eerlijke concurrentie, waardoor werkgevers minder gedwongen worden hun mensen buiten de landsgrenzen te gaan zoeken.
1. Avez-vous déjà demandé la réalisation d’une comparaison entre le couˆt moyen du recours à un jeune demandeur d’emploi belge par une entreprise belge et l’engagement d’un travailleur (en situation légale) de l’un des huit nouveaux E´tats membres ?
1. Heeft u reeds een vergelijking laten maken tussen de gemiddelde kostprijs van het inschakelen van een jonge Belgische werkzoekende door een Belgische onderneming en het engageren van een (legale) arbeidskracht uit één van de acht nieuwe EU-lidstaten ?
2. Dans l’affirmative, à combien s’élevait la différence entre le recours à un jeune travailleur belge et le recours à un travailleur polonais :
2. Zo ja, hoeveel bedroeg het verschil tussen het inschakelen van een jonge Belgische werknemers en een Poolse werknemer :
a) avant la réduction des charges salariales décidée dans le cadre du Contrat de solidarité ?
a) vo´o´r de loonkostverlaging die werd afgesproken in het kader van het Generatiepact;
b) après la réduction des charges salariales décidée dans le cadre du Contrat de solidarité ?
b) na de loonkostverlaging die werd afgesproken in het kader van het Generatiepact ?
3. La nouvelle réduction des charges salariales pour les jeunes peut-elle contribuer à mettre un terme à la concurrence déloyale avec les travailleurs venus de Pologne et d’autres pays d’Europe de l’Est ?
3. Kan de nieuwe loonkostverlaging voor jongeren mogelijke oneerlijke concurrentie met Poolse en andere Oost-Europese werknemers uit de betrokken nieuwe EU-lidstaten een halt helpen toeroepen ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 382 de Mme Annemie Turtelboom du 18 novembre 2005 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 382 van mevrouw Annemie Turtelboom van 18 november 2005 (N.) :
Les salaires minima ne sont pas différents pour les travailleurs belges et les travailleurs (légaux) nonbelges, de même que les réductions de charges sont les mêmes pour les travailleurs belges et les travailleurs non-belges, le coût ne varie donc pas également. Le pacte de solidarité entre les générations ne change évidemment rien à ce fait.
De minimumlonen op de Belgische arbeidsmarkt verschillen niet voor Belgische en niet-Belgische (legale) werknemers, zoals ook de lastenverlagingen voor Belgische en niet-Belgische werknemers dezelfde zijn, zodat ook de kostprijs niet verschilt. Het Generatiepact verandert hier uiteraard niets aan.
DO 2005200606852
DO 2005200606852
Question no 435 de Mme Maggie De Block du 12 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Emploi : E´valuation des demandeurs d’emploi. — Facilitateurs de l’ONEm et conseillers du VDAB.
Vraag nr. 435 van mevrouw Maggie De Block van 12 januari 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Il ressort de contacts pris avec le VDAB (office flamand de placement et de formation professionnelle) que ses responsables ont le sentiment que les facilitateurs de l’ONEm sont moins stricts que leurs conseillers sur le plan de l’activation des demandeurs d’emploi. Des situations embarrassantes en découlent
Uit contacten met de VDAB (Vlaamse Dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) blijkt dat men daar ervaart dat de RVA-facilitatoren minder streng zijn dan de VDAB-consulenten ten aanzien van het activeren van werkzoekenden. Het leidt soms tot gênante situaties : de VDAB stuurt mensen door naar
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Beoordeling van werkzoekenden. — RVA-facilitatoren en VDAB-consulenten.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30936
parfois : le VDAB adresse certaines personnes à l’ONEm qui les renvoie en masse au VDAB. Une des difficultés évoquées pour expliquer les différences d’approche entre ces deux services est la définition de la notion d’emploi convenable. Par exemple, dans le contexte social actuel, il est permis de s’interroger sur le critère de la distance de 25 km étant donné qu’il date de 1963 et donc d’une époque ou` le concept de mobilité ne recouvrait pas du tout la même chose qu’aujourd’hui.
de RVA, waar ze massaal teruggestuurd worden naar de VDAB. Eén van de problemen die wordt aangestipt als bron van de verschillende benadering, is de definitie van het begrip « passende dienstbetrekking ». Zo kunnen vanuit de huidige maatschappelijke context vragen gesteld worden bij het afstandscriterium van 25 km. Dat dateert uit 1963 toen mobiliteit een heel ander begrip was dan vandaag.
1. Pourriez-vous fournir des chiffres à propos du nombre de demandeurs d’emploi renvoyés au VDAB par les facilitateurs de l’ONEm ?
1. Kan u aan de hand van cijfermateriaal aantonen dat de RVA-facilitatoren werkzoekenden die door de VDAB worden doorgestuurd als dan niet terugverwijzen naar de VDAB ?
2. Reconnaissez-vous que les facilitateurs de l’ONEm et les conseillers du VDAB ne font pas preuve de la même sévérité en matière d’évaluation des demandeurs d’emploi ? ` quoi sont dues ces différentes interprétations 3. A qui subsistent malgré qu’un accord de coopération a été conclu en la matière ?
2. Erkent u dat er een verschillende graad van gestrengheid bestaat inzake de beoordeling van werkzoekenden in hoofde van de RVA-facilitatoren en de VDAB-consulenten ?
4. Tentera-t-on de résoudre ce problème à court terme par la concertation ?
4. Zal voor dit probleem via overleg op korte termijn een oplossing worden gezocht ?
5. La teneur concrète de la notion d’emploi convenable est-elle encore suffisamment adaptée aux conditions de vie actuelles et aux évolutions sociales qui se sont accomplies depuis 1963 ?
5. Is de concrete inhoud van het begrip « passende dienstbetrekking » nog voldoende aangepast aan de actuele leefomstandigheden en maatschappelijke evoluties die zich sinds 1963 hebben voltrokken ?
6. Envisagez-vous de prendre une initiative à brève échéance afin d’actualiser les critères d’évaluation du concept d’emploi convenable ?
6. Overweegt u op korte termijn een initiatief te nemen om de beoordelingscriteria van het begrip « passende dienstbetrekking » te actualiseren ?
7. Est-il admissible que dans le contexte actuel, le critère de mobilité (selon lequel la distance entre le domicile et le lieu de travail ne peut excéder 25 km) puisse encore s’appliquer de façon généralisée ?
7. Kan het mobiliteitscriterium (maximaal 25 km afstand tussen werk en woonplaats) in de actuele context nog langer algemeen blijven gelden ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 435 de Mme Maggie De Block du 12 janvier 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 435 van mevrouw Maggie De Block van 12 januari 2006 (N.) :
La règle générale de la réglementation du choˆmage pour déterminer si un emploi est convenable ou pas, en ce qui concerne la durée du trajet ou la distance qu’un travailleur doit parcourir, se trouve à l’article 25 de l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du choˆmage : cet article prévoit qu’un emploi n’est pas convenable lorsqu’il donne habituellement lieu à une absence journalière de la résidence habituelle de plus de 12 heures ou si la durée journalière des déplacements dépasse habituellement 4 heures.
De algemene regel van de werkloosheidsreglementering om te bepalen of een dienstbetrekking al dan niet passend is, rekening houdend met de duur van het traject of de afstand die de werknemer dient af te leggen, bevindt zich in artikel 25 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering : dit artikel bepaalt dat een betrekking niet passend is indien zij een gewone dagelijkse afwezigheid uit de gewone verblijfplaats ten gevolge heeft van meer dan 12 uur of indien de dagelijkse duur van de verplaatsing gewoonlijk meer dan 4 uur bedraagt.
En ce qui concerne la distance de 25 km que vous mentionnez, le même article dit simplement que la règle générale prémentionnée ne s’applique pas lors-
Wat betreft de afstand van 25 km die u vermeldt, hetzelfde artikel vermeldt enkel dat de voormelde algemene regel niet van toepassing is indien de afstand tus-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
3. Wat zijn de oorzaken van deze verschillende interpretaties die ondanks een samenwerkingsakkoord terzake blijven bestaan ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30937
que la distance entre le lieu de résidence et le lieu de travail ne dépasse pas 25 km. Je ne vois donc pas l’utilité de modifier cette disposition.
sen de verblijfplaats en de plaats van het werk de 25 km niet overschrijdt. Ik zie dus niet het nut ervan in om deze bepaling te wijzigen.
En ce qui concerne les contacts du choˆmeur avec les services régionaux de l’emploi et les services de l’Office national de l’emploi il faut bien faire la distinction entre les taˆches et missions tout à fait différentes de ces services.
Wat betreft de kontakten van de werkloze met de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en de diensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening moet goed onderscheid gemaakt worden tussen de volledig verschillende taken en opdrachten van deze diensten.
Les services régionaux de l’emploi (VDAB, FOREm et ORBEm) ont comme mission générale, la mise à l’emploi et la formation des choˆmeurs. Si en exécutant cette mission ils constatent qu’un choˆmeur a refusé une offre d’emploi, ou une offre de formation, à première vue convenable, ils ont l’obligation de transmettre les données relatives à ce cas de refus d’emploi aux services de L’ONEm.
De gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Forem en BGDA) hebben als algemene opdracht de tewerkstelling en de vorming van de werklozen. Indien zij, bij de uitvoering van deze opdracht constateren dat een werkloze een werkaanbieding of een vormingsaanbieding geweigerd heeft, zijn zij verplicht de gegevens betreffende deze weigering over te maken aan de diensten van de RVA.
C’est alors aux services de l’ONEm de décider si, tenu compte du cas particulier et des règles relatives aux critères d’emploi convenable, il y a lieu de prendre une sanction et quelle sanction.
Het is dan aan de diensten van de RVA te beslissen of, rekening houdend met het specifiek geval en de regels betreffende de criteria inzake de passende dienstbetrekking, er een sanctie dient genomen en welke sanctie.
Indépendamment de la décision de L’ONEm, pas de sanction, seulement un avertissement, exclusion avec un sursis partiel ou complet, ou une exclusion effective (application des articles 51 jusqu’à 53bis de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage) le choˆmeur n’est pas libéré de son obligation de rester inscrit comme demandeur d’emploi et donc de continuer à accepter tout emploi convenable. Il est donc tout à fait normal que les choˆmeurs concernés continuent à être pris en charge par les services régionaux de l’emploi en ce qui concerne leur mission de mise à l’emploi des choˆmeurs.
Ongeacht wat de beslissing is van de RVA, geen sanctie, enkel een verwittiging, een uitsluiting met een geheel of gedeeltelijk uitstel, of een effectieve uitsluiting (toepassing van de artikelen 51 tot 53bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering) is de werkloze niet bevrijd van zijn verplichting om ingeschreven te blijven als werkzoekende en dus verder iedere gepaste dienstbetrekking te aanvaarden. Het is dus volledig normaal dat de betrokken werklozen ten laste blijven van de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling voor wat betreft hun opdracht inzake de tewerkstelling van werklozen.
DO 2005200608183
DO 2005200608183
Question no 542 de M. Charles Michel du 30 mai 2006 (Fr.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 542 van de heer Charles Michel van 30 mei 2006 (Fr.) aan de minister van Werk :
Complément d’ancienneté à l’allocation de choˆmage.
Ancie¨nniteitstoeslag bij de werkloosheidsuitkering.
Un complément d’ancienneté est octroyé aux personnes bénéficiant de l’allocation de choˆmage, sous certaines conditions relatives notamment à l’aˆge (50 ans) et à l’ancienneté (arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage, article 126).
Overeenkomstig artikel 126 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt het basisbedrag van de werkloosheidsuitkering verhoogd met een ancie¨nniteitstoeslag indien de werkloze aan bepaalde voorwaarden, onder andere inzake de leeftijd (50 jaar), voldoet.
La réglementation prévoit que pour certains travailleurs, qui remplissent pourtant ces conditions, le complément d’ancienneté ne sera accordé qu’à condi-
Een aantal werknemers die nochtans aan de voorwaarden van artikel 126 voldoen, hebben echter enkel recht op die ancie¨nniteitstoeslag indien ze bijkomend
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30938
tion de répondre à certains critères supplémentaires, fixés par arrêté ministériel.
aan sommige, bij ministerieel besluit opgelegde voorwaarden voldoen.
C’est notamment le cas pour le travailleur licencié qui a atteint l’aˆge de 58 ans ou pour le travailleur licencié qui a atteint l’aˆge minimum ouvrant le droit à la prépension prévu dans la CCT applicable dans l’entreprise, diminué de deux ans, pour autant qu’à cet aˆge minimum, il satisfasse à la condition d’ancienneté requise pour la prépension (article 129, alinéa 1er, 2o, de l’arrêté royal précité du 25 novembre 1991).
Dat is onder meer het geval voor de werknemers die op de datum van uitdiensttreding de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben of de werknemers die op de datum van uitdiensttreding de minimum brugpensioenleeftijd, vastgelegd in de CAO die geldt voor de onderneming waartoe ze behoren, verminderd met twee jaar, bereikt hebben, voor zover zij op deze minimumleeftijd aan de ancie¨nniteitsvereiste voor het brugpensioen zouden voldoen (artikel 129, 1e lid, 2o, van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1991).
Dans ce cas, le travailleur licencié n’a droit au complément d’ancienneté que s’il satisfait à une des conditions supplémentaires fixées par l’arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du choˆmage, telles que ne pas avoir atteint l’aˆge de 55 ans au moment ou` le contrat de travail a pris fin ou avoir été mis au choˆmage suite à la faillite de l’employeur.
In dat geval heeft de ontslagen werknemer slechts recht op de ancie¨nniteitstoeslag indien hij een van de bijkomende voorwaarden van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering vervult. Hij mag bijvoorbeeld de leeftijd van 55 jaar niet bereikt hebben op het tijdstip van de uitdiensttreding of niet werkloos geworden zijn ten gevolge van het faillissement van zijn werkgever.
Une personne aˆgée de plus de 50 ans qui se trouve à moins de deux ans de l’aˆge requis pour la prépension ou qui ne se voit pas proposer de prépension par son entreprise, et qui est licenciée, est donc privée par ces dispositions du complément d’ancienneté alors même qu’elle disposerait de plus de 25 ans de passé professionnel, sans aucune période de choˆmage.
Wie ouder is dan 50 jaar en de minimum brugpensioenleeftijd, verminderd met twee jaar, bereikt heeft of wie van zijn bedrijf geen brugpensioen krijgt, heeft luidens die bepalingen bij zijn ontslag geen recht op de ancie¨nniteitstoeslag, zelfs al kan hij een beroepsverleden van meer dan 25 jaar voorleggen dat nooit door werkloosheid werd onderbroken.
1. Pouvez-vous expliquer la raison de ces dispositions prévues à l’article 129 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage, et privant certaines personnes du complément d’ancienneté bien qu’elles se trouvent dans les conditions générales pour bénéficier de celui-ci ?
1. Waarom ontnemen die bepalingen van artikel 129 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering bepaalde personen het recht op de ancie¨nniteitstoeslag, ook al voldoen ze aan de algemene voorwaarden om hierop aanspraak te kunnen maken ?
2. Des dispositions ne pourraient-elles pas être prises afin de ne pas pénaliser induˆment ces personnes ?
2. Kunnen er geen maatregelen getroffen worden om te voorkomen dat die personen ten onrechte benadeeld worden ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 542 de M. Charles Michel du 30 mai 2006 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 542 van de heer Charles Michel van 30 mei 2006 (Fr.) :
Le but du système du complément d’ancienneté, comme il a été inséré dans la réglementation du choˆmage, était de prévoir pour les travailleurs aˆgés qui ne remplissaient pas les conditions pour avoir droit à la prépension conventionnelle, un avantage pécuniaire. On partait du principe que ces travailleurs aˆgés auront, comme les prépensionnés, moins de chances pour retrouver un emploi convenable.
Het doel van het stelsel van de ancie¨nniteitstoeslag, zoals ingevoegd in de werkloosheidsreglementering, bestond erin, voor de oudere werknemers die niet de voorwaarden vervulden om recht te hebben op brugpensioen, een geldelijk voordeel te voorzien. Men vertrok van het principe dat deze oudere werknemers, zoals bruggepensioneerden, minder kansen hebben om terug een passende dienstbetrekking te vinden.
Ce droit au complément d’ancienneté à toujours été lié à des conditions très strictes aussi en ce qui concerne par exemple l’aˆge minimum (50 ans) et la carrière professionnelle (minimum 20 ans) Ces condi-
Dit recht op de ancie¨nniteitstoeslag is echter steeds verbonden geweest aan strikte voorwaarden, zoals bijvoorbeeld wat betreft de leeftijd (minimum 50 jaar) en de beroepsloopbaan (minimum 20 jaar). Deze voor-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30939
tions se trouvent à l’article 126 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage. On a, en instaurant ce régime, voulu éviter qu’il serait utilisé par les employeurs pour échapper au régime de la prépension conventionnelle et les charges financières qui en résultent. Pour cette raison on a prévu à l’article 129 du même arrêté différents cas où l’octroi du droit au complément d’ancienneté est lié aux conditions supplémentaires, prévues à l’article 74 de l’arrêté ministériel du 26 novembre. 1991 portant les modalités d’application de la réglementation du choˆmage. Un de ces cas concerne le travailleur qui, à la date de son licenciement, a atteint l’aˆge minimum ouvrant le droit à la prépension prévu dans la CCT applicable dans l’entreprise pour la catégorie des travailleurs à laquelle il appartient, diminué de deux ans, pour autant qu’à cet aˆge minimum il satisfasse à la condition d’ancienneté requise pour la prépension. Dans cette situation, le travailleur n’a en principe pas droit au complément d’ancienneté.
Il peut quand-même avoir droit au complément, lorsqu’il remplit minimum une des conditions suivantes prévues par l’article 74 de l’arrêté ministériel, qui sont les suivantes : — ne pas avoir atteint l’aˆge de 55 ans au moment où le contrat a pris fin; — avoir été au service de l’employeur pendant moins de cinq ans à la date de prise de cours du préavis; — avoir été occupé en dernier lieu comme travailleur à temps partiel avec maintien des droits; — avoir été occupé dans une entreprise reconnue en difficulté pour l’application de la réglementation relative à la prépension, pour autant que le travailleur n’ait pas atteint l’aˆge de 58 ans au moment où le. contrat a pris fin; — être mis en choˆmage suit à la faillite de son employeur. Vu les principes et les exceptions quand même assez larges prémentionnés, il me semble que pour l’instant il n’a pas lieu de modifier cette réglementation.
waarden bevinden zich in artikel 126 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Men heeft bij de invoering van dit stelsel echter willen verhinderen dat het door de werkgevers zou gebruikt worden om te ontsnappen aan het stelsel van conventioneel brugpensioen en de financie¨le lasten die er het gevolg van zijn. Daarom werden in artikel 129 van hetzelfde besluit verscheidene gevallen voorzien waarbij de verlening van het recht op de ancie¨nniteitstoeslag afhankelijk is van bijkomende voorwaarden voorzien in artikel 74 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsregelementering. Een van deze gevallen betreft de werknemer die, op datum van de uit-diensttreding de minimum brugpensioenleeftijd, voorzien in de CAO die geldt voor de onderneming voor de categorie van werknemers waartoe hij behoort, verminderd met twee jaar, bereikt heeft, voor zover hij op deze minimumleeftijd aan de ancie¨nniteitsvereiste voor het brugpensioen zou voldoen. In die situatie heeft de werknemer in principe geen recht op ancie¨nniteitstoeslag. Hij kan echter toch recht hebben op de toeslag indien hij voldoet aan minstens één van de bijkomende voorwaarden voorzien bij artikel 74 van het ministerieel besluit. Dat zijn de volgende : — de leeftijd van 55 jaar niet bereikt hebben op het tijdstip van de uitdiensttreding; — minder dan vijf jaar in dienst zijn bij de werkgever op het tijdstip van de aanvraag van de opzeggingstermijn; — laatst als deeltijdse werknemer met behoud van rechten tewerkgesteld geweest zijn; — tewerkgesteld geweest zijn in een onderneming die voor de toepassing van de brugpensioenreglementering erkend was als zijnde in moeilijkheden, voor zover de werknemer de leeftijd van 58 jaar niet bereikt heeft op het tijdstip van de uitdiensttreding; — werkloos geworden zijn ten gevolge van het faillissement van zijn werkgever. Gelet op de voormelde principes en toch zeer ruime uitzonderingen komt het mij voor dat er voor het ogenblik geen aanleiding bestaat om deze reglementering te wijzigen.
DO 2005200608544
DO 2005200608544
Question no 578 de M. Roel Deseyn du 18 juillet 2006 (N.) au ministre de l’Emploi : Adjudication du site portail fédéral réaménagé « Belgium.be ». Le Conseil des ministres du 23 juin 2006 a décidé de redessiner le site portail fédéral « Belgium.be ». Le
Vraag nr. 578 van de heer Roel Deseyn van 18 juli 2006 (N.) aan de minister van Werk : Aanbesteding van de vernieuwde federale portaalsite « Belgium.be ». De Ministerraad van 23 juni 2006 besliste tot een grondige herziening van de federale portaalsite
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30940
contrat avec le fournisseur actuel, la firme Accenture, se terminera en mai 2007 et il sera procédé à l’élaboration d’une nouvelle plate-forme.
« Belgium.be ». Meer precies loopt het contract met de huidige leverancier (Accenture) af in mei 2007 en zal er een nieuw platform worden ingericht.
1. L’appel aux candidats aurait été cloˆturé le 11 juillet 2006.
1. De oproep tot kandidaturen zou gelopen hebben tot 11 juli 2006.
Quels candidats ont donné suite à cet appel ?
Wat waren de kandidaten ?
2. Quand les offres seront-elles introduites et une décision peut-elle être attendue ?
2. Wanneer zullen de offertes binnen zijn en wanneer kan hierover een beslissing worden verwacht ?
3. a) Quelle somme globale a été payée à Accenture pour l’élaboration du site portail fédéral et de toutes les applications disponibles sur ce site ?
3. a) Wat is de totale som die in het licht van de federale portaalsite en alle applicaties die erop beschikbaar zijn werd uitgegeven aan Accenture ?
b) Pourriez-vous ventiler ce montant selon les différentes composantes ?
b) Kan u hierbij een opsplitsing maken in de diverse componenten met indicatie van het overeenkomstige bedrag ?
4. a) Quelle sera la durée du nouveau contrat ?
4. a) Voor hoelang zal het nieuwe contract lopen ?
b) Des applications périphériques, telles que Tax-onweb, feront-elles partie du nouveau contrat ?
b) Zullen ook randapplicaties als Tax-on-Web in dit contract zijn opgenomen ?
5. Quel est le couˆt estimatif de ce nouveau contrat ?
5. Wat is het verwachte kostenplaatje verbonden aan het nieuwe contract ?
6. Pourriez-vous indiquer concrètement à quelles modifications les utilisateurs, d’une part, et les services publics fournissant l’information, d’autre part, peuvent s’attendre ?
6. Kan u concreet aangeven welke veranderingen de gebruikers enerzijds, en de inhoud aanleverende overheidsdiensten anderzijds van het nieuwe portaal kunnen verwachten ?
7. De quelle manière et dans quelle mesure sera-t-il tenu compte de l’objectif de promouvoir des standards ouverts ?
7. Op welke wijze en in welke mate zal rekening gehouden worden met de doelstelling om open standaarden te promoten ?
8. L’équipe en charge du portail fédéral serait élargie à quinze travailleurs à temps plein.
8. Het portaalteam zou worden uitgebreid tot vijftien voltijdse werknemers.
a) Combien de personnes cette équipe compte-t-elle à l’heure actuelle ?
a) Hoeveel zijn er dat op dit moment ?
b) De quel service public ce personnel relève-t-il ?
b) Onder welke overheidsdienst ressorteren deze werknemers ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 20 mars 2007, à la question no 578 de M. Roel Deseyn du 18 juillet 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 20 maart 2007, op de vraag nr. 578 van de heer Roel Deseyn van 18 juli 2006 (N.) :
1. Fedict a reçu 18 candidatures des entreprises suivantes :
1. Fedict heeft 18 kandidaturen ontvangen van volgende bedrijven :
Adelior Benelux, Be value, Cipal, Cronos, CSC Computer Sciences, Dolmen, European Dynamics, Euroscript Lux. Hewlett-Packard Belgium, IBM Belgium, Intrasoft Intl, Sopra Group/Valons, Unisys, Sword Technologies, Microsoft, Accenture, Bull, Mediasurface.
Adelior Benelux, Be value, CIPAL, CRONOS, CSC Computer Sciences, Dolmen, European Dynamics, Euroscript Lux. Hewlett-Packard Belgium, IBM Belgium, Intrasoft Intl, Sopra Group/Valoris, Unisys, Sword Technologies, Microsoft, Accenture, Bull, Mediasurface.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30941
2. Le cahier spécial des charges a été envoyé le 23 août. Les offres ont été reçues au plus tard le 12 septembre 2006. Fin novembre, une décision a été prise. Les entreprises suivantes ont été retenues : IBM, Cronos et European Dynamics.
2. Het lastenboek werd op 23 augustus verzonden. De offertes werden ontvangen ten laatste op 12 september 2006. Eind november werd een beslissing genomen. Volgende bedrijven werden weerhouden : IBM, Cronos en European Dynamics.
3. a) Depuis le début du contrat jusqu’au 28 mai 2007, le contrat avec Accenture pour le portail et toutes les applications liées auront coûté 63 millions d’euros.
3. a) Vanaf het begin van het contract tot 28 mei 2007 zal het contract met Accenture voor het Portaal en alle aanverwante toepassingen 63 miljoen euro gekost hebben.
b) Ce coût comprend :
b) Deze kost bestaat uit :
Le portail statique : 6 882 000 euros;
Het statische portaal : 6 882 000 euro;
Hardware et software : 19 713 000 euros;
Hard en software : 19 713 000 euro;
Support de service et helpdesk : 10 341 000;
Service support en helpdesk : 10 341 000;
Analyse et programmation : 19 951 000;
Analyse en programmering : 19 951 000;
Résultats des élections 2003 : 863 000;
Verkiezingsresultaten 2003 : 863 000;
Maintenance : 5 932 000 euros.
Onderhoud : 5 932 000 euro.
4. a) Le nouveau contrat durera 4 ans.
4. a) Het nieuwe contract zal 4 jaar lopen.
b) Non. Tax-on-Web relève de la compétence du SPF Finances.
b) Neen. Tax-on-Web hangt af van de FOD Financie¨n.
5. Pour la partie Web Content Management System (WCMS) que Fedict gère, le budget s’élève à 2,4 millions d’euros, TVA comprise. Ce montant comprend la mise en place de ce système.
5. Voor het deel Web — Content Management System (CMS) dat Fedict beheert, komt het budget op 2,4 miljoen euro inclusief BTW. Dit omvat het opzetten van dit systeem.
Pour un aperçu complet des coûts, veuillez consulter le schéma de l’annexe 2.
Voor een volledig overzicht van de kosten, zie schema in bijlage 2.
6. Ces changements sont décrits tels quels dans la note au Conseil des ministres :
6. Deze veranderingen staan als volgt beschreven in de nota aan de Ministerraad :
Une nouvelle plate-forme sera mise à disposition avec comme composants principaux :
Een nieuw platform zal worden ter beschikking gesteld met als voornaamste componenten :
— la mise en œuvre d’une solution de remplacement de la plate-forme « Web & gestion de contenus » actuelle de l’état fédéral tout en assurant la continuité vis-à-vis de la plate-forme existante;
— het bewerkstelligen van een oplossing voor de vervanging van het bestaande platform voor « Web & content management » van de federale staat, waarbij de continuı¨teit ten opzichte van het huidige platform verzekerd is;
— l’utilisation de standards technologiques ouverts et une approche modulaire afin d’être plus autonomes tant au niveau du choix des outils informatiques que des prestataires;
— het gebruik van open technologische standaarden en een modulaire aanpak om onafhankelijker tewerk te kunnen gaan op het vlak van de keuze van zowel informaticamiddelen als van dienstverleners;
— une possibilité d’évoluer vers une « plate-forme portail » plus largement (ré)utilisable par les autres SPF;
— een mogelijkheid om te evolueren naar een « portaalplatform » dat ruimer (her)bruikbaar is door de andere FOD’s;
— l’utilisation des directives pour l’ergonomie et la charte graphique des sites fédéraux (marché « usability » du SPF Chancellerie lié au renforcement de la « Portal Team »);
— het gebruik van de richtlijnen inzake ergonomie en het grafische charter van federale sites (opdracht « usability » van de FOD Kanselarij verbonden met de versterking van het « Portal Team »);
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30942
— la mise en place d’une plate-forme hardware ou « Data Center » (centre de données) avec tous les outils de suivi et de monitoring, hébergé dans l’espace du centre de données du SPF Finances et constitué de machines performantes pour héberger entre autres le portail;
— het opzetten van een hardware platform of Data Center (gegevenscentrum) met alle instrumenten voor opvolging en monitoring, gehuisvest in de ruimte van het gegevenscentrum van de FOD Financie¨n en bestaande uit krachtige machines die ondermeer het portaal herbergen;
— la gestion des services (helpdesk, support, ...).
— het beheer van de diensten (helpdesk, support, ...).
Vision du portail fédéral par rapport aux sites officiels existants : une porte d’entrée centrale et conviviale vers le paysage web institutionnel existant.
Visie van het federale portaal ten opzichte van andere bestaande officie¨le websites : een centrale en gebruiksvriendelijke toegangspoort tot het bestaande institutionele weblandschap.
Le portail fédéral Belgium.be est une porte d’entrée conviviale et un point central d’accès orienté utilisateur vers l’ensemble des informations et services en ligne fournis par les autorités fédérales (et par extension fédérées). Il donne un accès structuré à un paysage web institutionnel existant, complexe et en constante évolution. En ce sens, il ne cherche pas à dupliquer ou concurrencer les sites existants. Son roˆle est de les mettre en valeur et de les agencer en fonction des besoins des utilisateurs.
Het federale portaal Belgium.be is een gebruiksvriendelijke toegangspoort en een gebruikersgericht startpunt voor alle online informatie en diensten verstrekt door de federale overheid (en bij uitbreiding door de deelstaten). Het biedt op een gestructureerde wijze toegang tot een bestaand, complex en constant evoluerend institutioneel weblandschap. In die zin wordt niet getracht de bestaande sites te kopie¨ren of te beconcurreren. Het portaal moet ze eerder in de kijker plaatsen en rangschikken in functie van de behoeften van de gebruikers.
Le contenu déjà existant sur les sites des différentes institutions peut-être ré-agencé sur le portail fédéral, soit graˆce à des liens directs référencés et documentés vers des pages internes dans les différents sites existants, soit — quand cela sera techniquement possible —, via des importations et/ou un partage automatiques des contenus (« syndication »).
De inhoud die al aanwezig is op de sites van verschillende instellingen kan misschien herschikt worden op de federale portaalsite, ofwel via rechtstreekse links met referenties en documentatie naar interne pagina’s op bestaande sites, ofwel — wanneer dat technisch mogelijk zal zijn —, via het automatisch importeren en/of delen van inhoud (« syndication »).
Outre une page d’accueil générale (www.belgium.be), le portail fédéral se déclinera en 5 volets spécifiques auxquels on pourra accéder via des adresses distinctes :
Naast een algemene homepage (www.belgium.be) zal het federale portaal bestaan uit vijf specifieke luiken die toegankelijk zijn via verschillende adressen :
Citizen.belgium.be Porte d’entrée conviviale orientée utilisateurs vers les informations et services en ligne relatifs aux intentions des citoyens belges ou non belges, ayant des démarches administratives à effectuer et des questions relatives à l’administration.
Citizen.belgium.be Een gebruikersgerichte en gebruiksvriendelijke toegangspoort tot online informatie en diensten rond de intenties van Belgische of niet-Belgische burgers die administratieve stappen moeten ondernemen en vragen hebben over de administratie.
Business.belgium.be Porte d’entrée conviviale orientée utilisateurs vers les informations et services en ligne relatifs aux intentions des entreprises (grandes entreprises, PME, indépendants), ayant des démarches administratives à effectuer et des questions relatives à l’administration.
Business.belgium.be Een gebruikersgerichte en gebruiksvriendelijke toegangspoort tot online informatie en diensten rond de intenties van ondernemingen (grote ondernemingen, KMO’s, zelfstandigen), die administratieve stappen moeten ondernemen en vragen hebben over de administratie.
About.belgium.be Porte d’entrée conviviale orientée utilisateurs vers les informations et services en ligne relatifs à la Belgique, ayant pour objectif principal la diffusion et la promotion de la Belgique auprès de différents publics cibles belges et étrangers.
About.belgium.be Een gebruikersgerichte en gebruiksvriendelijke toegangspoort tot online informatie en diensten rond Belgie¨, met als hoofddoel het verspreiden en promoten van Belgie¨ bij verschillende doelgroepen in Belgie¨ en in het buitenland.
News.beigium.be Portail d’actualités donnant accès en un point central à l’ensemble des nouvelles, des
News.belgium.be Een actualiteitenportaal dat het centraal startpunt is voor toegang tot alle nieuws,
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30943
communiqués et des campagnes de l’administration fédérale et du Gouvernement fédéral.
communiqués en campagnes van de federale administratie en de federale Regering.
Search.belgium.be Moteur de recherche avancé, permettant d’effectuer des recherches pertinentes et efficaces au sein du portail fédéral et, par extension, au sein des différents sites de l’administration belge en général.
Search.belgium.be Een geavanceerde zoekmotor waarmee relevant en efficie¨nt kan worden gezocht binnen het federale portaal en, bij uitbreiding, binnen de verschillende sites van de Belgische administratie in het algemeen.
Le contenu du portail fédéral sera coordonné et géré par la Portai Team. Cette équipe sera composée de gestionnaires de contenu (« channel manager ») organisés par thématiques (et non plus par « SPF » comme auparavant). Pour chacune des thématiques, les gestionnaires de contenu s’appuient sur la collaboration active des différentes institutions (pour la validation, le partage et/ou la rédaction de contenus). Naturellement, la « Portal Team » peut également donner un support et un conseil en communication web aux institutions qui désirent utiliser l’infrastructure technique du système portail dans leurs projets spécifiques.
De inhoud van het federale portaal zal worden gecoo¨rdineerd en beheerd door het Portal Team. Dit team zal bestaan uit inhoudbeheerders (« channel manager »), georganiseerd per thema (en niet langer per « FOD » zoals voorheen). Voor elk thema steunen de inhoudbeheerders op een actieve samenwerking met de verschillende instellingen (voor het valideren, delen en/of opstellen van inhoud). Uiteraard kan het « Portal Team » zorgen voor ondersteuning en advies inzake webcommunicatie wanneer instellingen de technische infrastructuur van het portaalsysteem willen gebruiken in hun specifieke projecten.
7. En ce qui concerne les standards, Fedict respectera les recommandations du W3C, une organisation internationale qui fixe des standards (pour plus d’informations : www.3c.org).
7. Wat de standaarden betreft zal Fedict zich houden aan wat aanbevolen wordt door het W3C. Dit is een internationale organisatie die standaarden vastlegt (meer informatie is beschikbaar op www.3c.org).
Par ailleurs, le choix s’orientera vers des solutions qui ne sont pas liées à un fournisseur exclusif.
In tweede instantie zal de keuze gericht zijn naar oplossingen die niet aan één exclusieve leverancier zijn gebonden.
8. La « Portal Team » fait partie du SPF Chancellerie du premier ministre.
8. Het portaalteam maakt deel uit van de FOD Kanselarij van de premier.
DO 2006200709405
DO 2006200709405
Question no 644 de Mme Annemie Turtelboom du 18 décembre 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 644 van mevrouw Annemie Turtelboom van 18 december 2006 (N.) aan de minister van Werk :
Inspection du travail. — Hoˆpitaux. — Permutation de prestations de service.
Arbeidsinspectie. — Ziekenhuizen. — Onderlinge wissels van diensten.
Dans le secteur non marchand, certains hoˆpitaux permettent à leur personnel de procéder facilement à des permutations de prestations de service. Cette possibilité est très appréciée par le personnel qui peut ainsi organiser plus souplement son travail. Il s’avère toutefois que l’inspection du travail émette de sérieuses réserves à l’égard de cette pratique. Ainsi, l’hoˆpital psychiatrique Onze-Lieve-Vrouw à Bruges a été contraint d’y mettre fin, ce qui est gênant pour un hoˆpital reconnu comme l’ambassadeur d’une politique du personnel favorable aux familles et qui voit ainsi contrariés les efforts qu’il déploie pour faciliter la conciliation entre le travail et la famille.
In de social profit-sector blijken sommige ziekenhuizen aan werknemers toe te staan om diensten gemakkelijk onderling te wisselen. Deze mogelijkheid kan op grote instemming van de werknemers rekenen die op deze wijze op een meer flexibele manier hun arbeid kunnen organiseren. Evenwel blijkt dat de Arbeidsinspectie grote reserves vertoont ten aanzien van deze wissels. Het Psychiatrisch Ziekenhuis Onze-LieveVrouw in Brugge werd bijvoorbeeld gedwongen om met deze praktijk te stoppen. Vervelend voor een ziekenhuis dat onderscheiden is als ambassadeur voor een gezinsvriendelijk beleid en hierdoor zijn inspanningen voor het implementeren van maatregelen die de combinatie werk en gezin moeten vergemakkelijken gedwarsboomd ziet.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30944
1. Sur quels arguments l’Inspection du travail se fonde-t-elle pour interdire les permutations de prestations de service entre les membres du personnel des hoˆpitaux ?
1. Op basis van welke argumenten verbiedt de Arbeidsinspectie de onderlinge wissels van diensten van personeelsleden in ziekenhuizen ?
2. Estimez-vous que cette pratique soit conciliable avec les mesures visant à faciliter la conciliation entre vie familiale et vie professionnelle ?
2. Bent u van mening dat deze praktijk strookt met maatregelen die de combinatie werk en gezin bevorderen ?
3. Le cas échéant, envisagez-vous d’assouplir la réglementation actuelle ?
3. Zo neen, overweegt u de huidige regelgeving te versoepelen ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 644 de Mme Annemie Turtelboom du 18 décembre 2006 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 644 van mevrouw Annemie Turtelboom van 18 december 2006 (N.) :
L’inspection du Controˆle des lois sociales m’informe qu’il ne lui est pas possible ou permis de répondre aux questions relatives aux cas individuels d’inspections dans des entreprises déterminées. Ceci lui est interdit, par le code pénal (secret professionnel), ainsi que par la loi du 16 novembre 1972 sur l’inspection du travail. Je ne puis donc pas vous communiquer plus d’informations.
De inspectie Toezicht op de sociale wetten meldt mij dat zij niet kan of mag antwoorden op vragen aangaande individuele inspecties in bepaalde ondernemingen. Dit wordt hen verboden door zowel het Strafwetboek (beroepsgeheim) als de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie. Ik kan u daarom geen verdere informatie verstrekken.
Si l’employeur concerné veut obtenir plus d’informations juridiques sur les mesures prises, il lui est loisible de s’adresser au chef de direction local de l’inspection concernée. Les travailleurs peuvent obtenir cette information par le conseil d’entreprise.
Indien de betrokken werkgever meer juridische informatie wil over de opgelegde maatregelen, kan hij zich wenden tot het plaatselijke directiehoofd van de betrokken inspectie. De werknemers kunnen deze informatie bekomen via de ondernemingsraad.
DO 2006200709471
DO 2006200709471
Question no 651 de M. Guy D’haeseleer du 5 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 651 van de heer Guy D’haeseleer van 5 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Arriéré en matière de la publication des CCT au Moniteur belge.
Achterstand inzake de publicatie van CAO’s in het Belgisch Staatsblad.
Depuis de nombreuses années déjà, votre administration accuse un important arriéré en ce qui concerne la publication des CCT au Moniteur belge, avec toutes les conséquences juridiques qui en découlent. La loi sur les CCT prévoit en effet que la déclaration de force obligatoire ne peut rétroagir plus d’un an.
Reeds vele jaren kampt uw administratie met een grote achterstand inzake de bekendmaking van CAO’s in het Belgisch Staatsblad met alle mogelijk juridische gevolgen vandien. De CAO-wet voorziet immers dat de algemeenverbindendverklaring niet langer dan één jaar kan terugwerken.
1. Combien de CCT doivent actuellement encore être publiées au Moniteur belge ?
1. Hoeveel CAO’s wachten momenteel nog op bekendmaking in het Belgisch Staatsblad ?
2. Combien de ces CCT datent de 2000, 2001, 2003, 2004 et 2005 ?
2. Hoeveel CAO’s hiervan dateren van 2000, 2001, 2003, 2004, 2005 ?
3. Quel est le délai moyen entre la conclusion d’une CCT et la publication de la déclaration de force obligatoire ?
3. Wat is de gemiddelde termijn tussen het afsluiten van een CAO en de bekendmaking van de algemeenverbindendverklaring ?
4. Quelles mesures ont été prises afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen werden genomen om deze achterstand in te halen ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30945
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 651 de M. Guy D’haeseleer du 5 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 651 van de heer Guy D’haeseleer van 5 januari 2007 (N.) :
Veuillez trouver ci-après les informations demandées.
Gelieve hierna de gevraagde inlichtingen te vinden.
1. Aucune convention collective de travail sectorielle n’est en attente de publication au Moniteur belge. La publication de l’avis de dépoˆt a généralement lieu dans le mois qui suit l’enregistrement de la convention collective de travail.
1. Geen enkele sectorale collectieve arbeidsovereenkomst wacht op bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. De bekendmaking van het bericht van neerlegging vindt doorgaans plaats binnen de maand na de registratie van de collectieve arbeidsovereenkomst.
2. En ce qui concerne la publication au Moniteur belge des arrêtés royaux donnant force obligatoire aux conventions collectives de travail sectorielles :
2. Wat het bekendmaken in het Belgisch Staatsblad van de koninklijke besluiten tot het algemeen verbindend verklaren van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten betreft :
a) pour la période allant de 1997 (début de la tenue à jour des données) à 2005 inclus, 6 521 conventions collectives de travail sectorielles ont été conclues, pour lesquelles la force obligatoire a été demandée;
a) in de periode van 1997 (begin van het bijhouden van de gegevensbestanden) tot en met 2005 werden 6 521 sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten waarvoor de algemeen verbindende kracht gevraagd werd;
b) sur ce nombre, 258 n’ont pas encore été publiées au Moniteur belge, ce qui représente moins de 4 %;
b) van dit voormelde aantal zijn 258 nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad, dit is minder dan 4 %;
c) cette catégorie résiduelle comprend principalement des conventions collectives de travail qui, pour l’une ou l’autre raison, posent des problèmes juridiques, tels que l’absence de bilinguisme ou des différences de contenu entre les textes néerlandais et français;
c) deze restcategorie betreft voornamelijk collectieve arbeidsovereenkomsten die om een of andere reden juridische problemen stellen bijvoorbeeld door het ontbreken van tweetaligheid, verschillen in de inhoud van de Nederlandse en de Franse tekst en andere;
d) la catégorie résiduelle se subdivise comme suit :
d) de restcategorie is als volgt te verdelen :
1997 : 6;
1997 : 6;
1998 : 17;
1998 : 17;
1999 : 10;
1999 : 10;
2000: 10;
2000 : 10;
2001 : 57;
2001 : 57;
2002 : 16;
2002 : 16;
2003 : 25;
2003: 25;
2004 : 11;
2004 : 11;
2005 : 106;
2005 : 106;
e) il est permis d’affirmer que mon administration a rempli son engagement de résorber son passif historique pour fin 2006.
e) men mag stellen dat mijn administratie haar engagement is nagekomen om het historisch passief weg te werken tegen eind 2006.
3. Dans le même temps, mon administration a ramené le délai moyen qui s’écoule entre l’enregistrement d’une convention collective de travail sectorielle pour laquelle la force obligatoire est demandée et la publication de l’arrêté royal au Moniteur belge, de 807 jours pour les conventions collectives de travail de
3. Tegelijk heeft mijn administratie de gemiddelde termijn die verloopt tussen de registratie van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst waarvoor de algemeen verbindende kracht gevraagd werd en de bekendmaking van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad teruggebracht van 807 dagen voor
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30946
2000 à 306 jours pour les conventions collectives de travail publiées de 2005.
de collectieve arbeidsovereenkomsten van 2000 tot 306 dagen voor de bekendgemaakte collectieve arbeidsovereenkomsten van 2005.
Mon administration remplit donc parfaitement le schéma visant à réduire, pour fin 2006, le délai de traitement à moins d’un an, dans une perspective de comprimer ce délai à l’objectif visé de 6 mois, dans le courant de la période de négociation 2007-2008.
Mijn administratie zit dus perfect op schema wat het engagement betreft om tegen einde 2006 de verwerkingstermijn te reduceren tot minder dan 1 jaar, in een perspectief om deze termijn in de loop van de onderhandelingsronde 2007-2008 verder te comprimeren tot het streefdoel van 6 maanden.
4. Ce service administratif meilleur et plus rapide a été réalisé graˆce à une réforme drastique des procédures administratives (et sans embauche supplémentaire).
4. De betere en snellere administratieve dienstverlening werd gerealiseerd door de administratieve omloopprocessen drastisch te hervormen (en zonder bijkomend personeel).
DO 2006200709551
DO 2006200709551
Question no 656 de Mme Maggie De Block du 16 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 656 van mevrouw Maggie De Block van 16 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Secteur de la culture du chicon et des champignons. — Exonération de versement du précompte professionnel. — Relèvement du nombre de jours de travail saisonnier.
Champignon- en witloofteelt. — Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. — Uitbreiding aantal dagen seizoenarbeid.
Après s’être concerté avec le secteur agricole en ce qui concerne la culture du chicon et des champignons, le gouvernement se serait déclaré prêt à examiner la possibilité d’une exonération de versement du précompte professionnel à concurrence de 40 % pour les travailleurs bénéficiant d’une rémunération journalière de 80 euros maximum. En ce qui concerne la culture du chicon, le secteur demande de porter le nombre de jours de travail saisonnier à 130.
Na overleg met de landbouwsector over de witloofen champignonteelt, zou de regering zich bereid hebben getoond om te onderzoeken of in de champignonteelt een vrijstelling van doorstorting van 40 % bedrijfsvoorheffing kan worden toegekend voor werknemers met een dagloon tot 80 euro. Voor de witloofteelt is de sector vragende partij voor een uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid tot 130.
1. L’examen relatif à la mise en œuvre éventuelle de l’exonération de versement du précompte professionnel à concurrence de 40 % pour les travailleurs bénéficiant d’une rémunération journalière de 80 euros maximum dans le secteur de la culture des champignons est-il déjà terminé ?
1. Heeft u intussen uw onderzoek afgerond naar de mogelijke implementatie van de doorstorting van 40 % bedrijfsvoorheffing voor werknemers met een dagloon tot 80 euro in de champignonsector ?
2. Dans l’affirmative, quelles ont été vos constatations ?
2. Zo ja, wat waren uw bevindingen ?
3. La mesure sera-t-elle appliquée et, dans l’affirmative, quand ?
3. Zal de maatregel worden doorgevoerd en zo ja, wanneer ?
4. Dans la négative, d’ici à quand peut-on escompter davantage de clarté dans ce dossier ?
4. Zo neen, tegen wanneer wordt meer duidelijkheid over het dossier verwacht ?
5. Examinez-vous aussi la demande visant à porter le nombre de jours de travail saisonnier à 130 dans le secteur de la culture du chicon ?
5. Onderzoekt u ook de vraag voor de uitbreiding van het aantal dagen voor seizoenarbeid in de witloofsector tot 130 ?
6. Cette mesure sera-t-elle appliquée ?
6. Zal deze maatregel worden doorgevoerd ?
7. Dans l’affirmative, quel calendrier avez-vous fixé ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
7. Zo ja, welke timing wenst u aan te houden ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30947
8. Dans la négative, quels problèmes empêchent la mise en œuvre de cette mesure ?
8. Zo neen, welke problemen staan deze maatregel in de weg ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 19 mars 2007, à la question no 656 de Mme Maggie De Block du 16 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 19 maart 2007, op de vraag nr. 656 van mevrouw Maggie De Block van 16 januari 2007 (N.) :
Les questions 1 jusqu’au 4 ne relèvent pas de ma compétence, mais de celle du ministre des Finances. (Question no 1626 du 22 mars 2007.)
De vragen 1 tot 4 vallen niet onder mijn bevoegdheid, maar behoren tot de bevoegdheid van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1626 van 22 maart 2007.)
Les questions 5 jusqu’au 8 ne relèvent pas non plus de ma compétence, mais de celle du ministre des Affaires sociales. (Question no 604 du 22 mars 2007.)
De vragen 5 tot 8 vallen ook niet onder mijn bevoegdheid, maar ressorteren onder de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken. (Vraag nr. 604 van 22 maart 2007.)
DO 2006200709554
DO 2006200709554
Question no 657 de Mme Annemie Turtelboom du 16 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 657 van mevrouw Annemie Turtelboom van 16 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Chantiers de construction. — Coordinateurs de sécurité. — Controˆles.
Bouwwerven. — Veiligheidscoo¨rdinatoren. — Controles.
Dans un communiqué de presse, l’association de contact pour les coordinateurs de sécurité dénonce le fait que de nombreux chantiers de construction fonctionnent sans coordinateur de sécurité. Or, malgré la simplification de la réglementation, la désignation d’un coordinateur de sécurité demeure obligatoire.
In een persbericht klaagt de contactvereniging van veiligheidscoo¨rdinatoren aan dat heel wat bouwwerven zonder veiligheidscoo¨rdinator worden voltrokken. Nochtans is ook na de vereenvoudiging van de regelgeving de aanstelling van een veiligheidscoo¨rdinator verplicht gebleven.
Pourriez-vous me fournir, par région, les précisions suivantes pour les années 2005 et 2006 :
Voor de periode 2005-2006 rijzen de volgende vragen, telkens opgesplitst per jaar en per gewest :
1. Combien de controˆles ont-ils été effectués afin de déterminer si un coordinateur avait été ou non désigné ?
1. Hoeveel controles werden verricht om na te gaan of er al dan niet een veiligheidscoo¨rdinator was aangesteld ?
2. Dans combien de cas aucun coordinateur n’avait-il été désigné ?
2. In hoeveel gevallen bleek dat niet het geval te zijn ?
3. Combien de procès-verbaux ont-ils été dressés ?
3. Hoeveel processen-verbaal werden opgesteld ?
4. Combien de maıˆtres d’œuvre ont-ils fait l’objet de poursuites pénales ?
4. Hoeveel bouwheren werden strafrechtelijk vervolgd ?
5. Combien de maıˆtres d’œuvre ont-ils été déclarés personnellement responsables après un accident survenu sur un chantier pour lequel aucun coordinateur de sécurité n’avait été désigné ?
5. Hoeveel bouwheren werden persoonlijk aansprakelijk gesteld na een ongeval op een werf waar er geen veiligheidscoo¨rdinator was ?
6. Sur combien de chantiers pour lesquels aucun coordinateur de sécurité n’avait été désigné, les travaux ont-ils été arrêtés ?
6. Hoeveel werven waar er geen veiligheidscoo¨rdinator was, werden stilgelegd ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 657 de Mme Annemie Turtelboom du 16 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 657 van mevrouw Annemie Turtelboom van 16 januari 2007 (N.) :
Le constructeur-promoteur, le maıˆtre d’ouvre chargé du projet ou le maıˆtre d’œuvre chargé du controˆle de l’exécution doivent engager deux coordi-
Door de bouwheer, de bouwdirectie belast met het ontwerp of de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering moeten twee coo¨rdinatoren inzake vei-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30948
nateurs en matière de sécurité et de santé sur les chantiers temporaires ou mobiles : un coordinateur-projet qui coordonne la phase de projet d’une construction et un coordinateur-réalisation qui coordonne la phase de réalisation de la construction. La fonction de coordinateur-projet et de coordinateur-réalisation peut être remplie par la même personne. Les controˆles réalisés concernent l’engagement des deux coordinateurs.
ligheid en gezondheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen aangesteld worden : de coo¨rdinator-ontwerp die coo¨rdineert tijdens de ontwerpfase van een bouwwerk en een coo¨rdinator-verwezenlijking die coo¨rdineert tijdens de verwezenlijkingsfase van het bouwwerk. De functie van coo¨rdinator-ontwerp en coo¨rdinator-verwezenlijking kunnen door dezelfde persoon uitgevoerd worden. De uitgevoerde controles slaan op de aanstelling van beide coo¨rdinatoren.
En principe, on vérifie lors de chaque première visite sur un chantier si un coordinateur-projet et un coordinateur-réalisation doit être engagé et si cela a effective` ce moment-là, la phase de projet de ment été le cas. A la construction est la plupart du temps déjà terminée et la taˆche du coordinateur-projet est également déjà terminée.
In principe wordt bij ieder eerste bezoek aan een bouwplaats nagegaan of er een coo¨rdinator-ontwerp en een coo¨rdinatorverwezenlijking moet aangesteld worden en of dit ook effectief gebeurd is. Op dat ogenblik is reeds meestal de ontwerpfase van het bouwwerk bee¨indigd en is ook de taak van de coo¨rdinator-ontwerp reeds bee¨indigd.
Outre l’engagement, il est d’importance capitale que le coordinateur exerce sa taˆche comme il se doit, tant dans la phase de projet que dans la phase de réalisation. Les inspecteurs sociaux de la direction générale Controˆle du Bien-être au Travail accordent également leur attention à cet aspect.
Naast het louter aanstellen is het van kapitaal belang dat de coo¨rdinator, zowel in de ontwerpfase als in de verwezenlijkingsfase, zijn taak naar behoren uitvoert. Ook aan dit aspect wordt door de sociale inspecteurs van de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk aandacht besteed.
En plus du controˆle sur les chantiers, il existe un certain controˆle administratif. Chaque chantier d’une certaine ampleur doit être communiqué par le maıˆtre d’ouvre chargé de l’exécution. La notification doit mentionner les noms du coordinateur-projet et du coordinateur-réalisation.
Naast de controle op de bouwplaatsen bestaat er een zekere administratieve controle. Ieder bouwplaats van een zekere omvang moet door de bouwdirectie belast met de uitvoering gemeld. De kennisgeving moet de namen van de coo¨rdinator-ontwerp en de coo¨rdinator-verwezenlijking vemelden.
La réponse aux questions posées se trouve dans le tableau suivant (voir ci-dessous) :
Het antwoord op de gestelde vragen vindt u in de navolgende tabel (hieronder) :
Nombre de controˆles effectués afin de vérifier si un coordinateur sécurité a été engagé ou non. — Het aantal verrichte controles om na te gaan of al dan niet een veiligheidscoo¨rdinator was aangesteld ....... Nombre d’accidents faisant ressortir qu’aucun coordinateur sécurité n’était engagé. — Het aantal gevallen waaruit bleek, dat er geen veiligheidscoo¨rdinator was aangesteld ....................................................... Nombre de procès-verbaux rédigés. — Het aantal opgestelde processen-verbaal .................................. Nombre constructeurs-promoteurs poursuivis au pénal. — Het aantal strafrechterlijk vervolgde bouwheren .............................................................
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Région flamande — Vlaams Gewest
Région de Bruxelles-Capitale — Brussels Gewest
Région wallonne — Waals Gewest
2005
2006
2005
2006
2005
5 160
5 877
2 097
1 601
265
430
101
104
0
0
53
55
25
27
0
0
2
1
1
0
0
0
0
0
2006
2007
2006
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
Nombre de constructeurs-promoteurs portés personnellement responsables après un accident sur un chantier où aucun coordinateur sécurité n’avait été engagé. — Het aantal persoonlijk aansprakelijk gestelde bouwheren na een ongeval op werven waar geen veiligheidscoordinator was aangesteld ............ Nombre de chantiers arrêtés par manque de coordinateur sécurité. — Het aantal stilgelegde werven bij gebrek aan aangestelde veiligheidscoo¨rdinator .......
30949
Région flamande — Vlaams Gewest
Région de Bruxelles-Capitale — Brussels Gewest
Région wallonne — Waals Gewest
2005
2005
2005
2006
2006
2006
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
18
19
DO 2006200709580
DO 2006200709580
Question no 659 de Mme Hilde Dierickx du 22 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 659 van mevrouw Hilde Dierickx van 22 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Licenciement pour motif grave.
Ontslag om dringende reden.
Le droit du travail prévoit un « licenciement pour motif grave ». Pour licencier quelqu’un « pour motif grave », il faut évidemment remplir toute une série de conditions de forme, mais il faut également que les motifs invoqués soient très graves.
Het arbeidsrecht voorziet in een « ontslag om dringende reden ». Daarbij moet uiteraard aan een aantal vormvereisten voldaan worden, maar er moeten ook zeer ernstige ingeroepen redenen zijn om iemand om dringende reden te ontslaan.
La collaboration professionnelle entre l’employeur et l’employé doit avoir été rendue immédiatement et définitivement impossible .
De professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer moet onmiddellijk en definitief onmogelijk geworden zijn.
1. a) Dispose-t-on de chiffres concernant le nombre de personnes licenciées pour motif grave ?
1. a) Bestaan er cijfers over hoeveel mensen om dringende reden ontslagen worden ?
b) Si oui, combien de personnes ont été licenciées chaque année pour motif grave depuis 2002 ?
b) Zo ja, hoeveel mensen werden sinds 2002 jaarlijks om dringende reden ontslagen ?
2. A) Les motifs graves invoqués pour ces licenciements font-ils l’objet d’un enregistrement ?
2. A) Wordt er geregistreerd wat de reden is van het dringend ontslag ?
B) Si oui, combien de personnes ont été licenciées chaque année, depuis 2002, pour :
B) Zo ja, hoeveel mensen werden sinds 2002 jaarlijks om dringende reden ontslagen voor :
a) vol;
a) diefstal;
b) état d’ébriété sur le lieu de travail;
b) dronkenschap op het werk;
c) fautes professionnelles;
c) professionele fouten;
d) refus d’un ordre de l’employeur ayant entraıˆné des risques en termes de sécurité;
d) het weigeren van een bevel van de werkgever met veiligheidsrisico’s tot gevolg;
e) violence à l’encontre de collègues;
e) geweld tegen collega’s;
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30950
f) faits de la vie privée entraıˆnant de graves répercussions pour l’employeur;
f) feiten uit het privéleven die een ernstige invloed hebben op de werkgever;
g) confusion d’intérêts;
g) belangenvermenging;
h) faux rapports d’activités ?
h) valse activiteitenverslagen ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 659 de Mme Hilde Dierickx du 22 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 659 van mevrouw Hilde Dierickx van 22 januari 2007 (N.) :
Il n’existe pas de chiffres précis à disposition quant au nombre de licenciements intervenus pour motif grave. Aucune disposition légale n’impose la communication du motif grave à une instance officielle.
Er zijn geen precieze cijfers ter beschikking over het aantal ontslagen wegens dringende reden. Geen enkele wettelijke bepaling schrijft voor dat de dringende reden eveneens moet worden betekend aan een officie¨le instantie.
DO 2006200709588
DO 2006200709588
Question no 660 de M. Carl Devlies du 23 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 660 van de heer Carl Devlies van 23 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006.
Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006.
1. a) Quel était le montant des factures entrantes pour lesquelles les administrations et les autres institutions relevant de votre tutelle n’avaient encore effectué aucun ordonnancement au 31 décembre 2006 ?
1. a) Wat was het bedrag van de binnengekomen facturen waarvoor op 31 december 2006 nog geen ordonnancering gebeurde bij de administraties en de andere instellingen die onder uw toezicht staan ?
b) De combien de factures s’agit-il exactement et de quand datent-elles ?
b) Om hoeveel facturen gaat het precies en op welke datum werden ze opgemaakt ?
2. a) Le cas échéant, pour quelle raison aucun ordonnancement n’a-t-il été effectué ?
2. a) Wat is de reden voor het feit dat desgevallend geen ordonnancering gebeurde ?
b) Est-ce lié à la sous-utilisation de crédits, telle qu’imposée par le principe de l’ancre, ou certains crédits d’ordonnancement prévus au budget 2006 étaient-ils insuffisants ?
b) Had dit te maken met de zogenaamde onderbenutting van kredieten, zoals opgelegd door het ankerprincipe of waren de in de begroting 2006 bepaalde ordonnanceringskredieten ontoereikend ?
c) Dans ce dernier cas, quelle en est la cause ?
c) In dit laatste geval, wat is hiervan de oorzaak ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 660 de M. Carl Devlies du 23 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 660 van de heer Carl Devlies van 23 januari 2007 (N.) :
A) SPF Emploi, Travail et Concertation Sociale
A) FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Toutes les factures reçues avant la cloˆture de la date limite d’ordonnancement auprès du service Budget et Controˆle budgétaire, à savoir le 11 décembre 2006, ont, au plus tard à cette date, été introduits auprès du controˆleur des engagements de la trèsorerie aux fins d’engagement.
Alle facturen die tot voor het afsluiten van de limietdatum voor ordonnancering bij de Stafdienst Budget en Beheerscontrole werden ontvangen, namelijk op 11 december 2006, werden op uiterlijk die datum voor vastlegging ingediend bij de controleur van de vastleggingen van de thesaurie.
Il est évident que les factures 2006 reçues après cette date réglementaire n’ont plus pu être ordonnancées dans cette même année.
Het is een evidentie dat facturen 2006 die na deze reglementaire datum werden ontvangen niet meer in datzelfde jaar konden geordonnanceerd worden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30951
Le principe de l’ancre a été totalement respecté, et les crédits d’ordonnancement prévus dans le budget 2006 étaient suffisants.
Het ankerprincipe werd volledig gerespecteerd, en de ordonnanceringskredieten in de begroting 2006 waren toereikend.
B) SPF Technologie de l’Information et de la Communication
B) FOD Informatie- en Communicatietechnologie
Le montant total des factures 2006 qui n’ont pas été ordonnancées au cours de cette année était de 1 280 354 euros, détaillé comme suit par date de facture :
Het totaalbedrag van de facturen 2006 die in dat jaar niet werden geordonnanceerd was 1 280 354 euro, per factuurdatum gespecifieerd als volgt :
1. 1 facture 29 novembre 2006 : 4 876 euros;
1. 1 factuur 29 november 2006 : 4 876 euro;
2. 6 factures 30 novembre 2006 : 69 974 euros;
2. 6 facturen 30 november 2006 : 69 974 euro;
3. 3 factures 5 decembre 2006 :1 022 euros;
3. 3 facturen 5 december 2006 :1 022 euro;
4. 1 facture 6 decembre 2006 :1 euro;
4. 1 factuur 6 december 2006 : 1 euro;
5. 1 facture 7 decembre 2006 : 3 598 euros;
5. 1 factuur 7 december 2006 : 3 598 euro;
6. 9 factures 8 decembre 2006 : 452 787 euros;
6. 9 facturen 8 december 2006 : 452 787 euro;
7. 3 factures 9 decembre 2006 : 1 778 euros;
7. 3 facturen 9 december 2006 :1 778 euro;
8. 2 factures 11 decembre 2006 : 7 897 euros;
8. 2 facturen 11 december 2006 : 7 897 euro;
9. 2 factures 12 decembre 2006 : 1 645 euros;
9. 2 facturen 12 december 2006 : 1 645 euro;
10. 3 factures 13 decembre 2006 :127 850 euros;
10. 3 facturen 13 december 2006 : 127 850 euro;
11. 19 factures 13 decembre 2006 : 608 927 euros.
11. 19 facturen 13 december 2006 : 608 927 euro.
Il était matériellement impossible, compte tenu de la date de réception et du temps nécessaire au controˆle et traitement comptables internes, de soumettre les factures précitées au controˆleur des engagements, avant la cloˆture de la date limite réglementaire, à savoir le 11 décembre 2006.
Genoemde facturen konden, rekening houdend met de ontvangstdatum en nodige tijd voor interne boekhoudkundige controle en verwerking, materieel onmogelijk worden voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen, voor het afsluiten van de reglementair uiterste datum : 11 december 2006.
Tout comme les autres années, Fedict a totalement respecté le principe de l’ancre en 2006. Le budget 2006 prévoyait suffisamment de crédits d’ordonnancement.
Het ankerprincipe werd in 2006, zoals in andere jaren, door Fedict volkomen gerespecteerd. De begroting 2006 voorzag in voldoende ordonnanceringskredieten.
DO 2006200709643
DO 2006200709643
Question no 662 de M. Dirk Claes du 26 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 662 van de heer Dirk Claes van 26 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Travail d’étudiant. — Nombre d’étudiants employés.
Studentenarbeid. — Aantal tewerkgestelde studenten.
La nouvelle réglementation autorise les étudiants jobistes à se livrer à des activités d’appoint à raison de 46 jours par an. Dans ce cadre, l’étudiant bénéficiera d’un taux de cotisation à la sécurité sociale réduit. Lesdits 46 jours sont répartis en deux périodes de 23 jours au maximum, l’une se limitant aux mois d’été (juillet, aouˆt et septembre), l’autre aux autres mois de l’année. Durant cette période, la cotisation à la sécurité sociale sera réduite, tant pour le travailleur que
Sinds de nieuwe regeling mogen jobstudenten gedurende 46 dagen per jaar bijklussen en dit aan een beperkt sociaalzekerheidstarief. Deze 46 dagen zijn opgedeeld in tweemaal maximaal 23 dagen, binnen en buiten de zomerperiode (van juli tot september). In deze periode is dan ook enkel een beperkte solidariteitsbijdrage verschuldigd, zowel ten laste van de werknemer als de werkgever. Wordt dit maximum aantal dagen overschreden, dan dient men met terug-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30952
pour l’employeur. Or, dès que le plafond légal de jours autorisés est dépassé, il faut verser rétroactivement les cotisations sociales dues pour les revenus découlant du travail effectué.
werkende kracht sociale bijdragen te betalen op zijn verdiensten.
De même, certaines restrictions ont été imposées en matière d’allocations familiales et en matière de conditions pour rester fiscalement à charge des parents.
Voor de toekenning van de kinderbijslag, alsook de fiscale tenlasteneming voor de ouders, zijn er een aantal beperkingen.
1. Combien d’étudiants ont été employés en 2006 avec un contrat de travail d’étudiant, et combien de jours de travail ont-ils effectués ?
1. Hoeveel studenten werden in het statuut studentenarbeid in 2006 tewerkgesteld en hoeveel dagen werden er gepresteerd ?
2. a) Combien d’étudiants ont travaillé plus de 23 jours durant les mois de vacances d’été en 2006 ?
2. a) Hoeveel studenten hebben in 2006 meer dan 23 dagen gewerkt tijdens de zogenaamde zomervakantiemaanden ?
b) Se sont-ils tous vu présenter le décompte des charges sociales supplémentaires à payer ?
b) Hebben zij allen een bijkomende afrekening gekregen van sociale lasten ?
c) Quel était ce montant total duˆ, pour l’employeur comme pour l’étudiant ?
c) Hoeveel bedroeg dit totaal zowel voor de werkgever als voor de student ?
3. a) Combien d’étudiants ont travaillé plus de 23 jours durant les autres mois de l’année en 2006, c’est-àdire en dehors des vacances d’été ?
3. a) Hoeveel studenten hebben in 2006 meer dan 23 dagen gewerkt tijdens de andere maanden buiten de zomervakantiemaanden ?
b) Se sont-ils tous vu présenter le décompte des charges sociales supplémentaires à payer ?
b) Hebben zij allen een bijkomende afrekening gekregen van de sociale lasten ?
c) Quel était ce montant total duˆ, pour l’employeur comme pour l’étudiant ?
c) Hoeveel bedroeg dit totaal, zowel voor de werkgever als voor de student ?
4. Combien d’étudiants ont travaillé en tout plus de 46 jours durant toute l’année 2006 ?
4. Hoeveel studenten hebben op een gans jaar meer dan 46 dagen gewerkt in 2006 ?
5. a) Envisagez-vous encore de remoduler la période de travail autorisée en comptant en heures plutoˆt qu’en jours ?
5. a) Overweegt u nog een aanpassing naar maximaal aantal uren in plaats van in dagen ?
b) Dans l’affirmative, quand ce remodelage aura-t-il lieu ?
b) Zo ja, wanneer ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 19 mars 2007, à la question no 662 de M. Dirk Claes du 26 janvier 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 19 maart 2007, op de vraag nr. 662 van de heer Dirk Claes van 26 januari 2007 (N.) :
Ces questions sont de la compétence du ministre des Affaires sociales. (Question no 600 du 20 mars 2007.)
Deze vragen behoren tot de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken. (Vraag nr. 600 van 20 maart 2007.)
DO 2006200709672
DO 2006200709672
Question no 666 de Mme Annemie Turtelboom du 31 janvier 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 666 van mevrouw Annemie Turtelboom van 31 januari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Travailleurs aˆgés. — Lettres de candidature. — Faible écho de la part des employeurs.
Oudere werknemers. — Sollicitatiebrieven. Beperkte respons werkgevers.
Dans un article intitulé « Solliciteren voor gevorderden » (la recherche d’un emploi pour avancés), paru
In het artikel « Solliciteren voor gevorderden » in Knack klagen meerdere oudere werknemers over de
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
—
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30953
dans l’hebdomadaire flamand « Knack », plusieurs travailleurs plus aˆgés se plaignent du manque de réaction des employeurs à leurs lettres de candidature. Il n’est dès lors guère étonnant que certains perdent toute motivation.
beperkte respons van werkgevers op hun sollicitatiebrieven. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat een aantal van deze mensen gedemotiveerd raakt.
1. Y a-t-il des indices qui confirment cette absence d’intérêt des employeurs à l’égard des lettres de candidature de personnes d’un certain aˆge ?
1. Beschikt u over indicaties dat werkgevers inderdaad zeer weinig antwoorden op sollicitatiebrieven van oudere werknemers ?
2. Ce faible écho de la part des employeurs s’expliquerait-il par le seul critère de l’aˆge des candidats, ou y a-t-il d’autres raisons ?
2. Is dit enkel te wijten aan de leeftijd van de sollicitanten of zijn er ook andere oorzaken die deze minieme respons kunnen verklaren ?
3. Envisagez-vous d’aborder cette question avec les organisations patronales, en leur demandant expressément de répondre désormais aux candidatures sérieuses de personnes plus aˆgées ?
3. Overweegt u deze kwestie aan te kaarten bij de werkgeversorganisaties met de uitdrukkelijke vraag om in de toekomst wel te antwoorden op ernstige sollicitaties van oudere werknemers ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 666 de Mme Annemie Turtelboom du 31 janvier 2007 (N.) : ` ma connaissance, une recherche quantitative 1. A analysant spécifiquement au niveau belge la mesure dans laquelle les employeurs répondent aux lettres de candidature des travailleurs aˆgés, n’a pas encore été réalisée.
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 666 van mevrouw Annemie Turtelboom van 31 januari 2007 (N.) :
C’est toutefois un phénomène bien connu que les employeurs hésitent souvent à engager des travailleurs aˆgés. Il existe toujours beaucoup de préjugés à l’égard de ces travailleurs. Cela cadre dans le phénomène général de la discrimination à l’aˆge. Ce phénomène n’existe pas uniquement en Belgique mais également à l’étranger.
Het is evenwel een bekend fenomeen dat werkgevers vaak aarzelend oudere werknemers aanwerven. Er bestaan nog altijd heel wat vooroordelen ten opzichte van deze werknemers. Dit kadert in het algemene fenomeen van leeftijdsdiscriminatie. Dit fenomeen doet zich niet alleen voor in Belgie¨ maar ook in het buitenland.
2. L’aˆge du candidat ne constitue pas le seul facteur de discrimination dans le comportement des employeurs lors d’une procédure de recrutement. Recrutements et discrimination lors du recrutement sont des problèmes complexes.
2. De leeftijd van de sollicitant is niet de enige factor van discriminatie in het aanwervingsgedrag van de werkgevers. Aanwervingen en discriminatie bij aanwervingen zijn complexe aangelegenheden.
Les classes d’aˆge supérieurs ont aussi en moyenne un niveau de qualification plus bas, ce qui joue peutêtre un roˆle implicite lors de la sélection par l’employeur des candidats pour un emploi. Mais d’autres aspects tels que le niveau des salaires et le risque d’une augmentation des coûts de licenciement causé par une pré-pension éventuelle, entrent certainement en compte. En ce qui concerne le niveau des salaires, j’ai demandé aux partenaires sociaux de supprimer progressivement les barèmes salariaux basés sur l’aˆge. En ce qui concerne les coûts de la prépension, on recherche actuellement des solutions via une solidarisation de ces coûts lorsqu’il s’agit d’un travailleur qui n’a été engagé qu’à un aˆge avancé.
Oudere leeftijdscohorten hebben ook gemiddeld gezien een lagere scholingsgraad, wat wellicht impliciet meespeelt bij de selectie die de werkgever maakt tussen de kandidaten voor een job. Ook andere aspecten, zoals de loonshoogte en het risico op verhoogde ontslagkosten veroorzaakt door een eventueel brugpensioen, spelen zeker een rol. Wat de loonshoogte betreft heb ik de sociale partners verzocht om loonbarema’s die gebaseerd zijn op leeftijd af te bouwen. En wat de kost van het brugpensioen betreft wordt momenteel gezocht naar oplossingen via een solidarisering van deze kost wanneer het gaat om een werknemer die pas op hogere leeftijd werd aangeworven.
Il est très difficile d’isoler le facteur de « discrimination à l’aˆge » des autres facteurs. Le fondement de la discrimination est que l’on n’apprécie pas le candidat à sa juste valeur, mais sur la base de capacités
Het is zeer moeilijk om discriminatie van leeftijd als factor te isoleren van de andere factoren. De grond van discriminatie is dat men de sollicitant niet op zijn ware eigenschappen beoordeelt, maar op vermeende
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
1. Bij mijn weten bestaat er op Belgisch niveau nog geen kwantitatief onderzoek dat specifiek analyseert in welke mate werkgevers antwoorden op sollicitatiebrieven van oudere werknemers.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30954
présumées. Le problème spécifique auquel les travailleurs aˆgés sont confrontés, est qu’ils disposent souvent de capacités qui ne sont pas visibles (connaissances non apparentes ou expérience, loyauté à l’égard de l’employeur, capacité à résoudre des problèmes). La valeur réelle des travailleurs aˆgés sur le marché du travail est par conséquent régulièrement sousestimée. Le lien entre le diploˆme obtenu antérieurement et les connaissances et aptitudes actuelles s’affaiblit au fur et à mesure que l’aˆge avance. C’est pourquoi, il est important lors d’un recrutement de ne pas accorder trop d’intérêt aux diploˆmes, mais d’accorder plus de valeur aux compétences acquises. Les régions ont chacune développé un système de certification de ces compétences acquises ailleurs. Cela devrait à terme contribuer à un changement d’attitude de la part des employeurs. 3. Le Pacte de Solidarité entre Générations stipule qu’il faut objectiver les convictions relatives à la carrière et aux relations entre l’ aˆge, les prestations et la productivité. Le point 13 du Pacte prévoit qu’une vaste compagne de sensibilisation de longue durée épinglera tous les préjugés de tous les acteurs pour ce qui est du travail, de l’aˆge et du vieillissement et explicitera la productivité économique et la valeur des travailleurs expérimentés sur le marché du travail. L’objectif est que tous les acteurs concernés, donc les partenaires sociaux également, seraient convaincus de la valeur des travailleurs aˆgés sur le marché du travail. Finalement, je veux encore attirer votre attention sur la CCT no 38 du 6 décembre 1983 conclue au sein du Conseil national du Travail concernant le recrutement et la sélection des travailleurs. Le principe de l’interdiction de discrimination lors du recrutement est formellement repris dans l’article 2bis, dans lequel il est, entre autre, explicitement fait référence à l’aˆge. Dans la même CCT, l’article 9 prévoit explicitement ce qui suit : « Les candidats qui répondent aux exigences de la fonction mentionnées dans l’offre d’emploi mais dont la candidature n’a pas été retenue, sont informés par l’employeur dans un délais raisonnable et par écrit, de la décision prise à leur égard ». Je présume ne pas devoir rappeler aux organisations patronales cette disposition, qu’ils ont, eux mêmes, introduite.
eigenschappen. Het specifiek probleem waarmee oudere werknemers kampen is dat zij vaak over eigenschappen beschikken die niet zichtbaar zijn (verborgen kennis of ervaring, loyauteit ten opzichte van de werkgever, probleemoplossend vermogen). De ree¨le arbeidsmarktwaarde van oudere werknemers wordt hierdoor regelmatig onderschat. De band tussen het vroeger behaalde diploma en de actuele kennis en kunde van de werknemers neemt af naarmate de leeftijd toeneemt. Vandaar het belang om bij aanwervingen niet zozeer uit te gaan van de diploma’s die men kan voorleggen, maar meer belang te hechten aan de verworven competenties. De gewesten hebben allen een stelsel uitgewerkt waarbij dergelijke elders verworven competenties gecertificeerd worden. Dit moet op termijn bijdragen aan een attitudewijziging bij de werkgevers. 3. Het Generatiepact stipuleert dat de inzichten inzake loopbaancyclus en de relaties tussen leeftijd, prestaties en productiviteit zullen worden geobjectiveerd. Punt 13 van het pact voorziet dat een brede en langdurige sensibiliseringscampagne alle actoren zal op wijzen op de vooroordelen in verband met werk, leeftijd en ouder worden en de economische productiviteit en arbeidsmarktwaarde van ervaren werknemers. Het is de bedoeling dat alle betrokken actoren, dus ook de sociale partners, zouden worden doordrongen van de arbeidsmarktwaarde van oudere werknemers.
DO 2006200709703
DO 2006200709703
Question no 670 de M. Geert Lambert du 5 février 2007 (N.) au ministre de l’Emploi : ONEm. — Saisie sur les allocations de choˆmage. — Notification. Fin 2006, l’Office national de l’emploi a envoyé une notification émanant du service Saisies au sujet de « la
Vraag nr. 670 van de heer Geert Lambert van 5 februari 2007 (N.) aan de minister van Werk : RVA. — Loonbeslag op werkloosheidsuitkeringen. — Aanschrijvingen. Eind 2006 stuurde de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een schrijven rond van de dienst Beslaglegging
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Tot slot wil ik u nog wijzen op de CAO nr. 38 van 6 december 1983 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de werving en selectie van werknemers. In artikel 2bis is uitdrukkelijk het principe van verbod op discriminatie bij aanwerving opgenomen, waarbij onder andere expliciet verwezen wordt naar de leeftijd. In dezelfde CAO voorziet artikel 9 het volgende : « De sollicitanten, die beantwoorden aan de in de werkaanbieding vermelde functie-eisen maar wier sollicitatie niet werd aangehouden, worden door de werkgever binnen een redelijke termijn van de ten aanzien van hen genomen beslissing schriftelijk op de hoogte gebracht ». Ik vermoed dat ik de werkgeversorganisaties niet moet herinneren aan deze bepaling, die ze zelf hebben ingevoerd.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30955
déclaration d’enfants à charge » à toutes les personnes dont l’allocation de choˆmage était susceptible de faire l’objet d’une saisie. J’utilise le terme « susceptible », car des personnes qui ne font plus l’objet d’une saisie depuis des années ont également reçu cette notification. 1. Dans quelle mesure êtes-vous au courant de cette situation ?
inzake « de aangifte van kinderen ten laste » naar alle vermoedelijke mensen met een loonbeslag op hun werkloosheidsuitkering. Ik zeg wel vermoedelijk want ook mensen die al jarenlang geen beslag meer lopen hebben werden in die hoedanigheid wel nog aangeschreven. 1. In hoeverre bent u hiervan op de hoogte ?
2. Pouvez-vous préciser comment les adresses des personnes ayant reçu cette notification ont été sélectionnées et quelle est la pertinence de l’envoi de cette notification à des personnes dont les allocations de choˆmage ne font plus l’objet d’une saisie depuis tout un temps déjà ?
2. Kan u meedelen hoe de selectie van adressen van dit schrijven gebeurde en wat de relevantie is om zo’n schrijven ook naar mensen te sturen die reeds geruime tijd geen beslag meer kennen op hun werkloosheidsuitkeringen ?
3. Qu’entreprendront les services pour éviter une telle situation à l’avenir ?
3. Wat zullen de diensten ondernemen om dergelijke zaken in de toekomst te vermijden ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 670 de M. Geert Lambert du 5 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 670 van de heer Geert Lambert van 5 februari 2007 (N.) :
1. L’Office national de l’emploi (ONEm) a, en effet, envoyé quelque 87 000 lettres concernant les « enfants à charge ». De ce fait, l’ONEm a satisfait à une obligation imposée par la loi du 20 juillet 2006 portant des dispositions diverses (Moniteur belge du 28 juillet 2006) dont le chapitre VIII traite de la « majoration des quotités insaisissables et incessibles pour enfant à charge ». L’article 28 de la loi précitée dispose comme mesure transitoire que le débiteur saisi ou le cédant, qui peut prétendre à la majoration de ses revenus insaisissables ou incessibles, en soit informé par le tiers saisi, au plus tard le 31 mars 2007. Cette communication par le tiers saisi doit également comprendre le formulaire de déclaration d’enfant à charge. Il s’agit donc ici d’une obligation légale devant être respectée par l’ONEm.
1. De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) heeft inderdaad om en bij 87 000 brieven verzonden inzake « kinderen ten laste ». De RVA kwam hiermee tegemoet aan een verplichting opgelegd door de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 juli 2006) waarvan hoofdstuk VIII handelt over de « vermeerdering van de niet voor beslag of overdracht vatbare bedragen voor kind ten laste ». Artikel 28 van de bedoelde wet voorziet als overgangsbepaling dat de beslagen schuldenaar of de overdrager die aanspraak kan maken op een verhoging van zijn inkomsten die niet vatbaar zijn voor beslag, hiervan in kennis wordt gesteld door de derde beslagene, en dit uiterlijk op 31 maart 2007. Deze mededeling door de derde beslagene dient eveneens het aangifteformulier voor kind ten laste te bevatten. Het gaat hier dus om een wettelijke verplichting die de RVA moet naleven.
2. Afin d’informer toutes les personnes qui pourraient entrer en ligne de compte pour bénéficier du nouvel avantage, l’ONEm a utilisé trois critères de sélection cumulatifs. Les personnes auxquelles cela fut adressé sont :
2. Om alle personen, die mogelijk in aanmerking komen om van het nieuwe voordeel te genieten, op de hoogte te brengen, heeft de RVA drie cumulatieve selectiecriteria gehanteerd. Geadresseerd werden alle personen :
— celles qui ont été choˆmeuses une fois au moins (donc aussi, les personnes qui n’étaient pas choˆmeuses au moment de la sélection mais qui, à l’avenir, peuvent peut-être à nouveau faire valoir leurs droits à des allocations de choˆmage);
— die minstens eenmaal werkloos zijn geweest (dus ook de personen die op het moment van de selectie niet werkloos waren, doch die in de toekomst mogelijk opnieuw hun recht op een werkloosheidsuitkering kunnen laten gelden);
— celles à charge desquelles au moins une procédure de saisie ou de cession a été signifiée auprès de l’ONEm pour laquelle des retenues peuvent être imputées conformément à l’article 1409 du Code judiciaire. N’ont donc pas été sélectionnées : les personnes à charge desquelles ont été uniquement
— lastens wie op zijn minst een procedure inzake beslag of afstand betekend werd bij de RVA, waarvoor de inhoudingen berekend kunnen worden overeenkomstig artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek. Bijgevolg werden niet geselecteerd : de personen lastens wie enkel procedures inzake on-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30956
signifiées des procédures pour pension alimentaire (saisie complète) et/ou s’effectuent des retenues en application de l’article 1410 § 4 du Code judiciaire (récupération à concurrence de 10 % des prestations perçues indûment);
derhoudsgelden werden betekend (volledige beslagbaarheid) en/of inhoudingen gebeuren in toepassing van artikel 1410, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek (terugvorderingen van ten onrechte ontvangen sociale uitkeringen ten belope van 10 %);
— qui sont cohabitantes ou chefs de famille.
— die samenwonend of gezinshoofd zijn.
Il est, en effet, possible que sur la base de ces critères de sélection, des personnes ont reçu une lettre alors que plus aucune retenue n’a été effectuée depuis longtemps sur leurs allocations de choˆmage. Dans ce cas, il s’agit uniquement de dossiers dont la dette a déjà été apurée mais pour lesquels l’ONEm n’a pas encore pu obtenir de main-levée du créancier.
Het is inderdaad mogelijk dat er op basis van deze selectiecriteria personen geadresseerd werden op wiens werkloosheidsuitkeringen reeds geruime tijd geen inhoudingen meer verricht worden. In dit geval betreft het uitsluitend dossiers waarin de schuld reeds aangezuiverd is, doch waarvoor de RVA nog geen handlichting van de schuldeiser heeft verkregen.
3. Si l’ONEm y est légalement obligé, il effectuera une démarche semblable à l’avenir. Pour la dernière phase des mesures transitoires, quelque 1400 lettres seront encore envoyées sur la base de la même procédure de sélection, décrite dans le point 2, et ce pour les renonciations et les saisies signifiées à l’ONEm en décembre 2006 et janvier 2007. En ce qui concerne les saisies et renonciations à partir du 1er février 2007, il appartiendra au créancier de transmettre le formulaire de déclaration au débiteur saisi ou au cédant.
3. De RVA zal een dergelijk initiatief in de toekomst opnieuw nemen indien de Rijksdienst hiertoe wettelijk verplicht wordt. Als laatste fase in de overgangsmaatregelen zullen binnenkort nog ongeveer 1 400 verzendingen worden gedaan op basis van dezelfde selectieprocedure zoals omschreven onder punt 2, en dit voor de afstanden en beslagen die in december 2006 en in januari 2007 aan de RVA werden betekend. Voor nieuwe beslagen en afstanden vanaf 1 februari 2007 zal het evenwel aan de schuldeiser zijn om het aangifteformulier aan de beslagen schuldenaar of de overdrager over te maken.
DO 2006200709714
DO 2006200709714
Question no 671 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 7 février 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 671 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 7 februari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
ALE. — Section des titres-services. — Remboursement d’une partie du salaire des agents ALE.
PWA. — Afdeling dienstencheques. — Terugbetaling gedeelte loon van PWA-beambten.
Le remboursement à l’ONEm, par les agents ALE employés par la section des titres-services d’une ALE (Agence locale pour l’emploi), d’une partie de leur rémunération ne fait l’objet d’aucune discussion. L’arrêté royal du 11 décembre 2006 mentionne une fraction servant de base au calcul du pourcentage de la rémunération que les ALE dotées d’une entreprise de services sont tenues de rembourser à l’ONEm.
Er bestaat geen discussie over het feit dat PWAbeambten die ingezet worden in de dienstenchequeafdeling van het PWA (plaatselijk werkgelegenheidsagentschap) een deel van hun loon moeten terugbetalen aan de RVA. In het koninklijk besluit van 11 december 2006 staat een breuk om het percentage loon te berekenen dat de PWA-kantoren met een dienstenonderneming moeten terugbetalen aan de RVA.
Bien que cette formule constitue une tentative louable de régler le remboursement, elle n’est pas concluante. En effet, si les activités de la section sui generis restent constantes (le nombre de travailleurs et dès lors le nombre d’heures effectuées dans l’entreprises de services restent identiques), le pourcentage de la rémunération que l’ASBL est tenue de rembourser à l’ONEm devient de plus en plus important. Dans ce
Deze formule is een goede poging om de terugbetaling te regelen, maar voldoet niet. Stel dat de activiteiten van de sui generis afdeling constant blijven (het aantal werknemers en dus ook het aantal gepresteerde uren in de dienstenonderneming blijft gelijk), dan wordt het percentage loon dat de VZW aan de RVA moet terugbetalen, steeds groter. Bij dergelijke situatie blijft het werkvolume in de dienstenonderneming ge-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30957
cas, le volume de travail dans l’entreprise de services reste le même, alors que le taux de remboursement ne cesse de croıˆtre.
lijk, maar het terugbetalingspercentage wordt dus steeds groter.
Je donne un exemple. Le VDAB (Vlaamse Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding — le pendant flamand du FOREM) a récemment mis sur pied une action visant à activer les choˆmeurs de plus de 50 ans, dont certains travaillent dans une ALE. Il me semble incompréhensible que le succès éventuel d’une telle action puisse avoir une incidence négative sur le budget de l’ALE-entreprise de titres-services. La fraction actuelle, si elle est méritoire, ne tient pas compte de la diminution de l’activité ALE.
Ik geef een voorbeeld. Onlangs deed de VDAB (Vlaamse Dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding) een activeringsactie naar 50-plussers, waarvan een deel actief is in het PWA. Het is toch al te gek dat, indien deze actie succesvol is, dit een negatieve invloed heeft op de financie¨n van het PWA-DCO (dienstenchequeonderneming) ! De huidige breuk is niet slecht, maar houdt geen rekening met de vermindering van de PWA-activiteit.
1. Reconnaissez-vous les lacunes susmentionnées de la formule actuelle ?
1. Erkent u de tekortkomingen van de formule, zoals ik aanhaalde ?
2. Une adaptation de la formule est-elle envisageable ? Dans l’affirmative, la fraction sera-t-elle aménagée en concertation avec les représentants des ALE et de la VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten — l’union des villes et communes flamandes) ?
2. Behoort een aanpassing van de formule tot de mogelijkheden, en zo ja, zal dit in overleg gebeuren met de vertegenwoordigers van de PWA’s en de VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) ?
3. Le gel du nombre d’heures ALE effectueés au moment de la création d’une entreprise de titresservices sui generis ne permettrait-il pas de répondre à ce problème ? Ce nombre d’heures servirait alors de base permanente pour le calcul.
3. Kan de bevriezing van het aantal PWA-uren bij de opstart van een sui generis dienstenonderneming geen oplossing bieden ? Vanaf dan gebruikt men steeds dit aantal uren voor de berekening.
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 671 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 7 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 671 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 7 februari 2007 (N.) :
Si le préposé ALE est utilisé pour la section titresservices, une partie de son salaire doit retourner à l’ONEm.
Als de PWA-beambte ingezet wordt voor de dienstencheque-afdeling moet een deel van zijn loon terugvloeien naar de RVA.
Lors du conclave budgétaire 2005, le gouvernement décidait de fixer une clé de répartition objective et simple à cette fin.
Tijdens het begrotingsconclaaf 2005 besliste de regering daarvoor een objectieve en eenvoudige verdeelsleutel vast te leggen.
La clé de répartition actuelle tient toujours compte de la partie du temps consacrée aux titres-services en rapport avec l’ensemble des taˆches.
De huidige verdeelsleutel houdt steeds rekening met het deel van de tijd dat aan de dienstencheques wordt besteed in verhouding tot het volledige takenpakket.
La formule a été élaborée suite à une concertation avec des représentants des ALE et de la VVSG. Cette formule est un compromis qui rencontre les arguments du secteur et respecte la décision du gouvernement.
De formule is tot stand gekomen na overleg met vertegenwoordigers van de PWA’s en de VVSG. Deze formule is een compromis dat tegemoet komt aan de vragen van de sector en tevens de beslissing van de regering respecteert.
DO 2006200709774
DO 2006200709774
Question no 673 de Mme Nahima Lanjri du 15 février 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 673 van mevrouw Nahima Lanjri van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Volontaires étrangers. — Arrêté royal.
Buitenlandse vrijwilligers. — Koninklijk besluit.
L’article 9 de la loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires dispose que dans les conditions
De wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers bepaalt in artikel 9 dat de Koning de
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30958
fixées par le Roi, la loi relative à l’occupation des travailleurs étrangers et ses arrêtés d’exécution ne s’appliquent pas au volontariat.
voorwaarden kan bepalen waaronder de wet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers niet van toepassing is op vrijwilligers.
Aucun arrêté royal en ce sens n’ayant été publié à ce jour, la réglementation relative à l’occupation des travailleurs étrangers reste d’application aux volontaires étrangers. Or, cette situation entraıˆne de nombreux effets indésirables sur le terrain.
Tot op heden is geen koninklijk besluit in die zin verschenen. Daarom is de regeling inzake tewerkstelling van buitenlandse werknemers nog wel van toepassing op buitenlandse vrijwilligers. Dit heeft heel wat ongewenste effecten op het terrein.
Seuls les étrangers dispensés de permis de travail peuvent encore travailler en tant que volontaires ; ils doivent disposer d’un droit de séjour illimité ou être mariés à un ressortissant de l’Union européenne. Les non-Belges qui disposent d’un permis de travail A, B, C et les demandeurs d’asile ne sont légalement plus autorisés à travailler sur une base volontaire.
Enkel vreemdelingen die vrijgesteld zijn van een arbeidskaart kunnen nog actief zijn als vrijwilliger; ze moeten of een onbeperkt verblijfsrecht hebben of gehuwd zijn met een EU-onderdaan. Niet-Belgen met een arbeidskaart A, B, C en asielzoekers mogen wettelijk gezien niet meer als vrijwilliger werken.
Il va de soi que cette disposition rencontre de vives résistances sur le terrain. Les travaux parlementaires préparatoires indiquent clairement que la loi a toujours eu pour but d’autoriser, sous certaines conditions, le volontariat pour ces catégories. Il était dès lors important que l’arrêté royal en question soit effectivement pris.
Uiteraard is hiertegen veel verzet op het terrein. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet blijkt duidelijk dat het steeds de bedoeling was dat vrijwilligerswerk voor die groepen, onder bepaalde voorwaarden, mogelijk zou zijn. Daarom was het van belang om dat koninklijk besluit ook daadwerkelijk te nemen.
Quand cet arrêté royal sera-t-il approuvé et publié ?
Wanneer zal dit koninklijk besluit worden goedgekeurd en verschijnen ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 673 de Mme Nahima Lanjri du 15 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 673 van mevrouw Nahima Lanjri van 15 februari 2007 (N.) :
La question concerne les étrangers n’ayant pas droit à un séjour illimité en Belgique ou qui sont dispensés d’avoir un permis de travail.
De vraag betreft de vreemdelingen die geen recht hebben op een onbeperkt verblijf in Belgie¨ of diegenen die vrijgesteld zijn van het hebben van een arbeidskaart.
Je suis favorable à ce que l’on permette à ces gens d’exercer du bénévolat. Cela leur apporterait en effet de nombreux avantages sociaux, tels que des contacts avec la communauté locale, un emploi du temps utile, une familiarisation à la culture locale, etc. Tout cela peut aider le demandeur d’asile à s’intégrer.
Ik ben er voorstander van om deze mensen toe te laten om vrijwilligerswerk uit te oefenen. Dit zou hen immers vele maatschappelijke voordelen opleveren, zoals contacten met de lokale gemeenschap, nuttige tijdsbesteding, het wennen aan de plaatselijke cultuur, enzovoort. Dit alles kan de asielzoeker helpen om zich te integreren.
Nous ne devons toutefois pas être aveugles aux problèmes éventuels que cela entraıˆne. Les demandeurs d’asile se trouvent en effet en situation de faiblesse par rapport à l’organisation où ils exerceraient leur bénévolat. Le risque d’abus est réel.
We mogen echter niet blind zijn voor de eventuele problemen die dit met zich mee brengt. Asielzoekers bevinden zich namelijk in een zwakke positie tegenover de organisatie waarbij hij vrijwilligerswerk zou gaan uitoefenen. De kans op misbruik is ree¨el.
Une solution à ce problème pourrait consister en l’instauration d’une obligation de déclaration préalable qui doit permettre un controˆle graˆce auquel nous pouvons autant que possible éviter des abus.
Een oplossing voor dit probleem zou kunnen bestaan in het invoeren van een voorafgaande meldingsplicht die een controle mogelijk moet maken waardoor we misbruik zoveel mogelijk kunnen voorkomen.
Avant d’intervenir dans le cadre réglementaire, cette solution ou une autre éventuelle doit être dûment examinée et testée. J’ai dès lors l’intention de deman-
Vooraleer we reglementair zouden handelen moet deze of een andere eventuele oplossing terdege onderzocht en getoetst worden. Ik ben dan ook zinnens om
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30959
der l’avis d’instances qui ont affaire à cette problématique, dans la pratique, telles que le Conseil supérieur des Volontaires, l’Inspection du Travail, etc.
het advies in te winnen van de instanties die in de praktijk met deze problematiek in aanraking komen, zoals de Hoge Raad voor Vrijwilligers, de arbeidsinspectie, enzovoort.
DO 2006200709779
DO 2006200709779
Question no 674 de Mme Ingrid Meeus du 15 février 2007 (N.) au ministre de l’Emploi :
Vraag nr. 674 van mevrouw Ingrid Meeus van 15 februari 2007 (N.) aan de minister van Werk :
Services publics fédéraux. — Documents ODF.
Federale overheidsdiensten. — ODF-documenten.
Les courriels et les documents électroniques sont utilisés de plus en plus souvent dans le cadre des communications entre les citoyens, les entreprises et les autorités publiques. L’E´tat belge préconise l’utilisation de standards ouverts de manière à perturber le moins possible le fonctionnement quotidien des pouvoirs publics. En juin 2006, le Conseil des ministres a décidé d’adopter le format ODF (Open Document Format) certifié ISO comme format standard pour tous les échanges de documents entre les services publics fédéraux, ce qui, dans la pratique, signifierait qu’ils seraient contraints d’utiliser des logiciels qui supportent ce format. Le choix de l’ODF est définitif mais non exclusif : la possibilité reste ouverte d’adopter également comme format pour l’échange de documents l’Office Open XML (OOXML), le format de fichier du logiciel MS Office 2007 qui doit encore être mis sur la marché. L’agrément du format Office Open XML comme format standard ISO se fait toutefois encore attendre. Dans l’intervalle, un plug-in sans licence est disponible et permet aux utilisateurs de transformer les documents Word et ODF sous Office 2003 sans augmenter considérablement la taille du fichier mais l’application se limite à cette fonctionnalité. Elle pourrait être étendue ultérieurement aux schémas et aux tableurs.
Meer en meer worden e-mail en elektronische documenten gebruikt in de communicatie tussen burger, ondernemingen en overheid. De Belgische overheid streeft naar het gebruik van open standaarden op een manier die zo weinig mogelijk de dagelijkse werking van de overheid verstoort. In juni 2006 besliste de Ministerraad dat het ISO-gecertificeerde ODF (Open Document Format) het standaardformaat wordt voor alle documentenuitwisselingen tussen federale overheidsdiensten. Dat zou in de praktijk betekenen dat zij verplicht zullen zijn om software te gebruiken die dat formaat ondersteunt. De keuze voor ODF is definitief, maar niet exclusief : de deur blijft op een kier voor Office Open XML (OOXML), het bestandsformaat van het nog te verschijnen MS Office 2007, eveneens toe te staan als formaat voor de uitwisseling van documenten. Het blijft evenwel wachten op de erkenning van Office Open XML als ISO-standaard. Ondertussen is er een licentievrije plug-in beschikbaar die gebruikers in staat stelt de omschakeling te maken van Word-documenten en ODF-documenten in Office 2003 zonder dat het bestand veel groter wordt, maar het blijft enkel bij deze functionaliteit. Later zou dit eveneens voor presentaties en spreadsheets mogelijk moeten worden.
1. ` partir de quand les services publics fédéraux a) A devront-ils être en mesure de lire les documents ODF ?
1. a) Vanaf wanneer moeten federale overheidsdiensten in staat zijn ODF-documenten te lezen ?
b) Quel délai a été fixé en ce qui concerne l’adaptation complète du format ODF pour l’échange de documents ?
b) Welke deadline werd vastgelegd met het oog op de volledige adaptatie van het ODF-formaat voor het uitwisselen van documenten ?
2. a) Quelles actions ont été entreprises depuis 2006 pour passer au format ODF comme format standard ?
2. a) Welke acties werden sinds 2006 ondernomen om over te schakelen naar de invoering van ODF als standaard ?
b) Comment les divers départements fédéraux serontils sensibilisés à l’avenir jusqu’au passage définitif à l’Open Document Format ?
b) Op welke wijze zullen de verschillende federale departementen in de toekomst gesensibiliseerd worden tot de gehele omschakeling naar het Open Document Format doorgevoerd is ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30960
3. Un agrément ISO de l’Office Open XML (OOXML) constitue-t-il une condition absolue pour les pouvoirs publics avant son introduction comme deuxième standard ouvert ?
3. Is een ISO-erkenning van Office Open XML (OOXML) een absolute voorwaarde voor de overheid alvorens deze als tweede open standaard te introduceren ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 20 mars 2007, à la question no 674 de Mme Ingrid Meeus du 15 février 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 20 maart 2007, op de vraag nr. 674 van mevrouw Ingrid Meeus van 15 februari 2007 (N.) :
1. a) Conformément aux modalités fixées par le Groupe de pilotage permanent ICT (PICTS) et approuvées par les présidents (voir document ci-joint), à partir de septembre 2007.
1. a) Conform de modaliteiten vastgelegd door de Permanente ICT Stuurgroep (PICTS) en goedgekeurd door de voorzitters (zie bijgevoegd document) is dit september 2007.
b) Conformément aux modalités fixées par le Groupe de pilotage permanent ICT (PICTS) et approuvées par les présidents, à partir de septembre 2008.
b) Conform de modaliteiten vastgelegd door de Permanente ICT Stuurgroep (PICTS) en goedgekeurd door de voorzitters is dit september 2008.
2. a) Une personne au sein de Fedict a été désignée. Sa responsabilité principale est d’assurer le suivi de cette décision. En concertation avec quelques autres services publics fédéraux, des documents « représentatifs » ont été rassemblés afin d’être testés avec 3 plug-ins différents (CleverAge/ Microsoft, Sun, Open Document Foundation).
2. a) Er werd iemand binnen Fedict aangeduid met als voornaamste verantwoordelijkheid het opvolgen van deze beslissing. Er is in samenspraak met enkele andere federale overheidsdiensten een verzameling van « representatieve » documenten samengesteld waarop testen worden uitgevoerd met 3 verschillende plug-ins (CleverAge/ Microsoft, Sun, Open Document Foundation).
b) On demandera à quelques services publics fédéraux « pilotes » d’utiliser, à partir de septembre 2007, uniquement l’ODF pour l’échange de documents bureautiques adaptables. Par ailleurs, on travaille à un document qui énumérera les logiciels ODF disponibles sur différentes plates-formes (Windows, Linux, MacOS, etc.). En concertation avec l’IFA, des formations (notamment en ligne) sont en préparation concernant les logiciels bureautiques supportant l’ODF (entre autres OpenOffice).
b) Er zal aan enkele « piloot » federale overheidsdiensten gevraagd worden om vanaf september 2007 enkel ODF te gebruiken bij het uitwisselen van aanpasbare kantoordocumenten. Verder wordt er gewerkt aan een document dat de beschikbare ODF-software op verschillende platformen (Windows, Linux, MacOS, enzovoort) zal opsommen. In samenspraak met OFO/IFA wordt er gewerkt aan trainingen (onder andere on-line) van kantoorsoftware die ODF ondersteunt (onder andere OpenOffice)
3. La reconnaissance ISO est une condition nécessaire mais pas suffisante. Outre cette reconnaissance, il doit en effet exister différentes implémentations du standard (cela n’a pas de sens d’introduire un standard qui n’a été (n’a pu être) développé que par une seule firme. Il faut par ailleurs une interopérabilité complète avec le(s) standard(s) approuvés précédemment (à savoir ODF).
3. De ISO-erkenning is een noodzakelijk maar geen voldoende voorwaarde. Hiernaast moeten verschillende implementaties van de standaard bestaan (het heeft geen zin om een standaard te introduceren die maar door een enkele firma is (kan worden) geı¨mplementeerd) en moet er een volledige interoperabiliteit zijn met de eerder goedgekeurde standaard(en) (ie. ODF).
DO 2006200709914
DO 2006200709914
Question no 698 de Mme Greta D’hondt du 7 mars 2007 (N.) au ministre de l’Emploi : Délocalisation d’entreprises de transport au Luxembourg. Dans « La libre Belgique » et « Le Vif/L’Express » du 23 février 2007 sont parus des articles portant les titres suivants :
Vraag nr. 698 van mevrouw Greta D’hondt van 7 maart 2007 (N.) aan de minister van Werk : Delocalisatie transportbedrijven naar Luxemburg.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
In « La libre Belgique » en « Le Vif/L’Express » van 23 februari 2007 verschenen artikel onder de titels :
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30961
— « Les routiers s’exilent à Luxembourg » (LLB) ;
— « Les routiers s’exilent à Luxembourg » (LLB);
— « Les camions belges délocalisés au Luxembourg » (Le Vif) ;
— « Les camions belges délocalisés au Luxembourg » (Le Vif);
— « Mon salaire a augmenté de 300 euros. Pourquoi se plaindre ? ».
— « Mon salaire a augmenté de 300 euros. Pourquoi se plaindre ? ».
Ces articles révèlent que dans les faits, plusieurs sociétés de transport délocalisent discrètement leurs activités au grand-duché de Luxembourg ou y créent un siège supplémentaire et convertissent les contrats de travail de leurs travailleurs en des contrats rédigés en fonction du droit du travail luxembourgeois. Les articles de presse précités citent nommément plusieurs grandes entreprises et évoquent plusieurs centaines d’emplois.
Uit deze artikels blijkt dat bijna geruisloos meerdere transportfirma’s in de feiten delocaliseren naar het Groothertogdom Luxemburg of daar een bijkomende bedrijfszetel oprichten en de arbeidscontracten van hun werknemers omzetten naar contracten onder Luxemburgse arbeidsrecht. In de geciteerde persartikels worden meerdere grote firma’s bij naam genoemd en is er sprake van meerdere honderden arbeidsplaatsen.
La convention préventive de la double imposition entre la Belgique et le Luxembourg rendrait attractives ces délocalisations. La convention préventive de la double imposition dispose notamment que « les rémunérations au titre d’un emploi salarié exercé à bord d’un véhicule routier exploité en trafic international sont considérées comme se rapportant à une activité exercée dans l’E´tat contractant ou` est situé le siège de la direction effective de l’entreprise et sont imposables dans cet E´tat ».
Het dubbelbelastingverdrag tussen Belgie¨ en Luxemburg zou deze delocalisaties attractief maken. Dit dubbelbelastingverdrag bepaalt onder meer : « Les rémunérations au titre d’un emploi salarié exeré à bord d’un véhicule routier exploité en trafic international sont considérées comme se rapportant à une activité exercée dans l’E´tat contractant ou` est située le siège de la direction effective de l’entreprise et sont imposables dans cet E´tat. ».
Manifestement, une délocalisation de ce type est financièrement avantageuse, tant pour l’entreprise que pour le travailleur. On évoque une augmentation du salaire net des travailleurs de l’ordre de 20 % et une réduction des couˆts de plusieurs dizaines de pour cent pour l’entreprise, tant au niveau des cotisations sociales que de la fiscalité. La grande perdante de l’opération est la sécurité sociale belge, qui doit ainsi se passer de cotisations représentant des montants importants.
Blijkbaar is zo een delocalisatie financieel voordelig én voor de onderneming, én voor de werknemer. Er is sprake van 20 % meer nettoloon voor de werknemers en tientallen % minder kosten voor de onderneming, zowel inzake sociale bijdragen als fiscaliteit. Grote verliezer is de Belgische « Sociale Zekerheid » die voor belangrijke bedragen aan bijdragen mist.
Différences entre la Belgique et le Luxembourg.
Verschillen tussen Belgie¨ en Luxemburg.
Chauffeur belge employé par une entreprise belge (en euros) — Belgisch chauffeur werkend voor een Belgische onderneming (in euro) Masse salariale totale. — Totale loonmassa ................................................. Cotisations patronale ONSS. — Werkgeversbijdragen SZ ..................... Salaire brut. — Brutoloon .................. Cotisations ONSS des travailleurs. — Werknemersbijdragen SZ ................... Précompte professionnel. — Bedrijfsvoorheffing ......................................... Salaire net. — Nettoloon ...................
457 (13,07 %) 1 050 (environ — ongeveer 30 %) 1 993
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
4 842 1 342 3 500
2007
Chauffeur belge employé par une entreprise luxembourgeoise (en euros) — Belgisch chauffeur werkend voor een Luxemburgse onderneming (in euro)
4 025 545 (environ — ongeveer 15 %) 3 500 492 (environ — ongeveer 14,05 %) 700 (environ — ongeveer 20 %) 2 308
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30962
1. Avez-vous connaissance de cette situation ?
1. Bent u op de hoogte van deze situatie ?
2. Pouvez-vous me faire savoir combien d’entreprises de transport et combien de chauffeurs sont impliqués dans ces délocalisations ?
2. Kan u meedelen hoeveel transportondernemingen en hoeveel chauffeurs er betrokken zijn bij deze delocolaisatie ?
3. Le gouvernement et l’administration belges ontils tenu compte de ce risque de délocalisation lors des négociations préalables à l’élaboration de la dernière convention préventive de la double imposition entre la Belgique et le Luxembourg ?
3. Was vanuit de Belgische regering en administratie rekening gehouden met dit risico van delocalisatie bij de onderhandelingen van het recentste dubbelbelastingverdrag Belgie¨/Luxemburg ?
4. Envisagez-vous de prendre des mesures supplémentaires ?
4. Overweegt u bijkomende maatregelen ?
Réponse du ministre de l’Emploi du 16 mars 2007, à la question no 698 de Mme Greta D’hondt du 7 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk van 16 maart 2007, op de vraag nr. 698 van mevrouw Greta D’hondt van 7 maart 2007 (N.) :
Je me réfère à la réponse du ministre des Finances. (Question no 1602 du 7 mars 2007.)
Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1602 van 7 maart 2007.)
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
DO 2005200606654
DO 2005200606654
Question no 59 de Mme Nathalie Muylle du 21 décembre 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :
Vraag nr. 59 van mevrouw Nathalie Muylle van 21 december 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :
Secteurs agricole et horticole. — Possibilité d’une provision pour l’achat de carburants.
Land- en tuinbouw. — Provisiemogelijkheid van brandstoffen.
En commission des Finances du 30 novembre 2005, vous avez répondu à ma question relative à la provision pour l’achat de carburants pour les secteurs agricole et horticole qu’une décision devait encore être prise (question no 9248, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission des Finances, 30 novembre 2005, COM770, p. 11).
In de commissie voor de Financie¨n van 30 november 2005 antwoordde u op mijn vraag rond de provisie voor brandstoffen voor de landen tuinbouw dat er nog een beslissing diende te vallen (vraag nr. 9248, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Financie¨n, 30 november 2005, COM770, blz. 11).
Une décision a-t-elle déjà été prise en ce qui concerne la possibilité d’une provision en faveur des secteurs agricole et horticole ?
Is er reeds een beslissing genomen rond de provisiemogelijkheid voor de land- en tuinbouw ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30963
Réponse du secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances du 21 mars 2007, à la question no 59 de Mme Nathalie Muylle du 21 décembre 2005 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n van 21 maart 2007, op de vraag nr. 59 van mevrouw Nathalie Muylle van 21 december 2005 (N.) :
La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
En présence de l’honorable membre, une réunion était organisée le 2 janvier 2006 entre l’administration et les représentants du secteur agricole, pour préciser les points de vue tant de l’administration que du secteur concerné.
In aanwezigheid van het geachte lid, werd er op 2 januari 2006 een vergadering belegd tussen de administratie en de vertegenwoordigers van de landbouwsector, ter verduidelijking van zowel de standpunten van de administratie als deze van bedoelde sector.
La réponse, rédigée par l’administration, a été envoyée le 2 mars 2006 aussi bien à l’honorable membre qu’aux représentants du secteur.
Het door de administratie opgestelde antwoord werd op 2 maart 2006 zowel aan het geachte lid als aan de vertegenwoordigers van de sector overgemaakt.
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
Développement durable
Duurzame Ontwikkeling
DO 2006200709701
DO 2006200709701
Question no 66 de Mme Simonne Creyf du 5 février 2007 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : Fedesco. — E´tat d’avancement du dossier.
Vraag nr. 66 van mevrouw Simonne Creyf van 5 februari 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
La création de la SA Fedesco s’inscrit dans le cadre d’une série de mesures prises par le gouvernement fédéral pour atteindre les objectifs de Kyoto.
De oprichting van Fedesco nv kadert in een reeks maatregelen die door de federale regering genomen werden om de Kyoto-doelstellingen te realiseren.
Fedesco s’attache à favoriser l’éco-efficience des baˆtiments publics, entre autres par la pratique du tiers investisseur.
Fedesco spitst zich toe op het stimuleren van ecoefficie¨ntie in overheidsgebouwen, onder meer via de praktijk van derdepartijfinanciering.
Au cours de la période comprise entre fin 2005 et début 2006, quelques baˆtiments ont été sélectionnés en vue de la réalisation d’un audit énergétique. Il s’agissait de sept projets concrets à peine, au total. L’achèvement des travaux prévus dans les immeubles choisis était annoncé pour la fin de 2006.
Eind 2005, begin 2006 werden enkele gebouwen geselecteerd voor de uitvoering van een energiebesparende audit. In totaal ging het over amper zeven concrete projecten. Het einde van de geplande werkzaamheden in de geselecteerde gebouwen was in het vooruitzicht gesteld voor eind 2006.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
Fedesco. — Stand van zaken.
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30964
1. Les travaux projetés dans le cadre de ces sept projets ont-ils été terminés l’an dernier ? 2. Quelle est la situation actuelle de Fedesco :
1. Zijn de werkzaamheden aan die zeven projecten vorig jaar afgerond ? 2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot Fedesco vandaag :
a) Combien de projets ont-ils été réalisés entretemps ?
a) Hoeveel projecten werden er ondertussen gerealiseerd ?
b) Combien de projets sont-ils en chantier ?
b) Hoeveel projecten zitten in de pijplijn ?
c) Peut-on parler d’une évolution positive ?
c) Is er sprake van een positieve evolutie ?
d) La décision de vendre certains baˆtiments publics ou de procéder au déménagement de certains établissements publics, ainsi que les incertitudes relatives à cette décision, entravent-elles encore le fonctionnement de Fedesco ?
d) Leidt de beslissing tot verkoop van bepaalde overheidsgebouwen of verhuizing van bepaalde overheidsinstellingen en de onzekerheid die daarover soms bestaat, nog steeds tot problemen voor de werking van Fedesco ?
3. Pour attirer des clients potentiels, Fedesco aurait avantage à disposer d’un site internet professionnel qui fournirait à tous les intéressés des informations suffisantes à propos d’investissements économiseurs d’énergie pour le compte de Fedesco. Cependant, le site internet de Fedesco, qui devait être opérationnel en juin 2006, est toujours en construction. Cette situation n’est évidemment pas de nature à favoriser la notoriété de Fedesco.
3. Om potentie¨le klanten te winnen, zou Fedesco baat hebben bij een professionele website die elke geı¨nteresseerde voldoende informatie geeft over een energiebesparende investering in opdracht van Fedesco. De website van Fedesco, die in juni 2006 operationeel zou zijn, is echter nog steeds in opbouw. Dat komt de algemene bekendheid van Fedesco uiteraard niet ten goede.
a) Comment expliquez-vous ce retard ?
a) Hoe verklaart u de vertraging ?
b) Quand le site internet de Fedesco devrait-il être opérationnel ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 16 mars 2007, à la question no 66 de Mme Simonne Creyf du 5 février 2007 (N.) :
b) Wanneer plant u de lancering van de operationele website van Fedesco ?
J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.
Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 16 maart 2007, op de vraag nr. 66 van mevrouw Simonne Creyf van 5 februari 2007 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden
1. Les audits de ces 7 projets ont été réalisés. Les mesures et travaux retenus concernant 4 des 7 dossiers se trouvent en différents stades de réalisation. Un dossier fait l’objet d’un financement alternatif, 1 projet est soumis pour approbation et 1 n’a finalement pas été retenu. Notamment en ce qui concerne le SPF Justice, les travaux relatifs à la prison de Louvain ont bien avancés, et ceux au Palais de Justice à Tournai ont commencé. Quant au SPF Finances, les études techniques relatives aux centres des Finances situés à la rue du Régent à Bruxelles et la Hovenierstraat à Courtrai ont été demandées. Une fois ces études réalisées, la procédure d’attribution pourra être lancée. Le projet du centre des finances de Charleroi ne pouvait plus être réalisé sur le budget 2006 du SPF Finances, mais un projet de financement a été lancé, associant un tiers investisseur externe selon le principe d’un contrat de performance énergétique.
1. De audits voor deze 7 projecten zijn gerealiseerd. De weerhouden maatregelen en werkzaamheden aan 4 van de 7 zijn in diverse stadia van realisatie. Een maakt het onderwerp uit van een alternatieve financiering, 1 project ligt voor ter goedkeuring en 1 is uiteindelijk niet weerhouden. Meer bepaald, voor de FOD Justitie zijn de werken aan de gevangenis van Leuven ver gevorderd en voor het Justitiepaleis van Doornik begonnen. Voor de FOD Financie¨n zijn de technische studies voor de centra voor financie¨n in de Regentstraat in Brussel en de Hoveniersstraat in Kortrijk aangevraagd. Zodra deze gerealiseerd zijn, kan de procedure voor de toekenning van de werken starten. Het project voor het financie¨ncentrum van Charleroi was niet meer mogelijk op het budget van de FOD Financie¨n van 2006, maar hiervoor is een project opgestart met externe derdepartijfinanciering volgens het principe van een energieperformantiecontract.
Les résultats de l’audit du projet du site du Cerva font l’objet d’un contrat qui est soumis pour approba-
De resultaten van de audit van het project voor de site van het CODA zijn het onderwerp van een con-
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30965
tion au SPF Santé publique. Les travaux sélectionnés relatifs aux Archives de Beveren n’ont pas été retenus par le SPP Politique scientifique, ce dernier estimant qu’ils étaient à charge de la Régie des Baˆtiments.
tract dat voorligt ter goedkeuring van de FOD Volksgezondheid. De geselecteerde werkzaamheden aan het Archief van Beveren zijn niet weerhouden door de POD Wetenschapsbeleid omdat zij van oordeel waren dat deze ten laste waren van de Regie der Gebouwen.
2. a) En ce qui concerne les projets déjà évoqués, vous trouverez la réponse ci-dessus.
2. a) Voor de reeds vernoemde projecten vindt u het antwoord hierboven.
Quelques autres projets ont commencé, entre autres une étude de faisabilité concernant une installation de cogénération pour le Mont des Arts. Leurs résultats en seront disponibles dans le courant du mois de mars. Sur la base de ces éléments, la procédure d’appel d’offres peut être lancée afin d’obtenir des prix permettant de prendre une décision définitive en ce qui concerne l’investissement. Des propositions similaires concernant des études de cogénération relatives à des baˆtiments du Sénat et de la Chambre sont soumises pour approbation.
Enkele andere projecten zijn opgestart, waaronder een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) voor de Kunstberg. De resultaten hiervan zullen in de loop van de maand maart beschikbaar zijn. Op basis hiervan kan de procedure voor offerteaanvraag starten teneinde prijzen te bekomen om de definitieve beslissing van investering mogelijk te maken. Gelijkaardige voorstellen voor studies voor WKK’s liggen, ter goedkeuring, voor met betrekking tot de gebouwen van de Senaat en de Kamer.
b) Dans le cadre d’un projet réalisé en collaboration avec le SPP Développement durable, une proposition de projet combiné est soumise pour approbation, portant sur un total de 25 baˆtiments de différents SPF et SPP, dont 15 baˆtiments qui feront l’objet de mesures « standard » (quickscan ou audits rapides, monitorage et comptabilité énergétiques, energy care ou soins énergétiques et une campagne de sensibilisation) et 10 baˆtiments pour lesquels un quickscan sera réalisé. Pour 2 baˆtiments parmi ceux-ci, au total 7 travaux immédiats sont prévus. En outre, une optimisation des tarifs est prévue pour au moins 150 des baˆtiments les plus énergivores. Les résultats des quickscans serviront à identifier des nouvelles mesures et à évaluer leur rentabilité.
b) In het kader van een project in samenwerking met de POD Duurzame Ontwikkeling ligt een gecombineerd projectvoorstel voor, ter goedkeuring, voor in totaal 25 gebouwen van diverse FOD’s en POD’s, waaronder 15 gebouwen met een aantal « standaard »-maatregelen (quickscans of snelle audits, energiemonitoring en -boekhouding, energy care of energiezorg en een sensibiliseringscampagne) en 10 gebouwen waarvoor een quickscan zal gerealiseerd worden. Voor 2 gebouwen hiervan zijn onmiddelijk in totaal 7 werkzaamheden voorzien. Bovendien is er een tariefoptimalisatie voorzien voor minimum 150 van de meest energieverbruikende gebouwen. De resultaten van de quickscans zullen dienen om nieuwe maatregelen te identificeren en op hun rentabiliteit te evalueren.
c) Depuis le départ de l’ancien directeur général, un certain nombre de dossiers ont accumulé du retard. Depuis l’installation d’un nouveau directeur général le 1er décembre 2006, la gestion journalière se déroule à nouveau fort bien.
c) Sinds het vertrek van de vorige algemeen directeur hebben een aantal dossiers vertraging opgelopen. Sinds de aanstelling van een nieuwe algemeen directeur op 1 december 2006 verloopt het dagelijks bestuur terug vlot.
Malgré un démarrage lent, on constate clairement une évolution positive, aussi bien dans la finalisation de projets existants que dans le lancement de nouveaux projets. Bien que l’année 2007 soit encore une année de transition, on commence déjà à récolter les fruits du processus d’apprentissage de 2006. Récemment, une série de projets d’appui internes ont été lancés et des instruments ont été développés, lesquels ne se traduisent pas directement en projets d’investissement visibles, mais qui sont essentiels pour un fonctionnement efficace de Fedesco. Ils sont également importants pour la préparation de la phase opérationnelle du suivi des projets, de la facturation, de la mesure des économies énergétiques, du règlement
Ondanks de trage start is er duidelijk sprake van een positieve evolutie, zowel in de afwikkeling van bestaande projecten als in de opstart van nieuwe projecten. Hoewel 2007 nog een overgangsjaar zal zijn beginnen nu de vruchten geplukt te worden van het leerproces in 2006. Er zijn recent dan ook een aantal interne ondersteunende projecten opgestart en tools ontwikkeld die zich niet direct vertalen in zichtbare investeringsprojecten maar die wel essentieel zijn voor een efficie¨ntie werking van Fedesco. Deze zijn ook belangrijk ter voorbereiding van de operationele fase van projectopvolging, facturatie, meting van energiebesparingen, verrekening van terugbetalingen, enzovoort voor het toenemende aantal projecten. Er is een
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30966
des remboursements, etc. pour le nombre croissant de projets. Un nouveau plan d’affaires et un nouveau plan opérationnel ont été établis, lesquels seront approuvés avant la fin du mois de mars.
nieuw business plan en een operationeel plan geschreven dat voor eind maart goedgekeurd wordt.
d) La décision de vente de baˆtiments publics ou le déménagement d’institutions gouvernementales et l’incertitude que cela engendre parfois continue, dans une certaine mesure, à créer quelques problèmes. Il est évident qu’un retard survient entre, d’une part, l’inscription sur une liste de baˆtiments à vendre éventuellement ou de services à déménager et, d’autre part, la décision définitive. Cependant, cet effet diminuera fortement au fur et à mesure que Fedesco disposera des résultats des quickscans d’un grand nombre de baˆtiments. Cela créera un tampon qui permettra de sélectionner des projets alternatifs en cas de vente ou de déménagement. D’autre part, Fedesco a également fait des démarches pour demander, en cas de vente, l’autorisation d’exécuter néanmoins certains travaux, ce qu’elle a déjà obtenu pour les 2 baˆtiments concernés à Courtrai et à Charleroi. Fedesco a aussi fait le nécessaire pour être informée, dans une phase plus précoce, sur quels baˆtiments et services cela est d’application, de manière à pouvoir intervenir proactivement. En plus, Fedesco a fait stipuler dans le contrat qu’en cas de non-exécution, les frais éventuels déjà occasionnés seront quandmême indemnisés. Reste à savoir dans quelle mesure le pouvoir fédéral doit encore investir dans des baˆtiments privés occupés par des services publics ` cet égard, il s’agit d’évaluer les éconofédéraux ? A mies susceptibles d’être réalisées au niveau de la facture énergétique et de l’émission CO2, en fonction de la durée restante du bail et du coût ` l’avenir, Fedesco émettra un d’investissement. A avis à ce sujet.
d) De beslissing van verkoop van overheidsgebouwen of de verhuizing van overheidsinstellingen en de onzekerheid die daardoor soms bestaat blijft in zekere mate voor wat problemen zorgen. Tussen het plaatsen op een lijst van mogelijk te verkopen gebouwen of te verhuizen diensten en de definitieve beslissing geeft dit uiteraard vertraging. Maar dit effect zal sterk afnemen naarmate Fedesco over de resultaten beschikt van quickscans van een groot aantal gebouwen. Hierdoor ontstaat een buffer die toelaat alternatieve projecten te selecteren in geval van verkoop of verhuis. Anderzijds heeft Fedesco ook stappen genomen om in geval van verkoop de toestemming te vragen om werken alsnog uit te voeren en heeft deze ook reeds bekomen voor de 2 betrokken gebouwen in Kortrijk en Charleroi. Ook heeft Fedesco stappen gezet om in een vroegere fase geı¨nformeerd te worden over op welke gebouwen en diensten die van toepassing is en hier ook proactief op in te spelen. Fedesco heeft bovendien contractueel vastgelegd dat in geval van niet-uitvoering eventuele kosten die reeds gedaan zijn toch vergoed worden. Blijft de vraag in welke mate de federale overheid nog moet investeren in privé-gebouwen die bezet worden door de federale overheidsdiensten ? Hierbij moet de afweging gemaakt worden hoeveel er kan bespaard worden op de energierekening en op de CO2-uitstoot, in functie van de resterende duur van het huurcontract en de investeringskost. Fedesco zal hier in de toekomst een advies over uitbrengen.
3. a) Le retard s’explique en partie par le retard encouru au niveau du développement du nouveau logo et de la charte graphique y afférente, lesquels servent de base pour les sites web, ainsi que par le départ de l’ancien directeur général, qui a donné lieu à un manque de ressources internes pour régler la question de manière efficace.
3. a) De vertraging is deels te verklaren door vertraging bij de ontwikkeling van het nieuwe logo en bijhorende huisstijl en die als basis dienen voor de website, deels door het vertrek van de vorige Algemeen directeur waardoor er geen interne ressources aanwezig waren om dit efficie¨nt af te handelen.
b) Depuis l’installation du nouveau directeur général, la charte graphique et le logo ont été finalisés, le contrat et le planning relatifs au site web ont été revus, la structure définitive a été déterminée, le look & feel graphique a été finalisé et le développe` ce moment, on est en ment HTML a démarré. A train de rédiger le code et le contenu. La formation visant à modifier ou ajouter des contenus en ligne est prévue pour le 16 mars et, sauf imprévus, le site web sera en ligne le 1er avril 2007 au plus tard.
b) Sinds de aanstelling van de nieuwe algemeen directeur zijn de huisstijl en het logo gefinaliseerd, is het contract en de planning voor de website herzien, is de definitieve structuur bepaald, is de grafische look & feel gefinaliseerd en is de HTMLontwikkeling gestart. Op dit moment wordt de code en de content geschreven. De opleiding voor het online wijzigen of toevoegen van content is voorzien op 16 maart en zonder onvoorziene omstandigheden zal de website ten laatste op 1 april 2007 online zijn.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30967
En attendant, une fiche d’entreprise A4 a été développée et imprimée. Celle-ci est mise à la disposition des clients et d’autres contacts. Un plan de communication plus détaillé de Fedesco, sur la base de la stratégie de communication prévue dans le nouveau plan d’affaires, est prévu pour la première moitié du 2e trimestre de 2007.
In afwachting is een A4-bedrijfsfı¨che ontwikkeld en gedrukt. Deze wordt aan klanten en andere contacten ter beschikking gesteld. Een meer gedetailleerd communicatieplan voor Fedesco, op basis van de communicatiestrategie uit het nieuwe business plan, is gepland voor de eerste helft van het 2de kwartaal van 2007.
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 2006200709912
DO 2006200709912
Question no 107 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 107 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants.
Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energie- en brandstoffenverbruik.
Le réchauffement de la planète et la réduction de la consommation énergétique requièrent des efforts de tout citoyen responsable. Il convient que les autorités donnent l’exemple en la matière. La fin de la législature constitue un moment propice pour établir un bilan des efforts fournis par les services publics fédéraux, par les institutions fédérales et par les entreprises publiques.
De opwarming van de aarde en het terugdringen van het energiegebruik vergt een belangrijke inspanning van elkeen met verantwoordelijkheidszin. De overheden moeten op dat vlak een voorbeeldrol vervullen. Het einde van een legislatuur is een geschikt moment om een balans op te maken en na te gaan welke inspanningen de federale overheidsdiensten, federale instellingen en de overheidsbedrijven hebben geleverd.
1. Quels efforts les services publics, les administrations et les entreprises publiques ressortissant à votre compétence ont-ils fournis de 2003 à ce jour pour réduire la consommation énergétique et la consommation de combustibles et de carburants ?
1. Welke inspanningen hebben de onder uw bevoegdheid ressorterende overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven vanaf 2003 tot op heden geleverd, om het energie- en brandstoffenverbruik terug te dringen ?
2. Quels résultats ont produit ces efforts ?
2. Wat zijn de resultaten daarvan ?
3. Votre cabinet a-t-il déployé de tels efforts ? Lesquels ?
3. Werden gelijkaardige inspanningen (en welke) doorgevoerd op uw kabinet ?
4. Combien d’audits énergétiques ont été réalisés ? ` quelles recommandations et conclusions ont-ils A donné lieu ?
4. Hoeveel energie-audits werden uitgevoerd en wat waren de aanbevelingen en conclusies ervan ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30968
Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 19 mars 2007, à la question no 107 de M. Guido De Padt du 7 mars 2007 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 19 maart 2007, op de vraag nr. 107 van de heer Guido De Padt van 7 maart 2007 (N.) :
J’ai l’honneur de vous faire savoir que les questions 1, 2 et 4 relèvent de la compétence de mon collègue, M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales. (Question no 592 du 7 mars 2007.)
Ik heb de eer u mee te delen dat de vragen 1, 2 en 4 onder de bevoegdheid van mijn collega vallen, de heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken. (vraag nr. 592 van 7 maart 2007.)
En ce qui concerne mon cabinet, je puis vous confirmer que la flotte de véhicules a été réduite d’une unité au bénéfice des véhicules les moins polluants.
Met betrekking tot mijn kabinet, kan ik u bevestigen dat het wagenpark werd met één eenheid verminderd ten voordele van de minder vervuilende voertuigen.
J’engage par ailleurs mes collaborateurs à emprunter systématiquement les transports en commun pour leurs déplacements dans Bruxelles et j’ai également donné des instructions pour que l’ensemble des éclairages soit correctement éteint dès la fin des heures normales de bureau.
Bovendien nodig ik mijn medewerkers uit om het openbaar gemeenschappelijke vervoer stelselmatig te gebruiken voor hun verplaatsingen in Brussel en ik heb ook opdracht daartoe gegeven opdat de gehele verlichting correct gedoofd wordt na de gewone kantooruren.
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation
Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken
DO 2005200608687
DO 2005200608687
Question no 1055 de M. Francis Van den Eynde du 17 août 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1055 van de heer Francis Van den Eynde van 17 augustus 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Personnel. — Formation à la défense contre les agressions.
NMBS. — Personeel. — Opleiding « verdediging tegen agressie ».
E´tant donné l’augmentation des cas d’agression contre le personnel de train, la SNCB est sans cesse sollicitée pour organiser une formation à la défense contre les agressions ou à la prévention de ceux-ci, une formation qui serait dispensée par des spécialistes.
Gezien het stijgend aantal agressies tegen het personeel op de treinen wordt bij de NMBS steeds weer aangedrongen op een opleiding « verdediging tegen/voorkoming van agressie » en dit dan door specialisten.
La SNCB estimerait toutefois qu’il n’est pas possible d’organiser une telle formation.
De spoorwegen zouden echter van mening zijn dat dit niet mogelijk is.
1. a) Cette information est-elle exacte ?
1. a) Is dit waar ?
b) Dans l’affirmative, pourquoi une telle formation ne peut-elle être organisée ?
b) Zo ja, waarom ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30969
Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 22 mars 2007, à la question no 1055 de M. Francis Van den Eynde du 17 août 2006 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 22 maart 2007, op de vraag nr. 1055 van de heer Francis Van den Eynde van 17 augustus 2006 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
La formation de base des accompagnateurs de train intègre notamment un module « attitude professionnelle » réparti sur 7 jours. Ce module comprend les directives relatives à l’attitude souhaitée pendant l’exercice de la fonction. On apprend également à identifier les comportements et les situations susceptibles de dégénérer en conflits. Ces directives et concepts sont répétés lors des formations permanentes, ainsi qu’à l’occasion des recyclages « Gestion des comportement agressifs ».
In de basisopleiding van de treinbegeleiders is er onder andere een module professionele houding verspreid over 7 dagen. Deze module omvat de richtlijnen met betrekking tot de gewenste houding tijdens het uitoefenen van de functie. Men leert er ook de nodige inzichten in gedrag en situaties die tot conflicten kunnen escaleren. Deze richtlijnen en inzichten worden herhaald tijdens de permanente opleidingen en ook ter gelegenheid van de bijscholingen « Omgaan met Agressie ».
On accorde beaucoup d’attention au fait d’accomplir sa mission avec l’assertivité nécessaire; les comportements tant soumis qu’autoritaires doivent être évités. On attend de l’accompagnateur de train qu’il ne se laisse pas entraıˆner dans des conflits, qu’il se retire à temps et qu’il réclame si nécessaire une assistance via le Central d’appels.
Er wordt veel aandacht besteed om met de noodzakelijke assertiviteit zijn opdracht uit te voeren; zowel een onderdanige als een autoritaire houding moeten vermeden worden. Van de treinbegeleider wordt verwacht dat hij zich niet laat meeslepen bij conflicten; zich tijdig terugtrekt en indien nodig assistentie vraagt via de Centrale Meldkamer.
DO 2006200709113
DO 2006200709113
Question no 1110 de Mme Annelies Storms du 10 novembre 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1110 van mevrouw Annelies Storms van 10 november 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Dépoˆt de bicyclettes gardé à la gare de Gand-Saint-Pierre.
NMBS. — Bewaakte fietsenstalling aan het station van Gent-Sint-Pieters.
En mai 2004, l’exploitant du dépoˆt de bicyclettes gardé à la gare de Gand-Saint-Pierre a fait faillite. Du coup, 550 places pour vélos sont devenues indisponibles, et le navetteur s’est retrouvé dans l’impossibilité de garer son vélo dans un dépoˆt surveillé. Il a fallu attendre environ un an avant que le dépoˆt ne soit rouvert. ` quelle date le dépoˆt de bicyclettes gardé à la 1. A gare de Gand-Saint-Pierre a-t-il rouvert ses portes ?
In mei 2004 ging de uitbater van de bewaakte fietsenstalling aan het station van Gent-Sint-Pieters failliet. Hierdoor werden 550 fietsenparkeerplaatsen onbruikbaar en kon de pendelaar nergens nog zijn fiets beheerd achterlaten. De heropening liet ongeveer een jaar op zich wachten.
2. a) Combien d’abonnés le parking pour bicyclettes compte-t-il à ce jour ?
2. a) Hoeveel abonnees telt de fietsenparking op dit moment ?
b) Quelle a été l’évolution du nombre d’abonnements au cours de l’année passée ?
b) Hoe evolueerde dit aantal het afgelopen jaar ?
3. Combien de navetteurs en moyenne ont fait quotidiennement usage du dépoˆt de bicyclettes gardé durant l’année écoulée ?
3. Hoeveel pendelaars maakten het afgelopen jaar gemiddeld dagelijks gebruik van de bewaakte fietsenstelplaats ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
1. Op welke datum ging de bewaakte fietsenstalling aan het Gentse Sint-Pietersstation weer open ?
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30970
4. a) Ce dépoˆt rencontre-t-il selon vous le succès escompté ?
4. a) Beschouwt u deze parkeerplaats als succesvol ?
b) Dans l’affirmative, pourquoi ?
b) Zo ja, waarom ?
c) Dans la négative, pourquoi pas ?
c) Zo neen, waarom niet ?
5. a) Le dépoˆt de bicyclettes restera-t-il ouvert aux utilisateurs durant les travaux de grande envergure qui seront menés sous peu à la gare de Gand ?
5. a) Zal de fietsenstalling open blijven voor gebruikers doorheen de grootschalige werkzaamheden die binnenkort van start gaan aan het Gentse station ?
b) Dans l’affirmative, le dépoˆt restera-t-il à son emplacement actuel et conservera-t-il une capacité comparable ?
b) Zo ja, zal dit op dezelfde locatie zijn en met een vergelijkbaar aanbod ?
c) Dans la négative, pourquoi pas, et quelle solution de rechange la SNCB proposera-t-elle dans ce cas de figure ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2007, à la question no 1110 de Mme Annelies Storms du 10 novembre 2006 (N.) :
c) Zo neen, waarom niet en welk alternatief overweegt de NMBS in dat geval ?
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Le dépoˆt pour vélos gardé de la gare de GandSaint-Pierre a été rouvert le 1er juin 2005.
1. De bewaakte fietsenstalling aan het station GentSint-Pieters heropende op 1 juni 2005.
2. a) Le nombre d’abonnés au 1er novembre 2006 est le suivant :
2. a) Aantal abonnees op 1 november 2006 :
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2007, op de vraag nr. 1110 van mevrouw Annelies Storms van 10 november 2006 (N.) :
— 47 abonnements mensuels;
— 47 maandabonnementen;
— 110 abonnements trimestriels;
— 110 3-maandabonnementen;
— 9 abonnements semestriels;
— 9 6-maandabonnementen;
— 172 abonnements annuels.
— 172 jaarabonnementen.
b) L’évolution au cours de l’année écoulée est la suivante : 2006 Abonnements Abonnements Abonnements Abonnements
annuels ........... semestriels ...... trimestriels ...... mensuels .........
b) Evolutie tijdens het afgelopen jaar :
Janvier
Juillet
Novembre
2006
92 9 3 14
114 9 84 26
172 9 110 47
Jaarabonnementen ................ 6-maandabonnementen ......... 3-maandabonnementen ......... Maandabonnementen ............
Januari
Juli
November
92 9 3 14
114 9 84 26
172 9 110 47
3 et 4. Le taux d’occupation journalier moyen de navetteurs est de 42,07 % pour 580 places.
3 en 4. Gemiddelde dagelijkse bezetting door de pendelaars : 42,07 % op 580 plaatsen.
Ce taux d’occupation peut s’expliquer par les difficultés rencontrées ces dernières années par les utilisateurs suite à la faillite de l’exploitant précédent et des conséquences que celle-ci a entraıˆnées par la suite.
Deze bezetting kan verklaard worden door de moeilijkheden die de gebruikers de laatste jaren ondervonden tengevolge van het faillissement van de vorige uitbater en de gevolgen die hieruit voortvloeiden.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30971
5. a) Durant les travaux, un dépoˆt pour vélos gardé et sécurisé sera toujours disponible.
5. a) Tijdens de werken zal er steeds een bewaakte en beveiligde fietsenstalling zijn.
b) Le dépoˆt pour vélos gardé sera déplacé à SintDenijslaan lors d’une première phase des travaux.
b) De bewaakte fietsenstalling zal in een eerste fase van de werken verhuizen naar de Sint-Denijslaan.
DO 2006200709249
DO 2006200709249
Question no 1135 de M. Jean-Claude Maene du 28 novembre 2006 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :
Vraag nr. 1135 van de heer Jean-Claude Maene van 28 november 2006 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :
SNCB. — Réouverture de la voie 136 dans l’EntreSambre-et-Meuse.
NMBS. — Heropening van lijn 136 in de regio tussen Samber en Maas.
Depuis 1970, la dernière ligne de chemin de fer de l’Entre-Sambre-et-Meuse passe à une dizaine de kilomètres à l’ouest de Florennes. Alors que l’histoire ferroviaire de Florennes s’avère riche et glorieuse, les onze localités composant cette commune se retrouvent quelque peu délaissées par la SNCB.
Sinds 1970 loopt de laatste spoorlijn in de regio tussen Samber en Maas zo’n tien km ten westen van Florennes. Hoewel Florennes op een roemrijk spoorwegverleden kan bogen, laat de NMBS de elf deelgemeenten van de gemeente Florennes tegenwoordig wat in de kou staan.
Seule la ligne reliant Charleroi-Sud et Couvin par Walcourt, Philippeville et Mariembourg demeure donc dans l’Entre-Sambre-et-Meuse, offrant ainsi une pauvre alternative à la très encombrée route axiale Charleroi/Couvin.
Door de regio tussen Samber en Maas loopt dus enkel nog de lijn Charleroi-Zuid/Couvin, via Walcourt, Philippeville en Mariembourg. Voorwaar een mager alternatief voor de zeer drukke verkeersas tussen Charleroi en Couvin.
Les baˆtiments des gares de Saint-Aubain, Pavillon, d’Hemptinne, de Florennes-Sud et de Florennes-Est ont été convertis en logements privés et la gare de Florennes-Central est quant à elle reconvertie en logements locatifs. Toutes les voies 136-136/a; 138 et 138/a ont été déferrées et plusieurs ponts métalliques sur la voie Florennes/Yves-Gomezée ont été démontés et vendus.
De stationsgebouwen van Saint-Aubain, Pavillon, Hemptinne, Florennes-Zuid en Florennes-Oost werden verbouwd en zijn nu privéwoningen, en in het station van Florennes-Centraal werden huurwoningen ingericht. De spoorlijnen 136-136/a, 138 en 138/a werden allemaal ontmanteld, en verscheidene metalen bruggen op de lijn Florennes/Yves-Gomezée werden gedemonteerd en verkocht.
Or, on parle depuis un certain temps de l’éventuelle ouverture d’une carrière par la société Carmeuse entre Hemptinne et Saint-Aubain et, par corollaire, la réouverture de la voie 136 de Yves-Gomezée jusque Hemptinne. L’idée de prolonger jusqu’au-delà de FlorennesCentral a même été évoquée du bout des lèvres !
Sinds enige tijd is er evenwel sprake van de mogelijke exploitatie van een steengroeve door de firma Carmeuse tussen Hemptinne en Saint-Aubain, en in het verlengde daarvan ook van het opnieuw in dienst stellen van lijn 136 van Yves-Gomezée tot Hemptinne. Er werd zelfs voorzichtig geopperd om de lijn door te trekken tot voorbij Florennes-Centraal.
Si le transport de marchandises est bien desservi dans l’Entre-Sambre-et-Meuse, le transport de passagers est quant à lui insuffisant dans cette région. Or, faut-il le rappeler, le transport de passagers donne tout son sens à la notion même de service public, statut auquel émerge la SNCB.
Over de infrastructuur en de verbindingen voor het goederenvervoer mag men weliswaar niet klagen in de regio tussen Samber en Maas, maar het treinaanbod voor het reizigersverkeer is ontoereikend. Hoeft het echter gezegd dat net het reizigersvervoer de essentie uitmaakt van de openbare dienstverlening die de NMBS geacht wordt aan te bieden.
Pouvez-vous indiquer si ce projet de réouverture est toujours d’actualité ?
Zitten de plannen voor een heropening van deze lijn nog altijd in de pijplijn ?
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30972
Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2007, à la question no 1135 de M. Jean-Claude Maene du 28 novembre 2006 (Fr.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2007, op de vraag nr. 1135 van de heer Jean-Claude Maene van 28 november 2006 (Fr.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Il est exact que la remise en service de la ligne 136 entre Yves-Gomezée et Hemptinne est prévue à l’horizon 2009/2010. Cependant, cette remise en service ne concerne que le tronçon cité ci-avant à simple voie et réservé exclusivement au trafic marchandises qui devrait être généré par l’ouverture des carrières d’Hemptinne.
Het is juist dat de wederindienststelling van de lijn 136 tussen Yves-Gomezée en Hemptinne gepland is tegen 2009/2010. Die wederindienststelling betreft echter enkel het bovengenoemde enkelsporig baanvak en is uitsluitend bestemd voor het goederenvervoer, dat zou moeten voortvloeien uit de opening van de steengroeve van Hemptinne.
Il n’entre pas dans les intentions de la SNCB d’étendre cette réouverture à une desserte voyageurs.
De NMBS is niet van plan die heropening uit te breiden tot een reizigersbediening.
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30973
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Premier ministre Eerste minister 1
2006200709787 19- 2-2007
144
Staf Neel
Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30821
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eersteminister en minister van Justitie 1
2005200608831 12- 9-2006
1114
Willy Cortois
Loi réglant des activités économiques et individuelles avec des armes. — Réactions négatives. Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens. — Negatieve reacties.
30823
1
2006200709583 22- 1-2007
1221
Patrick Cocriamont
Viols collectifs. Groepsverkrachtingen.
30825
8
2006200709786 16- 2-2007
1243
Bart Laeremans
* Mise en liberté provisoire en vue de l’éloignement du territoire ou de la remise. — Délai d’épreuve. Voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering. — Proeftijd.
30785
8
2006200709787 19- 2-2007
1244
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30786
1
2006200709819 23- 2-2007
1248
Bert Schoofs
Arrondissements judiciaires. — Infractions à l’interdiction des abattages rituels à domicile. Gerechtelijke arrondissementen. — Overtredingen verbod op rituele thuisslachtingen.
30830
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eersteminister en minister van Financie¨n 1
2005200608672 11- 8-2006
1387
Francis Van den Eynde
Projet pilote d’utilisation d’un nouveau gasoil à Gand. Gents proefproject met nieuwe dieselolie.
30832
1
2006200709744
9- 2-2007
1574
Dirk Van der Maelen
Formations destinées aux fonctionnaires chargés de la recherche des infractions. Opleidingen voor opsporingsambtenaren.
30833
8
2006200709777 15- 2-2007
1580
Mw. Trees Pieters
* Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension. Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
30787
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30974
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2006200709780 15- 2-2007
1581
Luk Van Biesen
* « Commission d’acquisition » versée aux personnes bénéficiant d’un statut spécial dans la périphérie bruxelloise. « Aanbrengcommissie » uitgekeerd aan personen met een bijzonder statuut in de rand rond Brussel.
30788
8
2006200709783 15- 2-2007
1582
Carl Devlies
* Dégrèvement d’office. — Devoirs du contribuable. — Production de pièces. — Réponse aux demandes de renseignements. Ambtshalve ontheffing. — Plichten van de belastingplichtige. — Voorleggen van stukken. — Antwoorden op vragen om inlichtingen.
30789
8
2006200709784 16- 2-2007
1583
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Travailleurs frontaliers français. — Statut spécifique. — Controˆles fiscaux. Franse grensarbeiders. — Specifiek statuut. — Belastingcontroles.
30790
8
2006200709787 19- 2-2007
1584
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30791
8
2006200709126 21- 2-2007
1585
Jo Vandeurzen
* Inscription de bénévoles au registre du personnel. Inschrijving vrijwilligers in personeelsregister.
30791
1
2006200709162 21- 2-2007
1586
Mw. Magda De Meyer
E´levages canins. — Vente de chiens sur l’internet. Hondenfokkerijen. — Verkoop van honden via internet.
30833
1
2006200709930 12- 3-2007
1606
Dirk Van der Maelen
Groupe « Code de conduite » (fiscalité des entreprises). Code of Conduct Group (Business Taxation).
30834
Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken Budget — Begroting 8
2006200709787 19- 2-2007
105
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30792
Protection de la consommation — Consumentenzaken 8
2006200709787 19- 2-2007
240
Staf Neel
1
2006200709939 12- 3-2007
245
Stijn Bex
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants. Problèmes de transfert d’appels et de localisation des appels aux numéros d’urgence. Doorverbindings- en lokalisatieproblemen van noodnummers.
30793 30836
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2006200709358 24- 1-2007
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1199
Hagen Goyvaerts
2006
Incident de contamination sur le site de Belgoprocess. Besmettingsincident op Belgoprocess.
2007
30839
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 CA
DO
30975
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2006200709692
5- 2-2007
1210
Stijn Bex
Déclarations de vol et de perte d’armes. Aangiftes van diefstal en verlies van wapens.
30841
1
2006200709781 15- 2-2007
1216
Stijn Bex
Base de données centrale « voleurs à l’étalage ». Centrale databank « winkeldieven ».
30842
8
2006200709787 19- 2-2007
1217
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30793
1
2006200709788 19- 2-2007
1218
Guido De Padt
30845
8
2006200709790 19- 2-2007
1219
Guido De Padt
Police. — Patrouilles. — Défibrillateurs. Politie. — Patrouilles. — Defibrillatoren. * E´vasions d’établissements communautaires fermés. — Réseaux d’information de quartier. Ontsnappingen uit gesloten gemeenschapsinstellingen. — Buurtinformatienetwerken.
30794
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 8
2006200709787 19- 2-2007
447
Staf Neel
8
2006200709720 19- 2-2007
448
Koen T’Sijen
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants. * Accords militaires bilatéraux avec les E´tats Unis. Bilaterale militaire akkoorden met de Verenigde Staten.
30795 30795
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 2006200709746 12- 2-2007
464
Mw. Ingrid Meeus
8
2006200709787 19- 2-2007
466
Staf Neel
1
2006200709835 26- 2-2007
467
Francis Van den Eynde
Nouvelles mises en place. Nieuwe inplaatsstellingen.
30849
1
2006200709850 27- 2-2007
470
Mw. Ingrid Meeus
Le Fort St. — Marie dans la zone portuaire du pays de Waas. Het Fort St. — Marie in het Wase havengebied.
30850
1
2006200709898
471
Mw. Ingrid Meeus
Militaires belges au Burundi. Belgische militairen in Burundi.
30852
6- 3-2007
Direction générale Appui juridique et Médiation. — Requêtes auprès du Conseil d’E´tat et de la Cour d’arbitrage. Algemene directie Juridische Steun en Bemiddeling. — Verzoekschriften bij de Raad van State en het Arbitragehof.
30846
1
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30796
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 1
2004200505104 16- 9-2005
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
339
Roel Deseyn
Perception de taxes sur la présence d’infrastructures de télécommunications. Heffen van belastingen op de aanwezigheid van telecommunicatie infrastructuur.
2006
2007
30855
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30976
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 8
2005200608857 21- 2-2007
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 557
Patrick De Groote
* Frais demandés aux patients et aux visiteurs par les hoˆpitaux. De door ziekenhuizen aan patie¨nten en bezoekers aangerekende kosten.
30797
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1
2004200502624 10-11-2004
33
Guy D’haeseleer
Simplification administrative. Administratieve vereenvoudiging.
30857
1
2004200503472 25- 2-2005
52
Mw. Simonne Creyf
Numérisation au sein des établissements scientifiques fédéraux. Digitalisering van de federale wetenschappelijke instellingen.
30857
1
2004200504084 26- 4-2005
64
Geert Lambert
Départements. — Services. — Délais de paiement. Departementen. — Diensten. — Betalingstermijnen.
30860
1
2005200606044 20-10-2005
81
Guy D’Haeseleer
Départements et parastataux. — Fonctionnaires. — Régimes de départ anticipé. Departementen en parastatalen. — Ambtenaren. — Vervroegde uittredingsstelsels.
30861
1
2005200606195 10-11-2005
85
Guy D’haeseleer
Commissaires et autres représentants du gouvernement. Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
30862
1
2005200606647 20-12-2005
90
Stijn Bex
Suivi du Livre blanc pour la modernisation des établissements scientifiques fédéraux. Opvolging van het Witboek omtrent de modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen.
30863
1
2005200606928 17- 1-2006
93
Gerolf Annemans
Intégration du Centre d’E´tudes et de Documentation Guerre et Sociétés contemporaines comme département spécialisé dans les Archives générales du Royaume. Integratie van het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij als gespecialiseerd departement bij het Algemeen Rijksarchief.
30865
1
2005200607065 30- 1-2006
98
Jean-Marc Nollet
Entreprises publiques économiques, sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. — Comptes de l’année 2004. — Remarques réviseur. Economische overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen en andere organen. — Rekeningen van het jaar 2004. — Opmerkingen van de revisoren.
30866
1
2005200607101 31- 1-2006
100
Hagen Goyvaerts
Archives de l’E´tat à Bruges. — Pénurie de personnel. Rijksarchief te Brugge. — Personeelsgebrek.
30867
1
2005200608152 24- 5-2006
110
Mw. Marleen Govaerts
Organisation des jobs de vacances au sein du Service public fédéral (SPF). Organisatie van de vakantiejobwerking binnen de Federale Overheidsdienst (FOD).
30869
1
2005200608463
111
Mme Véronique Ghenne
Aides dans le secteur aéronautique. Steunmaatregelen voor de luchtvaartsector.
30870
7- 7-2006
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 CA
DO
30977
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200608596 24- 7-2006
114
Mme Marie Nagy
Modernisation des établissements scientifiques fédéraux. — Réalisation du « Livre blanc ». Modernisering van de federale wetenschappelijke instellingen. — Uitvoering van het « Witboek ».
30872
1
2005200608668 10- 8-2006
116
Mw. Ingrid Meeus
Dispense de versement du précompte professionnel sur les rémunérations des chercheurs. Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing op de lonen van onderzoekers.
30874
1
2005200608740 28- 8-2006
118
Mw. Simonne Creyf
Numérisation d’archives. Digitalisering van archieven.
30876
1
2006200709430 21-12-2006
124
Staf Neel
Services publics fédéraux. — Personnel. — Indemnités et acquis. — Report. Federale overheidsdiensten. — Personeel. — Vergoedingen en verworvenheden. — Uitstel.
30879
1
2006200709520 11- 1-2007
126
Jan Mortelmans
Inspection linguistique. — Inspection dans l’enseignement. — Avis des ministres communautaires. Taalinspectie. — Taaltoezicht in het onderwijs. — Advies gemeenschapsministers.
30880
1
2006200709526 12- 1-2007
127
Stijn Bex
Tarif étudiant dans les musées fédéraux. Studententarief in de federale musea.
30881
8
2006200709787 19- 2-2007
130
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30798
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2004200503783 24- 3-2005
279
Mw. Maggie De Block
Conseil supérieur des volontaires. — Règlement d’ordre intérieur. — Moyens de fonctionnement. Hoge Raad voor vrijwilligers. — Huishoudelijk reglement. — Werkingsmiddelen.
30882
1
2005200607310 21- 2-2006
431
Koen Bultinck
Remboursement des inséminations artificielles. Terugbetaling kunstmatige inseminaties.
30884
1
2005200608881 29- 9-2006
521
Mw. Trees Pieters
Primes de mobilité. — Notion de rémunération. — Remboursement des frais de déplacement. — Entreprises du secteur de la construction et autres. — Restrictions fiscales en ce qui concerne les frais de voiture. Mobiliteitsvergoedingen. — Loonbegrip. — Terugbetaling van verplaatsingskosten. — Bouwbedrijven en andere bedrijven. — Fiscale beperkingen op autokosten.
30885
1
2006200709116 13-11-2006
543
Luk Van Biesen
ONSS. — Décision du comité de gestion. — Promoteurs. RSZ. — Beslissing Beheerscomité. — Promotoren.
30887
1
2006200709689
578
Charles Michel
Invalidité et choˆmage Invaliditeit en werkloosheid
30890
5- 2-2007
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30978
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2006200709656
7- 2-2007
580
Mw. Marleen Govaerts
Remboursement des primes de naissance aux travailleurs frontaliers néerlandais. Terugbetaling van de geboortepremies aan Nederlandse grensarbeiders.
30892
8
2006200709776 15- 2-2007
581
Melchior Wathelet
* Application des règlements européens en matière de sécurité sociale pour travailleurs frontaliers. Toepassing van de Europese verordeningen met betrekking tot de socialezekerheidsregeling voor grensarbeiders.
30798
8
2006200709777 15- 2-2007
582
Mw. Trees Pieters
* Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension. Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
30799
8
2006200709381 16- 2-2007
583
Mw. Maggie De Block
* Personnel infirmier dans les services de chirurgie. — Effectifs présents la nuit. — Jours de congé. Verpleegkundigen op chirurgische diensten. — Personeelsbezetting tijdens de nacht. — Vakantiedagen.
30800
8
2006200709787 19- 2-2007
584
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30801
1
2006200709804 22- 2-2007
586
Mw. Annemie Turtelboom
Services de l’Inspection sociale. — Pénurie de personnel. Sociale inspectiediensten. — Personeelstekort.
30893
Santé publique — Volksgezondheid 8
2006200709773 15- 2-2007
924
Mw. Hilde Dierickx * Catastrophes naturelles. — Classement des Nations Unies. Natuurrampen. — Ranglijst Verenigde Naties.
30802
8
2006200709778 15- 2-2007
925
Mw. Annemie Turtelboom
* Non disponibilité du médicament « Colchicine ». Niet-beschikbaar zijn van het geneesmiddel « Colchicine ».
30803
8
2006200709787 19- 2-2007
926
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30803
8
2006200709796 19- 2-2007
927
Charles Michel
* Professions médicales. — Accès. — Limitation du nombre de personnes. Medische beroepen. — Beperkte toegang.
30804
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 8
2006200709777 15- 2-2007
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
154
Mw. Trees Pieters
2006
* Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension. Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
2007
30805
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 CA
DO
30979
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8
2006200709787 19- 2-2007
140
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30806
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
2006200709830 26- 2-2007
239
Bert Schoofs
Gardiens de prison. — Missions. — « Cercles de développement ». Gevangeniscipiers. — Takenpakket. — De « ontwikkelcirkels ».
30895
1
2006200709912
7- 3-2007
242
Guido De Padt
30897
1
2006200709915
7- 3-2007
243
Mw. Ingrid Meeus
Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants. Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energieen brandstoffenverbruik. Départements. — E´comobilité. Departementen. — Ecomobiliteit.
30898
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 8
2006200709787 19- 2-2007
242
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30807
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 8
2006200709787 19- 2-2007
68
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30808
Gelijke Kansen — E´galité des chances 8
2006200709787 19- 2-2007
134
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30808
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1
2004200504886 26- 7-2005
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
330
Ludo Van Campenhout
2006
Délais de traitement des dossiers d’homologation de motocyclettes importées. Behandelingstermijnen van de homologatiedossiers voor geı¨mporteerde motorfietsen.
2007
30899
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30980
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200505018
5- 9-2005
349
Melchior Wathelet
1
2005200606210 14-11-2005
397
Dylan Casaer
1
2005200607987
8- 5-2006
467
Dylan Casaer
1
2005200608112 22- 5-2006
475
Jan Mortelmans
1
2005200608119 22- 5-2006
477
Jean-Marc Nollet
1
2005200608122 22- 5-2006
478
Jan Mortelmans
1
2005200608124 22- 5-2006
479
Jan Mortelmans
1
2005200608127 23- 5-2006
480
Jan Mortelmans
1
2006200709557 17- 1-2007
553
Jef Van den Bergh
1
2006200709603 24- 1-2007
556
Charles Michel
8
2006200709791 19- 2-2007
567
Georges Lenssen
6
2006200709860 28- 2-2007
574
Melchior Wathelet
Dérogation au port de la ceinture de sécurité. — Caractère unilingue des cartes. Vrijstelling van de draagplicht van de veiligheidsgordel. — Eentalige kaarten. Controˆle technique des voitures transformées par tuning. Keuring van getunede wagens. Controˆle technique des voitures. — Réformes. Keuring van wagens. — Hervormingen. Stations de controˆle technique. — Motos de « construction propre ». — Absence d’attestation relative aux normes d’émission pour le bloc moteur. Keuringsstations. — « Eigen bouw »-motoren. — Ontbreken van een emissienormattest voor motorblokken. Organismes. — Comptes. — Réviseur. Instellingen. — Rekeningen. — Revisor. Refus par les stations de controˆle technique des motos « de construction propre ». — Absence de réaction aux courriers de citoyens. Weigering keuring van « eigen bouw »-motoren. — Niet reageren op brieven van burgers. Centres de controˆle technique. — « Motocyclettes en tant que cas isolé ». Keuringsstations. — « Motorfietsen als alleenstaand geval ». Constructeurs de motocyclettes. — Agrément. Constructeurs van motorrijwielen. — Erkenning. E´coles aux abords non aménagés en « zone 30 ». Scholen in omgevingen die niet aangepast zijn aan « zone 30 ». Réforme de la formation à la conduite. Hervorming van de rijopleiding. * Insertion alternée. — Dispositions légales. — Projets pilotes. Ritsen. — Wettelijke regeling. — Proefprojecten. Arrêt du 5 octobre 2006 de la CJCE. — Omission et enregistrement tardif des ressources découlant de carnets TIR. Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 5 oktober 2006. — Verzuim van aangifte en laatttijdige registratie van inkomsten uit carnets TIR.
30900
30902
30905 30906
30908 30909
30909
30911 30912
30913 30809
30915
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1
2005200606127 25-10-2005
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
78
Servais Verherstraeten
2006
Institutions publiques. — Fonctionnaires dirigeants. — Statut. Overheidsinstellingen. — Leidinggevende ambtenaren. — Statuut.
2007
30915
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 CA
DO
30981
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200606195 10-11-2005
80
Guy D’haeseleer
Commissaires et autres représentants du gouvernement. Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.
30917
1
2005200608184
99
Mw. Nathalie Muylle
OMC condamne l’Europe pour sa politique OGM. Europese veroordeling door de WTO in verband met het GGO-beleid.
30918
1
2006200709396 15-12-2006
112
Miguel Chevalier
Fermeture des centrales nucléaires. — Biocarburant. Sluiting kerncentrales. — Biobrandstof.
30919
8
2006200709787 19- 2-2007
117
Staf Neel
1
2006200709848 27- 2-2007
118
Francis Van den Eynde
1- 6-2006
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants. Bureau d’avocats. — Services juridiques contre rémunération. Advocatenkantoor. — Juridische dienstverlening tegen betaling.
30810 30922
Pensions — Pensioenen 1
2006200709134 13-11-2006
187
Mw. Annemie Turtelboom
E´volution du rapport entre hommes et femmes constituant des pensions complémentaires. Evolutie verhouding van vrouwen en mannen die aanvullende pensioenen opbouwen.
30923
1
2006200709507 10- 1-2007
193
Hagen Goyvaerts
Fonctionnaires pensionnés. — Paiement des pensions de décembre 2006. Gepensioneerde ambtenaren. — Uitbetaling van de pensioenen van december 2006.
30924
1
2006200709588 23- 1-2007
194
Carl Devlies
Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006. Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006.
30926
1
2006200709658 30- 1-2007
195
Daniel Bacquelaine
Pensions de retraite et de survie des travailleurs salariés. — Discrimination entre pensionnés. Rust. — en overlevingspensioenen voor werknemers. — Discriminatie tussen gepensioneerden.
30927
1
2006200709695
5- 2-2007
196
Bruno Van Grootenbrulle
Pensions. — Fonctionnaires. — Nouvelle nationalité. Pensioenen. — Ambtenaren. — Nieuwe nationaliteit.
30929
1
2006200709745
9- 2-2007
197
Charles Michel
Personnes aˆgées. — Garantie de revenus. — Séjour à l’étranger. Bejaarden. — Inkomensgarantie. — Verblijf in het buitenland.
30931
8
2006200709777 15- 2-2007
198
Mw. Trees Pieters
* Conversion d’assurances dirigeant d’entreprise. — Neutralité fiscale. — Cotisations sociales et fiscales sur les primes. — Plans de pension. Omvorming van bedrijfsleiderverzekeringen. — Fiscale neutraliteit. — Fiscale en sociale bijdragen op premies. — Pensioenplannen.
30811
8
2006200709787 19- 2-2007
199
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30812
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30982
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2005200608568 26- 2-2007
200
David Geerts
Ancien Office belge du Commerce extérieur. — Statut des travailleurs temporaires. Vroegere Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel. — Statuut van de tijdelijke werknemers.
30932
1
2006200709848 27- 2-2007
201
Francis Van den Eynde
Bureau d’avocats. — Services juridiques contre rémunération. Advocatenkantoor. — Juridische dienstverlening tegen betaling.
30933
Ministre de l’Emploi Minister van Werk 1
2005200606253 18-11-2005
382
Mw. Annemie Turtelboom
Réduction des charges salariales pour les jeunes travailleurs. — Recrutement de travailleurs des huit nouveaux E´tats membres de l’Union européenne. Loonkostverlaging van jonge werknemers. — Aanwerving arbeidskrachten uit de acht nieuwe EU-lidstaten.
30934
1
2005200606852 12- 1-2006
435
Mw. Maggie De Block
E´valuation des demandeurs d’emploi. — Facilitateurs de l’ONEm et conseillers du VDAB. Beoordeling van werkzoekenden. — RVA-facilitatoren en VDAB-consulenten.
30935
1
2005200608183 30- 5-2006
542
Charles Michel
Complément d’ancienneté à l’allocation de choˆmage. Ancie¨nniteitstoeslag bij de werkloosheidsuitkering.
30937
1
2005200608544 18- 7-2006
578
Roel Deseyn
Adjudication du site portail fédéral réaménagé « Belgium.be ». Aanbesteding van de vernieuwde federale portaalsite « Belgium.be ».
30939
1
2006200709405 18-12-2006
644
Mw. Annemie Turtelboom
Inspection du travail. — Hoˆpitaux. — Permutation de prestations de service. Arbeidsinspectie. — Ziekenhuizen. — Onderlinge wissels van diensten.
30943
1
2006200709471
5- 1-2007
651
Guy D’haeseleer
Arriéré en matière de la publication des CCT au Moniteur belge. Achterstand inzake de publicatie van CAO’s in het Belgisch Staatsblad.
30944
6
2006200709551 16- 1-2007
656
Mw. Maggie De Block
Secteur de la culture du chicon et des champignons. — Exonération de versement du précompte professionnel. — Relèvement du nombre de jours de travail saisonnier. Champignon- en witloofteelt. — Vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing. — Uitbreiding aantal dagen seizoenarbeid.
30946
1
2006200709554 16- 1-2007
657
Mw. Annemie Turtelboom
Chantiers de construction. — Coordinateurs de sécurité. — Controˆles. Bouwwerven. — Veiligheidscoo¨rdinatoren. — Controles.
30947
1
2006200709580 22- 1-2007
659
Mw. Hilde Dierickx
Licenciement pour motif grave. Ontslag om dringende reden.
30949
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 CA
DO
30983
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2006200709588 23- 1-2007
660
Carl Devlies
Crédits non ordonnancés au 31 décembre 2006. Niet-geordonnanceerde kredieten op 31 december 2006.
30950
6
2006200709643 26- 1-2007
662
Dirk Claes
Travail d’étudiant. — Nombre d’étudiants employés. Studentenarbeid. — Aantal tewerkgestelde studenten.
30951
1
2006200709672 31- 1-2007
666
Mw. Annemie Turtelboom
Travailleurs aˆgés. — Lettres de candidature. — Faible écho de la part des employeurs. Oudere werknemers. — Sollicitatiebrieven. — Beperkte respons werkgevers.
30952
1
2006200709703
5- 2-2007
670
Geert Lambert
ONEm. — Saisie sur les allocations de choˆmage. — Notification. RVA. — Loonbeslag op werkloosheidsuitkeringen. — Aanschrijvingen.
30954
1
2006200709714
7- 2-2007
671
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
ALE. — Section des titres-services. — Remboursement d’une partie du salaire des agents ALE. PWA. — Afdeling dienstencheques. — Terugbetaling gedeelte loon van PWA-beambten.
30956
1
2006200709774 15- 2-2007
673
Mw. Nahima Lanjri
Volontaires étrangers. — Arrêté royal. Buitenlandse vrijwilligers. — Koninklijk besluit.
30957
1
2006200709779 15- 2-2007
674
Mw. Ingrid Meeus
Services publics fédéraux. — Documents ODF. Federale overheidsdiensten. — ODF-documenten.
30959
8
2006200709553 15- 2-2007
675
Mw. Maggie De Block
* Secteur agricole. — « Formulaire occasionnel ». Landbouwsector. — « Gelegenheidsformulier ».
30813
8
2006200709787 19- 2-2007
676
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30813
8
2006200709795 19- 2-2007
677
Mme Muriel Gerkens * Protection de la santé et de la sécurité des travailleurs contre les risques liés à des agents chimiques sur leur lieu de travail — Arrêté royal du 11 mars 2002. Koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van chemische agentia op het werk.
30814
1
2006200709914
698
Mw. Greta D’hondt
30960
7- 3-2007
Délocalisation d’entreprises de transport au Luxembourg. Delocalisatie transportbedrijven naar Luxemburg.
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 4
2005200606654 21-12-2005
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
59
Mw. Nathalie Muylle
2006
Secteurs agricole et horticole. — Possibilité d’une provision pour l’achat de carburants. Land- en tuinbouw. — Provisiemogelijkheid van brandstoffen.
2007
30962
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007
30984
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling 1
2006200709701
5- 2-2007
66
Mw. Simonne Creyf
8
2006200709787 19- 2-2007
67
Staf Neel
Fedesco. — E´tat d’avancement du dossier. Fedesco. — Stand van zaken. * Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30963 30815
E´conomie sociale — Sociale Economie 8
2006200709787 19- 2-2007
92
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30816
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 8
2006200709787 19- 2-2007
106
Staf Neel
1
2006200709912
107
Guido De Padt
7- 3-2007
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants. Services publics, institutions, administrations et entreprises publiques. — Réduction de la consommation énergétique et de la consommation de combustibles et de carburants. Overheidsdiensten, instellingen, administraties en overheidsbedrijven. — Terugdringing energieen brandstoffenverbruik.
30817 30967
Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1
2005200608687 17- 8-2006
1055
Francis Van den Eynde
SNCB. — Personnel. — Formation à la défense contre les agressions. NMBS. — Personeel. — Opleiding « verdediging tegen agressie ».
30968
1
2006200709113 10-11-2006
1110
Mw. Annelies Storms
SNCB. — Dépoˆt de bicyclettes gardé à la gare de Gand-Saint-Pierre. NMBS. — Bewaakte fietsenstalling aan het station van Gent-Sint-Pieters.
30969
1
2006200709249 28-11-2006
1135
Jean-Claude Maene
SNCB. — Réouverture de la voie 136 dans l’EntreSambre-et-Meuse. NMBS. — Heropening van lijn 136 in de regio tussen Samber en Maas.
30971
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 159 26 - 3 - 2007 CA
DO
Date Datum
30985
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2006200709782 15- 2-2007
1206
Jean-Marc Nollet
* La Poste. — Fermeture des bureaux de poste de Leernes er de Courcelles Motte. De Post. — Sluiting van het postkantoor van Leernes en van het kantoor « Courcelles Motte ».
30817
8
2006200709787 19- 2-2007
1207
Staf Neel
* Départements. — Réfectoires. — Restaurants. Departementen. — Refters. — Restaurants.
30819
8
2006200709792 19- 2-2007
1208
Stijn Bex
* SNCB. — Louvain. — Point vélos. NMBS. — Leuven. — Fietspunt.
30819
CHAMBRE • 5e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: IPM S.A.
2006
2007
KAMER • 5e ZITTING VAN DE 51 ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436