Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

QRVA 50 049

QRVA 50 049

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

————

————

Schriftelijke vragen en antwoorden

Questions et réponses écrites

23 - 10 - 2000

KAMER • 3e ZITTING VAN DE 50e ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 50e LE´GISLATURE

737

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5734

AGALEV-ECOLO CVP FN PRL FDF MCC PS PSC SP VLAAMS BLOK VLD VU&ID

: : : : : : : : : :

Anders gaan leven / Ećologistes (confédérés pour l’organisation de luttes originales) Christelijke Volkspartij Front National Parti Réformateur libéral - Front démocratique des francophones - Mouvement des citoyens pour le changement Parti socialiste Parti social-chrétien Socialistische Partij Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten Volksunie&ID21 (Integrale Democratie voor de 21e eeuw)

Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 50 0000/000 : Parlementair document van de 50e zittingsperiode + het nummer en het volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden HA : Handelingen (Integraal Verslag) BV : Beknopt Verslag PLEN : Plenum COM : Commissievergadering

Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 : Document parlementaire de la 50e législature, suivi du no et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites HA : Annales (Compte Rendu Intégral) CRA : Compte rendu analytique PLEN : Séance plénière COM : Réunion de commission

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : alg.zaken@de Kamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5735

Blz. Pages

INHOUD

SOMMAIRE

Eerste minister

—

Premier ministre

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

—

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

—

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

5759

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer

5760

Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

5777

Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Minister van Binnenlandse Zaken

5801

Ministre de l’Intérieur

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen

5809

Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen

Ministre de la Fonction publique et de la Modernisation de l’administration

—

Minister van Landsverdediging

5829

Minister van Landbouw en Middenstand

Ministre de l’Agriculture et des Classes moyennes

—

Minister van Justitie

Ministre de la Défense

5833

Ministre de la Justice

Minister van Financie¨n

—

Ministre des Finances

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties

—

Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

5841

Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes

Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

5845

Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking

—

Secrétaire d’E´tat à la Coopération au développement

Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling

—

Secrétaire d’E´tat à l’Eńergie et au Développement durable

—

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt


Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5736

Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1999. * Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1999. * Datum Date

Vraag nr. Question no

Auteur

Blz. Page

Datum Date


Auteur

Blz. Page

Vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid

1- 8-2000

262

Lode Vanoost

5346

3- 8-2000

265

Lode Vanoost

5348

Vice-premier ministre et ministre de l’Emploi

18- 8-2000

267

Jan Eeman

5349

23- 8-2000

271

Yves Leterme

5352

31- 8-2000

272

Olivier Maingain

5352

4- 9-2000

273

Karel Van Hoorebeke

5353

7- 9-2000

274

Yves Leterme

5509

4- 4-2000

86

30- 5-2000

106

Francis Van den Eynde 3467 Yves Leterme

4359

11- 9-2000

276

Daan Schalck

5510


8- 9-2000

277

Mw. Annemie Van de Casteele

5743


8- 9-2000


5743 5744

278

18- 9-2000

279

Peter Vanvelthoven

18- 9-2000

280

Francis Van den Eynde 5744

18- 9-2000

281

Mw. Joke Schauvliege

5745

20- 9-2000

282

Claude Eerdekens

5746

28- 2-2000

137

Jan Mortelmans

2792

22- 3-2000

167

Jan Mortelmans

3076

14- 4-2000

173

Luc Paque

3693

5- 5-2000

194

Olivier Chastel

3997

8- 5-2000

196

Tony Smets

3998

8- 5-2000

198


23- 5-2000

202

Richard Fournaux

4201

24- 5-2000

203

Olivier Maingain

4202

25- 5-2000

205


30- 5-2000

207

Yves Leterme

4361

6- 6-2000

209

Olivier Chastel

4363

12- 7-2000

241

Aimé Desimpel

4967

17- 7-2000

244

Jan Mortelmans

5334

17- 7-2000

247

Jan Mortelmans

5335


17- 7-2000

249

Jan Mortelmans

5336


20- 7-2000

255

Lode Vanoost

5340

20- 7-2000

256

Lode Vanoost

5341

19-10-1999

42

Yves Leterme

727

20- 7-2000

257

Lode Vanoost

5342

20-10-1999

47

Bart Laeremans

728

20- 7-2000

259

Lode Vanoost

5344

20-10-1999

51

Bart Laeremans

731

1- 8-2000

260

Lode Vanoost

5344

23-11-1999

77

Luc Goutry

2000

2001

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Volksgezondheid — Santé publique

9- 5-2000

122

Jo Vandeurzen

4000

1151

* Lijst afgesloten op 20 oktober 2000 * Liste cloˆturée le 20 octobre 2000



QRVA 50 049 23 - 10 - 2000 Datum Date 22828281616193417172078-

2-2000 3-2000 3-2000 5-2000 6-2000 6-2000 6-2000 6-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 7-2000 8-2000 9-2000

5737

Vraag nr. Question no 131 147 162 172 194 201 202 204 216 217 226 227 231 233 244

Auteur Guido Tastenhoye Yves Leterme Geert Bourgeois Yves Leterme André Frédéric Peter Vanvelthoven Peter Vanvelthoven Gerolf Annemans Mw. Joke Schauvliege Willy Cortois Jan Mortelmans André Schellens Bart Laeremans Servais Verherstraeten Fred Erdman

Blz. Page 2649 3086 3361 3880 4544 4745 4746 4747 4968 4969 5354 5355 5355 5356 5747

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions Sociale Zaken — Affaires sociales

23-11-1999 24-12-1999 14- 3-2000 22- 5-2000 29- 5-2000 30- 5-2000 12- 7-2000 18- 7-2000 21- 8-2000 28- 8-2000 8- 9-2000 20- 9-2000

41 61 96 136 140 143 170 176 186 187 192 195

Mw. Alexandra Colen Peter Vanvelthoven Francis Van den Eynde Philippe Seghin Jean-Jacques Viseur Yves Leterme Geert Bourgeois Koen Bultinck Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Mw. Yolande Avontroodt Claude Eerdekens

1154 1710 3097 4206 4374 4375 4976 5358 5361 5362 5747 5748

Pensioenen — Pensions

17- 3-2000

18

Jan Mortelmans


Datum Date


30- 5-2000 10- 8-2000

25 35

Yves Leterme Mw. Kristien Grauwels

Blz. Page 4376 5364

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1451818-

7-2000 9-2000 9-2000 9-2000

83 90 92 93

Mme Josée Lejeune Pieter De Crem Olivier Maingain Martial Lahaye

5097 5368 5748 5749

Minister van Justitie Ministre de la Justice 9- 8-1999 10- 8-1999 8- 9-1999 16- 9-1999 22- 9-1999 29- 9-1999 1-10-1999 1-10-1999 4-10-1999 15-10-1999 25-10-1999 25-10-1999 19-11-1999 22-11-1999 24-11-1999 19- 1-2000 9- 2-2000 9- 2-2000 9- 2-2000 11- 2-2000 21- 2-2000 21- 3-2000 21- 3-2000

3102

2000

Auteur

2001

6 9 31 39 49 56 61 62 63 72 87 91 106 108 111 141 156 157 158 160 164 183 184

Yves Leterme Yves Leterme Geert Bourgeois Yves Leterme Jean-Pierre Viseur Geert Bourgeois Geert Bourgeois Karel Van Hoorebeke Martial Lahaye Jo Vandeurzen Mw. Alexandra Colen Alfons Borginon Fred Erdman Bert Schoofs Fred Erdman Yves Leterme Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Hubert Brouns Geert Bourgeois Mw. Annemie Van de Casteele

32 34 216 305 310 422 424 425 426 737 861 863 1160 1162 1165 2050 2431 2432 2432 2504 2658 3111 3112


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5738

Datum Date


Datum Date


28- 3-2000

187

Jean-Jacques Viseur

3365

8- 9-1999

23

Jos Ansoms

221

28- 3-2000

188

Fred Erdman

3366

8- 9-1999

24

Jo Vandeurzen

222

25- 4-2000

204

Mw. Frieda Brepoels

3807

9- 9-1999

25

Geert Bourgeois

223

2- 5-2000

207

Yves Leterme

3883

9- 9-1999

26

Jan Mortelmans

225

31

Francis Van den Eynde

228

Auteur

Blz. Page

Auteur

Blz. Page

3- 5-2000

208

Gerolf Annemans

3883

10- 9-1999

10- 5-2000

210

Jan Eeman

4016

15- 9-1999

50

Mw. Trees Pieters

245

18- 5-2000

213

Mme Zoé Genot

4209

16- 9-1999

52

Yves Leterme

311

19- 5-2000

214

André Frédéric

4209

13-10-1999

76

Guy D’haeseleer

647

29- 5-2000

222

Yves Leterme

4382

13-10-1999

77

Eric van Weddingen

648

2- 6-2000

224

Jo Vandeurzen

4383

18-10-1999

83

Bart Laeremans

743

13- 6-2000

227

Jean-Pierre Viseur

4551

19-10-1999

86

Mw. Trees Pieters

744

15- 6-2000

228

Mw. Frieda Brepoels

4750

22-10-1999

93

Karel Van Hoorebeke

865

23- 6-2000

232

Jo Vandeurzen

4875

22-10-1999

97

Karel Van Hoorebeke

867

27- 6-2000

233

Mw. Kristien Grauwels

25-10-1999

100

Mw. Alexandra Colen

869

4875

27-10-1999

104

Mw. Alexandra Colen

871

18- 7-2000

239

Bart Laeremans

5369

3-11-1999

108

Alfons Borginon

996

1- 8-2000

243

Yves Leterme

5371

4-11-1999

109

Jean-Pierre Viseur

997

7- 8-2000

244

Olivier Maingain

5372

16-11-1999

115

Daniel Bacquelaine

1082

10- 8-2000

246


16-11-1999

116

Dirk Pieters

1082

5373

17-11-1999

118

Jan Eeman

1084

22-11-1999

124

Lode Vanoost

1173

17- 8-2000

247

Servais Verherstraeten

5373

18- 8-2000

248

Martial Lahaye

5374

23-11-1999

126

Mw. Trees Pieters

1175

18- 8-2000

249

Jo Vandeurzen

5375

24-11-1999

131

Mw. Trees Pieters

1182

5- 9-2000

252

Pieter De Crem

5376

24-11-1999

132


1186

5- 9-2000

253

Pieter De Crem

5377

25-11-1999

136

Mw. Trees Pieters

1340

5- 9-2000

255

Yves Leterme

5377

3-12-1999

142

Dirk Van der Maelen

1456

6- 9-2000

256


3-12-1999

143

Dirk Pieters

1456

6- 9-2000

258


6-12-1999

146

Jacques Chabot

1459

15- 9-2000

260

Mw. Magda De Meyer 5749

7-12-1999

154

Willy Cortois

1465

15- 9-2000

261

Fred Erdman

5750

17-12-1999

164

18- 9-2000

262

Olivier Maingain

5750


1717

18- 9-2000

263

Yves Leterme

5751


1717


17-12-1999

165

20-12-1999

167

Dirk Pieters

1718

21-12-1999

171


1722

Ministre des Finances 21-12-1999

174

Jan Eeman

1724

9- 8-1999

9

Peter Vanvelthoven

43

23-12-1999

176

Claude Eerdekens

1725

8- 9-1999

22

Marcel Hendrickx

130

28-12-1999

180

Eric van Weddingen

1810


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5739

Datum Date


Datum Date


10- 1-2000

184

Yves Leterme

1924

9- 5-2000

327

Jean-Pol Henry

4019

11- 1-2000

186

Geert Bourgeois

1925

10- 5-2000

329

Robert Denis

4020

11- 1-2000

187

Hubert Brouns

1927

12- 5-2000

332


13- 1-2000

190

Mw. Simonne Creyf

2050

15- 5-2000

334

Geert Bourgeois

4111

19- 1-2000

198

Mw. Trees Pieters

2056

16- 5-2000

335

Geert Bourgeois

4112

19- 1-2000

200

Jean-Pierre Viseur

2059

18- 5-2000

342

Hugo Coveliers

4213

19- 1-2000

201

Jean-Pierre Viseur

2060

19- 5-2000

345

Dirk Pieters

4215

21- 1-2000

204

Jean-Pierre Viseur

2200

23- 5-2000

359

Alfons Borginon

4222

21- 1-2000

205

Jean-Pierre Viseur

2201

26- 5-2000

365

Jan Peeters

4385

24- 1-2000

208

Georges Lenssen

2205

29- 5-2000

369

Jef Valkeniers

4386

25- 1-2000

209

Peter Vanvelthoven

2206

30- 5-2000

375

Jef Valkeniers

4390

25- 1-2000

210

Claude Eerdekens

2206

30- 5-2000

376

Yves Leterme

4390

212

Mme

28- 1-2000

Auteur

Blz. Page

Auteur

Blz. Page

Marie-Thérèse Coenen

31- 5-2000

377

Claude Eerdekens

4391

2307

31- 5-2000

379

Claude Eerdekens

4392

3- 2-2000

216


2435

31- 5-2000

380

Claude Eerdekens

4392

9- 2-2000

221

Olivier Maingain

2441

31- 5-2000

381

Jean-Pol Poncelet

4393

10- 2-2000

223

Yves Leterme

2507

2- 6-2000

383

Filip Anthuenis

4395

10- 2-2000

224

Yves Leterme

2508

6- 6-2000

385


4396

18- 2-2000

231

Filip Anthuenis

2660

8- 6-2000

388

Richard Fournaux

4551

18- 2-2000

232

Karel Van Hoorebeke

2661

8- 6-2000

390

Alfons Borginon

4552

18- 2-2000

233

Jacques Lefevre

2661

8- 6-2000

391

Mw. Trees Pieters

4553

28- 2-2000

241

Luc Goutry

2804

13- 6-2000

392

Jean-Jacques Viseur

4555

28- 2-2000

243

Mw. Trees Pieters

2805

16- 6-2000

398

Geert Bourgeois

4750

1- 3-2000

246

Luc Sevenhans

2810

19- 6-2000

400

Claude Eerdekens

4751

7- 3-2000

258

Luc Goutry

2938

22- 6-2000

402

Claude Eerdekens

4876

8- 3-2000

259

Yves Leterme

2938

22- 6-2000

404

Yves Leterme

4877

13- 3-2000

265

Yves Leterme

3115

26- 6-2000

406

Claude Eerdekens

4878

14- 3-2000

267

André Frédéric

3116

27- 6-2000

407

Claude Eerdekens

4878

20- 3-2000

278

Hubert Brouns

3124

27- 6-2000

408

Claude Eerdekens

4879

23- 3-2000

284

Yves Leterme

3367

27- 6-2000

410

Aimé Desimpel

4880

5- 4-2000

301

Jean-Pierre Viseur

3487

3- 7-2000

413

Yves Leterme

4981

7- 4-2000

306

Dirk Pieters

3589

5- 7-2000

419

Jean-Jacques Viseur

4985

14- 4-2000

307

Koen Bultinck

3706

5- 7-2000

420

Jean-Jacques Viseur

4985

14- 4-2000

309

Peter Vanvelthoven

3708

6- 7-2000

421

Mw. Trees Pieters

4986

28- 4-2000

315

Mw. Trees Pieters

3884

10- 7-2000

422

Jo Vandeurzen

4987

2- 5-2000

318


10- 7-2000

423

Georges Lenssen

4987

3888

11- 7-2000

424

Jozef Van Eetvelt

4988

Danny Pieters

4016

12- 7-2000

427

Aimé Desimpel

4989

2000

2001

4- 5-2000

321



QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5740

Datum Date


Datum Date


12- 7-2000

428

Aimé Desimpel

4990

20- 7-2000

124

Jean-Pol Poncelet

5394

17- 7-2000

432

Luc Goutry

5378

8- 8-2000

125

Jan Mortelmans

5394

17- 7-2000

433

Tony Smets

5378

10- 8-2000

126

18- 7-2000

434

Eric van Weddingen

5379


5395

19- 7-2000

435

Pierre Lano

5380

31- 7-2000

436

Mw. Yolande Avontroodt

5382

Auteur

Blz. Page

3- 8-2000

437

Jean-Pierre Viseur

5384

3- 8-2000

438

Olivier Maingain

5385

10- 8-2000

439


5386

Auteur

Blz. Page

24- 8-2000

127

Yves Leterme

5395

8- 9-2000

128


5755

Olivier Maingain

5756

18- 9-2000

129

Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques

17- 8-2000

440

Jo Vandeurzen

5387

17- 8-2000

441

Jo Vandeurzen

5388

20- 7-2000

39

Bart Laeremans

5396

31- 8-2000

442

Olivier Maingain

5388

20- 7-2000

40

Bart Laeremans

5397

31- 8-2000

443

Olivier Maingain

5389

1- 8-2000

41

Mw. Frieda Brepoels

5397

4- 9-2000

444

Jo Vandeurzen

5389

10- 8-2000

42

5- 9-2000

445

Jo Vandeurzen

5390


5398

5- 9-2000

446

Alfons Borginon

5391

18- 8-2000

43

Geert Bourgeois

5398

5- 9-2000

447

Jo Vandeurzen

5391

20- 9-2000

44

Claude Eerdekens

5757

11- 9-2000

448

Jan Eeman

5514

11- 9-2000

449

Hubert Brouns

5515

13- 9-2000

450

Yves Leterme

5515

13- 9-2000

451

Yves Leterme

5751

15- 9-2000

452

Daan Schalck

5752

15- 9-2000

453

Yves Leterme

5752

18- 9-2000

454


5753

18- 9-2000

455

Aimé Desimpel

5754

18- 9-2000

456

Yves Leterme

5754

20- 9-2000

457

Claude Eerdekens

5755

Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes Economie — Ećonomie

5-10-1999

13

Mw. Frieda Brepoels

19- 1-2000

42

Mw. Trees Pieters

2064


27- 3-2000

57

Richard Fournaux

3378

14- 4-2000

61

Mme

Colette Burgeon

3709


31- 7-2000

88

Mw. Frieda Brepoels

5399

10- 8-2000

89


5400

Telecommunicatie — Télécommunications

441

7- 9-2000

91


5516

20- 7-2000

122

Yves Leterme

5392

20- 9-2000

93

Claude Eerdekens

5758

20- 7-2000

123

Bart Laeremans

5393

20- 9-2000

94

Claude Eerdekens

5758

2000

2001



QRVA 50 049 23 - 10 - 2000 Datum Date

5741


Auteur

Blz. Page

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

Datum Date


10- 8-2000

51

7- 9-2000 25-10-1999

9

Alfons Borginon

873

25-11-1999

26

Jean-Pol Poncelet

1349

13- 1-2000

35

Filip Anthuenis

2066

27- 6-2000

45


4884

17- 7-2000

49

Mw. Simonne Creyf

5401

17- 7-2000

50

Mw. Simonne Creyf

5401


2000

52

Auteur

Blz. Page


5402


5517

Grootstedenbeleid — Politique des grandes villes

16- 6-2000

3

Geert Bourgeois

4754

27- 6-2000

4


4885

2001


738

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5743

(Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. (Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre).



DO 1999200011770

DO 1999200011770

Vraag nr. 277 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 8 september 2000 (N.) :

Question no 277 de Mme Annemie Van de Casteele du 8 septembre 2000 (N.) :

NMBS. — Brussels voorstadsnet.

SNCB. — Réseau desservant la banlieue de Bruxelles.

De minister heeft verklaard dat de noden aan voorstadsverbindingen op alle lijnen rond Brussel objectief worden bestudeerd. 1. Wat is het resultaat van deze studies, uitgesplitst per lijn ?

La ministre a déclaré que les besoins en liaisons sur toutes les lignes desservant la banlieue de Bruxelles étaient étudiés objectivement. ` quel résultat ont abouti ces études (spécifier 1. A par ligne) ?

2. Van welke omvang zou de trafiek zijn op de lijn 50A, zowel tussen Denderleeuw en Gent als tussen Brussel-Zuid en Denderleeuw, indien op deze lijn een 15 minuten-stopdienst wordt aangeboden ?

2. Quelle serait l’ampleur du trafic sur la ligne 50A, entre Denderleeuw et Gand comme entre BruxellesMidi et Denderleeuw si un service d’arrêt de 15 minutes était offert sur cette ligne ?

DO 1999200011771

DO 1999200011771



NMBS. — Gelijkschakeling van de concurrentievoorwaarden van de vervoermodi.

SNCB. — Ajustement des conditions concurrentielles des moyens de transport.

De EU bepaalt dat de goederentrafiek van de spoorwegmaatschappijen niet mag worden gesubsidieerd. De infrastructuurkosten vallen echter wel in ruime mate ten laste van de gemeenschap.

L’UE interdit le subventionnement du transport de marchandises des sociétés de chemins de fer. Or, les couˆts d’infrastructure sont largement à charge de la collectivité.

1. In welke mate is er een gelijkschakeling van de concurrentievoorwaarden van de onderscheiden vervoermodi, wat deze kosten betreft ?

1. Dans quelle mesure les conditions concurrentielles des différents moyens de transport font-elles l’objet d’un ajustement en ce qui concerne ces couˆts ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5744

2. Sedert lang raden de verkeerseconomen aan de gemeenschapskosten niet langer forfaitair te verrekenen via een jaarlijkse belasting, maar in functie van het gebruik van de auto. Zulke maatregel vergt minstens een akkoord met de ons omringende landen. Wordt daarover onderhandeld ?

2. Depuis longtemps, les économistes spécialisés dans le transport recommandent de ne plus imputer ces couˆts à la collectivité forfaitairement par le biais d’un impoˆt annuel, mais en fonction de l’utilisation de la voiture. Or, une telle mesure requiert à tout le moins un accord avec les pays qui nous entourent. Des négociations ont-elles lieu à ce sujet ?

DO 1999200000784

DO 1999200000784

Vraag nr. 279 van de heer Peter Vanvelthoven van 18 september 2000 (N.) : Werking van de onbemande camera’s.

Question no 279 de M. Peter Vanvelthoven du 18 septembre 2000 (N.) : Fonctionnement des caméras automatiques fonctionnant sans présence humaine. Dans le courant de 1998, 17 carrefours situés en Région flamande ont été équipés d’une caméra automatique fonctionnant sans présence humaine en vue de la constatation d’infractions commises par les automobilistes roulant à une vitesse excessive ou bruˆlant un feu rouge. Depuis, on a été informé des premiers résultats concernant le fonctionnement de ces caméras. En 1998, elles ont effectué 34 447 heures de controˆle, au cours desquelles 14 404 infractions au total ont été constatées. Ce qui frappe à cet égard, c’est la grande différence d’heures de controˆle entre les provinces : c’est dans le Limbourg que ces caméras ont fonctionné le plus (9 955 heures) et dans la province d’Anvers qu’elles ont fonctionné le moins (1 477 heures). Entre-temps, on disposerait également de résultats pour 1999. 1. Pouvez-vous communiquer le nombre d’heures pendant lesquelles ces caméras automatiques ont fonctionné en 1999 ainsi que le nombre d’infractions constatées au cours de cette année (distinction entre excès de vitesse et feu rouge bruˆlé), en spécifiant ce nombre par province ? ` quoi est due cette grande différence pour ce qui 2. A est du nombre d’heures de controˆle entre les provinces ? 3. Envisage-t-on d’étendre l’usage de ces caméras automatiques fonctionnant sans présence humaine à l’ensemble du pays ?

In de loop van 1998 werden 17 kruispunten in het Vlaamse Gewest uitgerust met onbemande camera’s voor de vaststelling van snelheids- en rood licht-overtredingen.

Inmiddels raakten de eerste resultaten bekend in verband met de werking van deze camera’s. In 1998 waren de camera’s goed voor 34 447 controle-uren tijdens dewelke in totaal 14 404 overtredingen werden vastgesteld. Opvallend hierbij is het grote verschil in controle-uren tussen de verschillende provincies : in Limburg werkten de camera’s het meest (9 955 uren), in Antwerpen het minst (1 477 uren). De resultaten voor 1999 zouden intussen eveneens beschikbaar zijn. 1. Kan u het aantal controle-uren van de onbemande camera’s in 1999, evenals het aantal vastgestelde overtredingen (onderscheid snelheid-rood licht), beide opgesplitst per provincie, meedelen ?

2. Waaraan is het grote verschil in het aantal controle-uren tussen de provincies te wijten ? 3. Zijn er intenties om het gebruik van onbemande camera’s uit te breiden tot gans het land ?

DO 1999200011785

DO 1999200011785

Vraag nr. 280 van de heer Francis Van den Eynde van 18 september 2000 (N.) : NMBS. — Personeelsleden. — Werken in eigen omgeving. — Discriminatie. Voor enkele maanden zouden Franstalige contractuele personeelsleden die op Brussel-Noord werkten

Question no 280 de M. Francis Van den Eynde du 18 septembre 2000 (N.) : SNCB. — Membres du personnel. — Travailler dans sa propre région. — Discrimination. Il y a quelques mois, des membres francophones du personnel contractuel travaillant en gare de Bruxelles-


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5745

een C4 gekregen hebben omdat zij onvoldoende Nederlands kenden. Ze zouden ondertussen opnieuw aangeworven zijn, maar deze keer statutair en in eigen streek, Wallonie¨ dus, aan het werk zijn.

Nord auraient été licenciés pour connaissance insuffisante du néerlandais. Ils auraient été réengagés depuis, en tant que statutaires, et ceci dans leur propre région, en Wallonie.

Dit in tegenstelling met de Vlamingen die in de Brusselse stations werken en ondanks hun aandringen niet in eigen omgeving mogen werken omdat zij tweetalig zijn en dus moeilijk kunnen vervangen worden.

Cette situation contraste avec celle des membres du personnel flamand qui travaillent dans les gares bruxelloises. En effet, malgré leur demande, ils ne peuvent pas être affectés dans leur propre région parce que, bilingues, ils sont difficilement remplaçables.

1. Kan u een en ander bevestigen ?

1. Pouvez-vous confirmez ces informations ?

2. Zo ja, wat vindt u van deze discriminatie ten overstaan van de Vlamingen ?

2. Dans l’affirmative, que pensez-vous de cette discrimination à l’égard des Flamands ?

DO 1999200011791

DO 1999200011791

Vraag nr. 281 van mevrouw Joke Schauvliege van 18 september 2000 (N.) :

Question no 281 de Mme Joke Schauvliege du 18 septembre 2000 (N.) :

Overdag rijden met dimlichten. — Motorrijders, auto’s en vrachtwagens.

Conduire de jour avec les feux de croisement allumés. — Motocyclistes, voitures et camions.

« Via Secura », het driemaandelijks tijdschrift van het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid, bericht in zijn augustusnummer 2000 over 24 onderzoeken die door de Nederlandse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) zijn uitgevoerd.

Dans son numéro d’aouˆt 2000, « Via Secura », la revue trimestrielle de l’Institut belge de la sécurité routière, fait état de 24 tests effectués par le Nederlandse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV).

Hieruit blijkt dat het overdag rijden met dimlichten het aantal dodelijke botsingen in de landen van de Europese Unie met gemiddeld 25 % kan doen dalen. Volgens de SWOV is het niet zien aankomen van een ander voertuig minstens mee verantwoordelijk voor de helft van alle botsingen die overdag gebeuren. Op kruispunten loopt dit percentage zelfs op tot 80 %. De effecten van de maatregel varie¨ren wel volgens de lichtomstandigheden. Zo zijn de resultaten in de noordelijke landen positiever dan in Zuid-Europa.

Il en ressort que si les conducteurs allumaient leurs feux de croisement pendant la journée, le nombre d’accidents mortels enregistrés dans l’Union européenne diminuerait de 25 % en moyenne. Selon la SWOV, la moitié au moins des accidents qui se produisent de jour s’expliquent par le fait qu’un conducteur n’a pas aperçu l’autre véhicule. Aux carrefours, ce chiffre grimpe même à 80 %. Les effets de la mesure varient en fonction des conditions de luminosité. Ainsi, les résultats sont meilleurs dans les pays nordiques qu’en Europe méridionale.

In Belgie¨ geldt die verplichting tot op heden enkel voor motorrijders.

En Belgique l’obligation ne concerne actuellement que les motocyclistes.

Uit het onderzoek blijkt dat voetgangers en bestuurders van tweewielers het meeste baat hebben bij deze maatregel, omdat zij de aankomende voertuigen beter kunnen zien en erop reageren. De goede zichtbaarheid van motorfietsen komt trouwens niet in het gedrang als alle voertuigen met de lichten aan rijden.

L’étude montre que la mesure est avant tout bénéfique aux piétons et aux conducteurs de deux-roues, puisqu’elle leur permet de mieux distinguer les véhicules qui viennent vers eux et donc de réagir. Si tous les véhicules roulaient avec leurs phares allumés, la visibilité des motos ne serait d’ailleurs pas compromise.

1. Tot op heden geldt deze maatregel enkel voor motorrijders.

1. Pour l’heure, la mesure ne s’applique qu’aux motocyclistes.

Hoe wordt deze maatregel gee¨valueerd ?

Quelle évaluation a été faite de cette mesure ?

2. Overweegt u deze maatregel uit te breiden naar auto’s en vrachtwagens ?


2000

2. Envisagez-vous d’étendre la mesure aux voitures et aux camions ?

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5746

DO 1999200011796

DO 1999200011796

Vraag nr. 282 van de heer Claude Eerdekens van 20 september 2000 (Fr.) :

Question no 282 de M. Claude Eerdekens du 20 septembre 2000 (Fr.) :

Ligging van luchthavens. — Overvliegen van verstedelijkte gebieden.

Implantation des aéroports. — Survol des zones urbaines.

De vliegtuigramp in Gonesse, waar bij het neerstorten van een Concorde meer dan honderd slachtoffers vielen, heeft nog maar eens op tragische wijze aangetoond dat de nabijheid van een luchthaven bij een grote agglomeratie grote risico’s inhoudt. 85 % van de vliegtuigongevallen doet zich voor tijdens de opstijgings- en landingsfase.

La catastrophe de Gonesse, ou` un avion Concorde s’est écrasé en faisant plus de cent victimes, a montré une nouvelle fois, et de façon tragique, à quel point l’implantation des aéroports dans l’immédiate périphérie des grandes agglomérations comporte des risques. En effet, il faut savoir que 85 % des accidents d’avion surviennent pendant les phases de décollage et d’atterrissage.

Vliegtuigen die vanop Zaventem opstijgen en koers zetten naar het zuidwesten moeten een route volgen die recht boven het historische stadscentrum van Brussel ligt. Het Brusselse Gewest ligt dus permanent in de gevarenzone, en het kleinste ongeluk zou dramatische gevolgen hebben.

Or, dans notre pays, les avions décollant de Zaventem à destination du sud-est quittent l’aéroport en suivant une route qui traverse le centre historique de Bruxelles. La région bruxelloise est donc confrontée à un danger permanent, tant il est évident que le moindre accident survenant dans une telle zone aurait des conséquences dramatiques.

Nochtans werd in 1958 al een verbod uitgevaardigd op het overvliegen van het gedeelte van de Brusselse agglomeratie dat binnen een straal van 5 km rond het Park van Brussel ligt. Dat verbod geldt evenwel niet voor luchtvaartuigen die gehouden zijn de voorschriften en instructies van de dienst Controle van het luchtverkeer na te leven. Die uitzondering is intussen de regel geworden, zelfs voor het Paleis van Laken, waarop ze niet eens van toepassing is.

Il avait pourtant été interdit, dès 1958, « de survoler la partie de l’agglomération bruxelloise située à l’intérieur d’une circonférence de 5 kilomètres de rayon, centrée sur le Parc de Bruxelles ». Mais il avait été ajouté que « ne sont pas soumis à cette interdiction les aéronefs tenus de se conformer aux prescriptions et instructions du service de controˆle de la circulation aérienne ». Cette exception est devenue la règle, même pour le Palais de Laeken auquel elle ne s’applique pourtant pas.

Toen dat besluit uitgevaardigd werd, werden er jaarlijks 65 455 vliegbewegingen en 540 392 passagiers voor Brussel-Nationaal geregistreerd. In 1999 was dat aantal al opgelopen tot 313 929 vliegbewegingen per jaar, en werden er 20 048 532 passagiers vervoerd. Het probleem van de vluchten boven Brussel is, kortom, uitermate zorgwekkend geworden.

Quand cet arrêté fut pris, on comptait 65 455 mouvements annuels d’avion pour 540 392 passagers à Bruxelles-National. En 1999, on était passé à 313 929 mouvements annuels, pour 20 048 532 passagers. C’est dire à quel point la problématique du survol de Bruxelles est devenue préoccupante.

Naast de aangekondigde maatregelen ter bestrijding van de geluidsoverlast moet er mijns inziens ook hier wat aan gedaan worden.

Au-delà des mesures qui ont été annoncées pour régler le problème des nuisances sonores, il me semble que ladite problématique mériterait de faire l’objet d’une attention privilégiée.

Zou het derhalve niet opportuun zijn :

Ne serait-il pas opportun :

1. de beheerders van de luchthaven van BrusselNationaal te verzoeken alle oplossingen waarmee het overvliegen van Brussel vermeden kan worden, onder de loep te nemen; 2. de bestaande controles te verscherpen;

2. de renforcer les controˆles existants;

3. en overtredingen op ontradende wijze te bestraffen ?


1. d’inviter les gestionnaires de l’aéroport de Bruxelles-national à étudier l’ensemble des solutions permettant d’éviter un survol de Bruxelles;

2000

3. en cas de non-respect des règles, de prendre des sanctions dissuasives ?

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5747



DO 1999200011766

DO 1999200011766

Vraag nr. 244 van de heer Fred Erdman van 8 september 2000 (N.) :

Question no 244 de M. Fred Erdman du 8 septembre 2000 (N.) :

Provinciekieswet. — Onverenigbaarheden.

Loi électorale provinciale. — Incompatibilités.

Het antwoord op vraag nr. 182 van 24 mei 2000 van de heer Vanpoucke doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 40, blz. 4687).

La réponse fournie à la question no182 du 24 mai 2000 de M. Vanpoucke soulève certaines questions supplémentaires (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 40, p. 4687).

1. Kan u preciseren of het personeel van het OCMW, van intercommunales gevormd door het gemeentebestuur en/of het OCMW onder de onverenigbaarheden die gelden voor het gemeentepersoneel valt ?

1. Pourriez-vous préciser si les incompatibilités applicables au personnel communal s’appliquent également au personnel du CPAS et des intercommunales constituées par l’administration communale et/ ou le CPAS ?

2. a) Uit uw antwoord blijkt dat het gemeentelijk onderwijzend personeel niet kan zetelen in de provincieraad. Ontstaat hierdoor geen discriminatie met het onderwijzend personeel behorend tot andere netten (vrij onderwijs, Argo) ?

2. a) Votre réponse fait apparaıˆtre que le personnel enseignant communal ne peut siéger au conseil provincial. N’en découle-t-il pas une discrimination par rapport au personnel enseignant relevant d’autres réseaux tels que l’enseignement libre ou l’Argo (Conseil autonome de l’enseignement communautaire) ?

b) Zo ja, welke maatregelen neemt u dan om deze discriminatie weg te nemen ?

b) Dans l’affirmative, quelles mesures comptez-vous prendre pour mettre un terme à cette discrimination ?



Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 1999200011767

DO 1999200011767

Vraag nr. 192 van mevrouw Yolande Avontroodt van 13 september 2000 (N.) :

Question no 192 de Mme Yolande Avontroodt du 13 septembre 2000 (N.) :

Extramurale CT-scanners.

Scanners CT extra muros.

In antwoord op mijn vraag nr. 139 van 26 mei 2000 betreffende de extramurale CT-scanners zei u dat voor scanners opgesteld buiten een dienst voor medische beeldvorming momenteel geen financiering mogelijk is vanuit de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-

En réponse à ma question no 139 du 26 mai 2000 relative aux scanners CT extra muros, vous précisez notamment qu’en ce qui concerne les scanners installés en dehors d’un service d’imagerie médicale, aucun financement par l’assurance obligatoire soins de santé n’est actuellement réalisable (Questions et Réponses,


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5748

2000, nr. 42, blz. 4902). Er zal een koninklijk besluit worden genomen dat de datum van inwerkingtreding bekendmaakt van het verbod tot aanrekening aan de patie¨nt van verstrekkingen die zijn verricht met een scanner die niet is opgesteld in een dienst voor medische beeldvorming. 1. Impliceert dit antwoord dat artsen die op legale wijze een CT hebben geı¨nstalleerd en de prestaties hierop aanrekenden buiten het RIZIV dit niet langer mogen doen eenmaal het desbetreffend koninklijk besluit zal zijn verschenen ? 2. a) Indien dit het geval is, betekent deze maatregel geen beknotting van de vrije beroepsuitoefening van de arts ? b) Moet bovendien geen rekening worden gehouden met de financie¨le implicaties van deze maatregel voor de desbetreffende artsen ? 3. Welke maatregelen overweegt u te nemen om tegemoet te komen aan de gestelde problematiek ?

Chambre, 1999-2000, no 42, p. 4902). Un arrêté royal sera pris pour fixer la date d’entrée en vigueur de l’interdiction de facturer au patient les prestations effectuées au moyen d’un scanner qui n’est pas installé dans un service d’imagerie médicale.

DO 1999200011795

DO 1999200011795

Vraag nr. 195 van de heer Claude Eerdekens van 20 september 2000 (Fr.) : Geneesmiddelen. — Prijs. — Verpakking. Volgens Test Gezondheid nr. 38 van augustusseptember 2000 hebben een aantal geneesmiddelenfabrikanten hun grote verpakkingen uit de markt genomen omdat die sinds april goedkoper zijn. Test Gezondheid geeft het voorbeeld van een cholesterolverlagend geneesmiddel dat nu in een driemaal kleinere verpakking tegen dezelfde prijs als voor de regeringsbeslissing wordt verkocht. 1. Hebt u weet van dergelijke praktijken ? 2. Hoeveel inbreuken op de wet werden eventueel gemeld ? 3. Worden maatregelen genomen om dergelijke misbruiken te voorkomen ?

Question no 195 de M. Claude Eerdekens du 20 septembre 2000 (Fr.) : Médicaments. — Prix. — Conditionnement. Selon le magazine Test Santé no 38 d’aouˆtseptembre 2000, certains fabricants de médicaments ont retiré leurs grands conditionnements du marché étant donné que ceux-ci sont moins chers depuis le mois d’avril. Test Santé cite ainsi un médicament anticholestérol qui couˆterait actuellement le même prix qu’avant la décision gouvernementale pour un conditionnement trois fois plus petit. 1. Ces pratiques vous sont-elles connues ? 2. Combien d’infractions à la loi ont éventuellement été communiquées ? 3. Des dispositions seront-elles prises pour empêcher de telles dérives ?



1. Cela signifie-t-il qu’après la publication de l’arrêté royal en question, les médecins qui ont installé légalement un scanner CT et qui facturaient les prestations relatives à celui-ci en dehors du cadre de l’INAMI ne pourront plus agir de la sorte ? 2. a) Dans l’affirmative, cette mesure ne constitue-t-elle pas une entrave au libre exercice par le médecin de sa profession ? b) Ne convient-il pas par ailleurs de tenir compte des implications financières de cette mesure pour les médecins concernés ? 3. Quelles mesures avez-vous l’intention de prendre dans ce cadre ?

DO 1999200011779

DO 1999200011779

Vraag nr. 92 van de heer Olivier Maingain van 18 september 2000 (Fr.) : Belgische Krijgsmacht. — Opsplitsing naar taalrol per graad. Graag de opsplitsing naar taalrol per graad op 1 januari 2000 bij de Belgische Krijgsmacht (Landmacht, Luchtmacht, Zeemacht, Medische Dienst).

Question no 92 de M. Olivier Maingain du 18 septembre 2000 (Fr.) : Forces armées belges. — Répartition linguistique par grade. Quelle est, au 1er janvier 2000, la répartition linguistique, par grade, des Forces armées belges (Force terrestre, Force aérienne, Marine, Service médical) ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5749

DO 1999200011792

DO 1999200011792

Vraag nr. 93 van de heer Martial Lahaye van 18 september 2000 (N.) :

Question no 93 de M. Martial Lahaye du 18 septembre 2000 (N.) :

Nieuwe opdrachten voor de F-16’s. — Afrika.

Nouvelles missions pour les F-16. — Afrique.

Drie F-16’s van het Belgische leger namen deel aan een airshow in Zuid-Afrika. Gelijktijdig is het ook een oefening onder de codenaam « Black Falcon » om de inzet van F-16’s bij conflicten in Afrika uit te testen.

Trois F-16 de l’armée belge ont participé à un show aérien en Afrique du Sud. Simultanément, un exercice portant le nom de code « Black Falcon » avait été organisé pour tester l’intervention de F-16 dans des conflits en Afrique.

Ik ben een beetje verrast door deze nieuwe opdrachten voor onze F-16’s. Begin vorig jaar werd afgezien van deelname aan het projet JSF, voornamelijk om budgettaire redenen. Ook via het strategisch plan probeert men te saneren op het vlak van defensie en nu kan men zich permitteren om F-16’s naar Afrika te sturen.

Ces nouvelles missions confiées aux F-16 me surprennent quelque peu. L’an dernier, pour des raisons essentiellement d’ordre budgétaire, il avait en effet été renoncé à la participation au projet JSF. Alors que, par le biais du plan stratégique, on cherche par ailleurs à réaliser des économies dans le domaine de la défense, on semble apparemment se permettre d’envoyer des F-16 en Afrique.

1. Kan u meedelen of hierdoor andere missies of oefeningen in het gedrang komen of vervangen worden ?

1. D’autres missions ou exercices sont-ils remis en question ou seront-ils remplacés ?

2. a) In welke strategie kadert operatie « Black Falcon » ?

2. a) Dans quelle stratégie s’inscrit l’opération « Black Falcon » ?

b) Zijn er met name plannen om de Belgische Luchtmacht in te zetten voor bepaalde taken op het Afrikaanse continent ?

b) Existe-t-il des projets tendant à confier à la Force aérienne belge des missions sur le continent africain ?

c) Zo ja, wat zijn die plannen en kaderen zij in engagementen met internationale organisaties, zoals NAVO, WEU of VN ?

c) Dans l’affirmative, de quels projets s’agit-il et s’inscrivent-ils dans le cadre des engagements pris à l’égard d’organisations internationales comme l’OTAN, l’UEO ou les NU ?



DO 1999200011576

DO 1999200011576

Vraag nr. 260 van mevrouw Magda De Meyer van 15 september 2000 (N.) :

Question no 260 de Mme Magda De Meyer du 15 septembre 2000 (N.) :

Controles op zwartwerk door werklozen.

Controˆles des choˆmeurs en vue de dépister le travail au noir.

De controles op zwartwerk door werklozen gebeurt door de inspecteurs van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA). Bij vaststelling van in het zwart werkende werklozen wordt een proces-verbaal opgesteld, dat vervolgens wordt doorgestuurd naar de rechtbank.

Les inspecteurs de l’Office national de l’emploi (ONEM) sont chargés des controˆles des choˆmeurs visant à dépister le travail au noir. Chaque fois qu’ils constatent une activité effectuée au noir par un choˆmeur, ils établissent un procès-verbal qui est transmis au tribunal.


2000

2001


739

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5750

1. a) Hoeveel processen-verbaal werden er opgesteld door de RVA in 1998 en in 1999 ?

1. a) Combien de procès-verbaux l’ONEM a-t-il dressés en 1998 et en 1999 ?

b) Kunnen de gegevens worden opgesplitst per regio en per provincie ?

b) Pouvez-vous ventiler ces chiffres par région et par province ?

2. a) Hoeveel processen-verbaal werden geseponeerd door de rechtbanken ?

2. a) Combien de procès-verbaux ont été classés sans suite par les tribunaux ?

b) Is hier ook enig verschil waar te nemen tussen regio’s en provincies ?

b) Constate-t-on une différence d’approche selon les régions et les provinces ?

3. Wat overweegt u te doen om het seponeren van deze processen-verbaal te voorkomen ?

3. Quelles mesures envisagez-vous pour éviter que ces procès-verbaux continuent d’être classés sans suite ?

DO 1999200011775

DO 1999200011775



Commissies belast met het gebruik der Vlaamse taal in wetteksten.

Commissions chargées de l’emploi de la langue flamande dans les textes de loi.

In een artikel van de heer J. Leliard verschenen in het Rechtskundig Weekblad nr. 1 van 2 september 2000 wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden van de verschillende commissies die ingevolge de wetgeving betreffende het gebruik der Vlaamse taal in de officie¨le bekendmakingen belast waren met de voorbereidingen van officie¨le vertaling van wetten en wetboeken.

Un article de M. J. Leliard, paru dans « Rechtskundig Weekblad » (no 1 du 2 septembre 2000), comprend un aperçu des travaux des diverses commissions, qui, en vertu de la législation concernant l’emploi de la langue flamande dans les publications officielles, ont été chargées de préparer la traduction officielle des lois et des codes.

In dit artikel wordt verwezen naar verschillende teksten die reeds geruime tijd bij de minister van Justitie werden ingediend maar nog niet aan de werkgever werden voorgelegd.

Cet article fait référence à des textes qui ont été déposés il y a un certain temps déjà chez le ministre de la Justice, mais n’ont pas encore été soumis au législateur.

Kan u een overzicht geven van de teksten die afgewerkt door de bevoegde commissie werden overgemaakt met tezelfdertijd de reden waarom deze nog niet bij de bevoegde Wetgevende Kamers werden ingediend ?

Pourriez-vous fournir un aperçu des textes de la commission compétente qui ont été adressés au ministre, en indiquant le motif pour lequel ils n’ont pas encore été soumis aux Chambres législatives compétentes ?

DO 1999200011780

DO 1999200011780

Vraag nr. 262 van de heer Olivier Maingain van 18 september 2000 (Fr.) :

Question no 262 de M. Olivier Maingain du 18 septembre 2000 (Fr.) :

Rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel. — Griffiepersoneel. — Opsplitsing naar taalrol.

Tribunal de première instance, tribunal du travail, tribunal de commerce de Bruxelles. — Personnel de greffe. — Répartition linguistique.

1. Wat is op 1 januari 2000 de opsplitsing naar taalrol :

1. Quelle est la répartition linguistique des fonctionnaires de greffe au 1er janvier 2000 :


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5751

a) bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel;

a) au sein du tribunal de première instance de Bruxelles;

b) bij de rechtbank van koophandel te Brussel;

b) au sein du tribunal de commerce de Bruxelles;

c) bij de arbeidsrechtbank van Brussel ?

c) au sein du tribunal du travail de Bruxelles ?

2. Wat is de opsplitsing naar taalrol van het contractuele griffiepersoneel op 1 januari 2000 :

2. Quelle est la répartition linguistique des employés de greffe contractuels au 1er janvier 2000 :

a) bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel;

a) au sein du tribunal de première instance de Bruxelles;

b) bij de rechtbank van koophandel te Brussel;

b) au sein du tribunal de commerce de Bruxelles;

c) bij de arbeidsrechtbank te Brussel ?

d) au sein du tribunal du travail de Bruxelles ?

DO 1999200011784

DO 1999200011784

Vraag nr. 263 van de heer Yves Leterme van 18 september 2000 (N.) :

Question no 263 de M. Yves Leterme du 18 septembre 2000 (N.) :

Publicatie van het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 24 maart 2000.

Publication de l’arrêté royal portant exécution de la loi du 24 mars 2000.

De wet van 24 maart 2000 tot wijziging van de artikelen 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op de aanpassing van het bedrag van het loon dat niet vatbaar is voor overdracht of beslag (Belgisch Staatsblad van 4 mei 2000) vereist een koninklijk besluit ter uitvoering.

La loi du 24 mars 2000 modifiant les articles 1409, 1409bis, 1410 et 1411 du Code judiciaire en vue d’adapter la quotité non cessible ou non saisissable de la rémunération (Moniteur belge du 4 mai 2000) doit faire l’objet d’un arrêté royal d’exécution.

Dit koninklijk besluit laat lang op zich wachten, terwijl er heel wat mensen uitkijken naar de inwerkingtreding van de wet.

Alors que de nombreuses personnes attendent l’entrée en vigueur de la loi, l’arrêté royal tarde à être publié.

1. Kan u verduidelijken of het koninklijk besluit al genomen is en wanneer het gepubliceerd zal worden ?

1. Cet arrêté royal a-t-il déjà été pris ? Quand serat-il publié ?

2. Wat is de reden waarom dit koninklijk besluit zolang op zich laat wachten ?

2. Pour quelles raisons la publication de l’arrêté royal se fait-elle attendre ?


Ministre des Finances

DO 1999200011769

DO 1999200011769



BTW. — VZW’s. — Verschaffen van onderwijs.

TVA. — ASBL. — Enseignement dispensé.

Het verstrekken van onderwijs (school- of universitair onderwijs, beroepsopleiding en herscholing) en alle activiteiten die hiermee in nauw verband staan zijn krachtens artikel 44, § 2, 4o, van het BTW-Wetboek

L’enseignement dispensé dans une école ou une université ou dans le cadre d’une formation professionnelle ou d’un recyclage ainsi que toutes les activités qui y sont étroitement liées sont exonérés de TVA


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5752

vrijgesteld van deze BTW-belasting op voorwaarde dat dit onderwijs door de bevoegde overheden is erkend. De volgende probleemstelling kan zich voordoen.

en vertu de l’article 44, § 2, 4o, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, à la condition que cet enseignement soit reconnu par les autorités compétentes. Le problème suivant peut se présenter.

Een VZW stelt zich tot doel het verschaffen van onderwijs in de zin van cursussen gedurende een periode die overeenstemt met een academie- of schooljaar en met inachtneming van een pedagogisch programma gericht op het afleggen van een examen en het uitreiken van een getuigschrift.

Une ASBL se fixe comme objectif de dispenser un enseignement sous la forme de cours donnés pendant une période correspondant à une année académique ou scolaire et respectant un programme pédagogique axé sur la participation à un examen et la délivrance d’un certificat.

Deze VZW heeft hiervoor geen speciale erkenning.

Or, cette ASBL ne possède pas l’agrément spécifique requis à cette fin.

1. Kan deze VZW genieten van de vrijstelling van BTW ?

1. Cette ASBL peut-elle bénéficier d’une exonération de TVA ?

2. Indien de VZW beroepsopleiding en/of beroepsherscholing zou verstrekken, worden dan dezelfde regels inzake vrijstelling van BTW opgelegd ?

2. Si l’ASBL dispensait une formation professionnelle et/ou un cours de recyclage professionnel, les mêmes règles en matière d’exonération de TVA s’appliqueraient-elles ?

DO 1999200011776

DO 1999200011776

Vraag nr. 452 van de heer Daan Schalck van 15 september 2000 (N.) :

Question no 452 de M. Daan Schalck du 15 septembre 2000 (N.) :

Leningen. — Schuldsaldoverzekering. — Aftrekbaarheid als beroepskosten.

Prêts. — Assurance solde restant duˆ. — Déductibilité comme frais professionnels.

Een tandarts gaat ter financiering van zijn tandartsenstoel een lening aan. Deze lening wordt hem toegestaan, mits het afsluiten van een schuldsaldoverzekering. De intresten zijn aftrekbaar als beroepskosten.

Un dentiste contracte un prêt pour financer le siège de son cabinet de dentisterie. L’octroi de ce prêt est subordonné à la conclusion d’un contrat d’assurance du solde restant duˆ. Les intérêts en sont déductibles au titre de frais professionnels.

Aanvaardt de administratie dat deze schuldsaldoverzekering aftrekbaar is als beroepskosten, gezien het bijkomstige het hoofdzakelijke volgt of dient deze verzekering in mindering te worden gebracht als « levensverzekering », met alle beperkingen vandien ?

L’administration admet-elle la déductibilité de cette assurance du solde restant dû au titre de frais professionnels, compte tenu du fait que l’accessoire suit le principal, ou cette assurance doit-elle être déduite à titre d’assurance-vie, avec toutes les restrictions que cela comporte ?

DO 1999200011777

DO 1999200011777



BTW. — Beslechting van fiscale geschillen. — Bevoegde fiscale kamers.

TVA. — Contentieux en matière fiscale. — Chambres fiscales compétentes.

De wet van 23 maart 1999 betreffende de rechtelijke inrichting in fiscale zaken bepaalt dat voor de beslechting van fiscale geschillen de « fiscale kamer » bevoegd is van de provincie waar het BTW-ontvangkantoor gelegen is, zo onder meer voor geschillen en vorderin-

La loi du 23 mars 1999 relative à l’organisation judiciaire en matière fiscale attribue la compétence concernant le contentieux en matière fiscale à la « chambre fiscale » de la province ou` est située le bureau de perception de la TVA, notamment pour les litiges et


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5753

gen op grond van artikel 89, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over te toegevoegde waarde (WBTW).

actions visés à l’article 89, deuxième alinéa, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée (CTVA).

Artikel 89, tweede lid, WBTW dat bepaalt dat dwangbevelen slechts gestuit kunnen worden door een vordering in rechte, werd gewijzigd bij artikel 59 van de bovengenoemde wet van 23 maart 1999. Artikel 97 van dezelfde wet zou echter bepalen dat artikel 59 slechts van toepassing is op die belastingen, interesten en boeten waarvan de oorzaak van opeisbaarheid zich na 1 januari 1999 situeert. Met andere woorden het oude artikel 89, tweede lid, zou van toepassing zijn op de belastingen, interesten en boeten van voor 1 januari 1999.

L’article 89, deuxième alinéa, du CTVA stipulant que la contrainte ne peut être interrompue que par une opposition motivée a été modifié par l’article 59 de la loi du 23 mars 1999 susmentionnée. L’article 97 de cette loi préciserait cependant que l’article 59 n’est applicable qu’aux taxes, intérêts et amendes dont la cause d’exigibilité est postérieure au 1er janvier 1999. L’ancien article 89, deuxième alinéa, serait donc applicable aux taxes, intérêts et amendes dont la cause d’exigibilité est antérieure au 1er janvier 1999.

Dit zou met zich brengen (artikel 89, derde lid, WBTW) dat niet de nieuwe fiscale kamer bevoegd zou zijn, maar wel de rechtbank waaronder het kantoor van de betrokken ontvanger ressorteert.

Il en résulterait (article 89, troisième alinéa, du CTVA) que l’action ne serait pas portée devant la nouvelle chambre fiscale mais devant le tribunal dans le ressort duquel est situé le bureau du receveur concerné.

1. Is de zienswijze van de administratie correct waar zij oordeelt dat inzake bevoegdheid de oude regels nog van toepassing kunnen zijn op vordering van voor 1 januari 1999, zodat de eenheid van bevoegdheid opnieuw verloren gaat ?

1. L’administration a-t-elle raison lorsqu’elle estime qu’en matière de compétences, les anciennes règles restent d’application pour les actions antérieures au 1er janvier 1999, remettant ainsi en cause l’unicité des compétences ?

2. a) Heeft u zicht op de toepassing te velde van deze interpretatie ?

2. a) Qu’en est-il de l’application pratique de cette interprétation ?

b) Wordt dit overal op gelijke wijze geı¨nterpreteerd en toegepast ?

b) Les dispositions sont-elles uniformément interprétées et appliquées ?

DO 1999200011782

DO 1999200011782

Vraag nr. 454 van de heer Servais Verherstraeten van 18 september 2000 (N.) :

Question no 454 de M. Servais Verherstraeten du 18 septembre 2000 (N.) :

Vennootschapsbelasting. — Bijlagen.

Impoˆt des sociétés. — Annexes.

1. Bij de aangifte in de vennootschapsbelasting dienen diverse bijlagen toegevoegd. Dit vermeldt het formulier 275.1 in vak X diverse bescheiden, opgaven en inlichtingen waaronder in punt 1 : de jaarrekening bestaande uit balans, resultatenrekening en eventueel toelichting.

1. Comme le prévoit le cadre X « documents, relevés et renseignements divers » du formulaire 275.1, la déclaration à l’impoˆt des sociétés doit s’accompagner de diverses annexes dont le compte annuel constitué du bilan, le compte de résultat et une annexe éventuelle, mentionné au point 1 de cette case.

Wat wordt hiermee bedoeld ?

Que faut-il entendre par « compte annuel » ?

2. Accountants, bedrijfsrevisoren en erkende boekhouders-fiscalisten houden er de gewoonte op na zeer uitgebreide (interne) jaarrekeningen op te maken.

2. Les commissaires aux comptes, les réviseurs d’entreprises et les comptables-fiscalistes agréés établissent d’ordinaire des comptes annuels (internes) très détaillés.

Dient de jaarrekening in de vorm zoals ze wordt neergelegd te worden toegevoegd of kan dit gestandaardiseerde document worden vervangen door de

Faut-il joindre à la déclaration le compte annuel tel qu’il est déposé ou ce document standardisé peut-il être remplacé par le relevé plus détaillé susmentionné


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5754

hiervoor genoemde en meer gedetailleerde opgave, die als dan beter zal voldoen aan de vraag om inlichtingen die hoort bij de vraag tot toevoeging van documenten en het inwinnen van inlichtingen ?

qui répondra mieux à la demande d’adjoindre des documents et des informations ?

DO 1999200011783

DO 1999200011783

Vraag nr. 455 van de heer Aimé Desimpel van 18 september 2000 (N.) :

Question no 455 de M. Aimé Desimpel du 18 septembre 2000 (N.) :

Werken in onroerende staat. — Uitbesteding door een aannemer aan een onderaannemer.

Travaux immobiliers. — Mise en sous-traitance par un entrepreneur.

Een werk in onroerende staat kan verricht worden door een geregistreerde of een niet-geregistreerde (onder)aannemer.

Un entrepreneur enregistré ou non enregistré peut effectuer (en sous-traitance) des travaux immobiliers.

Indien een werk in onroerende staat dat onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteert, wordt uitbesteed door een aannemer aan een onderaannemer die op het moment van het sluiten van de overeenkomst niet geregistreerd is als aannemer, maar op het moment van de betaling wel geregistreerd is als aannemer voor de diensten die hij verricht, is er dan in hoofde van de aannemer hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht ?

Lorsque des travaux immobiliers relevant du comité paritaire pour le baˆtiment sont confiés en soustraitance par un premier entrepreneur à un entrepreneur non enregistré comme tel au moment de la conclusion de la convention mais qui, au moment du paiement, s’est fait enregistrer comme entrepreneur pour les prestations qu’il fournit, le premier entrepreneur est-il solidairement responsable et chargé de procéder à des retenues ?

DO 1999200011789

DO 1999200011789



WIB 1992. — Belastingvrije som. — Interpretatie door de administratie van het begrip « ongehuwd ».

CIR 1992. — Quotité du revenu exemptée d’impoˆt. — Interprétation de la notion « célibataire » par l’administration.

Artikel 133, § 1, 1o, WIB 1992 bepaalt dat de belastingvrije som verhoogd wordt voor een ongehuwde vader of moeder die één of meer kinderen ten laste heeft.

Aux termes de l’article 133, § 1er, 1o, du CIR 1992, la quotité du revenu exemptée d’impoˆt est majorée pour un père ou une mère célibataire ayant un ou plusieurs enfants à charge.

Dit artikel is het voorwerp geweest van interpretatie door de administratie, die onder « ongehuwd » verstaat de ouder die uit de echt gescheiden is en die een kind heeft dat verwekt is na de echtscheiding.

L’administration a interprété cet article en entendant par « célibataire » le parent divorcé ayant un enfant conçu après le divorce.

De indruk ontstaat dat de administratie een voorwaarde toevoegt aan de wet door te bepalen dat het kind verwekt moet zijn na de echtscheiding. De personen die een kind hebben verwekt voor het definitief worden van de echtscheiding maar na het ontstaan van de feitelijke scheiding komen niet in aanmerking voor dezelfde verhoging.

En disposant que l’enfant doit avoir été conçu après le divorce, l’administration semble ajouter un critère à la loi. Les personnes qui ont conçu un enfant à l’époque de la séparation de fait, mais avant que le divorce soit devenu définitif, ne bénéficient pas de cette majoration.

1. a) Is het standpunt van de administratie inzake de interpretatie van artikel 133, § 1, 1o, WIB 1992 juist en waarom ?

1. a) L’administration interprète-t-elle correctement l’article 133, § 1er, 1o, du CIR 1992 et pourquoi ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5755

b) Wat is uw standpunt hieromtrent ?

b) Quel est votre point de vue en la matière ?

2. Kan de interpretatie geen strijdigheid opleveren met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin dat er een discriminatie is ten opzichte van de ouder met een kind verwekt na de feitelijke scheiding en voor het definitief worden van de echtscheiding ?

2. Cette interprétation n’est-elle pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, en ce sens qu’elle constitue une discrimination à l’égard de l’enfant conçu au cours de la séparation de fait et avant que le divorce soit définitif ?

DO 1999200011803

DO 1999200011803



Wetboek van de inkomstenbelastingen. — Aftrekbare uitgaven. — Verrekening op een aanslagjaar.

Code des impoˆts sur le revenu. — Dépenses déductibles. — Imputation sur un exercice.

Artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) bepaalt dat de kosten die in het belastbare tijdperk werkelijk zijn betaald of het karakter van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen en als dusdanig zijn geboekt, aftrekbaar zijn.

L’article 49 du Code des impoˆts sur le revenu 1992 (CIR 1992) dispose que sont déductibles les frais qui, pendant la période imposable, sont effectivement payés ou qui ont acquis le caractère de dettes certaines et liquides et sont comptabilisées comme telles.

1. Mag uit de formulering van artikel 49 van het WIB 1992 worden afgeleid dat wanneer het tijdstip van het zeker en vaststaand karakter van de uitgave en het tijdstip van de betaling van de uitgave betrekking hebben op twee aanslagjaren, de vennootschap de aftrek op het aanslagjaar van haar keuze kan toepassen ?

1. Eu égard à la formulation de l’article 49 du CIR 1992, cela signifie-t-il que lorsque le moment du caractère certain et liquide de la dépense, et le moment du paiement de la dépense ressortissent à deux exercices différents, la société peut faire porter la déduction sur l’exercice de son choix ?

2. Zo neen, wat is de fiscale behandeling van een uitgave die tijdens een boekjaar N niet in de boekhouding werd geregistreerd op het ogenblik dat de uitgave het karakter van zekere en vaststaande schuld had, maar die wordt geregistreerd op het ogenblik van betaling van de uitgave tijdens het volgende boekjaar N + 1?

2. Dans la négative, quel serait le traitement fiscal d’une dépense qui n’aurait pas été enregistrée, au cours d’une exercice comptable N, dans la comptabilité au moment ou la dépense avait le caractère de dette certaine et liquide mais serait enregistrée au moment du paiement de la dépense qui a lieu au cours de l’exercice comptable suivant N + 1 ?



Telecommunicatie

Télécommunications

DO 1999200011773

DO 1999200011773



De Post. — Taalkaders.

La Poste. — Cadres linguistiques.

De Post heeft bij de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) een ontwerp van taalkaders ingediend.

La Poste a soumis un projet de cadres linguistiques à la Commission permanente de controˆle linguistique (CPCL).


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5756

1. Wat is de omvang van het werkvolume, gelokaliseerd of lokaliseerbaar per taalgebied, of bij gebreke aan de toepasbaarheid van het lokalisatiebeginsel, waarvan de oorsprong zich in het ene of het andere taalgebied bevindt ?

1. Quelle est l’ampleur du volume de travail, localisé ou localisable par région linguistique, ou, à défaut de l’applicabilité du principe de localisation, dont l’origine se trouve dans l’une ou l’autre région linguistique ?

2. Wat betreft het tweetalige gebied BrusselHoofdstad, wat is de omvang van het Nederlandstalig werkvolume en van het Franstalige werkvolume ?

2. En ce qui concerne la région bilingue de Bruxelles-Capitale, quelle est l’ampleur du volume de travail en langue néerlandaise et du volume de travail en langue française ?

DO 1999200011781

DO 1999200011781

Vraag nr. 129 van de heer Olivier Maingain van 18 september 2000 (Fr.) :

Question no 129 de M. Olivier Maingain du 18 septembre 2000 (Fr.) :

De Post. — Brusselse verkooppunten. — Opsplitsing naar taalrol van het personeel.

La Poste. — Points de vente bruxellois. — Répartition linguistique du personnel.

1. Graag de opsplitsing naar taalrol van het statutair en contractueel personeel op 1 januari 2000 bij de volgende verkooppunten van De Post in de 19 gemeenten van de Brusselse agglomeratie, per verkooppunt :

1. Quelle est la répartition linguistique du personnel statutaire en contractuel, au 1er janvier 2000, au sein des points de vente suivants de La Poste situés dans les 19 communes de l’agglomération bruxelloise, et ce point de vente par point de vente :

— Brussel 1 tot 45 en Brussel city 2 ;

— Bruxelles 1 à 45 et Bruxelles city 2;

— Anderlecht 1 tot 10;

— Anderlecht 1 à 10;

— Oudergem 2 en 3;

— Auderghem 2 et 3;

— Sint-Agatha-Berchem 1 en 2;

— Berchem-Sainte-Agathe 1 et 2;

— Etterbeek 1 tot 4;

— Etterbeek 1 à 4;

— Evere 2 en 3;

— Evere 2 et 3;

— Vorst 2, 3 en 4;

— Forest 2, 3 et 4;

— Ganshoren;

— Ganshoren;

— Elsene 1, 2, 6 en 7;

— Ixelles 1, 2, 6 et 7;

— Jette 2 en 3;

— Jette 2 et 3;

— Koekelberg 1;

— Koekelberg 1;

— Molenbeek 2, 4, 5, 6;

— Molenbeek 2, 4, 5, 6;

— Sint-Gillis 1, 2, 3;

— Saint-Gilles 1, 2, 3;

— Sint-Joost-ten-Node 1 en 2;

— Saint-Josse-ten-Noode 1 et 2;

— Schaarbeek 1, 4, 5, 6, 7, 10;

— Schaerbeek 1, 4, 5, 6, 7, 10;

— Ukkel 2, 3, 4, 5, 7;

— Uccle 2, 3, 4, 5, 7;

— Watermaal-Bosvoorde 1 en 2;

— Watermael-Boitsfort 1 et 2;

— Woluwe 2, 4, 5, 6, 7, 8 ?

— Woluwe 2, 4, 5, 6, 7, 8 ?

2. Graag voor elk verkooppunt de taalrol van de ontvanger-dienstchef.

2. Dans chaque point de vente, quel est le roˆle linguistique du percepteur-chef de service ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5757

Overheidsbedrijven en Participaties

Entreprises et Participations publiques

DO 1999200011804

DO 1999200011804



De Post. — Overschakeling op de euro. — Nominale waarde van postzegels. — Omwisseling.

La Poste. — Passage à l’euro. — Valeur faciale des timbres. — Ećhange.

De overschakeling op de euro zal alle aspecten van onze economie beı¨nvloeden. De verandering zal het meest tastbaar tot uiting komen wanneer munten en biljetten in euro in omloop worden gebracht.

Le passage à l’euro touchera tous les aspects de l’économie de notre pays. La concrétisation la plus apparente en sera, bien entendu, l’apparition des pièces et des billets en euro.

De Post geeft al vanaf einde 1999 postzegels in zowel euro als frank uit. Alle zegels behouden overigens die dubbele nominale waarde tot 31 december 2001. Vanaf dan worden alle door De Post verspreide zegels enkel nog in euro uitgedrukt.

La Poste, quant à elle, a déjà émis des timbres-poste libellés en euros et en francs belges, depuis la fin de 1999. Tous les timbres conserveront d’ailleurs cette double valeur faciale jusqu’au 31 décembre 2001. Audelà de cette date, tous les timbres émis par La Poste afficheront une seule valeur en euro.

De uitsluitend in frank uitgedrukte zegels kunnen nog tot 30 juni 2002 worden gebruikt. Tot diezelfde datum kunnen ze per volledige vellen en tegen 75 % van hun nominale waarde tegen zegels in euro worden omgewisseld.

Quant aux timbres libellés uniquement en francs belges, ils pourront être utilisés jusqu’au 30 juin 2002. C’est également jusqu’à cette date qu’ils pourront être échangés contre des timbres libellés en euros, par feuilles complètes et à 75 % de leur valeur faciale.

Die regeling is mijns inziens ongerechtvaardigd en veel restrictiever dan de voor wisseloperaties van Belgische frank in euro vastgestelde bepalingen. De in Belgische wet omgezette Europese bepalingen preciseren dat de overschakeling op de euro geen aanleiding mag geven tot enige vorm van verkapte verrijking.

Ces dispositions me semblent abusives, et bien plus restrictives que les modalités définies en ce qui concerne les opérations de change de francs belges en euros. Les dispositions européennes, traduites dans la loi belge, précisent que le passage à l’euro ne peut en aucun cas donner lieu à quelque forme d’enrichissement déguisé que ce soit.

Moet niet worden toegestaan dat postzegels die enkel in frank zijn uitgedrukt zonder beperking in de tijd kunnen worden gebruikt of dan toch op zijn minst onbeperkt per stuk en tegen 100 % van hun waarde kunnen worden omgewisseld ?

Dès lors, ne serait-il pas opportun de permettre une utilisation sans délai dans le temps des timbres uniquement libellés en francs belges, ou à tout le moins d’en autoriser le change, sans délai dans le temps, à la pièce et à 100 % de leur valeur ?

De Post zou op die manier de door alle economische operatoren toegepaste gedragsregels volgen.

En cela, La Poste ne ferait que suivre des règles de comportement adoptées par l’ensemble des opérateurs économiques.


2000

2001


740

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5758



Economie

Ećonomie

DO 1999200011795

DO 1999200011795



Geneesmiddelen. — Prijs. — Verpakking.

Médicaments. — Prix. — Conditionnement.

Volgens Test Gezondheid nr. 38 van augustusseptember 2000 hebben een aantal geneesmiddelenfabrikanten hun grote verpakkingen uit de markt genomen omdat die sinds april goedkoper zijn. Test Gezondheid geeft het voorbeeld van een cholesterolverlagend geneesmiddel dat nu in een driemaal kleinere verpakking tegen dezelfde prijs als voor de regeringsbeslissing wordt verkocht.

Selon le magazine Test Santé no 38 d’aouˆtseptembre 2000, certains fabricants de médicaments ont retiré leurs grands conditionnements du marché étant donné que ceux-ci sont moins chers depuis le mois d’avril. Test Santé cite ainsi un médicament anticholestérol qui couˆterait actuellement le même prix qu’avant la décision gouvernementale pour un conditionnement trois fois plus petit.

1. Hebt u weet van dergelijke praktijken ?

1. Ces pratiques vous sont-elles connues ?

2. Hoeveel inbreuken op de wet werden eventueel gemeld ?

2. Combien d’infractions à la loi ont éventuellement été communiquées ?

3. Worden maatregelen genomen om dergelijke misbruiken te voorkomen ?

3. Des dispositions seront-elles prises pour empêcher de telles dérives ?

DO 1999200011805

DO 1999200011805



Hypothecaire lening. — Levensverzekering. — Beleggingsfonds.

Emprunt hypothécaire. — Assurance-vie. — Fonds de placement.

In een artikel dat in het juli/augustusnummer van het magazine Budget en Recht verscheen, wordt gewag gemaakt van een nieuw type hypothecaire lening die sinds begin dit jaar zou zijn gecommercialiseerd.

Un article paru dans le magazine Budget et Droits de juillet/aouˆt 2000 fait état d’un nouveau type d’emprunt hypothécaire qui serait commercialisé depuis le début de cette année.

De lening wordt aangegaan op basis van een levensverzekering die verbonden is met een beleggingsfonds dat in aandelen en obligaties investeert. De premies worden aldus geı¨nvesteerd in een beleggingsfonds dat ertoe strekt de tijdige terugbetaling van de lening te waarborgen.

La formule consiste à conclure un prêt sur la base d’une assurance-vie. Cette assurance est liée à un fonds de placement qui investit en actions et en obligations. Ainsi, les primes servent à investir dans un fonds de placement destiné à rembourser le capital à l’échéance.

Dergelijke beleggingsfondsen garanderen echter nooit enig rendement.

Cependant, de tels fonds de placement ne garantissent jamais de rendement.

Worden er maatregelen getroffen om de lener te beschermen ?

Des mesures sont-elles prises pour protéger l’emprunteur ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5759

Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres.

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie

Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Maatschappelijke Integratie

Intégration sociale

DO 1999200011790

DO 1999200011790

Vraag nr. 50 van de heer Jan Peeters van 18 september 2000 (N.) :

Question no 50 de M. Jan Peeters du 18 septembre 2000 (N.) :

Plaatsingskosten in het rusthuis. — Terugvordering door OCMW bij de kinderen van de begunstigde.

Frais de placement dans une maison de retraite. — Récupération par le CPAS auprès des enfants du bénéficiaire.

De terugvordering door het OCMW van de plaatsingskosten in het rusthuis bij de kinderen van de begunstigde zijn krachtens de bestaande wetgeving beperkt tot het kindsdeel. Het OCMW van Antwerpen past echter de regel toe dat, bij overlijden van één van de kinderen, de bijdrage van de overlevende kinderen niet meer beperkt wordt tot het kindsdeel, maar wordt verhoogd met het kindsdeel van het overleden kind.

En vertu de la législation existante, la récupération par le CPAS des frais de placement dans une maison de retraite auprès des enfants est limitée à la part réservataire. Toutefois, le CPAS d’Anvers applique la règle suivante : en cas de décès de l’un des enfants, la contribution des enfants survivants n’est plus limitée à la part réservataire, mais est majorée de la part réservataire de l’enfant décédé.

1. Is deze interpretatie niet in strijd met de wetgeving ?

1. Cette interprétation n’est-elle pas en contradiction avec la législation ?

2. Kan, indien er twee kinderen zijn die bijdrageplichtig zijn tot het kindsdeel, bij overlijden van één van die kinderen, de bijdrage van het overlevende kind opgetrokken worden want « niet meer beperkt tot het kindsdeel » ?

2. Si deux enfants contribuent à la part réservataire, la contribution de l’enfant survivant peut-elle, en cas de décès de l’un de ces enfants, être majorée « car n’étant plus limitée à la part réservataire » ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op vraag nr. 170 van 1 december 1998 van mevrouw Van Kessel (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1998-1999, nr. 160, blz. 21645 en volgende). Hierin werd reeds opgemerkt dat wanneer een onderhoudsplichtige descendent overleden is, deze bij de terugvordering van de kosten die nadien gemaakt zijn ten aanzien van de gesteunde persoon niet meer meegerekend wordt voor de bepaling van het zogenaamde kindsdeel. Voor de vaststelling van het maximumbedrag dat op elk van de overblijvende

Réponse : J’ai l’honneur d’inviter l’honorable membre à se référer à la réponse à la question no 170 du 1er décembre 1998 de Mme Van Kessel (Questions et Réponses, Chambre, 1998-1999, no 160, p. 21645 et suivantes). Il y était déjà noté qu’en cas de décès d’un descendant débiteur d’aliments, celui-ci n’est plus pris en considération pour la détermination de ladite part de l’enfant lors du recouvrement des frais que la personne aidée a engendré ultérieurement. Pour fixer le montant maximum pouvant faire l’objet d’un recouvrement auprès de chacun des descendants restants, le


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5760

kinderen kan worden verhaald, dient het openbaar centrum luidens voormeld antwoord een nieuwe beslissing te nemen waarbij het kindsdeel herberekend wordt in functie van het gewijzigde aantal onderhoudsplichtige descendenten.

centre public doit, comme exposé dans la réponse préappelée, prendre une nouvelle décision dans le cadre de laquelle la part de l’enfant est recalculée en fonction de la modification du nombre de descendants débiteurs d’aliments.

Overeenkomstig de vigerende reglementering is de beperking tot het kindsdeel in geval van verhaal op de descendenten evenwel niet absoluut : zeer uitzonderlijk en mits uitdrukkelijke gemotiveerde beslissing waarvan een afschrift aan de betrokkene wordt overgemaakt, kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van deze regel afwijken en een groter deel van de kosten terugvorderen, onder andere bij duidelijke blijk van grote welstand. De beslissing van het OCMW tot verhaal van de kosten heeft hoe dan ook enkel de waarde van een eenzijdige schuldvordering. Indien de onderhoudsplichtige niet akkoord kan gaan met de beslissing van het OCMW, is het aan het openbaar centrum om zich te wenden tot de bevoegde rechter, die uiteindelijk dient uit te maken of de beslissing van het OCMW moet worden gewijzigd op grond van de door de onderhoudsplichtige aangehaalde motieven.

D’après la réglementation en vigueur, la limitation à la part de l’enfant en cas de recouvrement sur les descendants n’est toutefois pas absolue : dans des cas exceptionnels et moyennant une décision explicitement motivée dont une copie est transmise à l’intéressé, le centre public d’aide sociale peut déroger à cette règle et recouvrer une part plus grande des frais, notamment en cas de signe évident de richesse. Quoi qu’il en soit, la décision du CPAS de recouvrer les frais a la seule valeur d’une créance déterminée unilatéralement. Si le débiteur d’aliments n’est pas d’accord avec la décision du CPAS, il appartient au centre public de s’adresser au juge compétent, qui devra en fin de compte apprécier si la décision du CPAS doit être modifiée compte tenu des motifs invoqués par le débiteur d’aliments.



DO 1999200000967

DO 1999200000967

Vraag nr. 164 van mevrouw Joke Schauvliege van 20 maart 2000 (N.) :

Question no 164 de Mme Joke Schauvliege du 20 mars 2000 (N.) :

NMBS. — Spoorlijn Gent-Eeklo.

SNCB. — Ligne Gand-Eeklo.

Via de pers heb ik vernomen dat de NMBS eind maart 2000 de eerste nieuwe treinstellen in het verkeer zal brengen op de lijnen Gent-Oudenaarde-Ronse, Gent-Geraardsbergen en Gent-Eeklo. De aftandse locomotieven zullen worden vervangen door nieuwe dieselmotorstellen.

Nous avons pu lire dans la presse que la SNCB avait l’intention de mettre en service fin mars 2000 de nouveaux trains sur les lignes Gand-AudenardeRenaix, Gand-Grammont et Gand-Eeklo. Les anciennes locomotives vont être remplacées par de nouveaux autorails diesel.

1. Wanneer zal de NMBS de nieuwe dieselmotorstellen inzetten op het traject Gent-Eeklo ?

1. Quand la SNCB mettra-t-elle en service les nouveaux autorails diesel sur la ligne Gand-Eeklo ? ` l’heure actuelle, le trajet Gand-Eeklo, d’une 2. A longueur de 27 kilomètres, dure 35 minutes. Cela équivaut donc à une vitesse moyenne de 46 km/heure. Quelle sera la durée du trajet avec les nouveaux autorails ?

2. Tegenwoordig wordt het traject Gent-Eeklo, dat 27 kilometer lang is, afgelegd in 35 minuten. Dit is een gemiddelde snelheid van 46 km/uur. Hoeveel zal de rittijd bedragen met de nieuwe motorstellen ? 3. Tussen Gent-Dampoort en Wondelgem zijn ophogingswerken voorzien. Wanneer zullen deze werken worden uitgevoerd en wat zal ervan de invloed zijn op


2000

3. La réalisation de travaux de remblayage est prévue entre Gand-Dampoort et Wondelgem. Quand ces travaux auront-ils lieu et quelle sera l’incidence de

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5761

het spoorverkeer tijdens de werken (buitendienststelling spoor, verkeer met autobussen en na de werken (kortere rittijd) ? Antwoord :

ces travaux sur la circulation ferroviaire (mise hors service de la voie, transport par autobus) ? Qu’en serat-il à l’issue des travaux (raccourcissement de la durée du trajet) ? Réponse :

1. De planning voor de indienststelling van de motorwagens op het net is gebaseerd op de huidige bezetting van de treinen en de vervanging van het rollend materieel dat momenteel met motorwagens rijdt.

1. Le planning de mise en service des autorails sur le réseau est basé sur l’occupation actuelle des trains et le remplacement du matériel circulant actuellement en autorail.

Opdat alle lijnen zo snel mogelijk van de nieuwe motorwagens kunnen genieten, heeft de NMBS besloten om met dit nieuwe materieel in eerste instantie de IR-verbindingen te verzekeren. Vervolgens zullen de P-treinen met de nieuwe motorwagens kunnen rijden.

Afin que toutes les lignes puissent bénéficier au plus vite des nouveaux autorails, la SNCB a décidé d’assurer en premier lieu, avec ce nouveau matériel, les relations IR. Ensuite, ce seront les trains P qui seront assurés par les nouveaux autorails.

Zo zal vanaf september 2000 het huidige materieel op de verbinding Antwerpen-Neerpelt vervangen worden door de nieuwe motorwagens. In mei 2001 zullen de oude motorwagens die in de Ardennen rijden vervangen worden door de nieuwe motorwagens. Vanaf september 2001 zal de NMBS beginnen het huidige materieel te vervangen op de verbindingen Geraardsbergen-Gent-Ronse. Eind 2002/begin 2003 wordt het materieel op de verbinding CouvinCharleroi vervangen door nieuwe motorwagens.

C’est ainsi qu’à partir de septembre 2000, des nouveaux autorails remplaceront le matériel actuel sur la relation Anvers-Neerpelt. En mai 2001, ce seront les anciens autorails circulant dans les Ardennes qui ` partir seront remplacés par les nouveaux autorails. A de septembre 2001, la SNCB commencera à remplacer le matériel actuel des relations Grammont-GandRenaix. En fin 2002/début 2003, ce sera le matériel de la relation Couvin-Charleroi qui sera remplacé par de nouveaux autorails.

2. De rittijd wordt grotendeels bepaald door het aantal tussenstops dat in dit geval ongewijzigd blijft.

2. Le temps de parcours est déterminé en majeure partie par le nombre d’arrêts intermédiaires qui, dans ce cas, reste inchangé.

3. De overeenkomst tussen de betrokken partijen — NMBS, Stad Gent, De Lijn en het Vlaams Gewest — dient verder onderhandeld te worden. Derhalve kan nog geen termijn vooropgesteld worden. De aard van de werken vergt evenwel een uitvoeringstermijn van ongeveer drie jaar na het bekomen van de bouwvergunning.

3. L’accord conclu entre les parties concernées — SNCB, la Ville de Gand, De Lijn et la Région flamande — doit être négocié plus en détail. Aucun délai ne peut dès lors déjà être avancé. La nature des travaux requiert toutefois un délai d’exécution d’environ trois ans à dater de l’obtention du permis de baˆtir.

Het spoorverkeer blijft mogelijk tijdens de werken zodat in geen verkeer met autobussen dient voorzien te worden. Alleen bij cruciale overgangsfases zal een beperkte spooronderbreking nodig zijn gedurende enkele weekends.

Le trafic ferroviaire reste possible durant les travaux, de sorte qu’aucun transport en autobus ne doit être prévu. C’est seulement lors de phases de transition cruciales qu’une interruption du trafic sera nécessaire durant plusieurs week-ends.

Na de werken is een kleine winst van de rittijd mogelijk gezien het wegvallen van de snelheidsbeperking op de bestaande draaibrug.

Un léger gain de temps de parcours sera possible après les travaux vu la suppression de la limitation de vitesse sur le pont tournant existant.

Daarenboven worden vijf overwegen op de lijn 58 afgeschaft waardoor een vlotter wegverkeer mogelijk wordt. De regelmaat van het treinverkeer zal eveneens gunstig beı¨nvloed worden door het wegvallen van storingen aan overwegen en draaibrug.

En outre, cinq passages à niveau seront supprimés sur la ligne 58, permettant ainsi d’améliorer la fluidité du trafic routier. La régularité du trafic ferroviaire sera également influencée favorablement par l’élimination de dérangements aux passages à niveau et au pont tournant.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5762

DO 1999200000981

DO 1999200000981

Vraag nr. 168 van mevrouw Frieda Brepoels van 22 maart 2000 (N.) :

Question no 168 de Mme Frieda Brepoels du 22 mars 2000 (N.) :

NMBS. — Treinmaterieel.

SNCB. — Matériel pour les chemins de fer.

Ik heb vernomen dat men bij de NMBS afstapt van de eerder gedane belofte om het oude reizigersmateriaal voor de relatie Antwerpen-Luik G. te vervangen door modernere Breaks. In een document uitgegeven tijdens de periode van het IC-plan 1998 stond vermeld dat deze relatie zou rijden met Breaks vanaf mei 2000. Tot grote verbazing zullen deze motorstellen worden ingezet op de relatie Turnhout, alhoewel de bezetting op de relatie Antwerpen-Luik beduidend groter is dan deze van Turnhout. Depot Hasselt neemt op dit traject de meeste treinen op zijn rekening en op deze stellen is er geen enkele vorm van ergonomie. Men zegt wel dat de oude stellen een revisie gaan krijgen en dat er per jaar 25 zouden worden gemoderniseerd en voorzien van een nieuwe stoel voor de treinbestuurder. Men is in september 1998 begonnen en na 18 maanden werden maar 4 stellen onder handen genomen.

J’ai appris que la SNCB était revenue sur sa promesse antérieure de remplacer par des « breaks » modernes le matériel pour le transport des voyageurs de la ligne Anvers-Liège G. Dans un document publié à l’époque du plan IC 1998, il avait été prévu d’équiper ` cette liaison de « breaks » à partir de mai 2000. A l’étonnement général, ces automotrices seront mises en service sur la liaison vers Turnhout alors que le taux d’occupation est considérablement plus élevé sur la liaison Anvers-Liège. La plupart des trains qui desservent cette liaison proviennent du dépoˆt de Hasselt et les vieilles automotrices ne sont pas ergonomiques. Il nous revient que les anciennes automotrices ont subi une révision et qu’on procéderait chaque année à la modernisation de 25 d’entre elles. Un nouveau siège serait notamment prévu pour le conducteur. Cette modernisation a commencé en septembre 1998. Après 18 mois, 4 automotrices seulement avaient été modernisées.

1. a) Hanteert de NMBS kwaliteitsnormen waaraan het treinmaterieel van IC-treinen moet beantwoorden ?

1. a) La SNCB applique-t-elle les normes de qualité requises pour le matériel roulant des trains IC ?

b) Zo ja, welke ?

b) Dans l’affirmative, de quelles normes s’agit-il ?

c) Zo neen, waarom niet ?

c) Dans la négative, pourquoi ?

2. a) Welke IC-verbindingen worden op dit ogenblik uitgebaat met materieel dat ouder is dan 20 jaar ?

2. a) Quelles liaisons IC sont actuellement desservies au moyen de matériel datant de 20 ans et plus ?

b) Welke IR-verbindingen worden op dit ogenblik uitgebaat met materieel dat ouder is dan 20 jaar ?

b) Quelles liaisons IR sont actuellement desservies au moyen de matériel datant de 20 ans et plus ?

3. Als er IC-en/of IR-verbindingen zijn met materieel dat ouder is dan 20 jaar (zie vraag 2) : op welke verbindingen voorziet de NMBS een vervanging van het materieel door nieuwe of recentere treinen en wanneer ?

3. S’il est exact que ces liaisons IC et/ou IR sont équipées de matériel datant de 20 ans et plus (voir question 2), pour quelles liaisons et à quelle date la SNCB prévoit-elle le remplacement de ce matériel par des trains plus récents ?

4. Welke inspanningen levert de NMBS om de arbeidsomstandigheden van de machinisten en de ergonomie van de bestuurdersposten (bijvoorbeeld zitcomfort, verluchting, verwarming in de winter en koeling in de zomer) te verbeteren bij materieel dat voor 1980 is gebouwd ?

4. En ce qui concerne le matériel antérieur à 1980, que fait la SNCB pour améliorer les conditions de travail des machinistes et l’ergonomie du poste de conduite (notamment le confort du siège, l’aération, le chauffage en hiver et le refroidissement en été) ?

Antwoord :

Réponse :

1. De NMBS streeft ernaar om steeds het meest moderne materieel in te zetten op de IC-relaties, en bij de aanschaf van nieuw reizigersmaterieel worden de meest recente en toekomstgerichte kwaliteits- en comfortnormen gehanteerd.


2000

1. La SNCB s’efforce de mettre toujours le matériel le plus moderne en circulation sur les relations IC, et lors de l’acquisition de nouveau matériel voyageurs, les normes de qualité et de confort les plus pointues sont appliquées.

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5763

2.

2. Relatie — Relation

Van/Tot — De/A

Alle IC-relaties Toutes les relations IC

— —

IR-b

Antwerpen-Nijvel Anvers-Nivelles Jambes/Namen-Essen Jambes/Namur-Essen Binche-Louvain-la-Neuve

IR-n IR-l IR-c IR-d IR-k IR-e

Materieel — Matériel

Bouwjaar — Année de construction

— —

Minder dan 20 jaar oud Moins de 20 ans

4-ledig motorrijtuig Automotrice quadruple

1975 tot 1979 1975 à 1979

Antwerpen-Luik Anvers-Liège Geraardsbergen-Leuven Grammont-Louvain Charleroi-Doornik Charleroi-Tournai

2-ledig motorrijtuig Automotrice double

Reeks 00 : 1962 tot 1966 Reeks 05 : 1967 tot 1971 Reeks 06 : 1971 tot 1980 Série 00 : de 1962 à 1966 Série 05 : de 1967 à 1971 Série 06 : de 1971 à 1980

Antwerpen-Neerpelt Anvers-Neerpelt

Rijtuigen M2 Voitures M2

1958

3. De levering van de moderne M6 rijtuigen zal vanaf 2002 toelaten om Break-motorstellen vrij te maken die dan onder andere op de verbinding Antwerpen-Luik (relatie IR-c) zullen ingezet worden.

3. La livraison de voitures modernes M6 permettra dès 2002 de libérer des automotrices Break qui seront utilisées entre autres sur la relation Anvers-Liège (relation IR-c).

Op de relatie IR-e komen binnenkort moderne motorrijtuigen.

Sur la relation IR-e circuleront bientoˆt des automotrices modernes.

4. Een werkgroep « Arbeidsomstandigheden van het rijdend personeel » samengesteld uit leden van de NMBS en van de erkende personeelsorganisaties, heeft tot taak alle problemen in verband met de ergonomie van het rijdend personeel te onderzoeken. Na studie, en in de mate van het mogelijke, worden aanpassingen aan de stuurposten verwezenlijkt.

4. Un groupe de travail « Conditions de travail du personnel roulant », composé de membres de la SNCB et des organisations reconnues du personnel, a été chargé d’étudier tous les problèmes en rapport avec l’ergonomie du personnel roulant. Après étude, et dans la mesure du possible, des adaptations seront réalisées aux postes de conduite.

DO 1999200011115

DO 1999200011115

Vraag nr. 184 van de heer Jan Mortelmans van 25 april 2000 (N.) :

Question no 184 de M. Jan Mortelmans du 25 avril 2000 (N.) :

NMBS. — Terugbetaling van vervoerbewijzen. — Overmacht.

SNCB. — Remboursement des titres de transport. — Force majeure.

De ombudsman bij de NMBS merkt in zijn jaarverslag 1999 op — maar maakte er reeds in vorige jaarverslagen gewag van — dat de terugbetalingsregels die de NMBS hanteert problemen opleveren in het kader van de wetgeving op de handelspraktijken. Daar waar de NMBS er in alle gevallen vanuit gaat dat wanneer de klant een terugbetaling van een vervoerbewijs

Le médiateur de la SNCB a déjà fait observer dans différents rapports annuels, et dernièrement encore dans celui de 1999, que les règles appliquées par la SNCB en matière de remboursements ne sont pas conformes à la législation sur les pratiques commerciales. Alors que la SNCB considère dans tous les cas que lorsque le voyageur demande le remboursement d’un


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5764

vraagt, dit steeds is om persoonlijke redenen, zijn er duidelijke gevallen waar de klant door overmacht geen gebruik kon maken van het vervoerbewijs. In zo’n geval schrijft de wet voor dat de verkoper geen schadevergoeding mag aanrekenen. In de vigerende reglementering van de NMBS, wordt er de facto wel een schadevergoeding aangerekend.

titre de transport, il le fait pour des raisons personnelles, il est évident que c’est parfois un cas de force majeure qui a empêché le voyageur d’utiliser son titre de transport. La loi prévoit dans un tel cas que le vendeur ne peut pas réclamer de dédommagement. Or, la réglementation en vigueur à la SNCB prévoit un tel dédommagement.

Met de adviezen van de ombudsman werd tot op heden geen rekening gehouden.

La SNCB n’a pas tenu compte jusqu’à présent des avis du médiateur à ce sujet.

1. Bent u niet van oordeel dat de NMBS de verkoopsvoorwaarden van de treinkaarten dermate dient aan te passen dat bij overmacht voor alle treinkaarten pro rata temporis wordt toegestaan ?

1. N’estimez-vous pas que la SNCB devrait modifier les conditions de vente des cartes-train, de manière à tenir compte des cas de force majeure ?

2. Dienen alle HST-producten bij overmacht in hoofde van de klant niet terugbetaald te worden voor zover ze terug ingeleverd worden binnen de reserveringsperiode ?

2. Tous les titres de transport TGV ne doivent-ils pas être remboursés en cas de force majeure pour le client, dans la mesure ou` ils sont restitués avant la fin de la période de réservation ?

Antwoord :

Réponse :

1 en 2. In haar verslag van 6 juni 2000 verklaart deze commissie dat de artikelen 23, § 5 en § 6, van de algemene vervoersvoorwaarden niet in strijd zijn met artikel 32.10 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (WHPC).

1 et 2. Dans son rapport du 6 juin 2000, cette commission déclare que les articles 23, § 5 et § 6, des conditions générales pour le transport ne sont pas contraires à l’article 32.10 de la loi du 14 juillet 1991 concernant les pratiques du commerce et l’information et la protection du consommateur (LPC).

De terugbetalingsregels voor treinkaarten zijn dus niet strijdig met de wet. Bij overmacht moet er dus geen terugbetaling gebeuren pro rata temporis.

Les règles de remboursement des cartes train ne sont donc pas contraires à la loi. En cas de force majeure, il n’y a donc pas lieu de procéder à un remboursement pro rata temporis.

De niet-terugbetaalbaarheid van bepaalde HSTtarieven, zelfs indien de consument niet in de mogelijkheid verkeert te genieten van het door hem aangeschafte vervoerbewijs, is evenmin in strijd met artikel 32.10 van de WHPC. De commissie wees er bovendien op dat wat het minitarief voor de Thalystrein betreft, de reiziger uitdrukkelijk gewezen wordt op het niet-terugbetaalbaar karakter van dit tarief.

L’impossibilité de rembourser certains tarifs TGV, même si le consommateur n’a pas la faculté d’utiliser le titre de transport qu’il s’est procuré, ne va pas non plus à l’encontre de l’article 32.10 de la LPC. De plus, la commission a souligné qu’en ce qui concerne le minitarif pour les trains Thalys, l’attention du voyageur est clairement attirée sur le fait que ce tarif n’est pas remboursable.

Tenslotte voorziet artikel 56 van het nieuwe beheerscontract het neerleggen van een rapport voor het einde van dit jaar in verband met de vergoeding van de klanten.

Enfin, l’article 56 nouveau du contrat de gestion prévoit le dépoˆt d’un rapport relatif à l’indemnisation de la clientèle pour la fin de cette année.

DO 1999200011380

DO 1999200011380

Vraag nr. 210 van de heer Lode Vanoost van 6 juni 2000 (N.) :

Question no 210 de M. Lode Vanoost du 6 juin 2000 (N.) :

Steden. — Pilootprojecten « ISA ».

Villes. — Projet-pilote « ISA ».

Sommige steden nemen deel aan het pilootproject « ISA » (Intelligente SnelheidsAanpassing). Op termijn gaat ISA een stad geld besparen (geen drempels en plateaus meer nodig) en de verkeersveiligheid verho-

Certaines villes participent au projet-pilote « ISA » ` (dispositif d’adaptation intelligente de la vitesse). A terme, le projet ISA peut être économiquement intéressant pour une ville (plus de nécessité d’installer des


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5765

gen. Men verwacht meetbare resultaten zodra in een stad 20 % van het wagenpark met ISA uitgerust is. Steden kunnen hier een eerste aanzet geven door het eigen wagenpark uit te rusten met ISA en/of door ISA voor nieuwe taxis in de vergunning op te nemen.

casse-vitesse) et accroıˆtre la sécurité routière. Des résultats mesurables sont attendus à partir du moment où 20 % de l’ensemble des véhicules d’une ville sont équipés du dispositif ISA. Les villes elles-mêmes peuvent lancer le système en équipant leurs propres véhicules du dispositif ISA et/ou en rendant ce dispositif obligatoire pour les nouvelles licences pour les taxis.

1. Kan een stad of gemeente dit volgens de huidige wetgeving doen ?

1. Dans le cadre de la législation actuelle, une ville ou une commune peut-elle prendre de telles mesures ?

2. Indien niet, welke wetswijziging is hiervoor nodig ?

2. Dans la négative, quels points de la législation devraient être adaptés ?

3. Heeft u reeds initiatieven in deze richting genomen ?

3. Avez-vous déjà pris des initiatives en ce sens ?

Antwoord :

Réponse :

1. Een gemeente kan beslissen om haar eigen wagenpark uit te rusten met een intelligente snelheidsadaptor.

1. Une commune peut décider d’équiper son propre parc de véhicules au moyen d’un système intelligent d’adaptation de la vitesse.

Wat betreft de taxi’s : de regelgeving terzake is een geregionaliseerde materie. Dit houdt in dat de vergunningen moeten uitgereikt worden binnen het kader vastgelegd door elk gewest.

En ce qui concerne les taxis : la réglementation dans ce domaine est une matière régionalisée. Ceci implique que les autorisations doivent être accordées dans un cadre déterminé par chaque région.

Bij navraag blijkt dat het Vlaams en het Waals Gewest nog steeds de bepalingen opgenomen in de wet van 27 december 1974 betreffende de taxidiensten en de uitvoeringsbesluiten ervan toepassen.

On constate après information que la Région flamande et la Région wallonne appliquent encore toujours les dispositions contenues dans la loi du 27 décembre 1974 relative aux services de taxis ainsi que dans les arrêtés d’application de cette loi.

Deze reglementering vormt geen beletsel om als bijkomende exploitatievoorwaarde voor een taxidienst, de uitrusting met een ISA-systeem te voorzien.

Cette réglementation ne constitue pas un empêchement de prévoir l’équipement d’un système ISA en supplément comme condition d’exploitation d’un service de taxis.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft wel een eigen ordonnantie met betrekking tot de taxidiensten. De vergunningen worden door de gewestelijke overheid uitgereikt, de gemeenteraden hebben geen bevoegdheid. De uitrusting met het ISA-systeem is niet voorzien. De ordonnantie zou moeten worden aangepast.

La Région de Bruxelles-Capitale a cependant une ordonnance particulière concernant l’exploitation des services de taxis. Les autorisations sont accordées par l’autorité régionale tandis que les conseils communaux n’ont pas cette compétence. L’équipement d’un système ISA n’est pas prévu. L’ordonnance devrait donc être adaptée le cas échéant.

2. Een wetswijziging is hier niet aan de orde.

2. Une modification de la loi n’a pas de raison d’être.

3. Het ligt in de bedoeling om demonstratieprojecten die het maatschappelijk draagvlak voor ISAsystemen moeten versterken, te ondersteunen.

3. Il est envisagé de soutenir des projets de démonstration destinés à renforcer l’intérêt des instances concernées pour les systèmes ISA.

Op het federale niveau nemen daartoe medewerkers van het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) deel aan de voorbereidende vergaderingen met betrekking tot de organisatie van deze demonstratieprojecten (een initiatief van VTB/VAB, Langzaam Verkeer en KBC). Ook een medewerker van mijn kabinet volgt de evolutie op de voet.

Au niveau fédéral, les collaborateurs de l’Institut belge de la sécurité routière (IBSR) participent aux réunions préparatoires en vue d’organiser ces projets de démonstration (une initiative du « VTB-VAB », « Langzaam Verkeer » et KBC). Un collaborateur de mon cabinet suit aussi de près l’évolution de ce dossier.

Mag ik er daarnaast op wijzen dat het BIVV in het kader van het federale DWTC-onderzoeksprogramma

Puis-je signaler également que l’IBSR, dans le cadre du programme fédéral d’étude SSTC « Mobilité dura-


2000

2001


741

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5766

Duurzame Mobiliteit een onderzoek uitvoert naar het maatschappelijke draagvlak voor de invoering van de variabele snelheidsbegrenzer. De resultaten van dit onderzoek zullen binnenkort worden bekend gemaakt.

ble », mène une étude quant à la portée sociale de l’introduction de limiteurs de vitesse variable. Les résultats de cette étude seront connus d’ici peu.

DO 1999200011632

DO 1999200011632

Vraag nr. 252 van de heer Paul Timmermans van 19 juli 2000 (Fr.) :

Question no 252 de M. Paul Timmermans du 19 juillet 2000 (Fr.) :

NMBS. — Voordelen verbonden aan de uitoefening van een parlementair mandaat. — Gratis toegang tot de fietsenstallingen.

SNCB. — Avantages liés à l’exercice de la fonction parlementaire. — Accès gratuit à la consigne vélo.

De vrije reiskaart voor het openbaar vervoer en de gratis toegang tot parkeerterreinen aan de stations zijn twee van de voordelen die aan de uitoefening van een parlementair mandaat zijn verbonden. De gratis toegang tot de fietsenstallingen maakt kennelijk geen deel uit van die voordelen. Het beheer van die fietsenstallingen blijkt echter niet onder de plaatselijke directie van de stations maar wel onder de directie van het patrimonium van de NMBS te ressorteren.

Parmi les avantages liés à l’exercice de la fonction parlementaire, figurent le libre parcours sur les transports en commun ainsi que l’accès gratuit aux parkings des gares. Cependant, l’accès gratuit à la consigne vélo ne semble pas figurer dans les règles qui précisent les avantages de la fonction. Or, la gestion de ces parkings à vélos ne semble pas liée à la direction locale des gares mais à la direction du patrimoine de la SNCB.

1. Klopt dat ?

1. Ces informations sont-elles exactes ?

2. Wat zal u in het kader van uw vervoersbeleid, en inzonderheid van uw beleid ter bevordering van de alternatieven voor het autogebruik, ondernemen om dat te verhelpen ? Antwoord :

2. Comment envisagez-vous, dans le cadre de votre politique des transports et particulièrement de la valorisation d’alternatives à la voiture, remédier à cet état de chose ? Réponse :

1. De bedrijfseenheid reizigers nationaal verzorgt het beheer van de NMBS-parkeerterreinen.

1. Le centre d’activités voyageurs national est chargé de la gestion des parkings SNCB.

2. Voor het ogenblik is er geen gratis fietsenstalling voorzien voor de parlementsleden.

2. Pour l’instant, il n’est pas prévu de parcage gratuit des vélos des membres du Parlement.

In het kader van het valorisatiebeleid voor alternatieve vervoermiddelen en teneinde de intermodaliteit tussen fiets en trein te bevorderen, zal de NMBS echter gratis fietsenstallingen ter beschikking stellen voor parlementsleden die zich met de fiets naar een van de stations wensen te begeven. De nodige schikkingen daartoe zullen worden getroffen.

Cependant, dans le cadre de la politique de valorisation des moyens de transport alternatifs à la voiture et dans le but de favoriser l’intermodalité entre le vélo et le train, la SNCB permettra le parcage gratuit pour un parlementaire désirant se rendre à vélo dans l’une de ses gares. Les dispositions nécessaires seront prises à cet égard.

DO 1999200011637

DO 1999200011637

Vraag nr. 254 van de heer Lode Vanoost van 20 juli 2000 (N.) :

Question no 254 de M. Lode Vanoost du 20 juillet 2000 (N.) :

NMBS. — Stationsgebouw van Ukkel-Stalle.

SNCB. — Gare d’Uccle-Stalle.

Het stationsgebouw van Ukkel-Stalle op lijn 124 Brussel-Nijvel verkeert al jaren in lamentabele toestand. De situatie is de jongste maanden nog verergerd

Depuis des années la gare d’Uccle-Stalle sur la ligne 124 Bruxelles-Nivelles se trouve dans un état lamentable. Ces derniers mois, la situation s’est encore


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5767

door vandalisme (zo werden onder andere de houten luiken in de vensters opengebroken).

dégradée à cause d’actes de vandalisme (les volets en bois des fenêtres ont été brisés).

In antwoord op vroegere schriftelijke vragen stelde de NMBS dat zij niet langer voor dit gebouw verantwoordelijk is vermits het aan een privé-persoon werd verkocht. Deze persoon heeft de plannen voor het inrichten van een horecazaak in het gebouw blijkbaar opgegeven. Het zou kunnen dat dit te maken heeft met de eventuele uitbreidingsplannen van de NMBS op deze lijn.

En réponse à des questions écrites antérieures, la SNCB a affirmé qu’elle n’était plus responsable de ce baˆtiment puisqu’il avait été vendu à une personne privée. Apparemment, cette personne a abandonné ses projets d’installation d’un établissement horeca dans le baˆtiment de la gare. L’abandon de ce projet serait éventuellement lié aux hypothétiques projets de développement de la ligne par la SNCB.

De gemiddelde reiziger veronderstelt dat dit stationsgebouw nog steeds eigendom van de NMBS is. De toestand van het gebouw is dus niet bepaald bevorderlijk voor het imago van de NMBS. Het gebouw past nochtans perfect in de omgeving. Het is bijzonder jammer dat op deze plaats een relatief goedkope mogelijkheid wordt verwaarloosd om de toegankelijkheid en de aantrekkelijkheid van zowel de omgeving als van het treingebruik te verbeteren.

Les voyageurs supposent en règle générale que le baˆtiment de la gare appartient toujours à la SNCB. L’état du baˆtiment n’est dès lors pas de nature à améliorer l’image de la SNCB. Néanmoins, ce baˆtiment cadre parfaitement dans son environnement. Il est particulièrement regrettable qu’à cet endroit, on ne profite pas d’une possibilité peu couˆteuse de rendre le site plus atrayant, tant au niveau de l’environnement que du trafic ferroviaire.

1. a) Welke koopprijs werd voor dit gebouw betaald ?

1. a) Quel est le prix qui a été payé pour ce baˆtiment ?

b) Werden in het verkoopcontract voorwaarden voor goed onderhoud van het gebouw voorzien ?

b) Le contrat de vente prévoit-il que le baˆtiment doit être bien entretenu ?

c) Als dit niet het geval is, waarom werd dit niet voorzien ?

c) Dans la négative, pourquoi cela n’a-t-il pas été prévu ?

2. Heeft de NMBS op enigerlei wijze andere stappen ondernomen bij de eigenaar om het gebouw te laten onderhouden, bijvoorbeeld door een verzoek tot het herschilderen van de gevel aan de spoorzijde ?

2. La SNCB a-t-elle fait des démarches auprès du propriétaire du baˆtiment pour que celui-ci l’entretienne, par exemple en lui demandant de faire repeindre la façade coˆté quais ?

3. Heeft de NMBS nog juridische mogelijkheden om een degelijk onderhoud van dit gebouw te eisen ?

3. La SNCB dispose-t-elle encore de possibilités juridiques pour exiger que le baˆtiment soit bien entretenu ?

4. a) Overweegt de NMBS het terugkopen van dit gebouw ?

4. a) La SNCB envisage-t-elle le rachat du baˆtiment ?

b) Zou dit trouwens geen betere optie zijn dan de huidige toestand ?

b) Ce rachat ne constitue-t-il pas une option préférable à la situation actuelle ?

Antwoord : Aangezien het stationsgebouw van Ukkel-Stalle overbodig was voor de noden van de dienst, heeft de NMBS het verkocht aan een particulier.

Réponse : Le baˆtiment de la gare d’Uccle-Stalle n’étant plus nécessaire pour les besoins du service, la SNCB l’a vendu à un particulier.

Deze verrichting valt volledig onder de autonome bevoegdheid van de NMBS. De NMBS verduidelijkt echter dat het gebouw werd overgedragen behoudens zekere beperkingen op het gebied van veiligheid.

Cette opération relève du domaine d’autonomie de la SNCB. La SNCB me précise cependant que le baˆtiment a été cédé moyennant certaines restrictions sur le plan de la sécurité.

Zelfs indien we deze situatie kunnen betreuren, valt de huidige staat onder de verantwoordelijkheid van zijn eigenaar.

Même si on peut regretter cette situation, l’état actuel relève de la responsabilité de son propriétaire.

De kwestie van een eventuele heraankoop, gesteld dat de eigenaar zich ervan wenst te ontdoen, gaat samen met de te nemen opties in verband met het

La question d’un rachat éventuel, en supposant que le propriétaire souhaite s’en défaire, est liée aux options à prendre en matière du RER. Il faut toutefois


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5768

GEN. Men moet echter weten, dat de uitbating van een dergelijk station kosten omhelst, die moeilijk te rechtvaardigen zijn in het belang van de dienst.

savoir que l’exploitation d’une telle gare engendre des coûts difficiles à justifier sur le plan de l’intérêt du service.

DO 1999200011642

DO 1999200011642

Vraag nr. 258 van de heer Lode Vanoost van 20 juli 2000 (N.) :

Question no 258 de M. Lode Vanoost du 20 juillet 2000 (N.) :

NMBS. — Treinen in het Brusselse Gewest. — Folders met de uurroosters en treingids.

SNCB. — Trains en Région bruxelloise. — Brochures avec les horaires et indicateur.

Er wordt op dit ogenblik veel gepraat over de mogelijkheden die een Gewestelijk Expressnet (GEN) in en rond Brussel zou bieden voor een oplossing van de mobiliteitsproblemen. Ondertussen mag men niet vergeten dat er nu reeds een aantal lijnen in het Brusselse geschikt zijn voor treinreizen binnen de Brusselse agglomeratie en haar wijdere omgeving zoals lijn 26 en de lijn Braine-l’Alleud-Aalst via Etterbeek-Schuman.

` l’heure actuelle, dans le cadre du problème de la A mobilité, on évoque souvent les possibilités offertes par un réseau express régional (RER) à l’intérieur et autour de Bruxelles. Entre-temps, il ne faudrait pas oublier qu’une série de lignes en Région bruxelloise sont déjà adaptées au transport de voyageurs dans l’agglomération et ses environs, notamment la ligne 26 et la ligne Braine-l’Alleud-Alost via EtterbeekSchuman.

De NMBS stelt een folder ter beschikking van de stadsspoorreiziger die jammer genoeg niet bepaald uitblinkt qua gebruiksvriendelijkheid. Deze folder is voor een leek onbegrijpelijk. Ook de algemene treingids is voor de reiziger slechts bruikbaar mits enig studiewerk. Zo moet men voor het gebruik van de hierboven vermelde treinen Braine-l’Alleud-Aalst drie verschillende schema’s raadplegen van lijn 124, lijn 26 en lijn 50. Het uurrooster van lijn 26 is evenmin erg duidelijk. Lijn 36c is voor een buitenlander zelfs onbegrijpelijk (die buitenlander wil vanuit de luchthaven in Brussel geraken maar moet daarvoor wel een schema met 24 stations raadplegen !).

La SNCB met à la disposition du voyageur une brochure qui ne brille malheureusement pas par sa clarté. Cette brochure est incompréhensible pour les profanes. L’indicateur général est lui aussi difficile à consulter. Pour emprunter les trains de la ligne Brainel’Alleud-Alost, il convient ainsi de consulter les grilles de la ligne 124, de la ligne 26 et de la ligne 50. La grille horaire de la ligne 26 n’est pas très claire et celle de la ligne 36c est même incompréhensible pour un étranger (l’étranger qui veut rejoindre Bruxelles au départ de l’aéroport doit consulter une grille comprenant quelque 24 gares !).

Het basisidee van de numerieke rangschikking der lijnen en de uurroosters per lijn dateert nog vanuit de periode dat de NMBS als een logge overheidsadministratie werd beheerd. De nummering der lijnen is zonder twijfel zeer nuttig voor de interne werking van de NMBS maar voor de reiziger totaal irrelevant. De reiziger wenst niet het schema van lijn 161 te kennen, hij/ zij wil van Brussel naar Namen reizen. De kaarten van de klokvaste verbindingen in de gids zijn voor een ingenieur waarschijnlijk belangrijke werkinstrumenten maar voor de reiziger totaal nutteloos.

Le concept d’un classement numérique des lignes et des horaires par ligne date d’une époque ou` la SNCB était gérée comme une lourde administration publique. La numérotation des lignes est incontestablement très utile pour le fonctionnement interne de la SNCB mais elle est totalement inadéquate pour les voyageurs. Le voyageur ne désire pas connaıˆtre le schéma de la ligne 161, il souhaite simplement se rendre de Bruxelles à Namur. Les liaisons cadencées figurant dans l’indicateur sont vraisemblablement un instrument de travail intéressant pour un ingénieur mais elles sont inutiles pour les voyageurs.

De treingids en de folders zijn nochtans een belangrijk middel om vooral de sporadische treinreiziger te overtuigen van de stap naar de trein. De regelmatige reiziger heeft er inderdaad minder nood aan.

L’indicateur et les brochures constituent toutefois un instrument important qui devrait permettre de convaincre le voyageur occasionnel d’utiliser plus souvent le train. Le voyageur régulier a effectivement moins besoin de ces renseignements.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5769

1. a) Hoeveel onderzoek heeft de NMBS de jongste vijf jaar gedaan voor het verbeteren van de klantvriendelijkheid van de treingids en de afzonderlijke folders met uurroosters per lijn ?

1. a) Quelles études ont été réalisées ces cinq dernières années par la SNCB pour améliorer la facilité d’utilisation de l’indicateur et des brochures spécifiques où figurent les grilles horaires par ligne ?

b) Wat was de financie¨le kost van dit onderzoek per jaar ?

b) Quel en est le couˆt financier par année ?

2. a) Op welke wijze onderzoekt de NMBS de problemen die reizigers ondervinden bij het gebruik van de treingids en de lijnfolders ?

2. a) Comment la SNCB étudie-t-elle les problèmes que rencontrent les voyageurs lors de la consultation de l’indicateur et des brochures ?

b) Tot welke aanpassingen heeft dit reeds geleid ?

b) Quel adaptations ont déjà été effectuées ?

Antwoord : De publicatie van het spoorboekje is onderworpen aan de internationale voorschriften van het UIC, teneinde een eenvormigheid te waarborgen in de werking van de diverse spoornetten. De numerieke indeling van de lijnen is een van de criteria die een dergelijke optiek vrijwaren.

Réponse : La publication de l’indicateur des chemins de fer est soumise aux règles internationales élaborées par l’UIC afin d’assurer une uniformité dans la démarche des différents réseaux ferrés. La classification numérique des lignes est un des critères garant d’une telle optique.

De NMBS is zich bewust van de beperkingen die gepaard gaan met de nummering per spoorlijn in het spoorboekje en werkt eveneens aan een informaticainstrument, waarmee deze lacunes kunnen worden opgevuld. Met het systeem ARIDISC kan het spoorboekje immers op een eenvoudige elektronische manier worden geraadpleegd op basis van het vertrekpunt en de bestemming van het door de reiziger gewenste traject.

Consciente des limites engendrées par la numérotation par ligne ferroviaire de l’indicateur, la SNCB développe également un outil informatique permettant de combler ces lacunes. Le système ARIDISC permet en effet une consultation électronique aisée de l’indicateur suivant l’origine et la destination du trajet souhaité par le voyageur.

De diverse aangeboden brochures die soms kaarten bevatten (Cityrail, IC-IR Treinwijs), geven praktische inlichtingen, zoals de stations die door klokvaste treinen (IC-IR) worden bediend of de treinen van en naar een gekozen station.

Diverses brochures proposées, parfois illustrées par voie cartographique (Cityrail, IC-IR de poche), offrent des renseignements pratiques tels que les gares desservies par trains cadencés (IC-IR) ou les trains de et vers une gare choisie.

Het voorbeeld waarnaar het geachte lid refereert, met name de verbinding Eigenbrakel-Aalst, illustreert de uitvoering van een in essentie technische koppeling tussen meerdere lijnen. Het belang van een dergelijke verbinding steunt evenwel meer op de centra en de zones die ze bedient dan op de eigenlijke verbinding tussen de twee eindstations.

L’exemple auquel se réfère l’honorable membre à savoir la relation Braine-l’Alleud-Alost illustre la réalisation d’un couplage essentiellement technique entre plusieurs lignes. L’intérêt d’une telle relation repose toutefois bien plus sur les poˆles et zones qu’elle dessert que sur la liaison en elle-même des gares situées à chaque extrémité de cette relation.

1. a) Om onder andere de problematiek van de dienstregelingbrochures en de spoorboekjes aan te pakken, werd in 1993 een onderzoek uitgevoerd door een privé-firma.

1. a) Une enquête abordant entre autres la problématique des brochures horaires et indicateurs ferroviaires, a été réalisée en 1993 par une firme privée.

In 1999 heeft de NMBS door een andere firma een studie « Evaluatie van de verschillende folders en dienstregelingbrochures van de treinen » laten uitvoeren. De belangrijkste doelstelling van deze studie bestond erin het oordeel te kennen van de klanten en niet-klanten over de diverses aangeboden dienstregelingbrochures.

En 1999, la SNCB a fait réaliser par une autre firme une étude intitulée « E´valuation des différents dépliants et brochures horaires ». L’objectif principal de cette étude était de connaıˆtre l’avis des clients et non-clients en ce qui concerne les différentes brochures horaires proposées.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5770

b) Er kunnen geen inlichtingen worden verstrekt aangaande het bedrag van met privé-firma’s uitgevoerde opdrachten.

b) Aucune information relative au prix de marchés réalisés avec des firmes privées ne peut être communiquée.

2. De aanpassingen aan de door de NMBS aangeboden dienstregelingsinformatie bestond in de afschaffing van de brochures met dienstregelingen per lijn, en het behoud van de brochures voor de meest gebruikte spoorverbindingen.

2. Les adaptations apportées à l’information horaires offerte par la SNCB ont conduit à la suppression des brochures décrivant les horaires par ligne en faveur du maintien des brochures présentant les relations ferroviaires les plus utilisées.

Als kantlijn bij de antwoorden op de precieze vragen, spreekt het vanzelf dat het zoeken naar een steeds beter aangepaste informatie bij het veroveren van een nieuw klantenbestand een onderneming is, die niet stopt bij de reeds genomen initiatieven. Andere initiatieven zullen het daglicht zien, waarbij onder andere gebruik gemaakt zal worden van de nieuwe technologie¨n van de informatica.

En marge des réponses aux questions précices, il est bien évident que la recherche d’une information toujours plus adaptée à la conquête d’une clientèle nouvelle est une démarche qui ne s’arrête pas aux efforts déjà entrepris. D’autres initiatives verront donc le jour, profitant notamment des nouvelles technologies de l’information.

Deze stappen maken deel uit van wat in het beheerscontract bepaald wordt, waarvan artikel 56 omschrijft dat de NMBS alle maatregelen neemt teneinde de omstandigheden van de treinreizen te vergemakkelijken.

Cette démarche s’inscrit d’ailleurs dans le prescrit du contrat de gestion, dont l’article 56 stipule que la SNCB prend toute mesure destinée à faciliter les conditions des voyages ferroviaires.

DO 1999200011665

DO 1999200011665

Vraag nr. 261 van de heer Lode Vanoost van 1 augustus 2000 (N.) :

Question no 261 de M. Lode Vanoost du 1er août 2000 (N.) :

NMBS. — Schadeclaims bij zelfmoorden.

SNCB. — Demandes de dédommagement en cas de suicide.

De NMBS heeft een bepaalde procedure voor het afhandelen van schadeclaims ten overstaan van de familie van personen die zelfmoord plegen op het spoor. Over de manier waarop de NMBS deze schadeclaims int heb ik vorig jaar een vraag gesteld (vraag nr. 52 van 25 oktober 1999, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 9, blz. 854). Ik had daarbij ook gevraagd een vergelijking te maken met de wijze waarop de SNCF, de DB en de NS deze problematiek behandelt. In haar antwoord meldt de minister dat de NMBS deze gegevens zou opvragen.

La SNCB applique une procédure particulière pour les demandes de dédommagement aux familles des personnes qui se sont suicidées sur les voies. L’an dernier, j’avais posé une question à propos de la perception de ces dédommagements par la SNCB (question no 52 du 25 octobre 1999, Questions et ` cette Réponses, Chambre, 1999-2000, no 9, p. 854). A occasion, j’avais également demandé de faire une comparaison avec la manière dont cette question est traitée par la SNCF, la DB, et les NS. Dans sa réponse, la ministre indique que la SNCB collecterait les données en question.

1. Hoever staat het met dit vergelijkend onderzoek ?

1. Qu’en est-il de cette étude comparative ?

2. Hoe behandelen de spoorwegmaatschappijen van onze buurlanden (SNCF, NS en DB) deze problematiek ?

2. Comment cette question est-elle traitée par les compagnies de chemins de fer des pays voisins (SNCF, NS et DB) ?

3. Bent u van oordeel dat aan de hand van deze vergelijking de huidige procedure van de NMBS voor verbetering vatbaar is ?

3. Sur la base de cette comparaison, estimez-vous que la procédure actuelle de la SNCB pourrait être améliorée ?

Antwoord :

Réponse :

1. Het vergelijkend onderzoek is afgesloten.

1. L’enquête comparative est terminée.

2. De SNCF en de DB werken nagenoeg op dezelfde manier als de NMBS. Alleen de NS onderneemt geen stappen.


2000

2. La SNCF et la DBAG procèdent sensiblement de la même manière que la SNCB. Les NS n’entreprennent pas de démarches.

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5771

3. De NMBS handelt met gezond verstand. In weze keert zij zich niet tegen de familie van de overledene, maar wendt zij zich in eerste instantie tot zijn familiale verzekering, en, bij gebrek hieraan, tot de nalatenschap. De verzekeringen lossen 90 % van de gevallen op.

3. La SNCB agit avec discernement. Quand au fond, elle ne se retourne pas contre la famille du décédé, mais s’adresse en première instance à son assurance familiale, et à défaut à la succession. Les assurances résolvent 90 % des cas.

De nabestaanden worden met omzichtigheid en voorzorg benadert. De NMBS zorgt ervoor, in de mate van het mogelijke, te werken met personen die minder rechtstreeks betrokken zijn, bijvoorbeeld, in voorkomend geval, de notaris.

Les proches sont abordés avec ménagement et précaution lorsqu’il est procédé à une récupération. Ainsi, la SNCB s’efforce dans la mesure du possible de travailler avec des personnes moins directement concernées, par exemple le notaire le cas échéant.

DO 1999200011671

DO 1999200011671

Vraag nr. 264 van de heer Lode Vanoost van 2 augustus 2000 (N.) :

Question no 264 de M. Lode Vanoost du 2 août 2000 (N.) :

NMBS. — Onderhoud van de spoorbermen.

SNCB. — Entretien des accotements.

De NMBS heeft grote oppervlaktes spoorbermen onder beheer. Voor het onderhoud van bermen, rangeerstations en dergelijke zet de NMBS verschillende middelen in, zoals maaien, snoeien of gebruik van verdelgingsproducten. Gezien de grote oppervlaktes waarvan sprake is het beleid van de NMBS niet zonder belang op het vlak van het leefmilieu.

La SNCB gère de grandes superficies d’accotements. Pour l’entretien des accotements, des gares de triage etc., la SNCB recourt à différents moyens tels que le fauchage, l’élagage ou l’utilisation d’herbicides. Eu égard à la superficie importante que la SNCB a à gérer, sa politique en la matière n’est pas sans importance pour l’environnement.

1. In hoeverre houdt de NMBS rekening met de voorschriften van het bermdecreet van het Vlaams Gewest (tijdstip, verwijderen maaisel, geen gebruik van chemische producten) ?

1. Dans quelle mesure la SNCB tient-elle compte des prescriptions prévues par le décret relatif aux accotements pris par la Région flamande (calendrier des travaux de fauchage, enlèvement des herbes fauchées, non-utilisation de produits chimiques) ?

2. Hoe bepaalt de NMBS de aard van de in te zetten middelen, met andere woorden op basis van welke criteria maakt de NMBS een keuze tussen maaien en verdelgen ?

2. Comment la SNCB détermine-t-elle la nature des moyens à mettre en œuvre ? En d’autres termes, sur la base de quels critères la SNCB choisit-elle entre le fauchage et l’utilisation de produits chimiques ?

3. a) Hoeveel onkruidverdelgingsproducten (met kostprijs per soort en per jaar) heeft de NMBS aangekocht en verbruikt sinds 1995 ?

3. a) Quelle quantité de produits herbicides la SNCB at-elle achetée et consommée depuis 1995 et quel est le couˆt par type de produit et par année ?

b) Hoe controleert de NMBS het oordeelkundig gebruik van deze producten ?

b) Comment la SNCB controˆle-t-elle la bonne utilisation de ces produits ?

c) In hoeverre zoekt de NMBS in haar aankoopbeleid van deze stoffen naar de minst schadelijke producten die voorhanden zijn op de markt ?

c) Dans le cadre de sa politique d’achat, dans quelle mesure la SNCB recherche-t-elle les produits les moins nocifs disponibles sur le marché ?

d) In hoeverre houdt de NMBS bij de inzet van deze producten rekening met de mogelijke gevolgen voor het lokale milieu (nabijheid van natuurreservaten, drinkwaterreservoirs) ? Antwoord : 1 en 2. Chemische onkruidbeheersingsmiddelen worden alleen gebruikt voor het onderhoud van : — het met steenslag bedekte gedeelte van de spoorbedding, inbegrepen het schouwpad;

d) En matière d’utilisation de ces produits, dans quelle mesure la SNCB tient-elle compte des conséquences pour l’environnement proche (proximité de réserves naturelles, réservoirs d’eau potable) ? Réponse : 1 et 2. Les désherbants chimiques sont uniquement utilisés pour l’entretien : — de la partie couverte de ballast de l’assiette de la voie, y compris le sentier de visite;


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5772

— parkings, perrons, dienstwegen, zones omheen elektrische installaties, enz.

— des parkings, des quais, des chemins de service, des zones autour des installations électriques, etc.

Vermits om veiligheidsredenen in deze zones geen plantengroei mag voorkomen (zoniet zou het ballastbed heel snel zijn waterafvoerende, afverende, elektrisch isolerende en vorstbestendige functie verliezen, zou het voetpad niet meer veilig begaanbaar zijn, zou de schouwing van het spoor onmogelijk worden, zou de remming van de treinen niet meer verzekerd kunnen worden en zou de toegelaten snelheid moeten verminderd worden) is voor algemeen gebruik geen valabel alternatief voorhanden.

Comme ces zones doivent rester exemptes de toute végétation pour des raisons de sécurité (sinon le lit de ballast perdrait très rapidement ses propriétés d’imperméabilité, d’élasticité, d’isolation électrique et de protection contre le gel; le chemin de service ne pourrait plus être parcouru en sécurité; la visite de la voie deviendrait impossible; le freinage des trains ne pourrait plus être assuré et la vitesse autorisée devrait être réduite), aucune alternative valable n’est disponible pour un usage normal.

In de bermen of taluds worden geen herbiciden gebruikt. Op deze plaatsen wordt het groenbestand mechanisch onderhouden, het houtgewas wordt cyclisch gekapt. In beperkte mate enkel waar noodzakelijk voor de goede instandhouding van de infrastructuur worden begraasde bermen jaarlijks gemaaid, in de mate van het mogelijke na 15 juni. Waar het kan wordt het maaisel verwijderd maar op moeilijk toegankelijke plaatsen (waar alleen vanaf het spoor kan gewerkt worden) is dit niet steeds praktisch haaltbaar.

Les herbicides ne sont pas utilisés dans les accotements ou dans les talus. En ces endroits, la flore fait l’objet d’un entretien mécanique et les arbres et buissons sont coupés par cycles. Dans une faible mesure et uniquement là où c’est nécessaire pour la bonne maintenance de l’infrastructure, les accotements sont fauchés annuellement, si possible après le 15 juin. Lorsque cela peut se faire, le produit de la fauchaison est enlevé, mais aux endroits difficilement accessibles (où l’on ne peut travailler qu’à partir de la voie), ce n’est pas toujours pratiquement réalisable.

3. a) De door de NMBS aangekochte producten bevatten volgende actieve stoffen :

3. a) Les produits achetés par la SNCB contiennent les matières actives suivantes :

Diuron ...................................... Amitrol ..................................... Dichlobenil ............................... Oxadiazon ................................ Glyfosaat. — Glyphosate ......... Selectieve systemische herbiciden (voornamelijk MCPA). — Herbicides systémiques sélectifs (principalement MCPA) ...................

1995

1996

1997

1998

1999

11 690 kg 3 660 kg 1 100 kg

12 300 kg 6 510 kg 780 kg

10 170 kg 5 090 kg 660 kg 45 kg 2 180 kg

6 600 kg 3 300 kg 820 kg 2 kg 7 500 kg

1 230 kg

615 kg

330 kg

4 050 kg

800 400 900 130 12 800

2000 kg kg kg kg kg

8 070 kg

256 385 775 80 14 290

kg kg kg kg kg

8 500 kg

De kosten voor de aankoop van de producten bedragen 12 à 19 miljoen frank per jaar.

Les coûts des produits achetés s’élèvent à 12 à 19 millions de francs par an.

b) De herbiciden worden hoofdzakelijk gebruikt door eigen personeel dat hiertoe over performante middelen beschikt die een zeer nauwkeurige controle toelaten van de aangewende dosering. De in aanneming uitgevoerde werken worden nauwkeurig opgevolgd en gecontroleerd zoals dit het geval is voor elk werk dat uitbesteed wordt.

b) Les herbicides sont utilisés pour la plus grande partie par du personnel SNCB disposant de moyens performants, lesquels permettent un controˆle très précis du dosage choisi. Les travaux exécutés en entreprise font l’objet d’un suivi rigoureux et d’un controˆle à l’instar de ce qui se fait pour tout travail confié à un sous-traitant.

c) en d) Voor de hogervermelde toepassingen bestaat geen alternatief. Er wordt reeds jaren gebruik gemaakt van de minimaal mogelijke dosis. De mogelijke impact op het milieu werd de laatste jaren nog meer teruggedrongen door meer

c) et d) Il n’existe pas d’alternative aux applications susvisées. Ce sont les doses les plus minimes possibles qui sont utilisées depuis des années. L’impact éventuel sur l’environnement a encore été réduit ces dernières années graˆce à


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5773

als vroeger gebruik te maken van selectieve en minder persistente producten zoals glyfosaat.

une utilisation plus intensive que dans le passé de produits sélectifs et moins persistants tels que le glyphosate.

In overleg met andere spoorwegnetten en onder impuls van de UIC (Union internationale des chemins de fer) worden alternatieven onderzocht, maar die zijn vooralsnog niet haalbaar.

En concertation avec les autres réseaux de chemin de fer et sous l’impulsion de l’UIC (Union internationale des chemins de fer), des alternatives sont à l’étude, mais elles n’ont pour le moment pas encore trouvé d’application pratique.

DO 1999200011714

DO 1999200011714

Vraag nr. 269 van de heer Jean-Pol Poncelet van 21 augustus 2000 (Fr.) :

Question no 269 de M. Jean-Pol Poncelet du 21 août 2000 (Fr.) :

NMBS. — Heropening van spoorlijnen. — Gevolgen voor het milieu.

SNCB. — Réouvertures de lignes de chemin de fer. — Incidence sur le plan environnemental.

In het tweede aanhangsel bij het tweede beheerscontract is overeengekomen tegen eind 2000 de mogelijkheid te onderzoeken zes extra spoorlijnen in gebruik te nemen. Twee ervan bevinden zich in de provincie Luxemburg : de lijn Bastenaken-Libramont en de lijn Aarlen-Athus-Virton.

Selon le deuxième avenant au second contrat de gestion, il est convenu d’étudier pour la fin de cette année 2000 l’éventualité d’exploiter six lignes de chemins de fer supplémentaires dont deux sont situées dans la province de Luxembourg : il s’agit des lignes Bastogne-Libramont et Arlon-Athus-Virton.

Die onderzoeken hebben niet enkel gevolgen op het stuk van de mobiliteit voor de betrokken landelijke gebieden maar ook op het stuk van de ruimtelijke ordening en van het milieubeheer in het algemeen. Meer bepaald wat dat laatste betreft, heeft u de NMBS in hetzelfde aanhangsel bij het beheerscontract een algemene studie met een evaluatie van de periode 1996 tot 1999 en met de krachtlijnen voor de jaren 2000 tot 2003 gevraagd. Bedoelde studie moest tegen 1 juni 2000 in uw bezit zijn.

Au-delà des promesses de mobilité que sous-tendent ces études pour le monde rural, elles ne présentent pas moins des conséquences sur le plan de l’aménagement de l’espace et, de manière générale, sur la gestion de l’environnement. En la matière précisément, vous avez demandé à la SNCB, au travers du même avenant au contrat de gestion, de procéder à une étude générale portant non seulement sur une évaluation de la période 1996 à 1999 mais aussi sur les futures lignes de force à intégrer pour les années 2000 à 2003. Cette étude devait vous être remise pour le 1er juin 2000.

Kan u mij in het kader van het debat over de heropening van de kleine spoorlijnen en de weerslag ervan voor het milieu het volgende meedelen :

Dans le cadre du débat sur la réouverture des petites lignes et sur leur incidence au niveau environnemental, pourriez-vous communiquer certaines choses ?

1. Heeft u de bij de NMBS bestelde milieustudie ontvangen ?

1. Avez-vous reçu l’étude environnementale commandée par vos soins à la SNCB ?

2. a) Zo ja, welke krachtlijnen heeft de NMBS terzake voor de drie komende jaren uitgestippeld ?

2. a) Si oui, quelles sont, en la matière, les lignes de force envisagées par la SNCB pour les trois prochaines années ?

b) Werd de heropening van de kleine lijnen naar aanleiding van die bestelling al rechtstreeks of onrechtstreeks overwogen ?

b) Cette commande envisageait-elle déjà directement ou indirectement la question des réouvertures des petites lignes ?

c) Welke principes van die studie denkt u in het kader van het dossier van de heropening van de kleine lijnen in aanmerking te nemen ?

c) Quels principes comptez-vous retenir de cette étude dans le cadre du dossier de la réouverture des petites lignes ?

3. Zo neen, wat zijn uw besluiten inzake contractuele aansprakelijkheid ?

3. Si non, quelles conclusions tirez-vous en matière de responsabilité contractuelle ?


2000

2001


742

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5774

Antwoord :

Réponse :

1. Ja.

1. Oui.

3. a) In het voorgestelde meerjarenmilieuplan omschrijft de NMBS welke maatregelen zullen genomen worden om haar hoedanigheid van weinig vervuilend en milieuvriendelijk bedrijf te vrijwaren. De krachtlijnen stemmen in grote mate overeen met maatregelen die voor elk milieubewust bedrijf gelden, met name de verbetering van de in- en externe communicatie omtrent milieuzorg, de vorming en sensibilisatie van het personeel, het opvolgen van alle nodige regionale milieu- of exploitatievergunningen, een rationeel energie- en waterverbruik, het vermijden van bodemverontreiniging, het adequaat beheren van historische verontreinigingen op het spoorwegdomein, een correct afvalbeheer en een beheersing van onvermijdbare emissies.

3. a) Dans le plan pluriannuel relatif à l’environnement tel que proposé, la SNCB décrit les mesures qui seront prises en vue de préserver sa qualité d’entreprise écologique et peu polluante. Les lignes de force coı¨ncident en grande partie avec des mesures qui s’appliquent à toute entreprise soucieuse de l’environnement, à savoir : l’amélioration de la communication tant interne qu’externe en matière d’environnement, la formation et la sensibilisation du personnel, le suivi de tous les permis régionaux d’environnement ou d’exploitation nécessaires, une utilisation rationnelle de l’énergie et de l’eau, la prévention de la pollution du sol, la gestion adéquate des pollutions historiques sur le domaine ferroviaire, une gestion correcte des déchets et une maıˆtrise des émissions inévitables.

b) Neen.

b) Neen.

c) De verplichting om een milieueffectrapport op te stellen hangt voornamelijk af van de eventuele uitvoering van belangrijke vergunningsplichtige infrastructuurwerken. Dit is uiteraard niet het geval voor baanvakken die nog in dienst zijn voor goederenverkeer, bijvoorbeeld de lijnen AutelbasAthus-Virton, Neerpelt-Weert en GenappeNivelles.

c) L’obligation de rédiger un rapport d’incidence sur l’environnement dépend principalement de l’exécution éventuelle d’importants travaux d’infrastructure pour lesquels un permis est obligatoire. Ce n’est certes pas le cas pour les tronçons qui sont toujours en service pour le trafic marchandises, telles les lignes Autelbas-Athus-Virton, NeerpeltWeert et Genappe-Nivelles.

De bijkomende circulatie van enkele reizigerstreinen zal geen enkel significant milieueffect veroorzaken. Daarentegen zullen voor baanvakken waar de spoorinfrastructuur geheel werd verwijderd in overleg met de bevoegde regionale overheden desgewenst milieueffectrapporten opgesteld worden.

La mise en circulation de quelques trains de voyageurs en supplément n’aura aucune incidence significative sur l’environnement. Par contre, pour les tronçons dont l’infrastructure ferroviaire a été complètement enlevée, des rapports d’incidence sur l’environnement seront le cas échéant rédigés en concertation avec les autorités régionales compétentes.

DO 1999200011715

DO 1999200011715

Vraag nr. 270 van de heer Yves Leterme van 21 augustus 2000 (N.) :

Question no 270 de M. Yves Leterme du 21 août 2000 (N.) :

NMBS. — Gratis treinvervoer voor federale ambtenaren.

SNCB. — Transport ferroviaire gratuit pour les fonctionnaires fédéraux.

Het bijvoegsel bij het beheerscontract 1997-2001 bepaalt onder meer het volgende : « De NMBS sluit met elk van de federale departementen of instellingen een overeenkomst volgens welke het aandeel in de prijs van de trajecttreinkaart dat ten laste van de federale ambtenaren blijft, lager zal zijn dan hetgeen ze nu ten laste nemen, terwijl het saldo ten laste genomen wordt door elk van de betrokken departementen of instellingen. Deze maatregel zal van toepassing worden vanaf 1 juli 2000 ».

L’annexe du contrat de gestion 1997-2001 prévoit notamment que la SNCB conclura avec chaque département ou organisme fédéral une convention aux termes de laquelle la part du prix de la carte de train à charge des fonctionnaires fédéraux sera inférieure à ce qu’ils paient actuellement, le solde étant supporté par chaque département ou organisme concerné. Cette mesure sera d’application à partir du 1er juillet 2000.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5775

1. a) Met welke federale departementen en instellingen was op 1 juli 2000 een overeenkomst zoals hierboven bedoeld gesloten ?

1. a) Avec quels départements et organismes fédéraux une convention du type précité avait-elle été conclue au 1er juillet 2000 ?

b) Op welke datum werden de bedoelde overeenkomsten gesloten ?

b) Quand ces conventions ont-elles été conclues ?

2. a) Welke zijn de federale departementen en instellingen waarmee op 1 juli 2000 nog geen overeenkomst zoals in de aanhef omschreven was gesloten ?

2. a) Avec quels départements et organismes fédéraux une convention de ce type n’avait-elle pas encore été conclue au 1er juillet 2000 ?

b) Om welke reden was dit op 1 juli 2000 nog niet gebeurd ?

b) Pourquoi une telle convention n’avait-elle pas été conclue au 1er juillet 2000 ?

3. Wat is voor de federale instellingen en departementen waarmee op 1 juli 2000 nog geen overeenkomst was gesloten de stand van het desbetreffende dossier ?

3. Quel est l’état d’avancement du dossier en ce qui concerne les organismes et départements fédéraux avec lesquels aucune convention n’avait encore été conclue au 1er juillet 2000 ?

Antwoord : Op 18 juli 2000 werd een algemene conventie tussen de NMBS en de federale overheid (ministerie van Ambtenarenzaken) afgesloten.

Réponse : Le 18 juillet 2000, une convention générale a été conclue entre la SNCB et l’autorité fédérale (ministère de la Fonction publique).

De regeling zal gelden voor alle in de omzendbrief nr. 494 van 20 juli 2000 (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2000) opgesomde federale openbare instellingen. De afsluiting van de bijvoegsels per instelling bij de algemene conventie is volop aan de gang. In afwachting van de ondertekening hiervan genieten de ambtenaren nu reeds van de verhoogde tegemoetkoming.

Les dispositions y relative s’appliqueront à toutes les institutions énumérées dans la circulaire no 494 du 20 juillet 2000 (Moniteur belge du 29 juillet 2000). La conclusion des avenants à la convention générale, pour chaque institution, est en cours. En attendant la signature de ces documents, les fonctionnaires bénéficient d’ores et déjà de l’intervention majorée.

DO 1999200011750

DO 1999200011750



Betalend parkeren voor motorrijders.

Stationnement payant pour les motocyclistes.

In bepaalde steden worden speciale parkeerzones voorzien voor motoren waar ze tegen betaling kunnen parkeren.

Certaines villes disposent de zones de parking payant réservées aux motocycles.

In het verkeersreglement is het betalend parkeren van motoren aan parkeerautomaten met ticketten en in de blauwe zones niet voorzien.

Le code de la route ne prévoit pas le stationnement payant aux horodateurs pour les motocyclistes et dans les zones bleues.

Gezien het stijgend aantal motorrijders en de onduidelijkheid die er rijst omwille van het ontbreken van enig reglement met betrekking tot het betalend parkeren van motoren aan parkeerautomaten met ticketten en in de blauwe zones, wat kunnen de gemeentebesturen op dit vlak opleggen aan de motorrijders ?

Compte tenu du nombre croissant de motocyclistes et de l’incertitude qu’induit l’absence de tout règlement relatif au stationnement payant des motocyclistes aux horodateurs et dans les zones bleues, quelles règles les administrations communales peuvent-elles imposer aux motocyclistes ?

Antwoord : Binnen het geheel van het systeem van de beperkte parkeertijd, in het algemeen verkeersreglement behandeld in artikel 27, moet onder meer een

Réponse : Au sein de l’ensemble du système du stationnement à durée limitée, tel qu’il est prévu à l’article 27 du règlement général sur la police de la circula-


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5776

onderscheid worden gemaakt tussen de zones met beperkte parkeertijd, ook blauwe zones genoemd, en voorts het betalend parkeren.

tion routière, l’on doit entre autres choses faire une distinction entre les zones de stationnement à durée limitée, également dénommées zones bleues, d’une part et, d’autre part, le stationnement payant.

De bestuurders die hun motorfiets parkeren in een zone met beperkte parkeertijd, blauwe zone, hoeven geen parkeerschijf te plaatsen; ze zijn bijgevolg niet onderworpen aan de beperkingen die de parkeerschijf oplegt. Die vrijstelling vloeit uitdrukkelijk voort uit de regelgeving : « Elke bestuurder die, op een werkdag, een auto parkeert in een zone met beperkte parkeertijd, moet [...] een parkeerschijf aanbrengen [...]. »

Les conducteurs qui mettent leurs motocyclettes en stationnement dans une zone à stationnement limitée, zone bleue, ne sont pas tenus de faire usage du disque de stationnement; ils ne sont en conséquence pas tenus aux limitations imposées par le disque de stationnement. Cette dérogation découle explicitement de la réglementation : « Tout conducteur qui, les jours ouvrables, met un véhicule automobile dans une zone de stationnement à durée limitée, doit apposer [...] un disque de stationnement [...]. »

Bij betalend parkeren liggen de zaken anders. Luidens artikel 27.3.1.1o, geschiedt het parkeren op plaatsen met parkeermeters of parkeerautomaten, op de wijze en onder de voorwaarden die op die toestellen vermeld zijn. Hier wordt dus geen categorie van voertuigen genoemd zodat in feite alle voertuigen geviseerd zijn.

Il en va autrement s’agissant du stationnement payant. Selon l’article 27.3.1.1o, aux emplacements munis de parcomètres ou d’horodateurs, le stationnement est régi suivant les modalités et conditions mentionnées sur ces appareils. En l’occurrence, il n’y a donc pas de catégories de véhicules désignées de telle sorte qu’en fait tous les véhicules sont visés.

Even algemeen in dit opzicht is de wet van 21 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren : er wordt geen onderscheid gemaakt tussen soorten motorrijtuigen.

C’est au demeurant dans cette optique qu’est établie la loi du 21 février 1965 autorisant les communes à percevoir des redevances de stationnement pour les véhicules à moteur : il n’y a pas de distinction faite entre les différentes catégories de véhicules à moteur.

Op het principie¨le vlak moeten motorfietsers dus hun parkeertijd betalen bij een parkeermeter of -automaat (of bij andere systemen van betaalparkeren), tenzij in een uitdrukkelijke vrijstelling is voorzien die op deugdelijke wijze kenbaar is gemaakt.

En principe, les motocyclistes doivent dès lors payer la redevance de stationnement à un parcomètre ou un horodateur (ou à un autre système de stationnement payant), dès lors qu’une exemption n’est pas formellement prévue et portée de manière explicite à leur connaissance.

Een betalingsbewijs (bijvoorbeeld een ticket of betaalkaart) op de geparkeerde motorfiets achterlaten, om controle mogelijk te maken, is vanzelfsprekend niet handzaam. De motorfietser doet er dan ook goed aan het ticket bij zich te houden als mogelijk bewijsstuk in geval van controle en gebeurlijk het opstellen van proces-verbaal.

Une preuve de paiement (par exemple : un ticket ou une carte de stationnement) abandonnée sur une motocyclette en stationnement aux fins de rendre possible le controˆle, n’est à proprement parler pas réaliste. Le motocycliste a tout intérêt à garder par devers lui le ticket afin de disposer d’une preuve de paiement en cas de controˆle et, le cas échéant, lorsque l’on dresse procès-verbal.

Alleen bij individuele parkeermeters en bij parkeerautomaten die de gegevens van het voertuig registreren, kan het betalend parkeren probleemloos opgelegd worden aan bestuurders van motorfietsen.

Ce n’est qu’en cas de parcomètres individuels et d’horodateurs qui enregistrent des données relatives au véhicule que le stationnement ne pose pas problème dans le chef de conducteurs de motocyclettes.

Tot besluit wens ik erop te attenderen dat er dus niet de minste onduidelijkheid rijst wat de blauwe zones betreft.

En conclusion, je désire souligner qu’il n’y a pas la moindre ambiguı¨té s’agissant des zones bleues.

Op plaatsen waar betaalparkeren van toepassing is, behoort het tot de gemeentelijke bevoegdheid om gebeurlijk in vrijstelling van gebruik te voorzien.

Aux endroits où le stationnement payant est d’application, il appartient à l’autorité communale de prévoir, le cas échéant, une dispense.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5777

DO 1999200011817

DO 1999200011817

Vraag nr. 288 van de heer Bart Laeremans van 25 september 2000 (N.) :

Question no 288 de M. Bart Laeremans du 25 septembre 2000 (N.) :

Brusselse MUG’s en Spoedgevallendiensten. — Nederlandsonkundigheid. Ingevolge mijn interpellatie van 13 juni 2000 heeft u beloofd het probleem van de Nederlandsonkundigheid van vele artsen en verpleegkundigen van deze diensten te bespreken met alle betrokkenen na Euro 2000 (interpellatie nr. 418, Kamer, 1999-2000, commissie voor de Volksgezondheid, Beknopt Verslag, 13 juni 2000, COM 232, blz. 7 tot 9).

SMUR et Services des urgences bruxellois. — Méconnaissance du néerlandais. ` la suite de mon interpellation du 13 juin 2000, A vous avez promis de discuter avec tous les intéressés, après l’Euro 2000, du problème de la méconnaissance du néerlandais de nombreux médecins et infirmières de ces services (interpellation no 418, Chambre, 19992000, commission de la Santé publique, Compte rendu analytique, 13 juin 2000, COM 232, p. 7 à 9).

1. a) Heeft deze bespreking plaatsgehad ?

1. a) Cette discussion a-t-elle eu lieu ?

b) Zo ja, wat zijn de resultaten ervan ?

b) Dans l’affirmative, à quels résultats a-t-elle abouti ?

2. U heeft een advies ingeroepen van uw administratie om te stellen dat u de ZIV-betalingen van de Nederlandsonkundige betrokkenen niet kan weigeren.

2. Vous avez invoqué un avis de votre administration pour justifier le fait que vous ne pouviez pas refuser le paiement des cotisations AMI des personnes concernées.

Op basis van welke argumenten is dit administratief advies gegrond en door wie werd het uitgebracht ?

Sur quels arguments est fondé cet avis administratif et de qui émane-t-il ?

Antwoord : Ik deel het geachte lid mee dat deze zaak tot de bevoegdheid behoort van de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, tot wie hij zijn interpellatie gericht heeft. (Vraag nr. 197 van 20 oktober 2000.)

Réponse : Je porte à la connaissance de l’honorable membre que cette question relève de la compétence de la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement à qui il a adressé son interpellation. (Question no 197 du 20 octobre 2000.)

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement

Consumentenzaken

Protection de la consommation

DO 1999200011786

DO 1999200011786

Vraag nr. 61 van de heer Martial Lahaye van 18 september 2000 (N.) :

Question no 61 de M. Martial Lahaye du 18 septembre 2000 (N.) :

Toevoeging van zoetigheden en ammoniak in sigaretten.

Adjonction de substances édulcorantes d’ammoniaque dans les cigarettes.

In Groot-Brittannie¨ publiceerde « The Sunday Times » recentelijk een artikel waaruit blijkt dat sigarettenfabrikanten zoetigheden in tabak mengen om jonge rokers te strikken. Het zou gaan om additieven zoals cacao, suikerstroop, extract van Sint-Jansbrood,

Le journal britannique « The Sunday Times » a récemment publié un article révélant que les fabricants de cigarettes mélangeraient des substances édulcorantes au tabac pour créer une accoutumance chez les jeunes fumeurs. Parmi les additifs utilisés, on retrouve


2000

2001

et


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5778

gedroogde vruchten en karamel. Door toevoeging van deze additieven smaakt de tabak zoeter waardoor jonge rokers sneller de smaak te pakken krijgen om verder te roken. Daarnaast vermeldt het artikel dat in bijna de helft van de Britse sigarettenmerken ammoniak verwerkt wordt. Door de toevoeging van ammoniak zou de opname van de nicotine worden bevorderd waardoor de verslavende werking wordt verhoogd.

le cacao, le sirop de sucre, l’extrait de caroube, les fruits secs et le caramel. L’adjonction de ces additifs confère au tabac une saveur plus sucrée, ce qui incite les jeunes fumeurs à continuer de fumer. Parallèlement, l’article indique également que les cigarettes de près de la moitié des fabricants britanniques contiennent de l’ammoniaque. L’adjonction de cette substance qui renforcerait l’absorption de la nicotine, augmente l’effet d’accoutumance.

1. Welke wettelijke bepalingen bestaan er actueel met betrekking tot de samenstelling van sigaretten ?

1. Quelles dispositions légales sont actuellement en vigueur concernant la composition des cigarettes ?

2. Wat zijn de desbetreffende bepalingen wat de toevoeging van zoetigheden en ammoniak in sigaretten betreft ?

2. Dans ce cadre, quelles dispositions concernent l’adjonction de substances édulcorantes et d’ammoniaque au tabac des cigarettes ?

3. Welke maatregelen overweegt u te nemen om het gebruik van de toevoeging van zoetigheden en ammoniak in sigaretten te beperken of te verbieden ?

3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour limiter ou interdire l’adjonction de substances édulcorantes et d’ammoniaque dans les cigarettes ?

4. Welke initiatieven neemt u om op het Europees niveau tot een reglementering te komen opdat het toevoegen van zoetigheden en ammoniak in sigaretten wordt verboden ?

4. Au niveau européen, quelles initiatives avez-vous prises pour mettre en place une réglementation interdisant l’adjonction de substances édulcorantes et d’ammoniaque dans les cigarettes ?

5. Overweegt u het nemen van bijkomende maatregelen in het kader van tabaksproblematiek ?

5. Envisagez-vous de prendre d’autres mesures à propos du problème lié au tabac ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.

1 en 2. Het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten bevat normen voor de etikettering, de samenstelling en de handel voor sigaretten.

1 et 2. L’arrêté royal du 13 août 1990 relatif à la fabrication et à la mise dans le commerce de produits à base de tabac et de produits similaires contient des normes pour l’étiquetage, la composition et le commerce des cigarettes.

Deze reglementering legt ook maximumgehalten op voor teer en nicotine en bevat een positieve lijst van toegelaten ingredie¨nten.

Cette réglementation fixe également des teneurs maximales en goudron et nicotine et établit une liste positive d’ingrédients autorisés.

Volgens deze positieve lijst zijn aromastoffen, die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt ook toegelaten in tabaksproducten. Bijgevolg is de toevoeging van aromastoffen met een zoete smaak in tabaksproducten toegestaan.

Selon cette liste, les substances aromatisantes qui peuvent être utilisées dans les denrées alimentaires sont également autorisées dans les produits à base de tabac. En conséquence, l’adjonction de substances aromatisantes ayant un goût sucré est autorisée dans les produits du tabac.

Volgens deze lijst is ook ammoniak toegelaten in tabaksproducten.

D’après cette liste, l’ammoniaque est aussi admise dans ces produits.

3 en 4. Op basis van het huidige wetenschappelijk onderzoek zijn er aanwijzingen dat ammoniak het verslavingseffect van tabak zou verhogen. Het lijkt dan ook aannemelijk dat de tabaksindustrie dit additief gebruikt om het verslavend effect van hun sigaretten te verhogen. Aan een dergelijke praktijk zou best een halt moeten worden toegeroepen.

3 et 4. Au stade actuel de la recherche scientifique, des indices montrent que l’ammoniaque augmenterait l’effet de dépendance du tabac. Il paraıˆt dès lors plausible que les cigarettiers utilisent cet additif pour augmenter l’effet de dépendance de leurs cigarettes. Il serait préférable de mettre fin à ce genre de pratique.

De Europese Raad heeft heden zijn gemeenschappelijk standpunt overgemaakt aan het Europees Parle-

Le Conseil européen vient de soumettre sa position commune au Parlement européen en vue de l’adoption


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5779

ment met het oog op de aanneming van de richtlijn inzake de samenstelling en etikettering van tabaksproducten.

de la directive sur la composition et l’étiquetage des produits de tabac.

Belgie¨ heeft geen gekwalificeerde meerderheid achter zich kunnen krijgen om het additief ammoniak te verbieden. Een aantal lidstaten waren van oordeel dat de schadelijkheid van de additieven nog onvoldoende bewezen is.

La Belgique n’a pas pu rallier une majorité qualifiée d’E´tats membres pour interdire l’ammoniaque comme additif, certains estimant que la nocivité des additifs est encore insuffisamment établie.

Ik heb wel kunnen bekomen dat de tabaksfabrikanten een lijst zullen moeten overmaken van alle additieven samen met de toxische gegevens. Experten zullen deze gegevens evalueren en tegen uiterlijk 31 december 2004 zal verslag moeten worden uitgebracht. Hierbij zal de Commissie aangeven welke normen verder uitgewerkt dienen te worden.

J’ai toutefois pu obtenir que les fabricants de tabac soient tenus de transmettre une liste de tous les additifs avec les données toxicologiques. Des experts évalueront ces données et devront faire rapport au plus tard le 31 décembre 2004. La Commission indiquera à cet égard les normes dont la mise au point doit être poursuivie.

5. Heden wens ik de verkoop van kleine pakjes sigaretten te verbieden.

5. Je souhaite actuellement interdire la vente des cigarettes conditionnées en petits paquets.

Een dergelijk verbod is verantwoord aangezien hierdoor de drempel voor de aankoop van sigaretten wordt verhoogd en het tabaksgebruik door jongeren wordt afgeremd.

Une telle interdiction se justifie car elle rendra la décision d’acheter des cigarettes moins facile et contribuera à freiner le tabagisme des jeunes.

DO 1999200011797

DO 1999200011797



Consumentenvoorlichting. — Oneerlijke concurrentie. — « Puur natuur »-confituur.

Information du consommateur. — Concurrence déloyale. — Confitures « purement naturelles ».

Volgens het magazine Test-Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 zouden sommige Oostenrijkse jamsoorten, ondanks de vermelding « puur natuur » op het etiket, pectine en sporen van lood, cadmium en pesticiden bevatten.

Selon le magazine Test-Santé no 38 d’aouˆtseptembre 2000, certaines confitures autrichiennes portant la mention « purement naturelle » contiendraient, en fait, de la pectine, des traces de plomb, de cadmium et de pesticides.

1. Mag die confituur in Belgie¨ op de markt worden gebracht met de misleidende vermelding « puur natuur » ?

1. Ces confitures peuvent-elles être commercialisées en Belgique sachant que cette mention peut induire le consommateur en erreur ?

2. In Duitsland heeft een organisatie ter bestrijding van oneerlijke concurrentie om een schrapping van dergelijke vermeldingen gevraagd.

2. En Allemagne, une association contre les pratiques de concurrence déloyale avait demandé l’interdiction de cette mention.

a) Is een soortgelijke maatregel ook in Belgie¨ haalbaar ?

a) Cette mesure serait-elle envisageable en Belgique ?

b) Hoe ?

b) Comment ?


Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

1. De Belgische reglementering is wat de etikettering van de voorverpakte voedingsmiddelen betreft, vergelijkbaar met de Duitse. Het arrest dat het Europees Hof van Justitie op 4 april 2000 in de zaak C-465/ 98 heeft geveld luidt evenwel als volgt : artikel 2, lid 1,

1. La réglementation belge est similaire à celle de l’Allemagne en ce qui concerne l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées. Néanmoins l’arrêt rendu par la Cour de Justice européenne du 4 avril 2000 dans l’affaire C-465/98 est le suivant : « L’arti-


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5780

sub a), i), van de richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame, verzet zich niet tegen het gebruik van de vermelding « zuiver natuurlijk » ter aanduiding van een aardbeienjam die het geleermiddel pectine bevat alsmede sporen of residuen van lood, cadmium en pesticiden in de volgende hoeveelheden : 0,01 mg/ kg lood, 0,008 mg/kg cadmium, 0,016 mg/kg procymidone en 0,005 mg/kg vinchlozolin. Het is duidelijk dat dit arrest eveneens voor Belgie¨ van toepassing is.

cle 2, paragraphe 1, sous a), i), de la directive 79/112/ CEE du Conseil, du 18 décembre 1978, relative au rapprochement des législations des E´tats membres concernant l’étiquetage et la présentation des denrées alimentaires destinées au consommateur final ainsi que la publicité faite à leur égard, ne s’oppose pas à l’utilisation de la mention « purement naturelle » pour désigner une confiture aux fraises qui contient du gélifiant pectine ainsi que des traces ou résidus de plomb, de cadmium et de pesticides dans les teneurs suivantes : 0,01 mg/kg de plomb, 0,008 mg/kg de cadmium, 0,016 mg/kg de procymidone et 0,005 mg/kg de vinclozoline. » Il va de soi que cet arrêt est également d’application pour la Belgique.

2. a) en b) Neen, de Belgische reglementering (zie : artikel 3, 2o, koninklijk besluit van 17 april 1980 betreffende de reclame voor voedingsmiddelen) verbiedt het gebruik van die vermelding voor producten die toevoegsels of residuen van pesticiden bevatten. Het is echter duidelijk dat voortaan terzake rekening moet worden gehouden met het arrest van het Hof van Justitie.

2. a) et b)

DO 1999200011798

DO 1999200011798



Gevaarlijke producten. — Verpakkingen. — Controlemaatregelen.

Produits dangereux. — Emballages. — Mesures de controˆle.

Volgens het magazine Test-Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 schort er heel wat aan de verpakkingen van gevaarlijke producten. Zo blijken de veiligheidsstoppen vaak ondoeltreffend, zijn verpakkingen van uiterst giftige producten gemakkelijk te openen, staat op sommige etiketten nog het oude nummer van het Antigifcentrum of noden de kleur, geur of verpakking van sommige producten kinderen ertoe ze in hun mondje te stoppen. De huidige controles en vergunningen missen het beoogde doel.

Le magazine Test-Santé no 38 d’aouˆt-septembre 2000, révèle que les emballages des produits dangereux sont loin d’être irréprochables. Ainsi, les bouchons de sécurité sont souvent inefficaces, les emballages de produits très toxiques sont faciles à ouvrir, les étiquetages mentionnent souvent l’ancien numéro du Centre Antipoisons ou encore des produits incitent par leur forme, leur couleur ou leur parfum, les enfants à les mettre en bouche. Force est de constater que les autorisations et les controˆles sont loin d’atteindre leur but.

1. Welke maatregelen heeft u aanbevolen om meer en gerichtere controles van verpakkingen van gevaarlijke producten uit te voeren ?

1. Quelles mesures avez-vous déjà recommandées pour renforcer ou mieux cibler ces controˆles sur les emballages de produits dangereux ?

2. Lijkt het u niet opportuun bitterstoffen toe te voegen aan producten als antivries, slakkendood, en dergelijke om doorslikken ervan te ontraden ?

2. L’ajout d’amérissants (substances amères que l’on ajoute aux produits pour décourager toute ingestion) ne vous semble-t-il pas opportun pour des produits comme les antigels, les antilimaces ... ?

3. a) Zouden de veiligheidsvoorzieningen (veiligheidsstop, bitterstoffen, enz.) niet evenzeer van toepassing moeten zijn op irriterende of schadelijke stoffen ?

3. a) Les dispositifs de sécurité (bouchons spéciaux, amérissants ...) ne devraient-ils pas inclure les produits irritants ou nocifs ?


2000

2001

Non, la réglementation belge (voir : l’article 3, 2o, arrêté royal du 17 avril 1980 concernant la publicité pour les denrées alimentaires) interdit l’emploi de cette mention pour des produits qui contiennent des additifs ou des résidus de pesticides. Mais il est certain qu’il faut dorénavant tenir compte de l’arrêt de la Cour de Justice en la matière.


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5781

b) Welke maatregelen heeft u dienaangaande getroffen ?

b) Quelles dispositions avez-vous prises à cet égard ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.

Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.

1. In de eerste plaats wil ik erop wijzen dat de geciteerde tekst allesbehalve een toonbeeld van duidelijkheid is. In het artikel worden bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig en voor niet-landbouwkundig gebruik, gevaarlijke producten en producten in verband met levensmiddelen door elkaar gehaald.

1. Je voudrais d’abord vous faire remarquer que le texte mentionné n’est pas d’une clarté exemplaire. En effet, l’article ne distingue pas clairement les pesticides à usage agricole, les pesticides à usage non agricole, les préparations dangereuses et les produits relatifs aux denrées alimentaires.

Het artikel geeft bijvoorbeeld de indruk dat voor alle producten bij het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu een dossier moet worden ingediend; dit geldt evenwel alleen voor bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik.

En lisant l’article, le lecteur a, par exemple, l’impression que, pour tous ces produits, il faut remettre un dossier au ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement ce qui n’est vrai que pour les pesticides à usage non agricole.

Toch ben ik er mij van bewust dat deze complexe wetgeving sedert de omzetting van de richtlijn over « de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten » (koninklijk besluit van 11 januari 1993) vaak slecht wordt begrepen. Een team van vier medewerkers is in april 1998 over geheel Belgie¨ met een moderne computergestuurde infrastructuur aan een inspectie- en voorlichtingsronde van gevaarlijke stoffen begonnen.

Toutefois, je suis consciente que, depuis la transposition de la directive « classification, emballage et étiquetage des préparations chimiques » (arrêté royal du 11 janvier 1993), cette législation complexe est souvent mal comprise. Une équipe de quatre personnes a commencé en avril 1998 un travail d’inspection et d’information couvrant le domaine des préparations dangereuses dans toute la Belgique avec une infrastructure informatisée moderne.

Het team heeft tot dusver 1 500 tussenkomsten uitgevoerd en is inderdaad herhaaldelijk gestoten op ontoereikende etiketten, die door de betrokken firma’s onmiddellijk in orde werden gemaakt.

L’équipe a effectué à ce jour environ 1 500 interventions et a remarqué effectivement de nombreux étiquetages inadéquats que les firmes impliquées se sont engagées à modifier directement.

De wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productieen consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid biedt een goede basis voor een systeem van strenge controles dat doeltreffend zal werken op voorwaarde dat de bestaande ploeg een passende rechtspositie krijgt om haar taak uit te voeren. Dat zal een van mijn prioriteiten zijn en ik geloof dat wij dan op de goede weg zitten om te komen tot etiketten en verpakkingen die de Europese regelgeving terzake volledig naleven.

La loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant pour but la promotion de modes de production et de consommation durables et la protection de l’environnement et de la santé, fournit une bonne base pour un système de controˆles rigoureux et qui sera efficace à condition de donner un statut adapté à l’équipe existante pour remplir ses taˆches. Ce sera l’une de mes priorités et je crois qu’alors, nous serons sur la bonne voie pour arriver à des étiquetages et des emballages respectueux des règles européennes en la matière.

2. Op talrijke vergaderingen van Europese experts zijn de bitterstoffen aan bod gekomen. Die stoffen hebben misschien wel al goede resultaten opgeleverd, maar ze zijn wel duur en weinig talrijk. Vandaar ook bijvoorbeeld een Frans monopolie. Voor sommige kleine hoeveelheden waren de houders bovendien reeds leeg voó´r de bittere smaak optrad. De conclusie van de groep was dat er geen verplichte invoering hoefde te komen maar dat ze in bepaalde gevallen aanbevolen konden worden.

2. Lors de plusieurs réunions d’experts européens, on a évoqué les amérisants. Si les amérisants ont donné parfois des bons résultats, ils sont chers et peu nombreux. Il en résulte ainsi une situation de monopole par exemple en France. De plus, pour certaines petites quantités, les récipients étaient déjà vidés avant que le goût amérisant apparaisse. La conclusion a été de ne pas introduire une obligation dans ce domaine, même si on pouvait, dans certains cas, les recommander.

3. a) en b) Aan de veiligheidsvoorzieningen werden in 1998 bij het opstellen van de nieuwe richtlijn 99/45/EG inzake gevaarlijke stoffen talrijke

3. a) et b) Les dispositifs de sécurité ont fait l’objet de nombreuses réunions au niveau du Conseil européen pendant l’année 1998 lors de l’éla-


2000

2001


743

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5782

vergaderingen van de Raad gewijd. De Europese deskundigen verwezen in die vergaderingen naar bestaande technische veiligheidsnormen die voor zulke problemen reeds werden gebruikt.

boration de la nouvelle directive 99/45/CE sur les préparations dangereuses. Les experts européens se sont référés, lors de ces réunions, à des normes techniques de sécurité existantes et déjà utilisées pour cette problématique.

Zij leggen veiligheidsvoorzieningen op aan preparaten die aangemerkt werden als zijnde onmiddellijk dodelijk toxisch bij inname, dat wil zeggen de zeer toxische, toxische en bijtende stoffen.

Ils imposent les dispositifs de sécurité aux préparations auxquelles un danger immédiat d’intoxication mortelle en cas d’ingestion a été indiqué c’est-à-dire les préparations très toxiques, toxiques et corrosives.

Mijn administratie werkt momenteel aan de omzetting van de nieuwe richtlijn 99/45/EG waarin de door Europa aanbevolen veiligheidsnormen zijn verwerkt.

La transposition conforme de la nouvelle directive 99/45/CE avec les normes de sécurité européennes recommandées est en cours au niveau de mon administration.

DO 1999200011806

DO 1999200011806



Voedingslabels. — Toekenningscriteria. — Privéinitiatieven. — Controle.

Labels alimentaires. — Critères d’attribution. — Initiatives privées. — Controˆle.

Volgens het magazine Test Aankoop nr. 435 van september 2000, is de wetgeving met betrekking tot voedingslabels niet altijd voldoende streng om een goede kwaliteit te garanderen en blijven er twijfels bestaan over de doeltreffendheid van de controles.

Selon le magazine Test Achats no 435 de septembre 2000, en matière de labels alimentaires, la loi n’est pas toujours suffisamment stricte pour garantir une bonne qualité et des doutes subsistent sur l’efficacité des controˆles.

Sommige sectoren nemen zelf initiatieven in de vorm van keurmerken die veilige productiemethoden en vooral extra controles in combinatie met een traceerbaarheidssysteem garanderen.

Certains secteurs prennent eux-mêmes des initiatives sous forme de labels garantissant des modes de production suˆrs et, surtout, des controˆles supplémentaires liés à un système de traçabilité.

Niet alle keurmerken zijn echter evenwaardig omdat de spelregels voor de toekenning ervan niet altijd duidelijk omschreven zijn. Sommige labels bieden niets meer dan de wettelijke eisen of dan de normale productiewijzen.

Cependant, tous les labels ne sont pas à mettre sur le même pied parce que les règles pour leur attribution ne sont pas toujours clairement définies. Certains labels n’offrent rien de plus par rapport à la loi ou par rapport aux pratiques normales de production.

1. Welke maatregelen werden genomen om de criteria voor de toekenning van de labels duidelijk te omschrijven ?

1. Quelles mesures ont été prises pour définir clairement les critères d’attribution d’un label ?

2. Wie mag die labels toekennen ?

2. Qui peut octroyer ces labels ?

3. Welke controles worden verricht om na te gaan of het product wel met de kwaliteitsvereisten van het label strookt ?

3. Quels sont les controˆles effectués sur l’adéquation entre l’étiquetage du produit labellisé et sa qualité réelle ?

4. Acht u de waarborgen die sommige sectoren de consumenten bieden en waarbij veilige productiewijzen in combinatie met een traceerbaarheidssysteem worden gegarandeerd, toereikend ?

4. Les garanties offertes au consommateur par rapport aux initiatives particulières de certains secteurs privilégiant des modes de production suˆrs liés à un système de traçabilité vous semblent-elles suffisantes ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.



2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5783

Het ministerie van Volksgezondheid kent geen enkel keurmerk toe en verricht er dus ook geen controle op.

Le ministère de la Santé publique n’attribue aucun label et ne procède donc pas au controˆle de ceux-ci.

Volgende overheden en besturen zijn bevoegd voor de toekenning van de keurmerken: — de gewesten. Voor zover ik weet heeft alleen het Waalse Gewest een label al gegeven : « Label de Qualité Wallon »;

Les autorités et administrations compétentes pour l’attribution de certains labels sont les suivantes : ` ma connaissance, seule la Région — les régions. A wallonne a déjà attribué un label : « Label de Qualité Wallon »;

— de Europese Gemeenschap en het ministerie van Landbouw en Middenstand voor de biologische keurmerken;

— la Communauté européenne et le ministère de l’Agriculture et des Classes moyennes pour les labels biologiques;

— de Europese Gemeenschap DG VI Landbouw op voordracht van de gewesten voor de BOB’s (beschermde oorsprongsbenaming) en de BGA’s (beschermde geografische aanduiding);

— la Communauté européenne DG VI Agriculture sur proposition des régions pour les AOP (appellation d’origine protégée) et les IGP (indication géographique protégée);

— de Europese Gemeenschap DG VI Landbouw op voordracht van het federaal ministerie van Economische Zaken voor de GTS (gegarandeerde traditionele specialiteit).

— la Communauté européenne DG VI Agriculture sur proposition du ministère fédéral des Affaires économiques pour les STG (spécialité traditionnelle garantie).

De vragen moeten dus aan die verschillende ministeries worden gericht.

Les questions devraient donc être adressées à ces différents ministères.

DO 1999200011807

DO 1999200011807

Vraag nr. 65 van de heer Claude Eerdekens van 21 september 2000 (Fr.) : Genetisch gemodificeerde organismen. — Etikettering van producten. — Controle.

Question no 65 de M. Claude Eerdekens du 21 septembre 2000 (Fr.) : Organismes génétiquement modifiés. — E´tiquetage des produits. — Controˆle.

Volgens het magazine Test-Aankoop nr. 435 van september 2000 laat de etikettering van producten die genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) bevatten, veel te wensen over.

Selon le magazine Test Achats no 435 de septembre 2000, l’étiquetage des produits contenant des organismes génétiquement modifiés (OGM) est loin d’être satisfaisant.

Er zou op Europees niveau nog steeds geen akkoord zijn over een analysemethode, en evenmin zijn er erkende laboratoria voor de controle van GGO’s. De overheid heeft derhalve de middelen niet om wettelijk op te treden tegen inbreuken op de door haar uitgevaardigde regelgeving.

Il n’y aurait toujours pas d’accord, au niveau européen, sur une méthode d’analyse ni de laboratoires agréés pour le controˆle des OGM. Les pouvoirs publics n’ont donc pas les moyens de sanctionner légalement les manquements aux règles qu’ils édictent.

1. Hoe gaan uw diensten na of voor consumptie bestemde producten GGO’s bevatten ?

1. Comment vos services vérifient-ils la présence d’OGM dans les produits offerts à la consommation ?

2. a) Worden er specifieke controles verricht met betrekking tot de tolerantiegrens van 1 % voor het gehalte aan GGO’s en de regel van de « in substantie equivalente » producten ?

2. a) La tolérance de 1 % d’OGM et la règle des produits « équivalents en substance » en matière d’étiquetage font-elles l’objet de controˆles spécifiques ?

b) Zo neen, waarom niet ?

b) Si non, pourquoi ?

3. Welke maatregelen heeft u reeds getroffen om een totale traceerbaarheid van transgene producten te garanderen ?

3. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour assurer une traçabilité totale des produits transgéniques ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5784



1. De Algemene Eetwareninspectie (AEWI) verricht steekproefsgewijze controles op de toepassing van de wetgeving betreffende de etikettering van voedingsmiddelen die genetisch gemodificeerde organismen bevatten. Verordening 49/2000 maakt het sedert april 2000 mogelijk tevens controle uit te voeren op voedingsmiddeleningredie¨nten. Voedingsmiddelen en voedingsmiddeleningredie¨nten worden dus bemonsterd en geanalyseerd. De analyses gebeuren aan de hand van de PCR-techniek (Polymerase Chain Reaction), die het mogelijk moet maken van GGO’s afkomstig DNA op te sporen. Voor het jaar 2000 zijn in totaal 72 analyses voorzien op voedingsmiddelen en 18 op voedingsmiddeleningredie¨nten.

1. L’Inspection générale des denrées alimentaires (IGDA) effectue des controˆles, par coups de sonde, quant à l’application de la législation concernant l’étiquetage des denrées alimentaires contenant des organismes génétiquement modifiés. Depuis le mois d’avril 2000, le règlement 49/2000 permet d’effectuer également des controˆles au niveau des ingrédients alimentaires. Des denrées alimentaires et des ingrédients alimentaires sont donc échantillonnés et analysés. Les analyses demandées sont basées sur la technique PCR (Polymerase Chain Reaction) qui doit permettre de détecter l’ADN provenant d’OGMs. Pour l’année 2000, 72 analyses ont été prévues au niveau des denrées alimentaires et 18 analyses au niveau des ingrédients alimentaires.

2. a) Het « tolerantieniveau van 1 % GGO’s » wordt niet speciaal gecontroleerd (zie 2.b)).

2. a) « La tolérance de 1 % d’OGM » ne fait pas l’objet de controˆles spécifiques (voir 2.b)).

Men mag ervan uitgaan dat bepaalde elementen van het controleprogramma ertoe strekken controle uit te oefenen op « De regel van wezenlijk gelijkwaardige producten ». Bepaalde analyses worden immers gedaan op monsters zoals spijsolie¨n die doorgaans als « wezenlijk gelijkwaardig » worden beschouwd.

On peut considérer que certains éléments du programme de controˆle visent à controˆler « La règle des produits équivalents en substance ». En effet, certaines analyses seront effectuées que des échantillons tels que les huiles alimentaires qui sont généralement considérées comme « substantiellement équivalentes ».

b) Verordening 49/2000 heeft een tolerantieniveau van 1 % (per grondstof) vastgesteld voor ingredie¨nten of voedingsmiddelen met slechts één ingredie¨nt. Deze waarde van 1 % geldt alleen voor onvoorziene verontreiniging. Wanneer dus minder dan 1 % DNA van GGO’s wordt vastgesteld « moeten de exploitanten in staat zijn bewijsmateriaal te verstrekken om de bevoegde instanties ervan te overtuigen dat zij passende maatregelen hebben genomen om het gebruik als grondstof te vermijden van GGO’s ... ».

b) Le règlement 49/2000 a établi une tolérance de 1 % (par matière première) au niveau des ingrédients ou des denrées alimentaires ne comportant qu’un seul ingrédient. Cette tolérance de 1 % est prévue uniquement pour des contaminations accidentelles. Par conséquent, en cas de détection d’ADN d’OGMs en-dessous de 1 % « les opérateurs doivent être en mesure de démontrer, à la satisfaction des autorités compétentes, qu’ils ont pris les mesures appropriées pour éviter d’utiliser en tant que matière première les OGMs ... »

Concreet gaat het hier steeds om kwalitatieve analyses (al dan niet opsporen). Wanneer het resultaat voor « niet als GGO gee¨tiketteerde » voedingsmiddelen positief is, worden bijkomende analyses aangevraagd om een zo exact mogelijke raming te krijgen van het percentage aanwezige GGO’s. Wordt het op minder dan 1 % geschat, dan zal de fabrikant het bewijs van een onvoorziene verontreiniging moeten leveren.

Concrètement, les analyses effectuées sont toujours des analyses qualitatives (détection ou non détection). En cas de résultats positifs pour des aliments « non étiquetés OGM », des analyses supplémentaires seront demandées pour obtenir une estimation la plus précise possible du pourcentage d’OGM présent. Dans les situations où ce pourcentage sera estimé inférieur à 1 %, le fabriquant sera tenu d’apporter la preuve d’une contamination accidentelle.

Er zijn hier dan ook geen specifieke controles maar veeleer een nieuwe aanpak van de maatregelen die in geval van een positief resultaat worden getroffen.

Il n’y a donc pas de controˆles spécifiques dans ce cadre mais plutoˆt une nouvelle approche quant aux mesures prises en cas de résultats positifs.

3. De Europese Unie onderzoekt thans het opzetten van traceerbaarheidssystemen in de voedselketen. In

3. La mise en place de systèmes de traçabilité dans la chaıˆne alimentaire est actuellement à l’étude au


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5785

het witboek over voedselveiligheid heeft de Commissie zich het volgende doel gesteld. De basisprincipes over traceerbaarheid zullen in de volgende algemene richtlijn inzake voedingsmiddelenrecht, waarvan het voorstel door de Commissie in september 2000 moest worden goedgekeurd, worden vastgelegd. Zulke traceerbaarheid wordt tevens vastgelegd in het recente voorstel van de Commissie voor een nieuwe verordening inzake levensmiddelenhygie¨ne. Op dit ogenblik zijn er dus geen wettelijke bepalingen die strekken tot een volledige traceerbaarheid van transgene producten. Toch dient te worden aangestipt dat ingevolge de laatste verordeningen betreffende de etikettering van GGO’s (49/2000 en 50/2000) een steeds groter aantal ondernemingen een grotere greep wil krijgen op de oorsprong van hun ingredie¨nten en er zeker van willen zijn dat ze niet zijn vervaardigd op basis van GGO’S. Hoewel dit wettelijk niet is verplicht, sensibiliseren onze diensten deze ondernemingen ook op de gevaren waaraan ze zich blootstellen indien zij niet zeker zijn dat de producten « GGO-vrij » zijn.

niveau de l’Union européenne. Dans le livre blanc sur la sécurité alimentaire, la Commission s’est fixée entre autre, l’objectif suivant. Les principes de base concernant la traçabilité seront fixés dans la prochaine directive générale relative au droit en matière d’alimentation dont la proposition devait être adoptée par la Commission en septembre 2000. Cette traçabilité est également prévue par la proposition récente de la Commission d’un nouveau règlement relatif à l’hygiène des denrées alimentaires. ` l’heure actuelle, il n’y a donc aucune disposition A légale visant à « assurer une traçabilité totale des produits transgéniques ». Il faut néanmoins noter que, suite aux derniers règlements concernant l’étiquetage des OGMs (49/2000 et 50/2000), un nombre croissant d’entreprises tentent de mieux maıˆtriser l’origine de leurs ingrédients et de s’assurer qu’ils ne sont pas dérivés d’OGMs. Bien qu’il n’y ait aucune obligation légale en ce sens, nos services sensibilisent également ces entreprises en leur exposant les risques auxquels elles s’exposent en ne s’assurant pas de l’origine « non OGM » de certains de leurs ingrédients.

DO 1999200011848

DO 1999200011848

Vraag nr. 66 van de heer Claude Eerdekens van 5 oktober 2000 (Fr.) :

Question no 66 de M. Claude Eerdekens du 5 octobre 2000 (Fr.) :

Cosmetica. — Pseudo-wetenschappelijke vermeldingen.

Cosmétique. — Allégations pseudo-scientifiques.

Test-Aankoop (nr. 436 van oktober 2000) brengt onder de aandacht dat op de verpakking van veel cosmeticaproducten, vooral handcrèmes, pseudowetenschappelijke termen worden gebruikt waarvan de juiste betekenis onduidelijk is.

Test-Achats (no 436 d’octobre 2000) révèle que bon nombre de cosmétiques, notamment des crèmes pour les mains, font état d’allégations pseudo-scientifiques dont la signification exacte est peu claire.

Dat geldt bijvoorbeeld voor de term « hypoallergenisch » waarvoor geen precieze wettelijke omschrijving bestaat.

C’est le cas par exemple du terme « hypo-allergénique » pour lequel il n’existe pas de définition précise légale.

Andere begrippen zoals « natuurlijk » of « dermatologisch getest » zouden niet relevant zijn of geen enkele garantie bieden.

D’autres concepts comme « naturel » ou « testé dermatologiquement » ne seraient pas relevants ou n’offriraient aucune garantie.

Worden terzake maatregelen overwogen die de consument betere sanitaire waarborgen bieden ? Zo ja, welke ?

Des dispositions pour offrir de meilleures garanties sanitaires au consommateur en la matière sont-elles envisagées et, si oui, lesquelles ?


Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.

Artikel 2, § 1, 2o, f), van het koninklijk besluit van 15 oktober 1997 betreffende cosmetica bepaalt : « 2o de verantwoordelijke van cosmetica moet voor alle cosmetica, documenten ter beschikking houden van de bevoegde overheid met de volgende gegevens : ...

L’article 2, § 1er, 2o, f), de l’arrêté royal du 15 octobre 1997 relatif aux produits cosmétiques, est libellé comme suit : « 2o le responsable doit tenir à la disposition de l’autorité compétente pour chaque produit cosmétique des documents reprenant les informations suivantes : ...


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5786

f) de bewijzen van de werking waarop de cosmetica aanspraak maken, behalve wanneer de aard van de werking zelf niet kan worden betwist ».

f) les preuves de l’effet revendiqué, excepté lorsque la nature même de l’effet ne peut être contestée ».

De eerste paragraaf van artikel 6 van ditzelfde koninklijk besluit bepaalt : « Het is verboden in de etikettering van cosmetica, in de nabijheid ervan, in handelsdocumenten, in prospectussen en in alle andere vormen van reclame die er betrekking op hebben, gebruik te maken van benamingen, aanwijzingen, afbeeldingen, tekens of andere voorstellingsvormen die misleidend kunnen zijn, meer bepaald met betrekking tot de aard, de samenstelling, de bereidingswijze of de kenmerken van deze producten of die er curatieve of profylactische eigenschappen aan toeschrijven, of nog kenmerken in verband met de gezondheid, die deze niet bezitten. »

Par ailleurs au même arrêté royal, l’article 6, § 1er, dispose : « Il est interdit d’utiliser dans l’étiquetage des produits cosmétiques, à proximité de ceux-ci, dans les documents commerciaux, dans les prospectus ou dans toute autre forme de publicité ayant trait à ces produits des appellations, indications, représentations, signes ou toute autre forme de présentation susceptibles d’induire en erreur notamment sur la nature, la composition, le mode de fabrication ou les caractéristiques de ces produits ou leur attribuant des propriétés curatives ou prophylactiques, ou encore, attribuant à ces produits des caractéristiques en matière de santé alors qu’ils ne les possèdent pas. »

Daaruit volgt dat er voldoende wettelijke bepalingen bestaan om tegemoet te komen aan de problemen die door Test-Aankoop en door het geachte lid worden opgeworpen.

Il en résulte que les dispositions légales existent et sont suffisantes pour répondre à ce genre de problème soulevé par Test-Achats et relevé par l’honorable membre.

Er wordt niet aan gedacht wettelijke definities van de werking van cosmetica (bijvoorbeeld hypoallergeen) te maken aangezien artikel 2, § 1, 2o, f), veel algemener is en tegemoet kan komen aan de bezorgdheid waaraan het geachte lid in zijn vraag lucht geeft.

Quant aux définitions légales d’effets de produits cosmétiques (par exemple hypoallergénicité), il n’est pas prévu de procéder à un tel exercice, l’article 2, § 1er, 2o, f), étant bien plus général et susceptible de rencontrer les inquiétudes exprimées dans sa question par l’honorable membre.

Ik vestig de aandacht van het geachte lid erop dat de Belgische reglementering de omzetting is van een aantal Europese richtlijnen.

J’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que la réglementation belge constitue la transposition de nombreuses directives européennes.

DO 1999200011849

DO 1999200011849



Johannesbroodpitmeel en guargom.

Farine de graines de caroube et gomme de guar.

Volgens Test-Gezondheid (nr. 436 van oktober/ november 2000) worden johannesbroodpitmeel (E 410) en guargom (E 412), twee additieven van natuurlijke oorsprong die als verdikkingsmiddel en stabilisator in voedingsmiddelen worden gebruikt, niet door de enzymen van het spijsverteringssysteem opgenomen. Hoewel ze niet giftig zijn, kunnen johannesbroodpitmeel maar vooral guargom bij sommigen allergische reacties veroorzaken.

Selon Test-Santé (no 436 d’octobre/novembre 2000) la farine de graines de caroube (E 410) et la gomme de guar ( E412), deux additifs d’origine naturelle utilisés comme épaississants et stabilisateurs dans les aliments, ne sont pas absorbés par les enzymes du système digestif. Bien que ces substances ne soient pas toxiques, elles sont susceptibles (surtout le guar) de provoquer des réactions allergiques chez certaines personnes.

Werden al maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de etiketten van voedingsmiddelen die johannesbroodpitmeel of guargom bevatten de consument geheel inlichten omtrent de allergische reacties die de twee additieven kunnen veroorzaken ? Zo niet, wat wordt er terzake overwogen ?

Des mesures ont-elles déjà été prises pour que l’étiquetage des aliments contenant de la farine de graines de caroube et de la gomme de guar informe complètement le consommateur des risques d’allergies pouvant être provoqués par ces deux additifs et, si non, qu’est-il envisagé ?




2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5787

Zoals u weet, wordt de wetgeving aangaande de additieven op Europees niveau gereglementeerd via een aantal richtlijnen.

Vous n’ignorez pas qu’au niveau européen, les additifs sont réglementés par une série de directives.

Het gebruik van guarpitmeel en johannesbroodpitmeel als additief wordt gereglementeerd door de richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen. Deze richtlijn werd in Belgie¨ omgezet in het koninklijk besluit van 1 maart 1998 betreffende in voedingsmiddelen toegelaten toevoegsels met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen.

L’utilisation de la gomme de guar et de la farine de graines de caroube comme additifs est réglementée par la directive 95/2/CE du Parlement européen et du Conseil du 20 février 1995 relative aux additifs alimentaires autres que les colorants et les édulcorants. Cette directive a été transposée en droit belge par l’arrêté royal du 1er mars 1998 relatif aux additifs autorisés dans les denrées alimentaires à l’exception des colorants et des édulcorants.

De consument die gevoelig of allergisch is voor een aantal ingredie¨nten, kan zich beschermen tegen onverhoedse inname door het lezen van de ingredie¨ntenlijst zoals die voorkomt op de meeste voorverpakte voedingsmiddelen.

Le consommateur qui est sensible ou qui court un risque d’allergie pour certains ingrédients peut se protéger contre l’ingestion inopinée de ces substances par la lecture de la liste des ingrédients telle qu’elle figure sur la plupart des denrées alimentaires.

Deze mogelijkheid wordt hem geboden door richtlijn 2000/13/EG en omgezet in koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen, aangezien hierin wordt bepaald dat de ingredie¨nten op de etikettering moeten worden vermeld. Met name moeten krachtens artikel 6 van richtlijn 2000/13/EG alle additieven die een technologische functie in het eindproduct vervullen op de etikettering worden vermeld door de categorienaam gevolgd door de specifieke naam of het E-nummer. Dit betekent dat de toevoeging van E 410 : johannesbroodpitmeel en E 412 : guarpitmeel altijd in de lijst van ingredie¨nten moet worden opgenomen.

Cette possibilité lui est offerte par la directive 2000/13/CE transposée par l’arrêté royal du 13 septembre 1999 relatif à l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées qui précise que les ingrédients doivent être mentionnés sur l’étiquette. Ainsi, l’article 6 de la directive 2000/13/CE précise que tous les additifs remplissant une fonction technologique dans le produit fini doivent être mentionnés sur l’étiquette par le nom de catégorie suivi du nom spécifique ou du numéro CEE. En d’autres mots, l’utilisation de R 410 : la gomme de guar et E 412 : la farine de graines de caroube doivent toujours figurer dans la liste des ingrédients.

DO 1999200011857

DO 1999200011857



Voedingsmiddelen. — Etikettering. — Allergiee¨n.

Denrées alimentaires. — Mentions. — Allergies.

Volgens het magazine Test Gezondheid (nr. 39 van oktober/november 2000) staan er op het etiket van voedingsmiddelen steeds vaker aanwijzingen als « kan sporen van tarwe-eiwitten bevatten », « bevat mogelijk sporen van aardnoten », « mogelijke aanwezigheid van sporen van aardnoten, amandelen en andere noten ». Dat is allemaal erg verwarrend voor mensen die allergisch zijn voor deze stoffen.

Selon Test Santé (no 39 d’octobre/novembre 2000), on retrouve sur les denrées alimentaires de plus en plus de mentions du type « peut contenir des traces de protéines de blé », « traces éventuelles d’arachide », « présence éventuelle de traces d’arachides, amendes et autres noix ». Ces mentions sont particulièrement équivoques pour certaines personnes allergiques à ces produits.

1. Welke maatregelen werden er genomen om het etiket van mogelijk allergene voedingsmiddelen duidelijker en begrijpelijker te maken ?

1. Quelles mesures ont-elles déjà été prises pour rendre l’étiquetage des denrées pouvant provoquer des allergies, plus clair et transparent ?

2. a) Bestaan er dienaangaande wettelijke verplichtingen ?

2. a) Existe-t-il des obligations légales en la matière ?

b) Zo ja, welke ?

b) Lesquelles ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5788



1. De vermeldingen waarover Test Gezondheid het heeft, worden door de industrie vrijwillig aangebracht in het raam van de veiligheidsprocedures ter bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de consument. Hiermee kan de aandacht van zeer allergische consumenten worden gevestigd op de mogelijke aanwezigheid van sporen van zulke ingredie¨nten. Deze ingredie¨nten worden niet opzettelijk aan het product toegevoegd maar sporen ervan kunnen voorkomen omdat ze in de fabriek gebruikt worden om andere voedingsmiddelen te fabriceren.

1. Les mentions citées par Test Santé sont des mentions apposées volontairement par l’industrie dans le cadre de la mise en place des procédures de sécurité visant à assurer la santé et la sécurité du consommateur. Ces mentions permettent d’attirer l’attention des consommateurs particulièrement allergiques sur la présence possible de traces de ces ingrédients. Ces ingrédients ne sont pas ajoutés volontairement au produit mais peuvent s’y retrouver à l’état de trace en raison de leur présence dans l’usine pour préparer d’autres aliments.

2. a) en b) Een specifieke wetgeving inzake etikettering voor allergenen bestaat in Europa nog niet. Aangezien de Belgische reglementering een omzetting is van verschillende Europese richtlijnen, bevat deze ook nog geen bepalingen terzake.

2. a) et b) En ce qui concerne l’étiquetage spécifique des allergènes, il n’existe pas encore de législation européenne en la matière. La réglementation belge relative à l’étiquetage étant la transposition des directives européennes, elle ne contient pas encore de telles dispositions.

In het witboek over voedselveiligheid dat de Europese Commissie in januari 2000 voorstelde, worden voorstellen in die richting tegen december 2000 in het vooruitzicht gesteld. Zij zullen gebaseerd zijn op de werkzaamheden van de Codex Alimentarius.

Dans le livre blanc sur la sécurité alimentaire de la Commission européenne présenté en janvier 2000, des propositions à ce sujet sont prévues pour décembre 2000. Ces propositions seront basées sur les travaux du Codex Alimentarius.

Volksgezondheid

Santé publique

DO 1999200000212

DO 1999200000212

Vraag nr. 36 van de heer Jean-Pierre Viseur van 10 december 1999 (Fr.) :

Question no 36 de M. Jean-Pierre Viseur du 10 décembre 1999 (Fr.) :

Genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). — « Burgerforum ».

Organismes génétiquement modifiés (OGM). — « Conférence citoyenne ».

De bevolking reageert terecht angstig en verontrust op de problematiek van de genetisch gemodificeerde organismen.

La problématique des OGM inquiète et agite à juste titre la population.

De wetenschappers zijn verdeeld over de risico’s van genetisch gemodificeerde gewassen en voedingsmiddelen voor het milieu en de volksgezondheid.

Les autorités scientifiques sont partagées quant aux risques que ces cultures et ces aliments peuvent faire courir à l’environnement et à la santé de la population.

Zou de regering, in het kader van het in de regeringsverklaring geroemde nieuwe burgerschap, niet best een inspraakregeling uitwerken om met de burger in debat te treden, zoals al in ten minste twee andere Europese landen (Frankrijk en Denemarken) gebeurt ?

Dès lors, dans l’optique de la nouvelle citoyenneté proˆnée par la déclaration gouvernementale, ne conviendrait-il pas que le gouvernement mette sur pied un système de débat-participation avec les citoyens à l’instar de ce qui s’est fait déjà dans deux pays européens au moins : le Danemark et la France ?

1. Wat vindt u van die suggestie ?

1. Quel est votre avis à ce sujet ?

2. Zal u de kwestie tijdens een volgende Ministerraad aan de voltallige regering voorleggen ?


2000

2. Envisagez-vous, par ailleurs, de soumettre la question à l’ensemble du gouvernement lors d’un prochain Conseil des ministres ?

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5789



1. Ik denk dat het te overwegen valt de burgers meer te betrekken bij dit debat.

1. Je pense qu’il pourrait être envisagé d’impliquer plus directement les citoyens dans ce débat.

De moeilijkheid met dit soort van forum blijft echter de grote verscheidenheid aan wetenschappelijke meningen, en bijgevolg de wazigheid die onvermijdelijk de informatie die aan het grote publiek bekend moet gemaakt worden, zal begeleiden.

La difficulté de ce genre de forum réside toutefois dans la grande disparité des opinions scientifiques, et donc dans le flou dont sera immanquablement assortie l’information qui devra obligatoirement être dispensée au grand public.

2. Ik kan overwegen dit voorstel voor te leggen aan mijn collega’s tijdens een volgende Ministerraad. Dit kan ik echter pas doen als ik van mijn diensten een precies actieplan en een lastenboek voor de realisatie van een burgerforum heb gekregen.

2. Je peux envisager de soumettre cette proposition à l’ensemble de mes collègues lors d’un prochain Conseil des ministres, mais je ne pourrai le faire qu’après avoir obtenu, de la part de mes services, un plan d’action précis et un cahier de charges pour la réalisation de ce débat citoyen.

DO 1999200011690

DO 1999200011690

Vraag nr. 167 van mevrouw Kristien Grauwels van 10 augustus 2000 (N.) :

Question no 167 de Mme Kristien Grauwels du 10 août 2000 (N.) :

Internationale vergaderingen. — Samenstelling van de Belgische delegaties.

Réunions internationales. — Composition des délégations belges.

Blijkelijk zouden er op internationale vergaderingen, conferenties en dergelijke in Belgische delegaties soms personen zetelen die niet werken bij de overheid, maar in privé-organisaties.

Il semblerait que les délégations belges présentes aux réunions et conférences internationales seraient parfois composées de personnes qui n’émanent pas des pouvoirs publics mais bien d’organisations à caractère privé.

1. a) Kunt u me meedelen in welke gevallen er op internationale vergaderingen, conferenties en dergelijke, personen die niet werkzaam zijn bij de overheid, officieel lid waren van de Belgische delegatie ?

1. a) Pourriez-vous m’indiquer dans quels cas les délégations officielles belges présentes lors de réunions et conférences internationales étaient composées de personnes qui n’étaient pas issues des pouvoirs publics ?

b) Om welk soort vergadering ging het ?

b) De quel type de réunions s’agissait-il ?

c) Uit welke private organisatie kwamen die personen ?

c) De quelles organisations privées ces personnes provenaient-elles ?


2000

2001


744

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5790

2. a) Wat zijn de criteria die de minister bij deze dossiers toepast om over deze deelnames te oordelen ?

2. a) Sur la base de quels critères la ministre se prononce-t-elle en l’occurrence sur la composition de ces délégations ?

b) Hoe gebeurt de controle en de opvolging ervan ?

b) Comment le controˆle et le suivi sont-ils assurés ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgende gegevens mee te delen in antwoord op haar vraag.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les données suivantes en réponse à sa question.

A. Algemene Farmaceutische Inspectie

A. Inspection générale de l’Inspection de la pharmacie

1. In het kader van de werkzaamheden van de Geneesmiddelencommissie en van de Farmacopeecommissie nemen universiteitsprofessoren die benoemd zijn als lid van die commissies regelmatig deel aan de vergadering respectievelijk van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling en van de Raad van Europa.

1. Dans le cadre des activités de la Commission des médicaments et de la Commission de la pharmacopée, des professeurs d’universités qui ont été nommés comme membre de ces commissions participent régulièrement aux réunions de respectivement l’Agence européenne pour l’évaluation des médicaments et du Conseil de l’Europe.

Het gebeurt eveneens dat werknemers van privébedrijven (farmaceutische firma’s) tegen vergoeding als expert voor de Farmacopeecommissie vergaderingen van de Raad van Europa bijwonen.

Il arrive également que des travailleurs d’entreprises privées (firmes pharmaceutiques) assistent en tant qu’experts rémunérés pour le compte de la Commission de la pharmacopée à des réunions du Conseil de l’Europe.

2. De in 1 bedoelde personen worden aangeduid of gecontracteerd op grond van hun ervaring of hun deskundigheid. De controle en de opvolging gebeurt aan de hand van de verslagen die ze voorleggen aan de commissie die ze vertegenwoordigen of voor wie ze een opdracht vervullen.

2. Les personnes visées au 1 sont désignées ou engagées sous contrat sur la base de leur expérience ou de leur expertise. Le controˆle du suivi s’effectue à l’aide des rapports qu’elles présentent à la commission qu’elles représentent ou pour laquelle elles remplissent une mission.

B. Algemene Eetwarensinspectie

B. Inspection générale des denrées alimentaires

De Eetwareninspectie is vertegenwoordigd op de vergaderingen van de Europese Unie (zowel Raad als Commissie), de Raad van Europa, de Benelux, de OESO, de Codex Alimentarius en de Wereldhandelsorganisatie.

Le service de l’Inspection générale des denrées alimentaires participent à de nombreuses réunions internationales organisées par l’Union européenne (Conseil et Commission), le Conseil de l’Europe, le Benelux, l’OCDE, le Codex Alimentarius, l’OCM.

Dit zijn doorgaans intergouvernementele bijeenkomsten en de Belgische delegaties bestaan uit ambtenaren.

D’une façon générale des réunions sont des réunions intergouvernementales et les délégations belges sont constitutées de fonctionnaires.

De delegaties van de landen die deelnemen aan de vergaderingen van de Codex Alimentarius (Commissie en hulporganen) staan evenwel open voor deskundigen uit professionele milieus of uit de civiele samenleving (NGO’s, consumentenorganisaties). De Belgische afvaardiging bestaat geregeld uit vertegenwoordigers van de industrie maar ze mogen het woord niet voeren. Tot dusver is er nog geen aanvraag binnengekomen van de civiele samenleving om deel uit te maken van de Belgische delegatie.

Toutefois les délégations des pays participants aux réunions du Codex Alimentarius (la Commission et ses organes subsidiaires) sont ouvertes à des experts provenant de milieux professionnels ou de la société civile (ONG, organisation de consommateurs). Des représentants de milieux industriels font régulièrement partie de la délégation belge mais n’ont pas le droit de ` ce jour, aucune demande de représentants de parole. A la société civile pour faire partie de la délégation belge n’est parvenue.

Een expert uit de cosmetische industrie maakt deel uit van de Belgische delegatie op de vergaderingen van de groep van deskundigen voor cosmetica van de Raad van Europa.

Un expert de l’industrie cosmétique fait aussi partie de la délégation belge lors des réunions du groupe d’experts du Conseil de l’Europe pour les produits cosmétiques.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5791

C. Bestuur voor de Gezondheidszorg

C. Administration des Soins de santé

Op het niveau van het bestuur Gezondheidszorg is er mij slechts één randsituatie bekend waarin « personen gezeteld hebben die niet werken bij de overheid maar in privé-organisaties ». Het betreft meer bepaald de aanwezigheid van voorzitters van betrokken adviesraden, die op vraag van de WGO, deel uitmaken van conferenties waar beleidslijnen voor de toekomst opgesteld worden. Dit sluit aan op hun ervaring en rol die zij moeten vervullen in hun respectievelijke raad. De controle situeert zich naderhand op het vlak van de realisaties in hun raad. D. Bestuur van de Medische Expertise

` l’administration des Soins de santé, je n’ai A connaissance que d’une seule situation marginale où « des personnes ont siégé, qui ne travaillent pas à l’E´tat mais dans des organisations privées ». Il s’agit en particulier de la présence de présidents de conseils consultatifs qui, à la demande de l’IMS, participent à des conférences où sont définies des stratégies politiques pour l’avenir. Cela correspond à leur expérience et au roˆle qu’ils remplissent au sein de leur conseil respectif. Le controˆle est exercé a posteriori sur les réalisations dans leur conseil. D. Administration de l’Expertise médicale

Namens het bestuur van de Medische Expertise namen slechts personen van het bestuur zelf deel aan internationale bijeenkomsten. E. Internationale Betrekkingen

Seules des personnes de l’administration de l’Expertise médicale ont participé au nom de celle-ci à des réunions internationales. E. Relations internationales

1. a) Wat de dienst Internationale Betrekkingen betreft, hebben wij in 1999 en 2000 negen opdrachten (ten laste van de Belgische Staat) geregistreerd; deze werden uitgevoerd door personen van buiten het departement en die deel uitmaken van officie¨le organisaties, universiteiten, verzorgingsinrichtingen, instellingen van openbaar nut, enzovoort.

1. a) En ce qui concerne le service des Relations internationales, nous avons répertorié neuf cas de missions effectuées (à charge de l’E´tat belge) en 1999 et en 2000 par des personnes extérieures au département et qui appartiennent à des organismes officiels, universités, établissements de soins, organismes d’intérêt public, etc.

b) en c)Deze hebben betrekking op volgende vergaderingen :

b) et c) Il s’agit des réunions suivantes :

— Tampere — Europese conferentie inzake de promotie van de geestelijke gezondheid (oktober 1999 — twee personen van het WHOCollaborating Center);

— Tampere — Conférence européenne sur la promotion de la santé mentale (octobre 1999 — deux personne du WHO-Collaborating Center);

— London — Euroquan (Europees Netwerk inzake de kwaliteitszorg) (oktober 1999 — één persoon van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen);

— Londres — Euroquan (réseau européen relatif à la qualité des soins) (octobre 1999 — une personne de l’Hoˆpital universitaire d’Anvers);

— Genève — WGO — Vergadering anti-tabak (oktober 1999 — één persoon van het OIVO, Onderzoeks- en Informatiecentrum van de verbruikersorganisaties);

— Genève — OMS — Réunion anti-tabac (octobre 1999 — une personne du CRIOC, Centre de recherche et d’information des organisations de consommateurs);

— Stockholm — WGO — Geestelijke gezondheid (januari 2000 — één persoon van het WHO-Collaborating Center);

— Stockholm — WGO — Santé mentale (janvier 2000 — une personne du WHO-Collaborating Center);

— Genève — WGO — Vergadering anti-tabak (maart 2000 — één persoon van OIVO);

— Genève — OMS — Réunion anti-tabac (mars 2000 — une personne du CRIOC);

— Kyoto — Internationale conferentie inzake ioniserende stralingen (mei 2000 — één persoon van de Universiteit Antwerpen);

— Kyoto — Conférence internationale sur les radiations ionisantes (mai 2000 — une personne de l’Université d’Anvers);

— Boekarest — Audit geestelijke gezondheid (augustus 2000 — twee personen van het WHO-Collaborating Center).

— Bucarest — Audit mental healt (aouˆt 2000 — deux personnes du WHO-Collaborating Center).


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5792

2. a) De door de leden van het WHO-Collaborating Center uitgevoerde opdrachten betreffen materies (geestelijke gezondheid, de ziekte van Alzheimer, ...) waarin die personen deskundig zijn, waarbij overigens rekening moet worden gehouden met het feit dat een overeenkomst van het Clearing House het ministerie bindt ten aanzien van het WHO-Collaborating Center.

2. a) Les missions effectuées par les membres du WHOCollaborating Center relèvent de matières (santé mentale, maladie d’Alzheimer ...) pour lesquelles ces personnes sont des experts, compte tenu que par ailleurs une convention de Clearing House lie le ministère au WHO-Collaborating Center.

De Euroquan-opdracht werd uitgevoerd door de nationale coo¨rdinatrice in deze materie.

La mission pour l’Euroquan a été effectuée par la coordinatrice nationale en la matière.

De opdracht voor de Internationale Conferentie inzake ioniserende stralingen werd uitgevoerd door een expert die is voorgesteld door de Hoge Gezondheidsraad.

La mission pour la Conférence internationale sur les radiations ionisantes a été effectuée par un expert proposé par le Conseil supérieur d’hygiène.

De opdrachten voor de vergaderingen anti-tabak werden uitgevoerd door een expert die hiertoe speciaal door de minister was aangewezen.

Les missions pour les réunions anti-tabac ont été effectuées par un expert désigné expressément par la ministre.

b) De controle en opvolging zijn dezelfde als voor de opdrachten van de ambtenaren.

b) Le controˆle et le suivi sont identiques à ceux qui ont cours pour les missions des fonctionnaires.

DO 1999200011765

DO 1999200011765



Erkenning van geneesheren. — Specialisten, stagemeesters en stagediensten. — Nieuwe algemene criteria. — Controle.

Agrément des médecins. — Spécialistes, maıˆtres de stage et services de stage. — Nouveaux critères généraux. — Controˆle.

Op 30 april 1999 werd een ministerieel besluit uitgevaardigd door de toenmalige minister van Volksgezondheid met nieuwe algemene criteria voor de erkenning van de geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten.

Le 30 avril 1999, le ministre de la Santé publique en fonction à l’époque avait pris un arrêté ministériel portant de nouveaux critères généraux pour l’agrément des médecins-spécialistes, des maıˆtres de stage et des services de stage.

Er werden in het bijzonder onder meer een aantal regels uitgevaardigd met betrekking tot de wachtdiensten, de verlofdagen en de vergoeding van de geneesheren-specialisten in opleiding.

Ont été en particulier adoptées une série de règles ayant notamment trait aux services de garde, aux jours de congé et aux indémnités octroyées aux médecinsspécialistes en formation.

De nieuwe regels hielden een verbetering in van het statuut van de specialisten in opleiding. Nieuwe regels stellen echter weinig voor indien er geen controle is.

Ces nouvelles règles ont amélioré le statut des spécialistes en formation. Mais il ne sert pas à grandchose d’édicter de nouvelles règles si on ne prévoit pas de controˆle.

1. Door welke diensten wordt er toezicht uitgeoefend op de naleving van het bovengenoemde ministerieel besluit van 30 april 1999 ?

1. Quels services controˆlent le respect de l’arrêté ministériel susmentionné du 30 avril 1999 ?

2. Gaan die diensten ter plaatse in de stagediensten op controle ?

2. Ces services se rendent-ils sur place pour effectuer leurs controˆles au sein des unités de stage ? ` combien de controˆles ont-ils procédé à ce jour ? 3. A

3. Hoeveel controles werden er tot op heden uitgevoerd ? 4. Welke overtredingen worden er desgevallend in orde van belangrijkheid vastgesteld ?


2000

4. Quelles infractions ont-ils le cas échéant constatées, par ordre d’importance ?

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5793

5. Hoe wordt de nieuwe regeling door de erkenningscommissie gee¨valueerd ? Antwoord :

5. Comment la commission d’agrément évaluet-elle la nouvelle réglementation ? Réponse :

1. Het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten, valt onder de bevoegdheid van de dienst geneeskundepraktijk van het bestuur der Gezondheidszorgen van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. De Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen, die opgericht is bij het ministerie van Volksgezondheid, is bevoegd voor de kwaliteitsbewaking van stagemeesters en stagediensten, en dit in samenwerking met de dienst geneeskundepraktijk.

1. L’arrêté ministériel du 30 avril 1999 fixant les critères généraux d’agréation des médecins spécialistes, des maıˆtres de stage et des services de stage, relève de la compétence du service de l’art de guérir de l’administration des Soins de santé du ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement. Le Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes, créé auprès du ministère de la Santé publique, est habilité pour la gestion de la qualité des maıˆtres et services de stage, en collaboration avec le service de l’art de guérir.

Het instrument ter controle op de naleving van « een aantal regels uitgevaardigd met betrekking tot de wachtdiensten, de verlofdagen en de vergoeding van de geneesheren-specialisten in opleiding » wordt aangebracht door artikel 3, § 2, van bovengenoemd ministerieel besluit van 30 april 1999 dat stelt : « Daarenboven brengt de kandidaat-specialist jaarlijks een vertrouwelijk verslag uit aan de geneesheer leidend ambtenaar van de directie geneeskundepraktijk betreffende de kwalitatieve en de kwantitatieve aspecten van zijn stage volgens het model bepaald door deze administratie. Deze verslagen zullen dienen als een van de elementen om de stagemeester en de stagedienst regelmatig te herevalueren. »

L’instrument de controˆle du respect des règles relatives aux services de garde, aux jours de congé et à la rémunération des médecins-spécialistes en formation, découle de l’article 3, § 2, de l’arrêté ministériel précité du 30 avril 1999, qui est rédigé comme suit : « En outre, le candidat spécialiste rédige chaque année un rapport confidentiel à l’intention du médecin fonctionnaire en charge de la direction de l’art de guérir concernant les aspects quantitatifs et qualitatifs de son stage et ce suivant le modèle défini par cette administration. Ces rapports seront un des éléments utilisés pour l’évaluation régulière du maıˆtre de stage et du service de stage. »

Momenteel moet het model van het jaarlijks vertrouwelijk verslag nog door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en huisartsen worden goedgekeurd.

Le modèle de rapport confidentiel doit pour l’heure encore être approuvé par le Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes.

2. Door middel van visitatiecommissies naar aanleiding van aanvragen tot erkenning als stagemeesters en stagediensten worden er ter plaatse controles uitgevoerd.

2. Des controˆles sont effectués sur place par des commissions de visite à la suite de demandes d’agrément de maıˆtres de stage ou de services de stage.

3. Het aantal visitatiecommissies dat tussen mei 1999 en oktober 2000 door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen of in opdracht van deze laatste, door de erkenningscommissies zijn uitgevoerd, bedraagt 23.

3. Le nombre de commissions de visite effectuées entre mai 1999 et octobre 2000 par le Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes ou par les commissions d’agrément sur ordre de ce conseil, est de 23.

4. Ondanks geruchten van lange arbeidsdagen zijn er momenteel nog geen overtredingen naar feiten en naar recht kunnen vastgesteld worden. Zolang de vraag van kandidaten naar een stageplaats, het aanbod van stageplaatsen overtreft, zullen er steeds geruchten zijn van overtredingen.

4. En dépit de rumeurs concernant de longues journées de travail, aucune violation de faits ou de droit n’a jusqu’à présent été constatée. Aussi longtemps que la demande en matière de lieux de stage excédera l’offre, les rumeurs d’infractions persisteront.

5. De kwaliteitsbewaking van stagemeesters en stagediensten gebeurt door de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en huisartsen, niet door de erkenningscommissies.

5. La gestion de la qualité des maıˆtres et services de stage relève du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes, et non des commissions d’agrément.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5794

DO 1999200011794

DO 1999200011794



Snoepgoed. — Kleurstoffen. — Verbod.

Friandises. — Colorant. — Interdiction.

Volgens het magazine Test-Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 veroorzaken de kleurstoffen in de lolly’s van het merk « Cherpa Chups Colors Tag » allergische reacties. Het gaat meer bepaald om de additieven E 131 en E 104. De kleurstof E 104 is trouwens verboden in de Verenigde Staten en Australie¨.

Selon le magazine Test-Santé no 38 d’aouˆtseptembre 2000, les sucettes « Cherpa Chups Colors Tag » sont à l’origine des réactions allergiques dues aux colorants qu’elles contiennent. Le E 131 et le E 104 sont mis en cause. Le E 104 est d’ailleurs interdit aux E´tats-Unis et en Australie.

1. Kan een verbod op die twee kleurstoffen in overweging worden genomen ?

1. Une interdiction de ces deux colorants semblet-elle envisageable ?

2. Welke andere kleurstoffen in de voeding kunnen allergische reacties uitlokken ?

2. Quels sont les autres colorants alimentaires susceptibles de provoquer des réactions allergiques ?

3. a) Zijn er kleurstoffen die bij ons verboden maar door de EU wel toegestaan zijn ?

3. a) Existe-t-il des colorants interdits chez nous mais autorisés par l’UE ?

b) Zo ja, welke ?

b) Lesquels ?



1. Zoals u weet, wordt de wetgeving aangaande de additieven op Europees niveau gereglementeerd via een aantal richtlijnen.

1. Vous n’ignorez pas qu’au niveau européen, les additifs sont réglementés par une série de directives.

De toelating van bepaalde kleurstoffen in voedingsmiddelen wordt gereglementeerd via de richtlijn 94/ 36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt. Deze richtlijn werd in Belgie¨ omgezet in het koninklijk besluit van 9 oktober 1996 betreffende kleurstoffen die in voedingsmiddelen mogen worden gebruikt.

L’autorisation de certains colorants dans les denrées alimentaires est réglementée par la directive 94/36/CE du Parlement européen et du Conseil du 30 juin 1994 concernant les colorants destinés à être employés dans les denrées alimentaires. Cette directive a été transposée en droit belge par l’arrêté royal du 9 octobre 1996 concernant les colorants destinés à être employés dans les denrées alimentaires.

De richtlijn 94/36/EG is opgesteld op basis van de adviezen van het Wetenschappelijk Comité voor voedingsmiddelen. In deze richtlijn is afdoende rekening gehouden met de adviezen van dit wetenschappelijk comité waarin wordt gesteld dat azokleurstoffen bij sommige personen allergiee¨n veroorzaken. Richtlijn 94/36/EG bevat namelijk een strikte specificatie van de voorwaarden voor het gebruik van azokleurstoffen, waarbij wordt vermeld in welke levensmiddelen deze additieven mogen worden gebruikt en wat de maximale hoeveelheden zijn.

La directive 94/36/CE a été établie sur la base des avis du Comité scientifique de l’alimentation humaine. Cette directive a tenu compte des avis du comité scientifique précité qui précisaient que les colorants azoı¨ques provoquent des allergies chez certaines personnes. La directive 94/36/CE comprend notamment une spécification stricte des conditions d’utilisation des colorants azoı¨ques et précise dans quelles denrées ces additifs peuvent être utilisés et dans quelles quantités maximales.

De Zweedse instanties hadden echter besloten om de richtlijnen met betrekking tot kleurstoffen en zoetstoffen niet volledig om te zetten en hadden strengere bepalingen opgelegd inzake het gebruik van de azokleurstoffen (E 102 : tartrazine, E 110 : zonnegeel, E 122 : azorubine, E 123 : amarant, E 124 : ponceau 4R, cochenille rood A, E 128 : rood 2G, E 129 :

Les autorités suédoises avaient toutefois décidé de ne pas transposer complètement les directives relatives aux colorants et édulcorants et avaient imposé des dispositions plus sévères pour ce qui est de l’utilisation des colorants azoı¨ques (E 102 : tartrazine, E 110 : jaune orangé S, E 122 : azorubine, E 123 : amarante, E 124 : ponceau 4R, E 128 : rouge 2G, E 129 : rouge allura


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5795

allurarood AC, E 151 : zwart PN, E 154 : bruin FK, E 155 : bruin HT en E 180 : litholrubine BK) en van cyclamaat en dit onder meer op basis van allergische problemen met deze kleurstoffen. Deze maatregelen werden echter niet aanvaard door de Commissie. Via een beschikking van de Commissie van 21 december 1998 werd aan Zweden kenbaar gemaakt dat zij geen strengere nationale bepalingen mochten opleggen inzake het gebruik van bepaalde kleurstoffen en zoetstoffen in levensmiddelen.

AC, E 151 : noir PN, E 154 : brun FK, E 155 : brun HT et E 180 : lithol-rubine BK) ainsi que des cyclamates, et ce notamment en raison des problèmes d’allergie liés à ces colorants. Ces mesures n’ont toutefois pas été acceptées par la Commission. Une décision de la Commission du 21 décembre 1998 avait informé les autorités suédoises du fait qu’elles ne pouvaient imposer de dispositions nationales plus sévères régissant l’utilisation de certains colorants et édulcorants dans les denrées alimentaires.

Het is dus duidelijk dat Belgie¨ geen strengere normen kan opleggen voor de azokleurstoffen dan wat bepaald is in de richtlijn, anders zal Belgie¨ voor het Europees Hof van Luxemburg gedaagd worden.

Il est donc évident que la Belgique ne peut imposer pour les colorants azoı¨ques des normes plus sévères que celles de la directive; dans le cas contraire, la Belgique serait citée devant la Cour européenne de Luxembourg.

2. Er is op dit ogenblik weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het optreden van voedselintolerantie voor kleurstoffen of additieven in het algemeen. Van een aantal kleurstoffen heeft men het vermoeden dat ze intoleranties kunnen veroorzaken, met name de azokleurstoffen.

2. Jusqu’à présent, peu de recherches scientifiques ont été consacrées à l’apparition d’intolérances alimentaires aux colorants et additifs en général. L’on suspecte que certains colorants peuvent provoquer des intolérances et parmi ceux-ci les colorants azoı¨ques.

Deze azokleurstoffen (E 102 : tartrazine, E 110 : zonnegeel, E 122 : azorubine, E 123 : amarant, E 124 : ponceau 4R, cochenille rood A, E 128 : rood 2G, E 129 : allurarood AC, E 151 : zwart PN, E 154 : bruin FK, E 155 : bruin HT en E 180 : litholrubine BK) veroorzaken bij een beperkt aantal personen reacties zoals netelroos, opzwellingen, astma en rinitis.

Ces colorants azoı¨ques (E 102 : tartrazine, E 110 : jaune orangé S, E 122 : azorubine, E 123 : amarante, E 124 : ponceau 4R, E 128 : rouge 2G, E 129 : rouge allura AC, E 151 : noir PN, E 154 : brun FK, E 155 : brun HT et E 180 : lithol-rubine BK) provoquent chez un petit nombre de personnes des réactions du type urticaire, tuméfaction, asthme et rhinite.

In elk geval is het nuttig dat de consument, die in zo’n geval verkeert, zich kan beschermen tegen onverhoedse inname door het lezen van de ingredie¨ntenlijst zoals die voorkomt op de meeste voorverpakte voedingsmiddelen. Deze mogelijkheid wordt hun geboden door richtlijn 79/112/EG en werd omgezet in het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen, aangezien hierin wordt bepaald dat de ingredie¨nten op de etikettering moeten worden vermeld. Met name moeten krachtens artikel 6 van richtlijn 79/112/EEG alle additieven die een technologische functie in het eindproduct vervullen (zoals de kleurstoffen), op de etikettering worden vermeld. Dit betekent dat azokleurstoffen altijd in de lijst van ingredie¨nten moeten worden opgenomen.

Dans tous les cas, il est utile que les consommateurs qui courent un risque de ce genre puissent se protéger contre l’ingestion inopinée de ces substances par la lecture de la liste des ingrédients telle qu’elle figure sur la plupart des denrées préemballées. Cette possibilité leur est offerte par la directive 79/112/CE transposée par l’arrêté royal du 13 septembre 1999 relatif à l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées qui précise que les ingrédients doivent être mentionnés sur l’étiquette. Ainsi l’article 6 de la directive 79/112/CE précise que tous les additifs remplissant une fonction technologique dans le produit fini (comme les colorants) doivent être mentionnés sur l’étiquette. En d’autres mots, les colorants azoı¨ques doivent toujours figurer dans la liste des ingrédients.

3. In alle lidstaten van de Europese Unie geldt dezelfde wetgeving met betrekking tot de additieven. Er zijn in Belgie¨ geen kleurstoffen verboden die elders in de Europese Unie wel toegelaten zijn en vice versa. De toegelaten kleurstoffen zijn vervat in de Europese richtlijn 94/36/EG zoals hierboven reeds meegedeeld.

3. La même législation en matière d’additifs est en vigueur dans tous les E´tats membres de l’Union européenne. Aucun colorant autorisé dans d’autres pays de l’Union européenne n’est interdit en Belgique et viceversa. Comme mentionné ci-dessus, les colorants autorisés figurent dans la directive européenne 94/36/CE.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5796

DO 1999200011797

DO 1999200011797



Consumentenvoorlichting. — Oneerlijke concurrentie. — « Puur natuur »-confituur.

Information du consommateur. — Concurrence déloyale. — Confitures « purement naturelles ».

Volgens het magazine Test-Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 zouden sommige Oostenrijkse jamsoorten, ondanks de vermelding « puur natuur » op het etiket, pectine en sporen van lood, cadmium en pesticiden bevatten.

Selon le magazine Test-Santé no 38 d’aouˆtseptembre 2000, certaines confitures autrichiennes portant la mention « purement naturelle » contiendraient, en fait, de la pectine, des traces de plomb, de cadmium et de pesticides.

1. Mag die confituur in Belgie¨ op de markt worden gebracht met de misleidende vermelding « puur natuur » ?

1. Ces confitures peuvent-elles être commercialisées en Belgique sachant que cette mention peut induire le consommateur en erreur ?

2. In Duitsland heeft een organisatie ter bestrijding van oneerlijke concurrentie om een schrapping van dergelijke vermeldingen gevraagd.

2. En Allemagne, une association contre les pratiques de concurrence déloyale avait demandé l’interdiction de cette mention.

a) Is een soortgelijke maatregel ook in Belgie¨ haalbaar ?

a) Cette mesure serait-elle envisageable en Belgique ?

b) Hoe ?

b) Comment ?



1. De Belgische reglementering is wat etikettering van de voorverpakte voedingsmiddelen betreft, vergelijkbaar met de Duitse. Het arrest dat het Europees gerechtshof op 4 april 2000 in de zaak C-465/98 heeft geveld luidt evenwel als volgt : « Artikel 2, lid 1, sub a)-i), van de richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame, verzet zich niet tegen het gebruik van de vermelding « zuiver natuurlijk » ter aanduiding van een aardbeienjam die het geleermiddel pectine bevat alsmede sporen of residuen van lood, cadmium en pesticiden in de volgende hoeveelheden : 0,01 mg/ kg lood, 0,008 mg/kg cadmium, 0,016 mg/kg procymidone en 0,005 mg/kg vinchlozolin. »

1. La réglementation belge est similaire à celle de l’Allemagne en ce qui concerne l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées. Néanmoins l’arrêt rendu par la cour de justice européenne du 4 avril 2000 dans l’affaire C-465/98 est le suivant : « L’article 2, paragraphe 1, sous a), i), de la directive 79/112/CEE du Conseil, du 18 décembre 1978, relative au rapprochement des législations des E´tats membres concernant l’étiquetage et la présentation des denrées alimentaires destinées au consommateur final ainsi que la publicité faite à leur égard, ne s’oppose pas à l’utilisation de la mention « purement naturelle » pour désigner une confiture aux fraises qui contient du gélifiant pectine ainsi que des traces ou résidus de plomb, de cadmium et de pesticides dans les teneurs suivantes : 0,01 mg/kg de plomb, 0,008 mg/kg de cadmium, 0,016 mg/kg de procymidone et 0,005 mg/kg de vinclozoline. »

Het is duidelijk dat dit arrest eveneens voor Belgie¨ van toepassing is.

Il va se soi que cet arrêt est également d’application pour la Belgique.

2 en 3. De Belgische reglementering (artikel 3, 2o, van het koninklijk besluit van 17 april 1980 betreffende de reclame voor voedingsmiddelen) verbiedt het gebruik van die vermelding voor producten die toevoegsels of residuen van pesticiden bevatten.

2 et 3. Non, la réglementation belge (l’article 3, 2o, de l’arrêté royal du 17 avril 1980 concernant la publicité pour les denrées alimentaires) interdit l’emploi de cette mention pour des produits qui contiennent des additifs ou des résidus de pesticides.

Het is echter duidelijk dat voortaan terzake rekening moet worden gehouden met het arrest van het hof van justitie.

Mais il est certain qu’il faut dorénavant tenir compte de l’arrêt de la cour de justice en la matière.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5797

DO 1999200011801

DO 1999200011801



Bacterie¨le besmetting. — Controle. — Roomijs.

Contamination bactériologique. — Controˆle. — Crème glacée.

Volgens het magazine Test-Gezondheid nr. 38 van augustus-september 2000 zouden een groot aantal stalen van softijs en bolletjes roomijs die tijdens een zeldzame controle genomen werden, besmet zijn met bacterie¨n, met alle gevolgen van dien voor de consument en zijn gezondheid (braken, diarree, ...).

Selon le magazine Test-Santé no 38 d’aouˆtseptembre 2000, nombre d’échantillons de « soft-ice » et de glaces en boules prélevées lors des rares controˆles seraient contaminés bactériologiquement avec toutes les conséquences que cela implique pour le consommateur (vomissements, diarrhées, ...).

Het consumentenmagazine heeft op dat gebied in 1991 en 1993 al tests verricht, net als de Eetwareninspectie en het Intercommunale Laboratorium van Brussel, en de resultaten daarvan zijn niet echt geruststellend te noemen.

Des tests effectués par le magazine des consommateurs en 1991 et 1993, par l’Inspection des denrées alimentaires et par le Laboratoire intercommunal de Bruxelles ne sont guère rassurants.

1. a) Heeft u de gezondheidscontroles van dergelijke producten opgevoerd naar aanleiding van de voormelde testresultaten ?

1. a) Avez-vous renforcé les controˆles sanitaires sur ces produits à la suite des différents tests déjà effectués ?

b) Met welke resultaten ?

b) Avec quels résultats ?

c) Hoeveel controles werden er de afgelopen tien jaar uitgevoerd ?

c) Quel a été le nombre de controˆles menés ces dix dernières années ?

d) Hoeveel kritieke situaties werden er geregistreerd ?

d) Combien de cas critiques ont été recensés ?

2. Welke maatregelen heeft u genomen om de bacterie¨le kwaliteit van consumptie-ijs te verbeteren ?

2. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour améliorer la bonne qualité bactériologique de ces glaces ?



1. a) In alle landen van de EU wordt vastgesteld dat microbiologische besmetting van ijs vrij veel voorkomt.

1. a) On constate au niveau européen que la contamination microbiologique des glaces est assez fréquente.

Uit tests die in 1993 in Belgie¨ werden uitgevoerd, blijkt inderdaad dat de microbiologische kwaliteit van consumptie-ijs veel te wensen over laat. De Belgische wetgeving ter zake is wel zeer streng.

Les tests réalisés en Belgique en 1993 indiquent effectivement que la qualité microbiologique des crèmes glacées prélevées au niveau de la consommation sont assez médiocres. Il faut cependant savoir que les critères de la législation belge sont très sévères.

De industrie kan de wettelijke criteria gemakkelijk naleven; dit geldt in mindere mate voor de ambachtelijke fabricage en voor de consument.

Ces derniers sont faciles à respecter par le secteur industriel, mais le sont dans une moindre mesure par le secteur de la fabrication artisanale et au niveau de la consommation.

Omdat de kwaliteit zo matig werd bevonden, werden verschillende monsternemingscampagnes gevoerd waarbij elk jaar in 50 tot 60 inrichtingen analyses op een honderdtal monsters werden verricht.

Suite à cette constatation de qualité médiocre, des campagnes de prélèvement d’échantillons ont été menées et chaque année des analyses ont été effectuées dans 50 à 60 établissements sur une centaine d’échantillons.


2000

2001


745

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5798

b) De uitgevoerde analyses bepalen het totaal kiemgetal, de colibacterie¨n, Staphylococcus aureus, salmonella en Listeria monocytogenes.

b) Les analyses effectuées sur ces échantillons consistent à rechercher les germes totaux, les coliformes, les Staphylococcus aureus, les salmonelles, la Listeria monocytogenes.

In 1993 werd in ongeveer 43 % van de bezochte inrichtingen ijs van matige kwaliteit gevonden; dit percentage is mettertijd gedaald tot net onder 40 % in 1999.

Si en 1993 environ 43 % des établissements visités offraient de la glace de qualité médiocre, ce pourcentage a diminué au fil des années pour se situer un peu en dessous de 40 % en 1999.

De minder goede kwaliteit is doorgaans te wijten aan een te hoog aantal totale kiemen en/of colibacterie¨n en zeer zelden aan ziekteverwekkende kiemen.

Cette qualité médiocre est due principalement à un nombre trop élevé de germes totaux et/ou de coliformes, mais très rarement à la présence de germes pathogènes.

c) Sedert 1993 werden elk jaar een honderdtal monsters genomen; in de zomer van 2000 ging het om zo’n 250 monsters in consumptie-ijs.

c) Chaque année depuis 1993 une centaine d’échantillons ont été prélevés, la programmation de l’été 2000 relative aux crèmes glacées portait sur 250 échantillons.

d) Besmetting door pathogene kiemen komt zelden voor. Overschrijding van de criteria is doorgaans te wijten aan een ernstige fabricagefout maar brengt de gezondheid van de consument niet in gevaar.

d) Les contaminations en germes pathogènes sont très rares. Lorsque les critères sont dépassés cela est du en général à une erreur grossière de fabrication, mais ne met pas la santé du consommateur en danger.

Besmetting van consumptie-ijs is meestal te wijten aan de povere kwaliteit van het spoelwater van de scheplepel.

La qualité médiocre des eaux de rinçage de la cuillère à glace est le plus souvent responsable de la contamination détectée dans les glaces.

In 1993 werden in 8 inrichtingen E. Coli gevonden; in 1994 in 5; in 1996 in 6; in 1997 in 4. De aanwezigheid van Staphylococcus aureus kon in 1995 in 5 inrichtingen worden aangetoond; in 1996 in 5; in 1997 in 5. In 1999 bevatte één monster Listeria. De resultaten van de analysesplanning voor 2000 zijn nog niet bekend.

Des E. Coli ont été retrouvés dans 8 établissements en 1993; 5 en 1994; 1 en 1995; 6 en 1996; 4 en 1997. La présence de Staphylococcus aureus a été mise en évidence dans 5 établissements en 1995; 5 en 1996; 5 en 1997. Un seul échantillon contenait de la Listeria en 1999. Les résultats de la programmation 2000 ne sont pas encore connus.

2. Tot de maatregelen die werden getroffen om de bacteriologische kwaliteit van dit ijs te verbeteren, behoren behalve administratieve boetes, ook nog raadgevingen en aanbevelingen voor het toepassen van goede hygie¨nische praktijken, onder meer de noodzaak om scheplepels onder stromend water te reinigen in plaats van ze in besmet water te laten staan.

2. Les mesures prises pour améliorer la bonne qualité bactériologique de ces glaces sont, outre les amendes administratives, des conseils et recommandations à l’application de bonnes pratiques d’hygiène telle que, entre autres, la nécessité de nettoyer les cuillères à glace sous l’eau courant plutoˆt que de les laisser tremper dans une eau contaminée, ...

De controle op de toepassing van het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne is ook verscherpt, met name inzake punt 3.5.3 van bijlage 1 : « In elk stadium van de fabricage of het in de handel brengen moeten alle voedingsmiddelen worden beschermd tegen elke contaminatie of bederf waardoor zij ongeschikt voor menselijke consumptie of schadelijk voor de gezondheid zouden kunnen worden. Met name moeten de risico’s van rechtstreekse of onrechtstreekse overbrenging van contaminanten in voedingsmiddelen worden vermeden. »

Le controˆle est également renforcé quant à la vérification de l’application de l’arrêté royal du 7 février 1997 relative à l’hygiène des denrées alimentaires et ` toutes les notamment le point 3.5.3 de l’annexe 1 : « A étapes de la fabrication et de la mise dans le commerce, toutes les denrées alimentaires doivent être protégées contre toute contamination ou altération susceptible de les rendre inacceptables pour la consommation humaine ou dangereuses pour la santé. En particulier, les risques de transfert direct ou indirect de contaminants sur les denrées alimentaires doivent être évités. »


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5799

DO 1999200011802

DO 1999200011802



Generische geneesmiddelen. — Verkoop. — Substitutie.

Médicaments génériques. — Commercialisation. — Substitution.

Sinds september 1999 promoot de Franse regering actief het gebruik van generische geneesmiddelen door de apothekers toe te staan een specialiteit te vervangen door een goedkoper maar gelijkwaardig middel. De apotheker moet zich daarbij baseren op een officie¨le lijst van bio-equivalente producten, wat concreet wil zeggen dat zijn beroepsaansprakelijkheid niet in het geding kan komen.

Depuis le mois de septembre 1999, le gouvernement français a décidé de promouvoir activement les médicaments génériques en accordant aux pharmaciens le droit de substituer une spécialité par un équivalent thérapeutique moins cher. Le pharmacien doit se baser sur une liste officielle des bio-équivalences, ce qui signifie concrètement que le risque de responsabilité professionnelle est écarté.

De invoering van dat substitutierecht heeft de verkoop van generische geneesmiddelen in Frankrijk doen verdrievoudigen, wat op langere termijn een besparing van 24,5 miljard frank moet opleveren.

Le droit de substitution fait apparaıˆtre que les ventes de génériques ont triplé en France, ce qui représenterait à terme une économie de l’ordre de 24,5 milliards de francs.

In Belgie¨ staat het substitutierecht niet op de politieke agenda, omdat ons land sowieso achterligt wat de behandeling van deze problematiek betreft : er zijn maar weinig generische geneesmiddelen op de markt en de voorwaarden voor onderlinge inwisselbaarheid zouden niet strikt genoeg zijn. Er moet dus een globale aanpak komen om de bio-equivalente alternatieven te promoten en in een latere fase het substitutierecht in ons land in te voeren.

En Belgique, le droit de substitution n’est toujours pas à l’ordre du jour à cause du retard affiché par notre pays dans le traitement global de cette problématique : peu de médicaments génériques sont actuellement disponibles sur le marché et les conditions d’interchangeabilité ne seraient pas assez rigoureuses. C’est donc une approche d’ensemble qui permettra d’encourager les alternatives bio-équivalentes et, à terme, d’instaurer le droit de substitution dans notre pays.

1. a) Welke maatregelen werden of worden er genomen om generische geneesmiddelen sneller op de Belgische markt te brengen ?

1. a) Quelles mesures ont été prises ou le seront afin de permettre une commercialisation plus rapide des médicaments génériques sur le marché belge ?

b) Zou dit niet bereikt kunnen worden als de administratieve procedure (registratie, prijszetting, terugbetalingsaanvraag) ingesteld en afgerond zou kunnen worden voó´r het octrooi op de moedermolecule vervalt ?

b) Une manière adéquate d’atteindre cet objectif ne serait-elle pas de permettre que la procédure administrative (enregistrement, fixation du prix, demande de remboursement) puisse débuter et se terminer avant l’expiration du brevet protégeant la molécule mère ?

2. a) Bestaat er momenteel een gehomologeerde lijst van originele specialiteiten en hun generische tegenhanger die door de arts als alternatief kan worden voorgeschreven ?

2. a) Existe-il actuellement une liste homologuée des spécialités originales et de leurs versions génériques pouvant leur être substituées par le corps médical ?

b) Zo neen, waarom niet ?

b) Dans la négative, quelles sont les raisons qui empêchent la constitution d’une telle liste ?

c) Zo ja, wordt die lijst onder de artsen verspreid en zo ja, hoe ?

c) Dans l’affirmative, une diffusion auprès des prescripteurs est-elle assurée et par quel canal ?


Réponse : J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les informations suivantes.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5800

1. a) Er wordt een serieuze inspanning geleverd om binnen de Farmaceutische Inspectie bijkomend personeel aan te werven. Dit resulteert reeds in een gevoelige uitbreiding van het aantal mensen in deze dienst. Op dit moment wordt bovendien een reorganisatie doorgevoerd binnen de Farmaceutische Inspectie. Dit zal onder meer leiden tot de oprichting van een cel die zich enkel gaat bezighouden met de aanvraag tot registratie van generische geneesmiddelen. Uit de laatste cijfers blijkt dat de termijn nodig voor het toekennen van de registratie aan het verminderen is. Ik ben ervan overtuigd dat in de nabije toekomst deze evolutie zich gaat doorzetten. b) Ik wijs erop dat de materie van de octrooibescherming niet behoort tot mijn bevoegdheid maar tot deze van mijn collega van Economische Zaken. Inzake het verloop van de procedure registratieprijsbepaling-terugbetaling zijn gesprekken aan de gang met mijn collega’s van Economische Zaken en Sociale Zaken om de procedure te vereenvoudigen en te bespoedigen. 2. a) Op dit moment bestaat er geen lijst van originele geneesmiddelen met hun eventuele generieken. b) Zoals reeds aangekondigd in mijn verklaring in de commissie Sociale Zaken en Volksgezondheid op 22 februari 2000 werd een werkgroep opgericht om enerzijds een inventaris op te maken van de bestaande generica en anderzijds om hun administratieve en technische gegevens na te trekken en zo nodig aan te passen. c) De informatie bekomen volgens punt 2.b) zal dan ook op regelmatige tijdstippen gepubliceerd en verspreid worden onder het medisch-farmaceutisch korps.

1. a) Un sérieux effort a été consenti pour recruter du personnel supplémentaire à l’Inspection de la pharmacie. Cela se traduit déjà par un élargissement sensible du nombre de personnes travaillant dans ce service. De plus une réorganisation est actuellement en cours au sein de l’Inspection de la pharmacie. Elle devra entre autres aboutir à la création d’une cellule qui s’occupera uniquement des demandes d’enregistrement des médicaments génériques. Il ressort des derniers chiffres que le délai nécessaire à l’octroi de l’enregistrement s’est raccourci. Je suis convaincue que dans le proche avenir cette évolution va se confirmer.

DO 1999200011838

DO 1999200011838

Vraag nr. 188 van mevrouw Maggy Yerna van 2 oktober 2000 (Fr.) : Bejaarden. — Gezondheidsbeleid. — Protocol. — Evaluatie. Punt 6 van het op 9 juni 1997 tussen de federale overheid en de bij de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet beoogde autoriteiten gesloten protocol betreffende het gezondheidsbeleid dat ten aanzien van bejaarden dient te worden gevoerd, bepaalt dat de in de bijlagen 1 en 2 opgenomen cijfers op 31 december van elk jaar dienen te worden gee¨valueerd en bijgewerkt. Heeft die evaluatie op 31 december 1999 plaatsgevonden en zo ja, wat waren de resultaten ?

Question no 188 de Mme Maggy Yerna du 2 octobre 2000 (Fr.) : Personnes aˆgées. — Politique de la santé. — Protocole. — E´valuation. Le protocole conclu le 9 juin 1997 entre le gouvernement fédéral et les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution concernant la politique de la santé à mener à l’égard des personnes aˆgées prévoit, en son point 6, qu’une évaluation et une actualisation des chiffres repris en annexe 1 et 2 sera réalisée au 31 décembre de chaque année.


2000

b) J’attire l’attention sur le fait que la protection du brevet ne relève pas de ma compétence mais de celle de mon collègue des Affaires économiques. En ce qui concerne le déroulement de la procédure enregistrement-prix-remboursement, des pourparlers sont en cours avec mes collègues les ministres des Affaires économiques et des Affaires sociales pour simplifier et accélérer la procédure. 2. a) Il n’existe acutellement pas de liste des médicaments originaux avec leurs éventuels génériques. b) Comme je l’ai déjà annoncé dans ma déclaration à la commission des Affaires sociales et de la Santé publique le 22 février 2000, un groupe de travail a été créé pour d’une part faire un inventaire des génériques existants et d’autre part controˆler leurs données administratives et techniques et si nécessaire les adapter. c) L’information dont question au point 2.b) sera alors également publiée de façon régulière et diffusée auprès du corps médico-pharmaceutique.

Cette évaluation a-t-elle bien été effectuée le 31 décembre 1999 et le cas échéant pourriez-vous nous informer de ses résultats ?

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5801

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.

De gemeenschappen en gewesten verzamelen op dit ogenblik de nodige cijfers voor de actualisatie op 31 december 1999 van de bijlagen van het protocol waarvan sprake.

Les communautés et régions rassemblent pour l’instant les chiffres nécessaires à l’actualisation des annexes du protocole dont question au 31 décembre 1999.

De goedkeuring van deze cijfers staat op de agenda van de Interministerie¨le Conferentie « Volksgezondheid » van 25 oktober 2000.

L’approbation de ces chiffres est à l’ordre du jour de la Conférence interministérielle « Santé publique » du 25 octobre 2000.

Als het akkoord van de bevoegde ministers op 25 oktober 2000 wordt bekomen, zullen de resultaten van de actualisatie worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Si l’accord des ministres compétents est obtenu ce 25 octobre 2000, les résultats de l’actualisation seront publiés au Moniteur belge.



DO 1999200000807

DO 1999200000807

Vraag nr. 139 van de heer Jan Peeters van 28 februari 2000 (N.) :

Question no 139 de M. Jan Peeters du 28 février 2000 (N.) :

Gemeentelijke brandweerdiensten. — Uitoefening van de functie van preventieadviseur van de dienst Welzijn op het werk door in de korpsen aanwezige brandweerofficieren.

Services communaux des pompiers. — Exercice de la fonction de conseiller en prévention auprès du service Bien-être au travail par les officiers des corps des pompiers.

In de organieke reglementen van de brandweerdiensten, opgesteld op basis van het in het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten vermelde model, staat in artikel 3 het volgende : « De brandweerdienst is belast met de taken die hem opgedragen zijn krachtens de wetten en reglementen inzake brand. De leden van de brandweerdienst mogen als dusdanig niet ingezet worden voor andere taken, dan dewelke vastgesteld zijn. »

L’article 3 des règlements organiques des services d’incendie, rédigés sur la base de l’arrêté royal du 6 mai 1971 fixant les types de règlements communaux relatifs à l’organisation des services communaux d’incendie, dispose que « le service d’incendie est chargé d’accomplir les missions qui lui incombent en vertu des lois et règlements en matière d’incendie. Les membres du service d’incendie ne peuvent, comme tels, être affectés à d’autres activités que celles prévues pour ce service ».

Meer en meer duikt in de korpsen het fenomeen op dat bepaalde brandweerofficieren dewelke houder zijn van een diploma veiligheidskunde, door hun werkgever verplicht worden de functie van preventieadviseur waar te nemen. Op het vlak van de brandvoorkoming in gebouwen veroorzaakt deze situatie deontologische onverenigbaarheid tussen de functie van brandweerofficier en preventieadviseur.

L’employeur oblige de plus en plus souvent les officiers des services de pompiers, titulaires d’un diploˆme en sécurité, à assumer la fonction de conseiller en prévention. En matière de prévention des incendies à l’intérieur des baˆtiments, cela conduit à des situations ou` les fonctions d’officier et de conseiller en prévention sont exercées par la même personne, alors qu’elles sont incompatibles du point de vue déontologique.

1. Welke interpretatie dient gegeven te worden aan het bovengenoemde artikel 3 ?

1. Comment faut-il interpréter l’article 3 précité ?

2. Is de functie van preventieadviseur en van brandweerofficier, uitvoerder van brandpreventieopdrachten, cumuleerbaar ?

2. Les fonctions de conseiller en prévention et d’officier pompier sont-elles cumulables ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5802

Antwoord : Het beroepspersoneel van de gemeentelijke brandweerdiensten heeft de hoedanigheid van gemeentepersoneel. Krachtens artikel 143 van de nieuwe gemeentewet zijn de titels II tot en met IV van toepassing op de leden van de brandweerdiensten voor zover deze niet afwijken van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en diens uitvoeringsbesluiten.

Réponse : Le personnel professionnel des services communaux d’incendie a la qualité de personnel communal. En vertu de l’article 143 de la nouvelle loi communale, les titres II à IV sont applicables aux membres des services d’incendie pour autant qu’ils ne dérogent pas à la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile ni à ses arrêtés d’exécution.

Het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten bepaalt in zijn artikel 3 dat de leden van de brandweerdiensten als zodanig niet mogen ingezet worden voor andere taken dan die welke vastgesteld zijn en dit krachtens de wetten en reglementen inzake brand.

L’arrêté royal du 6 mai 1971 fixant les modèles de règlements communaux relatifs à l’organisation des services communaux d’incendie dispose en son article 3 que les membres des services d’incendie en tant que tels ne peuvent être affectés à d’autres taˆches que celles fixées, et ce en vertu des lois et règlements en matière d’incendie.

Dat de gemeente, als werkgever, voor de verschillende graden een functiebeschrijving en takenpakket opstelt, behoort tot haar bevoegdheid, op voorwaarde dat zij voormelde bepaling daarbij respecteert.

Le fait que la commune, en tant qu’employeur, établit une description de fonction et une définition de missions pour les différents rangs relève de sa compétence, à condition qu’elle respecte les dispositions visées ci-dessus.

Artikel 4 van hetzelfde besluit verplicht de gemeentelijke overheid ertoe de wekelijkse arbeidsduur en het prestatieregime vast te leggen in het grondreglement.

L’article 4 du même arrêté oblige l’autorité communale à fixer la durée de travail hebdomadaire dans le règlement organique.

Dit is een absolute vereiste om de voor de dienst vereiste minimale effectieven in overeenstemming te brengen met de minima bepaald in bijlage 1 aan het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coo¨rdinatie van de hulpverlening in geval van brand.

Ceci est une exigence absolue afin de mettre les effectifs minimaux exigés pour le service en concordance avec les minima fixés à l’annexe 1 de l’arrêté royal du 8 novembre 1967 organisant, en temps de paix, les services d’incendie communaux et régionaux et la coordination des secours en cas d’incendie.

De functie « preventieambtenaar » is ingesteld door de wet op het welzijn op het werk. In deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten worden de inhoud van deze functie bepaald, alsook de voorwaarden en modaliteiten tot uitvoering ervan. Dit is echter een materie die tot de bevoegdheid van de minister van Werkgelegenheid behoort.

La fonction de « conseiller de prévention » est introduite par la loi sur le bien-être au travail. Cette loi et ses arrêtés d’exécution fixent le contenu de cette fonction ainsi que les conditions et modalités d’exécution de celle-ci. Ceci constitue cependant une matière du ressort du ministre de l’Emploi.

Het antwoord op de vraag of er een wettelijke onverenigbaarheid is tussen de functie van brandweerofficier en preventieambtenaar is, vanuit het standpunt van de wetgeving uitgaand van mijn departement, negatief. Er is dus geen wettelijke onverenigbaarheid.

La réponse à la question de savoir s’il existe une incompatibilité légale entre la fonction d’officier des services d’incendie et de fonctionnaire de la prévention, est négative selon le point de vue de la législation émanant de mon département. Il n’y a donc pas d’incompatibilité légale.

Dit neemt niet weg dat ik mij ernstige vragen stel bij de opportuniteit van deze cumulatie van functies.

Il n’en reste pas moins que je me pose de sérieuses questions quant à l’opportunité de cumuler les deux fonctions.

Het is mij immers bekend dat in de meerderheid der gemeentelijke brandweerdiensten de kaders der beroepsofficieren onderbezet zijn.

J’ai eu du reste connaissance du fait que, dans la majorité des services d’incendie communaux, il y a pénurie dans le cadre des officiers professionnels.

Dit heeft voor gevolg dat het merendeel der beroepsofficieren, om de taken die hen opgelegd zijn door de wetten inzake brandbestrijding en vooral inzake

Cela a pour conséquence que la majorité des officiers professionnels, afin d’exécuter convenablement les missions que leur imposent les lois sur la lutte


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5803

brandvoorkoming naar behoren uit te voeren, genoodzaakt worden tot het presteren van een groot aantal overuren.

contre l’incendie et surtout en matière de prévention d’incendie, se voient contraints de prester un nombre important d’heures supplémentaires.

Vooral in de gemengde korpsen, waar maar twee (Y-gemengd) of één (Z-gemengd) beroepsofficier vereist en vaak effectief aanwezig zijn, zijn werktijden van 60 tot 80 uren per week — zaterdag en zondag inbegrepen — geen uitzondering.

Surtout dans les corps mixtes, où seuls deux (Y mixtes) ou un seul (Z mixtes) officier professionnel sont exigés, des semaines de 60 à 80 heures — samedis et dimanches compris — ne sont pas exceptionnelles.

De vraag kan gesteld worden naar de kwaliteit van het werk en de kwaliteit van het sociale en familiale leven van deze mensen.

On peut se poser la question de la qualité du travail et celle de la vie sociale et familiale de ces gens.

Anderzijds zal ik de stelling niet tegenspreken dat de brandweerofficieren, door hun opleiding en hun professionele ervaring bijzonder geschikt zijn om deze taak uit te voeren.

D’autre part, je ne contredirai pas l’affirmation selon laquelle les officiers des services d’incendie sont particulièrement habilités, de par leur formation et leur expérience professionnelle, à effectuer cette taˆche.

Willen de gemeentebesturen de door hun brandweerdienst beschermde bevolking een kwaliteitsvolle brandweerzorg garanderen en daarnaast het welzijn en de veiligheid van hun eigen personeel vrijwaren, dan moeten zij daarvoor de nodige middelen vrijmaken.

Si les administrations communales veulent garantir à la population protégée par leur service d’incendie un service de qualité et protéger d’autre part le bien-être et la sécurité de leur propre personnel, elles doivent libérer les moyens nécessaires.

De enige voorwaarde waaronder bijgevolg de gemeenten de taak van preventieadviseur aan hun brandweerofficieren kunnen opleggen is het aanwerven van een extra officier boven het wettelijk vastgestelde minimum.

La seule condition à laquelle les communes peuvent dès lors imposer à leurs officiers de service d’incendie la mission de conseiller en prévention est de recruter un officier supplémentaire en plus du minimum légalement fixé.

Het staat de gemeente vrij deze extra officier gedeeltelijk in te zetten voor andere taken dan deze rechtstreeks voortvloeiend uit wetgeving inzake brandvoorkoming en -bestrijding. Uiteraard kunnen alleen de kosten voortvloeiend uit deze laatste ingebracht worden in de in aanmerking komende kosten voor het bepalen van jaarlijkse forfaitaire bijdragen van de beschermde gemeenten.

La commune est libre de confier à cet officier en partie d’autres taˆches que celles découlant directement de la législation en matière de prévention et de lutte contre le feu. Il va sans dire que seuls les frais inhérents à ces dernières missions peuvent être pris en compte pour la fixation des montants forfaitaires annuels des communes protégées.

Het lijkt mij tenslotte aangewezen dat u minister van Werkgelegenheid bevraagt over haar visie vanuit de door haar uitgevaardigde reglementering.

Enfin, il me semble utile que vous interrogiez la ministre de l’Emploi et du Travail sur la vision qu’elle a d’une réglementation qu’elle a élaborée.

DO 1999200001015

DO 1999200001015

Vraag nr. 164 van de heer Vincent Decroly van 31 maart 2000 (Fr.) :

Question no 164 de M. Vincent Decroly du 31 mars 2000 (Fr.) :

Asielrecht. — Homoseksualiteit.

Droit d’asile. — Homosexualité.

Homoseksualiteit is in een hele reeks hoofdzakelijk Afrikaanse en Aziatische landen verboden, en wordt bijgevolg vervolgd en bestraft. Dat geldt onder andere in Zimbabwe en Iran. Vaak blijft er voor de personen die hun homoseksualiteit in een zekere openheid willen beleven geen andere keus dan het land te verlaten.

Il existe toute une série de pays dans le monde, essentiellement en Afrique et en Asie (nous songeons au Zimbabwe et à l’Iran, notamment), dans lesquels l’homosexualité est interdite et donc pourchassée et réprimée. Les personnes concernées n’ont souvent pas d’autre choix que l’exil si elles souhaitent vivre leur homosexualité de manière relativement épanouie.

Het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 inzake de vluchtelingen sluit niet uit dat het recht op het vluchte-

La Convention de Genève du 28 juillet 1951 relative aux réfugiés n’exclut pas la répression de l’homo-


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5804

lingenstatuut op grond van iemands homoseksualiteit (vervolging van een sociale groep) wordt geopend. Toch stellen we vast dat het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen en de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen behalve in de meest flagrante gevallen, maar zelden het vluchtelingenstatuut aan homoseksuele mannen of vrouwen toekennen. Het is echter niet altijd eenvoudig in de wetgeving, de beslissingen van rechtbanken, in oproepen of in het hechtenisbeleid flagrante bewijzen van homodiscriminatie te vinden. Vaak uit die zich immers in de vorm van pesterijen en beledigingen allerhande. De buren, de eigenaar van de woning en collega’s op het werk onderwerpen de homoseksueel aan een nietaflatende sociale controle. Voorts lijden de homoseksuelen onder bedreigingen en worden zij altijd opnieuw aangegeven. Ze zijn vaak genoodzaakt van wijk of van stad te veranderen en zich te verbergen. Aangezien de overheid die gedragingen waarvan zij het slachtoffer zijn duldt, kunnen de homoseksuelen bij haar geen bescherming zoeken en kunnen ze ook geen vertrouwen hebben in politie en gerechtelijke instanties. Kortom, het is voor de homoseksuelen onmogelijk een vredig en gewoon bestaan te leiden.

sexualité comme motif ouvrant le droit au statut de réfugié (persécution vis-à-vis d’un groupe social); il est cependant constaté que le Commissariat général aux réfugiés et apatrides et la Commission permanente de recours des réfugiés ont tendance à reconnaıˆtre rarement le statut de réfugié aux homosexuel(le)s, hormis les cas les plus flagrants. Or, il n’est pas toujours aisé de produire des preuves flagrantes portant sur une législation ou des décisions de tribunaux, des convocations, des détentions. Car cela consiste le plus souvent en des brimades, des vexations de toutes sortes, un controˆle social incessant : de la part de voisins, de propriétaires du logement, de collègues de travail, de menaces, de dénonciations continuelles, d’obligations de devoir changer de quartier, de ville, de se cacher. Ces comportements étant tolérés par les pouvoirs publics, les victimes n’ont pas la possibilité de trouver une quelconque protection ni d’avoir confiance dans leur police ou leur justice. Bref, il y a impossibilité de mener une existence paisible et conforme à la généralité.

Wanneer iemand het vluchtelingenstatuut is geweigerd, wordt hij van het grondgebied verwijderd. Meestal impliceert dat een gedwongen terugkeer naar het land van oorsprong, ook al houdt dat een onverantwoord risico in.

En cas de refus du statut de réfugié, cela implique un éloignement du territoire et le plus souvent un retour forcé dans le pays d’origine, qui n’est le plus souvent pas envisageable en raison des risques encourus.

1. Bestaan er statistieken omtrent de toekenning van het asiel in de betekenis van het Verdrag van Genève van 1951 of eventueel omtrent de regularisatie in de betekenis van artikel 9, lid 3, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ? Hoeveel homoseksuelen vroegen asiel aan ? Vanwaar komen ze ? Welke beslissingen werden er voor hen genomen ?

1. Des statistiques d’octroi et de refus de l’asile au sens de la Convention de Genève de 1951 (ou, éventuellement, de régularisation au sens de l’article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers sont-elles disponibles pour ce qui concerne la catégorie des demandeurs d’asile homosexuels (nombre et origine des personnes concernées, type de décisions prises à leur égard, etc.) ?

2. Zo ja, waar kunnen die statistieken worden geraadpleegd ?

2. Dans l’affirmative, pourriez-vous indiquer ou` ces statistiques sont éventuellement disponibles ?

3. Zo neen, is de minister het ermee eens dat de instanties die in Belgie¨ belast zijn met het onderzoek van de asielaanvragen buiten de overduidelijke gevallen, maar zelden de vervolging van een homoseksueel erkennen of vindt hij dat die stelling moet worden genuanceerd ?

3. Dans la négative, le ministre confirmerait-il ou nuance-t-il l’affirmation selon laquelle les instances en charge de l’examen d’une demande d’asile dans notre pays ne reconnaissent que rarement, et dans les cas flagrants, l’existence de persécutions contre des personnes homosexuelles ?

4. Beschikt hij over informatie betreffende de criteria op grond waarvan wordt uitgemaakt of de vervolgingen al dan niet « flagrant » zijn ?

4. Enfin, disposez-vous d’indications relatives aux critères appliqués pour évaluer le caractère « flagrant » des persécutions éventuellement encourues ?

Antwoord :

Réponse :

1 en 2. De beslissingen van het Commissariaatgeneraal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) en de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen (VBV) worden niet op basis van de vervolgings-


2000

1 et 2. Ni les décisions du Commissariat général aux réfugiés et apatrides (CGRA), ni celles de la Commission permanente de recours des réfugiés (CPRR) ne sont enregistrées dans la banque de

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5805

gronden in de databank van het commissariaatgeneraal opgeslagen. Aldus is het niet mogelijk het exact aantal asielaanvragen, gebaseerd op (vrees) voor vervolging wegens de seksuele geaardheid, na te gaan.

données de celles-ci sur base des motifs des persécutions encourues. Il n’est donc pas possible de vérifier le nombre exact de demandes d’asile sur base de persécutions liées à l’orientation sexuelle.

De CGVS wordt eerder zelden geconfronteerd met asielzoekers die hun aanvraag (mede) steunen op hun seksuele geaardheid. Daarmee wordt zowel homoseksualiteit (m/v), als biseksualiteit en transseksualiteit bedoeld.

Il est plutoˆt rare que le CGRA soit confronté à des demandeurs d’asile étayant (entre autres) leur demande par leur orientation sexuelle. Il faut comprendre par là aussi bien l’homosexualité masculine ou féminine que la bisexualité et la trans-sexualité.

In 1997 door CGVS werd een eerste steekproef genomen in verband met seksuele geaardheid als mogelijke vervolgingsgrond (asielaanvragen tussen 1988 en 1997). Het betrof een vijfentwintigtal gevallen, het merendeel afkomstig uit de voormalige Oostbloklanden (in het bijzonder Roemenie¨), enkele uit Iran, Algerije of Marokko. In de ontvankelijkheidsfase werd voor de meeste onder hen een beslissing tot verder onderzoek genomen. Ongeveer de helft van deze asielzoekers werd uiteindelijk als vluchteling erkend.

En 1997, un premier sondage a été effectué par le CGRA sur l’orientation sexuelle en tant que motif possible de poursuites (demandes d’asile entre 1988 et 1997). Cela a concerné environ vingt-cinq cas, la plupart originaires des anciens pays du Bloc de l’Est (en particulier de Roumanie), quelques-uns d’Iran, d’Algérie ou du Maroc. Stade à l’examen en recevabilité, une décision d’enquête complémentaire a été prise à l’égard de la plupart d’entre eux. Environ la moitié de ces demandeurs d’asile ont été en fin de compte reconnus comme réfugiés.

In de tweede helft van 2000 werd een tweede steekproef genomen in verband met seksuele geaardheid als mogelijke vervolgingsgrond. Het betrof een twintigtal gevallen. De meeste waren afkomstig uit een van de republieken van de voormalige Sovjet-Unie, enkele uit Roemenie¨ en Iran. Tweederde daarvan kregen in de ontvankelijkheidsfase een beslissing tot verder onderzoek. Een vijftal daarvan werden als vluchteling erkend. Een aantal van deze asielaanvragen zijn echter nog in behandeling in de gegrondheidsfase.

Un deuxième sondage a été réalisé durant la deuxième partie de l’an 2000 sur l’orientation sexuelle en tant que motif possible de persécution. Une vingtaine de cas furent recensés. La plupart étaient originaires de républiques issues de l’ancienne Union soviétique, quelques-uns de Roumanie et d’Iran. Les deux tiers furent l’objet d’une décision d’examen ultérieur au stade de la recevabilité. Environ cinq d’entre eux ont été reconnus comme réfugiés. Toutefois, un certain nombre de ces demandes d’asile sont encore en cours de traitement au stade de l’examen quant au fond.

3 en 4. De CGVS en de VBV hebben zich steeds vrij positief opgesteld ten aanzien van asielzoekers die hun land zijn ontvlucht omwille van gendergebonden motieven. Deze asielaanvragen worden nauwgezet onderzocht — net als de aanvragen van de andere asielzoekers overigens — rekening houdend met de specifieke aard van de (vrees voor) vervolging en de (sociale, politieke en culturele) achtergrond van deze personen.

3 et 4. Le CGRA et la CPRR ne sont toujours montrés assez favorables à l’égard de demandeurs d’asile ayant fui leur pays pour des motifs liés à l’appartenance sexuelle. Ces demandes d’asile sont néanmoins vérifiées avec précision — ainsi du reste que les demandes émanant d’autres demandeurs d’asile — en prenant en compte la spécificité de la (crainte de) persécution et le contexte (social, politique et culturel) de ces personnes.

Juridisch gezien valt de (vrees voor) vervolging op basis van seksuele geaardheid binnen het criterium « het behoren tot een bepaalde sociale groep » van artikel 1, A, 2, van het Vluchtelingenverdrag. Inderdaad, de seksuele geaardheid van een persoon kan als een aangeboren karakteristiek beschouwd worden, die hij/ zij niet kan veranderen of die zo fundamenteel is voor zijn/haar identiteit en geweten dat van deze persoon niet kan verwacht worden deze te veranderen.

Vu du point de vue juridique, la (crainte de) persécution sur base de l’orientation sexuelle tombe sous le critère « d’appartenance à un certain groupe social » visé à l’article 1, A, 2, de la Convention relative au statut des réfugiés, signée à Genève du 28 juillet 1951. En effet, l’orientation sexuelle d’une personne peut être considérée comme une particularité acquise à la naissance, que l’intéressé(e) ne peut changer et qui est si fondamentale pour son identité et sa conscience que l’on ne peut attendre de cette personne qu’elle la modifie.

Het onderzoek ten gronde moet uitwijzen of de vrees voor vervolging werkelijk gegrond is. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer het in het openbaar

L’enquête quant au fond doit prouver si la crainte d’une persécution est vraiment fondée. Cela peut entre autres être le cas où vivre son homosexualité en public


2000

2001


746

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5806

beleven van de homoseksualiteit strafrechtelijk beteugeld wordt (gevangenisstraf, doodstraf), wanneer er sprake is van een actief vervolgingsbeleid ten aanzien van de betrokkenen, wanneer het de betrokkenen onmogelijk wordt gemaakt hun homosexualiteit openlijk te beleven, wanneer er een kans is dat de betrokkenen door de overheden in moeilijkheden kunnen worden gebracht, zij het officieel onder een ander voorwendsel. De betrokkenen kunnen wegens hun sexuele geaardheid ook het slachtoffer zijn van grove discriminatie of van een wrede en inhumane behandeling. Het kan ook voorkomen dat de individuele situatie van een asielzoeker van die aard is dat niet van hem verwacht kan worden dat hij/zij de nodige discretie aan de dag zal kunnen leggen met betrekking tot het uiten van zijn sexuele geaardheid en dat er bijgevolg een reeël risico op vervolging zou kunnen ontstaan bij een eventuele terugkeer naar het geboorteland.

est poursuivi pénalement (peine de prison, peine de mort), lorsqu’il est question d’une politique active de poursuite à l’encontre des intéressé(e)s lorsqu’il est rendu impossible aux intéressé(e)s, de vivre ouvertement leur homosexualité, lorsqu’il se peut que les intéressé(e)s puissent être mis en difficulté par les autorités, fût-ce officiellement pour d’autres raisons. Les intéressé(e)s peuvent, du fait de leur orientation sexuelle, être également victimes de traitements cruels ou inhumains. Il peut arriver que la situation personnelle d’un demandeur d’asile soit de nature telle que l’on ne peut attendre de cette personne qu’elle fasse montre de la discrétion nécessaire quant à l’affirmation de son orientation sexuelle et que, dès lors, un risque véritable de persécution peut apparaıˆtre lors d’un éventuel retour au pays d’origine.

De gegronde vrees voor vervolging kan echter enkel uitgemaakt worden door een individueel onderzoek van de asielaanvraag.

La crainte fondée de persécutions ne peut toutefois uniquement être établie à l’aide d’une enquête individuelle de la demande d’asile.

Een belangrijke bijkomende voorwaarde is dat de betrokkene niet kan rekenen op de bescherming van zijn/haar autoriteiten.

Une condition supplémentaire importante consiste dans le fait que l’intéressé(e) ne peut compter sur la protection de ses autorités.

Tenslotte dient het relaas van de betrokkene samenhangend en geloofwaardig te zijn. Ook de objectieve situatie in het land van herkomst op het ogenblik van de beslissing bepaalt mee de aard (erkenning of weigering van de status van vluchteling) van de beslissing.

Enfin, le récit de l’intéressé(e) doit être cohérent et fiable. Le type de décision (la reconnaissance ou le refus du statut de réfugié) dépend également de la situation objective dans le pays d’origine au moment de la prise de décision.

DO 1999200011500

DO 1999200011500

Vraag nr. 214 van de heer Claude Eerdekens van 27 juni 2000 (Fr.) :

Question no 214 de M. Claude Eerdekens du 27 juin 2000 (Fr.) :

Tussen de vakbonden en de ministeries van Begroting en Binnenlandse Zaken gesloten akkoord over de hervorming van de politiediensten.

Accord intervenu entre les syndicats et les ministères du Budget et de l’Intérieur en matière de réforme des polices.

De ministers van Begroting en Binnenlandse Zaken hebben een gezamenlijk communiqué over de voortgang van de politiehervorming en inzonderheid over het met de vakbonden op 21 april 2000 gesloten akkoord, uitgebracht.

Les ministres du Budget et de l’Intérieur ont adressé une communication commune quant à l’état d’avancement de la réforme des polices et notamment quant à l’accord passé avec les organisations syndicales le 21 avril 2000.

De voormalige minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback uitte onlangs kritiek op de politiehervorming. Volgens hem zal zij extra kosten voor de gemeenten met zich brengen.

Dernièrement, l’ancien ministre de l’Intérieur, Louis ` son Tobback, a critiqué la réforme des polices. A estime, elle devrait entraıˆner des charges supplémentaires pour les communes.

1. Zal het bereikte akkoord al dan niet een negatieve weerslag op de gemeentefinancie¨n hebben ?

1. L’accord négocié entre les parties est-il ou non de nature à avoir une influence négative sur les finances communales ? 2. Peut-on être assurés que l’E´tat fédéral prendra en charge toutes les dépenses généralement quelconques

2. Kan u ons verzekeren dat de federale overheid alle met de politiehervorming verbonden kosten voor


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5807

haar rekening zal nemen, zodanig dat de begroting van morgen op het stuk van de veiligheid en de gemeentepolitie de begroting waarmee nu werd ingestemd niet zal overschrijden ?

portant sur la réforme des polices de telle sorte que le budget de demain en matière de sécurité et de police communale ne dépasse pas le budget consenti actuellement en l’espèce ?

Aangezien de federale overheid over die hervorming heeft beslist, is het normaal dat zij, overeenkomstig het principe « de beslisser betaalt », voor de kosten ervan opdraait.

Cette réforme ayant été décidée au niveau fédéral, il est normal que ce dernier débourse en fonction du principe du « décideur-payeur ».

Antwoord :

Réponse :

1. Ik heb herhaaldelijk gezegd dat de politiehervorming zich niet zal afspelen op de rug van de gemeenten. Voor de gemeenten die steeds, zoals het een goede huisvader behoort, al hun verplichtingen inzake politionele veiligheid zijn nagekomen zal er geen of een quasi te verwaarlozen meerkost zijn.

1. J’ai déjà répété à plusieurs reprises que la réforme des polices ne se déroulera pas sur le dos des communes. Pour les communes qui ont respecté, en bons pères de famille, leurs obligations en matière de sécurité policière, il n’y aura pas de frais supplémentaires, ou ceux-ci seront quasiment négligeables.

2. De federale Staat zal niet alle diverse uitgaven met betrekking tot de politiehervorming voor zijn rekening nemen. Hetzelfde geldt voor de uitgaven voor de organisatie van de werktijd van de nieuwe korpsen van de lokale politie : hoe omvangrijker het aantal nacht-, weekend- en overuren zal zijn, hoe meer het budget van de lokale overheden voor de toelagen voor deze prestaties zal moeten aangepast worden.

2. L’E´tat fédéral ne prendra pas en charge toutes les dépenses généralement quelconques portant sur la réforme des polices. Il en va ainsi pour les dépenses inhérentes à l’organisation du temps de travail des nouveaux corps de police locale : plus le nombre d’heures de nuit, de week-ends et supplémentaires sera important et plus le budget des pouvoirs locaux affecté aux allocations afférentes à ces prestations devra être adapté.

Er dient echter opgemerkt te worden dat de Staat van ambtswege een financie¨le steun zal leveren, onder meer door de overname van de kosten voor nieuwe uniformen, voor opleiding en uitrusting van de toekomstige politieagenten en de voortgezette opleiding van de huidige politieambtenaren.

Néanmoins, il convient de relever que l’E´tat fédéral interviendra d’office, notamment par la prise en charge du coût des nouveaux uniformes, du coût de la formation et de l’équipement des futures policiers et de la formation continuée des fonctionnaires de police actuels.

DO 1999200011740

DO 1999200011740

Vraag nr. 241 van de heer Pieter De Crem van 5 september 2000 (N.) :

Question no 241 de M. Pieter De Crem du 5 septembre 2000 (N.) :

Recente toename van het aantal asielzoekers.

Augmentation récente du nombre de demandeurs d’asile.

Het aantal asielaanvragen in de loop van de maand juli 2000 is opgelopen tot ver boven het door de regering vooropgestelde aantal van 2 000 aanvragen. Onafgezien deze specifieke stijging, en de afwijking van het geciteerde streefcijfer, blijkt ons land alsnog bijzonder aantrekkelijk voor kandidaat-asielzoekers.

Durant le mois de juillet 2000, le nombre de demandes d’asile a largement dépassé les 2 000 demandes, l’objectif que c’était fixé le gouvernement. Sans vouloir commenter davantage cette augmentation et le fait que l’objectif du gouvernement a été dépassé, on peut constater que notre pays demeure particulièrement attrayant pour les demandeurs d’asile.

1. Hoeveel zal het aantal asielzoekers over het jaar 2000 per 1 september 2000 bedragen ?

1. Quel est le nombre de demandeurs d’asile au 1er septembre 2000 ?

2. In welke mate zijn de in verband met de mensenhandel genomen maatregelen dermate effectief als het kabinet van de minister laat uitschijnen ?

2. Les mesures prises dans le cadre de la lutte contre la traite des êtres humains sont-elles réellement aussi efficaces que ne le prétend le cabinet du ministre ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5808

3. Is de informatie correct dat de repatrie¨ringen sinds begin juli 2000 omzeggens niet meer worden uitgevoerd ?

3. Est-il exact qu’il n’y a pratiquement plus eu de rapatriements depuis le début du mois de juillet 2000 ?

4. Hoe kijkt u aan tegen de voorspelbare toename van het aantal asielzoekers in de maanden augustus en september 2000 ?

4. Que pensez-vous de l’augmentation prévisible du nombre de demandeurs d’asile durant les mois d’aouˆt et de septembre 2000 ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

1. Per 1 oktober van dit jaar hebben zich 28 346 asielzoekers aangeboden in Belgie¨.

` la date du 1er octobre 2000, 28 346 deman1. A deurs d’asile s’étaient déjà présentés en Belgique.

2. De inspanningen in verband met de mensenhandel werden nog opgedreven door volgende bijkomende maatregelen : de herinvoering van de visumplicht voor Slowakije; het verzoek aan de Schengen en EU-partners nog stricter toe te zien op de aflevering van visa aan bepaalde Oost-Europese nationaliteiten; het systematisch controleren van de internationale treinen en het grensoverschrijdend busvervoer; het laten observeren van de omgeving van de asielinstanties; het regelmatig controleren van de grenszones met gebruikmaking van detectiepistolen; een snellere en meer gecoo¨rdineerde behandeling van de manifest ongegronde asielaanvragen door de asielinstanties; het uitzenden van immigratieambtenaren naar landen waar tekenen van ongewone migratie worden waargenomen. Deze maatregelen hadden een bepaald effect maar er zullen structurele maatregelen genomen moeten worden op nationaal en Europees niveaus.

2. Les efforts en matière de lutte contre la traite des êtres humains ont encore été intensifiés par les mesures complémentaires suivantes : réintroduire l’obligation de visa pour la Slovaquie; demander aux partenairesSchengen de surveiller de façon plus stricte la délivrance de visas à certaines nationalités de l’Europe de l’Est; controˆler systématiquement les trains internationaux et le transport des bus transfrontaliers; faire surveiller les environs des instances d’asile; controˆler régulièrement les zones des frontières en faisant usage des pistolets de détection; faire traiter encore plus rapidement et de façon plus coordonnée, par les instances d’asile, les demandes d’asile manifestement non fondées; envoyer des fonctionnaires d’immigration vers des pays où des signes de migration inhabituelles sont observés. Ces mesures ont eu un certain effet mais des mesures structurelles devront être prises aux niveaux national et européen.

3. De informatie volgens welke er sedert juli 2000 geen repatrie¨ringen meer zouden zijn, is foutief.

3. L’information selon laquelle les rapatriements ne seraient plus exécutés depuis juillet 2000 est fausse.

4. Onder andere ten gevolge van het jaarlijks terugkerend zomereffect hebben er zich in de zomer meer asielzoekers aangeboden. Dit conjunctureel gegeven is eveneens merkbaar in onze voornaamste buurlanden.

4. Comme chaque année, la période d’été est une des raisons pour lesquelles il y a eu plus de demandeurs d’asile qui se sont présentés. Ce phénomène conjoncturel est également perceptible dans les principaux pays voisins.

De eerste zes maanden van 2000 waren er gemiddeld 2 660 asielaanvragen. In juli werden er 3 185 en in augustus 4 446 asielzoekers geregistreerd. Ter vergelijking : de laatste vijf maanden van 1999 bedroeg het gemiddeld aantal asielaanvragen 4 068, terwijl gemiddeld 2 660 aanvragen in de periode voó´r de zomer.

Durant les six premiers mois de 2000, il y a eu, en moyenne, 2 660 demandes d’asile par mois. Il y a eu, en juillet, 3 185 et, en août, 4 446 demandeurs d’asile ` titre de comparaison : les cinq derniers enregistrés. A mois de 1999, le nombre de demandes d’asile était, en moyenne, de 4 068 demandes par mois, contre 2 660 avant la période de l’été.

De stijging van de zomermaanden toont evenwel aan dat de inspanningen moeten worden verdergezet en versterkt door structurele middelen op Belgisch en Europees niveau.

L’augmentation des mois d’été montre donc que les efforts doivent être poursuivis et renforcés par des moyens structurels aux niveaux belge et européen.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5809



Sociale Zaken

Affaires sociales

DO 1999200000007

DO 1999200000007

Vraag nr. 27 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 12 oktober 1999 (N.) :

Question no 27 de Mme Annemie Van de Casteele du 12 octobre 1999 (N.) : Soins de santé. — Ećhanges transfrontaliers.

Gezondheidszorg. — Grensoverschrijdend zorgverkeer. Een Europa zonder grenzen is op het gebied van de gezondheidszorg nog ver weg.

Dans le domaine des soins de santé, on est encore à mille lieues d’une Europe sans frontières.

In de Euregio Maas/Rijn hebben de verschillende partners besloten om op proef de onderlinge grensoverschrijdende ziekenhuisbehandelingen te vergemakkelijken.

Les différents partenaires de l’Eurorégion Meuse/ Rhin ont décidé de faciliter à titre expérimental les échanges de traitements hospitaliers transfrontaliers.

Op 1 april 1997 is in Nederland het project « Zorg op maat » van start gegaan. Hierin wordt het grensoverschrijdend zorgverkeer gestimuleerd. De Nederlandse ziekenfondsverzekerden kunnen binnen dit kader gemakkelijk toestemming krijgen om voor bepaalde medisch-specialistische hulp naar het buitenland te gaan.

Le 1er avril 1997, le projet « Zorg op maat » (Des soins sur mesure) a démarré aux Pays-Bas. Dans le cadre de ce projet, les échanges de soins transfrontaliers sont stimulés, les affiliés aux mutuelles néerlandaises pouvant obtenir l’autorisation de se rendre à l’étranger pour bénéficier d’une aide médicale spécialisée.

Belgie¨ zou deze belofte van wederkerigheid nog niet zijn nagekomen.

Toutefois, la Belgique n’aurait pas encore honoré cette promesse de réciprocité.

Kan u meedelen wanneer en op welke manier de gemaakte afspraken zullen toegepast worden in Belgisch Limburg, Luik en het Duitse taalgebied ?

Pourriez-vous dire quand et comment les accords conclus dans ce cadre seront appliqués dans le Limbourg belge, à Liège et ainsi que dans la région de langue allemande ?

Antwoord : Om te antwoorden op de vraag van het geachte lid, kan ik meedelen dat het project « Zorg op maat » (ZOM) kan worden beschouwd als een Nederlands experiment op het gebied van grensoverschrijdende zorg met als doel het opheffen van belemmeringen voor de Nederlandse verzekerden van de Euregio Maas/Rijn om medisch-specialistische zorg, met uitsluiting van topvoorzieningen, te ontvangen over de landsgrenzen, maar beperkt tot het Belgische en Duitse gebied van de Euregio.

Réponse : En réponse à la question posée par l’honorable membre, je peux lui communiquer que le projet « Zorg op maat » (ZOM), peut être considéré comme une expérience néerlandaise en matière de soins transfrontaliers ayant comme but la suppression, pour les assurés néerlandais de l’Eurégion Meuse/ Rhin, des restrictions à l’accès aux soins médicaux spécialisés, à l’exception des techniques de pointe, audelà des frontières, limitée toutefois aux régions belge et allemande de l’Eurégion.

Daarnaast is er het Interreg II-programma, een Europees actieprogramma dat maatregelen moet ondersteunen die tot doel hebben de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren en bij te dragen tot de oplossing van de specifieke problemen waarmee bewoners van de grensstreken te maken hebben. De doelstellingen van dit actieprogramma moeten onder andere verwezenlijkt worden door maatregelen die er toe strekken de samenwerking aan te moedigen op het

Parallèlement, il y a le programme Interreg II, qui et un programme d’action européen qui doit apporter un soutien aux mesures visant à améliorer la coopération transfrontalière et doit contribuer à résoudre les problèmes spécifiques qui se posent aux habitants des régions frontalières. Les objectifs de ce programme d’action doivent entre autres être réalisés par des mesures visant à encourager la coopération au niveau des soins de santé, graˆce entre autres à l’utilisation


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5810

vlak van de geneeskundige verzorging, dankzij onder meer het gemeenschappelijk gebruik van infrastructuren in de grensstreken.

commune d’infrastructures dans les régions frontalières.

In het kader van dit Interreg II-programma heeft overleg plaats over een « Grensoverschrijdend project in de Euregio Maas/Rijn met het vooruitzicht van een vrijere toegang tot gezondheidszorg in de grensstreek », waarbij wordt gewerkt met deelprojecten, waaronder meer bepaald de « vereenvoudigde procedure voor de prestatietoekenning en de afrekening » (VLA).

Dans le cadre de ce programme Interreg II, il y a des concertations concernant un « Projet transfrontalier dans l’Eurégion Meuse/Rhin afin de garantir un accès plus libre aux soins de santé dans la région frontalière », au sein duquel on procède au moyen de sousprojets, dont notamment la « procédure d’autorisation et de remboursement simplifiée » (VLA).

Ermee rekening houdende dat Belgie¨ altijd voorstander is geweest van de wederkerigheid en gelet op de onderlinge gelijkenis van deze twee deelprojecten, zijn ze samengevoegd in één project, dat de naam « VLA-IZOM » draagt en dat het voor de verzekerden uit de Euregio Maas/Rijn mogelijk zou moeten maken vlotter toegang te krijgen tot grensoverschrijdende gezondheidszorg voor :

Compte tenu du fait que la Belgique a toujours été favorable à la réciprocité et étant donné la similitude de ces deux projets partiels, ils ont été réunis en un seul, intitulé « VLA-IZOM » qui devrait permettre aux assurés de l’Eurégion Meuse/Rhin d’accéder plus facilement aux soins de santé transfrontaliers pour :

— algemene zorgen verleend door geneesherenspecialisten op het vlak van diagnose en therapie,

— les soins généraux donnés par des médecins spécialistes, au niveau diagnostique et thérapeutique,

— het voorschrijven van geneesmiddelen in het kader van deze behandeling,

— la prescription des médicaments dans le cadre de ce traitement,

— ziekenhuisopname die er mee gepaard gaat.

— les soins hospitaliers qui s’y rapportent.

Het ontwerp is uiteengezet tijdens de vergadering van het begeleidingscomité van 2 december 1999; dat comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de nationale en gewestelijke overheden van de drie betrokken Staten. De definitieve tekst tot invoering van de administratieve procedure, die door de verzekerden en de instellingen moet worden gevolgd, wordt nog verder uitgewerkt. Zodra het principieel akkoord van de Belgische, Nederlandse en Duitse partners een feit is, zal het dossier aan het Verzekeringscomité worden voorgelegd overeenkomstig het nieuwe artikel 136 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994; in dat artikel is bepaald dat tussen het Verzekeringscomité en de buitenlandse instellingen overeenkomsten kunnen worden gesloten om het vrije verkeer van de verzekerden in de grensstreken te vergemakkelijken door samenwerkingsregels vast te stellen.

Le projet a été exposé lors de la réunion du 2 décembre 1999 au comité d’accompagnement composé de représentants des autorités nationales et régionales des trois E´tats concernés. La mise au point du texte définitif établissant la procédure administrative à suivre par les assurés et les institutions est en cours de réalisation. Dès que l’accord de principe des partenaires belges, néerlandais et allemands sera acquis, le dossier pourra être soumis au Comité de l’assurance conformément au nouvel article 136 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, disposant que des conventions peuvent être conclues entre la Comité de l’assurance et les organismes étrangers visant à faciliter la libre circulation des assurés dans les régions frontalières par la fixation de règles de coopération.

Verder kan ik wijzen op de belangrijke evolutie die is teweeggebracht door twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap, de arresten Decker en Kohll die, steunend op de artikelen 30 en 36 van het EG-Verdrag betreffende het vrij verkeer van goederen, respectievelijk de artikelen 59 en 60 betreffende het vrij verrichten van diensten, stellen dat de verzekerde, die zonder voorafgaandelijke toelating van zijn verzekeringsinstelling, verstrekkingen gaat halen in een andere lidstaat, recht heeft op een tegemoetko-

Par ailleurs, je peux signaler qu’une évolution importante a été déclenchée par deux arrêts de la Cour de Justice de la Communauté européenne, à savoir les arrêts Decker et Kohll qui, se basant sur les articles 30 et 36 du Traité CE relatifs à la libre circulation des marchandises, respectivement les articles 59 et 60 relatifs à la libre prestation des services, statuent que l’assuré qui, sans autorisation préalable de son organisme assureur, se rend vers un autre E´tat membre pour y recevoir des prestations, a droit à une


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5811

ming vanwege zijn verzekeringsinstelling, overeenkomstig de wetgeving van zijn land van aansluiting.

intervention par son organisme assureur conformément à la législation de son pays d’affiliation.

De volledige richtlijnen zijn aan de verzekeringsinstellingen gegeven in de omzendbrief van het RIZIV van 16 september 1999, nr. 99/427 - 80/75 - 83/275, die ik heb goedgekeurd.

Les instructions complètes ont été données aux organismes assureurs par la circulaire de l’INAMI du 16 septembre 1999, no 99/427 - 80/75 - 83/275, que j’ai approuvée.

DO 1999200000492

DO 1999200000492

Vraag nr. 62 van de heer Yves Leterme van 11 januari 2000 (N.) :

Question no 62 de M. Yves Leterme du 11 janvier 2000 (N.) :

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning.

Cabinets. — Personnel d’exécution de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

Luidens punt A.2 in fine van de omzendbrief van 1 oktober 1999 mag u één lid van het uitvoerend personeel niveau 4 van uw kabinet in uw privé-woning tewerkstellen.

Conformément au point A.2 in fine de la circulaire du 1er octobre 1999, vous êtes autorisé à employer un membre du personnel d’exécution de niveau 4 de votre cabinet dans votre domicile privé.

1. a) Is een lid van het uitvoerend personeel van uw kabinet effectief in uw privé-woning tewerkgesteld ?

1. a) Employez-vous effectivement un membre du personnel d’exécution de votre cabinet dans votre domicile privé ?

b) Gaat het om een man of een vrouw ?

b) S’agit-il d’un homme ou d’une femme ?

c) Gaat het om een gedetacheerd personeelslid van een openbare dienst ?

c) S’agit-il d’un agent détaché d’un service public ?

2. Wat zijn, nauwkeurig omschreven, de opdrachten die aan het betrokken personeelslid zijn toebedeeld ?

2. Quelles sont, en détail, les missions confiées au membre du personnel concerné ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat geen lid van het uitvoerend personeel van mijn kabinet effectief in mijn privé-woning tewerkgesteld is.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre qu’aucun membre du personnel exécutif de mon cabinet ne travaille dans mon logement privé.

DO 1999200011590

DO 1999200011590

Vraag nr. 171 van mevrouw Yolande Avontroodt van 13 juli 2000 (N.) :

Question no 171 de Mme Yolande Avontroodt du 13 juillet 2000 (N.) :

Hersteloorden.

Maisons de convalescence.

Mensen die een ziekenhuis verlaten en onvoldoende zijn hersteld om thuis te verblijven, komen terecht in hersteloorden. Een definitie van wat een hersteloord is, is onbestaande. Een hersteloord wordt enkel goedgekeurd door een mutualiteit die er zijn leden naar doorverwijst. Het hersteloord is bijgevolg aan geen enkele reglementering onderworpen, niet wat betreft kwaliteitsbewaking, niet wat betreft personeelsnormen. Dit roept vragen op gelet op het feit dat het clie¨nteel mensen zijn die nog zorgbehoevend zijn. Vaak

Les personnes qui quittent l’hoˆpital et qui ne sont pas suffisamment rétablies pour réintégrer leur domicile se retrouvent dans des maisons de convalescence. Il n’existe pas de définition de la notion de « maison de convalescence ». Une maison de convalescence est uniquement reconnue par la mutualité qui y envoie ses membres. Par conséquent, les maisons de convalescence ne sont soumises à aucune réglementation en matière de normes de qualité, ou de personnel. Cette situation peut poser certains problèmes étant donné


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5812

betreft het patie¨nten die net het ziekenhuis hebben verlaten en dus nog gespecialiseerde zorgen nodig hebben. De benodigde zorgen worden verstrekt door zelfstandig werkende zorgverleners zoals onder meer thuisverpleegkundigen en kinesisten.

que les personnes qui y séjournent ont encore besoin de soins. Il s’agit fréquemment de patients qui viennent de quitter l’hoˆpital et auxquels des soins spécialisés doivent encore être administrés. Les soins requis sont administrés par du personnel soignant indépendant, notamment des infirmiers à domicile et des kinésithérapeutes.

1. In welke mate voldoen hersteloorden aan de doelstellingen die zij nastreven, met name de tijdelijke zorgverstrekking aan patie¨nten die weliswaar uit het ziekenhuis zijn ontslagen, maar nog niet in staat zijn thuis zelfstandig te verblijven ?

1. Dans quelle mesure, les maisons de convalescence répondent-elles aux objectifs fixés, à savoir l’administration temporaire de soins à des patients qui ont pu quitter l’hoˆpital mais qui ne sont pas encore suffisamment autonomes pour réintégrer leur domicile ?

2. Hoeveel mensen verbleven in 1997, 1998 en 1999 in hersteloorden ?

2. Combien de personnes ont séjourné dans des maisons de convalescence en 1997, 1998 et 1999 ?

3. Hoeveel mensen zijn in totaal in de verschillende hersteloorden tewerkgesteld en dit onderverdeeld naar gelang hun kwalificatie ?

3. Combien de personnes sont employées au total dans les différentes maisons de convalescence ? Pourriez-vous faire une distinction en fonction de leurs qualifications ?

Antwoord : Ik deel het geachte lid mee dat de in haar vraag bedoelde herstellingsoorden niet kunnen genieten van enige rijkstegemoetkoming. Derhalve heeft de administratie niet de bevoegdheid om controle uit te oefenen op de algemene werking van de oorden en kan ik aldus geen antwoord geven op de gestelde vragen.

Réponse : Je communique à l’honorable membre que les maisons de convalescence visées dans sa question ne peuvent bénéficier d’aucune intervention de l’E´tat. Par conséquent, l’administration n’a pas le pouvoir de controˆler le fonctionnement des maisons et dès lors, il ne m’est pas possible de donner une réponse aux questions posées.

DO 1999200011660

DO 1999200011660

Vraag nr. 179 van mevrouw Michèle Gilkinet van 31 juli 2000 (Fr.) :

Question no 179 de Mme Michèle Gilkinet du 31 juillet 2000 (Fr.) :

Aanwending van RIZIV-statistieken.

Utilisation des statistiques INAMI.

Naar verluidt worden artsen door handelsvertegenwoordigers van farmaceutische bedrijven over hun voorschrijfgedrag ondervraagd.

Il me revient que des médecins subissent des interrogatoires de la part de délégués commerciaux de firmes pharmaceutiques quant à leurs prescriptions.

De artsenbezoekers zouden daarbij gebruik maken van precieze verkoopcijfers van bepaalde soorten geneesmiddelen, en geven daarmee aan dat ze vrij goed op de hoogte zijn van het voorschrijfgedrag per sector.

Ces délégués utiliseraient des chiffres précis sur les ventes de tel ou tel type de médicament, montrant par là qu’ils connaissent assez bien les prescriptions établies par secteur.

Er kunnen inderdaad verkoopstatistieken worden opgemaakt en het RIZIV heeft tot taak de evolutie van het voorschrijfgedrag te controleren en te registreren, maar er rijzen vragen omtrent de verspreiding van die gegevens onder farmaceutische bedrijven die nu over dermate precieze gegevens beschikken dat het voor hen kinderspel is de door een bepaalde arts afgegeven voorschriften in kaart te brengen.

Si des statistiques de ventes peuvent être établies et qu’il revient à l’INAMI de controˆler et de répertorier l’évolution des prescriptions, il convient de s’interroger sur la divulgation de ces données aux firmes pharmaceutiques avec une précision telle que cela deviendrait un jeu d’enfant de cibler la prescription de tel ou de tel médecin.

1. Zijn uw diensten hiervan op de hoogte ?

1. Vos services sont-ils informés des faits relatés ?

2. Klopt het dat artsenbezoekers toegang hebben tot de meest gedetailleerde informatie over de door artsen uitgereikte voorschriften ?


2000

2. Est-il vrai que les délégués commerciaux ont accès dans le détail aux prescriptions établies par les médecins ?

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5813

3. Wie kan, meer algemeen, dit soort informatie raadplegen, en hoe gedetailleerd is de beschikbare informatie (lokalisatie) ?

3. De manière plus générale, qui peut avoir accès à ce type d’information et jusqu’à quel degré de précision (localisation) ?

Antwoord : Alvorens de vragen te beantwoorden die betrekking hebben op eventuele inzamelingen die voortvloeien uit privé-initiatieven, moet ik het geachte lid eraan herinneren dat een systeem van inzameling van de voorschrijfgegevens in een ambulante omgeving (systeem Farmanet) sinds 1996 functioneert en dat het RIZIV daardoor kan beschikken over gedetailleerde en volledige informatie over de geneesmiddelen die in het raam van de verplichte verzekering voor elke voorschrijver worden vergoed.

Réponse : Avant de répondre aux questions qui portent sur d’éventuelles collectes résultant d’initiatives privées, je rappelle à l’honorable membre qu’un système de collecte des données de presciption en milieu ambulatoire (système Pharmanet) fonctionne depuis 1996 et permet à l’INAMI de disposer de l’information détaillée et complète sur les médicaments remboursés dans le cadre de l’assurance obligatoire pour chaque prescripteur.

Die gegevens, die per voorschrijver in de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV worden opgesteld, worden vanzelfsprekend nooit aan iemand buiten die dienst bezorgd, met uitzondering van de voorschrijver zelf in het raam van de individuele informatiecampagnes.

Ces données établies par prescripteur au sein du Service des soins de santé de l’INAMI ne sont bien entendu jamais transmises à personne hors de ce service à l’exception du prescripteur lui-même dans le cadre des campagnes individuelles d’information.

Op de drie door het geachte lid gestelde vragen kan ik volgende elementen van antwoord verstrekken.

Concernant les trois questions posées par l’honorable membre, je peux fournir les éléments de réponse suivants.

1. Mijn diensten zijn op de hoogte van het bestaan van systemen van parallelle gegevensinzameling die voortvloeien uit privé-initiatieven, maar beschikken niet over precieze informatie over de wijze waarop de gegevens worden verzameld. Het gaat waarschijnlijk om inzamelingen via steekproef. Technisch zijn gegevensinzamelingen denkbaar op verschillende niveaus : bij een groep geneesheren (die de pathologie kennen), bij een groep apotheken, bij tariferingsdiensten of bij verzekeringsinstellingen. De groothandelaars zouden ook gegevens kunnen verstrekken over de verkoop van geneesmiddelen, maar kunnen niet het verband leggen met de voorschrijvers.

1. Mes services sont au courant de systèmes de collecte parallèle résultant d’initiatives privées mais ne disposent pas d’informations précises sur la façon dont sont collectées les données. Il s’agit probablement de collectes par échantillon. Des collectes sont techniquement imaginables à différents niveaux : auprès d’un groupe de médecins (qui connaissent la pathologie), auprès d’un groupe de pharmacies, auprès d’offices de tarification ou auprès d’organismes assureurs. Les grossistes pourraient également fournir des données sur les ventes de médicaments mais ne sont pas en mesure de faire le lien avec les prescripteurs.

2. Als er dergelijke systemen bestaan, kan gedetailleerde informatie over de voorschriften van een geneesheer worden verzameld (het geneesmiddelenvoorschrift vermeldt tegelijk het geneesmiddel en het nummer van de voorschrijver). Die gegevens dekken evenwel niet de volledige activiteit van een voorschrijver. Om volledig te zijn zou de inzameling moeten worden uitgebreid tot alle apotheken, tot alle tariferingsdiensten of tot alle verzekeringsinstellingen.

2. Si de tels systèmes existent, des informations détaillées sur les prescriptions d’un médecin peuvent être collectées (la prescription de médicament renseignant à la fois le médicament et le numéro du prescripteur). Cependant, ces données ne couvriront pas l’activité complète d’un prescripteur. Pour être complète, la collecte devrait être étendue soit à l’ensemble des pharmacies, soit à l’ensemble des offices de tarification ou encore à l’ensemble des organismes assureurs.

3. Wat betreft het systeem Farmanet, wordt momenteel de overdracht van de gegevens geregeld in het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen en tot regeling van de daaraan verbonden kosten.

3. En ce qui concerne le système Pharmanet, le transfert des données est actuellement réglé par l’arrêté royal du 29 février 1996 déterminant les données relatives aux fournitures à tarifer que les offices de tarification doivent transmettre à l’Institut national d’assurance maladie-invalidité et réglant les frais y afférents.

De tariferingsdiensten verzamelen de gegevens wat betreft de verstrekkingen verricht door de bij hen aan-

Les offices de tarification collectent les données concernant les prestations effectuées par les pharma-


2000

2001


747

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5814

gesloten apothekers. Zij beschikken dus over alle gegevens met betrekking tot een beperkt aantal verstrekkingen. Zij zijn verplicht deze gegevens over te maken aan de verzekeringsinstellingen. Die beschikken dan op hun beurt over al deze gegevens wat betreft de verstrekkingen die verricht werden met betrekking tot hun aangesloten leden.

ciens affiliés auprès d’eux. Ils disposent donc de toutes les données relatives à un nombre limité de prestations. Ils sont obligés de transmettre ces données aux organismes assureurs. Ceux-ci disposent alors à leur tour de toutes les données concernant les prestations effectuées chez leurs affiliés.

Tenslotte maken de verzekeringsinstellingen deze gegevens geanonimiseerd over aan het RIZIV, dat beschikt over de totaliteit van deze gegevens. Op het vlak van het RIZIV worden deze gegevens gecontroleerd en verwerkt in samenwerking met de SMALSMvM.

Enfin, les organismes assureurs transmettent ces données de façon anonyme à l’INAMI, qui dispose de l’ensemble de ces données. L’INAMI controˆle et traite ces données en collaboration avec la SMALS-MvM.

Bij de uitwerking van het project « Farmanet-uniek spoor » zal in de reglementering duidelijker bepaald worden wie toegang heeft tot welke informatie en voor welke doeleinden, met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Lors de la mise en œuvre du projet « Pharmanetpiste unique », il sera stipulé plus clairement dans la réglementation qui a accès à tel ou tel type d’information et pour tel ou tel usage, en vue de la protection de la vie privée.

DO 1999200011683

DO 1999200011683

Vraag nr. 181 van de heer Jef Valkeniers van 7 augustus 2000 (N.) : Chronische ziekten. — Epilepsie.

Question no 181 de M. Jef Valkeniers du 7 août 2000 (N.) : Maladies chroniques. — E´pilepsie.

Waarom wordt epilepsie of vallende ziekte niet erkend als chronische ziekte, terwijl bijvoorbeeld mongolisme, dat nauwelijks medische hulp vergt, wel wordt erkend ?

Pourquoi l’épilepsie n’est-elle pas reconnue comme maladie chronique alors que c’est, par exemple, le cas pour le mongolisme qui requiert un minimum d’assistance médicale ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid deel ik in de eerste plaats mee dat in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging die in ons land geldt, tot nu toe aan geen enkele ziekte een bijzonder statuut van « chronische ziekte » is toegekend. De informatie volgens welke mongolisme als chronische ziekte zou worden erkend, is bijgevolg niet gegrond.

Réponse : En réponse à la question posée par l’honorable membre, je signale tout d’abord que le régime d’assurance soins de santé obligatoire en vigueur dans notre pays n’accorde jusqu’à présent à aucune maladie un statut particulier de « maladie chronique ». L’information selon laquelle le mongolisme serait reconnu comme maladie chronique n’est dès lors pas fondée.

Voorts ben ik, wat epilepsie betreft, zo vrij de aandacht van het geachte lid erop te vestigen dat benevens de verstrekkingen (met name de geneesmiddelen) waarin voor epilepsiepatie¨nten in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging al is voorzien, onlangs initiatieven zijn genomen om beter te voldoen aan de behoeften van sommigen onder hen.

Par ailleurs, en ce qui concerne l’épilepsie, je me permets d’attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que complémentairement aux prestations (notamment les médicaments) déjà prévues pour les patients épileptiques dans le cadre de l’assurance soins de santé obligatoire, des initiatives récentes ont été prises afin de mieux rencontrer les besoins de certains d’entre eux.

Zo is een nieuwe revalidatie-overeenkomst die kan worden gesloten met referentiecentra voor patie¨nten met refractaire epilepsie in het begin van het jaar in het RIZIV uitgewerkt en al gesloten met verscheidene universitaire referentiecentra. Bovendien zijn op het niveau van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen (implantaten) de nodige maatregelen genomen opdat de stimulator van de nervus vagus

C’est ainsi qu’une nouvelle convention de rééducation à conclure avec des centres de référence pour les patients souffrant d’épilepsie rebelle a été élaborée au début de l’année au sein de l’INAMI et a déjà été conclue avec plusieurs centres de référence universitaires. En outre, les dispositions ont été prises au niveau de la nomenclature des prestations de santé (implants) afin que le stimulateur du nerf vague puisse désormais,


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5815

voortaan onder bepaalde voorwaarden volledig kan worden vergoed door de verzekering voor geneeskundige verzorging.

moyennant le respect de certaines conditions, faire l’objet d’un remboursement intégral par l’assurance soins de santé.

DO 1999200011691

DO 1999200011691

Vraag nr. 183 van de heer Richard Fournaux van 10 augustus 2000 (Fr.) :

Question no 183 de M. Richard Fournaux du 10 août 2000 (Fr.) :

Rust- en verzorgingstehuizen. — Erkenningsnormen.

Maison de repos et de soins. — Normes d’agrément.

De nieuwe wettelijke vereisten met betrekking tot de erkenningsnormen voor rusten verzorgingstehuizen werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 februari 2000. Met de nieuwe normen wordt de reglementering ingrijpend gewijzigd en moeten de instellingen aan heel wat nieuwe vereisten voldoen.

De nouvelles obligations légales en matière de normes d’agrément pour les maisons de repos et les maisons de soins ont été publiées au Moniteur belge le 29 février 2000. Ces nouvelles normes apportent des changements profonds à la réglementation et renforcent nettement les obligations des institutions.

Als de financieringswijze voor de rusthuizen niet aangepast wordt en er geen redelijke overgangsperiode wordt ingelast, zijn de nieuwe normen onhaalbaar.

Ces nouvelles normes s’avèrent impraticables si l’on ne modifie pas le mode de financement des maisons de repos et si l’on ne prévoit pas une période raisonnable de transition.

Het grootste probleem is de verplegingsnorm, die per 1 oktober 2000 sterk wordt opgetrokken. Het is natuurlijk belangrijk dat er in voldoende verplegend personeel wordt voorzien — die bekommernis is meer dan terecht — maar er zijn momenteel gewoonweg niet genoeg verpleegkundigen voor rusten verzorgingstehuizen beschikbaar op de arbeidsmarkt.

Le problème principal se pose au niveau de la majoration significative de la norme infirmière au 1er octobre 2000. Le souci de prévoir suffisamment de personnel infirmier est légitime, toutefois, il faut bien constater qu’il n’y a actuellement pas assez d’infirmières disponibles sur le marché pour travailler en maison de repos et de soins.

1. Zal de verplegingsnorm voor rusthuizen en voor rusten verzorgingstehuizen geleidelijk worden opgetrokken ?

1. La majoration de la norme infirmière en maisons de repos et en maisons de repos et de soins sera-t-elle progressive ?

2. Zal rekening worden gehouden met de situatie op de arbeidsmarkt, meer bepaald met het tekort aan verpleegkundigen op de arbeidsmarkt ?

2. Sera-t-il tenu compte du marché du travail, et notamment du manque de personnel infirmier disponible sur le marché ?

3. Zal ook rekening worden gehouden met het specifieke takenpakket van verpleegkundigen in rusthuizen ?

3. Sera-t-il tenu compte des taˆches spécifiques des infirmières en maisons de repos ?

4. Zal de financieringswijze van de rusthuizen worden gewijzigd ?

4. Y aura-t-il une modification dans le mode de financement des maisons de repos ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juli 1999 betreffende de erkenningsnormen voor rusten verzorgingstehuizen momenteel voor advies aan de Raad van State wordt voorgelegd.

Réponse : En réponse aux questions de l’honorable membre, j’ai l’honneur de pouvoir lui communiquer qu’un projet d’arrêté royal du 24 juillet 1999 relatif aux normes des maisons de repos et de soins est actuellement soumis pour avis au Conseil d’E´tat.

Dit wijzigend besluit voert namelijk een overgangsperiode van 4 jaar in om aan de normen inzake het verpleegkundig personeel tegemoet te komen, ten einde rekening te houden met de problemen die bepaalde regio’s van het land treffen in termen van tekort aan personeel. Om aan de architectonische normen tegemoet te komen, wordt er ook in voorzien de termijn vanaf 2005 tot 2010 te verlengen.

Cet arrêté modificatif introduit notamment une période transitoire de 4 ans pour répondre aux normes en matière de personnel praticien de l’art infirmier, afin de tenir compte des problèmes rencontrés dans certaines régions du pays en terme de pénurie de personnel. De même pour répondre aux normes architecturales, il est prévu de prolonger le délai de 2005 à 2010.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5816

Tenslotte houd ik eraan het geachte lid gerust te stellen door hem te bevestigen dat de financiering rekening zal houden met deze wijzigingen : ik zal de diensten van het RIZIV opdragen mij voorstellen ter zake te doen om deze voor advies aan de bevoegde organen voor te leggen, zodra de Hoge Raad zich heeft uitgesproken over het hem voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit.

Enfin, je tiens à rassurer l’honorable membre en lui confirmant que le financement tiendra compte de ces modifications : je chargerai les services de l’INAMI de me faire des propositions en la matière, en vue de les soumettre pour avis aux organes compétents, dès que le Haut Conseil se sera prononcé sur le projet d’arrêté royal qui lui est soumis.

DO 1999200011695

DO 1999200011695

Vraag nr. 184 van de heer Jo Vandeurzen van 17 augustus 2000 (N.) :

Question no 184 de M. Jo Vandeurzen du 17 août 2000 (N.) :

Maaltijdvergoedingen aan reizend personeel.

Indemnités de repas octroyées au personnel itinérant.

Het antwoord op mijn vraag nr. 102 van 17 maart 2000 doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 30, blz. 3528). Ik heb toen gevraagd tot welk bedrag vergoedingen voor maaltijdkosten voor reizend personeel aanvaard worden als onkostenvergoeding en niet als loon.

Votre réponse à ma question no 102 du 17 mars 2000 (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 30, p. 3528) soulève de nouvelles questions. Je vous interrogeais à propos du montant à concurrence duquel les indemnités allouées au personnel itinérant pour les repas pris à l’extérieur sont considérées comme frais généraux et non comme salaire.

U heeft toen geantwoord dat voor een werknemer die buiten het bedrijf werkt een forfaitaire vergoeding tot een bedrag van 391 frank per dag aanvaard wordt als een realistische raming van de baankosten en de meerkosten ingevolge een buitenshuis genuttigde maaltijd.

Dans votre réponse, vous précisez que, lorsque l’employé travaille à l’extérieur de l’entreprise, des indemnités forfaitaires sont acceptées à concurrence d’un montant de 391 francs par jour, ce montant étant considéré comme une évaluation réaliste des frais de déplacement et du surplus de dépenses occasionnées pour un repas pris à l’extérieur.

1. Moet hun werkgever, die voor dit forfaitair systeem opteert, alle mogelijke bewijsstukken bewaren en kunnen voorleggen ?

1. L’employeur de ces membres du personnel itinérants, qui opte pour le système forfaitaire, est-il tenu de conserver et de produire toutes les preuves possibles ?

2. Of anders gesteld, wordt aanvaard dat er per werkdag een forfaitaire vergoeding aanvaard wordt voor baankosten en meerkosten ingevolge een buitenshuis genuttigde maaltijd, eens vaststaat dat het een reizend personeelslid betreft ?

2. En d’autres termes, l’administration accepte-telle le principe d’une indemnité forfaitaire par jour de travail pour les frais de déplacement et le surplus de dépenses occasionnées pour un repas pris à l’extérieur, une fois qu’il est établi qu’il s’agit d’un membre du personnel itinérant ?

Antwoord : Als antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende te laten weten.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.

Bij een forfaitaire vergoeding tot een bedrag van 391 frank, als baankosten en de meerkosten ingevolge een buitenshuis genuttigde maaltijd voor een werknemer die buiten bedrijf werkt, moet niet telkens de hoegrootheid van deze kosten kunnen bewezen worden vermits het hier een forfaitair systeem betreft.

En cas d’attribution d’indemnités forfaitaires jusqu’à concurrence d’un montant de 391 francs par jour accordé en remboursement des frais de déplacement et du surplus de dépenses occasionnés par un repas pris à l’extérieur, on ne doit pas chaque fois pouvoir prouver le montant réel de ces frais, puisqu’il s’agit d’un système forfaitaire.

Om het forfait te kunnen aanvaarden moet wel kunnen bewezen worden dat werknemer die dag buitenshuis heeft gewerkt.

Pour que le forfait soit accepté, il faut pouvoir prouver que l’employé a travaillé ledit jour à l’extérieur de l’usine.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5817

DO 1999200011727

DO 1999200011727

Vraag nr. 188 van de heer Jean-Jacques Viseur van 31 augustus 2000 (Fr.) :

Question no 188 de M. Jean-Jacques Viseur du 31 août 2000 (Fr.) :

Kinderbijslag. — Wees.

Allocations familiales. — Orphelin.

Men vestigde mijn aandacht op de situatie waarin de weduwe verkeert van een professor die voor het ABOS in Afrika en ook als universiteitsprofessor in Belgie¨ had gewerkt.

Mon attention est attirée sur la situation de la veuve d’un professeur qui a effectué une partie de sa carrière en Afrique dans le cadre de l’AGCD et une autre partie en Belgique ou` il a été professeur d’université.

De dame ontvangt van het ministerie van Financie¨n — dienst Pensioenen — een dubbel overlevingspensioen. Ze heeft voor haar zoon van 22 jaar die aan de universiteit studeert een kinderbijslag voor wezen aangevraagd. Zowel het ministerie van Financie¨n als de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) weigeren echter de kinderbijslag uit te betalen en wentelen de verantwoordelijkheid hiervoor op elkaar af.

Cette dame perçoit une double pension de survie versée par le ministère des Finances — service des Pensions. Elle a un fils aˆgé de 22 ans qui poursuit des études universitaires. Elle a introduit une demande d’allocations familiales d’orphelin pour cet enfant. Or, tant le ministère des Finances que l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés (ONAFTS) refusent de payer cette allocation familiale tout en se rejetant la balle.

Gelet op het Belgische socialezekerheidssysteem lijkt dit blijkbaar niet alleenstaande geval mij geheel abnormaal.

Cette situation qui ne serait pas unique, paraıˆt-il, me semble tout à fait anormale dans le contexte du régime de sécurité sociale que nous connaissons en Belgique.

Moet de RKW niet voor de uitbetaling van die kinderbijslag instaan ?

N’estimez-vous pas qu’il appartient à l’ONAFTS de prendre en charge le paiement de cette allocation familiale ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op de gestelde vraag.

Réponse : Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à la question posée.

Aan de weduwe van een ex-koloniaal worden de wezenuitkeringen, zoals bedoeld in hoofdstuk II van het decreet van 28 juni 1957 houdende statuut van de Koloniale Verzekeringskas, toegekend door de administratie der Pensioenen van het ministerie van Financie¨n samen met de weduwenrenten bedoeld in hoofdstuk I van voornoemd decreet.

Les allocations d’orphelin, comme prévues au chapitre II du décret du 28 juin 1957 portant statut de la Caisse coloniale d’assurance sont accordées à la veuve d’un ex-colonial par l’administration des Pensions du ministère des Finances en même temps que les rentes de survie visées au chapitre Ier du décret prérappelé.

Deze door het ministerie van Financie¨n toegekende wezenuitkeringen worden niet aanzien als uitkeringen van dezelfde aard als de gezinsbijslag (omzendbrief van de minister van Sociale Zaken nr. 417 van 17 juni 1983). De wezenuitkeringen kunnen derhalve met toepassing van artikel 60, § 2, eerste lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders gebeurlijk gecumuleerd worden met de gezinsbijslag uit de werknemersregeling — in casu mogelijkerwijze met de verhoogde kinderbijslag voor de wees, welke met toepassing van artikel 56bis van voornoemde samengeordende wetten toegekend wordt onder meer indien op het ogenblik van het overlijden van de vader (of de moeder) de vader of de moeder in de loop van de twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan het overlijden de voorwaarden heeft vervuld om aanspraak te maken op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen, bijvoorbeeld uit hoofde van een beroepsactiviteit van de vader in het Belgisch onderwijs.

Les allocations d’orphelin accordées par le ministère des Finances ne sont pas assimilées à des prestations de même nature que les allocations familiales (circulaire ministérielle du ministre des Affaires sociales no 417 du 17 juin 1983). Les allocations d’orphelin peuvent, par conséquent, en application de l’article 60, § 2, alinéa 1er, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés être éventuellement cumulées avec des allocations familiales du régime des travailleurs salariés — en cas de possibilité d’allocation majorée pour orphelin, laquelle est accordée en application de l’article 56bis des lois coordonnées prérappelées si, entre autres, au moment du décès du père (ou de la mère) le père ou la mère au cours des douze mois précédant immédiatement le décès a satisfait aux conditions pour prétendre à au moins six allocations forfaitaires mensuelles, par exemple, en raison d’une activité professionnelle du père dans l’enseignement belge.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5818

De hogervermelde wezenuitkeringen toegekend aan de kinderen van een overleden ex-koloniaal staan dus volledig los van de kinderbijslag voor werknemers, welke naast deze wezenuitkeringen kan verschuldigd zijn bijvoorbeeld op grond van de (voormalige) beroepsactiviteit van de weduwe of op grond van de voormalige beroepsactiviteit van de overleden exkoloniaal zelf, indien deze een gemengde beroepsloopbaan had.

Les allocations d’orphelin citées ci-avant octroyées aux enfants d’un ex-colonial décédé sont donc entièrement indépendantes des allocations familiales pour travailleurs salariés, lesquelles peuvent, à coˆté de ces allocations d’orphelin, être dues par exemple sur base d’une (précédente) activité professionnelle de la veuve ou sur base d’une précédente activité professionnelle de l’ex-colonial décédé, si ce dernier avait une carrière professionnelle mixte.

Zoals reeds gesteld werd in antwoord op de parlementaire vraag nr. 168 van 11 juli 2000 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 45, blz. 5204) van het geachte lid, kan indien een concreet geval aan de basis ligt van de gestelde vraag hier nader op ingegaan worden wanneer bijkomende preciseringen zouden verstrekt worden door het geachte lid omtrent de loopbaan van de betrokken ex-koloniaal en zijn weduwe en de administratieve beslissingen die terzake zouden genomen zijn.

Comme il a déjà été exposé lors de la réponse à la question parlementaire no 168 du 11 juillet 2000 (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 45, p. 5204) de l’honorable membre, si un cas concret est à la base de la question posée, un examen plus approfondi pourrait être envisagé sur présentation par l’honorable membre de précisions complémentaires à propos de la carrière professionnelle de l’ex-colonial intéressé et de sa veuve et des décisions administratives les concernant qui seraient prises.

DO 1999200011730

DO 1999200011730

Vraag nr. 189 van de heer Servais Verherstraeten van 4 september 2000 (N.) :

Question no 189 de M. Servais Verherstraeten du 4 septembre 2000 (N.) :

Achterstal sociale bijdragen bij de RSZ. — Werkgevers en zelfstandigen.

Arriérés en matière de cotisations à l’ONSS. — Employeurs et indépendants.

Tal van werkgevers en zelfstandigen hebben achterstal van sociale bijdragen bij de RSZ.

De nombreux employeurs et indépendants accusent un arriéré en matière de paiement des cotisations à l’ONSS.

1. Wat is de politiek die gevoerd wordt bij invordering ?

1. Quelle est la politique en matière de perception ?

2. Vanaf wanneer vindt de eerste ingebrekestelling plaats ?

2. Quand a lieu la première mise en demeure ?

3. Vanaf wanneer wordt het dossier overgemaakt aan de raadsman ?

` partir de quand le dossier est-il transmis à 3. A l’avocat ?

4. Wat is de gemiddelde duurtijd van achterstal wanneer men overgaat tot dagvaarding ?

4. Quelle est la durée moyenne du retard lorsqu’il est procédé à la citation ?

5. In welke gevallen worden betalingsfaciliteiten toegestaan en wat zijn de objectieve criteria die hierbij worden toegepast ?

5. Dans quels cas accorde-t-on des facilités de paiement et sur quels critères objectifs se fonde-t-on à cet effet ?

6. Worden vonnissen en arresten onmiddellijk uitgevoerd of krijgt de schuldenaar nog respijttermijnen na vonnis ? 7. Vanaf wanneer wordt opdracht gegeven om over te gaan tot dagvaarding in faillissement ?

6. Les jugements ou arrêts sont-ils immédiatement exécutés ou le débiteur a-t-il encore droit à un sursis après le prononcé du jugement ? ` partir de quand est donné l’ordre de procéder à 7. A la citation en cas de faillite ?

8. Welke andere maatregelen worden nog getroffen ten opzichte van schuldenaars van RSZ ?

8. Quelles autres mesures sont prises à l’égard des débiteurs de l’ONSS ?

Antwoord : Als antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende te laten weten.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5819

1. De Rijksdienst voor sociale zekerheid gaat ervan uit dat, vooraleer rechtsvervolgingen worden aangevat, in eerste instantie getracht moet worden om van de in gebreke blijvende werkgevers de betaling in der minne te bekomen.

1. L’Office national de sécurité sociale part du principe que, avant d’entamer des actions judiciaires, il faut dans un premier temps essayer d’obtenir le paiement à l’amiable des employeurs qui restent en défaut.

De invordering omvat aldus een bestuurlijke fase waarin aan de werkgevers aanmaningen worden verzonden waarbij ze attent worden gemaakt op het bestaan van een bijdragenschuld die bij gebreke van betaling zal ingevorderd worden door het instellen van een rechtsvordering voor de arbeidsrechtbank.

Le recouvrement comporte dès lors une phase administrative au cours de laquelle des mises en demeure sont envoyées aux employeurs par lesquelles on attire leur attention sur l’existence d’une dette de cotisations qui, en cas de non-paiement, sera recouverte par l’introduction d’une demande en justice devant le tribunal du travail.

In zeer specifieke gevallen wordt de gerechtelijke fase onmiddellijk aangevat, dit is met name het geval wanneer de rechten van de Rijksdienst voor sociale zekerheid slechts door een gerechtelijke procedure kunnen worden behouden of indien het gaat om schuldvorderingen die dreigen te verjaren.

Dans des cas très spécifiques, la procédure judiciaire est entamée immédiatement, notamment si les droits de l’Office national de sécurité sociale peuvent seulement être préservés par une procédure judiciaire ou s’il s’agit de créances qui risquent d’être prescrites.

2. De eerste herinneringsbrieven worden aan de werkgevers als volgt verzonden (binnen de tien werkdagen die volgen op de vervaldag van een betrokken kwartaal en rekening houdend met de termijnen die aan de sociale secretariaten worden toegekend) :

2. Les premières mises en demeure sont envoyées comme suit aux employeurs (endéans les dix jours ouvrables, suivant l’échéance du trimestre concerné et tiennent compte des délais qui sont attribués aux secrétariats sociaux) :

a) verzending van een waarschuwing zonder toepassing van burgerlijke sancties aan de werkgevers die hun bijdragen niet of onvolledig hebben betaald voor het betrokken kwartaal en die van de bepalingen van het reglement van het beheerscomité voor dat kwartaal kunnen genieten;

a) envoi d’un avertissement sans application des sanctions civiles aux employeurs qui n’ont pas payé ou qui ont payé insuffisamment les cotisations qui sont dues à l’échéance pour le trimestre concerné et qui peuvent bénéficier pour ce trimestre des dispositions du règlement du comité de gestion;

b) verzending van een waarschuwing met toepassing van burgerlijke sancties aan werkgevers die de verschuldigde bijdragen niet of onvolledig betaald hebben die verschuldigd zijn op de vervaldag;

b) envoi d’un avertissement avec application des sanctions civiles aux employeurs qui n’ont pas payé ou qui ont payé insuffisamment les cotisations qui sont dues à l’échéance pour le trimestre concerné;

c) verzending van een rekeninguittreksel met het oog op het instellen van gerechtelijke vervolgingen minimum 45 dagen na de verzending van een waarschuwing met bijdrageopslagen in interesten.

c) au moins 45 jours après l’envoi d’un avertissement portant des majorations de cotisations et des intérêts, envoi d’un extrait de compte en vue de l’introduction des poursuites judiciaires.

Het principe om rechtsvervolgingen in te stellen zonder voorafgaande verwittiging wordt evenwel toegepast voor werkgevers waartegen reeds rechtsvervolgingen zijn ingesteld en

Le principe selon lequel des poursuites judiciaires sont entamées sans information préalable est toutefois appliqué aux employeurs contre qui des poursuites judiciaires ont été introduites et

— wiens inschrijvingsnummer geschrapt werd;

— dont le numéro d’inscription a été radié;

— die debiteur zijn met een debetsaldo van meer dan 500 000 frank.

— qui sont débiteurs d’un solde négatif de plus de 500 000 francs.

Met betrekking tot werkgevers met meer dan 10 miljoen frank aan bijdragen wordt de invoering nog meer versneld. Deze categorie van werkgevers kan niet genieten van het reglement van het beheerscomité en wanneer er voor deze categorie van werkgevers sprake is van een debetsaldo op de wettelijke verval-

Le recouvrement est encore plus accéléré en ce qui concerne les employeurs avec une dette de plus de 10 millions de francs de cotisations. Cette catégorie d’employeurs ne peut pas bénéficier du règlement du comité de gestion et si pour cette catégorie d’employeurs il y a un solde négatif à l’échéance légale


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5820

dag van een kwartaal, wordt er onmiddellijk een rekeninguittreksel opgemaakt met het oog op het instellen van gerechtelijke vervolgingen.

du trimestre, un extrait de compte est immédiatement rédigé en vue de l’introduction des poursuites judiciaires.

3. Van zodra de administratieve invorderingsfase beeïndigd is en zonder resultaat bleef, gaat de Rijksdienst voor sociale zekerheid over tot dagvaarding van de in gebreke blijvende werkgever. De dagvaarding gebeurt doorgaans binnen 20 werkdagen na de verzending van de laatste herinneringsbrief aan de werkgever.

3. Dès que la procédure de recouvrement administrative est terminée et est restée vaine, l’Office national de sécurité sociale procède à la citation de l’employeur qui est resté en défaut devant le tribunal du travail. Cette citation se fait généralement endéans les 20 jours ouvrables suivant l’envoi d’une dernière lettre de rappel à l’employeur.

4. De meeste rekeninguittreksels hebben slechts betrekking op één kwartaal, vermits het toezicht op de werkgeversrekeningen dag op dag gebeurt. De achterstal zal dus in de meeste gevallen slechts één kwartaal bedragen. Indien daarentegen de rijksdienst overgaat tot de ambtshalve aangifte (in geval van afwezigheid van aangifte vanwege de werkgever), zal het rekeninguittreksel in de meeste gevallen verschillende kwartalen omvatten.

4. Puisque le controˆle des comptes employeurs se fait au jour le jour, la plupart des extraits de compte ne concernent qu’un trimestre. La dette ne concernera généralement qu’un seul trimstre. Or, si l’office procède à la déclaration d’office (en cas de défaut de déclaration de la part de l’employeur), l’extrait de compte concerne dans la plupart des cas plusieurs trimestres.

5. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de betalingsfaciliteiten die worden toegestaan door de rechtbanken en deze die door de rijksdienst zelf worden toegestaan.

5. Il convient de faire une distinction entre les facilités de paiement qui sont accordées par les tribunaux et celles accordées par l’office même.

De rechter kan met toepassing van artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek een gematigd uitstel van betaling toestaan met inachtneming van de toestand der partijen en mits rekening te houden met de termijnen die de schuldenaar reeds heeft genoten.

En application de l’article 1244 du Code civil, le juge peut accorder un délai de paiement modéré en tenant compte de la situation des parties et des délais dont le débiteur a déjà bénéficié.

De Rijkdsdienst voor sociale zekerheid verzet zich niet tegen dergelijk uitstel op voorwaarde dat het gegeven uitstel de 12 maanden niet overschrijdt.

L’Office national de sécurité sociale ne s’oppose pas à un pareil délai, à condition qu’il ne dépasse pas 12 mois.

Indien er een globale afbetalingsregeling tot stand komt, kan de administratie, in het kader van een globaal administratief akkoord, ook de gerechtelijke uitvoering van de vonnissen en arresten opschorten.

L’administration peut également, dans le cadre d’un accord administratif global, suspendre l’exécution judiciaire des jugements, si un règlement complet de paiement est conclu.

De voornaamste voorwaarde voor het verlenen van dergelijk uitstel is dat de debiteur de verbintenis aangaat om de nieuw te vervallen kwartalen tijdig te betalen. Met uitzondering van de werkgevers in de bouwsector en de belangrijke debiteuren waarvoor specifieke regelingen gelden, wordt een afbetalingsvoorstel aanvaard op voorwaarde dat dit de aanzuivering van de achterstallen binnen een termijn van 12 maanden beoogt. Er wordt bij deze afbetalingsakkoorden rekening gehouden met het bedrag van de schuld, evenals met de betalingsmodaliteiten die reeds in het verleden werden toegestaan.

La condition la plus importante pour l’octroi d’un pareil délai est que le débiteur s’engage à payer à temps les nouveaux trimestres qui viendront à échéance. ` l’exception des employeurs du secteur de la consA truction et des débiteurs importants, pour lesquels il existe des règles spécifiques, une proposition de remboursement est acceptée, si elle tend à l’acquittement des arriérés endéans un délai de 12 mois. Lors de ces accords de remboursement on tient compte tant du montant de la dette, que des modalités de paiement qui ont déjà été accordées pour le passé.

Verschillende opeenvolgende afbetalingsakkoorden kunnen tot stand komen, waarbij er steeds wordt van uitgegaan dat in principe geen nieuw afbetalingsakkoord wordt gesloten tenzij de schuld ten opzichte van een eerder afbetalingsakkoord is gedaald.

Plusieurs accords de facilités de paiements successifs peuvent être conclus. Le principe de base est qu’aucun nouvel accord de facilités de paiements ne sera conclu, si la dette reprise dans un plan d’apurement antérieur n’a pas diminué.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5821

6. Principieel worden vonnissen en arresten uitgevoerd vanaf het ogenblik dat deze niet meer nageleefd worden. De schuldenaar kan nog respijttermijnen bekomen in het kader van een afbetalingsakkoord onder de voorwaarden hierboven vermeld.

6. En principe, les jugements et arrêts sont exécutés à partir du moment où ils ne sont plus respectés. Le débiteur peut alors obtenir des délais de répit dans le cadre d’un accord de facilités de paiement aux conditions mentionnées ci-dessus.

7. De rijksdienst gaat enkel over tot dagvaarding in faillissement vanaf het ogenblik dat de gebruikelijke procedure op gebied van tenuitvoerlegging van het vonnis of arrest vruchteloos is gebleken. Dit zal zeker het geval zijn wanneer er geruime tijd geen betalingen worden verricht evenals indien de werkgever proceduremiddelen aanwendt waardoor een normale invordering belemmerd wordt.

7. L’office procède seulement à la citation en vue d’entendre prononcer la faillite lorsque la procédure habituelle d’exécution du jugement ou de l’arrêt est demeurée vaine. Ceci sera certainement le cas si on n’a pas effectué de paiements pendant une longue période et également si l’employeur utilise des moyens de procédure empêchant un recouvrement normal.

Vanzelfsprekend wordt deze procedure gevoerd wanneer er vastgesteld wordt dat de werkgever reeds voorheen betrokken was in faillissementen en als recidivist gekend is.

E´videmment, cette procédure est suivie s’il est constaté que l’employeur concerné a auparavant été impliqué dans des faillites et est connu comme un récidiviste.

8. Alle andere maatregelen die mogelijk zijn volgens de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, zoals beslag op roerende en/of onroerende goederen, beslag onder derden, enz., worden getroffen.

8. Toutes les autres mesures possibles conformément aux dispositions du Code judiciaire sont prises, comme la saisie sur les bien meubles et/ou immeubles, saisie-arrêt, etc.

Uitzonderlijk, wanneer misdrijven vastgesteld worden ten laste van een debiteur, wordt klacht neergelegd in het kader van een eventuele strafrechtelijke vervolging.

Exceptionnellement, une plainte est déposée dans le cadre d’une poursuite pénale éventuelle, si des infractions sont constatées dans le chef d’un débiteur.

DO 1999200011756

DO 1999200011756

Vraag nr. 190 van mevrouw Yolande Avontroodt van 8 september 2000 (N.) :

Question no 190 de Mme Yolande Avontroodt du 8 septembre 2000 (N.) :

Maatregelen ten voordele van chronisch zieken. — Astmatische en allergische personen.

Mesures en faveur des malades chroniques. — Personnes souffrant d’asthme ou d’allergies.

De minister kondigde nieuwe maatregelen aan ten voordele van chronisch zieken die moeten toelaten dat de gezondheidszorgen voor deze groep opnieuw betaalbaar worden.

Le ministre a annoncé des nouvelles mesures devant permettre aux malades chroniques de se faire soigner à un prix abordable.

Welke maatregelen ten voordele van astmatische en allergische personen nam u of zullen worden genomen ?

Quelles mesures avez-vous déjà prises ou comptezvous prendre en faveur des personnes souffrant d’asthme ou d’allergies ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid vestig ik in de eerste plaats haar aandacht erop dat de maatregelen die tot nog toe zijn genomen om de toestand van de chronisch zieken te verbeteren, in het algemeen geen betrekking hebben op specifieke aandoeningen.

Réponse : En réponse à la question posée par l’honorable membre, j’attire tout d’abord son attention sur le fait que les mesures prises jusqu’à présent en vue d’améliorer la situation des malades chroniques ne concernent généralement pas des pathologies spécifiques.

Zo staat in de bepalingen waarbij sinds 1998 een jaarlijkse forfaitaire toelage is ingevoerd voor de chronisch zieken, dat voor die tegemoetkoming de verzekerden in aanmerking komen die voldoen aan een aantal voorwaarden betreffende eensdeels het bedrag van hun uitgaven voor geneeskundige verzorging en ander-

Ainsi, les dispositions instaurant depuis 1998 une allocation annuelle forfaitaire en faveur des malades chroniques, prévoient que peuvent bénéficier de cette intervention les assurés réunissant un certain nombre de conditions concernant, d’une part, le montant de leurs dépenses en soins de santé, d’autre part, le degré


2000

2001


748

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5822

deels de graad van hun afhankelijkheid van andermans hulp. Na een eerste evaluatie van die bepalingen ben ik van plan eerlang de toekenningsvoorwaarden voor die toelage ietwat te verruimen zodat in de toekomst ook rekening wordt gehouden met bepaalde criteria met betrekking tot herhaalde of langdurige opnemingen in een ziekenhuis tijdens een referentieperiode.

de dépendance quant à l’aide de tiers dans laquelle ils se trouvent. Après une première évaluation de ce dispositif, je compte prochainement quelque peu élargir les conditions d’octroi de cette allocation en prenant en considération à l’avenir également certains critères relatifs à des hospitalisations répétées ou de longue durée pendant une période de référence.

Ik ben er evenwel van overtuigd dat naast dat soort algemene maatregelen, in het verlengde van de bijzondere initiatieven die onlangs « op maat » zijn uitgewerkt voor sommige pathologiee¨n (mucoviscidose, zeldzame metabole ziekten, neuromusculaire ziekten) beter moet worden ingespeeld op de specifieke problemen waarmee bepaalde groepen van chronisch patie¨nten te kampen hebben.

Toutefois, je suis persuadé qu’à coˆté de ce type de mesure de portée générale, dans le prolongement des initiatives particulières taillées dernièrement « sur mesure » pour certaines pathologies (mucoviscidose, maladies métaboliques rares, maladies neuromusculaires), il s’impose de rencontrer mieux les problèmes spécifiques auxquels sont confrontés certains groupes de patients chroniques.

Met name om die problematiek te bestuderen en op dat stuk gerichte voorstellen te formuleren, heb ik eind 1999 bij de wetenschappelijke raad van de dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV een « comité voor advies inzake de zorgverlening ten aanzien van de chronische ziekten en specifieke aandoeningen » geı¨nstalleerd.

C’est notamment dans l’optique d’étudier cette problématique et de formuler à ce sujet des propositions ciblées, que j’ai installé fin 1999 au sein du Conseil scientifique du service des Soins de santé de l’INAMI, un « comité consultatif en matière de dispensation de soins pour des maladies chroniques et pour des pathologies spécifiques ».

Uit de informatie die mij is meegedeeld in een verslag over het eerste activiteitssemester van dat comité blijkt dat daar binnenkort een werkgroep zal worden opgericht aangaande de chronische obstructieve aandoeningen van de luchtwegen (chronische obstructieve bronchopneumopathie en bronchiaal astma).

Des informations qui m’ont été communiquées via un rapport concernant le premier semestre d’activités de ce comité, il apparaıˆt qu’un groupe de travail y sera incessamment créé concernant les maladies chroniques obstructives des voies aériennes (bronchopneumopathie chronique obstructive et asthme bronchique).

Ik zal te gelegener tijd met belangstelling het verslag bestuderen dat het comité voor advies mij in verband met die ziekten zal bezorgen.

J’examinerai, le moment venu, avec intérêt le rapport que m’adressera le comité consultatif au sujet de ces pathologies.

Ik kan vandaag uiteraard niet vooruitlopen op de resultaten van het onderzoek dat op dat niveau zal worden uitgevoerd, en a fortiori evenmin op de concrete maatregelen die in overweging zullen kunnen worden genomen op grond van de voorstellen die zullen worden geformuleerd.

Je ne puis bien entendu aujourd’hui préjuger des résultats des réflexions qui seront menées à ce niveau, ni a fortiori des mesures concrètes qui pourront être envisagées sur base des propositions qui seront formulées.

DO 1999200011763

DO 1999200011763

Vraag nr. 191 van de heer Filip Anthuenis van 13 september 2000 (N.) :

Question no 191 de M. Filip Anthuenis du 13 septembre 2000 (N.) :

Ziekenhuizen. — Bijhouden van medische gegevens. — Beheer van grootschalige archieven door firma’s.

Hoˆpitaux. — Conservation des données médicales. — Gestion d’archives de grande taille par les firmes.

Volgens het koninklijk besluit van 3 mei 1999, houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het medisch dossier bedoeld in artikel 15 van de wet op de ziekenhuizen, gecoo¨rdineerd op 7 augustus 1987, moet voldoen, dienen de medische gegevens 30 jaar te worden bijgehouden. Voor

Conformément à l’arrêté royal du 3 mai 1999 déterminant les conditions générales minimales auxquelles le dossier médical, visé à l’article 15 de la loi sur les hoˆpitaux, coordonnée le 7 aouˆt 1987, doit répondre, les données médicales doivent être conservées pendant 30 ans. L’application de cet arrêté royal pose un


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5823

firma’s die gespecialiseerd zijn in het beheer van grootschalige archieven rijzen een aantal vragen met betrekking tot de toepassing van dit koninklijk besluit.

certain nombre de problèmes pour les firmes spécialisées dans la gestion des archives de grande taille.

1. Mogen in het kader van het bovengenoemde koninklijk besluit van 3 mei 1999 de medische dossiers van een ziekenhuis door een firma worden gestockeerd op cd die wordt overhandigd aan het ziekenhuis ?

1. Dans le cadre des dispositions de l’arrêté royal du 3 mai 1999, une firme peut-elle stocker les dossiers médicaux d’un hoˆpital sur un cd qui est ensuite remis à l’hoˆpital ?

2. Mogen de desbetreffende dossiers eenmaal ingescand buiten het ziekenhuis worden gestockeerd ?

2. Lorsqu’ils ont été scannés, les dossiers médicaux peuvent-ils être conservés à l’extérieur de l’enceinte de l’hoˆpital ?

3. a) Mogen de medische dossiers van overleden patie¨nten extern worden gestockeerd ?

3. a) Les dossiers médicaux des patients décédés peuvent-ils être conservés à l’extérieur de l’enceinte de l’hoˆpital ?

b) Hoelang moeten die gegevens worden bijgehouden ?

b) Combien de temps ces données doivent-elles être conservées ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.

1. Geen enkele bepaling van het koninklijk besluit van 3 mei 1999, houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het medisch dossier bedoeld in artikel 15 van de wet op de ziekenhuizen, gecoo¨rdineerd op 7 augustus 1987, moet voldoen verzet zich tegen het stockeren van medische dossiers van het ziekenhuis op cd door een gespecialiseerde firma die dan naderhand worden overhandigd aan het ziekenhuis. Het ziekenhuis blijft evenwel steeds verantwoordelijk voor het naleven van de bepalingen van hogergenoemd koninklijk besluit en voor het respecteren van de privacyreglementering. Zo bepaalt de privacywet (wet van 8 december 1992) bijvoorbeeld in artikel 7, § 2, j), dat de verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, verboden is behoudens wanneer de verwerking noodzakelijk is voor doeleinden van preventieve geneeskunde of medische diagnose, het verstrekken van zorg of behandelingen aan de betrokkene of een verwant, of het beheer van de gezondheidsdiensten handelend in het belang van de betrokkene en de gegevens worden verwerkt onder het toezicht van de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.

1. Aucune disposition de l’arrêté royal du 3 mai 1999 déterminant les conditions générales minimales auxquelles le dossier médical, visé à l’article 15 de la loi sur les hoˆpitaux, coordonnée le 7 aouˆt 1987, doit répondre, ne s’oppose à ce que les dossiers médicaux d’un hoˆpital soient stockés sur cd par une firme spécialisée, lesquels cd sont ensuite remis à l’hoˆpital en question. Toutefois, ce dernier reste dans tous les cas responsable du respect des dispositions de l’arrêté royal précité, d’une part, et de la réglementation en matière de protection de la vie privée, d’autre part. Ainsi, la loi relative à la protection de la vie privée (la loi du 8 décembre 1992) dispose en son article 7, § 2, j), que le traitement de données à caractère personnel relatives à la santé est interdit sauf « lorsque le traitement est nécessaire aux fins de médecine préventive, des diagnostics médicaux, de l’administration de soins ou de traitements soit à la personne concernée, soit à un parent, ou de la gestion de services de santé agissant dans l’intérêt de la personne concernée et les données sont traitées sous la surveillance d’un professionnel des soins de santé ».

2. Artikel 1, § 3, van hogergenoemd koninklijk besuit bepaalt dat het medisch dossier gedurende minstens 30 jaar in het ziekenhuis dient te worden bewaard. Het stockeren van medische dossiers buiten het ziekenhuis is dus niet toegelaten.

2. L’article 1er, § 3, de l’arrêté royal susmentionné dispose que le dossier médical doit êtreconservé à l’hoˆpital pendant au moins 30 ans. Le stockage de dossiers médicaux en dehors de l’hoˆpital n’est dès lors pas autorisé.

3. a) Het medische dossier dient overeenkomstig artikel 1, § 3, van hogergenoemd koninklijk besluit in het ziekenhuis te worden bewaard zonder dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen dossiers van levende en overleden patie¨nten. Het stockeren

3. a) Conformément à l’article 1er, § 3, de l’arrêté royal susmentionné, le dossier médical doit être conservé à l’hoˆpital, indépendamment du fait que le dossier concerne un patient en vie ou un patient décédé. Le stockage, en dehors de l’hoˆpital, de dossiers médi-


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5824

van medische dossiers van overleden patie¨nten buiten het ziekenhuis wordt dus niet voorzien zodat men ook moet aannemen dat deze in het ziekenhuis moeten worden bewaard.

caux concernant des patients décédés n’étant donc pas prévu, force est de conclure que ces dossiers doivent être conservés au sein de l’hoˆpital.

b) Deze gegevens dienen overeenkomstig artikel 1, § 3, van hogergenoemd koninklijk besluit gedurende 30 jaar in het ziekenhuis te worden bewaard.

b) Conformément à l’article 1er, § 3, de l’arrêté royal susmentionné, les données en question doivent être conservées à l’hoˆpital pendant 30 ans.

DO 1999200011783

DO 1999200011783

Vraag nr. 193 van de heer Aimé Desimpel van 18 september 2000 (N.) :

Question no 193 de M. Aimé Desimpel du 18 septembre 2000 (N.) :

Werken in onroerende staat. — Uitbesteding door een aannemer aan een onderaannemer.

Travaux immobiliers. — Mise en sous-traitance par un entrepreneur.

Een werk in onroerende staat kan verricht worden door een geregistreerde of een niet-geregistreerde (onder)aannemer.

Un entrepreneur enregistré ou non enregistré peut effectuer (en sous-traitance) des travaux immobiliers .

Indien een werk in onroerende staat dat onder het paritair comité voor het bouwbedrijf ressorteert, wordt uitbesteed door een aannemer aan een onderaannemer die op het moment van het sluiten van de overeenkomst niet geregistreerd is als aannemer, maar op het moment van de betaling wel geregistreerd is als aannemer voor de diensten die hij verricht, is er dan in hoofde van de aannemer hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht ?

Lorsque des travaux immobiliers relevant du comité paritaire pour le baˆtiment sont confiés en soustraitance par un premier entrepreneur à un entrepreneur non enregistré comme tel au moment de la conclusion de la convention mais qui, au moment du paiement, s’est fait enregistrer comme entrepreneur pour les prestations qu’il fournit, le premier entrepreneur est-il solidairement responsable et chargé de procéder à des retenues ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat krachtens artikel 30bis, § 3, tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de aannemer die voor de in § 1 vermelde werken (activiteiten die behoren tot de bevoegdheid van het paritair comité voor het bouwbedrijf) een beroep doet op een onderaannemer die niet is geregistreerd op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst, hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van de sociale schulden van zijn medecontractant.

Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre qu’en vertu de l’article 30bis, § 3, alinéa 2, de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, l’entrepreneur qui, pour les travaux visés au § 1er (activités relevant de la compétence de la commission paritaire de la construction), fait appel à un sous-traitant qui n’est pas enregistré au moment de la conclusion de la convention, est solidairement responsable du paiement des dettes sociales de son cocontractant.

De aannemer die een factuur betaalt aan een onderaannemer in verband met activiteiten die behoren tot de bevoegdheid van het paritair comité voor het bouwbedrijf en wiens onderaannemer, op het tijdstip van de betaling, niet geregistreerd is en/of schulden heeft bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid of bij een fonds voor bestaanszekerheid, behalve indien hij uitstel van betaling heeft gekregen zonder gerechtelijke procedure of bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing en hij de opgelegde termijnen strikt heeft nageleefd, moet bij de betaling 35 % van het door hem verschuldigd bedrag, exclusief de belasting op de toegevoegde waarde, inhouden en storten aan voormelde rijksdienst, volgens de nadere regels bepaald door de Koning.

L’entrepreneur qui effectue le paiement d’une facture à un sous-traitant concernant les activités relevant de la compétence de la commission paritaire de la construction et dont le sous-traitant, au moment du paiement, n’est pas enregistré et/ou est débiteur auprès de l’Office national de sécurité sociale ou auprès d’un fonds de sécurité d’existence, sauf s’il a obtenu des délais de paiement pour les sommes dues sans procédure judiciaire ou par une décision judiciaire coulée en force de chose jugée et qu’il a fait preuve d’un respect strict des délais imposés, est tenu, lors du paiement, de retenir et de verser 35 % du montant dont il est redevable, non compris la taxe sur la valeur ajoutée, à l’office national précité, selon les modalités déterminées par le Roi.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5825

DO 1999200011784

DO 1999200011784



Publicatie van het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 24 maart 2000.

Publication de l’arrêté royal portant exécution de la loi du 24 mars 2000.

De wet van 24 maart 2000 tot wijziging van de artikelen 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op de aanpassing van het bedrag van het loon dat niet vatbaar is voor overdracht of beslag (Belgisch Staatsblad van 4 mei 2000) vereist een koninklijk besluit ter uitvoering.

La loi du 24 mars 2000 modifiant les articles 1409, 1409bis, 1410 et 1411 du Code judiciaire en vue d’adapter la quotité non cessible ou non saisissable de la rémunération (Moniteur belge du 4 mai 2000) doit faire l’objet d’un arrêté royal d’exécution.

Dit koninklijk besluit laat lang op zich wachten, terwijl er heel wat mensen uitkijken naar de inwerkingtreding van de wet.

Alors que de nombreuses personnes attendent l’entrée en vigueur de la loi, l’arrêté royal tarde à être publié.

1. Kan u verduidelijken of het koninklijk besluit al genomen is en wanneer het gepubliceerd zal worden ?

1. Cet arrêté royal a-t-il déjà été pris ? Quand serat-il publié ?

2. Wat is de reden waarom dit koninklijk besluit zolang op zich laat wachten ?

2. Pour quelles raisons la publication de l’arrêté royal se fait-elle attendre ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid deel ik mede dat het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 24 maart 2000 tot wijziging van de artikelen 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek nog niet genomen is.

Réponse : En réponse à la question de l’honorable membre, je peux lui faire savoir que l’arrêté royal portant exécution de la loi du 24 mars 2000 modifiant les articles 1409, 1409bis, 1410 et 1411 du Code judiciaire n’a pas encore été pris.

De wet van 24 maart 2000 heeft als finaliteit, schuldenaars die kinderen ten laste hebben een betere bescherming te bieden, in die zin dat er bij de bepaling van het inkomen of de uitkering die vatbaar is voor beslag of voor overdracht rekening gehouden wordt met de kinderlast. Meer in het bijzonder wordt het niet voor beslag of overdracht vatbaar gedeelte van het inkomen of de uitkering vermeerderd met 2 000 frank per kind ten laste. Om deze sociaal lovenswaardige finaliteit te kunnen realiseren dient, zoals de wetgever dit opgedragen heeft, eerst bij koninklijk besluit bepaald te worden wat onder « kind ten laste » dient verstaan te worden.

La loi du 24 mars 2000 vise à offrir une meilleure protection aux débiteurs qui ont des enfants à charge dans le sens qu’il est tenu compte de la charge d’enfants lors de la fixation du revenu ou de la prestation cessible ou saisissable. Ainsi, la quotité non cessible ou non saisissable du revenu ou de la prestation est majorée de 2 000 francs par enfant à charge. En vue d’atteindre cet objectif louable d’un point de vue social, il faut d’abord déterminer par arrêté royal ce qu’il faut entendre par « enfant à charge », comme l’a demandé le législateur.

Bij de definie¨ring van het « kind ten laste » dient voor ogen gehouden te worden dat rekening gehouden wordt met twee belangrijke elementen. Enerzijds is er de sociale doelstelling van de wet die vereist dat de schuldenaars die in aanmerking komen voor de verhoogde bescherming effectief bereikt worden door de uitvoeringsmaatregel. Anderzijds zijn er de rechten van de schuldeisers. Tot hiertoe wordt er voor de bepaling van het beslagbaar of voor overdracht vatbaar gedeelte enkel en alleen rekening gehouden met de hoegrootheid van het loon of de uitkering, zijnde een vaststaand gegeven waarover de werkgever of de sociale instelling, die een gedeelte van het loon of de uitkering dient in te houden met het oog op de betaling aan de schuldeiser, sowieso beschikt. Door de wet van 24 maart 2000 wordt er evenwel een nieuw en

Lors de la définition de la notion « enfant à charge », il faut garder à l’esprit que deux éléments importants doivent être pris en considération. D’une part, l’objectif social de la loi exige que les débiteurs qui sont susceptibles de bénéficier d’une protection plus large soient effectivement visés par la mesure d’exécution. D’autre part, il faut tenir compte des droits des créanciers. Afin de déterminer la quotité cessible ou saisissable, il est jusqu’à présent uniquement tenu compte du montant de la rémunération ou de la prestation, à savoir une donnée déterminée dont dispose de toute manière l’employeur ou l’organisme social, qui doit retenir une partie de la rémunération ou de la prestation en vue de payer le créancier. La loi du 24 mars 2000 instaure cependant un élément nouveau et variable, la charge d’enfants entrant en considéra-


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5826

variabel element ingevoerd, met name de in aanmerking komende kinderlast van de schuldenaar, waar de werkgever en de sociale instelling zelf geen of slechts een fragmentarisch zicht op hebben.

tion du débiteur, dont l’employeur et l’organisme social n’ont pas connaissance ou n’ont qu’une connaissance fragmentaire.

Er dient dus een evenwicht gevonden te worden tussen enerzijds het bereiken van het sociaal doel en anderzijds de werkbaarheid — in de zin van éénduidigheid en snelle toepasbaarheid — van de regeling in hoofde van de werkgevers en de sociale instellingen die ze moeten toepassen.

Un équilibre doit donc être trouvé entre, d’une part, l’objectif social devant être atteint et, d’autre part, l’applicabilité — dans le sens d’une application univoque et rapide — de la réglementation pour les employeurs et les organismes sociaux qui doivent l’appliquer.

Verscheidene denkpistes werden voor de definitie van het « kind ten laste » onderzocht.

Plusieurs pistes de réflexion ont été examinées pour la définition de la notion « enfant à charge ».

— De persoon ten laste zoals bedoeld in de fiscale wetgeving

— La personne à charge visée dans la législation fiscale

Vooreerst is dit begrip te ruim omdat andere personen dan de kinderen eveneens kunnen beschouwd worden als personen ten laste. Daarenboven zijn de fiscale gegevens erg laattijdig beschikbaar. Deze piste kan dan ook moeilijk in aanmerking genomen worden.

Premièrement, cette notion est trop large car d’autres personnes que les enfants peuvent également être considérées comme personnes à charge. En outre, les données fiscales sont très tardivement disponibles. Cette piste peut donc difficilement être prise en considération.

— Definie¨ring aan de hand van de informatie uit het Rijksregister van de natuurlijke personen

— Définition sur la base des informations contenues dans le Registre national des personnes physiques

De gezinssamenstelling zoals bedoeld in artikel 3, augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen kan snel en eenvoudig opgevraagd worden door de toegangsgerechtigden tot deze gegevens. In het Rijksregister worden evenwel de gezinsleden gegroepeerd rond de persoon die opgegeven is als gezinshoofd en wordt de afstammings- of verwantschapsband enkel opgegeven in functie van dit gezinshoofd. Dit brengt mede dat het kind uit het vorig huwelijk van de echtgenote van het gezinshoofd evenals het kind uit een vorige relatie van de bijzit van het gezinshoofd slechts geboekt staan als « niet-verwant » in het Rijksregister en dat tegelijk niet kan uitgemaakt worden of de echtgenote van het gezinshoofd ook de moeder is van de kinderen van het gezinshoofd. Daarnaast kan op basis van het Rijksregister evenmin uitgemaakt worden wie de gebeurlijke bijzit is van het gezinshoofd, aangezien deze bijzit als « niet-verwant » opgegeven wordt en niet te onderscheiden is van andere gezinsleden die evenmin bloedof aanverwantschap zouden vertonen met het gezinshoofd, zoals een derde. Het Rijksregister geeft dus een onvolledig beeld van de personen met kinderen ten laste.

La composition du ménage visée à l’article 3, 9o, de la loi du 8 août 1983 organisant un Registre national des personnes physiques peut facilement et rapidement être consultée par les instances qui ont accès à ces données. Toutefois, les membres de la famille sont rassemblés dans le Registre national autour de la personne mentionnée comme chef de famille et les liens de descendance ou de parenté ne sont indiqués qu’en fonction de ce chef de famille. Ainsi, l’enfant d’un mariage précédent de la conjointe du chef de famille ainsi que l’enfant né d’une relation antérieure de la compagne du chef de famille sont indiqués comme « non apparentés » au Registre national et il est également impossible de déterminer si la conjointe du chef de famille est également la mère des enfants du chef de famille. Par ailleurs, le Registre national ne permet également pas de déterminer la compagne éventuelle du chef de famille, étant donné que celle-ci est mentionnée comme « non apparentée » et qu’elle ne peut être distinguée d’autres membres de la famille qui ne sont également pas des parents ou alliés du chef de famille, comme un tiers par exemple. Le Registre national donne dès lors une image incomplète des personnes avec enfants à charge.

— Definie¨ring aan de hand van de informatie uit het repertorium van de kinderbijslag van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

— Définition à l’aide des informations du répertoire des allocations familiales de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés

In dit repertorium kan nagegaan worden of een bepaalde persoon al dan niet bijslagtrekkende is op kinderbijslag in de regeling werknemers en in bevestigend geval voor welke kinderen. De bijslagtrekkende is de persoon aan wie de kinderbijslag betaald wordt

Ce répertoire permet de vérifier si une personne est allocataire ou non d’allocations familiales dans le régime des travailleurs salariés et, dans l’affirmative, pour quels enfants. L’allocataire est la personne à laquelle les allocations familiales sont payées en raison

9o, van de wet van 8


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5827

omdat hij het kind opvoedt. De informatie uit dit repertorium sluit nauw aan bij de finaliteit van de wet omdat diegene die het kind opvoedt in principe effectief ook het kind ten laste heeft en maakt het mogelijk dat de gebeurlijke bijzit van het gezinshoofd, die als dusdanig niet aangewezen is in het Rijksregister, via haar hoedanigheid van bijslagtrekkende de bescherming kan genieten voor de kinderen behorende tot het gezin dat zij vormt met het gezinshoofd, erin begrepen haar eigen kinderen uit een vorige relatie welke in het Rijksregister aangewezen worden als « niet-verwant ». In een gezin kan er evenwel slechts één bijslagtrekkende aangeduid worden voor een kind, zijnde doorgaans de moeder op grond van een weerlegbaar wettelijk vermoeden. Indien men derhalve enkel en alleen een beroep zou doen op dit repertorium zou de vader bijna op stelselmatige wijze verstoken blijven van de beschermingsmaatregel, hetgeen niet de bedoeling van de wetgever kan geweest zijn. — Gecombineerde werkwijze Een combinatie van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het register van de kinderbijslag van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers kan mogelijkerwijze een geschikte basis vormen voor de definie¨ring van het kind ten laste. De raadpleging van de beide registers zou als voordeel hebben dat reeds een belangrijk deel van de doelgroep bereikt wordt op een snelle wijze, zonder dat de schuldenaar zelf dient bewijzen aan te brengen. Daarnaast zou de schuldenaar die niet bereikt wordt via beide registers in de gelegenheid kunnen gesteld worden om zelf het bewijs van een kind ten laste aan te brengen, bijvoorbeeld indien hij bijslagtrekkende is in de regeling der zelfstandigen of indien hij onderhoudsgeld betaalt voor het kind zonder dat hij de hoedanigheid heeft van bijslagtrekkende. Zoals blijkt uit hetgeen voorafgaat dient er doordacht te werk gegaan te worden bij het uitwerken van een performant systeem dat tegelijk het sociaal doel van de wet bereikt en werkbaar is. Ik heb aan mijn administratie de opdracht gegeven om een ontwerp van uitvoeringsbesluit uit te werken gesteund op de combinatie van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het register van de kinderbijslag.

du fait qu’elle élève l’enfant. Les informations dans ce répertoire correspondent à la finalité de la loi car la personne qui élève l’enfant est en principe aussi effectivement celle qui a l’enfant à charge et elles permettent que la compagne éventuelle du chef de famille, qui n’est pas mentionnée en tant que telle au Registre national, bénéficie comme allocataire de la protection pour les enfants qui font partie du ménage qu’elle forme avec le chef de famille, y compris ses propres enfants nés d’une relation précédente, qui sont indiqués au Registre national comme « non apparentés ». Cependant, il ne peut être désigné qu’un seul allocataire par ménage pour un enfant, à savoir la mère sur la base d’une présomption légale réfragable. Si l’on a donc uniquement recours à ce répertoire, le père serait ainsi systématiquement privé de la mesure de protection, ce qui ne peut avoir été l’intention du législateur.

Pensioenen

Pensions

— Procédure combinée Une combinaison du Registre des personnes physiques et du répertoire des allocations familiales de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés pourrait constituer une base adéquate pour la définition de l’enfant à charge. La consultation des deux registres offrirait l’avantage d’atteindre déjà rapidement une partie importante du groupe cible, sans que le débiteur doive apporter lui-même des preuves. Par ailleurs, le débiteur non visé par les deux registres pourrait produire lui-même la preuve d’un enfant à charge, par exemple lorsqu’il est allocataire dans le régime des travailleurs indépendants ou lorsqu’il paie une pension alimentaire pour l’enfant sans avoir la qualité d’allocataire.

Comme il apparaıˆt des considérations qui précèdent, il faudra faire preuve de circonspection lors de la mise en œuvre d’un système performant qui permet d’atteindre l’objectif social de la loi tout en étant opérationnel. J’ai chargé mon administration d’élaborer un projet d’arrêté d’exécution, basé sur la combinaison entre le Registre national des personnes physiques et le répertoire des allocations familiales.

DO 1999200000492

DO 1999200000492

Vraag nr. 10 van de heer Yves Leterme van 11 januari 2000 (N.) : Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning.

Question no 10 de M. Yves Leterme du 11 janvier 2000 (N.) : Cabinets. — Personnel d’exécution de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

Luidens punt A.2 in fine van de omzendbrief van 1 oktober 1999 mag u één lid van het uitvoerend perso-

Conformément au point A.2 in fine de la circulaire du 1er octobre 1999, vous êtes autorisé à employer un


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5828

neel niveau 4 van uw kabinet in uw privé-woning tewerkstellen.

membre du personnel d’exécution de niveau 4 de votre cabinet dans votre domicile privé.

1. a) Is een lid van het uitvoerend personeel van uw kabinet effectief in uw privé-woning tewerkgesteld ?

1. a) Employez-vous effectivement un membre du personnel d’exécution de votre cabinet dans votre domicile privé ?

b) Gaat het om een man of een vrouw ?

b) S’agit-il d’un homme ou d’une femme ?

c) Gaat het om een gedetacheerd personeelslid van een openbare dienst ?

c) S’agit-il d’un agent détaché d’un service public ?

2. Wat zijn, nauwkeurig omschreven, de opdrachten die aan het betrokken personeelslid zijn toebedeeld ?

2. Quelles sont, en détail, les missions confiées au membre du personnel concerné ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat geen lid van het uitvoerend personeel van mijn kabinet effectief in mijn privé-woning tewerkgesteld is.

Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre qu’aucun membre du personnel exécutif de mon cabinet ne travaille dans mon logement privé.

DO 1999200011774

DO 1999200011774



Pensioen van gehuwde vrouw.

Pension d’une femme mariée.

Wanneer de echtgenote van een zelfstandige pensioengerechtigd is maar nog als medewerkende echtgenote een deel van de inkomsten van haar echtgenoot wordt toebedeeld (en het toebedeelde deel boven het toegelaten plafond ligt) wordt ze uitgesloten van pensioenrechten.

Lorsque l’épouse d’un indépendant a droit à une pension de retraite mais perçoit encore une partie des revenus de son époux en qualité de conjoint aidant (partie qui dépasse le plafond autorisé), elle est exclue des droits à la pension.

Daarentegen wanneer (en onverminderd het bedrag van de inkomsten van de echtgenoot) fiscaal het huwelijksquotie¨nt wordt toegepast, worden dan haar pensioenrechten (berekend als alleenstaande) niet volledig hersteld ?

Si, en revanche, le quotient conjugal est appliqué sur le plan fiscal (et indépendamment des revenus du conjoint), ses droits à la pension (calculés dès lors comme ceux d’une personne isolée) ne sont-ils pas entièrement rétablis ?

Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat overeenkomstig artikel 30bis van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rusten overlevingspensioen der zelfstandigen de pensioenen slechts betaalbaar zijn indien de gerechtigde geen beroepsbezigheid uitoefent en zo hij geen vergoeding geniet wegens ziekte, invaliditeit, onvrijwillige werkloosheid of loopbaanonderbreking.

Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de signaler à l’honorable membre que conformément à l’article 30bis de l’arrêté royal no 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, les pensions ne sont payables que si le bénéficiaire n’exerce pas d’activité professionnelle et s’il ne jouit pas d’une indemnité pour cause de maladie, d’invalidité, de choˆmage involontaire ou d’interruption de carrière.

In afwijking hiervan voorziet artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rusten overlevingspensioen der zelfstandigen erin dat de uitbetaling van de pensioenen behouden blijft wanneer nog verder een beroepsbezigheid wordt uitgeoefend op voor-

Par dérogation à ce qui précède, l’article 107 de l’arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants stipule que le paiement des pensions est maintenu en dépit de l’exercice d’une activité professionnelle à la condition que celle-ci soit


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5829

waarde dat dit voorafgaandelijk wordt aangegeven en dat de inkomsten een bepaald grensbedrag niet overschrijden.

déclarée au préalable et que les revenus ne dépassent pas une certaine limite.

Indien de bezigheid als helper door de echtgenoot of door de echtgenote wordt uitgeoefend, dient het deel van het inkomen van de echtgenoot-uitbater in aanmerking genomen te worden dat aan de helper toegekend wordt overeenkomstig het Wetboek van inkomstenbelastingen.

Si l’activité d’aidant est exercée par l’époux ou par l’épouse, il y a lieu de prendre en considération la part des revenus du conjoint exploitant attribuée à l’aidant conformément au Code des impoˆts sur les revenus.

Dit betekent dus dat de hoogte van het inkomen dat aan de medewerkende echtgenote wordt toegekend, zal bepalen of haar rustpensioen uitbetaald kan worden.

Cela signifie donc que l’importance des revenus attribués à l’épouse aidante déterminera si sa pension de retraite peut être liquidée.

In dit verband dient er wel op gewezen te worden dat de zelfstandige slechts een gedeelte van zijn inkomsten aan zijn echtgenote kan toekennen wanneer deze hem daadwerkelijk bijstaat in de uitoefening van zijn beroep. De toekenning mag daarenboven niet groter zijn dan 30 % van de inkomsten van de zelfstandige, tenzij bewezen is dat de activiteiten van de helpende echtgenoot recht openen op een groter deel.

` cet égard il faut toutefois remarquer que le A travailleur indépendant ne peut attribuer un partie de ses revenus à son épouse que lorsqu’elle l’aide vraiment dans l’exercice de sa profession. L’attribution ne peut en outre dépasser 30 % des revenus du travailleur indépendant, sauf si la preuve est apportée que les activités de l’épouse ouvrent le droit à une part plus élevée.

Het huwelijksquotie¨nt daarentegen is een fiscale techniek die erin bestaat aan één van de echtgenoten een gedeelte van de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot toe te kennen zonder dat er een verband dient te zijn tussen de toekenning van dat gedeelte en de uitoefening van een beroepsactiviteit.

Le quotient conjugal par contre est une technique fiscale qui consiste à attribuer à l’un des conjoints une quote-part des revenus professionnels de l’autre conjoint sans qu’il y ait un lien entre l’attribuation de cette quote-part et l’exercice d’une activité professionnelle.

Dit huwelijksquotie¨nt moet, overeenkomstig het voormelde artikel 107, § 2, A, 2o, tweede lid, bij de inkomsten van de exploitant worden gevoegd. De toekenning ervan heeft bijgevolg geen invloed op de uitbetaling van het rustpensioen van de echtgenote van de zelfstandige.

Ce quotient conjugal doit, en vertu dudit article 107, § 2, A, 2o, alinéa 2, être ajouté aux revenus du travailleur indépendant. Son octroi n’a dès lors pas d’influence sur le paiement de la pension de l’épouse du travailleur indépendant.



DO 1999200011672

DO 1999200011672

Vraag nr. 87 van de heer Luc Sevenhans van 2 augustus 2000 (N.) :

Question no 87 de M. Luc Sevenhans du 2 août 2000 (N.) :

Centrale Dienst voor sociale en culturele actie. — Verkoop van gronden die aangrenzen aan het militaire domein.

Office central d’action sociale et culturelle. — Vente de terrains limitrophes du domaine militaire.

Reeds geruime tijd is er sprake van, dat de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie (CDSCA), gronden die aangrenzen aan het militaire domein, zou willen verkopen en/of verkavelen.

Depuis un certain temps, il est question que l’Office central d’action sociale et culturelle (OCASC) vende ou lotisse des terrains limitrophes d’un domaine militaire.


2000

2001


749

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5830

Het betreft specifiek de verkoop van gronden aan de Halenlei en een verkaveling van het « Park Officieren » aan de Zegelei. De militaire overheid zou voor beide projecten om allerlei redenen (sociale, ecologische en militaire) een negatief advies hebben gegeven. Nochtans zijn er aanwijzingen dat de minister tegen de adviezen in, een positief antwoord aan de CDSCA wilt geven. 1. Welke stappen hebt u reeds in dit dossier ondernomen ? 2. a) Heeft de CDSCA eigendommen in het buitenland ? b) Indien ja, graag een korte vermelding hiervan ? Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. 1. Ingevolge de akte waarmee de terreinen en gebouwen aan de Haelenlei en de Zegelei door de CDSCA verworven werden, dient deze mijn toestemming te alvorens tot de vervreemding over te gaan. De CDSCA heeft inderdaad plannen om tot verkoop over te gaan. Ik heb het advies van de militaire overheid ingewonnen en het door leden van mijn kabinet een herkenning ter plaatse laten uitvoeren. Voor uw gedeelte van het project heb ik bijkomend advies gevraagd aan de generale staf. Mijn definitieve beslissing is nog in beraad. 2. CDSCA heeft geen eigendommen in het buitenland.

Il s’agit en l’occurrence de la vente de terrains situés le long de la Halenlei et du lotissement du « Park Officieren » de la Zegelei. Pour diverses raisons (d’ordre social, écologique et militaire), les autorités militaires auraient rendu un avis négatif pour les deux projets. Selon certaines indications, le ministre envisagerait de donner une réponse positive à l’OCASC en dépit des avis formulés. 1. Quelles démarches avez-vous déjà entreprises dans ce dossier ? 2. a) L’OCASC possède-t-il des propriétés à l’étranger ? b) Dans l’affirmative, pourriez-vous en fournir la liste ? Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. 1. Suite à l’acte d’achat avec lequel les terrains et baˆtiments situés Haelenlei et Zegelei ont été acquis par l’OCASC, mon autorisation est requise pour l’aliénation. L’OCASC planifie effectivement de procéder à la vente. J’ai demandé l’avis de l’autorité militaire et des membres de mon cabinet ont effectué une reconnaissance sur place. Pour une partie du projet, j’ai demandé un avis supplémentaire à l’état-major général. Je tiens ma décision définitive en suspens. 2. L’OCASC ne possède pas de propriétés à l’étranger.

DO 1999200011690

DO 1999200011690

Vraag nr. 88 van mevrouw Kristien Grauwels van 10 augustus 2000 (N.) : Internationale vergaderingen. — Samenstelling van de Belgische delegaties. Blijkelijk zouden er op internationale vergaderingen, conferenties en dergelijke in Belgische delegaties soms personen zetelen die niet werken bij de overheid, maar in privé-organisaties.

Question no 88 de Mme Kristien Grauwels du 10 août 2000 (N.) : Réunions internationales. — Composition des délégations belges. Il semblerait que les délégations belges présentes aux réunions et conférences internationales seraient parfois composées de personnes qui n’émanent pas des pouvoirs publics mais bien d’organisations à caractère privé. 1. a) Pourriez-vous m’indiquer dans quels cas les délégations officielles belges présentes lors de réunions et conférences internationales étaient composées de personnes qui n’étaient pas issues des pouvoirs publics ? b) De quel type de réunions s’agissait-il ? c) De quelles organisations privées ces personnes provenaient-elles ?

1. a) Kunt u me meedelen in welke gevallen er op internationale vergaderingen, conferenties en dergelijke, personen die niet werkzaam zijn bij de overheid, officieel lid waren van de Belgische delegatie ? b) Om welk soort vergadering ging het ? c) Uit welke private organisatie kwamen die personen ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5831

2. a) Wat zijn de criteria die de minister bij deze dossiers toepast om over deze deelnames te oordelen ?

2. a) Sur la base de quels critères le ministre se prononce-t-il en l’occurrence sur la composition de ces délégations ?

b) Hoe gebeurt de controle en de opvolging ervan ?

b) Comment le controˆle et le suivi sont-ils assurés ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

1. Professoren van verschillende universiteiten en onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs nemen deel aan de vergaderingen van de commissies Research & Technology (NATO) of maken deel uit van de werkgroepen. Een niet-exhaustieve lijst wordt hieronder hernomen.

1. Différents professeurs d’universités et d’instituts d’enseignement supérieur participent aux réunions des commissions Research & Technology (OTAN) ainsi qu’aux travaux des groupes de travail. Une liste nonexhaustive est reprise ci-dessous.

2. De samenstelling van de delegaties wordt besproken op het hoogste niveau van de Research & Technology Board (RTB). Dit op basis van de compententies en de beschikbaarheid van de personen die in aanmerking zouden komen voor deze representatie. De minister van Landsverdediging wordt op de hoogt gebracht van de samenstelling van de Belgische delegatie.

2. La composition des différentes délégations est discutée au plus haut niveau du Research & Technology Board (RTB). Cette discussion se fait sur base des compétences et de la disponibilité des personnes prises en compte pour une représentation. Le ministre de la Défense est informé de la composition de la délégation belge.

3. Er is een rapportering door de deelnemers aan de respectievelijke vergaderingen aan de overige Belgische RTB-leden. Bovendien wordt er een jaarlijkse algemene vergadering van alle Belgische deelnemers aan de R & T-organisatie en -activiteiten, waarin deze rapportering eveneens gebeurt.

3. Les participants aux différentes réunions font rapport aux autres membres belges du RTB. De plus il existe une réunion générale annuelle de tous les participants à l’organisation et aux activités R & T, durant laquelle un rapport est fait.

De door de Belgische delegatie gehanteerde politiek is dat elke deelnemer die niet behoort tot het departement Landsverdediging zelf moet instaan voor de kosten van zijn deelname, wat in de praktijk gebeurt door de organisatie waartoe hij behoort.

La politique de la délégation belge actuellement en vigueur est que chaque participant, qui n’appartient pas au département de la Défense nationale, paie luimême ses frais. En pratique, cela se fait par l’organisation à laquelle il appartient.

Deelnemer — Participant

Vergadering — Réunion

Professor F. Breugelmans

Research (NATO)

Board

von Karman Institute Chaussée de Waterloo 72 1640 Rhode St Genese

Professor F. Breugelmans

AVT — Active control technology for enhanced performance operational capabilities of military aircraft, land vehicles and sea vehicles 048/SY-008 (NATO) Applied Vehicle Technology Panel (NATO)

von Karman Institute Chaussée de Waterloo 72 1640 Rhode St Genese

Professor C. Hirsch

Mr. J Muylaert


and

Technology

Organisatie — Organisation

AVT — Technologies for Propelled Hypersonic Flight (NATO)

2000

2001

Vrije Universiteit Brussel Dienst Stromingsmechanica Pleinlaan 2 1050 Brussel ESTEC Aerothermodynamic Section Postbus 299 2200 AG Noordwijk (Nederland)


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5832

Deelnemer — Participant Professor A. Benoit Professor E. H. Van Lil

Vergadering — Réunion

SET — Sensors & Electronics Technology Panel (NATO)

Professor A. Catrysse

SET — Sensors & Elecronics Technology Panel (NATO)

Professor A. Catrysse

SET — Electromagnetic Compatibility in the Aerospace Systems of Future years (NATO) SET — Smart Antenna Structure (NATO)

Professor E. H. Van Lil

Mr. E. Lapeysen

Information Management Committee (NATO)

Organisatie — Organisation

Katholieke Universiteit Leuven Div ESAT/TELEMIC Kardinaal Mercierlaan 94 3001 Heverlee KHBO — Dept IW & T Technologie Zeedijk 101 8400 Oostende KHBO — Dept IW & T Technologie Zeedijk 101 8400 Oostende Katholieke Universiteit Leuven Div ESAT/TELEMIC Kardinaal Mercierlaan 94 3001 Heverlee DWTI-SIST Keizerslaan 4 1000 Brussel

DO 1999200011742

DO 1999200011742

Vraag nr. 91 van de heer Pieter De Crem van 5 september 2000 (N.) :

Question no 91 de M. Pieter De Crem du 5 septembre 2000 (N.) :

Strijdkrachten. — Aangekondigde loonsverhogingen.

Forces armées. — Annonce d’augmentations salariales. ` l’occasion de sa visite au camp d’entraıˆnement des A cadets de la Force aérienne, à Oostmalle, le ministre a annoncé des augmentations salariales.

De minister kondigde naar aanleiding van zijn bezoek aan een trainingskamp van de luchtmachtkadetten te Oostmalle aan, dat hij een loonsverhoging in het vooruitzicht stelde. Ook werd naderhand voor andere klassen en categoriee¨n een loonsverhoging aangekondigd.

Par la suite, des hausses salariales ont également été annoncées pour d’autres classes et catégories.

1. Maken deze aankondigingen een kans, vermits zij niet waren opgenomen in het defensieplan dat de minister in juni 2000 aan de Kamer voorlegde ?

1. Ne figurant pas au plan de défense que le ministre a soumis à la Chambre en juin 2000, ces hausses ont-elles une chance d’être appliquées ?

2. Zo ja, welke incidentie hebben zij op de begroting van Landsverdediging ?

2. Dans l’affirmative, quelle en sera l’incidence pour le budget de la Défense ?

3. Op welke klassen, categoriee¨n en machten hebben zij betrekking ?

3. Quelles classes, catégories et forces sont concernées ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te willen vinden.

Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à sa question.

De Ministerraad heeft op 12 mei 2000 zijn akkoord gegeven aan de algemene beleidsnota van Landsverdediging, inbegrepen de ter informatie bijgevoegde tabel betreffende de financie¨le haalbaarheid.

Le Conseil des ministres a marqué son accord le 12 mai 2000 sur la note de politique générale relative à la Défense nationale en ce compris, à titre indicatif, sur le tableau de faisabilité financière.

Deze tabel herneemt twee specifieke enveloppen bestemd voor het personeelsbeleid, met name

Ce tableau reprend deux enveloppes spécifiques relatives à la politique du personnel, à savoir


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5833

600 miljoen frank voor de « operationaliteit » en 5,6 miljard frank, verdeeld over vier jaren, voor de « verjonging ».

600 millions de francs pour l’« opérationalité » et 5,6 milliards de francs répartis sur quatre ans pour le « rajeunissement ».

De aanwending van deze middelen wordt actueel onderzocht. Eenmaal de beslissingen in dit domein genomen zijn, zullen ze uitgebreid medegedeeld worden met name aan al het personeel van de Krijgsmacht.

L’utilisation de ces moyens est à l’étude. Les décisions une fois prises en la matière seront largement communiquées, notamment à tout le personnel des Forces armées.



DO 1999200000881

DO 1999200000881

Vraag nr. 176 van de heer Francis Van den Eynde van 13 maart 2000 (N.) :

Question no 176 de M. Francis Van den Eynde du 13 mars 2000 (N.) :

Agressie tegen het personeel van de NMBS.

Agressions contre le personnel de la SNCB.

In 1999 moest de NMBS 141 werknemers naar huis sturen omdat ze op de trein in elkaar waren geslagen of wegens de onveiligheid op bepaalde lijnen er hopeloos gestresseerd bij liepen.

En 1999, la SNCB a été contrainte de renvoyer chez eux 141 travailleurs qui avaient été passés à tabac dans le train ou souffraient désespérément de stress en raison de l’insécurité qui règne sur certaines lignes.

Officieel noteerde de spoorwegmaatschappij 411 gevallen van agressie tegen haar treinpersoneel. Drie lijnen zijn als het ware recordhouders van de onveiligheid bij de NMBS namelijk Brussel-Amsterdam, Kortrijk-Moeskroen-Rijsel en de trein van Brussel naar Nijvel. Agressie veroorzaakte volgens de NMBS 86 treinvertragingen en de spoorwegmaatschappij schafte zelfs vijf treinen af omdat het er te erg aan toe ging. Uit een en ander mag worden afgeleid dat agressie een ware plaag is voor de spoorwegen.

La société des chemins de fer a enregistré officiellement 411 cas d’agression contre son personnel de trains. Trois lignes sont en quelque sorte championnes de l’insécurité à la SNCB : la ligne BruxellesAmsterdam, la ligne Courtrai-Mouscron-Lille et la ligne Bruxelles-Nivelles. Selon la SNCB, les agressions ont été à l’origine de 86 retards de trains, et la société des chemins de fer a même supprimé cinq trains parce que la situation était devenue ingérable. On peut en conclure que les actes d’agression constituent un véritable fléau pour les chemins de fer.

1. Zijn de parketten van een en ander op de hoogte ?

1. Les parquets sont-ils informés de cette situation ?

2. Werden speciale maatregelen getroffen met betrekking tot deze specifieke agressie ?

2. Des mesures spéciales ont-elles été prises pour lutter contre ce type particulier d’agressions ?

Antwoord : Op grond van de inlichtingen die mij door de gerechtelijke overheden zijn bezorgd, deel ik het geachte lid het volgende mee.

Réponse : Sur base des renseignements qui m’ont été communiqués par les autorités judiciaires, je porte à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.

1. Reeds vorig jaar werd door mijn departement bijzondere aandacht van al de parketten en politiediensten gevraagd voor de toenemende agressies tegen personeelsleden van de NMBS.

1. Dès l’année passée, mon département avait demandé l’attention particulière de tous les parquets et de tous les services de police face aux nombres croissants d’agressions à l’égard des membres du personnel de la SNCB.

Het is dus zeker zo dat de verschillende parketten op de hoogte zijn van deze problematiek. Volledige statistische gegevens voor 1999 zijn evenwel niet voorhanden omdat de bedoelde feiten geregistreerd worden op

Les différents parquets sont donc informés de cette problématique. Les statistiques complètes relatives à l’année 1999 ne sont toutefois pas disponibles dans la mesure où les faits visés sont enregistrés en fonction de


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5834

grond van hun kwalificatie (bijvoorbeeld slagen en verwondingen) en niet altijd het verband met de hoedanigheid van de slachtoffers (personeelslid van de NMBS) werd geregistreerd.

leur qualification (par exemple coups et blessures) sans qu’il soit nécessairement fait référence à la qualité des victimes (membre du personnel de la SNCB).

2. In een aantal parketten is de aangelegenheid van agressie tegen het NMBS-personeel besproken tijdens het opsporingsoverleg. Die aangelegenheid is tevens behandeld tijdens het plaatselijk vijfhoeksoverleg teneinde de aandacht van de politiediensten daarop te vestigen en de lokale verkozenen van dat probleem bewust te maken.

2. Dans certains parquets, la question des agressions dirigées contre le personnel de la SNCB a été mise à l’ordre du jour de la plate-forme de recherche. Elle a été également abordée lors des concertations pentagonales locales afin de rendre attentif les services de police et de sensibiliser les élus locaux.

Die aangelegenheid werd tevens in bepaalde arrondissementen behandeld en de noodzaak werd onderstreept om jeugdige delinquenten die het openbaar vervoer hebben verstoord op meer stelselmatige wijze ter beschikking te stellen van het parket.

Le problème a d’ailleurs été examiné dans certains arrondissements et l’accent a été mis sur la nécessité de mettre plus systématiquement à la disposition du parquet les jeunes délinquants ayant perturbé les transports publics.

De politiediensten en de rijkswacht in het bijzonder, houden toezicht in de stations door middel van regelmatige patrouille of controles, ofwel op grond van bestaande problemen hetzij op eigen initiatief. Hiertoe lijkt me een nauwe samenwerking met de NMBS absoluut aangewezen.

Les services de police et la gendarmerie en particulier effectuent des surveillances dans les gares notamment au moyen de patrouilles ou d’opérations de controˆle, soit d’initiative soit sur base des problèmes ` cet égard, une collaboration étroite avec la existants. A SNCB m’apparaıˆt absolument indiquée.

DO 1999200011251

DO 1999200011251

Vraag nr. 212 van de heer Geert Bourgeois van 16 mei 2000 (N.) :

Question no 212 de M. Geert Bourgeois du 16 mai 2000 (N.) :

Elektronische facturering via elektronische gegevensuitwisseling.

Facturation électronique par échange électronique de données.

De telecommunicatietechnologiee¨n zijn voortdurend aan het evolueren en vervangen de uitwisseling van informatie en stukken op papier. Tegenwoordig kan elke informatie of elk document op een informaticadrager worden geplaatst zonder dat een afdruk op papier technisch nog nodig is.

Les technologies de la communication évoluent sans cesse et l’échange d’informations sur support papier ` l’heure actuelle, tout type disparaıˆt peu à peu. A d’information ou de document peut être mis sur support informatique sans qu’il soit nécessaire, d’un point de vue technique, de réaliser une reproduction sur support papier.

Elektronische gegevensuitwisseling of Electronic Data Interchange (EDI), waarvan er verschillende systemen op de markt bestaan, is voor de ondernemingen een must waaraan zij niet kunnen ontsnappen. Hun concurrentievermogen zou immers worden beknot, vooral ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten, die zo’n systeem gebruiken om hun klanten nog beter en sneller te kunnen bedienen. Onze bedrijven zouden bovendien het gevaar lopen bepaalde bevoorradingsbronnen te verliezen bij leveranciers die resoluut hebben gekozen om (op termijn) voor hun handelsbetrekkingen uitsluitend van deze technieken gebruik te maken.

L’adoption d’un système d’échange électronique de données ou Electronic Data Interchange (EDI) — il en existe plusieurs sur le marché — constitue une nécessité pour les entreprises. Elles doivent en effet veiller à sauvegarder leur compétitivité vis-à-vis des concurrents étrangers qui utilisent un tel système, pour pouvoir servir encore mieux et plus rapidement leurs clients. Nos entreprises risqueraient en outre de perdre certaines sources d’approvisionnement auprès de fournisseurs qui dans le cadre de leurs relations commerciales ont résolument opté pour cette technique.

Deze noodzaak is des te groter wanneer het gaat om betrekkingen met klanten en leveranciers in landen zoals Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd

C’est d’autant plus important lorsqu’il s’agit de relations commerciales avec des clients et fournisseurs de pays comme la France, l’Allemagne, les Pays-Bas ou le


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5835

Koninkrijk, die een reglementering hebben waardoor dergelijke systemen kunnen worden ingevoerd, tegelijk met het dematerialiseren van de via die systemen uitgewisselde gegevens.

Royaume-Uni, qui ont adopté une réglementation permettant l’introduction de tels systèmes et la dématérialisation des données transférées par le biais de ces systèmes.

De Belgische ondernemingen worden dan ook geconfronteerd, enerzijds met de behoefte om aan de eisen van hun leveranciers te voldoen en om de wens van hun klanten in te willigen, en anderzijds met de noodzaak om de wetgeving na te leven die, behalve bij uitdrukkelijke afwijking, hun verplicht hun documenten op papier op te stellen en te bewaren. Zo komt het dat bedrijven die nu reeds uit noodzaak via EDI werken, daarnaast papieren stukken blijven opstellen en ontvangen die een reproductie zijn van de uitgewisselde gegevens, zodat aldus een groot deel van de winst verdwijnt die EDI hun zou moeten opleveren.

Les entreprises belges sont dès lors confrontées à la nécessité de tenir compte des exigences des fournisseurs et des souhaits des clients mais également de respecter les dispositions légales qui les obligent, sauf dérogation expresse, à établir et à conserver leurs documents sur support papier. C’est ainsi qu’un certain nombre d’entreprises qui, par nécessité utilisent déjà l’EDI, continuent à reproduire les données échangées sur support papier, perdant ainsi une large part du bénéfice que procure le recours à l’EDI.

De Belgische wetgever is zeker gevoelig voor dit vraagstuk aangezien de artikelen 60 en 61 van het BTW-Wetboek en de artikelen 315bis en 319 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met betrekking tot het bewaren en het nazien van de boeken en bescheiden impliciet bepalen dat die kunnen worden gehouden, opgesteld, uitgereikt, ontvangen en bewaard door middel van een computersysteem.

Le législateur belge n’est pas insensible à ce problème. Il ressort en effet implicitement des articles 60 et 61 du Code de la TVA et des articles 315bis et 319 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 qu’en ce qui concerne la conservation et la vérification des livres et des documents, ceux-ci peuvent être tenus, établis, adressés ou conservés au moyen d’un système informatisé.

Dit blijft nochtans gedeeltelijk dode letter zolang de computerfactuur niet door de Koning is toegestaan krachtens artikel 53octies, tweede lid, van het BTWWetboek dat als volgt luidt : « De Koning kan onder de door Hem te stellen voorwaarden toelaten dat de uitreiking van de factuur of van het als zodanig geldend stuk, bedoeld in artikel 53, eerste lid, 2o, geschiedt door de overdracht van de gegevens die ze moet bevatten bij wege van een procedure waarbij telegeleidingstechnieken worden aangewend. » Waartoe dient het immers computertechnieken te gebruiken voor het opstellen en bewaren van documenten als die nog steeds op papier moeten worden gezet om te worden doorgestuurd ?

Ces dispositions resteront toutefois en partie lettre morte tant que le Roi n’aura pas autorisé le recours à la facture électronique, conformément à l’article 53octies, deuxième alinéa, du Code de la TVA qui est libellé comme suit : « Le Roi peut autoriser, aux conditions qu’Il fixe, que la délivrance de la facture ou du document en tenant lieu, visés à l’article 53, alinéa 1er, 2o, s’effectue par la transmission des données que celui-ci doit contenir par une procédure utilisant les techniques de la télématique. » ` quoi bon en effet utiliser des procédés informatiA ques pour l’établissement et la conservation des documents si ceux-ci doivent encore être transposés sur support papier pour être transmis ?

1. Overweegt u de uitvaardiging van een koninklijk besluit ter uitvoering van voormeld artikel 53octies van het BTW-Wetboek ?

1. Envisagez-vous de promulguer un arrêté royal portant exécution de l’article 53octies du Code de la TVA ?

2. Hoe is de huidige stand van zaken op het stuk van het EDI-concept ?

2. Quel est l’état de la question en ce qui concerne le concept EDI ?

Antwoord :

Réponse :

1. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Financie¨n, waarnaar ik het geachte lid verwijs. (Vraag nr. 335 van 16 mei 2000.) 2. De term EDI (Electronic Data Interchange — elektronische uitwisseling van gegevens) betekent « de elektronische overbrenging van informatie van de ene computer naar de andere met gebruikmaking van een


2000

1. Cette question relève de la compétence de mon collègue, le ministre des Finances, auquel je renvoie l’honorable membre. (Question no 335 du 16 mai 2000.) 2. Le terme EDI (Electronic Data Interchange — échange de données informatisées) désigne « le transfert électronique d’une information d’ordinateur à ordinateur mettant en œuvre une norme convenue

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5836

overeengekomen norm voor de structurering van de informatie » (artikel 2 van de modelwet van UNCITRAL betreffende de elektronische handel). Deze term verwijst dus naar een techniek van overdracht tussen computers van commercie¨le of administratieve gegevens die worden doorgegeven volgens een eenvormig formaat en op automatische wijze kunnen verwerkt worden. Belangrijk werk van harmonisatie inzake EDI werd verricht op internationaal vlak, inzonderheid door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, die in 1986 een geheel van regels heeft aangenomen betreffende de elektronische uitwisseling van gegevens voor de administratie, de handel en het vervoer, gekend onder de naam van de UN/Edifact-norm. Deze norm werd bijgewerkt en gecoo¨rdineerd door het Centrum voor het vergemakkelijken van de praktijken en procedures in de administratie, de handel en het vervoer (Cefact), een organisme dat in 1996 werd opgericht door de Economische Commissie voor Europa. In het kader van het Tedis-programma (Trade Electronic Data Interchange Systems), heeft ook de Europese Gemeenschap zich ingespannen voor de harmonisatie op dit gebied, inzonderheid door de aanbeveling 94/820/EG van de Commissie van 19 oktober 1994 betreffende de juridische aspecten van de elektronische uitwisseling van gegevens. Deze aanbeveling bevat een modelakkoord voor EDI, dit wil zeggen een modelcontract bedoeld om de juridische voorwaarden te bepalen die van toepassing zijn tussen twee partijen die transacties via EDI verrichten. Op algemene wijze dient men op Belgisch vlak op te merken dat het gebruik van EDI zou moeten vergemakkelijkt worden door de aanneming van twee wetsontwerpen die ertoe strekken de elektronische handtekeningen juridisch te erkennen; het gaat om het wetsontwerp tot invoering van het gebruik van telecommunicatiemiddelen en van de elektronische handtekening in de gerechtelijke en de buitengerechtelijke procedure, dat zopas door het Parlement werd aangenomen, en het wetsontwerp betreffende de werking van de certificatiedienstverleners met het oog op het gebruik van elektronische handtekeningen, op hetwelk de regering een amendement heeft aangenomen om de tekst aan te passen aan het uitvoerig advies dat de Europese Commissie heeft gegeven.

pour structurer l’information » (article 2 de la loi type de la CNUDCI sur le commerce électronique). Ce terme désigne donc une technique de transmission, entre ordinateurs, de données commerciales ou administratives présentées selon un format uniformisé et pouvant être traitées de manière automatique.

DO 1999200011630

DO 1999200011630

Vraag nr. 240 van de heer Claude Eerdekens van 19 juli 2000 (Fr.) : Door de firma « Direct Marketing » uitgevoerde enquête. Mijn vraag heeft betrekking op een schandalige actie die enkele weken geleden door de firma « Direct

Question no 240 de M. Claude Eerdekens du 19 juillet 2000 (Fr.) : Enquête menée par la société « Direct Marketing ».


2000

Un important travail d’harmonisation en matière d’EDI a été développé au plan international, en particulier au sein de la Commission économique pour l’Europe des Nations unies qui a adopté, en 1986, un ensemble de règles relatives à l’échange de données informatisées pour l’administration, le commerce et le transport, connues sous le nom de norme UN/Edifact. Cette norme est mise à jour et coordonnée par le Centre pour la facilitation des pratiques et procédures dans l’administration, le commerce et les transports (Cefact), organisme créé en 1996 par la Commission économique pour l’Europe. Dans le cadre du programme Tedis (Trade Electronic Data Interchange Systems), la Communauté européenne a, elle aussi, œuvré à l’harmonisation en cette matière, en particulier par la recommandation 94/820/ CE de la Commission du 19 octobre 1994 concernant les aspects juridiques de l’échange de données informatisées. Cette recommandation contient un accord type pour l’EDI, c’est-à-dire un modèle de contrat destiné à déterminer les conditions juridiques applicables entre deux parties effectuant des transactions par EDI. D’une manière générale, il faut noter, au niveau belge, que l’utilisation de l’EDI devrait être facilitée par l’adoption de deux projets de loi visant à établir la reconnaissance juridique des signatures électroniques; il s’agit du projet de loi introduisant l’utilisation de moyens de télécommunication et de la signature électronique dans la procédure judiciaire et extrajudiciaire, qui vient d’être adopté par le Parlement, et du projet de loi relatif à l’activité des prestataires de service de certification en vue de l’utilisation des signatures électroniques, à l’égard duquel le gouvernement a adopté un amendement en vue de son adaptation à l’avis circonstancié rendu par la Commission européenne.

Je voudrais évoquer ici une action scandaleuse, menée dans notre pays il y a quelques semaines par la

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5837

Marketing » in ons land werd gevoerd. Wij hebben immers allen in onze brievenbus een vragenlijst met als opschrift « Grote enquête 2000 over het gezinsverbruik » ontvangen. Dat opschrift heeft tal van medeburgers misleid omdat het aan de enquête een bijna officieel karakter verleende. Als men daarbij voor ogen houdt dat die vragenlijst op hetzelfde ogenblik als de federale enquête met betrekking tot het openbaar ambt werd verzonden, begrijpt men hoezeer de bevolking om de tuin werd geleid. Dat alleen is voldoende om onze verontwaardiging op te wekken, maar daarbij komen nog de gestelde vragen, waarvan sommige betrekking hebben op het privé-leven van de mensen. Zo worden bijvoorbeeld details over de financie¨le situatie van de gezinnen, hun internetgewoonten, de samenstelling van het gezin en tal van andere inlichtingen gevraagd. De burgers die de in die « enquête » gestelde vragen te goeder trouw hebben beantwoord, zullen nu het doelwit van gerichte marketingacties worden, aangezien dat de echte bedoeling van die operatie is.

société « Direct Marketing ». En effet, nous avons tous reçu dans nos boıˆtes un questionnaire intitulé « Grande enquête 2000 sur la consommation des foyers ». L’intitulé de cette enquête était de nature à induire de nombreux citoyens en erreur, en lui conférant un caractère presque officiel. Si j’ajoute que les initiateurs de cette action ont veillé à envoyer le questionnaire en même temps que l’a été l’enquête fédérale sur la fonction publique, on comprendra à quel point la population a pu être induite en erreur. ` ce stade déjà, il y a de quoi s’indigner et pourtant A il convient encore de s’attarder aux questions posées, dont certaines touchent à la vie privée des gens. Il est ainsi demandé des détails sur la situation financière des ménages, leurs habitudes internet, leur structure familiale, et bien d’autres précisions. Les citoyens qui auront répondu de bonne foi à une telle « enquête » feront maintenant l’objet d’opérations ciblées de marketing, puisque c’est là la réelle motivation de l’opération.

Een en ander illustreert het grenzeloos cynisme van de grote bedrijven en hun marketingmanagers.

De ceci, il ressort clairement que le cynisme des grandes entreprises et de leurs responsables marketing ne connaıˆt plus aucune limite.

1. Hebben de bevoegde diensten met de organisatie van een dergelijke enquête ingestemd ?

1. Une telle enquête a-t-elle fait l’objet d’une autorisation de la part des services compétents ?

2. Kan een particulier bedrijf een dergelijk onderzoek doelbewust met een overheidsenquête laten samenvallen en de burgers op die manier misleiden ?

2. Un organisme privé peut-il délibérément jouer sur des coı¨ncidences de calendrier et tromper la bonne foi des citoyens ?

3. Wat zal er gebeuren met de inlichtingen die aldus door die privé-firma, die zich de rol van Big Brother aanmeet, werden ingezameld ?

3. Que deviendront les données collectées par cette société privée qui prétend ainsi jouer au Big Brother ?

4. Werden al sancties getroffen ? 5. Zou het wettenarsenaal niet moeten worden versterkt teneinde ervoor te zorgen dat een dergelijke enquête in de toekomst enkel nog in een duidelijke en ondubbelzinnige context kan plaatsvinden ? Antwoord : Naar luid van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens is het toezicht op de naleving ervan toevertrouwd aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en aan de hoven en rechtbanken. Ik kan mij bijgevolg niet erover uitspreken of de feiten waarvan het geachte lid gewag maakt zich daadwerkelijk hebben voorgedaan. Mijn antwoord beperkt zich derhalve tot een analyse van de wijze waarop de regelgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt toegepast op feiten die het geachte lid als vaststaand beschouwt. In artikel 5 van bovenvermelde wet van 8 december 1992, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998 tot

4. Des sanctions ont-elles d’ores et déjà été prises ? 5. N’y aurait-il pas lieu de renforcer l’arsenal juridique pour que, dans l’avenir, pareille opération ne puisse plus avoir lieu que dans un contexte clair et dépourvu d’ambiguı¨té ? Réponse : La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données automatisés confie le controˆle du respect de ses dispositions à la Commission de la protection de la vie privée et aux cours et tribunaux.


2000

Il ne m’appartient dès lors pas de me prononcer sur la réalité des faits que l’honorable membre considère comme acquis. Ma réponse à l’honorable membre se limitera dès lors à analyser l’application de la réglementation relative à la vie privée à des faits que l’honorable membre considère comme acquis. L’article 5 de la loi du 8 décembre 1992, précitée, modifiée par la loi du 11 décembre 1998, transposant

2001


750

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5838

omzetting van de richtlijn 95/46/EG, is bepaald dat persoonsgegevens slechts mogen worden verwerkt wanneer de betrokkene daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend of wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke voor de verwerking, mits het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene die aanspraak maakt op de bescherming uit hoofde van deze wet, niet zwaarder doorwegen.

la directive 95/46/CE dispose que le traitement de données à caractère personnel peut être effectué si la personne a indubitablement donné son consentement ou lorsqu’il est nécessaire à la réalisation de l’intérêt légitime poursuivi par le responsable du traitement, à condition que ne prévalent pas l’intérêt ou les droits fondamentaux de la personne concernée qui appellent une protection au titre de la présente loi.

In deze bepaling is de inhoud overgenomen van artikel 5 van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

Cette disposition reprend le libellé de l’article 5 de la directive 95/46/CE du 24 octobre 1995, relative à la protection des personnes physiques à l’égard des traitements de données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données.

De dertigste considerans van de richtlijn 95/46/EG stelt dat de verzameling van persoonsgegevens voor direct marketing toegelaten is voorzover de lidstaten de voorwaarden bepalen waarbij aan de betrokkenen de mogelijkheid wordt geboden zich zonder opgave van redenen en zonder kosten tegen de verwerking van hen betreffende gegevens te verzetten.

Le considérant 30 de la directive 95/46/CE précitée explique que la collecte de données à des fins de marketing direct est autorisée pour autant que les E´tats membres précisent les conditions permettant aux personnes concernées de s’opposer sans devoir indiquer leurs motifs et sans frais aux traitements de données les concernant.

In dit verband bepaalt artikel 12, § 1, derde lid, van voornoemde wet van 8 december 1992 dat de betrokkene zich tegen de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens kosteloos en zonder enige motivering mag verzetten, indien de persoonsgegevens verkregen worden met het oog op direct marketing.

` cet égard, l’article 12, § 1er, troisième alinéa, de la A loi du 8 décembre 1992, précitéee, dispose que lorsque les données sont collectées à des fins de direct marketing, la personne concernée peut s’opposer gratuitement et sans aucune justification au traitement projeté de données à caractère personnel la concernant.

Artikel 29 van het ontwerp van koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 bepaalt dat « ingeval persoonsgegevens schriftelijk bij de betrokken persoon worden verzameld, de verantwoordelijke voor de verwerking op het document aan de hand waarvan de gegevens bij de betrokkene worden verzameld aan deze laatste vraagt of hij het recht op verzet waarin artikel 12, § 1, derde lid, van de wet voorziet wenst uit te oefenen ».

L’article 29 du projet d’arrêté royal exécutant la loi du 8 décembre 1992 dispose que « lorsque les données à caractère personnel sont collectées par écrit auprès de la personne concernée, le responsable du traitement demande à celle-ci sur le document graˆce auquel il collecte les données si elle souhaite exercer le droit d’opposition institué à l’article 12, § 1er, alinéa 3 ».

Ingeval de persoonsgegevens bij de betrokken persoon op een andere dan schriftelijke wijze worden verzameld, vraagt de verantwoordelijke aan die persoon of hij het recht op verzet wenst uit te oefenen bedoeld in artikel 12, § 1, derde lid, van de wet. De betrokkene kan zulks doen « op een document dat de verantwoordelijke voor de verwerking hem bezorgt ten laatste twee maanden nadat de persoonsgegevens zijn verzameld, of aan de hand van enig technisch middel op grond waarvan kan worden aangetoond dat hem de mogelijkheid is geboden voornoemd recht uit te oefenen ».

Lorsque les données sont collectées auprès de la personne concernée autrement que par écrit, le responsable du traitement demande à celle-ci si elle souhaite excercer son droit d’opposition institué à l’article 12, § 1er, alinéa 3, de la loi « soit sur un document qu’il lui communique à cette fin au plus tard deux mois après la collecte de données à caractère personnelle, soit par tout autre moyen technique qui permet de conserver la preuve que la personne concernée a eu la possibilité d’exercer son droit ».

Dit ontwerp van koninklijk besluit is thans voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

Ce projet d’arrêté royal est actuellement soumis pour avis au Conseil d’E´tat.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5839

DO 1999200011747

DO 1999200011747



Laattijdige publicatie in het Belgisch Staatsblad van de gewestplanwijziging Oostende-Middenkust.

Publication tardive au Moniteur belge de la modification du plan de secteur « Oostende-Middenkust ».

Op 3 september 1997 stelde ik een schriftelijke vraag (nr. 660) aan de minister van Justitie over welke procedures en werkafspraken er van toepassing waren bij de publicatie van berichten in het Belgisch Staatsblad en wat de reden was waarom er zoveel berichten met vertraging gepubliceerd werden (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 101, blz. 13792).

Le 3 septembre 1997, j’ai posé une question écrite (no 660) au ministre de la Justice concernant les procédures et accords de travail applicables pour la publication des avis au Moniteur belge. Je lui a notamment demandé pourquoi tant d’avis étaient publiés avec retard (Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 101, p. 13792).

De minister antwoordde toen dat het samenstellen van het Belgisch Staatsblad dagelijks aangepast werd in overleg met de opdrachtgevende diensten en dat de inhoud herschikt werd in functie van de actualiteit en de prioriteiten van de diverse opdrachtgevers. De minister bevestigde dat de diensten van het Belgisch Staatsblad ernaar streven om de teksten te publiceren rekening houdend met de wensen van de opdrachtgevers.

Le ministre avait répondu à l’époque que la composition du Moniteur belge s’effectuait quotidiennement en accord avec les différents donneurs d’ordre concernés et que l’agencement des textes était traité en fonction de l’actualité et des priorités requises par les donneurs d’ordre.

Blijkbaar hebben de diensten van het Belgisch Staatsblad nog steeds te kampen met vertraging. Vooral in economische dossiers — waar snelheid een belangrijke factor is — is dat zeer nefast.

Les services du Moniteur belge se trouvent manifestement toujours confrontés au même problème. Cette situation peut s’avérer extrêmement préjudiciable, surtout dans les dossiers économiques ou` le facteur « temps » est très important.

In de regio Oostende weten ze nu goed wat de gevolgen zijn van dergelijke vertragingen. Naar aanleiding van de wijziging van het gewestplan OostendeMiddenkust diende er een openbaar onderzoek te gebeuren. De aankondiging hiervan moest driemaal gebeuren in het Belgisch Staatsblad. De diensten van de gouverneur zijn verantwoordelijk voor de aanvraag en de verzending van de stukken. De uiterste publicatiedatum in het Belgisch Staatsblad in dit concreet dossier was 16 november 1999. De diensten van de gouverneur verzonden de stukken aangetekend tegen ontvangstbewijs, dat op 14 oktober 1999 werd ondertekend door de diensten van het Belgisch Staatsblad. De publicatie gebeurde, ondanks een herinnering tien dagen voor de uiterste publicatiedatum, op 25, 26 en 27 november 1999, met tien dagen vertraging dus.

Dans la région d’Ostende, ces retards ont ainsi eu des conséquences particulièrement faˆcheuses. Dans le cadre d’une modification du plan de secteur « Oostende-Middenkust », l’organisation d’une enquête publique était requise. L’avis concernant cette enquête devait être publié à trois reprises au Moniteur belge. Les services du gouverneur sont chargés de la collecte et de la transmission des documents. Dans le cadre de ce dossier, la date limite de publication au Moniteur belge était le 16 novembre 1999. Les services du gouverneur ont transmis les documents par envoi recommandé, avec accusé de réception signé le 14 octobre 1999 par les services du Moniteur belge. Malgré un rappel envoyé dix jours avant la date limite de publication, les avis ont finalement été publiés les 25, 26 et 27 novembre 1999, avec dix jours de retard par conséquent.

Het gevolg is dat de procedure hernomen moet worden en dat er weeral aanzienlijk veel tijd verloren is. Dat moedigt privé-investeerders niet bepaald sterk aan.

Il a dès lors fallu recommencer l’ensemble de la procédure, ce qui représente évidemment une perte de temps considérable. Cette situation n’est bien suˆr pas de nature à mettre en confiance les investisseurs privés.

1. Wat was het juiste verloop van het dossier met betrekking tot de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de aankondiging van het openbaar onderzoek van de gewestplanwijziging Oostende-Middenkust vanaf de ontvangst van de stukken ?

1. Que s’est-il passé exactement au niveau de la procédure pour la publication au Moniteur belge de l’avis relatif à l’enquête publique concernant la modification du plan de secteur « Oostende-Middenkust », depuis la date de réception des documents ?


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5840

2. Wat is de reden waarom die aankondiging laattijdig werd gepubliceerd niettegenstaande het ontvangstbewijs aantoont dat het dossier tijdig verstuurd is geworden ?

2. Pourquoi l’avis en question a-t-il été publié tardivement alors que l’accusé de réception prouve que le dossier a bel et bien été envoyé dans les délais ?

3. a) Welke conclusies kunnen hieruit getrokken worden met betrekking tot de werking van de diensten van het Belgisch Staatsblad ?

3. a) Quelles conclusions peut-on tirer de cette affaire sur le plan du fonctionnement des services du Moniteur belge ?

b) Welke conclusies kunnen hieruit getrokken worden met betrekking tot dit concrete dossier ?

b) Quelles conclusions peut-on en tirer en ce qui concerne ce dossier concret ?

Antwoord : 1999 was voor de diensten van het Belgisch Staatsblad een erg moeilijk jaar. Naast de stijging met meer dan 10 % van het volume te verwerken teksten (tot 55 000 bladzijden van het Belgisch Staatsblad) was er een belangrijke terugloop in het personeelsbestand, in sommige gevallen totaal onvoorzienbaar bij een aantal diensten waardoor op sommige momenten de continuı¨teit nog slechts gebrekkig verzekerd kon worden.

Réponse : 1999 a été une année très difficile pour les services du Moniteur belge. Outre l’augmentation de plus de 10 % du volume de textes à traiter (jusqu’à 55 000 pages de Moniteur belge), les effectifs ont diminué de manière importante, dans certains cas de manière totalement imprévisible, et ce dans plusieurs services, ce qui a eu pour conséquence que la continuité ne pouvait être assurée que de manière imparfaite à certains moments.

Gelet op de complexiteit van de diverse publicatieprocedures vereist de behandeling van sommige dossiers bovendien een ruime ervaring en een voldoende kennis van de beide landstalen.

Vu la complexité des différentes procédures de publication, le suivi de certains dossiers requiert en outre une grande expérience ainsi qu’une connaissance suffisante des deux langues nationales.

1. De teksten betreffende de openbare onderzoeken tot wijziging van een gewestplan moeten in normale omstandigheden ten laatste vier dagen voor de gevraagde datum voor publicatie ingediend worden op het Belgisch Staatsblad. Dit was in dit concreet dossier zeker het geval daar de tekst reeds op 14 oktober 1999 overgemaakt werd aan het Belgisch Staatsblad. Waarom dit echter niet resulteerde in een tijdige publicatie kon, door het niet meer beschikbaar zijn van het publicatiedossier, niet achterhaald worden. De directie van het Belgisch Staatsblad vermoedt echter dat de tekst, door de onervarenheid van een aantal tijdelijke personeelsleden, niet in het juiste publicatieproces terechtgekomen is en daar, door de achterstand in de administratieve verwerking, niet tijdig opgemerkt werd.

1. Les textes concernant les enquêtes publiques en vue de la modification d’un plan de secteur doivent normalement être déposés au Moniteur belge au plus tard quatre jours avant la date de publication souhaitée. Cela a certainement été le cas dans le dossier en question, puisque le texte a déjà été déposé au Moniteur belge le 14 octobre 1999. La raison pour laquelle la publication n’a pas eu lieu dans les délais n’a pu être déterminée, parce que le dossier de publication n’était plus disponible. Cependant, la direction du Moniteur belge pense que, à la suite du manque d’expérience de certains membres temporaires du personnel le texte n’est pas parvenu dans le processus de publication adéquat et, en raison du retard au niveau du traitement administratif, n’a pas été remarqué à temps.

2. Zie 1.

2. Voir 1.

3. a) De conclusie moet zijn dat de diensten van het Belgisch Staatsblad hier gefaald hebben in de uitvoering van hun publicatieopdracht. Dit is te verklaren door een meervoudig menselijk falen maar tevens door een verminderde organisatie veroorzaakt door een niet meer aan de huidige realiteit aangepaste personeelsformatie (zowel op het vlak van de kwantiteit als op het vlak van de kwaliteit van de uitvoerende personeelsleden).

3. a) Il convient de conclure que les services du Moniteur belge ont échoué dans ce dossier au niveau de l’exécution de leur mission de publication. Ceci s’explique par plusieurs erreurs humaines, mais également par une organisation affaiblie par un cadre du personnel qui n’est plus adapté à la réalité actuelle (tant au niveau de la quantité qu’au niveau de la qualité des membres du personnel d’exécution).

b) Ik betreur natuurlijk het falen van de diensten van het Belgisch Staatsblad waardoor de procedure in dit concrete dossier totaal hernomen moet worden

b) Je regrette bien suˆr l’échec des services du Moniteur belge qui a pour conséquence que la procédure dans ce dossier précis doit être reprise dès le


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5841

en tijd verloren gaat. Ik moet echter opmerken dat het reeds op 17 november 1999 duidelijk moest zijn dat de reglementaire procedure niet gerespecteerd werd en dat men bijgevolg reeds veel vroeger had kunnen overgaan tot een rechtzetting van deze situatie.

début, ce qui implique une perte de temps. Cependant je me dois d’observer qu’il devait déjà être clair le 17 novembre 1999 que la procédure réglementaire n’était pas respectée et qu’on aurait donc déjà pu procéder à un redressement de la situation bien plus toˆt.

Tot slot kan ik nog opmerken dat de diensten van het Belgisch Staatsblad momenteel bezig zijn met een aantal aanwervingsprocedures teneinde de sterk uitgedunde personeelsformatie voor een gedeelte terug aan te vullen. Dit blijkt echter moeilijker dan verwacht door de onbeschikbaarheid op de markt van (vooral Nederlandstalig) gekwalificeerd personeel.

Enfin, je peux encore observer que plusieurs procédures de recrutement sont actuellement en cours au sein des services du Moniteur belge, afin de compléter partiellement le cadre du personnel sérieusement diminué. Cela s’avère cependant plus difficile que prévu en raison de l’indisponibilité sur le marché de personnel qualifié (principalement néerlandophone).



Economie

Ećonomie

DO 1999200011189

DO 1999200011189

Vraag nr. 67 van de heer Bart Laeremans van 5 mei 2000 (N.) :

Question no 67 de M. Bart Laeremans du 5 mai 2000 (N.) :

Uitvoerwaarborg. — Gewestelijke verdeling. — Taalkundige verdeling der betrekkingen.

Garantie à l’exportation. — Répartition régionale. — Répartition linguistique des fonctions.

De federale regering heeft aangekondigd dat de bevoegdheid inzake buitenlandse handel zal worden overgedragen aan de gewesten. De Delcrederedienst, nochtans een essentieel element bij de promotie van de uitvoer, blijft wel federaal.

Le gouvernement fédéral a annoncé le transfert aux régions de la compétence en matière de commerce extérieur. L’Office national du Ducroire, qui constitue également un élément essentiel de la promotion des exportations est quant à lui maintenu au niveau fédéral.

1. Kan u de gewestelijke verdeling van het bedrag van de waarborgen die door deze instelling verleden jaar werden verleend meedelen ?

1. Pourriez-vous me communiquer la répartition régionale du montant des garanties accordées par cet organisme l’an passé ?

2. Kan u tevens, per gewest, de cijfers geven van de bedragen die door de Staat de afgelopen jaren niet konden worden teruggevorderd ?

2. Pourriez-vous me communiquer, ventilés par région, les montants que l’E´tat n’est pas parvenu à récupérer ?

3. Stemmen de verdeling van de betrekkingen over de taalkaders van deze instelling overeen met het belang van elk der drie gewesten ?

3. La répartition des fonctions dans les cadres linguistiques de cet organisme correspond-elle à l’importance de chacune des trois régions ?

4. Kan u ook de effectieve bezetting per taaltrap van deze betrekkingen meedelen ?

4. Pourriez-vous me communiquer l’occupation réelle de ces fonctions, par degré linguistique ?

Antwoord : Hierbij deel ik het geachte lid mee dat volgens artikel 4 van het koninklijk besluit van 24 december 1999 houdende precisering van bepaalde

Réponse : Par la présente, je communique à l’honorable membre que, conformément à l’article 4 de l’arrêté royal du 24 décembre 1999 précisant certaines


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5842

ministerie¨le bevoegdheden de controle- en voogdijbevoegdheden over de Nationale Delcrederedienst (NDD) uitgeoefend worden door de ministers van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, van Buitenlandse Zaken, van Financie¨n en van Economie. De eerstgenoemde minister, in dit geval de heer Daems, moet de gezamenlijke uitoefening van deze bevoegdheden coo¨rdineren.

attributions ministérielles, les ministres des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, des Affaires étrangères, des Finances et de l’Ećonomie exercent conjointement l’ensemble des pouvoirs de controˆle et de tutelle sur l’Office national du ducroire (OND). Le ministre dont les attributions sont citées en premier lieu, en l’occurrence M. Daems, doit assurer la coordination de l’exercice conjoint de ces compétences.

Ik heb uw vraag dan ook naar hem doorgestuurd. (Vraag nr. 46 van 18 oktober 2000.)

Je lui ai donc transmis votre question. (Question no 46 du 18 octobre 2000.)

Wetenschappelijk Onderzoek

Recherche scientifique

DO 1999200011603

DO 1999200011603

Vraag nr. 47 van mevrouw Simonne Creyf van 17 juli 2000 (N.) :

Question no 47 de Mme Simonne Creyf du 17 juillet 2000 (N.) : E´tablissements scientifiques fédéraux. — Recrutement de statutaires.

Federale wetenschappelijke instellingen. — Aanwervingen van statutairen. 1. a) Hoe verloopt de aanwerving van statutairen ?

1. a) Comment se déroule le recrutement des statutaires ?

b) Wat is de procedure en over hoeveel tijd loopt deze ?

b) Quelle est la procédure et sur combien de temps s’échelonne-t-elle ?

2. Hoeveel betrekkingen van statutaire technici zijn vacant in de 10 wetenschappelijke instellingen ?

2. Parmi les 10 établissements scientifiques, combien de postes de technicien statutaire sont vacants ?

3. Hoeveel betrekkingen van wetenschappelijk personeel zijn vacant in de 10 wetenschappelijke instellingen ?

3. Au sein des 10 établissements scientifiques, combien de postes réservés au personnel scientifique sont vacants ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.

Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question.

1.

1.

a)

a) A. In geval van vacature in een betrekking van het wetenschappelijk personeel wordt, bij middel van een bericht in het Belgisch Staatsblad, een oproep tot de gegadigden gericht.

A. En cas de vacance dans un emploi du personnel scientifique, il est fait appel aux candidats par un avis publié au Moniteur belge.

Dit bericht bevat de in de artikelen 8 en 18 vermelde gegevens van het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke instellingen van de Staat.

Cet avis contient les indications mentionnées aux articles 8 et 18 de l’arrêté royal du 21 avril 1965 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques de l’E´tat.

1) De vaststelling van de speciale wetenschappelijke geschiktheid waaraan de kandidaten moeten voldoen behoort wat

1) La détermination des aptitudes scientifiques spéciales auxquelles doivent répondre les candidats relève, pour ce qui concerne


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5843

betreft de niet-leidinggevende functies tot de bevoegdheid van de commissie voor werving en bevordering.

les fonctions non dirigeantes, de la compétence du jury de recrutement et de promotion.

Na onderzoek van de ontvankelijkheid van de ingediende kandidaturen, rangschikt de commissie de gegadigden volgens hun titels en wetenschappelijke verdiensten, overeenkomstig met de bepalingen van het artikel 9 van het voornoemd koninklijk besluit van 21 april 1965.

Après avoir examiné la recevabilité des candidatures introduites, le jury classe les candidats sur base de leurs titres et mérites scientifiques, conformément aux dispositions de l’article 9 de l’arrêté royal du 21 avril 1965 précité.

Elke benoeming is het voorwerp van een koninklijk besluit. De statutaire bepalingen voorzien niet dat een wervingsreserve wordt aangelegd.

Chaque nomination fait l’objet d’un arrêté royal. Les dispositions statutaires ne prévoient pas la constitution d’une réserve de recrutement.

2) De Wetenschappelijke Raad der instelling stelt wat betreft de leidinggevende functies de speciale wetenschappelijke geschiktheid vast die de kandidaten moeten bezitten.

2) Le Conseil scientifique de l’établissement fixe, pour ce qui concerne les fonctions dirigeantes, les aptitudes scientifiques spéciales que doivent posséder les candidats.

De benoemingen in de leidinggevende ambten worden verleend :

Les nominations aux fonctions dirigeantes sont conférées :

1o hetzij via promotie aan wetenschappelijke personeelsleden van de betrokken instelling;

1o soit par promotion aux membres du personnel scientifique de l’établissement concerné;

2o hetzij via aanwerving aan wetenschappelijke personeelsleden van een andere wetenschappelijke instelling van de Staat of aan kandidaten die niet behoren tot het wetenschappelijk personeel van deze instellingen.

2o soit par recrutement aux membres du personnel scientifique d’un autre établissement scientifique de l’E´tat ou aux candidats qui n’appartiennent pas au personnel scientifique de ces établissements.

De kandidaturen worden voor advies aan de Wetenschappelijke Raad der betrokken instelling voorgelegd. De raad maakt een omstandig verslag op waarvan de conclusies aan elke gegadigde worden meegedeeld, volgens de bepalingen van de artikelen 21 en 22 van het voornoemd koninklijk besluit van 21 april 1965.

Les candidatures sont soumises à l’avis du Conseil scientifique de l’établissement en question. Le conseil établit un rapport circonstancié dont les conclusions sont portées à la connaissance de chaque candidat, selon les dispositions des articles 21 et 22 l’arrêté royal du 21 avril 1965 précité.

Het in dienst treden na de ondertekening van het koninklijk benoemingbesluit, wordt geregeld voor de zoals voor het niet-leidinggevend wetenschappelijk personeel.

L’entrée en fonction, une fois l’arrêté royal de nomination signé, est réglée selon les mêmes modalités que celles concernant le personnel non dirigeant.

B. De aanwerving van het toegevoegd vorsings- of beheersperoneel verloopt volgens de procedure zoals die geldt voor het personeel van de federale ministeries.

B. Le recrutement du personnel adjoint à la recherche et du personnel de gestion s’effectue selon la procédure en vigueur pour le personnel des ministères fédéraux.

Nadat werd vastgesteld dat de werving kan gebeuren binnen de perken van de voorziene kredieten verklaart de secretaris-generaal van de Federale Diensten voor de wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden (DWTC) de betrekking vacant.

Après avoir constaté que le recrutement peut s’effectuer dans les limites des crédits prévus, le secrétaire général des Services fédéraux des affaires scientifiques, techniques et culturelles (SSTC) déclare l’emploi vacant.


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5844

Na gunstig advies van de Inspectie van financie¨n, stelt het hoofd van betrokken wetenschappelijk instelling de beschrijving van de te verlenen functie.

Après avis favorable de l’Inspection des finances, le chef de l’établissement scientifique concerné établit une description de la fonction à conférer.

Daarna wordt de dienst Mobiliteit van de dienst van Algemeen Bestuur gevraagd voor een overplaatsing in het kader van de vrijwillige mobiliteit. Indien kandidaten zich melden, toetsen de DWTC hun bekwaamheid samen met de betrokken instelling. De geschiktste kandidaat wordt dan overgeplaatst conform de wetgeving.

Le service de Mobilité du service d’Administration générale est ensuite sollicité pour un transfert dans le cadre de la mobilité volontaire. Si des candidats se manifestent, les SSTC procèdent, avec l’établissement concerné, au controˆle de leurs aptitudes. Le candidat le plus apte est alors transféré conformément aux dispositions légales.

Bij gebrek aan enige kandidaat tot mobiliteit, wordt het dossier in handen gegeven van het Selectiebureau van de federale overheid (SELOR).

En l’absence de tout candidat à la mobilité, le dossier est transmis au Bureau de sélection de l’administration fédérale (SELOR).

b)

b) A.

A. 1) Meestal wordt de termijn voor het indienen der kandidaturen in de niet-leidinggevende ambten vastgesteld op 30 dagen na de datum der publicatie in het Belgisch Staatsblad.

1) Le plus souvent, le délai pour l’introduction des candidatures aux fonctions non dirigeantes est fixé à 30 jours après la date de la publication au Moniteur belge.

Voor de statutaire personeelsleden van deze categorie, die in dienst traden tussen 1 januari 1998 en 31 juli 2000, bedraagt de gemiddelde duur van een aanwervingprocedure circa 9 maanden (tussen de datum der publicatie in het Belgisch Staatsblad en de datum van het in dienst treden van de ambtenaren).

Pour les membres du personnel statutaire de cette catégorie, qui sont entrés en fonction entre le 1er janvier 1998 et le 31 juillet 2000, la durée moyenne d’une procédure de recrutement (entre la date de publication au Moniteur belge et la date d’entrée en service des agents) est d’environ 9 mois.

Per 31 juli 2000 waren 8 wervingsprocedures, waarvan de vacante betrekkingen werden gepubliceerd in 1999 en 2000, nog niet beeïndigd.

Au 31 juillet 2000, 8 procédures de recrutement dont les emplois vacants avaient été publiés en 1999 et 2000 n’étaient pas encore arrivées à terme.

2) De termijn voor het indienen der kandidaturen in de leidinggevende ambten werd statutair vastgesteld op 15 werkdagen.

2) Le délai d’introduction des candidatures aux fonctions dirigeantes est fixé statutairement à 15 jours ouvrables.

Voor de statutaire personeelsleden van deze categorie, die ingevolge een aanwerving in dienst traden tussen 1 januari 1998 en 31 juli 2000, lag er gemiddeld 16 maanden tussen de datum der publicatie van de vacante betrekking in het Belgisch Staatsblad en de datum van het in dienst treden van de ambtenaren.

Pour les membres du personnel statutaire de cette catégorie, qui sont entrés en fonction suite à un recrutement entre le 1er janvier 1998 et le 31 juillet 2000, il s’écoule en moyenne 16 mois entre la date de publication de l’emploi vacant au Moniteur belge et la date d’entrée en service des agents.

B. Voor de statutaire leden van het toegevoegd vorsings- en beheerspersoneel, die in dienst traden tussen 1 januari 1998 en 31 juli 2000, bedraagt de gemiddelde duur van een aanwerving 16 maanden (tussen de datum van het

B. Pour les membres statutaires du personnel adjoint à la recherche et du personnel de gestion, qui sont entrés en fonction entre le 1er janvier 1998 et le 31 juillet 2000, la durée moyenne d’un recrutement est de 16 mois


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5845

gunstig advies ter Inspectie van Financie¨n en de datum van het in dienst treden van de ambtenaren).

(entre la date de l’avis favorable donné par l’Inspection des Finances et la date d’entrée en service des agents).

Per 31 juli 2000 waren er nog 9 lopende aanwervingprocedures waarvan er 4 werden opgestart in 1997, 3 in 1998 en 2 in 1999.

Au 31 juillet 2000, 9 procédures de recrutement étaient encore en cours, dont 4 qui avaient débuté en 1997, 3 en 1998 et 2 en 1999.

2. 144 betrekkingen waren vacant op 31 juli 2000, waarvan 113 wat betreft het toegevoegd vorsingspersoneel (waarvan 53 betrekkingen voor technicus der vorsing, niveau 2, rang 20) en 31 wat betreft het beheerspersoneel.

2. 144 emplois étaient vacants au 31 juillet 2000, dont 113 pour ce qui concerne le personnel adjoint à la recherche (dont 53 emplois de techniciens de la recherche, niveau 2, rang 20) et 31 pour ce qui concerne le personnel de gestion.

3. 41 betrekkingen waren vacant op 31 juli 2000 in de wetenschappelijke personeelsformaties der betrokken instellingen, anders gezegd 22 betrekkingen in de leidinggevende ambten en 19 betrekkingen in de nietleidinggevende ambten.

3. 41 emplois étaient vacants au 31 juillet 2000 dans les cadres du personnel scientifique des institutions concernées, soit 22 emplois aux fonctions dirigeantes et 19 emplois aux fonctions non dirigeantes.

Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères

DO 1999200011739

DO 1999200011739

Vraag nr. 20 van de heer Guido Tastenhoye van 5 september 2000 (N.) :

Question no 20 de M. Guido Tastenhoye du 5 septembre 2000 (N.) :

Belgische (Antwerpse) diamantsector. — Resolutie.

Secteur belge (anversois) du diamant. — Résolution.

Op 14 juli 2000 keurde de Kamer van volksvertegenwoordigers unaniem een belangrijke resolutie goed over de Belgische (Antwerpse) diamantsector (Parl. St., Kamer, 1999-2000, nr. 796/8).

Le 14 juillet 2000, la Chambre des représentants a adopté à l’unanimité une importante résolution relative au secteur belge (anversois) du diamant (Doc. parl., Chambre, 1999-2000, no 796/8).

De regering wordt daarin gevraagd een aantal stappen te zetten en een aantal maatregelen te helpen tot stand brengen, onder meer op het niveau van de Verenigde Naties.

Dans cette résolution, il est demandé au gouvernement de prendre des initiatives et de contribuer à la mise en œuvre de certaines mesures, notamment au niveau des Nations unies.

1. Kan u per punt van het beschikkend gedeelte van de resolutie, meedelen welke stappen er reeds werden ondernomen en welke maatregelen er reeds werden getroffen of in het verschiet zijn ?

1. Pourriez-vous, pour chaque point du dispositif de la résolution, préciser quelles initiatives ont déjà été prises et quelles mesures ont déjà été mises en œuvre ou sont en chantier ?

2. Wat zijn daarvan de concrete resultaten voor de Antwerpse diamantsector ?

2. Quels sont les effets concrets de ces initiatives et mesures pour le secteur anversois du diamant ?

Antwoord : Voor het antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 20, verwijs ik u naar het antwoord op uw vraag nr. 75 van 5 september 2000, van mijn collega de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 47, blz. 5410.)

Réponse : Pour la question parlementaire écrite no 20, veuillez vous référer à la réponse donnée par mon collègue le vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, à votre question no 75 du 5 septembre 2000. (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 47, p. 5410.)


2000

2001


751

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5847

INHOUDSOPGAVE — SOMMAIRE PAR OBJET CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord

Blz. Page

* Question sans réponse

Vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie Vice-premier ministre et ministre du Budget, de l’Intégration sociale et de l’Ećonomie sociale

Maatschappelijke Integratie — Intégration sociale 1

1999200011790 18- 9-2000

50

Jan Peeters

Plaatsingskosten in het rusthuis. — Terugvordering door OCMW bij de kinderen van de begunstigde. Frais de placement dans une maison de retraite. — Récupération par le CPAS auprès des enfants du bénéficiaire.

5759

Vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer Vice-premier ministre et ministre de la Mobilité et des Transports 1

1999200000967 20- 3-2000

164


NMBS. — Spoorlijn Gent-Eeklo. SNCB. — Ligne Gand-Eeklo.

5760

1

1999200000981 22- 3-2000

168

Mw. Frieda Brepoels

NMBS. — Treinmaterieel. SNCB. — Matériel pour les chemins de fer.

5762

1

1999200011115 25- 4-2000

184

Jan Mortelmans

NMBS. — Terugbetaling van vervoerbewijzen. — Overmacht. SNCB. — Remboursement des titres de transport. — Force majeure.

5763

1

1999200011380

6- 6-2000

210

Lode Vanoost

Steden. — Pilootprojecten « ISA ». Villes. — Projet-pilote « ISA ».

5764

1

1999200011632 19- 7-2000

252

Paul Timmermans

NMBS. — Voordelen verbonden aan de uitoefening van een parlementair mandaat. — Gratis toegang tot de fietsenstallingen. SNCB. — Avantages liés à l’exercice de la fonction parlementaire. — Accès gratuit à la consigne vélo.

5766

1

1999200011637 20- 7-2000

254

Lode Vanoost

NMBS. — Stationsgebouw van Ukkel-Stalle. SNCB. — Gare d’Uccle-Stalle.

5766

1

1999200011642 20- 7-2000

258

Lode Vanoost

NMBS. — Treinen in het Brusselse Gewest. — Folders met de uurroosters en treingids. SNCB. — Trains en Région bruxelloise. — Brochures avec les horaires et indicateur.

5768

1

1999200011665

1- 8-2000

261

Lode Vanoost

NMBS. — Schadeclaims bij zelfmoorden. SNCB. — Demandes de dédommagement en cas de suicide.

5770

1

1999200011671

2- 8-2000

264

Lode Vanoost

NMBS. — Onderhoud van de spoorbermen. SNCB. — Entretien des accotements.

5771


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5848

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

1999200011714 21- 8-2000

269

Jean-Pol Poncelet

NMBS. — Heropening van spoorlijnen. — Gevolgen voor het milieu. SNCB. — Réouvertures de lignes de chemin de fer. — Incidence sur le plan environnemental.

5773

1

1999200011715 21- 8-2000

270

Yves Leterme

NMBS. — Gratis treinvervoer voor federale ambtenaren. SNCB. — Transport ferroviaire gratuit pour les fonctionnaires fédéraux.

5774

1

1999200011750

7- 9-2000

275

Yves Leterme

Betalend parkeren voor motorrijders. Stationnement payant pour les motocyclistes.

5775

8

1999200011770

8- 9-2000

277

Mw. Annemie Van * NMBS. — Brussels voorstadsnet. de Casteele SNCB. — Réseau desservant la banlieue de Bruxelles.

5743

8

1999200011771

8- 9-2000

278

Mw. Annemie Van * NMBS. — Gelijkschakeling van de concurrende Casteele tievoorwaarden van de vervoermodi. SNCB. — Ajustement des conditions concurrentielles des moyens de transport.

5743

8

1999200000784 18- 9-2000

279

Peter Vanvelthoven * Werking van de onbemande camera’s. Fonctionnement des caméras automatiques fonctionnant sans présence humaine.

5744

8

1999200011785 18- 9-2000

280


* NMBS. — Personeelsleden. — Werken in eigen omgeving. — Discriminatie. SNCB. — Membres du personnel. — Travailler dans sa propre région. — Discrimination.

5744

8

1999200011791 18- 9-2000

281


* Overdag rijden met dimlichten. — Motorrijders, auto’s en vrachtwagens. Conduire de jour avec les feux de croisement allumés. — Motocyclistes, voitures et camions.

5745

8

1999200011796 20- 9-2000

282

Claude Eerdekens

* Ligging van luchthavens. — Overvliegen van verstedelijkte gebieden. Implantation des aéroports. — Survol des zones urbaines.

5746

6

1999200011817 25- 9-2000

288

Bart Laeremans

Brusselse MUG’s en Spoedgevallendiensten. — Nederlandsonkundigheid. SMUR et Services des urgences bruxellois. — Méconnaissance du néerlandais.

5777

Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l’Environnement Consumentenzaken — Protection de la consommation 1

1999200011786 18- 9-2000

61

Martial Lahaye

Toevoeging van zoetigheden en ammoniak in sigaretten. Adjonction de substances édulcorantes et d’ammoniaque dans les cigarettes.

5777

1

1999200011797 20- 9-2000

62

Claude Eerdekens

Consumentenvoorlichting. — Oneerlijke concurrentie. — « Puur natuur »-confituur. Information du consommateur. — Concurrence déloyale. — Confitures « purement naturelles ».

5779


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

CA

DO

5849

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

1999200011798 20- 9-2000

63

Claude Eerdekens

Gevaarlijke producten. — Verpakkingen. — Controlemaatregelen. Produits dangereux. — Emballages. — Mesures de controˆle.

5780

1

1999200011806 21- 9-2000

64

Claude Eerdekens

Voedingslabels. — Toekenningscriteria. — Privéinitiatieven. — Controle. Labels alimentaires. — Critères d’attribution. — Initiatives privées. — Controˆle.

5782

1

1999200011807 21- 9-2000

65

Claude Eerdekens

Genetisch gemodificeerde organismen. — Etikettering van producten. — Controle. Organismes génétiquement modifiés. — E´tiquetage des produits. — Controˆle.

5783

1

1999200011848

5-10-2000

66

Claude Eerdekens

Cosmetica. — Pseudo-wetenschappelijke vermeldingen. Cosmétique. — Allégations pseudo-scientifiques.

5785

1

1999200011849

5-10-2000

67

Claude Eerdekens

Johannesbroodpitmeel en guargom. Farine de graines de caroube et gomme de guar.

5786

1

1999200011857

6-10-2000

71

Claude Eerdekens

Voedingsmiddelen. — Etikettering. — Allergiee¨n. Denrées alimentaires. — Mentions. — Allergies.

5787

Volksgezondheid — Santé publique 1

1999200000212 10-12-1999

36

Jean-Pierre Viseur

Genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). — « Burgerforum ». Organismes génétiquement modifiés (OGM). — « Conférence citoyenne ».

5788

1

1999200011690 10- 8-2000

167


Internationale vergaderingen. — Samenstelling van de Belgische delegaties. Réunions internationales. — Composition des délégations belges.

5789

1

1999200011765

8- 9-2000

173

Yves Leterme

Erkenning van geneesheren. — Specialisten, stagemeesters en stagediensten. — Nieuwe algemene criteria. — Controle. Agrément des médecins. — Spécialistes, maıˆtres de stage et services de stage. — Nouveaux critères généraux. — Controˆle.

5792

1

1999200011794 20- 9-2000

177

Claude Eerdekens

Snoepgoed. — Kleurstoffen. — Verbod. Friandises. — Colorant. — Interdiction.

5794

1

1999200011797 20- 9-2000

178

Claude Eerdekens

Consumentenvoorlichting. — Oneerlijke concurrentie. — « Puur natuur »-confituur. Information du consommateur. — Concurrence déloyale. — Confitures « purement naturelles ».

5796

1

1999200011801 20- 9-2000

181

Claude Eerdekens

Bacterie¨le besmetting. — Controle. — Roomijs. Contamination bactériologique. — Controˆle. — Crème glacée.

5797

1

1999200011802 20- 9-2000

182

Claude Eerdekens

Generische geneesmiddelen. — Verkoop. — Substitutie. Médicaments génériques. — Commercialisation. — Substitution.

5799


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5850

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur

* Vraag zonder antwoord 1

1999200011838

2-10-2000

Blz. Page

* Question sans réponse 188

Mme Maggy Yerna

Bejaarden. — Gezondheidsbeleid. — Protocol. — Evaluatie. Personnes aˆgées. — Politique de la santé. — Protocole. — E´valuation.

5800

Minister van Binnenlandse Zaken Ministre de l’Intérieur 1

1999200000807 28- 2-2000

139

Jan Peeters

Gemeentelijke brandweerdiensten. — Uitoefening van de functie van preventieadviseur van de dienst Welzijn op het werk door in de korpsen aanwezige brandweerofficieren. Services communaux des pompiers. — Exercice de la fonction de conseiller en prévention auprès du service Bien-être au travail par les officiers des corps des pompiers.

5801

1

1999200001015 31- 3-2000

164

Vincent Decroly

Asielrecht. — Homoseksualiteit. Droit d’asile. — Homosexualité.

5803

1

1999200011500 27- 6-2000

214

Claude Eerdekens

Tussen de vakbonden en de ministeries van Begroting en Binnenlandse Zaken gesloten akkoord over de hervorming van de politiediensten. Accord intervenu entre les syndicats et les ministères du Budget et de l’Intérieur en matière de réforme des polices.

5806

1

1999200011740

5- 9-2000

241

Pieter De Crem

Recente toename van het aantal asielzoekers. Augmentation récente du nombre de demandeurs d’asile.

5807

8

1999200011766

8- 9-2000

244

Fred Erdman

* Provinciekieswet. — Onverenigbaarheden. Loi électorale provinciale. — Incompatibilités.

5747

Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Ministre des Affaires sociales et des Pensions

Sociale Zaken — Affaires sociales 1

1999200000007 12-10-1999

27


Gezondheidszorg. — Grensoverschrijdend zorgverkeer. Soins de santé. — Ećhanges transfrontaliers.

5809

1

1999200000492 11- 1-2000

62

Yves Leterme

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning. Cabinets. — Personnel d’exécution de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

5811

1

1999200011590 13- 7-2000

171


Hersteloorden. Maisons de convalescence.

5811

1

1999200011660 31- 7-2000

179

Mme Michèle Gilkinet

Aanwending van RIZIV-statistieken. Utilisation des statistiques INAMI.

5812

1

1999200011683

181

Jef Valkeniers

Chronische ziekten. — Epilepsie. Maladies chroniques. — E´pilepsie.

5814

7- 8-2000


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

CA

DO

5851

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

1999200011691 10- 8-2000

183

Richard Fournaux

Rust- en verzorgingstehuizen. — Erkenningsnormen. Maison de repos et de soins. — Normes d’agrément.

5815

1

1999200011695 17- 8-2000

184

Jo Vandeurzen

Maaltijdvergoedingen aan reizend personeel. Indemnités de repas octroyées au personnel itinérant.

5816

1

1999200011727 31- 8-2000

188

Jean-Jacques Viseur

Kinderbijslag. — Wees. Allocations familiales. — Orphelin.

5817

1

1999200011730

4- 9-2000

189


Achterstal sociale bijdragen bij de RSZ. — Werkgevers en zelfstandigen. Arriérés en matière de cotisations à l’ONSS. — Employeurs et indépendants.

5818

1

1999200011756 8- 9-2000

190


Maatregelen ten voordele van chronisch zieken. — Astmatische en allergische personen. Mesures en faveur des malades chroniques. — Personnes souffrant d’asthme ou d’allergies.

5821

1

1999200011763 13- 9-2000

191

Filip Anthuenis

Ziekenhuizen. — Bijhouden van medische gegevens. — Beheer van grootschalige archieven door firma’s. Hoˆpitaux. — Conservation des données médicales. — Gestion d’archives de grande taille par les firmes.

5822

8

1999200011767 13- 9-2000

192


1

1999200011783 18- 9-2000

193

Aimé Desimpel

Werken in onroerende staat. — Uitbesteding door een aannemer aan een onderaannemer. Travaux immobiliers. — Mise en sous-traitance par un entrepreneur.

5824

1

1999200011784 18- 9-2000

194

Yves Leterme

Publicatie van het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 24 maart 2000. Publication de l’arrêté royal portant exécution de la loi du 24 mars 2000.

5825

8

1999200011795 20- 9-2000

195

Claude Eerdekens

* Extramurale CT-scanners. Scanners CT extra muros.

* Geneesmiddelen. — Prijs. — Verpakking. Médicaments. — Prix. — Conditionnement.

5747

5748

Pensioenen — Pensions 1

1999200000492 11- 1-2000

10

Yves Leterme

Kabinetten. — Uitvoerend personeel niveau 4. — Tewerkstelling in privé-woning. Cabinets. — Personnel d’exécution de niveau 4. — Emploi dans le domicile privé.

5827

1

1999200011774 15- 9-2000

39

Fred Erdman

Pensioen van gehuwde vrouw. Pension d’une femme mariée.

5828

Minister van Landsverdediging Ministre de la Défense 1

1999200011672

2- 8-2000

87


Luc Sevenhans

2000

Centrale Dienst voor sociale en culturele actie. — Verkoop van gronden die aangrenzen aan het militaire domein. Office central d’action sociale et culturelle. — Vente de terrains limitrophes du domaine militaire.

2001

5829


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5852

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


1

1999200011690 10- 8-2000

88


Internationale vergaderingen. — Samenstelling van de Belgische delegaties. Réunions internationales. — Composition des délégations belges.

5830

1

1999200011742

5- 9-2000

91

Pieter De Crem

Strijdkrachten. — Aangekondigde loonsverhogingen. Forces armées. — Annonce d’augmentations salariales.

5832

8

1999200011779 18- 9-2000

92

Olivier Maingain

* Belgische Krijgsmacht. — Opsplitsing naar taalrol per graad. Forces armées belges. — Répartition linguistique par grade.

5748

8

1999200011792 18- 9-2000

93

Martial Lahaye

* Nieuwe opdrachten voor de F-16’s. — Afrika. Nouvelles missions pour les F-16. — Afrique.

5749

Minister van Justitie — Ministre de la Justice 1

1999200000881 13- 3-2000

176


Agressie tegen het personeel van de NMBS. Agressions contre le personnel de la SNCB.

5833

1

1999200011251 16- 5-2000

212

Geert Bourgeois

Elektronische facturering via elektronische gegevensuitwisseling. Facturation électronique par échange électronique de données.

5834

1

1999200011630 19- 7-2000

240

Claude Eerdekens

Door de firma « Direct Marketing » uitgevoerde enquête. Enquête menée par la société « Direct Marketing ».

5836

1

1999200011747

6- 9-2000

257

Yves Leterme

Laattijdige publicatie in het Belgisch Staatsblad van de gewestplanwijziging Oostende-Middenkust. Publication tardive au Moniteur belge de la modification du plan de secteur « OostendeMiddenkust ».

5839

8

1999200011576 15- 9-2000

260

Mw. Magda De Meyer

* Controles op zwartwerk door werklozen. Controˆles des choˆmeurs en vue de dépister le travail au noir.

5749

8

1999200011775 15- 9-2000

261

Fred Erdman

* Commissies belast met het gebruik der Vlaamse taal in wetteksten. Commissions chargées de l’emploi de la langue flamande dans les textes de loi.

5750

8

1999200011780 18- 9-2000

262

Olivier Maingain

* Rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel. — Griffiepersoneel. — Opsplitsing naar taalrol. Tribunal de première instance, tribunal du travail, tribunal de commerce de Bruxelles. — Personnel de greffe. — Répartition linguistique.

5750

8

1999200011784 18- 9-2000

263

Yves Leterme

* Publicatie van het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 24 maart 2000. Publication de l’arrêté royal portant exécution de la loi du 24 mars 2000.

5751


2000

2001


QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

CA

5853

Datum Date

DO


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


Minister van Financie¨n Ministre des Finances 8

1999200011769 13- 9-2000

451

Yves Leterme

* BTW. — VZW’s. — Verschaffen van onderwijs. TVA. — ASBL. — Enseignement dispensé.

5751

8

1999200011776 15- 9-2000

452

Daan Schalck

* Leningen. — Schuldsaldoverzekering. — Aftrekbaarheid als beroepskosten. Prêts. — Assurance solde restant duˆ. — Déductibilité comme frais professionnels.

5752

8

1999200011777 15- 9-2000

453

Yves Leterme

* BTW. — Beslechting van fiscale geschillen. — Bevoegde fiscale kamers. TVA. — Contentieux en matière fiscale. — Chambres fiscales compétentes.

5752

8

1999200011782 18- 9-2000

454


* Vennootschapsbelasting. — Bijlagen. Impoˆt des sociétés. — Annexes.

5753

8

1999200011783 18- 9-2000

455

Aimé Desimpel

* Werken in onroerende staat. — Uitbesteding door een aannemer aan een onderaannemer. Travaux immobiliers. — Mise en sous-traitance par un entrepreneur.

5754

8

1999200011789 18- 9-2000

456

Yves Leterme

* WIB 1992. — Belastingvrije som. — Interpretatie door de administratie van het begrip « ongehuwd ». CIR 1992. — Quotité du revenu exemptée d’impoˆt. — Interprétation de la notion « célibataire » par l’administration.

5754

8

1999200011803 20- 9-2000

457

Claude Eerdekens

* Wetboek van de inkomstenbelastingen. — Aftrekbare uitgaven. — Verrekening op een aanslagjaar. Code des impoˆts sur le revenu. — Dépenses déductibles. — Imputation sur un exercice.

5755

Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties Ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques

Telecommunicatie — Télécommunications 8

1999200011773

8- 9-2000

128

Mw. Annemie Van * De Post. — Taalkaders. de Casteele La Poste. — Cadres linguistiques.

5755

8

1999200011781 18- 9-2000

129

Olivier Maingain

5756

* De Post. — Brusselse verkooppunten. — Opsplitsing naar taalrol van het personeel. La Poste. — Points de vente bruxellois. — Répartition linguistique du personnel.

Overheidsbedrijven en Participaties — Entreprises et Participations publiques 8

1999200011804 20- 9-2000

44


Claude Eerdekens

2000

* De Post. — Overschakeling op de euro. — Nominale waarde van postzegels. — Omwisseling. La Poste. — Passage à l’euro. — Valeur faciale des timbres. — Ećhange.

2001

5757


752

QRVA 50 049 23 - 10 - 2000

5854

CA

DO

Datum Date


Voorwerp Objet

Auteur


Blz. Page


Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid Ministre de l’Ećonomie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes

Economie — Ećonomie

1

1999200011189

5- 5-2000

67

Bart Laeremans

Uitvoerwaarborg. — Gewestelijke verdeling. — Taalkundige verdeling der betrekkingen. Garantie à l’exportation. — Répartition régionale. — Répartition linguistique des fonctions.

5841

8

1999200011795 20- 9-2000

93

Claude Eerdekens

* Geneesmiddelen. — Prijs. — Verpakking. Médicaments. — Prix. — Conditionnement.

5758

8

1999200011805 20- 9-2000

94

Claude Eerdekens

* Hypothecaire lening. — Levensverzekering. — Beleggingsfonds. Emprunt hypothécaire. — Assurance-vie. — Fonds de placement.

5758

Wetenschappelijk Onderzoek — Recherche scientifique

1

1999200011603 17- 7-2000

47

Mw. Simonne Creyf

Federale wetenschappelijke instellingen. — Aanwervingen van statutairen. E´tablissements scientifiques fédéraux. — Recrutement de statutaires.

5842

Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat adjointe au ministre des Affaires étrangères

1

1999200011739

5- 9-2000

20


Guido Tastenhoye

2000

Belgische (Antwerpse) diamantsector. — Resolutie. Secteur belge (anversois) du diamant. — Résolution.

2001

5845


Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS QRVA QRVA

Recommend Documents