QRVA 51 059
QRVA 51 059
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
28 - 12 - 2004
1171 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9264
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BELANG VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2004
2005
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9265
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 9269 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 9279
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
9279
Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Finances
9286
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
9290
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
9297
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre des Affaires étrangères
9302
Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
9304
Minister van Landsverdediging
9304
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
9313
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Minister van Middenstand en Landbouw
9321
Minister van Werk en Consumentenzaken
Ministre de la Coopération au développement
—
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
—
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Ministre de la Mobilité
9323
Minister van Mobiliteit
Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
9326
Minister van Leefmilieu en Pensioenen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9267
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 9329
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
9329 9330 9346 9356 9367 — 9394 9397
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’E´conomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
9400 9408 9413 — 9422 9425 9426
9432
Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Buitenlandse Zaken Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Mobiliteit Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
— —
9435
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
Page/Blz. 9445
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9269
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Date Datum
Question no Vraag nr.
23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 5-10-2004
366 369 370 377 378 383 385
6-10-2004
390
8-10-2004
396
15-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 20-10-2004 22-10-2004 22-10-2004 26-10-2004 26-10-2004
398 400 408 410 412 414 416 418
7691
27-10-2004 27-10-2004 3-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 17-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 22-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004
419 420 422 433 435 436 437 440 441 443 444 446 447 448 450 451 452 453 454
2004
2005
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004
22 25 66 203
9513202651013173-
3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004
206 229 233 238 249 260 272 277 283 289
9- 6-2004 11- 6-2004 14- 6-2004
291 293 294
1564262691316162122-
303 306 309 327 338 339 342 345 350 352 361 364
7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Alfons Borginon Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Guido De Padt Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Gerolf Annemans Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Alfons Borginon Bart Laeremans Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu
232 233 1091 4254 4255 4878 4880 5039 5312 5457 5614 5827 5969 6112 6114 6312 6313 6598 6599 6601 7179 7181 7182 7511 7512 7685 7685 7691
Auteur Geert Lambert Claude Marinower Luk Van Biesen Guido De Padt Bart Laeremans Alfons Borginon Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Stijn Bex Stijn Bex Alfons Borginon Walter Muls Dylan Casaer Mw. Sabien LahayeBattheu Stijn Bex Walter Muls Guy D’haeseleer Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Mw. Ingrid Meeus Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Guido De Padt Jo Vandeurzen Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Claude Marinower Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Walter Muls
Page Blz. 7877 7879 8081 8083 8084 8085 8086 8089 8232 8437 8439 8442 8444 8649 8651 8652 8653 8654 8655 8882 8884 8885 8885 9105 9106 9279 9280 9280 9281 9281 9282 9283 9284 9284 9285 9285
* Liste cloˆturée le 24 décembre 2004 * Lijst afgesloten op 24 december 2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9270
Date Datum
Question no Vraag nr.
24-11-2004
455
Auteur Claude Marinower
Date Datum
Question no Vraag nr.
689 947 1117 1694 1697 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4281 4576 4577 4898 5075 5332 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 6440 6442 6442 6605
28- 6-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 15- 9-2004 16- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 20-10-2004 25-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 3-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 12-11-2004 16-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004
425 434 435 441 442 443 445 449 472 473 483 487 490 492 496 497 499 500 501 503 504 506 509 510 511 512 513 514 517 518 519 522 523 524 525 527 528 529 531 532 533 535 536 538 541 543
2004
2005
Page Blz. 9286
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 8- 3-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 13- 4-2004 20- 4-2004 22- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 24- 6-2004
45 54 66 81 83 97 104 137 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274 305 318 320 345 352 353 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407 420 421 422 423
Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Pieter De Crem
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Dylan Casaer Koen Bultinck Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Dylan Casaer Luk Van Biesen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Dalila Douifi Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Jean-Marc Nollet Servais Verherstraeten Richard Fournaux Patrick De Groote Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen Ortwin Depoortere Mw. Dalila Douifi Ortwin Depoortere Alfons Borginon Alfons Borginon Luk Van Biesen
Page Blz. 6607 6753 6753 7187 7187 7188 7188 7190 7517 7692 7697 7879 8091 8091 8093 8095 8096 8097 8098 8234 8236 8239 8444 8445 8445 8446 8447 8449 8655 8656 8658 8886 8888 8889 8890 8891 8892 8893 8894 8895 8896 9107 9109 9286 9287 9287
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
24-11-2004
544
9271
Auteur Jean-Jacques Viseur
Page Blz. 9289
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting
28- 5-2004
22
28- 6-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 15-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 9-11-2004 10-11-2004
27 28 29 31 32 33 34 36
Mw. Sabien LahayeBattheu Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Guy D’haeseleer Bart Laeremans Jean-Marc Nollet
6117 6616 7699 7700 8450 8450 8897 8898 8898
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
24253111124252812569132627272727272727-
2-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004
170 214 218 222 224 231 239 240 244 245 247 249 250 253 254 255 256 257 259 261 263 264
Geert Lambert Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Filip De Man Pieter De Crem Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Jos Ansoms Bart Tommelein Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Willy Cortois Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Date Datum
Question no Vraag nr.
27- 7-2004 30- 9-2004 11- 8-2004 20- 8-2004 6- 9-2004 10- 9-2004 10- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 21- 8-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 20-10-2004 25-10-2004
269 270 271 274 282 283 284 286 288 289 290 291 292 296 302 304 305 306 309 310 312 314 315 318 319 321 323 325 326
26-10-2004 26-10-2004 26-10-2004 26-10-2004 26-10-2004
328 329 330 331 332
4097 5973 6118 6315 6316 6618 6621 6622 6624 6624 6626 6627 6755 6758 7194 7195 7196 7196 7198 7198 7199 7199
27-10-2004 27-10-2004 27-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 3-11-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 8-11-2004 9-11-2004
2004
2005
333 334 335 336 337 338 339 340 341 343 344
Auteur Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Bart Laeremans Carl Devlies Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Bart Laeremans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Martine Taelman Jan Mortelmans Guido De Padt Jan Mortelmans Patrick De Groote Mw. Nathalie Muylle Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Roel Deseyn Patrick De Groote Roel Deseyn Stijn Bex Mw. Frieda Van Themsche Jan Mortelmans Koen Bultinck Patrick De Groote Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Koen T’Sijen Patrick De Groote Roel Deseyn
Page Blz. 7201 7201 7202 7203 7414 7518 7518 7702 7704 7704 7705 7881 7881 8104 8108 8109 8110 8110 8112 8113 8240 8240 8241 8242 8451 8452 8453 8659 8659 8660 8661 8661 8662 8663 8664 8664 8665 8899 8899 8899 8900 8901 8901 8903 8904
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1172
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9272
Date Datum
Question no Vraag nr.
9-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 17-11-2004 18-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 24-11-2004
345 346 349 350 351 352 354 356 357 358 359 360 361 362
Auteur Roel Deseyn Roel Deseyn Dylan Casaer Jean-Marc Nollet Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Luk Van Biesen Jean-Marc Nollet Mme Jacqueline Galant Olivier Chastel Dirk Claes Servais Verherstraeten Mme Muriel Gerkens François Bellot
Page Blz. 8904 8906 8907 8908 9111 9111 9290 9291 9292 9293 9294 9294 9295 9296
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 17- 5-2004 28- 6-2004
281 298
12- 7-2004 26- 7-2004 27- 7-2004 2- 8-2004 11- 8-2004 12- 8-2004 12- 8-2004 18- 8-2004 20- 8-2004 25- 8-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004
314 324 325 331 337 338 339 343 344 346 352 353 355 356 358 360 364 365 367 373 378 379 382
Dirk Claes Mw. Yolande Avontroodt Willy Cortois Claude Marinower Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido De Padt Filip Anthuenis Guido De Padt Geert Lambert Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Geert Lambert Bart Laeremans
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
5833 6630 6760 7206 7207 7211 7216 7216 7217 7220 7220 7222 7520 7520 7522 7522 7705 7706 7708 7709 7710 7884 8116 8117 8119 2004
Date Datum
Question no Vraag nr.
1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 20-10-2004 21-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 29-10-2004 8-11-2004 8-11-2004 9-11-2004 16-11-2004 17-11-2004 18-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004
385 387 388 395 396 398 402 405 411 413 414 415 416 420 421 425 426 427 431 433 435 439 440 441 442 444
Auteur Mme Annick Saudoyer Francis Van den Eynde Guido De Padt Melchior Wathelet Melchior Wathelet François Bellot Guido De Padt Bart Laeremans Stijn Bex Koen T’Sijen Mw. Hilde Vautmans Melchior Wathelet Mw. Nancy Caslo Mw. Nancy Caslo Melchior Wathelet Jan Mortelmans Mme Zoé Genot Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Mme Jacqueline Galant Mme Annick Saudoyer Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Dirk Claes Guido De Padt
Page Blz. 8120 8121 8122 8244 8246 8247 8454 8455 8459 8665 8666 8667 8668 8669 8908 8912 8912 8913 9113 9114 9297 9298 9299 9300 9300 9301
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 18-11-2003 7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 26- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 2005
38 51 59 61 70 71 102 104 109 115 118 119 121 123 125 126
Roel Deseyn Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Guy D’haeseleer
1674 2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523 7713 7714 8248 8461 8915 8916
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 16-11-2004
127 128 129 130 131
16-11-2004
132
16-11-2004 18-11-2004 23-11-2004
133 134 135
9273
Auteur Patrick Moriau Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Ludo Van Campenhout Mohammed Boukourna Mw. Nathalie Muylle Mme Annick Saudoyer Hervé Hasquin
Page Blz. 8917 8919 8919 9115
9119 9120 9302 9303
Minister van Landsverdediging 36 45 126 127 143 149
Karel Pinxten Luc Sevenhans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Staf Neel Luc Sevenhans
Question no Vraag nr.
23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004
76 77 78 79
9117
Ministre de la Défense
28-11-2003 16-12-2003 15-10-2004 18-10-2004 12-11-2004 23-11-2004
Date Datum
2091 2359 8462 8463 9121 9304
3-11-2004 10-11-2004
69 72 75
Mw. Greet Van Gool Hagen Goyvaerts Mme Muriel Gerkens
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
29 31
Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet
8925 8926
17- 9-2004 12-10-2004 15-10-2004 3-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 22-11-2004
24 27 28 31 32 33 34 35
Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Muriel Gerkens Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Bart Laeremans
7717 8251 8465 8926 8927 8928 8928 9312
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
8131 8463 8921 9122 9304 9305 9306 9307
E´nergie — Energie
18-10-2004 9-11-2004 22-11-2004
9309 9310 9310 9311
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
E´conomie — Economie
Dirk Van der Maelen Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mw. Simonne Creyf Stijn Bex Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Roel Deseyn
Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
156 160 167 174 175 176 178 179
Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
5-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 17-11-2004 22-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004
Auteur
Page Blz.
8464 8923 9309 2004
24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004
7 14 19 20 25 41 83 84 87 100
24111512330-
109 122 123 137 141 144
5-2004 6-2004 6-2004 7-2004 8-2004 8-2004
2005
Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mme Zoé Genot Mw. Annemie Turtelboom
40 253 601 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 6770 7236 7239
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9274
Date Datum
Question no Vraag nr.
9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 30- 9-2004 4-10-2004
148 151 153 159 160 162 165 167
5-10-2004 6-10-2004
168 170
7-10-2004
172
8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004 25-10-2004 25-10-2004 28-10-2004 3-11-2004
173 174 175 177 178 181 182 183 184 186 187 188 189 190 191 192
3-11-2004 3-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 17-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004
193 194 196 197 199 200 201 202 203
Auteur Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Willy Cortois Bart Laeremans Philippe De Coene Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Guido De Padt Hendrik Daems Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Daniel Bacquelaine Luk Van Biesen Luk Van Biesen Patrick De Groote Mw. Maggie De Block Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Hans Bonte Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde David Geerts Mw. Greet Van Gool Benoıˆt Drèze Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen
Page Blz. 7526 7529 7718 7721 7722 7723 8134 8135 8136 8137 8252 8252 8253 8253 8467 8467 8468 8469 8470 8471 8672 8673 8674 8675 8676 8929 8930 8931 8932 8933 8933 9124 9313 9315 9315 9316
Santé publique — Volksgezondheid
14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003
11 12 14 44
Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
254 255 256 1123 2004
Date Datum
Question no Vraag nr.
21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 29- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 10- 5-2004 10- 5-2004
47 66 141 152 158 179 181 182
26- 5-2004 9- 6-2004 9- 6-2004
196 206 217
9- 6-2004
223
11- 6-2004 21- 6-2004 24- 6-2004
224 231 234
6912262644132666777891017-
7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004
239 243 244 246 247 259 260 265 269 270 271 272 274 275 276 277 278 279 284
21- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004
287 290 295 297 298 299
13-10-2004 2005
300
Auteur Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Pierre Lano Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Guido De Padt Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Willy Cortois Guido De Padt Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt
Page Blz. 1125 2099 4438 4731 5078 5626 5627 5628 5987 6149 6151 6153 6328 6453 6652 6655 6772 6773 7239 7240 7249 7249 7251 7429 7430 7430 7431 7433 7433 7434 7435 7529 7531 7726 7727 8138 8140 8142 8143 8143 8254
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9275
Date Datum
Question no Vraag nr.
15-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 20-10-2004 20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004
301 304 305 309 310 312 314 316
26-10-2004 26-10-2004 27-10-2004 27-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 29-10-2004 3-11-2004 3-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004
317 318 319 320 321 324 325 326 327 328 329 330 331
17-11-2004 17-11-2004 17-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 24-11-2004 24-11-2004 24-11-2004
333 334 335 336 337 338 339 340 341 342
Auteur Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Koen Bultinck Guy D’haeseleer Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Koen Bultinck Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Mme Jacqueline Galant Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Koen Bultinck Mw. Annelies Storms Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Alfons Borginon Geert Lambert Guido De Padt Jo Vandeurzen Mme Annick Saudoyer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mme Annick Saudoyer Mw. Yolande Avontroodt
Page Blz. 8472 8474 8474 8477 8478 8677 8679 8680 8681 8681 8683 8684 8684 8934 8935 8936 8937 8938 8938 8939 8939 9124 9125 9126 9316 9317 9317 9318 9318 9319 9320
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
2424328-
5-2004 5-2004 6-2004 6-2004
107 109 112 118 127 134 137 138 142 155 158 161
20-10-2004
163
25-10-2004
167
9-11-2004 18-11-2004 23-11-2004
173 179 181
24-11-2004
182
Filip Anthuenis 946 Mw. Maggie De Block 3028 Mw. Maggie De Block 5621 Mw. Sabien LahayeBattheu 5835
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Auteur
Page Blz.
Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Maggie De Block Roel Deseyn Luc Sevenhans Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Maggie De Block Mme Muriel Gerkens Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer
5975 5976 6124 6659 6775 6776 7254 7532 7730 8147 8148 8149 8153 8260 8479 8480 8481 8687 8941 9321 9322 9322
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8- 3-2004 17- 9-2004 15-10-2004 26-10-2004 3-11-2004 10-11-2004 10-11-2004
19 36 38 40 41 42 43
Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens Mw. Nathalie Muylle Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet
4270 7733 8484 8688 8943 8944 8944
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Emploi — Werk
24 55 87 88
89 90 97 102
12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 10- 9-2004 17- 9-2004 1-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 20-10-2004
Minister van Werk en Consumentenzaken
14-10-2003 19- 1-2004 7- 5-2004 14- 5-2004
Question no Vraag nr.
Date Datum
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
22- 9-2003 2005
7
Francis Van den Eynde
621
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9276
Question no Vraag nr.
Date Datum 31415182329-
3-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004
37 49 51 52 54 57
4- 8-2004 15-10-2004 3-11-2004 10-11-2004 17-11-2004
58 65 69 72 73
Auteur Mw. Annelies Storms Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman Mw. Sabien LahayeBattheu Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet Jo Vandeurzen
Page Blz. 4736 6160 6330 6454 6456 7255 7256 8485 8944 8946 9127
Date Datum
Question no Vraag nr.
10- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 22-10-2004 22-10-2004 22-10-2004 25-10-2004
144 146 148 151 152 153 154 157 160 161 162 163 164
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
3-11-2004
23
Guy D’haeseleer
8947
Gelijke Kansen — E´galité des chances
30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004
4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24
17- 9-2004 26-10-2004 10-11-2004
25 32 35
Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Stijn Bex Jean-Marc Nollet
2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779 7257 7736 8689 8948
Ministre de la Mobilité
143
Mw. Marleen Govaerts
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
165 167 168 169 170 171 172 174 175 176 178
24-11-2004 24-11-2004
179 180
Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Jos Ansoms Bart Laeremans Mw. Simonne Creyf Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Jan Mortelmans Mw. Greet Van Gool Mme Sophie Pécriaux Staf Neel Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Filip Anthuenis Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Guido De Padt Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Willy Cortois Jean-Marc Nollet Ludo Van Campenhout François Bellot Bart Tommelein
7534 7737 7739 8155 8264 8265 8265 8488 8489 8690 8690 8691 8692 8693 8949 8950 8950 8951 8951 8952 8952 8953 8954 9323 9324 9325
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu
21- 9-2004 10-11-2004
33 38
Bart Laeremans Jean-Marc Nollet
7740 8954
Pensions — Pensioenen
7436
10- 5-2004 5- 7-2004 21- 9-2004 22- 9-2004 15-10-2004
2004
2005
Minister van Mobiliteit 2- 9-2004
25-10-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 9-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 10-11-2004 23-11-2004
Auteur
Page Blz.
32 36 45 46 49
Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Bart Laeremans Ortwin Depoortere François Bellot
6126 6667 7741 7742 8491
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
25-10-2004
54
3-11-2004 9-11-2004 23-11-2004 23-11-2004
56 58 61 62
9277
Auteur Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Bert Schoofs Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool
Page Blz. 8693 8955 8957 9326 9327
Date Datum
Question no Vraag nr.
22- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004
19 20 21 22 23 24 25
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 27- 4-2004
15
Guido De Padt
5631
13 15 16 18
Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
7744 8267 8493 8494 8494 8496 8695
Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
21- 9-2004
18
Bart Laeremans
7745
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 3-2004 9-2004 9-2004 9-2004
Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
2271721-
Auteur
Page Blz.
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 4595 7437 7743 7743
21- 9-2004 24- 9-2004 29-10-2004
2004
2005
25 26 31
Bart Laeremans Mme Zoé Genot Mw. Greet Van Gool
7747 7889 8959
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9279
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2004200502679
DO 2004200502679
Question no 441 de M. Alfons Borginon du 18 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 441 van de heer Alfons Borginon van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Référendaires et juristes de parquet. — Perspectives de carrière.
Referendarissen en parketjuristen. — Loopbaanperspectieven.
` l’epoque, les fonctions de référendaires et de jurisA tes de parquet ont principalement été créées afin de soutenir la magistrature assise et la magistrature debout.
De functie van referendaris en parketjuristen werd destijds vooral gecree¨erd met de bedoeling om de zetelende en staande magistratuur te ondersteunen.
Cependant, les jeunes qui exercent ces fonctions voudraient faire carrière. Dans la pratique, cela signifie qu’ils essayent de réussir l’examen du stage judiciaire le plus rapidement possible afin d’accéder à la magistrature assise et à la magistrature debout et de pouvoir par la suite y gravir les échelons.
De jongeren die in deze functie werkzaam zijn, willen echter een carrière opbouwen. In de praktijk betekent dit dat ze zo snel mogelijk proberen te slagen voor het examen van de gerechtelijke stage om zo door te stromen naar de zetelende en staande magistratuur en daar omhoog te klimmen.
Peut-être serait-il utile de développer davantage leurs perspectives de carrière ? On pourrait par exemple créer une sorte de fonction d’expert ou` le niveau de spécialisation et le salaire sont plus élevés. Ou bien alors prévoir une passerelle vers certains départements du SPF Justice, par exemple vers la section législation, ou` leur expérience pratique offre sans aucun doute une plus-value.
Misschien zou het nuttig zijn hun loopbaanperspectieven meer uit te bouwen ? Men zou bijvoorbeeld een soort expertfunctie kunnen cree¨ren waarbij de specialisatie en het loon stijgen. Of in een doorstroming voorzien naar sommige delen van de FOD Justitie, bijvoorbeeld op de afdeling Wetgeving, waar hun praktijkervaring zonder twijfel een meerwaarde biedt.
Quelle est votre position à ce sujet ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Wat is uw standpunt hierover ? 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1173
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9280
DO 2004200502681
DO 2004200502681
Question no 443 de M. Alfons Borginon du 18 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 443 van de heer Alfons Borginon van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Tribunal de première instance de Bruxelles. — Référendaires et juristes de parquet.
Rechtbank van eerste aanleg van Brussel. — Referendarissen en parketjuristen.
Ni les juristes de parquet, ni les référendaires ne sont soumis aux quotas linguistiques prévus dans la loi du 15 juin 1935 concernant l’usage des langues en matière judiciaire.
Noch de parketjuristen, noch de referendarissen zijn onderworpen aan de taalquota’s in de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.
Le rapport entre néerlandophones et francophones s’en trouverait déséquilibré.
Dit zou leiden tot een onevenwicht in de verhouding Nederlandstaligen en Franstaligen.
Le bilinguisme est pourtant très important à Bruxelles. Bien que les procédures se déroulent en néerlandais ou en français, le dossier contient souvent des pièces rédigées dans l’autre langue.
Nochtans is tweetaligheid van groot belang in Brussel. Alhoewel de procedure ofwel in het Nederlands, ofwel het Frans verloopt, zitten er echter vaak processtukken van de andere taal in het dossier.
1. Combien de référendaires et de juristes de parquet le tribunal de première instance de Bruxelles comptait-il au 1er octobre 2004 ?
1. Hoeveel referendarissen en parketjuristen waren er op 1 oktober 2004 bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel ?
2. Quel est le rapport N-F ?
2. Kan u deze opdelen in Nederlandstaligen en Franstaligen ?
3. Ces personnes ont-elles néanmoins apporté une preuve quelconque de leur connaissance de l’autre langue ?
3. Hebben deze personen niettemin enig bewijs geleverd van kennis van de andere taal ?
DO 2004200502682
DO 2004200502682
Question no 444 de M. Guido De Padt du 18 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 444 van de heer Guido De Padt van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Prisons. — Personnes détenues pour délits sexuels et faits de pédophilie. — Expériences de castration chimique.
Gevangenissen. — Gevangenen wegens seksuele misdrijven en pedoseksuele feiten. — Experimenten lustremmende medicamenten.
La France a récemment lancé à titre d’expérience un projet de castration chimique de violeurs et de pédophiles afin de freiner ainsi leur appétit sexuel. Le gouvernement français entend de la sorte s’attaquer au problème du surpeuplement des prisons françaises.
Frankrijk lanceerde recentelijk een proefproject dat toelaat verkrachters en pedofielen chemisch te castreren om zo hun seksuele honger af te remmen. De Franse overheid wil alzo de overbevolking in de Franse gevangenissen tegengaan.
1. Combien de personnes séjournaient dans les prisons belges au 31 octobre 2001, au 31 octobre 2002, au 31 octobre 2003 et au 31 octobre 2004 pour avoir commis des délits sexuels et quel pourcentage ce nombre représentait-il à chaque fois par rapport à la population carcérale masculine totale ?
1. Kan u meedelen hoeveel mannen er op 31 oktober 2001, 31 oktober 2002, 31 oktober 2003 en 31 oktober 2004 in de Belgische gevangenissen vastzaten wegens het plegen van een seksueel misdrijf en welk percentage dit aantal op de verschillende peildata vertegenwoordigde tegenover het totaal aantal mannelijke gevangenen ?
2. Parmi ces personnes, combien étaient emprisonnées pour des faits de pédophilie (ainsi que le pourcentage par rapport au nombre de personnes détenues pour des crimes sexuels) ?
2. Kan u meedelen hoeveel er daarvan (en percentage van het aantal gevangenen dat vastzat voor seksuele misdrijven) vastzaten voor pedoseksuele feiten ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9281
3. a) Le gouvernement fédéral envisage-t-il également de mener des expériences dans le cadre desquelles seraient proposés à des récidivistes un accompagnement et un traitement avec des médicaments freinant la libido ?
3. a) Overweegt ook de federale regering om experimenten op te starten waarbij aan recidivisten begeleiding en behandeling met lustremmende medicamenten wordt aangeboden ?
b) Si oui, pouvez-vous me donner une description des initiatives envisagées ainsi qu’un aperçu des couˆts qu’elles engendreraient ?
b) Zo ja, kan u een beschrijving geven van de initiatieven die men wil nemen en de kosten die eraan verbonden zijn ?
DO 2003200432058
DO 2003200432058
Question no 446 de M. Jo Vandeurzen du 22 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 446 van de heer Jo Vandeurzen van 22 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Cannabis. — Politique de tolérance et résolution européenne.
Cannabis. — Gedoogbeleid en Europese resolutie.
Le Conseil de ministres européen du 26 juillet 2004 a approuvé une résolution relative à la stratégie à adopter face à la consommation croissante de cannabis.
Op de Europese Ministerraad van 26 juli 2004 werd een resolutie goedgekeurd met betrekking tot de strategie inzake het alsmaar stijgend cannabisgebruik.
Le Conseil de ministres constate dans cette résolution que la concentration de THC, une substance présente dans le cannabis, ne fait qu’augmenter.
In de resolutie stelt de Ministerraad dat de concentratie THC, die gevonden wordt in cannabis, alleen maar stijgt.
Si les ministres semblent estimer à l’échelle européenne qu’il est urgent d’accorder une attention accrue à la lutte contre la production et la consommation de cannabis, il faut mettre à l’« actif » de la précédente coalition arc-en-ciel l’instauration en Belgique d’une politique de tolérance en la matière.
Terwijl blijkbaar op het Europese niveau de ministers van oordeel zijn dat er dringend meer aandacht moet gaan naar de strijd tegen de productie en het gebruik van cannabis, is het de « verdienste » geweest van de vorige paarsgroene regering om in Belgie¨ daaromtrent een gedoogbeleid te installeren.
Dans quelle mesure l’option historique ainsi prise par le précédent gouvernement est-elle conciliable avec la position que vous avez adoptée au Conseil de ministres européen à propos de cette résolution européenne ?
In welke mate kan u deze historische optie van de vorige regering verzoenen met het standpunt dat u in de Europese Ministerraad met betrekking tot deze Europese resolutie heeft aangenomen ?
DO 2004200502693
DO 2004200502693
Question no 447 de Mme Greet Van Gool du 22 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 447 van mevrouw Greet Van Gool van 22 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Mise sur écoute téléphonique. — Recours à des personnes présentant un handicap visuel.
Afluisteren van telefonische gesprekken. — Inschakeling van personen met een visuele handicap.
Aux Pays-Bas, il est de plus en plus courant de recourir à des personnes présentant un handicap visuel dans le cadre de la mise sur écoute téléphonique de criminels. Les aveugles et les malvoyants ont en effet une écoute plus attentive. Ne pouvant plus ou presque plus se servir de leurs yeux, ils ont une ouı¨e adaptée.
In Nederland gebeurt het steeds vaker dat mensen met een visuele handicap ingeschakeld worden voor het afluisteren van telefonische gesprekken van criminelen. Blinden en slechtzienden luisteren immers aandachtiger, omdat ze hun gehoor hebben moeten aanpassen omdat ze hun ogen niet of niet meer konden gebruiken.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9282
Les services de police belges envisagent également de recourir à des personnes affectées d’un handicap visuel pour les écoutes téléphoniques. Le ministre de l’Intérieur a indiqué qu’à la suite de propositions formulées par des associations pour l’intégration des handicapés visuels, son département étudiait depuis quelque temps la possibilité de faire appel aux aptitudes particulières des aveugles et malvoyants pour venir en aide aux services de police et à la justice. Il a dit attendre les résultats de l’étude préliminaire menée par la police et l’avis de la ministre de la Justice, qui est compétente pour les écoutes téléphoniques judiciaires.
Ook de Belgische politiediensten denken eraan personen met een visuele handicap in te zetten bij het afluisteren. De minister van Binnenlandse Zaken heeft gesteld dat zijn departement naar aanleiding van voorstellen van verenigingen voor de integratie van visueel gehandicapten sinds enkele tijd de mogelijkheid onderzoekt om beroep te doen op de bijzondere vaardigheden van blinden en slechtzienden om de politie en het gerecht bij te staan. Hij zou de voorstudie van de politie afwachten, en het advies van de minister van Justitie omdat die bevoegd is voor de gerechtelijke telefoontap.
1. Que pensez-vous du recours à personnes présentant un handicap visuel dans le cadre d’écoutes téléphoniques ?
1. Wat is uw standpunt met betrekking tot de inschakeling van personen met een visuele handicap bij het afluisteren ?
2. a) Le ministre de l’Intérieur a-t-il déjà reçu un avis ?
2. a) Werd er reeds advies gegeven aan de minister van Binnenlandse Zaken ?
b) Dans l’affirmative, quelle en est la teneur ?
b) Zo ja, hoe luidt dit ?
3. La législation sera-t-elle adaptée et dans quel sens le sera-t-elle ?
3. Wordt de wetgeving aangepast, en in welke zin ?
DO 2004200502700
DO 2004200502700
Question no 448 de M. Gerolf Annemans du 23 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 448 van de heer Gerolf Annemans van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Parquet. — Décret sur la politique flamande d’intégration civique.
Parket. — Decreet Vlaams inburgeringsbeleid.
Dans une réponse à une question du membre du Parlement flamand M. Filip Dewinter, le ministre flamand de l’Intégration, M. Marino Keulen, avait annoncé que les autorités, « conformément à l’article 25, § 2, du décret du 28 février 2004 relatif à la politique flamande d’intégration, avaient déféré au parquet 125 personnes n’ayant pas rempli leurs obligations, comme prévu à l’article 12, § 2, du même décret. ».
In een antwoord van Vlaams minister van Inburgering, de heer Marino Keulen, op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Filip Dewinter, meldt de Vlaamse minister dat de autoriteiten « conform artikel 25, § 2, van het decreet van 28 februari 2004 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid, 125 personen die niet aan hun verplichting hebben voldaan, zoals beschreven in artikel 12, § 2, van datzelfde decreet, aan het parket werden doorgegeven. ».
1. Quel traitement pénal le parquet a-t-il réservé à ces cas ?
1. Welke strafrechtelijke afhandeling heeft het parket aan al deze gevallen toegekend ?
2. a) Dans combien de cas une sanction, comme prévue à l’article 25, § 2, du décret précité du 28 février 2004, a-t-elle été appliquée pour non-respect de l’obligation définie à l’article 12, § 2, du décret précité ?
2. a) In hoeveel gevallen werd de sanctionering, zoals bepaald in artikel 25, § 2, van voornoemd decreet van 28 februari 2004, bij inbreuk op de verplichting, zoals beschreven in artikel 12, § 2, van voornoemd decreet, toegepast ?
b) Dans combien de cas le dossier a-t-il été classé sans suite ?
b) In hoeveel gevallen werd overgegaan tot een seponering ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9283
DO 2004200502721
DO 2004200502721
Question no 450 de M. Claude Marinower du 23 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 450 van de heer Claude Marinower van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Absentéisme scolaire. — Attitude des parquets.
Aanpak van spijbelaars door de parketten.
La loi sur l’obligation scolaire dispose clairement que les mineurs aˆgés de six à dix-huit ans sont tenus de fréquenter une école. Le juge de la jeunesse peut prononcer des sanctions à l’égard des mineurs manquant volontairement les cours.
De wet is duidelijk wat betreft de schoolplicht, kinderen zijn verplicht naar school te gaan van hun zes tot achttien jaar. Kinderen die dit niet doen kunnen bestraft worden door de jeugdrechter.
La police locale peut interpeller les intéressés. S’ils continuent de sécher les cours après plusieurs avertissements, une commission de médiation peut rechercher une solution. Ce n’est qu’en cas d’échec de cette possibilité que les mineurs sont renvoyés devant le juge de la jeunesse, qui peut décider de leur placement.
Deze jongeren kunnen aangesproken worden door de lokale politie. Als na herhaaldelijke waarschuwingen nog steeds gespijbeld wordt, kan een bemiddelingscommissie trachten een oplossing te vinden. Het is pas als deze optie ook faalt dat de jongere doorverwezen wordt naar de jeugdrechter welke kan beslissen tot plaatsing.
Les parents sont associés à la tentative de médiation. Ils peuvent être cités à comparaıˆtre devant le tribunal de police s’ils portent une responsabilité dans le comportement de leur enfant.
De ouders worden betrokken bij de bemiddelingspoging. Indien de ouders schuld dragen voor het spijbelgedrag, kunnen zij voor de politierechter gedaagd worden.
1. a) Combien de mineurs manquant volontairement les cours ont-ils été renvoyés devant le juge de la jeunesse ?
1. a) Hoeveel spijbelende jongeren werden doorverwezen naar de jeugdrechter ?
b) Parmi ces dossiers, combien ont-ils été classés sans suite ?
b) Hoeveel dossiers werden daarvan geseponeerd ?
2. Parmi ces mineurs, combien ont-ils été placés dans une institution ?
2. Hoeveel van deze jongeren werden daarvan geplaatst in een instelling ?
3. a) Combien de parents ont-ils été renvoyés devant un tribunal de police ?
3. a) Hoeveel ouders werden doorverwezen naar de politierechtbank ?
b) Parmi ces dossiers, combien ont-ils été classés sans suite ?
b) Hoeveel dossiers werden daarvan geseponeerd ?
4. a) Les parquets considèrent-ils ce phénomène comme une priorité ?
4. a) Wordt de aanpak van het spijbelen als een prioriteit aanzien voor het parket ?
b) Le problème est-il traité de manière uniforme par tous les parquets ?
b) Is deze aanpak uniform voor alle parketten ?
5. Votre projet de réforme du droit de la jeunesse comporte-t-il de nouvelles possibilités de sanctionner les mineurs qui sèchent les cours ?
5. Is er in uw ontwerp voor de hervorming van het jeugdrecht in nieuwe mogelijkheden voorzien voor de bestraffing van deze spijbelaars ?
6. En ce qui concerne les chiffres, pouvez-vous me fournir un bilan annuel pour tous les parquets ?
6. Voor de cijfergegevens wordt een jaarlijks overzicht gevraagd voor alle parketten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9284
DO 2004200502722
DO 2004200502722
Question no 451 de M. Alfons Borginon du 23 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 451 van de heer Alfons Borginon van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Cour de cassation. — Nombre de conseillers néerlandophones.
Hof van Cassatie. — Aantal Nederlandstalige raadsheren.
Conformément à la loi sur l’emploi des langues en matière judiciaire, la moitié des conseillers auprès de la Cour de cassation doivent être porteurs d’un diploˆme délivré en langue néerlandaise, tandis que l’autre moitié doivent être porteurs d’un diploˆme établi en langue française.
Destijds werd in de wet op de talen in gerechtszaken ingeschreven dat de helft van de raadsheren bij het Hof van Cassatie een Nederlands diploma moest hebben, en de andere helft een Franstalig diploma.
Cette parité est expressément justifiée, dans les documents parlementaires, par le fait qu’elle était en rapport avec le nombre d’actions introduites à cette époque auprès de la Cour dans chacune des langues nationales (Rapport Hermans fait au nom de la commission de la Justice, Doc. parl., Chambre, 19651966, no 59/49, p. 286).
In de parlementaire stukken werd deze pariteit uitdrukkelijk verantwoord door « dat deze verhouding beantwoordt aan het aantal zaken die thans voor het Hof in de ene en de andere taal ingeleid worden » (Verslag Hermans namens de commissie voor de Justitie, Parl. St., Kamer, 1965-1966, nr. 59/49, blz. 286).
Aujourd’hui, presque 40 ans plus tard, force est de constater que 60 % des actions auprès de la Cour de cassation sont introduites en langue néerlandaise. La parité instaurée à l’époque explique dès lors le retard enregistré en ce qui concerne le traitement des actions introduites en langue néerlandaise.
Nu, bijna 40 jaar later, moeten we vaststellen dat 60 % van de zaken bij het Hof van Cassatie wordt ingeleid in het Nederlands. De pariteit zorgt er dan ook voor dat in Nederlandstalige zaken een achterstand ontstaat.
Dans le souci de respecter l’esprit de la loi, ne faudrait-il pas adapter le nombre de conseillers néerlandophones auprès de la Cour de cassation en fonction du nombre d’actions introduites en langue néerlandaise (60 %) ?
Moeten we, om de geest van de wet te respecteren, het aantal Nederlandstalige raadsheren bij het Hof van Cassatie dan ook niet aanpassen aan het aantal zaken dat in het Nederlands wordt ingeleid (60 %) ?
DO 2004200502723
DO 2004200502723
Question no 452 de M. Alfons Borginon du 23 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 452 van de heer Alfons Borginon van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Nombre de magistrats potentiels.
Reservoir aan potentie¨le magistraten.
Je souhaiterais obtenir une estimation du nombre de magistrats potentiels.
Graag had ik een schatting gehad van het reservoir aan potentie¨le magistraten.
Si toutes les personnes pouvant prétendre légalement à cette fonction s’étaient portées candidates le 1er novembre 2004, combien de candidatures recevables auraient-elles été introduites par :
Stel dat alle personen die wettelijk gezien in aanmerking komen, zich op 1 november 2004 kandidaat hadden gesteld, hoeveel ontvankelijke kandidaturen zouden er dan zijn bij :
1. des stagiaires judiciaires;
1. de gerechtelijke stagiairs;
2. des personnes en possession d’une attestation de compétence professionnelle valable;
2. de personen in het bezit van een geldig attest beroepsbekwaamheid;
3. des juges suppléants étant réputés avoir réussi l’examen d’aptitude professionnelle en application de
3. de plaatsvervangende rechters die gelijkgesteld worden met een geldig attest beroepsbekwaamheid
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9285
l’article 21, alinéa 2, de la loi du 18 juillet 1991 modifiant les règles du Code judiciaire relatives à la formation et au recrutement des magistrats ?
(artikel 21, tweede lid, van de wet van 18 juli 1991 tot wijziging van de voorschriften van het Gerechtelijk Wetboek die betrekking hebben op de opleiding en de werving van magistraten) ?
DO 2004200502729
DO 2004200502729
Question no 453 de M. Alfons Borginon du 23 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 453 van de heer Alfons Borginon van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Magistrats suppléants.
Plaatsvervangende magistraten.
Le pouvoir judiciaire a régulièrement recours à des magistrats suppléants pour remplacer les magistrats empêchés, compléter la composition d’une chambre, résorber l’arriéré judiciaire dans des chambres supplémentaires, etc.
De rechterlijke macht maakt regelmatig gebruik van plaatsvervangende magistraten om verhinderde magistraten te vervangen, om de bezetting van een kamer te vervolledigen, om in aanvullende kamers de gerechtelijke achterstand in te halen, enzovoort.
Certains magistrats suppléants siègent en permanence, d’autres ne siègent que de manière régulière ou occasionnelle.
Sommigen plaatsvervangende magistraten zetelen permanent, anderen slechts op regelmatige of occasionele basis.
Pour combien d’équivalents temps-plein ces magistrats suppléants ont-ils pu exercer leurs fonctions en 2004 ?
Voor hoeveel voltijdse equivalenten konden al deze plaatsvervangende magistraten in het jaar 2004 doorgaan ?
DO 2004200502735
DO 2004200502735
Question no 454 de M. Walter Muls du 24 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 454 van de heer Walter Muls van 24 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Accompagnement psychiatrique des personnes internées dans l’établissement de Merksplas.
Psychiatrische begeleiding voor de geı¨nterneerden in de inrichting te Merkplas.
Le 20 octobre 2003, j’ai interrogé la ministre en commission de la Justice sur les carences dans l’accompagnement psychiatrique des personnes internées dans l’établissement de Merksplas. La ministre a alors fait savoir que le (seul) médecin anthropologue employé à temps plein était absent pour des raisons médicales et qu’il était temporairement remplacé par un médecin anthropologue contractuel engagé en tant qu’indépendant à raison de six heures par semaine seulement (Question no 369, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de la Justice, 20 octobre 2003, COM 024, p. 26).
Op 20 oktober 2003 ondervroeg ik de minister in de commissie voor de Justitie omtrent het gebrek aan psychiatrische begeleiding voor de geı¨nterneerden in de inrichting van Merkplas. De minister liet toen weten dat de (enige) voltijds geneesheer-antropoloog wegens medische redenen afwezig was en dat die persoon tijdelijk en slechts gedurende 6 uur per week werd vervangen door een bijkomend geneesheerantropoloog op zelfstandige basis (Vraag nr. 369, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Justitie, 20 oktober 2003, COM 024, blz. 26).
La ministre a également fait savoir qu’une procédure était en cours afin d’engager un médecin anthropologue contractuel mi-temps supplémentaire et que l’on recherchait activement du personnel d’encadrement supplémentaire.
De minister liet verder ook verstaan dat er een procedure lopende was om bijkomend een halftijds contractueel geneesheer-antropoloog in dienst te nemen en dat er actief werd gezocht om bijkomend omkaderingspersoneel aan te werven.
1. Le médecin anthropologue travaillant à temps plein, qui était absent l’année dernière pour des raisons médicales, a-t-il déjà repris ses fonctions ?
1. Is de voltijds geneesheer-antropoloog, die vorig jaar om medische redenen afwezig was, al terug in dienst getreden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9286
2. Dans l’affirmative, depuis quand ? 3. Un médecin anthropologue contractuel mi-temps supplémentaire a-t-il déjà été engagé ? 4. A-t-on déjà recruté du personnel d’encadrement supplémentaire ? 5. Dans l’affirmative, quelle est la fonction des membres du personnel supplémentaires qui ont été recrutés ?
2. Zo ja, sinds wanneer is dit het geval ? 3. Is er reeds een bijkomend halftijds contractueel geneesheer-antropoloog in dienst genomen ? 4. Is er reeds bijkomend omkaderingspersoneel aangeworven ? 5. Zo ja, welke functie vervullen de bijkomende personeelsleden die werden aangeworven ?
DO 2004200502747
DO 2004200502747
Question no 455 de M. Claude Marinower du 24 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Diffusion d’idées racistes sur internet. Internet est aujourd’hui un média qui permet d’accéder à une véritable mine d’informations en un seul clic de souris. Hélas, ce média est également utilisé pour diffuser des idées racistes et antisémites.
Vraag nr. 455 van de heer Claude Marinower van 24 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Verspreiding van racisme via het internet. Het internet is uitgegroeid tot een medium waarbij men binnen één muisklik kan beschikken over een schat aan informatie. Helaas wordt dit kanaal ook gebruikt voor de verspreiding van racistische en antisemitische ideee¨n. Dit probleem is reeds ter sprake gekomen in het actieplan inzake racisme, antisemitisme en xenofobie. Het werd als één van de actiepunten opgenomen.
Ce problème a déjà été évoqué dans le cadre de l’élaboration du plan d’action contre le racisme, l’antisémitisme et la xénophobie et constitue l’un des points d’action de ce plan. La législation belge permet d’engager des poursuites contre les auteurs de ces messages racistes. 1. Combien de plaintes concernant des messages racistes sur internet avez-vous reçues depuis 2000 ? 2. Combien de plaintes ont effectivement fait l’objet d’une instruction ? 3. Quelle est la proportion de plaintes concernant des messages racistes sur internet par rapport aux plaintes ayant trait à d’autres agissements sur internet ? 4. Quelles plaintes relatives au racisme sur internet avez-vous reçues depuis 2000 ? Pourriez-vous ventiler les données chiffrées par année ?
De Belgische wetgeving laat toe dat deze racistische boodschappen vervolgd kunnen worden. 1. Hoeveel klachten heeft u sinds 2000 ontvangen met betrekking tot racistische boodschappen op het internet ? 2. Kan u meedelen hoeveel daarvan effectief hebben geleid tot een onderzoek ? 3. Kan u de verhouding geven van klachten over racistische boodschappen op het internet en andere feiten gepleegd op het internet ? 4. Welke klachten met betrekking tot racisme op het internet heeft u sinds 2000 ontvangen ? Gelieve voor het cijfermateriaal een jaarlijks overzicht te geven.
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2004200502685
DO 2004200502685
Question no 538 de M. Alfons Borginon du 18 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Régie des Baˆtiments. — Construction de palais de justice. La Régie des Baˆtiments est le maıˆtre d’ouvrage de plusieurs baˆtiments publics.
Vraag nr. 538 van de heer Alfons Borginon van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Regie der Gebouwen. — Bouw justitiepaleizen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
De Regie der Gebouwen treedt op als bouwheer van verschillende overheidsgebouwen. 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9287
Combien de temps s’est-il écoulé, lors de la construction de cinq palais de justice les plus récents, entre le moment ou` la décision relative au lieu d’implantation a été prise et la mise en service du palais de justice ?
Hoeveel tijd is er bij de bouw van de laatste vijf justitiepaleizen verlopen tussen het moment van de beslissing over de locatie en de ingebruikname van het paleis door Justitie ?
DO 2004200502724
DO 2004200502724
Question no 541 de M. Alfons Borginon du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 541 van de heer Alfons Borginon van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Accord de coopération créant l’Agence de l’information patrimoniale.
Samenwerkingsakkoord tot oprichting van het Agentschap van Patrimoniale Informatie.
L’article 92bis, § 3, e), de la loi spéciale du 8 aouˆt 1980 de réformes institutionnelles stipule que l’autorité fédérale et les régions concluent en tout cas un accord de coopération pour l’échange d’informations dans le cadre de l’exercice des compétences fiscales des régions.
Artikel 92bis, § 3, e), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen stelt dat de federale overheid en de gewesten in ieder geval een samenwerkingsakkoord sluiten over de uitwisseling van informatie in het kader van de uitoefening van de fiscale bevoegdheden van de gewesten.
Il s’agit donc, en l’occurrence, d’un accord de coopération obligatoire. Lors de la discussion de la loi spéciale du 13 juillet 2001, il était dès lors prévu de conclure un « accord de coopération créant l’Agence de l’information patrimoniale (AIP) » (Doc. parl., Sénat, no 2-777/3).
Het gaat hier dus om een verplicht samenwerkingsakkoord. Bij de bespreking van de bijzondere wet van 13 juli 2001, was dan ook voorzien in een « samenwerkingsakkoord tot oprichting van het Agentschap van patrimoniale informatie (API) » (Parl. St., Senaat, nr. 2-777/3).
Qu’en est-il de cet accord de coopération ?
Wat is de stand van zaken van dit samenwerkingsakkoord ?
DO 2004200502745
DO 2004200502745
Question no 543 de M. Luk Van Biesen du 24 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 543 van de heer Luk Van Biesen van 24 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Impoˆts sur les revenus. — Produits de créances. — « Principe de prêt ».
Inkomstenbelastingen. — Opbrengst van schuldvorderingen. — « Lening-beginsel ».
Tous les produits du patrimoine mobilier, quelle que soit l’affectation, sont imposables au titre de revenu mobilier. Parmi les revenus mobiliers figurent les intérêts. Les intérêts sont seulement imposables lorsque leur bénéficiaire s’enrichit graˆce au placement du capital et si le capital et les revenus peuvent entrer dans le champ d’application de l’article 19 du CIR 1992.
Alle opbrengsten van roerend vermogen, hoe ook aangewend, zijn belastbaar als roerend inkomen. E´én van die roerende inkomsten zijn de interesten. Interest is slechts belastbaar zo de genieter ervan zich verrijkt ingevolge de aanwending van het kapitaal en zo kapitaal en inkomsten begrepen kunnen worden onder artikel 19, WIB 1992.
Il serait question d’élargir sensiblement la portée de cet article de loi en remplaçant les mots « intérêts, primes et tous autres produits de prêts et de dépoˆts d’argent, ... et de toute autre créance de même nature » par les mots « intérêts, primes et tous autres produits
Het zou de bedoeling zijn de draagwijdte van dit wetsartikel aanzienlijk te verruimen door niet meer te stellen dat het gaat om « interest, premies en alle andere opbrengsten van leningen en gelddeposito’s, ... en van elke andere schuldvordering van dezelfde
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1174
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9288
de prêts, ..., de dépoˆts d’argent et de toute autre créance ».
aard » maar wel om « interest, premies en alle andere opbrengsten van leningen, ..., van gelddeposito’s en van elke andere schuldvordering ».
Ainsi, les revenus de toutes les créances découlant d’un engagement de capital deviennent imposables.
Op die manier worden in inkomsten van alle schuldvorderingen die een gevolg zijn van een engagement van kapitaal belastbaar.
Le prêt n’est donc plus une condition requise et il ne doit même pas exister de droit au remboursement du capital placé de telle sorte qu’un intérêt naıˆtrait dès lors qu’une personne engage un capital, qu’une créance naıˆt et que ceci induit ou pourrait induire un enrichissement.
Er is niet langer een lening vereist en zelfs moet er geen recht op terugbetaling van het geplaatste kapitaal voorhanden zijn zodat interest zou bestaan van zodra iemand een kapitaal inzet, er enige schuldvordering ontstaat en dit tot een verrijking leidt of zou kunnen leiden.
La confusion qui risque ainsi de naıˆtre sur ce point doit naturellement, en matière fiscale, être levée par le législateur, qui doit jouer pleinement son roˆle représentatif.
De onduidelijkheid die er op dit punt dreigt te ontstaan moet, in belastingzaken, uiteraard worden weggenomen door de wetgever die ten volle zijn representatieve rol moet vervullen.
Si l’on souhaite gommer le « principe de prêt » du texte et viser le produit de toute créance, on se rapproche dangereusement d’un impoˆt sur des produits potentiels, même si en fait il ne s’agit plus de produits mais seulement d’indemnités.
Indien men het « lening-beginsel » uit de tekst wil weggommen en men de opbrengst van gelijk welke schuldvordering viseert dan staat men heel dicht bij een belasting op mogelijke opbrengsten, zelfs wanneer het in wezen geen opbrengsten meer zijn maar nog slechts vergoedingen.
Plus globalement, en abandonnant l’aspect civil que revêt le prêt, le caractère imposable risque d’augmenter bien plus que ce que qu’il pourrait paraıˆtre au premier abord. Pour empêcher que l’on renonce au principe de légalité et pour laisser au législateur la priorité en matière fiscale, il conviendra probablement de tenir compte d’une limitation extrêmement complexe de la notion de « créance » et on peut se poser la question de savoir si une telle démarche est fondée d’un point de vue légistique ? En tant que législateur, il convient d’ailleurs et autant que possible d’exercer le pouvoir législatif et dès lors de légiférer correctement afin d’éviter dans toute la mesure du possible des interprétations divergentes auxquelles il ne pourrait ensuite être répondu que par toute une série de quasi-législations. Par ailleurs, l’imprécision juridique est source de litiges et de procès, et à cet égard également le législateur porte indubitablement une responsabilité.
Meer in het algemeen laat men door het burgerrechtelijke los te laten dat een lening in zich houdt, wellicht veel meer de belastbaarheid toenemen dan op het eerste gezicht zou lijken. Om te beletten dat men aan het legaliteitsbeginsel zou verzaken en om de voorrang aan de wetgever in belastingzaken te behouden, zal er wellicht een zeer ingewikkelde beperking van het begrip « schuldvordering » nodig zijn en de vraag rijst of dit legistiek wel verantwoord zou zijn. Als wetgever moet men trouwens en immers zoveel mogelijk de wetgevende macht uitoefenen en daarom alleen al behoorlijk legifereren om zo weinig mogelijk ruimte te scheppen voor allerlei interpretaties die nadien toch alleen maar wordt opgevuld door allerlei quasiwetgeving. Daarenboven is rechtsonduidelijkheid een bron van geschillen en gedingen en ook daartegenover heeft de wetgever onmiskenbaar een verantwoordelijkheid.
1. L’abandon du « principe de prêt » est-il effectivement à l’ordre du jour ?
1. Is het of niet de bedoeling het « lening-beginsel » te verlaten ?
2. Dans l’affirmative, comment par exemple maintenir la non-imposition des créances qui ne sont pas des produits mais seulement des indemnités si l’accroissement (l’intérêt compensatoire et l’intérêt judiciaire) devient une créance au même titre que la créance principale ?
2. Indien dit het geval is : hoe zal men dan bijvoorbeeld schuldvorderingen die geen inkomen maar slechts vergoedingen zijn, onbelastbaar laten nu daarbij niet alleen de hoofdvordering maar ook de aanwas (met name de vergoedende en de gerechtelijke interest) een schuldvordering is ?
3. Comment pourra-t-on distinguer les différentes catégories de créances si le Code des impoˆts sur les revenus n’a plus que pour seul objectif de taxer des revenus et non le patrimoine ?
3. Hoe gaat men schuldvorderingen van elkaar onderscheiden nu het Wetboek van inkomstenbelastingen in wezen er slechts op gericht is inkomsten te belasten en geen vermogens ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9289
4. Comment veiller à ce que seul l’enrichissement soit imposé et non le capital ou le patrimoine ?
4. Hoe gaat men bereiken dat enkel de verrijking wordt belast en niet het kapitaal of het vermogen ?
DO 2004200502746
DO 2004200502746
Question no 544 de M. Jean-Jacques Viseur du 24 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 544 van de heer Jean-Jacques Viseur van 24 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Agents du SPF Finances. — Brevet d’officier pompier. — Congé de formation.
Ambtenaren van de FOD Financie¨n. — Brevet van officier-brandweerman. — Opleidingsverlof.
Il me revient qu’en application de l’arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l’E´tat, le suivi d’une formation organisée par le Centre de formation des membres des Services incendie de la province de Hainaut en vue d’acquérir un brevet d’officier pompier n’ouvre pas le droit à un congé de formation.
Volgens het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen geeft de opleiding tot het behalen van het brevet van officier-brandweerman, die door het Opleidingscentrum voor de leden van de Brandweerdiensten van de provincie Henegouwen wordt georganiseerd, geen recht op opleidingsverlof.
Le Service formation du SPF Finances justifie son refus d’accorder un tel congé en s’appuyant sur l’article 75 de l’arrêté royal précité du 19 novembre 1998 qui prévoit que « la formation choisie doit être agréée. Sont agréées les formations communes à tous les ministères (services publics fédéraux) qui sont reprises à l’annexe I du présent arrêté et les formations propres à chaque ministère (service public fédéral) qui sont déterminées par le ministre compétent. ».
Ter verantwoording van de weigering om dergelijk verlof toe te kennen, beroept de Dienst Opleiding van de FOD Financie¨n zich op artikel 75 van het voornoemde koninklijk besluit van 19 november 1998, dat bepaalt dat « de gekozen opleiding erkend moet zijn. Erkend zijn de opleidingen die gemeenschappelijk zijn (voor alle federale overheidsdiensten) en die opgenomen zijn in bijlage I bij dit besluit en de opleidingen die eigen zijn (aan iedere federale overheidsdienst) en die door de bevoegde minister bepaald zijn. ».
Or, les formations organisées par « l’Institut provincial de formation à Mons » ne sont pas reprises dans cette liste.
De door het Provinciaal Opleidingsinstituut van Bergen georganiseerde opleidingen zijn echter niet in die lijst opgenomen.
1. Quelles sont les raisons qui justifient qu’une telle formation n’ouvre pas le droit à un congé de formation ?
1. Hoe valt te rechtvaardigen dat dergelijke opleiding geen recht op opleidingsverlof geeft ?
2. N’estimez-vous pas que l’acquisition de ce brevet d’officier apporterait des compétences en matière de prévention et de sécurité particulièrement utiles pour les agents affectés dans un service ayant des attributions en matière de sécurité incendie ?
2. Meent u niet dat ambtenaren die worden toegewezen aan een dienst die voor brandveiligheid bevoegd is, er baat bij kunnen hebben het brevet van officier te behalen, omdat zij zich op die manier nuttige vaardigheden op het stuk van preventie en veiligheid eigen kunnen maken ?
3. Si oui, n’estimez-vous pas opportun de reprendre ce type de formation dans la liste des formations ouvrant le droit à un congé de formation ?
3. Zo ja, acht u het niet aangewezen dit soort opleiding te vermelden op de lijst van opleidingen waarvoor opleidingsverlof wordt toegestaan ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9290
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2004200502683
DO 2004200502683
Question no 354 de M. Luk Van Biesen du 18 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 354 van de heer Luk Van Biesen van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Imprimés non adressés. — Magazines d’information communaux. — Information émanant de partis politiques.
Niet-geadresseerd drukwerk. — Gemeentelijke informatiebladen. — Informatie uitgaande van politieke partijen.
De plus en plus de personnes ne souhaitent plus recevoir dans leur boıˆte aux lettres des imprimés non adressés.
Steeds meer mensen wensen geen niet-geadresseerd drukwerk in hun brievenbus te krijgen.
Toutefois, les magazines d’information communaux, qui émanent ordinairement de la majorité communale ou ont à tout le moins son approbation, ne sont pas considérés comme des imprimés non adressés.
Gemeentelijke informatiebladen, normaal uitgaande van de gemeentelijke meerderheid en minstens daardoor gedragen, worden echter niet beschouwd als niet-geadresseerd drukwerk.
Par contre, les textes provenant de partis politiques (donc aussi de l’opposition) sont considérés comme tels.
De teksten daarentegen die uitgaan van politieke partijen (en dus ook van de oppositie) worden dan weer wel beschouwd als niet-geadresseerd drukwerk.
Cette différence de traitement me paraıˆt injustifiable d’un point de vue démocratique étant donné que l’opposition a, par voie de conséquence, nettement moins l’occasion de communiquer ses positions et ses conceptions aux électeurs.
Een dergelijke verschillende behandeling lijkt mij niet te verantwoorden vanuit democratisch oogpunt vermits daardoor de oppositie veel minder gelegenheid krijgt haar standpunten en visie mee te delen aan de bevolking en de kiezers.
On ne se satisfaira certainement pas de l’éternel cliché selon lequel le principe d’égalité ne serait pas violé. En effet, les partis de la majorité excellent souvent dans l’art de présenter un discours politique comme de l’information officielle et « neutre », vue de l’extérieur.
Er kan daarbij zeker niet worden volstaan met de klassieke dooddoener dat (zogenaamd) het gelijkheidsbeginsel niet zou geschonden zijn vermits meerderheidspartijen in gemeenten vaak als geen ander erin slagen een politiek discours handig te verpakken in officie¨le uitwendig bekeken neutrale informatie.
Comme on le verra ci-après, cet argument fallacieux est avant tout une question de définitions appropriées.
Zoals uit de vraagstelling hierna zal blijken is dit non-argument eerder een kwestie van gepaste definities dan wat anders.
1. Des initiatives ont-elles déjà été prises pour énoncer en la matière des définitions claires, permettant de circonscrire le problème, principalement en indiquant :
1. Zijn er reeds initiatieven genomen om in deze materie te komen tot eenduidige definities waardoor de problematiek omschrijfbaar wordt, voornamelijk door aan te duiden :
a) ce qu’on entend par « magazines d’information communaux »;
a) wat men verstaat onder gemeentelijke informatiebladen;
b) ce qu’il convient de comprendre par « information émanant de partis politiques » ?
b) wat men dient te begrijpen onder informatie uitgaande van politieke partijen ?
2. Envisage-t-on d’instituer un groupe de travail interministériel et si possible une conférence intermi-
2. Wordt eraan gedacht met dit doeleinde een interministerie¨le werkgroep, en zo mogelijk een interminis-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9291
nistérielle afin de débattre de la question et de proposer des solutions, le cas échéant en concertation ou après concertation avec les régions ?
terie¨le conferentie in het leven te roepen ten einde de problematiek te bespreken en oplossingen aan te reiken, desgevallend in of na overleg met de gewesten ?
DO 2004200502689
DO 2004200502689
Question no 356 de M. Jean-Marc Nollet du 18 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 356 van de heer Jean-Marc Nollet van 18 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Fermeture de la gare de Leuze le weekend et jours fériés.
NMBS. — Sluiting van het station te Leuze op zaterdag, zon. — en feestdagen.
La SNCB a manifesté son intention de fermer les guichets partiellement ou totalement de nombreuses gares en Régions wallonne et bruxelloise. Décidant unilatéralement de priver ainsi de nombreux navetteurs d’un accueil, d’une information, bref d’un service public de qualité, la SNCB condamne aussi les déplacements de nombreuses personnes à mobilité réduite.
De NMBS zou van plan zijn de loketten van tal van stations in Wallonie¨ en Brussel geheel of gedeeltelijk te sluiten. Door deze eenzijdige beslissing van de NMBS zullen veel pendelaars het moeten stellen zonder onthaal of informatie, kortom, zonder een hoogwaardige openbare dienstverlening. Tevens zullen vele minder mobiele personen van deze beslissing hinder ondervinden.
C’est notamment le cas à la gare de Leuze-enHainaut, visée par le plan actuel de fermeture de guichets. J’ai été interpellé à ce sujet par une jeune personne tétraplégique, pour laquelle le train constitue le principal moyen de déplacement. Régulièrement, elle embarque à Leuze-en-Hainaut en direction de Tournai, ou` elle peut, à l’arrivée et au départ, compter sur l’aide du personnel de la gare pour s’installer à bord du train.
In het huidige plan worden onder meer de loketten van het station te Leuze-en-Hainaut met sluiting bedreigd. Een jonge tetraplegiepatie¨nt die voor zijn verplaatsingen bijna uitsluitend op de trein is aangewezen, heeft me op deze problematiek attent gemaakt. Hij neemt regelmatig de trein van Leuze-en-Hainaut naar Doornik waar hij bij het in- en uitstappen kan rekenen op de hulp van het stationspersoneel.
La fermeture annoncée des guichets de la gare de Leuze du vendredi 22 heures au lundi 5 heures menacerait sérieusement ses possibilités de déplacement et donc sa vie sociale et familiale. Il n’est en effet pas concevable de demander aux personnes qui souffrent d’un tel handicap de se « débrouiller » pour se rendre vers une autre gare, qui disposerait encore — mais pour combien de temps ? — de personnel et d’infrastructures adéquates.
Indien de loketten in het station te Leuze zoals aangekondigd van vrijdag 22 uur tot maandag 5 uur gesloten worden, komen zijn mobiliteit, en dus ook zijn sociaal en familiaal leven, ernstig in het gedrang. Het is toch onvoorstelbaar dat van mensen met zo’n handicap wordt verwacht dat ze « hun plan trekken » wanneer ze naar een ander station willen reizen dat — althans voorlopig nog — bemand is en over een aangepaste infrastructuur beschikt.
S’inquiétant légitimement de son sort une fois que la décision sera effective, cette personne s’est adressée à la SNCB et à différents responsables du gouvernement, sans succès.
Deze persoon maakt zich terecht zorgen over het feit dat de uitvoering van het plan zijn verplaatsingsmogelijkheden in belangrijke mate zal beperken. Daarom heeft hij het probleem aangekaart bij de NMBS en diverse regeringsverantwoordelijken, echter zonder succes.
1. a) Trouvez-vous normal que les appels à l’aide d’une personne à mobilité réduite restent sans réponse ?
1. a) Vindt u het normaal dat een minder mobiele persoon die hulp zoekt, nergens gehoor krijgt ?
b) Quelles mesures prenez-vous pour éviter cela ?
b) Welke maatregelen zal u nemen om dat in de toekomst te voorkomen ?
2. Quelle place la SNCB accorde-t-elle aux personnes à mobilité réduite dans la mise en œuvre de ses missions de service public ?
2. In hoeverre houdt de NMBS bij de uitvoering van zijn opdrachten van openbare dienstverlening rekening met minder mobiele mensen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9292
3. Quelles solutions la SNCB compte-t-elle apporter aux problèmes concrets nés de sa décision de fermer partiellement ou totalement les guichets de gares wallonnes et bruxelloises, et notamment ceux de la gare de Leuze-en-Hainaut ?
3. Hoe zal de NMBS de concrete problemen oplossen die ontstaan naar aanleiding van haar beslissing om de stationsloketten in Wallonie¨ en Brussel al dan niet volledig te sluiten ? Welke oplossing stelt ze voor het station van Leuze-en-Hainaut in het verschiet ?
DO 2004200502716
DO 2004200502716
Question no 357 de Mme Jacqueline Galant du 23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 357 van mevrouw Jacqueline Galant van 23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Fermetures de certains guichets de gares. — Usagers handicapés.
NMBS. — Sluiting van de loketten in sommige stations. — Gehandicapte reizigers.
Les responsables de la SNCB ont émis le souhait de fermer certains guichets de gares. Je vous avais interpellé à ce niveau, vous demandant d’une part ce qui était prévu pour recaser les personnel et par ailleurs ce qui était prévu pour les navetteurs. Je crois qu’il est important de conserver un confort pour les usagers. Je sais que plusieurs personnes handicapées utilisent fréquemment les services de la SNCB. Une habitante du Hainaut Occidental, tétraplégique, utilise fréquemment les transports en commun pour se déplacer, se rendre chez le médecin et rendre visite à ses proches. Cette jeune femme n’a pas les moyens de s’acheter une voiture et use avec bonheur des trains. Elle s’interroge néanmoins. Si, comme il a été annoncé, la gare de Leuze-en-Hainaut, qu’elle rejoint facilement car elle réside tout près, ne compte plus de personnel le weekend, qui va bien pouvoir placer la rampe d’accès aux wagons, le seul moyen pour elle de gagner le train avec sa voiturette électrique ?
De NMBS-directie heeft te kennen gegeven dat zij de loketten in bepaalde stations wil sluiten. Ik had u daarover geı¨nterpelleerd, enerzijds om meer inlichtingen in verband met de herplaatsing van het personeel te verkrijgen en anderzijds om te vernemen welke maatregelen ten gunste van de pendelaars zouden worden genomen. Ik vind het belangrijk dat het comfort van de reizigers gevrijwaard wordt. Tal van gehandicapten reizen geregeld met de trein. Zo maakt een verlamde dame uit West-Henegouwen geregeld gebruik van het openbaar vervoer om naar de dokter te gaan of verwanten te bezoeken. Die jonge vrouw beschikt niet over de nodige financie¨le middelen om zich een auto aan te schaffen en is blij dat zij met de trein kan reizen. Zij maakt zich thans echter zorgen. Als, zoals aangekondigd, in het station van Leuze-enHainaut — dat voor haar makkelijk bereikbaar is omdat ze vlakbij woont — tijdens het weekend geen personeel meer aanwezig zal zijn, wie zal dan de verrijdbare brug bedienen die haar toegang geeft tot de trein ? Zonder zo’n verrijdbare brug kan zij immers onmogelijk met haar elektrische rolstoel op de trein geraken.
1. N’est-ce pas absurde, à l’époque ou` l’on proˆne une meilleure intégration de la personne handicapée, que la SNCB prive ses usagers handicapés de l’accès à ces véhicules ?
1. Is het niet absurd, nu algemeen voor een betere integratie van personen met een gehandicap wordt gepleit, dat de NMBS de gehandicapte reizigers de toegang tot de trein onmogelijk maakt ?
2. Pouvez-vous nous éclairer sur les intentions de ce service public mais aussi sur les moyens qui seront mis en œuvre pour permettre aux personnes handicapées, par exemple, d’utiliser ce moyen de transport ?
2. Kan u ons meer toelichtingen verstrekken over de intenties terzake van de NMBS, die moet instaan voor de openbare dienstverlening, maar ook over de middelen die zullen worden aangewend om personen met een gehandicap in staat te stellen met de trein te reizen ?
3. La fermeture de ces guichets se précise-t-elle ?
3. Kan u al preciezere informatie geven over de sluiting van die loketten ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9293
DO 2004200502717
DO 2004200502717
Question no 358 de M. Olivier Chastel du 23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 358 van de heer Olivier Chastel van 23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Navettes ferroviaires transfrontalières Mons-Maubeuge-Aulnoye.
NMBS. — Grensoverschrijdend pendelverkeer op de lijn Bergen-Maubeuge-Aulnoye.
Le Conseil régional Nord-Pas-de-Calais vient d’annoncer la remise en service prochaine des navettes ferroviaires entre le Nord de la France et le Sud de la Belgique.
De Conseil régional (regionale raad) van de Franse regio Nord-Pas-de-Calais heeft onlangs aangekondigd dat de pendeltreindienst tussen het noorden van Frankrijk en het zuiden van Belgie¨ binnenkort hervat wordt.
Cela constitue une étape très importante pour assurer les liaisons régulières entre nos deux pays et permettre aux travailleurs transfrontaliers de se rendre rapidement et facilement sur leur lieu de travail.
Dat is een zeer belangrijke stap in de richting van een regelmatige treinverbinding tussen beide landen. Grensarbeiders zullen dankzij deze pendeldienst snel en vlot op het werk kunnen geraken.
Pour que cette initiative rencontre un plein succès, il y a lieu de garantir toutes les conditions de la réussite du projet en renforçant l’attractivité de ces lignes.
Opdat dit initiatief een groot succes zou worden, moeten alle voorwaarden voor het welslagen van deze onderneming evenwel vervuld zijn, en moeten deze lijnen dus aantrekkelijker gemaakt worden.
Plusieurs pistes ont été émises tant en Belgique qu’en France en ce sens. Cela concerne notamment les correspondances à assurer à partir de Quévy vers Mons et Bruxelles dans un sens et à partir d’AulnoyAymeries, des liaisons vers Paris-Nord, Valenciennes, Maubeuge.
Daartoe werden zowel aan Belgische als aan Franse zijde een aantal voorstellen gedaan. Zo moet er in Quévy in overstapmogelijkheden voorzien worden naar Bergen en Brussel, en vanuit Aulnoye-Aymeries moet het mogelijk zijn door te sporen naar Paris-Nord, Valenciennes en Maubeuge
Il est également nécessaire d’investir dans le confort des passagers qui emprunteront ces lignes en mettant à leur disposition du matériel roulant confortable et rapide. Une attention particulière doit également être portée aux horaires et à une tarification adaptée et attractive pour ces navettes.
Voorts moet er geı¨nvesteerd worden in het reizigerscomfort op die lijnen : comfortabel en snel rollend materieel is een must. Over de dienstregelingen moet goed worden nagedacht, en voor de pendeldienst moeten aangepaste en aantrekkelijke tarieven gelden.
Il faut souligner l’initiative française et veiller à ce que la SNCB fasse les efforts nécessaires pour assurer la fréquentation et l’attractivité de ces lignes.
Het Franse initiatief moet onderstreept worden, en de NMBS moet die lijnen aantrekkelijk maken voor de reizigers en ervoor zorgen dat een breed reizigerspubliek van deze verbindingen gebruik maakt.
1. Pouvez-vous communiquer quelles dispositions ont été prises par la SNCB pour assurer de bonnes correspondances vers Mons et Bruxelles ?
1. Welke maatregelen heeft de NMBS al genomen om voor een vlotte overstap naar Bergen en Brussel te zorgen ?
2. Peut-on envisager de recréer une liaison Val de Sambre-Paris-Nord ?
2. Komt er opnieuw een verbinding tussen Val de Sambre en Paris-Nord ?
3. La SNCB peut-elle nous informer sur les horaires, fréquences et type de matériel qu’elle entend mettre en service pour ces liaisons ?
3. Kan de NMBS meer informatie geven over de dienstregelingen, het treinaanbod en het type rollend materieel dat zal worden ingezet voor die verbindingen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9294
DO 2004200502718
DO 2004200502718
Question no 359 de M. Dirk Claes du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — Frais réclamés par la SNCB aux proches d’une personne ayant commis un acte de suicide. Le suicide reste dans notre société un fait tragique commis par des personnes qui n’entrevoient bien souvent plus d’issue à leurs problèmes. Chaque année, un certain nombre de suicides ou tentatives de suicide ont ainsi pour théaˆtre les voies de chemin de fer. La SNCB ne peut toutefois être tenue pour responsable de ces actes et facture dès lors depuis quelque temps aux proches les frais éventuels, liés aux retards que peuvent subir les trains. Outre les souffrances émotionnelles et sociales subies, les familles sont ainsi souvent confrontées en outre à des difficultés financières. Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes pour la période du 1er janvier 2001 au 31 décembre 2003 et si possible pour l’année 2004 : 1. Combien de suicides et de tentatives de suicide ont eu chaque année pour théaˆtre le réseau ferroviaire belge ? 2. Quel couˆt cela représente-t-il pour la SNCB ?
Vraag nr. 359 van de heer Dirk Claes van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Doorrekenen van kosten door de NMBS aan de nabestaanden van een zelfmoord. Zelfmoord blijft in onze maatschappij een tragisch gegeven voor mensen die vaak geen uitweg meer zien in hun problemen. Een aantal van de jaarlijkse zelfmoorden of zelfmoordpogingen gebeurt bovendien via het spoor ! De NMBS kan hiervoor echter niet verantwoordelijk gehouden worden en rekent sinds enige tijd dan ook de mogelijke kosten, opgelopen door eventuele vertragingen, door aan de nabestaanden. Vaak zorgt dit dan ook, naast het emotionele en sociale leed, voor financie¨le problemen bij deze gezinnen.
3. Parmi ces dossiers, combien sont traités chaque année par les compagnies d’assurances et combien le sont sans l’intervention d’une compagnie d’assurances ? 4. Certaines compagnies concernées par ces dossiers excluent-elles le suicide de la police d’assurance en responsabilité civile (RC) ? 5. Quelle partie des frais encourus a été imputée aux proches ? 6. Quelle partie a effectivement été payée par les proches ? 7. Dans combien de dossiers (par an) la SNCB at-elle renoncé à récupérer les frais auprès des proches ? 8. Les dossiers d’« accident » et de « suicide » sont-ils traités et réglés (également sur le plan financier) sur une base différente ?
Kan u voor de volgende vragen (alle vragen handelen over de periode 1 januari 2001-31 december 2003, eventuele cijfers over 2004 indien mogelijk) meedelen : 1. Hoeveel zelfmoorden en zelfmoordpogingen gebeuren er jaarlijks op het Belgisch spoornet ? 2. Wat zijn hierdoor de totale kosten voor de NMBS ? 3. Hoeveel van deze dossiers worden jaarlijks door de verzekeringen afgehandeld en hoeveel zonder tussenkomst van de verzekeringen ? 4. Zijn er in deze dossiers verzekeraars waarbij de polis burgerlijke aansprakelijkheid (BA) zelfmoord uitsluit van tussenkomst ? 5. Hoeveel van deze kosten werden er doorgerekend aan de nabestaanden ? 6. Hoeveel van de kosten werden er werkelijk betaald door de nabestaanden ? 7. In hoeveel dossiers (jaarlijks) werd de kost aan de nabestaanden dor de NMBS kwijtgescholden ? 8. Wordt er een verschil gemaakt in de behandeling én afhandeling (ook financieel) van een « ongeluk » tegenover « zelfmoord » ?
DO 2004200502730
DO 2004200502730
Question no 360 de M. Servais Verherstraeten du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — Gare de Tielen. — Investissements. Environ 400 voyageurs de la région de Turnhout et Herentals prennent quotidiennement le train en gare
Vraag nr. 360 van de heer Servais Verherstraeten van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Station Tielen. — Investeringen. Het station Tielen, stopplaats tussen Turnhout en Herentals voor de treinverbindingen Turnhout-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9295
de Tielen, halte entre Turnhout et Herentals pour les liaisons ferroviaires Turnhout-Anvers et TurnhoutBruxelles et, en été, pour la liaison touristique vers Blankenberge. Le programme d’investissement de la SNCB prévoit que la gare sera aménagée pour permettre le croisement des trains circulant entre Herentals et Turnhout. On peut dès lors affirmer que la gare a encore un avenir pour les voyageurs en provenance de cette commune et des communes environnantes.
Antwerpen en Turnhout-Brussel, en in de zomer ook voor een toeristische trein naar Blankenberge, heeft gemiddeld per dag zo’n 400 opstappende reizigers van de regio tussen Turnhout en Herentals. Het investeringsprogramma van de NMBS voorziet dat het station een station wordt waar de treinen tussen Herentals en Turnhout elkaar zullen kunnen kruisen. In die zin kan er toch wel gesteld worden dat het station een toekomst heeft voor de treingebruikers uit deze gemeente en omliggende gemeenten.
Cette petite gare pourrait en outre être rafraıˆchie à peu de frais. Ainsi, le Comité consultatif des usagers a dans un récent avis fait quelques propositions à ce sujet qui ont certainement été communiquées à la SNCB, comme par exemple un asphaltage du quai et du parking, une amélioration des emplacements pour vélos, l’installation d’une horloge sur le quai, la mise en place d’une solide cloˆture entre le quai et le parking, des abris supplémentaires, etc. Des riverains se plaignent par ailleurs des nombreuses personnes qui se soulagent la vessie un peu partout dans les environs de la gare en raison de l’absence de toilettes dans le baˆtiment de la gare.
Dit kleine station kan bovendien, zonder al te hoge kosten, een opwaardering krijgen. Zo doet het recente advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers in dit verband enkele voorstellen, die de NMBS ongetwijfeld bekend zijn, zoals een degelijke verharding van het perron en van de parking, verbetering van de fietsstallingen, het plaatsen van een uurwerk op het perron, een goede afsluiting tussen het perron en de parking, bijkomende schuilhuisjes, enzovoort. Van omwonenden in de stationsomgeving vernemen wij klachten over wildplassen omwille van het ontbreken van een toilet in het stationsgebouwtje.
1. Pour quand sont prévus dans le programme d’investissement dégraissé de la SNCB les investissements en gare de Tielen qui doivent permettre le croisement des trains entre Turnhout et Herentals ?
1. Voor wanneer is de investering ter hoogte van Tielen, die het kruisen van de treinen tussen Turnhout en Herentals moet mogelijk maken, voorzien in het afgeslankte NMBS-investeringsprogramma ?
2. a) Veillera-t-on dans le même temps à rafraıˆchir la gare de Tielen ?
2. a) Zal terzelfder tijd ook het station van Tielen worden aangepakt ?
b) Si oui, quels investissements sont prévus dans ce cadre ?
b) Zo ja, wat is er dan voorzien aan investeringen ?
3. La SNCB ne devrait-elle pas s’occuper en même temps de la gare et de ses environs, dans le cadre d’un projet intégré ?
3. Verdient het geen aanbeveling dat de NMBS het geheel van het station en de omgeving ervan samen bekijken om er een geı¨ntegreerd project van te maken ?
DO 2004200502733
DO 2004200502733
Question no 361 de Mme Muriel Gerkens du 24 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 361 van mevrouw Muriel Gerkens van 24 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Belgacom. — Campagne publicitaire.
Belgacom. — Reclamecampagne.
Suite à la libéralisation du secteur de la téléphonie, de nombreux clients ont quitté Belgacom pour s’abonner auprès de sociétés concurrentes, compétitrices au niveau de leurs tarifs.
Ingevolge de vrijmaking van de telecommarkt is Belgacom talrijke klanten kwijtgespeeld aan concurrerende maatschappijen die aantrekkelijker tarieven hanteren.
Belgacom a lancé une campagne publicitaire à destination de ses anciens clients, basée sur ce qu’ils appellent le « Test d’analyse intérieur ». Un courrier sous forme de concours est donc envoyé aux clients infidè-
In een reclamecampagne richt Belgacom zich nu tot zijn vroegere klanten, op grond van een zogenaamde « Interne Analysetest ». De ontrouwe klanten ontvangen een schrijven over een wedstrijd. Naam en adres
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1175
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9296
les. L’adresse est précédée de « Personnellement attribué à », avec certificat joint à renvoyer. Le scénario se base sur le cas d’une certaine Mme Mahy, qui, submergée par son quotidien, reçoit le coup de graˆce en lisant sa facture téléphonique astronomique, prove` nant bien suˆr d’un autre opérateur que Belgacom. A cela s’ajoute un horoscope promettant monts et merveilles en cas de choix de Belgacom.
van de bestemmeling worden voorafgegaan door de formulering « Persoonlijk toegekend aan » en de brief bevat een certificaat dat moet worden teruggestuurd. Het scenario is gebaseerd op het geval van ene mevrouw Mahy : vermoeid als ze is door de dagelijkse beslommeringen, krijgt ze de genadeslag wanneer ze een astronomische telefoonrekening ontvangt. Die is natuurlijk van een andere operator dan Belgacom. Bij het schrijven van Belgacom is een horoscoop gevoegd die gouden bergen belooft aan wie zich bij hen aansluit.
Cette forme de publicité me semble fortement tendancieuse, car certaines personnes influençables ou impressionnables, pourraient être suffisamment ébranlées par ce type d’arguments. Nous savons que certains de nos concitoyens vivent en fonction d’un horoscope ou encore participent à tous les concours qui passent, dans l’espoir de gagner le pactole. Ce système d’accroche publicitaire choisi par Belgacom n’est donc pas respectueux des consommateurs les plus faibles, ou tout au moins, les moins armés pour mettre en place un décodage du message publicitaire, ce qui ne manque pas de me surprendre de la part d’une entreprise publique. 1. Eˆtes-vous au courant de cette campagne publicitaire de Belgacom ?
Dit soort reclame lijkt me erg tendentieus, vermits beı¨nvloedbare of ontvankelijke mensen door dergelijke argumenten makkelijk van slag kunnen worden gebracht. Sommige medeburgers hechten immers veel waarde aan hun horoscoop of doen aan alle mogelijke spelletjes mee, in de hoop dat ze de hoofdprijs wegkapen. De wervende reclame waartoe Belgacom zijn toevlucht neemt, getuigt dan ook van weinig respect voor de zwakste consumenten, of althans voor diegenen die het minst gewapend zijn om de reclameboodschap juist te interpreteren. Van een overheidsbedrijf had ik dit niet verwacht.
2. a) Pensez-vous que cette campagne peut être admise de la part d’une entreprise publique ?
2. a) Meent u dat een overheidsbedrijf een dergelijke campagne mag voeren ?
b) Dans la négative, qu’envisagez-vous de faire visà-vis de Belgacom ?
b) Zo neen, welke maatregelen zal u ten aanzien van Belgacom treffen ?
DO 2004200502741
DO 2004200502741
Question no 362 de M. François Bellot du 24 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 362 van de heer François Bellot van 24 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — E´volution du nombre de voyageurs transportés.
NMBS. — Evolutie van het aantal treinreizigers.
Le nombre de voyageurs transportés par la SNCB est en croissance soutenue depuis maintenant deux ans.
Het aantal door de NMBS vervoerde reizigers neemt nu al twee jaar gestaag toe.
L’augmentation est sans doute variable sur l’ensemble du réseau belge et international.
Het aantal treinreizigers is wellicht niet in dezelfde mate toegenomen over het hele Belgische en internationale spoorwegnet.
1. Quelle est la croissance du nombre de voyageurs transportés sur la ligne 161-162 Bruxelles-NamurLuxembourg ?
1. Wat is de toename van het aantal reizigers op de lijn 161-162 Brussel-Namen-Luxemburg ?
2. Quelle est l’évolution du nombre de voyageurs transportés sur la ligne Bruxelles-Anvers ?
2. Wat is de evolutie van het aantal reizigers op de lijn Brussel-Antwerpen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Bent u van die reclamecampagne van Belgacom op de hoogte ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9297
3. Quelle est l’évolution sur la ligne BruxellesOstende ?
3. Wat is de evolutie op de lijn Brussel-Oostende ?
4. Quelle est l’évolution du nombre de voyageurs transportés sur la ligne Bruxelles-Liège ?
4. Wat is de evolutie van het aantal reizigers op de lijn Brussel-Luik ?
5. Quelle est l’évolution du nombre de voyageurs transports sur l’axe Liège-Namur-Charleroi-Mons ?
5. Wat is de evolutie van het aantal reizigers op de as Luik-Namen-Charleroi-Bergen ?
6. Pour les lignes internationales, quelle est l’évolution du nombre de voyageurs transportés sur la ligne Bruxelles-Paris ?
6. Wat de internationale lijnen betreft, wat is de evolutie van het aantal reizigers op de lijn BrusselParijs ?
7. Quelle est l’évolution du nombre de voyageurs sur la ligne Liège-Cologne ?
7. Wat is de evolutie van het aantal reizigers op de lijn Luik-Keulen ?
8. Quelle est l’évolution sur la ligne ArlonLuxembourg ?
8. Wat is de evolutie op de lijn Aarlen-Luxemburg ?
9. Quelle est l’évolution sur la ligne AnversAmsterdam ?
9. Wat is de evolutie op de lijn AntwerpenAmsterdam ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2004200502680
DO 2004200502680
Question no 435 de Mme Annick Saudoyer du 18 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 435 van mevrouw Annick Saudoyer van 18 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
« Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance.
Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.
Les « gens du voyage » seraient 400 000 chez nos voisins français. La préfecture du Nord de la France estime à 2 500 le nombre de caravanes qui circulent en permanence dans le département pour 400 emplacements disponibles.
Naar verluidt bevinden zich op het Franse grondgebied zo’n 400 000 woonwagenbewoners. De prefectuur van Noord-Frankrijk schat het aantal woonwagens dat permanent in het departement rondtoert op 2 500, terwijl er slechts 400 standplaatsen voorhanden zijn.
Une loi française du 5 juillet 2000 (« Loi Besson ») oblige les communes de plus de 5 000 habitants à installer des aires d’accueil pour les « gens du voyage ».
Volgens een Franse wet van 5 juli 2000 (de zogenaamde « Wet Besson ») zijn gemeenten met meer dan 5 000 inwoners verplicht een terrein voor woonwagens aan te leggen.
Cette loi a pour but de mettre fin aux campements sauvages en accordant aux gens du voyages des droits mais aussi des devoirs. Elle prévoit la réalisation d’au moins 30 000 places régulières de stationnement en France.
Door de woonwagenbewoners zowel rechten als plichten toe te kennen, wil men het wildkamperen een halt toeroepen. De wet voorziet in de aanleg van minstens 30 000 officie¨le standplaatsen in Frankrijk.
Le département du Nord a été tenu de se doter d’un schéma d’accueil qui désigne les communes dans lesquelles sont créées ou réhabilitées des aires.
Het departement « Nord » werd verplicht een opvangschema op te stellen waarin de gemeenten zijn aangeduid die met nieuwe terreinen worden uitgerust of waar bestaande terreinen worden heringericht.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9298
Avant le 31 décembre 2008, les « gens du voyage » devaient disposer d’un terrain d’accueil à LeersFrance. Cet emplacement serait, selon le maire de Leers-France, « placé dans une zone peu urbanisée, dont la desserte se fait facilement par voie rapide et a une superficie de 9 505 m2 », quinze familles pourraient prendre place sur le terrain qui compterait une trentaine d’emplacements pour caravanes.
Vo´o´r 31 december 2008 zouden de woonwagenbewoners op een terrein in Leers-France moeten terechtkunnen. Volgens de burgemeester van Leers-France zou het terrein worden aangelegd « in een weinig verstedelijkt gebied dat vlot bereikbaar is en een oppervlakte van 9 505 m2 heeft ». Het terrein zou onderdak bieden aan vijftien gezinnen en zou een dertigtal standplaatsen voor woonwagens tellen.
Dès à présent, tant du coˆté français que du coˆté belge, des voix s’élèvent contre le choix de ce lieu d’implantation.
Zowel in Frankrijk als in Belgie¨ gaan nu reeds stemmen op tegen de gekozen vestigingsplaats.
Toutefois, à ce jour les autorités locales belges n’ont pas été averties officiellement de cette initiative des autorités françaises.
Tot op heden werd de Belgische lokale overheid echter nog niet officieel van het initiatief van de Franse overheid op de hoogte gebracht.
D’autres projets ayant une incidence sur l’environnement doivent, quant à eux, faire l’objet d’une concertation entre les administrations locales des E´tats riverains.
Over andere projecten die een weerslag op de omgeving hebben, moet eerst door de lokale besturen van de aangrenzende landen worden overlegd.
Bien entendu, sans terrains « légaux » pour le séjour ou l’habitat, les « gens du voyage » sont condamnés à vivre dans l’illégalité. Ils ne peuvent être condamnés à rouler jour et nuit sur les routes !
Indien zij niet op « wettelijke » terreinen kunnen wonen of verblijven, zijn de woonwagenbewoners veroordeeld tot een leven in de illegaliteit. Zij mogen er niet toe worden gedwongen dag en nacht onderweg te zijn !
Après la déportation, l’holocauste, l’assignation à résidence et l’internement dans une trentaine de camps en France entre 1940 et 1946, les Tsiganes et « gens du voyage » de France méritent autre chose que l’errance sur les routes.
Tussen 1940 en 1946 werden de zigeuners en de woonwagenbewoners in Frankrijk het slachtoffer van de deportatie en de holocaust, kregen zij een verplichte verblijfplaats toegewezen en werden zij ten slotte in een dertigtal kampen geı¨nterneerd. Een zwerftocht langs de wegen is dan ook wel het laatste wat zij vandaag verdienen.
Néanmoins, il serait judicieux d’associer à une concertation les gestionnaires des communes frontalières concernées par cette population.
Het ware niettemin gepast overleg te plegen met de besturen van de grensgemeenten die bij de opvang van de woonwagenbewoners betrokken zijn.
Pourriez-vous communiquer les initiatives qui ont été prises par le gouvernement fédéral afin que le point de vue des autorités locales belges soit également pris en considération ?
Kan u meedelen welke initiatieven de federale regering heeft genomen opdat ook met het standpunt van de Belgische lokale overheid rekening zou worden gehouden ?
DO 2004200502696
DO 2004200502696
Question no 439 de Mme Muriel Gerkens du 22 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 439 van mevrouw Muriel Gerkens van 22 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Activités professionnelles mettant en jeu des sources naturelles de rayonnement. — Communication à l’Agence d’une déclaration.
Beroepsactiviteiten waar natuurlijke stralingsbronnen worden aangewend. — Aangifte aan het Agentschap.
L’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants, prévoit dans son article 9 le régime
Het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, bepaalt in zijn
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9299
applicable aux activités professionnelles mettant en jeu des sources naturelles de rayonnement.
artikel 9 welk stelsel van toepassing is op de beroepsactiviteiten waar natuurlijke stralingsbronnen worden aangewend.
Cet article impose, pour certaines activités professionnelles, énumérées à l’article 4 du même arrêté royal la communication à l’Agence d’une déclaration comprenant certaines mentions.
Krachtens dat artikel, moeten de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 4, het voorwerp uitmaken van een aangifte gericht aan het Agentschap, die een aantal gegevens moet omvatten.
Pour les mentions exigées respectivement aux numéros 2o, 3o et 4o de l’article 9.1 de l’arrêté royal précité du 20 juillet 2001 se posent les questions suivantes.
Met betrekking tot de verplichte gegevens opgesomd in 2o, 3o en 4o van artikel 9.1 van voornoemd koninklijk besluit van 20 juli 2001, rijzen volgende vragen.
1. a) Qui a notifié de telles activités ?
1. a) Wie heeft van dergelijke beroepsactiviteiten aangifte gedaan ?
b) Ou` sont-elles situées ?
b) Waar zijn ze gevestigd ?
2. Quelles décisions l’Agence a-t-elle prises dans ces différents cas, sur la base de l’article 9.4 de l’arrêté royal précité du 20 juillet 2001 (nombre et raisons des autorisations et des refus) ?
2. Welke beslissingen nam het Agentschap in die verschillende gevallen, op grond van artikel 9.4 van voornoemd koninklijk besluit (aantal gevallen waarin de vergunning werd toegekend en geweigerd, met de redenen die aan die beslissingen ten grondslag lagen) ?
3. Quelles sont les décisions qui ont fait l’objet d’un recours sur base de l’article 9.6 de l’arrêté royal précité du 20 juillet 2001 ?
3. Tegen welke beslissingen werd op grond van artikel 9.6 van voornoemd koninklijk besluit beroep aangetekend ?
4. Dans quels cas l’Agence a-t-elle sollicité l’avis de la Commission européenne sur base de l’article 9.2 de l’arrêté royal précité du 20 juillet 2001 et quel est le contenu de ces avis ?
4. Voor welke gevallen heeft het Agentschap op grond van artikel 9.2 van voornoemd koninklijk besluit het advies van de Europese Commissie ingewonnen ? Hoe luidden die adviezen ?
DO 2004200502703
DO 2004200502703
Question no 440 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 440 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Installations nucléaires. — Visite d’une délégation américaine.
Kerninstallaties. — Bezoek van een Amerikaanse delegatie.
Il y aurait eu en 2003 ou 2004 une visite d’une délégation américaine aux installations nucléaires de Belgonucléaire, le Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEN) et de Doel, ainsi qu’à l’Agence fédérale de controˆle nucléaire. Ceci aurait donné suite à un échange de lettres entre les E´tats-Unis et la Belgique.
In 2003 of 2004 zou een Amerikaanse delegatie een bezoek gebracht hebben aan de kerninstallaties van Belgonucleaire, van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) en van Doel. De delegatie zou ook het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle bezocht hebben. Een en ander zou per briefwisseling tussen de Verenigde Staten en Belgie¨ overeengekomen zijn.
1. Quelle était la mission de la délégation américaine ?
1. Waaruit bestond de opdracht van de Amerikaanse delegatie ?
2. Quelles sites et installations ont-ils été visités ?
2. Welke sites en installaties heeft ze bezocht ?
3. Quels dossiers ont-ils été discutés avec les Américains ?
3. Welke dossiers werden met de Amerikanen besproken ?
4. a) Quel est le contenu de la lettre envoyée par les E´tats-Unis à notre pays ?
4. a) Wat staat er in de brief van de Verenigde Staten aan ons land ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9300
b) Quelle a été votre réponse ?
b) Hoe luidde uw antwoord ?
DO 2004200502704
DO 2004200502704
Question no 441 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 441 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Matériaux nucléaires détectés dans les déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de recyclage.
Kernmateriaal dat aangetroffen wordt tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit.
De temps en temps, des matériaux nucléaires sont retrouvés dans des déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de recyclage. Je pense notamment à des ferrailles utilisées dans des hauts fourneaux.
Af en toe wordt er kernmateriaal aangetroffen tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan schroot dat gebruikt wordt in hoogovens.
1. Combien de fois des matériaux nucléaires ont-ils été détectés dans les déchets classiques ou des matières issues d’une filière de recyclage depuis 1999 (chiffres par an) ?
1. Hoe vaak werd er sinds 1999 kernmateriaal aangetroffen tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit (cijfers uitgesplitst per jaar) ?
2. Quelles mesures ont-elles été prises pour répondre à cette problématique ?
2. Welke maatregelen werden er getroffen om dat te verhelpen ?
DO 2004200502715
DO 2004200502715
Question no 442 de M. Dirk Claes du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 442 van de heer Dirk Claes van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Arrêté royal qui permettra aux citoyens d’exercer un controˆle sur ceux qui consultent ou modifient leurs données.
Koninklijk besluit dat burgers zal toelaten controle uit te oefenen op diegenen die hun gegevens raadplegen of wijzigen.
Les autorités fédérales prépareraient actuellement un arrêté royal portant exécution de la loi du 25 mars 2003 modifiant la loi du 8 aouˆt 1983 organisant un Registre national des personnes physiques et la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population et aux cartes d’identité et modifiant la loi du 8 aouˆt 1983 organisant un Registre national des personnes physiques. Cet arrêté d’exécution dispose que le citoyen a le droit de savoir quelle autorité, institution ou personne a consulté ou mis à jour ses données au cours des six derniers mois. Par conséquent, pour toute consultation et mise à jour de données du registre de la population, le fonctionnaire qui consulte ou modifie ces données ` l’heure actuelle, le logging n’est doit être enregistré. A indispensable que pour la modification des données. Si la loi est interprétée à la lettre, le logging est également nécessaire pour la consultation de données provenant de bases de données reliées au registre de la population telles que le logiciel utilisé par les CPAS dans le cadre de l’octroi d’une aide sociale.
Op dit ogenblik zou de federale overheid aan een koninklijk besluit werken ter uitvoering van de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Dit uitvoeringsbesluit bepaalt dat de burger het recht heeft te weten welke overheid, instelling of persoon de laatste zes maanden zijn of haar gegevens geraadpleegd of bijgewerkt heeft. Dit betekent dat voor elke raadpleging en bijwerking van gegevens die betrekking hebben op het bevolkingsregister, een login dient te gebeuren door de ambtenaar die de gegevens raadpleegt of wijzigt. Nu moet enkel gelogd worden bij wijziging van gegevens. Indien de letter van de wet strikt geı¨nterpreteerd wordt, moet er ook gelogd worden bij gebruik van gegevens uit databanken die gekoppeld worden aan de bevolkingsdatabank zoals de steunverlenersapplicatie van het OCMW.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9301
1. a) Comment allez-vous définir la notion de « consultation » : comme l’ouverture d’un dossier individuel d’une personne en particulier, ou comme la consultation d’une liste de personnes qui apparaıˆt à l’écran lorsque le fonctionnaire introduit un nom ?
1. a) Hoe zal u het begrip « raadpleging » definie¨ren : als een opening van een individueel dossier van één persoon, of als het raadplegen van een lijst van personen die een ambtenaar verkrijgt wanneer hij een naam ingeeft ?
b) Quelle serait l’influence de cette décision sur le fonctionnement et les couˆts ?
b) Welk impact op de werking en de kosten heeft deze beslissing ?
2. De quelle manière le citoyen pourra-t-il consulter les fichiers qui le concernent ?
2. Hoe zal de burger zijn logfiles kunnen bekijken ?
3. a) Quel sera le délai nécessaire pour que toutes les administrations locales puissent disposer des applications indispensables au fonctionnement de ce système ?
3. a) Hoelang zal het duren voor alle lokale besturen over de noodzakelijke applicaties ter uitvoering van dit systeem kunnen beschikken ?
b) Quel est le couˆt supporté par les communes dans ce cadre ?
b) Welke kosten dragen de gemeenten hierin ?
4. a) En ce qui concerne le système de notification par lequel le login du fonctionnaire est enregistré, le fonctionnaire doit-il simplement se connecter avec son mot de passe ou doit-il également préciser le motif de sa demande d’informations ?
4. a) Aangaande het aanmeldingssysteem waarmee men de logging van de ambtenaar registreert : moet er enkel gelogd worden of moet eveneens de reden van opvragen van gegevens vermeld worden ?
b) Qu’en est-il des demandes de données provenant du registre de la population pour les élections par exemple ?
b) Wat met opvragingen van gegevens uit het bevolkingsregister voor bijvoorbeeld de verkiezingen ?
c) Cette consultation doit-elle également être enregistrée ?
c) Moet deze consultatie ook geregistreerd worden ?
d) Quel est le sens de cette procédure, ou plus généralement quelles données doivent faire l’objet d’un enregistrement et quelles données ne doivent pas en faire l’objet ?
d) Welke zin heeft dit, of breder : welke gegevens worden gelogd en welke niet ?
DO 2004200502725
DO 2004200502725
Question no 444 de M. Guido De Padt du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 444 van de heer Guido De Padt van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Caméras automatiques sur la chaussée de Ninove entre IJzeringen et Dilbeek.
Flitspalen op de Ninoofsesteenweg tussen IJzeringen en Dilbeek.
Un certain nombre de caméras automatiques ont été installées il y a quelque temps sur la chaussée de Ninove entre IJzeringen et Dilbeek. Cette route était autrefois qualifiée de « route de la mort » mais depuis l’intensification des controˆles de vitesse, il semble que la situation ait évolué positivement.
Enige tijd terug werden een aantal flitspalen geplaatst op de Ninoofsesteenweg tussen IJzeringen en Dilbeek. Deze weg werd voordien als dodenweg bestempeld, maar sedert de intense snelheidscontroles blijkt een en ander in gunstige zin te zijn gee¨volueerd.
Pourriez-vous me fournir les précisions suivantes : 1. Combien d’accidents avec blessés légers, d’accidents avec blessés graves et d’accidents mortels
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Kan u meedelen : 1. hoeveel ongevallen met licht gewonden, zwaar gewonden en doden (opsplitsing per categorie) er 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9302
(chiffres par catégorie) se sont produits au cours des cinq dernières années (chiffres par année) sur la chaussée de Ninove avant la mise en service des caméras automatiques ?
tijdens de vijf jaar (opsplitsing per jaar) voorafgaand aan de indienststelling van de flitspalen, er op de Ninoofsesteenweg gebeurden;
2. Quels sont ces chiffres depuis l’installation des caméras automatiques (par catégorie d’accidents et par année) ?
2. hoeveel gelijkaardige ongevallen er sedert de plaatsing van de flitspalen gebeurden (opsplitsing per categorie ongevallen en per jaar);
3. Combien de véhicules ont été flashés depuis la mise en service des caméras automatiques (chiffres par année et par mois) et quels excès de vitesse ont été constatés dans les catégories 76-86 km et plus de 87 km/h, avec mention des vitesses maximales constatées ?
3. hoeveel voertuigen er sedert de indienststelling van de flitspalen werden geflitst (opsplitsing per jaar en per maand), en welke snelheidsovertredingen er werden vastgesteld in de categoriee¨n 76-86 km en meer dan 87 km/uur, met vermelding van de hoogst genoteerde snelheden;
4. Combien de jours (chiffres par année) les caméras automatiques ont-elles effectivement fonctionné depuis leur installation ?
4. tijdens hoeveel dagen (opsplitsing per jaar) de flitspalen sedert de indienststelling effectief hebben gewerkt ?
Ministre des Affaires étrangères
Minister van Buitenlandse Zaken
DO 2004200502680
DO 2004200502680
Question no 134 de Mme Annick Saudoyer du 18 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 134 van mevrouw Annick Saudoyer van 18 november 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
« Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance.
Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.
Les « gens du voyage » seraient 400 000 chez nos voisins français. La préfecture du Nord de la France estime à 2 500 le nombre de caravanes qui circulent en permanence dans le département pour 400 emplacements disponibles.
Naar verluidt bevinden zich op het Franse grondgebied zo’n 400 000 woonwagenbewoners. De prefectuur van Noord-Frankrijk schat het aantal woonwagens dat permanent in het departement rondtoert op 2 500, terwijl er slechts 400 standplaatsen voorhanden zijn.
Une loi française du 5 juillet 2000 (« Loi Besson ») oblige les communes de plus de 5 000 habitants à installer des aires d’accueil pour les « gens du voyage ».
Volgens een Franse wet van 5 juli 2000 (de zogenaamde « Wet Besson ») zijn gemeenten met meer dan 5 000 inwoners verplicht een terrein voor woonwagens aan te leggen.
Cette loi a pour but de mettre fin aux campements sauvages en accordant aux gens du voyages des droits mais aussi des devoirs. Elle prévoit la réalisation d’au moins 30 000 places régulières de stationnement en France.
Door de woonwagenbewoners zowel rechten als plichten toe te kennen, wil men het wildkamperen een halt toeroepen. De wet voorziet in de aanleg van minstens 30 000 officie¨le standplaatsen in Frankrijk.
Le département du Nord a été tenu de se doter d’un schéma d’accueil qui désigne les communes dans lesquelles sont créées ou réhabilitées des aires.
Het departement « Nord » werd verplicht een opvangschema op te stellen waarin de gemeenten zijn aangeduid die met nieuwe terreinen worden uitgerust of waar bestaande terreinen worden heringericht.
Avant le 31 décembre 2008, les « gens du voyage » devaient disposer d’un terrain d’accueil à Leers-
Vo´o´r 31 december 2008 zouden de woonwagenbewoners op een terrein in Leers-France moeten terecht-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9303
France. Cet emplacement serait, selon le maire de Leers-France, « placé dans une zone peu urbanisée, dont la desserte se fait facilement par voie rapide et a une superficie de 9 505 m2 », 15 familles pourraient prendre place sur le terrain qui compterait une trentaine d’emplacements pour caravanes.
kunnen. Volgens de burgemeester van Leers-France zou het terrein worden aangelegd « in een weinig verstedelijkt gebied dat vlot bereikbaar is en een oppervlakte van 9 505 m2 heeft ». Het terrein zou onderdak bieden aan vijftien gezinnen en zou een dertigtal standplaatsen voor woonwagens tellen.
Dès à présent, tant du coˆté français que du coˆté belge, des voix s’élèvent contre le choix de ce lieu d’implantation.
Zowel in Frankrijk als in Belgie¨ gaan nu reeds stemmen op tegen de gekozen vestigingsplaats.
Toutefois, à ce jour les Autorités locales belges n’ont pas été averties officiellement de cette initiative des Autorités françaises.
Tot op heden werd de Belgische lokale overheid echter nog niet officieel van het initiatief van de Franse overheid op de hoogte gebracht.
D’autres projets ayant une incidence sur l’environnement doivent, quant à eux, faire l’objet d’une concertation entre les administrations locales des E´tats riverains.
Over andere projecten die een weerslag op de omgeving hebben, moet eerst door de lokale besturen van de aangrenzende landen worden overlegd.
Bien entendu, sans terrains « légaux » pour le séjour ou l’habitat, les « gens du voyage » sont condamnés à vivre dans l’illégalité. Ils ne peuvent être condamnés à rouler jour et nuit sur les routes !
Indien zij niet op « wettelijke » terreinen kunnen wonen of verblijven, zijn de woonwagenbewoners veroordeeld tot een leven in de illegaliteit. Zij mogen er niet toe worden gedwongen dag en nacht onderweg te zijn !
Après la déportation, l’holocauste, l’assignation à résidence et l’internement dans une trentaine de camps en France entre 1940 et 1946, les Tsiganes et « gens du voyage » de France méritent autre chose que l’errance sur les routes.
Tussen 1940 en 1946 werden de zigeuners en de woonwagenbewoners in Frankrijk het slachtoffer van de deportatie en de holocaust, kregen zij een verplichte verblijfplaats toegewezen en werden zij ten slotte in een dertigtal kampen geı¨nterneerd. Een zwerftocht langs de wegen is dan ook wel het laatste wat zij vandaag verdienen.
Néanmoins, il serait judicieux d’associer à une concertation les gestionnaires des communes frontalières concernées par cette population.
Het ware niettemin gepast overleg te plegen met de besturen van de grensgemeenten die bij de opvang van de woonwagenbewoners betrokken zijn.
Pourriez-vous communiquer les initiatives qui ont été prises par le gouvernement fédéral afin que le point de vue des Autorités locales belges soit également pris en considération ?
Kan u meedelen welke initiatieven de federale regering heeft genomen opdat ook met het standpunt van de Belgische lokale overheid rekening zou worden gehouden ?
DO 2004200502720
DO 2004200502720
Question no 135 de M. Hervé Hasquin du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 135 van de heer Hervé Hasquin van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :
Attitude de l’ambassade de Belgique en Coˆte d’Ivoire vis-à-vis des ressortissants belges.
Houding van de Belgische ambassade in Ivoorkust ten aanzien van de Belgische onderdanen.
Depuis un certain nombre de jours, les citoyens occidentaux présents en Coˆte d’Ivoire sont évacués.
Sinds een aantal dagen worden de westerlingen die in Ivoorkust aanwezig zijn, gee¨vacueerd.
De nombreux observateurs soulignent l’efficacité de l’armée française et la qualité de la coopération entre les autorités belges et françaises. Les efforts consentis par les Affaires étrangères belges sont également mis en exergue.
Tal van waarnemers beklemtonen het efficie¨nt optreden van het Franse leger en de goede samenwerking tussen de Belgische en Franse autoriteiten. Ook de inspanningen van het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken worden geprezen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1176
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9304
Il existe cependant une ombre au tableau, qui est l’accueil réservé par l’ambassade de Belgique eux ressortissants belges se tournant vers elle. De nombreux témoignages font état d’un accueil déplorable, quand il n’était pas carrément inexistant. 1. Vos services ont-ils été informés de ce problème avec l’ambassade belge en Coˆte d’Ivoire ? 2. Une enquête a-t-elle été ordonnée ? 3. Quelles mesures concrètes envisagez-vous de prendre pour résoudre ce problème ?
Er is echter één minpunt, namelijk de opvang door de Belgische ambassade van Belgische onderdanen die zich tot haar wenden. Volgens tal van getuigen is die opvang beneden alle peil, zo ze al opgevangen worden.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
1. Werden uw diensten ingelicht over dat probleem met de Belgische ambassade in Ivoorkust ? 2. Werd een onderzoek bevolen ? 3. Welke concrete maatregelen zal u treffen om dat probleem te verhelpen ?
DO 2004200502706
DO 2004200502706
Question no 149 de M. Luc Sevenhans du 23 novembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 149 van de heer Luc Sevenhans van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Militair domein « Kievermont » te Geel. — KACB.
Domaine militaire de « Kievermont » à Geel. — RACB. La ville de Geel possède actuellement encore une concession sur le domaine militaire de « Kievermont » jusqu’au 1er janvier 2005. Une partie du terrain est utilisée par le RACB (Royal Automobile Club de Belgique) comme école de maıˆtrise. 1. Le RACB a-t-il conclu un contrat de bail avec la Défense ? 2. Existe-t-il effectivement un contrat et, dans l’affirmative, quels en sont les termes et la durée ? 3. Quelles sont pour l’avenir les intentions de la Défense en ce qui concerne ce domaine ?
Het militair domein « Kievermont » te Geel is op dit ogenblik nog in concessie door de stad Geel tot 1 januari 2005. Op dit terrein is een gedeelte in gebruik door de KACB (Koninklijke Automobielclub van Belgie¨) als slipschool. 1. Heeft de KACB een huurcontract met Landsverdediging ? 2. Is er inderdaad een overeenkomst en zo ja, op welke voorwaarden en voor welke periode ? 3. Wat zijn de plannen van Defensie met dit domein naar de toekomst toe ?
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2003200432023
DO 2003200432023
Question no 175 de M. Stijn Bex du 22 novembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Télécommunications. — Cell Broadcast. Cell Broadcast est une technologie permettant d’envoyer des messages électroniques vers les GSM à
Vraag nr. 175 van de heer Stijn Bex van 22 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Telecommunicatie. — Cell Broadcast. Cell Broadcast is een technologie die toelaat om elektronische boodschappen naar GSM’s te zenden 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9305
l’intérieur d’une région géographique bien déterminée. Cette technologie pourrait être utilisée pour avertir la population en cas d’incendie, d’inondation, d’explosion, de recherches à mener, etc. Selon le quotidien « Gazet van Antwerpen » du 4 aouˆt 2004, le SPF Intérieur examinerait les possibilités d’utilisation de cette technologie. 1. Combien d’utilisateurs de GSM la Belgique compte-t-elle ?
binnen een bepaalde geografische regio. Deze technologie zou kunnen worden ingezet om de bevolking te waarschuwen bij brand, overstromingen, ontploffingen, opsporingen, ... Volgens de media (Gazet van Antwerpen — 4 augustus 2004) zou de FOD Binnenlandse Zaken deze technologie onderzoeken. 1. Hoeveel GSM-gebruikers telt Belgie¨ ?
2. Avez-vous déjà contacté les opérateurs de GSM au sujet de Cell Broadcast ?
2. Heeft u over Cell Broadcast reeds contact opgenomen met de gsm-operators ?
a) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement des discussions avec Proximus ?
a) Zo ja, hoe ver staan de gesprekken met Proximus ?
b) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement des discussions avec Mobistar ?
b) Zo ja, hoe ver staan de gesprekken met Mobistar ?
c) Dans l’affirmative, quel est l’état d’avancement des discussions avec Base ?
c) Zo ja, hoe ver staan de gesprekken met Base ?
3. Dans le cadre de quelles situations souhaiteriezvous utiliser cette technologie ?
3. Bij welke situaties zou u deze technologie willen aanwenden ?
DO 2004200502705
DO 2004200502705
Question no 176 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 176 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Ducroire. — Application des « Approches communes en matière d’environnement » de l’OCDE.
Delcredere. — Toepassing van de « Common Approaches on Environment » van de OESO.
Le Ducroire a décidé de se conformer aux obligations nationales et internationales en matière d’environnement reprises dans les « Approches communes en matière d’environnement » de l’Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE). Bien que ces « Approches communes » ne sont qu’une base minimale, il est important que la politique du Ducroire soit conforme à ces règles.
Delcredere besliste de nationale en internationale milieuverplichtingen vervat in de « Common Approaches on Environment » (gemeenschappelijke benaderingen inzake milieu) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) na te leven. Hoewel die « Common Approaches » zeer summier zijn, is het toch belangrijk dat Delcredere zijn beleid erop afstemt.
Des questions se posent sur la politique du Ducroire en matière des projets pour lesquels une étude d’impact environnemental (EIA) est obligatoire. Les « Approches communes » de l’OCDE prévoient que cette EIA doit être rendue publique et ceci avant une décision sur l’octroi d’un crédit, mais le Ducroire laisserait le choix à l’entreprise concernée de publier oui ou non l’EIA.
Het beleid van Delcredere met betrekking tot projecten waarvoor een milieustudie (EIA, Environment Impact Assessment) verplicht is, doet een aantal vragen rijzen. Overeenkomstig de « gemeenschappelijke benaderingen » van de OESO moet die studie openbaar worden gemaakt, dit vooraleer enige beslissing omtrent de toekenning van een krediet wordt genomen. Delcredere zou de keuze om de studie al dan niet openbaar te maken echter aan het bedrijf in kwestie overlaten.
Il se pose également des questions sur le fait que le Ducroire ne reprend pas toutes les zones dites sensibles des « Approches Communes » de l’OCDE.
Delcredere neemt bovendien niet alle risicogebieden die in de « Common Approaches » van de OESO zijn opgenomen, in aanmerking. Ook dat roept vragen op.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9306
1. a) Pourquoi le Ducroire ne rend-il pas publiques les EIA avant de prendre une décision dans un dossier ? b) Eˆtes-vous d’accord que ceci est une infraction aux « Approches communes en matière d’environnement » de l’OCDE ?
1. a) Waarom maakt Delcredere de milieustudies niet openbaar vooraleer het in een dossier een beslissing neemt ?
2. Pourquoi le Ducroire ne considère-t-il pas comme zones sensibles :
2. Waarom beschouwt Delcredere volgende gebieden niet als risicogebied :
a) des zones avec une valeur culturelle ou archéologique;
a) gebieden met een culturele en archeologische waarde;
b) des zones importantes pour des peuples endogènes ou des groupes sensibles ?
b) gebieden die voor inheemse volkeren of voor risicogroepen van belang zijn ?
3. Quelles initiatives avez-vous prises pour remédier à cette situation ?
3. Welke maatregelen heeft u al genomen om die toestand te verhelpen ?
DO 2004200502558
DO 2004200502558
Question no 178 de M. Dirk Van der Maelen du 23 novembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 178 van de heer Dirk Van der Maelen van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Controˆle disciplinaire d’experts-comptables, de comptables, de conseils fiscaux et de réviseurs d’entreprises.
Tuchtrechtelijke controle van accountants, boekhouders, belastingconsulenten en bedrijfsrevisoren.
En Belgique, trois instituts professionnels cœxistent toujours : l’Institut professionnel des comptables et fiscalistes agréés (IPCF), l’Institut des expertscomptables et des conseils fiscaux (IEC) et l’Institut des réviseurs d’entreprises (IRE). Ces trois instituts ont la compétence et l’obligation d’organiser la profession, c’est-à-dire d’organiser l’accès (le stage), de tenir à jour la liste des membres, de garantir la formation permanente, de controˆler l’exercice de la profession et de s’assurer qu’il est fait référence ou non à la discipline.
In Belgie¨ bestaan nog steeds drie beroepsinstituten naast elkaar : het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (« BIBF »), het Instituut voor de accountants en de belastingconsulenten (« IAB ») en het Instituut der bedrijfsrevisoren (« IBR »). Deze drie instituten hebben de bevoegdheid en de plicht om het beroep te organiseren, namelijk de toegang organiseren (stage), de ledenlijst bijhouden, de permanente vorming te verzekeren, toe de zien op de uitoefening van het beroep en zich ervan te vergewissen dat er al dan niet verwezen wordt naar tucht.
Les instituts professionnels sont placés sous la tutelle du Conseil supérieur des professions économiques. Ce Conseil est, entre autres, compétent pour déposer plainte auprès des commissions disciplinaires des trois instituts.
De beroepsinstituten staan onder het toezicht van de Hoge Raad voor economische beroepen. De Hoge Raad voor economische beroepen beschikt onder meer over de bevoegdheid om bij de tuchtcommissies van de drie instituten klacht neer te leggen.
La réglementation actuelle est un système d’autorégulation dans le cadre duquel chaque institut controˆle ses membres. Les associations professionnelles jouent en même temps le roˆle de syndicats défendant les intérêts de leurs membres.
De huidige regeling is een systeem van zelfregulering waarbij ieder beroepsinstituut zijn leden controleert. Tegelijkertijd treden de beroepsverenigingen op als vakverbonden die de belangen van hun leden verdedigen.
L’article 4, 3o, de la loi du 22 avril 1999 relative à la discipline professionnelle des experts-comptables et des conseils fiscaux dispose que des peines disciplinaires peuvent être infligées aux experts-comptables et
Artikel 4, 3o, van de wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten bepaalt dat tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan accountants en belastingconsulenten die
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
b) Bent u het ermee eens dat Delcredere op die manier de « gemeenschappelijke benaderingen inzake milieu » van de OESO met voeten treedt ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9307
aux conseils fiscaux qui lèsent manifestement les droits du Trésor ou qui abusent des procédures fiscales dans l’exercice des activités visées à l’article 38 de la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales. Ce dernier traite des avis, de l’assistance et de la représentation en matière fiscale. L’article 19bis de la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des réviseurs d’entreprises dispose que des peines disciplinaires peuvent être infligées aux réviseurs : 1o qui ont manqué à leurs obligations professionnelles dans l’exercice de leurs missions de réviseur d’entreprises ou dans l’exercice d’activités compatibles avec elles; 2o qui ont manqué aux principes de dignité, de probité et de délicatesse qui font la base de la profession. Les récents rapports annuels (2003) des trois instituts professionnels ne permettent pas de déterminer le nombre d’affaires disciplinaires relatives à la participation active à la fraude fiscale. L’IPCF (9 753 membres) a traité 104 affaires disciplinaires. Dans le rapport annuel de l’IEC (7 198 membres), il n’est fait mention que de 9 affaires disciplinaires. L’IRE (1 401 membres) aurait traité 39 affaires disciplinaires. Je constate par conséquent qu’en ce qui concerne le traitement d’affaires disciplinaires, il existe de grandes différences entre les trois instituts professionnels. 1. Pouvez-vous expliquer cette disproportion entre les différents instituts en ce qui concerne le nombre d’affaires disciplinaires par rapport au nombre de membres ? 2. a) E´tant donné que les «Rapports annuels» que j’ai consultés ne contiennent pas d’informations sur des procédures disciplinaires en matière de fraude fiscale, pourriez-vous me fournir un aperçu détaillé des jugements en matière disciplinaire concernant des cas de fraude fiscale commis par des expertscomptables, des comptables, des conseils fiscaux et des réviseurs pour la période 2000-2004 (si possible pour la période 1994-2004) ? b) De combien et de quels types d’infractions s’agit-il et dans combien de cas le dépoˆt d’une plainte a-t-il effectivement donné lieu à une sanction ?
de rechten van de schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fiscale procedures bij de uitoefening van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 38 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. Laatst vernoemd artikel handelt over het advies, de bijstand en de vertegenwoordiging in fiscale aangelegenheden. Artikel 19bis van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut der Bedrijfsrevisoren, bepaalt dat tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan revisoren die : 1o in de uitoefening van hun opdrachten van bedrijfsrevisor of van werkzaamheden die daarmee verenigbaar zijn, tekort gekomen zijn aan hun beroepsverplichtingen; 2o tekort gekomen zijn aan de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die ten grondslag liggen aan het beroep. Uit de recentste jaarverslagen (2003) van de drie beroepsinstituten valt niet op te maken hoeveel tuchtzaken er gevoerd zijn met betrekking tot actieve medewerking aan fiscale fraude. Het BIBF (9 753 leden) heeft 104 tuchtzaken behandeld. In het jaarverslag van het IAB (7 198 leden) wordt zelfs maar melding gemaakt van 9 tuchtzaken. Het IBR (1 401 leden) zou 39 tuchtzaken behandeld hebben. Wat betreft de behandeling van tuchtzaken, stel ik vast dat er grote verschillen bestaan tussen de drie beroepsinstituten. 1. Kan u een verklaring geven voor de wanverhoudingen die bestaan tussen de verschillende instituten op het vlak van het aantal tuchtzaken in verhouding tot het aantal leden ? 2. a) Vermits in de door mij geraadpleegde « Jaarverslagen » niets terug te vinden is over tuchtprocedures die betrekking hebben op fiscale fraude, had ik van u graag een gedetailleerd overzicht ontvangen van tuchtrechterlijke uitspraken die fiscale fraude betreffen door accountants, boekhouders, belastingconsulenten en revisoren en dit voor de periode 2000-2004 (indien mogelijk voor de periode 1994-2004). b) Kunt u meer bepaald meedelen over hoeveel en welk soort inbreuken het ging en in hoeveel gevallen een klacht geleid heeft tot een effectieve sanctie ?
DO 2004200502742
DO 2004200502742
Question no 179 de M. Roel Deseyn du 24 novembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Mesures pour lutter contre les spywares. D’après une étude de Symantec, société spécialisée dans la sécurité informatique, 76 % des pc belges
Vraag nr. 179 van de heer Roel Deseyn van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Maatregelen tegen spyware. Volgens een studie van internetbeveiliger Symantex is 76 % van de Belgische pc’s die op het internet zijn
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9308
connectés à l’Internet sont infectés d’une manière ou d’une autre. 64 % d’entre eux sont victimes d’un spyware classique mais de plus en plus d’ordinateurs font l’objet d’attaques plus graves. Un spyware désigne un petit programme-espion qui s’installe sur le disque dur de sa victime et liste par exemple tous les sites consultés ou affiche des publicités non sollicitées. Souvent, ces programmes augmentent rapidement en nombre et tournent tous en taˆche de fond. Ils ralentissent de plus en plus l’ordinateur et génèrent même parfois des crashs.
aangesloten ergens door besmet. Bij 64 % gaat het om gewone spyware, bij nog meer pc’s is het erger. Met spyware worden kleine programmaatjes bedoeld die zich vastbijten op de harde schijf van hun slachtoffer en van daaruit diens surfgedrag in de gaten houden of ongewenste reclameboodschappen binnenhalen. De programmaatjes in kwestie stapelen zich vaak snel op en draaien allemaal mee op de achtergrond, waardoor de computer trager en trager begint te werken en soms zelfs crasht.
Parmi les spywares les plus « vicieux », il y a notamment les « mouchards », programmes qui enregistrent la frappe au clavier de leur victime et la transmettent à l’auteur du spyware (qui peut ainsi entrer en possession de données confidentielles telles que des numéros de cartes de crédit), et les « numéroteurs », qui demandent au modem de l’ordinateur hoˆte d’appeler des numéros 0900 à des moments ou` l’ordinateur n’est pas utilisé. Dans ce dernier cas, on peut retrouver des traces des appels sur le disque dur de 30 % des victimes étudiées.
Met « ergere » indringers bedoelt men onder meer de programma’s die de toetsaanslagen van hun slachtoffer doorsturen naar diegene die de spyware heeft gemaakt (zodat die achter vertrouwelijke informatie, zoals kredietkaartnummers, kan komen), of op zogenaamde « dialers » die op een onbewaakt moment de modem van het slachtoffer doen bellen naar 0900nummers. Van dat laatste toont 30 % van de onderzochte gebruikers sporen op zijn harde schijf.
1. Comment le phénomène des spywares va-t-il évoluer ?
1. Wat is de verwachte evolutie van het aantal spyware-gevallen ?
2. a) Combien de plaintes avez-vous enregistrées par mois depuis le début de cette année ?
2. a) Hoeveel klachten zijn er, opgesplitst per maand, sinds begin dit jaar binnengekomen ?
b) Auprès de quels services ?
b) Bij welke diensten ?
c) Quelles sont les plaintes les plus fréquentes ?
c) Om welk soort van klachten gaat het vooral ?
3. a) Quelles mesures avez-vous prises pour enrayer le phénomène ?
3. a) Welke maatregelen heeft u hiertegen ondernomen ?
b) Quelles mesures envisagez-vous pour l’avenir ?
b) Wat overweegt u in de toekomst te ondernemen ?
c) Quel roˆle les pouvoirs publics peuvent-ils jouer ?
c) Welke rol kan de overheid hierin spelen ?
4. a) Disposons-nous d’une base légale pour combattre les personnes qui diffusent de tels spywares ?
4. a) Welke wettelijke basis bestaat er om de verspreiders van spyware aan te pakken ?
b) Quels en sont les résultats concrets (autrement dit, quelle est l’efficacité de cette base légale pour réduire le phénomène) ?
b) Welke effecten heeft dit in de praktijk (met andere woorden : hoe effectief is deze wettelijke basis om het fenomeen terug te dringen) ?
5. a) Existe-t-il une collaboration internationale en la matière ?
5. a) Welke internationale samenwerking bestaat in deze ?
b) Quel est le roˆle joué par votre cabinet ?
b) Welke rol speelt uw kabinet daarin ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9309
E´nergie
Energie
DO 2004200502697
DO 2004200502697
Question no 75 de Mme Muriel Gerkens du 22 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 75 van mevrouw Muriel Gerkens van 22 november 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Réacteur de recherche BR2. — Utilisation par des tiers, belges et autres.
BR2-Onderzoeksreactor. — Gebruik door derden, Belgen en anderen.
Lors de la conception du réacteur de recherche BR2 du Centre d’étude de l’énergie nucléaire, il a été décidé de construire un réacteur qui serait assez grand pour faire des recherches pour d’autres pays européens. En 1967 par exemple, 70 % des « utilisateurs » du BR2 étaient des non-belges.
Bij de ontwikkeling van de BR2-onderzoeksreactor van het Studiecentrum voor kernenergie, werd beslist een reactor te bouwen die groot genoeg zou zijn om ook onderzoek ten behoeve van andere Europese landen te verrichten. In 1967, bijvoorbeeld, waren 70 % van de gebruikers van de BR2 niet-Belgen.
1. Pouvez-vous communiquer pour la période 19952003 (et certainement pour la période 19999-2003) la répartition des « utilisateurs » du BR2 par nationalité, en nombre et selon le chiffre d’affaires (chiffres par an) ?
1. Kan u voor de periode 1995-2003 (en zeker voor de periode 1999-2003) volgende gegevens meedelen : een uitsplitsing van de « gebruikers » van de BR2 per nationaliteit, met vermelding van hun aantal en omzet (jaarcijfers) ?
2. Comment voyez-vous l’évolution de l’utilisation du BR2 par des tiers, belges et autres, dans les années suivantes ? 3. Quelle partie de la dotation de l’E´tat fédéral a été utilisée pour le fonctionnement du BR2 les deux dernières années (chiffres absolus et relatifs) ?
2. Hoe ziet u de evolutie van het gebruik van de BR2 door derden, Belgen en anderen, in de volgende jaren ?
DO 2004200502707
DO 2004200502707
Question no 76 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 76 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CEN. — Combustible irradié du réacteur BR3.
SCK. — Bestraalde splijtstof van reactor BR3.
Des questions se posent sur le combustible irradié du réacteur BR3 du Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEN) à Mol, réacteur que le CEN est en train de démanteler. Ces combustibles seraient considérés par le CEN comme des déchets nucléaires.
Over de bestraalde splijtstof van de reactor BR3 van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol, die momenteel door het SCK ontmanteld wordt, rijzen er een aantal vragen. Het SCK zou die kernbrandstof als kernafval aanmerken.
3. Welke gedeelte van de dotatie van de federale overheid werd de jongste twee jaar voor de werking van de BR2 aangewend (absolute en relatieve cijfers) ?
1. De quelle quantité de combustibles s’agit-il ?
1. Om hoeveel splijtstof gaat het hier ?
2. Qui en est le propriétaire ?
2. Wie is de eigenaar van de splijtstof ?
3. Ou` se trouvent ces combustibles ?
3. Waar bevindt de splijtstof zich nu ?
4. a) L’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles (ONDRAF), a-t-il formellement signé la réception de ces « déchets » ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. a) Heeft de NIRAS (Nationale Instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen) dat « afval » formeel in ontvangst genomen ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9310
b) Si oui, quand ?
b) Zo ja, wanneer ?
c) Sinon, pourquoi ?
c) Zo neen, waarom niet ?
5. Quelle sera la destination finale de ces déchets ?
5. Wat zal er uiteindelijk met dat afval gebeuren ?
DO 2004200502708
DO 2004200502708
Question no 77 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 77 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CEN. — Quantités de plutonium.
SCK. — Bepaalde hoeveelheid plutonium.
Le Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEN) à Mol a effectué pendant des années des recherches dans la filière du plutonium (combustible MOX, etc.). Suite à ces recherches, le CEN disposerait d’une quantité de plutonium sans destination finale claire.
Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol heeft jarenlang onderzoek verricht naar plutoniumtoepassingen (MOX-brandstof, enzovoort). Daardoor zou het SCK nu over een hoeveelheid plutonium beschikken zonder duidelijke eindbestemming.
1. a) Quelles quantités de plutonium se trouvent au CEN ?
1. a) Hoeveel plutonium ligt er opgeslagen in het SCK ?
b) Qui en est le propriétaire ?
b) Wie is de eigenaar van dat plutonium ?
2. De quelles activités ce plutonium provient-il ? 3. Quelle partie est considérée comme déchet nucléaire ?
2. Van welke activiteiten is dat plutonium een bijof eindproduct ? 3. Welke fractie wordt als kernafval aangemerkt ?
4. a) Que va faire le CEN avec ce plutonium ?
4. a) Wat gaat het SCK met dat plutonium aanvangen ?
b) Quel en sera le couˆt ?
b) Hoeveel zal dat kosten ?
5. Ces couˆts ont-ils été provisionnés ?
5. Werden die kosten ingecalculeerd ?
DO 2004200502709
DO 2004200502709
Question no 78 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 78 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Agrément d’équipements destinés à l’entreposage, au traitement et au conditionnement de déchets radioactifs.
Erkenning van uitrustingen bestemd voor de opslag, verwerking en conditionering van radioactief afval.
L’arrêté royal du 18 novembre 2002 réglant l’agrément d’équipements destinés à l’entreposage, au traitement et au conditionnement de déchets radioactifs, prévoit que toute installation qui permet d’assurer l’entreposage, le traitement et le conditionnement des déchets radioactifs doit être agréé par l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (l’ONDRAF). L’arrêté royal du 18 novembre
Het koninklijk besluit van 18 november 2002 houdende regeling van de erkenning van uitrustingen bestemd voor de opslag, verwerking en conditionering van radioactief afval bepaalt dat elke installatie die kan zorgen voor de opslag, verwerking en conditionering van radioactief afval moet worden erkend door de Nationale Instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, afgekort NIRAS. Voorts voorziet het
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9311
2002 prévoit également des inspections périodiques et occasionnelles pour s’assurer que l’exploitant maintient les équipements en conformité avec les conditions d’agrément et respecte les dispositions figurant dans la documentation relative à ces équipements et au système de qualité y afférent.
koninklijk besluit van 18 november 2002 in regelmatige of occasionele inspecties om na te gaan of de exploitant de uitrustingen in overeenstemming houdt met de erkenningsvoorwaarden en de bepalingen eerbiedigt die voorkomen in de documentatie betreffende deze uitrustingen en het bijbehorende kwaliteitssysteem.
1. Quels équipements à quels sites ont été agréés par l’ONDRAF ?
1. Welke uitrustingen op welke sites werden door NIRAS erkend ?
2. a) Quels équipements n’ont pas encore été agréés ?
2. a) Welke uitrustingen werden nog niet erkend ?
b) Pourquoi ?
b) Waarom niet ?
3. a) Dans quels dossiers l’exploitant a-t-il introduit un recours auprès du ministre ?
3. a) In welke dossiers is de exploitant in hoger beroep gegaan bij de minister ?
b) Quelle a été la décision du ministre ?
b) Welke beslissing nam de minister in elk van die dossiers ?
4. a) Combien d’inspections périodiques ont eu lieu ?
4. a) Hoeveel regelmatige inspecties werden er inmiddels uitgevoerd ?
b) Quels en étaient les résultats ?
b) Met welk resultaat ?
5. a) Combien d’inspections occasionnelles ont eu lieu ?
5. a) Hoeveel occasionele inspecties werden er inmiddels uitgevoerd ?
b) Quels en étaient les résultats ?
b) Met welk resultaat ?
DO 2004200502710
DO 2004200502710
Question no 79 de Mme Muriel Gerkens du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 79 van mevrouw Muriel Gerkens van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CEN et IRE. — Commercialisation des résultats de leurs recherches.
SCK en IRE. — Commercialisering van de onderzoeksresultaten.
Je voudrais interroger le ministre sur la manière dont le Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEN) et l’Institut national des radioéléménts (IRE) commercialisent les résultats de leurs recherches. Il me semble que dans le passé les résultats de ces recherches ont été commercialisés trop par d’autres (producteurs d’électricité, entreprises actives dans le domaine nucléaire, etc.) et trop peu par ces deux institutsmêmes.
Ik wil de minister een aantal vragen stellen over de manier waarop het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) en het Nationaal Instituut voor radio-elementen (IRE) hun onderzoeksresultaten te gelde maken. Mij dunkt namelijk dat in het verleden anderen (elektriciteitsproducenten, bedrijven in de nucleaire sector, enzovoort) al te vaak en de beide instituten zelf te weinig geld uit die onderzoeksresultaten geslagen hebben.
1. a) Le CEN et l’IRE disposent-ils d’un service de brevets ?
1. a) Beschikken het SCK en het IRE over een octrooidienst ?
b) De combien de personnes ?
b) Zo ja, door hoeveel mensen wordt die dienst bemand ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1177
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9312
2. a) Combien de brevets le CEN et l’IRE ont-ils respectivement déposés depuis 1999 (chiffres par an) ?
2. a) Hoeveel octrooiaanvragen hebben het SCK en het IRE sinds 1999 elk ingediend (cijfers opgesplitst per jaar) ?
b) Dans quels domaines ?
b) Op welke vakgebieden ?
3. Comment le CEN et l’IRE ont-ils valorisé les résultats de leurs recherches et quels en sont les résultats (d’un point de vue du développement de nouvelles technologies et d’un point de vue commercial) ?
3. Hoe hebben het SCK en het IRE hun onderzoeksresultaten doen renderen, en met welk resultaat (qua ontwikkeling van nieuwe technologiee¨n en uit een commercieel oogpunt) ?
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2003200432344
DO 2003200432344
Question no 35 de M. Bart Laeremans du 22 novembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 35 van de heer Bart Laeremans van 22 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Obligation de bilinguisme au Centre de Physique du Globe de Dourbes.
Verplichte tweetaligheid bij het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes.
L’IRM est un établissement scientifique fédéral et doit dès lors offrir un service bilingue, etc. L’institut dispose toutefois également d’une station de mesure à Dourbes, en Wallonie. Celle-ci fournit des prestations pour l’ensemble du pays et doit donc également être bilingue. Il ne s’agit donc pas d’une section régionale d’un service fédéral (ou d’un « service extérieur »). Si ce centre dispose d’un site Internet entièrement bilingue, il n’utilise toutefois que la dénomination ou l’abréviation francophone, comme en témoigne son site Internet : http ://meteo.be/CPG/. On peut par exemple y lire ce qui suit : « Welkom op de website van het « Centre de Physique du Globe ». L’on peut procéder au même constat dans l’article « Happy birthday, centre de physique du globe » paru dans le no 38 du magazine « De Regie » (journal du personnel de la Régie des Baˆtiments) de juillet 2004, p. 3-5.
Het KMI is een federale wetenschappelijke instelling en moet dus tweetalig zijn in haar dienstverlening enzovoort. Het KMI beschikt echter ook over een meetafdeling te Dourbes in Wallonie¨. Deze afdeling werkt voor het gehele land en moet dus ook tweetalig zijn. Het gaat dus niet om een regionale afdeling van een federale dienst (of zogenaamde buitendienst). Ik merk op dat dit centrum een perfect tweetalige webstek heeft. Maar het centrum gebruikt enkel en alleen de Franse benaming of afkorting van die Franse benaming. Het volstaat om volgende webstek te bezoeken : http ://www.meteo.be/CPG/. Men spreekt dus bijvoorbeeld van : Welkom op de webstek van het « Centre de Physique du Globe ». U kunt dit ook controleren in het tijdschrift De Regie (personeelsblad van de Regie der Gebouwen), juli 2004, nr. 38, blz. 3-5 in het artikel « Happy birthday, centre de physique du globe ».
D’autres établissements scientifiques fédéraux utilisent bien une dénomination et une abréviation bilingues. Je songe au Centre d’étude de l’énergie nucléaire de Mol, situé en Flandre, dont l’adresse Internet (http ://www.sclcen.be/) comporte déjà l’abréviation dans les deux langues (FR-NL), contrairement au site de la station de Dourbes. Dans les offres d’emploi également (même exclusivement rédigées en néerlandais), le CEN utilise toujours la dénomination bilingue. ` votre estime, serait-il opportun que la station 1. A de Dourbes utilise également une dénomination (ou abréviation) en néerlandais dans les publications en
Andere federale wetenschappelijke instellingen werken wel met een tweetalige benaming en afkorting. Zo verwijs ik naar het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol, gelegen in Vlaanderen, via de webstek http ://www.sckcen.be/. Hier wordt dus zelfs al in het internetadres gebruik gemaakt van de twee afkortingen (NL-FR) terwijl dat bij Dourbes niet het geval is. Ook in vacatures (zelfs puur eentalig Nederlandstalige) gebruikt het SCK altijd de tweetalige benaming.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Is het volgens u wenselijk dat ook in Dourbes in de Nederlandstalige publicaties, webstek enzovoort een Nederlandstalige naam (of afkorting) gebruikt kan 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9313
néerlandais, sur le site Internet, etc. afin d’établir ainsi clairement son bilinguisme ?
worden om op die wijze ook de tweetaligheid van de dienst duidelijk te maken ?
2. Pourriez-vous indiquer comment sont répartis les emplois (F/N) dans le centre précité et quels critères sont retenus à cet effet ?
2. Kan u meedelen hoe de verdeling van de betrekkingen (N/F) in het genoemd centrum gebeurt en welke criteria hiervoor aan de dag gelegd worden ?
3. Combien de néerlandophones et combien de francophones ont-ils fourni la preuve de leur connaissance de l’autre langue ?
3. Hoeveel Nederlandstaligen en hoeveel Franstaligen hebben het bewijs geleverd van de kennis van de andere taal ?
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2004200502688
DO 2004200502688
Question no 200 de Mme Greet Van Gool du 18 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 200 van mevrouw Greet Van Gool van 18 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Allocation d’orphelin.
Wezenbijslag.
En commission des Affaires sociales de la Chambre du 20 janvier 2004, j’ai interrogé l’ancienne secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées sur la modification de l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés à la suite de différents arrêts rendus par la Cour d’arbitrage (questions nos 1150 et 1190, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 20 janvier 2004, COM 129, p. 33).
In de Kamercommissie voor de Sociale Zaken van 20 januari 2004 heb ik de vorige bevoegde staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap ondervraagd in verband met de wijziging van artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders ten gevolge van verschillende arresten die het Arbitragehof uitgesproken heeft (vragen nrs. 1150 en 1190, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 20 januari 2004, COM 129, blz. 33).
Le premier problème concerne la différence de traitement entre les personnes mariées et les cohabitants en matière d’allocations d’orphelin et plus précisément la situation dans laquelle le parent survivant se remarie ou forme un nouveau ménage. Dans ce cas, l’allocation d’orphelin est supprimée. Si la nouvelle situation familiale se modifie, l’allocation d’orphelin peut être versée à nouveau. Si le parent survivant était établi en ménage et qu’il est mis fin à cette situation, le droit à l’allocation d’orphelin est immédiatement rétabli. En revanche, si le parent survivant s’était remarié et qu’il est mis fin à ce nouveau mariage par une séparation de fait, le droit à l’allocation d’orphelin n’est rétabli que lorsque la séparation de fait est confirmée par une décision judiciaire assignant une résidence séparée aux époux. Cette inégalité a été déclarée contraire à la Constitution par la Cour d’arbitrage dans un arrêt du 10 décembre 2003 sur l’article 56bis
Het eerste probleem betreft het verschil in behandeling tussen gehuwden en samenwonenden op vlak van de wezenbijslag. Meer bepaald gaat het om de situatie waarin de overlevende ouder een huwelijk aangaat of een nieuw gezin vormt. Dan valt de wezenbijslag weg. Wijzigt de nieuwe gezinstoestand, dan kan er opnieuw wezenbijslag worden uitbetaald. Wanneer de overlevende ouder een huishouden vormde en daar een einde aan wordt gemaakt, dan ontstaat er onmiddellijk opnieuw recht op de wezenbijslag. Wanneer de overlevende ouder evenwel opnieuw gehuwd was en aan dat nieuwe huwelijk een einde gemaakt wordt door feitelijke scheiding, dan ontstaat er slechts opnieuw recht op wezenbijslag wanneer de feitelijke scheiding bekrachtigd is door een gerechtelijke beslissing die het echtpaar een afzonderlijke verblijfplaats aanwijst. Deze ongelijkheid werd door het Arbitragehof, in een arrest van 10 december 2003 over artikel 56bis van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9314
des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés. Dans sa réponse, la secrétaire d’E´tat a indiqué que la question serait inscrite à l’ordre du jour de la réunion du comité de gestion de l’Office national d’allocations familiales pour travailleurs salariés du 3 février 2004 et qu’une proposition de modification y serait formulée.
samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, als strijdig met de Grondwet bestempeld. In haar antwoord heeft de staatssecretaris gesteld dat deze zaak besproken zou worden tijdens de vergadering van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag op 3 februari 2004, waar men een voorstel tot wijziging zou formuleren.
Le deuxième problème concerne la différence de traitement entre les orphelins bénéficiaires d’allocations familiales selon que, lors du décès de l’un de leurs parents, l’attributaire était l’un des parents ou une autre personne faisant partie de la famille ou du ménage. Dans le premier cas, l’enfant bénéficie des allocations familiales au taux majoré pour orphelin; dans le second cas, l’enfant continue à bénéficier des allocations au tarif ordinaire. Cette situation a également été déclarée contraire à la Constitution par la Cour d’arbitrage (arrêt du 30 avril 2003 concernant l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés).
Het tweede probleem heeft betrekking op het verschil in behandeling tussen de wezen die recht hadden op kinderbijslag naargelang bij het overlijden van een van de ouders de rechthebbende een van de ouders was dan wel een andere persoon die deel uitmaakte van het gezin of het huishouden. In het eerste geval krijgt het kind kinderbijslag tegen het verhoogde tarief voor wezen, in het tweede geval blijft het kind kinderbijslag genieten tegen het gewone tarief. Ook dit werd door het Arbitragehof als strijdig met de Grondwet bestempeld (arrest van 30 april 2003 over artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders).
Enfin, la secrétaire d’E´tat a encore fait état dans sa réponse d’une autre discrimination qui avait également été considérée comme un traitement inégal par la Cour d’arbitrage (arrêts des 26 juin 2002 et 30 avril 2003). Il s’agit en l’occurrence des conditions à remplir par le parent survivant pour être attributaire de l’allocation d’orphelin, à savoir que le défunt ou le parent survivant doit, au moment du décès, avoir satisfait à la condition de carrière et donner droit à au moins six allocations forfaitaires mensuelles au cours des douze mois précédant immédiatement le décès. L’obligation du respect de la condition de carrière par l’un des parents de l’enfant sans qu’il soit tenu compte d’un autre ayant droit est considérée comme un traitement inégal par la Cour d’arbitrage.
Ten slotte verwees de staatssecretaris in haar antwoord naar nog een discriminatie die eveneens door het Arbitragehof als ongelijke behandeling werd beschouwd (arresten van 26 juni 2002 en 30 april 2003). Daar gaat het om de voorwaarden die vervuld moeten zijn opdat de overlevende ouder wezenbijslag zou krijgen. Met name moet op het ogenblik van het overlijden de overledene of de overlevende ouder de voorwaarde inzake loopbaan hebben vervuld en recht geven op ten minste zes maandelijkse forfaitaire kinderbijslagen in de loop van de twaalf maanden die het overlijden onmiddellijk voorafgaan. Het feit dat de loopbaanvoorwaarde vervuld moet worden door een ouder van het kind zonder dat rekening gehouden wordt met een andere rechthebbende, wordt door het Arbitragehof als een ongelijke behandeling beschouwd.
L’ancienne secrétaire d’E´tat avait promis en janvier 2004 de modifier l’article 56bis des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés dans les meilleurs délais afin de tenir compte de la jurisprudence de la Cour d’arbitrage dans ces trois affaires distinctes. Elle contacterait aussi le ministre des Classes moyennes pour examiner si des modifications identiques ne devaient pas être apportées au régime des indépendants.
De vorige staatssecretaris beloofde in januari 2004 om artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders zo snel mogelijk te wijzigen om met de rechtspraak van het Arbitragehof in de drie verschillende zaken rekening te houden. Ze zou bovendien ook contact opnemen met de minister van Middenstand om te bespreken of ook in de regeling voor zelfstandigen aanpassingen in dezelfde zin nodig zijn.
Qu’en est-il de ces modifications annoncées et qu’en est-il exactement pour le régime des indépendants ?
Kan u meedelen wat de stand van zaken is van de beloofde aanpassingen en hoe het precies zit in de regeling voor zelfstandigen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9315
DO 2004200502711
DO 2004200502711
Question no 201 de M. Benoıˆt Drèze du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 201 van de heer Benoıˆt Drèze van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Remboursement du médicament « Celebrex ».
Terugbetaling van « Celebrex ».
Le « Celebrex » est un médicament non stéroı¨dien qui est destiné essentiellement au traitement de l’arthrose et de l’arthrite rhumatoı¨de. Le Celebrex est cependant également un anti-douleur, et il arrive qu’il soit prescrit par un médecin comme tel.
Celebrex is een niet-steroı¨daal geneesmiddel voor de behandeling van artrose en reumatoı¨de artritis. Celebrex is daarnaast ook een pijnstiller en wordt soms als dusdanig door een arts voorgeschreven.
En 2002, il a été décidé par le Conseil des médecins de l’INAMI que le Celebrex ne ferait l’objet de remboursement que dans les cas décrits ci-dessus, à savoir les cas patients aˆgés de plus de 65 ans souffrant d’arthrose ou de ceux atteints d’arthrite rhumatoı¨de sur avis du médecin.
In 2002 besliste de Raad van geneesheren van het RIZIV dat Celebrex enkel zou worden terugbetaald wanneer het wordt voorgeschreven aan patie¨nten ouder dan 65 die aan artrose lijden of aan patie¨nten met reumatoı¨de artritis.
1. Confirmez-vous que le Celebrex puisse être dans certains cas prescrit comme anti-douleur ?
1. Bevestigt u dat Celebrex in sommige gevallen als pijnstiller kan worden voorgeschreven ?
2. Le cas échéant, êtes-vous prêt à prendre des mesures pour permettre son remboursement ?
2. Bent u desgevallend bereid maatregelen te nemen om de terugbetaling ervan mogelijk te maken ?
DO 2004200502731
DO 2004200502731
Question no 202 de M. Jo Vandeurzen du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 202 van de heer Jo Vandeurzen van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Assurance dépendance. — Répartition des compétences. — Position de la Cour d’arbitrage et de l’Union européenne.
Zorgverzekering. — Bevoegdheidsverdeling. — Visie Arbitragehof en EU.
La Flandre dispose d’une assurance dépendance. La Cour d’arbitrage estime que l’organisation de cette assurance dépendance relève en effet de la compétence de l’entité fédérée. L’Union européenne estime quant à elle que l’assurance dépendance relève du domaine de la sécurité sociale.
Vlaanderen beschikt over een zorgverzekering. Volgens het Arbitragehof behoort de organisatie van deze zorgverzekering inderdaad tot de bevoegdheid van de deelstaat. Volgens Europa behoort de zorgverzekering tot het domein van de sociale zekerheid.
1. Pouvez-vous expliquer pourquoi on considère en Belgique que l’assurance dépendance relève de la compétence des entités fédérées alors que l’Union européenne considère quant à elle que l’assurance dépendance relève du domaine de la sécurité sociale ?
1. Kan u verduidelijken waarom dat langs de ene kant in Belgie¨ de zorgverzekering kan behoren tot de bevoegdheid van de deelstaten en langs de andere kant volgens de Europese inzichten de zorgverzekering behoort tot het domein van de sociale zekerheid ?
2. a) Comment peut-on définir, selon le point de vue de l’Union européenne, ce qui relève de la sécurité sociale ?
2. a) Hoe kan volgens Europese inzichten gedefinieerd worden wat sociale zekerheid is ?
b) Est-ce tributaire du mode de perception de la prime ?
b) Is dat afhankelijk van de manier waarop de premie geı¨nd wordt ?
c) Quels sont les critères prépondérants à cet égard ?
c) Wat zijn daarvoor de doorslaggevende criteria ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9316
3. Quels aspects relatifs à l’organisation de la sécurité sociale relèvent de la compétence des entités fédérées ?
3. Wat wordt tot de bevoegdheid van de deelstaten gerekend met betrekking tot de organisatie van de sociale zekerheid ?
4. Comment définir dans ce cas ce qu’est la sécurité sociale ?
4. Hoe wordt in dit geval de sociale zekerheid gedefinieerd ?
DO 2004200502736
DO 2004200502736
Question no 203 de M. Jo Vandeurzen du 24 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 203 van de heer Jo Vandeurzen van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Agréments supplémentaires de lits MRS.
Bijkomende erkenningen rustoordbedden.
En Flandre, la programmation (régionale) de lits MRS permet de délivrer des agréments supplémentaires.
In Vlaanderen is er in de (regionale) programmatie van rustoordbedden nog een beschikbare ruimte om bijkomende erkenningen af te leveren.
Dans quelle mesure le financement des lits MRS par le biais de l’INAMI et la délivrance d’agréments par la Communauté flamande sont-ils en adéquation ?
In welke mate zijn de financiering van de rustoorden via het RIZIV en de aflevering van erkenningen door de Vlaamse Gemeenschap op elkaar afgestemd ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2004200502712
DO 2004200502712
Question no 336 de M. Guido De Padt du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 336 van de heer Guido De Padt van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Médicaments. — Effets secondaires néfastes. — Médicaments retirés du marché.
Geneesmiddelen. — Nefaste nevenwerkingen. — Uit de markt genomen medicamenten.
Depuis son lancement aux Pays-Bas en 2000, le médicament analgésique Vioxx a provoqué de cent à cent cinquante décès. C’est ce qu’annonçait le journal néerlandais « Trouw » le 14 novembre 2004, à la suite de la parution de deux nouvelles études relatives au médicament. Le fabricant Merck a retiré le Vioxx du marché fin septembre 2004, à la suite d’une étude financée par la société dont il ressortait que le médicament pouvait provoquer des infarctus et des accidents cérébraux en cas d’utilisation pendant plus de dix-huit mois. L’une des deux nouvelles études auxquelles il a été procédé montre que la durée d’utilisation est un facteur moins important qu’il n’y paraıˆt dans l’étude de Merck. Il en résulte que les utilisateurs occasionnels ont encouru des risques sur le plan cardio-vasculaire. ` combien le nombre de décès est-il estimé dans 1. A notre pays depuis l’introduction de l’analgésique Vioxx ?
De pijnstiller « Vioxx » heeft sinds de introductie in 2000 in Nederland honderd tot honderdvijftig sterfgevallen veroorzaakt. Dat meldde, op 14 november 2004, de Nederlandse krant Trouw naar aanleiding van twee nieuwe studies naar het middel. Fabrikant Merck haalde Vioxx eind september 2004 van de markt, nadat uit een door het bedrijf gesponsorde studie bleek dat het middel hartinfarcten en beroertes kan veroorzaken bij langer gebruik dan achttien maanden. Uit een van de nieuwe studies blijkt de duur van het gebruik minder van belang dan uit het onderzoek van Merck naar voren komt. Daaruit volgt dat ook nietchronische gebruikers werden blootgesteld aan het risico op cardiovasculaire bijwerkingen.
2. Combien de médicaments (et lesquels) ont-ils été retirés du marché pour la période de 1995 à 2004
2. Hoeveel geneesmiddelen (en welke) zijn er tijdens de periode 1995-2004 (zeker wat de periode
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
1. Op hoeveel wordt het aantal sterfgevallen in ons land geraamd sedert de introductie van de pijnstiller Vioxx ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9317
(surtout pour la période 2000-2004) à la suite d’effets secondaires non désirables et quelle était la raison de ce retrait du marché ?
2000-2004 betreft) uit de markt genomen tengevolge van nefaste nevenwerkingen en wat lag aan de oorzaak van dat uit de markt nemen ?
DO 2004200502713
DO 2004200502713
Question no 337 de M. Jo Vandeurzen du 23 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 337 van de heer Jo Vandeurzen van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Actes chirurgicaux en dehors de hoˆpitaux agréés.
Chirurgische akten buiten erkende ziekenhuizen.
Les hoˆpitaux de jour pratiquent de plus en plus d’interventions chirurgicales en dehors d’une entité hospitalière agréée.
Steeds meer is er sprake van dagziekenhuizen waarin chirurgische ingrepen worden uitgevoerd buiten erkende ziekenhuizen.
1. Quels actes chirurgicaux peuvent-ils être accomplis par un médecin en dehors d’un hoˆpital agréé ?
1. Welke chirurgische activiteiten mogen door een geneesheer gesteld worden buiten een erkend ziekenhuis ?
2. Lesquels de ces actes entrent-ils également en ligne de compte pour le remboursement par l’assurance-maladie obligatoire, même s’ils sont posés en dehors d’un hoˆpital agréé ou d’un hoˆpital de jour agréé ?
2. Welke van deze akten komen ook in aanmerking voor terugbetaling binnen de verplichte ziekteverzekering, ook als ze gesteld zijn buiten een erkend ziekenhuis of een erkend dagziekenhuis ?
3. Un hoˆpital agréé peut-il fonder un hoˆpital de jour chirurgical agréé en dehors du campus ou` sont organisées ses activités hospitalières ?
3. Kan een erkend ziekenhuis een erkend chirurgisch dagziekenhuis oprichten buiten de campus waar het ziekenhuis zijn ziekenhuisactiviteiten organiseert ?
4. a) Un hoˆpital de jour agréé peut-il être organisé sur le campus d’une entité hospitalière fusionnée ou` était exploité par le passé un hoˆpital entièrement agréé et ou` n’ont plus lieu que des activités limitées à la suite de la fusion ?
4. a) Kan een erkend dagziekenhuis georganiseerd worden op een campus van een fusieziekenhuis waar vroeger een volledig erkend ziekenhuis werd gee¨xploiteerd en via de fusie alleen nog beperkte activiteiten plaatsvinden ?
b) Dans l’affirmative, quelle est la différence entre cette dernière situation et la première ?
b) Zo ja, wat is het verschil tussen deze laatste situatie en de eerste situatie ?
DO 2004200502714
DO 2004200502714
Question no 338 de Mme Annick Saudoyer du 23 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 338 van mevrouw Annick Saudoyer van 23 november 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Sports de combat. — Sport « Pieds-Poings ».
Vuist/voetvechtsporten.
Il me revient que de nouveaux clubs sportifs de « Full Contact », « Boxe américaine », « Kick Boxing », « Ultimate Fighting », « Free Fight », etc. s’ouvrent tant en Wallonie qu’en Région flamande.
Naar verluidt openen zowel in Wallonie¨ als in Vlaanderen nieuwe sportclubs, waar aan vechtsporten als full contact, Amerikaans boksen, kickboksen, ultimate fighting, free fight, enzovoort wordt gedaan, de deuren.
Or, la pratique de ce sport est particulièrement violente ...
Het beoefenen van dergelijke vechtsporten is bijzonder gewelddadig ...
C’est ainsi qu’on a enregistré un décès lors d’un entraıˆnement de boxe Thai à Charleroi et un accident
In Charleroi is iemand tijdens een training taiboksen om het leven gekomen en tijdens een wedstrijd
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9318
mortel lors d’une compétition d’Ultimate Fighting qui se déroulait à Anvers.
ultimate fighting in Antwerpen deed zich een dodelijk ongeval voor.
1. La pratique de ce sport et l’organisation de compétitions doivent-elles répondre à certaines règles précises ?
1. Moeten bij het beoefenen van vechtsporten en bij de organisatie van wedstrijden bepaalde regels worden gevolgd ?
2. Dans l’affirmative, lesquelles ?
2. Zo ja, welke ?
3. Dans la négative, pourquoi ?
3. Zo neen, waarom niet ?
DO 2004200502737
DO 2004200502737
Question no 339 de M. Jo Vandeurzen du 24 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 339 van de heer Jo Vandeurzen van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Constitution de chaıˆnes d’hoˆpitaux.
Ketenvorming van ziekenhuizen.
Une tendance à la constitution de chaıˆnes d’hoˆpitaux se profile manifestement dans toute l’Europe.
In heel Europa zou er blijkbaar een trend bestaan van ketenvorming van ziekenhuizen.
1. Cette analyse est-elle exacte ?
1. Is dit correct ?
2. Pourriez-vous brosser le tableau de la situation en Europe occidentale à cet égard ?
2. Kan u de situatie in West-Europa wat dat betreft schetsen ?
3. Pourriez-vous également indiquer dans quelle mesure les hoˆpitaux en Europe occidentale sont ou non exploités sous des formes juridiques indiquant des buts lucratifs ?
3. Kan u ook situeren in welke mate in WestEuropa ziekenhuizen al dan niet worden uitgebaat in rechtsvormen die wijzen op doelstellingen die een winstoogmerk hebben ?
DO 2004200502738
DO 2004200502738
Question no 340 de M. Jo Vandeurzen du 24 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 340 van de heer Jo Vandeurzen van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
« Hoˆpitaux très spécialisés ».
« Nicheziekenhuizen ».
D’aucuns préconisent à nouveau la création d’« hoˆpitaux très spécialisés ». Il s’agit d’hoˆpitaux spécialisés à l’extrême pour un acte bien précis. Cette extrême spécialisation permettrait d’obtenir un excellent rapport qualité-prix.
Hier en daar wordt er opnieuw gepleit voor zogenaamde « nicheziekenhuizen ». Het betreft dan ziekenhuizen die zich superspecialiseren in één bepaalde handeling. Door deze doorgedreven specialisatie zou er een zeer goede prijs-kwaliteit verhouding kunnen worden gerealiseerd.
1. Avez-vous connaissance des arguments en faveur de la création de ces hoˆpitaux très spécialisés ?
1. Heeft u kennis van de argumentaties die pleiten voorde uitbouw van nicheziekenhuizen ?
2. Dans quelle mesure la création de tels hoˆpitaux est-elle envisageable en Belgique ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2. In welke mate is zoiets in Belgie¨ mogelijk ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9319
DO 2004200502739
DO 2004200502739
Question no 341 de Mme Annick Saudoyer du 24 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 341 van mevrouw Annick Saudoyer van 24 november 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Suppression des espaces « fumeurs » dans les établissements du secteur horeca.
Verdwijning van de rookzones in horecazaken.
Je suis heureuse de constater que la lutte contre la consommation de tabac en Belgique est plus soutenue. Les démarches actuelles entreprises à différents niveaux sont dynamiques. Je cite pêle-mêle le Plan fédéral de lutte contre le tabagisme, la mise à disposition d’une ligne tabac-stop, l’annonce au prochain budget d’une hausse de la taxe sur les produits à base de tabac, sans oublier le nouvel arrêté royal visant à rendre obligatoires des photos couleurs dissuasives sur les paquets de cigarettes. Le nombre de fumeurs en Belgique a diminué d’un cinquième depuis 1985.
Tot mijn blijdschap stel ik vast dat de strijd tegen het tabaksgebruik in Belgie¨ in een stroomversnelling is geraakt. Op verschillende niveaus wordt momenteel op een dynamische manier actie ondernomen. Ik denk onder meer aan het federale plan ter bestrijding van het tabaksgebruik, de Tabak Stop Lijn (een speciale hulplijn voor mensen die willen stoppen met roken), de in de volgende begroting aangekondigde verhoging van de taks op tabaksproducten, en niet te vergeten het nieuwe koninklijk besluit dat het afdrukken van afschrikwekkende kleurenfoto’s op sigarettenpakjes verplicht moet maken. Sinds 1985 is het aantal rokers in Belgie¨ met een vijfde gedaald.
Les fumeurs ne sont pas les seuls à souffrir des conséquences de leur dépendance à la nicotine. Je veux parler des fumeurs passifs qui courent un risque majoré de 15 à 30 % de développer un cancer du poumon. Pour lutter contre le tabagisme — actif et passif — il s’agit de restreindre l’usage du tabac dans les lieux fermés accessibles au public.
De rokers zelf zijn niet de enigen die onder de gevolgen van hun nicotineverslaving te lijden hebben. Wie ongewild moet meeroken (passief roken) loopt 15 à 30 % meer risico op longkanker. Actief en passief roken moet men bestrijden door het tabaksgebruik in voor het publiek toegankelijke, gesloten ruimten te beperken.
Une enquête commandée par la Fédération belge contre le cancer et réalisée en aouˆt 2004 par un institut indépendant auprès d’un échantillon représentatif de la population de 1070 individus montre que plus de la moitié des Belges (55 %) soutiennent l’interdiction de fumer dans les restaurants. Ils sont 49 % à souhaiter que cette interdiction soit étendue aux cafés.
Uit een door de Belgische Federatie tegen Kanker bestelde enquête die in augustus 2004 door een onafhankelijke instelling gehouden werd bij een representatief staal van de bevolking van 1070 mensen, blijkt dat meer dan de helft van de Belgen (55 %) voorstander is van een rookverbod in restaurants. 49 % van de bevraagde personen wil dat het rookverbod ook geldt in cafés.
L’exemple de l’Irlande est édifiant. Selon un sondage réalisé l’été dernier, 82 % des Irlandais soutiennent l’interdiction totale de fumer dans les restaurants et les pubs adoptée en mars 2004.
Ierland is wat dat betreft een lichtend voorbeeld. Volgens een enquête die afgelopen zomer werd uitgevoerd, staat 82 % van de Ieren achter het volledige rookverbod in restaurants en pubs dat in maart 2004 werd ingevoerd.
Nous connaissons votre souci d’interdire le tabagisme dans les lieux publics fermés. Mais vous savez, comme quiconque fréquente les restaurants et cafés, que la loi est très mal respectée.
We weten dat u het roken in gesloten openbare ruimten wil verbieden. Maar net als al wie al eens een restaurant of café bezoekt, weet u best dat de wet zeer vaak met voeten getreden wordt.
Je voudrais savoir comment vous organiserez la lutte contre le tabagisme dans les lieux publics à l’avenir et de quelle manière les résultats seront-ils vérifiés.
Hoe gaat u het roken in openbare plaatsen in de toekomst tegengaan, en op welke manier zullen de resultaten van uw maatregelen getoetst worden ?
1. Quelles sont les mesures prévues pour réduire les espaces « fumeurs » dans les établissements du secteur horeca ?
1. Welke maatregelen zitten er in de pijplijn om de rookzones in horecazaken in te krimpen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1178
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9320
2. a) Prévoyez-vous une interdiction totale de fumer dans les établissements du secteur horeca à l’instar de ce qui est appliqué en Irlande ?
2. a) Denkt u eraan in navolging van Ierland een volledig rookverbod in de horecazaken in te voeren ?
b) Si c’est le cas, quand serait prévue sa mise en application ?
b) Zo ja, wanneer zou dat rookverbod ingaan ?
DO 2004200502743
DO 2004200502743
Question no 342 de Mme Yolande Avontroodt du 24 novembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 342 van mevrouw Yolande Avontroodt van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Traitement forcé en cas d’hospitalisation sous contrainte.
Gedwongen behandeling bij gedwongen opname.
Le 10 mars 2003, le Comité consultatif de Bioéthique a rendu un avis sur le traitement forcé en cas d’hospitalisation sous contrainte. Le Comité demande de prendre davantage en compte l’application de la loi relative aux droits du patient. E´tant donné que les patients hospitalisés sous contrainte se trouvent de facto dans une position de faiblesse, le Comité demande de prendre des précautions supplémentaires pour les informer comme il se doit. Le Comité songe à une brochure d’information propre à chaque service psychiatrique dans laquelle le patient, les membres de sa famille ou sa personne de confiance trouveront des informations appropriées et complètes.
Op 10 maart 2003 bracht het Raadgevend Comité voor Bio-Ethiek een advies uit betreffende gedwongen behandeling bij gedwongen opname. Het Comité vraagt onder meer aandacht voor de toepassing van de wet betreffende de rechten van de patie¨nt. Aangezien gedwongen opgenomen patie¨nten zich de facto in een zwakkere positie bevinden, vraagt het Comité extra voorzorgen om deze kwetsbare patie¨nten degelijk te informeren. Het Comité denkt hierbij aan een draaiboek eigen aan de psychiatrische afdeling waarin de patie¨nt, zijn familieleden of vertrouwenspersoon correcte en volledige informatie terugvinden.
Le Comité demande par ailleurs d’accorder davantage d’importance au principe du « second avis ». Bien que dans le cas d’une hospitalisation sous contrainte, le principe du libre choix du médecin par le patient ne puisse pas être respecté, le Comité demande que le droit de solliciter l’avis d’un second médecin soit également reconnu aux patients hospitalisés sous contrainte. Mais, dans la pratique, l’exercice de ce droit pose fréquemment problème, notamment en raison d’obstacles financiers. C’est pourquoi le Comité propose que la nomenclature prévoie la tarification de cette consultation.
Verder vraagt het Comité ook aandacht voor het principe van de « second opinion ». Ondanks het feit dat bij een gedwongen opname het principe van de vrije keuze van arts niet kan gerespecteerd worden, vraagt het Comité dat ook gedwongen opgenomen patie¨nten een tweede advies van een andere arts kunnen inwinnen. Dit stelt echter in de praktijk vaak problemen, onder meer wegens financie¨le belemmeringen. Daarom stelt het Comité voor dergelijk consult op te nemen in de nomenclatuur.
1. Vous ralliez-vous à l’avis du Comité consultatif de Bioéthique ?
1. Volgt de minister dit advies van het Raadgevend Comité voor Bio-Ethiek ?
2. Dans l’affirmative, comment envisagez-vous de le mettre en œuvre ?
2. Zo ja, op welke manier overweegt u hieraan uitvoering te geven ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9321
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2004200502483
DO 2004200502483
Question no 179 de M. Hagen Goyvaerts du 18 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 179 van de heer Hagen Goyvaerts van 18 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Crédit-temps et mandat politique d’un conseiller provincial.
Tijdskrediet en politiek mandaat van een provincieraadslid.
Il est mentionné dans le texte du formulaire C61 — CCT 77bis (ONEM — demande d’allocations d’interruption dans le cadre d’un crédit-temps, d’une interruption de carrière ou d’une réduction des prestations de travail jusqu’à un emploi à mi-temps) que le crédit-temps n’est pas cumulable avec un mandat politique, à l’exception d’un mandat de conseiller communal ou de membre du CPAS.
In de tekst van het formulier C61 — CAO 77bis (RVA — aanvraag onderbrekingsuitkeringen in het kader van een tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking) staat vermeld dat het tijdskrediet niet cumuleerbaar is met een politiek mandaat, met uitzondering van een mandaat als gemeenteraadslid of lid van het OCMW.
Donc, implicitement, les mandats politiques rémunérés au moyen d’un jeton de présence ne sont pas jugés incompatibles avec le crédit-temps.
Hiermee wordt aangegeven dat politieke mandaten die door middel van een zitpenning worden vergoed niet worden uitgesloten.
1. Les conseillers provinciaux étant aussi rémunérés par des jetons de présence, on peut se demander pourquoi ils n’ont pas été rangés dans les exceptions au même titre que les conseillers communaux et les conseillers de CPAS ?
1. In de praktijk worden ook de provincieraadsleden vergoed op basis van zitpenningen en bijgevolg rijst de vraag waarom deze niet mee zijn opgenomen in de uitzonderingen zoals de gemeenteen OCMWraadsleden ?
2. Sur la base de quelle motivation existe-t-il, en matière de crédit-temps, une inégalité de traitement entre les conseillers communaux et de CPAS d’une part et les conseillers provinciaux d’autre part ?
2. Op basis van welke motivering is er voor het tijdskrediet een ongelijke behandeling tussen gemeente- en OCMW-raadsleden enerzijds en provincieraadsleden anderzijds ?
3. a) Envisagez-vous de prendre à brève échéance une initiative législative pour mettre un terme à cette inégalité de traitement ?
3. a) Overweegt u om op korte termijn een wetgevend initiatief te nemen om deze ongelijke behandeling op te heffen ?
b) Dans la négative, pourquoi ?
b) Zo neen, waarom niet ?
4. Quelques expériences pratiques montrent par ailleurs qu’au sein des services de l’ONEM, un grand manque de clarté règne à ce sujet. Si certains bureaux de choˆmage suivent l’esprit de la loi, d’autres en appliquent la lettre. Quelles initiatives comptez-vous prendre vis-à-vis de vos services de façon à clarifier davantage cette question ?
4. Uit enkele praktijkervaringen blijkt ook dat er bij de RVA-diensten grote onduidelijkheid hierover bestaat. Bepaalde werkloosheidsbureaus volgen de geest van de wet, andere bureaus houden zich strikt aan de wettekst. Welke initiatieven neemt u ten aanzien van uw diensten om hierover meer duidelijkheid te scheppen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9322
DO 2004200502427
DO 2004200502427
Question no 181 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 23 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 181 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Demandes de reconnaissance comme entreprise d’insertion fédérale.
Aanvragen tot erkenning als federale inschakelingsbedrijven.
Afin que leurs travailleurs puissent entrer en ligne de compte pour pouvoir bénéficier de la mesure SINE, les entreprises et les sections d’insertion en Flandre, les entreprises de formation par le travail en Wallonie et les entreprises d’insertion à Bruxelles doivent obtenir une reconnaissance fédérale comme entreprise d’insertion.
Opdat hun werknemers in aanmerking zouden komen voor de SINE-maatregel, moeten invoegbedrijven en invoegafdelingen in Vlaanderen, inschakelingsbedrijven in Wallonie¨ en inschakelingsondernemingen in Brussel een federale erkenning als inschakelbedrijf krijgen.
Pouvez-vous, pour les questions suivantes, ventilé par Région et par année, et en ce qui concerne la Flandre, ventilé également par entreprise d’insertion et par section d’insertion, me préciser :
Kan u voor volgende vragen, telkens opgesplitst per regio en per jaar, en wat Vlaanderen betreft ook opgesplitst volgens invoegbedrijven en invoegafdelingen meedelen :
1. Combien de demandes de reconnaissance comme entreprise fédérale d’insertion ont été introduites au cours de la période 2002-2004 ?
1. Hoeveel aanvragen tot erkenning als federale inschakelingsbedrijven werden ingediend in de periode 2002-2004 ?
2. Combien de ces demandes ont été rejetées ?
2. Hoeveel van die aanvragen werden geweigerd ?
3. Combien de travailleurs ont pu faire appel à la mesure SINE graˆce à cette reconnaissance ? 4. Quel budget est prévu à cet effet ?
3. Hoeveel werknemers konden dankzij deze erkenning een beroep doen op de SINE-maatregel ? 4. Welk budget staat hier tegenover ?
5. Combien d’entreprises reconnues ont duˆ cesser leurs activités ?
5. Hoeveel van de erkende ondernemingen werden genoodzaakt om hun activiteiten te stoppen ?
6. Une longue période s’écoule-t-elle entre la demande de reconnaissance et la reconnaissance effective ?
6. Verloopt er een lange periode tussen de aanvraag van de erkenning en de effectieve erkenning ?
DO 2004200502748
DO 2004200502748
Question no 182 de M. Guy D’haeseleer du 24 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 182 van de heer Guy D’haeseleer van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Emploi illégal de Chinois dans une entreprise chimique.
Illegale tewerkstelling van Chinezen bij een chemiebedrijf.
Le 10 novembre 2004, le journal « De Morgen » a publié un article dont il ressort que l’entreprise chimique Bayer aurait fait venir à Anvers, cet été, 44 travailleurs chinois munis d’un visa touristique pour leur faire suivre une formation leur permettant, une fois rentrés en Chine, d’ouvrir en 2006, à Shangai, un établissement Makrolon (filiale de Bayer).
Volgens een krantenbericht van 10 november 2004 in De Morgen zou het chemiebedrijf Bayer deze zomer 44 Chinese werknemers met een toeristenvisum naar Antwerpen hebben gehaald, teneinde hen een opleiding te geven dewelke hen in staat zou stellen om, eenmaal terug in China, in 2006 een vestiging van Makrolon (dochteronderneming van Bayer) in Shangai op te starten.
D’après les informations obtenues, les Chinois auraient en fait participé au processus de production et
Volgens de berichten zouden de Chinezen in werkelijkheid gewoon fulltime ingeschakeld zijn in het ar-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9323
effectué des travaux à risques. En échange, ils auraient perçu entre 300 et 500 euros par mois. D’après les déclarations de l’administrateur délégué dans la presse, de nombreuses entreprises chimiques installées sur les rives de l’Escaut suivraient la même procédure.
beidsproces en zouden ze risicovolle werkzaamheden hebben verricht. Hiervoor zouden ze tussen de 300 en 500 euro per maand gekregen hebben. Volgens de verklaringen van de gedelegeerd bestuurder in de pers zouden vele chemiebedrijven aan de Scheldelaan dezelfde procedure volgen.
L’Inspection des lois sociales aurait reçu une plainte à ce sujet.
Er zou dienaangaande een klacht zijn ingediend bij de Inspectie van de sociale wetten.
1. a) Pouvez-vous confirmer ces faits ?
1. a) Kan u deze feiten bevestigen ?
b) Une plainte a-t-elle été déposée auprès de l’Inspection ?
b) Werd er klacht ingediend bij de Inspectie ?
2. a) Dans l’affirmative, l’examen de cette plainte est-il déjà terminé ?
2. a) Zo ja, is het onderzoek reeds afgelopen ?
b) Quelles infractions ont été constatées ?
b) Welke inbreuken werden er vastgesteld ?
3. a) A-t-on vérifié les déclarations de l’administrateur délégué dans la presse, aux termes desquelles d’autres entreprises chimiques suivraient la même procédure ?
3. a) Werden de verklaringen van de gedelegeerd bestuurder in de pers, als zouden andere chemiebedrijven ook dezelfde procedure volgen, geverifieerd ?
b) Dans la négative, pourquoi cette vérification n’a-telle pas été effectuée ?
b) Zo neen, waarom niet ?
c) Dans l’affirmative, quels sont les résultats de cette vérification ?
c) Zo ja, wat zijn de resultaten van het onderzoek ?
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2004200502726
DO 2004200502726
Question no 178 de M. Ludo Van Campenhout du 23 novembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 178 van de heer Ludo Van Campenhout van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Document relatif à la dérogation au port obligatoire de la ceinture de sécurité.
Document vrijstelling van de draagplicht van de veiligheidsgordel.
L’article 35.2.1 de l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière énumère les situations dans lesquelles une dérogation peut être accordée aux port obligatoire de la ceinture de sécurité (article 35.1.1). Ainsi, l’article 35.2.1, 6o, dispose ce qui suit : « Les personnes qui sont en possession d’une dérogation délivrée, en raison d’une contre-indication médicale grave, par le ministre des Communications (ou son délégué), ou, si elles sont domiciliées dans un pays étranger, par l’instance compétente de ce pays. Le mi-
Artikel 35.2.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer somt de situaties op waarin een uitzondering mag gemaakt worden op de algemene verplichting om de veiligheidsgordel te dragen (artikel 35.1.1). Zo vermeldt artikel 35.2.1, 6o : « De personen die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van gewichtige medische tegenindicaties afgeleverd door de minister van Verkeerswezen, of zijn gemachtigde, of, indien zij in het buitenland wonen, door de bevoegde instanties van hun land. De minister
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9324
nistre des Communications détermine les modalités d’octroi ainsi que le modèle de cette dérogation. ».
van Verkeerswezen stelt de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstelling vast. ».
Cette dérogation visée à l’article 35.2.1, 6o, de l’arrêté royal précité du 1er décembre 1975, doit être présentée à toute réquisition d’un agent qualifié (article 35.2.2). Pour pouvoir remplir cette exigence, une dérogation est délivrée au demandeur conformément à l’annexe 2 de l’arrêté ministériel du 29 mai 1996 déterminant les modalités d’octroi ainsi que le modèle des dérogations au port obligatoire de la ceinture de sécurité en raison de contre-indications médicales graves.
De vrijstelling bedoeld in artikel 35.2.1, 6o, van het voornoemd koninklijk besluit van 1 december 1975 moet vertoond worden op elk door een bevoegd persoon gedaan verzoek (artikel 35.2.2). Om hieraan te kunnen voldoen, wordt een vrijstellingsdocument afgeleverd aan de aanvrager conform bijlage 2 van het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald.
Suivant le groupe linguistique auquel appartient le demandeur, il/elle recevra une dérogation limitée ou non dans le temps en néerlandais, français ou allemand. En ce qui concerne la version néerlandaise, des problèmes peuvent se poser lorsque le conducteur ou le passager doit présenter la dérogation à un agent qualifié qui en fait la demande. Ce problème se pose par exemple lorsque la personne concernée est controˆlée à l’étranger. La langue du document n’est pas comprise par l’instance de controˆle, ce qui a des faˆcheuses conséquences pour le conducteur ou le passager. Un document multilingue pourrait donc constituer une solution dans le cas présent.
Naargelang de taalgroep waartoe de aanvrager behoort, ontvangt hij/zij het in de tijd al dan niet beperkte vrijstellingsdocument in het Nederlands, het Frans of het Duits. Wat de Nederlandstalige versie betreft, geeft dit soms problemen wanneer de bestuurder of passagier het bewijs dient voor te leggen aan een gemachtigd ambtenaar die erom verzoekt. Dit probleem doet zich bijvoorbeeld voor wanneer de betrokkene gecontroleerd wordt in het buitenland. De taal van het document wordt niet begrepen door de controlerende instantie en heeft voor de autobestuurder of passagier negatieve gevolgen. Een meertalig document zou in dit geval een oplossing kunnen bieden.
1. Serait-il utile selon vous qu’à l’avenir le document soit éventuellement rédigé en trois langues et que l’arrêté ministériel précité du 29 mai 1996 soit adapté en ce sens ?
1. Vindt u het zinvol dat het document in de toekomst eventueel drietalig wordt afgeleverd en het voornoemd ministerieel besluit van 29 mei 1996 in die zin wordt aangepast ?
2. Quelles autres combinaisons de langues pourraient encore être utiles selon vous ?
2. Welke andere talencombinaties zouden voor het vrijstellingsdocument volgens u nog nuttig kunnen zijn ?
3. Les personnes concernées peuvent-elles à terme s’attendre à une telle modification ?
3. Mogen de betrokkenen zich op termijn aan zo een wijziging verwachten ?
DO 2004200502744
DO 2004200502744
Question no 179 de M. François Bellot du 24 novembre 2004 (Fr.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 179 van de heer François Bellot van 24 november 2004 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :
E´volution du nombre d’immatriculations.
Evolutie van het aantal inschrijvingen.
Selon certaines informations, le nombre d’immatriculations des véhicules neufs est en diminution dans notre pays.
Naar verluidt worden er in ons land steeds minder nieuwe wagens ingeschreven.
1. a) Pouvez-vous confirmer cette tendance ?
1. a) Kan u deze tendens bevestigen ?
b) Quelle a été l’évolution du nombre d’immatriculations au cours des huit derniers trimestres ?
b) Hoe is het aantal inschrijvingen gedurende de acht laatste trimesters gee¨volueerd ?
2. Par catégorie de puissance des véhicules, quelle a été l’évolution ?
2. Kan u de evolutie opgeven per vermogenscategorie ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9325
3. Il semblerait que les véhicules 4 × 4 aient un succès grandissant !
3. Blijkbaar hebben de 4 × 4-terreinwagens een groeiend succes !
Pouvez-vous communiquer l’évolution du nombre d’immatriculations entre les trois premiers trimestres de 2002, les trois premiers trimestres de 2003 et les trois premiers trimestres de 2004 ?
Kan u me meedelen hoe het aantal inschrijven tussen de eerste drie trimesters van 2002, de eerste drie trimesters van 2003 en de eerste drie trimesters van 2004 is gee¨volueerd ?
DO 2004200502749
DO 2004200502749
Question no 180 de M. Bart Tommelein du 24 novembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 180 van de heer Bart Tommelein van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Controˆle technique des véhicules à moteur. — Nouvelle réglementation. — Pneus des remorques.
Technische controle op motorvoertuigen. — Nieuwe regelgeving. — Banden op aanhangwagens.
Depuis début 2004, une nouvelle réglementation est entrée en vigueur concernant le controˆle technique des véhicules à moteur. Une des nouveautés est que les pneus des remorques de la catégorie 02 (MMA supérieure ou égale à 3,5 tonnes)doivent avoir un indice de vitesse minimal L (120 km/h).
Sinds begin 2004 is er een nieuwe regelgeving van kracht rond de technische controle op motorvoertuigen. Eén van de nieuwigheden is dat banden op aanhangwagens in de categorie 02 (MTM groter of gelijk aan 3500 kilogram) een minimumsnelheidsindex L (120 km/u) moeten hebben.
Mais sur le terrain, certains problèmes pratiques ont été signalés. Il n’est pas toujours possible de trouver des pneus dotés d’un indice de vitesse L ou supérieur convenant pour certaines petites remorques. En effet, ces pneus sont relativement grands.
Op het terrein werden hierbij een aantal praktische moeilijkheden gesignaleerd. Het is namelijk zo dat er niet altijd banden te vinden zijn met snelheidsindex L of hoger die op sommige kleine aanhangwagens passen. Deze banden zijn immers relatief groot.
Ce problème concerne notamment les remorques qui avaient à l’origine une MMA inférieure et sur lesquelles a été monté un nouvel essieu d’une MMA supérieure (en l’espèce 3,5 tonnes ou plus) pour éviter les problèmes.
Dit probleem doet zich in het bijzonder voor bij aanhangwagens die aanvankelijk een lager draagvermogen hadden waarop men, om afbreuken te voorkomen, een nieuwe as met hoger draagvermogen (in casu 3,5 ton of meer) geplaatst heeft.
L’indice de vitesse minimal L qui est exigé semble excessif puisqu’il paraıˆt exclu de rouler à plus de 100 km/h avec une remorque de 3,5 tonnes complètement chargée.
De vereiste minimumsnelheidsindex L lijkt buitensporig gezien het uitgesloten lijkt dat men met een vol geladen aanhangwagen van 3,5 ton meer dan 100 km/u gaat rijden.
1. Eˆtes-vous au courant de ce problème ?
1. Bent u op de hoogte van dit probleem ?
2. Seriez-vous disposé à adapter la réglementation pour faire admettre un indice de vitesse inférieur lorsqu’il est pratiquement impossible de monter des pneus dotés d’un indice de vitesse minimal L ?
2. Bent u bereid om de regelgeving aan te passen zodat een lagere snelheidsindex kan volstaan in de gevallen waar het praktisch onmogelijk is om banden met minimumsnelheid L te monteren ?
3. Pourrait-on éventuellement accorder une dispense individuelle dans le cas d’une remorque sur laquelle on a monté un essieu plus lourd ?
3. Kan er eventueel een individuele uitzondering verleend worden wanneer het gaat om een aanhangwagen waar een zwaardere as werd op geplaatst ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9326
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Pensions
Pensioenen
DO 2004200502727
DO 2004200502727
Question no 61 de Mme Greet Van Gool du 23 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 61 van mevrouw Greet Van Gool van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Cumul d’une pension accordée dans le cadre d’un régime de pension du secteur public avec un revenu de remplacement.
Cumulatie van een pensioen toegekend door een pensioenregeling van de openbare sector met een vervangingsinkomen.
Une pension n’est versée que lorsque l’intéressé ne perçoit pas d’allocation de maladie ou d’invalidité, de prépension ou de choˆmage.
Een pensioen is slechts betaalbaar indien de betrokkene geen uitkering wegens ziekte of invaliditeit geniet, noch een brugpensioen, noch een werkloosheidsvergoeding.
Cette condition est la même pour les trois régimes de pension (salariés, indépendants, secteur public). Cette règle n’est cependant pas appliquée de la même manière lorsque l’intéressé n’a bénéficié d’un revenu de remplacement que pendant une période précise de l’année.
Die voorwaarde is dezelfde voor de drie pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen, openbare sector). Deze regel wordt evenwel niet op dezelfde manier toegepast wanneer de betrokkene slechts gedurende een bepaalde periode van een jaar een vervangingsinkomen geniet.
Dans les régimes de pension des travailleurs salariés et des indépendants, le paiement de la pension n’est suspendu que pendant les mois au cours desquels des indemnités ont effectivement été allouées. En revanche, le régime de pension du secteur public prévoit une suspension automatique de la pension de retraite et de survie pour l’année entière lorsque l’intéressé touche une allocation pour interruption de carrière ou réduction des prestations de travail, et le paiement de la pension de survie est également suspendu pour une année entière lorsque l’intéressé perçoit un revenu de remplacement, ne fuˆt-ce que pendant un seul mois.
Zo wordt in de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen de betaling van het pensioen slechts geschorst tijdens de maanden waarin de betrokkene effectief de sociale uitkering geniet. In de pensioenregeling van de openbare sector wordt de betaling van het rust- en overlevingspensioen daarentegen voor het hele jaar geschorst wanneer de betrokkene een uitkering wegens loopbaanonderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties ontvangt en ook de betaling van het overlevingspensioen wordt voor het hele jaar geschorst wanneer de betrokkene een vervangingsinkomen geniet, ook al is dat maar voor één maand.
Il en résulte dans les différents régimes de pension une inégalité de traitement qui ne paraıˆt pas fondée sur des raisons objectives et que le Service de médiation des Pensions a déjà dénoncé ce traitement inégal (voyez : Rapport annuel 2002, Recommandations générales 2002/2).
Dit cree¨ert een verschillende situatie in de verschillende pensioenregelingen, die niet door objectieve redenen gerechtvaardigd lijkt. Ook de Ombudsdienst Pensioenen heeft deze ongelijke behandeling al aangeklaagd (zie : Jaarverslag 2002, Algemene aanbevelingen 2002/2).
Votre prédécesseur a reconnu le 18 février 2004 que rien ne justifie objectivement qu’un même revenu de remplacement soit traité différemment selon le régime qui accorde la pension de survie. Il a également estimé souhaitable d’uniformiser les dispositions applicables dans les trois grands régimes de pension, indiquant qu’il demanderait à l’administration de préparer un projet de loi visant à adapter la législation du secteur public à celle qui s’applique aux travailleurs salariés et
Uw voorganger heeft op 18 februari 2004 erkend dat er geen objectieve rechtvaardiging bestaat voor het feit dat een zelfde vervangingsinkomen op verschillende wijze wordt behandeld volgens het regime dat het overlevingspensioen toekent. Tevens heeft hij meegedeeld dat het uniform maken van de toepasselijke bepalingen in de drie grote pensioenstelsels wenselijk is, en dat hij aan de administratie zou vragen om in een volgend wetsontwerp de wetgeving van de publieke
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9327
aux indépendants, en limitant la suspension de la pension de survie à la période de perception effective d’un revenu de remplacement (question no 1739 du 18 février 2004, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 18 février 2004, COM 169, p. 41).
sector aan te passen aan die van de werknemers en de zelfstandigen door de schorsing van het overlevingspensioen te beperken tot de periode van het daadwerkelijke genot van een vervangingsinkomen (vraag nr. 1739 van 18 februari 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 18 februari 2004, COM 169, blz. 41).
Quelle est votre opinion en la matière et ou` en est l’adaptation de la législation du secteur public visant à également limiter dans ce secteur la suspension de la pension de survie à la période de perception effective d’un revenu de remplacement ?
Wat is uw mening over deze zaak en hoever staat het met de aanpassing van de wetgeving van de publieke sector om ook in deze sector de schorsing van het overlevingspensioen te beperken tot de periode van het daadwerkelijke genot van een vervangingsinkomen ?
DO 2004200502728
DO 2004200502728
Question no 62 de Mme Greet Van Gool du 23 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 62 van mevrouw Greet Van Gool van 23 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Sanctions pour non-déclaration des activités professionnelles autorisées pour les pensionnés.
Sanctie wegens het niet-aangeven van de toegelaten beroepsactiviteit van gepensioneerden. E´én van de aanbevelingen uit het Jaarverslag van 2002 van de Ombudsdienst pensioenen betreft de sanctie wegens het niet-afleggen van een voorafgaande verklaring bij het uitoefenen van een toegelaten beroepsactiviteit van gepensioneerden.
L’une des recommandations du rapport annuel 2002 du Service de médiation des pensions concerne les sanctions pour non-déclaration de l’exercice d’une activité professionnelle autorisée pour les pensionnés. La même réglementation est, dans les grandes lignes, applicable dans les trois grands systèmes (secteur public, travailleurs, indépendants) en ce qui concerne l’activité professionnelle des pensionnés. Ceux-ci peuvent exercer une activité professionnelle si deux conditions sont respectées : l’exercice d’une activité doit être déclarée au préalable et le revenu professionnel ainsi acquis ne peut dépasser un certain plafond.
In de drie grote stelsels (openbare sector, werknemers, zelfstandigen) geldt in grote lijnen dezelfde reglementering inzake de beroepsactiviteit van gepensioneerden : de gepensioneerde mag een beroepsbezigheid uitoefenen mits voldaan is aan twee voorwaarden, namelijk de uitoefening de beroepsbezigheid moet voorafgaandelijk aangegeven worden en het beroepsinkomen mag bepaalde grenzen niet overschrijden.
La déclaration de l’activité professionnelle est considérée comme préalable lorsqu’elle est introduite dans les 30 jours suivant la date de la notification de la décision en matière de pension ou dans les 30 jours suivant l’entame de l’activité. Elle constitue l’engagement selon lequel les revenus provenant de l’activité professionnelle ne dépasseront pas les limites fixées.
De aangifte van de beroepsactiviteit wordt als voorafgaandelijk beschouwd wanneer zij ingediend wordt binnen 30 dagen volgend op de datum van de kennisgeving van de pensioenbeslissing of binnen 30 dagen volgend op de aanvang van de activiteit. Zij vormt de verbintenis dat de inkomsten uit de beroepsbezigheid beperkt zullen blijven tot de vastgelegde grenzen.
Si la déclaration requise n’est pas introduite à temps, la réglementation prévoit des sanctions, même si les limites de revenus sont respectées : le service des pensions compétent doit d’office suspendre pendant un mois le paiement de la pension en cours. En cas de récidive, la pension devra être suspendue durant trois mois.
Indien de vereiste aangifte niet tijdig wordt ingediend, voorziet de reglementering in sancties, ook al worden de vooropgestelde inkomensgrenzen gerespecteerd : de bevoegde pensioendienst moet ambtshalve de betaling van het lopende pensioen schorsen gedurende éen maand. In geval van herhaling moet het pensioen geschorst worden gedurende drie maanden.
Le service de médiation a estimé, indépendamment du fait de savoir si une telle sanction est nécessaire, qu’elle n’est pas proportionnelle à l’infraction
De ombudsdienst oordeelde dat als een dergelijke sanctie al nodig is, ze niet in verhouding staat tot de overtreding wanneer de gepensioneerde de grenzen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1179
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9328
commise lorsque le pensionné respecte la limite de revenus pour l’activité professionnelle autorisée. Souvent, la perte de la pension est plus importante que les revenus engendrés par l’activité professionnelle. Elle peut même être de deux à trois fois plus importante. Le service de médiation préconise dès lors d’examiner — dans l’optique également de la mise en place d’autres moyens de controˆle plus efficaces — s’il est opportun de maintenir la sanction pour non —déclaration préalable si le plafond en matière d’activités autorisées est respecté. En cas de maintien de la sanction, il recommande également de la limiter — par souci d’équité — à 1/12e des revenus annuels provenant de l’activité professionnelle.
voor de toegelaten beroepsactiviteit respecteert. In veel gevallen is het pensioenverlies groter dan de inkomsten uit beroepsactiviteit, in een aantal gevallen zelfs twee of drie maal zo groot. De ombudsdienst beval dan ook aan om na te gaan — ook in het licht van andere mogelijke en efficie¨ntere controles — of het behoud van de sanctie wegens het niet afleggen van een voorafgaande verklaring nog altijd verantwoord is voor de gepensioneerden die de grenzen van de toegelaten arbeid respecteren. Hij beveelt ook aan om bij behoud van een sanctie, deze om redenen van billijkheid te beperken tot één twaalfde van het jaarinkomen uit beroepsactiviteit.
Dans sa réponse du 18 février 2004 à propos de cette question, votre prédécesseur a déclaré qu’il paraissait souhaitable de supprimer la suspension du paiement de la pension en cas de non-déclaration de l’activité professionnelle, un controˆle automatique permettant de déterminer si l’activité professionnelle a été déclarée auprès d’une institution de sécurité sociale. Il a également ajouté que cette possibilité serait étudiée plus avant (question no 1693, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 18 février 2004, COM 169, p. 39).
In zijn antwoord van 18 februari 2004 over deze kwestie heeft uw voorganger gesteld dat, door de mogelijkheid om automatische controles uit te voeren, waardoor ontdekt kan worden of de beroepsactiviteit werd aangegeven bij één van de socialezekerheidsadministraties, het wenselijk voorkomt om de schorsing van pensioen bij het niet aangeven van de beroepsactiviteit af te schaffen. Hij heeft ook meegedeeld dat dit verder onderzocht zou worden (vraag nr. 1693, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 18 februari 2004, COM 169, blz. 39).
Pouvez-vous me communiquer l’état d’avancement de ce dossier ?
Kan u meedelen wat de stand van zaken is van dit dossier ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9329
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Premier ministre
Eerste minister
DO 2004200502699
DO 2004200502699
Question no 62 de M. Gerolf Annemans du 23 novembre 2004 (N.) au premier ministre :
Vraag nr. 62 van de heer Gerolf Annemans van 23 november 2004 (N.) aan de eerste minister :
Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Procès contre trois ASBL du Vlaams Blok.
Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Proces tegen drie Vlaams BlokVZW’s.
La cour d’appel de Gand et la Cour de cassation ont rendu, respectivement le 21 avril 2004 et le 9 novembre 2004, leur jugement dans un procès contre trois ASBL du Vlaams Blok intenté par le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme ainsi que par la Ligue des droits de l’homme.
Op 21 april 2004 deed het hof van beroep te Gent en op 9 november 2004 deed het Hof van Cassatie uitspraak in een rechtszaak aangespannen door het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en de Liga voor de mensenrechten tegen drie VZW’s van het Vlaams Blok.
Le centre précité, qui relève de la compétence du premier ministre, a déployé d’importants efforts dans le cadre de ce procès.
Door het voornoemde centrum, dat onder de bevoegdheid van de eerste minister valt, werden belangrijke inspanningen geleverd in het kader van dit proces.
1. Combien de collaborateurs de ce centre se sont occupés de ce procès et de sa préparation ?
1. Hoeveel personeelsleden van voornoemd centrum hielden zich bezig met dit proces en de voorbereiding ervan ?
2. Combien d’heures de travail y ont-ils consacrées ?
2. Over hoeveel manuren gaat het hier ?
3. D’autres services ou cabinets leur ont-ils apporté leur soutien ? ` combien s’élèvent les frais d’avocat à charge 4. A du centre précité pour la procédure devant la cour d’appel et la procédure devant la Cour de cassation ?
3. Werd er eventueel steun verleend vanuit andere openbare diensten of kabinetten ?
Réponse du premier ministre du 24 décembre 2004, à la question no 62 de M. Gerolf Annemans du 23 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de eerste minister van 24 december 2004, op de vraag nr. 62 van de heer Gerolf Annemans van 23 november 2004 (N.) :
1. Au centre, les collaborateurs juridiques sont habituellement chargés de plusieurs dossiers en même temps. Il n’est pas rare que ces dossiers concernent les différentes matières qui intéressent le centre (racisme,
1. Bij het centrum is het gebruikelijk dat de juridische medewerkers zich tegelijkertijd met verschillende dossiers bezighouden en niet zelden betreffen deze dossiers de verschillende materies die het centrum
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
4. Hoeveel bedroegen in hoofde van voornoemd centrum de advocaatkosten voor respectievelijk de procedure voor het hof van beroep en voor het Hof van Cassatie ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9330
négationnisme, traite des êtres humains, antidiscrimination en général). Par exemple, il arrive que des collaborateurs gèrent des dossiers tout en continuant à assurer des formations. Un collaborateur ne peut jamais s’occuper exclusivement d’un seul dossier. En outre, on compte des collaborateurs chargés du courrier entrant, de l’expédition, de l’accueil; en bref, tous les collaborateurs nécessaires au bon fonctionnement d’un organisme. 2. E´tant donné la diversité des taˆches incombant à chacun des membres du personnel cités au point 1, il est impossible de calculer le nombre d’heures de travail. Cela constituerait par ailleurs une importante perte de temps, préjudiciable au fonctionnement de l’organisme, de systématiquement noter le nombre d’heures consacrées par chaque collaborateur à la gestion de tel ou tel dossier.
aanbelangen (racisme, negationisme, mensenhandel, antidiscriminatie in het algemeen). Zo zijn er bijvoorbeeld medewerkers die dossiers beheren maar daarnaast ook vormingen verzorgen. Er is nooit één medewerker enkel en alleen bezig met één dossier. Daarnaast zijn er natuurlijk ook personeelsleden die instaan voor de binnenkomende post, de verzending, het onthaal, kortom allemaal medewerkers die noodzakelijk zijn voor de goede werking van een instelling.
3. Le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme est un organisme public indépendant et est habilité à ester en justice dans les matières qui l’intéressent.
3. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding is een onafhankelijke openbare instelling en is gemachtigd om in rechte op te treden in materies die hem aanbelangen.
4. Les honoraires des avocats du centre sont fixés pour chaque dossier conformément à l’article 459 du Code judiciaire et à l’article 77 et suivants des « Deontologische Regelen en het Huishoudelijke Reglement van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie te Brussel ».
4. De erelonen van de raadslieden van het centrum worden voor elk dossier bepaald overeenkomstig artikel 459 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 77 en volgende van de Deontologische Regelen en het Huishoudelijke Reglement van de Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie te Brussel.
Les dépenses du centre font chaque année l’objet d’un examen effectué par un réviseur d’entreprise et sont approuvées par le conseil d’administration. Le centre est également soumis au controˆle d’un commissaire du gouvernement.
De uitgaven van het centrum worden jaarlijks nagezien door een bedrijfsrevisor en goedgekeurd door de raad van bestuur. Het centrum staat tevens onder toezicht van een regeringscommissaris.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
2. Gelet op de diverse taken waarmee elk van in 1 genoemde personeelsleden bezig zijn, kan onmogelijk een aantal uren opgegeven worden. Het zou overigens een groot tijdverlies zijn, die de werking van de instelling niet ten goede komt, om elke medewerker telkens te laten noteren hoeveel tijd hij of zij aan welk dossier besteed heeft.
DO 2003200432126
DO 2003200432126
Question no 347 de M. Bart Laeremans du 16 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 347 van de heer Bart Laeremans van 16 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Criminalité organisée transfrontalière. — Collaboration entre la justice belge et la justice italienne.
Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. — Samenwerking tussen de Belgische en de Italiaanse justitie.
Le 15 juin 2004, l’hebdomadaire « Humo » a publié une interview accordée par des magistrats belges et italiens concernant la lutte contre la puissante organisation maffieuse « Ndrangheta » qui s’est principale-
Op 15 juni 2004 publiceerde het weekblad Humo een interview met Belgische en Italiaanse magistraten over de strijd tegen de machtige Italiaanse maffiose organisatie « Ndrangheta » die zich voornamelijk heeft
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9331
ment spécialisée dans le trafic de drogues et d’armes à grande échelle, et dans le blanchiment de millions d’euros provenant de ses activités criminelles.
gespecialiseerd in grootschalige drugs- en wapenhandel en het witwassen van miljoenen euro’s afkomstig uit haar criminele activiteiten.
Cette interview a fait apparaıˆtre que la collaboration entre les différents acteurs de la justice ne se déroule pas toujours sans anicroche et, surtout, que les magistrats belges sont peu enclins à accréditer l’hypothèse d’un réseau maffieux étendu gérant un important portefeuille de valeurs immobilières en Belgique.
Uit het interview bleek dat de samenwerking tussen de verschillende actoren van justitie niet altijd even vlot verloopt en vooral dat Belgische magistraten weinig geloof hechten aan de hypothese van een uitgebouwd maffioos netwerk dat een omvangrijke vastgoedfortefeuille beheert in Belgie¨.
Cette différence de vision quant à l’ampleur du réseau a pour effet que la justice italienne est dans une certaine mesure insuffisamment soutenue dans sa lutte incessante contre le crime organisé.
Dit verschil in visie over de omvang van het netwerk, maakt dat de Italiaanse justitie tot op zekere hoogte onvoldoende wordt gesteund in haar nietaflatende strijd tegen de georganiseerde misdaad.
1. La lutte contre des réseaux d’organisations criminelles de grande envergure est-elle prioritaire aux yeux du gouvernement et dans quelle mesure cela se traduitil sur le terrain pour la magistrature ?
1. Is de bestrijding van grootschalige netwerken van criminele organisaties voor deze regering prioritair en in welke mate vertaalt zich dat op het terrein voor de magistratuur ?
2. La magistrature dispose-t-elle de moyens suffisants pour assurer un déroulement transfrontalier fluide et efficace de la collaboration dans ce type de dossiers ?
2. Beschikt de magistratuur over voldoende middelen om de samenwerking in dit soort dossiers over de landsgrenzen heen vlot en efficie¨nt te laten verlopen ?
3. Est-il exact que les enquêteurs et les magistrats belges n’assurent aucun suivi, ou assurent un suivi insuffisamment systématique, des étrangers résidant en Belgique (par exemple les Italiens) et ayant des liens avec des bandes maffieuses, et qu’ils communiquent insuffisamment à leurs collègues étrangers les informations dont ils disposent à ce sujet ?
3. Is het zo dat de Belgische speurders en magistraten niet of voldoende systematisch de activiteiten van de in Belgie¨ verblijvende vreemdelingen (bijvoorbeeld Italianen) met maffiabanden opvolgen en meedelen aan hun buitenlandse collegae ?
4. Comment se fait-il que certains chefs de cette bande maffieuse n’aient jamais été inquiétés à ce jour ?
4. Hoe komt het dat bepaalde kopstukken van deze maffiabende tot op heden ongemoeid zijn gelaten ?
5. a) A-t-on déjà trouvé des indices d’investissements maffieux dans l’immobilier ?
5. a) Werden er reeds aanwijzingen gevonden van investeringen in vastgoed ?
b) Dans l’affirmative, de combien d’immeubles s’agitil ?
b) Zo ja, om hoeveel panden gaat het ?
c) Ou` sont-ils situés ?
c) Waar zijn ze gelegen ?
6. a) Y a-t-il des indices qui donnent à penser que les clans calabrais sont approvisionnés en armes depuis la Belgique ?
6. a) Zijn er aanwijzingen dat de Calabrese clans vanuit Belgie¨ bevoorraad worden met wapens ?
b) Dans l’affirmative, de quelles armes s’agit-il ?
b) Zo ja, om wat voor wapens gaat het ?
c) Ou` sont-elles fabriquées ?
c) Waar worden ze gefabriceerd ?
d) Des fournisseurs ont-ils déjà été arrêtés ?
d) Werden er reeds leveranciers gearresteerd ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 23 décembre 2004, à la question no 347 de M. Bart Laeremans du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 23 december 2004, op de vraag nr. 347 van de heer Bart Laeremans van 16 september 2004 (N.) :
1. La lutte contre les réseaux d’organisations criminelles d’envergure constitue une priorité majeure
1. De bestrijding van grootschalige netwerken van criminele organisaties is reeds sinds het actieplan van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9332
depuis le plan d’action du gouvernement de 1996 contre la criminalité organisée.
de regering tegen de georganiseerde criminaliteit van 1996 een topprioriteit.
Le gouvernement actuel a également rappelé expressément dans des documents de politique importants tels que la Note-cadre Sécurité intégrale et le Plan national de sécurité s’y rapportant qu’il faisait de cette problématique une priorité politique. Ces documents ont été approuvés lors du Conseil des ministres extraordinaire des 30 et 31 mars 2004.
Ook de huidige regering heeft dit uitdrukkelijk en bij herhaling als beleidsprioriteit gesteld in belangrijke beleidsdocumenten, zoals de Kadernota Integrale Veiligheid en daarbij aansluitend het Nationaal Veiligheidsplan. Deze werden op de bijzondere ministerraad van 30 en 31 maart 2004 goedgekeurd.
Ces documents fixent les priorités pour la magistrature et la police mais aussi pour de nombreux autres acteurs concernés, depuis le point de vue d’une approche intégrale et intégrée des phénomènes de criminalité. La lutte contre la grande criminalité organisée, dans ses aspects les plus divers, y figure explicitement en tant que priorité et fait l’objet de maintes mesures.
In deze documenten worden de prioriteiten voor magistratuur en politie, maar ook voor vele andere betrokken actoren vastgelegd, vanuit de invalshoek van een integrale en geı¨ntegreerde benadering van de criminaliteitsfenomenen. De strijd tegen de zware en georganiseerde criminaliteit, in haar meest diverse aspecten, wordt daarin uitdrukkelijk als prioriteit vermeld en maakt het voorwerp uit van tal van maatregelen.
Le rapport annuel sur la criminalité organisée en Belgique démontre également l’attention permanente accordée à la manière dont la criminalité organisée se produit en général en Belgique et dont les organisations criminelles développent leurs activités.
De permanente aandacht voor de manier waarop de georganiseerde criminaliteit in het algemeen zich in Belgie¨ voordoet en criminele organisaties hun activiteiten ontplooien blijkt ook uit het jaarrapport inzake de georganiseerde criminaliteit in Belgie¨.
Ce rapport fournit des données utiles concernant la composition, la structure, la nature, etc. des organisations criminelles dont la présence a été constatée en Belgique. La nationalité des membres de ces organisations est également un des nombreux facteurs cartographiés afin de pouvoir établir ou renforcer les contacts utiles avec les autorités étrangères concernées.
Hierin worden nuttige gegevens aangereikt inzake de samenstelling, structuur, aard, enz. van de criminele organisaties wier aanwezigheid in Belgie¨ werd vastgesteld. Ook de nationaliteit van de leden van criminele organisaties wordt als een van de vele factoren in beeld gebracht om de nodige contacten te kunnen leggen of versterken met de betrokken buitenlandse autoriteiten.
Sous la coordination du service de la Politique criminelle, des efforts importants sont fournis afin d’affiner la méthodologie utilisée pour ces rapports de sorte que les enquêteurs et magistrats disposent d’une analyse stratégique utile du phénomène par le biais de ces rapports.
Onder de coo¨rdinatie van de dienst voor het Strafrechtelijk Beleid worden ernstige inspanningen geleverd om de methodologie die voor deze rapportering wordt gebruikt te verfijnen zodat speurders en magistraten via deze rapporten over een bruikbare strategische analyse van het fenomeen beschikken.
Je peux enfin communiquer à M. le Député que dans le cadre du fonctionnement par programme de la police fédérale, comme prévu à l’article 95 de la loi sur la police intégrée du 7 décembre 1998, un projet a été lancé, lequel se concentre spécifiquement sur la présence de la criminalité organisée italienne en Belgique. E´tant donné le caractère confidentiel d’un tel projet, je ne peux fournir davantage d’informations à ce sujet.
Ten slotte kan ik in dit verband de heer Volksvertegenwoordiger meedelen dat in het kader van de programmawerking van de federale politie, zoals voorzien in artikel 95 van de Wet op de Geı¨ntegreerde Politie van 7 december 1998, een project werd opgestart dat zich specifiek op de aanwezigheid van de Italiaanse georganiseerde criminaliteit in Belgie¨ richt.
2. Graˆce à la création du parquet fédéral, les recherches et poursuites de la criminalité organisée internationale et transfrontalière ont été accélérées.
2. Met de oprichting van het federaal parket is de opsporing en vervolging van de internationale en grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit in een stroomversnelling geraakt.
La collaboration avec les autorités étrangères constitue une des missions importantes du parquet fédéral.
De samenwerking met de buitenlandse autoriteiten vormt een van de belangrijke taken van het federaal
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Ingevolge het vertrouwelijke karakter van een dergelijk project kan ik hieromtrent evenwel geen verdere informatie verschaffen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9333
Le cadre du personnel du parquet fédéral, fixé légalement, a entretemps été élargi et les magistrats fédéraux agissent avec dynamisme.
parket. Het wettelijk vastgelegde personeelskader van het federaal parket werd inmiddels opgevuld en de federale magistraten verrichten doortastend werk.
Afin que la collaboration entre les pays se déroule aisément et efficacement, le cadre légal de la coopération internationale, de l’échange d’informations et de l’entraide judiciaire a été sensiblement élargi ces dernières années. Je réfère à différentes nouvelles initiatives qui vont être entreprises ou qui ont été cloˆturées récemment.
Om de samenwerking over de landsgrenzen heen vlot en efficie¨nt te laten verlopen werd het wettelijk kader voor de internationale samenwerking, informatie-uitwisseling en rechtshulp de laatste jaren gevoelig uitgebreid. Ik verwijs naar diverse nieuwe initiatieven die op stapel staan of recent werden afgerond.
Le Parlement vient d’adopter une loi sur l’entraide judiciaire en matière pénale qui sera d’ici peu publiée au Moniteur belge. La Belgique ratifiera ainsi la convention du 29 mai 2000 relative à l’entraide judiciaire en matière pénale entre les E´tats membres de l’Union européenne et mettra en œuvre la décisioncadre relative aux équipes de recherche communes.
Het Parlement heeft net een wet inzake de internationale rechtshulp in strafzaken goedgekeurd, die zeer binnenkort zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Hiermee zal Belgie¨ de overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie bekrachtigen en het kaderbesluit inzake de gemeenschappelijke onderzoeksteams implementeren.
D’autres modalités de coopération transfrontalières et internationales ont déjà été approuvées et mises en œuvre. Je pense en particulier à la nouvelle législation relative au mandat d’arrêt européen.
Andere grensoverschrijdende en internationale samenwerkingsmodaliteiten werden reeds goedgekeurd en geı¨mplementeerd. Ik denk hierbij in het bijzonder aan de nieuwe wetgeving inzake het Europees aanhoudingsmandaat.
Toutes ces mesures visent à donner la possibilité aux services de recherche et de poursuites de mener, au-delà des frontières, des recherches et poursuites d’organisations criminelles internationales de manière efficace.
Al deze maatregelen strekken ertoe de opsporingsen vervolgingsdiensten in staat te stellen om over de landsgrenzen heen een efficie¨nte opsporing en vervolging van internationale criminele organisaties mogelijk te maken.
3 et 4. Je peux assurer à M. le Député que l’on accorde bien une grande attention aux organisations criminelles italiennes actives en Belgique.
3 en 4. Ik kan de heer Volksvertegenwoordiger verzekeren dat er wel degelijk ernstig aandacht wordt besteed aan de Italiaanse criminele organisaties die in Belgie¨ actief zijn.
Le suivi des activités de la mafia italienne se fait via la Direction générale de la police fédérale par un bureau anti-mafia créé spécialement à cet effet. Ce service entretient des contacts réguliers avec ses collègues italiens par le biais des canaux appropriés. Le service veille à l’appui des enquêtes de recherche et de poursuites en Belgique et assure la coordination policière nationale et internationale des enquêtes.
De opvolging van de activiteiten van de Italiaanse maffia gebeurt binnen de Algemene directie van de federale politie door een speciaal daartoe opgerichte desk Antimaffia. Deze dienst onderhoudt regelmatige contacten met haar Italiaanse collega’s via de gee¨igende kanalen. De dienst ondersteunt de lopende opsporings-en vervolgingsonderzoeken in Belgie¨ en staat in voor de nationale en internationale politionele coo¨rdinatie van onderzoeken.
La méthode de travail normale est établie comme suit : si la police italienne envoie des informations relatives au séjour potentiel dans notre pays d’une personne signalée avec des antécédents mafieux, ces informations sont tout d’abord controˆlées.
De normale werkwijze houdt in dat, indien de Italiaanse politie informatie toestuurt inzake het mogelijk verblijf van een geseind persoon met maffiaantecedenten in ons land, deze informatie eerst wordt nagetrokken.
Les informations sont ensuite transmises immédiatement aux services compétents. Si les premières investigations fournissent des indications positives, une information ou instruction est ouverte, sur la base ou non d’une demande d’entraide italienne.
Vervolgens wordt de informatie onmiddellijk overgemaakt aan de bevoegde diensten. Indien de eerste onderzoeksverrichtingen positieve indicaties opleveren, wordt een opsporings- of gerechtelijk onderzoek gestart, al dan niet op basis van een Italiaans rechtshulpverzoek.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9334
II existe donc un réel suivi des dossiers mafieux italiens. Je peux cependant communiquer que les personnes citées dans l’article n’ont pas été signalées au niveau international.
Er bestaat dus een daadwerkelijke opvolging van de Italiaanse maffiadossiers. Evenwel kan ik meedelen dat de in het artikel geciteerde personen niet internationaal geseind werden.
5. L’article paru dans l’hebdomadaire « Humo » fait état d’une conversation avec entre autres M. Mollace, magistrat auprès de la Direzione Distrettuale Antimafia in de Reggio di Calabria et responsable des enquêtes Timpano 2001 et Nasca.
5. Het artikel in het weekblad Humo verwijst naar een gesprek met onder meer de heer Mollace, die als magistraat bij de Direzione Distrettuale Antimafia in de Reggio di Calabria verantwoordelijk is voor de onderzoeken Timpano 2001 en Nasca.
Les services de police belges ont déjà pris connaissance des deux dossiers lors d’une réunion de coordination organisée par les autorités italiennes à Rome le 26 avril 2002. Les deux enquêtes se situent dans le domaine de la lutte contre le trafic international de drogue.
De Belgische politiediensten namen reeds kennis van beide dossiers tijdens een coo¨rdinatievergadering die door de Italiaanse autoriteiten werd georganiseerd te Rome op 26 april 2002. Beide onderzoeken situeren zich in de sfeer van de strijd tegen de internationale drugzwendel.
Les enquêteurs italiens ont pris l’initiative d’organiser une réunion de coordination à ce sujet parce que une étude du SJA Tongres relative à des transactions d’échange suspectes (sur mention du CFI) correspondait parfaitement aux dossiers italiens en cours. Les actions de blanchiment en Belgique se situaient en effet à des moments où l’organisation avait acheté de la drogue.
De Italiaanse speurders namen het initiatief om hieromtrent een coo¨rdinatievergadering te organiseren omdat een onderzoek van de GDA Tongeren inzake verdachte wisseltransacties (op doormelding van de CFI) perfect aansloot bij de lopende Italiaanse dossiers. De witwastransacties in Belgie¨ situeerden zich immers rond tijdstippen waarop de organisatie drugs aankocht.
L’enquête de blanchiment en Belgique n’a cependant pas pu établir de lien avec les opérations immobilières à Bruxelles ou ailleurs dans le pays. Jusqu’à présent, la police fédérale ne dispose d’aucun élément étayant ces faits.
Het witwasonderzoek in Belgie¨ kon evenwel geen verbanden vaststellen met vastgoedoperaties in Brussel of elders in het land. Tot op heden beschikt de federale politie over geen elementen om deze feiten te staven.
Suite au fait que M. Mollace a quand même fait mention de tels investissements immobiliers lors de la conférence de presse du 5 mars 2004 relative à de telles interventions, la police fédérale a pris contact avec les enquêteurs italiens.
Naar aanleiding van het feit dat de heer Mollace tijdens de persconferentie van 5 maart 2004 inzake bepaalde interventies in Italie¨ toch melding maakte van dergelijke vastgoedinvesteringen, nam de federale politie contact met de Italiaanse speurders.
Ces derniers n’étaient pas au courant des faits avancés par le magistrat italien.
Deze bleken evenmin op de hoogte van de door de Italiaanse magistraat aangehaalde feiten.
Enfin, des informations supplémentaires ont été demandées à M. Mollace lui-même par le biais du magistrat de liaison belge à Rome en ce qui concerne les prétendues opérations immobilières belges. ` la suite de cela, M. Mollace a réfuté les informaA tions du périodique et a déclaré être disposé à rencontrer les autorités belges si nécessaire.
Ten slotte werd via de Belgische verbindingsofficier te Rome bijkomende informatie gevraagd aan de heer Mollace zelf in verband met de vermeende Belgische vastgoedoperaties.
6. En ce qui concerne l’approvisionnement des dans calabrais en armes provenant de notre pays, M. Mollace fait probablement référence à l’arrestation d’un passeur de drogue le 27 mars à Novara. Cette personne était en possession de 14 pistolets Beretta et d’une mitraillette UZI.
6. Inzake de bevoorrading van Calabrese dans met wapens, afkomstig uit ons land, verwijst de heer Mollace vermoedelijk naar de arrestatie van een drugskoerier op 27 maart te Novara. Deze persoon was in het bezit van 14 Beretta-pistolen en 1 machinepistool UZI.
Ces armes étaient emballées dans des journaux néerlandais et l’enquête n’a jusqu’à présent pas permis de déterminer leur origine.
Deze wapens waren verpakt in Nederlandse kranten en het verder onderzoek heeft tot op heden niet geleid tot het bepalen van hun herkomst.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Naar aanleiding hiervan weerlegde de heer Mollace het krantenbericht en verklaarde zich bereid tot een ontmoeting met de Belgische autoriteiten, indien nodig.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9335
On ne peut conclure sur la base d’un seul dossier qu’il soit question une pratique systématique.
Op basis van één dossier kan niet worden besloten dat er sprake zou zijn van enige systematiek.
DO 2003200432231
DO 2003200432231
Question no 368 de M. André Frédéric du 24 septembre 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 368 van de heer André Frédéric van 24 september 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Code civil. — Juge de paix. — Enfants mineurs. — Droits de requête.
Burgerlijk Wetboek. — Vrederechter. — Minderjarige kinderen. — Verzoekrechten.
L’article 378, § 1er, du Code civil dispose que « sont subordonnés à l’autorisation du juge de paix les actes prévus à l’article 410, § 1er, 1o à 6o, 8o, 9o, 11o à 14o, pour lesquels le tuteur doit requérir une autorisation spéciale du juge de paix ... ».
Krachtens artikel 378, § 1, van het Burgerlijk Wetboek is « de machtiging van de vrederechter vereist om de in artikel 410, § 1, 1o tot 6o, 8o, 9o en 11o tot 14o, bepaalde handelingen te verrichten waarvoor de voogd bijzondere machtiging van de vrederechter moet verkrijgen ...».
En pratique, cela signifie que tout parent d’un enfant mineur (qu’il ait père et mère ou l’un d’eux seulement) est tenu de déposer une requête en autorisation spéciale (et de payer au greffe 27 euros de droit de requête) pour pouvoir :
Concreet betekent dit dat de ouder van een minderjarig kind (dat zowel beide ouders als slechts één ouder kan hebben) gehouden is een verzoek om bijzondere machtiging in te dienen (en aan de griffie 27 euro verzoekrechten te betalen) teneinde de volgende handelingen te kunnen verrichten :
— aliéner les biens du mineur;
— de goederen van de minderjarige vervreemden;
— emprunter;
— een lening aangaan;
— hypothéquer;
— de goederen van de minderjarige hypothekeren;
— consentir un bail à ferme, un bail commercial ou un bail à loyer de plus de neuf ans ainsi que pour renouveler un bail commercial;
— een pachtcontract, een handelshuurovereenkomst of een gewone huurovereenkomst van meer dan negen jaar sluiten alsook een handelshuurovereenkomst hernieuwen;
— renoncer à une succession;
— een nalatenschap verwerpen;
— accepter une donation;
— een schenking aanvaarden;
— représenter le mineur en justice comme demandeur;
— de minderjarige in rechte vertegenwoordigen als eiser;
— conclure un pacte d’indivision;
— een overeenkomst van onverdeeldheid sluiten;
— acheter un bien immeuble;
— een onroerend goed aankopen;
— transiger.
— een dading aangaan.
Auparavant, cette mesure ne concernait que les enfants sous tutelle; aujourd’hui, cela concerne tous les enfants mineurs.
Voordien was deze maatregel alleen op voogdijkinderen van toepassing; vandaag betreft hij alle minderjarige kinderen.
1. Pourriez-vous communiquer le montant des droits de requête perçus dans le cadre de l’article 378, § 1er, du Code civil depuis sa mise en application ?
1. Kan u het bedrag meedelen van de verzoekrechten die sinds de invoering van artikel 378, § 1, van het Burgerlijk Wetboek werden geı¨nd ?
2. Ne pourrait-on, dans un but éminemment social, envisager d’exempter ce type de procédure de tout droit de greffe ?
2. Kan men, vooral vanuit sociaal oogpunt, niet overwegen dergelijke procedures van griffierechten vrij te stellen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1180
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9336
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 décembre 2004, à la question no 368 de M. André Frédéric du 24 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 december 2004, op de vraag nr. 368 van de heer André Frédéric van 24 september 2004 (Fr.) :
1. Mes services ne disposent pas du montant du total des droits de requête perçus dans le cadre de l’article 378, § 1er, du Code civil depuis son entrée en vigueur. Cette question doit être adressée au ministre des Finances compétent en ce qui concerne les droits de requête visés par l’arrêté royal no 64 du 30 novembre 1939 contenant le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe.
1. Mijn diensten kennen het bedrag van de som van de verzoekschriftrechten geı¨nd in het kader van artikel 378, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, sinds de inwerkingtreding ervan, niet. Deze vraag moet worden gesteld aan de minister van Financie¨n die bevoegd is inzake de verzoekschriftrechten bedoeld in het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november 1939 houdende het Wetboek der registratie-, hypotheek-, en griffierechten.
2. L’article 279-1 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe, qui renvoie notamment à l’article 162, 42o, du même Code, exempte du droit de mise au roˆle les actes, jugements et arrêts relatifs aux procédures en matière de tutelle des mineurs, des mineurs prolongés ou des interdits.
2. Artikel 279-1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten dat inzonderheid verwijst naar artikel 162, 42o, van hetzelfde Wetboek, stelt de akten, vonnissen en arresten betreffende procedures inzake de voogdij van minderjarigen, van personen in staat van verlengde minderjarigheid en van onbekwaamverklaarden vrij van het rolrecht.
Une partie de la doctrine considère que cette disposition, qui ne prévoit pas l’exemption du droit de mise au roˆle du ou des parent(s) qui dépose(nt) une requête en autorisation spéciale conformément à l’article 378, § 1er, du Code civil, crée une discrimination entre les tuteurs et les parents (Ch. Capitaine & S. Thielen, « La loi du 29 avril 2001 modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs et la loi « réparatrice » du 13 février 2003 : aspects pratiques », in Actualités en matière d’autorité parentale, de tutelle et d’administration provisoire, S. Maertens et G. Benoıˆt (dir.), La Charte, 2004, p. 116).
Volgens een deel van de rechtsleer leidt die bepaling, die niet voorziet in de vrijstelling van het rolrecht van de ouder(s) die een verzoek indien(t)(en) om bijzondere machtiging overeenkomstig artikel 378, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, tot een discriminatie tussen de voogden en de ouders (Ch. Capitaine & S. Thielen, « La loi du 29 avril 2001 modifiant diverses dispositions légales en matière de tutelle des mineurs et la loi « réparatrice » du 13 février 2003 : aspects pratiques », in Actualia ouderlijk gezag, voogdij en voorlopig bewind, S. Maertens en G. Benoıˆt (dir), Die Keure, 2004, blz. 116).
Par ordonnances des 27 décembre 2001 et 21 février 2002, le juge de paix du troisième canton de Gand a posé la question préjudicielle suivante à la Cour d’arbitrage concernant cette situation :
Bij beschikkingen van 27 december 2001 en 21 februari 2002 heeft de vrederechter van het derde kanton te Gent aan het Arbitragehof betreffende die situatie de volgende prejudicie¨le vraag gesteld :
« L’article 279-1 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe, en tant qu’il renvoie à l’article 162, 42o, du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu’il exempte du droit de mise au roˆle les requêtes en autorisation adressées au juge de paix par les tuteurs (article 410 du Code civil), alors que les mêmes requêtes en autorisation émanant des parents (article 378 du Code civil) ne sont pas exemptées de ce droit ? »
« Schendt artikel 279-1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, voorzover het verwijst naar artikel 162, 42o, van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de verzoeken tot machtiging door de vrederechter, uitgaande van een voogd (artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek), worden vrijgesteld van het rolrecht, terwijl dezelfde verzoeken tot machtiging door de vrederechter, uitgaande van de ouders (artikel 378 van het Burgerlijk Wetboek), niet van het rolrecht zijn vrijgesteld? »
` cette question, la Cour d’arbitrage a répondu A dans un arrêt du 6 novembre 2002 qu’« en accordant l’exemption du droit de mise au roˆle sur la base du critère de l’existence d’une tutelle et donc du décès des deux parents, le législateur a favorisé une catégorie de redevables dont il peut raisonnablement être admis
In een arrest van 6 november 2002 heeft het Arbitragehof het volgende geantwoord : « Door de vrijstelling van het rolrecht toe te kennen op grond van het criterium dat de voogdij is ontstaan en derhalve dat beide ouders zijn overleden, heeft de wetgever een categorie van belastingplichtigen begunstigd waarvan redelijker-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9337
qu’elle correspond le mieux à l’objectif social visé par l’exemption.
wijze kan worden aangenomen dat zij het meest beantwoordt aan de sociale doelstelling die met de vrijstelling wordt beoogd.
Compte tenu du montant limité du droit de mise au roˆle, l’exclusion des autres redevables de l’exemption ne peut pas être considérée comme étant manifestement disproportionnée. » (Cour d’arbitrage, 6 novembre 2002, no 160/2002, Moniteur belge du 25 février 2003, p. 9041).
Gelet op het beperkte bedrag van het rolrecht kan de uitsluiting van de andere belastingplichtigen van de vrijstelling niet als kennelijk onevenredig worden beschouwd. » (Arbitragehof, 6 november 2002, nr. 160/2002, Belgisch Staatsblad van 25 februari 2003, blz. 9041).
Cette question pourrait cependant faire l’objet d’un examen avec les membres compétents du gouvernement.
Deze vraag zou echter het voorwerp kunnen zijn van een onderzoek met de bevoegde leden van de regering.
DO 2003200432355
DO 2003200432355
Question no 392 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 392 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Prisons. — Application de la législation linguistique.
Gevangenissen. — Toepassing taalwet.
La ministre considère les prisons situées à Bruxelles comme des services d’exécution dont le champ d’activité s’étend à tout le pays.
Volgens de minister zijn de in Brussel gelegen gevangenissen uitvoeringsdiensten waarvan de werkkring het hele land bestrijkt.
1. a) Estime-t-elle qu’il en va de même pour les prisons situées dans les autres régions linguistiques ?
1. a) Meent u dat dit ook het geval is voor de gevangenissen die in de andere taalgebieden gelegen zijn ?
b) Le cas échéant, pour quelle raison les considèret-elle comme des services locaux ?
b) Of om welke reden beschouwt u deze als plaatselijke diensten ?
2. Dans la première hypothèse, pourquoi n’a-t-on pas fixé de cadres linguistiques ?
2. In het eerste geval, waarom werden er dan geen taalkaders uitgevaardigd ?
3. a) Du personnel appartient-il à l’autre groupe linguistique que celui du siège ?
3. a) Zijn er personeelsleden van de andere taalgroep dan deze van het taalgebied van de zetel tewerkgesteld ?
b) Dans l’affirmative, de combien d’agents s’agit-il par zone linguistique ?
b) Zo ja, om hoeveel personeelsleden gaat het per taalgebied ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 décembre 2004, à la question no 392 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 december 2004, op de vraag nr. 392 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 2004 (N.) :
1. a) Les prisons qui se situent en dehors de Bruxelles sont considérées comme des services locaux.
1. a) De gevangenissen welke niet in Brussel gelegen zijn worden beschouwd als plaatselijke diensten.
b) Il est référé ici à l’application des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative du 18 juillet 1966.
b) Het betreft de toepassing van de gecoo¨rdineerde wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken van 18 juli 1966.
2. Sans objet.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Niet van toepassing. 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9338
3. a) C’est très exceptionnel. Par le passé, deux membres du personnel ont obtenu une telle autorisation pour des raisons purement humanitaires. Il s’agissait seulement d’un transfert vers une fonction du même grade d’un autre groupe linguistique. Concernant une promotion ultérieure, aucun lauréat n’a été autorisé à poser sa candidature à une fonction d’un roˆle autre que celui dans lequel il a présenté l’examen.
3. a) Dit is zeer uitzonderlijk. In het verleden hebben twee personeelsleden de toelating gekregen en dit om louter humanitaire redenen. Het betrof enkel een overgang naar een betrekking in dezelfde graad doch van een andere taalgroep. Wat een latere bevordering betreft, werd geen toelating verleend om zich als laureaat kandidaat te stellen voor een betrekking van de andere taalrol dan deze waarvoor het examen werd afgelegd.
b) Il s’agit d’un néerlandophone dans un établissement francophone et d’un francophone dans un établissement néerlandophone.
b) Het betreft één Nederlandstalige in een Franstalige inrichting en één Franstalige in een Nederlandstalige inrichting.
Le centre fermé d’Everberg est considéré comme un établissement ayant une mission fédérale, comme l’atteste entre autres la répartition actuelle 25/25 de la capacité et la présence de personnel issu à la fois des Communautés flamande et française. La situation actuelle de l’établissement en territoire flamand est due à l’absence à l’époque d’une infrastructure appropriée dans la région de Bruxelles-Capitale.
De gesloten instelling te Everberg wordt beschouwd als een instelling met een federale missie. Dit blijkt onder andere uit de huidige capaciteitsverdeling 25/25 en de aanwezigheid van personeel van zowel de Vlaamse als de Waalse Gemeenschap. Het feit dat de instelling zich nu op Vlaams grondgebied bevindt is te wijten aan het destijds ontbreken van de gepaste infrastructuur in het gebied Brussel-Hoofdstad.
DO 2004200502416
DO 2004200502416
Question no 399 de M. Guido De Padt du 15 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 399 van de heer Guido De Padt van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Délai de paiement en cas d’amende routière.
Betalingstermijnen naar aanleiding van verkeersboetes.
` la suite de l’augmentation des amendes en cas A d’infraction au code de la route, certaines personnes éprouvent des difficultés à payer leur amende en une seule fois. Les perceptions immédiates proposées par la police doivent être payées sous la forme de timbres fiscaux. Les transactions proposées par les parquets et les amendes prononcées par les tribunaux sont fixées par le ministère des Finances. En cas de perception immédiate, il me paraıˆt difficile de négocier des délais de paiement, contrairement à ce qui est le cas pour une transaction ou une amende imposées par le juge de police.
Ten gevolge van het optrekken van de geldboetes bij verkeersovertredingen, komen sommige mensen in de problemen om hun verkeersboete in één keer te betalen. De onmiddellijke inningen die worden uitgeschreven door de politie, moeten worden voldaan in de vorm van fiscale zegels. De minnelijke schikkingen voorgesteld door de parketten en de door de rechtbanken uitgesproken geldboetes worden echter geı¨nd via het ministerie van Financie¨n. In het geval van een onmiddellijke inning lijkt het mij moeilijk haalbaar om betalingstermijnen te bedingen, dit in tegenstelling tot een minnelijke schikking of een boete opgelegd door de politierechter.
1. Combien de transactions ont été proposées par les parquets pour des infractions au code de la route ?
1. Hoeveel minnelijke schikkingen werden voorgesteld door de parketten voor verkeersovertredingen ?
2. Existe-t-il une base juridique permettant de convenir d’un délai de paiement avec le ministère public dans le cadre d’une transaction ?
2. Bestaat er een juridische basis waarop met het Openbaar Ministerie een betalingstermijn inzake een minnelijke schikking kan worden overeengekomen ?
3. Dans combien de cas a-t-on convenu de délais de paiement dans le cadre de transactions ?
3. In hoeveel gevallen werden er betalingstermijnen naar aanleiding van een minnelijke schikking afgesproken ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9339
4. Dans combien de cas un délai de paiement a-t-il été accordé à la suite d’une condamnation à des amendes pour infraction au code de la route par le tribunal ?
4. In hoeveel gevallen werden er betalingstermijnen toegekend ingeval van een veroordeling door de rechtbank tot geldboetes wegens verkeersovertredingen ?
5. La police est-elle autorisée à convenir d’un délai de paiement avec le contrevenant au cas ou` une perception immédiate ne pourrait être acquittée en une fois ?
5. Is de politie gemachtigd om met de overtreder betalingstermijnen af te spreken ingeval een onmiddellijke inning niet in één keer kan worden vereffend ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 décembre 2004, à la question no 399 de M. Guido De Padt du 15 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 december 2004, op de vraag nr. 399 van de heer Guido De Padt van 15 oktober 2004 (N.) :
Dans la mesure où une commission est chargée d’évaluer la loi du 7 février 2003 et ses arrêtés d’application et doit remettre ses conclusions pour le mois de septembre 2005, vous comprendrez qu’il nous semble opportun de lui réserver la priorité dans la réponse aux problèmes posés au points 1, 3 et 4 de votre question.
In de mate dat er een commissie belast is met het evalueren van de wet van 7 februari 2003 en diens uitvoeringbesluiten en deze haar conclusies tegen september 2005 moet indienen, lijkt het ons gepast dat er voor de commissie een antwoord op de problemen wordt gegeven die in de punten 1, 3 en 4 van uw vraag worden gesteld.
Nous ne disposons que de chiffres partiels qui doivent être contextualisés et qui ne permettent pas, à ce jour, d’inférer des conclusions même provisoires. Les pratiques en matière de délai de paiement varient selon les ressorts judiciaires et zones de police.
Op dit moment beschikken we slechts over gedeeltelijke cijfers die gecontextualiseerd moeten worden en waaruit zelfs geen voorlopige conclusies kunnen worden afgeleid. De praktijken voor betalingstermijnen verschillen volgens de rechtsgebieden en de politiezones.
En ce qui concerne le point 2, qui a pour objet le fondement de la possibilité d’étaler dans le temps le paiement de la transaction, elle trouve son fondement dans l’article 216bis, § 2, qui précise que « le procureur du Roi fixe les modalités et le délai de paiement ».
Punt 2 over de mogelijkheid om de betaling van de minnelijke schikking te spreiden is gebaseerd op artikel 216bis, § 2, van het Wetboek van Strafvordering. Hierin wordt verduidelijkt dat « de procureur des Konings bepaalt op welke wijze en binnen welke termijn de betaling geschiedt ».
En ce qui concerne le point 5 de votre question, il n’y a pas de base juridique qui autorise ou prohibe cette pratique au niveau des polices. Cette pratique prétorienne nous paraıˆt souhaitable et pourrait se justifier par un raisonnement a fortiori faisant référence à l’article 216bis, § 2.
Wat betreft punt 5 van uw vraag, bestaat er geen juridische basis die deze praktijk op politieniveau toelaat of verbiedt. Deze pretoriaanse praktijk lijkt ons aangewezen en zou kunnen worden verdedigd door een redenering die a fortiori verwijst naar artikel 216bis, § 2.
DO 2004200502437
DO 2004200502437
Question no 406 de M. Staf Neel du 18 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 406 van de heer Staf Neel van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Constitution d’une banque de données nationale en matière de graffitis.
Aanleg van een landelijke database inzake graffitispuiten.
De nombreux citoyens sont victimes de tagueurs et c’est également le cas de la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB). Pour les chemins de fer, l’infrastructure et les voitures constituent en effet la carte de visite de l’entreprise.
Heel wat burgers hebben last van graffitispuiters en dat is eveneens het geval voor de Nationale Maatschappij der belgische spoorwegen (NMBS). Immers voor de spoorwegen zijn de infrastructuur en de treinstellen mede het visitekaartje van hun bedrijf.
Aux Pays-Bas, la Société des chemins de fer néerlandais dispose d’une banque de données nationale. La police néerlandaise des chemins de fer, qui est respon-
In Nederland beschikt de Nederlandse Spoorwegmaatschappij over een landelijke database. De Nederlandse spoorwegpolitie, welke verantwoordelijk is
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9340
sable de l’ordre public et de la sécurité dans et à proximité des gares, a développé en collaboration avec le service national de recherche et d’information un système d’enregistrement digital des graffitis. Il s’agit d’une banque de données nationale qui contient de nombreuses photos des trains et des baˆtiments qui ont été endommagés. Elle permet d’identifier plus facilement les tagueurs parce que ceux-ci laissent souvent les mêmes signatures ou paraphes.
voor de openbare orde en veiligheid op en rond het station, heeft in samenwerking met de dienst nationale recherche informatie een digitaal graffitiregistratiesysteem ontwikkeld. Dit is een landelijke database met talrijke foto’s van treinstellen en gebouwen die beschadigd werden, omdat de verfvandalen vaak herkenbaar zijn door hun handtekening of paraafjes die zij achterlaten. Op deze manier kunnen ze iets makkelijker opgespoord worden.
Lorsque le vandale est arrêté, il risque des sanctions particulièrement lourdes.
Wanneer de daders worden opgepakt, hangt hem of haar een ernstige straf boven het hoofd.
La société des Chemins de fer néerlandais peut en effet recouvrer sur les auteurs les frais de nettoyage et d’immobilisation du matériel roulant.
Zo kan de Nederlandse Spoorwegmaatschappij de kosten van de schoonmaak en het uit roulatie nemen van treinstellen op de daders verhalen.
Aux Pays-Bas, le ministère public a renforcé les moyens de lutte contre les tagueurs en les assimilant à une organisation criminelle, ce qui a permis de dégager des moyens plus importants pour lutter contre ce fléau.
In Nederland heeft het openbaar ministerie de aanpak van deze graffitispuiters aangescherpt door ze als criminele organisatie, als criminele bende, aan te merken om zo zwaardere middelen in te zetten tegen deze graffitispuiters.
La Belgique s’est-elle déjà dotée d’une banque de données en matière de graffitis auprès du ministère de la Justice ?
Bestaat in Belgie¨ reeds zulk een databank tegen graffitispuiters bij het ministerie van Justitie ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 décembre 2004, à la question no 406 de M. Staf Neel du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 december 2004, op de vraag nr. 406 van de heer Staf Neel van 18 oktober 2004 (N.) :
Aux Pays-Bas, la société de nettoyage des chemins de fers néerlandais (Nationale Spoorwegen — NS) tente de faire disparaıˆtre les graffiti dans les trois jours. En outre, les chemins de fer se font rembourser les frais par les auteurs. Avant qu’ils ne soient nettoyés, les graffitis sont photographiés et enregistrés. Lors d’arrestations en flagrant délit, la police peut utiliser ces informations afin de pouvoir imputer des graffitis précédents aux contrevenants. La police des chemins de fer néerlandais dispose d’une base de données avancée également consultable par la police régionale.
In Nederland probeert het schoonmaakbedrijf van de Nationale Spoorwegen (NS) graffiti binnen de drie dagen te verwijderen. Daarnaast verhaalt de NS het schadebedrag op de dader. Voordat de graffiti van treinen en bouwwerken bij het spoor worden verwijderd, worden deze inderdaad digitaal vastgelegd en opgeslagen. Bij aanhoudingen op heterdaad kan de politie deze informatie gebruiken om de overtreders ook eerder gemaakte graffiti ten laste te kunnen leggen. De Nederlandse spoorwegpolitie beschikt over een geavanceerde database die ook de regionale politie kan raadplegen.
En réponse à votre question, je vous signale que le SPF Justice ne dispose pas d’une telle base de données des graffiteurs en Belgique.
Als antwoord op uw vraag deel ik u mee dat er in Belgie¨ bij de FOD Justitie geen dergelijke databank met betrekking tot graffitispuiters bestaat.
Votre question soutient que le ministère public néerlandais considère les graffiteurs comme une organisation criminelle, afin que des moyens plus importants puissent être déployés. Ce n’est pas le cas en Belgique. L’article 324bis du Code pénal définit une organisation criminelle comme étant « L’association structurée de plus de deux personnes, établie dans le temps, en vue de commettre de façon concertée, des crimes et délits punissables d’un emprisonnement de trois ans ou d’une peine plus grave, pour obtenir, directement ou indirectement, des avantages patrimoniaux, en utilisant l’intimidation, la menace, la violence, des manœuvres frauduleuses ou la corrup-
Luidens de vraag worden de graffitispuiters in Nederland door het openbaar ministerie aangemerkt als criminele bende zodat zwaardere middelen kunnen worden ingezet. Dit is in Belgie¨ niet het geval. In artikel 324bis van het Strafwetboek wordt een criminele organisatie gedefinieerd als iedere gestructureerde vereniging van meer dan twee personen die duurt in de tijd, met als oogmerk het in onderling overleg plegen van misdaden en wanbedrijven die strafbaar zijn met een gevangenisstraf van drie jaar of een zwaardere straf, om direct of indirect vermogensvoordeel te krijgen, en waarbij gebruik wordt gemaakt van intimidatie, bedreiging, geweld, listige kunstgrepen of
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9341
tion ou en recourant à des structures commerciales ou autres pour dissimuler ou faciliter la réalisation des infractions. »
corruptie, of waarbij commercie¨le of andere structuren worden aangewend om het plegen van de misdrijven te verbergen of te vergemakkelijken.
Je vous renvoie cependant brièvement aux mesures prises conjointement par le service de sécurité interne de la SNCB (B-Security, opérationnel depuis le 1er mars 1999) et la police fédérale afin de renforcer le sentiment de sécurité dans les gares et à bord des trains. D’une part, des actions préventives et répressives sont menées et, d’autre part, l’échange rapide d’informations entre tous les services concernés permet d’agir avec succès et efficacité, notamment lorsque des personnes doivent être arrêtées. Le contrat de gestion de la SNCB stipule clairement que : « La SNCB met en œuvre les moyens nécessaires pour améliorer, sur l’ensemble de son domaine (réseau, matériel, installations), la protection des voyageurs et de ses agents, ainsi que les biens, contre les agressions et le vandalisme. Elle attache une attention à la surveillance des lieux peu fréquentés et des trains circulant le soir. »
Ik verwijs echter kort naar de maatregelen die door de interne veiligheidsdienst van de NMBS (B-Security, die bestaat sinds 1 maart 1999) in samenwerking met de federale politie worden genomen met het oog op het versterken van het veiligheidsgevoel in stations en treinen. Enerzijds worden gecoo¨rdineerde preventieve of repressieve acties gevoerd, anderzijds laat de snelle informatie-uitwisseling tussen alle betrokken diensten toe om met succes en efficie¨nt te handelen, bijvoorbeeld wanneer personen moeten worden gearresteerd. In het beheerscontract van de NMBS werd expliciet voorzien dat : De NMBS zet de nodige middelen in om op haar hele domein (net, materieel, installaties) de reizigers en het eigen personeel alsook de goederen beter te beschermen tegen agressie en vandalisme. Ze besteedt aandacht aan het toezicht op plaatsen waar weinig volk komt en in avondtreinen.
Une des missions spécifiques de B-Security concerne la préservation de l’intégrité du patrimoine de la SNCB. Cela comprend entre autres la protection des baˆtiments, des lieux de travail, des ouvrages d’art et du matériel roulant graˆce à une présence dissuasive pour prévenir les vols et les dégradations volontaires.
Eén van de specifieke opdrachten van B-Security heeft betrekking op het vrijwaren van de integriteit van het NMBS-patrimonium. Het betreft met name de bescherming van gebouwen, werkplaatsen en rollend materieel door ontradende aanwezigheid ter voorkoming van diefstal en opzettelijke beschadiging van gebouwen, werkplaatsen, installaties of andere kunstwerken en rollend materieel.
DO 2004200502606
DO 2004200502606
Question no 432 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 9 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 432 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 9 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Règlement collectif des dettes. — Facture d’énergie impayées. — CPAS.
Collectieve schuldenregeling. — Energieschulden. — OCMW’s.
Dans le cadre d’un règlement collectif de dette, certains CPAS interviennent en tout ou en partie dans l’apurement des factures d’énergie impayées par les moyens octroyés par la loi du 4 septembre 2002 visant à confier aux CPAS la mission de guidance et d’aide sociale financière dans le cadre de la fourniture d’énergie aux personnes les plus démunies.
Sommige OCMW’s komen in het kader van de collectieve schuldenregeling geheel of gedeeltelijk tussen in de aanzuivering van niet-betaalde energierekeningen door de middelen die zijn toegekend door de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de OCMW’s inzake de begeleiding en de financie¨le maatschappelijke steunverlening aan de meest behoevenden inzake energielevering.
Les fournisseurs de gaz et d’électricité s’attendent généralement à ce que le CPAS paie la facture étant donné qu’ils alimentent le Fonds pour une politique énergétique sociale.
Leveranciers van gas en elektriciteit verwachten ook doorgaans dat het OCMW de rekeningen betaalt, aangezien zij het Fonds voor een sociaal energiebeleid spijzen.
1. Dans le cadre d’un règlement collectif de dette, une dette énergétique peut-elle faire l’objet d’une priorité à la lumière de l’article 1675/7, § 1er, du Code judiciaire relatif à l’égalité des créanciers ?
1. Kan een energieschuld in het kader van een collectieve schuldenregeling prioriteit krijgen in het licht van artikel 1675/7, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de gelijkheid van schuldeisers ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9342
2. Dans le cadre d’un règlement collectif de dette, les CPAS peuvent-ils payer directement les fournisseurs ou doivent-ils régler la facture au médiateur de dettes qui redistribue les sommes proportionnellement pour rembourser toutes les créances ?
2. Kunnen de OCMW’s in het kader van een collectieve schuldenregeling rechtstreeks aan de leveranciers betalen of dienen zij te betalen aan de schuldbemiddelaar die de gelden verhoudingsgewijs gebruikt om alle schulden te betalen ?
3. Que se passe-t-il si un CPAS récupère les montants de l’intervention, de sorte qu’une nouvelle créance apparaıˆt dans le règlement collectif de dette ?
3. Wat indien het OCMW de bedragen van de tegemoetkoming terugvordert zodat er een nieuwe schuld ontstaat in de collectieve schuldenregeling ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 décembre 2004, à la question no 432 de Mme Liesbeth Van der Auwera du 9 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 december 2004, op de vraag nr. 432 van mevrouw Liesbeth Van der Auwera van 9 november 2004 (N.) :
Votre première question fait référence à l’article 1675/7, § 1er, du Code judiciaire relatif à l’admissibilité d’une demande de règlement collectif de dettes, ainsi qu’à la situation de concours qui en résulte. Ce sont toutefois les articles 1675/10 à 13 qui prévoient les règles à observer lors de l’élaboration d’un plan de règlement amiable ou judiciaire, et notamment le respect du principe d’égalité entre les créanciers pour ce qui concerne le plan judiciaire.
De eerste vraag verwijst naar artikel 1675/7, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de toelaatbaarheid van een verzoek van collectieve schuldenregeling alsook van de toestand van samenloop die hieruit voortvloeit. Het zijn echter de artikelen 1675/10 tot 13 die bepalen welke regels moeten worden nageleefd bij de uitwerking van een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling, met inbegrip van de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel tussen schuldeisers ingeval van gerechtelijke aanzuiveringsregeling.
Un plan de règlement amiable doit faire l’objet d’un accord unanime de toutes les parties concernées, à savoir les créanciers, les requérants et les débiteurs. Si dans le cadre d’un plan de règlement, les différentes parties marquent leur accord sur un remboursement par priorité de certaines dettes, ce plan pourra être homologué par le juge.
Een minnelijke aanzuiveringsregeling moet eensluidend door alle betrokken partijen worden goedgekeurd, met name door de schuldenaars. Indien deze hun akkoord geven over een prioritaire terugbetaling van sommige schulden in het kader van een aanzuiveringsregeling, zal dat plan door de rechter kunnen worden gehomologeerd.
La situation se présente différemment dans le cas d’un plan de règlement judiciaire puisque le juge doit fixer un plan de règlement sur la base des seules dispositions légales applicables à ce type de plan. Or, la loi dispose expressément que l’égalité des créanciers doit être respectée. L’article 1675/3 du Code judiciaire, qui instaure le principe du respect de la dignité humaine comme un des objectifs essentiels dans l’élaboration d’un plan de règlement ne peut cependant être perdu de vue.
Het is het echter anders gesteld bij een gerechtelijke aanzuiveringsregeling aangezien de rechter hierbij een regeling moet uitwerken, enkel op grond van wettelijke bepalingen die hiervoor toepasbaar zijn. Toch bepaalt de wet uitdrukkelijk dat de gelijkheid van schuldeisers moet worden gehandhaafd. Men mag echter artikel 1675/3 van het Gerechtelijk Wetboek niet uit het oog verliezen dat het beginsel van de menselijke waardigheid vooropstelt als een van de voornaamste doelstellingen bij de uitwerking van een regeling.
En réponse à votre deuxième question, il m’apparaıˆt que l’objectif poursuivi par la loi du 4 septembre 2002 est de permettre l’approvisionnement en énergie des personnes surendettées. Dans ce cas de figure, les CPAS peuvent effectuer directement les paiements au profit des fournisseurs d’énergie, pour autant que ces paiements soient afférents aux fournitures en cours.
Met betrekking tot de tweede vraag kan meegedeeld dat de wet van 4 september 2002 tot doel heeft om tegemoet te komen aan de energievoorziening van personen met een bijzonder hoge schuldenlast. De OCMW’s kunnen in die gevallen de betalingen direct vereffenen bij de energieleveranciers voor zover die betalingen betrekking hebben op de leveringen die aan de gang zijn.
Concernant votre troisième question, il faut savoir que, dans la mesure où le CPAS est fondé à réclamer le remboursement de l’aide sociale accordée, le plan de règlement peut éventuellement être adapté, conformément à l’article 1675/14, § 2, alinéa 3, du Code judiciaire.
Op de derde vraag kan worden geantwoord dat de aanzuiveringsregeling eventueel kan worden aangepast krachtens artikel 1675/14, § 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, voorzover het OCMW geplaatst is om de terugbetaling van de verleende sociale hulp te vorderen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9343
Enfin, il convient de préciser que tout ce qui précède s’applique sous réserve de l’interprétation des lois par les cours et tribunaux. Conformément à l’article 144 de la Constitution, l’interprétation de la législation en matière de contestations portant sur des droits civils est exclusivement du ressort des cours et tribunaux.
Tot slot moet worden vermeld dat al het voorgaande geldt onder voorbehoud van de interpretatie van de wetten door de hoven en rechtbanken. De interpretatie van de wetgeving inzake geschillen over burgerlijke rechten is overeenkomstig artikel 144 van de Grondwet, de exclusieve bevoegdheid van de hoven en de rechtbanken.
DO 2004200502668
DO 2004200502668
Question no 439 de Mme Jacqueline Galant du 17 novembre 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 439 van mevrouw Jacqueline Galant van 17 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Détention d’armes.
Wapenbezit.
J’ai pris connaissance de votre intention de renforcer la loi du 3 janvier 1933 relative à la fabrication, au commerce et au port des armes et au commerce des munitions afin de diminuer la détention privée d’armes.
Naar ik heb vernomen is u van plan de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, den handel in en het dragen van wapenen en op den handel in munitie te verstrengen.
Je suis persuadée que cette démarche est nécessaire au vu de l’événement tragique qui s’est déroulé dernièrement en France et qui, hélas, est loin d’être isolé. Je m’interroge cependant sur la manière d’enregistrer ces armes. Selon l’UNACT, l’Union syndicale de l’armurerie, de la chasse et du tir, la méthode belge serait loin d’être optimale. Il semble en effet que l’encodage au registre national connaisse quelques ratés. Dès lors, ne serait-il pas essentiel de se pencher sur ce problème au plus vite ?
Ik ben ervan overtuigd dat deze maatregel er dringend moet komen. We hoeven maar te denken aan de tragische gebeurtenis die onlangs Frankrijk opgeschrikt heeft en die jammer genoeg geen alleenstaand geval is. Ik stel me echter vragen bij de manier waarop deze wapens geregistreerd worden. De Union nationale de l’armurerie, de la chasse et du tir (UNACT) is van oordeel dat de Belgische registratiemethode een aantal tekortkomingen vertoont. Naar het schijnt zou er bij de invoering van de gegevens in het nationale register af en toe iets mis gaan. Moet dit probleem bijgevolg niet dringend aangepakt worden ?
1. Pouvez-vous donner des chiffres quant à la délivrance de permis de port d’arme ?
1. Kan u me meedelen hoeveel vergunningen voor het dragen van een wapen werden uitgereikt ?
2. Quelle solution préconisez-vous quant à l’octroi de ces permis ? La Belgique est assez laxiste à ce niveau. Divers reportages l’ont démontré.
2. Wat stelt u voor om de uitreiking van deze vergunningen sluitend te maken ? Belgie¨ neemt het hiermee niet te nauw, zoals uit diverse reportages blijkt.
3. Ne serait-il pas intéressant aussi de revoir la classification des armes ?
3. Is het ook niet aangewezen de classificatie van de wapens te herzien ?
4. Le port d’arme étant soumis à autorisation, ne pourrait-on pas également soumettre la détention d’une arme ?
4. Voor het dragen van een wapen is een vergunning nodig. Kan dit niet uitgebreid worden tot het bezit van een wapen ?
5. L’acheteur est-il suffisamment sensibilisé aux gestes de sécurité à adopter ?
5. Wordt de koper van een wapen voldoende geı¨nformeerd over de manier waarop hij veilig met een wapen kan omspringen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 décembre 2004, à la question no 439 de Mme Jacqueline Galant du 17 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 december 2004, op de vraag nr. 439 van mevrouw Jacqueline Galant van 17 november 2004 (Fr.) :
1. En ce qui concerne le port d’armes, en date du 1er juillet 2004 (qui sont les dernières statistiques
1. Wat de wapendracht betreft, op datum van 1 juli 2004 (datum van de laatste beschikbare statistieken)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1181
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9344
disponibles), 181 114 permis avaient été délivrés. Il convient toutefois de noter que ce type de permis vise le port d’une arme. Il concerne par exemple les personnes employées dans des sociétés de gardiennage.
was sprake van 181 114 afgegeven vergunningen. Er moet evenwel worden opgemerkt dat deze vergunningen betrekking hebben op het dragen van een wapen. Het gaat bijvoorbeeld om personen die werken in bewakingsfirma’s.
Si l’on vise par contre la détention d’une arme à feu, ce chiffre est beaucoup plus important puisqu’il s’élève à la même date à 641 781 armes de défense et 27 492 armes de guerre, soit un total de 669 273 armes officiellement détenues.
Indien echter wordt gekeken naar het vuurwapenbezit, is sprake van een veel hoger cijfer want op dezelfde datum gaat het om 641 781 verweerwapens en 27 492 oorlogswapens, dit is een officieel wapenbezit van in totaal 669 273 wapens.
2. Si l’on vise le port d’une arme, on ne peut pas considérer que la législation et la mise en œuvre pratique soient laxistes; l’octroi d’un permis de port d’arme est, en effet, soumis à des conditions strictes telles qu’une enquête de la police locale et un avis motivé du procureur du Roi.
2. Met betrekking tot de wapendracht kan niet worden gesteld dat de wetgeving en de uitvoering ervan laks zijn; de toekenning van een vergunning voor wapendracht is inderdaad onderworpen aan strikte voorwaarden zoals een onderzoek van de lokale politie en een gemotiveerd advies van de procureur des Konings.
L’existence d’un motif légitime est en outre, examiné avec circonspection par les gouverneurs et les autorités précitées.
De aanwezigheid van een legitieme reden wordt bovendien omzichtig onderzocht door de gouverneurs en de voornoemde autoriteiten.
En ce qui concerne la détention, j’ai l’intention de déposer très prochainement un projet de loi sur la base duquel toute détention d’une arme devra être soumise à autorisation. Cette autorisation ne sera délivrée que si un motif légitime peut être invoqué.
Wat het wapenbezit betreft, ben ik voornemens eerstdaags een ontwerp van wet in te dienen op grond waarvan voor iedere vorm van wapenbezit een vergunning verplicht wordt. Deze vergunning zal slechts worden afgegeven indien een legitieme reden kan worden opgegeven.
3. La classification des armes sera fondamentalement revue par ce projet de loi car la détention de toute arme sans distinction sera soumise à autorisation.
3. De classificatie van de wapens zal in dit ontwerp van wet grondig worden herzien want voor het bezit van om het even welk wapen wordt een vergunning verplicht.
4. Comme mentionné au point 1, la détention d’armes de défense et de guerre est d’ores et déjà soumise à autorisation.
4. Zoals vermeld in punt 1, is voor het bezit van verweer- en oorlogswapens thans reeds een vergunning verplicht.
5. Lors de l’achat d’une arme à feu soumise à autorisation de détention, l’acquéreur est déjà sensibilisé à ce problème de sécurité. Il doit en effet signer un document attirant son attention sur ce point. Il doit également se soumettre à une épreuve pratique basée sur la manipulation de l’arme en toute sécurité.
5. Bij de aankoop van een vuurwapen waarvoor een vergunning verplicht is om het te mogen bezitten, wordt de koper nu reeds bewust gemaakt van de vereiste veiligheid. Hij moet immers een document ondertekenen waarin hem daarop wordt gewezen. Hij moet tevens een praktische test afleggen aan de hand waarvan wordt nagegaan of hij het wapen veilig hanteert.
Alors que la législation actuelle ne le permet pas, le projet de loi susmentionné permettra en outre d’imposer des mesures de sécurité pour la conservation des armes au domicile de l’intéressé.
In tegenstelling tot de huidige wetgeving, zal voornoemd ontwerp van wet bovendien de mogelijkheid bieden veiligheidsmaatregelen op te leggen voor het bewaren van wapens in de woning van de betrokken persoon.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9345
DO 2004200502684
DO 2004200502684
Question no 445 de M. Alfons Borginon du 18 novembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 445 van de heer Alfons Borginon van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Avocats pro deo. — Dossiers des réfugiés et des demandeurs d’asile déboutés. — Qualité des services.
« Pro deo »-advocaten. — Dossiers van vluchtelingen en uitgeprocedeerden. — Kwaliteit dienstverlening.
Je m’interroge quant à la qualité des services des avocats pro deo dans les dossiers des réfugiés et des demandeurs d’asile déboutés.
Ik stel mij vragen aangaande de kwaliteit van de dienstverlening van « pro deo »-advocaten inzake de dossiers van vluchtelingen en uitgeprocedeerden.
Il me revient à ce propos que la qualité des services laisse souvent à désirer.
Men zegt hierover dat de kwaliteit van de dienstverlening dikwijls te wensen overlaat.
Les réfugiés, demandeurs d’asile déboutés et autres groupes de population plus faibles qui n’ont pas facilement voix au chapitre, sont ainsi les premiers à être menacés dans leurs droits.
Vluchtelingen, uitgeprocedeerden, en andere zwakkere groepen die niet gemakkelijk een stem krijgen, zien vaak als eerste hun rechten hierdoor in het gedrang komen.
1. a) Cette critique est-elle justifiée ?
1. a) Is die kritiek terecht ?
b) Avez-vous connaissance de plaintes en la matière ?
b) Heeft u weet van klachten terzake ?
2. Des accords ont-ils été conclus à ce sujet avec le barreau ?
2. Zijn daarover afspraken met de balie gemaakt ?
3. Quelles initiatives envisagez-vous de prendre le cas échéant ?
3. Wat denkt u er eventueel aan te doen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 décembre 2004, à la question no 445 de M. Alfons Borginon du 18 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 december 2004, op de vraag nr. 445 van de heer Alfons Borginon van 18 november 2004 (N.) :
Je n’ai pas connaissance d’éventuelles plaintes en matière d’aide juridique de deuxième ligne concernant des demandeurs d’asiles.
Ik heb geen weet van eventuele klachten met betrekking tot de juridische tweedelijnsbijstand voor asielzoekers.
L’article 508/8 du Code judiciaire prévoit que l’Ordre des avocats controˆle la qualité des prestations effectuées par les avocats au titre de l’aide juridique de deuxième ligne.
Artikel 508/8 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de Orde van advocaten toeziet op de kwaliteit van de prestaties die door de advocaten worden verstrekt in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand.
En tant que ministre de la Justice, je ne peux m’immiscer dans un conflit entre un client et son avocat. Pour des éventuelles fautes professionnelles une action en responsabilité civile peut être intentée. Le parquet est compétent pour des plaintes en matière pénale. Le baˆtonnier et le Conseil de l’Ordre des avocats sont compétents pour les aspects disciplinaires.
Als minister van Justitie kan ik in een conflict tussen een clie¨nt en een advocaat niet tussenkomen. Voor eventuele professionele fouten kan er een vordering in aansprakelijkheid worden ingesteld. Voor strafrechtelijke klachten is het parket bevoegd. Voor tuchtrechtelijke aspecten zijn de stafhouder en de Raad van de Orde van advocaten bevoegd.
Selon l’article 457 du Code judiciaire le Conseil de l’Ordre connaıˆt des affaires disciplinaires, à l’intervention du baˆtonnier, soit d’office, soit sur plainte, soit sur les dénonciations écrites du procureur général.
Volgens artikel 457 van het Gerechtelijk Wetboek neemt de Raad van de Orde, door toedoen van de stafhouder, kennis van de tuchtzaken, hetzij ambtshalve, hetzij op klacht, hetzij op schriftelijke aangifte door de procureur-generaal.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9346
Vice-premier ministre et ministre des Finances
Vice-eerste minister en minister van Financie¨n
DO 2003200431968
DO 2003200431968
Question no 452 de M. Luc Sevenhans du 29 juillet 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 452 van de heer Luc Sevenhans van 29 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Demandes de renseignements de l’inspection de l’Impoˆt des personnes physiques.
Vragen om inlichtingen door de controle Personenbelastingen.
Une fiduciaire m’a informé avoir reçu une demande de renseignements de trois pages envoyée par un bureau d’inspection de l’impoˆt des personnes physiques.
Een accountantskantoor wees mij op een vraag om inlichtingen van drie bladzijden verstuurd door een controle personenbelasting.
Il est surprenant qu’un inspecteur ait envoyé à la mijuillet 2004 une demande de renseignements à propos des exercices d’imposition 2002 à 2004 inclus (revenus de 2001 à 2003 inclus). Comme vous le savez, la déclaration relative à l’exercice d’imposition 2004 ne devait être introduite que pour le 30 juillet 2004, voire seulement pour le 31 octobre 2004 si elle est introduite par une fiduciaire par le biais de l’application tax-on-web.
Wat opvalt is dat een inspecteur medio juli 2004 een vraag om inlichtingen heeft verstuurd over de aanslagjaren 2002 tot en met 2004 (inkomsten 2001 tot en met 2003). Zoals u weet, dient de aangifte aanslagjaar 2004 pas ingediend op 30 juli 2004 of als ze via tax-on-web door een accountantskantoor wordt ingediend, pas op 31 oktober 2004.
En d’autres termes, l’inspecteur concerné a adressé une demande de renseignements au sujet d’une déclaration qui devait encore être introduite !
Met andere woorden de inspecteur stelt een vraag om inlichtingen over een aangifte die nog moet worden ingediend !
Je constate par ailleurs que les questions sont d’ordre général, mais qu’aucune question concrète n’est posée sur la période concernée. Je lis par exemple que les rémunérations, tantièmes, avantages de toute nature, loyers, etc. doivent être mentionnés pour trois exercices.
Verder merk ik op dat er geen enkele concrete vraag wordt gesteld over de onderzochte periode, maar dat er algemene vragen worden gesteld. Zo lees ik bijvoorbeeld dat onder andere de bezoldigingen, tantièmes, voordelen alle aard, huur, enzovoort dienen opgegeven voor drie aanslagjaren.
Cette demande de renseignements surprend, dans la mesure ou` ces informations figurent en tout état de cause dans les déclarations. En d’autres termes, l’inspecteur demande de facto au contribuable de déclarer ses revenus une seconde fois.
Deze vraagstelling verwondert, vermits deze informatie sowieso opgenomen is in de aangiften. Met andere woorden de inspecteur verzoekt de belastingplichtige de facto een tweede maal zijn inkomsten te declareren.
Qui plus est, la demande de renseignements comporte des questions qui n’ont pas lieu d’être. Ainsi, le contribuable doit indiquer les dividendes perçus de sociétés au sein desquelles il est actif. Comme vous le savez, les dividendes sont soumis au précompte mobilier, qui est un impoˆt libératoire, et ne doivent donc pas être mentionnés dans la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques.
Bovendien worden in de vraag om inlichtingen ongeoorloofde vragen gesteld. Zo lezen we bijvoorbeeld dat de belastingplichtige de ontvangen dividenden moet opgeven uit de vennootschappen waar hij actief is. Zoals u weet, is een dividend onderhevig aan de roerende voorheffing. De roerende voorheffing is een bevrijdende belasting en dient derhalve niet aangegeven in de aangifte personenbelasting.
Vous comprendrez qu’une telle demande de renseignements généraux de trois pages, qui porte de surcroıˆt sur des revenus qui doivent encore être déclarés, constitue une charge administrative considérable pour le contribuable.
U begrijpt dat dergelijke algemene vraagstelling van drie bladzijden en bovenop naar inkomsten die nog moeten aangegeven worden, een enorme administratieve belasting betekenen voor de belastingplichtige.
1. Que pensez-vous de telles demandes de renseignements ?
1. Wat is uw standpunt over zulke vragen om inlichtingen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9347
2. Quelles mesures prendrez-vous pour éviter de telles demandes de renseignements à l’avenir ?
2. Welke maatregelen neemt u om in de toekomst zulke vraagstellingen te vermijden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 décembre 2004, à la question no 452 de M. Luc Sevenhans du 29 juillet 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 24 december 2004, op de vraag nr. 452 van de heer Luc Sevenhans van 29 juli 2004 (N.) :
En vertu de l’article 316 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, le contribuable a l’obligation, de fournir, par écrit, tous renseignements qui lui sont réclamés aux fins de vérifier sa situation fiscale.
Krachtens artikel 316 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is de belastingplichtige verplicht schriftelijk alle inlichtingen te verstrekken die van hem gevorderd worden met het oog op het onderzoek van zijn belastingtoestand.
Les instructions permanentes de l’administration y relatives prescrivent notamment :
Dienaangaande bepalen de permanente administratieve onderrichtingen echter dat :
— que l’administration ne peut faire usage des pouvoirs qui lui sont conférés qu’avec discernement et modération;
— slechts een goed overwogen en gematigd gebruik mag worden gemaakt van de hier aan de administratie verleende bevoegdheid;
— que les questionnaires doivent être adaptés à chaque cas et que l’envoi « en série » de questionnaires complexes et de caractère général doit être évité;
— de vragenlijsten aan ieder geval moeten worden aangepast en dat het opzenden « in serie » moet worden vermeden van vragenlijsten die ingewikkeld zijn en een algemene draagwijdte hebben;
— qu’il convient d’apprécier en conscience et avec largeur de vues, compte tenu des pièces justificatives ou des explications fournies, le bien-fondé des motifs allégués par le contribuable qui sollicite, soit un prolongement du délai accordé, soit même, dans certains cas spéciaux, la dispense de fournir tout ou partie des renseignements demandés ou de produire certaines pièces justificatives.
— dat in geweten met ruim inzicht en met inachtneming van de overlegde bewijsstukken of uitleggingen, de gegrondheid dient te worden beoordeeld van de redenen die worden aangevoerd door een belastingplichtige die aandringt hetzij op een verlenging van de toegestane termijn, hetzij zelfs, in sommige bijzondere gevallen, op vrijstelling van het verstrekken van al of een gedeelte van de gevraagde inlichtingen of van het overleggen van sommige verantwoordingsstukken.
Ces directives générales seront rappelées au service de taxation concerné.
De betrokken dienst zal aan die algemene onderrichtingen worden herinnerd.
DO 2003200432100
DO 2003200432100
Question no 471 de M. Willy Cortois du 10 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 471 van de heer Willy Cortois van 10 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Personnes handicapées. — Avantages sociaux. — Exonération des taxes sur les véhicules à moteur.
Mindervaliden. — Sociale voordelen. — Vrijstelling van de taksen op de motorvoertuigen.
Les personnes handicapées à qui le ministère des Affaires sociales et de la Santé publique a reconnu une invalidité permanente sur la base d’une incapacité d’au moins 66 % et d’une réduction d’autonomie d’au moins 80 % et qui sont en outre frappées d’une invalidité permanente affectant les membres inférieurs d’au moins 50 %, peuvent obtenir une attestation générale d’une durée indéterminée destinée à leur faciliter l’accès à divers avantages sociaux.
Gehandicapten die door het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid een blijvende invaliditeit worden toegekend wegens een ongeschiktheid van tenminste 66 % en een vermindering van zelfredzaamheid van tenminste 80 % en bovendien een blijvende invaliditeit toe te schrijven aan de onderste ledematen van tenminste 50 %, worden voor onbepaalde duur een algemeen attest afgeleverd dat de toegang vergemakkelijkt tot verschillende sociale voordelen.
Il s’agit notamment de l’exonération des taxes sur les véhicules à moteur (TVA, taxes de circulation et
Daartoe behoort de vrijstelling van de taksen op de motorvoertuigen (BTW, Verkeer en inschrijving). Om
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9348
d’immatriculation. Pour pouvoir bénéficier de ces avantages, les intéressés doivent demander auprès de leur administration communale les formulaires nécessaires.
deze voordelen te kunnen verkrijgen dienen de belanghebbenden zich tot hun gemeentebestuur te richten, dat de nodige formulieren kan afleveren.
Pour les handicapés dont l’autonomie est réduite en raison d’une affection des membres inférieurs et qui souhaitent se déplacer loin de leur domicile, la chaise roulante ne constitue pas toujours le moyen de transport le plus approprié. Toutefois, les véhicules légers et les véhicules pour le transport de personnes duˆment transformés qui peuvent être conduits par des proches n’entrent toutefois pas en ligne de compte pour l’exonération des taxes sur les véhicules à moteur, un avantage que refuse l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus. Il y a dès lors lieu de saisir le tribunal de première instance compétent d’une requête contradictoire contre cette décision administrative.
Voor gehandicapten met verminderde zelfredzaamheid toe te schrijven aan hun onderste ledematen volstaat voor verplaatsingen ver van huis niet altijd een rolstoel. Omgebouwde lichte of personenvoertuigen bestuurd door naaste verwanten blijken echter niet in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de taksen op de autovoertuigen. Dit voordeel wordt afgewezen door de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit. Tegen deze administratieve beslissing dient dan een verzoekschrift op tegenspraak te worden ingeleid bij de bevoegde rechtbank van eerste aanleg.
Cette procédure est complexe et constitue une entrave pour les personnes gravement handicapées et leurs familles qui souhaitent bénéficier des avantages sociaux offerts par le ministère des Affaires sociales et de la Santé publique.
Een dergelijke procedure is niet alleen omslachtig, zij maakt het de zwaar gehandicapten en hun familie moeilijk om van de door het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid voorziene sociale voordelen te kunnen genieten.
1. Les ministères concernés se sont-ils déjà concertés pour faire en sorte que ces avantages ne restent pas fictifs mais bénéficient réellement aux personnes handicapées et à ceux de leurs proches qui s’emploient à leur rendre l’existence plus supportable ?
1. Hebben de betrokken ministeries reeds onderling overleg gepleegd om ervoor te zorgen dat deze voordelen geen fictie blijven, maar daadwerkelijk ten goede komen aan de gehandicapten en degenen onder hun verwanten die zich inspannen om hun bestaan draaglijker te maken ?
2. Quelles mesures le ministère des Finances a-t-il déjà prises en la matière dans le cadre de la simplification administrative annoncée par le gouvernement ?
2. Welke bijdragen heeft het departement van Financie¨n reeds geleverd op dit gebied in het kader van de door de regering aangekondigde administratieve vereenvoudiging ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 décembre 2004, à la question no 471 de M. Willy Cortois du 10 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 24 december 2004, op de vraag nr. 471 van de heer Willy Cortois van 10 september 2004 (N.) :
Les questions de l’honorable membre concernent manifestement divers problèmes auxquels sont confrontés les invalides et les handicapés lorsqu’ils souhaitent bénéficier des avantages fiscaux et/ou sociaux pour lesquels sont exigés un certificat d’invalidité délivré par le service fédéral Sécurité sociale, direction générale des allocations aux personnes handicapées.
De vragen van het geachte lid staan blijkbaar in verband met diverse problemen waarmee invaliden en gehandicapten geconfronteerd worden wanneer ze de fiscale en/of sociale voordelen wensen te genieten waarvoor een invaliditeits-getuigschrift vereist is dat wordt uitgereikt door de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid, directie-generaal van de uitkeringen aan personen met een handicap.
Les avantages fiscaux précités concernent l’exemption de la taxe de circulation et le régime de faveur en matière de TVA au profit de certaines catégories d’invalides et de handicapés qui utilisent un ` cet égard, véhicule pour le transport de personnes. A l’honorable membre fait remarquer que les avantages fiscaux ne sont pas accordés lorsque le véhicule est utilisé par les proches de l’invalide ou du handicapé. C’est en effet en principe le cas lorsque ces proches
Voornoemde fiscale voordelen betreffen de vrijstelling van de verkeersbelasting en de gunstregeling inzake BTW ten voordele van bepaalde categoriee¨n van invaliden en gehandicapten die een automobiel voor personenvervoer gebruiken. Het geachte lid wijst er in dit verband op dat die fiscale voordelen niet worden verleend wanneer het voertuig gebruikt wordt door de naaste verwanten van de invalide of gehandicapte. Dat is inderdaad in principe het geval wanneer
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9349
utilisent le véhicule sans que l’invalide ou le handicapé ne se trouve à bord. Un groupe de travail composé de quelques parlementaires et d’un représentant du Commissaire au gouvernement adjoint au ministère des Affaires Sociales et des Pensions a été mis en place à l’époque pour procéder à l’évaluation des avantages fiscaux précités. Les propositions formulées par ce groupe de travail portaient notamment sur une nouvelle tolérance relative à l’utilisation du véhicule par le représentant légal de l’invalide ou du handicapé mineur d’aˆge ou placé sous statut de minorité prolongée. En ce qui concerne les conclusions formulées par le groupe de travail, je renvoie à la circulaire AREC no 3/2004 — AFER no 15/2004 du 10 mars 2004 (voir website www.fisconet fgov.be de mon département).
Une autre extension de l’exemption de la taxe de circulation pour les handicapés n’est à l’heure actuelle pas à l’ordre du jour. Les motifs en ont été expliqués en détail dans ma réponse aux questions parlementaires no 1546 posée le 12 septembre 2001 par M. Maertens et no 1948 posée le 7 mars 2002 par M. Barbeaux (bulletin des Questions et Réponses, Sénat, 7 janvier 2003, no 2-66, pp. 3716 à 3720).
die verwanten het voertuig gebruiken zonder dat de invalide of gehandicapte zich aan boord bevindt. Een werkgroep bestaande uit een aantal parlementsleden en een vertegenwoordiger van de Regeringscommissaris toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen, werd destijds opgericht met het oog op de evaluatie van voornoemde fiscale gunstregelingen. De voorstellen die de werkgroep heeft geformuleerd, hadden onder meer betrekking op een nieuwe tolerantie inzake het gebruik van het voertuig door de wettige vertegenwoordiger van de invalide of gehandicapte die minderjarig is of onder het statuut van verlengde minderjarigheid is geplaatst. In verband met de door de werkgroep geformuleerde besluiten verwijs ik naar de circulaire AINV nr. 3/2004 — AOIF nr. 15/2004 van 10 maart 2004 (zie de website www.fisconet.fgov.be van mijn departement). Zo wordt voortaan geen kritiek meer geleverd op het gebruik van het voertuig zonder de invalide of gehandicapte die minderjarig is of onder het statuut van verlengde minderjarigheid is geplaatst, voor zover het gaat om een gebruik van het voertuig door de wettige vertegenwoordiger van de invalide of gehandicapte en het ook het enige voertuig van het gezin betreft. Deze versoepeling zal worden gehandhaafd tot op het ogenblik dat de betrokken invalide in aanmerking komt voor hetzij de inkomensvervangende tegemoetkoming, hetzij de integratietegemoetkoming, bedoeld door de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten (Belgisch Staatsblad van 1 april 1987). De gewestministers, die zich akkoord hebben verklaard met deze circulaire, wensten de versoepeling niet uit te breiden tot het gebruik door de wettelijke echtgenoot of de samenwonende van de invalide of de gehandicapte. Er is momenteel geen andere uitbreiding van de vrijstelling van verkeersbelasting voor gehandicapten aan de orde. De redenen hiervan werden uiteengezet in mijn antwoord op de parlementaire vragen nr. 1546 van de heer Maertens van 12 september 2001 en nr. 1948 van de heer Barbeaux van 7 maart 2002 (bulletin van Vragen en Antwoorden, Senaat, 7 januari 2003, nr. 2-66, blzn. 3716-3720).
DO 2004200502644
DO 2004200502644
Question no 534 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. 1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, para-
Vraag nr. 534 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organismen. 1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische
Ainsi, ne sera dorénavant plus critiqué l’usage du véhicule sans la présence de l’invalide ou du handicapé, mineur d’aˆge ou placé sous statut de minorité prolongée, pour autant que le véhicule soit utilisé par le représentant légal de l’invalide ou du handicapé et que le ménage ne dispose pas d’un autre véhicule. Cet assouplissement sera maintenu jusqu’au moment où l’invalide concerné bénéficiera soit de l’allocation de remplacement de revenus, soit de l’allocation d’intégration visée par la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés (Moniteur belge du 1er avril 1987).
Les ministres régionaux, qui ont marqué leur accord avec cette circulaire, ne souhaitaient pas élargir cet assouplissement à l’utilisation par le conjoint ou le cohabitant légal de l’invalide ou du handicapé.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9350
stataux et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ? 2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 décembre 2004, à la question no 534 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) : Les organismes relevant de la compétence du ministre des Finances et pour lesquels un réviseur doit se prononcer sur les comptes sont les suivants : — le Fonds d’amortissement pour le logement social; — — — —
le Fonds de participation; le Fonds de vieillissement; l’Office national du Ducroire; la Régie des Baˆtiments. Les réviseurs de l’Office national du Ducroire, du Fonds de participation et du Fonds de vieillissement ont déposé une attestation sans réserve concernant les comptes annuels. En ce qui concerne le Fonds d’amortissement pour le logement social, le réviseur a délivré une attestation sous réserve au sujet du compte annuel. L’unique raison en est que les comptes 2003 ont été établis en tenant compte des dispositions de la convention du 16 décembre 2003 entre l’E´tat et les régions. Cette convention a conduit les sociétés régionales VHM (Vlaamse Huisvestingsmaatschappij), SWL (Société wallonne du Logement) et SRLB (Société du logement de la Région bruxelloise) à opérer le remboursement anticipé de leurs dettes. Cette convention devait cependant encore être ratifiée par les parlements tant fédéral que régionaux. Entretemps la ratification par le parlement fédéral est intervenue.
overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ? 2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 24 december 2004, op de vraag nr. 534 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) : De instellingen die ressorteren onder de bevoegdheid van de minister van Financie¨n en waarbij een revisor zich moet uitspreken over de rekeningen zijn de volgende : — het Amortisatiefonds van de leningen voor de Sociale Huisvesting; — het Participatiefonds; — het Zilverfonds; — de Nationale Delcrederedienst; — de Regie der Gebouwen. De revisoren van de Nationale Delcrederedienst, het Participatiefonds en het Zilverfonds legden verklaringen over de jaarrekening zonder voorbehoud af.
Vu que les comptes de l’année 2003 n’ont pas encore été finalisés par le service comptabilité de la Régie des Baˆtiments, ils n’ont pas encore fait l’objet de remarques d’un réviseur.
Voor het Amortisatiefonds van de Leningen voor de Sociale Huisvesting heeft de revisor een verklaring over de jaarrekening afgeleverd onder voorbehoud. De enige reden hiervoor is het feit dat rekeningen 2003 werden opgesteld rekening houdend met de bepalingen van de overeenkomst van 16 december 2003 tussen de Staat en de gewesten. Door deze overeenkomst werden de gewestelijke maatschappijen VHM (Vlaamse Huisvestingsmaatschappij), SWL (Société wallonne du Logement) en BGH (Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij) ertoe gebracht hun schulden vervroegd terug te betalen. Deze overeenkomst diende echter nog door de parlementen te worden bekrachtigd op zowel federaal als op gewestelijk vlak. Ondertussen is de bekrachtiging door het federale parlement gebeurd. Daar de jaarrekeningen voor het jaar 2003 nog niet werden bee¨indigd door de dienst boekhouding van de Regie der Gebouwen, zijn ze nog niet het voorwerp geweest van opmerkingen vanwege een revisor.
DO 2004200502676
DO 2004200502676
Question no 537 de M. Alfons Borginon du 17 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Fonds « levier ». — Arrêtés d’exécution sur les fonds de placement. Les « Hedge funds » (« fonds levier ») ont beaucoup gagné en popularité ces dernières années parce qu’ils
Vraag nr. 537 van de heer Alfons Borginon van 17 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Hefboomfondsen. — Uitvoeringsbesluiten beleggingsfondsen. « Hedge funds » (« hefboomfondsen ») wonnen de jongste jaren enorm veel aan populariteit omdat ze een
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9351
constituent une solution de rechange aux prestations décevantes du marché des actions. Si l’on place de tels fonds sur des marchés peu classiques, tels que celui des matières premières ou des marchés ou` il y a peu d’obligations liquides, ils obtiennent souvent des returns là ou` des placements traditionnels donnent des résultats nettement inférieurs.
alternatief bieden voor de tegenvallende prestaties van de aandelenmarkt. Dergelijke fondsen beleggen in niet-klassieke markten, zoals grondstoffen of weinig liquide obligaties en zo halen ze dikwijls returns waar traditionele beleggingen niet aan kunnen tippen.
La directive UCITS III (Directive européenne relative aux fonds et sicavs) a été transposée en droit belge. Elle est principalement connue pour le passeport européen. Les fonds de placement approuvés dans un E´tat membre de l’Union européenne par l’autorité de controˆle locale peuvent ainsi acquérir ce passeport qui leur permet d’être distribués facilement dans les autres pays. Cette directive a déjà été transposée en juin au Luxembourg.
In Belgie¨ is de richtlijn UCITS III (Europese fondsenrichtlijn) omgezet in de Belgische wetgeving. De richtlijn is vooral bekend om het Europees paspoort. Beleggingsfondsen die in één lidstaat van de Europese Unie worden goedgekeurd door de lokale toezichthouder, kunnen zo een paspoort verwerven waardoor ze ook gemakkelijk in de andere landen van de EU kunnen worden verdeeld. De richtlijn werd in Luxemburg in juni reeds overgenomen.
Un projet d’arrêté royal actualisant le cadre législatif des fonds de placement, prévoit donc la possibilité pour les banques belges de proposer des hedge funds (« fonds levier ») à des investisseurs particuliers. Jusqu’à présent cela n’était possible que par les fonds de la Branche 23 des assureurs. La Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA) y lie deux conditions importantes : il doit s’agir de fonds de fonds (« fund of funds ») qui sont en outre à capital garanti.
Een ontwerp van koninklijk besluit dat het wetgevende kader voor beleggingsfondsen actualiseert, voorziet dus in de mogelijkheid voor de Belgische banken om hedge funds (« hefboomfondsen ») aan particuliere beleggers aan te bieden. Tot nog toe ging dit enkel via tak 23 fondsen van verzekeraars. De Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen (CBFA) verbindt er wel twee belangrijke voorwaarden aan : het moet gaan om dakfondsen (« fund of funds ») met bovendien kapitaalgarantie.
L’arrêté royal donnera donc aux banques belges la possibilité de proposer des fonds levier à des particuliers, mais sous une forme très atténuée.
Het koninklijk besluit zal Belgische banken zo de mogelijkheid geven om hedge funds aan particulieren aan te bieden, weliswaar in een fel afgezwakte vorm.
La CBFA veut d’abord opérer une série de modifications par l’intermédiaire d’arrêtés d’exécution. De ce fait, les fonds de placement de droit belge restent toutefois privés de passeport, contrairement aux fonds de droit luxembourgeois. Nous sommes donc moins rapides que le Grand-Duché de Luxembourg.
De CBFA wil eerst nog een aantal aanpassingen doorvoeren via uitvoeringsbesluiten. Hierdoor blijven de beleggingsfondsen naar Belgisch recht echter verstoken van een paspoort, in tegenstelling tot de fondsen naar Luxemburgs recht. Zo zijn we trager dan Luxemburg.
1. L’arrêté royal a-t-il déjà été publié au Moniteur belge ? Dans le cas contraire, pourquoi ?
1. Is het koninklijk besluit over de beleggingsfondsen reeds in het Belgisch Staatsblad verschenen en zo neen, waarom niet ?
2. Pourquoi les arrêtés d’exécution n’ont-ils pas encore été publiés ?
2. Waarom zijn de uitvoeringsbesluiten nog niet gepubliceerd ?
3. Pourquoi la directive européenne sur les fonds de placement n’a-t-elle toujours pas été transposée dans la législation belge ?
3. Waarom werd de Europese richtlijn over beleggingsfondsen nog steeds niet in de Belgische wetgeving geı¨ntegreerd ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 décembre 2004, à la question no 537 de M. Alfons Borginon du 17 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 24 december 2004, op de vraag nr. 537 van de heer Alfons Borginon van 17 november 2004 (N.) :
La loi du 20 juillet 2004 relative à certaines formes de gestion collective a pour objet la transposition en droit belge des deux directives UGITS III 2001/107/EG et 2001/108/EC qui modifient la directive 85/611/EC,
De wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles heeft tot doel de twee richtlijnen tot wijziging van de richtlijn 85/611/EC, beter gekend als de UCITS III
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1182
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9352
ainsi que la modernisation du cadre réglementaire des OPC de droit belge.
(2001/107/EC en 2001/108/EC) richtlijnen, om te zetten in Belgisch recht en modemiseert tevens het reglementaire kader van de ICB’s naar Belgisch recht.
La transposition desdites directives est également assurée par l’arrêté d’exécution de la loi du 20 juillet 2004. Cet arrêté contient, entre autres, les dispositions techniques relatives à la composition des avoirs des OPC et à leur diversification ainsi que les règles relatives à l’information qui doit être fournie au public.
De omzetting van voormelde richtlijnen wordt mede gerealiseerd door het uitvoeringsbesluit van de wet van 20 juli 2004. Dit besluit bevat onder meer de technische bepalingen met betrekking tot de samenstelling van de activa van de ICB’s en de diversificatie van die activa, alsook regels met betrekking tot de informatie die moet worden verstrekt aan het publiek.
Les dispositions de la loi et de son arrêté d’exécution forment donc un tout et doivent entrer simultanément en vigueur afin de préserver la cohérence du dispositif réglementaire.
De bepalingen van de wet en van haar uitvoeringsbesluit vormen dus één geheel en moeten tegelijkertijd in werking treden om de coherentie van het reglementaire kader te bewaren.
Dans le cadre de la préparation de la proposition d’arrêté d’exécution, la CBFA a entrepris une large consultation des représentants du secteur des OPC. Cette consultation est à présent cloˆturée.
In het kader van de voorbereiding van het voorstel van uitvoeringsbesluit, heeft de CBFA uitvoerig overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de ICBsector. Dit overleg is afgerond en de consultatieprocedure bij de Raad van State is opgestart.
La procédure de consultation auprès du conseil d’E´tat a été entamée. La loi du 20 juillet 2004 ainsi que son arrêté d’exécution entreront en vigueur à l’issue de ladite procédure.
De wet van 20 juli 2004 en haar uitvoeringsbesluit zullen na afloop van voormelde consultatieprocedure in werking treden.
En ce qui concerne les hedge fonds, il convient de souligner que, compte tenu des règles d’investissement de droit communautaire, ce type de fonds ne pourra, par définition, pas bénéficier du passeport européen. Ceci vaut tant en Belgique qu’au Luxembourg. Dans le cadre de la nouvelle réglementation belge applicable aux OPC, une première impulsion sera néanmoins donnée afin de permettre au public d’investir en hedge funds.
Wat de hedge funds betreft, moet worden benadrukt dat dergelijke producten op grond van de Europeesrechtelijke beleggingsregels per definitie geen Europees paspoort kunnen verkrijgen. Dit geldt zowel in Belgie¨ als in Luxemburg. In het kader van de nieuwe Belgische wetgeving op de ICB’s, wordt wel een eerste aanzet gegeven om hedge funds in Belgie¨ aan het publiek aan te bieden.
Concrètement, le public pourra investir en hedge funds par le biais d’un OPC qui offrira une protection ` l’instar des du capital investi à une échéance fixe. A hedge funds, ces OPC à échéance fixe avec protection de capital ne bénéficieront pas du passeport européen.
Concreet zal het publiek in hedge funds kunnen investeren door middel van een ICB met vaste vervaldag en met kapitaalbescherming. Net zoals de hedge funds zelf, kunnen dergelijke ICB’s met vaste vervaldag en kapitaalbescherming evenmin het Europese paspoort verkrijgen.
DO 2004200502694
DO 2004200502694
Question no 539 de M. Jean-Marc Nollet du 22 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 539 van de heer Jean-Marc Nollet van 22 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Suivi du rapport d’audit de la Cour des comptes relatif à la mesure de l’arriéré fiscal.
Follow-up van het auditverslag van het Rekenhof met betrekking tot het meten van de fiscale achterstand.
Dans un courrier adressé le 20 janvier 2004 au premier président de la Cour des comptes en réponse au rapport d’audit relatif à la mesure de l’arriéré fiscal, vous annonciez que vous veilleriez à ce que l’administration fiscale honore ses engagements à bref
In een brief die u op 20 januari 2004 aan de eerste voorzitter van het Rekenhof heeft gericht in antwoord op het auditverslag betreffende het meten van de fiscale achterstand, kondigde u aan dat u erop zou toezien dat de fiscale administratie haar verbintenissen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9353
délai avec toute la diligence requise particulièrement en ce qui concerne les adaptations à apporter à l’instrument statistique nécessaire pour mesurer l’arriéré fiscal d’une manière exacte et efficace.
zo spoedig mogelijk nakomt, inzonderheid met betrekking tot de aanpassingen die moeten worden aangebracht aan het statistische instrument dat nodig is om de fiscale achterstand op een precieze en doeltreffende wijze te meten.
1. Quelles sont les adaptations concrètes qui ont été apportées à l’instrument statistique ?
1. Welke concrete aanpassingen werden aan het statistische instrument aangebracht ?
2. Quel est le calendrier des adaptations qui doivent encore être concrétisées ?
2. Wat is het vooropgestelde tijdschema voor de aanpassingen die nog concreet dienen te worden aangebracht ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 décembre 2004, à la question no 539 de M. Jean-Marc Nollet du 22 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 24 december 2004, op de vraag nr. 539 van de heer Jean-Marc Nollet van 22 november 2004 (Fr.) :
Il importe tout d’abord de rappeler que la mise au point d’un outil statistique qui répond aux critères fixés par la Cour des Comptes est une opération de longue haleine. Il faut en effet partir d’une application lancée au départ comme un système automatisé de perception. Les différentes étapes à franchir sont en outre conditionnées par la mise en œuvre de la réforme Coperfin, ainsi que par la modernisation de l’outil informatique du SPF Finances.
Het is vooreerst van belang er de aandacht op te vestigen dat het op punt stellen van een statistisch werkinstrument, dat voldoet aan de door het Rekenhof vooropgestelde criteria, een operatie van lange duur uitmaakt. Er moet immers vertrokken worden van een toepassing die oorspronkelijk als een geautomatiseerd inningssysteem werd opgestart. De diverse stappen die moeten doorlopen worden zijn bovendien afhankelijk van de inwerkingtreding van de hervorming Coperfin, alsmede van de modemisering van het informaticamateriaal van de FOD Financie¨n.
Dans ce contexte, les améliorations les plus marquantes apportées à l’outil statistique, à la suite des observations de la Cour des comptes portent sur les points suivants.
In deze context hebben de meest markante verbeteringen, die ingevolge de opmerkingen van het Rekenhof aan het statistisch werkinstrument zijn aangebracht, betrekking op de volgende punten.
En matière d’impoˆts directs :
Inzake directe belastingen :
1. Le point de départ du calcul de l’arriéré fiscal et les délais d’enregistrement des créances fiscales dans l’arriéré peuvent à présent être revus. Alors que, par définition, l’arriéré fiscal en matière de contributions directes ne comprenait jusqu’ici que les dettes impayées, vieilles de plus de 13 mois (à compter de l’exécutoire du roˆle), les bases de données du recouvrement permettent désormais d’inclure également dans l’arriéré les dettes, impayées, à partir du deuxième mois suivant l’élaboration du roˆle qui les concerne.
1. Het vertrekpunt voor de berekening van de fiscale achterstand en de termijnen voor het registreren van de fiscale schulden in de achterstand kunnen thans herzien worden. Terwijl, per definitie, de fiscale achterstand inzake directe belastingen tot op heden slechts de onbetaalde schulden, ouder dan 13 maanden (te rekenen vanaf de uitvoerbaarverklaring van het kohier) omvatte, kunnen op grond van de bestanden inzake de invordering voortaan ook de onbetaalde schulden,vanaf de tweede maand na de opmaak van het desbetreffende kohier, in de achterstand opgenomen worden.
2. Une première ventilation des impoˆts directs selon la nature de l’impoˆt est désormais possible, du moins pour les dettes reprises dans le système de gestion automatisé du recouvrement (ICPC). Pour les dettes enregistrées dans le système manuel (180BAut) ce n’est malheureusement pas encore le cas. Rappelons toutefois que ce système est appelé progressivement à disparaıˆtre au profit du système automatisé.
2. Een eerste ventilatie van de directe belastingen volgens de aard van de belasting is voortaan mogelijk, althans voor de schulden die in het systeem van geautomatiseerd beheer van de invordering (ICPC) zijn opgenomen. Voor de schulden, die in het manuele systeem (180BAut) worden geregistreerd, is dit spijtig genoeg nog niet het geval. Er wordt evenwel aan herinnerd dat dit systeem progressief zal verdwijnen ten voordele van het geautomatiseerde systeem.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9354
En matière de TVA :
Inzake BTW :
Les changements majeurs, en cours de réalisation, du coˆté de la TVA concernent la création de codes de recouvrement similaires à ceux qui sont utilisés en matière d’impoˆts directs. Pour rappel, les codes de recouvrement permettent de classer les dettes fiscales selon le degré de difficulté avec lequel elles peuvent encore être recouvrées. Il s’agit là d’un instrument essentiel dans l’appréciation des risques liés au recouvrement. Il convenait donc de l’affiner et de le rendre compatible avec celui qui est utilisé par les contributions directes. Il est prévu que les nouveaux codes de recouvrement TVA soient opérationnels au début de l’année 2005.
De grootste, in ontwikkeling zijnde, wijzigingen aan de zijde van de BTW betreffen de creatie van invorderingscodes gelijkaardig aan deze die inzake directe belastingen worden gebruikt. Ter herinnering, de invorderingscodes laten toe de fiscale schulden te rangschikken volgens de graad van moeilijkheid waarmede deze nog kunnen worden ingevorderd. Het gaat ter zake om een essentieel instrument in de beoordeling van de risico’s verbonden aan de invordering. Het was dus nodig om het te verfijnen en compatibel te maken met datgene dat voor de directe belastingen wordt gehanteerd. Het is voorzien dat de nieuwe invorderingscodes BTW operationeel worden bij het begin van het jaar 2005.
D’autres améliorations seront programmées ultérieurement, à mesure que l’évolution des moyens disponibles le permettra.
Andere verbeteringen zullen later geprogrammeerd worden, naarmate de evolutie van de beschikbare middelen ze zullen toelaten.
DO 2004200502702
DO 2004200502702
Question no 540 de Mme Nathalie Muylle du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :
Vraag nr. 540 van mevrouw Nathalie Muylle van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :
Recouvrement d’impoˆts de conjoints séparés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage.
Invordering van belastingen gescheiden echtparen. — Arrest Arbitragehof.
Ma question concerne le recouvrement d’impoˆts de conjoints séparés.
Mijn vraag betreft de invordering van belastingen bij gescheiden echtparen.
L’exemple pratique suivant illustre la portée de ma question. Une femme s’est séparée de son mari en 1997. Depuis la séparation, le mari ne donne plus signe de vie de sorte que les deux anciens partenaires n’ont plus le moindre contact. Pour l’exercice 1997, la femme avait rempli sa propre déclaration d’impoˆt en y mentionnant correctement tous les revenus. L’enroˆlement de l’impoˆt et le remboursement ont été effectués dans les règles. En 2001, la femme a reçu un avertissement-extrait de roˆle relatif à des arriérés d’impoˆts de son ex-mari pour l’année 1997. Il s’agissait l’impoˆt des personnes physiques pour les revenus 1997.
Volgend voorbeeld uit de praktijk schetst de problematiek van mijn vraag. Een vrouw is in 1997 gescheiden van haar echtgenoot. De man is sinds de scheiding met de noorderzon verdwenen, zodat geen enkel contact tussen beide ex-partners nog mogelijk is. Voor het jaar 1997 diende de vrouw een eigen belastingbrief in waarop ze alle nodige inkomsten vermeldde. De aanslag en terugbetaling daarvan gebeurden op een correcte manier. In het jaar 2001 ontving de vrouw echter een aanslagbiljet rond achterstallige belastingen van haar ex-echtgenoot voor het jaar 1997. Het betreft de aanslag in de personenbelasting voor inkomstenjaar 1997.
Le supplément d’imposition ci-dessus a été mis à charge de la femme sur la base de l’article 394, § 2, CIR 1992. E´tant donné que l’ex-conjoint a « disparu », le supplément d’impoˆt est à charge de la femme, conformément à l’article précité. L’impoˆt est cependant établi au nom de l’ex-mari, de sorte que la femme ne peut introduire aucun recours (article 366, CIR 1992).
Bovenstaande aanslag wordt ten laste van de vrouw gelegd op basis van artikel 394, § 2, WIB 1992. Aangezien de man « verdwenen » is, komt de aanslag op basis van bovenstaand artikel dus bij de vrouw terecht. De belasting is echter gevestigd op naam van de man, waardoor de vrouw geen enkel verhaal kan bieden (artikel 366, WIB 1992).
Dans son arrêt 57/2004 du 24 mars 2004, la Cour d’arbitrage a statué de la façon suivante :
In haar arrest 57/2004 van 24 maart 2004 verklaarde het Arbitragehof de situatie « waarbij ze het recht om
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9355
« L’article 366 du même Code, avant sa modification par l’article 24 de la loi du 15 mars 1999, viole les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu’il n’accorde le droit de se pourvoir en réclamation contre une imposition qu’au seul redevable au nom duquel la cotisation a été établie, à l’exclusion du conjoint séparé de fait au nom duquel cette cotisation n’est pas établie, que ce dernier, sur la base de l’article 394 du même Code, est tenu de payer la dette fiscale établie au nom de l’autre conjoint. » (Arrêt 57/2004 du 24 mars 2004).
bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige op wiens naam de aanslag gevestigd is, met uitsluiting van de feitelijk gescheiden echtgenoot op wiens naam de aanslag niet gevestigd is. Nochtans is die echtgenoot, op grond van artikel 394 van hetzelfde Wetboek, verplicht de op naam van de andere echtgenoot gevestigde belastingschuld te voldoen », ongrondwettelijk omdat ze de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.
1. En pareille situation, une personne peut-elle faire opposition ?
1. Kan een persoon in dergelijk situaties op enige manier verzet aantekenen ?
2. a) Si non, cette situation viole-t-elle la constitution, comme l’a confirmé la Cour d’arbitrage ?
2. a) Zo neen is deze situatie zoals bevestigd door het Arbitragehof ongrondwettelijk ?
b) Comment comptez-vous résoudre ce problème ?
b) Hoe wilt u deze situatie oplossen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 24 décembre 2004, à la question no 540 de Mme Nathalie Muylle du 23 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 24 december 2004, op de vraag nr. 540 van mevrouw Nathalie Muylle van 23 november 2004 (N.) :
1. L’attention de l’honorable membre est appelée sur le fait qu’une distinction doit être opérée entre la possibilité d’introduire une réclamation et les possibilités de recouvrement à charge de l’épouse.
1. De aandacht van het geachte lid wordt erop gevestigd dat er ter zake een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift enerzijds en de invorderingsmogelijkheden lastens de vrouw anderzijds.
Avant le 27 mars 1999, seul le redevable, c’est-à-dire la personne reprise au roˆle, avait, en vertu de la loi, le droit de réclamation. L’épouse séparée de fait, qui n’était pas reprise au roˆle, ne disposait pas de ce droit.
Vo´o´r 27 maart 1999 had alleen de belastingschuldige, dat wil zeggen, de persoon opgenomen in het kohier, een formeel bij wet verleend bezwaarrecht. De feitelijk gescheiden echtgenoot, die niet in het kohier was opgenomen, beschikte niet over dat recht.
Depuis le 27 mars 1999, l’article 366 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (en abrégé CIR 1992), tel que modifié par la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale attribue expressément au conjoint séparé de fait, sur les biens duquel l’imposition est mise en recouvrement, le droit d’introduire une réclamation.
Sedert 27 maart 1999 kent artikel 366 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), als vervangen bij wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, aan de feitelijk gescheiden echtgenoot, op wiens goederen de aanslag wordt ingevorderd, uitdrukkelijk het recht toe om een bezwaarschrift in te dienen.
Toutefois, en pratique, depuis un arrêt du 27 juin 1996 de la Cour d’Arbitrage, la réclamation introduite par un conjoint séparé de fait sur les biens duquel l’imposition était mise en recouvrement était considérée comme recevable, et cela déjà avant la modification de l’article 366 précité.
Gelet op een arrest van het Arbitragehof van 27 juni 1996 werd evenwel in praktijk, nog vo´o´r deze vervanging van voormeld artikel 366, het bezwaarschrift van de feitelijk gescheiden echtgenoot op wiens goederen de aanslag werd ingevorderd als ontvankelijk beschouwd.
En l’espèce, l’épouse pouvait donc encore introduire une réclamation en 2001, et jusqu’au 30 avril 2002 pour autant que le délai écoulé depuis l’envoi de l’avertissement extrait de roˆle ne soit pas supérieur à six mois, contre la cotisation à l’impoˆt des personnes physiques de l’année 1997 établie au nom de son mari alors séparé (de fait).
In casu kon de vrouw dus in 2001 en nog tot 30 april 2002, zonder dat de termijn vanaf de toezending van het aanslagbiljet minder dan zes maanden kan bedragen, een bezwaar indienen voor de aanslag in de personenbelasting betreffende de inkomsten van het jaar 1997, gevestigd op naam van haar op dat ogenblik (feitelijk) gescheiden echtgenoot.
Pour ce qui concerne le recouvrement, je dois attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que pour
Wat de invordering betreft, moet ik er de aandacht van het geachte Lid op vestigen dat voor de aanslagja-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9356
les exercices d’imposition 1981 à 1999, le receveur des contributions directes peut recouvrer les dettes d’impoˆts visées à l’article 394, CIR 1992 sur tous les biens des deux conjoints. La possibilité de soustraire certains biens mentionnés au second alinéa de l’article précité ne trouve à s’appliquer que pour les époux mariés sous un régime de séparation de biens. Ce n’est qu’à partir de l’exercice d’imposition 2000 que des initiatives législatives ont été prises pour limiter le recouvrement des dettes fiscales à charge d’époux séparés de fait. 2. a) Dans son arrêt 57/2004 du 24 mars 2004, la Cour d’arbitrage se prononce uniquement sur l’article 366, CIR 1992, tel qu’il était applicable avant la modification apportée par l’article 24 de la loi du 15 mars 1999 précitée et nullement sur les possibilités de recouvrement de telles impositions. Par son arrêt du 27 juin 2002, la Cour de Cassation dispose en outre que la circonstance qu’un contribuable ne dispose pas de la possibilité d’introduire une réclamation contre une imposition établie au nom de son conjoint dont il vit séparé de fait et qu’il est tenu de payer sur pied de l’article 394, § 1er, CIR 1992, et des articles 1414 et 1410 du Code civil, n’a pas d’influence sur la régularité du recouvrement qui est poursuivi à charge de l’époux au nom duquel l’imposition n’est pas établie.
b) Ainsi qu’il a été exposé ci-dessus, des initiatives législatives ont été prises tant en ce qui concerne le droit de réclamation que le recouvrement pour pallier la situation difficile à laquelle les époux séparés de fait ont été confrontés par le passé.
ren 1981 tot 1999 de Ontvanger der directe belastingen de in artikel 394, WIB 1992, bedoelde belastingschulden mag invorderen op alle goederen van de beide echtgenoten. De onttrekkingsmogelijkheid, vervat in het tweede lid van voormeld artikel, stond destijds slechts open voor de echtgenoten die gehuwd zijn onder een stelsel van scheiding van goederen. Het is slechts vanaf aanslagjaar 2000 dat er systematisch wetgevende initiatieven zijn getroffen om de invordering van de fiscale schulden ten laste van feitelijk gescheiden echtgenoten te beperken. 2. a) In het arrest 57/2004 van 24 maart 2004 doet het Arbitragehof slechts uitspraak over artikel 366 WIB, 1992, zoals dit van toepassing was vo´o´r de wijziging ervan bij artikel 24 van de wet van 15 maart 1999 en geenszins over de invorderingsmogelijkheden van dergelijke belastingaanslagen. Het Hof van Cassatie stelt bovendien bij arrest van 27 juni 2002 dat de omstandigheid dat een belastingplichtige niet over de mogelijkheid beschikt om bezwaar in te stellen tegen een belastingaanslag die is gevestigd op naam van zijn echtgenoot, van wie hij feitelijk gescheiden leeft, en welke belastingschuld hij op grond van het artikel 394, § 1, WIB 1992, en de artikelen 1414 en 1410 van het Burgerlijk Wetboek, gehouden is te voldoen, geen invloed heeft op de rechtsgeldigheid van de invordering die wordt vervolgd ten faste van de echtgenoot op wiens naam de belasting niet werd vastgesteld. b) Zoals hiervoor uiteengezet zijn zowel wat het bezwaarrecht als wat de invordering zelf betreft inmiddels wetgevende initiatieven genomen om tegemoet te komen aan de moeilijke toestand waarmede de feitelijk gescheiden echtgenoten in het verleden werden geconfronteerd.
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200421851
DO 2003200421851
Question no 252 de M. Melchior Wathelet du 12 juillet 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — Ligne 37 entre Liège et Aix. — Travaux. — Ouvrages d’art. Concernant les investissements à réaliser sur la ligne 37 entre Liège et Aix via Verviers et Welken-
Vraag nr. 252 van de heer Melchior Wathelet van 12 juli 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Lijn 37 tussen Luik en Aken. — Werken. — Kunstwerken. Volgens de minister zullen in het kader van het investeringsplan voor lijn 37 Luik-Verviers-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9357
raedt, le ministre évoque quatre travaux qui seront achevés en 2007 : les raccordements avec la ligne TGV, les rectifications de voie à Angleur pour atteindre 160 km/h, la concentration des postes de block dans la nouvelle cabine informatisée de Verviers et le renforcement de l’alimentation électrique 3 kV. En réalité, ces différents travaux sont motivés essentiellement par la présence de la ligne TGV, même si la ligne classique pourra en profiter en partie. Ce qui inquiète à juste titre les utilisateurs de la ligne 37, c’est l’absence d’investissement significatif pour maintenir en état la ligne 37 jusqu’à la mise en service de la ligne nouvelle en 2007. Le passage de dix trains Thalys par jour sur la ligne 37 est finalement négligeable par rapport aux 120 trains qui sillonnent la ligne quotidiennement. Par ailleurs, dès que les Thalys disparaıˆtront de la ligne 37, ils y seront remplacés par un renforcement de l’IR Q reliant Aix à Liège. Dès lors, il ne faut pas que la présence des trains Thalys sur la ligne 37 soit finalement considérée comme une raison de reporter des investissements pourtant indispensables à brève échéance. En effet, les ralentissements nécessités par l’état des voies et de l’infrastructure, qui n’ont plus subi d’entretiens significatifs autres que les plus élémentaires depuis les années 1960, deviennent inquiétants.
Certes on a placé de longs rails entre Verviers et Welkenraedt en 2002 et 2003 en régénérant le balast (criblage), et ce travail devrait se poursuivre en 20042005. Mais au niveau des ouvrages d’art, (tunnels, ponts, tranchées), très nombreux sur cette ligne, rien de significatif n’a été entrepris, ni n’est prévu. Tout au plus la paroi rocheuse de Dolhain pourrait être sécurisée après 2007. 1. Alors que le programme annuel relatif aux ouvrages d’art ne mentionne aucun budget pour ceuxci, et plus spécialement en ce qui concernent les viaducs de Dolhain et de Renouprez et le tunnel de Nasproue dont l’entretien et l’aménagement conditionnent pourtant la pérennité et l’amélioration de la ligne, pourriez-vous préciser si des travaux significatifs sont prévus dans le plan qui s’étale jusqu’un 2012 ? 2. Si oui, quelle en est la nature précise, et quel en sera le phasage ? Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 252 de M. Melchior Wathelet du 12 juillet 2004 (Fr.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Welkenraedt-Aken tegen 2007 de volgende vier werken uitgevoerd worden : de aansluiting op de HSTlijn, de aanpassingswerken te Angleur om de snelheid op 160 km/u te brengen, de vervanging van de blokposten door het nieuwe, geı¨nformatiseerde seinhuis van Verviers en de versterking van de elektrische voeding 3 kV. Al deze werken kaderen in de aanleg van de HSTlijn, maar de klassieke lijn doet er voor een deel ook haar voordeel bij. De gebruikers van lijn 37 maken zich terecht zorgen over het uitblijven van de investeringen die nodig zijn om lijn 37 gebruiksklaar te houden totdat de nieuwe lijn in 2007 in gebruik wordt genomen. Het argument dat de — nochtans op korte termijn noodzakelijke — investeringen op lijn 37 uitgesteld worden om het Thalysverkeer niet te hinderen houdt echter geen steek. Er rijden immers slechts tien Thalystreinen per dag over lijn 37 tegenover 120 klassieke treinen. Bovendien zal de IR Q-verbinding Aken-Luik via lijn 37 verder uitgebouwd worden zodra de Thalystreinen de nieuwe lijn volgen. Sinds de jaren ’60 werden enkel nog de meest elementaire onderhoudswerken aan de sporen en de infrastructuur uitgevoerd. Door de bedenkelijke toestand van deze laatste moeten de treinen op dit traject snelheid minderen, wat de laatste tijd steeds vaker gebeurt. In 2002 en 2003 werden weliswaar lange rails gelegd tussen Verviers en Welkenraedt en werd de ballast (het zeven) vernieuwd. Dit werk zou in 2004-2005 worden voortgezet. Maar de (op deze lijn talrijke) kunstwerken (tunnels, bruggen, geulen) werden verwaarloosd en hierin komt niet direct beterschap. Er wordt enkel overwogen de rotswand te Dolhain na 2007 te versterken. 1. In het jaarprogramma zijn geen fondsen opgenomen voor kunstwerken, waaruit men kan besluiten dat het onderhoud en de renovatie van de viaducten van Dolhain en Renouprez en de tunnel van Nasproue — nochtans noodzakelijk voor het voortbestaan en de modernisering van de lijn — op de lange baan worden geschoven. Toch wens ik van u te vernemen of in het plan dat tot 2012 loopt belangrijke werken zijn opgenomen. 2. Zo ja, om welke werken gaat het en in welke fasen zullen ze verlopen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 252 van de heer Melchior Wathelet van 12 juli 2004 (Fr.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9358
Ainsi que je l’ai signalé à l’honorable membre en commission Infrastructure du 4 février 2004, la ligne 37 fait bien l’objet des entretiens et des renouvellements nécessaires, lesquels sont effectués en temps voulu conformément aux programmes.
Zoals ik er het geachte lid heb op gewezen tijdens de commissie Infrastructuur van 4 februari 2004, krijgt de lijn 37 wel degelijk de nodige onderhoudsbeurten en vernieuwingen, die te gelegener tijd conform de programma’s worden uitgevoerd.
Des améliorations importantes sont en cours en 2004 et sont prévues pour les années suivantes, c’està-dire :
Belangrijke verbeteringen worden doorgevoerd in 2004 en zijn gepland voor de volgende jaren, met name :
— mise en service de la nouvelle signalisation entre Liège et Verviers en 2004 et ensuite sur toute la ligne en 2007;
— indienststelling van de nieuwe seininrichting tussen Luik en Verviers in 2004 en vervolgens langs de hele lijn in 2007;
— poursuite des travaux de régénération du ballast jusqu’en 2006;
— voortzetting van de ballastvernieuwingswerken tot in 2006;
— sous-station caténaire de Pépinster achevée en 2005;
— onderstation voor bovenleiding Pepinster wordt voltooid in 2005;
— entretien des ouvrages d’art de l’ensemble de la ligne programmé pour 2004, 2005, 2006 et 2007;
— onderhoud van de kunstwerken op de volledige lijn is geprogrammeerd voor 2004, 2005, 2006 en 2007;
— renouvellement des quais à Fraipont en 2005;
— vernieuwing van de perrons te Fraipont in 2005;
— renouvellement des divers ouvrages d’art à Verviers et Pépinster;
vernieuwing van de diverse kunstwerken te Verviers en Pepinster;
— assainissement des voies en gare de Welkenraedt dès 2006;
— sanering van de sporen in het station Welkenraedt vanaf 2006;
— l’étude de stabilisation du talus de Dolhain est en voie d’achèvement.
— de studie voor de stabilisering van het talud te Dolhain wordt afgerond.
DO 2003200432250
DO 2003200432250
Question no 294 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 294 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
BIAC. — Petites sphères en plastique destinées aux bassins de rétention sur le site de l’aéroport de Zaventem.
BIAC. — Plastic bolletjes voor opvangreservoirs op het luchthaventerrein van Zaventem.
BIAC a fait commander, il y a quelques années, des millions de petites sphères en plastique destinées aux bassins de rétention situés sur le site de l’aéroport de Zaventem. Leur présence était avant tout censée exercer un effet dissuasif sur les oiseaux attirés en nombre par les bassins.
Enkele jaren geleden liet BIAC miljoenen plastic bolletjes bestellen die bestemd waren voor de opvangreservoirs op het luchthaventerrein van Zaventem. Bedoeling hiervan was voornamelijk om te vermijden dat de reservoirs te veel vogels zouden aantrekken.
Aujourd’hui, la grande majorité de ces sphères ont coulé. En d’autres termes, le matériau dont elles sont composées n’a pas du tout donné satisfaction.
Intussen blijkt de overgrote meerderheid van deze balletjes gezonken te zijn. Dit materiaal voldeed dus geenszins.
1. Pouvez-vous indiquer les raisons du choix de ce matériau inapproprié pour couvrir la surface des bassins ?
1. Kan worden verklaard waarom men dit soort ongeschikt materiaal gebruikt heeft om deze vijvers te dichten ?
2. Par quel moyen compte-t-on éviter que ces vastes bassins n’attitrent à nouveau des nuées d’oiseaux ?
2. Op welke wijze wil men vermijden dat deze grote bassins opnieuw hele zwermen vogels zouden aantrekken ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9359
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 294 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 294 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Des applications similaires pour recouvrir des étangs ou des surfaces d’eau avec des balles en matière plastique sont connues mondialement et utilisées sous différentes formes pour des objectifs divers.
1. Gelijkaardige toepassingen om vijvers of wateroppervlakken af te dichten met kunststofballetjes zijn wereldwijd gekend en worden onder diverse vormen voor diverse doeleinden gebruikt.
Le fournisseur avait de l’expérience avec des produits similaires permettant de couvrir des réserves d’eau dans des constructions de serres. Avant d’approuver définitivement le produit, un essai a été effectué au cours duquel les balles ont été testées quant à leur possibilité de couverture lors d’un essai de moteur avec un appareil C-130. Le test était satisfaisant à 100 %. Il n’est toutefois pas exclu que quelques balles aient été endommagées lors de leur chargement et déchargement. E´tant donné la réception définitive du travail dans les prochains jours, il a été demandé à l’entrepreneur de remplacer les balles endommagées.
De leverancier had met gelijkaardige producten ervaring in het afdekken van regenwatervoorraden in de serrenbouw. Vooraleer het product definitief goed te keuren, werd een proefvak gemaakt, waarbij de ballen getest werden op hun afdekkingsmogelijkheid bij het proefdraaien met een C-130 toestel. De proef gaf 100 % voldoening. Het is echter niet uit te sluiten dat bij laden en lossen enkele balletjes beschadigd werden. Daar eerstdaags de definitieve oplevering van dit werk plaats heeft werd de aannemer gevraagd de kapotte ballen te vervangen.
2. Jusqu’à présent, aucun problème d’oiseaux n’a été relevé au bassin d’orage. Cela n’empêche pas qu’une solution soit à l’étude graˆce à laquelle les balles continuent à couvrir la surface d’eau de façon régulière. Dans l’attente d’une solution définitive, le fournisseur s’est de toute manière engagé à fournir, pendant une période de 10 ans, les balles endommagées par le gel ou celles qui ont sombré.
2. Tot op heden is er geen probleem met vogels aan het wachtbekken bekend. Dat belet niet dat gezocht wordt naar een oplossing waarbij de ballen op gelijkmatige wijze het wateroppervlak blijven afdekken. In afwachting van een definitieve oplossing heeft de leverancier er zich alleszins toe verbonden om gedurende 10 jaar kosteloos nieuwe ballen te leveren bij zinken of vorstschade.
DO 2003200432316
DO 2003200432316
Question no 303 de M. Francis Van den Eynde du 5 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 303 van de heer Francis Van den Eynde van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Gare de Marloie. — E´quipements pour personnes moins valides.
NMBS. — Station van Marloie. — Voorzieningen voor mindervaliden.
La gare de Marloie est probablement la plus propre de toute la Wallonie.
Het station van Marloie is waarschijnlijk het netste van heel Wallonie¨.
Malheureusement, aucun équipement n’y a été prévu pour les personnes moins valides.
Jammer genoeg zijn er geen voorzieningen voor mindervaliden aanwezig.
1. La SNCB est-elle informée du problème ?
1. Is de NMBS op de hoogte van het probleem ?
2. Quelles mesures ont-elles été prises pour remédier à ce problème ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2. Welke maatregelen werden er getroffen om hieraan te verhelpen ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1183
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9360
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 303 de M. Francis Van den Eynde du 5 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 303 van de heer Francis Van den Eynde van 5 oktober 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Bien que la plupart des gares de la SNCB ont été construites au cours d’une période où la problématique des personnes handicapées n’était pas d’actualité (seulement 13 % des gares ont été construites après 1980), la société fait de sérieux efforts pour rencontrer les souhaits des clients. En ce qui concerne spécifiquement l’accès aux quais pour les personnes handicapées, la SNCB a l’intention de prévoir des escaliers roulants et/ou des ascenseurs dans un certain nombre de gares.
Alhoewel de meeste NMBS-stations gebouwd werden in een periode waar de problematiek van de gehandicapten niet actueel was (slechts 13 % van de stations werd gebouwd na 1980), doet de maatschappij ernstige inspanningen om aan de wensen van de klanten tegemoet te komen. Specifiek wat de toegang tot de perrons voor de gehandicapten betreft, denkt de NMBS aan het voorzien van roltrappen en/of liften in een zeker aantal stations.
Une étude de faisabilité a été réalisée en vue d’adapter, à terme, dans la mesure du possible, un réseau de gares qui répondent au besoin des voyageurs à mobilité réduite (les malentendants, les aveugles, les voyageurs en fauteuil roulant, les parents accompagnés de petits enfants, ...), ces gares étant réparties géographiquement sur l’ensemble du réseau ferroviaire.
Er werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd om een netwerk van stations, geografisch verspreid over het spoorwegnet, op termijn zo goed mogelijk aan te passen aan alle reizigers met beperkte mobiliteit (doven, blinden, rolstoelreizigers, ouders vergezeld van zeer jonge kinderen, ...).
Les clients qui ont besoin d’assistance ne sont pratiquement jamais confrontés de cette façon à plus de 10 km de transport terminal ou d’approche. D’un point de vue de couverture géographique, c’est la gare de Jemelle, et non celle de Marloie, qui a été choisie.
Klanten die hulp nodig hebben worden op die manier bijna nooit geconfronteerd met meer dan 10 km bijkomend voor- of natransport. Uit het oogpunt geografische dekking werd voor het station Jemelle gekozen en niet voor het station Marloie.
DO 2004200502593
DO 2004200502593
Question no 342 de M. Jan Mortelmans du 8 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 342 van de heer Jan Mortelmans van 8 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Modification de données pour les mandataires de comptes d’associations de fait.
De Post. — Wijziging van gegevens bij volmachtdragers van rekeningen van feitelijke verenigingen.
Il semblerait que La Poste ne dispose pas d’un formulaire permettant d’apporter des modifications aux données des titulaires de comptes d’associations de fait. Ce formulaire, le BPO 015, existe bel et bien pour des modifications en ce qui concerne les associations de droit public.
De Post blijkt geen formulieren te hebben om wijzigingen aan te brengen in gegevens van rekeninghouders van feitelijke verenigingen. Dit formulier bestaat wel voor wijzigingen voor verenigingen van publiek recht, namelijk het formulier BPO 015.
En cas de modification après le décès d’un mandataire et son remplacement, on demande aux titulaires de comptes d’associations de fait de remplir le formulaire BPO 015, qui est donc destiné aux associations de droit public. En outre, les titulaires de comptes d’association de fait doivent également rédiger une déclaration écrite, signée par deux mandataires ou plus, dans
Bij een wijziging na een overlijden van een volmachthouder en de vervanging ervan laat men rekeninghouders van feitelijke verenigingen echter het formulier BPO 015 invullen, bestemd dus voor verenigingen van publiek recht. Daarbovenop moeten rekeninghouders van feitelijke verenigingen nog een geschreven verklaring afleggen ondertekend door twee
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9361
laquelle ils confirment être le président et/ou secrétaire et/ou trésorier de l’association de fait « X ». Or, une association de fait n’est pas obligée de posséder des documents officiels. Pour encore compliquer la situation, la ligne d’aide de La Poste signale qu’il faut remplir un formulaire BPO 002 alors que des employés de La Poste affirment le contraire.
of meerdere volmachtdragers waarin bevestigd worden dat zij voorzitter en/of secretaris en/of penningmeester van de feitelijke vereniging « X » zijn. Nochtans is een feitelijke vereniging niet verplicht officie¨le documenten te bezitten. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken meldt de servicelijn van De Post dat een formulier BPO 002 moet worden ingevuld, wat dan echter weer wordt tegengesproken door postbeambten.
1. Existe-t-il une réglementation pour l’ouverture de comptes et le changement de données pour les associations de fait ?
1. Bestaat er een regeling voor het openen van rekeningen en het wijzigen van gegevens voor feitelijke verenigingen ?
2. Selon quelles modalités s’opère la modification de données pour les mandataires de comptes d’associations de fait ?
2. Hoe gebeurt de wijziging van gegevens bij volmachtdragers van rekeningen van feitelijke verenigingen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 342 de M. Jan Mortelmans du 8 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 342 van de heer Jan Mortelmans van 8 november 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Lors du lancement des conditions générales bancaires de la Banque de La Poste, il a été décidé de travailler de façon uniforme avec les documents d’ouverture. Différents types de formulaires pour les différents types de compte (entre autres : particuliers, associations, sociétés, etc.) ont été conçus. Chaque formulaire reçoit soit un numéro soit l’appelation BPO + un numéro.
Naar aanleiding van de lancering van de algemene Bankvoorwaarden van de bank van De Post werd beslist om de opening van rekeningen op elkaar af te stemmen en te werken met openingsformulieren. Er werden verschillende formulieren voor de verschillende rekeningen (onder andere natuurlijk persoon, verenigingen, venootschappen enz.) ontworpen. Elk formulier kreeg een nummer, hetzij BPO + een nummer.
Pour chaque ouverture et/ou modification d’un compte au nom d’une association de fait, on utilise le formoulaire BPO 008, avec l’indication « ouverture ». Il s’agit d’un formulaire à deux volets, qui doit toujours se trouver en stock dans chaque bureau de Poste, dont un exemplaire est envoyé à La Poste Financière-département gestion des clients, et dont un exemplaire est classé dans le bureau d’ouverture. La dénomination du titulaire du compte correspond toujours au nom de l’association de fait. Le nombre minimum de membres est déterminé à deux. Il n’y a pas de limite maximum.
Voor elke opening en/of wijziging van een rekening op naam van een feitelijke vereniging wordt het formulier nr. BPO 008 gebruikt, met aanduiding « opening ». Dit is een formulier in tweevoud, dat steeds in elk postkantoor in voorraad dient te zijn en waarvan één exemplaar wordt overgezonden aan de Financie¨le Post, afdeling klantengevens, en één exemplaar wordt geklasseerd in het openingskantoor. De benaming van de houder van de te openen rekening is steeds de benaming van de feitelijke vereniging. Het minimum aantal leden is vastgesteld op twee. Het aantal leden is onbegrensd.
Les documents suivants doivent être ajoutés au formulaire d’ouverture :
Bij het openingsdocument dienen volgende documenten te worden gevoegd :
1. une copie de la carte d’identité de toutes les personnes ayant un pouvoir de signature sur le compte;
1. een kopie van de identiteitskaart van alle personen die een handtekenbevoegdheid hebben op de rekening;
2. une copie du PV de la dernière Assemblée générale lors de laquelle les pouvoirs de chacun ont été attribués.
2. een kopie van het PV van de laatste algemene vergadering waar de bevoegdheden werden toegekend;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9362
3. une « convention de solidarité » à savoir le document BPO 024. Cette convention indique qui est reponsable de l’avoir en compte. Il s’agit des personnes qui représentent l’association de fait.
3. een « overeenkomst van hoofdelijkheid » hetzij document nr. BPO 024. Deze overeenkomst duidt aan wie verantwoordelijk is voor de geopende rekening. Dit zijn de personen die de feitelijke vereniging vertegenwoordigen.
En cas de modification de mandataires on utilise le même formulaire BPO 008, avec la notification « modification ».
Ingeval van wijziging van volmachtdragers wordt hetzelfde formulier BPO 008 gebruikt, maar met aanduiding « wijziging ».
Les nouveaux mandataires sont donc ajoutés et le formulaire doit être accompagné d’une copie de la carte d’identité, une copie du PV de la dernière Assemblée générale et d’une nouvelle Convention de solidarité BPO 024.
De nieuwe volmachtdragers worden ingevuld en het formulier dient vergezeld van een kopie van de identiteitskaart, een kopie van het PV van de algemene vergadering en een nieuwe overeenkomst van hoofdelijkheid BPO 024.
Un exemplaire du BPO 008 est envoyé avec les documents demandés vers La Poste Financière.
Eén exemplaar van BPO 008 wordt samen met de gevraagde documenten overgezonden aan Financie¨le Post.
Le document cité BPO 008 est utlisé pour l’ouverture d’un compte à vue, un compte d’épargne ou pour les deux.
Het genoemd formulier BPO 008 wordt gebruikt voor de opening en wijziging van een postchequerekening, een spaarrekening of voor beide rekeningen.
DO 2004200502627
DO 2004200502627
Question no 348 de M. Francis Van den Eynde du 10 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 348 van de heer Francis Van den Eynde van 10 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Bureaux de poste à Bruxelles-Capitale. — Législation linguistique.
De Post. — Postkantoren in Brussel-Hoofdstad. — Taalwetgeving.
Le 7 octobre 2004, les sections réunies de la Commission permanente de controˆle linguistique (CPCL) ont examiné la plainte déposé contre La Poste par un particulier néerlandophone qui s’était vu délivrer par le bureau de poste de Molenbeek-Saint-Jean une note rédigée exclusivement en français alors qu’il avait été servi verbalement en néerlandais.
Op 7 oktober 2004 hebben de verenigde afdelingen van de Vaste Commissie voor taaltoezicht (VCT) een onderzoek gewijd aan een klacht, ingediend tegen De Post wegens het feit dat een postkantoor te Sint-JansMolenbeek een ééntalig Frans ticket afleverde aan een Nederlandstalige particulier, niettegenstaande dat de mondelinge bediening in het Nederlands gebeurde.
La CPCL a conclu que La Poste reste soumise, sous sa nouvelle forme juridique, aux lois sur l’emploi des langues et que, le bureau de poste étant à BruxellesCapitale, La Poste aurait duˆ employer dans ses rapports avec un particulier la langue utilisée par celui-ci.
De VCT kwam tot de vaststelling dat De Post nog steeds, dus ook in haar nieuwe juridische vorm, aan de taalwetten onderworpen is en dat — aangezien het hier ging om een postkantoor dat in BrusselHoofdstad gevestigd is — De Post in haar betrekkingen met een particulier de taal van deze laatste had moeten gebruiken.
La commission permanente a dès lors déclaré la plainte recevable et fondée.
Bijgevolg werd de klacht die omtrent een en ander ingediend werd door de VCT ontvankelijk en gegrond verklaard.
Quelles initiatives le ministre a-t-il prises pour éviter que de tels problèmes se reproduisent ?
Welke maatregelen werden getroffen om zoiets in de toekomst te vermijden ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9363
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 348 de M. Francis Van den Eyndedu 10 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 348 van de heer Francis Van Den Eynde van 10 november 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Le fait dont il est question était dû à une regrettable erreur administrative du guichetier concerné.
Het feit waarvan sprake was het gevolg van een spijtige administratieve vergissing van de betrokken loketbediende.
Les instructions nécessaires ont été données afin d’éviter pareille situation dans l’avenir.
De nodige instructies werden gegeven teneinde dergelijk voorval in de toekomst te vermijden.
En outre, La Poste souligne qu’il n’entre pas dans son intention de méconnaıˆtre les dispositions des lois linguistiques. Au contraire, elle reconfirme qu’elle continue à mettre tout en œuvre pour garantir une juste application des dites lois.
De Post beklemtoont bovendien dat het geenszins in haar bedoeling ligt om de bepalingen van de taalwetgeving te miskennen. Zij herbevestigt dat ze alles in het werk blijft stellen om een correcte toepassing van deze wetgeving te garanderen.
DO 2004200502672
DO 2004200502672
Question no 353 de M. Luc Sevenhans du 17 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 353 van de heer Luc Sevenhans van 17 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Lutte contre les rejets d’hydrocarbures en mer.
Strijd tegen de olielozingen op zee.
En décembre 2003, il a été largement question dans la presse des projets du ministre concernant l’intensification de la lutte contre les rejets d’hydrocarbures en Mer du Nord. Il serait fait usage à cet effet de petits avions de reconnaissance sans pilote équipés de caméras, de satellites et de radars. Le ministre entendait graˆce à un plan de tolérance zéro éviter les catastrophes et les déversements illégaux en ` l’heure actuelle, un avion militaire Mer du Nord. A belge survole la Mer du Nord en mission de surveillance pendant 250 heures par an, mais le département de la Défense nationale a décidé d’arrêter ces patrouilles d’ici la fin de l’année pour des raisons d’économies.
In december 2003 haalde de minister uitgebreid de media, omdat hij de strijd tegen de olielozingen op de Noordzee ging opvoeren met onbemande verkenningsvliegtuigjes met camera’s, satellieten en radars. De minister wou met een nultolerantieplan rampen en illegale lozingen op de Noordzee tegengaan. Momenteel houdt een Belgisch militair vliegtuig 250 uur per jaar toezicht boven de Noordzee, maar wegens bezuinigingen stopt Defensie hier mee tegen het einde van het jaar.
Or, le ministre de la Défense a déclaré à mon grand étonnement que les UAV seront probablement opérationnels d’ici au mois de septembre 2005, mais qu’aucun département n’a jusqu’à ce jour exprimé un besoin concret de collaboration.
Tot mijn verbazing verneem ik nochtans van de minister van Defensie dat de UAV’s wellicht tegen september 2005 operationeel zullen zijn maar dat er nog geen concrete behoefte was uitgedrukt door een ander departement ten einde tot samenwerking te komen.
Bref, entre la pratique et les déclarations dans la presse, il y a un abıˆme.
Er is dus een groot verschil tussen de praktijk en de verklaringen in de pers.
1. Quelles initiatives avez-vous prises dans le but de conclure un accord de coopération avec le département de la Défense nationale ?
1. Welke initiatieven heeft u reeds ondernomen om tot een samenwerkingsakkoord met Defensie te komen ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9364
2. Vous avez également annoncé l’acquisition, avec la participation des autorités flamandes, d’un vaisseau multifonctionnel. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?
2. U verklaarde ook dat er samen met de Vlaamse overheid een multifunctioneel vaartuig zou worden aangekocht. Hoever staat dit dossier ?
3. Enfin, vous avez promis la mise en place d’une politique plus efficace et plus sévère en matière de poursuites. Un magistrat spécial serait désigné à cet effet, et la collaboration entre ce magistrat et la police de la navigation, l’inspection de la navigation et l’inspection de l’environnement serait codifiée. Ce dossier est-il aujourd’hui finalisé ?
3. U beloofde ook een beter en strenger vervolgingsbeleid. Er zou daarvoor een speciale magistraat komen en de samenwerking tussen hem met de scheepvaartpolitie, de scheepvaartinspectie en de milieu-inspectie zou worden vastgelegd. Is dit dossier reeds afgerond ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 353 de M. Luc Sevenhans du 17 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 353 van de heer Luc Sevenhans van 17 november 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Tout d’abord, je souhaite signaler que l’on continuera la surveillance aérienne. L’unique changement de l’accord de coopération avec la Défense est qu’à partir du 1er janvier 2005, le modèle mathématique de la Mer du Nord, qui relève de mes compétences, devient le propriétaire de ces avions. En ce qui concerne les UAV, il y a bien eu une concertation avec la Défense quant à la faisabilité de la mise en œuvre de ceux-ci pour le controˆle de l’environnement. L’école militaire royale, qui dispose de l’expertise nécessaire au niveau des techniques de détection et du traitement des données, participe à cela. La Défense étudie actuellement les adaptations nécessaires pour équiper un UAV d’un radar léger. E´tant donné que ce type de radar est en développement, l’on testera un ou plusieurs prototypes. Mes services sont en contact avec différentes entreprises pour réaliser cela. En outre, il y a une coopération avec la Défense dans le domaine de la détection par satellite.
1. Eerst en vooral wil ik erop wijzen dat het huidige luchttoezicht zal worden voortgezet. Het samenwerkingsverband met Defensie wordt enkel gewijzigd op het punt dat vanaf 1 januari 2005 het mathematisch model noordzee, dat onder mijn voogdij ressorteert, eigenaar van deze vliegtuigen wordt. Wat de UAV’s betreft is er wel degelijk overleg met defensie over de haalbaarheid van het inzetten van deze voor milieucontrole. De koninklijke militaire school met expertise op het vlak van detectietechnieken en dataverwerking is hierbij betrokken. Defensie bestudeert momenteel de nodige aanpassingen voor de koppeling van een UAV met een lichtgewicht radar. Gezien dit type radar in ontwikkeling is, zal één of meerdere prototypes worden uitgetest. Mijn diensten staan hiervoor in contact met verschillende bedrijven. Verder is er samenwerking met defensie op het vlak van satellietdetectie.
2. L’objectif est d’acquérir un navire multifonctionnel, via un PPP (Partenariat public-privé), conjointement avec les autorités flamandes et le secteur privé. Les taˆches principales du bateau sont la mise en place et l’entretien de bouées, le remorquage et la lutte antipollution graˆce au matériel de lutte contre la pollution. Pour ces taˆches, un dossier technique a déjà été élaboré contenant les exigences tehcniques minimales auxquelles le bateau doit satisfaire. Les accords que j’ai conclus avec mon collègue, le ministre Peeters, et le plan d’approche sont maintenant traduits en une déclaration d’intention. Entre-temps, nos administrations étudient le dossier et les différent aspects qui le composent, dans différents groupes de travail (groupe de travail juridique, économique et financier et un groupe de travail technique) sous la direction d’un groupe de pilotage. Ces groupes de travail sont chargés de préparer le dossier pour sonder le marché.
2. Het is de bedoeling om via een PPS (Publiek private samenwerking) en multifunctioneel vaartuig aan te kopen samen met de Vlaamse overheid en de privésector. De hoofdopdrachten van het vaartuig zijn het leggen en onderhouden van boeien, slepen en pollutiebestrijding met behulp van het aangekochte pollutiebestrijdingsmateriaal. Ten behoeve van deze opdrachten werd reeds een technisch dossier opgemaakt met de minimum technische eisen waaraan het vaartuig dient te voldoen. De afspraken die ik maakte met mijn collega, minister Peeters, en het plan van aanpak worden nu vertaald in een intentieverklaring. Ondertussen bestuderen onze administraties in verschillende werkgroepen (juridisch financieel economische werkgroep en een technische werkgroep) onder leiding van een stuurgroep het dossier en zijn deelaspecten. Deze werkgroepen hebben de opdracht het dossier voor te bereiden om de markt te bevragen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9365
3. Le Collège des procureurs généraux a chargé deux magistrats de s’occuper de la coordination en matière de protection de la Mer du Nord et la création d’une commission fédérale politique de suivi est en préparation. La coopération entre la Justice, l’Environnement, la police et l’inspection maritimes s’insère dans la structure de garde coˆtière où l’on prépare un scénario opérationnel pour étayer la charge de la preuve pour des dossiers relatifs à la pollution pétrolière en mer. La structure de garde coˆtière prévoit le scénario opérationnel pour le printemps 2005.
3. Het College van procureurs-generaal heeft twee magistraten belast met de coo¨rdinatieopdracht inzake de bescherming van de noordzee en de oprichting van een federale commissie vervolgingsbeleid is in voorbereiding. De samenwerking tussen Justitie, Leefmilieu, Scheepvaartpolitie en -inspectie kadert in de structuur kustwacht, waar een operationeel draaiboek voor het onderbouwen van bewijslast voor dossiers inzake olieverontreiniging op zee in voorbereiding is. De structuur kustwacht voorziet het operationeel draaiboek tegen het voorjaar 2005.
DO 2004200502686
DO 2004200502686
Question no 355 de M. Luc Sevenhans du 18 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 355 van de heer Luc Sevenhans van 18 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Inspection de la navigation. — Problématique du personnel.
Scheepvaartinspectie. — Personeelsproblematiek.
Début 2004, nous avons appris que la Belgique disposait d’un nombre insuffisant d’inspecteurs de la navigation. En outre, un problème relatif à la formation se pose également. Ces inspecteurs sont des fonctionnaires du SPF Mobilité et relèvent dès lors de la compétence du ministre Landuyt. En tant que ministre responsable pour la Mer du Nord, vous êtes cependant également concerné par ce problème.
Begin 2004 raakte bekend dat Belgie¨ te weinig scheepvaartinspecteurs heeft. Bijkomend is er dan ook nog een probleem met de opleiding. Deze inspecteurs zijn ambtenaren bij de FOD Mobiliteit en vallen dus onder de bevoegdheid van minister Landuyt. Nochtans heeft de minister de verantwoordelijkheid over de Noordzee en is dus betrokken partij.
Vous êtes-vous déjà concerté avec votre collègue à propos de cette question ?
Heeft u al overleg gehad met uw collega rond deze personeelsproblematiek ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 355 de M. Luc Sevenhans du 18 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 355 van de heer Luc Sevenhans van 18 november 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Depuis le début de la législature, je me suis concerté avec mes collègues sur cette problématique.
Sinds het begin van de legislatuur, heb ik overleg met mijn collega’s gehad betreffende deze problematiek.
Les mesures suivantes ont été élaborées et sont mises en œuvre :
Volgende maatregelen werden uitgewerkt en zijn in uitvoering :
1. Lors de la discussion autour des carrières du niveau B au SPF Mobilité, l’on s’est accordé avec les syndicats sur une analyse approfondie des fonctions d’inspecteur de la navigation (pont et machines) dans le cadre de l’implémentation de la carrière du niveau A. Entre-temps, l’on accordera, à partir du 1er janvier 2005, à titre de mesure transitoire, aux inspecteurs de la navigation (pont) l’échelle de traitement la plus élevée du niveau B, à savoir l’échelle de
1. Bij de bespreking van de loopbanen niveau B bij de FOD Mobiliteit, werd overeengekomen met de vakbonden dat de functies scheepvaartinspecteur (dek en machine) grondig geanalyseerd zouden worden in het kader van de implementatie van de loopbaan niveau A. Intussen wordt, vanaf 1 januari 2005, bij wijze van overgangsmaatregel aan de scheepvaartinspecteurs (dek) de hoogste weddenschaal in het niveau B toegekend namelijk BI 3. Indien zij echter de doel-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9366
traitement BI 3. S’ils atteignent cependant les objectifs en matière des controˆles de la navigation, fixés par la Direction générale Transport maritime, l’on leur accordera rétroactivement cette échelle de traitement depuis le 1er janvier 2004. C’est tout pour ce qui est des actuels inspecteurs de la navigation.
stellingen betreffende scheepvaartcontroles, gesteld door het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer, halen wordt hen retroactief vanaf 1 januari 2004 deze weddenschaal toegekend. Tot zover de huidige scheepvaartinspecteurs.
2. Afin d’attirer du personnel supplémentaire, des mesures suivantes ont été prises :
2. Om extra personeel aan te trekken, worden volgende maatregelen genomen :
a) les membres du personnel de l’ancienne Régie des Transports maritimes et Hoverspeed qui bénéficient ou bénéficieront du congé préalable à la retraite — car il est possible d’y souscrire jusqu’au 31 décembre 2007 — peuvent choisir, de manière volontaire, de recommencer à travailler à temps plein ou à temps partiel pendant leur congé préalable à la retraite, pour une période renouvelable d’au moins six mois. Pour rendre cette possibilité attrayante, leurs frais de déplacement et leurs heures supplémentaires sont payés.
a) de personeelsleden van ex-RMT en ex-Hoverspeed die van het verlof voorafgaand aan pensionering genieten of zullen genieten — men kan namelijk intekenen tot 31 december 2007 — kunnen vrijwillig kiezen om tijdens hun verlof voorafgaand aan pensionering voor een minimale hernieuwbare periode van zes maanden opnieuw voltijds of halftijds aan de slag te gaan. Om dit attractief te maken, worden hun verplaatsingskosten en overuren uitbetaald.
b) la formation obligatoire de « capitaine au long cours », qui dure quatre ans, est prise en considération dans le calcul de l’ancienneté pécuniaire des inspecteurs de la navigation (pont) au début de leur carrière statutaire dans l’administration fédérale.
b) de verplichte opleiding « kapitein lange omvaart » die vier jaar duurt, wordt meegeteld in de berekening van de geldelijke ancie¨nniteit van de scheepvaartinspecteurs (dek) bij de start van hun statutaire loopbaan bij de federale overheid.
Une fois que ces mesures sont implémentées, il devra y avoir une réévaluation. Il nous faudra mettre ces mesures en œuvre avant la réévaluation.
Eens deze maatregelen geı¨mplementeerd zijn, is een herevaluatie aan de orde. Tot dan hebben we om deze maatregelen te realiseren.
DO 2004200502753
DO 2004200502753
Question no 365 de M. François Bellot du 25 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 365 van de heer François Bellot van 25 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Belgacom. — Changement de logo et de couleur de supports promotionnels.
Belgacom. — Verandering van huisstijl.
Voici deux ans Belgacom changeait à la fois de logo et de couleur supports de sa communication (couleur verte devenue couleur bleu-ciel).
Twee jaar geleden veranderde Belgacom zowel zijn logo als de kleur van het drukwerk en de belettering van het bedrijf (het vertrouwde groen werd hemelsblauw).
Quelles sont les charges que cette modification a entraıˆnées pour Belgacom en distinguant le poste « cabines téléphoniques », « véhicules », « communication écrite » ?
Wat heeft die verandering van huisstijl Belgacom gekost, en kan u die kosten opsplitsen (voor telefooncellen, voertuigen, schriftelijke communicatie) ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 21 décembre 2004, à la question no 365 de M. François Bellot du 25 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 21 december 2004, op de vraag nr. 365 van de heer François Bellot van 25 november 2004 (Fr.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9367
Belgacom est une entreprise publique autonome libre de déterminer sa politique en matière de marketing ainsi que les instruments et moyens lui permettant de mener cette stratégie. Les décisions de Belgacom en matière de communication vers le public relèvent d’un choix lié à cette politique et s’inscrivent dans l’autonomie de gestion qui a été conférée à Belgacom par la loi du 21 mars 1991.
Belgacom is een autonoom overheidsbedrijf dat vrij zijn marketingbeleid mag bepalen, alsook de instrumenten en middelen die het toelaten deze strategie te voeren. De beslissingen van Belgacom inzake communicatie naar het publiek vloeien voort uit deze beleidskeuze en kaderen in de beheersautonomie die de wet van 21 maart 1991 Belgacom heeft verleend.
Dans ce contexte, le coût lié au changement de logo et de couleur de support promotionnel constitue une information confidentielle qui ne peut être dévoilée pour des raisons commerciales.
In deze context zijn de kosten in verband met de verandering van logo en van kleur voor de promotionele ondersteuning vertrouwelijke informatie die om commercie¨le redenen niet openbaar mag worden gemaakt.
En raison du caractère particulièrement concurrentiel du marché au sein duquel évolue Belgacom, cette confidentialité ne souffre pas d’exception dans ce cas.
Gelet op het bijzonder concurrentie¨le karakter van de markt waarop Belgacom actief is, mag er in dit geval geen uitzondering worden gemaakt op deze vertrouwelijkheid.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 290 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 290 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1184
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9368
h)
i)
j) k)
qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet; présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; couˆt total à charge de l’E´tat; à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ? 2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ? b) Existe-t-il un règlement en la matière ? c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ? 3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ? b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ? c) Quelle est la réglementation en la matière ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 décembre 2004, à la question no 290 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen; h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan; i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan; j) totale kostprijs ten laste van de overheid; k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden; l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ? 2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ? b) Bestaat er een reglement terzake ? c) Indien ja, dan graag kopie hiervan. 3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ? b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre. La réponse à cette question sera formulée par la Chancellerie du premier ministre. (Question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 38, p. 5842.)
c) Welke reglementering bestaat er terzake ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 december 2004, op de vraag nr. 290 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag. Het antwoord op deze vraag zal geformuleerd worden door de Kanselarij van de eerste minister. (Vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
DO 2003200432145
DO 2003200432145
Question no 361 de M. Patrick De Groote du 16 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Stationnement illicite sur des emplacements réservés aux personnes handicapées et à d’autres endroits non réglementaires. On observe trop souvent que les emplacements de stationnement réservés aux personnes handicapées
Vraag nr. 361 van de heer Patrick De Groote van 16 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Foutparkeren op parkeerplaatsen voor personen met een handicap en op andere onreglementaire plaatsen. Te vaak stellen we in het straatbeeld vast dat voorbestemde parkeerplaatsen voor personen met een
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9369
sont occupés par des véhicules de personnes valides. Cette situation constitue une source d’irritation profonde, en particulier pour les personnes qui ont effectivement droit à ces emplacements.
handicap zijn ingenomen door wagens van valide personen. Dit leidt tot heel wat ergernis, niet in het minst van de personen die er wel recht op hebben.
Dès lors, nous nous réjouissons que, dans de nombreuses zones de police, la police locale intervienne avec fermeté contre ce type d’abus. Quant à savoir si la réaction des forces de l’ordre revêt le même caractère systématique et proactif dans toutes les zones de police, nous l’ignorons. Nous ignorons également combien d’infractions sont constatées. Nous ne savons rien non plus du mode d’intervention (importance de l’amende, enlèvement du véhicule, etc.) ni s’il diffère d’une zone de police à l’autre. Pour avoir une image complète de la situation des usagers vulnérables, il serait intéressant de savoir si le controˆle est également systématique en cas de stationnement sur les pistes cyclables, les trottoirs et à d’autres endroits interdits. Si les chiffres à cet égard sont trop élevés, nous devrons oser envisager d’adapter notre politique en ce sens.
Gelukkig maar dat er in vele politiezones door de lokale politie streng tegen dergelijke misbruiken wordt opgetreden. Of dit in alle politiezones even systematisch gebeurt en of er een proactief beleid wordt gevoerd, weten we niet. Over hoeveel vastgestelde overtredingen dit gaat evenmin. Ook hoe hiertegen wordt opgetreden (grootte van de boete, wegslepen van de wagen, enzovoort) en of dit verschilt per politiezone weten we niet. Om het plaatje voor de zwakke weggebruikers volledig te maken, is het interessant te weten of dergelijke systematische controle ook gebeurt voor parkeren op fietspaden, voetpaden en andere onregelmatige plaatsen. Indien dit cijfermateriaal immers te hoog ligt, moeten we durven overwegen om het beleid in die zin bij te sturen.
1. a) Des campagnes ou des controˆles systématiques sont-ils effectués dans les zones de police contre le stationnement illicite sur des emplacements réservés aux personnes handicapées ?
1. a) Worden er in politiezones systematische controles of campagnes gevoerd tegen het foutparkeren op plaatsen voor personen met een handicap ?
b) Dans l’affirmative, au sein desquelles ?
b) Zo ja, in welke ?
c) Combien d’infractions sont-elles constatées par an, pour chaque zone de police ?
c) Hoeveel overtredingen worden er jaarlijks, opgesplitst per politiezone, vastgesteld ?
d) S’agit-il d’une augmentation ou d’une diminution du nombre d’infractions par rapport à un passé récent ?
d) Is dit een toename of eerder een afname ten opzichte van het recente verleden ?
e) Quelles sont les sanctions (quelle est l’importance de l’amende ? Les véhicules sont-ils enlevés ?) et ces sanctions diffèrent-elles d’une zone de police à l’autre ?
e) Welke sancties staan er tegenover (wat is de grootte van de boete ? worden de wagens weggesleept ?) en verschillen die sancties per politiezone ?
2. Idem pour le stationnement sur les pistes cyclables.
2. Idem voor parkeren op fietspaden.
3. Idem pour le stationnement sur les trottoirs.
3. Idem voor parkeren op voetpaden.
4. Idem pour le stationnement en d’autres endroits interdits (dans l’affirmative, lesquels ?)
4. Idem voor parkeren op andere onreglementaire plaatsen. (zo ja, dewelke ?)
5. Pouvez-vous donner un aperçu global des amendes perçues pour stationnement illicite (aperçu par année et par zone de police) ? Combien de véhicules sont-ils enlevés au total (aperçu par année et par zone de police également) ?
5. Kan u een totaaloverzicht geven van geı¨nde boetes van foutparkeren (overzicht per jaar en per politiezone) en hoeveel wagens er in totaliteit worden weggesleept (ook overzicht per jaar en per politiezone) ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 361 de M. Patrick De Groote du 16 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 361 van de heer Patrick De Groote van 16 september 2004 (N.) :
Le développement d’une politique de maintien par la police locale en matière de circulation relève, en
Het ontwikkelen van een handhavingsbeleid door de lokale politie inzake verkeer behoort, in overleg
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9370
concertation avec les autorités l’autonomie des autorités locales.
de
met de gerechtelijke overheden, tot de autonomie van de lokale overheden.
La politique de la police locale trouve sa forme concrète dans le plan zonal de sécurité. La définition des priorités relève des compétences locales.
Het beleid van de lokale politie vindt zijn concrete vorm in het zonale veiligheidsplan. Het bepalen van de prioriteiten behoort tot de lokale bevoegdheden.
Avec les possibilités techniques actuelles, je ne dispose pas encore des données chiffrées demandées par l’honorable membre. La problématique des statistiques relatives à la circulation constitue d’ailleurs un des thèmes pour la prochaine évaluation de la loi sur la sécurité routière.
Ik beschik, met de huidige technische mogelijkheden, nog niet over de door het geachte lid gevraagde cijfergegevens. De problematiek van de verkeersstatistieken is trouwens één van de onderwerpen bij de komende evaluatie van de verkeersveiligheidswet.
La « lutte contre le stationnement gênant et dangereux » constitue un des 6 thèmes auxquels se rapportent les conventions de sécurité routière conclues entre l’autorité fédérale et les zones de police locales. Ces conventions sont un outil récemment implémenté qui ne donnera cependant des résultats qu’à l’avenir. Le SPF Intérieur collabore en cette matière avec le SPF Mobilité et Transports.
De « bestrijding van hinderlijk en gevaarlijk parkeren » is één van de 6 thema’s waarop de verkeersveiligheidsovereenkomsten tussen de federale overheid en de lokale politiezones betrekking hebben. Deze overeenkomsten zijn een zeer recent ingevoerd instrument, dat pas in de toekomst zijn vruchten zal afwerpen. Daarin wordt door de FOD Binnenlandse Zaken samengewerkt met de FOD Mobiliteit en Vervoer.
C’est mon homologue de la Mobilité qui donne corps à la politique de la sécurité routière. J’invite l’honorable membre à l’interroger afin de connaıˆtre la nature des sanctions ainsi que les autres mesures de maintien.
Het is mijn ambtgenoot van Mobiliteit die vorm geeft aan het nationaal verkeersveiligheidsbeleid. Het geachte lid wordt naar hem verwezen om de aard van de sancties en de andere handhavingsmaatregelen te vernemen.
Le revenu des amendes pénales relève de la compétence du ministre des Finances.
De opbrengst van de penale boetes behoort tot de bevoegdheid van de minister van Financie¨n.
DO 2003200432222
DO 2003200432222
Question no 371 de M. Hagen Goyvaerts du 23 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 371 van de heer Hagen Goyvaerts van 23 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Accessibilité téléphonique de l’AFCN.
Telefonische bereikbaarheid van het FANC.
Lorsque l’on tente de joindre l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) en dehors des heures de service (par exemple, en cas d’incident radioactif tel qu’une contamination radioactive ou un incident radiologique), un répondeur automatique mentionne ` ce numéro, un numéro d’urgence (le 02/502 89 89). A on aboutit de nouveau, par la touche « 1 », à un message automatique indiquant que l’on est à la recherche d’un correspondant. Dans la pratique, on constate que le transfert vers le correspondant de service n’a pas lieu. Par conséquent, l’AFCN s’avère manifestement inaccessible en cas d’urgence en dehors des heures de service, ce qui constitue en soi une situation singulière. 1. Eˆtes-vous au fait de ce problème ?
Indien men het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) buiten de diensturen telefonisch wenst te bereiken (bijvoorbeeld in geval van een radioactief incident zoals een radioactieve besmetting of een radiologisch voorval) komt men terecht op een automatisch antwoordapparaat waarbij verwezen wordt naar een noodnummer (zijnde 02/502 89 89). Op dat betreffende nummer komt men via druktoets « 1 » opnieuw op een bandje met de boodschap « we zoeken een correspondent ». In de praktijk wordt vastgesteld dat de doorschakeling naar de dienstdoende correspondent niet gebeurt. Bijgevolg is het FANC buiten de diensturen in geval van nood blijkbaar niet bereikbaar, wat op zich een eigenaardige toestand is.
2. Comment est organisée concrètement la permanence (téléphonique) de 24 heures de l’AFCN ?
2. Op welke manier is de (telefonische) 24 uurpermanentie van het FANC in de praktijk georganiseerd ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
judiciaires,
2004
1. Bent u van de bovenvermelde problematiek op de hoogte ?
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9371
3. a) Cette permanence est-elle assurée à tour de roˆle par les membres du personnel compétents de l’AFCN ou l’est-elle par un autre service ?
3. a) Gebeurt dit door een beurtrol van het bevoegde FANC-personeel of wordt hiervoor een andere dienst ingeschakeld ?
b) Dans l’affirmative, lequel ?
b) Zo ja, welke ?
4. Quelles sont les causes de l’inaccessibilité de l’AFCN ?
4. Wat zijn de oorzaken van de bovenvermelde onbereikbaarheid van het FANC ?
5. Quelles mesures envisagez-vous de prendre à court terme pour améliorer l’accessibilité (téléphonique) du service concerné en dehors des heures de service ou en cas d’appel d’urgence ?
5. Welke maatregelen overweegt u op korte termijn te nemen om de (telefonische) bereikbaarheid van de betrokken dienst buiten de diensturen of ingeval van een noodoproep te verbeteren ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 371 de M. Hagen Goyvaerts du 23 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 371 van de heer Hagen Goyvaerts van 23 september 2004 (N.) :
Afin de pouvoir faire face à tout moment à un événement anormal qui comporterait un risque radiologique ou nucléaire et qui surviendrait sur le territoire belge ou en dehors, l’Agence fédérale de controˆle nucléaire a mis en place un service de garde opérationnel 24 heures par jour, 7 jours par semaine et 52 semaines par an. Ce service permet de contacter un expert qualifié de l’Agence qui, le cas échéant, est à même de réclamer une aide complémentaire. Si une personne tente de contacter l’Agence en dehors des heures de service, par exemple en formant le 02/289.21.11 qui est son numéro général, elle tombera sur un répondeur automatique qui lui communiquera un numéro de secours qu’elle peut former pour joindre le service de garde de l’Agence. Ce numéro de secours peut uniquement être formé en cas d’incident nucléaire pour lequel une intervention radiologique immédiate est jugée nécessaire.
Teneinde op gelijk welk ogenblik het hoofd te kunnen bieden aan een abnormale gebeurtenis waarbij zich een radiologisch of nucleair risico zou kunnen stellen op het Belgische grondgebied of daarbuiten, heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle een wachtdienst ingesteld, die operationeel is gedurende 24 uur per dag, 7 dagen per week, 52 weken per jaar. Via deze dienst wordt men in verbinding gesteld met een gekwalificeerd deskundige van het Agentschap, die desgevallend bijkomende ondersteuning kan oproepen. Indien men het Agentschap buiten de diensturen telefonisch tracht te bereiken, bijvoorbeeld op zijn algemeen nummer 02/289.21.11, zal de oproeper door tussenkomst van een automatisch antwoordapparaat een noodnummer worden medegedeeld dat hij kan vormen om de wachtdienst van het Agentschap te bereiken. Dit noodnummer mag enkel worden gevormd in geval van een nucleair incident, waarbij een onmiddellijke radiologische tussenkomst noodzakelijk wordt geacht.
J’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que le numéro qu’il mentionne n’est pas celui du service de garde de l’Agence. Bien qu’il ne soit pas confidentiel, le numéro de secours donné au téléphone n’est pas largement communiqué au public, ce qui laisse la possibilité de le remplacer par un autre numéro, si le bon fonctionnement du service l’exigeait. Le public peut former les numéros d’urgence traditionnels pour signaler tout éventuel incident ou catastrophe de quelque nature que ce soit.
De aandacht van het geachte lid wordt er op gevestigd dat het door hem vermelde telefoonnummer, niet datgene is van de wachtdienst van het Agentschap. Alhoewel niet geheim, wordt het via de telefoon medegedeelde noodnummer niet op ruime schaal verspreid onder het publiek. Dit laat de mogelijkheid open om het nummer door een ander te vervangen, wanneer de goede werking van de wachtdienst dit zou vereisen. Het publiek kan gebruik maken van de algemeen bekende noodnummers om een eventueel incident of calamiteit van gelijk welke aard te signaleren.
Tout appel téléphonique vers le numéro d’urgence de l’Agence est automatiquement traité par une unité de traitement logique. Pendant les heures de service normales de l’Agence (les jours ouvrables entre 9 et 17 heures), les appels sont dirigés vers le service d’accueil de l’Agence qui se charge de rediriger l’appel vers un expert approprié. En dehors des heures normales, l’appel sera directement et automatiquement dirigé
Elke telefoonoproep op het noodnummer van het Agentschap wordt automatisch verwerkt door een logisch gestuurde verwerkingseenheid. Tijdens de normale diensturen van het Agentschap (op werkdagen tussen 9 en 17 uur) worden de oproepen naar de telefonische onthaaldienst van het Agentschap gestuurd, die de oproeper zal doorverbinden met een gepaste deskundige. Buiten de normale werkuren zal
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9372
vers le service de garde de l’Agence qui est constitué d’un expert de chaque roˆle linguistique. La possibilité est offerte à l’auteur de l’appel de choisir la langue dans laquelle il souhaite poursuivre la communication.
de oproeper rechtstreeks en automatisch worden doorverbonden met de wachtdienst van het Agentschap, die gevormd wordt door 2 deskundigen van een verschillende taalrol. De oproeper heeft de mogelijkheid om de taal te kiezen waarin hij wenst te worden voortgeholpen.
Si le premier expert n’est pas disponible, pour quelque raison que ce soit, le système tentera d’atteindre le deuxième expert. Si le système d’appel ne peut joindre aucun des deux experts, l’auteur de l’appel est invité à laisser un message sur un répondeur en indiquant les coordonnées où il peut être joint. Le système enverra ensuite simultanément un message vers le semadigit des deux experts contactés en leur demandant de contacter le système de messagerie pour écouˆter le message enregistré.
Indien de eerste deskundige, om welke reden ook, niet bereikbaar zou zijn, zal het systeem de tweede deskundige trachten te bereiken. Indien het oproepsysteem geen van beide experten kan bereiken, wordt de oproeper gevraagd een bericht in te spreken op een antwoordapparaat met vermelding van de coo¨rdinaten waar hij te bereiken is. Het systeem zal vervolgens gelijktijdig een bericht versturen naar de semadigit van de 2 opgeroepen deskundigen, met de vraag het meldingssysteem te contacteren om het ingesproken bericht te beluisteren.
Le système d’appel automatique de l’Agence est programmé pour enregistrer tous les événements séquentiels depuis l’appel initial. Son bon fonctionnement est testé au moins une fois par semaine. Avec une telle redondance, il serait étonnant et étrange qu’un appel reste sans réponse. E´tant donné le numéro erroné communiqué par l’honorable membre, il est possible que le numéro du service d’urgence de l’Agence n’ait pas été formé.
Het automatische oproepsysteem van het Agentschap is geprogrammeerd om alle sequentie¨le gebeurtenissen te registreren vanaf de initie¨le oproep. Zijn goede werking wordt ten minste éénmaal per week getest. Met een dusdanige redundantie is het vreemd en verwonderlijk dat een oproep onbeantwoord zou zijn gebleven. Het feit dat het geachte lid een foutief telefoonnummer vermeldt, suggereert de mogelijkheid dat niet het nummer van de wachtdienst van het Agentschap werd gevormd.
DO 2003200432252
DO 2003200432252
Question no 376 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 376 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Expulsion d’imams.
Uitzetting van imams.
En France, plusieurs imams qui avaient tenu des propos haineux ou subversifs ou cautionné des actions terroristes ont déjà été expulsés.
In Frankrijk werd in het verleden reeds herhaaldelijk overgegaan tot het uitzetten van imams die zich bezondigd hebben aan haatdragend of opruiend taalgebruik of die terroristische acties vergoelijkten.
1. a) Les autorités belges ont-elles déjà procédé à l’expulsion d’imams ?
1. a) Kan u meedelen of er bij ons reeds werd overgegaan tot de uitzetting van imams ?
b) Dans l’affirmative, de combien de cas avez-vous connaissance ?
b) Zo ja, hoeveel gevallen zijn er u bekend ?
2. Pouvez-vous donner un aperçu des communes ou` ces imams résidaient ou exerçaient leur office ?
2. Kan u een overzicht geven van de gemeenten waar deze imams woonachtig waren of predikten ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 décembre 2004, à la question no 376 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 december 2004, op de vraag nr. 376 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) :
1. L’éloignement de personnes est, en Belgique, soumis à des règles. Des personnes qui ont obtenu la
1. De verwijdering van personen is in Belgie¨ onderworpen aan regels. Personen die de Belgische nationa-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9373
nationalité belge ne peuvent faire l’objet d’un éloignement.
liteit verkregen hebben, kunnen niet verwijderd worden.
Les étrangers qui séjournent légalement en Belgique dans le cadre d’un séjour long (supérieur à trois mois) ne peuvent être éloignés qu’au moyen d’un arrêté ministériel de renvoi ou d’un arrêté royal d’expulsion, qui ne peuvent être pris qu’en cas d’atteinte (grave) à l’ordre public ou à la sûreté nationale (article 20 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers).
Vreemdelingen die legaal in Belgie¨ verblijven in het kader van een lang verblijf (meer dan drie maanden), kunnen enkel verwijderd worden door middel van een ministerieel besluit tot terugwijzing of een koninklijk besluit tot uitzetting, dat enkel genomen kan worden in geval van (ernstige) schending van de openbare orde of de nationale veiligheid (artikel 20 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen).
Un jugement pour des faits correctionnels est requis. Il est possible que le recours à un « vocabulaire haineux ou subversif » ou « la minimisation d’actions terroristes » constituent une atteinte à nos règles de droit et soient soumis à une enquête judiciaire débou` ce jour, chant sur une condamnation éventuelle. A aucun arrêté ministériel d’éloignement ou arrêté royal d’expulsion n’a été pris à rencontre d’imams.
Hiervoor is een veroordeling voor correctionele feiten vereist. Het is mogelijk dat het hanteren van « haatdragend of opruiend taalgebruik » of « het vergoelijken van terroristische acties » een schending uitmaakt van onze rechtsregels en onderworpen wordt aan een strafrechtelijk onderzoek met een mogelijke veroordeling tot gevolg. Tot op heden werden hoe dan ook geen ministerie¨le besluiten tot terugwijzing of koninklijke besluiten tot uitzetting uitgevaardigd ten aanzien van imams.
Pour le reste, un étranger peut toujours faire l’objet d’un éloignement s’il séjourne en Belgique dans le cadre d’un séjour court (inférieur à trois mois) et que, « par son comportement, il est susceptible de nuire à l’ordre public ou à la sûreté nationale », ou s’il séjourne illégalement en Belgique (article 7, 2o et 3o, de la loi du 15 décembre 1980). Aucun chiffre n’est toutefois connu en ce qui concerne les imams.
Voor het overige kan een vreemdeling steeds verwijderd worden indien hij in het kader van kort verblijf (minder dan drie maanden) in Belgie¨ verblijft en hij « door zijn gedrag geacht wordt de openbare orde of de nationale veiligheid te kunnen schaden », of indien hij illegaal in Belgie¨ verblijft (artikel 7, 2o en 3o, van de wet van 15 december 1980). Er zijn hierbij echter geen cijfers bekend inzake imams.
Je souhaite enfin faire savoir qu’en ce qui concerne l’accès au territoire, il est également possible de refuser l’accès ou de retenir à la frontière et de ramener dans leur pays d’origine les étrangers qui recourent à un tel langage à l’étranger.
Ten slotte wens ik te stellen dat voor wat de toegang tot het grondgebied betreft, er eveneens mogelijkheden zijn om vreemdelingen die dergelijke taal gebruiken in het buitenland, de toegang te ontzeggen of ze tegen te houden aan de grens en terug te sturen naar het land van herkomst.
2. Vu la réponse à la première question, je ne peux vous donner de réponse en ce qui concerne cette deuxième question.
2. Gezien het antwoord op de eerste vraag, kan ik u geen antwoord verstrekken met betrekking tot deze tweede vraag.
DO 2003200432285
DO 2003200432285
Question no 383 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 1er octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Arriéré actuel au Conseil d’E´tat.
Vraag nr. 383 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 1 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Un nombre croissant de citoyens s’adressent au Conseil d’E´tat. Si cette évolution n’est pas une mauvaise chose en soi, elle risque néanmoins de nuire à la qualité de l’institution.
Meer en meer mensen vinden hun weg naar de Raad van State. Dit is op zich niet slecht, ware het niet dat de kwaliteit van deze instelling hierdoor in het gedrang dreigt te komen.
Fin juillet 2004, vous aviez annoncé une réforme en profondeur du Conseil d’E´tat dans le but de résorber
Er staat een grote hervorming op stapel bij de Raad van State; dit kondigde u eind juli 2004 aan. De bedoe-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Huidige achterstand van de Raad van State.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9374
dans les trois ans l’arriéré existant au sein de la plus haute juridiction administrative. Vous préparez actuellement le projet de loi y relatif, qui devrait être déposé au Parlement cet automne encore.
ling is de achterstand bij het hoogste administratieve rechtscollege in drie jaar weg te werken. U werkt momenteel aan het desbetreffende wetsontwerp en brengt het dit najaar nog naar het Parlement.
Afin de comparer la situation actuelle avec ce qu’elle était au début de l’année, je souhaiterais obtenir plus récentes concernant l’arriéré.
Om de vergelijking te kunnen maken met het begin van dit jaar, ontving ik graag meer recente cijfers betreffende de achterstand.
1. Au 31 janvier 2004, un total de 38 150 dossiers étaient en instance devant le Conseil d’E´tat.
1. Op 31 januari 2004 waren er in totaal 38 150 zaken hangende bij de Raad van State.
Combien de dossiers étaient-ils encore en instance au 1er septembre 2004 ?
Hoeveel waren er dat op datum van 1 september 2004 ?
2. Au 31 janvier 2004, 26 000 recours introduits par des étrangers contre le rejet de leur demande d’asile étaient en instance.
2. Op 31 januari 2004 waren er 26 000 beroepen van vreemdelingen tegen de afwijzing van hun asielaanvraag hangende.
Combien de recours étaient-ils encore en instance au 1er septembre 2004 ?
Hoeveel waren er dat op datum van 1 september 2004 ?
3. Au 31 janvier 2004, 12 150 autres dossiers (autres que des recours introduits par des étrangers) étaient donc en instance.
3. Op 31 januari 2004 waren er dus 12 150 andere dossiers (andere dan beroepen van vreemdelingen) hangende.
Quel était, au 1er septembre 2004, le nombre :
Hoeveel waren er dat op 1 september 2004 :
a) de litiges en matière de construction ?
a) wat betreft bouwbetwistingen;
b) de requêtes en annulation de nominations de fonctionnaires et de magistrats ?
b) vragen tot vernietiging van benoemingen van ambtenaren en magistraten;
c) d’autres dossiers ?
c) andere ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 383 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 1er octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 383 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 1 oktober 2004 (N.) :
Je prie l’honorable membre de trouver ci-après, en réponse à sa question parlementaire, un tableau reprenant les différentes informations fournies par le Conseil d’E´tat.
Het geachte lid vindt hieronder, als antwoord op haar parlementaire vraag, een tabel waarin de verschillende door de Raad van State geleverde informatiegegevens opgenomen worden.
1. Nombre d’affaires pendantes auprès du Conseil d’E´tat au 1er septembre 2004.
1. Aantal zaken hangende bij de Raad van State op 1 september 2004.
Roˆle linguistique — Taalrol Nombre d’affaires. — Aantal zaken ........ Néerlandais. — Nederlandstalig .............. Francophone. — Franstalig ..................... Francophone. — Franstalig ..................... Francophone. — Franstalig ..................... Bilingue. — Tweetalig ............................. Bilingue. — Tweetalig ............................. Germanophone. — Duitstalig .................. Germanophone. — Duitstalig ..................
Contentieux
Général. — Algemeen E´trangers. — Vreemdelingen Général. — Algemeen E´trangers. — Vreemdelingen Non déterminé. — Niet bepaald Général. — Algemeen E´trangers. — Vreemdelingen Général. — Algemeen E´trangers. — Vreemdelingen
Total. — Totaal.......................................
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Nombre d’affaires — Aantal zaken 7 12 5 15
879 617 078 328 1 138 3 12 9
41 065
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9375
2. Nombre de recours pendants introduits par des étrangers contre une décision de refus de leur demande d’asile au 1er septembre 2004.
2. Aantal beroepen van vreemdelingen tegen de beslissing van afwijzing van hun asielaanvraag hangende op 1 september 2004.
Au 1er septembre 2004, il y avait 27 957 affaires pendantes concernant le contentieux étranger, y compris des recours contre des décisions de refus de demandes d’asile.
Op 1 september 2004 waren er 27 957 zaken in het vreemdelingencontentieux, daar inbegrepen beroepen tegen afwijzingen van asielaanvragen.
3. Nombre d’autres dossiers pendants au Conseil d’E´tat.
3. Aantal andere dossiers hangende voor de Raad van State.
Au 1er septembre 2004, il y avait 13 107 affaires pendantes relatives à l’autre contentieux (autre que le contentieux étranger).
Op 1 september 2004 waren er 13 107 zaken hangende in het overige contentieux (andere dan het vreemdelingencontentieux).
Concernant le nombre d’affaires en matière d’aménagement du territoire ainsi que les demandes d’annulation de nomination de fonctionnaires ou de magistrats, il n’est actuellement pas possible de faire la distinction par matière par rapport à l’ensemble de l’autre contentieux. Cependant, un système est à l’étude afin de pouvoir calculer les données par contentieux.
Wat het aantal zaken betreffende de ruimtelijke ordening, evenals de aanvragen tot vernietiging van de benoeming van ambtenaren of magistraten betreft, is het thans niet mogelijk een onderscheid per materie te maken ten opzichte van het volledige overige contentieux. Er wordt echter een systeem bestudeerd teneinde de gegevens per contentieux te kunnen berekenen.
DO 2004200502384
DO 2004200502384
Question no 394 de M. Hagen Goyvaerts du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 394 van de heer Hagen Goyvaerts van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Contaminations secondaires lors de l’enlèvement de paratonnerres radioactifs.
Bijkomende besmettingen bij de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders.
Lors de l’enlèvement de paratonnerres radioactifs, on constate de plus en plus que la contamination radioactive des constructions situées dans les environs immédiats du paratonnerre pose problème. En l’occurrence, il s’agit surtout de la contamination radioactive des matériaux de construction sur lesquels le paratonnerre est installé ainsi que le recouvrement du toit jouxtant la structure du paratonnerre (bitumes, tuiles, etc.). Ceci est duˆ au fait que ces matériaux ont été exposés aux intempéries pendant des années et qu’aucun controˆle physique n’a été effectué dans la pratique, et ce, par quelque instance que ce soit. Dans le cadre de la campagne menée actuellement par l’Agence fédérale de controˆle nucléaire et de la protection de la population contre les radiations ionisantes, ce problème soulève les questions suivantes.
Bij de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders wordt steeds meer vastgesteld dat er zich een probleem voordoet met de radioactieve besmetting van de aanliggende constructies die zich in de onmiddellijke nabijheid van de bliksemafleider bevinden. Het betreft hier voornamelijk de radioactieve besmetting van de constructiematerialen waarop de radioactieve bliksemafleider mechanisch is gemonteerd evenals de omliggende dakbedekking (bitumen, dakpannen, enzovoort). Dit als gevolg van een jarenlange blootstelling aan de weersomstandigheden zonder dat er in de praktijk enige fysische controle — door welke instantie ook — werd uitgevoerd. In het kader van de lopende campagne die het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) voert aangaande de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders, maar ook in het kader van de bescherming van de bevolking tegen ioniserende straling, rijzen hierover de volgende vragen.
1. L’AFCN est-elle informée du problème susmentionné ?
1. Is het FANC van de bovenvermelde problematiek op de hoogte ?
2. Quelles mesures ont-elles été prises jusqu’à présent afin d’informer le secteur concerné du problème susmentionné ?
2. Welke maatregelen werden tot op heden genomen om de betrokken sector hierover te informeren ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1185
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9376
3. Des instructions claires ont-elles été données aux entreprises spécialisées chargées d’enlever les paratonnerres ? 4. Dans la négative, pourquoi ?
3. Zijn hierover duidelijke instructies aan de gespecialiseerde verwijderingsbedrijven overgemaakt ? 4. Zo neen, waarom niet ?
5. Quelles mesures l’AFCN va-t-elle prendre pour éviter que des matériaux contaminés soient laissés sur le baˆtiment concerné une fois le paratonnerre enlevé ?
5. Welke maatregelen zal het FANC nemen om te vermijden dat er — na de verwijdering van een radioactieve bliksemafleider — besmette materialen onbeheerd op het betrokken gebouw achterblijven ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 décembre 2004, à la question no 394 de M. Hagen Goyvaerts du 12 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 december 2004, op de vraag nr. 394 van de heer Hagen Goyvaerts van 12 oktober 2004 (N.) :
1. L’Agence fédérale de Controˆle nucléaire (AFCN) est au courant du problème abordé par l’honorable membre, notamment graˆce aux nombreux contacts qu’entretient l’Agence avec les firmes d’enlèvement. Dans le cas de certains modèles de paratonnerres radioactifs, des contaminations ont, en effet, été constatées sur des éléments de construction qui sont restés pendant plusieurs années à proximité immédiate de l’appareil radioactif, comme des parties du maˆt ou du revêtement de la toiture.
1. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) is op de hoogte van het probleem aangehaald door het geachte lid, onder meer dankzij de veelvuldige contacten die het Agentschap onderhoudt met de afbraakfirma’s. Bij sommige modellen van radioactieve bliksemafleiders worden inderdaad besmettingen vastgesteld op onderliggende constructieve elementen, die jarenlang in de onmiddellijke nabijheid van het radioactieve toestel hebben gestaan, zoals delen van de mast of van de dakbedekking.
2, 3 et 4. L’Agence a informé les entreprises d’enlèvement et les organismes de controˆle agréés concernés de la possibilité de contamination des alentours immédiats des paratonnerres radioactifs. L’Agence leur a envoyé des instructions supplémentaires par écrit en février 2004.
2, 3 en 4. Het Agentschap heeft de betrokken verwijderingsbedrijven en de erkende controle-instellingen geı¨nformeerd dat besmettingen konden worden aangetroffen in de onmiddellijke omgeving van de plaats waar de radioactieve bliksemafleider heeft gestaan. Het heeft hen in februari 2004 schriftelijk bijkomende instructies bezorgd.
5. Il est de la responsabilité des entreprises d’enlèvement de faire en sorte qu’il ne reste, après l’enlèvement, aucun matériau présentant une contamination supérieure aux limites tolérables.
5. Het is de verantwoordelijkheid van de verwijderingsbedrijven om ervoor te zorgen dat er na de afbraak geen materialen achterblijven met een besmetting die de tolereerbare limieten zou overschrijden.
L’entreprise réalise la démolition sous la surveillance du FANC ou d’une institution autorisé pour le controˆle physique.
Het bedrijf voert de afbraak uit onder het toezicht van het FANC of van een erkende instelling voor fysische controle.
DO 2003200421876
DO 2003200421876
Question no 409 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 409 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nombre de contrats de vie commune conclus.
Aantal gesloten samenlevingscontracten.
La loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabitation légale permet, depuis le 1er janvier 2000, d’officialiser les différentes formes de cohabitation. Il peut être mis fin à la cohabitation légale, soit de commun accord par les cohabitants, soit unilatéralement par
Aan de verschillende vormen van samenwoning kan sinds 1 januari 2000, sedert het van kracht gaan van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning een officieel karakter worden gegeven door de invoering van de wettelijke samenwoning.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9377
l’un des cohabitants au moyen d’une déclaration écrite qui est remise contre récépissé à l’officier de l’état civil.
1. Combien de contrats de vie commune ont-ils été conclus depuis l’entrée en vigueur de la loi susmentionnée du 23 novembre 1998 soit depuis le 1er janvier 2000, en Flandre, en Wallonie et en Région bruxelloise : a) en 2000; b) en 2001; c) en 2002; d) en 2003 ? 2. Combien de ces contrats de vie commune ont-ils déjà été résiliés officiellement en Flandre, en Wallonie et en Région bruxelloise : a) en 2000; b) en 2001; c) en 2002; d) en 2003 ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 409 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 19 octobre 2004 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question. 1. Déclarations de cohabitation légale :
De wettelijke samenwoning kan worden bee¨indigd hetzij in onderlinge overeenstemming door de samenwonenden, hetzij eenzijdig door één van de samenwonenden door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. 1. Hoeveel samenlevingscontracten werden sinds het in werking treden van de voornoemde wet van 23 november 1998, dus sinds 1 januari 2000, gesloten in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brusselse Gewest : in 2000; in 2001; in 2002; in 2003 ? 2. Hoeveel van deze samenlevingscontracten werden al officieel bee¨indigd in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brusselse Gewest : a) in 2000; b) in 2001; c) in 2002; d) in 2003 ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 409 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 19 oktober 2004 (N.) : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag. 1. Afgelegde verklaringen van wettelijke samenwoning a) b) c) d)
2000
2001
2002
2003
Région flamande. — Vlaams Gewest . Région wallonne. — Waals Gewest ... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest .................
3 845 1 061
19 846 1 289
3 920 4 422
4 790 4 903
238
292
616
1 570
Total. — Totaal .................................
5 144
21 427
8 958
11 263
2. Déclarations de cohabitation légale dissoutes :
2. Ontbonden verklaringen van wettelijke samenwoning
2000
2001
2002
2003
Région flamande. — Vlaams Gewest . Région wallonne. — Waals Gewest ... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest .................
164 46
1 383 170
3 495 333
3 357 653
10
32
94
186
Total. — Totaal .................................
220
1 585
3 922
4 196
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9378
DO 2004200502536
DO 2004200502536
Question no 417 de M. Miguel Chevalier du 26 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 417 van de heer Miguel Chevalier van 26 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Effectif du personnel des zones de police.
Personeelseffectief van de politiezones.
Lors de la mise en place des zones de police, la Katholieke Universiteit Leuven avait défini un effectif du personnel minimum pour pouvoir garantir un service de police de base au sein de la zone de police.
Bij de oprichting van de politiezones werd door de Katholieke Universiteit Leuven per politiezone een minimum personeelseffectief vooropgesteld om de basispolitiezorg binnen de politiezone te kunnen garanderen.
L’effectif d’un certain nombre de zones de police était alors inférieur à cette norme KUL. C’est pourtant cette norme qui a été utilisée pour la fixation de la dotation fédérale aux différentes zones de police.
Het personeelseffectief van een aantal politiezones bleef op dat ogenblik onder deze KUL-norm, nochtans werd deze norm gehanteerd voor de bepaling van de federale dotatie aan de verschillende politiezones.
On incitait de cette manière les zones de police à augmenter leurs effectifs pour atteindre la norme KUL. Ceci eut pour conséquence qu’un certain nombre de zones reçurent une dotation fédérale plus importante que celle à laquelle elles avaient réellement droit compte tenu de leurs effectifs.
Op die manier werd een stimulans ingebouwd om politiezones er toe aan te zetten hun personeelseffectief op te trekken tot deze KUL-norm. Dit had voor gevolg dat een aantal politiezones een hogere federale dotatie kreeg dan waarop zij krachtens hun personeelseffectief daadwerkelijk recht hadden.
Les zones de police qui, malgré cet incitant financier, n’ont toujours pas adapté leurs effectifs à la norme KUL me semblent avoir fait ce choix consciemment.
Politiezones die, niettegenstaande deze financie¨le stimulans, op heden hun personeelseffectief nog niet in overeenstemming gebracht hebben met de KUL-norm lijken mij een bewuste keuze te hebben gemaakt om hun personeelseffectief niet te laten evolueren naar de KUL-norm.
1. Pouvez-vous, en date du 1er octobre 2004, me donner un aperçu des effectifs pour toutes les zones de police ainsi que l’écart par rapport à la norme KUL ?
1. Kan u voor alle individuele politiezones een overzicht geven van het personeelseffectief, per 1 oktober 2004, en de afwijkingen ten opzichte van de KULnorm ?
2. Envisagez-vous d’introduire un calcul des dotations fédérales établi sur la base de l’effectif réel pour les zones de police qui restent en défaut ?
2. Overweegt u om voor de in gebreke blijvende politiezones een berekening van de federale dotatie op basis van het aanwezige personeelseffectief in te voeren ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 417 de M. Miguel Chevalier du 26 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 417 van de heer Miguel Chevalier van 26 oktober 2004 (N.) :
Je tiens à signaler à l’honorable membre qu’il confond certaines normes du personnel existantes.
Ik wens het geachte lid er op te wijzen dat hij een aantal bestaande personeelsnormen met elkaar verwart.
La première confusion se situe dans le fait que la norme KUL serait une norme du personnel. Lors de la mise en place de la police locale, nous avons dû répartir un budget fédéral global sur les 196 zones. Détecter l’enveloppe globale n’était déjà pas une sinécure, mais trouver une clé de répartition adaptée l’était encore moins.
Een eerste verwarring die zich dikwijls manifesteert is het gegeven dat de KUL-norm een personeelsnorm zou zijn. Bij het opstarten van de lokale politie dienden we een globaal federaal budget te verdelen over de 196 zones. De globale enveloppe detecteren was op zich al niet evident, het vinden van een gedegen verdeelsleutel nog minder.
Nous avons fait appel à ce sujet à l’Université catholique de Louvain qui a calculé une norme déterminée.
We deden hiervoor beroep op de Katholieke Universiteit van Leuven die ons een bepaalde norm bere-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9379
Celle-ci est basée sur un certain nombre de policiers qui étaient effectivement présents dans les zones avant la réforme des services de police. Ensuite, une analyse de régression a été appliquée sur cet effectif existant et réel. Nous avons alors obtenu un chiffre déterminé avec quatre chiffres après la virgule par zone — pour vous illustrer clairement qu’il ne s’agit pas ici d’une norme du personnel — appelé norme KUL.
kende. Deze is gebaseerd op het aantal politiemensen die effectief aanwezig waren in de zones nog vo´o´r de politiehervorrning. Vervolgens werd op dat bestaande en ree¨el effectief een regressieanalyse toegepast. We bekwamen toen een bepaald cijfer, met vier cijfers na de komma per zone, — om u duidelijk te illustreren dat het hier om geen personeelsnorm gaat — de KULnorm genoemd.
L’analyse de régression est basée sur une vingtaine de paramètres qui sont importants pour la présence du personnel policier. Le chiffre obtenu par zone ne signifie toutefois pas qu’il faut nécessairement autant de policiers pour assurer le service de police de base. Il s’agit d’une norme purement financière permettant de calculer la dotation fédérale par zone.
De regressie-analyse steunt op een twintigtal parameters, relevant voor de aanwezigheid van politiepersoneel. Het bekomen cijfer per zone wil helemaal niet zeggen dat je noodzakelijkerwijs zoveel politiemensen nodig hebt om de basispolitiezorg te kunnen verzekeren. Het is een louter financie¨le norm die toelaat de federale dotatie te berekenen per zone.
Afin d’éclaircir l’ensemble, je tiens à ajouter que nous avons calculé par zone un effectif minimum (arrêté royal du 5 septembre 2001) pour le cadre opérationnel et pour le cadre administratif et logistique des corps locaux. Cet effectif minimum est contraignant et peut se situer en dessous de la norme KUL mais peut également y être égal ou supérieur. Ceci prouve une fois de plus que la norme KUL est une norme budgétaire et rien d’autre.
Om het geheel duidelijk te maken kan ik er aan toevoegen dat we per zone een minimumeffectief hebben berekend (koninklijk besluit van 5 september 2001) voor het operationeel kader en voor het administratief en logistiek kader van de lokale korpsen. Dit minimumeffectief is afdwingbaar en kan zich situeren onder de KUL-norm, maar kan ook gelijk aan zijn of er zich boven situeren. Dit bewijst nogmaals het feit dat de KUL-norm enkel een budgettaire norm is en niets anders.
Ensuite, c’est le conseil communal ou le conseil de police, dans le cas d’une zone pluricommunale, qui détermine le cadre organique d’un corps, compte tenu toutefois de la norme minimale précitée, imposée selon l’arrêté royal du 5 septembre 2001. Le cadre organique du personnel opérationnel devait donc au moins être identique à cette norme minimale, le personnel administratif et logistique devant au moins comporter 8 % de cette norme minimale. Cette norme est soumise à un controˆle et est contraignante. Au cas où une zone se trouvait en dessous de cette norme, des mesures peuvent être prises, pour autant que cette situation soit uniquement due à la mauvaise volonté de la zone.
Het is verder de gemeenteraad of de politieraad, ingeval van een meergemeentezone, die de personeelsformatie van het korps bepaalt, weliswaar rekening houdende met de hierboven genoemde minimumnorm opgelegd volgens het koninklijk besluit van 5 september 2001. De formatie van het operationeel personeel moet dus minstens gelijk zijn aan deze minimumnorm, waarbij het administratief en logistiek personeel minstens 8 % moet bedragen van deze minimumnorm. Op deze norm wordt er toezicht uitgeoefend en hij is afdwingbaar. In het geval dat een zone onder deze norm zou belanden dan kunnen er maatregelen worden genomen, voor zover deze toestand enkel en alleen te wijten is aan enige onwilligheid vanwege de zone.
Lorsque nous parlons de chiffres organiques ou du cadre organique, parfois appelé brièvement TO (tableau organique), nous parlons d’une formation théorique telle que définie par le conseil communal ou le conseil de police.
Wanneer we het hebben over de organieke cijfers of het organiek kader, soms ook kortweg OT genoemd (organieke tabel), dan hebben we het over een theoretische formatie zoals die is vastgelegd door de gemeenteraad of politieraad.
Ensuite, il y a l’effectif réel. Il s’agit du nombre de policiers et de citoyens effectivement présents dans la zone. Ce nombre est en général juste inférieur au corps organique (départs, pension,...). Ensuite, on applique également la norme minimale comme je l’ai déjà signalé plus haut.
Vervolgens is er nog het ree¨el effectief. Dit is het aantal politiemensen en burgers die effectief aanwezig zijn in de zone. Dit aantal is meestal net minder dan het organiek korps (afvloeiingen, pensioen..,). Vervolgens wordt er tevens gewerkt met de minimale norm waarover ik het hoger reeds heb gehad.
La norme KUL est donc seulement un chiffre permettant de calculer la dotation fédérale par zone.
De KUL-norm is dus enkel een cijfer, gehanteerd om de federale dotatie te kunnen berekenen per zone.
En tout cas, je joins en annexe, comme demandé, un aperçu du cadre organique de du personnel opération-
In elk geval, en zoals u vroeg, voeg ik als bijlage bij dit antwoord een overzicht van het organiek kader van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9380
nel et civil à la date du 31 décembre 2002 et du 31 décembre 2003; seule la zone de Schaarbeek n’a pas encore envoyé ses chiffres pour 2003. La dernière colonne est la norme KUL, arrondie à deux chiffres après la virgule.
zowel het operationeel als het burgerpersoneel op datum van 31 december 2002 en op 31 december 2003, enkel de zone Schaarbeek heeft nog altijd zijn cijfers niet ingestuurd voor 2003. De laatste kolom is dan de KUL-norm, afgerond op twee cijfers na de komma.
E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2004200502588
DO 2004200502588
Question no 423 de M. Stijn Bex du 5 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 423 van de heer Stijn Bex van 5 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Demandeurs d’asile du Xinjiang ouı¨ghoure.
Uighurse asielzoekers.
Plusieurs rapports d’Amnesty International concluent au non-respect des droits de l’homme dans la région autonome ouı¨ghoure du Xinjiang (XUAR). Les turcophones, musulmans pour la plupart, représentent la moitié de la population de cette région. Depuis le 11 septembre 2001, l’oppression des Ouı¨ghoures serait menée dans le cadre de la «lutte internationale contre le terrorisme» en Chine. Les autorités chinoises ne feraient pas la distinction entre opposition pacifique et violente. Par ailleurs, certains pays d’Asie centrale et d’Asie de l’Est extraderaient les chercheurs d’asile ouı¨ghoures vers la Chine.
Volgens verschillende rapporten van Amnesty International worden de mensenrechten in Xinjiang Uighur Autonome Regio (XUAR) niet gerespecteerd. De Uighuren, die Turkstalig en overwegend moslim zijn, vormen in deze regio de helft van de bevolking. Sinds 11 september 2001 zou de onderdrukking van de Uighuren een onderdeel vormen van de « internationale oorlog tegen het terrorisme » in China. De Chinese autoriteiten zouden geen onderscheid maken tussen vreedzaam en gewelddadig verzet. Verder zouden bepaalde landen in Centraal- en Oost-Azie¨ Uighurse asielzoekers gedwongen uitleveren aan China.
1. Quelle est l’attitude des instances d’asile belges à l’égard des demandeurs d’asile ouı¨ghoures ?
1. Wat is de houding van de Belgische asielinstanties ten aanzien van Uighurse asielzoekers ?
2. Combien d’Ouı¨ghoures ont demandé l’asile à la Belgique ces dernières années ?
2. Hoeveel Uighuren hebben de afgelopen jaren in Belgie¨ asiel aangevraagd ?
3. Combien d’Ouı¨ghoures se sont vu refuser l’asile par la Belgique ces dernières années ?
3. Hoeveel Uighuren werden de afgelopen jaren in Belgie¨ asiel geweigerd ?
4. Combien de demandeurs d’asile ouı¨ghoures ont été expulsés par la Belgique ces dernières années ?
4. Hoeveel Uighurse asielzoekers werden de afgelopen jaren door Belgie¨ uitgewezen ?
5. Combien de demandeurs d’asile ouı¨ghoures ont été renvoyés vers la Chine ces dernières années ?
5. Hoeveel Uighurse asielzoekers werden de afgelopen jaren naar China teruggestuurd ?
6. Combien de demandeurs d’asile ouı¨ghoures ont été renvoyés vers des pays d’Asie centrale et de l’Est ces dernières années ?
6. Hoeveel Uighurse asielzoekers werden de afgelopen jaren naar landen in Centraal- en Oost-Azie¨ teruggestuurd ?
7. Les instances d’asile belges tiennent-elles compte des conclusions d’Amnesty International lorsqu’elles examinent les dossiers des demandeurs d’asile ouı¨ghoures ?
7. Houden de Belgische asielinstanties rekening met de bevindingen van Amnesty International bij de beoordeling van Uighurse asieldossiers ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9381
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 423 de M. Stijn Bex du 5 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 423 van de heer Stijn Bex van 5 november 2004 (N.) :
1. Comme c’est le cas pour tous les demandeurs d’asile, chaque demande d’asile est traitée individuellement. Lors du traitement des dossiers individuels, il est tenu compte des informations sur la situation générale dans le pays d’origine des demandeurs d’asile. Sur le plan individuel, on vérifie toujours si un risque de persécution existe. C’est la raison pour laquelle il est difficile de s’exprimer sur l’attitude des instances d’asile belges à l’égard des demandeurs d’asile ouı¨gours. Les instances d’asile sont conscientes des problèmes et de l’éventuel risque persécution des Ouı¨gours en Chine ainsi que le risque que les réfugiés ouı¨gours dans certains pays asiatiques soient renvoyés vers la Chine.
1. Zoals bij alle asielzoekers het geval is, wordt elke asielaanvraag individueel behandeld. Bij de beoordeling van de individuele dossiers wordt er rekening gehouden met de informatie over de algemene situatie in het land van herkomst van de asielzoekers. Op individuele wijze wordt er steeds nagegaan of er een risico van vervolging bestaat. Om die reden is het moeilijk weer te geven wat de houding van Belgische asielinstanties is ten aanzien van de Uighurse asielzoekers. De asielinstanties zijn zich bewust van de problemen en het eventuele risico van vervolging van de Uighuren in China alsook van het risico dat de Uighurse vluchtelingen in sommige Aziatische landen naar China worden teruggestuurd.
2 et 3. Aucun chiffre n’est disponible quant au nombre de demandeurs d’asile ouı¨gour.
2 en 3. Over het aantal Uighurse asielzoekers zijn geen cijfers beschikbaar.
L’ethnie des demandeurs d’asile n’est en effet enregistrée ni par l’Office des étrangers ni par le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides.
Noch de directie Asiel van de Dienst Vreemdelingenzaken, noch het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen registreren de etniciteit van de asielzoekers.
4 et 5. Dans la pratique, le Bureau des éloignements de l’Office des étrangers ne tient des statistiques que par nationalité. Aucune autre distinction n’est faite sur base de l’ethnie.
4 en 5. Het is de praktijk dat het Bureau Verwijderingen van de Dienst Vreemdelingenzaken enkel statistische gegevens bijhoudt per nationaliteit. Er wordt geen verder onderscheid gemaakt op basis van etniciteit.
6. E´tant donné que l’honorable membre parle de demandeurs d’asile ouı¨gours originaires de la région autonome ouı¨goure de Xinjiang (sur le territoire chinois) et que ceux-ci possèdent la nationalité chinoise, la seule possibilité de rapatriement est de les renvoyer en Chine.
6. Aangezien het geachte lid spreekt over Uighurse asielzoekers uit de Xinjiang Uighur Autonome Regio (op Chinees grondgebied) en zij de Chinese nationaliteit hebben, is enkel repatrie¨ring mogelijk naar de Volksrepubliek China.
7. Les instances d’asile belges tiennent toujours compte de toutes les informations pertinentes dont elles disposent et de celles qui leur sont communiquées. Les constatations d’Amnesty international figurent parmi ces informations.
7. De Belgische asielinstanties houden zoals steeds rekening met alle relevante informatie waarover ze beschikken en deze die hen wordt toegespeeld. Hiertoe behoren ook de bevindingen van Amnesty International.
DO 2004200502590
DO 2004200502590
Question no 424 de M. Roel Deseyn du 5 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 424 van de heer Roel Deseyn van 5 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Violation de la loi anti-discrimination sur des sites internet racistes.
Overtreding van de antidiscriminatiewet door racistische websites.
De nombreux sites internet racistes manifestement créés par et pour des Belges peuvent enfreindre impunément la loi belge anti-discrimination. Les sites inter-
Heel wat racistische websites die duidelijk gemaakt zijn voor en door Belgen, kunnen ongehinderd de Belgische antidiscriminatiewet overtreden. Websites
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9382
net ne sont en effet soumis qu’à la législation du pays qui abrite physiquement leur serveur, généralement les E´tats-Unis. Les sites internet peuvent utiliser n’importe quel nom de domaine en « .be » ou acquérir, par exemple, le nom de site « nazi.be ». De plus, les fournisseurs d’accès belges ne bloquent jamais de leur propre initiative l’accès à des sites racistes.
zijn immers enkel onderworpen aan de wetgeving van het land waarin hun server zich fysiek bevindt, en heel wat servers bevinden zich in de VS. De websites kunnen gelijk welke « .be » domeinnaam gebruiken, zo staat « nazi.be » bijvoorbeeld te koop. Bovendien blokkeren de Belgische internetaanbieders nooit uit eigen beweging de toegang tot racistische sites.
1. Ou` peut-on signaler de telles infractions à la loi anti-discrimination ?
1. Waar kunnen dergelijke inbreuken tegen de antidiscriminatiewet gemeld worden ?
2. Quelles actions avez-vous déjà entreprises pour remédier à cette situation ? 3. Quelles actions envisagez-vous pour l’avenir ?
2. Welke acties heeft u hiertegen al ondernomen ? 3. Welke acties plant u in de toekomst ?
4. Quand verrons-nous l’entrée en vigueur d’un protocole prévoyant que lorsqu’un des ISP bloque l’accès à un tel site web (à la demande d’une instance judiciaire), tous les autres membres sont automatiquement tenus de faire de même ?
4. Wanneer zal er een protocol in werking treden, dat afdwingt dat wanneer één van de ISP’s de toegang tot een dergelijke website blokkeert (op vraag van een gerechtelijke instantie), alle andere leden dat automatisch ook moeten doen ?
5. Que pensez-vous de la proposition d’imposer aux opérateurs l’obligation de faire connaıˆtre à leurs clients l’existence d’un point central d’information (de préférence la FCCU ?) et d’obliger la FCCU à envoyer immédiatement un ordre de blocage à tous les ISP de Belgique ?
5. Hoe staat u tegenover de suggestie om de operatoren op te leggen het bestaan van een centraal meldpunt (de FCCU bij voorkeur ?) kenbaar te maken aan hun klanten, en de FCCU onmiddellijk een blokkeringsopdracht te laten sturen naar alle ISP’s in Belgie¨ ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 424 de M. Roel Deseyn du 30 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 424 van de heer Roel Deseyn van 30 november 2004 (N.) :
1. En ce qui concerne les sites web dont le contenu transgresse les règles de la loi antidiscriminatoire, les violations peuvent être signalées notamment au Point de contact judiciaire central de la police fédérale, (email : contactofccu.be).
1. Ten aanzien van websites waarvan de inhoud de regels van de antidiscriminatiewet schendt, kunnen inbreuken onder andere gemeld worden op het Centraal Gerechtelijk Meldpunt van de federale politie (email : contactofccu.be).
Le Point de contact judiciaire central sur l’internet fut en effet créé afin de permettre aux usagers d’Internet, confrontés à des sites nuisibles et/ou illégaux sur Internet, de faire une déclaration « on line » auprès d’un service de police central.
Het Centraal Gerechtelijk Meldpunt op het Internet werd immers opgericht om Internetgebruikers die geconfronteerd worden met schadelijke en/of illegale inhoud op het Internet, de mogelijkheid te bieden daarvan « on line » aangifte te doen bij een centrale politiedienst.
Il faut signaler également que cette procédure « on line » peut être considérée comme complémentaire aux autres possibilités légales permettant aux citoyens et aux organisations de faire une déclaration ou de porter plainte (par exemple directement à la police ou par courrier au procureur du Roi) et n’y porte aucunement atteinte.
Duidelijkheidshalve kan ook vermeld worden dat deze eigentijdse « on line » voorziening kan aangezien worden als complementair aan de overige wettelijke mogelijkheden die het de burgers en organisaties mogelijk maken aangifte te doen of klacht in te dienen (bijvoorbeeld onder meer rechtstreeks bij de politie of met een schrijven aan de Procureur des Konings) en deze ook geenszins aantast.
Le Centre d’égalité des chances et de lutte contre le racisme offre également des possibilités de signaler de telles infractions.
Ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding biedt mogelijkheden om dergelijke inbreuken te melden.
En outre (conformément au Protocole de coopération du 28 mai 1999 — voir sous 4), les Internet Providers belges (ISP) remplissent par rapport à ce phéno-
Bovendien vervullen (overeenkomstig het Samenwerkingsprotocol van 28 mei 1999 — zie sub. 4) de Belgische Internet Service Providers (ISP), met betrek-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9383
mène, un roˆle quant à la déclaration de telles infractions.
king tot het fenomeen, een rol voor de melding van dergelijke inbreuken.
2. Le traitement des informations obtenus par le Point de contact judiciaire central peut être résumé comme suit :
2. De behandeling van de door het Centraal Gerechtelijk Meldpunt ontvangen meldingen kan in het kort als volgt worden samengevat :
— Si un délit (fait nouveau) est constaté,
— Indien een misdrijf (nieuw feit) wordt vastgesteld,
•
pour lequel un pouvoir judiciaire belge est compétent, un procès verbal initial est rédigé à destination du parquet compétent,
•
waarvoor een Belgische rechtsmacht bevoegd is, dan wordt een aanvankelijk proces-verbaal opgesteld ter bestemming van het bevoegde Parket,
•
pour lequel un pouvoir judiciaire étranger est compétent, le service de (police) compétent étranger en est informé par Interpol.
•
waarvoor een buitenlandse rechtsmacht bevoegd is, dan wordt de bevoegde buitenlandse (politie)dienst daarvan via Interpol ingelicht.
•
S’il s’agit d’informations au sujet d’un phénomène déterminé ou de renseignements ayant déjà fait l’objet d’un dossier pénal, le service de police belge en est informé.
•
Indien het informatie betreft in verband met een bepaald fenomeen of inlichtingen die al het voorwerp uitmaken van een strafdossier, dan wordt de bevoegde Belgische politiedienst daarvan ingelicht.
•
S’il s’agit d’infractions administratives de droit belge, les autorités compétentes en sont informées.
•
Indien het om administratieve inbreuken naar Belgisch recht gaat, dan wordt de bevoegde overheid daarvan in kennis gesteld.
Ces procédures sont donc également suivies lorsqu’il s’agit de sites web dont le contenu viole les règles de la loi anti-discrimination.
Die procedures worden dus ook gevolgd indien het om websites gaat waarvan de inhoud de regels van de antidiscriminatiewet schendt.
Si un procès-verbal initial est rédigé à l’attention du parquet compétent, le procureur du Roi juge de l’opportunité de la poursuite et il exerce alors les fonctions de l’enquête de recherche.
Indien een aanvankelijk proces-verbaal wordt opgesteld ter bestemming van het bevoegde parket, dan oordeelt de procureur des Konings over de opportuniteit van de vervolging en oefent hij de ambtsverrichtingen van het opsporingsonderzoek uit.
Les activités pour 2003 du Point de contact judiciaire central donnent, en ce qui concerne les infractions à la loi anti-discrimination, l’image suivante :
De activiteiten over 2003 van het Centraal Gerechtelijk Meldpunt leiden, voor wat inbreuken op onder meer de antidiscriminatiewet betreft, tot volgend beeld :
Infractions :
Inbreuken : Racisme
Révisionnisme
Total
Belgique ............... France .................. Pays-Bas .............. USA .....................
11 1 1 1
4 0 0 1
15 1 1 2
Total ...................
14
5
19
Dans 15 cas, la Belgique fut considérée compétente et la constatation a donné lieu à une information formelle des autorités compétentes. Le détail repris dans le tableau suivant montre que dans 4 cas, en raison de la violation des règles de la loi antidiscrimination, un procès verbal initial avait été rédigé et
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Racisme
Revisionisme
Totaal
Belgie¨ ................... Frankrijk ............. Nederland ............ USA .....................
11 1 1 1
4 0 0 1
15 1 1 2
Totaal ..................
14
5
19
In 15 gevallen werd Belgie¨ aangezien als bevoegd en leidde de vaststelling tot een formele kennisgeving aan de bevoegde autoriteit. Het detail ervan dat in volgende tabel is opgenomen, toont verder dat in 4 gevallen, uit hoofde van het schenden van de regels van de antidiscriminatiewet, een aanvankelijk proces2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1186
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9384
que dans 11 cas, le service compétent avait été informé par un rapport d’information.
verbaal werd opgesteld en dat in 11 gevallen de bevoegde dienst met een informatierapport werd in kennis gesteld.
transmis pour compétence à/constatation :
voor bevoegdheid overgemaakt aan/vaststelling :
Infractions :
Inbreuken : Racisme
Révisionnisme
Total
Serv. Centr. ......... SJA ...................... P.V. init ...............
7 0 4
3 1 0
10 1 4
Total ...................
11
4
15
Racisme
Revisionisme
Totaal
Centr. Dienst ....... GDA .................... Aanv P.V. ............
7 0 4
3 1 0
10 1 4
Totaal ..................
11
4
15
Pour être complet, il faut encore signaler qu’à l’occasion de la communication aux USA d’informations au sujet de la constatation de délits dont question, Interpol Washington a fait savoir qu’aucune suite ne pouvait être donnée à l’information transmise et ce, compte tenu du 1er amendement (Freedom of speech).
Volledigheidshalve dient nog te worden vermeld dat naar aanleiding van het overmaken aan de USA van informatie betreffende een vaststelling betreffende de misdrijven waarvan hier sprake, naderhand via Interpol Washington bericht werd ontvangen dat geen verder gevolg kon worden gegeven aan de overgemaakte informatie; dit gelet op 1st Amendment (Freedom of speech).
3. La justice et la police examinent dès à présent quels moyens légaux peuvent être appliqués le plus efficacement afin de, compte tenu de la spécificité technique complexe d’Internet, pouvoir garantir d’une part le maintien de la loi et d’autre part, les droits et intérêts de toutes les personnes concernées d’une manière équilibrée.
3. Door justitie en politie wordt nu reeds onderzocht welke wettelijke middelen het efficie¨ntst kunnen worden aangewend om, rekening houdend met de complexe technische specificiteit van het Internet, enerzijds de handhaving van de wet te verzekeren en anderzijds de rechten en belangen van alle betrokkenen op een evenwichtige wijze te kunnen waarborgen.
4. Le 28 mai 1999, ISPA Belgium et le vice-premier ministre et ministre de la Télécommunication ainsi que la ministre de la Justice ont signé un protocole de coopération afin de lutter contre le comportement illégitime sur Internet.
4. Op 28 mei 1999 werd, tussen ISPA Belgium en de vice-eerste minister en minister van Telecommunicatie en de minister van Justitie, een samenwerkingsprotocol afgesloten ter bestrijding van ongeoorloofd gedrag op het Internet.
ISPA Belgium est une fédération professionnelle englobant la majorité d’Internet Service Providers belges.
ISPA Belgium is een beroepsfederatie waarbinnen de grote meerderheid van de Belgische Internet Service Providers zich verenigd heeft.
5. Le protocole de coopération du 28 mai 1999 reprend déjà le devoir de déclaration sous son point 2 :
5. In het samenwerkingsprotocol van 28 mei 1999 werd de huidig gesuggereerde vermeldingplicht reeds opgenomen, met name onder punt 2 :
« L’ISP assure, via son website, la publicité du point de contact central ainsi que de l’adresse électronique de l’ISP à laquelle des dénonciations peuvent être adressées. »
« De ISP verzekert via zijn website de kenbaarheid van het centrale meldpunt evenals van het elektronisch adres van de ISP tot wie de aangiften gericht kunnen worden. »
En outre, le même protocole de coopération prévoit une série de procédures relatives à des informations nuisibles ou illégales sur Internet.
Verder werden met hetzelfde samenwerkingsprotocol een reeks procedures voorzien met betrekking tot schadelijke of illegale informatie op het Internet.
Spécifiquement, lorsque le Point de contact judiciaire central a été informé par un ISP ou par un usager d’Internet, d’un contenu illégitime sur Internet, le point 5 prévoit ce qui suit :
Specifiek daaromtrent is, wanneer het Centraal Gerechtelijk Meldpunt door een Internetgebruiker of door een ISP in kennis werd gesteld van de aanwezigheid van ongeoorloofde inhoud op het Internet, voorzien in punt 5 :
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9385
« Le point de contact judiciaire central décide de la prise en considération du contenu présumé illicite, Si le point de contact estime qu’il ne s’agit manifestement pas d’un contenu illicite, le contenu ne sera pas pris en considération. » Le point 6 prévoit :
« Het centrale gerechtelijk meldpunt beslist over het in overweging nemen van de ongeoorloofd veronderstelde inhoud. Indien het meldpunt oordeelt dat het duidelijk niet om een ongeoorloofde inhoud handelt, zal de inhoud niet in overweging genomen worden. » Bovendien voorzien resp. punt 6 :
« Si le point de contact judiciaire central prend le contenu en considération, le dossier est transmis au parquet compétent pour être traitée ultérieurement.
« Indien het centrale gerechtelijk meldpunt de inhoud in overweging neemt, wordt het dossier naar het bevoegde parket doorgestuurd voor verdere afhandeling.
Parallèlement et dans les meilleurs délais, l’ISP ou l’utilisateur, selon le cas, et ISPA reçoivent par courrier électronique ou télécopieur un avis selon lequel le dossier a été pris en considération, sauf si la dénonciation a été faite de manière anonyme.
Gelijktijdig en binnen kortst mogelijke tijd, ontvangen de ISP of de gebruiker, naargelang het geval, en de ISPA een bericht via e-mail; of telefax dat meldt dat het dossier in aanmerking genomen werd, tenzij de aangifte op anonieme wijze werd gedaan.
Les références permettant d’identifier le contenu présumé illicite est communiqué à ISPA.
De verwijzingen die het mogelijk maken de ongeoorloofde inhoud te identificeren worden aan de ISPA gemeld.
Sauf indications contraires explicites du point de contact, ISPA communique immédiatement à tous ses membres l’information selon laquelle le dossier a été pris en considération.
Behoudens uitdrukkelijke tegengestelde aanwijzingen van het meldpunt, deelt de ISPA onmiddellijk de informatie mee aan al zijn leden op basis waarvan het dossier in aanmerking werd genomen.
Si le contenu présumé illicite est hébergé par un ISP établi à l’étranger, ISPA communique ce contenu, sauf indications contraires expresses du point de contact, à l’association des ISP du pays concerné si une telle association existe ou, à défaut, à l’ISP concerné dans les meilleurs délais. »
Indien een in het buitenland gevestigde ISP, een ongeoorloofde inhoud herbergt, deelt de ISPA, behoudens uitdrukkelijke tegengestelde aanwijzingen van het meldpunt, binnen zo kort mogelijke tijd deze inhoud mee aan de vereniging van de ISP’s van het betrokken land indien een dergelijke vereniging bestaat of bij gebreke daaraan aan de betrokken ISP. »
Et le point 7 :
en punt 7 :
« Les ISP s’engagent à collaborer avec les services judiciaires, à attendre leurs indications et à s’y conformer.
« De ISP’s verbinden zich ertoe met de gerechtelijke diensten samen te werken, op hun aanwijzingen te wachten en zich eraan te houden.
Si le contenu visé est présumé constituer une infraction en matière de pornographie enfantine, dès qu’ils sont informés de la prise en considération du dossier par le point de contact judiciaire central, les ISP s’engagent à bloquer par tous les moyens dont ils peuvent raisonnablement disposer, l’accès au contenu illicite, sauf indication contraire explicite des services judiciaires. »
Indien de beoogde inhoud verondersteld wordt een inbreuk inzake kinderpornografie te vormen, verbinden de ISP’s zich ertoe zodra zij op de hoogte zijn van het in aanmerking nemen van het dossier door het centrale gerechtelijk meldpunt, met alle middelen waarover zij redelijkerwijs kunnen beschikken, de toegang tot de ongeoorloofde inhoud af te sluiten, behoudens uitdrukkelijke tegengestelde aanwijzing van de gerechtelijke diensten. »
Ce dernier point 7 traite en particulier d’infractions en matière de pornographie enfantine mais un élargissement/adaptation du protocole de coopération (cf. 3) est également envisagé par la Justice et la police.
Dit laatste punt 7, heeft het in het bijzonder over inbreuken inzake kinderpornografie, maar ook een uitbreiding/aanpassing van het samenwerkingsprotocol (cf. 3) wordt door Justitie en politie beoogd.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9386
DO 2004200502644
DO 2004200502644
Question no 430 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 430 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes.
Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastataux et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ?
1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ?
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 430 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 430 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.
La réponse à cette question sera formulée par la Chancellerie du premier. (Question no 61 du 10 novembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 57.)
Het antwoord op deze vraag zal geformuleerd worden door de Kanselarij van de eerste minister. (Vraag nr. 61 van 10 november 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 57.)
DO 2003200432289
DO 2003200432289
Question no 432 de M. Staf Neel du 16 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 432 van de heer Staf Neel van 16 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Manœuvres à l’étranger. — Agents de la police fédérale.
Buitenlandse manoeuvres. — Agenten federale politie.
Depuis la suppression de l’auditorat militaire, il semble que des agents de la police fédérale accompagnent les militaires lors de manœuvres à l’étranger.
Sinds de afschaffing van het Krijgsauditoraat gaan er op buitenlandse manoeuvres blijkbaar agenten van de federale politie mee.
1. Ces agents sont-ils habilités à effectuer des devoirs d’instruction, comme l’étaient les membres de l’auditorat militaire par le passé ?
1. Mogen zij onderzoeksdaden verrichten zoals het Krijgsauditoraat in het verleden ?
2. Ces agents sont-ils disponibles 24 heures sur 24, comme l’étaient les membres de l’auditorat militaire par le passé ?
2. Zijn zij, zoals het Krijgsauditoraat in het verleden, 24 uren stand-by ?
3. Disposent-ils des mêmes moyens que l’auditorat militaire ?
3. Beschikken zij over dezelfde mogelijkheden als het Krijgsauditoraat ?
4. ` quelle rémunération ces agents peuvent-ils a) A prétendre ?
4. a) Wat is de verloning voor deze federale agenten ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9387
b) Cette rémunération est-elle, pour eux aussi, égale au 1/1850e du traitement ?
b) Is dit ook 1/1850e van het loon ?
5. Sur quel budget ces dépenses sont-elles inscrites ?
5. Op welk budget worden deze kosten ingeschreven ?
6. Sous l’autorité de qui ces agents sont-ils placés pendant les manœuvres ?
6. Onder wiens bevel staan deze federale agenten op manoeuvres ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 432 de M. Staf Neel du 16 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 432 van de heer Staf Neel van 16 november 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Les réponses aux questions 1, 2, 3, 5 et 6 sont données à l’honorable membre par mon collègue de la Défense.
De antwoorden op de vragen 1, 2, 3, 5 en 6 worden aan het geachte lid meegedeeld door mijn collega van Landsverdediging.
4. En tant que membre de la DJMM, ils bénéficient mensuellement des indemnités pour frais réels d’enquête.
4. De leden van DJMM genieten maandelijks vergoedingen voor de ree¨le onderzoekskosten.
De plus, ils perçoivent une allocation pour toute heure de prestation de service non récupérée et excédant la norme de prestation. La détermination du nombre de prestations supplémentaires éventuelles est effectuée en fin de période de référence (de deux mois). Le montant de l’allocation horaire pour prestations supplémentaires est fixé à 1/1850e du traitement.
Daarenboven bekomen zij een uurtoelage voor elk niet gerecupereerd gepresteerd dienstuur dat de prestatienorm te boven gaat. De bepaling van het aantal eventueel gepresteerde overuren wordt verricht op het einde van de referentieperiode (van twee maand). Het bedrag van de uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties is vastgesteld op 1/1850e van de wedde.
La même allocation horaire est d’application pour les prestations exécutées le samedi, le dimanche, ou un jour férié.
Voor prestaties verricht op een zaterdag, zondag of feestdag geldt dezelfde uurtoelage.
Les prestations de nuit effectuées entre 19 heures et 22 heures, sont payées à concurrence de 20 % de 1/1850e du traitement; celles situées entre 22 heures et 6 heures, à concurrence de 35 % de 1/1850e du traitement.
De nachturen gepresteerd tussen 19.00 en 22.00 uur worden tegen 20 % van 1/1850e van de wedde verloond, en die tussen 22.00 en 6.00 uur tegen 35 % van 1/1850e van de wedde.
Pendant les périodes où ils ne sont pas engagés directement entre 18 heures et 7 heures, mais où ils restent à disposition des autorités judiciaires, ils sont considérés comme étant en situation de contactable et rappelable, et bénéficient d’une allocation spécifique dont le montant est égal à 1/15e de 1/1850e du traitement
Tijdens de perioden tussen 18.00 en 7.00 uur, waarin zij niet onmiddellijk worden ingezet, maar zij desondanks ter beschikking blijven van de gerechtelijke overheden, worden zij beschouwd als zijnde in de toestand van beschikbaar en terugroepbaar personeel. Daarvoor genieten zij een specifieke toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 1/15e van 1/1850e van de wedde.
Toutes les allocations et indemnités précitées sont cumulables.
Alle voormelde vergoedingen en toelagen zijn cumuleerbaar.
Pour ce qui concerne leur séjour à l’étranger, ils bénéficient d’une indemnité forfaitaire journalière identique à celle octroyée aux membres du personnel du SPF Affaires E´trangères — Personnel de l’administration centrale; celle-ci peut cependant être réduite lorsque les repas sont pris en charge par l’autorité militaire.
Wat betreft het verblijf in het buitenland, genieten zij van een dagelijkse forfaitaire vergoeding, gelijk aan deze toegekend aan het personeel van de FOD Buitenlandse Zaken — Personeel van de centrale administratie; deze kan echter worden verminderd, indien hun maaltijden ten laste worden genomen door de militaire overheden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9388
DO 2004200502690
DO 2004200502690
Question no 436 de M. Melchior Wathelet du 18 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 436 van de heer Melchior Wathelet van 18 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nombre de dossiers disciplinaires ouverts à charge de membres du personnel de la zone de police « Midi ».
Aantal tuchtdossiers ten laste van personeelsleden van de politiezone « Zuid ».
Selon un rapport du Service de prévention à la discipline, près de 500 dossiers disciplinaires ont été dressés pour l’année 2002 à charge des seuls membres du personnel de la zone de police locale « Midi » regroupant les communes d’Anderlecht, Saint-Gilles et Forest !
Volgens een verslag van de Dienst voor Preventie werden in 2002 niet minder dan 500 tuchtdossiers opgemaakt ten laste van personeelsleden van de lokale politiezone « Zuid », die de gemeenten Anderlecht, Sint-Gillis en Vorst omvat !
Si 26 de ces dossiers ont abouti à des sanctions disciplinaires importantes pour l’année de référence, c’est 30 membres du personnel de cette zone de police locale qui ont été sanctionnés disciplinairement au cours de l’année 2003.
In het referentiejaar werden in 26 dossiers zware tuchtstraffen opgelegd en in de loop van 2003 liepen 30 personeelsleden van die lokale politiezone een tuchtstraf op.
Selon les informations en ma possession, cette zone de police locale occupe depuis plusieurs années la tête du classement des membres des services de police les plus sanctionnés par leur hiérarchie du Royaume. Le chiffre oscille, selon les années, entre 8 et 10 % de l’ensemble national.
Volgens de informatie waarover ik beschik, voert die zone al verscheidene jaren de lijst aan van Belgische politiezones waar de meeste personeelsleden door hun oversten worden gestraft. Naargelang het jaar schommelt het cijfer tussen 8 en 10 % van ’s lands politiepersoneel.
Même si le Collège de police de la zone concernée affirme que le nombre de dossiers disciplinaires ouverts à charge des membres du personnel de police de la zone résulte de l’ouverture automatique d’un dossier disciplinaire à charge de tous les policiers de cette zone qui engendrent un accident avec un véhicule de police, l’importance des dossiers ouverts et du nombre de policiers sanctionnés disciplinairement dans cette zone m’interpelle. Plus encore lorsqu ’on parle de 500 dossiers disciplinaires pour le corps d’une zone qui compte 900 agents à son cadre !
Volgens het Politiecollege van de betrokken zone valt het grote aantal tuchtdossiers ten laste van het politiepersoneel eenvoudig te verklaren : telkens als een politieagent er met een politievoertuig een ongeval veroorzaakt, wordt automatisch een tuchtdossier geopend. Toch heb ik mijn bedenkingen bij de vele tuchtdossiers en het grote aantal politieagenten die in die zone een tuchtstraf oplopen, te meer daar er 500 tuchtdossiers werden opgesteld voor een zone die slechts 900 korpsleden telt !
1. Confirmez-vous mes chiffres et mes constatations ?
1. Kan u die cijfers en vaststellingen bevestigen ?
2. Comment pouvez-vous expliquer l’importance du nombre de dossiers disciplinaires dans cette zone de police locale, autrement que par l’ouverture automatique d’un dossier disciplinaire à charge de tous les policiers qui y engendrent un accident de roulage avec un véhicule de service, car même si cette zone compte également un nombre impressionnant d’accidents impliquant des véhicules de police, cette argumentation ne peut expliquer un nombre aussi important de policiers disciplinairement sanctionnés ?
2. Heeft u een andere verklaring voor het grote aantal tuchtdossiers in die politiezone dan het feit dat tegen elke politiebeambte die met een dienstwagen een ongeval veroorzaakt automatisch een tuchtdossier wordt geopend ? Want zelfs al is ook het aantal ongevallen met politievoertuigen in die zone op zijn minst indrukwekkend te noemen, toch kan dat niet de enige verklaring zijn voor het grote aantal politieagenten dat een tuchtstraf oploopt.
3. Pourriez-vous communiquer si le Collège de police de cette zone de police locale a pris des mesures pour pallier ces chiffres particulièrement élevés de dossiers disciplinaires à charge de membres de son corps et dans l’affirmative, lesquelles ?
3. Kan u meedelen of het Politiecollege van de betrokken zone maatregelen heeft getroffen om dat erg hoge aantal tuchtdossiers ten laste van zijn korpsleden weg te werken ? Zo ja, welke ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9389
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 436 de M. Melchior Wathelet du 18 novembre 2004 (Fr.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions, telle que transmise par la direction du corps. 1. Il est tout à fait erroné d’affirmer que 500 dossiers disciplinaires ont été ouverts à charge des membres du personnel en 2002. Il s’agit en fait du nombre total des dossiers qui ont été ouverts par le service du « Controˆle Interne », et qui concernent également des études en matière de fonctionnement, d’audit et de félicitations. Sur 500 dossiers, seul 39 ont donné lieu à l’ouverture d’un dossier disciplinaire. Sur les 39 dossiers disciplinaires, seuls 18 ont donné lieu à une sanction, ce qui n’est pas excessif pour un corps de près de 900 personnes. 2. Pour 2003, le nombre de dossiers ouverts, en tenant compte des accidents impliquant des véhicules de patrouille, est de 9 unités. Sur les neuf dossiers, un seul a donné lieu à une sanction disciplinaire légère. Il est donc totalement erroné de parler d’un « nombre important » de dossiers disciplinaires. Cette philosophie s’inscrit dans le cadre d’un audit interne, à la suite du grand nombre d’accidents de la circulation impliquant des véhicules de patrouille. Cette initiative privilégie les entretiens avec les chauffeurs impliqués et les formations à la conduite défensive. Cette philosophie s’est avérée fructueuse dans la mesure où le nombre d’accidents de la circulation impliquant des véhicules de service a chuté de 32 % en un an. 3. Si une différence peut apparaıˆtre entre la zone de police « Midi » et les autres zones quant aux nombre de dossiers « traités », elle semble trouver son origine dans l’esprit dans lequel ils sont traités. Ainsi, la notion de sanction n’est pas prépondérante, même si elle s’impose parfois, et cède le pas à une réflexion sur des fautes à ne plus commettre. Le Collège de police de la zone « Midi » a toujours abordé les dossiers disciplinaires avec toute l’attention requise et dans le respect des droits de la défense et entend donc poursuivre en ce sens.
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 436 van de heer Melchior Wathelet van 18 november 2004 (Fr.) : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen, zoals overgemaakt door de korpsleiding. 1. Het is volledig verkeerd te beweren dat 500 tuchtdossiers werden geopend in 2002, lastens personeelsleden van het politiekorps. Het gaat hier gewoon om het totaal aantal dossiers die werden geopend door de dienst « Inwendig Toezicht », zowel met betrekking tot functievoorstellen en audits, maar ook felicitaties. Van de 500 dossiers gaven slechts 39 aanleiding tot opening van een tuchtdossier. Van de 39 tuchtdossiers gaven slechts 18 dossiers aanleinding tot een tuchtsanctie, wat niet overdreven lijkt voor een korps van bijna 900 leden. 2. Voor 2003 beloopt het aantal geopende dossiers, rekening houdend met de ongevallen waarbij een diesntvoertuig was betrokken, tot 9. Op de 9 geopende dossiers gaf slechts één enkel dossier aanleinding tot een (lichte) disciplinaire sanctie. Het is dus volledig verkeerd hier te spreken over een « belangrijk » aantal tuchtdossiers. De filosofie die wordt toegepast kadert in een inwendige audit die werd gevoerd naar aanleiding van het belangrijk aantal ongevallen met dienstvoertuigen en geeft uiteraard de voorkeur aan een functieonderhoud met de betrokken chauffeurs en een vorming tot defensief rijden. Deze filosofie heeft haar vruchten afgeworpen in die mate dat het aantal ongevallen in één jaar tijd daalde met 32 %. 3. Het verschil dat eventueel zou bestaan tussen de politiezone « Zuid » en de andere politiezones, met betrekking tot het aantal behandelde dossiers, vindt hoogstwaarschijnlijk zijn oorsprong in de « geest » van benadering van deze problematiek, waarbij niet de sanctie, dan wel een bezinning van de begane fouten primeert. Het Politiecollege van de zone « Zuid » heeft steeds alle tuchtdossiers met de nodige aandacht en in het respect van de rechten van verdediging benaderd en behandeld, en zal dus ook in die zin doorgaan.
DO 2004200502695
DO 2004200502695
Question no 438 de M. Melchior Wathelet du 22 novembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Police fédérale. — Formation « Yoseikan Bajutsu Spécial Police ». — Membre de la police à cheval de la Réserve Générale. Fin de l’année 2001, un projet de formation de « Yoseikan Bajutsu Spécial Police » a vu le jour à la
Vraag nr. 438 van de heer Melchior Wathelet van 22 november 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Federale politie. — Opleiding « Speciale Politie Yoseikan Bajutsu ». — Dienst Cavalerie van de Algemene Reserve. Eind 2001 heeft de federale politie onder de benaming « Speciale Politie Yoseikan Bajutsu » een oplei-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9390
police fédérale pour les membres du Service de cavalerie de la Réserve Générale.
dingsproject opgestart voor de leden van de dienst Cavalerie van de Algemene Reserve.
L’apprentissage de certaines techniques de cet art pourrait apporter une plus-value certaine à nos policiers à cheval, et un budget particulier avait été alloué par l’Autorité à la Direction de la Réserve Générale pour permettre la formation à ces techniques par quatre formateurs en équitation du Service de cavalerie et l’achat du matériel nécessaire.
Onze politieagenten te paard kunnen ongetwijfeld hun voordeel doen met een aantal technieken van deze krijgskunst. De politieoverheid heeft de Directie van de Algemene Reserve een specifiek budget toegewezen voor de opleiding van vier rij-instructeurs van de dienst Cavalerie in deze technieken evenals voor de aankoop van het nodige materieel.
La formation des quatre formateurs s’est terminée au mois de février 2004. Une évaluation, au terme de laquelle les quatre formateurs concernés devraient, à leur tour, dispenser la formation reçue à leurs collègues policiers à cheval, était prévue dans le projet en question et était d’ailleurs une condition essentielle à l’octroi du budget alloué. ` l’heure actuelle, non seulement l’évaluation de la A formation donnée ne semble toujours pas être intervenue mais, qui plus est, les quatre formateurs n’ont toujours pas commencé à dispenser la formation qu’ils ont reçue il y a huit mois maintenant à leurs collègues.
De opleiding van de vier instructeurs werd in februari 2004 afgerond. Het project voorzag in een evaluatie van de instructeurs waarna ze op hun beurt hun collega’s politieagenten te paard in deze discipline konden opleiden. Die evaluatie was trouwens een noodzakelijke voorwaarde voor het toekennen van het budget.
1. Pourriez-vous communiquer si l’évaluation demandée à l’issue de la formation en « Yoseikan Bajutsu Spécial Police » donnée aux quatre formateurs du Service de cavalerie de la police fédérale est en voie d’être achevée, et quelles sont ses conclusions ?
1. Kan u me mededelen hoever het staat met de gevraagde evaluatie van de opleiding in de « Speciale Politie Yoseikan Bajutsu » van de vier instructeurs van de dienst Cavalerie van de federale politie ? Tot welke besluiten is men gekomen ?
2. Pour quelles raisons les quatre formateurs n’ontils toujours pas commencé à dispenser la formation reçue il y a huit mois à leurs collègues policiers à cheval de la Réserve Générale ?
2. Waarom geven de vier instructeurs hun collega’s politieagenten te paard van de algemene reserve nog steeds geen les in de krijgskunst waarin ze zelf acht maanden geleden opgeleid werden ?
3. Quel est le budget exact qui fut alloué pour la formation de ces quatre formateurs et l’achat du matériel nécessaire ?
3. Welk budget werd er precies uitgetrokken voor de vorming van deze vier instructeurs en de aankoop van het nodige materieel ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 438 de M. Melchior Wathelet du 22 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 438 van de heer Melchior Wathelet van 22 november 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse aux questions posées.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de gestelde vragen.
1. La formation en question a fait, en mai 2004, l’objet d’une évaluation, par la cellule spécialisée en la matière, de la conformité des techniques visées avec la philosophie générale proˆnée dans la gestion des situations de danger. L’avis de cette cellule, rendu en octobre dernier, établit premièrement que l’emploi de la sangle supplémentaire est de nature à améliorer la sécurité des cavaliers, deuxièmement que les techniques défensives (techniques d’esquive), peuvent apporter une aide appréciable, et troisièmement que les techniques offensives sont efficaces mais comportent un risque trop important de lésions graves. La conclusion de l’évaluation est donc que l’usage de la sangle sera prévu pour certaines missions opérationnelles, et
1. De opleiding waarvan sprake heeft in mei 2004 het onderwerp uitgemaakt van een evaluatie door de cel gespecialiseerd in de materie, zijnde de overeenstemming van de gebruikte technieken met deze beoogd door de algemene filosofie aangeprezen binnen het beheer van gevaarssituaties. Het advies van deze cel, verkregen in oktober, houdt in, ten eerste dat het gebruik van de bijkomende singel van aard is de veiligheid van de ruiters te verbeteren, ten tweede dat de defensieve technieken (ontwijkingstechnieken) een bijkomende hulp kunnen bieden, en ten derde dat de offensieve technieken doeltreffend zijn maar dat zij een te groot risico op blijvende letsels inhouden. Het resultaat van deze evaluatie is dus dat het gebruik van de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Vandaag is de opleiding blijkbaar nog steeds niet gee¨valueerd. Bovendien verstrekken de vier instructeurs de opleiding die ze acht maanden geleden gekregen hebben, nog steeds niet aan hun collega’s.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9391
les techniques d’esquive inclues dans la formation continuée des cavaliers. Les techniques offensives ne seront pas enseignées. Il est à noter que la sangle utilisée n’est pas spécifique à la discipline en question mais est utilisée dans d’autres sports équestres également. Cette sangle exigera un entraıˆnement particulier des chevaux comme des cavaliers.
singel voorzien zal worden voor welbepaalde operationele opdrachten en dat de ontwijkingstechnieken zullen ingebouwd worden in de voortgezette opleiding van de ruiters. De offensieve technieken zullen niet aangeleerd worden. Er dient opgemerkt dat de gebruikte singel niet specifiek is aan de discipline in kwestie maar ook gebruikt wordt bij andere ruitersportactiviteiten. Het gebruik van de singel zal een specifieke training van de paarden en het personeel vergen.
2. La raison pour laquelle la formation n’a pas encore été dispensée est liée à la priorité donnée, durant la formation continuée en cours, à l’entretien et l’amélioration des capacités générales équestres avant de commencer cet aspect spécifique en janvier prochain.
2. De reden waarom de opleiding nog niet werd verstrekt is gelinkt aan de tijdens de lopende voortgezette opleiding gegeven prioriteit, zijnde de bevestiging of verbetering van de algemene rijvaardigheid, vooraleer dit specifiek aspect aan te vatten in januari eerstkomend.
3. Le budget alloué à la formation des formateurs a été de 1 200 euros, celui consacré à la confection du matériel de 4 005 euros.
3. Het budget toegekend voor de opleiding van de opleiders bedraagt 1 200 euro, het verbruikte voor het vervaardigen van het materieel bedraagt 4 005 euro.
DO 2004200502719
DO 2004200502719
Question no 443 de M. Bert Schoofs du 23 novembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 443 van de heer Bert Schoofs van 23 november 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Formation du personnel des services de police et d’incendie.
Opleiding van politie- en brandweerpersoneel.
Depuis l’intégration des polices, les formations supérieures du personnel de police sont dispensées exclusivement au niveau fédéral et ne sont plus confiées à des centres de formation actifs par exemple au niveau provincial, comme le PLOT dans le Limbourg.
Sedert de eenmaking van de politie gebeuren de hogere opleidingen van het politiepersoneel naar verluidt uitsluitend op het federale niveau en worden deze niet langer toebedeeld aan opleidingscentra die bijvoorbeeld op het provinciale niveau actief zijn, zoals het PLOT te Limburg.
1. Est-il exact que le ministre veuille réinstaurer des formations supérieures aux divers échelons provinciaux, comme c’était le cas dans le Limbourg avec le PLOT, dans le cadre de la police intégrée ?
1. Klopt het dat de minister opnieuw in hogere opleidingen wil voorzien op de diverse provinciale echelons, zoals bij het PLOT in Limburg het geval was voor de totstandkoming van de geı¨ntegreerde politie ?
2. Serait-il prévu, dans ce cas, de créer davantage de centres de formation sur le modèle du PLOT dans le Royaume ?
2. Zou het aldus de bedoeling zijn dat naar het model van het PLOT elders op het grondgebied van het Rijk meer van dergelijke opleidingscentra opgericht worden ?
3. Si oui, quand ces centres pourraient-ils être opérationnels ?
3. Zo ja, tegen welke datum zouden deze centra operationeel dienen te zijn ?
` combien s’élèverait leur couˆt ? 4. A
4. Hoeveel zou de kostprijs bedragen ?
5. Le cas échéant, les autorités provinciales devraient-elles intervenir dans les couˆts de création et/ ou de fonctionnement de ces centres ou ceux-ci seraient-ils entièrement subventionnées ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
5. Dienen de provinciale overheden desgevallend bij te dragen in de oprichtings- en/of functioneringskosten van dergelijke centra, of zouden zij volledig gesubsidieerd worden ? 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1187
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9392
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 443 de M. Bert Schoofs du 23 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 443 van de heer Bert Schoofs van 23 november 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
La répartition des missions de formation entre les écoles de police a été définie par le législateur (article 142bis de la loi sur la police intégrée).
De verdeling van de opleidingsopdrachten tussen de politiescholen is bepaald door de wetgever (artikel 142bis van de wet op de geı¨ntegreerde politiedienst).
Aux termes de la loi et pour ce qui concerne les formations du cadre officier, la formation de base, la formation de promotion, les formations fonctionnelles judiciaires et les formations continuées orientées vers le management sont dispensées par l’école fédérale pour officiers. Les écoles de police agréées sont quant à elles responsables des autres formations fonctionnelles et continuées du cadre officier.
Op grond van de wet en wat betreft het officierenkader, worden de basisopleiding, de bevorderingsopleiding, de functionele gerechtelijke opleidingen en de voortgezette opleidingen op het gebied van het management verstrekt door de door de federale overheid ingerichte politiescholen. Van hun kant, zijn de erkende politiescholen bevoegd voor de andere functionele en voortgezette vormingen van het officierenkader.
Il ne m’appartient pas plus qu’il n’entre dans mes intentions de modifier cette répartition de compétences.
Het is niet aan mij en ik heb geenszins de bedoeling om deze taakverdeling te wijzigen.
DO 2004200502841
DO 2004200502841
Question no 453 de M. Filip De Man du 7 décembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 453 van de heer Filip De Man van 7 december 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Recours éventuel à des vols sans pilote à des fins de surveillance policière.
Mogelijke inzet van onbemande vluchten voor politietoezicht.
Le service d’appui aérien de la police fédérale accomplit quotidiennement des missions à l’appui des autres services des polices fédérale et locale.
De Dienst luchtsteun van de federale politie voert dagelijks opdrachten uit ter ondersteuning van de andere diensten van de federale en lokale politie.
1. De combien d’hélicoptères et d’avions ce service dispose-t-il ?
1. Over hoeveel helikopters en vliegtuigen beschikt de Dienst luchtsteun ?
2. Il y a quelque temps, les milieux policiers ont eu vent de la création éventuelle de deux services décentralisés du service d’appui aérien, un en Wallonie et un en Flandre. Des services décentralisés vont-ils effectivement être créés ?
2. Enige tijd geleden deed er in politiekringen een gerucht de ronde dat de Dienst luchtsteun twee gedecentraliseerde diensten zou oprichten. Deze zouden respectievelijk in Wallonie¨ en Vlaanderen gevestigd zijn. Is er inderdaad sprake van het oprichten van gedecentraliseerde diensten ?
3. Le service d’appui aérien est également chargé de missions environnementales et procède notamment au repérage de déversements illégaux de pétrole. Ses compétences en la matière se limitent-elles aux eaux intérieures ou s’étendent-elles au large de la coˆte de la Mer du Nord ?
3. De Dienst luchtsteun voert tevens milieuopdrachten uit waarbij men op zoek gaat naar bijvoorbeeld illegale olielozingen. Voert zij deze opdrachten exclusief uit op de binnenwateren of voert zij deze opdrachten ook uit voor de kustlijn aan de Noordzee ?
4. Dans la « Gazet van Antwerpen » du 8 septembre 2004, un criminologue, se basant sur les résultats d’une étude qu’il avait menée sur l’utilité de l’hélicoptère de
4. In de Gazet van Antwerpen van 8 september 2004 suggereerde een criminoloog, die een studie over het effect van de politiehelikopter had gemaakt, dat
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9393
police, a suggéré le recours à un Zeppelin comme solution de remplacement valable. Le service d’appui aérien étudie-t-il la possibilité de recourir à des vols sans pilote à des fins de surveillance policière ?
een zeppelin een waardig alternatief zou kunnen zijn voor de politiehelikopter. Onderzoekt de Dienst luchtsteun de mogelijkheid van onbemande vluchten ter ondersteuning van het politiewerk ?
5. a) Combien de vols le service d’appui aérien effectuet-il chaque année à l’appui de la police fédérale ?
5. a) Hoeveel vluchten voert de Dienst luchtsteun jaarlijks uit ter ondersteuning van de federale politie ?
b) Combien de vols effectue-t-il à l’appui de la police ` la demande de quelles zones de police ? locale ? A
b) Hoeveel voor de lokale politie en voor welke politiezones ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 22 décembre 2004, à la question no 453 de M. Filip De Man du 7 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 453 van de heer Filip De Man van 7 december 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse aux questions posées.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de gestelde vragen.
1. Le Détachement d’appui aérien dispose de 2 avions (Cessna 182), 2 hélicoptères mono-turbine (MD 520) et 3 hélicoptères bi-turbine (MD 900).
1. De Dienst luchtsteun beschikt over 2 vliegtuigen (Cessna 182), 2 mono-turbine helikopters (MD 520) en 3 bi-turbine helikopters (MD 900).
2. Par une situation décentralisée, l’appui aérien réduirait effectivement les délais d’intervention. La proposition peut paraıˆtre idéale, mais au vu des lourds investissements tant du point de vue matériel que personnel, celle-ci ne peut actuellement être envisagée comme une solution réaliste.
2. Door een gedecentraliseerde opstelling, zouden de interventietermijnen inderdaad nog verkort kunnen worden. Gezien echter de zeer zware investering in zowel materieel als in personeel voor de uitvoering van een dergelijk project, moet het voorstel als een ideale, maar voorlopig niet realistische oplossing worden gezien.
3. Il faut noter que le Détachement d’appui aérien n’entreprend pas de tels vols sur propre initiative. L’appui aérien exécute des vols dans le cadre de la protection de l’environnement au profit des services de police qui en font la demande. Ces vols s’effectuent pour le controˆle des eaux intérieures, de sites terrestres ou coˆtiers. Ponctuellement des vols sont effectués au profit du département Environnement de la Communauté flamande.
3. Er dient gewezen op het feit dat de Luchtsteundienst dergelijke vluchten niet op eigen initiatief uitvoert. De dienst Luchtsteun voert milieuvluchten uit ten voordele van politiediensten die hierom vragen. Dit kan dus zowel voor controles op binnenwateren, te land als langs de kustlijn zijn. Punctueel worden er ook opdrachten voor het departement Leefmilieu van de Vlaamse Gemeenschap uitgevoerd.
4. Il faut faire une différence entre un Zeppelin piloté et un aéronef téléguidé. Un Zeppelin peut uniquement être utilisé dans le cadre d’un problème local (vitesse de déplacement très réduite); celui-ci demande beaucoup de personnel tant pour les manœuvres au décollage que pour l’atterrissage, et est fortement limité par les conditions météo (vent, plafond nuageux, ...)
4. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het vliegen van een Zeppelin die bestuurd wordt en onbemande vluchten. Een Zeppelin kan alleen gebruikt worden voor lokale problemen (verplaatsingssnelheid is te klein), vraagt veel personeel voor lancering en landing en is beperkt als er wind of lage bewolking is.
Le Zeppelin est un bon « instrument » pour exécuter des observations de longue durée sur terrains délimités (par exemple village olympique, ou endroits où se passent des événements de masse qui durent plusieurs jours). La Police fédérale n’envisage pas d’acheter un Zeppelin dans les années à venir.
Een Zeppelin is een goed instrument wanneer men een langdurige observatie over een beperkt terrein dient uit te voeren (vb. het bewaken van een Olympisch dorp, of een ander massa-evenement dat over verschillende dagen loopt). De Federale Politie is niet van plan een Zeppelin aan te kopen in de volgende jaren.
Des vols sans équipage avec des aéronefs téléguidés pourraient à long terme apporter un appui au travail ` l’heure actuelle, il y a en Belgique trop de policier. A
Onbemande vluchten daarentegen zullen op lange termijn misschien politiewerk kunnen ondersteunen. Voorlopig zijn er zeker over het Belgisch grondgebied
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9394
limitations au niveau de l’espace aérien et de la réglementation pour considérer cette option comme alternative. N’oublions pas que les vols téléguidés ont été développés pour des applications militaires à savoir des vols à haute altitude pour l’observation de sites particuliers ou des mouvements de colonnes de véhicules.
te veel beperkingen qua luchtruim en reglementering om dit als een alternatief te kunnen beschouwen. Men dient niet te vergeten dat onbemande vluchten vanuit militaire toepassingen zijn ontstaan dat wil zeggen op grote hoogte voor het observeren van bepaalde sites of bewegingen van colonnes.
Pour les applications policières (par exemple la recherche de personnes disparues) où les détails sont importants, l’engagement de ceux-ci est inadapté.
Voor politionele toepassingen (bijvoorbeeld opsporen van vermiste personen) waar details belangrijk zijn, zijn ze voorlopig ongeschikt.
5. a) Environ 1 800 heures de vols opérationnels (900 missions) sont exécutées annuellement dont 73 % au profit de la Police locale et 27 % au profit de la Police fédérale.
5. a) Er worden jaarlijks ongeveer 1 800 operationele vlieguren geboekt (900 vluchten) waarvan 73 % ten behoeve van de lokale politie en 27 % ten behoeve van de federale politie.
b) Les utilisateurs principaux sont les zones de police des grandes agglomérations (Bruxelles, Anvers, Charleroi, Liège) suivis par toutes les autres zones de police qui ont sollicité une intervention (environ 120).
b) De voornaamste gebruikers zijn de politiezones van de grote agglomeraties (Brussel, Antwerpen, Charleroi, Luik) gevolgd door alle andere politiezones die een inzet gevraagd hebben (ongeveer 120).
Les interventions d’appui aérien ne seront pas facturées à la Police locale, qui a bénéficié de ce support.
De luchtsteunopdrachten worden niet doorgefactureerd aan de diensten van lokale Politie die steun hebben ontvangen.
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2004200502678
DO 2004200502678
Question no 148 de M. Luk Van Biesen du 18 novembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 148 van de heer Luk Van Biesen van 18 november 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Suˆreté de l’E´tat. — Ministre de la Justice. — Décision relative à la transmission d’informations aux autorités. — Superservice de renseignement. En tant que ministre chargée de la Suˆreté de l’E´tat, la ministre de la Justice a fait savoir dans la presse qu’il lui appartenait de décider si telle ou telle autorité pouvait disposer de telle ou telle information.
Staatsveiligheid. — Minister van Justitie. — Beslissing doorgeven van informatie aan overheid. — Superinlichtingendienst.
La ministre aurait pris une décision en ce sens à l’occasion d’un incident concret et afin d’empêcher que l’on ne traite à la légère des informations confidentielles de la Suˆreté de l’E´tat.
Een beslissing in die zin zou door haar zijn genomen naar aanleiding van een concreet voorval en om te verhinderen dat lichtzinnig wordt omgesprongen met vertrouwelijke informatie van de Staatsveiligheid.
Cette déclaration de la ministre de la Justice soulève certaines questions formulées ci-après et concernant principalement la nature de sa décision.
De melding van mevrouw de minister roept enkele vragen op die hierna worden geconcretiseerd en voornamelijk de aard van haar beslissing betreffen.
Selon des informations publiées dans la presse, le gouvernement a décidé récemment d’ériger le Groupe
Blijkens persberichtgeving werd recentelijk door de regering besloten om de Antiterrotistische Gemengde
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Als minister bevoegd voor de Staatsveiligheid heeft de minister van Justitie in de pers laten gelden dat het haar taak is uit te maken of deze of gene overheid al of niet kan beschikken over bepaalde informatie.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9395
interforces antiterroriste (GIA) au rang de superservice de renseignement (service général de renseignement menace sécuritaire), placé hiérarchiquement au-dessus de la Suˆreté de l’E´tat et du service de renseignement militaire. Ce service regrouperait l’ensemble des informations relatives aux personnes et aux groupes mettant en péril la sécurité de notre pays.
Groep (AGG) om te vormen tot een superinlichtingendienst (Algemene Inlichtingendienst Veiligheidsdreigingen) die hie¨rarchisch boven de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst staat en alle informatie verzamelt over personen en groepen die de veiligheid van ons land bedreigen.
1. La décision de la ministre de la Justice relative à la transmission d’informations à telle ou telle autorité constitue-t-elle un acte réglementaire ?
1. Is de beslissing van de minister van Justitie in verband met het doorgeven van informatie aan deze of gene overheid een reglementaire akte ?
2. Cette décision est-elle soumise en tant que telle à l’avis préalable du Conseil d’E´tat, section Législation ?
2. Is deze beslissing als zodanig onderworpen aan het voorafgaande advies van de Raad van State, afdeling Wetgeving ?
3. Cette décision fait-elle l’objet d’une publication ?
3. Is deze beslissing gepubliceerd ?
4. De quel(s) ministre(s) relève le service général de renseignement menace sécuritaire (SRM) ?
4. Welke minister(s) is(zijn) bevoegd om de Algemene Inlichtingendienst Veiligheidsdreigingen (AIV) aan te sturen ?
5. Une décision similaire à celle prise par la ministre de la Justice en ce qui concerne la Suˆreté de l’E´tat et la transmission d’informations à une autorité a-t-elle été prise en ce qui concerne le SRM ?
5. Is er aangaande de AIV een gelijkaardige beslissing getroffen als door de minister van Justitie met betrekking tot de Staatsveiligheid en het doorgeven van informatie aan deze of gene overheid ?
6. Par rapport à une telle décision, ne conviendraitil pas d’appliquer les mêmes principes que ceux visés aux questions 2 et 3 ci-dessus ?
6. Moeten ten aanzien van zulk een beslissing niet a fortiori dezelfde beginselen gelden als deze welke blijken uit vragen 2 en 3 hiervoor ?
Réponse du ministre de la Défense du 24 décembre 2004, à la question no 148 de M. Luk Van Biesen du 18 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 24 december 2004, op de vraag nr. 148 van de heer Luk Van Biesen van 18 november 2004 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Selon l’article 4 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, le ministre de la Justice est le ministre de tutelle de la Sûreté de l’E´tat. Selon l’article 10 de la même loi, le ministre de la Défense est le ministre de tutelle du Service général du renseignement et de la récurité des forces armées.
1. Volgens artikel 4 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is de minister van Justitie de voogdijminister van de Veiligheid van de Staat. Volgens artikel 10 van dezelfde wet is de minister van Defensie de voogdijminister van de algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht.
2. En tant que ministre de la Défense, je ne peux donc pas répondre aux questions ayant trait à la Sûreté de l’E´tat.
2. Als minister van Defensie kan ik dan ook geen vragen beantwoorden met betrekking tot de Veiligheid van de Staat.
3. La création d’un nouveau service compétent pour l’analyse de la menace terroriste et extrémiste a été décidée lors du Comité ministériel du Renseignement et de Sécurité du 10 novembre dernier. Les décisions prises se trouvent dans les notifications.
3. De oprichting van een nieuwe dienst bevoegd voor de analyse van de terroristische en extremistische dreiging werd beslist op het ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid van 10 november laatstleden. De genomen beslissingen zijn vastgelegd in de notificaties.
4. Le projet de loi relatif à la création de ce service suivra la procédure parlementaire normale.
4. Het wetsontwerp tot oprichting van deze nieuwe dienst zal de normale parlementaire procedure volgen.
5. La communication de données par les services de renseignement est réglée dans l’article 19, premier alinéa, de la loi du 30 novembre 1998.
5. De mededeling van gegevens door de inlichtingendiensten wordt geregeld in artikel 19, eerste lid, van de wet van 30 november 1998.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9396
DO 2004200502794
DO 2004200502794
Question no 150 de M. Dirk Claes du 1er décembre 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 150 van de heer Dirk Claes van 1 december 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Résiliations d’engagement sur propre demande.
Dienstverbrekingen op eigen aanvraag.
En parcourant un magazine de l’armée belge ou du moins de l’un de ses régiments, j’ai découvert une information plutoˆt curieuse. Entre le 29 mars et le 17 aouˆt 2004, 44 mutations ont eu lieu au Régiment Libération 5 de Ligne. Ces 44 mutations consistaient en 2 « démissions » et en pas moins de 19 « résiliations d’engagement sur propre demande », alors qu’on ne dénombrait dans le même temps que 16 nouvelles entrées en fonction. Compte tenu de l’importance des taˆches confiées à ce régiment, comme la préparation de et la participation à des opérations dans le cadre de la sécurité collective de l’Europe et du territoire national, d’actions humanitaires, etc., l’on peut s’interroger sur les conséquences concrètes de cette situation.
Bij het doorlezen van een magazine van het Belgische Leger, of althans een regiment ervan, viel mijn oog, op een toch wel bizar gegeven. Tussen 29 maart 2004 en 17 augustus 2004 vonden er 44 mutaties plaats in het Regiment Bevrijding — 5e Linie. Van deze 44 mutaties waren er 2 « ontslagen » en maar liefst 19 « dienstverbrekingen op eigen aanvraag ». Het regiment werd slechts in die periode versterkt met 16 nieuwe intreden. Gezien de belangrijke taken van dit regiment, als daar zijn het voorbereiden en deelnemen aan operaties in het kader van het verzekeren van de collectieve veiligheid van Europa, en van het nationale grondgebied, humanitaire acties, enzovoort, rijzen toch wat vragen bij de concrete gevolgen van dit gegeven.
1. Combien de dossiers de « résiliation d’engagement sur propre demande » dénombre-t-on chaque année dans le pays (données pour la période 2000-2004) ?
1. Over hoeveel dossiers « dienstverbreking op eigen aanvraag » gaat het jaarlijks nationaal (gegevens van de periode 2000-2004) ?
2. Quel est le nombre respectif de dossiers en Flandre et en Wallonie ?
2. Hoe valt de verdeling tussen Vlaanderen en Wallonie¨ ?
3. Comment se répartissent-ils entre les diverses casernes ?
3. Wat is de verdeling tussen de verschillende kazernes ?
4. Les démissionnaires sont-ils remplacés par de nouvelles recrues ?
4. Worden deze uitdienstgetredenen vervangen door nieuwe rekruten ?
5. Quels motifs et/ou raisons sont invoqués pour justifier les résiliations d’engagement et quelle est la durée moyenne du séjour au sein de l’armée ?
5. Welke redenen en/of motivaties worden aangehaald voor deze dienstverbrekingen op eigen aanvraag en wat is de gemiddelde verblijfsduur in het Leger ?
Réponse du ministre de la Défense du 23 décembre 2004, à la question no 150 de M. Dirk Claes du 1er décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 23 december 2004, op de vraag nr. 150 van de heer Dirk Claes van 1 december 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Chaque année, des militaires quittent les Forces armées pour diverses raisons. Sur le plan national, il s’agit annuellement d’environ cinq cents départs de volontaires, à leur demande. Il en est tenu compte lors de la détermination du nombre de nouvelles recrues à engager.
1. Elk jaar vertrekken er militairen uit de krijgsmacht en dit om diverse redenen. Nationaal gaat het jaarlijks over een vijfhonderdtal vertrekken op eigen aanvraag van vrijwilligers. Hiermee wordt er rekening gehouden bij het bepalen van het aantal nieuw aan te werven militairen.
2. La répartition par régime linguistique indique que plus de néerlandophones que de francophones retournent à la vie civile à leur demande. La conjoncture économique en est une explication possible.
2. De opdeling volgens taalstelsel toont aan dat er meer Nederlandstaligen dan Franstaligen op vrijwillige basis terugkeren naar het burgerleven. De economische conjunctuur is een mogelijke oorzaak hiervan.
3. Une répartition par caserne ne fournit pas de données particulières.
3. Een opdeling per kazerne levert geen bijzondere gegevens op.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9397
4. Le recrutement des volontaires se fait dans des fonctions de base situées essentiellement dans les unités opérationnelles. La répartition des volontaires nouvellement recrutés est préparée par les gestionnaires du personnel, en tenant compte des départs au sein des unités et avec une attention particulière pour les besoins opérationnels des unités.
4. De werving van vrijwilligers gebeurt in basisfuncties die zich hoofdzakelijk in de operationele eenheden bevinden. De verdeling van de nieuw aangeworven vrijwilligers wordt voorbereid door de personeelsbeheerders, rekening houdend met de vertrekken in de eenheden en met een bijzondere aandacht voor de operationele noden van de eenheden.
5. Des raisons familiales sont principalement invoquées, ainsi que la distance entre le lieu de séjour et le lieu de travail. Parfois le volontaire s’adapte difficilement aux exigences du métier de soldat. La majorité des départs sur demande se situe pendant la première année de la carrière.
5. Er worden vooral familiale redenen ingeroepen, evenals de afstand tussen de verblijfplaats en de plaats van het werk. Soms past de vrijwilliger zich moeilijk aan aan de vereisten van het beroep van soldaat. De meerderheid van de vertrekken op eigen aanvraag situeert zich in het eerste dienstjaar.
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2004200502663
DO 2004200502663
Question no 173 de M. Jan Mortelmans du 17 novembre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 173 van de heer Jan Mortelmans van 17 november 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Utilisation de la vidéo et des techniques numériques en ce qui concerne les caméras automatiques surveillant la circulation. — Arrêté royal.
Gebruik van video en digitale technieken betreffende de onbemande camera’s in het verkeer. — Koninklijk besluit.
En réponse à ma question écrite no 22 du 16 octobre 2003, la ministre compétente de l’époque avait précisé qu’un projet d’arrêté royal relatif à l’utilisation de la vidéo et des techniques numériques en ce qui concerne les caméras automatiques surveillant la circulation était en préparation (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 13, p. 1858).
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 22 van 16 oktober 2003 antwoordt de toenmalige minister dat een ontwerp van koninklijk besluit werd voorbereid in verband met het gebruik van video en digitale technieken voor wat de onbemande camera’s in het verkeer betreft (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 13, blz. 1858).
Qu’en est-il de cet arrêté royal ?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot bewust koninklijk besluit ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 décembre 2004, à la question no 173 de M. Jan Mortelmans du 17 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 december 2004, op de vraag nr. 173 van de heer Jan Mortelmans van 17 november 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
Ik heb de eer het geachte lid de volgende inlichtingen mede te delen.
Le projet d’arrêté royal dont il est question dans la réponse donnée à l’honorable membre pour sa question parlementaire no 22 du 16 octobre 2003 est un
Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan sprake in het antwoord aan het geachte lid op zijn parlementaire vraag nr. 22 van 16 oktober 2003 is een ontwerp
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9398
projet d’arrêté relatif à la sécurité du stockage, du traitement et de la transmission de données électroniques provenant d’instruments de mesure. Son domaine d’application est donc plus général que les caméras automatiques utilisées pour la circulation.
van besluit betreffende de veiligheid van de opslag, de verwerking en de verzending van elektronische gegevens van meetinstrumenten. Het toepassingsgebied ervan is dus algemener dan de onbemande camera’s in het verkeer.
Ce projet d’arrêté royal avait été notifié (2000 0021 B) dans le cadre de la procédure de notification prévue par la Directive 98/34, ce qui avait donné lieu à un avis circonstancié de la Commission européenne, du Royaume-Uni et de l’Allemagne, et à des observations de l’Autriche. Mon département a donc préparé un nouveau projet de texte tenant compte de ces avis et observations; ce texte a été discuté en réunion inter-cabinets en 2002 et a dû être revu en conséquence.
Dit ontwerp van koninklijk besluit werd betekend (2000 0021 B) in het kader van de kennisgevingsprocedure vastgesteld bij de Richtlijn 98/34. Hierop hebben de Europese Commissie, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland een uitvoerig gemotiveerde mening uitgebracht. Er werden ook opmerkingen geformuleerd door Oostenrijk. Mijn departement heeft dan ook een nieuw tekstontwerp opgesteld waarin met deze meningen en opmerkingen rekening werd gehouden; deze tekst werd besproken op de interkabinettenvergadering in 2002 en moest dus aangepast worden.
Les réponses qui devaient être fournies à la Commission européenne et aux E´tats membres dans le cadre de la procédure 98/34 susmentionnée ont été transmises le 22 janvier 2004.
De antwoorden die aan de Europese Commissie en aan de lidstaten moesten gegeven worden in het kader van de bovenvermelde procedure 98/34 werden op 22 januari 2004 verzonden.
Depuis cette date, aucune réaction n’a été reçue ni de la part de la Commission, ni des E´tats membres.
Sinds die datum werd geen enkele reactie ontvangen, noch door de Commissie noch door de lidstaten.
Il est néanmoins impossible de préjuger de la position de la Commission européenne qui a toujours le droit de poursuivre la Belgique si elle estime que le texte final publié ne répond pas correctement aux remarques formulées dans les différents avis circonstanciés.
Het is niettemin onmogelijk vooruit te lopen op het standpunt van de Europese Commissie die steeds het recht heeft Belgie¨ te vervolgen als ze van mening is dat de gepubliceerde eindtekst niet op de juiste manier antwoordt op de opmerkingen die in de verschillende uitvoerig gemotiveerde meningen geformuleerd zijn.
Par conséquent, il est essentiel que le projet d’arrêté royal s’inscrive exactement dans le cadre légal européen, pour ne pas avoir de problèmes par la suite.
Het is bijgevolg uiterst belangrijk dat het ontwerp van koninklijk besluit past in het Europees wetgevend kader om later geen problemen te hebben.
Mon département s’efforcera de produire un texte final qui suivra la procédure normale avant sa publication.
Mijn departement zal trachten een eindtekst voor te leggen die de normale procedure volgt vooraleer hij gepubliceerd wordt.
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2004200502445
DO 2004200502445
Question no 29 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 29 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des
Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integra-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9399
personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.
tie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.
1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?
1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?
b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?
b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?
2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?
2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?
3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?
3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?
Réponse du ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 22 décembre 2004, à la question no 29 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 22 december 2004, op de vraag nr. 29 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
1. a) Au niveau des garages souterrains, le seuil de la porte menant à la cage d’escaliers et aux ascenseurs a été refait en 1998-1999 facilitant l’accès au matériel roulant.
1. a) De dorpel van de deur die in de ondergrondse garages naar het trappenhuis en de liften leidt, werd in 1998-1999 aangepast om de toegang voor rollend materieel te vergemakkelijken.
Au niveau de la rue, l’entrée rue de la Science dispose d’une rampe mobile pour permettre d’atteindre plus facilement le hall d’entrée, quatre marches plus haut.
De ingang in de Wetenschapsstraat beschikt over een mobiel hellend vlak waardoor de inkomhal, die zich vier treden hoger bevindt, gemakkelijker te bereiken is.
Quant à l’entrée rue Montoyer, celle-ci se situe au niveau du trottoir.
De ingang in de Montoyerstraat is op trottoirhoogte.
b) II n’y a pas de services régionaux.
b) Er zijn geen gewestelijke diensten.
2. Il n’y a pas de place de parking réservée ni à l’intérieur ni dans le voisinage immédiat du baˆtiment.
2. Er zijn geen speciale parkeerplaatsen, noch in het gebouw zelf noch in de onmiddellijke omgeving.
3. En 1999, des appliques ont été apposées sur les vitres de la porte d’entrée. La version 2003 rend plus visibles les mots « Politique scientifique fédérale ».
3. In 1999 werden op het glazen toegangsdeuren speciale merktekens aangebracht. De woorden « Federaal Wetenschapsbeleid » zijn in 2003 nog zichtbaarder gemaakt.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1188
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9400
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200432240
DO 2003200432240
Question no 164 de M. Alfons Borginon du 24 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 164 van de heer Alfons Borginon van 24 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
ONSS. — Entreprises. — Cotisations sociales. — Transmission d’informations de l’ONSS aux autres pouvoirs publics.
RSZ. — Bedrijven. — Sociale bijdragen. — Informatieverstrekking vanuit de RSZ naar de andere overheden.
Le solde positif ou négatif des cotisations sociales que les entreprises doivent verser à l’ONSS revêt non seulement de l’importance pour l’ONSS lui-même mais peut parfois également avoir des conséquences pour d’autres pouvoirs publics.
Het positief of negatief saldo van de sociale bijdragen die bedrijven aan de RSZ moeten betalen, is niet alleen van belang voor de RSZ zelf, maar heeft soms ook gevolgen ten aanzien van andere overheden.
Une des conditions indispensables à la demande d’une prime de croissance pour les entreprises situées en Région flamande est par exemple l’absence de dettes envers l’ONSS. Cet élément détermine la recevabilité du dossier mais il arrive souvent qu’à la suite d’une erreur administrative du secrétariat social ou d’une petite erreur dans l’ordre de paiement, l’entreprise soit cataloguée officiellement comme «ayant encore un solde débiteur auprès de l’ONSS» alors qu’il s’agit en fait d’un montant marginal.
Zo is het bijvoorbeeld voor bedrijven die in het Vlaams Gewest een groeipremie willen aanvragen een noodzakelijke voorwaarde dat ze geen schulden bij de RSZ hebben. Dat element bepaalt of het dossier al dan niet ontvankelijk is, maar dikwijls gebeurt het dat hetzij door een administratieve fout van het sociaal secretariaat, hetzij door een kleine vergissing in de betalingsopdracht een situatie ontstaat waardoor het bedrijf officieel te boek staat als « hebbende nog schuld aan de RSZ » terwijl het de facto om een marginaal bedrag gaat.
La réponse que l’ONSS donnera à la Région flamande à propos de l’existence de dettes sera néanmoins affirmative. Une erreur administrative aura donc d’importantes conséquences pour l’entreprise concernée.
Desalniettemin zal de RSZ op de vraag van het Vlaams Gewest of er wel of niet schulden zijn, antwoorden dat er schulden zijn, waardoor de administratieve fout grote gevolgen heeft voor het bedrijf in kwestie.
1. Comment s’effectue la transmission d’informations de l’ONSS aux autres pouvoirs publics ?
1. Hoe verloopt de informatieverstrekking vanuit de RSZ naar de andere overheden ?
2. Existe-t-il un mécanisme permettant de distinguer, dans le cadre de la transmission des informations, un véritable retard de paiement d’une légère différence au niveau du montant imputé ?
2. Bestaat er een mechanisme zodat er een onderscheid wordt gemaakt in de informatieverstrekking tussen een echte achterstand en procentueel een beperkt verrekeningsbedrag ?
3. Ne serait-il pas opportun, en l’occurrence, d’informer à l’avance l’entreprise du contenu des informations qui seront transmises à l’autre autorité publique de sorte qu’une régularisation puisse encore être effectuée ?
3. Is het niet aangewezen om in dergelijke gevallen het bedrijf vooraf in kennis te stellen van de inhoud van de informatie die men zal overmaken aan de andere overheid zodat regularisatie nog mogelijk is ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 décembre 2004, à la question no 164 de M. Alfons Borginon du 24 septembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 december 2004, op de vraag nr. 164 van de heer Alfons Borginon van 24 september 2004 (N.) :
En réponse au premier point de sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre
Als antwoord op het eerste punt van zijn vraag heb ik de eer het geachte lid mede te delen dat er formeel
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9401
qu’aucun circuit spécifique n’est formellement organisé avec les autres pouvoirs publics du pays concernant la communication d’informations sur les situations des comptes d’employeurs à l’égard de l’Office national de sécurité sociale.
geen enkel specifiek circuit met de andere openbare overheden van het land betreffende de informatieverstrekking over de stand van rekening van de werkgevers jegens de Rijksdienst voor sociale zekerheid, georganiseerd is.
Dans le cadre de l’article 12 de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, l’Office national de sécurité sociale (ONSS) communique dans le mois à tout tiers qui en effectue la demande par envoi recommandé à la poste et qui justifie d’un intérêt légitime, la situation du compte en cotisations uniquement, d’un employeur nommément désigné.
In het kader van artikel 12 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, meldt de Rijksdienst voor sociale zekerheid binnen de maand aan eenieder die er door middel van een aangetekend schrijven om vraagt en die een wettige interesse rechtvaardigt, de stand van rekening enkel in bijdragen van een met naam genoemde werkgever.
Lorsqu’un employeur doit, en vertu de certaines dispositions légales ou réglementaires, justifier du fait qu’il est en règle de cotisations sociales, l’Office national de sécurité sociale lui délivre, à sa demande, une attestation sur papier libre ou dans les formes particulières requises éventuellement par ces dispositions, (comme en matière de soumissions aux marchés publics par exemple). Si la demande de situation de compte émane de l’autorité qui doit gérer le dossier, la situation de compte ou l’attestation prévue lui est directement adressée via la voie électronique ou le support papier le cas échéant.
Wanneer een werkgever op grond van bepaalde wettelijke of reglementaire bepalingen moet aantonen dat hij in orde is met de sociale bijdragen, bezorgt de Rijksdienst voor sociale zekerheid hem op aanvraag een bewijs op gewoon papier of eventueel in de bepaalde vorm vereist door deze bepalingen (zoals bij inschrijving van overheidsopdrachten bijvoorbeeld). Indien de vraag naar de stand van rekening uitgaat van de overheid die het dossier moet beheren, dan wordt de stand van rekening of het voorziene attest haar onmiddellijk toegestuurd via elektronische weg of op papier.
En ce qui concerne le deuxième point, il n’existe pas de mécanisme pour une analyse de l’arriéré dans la mesure où les soldes débiteurs éventuellement communiqués sont strictement déterminés sur base de la comparaison entre les montants de cotisations déclarées et les rectifications apportées à ces cotisations d’une part et les paiements effectués d’autre part.
Wat het tweede punt betreft, bestaat er geen mechanisme voor een analyse van de achterstand voor zover het eventuele verstrekte debetsaldo strikt bepaald is op basis van de vergelijking tussen de aangegeven bijdragen en de wijzigingen aangebracht aan die bijdragen enerzijds en de uitgevoerde betalingen anderzijds.
Il est évident cependant qu’en cas de contestation formelle d’un solde débiteur par un employeur, des procédures existent pour permettre à l’Office national de nuancer la communication de ce solde en faisant figurer sur le document et dans certains cas strictement définis par son Comité de gestion une mention relative au solde débiteur formellement contesté.
Het spreekt voor zich dat in het geval van een formele betwisting van een debetsaldo door een werkgever, er procedures bestaan om de Rijksdienst toe te laten het meedelen van dat saldo te nuanceren door op het document en in de bepaalde gevallen die strikt gedefinieerd zijn door het Beheerscomité, een vermelding te maken betreffende het formeel betwiste debetsaldo.
E´tant donné que l’Office national de sécurité sociale répond en moyenne par année à 900 000 demandes d’informations et ce uniquement dans le cadre de l’article 12 de la loi du 27 juin 1969 précitée, il n’est ni matériellement ni techniquement envisageable d’établir et d’adresser systématiquement une copie de ce type de document aux employeurs dont le compte présente un solde débiteur pour qu’ils puissent éventuellement réagir, d’autant que l’Office national de sécurité sociale ne dispose que de trente jours pour répondre à la demande.
Aangezien de Rijksdienst voor sociale zekerheid jaarlijks gemiddeld 900 000 informatieaanvragen beantwoordt, en dit enkel in het kader van artikel 12 van de voormelde wet van 27 juni 1969, is het noch technisch, noch materieel denkbaar om systematisch een kopie van dit typedocument te verstrekken aan de werkgevers van wie de boekhouding een debetsaldo toont, zodat ze eventueel kunnen reageren. Daarbij komt dat de Rijksdienst voor sociale zekerheid slechts over dertig dagen beschikt om op de vraag te antwoorden.
Toute entreprise qui entame des démarches, pour obtenir une prime à l’emploi par exemple, est informée des conditions liées au bénéfice de cette prime. Si cette
Elk bedrijf dat stappen onderneemt, bijvoorbeeld om een werkpremie te krijgen, wordt geı¨nformeerd over de voorwaarden die horen bij de toekenning van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9402
entreprise souhaite obtenir des précisions sur la situation de son compte à l’Office national de sécurité sociale, elle peut obtenir l’information à tout moment et très rapidement auprès de son mandataire agréé, ou directement auprès de l’Office national de sécurité sociale.
die premie. Als dat bedrijf details wil ontvangen over de stand van zijn rekening bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, kan het die informatie op elk moment en heel snel ontvangen bij zijn erkende gemachtigde of rechtstreeks bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
DO 2004200502644
DO 2004200502644
Question no 198 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 198 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes.
Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastataux et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ?
1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ?
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 décembre 2004, à la question no 198 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) : ` la mi-novembre 2004, les comptes 2003 des 1. A organismes de sécurité sociale suivants ont déjà fait l’objet d’un controˆle par le(s) révieur(s) désigné(s) qui ont transmis leur rapport à l’attention du ministre de tutelle : fonds des accidents du travail, fonds des maladies, professionnelles, office de sécurité sociale d’outre-mer, office national de sécurité sociale pour les administrations provinciales et locales, caisse de secours et de prévoyance en faveur des marins.
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 december 2004, op de vraag nr. 198 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) :
2. Les remarques portent principalement sur :
1. Midden november 2004 werden de rekeningen 2003 van de volgende instellingen van sociale zekerheid nagezien door de aangewezen revisor(en), die hun verslag aan de toezichthoudende minister hebben bezorgd : fonds voor arbeidsongevallen, fonds voor de beroepsziekten, dienst voor overzeese sociale zekerheid, rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden. 2. De opmerkingen hebben vooral betrekking op :
a) la régularité des documents justificatifs des opérations enregistrées;
a) de juistheid van de verantwoordingsbescheiden der geboekte verrichtingen;
b) l’imputation correcte de ces opérations en conformité avec le budget et les dispositions qui régissent la comptabilité des institutions publiques de sécurité sociale;
b) de juiste aanrekening van deze verrichtingen overeenkomstig de begroting en de bepalingen, ter regeling van de boekhouding van de openbare instellingen van sociale zekerheid;
c) la ponctualité dans le recouvrement des créances et l’apurement des dettes.
c) de stiptheid in het innen van de schuldvorderingen en het aanzuiveren van de schulden.
De plus, les réviseurs procèdent périodiquement à la vérification de la consistance des biens et des valeurs appartenant aux institutions publiques de sécurité sociale ou dont celles-ci ont l’usage ou la gestion, ainsi que de leurs engagements généralement quelconques.
Bovendien gaan de revisoren periodisch de werkelijkheid na van de goederen en de waarden die aan de openbare instellignen van sociale zekerheid behoren of waarvan deze het gebruik of het beheer hebben en van, over het algemeen, eender welke verbintenissen. Dit
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9403
Les vérifications, dont les résultats sont consignés dans un procès-verbal, portent sur les biens et droits mobiliers et immobiliers et plus spécialement sur :
nazicht, warvan de utislagen in een proces-verbaal opgenomen worden, slaat op de roerende en onroerende goederen en rechten en meer bepaald op :
a) les avoirs en caisse et sur des comptes auprès d’organismes financiers;
a) het tegoed in kas en op rekeningen bij financie¨le instellingen;
b) les stocks, le portefeuille, les créances;
b) de voorraden, de portefeuille, de schuldvorderingen.
c) les réviseurs s’assurent, en outre, que les inventaires sont bien tenus et que les évaluations sont faites conformément aux règles préalablement établies.
c) Daarenboven vergewissen de revisoren zich ervan dat de inventarissen goed bijgehouden worden en dat de ramingen geschieden overeenkomstig de voorafgaandelijk vastgestelde regelen.
La mission des réviseurs auprès des institutions publiques de sécurité sociale est régie par l’arrêté royal du 14 novembre 2001.
De opdracht van de revisoren bij de openbare instellingen van sociale zekerheid wordt geregeld door het koninklijk besluit van 14 november 2001.
3. Les réviseurs exercent leur controˆle a posteriori. Par conséquent les institutions publiques de sécurité sociale ne modifieront pas leur comptes 2003 suite aux remarques des réviseurs. Cependant, ces remarques doivent être rises en compte en principe dès l’exercice suivant. Nonobstant celles-ci, tous les comptes qui ont fait l’objet d’un controˆle ont été certifiés conformes aux écritures comptables et à la législation en vigueur. Les comptes accompagnés du rapport des révieurs sont par la suite transmis à la Cour des comptes.
3. De revisoren oefenen hun toezicht a posteriori uit. De openbare instellingen van sociale zekerheid zullen hun rekeningen 2003 bijgevolg niet wijzigen naar aanleiding van de opmerkingen van de revisoren. Er moet wel rekening worden gehouden met deze opmerkingen in principe vanaf het volgende boekjaar. Niettegenstaande deze opmerkingen werden de gecontroleerde rekeningen in overeenstemming met de boekingen en de geldende wetgeving verklaard. De rekeningen worden vervolgens samen met het verslag van de revisoren aan het Rekenhof bezorgd.
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200421827
DO 2003200421827
Question no 242 de M. Filip De Man du 8 juillet 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 242 van de heer Filip De Man van 8 juli 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Augmentation inquiétante du nombre de cas de tuberculose. — Groupes à risque. — Région bruxelloise.
Onrustwekkende stijging van het aantal tuberculosegevallen. — Risicogroepen. — Brussels Gewest.
Selon de toutes récentes informations, la maladie contagieuse qu’est la tuberculose connaıˆt à nouveau une recrudescence dans notre pays. Pourtant, la médecine curative comme la médecine préventive avaient enregistré au cours des dernières décennies des progrès tels que l’affection pouvait être considérée comme quasiment éradiquée.
Volgens de meest recente berichten is de besmettelijke ziekte TBC in ons land weer aan een opmars bezig. Nochtans was zowel in het domein van de curatieve geneeskunde als in het domein van de preventieve geneeskunde de vooruitgang in de voorbije decennia gerealiseerd zodanig dat de ziekte als nagenoeg uitgeroeid kon worden bestempeld.
Comme on le sait, la forme la plus courante de la maladie, provoquée par la bactérie « Mycobacterium tuberculosus », est la tuberculose des poumons, mais d’autres organes peuvent être atteints également, tels que les reins, le système osseux, le cerveau, le système glandulaire, etc.
Zoals bekend is de meest voorkomende vorm van de ziekte, veroorzaakt door de Mycobacterium tuberculosus, de longtuberculose, maar ook andere organen zoals de nieren, beenderen, hersenen, klieren, enzovoort, kunnen worden aangetast.
Un article paru dans le quotidien « De Morgen » du 20 janvier 2004 fait état de constatations faites par la
Een artikel in het dagblad De Morgen van 20 januari 2004 citeert gegevens aangemerkt door de direc-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9404
directrice de la VRGT, la « Vlaamse Vereniging voor respiratoire gezondheidszorg en tuberculosebestrijding » (Association flamande pour les soins de santé respiratoires et la lutte contre la tuberculose).
trice van de VRGT, de Vlaamse Vereniging voor respiratoire gezondheidszorg en tuberculosebestrijding.
Cet article apporte la confirmation du fait que la situation est surtout problématique à Bruxelles. En 2002, 32 % de l’ensemble des cas y étaient signalés.
Daaruit blijkt — nogmaals — dat de situatie vooral in Brussel problematisch wordt. In 2002 werden daar 32 % van alle gevallen opgetekend.
Il faut également souligner que pour l’année 2002, on comptait parmi les victimes 50,05 % de personnes d’origine étrangère, faisant souvent partie des groupes à risque que sont les demandeurs d’asile et les illégaux ou encore les personnes « régularisées ».
Betekenisvol is eveneens dat voor het jaar 2002 er onder de slachtoffers 50,05 % mensen van vreemde origine waren. Deze worden vaak aangetroffen onder risicogroepen van asielzoekers en illegalen of onder de « geregulariseerden ».
Force est malheureusement de constater qu’à différents échelons politiques, et particulièrement en Région bruxelloise, le problème est systématiquement ignoré, de telle sorte qu’il est impossible de mener une politique efficace en la matière. Cette cécité « politiquement correcte » a pour effet de laisser l’initiative dans ce domaine à une poignée de médecins et prestataires de soins idéalistes et aux acteurs institutionnels comme la VRGT, dont les effectifs ont bien évidemment été fortement réduits au fil des années. ` cet égard, la directrice de la VRGT précise encore A dans l’article de presse en question que la tuberculose est devenue un grave problème auquel il faut s’attaquer avec force, avant que la maladie ne prenne des proportions épidémiques.
Nochtans is het pijnlijk vast te stellen dat op verscheidene beleidsniveaus en zeker in het Brussels Gewest met halsstarrigheid naast het probleem wordt gekeken, waardoor een doeltreffend beleid terzake onmogelijk is. De politiek correcte blindheid laat de aanpak over aan de idealistische inzet van een paar artsen en andere zorgverleners en aan de in de loop der tijden vanzelfsprekend zwaar afgeslankte institutionele actoren van het type VRGT.
1. a) Le gouvernement envisage-t-il de soumettre dorénavant systématiquement à un examen de dépistage les demandeurs d’asile et les candidats demandeurs d’asile en provenance de pays à risque, également après quelques mois de présence en Belgique, compte tenu de la période d’incubation ?
1. a) Overweegt de regering om voortaan asielzoekers en kandidaat-asielzoekers uit risicolanden systematisch te screenen ook na enkele maanden aanwezigheid op het Belgische grondgebied, rekening houdend met de incubatieperiode ?
b) Dans la négative, pour quelle raison ?
b) Indien niet, waarom niet ?
c) Dans l’affirmative, selon quelles procédures ?
c) Indien ja, volgens welke procedures ?
2. a) Le gouvernement envisage-t-il de soumettre dorénavant régulièrement à un examen de dépistage les personnes qui pour des raisons professionnelles sont en contact avec des demandeurs d’asile et candidats demandeurs d’asile ?
2. a) Overweegt de regering om voortaan de personen die professioneel met asielzoekers en kandidaatasielzoekers in aanraking komen op regelmatige tijdstippen te screenen ?
b) Dans la négative, pourquoi pas ?
b) Indien niet, waarom niet ?
c) Dans l’affirmative, selon quelles procédures ?
c) Indien ja, volgens welke procedures ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 23 décembre 2004, à la question no 242 de M. Filip De Man du 8 juillet 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 december 2004, op de vraag nr. 242 van de heer Filip De Man van 8 juli 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. En Belgique, comme dans la plupart des pays occidentaux, les demandeurs d’asile sont systémati-
1. In Belgie¨, zoals in de meeste Westerse landen, worden asielzoekers systematisch zo snel mogelijk na
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
In dit verband haal ik nog een citaat aan van het diensthoofd van de VRGT geput uit het bewuste persartikel : « Het is wel degelijk een groot probleem geworden dat hardnekkig moet worden aangepakt of het neemt epidemische vormen aan. »
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9405
quement dépistés pour la tuberculose le plus vite possible après leur arrivée. Le taux de couverture de ce dépistage est de 95 %, ce qui est assez élevé.
hun aankomst onderzocht op tuberculose. De dekkingsgraad van deze screening is vrij hoog namelijk 95 %.
Chaque demandeur d’asile aˆgé de plus de 5 ans (avant l’an 2002 ceci ne se faisait qu’à partir de 15 ans) et demandant l’asile en Belgique est soumis à une radiographie du thorax à l’Office des étrangers (OE). Ces radiographies des poumons sont lues par des pneumologues de la FARES/VRGT qui, en collaboration avec les services curatifs, assurent le suivi des personnes présentant des lésions radiologiques suspectes de tuberculose. Les enfants aˆgés de moins de 5 ans et les femmes enceintes sont d’abord soumis à un test à la tuberculine. Ce n’est que dans le cas d’un test positif ou d’un virage tuberculinique attesté qu’une radiographie des poumons est effectuée.
Er wordt bij elke asielzoeker ouder dan 5 jaar (voor 2002 gebeurde dit enkel vanaf de leeftijd van 15 jaar) die asiel aanvraagt in Belgie¨ een thoraxradiografie genomen op de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Deze longfoto’s worden gelezen door longartsen van de VRGT/FARES die, in samenwerking met curatieve diensten, instaan voor de verdere opvolging van personen met radiologische letsels verdacht voor tuberculose. Bij kinderen jonger dan 5 jaar en bij zwangeren wordt eerst een tuberculinehuidtest verricht. Pas als deze positief uitvalt of er een bewezen tuberculineomslag is, wordt een longfoto genomen.
En outre, le dépistage de la tuberculose est poursuivi de façon périodique (tous les six mois) durant les deux premières années de leur séjour dans notre pays.
Bovendien wordt bij asielzoekers periodiek (om de zes maanden) een tuberculoseopsporing voorgezet gedurende de eerste twee jaren van het verblijf in ons land.
L’examen à l’arrivée se fait à l’Office des étrangers (OE). Cet office transmet les radiographies aux pneumologues de la FARES/VRGT qui les lisent le jour même ou le lendemain au plus tard.
Het onderzoek bij aankomst gebeurt op de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Deze sturen de foto’s door naar longartsen van VRGT/FARES die ze dezelfde of ten laatste de volgende dag lezen.
Les demandeurs d’asile qui n’ont pas été examinés par le biais de radiographies à l’OE lors de leur arrivée en Belgique doivent être renvoyés immédiatement par les initiatives d’accueil locales ou les centres d’accueil à un dispensaire de la FARES/VRGT ou un hoˆpital local. La tuberculose est également dépistée de façon active dans les centres clos.
De asielzoekers die bij aankomst in Belgie¨ niet radiografisch onderzocht werden op DVZ, moeten door de lokale opvanginitiatieven (LOI) of onthaalcentra onmiddellijk worden verwezen naar een VRGT/FARES-dispensarsum of lokaal ziekenhuis. Ook in de gesloten centra wordt de actieve opsporing uitgevoerd.
2. Dans le cadre de la prévention au travail et en collaboration avec l’Association professionnelle belge des médecins du travail et la FARES/VRGT, les sociétés scientifiques des médecins du travail en Belgique sont en train d’élaborer des directives pour les membres du personnel qui risquent d’attraper la tuberculose dans leur environnement de travail. Ces directives stipuleront entre autres que le personnel à risque doit être dépisté pour la tuberculose tous les six mois. Les communautés, qui sont responsables de cette compétence, ne prévoient néanmoins pas de subventions pour ce dépistage.
2. De wetenschappelijke verenigingen voor arbeidsgezondheidskunde in Belgie¨ in samenwerking met de federale beroepsvereniging voor arbeidsgeneeskunde en de VRGT/FARES werken momenteel in het kader van preventie op het werk aan het uitschrijven van richtlijnen voor personeel dat via hun werkmilieu aan het risico blootgesteld is om tuberculose op te lopen. De richtlijnen zullen onder meer inhouden dat risicopersoneel zesmaandelijks gescreend wordt voor tuberculose. De gemeenschappen, onder wie deze bevoegdheid valt, voorzien weliswaar geen subsidies voor deze screening.
DO 2004200502447
DO 2004200502447
Question no 306 de M. Koen Bultinck du 19 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 306 van de heer Koen Bultinck van 19 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Publicité pour des compléments alimentaires dans un quotidien.
Advertentie voor voedingssupplementen in een dagblad.
En première page de l’édition du lundi 11 octobre 2004 du quotidien Metro est parue une publicité pour
Op de voorpagina van de editie van maandag 11 oktober 2004 van het dagblad Metro, verscheen een
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9406
un complément alimentaire. Dans la publicité ellemême, il était précisé qu’il est interdit de divulguer les résultats de la consommation de tels compléments alimentaires.
advertentie voor een voedingssupplement. In de advertentie wordt zelf aangehaald dat het weergeven van de resultaten van de inname van dergelijk voedingssupplement, verboden is.
1. Est-on, selon vous, en présence ici d’une infraction à la législation sur les pratiques du commerce, plus précisément à ses dispositions ayant trait aux produits qui ne sont disponibles qu’en pharmacie ?
1. Is hier volgens u via de bewuste advertentie een inbreuk gepleegd op de wetgeving inzake de handelspraktijken inzake producten die enkel in de apotheek verkrijgbaar zijn ?
2. Selon les services du ministre, toutes les règles applicables au complément alimentaire RE830 ontelles été respectées dans ce cas de figure ?
2. Zijn volgens de diensten van de minister alle spelregels voor het voedingssupplement RE830 correct nageleefd ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 décembre 2004, à la question no 306 de M. Koen Bultinck du 19 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 december 2004, op de vraag nr. 306 van de heer Koen Bultinck van 19 oktober 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Le produit en question a été notifié en tant que complément alimentaire auprès de mes services. Il contient des nutriments et des extraits de plantes, et sa composition satisfait à la réglementation belge et européenne.
Het betreffende product werd bij mijn diensten genotificeerd als voedingssuplement. Het bevat een aantal nutrie¨nten en plantenextracten en voldoet qua samenstelling aan de Belgische en Europese wetgeving.
Au début de cette année, des publicités constituant clairement une infraction à l’arrêté royal du 17 avril 1980 concernant la publicité pour les denrées alimentaires ont été diffusées.
Begin dit jaar werden voor dit product advertenties verspreid die een duidelijke inbreuk vormden op het koninklijk besluit van 17 april 1980 betreffende de reclame voor voedingsmiddelen.
Suite à cela, mes services ont eu des contacts répétés avec le responsable de la distribution et de la publicité pour ce produit. Ce responsable a élaboré trois nouveaux projets et les a soumis pour avis. Des remarques ont été formulées pour chacune de ces propositions. Aucune autorisation n’a été donnée pour la publicité intitulée « Interdit ».
Daarop hebben mijn diensten meerdere keren contact gehad met de verantwoordelijke voor de distributie en de reclame voor dit product. De verantwoordelijke heeft een drietal voorstellen uitgewerkt en die voor advies voorgelegd. Op elk van die voorstellen werden opmerkingen geformuleerd. Voor het gebruik van de advertentie met als titel « Verboden » werd geen toelating gegeven.
` ce jour, mes services examinent si juridiquement il A y a bien infraction. Si c’est le cas, les actions nécessaires seront entreprises sans hésitation.
Heden gaan mijn diensten na of er juridisch echt sprake is van een inbreuk. Als dat blijkt zo te zijn zal er niet geaarzeld worden om de nodige acties te ondernemen.
DO 2003200432352
DO 2003200432352
Question no 313 de Mme Colette Burgeon du 25 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 313 van mevrouw Colette Burgeon van 25 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Salades de crabe. — Surimi.
Krabsalade. — Surimi.
Selon Test Achats (no 480 d’octobre 2004), la plupart des produits dénommés « salades de crabe » contiennent en fait de la chair de poisson (surimi).
Volgens Test Aankoop (nr. 480 van oktober 2004) bevat het merendeel van de producten die als « krabsalade » worden verkocht eigenlijk visvlees (surimi).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9407
Cependant les étiquettes jouent sur les mots : la mention de surimi n’est pas toujours explicite alors que plusieurs produits en contiennent. Quant aux sandwichs dans les snacks, tous sont au surimi alors qu’il restent affichés comme « crabe ».
Op etiketten en opschriften is de spraakverwarring echter alomtegenwoordig : het ingredie¨nt surimi wordt niet altijd uitdrukkelijk vermeld, terwijl het wel in talrijke producten is verwerkt. De broodjes « met krabsalade » die in snackbars worden verkocht, bevatten zelfs allemaal surimi.
1. N’y aurait-il pas lieu de clarifier la situation par un étiquetage ne prêtant pas à confusion ?
1. Ware het niet gepast door middel van een eenduidige etikettering klaarheid in deze toestand te brengen ?
2. Une salade de viande est tenue de contenir au moins 40 % de viande.
2. Vleessalade wordt geacht minstens 40 % vlees te bevatten.
Pour la salade de crabe/surimi, cela ne devrait-il pas être aussi spécifié par la législation ?
Zou dit voor krab- en surimisalade ook niet in de wetgeving moeten worden verduidelijkt ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 23 décembre 2004, à la question no 313 de Mme Colette Burgeon du 25 octobre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 december 2004, op de vraag nr. 313 van mevrouw Colette Burgeon van 25 oktober 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
1. Il est évident que la situation mérite d’être clarifiée du fait que ce genre de dénomination trompe les consommateurs, en les abusant quant à la composition exacte du produit. Certains fabricants ajoutent cependant une faible quantité de crabe dans le produit pour pouvoir l’appeler salade de crabe alors que la majorité est constituée par du surimi. La réglementation actuelle, relative à la publicité trompeuse et relative aux pratiques du commerce et à l’information et la protection du consommateur, contient des dispositions générales interdisant d’induire les consommateurs en erreur et permet d’intervenir dans les cas les plus flagrants. E´tant donné qu’il n’y a pas de risque pour la Santé publique, c’est le SPF Affaires économiques, protection du consommateur, qui est habilité à verbaliser et à exiger le remplacement de la dénomination de verte et le changement des étiquettes.
1. Het is duidelijk dat de situatie opheldering vergt daar dit soort benamingen de verbruikers bedriegt, door onduidelijkheid te scheppen omtrent de exacte samenstelling van het product. Bepaalde fabrikanten voegen evenwel een kleine hoeveelheid krab toe aan het product om het krabsla te kunnen noemen terwijl het grotendeels bestaat uit surimi. De huidige reglementering inzake misleidende reclame en betreffende handelspraktijken en informatie en bescherming van de consument, bevatten algemene bepalingen die verbieden de consument op een dwaalspoor te brengen en het mogelijk zouden moeten maken in flagrante gevallen, op te treden. Gezien er geen risico is voor de Volksgezondheid, is het FOD Economische Zaken, bescherming van de consument, die gemachtigd is te verbaliseren en de vervanging van de benaming en ticket kan eisen.
2. Votre suggestion mériterait une réflexion plus approfondie, en concertation avec les divers départements concernés, et en tenant compte des contraintes imposées par les Communautés européennes.
2. Uw suggestie zou nader onderzocht kunnen worden in overleg met de diverse betrokken departementen en rekening houdend met de door de Europese Gemeenschappen opgelegde regels.
DO 2004200502644
DO 2004200502644
Question no 332 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 332 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes.
Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, para-
1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1189
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9408
stataux et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ?
overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ?
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 23 décembre 2004, à la question no 332 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 23 december 2004, op de vraag nr. 332 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.
Un réviseur a été désigné auprès des parastataux suivants et autres organismes publics sousmentionnés et qui ressortent de la compétence du SPF Santé publique :
Bij de hiernavolgende parastatalen en andere openbare instellingen, die onder de bevoegdheid van de FOD Volksgezondheid vallen, is een revisor aangesteld :
— L’Agence fédérale pour la Sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA);
— Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV);
— Le Centre d’études et de recherches vétérinaires et agrochimiques (CERVA);
— Het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA);
— L’Institut Scientifique de la Santé publique (ISP).
— Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV).
Les réviseurs ont vérifié les comptes pour l’année comptable 2003; dans leurs rapports il n’y a pas de remarques.
De revisoren hebben de rekeningen voor het boekjaar 2003 nagekeken; in hun verslagen werden geen opmerkingen genoteerd.
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Classes moyennes
Middenstand
DO 2004200502852
DO 2004200502852
Question no 39 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 39 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.
Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un
Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ont-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9409
projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).
werp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).
Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.
Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.
1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?
1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?
2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?
2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 24 décembre 2004, à la question no 39 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 24 december 2004, op de vraag nr. 39 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen.
1. Les plans de management et opérationnel du président du SPF E´conomie ont été transmis en novembre 2002 au ministre de l’E´conomie de l’époque, M. Charles Picqué, qui les a approuvés le 16 juin 2003. Lors de l’installation du nouveau gouvernement, à la suite des élections législatives du 12 juillet 2003, ces plans ont été transmis aux nouveaux ministres en charge du département, Mme Fientje Moerman, ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique et moi-même.
1. De management- en operationele plannen van de Voorzitter van de FOD Economie werden in november 2002 overgemaakt aan de toenmalige minister van Economie, de heer Charles Picqué, die ze goedgekeurd heeft op 16 juni 2003. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe regering na de verkiezingen van 12 juli 2003 werden de plannen overgemaakt aan de nieuwe ministers bevoegd voor het departement : mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en ikzelf.
Conformément à l’article 3 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque SPF, un Conseil stratégique a été institué, à l’initiative de ma collègue Mme Moerman. Les plans de management et opérationnel du Président y ont été examinés en décembre 2003 et ` cette occasion, tant ma collègue de mars 2004. A l’E´conomie que moi-même avons donné notre vision et avons fait part de nos réactions sur la philosophie de ceux-ci.
Overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende de oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere FOD, werd op initiatief van mijn collega, Mevrouw Moerman, een Beleidsraad opgericht. De management- en operationele plannen van de Voorzitter werden door deze raad bestudeerd op december 2003 en maart 2004. Bij deze gelegenheid hebben zowel mijn collega van Economie als ikzelf onze visie gegeven en onze reacties meegedeeld betreffende de filosofie van deze plannen.
Tenant compte, d’une part, des remarques émises dans ce cadre et, d’autre part, des initiatives déjà prises en vue de la réalisation des plans précités, le Président y a apporté les adaptations requises. Ces plans seront
Rekening houdend enerzijds met de gegeven opmerkingen in dit verband en anderzijds met de reeds genomen initiatieven met het oog op hun uitvoering heeft de voorzitter de nodige aanpassingen aan de plannen
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9410
par la suite régulièrement ajustés, notamment en fonction des moyens octroyés au SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et Energie.
aangebracht. Ze zullen in de toekomst regelmatig verder aangepast worden, met name in functie van de middelen die toegekend worden aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
2. Actuellement, les plans précités sont consultables sur l’intranet du SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie et donc accessibles à tous les agents de celui-ci. Le plan global du département sera, quant à lui, très prochainement consultable sur le site internet du SPF susmentionné.
2. Op dit moment zijn de hoger vermelde plannen te vinden op het intranet van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie en dus toegankelijk voor al zijn medewerkers. Het globale plan van het departement zal binnenkort te vinden zijn op zijn internetsite.
Agriculture
Landbouw
DO 2004200502734
DO 2004200502734
Question no 48 de M. Guido De Padt du 24 novembre 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 48 van de heer Guido De Padt van 24 november 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Cultivateurs de betteraves. — Conséquences des propositions de réforme du commissaire à l’Agriculture.
Bietentelers. — Gevolgen hervormingsvoorstellen landbouwcommissaris.
Dans une étude réalisée à la demande du ministère néerlandais de l’Agriculture, le LandbouwEconomische Instituut (LEI) néerlandais a calculé que le cultivateur de betteraves moyen aux Pays-Bas subirait une perte d’environ 3 500 euros, soit 10 % de ses revenus, si les propositions de réforme de l’ancien commissaire à l’Agriculture, M. Frans Fischler, étaient adoptées.
De gemiddelde bietenteler in Nederland levert ongeveer 3 500 euro, ofwel 10 % van zijn inkomen, in als de hervormingsvoorstellen van voormalig landbouwcommissaris Franz Fischler worden doorgevoerd. Dit heeft het Nederlandse Landbouw-Economische Instituut (LEI) berekend in een studie die is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw.
Pouvez-vous me faire savoir quelles conséquences l’adoption des propositions de réforme précitées pourraient avoir pour le cultivateur de betteraves belge ?
Kan u mededelen wat de gevolgen zouden kunnen zijn voor de Belgische bietentelers wanneer voormelde hervormingsvoorstellen realiteit zouden worden ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 23 décembre 2004, à la question no 48 de M. Guido De Padt du 24 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 23 december 2004, op de vraag nr. 48 van de heer Guido De Padt van 24 november 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen.
La communication de la Commission européenne du 14 juillet 2004 concernant la réforme de l’organisation du marché du sucre contient un ensemble complexe de propositions qui peuvent également avoir des conséquences importantes pour les betteraviers.
De mededeling van de Europese Commissie van 14 juli 2004 voor een hervorming van de suikermarktordening bevat een complex geheel van voorstellen die ook voor de bietentelers belangrijke gevolgen kunnen hebben.
Les conséquences possibles pour nos betteraviers comme une diminution de la production ou même l’arrêt de la culture, et finalement aussi la perte de revenu, doivent dès lors toujours être envisagées sous le contexte général de ces propositions. Ainsi, il y a les diminutions de quota proposées, les baisses des prix,
De mogelijke gevolgen voor onze bietentelers zoals een productievermindering of zelfs het stopzetten van de teelt en ten slotte ook het inkomensverlies dienen dan ook steeds gezien te worden in de algemene context van deze voorstellen. Zo zijn er de voorgestelde quotaverminderingen, de prijsdalingen, de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9411
les compensations aux cultivateurs, les aspects internationaux, les politiques d’importation et d’exportation, l’évolution possible de l’industrie sucrière dans l’UE, les possibilités de diversification vers d’autres cultures, etc. Une image complète et correcte ne sera possible que lorsque la Commission européenne aura introduit ses propositions formelles au Conseil (printemps 2005). Vu la répartition des compétences, les autorités régionales compétentes étudient entre autre l’effet sur le revenu au niveau des agriculteurs-betteraviers afin de pouvoir déterminer une position belge fondée, par l’intermédiaire des structures de concertation prévues à cet effet. Les régions disposent en effet d’un réseau de comptabilités agricoles leur permettant de réaliser des simulations. En tenant compte d’une diminution du prix minimal pour les betteraves sucrières de 37 %, compensé seulement partiellement par une aide directe découplée de la production, qui ne dédommagerait que 60 % de la baisse de prix, la perte nette pour les betteraviers s’élèverait à 6,5 euros par tonne de betteraves, ou en moyenne 400 euros par ha de betteraves sucrières. Cela signifie environ 40 millions d’euros de perte pour les agriculteurs belges. D’autre part, il faut également tenir compte des effets possibles de la proposition sur la production individuelle de betteraves sucrières et sur la diminution de valeur en capital des droits de livraison acquis (quotas betteraviers) sur les exploitations. Il ressort des études actuellement disponibles une perte du solde brut de 5 à 10 % à prévoir, par laquelle le revenu du travail réel des betteraviers pourrait encore baisser plus fort, surtout pour les exploitations ayant une superficie de betteraves sucrières relativement grande et dans les zones de production spécialisées. Des différences relativement grandes peuvent dès lors apparaıˆtre entre les régions, les régions agricoles et les exploitations individuelles. Enfin, je rappelle que la délégation belge ne pouvait accepter ces propositions comme telles aux Conseils Agriculture de juillet et de novembre, et a souhaité que des corrections importantes y soient apportées.
compensaties aan de telers, de internationale aspecten, de invoer- en uitvoerpolitiek, de mogelijke evolutie van de suikerfabrieken in de EU, de uitwijkmogelijkheden naar andere teelten, enz.
DO 2004200502852
DO 2004200502852
Question no 49 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice
Vraag nr. 49 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten. Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoe-
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Een volledig en juist beeld zal echter slechts mogelijk zijn als de Europese Commissie haar formele voorstellen bij de Raad zal indienen (voorjaar 2005). Gezien de bevoegdheidsverdeling wordt onder andere ook het inkomenseffect op het niveau van de landbouwers-bietentelers door de bevoegde Gewestelijke overheden onderzocht ten einde een gefundeerde Belgische houding te kunnen bepalen via de daarvoor voorziene overlegstructuren. De gewesten beschikken inderdaad over een netwerk van landbouwboekhoudingen dat het hun mogelijk maakt simulaties te verwezenlijken. Rekening houdend met een vermindering van de minimumprijs voor suikerbieten van 37 % en met een slechts gedeeltelijke compensatie daarvan door een directe steun, losgekoppeld van de productie, die 60 % van de prijsdaling zou vergoeden, zal het netto-verlies voor de bietentelers 6,5 euro per ton bieten bedragen of gemiddeld 400 euro per ha suikerbieten. Dat betekent ongeveer 40 miljoen euro verlies voor de Belgische landbouwers. Daarnaast dient ook rekening gehouden te worden met de mogelijke effecten van het voorstel op de individuele productie van suikerbieten en de waardevermindering in kapitaal van de verworven leverantierechten (bietenquota) op de bedrijven. Uit de momenteel voorhanden zijnde studies blijkt een gemiddeld te verwachten daling van het brutosaldo van 5 à 10 %, waarbij het werkelijk arbeidsinkomen van de bietentelers nog sterker zou kunnen dalen vooral voor de bedrijven met een relatief groot suikerbietenareaal en in de gespecialiseerde productiezones. Relatief grote verschillen kunnen dan ook optreden tussen Gewesten, landbouwstreken en individuele bedrijven. Ten slotte herinner ik eraan dat de Belgische delegatie in de Landbouwraden van juli en november deze voorstellen als zodanig niet kon aanvaarden en belangrijke verbeteringen wenste.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9412
des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).
fening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).
Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.
Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.
1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?
1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?
2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?
2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 24 décembre 2004, à la question no 49 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 24 december 2004, op de vraag nr. 49 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen.
1. Les plans de management et opérationnel du Président du SPF E´conomie ont été transmis en novembre 2002 au ministre de l’E´conomie de l’époque, M. Charles Picqué, qui les a approuvés le 16 juin 2003. Lors de l’installation du nouveau gouvernement, à la suite des élections législatives du 12 juillet 2003, ces plans ont été transmis aux nouveaux ministres en charge du département, Mme Fientje Moerman, ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique et moi-même.
1. De management- en operationele plannen van de Voorzitter van de FOD Economie werden in november 2002 overgemaakt aan de toenmalige minister van Economie, de heer Charles Picqué, die ze goedgekeurd heeft op 16 juni 2003. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe regering na de verkiezingen van 12 juli 2003 werden de plannen overgemaakt aan de nieuwe ministers bevoegd voor het departement : mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en ikzelf.
Conformément à l’article 3 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque SPF, un Conseil stratégique a été institué, à l’initiative de ma collègue Mme Moerman. Les plans de management et opérationnel du Président y ont été examinés en décembre 2003 et ` cette occasion, tant ma collègue de mars 2004. A l’E´conomie que moi-même avons donné notre vision et avons fait part de nos réactions sur la philosophie de ceux-ci.
Overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende de oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere FOD, werd op initiatief van mijn collega, Mevrouw Moerman, een Beleidsraad opgericht. De management- en operationele plannen van de Voorzitter werden door deze raad bestudeerd op december 2003 en maart 2004. Bij deze gelegenheid hebben zowel mijn collega van Economie als ikzelf onze visie gegeven en onze reacties meegedeeld betreffende de filosofie van deze plannen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9413
Tenant compte, d’une part, des remarques émises dans ce cadre et, d’autre part, des initiatives déjà prises en vue de la réalisation des plans précités, le Président y a apporté les adaptations requises. Ces plans seront par la suite régulièrement ajustés, notamment en fonction des moyens octroyés au SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie.
Rekening houdend enerzijds met de gegeven opmerkingen in dit verband en anderzijds met de reeds genomen initiatieven met het oog op hun uitvoering heeft de Voorzitter de nodige aanpassingen aan de plannen aangebracht. Ze zullen in de toekomst regelmatig verder aangepast worden, met name in functie van de middelen die toegekend worden aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.
2. Actuellement, les plans précités sont consultables sur l’intranet du SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie et donc accessibles à tous les agents de celui-ci. Le plan global du département sera, quant à lui, très prochainement consultable sur le site internet du SPF susmentionné.
2. Op dit moment zijn de hoger vermelde plannen te vinden op het intranet van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie en dus toegankelijk voor al zijn medewerkers. Het globale plan van het departement zal binnenkort te vinden zijn op zijn internetsite.
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs
Minister van Werk en Consumentenzaken
Emploi
Werk
DO 2003200410762
DO 2003200410762
Question no 62 de M. Guido De Padt du 29 janvier 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 62 van de heer Guido De Padt van 29 januari 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Horeca. — Travailleurs occasionnels.
Horeca. — Gelegenheidswerknemers.
Depuis le 1er juillet 2003, les employeurs du secteur de l’Horeca peuvent faire appel, à des conditions avantageuses, à des travailleurs occasionnels. Ils ont ainsi la possibilité d’engager chaque année un ou plusieurs travailleurs occasionnels sur la base d’un système forfaitaire et pour une durée maximale de 45 journées d’activité intense. Le travailleur peut être occupé un maximum 45 jours par an chez un ou plusieurs employeurs de ce secteur. E´tant donné que la réglementation n’est entrée en vigueur qu’au 1er juillet 2003, le nombre maximal de jours de travail par travailleur a été fixé à 25 pour le second semestre de l’année 2003.
Sinds 1 juli 2003 kan de horeca op een goedkope manier gelegenheidswerknemers inschakelen. De werkgever mag op maximaal 45 piekdagen per kalenderjaar één of meerdere gelegenheidswerknemers tewerkstellen volgens een forfaitaire regeling. De gelegenheidswerknemer kan bij één of meerdere werkgevers uit de sector samen, maximaal 45 dagen per jaar worden tewerkgesteld. Vermits de regeling pas vanaf 1 juli 2003 van kracht is, werd het maximaal aantal te presteren dagen per werknemer voor het tweede semester van 2003 vastgesteld op 25.
Par cette mesure, instaurée par l’arrêté royal du 27 mai 2003, le gouvernement entend répondre à la demande formulée par le secteur en lui permettant d’engager, de façon souple et à des conditions abordable, des effectifs supplémentaires lors de périodes de grande activité.
Met de maatregel, ingesteld via het koninklijk besluit van 27 mei 2003, wil de regering tegemoet komen aan de vraag van de sector om op een soepele en betaalbare wijze extra mankracht te kunnen inschakelen tijdens piekmomenten.
1. Pour l’année 2003, combien d’employeurs de l’horeca ont-ils eu recours à cette initiative en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
1. Hoeveel werkgevers in de horeca in Vlaanderen, respectievelijk Wallonie¨ en in Brussel, deden in 2003 een beroep op deze maatregel ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9414
2. Au cours du second semestre de l’année 2003, combien de travailleurs en ont-ils bénéficié en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
2. Hoeveel werknemers werden via deze maatregel tewerkgesteld in Vlaanderen, respectievelijk in Wallonie¨ en in Brussel tijdens het tweede semester van 2003 ?
3. Pour l’année 2003, combien de jours de travail ont-ils été effectués sous ce régime en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
3. Hoeveel dagen werden in 2003 onder dit regime gepresteerd door de werknemers in Vlaanderen, respectievelijk in Wallonie¨ en in Brussel ?
4. a) Des problèmes particuliers ont-ils été constatés depuis la mise en œuvre du système ?
4. a) Werden er bijzondere problemen vastgesteld sinds de implementatie van de maatregel ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
5. Depuis la récente entrée en vigueur de cette mesure, le nombre légal de jours de travail (45) s’est-il avéré suffisant pour remédier aux problèmes de personnel pendant les périodes d’intense activité ?
5. Is sinds de beperkte periode dat de maatregel van kracht is, gebleken of het wettelijk bepaald aantal dagen (45) volstaat om tegemoet te komen aan de personeelsproblemen tijdens piekmomenten ?
` quelle date procédera-t-on à une première 6. A évaluation dans ce cadre ?
6. Wanneer wordt een eerste evaluatie van de maatregel gepland ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 décembre 2004, à la question no 62 de M. Guido De Padt du 29 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 december 2004, op de vraag nr. 62 van de heer Guido De Padt van 29 januari 2004 (N.) :
Je vous prie de trouver, ci-desous, les réponses aux questions posées.
Gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de gestelde vragen.
1, 2 et 3. Situation des super extra dans l’Horeca pour la période 3/2003-2/2004
1, 2 en 3. Situatie van super-extra’s in de Horeca voor de periode 3/2003-2/2004
Employeurs — Werkgevers Trimestre. — Kwartaal 3/2003 Bruxelles. — Brussel ................. Flandres. — Vlaanderen ........... Wallonie. — Wallonie¨ .............. Trimestre. — Kwartaal 4/2003 Bruxelles. — Brussel ................. Flandres. — Vlaanderen ........... Wallonie. — Wallonie¨ .............. Trimestre. — Kwartaal 1/2004 Bruxelles. — Brussel ................. Flandres. — Vlaanderen ........... Wallonie. — Wallonie¨ .............. Trimestre. — Kwartaal 2/2004 Bruxelles. — Brussel ................. Flandres. — Vlaanderen ........... Wallonie. — Wallonie¨ .............. Total. — Totaal Bruxelles. — Brussel ................. Flandres. — Vlaanderen ........... Wallonie. — Wallonie¨ ..............
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Employés — Werknemers
Jours ouvrables — Arbeidsdager
13 1 074 116
47 7 383 830
665 48 644 9 395
35 1 374 164
236 9 769 1 121
1 860 89 726 17 163
38 1 347 211
186 8 714 1 228
1 729 94 641 18 873
45 1 701 271
206 10 867 1 523
2 020 88 785 25 579
131 5 496 762
675 36 733 4 702
6 274 321 796 71 010
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9415
4. L’implémentation de cette disposition pour les extra — qui finalement n’est applicable que depuis un an et demi seulement — a conduit l’inspection du travail (Controˆle des lois sociales) à la constatation de certains problèmes.
4. De implementatie van deze maatregel voor de extra’s — die uiteindelijk nog maar een goed half jaar van kracht is — heeft bij de arbeidinspectie (Toezicht sociale wetten) toch geleid tot de vaststelling van een aantal problemen.
— Les extra sont bien inscrits au registre de présence, mais un grand nombre des inscriptions est ensuite rayé. Selon les employeurs ceci est du au fait que l’extra ne s’est pas présenté; selon l’inspection cela signifie que l’on continue à travailler au noir (lorsqu’il n’y a pas eu de controˆle, l’inscription est simplement rayée; s’il y a un controˆle, l’inscription est en ordre). Certes l’explication de l’employeur est correcte dans certains cas, mais la multiplicité de ces situations rend ce récit plus invraisemblable.
— De extra’s worden wel ingeschreven in het aanwezigheidsregister, maar een groot aantal inschrijvingen worden nadien geschrapt. Volgens de werkgevers gebeurt dit omdat de betrokken extra niet is komen opdagen; volgens de inspectie wijst dit er op dat men toch in het zwart blijft werken (als er geen controle geweest is, schrapt men gewoon de inschrijving; komt er wel controle, is men toch in orde met de inschrijving). Uiteraard klopt de uitleg van de werkgever wel in een aantal gevallen, maar het grote aantal ervan maakt dit verhaal dan weer ongeloofwaardiger.
— Lorsqu’il n’y a pas eu de controˆle, la fin du temps de travail est « avancée ». Par exemple, on constate lors d’un controˆle à 24 heures que le même travailleur lors de prestations antérieures a selon le regeistre de présence, toujours travaillé jusqu’à 21 heures. Dans certains cas cela semble invraisemblable, mais ne peut être prouvé qu’après plusieurs controˆles.
— Als er geen controle geweest is, « vervroegt » men de eindtijd. Men stelt bijvoorbeeld bij controle om 24 uur vast dat diezelfde werknemer voor voorbije prestaties volgens het aanwezigheids- register steeds maar heeft gewerkt tot 21 uur. Dit komt in een aantal gevallen zeer ongeloofwaardig over, maar dit is uiteraard slechts te bewijzen na meerdere controles.
— Le jour « P » des jours de pointe ne figure pas dans le registre pour les jours concernés. Cela peut éventuellement mener à des difficultés avec l’ONSS.
— De « P » van piekdag wordt niet vermeld op de betrokken dagen in het register. Dit kan later eventueel leiden tot problemen met de RSZ.
5. Je n’ai pas encore reçu de réactions concernant le nombre de jours de la part des partenaires sociaux.
5. Over het aantal dagen heb ik nog geen opmerkingen ontvangen van de sociale partners.
6. Le Conseil national du Travail a déjà traité cette problématique afin de soumettre les extra au système dimona. Cette dérogation actuelle a été prolongée d’un an jusqu’en fin 2004.
6. De Nationale Arbeidsraad besprak eerder reeds de problematiek om extra’s ook onder het Dimonasysteem te brengen. De huidige afwijking werd met een jaar verlengd tot einde 2004.
DO 2004200502659
DO 2004200502659
Question no 178 de M. Guy D’haeseleer du 16 novembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 178 van de heer Guy D’haeseleer van 16 november 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Projet de directive européenne relative à la révision du temps de travail maximum. ` la suite d’un arrêt de la Cour de justice du 9 sepA tembre 2003 relatif à la notion de « temps de travail », la Commission européenne propose une réforme de la directive concernée. En réponse à ma question orale du 28 septembre 2004, vous avez déclaré que la proposition serait examinée lors du Conseil du 4 octobre 2004 au Luxembourg et que la nouvelle directive n’aurait, à première vue, que peu d’implications pour
Ontwerp van Europese richtlijn inzake de arbeidstijd.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Als gevolg van een arrest van het Hof van justitie op 9 september 2003 aangaande het begrip « arbeidstijd » wordt door de Europese Commissie een herziening van de desbetreffende richtlijn voorgesteld. In antwoord op mijn mondelinge vraag van 28 september 2004 stelde u dat het voorstel op de Raad van 4 oktober 2004 in Luxemburg zou besproken worden, en dat er door de nieuwe richtlijn voor ons land op het eerste 2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1190
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9416
notre pays. La ministre a également déclaré que son administration avait été chargée d’examiner les implications éventuelles que le projet de directive pourrait avoir pour notre pays (question no 3709, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 28 septembre 2004, COM 344, p. 15).
zicht niet veel zou veranderen. De minister zei ook dat haar administratie de opdracht had gekregen om het ontwerp van richtlijn te onderzoeken op mogelijke implicaties voor ons land (vraag nr. 3709, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 28 september 2004, COM 344, blz. 15).
1. a) Le projet de directive a-t-il effectivement été examiné lors du Conseil du 4 octobre 2004 ?
1. a) Werd het ontwerp van richtlijn op de Raad van 4 oktober 2004 effectief besproken ?
b) De nouveaux éléments sont-ils apparus ?
b) Zijn er nieuwe elementen aan het licht gekomen ?
2. Quels sont les résultats de l’examen du projet de directive par votre administration ?
2. Wat zijn de resultaten van het aangekondigde onderzoek van het ontwerp van richtlijn door uw administratie ?
3. La ministre a également déclaré que le gouvernement prendrait officiellement position après la réunion du Conseil.
3. De minister kondigde ook aan dat na de vergadering van de Raad de regering heel formeel haar standpunt zou duidelijk maken.
Quelle est la position du gouvernement en ce qui concerne ce projet de directive ?
Wat is het standpunt van de regering aangaande deze ontwerp-richtlijn ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 22 décembre 2004, à la question no 178 de M. Guy D’haeseleer du 16 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 22 december 2004, op de vraag nr. 178 van de heer Guy D’haeseleer van 16 november 2004 (N.) :
Vous trouverez ci-dessous la réponse à la question posée.
Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vraag te vinden.
1. La proposition de directive du Parlement européen et du Conseil modifiant la directive 2003/88/CE du Parlement européen et du Conseil du 4 novembre 2003 concernant certains aspects de l’aménagement du temps de travail a été présentée lors du Conseil du 4 octobre 2004.
1. Het voorstel van richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de richtlijn 2003/ 88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd werd voorgesteld op de Raad van 4 oktober 2004.
Depuis cette directive a été soumise pour examen au Groupe des questions sociales du Conseil et plusieurs réunions ont déjà eu lieu.
Sindsdien is deze richtlijn onderworpen geweest aan een onderzoek door de Groep Sociale Vraagstukken van de Raad en vonden reeds verscheidene vergaderingen plaats.
2. Comme je l’avais déjà précisé devant la Commission des Affaires sociales, la proposition de modification de directive ne pose pas de problèmes importants au regard de notre réglementation.
2. Zoals ik reeds heb verduidelijkt voor de Commissie Sociale Zaken, stelt het voorstel tot wijziging van de richtlijn geen belangrijke problemen ten aanzien van onze reglementering.
3. Une des modifications apportées par la proposition de directive européenne porte sur la notion de temps de travail. Cette proposition permettrait de mettre fin aux effets de l’arrêt Jaeger, rendu par la Cour de justice européenne le 9 septembre 2003. Notre position est donc favorable à cette nouvelle notion du temps de travail puisqu’elle serait de nature à régulariser nos arrêtés sectoriels existants en matière de neutralisation de certains temps de garde.
3. Een van de aangebrachte wijzigingen van het voorstel van Europese richtlijn betreft het begrip arbeidstijd. Dit voorstel zou een einde kunnen maken aan de gevolgen van het arrest Jaeger, door het Europese Hof van Justitie op 9 september 2003 gewezen. Deze nieuwe invulling van het begrip arbeidstijd stemt ons gunstig, aangezien het ons zou toelaten onze bestaande sectorale besluiten die de wachttijden neutraliseren te regulariseren.
En ce qui concerne l’extension de la période de référence pour le calcul de la durée du temps de travail, notre position est également favorable puisque cette proposition de modification est conforme à notre réglementation.
Wat de uitbreiding van de referentieperiode voor de berekening van de arbeidsduur betreft, zijn we evenzeer gunstig gestemd, aangezien dit voorstel tot wijziging conform onze reglementering is.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9417
Enfin, nous ne sommes par contre pas en faveur de la proposition de la Commission de maintenir l’opting-out (possibilité pour un E´tat membre de ne pas appliquer la limite du temps de travail prévue par la directive moyennant l’accord individuel du travailleur). Nous estimons qu’une telle dérogation vide la directive d’une partie de son sens dans la mesure où cette directive vise à préserver la santé et la sécurité des travailleurs.
Tot slot, zijn we daarentegen niet ter wille van het voorstel van de Commissie om de opting-out (mogelijkheid voor een lidstaat de arbeidsduurgrens voorzien bij de richtlijn middels het akkoord van de werknemer niet toe te passen) te handhaven. We menen dat dergelijke afwijking de richtlijn deels haar zin ontneemt, gelet op haar doelstelling erin bestaande de gezondheid en de veiligheid van de werknemers te vrijwaren.
Le 7 décembre 2004, un Conseil Emploi, Politique sociale, Santé et Consommateurs (EPSCO) a permis aux différents ministres de l’Emploi européens de discuter de cette directive et des propositions avancées par la présidence du Conseil. Lors de ce Conseil on n’a pu que constater les positions divergentes des E´tats membres concernant l’opting-out et aucun accord n’a pu être dégagé.
Op 7 december 2004 kregen de verschillende Europese ministers bevoegd voor werkgelegenheid de kans deze richtlijn en de door het voorzitterschap van de Raad voortgebrachte voorstellen te bespreken in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO). Op deze Raad kon men enkel de verschillende posities van de Lidstaten betreffende de opting-out vaststellen. Geen enkel akkoord kwam uit de bus.
L’avis du Parlement européen, indispensable dans le cadre de la co-décision, est attendu pour le mois d’avril au plus tard.
Het in het kader van de medebeslissing onontbeerlijke advies van het Europees Parlement wordt ten laatste in de maand april verwacht.
DO 2004200502853
DO 2004200502853
Question no 196 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 196 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité accessoire. — Autorisation.
Ministerie¨le diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep. — Toelating.
1. Les fonctionnaires attachés à vos services ministériels et qui souhaitent exercer une activité accessoire, doivent-ils en demander l’autorisation ?
1. Dienen ambtenaren bij uw ministerie¨le diensten de toelating te vragen wanneer zij een bijberoep willen uitvoeren ?
2. Pouvez-vous indiquer, le cas échéant, combien de demandes vous ont déjà été adressées au cours des deux dernières années ?
2. Kan u in voorkomend geval meedelen hoeveel aanvragen u reeds kreeg gedurende de jongste twee jaar ?
3. Pouvez-vous dire combien d’agents de vos services ministériels exercent une activité accessoire ?
3. Kan u precies meedelen hoeveel ambtenaren van uw ministerie¨le diensten een bijberoep uitoefenen ?
4. Au cas ou` des demandes auraient déjà été refusées, de combien de cas s’agit-il et quelles étaient les raisons motivant ces réponses négatives ?
4. Indien reeds aanvragen werden geweigerd, kan u meedelen hoeveel en wat de redenen zijn van de negatieve antwoorden ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 décembre 2004, à la question no 196 de M. Geert Lambert du 9 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 december 2004, op de vraag nr. 196 van de heer Geert Lambert van 9 december 2004 (N.) :
1. Les membres du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale doivent demander une autorisation lorsqu’ils souhaitent exercer une profession complémentaire conformément aux règles fixées par l’arrêté royal du 10 juin 1982 relatif aux cumuls d’activités complémentaires dans certains services publics.
1. De personeelsleden van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg zijn ertoe gehouden de toelating te vragen wanneer zij een bijberoep willen uitoefenen en dit in toepassing van de reglementering voorzien bij koninklijk besluit van 10 juni 1982 betreffende de cumulaties van beroepsactiviteiten in sommige openbare diensten.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9418
2. Depuis 2 ans, 6 demandes de cumul ont été introduites.
2. Gedurende de jongste 2 jaar werden 6 aanvragen ingediend om een activiteit bij cumulatie uit te oefenen.
3. Au SPF Emploi, Travail et Concertation sociale, 82 membres du personnel exercent une activité complémentaire.
3. Bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg oefenen 82 ambtenaren een bijberoep uit.
4. Quelques demandes de cumul ont été autrefois refusées vu l’incompatibilité entre la fonction exercée en cumul et leur activité professionnelle comme agent de l’E´tat.
4. Een paar aanvragen tot cumulatie werden ooit geweigerd omwille van het feit dat de door hen bij cumulatie uitgeoefende functie onverenigbaar was met hun uitgeoefende beroepsactiviteit in hoedanigheid van Rijksambtenaar.
Protection des consommateurs
Consumentenzaken
DO 2004200502801
DO 2004200502801
Question no 79 de M. Koen T’Sijen du 3 décembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 79 van de heer Koen T’Sijen van 3 december 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Politique en matière de lignes de crédit.
Beleid met betrekking tot kredietlijnen.
En 2004, on a recensé 192 300 ouvertures de crédit dont le solde débiteur n’a pas été apuré dans les délais. Ce chiffre est trois fois plus élevé qu’il y a dix ans. Pourtant, dans le même intervalle, le nombre d’ouvertures de crédit n’a augmenté que de moitié.
In 2004 zijn er 192 300 kredietopeningen waarvan het debetsaldo niet tijdig was aangezuiverd, dit is een verdrievoudiging ten aanzien van tien jaar geleden. Ondertussen is het aantal kredietopeningen slechts met de helft gestegen.
En ce qui concerne d’autres formes de crédit, le nombre de mauvais payeurs a fortement augmenté. Ceci montre clairement que, dans leur forme actuelle, les ouvertures de crédit ne tiennent pas suffisamment compte de la solvabilité du client.
Bij andere kredietvormen is het aantal wanbetalers sterk afgenomen. Dit toont duidelijk aan dat kredietopeningen in de vorm waarin ze momenteel worden toegepast onvoldoende rekening houden met de kredietwaardigheid van de klant.
De même, d’autres lignes de crédit non officielles, telles que les abonnements de GSM, génèrent des problèmes lors du paiement du service utilisé.
Ook andere niet-officie¨le kredietlijnen zoals gsmabonnementen leiden tot problemen bij het betalen van de gebruikte dienst.
Ces systèmes font en sorte que des personnes de plus en plus nombreuses s’enfoncent toujours davantage dans l’endettement. Cette situation est due en partie à la négligence des prêteurs qui ne s’assurent pas suffisamment de la solvabilité du client. Pourtant, la loi du 10 aouˆt 2001, entrée en vigueur le 1er juin 2003, oblige les prêteurs à consulter la « Centrale des Crédits aux Particuliers » (mieux connue sous le nom de centrale positive des crédits).
Door deze systemen geraken meer en meer mensen dieper en dieper in de schulden. Voor een deel is dit te wijten aan onzorgvuldigheid van de kredietverstrekkers bij het nagaan van de kredietwaardigheid van de klant. Nochtans werd duidelijk geregeld in de wet van 10 augustus 2001, die in werking trad op 1 juni 2003, dat kredietverstrekkers de « Centrale voor Kredieten aan Particulieren » (beter bekend als de positieve kredietcentrale) moeten raadplegen.
De plus en plus de jeunes (défavorisés) se retrouvent dans une spirale de dettes avant même l’aˆge de la majorité, ce qui hypothèque d’emblée leur avenir.
Ook meer en meer (voornamelijk sociaal-zwakkere) jongeren komen terecht in een schuldspiraal, nog voordat ze meerderjarig zijn. Dit legt meteen een hypotheek op de toekomst van deze jongeren.
1. La centrale positive des crédits parvient-elle à dresser un tableau complet des bons payeurs ou la banque de données est-elle incomplète ?
1. Slaagt de positieve kredietcentrale erin om een volledig overzicht te behouden van de nietwanbetalers of is de databank onvolledig ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9419
2. Si la centrale positive des crédits fonctionne bien, quelles mesures envisagez-vous de prendre pour vérifier que les prêteurs la consultent avant toute ouverture de crédit ?
2. Indien de positieve kredietcentrale goed functioneert, welke maatregelen overweegt u dan te nemen om te controleren of kredietverstrekkers daadwerkelijk voor elke kredietopening gebruik maken van de positieve kredietcentrale ?
3. Prendrez-vous également des mesures pour éviter que des jeunes puissent encore avoir accès à des lignes de crédit sous une quelconque forme ?
3. Neemt u ook maatregelen om te voorkomen dat jongeren nog toegang krijgen tot kredietlijnen in welke vorm ook ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 décembre 2004, à la question no 79 de M. Koen T’Sijen du 3 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 december 2004, op de vraag nr. 79 van de heer Koen T’Sijen van 3 december 2004 (N.) :
1. Le fichier de la Centrale des crédits aux particuliers établi par la loi du 10 août 2001 (ci-après la loi) enregistre, pour les contrats de crédits visés par la loi, les données des crédits et de leurs emprunteurs ainsi que les éventuels défauts de paiement de ces crédits. Le chargement initial des données qui a été effectué au cours du 3e trimestre 2003 conformément à la loi s’est déroulé sans problème et la mise à jour des données par les prêteurs est effectuée de manière très satisfaisante.
1. De Centrale voor Kredieten aan Particulieren bedoeld in de wet van 10 augustus 2001 (hierna de wet genoemd) registreert, voor de kredietovereenkomsten bedoeld in de wet, de kredietovereenkomsten, de gegevens van de kredietnemers en de eventuele wanbetalingen voortvloeiende uit de kredietovereenkomsten. Het ingeven van de gegevens werd voor de eerste maal uitgevoerd tijdens het derde trimester van 2003 overeenkomstig de wet en verliep zonder problemen. Het updaten van de gegevens door de kredietgevers werd op een zeer bevredigende manier gedaan.
Au 31 octobre 2004, ce fichier contient les données de 6 658 599 contrats de crédit (dont 2 991 138 ouvertures de crédit) et de 4 377 476 personnes. Parmi ces contrats, 438 123 (dont 172 651 ouvertures de crédit) sont enregistrés pour un défaut de paiement non régularisé. Il y a dans le fichier 175 673 emprunteurs aˆgés de 18 à 24 ans, dont 20 094 enregistrés pour au moins un contrat de crédit en défaut de paiement. (Remarque : le fichier n’enregistre pas les données des personnes aˆgées de moins de 18 ans puisqu’un contrat de crédit ne peut en principe être conclu que par une personne majeure.)
Op 31 oktober 2004 bevat dit bestand de gegevens van 6 658 599 kredietovereenkomsten (waarvan 2 991 138 kredietopeningen) en van 4 377 476 personen. Van deze overeenkomsten zijn er 438 123 (waaronder 172 651 kredietopeningen) geregistreerd voor een niet-geregulariseerde wanbetaling. In het bestand zijn er 175 673 kredietnemers opgenomen die tussen 18 en 24 jaar oud zijn, waarvan er 20 094 geregistreerd zijn voor ten minste één kredietovereenkomst waarvoor een wanbetaling werd opgetekend. (Opmerking : het bestand registreert geen gegevens van personen jonger dan 18 omdat een kredietovereenkomst in principe enkel kan worden afgesloten door een meerderjarige.)
En ce qui concerne les contrats de crédits visés par la loi, on estime que le fichier de la Centrale est complet, à jour et fonctionne bien. Cependant, certains crédits ne sont pas visés par la loi (par exemple les ouvertures de crédit de moins de 1 250 euros remboursables en trois mois maximum) et ne sont donc pas enregistrés dans le fichier de la Centrale. De plus, le fichage des défauts de paiement ne porte que sur ceux relatifs aux contrats de crédit et pas sur d’autres dettes impayées telles les dettes de téléphonie mobile. L’article 11 de la loi autorise la Banque nationale à interroger pour compte des prêteurs d’autres fichiers centralisant des dettes impayées à charge de consommateurs aux ` ce jour, aucun conditions déterminées par le Roi. A arrêté royal n’a été pris en ce sens.
Wat de kredietovereenkomsten bedoeld in de wet betreft, zijn wij van oordeel dat het bestand van de Centrale volledig en up-to-date is en goed functioneert. Sommige kredieten worden echter niet geviseerd door de wet (bijvoorbeeld de kredietopeningen van minder dan 1 250 euro die in ten hoogste drie maanden moeten worden terugbetaald) en worden dus niet geregistreerd in het bestand van de Centrale. Bovendien heeft de registratie van de wanbetalingen enkel betrekking op de wanbetalingen inzake kredietovereenkomsten en niet op andere onbetaalde schulden zoals bijvoorbeeld schulden inzake mobiele telefonie. Artikel 11 van de wet machtigt de Nationale Bank om voor rekening van de kredietgevers andere bestanden te raadplegen met daarin een overzicht van onbetaalde schulden van consumenten onder de voorwaarden die de Koning bepaald heeft. Tot op vandaag werd er geen koninklijk besluit in die zin genomen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9420
2. L’article 9 de la loi du 10 août 2001 relative à la Centrale des crédits aux particuliers rend obligatoire la consultation du fichier de la Centrale par le prêteur préalablement à tout octroi de crédit à un particulier. Le non-respect de cette obligation peut être sanctionné sur base de la même loi par une amende (article 15, § 1er, 3o), une sanction pénale (article 15, § 2) et une réduction des montants à rembourser par le consommateur (article 16). Le controˆle de ces obligations est dévolu aux agents commissionnés par le ministre ayant les Affaires économiques dans ses attributions (article 17).
2. Artikel 9 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren verplicht de kredietgevers om het bestand van de Centrale te raadplegen vooraleer zij een consumentenkredietovereenkomst met een consument sluiten. Het niet naleven van deze verplichting kan op basis van dezelfde wet bestraft worden met een geldboete (artikel 15, § 1, 3o), een strafsanctie (artikel 15, § 2) en een verlaging van de door de consument terug te betalen bedragen (artikel 16). De door de minister, tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, aangestelde ambtenaren zijn bevoegd om toezicht te houden op deze verplichtingen (artikel 17).
Enfin, la date de la consultation du fichier de la Centrale est une mention obligatoire du contrat de crédit à la consommation signé par le consommateur (loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, article 14, § 2, 10o).
Ten slotte moet de datum van de raadpleging van het bestand van de Centrale verplicht vermeld worden in de consumentenkredietovereenkomst die door de consument ondertekend wordt (wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, artikel 14, § 2, 10o).
En pratique, les consultations du fichier par les prêteurs sont faites exclusivement par voie électronique et chaque consultation est répertoriée par un numéro d’identification unique attribué par la Centrale et communiqué au prêteur en même temps que la réponse à la consultation. Ce numéro unique peut être conservé par le prêteur et servir de preuve de consultation. Les données de chaque consultation sont archivées pendant minimum trois ans par la Centrale. Il est ainsi possible aux agents commissionnés par le ministre ayant les Affaires économiques dans ses attributions, de vérifier directement à la Centrale si une consultation relative à un consommateur a bien été exécutée, quand et par qui et quel était le contenu de la réponse.
In de praktijk gebeuren de raadplegingen van het bestand door de kredietgevers enkel elektronisch. Elke raadpleging wordt geregistreerd onder een uniek identificatienummer dat door de Centrale wordt toegekend en dat op hetzelfde ogenblik als het antwoord op de raadpleging aan de kredietgever wordt meegedeeld. Dit uniek nummer kan door de kredietgever bewaard worden en kan dienen als bewijs van de raadpleging. De gegevens van elke raadpleging worden gedurende minimum drie jaar door de Centrale bewaard. Zo is het voor de door de minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren aangestelde ambtenaren mogelijk om rechtstreeks bij de Centrale na te gaan of een raadpleging betreffende een consument wel degelijk werd uitgevoerd, wanneer en door wie dat gebeurde en wat de inhoud van het antwoord was.
3. La révision récente de la loi sur le crédit à la consommation (loi du 24 mars 2003, Moniteur belge du 2 mai 2003, entrée en vigueur le 1er janvier 2004) a renforcé les obligations des prêteurs en matière d’ouverture de crédit. La nouvelle loi prévoit la remise à zéro pour les contrats à durée indéterminée ou à durée déterminée de plus de cinq ans qui ne prévoient pas de remboursement périodique en capital.
3. De recente hervorming van de wet op het consumentenkrediet (wet van 24 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 2 mei 2003, in werking getreden op 1 januari 2004) versterkt nog de verplichtingen van de kredietgevers inzake kredietopeningen. De nieuwe wet bepaalt dat de kredietovereenkomsten van onbepaalde duur of met een looptijd van meer dan vijf jaar die niet in de periodieke terugbetaling van kapitaal voorzien, een termijn van nulstelling moeten voorzien.
Ces contrats sont unanimement considérés comme favorisant un endettement permanent, puisque la dette en capital n’est pas amortie et subsiste intégralement. De plus, les consommateurs moins avertis s’en rendent peu compte, puisque chaque mois, ils effectuent un paiement. En réalité, ce montant mensuel ne représente que les intérêts débiteurs calculés sur le crédit prélevé.
Unaniem wordt geoordeeld dat deze overeenkomsten een blijvende schuldenlast in de hand werken omdat de kapitaalschuld niet afgelost wordt en integraal blijft voortbestaan. Bovendien geven consumenten die minder goed op de hoogte zijn zich daar weinig rekenschap van omdat ze elke maand een betaling doen. In werkelijkheid vertegenwoordigt deze maandelijkse som enkel de debetinteresten die berekend zijn op het opgenomen krediet.
La nécessité d’imposer au prêteur de fixer un délai au terme duquel le consommateur est tenu de rembourser la totalité de sa dette avant de pouvoir
De noodzaak om de kredietgever te verplichten een termijn vast te leggen waarbinnen de consument zijn totale schuld moet aflossen vooraleer een nieuwe som
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9421
effectuer un nouveau prélèvement devrait remédier aux difficultés rencontrées.
op te kunnen nemen zou deze moeilijkheden uit de weg moeten ruimen.
Il est difficile aujourd’hui d’évaluer l’impact des nouvelles dispositions, particulièrement en ce qui concerne les jeunes. Cette problématique sera suivie avec attention, et le cadre légal réévalué le cas échéant.
Het is op dit ogenblik moeilijk om de impact van de nieuwe bepalingen te evalueren, vooral voor wat betreft de jongeren. Deze problematiek zal met aandacht gevolgd worden en het wettelijk kader zal indien nodig opnieuw gee¨valueerd worden.
DO 2004200502852
DO 2004200502852
Question no 80 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :
Vraag nr. 80 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.
Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).
Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).
Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.
Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.
1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?
1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?
2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?
2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?
Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 décembre 2004, à la question no 80 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 december 2004, op de vraag nr. 80 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :
La question ressort de la compétence du ministre de l’E´conomie. (Question no 186 du 9 décembre 2004.)
De vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Economie. (Vraag nr. 186 van 9 december 2004.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9422
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2003200432170
DO 2003200432170
Question no 76 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 76 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes.
Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ?
1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ?
2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ?
2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ?
3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ?
3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ?
4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ?
4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ?
5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ?
5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ?
b) Dans quels cas et pourquoi ?
b) In welke gevallen en op grond waarvan ?
c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ?
c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 21 décembre 2004, à la question no 76 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 21 december 2004, op de vraag nr. 76 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) :
En réponse à sa question, je puis communiquer à l’honorable membre que le SPF Personnel et Organisation n’a pas désigné un représentant au sein des entreprises, parastataux et autres organismes.
In antwoord op haar vraag, kan ik het geachte lid meedelen dat de FOD Personeel en Organisatie geen vertegenwoordiger heeft aangesteld bij de ondernemingne, parastatalen of andere instellingen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9423
DO 2004200502852
DO 2004200502852
Question no 98 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 98 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.
Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).
Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).
Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.
Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.
1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?
1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?
2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?
2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 21 décembre 2004, à la question no 98 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 21 december 2004, op de vraag nr. 98 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le plan de management et le plan opérationnel, présentés par le président du SPF Personnel et Organisation, ont été approuvés par le Conseil stratégique du 20 juin 2002, présidé par le ministre de la Fonction publique de l’époque.
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het management- en operationeel plan van de voorzitter van de FOD Personeel en Organisatie goedgekeurd werden op de Beleidsraad van 20 juni 2002, voorgezeten door de toenmalige minister van Ambtenarenzaken.
Ces plans ont été présentés dans le délai de six mois défini par le ministre, afin de permettre au président d’élaborer ces plans en concertation avec les directeurs généraux.
Deze plannen werden voorgesteld binnen de termijn van zes maanden vastgesteld door de minister teneinde de voorzitter toe te laten deze plannen in overleg met de directeurs-generaal op te stellen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1191
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9424
Les plans peuvent être consultés sur l’intranet du SPF Personnel et Organisation, ainsi que sur ecommunities, et par tout intéressé sur simple demande.
De plannen kunnen geraadpleegd worden op het intranet van de FOD Personeel en Organisatie evenals op e-communities alsmede op eenvoudig verzoek van elke geı¨nteresseerde.
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2003200421700
DO 2003200421700
Question no 53 de Mme Hilde Dierickx du 23 juin 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 53 van mevrouw Hilde Dierickx van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Délais applicables en cas de conflits de compétence entre CPAS.
Termijnen bij OCMW’s.
Le droit à l’octroi de secours par un CPAS repose sur des principes de base fixés dans la législation organique des CPAS. La réglementation en matière d’intégration sociale veille également à contraindre les CPAS à prêter assistance aux personnes.
Recht op steunverlening door een OCMW ontstaat op basis van de basisprincipes die vastgelegd zijn in de organieke wetgeving van de OCMW’s. Ook de regelgeving rond maatschappelijke integratie zorgt ervoor dat de OCMW’s verplicht worden om mensen te helpen.
Dans la pratique, la question de la compétence fait souvent l’objet de conflits entre CPAS. Aussi, la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale règle les attributions des CPAS. Souvent, la résidence effective des intéressés sera déterminante. Cependant, il existe aussi de nombreuses exceptions qui peuvent susciter des conflits entre CPAS.
In de praktijk bestaan er in vele gevallen betwistingen tussen de OCMW’s inzake het bevoegd zijn. De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door OCMW’s regelt dan ook de bevoegdheid van de OCMW’s. Meestal zal de feitelijke verblijfplaats van de betrokkenen doorslaggevend zijn. Toch zijn er ook vele uitzonderingen die voor betwistingen kunnen zorgen tussen de OCMW’s.
Le délai de cinq jours de calendrier dont dispose un CPAS pour examiner l’incompétence et en aviser le CPAS réputé compétent s’avère trop court dans la pratique. Le traitement administratif ne peut en effet être garanti dans ce délai.
De periode van vijf kalenderdagen die een OCMW heeft, om de onbevoegdheid te onderzoeken en dit tevens te melden aan het bevoegd geacht OCMW, blijkt in de praktijk te kort te zijn. De administratieve afhandeling kan niet gegarandeerd worden binnen de vijf dagen.
Ce délai de cinq jours de calendrier ne peut-il être doublé ? Il serait ainsi plus aisé aux CPAS de traiter correctement le dossier, dans la mesure ou` il serait tenu compte des jours de week-end et des jours fériés.
Kan deze termijn van vijf kalenderdagen niet verdubbeld worden ? Zo zou het voor de OCMW’s makkelijker worden om het dossier correct af te handelen, omdat zo weekenddagen en feestdagen opgevangen worden.
Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 décembre 2004, à la question no 53 de Mme Hilde Dierickx du 23 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 december 2004, op de vraag nr. 53 van mevrouw Hilde Dierickx van 23 juni 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.
In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid de volgende elementen mede te delen.
En vertu des articles 18 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale et 58 de la loi
Krachtens artikel 18 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
bevoegdheidsconflicten
tussen
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9425
du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, lorsqu’un centre public d’action sociale reçoit une demande pour laquelle il ne se considère pas compétent, il transmet cette demande dans les cinq jours calendrier par écrit au centre public d’action sociale qu’il estime être compétent. Dans le même délai, il avertit le demandeur par écrit de cette transmission.
artikel 58 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, moet een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een aanvraag ontvangt waavoor het zich onbevoegd acht, deze aanvraag binnen de vijf kalenderdagen overzenden aan het volgens hem bevoegd openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Binnen dezelfde termijn stelt het de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.
Je ne peux pas donner suite à la demande de l’honorable membre concernant la prolongation de ce délai de cinq jours calendrier.
Ik kan geen gevolg geven aan het verzoek van het geachte lid om deze termijn van vijf kalenderdagen te verlengen.
Ce délai de cinq jours calendrier a été fixé par le législateur dans l’intérêt du CPAS et du demandeur.
Deze termijn van vijf kalenderdagen werd door de wetgever ingesteld in het belang van het OCMW en van de aanvrager.
Il a déjà été prolongé de manière siginficative par rapport au délai des trois jours prévu par la réglementation de 1974 relative au minimum de moyens d’existence. Le CPAS a donc davantage de temps que dans la réglementation précédente pour examiner sa compétence éventuelle, transférer la demande et en informer le demandeur, à savoir cinq jours calendrier au lieu de trois.
Hij werd gevoelig verlengd in vergelijking met de termijn van drie dagen, voorzien in de reglementering van 1974 betreffende het bestaansminimum. Het OCMW beschikt dus over meer tijd dan in de vorige reglementering om zijn eventuele bevoegdheid na te gaan, de aanvraag door te zenden en de aanvrager hierover in te lichten, namelijk vijf kalenderdagen in de plaats van drie.
Ce délai permet également au demandeur de voir sa demande traitée de manière rapide et raisonnable. En effet, le demandeur ne peut pas subir d’inconvénient suite à un problème de compétence qui pourrait retarder l’examen de sa demande et le laisser ainsi dans l’insécurité. Accorder une prolongation supplémentaire de ce délai serait, à mon avis, contraire au but recherché.
Deze termijn maakt het ook mogelijk dat de aanvraag snel en op een redelijke manier wordt onderzocht. De aanvrager mag immers geen nadeel ondervinden door een bevoegdheidsprobleem dat het onderzoek van zijn aanvraag zou kunnen vertragen en hem dus in een onzekere situatie zou laten. Deze termijn nogmaals verlengen zou, naar mijn mening, strijdig zijn met het nagestreefde doel.
Ministre de la Mobilité
Minister van Mobiliteit
DO 2004200502692
DO 2004200502692
Question no 177 de M. Luc Sevenhans du 18 novembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :
Vraag nr. 177 van de heer Luc Sevenhans van 18 november 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :
Inspection de la navigation. — Pénurie de personnel.
Scheepvaartinspectie. — Personeelstekort.
Début 2004, nous avons appris que la Belgique disposait d’un nombre insuffisant d’inspecteurs de la navigation. En outre, un problème relatif à la formation se pose également. Ces inspecteurs sont des fonctionnaires du SPF Mobilité et relèvent dès lors de la compétence du ministre.
Begin 2004 raakte bekend dat Belgie¨ te weinig scheepvaartinspecteurs heeft. Bijkomend is er dan ook nog een probleem met de opleiding. Deze inspecteurs zijn ambtenaren bij de FOD Mobiliteit en vallen dus onder de bevoegdheid van de minister.
Il est évident que les inspecteurs sont chargés de responsabilités importantes liées à la sécurité en Mer
Het is duidelijk dat de inspecteurs een belangrijke verantwoordelijkheid hebben voor de veiligheid op de
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9426
du Nord. Chaque accident au large de nos coˆtes a des répercussions pour notre pays.
Noordzee. Elk ongeval voor onze kust heeft steeds gevolgen voor ons land.
Quelles initiatives avez-vous déjà prises afin de résoudre les problèmes relatifs à l’inspection de la navigation ?
Welke initiatieven heeft u al genomen om de problemen bij de scheepvaartinspectie op te lossen ?
Réponse du ministre de la Mobilité du 23 décembre 2004, à la question no 177 de M. Luc Sevenhans du 18 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit van 23 december 2004, op de vraag nr. 177 van de heer Luc Sevenhans van 18 november 2004 (N.) :
Le manque de personnel qualifié pour le controˆle par l’E´tat du port est un sujet qui me préoccupe depuis longtemps. Il y a pénurie sur le marché du travail spécialement pour la spécialité d’inspecteur maritime de pont, qui demande de disposer d’un brevet de capitaine au long cours et d’une expérience à bord de 5 ans.
De krappe beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel voor de Havenstaatcontrole is reeds geruime tijd een aandachtspunt voor mij. Met name voor de specialiteit scheepvaartinspecteur « dek », die moet beschikken over een vaarbevoegdheidsbewijs van kapitein ter lange omvaart en 5 jaar ervaring aan boord, heerst er schaarste op de arbeidsmarkt.
Diverses initiatives ont cependant déjà été prises pour remédier à court et long termes à ce besoin pressant en personnel. Ainsi, un certain nombre de capitaines au long cours à la retraite ont été engagés sous contrat. En même temps, une procédure de recrutement est en cours au Selor pour combler les emplois statutaires vacants.
Er werden evenwel reeds verschillende initiatieven genomen om zowel op korte als op lange termijn aan die prangende nood aan personeel te verhelpen. Zo werden reeds een aantal op rust zijnde kapiteins ter lange omvaart op contractuele basis in dienst genomen. Tevens loopt er een wervingsprocedure via Selor om de statutair vrije plaatsen op te vullen.
Ces initiatives ont permis, pour 2004, de respecter la norme européenne, c’est-à-dire inspecter 25 % des navires distincts qui entrent dans les ports belges.
Die initiatieven hebben het mogelijk gemaakt erin te slagen voor 2004 de door de EU opgelegde norm, dit wil zeggen 25 % van de verschillende schepen die Belgische havens aandoen inspecteren, te halen.
Ministre de l’Environnement et des Pensions
Minister van Leefmilieu en van Pensioenen
Environnement
Leefmilieu
DO 2004200502624
DO 2004200502624
Question no 37 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 37 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Simplification administrative.
Administratieve vereenvoudiging.
L’accord de gouvernement prévoit notamment une importante simplification administrative.
Het regeerakkoord streeft een belangwekkende administratieve vereenvoudiging na.
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises en matière de simplification administrative ?
1. Welke maatregelen heeft u reeds genomen op het vlak van administratieve vereenvoudiging ?
2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre ou préparez-vous actuellement en matière de simplification administrative ?
2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen op het vlak van de administratieve vereenvoudiging of zijn in voorbereiding ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9427
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 décembre 2004, à la question no 37 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 december 2004, op de vraag nr. 37 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) :
En réponse à sa question, je renvoie l’honorable membre à la réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, auquel cette question est également posée. (Question no 29 du 10 novembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 57, p. 9068.)
In antwoord op zijn vraag, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord van de staatsecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, aan wie de vraag eveneens gesteld is. (Vraag nr. 29 van 10 november 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 57, blz. 9068.)
Pensions
Pensioenen
DO 2004200502540
DO 2004200502540
Question no 55 de Mme Greet Van Gool du 27 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 55 van mevrouw Greet Van Gool van 27 oktober 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Date d’entrée en vigueur de la pension de retraite pour les bénéficiaires résidant à l’étranger.
Ingangsdatum van het rustpensioen voor gerechtigden die in het buitenland wonen.
Depuis le 1er janvier 2004, le dossier relatif à la pension de retraite de travailleur ou d’indépendant est examiné d’office pour les personnes atteignant l’aˆge de la retraite au plus toˆt en décembre 2003. La pension de retraite prend cours le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel le bénéficiaire atteint l’aˆge de la retraite.
Met uitwerking van 1 januari 2004 wordt het rustpensioen als werknemer of zelfstandige ambtshalve onderzocht voor de personen die ten vroegste in december 2003 de pensioenleeftijd bereiken. Het rustpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de pensioenleeftijd bereikt wordt.
Cette mesure ne concerne que les personnes résidant en Belgique. Il est effectivement très difficile d’examiner d’office les droits de pension des personnes résidant à l’étranger. En conséquence, celles-ci doivent encore toujours introduire une demande. Ceci peut avoir des conséquences néfastes sur les droits de pension étant donné que la pension de retraite, qui est octroyée sur demande, ne peut prendre cours que le premier jour du mois suivant celui de la demande.
Deze maatregel is beperkt tot de personen die in Belgie¨ wonen. Inderdaad is het erg moeilijk om de pensioenrechten van de personen die in het buitenland wonen ambtshalve te onderzoeken. Zij moeten bijgevolg nog steeds een aanvraag indienen. Dat kan evenwel nadelige gevolgen hebben op de pensioenrechten, omdat een rustpensioen dat toegekend wordt op aanvraag slechts kan ingaan op de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag.
Dans son rapport annuel 2003, le Service de médiation pour les pensions recommande dès lors que pour les personnes résidant à l’étranger, la pension de retraite puisse prendre cours le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel est atteint l’aˆge de la retraite, même si la demande est introduite après cette date.
In het jaarverslag 2003 beveelt de Ombudsdienst Pensioenen dan ook aan dat ook voor personen die in het buitenland wonen, het pensioen zou ingaan op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de pensioenleeftijd bereikt werd, ook indien de aanvraag na deze leeftijd wordt ingediend.
1. Quelle est votre position concernant cette recommandation ?
1. Wat is uw standpunt met betrekking tot deze aanbeveling ?
2. Serait-il possible d’appliquer un effet rétroactif aux demandes des personnes résidant à l’étranger à condition que ces demandes soient introduites dans un certain délai (par exemple un délai d’un an) après qu’ait été atteint l’aˆge de la retraite ?
2. Zou het mogelijk zijn dat voor de personen die in het buitenland wonen, een terugwerkende kracht verleend wordt aan hun aanvraag als deze binnen een bepaalde periode (bijvoorbeeld een termijn van één jaar) na het bereiken van de pensioenleeftijd wordt ingediend ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9428
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 décembre 2004, à la question no 55 de Mme Greet Van Gool du 27 octobre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 december 2004, op de vraag nr. 55 van mevrouw Greet Van Gool van 27 oktober 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que je puis être d’accord avec la recommandation du Service de médiation pensions.
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat ik kan instemmen met de aanbeveling van de Ombudsdienst Pensioenen.
Un projet d’arrêté royal a d’ailleurs été établi en ce sens. Celui-ci prévoit que la demande introduite tardivement par une personne qui réside à l’étranger, sera toujours considérée avoir été introduite le premier jour du mois au cours duquel cette personne a atteint l’aˆge de la pension.
Terzake werd immers een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld. Dit stelt dat de laattijdig ingediende aanvraag van een persoon die in het buitenland woont, steeds zal geacht worden te zijn ingediend op de eerste dag van de maand waarin die persoon de pensioenleeftijd heeft bereikt.
Le Comité de gestion de l’Office national des pensions a émis un avis favorable le 24 mai 2004. L’inspection des Finances a donné un avis favorable le 22 novembre 2004. L’accord du ministre du Budget est attendu.
Het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen verleende op 24 mei 2004 een gunstig advies. De Inspectie van Financie¨n verleende op 22 november 2004 een gunstig advies. Het akkoord van de minister van Begroting wordt ingewacht.
Le texte sera donc prochainement soumis à la signature du chef de l’E´tat.
De tekst zal dus binnenkort ter ondertekening aan het Staatshoofd voorgelegd worden.
DO 2004200502600
DO 2004200502600
Question no 57 de Mme Greet Van Gool du 8 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 57 van mevrouw Greet Van Gool van 8 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Calcul de la pension de travailleurs aˆgés qui commencent une activité professionnelle indépendante pour échapper au choˆmage.
Pensioenberekening van oudere werknemers die een beroepsactiviteit als zelfstandige beginnen om aan de werkloosheid te ontsnappen.
Il y a quelques années, une nouvelle réglementation a été introduite pour le calcul de la pension des travailleurs aˆgés qui, après une période de choˆmage, réintègrent le circuit du travail en percevant toutefois une rémunération moins importante que la dernière rémunération perçue avant la période de choˆmage. Pour le calcul de la pension de retraite de ces travailleurs, il est tenu compte de la dernière rémunération réelle avant la période de choˆmage plutoˆt que de la rémunération réelle pendant la période de reprise du travail, si cette dernière est moins avantageuse. Cette réglementation n’est d’application que si des conditions bien définies sont remplies :
Enkele jaren geleden werd er een nieuwe regeling ingevoerd voor de pensioenberekening van oudere werknemers die na een periode van werkloosheid weer als werknemer in het arbeidscircuit stappen doch aan een lager loon dan het laatste loon dat de betrokkene kreeg vo´o´r de periode van werkloosheid. Voor de berekening van het rustpensioen van deze werknemers wordt rekening gehouden met het laatste werkelijke loon vo´o´r de periode van werkloosheid in plaats van met het werkelijke loon tijdens de periode van de werkhervatting indien dit laatste minder voordelig is. Deze regeling is wel slechts van toepassing indien aan bepaalde voorwaarden voldaan is :
1. Il doit s’agir d’un travailleur qui, au plus toˆt à partir du 1er juillet 2000 :
1. Het moet gaan om een werknemer die ten vroegste vanaf 1 juli 2000 :
— a accepté soit un travail à temps plein, soit un travail à temps partiel après une période de choˆmage involontaire ou d’incapacité de travail pour cause de maladie ou d’invalidité;
— ofwel een voltijdse of een deeltijdse tewerkstelling heeft aanvaard na een tijdvak van onvrijwillige werkloosheid of van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of invaliditeit;
— a obtenu le statut de travailleur à temps partiel avec maintien des droits;
— ofwel het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten heeft verworven;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9429
— est passé d’un travail à temps plein à un travail à temps partiel dans le cadre d’un plan de restructuration approuvé par le ministre de l’Emploi ou dans le cadre d’un plan d’entreprise pour la redistribution du travail.
— ofwel van een voltijdse naar een deeltijdse tewerkstelling is overgegaan in het raam van een door de minister van Tewerkstelling goedgekeurd herstructureringsplan of in het kader van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid.
2. Au moment du passage à l’une des situations de travail mentionnées, le travailleur doit avoir atteint l’aˆge de 50 ans.
2. De werknemer moet op het ogenblik van de overstap naar één van de vermelde arbeidssituaties de leeftijd van 50 jaar bereikt hebben.
3. Au moment de ce changement, le travailleur doit également fournir la preuve qu’il a travaillé pendant au moins 20 ans et, pour chacune de ces années, à au moins un tiers du régime de travail à temps plein (il n’est donc pas question d’additionner les périodes de travail en tant que salarié avec les périodes de prestations en tant qu’indépendant ou travailleur du secteur public).
3. De werknemer moet op het ogenblik van de overstap tevens het bewijs leveren dat hij gedurende ten minste 20 jaar werknemer is geweest en voor ieder van die jaren een tewerkstelling aantonen met ten minste één derde van een voltijdse arbeidsregeling (er is dus geen sprake van samentellen van tijdvakken als werknemer, met tijdvakken als zelfstandige of met een tewerkstelling in de openbare sector).
Lorsque, à l’issue d’une période de reprise de travail, le travailleur perd à nouveau son emploi, la réglementation a également des conséquences positives au niveau des assimilations. Les nouvelles années de choˆmage peuvent être assimilées, par transivité, sur la base de la rémunération perçue avant la période précédente de choˆmage.
Wanneer de werknemer na de periode van werkhervatting opnieuw werkloos wordt, heeft deze regeling ook positieve gevolgen voor de gelijkstellingen. De nieuwe jaren van werkloosheid kunnen door de transiviteit gelijkgesteld worden op basis van het loon vo´o´r de vorige periode van werkloosheid.
Une telle réglementation n’existe cependant pas pour les travailleurs qui, après une période de choˆmage, exercent une activité indépendante. Lorsque l’intéressé met un terme à ses activités dans les neuf ans, il a de nouveau droit aux allocations de choˆmage. Ainsi, pour le calcul de la pension du travailleur, cette nouvelle période de choˆmage peut être assimilée à une activité professionnelle comme travailleur salarié. Pour le calcul de la pension afférente à cette période assimilée, un montant fictif est pris en considération. Cela dépend de la situation dans laquelle se trouve l’intéressé, mais dans un certain nombre de cas, le montant de la pension peut être significativement plus bas que celui que l’intéressé aurait perçu s’il était resté au choˆmage de façon ininterrompue.
Een gelijkaardige regeling bestaat evenwel niet voor werknemers die na een periode van werkloosheid een activiteit als zelfstandige uitoefenen. Wanneer de betrokkene zijn activiteit als zelfstandige stopzet binnen negen jaar, wordt hij wel opnieuw uitkeringsgerechtigd op werkloosheidsvergoeding. Hierdoor kan voor de berekening van het werknemerspensioen deze nieuwe periode van werkloosheid gelijkgesteld worden met en beroepsactiviteit als werknemer. Voor de berekening van het pensioen voor deze gelijkgestelde periode wordt een fictief bedrag in aanmerking genomen. Dat hangt af van de situatie waarin de betrokkene zich bevindt, maar kan in een aantal gevallen een merkelijk lager pensioenbedrag opbrengen dan het pensioenbedrag dat de betrokkene ontvangen zou hebben als hij ononderbroken werkloos gebleven zou zijn.
Il s’agit donc d’un frein pour certaines personnes désireuses d’exercer une activité indépendante et donc d’échapper au choˆmage.
Het spreekt dan ook voor zich dat dit voor een aantal mensen een belemmering kan zijn om de stap naar de uitoefening van een activiteit als zelfstandige — en aldus uit de werkloosheid te treden — te zetten.
Cette situation est également citée dans le compte rendu annuel du service de médiation Pensions 2003. Celui-ci recommande également, pour les choˆmeurs aˆgés sous les mêmes conditions de base, de permettre l’assimilation qui suit une période d’activité professionnelle en tant qu’indépendant, sur la base de la dernière rémunération perçue en tant que travailleur salarié.
Deze situatie wordt ook aangehaald in het jaarverslag van de ombudsdienst Pensioenen 2003. De ombudsdienst beveelt aan om voor oudere werklozen onder dezelfde basisvoorwaarden de gelijkstelling die volgt op een periode van beroepsactiviteit als zelfstandige op grond van het laatst verdiende loon als werknemer mogelijk te maken.
Que pensez-vous de cette recommandation ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Wat is uw standpunt met betrekking tot deze aanbeveling ? 2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9430
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 décembre 2004, à la question no 57 de Mme Greet Van Gool du 8 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 december 2004, op de vraag nr. 57 van mevrouw Greet Van Gool van 8 november 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
En vue de favoriser un calcul de pension aussi avantageux que possible pour les travailleurs plus aˆgés qui reprennent le travail, deux arrêtés royaux ont été pris, prévoyant — en application de l’article 26, § 2, du règlement général relatif à la pension de retraite et de survie pour travailleurs salariés — la substitution de la rémunération forfaitaire, si celle-ci est plus avantageuse, par la rémunération réellement proméritée. Pour ce faire, le travailleur salarié doit satisfaire à une série de conditions, tant en ce qui concerne l’aˆge (50 ans accomplis) qu’en ce qui concerne la durée de l’occupation (au minimum 20 ans d’activité de travailleur salarié).
Teneinde een zo gunstig mogelijke pensioenberekening te waarborgen voor oudere werknemers die het werk hervatten, werden twee koninklijke besluiten getroffen die — in toepassing van artikel 26, § 2, van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers — het forfaitair loon, indien dit voordeliger is, in de plaats te stellen van het werkelijk verdiende loon. De werknemer dient aan een aantal voorwaarden te voldoen, zowel qua leeftijd (volle 50 jaar zijn) als qua duur van tewerkstelling (minimum 20 jaar werknemer geweest zijn).
Les arrêtés précités se différencient par la manière dont la nouvelle occupation doit suivre la précédente.
Voornoemde besluiten onderscheiden zich van elkaar door de manier waarop de nieuwe tewerkstelling moet volgen op de vorige.
L’arrêté royal du 24 janvier 2001 exige qu’entre les deux périodes s’intercale une période de choˆmage involontaire ou d’incapacité de travail, ou que l’intéressé ait acquis le statut de travailleur à temps partiel avec maintien des droits ou qu’il ait poursuivi une activité dans le cadre d’un plan de restructuration approuvé ou dans le cadre d’un plan d’entreprise de redistribution du travail.
Het koninklijk besluit van 24 januari 2001 vereist dat tussen beide een periode van onvrijwillige werkloosheid of van arbeidsongeschiktheid gelegen is, dat betrokkene het statuut van deeltijds werknemer met behoud van rechten heeft verworven of naar een tewerkstelling is overgegaan in het raam van een goedgekeurd herstructureringsplan of van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid.
L’arrêté royal du 4 juillet 2004 a étendu le champ d’application en autorisant la succession immédiate de la nouvelle période d’occupation à la précédente, sans donc exiger une période de choˆmage ou d’incapacité de travail, ou encore le passage au statut de maintien des droits.
Het koninklijk besluit van 4 juli 2004 heeft de werkingssfeer uitgebreid door toe te laten dat de nieuwe tewerkstelling onmiddellijk volgt op de vorige, dit wil zeggen zonder een periode van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, of zonder overstap naar het stelsel van behoud van rechten.
Comme l’observe à juste titre l’honorable membre un système identique n’a pas été prévu pour les travailleurs qui, après une période de choˆmage, exercent une activité d’indépendant. En cas de cessation de l’activité indépendante endéans les neuf années, l’intéressé peut à nouveau prétendre aux indemnités de choˆmage, mais la pension sera calculée, pour ce qui concerne cette dernière période assimilée, sur la base du salaire fictif d’application pour l’année 1967 et non pas sur la base de la dernière rémunération comme travailleur salarié.
Zoals het geachte lid terecht opmerkt, bestaat geen gelijkaardige regeling voor werknemers die, na een periode van werkloosheid, een activiteit ais zelfstandige uitoefenen. Bij stopzetting van de zelfstandige activiteit binnen de negen jaar kan betrokkene opnieuw aanspraak maken op werkloosheidsvergoedingen, maar het pensioen voor deze gelijkgestelde periode zal berekend worden tegen het fictief loon van 1967 en niet op basis van het laatst verdiende loon als werknemer.
En vue de rencontrer les recommandations qui furent formulées en cette matière par le Collège des médiateurs dans son rapport annuel 2003, un projet d’arrêté royal a été élaboré. La réglementation des pensions des travailleurs salariés est complétée d’une disposition permettant de considérer qu’une période de choˆmage, interrompue pour exercer une activité indépendante ne dépassant pas neuf années, est censée
Om tegemoet te komen aan de aanbeveling die in dit verband werd geformuleerd door het College van Ombudsmannen voor de Pensioenen in hun jaarverslag 2003, werd een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld. De reglementering met betrekking tot de pensioenen voor werknemers wordt aangepast met een bepaling die stelt dat, wanneer een periode van werkloosheid wordt onderbroken door de uitoefening van
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9431
ne pas avoir été interrompue, si une nouvelle période de choˆmage suit immédiatement cette période d’activité indépendante.
een zelfstandige activiteit die een termijn van 9 jaar niet overtreft, en onmiddellijk wordt gevolgd door een nieuwe periode van werkloosheid, de eerste periode geacht wordt niet onderbroken te zijn geweest.
L’avis du Comité de gestion de l’Office national des Pensions a été sollicité.
Het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen werd gevraagd.
DO 2004200502624
DO 2004200502624
Question no 59 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 59 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Simplification administrative.
Administratieve vereenvoudiging.
L’accord de gouvernement prévoit notamment une importante simplification administrative.
Het regeerakkoord streeft een belangwekkende administratieve vereenvoudiging na.
1. Quelles mesures avez-vous déjà prises en matière de simplification administrative ?
1. Welke maatregelen heeft u reeds genomen op het vlak van administratieve vereenvoudiging ?
2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre ou préparez-vous actuellement en matière de simplification administrative ?
2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen op het vlak van de administratieve vereenvoudiging of zijn in voorbereiding ?
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 décembre 2004, à la question no 59 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 december 2004, op de vraag nr. 59 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2004 (N.) :
En réponse à sa question, je renvoie l’honorable membre à la réponse du secrétaire d’état à la Simplification administrative, auquel cette question est également posée. (Question no 29 du 10 novembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 57, p. 9068.)
In antwoord op zijn vraag, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord van de Staatsecretaris voor administratieve vereenvoudiging, aan wie de vraag eveneens gesteld is. (Vraag nr. 29 van 10 november 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 57, blz. 9068.)
DO 2004200502644
DO 2004200502644
Question no 60 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :
Vraag nr. 60 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes.
Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastataux et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ?
1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ?
2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?
2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1192
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9432
Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 24 décembre 2004, à la question no 60 de M. Jean-Marc Nollet du 10 novembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 24 december 2004, op de vraag nr. 60 van de heer Jean-Marc Nollet van 10 november 2004 (Fr.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Administration des Pensions
Administratie der Pensioenen
1 et 2. En ce qui concerne les pensions du secteur public, il n’y a pas d’entreprises publiques autonomes, de sociétés anonymes, parastatales ou autres organismes qui ressortent de ma compétence et pour lesquels un réviseur controˆle les comptes. Office national des pensions
1 en 2. Wat de pensioenen van de openbare sector betreft, vallen er geen autonome overheidsbedrijven, naamloze vennootschappen, parastatalen of andere organismen onder mijn bevoegdheid waarvoor een revisor de rekeningen controleert. Rijksdienst voor pensioenen
1. Les comptes 2003 de l’Office national des pensions sont cloˆturés et le rapport des réviseurs est en cours d’élaboration.
1. De rekeningen 2003 van de Rijksdienst voor pensioenen zijn afgesloten en het verslag van de revisoren wordt uitgewerkt.
2. En ce qui concerne les institutions de sécurité sociale pour lesquelles il existe une tutelle conjointe, je renvoie l’honorable membre à la réponse donnée par mon collègue le ministre des Affaires sociales. (Question no 198 du 10 novembre 2004.)
2. Wat de instellingen van sociale zekerheid betreft waarvoor een gedeelde voogdij bestaat, verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat gegeven werd door mijn collega, de minister van Sociale Zaken. (Vraag nr. 198 van 10 november 2004.)
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
DO 2004200502715
DO 2004200502715
Question no 40 de M. Dirk Claes du 23 novembre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 40 van de heer Dirk Claes van 23 november 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Arrêté royal qui permettra aux citoyens d’exercer un controˆle sur ceux qui consultent ou modifient leurs données.
Koninklijk besluit dat burgers zal toelaten controle uit te oefenen op diegenen die hun gegevens raadplegen of wijzigen.
Les autorités fédérales prépareraient actuellement un arrêté royal portant exécution de la loi du 25 mars 2003 modifiant la loi du 8 aouˆt 1983 organisant un Registre national des personnes physiques et la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population et aux cartes d’identité et modifiant la loi du 8 aouˆt 1983 organisant un Registre national des personnes physiques. Cet arrêté d’exécution dispose que le citoyen a le droit de savoir quelle autorité, institution ou personne a consulté ou mis à jour ses données au cours des six derniers mois. Par conséquent, pour toute consultation
Op dit ogenblik zou de federale overheid aan een koninklijk besluit werken ter uitvoering van de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Dit uitvoeringsbesluit bepaalt dat de burger het recht heeft te weten welke overheid, instelling of persoon de laatste zes maanden zijn of haar
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9433
et mise à jour de données du registre de la population, le fonctionnaire qui consulte ou modifie ces données ` l’heure actuelle, le logging n’est doit être enregistré. A indispensable que pour la modification des données. Si la loi est interprétée à la lettre, le logging est également nécessaire pour la consultation de données provenant de bases de données reliées au registre de la population telles que le logiciel utilisé par les CPAS dans le cadre de l’octroi d’une aide sociale.
gegevens geraadpleegd of bijgewerkt heeft. Dit betekent dat voor elke raadpleging en bijwerking van gegevens die betrekking hebben op het bevolkingsregister, een login dient te gebeuren door de ambtenaar die de gegevens raadpleegt of wijzigt. Nu moet enkel gelogd worden bij wijziging van gegevens. Indien de letter van de wet strikt geı¨nterpreteerd wordt, moet er ook gelogd worden bij gebruik van gegevens uit databanken die gekoppeld worden aan de bevolkingsdatabank zoals de steunverlenersapplicatie van het OCMW.
1. a) Comment allez-vous définir la notion de « consultation » : comme l’ouverture d’un dossier individuel d’une personne en particulier, ou comme la consultation d’une liste de personnes qui apparaıˆt à l’écran lorsque le fonctionnaire introduit un nom ?
1. a) Hoe zal u het begrip « raadpleging » definie¨ren : als een opening van een individueel dossier van één persoon, of als het raadplegen van een lijst van personen die een ambtenaar verkrijgt wanneer hij een naam ingeeft ?
b) Quelle serait l’influence de cette décision sur le fonctionnement et les couˆts ?
b) Welk impact op de werking en de kosten heeft deze beslissing ?
2. De quelle manière le citoyen pourra-t-il consulter les fichiers qui le concernent ?
2. Hoe zal de burger zijn logfiles kunnen bekijken ?
3. a) Quel sera le délai nécessaire pour que toutes les administrations locales puissent disposer des applications indispensables au fonctionnement de ce système ?
3. a) Hoelang zal het duren voor alle lokale besturen over de noodzakelijke applicaties ter uitvoering van dit systeem kunnen beschikken ?
b) Quel est le couˆt supporté par les communes dans ce cadre ?
b) Welke kosten dragen de gemeenten hierin ?
4. a) En ce qui concerne le système de notification par lequel le login du fonctionnaire est enregistré, le fonctionnaire doit-il simplement se connecter avec son mot de passe ou doit-il également préciser le motif de sa demande d’informations ?
4. a) Aangaande het aanmeldingssysteem waarmee men de logging van de ambtenaar registreert : moet er enkel gelogd worden of moet eveneens de reden van opvragen van gegevens vermeld worden ?
b) Qu’en est-il des demandes de données provenant du registre de la population pour les élections par exemple ?
b) Wat met opvragingen van gegevens uit het bevolkingsregister voor bijvoorbeeld de verkiezingen ?
c) Cette consultation doit-elle également être enregistrée ?
c) Moet deze consultatie ook geregistreerd worden ?
d) Quel est le sens de cette procédure, ou plus généralement quelles données doivent faire l’objet d’un enregistrement et quelles données ne doivent pas en faire l’objet ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de ´ l’Etat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 décembre 2004, à la question no 40 de M. Dirk Claes du 23 novembre 2004 (N.) :
d) Welke zin heeft dit, of breder : welke gegevens worden gelogd en welke niet ?
En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat et le service public fédéral Technologie de l’information et de la communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de federale overheidsdienst Informatieen Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 december 2004, op de vraag nr. 40 van de heer Dirk Claes van 23 november 2004 (N.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9434
` ce propos, je renvoie l’honorable 1, 2, 3 et 4. A membre au ministre de l’Intérieur, compétent en la matière. (Question no 442 du 23 novembre 2004.)
1, 2, 3 en 4. Terzake verwijs ik het geachte lid naar de minister van Binnenlandse Zaken die hiervoor bevoegd is. (Vraag nr. 442 van 23 november 2004.)
DO 2004200502915
DO 2004200502915
Question no 43 de Mme Maggie De Block du 17 décembre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 43 van mevrouw Maggie De Block van 17 december 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Projets de télétravail.
Telewerkprojecten.
En réponse à ma question précédente sur le sujet, vous précisiez que des projets pilotes en matière de télétravail avaient été lancés au SPF Personnel et Organisation et au SPF Santé publique. Fin 2004 début 2005 devait être ajoutée à ces deux projets la possibilité d’une authentification centrale pour l’application Virtual Private Network. Il ressort en outre de la liste fournie que d’autres SPF encore ont manifesté leur intérêt (question no 34 du 15 octobre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 55, p. 8602).
In antwoord op mijn vorige vraag stelde u dat er bij de FOD Personeel en Organisatie en de FOD Volksgezondheid pilootprojecten werden opgestart inzake telewerken. Beide projecten zouden eind 2004-begin 2005 worden uitgebreid met de mogelijkheid van een toepassing van centrale authentificatie voor de Virtual Private Network-toepassing. Tevens bleek uit de oplijsting dat ook andere FOD’s belangstelling tonen (vraag nr. 34 van 15 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 55, blz. 8602).
1. a) De nouveaux projets de télétravail ont-ils été lancés depuis fin novembre 2004 ?
1. a) Werden er sinds eind november 2004 nog nieuwe telewerkprojecten opgestart ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
2. Quelles fonctions au sein du SPF Personnel et Organisation et au sein du SPF Santé Publqiue entrentelles principalement en considération pour le télétravail ?
2. Welke functies komen bij de FOD Personeel en Organisatie en de FOD Volksgezondheid voornamelijk in aanmerking voor telewerk ?
3. Quelle est la durée moyenne du travail effectué à domicile par les télétravailleurs ?
3. Hoeveel uur per week presteren de telewerkers gemiddeld thuis ?
4. Quels SPF ont manifesté de l’intérêt pour le lancement d’un projet de télétravail ?
4. Welke FOD’s tonen nog belangstelling in het opstarten van een telewerkproject ?
5. Quand débutera l’extension des projets au sein du SPF Personnel et Organisation et au sein du SPF Santé publique ?
5. Wanneer zal de uitbreiding van het project in de FOD Personeel en Organisatie en de FOD Volksgezondheid precies worden opgestart ?
6. Quelle est l’incidence de cette extension sur le nombre de travailleurs concernés par le projet ?
6. Welke impact heeft deze uitbreiding op het aantal werknemers dat bij het project zal worden betrokken ?
Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 décembre 2004, à la question no 43 de Mme Maggie De Block du 17 décembre 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 december 2004, op de vraag nr. 43 van mevrouw Maggie De Block van 17 december 2004 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat et le service public fédéral Technologie de l’information et de la communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de federale overheidsdienst Informatieen Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9435
1, 2, 3, 4, 5 et 6. En la matière, je dois vous rappeler que seul le support informatique (authentification centrale via le portail fédéral et une connexion sécurisée à internet à l’aide d’un Virtual Private Network) des projets pilotes au SPF Personnel et Organisation et au SPF Santé publique, relève de ma compétence. De ce fait, je vous renvoie à ma réponse à votre question no 34.
1, 2, 3, 4, 5 en 6. Terzake moet ik u herinneren dat enkel de informatica-ondersteuning (centrale authentsficatie via het Federaal Portaal en een beveiligde internetconnectie met behulp van een Virtual Private Network) van de pilootprojecten bij de FOD Personeel en Organisatie en de FOD Volksgezondheid tot mijn bevoegdheid behoren. Hiervoor verwijs ik u naar mijn antwoord op uw vraag nr. 34.
Pour plus d’informations sur les intentions des autres SPF de lancer des projets de télétravail et sur l’approche organisationnelle de ces derniers, je vous renvoie aux ministres compétents respectifs.
Voor meer informatie aangaande de intenties van de andere FOD’s om teleurerkprojecten op te starten en de organisatorisch aanpak ervan verwijs ik u naar de respectieve bevoegde ministers.
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 2004200502433
DO 2004200502433
Question no 33 de M. François Bellot du 10 novembre 2004 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 33 van de heer François Bellot van 10 november 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Nombre de personnes bénéficiant d’allocations d’intégration de la personne handicapée et du revenu d’intégration.
Aantal rechthebbenden op de integratietegemoetkoming aan personen met een handicap en aantal leefloontrekkers.
1. Pourriez-vous communiquer, en les distinguant par Régions, wallonne, bruxelloise et flamande le nombre de personnes bénéficiant :
1. Kan u me volgende gegevens meedelen, respectievelijk voor het Waals, het Brussels en het Vlaams Gewest :
a) de l’allocation d’intégration de la personne handicapée ?
a) het aantal personen dat een integratietegemoetkoming aan personen met een handicap geniet;
b) de l’allocation de remplacement de revenus ?
b) het aantal personen dat een inkomensvervangende tegemoetkoming geniet ?
2. Quelles sont les charges financières supportées en 2003 par l’E´tat fédéral pour liquider ces différentes allocations en distinguant la charge par région ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 décembre 2004, à la question no 33 de M. François Bellot du 10 novembre 2004 (Fr.) :
2. Welk bedrag betaalde de federale Staat voor die verschillende tegemoetkomingen in 2003 ? Kan u dat bedrag opsplitsen per gewest ?
J’ai l’honneur de communiquer ci-après, à l’honorable membre, les renseignements demandés.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 december 2004, op de vraag nr. 33 van de heer François Bellot van 10 november 2004 (Fr.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9436
1. Fin 2003 la répartition des allocataires était la suivante :
1. Eind 2003 was de verdeling van de rechthebbenden de volgende :
— une allocation de remplacement de revenus seule :
— enkel een inkomensvervangende tegemoetkoming :
Région flamande : 4 349;
Vlaams gewest : 4 349;
Région wallonne : 5 532;
Waals gewest : 5 532;
Région bruxelloise : 1 174;
Brussels gewest : 1 174;
Total : 11 055.
Totaal : 11 055.
— une allocation d’intégration seule :
— enkel een integratietegemoetkoming :
Région flamande : 25 694;
Vlaams gewest : 25 694;
Région wallonne : 21 592;
Waals gewest : 21 592;
Région bruxelloise : 5 303;
Brussels gewest : 5 303;
Total : 52 589.
Totaal : 52 589.
— une allocation de remplacement de revenus combinée avec une allocation d’intégration :
— een inkomensvervangende tegemoetkoming in cumul met een integratietegemoetkoming :
Région flamande : 29 478;
Vlaams gewest : 29 478;
Région wallonne : 27 794;
Waals gewest : 27 794;
Région bruxelloise : 6 258;
Brussels gewest : 6 258;
Total : 63 530.
Totaal : 63 530.
— Le nombre total des allocataires :
— Totaal aantal rechthebbenden :
Région flamande : 59 521;
Vlaams gewest : 59 521;
Région wallonne : 54 918;
Waals gewest : 54 918:
Région bruxelloise : 12 735;
Brussels gewest : 12 735;
Total : 127 174.
Totaal : 127 174.
2. Les dépenses pour l’année 2003 étaient les suivantes :
2. De uitgaven voor het jaar 2003 waren de volgende :
— allocation de remplacement de revenus seule :
— enkel inkomensvervangende tegemoetkoming :
Région flamande : 20 469 329,66 euros;
Vlaams gewest : 20 469 329,66 euro;
Région wallonne : 26 431 566,21 euros;
Waals gewest : 26 431 566,21 euro;
Région bruxelloise : 6 608 964,36 euros;
Brussels gewest : 6 608 964,36 euro;
Total : 53 509 860,23 euros.
Totaal : 53 509 860,23 euro.
— allocation d’intégration seule :
— enkel integratietegemoetkoming :
Région flamande : 75 572 618,19 euros;
Vlaams gewest : 75 572 618,19 euro;
Région wallonne : 63 668 962,71 euros;
Waals gewest : 63 668 962,71 euro;
Région bruxelloise : 15 806 686,33 euros;
Brussels gewest : 15 806 686,33 euro;
Total : 115 048 267,23 euros.
Totaal : 115 048 267,23 euro.
— allocation de remplacement de revenus combinée avec une allocation d’intégration :
— inkomensvervangende tegemoekoming in cumul met integratietegemoetkoming :
Région flamande : 268 634 951,82 euros;
Vlaams gewest : 268 634 951,82 euro;
Région wallonne : 244 050 702,94 euros;
Waals gewest : 244 050 702,94 euro;
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9437
Région bruxelloise : 57 407 061,05 euros;
Brussels gewest : 57 407 061,05 euro;
Total : 570 092 715,81 euros.
Totaal : 570 092 715,81 euro.
— Le montant total des dépenses :
— Totaal bedrag van de uitgaven :
Région flamande : 364 676 899,67 euros;
Vlaams gewest : 364 676 899,67 euro;
Région wallonne : 334 151 231,86 euros;
Waals gewest : 334 151 231,86 euro;
Région bruxelloise : 79 822 711,74 euros;
Brussels gewest : 79 822 711,74 euro;
Total : 778 650 843,27 euros.
Totaal : 778 650 843,27 euro.
DO 2004200502687
DO 2004200502687
Question no 34 de Mme Greet Van Gool du 17 novembre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 34 van mevrouw Greet Van Gool van 17 november 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Suppression du paiement des allocations au domicile des personnes handicapées.
Afschaffing van de betalingen ten huize van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
` la fin de l’année dernière, le Premier ministre A avait annoncé que les allocations pour personnes handicapées et les pensions ne seraient en principe plus versées que par virement à partir d’avril 2004 et que les facteurs de La Poste ne procéderaient plus au paiement à domicile qu’à titre exceptionnel.
Eind vorig jaar kondigde de premier aan dat tegemoetkomingen aan personen met een handicap, zoals ook pensioenen, vanaf april 2004 in principe nog enkel door middel van een overschrijving uitbetaald zouden worden. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden zouden nog betalingen gebeuren door de postbode.
Bien que le paiement à domicile pose un problème de sécurité, il ne faut pas oublier que de nombreuses personnes (80 000 en 2003) sont payées par assignation postale. En outre, tout les bénéficiaires ne sont pas clients d’une institution financière, dont l’accessibilité peut laisser à désirer.
Hoewel de betaling ten huize inderdaad veiligheidsproblemen met zich meebrengt, mag toch niet uit het oog verloren worden dat nog heel wat mensen (in 2003 nog 80 000) via postassignatie worden betaald. Bovendien is niet iedereen klant van een financie¨le instelling en laat ook de toegankelijkheid van die financie¨le instellingen te wensen over.
Le précédent secrétaire d’E´tat avait annoncé pour 2004 une campagne publicitaire à l’intention des 80 000 bénéficiaires qui sont toujours payés par assignation, précisant qu’une attention particulière serait accordée à la lisibilité du courrier qui leur serait adressé.
De vorige Staatssecretaris zei dat voor de 80 000 gerechtigden die nog steeds met een assignatie worden betaald, in 2004 een reclamecampagne gevoerd zou worden, waarbij er bijzondere aandacht besteed zou worden aan de leesbaarheid van de brief voor deze publiciteitscampagne.
1. Quel est l’état de la situation en ce qui concerne la communication de cette mesure ?
1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de communicatie van deze maatregel ?
2. Combien de personnes font toujours usage des assignations postales ?
2. Hoeveel mensen maken nog gebruik van een postassignatie ?
3. Les nouveaux bénéficiaires peuvent-ils toujours être payés par assignation ou le paiement est-il effectué par virement bancaire ?
3. Kunnen nieuwe gerechtigden nog via postassignatie uitbetaald worden of gebeurt voor hen de betaling steeds via overschrijving op een financie¨le rekening ?
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9438
Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 décembre 2004, à la question no 34 de Mme Greet Van Gool du 17 novembre 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 december 2004, op de vraag nr. 34 van mevrouw Greet Van Gool van 17 november 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer ci-après, à l’honorable membre, les renseignements demandés.
In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
1. En application de la décision du Conseil des ministres du 5 décembre 2003 stipulant que le paiement des allocations doit s’effectuer de préférence par virement, la DG Personnes handicapées a lancé, en collaboration avec La Poste, une campagne promotionnelle.
1. In uitvoering van de beslissing van de Ministerraad van 5 december 2003 waarbij gesteld werd dat de betaling van de tegemoetkomingen bij voorkeur via een overschrijving dient te gebeuren, heeft de DG Personen met een handicap in samenwerking met De Post een promotiecampagne opgezet.
Pendant 7 mois — de février 2004 à août 2004 — les personnes handicapées payées par assignation ont reçu une lettre et une brochure dans lesquelles les avantages du paiement sur compte étaient présentés.
Gespreid over 7 maanden — vanaf februari 2004 tot en met augustus 2004 — hebben de personen met een handicap die via een postassignatie werden uitbetaald een brief en een brochure ontvangen waarbij de nadruk werd gelegd op de voordelen van de betaling op zichtrekening.
2. En janvier 2004, 80 629 bénéficiaires ont reçu leur allocation par assignation postale et 143 403 bénéficiaires ont reçu leur allocation par virement.
2. In januari 2004 ontvingen 80 629 rechthebbenden hun tegemoetkoming door middel van een postassignatie en 143 403 door middel van een overschrijving.
En décembre 2004, 55 657 bénéficiaires ont reçu leur allocation par assignation postale et 188 586 bénéficiaires ont reçu leur allocation par virement. Cela signifie une diminution du pourcentage de paiements par assignations postales de 35,99 % en janvier 2004 à 22,79 % en décembre 2004.
In december 2004 worden er 55 657 rechthebbenden door middel van een postassignatie en 188 586 door middel van een overschrijving betaald. Dit betekent een daling van het percentage betalingen via postassignatie van 35,99 % in januari 2004 tot 22,79 % in december 2004.
3. Dans l’article 24, § 2, de l’arrêté royal du 22 mai 2003, modifié par l’article 10 de l’arrêté royal du 13 septembre 2004 concernant la procédure de traitement des dossiers en matière de prestations aux personnes handicapées, il est stipulé que le paiement des allocations s’effectue par virement sur un compte à vue ouvert au nom de la personne handicapée ou dont celle-ci est co-titulaire. Dans le cas où la personne handicapée souhaiterait être payée par assignation, elle est tenue d’introduire une demande expresse et motivée dans ce sens.
3. In artikel 24, § 2, van het koninklijk besluit van 22 mei 2003, gewijzigd bij artikel 10 van het koninklijk besluit van 13 september 2004 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake de tegemoetkomingen aan personen met een handicap staat gestipuleerd dat de uitbetaling van de tegemoetkomingen gebeurt door overschrijving op een zichtrekening geopend op naam van de persoon met een handicap of waarvan hij medetitularis is. Indien de persoon met een handicap de betaling wenst te ontvangen via een postassignatie dient hij hiervoor uitdrukkelijk een gemotiveerd verzoek in te dienen.
Dans la pratique, le service met tout en œuvre pour encourager le paiement par virement. Sur le formulaire de demande d’allocation, il est demandé au demandeur de mentionner son numéro de compte. Dans la lettre de notification où une explication sur le calcul et le paiement des arriérés et des paiements mensuels est fournie, le numéro de compte est encore une fois demandé.
In de praktijk stelt de dienst alles in het werk om de betalingen via overschrijving aan te moedigen. Op het aanvraagformulier om een tegemoetkoming te bekomen wordt reeds gevraagd naar het rekeningnummer van de aanvrager. In de brief van de afrekening waarbij uitleg wordt verschaft over de berekening en uitbetaling van de achterstallen en de maandelijkse betalingen wordt nogmaals gevraagd naar het rekeningnummer.
Dans le cas où l’intéressé n’a fourni aucun numéro de compte au service et n’a pas introduit de demande motivée, l’allocation est alors quand même payée par assignation postale.
Indien betrokkene echter geen rekeningnummer heeft bezorgd aan de dienst en ook geen gemotiveerd verzoek heeft ingediend, wordt de tegemoetkoming toch betaald via een postassignatie.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9439
DO 2004200502698
DO 2004200502698
Question no 35 de Mme Greet Van Gool du 22 novembre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 35 van mevrouw Greet Van Gool van 22 november 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Examens médicaux.
Medische onderzoeken.
Les personnes qui souhaitent bénéficier d’une allocation, d’une carte de stationnement, d’une attestation en vue d’obtenir des avantages fiscaux et sociaux doivent se soumettre à un examen médical. Bien qu’il soit logique que le Service des allocations aux personnes handicapées doive pouvoir vérifier si les conditions médicales sont remplies, la question se pose tout de même de savoir s’il est toujours indispensable qu’un médecin du service médical examine l’intéressé.
Personen die aanspraak willen maken op een tegemoetkoming, op een parkeerkaart of op attesten met het oog op het verkrijgen van fiscale en sociale voordelen, moeten een medisch onderzoek ondergaan. Dat is logisch en terecht : de Dienst tegemoetkomingen aan personen met een handicap moet immers kunnen nagaan of aan de medische voorwaarden voldaan is. Toch rijst de vraag of het steeds noodzakelijk is dat een arts van de medische dienst de betrokkene onderzoekt.
En cas d’affection chronique ou de maladie grave, par exemple, il existe en effet un dossier médical détaillé contenant de nombreux rapports, établis notamment par des spécialistes et des services d’hoˆpitaux (universitaires). En l’espèce, un examen médical complémentaire n’apportera guère d’informations nouvelles mais il requiert de la personne (gravement) malade des efforts supplémentaires, allonge la durée de la procédure de traitement des demandes et génère des frustrations. La précédente secrétaire d’E´tat avait déclaré que des dossiers étaient déjà examinés à l’heure actuelle sans qu’il soit procédé à un controˆle médical. Elle s’était dite disposée à examiner la possibilité de systématiser la procédure et d’identifier un certain nombre d’indicateurs uniformes permettant de détecter les dossiers ou` un examen n’est manifestement pas nécessaire et dans lesquels une décision peut donc être prise sur pièce.
Bij chronische aandoeningen of ernstige ziekten bijvoorbeeld bestaat er immers een uitgebreid medisch dossier, met vele medische verslagen, vaak ook van specialisten en (universitaire) ziekenhuizen. Een bijkomend medisch onderzoek zal in die gevallen weinig nieuws opleveren, maar vraagt wel bijkomende inspanningen van een (zwaar) zieke persoon, maakt de behandelingsduur van de aanvragen langer, en wekt ook frustratie op.
1. Quelle est votre position à cet égard ?
De vorige staatssecretaris heeft gesteld dat momenteel reeds onderzoeken op dossier gebeuren, zonder medische controle. Ze verklaarde zich tevens bereid om te onderzoeken of dit gesystematiseerd kan worden en of het mogelijk is een aantal uniforme indicatoren te identificeren die toelaten de echt manifeste dossiers te detecteren waarin een onderzoek niet nodig is en waarin er dus op stuk beslist kan worden. 1. Wat is uw standpunt hierover ?
2. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 décembre 2004, à la question no 35 de Mme Greet Van Gool du 22 novembre 2004 (N.) :
2. Wat is de stand van zaken van dit dossier ? Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 december 2004, op de vraag nr. 35 van mevrouw Greet Van Gool van 22 november 2004 (N.) :
J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que mon administration examine actuellement les circonstances dans lesquelles des expertises médicales pourraient être réalisées sur pièces, ainsi que sa faisabilité.
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat mijn administratie momenteel de omstandigheden waarin de medische onderzoeken zouden kunnnen worden uitgevoerd op basis van stukken evenals de doenbaarheid ervan, onderzoekt.
Quel que soit le type de demande, il s’agira de définir des règles fondées sur des critères médicaux stricts.
Onafhankelijk van het type van aanvraag, zal het uiteindelijk gaan over het definie¨ren van strikte regels gebaseerd op duidelijke en strikte medische criteria.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1193
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9440
Il s’agit, en effet, de concilier l’intérêt des personnes handicapées qui sont dans des situations difficiles (grabataires, fin de vie, ...) avec celui du service qui exige la nécessité d’une équité de traitement entre les usagers ainsi que la prévention d’éventuelles fraudes, et ce au moyen d’une procédure accélérée.
De uiteindelijke doelstelling bestaat erin om de belangen van de personen met een handicap, die zich in moeilijke situaties bevinden (bedlegerigheid, levensbee¨indiging, ...), te verzoenen met deze van de dienst, die een gelijke behandeling van de gebruikers en het voorkomen van eventuele fraude vereist, dit alles door middel van een versnelde procedure.
Dans le cadre de l’étude qui est actuellement menée, le service médical de la direction générale personnes handicapées met tout en ouvre afin d’introduire, dans les mois à venir, une nouvelle procédure d’expertise médicale veillant à améliorer la situation.
In het kader van de studie die momenteel wordt uitgevoerd, doet de medische dienst van het Directoraatgeneraal Personen met een Handicap er alles aan om, binnen de komende maanden, een nieuwe procedure voor medische onderzoeken te ontwikkelen die als doelstelling heeft de situatie te verbeteren.
DO 2004200502740
DO 2004200502740
Question no 36 de Mme Annick Saudoyer du 24 novembre 2004 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 36 van mevrouw Annick Saudoyer van 24 november 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Accessibilité des bureaux de vote aux personnes à mobilité réduite.
Toegankelijkheid van de stembureaus voor personen met een beperkte mobiliteit.
La société a l’obligation morale de permettre aux personnes à mobilité réduite — qui représentent environ 30 % de la population — de participer à tous les aspects de la vie publique. Garantir l’accessibilité des bureaux de vote à ces personnes est le prolongement direct de la volonté effective de permettre à tous les citoyens de participer au processus démocratique de notre pays. ` la veille des dernières élections, l’ASBL « PasseA Muraille » avait réalisé un guide-conseil consacré à l’accessibilité des bureaux de vote pour les personnes à mobilité réduite. Cette brochure avait été largement distribuée à travers la partie wallonne du pays.
De samenleving is moreel verplicht personen met een beperkte mobiliteit — die ongeveer 30 % van de bevolking uitmaken — in staat te stellen aan alle aspecten van het openbaar leven deel te nemen. Ervoor zorgen dat de stembureaus voor hen toegankelijk zijn, getuigt van de daadwerkelijke bereidheid om alle burgers bij het democratische proces in ons land te betrekken.
Un arrêté ministériel de 1894 dispose que dans chaque baˆtiment abritant un ou plusieurs bureaux de vote, il doit y avoir au moins un compartiment isoloir à l’intention des électeurs moins valides par tranche de cinq bureaux de vote. Un autre arrêté ministériel, de 1980, vient le compléter à propos du mobilier électoral pour les élections législatives, communales et provinciales. Ces arrêtés sont rappelés à l’approche de chaque élection aux autorités compétentes via une circulaire. Malgré cela, il s’avère que les électeurs moins valides sont encore régulièrement confrontés à des problèmes d’inaccessibilité des bureaux et locaux de vote.
Volgens een ministerieel besluit van 1894 moet in elk gebouw waarin één of meer stembureaus zijn ondergebracht, per vijf stembureaus minstens één stemhokje voor mindervalide kiezers zijn ingericht. In 1980 werd die bepaling aangevuld met een ander ministerieel besluit, met betrekking tot de uitrusting van de stembureaus bij de parlements-, gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen. In de aanloop naar elke verkiezing worden die besluiten door middel van een omzendbrief bij de bevoegde overheden in herinnering gebracht. Desondanks ondervinden mindervalide kiezers toch nog vaak moeilijkheden bij het betreden van de stembureaus.
L’ASBL « Passe-Muraille » a constaté le manque d’informations délivrées aux personnes moins valides :
De VZW « Passe-Muraille » stelde vast dat mindervalide personen te weinig informatie krijgen : 72 %
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Aan de vooravond van de vorige verkiezingen stelde de VZW « Passe-Muraille » een handleiding op met aanbevelingen om de stembureaus beter toegankelijk te maken voor personen met een beperkte mobiliteit. Die brochure werd ruim verspreid in het Waalse landsgedeelte.
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9441
72 % d’entre elles ont déclaré que leur commune ne les avait pas informés à propos des différents aménagements mis à leur disposition et des services auxquels ils pouvaient prétendre avant de se rendre dans l’isoloir; D’autres plaintes récurrentes concernant le transport jusqu’au bureau de vote (souvent inexistant) et la disposition de l’isoloir encore mal ou pas adapté (tablette trop haute, crayon inaccessible, etc.).
verklaarde dat hun gemeente hen niet op de hoogte had gebracht van de middelen en diensten waarover zij kunnen beschikken wanneer zij zich in het stemhokje begeven. Andere vaak gehoorde klachten betreffen het (vaak onbestaande) vervoer tot aan het stembureau en de inrichting van het stemhokje die vaak slecht of niet is aangepast (te hoge schrijfplank, onbereikbaar potlood, enzovoort).
1. Ne pensez-vous pas qu’il serait judicieux de mettre à profit le temps qui nous sépare des élections communales de 2006 pour réfléchir à une meilleure accessibilité des bureaux de vote aux personnes moins valides ?
1. Ware het niet gepast de tijd die ons nog rest tot de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 te benutten om over een betere toegankelijkheid van de stembureaus voor mindervalide personen na te denken ?
2. a) Des actions dans ce sens ont-elles déjà été entreprises au niveau fédéral ?
2. a) Heeft het federale niveau daartoe reeds stappen gezet ?
b) Lesquelles ?
b) Zo ja, dewelke ?
3. Comment pensez-vous inciter les autorités compétentes à s’intéresser de plus près à cette problématique ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 décembre 2004, à la question no 36 de Mme Annick Saudoyer du 24 novembre 2004 (Fr.) :
3. Hoe denkt u de bevoegde overheden ertoe te kunnen brengen meer aandacht aan dit probleem te besteden ?
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que l’organisation des opérations électorales ne relève pas de ma compétence mais de la compétence de mon collègue, le ministre de l’Intérieur.
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de organisatie van de kiesverrichtingen niet tot mijn bevoegdheid behoort, maar tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken.
De plus, l’accessibilité des baˆtiments publics est une matière qui a été confiée aux Régions.
Bovendien is de toegankelijkheid van de openbare gebouwen een aangelegenheid die aan de gewesten werd toevertrouwd.
Néanmoins, la Conférence interministérielle en faveur des personnes handicapées a déjà pris deux initiatives concrètes.
Niettemin heeft de interministerie¨le conferentie voor personen met een handicap al twee concrete initiatieven genomen.
1. Un protocole d’accord relatif aux aménagements raisonnables a été conclu le 10 mai 2004. Ce protocole vise à uniformiser la compréhension et la signification du concept des aménagements raisonnables à tous les niveaux de pouvoir en Belgique. Il décrit le terme « handicap », le concept « aménagement » et l’objectif « raisonnable » et apporte des exemples dits non limitatifs. Ainsi, il énonce, comme exemple d’aménagement collectif, l’isoloir électoral adapté aux électeurs en fauteuil roulant ou de petite taille. Malheureusement, ce protocole n’était connu que des ministres signataires en mai 2004.
1. Op 10 mei 2004 werd een protocolakkoord betreffende de redelijke aanpassingen gesloten. Dit protocol streeft naar een uniformisering van het begrip en de betekenis van het concept van de redelijke aanpassingen op alle gezagsniveaus in Belgie¨. Het protocol omvat een beschrijving van de term « handicap », het concept « aanpassing » en de doelstelling « redelijk », alsook een hele rits voorbeelden. Zo vermeldt het protocol als voorbeeld van een collectieve aanpassing het kieshokje dat aangepast moet zijn aan kiezers die klein van gestalte zijn of gebruik maken van een rolstoel. Jammer genoeg is dit protocol alleen bekend bij de ministers die het in mei 2004 ondertekenden.
Aussi a-t-il été remis à l’ordre du jour de la Conférence interministérielle en faveur des personnes handicapées de ce 29 novembre 2004 afin d’être porté à la
Daarom werd het protocol opnieuw op de agenda geplaatst tijdens de interministerie¨le conferentie voor personen met een handicap op 29 november 2004,
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 december 2004, op de vraag nr. 36 van mevrouw Annick Saudoyer van 24 november 2004 (Fr.) :
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9442
connaissance de tous les ministres actuellement en fonction. La Conférence interministérielle a décidé que ce protocole sera, après son évaluation, transcrit sous forme d’un accord de coopération à soumettre à l’ensemble des Parlements du pays pour lui donner une place dans l’arsenal juridique et pour lui assurer la publicité qu’il mérite. J’ai aussi proposé à la Conférence interministérielle que le Gouvernement fédéral et les entités fédérées unissent leurs moyens et leurs efforts pour organiser une large sensibilisation du concept d’aménagement raisonnable.
zodat alle huidige ministers er kennis van kunnen nemen. De interministerie¨le conferentie heeft beslist dat dit protocol, na de evaluatie ervan, zal worden omgezet in een samenwerkingsakkoord dat aan alle parlementen van het land zal worden voorgelegd, zodat het deel kan uitmaken van het juridisch arsenaal en de kenbaarheid krijgt die het verdient. Ik heb de interministerie¨le conferentie ook voorgesteld dat de federale regering en de gewesten en gemeenschappen hun middelen en krachten zouden bundelen voor de organisatie van een grootschalige bewustmakingscampagne over het concept van de redelijke aanpassingen.
` la suite de la prise d’acte par le Conseil des miA nistres des travaux de la Conférence interministérielle en faveur des personnes handicapées de ce 29 novembre 2004, j’organiserai des concertations avec les ministres concernés pour préparer les réalisations concrètes de sa mise en œuvre. Je prendrai contact avec le ministre de l’Intérieur pour que les personnes handicapées puissent exercer leurs droits de citoyen à l’occasion des élections de 2006.
Nu de Ministerraad akte heeft genomen van de werkzaamheden van de interministerie¨le conferentie voor personen met een handicap, die plaatsvond op 29 november 2004, plan ik overleg met de betrokken ministers om de concrete uitvoering van dit protocol voor te bereiden. Ik zal contact opnemen met de minister van Binnenlandse Zaken, opdat de personen met een handicap hun burgerrechten bij de verkiezingen in 2006 kunnen vervullen.
2. L’Union européenne recommande que les baˆtiments publics soient rendus accessibles pour 2010 aux personnes à mobilité réduite. La Belgique a un gros effort à mettre en œuvre pour atteindre cet objectif. La Conférence interministérielle a décidé ce 29 novembre d’initier concrètement cet objectif : l’E´tat fédéral et les Régions ont décidé d’élaborer un inventaire des baˆtiments publics, gérés par les pouvoirs publics, à aménager pour 2010.
2. De Europese Unie beveelt aan om de openbare gebouwen tegen 2010 toegankelijk te maken voor de personen met beperkte mobiliteit. Belgie¨ heeft nog heel wat inspanningen voor de boeg om deze doelstelling te bereiken. De interministerie¨le conferentie heeft op 29 november beslist om deze doelstelling concreet te maken : zo hebben de federale staat en de gewesten beslist een inventaris op te stellen van de door de overheid beheerde openbare gebouwen die tegen 2010 moeten worden aangepast.
Ainsi, des pistes concrètes sont en préparation afin que les personnes handicapées puissent mieux exercer leur roˆle de citoyen participant à la vie de la démocratie.
Er worden dus concrete acties ondernomen zodat de personen met een handicap hun rol als burgers in onze democratie beter kunnen vervullen.
DO 2004200502852
DO 2004200502852
Question no 37 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 37 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.
Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).
Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9443
Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.
Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.
1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?
1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?
2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?
2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?
Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 décembre 2004, à la question no 37 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 december 2004, op de vraag nr. 37 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que la matière mentionnée dans sa question ne relève pas de ma compétence mais de celle de mon collègue, le ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. (Question no 211 du 9 décembre 2004.)
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de in haar vraag vermelde aangelegenheid niet tot mijn bevoegdheid behoort, maar tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. (Vraag nr. 211 van 9 december 2004.)
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9445
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Premier ministre Eerste minister 1
2004200502699 23-11-2004
62
Gerolf Annemans
Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Procès contre trois ASBL du Vlaams Blok. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Proces tegen drie Vlaams BlokVZW’s.
9329
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1
2003200432126 16- 9-2004
347
Bart Laeremans
Criminalité organisée transfrontalière. — Collaboration entre la justice belge et la justice italienne. Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. — Samenwerking tussen de Belgische en de Italiaanse justitie.
9330
1
2003200432231 24- 9-2004
368
André Frédéric
Code civil. — Juge de paix. — Enfants mineurs. — Droits de requête. Burgerlijk Wetboek. — Vrederechter. — Minderjarige kinderen. — Verzoekrechten.
9335
1
2003200432355
7-10-2004
392
Bart Laeremans
Prisons. — Application de la législation linguistique. Gevangenissen. — Toepassing taalwet.
9337
1
2004200502416 15-10-2004
399
Guido De Padt
Délai de paiement en cas d’amende routière. Betalingstermijnen naar aanleiding van verkeersboetes.
9338
1
2004200502437 18-10-2004
406
Staf Neel
Constitution d’une banque de données nationale en matière de graffitis. Aanleg van een landelijke database inzake graffitispuiten.
9339
1
2004200502606
9-11-2004
432
Mw. Liesbeth Van der Auwera
Règlement collectif des dettes. — Facture d’énergie impayées. — CPAS. Collectieve schuldenregeling. — Energieschulden. — OCMW’s.
9341
1
2004200502668 17-11-2004
439
Mme Jacqueline Galant
Détention d’armes. Wapenbezit.
9343
8
2004200502679 18-11-2004
441
Alfons Borginon
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
* Référendaires et juristes de parquet. — Perspectives de carrière. Referendarissen en parketjuristen. — Loopbaanperspectieven.
2005
9279
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9446
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200502681 18-11-2004
443
Alfons Borginon
* Tribunal de première instance de Bruxelles. — Référendaires et juristes de parquet. Rechtbank van eerste aanleg van Brussel. — Referendarissen en parketjuristen.
9280
8
2004200502682 18-11-2004
444
Guido De Padt
* Prisons. — Personnes détenues pour délits sexuels et faits de pédophilie. — Expériences de castration chimique. Gevangenissen. — Gevangenen wegens seksuele misdrijven en pedoseksuele feiten. — Experimenten lustremmende medicamenten.
9280
1
2004200502684 18-11-2004
445
Alfons Borginon
Avocats pro deo. — Dossiers des réfugiés et des demandeurs d’asile déboutés. — Qualité des services. « Pro deo »-advocaten. — Dossiers van vluchtelingen en uitgeprocedeerden. — Kwaliteit dienstverlening.
9345
8
2003200432058 22-11-2004
446
Jo Vandeurzen
* Cannabis. — Politique de tolérance et résolution européenne. Cannabis. — Gedoogbeleid en Europese resolutie.
9281
8
2004200502693 22-11-2004
447
Mw. Greet Van Gool
* Mise sur écoute téléphonique. — Recours à des personnes présentant un handicap visuel. Afluisteren van telefonische gesprekken. — Inschakeling van personen met een visuele handicap.
9281
8
2004200502700 23-11-2004
448
Gerolf Annemans
* Parquet. — Décret sur la politique flamande d’intégration civique. Parket. — Decreet Vlaams inburgeringsbeleid.
9282
8
2004200502721 23-11-2004
450
Claude Marinower
* Absentéisme scolaire. — Attitude des parquets. Aanpak van spijbelaars door de parketten.
9283
8
2004200502722 23-11-2004
451
Alfons Borginon
* Cour de cassation. — Nombre de conseillers néerlandophones. Hof van Cassatie. — Aantal Nederlandstalige raadsheren.
9284
8
2004200502723 23-11-2004
452
Alfons Borginon
* Nombre de magistrats potentiels. Reservoir aan potentie¨le magistraten.
9284
8
2004200502729 23-11-2004
453
Alfons Borginon
* Magistrats suppléants. Plaatsvervangende magistraten.
9285
8
2004200502735 24-11-2004
454
Walter Muls
* Accompagnement psychiatrique des personnes internées dans l’établissement de Merksplas. Psychiatrische begeleiding voor de geı¨nterneerden in de inrichting te Merkplas.
9285
8
2004200502747 24-11-2004
455
Claude Marinower
* Diffusion d’idées racistes sur internet. Verspreiding van racisme via het internet.
9286
Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1
2003200431968 29- 7-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
452
Luc Sevenhans
2004
Demandes de renseignements de l’inspection de l’Impoˆt des personnes physiques. Vragen om inlichtingen door de controle Personenbelastingen.
2005
9346
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 CA
DO
Date Datum
9447
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200432100 10- 9-2004
471
Willy Cortois
Personnes handicapées. — Avantages sociaux. — Exonération des taxes sur les véhicules à moteur. Mindervaliden. — Sociale voordelen. — Vrijstelling van de taksen op de motorvoertuigen.
9347
1
2004200502644 10-11-2004
534
Jean-Marc Nollet
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastatalen en andere organismen.
9349
1
2004200502676 17-11-2004
537
Alfons Borginon
Fonds « levier ». — Arrêtés d’exécution sur les fonds de placement. Hefboomfondsen. — Uitvoeringsbesluiten beleggingsfondsen.
9350
8
2004200502685 18-11-2004
538
Alfons Borginon
* Régie des Baˆtiments. — Construction de palais de justice. Regie der Gebouwen. — Bouw justitiepaleizen.
9286
1
2004200502694 22-11-2004
539
Jean-Marc Nollet
Suivi du rapport d’audit de la Cour des comptes relatif à la mesure de l’arriéré fiscal. Follow-up van het auditverslag van het Rekenhof met betrekking tot het meten van de fiscale achterstand.
9352
1
2004200502702 23-11-2004
540
Mw. Nathalie Muylle
Recouvrement d’impoˆts de conjoints séparés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage. Invordering van belastingen gescheiden echtparen. — Arrest Arbitragehof.
9354
8
2004200502724 23-11-2004
541
Alfons Borginon
* Accord de coopération créant l’Agence de l’information patrimoniale. Samenwerkingsakkoord tot oprichting van het Agentschap van Patrimoniale Informatie.
9287
8
2004200502745 24-11-2004
543
Luk Van Biesen
* Impoˆts sur les revenus. — Produits de créances. — « Principe de prêt ». Inkomstenbelastingen. — Opbrengst van schuldvorderingen. — « Lening-beginsel ».
9287
8
2004200502746 24-11-2004
544
Jean-Jacques Viseur * Agents du SPF Finances. — Brevet d’officier pompier. — Congé de formation. Ambtenaren van de FOD Financie¨n. — Brevet van officier-brandweerman. — Opleidingsverlof.
9289
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 1
2003200421851 12- 7-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
252
Melchior Wathelet
2004
SNCB. — Ligne 37 entre Liège et Aix. — Travaux. — Ouvrages d’art. NMBS. — Lijn 37 tussen Luik en Aken. — Werken. — Kunstwerken.
2005
9356
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1194
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9448
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord BIAC. — Petites sphères en plastique destinées aux bassins de rétention sur le site de l’aéroport de Zaventem. BIAC. — Plastic bolletjes voor opvangreservoirs op het luchthaventerrein van Zaventem. SNCB. — Gare de Marloie. — E´quipements pour personnes moins valides. NMBS. — Station van Marloie. — Voorzieningen voor mindervaliden.
9358
Jan Mortelmans
La Poste. — Modification de données pour les mandataires de comptes d’associations de fait. De Post. — Wijziging van gegevens bij volmachtdragers van rekeningen van feitelijke verenigingen.
9360
348
Francis Van den Eynde
La Poste. — Bureaux de poste à Bruxelles-Capitale. — Législation linguistique. De Post. — Postkantoren in Brussel-Hoofdstad. — Taalwetgeving.
9362
2004200502672 17-11-2004
353
Luc Sevenhans
Lutte contre les rejets d’hydrocarbures en mer. Strijd tegen de olielozingen op zee.
9363
8
2004200502683 18-11-2004
354
Luk Van Biesen
1
2004200502686 18-11-2004
355
Luc Sevenhans
8
2004200502689 18-11-2004
356
8
2004200502716 23-11-2004
8
1
2003200432250 30- 9-2004
294
Bart Laeremans
1
2003200432316
5-10-2004
303
Francis Van den Eynde
1
2004200502593
8-11-2004
342
1
2004200502627 10-11-2004
1
9359
* Imprimés non adressés. — Magazines d’information communaux. — Information émanant de partis politiques. Niet-geadresseerd drukwerk. — Gemeentelijke informatiebladen. — Informatie uitgaande van politieke partijen.
9290
Inspection de la navigation. — Problématique du personnel. Scheepvaartinspectie. — Personeelsproblematiek.
9365
Jean-Marc Nollet
* SNCB. — Fermeture de la gare de Leuze le weekend et jours fériés. NMBS. — Sluiting van het station te Leuze op zaterdag, zon. — en feestdagen.
9291
357
Mme Jacqueline Galant
* SNCB. — Fermetures de certains guichets de gares. — Usagers handicapés. NMBS. — Sluiting van de loketten in sommige stations. — Gehandicapte reizigers.
9292
2004200502717 23-11-2004
358
Olivier Chastel
* SNCB. — Navettes ferroviaires transfrontalières Mons-Maubeuge-Aulnoye. NMBS. — Grensoverschrijdend pendelverkeer op de lijn Bergen-Maubeuge-Aulnoye.
9293
8
2004200502718 23-11-2004
359
Dirk Claes
* SNCB. — Frais réclamés par la SNCB aux proches d’une personne ayant commis un acte de suicide. NMBS. — Doorrekenen van kosten door de NMBS aan de nabestaanden van een zelfmoord.
9294
8
2004200502730 23-11-2004
360
Servais Verherstraeten
* SNCB. — Gare de Tielen. — Investissements. NMBS. — Station Tielen. — Investeringen.
9294
8
2004200502733 24-11-2004
361
8
2004200502741 24-11-2004
362
Mme Muriel Gerkens * Belgacom. — Campagne publicitaire. Belgacom. — Reclamecampagne. François Bellot * SNCB. — E´volution du nombre de voyageurs transportés. NMBS. — Evolutie van het aantal treinreizigers.
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
9295 9296
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 CA
DO
9449
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
2004200502753 25-11-2004
365
François Bellot
Belgacom. — Changement de logo et de couleur de supports promotionnels. Belgacom. — Verandering van huisstijl.
9366
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2003200421651 11- 6-2004
290
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
9367
1
2003200432145 16- 9-2004
361
Patrick De Groote
Stationnement illicite sur des emplacements réservés aux personnes handicapées et à d’autres endroits non réglementaires. Foutparkeren op parkeerplaatsen voor personen met een handicap en op andere onreglementaire plaatsen.
9368
1
2003200432222 23- 9-2004
371
Hagen Goyvaerts
Accessibilité téléphonique de l’AFCN. Telefonische bereikbaarheid van het FANC.
9370
1
2003200432252 30- 9-2004
376
Bart Laeremans
Expulsion d’imams. Uitzetting van imams.
9372
1
2003200432285
1-10-2004
383
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
Arriéré actuel au Conseil d’E´tat. Huidige achterstand van de Raad van State.
9373
1
2004200502384 12-10-2004
394
Hagen Goyvaerts
Contaminations secondaires lors de l’enlèvement de paratonnerres radioactifs. Bijkomende besmettingen bij de verwijdering van radioactieve bliksemafleiders.
9375
1
2003200421876 19-10-2004
409
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
Nombre de contrats de vie commune conclus. Aantal gesloten samenlevingscontracten.
9376
1
2004200502536 26-10-2004
417
Miguel Chevalier
Effectif du personnel des zones de police. Personeelseffectief van de politiezones.
9378
1
2004200502588
5-11-2004
423
Stijn Bex
Demandeurs d’asile du Xinjiang ouı¨ghoure. Uighurse asielzoekers.
9380
1
2004200502590
5-11-2004
424
Roel Deseyn
Violation de la loi anti-discrimination sur des sites internet racistes. Overtreding van de antidiscriminatiewet door racistische websites.
9381
1
2004200502644 10-11-2004
430
Jean-Marc Nollet
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
9386
1
2003200432289 16-11-2004
432
Staf Neel
Manœuvres à l’étranger. — Agents de la police fédérale. Buitenlandse manoeuvres. — Agenten federale politie.
9386
8
2004200502680 18-11-2004
435
Mme Annick Saudoyer
* « Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance. Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.
9297
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9450
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2004200502690 18-11-2004
436
Melchior Wathelet
Nombre de dossiers disciplinaires ouverts à charge de membres du personnel de la zone de police « Midi ». Aantal tuchtdossiers ten laste van personeelsleden van de politiezone « Zuid ».
9388
1
2004200502695 22-11-2004
438
Melchior Wathelet
Police fédérale. — Formation « Yoseikan Bajutsu Spécial Police ». — Membre de la police à cheval de la Réserve Générale. Federale politie. — Opleiding « Speciale Politie Yoseikan Bajutsu ». — Dienst Cavalerie van de Algemene Reserve.
9389
8
2004200502696 22-11-2004
439
Mme Muriel Gerkens * Activités professionnelles mettant en jeu des sources naturelles de rayonnement. — Communication à l’Agence d’une déclaration. Beroepsactiviteiten waar natuurlijke stralingsbronnen worden aangewend. — Aangifte aan het Agentschap.
9298
8
2004200502703 23-11-2004
440
Mme Muriel Gerkens * Installations nucléaires. — Visite d’une délégation américaine. Kerninstallaties. — Bezoek van een Amerikaanse delegatie.
9299
8
2004200502704 23-11-2004
441
Mme Muriel Gerkens * Matériaux nucléaires détectés dans les déchets classiques ou des matières premières issues d’une filière de recyclage. Kernmateriaal dat aangetroffen wordt tussen gewoon afval of tussen grondstoffen uit een recyclagecircuit.
9300
8
2004200502715 23-11-2004
442
Dirk Claes
* Arrêté royal qui permettra aux citoyens d’exercer un controˆle sur ceux qui consultent ou modifient leurs données. Koninklijk besluit dat burgers zal toelaten controle uit te oefenen op diegenen die hun gegevens raadplegen of wijzigen.
9300
1
2004200502719 23-11-2004
443
Bert Schoofs
Formation du personnel des services de police et d’incendie. Opleiding van politie- en brandweerpersoneel.
9391
8
2004200502725 23-11-2004
444
Guido De Padt
* Caméras automatiques sur la chaussée de Ninove entre IJzeringen et Dilbeek. Flitspalen op de Ninoofsesteenweg tussen IJzeringen en Dilbeek.
9301
1
2004200502841
453
Filip De Man
Recours éventuel à des vols sans pilote à des fins de surveillance policière. Mogelijke inzet van onbemande vluchten voor politietoezicht.
9392
7-12-2004
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 8
2004200502680 18-11-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
134
Mme Annick Saudoyer
* « Gens du voyage ». — Terrain d’accueil à LeersFrance. Woonwagenbewoners. — Opvangterrein in LeersFrance.
2004
2005
9302
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 CA
DO
9451
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 8
2004200502720 23-11-2004
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 135
Hervé Hasquin
* Attitude de l’ambassade de Belgique en Coˆte d’Ivoire vis-à-vis des ressortissants belges. Houding van de Belgische ambassade in Ivoorkust ten aanzien van de Belgische onderdanen.
9303
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1
2004200502678 18-11-2004
148
Luk Van Biesen
8
2004200502706 23-11-2004
149
Luc Sevenhans
1
2004200502794
150
Dirk Claes
1-12-2004
Suˆreté de l’E´tat. — Ministre de la Justice. — Décision relative à la transmission d’informations aux autorités. — Superservice de renseignement. Staatsveiligheid. — Minister van Justitie. — Beslissing doorgeven van informatie aan overheid. — Superinlichtingendienst.
9394
* Domaine militaire de « Kievermont » à Geel. — RACB. Militair domein « Kievermont » te Geel. — KACB.
9304
Résiliations d’engagement sur propre demande. Dienstverbrekingen op eigen aanvraag.
9396
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie Utilisation de la vidéo et des techniques numériques en ce qui concerne les caméras automatiques surveillant la circulation. — Arrêté royal. Gebruik van video en digitale technieken betreffende de onbemande camera’s in het verkeer. — Koninklijk besluit.
9397
1
2004200502663 17-11-2004
173
Jan Mortelmans
8
2003200432023 22-11-2004
175
Stijn Bex
8
2004200502705 23-11-2004
176
Mme Muriel Gerkens * Ducroire. — Application des « Approches communes en matière d’environnement » de l’OCDE. Delcredere. — Toepassing van de « Common Approaches on Environment » van de OESO.
9305
8
2004200502558 23-11-2004
178
Dirk Van der Maelen
* Controˆle disciplinaire d’experts-comptables, de comptables, de conseils fiscaux et de réviseurs d’entreprises. Tuchtrechtelijke controle van accountants, boekhouders, belastingconsulenten en bedrijfsrevisoren.
9306
8
2004200502742 24-11-2004
179
Roel Deseyn
* Mesures pour lutter contre les spywares. Maatregelen tegen spyware.
9307
* Télécommunications. — Cell Broadcast. Telecommunicatie. — Cell Broadcast.
9304
E´nergie — Energie 8
2004200502697 22-11-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
75
Mme Muriel Gerkens * Réacteur de recherche BR2. — Utilisation par des tiers, belges et autres. BR2-Onderzoeksreactor. — Gebruik door derden, Belgen en anderen.
2004
2005
9309
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9452
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2004200502707 23-11-2004
76
Mme Muriel Gerkens * CEN. — Combustible irradié du réacteur BR3. SCK. — Bestraalde splijtstof van reactor BR3.
9309
8
2004200502708 23-11-2004
77
Mme Muriel Gerkens * CEN. — Quantités de plutonium. SCK. — Bepaalde hoeveelheid plutonium.
9310
8
2004200502709 23-11-2004
78
Mme Muriel Gerkens * Agrément d’équipements destinés à l’entreposage, au traitement et au conditionnement de déchets radioactifs. Erkenning van uitrustingen bestemd voor de opslag, verwerking en conditionering van radioactief afval.
9310
8
2004200502710 23-11-2004
79
Mme Muriel Gerkens * CEN et IRE. — Commercialisation des résultats de leurs recherches. SCK en IRE. — Commercialisering van de onderzoeksresultaten.
9311
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1
2004200502445 18-10-2004
29
Mw. Greet Van Gool
Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.
9398
8
2003200432344 22-11-2004
35
Bart Laeremans
* Obligation de bilinguisme au Centre de Physique du Globe de Dourbes. Verplichte tweetaligheid bij het « Centre de Physique du Globe » te Dourbes.
9312
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2003200432240 24- 9-2004
164
Alfons Borginon
ONSS. — Entreprises. — Cotisations sociales. — Transmission d’informations de l’ONSS aux autres pouvoirs publics. RSZ. — Bedrijven. — Sociale bijdragen. — Informatieverstrekking vanuit de RSZ naar de andere overheden.
9400
1
2004200502644 10-11-2004
198
Jean-Marc Nollet
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
9402
8
2004200502688 18-11-2004
200
Mw. Greet Van Gool
* Allocation d’orphelin. Wezenbijslag.
9313
8
2004200502711 23-11-2004
201
Benoıˆt Drèze
* Remboursement du médicament « Celebrex ». Terugbetaling van « Celebrex ».
9315
8
2004200502731 23-11-2004
202
Jo Vandeurzen
* Assurance dépendance. — Répartition des compétences. — Position de la Cour d’arbitrage et de l’Union européenne. Zorgverzekering. — Bevoegdheidsverdeling. — Visie Arbitragehof en EU.
9315
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 CA
DO
9453
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 8
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
2004200502736 24-11-2004
203
Jo Vandeurzen
* Agréments supplémentaires de lits MRS. Bijkomende erkenningen rustoordbedden.
9316
Santé publique — Volksgezondheid 1
2003200421827
8- 7-2004
242
Filip De Man
Augmentation inquiétante du nombre de cas de tuberculose. — Groupes à risque. — Région bruxelloise. Onrustwekkende stijging van het aantal tuberculosegevallen. — Risicogroepen. — Brussels Gewest.
9403
1
2004200502447 19-10-2004
306
Koen Bultinck
Publicité pour des compléments alimentaires dans un quotidien. Advertentie voor voedingssupplementen in een dagblad.
9405
1
2003200432352 25-10-2004
313
Mme Colette Burgeon
Salades de crabe. — Surimi. Krabsalade. — Surimi.
9406
1
2004200502644 10-11-2004
332
Jean-Marc Nollet
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
9407
8
2004200502712 23-11-2004
336
Guido De Padt
* Médicaments. — Effets secondaires néfastes. — Médicaments retirés du marché. Geneesmiddelen. — Nefaste nevenwerkingen. — Uit de markt genomen medicamenten.
9316
8
2004200502713 23-11-2004
337
Jo Vandeurzen
* Actes chirurgicaux en dehors de hoˆpitaux agréés. Chirurgische akten buiten erkende ziekenhuizen.
9317
8
2004200502714 23-11-2004
338
Mme Annick Saudoyer
* Sports de combat. — Sport « Pieds-Poings ». Vuist/voetvechtsporten.
9317
8
2004200502737 24-11-2004
339
Jo Vandeurzen
* Constitution de chaıˆnes d’hoˆpitaux. Ketenvorming van ziekenhuizen.
9318
8
2004200502738 24-11-2004
340
Jo Vandeurzen
* « Hoˆpitaux très spécialisés ». « Nicheziekenhuizen ».
9318
8
2004200502739 24-11-2004
341
Mme Annick Saudoyer
* Suppression des espaces « fumeurs » dans les établissements du secteur horeca. Verdwijning van de rookzones in horecazaken.
9319
8
2004200502743 24-11-2004
342
Mw. Yolande Avontroodt
* Traitement forcé en cas d’hospitalisation sous contrainte. Gedwongen behandeling bij gedwongen opname.
9320
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 1
2004200502852
9-12-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
39
Mme Zoé Genot
2004
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
2005
9408
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9454
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord Agriculture — Landbouw
1
2004200502734 24-11-2004
48
Guido De Padt
Cultivateurs de betteraves. — Conséquences des propositions de réforme du commissaire à l’Agriculture. Bietentelers. — Gevolgen hervormingsvoorstellen landbouwcommissaris.
9410
1
2004200502852
49
Mme Zoé Genot
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
9411
9-12-2004
Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken
Emploi — Werk 1
2003200410762 29- 1-2004
62
Guido De Padt
Horeca. — Travailleurs occasionnels. Horeca. — Gelegenheidswerknemers.
9413
1
2004200502659 16-11-2004
178
Guy D’haeseleer
Projet de directive européenne relative à la révision du temps de travail maximum. Ontwerp van Europese richtlijn inzake de arbeidstijd.
9415
8
2004200502483 18-11-2004
179
Hagen Goyvaerts
* Crédit-temps et mandat politique d’un conseiller provincial. Tijdskrediet en politiek mandaat van een provincieraadslid.
9321
8
2004200502427 23-11-2004
181
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Demandes de reconnaissance comme entreprise d’insertion fédérale. Aanvragen tot erkenning als federale inschakelingsbedrijven.
9322
8
2004200502748 24-11-2004
182
Guy D’haeseleer
* Emploi illégal de Chinois dans une entreprise chimique. Illegale tewerkstelling van Chinezen bij een chemiebedrijf.
9322
1
2004200502853
196
Geert Lambert
Services ministériels. — Fonctionnaires. — Activité accessoire. — Autorisation. Ministerie¨le diensten. — Ambtenaren. — Bijberoep. — Toelating.
9417
9-12-2004
Protection des consommateurs — Consumentenzaken 1
2004200502801
3-12-2004
79
Koen T’Sijen
Politique en matière de lignes de crédit. Beleid met betrekking tot kredietlijnen.
9418
1
2004200502852
9-12-2004
80
Mme Zoé Genot
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
9421
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 CA
DO
9455
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique — Ambtenarenzaken 1
2003200432170 17- 9-2004
76
Mme Marie Nagy
Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.
9422
1
2004200502852
98
Mme Zoé Genot
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
9423
9-12-2004
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 1
2003200421700 23- 6-2004
53
Mw. Hilde Dierickx
Délais applicables en cas de conflits de compétence entre CPAS. Termijnen bij bevoegdheidsconflicten tussen OCMW’s.
9424
Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1
2004200502692 18-11-2004
177
Luc Sevenhans
Inspection de la navigation. — Pénurie de personnel. Scheepvaartinspectie. — Personeelstekort.
9425
8
2004200502726 23-11-2004
178
Ludo Van Campenhout
* Document relatif à la dérogation au port obligatoire de la ceinture de sécurité. Document vrijstelling van de draagplicht van de veiligheidsgordel.
9323
8
2004200502744 24-11-2004
179
François Bellot
* E´volution du nombre d’immatriculations. Evolutie van het aantal inschrijvingen.
9324
8
2004200502749 24-11-2004
180
Bart Tommelein
* Controˆle technique des véhicules à moteur. — Nouvelle réglementation. — Pneus des remorques. Technische controle op motorvoertuigen. — Nieuwe regelgeving. — Banden op aanhangwagens.
9325
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
1195
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004
9456
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1
2004200502624 10-11-2004
37
Guy D’haeseleer
Simplification administrative. Administratieve vereenvoudiging.
9426
Pensions — Pensioenen 1
2004200502540 27-10-2004
55
Mw. Greet Van Gool
Date d’entrée en vigueur de la pension de retraite pour les bénéficiaires résidant à l’étranger. Ingangsdatum van het rustpensioen voor gerechtigden die in het buitenland wonen.
9427
1
2004200502600
8-11-2004
57
Mw. Greet Van Gool
Calcul de la pension de travailleurs aˆgés qui commencent une activité professionnelle indépendante pour échapper au choˆmage. Pensioenberekening van oudere werknemers die een beroepsactiviteit als zelfstandige beginnen om aan de werkloosheid te ontsnappen.
9428
1
2004200502624 10-11-2004
59
Guy D’haeseleer
Simplification administrative. Administratieve vereenvoudiging.
9431
1
2004200502644 10-11-2004
60
Jean-Marc Nollet
Comptes des entreprises publiques économiques, des sociétés anonymes, parastataux et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.
9431
8
2004200502727 23-11-2004
61
Mw. Greet Van Gool
* Cumul d’une pension accordée dans le cadre d’un régime de pension du secteur public avec un revenu de remplacement. Cumulatie van een pensioen toegekend door een pensioenregeling van de openbare sector met een vervangingsinkomen.
9326
8
2004200502728 23-11-2004
62
Mw. Greet Van Gool
* Sanctions pour non-déclaration des activités professionnelles autorisées pour les pensionnés. Sanctie wegens het niet-aangeven van de toegelaten beroepsactiviteit van gepensioneerden.
9327
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 1
2004200502715 23-11-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
40
Dirk Claes
Arrêté royal qui permettra aux citoyens d’exercer un controˆle sur ceux qui consultent ou modifient leurs données. Koninklijk besluit dat burgers zal toelaten controle uit te oefenen op diegenen die hun gegevens raadplegen of wijzigen.
2004
2005
9432
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 059 28 - 12 - 2004 CA
DO
9457
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
2004200502915 17-12-2004
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 43
Mw. Maggie De Block
Projets de télétravail. Telewerkprojecten.
9434
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
1
2004200502433 10-11-2004
33
François Bellot
Nombre de personnes bénéficiant d’allocations d’intégration de la personne handicapée et du revenu d’intégration. Aantal rechthebbenden op de integratietegemoetkoming aan personen met een handicap en aantal leefloontrekkers.
9435
1
2004200502687 17-11-2004
34
Mw. Greet Van Gool
Suppression du paiement des allocations au domicile des personnes handicapées. Afschaffing van de betalingen ten huize van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
9437
1
2004200502698 22-11-2004
35
Mw. Greet Van Gool
Examens médicaux. Medische onderzoeken.
9439
1
2004200502740 24-11-2004
36
Mme Annick Saudoyer
Accessibilité des bureaux de vote aux personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van de stembureaus voor personen met een beperkte mobiliteit.
9440
1
2004200502852
37
Mme Zoé Genot
Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.
9442
9-12-2004
CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Composition — Zetwerk: TMP S.A.
2004
2005
KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers
993