Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 088

QRVA 51 088

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

25 - 07 - 2005

CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2004

2005

KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15388

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]


CRIV :

2004

2005

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15389

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 15393 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 15407

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

15407 Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

15413 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

Vice-eerste minister 15417 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

15418 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre des Affaires étrangères

15423 Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Economie, Energie, 15424 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

15428 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

—

—

Minister van Landsverdediging

Minister van Middenstand en Landbouw

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs 15430 Minister van Werk en Consumentenzaken Ministre de la Coopération au développement

—

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances 15431 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité

—

Minister van Mobiliteit

Ministre de l’Environnement et des Pensions 15432 Minister van Leefmilieu en Pensioenen ´ ´ Secrétaire d’Etat à l’Informatisation de l’Etat, Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, adjoint au ministre du Budget toegevoegd aan de minister van Begroting et des Entreprises publiques — en Overheidsbedrijven Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n et à la Lutte contre la fraude fiscale, en de Strijd tegen de fiscale fraude, adjoint au ministre des Finances — toegevoegd aan de minister van Financie¨n ´ Secrétaire d’Etat à la Simplification administrative, Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, adjoint au Premier ministre — toegevoegd aan de Eerste minister ´ Secrétaire d’Etat aux Affaires européennes, Staatssecretaris voor Europese Zaken, adjoint au ministre des Affaires étrangères — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken ´ Secrétaire d’Etat au Développement durable Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling et à l’Ećonomie sociale, en Sociale Economie, toegevoegd aan adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques — de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique — en Volksgezondheid


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15391

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 15435

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

15435 Eerste minister 15439 Vice-eerste minister en minister van Justitie 15451 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister 15467 en minister van Begroting en Overheidsbedrijven 15471 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken — Minister van Buitenlandse Zaken 15496 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, — Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

15501 — 15531 15539

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 15548 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 15565 Minister van Mobiliteit 15570 Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven — Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, — toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, 15578 toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan 15580 de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité 15586 voor Europese aangelegenheden

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2004

2005

Page/Blz. 15591


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15393

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 8- 3-2004

22 25 66 203

5510173-

4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

229 260 272 283 289

9- 6-2004 1- 7-2004 5- 7-2004 26- 8-2004 26- 8-2004 9- 9-2004 24- 9-2004 1-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 30-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004 3-12-2004

291 303 306 338 339 342 369 383 398 400 416 435 441 448 450 453 455 457 459 460 461 462

Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer François-Xavier de Donnea Filip De Man Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Claude Marinower Alfons Borginon Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Dylan Casaer Francis Van den Eynde Alfons Borginon Gerolf Annemans Claude Marinower Alfons Borginon Claude Marinower Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt

232 233 1091 4254 4878 5457 5614 5969 6112 6114 6598 6599 7181 7182 7511 7879 8085 8437 8439 8652 8885 9279 9282 9283 9285 9286 9476 9478 9478 9479 9480

Date Datum


10-12-2004 13-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 22-12-2004 13- 1-2005 13- 1-2005

477 479 480 482 488 489 497 498

1819193137-

1-2005 1-2005 1-2005 1-2005 2-2005 2-2005

505 507 508 518 523 524

8151621212323-

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

526 532 533 535 536 540 541

242811222333333333-

2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005

543 545 549 551 556 557 558 561 562 563 564 565 568 570 571 572

Auteur Mme Anne Barzin Hagen Goyvaerts Guido De Padt Gerolf Annemans Mw. Martine Taelman Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Luk Van Biesen Gerolf Annemans Guido Tastenhoye Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Mme Corinne De Permentier Hagen Goyvaerts Jo Vandeurzen Claude Marinower Filip De Man Alfons Borginon Roel Deseyn Mme Corinne De Permentier Gerolf Annemans Claude Marinower Bert Schoofs Bert Schoofs Walter Muls Walter Muls Walter Muls Walter Muls Walter Muls Gerolf Annemans Walter Muls Walter Muls Walter Muls Alfons Borginon Walter Muls Walter Muls

Page Blz. 9664 9665 9666 9951 9955 9955 10550 10550 10554 10556 10556 11083 11387 11387 11389 11585 11717 11718 11719 11722 11722 12035 12035 12038 12039 12042 12044 12044 12221 12221 12222 12222 12222 12224 12225 12225 12226

* Liste cloˆturée le 29 juillet 2005 * Lijst afgesloten op 29 juli 2005


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15394

Date Datum


7- 3-2005 8- 3-2005

574 577

991010161616171823297777121921-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005

578 579 581 584 587 589 590 593 599 608 612 617

4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005

619 620 621 626 634 638

25- 4-2005 27- 4-2005 28- 4-2005

641 646 647

2223499101010101013131313-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005

650 652 653 654 660 667 672 674 675 676 677 678 681 682 683 684

17- 5-2005 23- 5-2005 24- 5-2005

685 687 689

Auteur Walter Muls Mw. Frieda Van Themsche Alfons Borginon Luk Van Biesen Guy Hove Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Alfons Borginon Roel Deseyn Alfons Borginon Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche Bart Laeremans Bart Laeremans Dylan Casaer Mw. Greet Van Gool Mw. Annelies Storms Mw. Frieda Van Themsche Jo Vandeurzen Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Annelies Storms Mw. Nancy Caslo Jan Mortelmans Roel Deseyn Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dylan Casaer David Geerts Jo Vandeurzen Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Zoé Genot Guido De Padt Mw. Hilde Claes


Page Blz. 12227 12228 12228 12229 12410 12411 12412 12412 12413 12414 12418 12422 12871 13157 13313 13158 13159 13161 13315 13605 13606 13610 13909 13911 13913 13913 13913 14131 14132 14132 14133 14134 14135 14135 14136 14137 14139 14141 14142 14143 14409 14411 2004

Date Datum 2525262731313118899999999162020202022-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

Question no Vraag nr. 691 692 693 695 696 698 699 701 703 704 705 706 707 708 709 710 711 712 718 719 720 721 722 723

Auteur Guido De Padt Claude Marinower Stijn Bex Guy Hove Jo Vandeurzen Mw. Trees Pieters Geert Versnick Servais Verherstraeten Alfons Borginon Stijn Bex Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Guido De Padt Mw. Martine Taelman Paul Tant Paul Tant Paul Tant Servais Verherstraeten Mme Corinne De Permentier

Page Blz. 14413 14413 14641 14642 14643 14644 14646 14648 14883 14884 15155 15155 15156 15156 15157 15157 15158 15158 15407 15408 15409 15410 15411 15412

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 9-10-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 2005

45 54 81 97 104 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274

Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters

689 947 1694 1714 1725 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Date Datum


8- 3-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 20- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 28- 6-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 16- 9-2004 23- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 23-11-2004 2-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 28-12-2004 11- 1-2005 13- 1-2005 14- 1-2005 17- 1-2005 17- 1-2005 18- 1-2005

305 318 320 352 355 357 366 367 387 389 397 398 401 407 420 421 425 434 435 445 449 473 487 496 497 499 503 510 512 513 518 533 541 549 556 557 560 561 563 574 589 590 593 597 598 603

15395

Auteur Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Ortwin Depoortere Alfons Borginon Melchior Wathelet Mme Zoé Genot Geert Lambert Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Gerolf Annemans Guido De Padt Koen T’Sijen Gerolf Annemans Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dirk Van der Maelen


Page Blz.

Date Datum


4281 4576 4577 5075 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 6128 6134 6440 6442 6607 6753 6753 7188 7190 7692 7879 8093 8095 8096 8234 8445 8446 8447 8656 8896 9287 9487 9668 9669 9670 9671 9957 10147 10441 10557 10559 10563 10564 10565

19- 1-2005 21- 1-2005

607 611

25- 1-2005 27- 1-2005

616 625

3131133161723-

1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005

629 631 635 636 638 645 648 656

23- 2-2005

657

24281223377-

2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005

662 665 669 673 674 676 677 680 681

7810101014141615171722222929301111212-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005

682 686 690 691 692 695 697 698 700 701 702 704 705 709 711 712 714 723 724 725

2004

2005

Auteur Jean-Marc Nollet Mw. Marleen Govaerts Mw. Trees Pieters Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Gerolf Annemans Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Marleen Govaerts Ludo Van Campenhout Servais Verherstraeten Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Luk Van Biesen Elio Di Rupo Ludo Van Campenhout Mw. Trees Pieters Alfons Borginon Mw. Maggie De Block Geert Lambert Guido De Padt Pieter De Crem Hagen Goyvaerts Jacques Chabot Dylan Casaer Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Mw. Nathalie Muylle Dirk Van der Maelen Jean-Marc Nollet Elio Di Rupo Filip De Man Dirk Van der Maelen Paul Tant Mw. Trees Pieters

Page Blz. 10567 10825 10826 11087 11087 11088 11091 11391 11391 11725 11728 11731 11731 12046 12047 12049 12051 12052 12230 12230 12231 12232 12234 12239 12425 12425 12426 12428 12430 12431 12434 12434 12436 12438 12439 12874 12876 12877 13003 13166 13167 13167


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15396

Date Datum


12141414241820222626262727282822-

4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005

727 729 731 732 741 744 746 751 754 755 756 757 758 760 761 762 767

34499999101111171823242425262627272730303030-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005

771 779 780 781 782 784 785 786 788 789 791 793 794 795 796 797 800 802 803 804 805 806 807 808 809 810

31- 5-2005 31- 5-2005

811 812

Auteur Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Elio Di Rupo Dirk Van der Maelen Pierre Lano Staf Neel Luk Van Biesen Carl Devlies Geert Lambert Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Hendrik Bogaert Pieter De Crem Mw. Yolande Avontroodt Mw. Annelies Storms Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Annelies Storms Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Carl Devlies Elio Di Rupo Jacques Chabot Mw. Trees Pieters Jef Van den Bergh Mw. Annelies Storms Mme Muriel Gerkens Jean-Marc Nollet Mme Muriel Gerkens Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters


Page Blz. 13169 13318 13319 13320 13324 13326 13327 13613 13616 13617 13618 13619 13620 13916 13917 13918 13918 13920 14147 14148 14150 14150 14151 14153 14154 14155 14156 14157 14158 14159 14414 14417 14419 14420 14649 14650 14651 14651 14652 14653 14654 14655 14656 14657 14658 2004

Date Datum


11133367777-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

813 814 815 816 817 818 819 820 821 822 826

777778892131414151515161620-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

828 829 830 831 832 833 834 835 836 837 838 841 842 843 845 846 847 849

Auteur Mark Verhaegen Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Gerolf Annemans Carl Devlies Mw. Marleen Govaerts Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Bert Schoofs Olivier Maingain Stijn Bex Patrick De Groote Patrick De Groote Patrick De Groote Mme Zoé Genot Charles Michel Mw. Trees Pieters Bert Schoofs Mw. Trees Pieters Luk Van Biesen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters

Page Blz. 14660 14660 14662 14885 14887 14888 14889 14890 14891 14891 14892 14894 14895 14896 14898 14899 14900 14900 15160 15161 15162 15163 15164 15165 15166 15167 15413 15414 15415

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting

15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 17-12-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 2005

31 34 36 40 42 46

Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Gerolf Annemans Koen T’Sijen

8450 8898 8898 9957 10832 11093


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Date Datum 914223101026820-

2-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005

15397

Question no Vraag nr. 48 54 57 59 60 61 62 63 66

Auteur Staf Neel Guido De Padt Staf Neel Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Stijn Bex Mme Muriel Gerkens

Page Blz. 11393 13328 13621 13922 14160 14161 14662 14902 15417

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

1- 7-2004 20- 8-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 7-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 3-11-2004 5-11-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 7-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 17- 1-2005 19- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005 31- 1-2005 31- 1-2005

244 274 282 286 291 292 305 312 319 321 339 340 341 343 350 362 373 374 375 376 379 381 389 390 392 400 404 408 409 412 417 419 420

Filip De Man Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Guido De Padt Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Bart Laeremans Luk Van Biesen Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans


6624 7203 7414 7702 7881 7881 8110 8240 8451 8452 8900 8901 8901 8903 8908 9296 9498 9499 9674 9675 9678 9959 10150 10315 10443 10570 10572 10573 10574 10833 11094 11095 11096 2004

Date Datum


178915161618222225282838-

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005

423 427 428 429 431 436 437 443 444 448 450 451 452 459 461

99101416161616212224247141818181818192020212222222626283-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005

462 466 467 472 473 476 478 479 483 485 486 487 490 499 504 507 508 509 510 512 513 514 515 516 517 518 519 521 522 523

2005

Auteur Koen T’Sijen Jean-Marc Nollet Servais Verherstraeten Staf Neel Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Stijn Bex Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Geert Versnick David Geerts Mw. Frieda Van Themsche Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mme Marie Nagy Guido De Padt Guido De Padt Jef Van den Bergh Jan Mortelmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Mme Zoé Genot Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Dirk Claes Jean-Marc Nollet Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Staf Neel Alfons Borginon Geert Lambert Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Mw. Annelies Storms

Page Blz. 11098 11396 11396 11397 11589 11736 11737 11740 11741 11745 12053 12055 12055 12242 12242 12243 12245 12443 12447 12448 12450 12451 12451 12453 12455 12878 12879 13171 13329 13331 13332 13333 13334 13334 13336 13337 13337 13623 13624 13625 13626 13627 13627 13923 13923


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15398

Date Datum 4410101010101011111111111111111118182325262730303030303131313131311111111-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

3- 6-2005 6- 6-2005 6- 6-2005

Question no Vraag nr. 526 527 528 529 530 531 532 533 534 535 536 537 538 539 540 541 542 543 546 551 552 555 556 557 558 559 560 561 562 563 564 565 566 568 571 575 577 579 580 584 585 586 588 590

Auteur Jean-Claude Maene Jef Van den Bergh Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Jan Mortelmans Guido De Padt Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Jan Mortelmans Bart Laeremans Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Patrick De Groote Guido De Padt Ludo Van Campenhout Guido De Padt Jef Van den Bergh Roel Deseyn Guido De Padt Gerolf Annemans Roel Deseyn André Frédéric Guido De Padt Dirk Claes Bert Schoofs Guido De Padt Jean-Marc Nollet Jef Van den Bergh Guido De Padt Servais Verherstraeten Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Ludo Van Campenhout Jef Van den Bergh Roel Deseyn Mw. Annemie Turtelboom


Page Blz.

Date Datum


14163 14164 14165 14165 14166 14167 14167 14168 14169 14169 14170 14171 14172 14172 14173 14173 14174 14175 14176

7- 6-2005 8- 6-2005 8- 6-2005

591 593 594

14423 14424 14664 14664 14665 14666 14667 14668 14669 14670 14670 14671 14671 14671 14673 14674 14676 14677 14678 14678 14680 14681 14903 14905 14906 2004

89991313131313141415-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

595 596 597 598 599 600 601 602 603 605 606 607

Auteur Jan Mortelmans Jan Mortelmans Ludo Van Campenhout Stijn Bex Francis Van den Eynde Guido De Padt Jef Van den Bergh Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Francis Van den Eynde Mw. Inga Verhaert Mw. Ingrid Meeus Geert Lambert Guido De Padt

Page Blz. 14908 14908 14909 14910 15169 15170 15170 15171 15172 15172 15173 15173 15174 15175 15175

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 12- 7-2004 27- 7-2004 11- 8-2004 12- 8-2004 12- 8-2004 18- 8-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 17- 9-2004 24- 9-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 20-10-2004 21-10-2004 8-11-2004 14-12-2004 21-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005

314 325 337 338 339 343 353 355 367 373 395 398 402 411 413 426 461 471 472 474 481

14- 1-2005 18- 1-2005

483 487

2005

Willy Cortois Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Guido De Padt Filip Anthuenis Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Melchior Wathelet François Bellot Guido De Padt Stijn Bex Koen T’Sijen Mme Zoé Genot Filip De Man Filip De Man Guido De Padt Melchior Wathelet Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Melchior Wathelet

6760 7207 7216 7216 7217 7220 7520 7522 7710 7884 8244 8247 8454 8459 8665 8912 9680 9967 10315 10444 10577 10578 10581


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Date Datum 192411788251101010161617171729777141418212225283310111824252727313131389913-

1-2005 1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

15399

Question no Vraag nr. 488 496 501 502 505 510 513 522 526 540 544 545 552 553 555 556 557 567 573 574 576 582 585 588 595 598 599 605 609 610 616 618 625 626 627 632 633 636 637 638 640 644 646 648 649

Auteur Guido Tastenhoye Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Koen T’Sijen Mw. Nancy Caslo Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Elio Di Rupo Bert Schoofs Filip De Man Mark Verhaegen Mark Verhaegen Guido De Padt Bart Laeremans Elio Di Rupo Stijn Bex Hagen Goyvaerts Dylan Casaer Mw. Frieda Van Themsche Bart Laeremans Stijn Bex Mw. Nancy Caslo Elio Di Rupo Mw. Nancy Caslo Koen T’Sijen Staf Neel Guido De Padt Mw. Martine Taelman Mw. Annelies Storms Filip De Man Francis Van den Eynde Mw. Nancy Caslo Roel Deseyn Mw. Inga Verhaert Roel Deseyn Jean-Marc Nollet Jean-Marc Nollet Roel Deseyn Mw. Inga Verhaert Geert Versnick Melchior Wathelet Melchior Wathelet Staf Neel Dirk Claes Guido De Padt


Page Blz. 10583 10839 11100 11100 11399 11400 11401 12058 12061 12456 12458 12459 12462 12463 12464 12464 12465 12885 13176 13176 13178 13339 13340 13341 13628 13629 13630 13924 13926 13927 14179 14180 14185 14426 14427 14684 14685 14687 14688 14690 14912 14915 15177 15178 15179 2004


Date Datum 1314151620202020202020-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

651 652 653 654 655 656 657 658 659 660 662

Auteur Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Stijn Bex

Page Blz. 15180 15181 15181 15418 15418 15419 15420 15420 15421 15421 15422

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 16-11-2004 16-11-2004

51 59 61 70 71 102 109 115 118 119 121 123 127 128 130 131

7-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 11- 1-2005 20- 1-2005 31- 1-2005 18- 2-2005 10- 3-2005 11- 3-2005

138 140 141 142 143 144 145 154 165 170 183 198 199

2005

Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Patrick Moriau Guy D’haeseleer Dirk Van der Maelen Ludo Van Campenhout Pieter De Crem Geert Lambert Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Carl Devlies Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Mw. Alexandra Colen Pieter De Crem Gerolf Annemans Dirk Van der Maelen

2582 3641 3804 4563 4881 6766 7228 7523 7713 7714 8248 8461 8917 8919 9115 9117 9508 9683 9683 9684 9685 9969 9969 10449 10840 11102 11751 12468 12469


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15400

Date Datum


12- 4-2005

204

1414212231011182323-

4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005

206 210 217 218 221 225 226 227 228 229

24263131316667788916-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243

Auteur Ludo Van Campenhout Guido De Padt Luk Van Biesen Mw. Annelies Storms Pieter De Crem Mw. Annelies Storms Filip De Man Geert Versnick Pieter De Crem Mme Brigitte Wiaux François-Xavier de Donnea Miguel Chevalier Mme Annick Saudoyer Dirk Van der Maelen Jef Van den Bergh Geert Versnick Dylan Casaer Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Stijn Bex Patrick De Groote Francis Van den Eynde

Page Blz. 13182 13343 13346 13631 13632 13928 14185 14187 14187 14429 14429 14430 14690 14691 14692 14692 14917 14918 14918 14919 14919 14920 14920 15182 15423

Ministre de la Défense

Date Datum

8- 6-2005 8- 6-2005 9- 6-2005

36 45 168 191 192 210 226 238 240 241

Karel Pinxten Luc Sevenhans Eric Massin Luc Sevenhans Luc Sevenhans Roel Deseyn François-Xavier de Donnea Luc Sevenhans Stijn Bex Staf Neel


Auteur

Page Blz.

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie

3-11-2004 28-12-2004 7- 2-2005 25- 2-2005 8- 3-2005 27- 4-2005 25- 5-2005 26- 5-2005 27- 5-2005 30- 5-2005 1- 6-2005 7- 6-2005 9- 6-2005

167 197 224 239 243 271 288 290 292 293 299 300 306

Roel Deseyn Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Dirk Claes Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Stijn Bex Luc Sevenhans Mw. Inga Verhaert

8921 10155 11403 12067 12253 13642 14432 14695 14695 14695 14696 14924 15183

Eńergie — Energie

202020202020-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 17- 1-2005 8- 3-2005 8- 3-2005 20- 4-2005 4- 5-2005


135 136 137 138 139 140

Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel Mme Muriel

Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens Gerkens

15424 15425 15425 15426 15427 15427

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel

2091 2359 10590 12252 12253 13351 14189 14921 14923 15182 2004

29-12-2004 31- 1-2005 1- 2-2005 28- 4-2005 6- 6-2005 8- 6-2005 15- 6-2005

37 42 43 51 56 57 58

Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Koen T’Sijen Mme Muriel Gerkens Ortwin Depoortere Stijn Bex Mw. Greta D’hondt

10157 11108 11109 13644 14927 14927 15184

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid

3-11-2004 10-11-2004 2005

31 33

Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer

8926 8928


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Date Datum 1252131141414142226814-

2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 6-2005 6-2005

15401

Question no Vraag nr. 49 52 55 56 57 59 60 61 63 64 69 70

Auteur Koen T’Sijen Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf Bart Laeremans Guido De Padt Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Staf Neel Geert Lambert Stijn Bex Ortwin Depoortere

Page Blz.

Date Datum


11111 12070 12472 13012 13354 13355 13356 13356 13645 13646 14929 15185

15-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 30-11-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004

177 178 182 206 208 210 212

9-12-2004 9-12-2004 10-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 29-12-2004 24- 1-2005 28- 2-2005

213 214 221 224 226 238 248 260

231016172224-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005

262 264 269 272 274 275 277

2477712-

3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005

279 285 286 287 289

14- 4-2005 14- 4-2005

293 294

181921262631013-

4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005

296 298 299 302 303 310 314 316

8137 8252 8253 8253

27- 5-2005 31- 5-2005

318 319

2004

2005

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken

21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004

14 19 20 25 41 83 84 87 100

24- 5-2004 11- 6-2004 15- 6-2004 3- 8-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 4-10-2004

109 122 123 141 148 151 153 159 162 167

6-10-2004

170

8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004

173 174 175

Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer


253 601 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 7236 7526 7529 7718 7721 7723 8135

6- 6-2005

320

Auteur Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Hendrik Daems Patrick De Groote Mw. Hilde Vautmans Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Geert Lambert Jo Vandeurzen Carl Devlies Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Jean-Jacques Viseur Mw. Hilde Vautmans Roel Deseyn Dylan Casaer Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mw. Marleen Govaerts Jean-Marc Nollet Mw. Yolande Avontroodt Guy D’haeseleer Mw. Hilde Vautmans David Geerts Geert Lambert Daniel Bacquelaine Mw. Annelies Storms Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Guy Hove Mw. Yolande Avontroodt Luc Goutry

Page Blz. 8467 8467 8469 9519 9521 9522 9695 9696 9697 9700 9702 9973 10161 10851 12073 12075 12255 12473 12475 12477 12478 12886 12888 13184 13185 13185 13187 13358 13358 13359 13361 13647 13649 13649 13938 14197 14198 14699 14700 14930


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15402

Date Datum 77789131520-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

Question no Vraag nr. 321 322 323 324 325 326 327 328

Auteur Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Mw. Nathalie Muylle Stijn Bex Mw. Nathalie Muylle Mark Verhaegen Mw. Hilde Dierickx Mme Marie Nagy

Page Blz.

Date Datum


14931 14931 14932 14933 15185 15186 15186 15428

28-10-2004 29-10-2004 23-11-2004 23-11-2004 29-11-2004 10-12-2004

324 326 336 338 345 361

15-12-2004

362

254 255 256 1123 2099 4438 5078 5626 5987

17-12-2004 10- 1-2005 14- 1-2005 18- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 1- 2-2005 7- 2-2005 8- 2-2005 8- 3-2005

364 372 376 377 381 382 385 393 396 399 415

6153 6328

4- 4-2005 14- 4-2005

432 444

Santé publique — Volksgezondheid

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 26- 5-2004 9- 6-2004

11 12 14 44 66 141 158 179 196 223

11- 6-2004 24- 6-2004

224 234

9- 7-2004 26- 7-2004 26- 7-2004 4- 8-2004 13- 8-2004 2- 9-2004 8- 9-2004 9- 9-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004

243 246 247 260 265 269 277 278 279 287 295 297 298 299

20-10-2004 22-10-2004 25-10-2004 25-10-2004

310 312 314 316

26-10-2004 27-10-2004

318 321

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Pierre Lano Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans Guido De Padt Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Magda De Meyer Mark Verhaegen Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant


6652 6772 7239 7240 7249 7251 7429 7435 7529 7531 7727 8140 8142 8143 8143 8478 8677 8679 8680 8681 8684 2004

14- 4-2005 262728239-

4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005

445 454 456 459 462 463 467

10- 5-2005 10- 5-2005 11- 5-2005

469 470 473

26- 4-2005 31- 5-2005

478 479

31- 5-2005 3- 6-2005 6- 6-2005

480 481 482

6- 6-2005 6- 6-2005

2005

483 484

Auteur Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Guido De Padt Mme Annick Saudoyer Luc Goutry Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Zoé Genot Mw. Annelies Storms Hagen Goyvaerts Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Alfons Borginon Luk Van Biesen Mme Muriel Gerkens Mw. Frieda Van Themsche Francis Van den Eynde Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Geert Lambert Guido De Padt Mme Jacqueline Galant Koen Bultinck Mw. Annelies Storms Mme Dominique Tilmans Mw. Annelies Storms Olivier Chastel Mw. Yolande Avontroodt Mme Colette Burgeon Mw. Sabien LahayeBattheu Geert Versnick Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche

Page Blz. 8934 8936 9316 9317 9524 9704 9705 9978 10451 10600 10601 10853 10853 10855 11116 11417 11420 12259 13015 13365 13366 13654 13655 13940 13943 13943 14201 14203 14203 14206 14702 14703 14704 15187 14934 14935 14936


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15403

Date Datum


7- 6-2005

485

8131314141420-

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

486 487 488 489 490 491 492

Auteur Mw. Frieda Van Themsche Stijn Bex Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Koen Bultinck

Page Blz. 14936 14937 15188 15188 15189 15189 15190 15429

Date Datum


6- 6-2005

315

7- 6-2005 8- 6-2005 14- 6-2005

316 317 319

9- 5-2005 16- 6-2005

320 321

Auteur Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Stijn Bex Mw. Annemie Turtelboom Mw. Nahima Lanjri Roel Deseyn

Page Blz. 14941 14942 14942 15191 15192 15430

Protection des consommateurs — Consumentenzaken

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs

19- 4-2005 26- 4-2005 8- 6-2005

Minister van Werk en Consumentenzaken

106 109 120

Jef Van den Bergh Geert Lambert Stijn Bex

13375 13665 14944

Ministre de la Coopération au développement

Emploi — Werk

Minister van Ontwikkelingssamenwerking 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004

89 90 109 127 138 142 167

9-12-2004 15-12-2004

197 199

13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005

215 237 253

16- 3-2005 16- 3-2005 18- 3-2005

257 258 262

22- 3-2005 31- 3-2005 31- 3-2005

266 272 273

31242227313-

274 285 289 306 308 311

3-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 6-2005

Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Dylan Casaer Mw. Greet Van Gool Melchior Wathelet Benoıˆt Drèze Hagen Goyvaerts


5975 5976 6776 7730 8149 8153

17-12-2004 1- 2-2005 4- 5-2005 9- 5-2005 7- 6-2005

8687 9707

2004

9987 11126 14209 14209 14945

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

12487 12489 12490

13018 13019 13657 13661 14705 14707 14939

Gerolf Annemans Koen T’Sijen Luk Van Biesen Luk Van Biesen Stef Goris

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

9708 10602 11123

12493 12495 13017

49 62 79 80 87

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

22- 9-2003 31- 3-2004 23- 6-2004 3-11-2004 9-12-2004 20- 1-2005 3- 2-2005 23- 2-2005 1- 3-2005 8- 3-2005

2005

7 37 54 69 77 87 96 100 101 102

Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Martine Taelman Guy D’haeseleer Geert Lambert Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet David Geerts Mw. Nancy Caslo Mw. Annemie Turtelboom

621 4736 6456 8944 9716 10861 11426 11770 12078 12264


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15404


Date Datum 22261331720-

4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005

110 113 123 125 128 130

Auteur Staf Neel Ortwin Depoortere Gerolf Annemans Mw. Nahima Lanjri Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx

Page Blz.

Date Datum


13666 13670 14212 14712 14949 15431

25-10-2004

164

5-11-2004 26-11-2004 29-11-2004 17-12-2004 17-12-2004 24-12-2004 28-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 29-12-2004 11- 1-2005 13- 1-2005 14- 1-2005 20- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 25- 1-2005 28- 1-2005 31- 1-2005 1- 2-2005 1- 2-2005 3- 2-2005 1- 3-2005

168 181 182 190 191 196 198 200 201 202 203 205 208 209 210 211 212 216 219 220 221 223 231

9- 3-2005 10- 3-2005

233 234

17- 3-2005 11- 4-2005 11- 4-2005

236 242 243

12- 4-2005 12- 4-2005

245 246

7436 8155

14142122262823339-

247 250 257 259 264 266 269 273 274 276 278

2004

2005

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

9-12-2004

27

Geert Lambert

9718

Gelijke Kansen — E´galité des chances

30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004

4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24

17- 9-2004 1-12-2004 13- 1-2005 18- 1-2005 9- 2-2005 14- 4-2005 22- 4-2005 26- 4-2005

25 37 44 45 51 53 55 56

Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Staf Neel Guido De Padt Staf Neel Geert Lambert

2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779 7257 7736 9546 10608 10609 11426 13378 13672 13674

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 2- 9-2004

143

1-10-2004

151

Mw. Marleen Govaerts Bart Laeremans


4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005

Auteur Mw. Frieda Van Themsche Mme Zoé Genot Guido De Padt Roel Deseyn Gerolf Annemans Mw. Greet Van Gool Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Melchior Wathelet Guido De Padt Luk Van Biesen Gerolf Annemans Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Guido De Padt Mw. Maggie De Block Geert Versnick Koen T’Sijen Miguel Chevalier Mw. Marleen Govaerts Luk Van Biesen Mw. Frieda Van Themsche Jef Van den Bergh Guido De Padt Ludo Van Campenhout Jef Van den Bergh Ludo Van Campenhout Guido De Padt Dylan Casaer Bert Schoofs Hendrik Bogaert Luk Van Biesen Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Hilde Dierickx Dylan Casaer

Page Blz. 8692 8950 9547 9548 9990 9990 10164 10165 10166 10166 10167 10458 10609 10612 10862 10862 10862 10863 11132 11134 11135 11136 11428 12079 12267 12499 12501 13194 13195 13197 13198 13379 13382 13675 13677 13681 13950 13951 13953 13953 13954 14218


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Date Datum


18- 5-2005

285

2324302730688999101010213-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 5-2005 6-2005

287 289 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304

13- 6-2005

305

14141515-

306 307 308 309

6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

15405

Auteur Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Patrick Cocriamont Mme Muriel Gerkens André Frédéric Olivier Maingain Stijn Bex Guido De Padt Bart Laeremans Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Patrick De Groote Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Guido De Padt Servais Verherstraeten Luc Sevenhans Mme Valérie De Bue

Page Blz. 14223 14435 14437 14712 14713 14714 14955 14956 14956 15192 15193 15194 15194 15194 15195 15195 15197 15198 15199 15200 15200 15201

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Date Datum


15- 6-2005 20- 6-2005

105 106

9-2004 3-2005 5-2005 5-2005

33 56 66 67

Jaak Van den Broeck 15201 Mw. Trees Pieters 15432

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 22- 3-2004 7- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 9-12-2004 25- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 22- 4-2005 3- 5-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 31- 5-2005 8- 6-2005

13 15 20 21 23 24 25 27 32 33 35 37 38 39 40 41 42

Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Zoé Genot Mw. Trees Pieters Koen T’Sijen Guido De Padt Staf Neel Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Trees Pieters Stijn Bex

4595 7437 8267 8493 8494 8496 8695 9732 10869 11142 13386 13684 13956 14226 14226 14717 14959

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Environnement — Leefmilieu

2182327-

Auteur

Page Blz.

Bart Laeremans 7740 me M Colette Burgeon 12268 Mme Muriel Gerkens 14438 Mme Muriel Gerkens 14714

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 24- 5-2005

57

Mark Verhaegen

14439

Pensions — Pensioenen

10- 5-2004 5- 7-2004 21- 9-2004 9-12-2004 29- 4-2005 8- 6-2005

32 36 45 65 98 104

Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Bart Laeremans Mme Zoé Genot Mme Annick Saudoyer Stijn Bex


6126 6667 7741 9729 13955 14957 2004

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 17-12-2004 2005

23

Gerolf Annemans

9992


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15406


Date Datum

Auteur

Page Blz.

Date Datum

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven


Auteur

Page Blz.

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Développement durable — Duurzame Ontwikkeling

22- 4-2005 8- 6-2005

34 41

Staf Neel Stijn Bex

13685 14960

Ećonomie sociale — Sociale Economie

22- 4-2005

47

Staf Neel


13687

2004

12191922-

4-2005 4-2005 4-2005 4-2005

2005

49 53 54 56

Mme Zoé Genot Mw. Karin Jiroflée Mw. Karin Jiroflée Staf Neel

13199 13388 13389 13688


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15407

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2004200504584

DO 2004200504584

Question no 718 de Mme Martine Taelman du 16 juin 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 718 van mevrouw Martine Taelman van 16 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Constitution d’un « conseil consultatif des greffiers ».

Oprichting van een « Adviesraad voor de griffiers ».

Depuis 1998, un projet et deux propositions de loi relatifs à la constitution d’un « conseil consultatif des greffiers » ont été successivement déposés à la Chambre des représentants. Un tel organe peut entre autres être utilement consulté par les autorités et le Conseil supérieur de la Justice, et pourrait jouer le roˆle d’organe de participation composé démocratiquement pour ce qui est des matières administratives et statutaires qui relèvent des greffiers étant donné qu’ils n’entrent pas dans le champ d’application du statut syndical. ` l’occasion d’une récente interpellation, vous avez A déclaré qu’il ne s’agissait pas pour vous d’une affaire prioritaire. Pourtant, le manque de participation des greffiers et le fait que la représentation de cette catégorie de personnel n’est pas réglée légalement sont des problèmes très sérieux qui sont régulièrement dénoncés par les membres concernés de l’ordre judiciaire.

Sedert 1998 werden opeenvolgend een wetsontwerp en twee wetsvoorstellen ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers aangaande de oprichting van een « Adviesraad voor de griffiers ». Een dergelijk orgaan kan onder meer nuttig zijn voor raadpleging door de overheid en door de Hoge Raad voor de Justitie, en zou kunnen optreden als een democratisch samengesteld inspraakorgaan met betrekking tot de ambtelijke en statutaire aangelegenheden van de griffiers vermits zij buiten de toepassing vallen van het syndicaat statuut.

Il faut souligner que bien qu’elle ne soit pas encore installée, la même structure est prévue pour les magistrats, par ailleurs fortement représentés au sein du Conseil supérieur de la Justice. Il n’est dès lors pas étonnant que les greffiers se plaignent.

Opmerkelijk is dat, alhoewel nog niet geı¨nstalleerd, dezelfde structuur wel is voorzien voor de magistraten, die zich daarenboven door een sterke participatie vertegenwoordigd weten in de Hoge Raad voor de Justitie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er klachten vanwege de griffiers de kop opsteken.

1. N’estimez-vous pas qu’il serait souhaitable de régler prioritairement par voie légale la question de la consultation des greffiers ?

1. Acht u het niet gepast om toch met voorrang de raadpleging van de griffiers op een wettelijke wijze te regelen ?


2004

Naar aanleiding van een recente interpellatie gaf u te kennen aan deze aangelegenheid geen prioriteit voor te behouden. Nochtans is de problematiek van het gebrek aan inspraak van de griffiers, en de niet wettelijk geregelde vertegenwoordiging van deze personeelsgroep bijzonder acuut en herhaald aangeklaagd door de betrokken leden van de rechterlijke orde.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15408

2. Ne craignez-vous pas que la modification prévue du statut des greffiers, sans tenir compte des différentes propositions relatives à la constitution d’un organe consultatif des greffiers, pourra être interprétée comme une volonté de contourner la jurisprudence (cf. : arrêt de la Cour d’arbitrage no138/98, 16 décembre 1998) et revient en fait à soumettre les greffiers « de facto » au statut syndical ?

2. Vreest u niet dat de voorgenomen wijziging van het statuut van de griffiers, zonder acht te geven aan de aangehouden voorstellen om een adviesverlenend orgaan van de griffiers te kunnen consulteren, zal kunnen geı¨nterpreteerd worden als een bewuste omzeiling van de rechtspraak (cf. : arrest Arbitragehof nr. 138/98, 16 december 1998) en in feite neerkomt op de « de facto » onderwerping van de griffiers aan het syndicaal statuut ?

DO 2004200504605

DO 2004200504605

Question no 719 de M. Paul Tant du 20 juin 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 719 van de heer Paul Tant van 20 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Financement de la laı¨cité conformément à l’article 27 de la loi du 21 juin 2002.

Financiering van de vrijzinnigheid conform artikel 27 van de wet van 21 juni 2002.

Conformément à l’article 27 de la loi du 21 juin 2002 relative au Conseil central des communautés philosophiques non confessionnelles de Belgique, aux délégués et aux établissements chargés de la gestion des intérêts matériels et financiers des communautés philosophiques non confessionnelles reconnues, les établissements provinciaux d’assistance morale sont tenus de supporter un certain nombre de charges énumérées dans l’article en question.

Conform artikel 27 van de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van Belgie¨, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materie¨le en financie¨le belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, dienen de provinciale instellingen voor morele dienstverlening een antal lasten te dragen. In bedoeld artikel worden deze lasten opgesomd.

Il règne toutefois une grande confusion à propos de la définition de la notion de « charges » telle qu’elle figure à l’article susmentionné et plus particulièrement sur les obligations des provinces à cet égard. Aux termes de l’article 59 de la loi précitée du 21 juin 2002, les provinces sont en effet tenues de supporter les dépenses relatives aux établissements de l’assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle conformément à l’article 27. Une somme globale de 3 240 325 euros a été inscrite à cet effet aux budgets provinciaux des cinq provinces flamandes pour faire face aux obligations découlant de cette loi.

Er bestaat echter een grote onduidelijkheid over de invulling van het begrip « lasten » zoals in bovenvermeld artikel bepaald en meer bepaald over de verplichtingen van de provincies in deze. Krachtens artikel 59 van voormelde wet van 21 juni 2002 zijn de provincies immers verplicht de uitgaven met betrekking tot de instellingen voor niet-confessionele morele dienstverlening conform artikel 27 te dragen. In de provinciebegrotingen van de vijf Vlaamse provincies werd daartoe gezamenlijk 3 240 325 euro ingeschreven voor de verplichtingen voortvloeiende uit deze wet.

Convient-il de donner à cette notion de charges une interprétation strictement restrictive ou une interprétation plus large (uniquement les charges relatives à l’assistance morale livrée par les services d’assistance morale reconnus par le Roi ou les charges découlant à la fois du fonctionnement des services d’assistance morale reconnus et de l’ensemble de la communauté philosophique non confessionnelle) ?

Dienen deze lasten strikt restrictief geı¨nterpreteerd te worden of dienen deze ruimer geı¨nterpreteerd te worden (enkel de lasten met betrekking tot de morele dienstverlening geleverd door de door de Koning erkende centra voor morele dienstverlening of de lasten voortvloeiend uit de werking van zowel de erkende centra voor morele dienstverlening als voor de hele niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschap) ?

Il nous revient en tout cas que dans certaines provinces cette allocation servirait à financer d’autres associations laı¨ques (Willemsfonds, Humanistisch Verbond, etc.).

In elk geval vernamen wij dat er provincies zijn waar ook andere vrijzinnige verenigingen (Willemsfonds, Humanistisch Verbond, en dergelijke) vanuit die bijdrage zouden worden gefinancierd.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15409

1. Dans quelle mesure les provinces sont-elles tenues d’intervenir dans les couˆts des associations laı¨ques autres que les « établissements provinciaux d’assistance morale » et les « services d’assistance morale reconnus » ?

1. In hoeverre dienen de provincies tussen te komen in de kosten van de vrijzinnige verenigingen andere dan de « provinciale instellingen voor morele dienstverlening » en de erkende « centra voor morele dienstverlening » ?

2. La province doit-elle supporter intégralement les déficits ?

2. Dient de provincie integraal in te staan voor de deficieten ?

DO 2004200504606

DO 2004200504606



« Antennes » des divers centres d’assistance morale.

« Antennes » van de diverse centra voor morele dienstverlening.

Actuellement, les différents « centres d’assistance morale » reconnus sont occupés à décentraliser leur fonctionnement. Diverses « antennes », que d’aucuns appellent aussi « postes avancés », sont ainsi créées.

De diverse erkende « centra voor morele dienstverlening » zijn momenteel volop bezig met de decentralisatie van hun werking. Er worden diverse zogenaamde « antennes » opgericht, door sommigen ook « vooruitgeschoven posten » genoemd.

Il est prévu légalement, conformément à l’article 4 de la loi du 21 juin 2002 relative au Conseil central des Communautés philosophiques non confessionnelles de Belgique, aux délégués et aux établissements chargés de la gestion des intérêts matériels et financiers des communautés philosophiques non confessionnelles reconnues, que le Roi reconnaıˆt les services d’assistance morale de la province sur proposition conjointe du Conseil central laı¨que et de l’établissement concerné, après avoir recueilli l’avis de la députation permanente du conseil provincial.

Wettelijk is bepaald, conform artikel 4 van de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van Belgie¨, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materie¨le en financie¨le belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, dat de Koning de centra voor morele dienstverlening van de provincie erkent op gezamenlijke voordracht van de Centrale Vrijzinnige Raad en de betrokken instelling, na advies van de bestendige deputatie van de provincieraad te hebben ingewonnen.

Les « antennes » ne sont pas soumises à cette obligation. Or, elles engendrent des surcouˆts pour les provinces. Nous songeons à cet égard à la location et à l’entretien des locaux, et aux autres frais liés aux infrastructures ainsi qu’aux frais de déplacement, etc.

Voor deze « antennes » bestaat deze verplichting niet. Nochtans brengen deze antennes meerkosten teweeg voor de provincies. We denken hierbij aan de huur en het onderhoud van de lokalen en andere infrastructurele kosten, verplaatsingskosten, enzovoort.

Rien qu’en Flandre orientale, il existe cinq centres d’assistance morale reconnus qui, chacun, ont entamé la création d’antennes. C’est ainsi que le centre d’assistance morale de Renaix dispose déjà d’antennes à Renaix et à Audenarde, et celui de Zottegem prévoit d’en créer à Grammont et à Ninove, etc.

In Oost-Vlaanderen alleen al zijn er vijf erkende centra voor morele dienstverlening die elk begonnen zijn met de oprichting van antennes. Zo heeft het centrum voor morele dienstverlening van Ronse ondertussen reeds antennes in Ronse en in Oudenaarde, dat van Zottegem voorziet antennes in Geraardsbergen en Ninove, enzovoort.

1. La création de ces « antennes » est-elle un moyen de contourner la reconnaissance royale et, par la même occasion, l’avis des députations permanentes ?

1. Wordt op die manier (de oprichting van « antennes ») de koninklijke erkenning omzeild, inclusief het advies van de bestendige deputaties ?

2. Envisagez-vous de prendre une initiative pour garantir aux députations permanentes un droit d’avis légal en cette matière ?

2. Overweegt u enig initiatief om dat wettelijk bepaalde adviesrecht te waarborgen voor de bestendige deputaties ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15410

3. Des antennes supplémentaires impliquent en outre des suppléments de charges financières. Est-ce à dire que les provinces devront supporter automatiquement ces suppléments ?

3. Bijkomende antennes betekenen ook bijkomende financie¨le lasten. Betekent dit dat deze ook automatisch ten laste van de provincies komen ?

DO 2004200504612

DO 2004200504612



Critères de financement de la laı¨cité conformément à l’article 27, 2o de la loi du 21 juin 2002.

Financieringscriteria van de vrijzinnigheid conform artikel 27, 2o van de wet van 21 juni 2002.

Les dépenses relatives aux cultes reconnus sont régies par les circulaires dans le cadre desquelles le ministre compétent fixe certains montants pour la rémunération du personnel laı¨c (sacristains, ouvriers, etc.) avec un plafond pour l’intervention provinciale (ou communale). Le décret impérial du 30 décembre 1809, encore en vigueur aujourd’hui, fixe aussi les dépenses obligatoires, propres au culte (par exemple vêtements sacerdotaux, vin de messe, etc.). Les provinces ou les communes n’interviennent que pour ces dépenses obligatoires. Ces dispositions constituent une sorte de cadre de référence.

De uitgaven in verband met de erkende erediensten worden geregeld door de omzendbrieven waarbij de bevoegde minister bepaalde bedragen vaststelt voor de bezoldiging van het lekenpersoneel (kosters, werklieden, enzovoort) met een bovengrens voor de provinciale (of gemeentelijke) tussenkomst. In het keizerlijk decreet van 30 december 1809 dat nog steeds in voege is zijn ook de verplichte uitgaven, eigen aan de eredienst, opgenomen (bijvoorbeeld kerkgewaden, kerkwijn, enzovoort). Enkel voor deze verplichte uitgaven moeten de provincies of de gemeenten tussenkomen. Deze regelgeving geeft enig houvast.

Conformément à l’article 27, 2o de la loi du 21 juin 2002 relative au Conseil central des Communautés philosophiques non confessionnelles de Belgique, aux délégués et aux établissements chargés de la gestion des intérêts matériels et financiers des communautés philosophiques non confessionnelles reconnues, les charges à supporter par l’établissement comprennent entre autres les frais nécessaires à l’exercice de l’assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle, c’est-à-dire les frais d’immeubles et parties d’immeubles, affectés à l’exercice public de l’assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle et les frais inhérents à l’organisation et à l’exercice de l’assistance morale selon une conception philosophique non confessionnelle. Aucune circulaire ne précise les modalités pratiques de ces dispositions.

Conform artikel 27, 2o van de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van Belgie¨, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materie¨le en financie¨le belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, omvatten de door de instelling te dragen lasten onder meer de kosten die noodzakelijk zijn voor nietconfessionele morele dienstverlening, te weten de kosten van de gebouwen en de delen van de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van de nietconfessionele morele dienstverlening en de kosten inherent aan de organisatie van de werking van de niet-confessionele morele dienstverlening. Rond de concrete invulling is terzake geen enkele omzendbrief beschikbaar om enig houvast te bieden.

Dans l’intervalle, la Unie van Vrijzinnige Verenigingen donne une interprétation très large à cette notion de « frais » et évoque en la matière « toutes les activités menées dans le cadre de l’assistance morale ». En voici quelques exemples :

Ondertussen interpreteert de Unie van Vrijzinnige Verenigingen deze kosten heel breed en spreekt terzake van « alle activiteiten in het kader van de morele dienstverlening ». Enkele voorbeelden terzake zijn :

A) Dans le budget de l’établissement provincial d’assistance morale d’Anvers figurent par exemple les postes budgétaires suivants : un séjour d’une semaine à la mer pour les élèves et les professeurs de morale non confessionnelle et la préparation des vacances de ski.

A) In de begroting van de provinciale instelling voor morele dienstverlening van Antwerpen werden bijvoorbeeld volgende begrotingsposten opgenomen : week aan zee voor leerlingen en leerkrachten nietconfessionele zedenleer en voorbereiding skiverlof.

B) Par ailleurs, les provinces ont également l’impression que certaines dépenses du secrétariat

B) Bovendien krijgen de provincies ook de indruk dat bepaalde uitgaven van het federaal secretariaat


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15411

fédéral sont répercutées sur les établissements provinciaux d’assistance morale et donc indirectement sur les provinces également.

worden afgewenteld op de provinciale instellingen voor morele dienstverlening en dus indirect ook op de provincies.

C) Enfin, des imprécisions subsistent en ce qui concerne les échelles barémiques des comptables ou du personnel d’entretien par exemple.

C) Tenslotte is er ook enige onduidelijkheid wat betreft de weddenschalen van bijvoorbeeld de boekhouders of het onderhoudspersoneel.

1. Quelles directives précises sont-elles actuellement d’application en ce qui concerne l’interprétation de la notion de « frais » ?

1. Welke precieze richtlijnen zijn momenteel van kracht wat betreft de concrete interpretatie van het begrip « kost » ?

2. Comme pour les cultes reconnus, certaines circulaires sont-elles envisagées pour donner un fondement à cette interprétation concrète ?

2. Worden er net zoals bij de erkende erediensten bepaalde omzendbrieven overwogen die deze concrete interpretatie ondersteunen ?

3. Des plafonds sont-ils prévus pour les dépenses obligatoires à supporter par la province ou la commune ?

3. Zijn er bepaalde bovengrenzen aan de verplichte uitgaven zoals deze dienen te worden gedragen door provincie of gemeente ?

4. Quelles échelles barémiques sont-elles appliquées aux comptables, au personnel d’entretien et à d’autres catégories de personnel qui ne figurent pas explicitement dans la loi ?

4. Welke weddenschalen worden gehanteerd voor de boekhouders, het onderhoudspersoneel en andere, niet in de wet expliciet vermelde personeelscategoriee¨n ?

DO 2004200504613

DO 2004200504613

Question no 722 de M. Servais Verherstraeten du 20 juin 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 722 van de heer Servais Verherstraeten van 20 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Exécution des peines de travail et mesure de la charge de travail des assistants de justice.

Uitvoering van werkstraffen en werklastmeting bij justitieassistenten.

Un protocole a été signé entre les départements de la Justice et de la Défense afin de permettre l’exécution de peines de travail à l’armée. Des projets pilotes ont été menés à Gavere et Laagland.

Tussen Justitie en Defensie werd een protocol ondertekend teneinde werkstraffen mogelijk te maken bij het leger, pilootprojecten liepen te Gavere en te Laagland.

1. A-t-on désigné entre-temps une personne de référence dans chaque caserne ?

1. Werd ondertussen in iedere kazerne een referentiepersoon aangewezen ?

2. Dans quelles casernes en a-t-on désigné une et dans lesquelles n’en a-t-on pas désigné une ? Pourquoi ?

2. In welke kazernes wel en in welke niet, en waarom ?

3. Combien de places envisage-t-on de créer dans le cadre de ces projets ?

3. Hoeveel projectplaatsen zijn er op dit ogenblik gepland ?

4. a) Ce nombre augmentera-t-il à l’avenir ?

4. a) Gaat dit aantal naar de toekomst nog stijgen ?

b) Dans quelle mesure et suivant quel échéancier ?

b) In welke mate en met welke timing ?

5. Logiquement, la charge de travail des assistants de justice devrait s’accroıˆtre.

5. Logischerwijze zal de werklast voor de justitieassistenten toenemen.

a) Pourriez-vous donner une estimation de l’augmentation du nombre de dossiers à la suite de l’instauration des peines de travail à l’armée ?

a) Kan u een raming geven van de stijging van het aantal dossiers ingevolge de werkstraffen in het leger ?

b) Pourriez-vous fournir un aperçu de la charge de travail par assistant de justice ?

b) Kan u een overzicht geven van de werklast per justitieassistent ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15412

c) Combien de dossiers un assistant de justice traite-til en moyenne ?

c) Wat is het aantal dossiers dat een justitieassistent gemiddeld doet ?

d) Cette charge de travail varie-t-elle d’une maison de justice à l’autre, et pourriez-vous la chiffrer par maison de justice ?

d) Verschilt deze werklast van justitiehuis tot justitiehuis en kan u cijfers geven per justitiehuis ?

e) Envisagez-vous une extension des cadres du personnel ?

e) Overweegt u uitbreidingen van de personeelsformaties ?

DO 2004200503454

DO 2004200503454

Question no 723 de Mme Corinne De Permentier du 22 juin 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : E´trangers. — Nationalité belge. — Déclaration. — Conditions de résidence.

Vraag nr. 723 van mevrouw Corinne De Permentier van 22 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

L’article 12bis, § 1er, 2o du Code de la nationalité permet à l’étranger né à l’étranger mais dont l’un des auteurs possède la nationalité belge de l’acquérir par voie de déclaration. La nationalité belge de l’auteur peut être de naissance ou avoir été récemment acquise. Le texte de la loi n’opère curieusement aucune distinction à ce sujet.

Artikel 12bis, § 1, 2o van het Wetboek van de Belgische nationaliteit bepaalt dat de in het buitenland geboren vreemdeling van wie één ouder de Belgische nationaliteit bezit, deze zelf ook kan verkrijgen door een verklaring af te leggen. De ouder kan de Belgische nationaliteit van bij zijn geboorte of onlangs hebben verkregen. Merkwaardig genoeg maakt de tekst van de wet op dit punt geen onderscheid.

S’il n’y avait pas d’autre condition mise à l’admissibilité de cette déclaration la faculté offerte par la disposition en question serait susceptible de donner lieu à de multiples abus. En effet une personne étrangère, née à l’étranger, issue de parents étrangers, ayant toujours vécu à l’étranger et n’ayant aucune attache réelle avec notre pays pourrait, devenue majeure, revendiquer la qualité de belge dès lors qu’elle établirait qu’un de ses auteurs, à un moment quelconque de son existence, fut-ce sur le tard, aurait acquis notre nationalité.

Als dat de enige vereiste was waaraan de verklaring moet voldoen om toelaatbaar te zijn, zou de speling die de desbetreffende bepaling laat tot talrijke misbruiken kunnen leiden. Zo zou een vreemdeling die in het buitenland uit buitenlandse ouders is geboren, die altijd in het buitenland heeft vertoefd en die geen werkelijke band met ons land bezit, de hoedanigheid van Belg kunnen opeisen eens hij meerderjarig is. Hij zou zich hierbij kunnen beroepen op het feit dat één van zijn ouders op een gegeven ogenblik in diens leven, ook al was dat op latere leeftijd, de Belgische nationaliteit heeft verworven.

Le § 2 de l’article 12bis du Code de la nationalité permet toutefois d’ajouter à la condition de nationalité d’un des auteurs de la personne concernée l’exigence dans le chef de cette dernière qu’elle soit régulièrement résidente en Belgique au jour de la déclaration. Cette condition supplémentaire de résidence résulte de ce que le § 2 de l’article 12bis précise que la déclaration doit être faite devant l’officier de l’E´tat civil du lieu ou l’intéressé a sa résidence principale ce qui implique qu’elle soit située en Belgique puisqu’il n’est pas prévu qu’elle puisse être effectuée auprès d’un représentant diplomatique ou consulaire à l’étranger (voir à ce sujet : Charles Closset, Traité de la nationalité belge, no 385, p. 232 — Bruxelles-Larcier 2004).

Paragraaf 2 van artikel 12bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit biedt evenwel de mogelijkheid om, naast de nationaliteitsvereiste van één van de ouders van de betrokkene, nog een andere vereiste te stellen, met name dat de betrokkene zelf op het tijdstip van de verklaring regelmatig in Belgie¨ verblijft. Die bijkomende verblijfsvoorwaarde volgt uit de bepaling in § 2 van artikel 12bis, volgens dewelke de verklaring moet worden afgelegd voó´r de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft. Dat houdt in dat het hoofdverblijf zich in Belgie¨ bevindt, omdat niet is bepaald dat de verklaring voó´r een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger in het buitenland kan worden afgelegd (zie : Charles Closset, Traité de la nationalité belge, nr. 385, blz. 232 — Brussel-Larcier 2004).


2004

Vreemdelingen. — Belgische nationaliteit. — Verklaring. — Verblijfsvoorwaarden.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15413

Il convient à mon sens de s’assurer qu’il n’y a pas de simulation dans le chef de l’étranger qui se propose d’effectuer la déclaration et qu’il n’a pas transporté sa résidence principale en Belgique uniquement pour le besoin de la cause et pour le seul temps de la procédure.

Mijns inziens moet men zich ervan vergewissen dat de vreemdeling die voornemens is de verklaring af te leggen, geen schijnhandeling stelt door zijn hoofdverblijf alleen tijdens de duur van de procedure en precies voor die doeleinden naar Belgie¨ over te brengen.

1. Existe-t-il une pratique administrative qui permette d’exiger que l’établissement de la résidence principale de l’intéressé en Belgique se soit prolongée durant un laps de temps suffisant pour s’assurer de sa sincérité avant que l’officier de l’E´tat civil soit tenu d’acter sa déclaration ?

1. Bestaat er een administratieve praktijk op grond waarvan kan worden geeïst dat het hoofdverblijf van de betrokkene lang genoeg in Belgie¨ moet zijn gevestigd, zodat de eerlijkheid van zijn bedoelingen kan worden aangetoond alvorens de ambtenaar van de burgerlijke stand gehouden is van zijn verklaring akte te nemen ?

2. Ne convient-il pas d’imposer que la preuve de l’existence de la résidence principale ne puisse résulter que d’une inscription régulière au registre de la population de la commune dont l’officier de l’E´tat civil est invité à recevoir la déclaration et ceci afin de pallier le risque de voir des ressortissants étrangers non titulaires d’un permis de séjour se prévaloir d’une simple résidence de fait pour revendiquer l’acquisition de la nationalité belge ?

2. Ware het niet gepast te bepalen dat het bestaan van het hoofdverblijf alleen kan worden bewezen door een regelmatige inschrijving in het bevolkingsregister van de plaats waar de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt gevraagd de verklaring in ontvangst te nemen ? Op die manier zou men kunnen voorkomen dat vreemdelingen zonder verblijfsvergunning zich eenvoudigweg op een feitelijk verblijf beroepen om de Belgische nationaliteit aan te vragen.


Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

DO 2004200504585

DO 2004200504585

Question no 846 de M. Luk Van Biesen du 16 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 846 van de heer Luk Van Biesen van 16 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

TVA. — Travaux immobiliers. — Aménagement ou transformation d’une habitation.

BTW. — Werk in onroerende staat. — Verbouwing of omvorming van een woning.

Un taux réduit de TVA de 6 % est appliqué aux travaux immobiliers qui répondent à certaines conditions. Les travaux doivent ainsi avoir pour objet la transformation, la rénovation, la réhabilitation, l’amélioration, la réparation ou l’entretien, à l’exception du nettoyage, de tout ou partie d’un immeuble.

Een verlaagd BTW-tarief van 6 % is van toepassing op werk in onroerende staat dat aan bepaalde voorwaarden voldoet. Er dienen een aantal voorwaarden te worden vervuld, onder meer de handelingen moeten de omvorming, renovatie, rehabilitatie, verbetering, herstelling of het onderhoud, met uitsluiting van de reiniging, geheel of ten dele van een woning tot voorwerp hebben.

Ce taux s’applique également aux travaux de transformation visant à agrandir une habitation. Dans ce cas, l’administration impose la condition supplémentaire selon laquelle la superficie de l’ancienne partie de l’habitation doit rester supérieure à la moitié de la superficie totale de l’habitation après l’exécution des travaux. Si les travaux d’agrandissement dépassent cette superficie, l’administration considérera qu’il

Dit tarief is ook van toepassing op verbouwingen of uitbreidingen aan een woning. Hier wordt de bijkomende voorwaarde door de administratie gesteld dat de oppervlakte van het oude gedeelte van de woning na de werken groter blijft dan de helft van de totale oppervlakte van de woning. Als de uitbreidingswerken groter zijn zal de administratie dit beschouwen als nieuwbouw en moet 21 % BTW afgedragen worden.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15414

s’agit d’une construction neuve, le taux de TVA applicable étant alors de 21 %. Il s’agit toutefois d’une condition supplémentaire qui ne peut être déduite de la législation.

Dit is echter een bijkomende voorwaarde die niet uit de wetgeving af te leiden is.

1. Que faut-il entendre concrètement par une transformation (agrandissement) ?

1. Wat kan in concreto beschouwd worden als een verbouwing of omvorming (uitbreiding) ?

2. Une transformation impliquant un agrandissement (supérieur à la superficie existante) est-elle encore considérée comme une transformation ?

2. Een verbouwing met uitbreiding (groter dan de reeds bestaande oppervlakte), blijft men dit toch beschouwen als een omvorming ?

3. Comment calcule-t-on concrètement la superficie de l’ancienne partie par rapport à la superficie après les travaux d’agrandissement lorsqu’une partie de l’habitation est également abattue pour réaliser l’agrandissement ?

3. Hoe bereken je in concreto de oppervlakte van het oude gedeelte ten opzichte van de uitbreiding wanneer ook een deel van het gebouw wordt afgebroken teneinde uit te breiden ?

DO 2004200504586

DO 2004200504586

Question no 847 de Mme Trees Pieters du 16 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 847 van mevrouw Trees Pieters van 16 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Amélioration de la taxation. — Simplification administrative. — Suppression des statistiques fiscales.

Beter belasten. — Administratieve vereenvoudiging. — Afschaffing van fiscale statistieken.

Dans une interview au quotidien « De Standaard » du 11 juin 2003, le président du Comité de direction du SPF Finances, M. Jean-Claude Laes, a notamment tenu les propos suivants :

In een interview in De Standaard van 11 juni 2005 heeft de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Financie¨n, de heer Jean-Claude Laes, onder andere het volgende gesteld :

a) « Nous avons opté pour une approche différente des controˆles. Dans le passé, on considérait qu’un bon controˆleur devait nécessairement imposer des suppléments d’impoˆts nombreux et élevés. Le controˆleur était considéré comme un chasseur. » ` présent, nous insistons sur le fait que notre b) « A taˆche est de controˆler si chaque contribuable paie bien les impoˆts dont il est redevable. Ni plus ni moins. Il y a là un changement de philosophie, de culture. Mais les controˆleurs peuvent aussi remarquer qu’un contribuable a oublié de déduire quelque chose. Un controˆleur qui procède à une rectification dans ce sens fait aussi du bon travail. »

a) « We hebben besloten de controles op een andere manier aan te pakken. Vroeger leefde het idee dat een goede controleur iemand was die veel en hoge belastingsupplementen oplegde. Het beeld van de controleur als jager. ».

c) « Dorénavant, notre devise est la suivante : il faut moins imposer mais surtout mieux imposer. Il s’agit là d’un choix délibéré. »

c) « Ons motto is nu : minder belasten, maar beter belasten. Dat is een bewuste keuze. ».

D’un point de vue pratique, ce changement de politique soulève les questions et réflexions générales suivantes.

Terzake dringen zich daarbij de volgende algemene praktische vragen en bedenkingen op.

1. a) Avec quelle efficacité et à quel moment cette nouvelle devise a-t-elle été communiquée (ou rappelée) aux fonctionnaires tant instructeurs que dirigeants et directeurs de l’administration de la

1. a) Op welke afdoende wijze en wanneer werden inzonderheid zowel alle onderzoekende als alle leidinggevende ambtenaren en managers van de administratie van de Ondernemings- en Inkomens-


2004

b) « Nu benadrukken we dat het onze taak is te controleren of iedereen de belastingen betaalt die hij moet betalen. Niet minder, maar ook niet meer. Dat is een nieuwe filosofie, een nieuwe cultuur. Maar controleurs kunnen ook merken dat iemand vergeten is iets af te trekken. Een controleur die een rechtzetting doet in die richting, heeft ook goed gewerkt. ».

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15415

Fiscalité des entreprises et des revenus (secteurs TVA et contributions directes) et de l’Inspection spéciale des impoˆts ? b) Qui controˆle fermement et résolument l’application et la connaissance effectives, sur le terrain, de cette nouvelle culture fiscale ? 2. a) Dans cette optique, quelles initiatives dynamiques ont déjà été prises en vue de la suppression définitive et immédiate de toutes les statistiques locales improductives et de tous les tableaux établissant des comparaisons superflues entre les controˆleurs en matière de suppléments d’impoˆts et de TVA qui constituent une perte de temps précieux et d’énergie et qui font même souvent double emploi ? b) Est-il exact que dorénavant, toutes les statistiques supplémentaires, tableaux comparatifs, listes, fichiers informatiques et représentations graphiques au niveau local ou régional ne peuvent plus être constitués sans l’approbation formelle des Services centraux et du président du Comité de direction, afin que les controˆleurs puissent donc se consacrer pleinement non seulement à leurs taˆches de controˆle mais encore à leur mission de correction des déclarations, au service du contribuable ? 3. Concrètement, comment les fonctionnaires taxateurs ainsi que leurs collègues du contentieux sont-ils généralement encouragés et même motivés, stimulés et récompensés par leurs supérieurs hiérarchiques lorsqu’ils se mettent réellement au service des citoyens et procèdent immédiatement à toutes les corrections fiscales légitimes en respectant une procédure simplifiée ? 4. Pouvez-vous me confirmer, point par point, votre approche actuelle, aussi bien théorique que pratique, et inciter autant que faire se peut tous les fonctionnaires concernés à appliquer cette nouvelle politique ?

fiscaliteit (sectoren BTW en directe belastingen) en van de Bijzondere Belastinginspectie van dit nieuw devies op de hoogte gebracht of er reeds aan herinnerd ? b) Wie oefent er een streng en kordaat toezicht uit opdat deze nieuwe fiscale cultuur en wetenschap zich voortaan daadwerkelijk op het terrein zou manifesteren ? 2. a) Welke slagvaardige initiatieven werden er in die optiek reeds getroffen opdat alle lokale onproductieve statistieken en overbodige vergelijkende personeelstabellen inzake belastingen BTWsupplementen die enorm veel kostbare tijd en energie opslorpen en veelal zelfs dubbel gebruik vormen, meteen en volledig zouden worden afgeschaft ? b) Is het voortaan ook zo dat alle extra statistieken, vergelijkende tabellen, lijsten, computerbestanden en grafische voorstellingen op lokaal of regionaal vlak alleen nog maar mogen worden aangelegd met de uitdrukkelijke goedkeuring van de Centrale Diensten en van de voorzitter van het Directiecomité zodat de ambtenaren zich, naast hun controlerende taak dan ook eveneens ten volle zouden kunnen wijden aan hun klantgerichte en corrigerende opdracht ? 3. Onder welke concrete vorm werden of worden zowel de taxatieambtenaren als de geschillenambtenaren algemeen aangemoedigd en door hun lokale hie¨rarchische oversten bovendien gemotiveerd, aangespoord en gewaardeerd wanneer zij ten behoeve van de burgers inderdaad ook alle gerechtvaardigde fiscale correcties op een administratief eenvoudige wijze onmiddellijk doorvoeren ? 4. Kan u punt per punt uw moderne ziensen handelwijze bevestigen en alle betrokken ambtenaren genoegzaam sensibiliseren ?

DO 2004200504609

DO 2004200504609

Question no 849 de Mme Trees Pieters du 20 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Décumul. — Réductions d’impoˆts. — Répartition optimale entre les conjoints de la pension de ménage en deux pensions individuelles. — Discrimination. — Mariage. — Quotient conjugal. — Décès. — Modalités pratiques de l’établissement des fiches de pension no 281.11. ` partir de l’exercice 2005 des impoˆts des personnes A physiques, la réforme fiscale s’applique intégralement

Vraag nr. 849 van mevrouw Trees Pieters van 20 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Decumul. — Belastingverminderingen. — Optimale verdeling van het gezinspensioen onder de echtgenoten in twee individuele pensioenen. — Discriminatie. — Huwelijk. — Huwelijkscoe¨fficie¨nt. — Overlijden. — Praktische opmaak van de pensioenfiches nr. 281.11. Met ingang van het aanslagjaar 2005 inzake personenbelasting is de belastinghervorming volledig van


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15416

et introduit en effet des modifications radicales telles que le décumul de tous les revenus et une quotité du revenu exemptée d’impoˆt identique pour tous les contribuables.

toepassing en werden er inderdaad ingrijpende wijzigingen doorgevoerd zoals de decumul van alle inkomsten en een identieke belastingvrije som voor alle belastingplichtigen.

Mais cette réforme soulève les questions générales suivantes au niveau de l’application concrète des « pensions de ménage ».

Terzake rijzen met betrekking tot de « gezinspensioenen » evenwel de volgende algemene praktische toepassingsvragen.

1. De quelle manière légale, fictive et/ou pragmatique la « pension de ménage » versée et/ou accordée conjointement et le précompte professionnel retenu peuvent-ils ou doivent-ils être répartis ou scindés de manière optimale entre les deux conjoints mariés sous les rubriques codées no 1211 et 2211 et suivantes du cadre V du formulaire de déclaration no 276.1 (partie 1) :

1. Op welke wettelijke, fictieve en/of pragmatische wijze mag of moet het gezamenlijk uitbetaald en/of toegekend « gezinspensioen » en de ingehouden bedrijfsvoorheffing onder de beide gehuwde echtgenoten optimaal worden verdeeld of uitgesplitst onder de gecodeerde rubrieken nrs. 1211 en 2211 en volgende in het vak V van het aangifteformulier nr. 276.1 (deel 1) :

a) pendant le mariage;

a) tijdens het huwelijk;

b) pendant l’année du décès de l’un des conjoints ?

b) tijdens het jaar van overlijden van één der echtgenoten ?

2. a) Comment s’effectue le calcul de l’impoˆt et quelles réductions d’impoˆts pour revenus de remplacement sont en définitive accordées à chacun des deux conjoints ?

2. a) Hoe gebeurt de belastingberekening en welke belastingverminderingen voor vervangingsinkomsten worden er uiteindelijk aan elk van de beide echtgenoten verleend ?

b) Avec quelle détermination certaines discriminations fiscales seront-elles supprimées rapidement et définitivement ?

b) Op welke doortastende wijze zullen welbepaalde fiscale discriminaties snel en definitief worden weggewerkt ?

3. a) Quelles instructions administratives spécifiques et informations fiscales et parafiscales ont été et seront (encore) édictées concrètement à ce sujet à l’intention des employeurs et des pensionnés, tant en matière de pensions qu’en matière d’impoˆts directs, en vue de l’établissement correct des fiches de pension individuelles no 281.11, séparément au nom de chacun des deux conjoints concernés, en exécution des dispositions légales de l’article 57, 2o, CIR 1992 et des articles 30 à 33 inclus AR/CIR 1992 et de toutes les législations y afférentes en matière de pensions d’indépendant et de travailleurs salariés ?

3. a) Welke specifieke administratieve onderrichtingen en fiscale en parafiscale berichten aan de werkgevers en aan de gepensioneerden werden of zullen er dienaangaande zowel inzake pensioenen als inzake directe belastingen (nog) concreet worden uitgevaardigd met het oog op de correcte opmaak van de individuele pensioenfiches nr. 281.11 afzonderlijk ten name van elk van de beide betrokken echtgenoten in uitvoering van de wettelijke bepalingen van artikel 57, 2o, WIB 1992 en de artikelen 30 tot en met 33, KB/WIB 1992 en van alle desbetreffende pensioenwetgevingen van zelfstandigen en werknemers ?

b) Quel impact cette réforme fiscale et cette répartition de la pension de ménage entre les deux conjoints ont-elles réellement eu sur le mode de calcul du précompte professionnel duˆ légalement ?

b) Welke invloed heeft die fiscale hervorming en die verdeling van het gezinspensioen onder de beide echtgenoten effectief gehad op de berekeningswijze van de wettelijk verschuldigde bedrijfsvoorheffing ?

4. Le système de numérisation et le système de déclaration électronique « Tax on web » pourront-ils tous deux traiter complètement cette répartition entre les deux conjoints et ladite répartition ne va-t-elle pas non plus générer en particulier un conflit technique avec le projet d’automatisation « Belgotax », ce qui pourrait provoquer des mentions erronées et retarder

4. Zal zowel het scanningsysteem als het elektronisch aangiftesysteem « Tax on web » deze verdeling onder de beide echtgenoten wel volledig kunnen verwerken en zal die verdeling inzonderheid ook geen enkel technisch conflict veroorzaken met het automatiseringsproject « Belgotax » waardoor foutvermeldingen ontstaan en de betrokkenen daardoor hun aan-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15417

éventuellement l’envoi aux intéressés de leur avertissement-extrait de roˆle en matière d’impoˆt des personnes physiques ?

slagbiljet inzake personenbelasting eventueel laattijdig zouden kunnen ontvangen ?

5. Pourriez-vous me faire part de votre approche générale, aussi bien théorique que pratique, notamment à la lumière tant des dispositions des articles 3, 5, 6, 34, 57, 126, 131, 146 à 154 inclus et 270 à 275 inclus CIR 1992, du principe de réalité, du principe d’équité, que de l’article 10, 2e alinéa, première phrase de la Constitution coordonnée ?

5. Kan u in het licht van onder meer zowel de bepalingen van de artikelen 3, 5, 6, 34, 57, 126, 131, 146 tot en met 154 en 270 tot en met 275 WIB 1992, het realiteitsbeginsel, het principe van de billijkheid als van artikel 10, tweede lid, eerste zinsnede van de Gecoo¨rdineerde Grondwet uw huidige ziensen handelwijze meedelen ?


Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Budget

Begroting

DO 2004200504608

DO 2004200504608

Question no 66 de Mme Muriel Gerkens du 20 juin 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 66 van mevrouw Muriel Gerkens van 20 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales. — Comité de suivi.

Voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de splijtstoffen die in deze kerncentrales werden bestraald. — Opvolgingscomité.

L’article 9 de la loi du 11 avril 2003 sur les provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales, prévoit que le Roi définira, par arrêté, délibéré en Conseil des ministres, le montant annuel maximal qui peut être consacré à charge des provisions pour les frais de fonctionnement, les couˆts des avis et études demandés par le Comité de suivi. Cet article aurait été ajouté à la loi à la demande du ministre du Budget. Les membres du Comité de suivi ont été nommés par un arrêté royal le 16 février 2004 et le Comité fonctionne.

Krachtens artikel 9 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, zijn de werkingskosten, de kosten van de adviezen en de studies gevraagd door het Opvolgingscomité ten laste van de voorzieningen voor de ontmanteling, en bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het jaarlijkse bedrag dat maximaal ten laste van de voorzieningen kan besteed worden. Dat artikel zou aan de wet zijn toegevoegd op verzoek van de minister van Begroting. De leden van het Opvolgingscomité werden intussen benoemd bij koninklijk besluit van 16 februari 2004, en zijn aan de slag.

Le ministre compétent pour le suivi de cette loi a déjà à plusieurs reprises promis de déposer un projet d’arrêté royal au Conseil des ministres pour exécuter l’article 9 de la loi précitée du 11 avril 2003, mais ceci n’a toujours pas été fait. Ce qui veut dire que les dépenses de ce comité sont supportées depuis plus d’un an par le budget de l’E´tat fédéral ce qui est manifestement contraire à la lettre et l’esprit de la loi.

De minister die over de opvolging van deze wet gaat, heeft al herhaaldelijk beloofd een ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 9 van voormelde wet van 11 april 2003 aan de ministerraad voor te leggen, maar heeft dat tot op heden niet gedaan. Dientengevolge zijn de uitgaven van het Opvolgingscomité al sinds meer dan een jaar lastens de begroting van de federale overheid, en dat is apert in strijd met de letter én de geest van de wet.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15418

Quelles initiatives avez-vous prises pour mettre fin à cette situation ?

Welke maatregelen heeft u getroffen om een einde te maken aan die situatie ?


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2004200504587

DO 2004200504587

Question no 654 de Mme Muriel Gerkens du 16 juin 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 654 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Délégations officielles belges présentes lors de réunions et conférences internationales. — Personnes d’organisations à caractère privé.

Belgische officie¨le delegaties bij internationale vergaderingen en conferenties. — Vertegenwoordigers van privé-organisaties.

Il semblerait que des délégations belges présentes aux réunions et conférences internationales seraient parfois composées de personnes qui n’émanent pas des pouvoirs publics mais bien d’organisations à caractère privé.

Naar verluidt bestaan de Belgische delegaties die internationale vergaderingen en conferenties bijwonen niet altijd uit vertegenwoordigers van de overheid, maar vaak ook uit personen die privé-organisaties vertegenwoordigen.

1. a) Pourriez-vous indiquer dans quels cas les délégations officielles belges présentes lors de réunions et conférences internationales étaient composées de personnes qui n’étaient pas issues des pouvoirs public ?

1. a) Kan u meedelen in welke gevallen de Belgische officie¨le delegaties tijdens internationale vergaderingen en conferenties niet uit vertegenwoordigers van de overheid waren samengesteld ?

b) De quel type de réunions s’agissait-il ?

b) Over welk soort vergaderingen ging het ?

c) De quelles organisations privées ces personnes provenaient-elles ?

c) Welke privé-organisaties vertegenwoordigden de deelnemers ?

2. a) Sur la base de quels critères le ministre se prononce-t-il en l’occurrence sur la composition de ces délégations ?

2. a) Op grond van welke criteria beslist de minister over de samenstelling van die delegaties ?

b) Comment le controˆle et le suivi sont-ils assurés ?

b) Hoe worden het toezicht en de follow-up verzekerd ?

DO 2004200504591

DO 2004200504591



Agence fédérale de controˆle nucléaire. — Désignation du directeur général.

Federaal Agentschap voor nucleaire controle. — Aanstelling van de directeur-generaal.

J’ai pris connaissance de la publication, au Moniteur belge, de l’arrêté royal du 22 avril 2005 portant

Ik heb kennis genomen van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit van


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15419

désignation du directeur général de l’Agence fédérale de controˆle nucléaire.

22 april 2005 tot aanstelling van de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle.

Plusieurs questions se posent sur la procédure de désignation.

De aanstellingsprocedure roept tal van vragen op.

1. a) Qui a rédigé la description de ce mandat ?

1. a) Wie heeft de functiebeschrijving opgesteld ?

b) Quel en était le contenu ?

b) Wat was de inhoud ervan ?

2. Comment et quand l’appel aux candidatures a-til été diffusé ?

2. Hoe en wanneer werd de oproep tot kandidaatstelling verspreid ?

3. Combien de temps avaient les candidats pour déposer leurs candidatures ?

3. Over hoeveel tijd beschikten de kandidaten om hun kandidatuur in te dienen ?

4. Qui a constitué le comité de sélection ?

4. Wie heeft het selectiecomité samengesteld ?

5. Qui était membre du comité de sélection ?

5. Wie was lid van het selectiecomité ?

6. Combien de candidatures ont-elles été déposées ?

6. Hoeveel kandidaturen werden ingediend ?

7. a) Y a-t-il eu un assessment ?

7. a) Heeft er een assessment plaatsgevonden ?

b) Si oui, par qui ?

b) Zo ja, door wie werd het uitgevoerd ?

c) Si non, pourquoi pas ?

c) Zo neen, waarom niet ?

8. a) Selor a-t-il joué un roˆle dans la procédure de recrutement ?

8. a) Heeft Selor een rol gespeeld in de wervingsprocedure ?

b) Si oui, lequel ?

b) Zo ja, welke ?

c) Si non, pourquoi pas ?

c) Zo neen, waarom niet ?

9. a) Quelle est la rémunération du directeur général ?

9. a) Wat is de bezoldiging van de directeur-generaal ?

b) Sur quelle base a-t-elle été fixée ?

b) Op welke basis werd deze bezoldiging bepaald ?

DO 2004200504592

DO 2004200504592



Risques d’attentats sur les centrales nucléaires.

Gevaar voor aanslagen op kerncentrales.

Suite aux attentats du 11 septembre 2001, l’Agence fédérale de controˆle nucléaire a rédigé un rapport sur les risques d’attentats sur nos centrales nucléaires le 17 mai 2002. Ce rapport ne traite pas tous les risques posés par les sites nucléaires sur notre territoire. Un rapport du professeur Van der Zwaan de 2003 indique qu’un attentat sur des piscines de refroidissement de combustible nucléaire pourrait causer la dispersion de matériel nucléaire dans l’environnement.

In de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001 heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle op 17 mei 2002 een verslag gepubliceerd dat de risico’s op aanslagen op onze kerncentrales in kaart brengt. Het verslag behandelt niet alle risico’s die van de nucleaire sites op ons grondgebied uitgaan. Een verslag van professor Van der Zwaan uit 2003 stelt dat een aanslag op natte opslagbassins van bestraalde splijtstof ernstige risico’s voor de verspreiding van radioactief materiaal in het leefmilieu inhoudt.

1. Pourriez-vous communiquer si un rapport a été réalisé pour évaluer les risques et les effets d’un attentat sur :

1. Werd er een verslag opgesteld waarin wordt nagegaan welke risico’s en gevolgen verbonden zijn aan een aanslag op :


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15420

a) les piscines ou` refroidissent les combustibles nucléaires à Tihange;

a) de natte opslagbassins van Tihange waarin de kernbrandstof afkoelt;

b) le hall de stockage de combustibles nucléaires utilisés à Dœl;

b) de opslagruimte van kernbrandstoffen die in Doel worden gebruikt;

c) les usines Belgonucleaire et FBFC;

c) de fabrieken van Belgonucleaire en FBFC;

d) les centres de recherche à Mol (CEN) et à Fleurus (IRE) ?

d) de onderzoekscentra te Mol (SCK) en te Fleurus (IRE) ?

2. a) Si oui, quels en sont les résultats ?

2. a) Zo ja, tot welke conclusies komt het verslag ?

b) Si non, pourquoi pas ?

b) Zo nee, waarom niet ?

3. Estimez-vous qu’il y a assez de garanties en matière de protection physique de ces sites et installations ?

3. Is de fysieke beveiliging van die sites en installaties volgens u voldoende gewaarborgd ?

DO 2004200504593

DO 2004200504593

Question no 657 de Mme Muriel Gerkens du 20 juin 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Demande des E´tats-Unis de placer des gardes armés auprès des sites nucléaires belges. — Avis des services de police fédérale.


Le ministre a annoncé, il y a quelques mois, qu’il avait demandé l’avis des services de la police fédérale concernant la demande des E´tats-Unis à la Belgique de placer des gardes armés auprès des sites nucléaires belges.

De minister kondigde enkele maanden geleden aan dat hij het advies van de diensten van de federale politie had gevraagd over het verzoek dat de Verenigde Staten aan ons land hebben gericht om gewapende bewakers in te zetten voor de beveiliging van de Belgische nucleaire sites.

Verzoek van de Verenigde Staten om gewapende bewakers in te zetten voor de beveiliging van de Belgische nucleaire sites. — Advies van de diensten van de federale politie.

1. Avez-vous déjà reçu cet avis ?

1. Heeft u dat advies al ontvangen ?

2. Quel en est le contenu ?

2. Wat is de inhoud ervan ?

3. Quel suivi avez-vous donné à cet avis ?

3. Welk gevolg heeft u aan dat advies gegeven ?

DO 2004200504594

DO 2004200504594



Gestion du plutonium militaire.

Beheer van militair plutonium.

Il se tient régulièrement des réunions internationales relatives à la problématique de la gestion du plutonium militaire, ceci par exemple dans le cadre de l’Agence internationale de l’énergie atomique. Deux pistes se discutent depuis tout un temps, l’immobilisation et la filière « MOX ». Des représentants du mi-

Wereldwijd worden er regelmatig bijeenkomsten belegd over de problematiek van het beheer van militair plutonium, bijvoorbeeld in het kader van het Internationaal Agentschap voor atoomenergie. Reeds geruime tijd worden twee mogelijkheden besproken, namelijk de immobilisatie-optie en de « MOX »-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15421

nistre défendraient à ces réunions l’option de la filière MOX.

verwerking. Tijdens die vergaderingen zouden vertegenwoordigers van de minister de MOX-optie verdedigen.

` quelles réunions organisées par des instances 1. A européennes ou internationales relatives à cette problématique des représentants du ministre ont-ils participé en 2004 et en 2005 ?

1. Aan welke door Europese of internationale instanties belegde bijeenkomsten rond deze problematiek hebben vertegenwoordigers van de minister in 2004 en 2005 deelgenomen ?

2. Quel point de vue ont-ils défendu à cette occasion ? 3. Quelles ont été les conclusions de ces réunions ?

2. Welk standpunt hebben ze verdedigd ? 3. Tot welke besluiten hebben die vergaderingen geleid ?

DO 2004200504595

DO 2004200504595



Groupe « Questions atomiques » du Conseil européen.

Groep « Atoomvraagstukken » van de Europese Raad.

Le groupe du Conseil européen « Questions atomiques », forum d’experts nationaux en la matière, prend toute une série de décisions importantes en matière d’Euratom et prépare les décisions à prendre par les ministres responsables des E´tats membres.

De Groep « Atoomvraagstukken » van de Europese Raad, een forum van nationale deskundigen op dat gebied, neemt een hele reeks belangrijke maatregelen in verband met Euratom en bereidt de beslissingen voor die de bevoegde ministers van de lidstaten moeten nemen.

Pourriez-vous répondre aux questions suivantes, pour ce qui concerne la période du 1er juin 2003 jusqu’au 1er juin 2005 :

Kunt u de volgende vragen beantwoorden voor de periode van 1 juni 2003 tot 1 juni 2005 ?

1. Combien de réunions du groupe « Questions atomiques » ont eu lieu ?

1. Hoeveel vergaderingen van de Groep « Atoomvraagstukken » zijn er al geweest ?

2. a) Quels étaient les points les plus importants à l’ordre du jour de ces réunions ?

2. a) Wat waren de belangrijkste punten op de agenda van die bijeenkomsten ?

b) Quelle était pour chacun de ces points la position belge et quelle était la décision finale ?

b) Welk standpunt werd door Belgie¨ voor elk punt ingenomen en welke beslissing werd uiteindelijk genomen ?

3. Quels points ont été mis à l’ordre du jour par le représentant du ministre ?

3. Welke punten werden door de afgevaardigde van de minister op de agenda geplaatst ?

DO 2004200504602

DO 2004200504602



Traitement des déchets A3X.

Verwerking van A3X-afval.

Des déchets A3X (déchets contaminés alpha) sont stockés sous forme non conditionnée dans divers baˆtiments de Belgoprocess. La fraction non combustible

In verscheidene gebouwen van Belgoprocess wordt A3X-afval (alfabesmet afval) in niet-geconditioneerde vorm opgeslagen. De niet-brandbare fractie zou


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15422

serait conditionnée par cimentation. Il n’y aurait pas encore de décision sur le traitement de la fraction combustible qui serait stockée sur le site. Le ministre de l’Intérieur a répondu en octobre 2003 à une question parlementaire : « Lors de la concertation entre l’AFCN, AVN, Belgoprocess et l’ONDRAF, il a été convenu que l’ONDRAF rédigerait à court terme (sic !) une note stratégique dans laquelle elle porterait son choix sur une méthode de traitement des déchets combustibles. ».

worden geconditioneerd door middel van cementering. Er zou nog geen beslissing zijn met betrekking tot de verwerking van de brandbare fractie, die in afwachting op de site van Belgoprocess zou worden opgeslagen. In oktober 2003 antwoordde de minister van Binnenlandse Zaken op een parlementaire vraag : « Tijdens het overleg tussen het FANC, AVN, Belgoprocess en de NIRAS werd overeengekomen dat door de NIRAS op korte termijn (sic !) een strategienota zal worden opgesteld waarin de keuze van de verwerkingsmethode voor het brandbaar afval vastgelegd wordt. »

1. Quand l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles (ONDRAF) a-t-il finalisé cette note stratégique ?

1. Wanneer was de Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen (NIRAS) klaar met die strategische nota ?



3. Quelle en est la suite ?

3. Welk gevolg werd eraan gegeven ?

4. Ou` en est-on aujourd’hui avec le traitement de la fraction combustible des déchets A3X stockés à Belgoprocess ?

4. Hoe staat het vandaag met de verwerking van de brandbare fractie van het bij Belgoprocess opgeslagen A3X-afval ?

5. Quelles initiatives concrètes l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) a-t-elle prises dans ce dossier afin de débloquer le dossier ?

5. Welke concrete initiatieven heeft het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) genomen om dit dossier weer vlot te krijgen ?

DO 2004200504604

DO 2004200504604

Question no 662 de M. Stijn Bex du 20 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 662 van de heer Stijn Bex van 20 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

RDC. — Rapatriement accompagné de Congolais par charter.

DRC. — Begeleide vlucht van Congolezen.

Le 18 mai 2005, sept Congolais, accompagnés d’une trentaine de personnes, auraient été rapatriés à Kinshasa par charter militaire. Selon l’Office des étrangers, la Belgique et la République démocratique du Congo (RDC) ont conclu un accord de principe sur la base duquel de nouveaux rapatriements par charter devraient suivre. Il existerait également un accord sur la délivrance de laissez-passer par l’ambassade congolaise.

Op 18 mei 2005 zouden zeven Congolezen per militaire charter teruggestuurd zijn naar Kinshasa. Ze werden begeleid door een dertigtal personen. Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken is er tussen Belgie¨ en de Democratische Republiek Congo (DRC) een princiepsakkoord gesloten, op basis waarvan meer charters zullen volgen. Er zou ook een akkoord zijn over de afgifte van doorlaatbewijzen door de Congolese ambassade.

1. a) Sur quelle base les sept Congolais ont-ils été sélectionnés pour être rapatriés par charter ?

1. a) Op welke basis werden de zeven Congolezen geselecteerd om per charter gerepatrieerd te worden ?

b) Avaient-ils déjà opposé de la résistance lors de précédentes tentatives de rapatriement ?

b) Hadden zij zich reeds verzet bij eerdere repatrie¨ringspogingen ?

2. a) L’accord de principe conclu entre la Belgique et la RDC est-il un accord de réadmission ?

2. a) Is het princiepsakkoord tussen Belgie¨ en de DRC een terugnameakkoord ?

b) Quelles sont les modalités de cet accord concernant le rapatriement à Kinshasa ?

b) Wat zijn de nadere regels van dit akkoord om naar Kinshasa te repatrie¨ren ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15423

` quelles conditions l’ambassade congolaise délic) A vre-t-elle des laissez-passer ?

c) Onder welke voorwaarden levert de Congolese ambassade doorgangsbewijzen af ?

3. a) D’autres rapatriements par charter ont-ils eu lieu vers la RDC depuis le 18 mai 2005 ?

3. a) Hebben sinds 18 mei 2005 nog charters naar de DRC plaatsgevonden ?

b) Dans l’affirmative, pourriez-vous fournir plus de détails à ce sujet ?

b) Zo ja, kan u hier meer details over geven ?

4. a) Comment ces vols charters se sont-ils déroulés ?

4. a) Hoe is deze chartervlucht verlopen ?

b) Pourquoi a-t-on mobilisé trente accompagnateurs pour rapatrier seulement sept personnes ?

b) Waarom werden dertig begeleiders ingezet voor slechts zeven te repatrie¨ren personen ?

c) Des observateurs externes indépendants ont-ils pris part à ces vols ?

c) Waren onafhankelijke externe waarnemers aanwezig op de vlucht ?

d) Quelles constatations ont-ils faites ?

d) Wat waren hun bevindingen ?

5. a) Des accords de réadmission seront-ils conclus avec d’autres pays dans un proche avenir ?

5. a) Zullen er op korte termijn met andere landen terugnameakkoorden worden gesloten ?

b) Dans l’affirmative, avec quels pays ?

b) Zo ja, met welke landen ?

Ministre des Affaires étrangères

Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2004200504151

DO 2004200504151

Question no 243 de M. Francis Van den Eynde du 16 juin 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 243 van de heer Francis Van den Eynde van 16 juni 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Région du Xinjiang dans le nord-ouest de la Chine. — Colonisation intérieure à grande échelle.

China. — Noordwestelijke regio Xinjiang. — Grootschalige binnenlandse kolonisatie.

Tout comme le Tibet, la région du Xinjiang située dans le nord-ouest de la République populaire de Chine connaıˆt une colonisation intérieure à grande échelle par les Chinois, qui remonte à la fondation de la République populaire en 1949. ` l’epoque, les Chinois Han représentaient 6 % de A la population de cette région riche en pétrole et en gaz naturel. En 1976, leur nombre était déjà passé à 41 %.

Net zoals Tibet is de noordwestelijke regio van de Volksrepubliek China, Xinjiang, het voorwerp van een grootschalige binnenlandse kolonisatie vanwege Chinezen, en dit reeds vanaf de stichting van de Volksrepubliek in 1949.

Aujourd’hui, sur un total de 18 millions d’habitants, la population indigène de 8 millions d’Ouı¨gours turcophones est devenue minoritaire.

Heden ten dage zijn we reeds zover dat de oorspronkelijke inwoners, de Turkstalige Oeigoeren, een minderheid zijn geworden (ze zijn met 8 miljoen op een totale bevolking van 18 miljoen).

Le gouvernement chinois leur impose des restrictions religieuses et culturelles.

De Chinese regering legt hen religieuze en culturele restricties op.

Ainsi, de nombreuses mosquées ont été fermées (la plupart des Ouı¨gours sont musulmans) et l’exercice du

Zo gingen heel wat moskeee¨n dicht (de meeste Oeigoeren zijn islamieten) en worden, conform de


2004

In dat jaar woonden er in de olie- en gasrijke regio 6 % Han-Chinezen. In 1976 waren er dat reeds 41 % geworden.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15424

culte a été bridé, conformément à la doctrine communiste.

communistische leer, uitingen van godsdienst zeer sterk aan banden gelegd.

Des groupes d’entraide sont interdits et des milliers de citoyens sont emprisonnés pour cause d’« activités religieuses illégales » non précisées.

Zelfhulpgroepen mogen niet opgericht worden en duizenden burgers zitten in de gevangenis wegens niet nader bepaalde « illegale religieuze activiteiten ».

Selon Human Rights Watch, la région de Xinjiang est plongée dans un climat d’angoisse et de répression.

Volgens Human Right Watch is het klimaat in Xinjiang er een van angst en repressie.

1. Le gouvernement belge est-il au courant de cette situation ?

1. Is de regering van deze situatie op de hoogte ?

2. Quelles démarches a-t-il déjà entreprises en cette matière ?

2. Welke stappen werden in dit verband reeds ondernomen ?

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Eńergie

Energie

DO 2004200504594

DO 2004200504594

Question no 135 de Mme Muriel Gerkens du 20 juin 2005 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 135 van mevrouw Muriel Gerkens van 20 juni 2005 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Gestion du plutonium militaire.

Beheer van militair plutonium.

Il se tient régulièrement des réunions internationales relatives à la problématique de la gestion du plutonium militaire, ceci par exemple dans le cadre de l’Agence internationale de l’énergie atomique. Deux pistes se discutent depuis tout un temps, l’immobilisation et la filière « MOX ». Des représentants du ministre défendraient à ces réunions l’option de la filière MOX.

Wereldwijd worden er regelmatig bijeenkomsten belegd over de problematiek van het beheer van militair plutonium, bijvoorbeeld in het kader van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie. Reeds geruime tijd worden twee mogelijkheden besproken, namelijk de immobilisatie-optie en de « MOX »-verwerking. Tijdens die vergaderingen zouden vertegenwoordigers van de minister de MOX-optie verdedigen.

` quelles réunions organisées par des instances 1. A européennes ou internationales relatives à cette problématique des représentants du ministre ont-ils participé en 2004 et en 2005 ?

1. Aan welke door Europese of internationale instanties belegde bijeenkomsten rond deze problematiek hebben vertegenwoordigers van de minister in 2004 en 2005 deelgenomen ?

2. Quel point de vue ont-ils défendu à cette occasion ? 3. Quelles ont été les conclusions de ces réunions ?


2004

2. Welk standpunt hebben ze verdedigd ? 3. Tot welke besluiten hebben die vergaderingen geleid ? 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15425

DO 2004200504595

DO 2004200504595



Groupe « Questions atomiques » du Conseil européen.

Groep « Atoomvraagstukken » van de Europese Raad.

Le groupe du Conseil européen « Questions atomiques », forum d’experts nationaux en la matière, prend toute une série de décisions importantes en matière d’Euratom et prépare les décisions à prendre par les ministres responsables des E´tats-membres.

De Groep « Atoomvraagstukken » van de Europese Raad, een forum van nationale deskundigen op dat gebied, neemt een hele reeks belangrijke maatregelen in verband met Euratom en bereidt de beslissingen voor die de bevoegde ministers van de lidstaten moeten nemen.

Pourriez-vous répondre aux questions suivantes, pour ce qui concerne la période du 1er juin 2003 jusqu’au 1er juin 2005 :

Kunt u de volgende vragen beantwoorden voor de periode van 1 juni 2003 tot 1 juni 2005 ?

1. Combien de réunions du groupe « Questions atomiques » ont eu lieu ?

1. Hoeveel vergaderingen van de Groep « Atoomvraagstukken » zijn er al geweest ?

2. a) Quels étaient les points les plus importants à l’ordre du jour de ces réunions ?

2. a) Wat waren de belangrijkste punten op de agenda van die bijeenkomsten ?

b) Quelle était pour chacun de ces points la position belge et quelle était la décision finale ?

b) Welk standpunt werd door Belgie¨ voor elk punt ingenomen en welke beslissing werd uiteindelijk genomen ?

3. Quels points ont été mis à l’ordre du jour par le représentant du ministre ?

3. Welke punten werden door de afgevaardigde van de minister op de agenda geplaatst ?

DO 2004200504596

DO 2004200504596



Engagement de 15 contractuels par l’administration de l’Eńergie.

Aanstelling van 15 contractuele medewerkers bij het bestuur Energie.

En vertu de deux lois du 1er juin 2005 modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l’organisation du marché de l’électricité et la loi du 29 avril 1999 relative à l’organisation du marché du gaz et au statut fiscal des producteurs d’électricité, une partie des compétences de la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) a été transférée vers l’administration de l’Eńergie. Le gouvernement a estimé que l’administration de l’Eńergie ne sait remplir ces nouvelles missions sans un renforcement important en matière de ressources humaines. Le gouvernement aurait décidé d’engager 15 contractuels supplémentaires auprès de l’administration de l’Eńergie. Le tableau contenant le budget pluriannuel indicatif dans le budget 2005 prévoit d’ailleurs une augmentation

Krachtens twee wetten van 1 juni 2005, de ene tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en de andere tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten, werd een deel van de bevoegdheden van de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) overgeheveld naar het bestuur Energie. De regering oordeelt kennelijk dat het bestuur Energie die nieuwe taken zonder een aanzienlijke uitbreiding van het personeelsbestand niet zal kunnen vervullen, en zou beslist hebben 15 extra contractuele medewerkers in dienst te nemen bij het bestuur Energie. Uit de tabel met de indicatieve meerjarenbegroting in de algemene uitgavenbegroting


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15426

considérable des frais de fonctionnement de cette administration (540 000 euros en 2005 et 801 000 euros en 2006). L’argumentation est la suivante : « En 2006, l’indexation, et les nouvelles missions liées à l’exécution des modifications législatives de la loi du 29 avril 1999 (compétences transférées de la CREG — plans indicatifsd’approvisionnement en électricité et gaz), l’allocation représentera 801k Eur. ») (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, no 51 1371/ 13, p. 1510). Il me paraıˆt évident que les procédures de recrutement de ce personnel supplémentaire ont été préparées de sorte que les procédures de recrutement puissent être lancées immédiatement après la publication de ces deux lois du 1er juin 2005 au Moniteur belge. Les deux lois ont été publiées au Moniteur belge le 14 juin 2005.

2005 blijkt trouwens ook dat de werkingskosten van het bestuur Energie fors opgetrokken worden (540 000 euro in 2005, 801 000 euro in 2006). In de bijbehorende verklarende nota wordt een en ander als volgt gemotiveerd : « In 2006 zal de allocatie met de indexering en de nieuwe opdrachten die zijn verbonden met de uitvoering van de wetswijzigingen van de wet van 29 april 1999 (overgehevelde bevoegdheden van de CREG — indicatieve bevoorradingsplannen voor elektriciteit en gas), 801 K Eur bedragen. » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, nr. 51 1371/13, blz. 1510). Allicht werden de procedures voor de indienstneming van dit extra personeel reeds voorbereid, neem ik aan, zodat de procedure onmiddellijk kan worden opgestart zodra beide wetten van 1 juni 2005 in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd. Dat is intussen gebeurd : beide wetten zijn verschenen in het Belgisch Staatsblad van 14 juni 2005.

1. ` quel moment le gouvernement a-t-il décidé de a) A recruter 15 contractuels pour l’administration de l’Eńergie ?

1. a) Wanneer heeft de regering precies beslist 15 extra contractuele medewerkers in dienst te nemen bij het bestuur Energie ?

b) Quel est le contenu exact de cette décision ? ` quel moment les descriptions des fonctions de 2. A ces 15 personnes ont-elles été rédigées et approuvées ?

b) Wat houdt die beslissing precies in ? 2. Wanneer werden de functieprofielen voor deze 15 medewerkers opgesteld en goedgekeurd ?

3. Quelle procédure de recrutement sera suivie ?

3. Welke aanwervingsprocedure zal er worden gevolgd ?

` quel moment les procédures de recrutement 4. A ont-elles été lancées ?

4. Wanneer werden de aanwervingsprocedures opgestart ?

5. Quel est le timing planifié de l’engagement concret des 15 personnes ?

5. Welk tijdpad werd er vooropgesteld voor de concrete aanstelling van die 15 medewerkers ?

DO 2004200504597

DO 2004200504597



Plutonium entreposé au CEN.

Op de site van het SCK opgeslagen plutonium.

Vous avez dit concernant le Centre d’étude de l’énergie nucléaire (CEN) que le CEN est propriétaire de 80 % du plutonium qui est entreposé sur son site.

U heeft verklaard dat het Studiecentrum voor kernenergie (SCK) eigenaar is van 80 % van het plutonium dat op zijn site is opgeslagen.

1. Pourriez-vous communiquer qui sont le ou les propriétaires des 20 % du plutonium, n’appartenant pas au CEN et stockés sur son site ?

1. Wie is (zijn) (de) eigenaar(s) van de overige 20 % plutonium die geen eigendom is van het SCK en op zijn site is opgeslagen ?

2. Pourquoi le CEN accepte-t-il la présence de ce plutonium sur son site ?

2. Waarom stemt het SCK in met de opslag van dat plutonium op zijn site ?

3. Le CEN est-il payé pour ce stockage ?


3. Krijgt het SCK een vergoeding voor die opslag ? 2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15427

4. a) Y a-t-il des conventions entre le CEN et le ou les propriétaires de ce plutonium ?

4. a) Zijn er overeenkomsten gesloten tussen het SCK en de eigenaar(s) van dat plutonium ?

b) Quel en est le contenu ?

b) Wat is de inhoud ervan ?

5. Depuis quand ce plutonium est-il sur le site du CEN ?

5. Sinds wanneer bevindt dat plutonium zich op de site van het SCK ?

6. Jusque quand ce plutonium peut-il rester sur le site du CEN ?

6. Tot wanneer mag dat plutonium op de site van het SCK opgeslagen blijven ?

DO 2004200504598

DO 2004200504598



Dépenses des belges en matière d’énergie.

Energie-uitgaven in Belgie¨.

Les dépenses des ménages, entreprises et autorités publiques en matière d’achat d’énergie ou de services énergétiques constituent une partie importante de leur budget (électricité, carburants et combustibles, etc.). Je me pose la question de savoir dans quelle mesure l’évolution de ces dépenses est suivie par vos services et quelles évolutions ont eu lieu les dernières années.

De Belgische gezinnen, bedrijven en overheidsbesturen spenderen een aanzienlijk gedeelte van hun middelen aan de aankoop van energie en energiediensten (elektriciteit, brandstoffen, enzovoort). Ik vraag me af hoe die uitgaven tijdens de voorbije jaren zijn gee¨volueerd en in hoeverre uw diensten hun voortgang volgen.

1. Quel service suit l’évolution des dépenses des Belges (ménages, entreprises, etc.) en matière d’énergie ?

1. Welke dienst volgt de voortgang van de door de Belgische gezinnen, bedrijven, enzovoort, gedane energie-uitgaven ?

2. a) Pourriez-vous communiquer pour chacune des trois dernières années pour lesquelles les données sont disponibles les montants dépensés pour l’achat des différents services énergétiques : pétrole, charbon, gaz naturel, électricité, gasoil, essence, etc. (dans le sens : dépenses de x millions d’euros en 2003 pour l’achat de gaz naturel) ?

2. a) Kan u voor elk van de voorbije drie jaren waarvoor gegevens beschikbaar zijn, meedelen welke bedragen aan de aankoop van de diverse energiediensten (olie, steenkool, aardgas, elektriciteit, dieselolie, benzine, enzovoort) werden besteed, uitgedrukt als volgt : « x miljoen euro besteed aan de aankoop van aardgas in 2003 » ?

b) Pourriez-vous communiquer ces informations par groupe de consommateurs (ménages, entreprises, etc.) et par région ?

b) Kan u die informatie per categorie van verbruikers (gezinnen, bedrijven, enzovoort) en per gewest meedelen ?

DO 2004200504602

DO 2004200504602



Traitement des déchets A3X.

Verwerking van A3X-afval.

Des déchets A3X (déchets contaminés alpha) sont stockés sous forme non conditionnée dans divers baˆtiments de Belgoprocess. La fraction non combustible

In verscheidene gebouwen van Belgoprocess wordt A3X-afval (alfabesmet afval) in niet-geconditioneerde vorm opgeslagen. De niet-brandbare fractie zou


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15428

serait conditionnée par cimentation. Il n’y aurait pas encore de décision sur le traitement de la fraction combustible qui serait stockée sur le site. Le ministre de l’Intérieur a répondu en octobre 2003 à une question parlementaire : « Lors de la concertation entre l’AFCN, AVN, Belgoprocess et l’ONDRAF, il a été convenu que l’ONDRAF rédigerait à court terme (sic !) une note stratégique dans laquelle elle porterait son choix sur une méthode de traitement des déchets combustibles. ».

worden geconditioneerd door middel van cementering. Er zou nog geen beslissing zijn met betrekking tot de verwerking van de brandbare fractie, die in afwachting op de site van Belgoprocess zou worden opgeslagen. In oktober 2003 antwoordde de minister van Binnenlandse Zaken op een parlementaire vraag : « Tijdens het overleg tussen het FANC, AVN, Belgoprocess en de NIRAS werd overeengekomen dat door de NIRAS op korte termijn (sic !) een strategienota zal worden opgesteld waarin de keuze van de verwerkingsmethode voor het brandbaar afval vastgelegd wordt. »

1. Quand l’Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles (ONDRAF) a-t-il finalisé cette note stratégique ?

1. Wanneer was de Nationale Instelling voor radioactief afval en splijtstoffen (NIRAS) klaar met die strategische nota ?



3. Quelle en est la suite ?

3. Welk gevolg werd eraan gegeven ?

4. Ou` en est-on aujourd’hui avec le traitement de la fraction combustible des déchets A3X stockés à Belgoprocess ?

4. Hoe staat het vandaag met de verwerking van de brandbare fractie van het bij Belgoprocess opgeslagen A3X-afval ?

5. Quelles initiatives concrètes l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) a-t-elle prises dans ce dossier afin de débloquer le dossier ?

5. Welke concrete initiatieven heeft het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) genomen om dit dossier weer vlot te krijgen ?


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2004200504610

DO 2004200504610

Question no 328 de Mme Marie Nagy du 20 juin 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 328 van mevrouw Marie Nagy van 20 juni 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement « Lyrica ».

Terugbetaling van het geneesmiddel Lyrica.

du

médicament

dénommé

le

Ma question concerne le remboursement d’un médicament dénommé le « Lyrica ». Ce médicament sert à soigner les douleurs neuropathiques dont souffrent notamment les personnes atteintes du diabète. Actuellement, les patients qui souffrent de ces douleurs sont soignés par le Neurontin (qui est remboursé) mais, aux dires des patients, le Lyrica présente une efficacité beaucoup plus importante.

Mijn vraagt handelt over de terugbetaling van het geneesmiddel Lyrica. Het wordt gebruikt voor de behandeling van neuropathische pijnen waaraan onder andere diabetici lijden. Momenteel worden die patie¨nten met Neurontin behandeld (dat wordt terugbetaald). Volgens de patie¨nten zelf is Lyrica echter veel efficie¨nter.

Or, actuellement, le Lyrica qui est enregistré en Europe, couˆte fort cher car il ne bénéficie d’aucun remboursement.

Lyrica werd op Europees niveau geregistreerd. Het is echter erg duur omdat het niet wordt terugbetaald.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15429

Les diabétiques qui souffrent de ces douleurs neuropathiques auxquelles s’ajoutent des mouvements désordonnés qui, socialement, ne sont pas faciles à assumer, ne comprennent donc pas ce qui empêche un enregistrement rapide de ce médicament et son remboursement.

De diabetici die aan neuropathische pijnen lijden en bovendien last hebben van ongecontroleerde bewegingen die hen sociaal isoleren, begrijpen dan ook niet waarom de registratie en de terugbetaling van dit geneesmiddel zo lang op zich laten wachten.

D’autant que le Neurontin et le Lyrica ne peuvent être pris simultanément, c’est soit l’un, soit l’autre mais en aucun cas les deux. On ne peut donc prétexter le couˆt budgétaire supplémentaire pour l’E´tat dans la mesure ou` il semblerait même que le Lyrica serait moins cher.

Bovendien mogen Neurontin en Lyrica niet samen worden ingenomen. Men moet zich tot een van de twee beperken. Lyrica zou zelfs minder duur zijn dan Neurontin. Bijgevolg brengt de terugbetaling van Lyrica geen bijkomende uitgaven mee.

1. a) Une demande d’enregistrement a-t-elle été introduite ?

1. a) Werd de registratie aangevraagd ?

b) Dans l’affirmative pouvez-vous donner les délais dans lesquels la procédure doit aboutir ?

b) Zo ja, wanneer zal de procedure voltooid zijn ?

2. a) Une demande de remboursement a-t-elle également été introduite ?

2. a) Werd er tevens een aanvraag tot terugbetaling ingediend ?

b) Dans l’affirmative, pourriez-vous communiquer également les délais dans lesquels les patients peuvent voir aboutir la demande ?

b) Zo ja, wanneer zullen de patie¨nten het geneesmiddel terugbetaald krijgen ?

c) Pouvez-vous communiquer si la Commission de remboursement a été sollicitée et si elle a remis un avis ?

c) Werd de kwestie aan de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen voorgelegd ? Heeft ze een advies gegeven ?

d) Dans l’affirmative, quelle est la teneur de cet avis ?

d) Zo ja, wat houdt dat advies in ?

e) Dans la négative, pouvez-vous communiquer les raisons invoquées par la Commission pour refuser le remboursement ?

e) Zo neen, waarom weigert de Commissie dat geneesmiddel te laten terugbetalen ?

3. Il semble que ce dossier ait déjà été introduit depuis plusieurs mois.

3. Naar ik verneem zou dat dossier reeds maanden geleden zijn ingediend.

Pouvez-vous confirmer cette information et m’expliquer les raisons de la lenteur du traitement de ce dossier ?

Kan u me die informatie bevestigen en me verklaren waarom de behandeling van dit dossier zo lang aansleept ?

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2004200504611

DO 2004200504611

Question no 492 de M. Koen Bultinck du 20 juin 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 492 van de heer Koen Bultinck van 20 juni 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Denrées alimentaires. — Fluor.

Levensmiddelen. — Fluor.

En 2002, votre prédécesseur, Mme Magda Aelvoet, a interdit l’utilisation de fluor en tant qu’additif alimentaire.

In 2002 werd door uw voorgangster, mevrouw Magda Aelvoet, fluor verboden als product dat aan levensmiddelen mag worden toegevoegd.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15430

Le Conseil des ministres européens de la Santé a à présent dressé une liste des vitamines et des minéraux qui peuvent être utilisés comme additifs alimentaires. Or, le fluor figure sur cette liste.

De Raad van Europese ministers van Gezondheid heeft nu een lijst van vitamines en mineralen opgesteld die aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd. Fluor komt hierop voor.

Les experts européens se concerteront prochainement sur la quantité de fluor journalière autorisée et recommandée. L’arrêté royal du 8 juillet 2002 sera dès lors modifié afin d’autoriser à nouveau le fluor comme additif dans les chewing-gums et le sel de cuisine par exemple.

Binnenkort zullen de Europese experts zich buigen over de toegelaten en aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Dit betekent dat het koninklijk besluit van 8 juli 2002 zal worden gewijzigd teneinde fluor opnieuw toe te laten, zoals in kauwgom en keukenzout.

1. Sur quels arguments scientifiques les instances européennes se fondent-elles pour autoriser à nouveau le fluor comme additif alimentaire ?

1. Wat is de wetenschappelijke argumentatie geweest van Europa om fluor opnieuw toe te laten ?

2. Quel est le calendrier prévu pour la modification de l’arrêté royal du 8 juillet 2002 interdisant le fluor comme additif alimentaire ?

2. Wat is de timing voor de wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 2002 dat fluor verbood als toegevoegd middel aan levensmiddelen ?



Emploi

Werk

DO 2004200504590

DO 2004200504590

Question no 321 de M. Roel Deseyn du 16 juin 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 321 van de heer Roel Deseyn van 16 juni 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Convention des Nations unies en vue d’une meilleure protection des travailleurs migrants et des membres de leur famille. — Signature par la Belgique.

VN-conventie voor een betere bescherming van arbeidsmigranten en hun gezinsleden. — Ondertekening door Belgie¨.

Le 18 décembre 1990, l’ONU a rédigé une convention qui vise à mieux protéger les droits de l’ensemble des travailleurs migrants et des membres de leur famille en établissant leurs libertés et leurs droits fondamentaux. Elle garantit ainsi à l’ensemble de ces travailleurs (qu’ils soient en séjour légal ou non) les soins médicaux urgents, le droit à l’assistance, l’égalité de traitement en tant que travailleur, le droit à l’enseignement pour les enfants, le droit d’affiliation à un syndicat, etc.

Op 18 december 1990 heeft de VN (Verenigde Naties) een conventie opgesteld om de rechten van alle arbeidsmigranten en hun gezinsleden beter te beschermen. Deze conventie heeft als doel om fundamentele rechten en vrijheden van alle arbeidsmigranten vast te leggen. Zo garandeert het verdrag dringende medische zorgen, recht op bijstand, gelijke behandeling als werknemer, recht op onderwijs voor de kinderen, recht op lidmaatschap van een vakbond, enzovoort, aan alle arbeidsmigranten (zowel legaal als illegaal verblijf).

Une vingtaine de pays ont déjà signé cette convention. La Belgique ne l’a pas encore fait à ce jour. Pourtant, des incidents survenus ces dernières semaines ont mis en évidence la nécessité d’améliorer la protection des travailleurs migrants.

Een twintigtal landen hebben deze conventie reeds ondertekend. In Belgie¨ is dat tot op heden nog niet gebeurd. Nochtans tonen enkele incidenten van de jongste weken aan dat een betere bescherming van de arbeidsmigranten nodig is.

1. Pour quelles raisons la convention de l’ONU n’at-elle pas encore été signée ?

1. Wat zijn de motieven waarom de VN-conventie nog niet werd ondertekend ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15431

2. Envisagez-vous de la signer ?

2. Stelt u een ondertekening van de VN-conventie in het vooruitzicht ?



Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200504599

DO 2004200504599

Question no 130 de Mme Hilde Dierickx du 20 juin 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 130 van mevrouw Hilde Dierickx van 20 juni 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Calcul du revenu d’intégration. — Ressources. — Remboursement sur la base du maximum à facturer.

OCMW’s. — Berekening leefloon. — Bestaansmiddelen. — Terugbetaling op basis van de maximumfactuur.

L’article 3 de la loi sur le revenu d’intégration (loi du 26 mai 2002) énumère les conditions à remplir pour pouvoir prétendre au revenu d’intégration. L’alinéa 4 de cet article impose la condition suivante : « ne pas disposer de ressources suffisantes, ni pouvoir y prétendre ni être en mesure de se les procurer, soit par ses efforts personnels, soit par d’autres moyens. Le centre calcule les ressources de la personne conformément aux dispositions du titre II, chapitre II ».

Artikel 3 van de leefloonwet (wet van 26 mei 2002) geeft de voorwaarden waaraan de leefloontrekker moet voldoen om in aanmerking te komen voor een leefloon. In het 4o van dit artikel geeft de wet volgende voorwaarde : « Niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken, noch er aanspraak op kunnen maken, noch in staat zijn deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven. Het centrum berekent de bestaanmiddelen van de persoon overeenkomstig de bepalingen van titel II, hoofdstuk II ».

Cette condition est précisée à l’article 16 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale (loi sur le revenu d’intégration ou loi DIS) qui dispose que toutes les ressources dont dispose le demandeur sont prises en considération, quelle qu’en soit la nature ou l’origine, y compris toutes les prestations allouées en vertu de la législation sociale belge ou étrangère.

Deze voorwaarde wordt verder uitgewerkt in artikel 16 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (leefloonwet of RMI-wet) dat bepaalt dat alle bestaansmidden in aanmerking worden genomen van welke aard en oorsprong ook, waarover de aanvrager beschikt, met inbegrip van alle uitkeringen krachtens de Belgische of buitenlandse sociale wetgeving.

Les CPAS se demandent si les remboursements basés sur le maximum à facturer sont à considérer comme des ressources dans le cadre du calcul du revenu d’intégration. En effet, le maximum à facturer est une mesure visant à rendre les soins de santé financièrement plus accessibles. Dès que les tickets modérateurs de certaines prestations de santé dispensées dépassent un certain plafond, l’intervention personnelle des intéressés est totalement remboursée.

De OCMW’s vragen zich af of de terugbetalingen op basis van de maximumfactuur in aanmerking genomen moeten worden als bestaansmiddel voor de berekening van leefloon. De maximumfactuur, is immers een maatregel die erop gericht is de financie¨le toegankelijkheid van de geneeskundige verzorging te vergroten. Zodra de remgelden van sommige verleende geneeskundige verstrekkingen een bepaald grensbedrag overschrijden, wordt het persoonlijk aandeel van de betrokkenen volledig vergoed.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15432

1. a) Les remboursements effectués sur la base du maximum à facturer doivent-ils être considérés comme des ressources, comme le stipule la loi sur le revenu d’intégration ?

1. a) Moeten de terugbetalingen op basis van de maximumfactuur in aanmerking genomen worden als bestaansmidden, zoals bepaald in de leefloonwet ?

b) Dans l’affirmative, ces versements peuvent-ils dans ce cas être exonérés dans le cadre de l’imputation des ressources ?

b) Indien ja, mag men dan deze betalingen vrijstellen voor de aanrekening van bestaansmiddelen ?

2. En principe, un remboursement effectué sur la base du maximum à facturer ne constitue pas un revenu, mais uniquement un remboursement de frais exposés.

2. In principe is een terugbetaling op basis van de maximumfactuur geen inkomst, maar enkel een terugbetaling van gemaakte kosten.

L’imputation au titre de ressources dans le cadre du calcul du revenu d’intégration n’est-elle pas contraire à l’essence même d’une ressource ?

Gaat een aanrekening hiervan als bestaansmiddel voor de leefloonberekening niet in tegen het principe van wat een bestaansmiddel is ?

3. Une exception a été prévue pour les versements effectués dans le cadre de l’assurance soins. En l’espèce, il s’agit également de remboursements de frais.

3. Voor de uitbetalingen in het kader van de zorgverzekering is in een uitzondering voorzien. Ook dat zijn terugbetalingen van kosten.

Les CPAS peuvent-ils également exonérer les remboursements du maximum à facturer par analogie avec l’assurance soins ?

Mogen de OCMW’s de terugbetalingen van de maximumfactuur ook vrijstellen van aanrekening naar analogie met de zorgverzekering ?

Ministre de l’Environnement et des Pensions

Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Pensions

Pensioenen

DO 2004200504609

DO 2004200504609

Question no 106 de Mme Trees Pieters du 20 juin 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 106 van mevrouw Trees Pieters van 20 juni 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Décumul. — Réductions d’impoˆts. — Répartition optimale entre les conjoints de la pension de ménage en deux pensions individuelles. — Discrimination. — Mariage. — Quotient conjugal. — Décès. — Modalités pratiques de l’établissement des fiches de pension no 281.11. ` partir de l’exercice 2005 des impoˆts des personnes A physiques, la réforme fiscale s’applique intégralement et introduit en effet des modifications radicales telles que le décumul de tous les revenus et une quotité du revenu exemptée d’impoˆt identique pour tous les contribuables.

Decumul. — Belastingverminderingen. — Optimale verdeling van het gezinspensioen onder de echtgenoten in twee individuele pensioenen. — Discriminatie. — Huwelijk. — Huwelijkscoe¨fficie¨nt. — Overlijden. — Praktische opmaak van de pensioenfiches nr. 281.11.


2004

Met ingang van het aanslagjaar 2005 inzake personenbelasting is de belastinghervorming volledig van toepassing en werden er inderdaad ingrijpende wijzigingen doorgevoerd zoals de decumul van alle inkomsten en een identieke belastingvrije som voor alle belastingplichtigen. 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15433

Mais cette réforme soulève les questions générales suivantes au niveau de l’application concrète des « pensions de ménage ».

Terzake rijzen met betrekking tot de « gezinspensioenen » evenwel de volgende algemene praktische toepassingsvragen.

1. De quelle manière légale, fictive et/ou pragmatique la « pension de ménage » versée et/ou accordée conjointement et le précompte professionnel retenu peuvent-ils ou doivent-ils être répartis ou scindés de manière optimale entre les deux conjoints mariés sous les rubriques codées no 1211 et 2211 et suivantes du cadre V du formulaire de déclaration no 276.1 (partie 1) :

1. Op welke wettelijke, fictieve en/of pragmatische wijze mag of moet het gezamenlijk uitbetaald en/of toegekend « gezinspensioen » en de ingehouden bedrijfsvoorheffing onder de beide gehuwde echtgenoten optimaal worden verdeeld of uitgesplitst onder de gecodeerde rubrieken nrs. 1211 en 2211 en volgende in het vak V van het aangifteformulier nr. 276.1 (deel 1) :

a) pendant le mariage;

a) tijdens het huwelijk;

b) pendant l’année du décès de l’un des conjoints ?

b) tijdens het jaar van overlijden van één der echtgenoten ?

2. a) Comment s’effectue le calcul de l’impoˆt et quelles réductions d’impoˆts pour revenus de remplacement sont en définitive accordées à chacun des deux conjoints ?

2. a) Hoe gebeurt de belastingberekening en welke belastingverminderingen voor vervangingsinkomsten worden er uiteindelijk aan elk van de beide echtgenoten verleend ?

b) Avec quelle détermination certaines discriminations fiscales seront-elles supprimées rapidement et définitivement ?

b) Op welke doortastende wijze zullen welbepaalde fiscale discriminaties snel en definitief worden weggewerkt ?

3. a) Quelles instructions administratives spécifiques et informations fiscales et parafiscales ont été et seront (encore) édictées concrètement à ce sujet à l’intention des employeurs et des pensionnés, tant en matière de pensions qu’en matière d’impoˆts directs, en vue de l’établissement correct des fiches de pension individuelles no 281.11, séparément au nom de chacun des deux conjoints concernés, en exécution des dispositions légales de l’article 57, 2o, CIR 1992 et des articles 30 à 33 inclus AR/CIR 1992 et de toutes les législations y afférentes en matière de pensions d’indépendant et de travailleurs salariés ?

3. a) Welke specifieke administratieve onderrichtingen en fiscale en parafiscale berichten aan de werkgevers en aan de gepensioneerden werden of zullen er dienaangaande zowel inzake pensioenen als inzake directe belastingen (nog) concreet worden uitgevaardigd met het oog op de correcte opmaak van de individuele pensioenfiches nr. 281.11 afzonderlijk ten name van elk van de beide betrokken echtgenoten in uitvoering van de wettelijke bepalingen van artikel 57, 2o, WIB 1992 en de artikelen 30 tot en met 33 KB/WIB 1992 en van alle desbetreffende pensioenwetgevingen van zelfstandigen en werknemers ?

b) Quel impact cette réforme fiscale et cette répartition de la pension de ménage entre les deux conjoints ont-elles réellement eu sur le mode de calcul du précompte professionnel duˆ légalement ?

b) Welke invloed heeft die fiscale hervorming en die verdeling van het gezinspensioen onder de beide echtgenoten effectief gehad op de berekeningswijze van de wettelijk verschuldigde bedrijfsvoorheffing ?

4. Le système de numérisation et le système de déclaration électronique « Tax on web » pourront-ils tous deux traiter complètement cette répartition entre les deux conjoints et ladite répartition ne va-t-elle pas non plus générer en particulier un conflit technique avec le projet d’automatisation « Belgotax », ce qui pourrait provoquer des mentions erronées et retarder éventuellement l’envoi aux intéressés de leur avertissement-extrait de roˆle en matière d’impoˆt des personnes physiques ?

4. Zal zowel het scanningsysteem als het elektronisch aangiftesysteem « Tax on web » deze verdeling onder de beide echtgenoten wel volledig kunnen verwerken en zal die verdeling inzonderheid ook geen enkel technisch conflict veroorzaken met het automatiseringsproject « Belgotax » waardoor foutvermeldingen ontstaan en de betrokkenen daardoor hun aanslagbiljet inzake personenbelasting eventueel laattijdig zouden kunnen ontvangen ?

5. Pourriez-vous me faire part de votre approche générale, aussi bien théorique que pratique, notam-

5. Kan u in het licht van onder meer zowel de bepalingen van de artikelen 3, 5, 6, 34, 57, 126, 131, 146 tot


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15434

ment à la lumière tant des dispositions des articles 3, 5, 6, 34, 57, 126, 131, 146 à 154 inclus et 270 à 275 inclus CIR 1992, du principe de réalité, du principe d’équité, que de l’article 10, 2e alinéa, première phrase de la Constitution coordonnée ?


2004

en met 154 en 270 tot en met 275 WIB 1992, het realiteitsbeginsel, het principe van de billijkheid als van artikel 10, tweede lid, eerste zinsnede van de Gecoo¨rdineerde Grondwet uw huidige ziensen handelwijze meedelen ?

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15435

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Premier ministre

Eerste minister

DO 2004200504706

DO 2004200504706

Question no 95 de M. Eric Libert du 30 juin 2005 (Fr.) au premier ministre :

Vraag nr. 95 van de heer Eric Libert van 30 juni 2005 (Fr.) aan de eerste minister :

Programme officiel des activités organisées pour les 175 ans de la Belgique et les 25 ans du fédéralisme. — Diffusion dans les communes périphériques.

Officieel programma van de viering van 175 jaar Belgie¨ en 25 jaar federalisme. — Verspreiding in de randgemeenten.

De nombreux correspondants domiciliés dans les communes à facilités m’ont signalé avoir reçu dans leur boıˆte aux lettres un dépliant unilingue néerlandais relatif au programme des festivités en vue des 175 ans de la Belgique et des 25 ans du fédéralisme.

Tal van inwoners uit de faciliteitengemeenten hebben me meegedeeld dat ze een eentalig in het Nederlands opgestelde folder hebben ontvangen met het feestprogramma rond de viering van 175 jaar Belgie¨ en 25 jaar federalisme.

Ce dépliant dont l’éditeur responsable est M. Olivier Alsteens, président du Secrétariat Exécutif 175/25, et qui a son siège au 16, rue de la Loi, constitue assurément une communication au public au sens des lois sur l’emploi des langues en matière administrative.

De verantwoordelijke uitgever van die folder is de heer Olivier Alsteens, voorzitter van het uitvoerend secretariaat 175/25 dat in de Wetstraat 16 is gevestigd. Die folder vormt ongetwijfeld een mededeling aan het publiek zoals bedoeld in de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.

Or, il ressort de l’article 40, alinéa deux, des lois précitées que les avis et communications au public que les services centraux font directement au public sont rédigés en français et en néerlandais.

Uit artikel 40, tweede lid, van voornoemde wetten blijkt dat de berichten en mededelingen die de centrale diensten rechtstreeks aan het publiek richten, in het Nederlands en in het Frans worden gesteld.

Ces dépliants distribués directement dans les six communes périphériques devaient donc être établis dans les deux langues.

De kwestieuze folders die rechtstreeks in de zes randgemeenten werden verspreid, dienden bijgevolg in de twee landstalen te zijn opgesteld.

1. Pourriez-vous communiquer les justifications liées à cet usage exclusif du néerlandais ?

1. Waarom werd een uitsluitend in het Nederlands opgestelde folder versreid ?

2. Quelles sont les mesures que vous envisagez de prendre pour remédier à cette situation ?

2. Welke maatregelen zal u treffen om een en ander recht te zetten ?

Réponse du premier ministre du 20 juillet 2005, à la question no 95 de M. Eric Libert du 30 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de eerste minister van 20 juli 2005, op de vraag nr. 95 van de heer Eric Libert van 30 juni 2005 (Fr.) :

1. Dans la pratique, une version dans l’autre langue nationale des publications unilingues, mises à la disposition du public par la direction générale Communica-

1. In de praktijk kan steeds bij eenvoudig verzoek een versie bekomen worden in de andere landstaal van de eentalige publicaties die door de algemene directie


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15436

tion externe du Service public fédéral Chancellerie du premier ministre, peut toujours être obtenue sur simple demande.

Externe Communicatie van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de eerste minister ter beschikking van het publiek worden gesteld.

En ce qui concerne ce dépliant, il a été diffusé dans les communes visées sans mentionner qu’un exemplaire en français pouvait être obtenu auprès de la direction générale précitée sur simple demande.

Wat deze folder betreft, werd deze in de bedoelde gemeenten verspreid zonder te vermelden dat een Franstalig exemplaar bij eenvoudig verzoek kon worden verkregen bij de voormelde algemene Directie.

2. Il est renvoyé au point 1, alinéa 1er.

2. Er wordt verwezen naar de eerste alinea van punt 1.

DO 2004200504316

DO 2004200504316

Question no 96 de M. Guido De Padt du 24 mai 2005 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 96 van de heer Guido De Padt van 24 mei 2005 (N.) aan de eerste minister :

Marchés publics. — Appel aux candidats.

Overheidsopdrachten. — Uitnodiging van gegadigden.

Un certain nombre de procédures doivent être suivies lors de l’adjudication de marchés publics. C’est ainsi que l’appel aux candidats doit notamment comporter le cahier des charges et les documents complémentaires, le montant et le mode de paiement pour l’obtention du cahier des charges et des documents complémentaires, la date limite pour la réception des offres, la liste des documents à joindre éventuellement, la date, l’heure et le lieu d’ouverture des offres.

Wanneer overheidsopdrachten uitgeschreven worden, dienen bepaalde procedures gevolgd te worden. Zo is er de stap van de uitnodiging van de gegadigden die onder meer dient te bevatten het bestek en de aanvullende documenten, het bedrag en de betalingswijze waardoor het bestek en de aanvullende documenten kunnen verkregen worden, de uiterste datum voor ontvangst van de offertes, de aanduiding van de eventueel toe te voegen documenten, de datum, het uur en de plaats van de opening van de offertes.

Les modalités d’envoi de cet appel ne sont toutefois pas très précises.

Er is echter nogal wat onduidelijkheid omtrent de wijze waarop deze uitnodiging dient verstuurd te worden.

1. L’appel doit-il être envoyé par recommandé ?

1. Dient te uitnodiging van gegadigden bij overheidsopdrachten per aangetekende zending te gebeuren ?

2. Dans l’affirmative, quelle est la base légale de cette obligation ?

2. Zo ja, wat is de wettelijke basis van deze verplichting ?

3. Dans la négative, une simple lettre est-elle suffisante en toutes circonstances ?

3. Zo neen, volstaat een gewone brief in alle omstandigheden ?

Réponse du premier ministre du 28 juillet 2005, à la question no 96 de M. Guido De Padt du 1er juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 28 juli 2005, op de vraag nr. 96 van de heer Guido De Padt van 1 juli 2005 (N.) :

Pour les procédures d’adjudication publique et d’appel d’offres général, les modalités d’obtention du cahier spécial des charges et des documents complémentaires sont précisées dans l’avis de marché.

Wat de openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag betreft, worden de regels voor het bekomen van het bestek en de aanvullende documenten vermeld in de aankondiging van opdracht.

Pour les procédures d’adjudication restreinte et d’appel d’offres restreint, l’avis publié est un appel aux candidats. Après la sélection des entreprises, le pouvoir adjudicateur doit inviter simultanément et par écrit les candidats sélectionnés à présenter une offre. Cette invitation comporte, outre d’autres informations, soit le cahier spécial des charges et les docu-

Wat de beperkte aanbesteding en beperkte offerteaanvraag betreft, is de bekendgemaakte aankondiging een oproep tot de kandidaten. Na de selectie van de ondernemingen, moet de aanbestedende overheid de geselecteerde kandidaten gelijktijdig en schriftelijk uitnodigen tot het indienen van een offerte. Deze uitnodiging bevat, naast andere informatie, hetzij het bestek


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15437

ments complémentaires, soit l’indication de l’adresse du service auprès duquel ceux-ci peuvent être demandés et la date limite pour effectuer cette demande.

en de aanvullende documenten, hetzij de vermelding van het adres van de dienst waar die kunnen worden aangevraagd en de uiterste datum voor deze aanvraag.

La réglementation n’impose pas que l’invitation soit effectuée selon un mode de communication déterminé si ce n’est l’exigence d’un écrit. Une lettre ordinaire peut donc suffire.

De reglementering bepaalt niet op welke manier de uitnodiging moet worden overgemaakt, behalve dat het om een schriftelijk stuk moet gaan. Een gewone brief kan dus volstaan.

Cependant, le pouvoir adjudicateur doit pouvoir apporter la preuve de l’envoi de l’invitation. Un écrit envoyé par recommandé offre l’avantage de lui fournir cette preuve.

De aanbestedende overheid moet evenwel kunnen bewijzen dat ze de uitnodiging heeft verzonden. Een schriftelijk stuk dat aangetekend wordt verzonden, kan als bewijsstuk dienen.

DO 2004200504762

DO 2004200504762

Question no 97 de M. Hagen Goyvaerts du 8 juillet 2005 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 97 van de heer Hagen Goyvaerts van 8 juli 2005 (N.) aan de eerste minister :

Absence du compte d’exécution du budget 2002 du Centre de presse international.

Ontbreken van de rekening van het Internationaal Perscentrum bij de uitvoering van de begroting 2002.

La Cour des comptes a récemment publié le compte général de l’E´tat pour 2002 en annexe au 160e Cahier de la Cour des comptes (fascicule II A, annexe).

Het Rekenhof presenteerde onlangs de algemene rekening van de Staat voor 2002 als bijlage bij het 160ste boek van het Rekenhof (deel II A, bijvoegsel).

Le résumé des opérations relatives aux services de l’E´tat à gestion séparée qui figurent au compte de la Trésorerie pour 2002 indique que les opérations financières des comptables du Centre de presse international (IPC) n’ont pas été insérées dans le compte d’exécution du budget de l’E´tat fédéral, aucun compte (correct) d’exécution du budget 2002 n’ayant été transmis pour ce service de l’E´tat.

In de samenvatting van de gezamenlijke verrichtingen opgenomen in de rekening van de Thesaurie voor 2002 voor de staatsdiensten met afzonderlijk beheer kunnen we lezen dat « de geldverrichtingen van de rekenplichtigen van het Internationaal Perscentrum (IPC) niet zijn opgenomen aangezien voor deze Staatsdienst ofwel geen ofwel geen correcte rekening van uitvoering van de begroting voor 2002 werd voorgelegd ».

1. Pouvez-vous me faire savoir — eu égard au fait que le Centre de presse international est un service de l’E´tat à gestion séparée et que le premier ministre exerce la tutelle sur la gestion financière — pourquoi les opérations financières des comptables du Centre de presse international (IPC) ne figurent pas au compte pour 2002 en n’ont dès lors pas été transmis à la Cour des comptes ?

1. Vermits het Internationaal Perscentrum een staatsdienst is met afzonderlijk beheer en het financieel beheer onder de voogdij van de eerste minister staat, kan u meedelen hoe het komt dat de geldverrichtingen van de rekenplichtigen van het Internationaal Perscentrum (IPC) niet zijn opgenomen in de rekening voor 2002 en dus niet zijn voorgelegd aan het Rekenhof ?

2. Qu’avez-vous fait pour y remédier ?

2. Welke maatregelen heeft u genomen om deze situatie recht te zetten ?

3. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes de l’IPC relatifs aux années postérieures à 2002 soient transmis à la Cour des comptes dans les délais prévus ?

3. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van het IPC voor de jaren na 2002 alsnog tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?

Réponse du premier ministre du 28 juillet 2005, à la question no 97 de M. Hagen Goyvaerts du 8 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 28 juli 2005, op de vraag nr. 97 van de heer Hagen Goyvaerts van 8 juli 2005 (N.) :

1 et 2. Le compte d’exécution du budget 2002 a bien été transmis à la Cour des comptes, mais avec un certain retard.

1 en 2. De rekening van uitvoering van de Begroting 2002 werd wel degelijk overgemaakt aan het Rekenhof, maar met een zekere vertraging.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15438

3. Les dispositions nécessaires ont été prises afin de respecter les délais prévus à l’article 19 de l’arrêté royal du 7 janvier 2002 relatif à la composition et à la compétence des organes, et à la gestion financière du Centre de presse international en tant que Service de l’E´tat à gestion séparée.

3. De noodzakelijke maatregelen werden genomen met het oog op het respecteren van de termijnen voorzien in artikel 19 van het koninklijk besluit van 7 januari 2002 betreffende de samenstelling en de bevoegdheid van de organen, en het financieel beheer van het Internationaal Perscentrum als Staatsdienst met afzonderlijk beheer.

DO 2004200504806

DO 2004200504806

Question no 98 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) au premier ministre : Départements. — Facilités accordées au personnel d’obédience islamique. Dans notre « société multiculturelle », il n’est pas exclu que les autorités publiques emploient également — tout comme les entreprises privées — des personnes pratiquant une religion islamique. Contrairement à ce qui est le cas pour les religions chrétiennes notamment, les usages et les règles de l’islam sont particulièrement contraignants et occupent une partie de la vie quotidienne. Il arrive dès lors que certains chefs d’entreprise accordent aux musulmans des facilités supplémentaires pour leur permettre d’accomplir leurs devoirs religieux. Mais il arrive également à ces chefs d’entreprise d’être confrontés à une soudaine augmentation des congés (de maladie) pendant la période du ramadan. De telles situations se rencontrent probablement aussi au sein des services publics. 1. Les fonctionnaires musulmans bénéficient-ils de facilités particulières ? 2. a) Constate-t-on une augmentation significative des demandes de congé pendant le ramadan ? b) Le cas échéant, cette situation n’entrave-t-elle pas le bon fonctionnement des services ? Réponse du premier ministre du 28 juillet 2005, à la question no 98 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) : Je me réfère à la réponse du ministre de la Fonction publique à qui la question a également été posée. (Question no 153 du 14 juillet 2005.)

Vraag nr. 98 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) aan de eerste minister : Departementen. — Toegekende faciliteiten aan tewerkgestelde islamieten. Door wat men « de multiculturele maatschappij » noemt, is het best mogelijk dat — net zoals bij privébedrijven — ook in overheidsinstanties werknemers met een islamitische religie tewerkgesteld worden. Anders dan bijvoorbeeld bij christelijke godsdiensten, zijn de gebruiken en regels binnen de islam van verregaande aard en nemen ze een deel in van het dagelijkse leven. Het gebeurt dat bedrijfsleiders daarom bijkomende faciliteiten toekennen, teneinde de moslims in staat te stellen hun religieuze gebruiken te vervullen. Maar het gebeurt evenzeer dat zij geconfronteerd worden met een plotse stijging van (ziekte)verloven tijdens de ramadan.

DO 2004200504807

DO 2004200504807

Question no 99 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) au premier ministre : Pavoisement des édifices publics le 11 juillet. L’arrêté royal du 5 juillet 1974 concernant l’utilisation du drapeau de la communauté culturelle

Vraag nr. 99 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) aan de eerste minister : Bevlagging op 11 juli van openbare gebouwen. Het koninklijk besluit van 5 juli 1974 betreffende de bevlagging van de openbare gebouwen met de vlag van


2004

Een soortgelijke situatie kan zich wellicht ook voordoen bij de overheid. 1. Worden speciale faciliteiten toegekend voor islamitische werknemers ? 2. a) Is er een significante stijging van verlofaanvragen tijdens de ramadan ? b) Komen de werkzaamheden hierdoor in het gedrang ? Antwoord van de eerste minister van 28 juli 2005, op de vraag nr. 98 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) : Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 153 van 14 juli 2005.)

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15439

néerlandaise pour le pavoisement des édifices publics stipule ce qui suit en son article 1er :

de Nederlandse (cultuur)gemeenschap bepaalt in artikel 1 dat :

« Le 11 juillet, le drapeau de la communauté (culturelle) néerlandaise est arboré aux édifices publics dans la région de langue néerlandaise ainsi que sur les baˆtiments publics situés dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale, ou` sont établies des institutions qui, en raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant exclusivement à la communauté (culturelle) néerlandaise. »

« Op 11 juli wordt de vlag van de Nederlandse (cultuur)gemeenschap gehesen op de openbare gebouwen in het Nederlandse taalgebied alsook op de openbare gebouwen in het tweetalig gebied BrusselHoofdstad waar instellingen gevestigd zijn die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Nederlandse (cultuur)gemeenschap. ».

1. Cet arrêté royal est-il appliqué en ce qui concerne les baˆtiments publics qui relèvent de votre compétence et qui se situent dans la région de langue néerlandaise ?

1. Wordt dit koninklijk besluit toegepast voor de openbare gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen en die zich in het Nederlandse taalgebied situeren ?

2. De quelle manière le respect de ces dispositions est-il controˆlé ?

2. Hoe wordt de correcte naleving gecontroleerd ?

3. Quelles sanctions sont prévues en cas de nonrespect de cette obligation ?

3. Welke sancties staan tegenover het niet naleven van deze verplichting ?

4. Avez-vous déjà envisagé d’appliquer également les dispositions de cet arrêté royal aux édifices publics situés dans la région de Bruxelles-Capitale, ne serait-ce que par respect pour la communauté flamande, la plus grande communauté linguistique de notre pays ?

4. Hebt u de overweging reeds gemaakt om dit koninklijk besluit ook toe te passen voor de openbare gebouwen in Brussel-Hoofdstad, al was het maar uit respect voor de Vlaamse Gemeenschap, de grootste taalgemeenschap in ons land ?

Réponse du premier ministre du 28 juillet 2005, à la question no 99 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 28 juli 2005, op de vraag nr. 99 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) :

Je me réfère à la réponse du ministre de l’Intérieur à qui la question a également été posée. (Question no 691 du 14 juillet 2005.)

Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 691 van 14 juli 2005.)


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2003200421250

DO 2003200421250

Question no 233 de M. Olivier Maingain du 13 avril 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 233 van de heer Olivier Maingain van 13 april 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Actes de l’état civil. — Emploi des langues.

Akten van de burgerlijke stand. — Taalgebruik.

1. Quel est pour les années 2000, 2001 et 2002, le nombre d’actes de naissance, de mariage et de décès :

1. Kan u, voor de jaren 2000, 2001 en 2002, het aantal geboorte-, huwelijksen overlijdensakten meedelen dat werd opgesteld :

a) rédigés dans les 19 communes bruxelloises de l’arrondissement administratif de Bruxelles, ventilés commune par commune et par langue utilisée (F ou N);

a) in de 19 gemeenten van het administratief arrondissement Brussel, uitgesplitst per gemeente en per taal (Frans of Nederlands);


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15440

b) rédigés dans les communes périphériques suivantes (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Wemmel), ventilés commune par commune et par langue utilisée (F ou N) ?

b) in de randgemeenten Drogenbos, Kraainem, Linkebeek en Wemmel, uitgesplitst per gemeente en per taal (Frans of Nederlands) ?

2. En ce qui concerne les communes périphériques de Rhode-Saint-Genèse et de Wezembeek-Oppem, et par application de l’article 30, alinéa premier, des lois sur l’emploi des langues en matière administrative :

2. Kan u, voor de randgemeenten Sint-GenesiusRode en Wezembeek-Oppem, overeenkomstig artikel 30, eerste lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken :

a) quel est, pour ces deux communes, et pour les types d’actes précités, le nombre de cas ou` un particulier a obtenu, sur demande, une traduction française certifiée exacte, valant expédition ou copie conforme, de ceux-ci;

a) het aantal gevallen meedelen waarin een belanghebbende op verzoek een gewaarmerkte Franse vertaling met waarde van uitgifte of van gelijkluidend afschrift heeft bekomen (voor beide gemeenten en voor alle voornoemde soorten van akten);

b) quelle proportion cela représente-t-il par rapport au nombre total d’actes établis par ces communes ?

b) de verhouding van deze vertalingen tot het totale aantal door beide gemeenten opgemaakte akten becijferen ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 juillet 2005, à la question no 233 de M. Olivier Maingain du 13 avril 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 juli 2005, op de vraag nr. 233 van de heer Olivier Maingain van 13 april 2004 (Fr.) :

Je renvoie à la réponse donnée à votre question no 717 du 15 juin 2005. (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 88.)

Ik verwijs naar het antwoord gegeven op uw vraag nr. 717 van 15 juni 2005. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 88.)

DO 2004200503729

DO 2004200503729

Question no 596 de M. Guido De Padt du 18 mars 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 596 van de heer Guido De Padt van 18 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Incinération de déchets en plein air. — Procèsverbaux.

Verbranden van afval in openlucht. — Processenverbaal.

La réglementation Vlarem (règlement flamand relatif aux permis d’environnement) interdit et sanctionne l’incinération de déchets en plein air. En outre, l’article 89, 8o du Code rural interdit entre autres d’allumer des feux dans les champs à moins de 100 mètres des maisons, etc.

De Vlarem-wetgeving (Vlaams Reglement op de milieuvergunning) verbiedt en bestraft het verbranden van afval in openlucht. Tevens verbiedt artikel 89, 8o van het Veldwetboek onder meer het op het veld vuur aansteken op minder dan 100 meter afstand van huizen, enzovoort.

1. a) Combien de procès-verbaux ont-ils été dressés en 2001, 2002, 2003 et 2004 pour infraction aux dispositions de la réglementation Vlarem interdisant l’incinération de déchets en plein air ?

1. a) Hoeveel processen-verbaal werden er in 2001, 2002, 2003 en 2004 opgesteld wegens inbreuk op de voorschriften van de Vlarem-wetgeving die het verbranden van afval in openlucht verbieden ?

b) Quelles suites les parquets ont-ils réservées à ces constats ?

b) Welke gevolgen hebben de parketten aan deze vaststellingen voorbehouden ?

2. a) Combien de procès-verbaux (ventilés par région) ont-ils été dressés en 2001, 2002, 2003 et 2004 pour infraction à l’article 89, 8o du Code rural ?

2. a) Hoeveel processen-verbaal (opgesplitst per gewest) werden er in 2001, 2002, 2003 en 2004 opgesteld wegens inbreuk op artikel 89, 8o van het Veldwetboek ?

b) Quelles suites les parquets ont-ils réservées à ces constats ?

b) Welke gevolgen hebben de parketten aan voormelde vaststellingen voorbehouden ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15441

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 18 juillet 2005, à la question no 596 de M. Guido De Padt du 18 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 18 juli 2005, op de vraag nr. 596 van de heer Guido De Padt van 18 maart 2005 (N.) :

Comme tout processus de combustion, en l’absence de filtre, l’incinération de déchets en plein air pollue l’atmosphère. Ce type d’activité provoque un rejet dans l’air de substances très dangereuses telles des dioxines ou des particules toxiques comme le plomb ou le mercure.

Net als elk verbrandingsproces waarbij geen filter wordt gebruikt, vervuilt het verbranden van afval in openlucht de atmosfeer. Door dit soort activiteit worden heel gevaarlijke stoffen, zoals dioxines, of toxische elementen, zoals lood en kwik, in de lucht uitgestoten.

Ce faisant, l’incinération de déchets en plein air génère des effets néfastes sur l’environnement et la santé.

Zodoende heeft het verbranden van afval in openlucht rampzalige gevolgen voor het milieu en de gezondheid.

Sur la base des données disponibles, il n’est cependant pas possible d’apporter une réponse à cette question parlementaire.

Op basis van de beschikbare gegevens, kan evenwel geen antwoord op deze parlementaire vraag worden gegeven.

En effet, la liste de nomenclature utilisée au sein des parquets ne permet pas de ventiler les procès-verbaux selon qu’il s’agisse d’infractions :

De lijst van de nomenclatuur die binnen de parketten wordt gebruikt biedt immers niet de mogelijkheid om de processen-verbaal op te delen volgens inbreuken op :

— aux prescriptions de la réglementation Vlarem qui se rapportent à l’incinération ou à l’enlèvement de déchets;

— de voorschriften van de Vlarem-wetgeving met betrekking tot het verbranden of verwijderen van afval;

— à l’article 89, 8o du Code rural, qui interdit la destruction par combustion en plein air de déchets végétaux à moins de 100 mètres des habitations, bois, vergers, haies, ... Cette disposition s’applique à tout feu découvert, volontaire et momentané, et pas seulement aux feux susceptibles de provoquer un incendie.

— artikel 89, 8o van het Veldwetboek dat het verbranden in openlucht van plantaardige afval verbiedt op minder dan 100 meter afstand van woningen, bossen, boomgaarden, hagen, ... Deze bepaling geldt niet enkel voor vuur waarbij brand kan uitbreken, maar ook voor elk niet overdekt, opzettelijk of kortstondig vuur.

Il convient en outre de souligner que la problématique environnementale, dont ressortit la gestion des déchets, relève essentiellement de la compétence des législateurs régionaux.

Bovendien moet worden benadrukt dat de milieuproblematiek, waartoe het afvalbeheer behoort, voornamelijk onder de bevoegdheid van de gewestwetgevers vallen.

Chacune des trois régions est à même d’édicter en cette matière, dans le respect des limites constitutionnelles et des dispositions de droit international directement applicable, les normes juridiques qu’elle juge utiles ou nécessaires à la protection de l’environnement.

Elk van de drie gewesten kan, met inachtneming van de grondwettelijke beperkingen en de bepalingen van het onmiddellijk toepasbaar internationale recht, rechtsnormen in deze materie uitvaardigen die het nuttig of noodzakelijk acht voor de bescherming van het milieu.

Ceci étant, la réglementation Vlarem est uniquement applicable en Région flamande; la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale ont, en matière de déchets, une législation distincte.

De Vlarem-wetgeving blijft niettemin enkel van toepassing in het Vlaams Gewest. Het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben op het vlak van afval een aparte wetgeving.

Actuellement, la politique relative aux déchets est principalement arrêtée, suivant les régions, par :

Op heden wordt het afvalbeleid, afhankelijk van het gewest, voornamelijk bepaald door :

— le décret du 2 juillet 1981 relatif à la prévention et à la gestion des déchets en Région flamande,

— het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen voor het Vlaams Gewest,

— le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets en Région wallonne,

— het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen voor het Waals Gewest,


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15442

— et l’ordonnance du 7 mars 1991 relative à la prévention et à la gestion des déchets en Région de Bruxelles-Capitale.

— en de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Notons enfin que la combustion de déchets est érigée en infraction dans de très nombreux règlements communaux ou ordonnances de police administrative générale. E´tant donné qu’en Région flamande, les tribunaux correctionnels font usage d’un code d’inculpation spécifique pour les infractions faites à la réglementation Vlarem il faut signaler que cette réglementation ne concerne pas uniquement la matière des déchets. Elle contient également de nombreuses prescriptions techniques relatives à divers domaines environnementaux. La manipulation de ce code d’inculpation ne livre donc pas d’information spécifique au sujet de l’incinération des déchets en plein air.

Er dient ten slotte te worden opgemerkt dat het verbranden van afval in tal van gemeentelijke reglementen of verordeningen van de algemene administratieve politie tot inbreuk wordt verheven.

Toutefois, le site de l’Institut national de statistique (http://statbel.fgov.be/) rend accessible en ligne la consultation des statistiques policières criminelles tirées de la base de données SCII-SPC (Statistiques de criminalité interpolicières intégrées — Statistiques policières de criminalité), des archives ISLP et de la BNG (Banque de données nationale). Les chiffres concernent la criminalité enregistrée, c’est-à-dire les infractions pour lesquelles un procès-verbal a été dressé, soit les infractions accomplies et les tentatives. Ils ne couvrent donc que les faits constatés et enregistrès par les services de police (sur le territoire de la Belgique), et non la totalité des actes criminels commis. Les données suivantes illustrent la criminalité enregistrée par les services de police, en matière d’incinération de déchets en plein air; ainsi ont été recensées :

De politie¨le criminaliteitsstatistieken uit de gegevensbank GICS-PCS (Geı¨ntegreerde Interpolitie¨le Criminaliteitsstatistieken — Politie¨le criminaliteitsstatistieken) kunnen evenwel op de internetsite van het Nationaal Instituut voor de statistiek (http:// statbel.fgov.be/) worden geraadpleegd. De cijfers hebben betrekking op de geregistreerde criminaliteit, in het bijzonder de overtredingen voor dewelke een procesverbaal werd opgesteld, met andere woorden voor de voltooide misdrijven en de pogingen. De cijfers omvatten dus slechts de door de politiediensten geregistreerde feiten (op het Belgische grondgebied) en niet de totale gepleegde criminaliteit. Volgende gegevens weerspiegelen de door de politiediensten geregistreerde criminaliteit inzake de verbranding van afval in openlucht :

— 679 infractions pour l’année 2000,

— 679 inbreuken in 2000,





— et 955 infractions pour l’année 2003.

— en 955 inbreuken in 2003.

DO 2004200504085

DO 2004200504085

Question no 645 de M. Gerolf Annemans du 26 avril 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 645 van de heer Gerolf Annemans van 26 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Transports exceptionnels par la route. — Escorte de police.

Uitzonderlijk vervoer op de weg. — Politiebegeleiding.

Les transports exceptionnels doivent suivre les itinéraires qui figurent dans l’autorisation délivrée par le ministère des Communications et de l’Infrastructure. E´tant donné que les transports exceptionnels d’une masse totale supérieure à 44 tonnes ne sont pas autori-

Uitzonderlijk vervoer dient de reiswegen te volgen die vermeld staan in de vergunning afgeleverd door het ministerie van Verkeer en Infrastructuur. Aangezien uitzonderlijk vervoer boven de 44 ton totaal gewicht geen vergunning over de snelweg krijgt, is dit uitzon-


2004

Aangezien de correctionele rechtbanken in het Vlaams Gewest gebruik maken van een specifieke tenlasteleggingscode voor inbreuken op de Vlaremwetgeving, moet er op worden gewezen dat deze wetgeving niet enkel betrekking heeft op de afval materie. Ze omvat tevens meerdere technische voorschriften omtrent verschillende milieudomeinen. Het gebruik van deze tenlasteleggingscode levert dus geen specifieke informatie over het verbranden van voorwerpen in openlucht.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15443

sés sur les autoroutes, ces convois exceptionnels sont obligés d’emprunter les routes nationales et régionales. Les transports d’une largeur inférieure à 5 mètres et d’une longueur inférieure à 40 mètres peuvent s’effectuer sans escorte policière. L’annexe B/2001, jointe à l’autorisation pour le transport de choses indivisibles, délivrée par le ministère des Communications et de l’Infrastructure, prévoit que les convois exceptionnels doivent être assistés par un service de police, s’ils doivent rouler en contresens de la circulation. Dans la pratique, la police locale refuse souvent de prêter son assistance. Dans ce cas, le convoi exceptionnel barre lui-même temporairement les routes pour la circulation venant en sens inverse ou roule en contresens afin de pouvoir poursuivre sa route. Aucune autorisation ne lui a été délivrée à cet effet et il s’ensuit des situations dangereuses pour la circulation. 1. Eˆtes-vous conscient du fait que les convois exceptionnels ne bénéficient pas toujours de l’assistance nécessaire de la police ? 2. Combien de procès-verbaux ont-ils été dressés en 2004 à la suite d’infractions commises par des convois exceptionnels ? 3. a) Combien d’accidents ont-ils été causés par des convois exceptionnels en 2004 ? b) Combien de ces accidents se sont-ils produits sur les routes nationales et régionales ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 juillet 2005, à la question no 645 de M. Gerolf Annemans du 26 avril 2005 (N.) : Selon les renseignements qui m’ont été communiqués, le système informatique des parquets ne permet pas de déterminer le nombre de procès-verbaux dressés en 2004 pour des infractions commises par des transports exceptionnels. Interrogée par mes soins à ce propos, la police fédérale m’a fait savoir que ces données ne se retrouvent pas dans les banques de données dont elle dispose.

derlijk transport verplicht gebruik te maken van de Nwegen en gewestwegen. Bij vervoer tot 5 m breedte en tot 40 m lengte gebeurt dit zonder politiebegeleiding. De bijlage B/2001 toegevoegd aan de vergunning voor het vervoer van ondeelbare voorwerpen van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur vermeldt dat uitzonderlijk vervoer dient ondersteund te worden door een politiedienst indien het in tegengestelde zin van het verkeer moet rijden. In de praktijk wordt deze ondersteuning door de plaatselijke politie vaak geweigerd. Het uitzonderlijk vervoer sluit dan zelf wegen tijdelijk af voor tegenliggend verkeer of rijdt tegen de richting in om zijn weg te kunnen vervolgen. Het heeft daartoe geen enkele machtiging met gevaarlijke verkeerssituaties tot gevolg. 1. Bent u zich bewust van het probleem dat uitzonderlijk vervoer niet altijd de nodige politiebegeleiding krijgt ? 2. Hoeveel processen-verbaal werden in 2004 opgemaakt van overtredingen van uitzonderlijk vervoer ?

Elle estime que le Service des Transports exceptionnels du Service public fédéral Mobilité et Transports pourrait vous fournir plus d’éléments de réponse. Par conséquent, il conviendrait d’adresser votre question parlementaire à mon collègue le ministre de la Mobilité. (Question no 328 du 25 juillet 2005.)

3. a) Hoeveel ongevallen veroorzaakt door uitzonderlijk vervoer gebeurden er in 2004 ? b) Hoeveel van deze ongevallen vielen voor op Nwegen en gewestwegen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 juli 2005, op de vraag nr. 645 van de heer Gerolf Annemans van 26 april 2005 (N.) : Volgens de informatie die mij is bezorgd, biedt het computersysteem van de parketten niet de mogelijkheid te bepalen hoeveel processen-verbaal in 2004 werden opgemaakt voor door uitzonderlijk vervoer gepleegde strafbare feiten. Ik heb de federale politie terzake vragen gesteld en zij heeft mij laten weten dat deze gegevens niet zijn opgenomen in de gegevensbanken waarover zij beschikt. Zij is van oordeel dat de Dienst Uitzonderlijk Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer u meer inlichtingen kan verstrekken. Het is bijgevolg wenselijk dat u uw parlementaire vraag aan mijn collega, de minister van Mobiliteit, richt. (Vraag nr. 328 van 25 juli 2005.)

DO 2004200504205

DO 2004200504205

Question no 665 de M. Jan Mortelmans du 9 mai 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Jeux de hasard. — Comité de concertation. La législation en matière de jeux de hasard prévoit la constitution d’un « Comité de concertation ».

Vraag nr. 665 van de heer Jan Mortelmans van 9 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Kansspelen. — Overlegcomité. De wetgeving op de kansspelen voorziet in de oprichting van een « Overlegcomité ». Volgens de Kans-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15444

Cependant, selon la Commission des jeux de hasard, ce comité de concertation n’a jamais vu le jour. De même, les modalités de fonctionnement n’ont jamais été déterminées.

spelcommissie werd dit Overlegcomité nochtans nooit samengesteld. Ook de werkingsmodaliteiten werden nooit bepaald.

Quelles mesures avez-vous prises pour que ce Comité de concertation soit constitué ?

Welke maatregelen heeft u getroffen opdat het Overlegcomité wordt samengesteld ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 18 juillet 2005, à la question no 665 de M. Jan Mortelmans du 9 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 18 juli 2005, op de vraag nr. 665 van de heer Jan Mortelmans van 9 mei 2005 (N.) :

Cette question est réglée par l’arrêté royal du 20 juin 2002 relatif à la composition et aux modalités de fonctionnement du comité de concertation de la commission des jeux de hasard.

Het koninklijk besluit van 20 juni 2002 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het overlegcomité regelt deze aangelegenheid.

Toutefois, ses membres ne sont pas encore nommés conformément à l’article 2, étant donné que la commission des jeux de hasard organise tous les dixhuit mois des états généraux auxquels sont invités, conformément aux dispositions de l’article 2, les représentants des travailleurs et les exploitants des établissements de jeux de hasard de classe I, II et III. La commission invite également à cette réunion d’autres organismes comme la Loterie nationale, l’union professionnelle en matière de courses hippiques et des groupes d’aide aux joueurs pathologiques. Cela permet de pallier l’absence de nomination des membres du comité de concertation et d’organiser un débat plus large où sont abordés tous les aspects possibles des jeux de hasards.

Echter zijn de leden zoals bepaald in artikel 2 nog niet benoemd, gezien de kansspelcommissie elk anderhalfjaar een staten-generaal organiseert waarbij de vertegenwoordigers van de werknemers en de uitbaters van de kansspelinrichtingen klasse I, II en III worden uitgenodigd zoals bepaald in artikel 2. Verder nodigt de kansspelcommissie op deze vergadering ook andere instanties uit zoals onder meer de Nationale Loterij, de beroepsvereniging inzake paardenwedrennen en de hulpgroepen voor verslaafde spelers. Op deze manier wordt tegemoetgekomen aan het ontbreken van de benoeming van de leden van het Overlegcomité en wordt een groter debat opgezet waarbij alle mogelijke aspecten van de kansspelen aan bod komen.

Les prochains états généraux auront lieu en décembre 2005.

De volgende staten-generaal zal doorgaan in december 2005.

DO 2004200503687

DO 2004200503687

Question no 700 de Mme Frieda Van Themsche du 31 mai 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 700 van mevrouw Frieda Van Themsche van 31 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Nombre de mères porteuses.

Aantal draagmoeders.

Le sujet des « mères porteuses » est très certainement un sujet d’actualité. Les mères porteuses « prêtent » leur utérus à des candidats-parents qui pour une raison ou une autre (maladie, problèmes médicaux, couples homosexuels) ne sont pas en mesure de porter un enfant et de le mettre au monde. Notre pays n’interdit pas le recours aux mères porteuses mais il n’existe par ailleurs aucune réglementation légale dans ce cadre.

De jongste tijd wordt er heel wat gesproken over « draagmoeders ». Dit zijn moeders die hun baarmoeder « ter beschikking stellen » van kandidaat-ouders die om een of andere reden zelf geen kind kunnen dragen en baren (onder meer : ziekte, medische problemen, homo’s). In ons land is het principe van draagmoederschap noch verboden, noch wettelijk geregeld.

1. Disposez-vous de chiffres quant au nombre de mères porteuses dans notre pays pour les années 2000 à 2004 ?

1. Zijn er cijfers bekend over het aantal draagmoeders dat ons land telt (telde); dit voor elk van de jaren vanaf 2000 tot en met 2004 ?

2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres par région ?

2. Hoeveel in elk van de drie gewesten (en dit voor elk jaar) ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15445

3. Combien de mères porteuses ont effectivement cédé leur enfant ?

3. Hoeveel draagmoeders stonden daadwerkelijk hun kind af ?

4. Pourriez-vous ventiler ce chiffre par région ?

4. Hoeveel stonden hun kind af, opgesplitst volgens de drie regio’s ?

5. Combien de mères porteuses ont introduit une action en justice pour récupérer leur enfant ?

5. Hoeveel draagmoeders hebben via gerechtelijke weg hun kind opnieuw opgeeïst ?


6. Hoeveel opeisingen volgens de drie gewesten ?

7. Combien de parents ont refusé leur enfant après avoir constaté qu’il était venu au monde handicapé ?

7. Hoeveel ouders weigerden hun « bestelde » kind toen bleek dat het kind gehandicapt door de draagmoeder werd gebaard ?


8. Hoeveel weigeringen om voorgaande reden, opgesplitst per regio ?

9. Qui a pris en charge les enfants ainsi refusés ?

9. Wie bekommerde zich om de afgewezen kinderen gebaard door de draagmoeders ?

10. Combien de candidats-parents homosexuels, par région, ont-ils vu leur souhait d’avoir un enfant se réaliser graˆce à une mère porteuse ?

10. Hoeveel homo-kandidaat-ouders zagen hun kinderwens dank zij het draagmoederschap in vervulling gaan in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ?

11. Combien de couples hétérosexuels ont-ils vu leur souhait d’avoir un enfant se réaliser graˆce à une mère porteuse ?

11. Hoeveel hetero-koppels zagen hun kinderwens dankzij een draagmoeder in vervulling gaan ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 juillet 2005, à la question no 700 de Mme Frieda Van Themsche du 31 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 juli 2005, op de vraag nr. 700 van mevrouw Frieda Van Themsche van 31 mei 2005 (N.) :

Il n’existe actuellement aucune législation en ce qui concerne le phénomène des mères porteuses.

Momenteel is er geen wetgeving inzake het draagmoederschap.

Mes services ne disposent pas des données chiffrées demandées.

Mijn diensten beschikken niet over de gevraagde cijfergegevens.

DO 2004200504551

DO 2004200504551

Question no 716 de M. Guido De Padt du 13 juin 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 716 van de heer Guido De Padt van 13 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Cartes d’identité volées et falsifiées.

Gestolen en vervalste identiteitskaarten.

Des cartes d’identité sont régulièrement volées et/ou falsifiées en vue d’une utilisation frauduleuse.

Regelmatig worden identiteitskaarten gestolen en/of vervalst, teneinde daar op onrechtmatige wijze gebruik van te maken.

Pouvez-vous pour les années 2003, 2004 et les cinq premiers mois de 2005 me préciser :

Kan u voor de jaren 2003, 2004 en eerste vijf maanden 2005 meedelen :

1. le nombre de cartes d’identité vierges volées dans notre pays;

1. hoeveel blanco identiteitskaarten er in ons land werden gestolen;

2. le nombre de cartes d’identité falsifiées dans notre pays;

2. hoeveel identiteitskaarten er in ons land werden vervalst;

3. le nombre de déclarations de perte de carte d’identité enregistrées dans notre pays, en ventilant ce

3. hoeveel aangiftes van verlies van identiteitskaart er gebeurden in ons land, met opsplitsing naargelang


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15446

chiffre entre les Belges autochtones et les étrangers naturalisés belges;

het gaat om autochtone Belgen of door vreemdelingen die tot Belg zijn genaturaliseerd;

4. le nombre de déclarations de perte de carte d’identité enregistrées à l’étranger, en ventilant ce chiffre entre les Belges autochtones et les étrangers naturalisés belges (en précisant la nationalité d’origine), avec mention du pays ou` la déclaration de la perte a été enregistrée;

4. hoeveel aangiftes van verlies van identiteitskaart er gebeurden in het buitenland met opsplitsing naargelang het gaat om autochtone Belgen of door vreemdelingen die tot Belg zijn genaturaliseerd (vermelding van nationaliteit van oorsprong), en van het land waar de aangifte van verlies werd gedaan;

5. le nombre de cas ou` il s’est avéré que la déclaration de perte a servi de prétexte pour utiliser la carte d’identité déclarée perdue à des fins malhonnêtes ?

5. in hoeveel gevallen is gebleken dat de aangifte van verlies in feite een dekmantel was om de als verloren opgegeven identiteitskaart voor malafide doeleinden aan te wenden ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 20 juillet 2005, à la question no 716 de M. Guido De Padt du 13 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 20 juli 2005, op de vraag nr. 716 van de heer Guido De Padt van 13 juni 2005 (N.) :

Votre question relève exclusivement de la compétence de mon collègue le ministre de l’Intérieur à qui elle a également été posée.

Uw vraag valt uitsluitend onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken aan wie deze vraag eveneens werd gesteld.

Je vous invite à vous référer aux éléments de réponse que le ministre de l’Intérieur n’aura pas manqué de vous fournir à ce sujet. (Question no 651 du 13 juin 2005.)

Ik verzoek u te refereren aan de antwoordelementen die de minister van Binnenlandse Zaken u over dit onderwerp stellig zal hebben gegeven. (Vraag nr. 651 van 13 juni 2005.)

DO 2004200504578

DO 2004200504578

Question no 717 de M. Olivier Maingain du 15 juin 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 717 van de heer Olivier Maingain van 15 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Actes de l’état civil. — Emploi des langues.

Akten van de burgerlijke stand. — Taalgebruik.

Le 13 avril 2004, je vous interrogeais par voie de question écrite (no 233) afin de connaıˆtre pour les années 2000, 2001 et 2002 le nombre d’actes de naissance, de mariage, de décès rédigés d’une part dans les 19 communes bruxelloises et d’autre part dans les quatre communes périphériques suivantes (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Wemmel), ventilés commune par commune et par langue utilisée (F/N).

Op 13 april 2004 vroeg ik u (schriftelijke vraag nr. 233) mij voor de jaren 2000, 2001 en 2002 het aantal geboorte-, huwelijksen overlijdensakten mee te delen, opgesteld enerzijds in de 19 Brusselse gemeenten en anderzijds in de vier randgemeenten (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Wemmel), uitgesplitst per gemeente en per taal (N/F).

Ma question avait également pour objet de connaıˆtre l’application de l’article 30 des lois sur l’emploi des langues en matière administrative dans les communes de Rhode-Saint-Genèse et de WezembeekOppem.

Mijn vraag strekte er eveneens toe nadere inlichtingen te krijgen over de toepassing van artikel 30 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken in de gemeenten Sint-Genesius-Rode en WezembeekOppem.

Le 10 mai 2004, vous m’avez répondu que vous étiez en attente des renseignements souhaités de la part des autorités judiciaires. ` ce jour, je n’ai toujours pas reçu réponse à ma A question.

Op 10 mei 2004 antwoordde u mij dat u wachtte op de gewenste inlichtingen die u door de gerechtelijke autoriteiten zouden worden meegedeeld.

En conséquence, pourriez-vous communiquer si vous avez obtenu les renseignements des autorités judiciaires et dans l’affirmative me les communiquer ?

Hebben de gerechtelijke autoriteiten u de gewenste inlichtingen al bezorgd en zo ja, kan u ze mij meedelen ?


2004

Tot dusver heb ik nog altijd geen antwoord op mijn vraag gekregen.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15447

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 18 juillet 2005, à la question no 717 de M. Olivier Maingain du 15 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 18 juli 2005, op de vraag nr. 717 van de heer Olivier Maingain van 15 juni 2005 (Fr.) :

Faisant suite à la réponse provisoire à votre question no 233 du 13 avril 2004, dans laquelle je vous indiquais que j’allais demander aux communes concernées de me fournir les données chiffrées sollicitées, vous trouverez ci-dessous un tableau reprenant les données chiffrées telles qu’elles m’ont été communiquées par les communes en question. Les communes de Drogenbos, de Berchem-Sainte-Agathe, de Rhode-Saint-Genèse et de Watermael-Boitsfort n’ont pas répondu.

Aansluitend bij het voorlopige antwoord op uw vraag nr. 233 van 13 april 2004, waarin ik meedeelde de gevraagde cijfergegevens te zullen opvragen bij de betrokken gemeenten, zal u hieronder een tabel vinden met de cijfergegevens zoals die mij thans door de betreffende gemeenten werden meegedeeld. De gemeenten Drogenbos, Sint-Agatha-Berchem, SintGenesius-Rode en Watermaal-Bosvoorde hebben niet geantwoord.

En réponse au point 2 de votre précédente question, je vous signale, comme il a été dit, que la Commune de Rhode-Saint-Genèse n’a pas transmis de données chiffrées.

In antwoord op uw vorige tweede vraag deel ik u mee dat, zoals gezegd, de gemeente Sint-GenesiusRode geen cijfergegevens heeft overgemaakt.

La commune de Wezembeek-Oppem a fait savoir que la proportion d’actes établis en néerlandais pour lesquels une traduction française certifiée conforme ayant valeur d’expédition a été fournie sur demande est de 3 sur 10.

De gemeente Wezembeek-Oppem liet weten dat het aantal Nederlandstalige akten waarvoor op aanvraag een gewaarmerkte Franse vertaling met waarde van een uitgifte werd afgeleverd, zich verhoudt tot 3 op 10.

Communes de la Région de Bruxelles-Capitale

Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2001

2000 Commune — Gemeente

Naissance — Geboorte N

Anderlecht .. Auderghem. — Oudergem Bruxelles. — Brussel ........ Etterbeek ..... Evere ........... Forest. — Vorst ........... Ganshoren .. Ixelles. — Elsene .......... Jette ............ Koekelberg .. MolenbeekSaint-Jean. — Sint-JansMolenbeek .. Saint-Gilles. — Sint-Gilis Saint-Josseten-Noode. — Sint-Joostten-Node .....

Mariage — Huwelijk

F

N

Décès — Overlijden

F

N

17

376

271 1 389

0

4

129

218 4 954 69 2 059 0 0

38 6 7

679 207 122

2 1

3 2

203 90

12 29

442 140

26 1 651 980 674 0 1

9 14 8

393 156 48

14 695 6

658 644 64

129 2 032 0

0 0

12

F

163

408 2 663 32 579 34 123


2002


F

N


F

N

11

375

247 1 401

1

7

102

225 5 318 85 2 013 0 1

53 9 8

656 207 126

0 0

5 5

188 78

16 23

318 122

18 1 733 934 711 0 0

13 13 17

385 177 57

16 685 5

562 608 63

125 2 201 0

0 0

F

3

170

426 2 634 25 549 36 128



F

N


F

N

12

288

306 1 422

1

0

101

219 5 723 62 1 165 0 0

55 10 6

583 206 110

0 0

7 10

204 86

12 26

375 133

49 2 119 933 673 0 1

10 11 8

443 188 58

2 708 2

604 646 72

163 2 135 0

0 0

F

9

181

229 2 759 27 633 34 118

0

5

15

497

53

276

2

3

52

302

20

448

1

1

95

352

14

490

1

4

9

282

10

150

1

2

7

232

10

139

2

3

2

275

6

153

7 1 115

1

170

10

169

7 1 117

2

152

11

161

2 1 168

3

158

7

156


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15448

2001

2000 Commune — Gemeente


Schaerbeek. — Schaarbeek ............ Uccle. — Ukkel .......... WoluweSaintLambert. — SintLambrechtsWoluwe ...... WoluweSaint-Pierre. — SintPietersWoluwe ......


F

1

N


F

N

N

5

23

537

368 3 469

6

363

47 1 122

4

221

94

871

10

185

18

153

0

0

49

F

Naissance — Geboorte

547

145 1 175

N

N Kraainem .... Linkebeek ... Wemmel ...... WezembeekOppem ........

N

N

575

366 3 628

5

291

162 1 091

42 1 157

5

206

108

933

6

135

15

145

1

2

52

F

Naissance — Geboorte

560


F

2

N

N

F

N

31

596

349 3 606

3

293

76 1 294

11

248

82

908

5

122

16

157

0

2

50

F

500

160 1 154

Brusselse randgemeenten


F


1

2001


F

N

21

2000 Naissance — Geboorte

F

6

Communes de la périphérie bruxelloise

Commune — Gemeente



F

3

2002

F


2002


F

N


F

N

F



F

N


F

N

F

0 0 0

1 0 0

3 2 23

30 14 40

20 34 40

20 16 21

0 0 0

0 0 1

5 0 18

33 11 35

24 27 29

29 9 27

0 0 1

1 0 0

2 2 14

41 7 50

18 27 24

32 15 23

0

0

38

0

41

0

0

0

22

0

40

0

0

0

25

0

46

0

DO 2004200504644

DO 2004200504644

Question no 725 de M. Olivier Maingain du 27 juin 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 725 van de heer Olivier Maingain van 27 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

SPF Justice. — Directions générales. — Répartition linguistique du personnel.

FOD Justitie. — Directies-generaal. — Taalverdeling van het personeel.

Au 1er janvier 2004, quelle est la répartition linguistique du personnel (statutaire et contractuel) au sein des différentes directions générales du SPF Justice (et

Wat was op 1 januari 2004 de taalverdeling van het (statutair en contractueel) personeel bij de diverse directies-generaal van de FOD Justitie (per directie)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15449

ce direction par direction) établies 115, Boulevard de Waterloo à 1000 Bruxelles, et ce service par service, et niveau par niveau ?

die op de Waterloolaan 115 te 1000 Brussel zijn gevestigd, per dienst en per niveau ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 25 juillet 2005, à la question no 725 de M. Olivier Maingain du 27 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 25 juli 2005, op de vraag nr. 725 van de heer Olivier Maingain van 27 juni 2005 (Fr.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2004200504689

DO 2004200504689

Question no 733 de M. Alfons Borginon du 29 juin 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 733 van de heer Alfons Borginon van 29 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Représentation des médiateurs-tiers.

Vertegenwoordiging van de derden-bemiddelaars.

Lors de la discussion du projet de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la médiation (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, no 327/7), les commissaires ont beaucoup discuté de la représentation des médiateurs-tiers, qui n’appartiennent ni à la catégorie des notaires, ni à celle des avocats. Une telle représentation est toutefois nécessaire pour désigner ses délégués au sein de la Commission fédérale de médiation. Les commissaires sont finalement arrivés à la conclusion qu’il convenait de veiller à ce que les médiateurstiers soient bien représentés.

Bij de bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek in verband met de bemiddeling (Parl. St., Kamer, 2003-2004, nr. 327/7), werd al aardig gediscussieerd over de vertegenwoordiging van de derden-bemiddelaars, die noch tot de groep van de notarissen, noch tot die van de advocaten behoren. Een dergelijke vertegenwoordiging is echter nodig om zijn afgevaardigden aan te duiden in de federale bemiddelingscommissie. Men kwam uiteindelijk tot de conclusie dat er nog moest worden gezocht naar een goede vertegenwoordiging voor de derdenbemiddelaars.

Maintenant que les premiers candidats médiateurstiers se présentent, ils sont confrontés à un problème. En effet, ils ne trouvent pas d’organisation représentative pour appuyer leur candidature. Certes, il y a ici et là quelques initiatives et ASBL mais celles-ci ne sont jamais représentatives de l’ensemble de la catégorie des médiateurs-tiers.

Nu de eerste kandidaat-derden-bemiddelaars zich aandienen, worden zij geconfronteerd met een probleem. Zij vinden immers geen representatieve organisatie om hun kandidatuur te steunen. Er zijn hier en daar wel een paar initiatieven en VZW’s, maar deze zijn telkens niet representatief voor de hele groep van derden-bemiddelaars.

1. Attendez-vous une initiative des ASBL actuellement en place, qui constitueraient ensemble une organisation de coordination ouverte à une catégorie encore plus large de médiateurs-tiers ?

1. Wacht u op een initiatief van de huidige bestaande VZW’s om samen een overkoepelende organisatie op te richten die openstaat voor een nog ruimere groep van derden-bemiddelaars ?

2. Ou envisagez-vous de prendre vous-même une initiative en vue de créer une telle représentation ?

2. Of overweegt u zelf een initiatief te nemen om een dergelijke vertegenwoordiging te cree¨ren ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 19 juillet 2005, à la question no 733 de M. Alfons Borginon du 29 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 19 juli 2005, op de vraag nr. 733 van de heer Alfons Borginon van 29 juni 2005 (N.) :

1. Je souhaite en effet que de telles initiatives se développent au sein du secteur de la médiation. J’ai d’ailleurs constaté, dans le cadre de l’appel aux candidats aux mandats de membres de la Commission fédé-

1. Ik wens inderdaad dat dergelijke initiatieven zich ontwikkelen in de schoot van de bemiddelingssector zelf. Bij de oproep tot kandidaten voor het mandaat van lid van de Federale Bemiddelingscommissie, heb


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15450

rale de médiation, que six associations s’étaient groupées sous forme de partenariat aux fins d’établir des présentations.

ik trouwens vastgesteld dat 6 verenigingen zich hebben gegroepeerd met het oog op de indiening van de voordrachten.

2. J’estime qu’il convient de laisser le secteur de la médiation s’organiser de façon autonome. Ceci s’inscrit tout à fait dans le prolongement de la création d’une commission fédérale de médiation, chargée de réglementer l’activité de la médiation, et ce dans le respect des conditions minimum fixées par la loi.

2. Ik ben van oordeel dat het aangewezen is dat de bemiddelingssector zich autonoom organiseert. Dit ligt volledig in het verlengde van de oprichting van een Federale Bemiddelingscommissie, die belast is met de verdere uitwerking van de reglementering van de bemiddeling, mits naleving van minimumvoorwaarden, bepaald in de wet.

DO 2004200504707

DO 2004200504707

Question no 735 de M. Alfons Borginon du 30 juin 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 735 van de heer Alfons Borginon van 30 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Conseil d’E´tat. — Rapports linguistiques. — Nombre de dossiers pendants.

Raad van State. — Taalverhoudingen. — Aantal aanhangig gemaakte zaken.

La parité linguistique est d’application jusqu’à présent au sein des plus hautes juridictions telles que la Cour d’arbitrage, la Cour de cassation et le Conseil d’E´tat.

Totnogtoe geldt er een taalpariteit bij de hoogste rechtscolleges zoals het Arbitragehof, het Hof van Cassatie en de Raad van State.

E´tant donné l’arriéré important auprès du Conseil d’E´tat duˆ au contentieux dans les dossiers relatifs aux étrangers, vous avez proposé la création d’une section distincte chargée de traiter ces dossiers, de sorte que le reste du contentieux administratif n’accumule plus de retard en raison de cette situation.

Wegens de grote achterstand bij de Raad van State, die wordt veroorzaakt door het vreemdelingencontentieux, stelde u voor een aparte afdeling Vreemdelingenzaken op te richten, zodat de rest van het administratief contentieux hierdoor alvast geen achterstand meer zou oplopen.

1. Hormis les rapports linguistiques au sein du Conseil proprement dit, quelle est la proportion de francophones et de néerlandophones parmi les référendaires ?

1. Wat is, naast de taalverhouding in de Raad zelf, de verhouding tussen Nederlanstaligen en Franstaligen bij de referendarissen ?

2. a) En 2004, quelle était la proportion de dossiers francophones et néerlandophones dont a été saisi le Conseil d’Etat ?

2. a) Wat was in 2004 de verhouding tussen het aantal Nederlandstalige en Franstalige zaken dat bij de Raad van State aanhangig werd gemaakt ?

b) Pouvez-vous faire la distinction entre le contentieux relatif aux étrangers et le reste du contentieux administratif ?

b) Kan u een onderscheid maken tussen het vreemdelingen-contentieux en de rest van het administratief contentieux ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 26 juillet 2005, à la question no 735 de M. Alfons Borginon du 30 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 26 juli 2005, op de vraag nr. 735 van de heer Alfons Borginon van 30 juni 2005 (N.) :

Cette question parlementaire relève de la compétence de mon collègue le ministre de l’Intérieur. (Question no 707 du 28 juillet 2005.)

Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 707 van 28 juli 2005.)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15451

DO 2004200504743

DO 2004200504743

Question no 739 de M. Guido De Padt du 6 juillet 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 739 van de heer Guido De Padt van 6 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Violence au sein du couple et violence familiale.

Partnergeweld en familiaal geweld.

On observe une augmentation des cas de violence au sein du couple et de violence familiale. La lutte contre ces deux formes de violence est loin d’être évidente.

Vastgesteld wordt dat partnergeweld en familiaal geweld meer en meer voorkomt. Het bestrijden van dergelijk geweld is verre van evident.

1. Combien de cas de difficultés familiales accompagnées de coups, si possible ventilés par arrondissement judiciaire, la police a-t-elle enregistrés en 2002, en 2003, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 ?

1. Hoeveel gevallen van « moeilijkheden in gezin met slagen » werden in 2002, 2003, 2004 en de eerste helft van 2005 door de politie geregistreerd, met zo mogelijk een opsplitsing per gerechtelijk arrondissement ?

2. Combien de cas de difficultés familiales non accompagnées de coups, si possible ventilés par arrondissement judiciaire, la police a-t-elle enregistrés en 2002, en 2003, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 ?

2. Hoeveel gevallen van « moeilijkheden in gezin zonder slagen » werden in 2002, 2003, 2004 en de eerste helft van 2005 door de politie geregistreerd, met zo mogelijk een opsplitsing per gerechtelijk arrondissement ?

3. Dans quelle mesure avez-vous à cet égard développé des mesures ces dernières années et quels points d’action sont encore prévus ?

3. In welke mate heeft u hieromtrent beleidsmaatregelen ontwikkeld in de voorbije jaren en welke actiepunten staan er nog op het programma ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 27 juillet 2005, à la question no 739 de M. Guido De Padt du 6 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 27 juli 2005, op de vraag nr. 739 van de heer Guido De Padt van 6 juli 2005 (N.) :

Cette question parlementaire relève de la compétence de mon collègue le ministre de l’Intérieur. (Question no 708 du 28 juillet 2005.)

Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 708 van 28 juli 2005.)


Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

DO 2004200503660

DO 2004200503660

Question no 696 de M. Guy D’haeseleer du 14 mars 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 696 van de heer Guy D’haeseleer van 14 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Déduction fiscale des frais professionnels réels par les demandeurs d’emploi.

Fiscale aftrek van de ree¨le beroepskosten van werklozen.

Les demandeurs d’emploi ont la possibilité de déduire des frais professionnels réels de leur revenu imposable. Sont déductibles les frais que l’intéressé a encourus en vue de conserver ses allocations de choˆmage, notamment les frais de transport relatifs à des présentations auprès d’employeurs après une convocation par les services régionaux de l’emploi.

Ook voor werklozen is het mogelijk dat ze hun ree¨le beroepskosten mogen aftrekken van hun belastbaar inkomen. Het dient hier dan wel te gaan om kosten die noodzakelijk zijn om het behoud van werkloosheidsuitkeringen te kunnen blijven genieten, zoals bijvoorbeeld de vervoerskosten voor de verplaatsing naar een werkgever na een oproeping van de regionale arbeidsbemiddelingdiensten.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15452

1. Pourriez-vous me communiquer combien de demandeurs d’emploi ont fait usage de cette possibilité dans chacune des régions au cours des trois dernières années ?

1. Kan u meedelen hoeveel werklozen gebruik hebben gemaakt van deze mogelijkheid voor de jongste drie jaar, opgesplitst per gewest ?

2. a) Quels frais sont-ils acceptés par l’administration ?

2. a) Welke kosten worden door de administratie aanvaard ?

b) Comment ces frais doivent-ils être justifiés ?

b) Hoe moeten deze worden bewezen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 696 de M. Guy D’haeseleer du 14 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 696 van de heer Guy D’haeseleer van 14 maart 2005 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses aux questions posées.

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Lorsqu’ils complètent leur déclaration à l’impoˆt des personnes physiques, les choˆmeurs déduisent leurs frais professionnels réels directement du montant de leurs allocations de choˆmage. Il n’y a pas de rubrique spécifique prévue dans la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques pour mentionner ces frais professionnels car une telle rubrique devrait alors être insérée pour diverses autres catégories de revenus (indemnités de maladie-invalidité, prépensions, pensions et autres revenus de remplacement). Cela aurait pour conséquence de rendre la déclaration inutilement complexe et ne cadrerait alors pas avec les efforts entrepris en matière de simplification administrative des formulaires. Il n’est par conséquent pas possible de connaıˆtre le nombre de choˆmeurs qui ont usé de cette possibilité ni d’établir une répartition par région.

1. Bij het invullen van hun aangifte in de personenbelasting brengen de werklozen hun ree¨le beroepskosten onmiddellijk in mindering van hun werkloosheidsuitkeringen. Er is geen afzonderlijke rubriek in de aangifte personenbelasting opgenomen om deze beroepskosten te vermelden, aangezien dan eenzelfde rubriek zou moeten ingelast worden voor verschillende andere categoriee¨n van inkomsten (ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, brugpensioenen, pensioenen en andere vervangingsinkomsten). Dit zou de aangifte in de personenbelasting onnodig complexer maken en strookt bovendien niet met het streven naar administratieve vereenvoudiging van de formulieren. Het is dan ook onmogelijk na te gaan hoeveel werklozen van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, noch een uitsplitsing per gewest mee te delen.

2. a) Il découle de l’article 49 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), que les dépenses payées ou supportées par les choˆmeurs en vue d’obtenir ou de conserver leurs allocations de choˆmage, peuvent être déduites au titre de frais professionnels. L’administration acceptera donc, en principe, de tels frais professionnels. Sont notamment visés :

2. a) Uit artikel 49 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) volgt dat de werklozen de kosten die zij doen of dragen om hun werkloosheidsuitkeringen te verkrijgen of te behouden, als beroepskosten mogen aftrekken. De administratie zal in principe dan ook die beroepskosten aanvaarden. Het betreft inzonderheid :

— les frais inhérents aux déplacements du choˆmeur de son domicile au bureau de choˆmage ou au service public pour l’emploi;

— de kosten inherent aan de verplaatsingen van de werkloze van zijn woonplaats naar het stempellokaal of de overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling;

— les frais supportés par les choˆmeurs en vue de chercher un emploi, s’il est établi que ces frais sont nécessaires pour conserver le droit aux allocations de choˆmage. C’est notamment le cas en ce qui concerne les frais inhérents aux déplacements du choˆmeur pour se rendre chez un employeur sur convocation du service public pour l’emploi;

— de door een werkloze gedragen kosten om een betrekking te zoeken, indien is aangetoond dat die kosten noodzakelijk zijn om het recht op werkloosheidsuitkeringen te behouden. Dit is inzonderheid het geval voor de kosten die inherent zijn aan de verplaatsingen van de werkloze naar een werkgever na een oproeping van de overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling;

— les cotisations syndicales payées pendant la période de choˆmage (voir circulaire no Ci.RH.243/ 497.236 du 10 juillet 1998);

— de vakbondsbijdragen betaald tijdens een periode van werkloosheid (zie circulaire nr. Ci.RH.243/ 497.236 van 10 juli 1998);


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15453

— les cotisations personnelles qui, en application de l’article 199, §§ 2 et 3 de la Loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 sont perçues par les sociétés mutualistes dans le cadre de leur responsabilité financière (Ci.RH.243/549.438 du 23 avril 2003).

— de persoonlijke bijdragen die, in toepassing van artikel 199, §§ 2 en 3 van de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, door de ziekenfondsen in het kader van hun financie¨le verantwoordelijkheid worden geı¨nd (Ci.RH.243/549.438 van 23 april 2003).

b) Conformément à l’article 49, CIR 1992 la preuve du paiement doit en principe être justifiée au moyen de documents probants (preuve de paiement, attestation, ...).

b) Overeenkomstig artikel 49, WIB 1992 moet het bewijs van betaling in principe worden verantwoord door middel van bewijsstukken (betalingsbewijs, attest, ...).

Ainsi, pour les déplacements effectués par un choˆmeur pour se rendre chez un employeur, en plus des preuves portants sur les frais de déplacement proprement dits, une preuve relative à la convocation du service public pour l’emploi ou de l’employeur concerné doit être fournie.

Zo zal voor de aftrek van de verplaatsingskosten door een werkloze naar een werkgever, naast de bewijsstukken met betrekking tot de verplaatsingskosten zelf, ook een bewijsstuk met betrekking tot de oproeping van de overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling of van de betrokken werkgever moeten worden voorgelegd.

Le montant des cotisations personnelles pour la responsabilité financière sont directement fournis par les sociétés mutualistes à l’administration de la Fiscalité des Entreprises et des Revenus via le système Belcotax. Par conséquent, les contribuables (donc également les choˆmeurs) ne doivent pas joindre la preuve du paiement à leur déclaration à l’impoˆt des personnes physiques. Et les services de taxation ne doivent pas demander la preuve du paiement au contribuable.

Het bedrag van de persoonlijke bijdragen financie¨le verantwoordelijkheid wordt door de ziekenfondsen via het systeem Belcotax rechtstreeks aan de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit meegedeeld. Bijgevolg moeten de belastingplichtigen (dus ook de werklozen) het bewijs van betaling niet toevoegen bij de aangifte in de personenbelasting en zuilen de taxatiediensten evenmin het bewijs van betaling moeten vragen aan de belastingplichtigen.

J’attire l’attention sur le fait que le détail des frais doit être repris dans une annexe à la déclaration.

De aandacht wordt erop gevestigd dat het detail van de kosten in een bijlage bij de aangifte moet worden verstrekt.

DO 2004200504004

DO 2004200504004

Question no 745 de M. Jean-Marc Nollet du 19 avril 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 745 van de heer Jean-Marc Nollet van 19 april 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

SPF Finances. — Déduction des dépenses pour garde d’enfants. — Note destinée aux écoles primaires et maternelles.

FOD Financie¨n. — Aftrek van de kosten voor kinderopvang. — Nota aan de lagere scholen en de kleuterscholen.

Le 15 février 2005, le Service public fédéral Finances publiait une note destinée aux écoles primaires et maternelles, relative à la déduction des dépenses pour garde d’enfants, traduisant les conditions relatives à la déduction des dépenses pour garde d’enfants modifiées par la loi du 6 juillet 2004.

Op 15 februari 2005 publiceerde de Federale Overheidsdienst Financie¨n een nota gericht aan de lagere scholen en de kleuterscholen, betreffende de aftrekbaarheid van de kosten voor kinderopvang, waarin de wijzigingen die de wet van 6 juli 2004 in dat verband aanbracht, zijn opgenomen.

En clair, il s’agissait de préciser les conditions de déductibilité pour les frais de garde de 3 à 12 ans.

Het ging met name om een verduidelijking van de voorwaarden waaronder de opvangkosten voor kinderen van 3 tot 12 jaar kunnen worden afgetrokken.

La même note précisait que : « (...) afin d’éviter une profusion de documents, l’administration adaptera

Die nota bepaalde voorts dat de administratie, om een al te grote verscheidenheid aan documenten te ver-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15454

l’attestation existante. Ce modèle d’attestation sera joint à une circulaire administrative relative à ces nouvelles dispositions. Cette circulaire est actuellement en préparation et sera publiée aussi rapidement que possible ». De même, cette circulaire s’adressait uniquement aux écoles et non pas l’ensemble des milieux d’accueil agréés par la Communauté française comme les centres de vacances ou les écoles de devoirs. Enfin, il est apparu, notamment lors de débats au parlement de la Communauté française, que cette mesure n’avait pas été concertée avec la ministre de l’Enfance, madame Fonck, posant à cette dernière des problèmes de compatibilité de vocabulaire entre les législations communautaires et fédérales et d’application de la mesure, et empêchant une information complète et efficace des milieux concernés dépendant de la Communauté française et de l’ONE.

mijden, het bestaande attest zou aanpassen. Dat aangepaste model zou als bijlage bij een administratieve rondzendbrief betreffende die nieuwe bepalingen -die op dat ogenblik werd opgesteld en zo snel mogelijk zou worden gepubliceerd — worden overgezonden. Die nota was enkel aan de scholen gericht, en niet aan de andere, door de Franse Gemeenschap erkende, opvanginitiatieven, de vakantiecentra en de huiswerkscholen bijvoorbeeld. Naar aanleiding van debatten in het parlement van de Franse Gemeenschap, ten slotte, is gebleken dat over die maatregel geen overleg met minister van Kinderwelzijn mevrouw Fonck plaatsvond. Daardoor werd de in de respectieve wetgevingen gebruikte terminologie niet op elkaar afgestemd, komt de uitvoering van die maatregel in het gedrang en loopt de informatieverstrekking aan de bevoegde diensten die van de Franse Gemeenschap en de ONE (Office de la naissance et de l’enfance) afhangen, mank.

1. Ou` en est l’élaboration du nouveau modèle d’attestation annoncé dans la circulaire du 15 février 2005 ?

1. Hoe staat het met het nieuwe attest dat in de rondzendbrief van 15 februari 2005 werd aangekondigd ?

2. Quelles mesures envisagez-vous pour assurer l’information complète de tous les milieux d’accueil concernés quant à ces dispositions nouvelles et notamment ceux qui fonctionnent sur une base de bénévolat ou de volontariat ?

2. Welke maatregelen plant u om ervoor te zorgen dat de betrokken opvanginitiatieven, meer bepaald in de vrijwilligerssector, terdege over die nieuwe maatregelen worden geı¨nformeerd ?

3. Quelles mesures envisagez-vous afin de soutenir ces milieux d’accueil face à la lourdeur du travail administratif demandé ?

3. Hoe zal u de opvangsector bijstaan om de bijkomende administratieve lasten te dragen ?

4. Avez-vous pu établir le contact avec la ministre de l’Enfance de la Communauté française, afin d’assurer la coordination des mesures prises par vous et à prendre par elle pour assurer une application effective de cette mesure dès l’exercice d’imposition 2005 pour ce qui concerne les milieux d’accueil dépendant de sa tutelle ?

4. Kon u contact opnemen met de bevoegde minister van de Franse Gemeenschap, om de federale en de gemeenschapsmaatregelen op elkaar af te stemmen, zodat die maatregel vanaf het aanslagjaar 2005 effectief kan worden toegepast, wat de opvanginitiatieven die onder haar bevoegdheid vallen betreft ?

5. Le cas échéant, quelles mesures ont été prises ou sont envisagées par les deux ministres ?

5. Welke maatregelen werden desgevallend al genomen door beide ministers en welke zijn nog gepland ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 745 de M. Jean-Marc Nollet du 19 avril 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 745 van de heer Jean-Marc Nollet van 19 april 2005 (Fr.) :

1. La circulaire du 4 avril 2005 no Ci.RH.241/ 569.821 relative à la déduction des frais de garde d’enfants aˆgés de moins de 12 ans est publiée sur le site internet du SPF Finances, www.fisconet.fgov.be.

1. De circulaire van 4 april 2005 nr. Ci.RH.241/ 569.821 met betrekking tot de aftrek van uitgaven voor kinderoppas van kinderen van minder dan 12 jaar is gepubliceerd op de internet site van de FOD Financie¨n, www.fisconet.fgov.be.

2. Cette circulaire qui est accessible par tous les milieux d’accueil concernés propose, en annexe, un modèle d’attestation. Il peut aussi être téléchargé en format pdf depuis le site des administrations fiscales (http://fiscus.fgov.b/interfaoiffr/kinderopvang/ attestation.pdf).

2. In de bijlage bij die circulaire, die beschikbaar is voor alle betrokken opvangdiensten, wordt een modelattest voorgesteld. Dit modelattest kan ook in pdf-formaat vanuit de website van de fiscale administraties gedownload worden (http://fiscus.fgov.be/ interfaoifnl/kinderopvang/AttesteNLpdf).


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15455

3. La charge administrative pour les milieux d’accueil a déjà été ramenée au minimum dès lors que le modèle d’attestation joint à la circulaire ne prévoit que les données strictement nécessaires à l’application de la loi.

3. De administratieve last is voor de opvangdiensten reeds tot een minimum beperkt aangezien het aan de circulaire toegevoegde modelattest enkel gegevens vereist die strikt noodzakelijk zijn voor het toepassen van de wet.

4. Une concertation a entre-temps eu lieu avec notamment des représentants de la ministre de la Santé, de l’Enfance et de l’Aide à la Jeunesse.

4. Er werd inmiddels overleg gepleegd met onder andere vertegenwoordigers van de minister van Volksgezondheid, het Kind en Jeugdhulp van de Franstalige Gemeenschap.

5. Les divers problèmes discutés ainsi que les solutions retenues seront prochainement publiés dans un addendum à la circulaire précitée.

5. De diverse besproken problemen en eraan geboden oplossingen zullen binnen afzienbare tijd via een addendum aan voormelde circulaire worden gepubliceerd.

DO 2004200504342

DO 2004200504342

Question no 801 de Mme Trees Pieters du 25 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 801 van mevrouw Trees Pieters van 25 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Accords écrits entre les administrations de la TVA et des contributions et les assujettis à la TVA et les contribuables.

Schriftelijke akkoorden tussen de BTW- en belastingadministraties en de BTW- en belastingplichtigen.

Que ce soit pour boucler l’examen des dossiers de TVA et des contributions ou pour traiter des réclamations et des requêtes fiscales, les parties concernées concluent, par voie de transaction ou de conciliation, des accords ou conventions écrits dans lesquels les contribuables reconnaissent certains éléments imposables et/ou des dettes en matière de contributions ou de TVA.

Zowel ter afronding van het onderzoek van de BTW- en de belastingdossiers als bij de afhandeling van fiscale bezwaar- en verzoekschriften worden bij wijze van minnelijke schikking of verzoening schriftelijke akkoorden of overeenkomsten gesloten waarin de belastingplichtige bepaalde belastbare elementen en/of belasting- of BTW-schulden erkennen.

Dans l’état actuel de la législation et de la réglementation fiscales, les questions d’ordre général suivantes se posent conjointement.

In de huidige stand van de fiscale wetgeving en reglementering rijzen daarbij zowel op het vlak van de BTW als op het vlak van de directe belastingen thans gelijktijdig de volgende algemene vragen.

1. Ces accords, marchés ou conventions ayant trait à des questions de principe aussi bien qu’à des questions de faits, sont-ils juridiquement contraignants pour l’avenir et les assujettis à la TVA et les contribuables et/ou les redevables peuvent-ils en retirer certains droits ?

1. Zijn dergelijke akkoorden, deals of convenanten, zowel met betrekking tot principekwesties als tot feitenkwesties, juridisch bindend voor de toekomst en kan de BTW- en belastingplichtige en/of belastingschuldige daaruit rechten putten ?

2. a) Est-il chaque fois question ici, tant dans le domaine de la TVA (contributions indirectes) que dans le domaine des contributions directes, d’une transaction au sens de l’article 2044, premier alinéa, du Code civil ?

2. a) Is hier zowel op het stuk van de BTW (indirecte belastingen) als op het stuk van de directe belastingen telkens sprake van een « dading » in de zin van artikel 2044, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek ?

b) Dans la négative, pourquoi dans chaque cas ? Et comment une approche éventuellement différente entre ces deux secteurs s’explique-t-elle juridiquement et se justifiera-t-elle dorénavant du point de vue de la régularité juridique ?

b) Zo neen, waarom telkens niet en op welke wijze wordt een eventuele verschillende benadering tussen de beide sectoren juridisch uitgelegd en naar voldoening van recht voortaan verantwoord ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15456

3. Les dispositions nationales et internationales du Code de la TVA sont-elles d’ordre public au même titre que les dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?

3. Zijn de nationale en internationale bepalingen van het BTW-Wetboek net als bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 eveneens van openbare orde ?

4. Existe-t-il en matière de TVA une disposition légale ou réglementaire nationale et/ou internationale qui soit analogue à celle de l’article 50, § 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et, si oui, comment cette disposition est-elle réellement mise en pratique ?

4. Bestaat er inzake BTW een wettelijke of reglementaire nationale en/of internationale bepaling die gelijkaardig is aan die van artikel 50, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en in bevestigend geval, hoe wordt deze in praktijk daadwerkelijk ingevuld ?

5. Pourriez-vous me faire part, point par point, de votre conception générale actuelle, à la lumière, notamment, de toutes les dispositions légales et réglementaires du Code de la TVA, des directives européennes, des traités et des règlements, du Code des impoˆts sur les revenus 199, des articles 1134, 1354 à 1356 et 2044 du Code Civil, et des articles 170, §1er; 171 et 172 de la Constitution coordonnée ainsi que du caractère d’ordre public des impoˆts ?

5. Kan u afzonderlijk punt per punt uw actuele algemene zienswijze meedelen zowel onder meer in het licht van alle wettelijke en reglementaire bepalingen van het BTW-Wetboek, Europese richtlijnen, verdragen en verordeningen, het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 1134, 1354 tot 1356 en 2044 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 170, § 1; 171 en 172 van de Gecoo¨rdineerde Grondwet als het openbare-ordekarakter van de belastingen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 801 de Mme Trees Pieters du 25 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 801 van mevrouw Trees Pieters van 25 mei 2005 (N.) :

1. La signature d’accords écrits entre le contribuable et l’administration dans le cadre de controˆles, dans lesquels l’assujetti reconnaıˆt certains éléments imposables et/ou dettes d’impoˆt ou de TVA, sont en principe contraignants. Il en découle des droits aussi bien pour l’administration que pour l’assujetti. Cela signifie que si ces accords sont légalement formés, ils tiennent lieu de loi à ceux qui les ont faits et ne peuvent être révoqués que par consentement mutuel ou pour les causes que la loi autorise. Cela ne signifie nullement qu’il ne peut en aucun cas être revenu sur un accord existant. L’accord reste seulement contraignant tant que les circonstances demeurent inchangées et les conditions identiques à celles qui prévalaient au moment où l’accord a été conclu. Toute modification des circonstances de fait ou de droit peut justifier une révocation à compter de la survenance de cette modification.

1. Ter afronding van controles gesloten schriftelijke akkoorden tussen de belastingplichtige en de administratie, waarin de belastingplichtige bepaalde belastbare elementen en/of belasting- of BTW-schulden erkent zijn in principe bindend. Zowel de administratie als de belastingplichtige kunnen hieruit rechten putten. Dit betekent dat indien deze overeenkomsten wettig zijn aangegaan, ze degenen die ze hebben aangegaan tot wet strekken, en slechts kunnen herroepen worden met wederzijdse toestemming of op gronden door de wet erkend. Dit betekent echter geenszins dat er in geen enkel geval kan worden teruggekomen op een bestaand akkoord. Bovendien is het akkoord slechts bindend voorzover dezelfde omstandigheden aanwezig blijven en dezelfde voorwaarden vervuld blijven als deze waaronder het akkoord tot stand is gekomen. Elke wijziging der reglementaire of feitelijke omstandigheden kan een herroeping verantwoorden met ingang van het ontstaan van deze wijziging.

Lorsqu’un accord présumé est sans plus en contradiction des prescrits légaux, le principe de confiance, incluant l’obligation de respecter les attentes légitimes d’équité sur lesquelles le citoyen peut aligner son comportement, ne peut en aucun cas être invoqué.

Wanneer een vermeend akkoord zonder meer strijdig is met de wettelijke voorschriften, kan het vertrouwensbeginsel, inhoudende de verplichting tot honorering van de opgewekte gerechtvaardigde verwachtingen waarop de burger zijn gedrag kan afstemmen, in geen geval worden ingeroepen.

2. Un accord conclu entre l’assujetti à la TVA et l’administration de la TVA à la suite d’un controˆle est une transaction au sens de l’article 2044 du Code civil.

2. Een naar aanleiding van een controle gesloten overeenkomst tussen de BTW-belastingplichtige en de BTW-administratie is een dading in de zin van artikel 2044 van het Burgerlijk Wetboek.

3. Toutes les lois fiscales sont d’ordre public. Cela vaut par conséquent aussi pour le Code de la TVA.

3. Alle belastingwetten zijn van openbare orde. Dit geldt bijgevolg ook voor het BTW-Wetboek.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15457

4. En matière de TVA, il n’existe pas de disposition similaire à celle contenue dans l’article 50, § 1er, du Code des Impoˆts sur les revenus 1992. En matière de TVA, l’assujetti peut, conformément à l’article 45, § 1er, seulement déduire les taxes ayant grevé les biens et les services qui lui ont été fournis, les biens qu’il a importés et les acquisitions intracommunautaires de biens qu’il a effectuées. Pour pouvoir déduire la taxe due sur les biens et les services qui lui ont été fournis, l’assujetti doit, conformément à l’article 3, § 1er, 1o de l’arrêté royal no 3, détenir une facture régulière établie par son fournisseur sur laquelle la taxe due a notamment été portée en compte séparément. Pour les importations et pour les acquisitions intracommunautaires d’autres conditions sont valables.

Réponse en matière des contributions directes

4. Inzake BTW bestaat er geen bepaling die gelijkaardig is aan die van artikel 50, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Inzake BTW mag de belastingplichtige, krachtens artikel 45, § 1, enkel de belasting geheven van de aan hem geleverde goederen en verleende diensten, van de door hem ingevoerde goederen en de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen, aftrekken. Om de belasting die verschuldigd is voor de aan hem geleverde goederen en verstrekte diensten te mogen aftrekken moet de belastingplichtige, krachtens artikel 3, § 1, 1o, van het koninklijk besluit nr. 3, in het bezit zijn van een door zijn leverancier uitgereikte regelmatige factuur waarop hem inzonderheid de opeisbare belasting afzonderlijk wordt in rekening gebracht. Voor invoeren en voor intracommunautaire verwervingen gelden nog andere voorwaarden. Antwoord inzake directe belastingen

L’impoˆt, et l’exemption ou la modération de celui-ci ne peuvent trouver leur fondement que dans la loi. Il ne peut être établi de privilège en la matière. Les lois fiscales sont d’ordre public.

De belasting, en de vrijstelling of de wijziging ervan vinden hun grondslag slechts in de wet. Er kunnen ter zake geen voorrechten worden ingevoerd. De fiscale wetten zijn van openbare orde.

Si un accord peut porter sur des questions de fait; il ne peut porter sur des questions de droit.

Daar waar een akkoord over feitenkwesties kan gaan, kan er geen worden gesloten nopens rechtskwesties.

L’administration est tenue d’honorer les prévisions justifiées qu’elle a fait naıˆtre dans le chef d’un contribuable. Le droit à la sécurité juridique ainsi évoqué n’implique pas qu’un accord faisant naıˆtre un régime contraire à des dispositions légales doive être appliqué, dès lors que celui-ci ne peut faire naıˆtre des prévisions justifiées.

De administratie is ertoe gehouden de bij de belastingplichtige opgewekte gerechtvaardigde verwachtingen na te komen. Het zo opgeroepen recht op rechtszekerheid, impliceert niet dat een akkoord dat een onwettelijk regime doet ontstaan moet worden toegepast, daar dit immers geen gerechtvaardigde verwachtingen kan doen ontstaan.

C’est sur la base des règles ci-avant que les accords ou conventions évoqués par l’honorable membre doivent être considérés.

Het is op basis van voorafgaande regels dat de door het geachte lid aangehaalde akkoorden of conventies moeten worden beschouwd.

DO 2004200504493

DO 2004200504493

Question no 827 de Mme Trees Pieters du 7 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 827 van mevrouw Trees Pieters van 7 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Bases forfaitaires de taxation pour les détaillants. — Bénéfices sensiblement supérieurs.

Forfaitaire grondslagen van aanslag van kleinhandelaars. — Aanzienlijk hogere winsten.

Conformément aux dispositions légales de l’article 342, § 1er, deuxième alinéa du Code des impoˆts sur les revenus 1992, certains détaillants (boulangers, tenanciers de cafés, poissonniers, bouchers, tenanciers de friteries, etc.) peuvent appliquer les bases forfaitaires de taxation arrêtées d’accord avec les groupements professionnels intéressés.

Overeenkomstige de wettelijke bepalingen van artikel 342, § 1, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 mogen sommige kleinhandelaars (bakkers, caféhouders, viswinkels, slagers, frituurhouders, enzovoort) de in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen vastgestelde forfaitaire gronden van aanslag toepassen.

Conformément aux mesures d’application « administratives » non publiées au Moniteur belge, l’agent

Volgens de niet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde « administratieve » toepassingsmaatregelen


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15458

taxateur « peut » manifestement quand même refuser l’application de ces bases forfaitaires de taxation s’il est « en mesure » de prouver lui-même que le bénéfice réel est « sensiblement » supérieur au bénéfice arrêté forfaitairement.

« mag » de taxatieambtenaar de toepassing van die forfaitaire grondslagen van aanslag echter blijkbaar toch weigeren indien hij « in staat » is zelf te bewijzen dat de werkelijke winst « aanzienlijk » hoger is dan de forfaitair bepaalde winst.

Dans la pratique, plusieurs questions générales et pertinentes se posent toutefois à cet égard.

Terzake rijzen in de praktijk daarbij evenwel de volgende algemene en pertinente vragen.

1. Ledit refus est-il inscrit textuellement dans la législation fiscale et/ou dans une disposition réglementaire (conformément au principe de légalité) ou s’agitil uniquement d’une interprétation « administrative » « possible » ?

1. Is die zogezegde weigering letterlijk ingeschreven in een fiscale wet en/of in een reglementaire bepaling (cf. legaliteitsbeginsel) of gaat het hier enkel en alleen om een « mogelijke » « administratieve » zienswijze ?

2. Comment les administrations fiscales ou une éventuelle législation fiscale explicite définissent-elles ou décrivent-elles le concept « sensiblement » et dans ce cadre, quels sont les critères d’évaluation et les ratios à prendre en compte ou à évaluer à l’aune de l’une ou l’autre directive et/ou d’autres normes fiscales raisonnables ?

2. Hoe definie¨ren of omschrijven zowel de belastingadministraties als een gebeurlijke uitdrukkelijke belastingwet het begrip « aanzienlijk » en welke beoordelingscriteria en verhoudingsgetallen moeten hiertoe allemaal ernstig in aanmerking worden genomen of getoetst worden aan een of andere richtlijn en/of aan overige redelijke fiscale normen ?

3. Sur la base de quelle motivation valable et en vertu de quels moyens de preuve légaux les fonctionnaires fiscaux peuvent-ils ou doivent-ils fournir effectivement les dites preuves du montant sensiblement supérieur du « bénéfice » réel ?

3. Op welke gemotiveerde en vooral rechtsgeldige wijze en aan de hand van al welke wettelijke bewijsmiddelen mogen of moeten de belastingambtenaren de beweerde bewijsvoering en die gevoelige hogere omvang van de werkelijke « winst » effectief leveren ?

4. Faut-il considérer ici un « bénéfice net » ou « semi-brut », ou plutoˆt uniquement des rentrées journalières ou des chiffres d’affaires très sensiblement supérieurs ?

4. Gaat het hier om een « netto-winst » dan wel om een « semi-bruto-winst » of veeleer alleen om kolossaal hogere dagontvangsten of zakencijfers ?

5. Le fonctionnaire fiscal doit-il également procéder à l’évaluation éventuelle d’un montant sensiblement inférieur de « frais professionnels » portés en compte ?

5. Moet de belastingambtenaar terzake daarnaast eventueel ook de werkelijk veel « lagere » omvang van de in rekening gebrachte « beroepskosten » beoordelen ?

6. Par ailleurs, tous ces détaillants taxés forfaitairement sont-ils toujours obligés de tenir un registre de caisse et le cas échéant, de présenter au fisc tous les rouleaux de caisse et de les confier aux fonctionnaires controˆleurs ?

6. Zijn al die forfaitair belaste kleinhandelaars daarenboven eventueel nog algemeen verplicht een kasregister bij te houden en zonodig alle kasrollen aan de fiscus voor te leggen en mee te geven aan de toezichthoudende en controlerende ambtenaren ?

7. Pourriez-vous, point par point, communiquer vos conception et méthode générales compte tenu du principe constitutionnel de légalité, du caractère d’ordre public de l’impoˆt et de tous les principes de bonne administration, notamment les principes de confiance, du raisonnable et de prudence ?

7. Kan u, punt per punt, uw algemene ziensen handelwijze meedelen met inachtneming van het grondwettelijk legaliteitsbeginsel en het openbare orde-karakter van de belastingen en van alle principes van behoorlijk bestuur, waaronder het vertrouwensbeginsel, het redelijkheids- en het zorgvuldigheidsbeginsel ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 827 de Mme Trees Pieters du 7 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 827 van mevrouw Trees Pieters van 7 juni 2005 (N.) :

Je tiens tout d’abord à préciser que les bases forfaitaires de taxation, arrêtées en application de l’article 342, § 1er, alinéa 2, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, en accord avec les groupements professionnels intéressés, constituent des moyennes générales

Vooreerst wil ik verduidelijken dat de forfaitaire grondslagen van aanslag die in toepassing van artikel 342, § 1, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen worden vastgesteld, alge-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15459

qui, lorsqu’elles trouvent à s’appliquer, doivent, en principe, être utilisées pour la majorité des contribuables qui exercent leur profession dans des conditions normales.

mene gemiddelden vormen die, wanneer ze toepassing vinden, in principe moeten worden gebruikt voor het merendeel van de belastingplichtigen die hun beroep onder normale omstandigheden uitoefenen.

Une vérification individuelle s’impose chaque fois que le forfait apparaıˆt comme n’étant manifestement pas en rapport avec les bénéfices présumés de l’exploitant. Cette vérification doit déboucher sur une taxation hors forfait si le bénéfice excède sensiblement celui résultant de l’application du forfait.

Een individuele verificatie is noodzakelijk telkens de forfaitaire grondslagen duidelijk niet in overeenstemming blijken te zijn met de vermoedelijke winst van de exploitant. Een dergelijke verificatie moet aanleiding geven tot een taxatie buiten forfait wanneer de winst aanzienlijk hoger is dan die welke voor vloeit uit de toepassing van de forfaitaire grondslagen van aanslag.

Tel est le cas d’un nombre limité d’exploitations pour lequel, en cas de reconstitution de revenus, il y a lieu de tenir compte des éléments propres, y compris les livraisons pour lesquelles il n’existe pas d’obligation de facturation ou pour lesquelles une réglementation particulière est prévue, l’amortissement d’éléments d’actifs et les variations de stocks justifiées et admissibles. Si l’on s’écarte des bases forfaitaires, il y a lieu également d’avoir égard à toutes les opérations effectives du contribuable concerné.

Dit is het geval voor een beperkt aantal exploitaties waarbij, in geval van weder-samensteiling van de inkomsten, er rekening dient gehouden te worden met de eigen omstandigheden, met inbegrip van levering waarvoor geen facturatieverplichting bestaat of waarvoor een bijzondere regeling geldt, afschrijvingen van activabestanddelen en bewezen en fiscaal aanvaardbare voorraadwijzigingen. In geval wordt afgeweken van de taxatie overeenkomstig forfaitaire grondslagen van aanslag, dient men rekening te houden met alie werkelijke beroepsverrichtingen van de betrokken belastingplichtige.

1. L’article 342 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, permet à l’administration d’arrêter, en accord avec les groupements professionnels intéressés, des bases forfaitaires pour la taxation des contribuables qui ne tiennent pas d’écritures comptables suffisantes. Dans la pratique, les accords conclus avec les groupements professionnels prévoient que le taxateur peut refuser l’application du forfait lorsqu’il est à même de prouver que le bénéfice réel excède sensiblement le bénéfice fixé forfaitairement.

1. Artikel 342 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, stelt de administratie in staat, in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen, forfaitaire grondslagen vast te stellen voor de aanslag van belastingplichtigen die geen voldoende rekeningen houden. In de praktijk bepalen de met de beroepsgroeperingen gesloten akkoorden dat de taxatieambtenaar de toepassing van het forfait mag weigeren indien hij in staat is te bewijzen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst.

2. Cette appréciation incombe en premier lieu au taxateur sur la base des éléments propres au cas examiné.

2. Deze beoordeling komt in de eerste plaats toe aan de taxatieambtenaar op basis van alle elementen eigen aan het onderzochte geval.

3. Le taxateur peut, pour établir la base imposable, avoir recours à tous les moyens de preuve admis par le droit commun, sauf le serment; ce sont :

3. Om het belastbare inkomen vast te stellen mag de taxatieambtenaar alle door het gemeen recht aanvaarde bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed, aanwenden, met name :

— la preuve écrite;

— het schriftelijk bewijs;

— la preuve testimoniale;

— het bewijs door getuigen;

— la preuve par présomptions;

— de vermoedens;

— l’aveu.

— de bekentenis.

4. Quand on s’écarte du forfait, le bénéfice net est déterminé d’après les règles ordinaires.

4. Wanneer van het forfait wordt afgeweken, wordt er de nettowinst vastgesteld volgens de normale regels.

5. L’occasion doit toujours être donnée au contribuable d’apporter la preuve contraire au moyen d’éléments concluants ou de produire des éléments susceptibles d’emporter la conviction raisonnable du taxateur. C’est ainsi qu’il est recommandé de tenir compte de l’existence et de la hauteur des variations de

5. Er moet de belastingplichtige steeds de gelegenheid worden gegeven om door middel van afdoende elementen het tegengestelde te bewijzen of met de passende elementen de taxatieambtenaar de redelijke overtuiging ervan bij te brengen. Daarom wordt aanbevolen, hetzij door het voorleggen van bewijs-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15460

stocks, des éventuels achats effectués auprès d’autres fournisseurs, des frais professionnels ne figurant pas au listing fournisseurs, soit sur production des documents probants, soit si possible avec l’accord du contribuable.

krachtige documenten, hetzij indien mogelijk met akkoord van de belastingplichtige, rekening te houden met het bestaan en de grootte van voorraadwijzigingen, van eventuele bij andere leveranciers gedane aankopen en van niet op de leverancierslistings voorkomende beroepskosten.

En l’espèce, la jurisprudence considère que l’administration conserve la charge de la preuve et qu’il lui appartient de justifier que les éléments sur lesquels elle se base pour substituer les revenus reconstitués à l’évaluation de la base imposable en application des bases forfaitaires de taxation sont exacts ou à tout le moins fiables et complets.

De rechtspraak ter zake stelt dat de administratie de bewijslast behoudt en dat het haar toekomt te bewijzen dat de elementen waarop ze zich baseert om de inkomsten weder samen te stellen, ter evaluatie van de in toepassing van de forfaitaire grondslagen van aanslag vastgestelde belastbare basis, correct zijn of ten minste betrouwbaar en volledig.

En cas de carence du contribuable, ou si celui-ci n’emporte pas la conviction raisonnable du taxateur, les éléments précités ne peuvent dès lors, sans plus, être négligés.

Wanneer de belastingplichtige in gebreke blijft of wanneer hij de taxatieambtenaar niet de redelijke overtuiging kan bijbrengen, mogen de hiervoor vermelde elementen niet zonder meer worden genegeerd.

6. La communication et la conservation de livres et documents est une double obligation imposée à tous les contribuables. Les accords conclus avec les groupements professionnels prévoient que le taxateur peut refuser l’application du forfait lorsqu’il constate, soit que le contribuable n’a pas exigé ou délivré les documents prescrits en matière de TVA pour des opérations relatives à son activité professionnelle, soit que l’intéressé n’a pas respecté ses obligations concernant la tenue de livres et documents.

6. De mededeling en bewaring van boeken en bescheiden is een dubbele verplichting die opgelegd wordt aan alle belastingplichtigen. Trouwens de met de beroepsgroeperingen gesloten akkoorden bepalen dat de taxatieambtenaar de toepassing van het forfait mag weigeren indien hij vaststelt, hetzij dat de belastingplichtige de bescheiden die inzake BTW voor verrichtingen met betrekking tot zijn beroepswerkzaamheden zijn voorgeschreven, niet geeïst of uitgereikt heeft, hetzij dat de betrokkene zijn verplichtingen inzake het houden van boeken en bescheiden niet is nagekomen.

7. Les éléments ont été développés sous les points précédents.

7. De elementen werden in voorgaande punten besproken.

DO 2004200504639

DO 2004200504639

Question no 851 de M. Francis Van den Eynde du 24 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 851 van de heer Francis Van den Eynde van 24 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

TVA. — Contribuables. — Journal des recettes.

BTW. — Belastingplichtigen. — Dagontvangstenboek.

Les contribuables doivent tenir pour chaque siège d’exploitation un journal des recettes pour les opérations pour lesquelles ils n’ont pas d’obligation (cf. les articles 14 et 15 de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992).

De belastingplichtigen dienen per bedrijfszetel een dagboek van ontvangsten bij te houden voor de handelingen waarvoor geen verplichting bestaat (cf. artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992).

Certains contribuables tiennent d’ores et déjà à jour au moyen d’un logiciel informatique un registre détaillé de leurs recettes journalières (ventilées par nombre, par type et par montant) et disposent dès lors d’un inventaire précis de celles-ci. Ils sont toutefois tenus de retranscrire ces recettes totales dans un journal des recettes, conformément à la législation susmentionnée.

Nu reeds hebben sommige belastingplichtigen via een softwareprogramma op hun computer de dagontvangsten in aantal, soort en bedrag in detail bijgehouden, zodat ze over een behoorlijk detail van hun dagelijkse ontvangsten beschikken. Ze zijn echter verplicht die ontvangstentotalen opnieuw over te schrijven in een dagontvangstenboek zoals bepaald in voornoemde wetgeving.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15461

Ne conviendrait-il pas d’ajuster la législation sur ce point aux formes modernes de comptabilité et d’obliger seulement ces contribuables à conserver les listages journaliers, complets et ventilés par type, de leurs recettes, d’autant qu’ils sont tout de même contraints de les conserver en tant que partie de la comptabilité ?

Zou het niet aangewezen zijn de wetgeving op dit punt aan de moderne vormen van boekhouden aan te passen en deze belastingplichtigen alleen te verplichten de dagelijkse afdrukken van hun ontvangsten, in detail en per soort bij te houden, temeer ze deze als deel van de boekhouding toch verplicht moeten bewaren ?

Ce système réduirait en outre les obligations administratives auxquelles les contribuables sont tenus.

Dit zou tevens een vermindering inhouden van de administratieve verplichtingen van de belastingplichtige.

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 851 de M. Francis Van den Eynde du 24 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 851 van de heer Francis Van den Eynde van 24 juni 2005 (N.) :

La réglementation TVA exige à l’heure actuelle que pour chaque siège d’exploitation, l’assujetti inscrive dans le journal des recettes, par taux, au jour le jour, le montant total des recettes journalières relatives aux opérations pour lesquelles il n’existe pas d’obligation de délivrance de facture. En outre, à la fin de chaque période de déclaration, le montant total de la base d’imposition et de la taxe correspondante doivent être inscrits, par taux, dans le journal des recettes unique ou dans le journal centralisateur selon le cas. Cette obligation d’inscription manuelle cadre avec le souci de garantir l’intégrité des recettes et, par conséquent, d’éviter des manipulations ultérieures.

De BTW-reglementering vereist momenteel dat de belastingplichtige voor iedere bedrijfszetel, per onderscheiden BTW-tarief, het totale bedrag van de dagontvangsten met betrekking tot de handelingen waarvoor er geen verplichting bestaat tot het uitreiken van een factuur van dag tot dag inschrijft in het dagboek van ontvangsten. Bovendien dient op het einde van elke aangifteperiode, per tarief, het totaalbedrag van de maatstaf van heffing en van de overeenkomstige belasting met betrekking tot de periode, naargelang het geval in het enige dagboek van ontvangsten of in het centralisatieboek te worden ingeschreven. Deze verplichting tot manuele inschrijving kadert in de zorg om de integriteit van de ontvangsten te waarborgen en derhalve om latere manipulatie te voorkomen.

Lorsque l’assujetti l’estime opportun, il peut toutefois coller une « impression papier » des rapports financiers sur les pages du journal des recettes.

Echter, wanneer de belastingplichtige het opportuun acht, mag hij een « paper print » van de financie¨le rapporten op de bladen van het dagboek van ontvangsten kleven.

Pour autant qu’il soit satisfait aux conditions posées en la matière, et conformément aux décisions administratives ET 103 592 du 2 juin 2003 (pour les hoˆteliers, restaurateurs et autres exploitants d’établissements où sont consommés régulièrement des repas, ainsi que pour les entreprises de lavage de voitures automobiles) ou ET 103 018 du 2 juin 2003 (pour les autres assujettis) en matière de conservation digitale des tickets de caisses enregistreuses avec sécurisation des données par le biais d’un algorithme, l’assujetti ne doit pas tenir de journal des recettes par siège d’exploitation et peut se contenter des inscriptions — une seule fois par période de déclaration — dans le journal centralisateur.

Op voorwaarde dat voldaan is aan de ter zake gestelde voorwaarden dient de belastingplichtige, overeenkomstig de administratieve beslissingen ET 103 592 van 2 juni 2003 (voor hotelhouders, restauranthouders en andere exploitanten van inrichtingen waar regelmatig maaltijden worden verbruikt, alsook de bedrijven die automobielen wassen) of ET 103 018 van 2 juni 2003 (voor de andere belastingplichtigen) inzake het digitaal bewaren van kasticketten met versleuteling van de gegevens via een algoritme, echter geen dagboek van ontvangsten per bedrijfszetel te houden en kan hij zich beperken tot de inschrijvingen — éénmaal per aangifteperiode — in het centralisatieboek.

Mon administration est favorable à l’utilisation des techniques modernes en matière de comptabilité, à condition que la technologie utilisée offre des garanties suffisantes en matière d’intégrité des données enregistrées. Toutefois, comme il ressort du rapport au Roi rédigé à l’occasion de la réalisation de l’arrêté royal du 25 janvier 2005 en matière de loi sur la comptabilité, il appartient en première instance à la Commission des

Mijn administratie is voorstander om inzake boekhouding moderne technieken te gebruiken, op voorwaarde dat de gebruikte technologie voldoende waarborgen kan bieden inzake de integriteit van de geboekte gegevens. Zoals evenwel blijkt uit het verslag aan de Koning opgemaakt naar aanleiding van de realisatie van het koninklijk besluit van 25 januari 2005 inzake de wet op de boekhouding, behoort het in


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15462

normes comptables de prodiguer des conseils et des recommandations à ce sujet.

eerste instantie toe aan de Commissie voor boekhoudkundige normen om adviezen en aanbevelingen in dit verband uit te brengen.

DO 2004200504684

DO 2004200504684

Question no 864 de Mme Yolande Avontroodt du 29 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 864 van mevrouw Yolande Avontroodt van 29 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Utilisateurs de gasoil professionnel. — Récupération de l’augmentation du droit d’accise spécial sur le gasoil. — Transport de malades.

Professionele dieselgebruikers. — Terugvordering verhoging bijzondere accijns op diesel. — Ziekenvervoer.

Depuis 2004, certaines catégories d’utilisateurs de gasoil professionnel peuvent réclamer le remboursement de l’augmentation du droit d’accise spécial sur le gasoil pour les années 2004-2007. Cette exemption ne concerne cependant que le transport rémunéré de personnes au moyen de véhicules automobiles affectés à un service de taxis, le transport de marchandises, pour compte d’autrui ou pour compte propre, par des véhicules dont la masse maximale autorisée est égale ou supérieure à 7,5 tonnes et le transport de passagers par un véhicule automobile de catégorie M2 ou M3. Aucune mention n’est faite du transport des malades, qui est dès lors exclu du bénéfice de cette mesure.

Sedert 2004 kunnen bepaalde categoriee¨n professionele dieselgebruikers elke verhoging van de bijzondere accijns op diesel gedurende de jaren 2004 tot en met 2007terugvorderen. Enkel taxiondernemingen, vervoerders van goederen voor eigen rekening of voor rekening van derden met voertuigen met een maximaal toegelaten massa van meer dan 7,5 ton en vervoerders van personen met voertuigen van categoriee¨n M2 of M3 komen hiervoor in aanmerking. Het ziekenvervoer wordt hierbij niet vermeld en kan dan ook niet genieten van dit voordeel.

Envisagez-vous d’adapter la réglementation afin d’étendre la possibilité de récupérer l’augmentation du droit d’accise spécial sur le gasoil au transport des malades ?

Overweegt u de reglementering aan te passen opdat ook het ziekenvervoer de verhoging van de bijzondere accijns op diesel zou kunnen terugvorderen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 864 de Mme Yolande Avontroodt du 29 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 864 van mevrouw Yolande Avontroodt van 29 juni 2005 (N.) :

En réponse à la question posée, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre qu’actuellement le système « gasoil professionnel » ne s’applique pas au transport des malades. Je suis disposé à examiner des propositions d’élargissement allant dans ce sens.

In antwoord op de gestelde vraag heb ik de eer u mee te delen dat op dit ogenblik het systeem van de « professionele diesel » niet van toepassing is op het ziekenvervoer. Ik ben bereid de uitbreidingsvoorstellen in die zin te onderzoeken.

DO 2004200504708

DO 2004200504708

Question no 869 de Mme Muriel Gerkens du 30 juin 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 869 van mevrouw Muriel Gerkens van 30 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Plafond d’exonération de TVA pour les indépendants complémentaires.

Plafond voor de BTW-vrijstelling ten voordele van zelfstandigen in bijberoep.

Il est connu que beaucoup de gens qui veulent se lancer comme indépendant, commencent sous le statut d’indépendant complémentaire. En 2003, il s’agissait

Het is bekend dat mensen die een zelfstandige activiteit willen starten vaak als zelfstandige in bijberoep beginnen. In 2003 ging het om 151 571 personen en


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15463

de 151 571 personnes, un nombre qui augmente chaque année. C’est un statut qui est également important pour les artistes par exemple.

hun aantal stijgt elk jaar. Ook heel wat kunstenaars werken met zo’n statuut.

Selon l’article 56 du Code de la TVA, les indépendants à titre complémentaire qui offrent des services à des particuliers, ne paient pas de TVA si leurs revenus sont inférieurs à 5 580 euros (225 000 francs).

Volgens artikel 56 van het BTW-Wetboek hoeven de zelfstandigen in bijberoep die diensten voor particulieren verrichten geen BTW te betalen indien hun jaaromzet niet meer bedraagt dan 5 580 euro (225 000 frank).

L’arrêté est paru le 31 décembre 1992 et a donc déjà plus que douze ans. Ce montant est assez faible, et il n’a jamais été revu ni même indexé, en dehors d’une adaptation arrondie à l’euro en 2002. Or, une fois ce seuil dépassé, les complexités administratives sont très importantes.

Dat bedrag is opgenomen in een koninklijk besluit dat op 31 december 1992 werd gepubliceerd en het is dus al meer dan twaalf jaar oud. Het gaat om een vrij bescheiden bedrag, dat nooit werd herzien of geı¨ndexeerd. In 2002 werd het, naar aanleiding van de omzetting in euro, enkel afgerond. Eens dat bedrag wordt overschreden, begint de administratieve rompslomp.

On pourrait attendre d’un gouvernement qui a promis de créer 200 000 emplois supplémentaires d’ici 2007 d’attacher beaucoup d’importance à ce statut.

Van een regering die beloofde tegen 2007 200 000 extra banen te zullen scheppen, mogen we verwachten dat ze dit statuut de nodige aandacht geeft.

1. N’est-il pas anormal que le plafond de l’arrêté de 1992 n’a pas été indexé pendant douze ans ?

1. Lijkt het u niet abnormaal dat het plafond van het besluit van 1992 gedurende de afgelopen twaalf jaar nooit werd geı¨ndexeerd ?

2. Envisagez-vous d’adapter ce plafond, et ainsi d’augmenter la marge de manœuvre des personnes qui veulent se lancer comme indépendant ?

2. Overweegt u dat plafond op te trekken zodat kandidaat-zelfstandigen wat meer ruimte krijgen ?

3. Quelles mesures prévoyez-vous pour rendre ce statut attrayant ?

3. Welke maatregelen zal u nemen om dat statuut aantrekkelijker te maken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 juillet 2005, à la question no 869 de Mme Muriel Gerkens du 30 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 juli 2005, op de vraag nr. 869 van mevrouw Muriel Gerkens van 30 juni 2005 (Fr.) :

Le régime dont il s’agit permet aux petites entreprises dont le chiffre d’affaires ne dépasse pas 5 580 euros de bénéficier de la franchise de la taxe pour les opérations qu’elles effectuent. En revanche, ces mêmes entreprises ne peuvent pas déduire la taxe ayant grevé les biens et les services qu’elles utilisent pour effectuer leurs opérations en franchise de la taxe.

De bedoelde regeling laat de kleine ondernemingen waarvan het omzetcijfer 5 580 euro niet overschrijdt, toe de belastingvrijstelling te genieten voor de handelingen die ze verrichten. Die ondernemingen kunnen evenwel de belasting geheven op de goederen en diensten die ze gebruiken voor het verrichten van hun vrijgestelde handelingen niet in aftrek brengen.

Le seuil de 5 580 euros appliqué en Belgique a pour base légale l’article 24, point 2, b), de la sixième directive 77/388/CEE du Conseil du 17 mai 1977.

De in Belgie¨ toegepaste drempel van 5 580 euro steunt op artikel 24, punt 2, b), van de zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977.

La disposition précitée ne donne aucune faculté aux E´tats membres auxquels elle s’applique quant à une possibilité d’augmenter ledit seuil.

Voornoemde bepaling geeft aan de lidstaten waarop ze van toepassing is, geen enkele mogelijkheid om voornoemde drempel te verhogen.

En 1992, lors des discussions communautaires relatives à l’instauration du régime transitoire de la taxe et, lors de l’introduction en Belgique du régime de la franchise, l’opportunité de demander un relèvement du seuil s’est offerte à la Belgique mais cette dernière n’a pas jugé utile, pour des raisons budgétaires, de requérir un autre seuil que celui fixé par l’article 24, point 2, b), précité. Actuellement, compte tenu de ce

Tijdens de communautaire besprekingen in 1992 betreffende de invoering van de overgangsregeling van de belasting en de invoering in Belgie¨ van de vrijstellingsregeling, werd aan Belgie¨ de kans gegeven om een verhoging van de drempel te vragen. Om budgettaire redenen werd dit laatste, het aanvragen van een andere drempel dan deze bepaald door voornoemd artikel 24, punt 2, b), niet nuttig geacht. Gelet op hetgeen vooraf-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15464

qui est dit ci-avant, il ne lui est donc normalement pas permis de relever ce seuil de 5 580 euros.

gaat is het thans dus niet toegestaan de drempel van 5 580 euro te verhogen.

Il est à noter que si des seuils plus élevés sont pratiqués dans d’autres E´tats membres, c’est qu’ils ont fait l’objet d’une négociation lors de l’adhésion de ces E´tats membres à l’UE.

Er wordt opgemerkt dat indien hogere drempels worden toegepast in de andere lidstaten, dit het voorwerp heeft uitgemaakt van onderhandelingen naar aanleiding van de toetreding van deze lidstaten.

Néanmoins, il convient de signaler à l’honorable membre qu’une proposition de directive du Conseil du 29 octobre 2004 (COM-2004-728), modifiant la directive 77/388/CEE en vue de simplifier les obligations relatives à la taxe sur la valeur ajoutée, comporte un volet relatif aux petites et moyennes entreprises qui autoriserait les E´tats membres à appliquer un régime de franchise, pour les assujettis dont le chiffre d’affaires ne dépasse pas un seuil pouvant être fixé à un montant maximal de 100 000 euros.

Niettemin dient het geachte lid erop worden gewezen dat een voorstel van richtlijn van de Raad van 29 oktober 2004 (COM-2004-728), tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging van de BTW-verplichtingen, een luik bevat met betrekking tot de kleine en grote ondernemingen, dat de lidstaten zal toelaten een vrijstellingsregeling toe te passen voor de belastingplichtigen waarvan het omzetcijfer een drempel, die kan worden vastgelegd op een bedrag van maximum 100 000 euro, niet overschrijdt.

C’est dans ce dernier contexte que la problématique de la franchise en Belgique pourra être réexaminée.

Het is in deze context dat de problematiek van de vrijstelling in Belgie¨ kan worden herbekeken.

DO 2004200504780

DO 2004200504780

Question no 881 de M. Stijn Bex du 12 juillet 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 881 van de heer Stijn Bex van 12 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Service bancaire de base pour les demandeurs d’asile.

Basisbankdiensten aan asielzoekers.

Les demandeurs d’asile dont la procédure est « en cours » en Belgique ne pourraient plus obtenir auprès de la Banque KBC le service bancaire de base, comme l’ouverture d’un compte à vue et le droit de base à 24 retraits d’argent gratuits. Le dispositif antiblanchiment impose aux institutions financières des obligations d’identification des clients au moyen de documents officiels. D’après la Banque KBC, cette obligation d’identification et sa stricte interprétation ne leur permet plus d’accepter certains documents présentés par des demandeurs d’asile et, dès lors, de leur octroyer le service bancaire de base.

Wie in Belgie¨ asiel aanvraagt en « in procedure » is, zou voor basisbankdiensten zoals het openen van een zichtrekening en het basisrecht op 24 gratis geldafhalingen, niet meer terechtkunnen bij de KBC Bank. De antiwitwasregeling bepaalt voor financie¨le instellingen een identificatieregeling aan de hand van officie¨le documenten. Volgens deze bank dwingt deze identificatieverplichting en de strikte interpretatie ervan, hen bepaalde documenten van asielzoekers niet te aanvaarden en basisbankdiensten aan betrokkene te weigeren.

L’article 8, § 1er, alinéa 2 du règlement de la Commission bancaire, financière et des assurances du 27 juillet 2004 (approuvé par l’arrêté royal du 8 octobre 2004) prévoit pourtant explicitement une exception à l’obligation générale d’identification de personnes au moyen de leur carte d’identité ou de leur passeport pour les personnes ne disposant pas d’un certificat d’inscription au registre des étrangers en raison de leur statut, lorsqu’une procédure de demande d’asile est en cours. Un document en cours de validité émis par les autorités publiques belges et qui atteste de la légalité de leur séjour en Belgique, suffit dans ces cas. ` la suite de son interprétation du dispositif antiA blanchiment, la banque avait décidé en première instance d’instaurer un refus général des demandeurs

Nochtans wordt in artikel 8, § 1, tweede lid van het reglement van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 27 juli 2004 (goedgekeurd bij koninklijk besluit van 8 oktober 2004) expliciet een uitzondering gemaakt op de algemene identificatieverplichting aan de hand van de identiteitskaart en paspoort, voor mensen die nog in procedure zijn en vanwege dat statuut niet over een inschrijvingsbewijs in het vreemdelingenregister beschikken. In deze gevallen volstaat een geldig, door de Belgische openbare overheden uitgereikt document dat de wettelijkheid van hun verblijf in Belgie¨ attesteert.


2004

In een eerste reactie stelde voornoemde bank, door hun interpretatie van de antiwitwasregeling, een algemene weigering in van asielzoekers als clie¨nteel. Na de 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15465

d’asile comme clients. Après la critique, mentionnée ci-dessus, de la Commission bancaire, financière et des assurances, ce refus systématique a ensuite été nuancé. La banque indique désormais dans son règlement interne que dans un certain nombre de cas, certains documents produits par des demandeurs d’asile n’offrent pas assez de sécurité quant à l’identification des intéressés. Aussi chaque demande de services bancaires de base formulée par un demandeur d’asile sera-t-elle examinée au cas par cas et évaluée sur une base ad hoc. La banque considère que cette nouvelle ligne de conduite en la matière n’est rien d’autre qu’une application de la « politique d’acceptation des clients sensible aux risques », découlant de la législation antiblanchiment. Ceci signifie qu’à l’avenir, cette institution financière peut décider elle-même si les documents fournis par un demandeur d’asile à des fins d’identification, répondent aux conditions de l’article 8, § 1er, alinéa 2 du règlement.

hierboven aangehaalde kritiek van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBFA), werd deze systematische weigering genuanceerd. De bank stelt nu als interne regeling voorop dat bepaalde documenten van asielzoekers in een aantal omstandigheden onvoldoende zekerheid bieden voor de identificatie van de betrokkene. Indien een asielzoeker basisbankdiensten aanvraagt, zal dan ook geval per geval worden bekeken en op een ad hoc basis worden gee¨valueerd. Volgens deze bank is dit nieuwe beleid terzake enkel een toepassing van « een risicobewust acceptatiebeleid », ingegeven door de antiwitwaswetgeving. Dit betekent dat in het vervolg deze financie¨le instelling zelf kan bepalen of de documenten voorgelegd door een asielzoeker ter identificatie, voldoet aan de vereiste van artikel 8, § 1, tweede lid van het reglement.

1. Le refus de certains documents de demandeurs d’asile délivrés par une autorité publique belge constitue-t-il une application de la politique d’acceptation des clients sensibles aux risques tel qu’elle est définie dans le dispositif antiblanchiment ?

1. Is het niet aanvaarden van bepaalde documenten van asielzoekers uitgereikt door een Belgische openbare overheid, een toepassing van risicobewust acceptatiebeleid in de zin van de antiwitwasregelgeving ?

2. a) Existe-t-il en Belgique des documents (liés au séjour) délivrés aux demandeurs d’asile par une autorité publique belge et qui ne peuvent pas être considérés comme des documents au sens de l’article 8, § 1er, alinéa 2 du règlement du 27 juillet 2004 ?

2. a) Bestaan er documenten (die verband houden met het verblijf) in Belgie¨ die door een Belgische openbare overheid aan een asielzoeker worden uitgereikt en die niet mogen worden begrepen als documenten in de zin van artikel 8, § 1, tweede lid van het reglement van 27 juli 2004 ?

b) Dans l’affirmative, de quels documents s’agit-il ?

b) Zo ja, welke documenten zijn dit dan ?

3. Comment réagissez-vous au fait que cette interprétation, qu’elle soit appliquée de manière systématique ou au cas par cas, a pour conséquence qu’un certain groupe de personnes de nationalité étrangère et résidant en Belgique, soit exclu du service bancaire de base ?

3. Hoe staat u tegenover het feit dat deze interpretatie, systematisch of van geval tot geval toegepast, tot gevolg heeft dat een bepaalde groep personen met een buitenlandse nationaliteit, verblijvend in Belgie¨ uitgesloten worden van basisbankdiensten ?

4. Quelle solution proposez-vous si une personne dont la demande d’asile est déclarée recevable et qui est donc en mesure de travailler et de louer un logement, ne peut effectuer des opérations financières parce que le service bancaire de base lui est refusé ?

4. Welke oplossing stelt u voor indien een persoon wiens asiel ontvankelijk wordt verklaard en dus in staat is arbeid te verrichten en een woning te huren, geen geldverrichtingen kan doen vermits de basisbankdiensten worden geweigerd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 28 juillet 2005, à la question no 881 de M. Stijn Bex du 12 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 28 juli 2005, op de vraag nr. 881 van de heer Stijn Bex van 12 juli 2005 (N.) :

La loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l’utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme requiert que l’identité des clients soit vérifiée au moyen d’un « document probant ». Elle ne définit en revanche pas de manière précise et détaillée quels documents peuvent être admis à ce titre, mais charge les autorités compétentes, dont la CBFA pour les entreprises soumi-

De wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financie¨le stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme houdt in dat de identiteit van de clie¨nten wordt gecontroleerd via een « relevant document ». Ze bepaalt echter niet op precieze en gedetailleerde wijze welke documenten daartoe kunnen dienen maar belast de bevoegde overheid, waaronder het CBFA voor de ondernemingen die


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15466

ses à ses compétences de controˆle, de préciser les modalités de cette obligation.

aan de controlebevoegdheden ervan onderworpen zijn, de modaliteiten van deze verplichting te preciseren.

Dans ce contexte, le règlement du 27 juillet 2004 de la CBFA relatif à la prévention du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme, approuvé par arrêté royal du 8 octobre 2004, a été rédigé de manière à n’exclure aucune personne séjournant légalement en Belgique de la possibilité d’y bénéficier de services financiers. Ainsi, à défaut de passeport étranger, de carte d’identité délivrée par les autorités belges ou de certificat d’inscription au registre des étrangers, l’article 8, § 1er, alinéa 2, autorise, dans le cadre de l’application de la loi anti-blanchiment, de vérifier l’identité d’un client étranger au moyen du document en cours de validité émis par les autorités publiques belges qui atteste de la légalité de son séjour en Belgique. Dans le commentaire qu’elle a fourni de son règlement dans sa circulaire du 22 novembre 2004, la CBFA a précisé (sous le point 4.3.1.2) que le document concerné peut différer selon le statut légal sous lequel l’étranger est autorisé à demeurer, soit durablement, soit temporairement, sur le territoire belge.

In deze context, werd het reglement van 27 juli 2004 van de CBFA tot voorkoming van het witwassen van kapitalen en de financiering van terrorisme dat goedgekeurd werd door het koninklijk besluit van 8 oktober 2004, opgesteld zodat niemand die wettelijk in Belgie¨ verblijft kan uitgesloten worden van de mogelijkheid om er de financie¨le diensten te genieten. Aldus, bij gebrek aan een buitenlands paspoort of van een identiteitskaart uitgereikt door de Belgische overheden of van een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, laat artikel 8, § 1, lid 2, in het kader van de anti-wiswaswet toe, de identiteit van een buitenlandse clie¨nt te controleren aan de hand van een door de Belgische autoriteiten uitgereikt geldig document dat de wettelijkheid van hun verblijf in Belgie¨ attesteert. In de commentaar betreffende dit reglement in zijn rondschrijven van 22 november 2004, preciseert de CBFA (onder punt 4.3.1.2) dat het betrokken document kan verschillen naargelang het wettelijke statuut dat de buitenlander toelaat hetzij duurzaam of tijdelijk op Belgisch grondgebied te verblijven

Au-delà de la question de l’identification des clients, le règlement de la CBFA requiert également (article 30) que les établissements financiers mettent en œuvre une politique d’acceptation des clients appropriée pour leur permette de concourir pleinement à la prévention du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme par une prise de connaissance et un examen approprié des caractéristiques des nouveaux clients qui les sollicitent et/ou des services ou opérations pour lesquels ils les sollicitent. Cet examen apparaıˆt notamment nécessaire pour que les établissements financiers adoptent dans toute la mesure du possible le comportement le plus approprié en vue prévenir le blanchiment de capitaux et le financement du terrorisme.

Behoudens de kwestie van het identificeren van clie¨nten houdt het CBFA-reglemem ook in (artikel 30) dat de financie¨le instellingen een aan hun activiteiten aangepast clie¨nt-acceptatiebeleid dienen uit te stippelen en ten uitvoer te leggen, dat hun in staat stelt hun volledige medewerking te verlenen aan de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme door op passende wijze kennis te nemen van en een onderzoek in te stellen naar de kenmerken van nieuwe clie¨nten die een beroep op hun doen, en of de diensten of verrichtingen waarvoor die clie¨nten een beroep op hun doen. Dit onderzoek lijkt namelijk noodzakelijk zodat de financie¨le instellingen, in die mate van het mogelijke, de meest aangepaste houding zouden innemen tot voorkoming van witwassen van kapitalen en financiering van terrorisme.

Cette politique d’acceptation doit notamment leur permettre d’exercer de manière adéquate leurs obligations de vigilance constante à l’égard des opérations réalisées par leurs clients, et d’attacher une attention particulière à celles de ces opérations qui n’apparaissent pas cohérentes avec ce qu’ils connaissent de leurs clients. Le cas échéant, si cet examen fait apparaıˆtre des soupçons de blanchiment de capitaux ou de financement du terrorisme, l’établissement financier a l’obligation de procéder à une déclaration auprès de la CTIF.

Dit acceptatiebeleid moet hun, inzonderheid, toelaten op adequate manier hun permanente toezichtsverplichtingen uit te oefenen in verband met de operaties van hun clie¨nten en een bijzondere aandacht wijden aan operaties die niet coherent lijken met wat ze van hun clie¨nten afweten. Indien, desgevallend het onderzoek uitwijst dat er een vermoeden bestaat voor het witwassen van kapitalen of financiering van terrorisme dient de financie¨le instelling een verklaring in te dienen bij de CFI.

Si l’ensemble de ces obligations visent à prévenir aussi efficacement qu’il soit possible l’utilisation des établissements financiers à des fins de blanchiment de capitaux et de financement du terrorisme, elles n’ont

Indien deze verplichtingen weliswaar bedoeld zijn tot het zo efficie¨nt mogelijk voorkomen van het gebruik van deze financie¨le instellingen voor het witwassen van kapitalen en de financiering van terro-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15467

pas pour effet d’interdire l’accès des personnes qui ont introduit une demande d’asile à des services financiers.

risme is de bedoeling ervan echter niet het weigeren van de toegang tot de financie¨le diensten van personen die een aanvraag tot asielverlening hebben ingediend.


Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

DO 2004200503200

DO 2004200503200

Question no 416 de M. Willy Cortois du 25 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 416 van de heer Willy Cortois van 25 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Aménagement d’une liaison ferroviaire entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré. — Vente de terrains.

NMBS. — Aanleg van een spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet. — Verkoop van terreinen.

Le conseil d’administration de la SNCB a approuvé récemment le budget d’investissement pour 2005.

Recentelijk heeft de raad van bestuur van de NMBS het investeringsbudget voor 2005 goedgekeurd.

Une légère diminution, que le ministre avait annoncée lors de l’élaboration du budget fédéral, est à noter par rapport à 2004. D’autre part, la SNCB a annoncé la vente de certains de ses biens immobiliers, représentant une quarantaine de terrains. Le terrain de la gare de formation de Schaerbeek jouxte le territoire de la Région flamande et a déjà fait l’objet de diverses spéculations et contestations avec la Région de Bruxelles-Capitale.

Er valt een lichte daling te noteren ten opzichte van 2004, daling die de minister in het vooruitzicht stelde bij de opmaak van de begroting van de federale regering. Anderzijds heeft de NMBS ter kennis gebracht bepaalde van haar onroerende bezittingen — een veertigtal terreinen — van de hand te zullen doen. Een gedeelte van dit patrimonium, meer bepaald het vormingsstation van Schaarbeek, grenst aan het Vlaams Gewest en was reeds het voorwerp van diverse speculaties en betwistingen met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Pour permettre la poursuite du développement économique de la Région, les autorités bruxelloises souhaitent l’aménagement d’une liaison directe entre le port de Bruxelles et le réseau ferré. La Commission européenne a d’ailleurs recommandé, il y a quelques années, dans un Livre blanc, le développement du transport intermodal de marchandises par le biais d’une étroite interaction entre le rail, la route et les voies fluviales.

Een rechtstreekse verbinding van de haven van Brussel met het spoorwegnet wordt door de Brusselse instanties nagestreefd met het oog op de verdere economische ontwikkeling. Enkele jaren geleden heeft de Europese Commissie in een « Witboek » overigens de ontwikkeling aanbevolen van het modale goederenvervoer, door een nauwe samenwerking tussen het spoor, de weg en de waterwegen.

1. a) La SNCB a-t-elle déjà pris une décision en ce qui concerne l’aménagement d’une liaison ferroviaire entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré ?

1. a) Werd reeds een beslissing genomen door de NMBS in verband met de aanleg van een spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet ?

b) Quelle solution a été privilégiée ?

b) Welke oplossing heeft de voorkeur gekregen ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15468

c) Dans quel délai cette liaison devrait-elle être réalisée ?

c) Op welke termijn zou deze verbinding tot stand moeten komen ?

2. Quelles mesures concrètes la SNCB a-t-elle déjà prises dans le cadre du Livre blanc européen en vue de promouvoir le transport intermodal de marchandises ?

2. Welke concrete maatregelen heeft de NMBS reeds getroffen in het kader van het Europees Witboek om het modale goederenvervoer te bevorderen ?

3. a) La SNCB a-t-elle déjà effectivement vendu certains des terrains dont la vente avait été annoncée récemment ?

3. a) Is de NMBS reeds overgegaan tot de verkoop van de terreinen die recentelijk in het vooruitzicht werden gesteld ?

b) Une vente publique a-t-elle eu lieu ?

b) Werd een openbare verkoping gehouden ?

c) Quel est le produit du transfert d’une partie du patrimoine de la SNCB ?

c) Wat is de opbrengst geweest van de overdracht van een gedeelte van patrimonium van de NMBS ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2005, à la question no 416 de M. Willy Cortois du 25 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2005, op de vraag nr. 416 van de heer Willy Cortois van 25 januari 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. a), b) et c) Actuellement, l’avant-port est relié au ` court terme, faisceau C de Schaerbeek. A aucune modification n’est prévue au niveau de cette liaison. Un nouveau raccordement ferroviaire a aussi été prévu pour l’avant-port dans le cadre du projet de nouveau terminal TGV à Schaerbeek. Pour l’instant, ce dossier n’est pas d’actualité.

1. a), b) et c) Op dit ogenblik is de voorhaven aangesloten op de bundel C van Schaarbeek. Er worden op korte termijn geen wijzigingen voorzien aan deze verbinding. In het kader van het project van een nieuwe HST-terminal in Schaarbeek werd ook een nieuwe spooraansluiting voor de voorhaven voorzien. Op het ogenblik is dit dossier niet actueel.

2. Pour ce qui concerne le transport de marchandises, la SNCB est soumise aux lois du marché et ne peut prendre des mesures unilatérales de support au transfert modal qui auraient pour effet de fausser la concurrence.

2. Voor het goederenvervoer is de NMBS onderworpen aan de wetten van de markt en kan ze geen unilaterale maatregelen treffen ter ondersteuning van de modale transfer waardoor de concurrentie zou worden vervalst.

Ensuite, l’activité marchandises est en restructuration lourde afin d’arriver à l’équilibre économique. Que cela ait pu jusqu’à présent se passer sans fermeture d’installations ni perte de trafic est déjà un succès qui peut être interprété comme un soutien au modal shift.

Het is eveneens zo dat de goederenactiviteit grondig wordt geherstructureerd om te komen tot een economisch evenwicht. Dat dit tot dusver is kunnen gebeuren zonder sluiting van installaties en zonder vervoersverlies is reeds een succes dat kan worden geı¨nterpreteerd als ondersteuning van de modal shift.

Sur un plan général, B-Cargo travaille avec des partenaires étrangers au développement de concepts novateurs qui, en cas de succès, augmenteront fortement l’attractivité du rail sur les relations internationales.

Algemeen genomen werkt B-Cargo met buitenlandse partners aan de ontwikkeling van nieuwe concepten die, bij succes, de aantrekkelijkheid van het spoor op internationale verbindingen sterk zullen doen toenemen.

En juin 2004, B Cargo et la filiale IFB ont lancé le concept Narcon, qui permet de transférer de la route vers le rail l’équivalent de 1 500 000 camions-km par mois. Narcon est un franc succès, tout en n’étant malheureusement pas économiquement viable sans support public aux opérateurs de transport combiné.

In juni 2004 hebben B-Cargo en filiaal IFB het concept Narcon opgestart, dat het mogelijk maakt het equivalent van 1 500 000 vrachtwagens-km per maand over te hevelen van de weg naar het spoor. Narcon is een onvervalst succes maar is economisch niet leefbaar zonder overheidssteun aan de operatoren voor gecom-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15469

Un dossier est dans ce sens en discussion avec les autorités européennes.

bineerd vervoer. Een dossier wordt in dit verband besproken met de Europese overheden.

En 2004, en conjuguant les efforts de IFB et de B-Cargo, d’importants volumes ont été transportés par fer vers le port de Bruxelles qui avait rassemblé des conditions propices à cet effet. Par contre, une étude récente réalisée par un consultant neutre et expérimenté montre que les potentiels ferroviaires objectifs en région de Bruxelles-Capitale sont assez limités.

In 2004 werden dankzij de gezamenlijke inspanningen van IFB en B-Cargo belangrijke volumes per spoor vervoerd naar de haven van Brussel, die hiervoor gunstige voorwaarden had gecreeërd. Daarentegen toont een recente studie door een neutrale en ervaren consultant aan dat de objectieve spoorwegmogelijkheden in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vrij beperkt zijn.

3. La SNCB Holding n’a pas procédé à la vente des terrains afférents à la liaison ferroviaire existante entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré.

3. De NMBS-Holding is niet overgegaan tot de verkoop van de terreinen die betrekking hebben op de bestaande spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet.

DO 2004200503704

DO 2004200503704

Question no 481 de M. Dirk Claes du 16 mars 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 481 van de heer Dirk Claes van 16 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Travaux sur la ligne 36 Louvain-Bruxelles.

NMBS. — Werken op lijn 36 Leuven. — Brussel.

Il convient de convaincre de plus en plus de navetteurs de laisser leur voiture chez eux pour se rendre en train dans la capitale. Le Réseau Express Régional (RER), réseau de lignes ferroviaires à destination de Bruxelles, doit apporter une solution dans ce cadre en permettant de désengorger les accès à la capitale. Il doit également permettre aux navetteurs, y compris ceux qui habitent entre Louvain et Bruxelles, d’atteindre aisément la capitale en train. Lorsque les travaux de modernisation seront achevés, les trains entre Louvain et Bruxelles pourront circuler plus rapidement et à une fréquence plus élevée. Si l’on entend convaincre les automobilistes invétérés de prendre le train, des gares confortables devront également être aménagées.

Meer pendelaars moeten overtuigd worden hun auto thuis te laten en met de trein naar de hoofdstad te komen. Het Gewestelijk Expressnet (GEN), een net van spoorlijnen gericht op Brussel, moet daarbij een oplossing bieden voor het dichtslibben van de invalswegen naar Brussel. Het moet mensen, ook zij die tussen Leuven en Brussel wonen, de kans geven om vlot met de trein de hoofdstad te bereiken. Dankzij deze moderniseringswerken zal de reistijd tussen Brussel en Leuven verminderen en zijn meer frequente verbindingen mogelijk. Daaraan moeten ook confortabele stations worden gekoppeld als men de verstokte automobilisten wil overtuigen de trein te nemen.

Actuellement, la situation sur cette ligne est loin d’être idéale. Par exemple, pour se rendre de la gare de Kortenberg à celle de Bruxelles-Central, distantes de 14 km à peine, le voyageur a le choix entre prendre un train qui assure une liaison directe une fois par heure ou faire un détour par Louvain, la durée du trajet étant alors de plus d’une heure. Par ailleurs, des conteneurs ont remplacé les locaux de la gare de Kortenberg.

Ondertussen is de huidige situatie op deze lijn verre van ideaal. Bijvoorbeeld om van Kortenberg naar Brussel-Centraal te reizen, een afstand van slechts 14 km heeft een reiziger twee mogelijkheden, één rechtstreekse per uur of een ommetje van meer dan een uur langs Leuven. Ondertussen is het station in Kortenberg vervangen door een aantal containers.

1. Quand les travaux en cours sur la ligne 36 se termineront-ils et quand les quatre voies seront-elles mises en service ?

1. Wanneer zullen de werken op lijn 36 definitief beeïndigd zijn en zullen de vier lijnen in gebruik zijn ?

2. Quand la liaison directe entre Louvain et l’aéroport sera-t-elle mise en service ?

2. Wanneer zal de rechtstreekse verbinding tussen Leuven en de luchthaven in gebruik zijn ?

3. En attendant la fin des travaux, serait-il possible d’augmenter le nombre d’arrêts entre Louvain et Bruxelles ?

3. Ziet u een mogelijkheid om in afwachting van de realisatie van de werken meer treinen te laten stoppen tussen Leuven en Brussel ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15470

4. Les arrêts situés sur la ligne entre Louvain et Bruxelles bénéficieront-ils d’une meilleure desserte à l’issue des travaux ?

4. Zullen de stations gelegen tussen Leuven en Brussel, na de voltooiing van de werken, frequentere treinen in beide richtingen hebben ?

5. Dans l’affirmative, ceci ne risque-t-il pas de porter atteinte à la rapidité de la liaison entre Louvain et Bruxelles ?

5. Zal dit laatste gebeuren zonder te raken aan de snellere verbinding tussen Leuven en Brussel ?

6. a) La SNCB envisage-t-elle la construction de nouvelles gares sur le trajet de la ligne 36 ?

6. a) Plant de NMBS de bouw van nieuwe stations op het traject van lijn 36 ?

b) Dans l’affirmative, ou` et dans quels délais ?

b) Zo ja, waar en tegen welke termijn ?

c) La SNCB dispose-t-elle des budgets nécessaires à cet effet ?

c) Zijn daarvoor de nodige budgetten voorhanden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2005, à la question no 481 de M. Dirk Claes du 16 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2005, op de vraag nr. 481 van de heer Dirk Claes van 16 maart 2005 (N.) :



1. Les nouvelles voies de la ligne 36, situées à l’extérieur, sont en service depuis 2003. L’aménagement des nouvelles voies intérieures est en cours. Fin 2005, cette ligne sera techniquement prête et mise en service pour être empruntée à 120 km/h.

1. De nieuwe buitensporen op lijn 36 zijn in dienst sedert 2003. De aanleg van de nieuwe binnensporen is momenteel in uitvoering. Deze lijn zal technisch klaar zijn en in gebruik genomen worden tegen 120 km/u eind 2005.

L’ensemble de la ligne à quatre voies sera définitivement achevée pour 2007, une fois que les différentes finitions seront terminées, dont entre autres la pose d’écrans antibruit et l’installation du nouveau système de signalisation pour la grande vitesse à 200 km/h. ` partir du 11 décembre 2005, la SNCB 2 à 4. A mettra en place deux fois par heure une liaison ferroviaire directe entre Louvain et l’aéroport.

Na de nodige diverse afwerking, onder andere het plaatsen van geluidschermen en installeren van het nieuwe seininrichtingssysteem voor hoge snelheid aan 200 km/u, zal de volledige lijn met vier sporen definitief afgewerkt zijn tegen 2007.

Des améliorations supplémentaires ne seront possibles que lorsque les quatre voies de la ligne 36 seront totalement disponibles, c’est-à-dire pas avant décembre 2007. La SNCB organisera alors deux trains locaux par heure entre Louvain et Bruxelles durant toute la journée.

Bijkomende verbeteringen zijn niet mogelijk voó´r de totale beschikbaarheid van de vier sporen op lijn 36 dat wil zeggen voó´r december 2007. Op dat moment wil de NMBS twee lokale treinen per uur inleggen tussen Leuven en Brussel gedurende de hele dag.

5. L’objectif principal de l’aménagement de quatre voies entre Louvain et Bruxelles est de créer une capacité suffisante pour pouvoir réaliser une offre très fréquente de trains tant rapides que locaux entre les deux villes, en plus des trains à grande vitesse en direction de l’Allemagne.

5. De hoofdreden voor het aanleggen van vier sporen tussen Leuven en Brussel is voldoende capaciteit te cree¨ren om zowel een hoogfrequent aanbod van snelle als van lokale treinen tussen beide steden te kunnen realiseren samen met hogesnelheidstreinen richting Duitsland.

6. Les termes « gare » et « baˆtiment de gare » sont réservés aux endroits où des tickets sont vendus et ce, par opposition aux « points d’arrêt » où aucun ticket de train n’est vendu.

6. De term station en stationsgebouw worden voorbehouden voor die plaatsen waar tickets verkocht worden, dit in tegenstelling tot « stopplaatsen » waar geen treintickets kunnen gekocht worden.

La SNCB souhaite poursuivre la vente de titres de transport, tant à Kortenberg qu’à Zaventem.

De NMBS wil de verkoop van vervoerbewijzen zowel in Kortenberg als Zaventem verderzetten.


2004

2 tot 4. De NMBS legt vanaf 11 december 2005 tweemaal per uur een rechtstreekse treinverbinding in tussen Leuven en de luchthaven.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15471

Dans tous les cas (gare ou point d’arrêt), un baˆtiment comprenant entre autres une salle d’attente est prévu à Kortenberg. Le baˆtiment est du type « glazed box », ce qui correspond à un baˆtiment vitré quelque peu transparent et ce, indépendamment du fait qu’un guichet soit prévu ou non. En outre, les quais sont équipés d’auvents sur une longueur d’au moins 50 m et l’entièreté du quai est muni d’un revêtement de sol.

In alle gevallen (station of stopplaats) is er in Kortenberg een gebouw voorzien met ondermeer een wachtzaal. Het gebouw is van het type « glazed box », hetgeen impliceert dat het een vrij transparant glazen gebouw betreft, en dit onafhankelijk of er nu in een loket wordt voorzien of niet. Bovendien worden de perrons over een lengte van minstens 50 m uitgerust met luifels en wordt het perron volledig verhard.

Un budget de 16 millions d’euros est affecté à la réalisation de cet ensemble.

Een budget van 16 miljoen euro is uitgetrokken voor de realisatie van dit geheel.



DO 2003200432111

DO 2003200432111

Question no 352 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 352 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services d’accueil de la police. ` mes yeux, les services d’accueil de la police revêA tent une grande importance parce qu’ils jouent un roˆle capital au niveau des relations entre la police et les citoyens et qu’ils sont en quelque sorte le visage de la police de proximité. De bonnes conditions d’accessibilité sont primordiales. Dans le cadre de l’évaluation des services d’accueil, il importe de connaıˆtre l’évolution du recours à ces services.

Onthaaldiensten van de politie. De onthaaldiensten van de politie zijn mijns inziens belangrijk, omdat ze een grote rol spelen in de relatie politie-burger en in de vormgeving van de nabijheidspolitie. Laagdrempeligheid speelt hierbij een voorname rol. Voor de evaluatie van de diensten onthaal, is het van belang te weten welke de evolutie is van de benutting ervan.

Pourriez-vous me fournir, pour les années 2001, 2002 et 2003, les informations suivantes :

Kan u voor de jaren 2001, 2002 en 2003 meedelen :

1. Le nombre de personnes qui se sont présentées spontanément auprès des services d’accueil de la police;

1. Hoeveel personen dienden zich spontaan aan bij de onthaaldiensten van de politie ?

2. L’évolution de la capacité à prévoir pour ces services d’accueil ?

2. Wat is de evolutie van de capaciteit die moet worden voorbehouden aan het onthaal ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 352 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 352 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) :

En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

1. Les chiffres demandés ne sont pas disponibles au niveau central. C’est la raison pour laquelle la Commission permanente de la police locale s’est renseignée auprès des zones de police en la matière.

1. De gevraagde cijfers zijn centraal niet beschikbaar, daarom heeft de Vaste Commissie van de lokale politie de politiezones hierover bevraagd.

Sur les 196 zones, 94 ont répondu au total (Fl : 65; Br : 2; W : 27); pour la période 2001-2003, 51 zones

Van de 196 zones hebben er in totaal 94 geantwoord (Vl : 65; Br : 2; W : 27); 51 zones beschikken voor de


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15472

disposent d’un seul ou de plusieurs chiffres et 19 zones d’entre elles sont en mesure de présenter des chiffres pour toute la période.

periode 2001-2003 over één of meerdere cijfers; waarvan 19 zones cijfers voor de gehele periode kunnen voorleggen

Combien de personnes se sont spontanément présentées aux services d’accueil de la police ?

Hoeveel personen dienden zich spontaan aan bij de onthaaldiensten van de politie ?

Zone 5269

5270 5279 5285 5291 5297 5300 5302 5303 5308 5313 5324 5326 5327 5330 5331 5334 5358 5359 5364 5365 5370 5374 5375 5377 5378 5380 5381 5382 5383 5384 5386 5387 5388 5392 5396 5399 5415 5417 5419 5420 5427 5435

2001

2002

2003

Zone

7 000 (Rixensart) 7 000 (Rixensart) 7 000 (Rixensart) 2 800 (Lasne) 4 000 (Lasne) 2 050 (La Hulpe) 2 200 (La Hulpe) 2 350 (La Hulpe) 5 270 5 270 5 270 3 500 4 000 4 000 0 2 371 2 884 7 000 7 000 7 800 17 421 18 210 19 211 26 235 26 235 26 235 0 3 470 3 534 6 021 5 932 4 324 6 000 6 000 6 000 6 044 6 570 7 300 9 435 12 920 14 734 9 786 9 823 9 972 0 3 803 6 313 0 0 15 113 17 599 23 854 24 406 11 600 11 730 11 943 9 313 8 630 7 221 649 (à p. du 1er juin) 1 254 0 0 21 221 37 527 0 8 581 10 375 0 11 874 12 836 750 850 1 913 8 444 10 779 12 234 0 5 119 5 758 2 614 2 751 2 753 2 288 2 689 2 640 0 4 511 4 256 516 457 716 0 7 200 8 328 4 928 7 270 6 971 2 229 3 182 3 656 8 500 8 920 9 150 32 799 31 645 31 566 2 184 2 394 2 569 0 5 378 1 891 536 907 0 (à p. du 15 juillet) 0 0 49 041 4 407 6 547 6 580 1 805 1 890 1 930 0 8 250 11 500 7 540 7 540 7 540 1 793 2 397 2 504


2004

5269

5270 5279 5285 5291 5297 5300 5302 5303 5308 5313 5324 5326 5327 5330 5331 5334 5358 5359 5364 5365 5370 5374 5375 5377 5378 5380 5381 5382 5383 5384 5386 5387 5388 5392 5396 5399 5415 5417 5419 5420 5427 5435

2005

2001

2002

2003

7 000 (Rixensart) 7 000 (Rixensart) 7 000 (Rixensart) 2 800 (Lasne) 4 000 (Lasne) 2 050 (La Hulpe) 2 200 (La Hulpe) 2 350 (La Hulpe) 5 270 5 270 5 270 3 500 4 000 4 000 0 2 371 2 884 7 000 7 000 7 800 17 421 18 210 19 211 26 235 26 235 26 235 0 3 470 3 534 6 021 5 932 4 324 6 000 6 000 6 000 6 044 6 570 7 300 9 435 12 920 14 734 9 786 9 823 9 972 0 3 803 6 313 0 0 15 113 17 599 23 854 24 406 11 600 11 730 11 943 9 313 8 630 7 221 649 (vanaf 1 juni) 1 254 0 0 21 221 37 527 0 8 581 10 375 0 11 874 12 836 750 850 1 913 8 444 10 779 12 234 0 5 119 5 758 2 614 2 751 2 753 2 288 2 689 2 640 0 4 511 4 256 516 457 716 0 7 200 8 328 4 928 7 270 6 971 2 229 3 182 3 656 8 500 8 920 9 150 32 799 31 645 31 566 2 184 2 394 2 569 0 5 378 1 891 536 (vanaf 15 juli) 907 0 0 0 49 041 4 407 6 547 6 580 1 805 1 890 1 930 0 8 250 11 500 7 540 7 540 7 540 1 793 2 397 2 504


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Zone 5436 5440 5441 5442 5449 5457 5459 5460 5461 N = 51 0 -> N = 19 51 - 19 = 32

2001

15473

2002 8 000 7 421 2 833 24 983 11 459 0 0 0 0

2003 18 000 8 860 3 699 30 018 11 566 30 000 0 0 6 698

Zone 14 000 8 938 3 756 32 986 10 537 32 000 1 621 2 635 6 791

5436 5440 5441 5442 5449 5457 5459 5460 5461 N = 51 0 -> N = 19 51 - 19 = 32

2001

2002 8 000 7 421 2 833 24 983 11 459 0 0 0 0

2003 18 000 8 860 3 699 30 018 11 566 30 000 0 0 6 698

14 000 8 938 3 756 32 986 10 537 32 000 1 621 2 635 6 791

Zones locales qui ont répondu qu’elles ne tiennent pas à jour d’enregistrement ou dont les chiffres ne sont pas connus: 5268, 5273, 5274, 5276, 5289, 5292, 5294, 5322, 5323, 5339, 5343, 5345, 5360, 5361, 5362, 5369, 5373, 5379, 5391, 5397, 5401, 5402, 5406, 5407, 5411, 5414, 5421, 5425, 5426, 5429, 5431, 5433, 5434, 5439, 5443, 5445, 5447, 5448, 5453, 5456.

Lokale zones die geantwoord hebben dat ze geen registratie bijhouden of de cijfers niet gekend zijn: 5268, 5273, 5274, 5276, 5289, 5292, 5294, 5322, 5323, 5339, 5343, 5345, 5360, 5361, 5362, 5369, 5373, 5379, 5391, 5397, 5401, 5402, 5406, 5407, 5411, 5414, 5421, 5425, 5426, 5429, 5431, 5433, 5434, 5439, 5443, 5445, 5447, 5448, 5453, 5456.

` quelques exceptions près, il ressort des chiffres A susmentionnés qu’un nombre croissant de personnes se présente spontanément aux services d’accueil de la police.

Uit bovenstaande cijfers kan men, op enkele uitzonderingen na, een stijgend aantal personen opmerken dat zich spontaan bij de onthaaldiensten van de politie aanmeldt.

2. Mes services ne disposent pas encore de données évolutives étant donné que la question concernant la capacité consacrée aux services d’accueil n’a été ajoutée dans les sondages annuels relatifs aux données morphologiques de la police que depuis le sondage de 2003. Pour cette question, les zones de police locale ont donc également dû être interrogées.

2. Mijn diensten beschikken nog niet over evolutieve gegevens aangezien de vraag naar de bestede capaciteit aan de onthaaldiensten in de jaarlijkse bevragingen betreffende de morfologische gegevens van de lokale politie slechts sinds de bevraging van 2003 werd toegevoegd. Voor deze vraag dienden dus eveneens de lokale politiezones te worden bevraagd.

Sur les 94 zones de police, 69 zones (Fl : 49, Br : 1, W : 19) ont répondu valablement à la deuxième question. Les 25 autres zones n’ont en effet fourni qu’un état des lieux de la capacité de la fonction d’accueil, sans indication de l’évolution enregistrée au cours des trois dernières années.

Van de 94 politiezones hebben 69 zones (Vl : 49, Br : 1, W : 19) valabel geantwoord op de tweede vraag. De andere 25 zones hebben immers slechts een stand van zaken gegeven van de capaciteit van de onthaalfunctie, zonder daarbij de evolutie in de drie voorbije jaren aan te geven.

Pour les 39 zones (Fl : 25, W : 14), aucune évolution n’est constatée en ce qui concerne la capacité qui doit être réservée à l’accueil. La capacité existante suffit par conséquent à l’exécution des taˆches de la fonction d’accueil conformément aux normes légales.

Voor 39 zones (Vl : 25, W : 14) is er geen evolutie van de capaciteit die moet voorbehouden worden aan het onthaal. De bestaande capaciteit voldoet dus om de taken van de onthaalfunctie volgens de wettelijke normen uit te voeren.

Dans 19 zones (Fl : 14, Br : 1, W : 4), une évolution croissante est à noter. Par rapport à 2001, une capacité plus importante y est donc réservée à l’accueil. Cette tendance à la hausse peut être mise en rapport avec le nombre croissant de personnes qui se sont présentées spontanément à l’accueil.

In 19 zones (Vl : 14, Br : 1, W : 4) is er een stijgende evolutie te merken. Er wordt dus meer capaciteit voorbehouden voor het onthaal ten opzichte van 2001. Deze stijgende evolutie kan gerelateerd worden aan het stijgend aantal personen dat zich spontaan heeft aangediend bij het onthaal.

Une évolution notable réside dans la réduction de capacité constatée dans 10 zones de police flamandes et ce, malgré le nombre croissant de personnes qui se présentent aux services d’accueil. Cette réduction

Een opmerkelijke evolutie is dat, niettegenstaande het stijgend aantal personen dat zich aanmeldt bij de onthaaldiensten, er zich in 10 Vlaamse politiezones een inkrimping van de capaciteit voordoet. Dit wordt


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15474

s’explique par le choix politique local de ne plus organiser une permanence de 24 heures dans les services d’accueil, en raison du nombre trop faible de visiteurs pendant la nuit. Une présence physique d’au moins 12 heures par jour est en effet suffisante pour satisfaire aux normes de fonctionnement minimales. Dans les zones qui appliquent ce système, les enquêtes de satisfaction révèlent que cela ne pose aucun problème. Les heures d’ouverture correspondent aux attentes de la population locale. Certaines zones travaillent par exemple davantage sur rendez-vous, tandis que d’autres constatent que les habitants sont flexibles et tiennent compte des heures d’ouverture modifiées.

verklaard door de lokale beleidskeuze om de onthaaldiensten niet meer met een 24-urenpermanentie te voorzien, wegens het te lage bezoekersaantal tijdens de nachturen. Een fysieke aanwezigheid van minimaal 12 uur per dag is immers voldoende om aan de minimale werkingsnormen te beantwoorden. In de zones die dit toepassen, kan uit de tevredenheidsonderzoeken worden afgeleid dat dit niet voor problemen zorgt. De openingsuren sluiten aan bij de verwachtingen van de lokale bevolking. Sommige zones werken bijvoorbeeld meer op afspraak, andere zones stellen vast dat de inwoners zich flexibel opstellen en rekening houden met de gewijzigde openingsuren.

3. Je tiens enfin à attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que les réponses fournies par les zones de police se basent en majeure partie sur des estimations grossières. C’est la raison pour laquelle il convient d’interpréter l’analyse des chiffres avec quelque réserve. Par ailleurs, seules 94 zones ont répondu, ce qui ne représente pas même la moitié des 196 zones de police.

3. Ik wens ten slotte de aandacht van het geachte lid te vestigen op het feit dat de geleverde antwoorden van de politiezones grotendeels gebaseerd zijn op ruwe schattingen. Daarom moet men met enig voorbehoud de analyse van de cijfers interpreteren. Daarnaast hebben slechts 94 zones geantwoord, wat nog niet de helft uitmaakt van de 196 politiezones.

` la deuxième question, seules 69 zones ont A répondu valablement; la raison de ce faible nombre a déjà été mentionnée supra. Par conséquent, les réponses à cette deuxième question relative à l’évolution de la capacité consacrée aux services d’accueil doivent également être relativisées. Aucune corrélation n’a été prouvée, sur la base des données disponibles, entre un nombre croissant de personnes qui se présentent spontanément au service d’accueil et une capacité grandissante consacrée au service d’accueil.

Op de tweede vraag werd slechts door 69 zones valabel geantwoord, waarvan supra de reden werd vermeld. Bijgevolg dienen de antwoorden op deze tweede vraag betreffende de evolutie van de capaciteit besteed aan de onthaaldiensten eveneens gerelativeerd te worden. Een correlatie tussen een stijgend aantal personen dat zich spontaan aandient bij de onthaaldienst en een stijgende capaciteit besteed aan de onthaaldienst is met de beschikbare gegevens niet bewezen.

DO 2003200432255

DO 2003200432255

Question no 379 de M. Geert Lambert du 30 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 379 van de heer Geert Lambert van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Interdiction de l’introduction en Belgique de certaines publications étrangères.

Verbod invoering van sommige vreemde publicaties.

La loi du 11 avril 1936 habilite le gouvernement à interdire l’entrée en Belgique de certaines publications étrangères.

Bij wet van 11 april 1936 wordt de regering gemachtigd het binnenbrengen in Belgie¨ van sommige vreemde publicaties te verbieden.

1. Quelles publications font actuellement l’objet d’une telle interdiction ?

1. Kan u meedelen welke publicaties nog allemaal op deze lijst staan ?

` quelle date cette interdiction a-t-elle été 2. A prononcée ?

2. Kan u daarbij tevens meedelen op welke datum dit verbod werd gelegd ?

3. Cette interdiction a-t-elle été levée pour certaines publications au cours des 20 dernières années et dans l’affirmative, à quelle(s) date(s) ?

3. Kan u ook meedelen of er in de jongste 20 jaar publicaties van deze lijst zijn gehaald en zo ja, op welke datum ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15475

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 379 de M. Geert Lambert du 30 septembre 2004 (N.) : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. II n’est pas opportun d’énumérer en détail les bouquins repris sur cette liste de « publications étrangères obscènes qui ne peuvent être introduites en Belgique ». Au total, cela concerne 1 584 publications. Depuis 1936, cette liste a été complétée à plusieurs reprises par l’ancienne Police Générale du Royaume et a fait l’objet, à chaque fois, d’un arrêté royal, (publiés aux Moniteurs Belges des 6 juin 1936, 23 décembre 1936, 25 juin 1937, 4 février 1948, 4-5 octobre 1948, 4 juin 1949, 13 juillet 1949, 6 juillet 1950, 28-29 juillet 1952, 14 décembre 1952, 21 mars 1953, 12 août 1953, 25-26 janvier 1954, 30 avril 1954, 23 novembre 1958, 23 avril 1959, 2 mars 1960, 14 avril 1960, 23 décembre 1961, 9 janvier 1963, 13 février 1964, 16 juillet 1965, 9 août 1966, 22 novembre 1966, 20 janvier 1968, 10 avril 1971 et 5 juillet 1972). La dernière modification date du 14 juin 1972. Depuis lors, il n’y a plus eu aucune modification. Dans la pratique, cette liste n’est plus appliquée. Les services de douane ne retiennent plus que les publications visées à l’article 343bis du Code pénal, notamment les revues pornographiques concernant ou montrant des mineurs. Ces revues sont systématiquement confisquées et le parquet est à chaque fois averti.

Je peux également vous communiquer que j’ai demandé au secrétaire d’état à la simplification administrative, M. Van Quickenborne, d’examiner si cette loi de 1936 permettant au gouvernement d’interdire l’entrée en Belgique de publications étrangères obscè` l’époque actuelle, nes, ne pourrait pas être abrogée. A qui est entre autres celle d’internet, il n’est plus possible d’empêcher les publications qui sont visées par la loi et l’opinion publique a évolué de telle sorte que la majorité des livres qui se trouvaient autrefois sur cette liste, ne scandalise plus.

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 379 van de heer Geert Lambert van 30 september 2004 (N.) : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. Het is niet opportuun in detail weer te geven welke publicaties nog op de lijst staan van « vreemde ontuchtige publicaties die niet in Belgie¨ ingevoerd mogen worden ». In totaal gaat het om 1 584 publicaties. Deze lijst werd vanaf 1936 verschillende malen aangevuld door de toenmalige algemene rijkspolitie en telkenmale bekrachtigd via een koninklijk besluit (gepubliceerd in de Belgische Staatsbladen van 6 juni 1936, 23 december 1936, 25 juni 1937, 4 februari 1948, 45 oktober 1948, 4 juni 1949, 13 juli 1949, 6 juli 1950, 28-29 juli 1952, 14 december 1952, 21 maart 1953, 12 augustus 1953, 25-26 januari 1954, 30 april 1954, 23 november 1958, 23 april 1959, 2 maart 1960, 14 april 1960, 23 december 1961, 9 januari 1963, 13 februari 1964, 16 juli 1965, 9 augustus 1966, 22 november 1966, 28 januari 1968, 10 april 1971 en 5 juli 1972). De laatste aanvulling dateert van 14 juni 1972. Sindsdien is er ook niets meer aan gewijzigd. In de praktijk wordt deze lijst evenwel niet meer toegepast. De douanediensten houden alleen nog publicaties tegen die ingaan tegen artikel 343bis van het Strafwetboek, met name pornografische publicaties waarin minderjarigen betrokken zijn of worden voorgesteld. Deze publicaties worden telkenmale in beslag genomen en het parket wordt daarvan op de hoogte gebracht. Verder kan ik u meedelen dat ik de staatssecretaris van Administratieve Vereenvoudiging, de heer Van Quickenborne, gevraagd heb te onderzoeken of deze wet van 1936 waarbij de regering gemachtigd is het binnenbrengen van vreemde ontuchtige publicaties te verbieden, niet opgeheven kan worden. In de moderne tijden van onder meer het internet is het immers niet meer mogelijk de publicaties die vallen onder deze wet tegen te houden en de publieke opinie is zodanig gewijzigd dat aan de meerderheid van de boeken die vroeger op deze lijst stonden, geen aanstoot meer genomen wordt.

DO 2004200502901

DO 2004200502901

Question no 464 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Utilisation du système de badging du baˆtiment du Service judiciaire d’arrondissement de Bruxelles. — Controˆle des fiches des membres du personnel. La Commission de la protection de la vie privée a récemment été interpellée au sujet de l’utilisation du

Vraag nr. 464 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Gebruik van het badgingsysteem in het gebouw van de gerechtelijke dienst van het arrondissement Brussel. — Controle van de fiches van de personeelsleden. De commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer werd onlangs aangesproken over het


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15476

système de badging du baˆtiment du Service judiciaire d’arrondissement de Bruxelles en vue du controˆle des fiches des membres du personnel.

gebruik van het badgingsysteem in het gebouw van de gerechtelijke dienst van het arrondissement Brussel met de bedoeling de fiches van de personeelsleden te controleren.

La collecte d’informations telles que les heures de présence pour chaque employé sur le lieu de travail constitue un traitement de données à caractère personnel qui tombe sous le champ d’application de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel.

Het inwinnen van informatie, zoals het bijhouden van de uren waarop elke werknemer op het werk aanwezig is, is een vorm van verwerking van persoonsgegevens die valt onder het toepassingsbereik van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

Si rien ne s’oppose à la collecte de pareilles informations, la collecte en elle-même et le traitement des informations rassemblées doivent cependant respecter certaines prescriptions. Les données récoltées doivent ainsi être traitées pour des finalités déterminées, explicites et légitimes. De même toute politique de controˆle adoptée par l’employeur devra nécessairement être portée à la connaissance des employés préalablement à sa mise en œuvre lors d’un comité de concertation de base.

Hoewel niets het verzamelen van dergelijke informatie in de weg staat, moet het verzamelen ervan op zich en het verwerken van de verzamelde gegevens toch gebeuren volgens bepaalde voorschriften. De verwerking van de verzamelde gegevens moet aan welbepaalde, uitdrukkelijk vermelde en wettelijk beschreven doeleinden beantwoorden. Tevens moeten de werknemers tijdens een basisoverlegcomité vooraf op de hoogte worden gebracht wanneer de werkgever een controlebeleid wil invoeren.

Pourriez-vous communiquer si ces prescriptions ont été respectées dans le cas présent ?

Kunt u ons meedelen of de voorschriften in dit geval werden nageleefd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 25 juillet 2005, à la question no 464 de M. Melchior Wathelet du 16 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 25 juli 2005, op de vraag nr. 464 van de heer Melchior Wathelet van 16 december 2004 (Fr.) :

Cette matière relève de la compétence de la ministre de la Justice. Je lui ai transmis votre question. (Question no 753 du 26 juillet 2005.)

Deze matiere behoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Ik heb haar uw vraag overgezonden. (Vraag nr. 753 van 26 juli 2005.)

DO 2004200503129

DO 2004200503129

Question no 485 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 485 van de heer Melchior Wathelet van 18 januari 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services de police. — Nouvelles tenues du personnel.

Politiediensten. — Nieuwe politie-uniformen.

Il y a quelques mois, les groupes de travail chargés de la problématique des différentes tenues du personnel de nos services de police, de l’équipement de base à la tenue de maintien de l’ordre en passant par la tenue des policiers motocyclistes, ont présenté au « Comité de Négociation », sous la forme d’arrêtés royaux, de circulaires et d’arrêtés ministériels, le résultat de leurs travaux.

De werkgroepen die belast zijn met de problematiek van de diverse uniformen van onze politiediensten (basisuitrusting, kledij voor de ordehandhaving, motorijderskledij, enz.) hebben enkele maanden geleden de resultaten van hun werkzaamheden aan het « onderhandelingscomité » overgemaakt. Hun voorstellen werden omgezet in koninklijke en ministerie¨le besluiten en in omzendbrieven.

Le 13 décembre 2004, vos services ont présenté à la presse et à certains membres du personnel policier ces nouvelles tenues.

Op 13 december 2004 hebben uw diensten deze nieuwe uniformen voorgesteld aan de pers en aan een aantal personeelsleden van de politie.

1. En ce qui concerne la nouvelle tenue des policiers motocyclistes, il apparaıˆt que, si le projet d’arrêté royal prévoyait initialement que seuls les fonctionnai-

1. Wat de nieuwe motorijderskledij betreft, bepaalde het oorspronkelijke ontwerp van koninklijk besluit dat enkel de politieambtenaren over een moto-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15477

res de police bénéficieraient de la tenue motocycliste et non les agents auxiliaires, les organisations syndicales représentatives du personnel du secteur ont obtenu que l’ensemble du cadre opérationnel de la police intégrée circulant à moto, en ce et y compris les agents auxiliaires, puissent disposer de la nouvelle tenue. a) Pourriez-vous communiquer si, dans la tenue, il a été pris en considération de permettre une identification facile pour le citoyen du fonctionnaire de police motocycliste et de l’agent auxiliaire motocycliste dont les compétences ne sont pas les mêmes ? b) Dans l’affirmative, comment ? 2. Toujours en ce qui concerne cette nouvelle tenue motocycliste, il apparaıˆt que le choix sera laissé à l’employeur du policier motocycliste, en l’occurrence la police locale ou la police fédérale, de lui fournir la tenue en cuir comprenant un blouson et un pantalon ou la tenue en matière synthétique comprenant une veste trois-quarts et un pantalon. a) Sur la base de quels critères ce choix aura-t-il lieu et ne craignez-vous pas une possible absence d’uniformité dans la tenue des policiers motocyclistes ? b) S’il faut encore prendre en considération la nécessité de permettre une identification du motard de la police fédérale ou locale et le fonctionnaire de police motocycliste ou l’agent auxiliaire motocycliste, ne risque-t-il pas d’y avoir une certaine confusion dans l’identification par nos concitoyens des policiers motocyclistes ? 3. En ce qui concerne la tenue de maintien de l’ordre de nos forces de police, il figure, à coˆté de l’équipement individuel, dans l’équipement collectif des « éléments de protection et accessoires » (sans plus de précision) et un masque à gaz. Pourriez-vous communiquer ce qui est entendu exactement par « éléments de protection et accessoires », et ne craignez-vous pas que des masques à gaz collectifs ne suscitent très rapidement des problèmes d’hygiène ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 485 de M. Melchior Wathelet du 18 janvier 2005 (Fr.) : J’informe au préalable l’honorable membre qu’en date du 13 décembre 2004, c’est la tenue de base qui a été présentée à la presse et non les tenues MO et MOCY. 1. a) Il est exact qu’à la suite des négociations syndicales, il a été décidé que tant les fonctionnaires de police que les auxiliaires de police circulant à moto pourraient disposer de la tenue motocycliste. Une différenciation entre les deux types de personnel aura bien lieu.


2004

rijderskledij zouden kunnen beschikken met uitsluiting van de hulpagenten. De representatieve vakbondsorganisaties van het politiepersoneel hebben kunnen bekomen dat alle leden van het operationele kader die met een moto rijden, met inbegrip van de hulpagenten, over de nieuwe kledij kunnen beschikken. a) Is er bij de keuze van het uniform voor gezorgd dat de burger gemakkelijk een onderscheid kan maken tussen de politieambtenaar op motor en de hulpagent op motor ? Beide hebben immers andere bevoegdheden. b) Zo ja, hoe ? 2. Wat deze nieuwe motorijderskledij betreft, zou de werkgever van de politieagent op motor, de lokale of de federale politie dus, de keuze hebben tussen de kleding in leder, bestaande uit een jekker en een broek, en een kleding in synthetisch materiaal, bestaande uit een driekwartjas en een broek. a) Op basis van welke criteria zal deze keuze gemaakt worden ? Ontstaat zo niet de mogelijkheid dat er twee onderscheiden uniformen voor de agenten op motor komen ? b) De burger moet daarenboven een onderscheid kunnen maken tussen de federale en de lokale agent op motor en tussen de politieambtenaar en de hulpagent op motor. Zal de burger nog wel in staat zijn dat onderscheid te maken ? 3. Wat de kledij voor de ordehandhaving van onze politiekorpsen betreft, beschikken de agenten naast hun individuele uitrusting ook over een collectieve uitrusting. Tot die laatste behoren de niet nader gespecificeerde « beveiligingsuitrusting en toebehoren » evenals een gasmasker. Wat wordt er precies bedoeld met « beveiligingsuitrusting en toebehoren » ? Vreest u niet dat de gasmaskers voor collectief gebruik een gevaar voor de hygie¨ne vormen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 485 van de heer Melchior Wathelet van 18 januari 2005 (Fr.) : Ik stel eerst het geachte lid ervan in kennis dat op 13 december 2004 de basiskledij aan de pers werd voorgesteld en niet de MO- en MOCY-kledij. 1. a) Het is exact dat er, ingevolge de syndicale onderhandelingen, werd beslist dat zowel de politieambtenaren als de hulpagenten van politie die met de motor rijden, over de motorrijderskledij zouden mogen beschikken. Er zal wel een onderscheid worden gemaakt tussen beide personeelstypes. 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15478

b) Le moyen pour différencier les fonctionnaires de police des auxiliaires de police est encore à l’étude. Cette différenciation serait identique pour l’ensemble des différentes tenues. En effet, il est, actuellement, envisagé de prévoir une autre couleur (une couleur grise, dont les références doivent encore faire l’objet d’approbation), pour les couvres chefs des auxiliaires de police. Pour la tenue MOCY, l’idée serait d’ajouter un élément de couleur grise sur le casque des auxiliaires de police. Cet ajout devra être examiné par le groupe de travail, recevoir les accords nécessaires avant d’être soumis en comité de négociation pour approbation.

b) Er wordt nog bestudeerd hoe de politieambtenaren van de hulpagenten van politie te onderscheiden. Dit onderscheid zou identiek zijn voor het geheel van de verschillende soorten kledij. Momenteel wordt immers overwogen in een andere kleur te voorzien (een grijze kleur, waarvan de referenties nog moeten worden goedgekeurd) voor de hoofddeksels van de hulpagenten van politie. Voor de MOCY-kledij zou het idee bestaan om een element van grijze kleur toe te voegen op de helm van de hulpagenten van politie. Deze toevoeging zal onderzocht moeten worden door de werkgroep, de nodige goedkeuringen moeten krijgen vooraleer ter goedkeuring aan het onderhandelingscomité te worden voorgelegd.

2. a) La tenue MOCY pourra effectivement exister en une version « cuir » (blouson et pantalon) et une version textile (veste 3/4 et pantalon).

2. a) De MOCY-kledij zal effectief kunnen bestaan in een « leren » versie (blouson en broek) en een textielversie (3/4 vest en broek).

Je tiens à attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que ces tenues auront « extérieurement » le même look (même apparence) quant à l’identité visuelle.

Ik wil het geachte lid opmerkzaam maken op het feit dat deze kledij « aan de buitenkant » dezelfde look (zelfde uiterlijk aspect) zal hebben wat de visuele identiteit betreft.

Quant à l’aspect de la sécurité, les mêmes exigences sont d’application.

Wat het veiligheidsaspect betreft, zijn dezelfde vereisten van toepassing.

Par conséquent, il n’y aura aucun problème d’absence d’uniformité quant à la tenue. Il appartiendra à chaque zone de police de déterminer si ses motards portent une tenue en cuir ou une tenue en matière textile. Il appartiendra à la zone de police de fixer son choix sur la tenue « textile » ou la tenue en cuir, sachant que cette dernière représente un investissement plus important que celui lié à la tenue textile.

Bijgevolg zal er geen enkel probleem van gebrek aan eenvormigheid zijn wat de kledij betreft. Elke politiezone zal moeten bepalen of de motoragenten van die zone leren kledij of kledij in textiel dragen. De politiezone zal moeten kiezen tussen de kledij in « textiel » of de leren kledij, wetende dat dit laatste een grotere investering inhoudt dan deze verbonden aan de kledij in textiel.

b) Je tiens à signaler à l’honorable membre que mon prédécesseur, avec l’accord de ses collègues au gouvernement, a pris la décision de limiter au maximum la différenciation entre la police locale et la police fédérale et ce, en vue de répondre à la notion de police intégrée, structurée à deux niveaux.

b) Ik wil het geachte lid erop wijzen dat mijn voorganger, met de goedkeuring van zijn collega’s in de regering, de beslissing heeft genomen om het onderscheid tussen de lokale en de federale politie zoveel mogelijk te beperken en dit om aan de notie van geı¨ntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, te beantwoorden.

La différenciation ne se fera qu’au niveau de la nominette et du grade par la présence d’un striping de couleur ocre pour la police fédérale et de couleur bleue pour la police locale.

Het onderscheid zal slechts worden gemaakt op het niveau van het naamplaatje en de graad door de aanwezigheid van een okerkleurige striping voor de federale politie en een blauwe voor de lokale politie.

3. Concernant la tenue de maintien de l’ordre, il est exact que le projet d’arrêté ministériel prévoit notamment des « éléments de protection » et « des accessoires ». Le masque à gaz n’est pas mentionné dans le projet d’arrêté mais bel et bien une pièce d’équipement normée. Concernant ses points particuliers, je dois signaler à l’honorable membre, qu’un groupe de travail entamera prochainement le projet de norme y relatif.

3. Wat de ordehandhavingskledij betreft, is het exact dat het ontwerp van ministerieel besluit met name voorziet in « beschermingselementen » en « accessoires ». Het gasmasker wordt niet vermeld in het ontwerp van besluit maar wel een genormeerd uitrustingsstuk. Wat de bijzondere punten ervan betreft, moet ik het geachte lid erop wijzen dat een werkgroep binnenkort aan het desbetreffende normontwerp zal beginnen.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15479

Concernant le masque à gaz en particulier, je puis vous signaler que son caractère « collectif » ou « individuel » ne fait pas et ne fera pas l’objet de directives fédérales. Le chef de corps est le mieux placé afin de déterminer la gestion la plus appropriée de cet équipement en fonction des besoins et situations.

Wat het gasmasker in het bijzonder betreft, kan ik u erop wijzen dat het « collectieve » of « individuele » karakter ervan niet wordt en niet zal worden onderworpen aan federale richtlijnen. De korpschef is de meest aangewezen persoon om het meest adequate beheer van deze uitrusting te bepalen naar gelang van de behoeften en situaties.

DO 2004200503217

DO 2004200503217

Question no 497 de M. Guido De Padt du 26 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 497 van de heer Guido De Padt van 26 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services de police locale. — Litiges civils.

Lokale politiediensten. — Feiten van « burgerlijk geschil ».

Les services de police sont fréquemment sollicités pour des faits qui ne nécessitent pas véritablement une intervention policière. Ainsi, il est fait appel à la police lorsqu’un animal domestique s’est enfui ou est source de nuisances ou encore pour des animaux (en chaleur) errants, pour toutes sortes de disputes familiales mineures, dans le cadre de plaintes relatives à des factures non payées, etc. Si ce type d’intervention pèse évidemment sur la capacité opérationnelle des services de police, des aspects tels que l’accessibilité, l’accueil et la prise en charge ne peuvent par ailleurs pas être négligés. Ce phénomène doit par ailleurs être mis en rapport avec la constatation selon laquelle le citoyen est de plus en plus enclin à porter plainte dans toutes sortes de circonstances.

Vastgesteld wordt dat de politiediensten vrij regelmatig worden opgeroepen voor zaken die in feite geen echt politioneel karakter hebben. Zo dient bijvoorbeeld te worden geı¨ntervenieerd bij het weglopen of bij hinder van huisdieren, bij klachten wegens het feit dat een (bronstig) dier zich op andermans erf begeeft, bij allerhande kleine echtelijke disputen, bij het ontvangen van klachten over onbetaalde rekeningen, enzovoort. Deze tussenkomsten wegen uiteraard op de capaciteit van de politie, terwijl anderzijds ook het aspect van laagdrempeligheid, opvang en onthaal niet verwaarloosd mag worden. Een en ander dient ook te worden gerelateerd aan de beweerde toegenomen « klachtencultuur » van de burger.

Pourriez-vous me faire savoir combien de litiges civils ont été constatés par les services de police locale pour les années 2002, 2003 et 2004 ?

Kan u voor de jaren 2002, 2003 en 2004 meedelen hoeveel feiten van « burgerlijk geschil » werden geacteerd door de lokale politiediensten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 497 de M. Guido De Padt du 26 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 497 van de heer Guido De Padt van 26 januari 2005 (N.) :

En réponse à sa question, je peux informer l’honorable membre qu’il est impossible de communiquer les chiffres demandés en raison d’un manque d’univocité.

In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid meedelen dat het onmogelijk is om de gevraagde cijfers mee te delen omwille van het ontbreken van eenduidigheid.

Le fait de « litige au civil » n’est pas partout interprété ou traité de la même manière. Ainsi, certaines zones doivent systématiquement dresser un procèsverbal sur l’ordre du procureur du Roi, que des faits punissables aient été commis ou non. Dans d’autres zones de police, il n’est pas toujours dressé de procèsverbal ou alors le « litige au civil » est enregistré sous différentes dénominations.

Het feit « burgerlijk geschil » wordt niet overal op dezelfde manier geı¨nterpreteerd of behandeld. Zo zijn er zones waar men, in opdracht van de procureur des Konings, steeds proces-verbaal moet opstellen, ongeacht of er nu strafbare feiten zijn gepleegd of niet. In andere politiezones wordt niet altijd proces-verbaal opgesteld of kan het « burgerlijk geschil » onder diverse benamingen worden geregistreerd.

Chaque signalement est pratiquement unique. Au moment du signalement, il n’est pas toujours évident de savoir si des délits se sont produits ou non. Ainsi, quelques-uns des exemples que vous avez cités peuvent

Elke melding is bijna uniek. Het is op het ogenblik van de melding niet altijd duidelijk of er zich misdrijven hebben voorgedaan of niet. Zo kunnen een aantal van de door u aangehaalde voorbeelden misdrijven


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15480

constituer des délits. C’est pour cette raison qu’il est souvent indispensable que la police s’assure de l’état exact de la situation. Une intervention peut à cet égard s’avérer indiquée.

bevatten. Om die reden is het dikwijls onontbeerlijk dat de politie zich vergewist van de juiste toestand. Een interventie kan daarbij aangewezen zijn.

DO 2004200503875

DO 2004200503875

Question no 577 de M. Dylan Casaer du 7 avril 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 577 van de heer Dylan Casaer van 7 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Traite des êtres humains. — Femmes de ménage illégales.

Mensenhandel. — Illegale huishoudsters.

Le mois dernier, un couple de Malines a été condamné pour avoir employé comme femme de ménage et maltraité une jeune fille illégale. Le livre de la journaliste Inge Ghijs, « Vernederd, verkracht, verborgen. Huisslaven in Belgie¨ » (Humiliée, violée, séquestrée. Les domestiques esclaves en Belgique), a révélé qu’il ne s’agissait certainement pas d’un cas isolé.

De voorbije maand werd een koppel uit Mechelen veroordeeld voor het tewerkstellen en mishandelen van een illegaal meisje als huishoudster. Het boek van de journaliste Inge Ghijs, Vernederd, verkracht, verborgen. Huisslaven in Belgie¨, bracht aan het licht dat dit zeker en vast geen alleenstaand geval is.

Si des femmes fuient leur pays et la pauvreté qui y sévit, c’est parce qu’elles espèrent gagner beaucoup d’argent en peu de temps comme femme de ménage en Europe. Mais les choses prennent souvent une autre tournure. Leur profession les amène à travailler de longues heures, généralement pour un salaire de misère, de sorte qu’elles n’ont pratiquement pas de loisirs. Et elles deviennent ainsi les esclaves, les esclaves modernes, de ménages belges disposant de deux salaires. Ce problème a, dans certains cas, son origine dans le fait que des familles allochtones arrivent en Belgique avec des enfants mineurs d’aˆge auxquels ils promettent qu’une fois en Belgique, ils pourront entreprendre des études.

Vrouwen ontvluchten hun land en de armoede, in de hoop om in europa op korte tijd als huishoudster veel geld te verdienen. Maar dat draait vaak anders uit. Als huishoudsters kloppen ze lange uren, hebben ze nauwelijks vrije tijd en bovendien ontvangen ze in de meeste gevallen een karig loon. Ze worden de slaven, de moderne slaven van Belgische tweeverdieners. In sommige gevallen gaat het om allochtone gezinnen die minderjarige familieleden uit het thuisland meenemen, met de belofte hier te kunnen studeren.

Ces femmes se trouvent en situation irrégulière et c’est bien ce qui permet de les exploiter. Elles ne déposent pas plainte, de peur d’être expulsées car elles savent qu’elles ne peuvent être régularisées que si elles ont été victimes de traite d’êtres humains. D’ailleurs, elles travaillent souvent dans la demeure de diplomates qui sont protégés par leur immunité contre toute action policière.

De vrouwen zijn hier illegaal en dat maakt hun uitbuiting net mogelijk. De slachtoffers leggen geen klacht neer, uit schrik om uitgewezen te worden, want enkel als het komt tot een veroordeling voor mensenhandel kunnen ze geregulariseerd worden. De vrouwen werken trouwens vaak in het huis van diplomaten, en door hun onschendbaarheid kan de politie nauwelijks iets ondernemen.

Dans les cas exceptionnels, ces femmes de ménage esclaves déposent plainte et sont accueillies dans un des centres d’accueil compétents. Mais dans la plupart des cas, en dépit du caractère flagrant de l’exploitation, leur employeur n’est pas condamné, ce qui signifie en clair qu’elles se font expulser. Conséquence : les femmes exploitées n’osent plus déposer plainte. Et la situation est encore plus précaire pour les mineures d’aˆge qui sont employées chez des membres de leur famille car quand on est mineur, il n’est vraiment pas simple de déposer plainte contre sa propre famille,

In uitzonderlijke gevallen dienen de huisslaven klacht in, komen ze in een van de bevoegde onthaalcentra terecht. Maar in de meeste gevallen komt het, ondanks de duidelijke uitbuiting, niet tot een veroordeling, wat betekent dat ze het land worden uitgewezen. Hierdoor durven de uitgebuite vrouwen uiteraard nauwelijks klacht in te dienen. Voor minderjarigen die bij familieleden tewerkgesteld zijn, is de situatie nog meer precair. Het is als minderjarige sowieso al niet eenvoudig om klacht in te dienen tegen je eigen familie. Heel vaak beschouwt de politie het als een privé-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15481

laquelle a en effet très souvent tendance à considérer qu’il s’agit d’une affaire d’ordre privé qui s’inscrit dans le cadre familial. La loi contre la traite des êtres humains de 1995 sanctionne très clairement le fait d’employer des illégaux comme une espèce de domestiques esclaves puisque les employeurs concernés abusent de la situation vulnérable dans laquelle se trouvent ces étrangers en raison de leur illégalité. Dans le récent projet de loi de la ministre Onkelinx relatif à la traite des êtres humains, l’occupation d’une femme de ménage illégale en deçà du salaire minimum est sévèrement réprimée (10 à 15 ans d’emprisonnement, amende pouvant aller jusqu’à 100 000 euros). C’est une bonne mesure mais elle n’atteint pas son objectif si pratiquement aucune plainte n’est déposée. 1. Combien de femmes en situation irrégulière ont déjà, au cours de ces dernières années, déposé plainte à la police pour exploitation dans l’exercice de la profession de femme de ménage ? 2. a) La police a-t-elle reçu des directives spécifiques lui dictant certaines règles de conduite à appliquer dans les affaires de domestiques esclaves ? b) Existe-t-il par exemple une cellule policière qui s’occupe spécifiquement des domestiques esclaves ? 3. Pour chaque région, un centre d’accueil est responsable de l’assistance juridique et socio-psychologique aux victimes (Pagasa, Payoke, Su¨rya). a) Disposez-vous de données concernant le « problème des domestiques esclaves »? b) Ces centres d’accueil sont-ils suffisamment informés de la spécificité de ce problème ? 4. Actuellement, les trois centres d’accueil existants remplissent leur roˆle. Ils s’intéressent à toutes les formes de traite des êtres humains. La France, toutefois, s’est dotée d’un comité contre l’esclavage moderne (CCEM) qui s’occupe spécifiquement du problème des domestiques esclaves. Au demeurant, ce Comité a été mis sur pied graˆce au soutien de l’Union européenne. a) Envisagez-vous de créer un comité du même type en Belgique ? b) Examinez-vous la question de savoir si un tel comité pourrait représenter une plus-value dans la lutte contre la traite des êtres humains ? Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 577 de M. Dylan Casaer du 7 avril 2005 (N.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants. 1. Les services de police ne disposent pas de chiffres ni d’estimations sur le nombre d’immigrés illégaux


2004

aangelegenheid die zich afspeelt binnen de familiale sfeer. De mensenhandelwet van 1995 stelt het tewerkstellen van illegalen als een soort van huisslaven heel duidelijk strafbaar. De kwetsbare positie waarin de vreemdeling verkeert ten gevolge van de onwettige toestand wordt hier immers misbruikt. In het recente wetsontwerp mensenhandel van minister Onkelinx wordt het tewerkstellen van een illegale huishoudster onder het minimumloon streng bestraft (10 tot 15 jaar celstraf, boete tot 100 000 euro). Een goede maatregel, maar uiteraard een maatregel die zijn doel voorbijschiet indien er nauwelijks klachten ingediend worden. 1. Hoeveel illegalen hebben de voorbije jaren reeds klacht ingediend bij de politie voor uitbuiting als huishoudster ? 2. a) Heeft de politie specifieke richtlijnen om met de problematiek van huisslaven om te gaan ? b) Bestaat er bijvoorbeeld een politionele cel die zich specifiek met huisslaven bezig houdt ? 3. Voor elk gewest is er een onthaalcentrum verantwoordelijk voor de juridische en sociaal-psychologische hulp van slachtoffers (Pagasa, Payoke, Su¨rya). a) Heeft u hierover gegevens met betrekking tot de « huisslavenproblematiek » ? b) Zijn deze onthaalcentra voldoende op de hoogte van het specifieke karakter van de problematiek van huisslaven ? 4. Op dit ogenblik vervullen de drie bestaande onthaalcentra hun rol. Zij richten zich tot alle vormen van mensenhandel. In Frankrijk bestaat echter het Comité contre l’esclavage moderne (CCEM) dat zich specifiek richt op de huisslavenproblematiek. Dit comité werd overigens opgericht met steun van de Europese Unie. a) Denkt u aan de oprichting van een dergelijk comité in Belgie¨ ? b) Wordt onderzocht of een dergelijk comité een meerwaarde kan betekenen in de strijd tegen de mensenhandel ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 577 van de heer Dylan Casaer van 7 april 2005 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid de volgende informatie mee te delen. 1. De politiediensten beschikken niet over cijfers of ramingen van het aantal irreguliere migranten dat de 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15482

qui, au cours des dernières années, ont porté plainte auprès de la police pour diverses formes d’exploitation en tant que personnel domestique. Pour des raisons légales et techniques il fut, pendant longtemps, impossible d’enregistrer le personnel domestique illégal dans la Banque Nationale de données Générale (BNG) de la police intégrée. Afin d’y remédier, la Police fédérale, direction générale de la Police judiciaire, direction de la lutte contre la criminalité contre les personnes, Service central « traite des êtres humains », a conçu, en concertation avec la Justice, un document de recueil spécifique « traite des êtres humains ». Ce document est l’annexe 4 de la directive ministérielle du 20 avril 2004 de la politique de recherche et de poursuite de la traite des êtres humains. Cette directive est mieux connue sous le nom COL10/2004. Le nouveau document « traite des êtres humains » — une check-liste pour une constatation qualitative — permet l’amélioration du recueil des informations sur la problématique de la traite des êtres humains. Le document est un outil, un fil conducteur pour le travail policier quotidien : la rédaction d’un procès-verbal ou d’un rapport d’information. Il attire l’attention de la police aussi sur la nature du travail effectué par la victime de la traite des êtres humains. Le travail de « personnel domestique » y est également repris. La méthode rénovée et intégrée dans le travail policier quotidien optimalise et uniformise le recueil et le flux d’informations sur la problématique de la traite des êtres humains. Toutes les données sont rassemblées dans la BNG. Des policiers sur le terrain peuvent y faire référence pour l’approche de la problématique de la traite des êtres humains. Le recueil spécifique d’informations sur, tant les auteurs que les (éventuelles) victimes de traite des êtres humains, contribue à l’image policière de la traite des êtres humains et ses différentes formes. Quelques problèmes techniques sont encore à résoudre. Des aperçus qualitatifs sur des activités policières dans les différents domaines « traite des êtres humains » seront à l’avenir sûrement possibles. 2. a) La lutte contre l’exploitation économique du personnel domestique — une forme spécifique de traite des êtres humains — fait l’objet de la circulaire ministérielle du ministre de la Justice du 20 avril 2004 sur la politique de recherche et de poursuite au niveau de la traite des êtres humains. En ce qui concerne les recherches et les poursuites, les priorités suivantes sont prises en considération : le jeune aˆge des victimes, la mesure dans laquelle la dignité humaine est atteinte et l’importance de la violence ou des menaces. Les magistrats de référence dans le domaine de traite des êtres humains coordonnent, au sein de l’arrondissement judiciaire, les différentes activités policières dans ce domaine.


2004

voorbije jaren bij de politie aangifte deed of klacht indiende voor verschillende vormen van uitbuiting als huispersoneel. De registratie van irregulier huispersoneel in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de geı¨ntegreerde politie was om wettelijke en technische redenen lange tijd onmogelijk. Om dit te verhelpen ontwierp de Federale Politie, algemene directie van de Gerechtelijke Politie, directie ter Bestrijding van de Criminaliteit tegen Personen, Centrale Dienst « Mensenhandel », in overleg met Justitie een specifiek inzameldocument « mensenhandel ». Dit document is de bijlage 4 van de ministerie¨le richtlijn van 20 april 2004 over het opsporings- en vervolgingsbeleid van mensenhandel. Deze richtlijn is beter gekend onder de benaming COL10/2004. Met het nieuwe document « mensenhandel » — een checklist voor een kwalitatieve vaststelling — verbetert de informatievergaring over de problematiek mensenhandel. Het document is een hulpmiddel, een leidraad, voor het dagelijkse politiewerk : het opstellen van een proces-verbaal of een informatierapport. De leidraad richt de aandacht van de politie ook op de aard van het werk dat het slachtoffer van mensenhandel verrichtte. Ook werk als « huispersoneel » is voorzien. De vernieuwde en in het dagelijks politiewerk geı¨ntegreerde werkwijze optimaliseert en uniformiteit de informatie-inzameling en doorstroming over de problematiek mensenhandel. Alle gegevens belanden in de ANG. Politiemensen op het terrein kunnen eruit putten voor de aanpak van mensenhandel. De specifieke informatievergaring over zowel daders als (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel draagt bij tot de politie¨le beeldvorming mensenhandel en haar verschijningsvormen. Enkele technische problemen liggen nog op tafel. Kwalitatieve overzichten over politieactiviteiten in verschillende deeldomeinen mensenhandel zijn in de toekomst ongetwijfeld mogelijk. 2. a) De strijd tegen de economische uitbuiting van huispersoneel — een bijzondere vorm van mensenhandel — maakt het voorwerp uit van de ministerie¨le richtlijn van de minister van Justitie van 20 april 2004 over het opsporings- en vervolgingsbeleid van mensenhandel. Voor de opsporingen en vervolgingen gelden volgende prioriteiten : de jonge leeftijd van de slachtoffers, de mate waarin de menselijke waardigheid is aangetast en de omvang van het geweld of de bedreigingen. De referentiemagistraten mensenhandel coo¨rdineren binnen het gerechtelijke arrondissement de diverse politionele activiteiten in dit domein.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15483

Malgré que les personnes qui se font exploiter dans le cadre de la traite des êtres humains ne sont parfois pas en règle avec la législation sociale ou avec la loi relative à l’accès, au séjour et à l’établissement sur le territoire, il faut toujours prendre en considération qu’ils sont, en premier lieu, victimes de formes de criminalité devant prioritairement être combattues.

Hoewel het kan gebeuren dat personen die worden uitgebuit in het kader van mensenhandel niet in regel zijn met de sociale wetgeving of met de wetgeving betreffende de toegang tot, het verblijf en de vestiging op het grondgebied van ons land, moet er steeds rekening mee worden gehouden dat zij in de eerste plaats het slachtoffer zijn van vormen van criminaliteit die bij voorrang moeten worden bestreden.

Leur vulnérabilité due à la situation illégale dans laquelle ils se trouvent et à la situation difficile sur le plan socio-économique est exploitée dans le but d’exercer une pression, voire même une contrainte sur eux.

Hun kwetsbaarheid die te wijten is aan de onregelmatige toestand waarin ze zich bevinden en aan hun moeilijke situatie op sociaal-economisch vlak wordt door diegenen die hen uitbuiten gebruikt om druk of zelfs dwang op hen uit te oefenen.

Lors de toutes les actions dans le cadre de cette directive, il faut éviter des méthodes pouvant provoquer la persistance de cette situation vulnérable et éviter que les victimes de la traite des êtres humains soient forcées à la clandestinité, renforçant encore davantage l’emprise de la criminalité organisée et entravant l’assistance aux victimes.

Bij alle acties in het kader van deze richtlijn moeten methodes worden vermeden die ertoe zouden kunnen leiden dat die kwetsbare toestand blijft voortbestaan, dat slachtoffers van mensenhandel tot nog meer clandestiniteit worden gedwongen waardoor de greep van de georganiseerde criminaliteit nog wordt versterkt en de bijstand aan de slachtoffers wordt bemoeilijkt.

Une enquête policière adéquate « traite des êtres humains » sur l’exploitation économique de personnel domestique employé dans les milieux internationaux est souvent problématique. Les diplomates et les collaborateurs d’organismes internationaux bénéficient fréquemment d’une immunité diplomatique. En outre, les victimes sont, en raison de leur situation vulnérable et d’éventuels engagements de dettes, rarement disposés à collaborer avec la police et la justice.

Het goede politioneel onderzoek « mensenhandel » naar de economische uitbuiting van huispersoneel tewerkgesteld in internationale milieus is vaak problematisch. Diplomaten en medewerkers van internationale instellingen genieten veelal de diplomatieke onschendbaarheid. Daarnaast zijn dergelijke slachtoffers vanuit hun kwetsbare toestand en mogelijk aangegane schuldverbintenissen niet snel bereid mee te werken met de politie en justitie.

b) La Direction générale de la police judiciaire, direction de la lutte contre la criminalité contre les personnes, Service central « traite des êtres humains » assure, au sein de la police intégrée, le suivi de la problématique de la traite des êtres humains dans ses différentes formes. La problématique de l’éventuelle exploitation de personnel domestique (international) en fait également partie. Le service de la traite des êtres humains remplit une fonction consultative et informative envers et pour les responsables politiques, les structures de concertation, les administrations concernées et les groupes cibles concernés par le phénomène de la traite des êtres humains. Le service de traite des êtres humains garantit, graˆce au partenariat, l’échange d’expériences avec les autres services concernés afin de simplifier, de rationaliser et d’améliorer la coopération mutuelle.

b) De Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie, directie ter Bestrijding van de Criminaliteit tegen Personen, Centrale Dienst Mensenhandel volgt binnen de geı¨ntegreerde politie de problematiek mensenhandel met haar verschillende verschijningsvormen op. Ook de problematiek van de mogelijke uitbuiting van (internationaal) huispersoneel behoort daartoe. De dienst mensenhandel vervult een signaal-, advies- en informatiefunctie naar en voor politieke verantwoordelijken, de overlegstructuren, de betrokken administraties en de doelgroepen die betrokken zijn bij het fenomeen mensenhandel. Vanuit het partnerschap waarborgt de dienst mensenhandel de uitwisseling van ervaringen met de andere betrokken diensten om de onderlinge samenwerking te vereenvoudigen, te rationaliseren en te verbeteren.

Chaque service judiciaire d’arrondissement (SJA) dispose d’une équipe « traite des êtres humains ». Celle-ci s’occupe spécifiquement de recherches judiciaires « traite des êtres humains ». Certaines zones de police (plus importantes) disposent également d’une section traite des êtres humains au sein de la recherche locale.

Elke Arrondissementele Gerechtelijke Dienst (GDA) heeft een team « mensenhandel ». Die richt zich specifiek op gerechtelijke onderzoeken « mensenhandel ». Sommige (grotere) politiezones beschikken eveneens over een sectie mensenhandel binnen de lokale recherche.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15484

La Fondation Roi Baudouin (FRB) a démarré une campagne de sensibilisation sur la situation du personnel domestique en Belgique. Ceci a été réalisé en collaboration avec le Service public fédéral de l’Emploi et du Travail et la Concertation sociale et en concertation avec le Service Protocole du service public fédéral des Affaires étrangères et le Conseil national du travail. Le service central de la traite des êtres humains de la police fédérale faisait partie du groupe de lecture mis en place à cet effet. Cette campagne résultait d’une étude préalable de l’Université de Gand à la demande de la FRB et du ministre de l’Emploi et du Travail. La conclusion de l’étude était de prendre différentes initiatives complémentaires. Ainsi, ils devaient sensibiliser les employés domestiques, mais également les services de controˆle de première ligne et leur employeur, tant les Belges que les étrangers, et informer les services de controˆle de première ligne au sujet de la réglementation.

De Koning Boudewijnstichting (KBS) startte een bewustmakingscampagne over de situatie van het internationaal huispersoneel in Belgie¨. Zij deed dat in samenwerking met de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, en in overleg met de Dienst Protocol van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken en de Nationale Arbeidsraad. De centrale Dienst Mensenhandel van de federale politie maakte deel uit van de hiertoe opgerichte leesgroep. Deze campagne sproot voort uit een voorafgaande studie van de Universiteit Gent op vraag van de KBS en minister van Arbeid en Tewerkstelling. De studie concludeerde om verschillende en complementaire initiatieven te nemen Zo moesten ze de huisbedienden bewustmaken, maar ook de eerstelijns controlediensten en hun werkgever —, zowel de Belgische als de buitenlandse — en de eerstelijn controlediensten informeren over de regelgeving.

Cette campagne est basée sur deux brochures et deux dépliants. Les brochures sont destinées aux services de controˆle sociaux de première ligne et aux employeurs. Le premier dépliant est adressé au personnel domestique d’une famille en Belgique. Le deuxième est destiné au personnel domestique des diplomates. Le service central traite des êtres humains a également envoyé les différentes brochures et dépliants aux services locaux et fédéraux de police.

De campagne steunt op twee brochures en twee folders. De brochures zijn bestemd voor de eerstelijns sociale controlediensten en voor de werkgevers. De eerste folder richt zich tot het huispersoneel bij een gezin in Belgie¨. De tweede is bestemd voor het huispersoneel bij diplomaten. De centrale Dienst Mensenhandel zond de verschillende brochures en folders ook aan de lokale en federale politiediensten.

Enfin, le service central traite des êtres humains de la police fédérale travaille en étroite collaboration avec le service protocole du service public fédéral des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au développement. Le service protocole effectue un premier screening au moment de l’accueil de personnel domestique international. Une attention particulière est attachée aux indicateurs « traite des êtres humains » de l’annexe Ier de la COL10/2004.

Ten slotte werkt de centrale Dienst Mensenhandel van de Federale Politie nauw samen met de Dienst Protocol van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De Dienst Protocol voert een eerste screening uit bij de ontvangst van internationaal huispersoneel. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan indicatoren mensenhandel van de bijlage I bij de COL 10/2004.

3. a) et b) Les trois centres d’accueil (Payoke, Pagasa et Su¨rya) assurent l’accueil, l’accompagnement, l’aide et l’assistance des victimes de la traite des êtres humains.

3. a) en b) De drie onthaalcentra (Payoke, Pagasa en Su¨rya) staan in voor de opvang, de begeleiding, de hulp en de bijstand van slachtoffers van mensenhandel.

Bien qu’ils ne fassent pas de distinction particulière sur la base de la cause du statut de victime — les centres remarquent qu’un traitement spécifique ne s’impose pas puisque les victimes concernées peuvent toutes disposer du même statut juridique en vertu de la réglementation sur la traite des êtres humains —, les centres mentionnés paraissent réagir de façon appropriée au phénomène des « esclaves de maison ».

Hoewel zij daarbij geen bijzondere uitsplitsing maken op basis van de oorzaak van het slachtofferstatuut — de centra merken op dat een specifieke behandeling zich niet opdringt omdat de betrokken slachtoffers allen over hetzelfde juridische statuut op grond van de regelgeving mensenhandel kunnen beschikken —, blijken de vermelde centra alert in te spelen op het fenomeen van de « huisslaven ».

L’ASBL Pagasa a, par exemple, communiqué à cet égard qu’elle accompagnait, au début du mois de mai 2005, 137 personnes dans le cadre de la procédure pour les victimes de la traite des êtres humains. Parmi celles ci se trouvaient 14 personnes qui ont été exploi-

De VZW Pagasa deelde in dit verband bijvoorbeeld mee dat zij, begin mei 2005, 137 personen begeleidde in het kader van de procedure voor slachtoffers van mensenhandel. Hieronder bevonden zich 14 personen die als huispersoneel werden uitgebuit : 10 door privé-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15485

tées en tant que personnel de maison : 10 par des personnes privées et 4 par un employeur disposant d’une immunité diplomatique ou autre.

personen en 4 door een werkgever die over een diplomatieke of andere immuniteit kan beschikken.

Sur la base de l’information fournie par les différents centres d’accueil, il peut en tout cas être remarqué que cette catégorie de victimes ne constitue pas le plus grand groupe dans le cadre de la traite des êtres humains. Les abus sont toutefois plus difficiles à détecter dans ce cadre, vu qu’ils se situent dans la sphère privée et que la problématique de la preuve pose parfois des problèmes.

In elk geval dient op basis van de informatie verstrekt door de verschillende onthaalcentra te worden opgemerkt dat deze categorie van slachtoffers niet de grootste groep binnen de mensenhandel uitmaakt. De misbruiken zijn in dit kader echter moeilijker op te sporen, gezien zij zich in de private sfeer situeren, en de bewijsproblematiek stelt soms problemen.

4. a) et b) L’approche de la problématique globale de la traite des êtres humains nécessite une politique structurée qui exige une certaine concentration de connaissances techniques et sociales, de sorte que la création d’un nouveau comité qui ciblerait spécifiquement le « phénomène des esclaves de maison », ne me semble pas souhaitable.

4. a) en b) De aanpak van de omvattende problematiek van de mensenhandel noodzaakt een gestructureerd beleid dat een zekere concentratie van technische en maatschappelijke kennis vereist, zodat het oprichten van een nieuw comité, dat specifiek gericht zou zijn op het « huisslavenfenomeen », mij niet wenselijk lijkt.

Il faut au contraire mentionner le grand nombre de points communs existant entre les différentes formes de traite des êtres humains. En outre, le centre d’accueil Payoke souligne dans son rapport annuel de 2004 que la lutte belge contre la traite des êtres humains vaut déjà comme modèle sur le plan international parce que :

Integendeel dient te worden gewezen op het groot aantal raakvlakken dat tussen de verschillende vormen van mensenhandel bestaat. Bovendien benadrukt ook het onthaalcentrum Payoke in zijn jaarverslag van 2004 dat de Belgische strijd tegen mensenhandel op internationaal vlak reeds als model geldt omdat :

— il est spécifiquement orienté vers la lutte contre certaines formes d’abus dans le souci de protéger les victimes;

— het gericht is op de bestrijding van bepaalde vormen van misbruik met oog voor de slachtoffers;

— l’attribution de droits aux victimes n’a jamais donné lieu à une utilisation spéculative ou à des abus comme dans d’autres procédures;

— het toekennen van rechten aan slachtoffers nooit aanleiding gegeven heeft tot speculatief gebruik of misbruiken zoals bij andere procedures;

— en particulier, également parce que « l’approche fonctionne. Elle produit des résultats. L’impact sur le terrain est plus grand que les chiffres ne l’indiquent parce que toutes les interventions ne mènent pas à une affaire judiciaire ».

— in het bijzonder ook omdat « de benadering werkt. Het levert resultaten op. De impact op het terrein is groter dan de cijfers aangeven omdat niet alle interventies leiden tot een rechtszaak ».

DO 2004200503929

DO 2004200503929

Question no 581 de M. Francis Van den Eynde du 14 avril 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 581 van de heer Francis Van den Eynde van 14 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Consultation des banques de données des bibliothèques par les services de police et de sécurité.

Opvragen van bibliotheekgegevens door politie- en veiligheidsdiensten.

Le « Patriot Act », la législation antiterroriste que le gouvernement américain a fait approuver en urgence par le Congrès après les attentats du 11 septembre 2001, dispose entre autre que les services de police et de sécurité peuvent demander les données dont dispo-

In de zogenaamde « Patriot Act », de antiterrorismewet die de Amerikaanse regering na 11 september 2001 snel door het Congres drukte, wordt onder meer bepaald dat politie- en veiligheidsdiensten bibliotheekgegevens (met andere woorden de lectuur-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15486

sent les bibliothèques (en d’autres mots, la liste des ouvrages lus) concernant des personnes considérées comme suspectes.

lijst) van mensen die ze als verdacht beschouwen, mogen opvragen.

1. Les services de police et de sécurité collectent-ils parfois ce type de données dans notre pays ?

1. Gebeurt het dat bij ons politie- en veiligheidsdiensten gelijkaardige gegevens verzamelen ?

2. Dans l’affirmative, dans quels cas et avec quel objectif ?

2. Zo ja, in welke gevallen en met welk doel ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 581 de M. Francis Van den Eynde du 14 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 581 van de heer Francis Van den Eynde van 14 april 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Après avoir pris contact avec différents services de police et bibliothèques, il semble qu’aucun cas de consultation de données des bibliothèques ne soit encore survenu. Il n’existe dans la législation belge aucune base légale permettant d’interroger ces données. Les banques de données des bibliothèques sont en effet protégées par la loi sur la protection de la vie privée.

1. Na contact te hebben genomen met verschillende politiediensten en bibliotheken blijkt dat voor het opvragen van bibliotheekgegevens er zich nog geen geval heeft voorgedaan. Er bestaat in de Belgische wetgeving geen wettelijke basis om deze gegevens op te vragen. De databanken van bibliotheken zijn immers beschermd door de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Un problème se pose dans les bibliothèques. En effet, bon nombre d’entre elles ne tiennent pas de listes de lecture, d’autres le font mais à usage uniquement interne.

Ook bij de bibliotheken stelt zich een probleem. Veel bibliotheken houden de lectuurlijst niet bij, anderen wel maar enkel voor intern gebruik.

Pour les services de sécurité, je dois vous renvoyer à mon collègue le ministre de la Justice. De même, pour de plus amples détails en rapport avec la loi sur la protection de la vie privée et la consultation éventuelle dans le cadre d’une enquête judiciaire, je renvoie à mon collègue le ministre de la Justice. (Question no 628 du 14 avril 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 81, p. 13697.)

Voor de veiligheidsdiensten, dien ik te verwijzen naar mijn collega de minister van Justitie. Ook voor verdere details in verband met de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de eventuele opvraging in het kader van een gerechtelijk onderzoek verwijs ik naar mijn collega de minister van Justitie. (Vraag nr. 628 van 14 april 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 81, blz. 13697.)

2. Pas de cas connus.

2. Geen gekende gevallen.

DO 2004200504007

DO 2004200504007

Question no 593 de M. Ortwin Depoortere du 19 avril 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 593 van de heer Ortwin Depoortere van 19 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Assistance de la police fédérale au profit de la Maison royale.

Bijstand verleend door de federale politie aan het Koningshuis.

Il n’est pas inhabituel que les membres de la famille royale effectuent des visites officielles tant en Belgique qu’à l’étranger. Ce type de visites nécessite l’assistance de la police locale d’une part et, sans aucun doute, des services de la police fédérale d’autre part.

Leden van de koninklijke familie trekken er regelmatig op uit om officie¨le bezoeken af te leggen in binnen- en buitenland. Naast de bijstand door de lokale politie, zal die ongetwijfeld ook door de federale politiediensten verleend worden.

1. Combien de visites ont été effectuées par les membres de la famille royale dans leur fonction offi-

1. Hoeveel bezoeken werden er door de leden van de koninklijke familie van 21 juli 2004 tot nu afgelegd


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15487

cielle depuis le 21 juillet 2004 à ce jour ? Prière de me fournir d’une part un aperçu des visites en Belgique par région et d’autre part un relevé des visites à l’étranger. ` combien s’élève le couˆt de l’assistance fournie 2. A par les services de police fédéraux ? 3. En quoi consiste habituellement cette assistance ?

in hun officie¨le hoedanigheid ? Graag had ik een verdeling gekend per gewest, alsook de bezoeken die in het buitenland werden afgelegd. 2. Wat is de kostprijs van de bijstand die door de federale politiediensten verleend worden ? 3. Wat hield deze bijstand hoofdzakelijk in ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 593 de M. Ortwin Depoortere du 19 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 593 van de heer Ortwin Depoortere van 19 april 2005 (N.) :



1. Entre le 21 juillet 2004 et le 30 avril 2005, 241 visites ont été effectuées par les membres de la famille royale. Les chiffres de la répartition exacte des visites dans les différentes régions et les pays étrangers ne sont pas disponibles.

1. Tussen 21 juli 2004 en 30 april 2005 werden door de leden van de koninklijke familie 241 bezoeken afgelegd. Cijfers over de exacte verdeling van de bezoeken over de verschillende gewesten en de buitenlandse bezoeken zijn niet beschikbaar.

2. Les coûts de fonctionnement de la police fédérale pour les déplacements de la famille royale pendant la période susmentionnée s’élèvent à 252 700 euros.

2. De kostprijs van de bijstand voor de verplaatsingen van de koninklijke familie tijdens de vermelde periode bedroeg voor de federale politie 252 700 euro.

3. Cet appui consiste en la protection personnelle des membres de la famille royale et l’accomplissement des escortes de circulation pendant leurs déplacements en véhicule.

3. Deze bijstand bestond uit het verzekeren van de persoonsbeveiliging van de leden van de koninklijke familie en het uitvoeren van verkeersescortes tijdens de verplaatsingen per voertuig.

DO 2004200504236

DO 2004200504236

Question no 615 de Mme Jacqueline Galant du 10 mai 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 615 van mevrouw Jacqueline Galant van 10 mei 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Acquisition d’un radar répressif par la zone de police Sylle et Dendre.

Aankoop van een radar voor repressieve controleacties door de politiezone Sylle et Dendre.

Prochainement, la zone de police Sylle et Dendre, dont fait partie la commune de Jurbise, devrait acquérir un radar répressif, et ce graˆce à la subvention accordée par le biais de la convention de Sécurité routière.

De politiezone Sylle et Dendre, waartoe de gemeente Jurbeke behoort, zou binnenkort een radar aankopen voor repressieve controleacties. Om die aankoop te financieren wordt gebruik gemaakt van de subsidie die toegekend wordt uit hoofde van de Overeenkomst inzake verkeersveiligheid.

Ce qui m’inquiète, à l’instar d’autres membres de la zone, c’est l’utilisation que l’on fera de celui-ci.

Wat mij en andere leden uit die zone evenwel zorgen baart, is de manier waarop men die radar denkt te gebruiken.

1. Pouvez-vous nous renseigner quant à l’usage qui est réservé aux radars acquis avec cette subvention ?

1. Hoe zullen de radars die met behulp van voormelde subsidie aangekocht worden, gebruikt worden ?

2. Sera-t-il permis d’effectuer des controˆles sur les routes communales de la zone ?

2. Zullen er controles mogen worden uitgevoerd op de gemeentewegen van de zone ?

3. Devra-t-on seulement placer ce radar répressif aux points noirs mis en évidence au préalable ?

3. Zal de radar voor repressieve controles enkel opgesteld worden op de vooraf aangeduide zwarte punten ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15488

4. Les bourgmestres seront-ils avisés de ces controˆles préalablement, soit des endroits jugés dangereux à des moments bien spécifiques ?

4. Zullen de burgemeesters vooraf in kennis gesteld worden van die controles, en dus van de plaatsen die op welbepaalde tijdstippen als gevaarlijk aangemerkt worden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 615 de Mme Jacqueline Galant du 10 mai 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 615 van mevrouw Jacqueline Galant van 10 mei 2005 (Fr.) :

En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

La matière concernée ne relève pas du SPF Intérieur. Nous proposons à l’honorable membre de poser sa question à notre collègue de la Mobilité. (Question no 327 du 25 juillet 2005.)

De materie van deze vraag valt niet onder de bevoegdheden van de FOD Binnenlandse Zaken. We stellen aan het geachte lid voor om haar vraag te stellen aan onze collega van Mobiliteit. (Vraag nr. 327 van 27 juli 2005.)

DO 2004200504271

DO 2004200504271

Question no 622 de M. Willy Cortois du 11 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 622 van de heer Willy Cortois van 11 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Trafic d’espèces animales protégées.

Handel in beschermde diersoorten.

Après le vol d’un nombre très important de flamants roses dans un zoo agréé des Ardennes françaises, il est apparu que les services de police français considéraient la Belgique comme une plaque tournante du trafic international d’espèces animales protégées.

Naar aanleiding van een diefstal van een aanzienlijk aantal flamingo’s uit een erkend dierenpark in de Franse Ardennen bleek dat de Franse politiediensten Belgie¨ brandmerken als draaischijf in de internationale handel in beschermde diersoorten.

1. a) Existe-t-il au sein de la police fédérale un service spécial qui s’occupe de cette forme de criminalité et, dans l’affirmative, quels sont ses effectifs ?

1. a) Bestaat er binnen de federale polite een bijzondere dienst die zich met deze vorm van criminaliteit inlaat en wat is de personeelsbezetting ?

b) Pourriez-vous nous dire, chiffres à l’appui, s’il s’agit effectivement d’un phénomène criminel important ?

b) Kan u meedelen of het inderdaad om een omvangrijk crimineel fenomeen gaat en dit cijfermatig illustreren ?

c) Ou` se manifeste-t-il le plus : en Wallonie ou en Flandre ?

c) Waar komt het volgens u het meest voor : Wallonie¨ of Vlaanderen ?

2. Avez-vous une idée de l’envergure de ce trafic d’espèces animales protégées ? Zaventem — ou un autre aéroport — joue-t-il le roˆle de plaque tournante, tant en ce qui concerne l’importation que l’exportation ou le transit de ces espèces ?

2. Heeft u ook enig idee hoe belangrijk de handel in beschermde diersoorten is en speelt Zaventem — of een andere luchthaven — de rol van draaischijf, dit zowel wat de invoer, de uitvoer of de transit betreft ?

3. Existe-t-il en la matière la moindre forme de collaboration entre votre département et le département de la Justice ou avec les départements fédéraux ou régionaux de l’Environnement ?

3. Bestaat terzake enige vorm van samenwerking met het departement Justitie en met de federale of gewestelijke departementen van Leefmilieu ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 622 de M. Willy Cortois du 11 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 622 van de heer Willy Cortois van 11 mei 2005 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse aux questions posées.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de gestelde vragen.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15489

1. a) La police fédérale dispose d’un service central qui s’occupe plus particulièrement des formes de criminalité grave contre l’environnement, dont le trafic en « biodiversité » pour lequel elle offre un appui à la police locale. Ce service appartient à la direction générale de la police judiciaire et plus spécifiquement à la direction de lutte contre la criminalité contre les biens (DGJ/DJB/Environnement). Ce service se compose de 2 officiers, 4 cadres moyens, une analyste stratégique et une dactylo à mi-temps.

1. a) De federale politie beschikt over een centrale dienst die zich specifiek bezig houdt met de vormen van zware leefmilieucriminaliteit waaronder de zwendel in « biodiversiteit » onder meer ter ondersteuning van de lokale politie. Deze dienst ressorteert onder de directie generaal van de gerechtelijke politie / Directie van de criminaliteit tegen goederen (DGJ/DJB/Leefmilieu). De dienst bestaat uit 2 officieren, 4 middenkaders, een strategische analyste en een halftijdse dactylo.

Vu que, contrairement au trafic de déchets, le trafic de plantes et d’animaux protégés n’est pas repris comme priorité dans le Plan National de Sécurité 2004-2007, la capacité engagée dans cette matière est plus réduite. Le trafic international d’espèces animales protégées est une forme de criminalité qui génère d’importantes marges bénéficiaires en enfreignant délibérément la convention de Washington du 3 mars 1973 (CITES). L’exemple cité concerne cependant une affaire de vol et de recel qui ne relève pas vraiment de cette problématique.

Gezien, in tegenstelling tot afvalzwendel, de zwendel in beschermde dieren en planten niet als prioritair fenomeen in het Nationaal Veiligheidsplan 2004-2007 werd opgenomen, is de mankracht die in deze materie ingezet wordt eerder gering. De internationale zwendel in beschermde diersoorten betreft een criminaliteitsvorm die zich richt op het genereren van grote winstmarges door het bewust overtreden van de regels van de conventie van Washington van 3 maart 1973 (CITES). Het aangehaalde voorbeeld betreft een zaak van diefstal en heling en valt dus eigenlijk niet noodzakelijk binnen deze problematiek.

b) En matière de trafic en biodiversité, il existe indubitablement un « chiffre noir » important qui est de par son caractère clandestin difficile à estimer.

b) Inzake zwendel in biodiversiteit is er ongetwijfeld een belangrijk « zwart cijfer », dat niet in te schatten valt vanwege haar verborgen karakter.

Les banques de données policières ne reflètent qu’une partie de l’ampleur de ce trafic, notamment parce que les services extérieurs à la police ne communiquent pas systématiquement leurs consta` simple titre d’exemples, nous présentons tations. A ici quelques données : la cellule spécialisée intervient en moyenne une fois par semaine pour fournir un appui, une cinquantaine de faits liés à la biodiversité ont été enregistrès en 2004. En ce qui concerne les saisies, on a trouvé ces derniers douze mois une cinquantaine de reptiles, 700 dendrobates (grenouilles venimeuses), ainsi que quelques rapaces et perroquets.

De bestaande politionele gegevensbanken geven maar een deelaspect van de omvang van de zwendel, ook omdat veel diensten buiten de politie hun vaststellingen niet systematisch meedelen. Als louter voorbeeld geven wij hier enkele algemene gegevens : de gespecialiseerde cel komt gemiddeld één keer per week tussen om bijstand te leveren, er werden in 2004 centraal een vijftigtal gevallen gebonden met biodiversiteit gevat. Wat de inbeslagnames betreft werden er het laatste jaar zo een vijftigtal reptielen gevonden, 700 dendrobaten (gifkikkers), enkele levende roofvogels en papegaaien.

` l’initiative de la Belgique, on travaille au niveau A européen à une banque de données commune des saisies opérées, ce qui permettra d’obtenir une meilleure « image » du phénomène.

Op initiatief van Belgie¨ werkt men in Europees verband aan een gezamenlijke gegevensbanken van de in beslagnames wat een beter beeld van het fenomeen zal mogelijk maken.

c) Il n’est pas possible d’établir une répartition fiable entre les différentes régions du pays : les données ne sont pas assez pointues et le caractère mouvant du trafic ne permet pas de le localiser avec précision. En effet, la localisation enregistrée peut être le point d’entrée dans le pays, l’interception pendant le transport ou la saisie chez le revendeur ou même chez l’acheteur final.

c) Het is niet mogelijk een betrouwbare verdeling tussen de gewesten van ons land te bepalen : de gegevens zijn te algemeen en door het bewegende karakter kan men niet echt vastleggen waar de zwendel zich juist voorgedaan heeft. Uiteraard kan de opgenomen lokalisatie het ingangspunt in ons land zijn, de interceptie gedurende het vervoer, of de in beslagname bij de verkoper of bij de eindkoper.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15490

2. Régulièrement, des plantes et animaux transportés illégalement, tant par des passagers que dans des bagages, sont saisis à l’aéroport de Zaventem. La police et la douane sont au courant de ces transports et mènent des controˆles dans un contexte général et orienté. Il n’existe pas jusqu’à présent d’étude comparative avec d’autres aéroports en ce qui concerne ce trafic de faune et flore protégées. Dès lors il est prématuré de conclure que l’aéroport de Zaventem constitue une plaque tournante de ce trafic.

2. Op de internationale luchthaven te Zaventem worden regelmatig illegaal getransporteerde dieren en planten aangetroffen zowel bij passagiers als in vracht. Politie en douane zijn hiervan op de hoogte en voeren algemene en gerichte controles uit. Er is tot op heden geen vergelijkende studie gevoerd naar andere luchthavens betreffende het fenomeen van de zwendel in beschermde dieren en planten. Het is met andere woorden niet mogelijk om de rol van Zaventem als mogelijke « draaischijf » in deze toe te lichten.

3. Le service Environnement (DGJ/DJB/Environnement) a établi des contacts privilégiés avec les magistrats compétents en matière d’environnement dans les divers parquets ainsi qu’avec les administrations compétentes tant au niveau fédéral que régional en matière de biodiversité.

3. De dienst Leefmilieu (DGJ/DJB/Leefmilieu) heeft bevoorrechte contacten opgezet en uitgewerkt met de milieumagistraten in de verschillende parketten alsmede met alle betrokken administratieve diensten op federaal en gewestelijk niveau die met de problematiek van de biodiversiteit zijn begaan.

Concrètement, nous visons ici :

In concreto betreft het hier :

— Au niveau fédéral : SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement, service CITES et la douane.

— Federaal niveau : FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu, Dienst CITES en de douane.

— En Région flamande : la division Bos en Groen d’AMINAL.

— Vlaams Gewest : de Afdeling Bos en Groen vanAMINAL.

— En région wallonne : la Division de la Nature et des Forêts (DNF) et leur division spécifique qu’est l’Unité antibraconnage (UAB).

— Waals Gewest : de Division de la Nature et des Forêts (DNF) en hun speciale afdeling die zich inlaat met de materie (Unité antibraconnage).

— En région bruxelloise : l’Institut belge pour la gestion de l’environnement (IBGE).

— Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Brussels Instituut voor milieubeheer (BIM).

Nous voudrions également attirer l’attention sur les peines qui pour cette matière ont été alourdies de trois mois à cinq années d’emprisonnement suite à la loiprogramme du 31 décembre 2004.

We wensen er verder nog op te wijzen dat de strafmaat in deze materie gestegen is van drie maand naar vijf jaar gevangenisstraf ingevolge de programmawet van 31 december 2004.

DO 2004200504278

DO 2004200504278

Question no 624 de M. Servais Verherstraeten du 11 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 624 van de heer Servais Verherstraeten van 11 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Fonctionnaires de police. — Formations. — Congé. — Interventions financières.

Politiebeambten. — Opleidingen. — Verlof. — Financie¨le tegemoetkomingen.

Les possibilités en matière de formation continue constituent un élément important pour les membres des services de la police intégrée, notamment pour la suite de leur carrière. La question se pose cependant de savoir dans quelle mesure les membres des services de police peuvent bénéficier d’un congé de formation ou d’interventions financières, même pour des formations qui dépassent le cadre des formations professionnelles.

Ook voor het personeel van de geı¨ntegreerde politiediensten is de kans op voortdurende bijscholing een belangrijk punt, niet in het minst voor het verloop van hun verdere carrière. De vraag rijst evenwel in welke mate de leden van de politiediensten gebruik kunnen maken van opleidingsverlof of financie¨le tegemoetkomingen ook indien dit opleidingen zijn buiten de beroepsopleidingen.

1. Les membres de la police intégrée ont-ils droit à un congé de formation pour des formations qu’ils suivent de leur propre initiative ?

1. Heeft een lid van de geı¨ntegreerde politie recht op opleidingsverlof voor opleidingen die hij op persoonlijk initiatief volgt ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15491

2. Peuvent-ils dans ce cas également prétendre à des interventions financières ? 3. Quels sont, le cas échéant, les motifs de refus ?

2. Maakt hij ook aanspraak op financie¨le tegemoetkomingen in dat geval ? 3. Wat zijn de motiveringsgronden om dit te weigeren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 624 de M. Servais Verherstraeten du 11 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 624 van de heer Servais Verherstraeten van 11 mei 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après les réponses à ses questions.


1. Le droit à la formation est fondamentalement reconnu à tous les membres du personnel de la police intégrée. L’article III.IV.1er PJPol consacre en effet le droit du membre du personnel à « l’information, à la formation et à la formation continuée tant pour tous les aspects utiles à l’accomplissement de ses taˆches dans les services de police intégrés que pour satisfaire aux exigences en matière d’évaluation de fonctionnement, de promotion et de carrière barémiqué ».

1. Het recht op opleiding is voor alle personeelsleden van de geı¨ntegreerde politie principieel erkend. Artikel III.IV.1 RPPol bepaalt immers het recht van de personeelsleden op « informatie, opleiding en voortgezette opleiding zowel wat alle aspecten betreft die nuttig zijn voor de taakuitoefening in de politiediensten als om te voldoen aan de vereisten intake functioneringsevaluatie, bevordering en baremische loopbaan ».

La circulaire GPI 26 du 18 juillet 2002 concerne les formations externes dans les services de police qui, à coˆté des formations internes agréées par la direction de la formation de la police fédérale, peuvent, elles aussi, contribuer à l’entretien des connaissances et aptitudes et/ou à l’acquisition de compétences nouvelles.

De omzendbrief GPI 26 van 18 juli 2002 betreft de externe opleidingen die, net als de interne opleidingen die zijn erkend door de directie van de opleiding van de federale politie, kunnen bijdragen tot het onderhouden van de kennis en de vaardigheden en/of het verwerven van nieuwe competenties.

Un membre du personnel qui, de sa propre initiative, suit une formation externe, qui est considérée comme utile par son chef fonctionnel, se voit accorder diverses facilités en fonction de la proportion de l’utilité de la formation pour le service par rapport à l’intérêt personnel que présente la formation pour l’intéressé.

Een personeelslid dat, op persoonlijk initiatief, een opleiding volgt die door de functionele chef als nuttig wordt beschouwd, krijgt diverse faciliteiten in functie van de verhouding van het nut van de opleiding voor de dienst ten aanzien van het persoonlijk belang dat de betrokkene heeft bij de opleiding.

Le membre du personnel ne dispose pas d’un congé de formation en tant que tel, mais les heures consacrées à l’activité de formation ainsi que les déplacements aller-retour (de et vers le lieu habituel de travail) sont comptabilisées comme prestation de service, à concurrence de la partie jugée utile par le chef fonctionnel, et ce avec un maximum de 7 h 36 par jour.

Het personeelslid beschikt niet alsdusdanig over een opleidingsverlof maar de uren besteed aan de opleidingsactiviteit en aan de verplaatsingen heen en terug (van en naar de gewone plaats van tewerkstelling) worden aangerekend ten belope van het gedeelte dat door de functionele chef nuttig wordt geacht, met een maximum van 7.36 uur per dag.

2. L’intervention financière est laissée à l’appréciation du chef fonctionnel en fonction du degré d’utilité de la formation, des objectifs à suivre par son service et des crédits dont il dispose.

2. De financie¨le tussenkomst wordt beoordeeld door de functionele chef rekening houdend met de graad van nuttigheid van de opleiding, met de te bereiken doelstellingen van zijn dienst en de kredieten waarover hij beschikt.

Les indemnités de déplacement, de logement et de repas sont liquidés en application des règles communes en la matière.

De verplaatsings-, logements- en maaltijdvergoedingen worden betaald volgens de algemeen geldende regels.

J’estime dès lors qu’il existe suffisamment de possibilités en la matière.

Ik meen dan ook dat er ter zake voldoende mogelijkheden zijn.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15492

DO 2004200504363

DO 2004200504363

Question no 631 de M. Patrick Cocriamont du 27 mai 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 631 van de heer Patrick Cocriamont van 27 mei 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Organisation terroriste « Les Moujahidines du peuple iranien ».

Terroristische organisatie « De Mujahedin van het Iraanse volk ».

Le 25 avril 2005, l’OMPI, l’organisation terroriste « Les Moujahidines du peuple iranien », a tenu au Théaˆtre Saint-Michel à Bruxelles une réunion publique qui a rassemblé plusieurs centaines de personnes. Les invitations, qui étaient libellées sous une dénomination de circonstance, étaient d’une transparence d’autant plus flagrante qu’elles renvoyaient à des sites électroniques révélateurs. On doit savoir que l’OMPI est reprise depuis 1997 sur la liste des organisations terroristes du département d’E´tat américain et, depuis 2002, sur celle de l’Union européenne.

Op 25 april 2005 heeft de OMPI, de terroristische « Organisatie van de Mujahedin van het Iraanse volk » in het Théaˆtre Saint-Michel in Brussel een openbare bijeenkomst gehouden waarop verscheidene honderden personen aanwezig waren. De uitnodigingen, waarop voor de gelegenheid een andere benaming werd gebruikt, lieten echter aan duidelijkheid niets te wensen over : zij verwezen immers naar websites die er niet om liegen. De OMPI staat sinds 1997 op de lijst van terroristische organisaties van het Amerikaanse State Department en sinds 2002 ook op die van de Europese Unie.

On ne peut ignorer qu’il s’agit de terroristes d’une détermination des plus radicales : leur siège européen ayant été perquisitionné en 2003, plusieurs de leurs dirigeants ont été incarcérés et inculpés par la justice française du chef l’association de malfaiteurs dans un but de terrorisme.

Men moet goed beseffen dat het om uiterst radicale terroristen gaat : nadat in 2003 in hun Europese zetel een huiszoeking heeft plaatsgevonden werden verscheidene van hun leiders door het Franse gerecht opgesloten en in beschuldiging gesteld wegens bendevorming met terroristische bedoelingen.

Les militants de l’OMPI en sont membres à vie et, récemment, l’organisation de défense des droits de l’homme « Human Rights Watch » a dénoncé les sévices que les moujahidines du peuple iranien infligent aux membres qui ont des velléités de dissidence : séquestration, torture, assassinat. En Irak, Saddam Hussein, qui les a utilisés entre autres contre les Kurdes, leur avait concédé une région isolée. L’OMPI y a installé ses propres communes, presses, bureaux, milices, camps d’entraıˆnement, cliniques, écoles et même prisons, connues pour être des centres de rééducation.

De militanten van de OMPI zijn er levenslang lid van en onlangs heeft de mensenrechtenorganisatie « Human Rights Watch » aangeklaagd dat de Mujahedin van het Iraanse volk sommige van haar leden die dissidente neigingen vertonen heeft opgesloten, gefolterd en zelfs vermoord. In Irak heeft Saddam Hoessein, die OMPI-leden onder meer tegen de Koerden heeft ingezet, hen een eigen afgelegen gebied toegekend. De OMPI heeft er haar eigen gemeenten, persorganen, kantoren, milities, trainingskampen, ziekenhuizen, scholen en zelfs gevangenissen, die bekend staan als heropvoedingscentra, gevestigd.

1. Comment peut-il se faire qu’une organisation terroriste patentée arrive à tenir aussi ouvertement une réunion publique à deux pas des institutions européennes ?

1. Hoe kan het dat een gepatenteerde terroristische organisatie erin slaagt zo openlijk een openbare bijeenkomst te houden op een steenworp van de Europese instellingen ?

2. Fait-elle l’objet d’une surveillance particulière de la part des services belges de lutte contre le terrorisme ?

2. Wordt die organisatie speciaal in de gaten gehouden door de Belgische diensten voor terrorismebestrijding ?

3. Le gouvernement approuve-t-il les parlementaires belges de la majorité qui ont accepté d’assister à cette réunion et lui ont donné l’apparence de la respectabilité : il s’agit de MM. Pierre Galand, Patrick Vankrunkelsven et Jean-Pierre Malmendier, pour ne pas citer un ancien vice-premier ministre aujourd’hui dans l’opposition ?

3. Staat de regering achter de Belgische parlementsleden van de meerderheid die op die vergadering aanwezig waren en aldus de schijn hebben gewekt dat het om een achtenswaardige bijeenkomst ging ? Het betreft met name de heren Pierre Galand, Patrick Vankrunkelsven en Jean-Pierre Malmendier, alsook een voormalig vice-eerste minister die thans deel uitmaakt van de oppositie.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15493

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 631 de M. Patrick Cocriamont du 27 mai 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 631 van de heer Patrick Cocriamont van 27 mei 2005 (Fr.) :

1. Si l’OMPI est bien reprise sur la liste européenne, il ne s’agit que d’une liste destinée à geler les avoirs financiers des groupements qui y sont repris. L’interdiction reste une prérogative de chaque pays : en Belgique, l’OMPI n’est pas interdite. En ce qui concerne la tenue de manifestation, il appartient à l’autorité administrative locale d’autoriser ou d’interdire la manifestation s’il existe un danger matériel pour l’ordre public.

1. De Europese lijst waarop de OMPI is opgenomen, is enkel bestemd voor het bevriezen van de financie¨le tegoeden van de betreffende groeperingen. Het verbieden blijft een prerogatief van elk land : in Belgie¨ is de OMPI niet verboden. Wat het houden van manifestaties betreft, komt het toe aan de lokale bestuurlijke overheid om de manifestatie toe te laten of te verbieden in geval van een materieel gevaar voor de openbare orde.

2. L’OMPI est un groupement repris sur la liste des groupements présentant un intérêt particulier pour ` ce titre, les services de police belge l’ordre public. A peuvent recueillir des informations concernant ce mouvement.

2. De OMPI is een groepering die opgenomen is op de lijst van de groeperingen die een bijzonder belang vertonen voor de openbare orde. Op grond hiervan, kunnen de Belgische politiediensten informatie verzamelen betreffende deze groepering.

3. La liberté de participer ou non à un événement, une manifestation ou à une réunion est garantie par la Constitution et est une décision personnelle.

3. De vrijheid om wel of niet deel te nemen aan een gebeurtenis, een manifestatie of een vergadering wordt gegarandeerd door de Grondwet en is een persoonlijke beslissing.

DO 2004200504446

DO 2004200504446

Question no 639 de M. Melchior Wathelet du 3 juin 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 639 van de heer Melchior Wathelet van 3 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Direction générale des ressources humaines de la police fédérale et de la police locale. — Formulaires de demande de la prime syndicale.

Algemene Directie personeel van de federale en van de lokale politie. — Aanvraagformulieren voor de vakbondspremie.

La circulaire ministérielle du 9 février 2005 dispose que les membres de la police fédérale et de la police locale, désireux de faire valoir leur droit à l’obtention de la prime syndicale, doivent être mis en possession du formulaire de demande pour le 31 mars 2005.

De ministerie¨le omzendbrief van 9 februari 2005 bepaalt dat het aanvraagformulier voor de vakbondspremie voó´r 31 maart 2005 moet worden uitgereikt aan de leden van de federale en van de lokale politie die een dergelijke premie willen bekomen.

Il semblerait que la Direction générale des ressources humaines de la police fédérale et de la police locale n’ait pas encore à ce jour fait parvenir ces formulaires aux membres du personnel concerné, ou à tout le moins à très peu d’entre eux.

Naar verluidt zouden tot heden geen of slechts een handvol van de betrokken personeelsleden door de Algemene Directie personeel van de federale en van de lokale politie in het bezit van die formulieren zijn gesteld.

Pourriez-vous communiquer pour quelles raisons la Direction générale des ressources humaines de la police fédérale et de la police locale n’a pu respecter la date impartie pour l’envoi de tous les formulaires, une carence d’autant plus importante dans la mesure ou` elle s’était déjà manifestée de la même manière avec les précédentes primes ?

Waarom is de Algemene Directie personeel van de federale en van de lokale politie er niet in geslaagd om alle formulieren tijdig te verzenden ? Wijst het feit dat de uitreiking van dergelijke formulieren in het verleden herhaaldelijk in het honderd is gelopen, niet op een ernstig falen ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15494

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 639 de M. Melchior Wathelet du 3 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 639 van de heer Melchior Wathelet van 3 juni 2005 (Fr.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Pour les membres de la police fédérale, les formulaires de demande de la prime syndicale ont été envoyés par la Direction Générale des ressources humaines (DGP). Pour les membres du personnel de la police locale, DGP a proposé, dans le cadre de l’appui administratif, à toutes les zones de police de rédiger et d’envoyer ces documents également pour leur personnel : 113 des 196 zones y ont souscrits.

Voor de personeelsleden van de federale politie werden de formulieren voor de aanvraag van de syndicale premie verstuurd door de Algemene Directie Personeel (DGP). Voor de personeelsleden van de lokale politie deed DGP in het raam van de administratieve steunverlening het aanbod aan alle politiezones om die documenten ook voor hun personeel aan te maken en te versturen : 113 van de 196 zones gingen daarop in.

Malheureusement, la date du 31 mars 2005 n’a pu être respectée à quelques jours près. C’était dû à un concours de circonstances : une publication relativement tardive de la circulaire au Moniteur belge, le souci de décharger un maximum de zones de cette obligation administrative, le déménagement de DGP et quelques problèmes techniques lors de l’impression.

Jammer genoeg werd de datum van 31 maart 2005 inderdaad op enkele dagen na niet gehaald. Dit was te wijten aan een samenloop van omstandigheden : een vrij late publicatie van de omzendbrief in het Belgisch Staatsblad, de betrachting om een maximum aantal zones van deze administratieve verplichting te ontlasten, de verhuis van DGP en enkele technische problemen bij het afdrukken.

Depuis cette diffusion, un duplicata a été réalisé pour environ 500 membres du personnel car ils avaient eux mêmes perdu le formulaire qui leur avait été envoyé ou parce qu’ils avaient récemment déménagé et que leur nouvelle adresse n’avait pas encore été communiquée à DGP.

Sinds die verspreiding werd voor een 500-tal personeelsleden een duplicaat opgemaakt omdat zijzelf hun toegestuurde formulieren waren kwijtgeraakt of omdat zij recentelijk verhuisd waren en hun nieuwe adres nog niet was meegedeeld aan DGP.

Au moment de la formulation de la question par l’honorable membre tout était donc déjà réglé. Le problème ne doit pas être amplifié et on peut espérer que, la prochaine fois, tout se déroulera dans les délais impartis.

Op het ogenblik van de vraagstelling door het geachte lid was dus alles reeds geregeld. Het probleem moet niet worden opgeschroefd en men mag hopen dat de volgende keer alles binnen de gestelde termijnen zal verlopen.

DO 2004200504448

DO 2004200504448

Question no 641 de M. Melchior Wathelet du 3 juin 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 641 van de heer Melchior Wathelet van 3 juni 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Inspection générale de la police fédérale et de la police locale. — Formulaire transmis aux chefs de corps. — Propositions concernant la réévaluation du statut des membres de nos services de police.

Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie. — Formulier aan de korpschefs. — Voorstellen inzake de herziening van het statuut van het politiepersoneel.

Il me revient qu’un formulaire a été adressé par l’Inspection générale de la police fédérale et de la police locale aux chefs de corps dans le cadre des premières propositions concernant la réévaluation du statut des membres de nos services de police.

Naar verluidt stuurde de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie een formulier naar de korpschefs in het kader van de eerste voorstellen inzake de herziening van het statuut van het politiepersoneel.

Vous n’êtes pas sans savoir que toutes les matières transmises à l’Inspection générale de la police fédérale

Zoals u weet moet over alle aangelegenheden die bij de Algemene inspectie van de federale politie en van de


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15495

et de la police locale doivent être présentées en concertation avec les organisations syndicales représentatives du personnel de nos services de police. Ce n’est pas le cas dans la situation présente.

lokale politie aanhangig worden gemaakt, met de representatieve vakbondsorganisaties van het politiepersoneel overleg worden gepleegd. Dat is in dit geval niet gebeurd.

Pour quelles raisons les organisations syndicales représentatives du personnel de nos services de police n’ont-elles pas reçu copie du formulaire adressé par l’Inspection générale de la police fédérale et de la police locale aux chefs de corps, et envisagez-vous leur en adresser une ou pas ?

Waarom ontvingen de representatieve vakbondsorganisaties van het politiepersoneel geen kopie van het formulier dat door de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie aan de korpschefs werd gericht ? Bent u van plan hen er alsnog een te bezorgen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 20 juillet 2005, à la question no 641 de M. Melchior Wathelet du 3 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 641 van de heer Melchior Wathelet van 3 juni 2005 (Fr.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Le processus relatif à l’évaluation globale du statut a été élaboré avec les organisations syndicales représentatives et a fait l’objet du protocole no 125/4 du 3 juin 2004.

De procedure betreffende de globale evaluatie van het statuut werd samen met de representatieve vakbonden uitgewerkt en maakt het voorwerp uit van het protocol nr. 125/4 van 3 juni 2004.

Avant la transmission de ce dossier à l’Inspection générale (l’AIG), les thèmes de l’évaluation et les questions concrètes posées à l’AIG ont été préparés par une commission d’évaluation qui était entre autres composée des représentants des organisations syndicales représentatives.

Voó´r de verzending van dit dossier aan de algemene Inspectie (AIG), werden de thema’s van de evaluatie en de concreet gestelde vragen aan de AIG, voorbereid door een evaluatiecommissie die onder andere samengesteld was uit afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties.

Le but étant d’objectiver au maximum les prétendus problèmes de fonctionnement liés au statut, les responsables de l’AIG ont adressés notamment leurs questions à la police fédérale, à la police locale et aux organisations syndicales.

Die procedure strekt ertoe om de beweerde werkingsproblemen ingevolge het statuut zo veel als mogelijk te objectiveren. Daarom hebben de verantwoordelijken van de AIG hun vragen gericht aan onder andere de federale politie, de lokale politie alsook aan de vakorganisaties.

Après l’enquête de l’AIG, la même commission d’évaluation examinera le rapport de l’AIG et le complètera, le cas échéant, de ses commentaires. Ces documents serviront alors de base aux propositions d’adaptation du statut introduites tant par la délégation de l’autorité que les organisations syndicales.

Na het onderzoek van de AIG, zal dezelfde evaluatiecommissie het verslag van de AIG onderzoeken en zal er, in voorkomend geval, zijn commentaren aan toevoegen. Deze documenten zullen dan de basis vormen van de voorstellen tot aanpassing van het statuut die zowel door de delegatie van de overheid als door de vakorganisaties zullen kunnen worden ingediend.

Les discussions en comité de négociation et non de concertation, au sujet de ces propositions d’adaptation débuteront après les congés.

De discussies betreffende deze voorstellen tot aanpassing in het onderhandelingscomité, en niet het overlegcomité, zullen na de verlofperiode aanvangen.

Avouez qu’il est difficile de mieux respecter le statut syndical qu’en l’espèce.

Moeilijk, me dunkt, het syndicaal statuut beter te respecteren dan in voorliggend geval.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15496

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2004200504588

DO 2004200504588

Question no 243 de M. Mark Verhaegen du 16 juin 2005 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 243 van de heer Mark Verhaegen van 16 juni 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Nuisances sonores engendrées par les avions militaires survolant la Campine anversoise.

Geluidsoverlast van militaire vliegtuigen boven de Antwerpse Kempen.

Ces dernières années, le débat sur les nuisances sonores engendrées par les avions militaires survolant la Campine anversoise a repris toute son intensité.

De jongste jaren laait de problematiek van lawaaihinder veroorzaakt door militaire vliegtuigen in het luchtruim boven de Kempen opnieuw in alle hevigheid op.

Les problèmes viendraient principalement des vols d’essai supersoniques plutoˆt que des vols d’entraıˆnement, les premiers effrayant soudainement les riverains par un « bang supersonique ».

Het zouden geen trainingsvluchten, maar vooral supersonische testvluchten betreffen. Het effect kan echter wel zijn dat de buurt plots wordt opgeschrikt door een « supersonische bang ».

De plus, certains jours, les exercices sont réalisés pratiquement en continu, ce qui rend la situation intenable pour la population locale.

Daarenboven zijn er dagen met praktisch onafgebroken oefeningen, waarbij de situatie voor de plaatselijke bevolking onhoudbaar wordt.

1. Serait-il possible que le département de la Défense mette en place un monitoring du bruit à certains « endroits sensibles » à proximité des habitations concernées ?

1. Is het mogelijk dat er vanuit het departement van Landsverdediging een geluidsmonitoring wordt opgesteld op een aantal « kwetsbare plaatsen » in de buurt van de getroffen woningen ?

2. Dans l’affirmative, la Défense prend-elle immédiatement les mesures nécessaires pour maintenir les nuisances sonores dans des limites raisonnables ?

2. Zo ja, worden meteen de nodige maatregelen genomen om de geluidshinder binnen de perken te houden ?

3. A-t-on pensé à une dispersion géographique de ces vols sur l’ensemble du territoire belge ou mieux, au-dessus par exemple de la mer du Nord, pour répartir/éviter ainsi les nuisances sonores au-dessus du pays ?

3. Wordt aan een geografische spreiding van deze vluchten gedacht over het volledige Belgische grondgebied of beter nog boven bijvoorbeeld de Noordzee om hierdoor de geluisoverlast op het land te spreiden/ voorkomen ?

Réponse du ministre de la Défense du 25 juillet 2005, à la question no 243 de M. Mark Verhaegen du 16 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 25 juli 2005, op de vraag nr. 243 van de heer Mark Verhaegen van 16 juni 2005 (N.) :

Je prie l’honorable membre de trouver ci-après les réponses aux questions posées.

Ik verzoek het geachte lid hierna het antwoord op de gestelde vragen te willen vinden.

1. L’installation ou non d’appareils à mesurer le nombre de décibels ne fait pas partie du domaine d’attributions de la Défense.

1. Het al dan niet plaatsen van decibelmeters behoort niet tot het bevoegdheidsdomein van Defensie.

2. Pas d’application.

2. Niet van toepassing.

3. La Défense est particulièrement attentive aux problèmes de nuisances sonores occasionnées par ses appareils.

3. Defensie is zich terdege bewust van het probleem van geluidshinder veroorzaakt door haar vliegtuigen.

Excepté certaines concentrations autour des aérodromes pour les décollages et atterrissages, les vols militaires sont éparpillés autant que possible dans tout l’espace aérien national.

Uitgezonderd bepaalde concentraties rond de vliegvelden voor opstijgen en landen, worden alle militaire vluchten zoveel mogelijk verspreid over het nationale luchtruim.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15497

Vu la pression pour l’expansion de l’espace aérien civil, pour raisons économiques, l’espace militaire devient de plus en plus réduit. Suivant cette pression, une nouvelle structure de l’espace aérien militaire est d’application depuis le 7 juillet 2005.

Gezien de druk voor de uitbreiding van het burgerluchtruim, wegens economische redenen, wordt het militair toegankelijk luchtruim meer en meer beperkt. Door deze druk, is er een nieuwe structuur van het militaire luchtruim van toepassing sedert 7 juli 2005.

La Défense possède plusieurs secteurs, dans les limites de l’espace aérien belge, réservés aux évolutions des avions de chasse F16. Ces secteurs sont situés audessus de la mer du Nord, des Ardennes et dans les environs des bases opérationnelles de Florennes et Kleine Brogel, comme indiqué sur la carte en annexe.

Defensie bezit meerdere sectoren, binnen de limieten van het Belgische luchtruim, gereserveerd voor de evoluties van de gevechtsvliegtuigen F16. Deze sectoren zijn gelegen boven de Noordzee, de Ardennen en in de omtrek van de operationele basissen van Florennes en Kleine Brogel, zoals aangegeven op de kaart in bijlage.

E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2004200504589

DO 2004200504589

Question no 244 de Mme Ingrid Meeus du 16 juin 2005 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 244 van mevrouw Ingrid Meeus van 16 juni 2005 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Militaires et civils employés par province.

Militairen en burgers tewerkgesteld per provincie.

Dans le cadre de la mobilité et dans l’optique d’une vision à long terme, de nouveaux candidats potentiels préfèrent souvent un emploi dans leur région. De plus, au cours de leur carrière, les titulaires d’un emploi restent attachés à leur affectation géographique. Compte tenu de cela, le département de la Défense est parfaitement à même d’anticiper les desiderata de nouveaux candidats potentiels.

In het kader van mobiliteit en lange termijnvisie geven potentie¨le nieuwe kandidaten vaak de voorkeur aan een tewerkstelling binnen hun regio. Tijdens de loopbaan hecht de tewerkgestelde zich bovendien vast aan zijn geografische standvastigheid. Het departement Defensie kan perfect inspelen op de wens van potentie¨le nieuwe kandidaten.

La loi du 23 décembre 2004 fixant le contingent de l’armée pour l’année 2005 prévoit que le contingent est fixé à 42.042 militaires maximum.

De wet van 23 december 2004 tot vaststelling van het legercontingent voor het jaar 2005, bepaalt dat het contingent is vastgesteld op ten hoogste 42.042 militairen.

1. Combien de militaires sont employés par province ?

1. Hoeveel militairen worden per provincie tewerkgesteld ?

2. Combien de civils sont employés par province au département de la Défense ?

2. Hoeveel burgers worden bij het departement Defensie per provincie tewerkgesteld ?

3. Combien de militaires et de civils sont employés par Quartier ?

3. Hoeveel militairen en burgers worden per kwartier tewerkgesteld ?

Réponse du ministre de la Défense du 25 juillet 2005, à la question no 244 de Mme Ingrid Meeus du 16 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 25 juli 2005, op de vraag nr. 244 van mevrouw Ingrid Meeus van 16 juni 2005 (N.) :


Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

Le recrutement des militaires est orienté vers des fonctions de base, nécessaires pour garantir le caractère opérationnel des unités au sein des différentes composantes.

De werving van militairen is georie¨nteerd naar basisfuncties, noodzakelijk voor het garanderen van het operationeel karakter van de eenheden binnen de diverse componenten.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15498

Militaires et civils employés par province

Militairen en burgers tewerkgesteld per provincie

Province — Provincie

Militaires — Militairen

Civils — Burgers

Flandre occidentale. — West-Vlaanderen .................................. Flandre orientale. — Oost-Vlaanderen ...................................... Anvers. — Antwerpen ............................................................... Limbourg. — Limburg .............................................................. Brabant flamand. — Vlaams-Brabant ........................................ Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brabant wallon. — Waals-Brabant ............................................ Hainaut. — Henegouwen .......................................................... Namur. — Namen ..................................................................... Luxembourg. — Luxemburg ..................................................... Liège. — Luik ............................................................................

4 422 838 2 347 6 506 4 427 6 453 1 549 1 096 3 216 3 079 3 752

164 193 27 127 140 861 33 22 85 34 508

Total. — Totaal .........................................................................

37 685

2 194

Militaires et civils par quartier

Militairen en burgers per kwartier

Les quartiers ont été groupés selon la ville ou commune.

De kwartieren werden gegroepeerd volgens stad of gemeente.


Ville ou commune — Stad of gemeente

West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. West-Vlaanderen ................................................................................. Oost-Vlaanderen .................................................................................. Oost-Vlaanderen .................................................................................. Oost-Vlaanderen .................................................................................. Oost-Vlaanderen .................................................................................. Oost-Vlaanderen .................................................................................. Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ........................................................................................... Antwerpen ...........................................................................................


2004

2005

Brugge Damme De Haan Ieper Koksijde Langemark-Poelkapelle Nieuwpoort Oostende Oudenburg Wingene Zedelgem Zeebrugge (Brugge) Destelbergen Gavere Gent Nazareth Sint-Niklaas Antwerpen Berlaar Brasschaat Grobbendonk Herentals Kapellen Kasterlee Ravels Schoten


Civils — Burgers

476 366 39 345 521 125 654 254 0 1 281 1 360 127 328 157 8 218 37 206 712 397 29 4 372 34 3

38 6 0 9 4 3 0 54 3 19 1 27 0 6 25 0 162 3 7 7 2 7 0 0 0 0


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15499



Antwerpen ........................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Limburg ............................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Vlaams-Brabant ................................................................................... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest ....... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest ....... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest ....... Région de Bruxelles-Capitale. — Brussels Hoofdstedelijk Gewest ....... Brabant wallon .................................................................................... Brabant wallon .................................................................................... Brabant wallon .................................................................................... Brabant wallon .................................................................................... Hainaut ............................................................................................... Hainaut ............................................................................................... Hainaut ............................................................................................... Hainaut ............................................................................................... Hainaut ............................................................................................... Hainaut ............................................................................................... Namur ................................................................................................. Namur ................................................................................................. Namur ................................................................................................. Namur ................................................................................................. Luxembourg ........................................................................................ Luxembourg ........................................................................................ Luxembourg ........................................................................................ Luxembourg ........................................................................................ Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège ....................................................................................................


2004

2005

Zwijndrecht Hasselt Hechtel-Eksel Houthalen-Helchteren Leopoldsburg Peer Sint-Truiden Tongeren Zutendaal Diest Glabbeek-Zuurbemde Landen Leuven Oud-Heverlee Steenokkerzeel Tervuren Tienen Vilvoorde Zaventem Bruxelles. — Brussel Evere Laeken / Laken Neder-Over-Heembeek Beauvechain Grez-Doiceau Nivelles Wavre Mons Brugelette Chièvres Tournai Casteau Gosselies Beauraing Dinant Florennes Namur Arlon Bastogne Bertrix Marche-en-Famenne Amay Ans Bassenge Blégny Butgenbach Eupen Graˆce-Hollogne Liège Herstal


Civils — Burgers

553 17 2 355 3 150 1 605 667 420 290 669 1 155 592 132 1 075 137 31 1 622 13 1 443 3 361 290 1 359 1 337 2 195 15 179 5 4 759 137 12 65 250 1 378 1 523 716 370 50 1 943 633 166 6 420 390 110 791 641 16

1 1 0 0 41 11 67 5 2 3 0 9 10 8 2 7 1 100 0 127 400 60 274 22 0 11 0 6 0 0 15 1 0 0 4 14 67 10 1 0 23 0 1 0 0 1 1 10 487 0


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15500



Liège .................................................................................................... Liège .................................................................................................... Liège ....................................................................................................

Sankt Vith Spa Verviers

Militaires — Militairen 1 577 1

Civils — Burgers 0 8 0

DO 2004200504650

DO 2004200504650

Question no 245 de Mme Brigitte Wiaux du 27 juin 2005 (Fr.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 245 van mevrouw Brigitte Wiaux van 27 juni 2005 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :

Fourniture de services à la Nation. — Travaux effectués par les militaires du Génie.

Leveren van diensten aan de bevolking. — Werken uitgevoerd door militairen van de genie.

La note de politique générale de la Défense précise, notamment, qu’un des objectifs globaux du département est de stimuler la capacité de mise en œuvre de la Défense pour la fourniture de services à la Nation.

De beleidsnota van Defensie bepaalt onder meer dat een van de globale doelstellingen van het departement erin bestaat de inzetbaarheid van Defensie inzake het leveren van diensten aan de bevolking te stimuleren.

Dans ce cadre, le département de la Défense a distribué des couvertures aux plus démunis et des consultations médicales gratuites ainsi que des distributions de médicaments ont également été organisées.

In dat kader heeft het departement van Defensie dekens aan de kansarmen uitgedeeld, gratis doktersconsultaties georganiseerd en geneesmiddelen rondgedeeld.

Récemment, on a encore pu voir l’intervention des militaires du Génie lors de la reconstruction d’une passerelle ou d’un pont chaussée de Braine-le-Comte à Nivelles, un des lieux de passage du pré-Ravel Nivelles-Arquennes.

Onlangs nog zijn de militairen van de genie opgetreden bij de heropbouw van een loopbrug of wegbrug van ’s Gravenbrakel te Nijvel, waar het fiets- en wandelpad Nijvel-Arquennes langskomt.

1. Pourriez-vous énumérer les interventions des forces armées dans le cadre de la fourniture de services à la Nation et plus particulièrement pour les travaux effectués par les militaires du Génie ?

1. Wanneer zijn de strijdkrachten en meer bepaald de militairen van de genie opgetreden voor het leveren van diensten aan de bevolking ?

2. Quels sont les critères qui prévalent à la sélection des interventions et quelles sont les circonstances dans lesquelles la société peut bénéficier de ces services ?

2. Op basis van welke criteria worden de interventies geselecteerd en in welke omstandigheden kan de gemeenschap die diensten genieten ?

3. Ces services sont-ils structurels ou constituent-ils une cellule d’action d’urgence ?

3. Betreft het structurele diensten of een cel voor dringende actie ?

4. Ces initiatives émanent-elles directement du département de la Défense et sont-elles prises en collaboration avec d’autres départements ?

4. Worden die initiatieven rechtstreeks door het departement Defensie en in samenwerking met andere departementen genomen ?

5. Dans certains cas, les autres départements ou services publics apportent-ils leur contribution financière ?

5. Dragen de andere departementen of overheidsdiensten, in bepaalde gevallen, financieel bij ?

Réponse du ministre de la Défense du 29 juillet 2005, à la question no 245 de Mme Brigitte Wiaux du 27 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 29 juli 2005, op de vraag nr. 245 van mevrouw Brigitte Wiaux van 27 juni 2005 (Fr.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15501

Vu que ce sujet à déjà été traité dans la question parlementaire orale no 7327 du 8 juin 2005, vous trouverez ci-dessous l’information supplémentaire relative à la première question.

Gezien dit onderwerp reeds werd behandeld in de mondelinge parlementaire vraag nr. 7327 van 8 juni 2005, vindt u hieronder de bijkomende inlichtingen betreffende de eerste vraag.

En ce qui concerne les travaux, effectués par le Génie, on distingue plus particulièrement les prestations suivantes :

Wat betreft de werken uitgevoerd door de Genie, kan men in het bijzonder de volgende prestaties onderscheiden :

— Construction de ponts ou passerelles.

— Bouwen van bruggen en loopbruggen.

— Petits travaux de terrassement et de construction au profit d’institutions d’utilité publique à caractère caritatif.

— Kleine grondwerken en constructies ten voordele van instellingen van openbaar nut met een caritatief karakter.

— Travaux de destruction à l’aide d’explosifs.

— Vernielingswerken met behulp van springstoffen.

Ces travaux cadrent dans l’entraıˆnement du personnel.

Deze werken kaderen in de training van het personeel.


Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2004200503645

DO 2004200503645

Question no 270 de M. Guy D’haeseleer du 10 mars 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 270 van de heer Guy D’haeseleer van 10 maart 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Clubs de football de première et de deuxième division nationale. — Arriérés en matière de cotisations ONSS.

Voetbalclubs uit eerstse en tweede klasse. — RSZachterstallen.

Plusieurs clubs de première et de deuxième division nationale éprouvent depuis longtemps déjà des problèmes pour payer les cotisations ONSS.

Diverse voetbalclubs uit eerste en tweede klasse kampen al geruime tijd met betalingsproblemen in verband met de RSZ-bijdragen.

1. a) Quel est à l’heure actuelle le montant total de la dette relative aux cotisations ONSS des clubs de première division nationale ?

1. a) Wat is de totale schuld aan RSZ-bijdragen van de clubs in eerste klasse op dit moment ?

b) Combien de clubs sont-ils débiteurs à l’égard de l’ONSS ?

b) Hoeveel clubs hebben een schuld ?

2. a) Quel est à l’heure actuelle le montant total de la dette relative aux cotisations ONSS des clubs de deuxième division nationale ?

2. a) Wat is de totale schuld aan RSZ-bijdragen van de clubs in tweede klasse op dit moment ?

b) Combien de clubs sont-ils débiteurs à l’égard de l’ONSS ?

b) Hoeveel clubs hebben een schuld ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15502

3. a) Quel montant de ces cotisations ONSS est-il contesté ?

3. a) Wat is het bedrag van de RSZ-bijdragen dat betwist wordt ?

b) Combien de clubs contestent-ils leurs dettes ?

b) Hoeveel clubs betwisten hun schuld ?

4. a) Combien de clubs ont-ils conclu un plan d’apurement pour payer leurs arriérés ?

4. a) Welke clubs hebben een afbetalingsplan afgesloten om de achterstallen te betalen ?

b) Quels clubs d’apurement ?

b) Welke clubs volgen dit afbetalingsplan niet ?

ne

respectent

pas

ce

plan

5. a) Quels moyens l’administration met-elle en œuvre pour percevoir ces arriérés ?

5. a) Welke middelen zet de administratie in om de achterstallen te innen ?

b) Quels clubs font l’objet d’une action en justice ?

b) Tegen welke clubs werd een vordering ingesteld via de rechtbank ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 270 de M. Guy D’haeseleer du 10 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 270 van de heer Guy D’haeseleer van 10 maart 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’informe l’honorable membre de ce qui suit.

Als antwoord op zijn vragen, deel ik het geachte lid het volgende mee.

1. a) la dette totale de cotisations de sécurité sociale des clubs de football de première division nationale s’élève à 48 892,48 euros;

1. a) de totale schuld aan sociale zekerheidsbijdragen van de voetbalclubs uit de eerste nationale afdeling bedraagt 48 892,48 euro;

b) ce montant est dû par un seul club de première division nationale;

b) dit bedrag is verschuldigd door één club uit de eerste nationale afdeling;

2. a) la dette totale de cotisations de sécurité sociale des clubs de football de deuxième division nationale s’élève à 196 802,64 euros;

2. a) de totale schuld aan sociale zekerheidsbijdragen van de voetbalclubs uit de tweede nationale afdeling bedraagt 196 802,64 euro;

b) ce montant est dû par trois clubs de deuxième division nationale;

b) dit bedrag is verschuldigd door drie clubs uit de tweede nationale afdeling;

3. a) le montant contesté de cotisations de sécurité sociale s’élève à 170 673,34 euros;

3. a) het bedrag aan sociale zekerheidsbijdragen dat betwist wordt bedraagt 170 673,34 euro;

b) il s’agit de deux clubs qui contestent le montant de cotisations de sécurité sociale;

b) het betreft twee clubs die het bedrag van sociale zekerheidsbijdragen betwisten;

4. a) L’Office national de sécurité sociale n’a actuellement accordé un plan de remboursement à aucun club de football de première ou de deuxième division nationale;

4. a) de Rijksdienst voor sociale zekerheid heeft momenteel aan geen enkele voetbalploeg uit de eerste of de tweede nationale afdeling een afbetalingsplan toegestaan;

b) sans objet. Voir réponse à la question 4. a);

b) niet van toepassing. Zie antwoord op vraag 4. a);

5. a) la politique de recouvrement menée par l’Office national de sécurité sociale à l’égard des clubs de football n’est pas différente de celle menée à l’égard d’autres employeurs.

5. a) het invorderingsbeleid van de Rijksdienst voor sociale zekerheid ten aanzien van voetbalclubs wijkt niet af van het invorderingsbeleid ten opzichte van andere werkgevers.

Lorsqu’un club de football ne paie pas ses cotisations de sécurité sociale, ce club, tout comme tout autre employeur, est assigné en paiement devant le

Indien een voetbalclub zijn sociale zekerheidsbijdragen niet betaalt dan wordt deze club in betaling gedagvaard, zoals dit ook het geval is voor alle


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15503

tribunal du travail afin d’obtenir la condamnation du club concerné au paiement des sommes dues. L’Office national de sécurité sociale ne met donc pas de moyens supplémentaires en œuvre pour percevoir les arriérés des clubs de football;

werkgevers, voó´r de arbeidsrechtbank teneinde de veroordeling te bekomen van de betrokken club tot betaling van de verschuldigde bedragen. De Rijksdienst voor sociale zekerheid zet bijgevolg geen extra middelen in om achterstallen van voetbalclubs te innen;

b) tous les clubs de football de première et de deuxième division nationale qui ont une dette impayée en matière de cotisations de sécurité sociale ont été assignés en paiement.

b) alle voetbalclubs uit eerste en tweede nationale afdeling die een achterstallige schuld hebben inzake betaling sociale zekerheidsbijdragen werden gedagvaard in betaling.

Comme il ressort de la réponse aux questions 1. b) et 2. b), il s’agit ici de quatre clubs de football de première et de deuxième division nationale.

Zoals men uit het antwoord op vraag 1. b) en 2. b) kan afleiden betreft het hier vier voetbalclubs uit eerste en tweede nationale afdeling.

DO 2004200503817

DO 2004200503817

Question no 281 de M. David Geerts du 30 mars 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 281 van de heer David Geerts van 30 maart 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Fonds spécial de solidarité. — Interventions. — Arrêt de la Cour de cassation.

Bijzonder Solidariteitsfonds. — Bepaalde tegemoetkomingen. — Arrest Hof van Cassatie.

L’article 25, § 2, de la loi coordonnée AMI du 14 juillet 1994 stipule que le Fonds spécial de solidarité accorde des interventions dans le couˆt des prestations de santé exceptionnelles.

Artikel 25, § 2, van de gecoo¨rdineerde ZIV-wet van 14 juli 1994 bepaalt dat het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) tegemoetkomingen verleent in de kosten van het Bijzonder Solidariteitsfonds.

Dans un arrêt rendu le 6 septembre 2004, la Cour de cassation a considéré que les prestations qui ne sont pas exceptionnelles mais qui sont des prestations ordinaires, même si elles sont effectuées dans des situations complexes, ne sont pas prises en considération.

Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 6 september 2004 gesteld dat verstrekkingen die niet uitzonderlijk zijn, maar gewone verstrekkingen, ook al worden zij verstrekt voor complexe toestanden, niet in aanmerking komen.

Avant cet arrêt, les tribunaux et cours du travail avaient considéré que le Fonds spécial de solidarité devait intervenir dans les prestations de soins de santé ordinaires pour lesquelles la nomenclature ne prévoit pas de remboursement mais qui sont cependant nécessaires dans des situations médicales complexes.

Voó´r het arrest stelden de arbeidsrechtbanken en arbeidshoven dat het BSF diende tegemoet te komen voor gewone zorgen, welke niet voor terugbetaling in de nomenclatuur voorzien waren, doch welke noodzakelijk waren in complexe medische toestanden.

Par exemple, la pose d’un stent iliaque n’est remboursée que lors d’une dilatation par ballonnets sans opération invasive. Lorsqu’un patient doit subir une endartérectomie de l’aine et que le chirurgien décide de profiter de l’opération pour pratiquer également une dilatation par ballonnets, le stent (936 euros) n’est pas remboursé.

Bijvoorbeeld een « Iliacostent » wordt enkel terugbetaald bij een ballondilatatie zonder operatie. Wanneer een persoon moet geopereerd worden voor een endarterectomie van de lies en de chirurg beslist om tijdens deze operatie ook een ballondilatatie te doen dan wordt de « stent » (936 euro) niet terugbetaald.

Cette manière d’agir permet pourtant d’éviter une deuxième anesthésie et réduit la durée de l’hospitalisation.

Nochtans wordt hierdoor een tweede narcose vermeden en is de hospitalisatietijd korter.

Alors qu’auparavant le Fonds spécial de solidarité serait intervenu dans un tel cas, l’arrêt ne le permet plus étant donné que la pose d’un stent n’est pas considérée comme une prestation exceptionnelle.

Welnu vroeger zou het BSF tegemoetkomen. Ingevolge het arrest kan dit niet meer omdat het plaatsen van een stent geen uitzonderlijke verstrekking is.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15504

1. a) Connaissez-vous cet arrêt et dans l’affirmative, comment souhaitez-vous que l’INAMI l’applique ?

1. a) Kent u het arrest en zo ja, hoe wil u dat het RIZIV het arrest toepast ?

b) Existe-t-il des circulaires en la matière ?

b) Zijn er in verband hiermee omzendbrieven ?

2. Comment les patients peuvent-ils, malgré cet arrêt, encore obtenir le remboursement des prestations normales effectuées dans le cadre d’une situation médicale extraordinaire ?

2. Hoe kunnen patie¨nten alsnog en ondanks het arrest terugbetaling bekomen voor niet uitzonderlijke verstrekkingen in uitzonderlijke medische toestanden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 281 de M. David Geerts du 30 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 281 van de heer David Geerts van 30 maart 2005 (N.) :

En réponse à vos deux questions, je puis vous informer que l’arrêt de la Cour de cassation du 6 septembre 2004 est bien connu, mais ne modifie pas le travail du Collège des médecins-directeurs dans le cadre du Fonds spécial de solidarité.

Als antwoord op uw twee vragen, deel ik u mee dat het arrest van het Hof van Cassatie van 6 september 2004 welbekend is, maar het wijzigt de werkzaamheden van het College van geneesheren-directeurs in het raam van het Bijzonder Solidariteitsfonds niet.

En effet, la Cour de cassation affirme que « les prestations de santé qui ne sont pas exceptionnelles mais qui sont des prestations ordinaires, même si elles sont accordées dans des situations complexes, ne sont pas prises en considération pour une intervention du Fonds spécial de solidarité ».

Immers verzekert het Hof van Cassatie dat : « de geneeskundige verstrekkingen die niet uitzonderlijk zijn, maar gewone verstrekkingen ook al worden zij verstrekt voor complexe toestanden, komen niet in aanmerking voor tegemoetkoming door het Bijzonder Solidariteitsfonds. »

Or, le roˆle du Fonds spécial de solidarité n’a jamais été de viser des situations médicales complexes mais bien des maladies rares.

Het is echter nooit de taak van het Bijzonder Solidariteitsfonds geweest om complexe medische toestanden maar wel om zeldzame ziekten te beogen.

Par conséquent, cet arrêt n’a justifié l’envoi d’aucune circulaire.

Dit arrest verantwoordt dus geenszins de verzending van een omzendbrief.

Pour rappel, l’ancien article 25 de la loi coordonnée du 14 juillet 1994 « relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités » définissait les modalités dans lesquelles le Fonds spécial de solidarité peut intervenir. Le paragraphe 2 de cet article décrivait plus particulièrement les critères permettant des interventions pour des prestations exceptionnelles.

Ter herinnering definieerde het oude artikel 25 van de gecoo¨rdineerde wet van 14 juli 1994 « betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen » de voorwaarden waaronder het Bijzonder Solidariteitsfonds een tegemoetkoming kan verlenen. Paragraaf 2 van dat artikel beschreef meer in het bijzonder de criteria die tegemoetkomingen voor uitzonderlijke verstrekkingen mogelijk maken.

La prestation de santé devait donc être exceptionnelle et ne pas donner droit à un remboursement, mais elle devait aussi :

De geneeskundige verstrekking moest dus uitzonderlijk zijn en mocht geen recht geven op een vergoeding, maar ze moest :

— être onéreuse;

— duur zijn;

— viser une affection rare et portant atteinte aux fonctions vitales du bénéficiaire;

— betrekking hebben op een zeldzame aandoening die de vitale functies van de rechthebbende aantast;

— répondre à une indication présentant pour le bénéficiaire un caractère absolu sur le plan médicosocial;

— beantwoorden aan een indicatie die voor de rechthebbende op medisch-sociaal vlak absoluut is;

— présenter une valeur scientifique et une efficacité largement reconnues par les instances médicales faisant autorité;

— een wetenschappelijke waarde en een doeltreffendheid bezitten die door de gezaghebbende medische instanties in ruime mate worden erkend;

— avoir dépassé le stade expérimental;

— het experimenteel stadium voorbij zijn;


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15505

— être prescrites par un médecin spécialisé dans le traitement de l’affection concernée, autorisé à pratiquer la médecine en Belgique.

— voorgeschreven zijn door een geneesheer die gespecialiseerd is in de behandeling van de betreffende aandoening en toestemming heeft om in Belgie¨ de geneeskunde uit te oefenen.

Chaque dossier introduit via les organismes assureurs au Fonds spécial de solidarité est examiné au cas par cas par le Collège des médecins-directeurs sur la base des documents transmis.

Het College van geneesheren-directeurs bestudeert geval per geval elk dossier dat via de verzekeringsinstellingen bij het Bijzonder Solidariteitsfonds wordt ingediend.

En outre, dans l’exposé introductif du ministre des Affaires sociales (975/10/89/90) lors de la création du Fonds, le ministre des affaires sociales avait fait remarquer que « ce fonds a précisément été créé pour des prestations qui de par leur nature ne peuvent pas figurer dans la nomenclature. 1) Les prestations pour lesquelles une intervention du Fonds est prévue ne sont reprises dans la nomenclature actuelle parce qu’elles concernent des affections très rares et le traitement prescrit répond spécifiquement au cas individuel ce qui rend d’avance, vaine toute inscription de ces prestations dans la nomenclature. »

Bovendien, in de inleidende uiteenzetting van de minister van Sociale Zaken (975/10/89/90) bij de oprichting van het Fonds, heeft de minister van Sociale Zaken het volgende opgemerkt : « (vertaling) dit fonds werd meer bepaald opgericht voor de verstrekkingen die vanwege hun aard niet in de nomenclatuur mogen voorkomen. 1) De verstrekkingen waarvoor in een tegemoetkoming van het Fonds is voorzien, zijn niet opgenomen in de huidige nomenclatuur omdat ze betrekking hebben op zeer zeldzame aandoeningen en de voorgeschreven behandeling een specifiek antwoord is op een individueel geval waardoor elke inschrijving van die verstrekkingen in de nomenclatuur vooraf nutteloos wordt. »

J’attire par ailleurs votre attention sur la nouvelle réglementation du Fonds spécial de solidarité qui est reprise dans la loi du 27 avril 2005 « relative à la maıˆtrise du budget des soins de santé et portant diverses dispositions en matière de santé ».

Ik vestig bovendien uw aandacht op de nieuwe reglementering van het Bijzonder Solidariteitsfonds die is opgenomen in de wet van 27 april 2005 « betreffende de beheersing van de begroting van de gezondheidszorg en houdende diverse bepalingen inzake gezondheid ».

Son concept part précisément du constat que même des prestations moins exceptionnelles, mais indispensables au maintien des fonctions vitales peuvent, par leur prix élevé, compromettre l’accessibilité aux soins, dans des indications rares.

Dit concept gaat meer bepaald uit van de vaststelling dat zelfs minder uitzonderlijke verstrekkingen die noodzakelijk zijn voor het behoud van de vitale functies door hun hoge prijs voor zeldzame indicaties de toegankelijkheid van de verzorging in gevaar kunnen brengen.

Les indications rares visent notamment des cas dont la complexité permet de dire qu’il s’agit de cas uniques.

De zeldzame indicaties hebben met name betrekking op de gevallen waarvan de complexiteit toelaat te zeggen dat het om unieke gevallen gaat.

Graˆce à cette modernisation de sa législation, le Fonds spécial de solidarité est à même, non pas de court-circuiter la nomenclature des prestations de santé pour des prestations seulement remboursées dans certaines indications ou conditions ou non remboursées du tout, mais de permettre des indemnisations pour ces cas uniques non prévus par la nomenclature en jouant le roˆle de filet de sauvetage pour les assurés sociaux concernés.

Dankzij die modemisering van zijn reglementering zal het Bijzonder Solidariteitsfonds de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen niet omzeilen voor verstrekkingen die alleen worden vergoed voor bepaalde indicaties of onder bepaalde voorwaarden of die helemaal niet worden vergoed, maar wel in een vergoeding kunnen voorzien voor die unieke gevallen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen, door de rol te spelen van vangnet voor de betrokken sociaal verzekerden.

Toutefois, ces interventions seront toujours subordonnées au respect de la valeur scientifique et de l’efficacité démontrées, du stade expérimental dépassé, de l’absence d’alternative et de la prescription par un médecin spécialisé dans le domaine de l’affection.

Toch zal het nog altijd moeten worden voldaan aan een aantal voorwaarden : de wetenschappelijke waarde en doeltreffendheid moet zijn aangetoond, het experimenteel stadium moet voorbij zijn, er mag geen alternatief bestaan en er moet een voorschrift zijn van een geneesheer die gespecialiseerd is in de behandeling van de aandoening.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15506

DO 2004200504091

DO 2004200504091

Question no 304 de Mme Annemie Roppe du 26 avril 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 304 van mevrouw Annemie Roppe van 26 april 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Transparence des honoraires et statut des médecins généralistes.

Transparantie van honoraria en statuut van huisartsen.

La loi relative aux droits du patient a instauré la liberté de choisir son médecin généraliste. Afin de pouvoir effectivement faire ce choix en toute liberté les patients doivent être correctement informés.

Ingevolge de patie¨ntenrechtenwet kan de huisarts vrij worden gekozen. Om daadwerkelijk een vrije keuze te kunnen maken, moeten de patie¨nten echter over de juiste informatie kunnen beschikken.

` cet effet, les médecins eux-mêmes pourraient affiA cher dans leur salle d’attente des informations relatives à leurs honoraires et à leur statut. Ces informations devraient également pouvoir être obtenues sur le site internet de l’INAMI.

De dokters zelf zouden hiervoor gegevens rond hun honoraria en hun statuut in hun wachtkamer kunnen uithangen. Informatie over het statuut van de huisarts zou ook via de website van het RIZIV kunnen worden geraadpleegd.

1. Avez-vous déjà adressé des requêtes à ce sujet à l’INAMI ou l’avez-vous chargé de certaines missions ?

1. Heeft u hieromtrent reeds vragen of opdrachten gericht aan het RIZIV ?

2. Dans l’affirmative, comment la situation se présente-t-elle ?

2. Zo ja, wat is hieromtrent de stand van zaken ?

3. a) Dans la négative, pourquoi aucune initiative n’a-telle encore été prise en la matière ?

3. a) Zo neen, waarom werd hieromtrent nog geen initiatief genomen ?

b) Quand cela sera-t-il le cas et quelles initiatives seraient prises ?

b) Wanneer en hoe zal dit gebeuren ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 304 de Mme Annemie Roppe du 26 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 304 van mevrouw Annemie Roppe van 26 april 2005 (N.) :

J’ai prié l’INAMI de bien vouloir incorporer dans son contrat d’administration pour 2006-2008 un engagement consistant à mettre des informations relatives aux dispensateurs de soins (dont les médecins généralistes) à la disposition des assurés sociaux. Ces informations indiqueront si le dispensateur de soins est conventionné ou non et elles mentionneront les conditions éventuelles. Elles seront disponibles sur le site Internet de l’INAMI.

Ik heb aan het RIZIV gevraagd om in zijn bestuursovereenkomst voor 2006-2008 een verbintenis op te nemen om informatie betreffende zorgverleners (waaronder huisartsen) ter beschikking te stellen aan de sociaal verzekerden. Die informatie zal een vermelding bevatten betreffende het al dan niet geconventioneerd zijn van de zorgverlener en de eventuele voorwaarden. Die informatie zou beschikbaar zijn via de website van het RIZIV.

Les médecins généralistes conventionnés s’engagent à appliquer les honoraires comme prévu dans l’accord médico-mutualiste. Ces honoraires sont également publiés sur le site Internet de l’INAMI de sorte que la transparence à l’égard des assurés est réalisée.

Geconventioneerde huisartsen verbinden zich ertoe om de honoraria toe te passen zoals voorzien in het akkoord artsen-ziekenfondsen. Die honoraria worden ook gepubliceerd op de website van het RIZIV zodat de transparantie naar de verzekerden toe gerealiseerd wordt.

Les négociations relatives au contrat d’administration susmentionné sont encore en cours. Un calendrier précis pour la réalisation de ce projet n’a dès lors pas encore pu être établi. J’insisterai néanmoins pour que cette réalisation soit une priorité en 2006.

De onderhandelingen over de voormelde bestuursovereenkomst zijn nog aan de gang zodat er nog geen precieze timing kan gegeven worden voor de realisatie van dit project. Ik zal er echter op aandringen dat dit prioritair in 2006 zou verwezenlijkt worden.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15507

DO 2004200504125

DO 2004200504125

Question no 305 de M. Charles Michel du 29 avril 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 305 van de heer Charles Michel van 29 april 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Critères d’octroi des allocations familiales majorées.

Criteria voor de toekenning van verhoogde kinderbijslag.

Le système des allocations familiales majorées pour les enfants atteints d’une affection a fait l’objet d’une réforme approfondie (arrêté royal du 28 mars 2003). Cette nouvelles réglementation est entrée en vigueur le 1er mai 2003. On ne tient désormais plus compte exclusivement de la maladie en soi mais aussi des conséquences que la maladie a pour l’enfant et sa famille. Il s’agit en l’occurrence d’un énorme progrès qui tend à prendre en compte tous les aspects médico-socioéconomiques du handicap.

Het systeem van verhoogde bijslagen voor kinderen met een aandoening is grondig gewijzigd (koninklijk besluit van 28 maart 2003). De nieuwe wetgeving is op 1 mei 2003 in werking getreden. Voortaan wordt niet alleen rekening gehouden met de ziekte, maar ook met de gevolgen die de ziekte heeft voor het kind en zijn gezin. Dit is een enorme vooruitgang, aangezien er vanaf nu rekening wordt gehouden met de medische, sociale en financie¨le gevolgen van de handicap.

Cependant, pour des motifs budgétaires compréhensibles, cette mesure ne prend en compte que les enfants ayant moins de 7 ans au 1er janvier 2003 (donc nés après le 1er janvier 1996) pour cette réforme. Les autres enfants demeurent soumis au dispositif antérieur légal qui exige 66 % de handicap calculé en application du BOBI (barème officiel belge des invalidités).

Om begrijpelijke begrotingsredenen heeft men bij de hervormingen besloten dat die maatregel uitsluitend geldt voor kinderen die op 1 januari 2003 jonger waren dan 7 jaar (ze moeten dus geboren zijn na 1 januari 1996). Voor de andere kinderen blijft de oude wetgeving van toepassing, waarin als criterium een handicap van 66 % werd gehanteerd, bepaald aan de hand van de BOBI (officie¨le Belgische schaal ter bepaling van de graad van invaliditeit).

Lors de l’élaboration de la nouvelle réglementation, il fut cependant précisé que l’ancienne restait « provisoirement applicable aux enfants nés avant le 1er janvier 1996 et que cette limite serait assouplie dès que possible ».

Toen de nieuwe regelgeving werd opgesteld, werd echter aangegeven dat de oude regeling « voorlopig van toepassing bleef op kinderen die zijn geboren voor 1 januari 1996 en dat deze grens zou worden versoepeld zodra dat mogelijk was ».

S’agissant de cette évolution souhaitée et souhaitable, pouvez-vous nous informer quant aux perspectives prochaines ? Une révision aussi rapide que possible devrait en effet pallier ce qui constitue malgré tout une forme de discrimination à l’égard des enfants nés avant la date limite et de leur famille.

Kunt u ons informeren over de vooruitzichten voor de nabije toekomst inzake deze gewenste en wenselijke evolutie ? Een snelle herziening is namelijk aangewezen om een einde te maken aan deze discriminatie ten aanzien van de kinderen die voor de limietdatum zijn geboren en hun gezin.

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 305 de M. Charles Michel du 29 avril 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 305 van de heer Charles Michel van 29 april 2005 (Fr.) :

Je peux vous communiquer que j’ai rédigé un rapport à propos du nouveau système d’évaluation dans le cadre des allocations familiales supplémentaires pour enfants handicapés. Le but est de voir dans quelle mesure les attentes, qui ont été espérées de l’introduction de celui-ci par l’arrêté royal du 28 mars 2003 portant exécution des articles 47, 56septies et 63 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés et de l’article 88 de la loiprogramme (I) du 24 décembre 2002, sont rencontrées.

Ik kan u meedelen dat ik een verslag heb opgesteld over het nieuwe evaluatiesysteem in het raam van de bijkomende kinderbijslag voor kinderen met een handicap. Het doel hiervan is na te gaan in welke mate de verwachtingen, die werden gekoesterd bij de invoering ervan bij het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002, zijn ingewilligd.

Ce rapport sera prochainement transmis au Conseil national supérieur des personnes handicapées.

Dit verslag zal eerstdaags worden voorgelegd aan de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15508

Avant de prendre des décisions pour l’avenir, j’estime qu’il est opportun de m’assurer au préalable avec certitude du bon fonctionnement du système d’évaluation actuel.

Vooraleer beslissingen te nemen ten aanzien van de toekomst acht ik het raadzaam me eerst duidelijk te vergewissen van de deugdelijkheid van het huidige evaluatiesysteem.

DO 2004200504136

DO 2004200504136

Question no 307 de M. Ortwin Depoortere du 2 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 307 van de heer Ortwin Depoortere van 2 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Charges sociales accrues pour les sociétés comptant plus de dix salariés.

Extra sociale lasten voor bedrijven met meer dan tien werknemers.

Un entrepreneur flamand qui dispose de deux grands centres horticoles a reçu un courrier de l’ONSS l’invitant à payer un supplément de charges sociales pour son centre horticole. Cet entrepreneur y emploie en effet depuis quelque temps plus de dix personnes, ce qui entraıˆne une augmentation des cotisations pour l’ONSS. ` partir du onzième salarié, les charges sociales A augmentent pour chacun des onze membres du personnel, pas uniquement pour le onzième d’entre eux. Dès lors, l’employeur doit payer non pas 1,69 % de plus, mais dix fois autant d’un seul coup, soit 17 %. Force est donc de constater que les entreprises de plus grande taille doivent payer davantage pour le double pécule de vacances, alors que les petites sont au contraire quelque peu épargnées par la réglementation.

Een Vlaamse ondernemer met twee grote tuincentra kreeg een brief van de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) met de vraag om extra sociale lasten te betalen voor zijn tuincentrum. Sinds enige tijd heeft hij er meer dan tien man in dienst en dan begint de kassa van de RSZ extra te tikken.

Selon l’association d’entrepreneurs Unizo, la mesure est entrée en vigueur en 1984 pour donner un coup de pouce aux entreprises débutantes. Les sociétés comptant jusqu’à dix salariés doivent verser des cotisations moins élevées pour le double pécule de vacances de leur personnel. Mais étant donné que pour certains membres du personnel, comme les femmes enceintes, les cotisations de vacances ne sont pas portées en compte alors que le pécule de vacances leur est néanmoins octroyé dans son intégralité, les grandes entreprises doivent payer 1,69 % de plus sur la masse salariale pour que les comptes soient en équilibre.

De ondernemersorganisatie Unizo stelt dat de maatregel van kracht is sinds 1984 om startende bedrijven een steuntje te geven. Bedrijven tot tien werknemers moeten minder afdragen voor het dubbele vakantiegeld van hun personeel. Maar omdat voor bepaalde personeelsleden, bijvoorbeeld vrouwen tijdens een zwangerschap, geen vakantiebijdragen worden aangerekend en ze toch het volledige vakantiegeld ontvangen, moeten de grote bedrijven 1,69 % extra afdragen op de loonmassa om de rekening sluitend te maken.

N’est-il pas urgent de revoir cette mesure et de ne plus alourdir les charges des petites entreprises à partir du onzième salarié ?

Is het niet hoog tijd om deze maatregel te herzien en kleine ondernemingen niet extra te belasten vanaf de elfde werknemer ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 307 de M. Ortwin Depoortere du 2 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 307 van de heer Ortwin Depoortere van 2 mei 2005 (N.) :

L’arrêté royal no 214 du 30 septembre 1983 a instauré une cotisation patronale de 1,60 % de la rémunération du travailleur, à l’origine, destinée au régime relatif à l’emploi et au choˆmage et reprise dans l’article 38, § 3, 9o, de la loi du 29 juin 1981 établissant

Bij het koninklijk besluit nr. 214 van 30 september 1983 werd een werkgeversbijdrage ingevoerd van 1,60 % van het loon van de werknemer. Deze werkgeversbijdrage was oorspronkelijk bestemd voor de werkloosheidsverzekering en werd opgenomen in arti-


2004

Vanaf de elfde werknemer moet extra worden betaald voor alle elf de personeelsleden, niet alleen voor die ene die erbij komt. Dat betekent dat je geen 1,69 % extra moet betalen, maar in één klap 10 keer zoveel, 17 %. Grotere bedrijven moeten meer afdragen voor het dubbel vakantiegeld, zo blijkt, terwijl de kleintjes wat worden gespaard.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15509

les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés.

kel 38, § 3, 9o, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Cette cotisation patronale visait à permettre la perception d’une cotisation sur le double pécule de vacances qui n’était pas considéré comme de la rémunération.

Deze werkgeversbijdrage was bedoeld om het mogelijk te maken een bijdrage te innen op het dubbel vakantiegeld dat niet beschouwd wordt als loon.

En application de l’article 10, 2o, de l’arrêté royal du 8 août 1997, portant des mesures en vue du développement de la gestion globale de la sécurité sociale, en application de l’article 9 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et de l’article 3, § 1er, 4o, de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l’Union économique et monétaire européenne, le produit de cette cotisation de 1,60 %, qui peut être portée à 1,69 % par l’effet de la cotisation de modération salariale, est actuellement destiné au financement des régimes de la gestion globale.

Met toepassing van artikel 10, 2o, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 houdende maatregelen met het oog op de uitbouw van het globaal beheer van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 9 van de wet van 26 juli 1996 tot modemisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4o, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van Belgie¨ aan de Europese Economische en Monetaire Unie, wordt de opbrengst van deze bijdrage van 1,60 %, die als gevolg van de loonmatigingsbijdrage tot 1,69 % kan worden opgetrokken, nu bestemd voor de financiering van de regelingen van het globaal beheer.

Cette cotisation est due par tous les employeurs pour les travailleurs assujettis aux lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, à l’exception de ceux qui occupaient moins de 10 travailleurs au 30 juin 2004.

Deze bijdrage is verschuldigd door alle werkgevers voor de werknemers die onderworpen zijn aan de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, met uitzondering van de werkgevers die minder dan 10 werknemers tewerkstelden op 30 juni 2004.

Pour les personnes qui sont devenues employeurs après cette date, il est tenu compte du nombre de travailleurs, au dernier jour du trimestre au cours duquel le premier engagement a eu lieu.

Voor de personen die werkgever zijn geworden na deze datum, wordt er rekening gehouden met het aantal werknemers op de laatste dag van het kwartaal in de loop waarvan de eerste aanwerving plaatsvond.

Pour calculer le nombre de travailleurs, il faut entendre par travailleurs, ceux qui, au 30 juin 2004, se trouvaient dans les liens d’un contrat de travail, les apprentis agréés, les travailleurs assujettis exclusivement au secteur des soins de santé ainsi que les travailleurs dont le travail est suspendu pour une cause légitime, conformément aux dispositions du Titre 1er, Chapitre III, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, à l’exception des travailleurs en interruption complète de carrière.

Voor de berekening van het aantal werknemers, dient onder werknemers te worden verstaan de personen die op 30 juni 2004 bij de werkgever werkten in uitvoering van een arbeidsovereenkomst, de erkende leerlingen, de werknemers die uitsluitend onderworpen zijn aan de sector van de geneeskundige verzorging en de werknemers van wie de arbeid om een wettige reden geschorst is, overeenkomstig de bepalingen van Titel 1, Hoofdstuk III van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, met uitzondering van de werknemers in volledige loopbaanonderbreking.

Cette dispense de cotisation pour les employeurs qui occupent moins de 10 travailleurs, permet ainsi aux petites entreprises de réduire leurs charges.

Deze bijdragevrijstelling voor de werkgevers die minder dan 10 werknemers tewerkstellen, laat aldus de kleine ondernemingen toe om hun lasten te verminderen.

De plus, d’autres mesures visent également à alléger les charges sociales des PME telles la redistribution de charges sociales prévue par l’arrêté royal du 18 juin 1976 pris en exécution de l’article 46 de la loi du 30 mars 1976 relative aux mesures de redressement économique et qui vise à octroyer une réduction des

Bovendien zijn er ook andere maatregelen die tot doel hebben de sociale lasten van de KMO’s te verlichten, zoals de herverdeling van de sociale lasten voorzien bij het koninklijk besluit van 18 juni 1976 tot uitvoering van artikel 46 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen en


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15510

cotisations patronales de sécurité sociale aux PME en contrepartie d’une cotisation de compensation à charge des employeurs plus importants.

bedoeld om de KMO’s een vermindering toe te kennen van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid, met als tegengewicht een compenserende bijdrage ten laste van de grotere werkgevers.

Par conséquent, il n’est pas prévu d’élargir la dispense de cette cotisation.

Het is bijgevolg niet voorzien om de vrijstelling van deze bijdrage uit te breiden.

DO 2004200504153

DO 2004200504153

Question no 309 de M. Koen Bultinck du 2 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 309 van de heer Koen Bultinck van 2 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Traitements de l’infertilité qui ne sont pas réalisés in vitro. — Enquête.

« Non-IVF-vruchtbaarheidsbehandelingen ». — Onderzoek.

Votre prédécesseur, le ministre des Affaires sociales, M. Frank Vandenbroucke, avait chargé le Collège des médecins-spécialistes de dresser l’inventaire des traitements de l’infertilité qui ne sont pas réalisés in vitro.

Uw voorganger, minister van Sociale Zaken de heer Frank Vandenbroucke, gaf destijds het College van Geneesheren-Specialisten de opdracht om de zogenaamde « non-IVF-vruchtbaarheidsbehandelingen » in kaart te brengen.

Nous ne disposons actuellement d’aucun aperçu du nombre d’inséminations artificielles ou de traitements de l’infertilité hormonaux dans notre pays.

Momenteel ontbreekt elk overzicht over het aantal kunstmatige inseminaties of hormonale vruchtbaarheidsbehandelingen in ons land.

1. Pourriez-vous me préciser l’état d’avancement de la mission que votre prédécesseur a confiée au collège susmentionné ?

1. Kan u verduidelijken hoever het bovenvermeld college staat met de opdracht van uw voorganger ?

2. Quelles sont les conclusions de cette enquête ?

2. Wat zijn de conclusies van dit onderzoek ?

3. Que concluez-vous éventuellement de cette enquête ?

3. Welke conclusies trekt u eventueel uit dit onderzoek ?

4. Estimez-vous nécessaire d’adapter la politique en matière de procréation médicale assistée ?

4. Acht u een bijsturing nodig van het beleid met betrekking tot medisch begeleide voortplanting ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 309 de M. Koen Bultinck du 2 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 309 van de heer Koen Bultinck van 2 mei 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

L’honorable membre souhaite connaıˆtre la suite de la demande d’information évoquée par mon prédécesseur concernant la situation du traitement de l’infertilité par d’autres méthodes que la fécondation in vitro (IVF). ` l’époque, cette question avait été posée au Collège A de médecins concerné. La mission de ce Collège, sans être limitative, consiste essentiellement (comme son intitulé l’indique) à réaliser l’évaluation externe des programmes de Médecine de la reproduction.

Het geachte lid wil weten hoever het staat met de vraag naar informatie van mijn voorganger betreffende de situatie omtrent andere methoden voor de behandeling van onvruchtbaarheid dan in-vitrofertilisatie (IVF).

Les techniques « non-IVF » désignent les traitements de l’infertilité par stimulation ovarienne hormonale,

De « niet-IVF »-technieken slaan op onvruchtbaarheidsbehandelingen door hormonale eierstokstimu-


2004

Deze vraag werd indertijd gesteld aan het betreffende College van geneesheren. Zonder beperkend te zijn, bestaat de opdracht van dit College, voornamelijk (zoals de titel aanduidt) uit de externe evaluatie van de programma’s voor Reproductieve Geneeskunde.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15511

avec ou sans insémination artificielle. Ces techniques peuvent actuellement être mises en œuvre ambulatoirement, en-dehors des centres spécialisés concernés par les programmes A et B de médecine de la reproduction. Les informations relatives à ces techniques ne sont pas actuellement enregistrées par le Collège, et celui-ci ne dispose pas à l’heure actuelle de données les concernant. Nous disposons cependant de données utiles relatives à l’impact des techniques évoquées. Le principal souci en cette matière concerne la survenance d’une grossesse multiple, considérée comme un effet secondaire défavorable des techniques de procréation assistée. Une étude rétrospective récemment conduite en Flandre sur 547 197 accouchements entre 1993 et 2002 montre que 33 % des patientes traitées par stimulation ovarienne controˆlée ont une grossesse multiple. 66,7 % de ces grossesses multiples surviennent après fécondation in vitro, le tiers restant est le résultat d’une stimulation hormonale controˆlée sans IVF. L’ensemble des procédures de procréation assistée rend compte de 4,6 % de l’ensemble des accouchements enregistrés.

Mes services analysent actuellement quelques pistes pour progresser aussi dans ce domaine.

latie, met of zonder kunstmatige inseminatie. Deze technieken kunnen momenteel ambulant toegepast worden, buiten de gespecialiseerde centra waarop programma’s A en B van de reproductieve geneeskunde betrekking hebben. Informatie over deze technieken worden momenteel dus niet geregistreerd door het College en het College beschikt voor het ogenblik niet over een registratie van de betreffende gegevens. Wij beschikken echter over nuttige gegevens inzake de invloed van de vermelde technieken. De voornaamste zorg aangaande deze materie betreft het voorkomen van meervoudige zwangerschappen die beschouwd worden als een ongunstig neveneffect van de kunstmatige voortplantingstechnieken. Een retrospectieve studie die recent in Vlaanderen uitgevoerd werd bij 547 197 bevallingen tussen 1993 en 2002 toont aan dat 33 % van de patie¨nten behandeld door gecontroleerde eierstokstimulatie een meervoudige zwangerschap hebben. 66,7 % van deze meervoudige zwangerschappen komen voor na in-vitro-fertilisatie, het resterende derde is het resultaat van gecontroleerde hormonale stimulatie zonder IVF. Het totaal van de kunstmatige voortplantingsprocedures bedraagt 4,6 % van het totale aantal geregistreerde bevallingen. In het geval van IVF kan een vermindering van het aantal meervoudige zwangerschappen bereikt worden dankzij een beperking van het aantal ingeplante embryo’s. In de andere situaties valt de bepaling van de beste procedures om het aantal meervoudige zwangerschappen te beperken nog te verbeteren, in het bijzonder wat betreft de keuze en de manier van toediening van de hormonen voor eierstokstimulatie, maar de protocollen kunnen reeds voorgesteld worden. Deze vaststellingen leiden tot twee conclusie : enerzijds, wettigen ze de inspanning die vooral gericht is op de evaluatie en de verbetering van de procedures voor in-vitro-fertilisatie als prioriteit van het College van geneesheren ad hoc. Anderzijds benadrukken ze de mogelijkheid om te beschikken over meer systematische gegevens over de procedures voor kunstmatige voortplanting zonder IVF, om deze praktijken te evalueren en verbeteren. Mijn diensten onderzoeken momenteel een aantal sporen om ook op dit gebied vooruit te gaan.

DO 2004200504229

DO 2004200504229

Question no 313 de Mme Annelies Storms du 10 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Services de l’autorité fédérale en Flandre orientale. — Hébergement. ` la suite de la réforme Copernic, la Régie des BaˆtiA ments a étudié la possibilité de procéder au regroupe-

Vraag nr. 313 van mevrouw Annelies Storms van 10 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Diensten federale overheid in Oost-Vlaanderen. — Huisvesting. Ten gevolge van de Copernicus-hervorming werd er door de Regie der Gebouwen onderzocht of het moge-

Dans le cas de l’IVF, la réduction du nombre de grossesses multiples peut être obtenue graˆce à la limitation du nombre d’embryons implantés. Dans les autres situations, la définition des meilleures procédures pour limiter le nombre de grossesses multiples est encore à perfectionner, particulièrement en ce qui concerne les choix et le mode d’administration des hormones de stimulation ovarienne, mais des protocoles peuvent déjà être proposés. Ces constatations appellent deux conclusions : d’une part, elles légitiment l’effort porté principalement sur l’évaluation et l’amélioration des procédures de fécondation in vitro, comme priorité du Collège de médecins ad hoc. D’autre part, elles soulignent l’opportunité de disposer de données plus systématiques sur les procédures de procréation assistées sans IVF, afin d’évaluer et d’améliorer ces pratiques.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15512

ment des services publics logés dans différents immeubles.

lijk was om over te gaan tot een hergroepering van de over verschillende gebouwen verspreide overheidsdiensten.

Au cours des trois dernières années, un programme de relogement a été parachevé à Bruxelles et, d’après la note de politique générale du vice-premier ministre et ministre des Finances, M. Reynders, pareilles opérations de regroupement des services fédéraux seront aussi menées dans d’autres villes.

In de afgelopen drie jaar werd in Brussel een herhuisvestingsprogramma afgewerkt en volgens de beleidsnota van vice-eerste minister en minister van Financie¨n Reynders zullen dergelijke operaties van hergroepering van federale diensten ook in andere steden worden verdergezet.

Les questions suivantes se posent lorsqu’on cherche à avoir une vision de l’hébergement actuel des services de l’autorité fédérale en Flandre orientale en général et à Gand en particulier.

Om zicht te krijgen op de huidige huisvesting van de diensten van de federale overheid in Oost-Vlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder rijzen volgende vragen.

1. a) De quels baˆtiments les services publics ressortissant à votre compétence disposent-ils au 1er mai 2005 en Flandre orientale en général et plus spécifiquement à Gand ?

1. a) Over welke gebouwen beschikken de overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen in OostVlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder op datum van 1 mei 2005 ?

b) Quelle est leur superficie utile ?

b) Wat is hun nuttige oppervlakte ?

2. a) Lesquels de ces immeubles appartiennent-ils en propre aux services publics en question ?

2. a) Welke gebouwen zijn eigendom van deze overheidsdiensten ?

b) Lesquels ces services publics ont-ils en location ?

b) Welke gebouwen worden gehuurd door deze overheidsdiensten ?

c) Quand ces contrats de location peuvent-ils être résiliés ?

c) Wanneer kunnen deze huurcontracten worden opgezegd ?

d) Lesquels de ces immeubles sont-ils l’objet d’un contrat de leasing ? ` combien s’élève la somme déboursée par ces 3. A services publics pour les édifices dont ils ne sont pas les propriétaires ?

d) Welke gebouwen worden geleasd ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 313 de Mme Annelies Storms du 10 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 313 van mevrouw Annelies Storms van 10 mei 2005 (N.) :

1. Le Service public pédéral Sécurité sociale a à sa disposition des parties de baˆtiments suivants en Flandre orientale :

1. De Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid heeft gedeeltes van de volgende gebouwen in gebruik in Oost-Vlaanderen :

— Service Médical :

— Medische dienst :

Gand :

Gent :

Les examens médicaux des personnes handicapées ont lieu à la Koningin Fabiolalaan 116 (224 m2 surfaces utiles).

De medische onderzoeken van Personen met een handicap vinden plaats aan de Koningin Fabiolalaan 116 (224 m2 nuttige oppervlakte).

Notre service médical a pu conclure un accord pour effectuer des examens médicaux à :

Onze Medische Dienst heeft een overeenkomst voor het uitvoeren van medische onderzoeken in

Alost : Le « Algemeen Stedelijk Ziekenhuis » (5 demi-journées par semaine)

Aalst : het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (5 halve dagen per week)

Sint-Niklaas : Le « Vrij Gezondheids- en Welzijnondersteunend Centrum Waas en Dender » (3 demi-journées par semaine).

Sint-Niklaas : het Vrij Gezondheids- en Welzijnondersteunend Centrum Waas en Dender (3 halve dagen per week).


2004

3. Hoeveel betalen deze overheidsdiensten voor de gebouwen die niet in eigendom zijn ?

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15513

— L’Inspection sociale de la Flandre orientale est située au Laurent Delvauxstraat 2 à Gand (600 m2 surfaces utiles).

Sociale inspectie Oost-Vlaanderen werkt vanuit een gebouw aan de Laurent Delvauxstraat 2 in Gent (600 m2 nuttige oppervlakte).

2. La situation juridique des baˆtiments relève de la compétence de la Régie des Baˆtiments.

2. De juridische toestand van de gebouwen behoort tot de bevoegdheid van de Regie der Gebouwen.

3. Les montants locatifs sont également payés par la Régie des Baˆtiments.

3. De eventuele huurgeiden worden eveneens door de Regie der Gebouwen betaald.

DO 2004200504248

DO 2004200504248

Question no 315 de M. Koen Bultinck du 10 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 315 van de heer Koen Bultinck van 10 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Agrément des centres de référence de la douleur chronique.

Erkenning van de referentiecentra voor chronische pijn.

En 2001, le ministre Vandenbroucke a décidé de créer douze centres de référence pour patients souffrant de douleurs chroniques. Dix-huit centres ont été sélectionnés à la suite d’un premier appel aux candidatures lancé par l’INAMI.

In 2001 besliste minister Vandenbroucke om twaalf referentiecentra voor patie¨nten met chronische pijn op te richten. Het RIZIV richtte daarop een eerste vraag naar kandidatuurstelling waarop achttien centra werden weerhouden.

Les principaux critères retenus sont l’expérience prouvée en la matière, l’existence d’au moins cinq accords de collaboration avec d’autres hoˆpitaux et la répartition régionale.

De voornaamste criteria die werden weerhouden zijn : bewijzen van expertise terzake, minstens vijf samenwerkingsakkoorden met andere ziekenhuizen en regionale spreiding.

L’INAMI a ensuite annoncé qu’il procéderait à l’agrément de six centres universitaires.

Daarop maakte het RIZIV bekend over te zullen gaan tot de erkenning van zes universitaire centra.

Cette décision a été contestée par un certain nombre d’hoˆpitaux et cela, d’autant plus que seuls deux hoˆpitaux universitaires étaient parvenus à constituer un réseau (Louvain et Anvers) et que l’INAMI n’a plus tenu compte de ce critère par la suite.

Daarop werd protest aangetekend door een aantal ziekenhuizen temeer omdat maar twee universitaire ziekenhuizen erin geslaagd waren een netwerk te vormen (Leuven en Antwerpen) en daarop volgend het RIZIV dit criterium niet langer in rekening bracht.

Lors d’une nouvelle réunion organisée à l’INAMI avec l’ensemble des candidats, il a été décidé que ceuxci devaient introduire un nouveau dossier. L’accent a alors été mis sur le caractère multidisciplinaire, le critère initial des cinq accords de collaboration n’étant plus considéré comme pertinent.

Een nieuwe vergadering werd belegd op het RIZIV met alle kandidaten. Daar werd beslist dat alle kandidaten een nieuw dossier moesten indienen. Nu kwam nadruk te liggen op de graad van multidisciplinair werken. Het oorspronkelijk criterium van vijf samenwerkingsakkoorden werd niet langer als relevant beschouwd.

Sur la base de ces nouvelles demandes, l’INAMI a décidé de procéder à la désignation de six centres universitaires et de trois centres périphériques.

Op basis van die nieuwe aanvragen werd door het RIZIV besloten over te gaan tot de benoeming van zes universitaire en drie perifere centra.

1. Pourriez-vous préciser quels sont les neuf centres de référence pour patients souffrant de douleurs chroniques qui ont été agréés par le biais du système de convention ?

1. Kan u meedelen welke negen referentiecentra voor patie¨nten met chronische pijn via het conventiesysteem werden erkend ?

2. Quelle est la répartition géographique des centres de référence ?

2. Kan u de geografische spreiding meedelen van de referentiecentra ?

3. Estimez-vous normal que deux centres aient été agréés à Bruxelles ?

3. Vindt u het normaal dat in Brussel twee centra werden erkend ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15514

4. Sur la base de quels critères ces centres de référence ont-ils finalement été agréés ?

4. Op basis van welke criteria werd uiteindelijk overgegaan tot de erkenning van deze referentiecentra ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 315 de M. Koen Bultinck du 10 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 315 van de heer Koen Bultinck van 10 mei 2005 (N.) :

1. Les neuf hoˆpitaux sélectionnés en janvier 2005 par le Comité de l’assurance de l’INAMI pour conclure la convention en tant que centre de référence multidisciplinaire de la douleur chronique sont : — l’Hoˆpital E´rasme ULB, Bruxelles;

1. De negen ziekenhuizen die het verzekeringscomité van het RIZIV in januari 2005 geselecteerd heeft om de overeenkomst als multidisciplinair referentiecentrum voor chronische pijn mee af te sluiten zijn : — Hoˆpital E´rasme ULB, Brussel;

— les Cliniques Universitaires Saint-Luc UCL, Bruxelles;

— Cliniques Universitaires Saint-Luc UCL, Brussel;

— le Centre Hospitalier Universitaire de Liège, Sart Tilman;

— Centre Hospitalier Universitaire de Liège, Sart Tilman;

— les Cliniques Universitaires UCL de MontGodinne, Yvoir;

— Cliniques Universitaires UCL de Mont-Godinne, Yvoir;

— le Heilig-Hartziekenhuis, Roeselare;

— H.-Hartziekenhuis, Roeselare;

— l’UZ Gent;

— UZ Gent;

— l’UZ Antwerpen;

— UZ Antwerpen;

— le Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), Genk;

— Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL), Genk;

— les UZ Leuven.

— UZ Leuven.

Contrairement à ce que mentionne le préambule de la question, avant janvier 2005, le Comité de l’assurance n’a jamais décidé de conclure de convention avec six ou dix-huit hoˆpitaux. Il est vrai cependant qu’en 2003 le Comité de l’assurance n’a pas approuvé une proposition de conclure une convention avec seulement six hoˆpitaux (et de sonder encore les dix-sept autres hoˆpitaux candidats, tant le groupe des douze hoˆpitaux répondant d’une façon modérée aux critères de sélection que le groupe des cinq hoˆpitaux ayant obtenu un score faible en cette matière) parce que le Comité de l’assurance nourrissait alors trop de doutes sur l’objectivité de la sélection et l’application correcte des critères de sélection proposés (voir point 4). Quelques mois plus tard, le Comité de l’assurance a décidé de fonder la sélection sur un dossier de demande standardisé à introduire en supplément par les hoˆpitaux candidats. Ce dossier de demande standardisé, sur lequel tous les hoˆpitaux candidats ont été consultés au préalable, explore avec grande précision toutes sortes d’aspects du fonctionnement des cliniques de la douleur des hoˆpitaux candidats et concrétise ainsi les critères de sélection proposés, sans toutefois les modifier.

In tegenstelling tot wat in de preambule van de vraag wordt vermeld, heeft het Verzekeringscomité voó´r januari 2005 nooit beslist om met zes of achttien ziekenhuizen een overeenkomst te sluiten. Wel is het zo dat een voorstel om in een eerste fase slechts met zes ziekenhuizen een overeenkomst te sluiten (en om de zeventien andere kandidaatziekenhuizen verder te bevragen, zowel de groep van twaalf ziekenhuizen die matig scoorden op de selectiecriteria als de groep van vijf ziekenhuizen die ter zake slecht scoorden), in 2003 door het Verzekeringscomité niet werd goedgekeurd, omdat binnen het Verzekeringscomité toen te veel twijfels leefden over de objectiviteit van de selectie en de correcte toepassing van de vooropgestelde selectiecriteria (zie punt 4). Enkele maanden later heeft het Verzekeringscomité dan beslist om de selectie te baseren op een bijkomend gestandaardiseerd aanvraagdossier dat de kandidaatziekenhuizen zouden moeten indienen. Dit gestandaardiseerd aanvraagdossier, waarover eerst met alle kandidaat-ziekenhuizen is overlegd geweest, bevraagt zeer precies allerlei aspecten van de werking van de pijnklinieken van de kandidaatziekenhuizen en concretiseert daardoor de oorspronkelijk vooropgestelde selectiecriteria, zonder ze evenwel te wijzigen.

Concernant le nombre de douze centres de référence cité dans le préambule de la question, je tiens à souligner que ni mes prédécesseurs ni moi-même n’avons jamais plaidé explicitement en faveur de celui-ci.

Wat het aantal van twaalf referentiecentra betreft waarvan in de preambule van de vraag nog sprake is, zou ik er willen op wijzen dat dit aantal noch door mij, noch door mijn voorgangers ooit expliciet bepleit


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15515

Compte tenu des modalités du texte type de la convention mise au point par le Comité de l’assurance en 2003 et du budget disponible pour les centres de référence de la douleur, il n’était toutefois pas possible de conclure plus de douze conventions. Par conséquent, le Comité de l’assurance était de toute manière obligé de procéder à une sélection parmi le nombre beaucoup plus élevé de candidats. Si neuf hoˆpitaux seulement ont été sélectionnés en définitive, c’est avant tout parce les autres hoˆpitaux candidats n’ont pas obtenu un score suffisant pour les critères d’adhésion et de sélection fixés. Dans certains cas, il a également été difficile de justifier leur sélection pour des raisons d’équilibre géographique, un autre hoˆpital ayant déjà été sélectionné dans la région, qui avait obtenu dans l’ensemble un meilleur score pour les critères de sélection.

is geweest. Rekening gehouden met de modaliteiten van de door het Verzekeringscomité in 2003 uitgewerkte typetekst van de overeenkomst en met het beschikbare budget voor de pijnreferentiecentra, was het budgettair echter niet mogelijk om méér dan twaalf overeenkomsten te sluiten. Het Verzekeringscomité was dus sowieso verplicht om een selectie door te voeren onder het véél grotere aantal kandidaten. Dat er uiteindelijk maar negen ziekenhuizen werden geselecteerd, komt in de eerste plaats omdat de andere kandidaatziekenhuizen niet voldoende goed scoorden op de vooropgestelde toetredings- en selectiecriteria. In bepaalde gevallen kon hun selectie om redenen van geografisch evenwicht ook moeilijk worden verdedigd omdat er in hun regio reeds een ander ziekenhuis geselecteerd was dat globaal beter scoorde op de vooropgestelde selectiecriteria.

2. Cinq des centres de la douleur sélectionnés sont de langue néerlandaise, quatre de langue française. Chacune des cinq provinces flamandes compte un centre de référence. Concernant les provinces wallonnes, il n’y a pas eu de centre de la douleur sélectionné dans le Hainaut et dans le Luxembourg, le Comité de l’assurance estimant qu’aucun des hoˆpitaux candidats de ces deux provinces ne satisfaisait suffisamment aux critères de sélection de la convention. E´tant donné qu’une répartition géographique équilibrée des centres de la douleur est nécessaire afin de rendre accessible à tous les habitants de notre pays les prestations des centres de référence, ce qui explique pourquoi elle constitue un critère de sélection de la convention, le Comité de l’assurance a marqué son engagement de principe pour conclure, dans les mois et les années à venir, la convention avec un hoˆpital situé en province de Hainaut et un hoˆpital situé en province de Luxembourg et ce, dès qu’un centre de référence qui puisse satisfaire à toutes les conditions de la convention approuvée par le Comité de l’assurance et qui puisse avancer une expertise suffisante se présente.

2. Vijf van de geselecteerde pijncentra zijn Nederlandstalig, vier zijn Franstalig. Ieder van de vijf Vlaamse provincies telt een referentiecentrum. Wat de Waalse provincies betreft werden geen pijncentra geselecteerd uit de provincies Henegouwen en Luxemburg omdat het Verzekeringscomité van mening was dat er zich onder de kandidaat-ziekenhuizen om deze overeenkomst af te sluiten, geen ziekenhuizen bevonden uit deze twee provincies die voldoende beantwoordden aan de selectiecriteria van de overeenkomst. Aangezien een evenwichtige geografische spreiding van de pijncentra noodzakelijk is om de zorgverlening van de referentiecentra voldoende toegankelijk te maken voor alle inwoners van ons land en daarom ook een selectiecriterium is van de overeenkomst, heeft het Verzekeringscomité zich wel principieel bereid verklaard om de komende maanden en jaren met één ziekenhuis uit de provincie Henegouwen en met één ziekenhuis uit de provincie Luxemburg bijkomend de bedoelde overeenkomst af te sluiten, zodra er zich uit deze provincies een kandidaat-referentiecentrum aanmeldt dat aan alle voorwaarden van de door het Verzekeringscomité goedgekeurde overeenkomst kan voldoen en voldoende expertise kan voorleggen.

3. J’estime défendable de conclure la convention en question avec deux hoˆpitaux de Bruxelles, notamment parce qu’aucun centre de la douleur de la province avoisinante de Brabant wallon n’a été sélectionné. Par ailleurs, les deux hoˆpitaux bruxellois ont obtenu un score relativement très bon dans les critères de sélection de la convention et faisaient certainement partie des neuf meilleurs candidats au niveau national. Aucun hoˆpital bruxellois de langue néerlandaise n’a proposé sa candidature pour conclure la convention.

3. Ik meen dat het verdedigbaar is om met twee ziekenhuizen uit Brussel de bedoelde overeenkomst af te sluiten, onder meer omdat er geen pijncentrum geselecteerd is uit de aangrenzende provincie WaalsBrabant. Beide Brusselse ziekenhuizen scoorden bovendien relatief zeer goed op de selectiecriteria van de overeenkomst en behoorden op nationaal vlak zeker tot de negen beste kandidaten. Er hebben zich geen Nederlandstalige ziekenhuizen uit Brussel kandidaat gesteld om de overeenkomst te sluiten.

4. Les critères de sélection sur la base desquels le Comité de l’assurance de l’INAMI a sélectionné les centres de la douleur et qui ont été fixés dans un protocole faisant partie de la convention approuvée par le Comité de l’assurance en 2003 sont les suivants :

4. De selectiecriteria op basis waarvan het Verzekeringscomité van het RIZIV de pijncentra geselecteerd heeft en die vastgesteld zijn in een protocol dat deel uitmaakt van de overeenkomst die het Verzekeringscomité in 2003 heeft goedgekeurd, zijn de volgende :


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15516

— la mesure dans laquelle les candidats se sont consacrés, ces dernières années, au traitement de patients souffrant de douleurs chroniques;

— de mate waarin de kandidaten zich de voorbije jaren hebben toegelegd op de behandeling van patie¨nten met chronische pijn;

— l’expertise que les différents candidats peuvent présenter en la matière (qualifications des membres de l’équipe, expérience en matière d’algologie);

— de expertise die de verschillende kandidaten ter zake kunnen voorleggen (kwalificaties van de teamleden, ervaring op het vlak van de algologie);

— les activités des candidats dans le domaine de la recherche et de la formation (entre autres dans le cadre des GLEM);

— de activiteiten op het vlak van research en teaching (onder meer via de LOK’s) van de kandidaten;

— l’étendue du réseau des établissements hospitaliers pour lesquels chaque candidat fait fonction de centre de référence;

— de grootte van het netwerk van verplegingsinrichtingen waarvoor iedere kandidaat als referentiecentrum fungeert;

— la répartition géographique des candidats centres de référence et des établissements hospitaliers pour lesquels ils font fonction de centre de référence.

— de geografische spreiding van de kandidaatreferentiecentra en van de verplegingsinrichtingen waarvoor zij als referentiecentrum zouden fungeren.

Par ailleurs, la convention visée contient une série de conditions auxquelles les centres de référence de la douleur doivent satisfaire dès que leur convention entre en application et qui portent notamment sur le travail en réseau avec d’autres hoˆpitaux (concrétisés par cinq accords de coopération obligatoires) et la composition du cadre du personnel des centres.

Verder bevat de bedoelde overeenkomst een aantal voorwaarden waaraan de pijnreferentiecentra moeten voldoen van zodra hun overeenkomst in werking treedt en die onder andere betrekking hebben op de netwerking met andere ziekenhuizen (geconcretiseerd in vijf verplichte samenwerkingsakkoorden) en de samenstelling van het personeelskader van de centra.

Tous les critères susmentionnés ont été fixés dans la convention avec des centres de référence multidisciplinaires de la douleur chronique approuvée et n’ont pas été modifiés au cours de la procédure de sélection des hoˆpitaux candidats. Comme mentionné précédemment, ces critères ont toutefois été concrétisés en 2004 dans le dossier de demande standardisé que tous les hoˆpitaux candidats ont dû introduire en plus, afin que l’INAMI dispose pour tous ces candidats, de données plus précises et comparables. Sur la base de ce dossier de demande standardisé, on a vérifié surtout l’expertise dont les hoˆpitaux candidats disposent sur le plan du diagnostic et du traitement de la douleur chronique en considérant tant l’expertise purement médicale que l’expérience du travail pluridisciplinaire. On a également vérifié la mesure dans laquelle les hoˆpitaux candidats se sont occupés de la recherche et de la formation en matière de douleur chronique. Par ailleurs, la sélection a bien sûr tenu compte de la répartition géographique des centres de référence et des perspectives concernant les cinq accords de coopération requis. Dès lors, au moment de leur sélection, les neuf centres de référence sélectionnés remplissaient la condition relative aux cinq accords de coopération ou avaient des perspectives favorables à ce propos (ce qui signifie que plusieurs hoˆpitaux se sont déclarés prêts par principe à conclure un tel accord de coopération avec l’hoˆpital candidat concerné en cas de sélection comme centre de référence). L’affirmation selon laquelle ce critère n’a plus été considéré comme pertinent est donc inexacte. Toutefois, il s’agit d’un seul des critères de sélection qui est sans aucun doute moins important en soi que par exemple le critère

Al de bovenvermelde criteria zijn vastgesteld in de goedgekeurde overeenkomst met multidisciplinaire referentiecentra voor chronische pijn, en werden niet gewijzigd in de loop van de selectieprocedure van de kandidaat-ziekenhuizen om de overeenkomst mee af te sluiten. Zoals eerder reeds werd vermeld, werden deze criteria in 2004 wel verder geconcretiseerd in het gestandaardiseerd aanvraagdossier dat alle kandidaatziekenhuizen bijkomend hebben moeten indienen om voor alle kandidaten over méér precieze en vergelijkbare gegevens te kunnen beschikken. Op basis van dat gestandaardiseerd aanvraagdossier, is vooral nagegaan over welke expertise de kandidaatziekenhuizen beschikken op het vlak van de diagnose en behandeling van chronische pijn, waarbij zowel gekeken is naar de zuiver medische expertise als naar de ervaring met multidisciplinair werken. Ook is nagegaan in welke mate de kandidaat-ziekenhuizen aan research en teaching op het vlak van chronische pijn hebben gedaan. Daarnaast is in de selectie zeker ook rekening gehouden met de geografische spreiding van de referentiecentra en met de perspectieven inzake de vereiste vijf samenwerkingsakkoorden. De negen geselecteerde referentiecentra voldeden op het ogenblik van hun selectie dan ook aan de voorwaarde van de vijf samenwerkingsakkoorden, of hadden op dat vlak een gunstig perspectief, waarmee wordt bedoeld dat verschillende ziekenhuizen zich principieel bereid hebben verklaard met het betrokken kandidaat-ziekenhuis een dergelijk samenwerkingsakkoord te sluiten in geval van een selectie als referentiecentrum. De bewering dat dit criterium niet langer als relevant werd beschouwd, is dan ook niet correct. Wel betreft het hier slechts één


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15517

d’expertise. Il faut également tenir compte du fait que la condition relative aux cinq accords de coopération avec d’autres hoˆpitaux, sur la base du texte type de la convention approuvé en 2003 (qui peut être consulté sur le site Web de l’INAMI : www.inami.fgov.be), ne doit être remplie formellement qu’à partir de l’entrée en vigueur des conventions. En conséquence, il ne faut pas attacher trop d’importance à ce critère, d’autant plus que dans certaines régions, pour conclure formellement des accords de coopération, les hoˆpitaux ont attendu de savoir quels hoˆpitaux pourraient disposer d’un centre de référence.

van de selectiecriteria dat op zich zeker minder belangrijk is dan bijvoorbeeld het criterium expertise. Ook moet er rekening mee worden gehouden dat aan de vereiste van vijf samenwerkingsakkoorden met andere ziekenhuizen, op basis van de in 2003 goedgekeurde typetekst van de overeenkomst (die kan geraadpleegd worden op de website van het RIZIV : www.riziv.fgov.be), formeel maar moet voldaan zijn op het ogenblik dat de overeenkomsten in werking treden. Aan dit criterium mag bijgevolg niet te veel belang worden gehecht, te meer daar in sommige regio’s de ziekenhuizen hebben gewacht met het formeel afsluiten van samenwerkingsakkoorden totdat bekend zou zijn welke ziekenhuizen over een referentiecentrum zouden kunnen beschikken.

Dans l’ensemble, on peut affirmer que le Comité de l’assurance a effectué une sélection objective en confrontant les données des dossiers de demande standardisés à tous les critères d’adhésion et de sélection fixés dans la convention, sans attacher trop d’importance à un seul élément en particulier.

Globaal kan dan ook worden gesteld dat het Verzekeringscomité een objectieve selectie heeft doorgevoerd, door de gegevens uit de gestandaardiseerde aanvraagdossiers te toetsen aan alle in de overeenkomst vooropgestelde toetredings- en selectiecriteria, zonder overdreven veel belang te hechten aan één enkel element.

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2004200503838

DO 2004200503838

Question no 433 de M. Francis Van den Eynde du 4 avril 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 433 van de heer Francis Van den Eynde van 4 april 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Chaıˆne publique. — Subventions. — Publicité antitabac.

Openbare omroep. — Subsidies. — Antitabakreclame.

La chaıˆne publique francophone RTBF se serait récemment vu accorder un montant de 10 000 euros par les services relevant de la compétence du ministre pour la diffusion d’un spot radio intitulé « Stop la Clope ». La RTBF aurait également reçu un montant de 8 000 euros pour une campagne antitabac dans le cadre de l’émission « Le Beau Vélo de Ravel ».

De Franstalige openbare zender RTBF zou onlangs van de diensten, die ressorteren onder de bevoegdheid van de minister, een bedrag van 10 000 euro ontvangen hebben voor het uitzenden van een antitabakspot onder de titel « Stop la Clope » en ook nog eens 8 000 euro voor het voeren van een campagne tegen tabak onder de titel « Le Beau Vélo de Ravel ».

1. D’autres chaıˆnes ont-elles reçu des subventions similaires pour des campagnes du même type ?

1. Hebben andere omroepen gelijkaardige subsidies gekregen voor campagnes van dezelfde aard ?

2. a) Dans l’affirmative, de quelles campagnes s’agit-il et quel était le montant des subventions ?

2. a) Zo ja, welke en om hoeveel geld ging het ?

b) Dans la négative, pourquoi la RTBF est-elle la seule chaıˆne à avoir été sollicitée pour mener des campagnes antitabac ?

b) Zo neen, waarom werd alleen aan de RTBF gevraagd antitabakcampagnes te voeren ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15518

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 433 de M. Francis Van den Eynde du 4 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 433 van de heer Francis Van den Eynde van 4 april 2005 (N.) :



1 et 2. a) Le fonds tabac 2004 a exclusivement été financé par les autorités fédérales et les dépenses décidées au niveau fédéral en cohérence avec le Plan fédéral de lutte contre le tabagisme. Un montant d’un million d’euros a ainsi été octroyé à des projets de lutte contre le tabagisme.

1 en 2. a) Het tabaksfonds 2004 is uitsluitend gefinancierd door de federale overheid en tot de uitgaven werd op federaal niveau besloten overeenkomstig het Federaal Plan ter bestrijding van tabaksgebruik. Op die manier is een bedrag van 1 miljoen euro toegekend aan projecten ter bestrijding van tabaksgebruik.

Des moyens importants ont été donnés à la réalisation d’une campagne de sensibilisation au tabagisme passif via les télévisions communautaires du pays (500 000 euros — présentation fin mai 2005). Celle-ci s’inscrit dans le cadre des mesures destinées à limiter l’usage du tabac dans les lieux publics adoptées ou en passe de l’être au niveau fédéral.

Zo werden grote sommen uitgetrokken voor een bewustmakingscampagne over passief roken via de communautaire televisiezenders in ons land (500 000 euro — voorstelling eind mei 2005). Dit past binnen de maatregelen om het roken te beperken in openbare plaatsen die op federaal niveau zijn of worden genomen.

Des aides ont été octroyées à la Fondation belge pour la chirurgie cardiaque pour la réalisation d’une campagne sur la manipulation des jeunes par l’industrie du tabac (10 000 euros); à la FEDIS/ UNIZO/UCM pour la première phase de la campagne de soutien des commerçants pour l’application de l’interdiction de vente de tabac aux jeunes de moins de seize ans (50 000 euros).

De Belgische Stichting voor hartchirurgie heeft geld gekregen voor een campagne over de manipulatie van jongeren door de tabaksindustrie (10 000 euro); FEDIS/UNIZO/UCM kreeg steun voor de eerste fase van de ondersteuningscampagne van handelaars tot toepassing van het verkoopsverbod van tabak aan jongeren onder 16 jaar (50 000 euro).

Le Fonds a également servi à soutenir :

Het Fonds heeft steun verleend aan :

— un projet d’accompagnement des personnes qui arrêtent de fumer en milieu professionnel par le Centre de désintoxication des Amis de l’Institut Bordet (150 000 euros);

— een project voor hulp bij stoppen met roken in het beroepsmilieu door het Tabaksontwenningscentrum van de Vrienden van het Bordetinstituut (150 000 euro);

— la formation des médecins généralistes et spécialistes au sein des SSMG et des Glem (93 000 euros);

— de opleiding van huisartsen en specialisten bij de SSMG en de LOKS (93 000 euro);

— le lancement d’un numéro vert d’information aux fumeurs qui souhaitent arrêter par la Fondation belge contre le cancer (100 000 euros);

— de lancering van een groen informatienummer voor ontwenningshulp bij de Stichting Tegen Kanker (100 000 euro);

— la formation inter-universitaire en tabacologie proposées par la Vlaamse Vereniging voor respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculose bestrijding (40 000 euros).

— de interuniversitaire vorming tabakologie voorgesteld door de Vlaamse Vereniging voor respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (40 000 euro).

Enfin divers projets sportifs, culturels et radiophoniques ont également reçu un soutien (environ 60 000 euros), la campagne « Stop la Clope » étant une initiative portée par la radio NRJ, sur le thème du sevrage tabagique.

Tot slot hebben verschillende projecten via sportevenementen, cultuur en radio steun ontvangen (ongeveer 60 000 euro), de campagne « Stop la Clope » was een initiatief dat gedragen werd door de NRJ radio, over het thema stoppen met roken.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15519

2. b) Ayant illustré la diversité des projets soutenus dans le cadre du fonds antitabac 2004, vous aurez compris que la RTBF n’est pas le seul organisme à avoir reçu des subsides pour des projets de lutte contre le tabagisme.

2. b) Hieruit blijkt dat het Antitabakfonds 2004 verscheidene projecten heeft gesteund en dat de RTBF dus niet als enige subsidies heeft gekregen om projecten tegen het roken op te zetten.

J’attire votre attention sur le fait que la plupart des projets en question sont parvenus à mon cabinet accompagné d’une demande de financement.

Ik wijs er tevens op dat de meeste van die projecten op mijn kabinet zijn ingediend vergezeld van een financieringsaanvraag.

Il ne s’agit donc pas toujours d’une demande spécifique de notre part mais bien d’une réponse positive à un projet jugé pertinent par le Comité d’accompagnement mis en place en 2004 selon les conditions d’utilisation du Fonds.

Het gaat hier dan ook niet steeds om een specifiek verzoek van onzentwege maar wel om een positieve reactie op een project dat door het Begeleidingscomité, dat in 2004 werd opgericht overeenkomstig de gebruiksvoorwaarden van het Fonds, als relevant werd beschouwd.

DO 2004200504025

DO 2004200504025

Question no 451 de Mme Yolande Avontroodt du 21 avril 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 451 van mevrouw Yolande Avontroodt van 21 april 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Présence de cobalt dans les amalgames dentaires.

Kobalt in tandheelkundige legeringen.

Une étude réalisée par le professeur D. Marzin, chef de service du laboratoire de toxicologie spécialisé dans la toxicologie génétique à l’Institut Pasteur de Lille, a démontré que la corrosion des métaux peut libérer des cations qui, dans certaines circonstances peuvent générer des tumeurs. Certains métaux, tels que le cobalt dont l’activité oncogène est avérée ou potentielle, ne peuvent pas intervenir dans les amalgames dentaires en raison des risques qu’ils comportent.

Uit een onderzoek van professor D. Marzin, diensthoofd van het toxicologisch laboratorium toegespitst op de genetische toxicologie van het Pasteur Instituut te Rijsel, blijkt dat metalen door corrosie kationen kunnen vrijzetten die onder bepaalde omstandigheden tot het optreden van tumoren kunnen leiden. Bepaalde metalen, zoals bijvoorbeeld kobalt, met een bewezen of potentie¨le oncogene activiteit, mogen niet in dentale legeringen worden opgenomen wegens de risico’s die ze kunnen inhouden.

La commission consultative des dispositifs médicaux a été crée par arrêté royal du 18 mars 1999.

Bij koninklijk besluit van 18 maart 1999 werd de Adviescommissie van medische hulpmiddelen opgericht.

Cette commission a-t-elle déjà examiné le problème inhérents à la présence de cobalt dans les amalgames dentaires ?

Werd het probleem van de aanwezigheid van kobalt in tandheelkundige legeringen reeds onderzocht door de Adviescommissie van medische hulpmiddelen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 451 de Mme Yolande Avontroodt du 21 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 451 van mevrouw Yolande Avontroodt van 21 april 2005 (N.) :




2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15520

La question de la présence de cobalt non seulement dans les alliages dentaires mais aussi dans de nombreux autres dispositifs médicaux a été examinée par la Commission d’évaluation des dispositifs médicaux qui a donné le 3 avril 2003 l’avis suivant :

De vraag over de aanwezigheid van kobalt, niet alleen in tandlegeringen maar ook in talrijke andere medische hulpmiddelen, werd onderzocht door de Evaluatiecommissie voor medische hulpmiddelen, op 3 april 2003 gaf zij het volgende advies :

La Commission d’évaluation estime ne pas pouvoir prendre de position générale sur ce sujet étant donné que cette question est extrêmement vaste. En effet si l’on doit mettre en cause la présence de ce métal dans des alliages utilisés dans des prothèses dentaires, il faut également l’interdire dans de très nombreux dispositifs médicaux puisque on retrouve des pièces en acier inoxydable contenant du cobalt dans des produits aussi divers que des cathéters, des instruments, des valves cardiaques ou divers types de prothèses. On peut se poser aussi la question de leur utilisation dans les récipients destinés à la préparation des aliments.

De Evaluatiecommissie is van mening dat zij over dit onderwerp geen algemene positie kan innemen omwille van het feit dat deze vraag zo uitgebreid is. Inderdaad, indien men de aanwezigheid van dit metaal in legeringen gebruikt in tandprothesen aan de kaak wil stellen, moet men dit ook verbieden in zeer veel medische hulpmiddelen aangezien men stukken roestvrij staal, die kobalt bevatten, terug vindt in producten zoals katheters, instrumenten, hartkleppen en verschillende types prothesen. Men kan zich dan ook vragen stellen over het gebruik hiervan in recipie¨nten bestemd voor de bereiding van voedsel.

La Commission examine tout incident qui lui serait notifié concernant ce type de dispositifs, comme elle en a la mission.

De Commissie bekijkt het geheel van incidenten die aan haar zouden gemeld worden met dit type van hulpmiddelen. Dit behoort tot haar missie.

Les dispositifs se trouvant sur le marché avec la marque CE ont suivi un processus de vérification de la conformité comprenant tous les tests biologiques nécessaires en fonction de leur utilisation.

De hulpmiddelen met CE-markering die zich op de markt bevinden, hebben een proces van conformiteitsbeoordeling ondergaan die alle noodzakelijke biologische tests bevat in functie van het gebruik van deze hulpmiddelen.

La validité de la marque CE peut être contestée pour un produit particulier par exemple si les autorités ont reçu des notifications d’incidents répétées à son sujet.

De geldigheid van de CE-markering kan voor een bepaald product in twijfel getrokken worden, bijvoorbeeld indien de autoriteiten herhaalde incidentmeldingen ontvangen hebben met betrekking tot dit product.

` supposer qu’un tel cas se présente, nous ne pourA rions remettre en cause que ce produit particulier et non l’ensemble des dispositifs médicaux contenant des alliages à base de cobalt parce que les résultats des tests dépendent de nombreux facteurs comme la composition de l’alliage, l’état de surface et le mode d’utilisation. Les résultats de tests effectués sur du cobalt pur, des sels de cobalt ou des alliages de composition particulière, ne peuvent être extrapolés

In de veronderstelling dat zo’n geval zich zou voordoen, kan men enkel acties ondernemen tegen dit bepaald product en niet op het geheel van de medische hulpmiddelen die legeringen op basis van kobalt bevatten omdat de resultaten van de tests afhangen van verschillende factoren zoals de samenstelling van de legering, de staat van de oppervlak en de gebruiksomstandigheden. De testresultaten uitgevoerd op pure kobalt, op zouten van kobalt of op legeringen met een bepaalde samenstelling kunnen niet gee¨xtrapoleerd worden.

Le service des dispositifs médicaux a vérifié tout récemment si des éléments nouveaux étaient apparus. Les données de l’International Agency for Research on Cancer indiquent toujours : inadequate evidence for the carcinogenicity of cobalt and cobalt compounds in humans.

De dienst medische hulpmiddelen heeft nagekeken of er recent nog nieuwe elementen verschenen zijn. De gegevens van het International Agency for Research on Cancer vermeldt nog altijd : inadequate evidence for the carcinogenicity of cobalt and cobalt compounds in humans.

Les dispositifs médicaux portant une marque CE circulent librement en Europe. Pour obtenir la marque CE ils doivent être soumis à des tests biologiques comprenant notamment des tests de carcinogenicité. Notre pays n’a aucun moyen de s’opposer à la

De medische hulpmiddelen die de CE markering dragen, circuleren vrij in Europa. Om de CE markering te bekomen, dienen zij onderworpen te worden aan biologische testen die met name ook carcinogeniciteitstesten bevatten. Ons land heeft geen enkele


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15521

commercialisation sur son sol de dispositifs médicaux ayant obtenu la marque CE.

mogelijkheid om zich te verzetten tegen het commercialiseren op zijn grondgebied van medische hulpmiddelen die de CE markering verkregen hebben.

Le service des dispositifs médicaux n’a depuis sa création en 1993 jamais été informé d’incidents concernant l’apparition de tumeurs suite à l’utilisation d’implants ni en Belgique ni dans aucun autre pays européen.

De dienst medische hulpmiddelen is sinds haar ontstaan in 1993 nooit geı¨nformeerd over incidenten met betrekking tot het ontstaan van tumoren als gevolg van het gebruik van implantaten noch in Belgie¨, noch in een ander Europees land.

Mes service continueront à suivre cette question. Si une décision européenne était prise vis-à-vis de ces alliages, elle serait bien sur appliquée aussi par notre pays.

Mijn diensten zullen dit vraagstuk blijven opvolgen. Indien er een Europese beslissing ten opzichte van de legeringen wordt genomen, zal deze natuurlijk ook worden toegepast in ons land.

DO 2004200504274

DO 2004200504274

Question no 471 de Mme Jacqueline Galant du 11 mai 2005 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 471 van mevrouw Jacqueline Galant van 11 mei 2005 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Définition de la viande de veau.

Definitie van kalfsvlees.

Il semble que la définition même du veau diffère d’un pays à l’autre, en fonction des habitudes de consommation et des techniques de production. E´videmment, cela pose certains problèmes aux éleveurs qui en perdent souvent leurs repères.

Naar verluidt zou elke Europese lidstaat een eigen definitie van kalfsvlees hanteren die aan het nationale consumptiegedrag en de productietechnieken beantwoordt. Dat levert uiteraard problemen op voor de veehouders die in dat kluwen van definities nauwelijks hun weg vinden.

Face à ces incohérences entre pays de l’Union européenne, l’enjeu économique est aussi important. En effet, si le critère est le poids, comme le suggère l’Union européenne, les veaux Blanc-Bleu risquent d’être écartés et leur viande ne pourrait plus être vendue que comme viande de bœuf. Cela induirait un effondrement des prix dans un marché en surcapacité.

Dit gebrek aan samenhang tussen de landen van de Europese Unie heeft ook belangrijke economische gevolgen. Als men zoals de Europese Unie voorstelt, het gewicht als criterium neemt, worden de kalveren van het Wit-Blauw ras misschien van de lijst afgevoerd en kan hun vlees nog slechts als rundvlees worden verkocht. Dat zou op een markt die al met een overaanbod worstelt, tot een ineenstorting van de prijzen leiden.

1. Ne serait-il pas urgent de relayer les inquiétudes de la Fédération wallonne de l’agriculture auprès de vos homologues européens ?

1. Moet u uw Europese collega’s niet dringend op de hoogte stellen van de bezorgdheid van de « Fédération wallone de l’agriculture » ?

2. La race « Blanc-Bleu » est notre race nationale. Ne serait-il pas intéressant de préserver celle-ci en autorisant la commercialisation de ses jeunes têtes sous la mention de viande de veau ?

2. Het Wit-Blauw ras is het Belgische ras bij uitstek. Is het niet de moeite om het voortbestaan ervan te waarborgen door ervoor te zorgen dat het jongvee als kalfsvlees op de markt kan worden gebracht ?

3. Ne pourrions-nous pas défendre l’argument de l’aˆge, comme le fait la France, pour définir la viande de veau de celle de bœuf ?

3. Kunnen we niet net als Frankrijk het leeftijdscriterium hanteren om kalfsvlees van rundvlees te onderscheiden ?

4. Il semble que certains défendent aussi la couleur de la viande de veau. Or, il semble que la viande blanche soit une viande artificielle. La viande de veau serait rose et cette couleur garantirait de la sorte que le veau a été élevé de manière biologique, consommant tout à la fois du lait maternel et de l’herbe.

4. Anderen pleiten er voor om de kleur als criterium te gebruiken. Wit kalfsvlees zou echter op kunstmatige wijze worden bekomen. Kalfsvlees zou in natuurlijke staat roze zijn. De roze kleur zou er dus op wijzen dat het kalf op biologische wijze met moedermelk en weidegras wordt gekweekt.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15522

a) Ne serait-il pas également important de se pencher sur ce problème qui ne met pas tout le monde d’accord ?

a) Verdient deze kwestie ook niet de nodige aandacht, temeer daar er onenigheid over bestaat ?

b) Quelle est votre position à ce propos ?

b) Wat is uw houding terzake ?

c) Quels sont les critères qu’il est important de privilégier ?

c) Aan welke criteria dient de voorkeur te worden gegeven ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 471 de Mme Jacqueline Galant du 11 mai 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 471 van mevrouw Jacqueline Galant van 11 mei 2005 (Fr.) :



Les questions que vous posez en relation avec la définition de la viande de veau sont actuellement en relation avec la définition notifiée de la viande de veau par l’autorité nationale italienne.

De vragen die u stelt in verband met de definitie van kalfsvlees zijn actueel in verband met de door Italiaanse nationale overheid genotificeerde definitie van kalfsvlees.

Je souhaite cependant vous informer que cette matière relève de la compétence des régions et du SPF Ećonomie.

Ik wens er evenwel op te wijzen dat deze materie ressorteert onder de bevoegdheid van de gewesten en de FOD Economie.

En ce qui concerne l’Autorité fédérale en relation avec la Santé publique, il y a une distinction claire et nécessaire entre les notions de « veau » et de « bœuf » parce que les services de controˆle compétents de l’AFSCA doivent vérifier que les carcasses de bœufs sont fendues.

Wat de Federale bevoegdheid in verband met de Volksgezondheid betreft, is een duidelijk onderscheid nodig tussen de begrippen « kalf » en « rund » omdat de bevoegde controlediensten van het FAVV er in het slachthuis op toezien dat runderkarkassen gekliefd worden.

Vu la complexité et les intérêts divergents au sujet de la définition de la viande de veau, ce sujet a été traité au niveau du Groupe de travail permanent de la Conférence Agriculture Interministérielle du 2 mai et du 17 mai 2005 afin de déterminer un point de vue commun.

Gezien de complexiteit en de uiteenlopende belangen rond de definitie van kalfsvlees werd het onderwerp behandeld op het niveau van de Permanente Werkgroep van de Interministerie¨le Conferentie Landbouw van 2 mei en 17 mei 2005 met als doel een gemeenschappelijk standpunt te bepalen.

Le SPF Ećonomie, Direction générale de la Qualité et de la Sécurité est l’unique point de contact qui transmet le point de vue officiel belge aux services compétent de la commission.

De FOD Economie, Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid is het enige contactpunt die het officieel Belgisch standpunt na ontvangst overmaakt aan de bevoegde diensten van de commissie.

Je terminerai en soulignant que la problématique de la caractérisation des élevages en fonction du type de produit ciblé, ainsi que le développement de cahiers de charge y relatif relève de la compétence des ministres régionaux de l’Agriculture. Dans ce cadre, il me paraıˆt effectivement nécessaire de développer une stratégie permettant à la filière bovine de valoriser ses productions en fonction du savoir-faire de nos producteurs et de la haute qualité intrinsèque du Blanc-Bleu belge, et ce, en tenant compte des marchés visés.

Ik zal eindigen door te benadrukken dat de problematiek van de karakterisering van vee in functie van het doelproduct, alsook de ontwikkeling van het bijhorende lastenboeken, behoren tot de bevoegdheid van de gewestelijke ministers van Landbouw. In dat kader lijkt het me inderdaad nodig een strategie te ontwikkelen die de runderketen toelaat haar producten te valoriseren in functie van de kennis van onze producenten en van de hoge kwaliteit eigen aan het Belgisch Wit-Blauw en dit rekening houdend met de beoogde markt.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15523

DO 2004200504279

DO 2004200504279

Question no 474 de Mme Yolande Avontroodt du 11 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 474 van mevrouw Yolande Avontroodt van 11 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Loi relative aux droits du patient. — Service de médiation.

Patie¨ntenrechtenwet. — Ombudsdienst.

La loi relative aux droits du patient prévoit la création d’un service de médiation auprès de la commission fédérale « Droits du patient ». Ce service est compétent pour renvoyer les plaintes de patients concernant l’exercice des droits que lui octroie la loi précitée à la fonction de médiation compétente ou, à défaut de celle-ci, pour les traiter lui-même.

De patie¨ntenrechtenwet voorziet in de oprichting van een ombudsdienst, opgericht bij de federale commissie « Rechten van de patie¨nt ». Deze is bevoegd om klachten van patie¨nten in verband met de uitoefening van hun rechten toegekend door de patie¨ntenrechtenwet, door te verwijzen naar de bevoegde ombudsfunctie of bij ontstentenis hiervan, deze zelf te behandelen.

1. Combien de dossiers le service de médiation créé auprès de la commission fédérale « Droits du patient » a-t-il déjà traités ?

1. Hoeveel dossiers heeft de ombudsdienst, opgericht bij de federale commissie « Rechten van de patie¨nt », reeds behandeld ?

2. Pourriez-vous fournir un aperçu du type de plaintes introduites auprès du service de médiation ?

2. Kan u een overzicht geven van de soort klachten die aan de ombudsdienst werden voorgelegd ?

3. En a-t-il déjà résulté des initiatives en vue d’améliorer certaines pratiques ou la réglementation existante ?

3. Zijn hieruit reeds initiatieven voortgevloeid tot verbetering van bepaalde praktijken of bestaande reglementering ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 474 de Mme Yolande Avontroodt du 11 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 474 van mevrouw Yolande Avontroodt van 11 mei 2005 (N.) :



1. Avant de répondre à la partie essentielle de votre question, je dois vous renvoyer à la législation applicable concernant la rédaction du rapport annuel des médiateurs locaux et du service de médiation fédéral « Droits du patient ».

1. Vooraleer op de kern van uw vraag te beantwoorden, dien ik te verwijzen naar de toepasselijke wetgeving inzake het opstellen van het jaarverslag van de plaatselijke ombudspersonen en van de federale ombudsdienst « Rechten van de patie¨nt ».

En effet, l’article 9, § 2, de l’arrêté royal du 8 juillet 2003 fixant les conditions auxquelles la fonction de médiation doit répondre dans les hoˆpitaux et l’article 14, § 2, de l’arrêté royal du 1er avril 2003 réglant la composition et le fonctionnement de la commission fédérale « Droits du patient » instituée par l’article 16 de la loi du 22 août 2002 prévoient (respectivement) que les médiateurs locaux et le service de médiation fédéral doivent rédiger un rapport annuel concernant les dossiers qu’ils traitent. Ce rapport est transmis au plus tard dans le courant du quatrième mois de l’année civile qui suit à la commission et au ministre qui a la Santé publique dans ses attributions.

Artikel 9, § 2, van het koninklijk besluit van 8 juli 2003 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moeten voldoen en artikel 14, § 2, van het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot regeling van de samenstelling en de werking van de federale commissie « Rechten van de patie¨nt » ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 voorzien (respectievelijk) dat de plaatselijke ombudspersonen en de federale ombudsdienst een jaarverslag dienen op te stellen inzake de dossiers die zij behandelen. Dit jaarverslag wordt uiterlijk in de loop van de vierde maand van het daarop volgend kalenderjaar, overgemaakt aan de commissie en de minister bevoegd voor de Volksgezondheid.

Les premiers rapports officiels des médiateurs locaux et du service de médiation fédéral sont par

De eerste officie¨le rapporten van de plaatselijke ombudspersonen en van de federale ombudsdienst zijn


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15524

conséquent disponibles depuis peu, plus exactement depuis fin avril 2005.

bijgevolg recentelijk beschikbaar, namelijk sedert eind april 2005.

En ce qui concerne votre question, une réponse synthétique pourra dès lors être apportée sur la base de ces données disponibles depuis peu dans le rapport annuel du service de médiation fédéral. Ce rapport annuel est en outre constitué de deux rapports partiels, à savoir celui du médiateur néerlandophone et celui du médiateur francophone.

Wat betreft uw vraag zal dan ook samenvattend geantwoord kunnen worden op basis van deze recent beschikbare gegevens in het jaarverslag van de federale ombudsdienst. Dit jaarverslag is verder opgebouwd uit twee deelrapporten, namelijk dat van de Nederlandstalige ombudspersoon en dat van de Franstalige ombudspersoon.

Le service de médiation fédéral a en effet pour mission de renvoyer les plaintes des patients relatives à l’exercice de ses droits à la fonction de médiation compétente ou, si celle-ci n’a pas encore été créée, de traiter lui-même ces plaintes, bien entendu dans le but de trouver une solution, tel que le prévoit l’article 11, § 2, 2o et 3o, de la loi relative aux droits du patient.

De federale ombudsdienst heeft inderdaad tot taak klachten van patie¨nten in verband met de uitoefening van de rechten door te verwijzen naar de bevoegde ombudsfunctie of indien deze nog niet werd opgericht, de klachten zelf te behandelen, uiteraard met het oog op het bereiken van een oplossing zoals in artikel 11, § 2, 2o en 3o, patie¨ntenrechtenwet is bepaald.

La référence à l’article 11 nous amène directement à la mission du service de médiation fédéral et, entre autres, à la réponse à votre question.

De verwijzing naar artikel 11 brengt ons meteen bij de taak van de federale ombudsdienst, en onder meer tot het antwoord op uw vraag.

Parmi l’ensemble des taˆches confiées au service de médiation fédéral, il convient de distinguer deux grandes catégories, à savoir les dossiers de plaintes et les dossiers d’information.

Binnen het takenpakket van de federale ombudsdienst onderscheidt men twee grote hoofdcategoriee¨n, namelijk klachtendossiers en informatiedossiers.

Le volet « dossiers d’information » comprend l’ensemble des avis rendus à propos de la loi relative aux droits du patient, à la demande des patients, des membres de la famille, des praticiens professionnels, des instances et des médiateurs. Toutefois, la majeure partie des contacts téléphoniques en la matière ne sont pas pris en considération et ne sont en outre pas enregistrés. Ce volet « dossiers d’information » comprend également la taˆche de prévenir les questions et les plaintes en favorisant la communication entre les praticiens professionnels et les patients. En effet, une partie des patients demandent un avis avant qu’il soit réellement question d’une plainte; il s’agit plutoˆt d’un début de mécontentement.

Het luik « informatieclossiers » omvat het geheel van adviezen inzake de patie¨ntenrechtenwet op vraag van patie¨nten, familieleden, beroepsbeoefenaars, instanties en ombudspersonen. De grote hoeveelheid van telefonische contacten worden hierbij echter buiten beschouwing gelaten en worden tevens niet geregistreerd. Onder deze informatiedossiers valt ook de opdracht om vragen en klachten te voorkomen door de communicatie tussen beroepsbeoefenaars en patie¨nten te bevorderen. Immers een deel van de patie¨nten vragen advies vooraleer sprake is van een echte klacht, maar er is dan eerder sprake van een beginnende onvrede.

Dans le volet « dossiers de plaintes », une répartition à plusieurs niveaux s’impose, à savoir : les dossiers de plaintes pour lesquels le service de médiation fédéral détient une compétence résiduaire, les dossiers pour lesquels le service de médiation joue un roˆle de renvoi, lorsqu’il n’est pas compétent ou lorsque la médiation échoue et, enfin, comme une sorte de sous-catégorie des dossiers de renvoi, les dossiers dans lesquels le médiateur intervient concernant le mode de médiation au niveau local.

Binnen het luik « klachtendossiers » is echter een opdeling geboden op diverse niveaus, namelijk de klachtendossiers waarvoor de federale ombudsdienst residuair bevoegd is; de dossiers waarbij de ombudsdienst een doorverwijzende rol bekleedt bij ontstentenis van diens bevoegdheid of indien bemiddeling faalt; en tot slot als een soort subcategorie van de verwijzingsdossiers, de dossiers waarbij de ombudsdienst tussenkomt inzake de wijze van bemiddeling op lokaal niveau.

Du coˆté néerlandophone, il y a actuellement (au 1er janvier 2005) un total de 209 dossiers (145 dossiers de plaintes et 64 dossiers d’information), contre 205 dossiers du coˆté francophone (136 dossiers de plaintes et 69 dossiers d’information).

Langs Nederlandstalige kant brengt dit ons (op 1 januari 2005) op een huidig totaal van 209 dossiers (145 klachtendossiers en 64 informatiedossiers), en langs Franstalige kant op 205 dossiers (136 klachtendossiers en 69 informatiedossiers).

Dans un souci d’exhaustivité des chiffres, il faut ajouter que la médiatrice francophone travaille depuis

Voor de volledigheid van de cijfers dient hieraan te worden toegevoegd dat de Franstalige ombudsvrouw


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15525

le 1er octobre 2003, et que sa collègue néerlandophone n’a commencé ses activités que le 1er juin 2004. Cependant, les dossiers du coˆté néerlandophone couvrent bien la période allant du 1er janvier au 1er novembre 2004, vu qu’une partie des dossiers datant de la période antérieure au 1er juin ont été traités de façon « rétroactive ». Les dossiers du coˆté francophone couvrent la période allant du 1er octobre 2003 au 1er novembre 2004. Le médiateur néerlandophone classe 58 (40 %) dossiers dans la catégorie « compétence résiduaire », 70 (48 %) dossiers dans la catégorie « renvoi vers la fonction de médiation locale », 17 (12 %) dossiers dans la catégorie « renvoi à une autre instance ». Parmi les « dossiers de renvoi », 47 dossiers relèvent de la catégorie « médiation dans la médiation ». Ces derniers dossiers ont trait aux plaintes relatives au mode de médiation à l’échelon local, mais aussi à des dossiers dans lesquels le service de médiation fédéral reste concerné par la plainte pour des raisons diverses (souhaits du patient de rester en contact, ...). Du coˆté francophone, on dénombre respectivement 26 (19 %) dossiers dans la catégorie « compétence résiduaire », 103 (76 %) dossiers dans la catégorie « renvoi à la fonction de médiation locale », 7 (5 %) dossiers dans la catégorie « renvoi à une autre instance ». Parmi les « dossiers de renvoi », 39 dossiers relèvent de la catégorie « médiation dans la médiation ». 2. En ce qui concerne les objets des plaintes, les dossiers néerlandophones et francophones sont similaires dans une large mesure. Je me limiterai aux grandes lignes. Du coˆté néerlandophone, on a invoqué à 85 reprises la violation du droit à des prestations de qualité (entre autres erreurs médicales), à 27 reprises la violation du droit à l’information (sensu lato), à 6 reprises le droit au libre choix, à 16 reprises le droit de consultation et/ou de copie et à 16 reprises au moins le droit de médiation de plaintes indépendante. Dans les dossiers francophones, on a évoque 81 fois la violation du droit à des prestations de qualité, 6 fois le non-respect du droit au libre choix, 14 fois la violation du droit à l’information (sensu lato), 21 fois la violation du droit de copie ou de consultation du dossier de patient et au moins une vingtaine de fois le non-respect du droit de médiation indépendante des plaintes. Les plaintes qui ont été formulées ne concernent pas uniquement le respect des droits du patient; des plaintes ont également été formulées dans des domaines qui sortent du champ d’application matériel de la loi. Les plaintes liées à des institutions, qui dépassent donc le cadre de la relation individuelle entre le patient et le praticien professionnel, représentent un volet important dans cette catégorie.


2004

sedert 1 oktober 2003 werkzaam is en dat haar Nederlandstalige collega haar activiteiten pas heeft aangevangen op 1 juni 2004. De dossiers aan Nederlandstalige kant bekleden echter wel de periode van 1 januari tot 1 november 2004, aangezien een deel van de dossiers daterend uit de periode voor 1 juni « retroactief » werden behandeld. De dossiers aan Franstalige zijde bestrijken de periode van 1 oktober 2003 tot 1 november 2004. De Nederlandstalige ombudspersoon ressorteert 58 (40 %) dossiers onder de noemer « residuaire bevoegdheid », 70 (48 %) onder de noemer « doorverwijzing naar lokale ombudsfunctie », 17 (12 %) onder de noemer « doorverwijzing naar andere instantie ». Binnen de « doorverwijzende dossiers », ressorteren 47 dossiers onder de categorie « bemiddeling bij de bemiddeling ». Deze laatste dossiers hebben betrekking op klachten in verband met de wijze van bemiddeling op lokaal niveau, maar ook op dossiers waarbij de Federale Ombudsdienst om diverse redenen bij de lokale klacht betrokken blijft (wensen van de patie¨nt om in contact te blijven, ...). Langs Franstalige zijde zijn dit respectievelijk 26 (19 %) dossiers onder de noemer « residuaire bevoegdheid », 103 (76 %) onder de noemer « doorverwijzing naar lokale ombudsfunctie », 7 (5 %) onder de noemer « doorverwijzing naar andere instantie ». Binnen de « doorverwijzende dossiers », ressorteren 39 dossiers onder de categorie « bemiddeling bij de bemiddeling ». 2. Wat de toepasselijke onderwerpen betreft, lopen de Nederlandstalige en Franstalige dossiers in grote mate gelijk. Ik beperk mij tot de grote hoofdlijnen. Langs Nederlandstalige kant wordt 85 keer de schending van het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening (onder andere medische fouten) ingeroepen, 27 keer de schending van het recht op informatie (sensu lato), 6 keer het recht op vrije keuze, 16 keer het recht op afschrift en/of inzage, en minstens 16 keer het recht op onafhankelijke kiachtenbemiddeling. In de Franstalige dossiers betreft dit 81 keer de schending van het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening, 6 keer de schending van het recht op vrije keuze, 14 keer de schending van het recht informatie (sensu lato), 21 keer de schending van het recht op afschrif of inzage van het patie¨ntendossier en minstens een 20-tal keer de schending van het recht op onafhankelijke klachtenbemiddeling. Niet alleen op het gebied van de naleving van de patie¨ntenrechten werden klachten geformuleerd, maar ook op domeinen die buiten de materie¨le toepassingsgebied van de wet vallen. Een belangrijk luik hierin zijn de klachten die instellingsgebonden zijn, en aldus de individuele relatie patie¨nt versus beroepsbeoefenaar overstijgen.

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15526

3. Les rapports partiels des médiateurs néerlandophones et francophones comprennent un aperçu détaillé de recommandations constituant l’amorce de projets qui peuvent contribuer à l’amélioration de certaines pratiques et réglementations.

3. De deelrapporten van de Nederlandstalige en Franstalige ombudspersoon omvatten een gedetaillieerd overzicht van aanbevelingen die een aanzet vormen tot projecten die kunnen bijdragen tot de verbetering van bepaalde praktijken en reglementeringen.

Vu la date récente des rapports annuels, une grande partie de ces recommandations doivent être analysées.

Gezien de recente datum van de jaarverslagen, dienen een groot deel van deze aanbevelingen verder te worden geanalyseerd.

DO 2004200504287

DO 2004200504287

Question no 475 de M. Guido De Padt du 18 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 475 van de heer Guido De Padt van 18 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Grippe bovine.

Koeiengriep.

Selon le ministre wallon de l’Agriculture, M. Benoıˆt Lutgen, la grippe bovine menace les exportations de viande bovine belge. Bien que la maladie ne constitue pas un risque pour la qualité de la viande ni pour la santé du consommateur, elle est très contagieuse et même mortelle pour le bétail dans certains cas.

De koeiengriep bedreigt de export van Belgisch rundvlees volgens de Waalse minister van Landbouw Benoıˆt Lutgen. Hoewel de ziekte geen bedreiging vormt voor de kwaliteit van het vlees of voor de consument, is het een erg besmettelijke aandoening die in sommige gevallen dodelijk is voor het vee.

Un bovin peut être porteur du virus de la rhinotrachéite infectieuse bovine (IBR) sans présenter de symptoˆmes, tels que des problèmes respiratoires, les yeux larmoyants et un museau visqueux. Le ministre de l’Agriculture craint que la maladie entraıˆne la fermeture des marchés étrangers à la viande bovine belge.

Een rund kan drager zijn van het Infectieuze Bovine Rhinotracheı¨tis (IBR)-virus zonder daarbij symptomen te ontwikkelen, zoals ademhalingsproblemen, traanogen en een slijmerige snuit. De ziekte kan aanleiding geven tot het sluiten van de buitenlandse markten voor Belgisch rundvlees, vreest de minister van Landbouw.

M. Lutgen veut instaurer un plan de lutte obligatoire pour éradiquer le virus dans les élevages de bétail. Il souligne toutefois que cette matière relève avant tout de la compétence fédérale.

Lutgen wil een verplicht bestrijdingsplan om het virus te weren uit de veebedrijven. Hij benadrukt echter dat deze materie vooral een federale bevoegdheid is.

1. Combien de cas de grippe bovine ont-ils été signalés en 2001, 2002, 2003 et 2004 ?

1. Hoeveel gevallen van koeiengriep werden er in de jaren 2001, 2002, 2003 en 2004 gesignaleerd ?

2. Estimez-vous également que la grippe bovine représente un danger réel pour les exportations de viande bovine belge ?

2. Bent u ook van mening dat de koeiengriep een acuut gevaar betekent voor de export van het Belgisch rundvlees ?

3. a) Un plan de lutte obligatoire sera-t-il mis en œuvre pour éradiquer le virus dans les élevages de bétail ?

3. a) Komt er een verplicht bestrijdingsplan om het virus te weren uit de veebedrijven ?

b) Dans l’affirmative, quand sera-t-il prêt et quand entrera-t-il en vigueur ?

b) Zo ja, wanneer zal dit klaar zijn en in werking treden ?

4. a) A-t-on relevé des cas de pays qui ont déjà fermé leurs marchés dans le passé à la viande bovine belge en raison de la grippe bovine ?

4. a) Zijn er gevallen bekend van landen die hun markten in het verleden reeds gesloten hebben voor Belgisch rundvlees omwille van de koeiengriep ?

b) Dans l’affirmative, quand et de quel(s) pays s’agissait-il ?

b) Zo ja, wanneer en om welk(e) land(en) ging dat ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15527

5. a) La Belgique a-t-elle interdit l’importation de viande bovine étrangère au cours des cinq dernières années en raison de la grippe bovine dans un autre pays ?

5. a) Heeft Belgie¨ gedurende de jongste vijf jaar de import van buitenlands rundvlees verboden omwille van de koeiengriep in een ander land ?

b) Dans l’affirmative, quand et de quel(s) pays s’agissait-il ?

b) Zo ja, wanneer en om welk(e) land(en) ging het ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 475 de M. Guido De Padt du 18 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 475 van de heer Guido De Padt van 18 mei 2005 (N.) :



1. L’IBR n’étant pas une maladie à déclaration obligatoire, les quelques chiffres du CERVA/CODA dont nous disposons ne sont pas significatifs.

1. Gezien IBR geen ziekte is met verplichte aangifte, zijn de cijfers van het CODA/ CERVA waarover we beschikken niet representatief.

2. L’IBR est à nouveau d’actualité suite aux garanties supplémentaires à l’importation de bovins vivants imposées par l’Allemagne. Toutefois, notre volume d’exportation de bovins vers l’Allemagne est relativement secondaire. Cependant, la lutte contre l’IBR a déjà fait l’objet d’échanges au cours de cinq groupes de travail bovins (le 8 juillet 2004, le 28 octobre 2004, le 9 décembre 2004, le 3 mars 2005 et le 10 mai 2005) organisés par le Service Politique sanitaire animaux et végétaux du Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement.

2. IBR is opnieuw actueel wegens de bijkomende garanties die door Duitsland worden opgelegd bij de import van levende runderen. Al bij al is onze export van runderen naar Duitsland relatief beperkt. Ondertussen werd over de bestrijding van IBR reeds overleg gepleegd tijdens de vijf vergaderingen van de werkgroep runderen (op 8 juli 2004, 28 oktober 2004, 9 december 2004, 3 maart 2005 en op 10 mei 2005). Deze werden georganiseerd door de Dienst Sanitair Beleid dieren en planten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.

3. a) Au cours de ces réunions est mise au point une nouvelle législation concernant la lutte contre l’IBR et un groupe rédactionnel s’est déjà réuni plusieurs fois afin de finaliser un nouvel arrêté royal à ce sujet.

3. a) Tijdens die vergaderingen werd een nieuwe regelgeving op punt gesteld voor de bestrijding van IBR en een redactiegroep is reeds meerdere malen samengekomen om een nieuw koninklijk besluit af te werken.

En effet, II existe une base légale de certification en Belgique (arrêté royal du 8 août 1997 relatif à la qualification des troupeaux dans la lutte contre la rhinotrachéite infectieuse bovine), mais elle pourrait être adaptée afin d’optimaliser son application.

In Belgie¨ bestaat er effectief een wettelijke basis voor de certificering (koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de kwalificatie van de veebeslagen inzake de bestrijding van infectieuse boviene rhinotracheı¨tis), maar ze dient bijgeschaafd te worden om de toepassing te optimaliseren.

Tous les acteurs de la filière bovine sont bien d’accord sur les lignes directrices de ce projet d’arrêté royal : il s’agira d’une lutte sur la base volontaire dans un cadre législatif contraignant, afin de protéger ceux qui font un effort. Un passage à une lutte obligatoire est envisagé dans quelques années.

Alle operatoren van de rundveesector zijn het eens over de richtsnoeren van het koninklijk besluit. De bestrijding zal op vrijwillige basis worden gevoerd binnen een dwingend wettelijk kader om zij die een inspanning leveren te beschermen. De overschakeling naar een verplichte bestrijding is voorzien binnen enkele jaren.

b) Une dernière réunion du groupe de travail bovins est prévue à ce sujet le 28 juin. Ensuite, la procédure de publication sera lancée afin que ce nouvel arrêté royal soit d’application au cours de l’année 2006.

b) Een laatste vergadering over dit onderwerp binnen de werkgroep runderen is voorzien op 28 juni. Nadien zal de procedure voor de publicatie opgestart worden opdat dit nieuw koninklijk besluit in de loop van 2006 van toepassing wordt.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15528

4. a) Plusieurs pays de l’Union européenne ont un statut indemne (le Danemark, la Finlande, la Suède, l’Autriche et la province de Bolzano en Italie) et sont en mesure de demander des garanties additionnellles réservées à ce statut pour l’importation de bovins vivants. Ces restrictions ne concernent en rien les viandes de bovins abattus en Belgique.

4. a) Meerdere landen van de Europese unie hebben een vrij statuut (Denemarken, Finland, Zweden, Oostenrijk en de provincie Bolzano in Italie¨) en zijn gemachtigd om bij de import van levende runderen bijkomende garanties te vragen die verbonden zijn met dit statuut. Deze beperkingen slaan in geen geval op vlees van in Belgie¨ geslachte runderen.

b) Voir réponse 4, a).

b) Zie antwoord 4, a).

5. a) Réponse négative.

5. a) Negatief antwoord.

b) Sans objet.

b) Niet van toepassing.

DO 2004200504379

DO 2004200504379

Question no 477 de M. Gerolf Annemans du 30 mai 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 477 van de heer Gerolf Annemans van 30 mei 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Enregistrement et radiation de médicaments.

Registreren en schrappen van geneesmiddelen.

Depuis quelques années, les médicaments sont enregistrés à l’échelle européenne mais l’enregistrement à l’échelle nationale, dans le cadre duquel la Commission des médicaments joue un roˆle décisif, reste néanmoins en vigueur.

Sinds een aantal jaren worden geneesmiddelen op Europees niveau geregistreerd. Niettemin blijft een nationale registratie ook nog van kracht, waarin de Geneesmiddelencommissie een beslissende rol speelt.

Aux termes de l’arrêté royal du 3 juillet 1969 relatif à l’enregistrement des médicaments, le ministre peut toutefois suspendre ou radier l’enregistrement en vertu de huit critères.

Volgens het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen, kan de minister de registratie evenwel schorsen of schrappen op basis van een achttal criteria.

1. Quelle est, très précisément, la différence entre les compétences de l’enregistrement européen et celles de l’enregistrement national ?

1. Waar ligt precies het bevoegdheidsverschil tussen de Europese en de nationale registratie ?

2. a) Quel point de vue adoptent les instances nationales et européennes lorsqu’un E´tat membre décide de suspendre ou de radier un médicament ? b) L’autonomie des E´tats membres est-elle éventuellement absolue ?

2. a) Hoe verhouden de Europese en nationale instanties zich als een lidstaat beslist om een geneesmiddel te schorsen of te schrappen ?

3. Dans quelle mesure et de quelle manière le ministre associe-t-il la Commission des médicaments à ses décisions de suspension ou de radiation des médicaments ?

3. In welke mate en op welke wijze betrekt de minister de Geneesmiddelencommissie bij zijn besluiten inzake het schorsen of schrappen van geneesmiddelen ?

4. Comment et sur la base de quels éléments la Commission des médicaments fait-elle rapport au ministre lorsqu’elle est saisie en la matière ?

4. Op welke wijze en op basis waarvan rapporteert de Geneesmiddelencommissie aan de minister als zij terzake gevat wordt ?

5. Si certains médicaments en vente libre ne sont plus disponibles en pharmacie, même sur prescription, comme certains analgésiques et d’autres préparations combinées, les patients qui en ont réellement besoin

5. Als bepaalde geneesmiddelen uit de vrije verkoop of zelfs op basis van voorschrift uit de apotheken verdwijnen, zoals bepaalde pijnstillers en andere combinatiepreparaten, is dit voor mensen die het geneesmid-


2004

b) Of is er een volledige autonomie voor de lidstaten ?

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15529

éprouveront sans doute des difficultés à se procurer un médicament équivalent approprié.

del werkelijk nodig hadden, soms een probleem om nog een gepast gelijkwaardig geneesmiddel te vinden.

Comment ces personnes pourront-elles encore se procurer les médicaments appropriés ?

Welke mogelijkheden zijn er voor hen om alsnog de juiste medicatie te bekomen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 25 juillet 2005, à la question no 477 de M. Gerolf Annemans du 30 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 25 juli 2005, op de vraag nr. 477 van de heer Gerolf Annemans van 30 mei 2005 (N.) :



1. Les conditions et les modalités d’octroi, de radiation et de suspension des autorisations de mise sur le marché belge de médicaments font l’objet de directives européennes qui ont été transposées dans le droit belge.

1. De voorwaarden en modaliteiten voor het verlenen, schrappen en schorsen van vergunningen voor het in de belgische handel brengen van geneesmiddelen maken het voorwerp uit van Europese richtlijnen, die zijn omgezet in Belgisch recht.

En outre, il existe aussi effectivement une procédure centralisée européenne, réglée dans le règlement (CE) no 2309/93 du conseil du 22 juillet 1993 établissant des procédures communautaires pour l’autorisation et la surveillance des médicaments à usage humain et à usage vétérinaire et instituant une Agence européenne pour l’évaluation des médicaments, pour l’octroi des autorisations de mise sur le marché de médicaments.

Verder bestaat inderdaad ook een centrale Europese procedure voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen die geregeld is bij verordening (EG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993 tot vastelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling.

Un nombre de catégories de médicaments doivent obligatoirement obtenir une autorisation suivant cette procédure centralisée européenne. Ceux-ci sont entre autres les médicaments destinés à la thérapie cellulaire et génique.

Een aantal categoriee¨n geneesmiddelen dienen verplicht, volgens deze centrale Europese procedure, een vergunning te verkrijgen voor het in de handel te brengen. Deze zijn onder meer geneesmiddelen bestemd voor cel- en gentherapie.

Il faut attirer l’attention sur le fait qu’à partir du 20 novembre 2005 cette catégorie obligatoire sera élargie jusqu’entre autres les médicaments orphelins, les médicaments destinés pour le traitement du sida, diabète, etc.

Er dient op gewezen te worden dat vanaf 20 november 2005 deze verplichte categorie zal uitgebreid worden tot onder meer weesgeneesmiddelen, geneesmiddelen bestemd voor de behandeling van aids, kanker, enz.

Le règlement (CE) no 2309/93 sera remplacée en effet par le règlement (CE) no 726/2004 à l’instar de la révision sur le plan européen de la législation pharmaceutique.

De verordening (EG) nr. 2309/93 zal immers in navolging van de herziening op Europees vlak van de farmaceutische wetgeving vervangen worden door de Verordening (EG) nr. 726/2004.

De plus, certaines catégories de médicaments peuvent obtenir une autorisation de mise sur le marché de manière optionnelle selon cette procédure centralisée européenne.

Verder kunnen bepaalde categoriee¨n geneesmiddelen optioneel volgens deze Europese centrale procedure een vergunning verkrijgen voor het in de handel brengen.

En outre, il existe encore la procédure de reconnaissance mutuelle. Ceci implique que le détenteur d’une autorisation de mise sur le marché de médicaments octroyée dans un E´tat membre déterminé demande à tous ou à un certain nombre d’autres E´tats membres, de reconnaıˆtre son autorisation. ` l’exception de la procédure centralisée euroA péenne qui est obligatoire, le choix des autres procédures pour l’octroi des autorisations de mise sur le marché de médicaments dépend du demandeur de cette autorisation.

Daarnaast bestaat er nog de wederzijdse erkenningsprocedure. Deze houdt in dat de houder van een vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel verleend in een bepaalde lidstaat, alle of een aantal andere lidstaten verzoekt om deze vergunning te erkennen.


2004

Behoudens de verplichte centrale Europese procedure hangt de keuze van de andere procedures voor het verlenen van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen af van de aanvrager van deze vergunning. 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15530

2. a) et b) Pour les médicaments qui ont reçu une autorisation de mise sur le marché via la procédure centralisée européenne une décision qui est valable pour tous les E´tats membres est bien entendu toujours prise. Pour les médicaments, qui ont reçu une autorisation de mise sur le marché selon la procédure européenne de reconnaissance mutuelle une décision est également prise sur le plan européen s’il existe des raisons pour suspendre ou radier l’autorisation. Pour les médicaments qui ont obtenu une autorisation de mise sur le marché seulement dans un E´tat membre, la décision de suspendre ou de radier l’autorisation demeure une opportunité nationale. Pourtant, dans l’intérêt de la Communauté, un E´tat membre peut aussi mener cette affaire au niveau européen (pour qu’une décision valable soit prise pour tous les E´tats membres).

2. a) en b) Voor de geneesmiddelen die via de centrale Europese procedure een vergunning voor het in de handel brengen hebben verkregen, wordt uiteraard steeds een beslissing genomen die geldig is voor alle lidstaten. Voor de geneesmiddelen die een vergunning voor het in de handel brengen hebben verkregen volgens de Europese wederzijdse erkenningsprocedure wordt tevens een beslissing genomen op Europees vlak indien er voor de geneesmiddelen redenen zijn om de vergunning te schorsen of te schrappen. Voor de geneesmiddelen die slechts in één lidstaat een vergunning voor het in de handel brengen hebben verkregen, blijft de beslissing om de vergunning te schorsen of te schrappen een nationale aangelegenheid. Nochtans kan een lidstaat, in het belang van de gemeenschap, ook deze zaak op Europees vlak aanbrengen (zodat één voor alle lidstaten geldige beslissing genomen wordt).

3. Avant qu’une décision ne soit prise en matière de suspension ou de radiation d’une autorisation de mise sur le marché de médicaments, l’avis de la Commission des médicaments est exigé.

3. Alvorens een beslissing wordt genomen inzake het schorsen of het schrappen van een vergunning voor het in de handel brengen van geneesmiddelen, is het advies van de Geneesmiddelencommissie vereist.

4. La Commission des médicaments fournit un avis motivé en la matière qui appuie les raisons de la suspension ou de la radiation. Comme précité les raisons possibles sont déterminées par les directives européennes qui sont transposées dans iarrêté royal du 3 juillet 1969 relatif à l’enregistrement des médicaments.

4. De Geneesmiddelencommissie verstrekt een met redenen omkleed advies ter zake die de redenen van de schorsing of schrapping staven. Zoals hierboven reeds aangehaald zijn de mogelijke redenen vastgesteld bij Europese richtlijnen die omgezet zijn in het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen.

S’il existe une intention de suspendre ou de radier, le détenteur de l’autorisation de mise sur le marché a toujours la possibilité de formuler une réponse sur les objections ou les raisons citées pour la suspension ou la radiation.

Indien een intentie tot schorsing of schrapping bestaat, krijgt de houder van de vergunning voor het in de handel brengen steeds de mogelijkheid om antwoord te verschaffen op de bezwaren of aangehaalde redenen voor de schorsing of schrapping.

5. Si un médecin est d’avis que son patient a tout de même besoin d’un certain médicament dont l’autorisation de mise sur le marché est suspendue ou radiée, il peut prescrire une préparation magistrale avec la même composition. Ceci à moins que la suspension ou la radiation n’aient eu lieu pour des raisons de nocivité ou de doute concernant le rapport risque/bénéfice relatif au médicament et ses substances. Dans ces cas, souvent, les préparations magistrales ayant le même contenu sont également suspendues ou interdites.

5. Indien een arts van mening is dat zijn patie¨nt een bepaald geneesmiddel waarvan de vergunning voor het in de handel brengen geschorst of geschrapt is toch nodig heeft, kan hij een magistrale bereiding voorschrijven met dezelfde samenstelling. Dit tenzij de schorsing of schrapping gebeurd is om redenen van schadelijkheid of twijfel omtrent de risico/baat verhouding van het geneesmiddel en zijn substanties. In die gevallen worden altijd ook de magistrale bereidingen met eenzelfde inhoud geschorst of verboden.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15531



Emploi

Werk

DO 2004200504044

DO 2004200504044

Question no 286 de Mme Annemie Turtelboom du 21 avril 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 286 van mevrouw Annemie Turtelboom van 21 april 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Choˆmage de très longue durée.

Zeer langdurig werklozen.

On m’a rapporté le cas d’une personne ayant pris sa pension après avoir bénéficié, durant sa vie entière, d’une allocation d’attente. Cela ne signifie pas que cette personne n’a jamais travaillé mais plutoˆt qu’elle n’a jamais travaillé suffisamment longtemps pour ouvrir le droit à des allocations de choˆmage complètes. D’autre part, le principe du caractère illimité dans le temps de notre système actuel d’assurance choˆmage permet à une personne ayant presté suffisamment de jours de travail de bénéficier d’allocations de choˆmage complètes et de les toucher pendant une très longue période.

Naar verluidt zou het reeds zijn voorgekomen dat iemand met pensioen is gegaan die zijn of haar ganse leven een wachtuitkering heeft genoten. Dit wil allerminst zeggen dat betrokkene nooit in zijn of haar leven heeft gewerkt, maar alleszins nooit een voldoende lange periode die volstond om rechten op een volwaardige werkloosheidsuitkering op te bouwen. Anderzijds maakt de principie¨le onbeperktheid in tijd van ons huidig systeem van werkloosheidsverzekering het mogelijk dat mensen die wel voldoende dagen hebben gepresteerd om een werkloosheidsvergoeding te genieten, zeer langdurig werkloosheidsvergoedingen kunnen ontvangen.

1. Pourriez-vous me communiquer les données suivantes, en ventilant les chiffres par région et, pour chaque région, par sexe :

1. Kan u volgende gegevens, telkens opgesplitst per gewest en daarbinnen naar geslacht, meedelen :

a) le nombre de choˆmeurs qui sont sans travail depuis plus de 20, 25, 30 et 35 ans et qui perçoivent une allocation d’attente;

a) het aantal werklozen dat momenteel langer dan 20, respectievelijk 25, 30, 35 jaar werkloos is met een wachtuitkering;

b) le nombre de choˆmeurs qui sont sans travail depuis plus de 20, 25, 30 et 35 ans et qui sont demandeurs d’emploi;

b) het aantal werkzoekende werklozen dat langer dan 20, respectievelijk 25, 30, 35 jaar werkloos is;

c) le nombre de choˆmeurs qui sont sans travail depuis plus de 20, 25, 30 et 35 ans et qui bénéficient d’une dispense;

c) het aantal vrijgestelde werklozen dat langer dan 20, respectievelijk 25, 30, 35 jaar werkloos is;

d) le nombre de choˆmeurs qui sont sans travail depuis plus de 20, 25, 30 et 35 ans et qui effectuent des prestations pour des ALE ?

d) het aantal werklozen dat langer dan 20, respectievelijk 25, 30, 35 jaar werkloos is en actief is in de PWA’s ?

2. L’ONEm entreprend-il encore des actions pour inciter ces choˆmeurs de très longue durée à trouver du travail ou à suivre des cours de perfectionnement ou de recyclage en vue de trouver un emploi ?

2. Onderneemt de RVA nog acties naar deze zeer langdurige werklozen om hen aan te sporen naar werk te zoeken of om zich desgevallend bij- of om te scholen met het oog op het vinden van een job ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 juillet 2005, à la question no 286 de Mme Annemie Turtelboom du 21 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 286 van mevrouw Annemie Turtelboom van 21 april 2005 (N.) :

1. L’Office national de l’Emploi ne dispose pas de données concernant le nombre de choˆmeurs qui dépas-

1. De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening beschikt niet over gegevens betreffende het aantal werklozen


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15532

sent 144 mois (12 années) de choˆmage. Ce n’est que depuis ce temps-là que l’ONEm a des données informatisées concernant les paiements effectués aux choˆmeurs. Par conséquent, il n’est pas possible de vous fournir les données demandées.

dat langer dan 144 maanden (12 jaar) werkloos is. Het is immers pas zo lang dat de RVA geı¨nformatiseerde gegevens bijhoudt over de betalingen die verricht worden aan werklozen. Bijgevolg kunnen de door u gevraagde gegevens niet verstrekt worden.

2. En vertu de l’arrêté royal du 4 juillet 2004 portant modification de la réglementation du choˆmage à l’égard des choˆmeurs complets qui doivent rechercher activement un emploi, l’Office national de l’Emploi suit le comportement de recherche active d’emploi des choˆmeurs complets qui atteignent une durée de choˆmage de respectivement 15 mois au moins, s’ils sont aˆgés de moins de 25 ans ou de 21 mois au moins, s’ils sont aˆgés de 25 ans ou plus.

2. Ingevolge het koninklijk besluit van 4 juli 2004 houdende de wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van volledig werklozen die actief moeten zoeken naar werk, volgt de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening het actieve zoekgedrag naar werk op van de werklozen die respectievelijk een werkloosheidsduur bereiken van ten minste 15 maanden, indien zij jonger zijn dan 25 jaar, of 21 maanden, indien zij 25 jaar of ouder zijn.

DO 2004200504554

DO 2004200504554

Question no 318 de Mme Annemie Turtelboom du 13 juin 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 318 van mevrouw Annemie Turtelboom van 13 juni 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Emploi. — Femmes. — Horaires flexibles. — Demande d’aide de nature ménagère.

Tewerkstelling. — Vrouwen. — Glijdende werkuren. — Vraag naar hulp in het huishouden.

Une étude du VOKA (« Vlaams Economisch Verbond ») révèle que près des trois quarts des femmes interrogées préfèrent travailler à temps plein. En effet, les femmes craignent une baisse de leur rémunération, un accroissement de la pression due au travail si leur semaine est écourtée et une réduction de leurs possibilités de promotion. En outre, le temps ainsi libéré n’est pas vraiment de qualité puisque les femmes doivent s’acquitter des taˆches ménagères pendant leurs périodes de loisir.

Uit een onderzoek van VOKA (Vlaams Economisch Verbond) is gebleken dat bijna driekwart van de ondervraagde vrouwen er de voorkeur aan geven om fulltime te gaan werken. De dames zien hun loon niet graag krimpen, vrezen dat de werkdruk te hoog zal liggen in de verkorte werkweek en geloven dat ze hun kansen op promotie ondergraven. Bovendien brengt de vrijgekomen tijd niet onmiddellijk quality time met zich, aangezien de vrouwen zich tijdens hun vrije momenten moeten wijden aan hun huishouden.

Plutoˆt qu’un horaire à mi-temps, les femmes préfèrent dès lors des horaires flexibles permettant de résoudre les problèmes liés à l’accueil pré- et postscolaire de leurs enfants. Par ailleurs, la demande d’aide pour les taˆches ménagères reste énorme.

Meer dan deeltijds werken, gaat de voorkeur van vrouwen naar glijdende werkuren om de problemen met voor- en naschoolse kinderopvang op te lossen. Daarnaast blijft er een enorme vraag naar hulp in het huishouden bestaan.

1. Envisagez-vous, eu égard aux conclusions très explicites de cette étude, d’axer davantage votre politique sur les femmes qui travaillent à temps plein et plus particulièrement sur le problème des heures de travail flexibles et de la demande d’aide pour les taˆches ménagères ?

1. Naar aanleiding van deze duidelijke conclusies, overweegt u naar aanleiding van deze studie in uw beleid een grotere nadruk te leggen op werkneemsters met een fulltime-uurrooster, en meer bepaald op de problematiek van glijdende werkuren en de vraag naar hulp in het huishouden ?

2. Envisagez-vous de prendre des initiatives pour amener les organisations représentatives des employeurs et des travailleurs à élaborer, au niveau des entreprises des mesures concrètes en matière d’horaires flexibles ?

2. Overweegt u initiatieven te nemen om de werkgevers- en werknemersorganisaties aan te sporen om op bedrijfsniveau concrete regelingen uit te werken inzake glijdende werkuren voor werknemers ?

3. Envisagez-vous une intensification des efforts dans le cadre des titres-services et, éventuellement, l’élargissement de l’éventail des taˆches, afin de mieux

3. Overweegt u het opdrijven van de inspanningen in het kader van dienstencheques en eventueel de uitbreiding van het takenpakket teneinde beter te kunnen


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15533

répondre à la demande croissante d’aide de nature ménagère ?

voldoen aan de alsmaar stijgende vraag naar hulp in het huishouden ?

4. Envisagez-vous de vous concerter avec vos collègues des entités fédérées pour préconiser l’instauration de titres-services pour la garde d’enfants par des particuliers ?

4. Overweegt u contact op te nemen met uw collega’s van de deelgebieden om er de invoering van dienstencheques voor kinderopvang bij particulieren te bepleiten ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 20 juillet 2005, à la question no 318 de Mme Annemie Turtelboom du 13 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 20 juli 2005, op de vraag nr. 318 van mevrouw Annemie Turtelboom van 13 juni 2005 (N.) :

1 et 2. Le dispositif des titres-services est un instrument destiné à rencontrer la demande, entre autres des femmes exerçant une activité professionnelle, d’aide à domicile de nature ménagère.

1 en 2. De regeling dienstencheques is een instrument om tegemoet te komen aan de vraag van onder meer beroepsactieve vrouwen naar hulp in het huishouden.

Récemment, IDEA Consult a réalisé une évaluation du système des titres-services. Je mentionne quelques éléments du rapport d’évaluation. 69,1 % des utilisateurs sont des femmes et 70,4 % des utilisateurs sont mariés ou cohabitants. Cela signifie que c’est souvent la femme qui, au sein du couple, achète des titresservices. Les trentenaires et les quadragénaires représentent 49,8 % des utilisateurs. Presque 60 % des utilisateurs sont des salariés, des fonctionnaires ou des indépendants. Une meilleure combinaison de la vie professionnelle et des taˆches ménagères est pour 80 % des utilisateurs un motif important à très important de recourir aux titres-services. Les utilisateurs sont très satisfaits du système des titres-services : 95 % le recommanderait à leur famille et à leurs amis.

Recentelijk is er een evaluatie van het stelsel van de dienstencheques uitgevoerd door IDEA Consult. Ik vermeld een aantal elementen uit het onderzoeksrapport. 69,1 % van de gebruikers zijn vrouwen en 70,4 % van de gebruikers zijn gehuwd of samenwonend. Dat wil zeggen dat het, ook in koppels, vaak de vrouw is die de dienstencheques aankoopt. De dertigers en veertigers maken 49,8 % uit van de gebruikers. Bijna 60 % van de gebruikers is loontrekkende, ambtenaar of zelfstandige. Een betere combinatie van arbeid en huishouden is voor 80 % van de gebruikers een belangrijk tot zeer belangrijk motief voor het gebruik van dienstencheques. Er bestaat een grote tevredenheid onder de gebruikers over het systeem van de dienstencheques : 95 % zou het aanbevelen aan familie en vrienden.

Actuellement, je n’envisage pas de prendre une initiative relative aux horaires variables.

Momenteel overweeg ik niet om een initiatief te nemen in verband met de glijdende werkuren.

3. Le système des titres-services est encore en expansion : 1 003 625 titres-services ont été achetés par des utilisateurs en janvier 2005 et 1 616 784 l’ont été en mai 2005. Le rapport d’évaluation susvisé d’IDEA Consult démontre que 15,2 % des entreprises agréées considèrent que l’extension des activités autorisées serait le levier le plus important pour la croissance du système des titres-services.

3. Het systeem van de dienstencheques is nog altijd in expansie : er werden 1 003 625 dienstencheques gekocht door gebruikers in januari 2005 en 1 616 784 in mei 2005. Uit het voormelde onderzoeksrapport van IDEA Consult blijkt dat 15,2 % van de erkende ondernemingen het uitbreiden van de toegelaten activiteiten als de belangrijkste hefboom ziet voor de groei van het systeem van de dienstencheques.

Pour l’instant, une telle possibilité d’extension des taˆches du système des titres-services est à l’étude. Toutefois, il faut éviter l’autorisation de nouvelles activités qui auraient un effet de substitution sur l’emploi existant.

Momenteel wordt de mogelijkheid tot het uitbreiden van de taken in de regeling dienstencheques bestudeerd. Er moet wel vermeden worden dat er nieuwe activiteiten zouden toegelaten worden die een substitutie-effect hebben op bestaande tewerkstelling.

4. La surveillance d’enfants chez des personnes privées est une compétence des communautés. Ce sont donc les communautés qui sont habilitées à prendre éventuellement l’initiative d’introduire des titresservices pour cette activité. Si leur dispositif des titresservices répond aux conditions énumérées à l’article 10bis de la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité,

4. Kinderopvang bij particulieren is een bevoegdheid van de gemeenschappen. Het zijn dus de gemeenschappen die gemachtigd zijn om eventueel een initiatief te nemen om dienstencheques in te voeren voor deze activiteit. Indien hun dienstenchequesysteem beantwoordt aan de voorwaarden opgesomd in artikel 10bis van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, dan kunnen de gebrui-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15534

les utilisateurs peuvent bénéficier de la même déduction fiscale que celle qui est d’application dans le système fédéral des titres-services.

kers dezelfde fiscale vrijstelling genieten als deze die van toepassing is op het federaal stelsel van de dienstencheques.

DO 2004200504635

DO 2004200504635

Question no 324 de Mme Annemie Turtelboom du 24 juin 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 324 van mevrouw Annemie Turtelboom van 24 juni 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Choˆmeurs. — Commencement d’une activité d’indépendant. — « Période de retour » de neuf ans. — Travailleurs de plus de cinquante ans.

Werklozen. — Opstarten zelfstandige activiteit. — « Terugkeerperiode » van negen jaar. — Vijftigplussers.

Les choˆmeurs qui entament une activité d’indépendant se voient accorder une « période de retour » de neuf ans au cours de laquelle, après avoir cessé leur activité, ils ont droit à une allocation de choˆmage et peuvent réintégrer leur ancien statut. Mais parmi ces choˆmeurs se trouvent des personnes qui ne commencent à exercer une activité indépendante qu’à un aˆge avancé, par exemple lorsqu’à la suite d’une restructuration, elles ont été licenciées après des années de loyaux services dans une entreprise mais sont encore trop jeunes pour bénéficier de « règlements du type Canada Dry » ou d’une prépension.

Werklozen die een zelfstandige activiteit opstarten krijgen een « terugkeerperiode » van negen jaar, tijdens welke ze na stopzetting van hun onderneming recht hebben op een werkloosheidsuitkering en kunnen terugkeren naar hun vroeger statuut. Evenwel zijn er onder deze werklozen mensen die op latere leeftijd pas een zaak opstarten, bijvoorbeeld wanneer ze na jarenlange trouwe dienst in een onderneming wegens herstructurering worden ontslagen maar nog net te jong zijn om in aanmerking te komen voor « Canada Dry regelingen » of brugpensioenen.

Et lorsque ces personnes, qui en règle générale ont déjà passé le cap des quarante-cinq ans, voient approcher, au moment de démarrer leur affaire, la fin de cette période de neuf ans, elles ont généralement atteint un aˆge ou` elles ne sont plus certaines de leur état de santé ni de pouvoir supporter la pression du travail qui existe au sein de toute entreprise. Elles laˆchent dès lors la proie pour l’ombre et cessent leur activité pour rentrer dans le rang des choˆmeurs.

Wanneer deze mensen, die in de regel de helft van de veertig jaar reeds voorbij zijn, bij het opstarten van hun zaak, het einde van de periode van negen jaar zien naderen, hebben ze meestal een leeftijd bereikt waarop ze niet meer zeker zijn van hun gezondheidstoestand of dat ze nog langer de werkdruk zullen aankunnen. Gevolg is dat ze het zekere voor het onzekere zullen nemen en hun zaak stopzetten om terug te keren naar de werkloosheid.

Ce phénomène est loin d’être une bonne chose au regard de la politique gouvernementale qui tend à convaincre les travailleurs aˆgés de rester actifs plus longtemps. Voilà pourquoi un certain nombre de personnes concernées, qui peuvent se prévaloir d’un grand nombre d’années de service actif en tant que travailleurs salariés, sont demandeuses d’une prolongation de cette période de neuf ans.

Dit is allerminst wenselijk gezien het regeringsbeleid om ouderen langer aan de slag te houden. Daarom wordt door een aantal betrokkenen de vraag gesteld om de periode van negen jaar, die reeds een aanzienlijk aantal actieve dienstjaren als werknemer kunnen voorleggen, uit te breiden.

Il ne semble pas déraisonnable d’envisager que les personnes ayant derrière elles une carrière de travailleurs salariés et qui, à partir d’un certain aˆge, ont dépassé leur période de neuf ans en tant que travailleurs indépendants, puissent recourir à la possibilité de retourner au choˆmage si des motifs valables le justifient. Ces motifs peuvent être l’incapacité physique de poursuivre l’activité indépendante ou la faillite de l’entreprise.

Het lijkt niet onzinnig erover na te denken dat iemand met een zeker arbeidsverleden als werknemer en die vanaf een bepaalde leeftijd zijn negenjarige periode als zelfstandige overschreden heeft, een beroep te laten doen op de terugkeermogelijkheid naar de werkloosheid indien daartoe redenen zijn die dit verantwoorden. Voorbeelden van dergelijke redenen kunnen zijn : fysieke onbekwaamheid om de zelfstandige activiteit verder te zetten of faillissement van de onderneming.

1. Avez-vous déjà eu connaissance du problème des plus de cinquante ans qui, quelques années plus toˆt,

1. Werd u reeds in kennis gesteld van het probleem van 50-plussers die enkele jaren voordien een zaak


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15535

ont démarré une affaire après être devenus choˆmeurs et qui risquent de cesser leur activité d’indépendant après neuf ans par crainte de ne plus pouvoir bénéficier à nouveau d’une allocation de choˆmage ?

hebben opgestart nadat ze werkloos geworden waren en die hun zaak dreigen stop te zetten na negen jaar uit angst om niet meer terug te kunnen vallen op een werkloosheidsuitkering ?

2. Prêtez-vous attention aux desiderata de ces plus de cinquante ans qui souhaiteraient bénéficier d’une dérogation à cette période de neuf ans de façon à pouvoir poursuivre leur activité au-delà de cette période en dormant sur leurs deux oreilles ?

2. Heeft u oor naar de verzuchtingen van deze 50plussers om een afwijking van de negenjarige terugkeerperiode te krijgen teneinde dat ze hun onderneming ook na het verlopen van die termijn met een gerust gemoed kunnen verder zetten ?

3. Envisagez-vous d’accorder aux plus de cinquante ans le bénéfice d’une dérogation à cette période de neuf ans ?

3. Overweegt u voor deze 50-plussers een afwijking van de periode van negen jaar ?

4. Dans l’affirmative, suivant quelles modalités et quand envisagez-vous d’élaborer un règlement ad hoc ?

4. Zo ja, volgens welke nadere regels en tegen wanneer overweegt u een regeling uit te werken ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 27 juillet 2005, à la question no 324 de Mme Annemie Turtelboom du 24 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 27 juli 2005, op de vraag nr. 324 van mevrouw Annemie Turtelboom van 24 juni 2005 (N.) :

En réponse à votre première question, je peux en tout cas référer à la question orale posée par Mme D’Hondt pendant la séance de la Commission des affaires sociales à la Chambre le 12 avril 2005. Elle a attiré mon attention sur ce problème.

In antwoord op uw eerste vraag kan ik in elk geval verwijzen naar de mondelinge vraag gesteld door mevrouw D’Hondt tijdens de zitting van de Kamercomissie sociale zaken op 12 april 2005. Zij bracht het probleem onder mijn aandacht.

En ce qui concerne la deuxième question, je confirme mon point de vue exprimé vis à vis de Mme D’Hondt. C’est-à-dire qu’il me semble raisonnable d’essayer de trouver une solution pour le problème soulevé.

Wat de tweede vraag betreft bevestig ik mijn standpunt ingenomen ten overstaande van mevrouw D’Hondt, namelijk dat het me redelijk lijkt om te pogen een oplossing te vinden voor het geschetste probleem.

Ma réponse à la troisième question est donc que je suis d’accord d’élargir la période de sauvegarde des droits pour les travailleurs de plus de 50 ans.

Mijn antwoord op de derde vraag is dus dat ik akkoord ga om de beschermingsperiode voor werknemers ouder dan 50 jaar uit te breiden.

J’ai donc demandé à l’administration compétente d’examiner de quelle façon la réglementation choˆmage peut être adaptée dans le sens voulu.

Ik heb dan ook aan de bevoegde administratie opgedragen om te onderzoeken op welke wijze de werkloosheidsregelementering in die zin kan aangepast worden.

Cette proposition de changement de la réglementation choˆmage sera soumise pour avis au comité de gestion de l’ONEm.

Dit voorstel tot wijziging van de reglementering zal voor advies voorgelegd worden aan het BHC van de RVA.

DO 2004200504648

DO 2004200504648

Question no 326 de M. Bart Tommelein du 27 juin 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 326 van de heer Bart Tommelein van 27 juni 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Célébration de la fête nationale du pays d’origine par des travailleurs étrangers.

Vieren van de nationale feestdag van het land van herkomst door buitenlandse werknemers.

Conformément à la loi du 13 décembre 1976 portant approbation des accords bilatéraux relatifs à l’emploi en Belgique des travailleurs étrangers, certains travail-

Ingevolge de wet van 13 december 1976 houdende goedkeuring van de bilaterale akkoorden betreffende de tewerkstelling in Belgie¨ van buitenlandse werkne-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15536

leurs d’origine étrangère employés en Belgique ont droit à un congé sans solde certains jours, à la condition que notre pays ait signé un accord bilatéral avec les pays d’origine de ces travailleurs.

mers, hebben sommige werknemers van buitenlandse origine die in Belgie¨ tewerkgesteld zijn een recht op verlof zonder wedde op bepaalde dagen. Voorwaarde is dat ons land een bilateraal akkoord gesloten heeft met de landen van herkomst van die werknemers.

Les travailleurs algériens, marocains et tunisiens peuvent interrompre leurs activités professionnelles pendant les jours fériés légaux de leur pays d’origine respectifs. Les travailleurs turcs peuvent s’absenter le 29 octobre, jour de la fête nationale turque, et deux autres jours fériés turcs.

Algerijnse, Marokkaanse en Tunesische werknemers mogen hun arbeid onderbreken op de wettelijke feestdagen van hun respectievelijk land van herkomst. Turkse werknemers mogen afwezig blijven op de Nationale Feestdag van Turkije op 29 oktober en twee andere Turkse feestdagen.

Ces travailleurs ne perçoivent pas de rémunération pour ces journées, mais leur absence n’est pas considérée comme injustifiée et ils conservent leur droit aux dix jours fériés légaux belges.

De werknemers in kwestie ontvangen voor die dag geen loon, maar hun afwezigheid wordt niet als ongeoorloofd beschouwd. Ze blijven onverminderd recht hebben op de tien Belgische wettelijke feestdagen.

Les travailleurs originaires de pays avec lesquels aucun accord bilatéral n’a été signé et qui souhaitent célébrer la « Fête nationale » de leur pays d’origine dépendent de la bonne volonté de leur employeur. Ils peuvent solliciter une « absence autorisée » ou doivent puiser dans leurs jours de congé légaux. ` votre connaissance, combien de travailleurs 1. A algériens, marocains, tunisiens ou turcs recourent-ils à cette possibilité ?

Werknemers afkomstig van landen waarmee geen bilateraal akkoord is gesloten en de « Nationale Feestdag » van hun land van origine wensen te vieren, zijn afhankelijk van de goodwill van hun werkgever. Ze kunnen vragen om « toegestane afwezigheid » of zullen dagen van hun wettelijk verlof moeten opnemen.

2. A-t-on, dans certains secteurs, enregistré des plaintes qui indiquent que cette possibilité entraıˆne des problèmes en matière d’organisation du travail ?

2. Bestaan er in sommige sectoren klachten die erop duiden dat deze mogelijkheid aanleiding geeft tot problemen van bedrijfsorganisatorische aard ?

3. ` votre connaissance, certains travailleurs étrana) A gers employés dans notre pays sont-ils demandeurs d’accords bilatéraux avec d’autres pays que l’Algérie, le Maroc, la Tunisie et la Turquie qui conféreraient aux travailleurs originaires de ces pays le droit de prendre un jour de congé le jour de la fête nationale ?

3. a) Heeft u weet van enige vraag vanuit de hoek van buitenlandse werknemers die in ons land tewerkgesteld zijn om bilaterale akkoorden te sluiten met andere landen dan Algerije, Marokko, Tunesie¨ en Turkije over een recht op een vrije dag op de nationale feestdag voor werknemers die van die landen afkomstig zijn ?

b) Dans l’affirmative, de quels pays s’agit-il ?

b) Indien dit antwoord positief is, om welke landen gaat het ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 19 juillet 2005, à la question no 326 de M. Bart Tommelein du 27 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 19 juli 2005, op de vraag nr. 326 van de heer Bart Tommelein van 27 juni 2005 (N.) :

1. Il n’y a actuellement pas de données statistiques sur le nombre de travailleurs d’origine étrangère qui utilisent la possibilité prévue dans le cadre de certains traités bilatéraux de prendre un congé sans solde à l’occasion des jours fériés légaux de leur pays d’origine.

1. Er zijn op dit ogenblik geen statistische gegevens beschikbaar omtrent het aantal werknemers van buitenlandse origine die gebruik maken van de mogelijkheid waarin is voorzien in het kader van bepaalde bilaterale verdragen, om onbetaald verlof te nemen op de wettelijke feestdagen van hun land van herkomst.

2. Jusqu’à présent, aucune plainte n’a été déposée au sujet de problèmes d’organisation au sein des entreprises qui seraient liés à l’existence de la possibilité précitée prévue par les traités bilatéraux de prendre un congé sans solde lors des jours fériés légaux de leur pays d’origine.

2. Tot op heden zijn er geen klachten ingediend omtrent bedrijfsorganisatorische problemen die zouden te wijten zijn aan het bestaan van voormelde mogelijkheid, voorzien door bilaterale verdragen, om onbetaald verlof te nemen op wettelijke feestdagen van het herkomstland.


2004

1. Van hoeveel Algerijnse, Marokkaanse, Tunesische of Turkse werknemers is geweten dat ze gebruik maken van deze mogelijkheid ?

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15537

3. Pour l’instant, je n’ai pas connaissance de questions de la part de certains travailleurs étrangers en vue de conclure un traité bilatéral avec leur pays d’origine pour prévoir des droits équivalents.

3. Op dit ogenblik is mij geen enkele vraag bekend vanwege bepaalde buitenlandse werknemers om een bilateraal verdrag met hun land van herkomst te sluiten, teneinde in gelijkaardige rechten te voorzien.

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2004200504705

DO 2004200504705

Question no 121 de M. Guido De Padt du 30 juin 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 121 van de heer Guido De Padt van 30 juni 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Controˆles de la fraıˆcheur du poisson et des produits à base de poisson destinés à la consommation.

Controles op het bederf van vis en visproducten bestemd voor de consumenten.

L’organisme de controˆle néerlandais « Voedsel en Waren Autoriteit » actionne la sonnette d’alarme. Une enquête révèle que plus d’un quart du poisson et des produits à base de poisson vendus aux consommateurs néerlandais sont avariés. L’enquête a porté principalement sur la quantité de bases azotées (TVB-N) qui constituent un indicateur pour le poisson avarié. La situation est alarmante en ce qui concerne le poisson pré-emballé pour lequel les normes avaient été dépassées dans 46 % des échantillons examinés. Les résultats étaient légèrement meilleurs en ce qui concerne le poisson frais non emballé : les normes avaient été dépassées dans 17 % des cas. Il ne semble pas y avoir de problèmes en ce qui concerne les (produits à base de) poissons surgelés.

De Nederlandse « Voedsel en Waren Autoriteit » luidt de alarmbel. Volgens een onderzoek blijkt dat van alle vis en visproducten die aan consumenten in ons noorderbuurland worden verkocht, meer dan een kwart bedorven is. Het onderzoek spitste zich toe op de hoeveelheid stikstofbasen (TVB-N), een indicator voor visbederf. De situatie is alarmerend bij de voorverpakte vis, waar in 46 % van de onderzochte gevallen de normen werden overschreden. Onverpakte, verse vis scoorde iets beter : bij 17 % ervan werden de normen overschreden. Bij diepgevroren vis(producten) lijken er geen problemen.

1. Comment et par qui les controˆles de la fraıˆcheur du poisson et des produits à base de poisson destinés à la consommation sont-ils effectués en Belgique ?

1. Hoe en door wie gebeuren in Belgie¨ controles op het bederf van vis en visproducten bestemd voor de consumenten ?

2. a) Quelles normes de fraıˆcheur pour le poisson ou les produits à base de poisson sont-elles en vigueur en Belgique ?

2. a) Welke normen zijn in Belgie¨ de maatstaf voor het al dan niet bedorven zijn van vis of visproducten ?

b) Des controˆles sont-ils également effectués pour détecter la présence de bases azotées ?

b) Wordt er ook gecontroleerd op stikstofbasen ?

3. a) Combien de controˆles de fraıˆcheur du poisson et des produits à base de poisson ont-ils été effectués en 2002, en 2003, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 ?

3. a) Hoeveel controles op de versheid van vis en visproducten werden er in de jaren 2002, 2003, 2004 en de eerste helft van 2005 uitgevoerd ?

b) Combien de dépassements des normes ont-ils été constatés lors de ces controˆles (chiffres ventilés par catégorie de (produits à base de) poissons préemballés, frais et non emballés ou surgelés) ?

b) Hoeveel overschrijdingen van de normen werden daarbij vastgesteld (opgesplitst of het om voorverpakte, verse en onverpakte of diepgevroren vis(producten) ging) ?

4. Quelles conséquences et/ou sanctions sont-elles liées à la constatation que du poisson ou des produits à base de poisson avariés ont été proposés à la vente ?

4. Welke gevolgen en/of sancties worden er gekoppeld aan het feit van de vaststelling van te koop aangeboden bedorven vis of visproducten ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15538

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 29 juillet 2005, à la question no 121 de M. Guido De Padt du 30 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 29 juli 2005, op de vraag nr. 121 van de heer Guido De Padt van 30 juni 2005 (N.) :

Cette matière relève des compétences du ministre de la Santé publique. (Question no 503 du 30 juin 2005.)

Deze materie behoort tot de bevoegdheden van de minister van Volksgezondheid. (Vraag nr. 503 van 30 juni 2005.)

DO 2004200504764

DO 2004200504764

Question no 122 de Mme Jacqueline Galant du 8 juillet 2005 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 122 van mevrouw Jacqueline Galant van 8 juli 2005 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Assurances annulation pour les voyageurs. — Maladies.

Annulatieverzekeringen voor reizigers. — Ziekten.

Récemment, j’ai pu lire dans la presse votre souhait de faire supprimer les frais supplémentaires dans les agences de voyages. Si je soutiens ce projet qui permettra aux voyageurs de bénéficier d’une totale transparence dans leur voyage, je m’intéresse aussi à la protection du voyageur en cas d’annulation de son voyage.

Ik heb onlangs in de pers gelezen dat u de bijkomende kosten voor personen die een reis bij een reisbureau hebben geboekt, wil afschaffen. Ik steun dat voornemen, omdat de reizigers in dat geval perfect zullen weten waar zij financieel aan toe zijn, maar ik heb ook oog voor de bescherming van de reizigers die hun reis moeten annuleren.

Ainsi, certaines clauses dans les polices d’assurance annulation m’interpellent. Notamment celle relative aux maladies dont souffre le voyageur. Cette assurance annulation ne couvre par exemple pas un patient cancéreux sous prétexte qu’il connaıˆt sa maladie avant de s’inscrire pour un éventuel voyage.

Zo heb ik vragen bij bepaalde clausules in de annulatieverzekeringspolissen, waaronder die met betrekking tot de ziekten waaraan de reiziger lijdt. Kankerpatie¨nten, bijvoorbeeld, kunnen geen aanspraak maken op die annulatieverzekering, zogenaamd omdat zij al op de hoogte waren van hun ziekte toen zij de reis boekten.

L’état d’un patient cancéreux est très fluctuant d’un jour à l’autre. Il peut donc être en bonne forme lorsqu’il prévoit son voyage et faire une rechute à quelques jours de son départ.

De toestand van kankerpatie¨nten schommelt heel sterk van dag tot dag. Het is dus heel goed mogelijk dat zij zich goed voelen wanneer zij de reis boeken en enkele dagen voor hun vertrek hervallen.

Les médecins sont unanimes pour dire que le changement d’air et d’horizon est favorable à l’état psychologique du malade.

Alle artsen zijn het erover eens dat de verandering van lucht en omgeving de psychologische toestand van de patie¨nten ten goede komt.

1. Ne serait-il pas intéressant, dans le cadre de la protection des consommateurs, de demander aux compagnies d’assurance une révision de ces clauses ?

1. Ware het niet interessant, in het kader van de bescherming van de consumenten, de verzekeringsmaatschappijen te vragen die clausules te herzien ?

2. N’est-ce pas un aspect dont il conviendrait de discuter en commission de la Santé publique également ?

2. Is dat geen aspect dat eveneens in de commissie voor de Volksgezondheid zou moeten worden besproken ?

3. N’est-ce pas aussi important que la suppression des frais de dossier ?

3. Is dat niet even belangrijk als het afschaffen van de dossierkosten ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 25 juillet 2005, à la question no 122 de Mme Jacqueline Galant du 8 juillet 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 25 juli 2005, op de vraag nr. 122 van mevrouw Jacqueline Galant van 8 juli 2005 (Fr.) :

1. Effectivement, la couverture de l’annulation d’un voyage entraıˆne un certain nombre de litiges qui

1. De dekking van een reisannulering zorgt inderdaad voor een aantal geschillen over de gevallen van


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15539

portent sur les cas d’exclusion de la couverture, principalement pour des raisons de santé. Au regard de mes compétences, et notamment la loi sur les pratiques du commerce, deux aspects peuvent être envisagés. Il me semble, tout d’abord, que les clauses d’exclusion concernent l’objet même du contrat. L’article 31 de la loi sur les pratiques du commerce dispose que l’appréciation du caractère abusif ne porte pas sur l’objet principal du contrat. On ne peut dès lors pas les analyser au regard de la section des clauses abusives de la loi sur les pratiques du commerce.

2. L’organisation des commissions parlementaires ne relève pas de ma compétence. 3. Lorsqu’il s’agit de la vie quotidienne des citoyens, tout dossier est important.

uitsluiting uit de dekking, voornamelijk om gezondheidsredenen. In het licht van mijn bevoegdheden en meer bepaald van de wet betreffende de handelspraktijken, kunnen twee aspecten in overweging worden genomen. Eerst en vooral komt het mij voor dat de uitsluitingsbedingen op het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst slaan. Artikel 31 van de wet betreffende de handelspraktijken bepaalt dat de beoordeling van het onrechtmatige karakter geen betrekking heeft op het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst. Men kan ze bijgevolg niet analyseren in het licht van de afdeling van de onrechtmatige bedingen van de wet betreffende de handelspraktijken. Elke verkoper daarentegen, of het nu gaat om een reisbureau of een verzekeraar, heeft een plicht van informatie- en adviesverlening ten opzichte van de consumenten. Men kan zich vragen stellen over de duidelijkheid en de begrijpelijkheid van deze uitsluitingsbedingen. Dit aspect is des te belangrijker omdat de annuleringsovereenkomst een bijkomende overeenkomst is ten opzichte van de reisovereenkomst. De consument neemt dan ook over het algemeen niet de moeite om deze verschillende bedingen, die soms in een weinig duidelijke of zelfs sibillijnse taal zijn opgesteld, aandachtig te lezen. Aangezien de regelgeving met betrekking tot de verzekeringen tot de bevoegdheid van de minister van Economie behoort, zal ik hem deze opmerkingen overmaken en hem attent maken op de problemen die de consumenten ondervinden. 2. De organisatie van de parlementaire commissies behoort niet tot mijn bevoegdheid. 3. Wanneer het gaat om het dagelijkse leven van de burgers is elk dossier belangrijk.

Ministre de la Coopération au développement

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Par contre, tout vendeur, qu’il soit une agence de voyage ou un assureur, a un devoir d’information et de conseil vis-à-vis des consommateurs. Il est permis de s’interroger sur la clarté et la compréhension de ces clauses d’exclusion. Cet aspect est d’autant plus important que le contrat d’annulation est un contrat secondaire par rapport au contrat de voyage. Dès lors, le consommateur ne prend généralement pas la peine de lire attentivement ces différentes clauses, qui peuvent être rédigées dans un langage peu clair voir sibyllin. La réglementation des assurances étant de la compétence du ministre de l’Ećonomie, je lui transmettrai ces observations, en le rendant attentif aux problèmes posés aux consommateurs.

DO 2004200504442

DO 2004200504442

Question no 85 de M. Stijn Bex du 1er juin 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement : Lutte contre le sida et la malaria. — Proposition de la ministre néerlandaise de la Coopération au développement. Le 25 mai 2005, les journaux « De Tijd » et Metro ont consacré un article à votre homologue néerlandaise, Mme Agnes Van Ardenne.

Vraag nr. 85 van de heer Stijn Bex van 1 juni 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking : Strijd tegen aids en malaria. — Voorstel van de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking.


2004

Op 25 mei 2005 stond in de kranten De Tijd en Metro een artikel over uw Nederlandse collega, de minister van Ontwikkelingssamenwerking, Agnes Van Ardenne. 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15540

Pour combattre la propagation de maladies mortelles comme le sida et la malaria, la ministre entend distribuer des préservatifs et des moustiquaires par l’intermédiaire de la société Heineken. Ce brasseur étant établi dans plusieurs pays pauvres africains, il pourrait, selon la ministre, facilement atteindre les populations locales. La possibilité d’échanger cinq à vingt capsules Heineken contre un préservatif constituerait une des pistes de réflexion. La ministre voudrait faire appel au brasseur pour la distribution de préservatifs et de moustiquaires, permettant de combattre la propagation du paludisme. Elle voudrait en outre demander à ses collègues des autres E´tatsmembres de prendre contact avec d’autres producteurs de boissons importants. 1. Eˆtes-vous au courant de l’initiative de votre homologue néerlandaise ? 2. Comment évaluez-vous sa proposition ?

Om de verspreiding van dodelijke ziekten als aids en malaria tegen te gaan, wil ze condooms en muskietnetten uitdelen met de hulp van Heineken. Volgens haar is de bierbrouwer in een aantal arme Afrikaanse landen gevestigd, waardoor de plaatselijke bevolking goed is te bereiken. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door tegen inlevering van vijf tot twintig kroonkurken een condoom te geven. Ze wil Heineken benaderen om mee te werken aan de verspreiding van condooms of bednetten, die malaria tegen kunnen gaan. Ze zou ook haar collega’s uit andere lidstaten vragen contact op te nemen met grote drankproducenten uit hun landen.

1. Bent u op de hoogte van deze oproep van uw Nederlandse collega ? 2. Hoe beoordeelt u het voorstel van uw Nederlandse collega ?

3. a) Vous a-t-elle déjà contacté à ce sujet ?

3. a) Heeft ze u hier reeds over aangesproken ?

b) Dans l’affirmative, quelle a été votre réaction ?

b) Zo ja, wat was uw reactie ?

4. Envisagez-vous de vous solliciter le groupe brassicole belgo-brésilien Inbev (présent dans plus de 130 pays) ?

4. Overweegt u om de Belgische-Braziliaanse biergroep Inbev (die in meer dan 130 landen aanwezig is) hierover aan te spreken ?

Réponse du ministre de la Coopération au développement du 25 juillet 2005, à la question no 85 de M. Stijn Bex du 1er juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 25 juli 2005, op de vraag nr. 85 van de heer Stijn Bex van 1 juni 2005 (N.) :

1. Les initiatives bilatérales, multilatérales et privées en la matière se sont considérablement multipliées ces dernières années et nous veillons autant que faire se peut et dans les enceintes concernées à ce que celles-ci puissent se renforcer mutuellement. Il va de soi que nous entretenons d’excellentes relations avec nos collègues européens et, en particulier, avec nos collègues du Benelux.

1. De bilaterale, multilaterale en privé-initiatieven omtrent de materie hebben zich de laatste jaren aanzienlijk uitgebreid. Wij houden er in de mate van het mogelijke zoveel mogelijk toezicht op dat zij zich binnen hun bepaalde muren onderling kunnen versterken. Het spreekt voor zich dat wij een uitstekend contact hebben met onze Europese collega’s en, in het bijzonder, met onze collega’s van de Benelux.

2. Il existe déjà des exemples réussis d’implication des entreprises dans le domaine de la lutte contre le sida. L’organisation la plus large est la Global Business Coalition (www.businessfightsaids.org). Plus de 200 entreprises dans le monde font partie de cette association d’industriels qui contribuent à la lutte contre le sida. D’autres organisations similaires existent au niveau national, par exemple en France, avec sidaEntreprises (www.sida-entreprises.org) qui réunit une quinzaine de grandes entreprises françaises ayant des activités en Afrique et y développant des actions contre le sida. Elle a également établi un partenariat original avec des ONG. Nos voisins des Pays-Bas et d’Allemagne sont eux aussi très actifs dans ce domaine. Heineken a été le pionnier en la matière. En Allemagne, Daimler-Chrysler est un leader dans la lutte contre le sida. Des informations intéressantes à ce

2. Er zijn reeds een aantal geslaagde voorbeelden van bedrijven die zich inzetten voor de strijd tegen aids. De grootste organisatie is de Global Business Coalition (www.businessfightsaids.org). Deze vereniging van industrie¨len telt wereldwijd meer dan 200 bedrijven die hun steentje bijdragen aan de strijd tegen aids. Ook op nationaal niveau zijn er soortgelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld sida-Entreprises (www.sida-entreprises.org) in Frankrijk. Deze organisatie telt een vijftiental grote Franse bedrijven die in Afrika actief zijn en er acties ontwikkelen tegen aids. sida-Entreprises ging ook een origineel partnerschap aan met de NGO’s. Onze buurlanden Nederland en Duitsland zijn ter zake eveneens zeer actief. In Nederland nam Heineken het voortouw en in Duitsland vervult Daimler-Chrysler een leidende rol in de strijd tegen aids. Interessante informatie hieromtrent is terug


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15541

sujet peuvent être trouvées sur le site de la coopération technique allemande qui assiste les entreprises dans leurs efforts (www.gtz.de). Des outils utiles peuvent être mis à la disposition des entreprises désireuses de s’investir dans ce secteur. Le Département sida de l’OIT a en effet développé un nombre de publications et d’études sur la question du sida dans le monde du travail. Une autre référence est une entreprise établie à Bruxelles « Private Investors for Africa ». Celle-ci conseille une dizaine d’entreprises (Heineken, Lafarge, Unilever ...) sur les actions menées en Afrique dans le domaine du sida : établissement de dispensaires, traitement, prévention ... Elle sert aussi de point d’échange d’expériences en la matière. L’objectif partagé de toutes ces initiatives mentionnées ci-dessus est à la fois celui de mener une action de nature sociétale, mais aussi bien sûr de contribuer au maintien, voire à la survie, d’une population, d’une main d’œuvre et d’une économie. Des collaborations intéressantes entre entreprises et ONG peuvent également voir le jour, ces dernières mettant à disposition leur expertise dans, par exemple, les techniques de prévention.

te vinden op de site van de Duitse technische samenwerking die de inspanningen van de bedrijven steunt (www.gtz.de). Bedrijven die in deze sector willen investeren, kunnen over een aantal nuttige instrumenten beschikken. Zo wijdde de aids-afdeling van de ILO een aantal publicaties en studies aan het aidsvraagstuk in de werksfeer. Een ander voorbeeld is een bedrijf dat in Brussel is gevestigd, met name « Private Investors for Africa ». Het bedrijf adviseert een tiental bedrijven (Heineken, Lafarge, Unilever ...) met betrekking tot de acties die op het stuk van aids in Afrika worden gevoerd : inplanten van dispensaria, behandeling, preventie ... Het is ook een nuttig aanspreekpunt om ervaringen uit te wisselen. Alle voornoemde initiatieven hebben ten doel een maatschappelijke actie te verrichten en terzelfder tijd bij te dragen tot de instandhouding dan wel het overleven van een actieve bevolking en een economie. Ook tussen bedrijven en NGO’s kunnen interessante samenwerkingsverbanden worden overwogen. Zo kunnen de NGO’s bijvoorbeeld hun expertise op het stuk van preventietechnieken aan de bedrijven doorgeven.

3. Cette initiative spécifique de la coopération néerlandaise n’a pas été abordée à ce jour.

3. Dit specifieke initiatief van de Nederlandse samenwerking werd tot op heden niet aangesneden.

4. Il ressort clairement de ce qui précède qu’il y a lieu d’associer le secteur privé à la lutte internationale contre le sida. Le secteur jouit de la considération et possède l’autorité, l’expertise et les moyens nécessaires pour s’occuper de prévention et de soins de santé dans le contexte du sida et pour contribuer à réduire la discrimination et la stigmatisation.

4. Uit het voorgaande is het duidelijk dat de privé sector kan betrokken worden bij de internationale strijd tegen aids. De privé sector heeft aanzien, leadership, expertise en de middelen om aan aids-preventie en zorg te doen, en discriminatie en stigma te verminderen.

Nous sommes occupés à mettre en place un réseau associant les services publics concernés, le secteur privé et la société civile afin de renforcer la contribution belge à la lutte internationale contre le sida.

We zetten momenteel een netwerk op van betrokken overheidsdiensten, de privé sector en de civiele maatschappij om de Belgische bijdrage aan de internationale strijd tegen aids te verhogen.

DO 2004200504512

DO 2004200504512

Question no 88 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 88 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Accessibilité téléphonique des services publics fédéraux.

Telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten.

Le SPF Personnel et Organisation a conclu un contrat-cadre avec SNT Belgium en vue de mesurer l’accessibilité téléphonique des services publics fédéraux (SPF).

FOD Personeel en Organisatie heeft een raamcontract gesloten met SNT Belgium voor het uitvoeren van metingen naar de telefonische bereikbaarheid bij federale overheidsdiensten (FOD’s).

La Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage a fait office de « cobaye ».

De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen fungeerde als « proefkonijn ».

Voici quelques résultats de l’enquête :

Enkele resultaten van het onderzoek :

— seulement 45 % des appels ont permis d’établir un contact dans un délai acceptable;


2004

— slechts bij 45 % van de oproepen kwam een contact tot stand binnen een aanvaardbare termijn; 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15542

— le nombre de clients d’un bureau est inversement proportionnel à son accessibilité téléphonique : autrement dit, plus le bureau est important, plus l’accessibilité téléphonique est mauvaise; — en ce qui concerne les appels vers les bureaux bruxellois, seulement 22 % des appels ont permis d’établir un contact avec un collaborateur capable de répondre à la question. Le 25 mai 2005, le ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances, M. Dupont, a déclaré, en réponse à ma question orale numéro 6791, que jusqu’à la moitié de l’année 2006, tout service fédéral pourra demander une analyse de l’accessibilité téléphonique de ses services (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, 25 mai 2005, COM615, p. 3). Il s’est adressé à tous les SPF pour leur donner des explications sur le projet et les modalités de mise en œuvre du contrat avec SNT Belgium. Le département du ministre Dupont prendra le couˆt de l’analyse à sa charge à la condition que le public-cible éprouve des difficultés financières ou sociales à entrer en contact avec l’administration. Les Pays-Bas ont recours à un baromètre général d’accessibilité. Les pouvoirs publics y réalisent un score d’accessibilité téléphonique de 66 % par un numéro d’appel général. La ligne d’information flamande Vlaamse Infolijn, qui est le numéro central unique des autorités flamandes, réalise un score de 90 à 95 %. 1. Quels services publics ressortissant à votre compétence entrent en considération pour la réalisation d’une analyse d’accessibilité ? 2. a) Ces services ont-ils déjà demandé une telle analyse ? b) Pourquoi l’ont-ils fait ou pourquoi ne l’ont-ils pas fait ? 3. a) Encouragez-vous la réalisation d’une telle analyse ? b) Pour quelle raison y êtes-vous favorable ou non ? 4. Que pensez-vous de l’instauration d’un numéro central unique pour l’ensemble des services publics, à l’instar de ce qui existe en Flandre avec la Vlaamse Infolijn ? Réponse du ministre de la Coopération au développement du 29 juillet 2005, à la question no 88 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) : Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à sa question no 241 du 8 juin 2005 communiquée par le ministre des Affaires étrangères à la Chambre.


2004

— er is een omgekeerde correlatie tussen het aantal clie¨nten van een vestiging en de telefonische bereikbaarheid : met andere woorden, hoe groter de vestiging, hoe slechter telefonisch bereikbaar; — wanneer men naar de Brusselse vestiging belt, is er slechts in 22 % van de gevallen contact met een medewerker die de vraag kan beantwoorden. Op 25 mei 2005 antwoordde de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, de heer Dupont, op mijn mondelinge vraag nummer 6791 dat elke federale dienst tot midden 2006 een analyse kan vragen van de telefonische bereikbaarheid van zijn diensten (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, 25 mei 2005, COM615, blz. 3). Hij heeft alle FOD’s hierover aangeschreven om het project en de gebruiksmodaliteiten van het contract met SNT Belgium uit te leggen. Het departement van minister Dupont zou de onderzoekskosten op zich nemen, op voorwaarde dat het doelpubliek financie¨le of sociale moeilijkheden heeft om contact op te nemen met de administratie. In Nederland bestaat een algemene bereikbaarheidsbarometer. De overheid scoort er een telefonische bereikbaarheid van 66 % via een algemeen nummer. De Vlaamse Infolijn, het unieke centrale nummer van de Vlaamse Overheid, haalt een score van 90 à 95 %.

1. Welke overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen komen in aanmerking voor een toegankelijkheidsonderzoek ? 2. a) Hebben deze diensten reeds om een analyse van de toegankelijkheid verzocht ? b) Waarom wel of waarom niet ? 3. a) Moedigt u aan dat een dergelijk onderzoek zou plaatsvinden ? b) Waarom wel of waarom niet ? 4. Hoe staat u tegenover het instellen van één centraal nummer voor alle federale overheidsdiensten, conform de Vlaamse Infolijn ? Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 29 juli 2005, op de vraag nr. 88 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) : Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op zijn vraag nr. 241 van 8 juni 2005 dat door de minister van Buitenlandse Zaken meegedeeld werd aan de Kamer. 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15543

DO 2004200504655

DO 2004200504655

Question no 89 de Mme Inga Verhaert du 27 juin 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 89 van mevrouw Inga Verhaert van 27 juni 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Soins de santé sexuels et reproductifs dans les pays en voie de développement et communication vers l’extérieur en la matière.

Seksuele en reproductieve gezondheidszorg in ontwikkelingslanden en de externe communicatie hierrond.

Les soins de santé sexuels et reproductifs sont l’un des cinq axes de la politique belge de la coopération au développement. Sur le terrain, les ONG belges (organisations non gouvernementales) sont très actives dans ce domaine, surtout en Afrique. Lors du forum international, les diplomates belges ont toutefois adopté une position réservée lorsque le sujet a été abordé. La position des autorités belges en ce qui concerne les soins de santé sexuels et reproductifs dans les pays en voie de développement est dès lors considérée comme ambigue¨, tant par les gouvernements étrangers que par les coopérants belges et étrangers.

Seksuele en reproductieve gezondheidszorg is één van de vijf sectoren waarop het Belgische ontwikkelingsbeleid zich toespitst. Op het terrein zijn de Belgische NGO’s (niet-gouvernementele organisaties) vooral in Afrika heel actief op dit domein. Op het internationale forum wordt er door de Belgische diplomaten echter een terughoudende positie aangenomen wanneer er uitspraken gedaan worden over het thema. Het gevolg hiervan is dat de houding van de Belgische overheid met betrekking tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg in ontwikkelingslanden zowel door buitenlandse overheden als door Belgische en buitenlandse ontwikkelingswerkers als ambivalent wordt ervaren.

En septembre 2005 se tiendra à New York la soixantième session plénière de l’Assemblée générale des Nations unies, sur le thème de l’évaluation et du suivi des Objectifs de Développement du Millénaire. Les soins de santé sexuels et reproductifs dans les pays en voie de développement feront partie des sujets qui seront abordés en détail.

In september 2005 vindt in New York de 60e plenaire zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties plaats. Het thema van de bijeenkomst is de evaluatie en opvolging van de Millenium Development Goals. Seksuele en reproductieve gezondheidszorg in ontwikkelingslanden is één van de thema’s dat uitvoerig aan bod zal komen.

1. Quelle position la Belgique adoptera-t-elle lors de ce sommet relatif aux soins de santé sexuels et reproductifs dans les pays en voie de développement ?

1. Welke houding zal Belgie¨ tijdens deze topbijeenkomst met betrekking tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg in ontwikkelingslanden aannemen ?

2. Envisagez-vous de donner des instructions aux diplomates belges concernant la communication relative à la position de la Belgique dans le cadre de la concertation diplomatique formelle et informelle ?

2. Overweegt u de Belgische diplomaten te instrueren over de wijze waarop de Belgische houding moet kenbaar gemaakt worden bij formeel en informeel diplomatiek overleg ?

3. Les ONG belges feront-elles officiellement partie de la délégation belge qui participera à la soixantième session plénière de l’Assemblée générale des Nations Unies ?

3. Zullen de Belgische NGO’s officieel deel uitmaken van de Belgische delegatie die zal deelnemen aan de 60ste plenaire zitting van de Algemene Vergadering van de VN ?

Réponse du ministre de la Coopération au développement du 25 juillet 2005, à la question no 89 de Mme Inga Verhaert du 27 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 25 juli 2005, op de vraag nr. 89 van mevrouw Inga Verhaert van 27 juni 2005 (N.) :

La loi du 25 mai 1999 sur la coopération internationale reconnaıˆt 5 secteurs de concentration de l’aide belge au développement : parmi eux les soins de santé de base, incluant la santé sexuelle et reproductive. Cette même loi considère l’égalité des droits et des chances des hommes et des femmes comme une thématique transversale. Dans le domaine de l’égalité des genres, la coopération belge au développement se concentre sur trois domaines prioritaires, dont la santé et les droits reproductifs et sexuels, y compris la lutte

De wet van 25 mei 1999 op de internationale samenwerking erkent 5 concentratiesectoren van de Belgische ontwikkelingshulp : daaronder vallen ook basisgezondheidszorg, met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheid. Dezelfde wet bepaalt dat gelijke rechten en kansen van mannen en vrouwen een transversaal thema is. Op het vlak van de gelijkheid van man en vrouw, concentreert de Belgische ontwikkelingssamenwerking zich op drie prioritaire domeinen, waaronder gezondheid en reproductieve en seksuele


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15544

contre le VIH/sida. Ce domaine fait l’objet d’une attention particulière lors des dialogues politiques avec les pays et les organisations partenaires de la coopération belge et lors de la programmation des interventions. Les dépenses belges dans le domaine de la santé sexuelle et reproductive ont atteint environ 17,5 millions d’euros par an depuis quelques années. Je m’attends pour cette année à une légère augmentation.

rechten, met inbegrip van de strijd tegen HIV/aids. Dit domein geniet een bijzondere aandacht tijdens de politieke dialogen met de partnerlanden en -organisaties van de Belgische samenwerking en tijdens de programmering van de interventies. De Belgische uitgaven op het domein van seksuele en reproductieve gezondheid hebben sinds enkele jaren ongeveer 17,5 miljoen euro bereikt. Ik verwacht dit jaar een lichte stijging.

L’engagement belge en matière de droits et de santé sexuels et reproductifs ne peut donc être mis en question.

Het Belgische engagement op het vlak van seksuele en reproductieve rechten en gezondheid kan dus niet in twijfel getrokken worden.

C’est aussi un engagement européen, comme le montrent les conclusions du Conseil Développement des 23 et 24 mai 2005 (le Conseil « demande instamment à la Commission et aux E´tats membres de renforcer la coopération et la coordination dans la lutte contre le VIH/sida, le paludisme et la tuberculose ainsi que dans le cadre de la pleine mise en œuvre du programme d’action du Caire / de la CIPD + 10, en s’assurant que la santé et les droits génésiques et sexuels constituent un élément essentiel de la prévention du VIH et du sida et que les activités en matière de prévention du sida et de santé génésique et sexuelle, ainsi que les droits connexes, sont intégrés le cas échéant »).

Het is eveneens een Europees engagement, zoals blijkt uit de conclusies van de Raad Ontwikkelingssamenwerking van 23 en 24 mei 2005 (de Raad vraagt de Commissie en de lidstaten om dringend de samenwerking en de coo¨rdinatie te versterken van de strijd tegen HIV/aids, malaria en tuberculose evenals in het kader van de uitvoering van het actieplan van Caı¨ro/ van de ICPD + 10, door erover te waken dat de gezondheid en de voortplantings- en de seksuele rechten een essentieel onderdeel zijn van de preventie van HIV en van aids en dat de activiteiten op het vlak van aids-preventie en van reproductieve en seksuele gezondheid, evenals van hieraan verbonden rechten, geı¨ntegreerd zijn).

Lors d’une récente session de la Commission population et développement, un ou deux pays ont plaidé pour l’intégration des droits et de la santé reproductive et sexuelle parmi les Objectifs du Millénaire pour le Développement (OMD). Bien que n’ayant aucune objection sur le fond à un tel statut, qui serait conforme à la priorité qu’elle a toujours accordée à cette question, la Belgique a mis en garde contre la révision, avant le sommet, d’un ensemble aussi complexe que les Objectifs du Millénaire pour le Développement. Une telle révision romprait un équilibre politiquement délicat et ouvrirait la porte à toute une série de revendications contradictoires, rendant l’exercice totalement contre-productif. Cette attitude de la Belgique n’est pas négative, elle est réaliste et pragmatique. La Belgique est en faveur d’une prise en compte des engagements du Caire dans l’ensemble des OMD, et est convaincue que la réalisation de tous les OMD se verra promue par le respect de ces engagements.

Tijdens een recente zitting van de Commissie bevolking en ontwikkeling, hebben een of twee landen gepleit voor de integratie van de reproductieve en seksuele rechten en gezondheidszorg in de Millenniumontwikkelingsdoelen (MDG’s). Hoewel Belgie¨ geen bezwaar heeft over de grond van een dergelijk statuut, dat overeen zou komen met de prioriteit die altijd is uitgegaan naar deze kwestie, is ons land geen voorstander van deze herziening van een geheel dat zo complex is als de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen. Een dergelijke herziening zou het delicate politieke evenwicht verstoren en opent de deur voor een hele reeks tegenstrijdige eisen, waardoor de oefening volkomen onproductief zou worden. De houding van Belgie¨ is dus niet negatief, maar eerder realistisch en pragmatisch. Belgie¨ is er voorstander van dat rekening wordt gehouden met het engagement van Caı¨ro in het geheel van de MDG’s, en is ervan overtuigd dat de realisatie van alle MDG’s erop zal vooruitgaan als deze engagementen worden gerespecteerd.

Cette façon de voir est d’ailleurs aussi celle de l’Union européenne. Selon les conclusions générales du Conseil Développement des 23 et 24 mai 2005, « l’UE reconnaıˆt que les OMD ne peuvent être atteints sans progrès dans la réalisation de l’objectif du Caire d’une universalité de la santé et des droits reproductifs et sexuels; ... L’UE veillera donc à ce que ce lien soit adéquatement reflété dans les résultats du sommet de septembre; dans ce contexte, l’UE soutient fortement l’idée qu’un processus technique subséquent et

Deze zienswijze is overigens ook die van de Europese Unie. Volgens de algemene conclusies van de Raad Ontwikkelingssamenwerking van 23 en 24 mei 2005, erkent de EU dat de MDG’s niet bereikt kunnen worden zonder vooruitgang in de realisatie van de doelstelling van Caı¨ro over universele reproductieve en seksuele gezondheid en rechten, ... de EU zal er dus over waken dat dit verband op afdoende wijze zal weerspiegeld worden in de resultaten van de top van september; in die context steunt de EU van harte het


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15545

examine comment incorporer au mieux des cibles relatives à cette question et des indicateurs de controˆle sous l’OMD 5 ».

idee van een daaropvolgend technisch proces en onderzoekt hoe de doelen omtrent deze kwestie en de controleindicatoren van MDG 5 beter geı¨ntegreerd kunnen worden.

Le président de l’Assemblée générale des Nations unies a présenté un projet de conclusions du sommet de septembre, invitant des réactions. Le ministère des Affaires étrangères belge a organisé sur ce projet une réunion de coordination multilatérale avec participation de tous les départements et services publics intéressés. Lors de cette réunion, mon administration a notamment plaidé pour un renforcement de la référence à la santé reproductive contenue dans le projet du président de l’AG. Cette position, et d’autres, ont été transmises au Représentant de la Belgique auprès des NU à New York, qui les communiquera à la présidence de l’UE sur place. C’est à celle-ci qu’il appartiendra de présenter les réactions de l’UE au président de l’AG pendant la nouvelle phase du processus intergouvernemental qui commence maintenant et qui doit conduire à un projet de conclusions amendé.

De voorzitter van de algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft een voorstel van conclusies voorgesteld voor de top van september, en heeft uitgenodigd erop te reageren. Het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft over dit voorstel een multilaterale coo¨rdinatievergadering georganiseerd waaraan alle betrokken departementen en overheidsdiensten hebben deelgenomen. Tijdens deze vergadering heeft mijn administratie er met name voor gepleit dat de verwijzing naar reproductieve gezondheid zou worden versterkt in het voorstel van de voorzitter van de AV. Deze stelling, en andere, zijn overgemaakt aan de Vertegenwoordiger van Belgie¨ bij de VN te New York, die ze zal meedelen aan het voorzitterschap van de VN ter plaatse. Het komt deze toe de reacties van de EU aan de voorzitter van de AV voor te stellen tijdens een nieuwe fase van het intergouvernementeel proces dat nu begint en dat moet leiden tot een voorstel met geamendeerde conclusies.

Lorsque qu’il s’agit d’une session régulière de l’Assemblée générale des Nations unies ou d’une session à haut niveau de la même Assemblée générale, la pratique veut que la composition des listes de délégations officielles soit de la prérogative exclusive du gouvernement. C’est ainsi que les ONG belges n’ont pas fait partie de la délégation officielle belge au sommet du Millénaire en septembre 2000. Elles n’en ont pas davantage fait partie pour les sessions régulières de l’Assemblée générale (contrairement aux sommets et conférences sur des thèmes spécifiques). Elles ont par contre participé au Sommet du Millénaire, accréditées comme membres de la société civile. Elles ne feraient donc en principe pas partie de la délégation officielle pour la 60e AGNU ni pour le sommet des 14-16 septembre sur le suivi de la Déclaration du Millénaire.

Als het gaat om een regelmatige zitting van de algemene Vergadering van de Verenigde Naties of van een zitting op hoog niveau van dezelfde algemene Vergadering, is het de gewoonte dat de samenstelling van de lijsten van de officie¨le delegaties het uitsluitende voorrecht is van de regering. Het is op die manier dat de Belgische NGO’s geen deel uitmaakten van de officie¨le Belgische delegatie tijdens de Millenniumtop van september 2000. Zij maakten er ook geen deel van uit tijdens de regelmatige vergaderingen van de algemene Vergadering (in tegenstelling tot de toppen en de conferenties over specifieke thema’s). Zij hebben daarentegen deelgenomen aan de Millenniumtop als geaccrediteerde leden van de civiele maatschappij. Zij zullen in principe dus geen deel uitmaken van de officie¨le delegatie voor de 60e AV van de VN, noch voor de top van 14 tot 16 september over de opvolging van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen.

DO 2004200504656

DO 2004200504656

Question no 90 de M. Dirk Van der Maelen du 27 juin 2005 (N.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 90 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 juni 2005 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Déclaration de Bonn. — Renforcement des moyens visant à réduire le taux de CO2 dans les pays en voie de développement.

Verklaring van Bonn. — Bijkomende middelen voor CO2-reductie voor ontwikkelingslanden.

Conformément à la déclaration de Bonn et aux engagements pris par la Belgique dans ce cadre, notre pays doit réserver 12 millions d’euros par an au cours

Volgens de Bonn verklaring en de door Belgie¨ in dit kader aangegane verbintenissen moet ons land in de periode 2005-2007 12 miljoen euro per jaar aan kli-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15546

de la période 2005-2007 à l’aide aux projets ayant trait au climat menés dans les pays en voie de développement. L’ancien ministre de la Coopération au développement, M. Marc Verwilghen, a déclaré que le ministre fédéral de la Coopération au développement est compétent pour trois des quatre canaux de financement qui peuvent être utilisés à cet effet, à savoir : A) Contributions aux activités ayant trait au climat du Fonds pour l’Environnement Mondial (Third Replenishment). B) Financement bilatéral et multilatéral, outre les versements réalisés en 2001. C) Financement par le biais du Fonds pour les changements climatiques, du Fonds pour l’adaptation du protocole de Kyoto et du Fonds pour les pays les moins avancés. Ces fonds ont été formellement constitués par la Conférence des Parties lors de sa septième session qui a eu lieu à Marrakech fin 2001. La Belgique s’est par ailleurs engagée à faire régulièrement rapport sur l’affectation des moyens réservés. 1. Pour les trois canaux, pouvez-vous préciser les progrès déjà réalisés au sein de votre administration ? 2. Pour les trois canaux, pouvez-vous préciser quels moyens ont déjà été libérés dans le cadre du budget 2005 ? 3. Quels moyens seront-ils libérés dans les budgets 2006 et 2007 pour les mesures ayant trait au climat ? 4. Pouvez-vous préciser quels partenaires sont les bénéficiaires de ces ressources dans le cadre de la coopération bilatérale et si des balises géographiques sont éventuellement prévues pour les fonds multilatéraux mis à disposition ? 5. Les accords nécessaires ont-ils dans l’intervalle été conclus avec les communautés et les régions ? Réponse du ministre de la Coopération au développement du 25 juillet 2005, à la question no 90 de M. Dirk Van der Maelen du 27 juin 2005 (N.) : En ce qui concerne le Fonds pour l’environnement mondial (troisième reconstitution des moyens — FEM-3), nous nous trouvons dans une année charnière. La période de financement pour le FEM-3 s’étale du 1er juin 2002 jusqu’au 30 juin 2006. Les négociations pour la quatrième reconstitution des moyens sont en cours (FEM-4) et les conclusions de ces négociations seront validées par le Conseil du FEM en mai 2006. Vu que les négociations sont toujours en cours, je ne peux rien affirmer quant à une augmentation substantielle du portefeuille. Néanmoins, la Belgique observe les principes suivants pendant les négociations :


2004

maatgerelateerde hulp voorzien voor ontwikkelingslanden. De vorige minister van Ontwikkelingssamenwerking, de heer Marc Verwilghen, zei dat de federale minister voor Ontwikkelingssamenwerking verantwoordelijk is voor drie van de vier financieringskanalen die hiervoor gebruikt kunnen worden, namelijk : A) Bijdragen aan de klimaatgerelateerde activiteiten van het Global Environment Facility (third replenishment). B) Bilaterale en multilaterale financiering, bovenop wat in 2001 reeds werd betaald. C) Financiering via het Climate Change Fund, het Kyoto Protocol Adaptation Fund en het Least Developed Countries Fund, fondsen die formeel door de Conferentie van de partijen werden ingesteld tijdens de 7e zitting in Marrakesh, eind 2001. Tevens heeft Belgie¨ een engagement aangegaan om regelmatig te rapporteren over de besteding van de gereserveerde middelen. 1. Kan u voor alle drie kanalen de vooruitgang schetsen die reeds werd gemaakt binnen uw administratie ? 2. Kan u voor alle drie de kanalen meedelen welke middelen er binnen het budget reeds werden vrijgemaakt voor 2005 ? 3. Welke middelen zullen er in 2006 en 2007 op het budget worden vrijgemaakt voor deze klimaatgerelateerde maatregelen ? 4. Kan u meedelen naar welke partners deze middelen gaan wat betreft de bilaterale samenwerking en of er eventueel geografische earmarks zitten op de multilaterale fondsen die ter beschikking worden gesteld ? 5. Zijn de nodige afspraken met de gemeenschappen en gewesten intussen gemaakt ? Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 25 juli 2005, op de vraag nr. 90 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 juni 2005 (N.) : Voor de Global Environment Facility (derde wedersamenstelling van middelen — GEF-3) bevinden we ons in een schamierjaar. De financieringsperiode voor GEF-3 loopt van 1 juli 2002 tot 30 juni 2006. De onderhandelingen voor de vierde wedersamenstelling van de middelen (GEF-4) zijn volop aan de gang en de besluiten van deze onderhandelingen zullen door de GEF-Raad van mei 2006 bekrachtigd worden. Aangezien de onderhandelingen nog steeds lopen, kan ik nog niets melden omtrent een substantie¨le verhoging van de portefeuille. Belgie¨ hanteert bij de onderhandelingen echter de volgende principes : 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15547

— la Belgique voit le FEM comme un instrument efficace pour des fonds nouveaux et supplémentaires en ce qui concerne le payement du surcoût que des mesures en faveur de l’environnement mondial entraıˆnent;

— Belgie¨ ziet de GEF als een doeltreffend instrument voor nieuwe en bijkomende fondsen voor de betaling van de meerkosten die maatregelen ten voordele van het globaal leefmilieu met zich brengen;

— la Belgique aspire à un mécanisme d’allocation simple et efficace pour les fonds susmentionnés.

— Belgie¨ streeft naar een eenvoudig en doelmatig toewijzingsmechanisme voor de voornoemde fondsen.

La note stratégique concernant le Fonds pour l’environnement mondial est actuellement en phase d’analyse au sein de mes services en vue d’une approbation.

De strategienota inzake de Global Environment Facility wordt momenteel onderzocht door mijn diensten met het oog op de goedkeuring.

Une étude est en cours en matière de coopération bilatérale et multilatérale, dans laquelle les indicateurs de Rio (indicateurs des traités de Rio, notamment le Traité sur le Climat, le traité sur la Biodiversité et le Traité sur la Désertification) sont utilisés comme outil central afin de quantifier l’impact des projets et des programmes sur l’environnement mondial. Ainsi, les données historiques (jusqu’en 2004) et les allocations futures seront comparables de façon univoque. Cette manière de travailler rendra plus transparent le rapportage concernant l’atteinte des différents objectifs contenus dans les traités de Rio.

Inzake de bilaterale en multilaterale samenwerking is een studie aan de gang, waarin de Rio-markers (indicatoren voor de Rio-verdragen, met name Klimaatverdrag, Biodiversiteitsverdrag en het Verdrag over de Woestijnvorming) als centraal hulpmiddel gehanteerd worden om de impact van projecten en programma’s op het globaal leefmilieu te kwantificeren. Op deze manier zullen de historische gegevens (tot 2004) en de toekomstige toewijzingen op een éénduidige manier vergelijkbaar gemaakt worden. Deze manier van werken zal de rapportering omtrent het bereiken van de verschillende doelstellingen van de Rio-verdragen transparanter maken.

Les négociations pour les deux autres fonds (SCCF : Special Climate Change Fund et LDCF : Least Developed Country Fund) se passent difficilement en ce qui concerne la procédure d’attribution des moyens financiers. Ces deux fonds sont placés sous l’administration du FEM. et c’est à la Convention des Nations unies de fournir au Conseil du FEM les éléments de guidance pour l’utilisation de ces fonds. Cela vient d’être fait lors du SBI-22 (22e réunion du Subsidiary Body for the Implementation) qui s’est déroulée du 20 au 27 mai 2005 à Bonn, en ce qui concerne la guidance pour le LDCF. Par contre, rien n’a encore abouti en ce qui concerne le SCCF.

De onderhandelingen voor de twee andere fondsen (SCCF : Special Climate Change Fund en LDCF : Least Developed Country Fund) en het Protocol van Kyoto (Adaptation Fund) verlopen moeilijk wat betreft de toewijzingsprocedure van de financie¨le middelen. Deze twee fondsen zijn geplaatst onder de administratie van de GEF, en het komt toe aan de Conventie van de Verenigde Naties om aan de Raad van de GEF de elementen te leveren omtrent de aanwending van deze fondsen. Dit is onlangs gebeurd tijdens de SBI-22 (22e bijeenkomst van het Subsidiary Body for the Implementation) die plaatsvond te Bonn van 20 tot 27 mei 2005, wat de richtlijnen van de LDCF betreft. Daarentegen is er nog geen akkoord voor de SCCF.

Tant que cette situation persiste, la Belgique reste dans l’expectative en matière d’attribution de fonds supplémentaires pour les pays en développement

Zolang deze situatie aanhoudt, neemt Belgie¨ een afwachtende houding aan omtrent de toekenning van bijkomende fondsen voor ontwikkelingslanden.

En ce qui concerne la première voie, le Fonds pour l’environnement mondial, le payement de la troisième tranche du FEM-3 est prévu sur le budget de 2005 pour un montant de 10 495 004 euros, 32 % sont destinés aux actions de lutte contre les changements climatiques.

Voor het eerste kanaal, de Global Environment Facility, is de betaling van de derde schijf van GEF-3 voorzien op de begroting 2005 ten bedrage van 10 495 004 euro. Hiervan gaat 32 % naar acties ter bestrijding van de Klimaatverandering.

Pour la deuxième voie, les efforts bilatéraux et multilatéraux, les chiffres exacts seront annoncés après l’étude des indicateurs de Rio dont j’ai fait mention dans ma réponse à votre première question. Néanmoins, l’augmentation des moyens pour le programme-PNUE (programme des Nations unies pour

Voor het tweede kanaal, de bilaterale en multilaterale inspanningen, zullen de exacte cijfers bekend gemaakt worden na de studie met de Rio-markers die ik vermeldde in het antwoord op uw eerste vraag. Weliswaar kan de verhoging van de middelen voor het UNEP-programma (UN Environmental Programme)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15548

l’environnement) peut déjà être considérée comme liée à 100 % aux traités de Rio. L’appui au programme Capacity building program for the integration and institutionalisation of environmental management into national poverty reduction programs and related activities met l’accent sur l’amélioration de la synergie entre les traités. Aucun financement n’a été prévu à ce stade pour d’éventuels fonds supplémentaires. Pour la première voie, le Fonds pour l’environnement mondial, les données pour la prochaine période de financement (2006-2010) ne seront disponibles que vers la fin 2005. Pour les autres voies, je renvoie l’honorable membre à ma réponse à sa seconde question. Cet exercice, qui fait partie de l’étude susmentionnée avec les indicateurs de Rio, restera toujours difficile, lorsqu’il s’agit d’aspects d’environnement mondial. Dans beaucoup de cas, il n’est pas possible de donner une localisation géographique précise. Néanmoins, je vous informe que le programmePNUE, mentionné à la question 2, est exécuté en Tanzanie, en Ouganda, au Mozambique et au Rwanda. Parmi les activités du groupe de travail ad-hoc sur le changement climatique et le développement, les problèmes mentionnés ci-avant ont été identifiés et discutés, c’est-à-dire, la difficulté d’identifier, d’une part l’aspect spécifique « climat » des interventions, d’autre part, le ou les pays ou groupes-cibles. Le rapportage et la comptabilisation des projets et programmes de développement qui sont pertinents pour le changement climatique devront faire l’objet de ` ce jour, aucun accord formel méthodes communes. A n’a encore été pris entre l’autorité fédérale et les entités fédérées.

reeds aangehaald worden als volledig gerelateerd aan de Rio-verdragen. De steun aan het programma « Capacity building program for the integration and institutionalisation of environmental management into national poverty reduction programs and related activities », legt de nadruk op de verbetering van de synergie tussen de verdragen. Voor de supplementaire fondsen zijn tot op heden geen middelen voorzien. Voor het eerste kanaal, Global Environment Facility, zullen de gegevens voor de volgende financieringsperiode (2006-2010) slechts tegen het einde van 2005 bij benadering bekend zijn. Voor de andere kanalen, verwijs ik het geachte lid naar mijn antwoord op zijn tweede vraag. Deze oefening, die deel uitmaakt van de voornoemde studie met de Rio-markers, zal steeds moeilijk blijven, aangezien het hier over het globale leefmilieu gaat In vele gevallen is het niet mogelijk om er een geografische locatie aan vast te knopen. Niettemin kan ik u meedelen dat het UNEP-programma, waarvan sprake in vraag 2, uitgevoerd wordt in Tanzania, Uganda, Mozambique en Rwanda.



Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2004200504712

DO 2004200504712

no

Question 150 de M. Servais Verherstraeten du 1er juillet 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Statut des controˆleurs sociaux. Les controˆleurs sociaux qui travaillent pour les pouvoirs publics, que ce soit au sein d’un SPF ou à l’ONEM, ont toujours été injustement traités.


Tijdens de activiteiten van de ad-hoc-werkgroep over klimaatsverandering en ontwikkeling, zijn de eerder aangehaalde problemen geı¨dentificeerd en besproken, met name de moeilijkheid om enerzijds het wetenschappelijke aspect « klimaat » te identificeren in de interventies, en anderzijds, om het begunstigde land of de landen te identificeren. De rapportering en de boekhouding van de ontwikkelingsprojecten en programma’s die te maken hebben met klimaatsverandering zouden op een gelijkaardige manier moeten verlopen. Tot op heden is er nog geen formeel akkoord tussen de federale autoriteiten en de deelstaten.

2004

Vraag nr. 150 van de heer Servais Verherstraeten van 1 juli 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Statuut van de sociale controleurs. De sociale controleurs werkzaam voor de overheid hetzij binnen een FOD, hetzij binnen de RVA worden tot op heden ongelijk behandeld. 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15549

1. Quelle est leur situation aujourd’hui ?

1. Wat is de stand van zaken ?

2. Ce problème est-il déjà résolu compte tenu des promesses faites par d’autres ministres (cf. mes questions orales nos 1196 et 1425, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 20 janvier 2004, C 129, page 1, et 4 février 2004, C 149, page 14) ?

2. Is het probleem reeds opgelost, daar waar beloftes werden gedaan door andere ministers (cf. mijn mondelinge vragen nrs. 1196 en 1425, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Sociale Zaken, 20 januari 2004, C 129, blz. 1 en 4 februari 2004, C 149, blz. 14) ?

3. Quelles démarches ont été entreprises ?

3. Welke stappen werden genomen ?

4. Quel est le calendrier précis ?

4. Wat is de precieze timing ?

5. A quels résultats a abouti le groupe de travail ?

5. Wat waren de resultaten van de werkgroep ?

6. a) Quand ces controˆleurs sociaux seront-ils traités équitablement ?

6. a) Tegen wanneer wordt de gelijke berechtiging in het vooruitzicht gesteld ?

b) Combien cela couˆtera-t-il ?

b) Wat is de kostprijs hiervan ?

7. Les moyens budgétaires nécessaires sont-ils disponibles ?

7. Zijn hiervoor de nodige budgettaire middelen voorhanden ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 26 juillet 2005, à la question no 150 de M. Servais Verherstraeten du 1er juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 26 juli 2005, op de vraag nr. 150 van de heer Servais Verherstraeten van 1 juli 2005 (N.) :

Je confirme une fois de plus à l’honorable membre les informations qu’il a déjà obtenues à ce sujet lors de différentes questions orales ou écrites.

Ik bevestig het geachte lid nogmaals de informatie die hij daarover al heeft gekregen tijdens verschillende mondelinge of schriftelijke vragen.

Mes services finalisent actuellement les modifications à apporter aux carrières du niveau B dans leur globalité et en déterminent l’impact budgétaire. Ce dossier devrait pouvoir être déposé à la rentrée.

Mijn diensten leggen momenteel de laatste hand aan de wijzigingen die aan het geheel van de loopbanen van niveau B moeten worden aangebracht, en bepalen de budgettaire impact ervan. Dat dossier zou na het zomerreces ingediend moeten kunnen worden.

Comme je vous l’ai précisé, d’autres dossiers comme l’implémentation de la nouvelle carrière du niveau A ou les modifications à la carrière du niveau D, devaient être finalisés avant d’aborder la correction des anomalies du niveau B.

Zoals ik het u heb verduidelijkt, moesten andere dossiers, zoals de implementatie van de nieuwe loopbaan van niveau A of de wijzigingen aan de loopbaan van niveau D, gefinaliseerd worden vooraleer de correctie van de anomalie¨n van het niveau B aan te vatten.

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200504057

DO 2004200504057

Question no 111 de Mme Greet Van Gool du 22 avril 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 111 van mevrouw Greet Van Gool van 22 april 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Statut d’un bénéficiaire du revenu d’intégration qui accueille une personne handicapée dans le cadre du placement familial.

Statuut van een gerechtigde op leefloon bij het onthaal van een persoon met een handicap in het kader van pleegzorg.

Le placement familial, qui consiste en fait en l’accueil d’une personne dans une famille, existe

Pleegzorg bestaat al vele jaren. In wezen betreft het de opvang van een persoon in het gezin. Meestal gaat


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15550

depuis de nombreuses années. Les personnes accueillies sont généralement des enfants, mais il peut aussi s’agir d’adultes souffrant d’un handicap. Parfois, l’intéressé ne séjourne pas dans la famille, mais habite dans le quartier et bénéficie de l’aide d’un bénévole.

het om kinderen, maar ook volwassen personen met een handicap kunnen opgevangen worden in een gezin. Soms verblijft de gast niet in het gezin, maar woont in de buurt en wordt ondersteund door een vrijwilliger.

Car c’est là la principale caractéristique du placement familial : les parents d’accueil ne sont pas des professionnels, mais des bénévoles. Ils sont encadrés par des professionnels des services de placement et reçoivent un défraiement.

Want dat is het belangrijkste kenmerk van pleegzorg : het werken met niet-professionele krachten, met vrijwilligers. De pleeggezinnen worden daarbij begeleid door professionelen van de diensten voor pleegzorg en krijgen een kleine onkostenvergoeding.

Comme précisé ci-avant, des personnes présentant un handicap peuvent également être placées dans une famille.

Personen met een handicap kunnen zoals gesteld eveneens opgevangen worden binnen pleegzorg.

Ces personnes handicapées doivent également participer au financement de leur prise en charge. Tant l’allocation versée à la personne handicapée que son revenu professionnel ou de remplacement sont pris en considération dans le calcul de sa contribution au financement.

Ook de persoon met een handicap moet bijdragen aan de financiering van zijn opvang. Zowel de uitkering voor personen met een handicap, als het beroepsen vervangingsinkomen van de persoon met een handicap vormen de grondslag om zijn bijdrage aan de financiering van de opvang te bepalen.

Certaines familles d’accueil ne se composent que d’une seule personne ou sont monoparentales. Un isolé qui perçoit un revenu d’intégration et accueille une personne handicapée risque de voir son revenu d’intégration diminuer sensiblement.

Sommige pleeggezinnen bestaan slechts uit één lid of zijn eenoudergezinnen. Wanneer zo’n alleenstaande een leefloon ontvangt en vervolgens een persoon met een handicap opvangt, bestaat de kans dat hij zijn leefloon sterk verminderd zal zien.

Ainsi, lorsqu’une personne qui bénéficie d’un revenu d’intégration en tant qu’isolé accueille chez elle une personne handicapée, elle perd son statut et est considérée comme cohabitant avec la personne handicapée. Les conséquences en sont importantes car le revenu d’intégration sera sensiblement réduit.

Zo bijvoorbeeld wanneer men gerechtigd is op een leefloon als alleenstaande. Wanneer men een persoon met een handicap thuis onthaalt, verliest men zijn statuut en wordt men als samenwonende met de persoon met een handicap beschouwd. De gevolgen daarvan zijn groot want het leefloon zal sterk verminderd worden.

1. La réglementation est particulièrement complexe.

1. De regelgeving is bijzonder complex.

a) Pourriez-vous préciser dans quels cas un isolé ou un travailleur ayant charge de famille verra son revenu d’intégration diminuer s’il accueille une personne handicapée ?

a) Kan u meedelen in welke gevallen een alleenstaande of een werknemer met gezinslast zijn leefloon verminderd zal zien wanneer hij een persoon met een handicap onthaalt ?

b) Quelle influence le revenu de remplacement, le revenu professionnel ou l’allocation versée à une personne handicapée exercent-ils sur le revenu d’intégration de l’isolé ou du travailleur ayant charge de famille ?

b) Welke invloed oefent het vervangingsinkomen, het beroepsinkomen of de uitkering van de persoon met een handicap uit op het leefloon van de alleenstaande of de werknemer met gezinslast ?

2. Et qu’en est-il de la personne handicapée ? Risque-t-elle également de paˆtir de son placement et verra-t-elle également son allocation diminuer ?

2. Hetzelfde ten aanzien van de persoon met een handicap. Dreigt ook hij de dupe te worden van zijn plaatsing en zal ook zijn uitkering eventueel verlaagd worden ?

3. Le placement familial est basé sur le bénévolat.

3. Pleegzorg is gebaseerd op de inzet van vrijwilligers.

a) La réglementation existante n’est-elle pas particulièrement inéquitable à l’égard de ces bénévoles qui sont financièrement pénalisés parce qu’ils accueil-

a) Is de bestaande regelgeving niet bijzonder onbillijk ten opzichte van deze vrijwillige inzet als men financieel gestraft wordt omdat men als gerech-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15551

lent à domicile une personne handicapée en tant qu’allocataires du revenu d’intégration ?

tigde op leefloon een persoon met een handicap thuis onthaalt ?

b) Envisagez-vous dès lors de prendre des mesures pour ne plus pénaliser ces bénévoles ?

b) Overweegt u daarom maatregelen te nemen om deze vrijwillige inzet niet langer te bestraffen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 19 juillet 2005, à la question no 111 de Mme Greet Van Gool du 22 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 19 juli 2005, op de vraag nr. 111 van mevrouw Greet Van Gool van 22 april 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. a) L’article 14, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale fixe le montant du revenu d’intégration sur la base de la catégorie à laquelle appartient un bénéficiaire.

1. a) Artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie stelt het bedrag van het leefloon vast aan de hand van de categorie waartoe een gerechtigde behoort.

Ainsi, une personne sera donc considérée en fonction de sa situation de vie, comme cohabitant, comme isolé ou comme une personne vivant exclusivement avec une famille à sa charge.

Zo zal dus iemand, afhankelijk van zijn leefsituatie, beschouwd worden als samenwonende, als alleenstaande of als een persoon die uitsluitend samenwoont met een gezin te zijnen laste.

Quelqu’un est considéré comme cohabitant selon l’article précité lorsqu’il vit avec d’autres personnes sous le même toit et règle ses questions ménagères principalement en commun avec ces personnes.

Volgens voornoemd wetsartikel wordt iemand als samenwonende beschouwd wanneer hij met andere personen onder hetzelfde dak woont en met deze personen zijn huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelt.

b) Conformément à l’article 34 de l’arrêté royal du 11 juillet 2002 portant règlement général en matière de droit à l’intégration sociale, les revenus de la personne handicapée ne peuvent être pris en compte pour le calcul du revenu d’intégration du bénéficiaire qui accueille celle-ci.

b) Overeenkomstig artikel 34 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie, mag met het inkomen van de persoon met een handicap geen rekening gehouden worden voor de berekening van het leefloon van de gerechtigde die deze onthaalt.

Uniquement lorsque la personne handicapée constitue un ménage de fait avec l’autre, donc lorsqu’ils vivent ensemble en couple, la partie de ses ressources qui dépasse le montant du revenu d’intégration prévu pour les cohabitants doit être prise en considération pour le calcul du revenu d’intégration de l’autre.

Enkel wanneer de persoon met een handicap een feitelijk gezin vormt met de andere, dus als ze als een koppel samenleven, moet het gedeelte van zijn bestaansmiddelen, dat het bedrag overschrijdt van het leefloon dat bepaald is voor samenwonenden, in aanmerking worden genomen voor de berekening van het leefloon van de ander.

En outre, la partie des ressources de la personne handicapée qui dépasse le montant prévu pour les cohabitants, peut être prise totalement ou partiellement en considération pour le calcul du revenu d’intégration de la personne qui l’accueille, si la personne handicapée est un ascendant ou un descendant au premier degré par rapport à cette personne.

Bovendien kan het gedeelte van de bestaansmiddelen van de persoon met een handicap dat het bedrag overschrijdt dat bepaald is voor samenwonenden, geheel of gedeeltelijk in aanmerking worden genomen voor de berekening van het leefloon van de persoon die hem opvangt indien hij ten opzichte van deze persoon ascendent of descendent van de eerste graad is.

2. Cette question ne relève pas de ma compétence, mais de celle de M. Demotte, ministre des Affaires sociales, auquel l’honorable membre peut s’adresser directement.

2. Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheid, maar tot deze van de heer Demotte, minister van Sociale Zaken, tot wie het geachte lid zich rechtstreeks kan richten.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15552

3. a) et b) Vu que les montants du revenu d’intégration sont fixés en fonction de la situation de vie de l’intéressé, à savoir qu’il est supposé qu’une personne isolée a des frais plus élevés qu’une personne qui peut partager ces frais avec d’autres, il ne me semble pas opportun d’adapter la réglementation en la matière.

3. a) en b) Aangezien de bedragen van het leefloon vastgesteld zijn in functie van de leefsituatie van de betrokkene, met name er van uitgaande dat een alleenstaande hogere kosten heeft dan iemand die deze kosten met anderen kan delen, lijkt het me niet opportuun om de regelgeving ter zake aan te passen.

L’honorable membre ne peut oublier également que le CPAS a toujours la possibilité d’octroyer à quelqu’un en plus du revenu d’intégration une aide financière si l’intéressé ne se trouve pas dans la possiblité de mener une vie conforme à la dignité humaine.

Het geachte lid mag ook niet vergeten dat het OCMW steeds de mogelijkheid heeft om aan iemand bovenop het leefloon financie¨le hulpverlening toe te kennen indien de betrokkene niet in de mogelijkheid verkeert om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.

DO 2004200504119

DO 2004200504119

Question no 116 de Mme Hilde Dierickx du 28 avril 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 116 van mevrouw Hilde Dierickx van 28 april 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Aide au paiement de pensions alimentaires en faveur d’enfants.

OCMW. — Hulp voor het betalen van onderhoudsgeld ten gunste van kinderen.

L’article 68quinquies de la loi du 8 juillet 1976 organique des CPAS est entré en vigueur le 1er janvier 2005. Cet article permet au CPAS d’allouer une aide spécifique au paiement de pensions alimentaires en faveur d’enfants. Ce droit à une aide au paiement de pensions alimentaires en faveur d’enfants est accordé lorsque certaines conditions sont réunies.

Vanaf 1 januari 2005 is artikel 68quinquies van de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 van toepassing. Dit artikel geeft de OCMW de mogelijkheid om specifieke hulp toe te kennen voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen. Dit recht op hulp voor het betalen van onderhoudsgelden ten gunste van kinderen wordt verleend wanneer er bepaalde voorwaarden vervuld zijn.

Le législateur a plafonné cette aide spécifique au § 3 de l’article 68quinquies à 50 % du montant des pensions alimentaires payées, avec un maximum de 1 100 euros par an.

Deze specifieke hulp wordt door de wetgever begrensd in § 3 van artikel 68quinquies tot 50 % van het bedrag van de betaalde onderhoudsgelden, met een maximum van 1 100 euro per jaar.

Comme l’article de loi ne lie pas ce maximum au nombre d’enfants, on peut considérer qu’il ne dépend pas du nombre d’enfants, ce qui, en pratique, met les débiteurs de plusieurs pensions alimentaires dans une situation difficile. Ils sont victimes d’une discrimination par rapport aux débiteurs d’une pension pour un seul enfant.

Omdat het wetsartikel dit maximumbedrag niet afhankelijk maakt van het aantal kinderen, gaat men er van uit dat dit maximumbedrag ook onafhankelijk is van het aantal kinderen waardoor er in de praktijk een moeilijke situatie ontstaat voor personen die onderhoudsgeld betalen voor meerdere kinderen. Deze worden gediscrimineerd ten opzichte van anderen, die maar alimentatiegeld voor een enkel kind betalen.

1. a) Pourquoi a-t-on choisi de ne pas lier ce maximum au nombre d’enfants ?

1. a) Waarom heeft men ervoor gekozen om dit maximumbedrag niet afhankelijk te maken van het aantal kinderen ?

b) Comment justifier ce choix vis-à-vis des débiteurs de plusieurs pensions alimentaires, par exemple pour cinq enfants ?

b) Hoe kan men dit verantwoorden ten opzichte van personen die onderhoudsgeld moeten betalen ten aanzien van bijvoorbeeld vijf kinderen ?

2. Le CPAS pourrait-il apporter un soutien supplémentaire, sous une autre forme, aux débiteurs de

2. Kan het OCMW op een andere manier extra steun geven aan personen die onderhoudsgeld moeten


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15553

plusieurs pensions alimentaires, de telle sorte que l’E´tat fédéral lui rembourserait également cette aide ?

betalen voor meerdere kinderen, op een wijze dat deze steun ook door de federale Staat terugbetaald wordt ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 116 de Mme Hilde Dierickx du 28 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 116 van mevrouw Hilde Dierickx van 28 april 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre.


1. L’article 68quinquies de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale instaure une aide spécifique au paiement de pensions alimentaires en faveur d’enfants. Le législateur a ainsi créé un véritable droit subjectif; ce droit doit être reconnu et accordé par le centre public d’action sociale en faveur du bénéficiaire qui remplit toutes les conditions pour y prétendre.

1. Artikel 68quinquies van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voert een specifieke maatschappelijke hulp in geval ten aanzien van kinderen onderhoudsgelden worden betaald. De wetgever heeft aldus een echt subjectief recht gecreeërd; het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet dit recht ten aanzien van elke gerechtigde die aan de voorwaarden voldoet, erkennen en toekennen.

Les conditions ont été fixées par la loi. Parmi ces dernières est prévue la situation du débiteur d’aliments redevable d’une pension alimentaire à l’égard de ses enfants.

De voorwaarden werden bij wet vastgesteld. Een van deze voorwaarden is het hebben van de hoedanigheid van onderhoudsplichtige die ten aanzien van zijn kinderen onderhoudsgeld verschuldigd is.

Le fait d’être tenu au paiement d’une pension alimentaire à l’égard de ses enfants représente une charge financière. Cette charge financière est envisagée de façon globale par le législateur quel que soit le nombre d’enfants au profit desquels une pension alimentaire est due et payée. En effet, la diversité des situations individuelles rend impossible l’appréhension de chacune des situations qui sont susceptibles d’être rencontrées.

Onderhoudsgeld verschuldigd zijn ten aanzien van kinderen is een financie¨le last. Deze financie¨le last wordt door de wetgever in zijn totaliteit bekeken, ongeacht het aantal kinderen voor wie een onderhoudsgeld verschuldigd is en betaald wordt. Omwille van de verscheidenheid aan leefsituaties is het inderdaad onmogelijk elke mogelijke situatie te voorzien.

Au même titre que le législateur a reconnu un droit subjectif à une aide spécifique au paiement de pensions alimentaires en faveur d’enfants, indépendamment de la situation familiale du débiteur d’aliments (isolé, cohabitant ou famille à charge), il a reconnu ce droit indépendamment du nombre d’enfants pour lesquels une pension alimentaire est due et payée.

Zoals de wetgever een subjectief recht op een specifieke maatschappelijke hulp toekent in geval ten aanzien van kinderen onderhoudsgelden worden betaald, los van de gezinsitatie van de onderhoudsplichtige (alleenstaande, samenwonende of met gezinslast), kent hij dit recht ook toe los van het aantal kinderen waarvoor een onderhoudsgeld verschuldigd is en betaald wordt.

2. Il doit être répondu par la négative à cette question.

2. Op deze vraag moet ontkennend geantwoord worden.

Le CPAS a toujours la possibilité d’octroyer une aide financière en supplément du revenu d’intégration et de l’aide spécifique. Dans ce dernier cas, un remboursement par l’E´tat fédéral n’est toutefois pas prévu.

Het OCMW heeft steeds de mogelijkheid om aan iemand aanvullende financie¨le steun toe te kennen bovenop het leefloon en de specifieke hulp. In dit laatste geval is er evenwel niet in terugbetaling voorzien door de federale Staat.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15554

DO 2004200504120

DO 2004200504120

Question no 117 de Mme Hilde Dierickx du 28 avril 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 117 van mevrouw Hilde Dierickx van 28 april 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Barème unique pour le recouvrement des frais de séjour en maison de repos.

OCMW. — Uniforme schaal voor terugvordering rusthuiskosten.

Les frais afférents au séjour en maison de repos sont récupérés par les CPAS auprès des débiteurs d’aliments. Par le passé, chaque CPAS pouvait déterminer de manière autonome la part contributive des débiteurs d’aliments. Il y a quelques mois, un barème unique de récupération est entré en vigueur, en exécution de l’article 98, §§ 2 et 3 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’aide sociale.

De rusthuiskosten worden door de OCMW’s bij de onderhoudsplichtigen teruggevorderd. Vroeger kon elk OCMW voor zich bepalen hoeveel men ging terugvorderen bij de onderhoudsplichtigen. Sinds enkele maanden is er echter een uniforme terugvorderingsschaal van toepassing. De basis hiervoor is terug te vinden in artikel 98, §§ 2 en 3 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Le principe reste inchangé : le CPAS doit procéder au recouvrement auprès des descendants au premier degré débiteurs d’aliments, pour autant que ceux-ci disposent d’un revenu minimum déterminé, selon le barème prescrit, auquel il peut être dérogé dans certains cas. Le recouvrement ne doit pas obligatoirement être poursuivi auprès des parents d’un degré plus éloigné.

Het principe blijft dat het OCMW verplicht terugvordert bij onderhoudsplichtige kinderen in de eerste graad, zodra zij over een bepaald minimuminkomen beschikken, en dit volgens een vastgesteld barema waar men in bepaalde gevallen van kan afwijken. In een verdere graad is terugvordering niet verplicht.

1. Les CPAS peuvent-ils dans des cas individuels déroger au barème unique pour la récupération de frais de séjour en maison de repos et réclamer un montant plus élevé s’ils estiment que des circonstances particulières le permettent ?

1. Mogen de OCMW’s in individuele gevallen afwijken van de uniforme schaal voor de terugvordering van rusthuiskosten door meer te vragen dan de schaal toestaat, als de OCMW’s van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn die dit toelaten ?

2. Ou bien, la possibilité de déroger au barème estelle uniquement destinée à permettre dans certains cas la récupération d’un montant inférieur ?

2. Is de afwijkingsmogelijkheid enkel bedoeld om minder terug te vorderen in bepaalde gevallen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 19 juillet 2005, à la question no 117 de Mme Hilde Dierickx du 28 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 19 juli 2005, op de vraag nr. 117 van mevrouw Hilde Dierickx van 28 april 2005 (N.) :



Tout comme en matière de revenu d’intégration, les frais de l’aide sociale sont récupérés auprès des débiteurs d’aliments selon une échelle d’interventions uniforme.

Net zoals inzake het leefloon worden de kosten van maatschappelijke dienstverlening verhaald op de onderhoudsplichtigen volgens een uniforme schaal van tussenkomsten.

L’objectif est clair : tous les débiteurs d’aliments sont ainsi traités de la même manière par tous les centres publics.

Het opzet is duidelijk : op deze wijze worden alle onderhoudsplichtigen door alle openbare centra op gelijkwaardige wijze behandeld.

Sans préjudice de ce principe, une possibilité de dérogation à cette échelle a toutefois été prévue dans des circonstances exceptionnelles.

Onverminderd dit principe werd echter de mogelijkheid voorzien om in uitzonderlijke omstandigheden te kunnen afwijken van deze schaal.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15555

Conformément à l’article 16 de l’arrêté royal du 9 mai 1984, le centre public d’action sociale pourra déroger à cette échelle en faveur du débiteur d’aliments au moyen d’une décision individuelle lorsque des circonstances particulières le justifient concrètement.

Overeenkomstig artikel 16 van het koninklijk besluit van 9 mei 1984 zal het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van deze uniforme schaal kunnen afwijken in het voordeel van de onderhoudsplichtige bij individuele beslissing wanneer bijzondere omstandigheden zulks in concreto verantwoorden.

Ainsi, le CPAS a la possibilité, compte tenu des circonstances individuelles concrètes, de récupérer un montant mensuel inférieur à celui fixé conformément à l’échelle d’interventions.

Aldus bestaat voor het OCMW de mogelijkheid om, rekening houdende met de concrete individuele omstandigheden, een lager maandelijks bedrag terug te vorderen dan datgene dat overeenkomstig de schaal van tussenkomsten bepaald is.

Il est donc exclu que les CPAS demandent un montant d’aliments supérieur à celui obtenu par application de l’échelle.

Het is dus uitgesloten dat de OCMW’s inzake de onderhoudsplicht een hoger bedrag vragen dan hetgeen na toepassing van de schaal verkregen wordt.

DO 2004200504600

DO 2004200504600

Question no 131 de Mme Hilde Dierickx du 20 juin 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 131 van mevrouw Hilde Dierickx van 20 juni 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Calcul du revenu d’intégration. — Immunisation en vue de favoriser l’intégration socioprofessionnelle.

OCMW’s. — Berekening leefloon. — SPI-vrijstelling.

L’un des objectifs de la loi concernant le droit à l’intégration sociale (loi du 26 mai 2002) est de mettre les personnes dépendantes au travail. L’immunisation en vue de favoriser l’intégration socioprofessionnelle du bénéficiaire du revenu d’intégration qui commence à travailler ou qui entame ou poursuit une formation professionnelle, doit dès lors être interprétée dans ce contexte.

E´én van de bedoelingen van de leefloonwet (wet van 26 mei 2002) is om hulpbehoevenden te activeren. De vrijstelling inzake de sociaal-professionele integratie (SPI) van de leefloonbegunstigde die begint te werken of die een beroepsopleiding aanvat of voortzet te bevorderen, dient men dan ook in dit kader te interpreteren.

Cette immunisation figure explicitement à l’article 35, § 1er de l’arrêté royal du 11 juillet 2002 portant règlement général en matière de droit à l’intégration sociale (AR DIS). La portée de cet article est par ailleurs précisée dans la circulaire du 6 septembre 2002.

Deze vrijstelling is expliciet opgenomen in artikel 35, § 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie (RMI-KB) en in de omzendbrief van 6 september 2002 wordt dit artikel verder uitgewerkt.

L’immunisation en vue de favoriser l’intégration socioprofessionnelle est un montant mensuel forfaitaire, limité dans le temps et immunisé uniquement si le bénéficiaire du revenu d’intégration commence à travailler ou entame ou poursuit une formation professionnelle.

De SPI-vrijstelling is een forfaitair maandelijks bedrag, beperkt in de tijd, en enkel vrijgesteld als het gaat om een leefloonbegunstigde die begint te werken of een beroepsopleiding aanvat of voortzet.

Il faut souligner que l’immunisation est un droit des intéressés, que les CPAS sont tenus de respecter dans le calcul du revenu, sauf lorsque l’intéressé demande luimême de reporter la période d’immunisation pour intégration socioprofessionnelle. Le report peut en effet être avantageux pour l’intéressé, par exemple lorsque celui-ci n’est pas suˆr de pouvoir conserver son emploi à plus long terme.

Belangrijk is dat de vrijstelling een recht is van de betrokkenen, dat moet worden toegepast door het OCMW wat betreft de berekening, behalve wanneer de betrokkene zelf vraagt om de periode van SPIvrijstelling uit te stellen. Betrokkene kan voordeel hebben bij uitstel, bijvoorbeeld wanneer hij/zij niet zeker is van een langdurige tewerkstelling.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15556

La circulaire indique clairement que le CPAS doit appliquer cette immunisation.

De omzendbrief maakt duidelijk dat het OCMW deze vrijstelling moet toepassen.

Un problème se pose dans la pratique pour l’interprétation de cette disposition, plus précisément dans le cas ou` le bénéficiaire du revenu d’intégration ne signale pas qu’il bénéficie de ce revenu au moment ou` il commence à travailler. Les CPAS ne savent pas toujours exactement comment prendre en compte l’immunisation pour intégration socioprofessionnelle lorsqu’il apparaıˆt que le bénéficiaire du revenu d’intégration travaille depuis un certain temps déjà.

In de praktijk is er een probleem met de interpretatie van deze toepassing. Meer bepaald in het geval wanneer iemand leefloon krijgt, maar dit niet aangeeft op het moment dat betrokkene begint te werken. De OCMW’s weten niet altijd goed wat te doen met de SPI-vrijstelling op het moment dat blijkt dat de leefloonbegunstigde al een tijdje werkt.

1. Le CPAS doit-il tenir compte de l’immunisation pour intégration socioprofessionnelle dans le calcul actuel du revenu d’intégration ?

1. Dient het OCMW rekening te houden met de SPI-vrijstelling bij de huidige berekening van het leefloon ?

2. L’intéressé y a-t-il encore droit ?

2. Heeft betrokkene er nog recht op ?

3. Ce droit est-il assorti d’un effet rétroactif ?

3. Gaat dat recht in met terugwerkende kracht ?

4. Ou l’intéressé perd-il ce droit étant donné qu’il travaille déjà et n’en informe le CPAS que plus tard ?

4. Of verliest betrokkene dit recht aangezien hij reeds werkt en nu pas het OCMW hiervan op de hoogte stelt ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 juillet 2005, à la question no 131 de Mme Hilde Dierickx du 20 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 juli 2005, op de vraag nr. 131 van mevrouw Hilde Dierickx van 20 juni 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, je peux communiquer à l’honorable membre que, indépendamment des autres conditions, une personne n’a droit à l’immunisation pour l’intégration socioprofessionnelle que lorsqu’elle commence à travailler ou qu’elle entame ou poursuit une formation professionnelle, en tant que bénéficiaire du revenu d’intégration.

In antwoord op haar vragen kan ik het geachte lid meedelen dat, ongeacht de andere voorwaarden, iemand slechts gerechtigd is op de vrijstelling voor socio-professionele integratie indien hij als leefloonbegunstigde begint te werken of een beroepsopleiding aanvat of voortzet.

Dès lors, une personne qui était déjà au travail avant d’avoir droit au revenu d’intégration ne peut prétendre à cette immunisation.

Dit impliceert dat iemand die reeds aan het werk is vooraleer gerechtigd te zijn op het leefloon geen aanspraak kan maken op deze vrijstelling.

Lorsque le bénéficiaire du revenu d’intégration commence à travailler et qu’il remplit les conditions, le droit à l’immunisation pour l’intégration socioprofessionnelle prend cours le permier jour de l’occupation.

Indien de leefloonbegunstigde begint te werken, en hij voldoet aan de voorwaarden, gaat het recht op de vrijstelling voor socio-professionele integratie in op de eerste dag van de tewerkstelling.

Il est toutefois évident que l’intéressé doit informer sans délai le centre public au sujet de son occupation. L’article 22, § 1er, alinéa 2, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale dispose en effet que l’intéressé doit faire déclaration immédiate de tout élément nouveau susceptible d’avoir une répercussion sur le montant qui lui a été accordé. S’il omet de le faire, le paiement du revenu d’intégration peut être suspendu partiellement ou totalement pour une période de six mois au plus, conformément à l’article 30, § 1er, de la même loi.

Het is echter evident dat betrokkene het openbaar centrum dadelijk op de hoogte moet brengen van zijn tewerkstelling. Artikel 22, § 1, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie bepaalt namelijk dat de betrokkene steeds onmiddellijk aangifte moet doen van elk nieuw gegeven dat een weerslag kan hebben op het hem toegekende bedrag. Indien hij dit nalaat kan de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltelijk worden geshorst voor een periode van ten hoogste zes maanden overeenkomstig artikel 30, § 1, van dezelfde wet.

Il résulte donc de ces dispositions que l’intéressé ne peut prétendre à l’immunisation pour l’intégration

Uit het voorgaande moet bijgevolg geconcludeerd worden dat betrokkene geen aanspraak kan maken op


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15557

socioprofessionnelle s’il a omis d’informer immédiatement le CPAS au sujet de son occupation.

de vrijstelling voor socio-professionele integratie indien hij verzuimd heeft het OCMW onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn tewerkstelling.

DO 2004200504601

DO 2004200504601

Question no 132 de Mme Hilde Dierickx du 20 juin 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : CPAS. — E´tudiants. — E´tudiants mineurs d’aˆge bénéficiaires d’une aide sociale et atteignant la majorité. La loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale, détermine entre autres quel CPAS est compétent et à quel moment. L’article 2, § 6, comporte des dispositions distinctes pour les étudiants : « Par dérogation à l’article 1er, 1o, le centre public d’aide sociale secourant de la personne qui poursuit des études au sens de l’article 11, § 2, a), de la loi du 26 mai 2002 instituant le droit à l’intégration sociale, est le centre public d’aide sociale de la commune ou` l’étudiant est, au moment de la demande, inscrit à titre de résidence principale dans le registre de population ou des étrangers. Ce centre public d’aide sociale demeure compétent pour toute la durée ininterrompue des études. »

Vraag nr. 132 van mevrouw Hilde Dierickx van 20 juni 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : OCMW’s. — Studenten. — Minderjarige steuntrekkende studenten die meerderjarig worden. De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn regelt onder meer wanneer welk OCMW bevoegd is. Voor studenten is er een aparte regelgeving bepaald in artikel 2, § 6 : « In afwijking van artikel 1, 1o, is het steunverlenend openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de persoon die een studie volgt in de zin van artikel 11, § 2, a), van de wet van 26 mei 2002 tot instelling van het recht op maatschappelijke integratie, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar de student, op het ogenblik van de aanvraag, zijn inschrijving als hoofdverblijfplaats heeft in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Dit openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn blijft bevoegd voor de hele ononderbroken duur van de studie ». Het gaat hier om meerderjarige personen (cf. artikel 6, § 1 van de voornoemde wet van 26 mei 2002). Een minderjarige student is dus nog een student zoals bepaald werd in artikel 2, § 6 van de wet van 2 april 1965. Hier zal de feitelijke verblijfplaats op basis van artikel 1 van dezelfde wet, normaal gezien doorslaggevend zijn om het bevoegde OCMW aan te duiden. Maar wat gebeurt er nu op het moment dat de betrokken clie¨nt meerderjarig wordt, en dus wel in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 2, § 6 van voornoemde wet van 2 april 1965 ? 1. Welk OCMW is bevoegd op het moment dat een minderjarige steuntrekkende student meerderjarig wordt ? 2. Blijft het OCMW van de feitelijke verblijfplaats bevoegd, of zal er een nieuwe bevoegdheid ontstaan op basis van artikel 2, § 6 van de wet van 2 april 1965 ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 132 van mevrouw Hilde Dierickx van 20 juni 2005 (N.) :

Il s’agit en l’occurrence de personnes majeures (cf. article 6, § 1 de la loi susmentionnée du 26 mai 2002). L’étudiant mineur d’aˆge est donc toujours un étudiant tel que défini à l’article 2, § 6 de la loi du 2 avril 1965. La résidence de fait sur la base de l’article 1er de la même loi prévaudra normalement pour désigner le CPAS compétent. Que se passe-t-il, toutefois, au moment ou` le client concerné atteint la majorité et entre donc en ligne de compte pour l’application de l’article 2, § 6 de la loi susmentionnée du 2 avril 1965 ? 1. Quel CPAS est compétent au moment ou` un étudiant mineur d’aˆge bénéficiaire d’une aide sociale atteint la majorité ? 2. Le CPAS de la résidence de fait reste-t-il compétent ou une nouvelle compétence apparaıˆtra-t-elle sur la base de l’article 2, § 6 de la loi du 2 avril 1965 ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 132 de Mme Hilde Dierickx du 20 juin 2005 (N.) : En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de communiquer les informations suivantes à l’honorable membre.


2004


2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15558

1. Au moment où l’étudiant mineur d’aˆge, qui bénéficie d’une aide du CPAS, devient majeur, la règle spécifique de compétence pour les étudiants de l’article 2, § 6, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’action sociale doit être appliquée.

1. Op het moment dat de minderjarige student, die gesteund wordt door een OCMW, meerderjarig wordt, moet de specifieke bevoegdheidsregel voor studenten van artikel 2, § 6, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, toegepast worden.

2. Compte tenu de la réponse à la question 1, la règle générale de compétence de la résidence habituelle de l’article 1er, 1o, de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’action sociale n’est dès lors plus applicable.

2. Gelet op het antwoord op vraag 1 is de algemene bevoegdheidsregel van het gewoonlijk verblijf van artikel 1, 1o, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, derhalve niet langer van toepassing.

Politique des grandes villes

Grootstedenbeleid

DO 2004200504051

DO 2004200504051

Question no 39 de M. Staf Neel du 22 avril 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 39 van de heer Staf Neel van 22 april 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Cabinets. — Journal interne du personnel.

Kabinetten. — Interne personeelskrant.

La publication d’un journal interne du personnel est une pratique de plus en plus courante dans le secteur privé comme dans le secteur public. L’employeur utilise ce moyen pour informer le personnel des décisions et des changements en perspective, pour organiser des enquêtes parmi le personnel, pour présenter les nouveaux membres du personnel, etc.

Zowel in de privé als bij de overheid wordt meer en meer gebruik gemaakt van een interne personeelskrant. De werkgever gebruikt dit forum om het personeel te informeren over beleidsbeslissingen en op stapel staande wijzigingen, om bevragingen onder het personeel te verrichten, om nieuwe personeelsleden voor te stellen, enzovoort.

1. Votre cabinet publie-t-il un tel journal du personnel ? 2. Dans l’affirmative,

1. Maakt uw kabinet gebruik van dit forum ? 2. Zo ja,

a) quel nom porte-t-il;

a) onder welke naam;

b) à combien d’exemplaires est-il tiré;

b) in welke oplage;

c) quelle est sa périodicité;

c) wat is de periodiciteit;

d) sous quelle forme se présente-t-il, et, s’il s’agit d’un journal imprimé, l’est-il en noir et blanc ou en couleur;

d) onder welke vorm en indien gedrukt, zwart-wit of in kleurendruk ?

e) combien de pages le journal compte-t-il ?

e) hoeveel pagina’s telt deze publicatie ?

3. Dans la négative, pourquoi ?

3. Zo neen, waarom niet ?

4. S’agit-il, en l’occurrence, d’une publication commune à tous les services relevant de votre compétence ? 5. Dans la négative,

5. Zo neen,

a) combien de journaux différents sont ainsi publiés pour les services relevant de votre compétence;


4. Betreft het hier een globaal nummer voor alle diensten die ressorteren onder uw bevoegdheid ?

2004

a) hoeveel verschillende publicaties ressorteren dan onder uw bevoegdheid; 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15559

quels noms portent-ils; à combien d’exemplaires sont-ils tirés; quelle est leur périodicité; sous quelle forme se présentent-ils ? 6. Des photos et/ou des graphiques illustrent-ils le journal ? 7. Quel est pour votre département le couˆt de la publication de ce journal ? 8. Ce journal vous permet-il de vous adresser directement, en tant que responsable politique, au personnel des services relevant de votre compétence ? 9. Comment l’adjudication a-t-elle été organisée ? 10. Quelle ou quelles imprimeries assurent-elles l’impression du journal ou des journaux ? Quel est le nom et la commune d’implantation de l’imprimerie ou des imprimeries ? 11. Quel est le mode de distribution choisi ? b) c) d) e)

12. Quel est le couˆt annuel de cette distribution ? 13. a) Un contrat de longue durée a-t-il été conclu ? b) Dans l’affirmative, pour quelle durée ? 14. Quel pourcentage de vos moyens de fonctionnement est-il affecté à la mise en page, à l’impression, à la distribution, etc. ? 15. S’agit d’une publication bilingue ou une publication distincte est-elle prévue pour chaque groupe linguistique ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 25 juillet 2005, à la question no 39 de M. Staf Neel du 22 avril 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. Pour la Politique des grandes villes, il convient de se référer à la réponse no 110 fournie par le ministre de l’Intégration sociale.

onder welke naam; in welke oplage; wat is de periodiciteit; onder welke vorm ? 6. Is de publicatie geı¨llustreerd met foto’s en/of grafieken ? 7. Hoeveel kost dit forum aan uw departement ? b) c) d) e)

8. Heeft u als politiek verantwoordelijke de mogelijkheid om het personeel dat ressorteert onder uw diensten toe te spreken via dit forum ? 9. Hoe gebeurde de aanbesteding ? 10. Welke drukkerij(en) staat/staan in voor de druk van deze publicatie(s) ? Graag naam en gemeente. 11. Hoe wordt/worden deze publicatie(s) verspreid ? 12. Wat is de jaarlijkse kostprijs van deze verspreiding ? 13. a) Is er een langdurig contract gesloten ? b) Zo ja, welke is de termijn ? 14. Hoeveel procent van uw werkingsmiddelen gaat naar de opmaak, de druk, de verspreiding, enzovoort ? 15. Is deze publicatie tweetalig of wordt er voor elke taalgroep in een afzonderlijke publicatie voorzien ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 25 juli 2005, op de vraag nr. 39 van de heer Staf Neel van 22 april 2005 (N.) : In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Voor Grootstedenbeleid verwijs ik naar het antwoord met nr. 110 van de minister van Maatschappelijke Integratie.

E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2004200503847

DO 2004200503847

Question no 57 de M. Francis Van den Eynde du 29 avril 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Points de contact pour des plaintes contre le racisme. Le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme a récemment ouvert à Willebroek un nouveau point de contact pour des plaintes contre le racisme.

Vraag nr. 57 van de heer Francis Van den Eynde van 29 april 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Racismemeldpunten. Het Centrum voor gelijke kansen en voor racismebestrijding opende onlangs een nieuw zogenaamd racismemeldpunt in Willebroek.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15560

1. a) Combien de points de contacts fonctionnaient-ils en 2004 ?

1. a) Hoeveel van deze meldpunten functioneerden tijdens het jaar 2004 ?

b) Combien de personnes y sont employées ?

b) Hoeveel mensen zijn er tewerkgesteld ?

c) Combien de plaintes y ont été traitées ?

c) Hoeveel klachten wegens racisme kregen ze te behandelen ?

2. En ce qui concerne le point 1. c) :

2. Wat 1. c) betreft :

a) combien de plaintes ont été transmises aux parquets par les différents points de contact ?

a) hoeveel klachten werden door de verschillende meldpunten naar het parket verwezen ?

b) combien d’entre-elles ont donné lieu à des condamnations ?

b) hoeveel hebben er hiervan tot veroordelingen geleid ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 57 de M. Francis Van den Eynde du 29 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 57 van de heer Francis Van den Eynde van 29 april 2005 (N.) :

1. a) Voir rapport annuel 2004, disponible sur le site internet depuis le 22 juin 2005;

1. a) Zie jaarverslag 2004 sinds 22 juni 2005 terug te vinden op de website;

b) Aucun(e);

b) Geen;

c) Voir rapport annuel 2004, disponible sur le site Internet depuis le 22 juin 2005.

c) Zie jaarverslag 2004 sinds 22 juni 2005 terug te vinden op de website.

2. a) Pas d’informations sur les dossiers en cours;

2. a) Geen informatie over lopende dossiers;

b) L’ensemble de la jurisprudence est disponible sur le site internet.

b) Alle rechtspraak is terug te vinden op de website.

DO 2004200504512

DO 2004200504512

Question no 62 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 62 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :










— slechts bij 45 % van de oproepen kwam een contact tot stand binnen een aanvaardbare termijn;

— le nombre de clients d’un bureau est inversement proportionnel à son accessibilité téléphonique : autrement dit, plus le bureau est important, plus l’accessibilité téléphonique est mauvaise;

— er is een omgekeerde correlatie tussen het aantal clie¨nten van een vestiging en de telefonische bereikbaarheid : met andere woorden, hoe groter de vestiging, hoe slechter telefonisch bereikbaar;


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15561

— en ce qui concerne les appels vers les bureaux bruxellois, seulement 22 % des appels ont permis d’établir un contact avec un collaborateur capable de répondre à la question.

— wanneer men naar de Brusselse vestiging belt, is er slechts in 22 % van de gevallen contact met een medewerker die de vraag kan beantwoorden.

Le 25 mai 2005, le ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances, M. Dupont, a déclaré, en réponse à ma question orale numéro 6791, que jusqu’à la moitié de l’année 2006, tout service fédéral pourra demander une analyse de l’accessibilité téléphonique de ses services (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, 25 mai 2005, COM615, p. 3). Il s’est adressé à tous les SPF pour leur donner des explications sur le projet et les modalités de mise en œuvre du contrat avec SNT Belgium. Le département du ministre Dupont prendra le couˆt de l’analyse à sa charge à la condition que le public-cible éprouve des difficultés financières ou sociales à entrer en contact avec l’administration.

Op 25 mei 2005 antwoordde de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, de heer Dupont, op mijn mondelinge vraag nummer 6791 dat elke federale dienst tot midden 2006 een analyse kan vragen van de telefonische bereikbaarheid van zijn diensten (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, 25 mei 2005, COM615, blz. 3). Hij heeft alle FOD’s hierover aangeschreven om het project en de gebruiksmodaliteiten van het contract met SNT Belgium uit te leggen. Het departement van minister Dupont zou de onderzoekskosten op zich nemen, op voorwaarde dat het doelpubliek financie¨le of sociale moeilijkheden heeft om contact op te nemen met de administratie.

Les Pays-Bas ont recours à un baromètre général d’accessibilité. Les pouvoirs publics y réalisent un score d’accessibilité téléphonique de 66 % par un numéro d’appel général. La ligne d’information flamande Vlaamse Infolijn, qui est le numéro central unique des autorités flamandes, réalise un score de 90 à 95 %.

In Nederland bestaat een algemene bereikbaarheidsbarometer. De overheid scoort er een telefonische bereikbaarheid van 66 % via een algemeen nummer. De Vlaamse Infolijn, het unieke centrale nummer van de Vlaamse Overheid, haalt een score van 90 à 95 %.

1. Quels services publics ressortissant à votre compétence entrent en considération pour la réalisation d’une analyse d’accessibilité ?

1. Welke overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen komen in aanmerking voor een toegankelijkheidsonderzoek ?

2. a) Ces services ont-ils déjà demandé une telle analyse ?

2. a) Hebben deze diensten reeds om een analyse van de toegankelijkheid verzocht ?

b) Pourquoi l’ont-ils fait ou pourquoi ne l’ont-ils pas fait ?

b) Waarom wel of waarom niet ?

3. a) Encouragez-vous la réalisation d’une telle analyse ?

3. a) Moedigt u aan dat een dergelijk onderzoek zou plaatsvinden ?

b) Pour quelle raison y êtes-vous favorable ou non ?

b) Waarom wel of waarom niet ?

4. Que pensez-vous de l’instauration d’un numéro central unique pour l’ensemble des services publics, à l’instar de ce qui existe en Flandre avec la Vlaamse Infolijn ?

4. Hoe staat u tegenover het instellen van één centraal nummer voor alle federale overheidsdiensten, conform de Vlaamse Infolijn ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 62 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 62 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur d’inviter l’honorable membre à prendre connaissance des éléments de réponse ci-dessous. Je renvoie également celui-ci à la réponse que j’ai donnée à la même question. (Question no 149 du 8 juin 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 87).

In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen. Ik verwijs hem ook naar het antwoord dat ik heb gegeven op dezelfde vraag. (Vraag nr. 149 van 8 juni 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 87).


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15562

a) Fedasil a demandé au P&O de réaliser, au sein de la convention-cadre, une étude d’accessibilité pour toutes ses unités administratives, à savoir : l’administration centrale, le dispatching et les centres d’accueil fédéraux (16 centres d’accueil traditionnels, 2 centres d’observation et d’orientation pour jeunes, et un centre d’accueil d’urgence).

a) Fedasil heeft P&O verzocht om binnen het raamcontract een toegankelijkheidsonderzoek uit te voeren voor al haar administratieve eenheden. Dat zijn : hoofdbestuur, dispatching en de federale opvangcentra (16 gewone opvangcentra, 2 observatie- en orie¨ntatiecentra voor jongeren, en één noodopvangcentrum).

b) C’est un souci de base de Fedasil d’être accessible de façon optimale à des publics cibles très divers : aux clients internes (dispatching, accueil d’urgence, COO, administration centrale d’autres centres d’accueil), à d’autres administrations (OE, CGVS, SPF, SPF, CPAS, IOM, UNHCR, police, communes, hoˆpitaux, tutelle, avocats, ...), mais aussi à des membres de la famille, à des amis et à des connaissances de résidents dans les centres d’accueil, qui veulent souvent parler avec des résidents par téléphone (parfois à partir du pays d’origine). Ceci nécessite non seulement une disponibilité et une accessibilité de 24 heures sur 24, mais aussi une aptitude à la communication des membres du personnel à la réception des centres d’accueil.

b) Het is een basisbekommernis van Fedasil om optimaal bereikbaar te zijn voor zeer diverse doelpublieken : de interne klanten (dispatching, noodopvang, OOC’s, hoofdbestuur andere opvangcentra), andere administraties (DVZ, CGRA, FODs, PODs, OCMW’s, OIM, UNHCR, politie, gemeenten, ziekenhuizen, voogdij, advocaten, ...) maar ook familieleden, vrienden en kennissen van bewoners in de opvangcentra, die vaak telefonisch (soms vanuit het thuisland) met bewoners willen spreken. Dat vraagt niet alleen 24 op 24 uur bereikbaarheid en toegankelijkheid, maar ook communicatievaardigheid van de personeelsleden aan het onthaal van de opvangcentra.

DO 2004200504673

DO 2004200504673

Question no 63 de M. Francis Van den Eynde du 27 juin 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 63 van de heer Francis Van den Eynde van 27 juni 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Expression de critiques sur le multiculturalisme.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Uiten van kritiek op het multiculturalisme.

Dans un communiqué de presse du 15 juin 2005, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme exprime son irritation face au contenu d’un entretien avec le député flamand Filip Dewinter, paru le même jour dans le journal néerlandophone « Metro ».

In een persmededeling van 15 juni 2005 geeft het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding uiting aan zijn ergernis met betrekking tot de inhoud van een interview met Vlaams volksvertegenwoordiger Filip Dewinter, dat op die dag in het Nederlandse blad Metro verscheen.

Il est plus précisément reproché à M. Dewinter l’audace de ses propos sur la multiculturalité.

Met name werd aan Dewinter verweten dat hij zich nogal boudweg over multiculturaliteit uitgelaten had.

Le texte du Centre parle de racisme et de ce qui a été baptisé « le mécanisme du bouc émissaire ».

In de tekst van het Centrum wordt verwezen naar racisme en naar wat genoemd wordt « het zondebokmechanisme ».

Peut-on en déduire que le Centre estime que critiquer le multiculturalisme doit systématiquement être considéré comme un acte raciste et donc être interdit ?

Mag hieruit afgeleid worden dat het Centrum de mening toegedaan is dat kritiek uiten op het multiculturalisme als racisme moet beschouwd worden en dus verboden is ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15563

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 63 de M. Francis Van den Eynde du 27 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 63 van de heer Francis Van den Eynde van 27 juni 2005 (N.) :

La « déduction » que l’honorable membre suggère est tout à fait personnelle et ne correspond nullement au contenu du communiqué de presse.

De « afleiding » die het geachte lid veronderstelt is geheel persoonlijk en strookt absoluut niet met de inhoud van de persmededeling.

DO 2004200504727

DO 2004200504727

Question no 65 de M. Francis Van den Eynde du 4 juillet 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 65 van de heer Francis Van den Eynde van 4 juli 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Droit à l’assurance.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Recht op verzekering.

Dans son rapport annuel 2004, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme indique qu’il s’est également penché sur le problème de ce qui est appelé « le droit à l’assurance ».

In het jaarverslag 2004 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding staat te lezen dat het Centrum zich ook gemengd heeft in het probleem van wat « het recht op verzekering » wordt genoemd.

Le rapport annuel évoque dans ce cadre des discriminations en raison d’un handicap, liées à l’aˆge, etc.

Het jaarverslag heeft het in die omstandigheden over discriminaties door een handicap, leeftijd, enzovoort.

1. Qu’entend-on en l’occurrence précisément par le terme « discriminations » ?

1. Wat wordt hier precies met het begrip « discriminaties » bedoeld ?

2. Le droit des compagnies d’assurances d’évaluer le risque à assurer est-il contesté ?

2. Wordt het recht van de verzekeringsmaatschappijen betwist om het risico dat hen ter verzekering aangeboden wordt te evalueren ?

3. Les compagnies d’assurance peuvent-elles tenir compte dans la pratique des conclusions découlant de cette évaluation ?

3. Mag zij de conclusies die uit deze evaluatie voortvloeien in werkelijkheid omzetten ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 65 de M. Francis Van den Eynde du 4 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 65 van de heer Francis Van den Eynde van 4 juli 2005 (N.) :

1. Voir l’article 2, § 1er, de la loi du 25 février 2003.

1. Zie artikel 2, § 1, van de wet van 25 februari 2003.

2. Voir l’article 2, § 4, premier tiret, de la loi du 25 février 2003.

2. Zie artikel 2, § 4, eerste streepje, van de wet van 25 februari 2003.

3. Voir l’article 3 de la loi du 15 février 1993 créant le centre :

3. Zie artikel 3 van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van het centrum :

« Le centre exerce ses missions en toute indépendance. Le centre est habilité :

« Het centrum is in de uitoefening van zijn opdracht volkomen onafhankelijk. Het centrum is bevoegd :

1o à effectuer toutes les études et recherches nécessaires à l’accomplissement de sa mission;

1o om alle studies en onderzoeken uit te voeren die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn opdracht;


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15564

2o à adresser des avis et recommandations aux pouvoirs publics en vue de l’amélioration de la réglementation, en application de l’article 2 de la présente loi;

2o om adviezen en aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de reglementering, met toepassing van artikel 2 van deze wet;

3o à adresser des recommandations aux pouvoirs publics et aux personnes et institutions privées sur la base des résultats des études et des recherches visées sous le 1o; ».

3o om aanbevelingen te richten aan de overheid, privé-personen of instellingen naar aanleiding van de resultaten van de sub 1o vermelde studies en onderzoeken; ».

DO 2004200504728

DO 2004200504728

Question no 66 de M. Francis Van den Eynde du 4 juillet 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 66 van de heer Francis Van den Eynde van 4 juli 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Droit de vote des étrangers aux élections communales. — E´ligibilité des étrangers.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Vreemdelingenstemrecht op gemeentelijk vlak. — Verkiesbaarheid van vreemdelingen.

Dans son rapport annuel 2004, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme affirme que pendant des années, il a œuvré en faveur du droit de vote pour les étrangers aux élections communales et qu’il réclame à présent le droit d’éligibilité des étrangers.

In het jaarverslag 2004 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding staat onder meer te lezen dat het Centrum zich jarenlang voor het vreemdelingenstemrecht op gemeentelijk vlak heeft ingezet en nu de verkiesbaarheid van vreemdelingen bepleit.

Le centre est-il certain de pouvoir s’occuper, dans le cadre de sa mission, des conditions d’éligibilité, et dans l’affirmative, sur quels éléments se fonde-t-il pour aboutir à cette conclusion ?

Is het centrum wel zeker van het feit dat het in het raam van zijn opdracht zich kan bezighouden met de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zo ja, waarop steunt het zich om tot deze conclusie te komen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 juillet 2005, à la question no 66 de M. Francis Van den Eynde du 4 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 juli 2005, op de vraag nr. 66 van de heer Francis Van den Eynde van 4 juli 2005 (N.) :

L’article 2 de la loi du 15 février 1993 créant un Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme dispose :

Artikel 2 van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding stelt :

« Le centre a pour mission de promouvoir l’égalité des chances et de combattre toute forme de distinction, d’exclusion, de restriction ou de préférence fondée sur : 1o la race, la couleur, l’ascendance, l’origine ou la nationalité ».

« Het centrum heeft als opdracht het bevorderen van de gelijkheid van kansen en het bestrijden van elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van : 1o een zogenaamd ras, de huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming ».

L’article 3 de cette même loi prévoit :

Artikel 3 van dezelfde wet bepaalt :

« Le centre exerce ses missions en toute indépendance. Le centre est habilité : 2o à adresser des avis et recommandations aux pouvoirs publics en vue de l’amélioration de la réglementation, en application de l’article 2 de la présente loi; ».


2004

« Het centrum is in de uitoefening van zijn opdracht volkomen onafhankelijk. Het centrum is bevoegd : 2o om adviezen en aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de reglementering, met toepassing van artikel 2 van deze wet; ». 2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15565

Ministre de la Mobilité


DO 2004200504157

DO 2004200504157

Question no 267 de M. Jan Mortelmans du 2 mai 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 267 van de heer Jan Mortelmans van 2 mei 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Instauration du permis de conduire par étapes.

Invoering rijbewijs in stappen.

Le ministre envisagerait de soumettre sa proposition visant à instaurer un permis de conduire par étapes aux organisations de jeunes et aux experts en matière de circulation routière. Elle serait ensuite examinée dans le cadre d’un forum.

De minister zou zijn voorstel om een rijbewijs in stappen in te voeren voorleggen aan jongerenorganisaties en verkeersexperts. Nadien zou een Forum zich hierover buigen.

Quels sont les résultats de cette concertation et qu’en est-il du permis de conduire par étapes ?

Wat zijn de resultaten van dat overleg en wat is de stand van zaken met betrekking tot het rijbewijs in stappen ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 20 juillet 2005, à la question no 267 de M. Jan Mortelmans du 2 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 20 juli 2005, op de vraag nr. 267 van de heer Jan Mortelmans van 2 mei 2005 (N.) :

Le « Vlaamse Automobilistenbond » (VAB) a formulé récemment une proposition de modification de la formation à la conduite, prévoyant un accompagnement professionnel limité, suivi d’une phase d’acquisition d’expérience de la conduite, en filière libre. Tout ceci pour un prix fixe de 250 euros.

De Vlaamse Automobilistenbond (VAB) heeft een voorstel gedaan tot wijziging van de rijopleiding, waarbij een beperkte professionele begeleiding gevolgd wordt door opbouwen van rijervaring in vrije begeleiding. En dit alles voor een vaste prijs van 250 euro.

Le VAB plaide donc en faveur d’une formation à la conduite par étapes constituant la base d’une plus grande sécurité routière.

De VAB pleit dus voor een gefaseerde rijopleiding als basis voor een betere verkeersveiligheid.

Le 22 juin 2005, un séminaire a eu lieu concernant la révision de la formation à la conduite. Ce séminaire a été l’objet d’un débat en profondeur sur la qualité et le prix de la formation à la conduite et ce, tant avec les représentants des auto-écoles, les instructeurs de conduite et les jeunes, qu’avec les autres parties impliquées.

Op 22 juni 2005 vond een seminarie plaats inzake herziening van de rijopleiding. Tijdens dit seminarie werd er uitgebreid gedebatteerd over de kwaliteit en de prijs van de rijopleiding en dit zowel met vertegenwoordigers van rijscholen, rij-instructeurs en jongeren, als met andere betrokken partijen.

En outre, le cabinet a reçu un grand nombre de propositions de différents experts.

Daarnaast ontving het kabinet een groot aantal voorstellen van verschillende experten.

Tous les éléments qui sont ressortis du séminaire et des propositions seront pris en considération dans l’élaboration d’une proposition définitive de réforme.

Alle elementen die uit het seminarie en uit de voorstellen naar bovenkwamen zullen in beschouwing worden genomen bij het uitwerken van een definitief voorstel tot hervorming.

Les points forts de ma proposition provisoire sont des suivants : au moins six heures d’auto-école avec accompagnement professionnel, un stage de deux mois avec un guide fixe, un test d’évaluation intermédiaire à l’auto-école, un stage de quatre mois avec guides variables et enfin, l’examen de conduite. En parallèle, la filière libre est maintenue mais je pense qu’elle deviendra superflue si les autoécoles veulent conclure un accord limitant le prix de la formation pratique à la conduite à 250 euros. Il n’y aura pas de limitation pour

De krachtlijnen van mijn voorlopig voorstel zien er als volgt uit : minstens zes uren rijschool met professionele begeleiding, een stage van twee maanden met een vaste begeleider, een tussentijdse evaluatietest in de rijschool, een stage van vier maanden met wisselende begeleiders en ten slotte het rijexamen. Daarnaast blijft de vrije begeleiding bestaan, maar ik ga ervan uit dat deze overbodig zal worden indien de rijscholen een akkoord willen sluiten om de kostprijs voor de praktische rijopleiding te beperken tot 250 euro. Er komt


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15566

les jeunes qui ont obtenu leur permis de conduire mais ceux qui commettent une infraction grave durant la première année risquent un retrait de permis de conduire.

verder ook geen enkele beperking voor jongeren die hun rijbewijs hebben gehaald, maar zij die tijdens het eerste jaar een zware overtreding begaan, riskeren intrekking van hun rijbewijs.

Ce qui est et reste primordial dans cette réforme est la sécurité routière.

Primordiaal bij de hervorming is en blijft de verkeersveiligheid.

DO 2004200504229

DO 2004200504229

Question no 280 de Mme Annelies Storms du 10 mai 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 280 van mevrouw Annelies Storms van 10 mei 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Services de l’autorité fédérale en Flandre orientale. — Hébergement.

Diensten federale overheid in Oost-Vlaanderen. — Huisvesting.

` la suite de la réforme Copernic, la Régie des BaˆtiA ments a étudié la possibilité de procéder au regroupement des services publics logés dans différents immeubles.

Ten gevolge van de Copernicus-hervorming werd er door de Regie der Gebouwen onderzocht of het mogelijk was om over te gaan tot een hergroepering van de over verschillende gebouwen verspreide overheidsdiensten.

Au cours des trois dernières années, un programme de relogement a été parachevé à Bruxelles et, d’après la note de politique générale du vice-premier ministre et ministre des Finances, M. Reynders, pareilles opérations de regroupement des services fédéraux seront aussi menées dans d’autres villes.

In de afgelopen drie jaar werd in Brussel een herhuisvestingsprogramma afgewerkt en volgens de beleidsnota van vice-eerste minister en minister van Financie¨n Reynders zullen dergelijke operaties van hergroepering van federale diensten ook in andere steden worden verdergezet.

Les questions suivantes se posent lorsqu’on cherche à avoir une vision de l’hébergement actuel des services de l’autorité fédérale en Flandre orientale en général et à Gand en particulier.

Om zicht te krijgen op de huidige huisvesting van de diensten van de federale overheid in Oost-Vlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder rijzen volgende vragen.

1. a) De quels baˆtiments les services publics ressortissant à votre compétence disposent-ils au 1er mai 2005 en Flandre orientale en général et plus spécifiquement à Gand ?

1. a) Over welke gebouwen beschikken de overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen in OostVlaanderen in het algemeen en in Gent in het bijzonder op datum van 1 mei 2005 ?

b) Quelle est leur superficie utile ?

b) Wat is hun nuttige oppervlakte ?

2. a) Lesquels de ces immeubles appartiennent-ils en propre aux services publics en question ?

2. a) Welke gebouwen zijn eigendom van deze overheidsdiensten ?

b) Lesquels ces services publics ont-ils en location ?

b) Welke gebouwen worden gehuurd door deze overheidsdiensten ?

c) Quand ces contrats de location peuvent-ils être résiliés ?

c) Wanneer kunnen deze huurcontracten worden opgezegd ?

d) Lesquels de ces immeubles sont-ils l’objet d’un contrat de leasing ?

d) Welke gebouwen worden geleasd ?

` combien s’élève la somme déboursée par ces 3. A services publics pour les édifices dont ils ne sont pas les propriétaires ?

3. Hoeveel betalen deze overheidsdiensten voor de gebouwen die niet in eigendom zijn ?


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15567

Réponse du ministre de la Mobilité du 20 juillet 2005, à la question no 280 de Mme Annelies Storms du 10 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 20 juli 2005, op de vraag nr. 280 van mevrouw Annelies Storms van 10 mei 2005 (N.) :

1. Le SPF Mobilité et Transports possède deux lieux d’implantation dans la province de Flandre Orientale :

1. De FOD-Mobiliteit en Vervoer heeft in de provincie Oost-Vlaanderen 2 vestingsplaatsen :

— Direction générale Transport maritime

— Directoraat-Generaal Maritiem Vervoer

Port Arthurlaan 12

Port Arthurlaan 12

9000 Gand Superficie utile : 258

9000 Gent m2.

Nuttige oppervlakte : 258 m2.

— Service Immatriculation des Véhicules

— Dienst Inschrijvingen van Voertuigen — Gent

Buitenring Zwijnaarde 1A

Buitenring Zwijnaarde 1A

9052 Gand

9052 Gent

Superficie utile : 100

m2.

Nuttige oppervlakte : 100 m2.

2. Ces baˆtiments ne sont pas propriétés de l’E´tat et ne sont pas loués par le SPF Mobilité et Transports.

2. Deze gebouwen zijn niet in eigendom en worden niet gehuurd door de FOD-Mobiliteit en Vervoer.

L’immeuble situé Port Arthurlaan est loué par la Régie des Baˆtiments. Le contrat de location couvre une période de 9 années et est entré en vigueur le 1er mai 2004.

Het gebouw aan de Port Athurlaan wordt ingehuurd door de Regie der Gebouwen. Het huurcontract loopt over een periode van 9 jaar met ingang op 1 mei 2004.

L’immeuble situé Buitenring Zwijnaarde 1A est mis à disposition par l’exploitant de la station de Controˆle technique.

Het gebouw gelegen Buitenring Zwijnaarde 1A wordt ter beschikking gesteld door de uitbater van het autokeuringsstation.

3. La Régie des Baˆtiments paie 25 000 euros par an (l’index de base est celui du mois d’avril 2004, soit 113,50 points) pour l’immeuble Port Arthurlaan.

3. Voor het gebouw aan de Port Athurlaan betaaalt de Regie der Gebouwen 25 000 euro per jaar (basisindex maand april 2004, zegge 113,50 punt).

Le baˆtiment situé Buitenring Zwijnaarde 1A est mis gratuitement à disposition.

Het gebouw aan de Buitenring Zwijnaarde 1A wordt gratis ter beschikking gesteld.

DO 2004200504244

DO 2004200504244

Question no 281 de Mme Nathalie Muylle du 10 mai 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 281 van mevrouw Nathalie Muylle van 10 mei 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Machines agricoles tractées. — Systèmes de freinage.

Getrokken landbouwmachines. — Remsystemen.

La loi prévoit que tous les véhicules tractés de plus de 750 kg doivent être équipés de freins. Cette réglementation technique de la circulation routière s’applique également aux machines agricoles tractées. Une demande d’autorisation doit être introduite auprès du service Véhicules du SPF Mobilité et Transport pour les machines agricoles tractées (arracheuses de pommes de terre, moissonneuses, etc.) d’une largeur de plus de 2,55 m.

De wet schrijft voor dat alle getrokken voertuigen van meer dan 750 kg geremd moeten zijn. Deze technische verkeersreglementering geldt ook voor getrokken landbouwmachines. Getrokken landbouwmachines (aardappelrooiers, maaiers, enzovoort) met een breedte van meer dan 2,55 m moeten een vergunning aanvragen bij de Dienst voertuigen van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

Si les fabricants équipent actuellement la plupart des nouvelles machines d’un système de freinage, il n’existe pour l’heure aucune obligation pour les fabri-

Nieuwe machines worden vandaag door de fabrikanten meestal uitgerust met een remsysteem. Meestal, want er is vandaag geen enkele verplichting naar de


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15568

cants de mettre sur le marché des machines équipées de freins. Parmi les machines existantes, qui ont une durée de vie d’environ dix ans, très peu sont équipées de freins.

fabrikanten toe om de machines met remmen op de markt te brengen. Van de bestaande machines, die ongeveer tien jaar meegaan, zijn er bijna geen die zijn uitgerust met remmen.

Une demande d’autorisation de « transport exceptionnel » ne peut être introduite étant donné que ces machines agricoles ne sont pas équipées de freins. Le problème se pose surtout en raison du fait que l’actuel parc de machines est composé en grande partie de machines plus anciennes (des machines couˆteuses vieilles souvent de quelques années seulement) qui ne sont pas équipées à ce jour d’un système de freinage. Cette situation est une grande source d’insécurité juridique. Eˆtes-vous disposé à élaborer une mesure transitoire (un scénario d’extinction) permettant de soustraire les machines agricoles existantes à cette obligation, de sorte que les conducteurs puissent introduire une demande d’autorisation et circuler légalement sur la voie publique ?

Aangezien er op deze landbouwmachines geen remmen voorzien zijn, kan er geen vergunning « uitzonderlijk vervoer » worden aangevraagd. Het probleem doet zich vooral voor door het feit dat het machinepark vandaag grotendeels bestaat uit oudere machines (dure machines, vaak maar een paar jaar oud) die op vandaag niet uitgerust zijn van een remsysteem. Dit zorgt voor grote rechtsonzekerheid.

Réponse du ministre de la Mobilité du 26 juillet 2005, à la question no 281 de Mme Nathalie Muylle du 10 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 26 juli 2005, op de vraag nr. 281 van mevrouw Nathalie Muylle van 10 mei 2005 (N.) :

En vertu de l’article 2, § 2, 3o, de l’arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles et leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité, les véhicules de construction spéciale, en particulier les engins agricoles tirés par des véhicules automobiles lents, ne sont soumis qu’à un nombre limité de prescriptions dudit règlement.

Voertuigen van speciale constructie, zoals inzonderheid de door trage voertuigen getrokken landbouwbestellen, zijn ingevolge de bepalingen van artikel 2, § 2, 3o, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968, houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, slechts aan een beperkt aantal voorschriften van dat reglement onderworpen.

Ainsi, les dispositions concernant l’homologation type (certificat de conformité) et le controˆle technique ne leur sont pas applicables.

Zo zijn de bepalingen betreffende de typekeuring (gelijkvormigheidsattest) en de technische controle, niet van toepassing.

Les dispositions de l’article 47 du règlement précité du 15 mars 1968 concernant les dispositifs de freinage sont bien d’application. Pour les véhicules tirés exclusivement par des tracteurs (max. 30 km/h), les exigences sont toutefois moins sévères que pour les véhicules « normaux » : dans ce cas, un système de freins à inertie est même admis jusqu’à une masse maximale admissible de 8 000 kg.

De bepalingen van artikel 47 van genoemd reglement van 15 maart 1968 aangaande de remmen, zijn echter wel van toepassing. Voor voertuigen die uitsluitend door trage trekkers (max. 30 km/uur) worden getrokken, zijn de eisen echter minder streng dan voor « gewone » voertuigen : oploopremmen zijn in dat geval zelfs tot een maximale toegelaten massa van 8 000 kg toegelaten.

J’attire votre attention sur le fait que cette réglementation concernant les dispositifs de freinage s’applique à tous véhicules tirés avec une masse admissible maximale de 750 kg ou plus, même s’ils ne sont pas soumis aux règles du transport exceptionnel.

Ik vestig er de aandacht op dat deze regelgeving op het vlak van de reminrichtingen van toepassing is op alle getrokken voertuigen met een maximale toegelaten massa van 750 kg of meer, ook wanneer zij niet vallen onder de regels van het uitzonderlijk vervoer.

Dispenser de tels engins des exigences générales en vigueur soulève des objections, tant sur le plan de la responsabilité en cas d’accident que sur le plan de l’équité par rapport aux autres secteurs. En outre, vu que ces véhicules sont dispensés des prescriptions de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif à l’immatricula-

Dergelijke toestellen vrijstellen van voor iedereen geldende verplichtingen lijkt mij toch wel op enige bezwaren te stuiten, zowel op het vlak van de verantwoordelijkheid bij ongeval als op het vlak van de billijkheid ten opzichte van de andere sectoren. Daar deze voertuigen bovendien vrijgesteld zijn van de voor-


2004

Bent u bereid om een overgangsmaatregel (uitdoofscenario) te bepalen waarbij bestaande landbouwmachines van deze verplichting kunnen worden ontheven, zodat de gebruikers een vergunning kunnen aanvragen en zich op een wettelijke manier op de openbare weg kunnen begeven ?

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15569

tion (pas de plaque d’immatriculation individuelle), il n’existe pas de répertoire de ce type de parc automobile, ce qui rend aléatoire un quelconque moratoire.

schriften van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 aangaande de inschrijving (er is geen eigen nummerplaat vereist) bestaat er geen repertorium van het bestaande park, waardoor een moratorium een zeer aleatoire aangelegenheid zou worden.

DO 2004200504306

DO 2004200504306

Question no 286 de M. Luk Van Biesen du 23 mai 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 286 van de heer Luk Van Biesen van 23 mei 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Caméras automatiques et radars.

Flitspalen en radars.

La question des amendes de roulage et des radars continue à émouvoir l’opinion publique.

De aangelegenheid van de verkeersboetes en flitspalen blijft de publieke opinie beroeren.

1. Il semblerait que vous envisagiez l’installation de caméras automatiques et de radars supplémentaires au cours des prochaines années.

1. Naar verluidt overweegt u om in de eerstvolgende jaren nog meer flitspalen en radars te installeren.

Pourriez-vous expliquer et motiver ce projet ?

Kunt u uw voornemen toelichten en motiveren ?

2. Envisagez-vous de remédier au déséquilibre qui existe actuellement entre la Flandre, Bruxelles et la Wallonie en ce qui concerne le nombre de caméras automatiques et de radars installés ?

2. Overweegt u om het bestaande onevenwicht in het aantal geplaatste flitspalen en radars tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonie¨ ter herstellen ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 26 juillet 2005, à la question no 286 de M. Luk Van Biesen du 23 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 26 juli 2005, op de vraag nr. 286 van de heer Luk Van Biesen van 23 mei 2005 (N.) :

1. J’aimerais signaler à l’honorable membre que l’installation de caméras automatiques n’est pas une compétence fédérale. La volonté du législateur par la loi du 4 août 1996 modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière est claire : l’installation sur la voie publique d’équipements fixes pour des appareils fonctionnant automatiquement en l’absence d’agent qualifié, s’effectue avec l’accord des gestionnaires de la voirie (régions, communes, ... conformément à l’article 62, alinéa 7). Le niveau fédéral a donc créé le cadre légal et réglementaire et il appartient aux gestionnaires de la voirie de conclure des protocoles à ce sujet avec les autres partenaires (l’autorité administrative, la police, les parquets, ...).

1. Ik wens de geeërde vraagsteller er op te wijzen dat het plaatsen van flitspalen geen federale bevoegdheid is. De wil van de wetgever met de wet van 4 augustus 1996 tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer is duidelijk : de plaatsing op de openbare weg van vaste uitrustingen voor onbemand automatisch werkende toestellen, wordt uitgevoerd met instemming van de wegbeheerder (gewesten, gemeenten, ... overeenkomstig artikel 62, zevende lid). Het federaal niveau heeft dus het wettelijk en reglementair kader gecreeërd en het zijn dus de wegbeheerders die hieromtrent protocollen afsluiten met de andere partners (administratieve overheden, de politie, de parketten, ...).

Plusieurs zones de police ont déjà acquis des équipements de radars mobiles dans le cadre de conventions pour l’année 2004 établies avec l’E´tat fédéral en matière de sécurité routière.

Verschillende politiezones hebben wel mobiele radartoestellen aangekocht in het kader van de overeenkomsten voor het jaar 2004 inzake de verkeersveiligheid die zij met de federale staat hebben gesloten.

2. Il m’est donc possible de stimuler cette dernière initiative à défaut de pouvoir envisager directement l’installation de caméras automatiques. Ceci correspond à la volonté du législateur, à la réforme de l’E´tat, au respect des compétences des différents niveaux et au fait que la sécurité routière est une affaire de partenariat.

2. Dat laatste kan ik dus wel enigszins stimuleren, in tegenstelling tot de installaties van flitspalen. Dit stemt overeen met de wil van de wetgever, met de Staatshervorming, met eerbied voor de bevoegdheden van de verschillende niveau’s en met het feit dat verkeersveiligheid een zaak is van partnerschap.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15570

Ministre de l’Environnement et des Pensions

Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2004200504637

DO 2004200504637

Question no 70 de Mme Colette Burgeon du 24 juin 2005 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 70 van mevrouw Colette Burgeon van 24 juni 2005 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Biodiversité. — Conférence de Paris.

Biodiversiteit. — Conferentie van Parijs.

La biodiversité est la variété des formes de vie existant sur terre et englobe la diversité génétique, la diversité des espèces et la diversité des écosystèmes.

Biodiversiteit is de verscheidenheid van levensvormen op aarde en omvat de genetische diversiteit, de diversiteit van de soorten en de diversiteit van de ecosystemen.

La biodiversité fournit un grand nombre des biens et services qui soutiennent la vie humaine.

Aan de biodiversiteit hebben we een groot aantal goederen en diensten te danken waar de mens zijn voordeel mee doet.

La Conférence Internationale « Biodiversité : Science et Gouvernance » qui s’est réunie du 14 au 28 janvier 2005, au siège de l’Organisation des Nations Unies pour l’Education, la Science et la Culture (UNESCO), à Paris a enregistré la présence de plus de 1 000 participants, représentant gouvernements, organisations intergouvernementales et organisations non gouvernementales, ainsi que les secteurs académiques et privés.

De internationale conferentie « Biodiversiteit : Wetenschap en Governance » die van 14 tot 28 januari 2005 in de zetel van de VN-Organisatie voor Opvoeding, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) in Parijs heeft plaatsgevonden, telde meer dan 1 000 deelnemers die regeringen, intergouvernementele organisaties, niet-gouvernementele organisaties, academische kringen en de privésector vertegenwoordigden.

La Conférence, fait partie intégrante de l’effort mondial en cours visant à inverser, d’ici 2010, le taux actuel de l’érosion de la biodiversité et à s’assurer de la préservation à long terme et de l’utilisation durable de la biodiversité, ainsi que du partage juste et équitable des avantages découlant des ressources génétiques.

De Conferentie kadert in de inspanningen die thans wereldwijd worden geleverd om de huidige aantasting van de biodiversiteit tegen 2010 om te buigen en te zorgen voor een vrijwaring op lange termijn en een duurzaam gebruik van de biodiversiteit en een eerlijke en billijke verdeling van de voordelen die uit de genetische rijkdommen voortvloeien.

La Conférence a été organisée dans l’objectif d’évaluer les connaissances actuelles, et les besoins en matière de recherche et d’expertise scientifique dans le domaine de la biodiversité, ainsi que celui d’examiner les approches publique et privée dans la préservation et de la gestion de la biodiversité, et les interactions entre science et gouvernance.

De Conferentie had tot doel de huidige kennis en de noden inzake wetenschappelijk onderzoek en expertise op het gebied van biodiversiteit te evalueren, alsook de aanpak door de overheid en de privésector met betrekking tot de vrijwaring van en het omgaan met de biodiversiteit, en de wisselwerkingen tussen wetenschap en governance, te onderzoeken.

La Conférence a produit deux documents :

De Conferentie heeft aanleiding gegeven tot het opstellen van twee documenten :

— la Déclaration de Paris concernant la Biodiversité, un appel lancé par les scientifiques en faveur de la biodiversité;

— de Verklaring van Parijs betreffende de Biodiversiteit, waarin de wetenschappers een oproep doen ten voordele van de biodiversiteit;

— et une Déclaration de la Conférence, qui rappelle les engagements pris par les gouvernements concernant l’objectif 2010 et qui appuie le lancement d’un processus consultatif international pour

— en een Verklaring van de Conferentie, waarin herinnerd wordt aan de verbintenissen die de regeringen met betrekking tot de doelstelling « Countdown 2010 » zijn aangegaan en waarin


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15571

l’évaluation des données scientifiques et des options politiques offertes aux processus décisionnels.

wordt aangedrongen op het op gang brengen van een internationaal consultatief proces voor de evaluatie van de wetenschappelijke gegevens en de politieke beleidskeuzes met het oog op de besluitvorming.

1. Quelles sont les parties qui représentaient la Belgique à la Conférence de Paris ?

1. Wie vertegenwoordigde ons land op de Conferentie van Parijs ?

2. Quels sont les efforts consentis par l’E´tat belge pour atteindre l’objectif 2010 ?

2. Welke inspanningen heeft de Belgische Staat geleverd om de doelstelling « Countdown 2010 » te halen ?

3. Est-ce qu’une concertation est prévue entre l’E´tat fédéral et les Régions afin d’atteindre cet objectif ?

3. Plegen de federale overheid en de Gewesten overleg met het oog op het bereiken van die doelstelling ?

4. a) Est-il envisagé un partenariat avec le ministère de la Coopération au développement ?

4. a) Wordt een partnership met het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking overwogen ?

b) Si oui, sous quelle(s) forme(s) ?

b) Zo ja, onder welke vorm ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 27 juillet 2005, à la question no 70 de Mme Colette Burgeon du 24 juin 2005 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 27 juli 2005, op de vraag nr. 70 van mevrouw Colette Burgeon van 24 juni 2005 (Fr.) :



La perte de la biodiversité est un problème mondial, auquel une grande attention est accordée, tant au niveau national qu’au niveau international. L’« objectif 2010 » a été formulé lors du sommet mondial de Johannesburg en 2002. Cela implique que toutes les mesures nécessaires doivent être prises en vue de réduire de façon significative la vitesse de la ` cet égard, l’UE perte de la biodiversité d’ici 2010. A souhaite aller plus loin et limiter, d’ici 2010, la perte de la biodiversité au sein des frontières européennes. La Belgique également devra prendre des mesures visant à stopper la perte de la biodiversité dans notre pays.

Het verlies van biodiversiteit is een wereldwijd probleem waaraan zowel op nationaal als op internationaal niveau veel aandacht wordt besteed. Tijdens de wereldtop van Johannesburg in 2002 werd « doelstelling 2010 » geformuleerd. Deze houdt in dat alle nodige maatregelen moeten worden genomen om tegen 2010 de snelheid van het verlies aan biodiversiteit op significante wijze te verminderen. De EU wil hierin verder gaan en tegen 2010 het verlies van biodiversiteit binnen de EU-grenzen stoppen. Ook Belgie¨ zal maatregelen moeten nemen om het verlies van biodiversiteit in ons land te stoppen.

La conférence « Biodiversité : science et administration » approuve le processus mondial visant à réduire de façon significative l’érosion de la biodiversité d’ici 2010. La conférence réunit des scientifiques et des acteurs concernés par la biodiversité et a pour objectif d’établir un état d’avancement des informations scientifiques disponibles, d’identifier les lacunes et les controverses scientifiques en vue de susciter un dialogue à un niveau élevé entre les scientifiques, les politiques et les économistes concernant la gestion de la biodiversité.

De conferentie « Biodiversiteit : wetenschap en bestuur » onderschrijft het wereldwijd proces bedoeld om de erosie van biodiversiteit op significante wijze te verminderen tegen 2010. De conferentie verzamelt wetenschappers en actoren betrokken bij de biodiversiteit met de bedoeling om te komen tot een stand van zaken van de beschikbare wetenschappelijke informatie, het identificeren van de lacunes en wetenschappelijke controversen met het oog op het bekomen van een dialoog op hoog niveau tussen wetenschappers, politici en economisten over het beheer van de biodiversiteit.

1. Une délégation scientifique belge a participé à la Conférence de Paris. Il y avait des représentants de la Région wallonne (DGRNE), de la BELSPO, de l’IRSNB, (Focal Point de la CBD) et de la Plateforme belge pour la biodiversité.

1. Een Belgische wetenschappelijke delegatie heeft deelgenomen aan de Conferentie van Parijs. Er waren vertegenwoordigers aanwezig van het Waals Gewest (DGRNE), BELSPO, KBIN (CBD Focal Point) en het Belgisch Platform voor Biodiversiteit.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15572

2. Mon administration n’est pas compétente pour la protection de la biodiversité in situ en Belgique, mais elle peut collaborer à la réalisation de l’objectif 2010. Mon administration a entrepris les initiatives suivantes, en vue d’atteindre l’objectif 2010 :

2. Mijn administratie is niet bevoegd voor de bescherming van de biodiversiteit in situ in Belgie¨ maar kan toch op verschillende niveaus meewerken aan het realiseren van objectief 2010. Volgende initiatieven worden door mijn administratie ondernomen om het objectief 2010 te halen :

— Collaboration à la publication du livre « Biodiversity in Belgium » édité par l’IRSNB et à la brochure « La biodiversité en Belgique, un aperçu ». Cette brochure a connu un énorme succès.

— Medewerking aan de publicatie van het door de KBIN uitgegeven boek « Biodiversity in Belgium » en de brochure « Biodiversiteit in Belgie¨, een overzicht », Deze brochure kent een enorm succes.

— Les autres actions de sensibilisation auxquelles mon administration prend part sont l’élaboration de pages web sur la biodiversité et les risques biotechnologiques, destinées aussi bien au grand public qu’aux entreprises et la préparation d’une campagne de sensibilisation concernant la biodiversité à l’intention des écoles. Mon administration a également organisé un workshop sur les OGM. dont l’objectif était d’informer tous les acteurs dans ce domaine en Belgique.

— Andere sensibiliseringsacties waar mijn administratie aan werkt zijn de ontwikkeling van webpagina’s rond biodiversiteit en bioveiligheid zowel naar het grote publiek toe als naar bedrijven toe en de voorbereiding van een sensibileringscampagne rond biodiversiteit naar scholen toe. Mijn administratie heeft verder ook nog een workshop georganiseerd rond GGO’s met als bedoeling om alle actoren binnen dit domein in Belgie¨ te informeren.

— On s’attèle, en collaboration avec les acteurs concernés, à l’identification d’actions spécifiques visant à l’intégration de la dimension de la biodiversité dans les secteurs fédéraux clés tels que le transport, l’économie, la politique scientifique et la coopération au développement.

— Er wordt in samenwerking met de betrokken actoren gewerkt aan de identificatie van specifieke acties die de zorg voor de biodiversiteit in federale sleutelsectoren, zoals transport, economie, wetenschappelijk beleid en ontwikkelingssamenwerking, integreren.

— En outre, mon administration travaille avec l’IRSNB et en étroite collaboration et concertation avec l’ensemble des départements régionaux et fédéraux compétents, à l’élaboration d’une stratégie nationale en matière de biodiversité. La stratégie fixera des objectifs concrets pour contribuer à l’engagement européen visant à stopper la perte de la biodiversité d’ici 2010. La stratégie nationale est attendue pour début 2006.

— Bovendien werkt mijn administratie met de KBIN en in nauwe samenwerking en overleg met alle bevoegde gewestelijke en federale departementen, aan het opstellen van een Nationale Strategie inzake biologische diversiteit. De strategie zal concrete doelstellingen aangeven om bij te dragen aan het Europees engagement om tegen 2010 het verlies aan biodiversiteit te stoppen. Verwacht wordt dat de Nationale Strategie klaar zal zijn tegen begin 2006.

— Par ailleurs, l’administration élabore une méthodologie pour la réalisation d’évaluations des risques concernant le croisement entre OGM et la flore sauvage en Belgique.

— Daarnaast werkt de administratie aan een methodologie voor de opmaak van risicoevaluaties met betrekking tot kruising tussen GGO’s en wilde flora in Belgie¨.

— L’administration travaille également activement à la promotion d’un bois durable et joue un roˆle actif dans le cadre des discussions européennes concernant l’implémentation du FLEGT EU (forest law enforcement governance and trade), visant à prévenir l’importation dans l’UE de bois de source illégale.

— De administratie werkt eveneens actief aan de promotie van duurzaam hout en speelt een actieve rol in de Europese discussies rond de implementatie van EU FLEGT (forest law enforcement governance and trade) om de invoer in de EU van illegaal gekapt hout te voorkomen.

— Enfin, il existe de nombreuses initiatives concer` nant la gestion écologique des terrains militaires. A cet égard, je vous renvoie au ministre de la Défense, M. Flahaut.

— Ten slotte zijn er ook tal van initiatieven met betrekking tot het ecologisch beheer van militaire terreinen. Hiervoor verwijs ik naar de minister van Defensie, de heer Flahaut.

3. Les régions et les autorités fédérales travaillent en étroite concertation afin d’atteindre l’objectif 2010. En

3. Om het objectief 2010 te bereiken is er nauw overleg tussen de gewesten en de federale overheid.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15573

ce qui concerne les espèces étrangères invasives, elles font l’objet d’une collaboration entre tous les acteurs.

Met betrekking tot « invasive alien species » is er een samenwerking opgezet tussen alle actoren.

S’il n’y a pas de partenariat, il y a toujours une concertation avec les secteurs et les partenaires concernés.

Indien er geen partnerschap is opgericht, gebeurt er steeds overleg met alle betrokken sectoren en partners.

4. Actuellement, il n’y a pas de réel partenariat avec le ministère de la Coopération au développement. En dépit de cela, il y a une concertation régulière et une collaboration efficace entre les deux administrations.

4. Momenteel bestaat er geen echt partnerschap met het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Niettegenstaande is er regelmatig overleg en een goede samenwerking tussen beide administraties.

Pensions

Pensioenen

DO 2004200504142

DO 2004200504142

Question no 99 de Mme Annemie Turtelboom du 2 mai 2005 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : E´volution du nombre d’agents statutaires et contractuels pensionnés.

Vraag nr. 99 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 mei 2005 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Les différents pouvoirs publics emploient à la fois des agents statutaires et des agents contractuels.

De verschillende overheden hebben zowel ambtenaren als contractuelen in dienst.

Pourriez-vous me faire connaıˆtre l’évolution, au cours des cinq dernières années et par roˆle linguistique, du nombre d’agents statutaires et contractuels pensionnés au sein des services publics fédéraux, des établissements scientifiques fédéraux, des organismes fédéraux d’intérêt public, des entreprises publiques autonomes, des corps spéciaux, du personnel militaire, de la police, du pouvoir législatif, du personnel des Communautés et des régions (ministères, établissements scientifiques, organismes d’intérêt public, Enseignement), des communes, des CPAS ainsi que des intercommunales et des provinces ?

Kan u de evolutie weergeven van het aantal gepensioneerde ambtenaren en contractuelen gedurende de jongste vijf jaar opgesplitst in de federale overheidsdiensten, de federale wetenschappelijke instellingen, de federale instellingen van openbaar nut, de autonome overheidsbedrijven, de bijzondere korpsen, het militair personeel, de politie, de wetgevende macht, het personeel van de gemeenschappen en de gewesten (ministeries, wetenschappelijke instellingen, instellingen van openbaar nut, Onderwijs), gemeenten, OCMW’s, intercommunales en provincies, opgesplitst tussen Vlamingen en Walen ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 28 juillet 2005, à la question no 99 de Mme Annemie Turtelboom du 2 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 28 juli 2005, op de vraag nr. 99 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 mei 2005 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Office national des pensions

Evolutie aantal gepensioneerde ambtenaren en conctractuelen.

Rijksdienst voor pensioenen

1. L’effectif s’élevait à la date du 31 décembre 2004 à 2 328 agents, dont 1 882 agents statutaires.

1. Het effectief bedroeg op 31 december 2004 2 328, waarvan 1 882 statutairen.

Les agents statutaires ayant pris leur pension, de façon prématurée ou non, au cours des cinq dernières années, sont répartis comme suit :

De ambtenaren die in de loop van de laatste vijf jaren werden toegelaten tot het al dan niet vervroegd rustpensioen, worden als volgt verdeeld :

Année

F

N

T

Jaar

F

N

T

2000 2001

16 12

18 11

34 23

2000 2001

16 12

18 11

34 23


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15574

Année

F

N

T

Jaar

F

N

T

2002 2003 2004

19 14 20

18 26 24

37 40 44

2002 2003 2004

19 14 20

18 26 24

37 40 44

Total ...................

81

97

178

Totaal ..................

81

97

178

2. Les agents statutaires pensionnés prématurément pour des raisons de santé ou d’infirmité au cours des cinq dernières années sont répartis comme suit : Année

F

2000 2001 2002 2003 2004

11 3 8 3 10

Total ...................

35

N

2. De ambtenaren die in de loop van de laatste vijf jaren vroegtijdig werden gepensioneerd wegens ziekte of gebrekkigheid, worden als volgt verdeeld :

T

Jaar

F

3 4 4 7 6

14 7 12 10 16

2000 2001 2002 2003 2004

11 3 8 3 10

3 4 4 7 6

14 7 12 10 16

24

59

Totaal ..................

35

24

59

3. 237 agents statutaires ont donc terminé définitivement leur carrière au cours des cinq dernières années :

N

T

3. 237 ambtenaren hebben dus definitief hun loopbaan beeïndigd in de loop van de laaste vijf jaren :

Année

F

N

T

Jaar

F

N

T

2000 2001 2002 2003 2004

27 15 27 17 30

21 15 22 33 30

48 30 49 50 60

2000 2001 2002 2003 2004

27 15 27 17 30

21 15 22 33 30

48 30 49 50 60

Total ...................

116

121

237

Totaal ..................

116

121

237

4. Au cours de 2004 deux contractuels (1F — 1N) ont terminé définitivement leur carrière par la mise à la retraite. En 2003 aucune mise à la retraite a été enregistrée. Avant 2003 il n’y a pas de données disponibles pour cette catégorie. Administration des Pensions

Administratie der Pensioenen

Les agents statutaires de l’administration des Pensions ayant pris leur pension au cours des cinq dernières années, sont répartis comme suit : Année 2000 2001 2002

F 4 7 3


4. Over 2004 hebben twee contractuelen (1F — 1N) hun loopbaan definitief door pensionering beeïndigd. In 2003 werd er geen pensionering geregistreerd. Voó´r 2003 zijn er geen statistische gegevens beschikbaar voor deze categorie.

N 3 7 2

De ambtenaren van de administratie der Pensioenen die in de loop van de laatste vijf jaren hun rustpensioen hebben opgenomen, worden als volgt verdeeld :

T

Jaar

7 11 5

2000 2001 2002

2004

2005

F 4 7 3

N 3 7 2

T 7 11 5


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 Année

15575

F

N

T

Jaar

F

N

T

2003 2004

1 6

6 7

7 13

2003 2004

1 6

6 7

7 13

Total ...................

18

25

43

Totaal ..................

18

25

43

En 2001 deux contractuels (1F — 1N) ont terminé définitivement leur carrière par la mise à la retraite. En 2003 deux mises à la retraite (1F — 1N) ont été enregistrées. Le tableau ci-dessous donne l’évolution du nombre de fonctionnaires, repartis selon les différents services publics pour lesquels la pension est de la compétence de l’administration des Pensions, qui ont été pensionnés durant les années 2000 à 2004. L’évolution 2000-2004 des fonctionnaires retraités Répartition des différents services publics Administration des Pensions 16 juin 2005

Service public ..................................... Overheidsdienst .................................. Ministères fédéraux ............................ Federale ministeries ............................

Ministères des communautés et des régions ................................................ Ministeries gemeenschappen en gewesten ......................................................

Pouvoir législatif ................................ Wetgevende macht .............................

Enseignement ..................................... Onderwijs ...........................................

Militaires ............................................ Militairen ...........................................

Police ................................................. Politie .................................................

In 2001 hebben twwe contractuelen (1F — 1N) hun loopbaan definitief door pensionering beeïndigd. In 2003 werden twee pensioneringen (1F — 1N) geregistreerd. De tabel hieronder geeft de evolutie weer gedurende de jaren 2000 tot en met 2004 van het aantal op rust gestelde ambtenaren, verdeeld over de verschillende overheidsdiensten waarvan het pensioen beheerd wordt door de administratie der Pensioenen. Evolutie 2000-2004 van gepensioneerde ambtenaren Verdeling over diverse overheidsdiensten Administratie der Pensioenen 16 juni 2005

2000

2001

2002

2003

2004

Roˆle linguistique Taalrol F N

9 437 13 401

9 227 13 329

9 089 13 211

9 056 13 382

9 091 13 504

Total. — Totaal .......

22 838

22 556

22 300

22 438

22 595

F

2 118

2 319

2 537

2 730

2 901

N

2 466

2 639

2 927

3 121

3 374


4 584

4 958

5 464

5 851

6 275

F N

425 496

416 502

431 510

427 530

430 537


921

918

941

957

967

F N

51 811 62 889

53 437 64 933

55 329 67 565

57 466 70 633

59 515 74 384


114 700

118 370

122 894

128 099

133 899

F N

16 597 24 541

16 327 24 229

16 136 23 881

16 031 23 537

15 908 23 207


41 138

40 556

40 017

39 568

39 115

F N

— —

76 117

363 526

690 1 009

1 103 1 466

193

889

1 699

2 569



2004

0

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15576

2000

2001

2002

2003

2004

Corps spéciaux ...................................

F

1 141

1 146

1 163

1 166

1 184

Bijzondere korpsen .............................

N

1 480

1 507

1 537

1 573

1 616


2 621

2 653

2 700

2 739

2 800

La Poste .............................................

F

7 816

7 950

8 130

8 263

8 396

De Post ..............................................

N

11 333

11 688

12 009

12 216

12 493


19 149

19 638

20 139

20 479

20 889

Belgacom ............................................

F

5

6

7

9

4 585

Belgacom ............................................

N

36

44

55

69

6 573


41

50

62

78

11 158

Institutions scientifiques fédérales .......

F

983

988

931

897

866

Federale wetenschappelijke instellingen

N

990

1 029

1 035

1 024

1 030

1 973

2 017

1 966

1 921

1 896

Total. — Totaal ....... Institutions scientifiques des communautés et des régions ..........................

F

8

5

11

14

13

Wetenschappelijke instellingen gemeenschappen en gewesten .................

N

19

21

23

25

29


27

26

34

39

42

Organismes d’intérêt public fédéraux .

F

3 309

3 148

3 076

3 050

3 040

Federale instellingen van openbaar nut

N

3 440

3 422

3 441

3 418

3 543


6 749

6 570

6 517

6 468

6 583

Organismes d’intérêt public : Communauté flamande ...................................

F

13

8

5

5

5

Instellingen van openbaar nut : Vlaamse Gemeenschap .....................................

N

1 311

1 452

1 527

1 657

1 793


1 324

1 460

1 532

1 662

1 798

1 541

1 645

3

3

Organismes d’intérêt public : Communauté française ...................................

F

259

440

519

Instellingen van openbaar nut : Franse Gemeenschap .....................................

N

—

—

—

259

440

519

1 544

1 648

F

1

1

1

1

1


1

1

1

1

1

Total. — Totaal ....... Organismes d’intérêt public : Communauté germanophone. — Instellingen van openbaar nut : Duitstalige Gemeenschap ..................................................


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15577

2000

2001

2002

2003

2004

Organismes d’intérêt public : Région wallonne .............................................

F

165

205

191

212

Instellingen van openbaar nut : Waalse Gemeenschap .....................................

N

1

1

1

1


166

206

192

213

222

Organismes d’intérêt public : Région Bruxelles-Capitale ...............................

F

75

84

88

90

95

Ministeries gemeenschappen en gewesten ......................................................

N

120

119

117

113

111


195

203

205

203

206

222 —

Pouvoirs locaux ..................................

F

10 301

10 421

10 538

10 952

11 227

Lokale besturen ..................................

N

14 401

15 153

15 660

16 650

17 296


24 702

25 574

26 198

27 602

28 523

241 388

246 389

252 570

261 561

281 186

Total général. — Algemeen totaal ......

Les chiffres sont basés sur la situation au 1er juillet de chaque année.

De aantallen zijn gebaseerd op de toestand van 1 juli van elk jaar.

Pour chaque service public, le nombre de fonctionnaires pensionnés selon le régime linguistique néerlandophone ou francophone, est également donné.

Eveneens wordt voor elke overheidsdienst het aantal gepensioneerden weergegeven volgens de Nederlandse of Franse taalrol.

Vu que seuls les fonctionnaires statutaires ont droit à une pension à charge du Trésor public, aucun contractuel n’apparaıˆt dans le tableau.

Daar alleen statutaire ambtenaren recht hebben op een pensieoen ten laste van de Staatskas, komen er geen gepensioneerde contractuelen voor in de tabel.

L’administration des Pensions est compétente pour la plupart des dossiers de pension du secteur public.

De administratie der Pensioenen is bevoegd voor de meeste pensioendossiers van de openbare sector.

Elle n’est cependant pas compétente pour les pensions des membres du personnel des communes, provinces, CPAS et intercomunales qui ont un régime de pension propre ou qui font gérer leurs pensions par une institution de prévoyance.

Zij is echter niet bevoegd voor pensioenen van personeelsleden van gemeenten, provincies, OCMW’s en intercomumnales die een eigen pensioenregeling hebben of die hun pensioenen door een voorzorginstelling laten beheren.

Elle n’est pas non plus compétente pour les pensions accordées aux organismes d’intérêt public qui ont un régime de pension propre et qui ne sont pas affiliées au Pool des parastataux, telle la Société nationale de chemins de fer belges.

Zij is evenmin bevoegd voor de pensioenen toegekend door instellingen van openbaar nut die een eigen pensioenregime hebben en die niet aangesloten zijn bij de Pool der parastatalen, zoals de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15578

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

DO 2004200504806

DO 2004200504806

Question no 62 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 62 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :

Départements. — Facilités accordées au personnel d’obédience islamique.

Departementen. — Toegekende faciliteiten aan tewerkgestelde islamieten.

Dans notre « société multiculturelle », il n’est pas exclu que les autorités publiques emploient également — tout comme les entreprises privées — des personnes pratiquant une religion islamique.

Door wat men « de multiculturele maatschappij » noemt, is het best mogelijk dat — net zoals bij privébedrijven — ook in overheidsinstanties werknemers met een islamitische religie tewerkgesteld worden.

Contrairement à ce qui est le cas pour les religions chrétiennes notamment, les usages et les règles de l’islam sont particulièrement contraignants et occupent une partie de la vie quotidienne. Il arrive dès lors que certains chefs d’entreprise accordent aux musulmans des facilités supplémentaires pour leur permettre d’accomplir leurs devoirs religieux. Mais il arrive également à ces chefs d’entreprise d’être confrontés à une soudaine augmentation des congés (de maladie) pendant la période du ramadan.

Anders dan bijvoorbeeld bij christelijke godsdiensten, zijn de gebruiken en regels binnen de islam van verregaande aard en nemen ze een deel in van het dagelijkse leven. Het gebeurt dat bedrijfsleiders daarom bijkomende faciliteiten toekennen, teneinde de moslims in staat te stellen hun religieuze gebruiken te vervullen. Maar het gebeurt evenzeer dat zij geconfronteerd worden met een plotse stijging van (ziekte)verloven tijdens de ramadan.

De telles situations se rencontrent probablement aussi au sein des services publics.

Een soortgelijke situatie kan zich wellicht ook voordoen bij de overheid.

1. Les fonctionnaires musulmans bénéficient-ils de facilités particulières ?

1. Worden speciale faciliteiten toegekend voor islamitische werknemers ?

2. a) Constate-t-on une augmentation significative des demandes de congé pendant le ramadan ?

2. a) Is er een significante stijging van verlofaanvragen tijdens de ramadan ?

b) Le cas échéant, cette situation n’entrave-t-elle pas le bon fonctionnement des services ?

b) Komen de werkzaamheden hierdoor in het gedrang ?

Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 25 juillet 2005, à la question no 62 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 25 juli 2005, op de vraag nr. 62 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

Je me réfère à la réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances, à qui une question similaire a été posée. (Question no 153 du 14 juillet 2005.)

Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, aan wie een gelijkaardige vraag gesteld werd. (Vraag nr. 153 van 14 juli 2005.)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15579

DO 2004200504807

DO 2004200504807

Question no 63 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 63 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :

Pavoisement des édifices publics le 11 juillet.

Bevlagging op 11 juli van openbare gebouwen.

L’arrêté royal du 5 juillet 1974 concernant l’utilisation du drapeau de la communauté culturelle néerlandaise pour le pavoisement des édifices publics stipule ce qui suit en son article 1er :

Het koninklijk besluit van 5 juli 1974 betreffende de bevlagging van de openbare gebouwen met de vlag van de Nederlandse (cultuur)gemeenschap bepaalt in artikel 1 dat :











Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 28 juillet 2005, à la question no 63 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 28 juli 2005, op de vraag nr. 63 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de donner au membre estimé la réponse suivante.


Je me réfère à la réponse du ministre de l’Intérieur, à qui une question similaire a été posée. (Question no 691 du 14 juillet 2005.)

Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, aan wie een gelijkaardige vraag gesteld werd. (Vraag nr. 691 van 14 juli 2005.)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15580

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Développement durable

Duurzame Ontwikkeling

DO 2004200504806

DO 2004200504806

Question no 43 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 43 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Départements. — Facilités accordées au personnel d’obédience islamique.

Departementen. — Toegekende faciliteiten aan tewerkgestelde islamieten.

Dans notre « société multiculturelle », il n’est pas exclu que les autorités publiques emploient également — tout comme les entreprises privées — des personnes pratiquant une religion islamique.

Door wat men « de multiculturele maatschappij » noemt, is het best mogelijk dat — net zoals bij privébedrijven — ook in overheidsinstanties werknemers met een islamitische religie tewerkgesteld worden.









b) Le cas échéant, cette situation n’entrave-t-elle pas le bon fonctionnement des services ?


Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 28 juillet 2005, à la question no 43 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 28 juli 2005, op de vraag nr. 43 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.



2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15581

J’ai l’honneur de me référer à la réponse du ministre de la Fonction publique. (Question no 153 du 14 juillet 2005.)

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 153 van 14 juli 2005.)

DO 2004200504807

DO 2004200504807





















J’ai l’honneur de me référer à la réponse du ministre de l’Intérieur. (Question no 691 du 14 juillet 2005.)

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 691 van 14 juli 2005.)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15582

Ećonomie sociale

Sociale Economie

DO 2004200504512

DO 2004200504512

Question no 51 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 51 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :










— slechts bij 45 % van de oproepen kwam een contact tot stand binnen een aanvaardbare termijn;

— le nombre de clients d’un bureau est inversement proportionnel à son accessibilité téléphonique : autrement dit, plus le bureau est important, plus l’accessibilité téléphonique est mauvaise;

— er is een omgekeerde correlatie tussen het aantal clie¨nten van een vestiging en de telefonische bereikbaarheid : met andere woorden, hoe groter de vestiging, hoe slechter telefonisch bereikbaar;

— en ce qui concerne les appels vers les bureaux bruxellois, seulement 22 % des appels ont permis d’établir un contact avec un collaborateur capable de répondre à la question.

— wanneer men naar de Brusselse vestiging belt, is er slechts in 22 % van de gevallen contact met een medewerker die de vraag kan beantwoorden.

Le 25 mai 2005, le ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances, M. Dupont, a déclaré, en réponse à ma question orale numéro 6791, que jusqu’à la moitié de l’année 2006, tout service fédéral pourra demander une analyse de l’accessibilité téléphonique de ses services (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, 25 mai 2005, COM615, p. 3). Il s’est adressé à tous les SPF pour leur donner des explications sur le projet et les modalités de mise en œuvre du contrat avec SNT Belgium. Le département du ministre Dupont prendra le couˆt de l’analyse à sa charge à la condition que le public-cible éprouve des difficultés financières ou sociales à entrer en contact avec l’administration.

Op 25 mei 2005 antwoordde de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, de heer Dupont, op mijn mondelinge vraag nummer 6791 dat elke federale dienst tot midden 2006 een analyse kan vragen van de telefonische bereikbaarheid van zijn diensten (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, 25 mei 2005, COM615, blz. 3). Hij heeft alle FOD’s hierover aangeschreven om het project en de gebruiksmodaliteiten van het contract met SNT Belgium uit te leggen. Het departement van minister Dupont zou de onderzoekskosten op zich nemen, op voorwaarde dat het doelpubliek financie¨le of sociale moeilijkheden heeft om contact op te nemen met de administratie.

Les Pays-Bas ont recours à un baromètre général d’accessibilité. Les pouvoirs publics y réalisent un score d’accessibilité téléphonique de 66 % par un numéro d’appel général. La ligne d’information flamande Vlaamse Infolijn, qui est le numéro central unique des autorités flamandes, réalise un score de 90 à 95 %.

In Nederland bestaat een algemene bereikbaarheidsbarometer. De overheid scoort er een telefonische bereikbaarheid van 66 % via een algemeen nummer. De Vlaamse Infolijn, het unieke centrale nummer van de Vlaamse Overheid, haalt een score van 90 à 95 %.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15583

1. Quels services publics ressortissant à votre compétence entrent en considération pour la réalisation d’une analyse d’accessibilité ? 2. a) Ces services ont-ils déjà demandé une telle analyse ? b) Pourquoi l’ont-ils fait ou pourquoi ne l’ont-ils pas fait ? 3. a) Encouragez-vous la réalisation d’une telle analyse ? b) Pour quelle raison y êtes-vous favorable ou non ? 4. Que pensez-vous de l’instauration d’un numéro central unique pour l’ensemble des services publics, à l’instar de ce qui existe en Flandre avec la Vlaamse Infolijn ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2005, à la question no 51 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) : En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. Le SPP Intégration sociale procédera, dans la seconde moitié de 2005, dans le cadre d’une analyse annuelle des parties prenantes et en tant qu’élément d’une Balanced Score Card à mettre en œuvre, à une enquête relative à l’accessibilité du SPP. Afin d’examiner l’accessibilité et le service offert au client, on recourra à un « mystery shopper ».

1. Welke overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen komen in aanmerking voor een toegankelijkheidsonderzoek ? 2. a) Hebben deze diensten reeds om een analyse van de toegankelijkheid verzocht ? b) Waarom wel of waarom niet ? 3. a) Moedigt u aan dat een dergelijk onderzoek zou plaatsvinden ? b) Waarom wel of waarom niet ? 4. Hoe staat u tegenover het instellen van één centraal nummer voor alle federale overheidsdiensten, conform de Vlaamse Infolijn ? Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2005, op de vraag nr. 51 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) : In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Ce « mystery shopper » contactera, sur la base d’un questionnaire convenu préalablement au sein du SPP, un certain nombre de services du SPP pour vérifier si les réponses fournies par ceux-ci sont suffisamment cohérentes entre elles. Il entre en outre dans les intentions du SPP de lancer, dans le courant de 2006, la mise en œuvre d’un Front Desk (point de contact unique) visant à améliorer l’accessibilité et le service offert au client.

De POD Maatschappelijke Integratie zal in het kader van een jaarlijkse Stakeholders Analyse en als onderdeel van een te implementeren Balanced Score Card, in de tweede helft van 2005 een onderzoek doen naar de bereikbaarheid van de POD. Om de bereikbaarheid en de klantvriendelijkheid te onderzoeken zal gebruik worden gemaakt van een « mystery shopper ». Deze « mystery shopper » zal middels een, op voorhand binnen de POD afgesproken, vragenlijst een aantal diensten van de POD contacteren om na te gaan of de antwoorden van de verschillende diensten voldoende op elkaar afgestemd zijn. Het is verder de bedoeling van de POD om in de loop van 2006 te starten met de implementatie van een Front Desk (uniek contactpunt) om de bereikbaarheid en de klantvriendelijkheid te verhogen.

DO 2004200504806

DO 2004200504806


Vraag nr. 52 van de heer Ortwin Depoortere van 14 juli 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Departementen. — Toegekende faciliteiten aan tewerkgestelde islamieten. Door wat men « de multiculturele maatschappij » noemt, is het best mogelijk dat — net zoals bij privé-

Départements. — Facilités accordées au personnel d’obédience islamique. Dans notre « société multiculturelle », il n’est pas exclu que les autorités publiques emploient également


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15584

— tout comme les entreprises privées — des personnes pratiquant une religion islamique.

bedrijven — ook in overheidsinstanties werknemers met een islamitische religie tewerkgesteld worden.









b) Le cas échéant, cette situation n’entrave-t-elle pas le bon fonctionnement des services ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 28 juillet 2005, à la question no 52 de M. Ortwin Depoortere du 14 juillet 2005 (N.) :




J’ai l’honneur de me référer à la réponse du ministre de la Fonction publique. (Question no 153 du 14 juillet 2005.)

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 153 van 14 juli 2005.)

DO 2004200504807

DO 2004200504807







« Le 11 juillet, le drapeau de la communauté (culturelle) néerlandaise est arboré aux édifices publics dans la région de langue néerlandaise ainsi que sur les baˆtiments publics situés dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale, ou` sont établies des institutions qui, en

« Op 11 juli wordt de vlag van de Nederlandse (cultuur)gemeenschap gehesen op de openbare gebouwen in het Nederlandse taalgebied alsook op de openbare gebouwen in het tweetalig gebied BrusselHoofdstad waar instellingen gevestigd zijn die wegens


2004


2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15585

raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant exclusivement à la communauté (culturelle) néerlandaise. »

hun activiteiten moeten worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Nederlandse (cultuur)gemeenschap. ».













J’ai l’honneur de me référer à la réponse du ministre de l’Intérieur. (Question no 691 du 14 juillet 2005.)

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 691 van 14 juli 2005.)


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15586


Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden



Dans le cadre de l’application de la recommandation du 12 juillet 1990 relative au renforcement du controˆle parlementaire de l’intégration européenne (Doc. parl., Chambre, 20-1251/1-1989/1990), Mme Frederika Brepoels, membre du Parlement européen, a posé le 28 février 2005 via le comité d’avis, la question suivante.

In het kader van de toepassing van de aanbeveling van 12 juli 1990 betreffende de versterking van de parlementaire controle op de Europese integratie (Parl. St., Kamer, 20-1251/1-1989/1990) heeft mevrouw Frederika Brepoels, lid van het Europees Parlement, volgende vraag gesteld via het adviescomité, op 28 februari 2005.

Concerne : Abus des visa.

Betreft : Visamisbruik.

L’on estime que 20 millions de ressortissants non européens demanderont un visa pour les pays de la zone Schengen d’ici à 2007.

Naar schatting zullen niet-Europeanen tegen 2007 ongeveer 20 miljoen visa aanvragen voor de Schengenlanden.

Pour prévenir les abus et le phénomène du « visa shopping », la Commission européenne a proposé la création d’un système d’information Visa. L’objectif escompté est de contrer la fraude par le biais d’un système d’empreintes digitales et de photos numériques et une base de données centrale. Ce système devrait être opérationnel pour l’année 2007.

Om misbruik en visa-shopping te voorkomen werkte de Europese Commissie een voorstel uit tot de creatie van een visa-informatiesysteem. Via een systeem van vingerafdrukken en digitale foto’s en een centrale gegevensbank hoopt men fraude tegen te gaan. Dit systeem zou operationeel zijn tegen 2007.

Toutefois, ce mécanisme de lutte contre la fraude perd toute utilité si les abus sont commis au niveau de l’octroi des visas. En effet, à partir du moment où ils ont obtenu un visa, les détenteurs de celui-ci peuvent circuler librement dans les limites de la zone Schengen en vertu de la libre circulation des personnes.

Dit fraudebestrijdingsmechanisme is echter van generlei nut indien het misbruik zich situeert op het niveau van de toekenning. Want eens een visum verkregen kunnen de houders van een visum zich middels het vrij verkeer van personen vrij bewegen binnen de grenzen van de landen van de zogenaamde Schengenzone.

Il est devenu évident aujourd’hui que des centaines de milliers — probablement — de visas ont été obtenus de manière frauduleuse en Allemagne. Dans plusieurs ambassades de l’ancien bloc de l’Est, des visas ont été octroyés à la légère, voire vendus. Des trafiquants d’êtres humains et des criminels dirigeant des réseaux de prostitution auraient largement profité de ces pratiques pour expédier des clandestins dans l’Union européenne. Plusieurs membres du personnel des ambassades d’Allemagne à Kiev et à Tirana ont été licenciés.

In Dutisland is het nu duidelijk geworden dat wellicht honderdduizenden visa frauduleus zijn verkregen. In verschillende ambassades in het Oostblok zijn visa lichtelijk toegekend of zelfs verkocht. Mensenhandelaars en criminelen achter prostitutienetwerken zouden daar gretig van geprofiteerd hebben om illegalen de Europese Unie in te sturen. Verschillende personeelsleden uit de Duitse ambassades in Kiev en Tirana werden ontslagen.

1. Le Portugal et l’Espagne ont déjà signalé aux autorités allemandes la présence de milliers de clandestins en provenance de l’Ukraine et munis d’un visa allemand. Le ministre constate-t-il ce phénomène en Belgique aussi ? Des chiffres sont-ils disponibles ?

1. Portugal en Spanje lieten de Duitse overheid al weten duizenden Oekraıënse illegalen te hebben aangetroffen met Duitse visa. Merkt de minister een dergelijk fenomeen ook in Belgie¨ ? Zijn er cijfers beschikbaar ?

2. Avez-vous déjà eu des contacts avec votre homologue allemand à ce sujet ? En effet, la politique d’un E´tat membre en matière d’octroi des visas a

2. Heeft u reeds contact gehad met uw Duitse collega omtrent deze zaak. Want het beleid van één lidstaat inzake het toekennen van visa heeft wel dege-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15587

d’importantes conséquences pour les autres E´tats membres européens. Dans l’affirmative, une suite at-elle été donnée à ces contacts ?

lijk gevolgen voor de andere Europese lidstaten. Zo ja, werd hier enig gevolg aan gegeven ?

3. Les événements survenus en Allemagne démontrent que la sélection du personnel chargé dans les ambassades et les administrations de l’octroi des autorisations de séjour est promordiale. A-t-on connaissance en Belgique de cas similaires de fraude concernant les autorisations de séjour et qui se seraient produits dans le passé ? Quelle est en Belgique la procédure de sélection et de controˆle des fonctionnaires chargés de l’exécution des décisions et responsables de l’octroi d’autorisations de séjour ?

3. De zaak in Duistand toont aan dat de screening van het personeel op ambassades en in de administraties verantwoordelijk voor het toekennen van verblijfsvergunningen uiterst belangrijk is. Zijn er in het verleden gelijkaardige gevallen van fraude met verblijfsvergunningen gekend in Belgie¨ en hoe worden de uitvoeringsambtenaren verantwoordelijk voor het toekennen van verblijfsvergunningen bij ons gescreend en gecontroleerd ?

Réponse :

Antwoord :


Het geachte lid zal hieronder het antwoord op haar vragen vinden.

L’année dernière, l’Office des étrangers n’a pas découvert un nombre anormal de ressortissants ukrainiens en possession d’un passseport Schengen allemand. En 2004, 395 ressortissants ukrainiens ont été soumis à un controˆle administratif. De ce groupe, 215 personnes ont été mises en possession d’un ordre de quitter le territoire et 48 personnes ont été enfermées en vue de leur rapatriement forcé du Royaume.

De Dienst Vreemdelingenzaken heeft, het afgelopen jaar, geen abnormaal groot aantal Oekraıënse onderdanen in het bezit van een Duits Shcnegenpaspoort aangetroffen. In 2004 werden 395 Oekraıënse onderdanen aan een administratieve controle onderworpen. Van deze groep werden 215 personen in het bezit gesteld van een bevel om het grondgebied te verlaten en werden 48 personen opgesloten met het oog op hun gedwongen verwijdering uit het Rijk.

Les autorités allemandes ont fait savoir que des mesures adéquates ont été prises afin d’éviter une répétition de la situation que vous citez.

De Duitse autoriteiten hebben kenbaar gemaakt dat passende maatregelen werden genomen om een herhaling van de door u aangeklaagde situatie te voorkomen.

De plus, je veux attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que l’Office des étrangers effectue encore des controˆles supplémentaires. Dans le cas d’une violation des frontières extérieures Schengen, les autorités frontalières belges vérifient toujours si l’étranger qui veut entrer dans le Royaume, répond aux dispositions de l’article 3 de la loi sur les étrangers (moyens d’existence, motif de voyage, ordre public).

Ik wil het geachte lid er tevens op wijzen dat er door de Dienst Vreemdelingenzaken nog bijkomende controles worden uitgeoefend. Bij een overschrijding van de Schengenbuitengrenzen wordt door de Belgische grensautoriteiten steeds geverifieerd of de Vreemdeling die het Rijk wenst binnen te komen voldoet aan de bepalingen van artikel 3 van de vreemdelingenwet (bestaansmiddelen, reismotief, openbare orde).

En ce qui concerne le screening des fonctionnaires d’exécution de l’Office des étrangers, je peux communiquer à l’honorable membre qu’un système de controˆle par dégrés s’applique. Le fonctionnaire prendra une décision dans le dossier sur la base de la réglementation et des instructions en vigueur. La structure hiérarchique prend donc soin d’un controˆle interne. Dès qu’il y ait une indication de fraude ou de corruption, les mesures nécessaires seront prises.

Wat betreft de screening van de uitvoeringsambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken, kan ik het geachte lid meedelen er een getrapt systeem van controle geldt. De ambtenaar zal een beslissing nemen in een dossier op basis van de geldende reglementering en instructies. Het dossier zal echter steeds worden voorberied door een andere ambtenaar. De hie¨rarchische structuur zorgt dus deels voor een interne controle. Zodra er een indicatie is van fraude of corruptie, worden de nodige maatregelen getroffen.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15588


Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

Ministre de la Mobilité


Dans le cadre de l’application de la recommandation du 12 juillet 1990 relative au renforcement du controˆle parlementaire de l’intégration européenne (Doc. parl., Chambre, 20-1251/1-1989/1990), M. Bart Staes, membre du Parlement européen, a posé le 19 janvier 2005 via le comité d’avis, la question suivante.

In het kader van de toepassing van de aanbeveling van 12 juli 1990 betreffende de versterking van de parlementaire controle op de Europese integratie (Parl. St., Kamer, 20-1251/1-1989/1990) heeft de heer Bart Staes, lid van het Europees Parlement, volgende vraag gesteld via het adviescomité, op 19 januari 2005.

Concerne : Révision du Conseil des Transports, des Télécommunications et de l’Eńergie. — Position commune sur un projet de règlement relatif aux conditions de travail des chauffeurs professionnels.

Betreft : Bijeenkomst Raad van Vervoer, Telecommunicatie en Energie. — Gemeenschappelijk standpunt ontwerpverordering, arbeidsomstandigheden beroepschauffeurs.

Dans sa réponse à la question E-2573/04, la Commission européenne indique que le règlement CEE 3820/85 n’est pour l’heure pas applicable à la plupart des véhicules utilisés par les services de messagerie et courrier express. Dans un même temps, la Commission reconnaıˆt que pour des motifs de sécurité routière, le champ d’application du règlement pourrait être étendu aux véhicules en question. Elle ajoute qu’il serait préférable de définir une réglementation au niveau national pour le secteur des services de messagerie et de courrier express locaux et régionaux. La Commission ajoute pour terminer que lors des discussions avec le Conseil sur la proposition de modification, elle n’a reçu jusqu’ici que peu de soutien pour élargir le champ d’application de la directive, même à cette catégorie limitée que représentent les véhicules de messagerie.

In haar antwoord op vraag E-2573/04 laat de Europese Commissie weten dat verordening EEG 3820/85 op dit moment niet van toepassing is op de meeste voertuigen die door koeriers- en expresdiensten worden gebruikt. Tegelijk erkende de Commissie, zo luidt het antwoord, « dat er op grond van het argument van de verkeersveiligheid redenen waren om de door deze sector gebruikte voertuigen op te nemen (...) », daarbij vermeldend dat de sector van de lokale en regionale koeriers of expresdiensten beter op nationaal niveau kan worden gereguleerd. De Commissie besluit evenwel : « Bij de bespreking met de Raad over het gewijzigde voorstel kreeg de Commissie tot dusver weinig steun om de de werkingssfeer van de richtlijn uit te breiden, zelfs tot beperkte categorie van koeriervoertuigen ».

Lors de la réunion du Conseil des transports, des télécommunications et de l’énergie, qui s’est tenue les 9 et 10 décembre 2004 et à laquelle a assisté entre autres le ministre fédéral de la Mobilité, le Conseil a décidé, avec l’accord de la Belgique, de ne pas étendre les prescriptions en matière de conditions de travail des chauffeurs professionnels aux chauffeurs des services de messagerie.

Op de bijeenkomst van de Raad van Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 9 en 10 december 2004, bijgewoond door onder meer de federale minister van Mobiliteit, besliste de Raad met instemming van Belgie¨ om de voorschriften inzake arbeidsomstandigheden van beroepschauffeurs niet uit te breiden tot deze van de koerierdiensten.

1. Le ministre peut-il me préciser pourquoi dans cette matière il n’a pas joué pleinement la carte du Conseil, organe au sein duquel il siège, mais plutoˆt choisi la voie plus incertaine du Parlement européen (journal « De Morgen » du 10 décembre 2004) ?

1. Kan de minister meedelen waarom hij verkozen heeft om in deze materie niet de volle kaart van de Raad, het orgaan waarin hij zelf zetelt, te spelen, maar te kiezen voor de voor hem minder zekere weg van het Europese parlement (De Morgen van 10 december 2004) ?

2. Le ministre peut-il m’indiquer s’il a l’intention de prendre des initiatives au niveau national pour améliorer les conditions de travail des chauffeurs professionnels des services de messagerie dans le but de promouvoir la sécurité routière, tout en tenant compte de la

2. Kan hij meedelen of hij initiatieven zal nemen op het nieveau van de lidstaat opdat de arbeidsomstandigheden van de beroepschauffeurs werkzaam voor onder andere koeriersdiensten kunnen verbeteren en aldus een positief gevolg zullen hebben voor de verkeersvei-


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15589

réglementation européenne sur la libre circulation des personnes et des biens ?

ligheid, daarbij rekening houdende met de Europese regelgeving met betrekking tot het vrij verkeer van personen en goederen ?

3. Le cas échéant, le ministre peut-il expliquer pourquoi il n’a pas l’intention de prendre des initiatives visant à améliorer les conditions de travail des chauffeurs professionnels et donc à contribuer à l’amélioration de la sécurité routière ?

3. Kan de minister in het andere geval argumenteren waarom hij géén initiatieven zal ontwikkelen die de arbeidsomstandigheden van beroepschauffeurs zullen verbeteren en aldus zullen bijdragen aan het toenemen van de verkeersveiligheid ?

Réponse :

Antwoord :

La Belgique a toujours défendu au sein du groupe transport du Conseil l’extension de l’application des règles du règlement (CEE) 3820/85 aux véhicules de moins de 3,5 tonnes conduits par des conducteurs professionnels pour des services de courrier express.

Belgie¨ heeft steeds de uitbreiding van de regels van verordening (EEG) 3820/85 tot de voertuigen van minder dan 3,5 ton en bestuurd door professionele bestuurders in het kader van koerierdiensten bepleit in de Transportgroep van de Raad.

On était cependant bien conscient du fait que la plupart de ces véhicules ne sont pas équipés d’un tachygraphe et qu’une telle mesure impliquait la réintroduction des « feuilles de controˆle », peu suˆres et administrativement lourdes, en vigueur avant l’obligation pour les véhicules d eplus de 3,5 tonnes d’être équipé d’un tachygraphe.

Wel was men er zich van bewust dat de meeste van deze voertuigen niet uitgerust zijn met een tachograaf en dat een dergelijke maatregel impliceert dat men de « controlebladen » dient te reı¨troduceren, die de administratie bezwaren en minder zekerheid bieden en die van toepassing waren op een ogenblik dat er nog geen verplichting was voor voertuigen van méér dan 3,5 ton om uitgerust te zijn met een tachograaf.

Il n’y a que la France et le Luxembourg qui soutenaient le point de vue belge en la matière.

Enkel Frankrijk en Luxemburg steunden het Belgische standpunt terzake.

Lors du Conseil des 9 et 10 décembre 2004, afin de ne pas être un des seuls E´tats membres à ne pas accepter la proposition de modification et pour obtenir satisfaction sur d’autres points, notamment la date d’introduction du tachygraphe digital et le principe de co-responsabilité du donneur d’ordre du transport, la Belgique s’est rangée à la position unanime du Conseil tout en soulignant la faible portée de la proposition adoptée au regard de la proposition initiale.

Tijdens de Raad van 9 en 10 december 2004, en teneinde niet geı¨soleerd te staan als een der weinige lidstaten die de voorgestelde wijziging verwierpen en voldoening te kunnen bekomen op andere punten zoals de datum van invoering van de digitale tachograaf en het principe van de medeverantwoordelijkheid van de opdrachtgever heeft Belgie¨ zich geschaard achter de unanieme positie van de Raad, er evenwel op wijzend dat de draagwijdte van het voorstel slechts een zwakke versie was van het oorspronkelijk voorstel.

Le 13 avril 2005, le Parlement européen s’est également prononcé en deuxième lecture sur ce problème et a voté à la majorité qualifiée le non-enregistrement des véhicules de moins de 3,5 tonnes dans le champ d’application de la directive.

Het Europees Parlement heeft op 13 april 2005 zich in tweede lezing ook uitgesproken over deze kwestie en heeft met een gekwalificeerde meerderheid gestemd om voertuigen onder de 3,5 ton niet op te nemen in het toepassingsgebied van de richtlijn.

La procédure de conciliation pour trouver un accord entre le Parlement européen et le Conseil commencera bientoˆt. Il est donc prématuré de parler de mesures propres. Si cette proposition n’est pas soutenue au niveau européen, nous devrons réfléchir au fait de savoir comment régler éventuellement cela de manière autonome.

De conciliatieprocedure om te komen tot een overeenstemming tussen het Europees Parlement en de Raad zal binnenkort opgestart worden. Het is dus voorbarig om over eigen maatregelen te spreken. Indien dit voorstel niet op Europees vlak gesteund wordt, zullen we moeten nadenken hoe het eventueel zelf te regelen.


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15591

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Premier ministre Eerste minister 1

2004200504706 30- 6-2005

95

Eric Libert

Programme officiel des activités organisées pour les 175 ans de la Belgique et les 25 ans du fédéralisme. — Diffusion dans les communes périphériques. Officieel programma van de viering van 175 jaar Belgie¨ en 25 jaar federalisme. — Verspreiding in de randgemeenten.

15435

1

2004200504316 24- 5-2005

96

Guido De Padt

Marchés publics. — Appel aux candidats. Overheidsopdrachten. — Uitnodiging van gegadigden.

15436

1

2004200504762

8- 7-2005

97

Hagen Goyvaerts

Absence du compte d’exécution du budget 2002 du Centre de presse international. Ontbreken van de rekening van het Internationaal Perscentrum bij de uitvoering van de begroting 2002.

15437

1

2004200504806 14- 7-2005

98

Ortwin Depoortere

Départements. — Facilités accordées au personnel d’obédience islamique. Departementen. — Toegekende faciliteiten aan tewerkgestelde islamieten.

15438

1

2004200504807 14- 7-2005

99

Ortwin Depoortere

Pavoisement des édifices publics le 11 juillet. Bevlagging op 11 juli van openbare gebouwen.

15438

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1

2003200421250 13- 4-2004

233

Olivier Maingain

Actes de l’état civil. — Emploi des langues. Akten van de burgerlijke stand. — Taalgebruik.

15439

1

2004200503729 18- 3-2005

596

Guido De Padt

Incinération de déchets en plein air. — Procèsverbaux. Verbranden van afval in openlucht. — Processenverbaal.

15440

1

2004200504085 26- 4-2005

645

Gerolf Annemans

Transports exceptionnels par la route. — Escorte de police. Uitzonderlijk vervoer op de weg. — Politiebegeleiding.

15442

1

2004200504205

9- 5-2005

665

Jan Mortelmans

Jeux de hasard. — Comité de concertation. Kansspelen. — Overlegcomité.

15443

1

2004200503687 31- 5-2005

700

Mw. Frieda Van Themsche

Nombre de mères porteuses. Aantal draagmoeders.

15444

1

2004200504551 13- 6-2005

716

Guido De Padt

Cartes d’identité volées et falsifiées. Gestolen en vervalste identiteitskaarten.

15445


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15592

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200504578 15- 6-2005

717

Olivier Maingain

Actes de l’état civil. — Emploi des langues. Akten van de burgerlijke stand. — Taalgebruik.

15446

8

2004200504584 16- 6-2005

718

Mw. Martine Taelman

* Constitution d’un « conseil consultatif des greffiers ». Oprichting van een « Adviesraad voor de griffiers ».

15407

8

2004200504605 20- 6-2005

719

Paul Tant

* Financement de la laı¨cité conformément à l’article 27 de la loi du 21 juin 2002. Financiering van de vrijzinnigheid conform artikel 27 van de wet van 21 juni 2002.

15408

8

2004200504606 20- 6-2005

720

Paul Tant

* « Antennes » des divers centres d’assistance morale. « Antennes » van de diverse centra voor morele dienstverlening.

15409

8

2004200504612 20- 6-2005

721

Paul Tant

* Critères de financement de la laı¨cité conformément à l’article 27, 2o de la loi du 21 juin 2002. Financieringscriteria van de vrijzinnigheid conform artikel 27, 2o van de wet van 21 juni 2002.

15410

8

2004200504613 20- 6-2005

722

Servais Verherstraeten

* Exécution des peines de travail et mesure de la charge de travail des assistants de justice. Uitvoering van werkstraffen en werklastmeting bij justitieassistenten.

15411

8

2004200503454 22- 6-2005

723

Mme Corinne De Permentier

* E´trangers. — Nationalité belge. — Déclaration. — Conditions de résidence. Vreemdelingen. — Belgische nationaliteit. — Verklaring. — Verblijfsvoorwaarden.

15412

4

2004200504644 27- 6-2005

725

Olivier Maingain

SPF Justice. — Directions générales. — Répartition linguistique du personnel. FOD Justitie. — Directies-generaal. — Taalverdeling van het personeel.

15448

1

2004200504689 29- 6-2005

733

Alfons Borginon

Représentation des médiateurs-tiers. Vertegenwoordiging van de derden-bemiddelaars.

15449

6

2004200504707 30- 6-2005

735

Alfons Borginon

Conseil d’E´tat. — Rapports linguistiques. — Nombre de dossiers pendants. Raad van State. — Taalverhoudingen. — Aantal aanhangig gemaakte zaken.

15450

6

2004200504743

739

Guido De Padt

Violence au sein du couple et violence familiale. Partnergeweld en familiaal geweld.

15451

6- 7-2005

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1

2004200503660 14- 3-2005

696

Guy D’haeseleer

Déduction fiscale des frais professionnels réels par les demandeurs d’emploi. Fiscale aftrek van de ree¨le beroepskosten van werklozen.

15451

1

2004200504004 19- 4-2005

745

Jean-Marc Nollet

SPF Finances. — Déduction des dépenses pour garde d’enfants. — Note destinée aux écoles primaires et maternelles. FOD Financie¨n. — Aftrek van de kosten voor kinderopvang. — Nota aan de lagere scholen en de kleuterscholen.

15453


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 CA

DO

15593

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200504342 25- 5-2005

801

Mw. Trees Pieters

Accords écrits entre les administrations de la TVA et des contributions et les assujettis à la TVA et les contribuables. Schriftelijke akkoorden tussen de BTW- en belastingadministraties en de BTW- en belastingplichtigen.

15455

1

2004200504493

7- 6-2005

827

Mw. Trees Pieters

Bases forfaitaires de taxation pour les détaillants. — Bénéfices sensiblement supérieurs. Forfaitaire grondslagen van aanslag van kleinhandelaars. — Aanzienlijk hogere winsten.

15457

8

2004200504585 16- 6-2005

846

Luk Van Biesen

* TVA. — Travaux immobiliers. — Aménagement ou transformation d’une habitation. BTW. — Werk in onroerende staat. — Verbouwing of omvorming van een woning.

15413

8

2004200504586 16- 6-2005

847

Mw. Trees Pieters

* Amélioration de la taxation. — Simplification administrative. — Suppression des statistiques fiscales. Beter belasten. — Administratieve vereenvoudiging. — Afschaffing van fiscale statistieken.

15414

8

2004200504609 20- 6-2005

849

Mw. Trees Pieters

* Décumul. — Réductions d’impoˆts. — Répartition optimale entre les conjoints de la pension de ménage en deux pensions individuelles. — Discrimination. — Mariage. — Quotient conjugal. — Décès. — Modalités pratiques de l’établissement des fiches de pension no 281.11. Decumul. — Belastingverminderingen. — Optimale verdeling van het gezinspensioen onder de echtgenoten in twee individuele pensioenen. — Discriminatie. — Huwelijk. — Huwelijkscoe¨fficie¨nt. — Overlijden. — Praktische opmaak van de pensioenfiches nr. 281.11.

15415

1

2004200504639 24- 6-2005

851

Francis Van den Eynde

TVA. — Contribuables. — Journal des recettes. BTW. — Belastingplichtigen. — Dagontvangstenboek.

15460

1

2004200504684 29- 6-2005

864

Mw. Yolande Avontroodt

Utilisateurs de gasoil professionnel. — Récupération de l’augmentation du droit d’accise spécial sur le gasoil. — Transport de malades. Professionele dieselgebruikers. — Terugvordering verhoging bijzondere accijns op diesel. — Ziekenvervoer.

15462

1

2004200504708 30- 6-2005

869

Mme Muriel Gerkens

Plafond d’exonération de TVA pour les indépendants complémentaires. Plafond voor de BTW-vrijstelling ten voordele van zelfstandigen in bijberoep.

15462

1

2004200504780 12- 7-2005

881

Stijn Bex

Service bancaire de base pour les demandeurs d’asile. Basisbankdiensten aan asielzoekers.

15464


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15594

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting 8

2004200504608 20- 6-2005

66

Mme

Muriel Gerkens * Provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales. — Comité de suivi. Voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de splijtstoffen die in deze kerncentrales werden bestraald. — Opvolgingscomité.

15417

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 1

2004200503200 25- 1-2005

416

Willy Cortois

SNCB. — Aménagement d’une liaison ferroviaire entre l’avant-port de Bruxelles et le réseau ferré. — Vente de terrains. NMBS. — Aanleg van een spoorverbinding tussen de voorhaven van Brussel en het spoorwegnet. — Verkoop van terreinen.

15467

1

2004200503704 16- 3-2005

481

Dirk Claes

SNCB. — Travaux sur la ligne 36 LouvainBruxelles. NMBS. — Werken op lijn 36 Leuven. — Brussel.

15469

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1

2003200432111 13- 9-2004

352

Guido De Padt

Services d’accueil de la police. Onthaaldiensten van de politie.

15471

1

2003200432255 30- 9-2004

379

Geert Lambert

Interdiction de l’introduction en Belgique de certaines publications étrangères. Verbod invoering van sommige vreemde publicaties.

15474

6

2004200502901 16-12-2004

464

Melchior Wathelet

Utilisation du système de badging du baˆtiment du Service judiciaire d’arrondissement de Bruxelles. — Controˆle des fiches des membres du personnel. Gebruik van het badgingsysteem in het gebouw van de gerechtelijke dienst van het arrondissement Brussel. — Controle van de fiches van de personeelsleden.

15475

1

2004200503129 18- 1-2005

485

Melchior Wathelet

Services de police. — Nouvelles tenues du personnel. Politiediensten. — Nieuwe politie-uniformen.

15476

1

2004200503217 26- 1-2005

497

Guido De Padt

Services de police locale. — Litiges civils. Lokale politiediensten. — Feiten van « burgerlijk geschil ».

15479

1

2004200503875

577

Dylan Casaer

Traite des êtres humains. — Femmes de ménage illégales. Mensenhandel. — Illegale huishoudsters.

15480

7- 4-2005


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 CA

DO

15595

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200503929 14- 4-2005

581


Consultation des banques de données des bibliothèques par les services de police et de sécurité. Opvragen van bibliotheekgegevens door politie- en veiligheidsdiensten.

15485

1

2004200504007 19- 4-2005

593

Ortwin Depoortere

Assistance de la police fédérale au profit de la Maison royale. Bijstand verleend door de federale politie aan het Koningshuis.

15486

6

2004200504236 10- 5-2005

615

Mme Jacqueline Galant

Acquisition d’un radar répressif par la zone de police Sylle et Dendre. Aankoop van een radar voor repressieve controleacties door de politiezone Sylle et Dendre.

15487

1

2004200504271 11- 5-2005

622

Willy Cortois

Trafic d’espèces animales protégées. Handel in beschermde diersoorten.

15488

1

2004200504278 11- 5-2005

624


Fonctionnaires de police. — Formations. — Congé. — Interventions financières. Politiebeambten. — Opleidingen. — Verlof. — Financie¨le tegemoetkomingen.

15490

1

2004200504363 27- 5-2005

631

Patrick Cocriamont

Organisation terroriste « Les Moujahidines du peuple iranien ». Terroristische organisatie « De Mujahedin van het Iraanse volk ».

15492

1

2004200504446

3- 6-2005

639

Melchior Wathelet

Direction générale des ressources humaines de la police fédérale et de la police locale. — Formulaires de demande de la prime syndicale. Algemene Directie personeel van de federale en van de lokale politie. — Aanvraagformulieren voor de vakbondspremie.

15493

1

2004200504448

3- 6-2005

641

Melchior Wathelet

Inspection générale de la police fédérale et de la police locale. — Formulaire transmis aux chefs de corps. — Propositions concernant la réévaluation du statut des membres de nos services de police. Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie. — Formulier aan de korpschefs. — Voorstellen inzake de herziening van het statuut van het politiepersoneel.

15494

8

2004200504587 16- 6-2005

654

Mme Muriel Gerkens * Délégations officielles belges présentes lors de réunions et conférences internationales. — Personnes d’organisations à caractère privé. Belgische officie¨le delegaties bij internationale vergaderingen en conferenties. — Vertegenwoordigers van privé-organisaties.

15418

8

2004200504591 20- 6-2005

655

Mme Muriel Gerkens * Agence fédérale de controˆle nucléaire. — Désignation du directeur général. Federaal Agentschap voor nucleaire controle. — Aanstelling van de directeur-generaal.

15418

8

2004200504592 20- 6-2005

656

Mme Muriel Gerkens * Risques d’attentats sur les centrales nucléaires. Gevaar voor aanslagen op kerncentrales.

15419


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15596

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200504593 20- 6-2005

657

Mme Muriel Gerkens * Demande des E´tats-Unis de placer des gardes armés auprès des sites nucléaires belges. — Avis des services de police fédérale. Verzoek van de Verenigde Staten om gewapende bewakers in te zetten voor de beveiliging van de Belgische nucleaire sites. — Advies van de diensten van de federale politie.

15420

8

2004200504594 20- 6-2005

658

Mme Muriel Gerkens * Gestion du plutonium militaire. Beheer van militair plutonium.

15420

8

2004200504595 20- 6-2005

659

« Questions atomiques » du Mme Muriel Gerkens * Groupe Conseil européen. Groep « Atoomvraagstukken » van de Europese Raad.

15421

8

2004200504602 20- 6-2005

660

Mme Muriel Gerkens * Traitement des déchets A3X. Verwerking van A3X-afval.

15421

8

2004200504604 20- 6-2005

662

Stijn Bex

15422

* RDC. — Rapatriement accompagné de Congolais par charter. DRC. — Begeleide vlucht van Congolezen.

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 8

2004200504151 16- 6-2005

243


* Région du Xinjiang dans le nord-ouest de la Chine. — Colonisation intérieure à grande échelle. China. — Noordwestelijke regio Xinjiang. — Grootschalige binnenlandse kolonisatie.

15423

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2004200504588 16- 6-2005

243

Mark Verhaegen

Nuisances sonores engendrées par les avions militaires survolant la Campine anversoise. Geluidsoverlast van militaire vliegtuigen boven de Antwerpse Kempen.

15496

1

2004200504589 16- 6-2005

244

Mw. Ingrid Meeus

Militaires et civils employés par province. Militairen en burgers tewerkgesteld per provincie.

15497

1

2004200504650 27- 6-2005

245

Mme Brigitte Wiaux

Fourniture de services à la Nation. — Travaux effectués par les militaires du Génie. Leveren van diensten aan de bevolking. — Werken uitgevoerd door militairen van de genie.

15500

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Eńergie — Energie 8

2004200504594 20- 6-2005


135

Mme Muriel Gerkens * Gestion du plutonium militaire. Beheer van militair plutonium.

2004

2005

15424


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 CA

DO

15597

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200504595 20- 6-2005

136

Mme Muriel Gerkens * Groupe « Questions atomiques » du Conseil européen. Groep « Atoomvraagstukken » van de Europese Raad.

15425

8

2004200504596 20- 6-2005

137

Mme Muriel Gerkens * Engagement de 15 contractuels par l’administration de l’Eńergie. Aanstelling van 15 contractuele medewerkers bij het bestuur Energie.

15425

8

2004200504597 20- 6-2005

138

Mme Muriel Gerkens * Plutonium entreposé au CEN. Op de site van het SCK opgeslagen plutonium.

15426

8

2004200504598 20- 6-2005

139

Mme Muriel Gerkens * Dépenses des belges en matière d’énergie. Energie-uitgaven in Belgie¨.

15427

8

2004200504602 20- 6-2005

140

Mme Muriel Gerkens * Traitement des déchets A3X. Verwerking van A3X-afval.

15427

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales — Sociale Zaken 1

2004200503645 10- 3-2005

270

Guy D’haeseleer

Clubs de football de première et de deuxième division nationale. — Arriérés en matière de cotisations ONSS. Voetbalclubs uit eerstse en tweede klasse. — RSZachterstallen.

15501

1

2004200503817 30- 3-2005

281

David Geerts

Fonds spécial de solidarité. — Interventions. — Arrêt de la Cour de cassation. Bijzonder Solidariteitsfonds. — Bepaalde tegemoetkomingen. — Arrest Hof van Cassatie.

15503

1

2004200504091 26- 4-2005

304

Mw. Annemie Roppe

Transparence des honoraires et statut des médecins généralistes. Transparantie van honoraria en statuut van huisartsen.

15506

1

2004200504125 29- 4-2005

305

Charles Michel

Critères d’octroi des allocations familiales majorées. Criteria voor de toekenning van verhoogde kinderbijslag.

15507

1

2004200504136

2- 5-2005

307

Ortwin Depoortere

Charges sociales accrues pour les sociétés comptant plus de dix salariés. Extra sociale lasten voor bedrijven met meer dan tien werknemers.

15508

1

2004200504153

2- 5-2005

309

Koen Bultinck

Traitements de l’infertilité qui ne sont pas réalisés in vitro. — Enquête. « Non-IVF-vruchtbaarheidsbehandelingen ». — Onderzoek.

15510

1

2004200504229 10- 5-2005

313

Mw. Annelies Storms

Services de l’autorité fédérale en Flandre orientale. — Hébergement. Diensten federale overheid in Oost-Vlaanderen. — Huisvesting.

15511


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15598

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200504248 10- 5-2005

315

Koen Bultinck

Agrément des centres de référence de la douleur chronique. Erkenning van de referentiecentra voor chronische pijn.

15513

8

2004200504610 20- 6-2005

328

Mme Marie Nagy

* Remboursement du médicament dénommé le « Lyrica ». Terugbetaling van het geneesmiddel Lyrica.

15428

1

2004200503838

4- 4-2005

433


Chaıˆne publique. — Subventions. — Publicité antitabac. Openbare omroep. — Subsidies. — Antitabakreclame.

15517

1

2004200504025 21- 4-2005

451


Présence de cobalt dans les amalgames dentaires. Kobalt in tandheelkundige legeringen.

15519

1

2004200504274 11- 5-2005

471


Définition de la viande de veau. Definitie van kalfsvlees.

15521

1

2004200504279 11- 5-2005

474


Loi relative aux droits du patient. — Service de médiation. Patie¨ntenrechtenwet. — Ombudsdienst.

15523

1

2004200504287 18- 5-2005

475

Guido De Padt

Grippe bovine. Koeiengriep.

15526

1

2004200504379 30- 5-2005

477

Gerolf Annemans

Enregistrement et radiation de médicaments. Registreren en schrappen van geneesmiddelen.

15528

8

2004200504611 20- 6-2005

492

Koen Bultinck

Santé publique — Volksgezondheid

* Denrées alimentaires. — Fluor. Levensmiddelen. — Fluor.

15429

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk 1

2004200504044 21- 4-2005

286

Mw. Annemie Turtelboom

Choˆmage de très longue durée. Zeer langdurig werklozen.

15531

1

2004200504554 13- 6-2005

318


Emploi. — Femmes. — Horaires flexibles. — Demande d’aide de nature ménagère. Tewerkstelling. — Vrouwen. — Glijdende werkuren. — Vraag naar hulp in het huishouden.

15532

8

2004200504590 16- 6-2005

321

Roel Deseyn

* Convention des Nations unies en vue d’une meilleure protection des travailleurs migrants et des membres de leur famille. — Signature par la Belgique. VN-conventie voor een betere bescherming van arbeidsmigranten en hun gezinsleden. — Ondertekening door Belgie¨.

15430

1

2004200504635 24- 6-2005

324


Choˆmeurs. — Commencement d’une activité d’indépendant. — « Période de retour » de neuf ans. — Travailleurs de plus de cinquante ans. Werklozen. — Opstarten zelfstandige activiteit. — « Terugkeerperiode » van negen jaar. — Vijftigplussers.

15534


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 CA

DO

15599


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 1

Page Blz.


2004200504648 27- 6-2005

326

Bart Tommelein

Célébration de la fête nationale du pays d’origine par des travailleurs étrangers. Vieren van de nationale feestdag van het land van herkomst door buitenlandse werknemers.

15535

Protection des consommateurs — Consumentenzaken 1

2004200504705 30- 6-2005

121

Guido De Padt

Controˆles de la fraıˆcheur du poisson et des produits à base de poisson destinés à la consommation. Controles op het bederf van vis en visproducten bestemd voor de consumenten.

15537

1

2004200504764

122


Assurances annulation pour les voyageurs. — Maladies. Annulatieverzekeringen voor reizigers. — Ziekten.

15538

8- 7-2005

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 1

2004200504442

1- 6-2005

85

Stijn Bex

Lutte contre le sida et la malaria. — Proposition de la ministre néerlandaise de la Coopération au développement. Strijd tegen aids en malaria. — Voorstel van de Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking.

15539

1

2004200504512

8- 6-2005

88

Stijn Bex

Accessibilité téléphonique des services publics fédéraux. Telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten.

15541

1

2004200504655 27- 6-2005

89

Mw. Inga Verhaert

Soins de santé sexuels et reproductifs dans les pays en voie de développement et communication vers l’extérieur en la matière. Seksuele en reproductieve gezondheidszorg in ontwikkelingslanden en de externe communicatie hierrond.

15543

1

2004200504656 27- 6-2005

90

Dirk Van der Maelen

Déclaration de Bonn. — Renforcement des moyens visant à réduire le taux de CO2 dans les pays en voie de développement. Verklaring van Bonn. — Bijkomende middelen voor CO2-reductie voor ontwikkelingslanden.

15545

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1

2004200504712

1- 7-2005


150


2004

Statut des controˆleurs sociaux. Statuut van de sociale controleurs.

2005

15548


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15600

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

1

2004200504057 22- 4-2005

111

Mw. Greet Van Gool

Statut d’un bénéficiaire du revenu d’intégration qui accueille une personne handicapée dans le cadre du placement familial. Statuut van een gerechtigde op leefloon bij het onthaal van een persoon met een handicap in het kader van pleegzorg.

15549

1

2004200504119 28- 4-2005

116

Mw. Hilde Dierickx

CPAS. — Aide au paiement de pensions alimentaires en faveur d’enfants. OCMW. — Hulp voor het betalen van onderhoudsgeld ten gunste van kinderen.

15552

1

2004200504120 28- 4-2005

117

Mw. Hilde Dierickx

CPAS. — Barème unique pour le recouvrement des frais de séjour en maison de repos. OCMW. — Uniforme schaal voor terugvordering rusthuiskosten.

15554

8

2004200504599 20- 6-2005

130

Mw. Hilde Dierickx * CPAS. — Calcul du revenu d’intégration. — Ressources. — Remboursement sur la base du maximum à facturer. OCMW’s. — Berekening leefloon. — Bestaansmiddelen. — Terugbetaling op basis van de maximumfactuur.

15431

1

2004200504600 20- 6-2005

131

Mw. Hilde Dierickx

CPAS. — Calcul du revenu d’intégration. — Immunisation en vue de favoriser l’intégration socioprofessionnelle. OCMW’s. — Berekening leefloon. — SPIvrijstelling.

15555

1

2004200504601 20- 6-2005

132

Mw. Hilde Dierickx

CPAS. — E´tudiants. — E´tudiants mineurs d’aˆge bénéficiaires d’une aide sociale et atteignant la majorité. OCMW’s. — Studenten. — Minderjarige steuntrekkende studenten die meerderjarig worden.

15557

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1

2004200504051 22- 4-2005

39

Staf Neel

Cabinets. — Journal interne du personnel. Kabinetten. — Interne personeelskrant.

15558

Gelijke Kansen — E´galité des chances 1

2004200503847 29- 4-2005

57


Points de contact pour des plaintes contre le racisme. Racismemeldpunten.

15559

1

2004200504512

8- 6-2005

62

Stijn Bex


15560

1

2004200504673 27- 6-2005

63


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Expression de critiques sur le multiculturalisme. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Uiten van kritiek op het multiculturalisme.

15562


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 CA

DO

15601

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200504727

4- 7-2005

65


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Droit à l’assurance. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Recht op verzekering.

15563

1

2004200504728

4- 7-2005

66


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Droit de vote des étrangers aux élections communales. — E´ligibilité des étrangers. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Vreemdelingenstemrecht op gemeentelijk vlak. — Verkiesbaarheid van vreemdelingen.

15564

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1

2004200504157

2- 5-2005

267

Jan Mortelmans

Instauration du permis de conduire par étapes. Invoering rijbewijs in stappen.

15565

1

2004200504229 10- 5-2005

280

Mw. Annelies Storms

Services de l’autorité fédérale en Flandre orientale. — Hébergement. Diensten federale overheid in Oost-Vlaanderen. — Huisvesting.

15566

1

2004200504244 10- 5-2005

281

Mw. Nathalie Muylle

Machines agricoles tractées. — Systèmes de freinage. Getrokken landbouwmachines. — Remsystemen.

15567

1

2004200504306 23- 5-2005

286

Luk Van Biesen

Caméras automatiques et radars. Flitspalen en radars.

15569

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Environnement — Leefmilieu 1

2004200504637 24- 6-2005

70

Mme Colette Burgeon

Biodiversité. — Conférence de Paris. Biodiversiteit. — Conferentie van Parijs.

15570

Pensions — Pensioenen 1

2004200504142

2- 5-2005


99


2004

E´volution du nombre d’agents statutaires et contractuels pensionnés. Evolutie aantal gepensioneerde ambtenaren en contractuelen.

2005

15573


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005

15602

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


2004200504609 20- 6-2005

106

Mw. Trees Pieters

* Décumul. — Réductions d’impoˆts. — Répartition optimale entre les conjoints de la pension de ménage en deux pensions individuelles. — Discrimination. — Mariage. — Quotient conjugal. — Décès. — Modalités pratiques de l’établissement des fiches de pension no 281.11. Decumul. — Belastingverminderingen. — Optimale verdeling van het gezinspensioen onder de echtgenoten in twee individuele pensioenen. — Discriminatie. — Huwelijk. — Huwelijkscoe¨fficie¨nt. — Overlijden. — Praktische opmaak van de pensioenfiches nr. 281.11.

15432

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 1

2004200504806 14- 7-2005

62

Ortwin Depoortere


15578

1

2004200504807 14- 7-2005

63

Ortwin Depoortere


15579

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Développement durable — Duurzame Ontwikkeling 1

2004200504806 14- 7-2005

43

Ortwin Depoortere


15580

1

2004200504807 14- 7-2005

44

Ortwin Depoortere


15581

Ećonomie sociale — Sociale Economie 1

2004200504512

8- 6-2005

51

Stijn Bex


15582

1

2004200504806 14- 7-2005

52

Ortwin Depoortere


15583


2004

2005


QRVA 51 088 25 - 07 - 2005 CA

DO

Date Datum

15603


Objet Voorwerp

Auteur


2004200504807 14- 7-2005

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord 53

Ortwin Depoortere


15584

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden Question de Mme Frederika Brepoels au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur. Vraag van mevrouw Frederika Brepoels aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

Concerne : Abus des visa. Betreft : Visamisbruik. Question de M. Bart Staes au ministre de la Mobilité. Vraag van de heer Bart Staes aan de minister van Mobiliteit.

15586

15586

Concerne : Révision du Conseil des Transports, des Télécommunications et de l’Eńergie. — Position commune sur un projet de règlement relatif aux conditions de travail des chauffeurs professionnels. Betreft : Bijeenkomst Raad van Vervoer, Telecommunicatie en Energie. — Gemeenschappartij standpunt ontwerpverordering, arbeidsomstandigheden beroepschauffeurs.


Composition — Zetwerk: TMP S.A.

2004

2005


Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents