QRVA 51 028
QRVA 51 028
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
13 - 04 - 2004
537 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4242
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BLOK VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2003
2004
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4243
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 4247 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 4253
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
4253
Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
4257
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
4258
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Emploi et des Pensions
4264
Minister van Werk en Pensioenen
Ministre de la Défense
—
Ministre de la Coopération au développement
Minister van Landsverdediging
4268
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre des Finances
4272
Minister van Financie¨n
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
4282
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
4285
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
4288
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
—
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
—
Minister van Middenstand en Landbouw
—
Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
4291
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4245
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 4293
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre de l’Emploi et des Pensions Ministre de la Défense Ministre de la Coopération au développement Ministre des Finances Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
4293 4294 — 4297 — 4305 4316 — 4320 4365 4373 4385 — — 4386
Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Werk en Pensioenen Minister van Landsverdediging Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Financie¨n Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
—
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
Page/Blz. 4397
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4247
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 2- 9-2003 21-10-2003 28-10-2003 26-11-2003 26-11-2003 12-12-2003 7- 1-2004 23- 1-2004 27- 1-2004 27- 1-2004 29- 1-2004 10- 2-2004 13- 2-2004 24- 2-2004 11358-
22 25 30 66 82 97 100 112 125 151 157 158 163 178 186 191
3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
195 197 200 201 203
9- 3-2004
205
9- 3-2004 10- 3-2004 10- 3-2004
206 207 208
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Daan Schalck Guy D’haeseleer Gerolf Annemans Geert Bourgeois Filip De Man Guido De Padt Bart Laeremans Bert Schoofs Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Yves Leterme Jo Vandeurzen François-Xavier de Donnéa Mw. Els Van Weert Walter Muls Bart Laeremans Guido De Padt François-Xavier de Donnéa Mw. Frieda Van Themsche Bart Laeremans Bart Laeremans Jos Ansoms
232 233 366 1091 1346 1930 1930 2349 2580 3199 3201 3201 3413 3639 3802 3909 4093 4094 4094 4253
33
Jean-Jacques Viseur
29-10-2003 18-11-2003 26-11-2003 3-12-2003 15-12-2003 30-12-2003 5- 1-2004 7- 1-2004 9- 1-2004 14- 1-2004 15- 1-2004 27- 1-2004 28- 1-2004 2- 2-2004 6- 2-2004 16- 2-2004 17- 2-2004 25- 2-2004 25- 2-2004 1- 3-2004 1- 3-2004 3- 3-2004 5- 3-2004
Question no Vraag nr. 34 38 41 45 47 48 49 51 52 53 54 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67
Auteur Francis Van den Eynde Roel Deseyn Alfons Borginon André Frédéric Yvan Mayeur Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Servais Verherstraeten Mw. Greet van Gool Geert Bourgeois Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Claude Marinower Mme Zoé Genot Geert Lambert Pieter De Crem Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Pieter De Crem Pieter De Crem Willy Cortois Gerolf Annemans
Page Blz. 1348 1674 1931 2078 2350 2450 2580 2582 2769 2770 3019 3202 3202 3416 3641 3804 3804 3911 3912 4095 4095 4096 4257
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
4254
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
4254 4255 4255 4256
Budget — Begroting
9- 1-2004 28- 1-2004
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 23-10-2003
Date Datum
13 17
Servais Verherstraeten Alfons Borginon
2770 3204
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
1347
22- 9-2003
2003
2004
27
Mw. Inge Vervotte
582
* Liste cloˆturée le 9 avril 2004 * Lijst afgesloten op 9 april 2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4248
Date Datum
Question no Vraag nr.
23-10-2003 30-10-2003 3-11-2003 18-11-2003 24-11-2003 10-12-2003 30-12-2003 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 27- 1-2004 3- 2-2004 10- 2-2004 10- 2-2004 13- 2-2004 13- 2-2004 18- 2-2004 24- 2-2004 24- 2-2004 1- 3-2004 3- 3-2004
73 78 81 95 101 112 121 122 143 148 150 154 158 161 163 164 167 168 169 170 171
Auteur Jean-Jacques Viseur Yves Leterme Guido De Padt Daan Schalck Guido De Padt Daan Schalck Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Mw. Greet van Gool Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Willy Cortois Mw. Inge Vervotte Geert Bourgeois Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Yves Leterme Geert Lambert Bart Laeremans
Page Blz. 1352 1507 1509 1681 1935 2218 2453 2583 2776 3204 3206 3417 3642 3645 3805 3806 3807 3913 3914 4097 4097
24252513333344444588-
2-2004 2-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
9- 3-2004 9- 3-2004 9- 3-2004
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
14-11-2003 1-12-2003 3-12-2003 30- 1-2004 31- 1-2004 5- 2-2004 9- 2-2004 11- 2-2004 13- 2-2004 17- 2-2004 20- 2-2004 23- 2-2004
49 60 86 92 93 102 111 115 164 165 169 173 175 179 180 182 183
Mw. Els Van Weert Yves Leterme Filip De Man Jan Peeters Mme Dominique Tilmans Mme Colette Burgeon Yves Leterme Filip De Man Guido De Padt Dirk Claes Stijn Bex Roel Deseyn Mw. Greet van Gool Geert Lambert Staf Neel Mw. Marleen Govaerts Melchior Wathelet
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
184 186 187 190 191 194 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209
Auteur Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Melchior Wathelet Mw. Sabien LahayeBattheu Bart Laeremans Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Greet van Gool Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jos Ansoms Guido De Padt François-Xavier de Donnéa Melchior Wathelet Theo Kelchtermans Filip De Man
Page Blz. 3917 3919 3919 4098 4099 4100 4101 4101 4102 4258 4259 4260 4260 4260 4261 4261 4262 4262 4263 4264
Ministre de l’Emploi et des Pensions
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 22- 9-2003 8-10-2003 29-10-2003 4-11-2003 4-11-2003
Question no Vraag nr.
Date Datum
Minister van Werk en Pensioenen 589 774 1357 1514 1515 1686 2085 2088 3418 3419 3646 3649 3651 3807 3808
Emploi — Werk
30- 7-2003 14-10-2003 27-10-2003
5 24 31
29-10-2003 5- 1-2004 19- 1-2004 22- 1-2004 23- 1-2004
32 50 55 57 58
3915 3916
282923599-
61 62 64 67 68 69 70
2003
2004
1-2004 1-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
Mw. Maggie De Block Filip Anthuenis Mw. Sabien LahayeBattheu Georges Lenssen Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block François-Xavier de Donnéa Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Staf Neel Hendrik Bogaert Yves Leterme
32 946 1358 1359 2594 3028 3214 3215 3217 3419 3421 4105 4264 4265 4266
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004 Date Datum
4249
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 3-12-2003 16-12-2003
36 38 45
Karel Pinxten Geert Bourgeois Luc Sevenhans
2091 2092 2359
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 27555888888-
1-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot
3218 4268 4268 4269 4269 4270 4270 4271 4271 4271
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 31- 7-2003 31- 7-2003 10- 9-2003 23- 9-2003 30- 9-2003 9-10-2003 9-10-2003 10-10-2003 22-10-2003 27-10-2003 28-10-2003 4-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003
5 6 30 36 45 54 55 57 66 69 70 77 81 82 83 89 90 97 100 104
Mw. Dalila Douifi Ludo Van Campenhout Mw. Trees Pieters Yves Leterme Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Jean-Jacques Viseur Gérard Gobert Mw. Trees Pieters Geert Bourgeois Dirk Van der Maelen Mw. Alexandra Colen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
243 244 387 597 689 947 948 950 1117 1363 1364 1521 1694 1696 1697 1706 1707 1714 1718 1725 2003
Date Datum
Question no Vraag nr.
10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 12-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 13-11-2003 14-11-2003 17-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 28-11-2003 5-12-2003 5-12-2003 9-12-2003 9-12-2003 18-12-2003 5- 1-2004 6- 1-2004 8- 1-2004 9- 1-2004 12- 1-2004 12- 1-2004 13- 1-2004 13- 1-2004 14- 1-2004 14- 1-2004 15- 1-2004 20- 1-2004 23- 1-2004 26- 1-2004 29- 1-2004
108 109 114 119 120 122 124 125 127 129 132 137 138 150 152 158 169 174 175 180 181 188 195 200 206 207 208 210 212 213 215 216 220 225 233 236 240
30- 1-2004
243
312345916-
244 245 247 252 254 261 266
1-2004 2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 2-2004
2004
Auteur Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Mw. Dalila Douifi Mw. Hilde Vautmans Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Mw. Annelies Storms Carl Devlies Dirk Van der Maelen Yves Leterme Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hendrik Bogaert Mw. Greet van Gool Geert Bourgeois Daan Schalck Carl Devlies Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Ludo Van Campenhout Mw. Annelies Storms Geert Bourgeois Yves Leterme Willy Cortois Mw. Trees Pieters Yves Leterme Yves Leterme
Page Blz. 1729 1730 1734 1738 1738 1740 1741 1741 1742 1743 1744 1748 1748 1941 1944 1950 2094 2223 2224 2228 2229 2458 2597 2599 2784 2787 2787 2790 2794 2796 2800 2801 3032 3035 3221 3225 3422 3425 3426 3426 3428 3431 3656 3661 3810
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
538
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4250
Date Datum 18192023232711233555555558888-
2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
Question no Vraag nr. 269 270 271 273 274 279 281 282 284 285 286 290 291 292 294 295 296 297 299 302 303 304 305
Auteur Geert Lambert Mw. Alexandra Colen Dirk Van der Maelen Carl Devlies Mw. Trees Pieters Willy Cortois Olivier Maingain Yves Leterme André Frédéric Carl Devlies Filip Anthuenis Yves Leterme Yves Leterme Yves Leterme Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mw. Magda De Meyer Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mw. Annelies Storms Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Page Blz. 3811 3920 3920 3922 3923 4106 4107 4108 4108 4109 4110 4272 4273 4274 4274 4275 4276 4276 4277 4278 4279 4280 4281
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 21-10-2003 3-11-2003 4-11-2003 2- 2-2004 5- 2-2004 6- 2-2004 9- 2-2004 10- 2-2004 3- 3-2004
7 14 19 20 25 34 40 41 72 74 76 78 81 83
Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Geert Bourgeois Mw. Els Van Weert Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Pierre-Yves Jeholet Mw. Trees Pieters
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
40 253 601 602 778 1122 1522 1523 3432 3661 3662
Date Datum 33345-
3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
Question no Vraag nr. 84 85 86 87 88
Auteur Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Greet van Gool Mw. Yolande Avontroodt
Page Blz. 4114 4115 4116 4282 4283
Santé publique — Volksgezondheid
18- 7-2003 18- 7-2003 14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 14-10-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 3-11-2003 28-11-2003 5- 1-2004 6- 1-2004 7- 1-2004 13- 1-2004 23- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 19- 2-2004 25- 2-2004 2- 3-2004 3- 3-2004 8- 3-2004
1 2 11 12 14 41 44 47 50 52 66 87 91 94 99 108 113 120 129 130 133 134 135
10- 3-2004
136
Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Pierre-Yves Jeholet Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Mw. Els Van Weert Francis Van den Eynde Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Miguel Chevalier Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Bart Tommelein Francis Van den Eynde Luc Goutry Pieter De Crem Mw. Yolande Avontroodt Mme Colette Burgeon
42 42 254 255 256 954 1123 1125 1369 1524 2099 2602 2605 2606 2805 3230 3233 3434 3926 3927 4117 4118 4284 4285
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie
3663 3665 4111
31- 7-2003 2-12-2003
2003
2004
3 39
Mw. Dalila Douifi Mme Muriel Gerkens
258 2103
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004 Date Datum 1227317810-
1-2004 1-2004 2-2004 2-2004 3-2004 3-2004
4251
Question no Vraag nr. 50 56 60 68 74 75
Auteur Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Geert Lambert Roel Deseyn Geert Lambert Claude Eerdekens
Page Blz. 2809 3235 3435 3818 4285 4286
Date Datum
Question no Vraag nr.
8- 3-2004 8- 3-2004 9- 3-2004
103 104 105
9- 3-2004
106
Auteur
Page Blz.
Jos Ansoms Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Claude Eerdekens
4288 4289 4290 4290
E´conomie sociale — Sociale Economie E´nergie — Energie
10- 3-2004
42
Mme Muriel Gerkens
4287
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
23-10-2003 5- 1-2004 9- 1-2004 27- 1-2004
6 12 13 16
Jean-Jacques Viseur Jo Vandeurzen Servais Verherstraeten Mme Muriel Gerkens
21-10-2003 23-10-2003 3-11-2003 10- 2-2004
1370 2607 2813 3238
5 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Jean-Jacques Viseur Bart Laeremans Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Servais Verherstraeten Mw. Greet van Gool Mme Muriel Gerkens
1372 1761 2478 2608 2815 2815 2816 2817 2817 2818 2818 3238
27-11-2003 9-12-2003 19- 1-2004
28 31 40
26- 2-2004
55
3- 3-2004 5- 3-2004
101 102
Guido De Padt Ludo Van Campenhout Pieter De Crem Guido De Padt
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Mw. Greet van Gool Mw. Martine Taelman Mw. Liesbeth Van der Auwera Geert Lambert
2105 2136 3051 4121
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
7 17 18
Francis Van den Eynde 621 Francis Van den Eynde 1534 Francis Van den Eynde 1535
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid
3-12-2003 13- 2-2004
Mobilité — Mobiliteit
95 96
3674
Fonction publique — Ambtenarenzaken
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
16- 2-2004 18- 2-2004
1132 1373 1533
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
22- 9-2003 3-11-2003 3-11-2003
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
Geert Bourgeois Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Mw. Sabien LahayeBattheu
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid
23-10-2003 18-11-2003 30-12-2003 5- 1-2004 8- 1-2004 8- 1-2004 8- 1-2004 8- 1-2004 8- 1-2004 9- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004
3 4 5 20
8 14
André Frédéric Mw. Annelies Storms
2108 3823
3821 Gelijke Kansen — E´galité des chances
3821 4120 4288
30-12-2003 5- 1-2004
2003
2004
4 5
Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen
2480 2612
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4252
Date Datum 5551427-
1-2004 1-2004 1-2004 1-2004 1-2004
Question no Vraag nr. 6 7 8 9 11
Auteur Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet van Gool Mme Muriel Gerkens
Page Blz. 2613 2613 2614 2829 3245
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
20-10-2003
3
Geert Bourgeois
1144
21-10-2003
5
Geert Bourgeois
1146
5- 3-2004
16
Koen Bultinck
4291
5- 3-2004
17
Mw. Maggie De Block 4291
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions
Protection de la consommation — Consumentenzaken
9- 9-2003
4
Claude Eerdekens
402
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
11- 2-2004
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 30-12-2003 13- 1-2004 13- 1-2004 14- 1-2004
7 9 10 11
Mme Zoé Genot Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Greet van Gool
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
2485 2832 2834 2836
22
Bart Tommelein
3675
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor Europese Zaken, en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 21- 8-2003
1
Jan Mortelmans
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
273 2003
10-11-2003
6
Guy D’haeseleer
1771
19- 1-2004
9
Willy Cortois
3053
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4253
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200421022
DO 2003200421022
Question no 201 de M. Guido De Padt du 5 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 201 van de heer Guido De Padt van 5 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Politique de poursuite concernant la conduite sous influence. — Médiation pénale. — Classes de circulation.
Vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed. — Bemiddeling in strafzaken. — Verkeersklassen.
La directive ministérielle du 7 décembre 1998 relative à une politique uniforme des poursuites en matière de conduite sous influence prévoit la nécessité d’offrir une formation spécifique aux conducteurs de moins de 25 ans ayant présenté un taux d’alcoolémie d’au moins 0,35 mg/l sans atteindre 0,65 mg/l d’air alvéolaire expiré, ou, autrement dit, situé entre 0,8 g/l et 1,5 g/l de sang.
De ministerie¨le richtlijn van 7 december 1998 houdende een eenvormig vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed schrijft voor dat een aangepaste specifieke opleiding moet aangeboden worden aan bestuurders jonger dan 25 jaar met een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 mg/l en minder dan 0,65 mg/l uitgeademde alveolaire lucht of ten minste 0,8 g/l en minder dan 1,5 g/l bloed.
Il s’agit ici d’une application de la « médiation pénale ». Les « classes de circulation » sont étroitement apparentées à la « médiation pénale ».
Het betreft hier een toepassing van « bemiddeling in strafzaken ». Nauw verwant met de « bemiddeling in strafzaken » zijn de « verkeersklassen ».
Pourriez-vous indiquer, pour les années 2002 et 2003, et par arrondissement judiciaire :
Kan u voor de jaren 2002 en 2003 en per gerechtelijk arrondissement meedelen :
1. combien de conducteurs de moins de 25 ans présentant un taux d’alcoolémie situé entre 0,35 mg/l et 0,65 mg/l d’air alvéolaire expiré, ou, entre 0,8 g/l et 1,5 g/l de sang, ont été verbalisés;
1. hoeveel bestuurders jonger dan 25 jaar met een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 mg/l en minder dan 0,65 mg/l uitgeademde alveolaire lucht of ten minste 0,8 g/l en minder dan 1,5 g/l bloed, werden geverbaliseerd;
2. combien de fois, dans les cas en question, il a été fait usage de la médiation pénale;
2. hoeveel keren in voormelde gevallen gebruik werd gemaakt van voormelde bemiddeling in strafzaken;
3. combien de fois le système de « classes de circulation » obligatoires pour les « jeunes contrevenants » a été mis en œuvre ?
3. hoeveel keren het systeem van « verplichte verkeersklassen voor jeugdige overtreders » werd geı¨mplementeerd ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4254
DO 2003200421044
DO 2003200421044
Question no 203 de M. François-Xavier de Donnéa du 8 mars 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 203 van de heer François-Xavier de Donnéa van 8 maart 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Recours à la libération sous caution.
Vrijlating onder borgtocht.
Vous avez confirmé que l’usage de la procédure de mise en liberté sous caution était toujours en vigueur.
U heeft bevestigd dat de procedure van vrijlating onder borgtocht nog altijd wordt toegepast.
1. Combien de fois cette procédure a-t-elle été utilisée au cours des trois dernières années ?
1. Hoe vaak werd die procedure de voorbije drie jaar gevolgd ?
2. Pour quels types de délits a-t-elle été utilisée ?
2. Voor welk soort misdrijven werd ze gevolgd ?
` combien en moyenne était fixée la caution 3. A demandée ?
3. Hoeveel bedroeg de gevraagde borgtocht gemiddeld ?
4. a) Y a-t-il eu des cas dans lesquels les prévenus libérés sous caution ont disparu dans la nature, ou n’ont pas fait face à toutes leurs obligations ?
4. a) Zijn er gevallen bekend waarin de onder borgtocht vrijgelaten verdachten met de noorderzon vertrokken of niet aan al hun verplichtingen voldeden ?
b) Si oui, combien de prévenus ?
b) Zo ja, hoeveel ?
c) Quelles charges pesaient sur eux ?
c) Wat werd hen ten laste gelegd ?
DO 2003200421051
DO 2003200421051
Question no 205 de Mme Frieda Van Themsche du 9 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 205 van mevrouw Frieda Van Themsche van 9 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Politique pénale en matière d’infractions de roulage.
Strafbeleid inzake verkeersovertredingen.
Les changements importants dans le cadre de la nouvelle loi relative à la circulation routière sont les amendes extrêmement lourdes, d’une part, et la suppression d’une peine d’emprisonnement éventuelle, d’autre part.
De belangrijke veranderingen bij de nieuwe verkeerswet zijn enerzijds de superboetes en anderzijds de schrapping van een mogelijke celstraf.
1. En cas d’infractions graves, une peine d’emprisonnement pouvait également être prononcée.
1. Bij zware overtredingen kon ook een celstraf uitgesproken worden.
Combien de peines d’emprisonnement ont été effectivement prononcées en 2000, 2001, 2002 et 2003 ?
Hoeveel celstraffen zijn er daadwerkelijk uitgesproken in 2000, 2001, 2002 en 2003 ?
2. Combien de ces peines d’emprisonnement ont également été purgées, et cela pour les différentes années ci-dessus ?
2. Hoeveel van deze celstraffen zijn er ook daadwerkelijk uitgezeten en dit voor de verschillende jaren ?
3. Pour quelles infractions routières punissables des peines de prison ont-elles principalement été purgées ?
3. Voor welke strafbare verkeersdelicten werden er hoofdzakelijk celstraffen uitgezeten ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4255
DO 2003200421055
DO 2003200421055
Question no 206 de M. Bart Laeremans du 9 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 206 van de heer Bart Laeremans van 9 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Parquets. — Victimes de délits. — Méthode d’enregistrement.
Parketten. — Slachtoffers van misdrijven. — Registratiemethode.
Il me revient que le parquet d’Anvers recourt à un système spécial pour avertir les victimes de délits.
Ik verneem dat in het parket van Antwerpen een bijzonder systeem wordt gehanteerd voor het verwittigen van de slachtoffers van misdrijven.
Les victimes qui souhaitent être informées de la suite réservée à leur plainte sont priées de se faire enregistrer au greffe du parquet. Seules les personnes enregistrées sont ensuite informées systématiquement de l’évolution de leur dossier. Les autres victimes ne se voient même pas adresser un avis de classement sans suite. Ces personnes ne sont informées que si le juge pénal est saisi de leur affaire (or, cela n’arrive que pour un nombre très limité de dossiers pénaux).
Aan slachtoffers die op de hoogte wensen gehouden te worden van het gevolg dat wordt verleend aan een klacht wordt gevraagd om zich te laten registreren op de griffie van het parket. Enkel deze mensen worden nadien systematisch op de hoogte gehouden van de evolutie van hun dossier. Andere slachtoffers worden zelfs niet verwittigd van een bericht van seponering. Enkel wanneer de zaak voorkomt voor de strafrechter (een minimaal aantal van de strafdossiers) krijgen deze mensen bericht.
1. a) Cette méthode employée par le parquet d’Anvers est-elle également utilisée ailleurs ?
1. a) Wordt deze werkwijze van het Antwerpse parket ook elders gehanteerd ?
b) Y a-t-il d’autres parquets ou` les victimes sont invitées à s’enregistrer ?
b) Zijn er nog parketten waar aan de slachtoffers gevraagd wordt zich te laten registreren ?
2. Y a-t-il des parquets ou` toutes les victimes sont averties d’éventuels classements sans suite ?
2. Zijn er anderzijds ook parketten waar alle slachtoffers verwittigd worden van gebeurlijke seponeringen ?
3. Ce système d’enregistrement est-il basé sur un arrêté royal ou sur une circulaire ?
3. Is dit systeem van registratie gebaseerd op een koninklijk besluit of een omzendbrief ?
4. Des directives ministérielles ont-elles été données en la matière, par vous-même ou par vos prédécesseurs ?
4. Werden er terzake richtlijnen gegeven vanuit het ministerie door uzelf of uw voorgangers ?
5. Quel jugement portez-vous sur cette méthode d’enregistrement ?
5. Hoe evalueert u deze registratiemethode ?
6. Ne serait-il pas souhaitable que toute personne ayant déposé une plainte soit informée de la suite qui y est réservée ?
6. Zou het niet wenselijk zijn dat elkeen die klacht neerlegt op de hoogte wordt gehouden van het gevolg dat aan de klacht wordt gegeven ?
DO 2003200421062
DO 2003200421062
Question no 207 de M. Bart Laeremans du 10 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 207 van de heer Bart Laeremans van 10 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Fonctionnement des parquets et des parquets fédéraux. — Dépenses en matière de personnel et de frais de fonctionnement. Les chiffres budgétaires ne permettent pas de retracer précisément l’évolution des moyens affectés au fonctionnement des parquets et des parquets généraux.
Werking parketten en parketten-generaal. — Uitgaven inzake personeel en werkingsmiddelen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Op basis van de begrotingscijfers is het niet mogelijk een duidelijke evolutie vast te stellen in de middelen die worden toebedeeld aan de werking van de parketten en de parketten-generaal. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4256
Il serait pourtant intéressant de connaıˆtre l’évolution des investissements en termes de personnel et de matériel par parquet, parquet de la jeunesse, auditorat, parquet général et parquet de police.
Nochtans zou het interessant zijn om per parket, jeugdparket, auditoriaat, parket-generaal en politieparket de evolutie te kennen van de investeringen in personeel en materieel.
La ministre pourrait-elle dès lors fournir pour chaque tribunal et pour les différentes sections des parquets (parquet général, auditorat du travail, parquet, parquet de la jeunesse, parquet de police) un aperçu des dépenses en matière de :
Zou het derhalve mogelijk zijn dat de minister voor elke rechtbank en voor de verschillende onderverdelingen van de parketten (parket-generaal, arbeidsauditoriaat, parket, jeugdparket, politieparket) een overzicht geeft van de uitgaven inzake :
a) personnel et
a) personeel en
b) moyens de fonctionnement par année, de 1999 à 2003 inclus ?
b) werkingsmiddelen voor de jaren 1999 tot en met 2003 ?
DO 2003200410771
DO 2003200410771
Question no 208 de M. Jos Ansoms du 10 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 208 van de heer Jos Ansoms van 10 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Perception d’amendes de roulage à la suite d’infractions commises par des conducteurs étrangers non domiciliés en Belgique.
Inning van verkeersboetes voor overtredingen vanwege buitenlandse verkeersdeelnemers die hun woonplaats niet in Belgie¨ hebben.
En vertu de l’article 65 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, les conducteurs en infraction non domiciliés en Belgique sont tenus d’acquitter une amende immédiate ou de consigner une somme. Ce système n’est bien entendu envisageable que lorsque le contrevenant peut être « interpellé », ce qui est évidemment impossible dans le cas des infractions relevées « au vol » (par exemple les infractions constatées par caméra automatique ou par une équipe radar mais en l’absence d’une équipe d’interception).
Op basis van artikel 65 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer betalen verkeersdeelnemers die hun woonplaats niet in Belgie¨ hebben een onmiddellijke boete ofwel consigneren zij een som. Uiteraard kan zulk slechts gebeuren als de dader wordt « staande gehouden ». Bij overtredingen « in de vlucht » (bijvoorbeeld overtredingen vastgesteld met onbemande camera of met bemande flits-equipes zonder interceptieploeg) is dit uiteraard onmogelijk.
1. a) Combien d’amendes immédiates ont-elles été acquittées respectivement en 2001 et en 2002 ?
1. a) Hoeveel onmiddellijke boetes werden er in 2001 en 2002, jaar per jaar, betaald ?
b) Quel était le montant total de ces amendes ?
b) Wat was het totale bedrag van deze boetes ?
2. a) Combien de fois une somme a-t-elle été consignée au cours de la même période ?
2. a) Hoeveel maal werd er in dezelfde periode een som geconsigneerd ?
b) Quel était, chaque année, le montant total de ces consignations ?
b) Wat was, jaar per jaar, het totale bedrag van deze consignatie ?
3. a) Combien de fois un règlement transactionnel a-t-il été proposé aux contrevenants chaque année au cours de cette même période ?
3. a) Hoeveel maal werd er in deze periode, jaar per jaar, een minnelijke schikking voorgesteld aan de dader ?
b) Combien l’ont-ils accepté ?
b) Hoevelen daarvan gingen er daarop in ?
c) Quel a été, chaque année, le montant perçu ?
c) Wat was, jaar per jaar, het geı¨nde bedrag ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4257
4. a) Combien d’amendes pénales ont-elles été infligées chaque année au cours de la même période à des conducteurs non domiciliés dans notre pays ?
4. a) Hoeveel strafrechtelijke boetes werden er in deze periode, jaar per jaar, opgelegd aan bestuurders die hun woonplaats niet in ons land hebben ?
b) Quel a été le montant total perçu ?
b) Wat was daarvan de opbrengst ?
5. Combien de fois l’amende n’a-t-elle pu être perçue et le dossier a-t-il été classé sans suite ?
5. Hoeveel maal mislukte de inning van de boete en werd het dossier zonder gevolg geklasseerd ?
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
DO 2003200421013
DO 2003200421013
Question no 67 de M. Gerolf Annemans du 5 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 67 van de heer Gerolf Annemans van 5 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :
Acquisition de 3 000 collections des Codes Larcier en faveur de la République démocratique du Congo.
Aankoop voor de Democratische Republiek Congo van 3 000 collecties « Larcier-wetboeken ».
Le 5 décembre 2003, le Conseil des ministres a décidé, conformément à la procédure visée à l’arrêté royal du 14 octobre 1996 relatif au controˆle préalable et aux délégations de pouvoir en matière de passation et d’exécution des marchés publics de travaux, de fournitures et de services et en matière d’octroi de concessions de travaux publics au niveau fédéral, de procéder à l’acquisition de 3 000 collections des Codes Larcier pour un montant de 1 320 000 euros (hors TVA) en vue de les offrir à la République démocratique du Congo « dans le cadre de la prévention des conflits, du processus de paix et des droits de l’homme ». Après que l’éditeur précité a communiqué son offre formelle au gouvernement le 16 décembre 2003, le gouvernement a effectivement passé commande desdits ouvrages le 6 janvier 2004, par l’entremise du ministre des Affaires étrangères. La dépense a été inscrite au budget 2003.
Op 5 december 2003 besliste de Ministerraad, volgens de procedure zoals bepaald in het koninklijk besluit van 14 oktober 1996 betreffende het voorafgaand toezicht en de overdracht van bevoegdheid inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake de toekenning van concessies voor openbare werken op federaal niveau, om 3 000 collecties « Larcier-wetboeken », ter waarde van 1 320 000 euro (exclusief BTW) aan te kopen om te schenken aan de Democratische Republiek Congo in het « kader van conflictpreventie, het vredesproces en de mensenrechten ». De regering, middels haar minister van Buitenlandse Zaken, ging tot de effectieve bestelling van de boeken over op 6 januari 2004, nadat de voormelde uitgever zijn formeel aanbod aan de regering op 16 december 2003 deed. De uitgave werd gedaan op de begroting van 2003.
Cette importante commande a été confiée à la maison d’édition De Boeck & Larcier SA car il s’agirait de la seule maison d’édition ayant publié une collection complète d’ouvrages portant sur le droit congolais dans un passé récent et donc en mesure de proposer une collection de textes de loi récents de la République démocratique du Congo.
Het grote order werd geplaatst bij uitgeverij De Boeck & Larcier NV omdat alleen deze uitgever een volledige verzameling van Congolees recht in een recent verleden zou hebben uitgebracht en aldus de enige actuele aanbieder van een collectie recente wetteksten van de Republiek Congo zou zijn.
Comme déjà mentionné, l’achat de ces ouvrages a été inscrit au budget 2003.
Zoals gezegd werd de aankoop van de boeken in rekening gebracht voor de begroting van het jaar 2003.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
539
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4258
1. a) Est-il exact que le ministre du Budget doit accorder par le biais d’une circulaire une dérogation pour l’engagement tardif de l’attribution d’un marché public, par exemple pour l’achat de livres, pour l’année budgétaire 2003 ?
1. a) Is het zo dat een omzendbrief van de minister van Begroting een afwijking moet toestaan op het laattijdig vastleggen van een gunning, zoals de aankoop van boeken, voor het begrotingsjaar 2003 ?
b) Le ministre du Budget a-t-il accordé la dérogation précitée par le biais d’une circulaire, après le 5 décembre 2003 (la dérogation à la date limite d’engagement d’une dépense au budget 2003) ?
b) Heeft de minister van Begroting via een omzendbrief, na 5 december 2003, bovenvermelde afwijking toegestaan (de afwijking op de uiterste vastleggingsdatum van uitgave op begroting 2003) ?
2. Cette allocation de deniers publics est-elle réglementaire, en d’autre termes des codes de loi d’une nation amie peuvent-ils être acquis sur le compte du budget de la Coopération au développement ?
2. Is de allocatie van overheidsmiddelen correct, dit wil zeggen kunnen wetboeken voor een bevriende natie worden aangekocht op conto van ontwikkelingssamenwerking ?
3. a) Le prix demandé par De Boeck et Larcier SA pour la livraison et la diffusion de 3 000 collections de codes en République démocratique du Congo est-il comparable au prix demandé pour la livraison et la diffusion d’autres codes du même type ?
3. a) Is de prijszetting vanwege De Boeck & Larcier SA voor de oplevering en verspreiding van 3 000 collecties wetboeken in de Democratische Republiek Congo vergelijkbaar met de oplevering en verspreiding van soortgelijke wetboeken ?
b) Par le passé, la Belgique a-t-elle déjà offert des collections de codes à d’autres pays dans le cadre de la « coopération au développement » ?
b) Heeft Belgie¨ in het verleden nog collecties wetboeken geschonken aan bepaalde landen in het kader van « ontwikkelingssamenwerking » ?
4. a) Il y a quelques années (1999), notre pays avait-il déjà projeté d’offrir des codes de droit congolais à la République démocratique du Congo et, le cas échéant, un appel avait-il été lancé à d’autres éditeurs de publications juridiques pour constituer une collection actualisée de codes de droit congolais ?
4. a) Werden er een aantal jaren terug (1999) reeds plannen gemaakt om Congolese wetboekencollecties te schenken aan de Republiek Congo en werd er op dat ogenblik een oproep gelanceerd aan andere uitgeverijen van juridische publicaties om een geactualiseerde collectie wetboeken van Congolees recht samen te stellen ?
b) Avant la commande, la maison d’édition De Boeck & Larcier était-elle réellement la seule à proposer ou à pouvoir proposer une collection de codes de droit congolais ?
b) Is het echt zo dat enkel uitgeverij De Boeck & Larcier collecties wetboeken van Congolees recht aanbiedt en/of kon aanbieden vo´o´r de bestelling ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200421005
DO 2003200421005
Question no 199 de Mme Greet van Gool du 4 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 199 van mevrouw Greet van Gool van 4 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Couˆt d’un extrait cadastral.
Kostprijs van een kadastraal uittreksel.
L’introduction de la publicité de l’administration dans notre droit a constitué une avancée majeure dans
De introductie van de openbaarheid van bestuur in ons recht was een belangrijke stap vooruit in de relatie
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4259
le cadre des relations entre les administrés et les autorités administratives. E´rigée en principe constitutionnel par l’article 32 de la Constitution coordonnée, la publicité de l’administration est régie par la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration pour ce qui est des autorités administratives fédérales.
tussen de bestuurden en de administratieve overheden. Ingesteld als grondwettelijk principe door artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet, wordt voor de federale administratieve overheden de openbaarheid van bestuur geregeld door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Cette loi est notamment mise en œuvre par l’arrêté royal du 30 aouˆt 1996 fixant le montant de la rétribution due pour la réception d’une copie d’un document administratif. Les montants fixés dans l’arrêté royal précité du 30 aouˆt 1996 pour l’obtention de copies sont modérés et à tout le moins de nature à ne pas entraver la publicité.
Aan deze wet wordt onder andere door het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument uitvoering gegeven. De bedragen die in voornoemd koninklijk besluit van 30 augustus 1996 voor het verkrijgen van afschriften worden gehanteerd, zijn gematigd en alleszins van dien aard dat ze de openbaarheid niet belemmeren.
L’obtention d’extraits cadastraux n’est cependant pas régie par l’arrêté royal précité du 30 aouˆt 1996, mais bien par l’arrêté royal du 20 septembre 2002 fixant les rétributions dues et les modalités à appliquer pour la délivrance d’extraits et de renseignements cadastraux. Cet arrêté royal fixe des montants nettement supérieurs, qui atteignent quelques dizaines d’euros par copie. On peut considérer que le droit constitutionnel à la publicité de l’administration se trouve de la sorte vidé de sa substance.
Wanneer men echter kadastrale uittreksels wil verkrijgen, geldt niet bovenvermeld koninklijk besluit van 30 augustus 1996, maar wel het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de vergeldingen en de nadere regels voor de afgifte van kadastrale uittreksels en inlichtingen. In dat koninklijk besluit worden bedragen gehanteerd die vele malen hoger liggen en tot enkele tientallen euro’s per kopie bedragen. Dat kan worden gezien als een feitelijke uitholling van het grondwettelijke recht op openbaarheid van bestuur.
1. Quel est votre point de vue à ce sujet et n’estimez-vous pas opportun de fixer de manière égale et raisonnable le couˆt d’une copie pour l’ensemble des administrations plutoˆt que de prévoir des dispositions dérogatoires pour certaines administrations ?
1. Wat is uw standpunt hieromtrent en acht u het niet aangewezen om de kostprijs van een kopie voor alle administraties op een gelijke en redelijke wijze vast te leggen in plaats van afwijkende regelingen voor bepaalde administraties te treffen ?
2. Partagez-vous le point de vue selon lequel cette uniformité permettrait en outre une plus grande transparence à l’égard du citoyen ?
2. Deelt u het standpunt dat deze gelijkvormigheid bovendien meer doorzichtigheid met zich zou brengen voor de burgers ?
DO 2003200421007
DO 2003200421007
Question no 200 de M. Jo Vandeurzen du 4 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 200 van de heer Jo Vandeurzen van 4 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Obligation de vaccination des pompiers. — Volontaires et professionnels.
Inentingsverplichting voor brandweermannen. — Vrijwilligers en professionelen.
` quelles obligations les pompiers sont-ils tenus 1. A en matière de vaccination ?
1. Welke inentingsverplichtingen zijn er voor brandweermannen ?
2. Ces vaccinations sont-elles remboursées ?
2. Worden deze inentingen terugbetaald ?
3. a) Existe-t-il une différence de traitement entre les volontaires et les professionnels ?
3. a) Is er daar een verschil in behandeling voor vrijwilligers en professionelen ?
b) Dans l’affirmative, pourquoi ?
b) Zo ja, waarom ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4260
DO 2003200421008
DO 2003200421008
Question no 201 de M. Jo Vandeurzen du 4 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 201 van de heer Jo Vandeurzen van 4 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Actions de prévention des services d’incendie. — Rétribution pour des conseils de prévention.
Preventieve acties van brandweerkorpsen. — Betaling voor preventieve adviezen.
Il semble que certains services d’incendie demandent une rétribution aux personnes qui sollicitent des conseils de prévention.
Blijkbaar zijn er een aantal brandweerkorpsen die preventieve adviezen laten betalen door de aanvragers.
1. Le ministre a-t-il connaissance de ces pratiques ?
1. Is deze praktijk aan de minister bekend ?
2. Ces pratiques sont-elles autorisées ?
2. Is deze praktijk toegelaten ?
3. Ne risque-t-on pas de saper ainsi le travail de prévention menée par les services d’incendie ?
3. Riskeert men op deze manier niet de preventieve acties van de brandweerkorpsen te ondermijnen ?
DO 2003200421009
DO 2003200421009
Question no 202 de M. Jo Vandeurzen du 4 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 202 van de heer Jo Vandeurzen van 4 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Zones-pilotes. — Analyse des risques réalisée par les services d’incendie.
Pilootzones. — Opmaken van risicoanalyses door de brandweer.
1. L’analyse des risques à réaliser par les services d’incendie a-t-elle été mise en route dans les zonespilotes ?
1. Is in de pilootzones gestart met het opmaken van risicoanalyses door de brandweer ?
2. Dans quelles régions l’analyse des risques a-t-elle été effectuée ?
2. Kan u meedelen in welke regio’s er een risicoanalyse is gebeurd ?
3. Quelle suite a été donnée aux résultats de cette analyse ?
3. Kan u meedelen wat er met de resultaten is gebeurd ?
DO 2003200421010
DO 2003200421010
Question no 203 de M. Jo Vandeurzen du 4 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 203 van de heer Jo Vandeurzen van 4 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Entreprises de type Seveso. — Services d’incendie. — Fonds. — Contributions.
Seveso-bedrijven. — Brandweerkorpsen. — Fonds. — Bijdragen.
Les entreprises Seveso sont tenues de verser une contribution à un fonds.
Bedrijven met Seveso-risico’s moeten aan een fonds een bijdrage storten.
1. Quelles sont les dépenses couvertes par ce fonds ?
1. Welke uitgave wordt er met het fonds vergoed ?
2. De quelle manière sont indemnisés par ce fonds les services d’incendie et les communes qui accueillent une entreprise Seveso sur leur territoire, ce qui nécessite l’achat d’équipements spécifiques etc. par le service d’incendie concerné ?
2. Op welke wijze ontvangen de brandweerkorpsen en de gemeenten, op wiens grondgebied een Sevesobedrijf ligt en waarvoor het betrokken brandweerkorps dus ook extra materialen moet aankopen en dergelijke, een vergoeding uit dit fonds ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4261
DO 2003200421025
DO 2003200421025
Question no 204 de M. Jos Ansoms du 5 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 204 van de heer Jos Ansoms van 5 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Dépanneuses. — Contrats de remorquage de véhicules suite à des accidents survenant sur autoroute.
Takelwagens. — Contracten voor het wegslepen van voertuigen na verkeersongevallen op de autosnelwegen.
Quand survient un accident sur une autoroute fréquentée, il est important que le lieu de l’accident soit rapidement accessible, non seulement pour les différents services de secours, mais aussi pour les dépanneuses. Plus vite le lieu de l’accident est accessible, plus vite on peut rétablir une circulation normale.
Bij een verkeersongeval op een drukke autosnelweg is het belangrijk dat de plaats van het ongeval snel bereikbaar is, niet alleen voor hulpdiensten allerhande maar ook voor takelwagens. Hoe vlugger de plaats van het ongeval bereikt kan worden, hoe sneller de doorgang voor het verkeer weer gerealiseerd kan worden.
La question est de savoir si la police fédérale a un contrat fixe avec certaines sociétés de dépannage, lesquelles doivent, le cas échéant, se frayer un passage en remontant de longues files, ou si, à des fins d’intervention rapide, la police prend également contact avec des sociétés de dépannage établies dans les environs immédiats du lieu de l’accident, lesquelles peuvent être sur place beaucoup plus rapidement.
Vraag is nu of de federale politie een vast contract heeft met takelfirma’s, die zich eventueel door een zeer lange file moeten wringen, of dat er, in functie van het snelle optreden bij ongevallen, ook contact wordt opgenomen met een takelfirma in de onmiddellijke omgeving van het ongeval die in dat geval veel sneller ter plekke kan zijn.
1. Ne trouvez-vous pas que, du point de vue de la fluidité du trafic, une approche « au cas par cas » est préférable à une approche basée sur le contrat fixe, qui fait perdre beaucoup de temps et qui aggrave encore les embarras de circulation ?
1. Vindt u niet dat een benadering « geval per geval », vanuit de problematiek van de doorstroming van het verkeer, voorkeur verdient boven een benadering via het vaste contract, omdat er op die manier veel tijd verloren wordt, wat de files nog eens supplementair doet aanzwellen ?
2. Eˆtes-vous disposé à demander aux services de police de prendre des mesures en cette matière ?
2. Bent u bereid hieromtrent maatregelen te laten nemen door de politiediensten ?
DO 2003200421038
DO 2003200421038
Question no 205 de M. Guido De Padt du 8 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 205 van de heer Guido De Padt van 8 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Nouveau code de la route. — Accidents mortels.
Nieuwe verkeerswetgeving. — Dodelijke ongevallen.
Conformément au nouveau code de la route entré en vigueur le 1er mars 2004, le juge a l’obligation d’infliger une déchéance du droit de conduire de trois mois lorsqu’il y a concours entre une infraction grave du premier ou du second degré, la conduite sous influence d’alcool et des situations apparentées, d’une part, et un accident mortel, d’autre part.
Overeenkomstig de nieuwe verkeerswetgeving die van toepassing werd op 1 maart 2004, is de rechter verplicht een rijverbod van drie maanden uit te spreken wanneer er een samenloop is van een zware overtreding van de eerste of de tweede graad, het alcoholgeı¨ntoxiceerd sturen en daarmee verwante situaties, met een dodelijk ongeval.
Le juge ne dispose plus d’aucune liberté d’appréciation et, en l’espèce, il ne peut plus tenir compte de circonstances spécifiques et/ou de la situa` mon estime, il tion professionnelle des intéressés. A n’est pas exclu que des conducteurs de poids lourds, par exemple, courent le risque de perdre leur emploi à la suite de l’application de cette nouvelle législation.
De rechter heeft geen eigen beoordelingsvrijheid meer en kan in dat geval geen rekening houden met specifieke omstandigheden en/of beroepssituaties. Het is mijns inziens niet uitgesloten dat door deze wetgeving een aantal vrachtwagenbestuurders en andere het risico lopen hun job te verliezen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4262
Pourriez-vous, pour les années 2001, 2002 et 2003, me communiquer le nombre d’accidents mortels avec les circonstances suivantes :
Kan u voor de jaren 2001, 2002 en 2003 meedelen hoeveel dodelijke ongevallen er gebeurden waarbij :
1. un ou plusieurs piétons ont été renversés et la responsabilité du conducteur du véhicule a été établie;
1. één of meerdere voetgangers werden aangereden en de aansprakelijkheid bij de bestuurder van het voertuig werd gelegd;
2. un ou plusieurs cyclistes ont été impliqués et la responsabilité du conducteur du véhicule a été établie;
2. één of meerdere fietsers waren betrokken en de aansprakelijkheid bij de bestuurder van het voertuig werd gelegd;
3. un ou plusieurs véhicules étaient impliqués;
3. één of meerdere voertuigen waren betrokken;
4. un ou plusieurs poids lourds étaient impliqués et la responsabilité du conducteur a été établie ?
4. één of meerdere vrachtwagens waren betrokken en de bestuurder van de vrachtwagen aansprakelijk werd gesteld ?
DO 2003200421045
DO 2003200421045
Question no 206 de M. François-Xavier de Donnéa du 8 mars 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 206 van de heer François-Xavier de Donnéa van 8 maart 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Usage abusif de policiers.
Onrechtmatig inschakelen van politieagenten.
Régulièrement il est fait mention du manque de policiers en rue. Il s’en trouve pourtant derrière les volants des véhicules de fonction de certains édiles communaux.
Vaak wordt geklaagd over het gebrek aan « blauw » op straat. Sommige gemeentebestuurders doen echter een beroep op agenten als chauffeur voor hun dienstwagen.
1. Est-il normal que certains bourgmestres et échevins utilisent des policiers ou des auxiliaires de police comme chauffeur personnel ?
1. Is het normaal dat bepaalde burgemeesters en schepenen politieagenten of hulpagenten als persoonlijke chauffeur gebruiken ?
2. Le ministre ou ses prédécesseurs ont-ils édicté des circulaires ou pris des mesures de nature à empêcher ces abus ?
2. Hebben de minister of zijn voorgangers omzendbrieven uitgevaardigd of maatregelen genomen om dergelijke misbruiken te voorkomen ?
DO 2003200421056
DO 2003200421056
Question no 207 de M. Melchior Wathelet du 9 mars 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 207 van de heer Melchior Wathelet van 9 maart 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Actuelle campagne de publicité d’un constructeur automobile. — Utilisation abusive du logo des services de police.
Huidige reclamecampagne van een autofabrikant. — Misbruik van het logo van de politiediensten.
Profitant de l’entrée en vigueur au 1er mars 2004 de la nouvelle réglementation en matière de sécurité routière, un constructeur automobile suédois décline actuellement dans la presse une nouvelle campagne de publicité au terme de laquelle il offre gratuitement, sur certains de ses modèles, l’installation d’un dispositif plafonnant automatiquement la vitesse de circulation du véhicule aussi appelé « Cruise Control ».
Naar aanleiding van de op 1 maart 2004 in voege getreden nieuwe regelgeving inzake verkeersveiligheid, voert een Zweedse autofabrikant momenteel een nieuwe reclamecampagne in de pers, waarbij hij op bepaalde modellen gratis een automatische snelheidsbegrenzer, ook Cruise Control genoemd, plaatst.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4263
Si l’intention peut paraıˆtre louable, je m’étonne que ce constructeur affirme dans cette publicité qu’il joue ainsi la prévention dans un domaine ou` les services de police tant fédéraux que locaux auraient choisi selon lui de miser exclusivement sur la répression. Et de s’appuyer, dans cette campagne, sur le logo de nos services de police, en en gommant soigneusement la mention « Police » pour la remplacer par le mot « Répression ».
Hoewel de bedoeling lovenswaardig kan lijken, verbaast het mij dat die fabrikant in die reclame beweert dat hij op het vlak van de verkeersveiligheid met zijn snelheidsbegrenzer inspeelt op preventiemaatregelen terwijl de federale zowel als de lokale politiediensten volgens de autofabrikant liever uitsluitend op repressieve maatregelen mikken. In de campagne wordt het logo van onze politiediensten gebruikt maar wordt de vermelding « Politie » zorgvuldig verwijderd en vervangen door het woord « Repressie ».
Outre le problème posé par l’utilisation, à tout le moins abusive, du logo de nos services de police, ce constructeur fait, avec pareille campagne de publicité, peu, sinon pas, de cas des nombreuses campagnes de prévention organisées par les membres concernés de nos services de police en matière de sécurité routière, notamment par la communication sur leur site internet des endroits ou` sont opérés des controˆles radars.
Naast het probleem van het op zijn minst oneigenlijk gebruik van het logo van onze politiediensten, hecht die fabrikant met een dergelijke reclamecampagne weinig of geen waarde aan de vele preventiecampagnes die door de betrokken leden van onze politiediensten op het stuk van de verkeersveiligheid worden gevoerd, want de fabrikant vermeldt op zijn website immers waar wordt geflitst.
Quelle est votre position sur pareille campagne de publicité, et envisagez-vous entamer une procédure contre le constructeur automobile en question pour l’utilisation abusive et non autorisée du logo de nos services de police ?
Wat denkt u van een dergelijke reclamecampagne en bent u van plan stappen te ondernemen tegen de autofabrikant in kwestie voor het oneigenlijk en onbevoegd gebruik van het logo van onze politiediensten ?
DO 2003200421057
DO 2003200421057
Question no 208 de M. Theo Kelchtermans du 9 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 208 van de heer Theo Kelchtermans van 9 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Zones de police. — Règlement hycap.
Politiezones. — Hycapregeling.
Dans les différentes zones de police, c’est à peine si on dispose d’un aperçu du règlement hycap effectivement appliqué dans les autres zones. Voilà pourquoi je pose aujourd’hui cette question sur l’application réelle du règlement hycap.
In de verschillende politiezones is er nauwelijks een overzicht over de ree¨le hycapregeling bij andere zones. Vandaar deze vraag omtrent de effectieve regeling.
1. Pourriez-vous communiquer les chiffres exacts concernant l’application du règlement hycap dans les différentes zones, dans les deux régions du pays et à Bruxelles ?
1. Kan u meedelen welke de precieze cijfers zijn van de hycapregeling in de verschillende zones, de beide landsdelen en Brussel ?
2. Dispose-t-on de chiffres par province ?
2. Zijn er cijfers beschikbaar per provincie ?
3. Quels sont les principaux événements lors desquels on fait application du règlement hycap ?
3. Wat zijn de belangrijkste evenementen of gebeurtenissen waarbij een beroep wordt gedaan op de hycapregeling ?
4. Eˆtes-vous disposé à procéder à une évaluation de ce règlement en vue d’y apporter éventuellement certains correctifs ?
4. Bent u bereid hierover een evaluatie te maken met het oog op eventuele bijsturingen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4264
DO 2003200421058
DO 2003200421058
Question no 209 de M. Filip De Man du 9 mars 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 209 van de heer Filip De Man van 9 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Conditions d’admission aux épreuves de sélection imposées aux candidats inspecteurs de police.
Toelatingsvoorwaarden van kandidaat-inspecteurs van politie bij de selectieproeven.
Les personnes qui souhaitent se porter candidates à un emploi d’inspecteur de police doivent réussir une série d’épreuves d’admission avant d’entamer une formation. En même temps, les candidats doivent satisfaire à un certain nombre de conditions. Une de ces conditions est de passer une visite médicale lors de laquelle on mesure entre autres la taille des candidats. Or, à la police, on a distribué aux spécialistes de l’orientation professionnelle une farde informative dans laquelle il est stipulé que les candidats ne peuvent avoir une taille supérieure à deux mètres. Il me revient que selon la direction générale Personnel, les candidats dont la taille est supérieure à deux mètres sont systématiquement écartés.
Personen die zich kandidaat wensen te stellen voor een beroep als inspecteur van politie dienen te slagen in allerhande toelatingsproeven vooraleer een opleiding aan te vatten. Tevens dienen de kandidaten te voldoen aan een aantal voorwaarden. E´én van deze proeven is het medisch onderzoek, waarbij onder andere de lichaamslengte van de kandidaten wordt onderzocht. Bij de politie werd er een infomap verspreid onder de beroepenvoorlichters waarin een maximumlengte van 2 m staat. Ik verneem dat volgens de algemene directie Personeel kandidaten groter dan 200 cm systematisch worden afgekeurd.
1. Pour quels motifs ces candidats ne sont-ils pas admis ? 2. Des candidats de grande taille ne peuvent-ils être d’aucune utilité dans cette profession ? 3. Une taille minimum a-t-elle été fixée également ?
1. Wat is de motivatie ? 2. Kan men in dit beroep geen grote kandidaten gebruiken ? 3. Bestaat er ook zoiets als een minimumlengte ?
4. Y a-t-il des critères différents pour les hommes et les femmes en ce qui concerne les épreuves et les conditions d’admission ?
4. Zijn er in de toelatingsproeven en toelatingsvoorwaarden verschillende criteria voor mannen en vrouwen ?
5. Les mêmes conditions (sur le plan physique) s’appliquent-elles aux auxiliaires de police ?
5. Gelden dezelfde (lichamelijke) voorwaarden voor hulpagenten ?
Ministre de l’Emploi et des Pensions
Minister van Werk en Pensioenen
Emploi
Werk
DO 2003200421018
DO 2003200421018
Question no 68 de M. Staf Neel du 5 mars 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions : E´lections sociales. — Acte de candidature. — Suppression de la liste.
Vraag nr. 68 van de heer Staf Neel van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Entre le 6 et le 19 mai 2004 auront lieu les élections sociales. Chaque entreprise, « unité technique d’exploitation », comptant au moins 50 travailleurs en
Tussen 6 en 19 mei 2004 vinden de sociale verkiezingen plaats. Elk bedrijf, « technische bedrijfseenheid », met minstens 50 werknemers in dienst in 2003, moet
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Sociale verkiezingen. — Kandidatuurstelling. — Schrapping van de lijst.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4265
service en 2003 devra alors organiser des élections pour la création d’un « Comité pour la prévention et la ` partir de 100 travailleurs, il protection au travail ». A est obligatoire de tenir des élections pour un conseil d’entreprise. ` l’approche de ces élections se posent les questions A suivantes.
dan verkiezingen organiseren om een « Comité van preventie en bescherming op het werk » op te richten. Vanaf 100 werknemers is men verplicht een verkiezing te houden voor een ondernemingsraad.
1. Un ouvrier ou un employé peut-il, lors du dépoˆt de sa candidature, être rayé d’une liste électorale pour l’une des élections susmentionnées de l’un des syndicats lorsqu’il s’avère être membre du Vlaams Blok et que sa candidature a été initialement acceptée pour figurer sur la liste de ce syndicat et aucun autre ?
1. Kan een arbeider of bediende bij het stellen van zijn kandidatuur, op een kieslijst van één van bovengenoemde verkiezingen van één van de vakbonden, van de lijst geschrapt worden wanneer hij lid blijkt te zijn van het Vlaams Blok en zijn kandidatuur aanvankelijk werd aanvaard om op de lijst van deze of gene vakbond te fungeren ?
2. Est-il encore protégé, en tant qu’ouvrier ou employé, face à son patron — comme les autres candidats — après avoir été rayé de la liste ? ` quelle institution/organisation l’ouvrier ou 3. A employé lésé doit-il s’adresser après avoir subi un traitement aussi déplaisant (être rayé de la liste) ?
2. Is hij nog beschermd als arbeider of bediende tegenover zijn patroon — zoals de andere kandidaten — na het afvoeren van deze lijst ?
4. Approuvez-vous des exclusions de ce type ?
Naar aanleiding van deze nakende verkiezingen rijzen volgende vragen.
3. Naar welke instelling/organisatie moet de gedupeerde arbeider of bediende zich wenden na zulke onheuse behandeling (schrappen van de lijst) ? 4. Kan u zich akkoord verklaren met dergelijke uitsluitingen ?
DO 2003200421048
DO 2003200421048
Question no 69 de M. Hendrik Bogaert du 9 mars 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 69 van de heer Hendrik Bogaert van 9 maart 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Loi relative aux fermetures d’entreprises. — Privilège général du travailleur impayé.
Wet sluiting ondernemingen. — Algemeen voorrecht van de onbetaalde werknemer.
L’article 83 de la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d’entreprises a réduit le privilège général du travailleur impayé, que l’article 19, 3obis, de la loi hypothécaire avait fixé à 300 000 frank de salaire net, à 7 500 euros de salaire brut.
Artikel 83 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen herleidt het algemeen voorrecht van de onbetaalde werknemer dat in artikel 19, 3obis, van de hypotheekwet vastgesteld is op 300 000 frank nettoloon, tot 7 500 euro brutoloon.
Faute d’arrêtés d’exécution, la loi n’a pas encore pris ses effets. L’entrée en vigueur de l’article 83 de la loi susvisée du 26 juin 2002 aura des conséquences négatives pour les travailleurs qui sont la victime d’une faillite de l’entreprise qui les emploie, puisqu’ils ne pourront alors plus percevoir que la moitié du privilège actuellement applicable.
Deze wet is nog niet van kracht wegens het uitblijven van de uitvoeringsbesluiten. De inwerkingtreding van artikel 83 van voornoemde wet van 26 juni 2002 zal nadelige gevolgen hebben voor werknemers die het slachtoffer zijn van een faillissement van het hen tewerkstellende bedrijf vermits zij alsdan slechts de helft meer zullen kunnen ontvangen van het thans geldende voorrecht.
E´tant donné que le travailleur n’a pas le droit d’intenter une action pour percevoir en mains propres les cotisations de sécurité sociale et le précompte professionnel, un privilège sur le salaire brut n’a d’ailleurs aucun sens.
Gezien de werknemer geen vorderingsrecht heeft om de socialezekerheidsbijdrage en de bedrijfsvoorheffing in eigen handen te verkrijgen, heeft een voorrecht op het brutoloon trouwens geen zin.
1. Comment justifiez-vous que le privilège général du travailleur impayé ne porte désormais plus que sur un salaire brut de 7 500 euros ?
1. Hoe rechtvaardigt u dat het algemeen voorrecht van de onbetaalde werknemer voortaan slechts betrekking zou hebben op 7 500 euro brutoloon ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
540
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4266
2. a) Comptez-vous maintenir cette disposition édictée sous votre prédécesseur, Mme Onkelinx, ou envisagez-vous une modification de celle-ci ?
2. a) Zal u deze bepaling die onder uw voorgangster, mevrouw Onkelinx, is totstandgekomen handhaven of overweegt u een wijziging ervan ?
b) Des démarches ont-elles déjà été entreprises à cet effet ?
b) Zijn er hiervoor reeds stappen ondernomen ?
DO 2003200421049
DO 2003200421049
Question no 70 de M. Yves Leterme du 9 mars 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 70 van de heer Yves Leterme van 9 maart 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Système des chèques-services et réforme des ALE dans les zones rurales. ` l’heure qu’il est, tous les employés ALE et les A présidents des agences locales pour l’emploi (ALE) ont sans doute pris connaissance des modifications qui seront apportées très prochainement au mode de fonctionnement des ALE. Il me revient que ce secteur réagirait surtout à l’arrêt des inscriptions aux ALE pour le nettoyage ménager à compter du 1er mars ou du 1er avril 2004 et à la suppression de la dispense de déclaration de disponibilité accordée aux choˆmeurs. E´videmment, il est encore beaucoup trop toˆt pour tirer des conclusions de l’instauration des chèquesservices et de leur utilisation dans la pratique. Il me revient que selon les acteurs de terrain, ce système commence à récolter du succès et qu’il en récolte de plus en plus.
Systeem van dienstencheques en hervorming van het PWA in landelijke gebieden.
Je voudrais aborder ici la question de la politique qui vise à supprimer peu à peu le nettoyage ménager de la corbeille de services disponibles en ALE ainsi que son remplacement par des chèques-services dans les zones rurales et, surtout, l’entrée des associations d’ALE dans le système des chèques-services dans les zones rurales.
Ik wil het hebben over het uitdoofbeleid ten aanzien van huishoudelijke hulp door de PWA’s en de vervanging door dienstencheques in meer landelijke gebieden en vooral dan het instappen van de PWA- verenigingen in het systeem van dienstencheques in landelijke gebieden.
Dans ma région — une région rurale —, les cinq ALE présentes assument quelque 19 700 heureshomme de nettoyage ménager. C’est d’ailleurs leur activité principale. Actuellement, il y a neuf entreprises de services agréées, dont 1 ALE, 1 CPAS, 1 ASBL privée, les cinq autres étant des entreprises commerciales qui sont toutes sans exception des sociétés d’interim. En ce moment, dans le même champ d’activités, quelque 2 000 heures-homme sont accomplies dans le système des chèques-services. E´videmment, on ignore aujourd’hui dans quelle mesure le système des chèques-services croıˆtra encore. D’autre part, il est impossible d’estimer à quelle vitesse la politique qui vise à supprimer le nettoyage ménager de la corbeille de services offerts par les ALE produira ses effets. On peut supposer que ce sera graduellement.
In mijn regio — een landelijke regio dus — presteren de vijf PWA-kantoren ongeveer 19 700 manuren aan poetshulp, wat hun grootste activiteit is. Op dit ogenblik zijn er negen erkende dienstenondernemingen, waarvan 1 PWA, 1 OCMW, 1 private VZW en de andere vijf zijn commercie¨le ondernemingen, uitsluitend interimkantoren. Op dit moment worden er in hetzelfde werkgebied in het systeem van dienstencheques ongeveer 2 000 manuren gepresteerd.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Alle PWA-beambten en de voorzitters van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) zullen ondertussen kennis gekregen hebben van de wijzigingen die op til zijn in de werking van de PWA’s. Ik hoor vanuit die sector vooral reacties over de stopzetting van nieuwe inschrijvingen in het PWA voor huishoudelijke (poets-) hulp per 1 maart of per 1 april 2004 en de stopzetting van de vrijstelling van aanmelding voor de werklozen. Het is natuurlijk nog veel te vroeg om al conclusies te trekken uit de invoering en de toepassing van de dienstencheques in de praktijk. Ik hoor vanuit het werkveld dat het systeem ingang begint te vinden en dat het in stijgende lijn gaat.
Het is natuurlijk op dit ogenblik een onbekende factor hoe sterk het systeem van dienstencheques nog zal groeien. Het valt eveneens niet in te schatten hoe snel het uitdoofbeleid ten aanzien van de huishoudhulp van de PWA’s effecten zal sorteren. Het valt aan te nemen dat alles geleidelijk aan zal gebeuren. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4267
Alors que le système commence à fonctionner, il apparaıˆt que dans ma région un fossé profond sépare l’aide ménagère fournie par les ALE et l’aide ménagère proposée par les entreprises de services.
Doch er blijkt bij de opstart van het systeem dat er in mijn regio een grote kloof bestaat tussen de huishoudhulp die door de PWA’s wordt gepresteerd en de huishoudhulp via de dienstenondernemingen.
Il me revient qu’à une agence locale pour l’emploi près, aucune des autres agences ne trépigne d’impatience à l’idée de se faire reconnaıˆtre comme entreprise de services. Les interrogations et incertitudes à cet égard se chevauchent :
Op één plaatselijk werkgelegenheidsagentschap na verneem ik dat geen van de andere agentschappen echt staat te springen om zich als dienstenonderneming te laten erkennen. De vragen en onzekerheden zijn gelijklopend :
A) Les associations d’ALE ont trop peu de réserves financières pour démarrer, préfinancer ou payer les frais d’encadrement et pour combler les lacunes si certains travailleurs s’absentent pour cause de maladie et parce qu’ils prennent leurs vacances ou parce que les utilisateurs des ALE prennent leurs vacances ou invoquent d’autres motifs d’empêchement.
A) De verenigingen hebben te weinig financie¨le reserves om op te starten, om te prefinancieren, om de omkaderingskosten te betalen en om leemtes op te vangen in geval van ziekte en vakantie van werknemers of vakantie of andere redenen van verhindering van gebruikers.
B) Leurs marges bénéficiaires prévues sont trop réduites pour leur permettre de faire face à d’éventuels couˆts supplémentaires ou à des impondérables.
B) De te verwachten winstmarges zijn beperkt om eventuele meerkosten of onverwachte veranderingen op te vangen.
C) Du coˆté des ALE, il y a à la fois une incertitude et un mécontentement au sujet des salaires de l’employé qu’elles devraient supporter elles-mêmes si elles devenaient entreprises de services.
C) Er is vanuit de PWA’s onzekerheid en onvrede over de lonen van de beambte die zij zelf zouden moeten dragen ingeval ze dienstenonderneming worden.
D) D’aucuns redoutent que l’idée de travailler au sein d’une entreprise de services n’intéresse que modérément les travailleurs actuels des ALE.
D) Men vreest dat de interesse van de huidige PWAwerknemers eerder beperkt zal zijn om om te schakelen naar en tewerkstelling in een dienstenonderneming.
Il semble que ces problèmes se poseront moins dans les zones plus urbanisées ou` les réserves financières sont indiscutablement mieux pourvues et ou` un potentiel plus important devrait permettre d’anticiper diverses fluctuations avec une plus grande flexibilité.
Het lijkt erop dat deze problemen zich minder zullen stellen in meer verstedelijkte gebieden, waar de financie¨le reserves ongetwijfeld ruimer zijn en waar ze door een groter potentieel meer flexibel zullen kunnen inspelen op allerhande schommelingen.
Par conséquent, on peut craindre que dans les zones rurales ne naisse un besoin social d’aides pour le nettoyage ménager qui puisse difficilement être satisfait ` cet égard, les ALE via un circuit de travail ordinaire. A pourraient jouer un roˆle de pionnier si les pouvoirs publics pouvaient remédier à leurs difficultés en appliquant avec plus de souplesse leur politique visant à supprimer le nettoyage ménager de la corbeille de services offerts par les ALE ou en ne facturant pas leur intervention pour l’employé ALE.
De vrees lijkt dan ook terecht dat er in landelijke gebieden een maatschappelijke nood naar huishoudhulp zal ontstaan, die moeilijk via een regulier circuit ingevuld zal kunnen worden. PWA-kantoren zouden hierin het voortouw kunnen nemen, indien er vanuit de overheid tegemoet kan worden gekomen aan hun problemen door het uitdoofbeleid soepeler in te vullen of door de tussenkomst voor de PWA-beambte niet aan te rekenen.
1. Reconnaissez-vous que dans les zones rurales, il y a un risque que l’aide ménagère proposée par les ALE puisse être remplacée plus difficilement par de l’aide ménagère offerte via des chèques-services ?
1. Erkent u dat in landelijke regio’s het risico bestaat dat de huishoudhulp aangeboden door de PWA’s moeilijker vervangen zal kunnen worden door huishoudhulp via dienstencheques ?
2. Comprenez-vous les objections émises par les petites ALE ?
2. Erkent u de bezwaren die door de kleinere plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen worden geuit ?
3. Quelles solutions pourraient être apportées à leurs problèmes, selon vous ?
3. Welke oplossingen kunnen er geboden worden aan hun problemen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4268
Ministre de la Coopération au développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
DO 2003200421021
DO 2003200421021
Question no 14 de Mme Zoé Genot du 5 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 14 van mevrouw Zoé Genot van 5 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Fonds de garantie pour le commerce équitable.
Waarborgfonds voor billijke handel.
Le Fonds de garantie pour le commerce équitable (fonds de garantie FTI) a pour objectif de faciliter l’accès au crédit pour les producteurs économiquement marginalisés des pays en développement qui luttent pour leur développement durable et social.
Het Waarborgfonds voor billijke handel (waarborgfonds Fair Trade Initiative) heeft tot doel de toegang tot krediet te vergemakkelijken voor derdewereldproducenten die economisch buiten spel worden gezet en die voor hun duurzame en sociale ontwikkeling vechten.
1. Ou` en est-on avec la mise en œuvre de ce fonds ?
1. Hoe staat het met de oprichting van dat fonds ?
2. Quelles banques ont adhéré à ce fonds ?
2. Welke banken zijn tot dat fonds toegetreden ?
3. Quelle est l’institution de crédit à laquelle la Coopération technique belge a confié la gestion ?
3. Aan welke kredietinstelling heeft de Belgische Technische Coo¨peratie het beheer van dat fonds toevertrouwd ?
4. Combien de dossiers, et de quels pays, ont-ils été approuvés ?
4. Hoeveel dossiers, en uit welke landen, werden er goedgekeurd ?
DO 2003200421026
DO 2003200421026
Question no 15 de Mme Zoé Genot du 5 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 15 van mevrouw Zoé Genot van 5 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Coopération internationale belge. — Notes stratégiques.
Belgische internationale samenwerking. — Strategienota’s.
Les articles 6, 7 et 8 de la loi du 25 mai 1999 relative à la coopération internationale belge prévoient l’adoption d’une série de notes stratégiques.
De artikelen 6, 7 en 8 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking bevatten de verplichting strategienota’s op te stellen.
1. Quelles notes stratégiques ont-été rédigées ?
1. Welke strategienota’s werden er reeds opgesteld ?
2. Quelles notes stratégiques ont reçu l’avis du Conseil fédéral de développement durable ?
2. Over welke strategienota’s heeft de Federale Raad voor de duurzame ontwikkeling een advies uitgebracht ?
3. Quelles notes ont été envoyées à la Chambre et au Sénat ?
3. Welke strategienota’s werden er naar de Kamer en de Senaat overgezonden ?
4. Quel est le timing de la finalisation des notes qui n’ont pas encore été rédigées ?
4. Tegen wanneer moeten de nota’s die nog moeten worden opgesteld, klaar zijn ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4269
DO 2003200421031
DO 2003200421031
Question no 16 de Mme Zoé Genot du 5 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 16 van mevrouw Zoé Genot van 5 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Coopération multilatérale. — Organisations multilatérales.
Multilaterale samenwerking. — Multilaterale organisaties.
La coopération multilatérale représente la plus grande part du budget de la coopération au développement belge. Le ministre a annoncé lors des discussions budgétaires :
De multilaterale samenwerking slokt het grootste deel van de begroting van de Belgische ontwikkelingssamenwerking op. Tijdens de begrotingsbespreking heeft de minister aangekondigd dat :
— d’identifier une dizaine d’organisations prioritaires pour lesquelles notre contribution sera considérablement augmentée pendant la période 2004-2007;
— hij een tiental prioritaire organisaties zou selecteren waarvoor tijdens de periode 2004-2007 onze bijdrage beduidend verhoogd zou worden;
— de négocier un programme pluriannuel avec ces organisations;
— hij met deze organisaties zou onderhandelen over een meerjarenprogramma;
— de garantir une plus grande présence de Belges actifs au sein de ces organisations.
— hij zou waken over een grotere aanwezigheid van Belgen binnen die organisaties.
1. Pour quelles organisations multilatérales notre contribution a-t-elle augmenté considérablement ?
1. Voor welke organisaties werd onze bijdrage beduidend verhoogd ?
2. Avec quelles organisations multilatérales un programme pluriannuel a-t-il été négocié ?
2. Met welke multilaterale organisaties werd er over een meerjarenprogramma onderhandeld ?
3. a) Quelles mesures ont-elles été prises pour garantir une plus grande présence de Belges actifs au sein de ces organisations ?
3. a) Welke maatregelen werden er getroffen om te waken over een grotere aanwezigheid van Belgen binnen die organisaties ?
b) De quelles organisations s’agit-il ?
b) Om welke organisaties gaat het ?
DO 2003200421034
DO 2003200421034
Question no 17 de Mme Zoé Genot du 8 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 17 van mevrouw Zoé Genot van 8 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Lutte contre la malaria.
Bestrijding van malaria.
En 1998, un partenariat global appelé « Roll Back Malaria (RBM) » a été créé par l’OMS, le PNUD, l’Unicef et la Banque mondiale dans le but de diviser par deux le nombre de cas de malaria pour 2010.
Om het aantal malariagevallen tegen 2010 te halveren hebben de WGO, het UNDP, Unicef en de Wereldbank in 1998 een globaal partnerschap onder de benaming « Roll Back Malaria RBM » opgericht.
1. Comment le gouvernement a-t-il appuyé cette initiative ?
1. Op welke wijze heeft de regering dit initiatief ondersteund ?
2. Quel soutien financier notre pays a-t-il accordé de 1999 à 2004 (chiffres par année) ?
2. Welke financie¨le steun heeft ons land van 1999 tot 2004 verleend (cijfers per jaar) ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4270
DO 2003200421039
DO 2003200421039
Question no 18 de Mme Zoé Genot du 8 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 18 van mevrouw Zoé Genot van 8 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Politique en matière du genre.
Genderbeleid.
Selon la Note de politique générale du ministre pour l’année budgétaire 2004 (Doc. parl., Chambre, 20032004, no 325/4, p. 28), la politique en matière du genre s’appuie sur trois piliers :
Uit de Algemene Beleidsnota van de minister voor het begrotingsjaar 2004 (Parl. St., Kamer, 2003-2004, nr. 325/4, blz. 28) vernemen wij dat het beleid met betrekking tot de genderproblematiek op drie pijlers berust :
— appui aux efforts des pays partenaires dans le domaine de l’intégration de la problématique du genre;
— steun aan de inspanningen van de partnerlanden op het vlak van gender;
— appui aux efforts des institutions internationales et des organisations non gouvernementales à cette problématique;
— steun aan de inspanningen van internationale instellingen en niet-gouvernementele organisaties op het vlak van gender;
— renforcement de la capacité institutionnelle de la DGCD (Direction génerale de la coopération au développement).
— versterking van de institutionele capaciteit van DGOS (Directie-generaal ontwikkelingssamenwerking.
Quelles mesures concrètes ont été prises en exécution de chacun des trois piliers et quels en sont les résultats ?
Welke concrete maatregelen werden er getroffen om elk van deze drie pijlers te implementeren, en met welk resultaat ?
DO 2003200421040
DO 2003200421040
Question no 19 de Mme Zoé Genot du 8 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 19 van mevrouw Zoé Genot van 8 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Coopération sous la tutelle des Finances.
Ontwikkelingssamenwerking Financie¨n.
La coopération multilatérale représente la plus grande part du budget de la Coopération au développement belge. La Belgique est représentée dans l’instance de gestion de certaines de ces institutions multilatérales par un représentant du ministère des Finances et pas par un représentant du ministre de la Coopération au développement.
De multilaterale samenwerking slorpt het grootste deel van de begroting van de Belgische ontwikkelingssamenwerking op. Belgie¨ wordt in de beheersinstanties van bepaalde van die multilaterale instellingen vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger van het ministerie van Financie¨n en niet door een vertegenwoordiger van de minister van Ontwikkelingssamenwerking.
1. Dans quelles institutions multilatérales financées par des crédits de la Coopération au développement belge le gouvernement est-il représenté par des personnes désignées par le ministre des Finances ou tombant sous son autorité ?
1. In welke door kredieten van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking gefinancierde multilaterale instellingen wordt de regering vertegenwoordigd door mensen die door het ministerie van Financie¨n werden aangewezen of die onder het gezag ervan staan ?
2. Comment les positions de ces représentants sontelles définies ?
2. Welke standpunten nemen die vertegenwoordigers is ?
3. Comment le ministre s’assure-t-il de la coordination de la prise de position des représentants belges dans ces instances de gestion avec sa politique, telle que définie dans sa note de politique générale ?
3. Hoe ziet de minister erop toe dat het standpunt van de Belgische vertegenwoordigers in die beheersinstanties is afgestemd op zijn beleid, zoals dat in zijn algemene beleidsnota is uitgestippeld ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
onder
toezicht
van
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4271
DO 2003200421041
DO 2003200421041
Question no 20 de Mme Zoé Genot du 8 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 20 van mevrouw Zoé Genot van 8 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Coopération. — Initiative « Africalia ».
Samenwerking. — « Africalia »-campagne.
Votre prédésseur avait lancé l’initiative « Africalia », un grand objet de collaboration culturelle entre la Belgique et l’Afrique.
Op initiatief van uw voorganger werd de campagne « Africalia » opgezet, een belangrijk cultureel samenwerkingsproject tussen Belgie¨ en de Afrikaanse landen.
1. Quel budget avez-vous prévu pour le projet « Africalia » en 2004 ?
1. Welk bedrag heeft u voor het project « Africalia » in de begroting van 2004 geboekt ?
2. Comment voyez-vous l’avenir de ce projet ?
2. Welke toekomst is er volgens u voor dit project weggelegd ?
DO 2003200421046
DO 2003200421046
Question no 21 de Mme Zoé Genot du 8 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 21 van mevrouw Zoé Genot van 8 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Initiatives de sensibilisation. — Projet « Annoncer la couleur ».
Sensibiliseringscampagnes. — Project « Kleur Bekennen ».
Votre prédécesseur avait lancé plusieurs initiatives de sensibilisation, notamment « Annoncer la couleur ».
Uw voorganger heeft meerdere sensibiliseringscampagnes opgestart, waaronder ook de campagne « Kleur Bekennen ».
1. Quel est le budget pour les initiatives de sensibilisation en 2004 ?
1. Welke bedragen zijn er voor de sensibiliseringscampagnes in 2004 uitgetrokken ?
2. Quels programmes de sensibilisation sont prévus en 2004 ?
2. Welke sensibiliseringscampagnes zijn er in 2004 gepland ?
3. a) Comment le ministre voit-il la poursuite du projet « Annoncer la couleur » ?
3. a) Is de minister zinnens het project « Kleur Bekennen » voort te zetten ?
b) Quel projet est prévu pour 2004 ?
b) Welk project is er voor 2004 gepland ?
DO 2003200421047
DO 2003200421047
Question no 22 de Mme Zoé Genot du 8 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 22 van mevrouw Zoé Genot van 8 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Objectifs de Développement du Millénaire.
Millenium Development Goals.
Le ministre a déclaré, lors des discussions sur le budget 2004, que l’ensemble des politiques contribuant à l’aide au développement doivent se référer aux Objectifs de Développement du Millénaire (ODM), quel que soit le département en cause. En plus, le ministre a annoncé la réalisation d’un tableau qui servi-
Tijdens de bespreking van de begroting 2004 heeft de minister verklaard dat de Millenium Development Goals (MDG’s) als toetssteen moeten dienen voor het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking van alle departementen die bij de uitvoering ervan betrokken zijn. Bovendien heeft de minister aangekondigd dat
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4272
rait d’instrument de mesure pour les 8 ODM ainsi que le développement durable.
een tabel zou worden opgesteld die zal dienen als meetinstrument voor de 8 MDG’s en voor de duurzame ontwikkeling.
1. a) Quelles mesures ont été prises pour réaliser ce tableau ?
1. a) Welke maatregelen werden getroffen om deze tabel op te stellen ?
b) Ou` en est-il actuellement ?
b) Hoever staat het thans met deze tabel ?
2. Quel est le timing de la finalisation du tableau ?
2. Tegen wanneer zal deze tabel klaar zijn ?
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 2003200421015
DO 2003200421015
Question no 290 de M. Yves Leterme du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 290 van de heer Yves Leterme van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Réclamations. — Dégrèvement. — Erreur de droit.
Bezwaarschriften. — Ontheffing. — Dwaling in rechte.
Il n’entre pas dans mes intentions de résoudre un problème précis mais de faire respecter un principe destiné à protéger le citoyen, en l’occurrence qu’il ne peut être question de fiscalité en l’absence de législation explicite. Dans un E´tat de droit, les pouvoirs publics sont tenus de respecter des règles de droit. La sécurité juridique, la bonne administration, la confiance suscitée, l’obligation de motivation, la publicité de l’administration et tous les règlements d’ordre public qui interfèrent avec les lois fiscales sont des principes qui s’appliquent également aux administrations fiscales.
Het ligt niet in mijn bedoeling een bijzonder geval op te lossen maar een principe dat werd vastgesteld om de burger te beschermen te doen naleven, met name geen fiscaliteit zonder uitdrukkelijke wet.
1. Estimez-vous qu’il ne peut être question de fiscalité en l’absence de législation explicite ?
1. Bent u van mening dat er geen fiscaliteit is zonder uitdrukkelijke wet ?
2. Estimez-vous que l’exécution de la loi est plus importante que l’élaboration de celle-ci, en d’autres termes que « the execution of the laws is more important than the making of them » (Thomas Jefferson) ?
2. Bent u van mening dat de uitvoering van de wet belangrijker is dan het maken ervan, met andere woorden « the execution of the laws is more important than the making of them » (Thomas Jefferson) ?
3. Dans sa décision, le directeur peut-il utiliser le terme « dégrèvement » s’il en fait un usage illégitime en droit ou en fait ?
3. Mag de directeur bij zijn beslissing de term « ontheffing » gebruiken indien hij in rechte of in feite de term onwettig gebruikt ?
4. Cette confusion terminologique dans le chef du fonctionnaire est-elle considérée comme une erreur selon le CIR 1992 (ordre public, application stricte) ?
4. Wordt deze verwisseling van terminologie door de ambtenaar volgens het WIB 1992 (openbare orde, strikte toepassing) als dwaling beschouwd ?
5. Dans l’affirmative, quelle est l’interprétation donnée à l’erreur de droit par la jurisprudence et nos codes ?
5. Zo ja, welke betekenis heeft dwaling in rechte volgens de rechtspraak en onze wetboeken ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
In een rechtsstaat is de overheid gebonden aan rechtsregels. De rechtszekerheid, behoorlijk bestuur, het opgewekt vertrouwen en de motiveringsplicht, openbaarheid van bestuur en al de verordeningen van openbare orde die de belastingwetten doorkruisen zijn principes die ook gelden voor de fiscale administraties.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4273
6. Existe-t-il une différence juridique entre l’erreur commise par un contribuable, d’une part, et par un fonctionnaire de votre service, d’autre part, dans sa description ?
6. Is er een juridisch verschil tussen de dwaling door een belastingplichtige en een ambtenaar van uw dienst bij de omschrijving ervan ?
7. a) Dans l’affirmative, ou` le contribuable peut-il retrouver cet article d’ordre public ?
7. a) Indien positief, waar kan de belastingplichtige dit artikel van openbare orde terugvinden ?
b) Sur quel fondement légal l’administration se baset-elle en l’espèce ?
b) Op welke rechtsgrond steunt de administratie zich in dat geval ?
DO 2003200421016
DO 2003200421016
Question no 291 de M. Yves Leterme du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 291 van de heer Yves Leterme van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Réclamations. — Obligation de se rendre au bureau du directeur régional.
Bezwaarschriften. — Verplichting zich te begeven naar het kantoor van de gewestelijk directeur.
Il n’entre pas dans mes intentions de résoudre un problème précis mais de faire respecter un principe destiné à protéger le citoyen, en l’occurrence qu’il ne peut être question de fiscalité en l’absence de législation explicite. Dans un E´tat de droit, les pouvoirs publics sont tenus de respecter des règles de droit. La sécurité juridique, la bonne administration, la confiance suscitée, l’obligation de motivation, la publicité de l’administration et tous les règlements d’ordre public qui interfèrent avec les lois fiscales sont des principes qui s’appliquent également aux administrations fiscales.
Het ligt niet in mijn bedoeling een bijzonder geval op te lossen maar een principe dat werd vastgesteld om de burger te beschermen te doen naleven, met name geen fiscaliteit zonder uitdrukkelijke wet.
1. Estimez-vous qu’il ne peut être question de fiscalité en l’absence de législation explicite ?
1. Bent u van mening dat er geen fiscaliteit is zonder uitdrukkelijke wet ?
2. Estimez-vous que l’exécution de la loi est plus importante que l’élaboration de celle-ci, en d’autres termes « the execution of the laws is more important than the making of them » (Thomas Jefferson) ?
2. Bent u van mening dat de uitvoering van de wet belangrijker is dan het maken ervan, met andere woorden « the execution of the laws is more important than the making of them » (Thomas Jefferson) ?
3. Estimez-vous que le directeur régional qui traite les réclamations ne possède aucune compétence juridictionnelle ?
3. Bent u de mening toegedaan dat de gewestelijke directeur die de bezwaarschriften behandelt geen rechterlijke bevoegdheid bezit ?
4. Estimez-vous que le directeur régional intervient par conséquent en qualité de simple fonctionnaire soumis aux principes du CIR 1992 (ordre public, application stricte) ainsi qu’à l’ensemble des règlements d’ordre public qui interfèrent avec les lois fiscales ?
4. Bent u van mening dat de gewestelijke directeur bijgevolg optreedt als een gewone ambtenaar die onderworpen is aan de wetten van WIB 1992 (openbare orde, strikte toepassing) en aan al de verordeningen van openbare orde die de belastingwetten doorkruisen ?
5. Estimez-vous que le directeur qui traite les réclamations doit se conformer à l’article 315 CIR 1992 ?
5. Bent u van mening dat de directeur die de bezwaarschriften behandelt zich moet voegen naar artikel 315 WIB 1992 ?
6. Estimez-vous que le directeur régional est en défaut s’il ordonne que le réclamant se rende à son bureau administratif ?
6. Bent u van mening dat de gewestelijke directeur in overtreding is indien hij beveelt dat de bezwaarindiener zich dient te begeven naar zijn administratief kantoor ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
In een rechtsstaat is de overheid gebonden aan rechtsregels. De rechtszekerheid, behoorlijk bestuur, het opgewekt vertrouwen en de motiveringsplicht, openbaarheid van bestuur en al de verordeningen van openbare orde die de belastingwetten doorkruisen zijn principes die ook gelden voor de fiscale administraties.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
541
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4274
7. Estimez-vous que même si le contribuable ne demande pas à être entendu dans sa réclamation, le directeur régional — eu égard à son statut actuel — est tenu de se conformer aux lois d’ordre public et de nouer un dialogue avec le contribuable comme le prévoient les lois en matière d’imposition ?
7. Bent u van mening dat zelfs indien de belastingplichtige in zijn of haar bezwaarschrift niet aanvraagt gehoord te worden, de gewestelijke directeur — gezien zijn huidige status — verplicht is zich te voegen naar de wetten van openbare orde en een dialoog dient aan te gaan zoals bepaald door de wetten bij aanslagen met de belastingplichtige ?
DO 2003200421017
DO 2003200421017
Question no 292 de M. Yves Leterme du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances : Réclamations. — Devoir d’information du directeur régional. — Obligation de statuer.
Vraag nr. 292 van de heer Yves Leterme van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n : Bezwaarschriften. — Informatieplicht in hoofde van de gewestelijke directeur. — Verplichting uitspraak te doen. Het ligt niet in mijn bedoeling een bijzonder geval op te lossen maar een principe dat werd vastgesteld om de burger te beschermen te doen naleven, met name geen fiscaliteit zonder uitdrukkelijke wet.
Il n’entre pas dans mes intentions de résoudre un problème précis mais de faire respecter un principe destiné à protéger le citoyen, en l’occurrence qu’il ne peut être question de fiscalité en l’absence de législation explicite. Dans un E´tat de droit, les pouvoirs publics sont tenus de respecter des règles de droit. La sécurité juridique, la bonne administration, la confiance suscitée, l’obligation de motivation, la publicité de l’administration et tous les règlements d’ordre public qui interfèrent avec les lois fiscales sont des principes qui s’appliquent également aux administrations fiscales. 1. Estimez-vous qu’il ne peut être question de fiscalité en l’absence de législation explicite ? 2. Estimez-vous que l’exécution de la loi est plus importante que l’élaboration de celle-ci, en d’autres termes « the execution of the laws is more important than the making of them » (Thomas Jefferson) ? 3. Estimez-vous que le directeur régional qui recueille des informations auprès de l’administration est tenu de les porter à la connaissance du contribuable ? 4. Estimez-vous que l’article 375, § 1er, CIR 1992, impose de manière impérative et non discrétionnaire au directeur régional de statuer par décision motivée sur tous les griefs formulés par le contribuable et également sur les griefs supplémentaires ?
In een rechtsstaat is de overheid gebonden aan rechtsregels. De rechtszekerheid, behoorlijk bestuur, het opgewekt vertrouwen en de motiveringsplicht, openbaarheid van bestuur en al de verordeningen van openbare orde die de belastingwetten doorkruisen zijn principes die ook gelden voor de fiscale administraties. 1. Bent u van mening dat er geen fiscaliteit is zonder uitdrukkelijke wet ? 2. Bent u van mening dat de uitvoering van de wet belangrijker is dan het maken ervan, met andere woorden « the execution of the laws is more important than the making of them » (Thomas Jefferson) ? 3. Bent u van mening dat indien de gewestelijke directeur die informatie inwint bij de administratie, hij verplicht is deze ter kennis te stellen van de belastingplichtige ? 4. Bent u van mening dat artikel 375, § 1, WIB 1992, imperatief en niet discretionair de bevoegdheid oplegt aan de gewestelijke directeur uitspraak te doen bij met redenen omklede beslissing nopens alle bezwaren aangevoerd door de belastingschuldige, ook over de aanvullende bezwaren ?
DO 2003200421023
DO 2003200421023
Question no 294 de M. Hagen Goyvaerts du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances : Institut national de recherche sur les conditions de travail. — Comptes. — Arriéré. Conformément à la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public, les
Vraag nr. 294 van de heer Hagen Goyvaerts van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n : Nationaal Onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden. — Rekeningen. — Achterstand. Overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van open-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4275
comptes des organismes de la catégorie A sont établis sous l’autorité du ministre dont ils relèvent. Le ministre des Finances les soumet ensuite au controˆle de la Cour des comptes, au plus tard le 31 mai de l’année qui suit celle de la gestion.
baar nut worden de rekeningen van instellingen van categorie A opgesteld onder het gezag van de minister onder wiens bevoegdheid ze vallen. De minister van Financie¨n legt ze vervolgens ter controle voor aan het Rekenhof ten laatste op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar van het beheer.
Il ressort du rapport de la Cour des comptes que les comptes pour l’année budgétaire 1994 de l’Institut national de recherche sur les conditions de travail ont été soumis par le ministre des Finances à la Cour des comptes le 19 novembre 1997, soit 2 ans et 5 mois après le délai légal.
Uit het verslag van het Rekenhof blijkt dat de rekeningen betreffende het begrotingsjaar 1994 voor het Nationaal Onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden door de minister van Financie¨n op 19 november 1997 aan het Rekenhof werden overgemaakt. Dat wil zeggen 2 jaar en 5 maanden later dan wettelijk opgelegd.
1. Quelles sont les causes de ce dépoˆt tardif ?
1. Wat zijn de oorzaken van de laattijdige indiening ?
2. Le dépoˆt tardif des comptes pour les années postérieures à 1994 a-t-il une origine structurelle ?
2. Heeft de laattijdige indiening van rekeningen voor de jaren na 1994 een structurele oorzaak ?
3. Quelle est la situation en ce qui concerne les comptes de l’Institut national de recherche sur les conditions de travail pour les années postérieures à 1994 ?
3. Kunt u een actuele stand van zaken geven aangaande de rekeningen van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden voor de jaren na 1994 ?
4. Quelles mesures avez-vous prises vis-à-vis du ministre de tutelle de l’Institut national de recherche sur les conditions de travail afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van de voogdijminister van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden om de achterstand weg te werken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes de l’Institut national de recherche sur les conditions de travail pour les années postérieures à 1994 puissent être soumis dans les délais à la Cour des comptes ?
5. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden voor de jaren na 1994 tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?
DO 2003200421024
DO 2003200421024
Question no 295 de M. Hagen Goyvaerts du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 295 van de heer Hagen Goyvaerts van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Régie des Baˆtiments. — Comptes. — Arriéré.
Regie der Gebouwen. — Rekeningen. — Achterstand.
Conformément à la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public, les comptes des organismes de la catégorie A sont établis sous l’autorité du ministre dont ils relèvent. Le ministre des Finances les soumet ensuite au controˆle de la Cour des comptes, au plus tard le 31 mai de l’année qui suit celle de la gestion.
Overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden de rekeningen van instellingen van categorie A opgesteld onder het gezag van de minister onder wiens bevoegdheid ze vallen. De minister van Financie¨n legt ze vervolgens ter controle voor aan het Rekenhof ten laatste op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar van het beheer.
Il ressort du rapport de la Cour des comptes que les comptes pour l’année budgétaire 1994 de la Régie des Baˆtiments ont été soumis par le ministre des Finances à la Cour des comptes le 7 octobre 1996, soit 1 an et 3 mois après le délai légal.
Uit het verslag van het Rekenhof blijkt dat de rekeningen betreffende het begrotingsjaar 1994 voor de Regie der Gebouwen door de minister van Financie¨n op 7 oktober 1996 aan het Rekenhof werden overgemaakt. Dat wil zeggen 1 jaar en 3 maanden later dan wettelijk opgelegd.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4276
1. Quelles sont les causes de ce dépoˆt tardif ?
1. Wat zijn de oorzaken van de laattijdige indiening ?
2. Le dépoˆt tardif des comptes pour les années postérieures à 1994 a-t-il une origine structurelle ?
2. Heeft de laattijdige indiening van rekeningen voor de jaren na 1994 een structurele oorzaak ?
3. Quelle est la situation en ce qui concerne les comptes de la Régie des Baˆtiments pour les années postérieures à 1994 ?
3. Kunt u een actuele stand van zaken geven aangaande de rekeningen van de Regie der Gebouwen voor de jaren na 1994 ?
4. Quelles mesures avez-vous prises vis-à-vis de l’autorité de tutelle de la Régie des Baˆtiments afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van uw voogdij over de Regie der Gebouwen om de achterstand weg te werken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes de la Régie des Baˆtiments pour les années postérieures à 1994 puissent être soumis dans les délais à la Cour des comptes ?
5. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van de Regie der Gebouwen voor de jaren na 1994 tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?
DO 2003200410646
DO 2003200410646
Question no 296 de Mme Magda De Meyer du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 296 van mevrouw Magda De Meyer van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Remboursement d’impoˆts payés induˆment sur des indemnités pour maladies professionnelles et accidents du travail.
Terugbetaling van ten onrechte betaalde belastingen op uitkeringen voor beroepsziekten en arbeidsongevallen.
En réponse à une question préjudicielle, la Cour d’arbitrage a jugé que la réglementation en matière d’impoˆts sur les revenus violait le principe d’égalité en ce qu’elle rendait imposables les indemnités versées en réparation d’une incapacité permanente en application de la législation sur les accidents du travail, sans qu’il y ait perte de revenus dans le chef de la victime.
In antwoord op een prejudicie¨le vraag heeft het Arbitragehof geoordeeld dat de regelgeving inzake inkomstenbelastingen het gelijkheidsbeginsel schendt doordat ze vergoedingen belastbaar maakt die met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving worden gestort tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een inkomstenderving is.
Le législateur a dès lors adapté la réglementation, mais pour des raisons budgétaires seulement à partir de l’exercice d’imposition 1999.
Hierop heeft de wetgever de regelgeving aangepast maar — om budgettaire redenen — enkel vanaf het aanslagjaar 1999.
Les victimes d’accidents du travail et de maladies professionnelles considèrent cette situation comme étant particulièrement injuste.
Dit wordt door de slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten uiteraard als bijzonder onrechtvaardig ervaren.
Dans le cadre de ce dossier, pensez-vous encore pouvoir améliorer le sort des victimes d’accidents du travail et de maladies professionnelles ?
Overweegt u om in dit dossier nog vooruitgang te boeken ten voordele van de slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten ?
DO 2003200421027
DO 2003200421027
Question no 297 de M. Hagen Goyvaerts du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 297 van de heer Hagen Goyvaerts van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT). — Comptes. — Arriéré.
Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT). — Rekeningen. — Achterstand.
Conformément à la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public, les
Overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van open-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4277
comptes des organismes de la catégorie A sont établis sous l’autorité du ministre dont ils relèvent. Le ministre des Finances les soumet ensuite au controˆle de la Cour des comptes, au plus tard le 31 mai de l’année qui suit celle de la gestion.
baar nut worden de rekeningen van instellingen van categorie A opgesteld onder het gezag van de minister onder wiens bevoegdheid ze vallen. De minister van Financie¨n legt ze vervolgens ter controle voor aan het Rekenhof ten laatste op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar van het beheer.
Il ressort du rapport de la Cour des comptes que les comptes pour l’année budgétaire 1994 de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) ont été soumis par le ministre des Finances à la Cour des comptes le 1er juillet 1996, soit 13 mois après le délai légal.
Uit het verslag van het Rekenhof blijkt dat de rekeningen betreffende het begrotingsjaar 1994 voor het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) door de minister van Financie¨n op 1 juli 1996 aan het Rekenhof werden overgemaakt. Dat wil zeggen 13 maanden later dan wettelijk opgelegd.
1. Quelles sont les causes de ce dépoˆt tardif ?
1. Wat zijn de oorzaken van de laattijdige indiening ?
2. Le dépoˆt tardif des comptes pour les années postérieures à 1994 a-t-il une origine structurelle ?
2. Heeft de laattijdige indiening van rekeningen voor de jaren na 1994 een structurele oorzaak ?
3. Quelle est la situation en ce qui concerne les comptes de l’IBPT pour les années postérieures à 1994 ?
3. Kunt u een actuele stand van zaken geven aangaande de rekeningen van het BIPT voor de jaren na 1994 ?
4. Quelles mesures avez-vous prises vis-à-vis du ministre de tutelle de l’IBPT afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van de voogdijminister van het BIPT om de achterstand weg te werken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes de l’IBPT pour les années postérieures à 1994 puissent être soumis dans les délais à la Cour des comptes ?
5. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van het BIPT voor de jaren na 1994 tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?
DO 2003200421029
DO 2003200421029
Question no 299 de M. Hagen Goyvaerts du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 299 van de heer Hagen Goyvaerts van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Institut d’expertise vétérinaire. — Comptes. — Arriéré.
Instituut voor veterinaire keuring. — Rekeningen. — Achterstand.
Conformément à la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public, les comptes des organismes de la catégorie A sont établis sous l’autorité du ministre dont ils relèvent. Le ministre des Finances les soumet ensuite au controˆle de la Cour des comptes, au plus tard le 31 mai de l’année qui suit celle de la gestion.
Overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden de rekeningen van instellingen van categorie A opgesteld onder het gezag van de minister onder wiens bevoegdheid ze vallen. De minister van Financie¨n legt ze vervolgens ter controle voor aan het Rekenhof ten laatste op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar van het beheer.
Il ressort du rapport de la Cour des comptes que les comptes pour l’année budgétaire 1994 de l’Institut d’expertise vétérinaire ont été soumis par le ministre des Finances à la Cour des comptes le 20 mai 1996, soit pratiquement 12 mois après le délai légal.
Uit het verslag van het Rekenhof blijkt dat de rekeningen betreffende het begrotingsjaar 1994 voor het Instituut voor veterinaire keuring door de minister van Financie¨n op 20 mei 1996 aan het Rekenhof werden overgemaakt. Dat wil zeggen nagenoeg 12 maanden later dan wettelijk opgelegd.
1. Quelles sont les causes de ce dépoˆt tardif ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1. Wat zijn de oorzaken van de laattijdige indiening ? 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4278
2. Le dépoˆt tardif des comptes pour les années postérieures à 1994 a-t-il une origine structurelle ?
2. Heeft de laattijdige indiening van rekeningen voor de jaren na 1994 een structurele oorzaak ?
3. Quelle est la situation en ce qui concerne les comptes de l’Institut d’expertise vétérinaire pour les années postérieures à 1994 ?
3. Kunt u een actuele stand van zaken geven aangaande de rekeningen van het Instituut voor veterinaire keuring voor de jaren na 1994 ?
4. Quelles mesures avez-vous prises vis-à-vis du ministre de tutelle de l’Institut d’expertise vétérinaire afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van de voogdijminister van het Instituut voor veterinaire keuring om de achterstand weg te werken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes de l’Institut d’expertise vétérinaire pour les années postérieures à 1994 puissent être soumis dans les délais à la Cour des comptes ?
5. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van het Instituut voor veterinaire keuring voor de jaren na 1994 tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?
DO 2003200421033
DO 2003200421033
Question no 302 de M. Hagen Goyvaerts du 8 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 302 van de heer Hagen Goyvaerts van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Fonds d’aide pour le redressement financier des communes. — Comptes. — Arriéré.
Hulpfonds tot financieel herstel van gemeenten. — Rekeningen. — Achterstand.
Conformément à la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public, les comptes des organismes de la catégorie A sont établis sous l’autorité du ministre dont ils relèvent. Le ministre des Finances les soumet ensuite au controˆle de la Cour des comptes, au plus tard le 31 mai de l’année qui suit celle de la gestion.
Overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden de rekeningen van instellingen van categorie A opgesteld onder het gezag van de minister onder wiens bevoegdheid ze vallen. De minister van Financie¨n legt ze vervolgens ter controle voor aan het Rekenhof ten laatste op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar van het beheer.
Il ressort du rapport de la Cour des comptes que les comptes pour l’année budgétaire 1994 du Fonds d’aide pour le redressement financier des communes ont été soumis par le ministre des Finances à la Cour des comptes le 8 janvier 1996, soit pratiquement 8 mois après le délai légal.
Uit het verslag van het Rekenhof blijkt dat de rekeningen betreffende het begrotingsjaar 1994 voor het Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten door de minister van Financie¨n op 8 januari 1996 aan het Rekenhof werden overgemaakt. Dat wil zeggen nagenoeg 8 maanden later dan wettelijk opgelegd.
1. Quelles sont les causes de ce dépoˆt tardif ?
1. Wat zijn de oorzaken van de laattijdige indiening ?
2. Le dépoˆt tardif des comptes pour les années postérieures à 1994 a-t-il une origine structurelle ?
2. Heeft de laattijdige indiening van rekeningen voor de jaren na 1994 een structurele oorzaak ?
3. Quelle est la situation en ce qui concerne les comptes du Fonds d’aide pour le redressement financier des communes pour les années postérieures à 1994 ?
3. Kunt u een actuele stand van zaken geven aangaande de rekeningen van het Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten voor de jaren na 1994 ?
4. Quelles mesures avez-vous prises vis-à-vis du ministre de tutelle du Fonds d’aide pour le redressement financier des communes afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van de voogdijminister van het Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten om de achterstand weg te werken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes du Fonds d’aide pour le redressement financier des communes pour les années postérieures à 1994 puissent être soumis dans les délais à la Cour des comptes ?
5. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van het Hulpfonds tot financieel herstel van de gemeenten voor de jaren na 1994 tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4279
DO 2003200421035
DO 2003200421035
Question no 303 de Mme Annelies Storms du 8 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 303 van mevrouw Annelies Storms van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Déroulement des travaux de construction du palais de justice de Gand.
Verloop van de bouw van het gerechtshof in Gent.
Le 19 février 2004, le ministre a posé la première pierre du nouveau palais de justice de Gand en compagnie du bourgmestre de la ville. J’aurais souhaité obtenir un aperçu du déroulement futur des travaux de construction du palais de justice.
Op 19 februari 2004 legde de minister, samen met de burgemeester van Gent, de eerste steen van het nieuwe gerechtsgebouw in Gent. Graag had ik een overzicht gekregen van het verdere verloop van de bouw van het gerechtsgebouw.
1. Quand les travaux débuteront-ils et quand devraient-ils être terminés ?
1. Wanneer vangen de bouwwerken aan en wanneer wordt verwacht dat ze voltooid zijn ?
2. Quelles sont les différentes phases de construction et quel échéancier a-t-il été fixé pour chaque phase ?
2. Uit welke fasen bestaat de bouw en welk is het tijdsbestek per bouwfase ?
` quelle date la réception provisoire est-elle 3. A prévue ?
3. Wanneer is de voorlopige oplevering voorzien ?
4. Quand les travaux d’aménagement du parc environnant devraient-ils débuter ?
4. Wanneer wordt begonnen met de aanleg van het aangrenzende park ?
5. Comment les riverains sont-ils informés du déroulement des travaux ?
5. Hoe worden de omwonenden geı¨nformeerd over het verloop van de werken ?
6. Quelles mesures seront-elles prises pendant les travaux afin de réduire au maximum les nuisances pour les riverains et les problèmes de circulation sur la Opgee¨istenlaan ?
6. Welke maatregelen worden er tijdens de bouwwerken getroffen teneinde de hinder voor de omwonenden en voor het verkeer van de Opgee¨istenlaan zoveel mogelijk te beperken ?
7. Quelles garanties ont été données par les entrepreneurs quant à l’achèvement des travaux dans les délais ?
7. Welke garanties zijn er van de aannemers dat het gerechtsgebouw tijdig voltooid zal zijn ?
` combien s’élève le couˆt moyen par mètre carré 8. A pour la construction du palais de justice de Gand ?
8. Hoeveel bedraagt de gemiddelde kostprijs per m2 van het gerechtsgebouw van Gent ?
9. D’aucuns s’inquiètent du couˆt croissant pour la construction du palais de justice d’Anvers.
9. Er heerst enige ongerustheid over de toenemende kosten voor de bouw van het gerechtshof in Antwerpen.
Cette augmentation (de 74 millions d’euros à 163 millions d’euros selon certaines sources) aura-t-elle une influence sur la construction du palais de justice de Gand ?
Heeft de sterke stijging van de kostprijs van het gerechtsgebouw in Antwerpen (van 74 miljoen euro naar 163 miljoen euro volgens sommige bronnen) gevolgen voor de bouw van het Gentse gerechtsgebouw ?
10. a) La construction du palais de justice de Gand s’en trouvera-t-elle retardée ?
10. a) Zal de bouw van het Gentse gerechtsgebouw hierdoor vertraging oplopen ?
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom (niet) ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4280
DO 2003200421036
DO 2003200421036
Question no 304 de Mme Trees Pieters du 8 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 304 van mevrouw Trees Pieters van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Litiges persistants ou non-accords. — Mission consultative de la Section V des centres de controˆle et des inspecteurs principaux des services classiques. — Roˆle de filtre administratif.
Blijvende betwistingen of niet-akkoorden. — Adviserende taak van de Afdeling V van de controlecentra en van de eerstaanwezend inspecteurs van de klassieke diensten. — Administratieve filterrol.
Aux termes de l’article 14 de l’arrêté royal du 16 juin 1999 (Moniteur belge du 23 juillet 1999), tout centre de controˆle polyvalent est compétent en ce qui concerne la vérification de la situation fiscale des personnes physiques ou morales dans le cadre des impoˆts sur les revenus et les taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus, de la TVA, des taxes assimilées au timbre, de la taxe annuelle sur les organismes de placement collectif, les établissements de crédit et les entreprises d’assurance et de la taxe annuelle sur les centres de coordination, mais aussi en ce qui concerne le traitement des litiges découlant des vérifications effectuées par le centre de controˆle et la défense de ces dossiers devant les différentes instances judiciaires.
Luidens artikel 14 van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 (Belgisch Staatsblad van 23 juli 1999) is elk polyvalent controlecentrum bevoegd voor de verificatie van de fiscale toestand van natuurlijke of rechtspersonen inzake inkomstenbelastingen en met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, de BTW, de met het zegel gelijkgestelde taksen, de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen en de jaarlijkse taks op de coo¨rdinatiecentra, maar tevens ook voor de behandeling van de betwistingen als gevolg van de door het controlecentrum uitgevoerde verificaties en de verdediging van die dossiers voor de verschillende rechtsinstanties.
Dans le cadre de la consultation de dossiers fiscaux et de réclamation conformément aux dispositions de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration, on constate malheureusement encore souvent dans la pratique, principalement dans des situations qui concernent des questions non encore définitivement résolues et/ou de principe, que l’avis circonstancié de la Section V des centres de controˆle et des inspecteurs principaux A n’est même plus recueilli, compte tenu notamment du fait que les litiges d’autres réclamants seraient déjà « bloqués » depuis des années.
Ter gelegenheid van de inzage van belasting- en bezwaardossiers overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt in de praktijk helaas nog steeds veelvuldig vastgesteld dat, en dit voornamelijk in situaties die nog niet definitief opgeloste en/of principie¨le kwesties omvatten, het omstandig advies van de Afdeling V van de controlecentra of van de eerstaanwezend inspecteurs A zelfs niet eens meer wordt ingewonnen vermits onder andere de betwistingen van andere bezwaarindieners daaromtrent al sinds jaren zouden « geblokkeerd » zijn.
Il est pourtant manifeste que dans de très nombreux cas, tous les éléments de fait et circonstances juridiques ne sont aucunement identiques à ceux d’autres litiges déjà portés devant les cours et tribunaux et pour lesquels aucun arrêt ou jugement n’a encore été rendu. Une enquête fiscale « individuelle » semble toutefois toujours constituer une obligation légale.
Nochtans is het onder meer overduidelijk dat in zeer veel gevallen alle feitelijke elementen en juridische omstandigheden geenszins gelijk zijn aan die van andere betwistingen reeds aanhangig gemaakt bij de hoven en rechtbanken en waaromtrent nog geen arresten of vonnissen zijn geveld. Een « individueel » belastingonderzoek lijkt evenwel nog steeds een wettelijke verplichting te zijn.
1. Pour quelles raisons fondées ignore-t-on encore toujours et partout, dans le cadre de tous les nonaccords, les règles de bonne administration, le roˆle de filtre imposé par la loi et les règlements et les dispositions réglementaires de l’article 14 précité de l’arrêté royal du 16 juin 1999 ?
1. Om welke gegronde redenen worden bij alle nietakkoorden zowel de regels van behoorlijk bestuur, de wettelijk en administratief opgelegde filterrol als de reglementaire bepalingen van voornoemd artikel 14 van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 terzake nog altijd en overal algemeen miskend ?
2. a) La présentation de tous les litiges persistants à la Section V constitue-t-elle désormais une obligation administrative, et l’absence de présentation constitue-t-elle en outre une violation d’une règle légale pouvant entraıˆner la nullité totale ou partielle de l’imposition ?
2. a) Vormt de voorlegging van alle blijvende betwistingen aan de Afdeling V voortaan een administratieve verplichting en betekent de niet-voorlegging tevens een schending van een wettelijke regel die de volledige of de gedeeltelijke nietigheid van de belastingaanslag met zich kan brengen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4281
b) Les mêmes principes de base s’appliquent-ils également aux services d’inspection des services des contributions classiques ?
b) Gelden dezelfde basisprincipes eveneens voor de inspectiediensten van de klassieke belastingdiensten ?
c) Les fonctionnaires taxateurs et du contentieux et leurs managers seront-ils globalement et complètement sensibilisés à ce problème ?
c) Zullen de taxatie- en geschillenambtenaren en hun managers hieromtrent globaal en gevoelig worden gesensibiliseerd ?
3. Pouvez-vous indiquer point par point, à la lumière des dispositions légales et réglementaires du Code des impoˆts sur les revenus 1992, sur le plan des principes, vos conception et méthode générales, notamment dans le cadre d’une administration fiscale conviviale, performante, impartiale et correcte ?
3. Kan u punt per punt in het licht van de wettelijke en reglementaire bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op principieel vlak uw algemene ziens- en handelwijze meedelen, mede gezien in het kader van een klantvriendelijk, performant, onpartijdig en behoorlijk fiscaal bestuur ?
DO 2003200421042
DO 2003200421042
Question no 305 de Mme Trees Pieters du 8 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 305 van mevrouw Trees Pieters van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Interdiction partielle de déduction fiscale dans le secteur de l’impoˆt des sociétés. — Avantages anormaux ou bénévoles retirés par des sociétés belges et étrangères.
Gedeeltelijk aftrekverbod inzake vennootschapsbelasting. — Abnormale of goedgunstige voordelen behaald door Belgische en buitenlandse vennootschappen.
En vertu des dispositions de l’article 207, alinéa 2, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, aucune déduction ne peut être opérée sur la partie des bénéfices qui provient d’« avantages anormaux ou bénévoles » visés à l’article 79 du CIR 1992 ni sur l’assiette de la cotisation distincte spéciale établie sur les dépenses non justifiées conformément à l’article 219 du CIR 1992 ni sur la partie des bénéfices qui sont affectés aux dépenses visées à l’article 198, alinéa 1er, 12o, du CIR 1992.
Krachtens de bepalingen van artikel 207, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 mag geen aftrek worden verricht op het gedeelte van de winst dat voortkomt van « abnormale of goedgunstige voordelen » vermeld in artikel 79 WIB 1992, noch op de grondslag van de bijzondere afzonderlijke aanslag op niet-verantwoorde kosten ingevolge artikel 219 WIB 1992, noch op het gedeelte van de winst die bestemd is voor de uitgaven bedoeld in artikel 198, eerste lid, 12o, WIB 1992.
Cet article fait notamment référence à l’article 79 du CIR 1992 qui prévoit que les pertes professionnelles ne peuvent être déduites sur la partie des bénéfices ou profits qui provient d’« avantages anormaux ou bénévoles » que le contribuable a retirés, directement ou indirectement, sous quelque forme ou par quelque moyen que ce soit, d’une entreprise à l’égard de laquelle il se trouve directement ou indirectement dans des liens d’interdépendance (= article 53, alinéa 1er, CIR — ancien, modifié par l’article 4 de la loi du 28 décembre 1990).
Dit artikel verwijst onder andere naar artikel 79 WIB 1992 dat stelt dat beroepsverliezen niet worden afgetrokken van het gedeelte van de winst of de baten dat voortkomt uit « abnormale of goedgunstige voordelen » die de belastingplichtige, in welke vorm of door welk middel ook, rechtstreeks of onrechtstreeks heeft verkregen uit een onderneming ten aanzien waarvan hij zich rechtstreeks of onrechtstreeks in enige band van wederzijdse afhankelijkheid bevindt (= artikel 53, eerste lid, WIB — oud, gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 28 december 1990).
En la matière se posent toujours les questions de nature pratique et d’ordre général suivantes :
Terzake rijzen nog steeds de volgende algemene praktische vragen.
1. a) Peut-on considérer que dans le secteur de l’impoˆt des sociétés et pour l’application de cette interdiction partielle de déduction dont il est question à l’article 207, alinéa 2, du CIR 1992, il s’agit d’avantages anormaux aussi bien que bénévoles retirés par des sociétés, entreprises ou indépendants « belges » aussi bien qu’« étrangers » ? Ou ne
1. a) Mag men ervan uitgaan dat inzake vennootschapsbelasting voor de toepassing van dit gedeeltelijk aftrekverbod waarvan sprake in eerstgenoemd artikel 207, tweede lid, WIB 1992 het gaat om zowel abnormale of goedgunstige voordelen behaald door « Belgische » als door « buitenlandse » vennootschappen, ondernemingen of zelf-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
542
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4282
s’agit-il que des sociétés, entreprises et commerçants belges ?
standigen ? Of gaat het alleen om Belgische firma’s, bedrijven en handelaars ?
b) Quelle était à cet égard l’intention du législateur de l’époque ?
b) Wat was dienaangaande de bedoeling van de toenmalige wetgever ?
2. a) Comment faut-il définir la notion d’« avantages anormaux ou bénévoles » ?
2. a) Hoe dient het begrip « abnormale of goedgunstige voordelen » te worden omschreven of gedefinieerd ?
b) Peut-on se baser, pour cette définition, sur les commentaires administratifs à l’article 26 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
b) Mag men zich hierbij afstemmen op het administratief commentaar op artikel 26 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
3. Pourriez-vous, sur le plan des principes, préciser vos conception et méthode générales pour les exercices d’imposition 2003 et précédents compte tenu des dispositions légales des articles 79 et 207, alinéa 2, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et de l’article 159 de la Constitution coordonnée ?
3. Kan u op principieel vlak uw algemene ziens- en handelwijze meedelen voor de aanslagjaren 2003 en vorige in het licht van de wettelijke bepalingen van de artikelen 79 en 207, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 159 van de gecoo¨rdineerde Grondwet ?
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200421004
DO 2003200421004
Question no 87 de Mme Greet van Gool du 4 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 87 van mevrouw Greet van Gool van 4 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Rapport entre la loi relative à la publicité de l’administration et la loi visant à instituer la charte de l’assuré social.
Verhouding tussen de wet betreffende de openbaarheid van bestuur en de wet tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde.
L’introduction de la publicité de l’administration dans notre droit a constitué une avancée majeure dans le cadre des relations entre les administrés et les autorités administratives. E´rigée en principe constitutionnel par l’article 32 de la Constitution coordonnée, la publicité de l’administration est régie par la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration pour ce qui est des autorités administratives fédérales.
De introductie van de openbaarheid van bestuur in ons recht was een belangrijke stap vooruit in de relatie tussen de bestuurden en de administratieve overheden. Ingesteld als grondwettelijk principe door artikel 32 van de gecoo¨rdineerde Grondwet, wordt voor de federale administratieve overheden de openbaarheid van bestuur geregeld door de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.
La publicité constitue un élément important mais non suffisant. Tout le monde n’y recourt pas de manière identique, et ce pour de multiples raisons. Par conséquent, beaucoup n’usent pas de leurs droits et il s’agit souvent des plus faibles de notre société. C’est la raison pour laquelle la charte de l’assuré social a été instituée par la loi du 11 avril 1995. Celle-ci prévoit
Openbaarheid is belangrijk, maar niet voldoende. Niet iedereen maakt op gelijke wijze van de openbaarheid gebruik en dit om tal van redenen. Het gevolg is dat velen hun rechten niet benutten en vaak zijn dat de zwaksten in onze samenleving. Daarom werd bij wet van 11 april 1995 het handvest van de sociaal verzekerde ingevoerd. Dat voorziet onder meer in het auto-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4283
notamment la communication automatique de renseignements et l’octroi de droits.
matisch verstrekken van inlichtingen en toekennen van rechten.
1. La lecture conjointe de la loi relative à la publicité de l’administration et de la charte de l’assuré social appelle toutefois un certain nombre de questions.
1. Maar de gezamenlijke lezing van de openbaarheidswet en het handvest van de sociaal verzekerde leidt wel tot een aantal vragen.
a) Comment se situe la loi du 11 avril 1995 par rapport à la loi du 11 avril 1994 ?
a) Hoe verhoudt de wet van 11 april 1995 zich tot de wet van 11 april 1994 ?
b) Ces deux lois s’appliquent-elles à l’assuré social ou l’une prime-t-elle l’autre ?
b) Zijn beide wetten van toepassing voor de sociaal verzekerde, of primeert de ene op de andere ?
c) Laquelle de ces deux lois prime-t-elle en cas de confusion ou de contradiction ?
c) Welke van de twee wetten heeft dan voorrang in geval van onduidelijkheid of tegenstrijdigheid ?
2. Prenons un exemple. L’article 3 de la charte prévoit que les institutions de sécurité sociale sont tenues de fournir à l’assuré social qui en fait la demande écrite, toute information utile concernant ses droits et obligations, et ce dans un délai de 45 jours. En application de l’article 6, § 5, de la loi relative à la publicité de l’administration, toutefois, la demande de publicité adressée à une autorité administrative fédérale est réputée avoir été rejetée en l’absence de réponse dans les 30 jours. L’assuré social peut à juste titre s’interroger sur le délai à considérer comme le délai légalement prescrit.
2. Een voorbeeld. Artikel 3 van het handvest bepaalt dat de instellingen van sociale zekerheid verplicht zijn aan de sociaal verzekerde die daar schriftelijk om verzoekt, alle dienstige inlichtingen betreffende zijn rechten en verplichtingen te verstrekken. Dat moet gebeuren binnen een termijn van 45 dagen. Met toepassing van artikel 6, § 5, van de openbaarheidswet evenwel, wordt het verzoek tot openbaarheid gericht tot een federale administratieve overheid, na 30 dagen zonder antwoord te zijn gebleven, beschouwd als afgewezen. Voor de sociaal verzekerde rijst hier duidelijk de vraag, welke termijn hij nu als de wettelijk bepaalde termijn moet beschouwen.
Pourriez-vous fournir des précisions à ce sujet ?
Kan u hieromtrent meer duidelijkheid verschaffen ?
DO 2003200421014
DO 2003200421014
Question no 88 de Mme Yolande Avontroodt du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 88 van mevrouw Yolande Avontroodt van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Nomenclature relative à la mammotomie.
Nomenclatuur inzake de toepassing van mammotomie.
Le mammotome est un système de biopsie du sein qui présente de nombreux avantages par rapport à la biopsie chirurgicale. D’une part, pour le patient car il s’agit d’une intervention ambulatoire et sans douleur qui permet un diagnostique rapide, ne laisse aucune cicatrice et n’entraıˆne qu’un nombre très limité de jours d’incapacité de travail. D’autre part, pour l’INAMI étant donné que le couˆt d’une biopsie chirurgicale est bien plus élevé que celui d’une mammotomie. Au cours de la précédente législature, j’avais déjà posé plusieurs questions à cet égard.
De mammotoom is een systeem voor borstbiopsie die heel wat voordelen biedt in vergelijking met een chirurgische biopsie. Enerzijds voor de patie¨nt omdat het een ambulante en pijnloze procedure betreft met snelle diagnose, zonder littekenvorming en met weinig werkverlet en anderzijds voor het RIZIV omdat de kostprijs van een chirurgische biopsie veel hoger ligt dan een mammotomie. Tijdens de vorige legislatuur heb ik hierover reeds vragen gesteld.
Aujourd’hui, la mammotomie est largement remboursée, du moins en ce qui concerne le matériel à usage unique utilisé à cet effet. Toutefois, la nomenclature relative à l’acte proprement dit n’a pas encore été ` l’heure actuelle, un montant de seulement modifiée. A 10,05 euros est porté en compte pour une intervention
Vandaag wordt mammotomie voor een groot deel terugbetaald, althans het disposable materiaal dat hiervoor gebruikt wordt. De nomenclatuur voor het uitvoeren van deze act werd echter nog niet aangepast. Vandaag wordt er slechts 10,05 euro aangerekend voor een procedure die gemiddeld 45 tot 60 minuten
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4284
qui dure en moyenne entre 45 et 60 minutes et pour laquelle le radiologue doit être assisté d’une infirmière. Il convient également de tenir compte de l’amortissement du matériel utilisé, qui nécessite de lourds investissements. Il en résulte que dans la pratique, le nombre de biopsies chirurgicales reste encore très élevé. La nomenclature en la matière sera-t-elle adaptée ?
duurt, waarbij de radioloog moet bijgestaan worden door een verpleegkundige en waarbij de gebruikte apparatuur, die een zware investering vergt, moet kunnen afgeschreven worden. Het gevolg hiervan is dat in de praktijk nog steeds veel chirurgische biopsies gebeuren. Zal de nomenclatuur terzake aangepast worden ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200410824
DO 2003200410824
Question no 135 de Mme Yolande Avontroodt du 8 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 135 van mevrouw Yolande Avontroodt van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Délivrance de médicaments.
Levering van geneesmiddelen.
L’article 2 de l’arrêté royal du 21 octobre 1999 stipule qu’une pharmacie ne peut délivrer de médicaments à une maison de repos que si celle-ci est située dans la même commune ou dans une commune limitrophe.
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1999 bepaalt dat een apotheek enkel geneesmiddelen mag leveren aan een rusthuis gelegen in de gemeente zelf of in de omliggende gemeenten.
Des procédures ont été récemment introduites devant le Conseil d’E´tat afin d’obtenir la suspension de cet arrêté. Le Conseil d’E´tat n’a pas accédé à cette demande malgré l’avis contraire de son auditeur qui demandait la suspension de l’arrêté royal. L’auditeur estimait, d’une part, que l’article portait atteinte à la liberté de commerce et d’industrie et, d’autre part, que l’arrêté royal en question avait été pris en vertu de la loi du 25 mars 1967 sur les médicaments prévoyant notamment que le Roi ne peut intervenir dans la vente de médicaments que dans l’intérêt de la santé publique. Or, cet intérêt ne serait pas prouvé dans le cas présent.
Er zijn in het recente verleden reeds procedures gevoerd voor de Raad van State om dit koninklijk besluit te schorsen. De Raad van State is op deze vraag niet ingegaan, niettegenstaande het andersluidend advies van haar auditeur die de schorsing van het koninklijk besluit vroeg. Enerzijds omdat dit een schending inhoudt van de vrijheid van handel en nijverheid. Anderzijds wees het auditoraat erop dat het betrokken koninklijk besluit werd genomen op basis van de wet van 25 maart 1967 op de geneesmiddelen dat onder meer bepaalt dat de Koning enkel kan optreden inzake de verhandeling van geneesmiddelen in het belang van de volksgezondheid. Dit belang zou in casu niet aangetoond zijn.
Le 3 mai 1994, la Cour européenne de Justice a stipulé dans un arrêt que dans chaque E´tat membre, la délivrance de produits et de spécialités pharmaceutiques devait être réglée conformément à la législation nationale sur les marchés publics.
Op 3 mei 1994 heeft het Europees Hof van Justitie in een arrest gesteld dat de levering van farmaceutische producten en specialiteiten in iedere lidstaat moet gegund worden volgens de toepasselijke nationale wetgeving op de overheidsopdrachten.
Les CPAS sont tenus de respecter la législation sur les marchés publics. En matière de délivrance de médicaments, les grands CPAS sont même légalement obligés, vu l’importance des sommes concernées, de faire jouer la concurrence européenne, conformément à l’article 27, § 2, de l’arrêté royal du 8 janvier 1996 sur les marchés publics.
OCMW’s zijn verplicht de wetgeving betreffende overheidsopdrachten na te leven. Grote OCMW’s zijn zelfs wettelijk verplicht, gezien de omvang van hun jaarcijfer, inzake levering van geneesmiddelen de Europese concurrentie aan te gaan ingevolge de toepassing van artikel 27, § 2, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten.
Envisagez-vous d’adapter la législation belge, en tenant compte de la réglementation européenne ?
Overweegt u de Belgische reglementering aan te passen, rekening houdend met de Europese regelgeving ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4285
DO 2003200421063
DO 2003200421063
Question no 136 de Mme Colette Burgeon du 10 mars 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 136 van mevrouw Colette Burgeon van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Lentilles de contact. — Fabricants. — Circulation de copies des produits sur le marché français.
Contactlenzen. — Fabrikanten. — Op de Franse markt circulerende kopiee¨n.
Deux importants fabricants de lentilles de contact ont tiré la sonnette d’alarme, dernièrement, après avoir découvert que des copies de leurs produits circulaient sur le marché français.
Twee grote fabrikanten van contactlenzen trokken onlangs aan de alarmbel omdat ze ontdekt hadden dat er kopiee¨n van hun producten op de Franse markt in omloop zijn.
Les autorités sanitaires de l’Afssaps (Agence française de sécurité sanitaire des produits de santé) ont été prévenues. Le problème est que ces verres de contact ne sont pas stériles et qu’ils constituent une menace pour la santé des yeux puisqu’ils peuvent provoquer des infections.
Het Franse agentschap voor de veiligheid van gezondheidsproducten, het Afssaps (Agence française de sécurité sanitaire des produits de santé) werd op de hoogte gebracht. Het probleem is dat die contactlenzen niet steriel zijn en dat ze een bedreiging vormen voor de gezondheid van de ogen omdat ze ontstekingen kunnen veroorzaken.
Les opticiens français ont été alertés. Chez nous, aucune plainte n’aurait été déposée.
De Franse opticiens werden op de hoogte gebracht. Bij ons zou geen enkele klacht zijn ingediend.
1. Confirmez-vous cette information découverte dans la presse ? 2. Eˆtes-vous au courant d’un pareil trafic en Belgique ?
1. Bevestigt u deze persberichten ? 2. Bent u op de hoogte van een dergelijke handel in Belgie¨ ?
3. Envisagez-vous informer les opticiens de cette situation ? 4. E´ventuellement, quelles mesures y aurait-il lieu de prendre ?
3. Bent u van plan de opticiens te informeren over deze situatie ?
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
4. Welke maatregelen zouden er eventueel kunnen worden genomen ?
DO 2003200410724
DO 2003200410724
Question no 74 de M. Geert Lambert du 8 mars 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 74 van de heer Geert Lambert van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Nouvelle loi sur les ASBL. — Personnel des établissements d’enseignement. — Effectifs. — E´quivalents temps plein.
Nieuwe VZW-wet. — Personeel onderwijsinstellingen. — Personeelsbestand. — Equivalent.
L’article 17, § 3, 1o, de la nouvelle loi sur les ASBL (article 27 de la loi du 2 mai 2002) stipule que « les
Artikel 17, § 3, 1o, van de nieuwe VZW-wet (artikel 27 van de wet van 2 mei 2002) stelt dat « de ver-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4286
associations tiennent leur comptabilité et établissent leurs comptes annuels conformément aux dispositions de la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité des entreprises, lorsqu’elles atteignent à la date de cloˆture de l’exercice social, les chiffres ci-dessous fixés pour au moins deux des trois critères suivants :
enigingen hun eigen boekhouding houden en hun eigen jaarrekening opmaken overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, wanneer bij de afsluiting van het boekjaar, met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande cijfers op hen van toepassing zijn :
1o 5 travailleurs, en moyenne annuelle, exprimés en équivalents temps plein inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux; ... ».
1o het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 5 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten; ... ».
En outre, l’article 17, § 5, dispose que « les associations sont tenues de confier à un ou plusieurs commissaires le controˆle de la situation financière, des comptes annuels et de la régularité au regard de la loi et des statuts, des opérations à constater dans les comptes annuels lorsque le nombre moyen annuel de travailleurs occupés, inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux et exprimés en équivalents temps plein, dépasse 100 ou lorsque l’association dépasse à la cloˆture de l’exercice social les chiffres cidessous fixés pour au moins deux des trois critères suivants :
Daarnaast stelt artikel 17, § 5, dat « de verenigingen één of meer commissarissen moeten belasten met de controle van de financie¨le toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten, van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld wanneer het aantal tewerkgestelde werknemers, gemiddeld over het jaar, het equivalent van 100 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten te boven gaat, of wanneer de vereniging bij de afsluiting van het boekjaar met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande cijfers te boven gaat :
1o 50 travailleurs, en moyenne annuelle, exprimés en équivalents temps plein inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 précité ... ».
1o het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten ... ».
Pourriez-vous préciser si le personnel de certains établissements d’enseignement, le personnel employé par le pouvoir organisateur et qui est par conséquent rémunéré par le département de l’Enseignement, fait également partie de l’effectif tel que décrit dans les articles susmentionnés et doit dès lors également être inclus dans le nombre d’équivalents temps plein ?
Kan u meedelen of het personeel van bepaalde onderwijsinstellingen, het personeel dat tewerkgesteld wordt door de inrichtende macht en bijgevolg een vergoeding ontvangt van het departement Onderwijs, ook behoort tot het personeelsbestand zoals omschreven in de hierboven vermelde artikelen en bijgevolg ook dienen meegerekend te worden in het equivalent ?
DO 2003200421060
DO 2003200421060
Question no 75 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 75 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Appareils ménagers. — Commission européenne. — Directive cadre en matière de sécurité et de facilité d’emploi des produits.
Huishoudtoestellen. — Europese Commissie. — Kaderrichtlijn inzake de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid van producten.
La facilité d’emploi est un critère important lors de l’achat d’un appareil ménager.
Bij de aankoop van een huishoudtoestel is de gebruiksvriendelijkheid ervan een van de doorslaggevende argumenten.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4287
Pour les personnes présentant une déficience, l’utilisation de certains appareils n’est pas toujours aisée. Les personnes aˆgées peuvent aussi être mises en difficulté.
Voor mensen met lichamelijke beperkingen is het niet altijd gemakkelijk bepaalde toestellen te gebruiken. Ook ouderen kunnen op moeilijkheden stuiten.
Test Achats no 474 de mars 2004 part du principe qu’une facilité d’emploi accrue pour les personnes aˆgées serait un plus pour chacun.
Volgens Test-Aankoop nr. 474 van maart 2004 zouden alle consumenten baat hebben bij een verhoogde gebruiksvriendelijkheid voor ouderen.
Malheureusement, les fabricants ne semblent pas attacher beaucoup d’attention à cette problématique.
De fabrikanten schijnen spijtig genoeg niet al te veel belang aan die problematiek te hechten.
En 2002, la Commission européenne a fait établir par les commissions européennes de standardisation concernées une directive cadre en matière de sécurité et de facilité d’emploi des produits dans l’optique des personnes ayant des besoins spécifiques. L’objectif était louable mais tant que cette directive ne sera pas précisée en fonction de chaque secteur et n’aura pas force obligatoire, il faudra compter sur la volonté des fabricants.
In 2002 vroeg de Europese Commissie de bevoegde Europese standaardisatiecommissies een kaderrichtlijn op te stellen inzake de veiligheid en gebruiksvriendelijkheid van producten voor mensen met specifieke noden. Dat was een lovenswaardig initiatief, maar zolang de richtlijn geen preciseringen per sector bevat en niet afdwingbaar is, zullen we op de goede wil van de fabrikanten moeten rekenen.
1. Quand cette directive sera-t-elle précisée en fonction de chaque secteur ?
1. Wanneer worden aan die richtlijn verduidelijkingen met betrekking tot de onderscheiden sectoren toegevoegd ?
2. a) Envisagez-vous une amélioration de la facilité d’emploi de certains appareils ?
2. a) Bent u van plan de gebruiksvriendelijkheid van bepaalde toestellen te verbeteren ?
b) Si oui, lesquels ?
b) Zo ja, van welke toestellen ? E´nergie
Energie
DO 2003200421065
DO 2003200421065
Question no 42 de Mme Muriel Gerkens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 42 van mevrouw Muriel Gerkens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Plan de développement du réseau de transport d’électricité.
Ontwikkelingsplan voor het transmissienet van elektriciteit.
Le gestionnaire de réseau de transport Elia a transmis à la ministre le plan de développement du réseau de transport en date du 17 septembre 2003. Le conseil général de la Commission de régulation de l’électricité et du gaz (CREG) a transmis un avis sur le dossier qui contenait également une série de dispositions concernant d’autres aspects de l’organisation du marché de l’électricité dont la production de l’électricité notamment.
Elia, de beheerder van het transmissienet, heeft het plan voor de ontwikkeling van het transmissienet op 17 september 2003 aan de minister bezorgd. De algemene raad van de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) heeft over het dossier een advies uitgebracht dat eveneens een aantal bepalingen bevat betreffende andere organisatorische aspecten van de elektriciteitsmarkt, waaronder meer bepaald de productie van elektriciteit.
1. Quand a eu lieu la concertation avec les régions sur le plan ?
1. Wanneer werd dit plan met de gewesten besproken ?
2. Pourriez-vous donner votre avis sur chacune des recommandations de l’avis du conseil général ?
2. Wat is uw mening over de aanbevelingen in het advies van de algemene raad ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4288
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Mobilité
Mobiliteit
DO 2003200421022
DO 2003200421022
Question no 102 de M. Guido De Padt du 5 mars 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 102 van de heer Guido De Padt van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Politique de poursuite concernant la conduite sous influence. — Médiation pénale. — Classes de circulation.
Vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed. — Bemiddeling in strafzaken. — Verkeersklassen.
La directive ministérielle du 7 décembre 1998 relative à une politique uniforme des poursuites en matière de conduite sous influence prévoit la nécessité d’offrir une formation spécifique aux conducteurs de moins de 25 ans ayant présenté un taux d’alcoolémie d’au moins 0,35 mg/l sans atteindre 0,65 mg/l d’air alvéolaire expiré, ou, autrement dit, situé entre 0,8 g/l et 1,5 g/l de sang.
De ministerie¨le richtlijn van 7 december 1998 houdende een eenvormig vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed schrijft voor dat een aangepaste specifieke opleiding moet aangeboden worden aan bestuurders jonger dan 25 jaar met een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 mg/l en minder dan 0,65 mg/l uitgeademde alveolaire lucht of ten minste 0,8 g/l en minder dan 1,5 g/l bloed.
Il s’agit ici d’une application de la « médiation pénale ». Les « classes de circulation » sont étroitement apparentées à la « médiation pénale ».
Het betreft hier een toepassing van « bemiddeling in strafzaken ». Nauw verwant met de « bemiddeling in strafzaken » zijn de « verkeersklassen ».
Pourriez-vous indiquer, pour les années 2002 et 2003, et par arrondissement judiciaire :
Kan u voor de jaren 2002 en 2003 en per gerechtelijk arrondissement meedelen :
1. combien de conducteurs de moins de 25 ans présentant un taux d’alcoolémie situé entre 0,35 mg/l et 0,65 mg/l d’air alvéolaire expiré, ou, entre 0,8 g/l et 1,5 g/l de sang, ont été verbalisés;
1. hoeveel bestuurders jonger dan 25 jaar met een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 mg/l en minder dan 0,65 mg/l uitgeademde alveolaire lucht of ten minste 0,8 g/l en minder dan 1,5 g/l bloed, werden geverbaliseerd;
2. combien de fois, dans les cas en question, il a été fait usage de la médiation pénale;
2. hoeveel keren in voormelde gevallen gebruik werd gemaakt van voormelde bemiddeling in strafzaken;
3. combien de fois le système de « classes de circulation » obligatoires pour les « jeunes contrevenants » a été mis en œuvre ?
3. hoeveel keren het systeem van « verplichte verkeersklassen voor jeugdige overtreders » werd geı¨mplementeerd ?
DO 2003200421037
DO 2003200421037
Question no 103 de M. Jos Ansoms du 8 mars 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 103 van de heer Jos Ansoms van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Loi relative à la police de la circulation routière. — Conséquences du maintien de l’appellation « gendarmerie ».
Wet betreffende de politie over het wegverkeer. — Gevolgen van de blijvende benaming « rijkswacht ».
Après la réforme des polices, la nouvelle loi relative à police de la circulation routière a omis d’éliminer
Na de politiehervorming heeft de nieuwe verkeerswet verzuimd om een aantal totaal voorbijgestreefde
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4289
une série de concepts totalement dépassés ou de les remplacer par des termes adaptés aux nouvelles réalités juridiques et institutionnelles. Ainsi, la notion de « gendarmerie » figure toujours dans la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, notamment à l’article 55 (le conducteur est tenu de remettre son permis de conduire sur l’invitation qui lui en est faite par la police ou la gendarmerie), à l’article 59 (le personnel de la gendarmerie peut imposer un test de l’haleine), etc.
begrippen op te ruimen of te vervangen door begrippen die aangepast zijn aan de nieuwe juridische en institutionele realiteit. Zo is het begrip « rijkswacht » gebleven in de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, onder meer in artikel 55 (het rijbewijs moet worden ingeleverd op verzoek van de politie of van de rijkswacht), in artikel 59 (de rijkswacht kan een ademtest opleggen), enz.
1. Cette négligence n’engendre-t-elle pas de problèmes d’ordre juridique, dans le sens ou` la gendarmerie n’existe plus et a été remplacée par une police fédérale et une police locale ?
1. Schept deze nalatigheid geen juridische problemen, in die zin dat er geen rijkswacht meer is, maar wel een federale en een lokale politie ?
2. Sur quel article de loi vous fondez-vous pour justifier la situation actuelle ?
2. Op welk wetsartikel steunt u zich om de huidige toestand te rechtvaardigen ?
DO 2003200421038
DO 2003200421038
Question no 104 de M. Guido De Padt du 8 mars 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 104 van de heer Guido De Padt van 8 maart 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Nouveau code de la route. — Accidents mortels.
Nieuwe verkeerswetgeving. — Dodelijke ongevallen.
Conformément au nouveau code de la route entré en vigueur le 1er mars 2004, le juge a l’obligation d’infliger une déchéance du droit de conduire de trois mois lorsqu’il y a concours entre une infraction grave du premier ou du second degré, la conduite sous influence d’alcool et des situations apparentées, d’une part, et un accident mortel, d’autre part.
Overeenkomstig de nieuwe verkeerswetgeving die van toepassing werd op 1 maart 2004, is de rechter verplicht een rijverbod van drie maanden uit te spreken wanneer er een samenloop is van een zware overtreding van de eerste of de tweede graad, het alcoholgeı¨ntoxiceerd sturen en daarmee verwante situaties, met een dodelijk ongeval.
Le juge ne dispose plus d’aucune liberté d’appréciation et, en l’espèce, il ne peut plus tenir compte de circonstances spécifiques et/ou de la situa` mon estime, il tion professionnelle des intéressés. A n’est pas exclu que des conducteurs de poids lourds, par exemple, courent le risque de perdre leur emploi à la suite de l’application de cette nouvelle législation.
De rechter heeft geen eigen beoordelingsvrijheid meer en kan in dat geval geen rekening houden met specifieke omstandigheden en/of beroepssituaties. Het is mijns inziens niet uitgesloten dat door deze wetgeving een aantal vrachtwagenbestuurders en andere het risico lopen hun job te verliezen.
Pourriez-vous, pour les années 2001, 2002 et 2003, me communiquer le nombre d’accidents mortels avec les circonstances suivantes :
Kan u voor de jaren 2001, 2002 en 2003 meedelen hoeveel dodelijke ongevallen er gebeurden waarbij :
1. un ou plusieurs piétons ont été renversés et la responsabilité du conducteur du véhicule a été établie;
1. één of meerdere voetgangers werden aangereden en de aansprakelijkheid bij de bestuurder van het voertuig werd gelegd;
2. un ou plusieurs cyclistes ont été impliqués et la responsabilité du conducteur du véhicule a été établie;
2. één of meerdere fietsers waren betrokken en de aansprakelijkheid bij de bestuurder van het voertuig werd gelegd;
3. un ou plusieurs véhicules étaient impliqués;
3. één of meerdere voertuigen waren betrokken;
4. un ou plusieurs poids lourds étaient impliqués et la responsabilité du conducteur a été établie ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
4. één of meerdere vrachtwagens waren betrokken en de bestuurder van de vrachtwagen aansprakelijk werd gesteld ? 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
543
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4290
DO 2003200421054
DO 2003200421054
Question no 105 de Mme Frieda Van Themsche du 9 mars 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 105 van mevrouw Frieda Van Themsche van 9 maart 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Feux de signalisation « en veille ».
Verkeerslichten in « slaaptoestand ».
Certains passages prévus pour la traversée des chaussées sont munis de feux de signalisation que les piétons et les cyclistes peuvent activer en appuyant sur un bouton. Certains de ces feux de signalisation diffusent un signal sonore qui indique aux malvoyants et aux aveugles qu’ils peuvent traverser la chaussée en toute sécurité.
Op diverse gevaarlijke oversteekplaatsen vindt men her en der verkeerslichten die door voetgangers of fietsers geactiveerd kunnen worden door een druk op de knop. Sommige van deze verkeerslichten geven door een geluidssignaal aan slechtzienden en blinden te kennen dat ze de baan veilig kunnen oversteken.
Lorsqu’ils sont « en veille », ces feux restent soit verts en permanence, soit en position orange clignotant. Il semble que de nombreux conducteurs passent inconsciemment à l’orange parce qu’ils ne remarquent pas à temps que le feu orange ne clignote plus.
In « slaaptoestand » blijven deze verkeerslichten ofwel de hele tijd groen, of het oranjelicht blijft knipperen. Heel wat wagens rijden blijkbaar onbewust nog door oranje omdat ze niet tijdig zien dat het oranje niet langer knippert.
Depuis le 1er mars 2004, franchir un feu à l’orange constitue une infraction grave, pour laquelle le juge se fondera sur le constat dressé par un agent verbalisant.
Sinds 1 maart 2004 is het rijden door oranje een zware overtreding, waarbij de rechter zal uitgaan van wat een verbaliserende agent heeft vastgesteld.
1. Avez-vous déjà demandé à vos services de régler tous les feux de signalisation en mode de veille sur la position « vert » ?
1. Hebt u uw diensten al opdracht gegeven om alle verkeerslichten in « slapende toestand » op groen te laten staan ?
2. Avez-vous éventuellement déjà demandé à vos services d’équiper tous les feux de signalisation, ou en tout cas ceux qui peuvent être activés par les piétons, d’un signal sonore ?
2. Hebt u eventueel ook al opdracht gegeven om alle verkeerslichten, zeker die zogenaamde lichten met voetgangersknop, uit te rusten met een geluidssignaal ?
DO 2003200410697
DO 2003200410697
Question no 106 de M. Claude Eerdekens du 9 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 106 van de heer Claude Eerdekens van 9 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Mini-scooters électriques.
Elektrische miniscooters.
Selon Test Achats (no 472 de janvier 2004), les miniscooters électriques ne répondent pas aux prescriptions techniques qui s’appliquent aux vélomoteurs, catégorie à laquelle ils appartiennent selon les spécifications du code de la route.
Volgens Test Aankoop (nr. 472 van januari 2004) beantwoorden elektrische miniscooters niet aan de technische voorschriften voor bromfietsen, hoewel ze volgens het verkeersreglement wel tot die categorie behoren.
Lors de la vente, il faut aussi déplorer l’absence d’informations relatives aux obligations légales. En outre, ces mini-scooters sont peu visibles pour les autres usagers de la voie publique.
Tevens betreurt Test Aankoop dat er bij de verkoop van miniscooters geen informatie verstrekt wordt over de wettelijke verplichtingen waaraan de koper/ bestuurder moet voldoen. Bovendien zijn dergelijke miniscooters slecht zichtbaar voor andere weggebruikers.
1. Ne faudrait-il pas, par mesure de sécurité, interdire les mini-scooters sur la voie publique ?
1. Moeten miniscooters uit veiligheidsoverwegingen niet verboden worden op de openbare weg ?
2. Quelle est votre position en la matière ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Wat is uw standpunt hierover ? 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4291
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 2003200410580
DO 2003200410580
Question no 16 de M. Koen Bultinck du 5 mars 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 16 van de heer Koen Bultinck van 5 maart 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Allocation de naissance et prime d’adoption.
Kraamgeld en adoptiepremie.
Dans le régime des travailleurs salariés comme dans celui des travailleurs indépendants, les montants de l’allocation de naissance et de la prime d’adoption diffèrent dès le deuxième enfant.
Zowel in de regeling voor werknemers als in de regeling voor zelfstandigen is er een verschil in het bedrag tussen het toegekende kraamgeld of de toegekende adoptiepremie vanaf het tweede kind.
L’arrêté royal du 19 décembre 1939, les lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés et l’arrêté royal du 8 avril 1976 établissant le régime familial en faveur des travailleurs indépendants fixent le taux de l’allocation de naissance à 926,95 euros (non indexés) pour le premier-né et à 697,42 euros (non indexés) pour les enfants suivants, alors que la prime d’adoption est invariablement fixée à 926,95 euros (non indexés), pour la première adoption et la suivante.
Het koninklijk besluit van 19 december 1939, de gecoo¨rdineerde kinderbijslagwet werknemers en het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, bepalen het kraamgeld voor het eerste kind op 926,95 euro (niet-geı¨ndexeerd) en voor de volgende kinderen op 697,42 euro (niet-geı¨ndexeerd), terwijl de adoptiepremie steeds op 926,95 euro (nietgeı¨ndexeerd) is vastgesteld ongeacht of het over een eerste of volgende adoptie gaat.
1. Cette situation ne constitue-t-elle pas une discrimination à partir du deuxième enfant, la prime d’adoption étant supérieure à l’allocation de naissance ?
1. Houdt deze situatie geen discriminatie in vanaf het tweede kind, waarbij de adoptiepremie hoger ligt dan het kraamgeld ?
2. Avez-vous fait examiner la possibilité d’aligner l’allocation de naissance et la prime d’adoption à partir du deuxième enfant ?
2. Heeft u reeds de mogelijkheid laten nagaan om het kraamgeld en de adoptiepremie vanaf het tweede kind te laten gelijkschakelen ?
3. Quel serait le couˆt d’un tel scénario ?
3. Wat is de kostprijs van een dergelijk scenario ?
DO 2003200410756
DO 2003200410756
Question no 17 de Mme Maggie De Block du 5 mars 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 17 van mevrouw Maggie De Block van 5 maart 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Allocations familiales au profit de parents d’enfants placés.
Gezinsbijslag voor ouders van geplaatste kinderen.
L’article 70ter des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés coordonnées le
Artikel 70ter van de op 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4292
19 décembre 1939 prévoit le versement d’une allocation supplémentaire forfaitaire au profit des parents dont les enfants ont été placés par l’intermédiaire ou à charge d’une autorité publique. Le Roi a été habilité à fixer le montant et les conditions d’octroi. Lors de la discussion relative à cet article en commission des Affaires sociales, vous avez déclaré que vous désigneriez une instance à l’effet de vérifier si les allocations familiales sont utilisées dans l’intérêt de l’enfant.
loonarbeiders, voorziet in een forfaitaire bijslag voor ouders wier kinderen geplaatst zijn door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid. De Koning werd gemachtigd het bedrag en de toekenningsvoorwaarden te bepalen. Tijdens de bespreking van dit artikel in de commissie voor de Sociale Zaken heeft u verklaard dat zou worden nagegaan of de gezinsbijslag in het belang van het kind zou worden aangewend. U zou een instantie aanduiden die dat zou nagaan.
` combien de parents ces allocations familiales 1. A ont-elles été versées ?
1. Aan hoeveel ouders werd een gezinsbijslag uitgekeerd ?
2. Vérifie-t-on si les allocations familiales sont utilisées dans l’intérêt de l’enfant ?
2. Wordt gecontroleerd of de gezinsbijslag wordt aangewend in het belang van het kind ?
3. Qui effectue ce controˆle ?
3. Wie controleert dat ?
4. Comment le controˆle est-il exercé ?
4. Hoe wordt de controle uitgevoerd ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4293
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Premier ministre
Eerste minister
DO 2003200421012
DO 2003200421012
Question no 35 de M. Carl Devlies du 5 mars 2004 (N.) au premier ministre :
Vraag nr. 35 van de heer Carl Devlies van 5 maart 2004 (N.) aan de eerste minister :
Projet visant à équiper la flotte de véhicules des pouvoirs publics de voitures propres.
Voornemen om het wagenpark van de overheid uit te rusten met milieuvriendelijke wagens.
Dernièrement, les médias ont fait état de l’intention du premier ministre de remplacer les voitures utilisées par les cabinets et les cellules stratégiques par des véhicules non polluants. La Chancellerie aurait reçu pour mission de modifier en ce sens la circulaire relative au parc de voitures. L’idée serait, plus précisément, d’y introduire une recommandation visant à encourager l’achat de véhicules répondant aux normes environnementales les plus strictes ou utilisant des carburants alternatifs.
Onlangs werd in de media melding gemaakt van het voornemen van de premier om de wagens van de kabinetten en beleidscellen te vervangen door milieuvriendelijke exemplaren. De Kanselarij zou de opdracht gekregen hebben de omzendbrief over het wagenpark in die zin aan te passen. Meer bepaald zou in die omzendbrief een aanbeveling komen om auto’s te kopen die beantwoorden aan de beste milieunormen of op alternatieve brandstoffen rijden.
Le ministère de la Région de Bruxelles-Capitale avait également déjà pris une initiative en ce sens, par le biais de l’arrêté du 3 juillet 2003 relatif à l’introduction de véhicules propres dans les flottes des organismes publics régionaux et des organismes ressortissant à leur autorité et à leur controˆle.
Eerder nam ook het ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een gelijkaardig initiatief via besluit van 3 juli 2003 betreffende de invoering van schone voertuigen in het wagenpark van de gewestoverheden en de instellingen die onder hun bevoegdheid of toezicht vallen.
En ce qui concerne les carburants alternatifs à l’essence et au diesel, il existe de nombreuses possibilités. On peut notamment utiliser du gaz naturel comprimé, du LPG, du diesel biologique, du méthanol ou de l’éthanol. Par ailleurs, des véhicules dotés de systèmes de propulsion non polluants sont également imaginables et, là aussi, il existe un large éventail de possibilités : batterie avec moteur électrique, pile à combustible avec moteur électrique, moteur hybride parallèle, moteur hybride série, moteur hybride combiné ou air comprimé.
Inzake alternatieve brandstoffen voor benzine en diesel zijn er heel wat mogelijkheden. Zo kan men gebruik maken van samengeperst aardgas, LPG, biodiesel, methanol of ethanol. Daarnaast zijn ook wagens met milieuvriendelijke aandrijfsystemen denkbaar. Ook hier is er een waaier aan mogelijkheden denkbaar : een batterij met elektrische aandrijving, een brandstofcel met elektrische aandrijving, een parallel hybride motor, een serie hybride motor, een gecombineerd hybride motor of samengeperste lucht.
1. a) Combien de véhicules non polluants seront-ils déjà achetés en 2004 ?
1. a) Hoeveel milieuvriendelijke wagens zullen er in 2004 reeds worden aangekocht ?
b) Quand la flotte de véhicules sera-t-elle complètement renouvelée ?
b) Op welke termijn zal het volledige wagenpark vervangen zijn ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4294
2. Comment définit-on la notion de « véhicule non polluant » ?
2. Hoe definieert men de notie « milieuvriendelijke wagen » ?
Réponse du premier ministre du 8 avril 2004, à la question no 35 de M. Carl Devlies du 5 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de eerste minister van 8 april 2004, op de vraag nr. 35 van de heer Carl Devlies van 5 maart 2004 (N.) :
1. a) et b) Suivant ma nouvelle circulaire en date du 2 avril 2004, « Parc automobile des secrétariats et des organes stratégiues », les véhicules qui sont intégrés au parc automobile à partir de cette date, doivent au minimum répondre à la norme Euro-4 ou leurs émissions de CO2 ne peuvent pas dépasser 120 g/km. En outre, chaque secrétariat et chaque cellule doit avoir 1 véhicule au minimum dont l’émission de CO2 ne dépasse pas 120 g/km et, parmi ces véhicules, 1 véhicule au moins dont l’émission de CO2 ne dépasse pas 105 g/km.
1. a) en b) Volgens mijn nieuwe omzendbrief, gedateerd op 2 april 2004, « Wagenpark van de secretariaten en de beleidsorganen », moeten de voertuigen die vanaf deze datum opgenomen worden in het wagenpark, minstens voldoen aan de Euro-4 norm of een CO2-uitstoot hebben die niet hoger ligt dan 120 g/km. Bovendien moet per secretariaat en per cel minstens 1 voertuig een CO2-uitstoot hebben die niet hoger ligt dan 120 g/km, en moet minstens 1 van deze voertuigen een CO2-uitstoot hebben die niet hoger ligt dan 105 g/km.
L’objectif poursuivi est de remplacer presque complètement le parc automobile des secrétariats et des organes stratégiques dans les deux ans par des voitures non polluantes.
Het na te streven doel bestaat erin het wagenpark van de secretariaten en de beleidsorganen binnen de twee jaar bijna volledig te vervangen door milieuvriendelijke wagens.
2. Une voiture non polluante est un véhicule qui répond au minimum à la norme Euro-4 ou dont l’émission de CO2 ne dépasse pas 120 g/km.
2. Een milieuvriendelijke wagen is een voertuig dat minstens voldoet aan de Euro-4 norm, of waarvan de CO2-uitstoot niet hoger ligt dan 120 g/km.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200421050
DO 2003200421050
Question no 204 de Mme Frieda Van Themsche du 9 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 204 van mevrouw Frieda Van Themsche van 9 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Enfants exposés.
Te vondeling gelegde kinderen.
La presse rapporte régulièrement des cas d’enfants exposés. Par enfant exposé, j’entends un enfant vivant, bien habillé, qui a été abandonné avec l’intention manifeste qu’il soit trouvé et qu’on en prenne soin.
Regelmatig duikt er in de pers een bericht op van een te vondeling gelegd kind. Met een te vondeling gelegd kind bedoel ik een levend, goedgekleed kind dat achtergelaten werd met de duidelijke bedoeling om gevonden en verzorgd te worden.
Disposez-vous de données plus concrètes à cet égard ?
Hebt u hieromtrent meer concrete gegevens ?
1. Votre administration pourrait-elle indiquer combien d’enfants ont été abandonnés de cette manière au cours des 10 (éventuellement seulement au cours des 5) dernières années ?
1. Kan uw administratie meedelen hoeveel kinderen er de jongste 10 jaar (eventueel slechts de jongste 5 jaar), werden achtergelaten als vondeling ?
2. De combien d’enfants a-t-on retrouvé les parents ?
2. Van hoeveel kinderen werden de ouders teruggevonden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4295
3. Combien d’enfants nouveau-nés ont été abandonnés vivants et retrouvés dans des toilettes, des parcs et en d’autres endroits ?
3. Hoeveel kinderen werden er als pasgeborene levend achtergelaten en teruggevonden in toiletten, parken, op andere plaatsen ?
4. Faites-vous une distinction, sur les plans juridique et pénal, entre des enfants exposés et des enfants abandonnés ?
4. Maakt u juridisch en strafrechtelijk een onderscheid tussen vondelingen en achtergelaten kinderen ?
5. L’exposition d’un enfant constitue-t-il un acte punissable et, dans l’affirmative, quel est le taux de la peine ?
5. Is het te vondeling leggen van een kind een strafbare daad en zo ja, wat is de strafmaat ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 7 avril 2004, à la question no 204 de Mme Frieda Van Themsche du 9 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 7 april 2004, op de vraag nr. 204 van mevrouw Frieda Van Themsche van 9 maart 2004 (N.) :
1, 2 et 3. Mes services ne disposent pas des données statistiques demandées.
1, 2 en 3. Mijn diensten beschikken niet over de gevraagde statistische gegevens.
4 et 5. En droit pénal, la distinction entre l’« exposition d’enfants » (te vondeling leggen van kinderen) et le délaissement d’enfants (verlaten van kinderen) a été supprimée par la loi du 28 novembre 2000 relative à la protection pénale des mineurs. Cette loi a abrogé les articles 354 à 360bis du Code pénal en les remplaçant par les articles 423 et 424. Par délaissement d’enfant, on entendait le fait de déposer l’enfant dans un lieu et de le laisser seul, privé d’assistance, meˆme pour une courte période, avec la volonté de s’en séparer de manière définitive, tandis que l’exposition d’enfants visait généralement le dépoˆt de l’enfant dans un lieu en s’assurant de sa prise en charge. Ces infractions étaient fréquemment désignées par la doctrine sous le terme générique d’« abandon d’enfant », ce qui entraıˆnait des confusions.
4 en 5. In het strafrecht is het onderscheid tussen het « te vondeling leggen van kinderen » en het « verlaten van kinderen » vervallen bij de wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen. Op grond van deze wet werden de artikelen 354 tot 360bis van het Strafwetboek opgeheven en vervangen door de artikelen 423 en 424. Onder het verlaten van kinderen werd verstaan dat een kind naar een plaats werd gebracht en alleen werd gelaten, zonder bijstand, zelfs voor een korte periode met het oogmerk definitief ervan te scheiden, terwijl het te vondeling leggen van kinderen over het algemeen was gericht op het brengen van een kind naar een plaats waarbij werd nagegaan of ervoor werd gezorgd. Deze strafbare feiten werden in de rechtsleer vaak aangeduid met de algemene term « achterlaten van kinderen », wat tot verwarring leidde.
Désormais, une distinction est opérée entre le délaissement d’un mineur dans un lieu quelconque (sans plus avoir égard au fait que le lieu était connu ou non), visé à l’article 423, et l’abandon par des parents de leur enfant dans le besoin, prévu à l’article 424.
Voortaan wordt een onderscheid gemaakt tussen het verlaten van een minderjarige op om het even welke plaats (zonder verder rekening te houden met het gegeven of de plaats al dan niet bekend was), bedoeld in artikel 423, en het achterlaten van een kind in behoeftige toestand door zijn ouders, bepaald in artikel 424.
Le délaissement d’un mineur dans un lieu quelconque, par des parents ou d’autres personnes, est puni d’un mois à trois ans d’emprisonnement et d’une amende de 26 euros à 300 euros, ou d’une de ces peines seulement. Des circonstances aggravantes sont prévues notamment en cas de mutilation grave, de maladie paraissant incurable ou de mort.
Ouders of andere personen die een minderjarige op om het even welke plaats verlaten, worden gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot drie jaar en met een geldboete van 26 euro tot 300 euro of met een van die straffen alleen. Er wordt voorzien in verzwarende omstandigheden, inzonderheid in geval van ernstige verminking, een ongeneeslijk lijkende ziekte of de dood.
L’abandon par des parents de leur enfant dans le besoin est puni d’un emprisonnement de huit jours à six mois et d’une amende de 50 euros à 500 euros, ou d’une de ces peines seulement. La meˆme peine est appliquée aux parents qui refusent de le reprendre ou de payer son entretien lorsqu’ils l’ont confié à un tiers
Ouders die hun kinderen in behoeftige toestand achterlaten, worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van 50 euro tot 500 euro of met een van die straffen alleen. Dezelfde straf wordt toegepast voor de ouders die weigeren hun kind weer bij zich te nemen en weigeren
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4296
ou lorsqu’il a été confié à un tiers par décision judiciaire. En cad de seconde condamnation dans un délai de cinq ans, les peines pourront eˆtre doublées.
zijn onderhoud te betalen als zij het aan een derde hebben toevertrouwd of als het bij rechterlijke beslissing aan een derde is toevertrouwd. In geval van een tweede veroordeling binnen een termijn van vijf jaar kunnen de straffen worden verdubbeld.
En droit civil, il convient d’établir une distinction en fonction qu’il s’agisse d’un enfant nouveau-né ou non.
Op burgerlijk vlak moet een onderscheid gemaakt worden naargelang het al dan niet om een pasgeboren kind gaat.
Conformément à l’article 58 du Code civil, toute personne qui aura trouvé un enfant nouveau-né sera tenue de le remettre à l’officier de l’état civil, ainsi que les veˆtements et autres effets trouvés avec l’enfant, et de déclarer toutes les circonstances du temps et du lieu où il aura été trouvé. Il en sera dressé un procès-verbal détaillé, qui énoncera en outre l’aˆge apparent de l’enfant, son sexe, les noms qui lui seront donnés, l’autorité civile à laquelle il sera remis. Ce procèsverbal sera inscrit sur les registres et remplacera provisoirement l’acte de naissance.
Krachtens artikel 58 van het Burgerlijk Wetboek is eenieder die een pasgeboren kind gevonden heeft, gehouden het met de kleren en de andere bij het kind gevonden voorwerpen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand af te geven en alle omstandigheden mede te delen betreffende de tijd wanneer en de plaats waar het gevonden werd. Hiervan wordt een omstandig proces-verbaal opgemaakt, waarin bovendien vermeld worden : de vermoedelijke leeftijd van het kind, zijn geslacht, de namen die aan het kind worden gegeven, en de burgerlijke overheid aan wie het wordt toevertrouwd. Dit proces-verbaal wordt in de registers ingeschreven en vervangt voorlopig de geboorteakte.
Si l’identité réelle est ensuite établie, il convient, s’il y a lieu, de procéder soit par jugement à la rectification du procès-verbal si aucun acte de naissance n’a été rédigé, soit à l’annulation de l’inscription du procèsverbal si un acte de naissance a déjà été rédigé au moment de l’inscription du procès-verbal.
Indien naderhand de ware identiteit aan het licht komt moet, indien er grond toe bestaat, hetzij bij vonnis worden overgegaan tot verbetering van het proces-verbaal zo er geen geboorteakte werd opgemaakt, hetzij tot vernietiging van de inschrijving van het proces-verbaal zo reeds een geboorteakte was opgesteld op het ogenblik van de inschrijving van het procesverbaal.
Les dispositions de l’article 58 du Code civil s’appliquent uniquement à l’enfant nouveau-né qui a été trouvé. Toutefois, l’expression « nouveau-né » ne doit pas eˆtre envisagée de manière trop restrictive. S’il ne s’agit pas d’un enfant nouveau-né, on suppose qu’un acte de naissance a déjà été rédigé et que l’enfant a donc déjà un état civil, bien qu’il soit inconnu.
De bepalingen van artikel 58 van het Burgerlijk Wetboek zijn slechts van toepassing op pasgeboren gevonden kinderen maar de uitdrukking « pasgeboren » mag niet te restrictief worden opgevat. Indien het niet om een pasgeboren kind gaat wordt vermoed dat reeds een akte van geboorte werd opgemaakt en het kind dus reeds een burgerlijke stand heeft, hoewel deze onbekend is.
Si l’enfant trouvé n’est pas un enfant nouveau-né et que son identité ne peut pas eˆtre établie, les tribunaux peuvent lui octroyer par jugement une identité provisoire. Ce jugement remplacera provisoirement l’acte de naissance.
Indien het gevonden kind niet pasgeboren is en zijn identiteit niet kan worden achterhaald kunnen de rechtbanken een vonnis vellen tot toekenning van een voorlopige identiteit, dat voorlopig de geboorteakte zal vervangen.
DO 2003200421067
DO 2003200421067
Question no 209 de M. Miguel Chevalier du 10 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 209 van de heer Miguel Chevalier van 10 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Lois, arrêtés, ordonnances et textes à caractère réglementaire dont il n’existe pas de version officielle en néerlandais.
Wetten, besluiten, verordeningen en teksten met reglementair karakter waarvan geen officie¨le Nederlandstalige versie bestaat.
Aucun Belge n’est censé ignorer la loi. Cet adage s’applique également aux Belges néerlandophones. Je
Iedere Belg wordt verondersteld de wet te kennen. Dit adagium geldt ook voor Nederlandstalige Belgen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4297
constate toutefois que pour un certain nombre de lois, arrêtés, ordonnances et textes à caractère réglementaire, il n’existe pas de version officielle néerlandaise ni même parfois, à défaut, de traduction néerlandaise « officieuse ». Cette situation est d’autant plus navrante que la législation linguistique a été adaptée dans ce domaine dès la fin du dix-neuvième siècle. 1. Pouvez-vous donner un aperçu des lois, arrêtés, ordonnances et textes à caractère réglementaire dont il n’existe à ce jour pas de version officielle en néerlandais ? 2. Qu’en est-il des versions allemandes officielles ? 3. Quelles sont les conséquences juridiques de l’absence de traduction officielle ? 4. Envisagez-vous de faire entrer en vigueur les textes officiels manquants dans un futur proche ? Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 8 avril 2004, à la question no 209 de M. Miguel Chevalier du 10 mars 2004 (N.) : 1. Mes services ne disposent pas d’un tel aperçu. 2. Cette question relève de la compétence du ministre de l’Intérieur. (Question no 233 du 8 avril 2004.) 3. L’article 7 de la loi du 31 mai 1961 relative à l’emploi des langues en matière législative, à la présentation, à la publication et à l’entrée en vigueur des textes légaux et réglementaires prévoit que les divergences qui peuvent exister entre les textes français et les textes néerlandais sont résolues d’après la volonté du législateur, déterminée suivant les règles ordinaires d’interprétation sans prééminence de l’un des textes sur l’autre. 4. Je ferai le nécessaire en vue de l’entrée en vigueur des textes manquants.
Ik stel echter vast dat bij bepaalde wetten, besluiten, verordeningen en teksten met een reglementair karakter de officie¨le Nederlandstalige versie ontbreekt, of bij ontstentenis hiervan soms zelfs de « officieuze » Nederlandse vertaling. Dit is een schrijnende toestand, gezien men op het einde van de negentiende eeuw reeds de taalwetgeving op dat vlak heeft aangepast. 1. Kan u een overzicht geven van wetten, besluiten, verordeningen en teksten met een reglementair karakter waarvan tot op heden geen officie¨le Nederlandstalige versie bestaat ? 2. Hoe staat het met de Duitstalige officie¨le versies ? 3. Wat is het juridische gevolg van het niet-bestaan van een dergelijke officie¨le tekst ? 4. Overweegt u ontbrekende officie¨le teksten in de nabije toekomst in voege te laten treden ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 8 april 2004, op de vraag nr. 209 van de heer Miguel Chevalier van 10 maart 2004 (N.) : 1. Mijn diensten beschikken niet over dergelijk overzicht. 2. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 233 van 8 april 2004.) 3. Artikel 7 van de wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen bepaalt dat eventuele verschillen tussen de Nederlandse en de Franse tekst opgelost worden naar de wil van de wetgever, die bepaald wordt volgens de gewone interpretatie en zonder dat aan de ene tekst de voorkeur wordt gegeven boven de andere. 4. Ik zal het noodzakelijke doen om de ontbrekende teksten in voege te laten treden.
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200410416
DO 2003200410416
Question no 110 de M. Daan Schalck du 8 décembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : SNCB. — E´tude relative au raccordement à double voie à la gare de Wondelgem. Le mouvement de jeunesse « De Tortels » de Wondelgem est à la recherche depuis longtemps de
Vraag nr. 110 van de heer Daan Schalck van 8 december 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : NMBS. — Studie betreffende het tracé van dubbelsporige aantakking op het station te Wondelgem. De schoutsgroep « De Tortels » uit Wondelgem is sinds geruime tijd op zoek naar eigen, geschikte loka-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
544
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4298
locaux adéquats. En octobre 2000 déjà, la ville de Gand lui avait proposé de mettre à sa disposition le terrain (5 090 m2) situé à coˆté des voies de chemin de fer et dans le prolongement de la « Uitvangstraat ». Or, ce projet ne s’est pas concrétisé à ce jour.
len. Door de stad Gent werd reeds in oktober 2000 het terrein (5 090 m2) naast de spoorwegen, in het verlengde van de Uitvangstraat te Wondelgem voorgesteld als locatie, middels het sluiten van een opstalovereenkomst. Op heden is hier echter nog geen concrete uitvoering aan gegeven.
Selon les dernières informations qui m’ont été communiquées par l’échevin de la ville de Gand compétent en la matière, le service du Patrimoine attend l’avis de la SNCB pour ce qui concerne la possibilité d’obtenir un droit réel sur la parcelle du terrain permettant l’accès.
Volgens de laatste berichten van de bevoegde schepen van de stad Gent wacht de dienst Patrimonium op het standpunt van de NMBS, inzake de mogelijkheid om een zakelijk recht te krijgen op het deel van het terrein dat de toegang zal verlenen.
La SNCB indique qu’elle ne peut se prononcer avant de disposer des résultats de l’étude relative au tracé du raccordement à double voie à la gare de Wondelgem.
De NMBS deelt mee dat zij voor het bepalen van hun standpunt wachten op de resultaten van de studie betreffende het tracé van dubbelsporige aantakking op het station te Wondelgem.
1. Quand cette étude sera-t-elle réalisée ?
1. Wanneer komt de studie naar het tracé er ?
2. Quelles sont les probabilités d’obtenir un droit réel sur la parcelle de terrain précitée ?
2. Wat zijn de kansen op een zakelijk recht, op het deel van de toegang waarvan sprake ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 5 avril 2004, à la question no 110 de M. Daan Schalck du 8 décembre 2003 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 5 april 2004, op de vraag nr. 110 van de heer Daan Schalck van 8 december 2003 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. L’étude n’est pas envisagée à court terme. Pour ne pas entraver l’avancement du dossier, il a été demandé de respecter le long du chemin de fer une bande de 5 m libre de toute construction.
1. De studie wordt niet voorzien op korte termijn. Om de vooruitgang van het dossier niet te hinderen werd gevraagd een bouwvrije strook van 5 m te respecteren langs de spoorlijn.
2. Les négociations entre la ville de Gand et le service SNCB compétent sont en cours. Une concertation a encore eu lieu le 11 février 2004. La ville de Gand doit elle-même encore prendre une décision en fonction d’un certain nombre d’aspects qui restent à examiner, tels que la pollution ou non du terrain, la réalisation d’une modification de lotissement et/ou une modification au plan particulier d’affectation du sol (PPA).
2. De onderhandelingen met de stad Gent en de bevoegde dienst van de NMBS zijn lopende. Op 11 februari 2004 had nog een overleg plaats. De stad Gent moet zelf nog een beslissing nemen afhankelijk van een aantal zaken die nog moeten onderzocht worden zoals de al dan niet verontreiniging van het terrein, de realisatie van een wijziging van verkaveling en/of wijziging ruimtelijk uitvoeringsplan (RPU).
Si la ville de Gand devait finalement se prononcer en faveur de la poursuite du projet, la solution proposée consisterait en un échange de terrains entre la SNCB et la ville de Gand de manière à permettre le passage. Entre-temps, l’occupation précaire est maintenue.
Zo de stad Gent alsdan beslist om door te gaan met het project is de voorgestelde oplossing een ruiling van gronden tussen de NMBS en de stad Gent zodat een doorgang mogelijk is. Intussen blijft de precaire bezetting lopen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4299
DO 2003200410532
DO 2003200410532
Question no 129 de M. Francis Van den Eynde du 5 janvier 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 129 van de heer Francis Van den Eynde van 5 januari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Courtrai. — Personnel féminin d’accompagnement des trains. — Absence de vestiaire séparé. ` Courtrai, le personnel féminin d’accompaA gnement des trains ne disposerait toujours pas d’un vestiaire séparé.
NMBS. — Kortrijk. — Vrouwelijk treinbegeleidingspersoneel. — Ontbreken van gescheiden kleedkamer.
Des mesures ont-elles déjà été prises pour remédier à cette situation ?
Werden er reeds maatregelen genomen om hieraan te verhelpen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 5 avril 2004, à la question no 129 de M. Francis Van den Eynde du 5 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 5 april 2004, op de vraag nr. 129 van de heer Francis Van den Eynde van 5 januari 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
La mise à disposition d’un vestiaire séparé pour les accompagnatrices de train cadre dans le projet de rénovation d’une partie de l’aile droite du baˆtiment de la gare. Des locaux de service supplémentaires seront aménagés au rez-de-chaussée. Cela permettra à terme de libérer au premier étage un local qui pourra être aménagé en tant que vestiaire réservé aux accompagnatrices de train.
Het ter beschikking stellen van een aparte kleedruimte voor vrouwelijke treinbegeleiders kadert in het project voor de renovatie van een gedeelte van de rechtervleugel van het stationsgebouw. Op het gelijkvloers zullen bijkomende dienstlokalen ingericht worden. Hierdoor komt er op de eerste verdieping op termijn een lokaal vrij dat kan ingericht worden als kleedruimte voor de vrouwelijke treinbegeleiders.
L’avant-projet d’hébergement de services au rez-dechaussée est prêt. L’étude ne pourra toutefois être achevée que lorsque le budget nécessaire sera disponible.
Het voorontwerp van de herhuisvesting van de diensten op het gelijkvloers is klaar. De studie zal echter alleen maar kunnen worden afgerond als het nodige budget hiervoor beschikbaar zal zijn.
DO 2003200410534
DO 2003200410534
Question no 131 de M. Francis Van den Eynde du 5 janvier 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 131 van de heer Francis Van den Eynde van 5 januari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Baˆtiments équipés de paratonnerres radioactifs.
NMBS. — Gebouwen voorzien van radioactieve bliksemafleiders.
Le 6 aouˆt 2003, la SNCB a procédé au démantèlement des paratonnerres radioactifs installés sur les baˆtiments de la gare d’Ostende.
Op 6 augustus 2003 liet de NMBS radioactieve bliksemafleiders verwijderen van de gebouwen in Oostende.
Ces paratonnerres radioactifs représentent un danger pour les abords de l’endroit ou` ils sont installés.
Deze radioactieve bliksemafleiders betekenen een gevaar voor de omgeving.
1. a) D’autres baˆtiments de la SNCB sont-ils encore équipés de paratonnerres radioactifs ?
1. a) Zijn er nog gebouwen van de NMBS voorzien van radioactieve bliksemafleiders ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
In Kortrijk zou het vrouwelijk treinbegeleidingspersoneel van de NMBS nog steeds niet beschikken over een gescheiden kleedkamer.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4300
b) Dans l’affirmative, combien ?
b) Zo ja, hoeveel ?
2. Quelles mesures ont-elles été prises dans ce cadre ?
2. Welke maatregelen werden in dit verband getroffen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 5 avril 2004, à la question no 131 de M. Francis Van den Eynde du 5 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 5 april 2004, op de vraag nr. 131 van de heer Francis Van den Eynde van 5 januari 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
En Région wallonne, la SNCB ne possède aucun baˆtiment équipé de paratonnerres radioactifs.
In het Waalse Gewest heeft de NMBS geen gebouwen die uitgerust zijn met radioactieve bliksemafleiders.
En Région flamande, l’enquête est toujours en cours. Néanmoins, après un premier tour d’horizon des immeubles les plus importants, la SNCB est à même de confirmer qu’il n’y a probablement plus de paratonnerres radioactifs sur les baˆtiments situés en Flandre. Mais si la suite de l’enquête devait tout de même en révéler l’existence, la SNCB assure que les démarches nécessaires seront entreprises en vue de leur enlèvement.
In het Vlaamse Gewest loopt het onderzoek nog. Toch kan de NMBS na een eerste globaal nazicht van de belangrijkste gebouwen bevestigen dat er vermoedelijk geen radioactieve bliksemafleiders meer voorkomen op de gebouwen gelegen in Vlaanderen. Mocht echter uit verder onderzoek blijken dat dit nog het geval is, dan garandeert de NMBS dat de nodige acties zullen ondernomen worden om dit te verwijderen.
DO 2003200410845
DO 2003200410845
Question no 157 de M. Jo Vandeurzen du 9 février 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 157 van de heer Jo Vandeurzen van 9 februari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Propriété d’immeubles jouxtant des gares.
Eigendomssituatie gebouwen gelegen aan stations.
1. Quelle est la situation exacte en ce qui concerne la propriété des baˆtiments situés le long de la « Bampslaan » à Hasselt et aujourd’hui partiellement utilisés par la SNCB et par La Poste.
1. Graag vernam ik wat de juiste eigendomssituatie is van de gebouwen langs de Bampslaan in Hasselt die thans gedeeltelijk in gebruik zijn door de NMBS en De Post.
a) Qui est le propriétaire de cet immeuble ?
a) Wie is er eigenaar van dit gebouw ?
b) Quel document atteste-t-il ce statut de propriété ?
b) Waaruit blijkt dit eigendomsstatuut ?
2. Il existe, semble-t-il, de nombreux autres cas peu clairs d’immeubles jouxtant des gares et dont on ne connaıˆt pas précisément l’identité du propriétaire, étant donné que le baˆtiment a été construit par l’E´tat belge et qu’au moment ou` les entreprises publiques ont acquis leur autonomie, le transfert de la propriété s’est entouré d’une certaine confusion.
2. Naar verluidt zijn er nog heel wat situaties waarin er onduidelijkheid is over een gebouw dat gelegen is aan een station en waarbij er onduidelijkheid is over de juiste identiteit van de eigenaar daar het gebouw destijds door de Belgische Staat werd gebouwd en er bij de splitsing met de overheidsbedrijven niet echte duidelijkheid is gekomen in verband met dit eigendomsstatuut.
a) Cette analyse de la situation est-elle exacte ?
a) Is dit correct ?
b) Pour quels immeubles la situation en termes de propriété reste-t-elle confuse ?
b) Waar doet zich deze onduidelijkheid nog voor ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4301
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 5 avril 2004, à la question no 157 de M. Jo Vandeurzen du 9 février 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 5 april 2004, op de vraag nr. 157 van de heer Jo Vandeurzen van 9 februari 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. D’après les données officielles dont la SNCB dispose et suivant l’inventaire du 14 octobre 1992 prévu dans la loi du 21 mars 1991 sur les entreprises publiques le baˆtiment de La Poste situé Bampslaan à Hasselt et le terrain sous-jacent ne font pas partie du patrimoine de la SNCB. 2. Sur les terrains appartenant à l’E´tat, dont la SNCB a eu la jouissance dans le passé, La Poste possédait des droits d’utilisation de locaux et de baˆtiments sur foi de conventions antérieures. En vertu de l’autonomie accordée aux entreprises publiques (loi du 21 mars 1991), les droits réels et les transferts ont été réglés avec l’E´tat belge.
1. Met de officie¨le gegevens waarover de NMBS beschikt en volgens de inventaris van 14 oktober 1992 voorzien volgens de wet van 21 maart 1991 op de overheidsbedrijven, behoort het postgebouw aan de Bampslaan te Hasselt en de ondergelegen grond niet tot het patrimonium van de NMBS.
En matière de description correcte du statut de propriété, un groupe de travail Poste/SNCB est actuellement chargé d’évaluer notamment les différentes interprétations sur le plan de la propriété. Voici une liste — non exhaustive — des lieux où ces problèmes se posent : Gand-Saint-Pierre, Bruges, Tirlemont, Anvers-Central, Bruxelles-Central, Ostende, Malines, Namur, Bruxelles-Midi grand quadrilatère, ...
Inzake de juiste omschrijving van het eigendomsstatuut, is er op dit ogenblik een werkgroep Post/NMBS opgericht die onder andere ook de verschillende interpretaties van de eigendomsvisie moet evalueren. Zonder beperkende opsomming doen deze problemen zich voor in : Gent-Sint-Pieters, Brugge, Tienen, Antwerpen-Centraal, Brussel-Centraal, Oostende, Mechelen, Namen, Brussel-Zuid klaverblad, ...
DO 2003200410860
DO 2003200410860
Question no 160 de M. Yves Leterme du 10 février 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 160 van de heer Yves Leterme van 10 februari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Ligne 69 Poperinge-Courtrai.
NMBS. — Spoorlijn 69 Poperinge-Kortrijk.
Huit gares jalonnent la ligne 69 qui relie Poperinge à Courtrai : Poperinge même, Ypres, Comines, Wervik, Menin, Wevelgem, Bissegem et bien suˆr Courtrai.
Op de spoorlijn 69 van Poperinge naar Kortrijk zijn er acht stations : Poperinge zelf, Ieper, Komen, Wervik, Menen, Wevelgem, Bissegem en uiteraard ook Kortrijk.
Une partie de cette ligne existe depuis 150 ans déjà.
Een deel van die lijn bestaat dit jaar overigens 150 jaar.
Une excellente occasion de se pencher sur la fréquentation de la ligne.
Een uitstekende gelegenheid om eens te vragen naar het gebruik dat van deze verbinding wordt gemaakt.
1. a) Combien de voyageurs ont pris le train en direction de Courtrai dans chacune des gares susmentionnées (hormis celle de Courtrai évidemment), durant la période 2000-2003 ?
1. a) Hoeveel treinreizigers zijn er in elk van de hierboven genoemde stations behoudens Kortrijk uiteraard — opgestapt richting Kortrijk in de jaren 2000 tot en met 2003 ?
b) Ces informations sont-elles vérifiables ?
b) Kan dit nagegaan worden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2. Op de gronden van de Staat waarover eertijds de NMBS het genot had, had De Post rechten voor het gebruik van lokalen en gebouwen op basis van eerdere overeenkomsten. Met de autonomie van beide overheidsbedrijven (wet van 21 maart 1991) werden zakelijke rechten en overdrachten geregeld met de Belgische Staat.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4302
2. Combien de voyageurs ont pris le train à Courtrai en direction inverse, c’est-à-dire en direction d’une des gares susmentionnées ?
2. Hoeveel zijn er in de omgekeerde richting opgestapt vanuit Kortrijk richting één van de genoemde stations ?
3. Quel est le nombre d’abonnements, de Go Pass, de titres de transport ordinaires ou, le cas échéant, d’autres types de billets vendus durant la période visée ci-dessus dans chacune des gares susmentionnées hormis celle de Courtrai ?
3. Hoeveel abonnementen, « Go Passen », gewone reisbiljetten of eventuele andere formules werden er in de hierboven gevraagde periode in elk van de genoemde stations — behoudens Kortrijk — verkocht ?
4. Quelle recette cela représente-t-il ?
4. Welke opbrengst vertegenwoordigt dit ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 5 avril 2004, à la question no 160 de M. Yves Leterme du 10 février 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 5 april 2004, op de vraag nr. 160 van de heer Yves Leterme van 10 februari 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1 et 2. Les comptages annuels réalisés en octobre par les accompagnateurs de train et le personnel de gare durant 9 jours (5 jours ouvrables et le week-end qui précède et celui qui suit) donnent une estimation du flux variable du « nombre de voyageurs ». En ce qui concerne la ligne 69, voici les résultats des comptages (détail par direction) provenant de ces données de base :
1 en 2. De stroomvariabele « aantal treinreizigers » kan worden benaderd vanuit de jaarlijkse oktobertellingen (gedurende 9 dagen : 5 werkdagen tussen 2 omliggende weekends), uitgevoerd door het stations- en treinbegeleidingspersoneel. Uit deze basisgegevens distilleerden wij de volgende tellingsresultaten voor lijn 69 (detail per richting) :
Nombre de voyageurs montant/jour direction Courtrai au départ de ... — Aantal opstappende reizigers/dag richting Kortrijk vanuit ...
Poperinge ............................................................... Ypres. — Ieper ....................................................... Comines. — Komen ............................................... Wervik ................................................................... Menin. — Menen .................................................. Wevelgem .............................................................. Bissegem ................................................................
1999
2000
2001
2002
372 1 047 299 461 524 244 82
396 1 041 320 520 615 278 107
401 1 124 264 446 562 357 99
366 1 026 262 456 523 287 91
Nombre de voyageurs montant/jour direction Poperinge au départ de ... — Aantal opstappende reizigers/dag richting Poperinge vanuit ...
Courtrai. — Kortrijk ............................................. Bissegem ................................................................ Wevelgem .............................................................. Menin. — Menen .................................................. Wervik ................................................................... Comines. — Komen ............................................... Ypres. — Ieper .......................................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1999
2000
2001
2002
1 423 34 71 272 160 51 265
1 426 36 98 291 165 64 256
1 569 41 69 230 168 76 241
1 515 38 65 210 166 63 248
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4303
Les données du comptage réalisé en octobre 2003 seront disponibles vers avril 2004.
De tellinggegevens voor oktober 2003 zullen pas beschikbaar zijn omstreeks april 2004.
Par ailleurs, il est possible d’évaluer, sur la base des données de vente, combien de titres de transport (dont la provenance et la destination sont connues) sont émis électroniquement entre les gares de la ligne concernée. Ces chiffres n’intègrent dès lors pas les Pass ou autres titres de transport pour lesquels la SNCB ignore pour quels trajets ils ont été utilisés.
Anderzijds kan op basis van de verkoopsgegevens worden gee¨valueerd hoeveel vervoerbewijzen (met gekende oorsprong en bestemming) elektronisch uigegeven werden tussen de betrokken lijnstations. Deze cijfers bevatten dus geen Passes of andere vervoerbewijzen waarvan de NMBS niet weet voor welke trajecten ze worden gebruikt.
Les matrices de provenance/destination figurant ciaprès reproduisent les données de vente pour les années complètes 2001 à 2003 :
De hiernavolgende oorsprong/bestemming matrices geven de verkoopsgegevens weer voor de volledige jaren 2001 tot 2003 :
Nombre de voyageurs/an (1 voyageur = 1 aller simple; billets + cartes train) au départ de Courtrai vers ... — Aantal reizigers/jaar (1 reiziger = 1 enkele reis, biljetten + treinkaarten) vanuit Kortrijk naar ...
2001 ................. 2002 ................. 2003 .................
>Bissegem
>Ypres — >Ieper
>Comines — >Komen
>Menin — >Menen
>Poperinge
>Wervik
>Wevelgem
3 562 3 501 3 191
29 382 31 700 35 405
2 687 3 153 2 639
19 302 19 359 19 091
6 314 7 391 7 725
7 084 7 151 8 969
14 648 11 543 10 976
Nombre de voyageurs/an (1 voyageur = 1 aller simple; billets + cartes train) au départ de ... vers Courtrai — Aantal reizigers/jaar (1 reiziger = 1 enkele reis, biljetten + treinkaarten) vanuit ... naar Kortrijk
2001 ................. 2002 ................. 2003 .................
>Bissegem
>Ypres — >Ieper
>Comines — >Komen
>Menin — >Menen
>Poperinge
>Wervik
>Wevelgem
2 630 3 601 2 511
106 599 116 050 118 856
11 855 12 860 12 050
140 571 113 320 137 792
43 167 50 543 50 532
99 947 94 073 93 801
59 332 57 611 63 902
3 et 4. Les tableaux ci-après reprennent les données de vente pour les gares en question, en termes de nombre de validations de cartes train et de nombre de billets et autres titres de transport, ainsi que les produits bruts correspondants (y compris la part des tiers et la TVA). Les Go Pass sont également mentionnés, à part, dans la dernière colonne. Les titres de transport ne sont pas additionnés parce que cela n’a pas de sens de cumuler le nombre de validations avec celui des autres titres de transport (une validation de carte train représentant en fait un paquet de billets); les produits ont quant à eux été totalisés.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
3 en 4. De volgende tabellen hernemen de verkoopsgegevens voor de gevraagde stations, in termen van aantal treinkaartvalideringen en aantal biljetten en andere vervoerbewijzen, alsook de ermee overeenstemmende bruto-opbrengsten (aandelen van derden en BTW inbegrepen). De Go Passes werden in de laatste kolom ook nog eens apart vermeld. Er werd geen som gemaakt voor het aantal vervoerbewijzen omdat het zinloos is het aantal valideringen samen te tellen met het aantal andere vervoerbewijzen (één treinkaartvalidering is in feite een pakket van biljetten); de opbrengsten werden wel getotaliseerd.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4304
Cartes train — Treinkaarten
Billets et Divers — Biljetten en Diversen 2001 Nombre — Aantal
Bissegem (pas de ventes). — Bissegem (geen verkoopsfunctie) ........................ Ypres. — Ieper ................................... Comines. — Komen ........................... Menin. — Menen ............................... Poperinge ........................................... Wervik ............................................... Wevelgem ...........................................
70 204 24 676 56 954 35 661 34 460 13 303
Recettes Nombre de Recettes validations TVAC TVAC — — — Aantal Ontvangst Ontvangst valideringen BTWI BTWI
Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
588 189 314 284 169 90
782 298 477 386 319 178
268,19 713,01 443,32 098,08 651,86 755,75
3 2 3 2 4 1
Nombre — Aantal
Bissegem (pas de ventes). — Bissegem (geen verkoopsfunctie) ........................ Ypres. — Ieper ................................... Comines. — Komen ........................... Menin. — Menen ............................... Poperinge ........................................... Wervik ............................................... Wevelgem ...........................................
79 26 57 38 34 15
884 290 394 548 646 494
Nombre — Aantal
Bissegem (pas de ventes). — Bissegem (geen verkoopsfunctie) ........................ Ypres. — Ieper ................................... Comines. — Komen ........................... Menin. — Menen ...............................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
76 421 25 877 56 510
193 109 162 101 150 88
934,17 231,38 737,36 991,58 234,95 061,99
202,36 944,40 180,68 089,65 886,81 817,75
Total — Totaal
Recettes Nombre de Recettes validations TVAC TVAC — — — Aantal Ontvangst Ontvangst valideringen BTWI BTWI
Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
689 211 351 313 185 104
902 328 505 428 337 187
417,32 208,99 228,05 083,82 148,02 201,63
Billets et Divers — Biljetten en Diversen 2003
975 146 660 748 366 895
Cartes train — Treinkaarten
Billets et Divers — Biljetten en Diversen 2002
Total — Totaal
3 2 3 2 3 1
886 020 335 636 973 729
213 116 154 115 151 82
040,45 861,89 484,49 741,27 951,83 890,70
Cartes train — Treinkaarten
Recettes Nombre de Recettes validations TVAC TVAC — — — Aantal Ontvangst Ontvangst valideringen BTWI BTWI
632 592,58 198 713,75 322 873,60
2003
3 557 1 972 2 999
2004
457,77 070,88 712,54 825,09 099,85 092,33
Total — Totaal Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
213 231,80 845 824,38 128 947,90 327 661,65 151 182,00 474 055,60
Dont les Go pass — Waarvan Go passes Nombre — Aantal
3 1 1 1
469 381 228 908 613 264
Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
132 813,67 52 885,85 47 015,98 73 066,62 23 446,51 10 118,52
Dont les Go pass — Waarvan Go passes Nombre — Aantal
3 1 1 1
481 346 240 847 576 278
Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
135 52 48 71 22 10
625,60 416,72 309,54 948,90 441,38 830,40
Dont les Go pass — Waarvan Go passes Nombre — Aantal
Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
3 603 1 310 1 171
143 879,00 52 284,00 46 750,00
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4305
Billets et Divers — Biljetten en Diversen 2003 Nombre — Aantal
Poperinge ........................................... Wervik ............................................... Wevelgem ...........................................
38 279 34 851 14 015
Cartes train — Treinkaarten
Recettes Nombre de Recettes validations TVAC TVAC — — — Aantal Ontvangst Ontvangst valideringen BTWI BTWI 292 260,62 175 644,49 88 717,15
2 287 3 745 1 697
Total — Totaal Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
120 310,30 412 570,92 152 709,10 328 353,59 88 568,90 177 286,05
Dont les Go pass — Waarvan Go passes Nombre — Aantal
Recettes TVAC — Ontvangst BTWI
2 064 552 242
82 408,00 22 039,00 9 666,00
Ministre de l’Emploi et des Pensions
Minister van Werk en Pensioenen
Emploi
Werk
DO 2003200410642
DO 2003200410642
Question no 54 de M. André Frédéric du 15 janvier 2004 (Fr.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 54 van de heer André Frédéric van 15 januari 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Titres-services. — ALE.
Dienstencheques. — PWA’s.
Le système des titres-services récemment voté par le Parlement fédéral a pour objectif de devenir un instrument de promotion des services et emplois de proximité. Il a un important potentiel de création de nouveaux emplois en faveur de travailleurs peu qualifiés dans des secteurs qui, jusqu’à ce jour, sont surtout occupés par des travailleurs au noir. C’est assurément le cas dans le secteur du nettoyage effectué au domicile des particuliers. ` cet effet, une attention particulière sera accordée A aux nombreux choˆmeurs occupés en ALE. En effet, même si l’ALE présente un intérêt certain au niveau local, l’objectif de réinsertion active des choˆmeurs de longue durée n’a pas été réellement atteint. Après une période transitoire, les prestataires devront à nouveau être disponibles pour le marché de l’emploi et, au besoin, ils devront passer dans le système des titresservices si l’emploi proposé correspond à la notion d’emploi convenable.
Het stelsel van de dienstencheques dat onlangs door het Federale Parlement werd goedgekeurd, wil de buurtdiensten en -banen een impuls geven. Het kan heel wat nieuwe arbeidsplaatsen voor laaggeschoolden cree¨ren, in sectoren die tot nu toe vooral het terrein van zwartwerkers waren. Dat geldt zeker voor de poetsdiensten bij particulieren thuis.
Les entreprises et les organisations qui veulent faire office d’employeur peuvent, à partir du 1er janvier 2004, introduire une demande d’agrément en qualité d’agence « sui generis ». Dans la mesure ou` les titres-
De ondernemingen en organisaties die als werkgever willen optreden, kunnen sinds 1 januari 2004 een aanvraag indienen om als agentschap « sui generis » erkend te worden. Aangezien de federale dienstenche-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
We moeten ons in dat verband toespitsen op de vele werklozen die via een PWA aan de slag zijn. PWA’s spelen op het lokale vlak een onmiskenbare rol, maar het vooropgestelde doel, de herinschakeling van langdurig werklozen, werd niet echt bereikt. Na een overgangsperiode moeten die werklozen opnieuw voor de arbeidsmarkt beschikbaar zijn en desgevallend naar het stelsel van de dienstencheques overschakelen, indien hun in dat kader een passende betrekking wordt aangeboden.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
545
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4306
services du fédéral ne concernent que les activités de nature ménagère (soit plus ou moins 80 % des activités ALE), il va sans dire que l’avenir des ALE — et donc aussi celui des agents ONEm qui y travaillent — passe par cet agrément.
ques uitsluitend aan huishoudelijke activiteiten kunnen worden besteed (die ongeveer 80 % van de PWA-activiteiten uitmaken), mag duidelijk zijn dat de PWA’s (en de RVA-beambten die er werken) maar een toekomst hebben indien ze als agentschap « sui generis » worden erkend.
` l’inverse des sociétés de travail intérimaire qui A disposent de moyens importants, les ALE de petite taille craignent de ne pas pouvoir assumer les frais de fonctionnement d’une entreprise de services. Elles devront envisager le partenariat entre elles ou avec d’autres opérateurs.
De kleine PWA’s, die niet zo kapitaalkrachtig zijn als de uitzendbedrijven, vrezen dat ze de bedrijfskosten van een dienstenonderneming niet aankunnen. Ze zullen dus samenwerkingsverbanden moeten overwegen, onderling of met andere operatoren.
1. Des budgets spécifiques seront-ils prévus pour les ALE ?
1. Komen er specifieke begrotingsmiddelen voor de PWA’s ?
2. Concernant les sociétés qui fonctionnent déjà dans le cadre des titres-services, il me revient que certaines d’entre elles réclament auprès des utilisateurs des frais de constitution de dossier ou des frais administratifs à concurrence de 10 % du nombre total d’heures prestées par l’aide ménagère.
2. Naar verluidt rekent een aantal bedrijven dat al actief is in het domein van de dienstencheques, de gebruikers administratieve of dossierkosten aan, ten belope van 10 % van het totale aantal uren dat de huishoudhulp presteert.
La perception de ces frais est-elle légale ?
Is dat een wettelijke praktijk ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 6 avril 2004, à la question no 54 de M. André Frédéric du 15 janvier 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 6 april 2004, op de vraag nr. 54 van de heer André Frédéric van 15 januari 2004 (Fr.) :
1. Aucun budget spécifique n’est prévu en faveur des agences locales pour l’emploi qui en tant qu’entreprise agréée fournissent de l’aide à domicile de nature ménagère dans le cadre du dispositif des titresservices. Pour son lancement, l’ALE pourra utiliser un capital de départ pouvant être tiré des recettes des ALE conformément aux dispositions de l’article 79, § 9, alinéa 1er, de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage. Ce capital de départ servira uniquement à la création de la section sui generis. Cet investissement pourra être considéré comme une dépense dans le cadre de l’obligation d’en affecter le quart aux formations et aux initiatives d’insertion. Une fois les travailleurs embauchés, l’ALE ne pourra plus financer directement les dépenses de fonctionnement car la société qui émet les titres ne versera les subsides salariaux qu’après fourniture des prestations et remise des titres-services correspondants.
1. Er is geen specifiek budget voorzien voor de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen die als erkende onderneming thuishulp van huishoudelijke aard verstrekken in het raam van de regeling dienstencheques. Voor het opstarten zal het PWA een startkapitaal kunnen gebruiken dat kan gehaald worden uit de ontvangsten van de PWA’s, overeenkomstig de bepalingen van artikel 79, § 9, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Dit startkapitaal zal alleen dienen om de sui generis afdeling op te richten. Deze investering zal kunnen beschouwd worden als een uitgave in het raam van de verplichting om één vierde van deze ontvangsten te gebruiken voor vormings- en inschakelingsinitiatieven. E´énmaal de werknemers aangeworven zijn, zal het PWA de werkingskosten niet rechtstreeks meer kunnen financieren. De uitgiftefirma van de dienstencheques zal de loonsubsidies immers slechts storten na levering van de prestaties en het bezorgen van de overeenkomstige dienstencheques.
Par ailleurs, nous offrons bien aux ALE la possibilité de réaliser les préparatifs. La rémunération de l’agent ALE travaillant pour l’entreprise de services ne sera reversée (proportionnellement à l’investissement dans le temps) qu’après embauche du premier travailleur.
Overigens bieden wij de PWA’s wel de mogelijkheid om de voorbereidingen te realiseren. Het loon van de PWA-beambte die voor het dienstenbedrijf werkt zal slechts (in verhouding tot de tijdsinvestering) teruggevorderd worden na de aanwerving van de eerste werknemer.
L’ONEm établira un scénario et le mettra à la disposition des ALE ASBL intéressées. Ce scénario a
De RVA zal een scenario opstellen en zal het ter beschikking stellen van de geı¨nteresseerde PWA-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4307
pour but de servir de fil conducteur aux ALE qui souhaitent lancer une entreprise de services. Le scénario met en lumière certains aspects, notamment les modalités de lancement d’une entreprise de services, le contrat de travail, le fait que l’utilisateur devient client, le fait que le travailleur ALE devient un travailleur à part entière, les assurances, les mesures de mise au travail.
VZW’s. Dit scenario heeft tot doel als leidraad te dienen voor de PWA’s die een dienstenbedrijf willen opstarten. Het scenario brengt bepaalde aspecten onder de aandacht, inzonderheid de opstartmodaliteiten van een dienstenbedrijf, de arbeidsovereenkomst, het feit dat de gebruiker een klant wordt, het feit dat de PWA-werknemer een volwaardige werknemer wordt, de verzekeringen, de tewerkstellingsmaatregelen.
Par ailleurs, l’ONEm prévoira également à l’intention des agents ALE intéressés une formation approfondie sur le lancement d’une entreprise « titresservices ».
Voor het overige zal de RVA voor de geı¨nteresseerde PWA-beambten eveneens in een grondige vorming voorzien inzake het opstarten van een onderneming dienstencheques.
2. Le titre-service peut uniquement être utilisé pour rémunérer le temps de travail presté. L’entreprise agréée peut cependant mettre à charge de l’utilisateur d’autres frais; la concurrence peut jouer entre les entreprises agréées.
2. De dienstencheque kan alleen gebruikt worden om de gepresteerde arbeidstijd te betalen. De erkende onderneming kan evenwel andere kosten ten laste leggen van de gebruiker; tussen de erkende ondernemingen kan er concurrentie zijn.
DO 2003200410779
DO 2003200410779
Question no 63 de M. Guy Hove du 2 février 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 63 van de heer Guy Hove van 2 februari 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
« Plan Rosetta ». — Jeunes s’orientant vers une activité professionnelle indépendante.
« Rosettaplan ». — Jongeren die een zelfstandige beroepsactiviteit willen opzetten.
Sous la précédente législature, le gouvernement a décidé d’étendre le « Plan Rosetta » aux jeunes s’orientant vers une activité professionnelle indépendante. D’une manière générale, des tentatives ont été entreprises aux différents niveaux de pouvoir pour promouvoir l’esprit d’entreprise chez les jeunes.
Nog tijdens de vorige legislatuur heeft de regering besloten om het « Rosettaplan » open te stellen voor jongeren die een zelfstandige beroepsactiviteit wilden opzetten. Algemeen werden op de verschillende beleidsniveaus pogingen gedaan om jongeren aan te moedigen tot ondernemerschap.
1. Depuis le lancement du « Plan Rosetta indépendant », combien de jeunes ont-ils eu recours à cette initiative respectivement en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
1. Hoeveel jongeren in Vlaanderen, respectievelijk in Brussel en in Wallonie¨ hebben er sinds de openstelling van het « Rosettaplan » voor het opzetten van een zelfstandige activiteit jaarlijks een beroep gedaan op de maatregel ?
2. Quelles activités professionnelles remportentelles le plus de succès ?
2. Welke beroepsactiviteiten kenden het meest succes ?
3. Combien d’autres choˆmeurs, par région, ont-ils choisi de s’établir comme indépendant ?
3. Hoeveel andere werklozen, telkens opgesplitst per regio, hebben ervoor geopteerd om zich te vestigen als zelfstandige ?
4. a) Ce volet spécifique du Plan Rosetta a-t-il déjà été évalué ?
4. a) Werd dit specifiek onderdeel van het Rosettaplan reeds gee¨valueerd ?
b) Dans ce cadre, quels problèmes ont-ils éventuellement été mis en lumière et quels aménagements s’imposeraient-ils ?
b) Welke probleempunten kwamen hierbij eventueel aan de oppervlakte en welke bijsturingen dringen zich mogelijk op ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4308
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 6 avril 2004, à la question no 63 de M. Guy Hove du 2 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 6 april 2004, op de vraag nr. 63 van de heer Guy Hove van 2 februari 2004 (N.) :
Vous trouverez, ci-dessous, la réponse à la question posée.
Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vraag te vinden.
1. La répartition entre régions des jeunes qui, depuis le démarrage du plan « Rosetta — indépendants » en juillet 2002, ont bénéficié d’un appui pour la préparation d’un éventuel établissement comme indépendant, est la suivante :
1. De verdeling van de jongeren die sinds de start, dit is juli 2002, een ondersteuning hebben bekomen in het kader van het « Rosettaplan — zelfstandigen » met betrekking tot de voorbereiding van een mogelijke vestiging als zelfstandige, opgedeeld per gewest, ziet er als volgt uit :
Flandre : 95 (40 %)
Vlaanderen : 95 (40 %)
Bruxelles : 52 (22 %)
Brussel : 52 (22 %)
Wallonie : 93 (39 %)
Wallonie¨ : 93 (39 %)
Total : 240 (100 %)
Totaal : 240 (100 %)
2. La répartition entre secteurs est la suivante :
2. De verdeling over de sectoren is als volgt :
Commerce : 38 %
Handel : 38 %
Horeca : 15 %
Horeca : 15 %
Artisanat et petite industrie : 6 %
Ambacht en kleine nijverheid : 6 %
Professions libérales : 2 %
Vrije beroepen : 2 %
Autres services : 24 %
Overige diensten : 24 %
Services aux personnes : 11 %
Diensten aan personen : 11 %
Construction : 3 %
Bouw : 3 %
3. La répartition entre régions du nombre de prêtslancement octroyés par le Fonds de participation aux demandeurs d’emploi qui n’ont pas eu recours au plan « Rosetta — indépendants » est la suivante : En 2002 :
3. Het overzicht van het aantal toegekende startleningen door het participatiefonds aan niet-werkende werkzoekenden die geen beroep deden op het « Rosettaplan — zelfstandigen », per gewest, geeft het volgende beeld : In 2002 :
Flandre : 193 (37 %)
Vlaanderen : 193 (37 %)
Bruxelles : 96 (19 %)
Brussel : 96 (19 %)
Wallonie : 229 (44 %)
Wallonie¨ : 229 (44 %)
Total : 518 (100 %)
Totaal : 518 (100 %)
En 2003 :
In 2003 :
Flandre : 204 (46 %)
Vlaanderen : 204 (46 %)
Bruxelles : 53 (12 %)
Brussel : 53 (12 %)
Wallonie : 186 (42 %)
Wallonie¨ : 186 (42 %)
Total : 443 (100 %)
Totaal : 443 (100 %)
4. Le Fonds de participation suit en permanence l’évolution des dossiers tant au niveau quantitatif que qualitatif.
4. Het Participatiefonds volgt permanent de evolutie van de dossiers, zowel kwantatief als kwalitatief.
Il convient de noter que le plan « Rosetta — indépendants » n’a atteint sa vitesse de croisière qu’en
Te noteren valt dat het « Rosettaplan — zelfstandigen » pas in 2003 op kruissnelheid kwam : het neemt
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4309
2003. Il faut en effet un certain temps avant que des produits financiers ne pénètrent le marché. Dans ce contexte par exemple, un mailing spécifique adressé aux étudiants en fin d’études — qui représentent une part significative du public visé — n’a pu être réalisé que pour l’année scolaire 2002-2003.
immers altijd een zekere tijd in beslag vooraleer financie¨le producten op de markt doordringen. In de gegeven context bijvoorbeeld kon enkel nog maar een specifieke mailing aan de schoolverlaters — toch wel een significant deel van het beoogde doelpubliek — van het schooljaar 2002-2003 worden gericht.
La distribution du prêt-lancement et de l’appui dans le cadre du plan Rosetta, s’effectue via des « structures d’appui aux starters » avec lesquelles la collaboration est intense de façon à pouvoir adapter la qualité des dossiers.
De verspreiding van de startlening en de ondersteuning in het kader van het « Rosettaplan — zelfstandigen » gebeuren via « steunpunten voor starters », waarmee intensief wordt samengewerkt, ook met het oog op de bijsturing van de kwaliteit van de dossiers.
En tout état de cause, on peut estimer que le plan « Rosetta — indépendants » stimule l’esprit d’entreprise chez les jeunes et qu’un certain nombre d’entre eux trouvent ainsi la voie pour développer une activité indépendante. Par ailleurs, certains jeunes, graˆce à ce plan, parviennent à la constatation que leur projet n’est pas mûr et/ou viable. Ils sont ainsi préservés d’une aventure trop risquée qui pourrait éventuellement engendrer une série de conséquences financières négatives.
In ieder geval dient gesteld dat dankzij het « Rosettaplan — zelfstandigen » de ondernemersgeest bij de jongeren wordt aangescherpt en dat via deze weg een aantal jongeren de weg naar het ontplooien van een zelfstandige activiteit vinden. Daarnaast komen dankzij dit plan een aantal jongeren tot de vaststelling dat hun project niet rijp en/of niet leefbaar is, wat hun behoedt voor een te risicovol avontuur met alle gebeurlijke negatieve financie¨le gevolgen vandien.
DO 2003200410840
DO 2003200410840
Question no 65 de M. Daan Schalck du 9 février 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 65 van de heer Daan Schalck van 9 februari 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Mise en œuvre concrète des chèques-services.
Concrete toepassing van de dienstencheques.
1. Combien de chèques-services ont-ils jusqu’à présent été achetés et combien ont-ils déjà été perçus, en Flandre et en Wallonie ?
1. Hoeveel dienstencheques werden er tot nu toe aangekocht en hoeveel werden er reeds verzilverd, opgedeeld voor Vlaanderen en Wallonie¨ ?
2. Existe-t-il une liste nominative, par province, des entreprises disposant d’une autorisation d’encaisser des chèques-services ? Dans l’affirmative, ou` et selon quelles modalités cette liste peut-elle être consultée ?
2. Bestaat er een nominatieve lijst van de bedrijven die over een vergunning beschikken om dienstencheques te innen, opgesplitst per provincie, en zo ja waar en op welke wijze kan deze lijst worden geconsulteerd ?
3. a) Quelles sont les 30 entreprises nationales qui ont encaissé le plus de chèques-services jusqu’à présent ?
3. a) Wat is de top 30 van de bedrijven, op nationaal vlak, die tot nu toe dienstencheques inden ?
b) Combien de chèques ont-elles encaissés ?
b) Over welke hoeveelheid cheques gaat het ?
4. Est-il prévu de modifier le budget annuel en fonction du succès (futur) des chèques-services ?
4. Bestaan er vooruitzichten om het jaarbudget aan te passen aan het (toekomstig) succes van de dienstencheques ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 6 avril 2004, à la question no 65 de M. Daan Schalck du 9 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 6 april 2004, op de vraag nr. 65 van de heer Daan Schalck van 9 februari 2004 (N.) :
1. Jusqu’au 31 janvier 2004 inclus, 1 026 972 titresservices ont été achetés, dont 936 708 en Région flamande, 89 854 en Région wallonne et 410 en Région
1. Tot en met 31 januari 2004 werden er 1 026 972 dienstencheques aangekocht, waarvan 936 708 in het Vlaams Gewest, 89 854 in het Waals Gewest en 410 in
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4310
de Bruxelles-Capitale. Jusqu’à la même date, 353 867 titres-services ont été remboursés, dont 318 850 en Région flamande, 35 017 en Région wallonne et 0 en Région de Bruxelles-Capitale.
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Tot en met dezelfde datum werden er 353 867 dienstencheques terugbetaald, waarvan 318 850 in het Vlaams Gewest, 35 017 in het Waals Gewest en 0 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. La liste nominative des entreprises agréées peut être consultée sur le site internet www.titresservices.be. Cette liste n’est pas ventilée par province.
2. De nominatieve lijst van erkende ondernemingen kan geraadpleegd worden op de internetsite www.dienstencheques.be. Deze lijst is niet opgesplitst per provincie.
3. a) La composition des 30 entreprises agréées auxquelles le plus grand nombre de titres-services a été remboursé est la suivante :
3. a) De top 30 van erkende ondernemingen die het grootste aantal dienstencheques inden, is als volgt samengesteld :
« Familiehulp », Bruxelles.
Familiehulp, Brussel.
« Solidariteit voor het gezin », Gand.
Solidariteit voor het gezin, Gent.
« Actief Interim », Hasselt.
Actief Interim, Hasselt.
Randstad Belgium, Laeken.
Randstad Belgium, Laken.
« VZW Karweibedrijf », Courtrai.
VZW Karweibedrijf, Kortrijk.
Flexpoint Interim, Hasselt.
Flexpoint Interim, Hasselt.
« Nichelson Thuiszorg », Waregem.
Nichelson Thuiszorg, Waregem.
« Schoonmaakbedrijf Nemegheer », Tielt.
Schoonmaakbedrijf Nemegheer, Tielt.
« Isis VZW », Halen.
Isis VZW, Halen.
Cleaning Herentals.
Cleaning Herentals.
« Plus Uitzendkrachten », Anvers.
Plus Uitzendkrachten, Antwerpen.
ASLV, As.
ASLV, As.
CQ Staffing, Zonhoven. ˆ ge d’Or Services Belgique, Mons. L’A
CQ Staffing, Zonhoven. ˆ ge d’Or Services Belgique », Bergen. « L’A
D’Hont Johan — Top Cleaning, Alost. ˆ ge d’Or Services, Libramont. A
D’Hont Johan — Top Cleaning, Aalst. ˆ ge d’Or Services », Libramont. «A
« Landelijke Thuiszorg », Wijgmaal (Louvain).
Landelijke Thuiszorg, Wijgmaal (Leuven).
« VZW De Vluchtheuvel », Zandbergen (Grammont).
VZW De Vluchtheuvel, Zandbergen (Geraardsbergen).
« Thuishulp regio Limburg », Hasselt.
Thuishulp regio Limburg, Hasselt.
« Imsir Rupelstreek », Boom.
Imsir Rupelstreek, Boom.
T-Interim, Beek (Bree).
T-Interim, Beek (Bree).
Cleaning Boy, Marke (Courtrai).
Cleaning Boy, Marke (Kortrijk).
Solidath SCRL, Ath.
Solidath SCRL, Aat.
« Familiezorg Oost-Vlaanderen », Gand.
Familiezorg Oost-Vlaanderen, Gent.
CPAS Bruges.
OCMW Brugge.
Vedior Interim, Anderlecht.
Vedior Interim, Anderlecht.
« Onafhankelijke dienst Gezinszorg », Gand.
Onafhankelijke dienst Gezinszorg, Gent.
« De Concierge CVBA », Ettelgem (Oudenburg).
De Concierge CVBA, Ettelgem (Oudenburg).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4311
ALE Bilzen.
PWA Bilzen.
CPAS Zulte.
OCMW Zulte.
b) Jusqu’au 31 janvier 2004 inclus, environ 70 % des titres-services ont été remboursés à ces 30 entreprises agréées.
b) Tot en met 31 januari 2004 werd ongeveer 70 % van de dienstencheques terugbetaald aan de top 30 van de erkende ondernemingen.
4. Cette question n’est pas, pour l’instant, à l’ordre du jour.
4. Op dit ogenblik is deze vraag niet aan de orde.
DO 2003200420986
DO 2003200420986
Question no 66 de Mme Trees Pieters du 3 mars 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 66 van mevrouw Trees Pieters van 3 maart 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Régime social des avantages de toute nature pour les voitures de société applicable à partir du 1er janvier 2004. — Travailleurs, chefs d’entreprise, associés actifs et administrateurs.
Sociaal regime van voordelen van alle aard voor firmawagens toepasselijk vanaf 1 januari 2004. — Werknemers, bedrijfsleiders, werkende vennoten en bestuurders.
Conformément à la circulaire ministérielle no CI.RH.241/561.364 (AFER 8/2004) du 5 février 2004 émanant du ministre des Finances (consultable par le public via la banque de données fiscale sur internet : http ://fisconet.fgov.be) des nouvelles directives administratives ont été édictées, s’appliquant à compter du 1er janvier 2004 et portant sur l’évaluation forfaitaire des avantages de toute nature en raison de la disposition gratuite d’un véhicule automobile ou voiture de société.
Ingevolge de ministerie¨le circulaire nr. Ci.RH.241/ 561.364 (AOIF 8/2004) van 5 februari 2004 uitgaande van de minister van Financie¨n (voor het publiek te raadplegen via de fiscale databank op het internet : http ://fisconet.fgov.be) werden nieuwe administratieve richtlijnen uitgevaardigd die van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2004 en betrekking hebben op de forfaitaire raming van de voordelen van alle aard wegens kosteloze beschikking over een autovoertuig of firmawagen.
Pour le calcul fiscal de l’avantage de toute nature à prendre en considération (utilisation du véhicule), il sera désormais admis que les nombres de kilomètres (sur une base annuelle) seront fixés comme suit :
Voor de fiscale berekening van het in aanmerking te nemen voordeel van alle aard (autogebruik) zal van nu af aan worden aanvaard dat de kilometeraantallen (op jaarbasis) als volgt worden vastgesteld :
Distance en km (aller) entre le domicile et le lieu de travail fixe inférieur ou égal à 25 supérieur à 25
Afstand in km (enkel) tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling
Nombre de kilomètres à prendre en considération 5 000 7 500
minder of gelijk aan 25 meer dan 25
In aanmerking te nemen kilometeraantal 5 000 7 500
Ces nombres de kilomètres purement « forfaitaires » comprennent les déplacements domicile-lieu de travail et les déplacements privés à proprement parler.
Deze puur « forfaitaire » kilometeraantallen omvatten de woon- en werkverplaatsingen en de eigenlijke privé-verplaatsingen.
Ces directives applicables en matière d’impoˆts directs ont suscité d’emblée des critiques et des commentaires parce que la fiscalité directe ne peut en effet reposer, suivant une jurisprudence constante, que sur des situations « réelles », d’une part, et parce que seul le tarif kilométrique est fixé par la loi sur une base forfaitaire, mais pas le nombre de kilomètres « parcourus », d’autre part.
Die inzake directe belastingen toepasselijke richtlijnen hebben reeds van meet af aan aanleiding gegeven tot kritiek en commentaar omdat enerzijds de directe fiscaliteit volgens een constante rechtspraak immers alleen maar mag gesteund zijn op « werkelijke » toestanden en anderzijds omdat enkel het kilometertarief forfaitair wettelijk is vastgesteld, doch niet het « afgelegd » kilometeraantal.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4312
Les dispositions réglementaires actuellement en vigueur de l’article 18, § 3, point 9, de l’arrêté royal d’exécution du CIR 1992 (AR/CIR 1992), qui sont d’ordre public, précisent du reste que la valeur de l’avantage imposable est égale au nombre de kilomètres « parcourus » à des fins personnelles, avec un minimum de 5 000, multiplié par le montant par kilomètre parcouru qui est indexé et qui dépend de la puissance imposable du véhicule en matière de taxe de circulation (voir aussi le récent arrêté royal du 10 février 2004 — arrêté royal modifiant, en ce qui concerne les avantages de toute nature, l’AR/CIR 1992 — Moniteur belge du 18 février 2004, p. 9885).
De thans vigerende reglementaire bepalingen van artikel 18, § 3, punt 9, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 1992 (KB/WIB 1992), die van openbare orde zijn, stellen trouwens dat de waarde van het belastbaar voordeel gelijk is aan het aantal voor persoonlijk gebruik « afgelegde » kilometers, met een minimum van 5 000, vermenigvuldigd met een bedrag per afgelegde kilometer dat geı¨ndexeerd wordt en afhangt van de belastbare kracht van het voertuig inzake de verkeersbelasting (zie ook recent koninklijk besluit van 10 februari 2004 — koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 1992, op het stuk van de voordelen van alle aard — Belgisch Staatsblad van 18 februari 2004, blz. 9885).
D’après de nombreux conseillers fiscaux et sociaux, juristes et bureaux de comptabilité de premier plan, ces nouvelles instructions seraient, semble-t-il, non seulement arbitraires, mais aussi en contradiction avec le caractère d’ordre public des impoˆts, le principe de légalité et les principes de bonne gestion, parmi lesquels le principe d’égalité, le principe du raisonnable et le principe de sécurité juridique. Du reste, il peut uniquement être tenu compte, d’un point de vue réglementaire, d’un nombre réel de kilomètres « parcourus », à considérer individuellement chaque année, au cas par cas. En outre, toute charge de la preuve, en ce qui concerne l’existence éventuelle de l’utilisation à titre privé, incombe intégralement à l’administration ` la lumière des fiscale, et ce, dès le premier kilomètre. A dispositions des articles 10 et 11 de la Constitution, cette même lettre de service ministérielle serait également ressentie comme discriminatoire par la plupart des intéressés.
Volgens tal van vooraanstaande fiscale en sociale raadgevers, juristen en boekhoudkantoren zouden deze nieuwe instructies naar verluidt niet alleen arbitrair zijn, maar tevens in strijd zijn met het openbareordekarakter van de belastingen, met het legaliteitsbeginsel en met de inhoudelijke beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het gelijkheidsbeginsel, het redelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Overigens mag er reglementair uitsluitend slechts rekening worden gehouden met een werkelijk aantal « afgelegde » kilometers, jaarlijks individueel te beoordelen geval per geval. Daarenboven berust alle bewijslast van het mogelijk bestaan van privaat gebruik reeds voor de eerste kilometer volledig op de belastingadministratie. Ook gezien in het licht van de bepalingen van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou diezelfde ministerie¨le dienstbrief door het merendeel van de belanghebbenden als discriminerend worden ervaren.
Un employé ou un chef d’entreprise (associé actif, administrateur ou cadre) qui parcourt un trajet de 100 km de son domicile à son lieu de travail fixe est considéré de la même manière, du point de vue des contributions, que son collègue qui ne parcourt que 26 km.
Een bediende of een bedrijfsleider (werkend vennoot, bestuurder of kaderlid) die een traject van 100 km van zijn woonplaats naar zijn vaste plaats van tewerkstelling aflegt, wordt uit belastingoogpunt op dezelfde wijze getaxeerd als zijn collega die slechts 26 km aflegt.
Des travailleurs et des dirigeants d’entreprise indépendants ou non qui sont occupés en un lieu fixe à 25 et à 26 km, respectivement, de leur domicile sont quant à eux traités totalement différemment, d’une manière plutoˆt abusive, pour une différence d’un seul kilomètre.
Werknemers en al dan niet zelfstandige bedrijfsleiders die respectievelijk op 25 en op 26 km van hun woonplaats vast tewerkgesteld worden, zijn dan weer voor één kilometer verschil eerder ongeoorloofd totaal anders behandeld.
Vu ce qui précède, les questions pertinentes et générales d’ordre pratique et juridique ci-dessous se posent désormais immédiatement d’un point de vue social.
Gelet op wat voorafgaat, stellen zich uit sociaal oogpunt in de praktijk voortaan meteen de onderstaande algemene pertinente praktische en juridische vragen.
1. Les administrations sociales utiliseront-elles intégralement et observeront-elles rigoureusement et immédiatement aussi ces mêmes directives en matière d’impoˆts directs ? Annuleront-elles définitivement aussi tous les accords existants, individuels ou tacites ?
1. Zullen de sociale administraties onmiddellijk ook diezelfde richtlijnen inzake directe belastingen integraal hanteren en streng opvolgen en alle bestaande individuele of stilzwijgende akkoorden eveneens definitief opzeggen en hoe motiveren zij in
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4313
Comment motivent-elles, en fait et en droit, ces méthodes et conceptions éventuellement identiques ? 2. Une concertation a-t-elle été ou sera-t-elle organisée avec les administrations fiscales et/ou un accord de protocole sera-t-il élaboré ? 3. Comment le secteur social définit-il ou décrit-il la notion d’« utilisation à titre privé » ? 4. Le secteur social doit-il ou ne va-t-il pas plutoˆt se baser, en la matière, sur un nombre « réel » de kilomètres parcourus à titre privé ? 5. Quelles mesures de controˆle et de surveillance parafiscales concrètes et objectives seront désormais prises en vue de déterminer les avantages de toute nature pour l’utilisation d’une voiture ? 6. Quelles cotisations sociales spécifiques de l’ONSS ou autres sont dues sur tous les avantages de ce type liés à un véhicule, tant par les travailleurs et les chefs d’entreprise que par les employeurs, et dans quelles conditions des réductions ou dispenses peuventelles éventuellement être accordées ou appliquées ? 7. Quelle force probante juridique est accordée, à cet égard, par les administrations sociales : a) à la législation fiscale en matière d’avantages de toute nature (CIR 1992 et AR/CIR 1992); b) aux lettres de service ministérielles et aux commentaires et instructions administratifs en matière d’impoˆts directs et/ou de TVA ? 8. Pouvez-vous indiquer vos conception et méthode actualisées dans le cadre de la législation sociale applicable à compter du 1er janvier 2004 et à la lumière de l’article 870 du Code judiciaire et de tous les principes généraux d’une administration sociale fédérale à la fois convenable et conviviale ? Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 6 avril 2004, à la question no 66 de Mme Trees Pieters du 3 mars 2004 (N.) : La question est de la compétence de mon collègue des Affaires sociales. (Question no 83 du 3 mars 2004.)
feite en in rechte die eventueel identieke ziens- en handelwijze ? 2. Werd of zal hieromtrent overleg worden gepleegd met de fiscale administraties en/of een protocolakkoord worden opgesteld ? 3. Hoe definieert of omschrijft de sociale sector het begrip « persoonlijk gebruik » ? 4. Moet of zal de sociale sector zich terzake niet veeleer gaan baseren op een « werkelijk » aantal privaat afgelegde kilometers ? 5. Welke concrete en objectieve parafiscale controle- en toezichtmaatregelen zullen met het oog op de correcte bepaling van de voordelen van aard voor autogebruik voortaan worden getroffen ? 6. Welke specifieke RSZ- en/of andere sociale bijdragen zijn op al dergelijke autovoordelen verschuldigd zowel door de werknemers en bedrijfsleiders als door de werkgevers en onder al welke voorwaarden kunnen er gebeurlijk verminderingen of vrijstellingen worden verleend of toegepast ? 7. Welke juridische bewijskracht en bewijswaarde wordt door de sociale administraties dienaangaande gehecht aan : a) de fiscale wetgeving inzake voordelen van alle aard (WIB 1992 en KB/WIB 1992); b) de ministerie¨le dienstbrieven en administratief commentaar en instructies inzake directe belastingen en/of inzake BTW ? 8. Kan u uw geactualiseerde ziens- en handelwijze meedelen in het raam van de sociale wetgeving geldend vanaf 1 januari 2004 en in het licht van artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek en van alle algemene beginselen van een behoorlijk en een klantvriendelijk federaal sociaal bestuur ? Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 6 april 2004, op de vraag nr. 66 van mevrouw Trees Pieters van 3 maart 2004 (N.) : De vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Sociale Zaken. (Vraag nr. 83 van 3 maart 2004.)
Pensions
Pensioenen
DO 2003200410861
DO 2003200410861
Question no 20 de M. Yves Leterme du 10 février 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 20 van de heer Yves Leterme van 10 februari 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen : Uitbetaling van de pensioenen via De Post. Voor wie die betaalwijze uitdrukkelijk verkiest, zijn de pensioenen in de toekomst nog steeds uitbetaalbaar
Paiement des pensions par assignation postale. Pour les personnes qui optent expressément pour ce mode de paiement, les pensions pourront toujours à
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
546
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4314
l’avenir être payées par assignation postale. Si la réglementation proposée maintient ce mode de paiement, l’administration considère désormais que les pensions sont versées sur un compte en banque.
via de postbode. De keuze voor uitbetaling op die manier kan volgens de voorgestelde regelgeving nog steeds gemaakt worden, niettegenstaande de omkering dat de administratie automatisch uitgaat van uitbetaling op een bankrekening.
D’après ce que j’ai lu dans les médias, ce mode de paiement des pensions présente, aux yeux du gouvernement, certains risques, tant pour les facteurs que pour les pensionnés. Sans doute en est-il ainsi. Il est indéniable également que ce service a un couˆt pour l’E´tat. D’autre part, il s’agit souvent d’une forme de contact personnel entre le pensionné et le facteur.
Aan die manier van uitbetaling van pensioenen zijn er naar de mening van de regering, volgens wat ik in de media gelezen heb, risico’s verbonden, zowel voor de postbode als voor de pensioengerechtigde. Dat is wellicht ook zo. Ongetwijfeld zijn er ook kosten aan verbonden voor de overheid. Anderszins is dit vaak wel een vorm van persoonlijk contact tussen de gerechtigde en de postbode.
1. a) Est-il possible de déterminer le nombre de pensions qui sont toujours payées par assignation postale ?
1. a) Kan er nagegaan worden hoeveel pensioenen er nog uitbetaald worden via de postbode ?
b) Dans l’affirmative, combien de retraités perçoivent-ils leur pension de cette manière ?
b) Zo ja, hoeveel pensioengerechtigden ontvangen er op die manier hun pensioen ?
c) Si tel n’est pas encore le cas, quand la modification du système de paiement entrera-t-elle en vigueur ?
c) Wanneer wordt de wijziging in de uitbetalingsregeling van kracht of is ze ondertussen van kracht geworden ?
2. a) Est-il possible d’évaluer la part que représente ce mode de paiement par rapport aux autres ?
2. a) Kan de verhouding nagegaan worden van deze betaalwijze ten opzichte van andere ?
b) L’administration a-t-elle déjà noté des changements (spontanés) dans les demandes formulées par les pensionnés depuis la proposition de modification ?
b) Zijn er al (spontane) wijzigingen in de aanvragen van de gerechtigden merkbaar sinds de voorgestelde verandering ?
3. L’administration compte-t-elle prendre d’autres initiatives pour convaincre les retraités d’opter pour un autre mode de paiement, outre la supposition que, sauf mention expresse, chacun choisit le versement sur un compte ?
3. Worden er vanuit de administratie nog andere initiatieven genomen om pensioengerechtigden aan te moedigen om de stap naar een andere betaalwijze te zetten naast de veronderstelling dat iedereen kiest voor uitbetaling op rekening behoudens andere keuzes ?
4. a) Le paiement par assignation postale entraıˆne-t-il des frais pour l’E´tat ?
4. a) Zijn er aan de betaalwijze via de postbode kosten verbonden voor de overheid ?
b) Dans l’affirmative, lesquels et quel montant représentent-ils ?
b) Zo ja, welke en voor hoeveel ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 6 avril 2004, à la question no 20 de M. Yves Leterme du 10 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 6 april 2004, op de vraag nr. 20 van de heer Yves Leterme van 10 februari 2004 (N.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Ik heb de eer het geachte lid in antwoord op zijn vraag het volgende mee te delen.
1. L’Office national des pensions paie, par assignation postale, mensuellement encore 312 000 pensionnés et, une fois par an, en décembre, 48 000 pensionnés de plus.
1. De Rijksdienst voor pensioenen betaalt maandelijks nog 312 000 gepensioneerden uit met een postassignatie en daarenboven eenmaal per jaar 48 000 gepensioneerden in december.
L’arrêté royal du 9 mars 2004 portant le paiement par virement des prestations liquidées par l’Office national des pensions publié au Moniteur belge le
Het koninklijk besluit van 9 maart 2004 betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst voor pensioenen versche-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4315
17 mars 2004 stipule à l’article 9 que l’arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
nen in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 2004 bepaalt in artikel 9 dat het in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
2. Ces 360 000 pensionnés payés par assignation postale représentent environ 22 % des personnes qui reçoivent leurs pension de l’Office national des pensions en Belgique. Ce pourcentage diminue de mois en mois. Vu le très bref délai écoulé depuis la publication de l’arrêté, celui-ci n’a encore aucun impact sur les demandes.
2. De 360 000 gepensioneerden die nog met een postassignatie worden uitbetaald, vertegenwoordigen min of meer 22 % van de gepensioneerden die in Belgie¨ hun pensioen ontvangen van de Rijksdienst voor pensioenen. Dit percentage daalt van maand tot maand. Gezien de korte termijn verstreken sinds de publicatie van het besluit werd er nog geen impact vastgesteld op de aanvragen.
3. L’Office national des pensions a pris les initiatives suivantes afin de promouvoir le paiement par virement.
3. De Rijksdienst voor pensioenen heeft volgende initiatieven genomen om de betaling per overschrijving te promoten.
` partir de fin mars 2004, tous les pensionnés qui A sont encore payés par assignation postale recevront une lettre et un formulaire simplifié leur permettant de communiquer à l’Office national des pensions leur numéro de compte.
Vanaf einde maart 2004 zullen alle gepensioneerden die nog met een postassignatie worden betaald, een brief ontvangen alsook een vereenvoudigd formulier waarmee zij aan de Rijksdienst voor pensioenen hun rekeningnummer kunnen meedelen.
Leur attention sera attirée sur les avantages du paiement par virement :
Hierin wordt duidelijk gewezen op de voordelen die de betaling per overschrijving heeft :
— les pensions au taux de ménage seront désormais versées le 6 au lieu du 14 de chaque mois;
— de gezinspensioenen zullen voortaan de 6e in plaats van de 14e van elke maand gestort worden;
— la procédure pour demander le paiement par virement est fortement simplifiée. Dorénavant une simple lettre communiquant le numéro de compte suffira.
— de procedure om de overschrijving aan te vragen wordt sterk vereenvoudigd. Een gewone brief met vermelding van het rekeningnummer volstaat voortaan.
4. L’Office national des pensions supporte les frais d’émission des assignations postales, soit 1,16 euro par titre.
4. De Rijksdienst voor pensioenen betaalt de kosten van de uitgifte van de postassignaties, zijnde 1,16 euro, per assignatie.
Par ailleurs en ce qui concerne les pensions du secteur public, depuis de nombreuses années l’administration des Pensions fait de gros efforts en vue de persuader le plus grand nombre possible de nouveaux pensionnés de se faire payer leur pension via un compte auprès de l’institution financière de leur choix. Ainsi, dans la lettre accusant réception de leur dossier de pension, il est fortement insisté sur les risques liés au paiement par chèque circulaire. De plus, dans ce document sont précisées toutes les démarches à effectuer auprès d’une institution financière, afin qu’il soit possible de liquider la pension sur un compte dès le premier paiement.
Overigens wat de overheidspensioenen betreft levert de administratie der Pensioenen sedert verscheidene jaren grote inspanningen om de nieuw gepensioneerden maximaal te laten uitbetalen via een rekening bij een financie¨le instelling van hun keuze. In de brief waarbij hun de ontvangst van hun pensioendossier wordt meegedeeld, wordt gewezen op het veiligheidsrisico van circulaire cheques en wordt hun informatie gegeven om reeds op dat ogenblik het nodige te doen bij hun financie¨le instelling teneinde de uitbetaling op een rekening mogelijk te maken vanaf de eerste betaling van het pensioen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4316
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
DO 2003200420983
DO 2003200420983
Question no 68 de M. Staf Neel du 3 mars 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 68 van de heer Staf Neel van 3 maart 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Manœuvres à l’étranger. — Refus de paiement des prestations de week-end. ` la lecture d’une brochure d’information publiée A par un des syndicats militaires, j’ai pu apprendre que le paiement des allocations et/ou indemnités accordées aux militaires en service intensif, et principalement pour des prestations effectuées à l’étranger, suscitait le mécontentement du personnel militaire. ` l’époque ou` l’armée était encore présente en AlleA magne, des règles autorisant les autorités à suspendre ce service intensif pendant le week-end (et ce à la suite de l’interdiction des exercices de tir et des déplacements en camion pendant cette période) avaient été élaborées. Lors de ces suspensions, les militaires réintégraient leur unité et pouvaient rejoindre leur domicile et ils cessaient, bien évidemment, de percevoir leurs allocations et indemnités.
Buitenlandse manoeuvres. — Weigering tot betalen van weekendprestaties.
Or, à l’heure actuelle, les autorités envoient les militaires en mission à l’étranger, et parfois dans des pays lointains tels que le Canada et les E´tats-Unis. Le commandant du détachement peut décider, pour des raisons d’ordre budgétaire, de suspendre la mission du vendredi soir au lundi matin. Cela signifie également que les militaires ne peuvent plus prétendre à leur allocation pour service intensif. Or, les militaires ne peuvent pas rentrer chez eux pour une période aussi courte. Ainsi, sans moyen de transport et n’ayant rien à faire, loin de leur famille dans un pays étranger, les militaires attendent impatiemment le début de la semaine afin de pouvoir reprendre le travail.
Thans is het echter zo dat de overheid de militairen op missie stuurt in het buitenland, soms het verre buitenland zoals Canada en de Verenigde Staten. De bevelvoerder van het detachement kan, om budgettaire redenen, beslissen dat de missie wordt opgeschort van vrijdagavond tot maandagmorgen. Dat betekent dat ook het recht op de toelage voor intensieve dienst en voor weekendwerk wegvalt. De militair kan echter in die korte periode onmogelijk naar huis. Hij/zij zit zonder vervoer, met niets om handen, zonder zijn of haar gezin in een ver land, ongeduldig te wachten op maandag om opnieuw aan de slag te kunnen.
Dans votre plan stratégique, vous avez annoncé que des économies devaient être réalisées. Je crois toutefois que ces économies ne devraient pas porter sur les prestations de week-end à l’étranger.
In uw beleidsplan kondigde u aan dat er bespaard moest worden, maar mijns inziens niet op weekendprestaties in het buitenland.
1. Est-il exact que des missions menées à l’étranger sont suspendues pendant le week-end ?
1. Klopt het dat missies in het buitenland in het weekend geschorst worden ?
2. Les militaires doivent-ils alors prendre en charge leurs repas, leurs frais de séjour, etc. ?
2. Staan de militairen dan in voor hun eigen maaltijden, verblijfskosten, enz. ?
3. a) Les organisations syndicales ont-elles été consultées à cet égard ?
3. a) Werden de vakorganisaties in deze geconsulteerd ?
b) Estiment-elles qu’il s’agit d’une solution équitable ?
b) Vinden zij dit een billijke oplossing ?
4. Quelle est la position du ministre en la matière ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Via een infobrochure van één van de militaire vakbonden kon ik vernemen dat er onvrede is bij het militair personeel over de uitbetaling van toelagen en/of vergoedingen voor intensieve diensten, vooral in het buitenland. Toen het leger nog in Duitsland was, werden regels uitgewerkt waardoor de overheid de intensieve diensten voor het weekend kon schorsen (dit naar aanleiding van het verbod tot het hebben van schietoefeningen en verplaatsingen met vrachtwagens in het weekend). Tijdens die schorsingen, werden de militairen teruggebracht naar hun eenheid en konden ze naar huis. Natuurlijk werd tijdens deze periode ook de betaling van de toelagen en vergoedingen geschorst.
4. Wat is het oordeel van de minister in deze ? 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4317
Réponse du ministre de la Défense du 6 avril 2004, à la question no 68 de M. Staf Neel du 3 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 6 april 2004, op de vraag nr. 68 van de heer Staf Neel van 3 maart 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Pour que les missions à l’étranger aient un rendement maximal, le département prévoit que pendant le weekend l’entraıˆnement et le travail puissent continuer autant que possible. Dans certaines circonstances, l’exercice ou la manœuvre doit, pour des raisons prati` ce moment, les ques, quand même être interrompu. A « exercices intensifs » sont interrompus et par conséquent, les allocations pour service intensif y liées sont suspendues.
1. Om militaire opdrachten in het buitenland maximaal te laten renderen, voorziet het departement dat er in het weekend zo veel mogelijk verder getraind of gewerkt wordt. In bepaalde omstandigheden moet de oefening of het manœuvre in het buitenland om praktische redenen toch onderbroken worden. Hierbij worden de « intensieve oefeningen » onderbroken en dus worden de erbij horende toelagen voor intensieve dienst opgeschort.
2. Le militaire continue néanmoins à avoir droit au remboursement des frais de nourriture et au remboursement des frais de logement.
2. De militair heeft evenwel verder recht op terugbetaling van de voedingskosten en de verblijfkosten.
3. Les organisations syndicales n’ont pas été consultées. Il s’agit dans ce cas de modalités d’exécution, fixées dans des décisions administratives.
3. De vakorganisaties werden niet geconsulteerd. Het gaat hier over uitvoeringsmodaliteiten vastgelegd in administratieve beslissingen.
4. Conscient de la problématique citée, le département est actuellement occupé à réétudier le dossier entier. Il entre dans les intentions de charger un groupe de travail d’une étude afin de mieux tenir compte des besoins réels. La solution de ce problème sera, bien entendu, concertée avec les organisations syndicales représentatives.
4. Bewust van de aangehaalde problematiek, is het departement momenteel het ganse dossier aan het herbestuderen, waarbij het de bedoeling is dat een werkgroep belast wordt met een studie om beter rekening te kunnen houden met de ree¨le noden. De oplossing aan dit probleem zal uiteraard overlegd worden met de representatieve vakorganisaties.
DO 2003200421052
DO 2003200421052
Question no 70 de M. Melchior Wathelet du 9 mars 2004 (Fr.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 70 van de heer Melchior Wathelet van 9 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :
Définition exacte d’agent de sécurité et d’agent de sécurité principal du corps de sécurité de la police fédérale.
Juiste definitie van veiligheidsbeambte en eerstaanwezend veiligheidsbeambte bij het veiligheidskorps van de federale politie.
En date du 16 février 2004, la direction générale des Ressources humaines de l’état-major de la Défense a adressé, dans le cadre de la mise en œuvre du corps de sécurité de la police fédérale et du recrutement de son personnel, une note référenciée « Instr HRG-A DEG no 228 A HRGA » à la direction générale des Ressources humaines de la police fédérale ainsi qu’à toutes les autorités militaires des Forces armées jusques et y compris les commandants d’unité et les autorités qui en exercent les attributions.
Op 16 februari 2004 heeft de algemene directie Personeel van de generale staf van Landsverdediging in het kader van de oprichting van het veiligheidskorps van de federale politie en de aanwerving van personeel voor dat korps een nota met referentie « Instr HRG-A DEG nr. 228 A HRGA » gestuurd naar de algemene directie Personeel van de federale politie en naar alle militaire overheden van het leger tot en met de eenheidscommandanten en de overheden die de bevoegdheden ervan uitoefenen.
Dans cette note, le cadre organique du corps de sécurité de la police fédérale est défini dans l’annexe Z.
De personeelsformatie van het veiligheidskorps van de federale politie wordt in bijlage Z van die nota gedefinieerd.
` sa lecture, j’ai pu constater qu’il y est exclusiveA ment fait mention au titre « Personnel de sécurité »
Bij het lezen daarvan heb ik vastgesteld dat er voor het « Veiligheidspersoneel » (uitsluitend voor militai-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4318
(rien que pour les militaires) de fonctions d’assistant de sécurité et d’assistant de sécurité adjoint.
ren) alleen melding wordt gemaakt van de functies veiligheidsassistent en adjunct-veiligheidsassistent.
N’apparaıˆt nulle part la mention d’agent de sécurité ou d’agent de sécurité principal.
Nergens is er sprake van de functies veiligheidsbeambte of eerstaanwezend veiligheidsbeambte.
Or, dans l’appendice 2 de la même annexe, sous le titre « barèmes indexés (1,3195) personnel de sécurité », il est fait mention, selon les années d’ancienneté auxquelles ils peuvent prétendre, d’agent de sécurité dans les colonnes 2, 3 et 4 et d’agent de sécurité principal dans la colonne 5.
In aanhangsel 2 van dezelfde bijlage onder de titel « Geı¨ndexeerde loonschalen (1,3195) veiligheidspersoneel » wordt evenwel melding gemaakt, volgens het aantal jaren ancie¨nniteit waarop ze aanspraak kunnen maken, van de functie veiligheidsbeambte in de kolommen 2, 3 en 4, en van eerstaanwezend veiligheidsbeambte in kolom 5.
Pourriez-vous communiquer qui sont les agents de sécurité et les agents de sécurité principaux dont il est fait mention dans les tableaux barémiques, alors qu’ils ne sont pas repris dans le cadre organique du corps de sécurité de la police fédérale ?
Kunt u meedelen wie de veiligheidsbeambten en de eerstaanwezend veiligheidsbeambten zijn die wel in de tabellen met de loonschalen, maar niet in de personeelsformatie van de federale politie zijn opgenomen ?
Réponse du ministre de la Défense du 8 avril 2004, à la question no 70 de M. Melchior Wathelet du 9 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 8 april 2004, op de vraag nr. 70 van de heer Melchior Wathelet van 9 maart 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.
La publicité concernant le corps de sécurité faite au sein du département de la Défense, est réalisée sur base d’information fournie par le SPF Justice, qui est compétent en la matière. (Question no 230 du 8 avril 2004.)
De publiciteit met betrekking tot het veiligheidskorps die binnen het departement van Defensie wordt gemaakt, is gebaseerd op informatie die door de FOD Justitie werd geleverd, die bevoegd is voor deze materie. (Vraag nr. 230 van 8 april 2004.)
DO 2003200421068
DO 2003200421068
Question no 71 de M. Daan Schalck du 10 mars 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 71 van de heer Daan Schalck van 10 maart 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Concessions sur des domaines militaires.
Concessies op militaire domeinen.
Les fabricants d’armes et de munitions recherchent fréquemment des terrains ou` ils peuvent tester leurs nouveaux systèmes d’armement et organiser des exercices de tir. On peut imaginer que l’armée belge dispose de tels terrains. La concession de ces terrains à un prix commercialement intéressant peut assurer des revenus supplémentaires à l’E´tat.
Wapen- en munitiefabrieken gaan dikwijls op zoek naar terreinen waar ze nieuwe wapensystemen kunnen uittesten en schietoefeningen houden. Men kan zich voorstellen dat het Belgisch leger over dergelijke terreinen beschikt. Het in concessie geven van deze terreinen tegen een commercieel interessante prijs kan voor extra-inkomsten voor de overheid zorgen.
1. Des entreprises belges et/ou étrangères utilisentelles des terrains militaires pour tester des armes ou organiser des exercices de tir ?
1. Zijn er Belgische en/of buitenlandse bedrijven die gebruik maken van militaire terreinen voor het uittesten van wapens of voor schietoefeningen ?
2. Le cas échéant, quelles sont ces entreprises et quels sont, respectivement, les terrains utilisés ?
2. Welke bedrijven maken, desgevallend, gebruik van welke terreinen ?
3. a) Quels prix le département de la Défense pratique-til pour la concession de ces terrains ?
3. a) Wat zijn de prijzen die Defensie hiervoor hanteert ?
b) Ce prix est-il identique pour toutes les entreprises ?
b) Is deze prijs voor alle bedrijven gelijk ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4319
4. Des concessions d’une autre nature sont-elles accordées à des entreprises belges et étrangères pour l’utilisation de domaines militaires ?
4. Zijn er concessies van een andere aard die worden gegeven aan Belgische en buitenlandse bedrijven voor het gebruik van militaire domeinen ?
Réponse du ministre de la Défense du 5 avril 2004, à la question no 71 de M. Daan Schalck du 10 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 5 april 2004, op de vraag nr. 71 van de heer Daan Schalck van 10 maart 2004 (N.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen aan te treffen.
1. Il y a des entreprises belges qui utilisent des terrains militaires pour effectuer des tests d’armes ou des exercices de tir.
1. Er zijn Belgische bedrijven die gebruik maken van militaire terreinen voor het uittesten van wapens of schietoefeningen.
2. La SA Forges de Zeebruges à Herstal utilise à cet effet les domaines militaires de Lombardsijde et de Helchteren; le domaine militaire d’Elsenborn est utilisé par les entreprises Mecar de Seneffe, FN de Herstal et CMI d’Embourg.
2. De NV Forges de Zeebruges te Herstal maakt daarvoor gebruik van de militaire domeinen te Lombardsijde en Helchteren; het militair domein te Elsenborn wordt gebruikt door de bedrijven Mecar te Seneffe, FN te Herstal en CMI te Embourg.
3. Forges de Zeebruges paie au trésor une rétribution annuelle de 250 euros pour Lombardsijde et de 1 000 euros pour Helchteren. Aucune rétribution n’est actuellement imposée pour Elsenborn. Les montants sont provisoires, dans l’attente d’une adaptation et d’une uniformisation.
3. Forges de Zeebruges betaalt een jaarlijkse retributie aan de Schatkist van 250 euro voor Lombardsijde en van 1 000 euro voor Helchteren. Voor Elsenborn wordt momenteel geen retributie opgelegd. De bedragen zijn voorlopig in afwachting van een aanpassing en een uniformisering.
4. Les concessions sur domaines militaires sont également accordées à des entreprises belges pour des tests de véhicules, de machines et d’avions, pour des activités aériennes et de formation, pour l’entreposage d’explosifs, pour l’installation de distributeurs, pour l’installation de stations de télécommunication, pour la pose de caˆbles et de canalisations et pour l’installation de cabines de gaz et d’électricité.
4. Er worden ook concessies op militair domein toegestaan aan Belgische bedrijven voor het testen van voertuigen, machines en vliegtuigen, voor vliegactiviteiten en opleiding, voor het opslaan van springstoffen, voor het plaatsen van automaten, voor het plaatsen van stations voor telecommunicatie en voor het leggen van kabels en leidingen en het plaatsen van gasen elektriciteitskabines.
DO 2003200421108
DO 2003200421108
Question no 73 de M. Francis Van den Eynde du 18 mars 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 73 van de heer Francis Van den Eynde van 18 maart 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Province de Namur. — Vols militaires. ` la fin de l’année dernière, un accident impliquant A deux avions militaires s’est produit dans la province de ` l’époque, le gouverneur de la province avait Namur. A indiqué qu’il entendait diminuer, voire réduire à néant, les risques d’accidents que représente le survol du territoire de la province par des avions militaires.
Provincie Namen. — Militaire vluchten.
Il allait dès lors aborder cette question lors d’un entretien avec le ministre et à l’occasion de la réunion des gouverneurs de province.
Hij zou dit dossier dan ook aankaarten in een gesprek met de minister en op de vergadering van de provinciegouverneurs.
Pourriez-vous me préciser si, suite à cette intervention, il a été convenu soit de revoir à la baisse le nombre de vols militaires au-dessus de la province de Namur soit de ne plus en effectuer du tout ?
Kan u meedelen of ten gevolge van deze tussenkomst er een afspraak gemaakt werd om minder of geen militaire vluchten meer boven de provincie Namen te laten plaatsvinden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Eind vorig jaar vond in de provincie Namen een ongeval plaats waarbij twee militaire vliegtuigen betrokken waren. De gouverneur van de provincie deelde toen mede dat hij de overlast op het gevaar voor ongevallen dat van militaire vliegtuigen uitgaat in zijn ambtsgebied wou beperken of zelfs « tot nul herleiden ».
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4320
Réponse du ministre de la Défense du 8 avril 2004, à la question no 73 de M. Francis Van den Eynde du 18 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Landsverdediging van 8 april 2004, op de vraag nr. 73 van de heer Francis Van den Eynde van 18 maart 2004 (N.) :
L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te willen vinden.
Le 13 janvier 2004, j’ai organisé une réunion à Marche-en-Famenne pour le gouverneur des provinces de Namur, de Liège et du Luxembourg. Lors de cette réunion, un représentant de la Composante Air a expliqué aux participants les problèmes liés aux missions des F-16, en appui des troupes au sol. Il a expliqué, entre autres, la nécessité de ces missions, la manière avec laquelle elles sont planifiées et exécutées et les limitations qui leur sont imposées.
Op 13 januari 2004 heb ik te Marche-en-Famenne een vergadering georganiseerd voor de gouverneurs van de provincies Namen, Luik en Luxemburg. Tijdens deze vergadering heeft een vertegenwoordiger van de Lucht Component de deelnemers uitleg gegeven over de problemen omtrent de F-16 zendingen in luchtsteun voor de grondtroepen. Hij heeft onder andere de noodzaak van deze zendingen, de manier waarop ze worden voorbereid en de opgelegde beperkingen uiteengezet.
Ensuite, les participants ont pu prendre connaissance des mesures additionnelles que j’ai prises afin de réduire les nuissances et les risques pour la population. Il a été décidé :
Vervolgens hebben de deelnemers kennis kunnen nemen van de bijkomende maatregelen die ik genomen heb om zoveel mogelijk de ongemakken en het risico voor de bevolking te verminderen. Er werd beslist :
— de réduire le nombre d’exercices de ce type organisés en Belgique;
— het aantal van deze in Belgie¨ georganiseerde oefeningen te verminderen;
— de réduire de 17 % le nombre de mission de ce type, et de les supprimer pendant le temps de midi;
— het aantal van dit type gevlogen zendingen met 17 % te verminderen en ze tijdens de middaguren niet te laten plaatsvinden;
— de réduire le temps alloué pour chaque créneau;
— de beschikbare oefentijd van deze vluchten te verminderen;
— d’alterner systématiquement ces missions entre la basse altitude et la haute altitude;
— systematisch deze opdrachten te laten wisselen tussen zendingen op lage hoogte en grote hoogte;
— dans une zone d’entraıˆnement, de séparer les zones objectifs de minimum 10-15 km;
— in een oefenzone de doelen minimum 10-15 km te scheiden;
— d’augmenter autant que possible le nombre de missions effectuées à l’étranger. ` A la suite de ce briefing, les pilotes ont été sensibilisés à la problématique des vols à basse altitude et aux nuisances pouvant être occasionnées.
— het aantal in het buitenland gevlogen zendingen te laten toenemen.
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
In navolging van deze briefing werden de piloten gesensibiliseerd over de problematiek van de vluchten op lage hoogte en de daardoor veroorzaakte hinder.
DO 0000200370354
DO 0000200370354
Question no 50 de M. Alfons Borginon du 1er octobre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 50 van de heer Alfons Borginon van 1 oktober 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Titres-services. — Particuliers.
Dienstencheques. — Particulieren.
La loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité a
Door de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen heeft de federale regering de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4321
permis au gouvernement fédéral d’instaurer le système des titres-services. Cette réglementation vise à créer de l’emploi, à lutter contre le travail au noir et à mettre au travail les choˆmeurs de longue durée ainsi que les personnes peu qualifiées. En exécution de cette loi, l’E´tat fédéral, les régions et la Communauté germanophone ont conclu un accord de coopération le 8 décembre 2001 en vue de financer intégralement le projet. Depuis le mois de mai 2003, les particuliers de la Région flamande peuvent, en échange d’un titreservice d’une valeur de 6,2 euros, bénéficier d’une aide à domicile de nature ménagère employée par l’entreprise agréée. Les particuliers habitant la Région de Bruxelles-Capitale peuvent en outre utiliser ces chèques pour engager une personne chargée de garder les enfants ou d’aider des personnes aˆgées, malades ou handicapées à domicile. Dans ce cas également, les prestations doivent être effectuées par l’entremise d’une entreprise agréée (arrêté du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale).
dienstencheque in het leven geroepen. Deze regeling beoogt de creatie van arbeidsplaatsen, het bestrijden van zwartwerk en het inzetten van langdurig werklozen en laaggeschoolden. In uitvoering daarvan werd op 8 december 2001 een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de Federale Staat, de gewesten en de Duitstalige Gemeenschap ter financiering van het hele project. Met de dienstencheque die een waarde heeft van 6,2 euro per uur kunnen particulieren uit het Vlaamse Gewest sinds mei 2003 (besluit Vlaamse Regering van 14 maart 2003) een thuishulp van huishoudelijke aard inhuren die aangesloten is bij een erkende onderneming. Particulieren uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen deze cheque bovendien ook gebruiken voor het aanwerven van een persoon belast met de kinderopvang of van een hulp aan huis voor bejaarden, zieken of gehandicapten, met opnieuw als voorwaarde dat deze hulp aangesloten is bij een erkende onderneming (besluit Brusselse Regering van 27 februari 2003).
1. a) Dispose-t-on déjà de chiffres concernant l’application de cette nouvelle réglementation par les particuliers ?
1. a) Zijn er al cijfers bekend over de toepassing van deze nieuwe regeling door de particulieren ?
b) Dans l’affirmative, pouvez-vous communiquer ces données ? Dans la négative, quand seront-elles disponibles au plus toˆt ?
b) Zo ja, kan u die cijfers geven, en zo neen wanneer zullen ten vroegste cijfers beschikbaar zijn dienaangaande ?
2. Existe-t-il une différence significative entre les trois régions pour ce qui est du recours à ces titresservices, principalement en ce qui concerne le champ d’application actuel de la loi, qui semble quelque peu varier dans ce cadre ?
2. Is er een merkbaar verschil vast te stellen in de regionale spreiding van het gebruik van de dienstencheques ? En dit vooral in de context van het blijkbaar niet helemaal gelijk lopende toepassingsgebied.
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 50 de M. Alfons Borginon du 1er octobre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 50 van de heer Alfons Borginon van 1 oktober 2003 (N.) :
J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que le paiement de prestations bien déterminées au moyen de titres-services n’a pu être réalisé par les communautés et les régions que dans le courant de l’année 2003.
Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de betaling van welbepaalde prestaties met dienstencheques pas in de loop van het jaar 2003 door de gemeenschappen en gewesten mogelijk werd gemaakt.
Les dépenses pour les prestations payées au moyen de titres-services ne pourront être mentionnées pour la première fois que dans la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques de l’exercice d’imposition 2004 (revenus de 2003).
De uitgaven voor prestaties betaald met dienstencheques zullen dan ook pas voor het eerst in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2004 (inkomsten-jaar 2003) kunnen worden vermeld.
Il n’est donc pas possible pour le moment de fournir des données en la matière tirées de statistiques fiscales.
Het is op dit moment dan ook niet mogelijk terzake reeds gegevens te verstrekken die uit fiscale statistieken voorkomen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
547
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4322
DO 2003200400192
DO 2003200400192
Question no 92 de Mme Trees Pieters du 10 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 92 van mevrouw Trees Pieters van 10 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Régime fiscal et social des chèques formation. — Traitement comptable.
Fiscaal en sociaal regime van opleidingscheques. — Boekhoudkundige verwerking.
Le 14 décembre 2001, le gouvernement flamand a approuvé l’arrêté relatif aux chèques formation.
Op 14 december 2001 heeft de Vlaamse regering het besluit betreffende de opleidingscheques goedgekeurd.
L’arrêté ministériel du 21 décembre 2001 en fixerait les modalités d’exécution.
De uitvoeringsmodaliteiten werden blijkbaar geregeld in het ministerieel besluit van 21 december 2001.
Un chèque formation a une valeur de 30 euros, dont 50 % sont payés par l’entreprise et 50 % par l’autorité flamande. Graˆce à ce chèque, l’entreprise peut offrir à l’un de ses travailleurs, une formation dispensée par un opérateur de formations agréé.
Een opleidingscheque heeft een waarde van 30 euro, waarvan 50 % door de onderneming wordt betaald en 50 % door de Vlaamse overheid. Met deze cheque kan de onderneming een opleiding, gevolgd door een werkende uit de onderneming, bij een erkend opleidingsverstrekker betalen.
Par année civile, une entreprise peut acheter 200 chèques formation au maximum.
Per kalenderjaar kan een onderneming maximaal 200 opleidingscheques aankopen.
Une fois que l’entreprise a acquitté sa part, à savoir la moitié de la valeur des chèques commandés, les chèques sont confectionnés par l’émetteur et envoyés à l’entreprise.
Na tijdige betaling door de onderneming van haar aandeel, namelijk de helft van de zichtwaarde van de bestelde cheques, worden de cheques door de emittent aangemaakt en verstuurd naar de onderneming.
Un travailleur de cette entreprise doit ensuite suivre une formation auprès d’un opérateur de formations agréé. Celui-ci délivre un certificat de formation et facture à l’entreprise les services fournis; celle-ci peut, à son tour régler, en tout ou en partie, la facture (hors TVA) au moyen de chèques formation.
Vervolgens moet een werkende uit die onderneming een opleiding volgen bij een erkend opleidingsverstrekker. Deze opleidingsverstrekker levert een vormingsattest af en factureert de verleende diensten aan de onderneming die op haar beurt, geheel of gedeeltelijk, de factuur (exclusief BTW) met opleidingscheques kan betalen.
Enfin, les chèques formation sont présentés pour encaissement à l’émetteur, en même temps qu’une copie de la facture et que les informations statistiques requises (formulaire d’évaluation). Après controˆle de la validité des chèques, l’émetteur règle l’opérateur de formations.
Uiteindelijk worden de opleidingscheques samen met een kopie van de factuur en de nodige statistische informatie (evaluatieformulier), door de opleidingsverstrekker ter incasso aangeboden aan de emittent. Na controle van de geldigheid van de cheques betaalt de emittent de cheques uit aan de opleidingsverstrekker.
Il ne fait aucun doute que de telles actions de formations profitent aussi bien aux entreprises qu’aux travailleurs et qu’elles constituent un stimulant à l’emploi.
Het lijdt geen twijfel dat dergelijke opleidingsacties zowel de ondernemingen als de werknemers sociaal ten goede komen en een blijvende tewerkstelling stimuleren.
Dans l’état actuel des choses, se posent toutefois les questions pratiques générales suivantes en matière fiscale et sociale.
In de huidige stand van zaken rijzen dienaangaande echter wel de volgende algemene praktische fiscale en sociale vragen.
1. ` quels régimes de taxation fiscale et parafiscale et a) A à quel régime d’exonération ces chèques formation sont-ils assujettis, tant pour les travailleurs et les chefs d’entreprise concernés que pour les sociétés ou entreprises qui dispensent les formations ?
1. a) Welke fiscale en parafiscale taxatie- en vrijstellingsregimes dienen deze opleidingscheques respectievelijk te ondergaan zowel in hoofde van de betrokken werknemers en bedrijfsleiders als in hoofde van de verlenende vennootschappenwerkgeefsters of ondernemingen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4323
b) S’agit-il ici, en tout ou en partie, d’avantages sociaux exonérés ? Si non, et dans chaque cas, pourquoi pas ? ` quelles autres obligations fiscales et sociales les c) A employeurs sont-ils (encore) tenus de satisfaire périodiquement ?
b) Gaat het hier geheel of gedeeltelijk om vrijgestelde sociale voordelen ? Zo neen, waarom telkens niet ?
2. Sur la base de quelles dispositions fiscales et sociales légales et réglementaires et dans quelle mesure ces avantages peuvent-ils faire l’objet d’exonérations d’impoˆts (impoˆts directs et TVA) et d’exonérations à l’ONSS ?
2. Op grond van welke fiscale en sociale wettelijke en reglementaire bepalingen en in welke mate kunnen er op die voordelen belastingvrijstellingen (directe belastingen en BTW) en RSZ-vrijstellingen worden verleend ?
3. Sous quel(le)s rubriques et/ou comptes (partiels) du bilan et du compte de résultats ou du compte annuel les entreprises doivent-elles enregistrer, cataloguer, traiter et/ou commenter les chèques commandés et achetés, les subsides perçus et les factures reçues des opérateurs de formations ? ` quels régimes fiscaux doivent être soumis les 4. A subsides et avantages perçus ou octroyés en matière d’impoˆts des personnes et des sociétés et à quel moment une imposition éventuelle apparaıˆt-elle ?
3. Onder al welke rubrieken en/of (tussentijdse) rekeningen van de balans en resultatenrekening of de jaarrekening dienen de bestelde en de aangekochte cheques, de genoten subsidies en de ontvangen facturen van de opleidingsverstrekkers telkens te worden geboekt, gecatalogeerd, verwerkt en/of toegelicht ?
5. a) De telles actions d’éducation et de formation sontelles totalement ou partiellement exonérées de TVA ? Dans la négative, pourquoi pas et quels taux de TVA les centres de formation agréés doivent-ils éventuellement appliquer ?
5. a) Zijn dergelijke onderwijs- en opleidingsacties geheel of gedeeltelijk vrijgesteld van BTW ? Zo neen, waarom niet en welke BTW-percentages moeten er dan eventueel wel worden gehanteerd door de erkende opleidingscentra ?
b) L’entreprise peut-elle déduire de sa déclaration d’impoˆts la TVA qu’elle aurait éventuellement payée ?
b) Vormt inzake indirecte belastingen de gebeurlijk betaalde BTW een aftrekbaar bestanddeel bij de betalende onderneming ?
6. a) Tous les travailleurs et chefs d’entreprise peuventils suivre de telles actions et formations et bénéficier, en particulier, de tous les avantages fiscaux et/ou parafiscaux qui y sont liés ?
6. a) Kunnen alle werknemers en bedrijfsleiders dergelijke opleidingsacties volgen en inzonderheid genieten van alle daaraan verbonden fiscale en/of parafiscale voordelen ?
b) Dans la négative, pourquoi et sur la base de quelles dispositions légales ou réglementaires certains travailleurs ou chefs d’entreprise en sont-ils totalement ou partiellement exclus ?
b) Zo neen, waarom niet en op grond van welke wettelijke of reglementaire bepalingen zijn sommige werknemers of bedrijfsleiders hiervan geheel of gedeeltelijk uitgesloten ?
7. Pouvez-vous me faire connaıˆtre votre point de vue, compte tenu de toutes les dispositions légales et réglementaires existantes, tant en matière d’impoˆts directs, de TVA, d’ONSS et/ou d’autres législations et conventions collectives de travail ?
7. Kunt u uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van alle bestaande wettelijke en reglementaire bepalingen zowel inzake directe belastingen, inzake BTW, als inzake RSZ en/of andere wetgevingen en collectieve arbeidsovereenkomsten ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 92 de Mme Trees Pieters du 10 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 92 van mevrouw Trees Pieters van 10 november 2003 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après les réponses aux questions posées.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te willen vinden.
A. En matière d’impoˆts sur les revenus
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
c) Welke andere fiscale en sociale verplichtingen dienen er terzake door de werkgevers (nog) periodiek te worden nageleefd ?
4. Welke belastingregimes moeten de ontvangen of toegekende subsidies en voordelen inzake personenbelasting en inzake vennootschapsbelasting ondergaan en op welk tijdstip of ogenblik ontstaat hierbij telkens hun eventuele belastbaarheid ?
A. Inzake inkomstenbelastingen 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4324
1. En ce qui concerne l’imposition dans le chef du travailleur dans l’entreprise
1. Wat de belastbaarheid betreft ten name van de werkende in de onderneming
Les chèques-formation peuvent eˆtre utilisés pour le paiement de frais de formation du « travailleur dans l’entreprise ».
Opleidingscheques kunnen worden aangewend voor het betalen van opleidingskosten voor « werkenden in de onderneming ».
L’article 1er, 3o, de l’arreˆté du 14 décembre 2001 du gouvernement flamand relatif aux chèques-formation définit le travailleur dans l’entreprise comme la « personne occupée dans les liens d’un contrat de travail, exerçant son activité dans le cadre d’un siège d’exploitation situé en Région flamande, ainsi que la personne affiliée à titre principal, à l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants ou à une autre caisse d’assurances sociales pour travailleurs indépendants en tant que gérant ou associé actif ».
Artikel 1, 3o, van het besluit van 14 december 2001 van de Vlaamse regering betreffende de opleidingscheques definieert een werkende in de onderneming als de « bij arbeidsovereenkomst tewerkgestelde persoon die zijn activiteit binnen een in het Vlaamse Gewest gelegen exploitatiezetel van een onderneming uitoefent, alsook de persoon die voornamelijk als zaakvoerder of actieve vennoot aangesloten is bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekering van zelfstandigen of bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen ».
La formation à suivre peut se distinguer par une formation générale ou spécifique.
De te volgen opleiding kan ingedeeld worden in een algemene en een specifieke opleiding.
L’article 1er, 11o, de l’arreˆté précité définit une formation générale comme : « une formation qui consiste en un enseignement ne visant pas exclusivement ou principalement la fonction actuelle ou future des travailleurs dans l’entreprise bénéficiaire, mais par lequel on acquiert des compétences qui son largement transmissibles vers d’autres entreprises ou domaines de travail, résultant en une amélioration de l’employabilité des travailleurs ».
Voormeld besluit omschrijft in artikel 1, 11o : een algemene opleiding als « een opleiding die bestaat in onderricht dat niet uitsluitend of hoofdzakelijk op de huidige of toekomstige functie van de werkende in de begunstigde onderneming gericht is, maar door middel waarvan bekwaamheden worden verkregen die in ruime mate naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn, zodat de inzetbaarheid van de werkende wordt verbeterd ».
L’article 1er, 12o, définit la formation spécifique comme : « une formation qui consiste en un enseignement visant directement et principalement la fonction actuelle ou future des travailleurs dans l’entreprise bénéficiaire, et par lequel on acquiert des compétences qui ne sont pas ou guère transmissibles vers d’autres entreprises ou domaines de travail ».
In artikel 1, 12o, wordt een specifieke opleiding gedefinieerd als : « een opleiding die bestaat in onderricht dat direct en hoofdzakelijk op de huidige of toekomstige functie van de werkenden in de begunstigde onderneming gericht is, en door middel waarvan bekwaamheden worden verkregen die niet of slechts in beperkte mate naar andere ondernemingen of andere werkgebieden overdraagbaar zijn.
Les frais de formation générale peuvent eˆtre considérés en principe comme un avantage social exonéré au sens du no 38/27, 8o ou 21o, du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ou éventuellement comme des frais propres à l’employeur, lorsque l’employeur peut démontrer que cette formation est liée directement et principalement à la fonction actuelle ou future du travailleur dans l’entreprise.
De kosten voor algemene opleiding kunnen in principe worden aangemerkt als een vrijgesteld sociaal voordeel in de zin van nr. 38/27, 8o of 21o, van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 of eventueel als eigen kosten van de werkgever indien de werkgever zou aantonen dat deze opleiding direct en hoofdzakelijk op de huidige of toekomstige functie van de werkende in de onderneming is gericht.
Par contre, les frais de formation spécifique — du fait de leur caractère spécifique — peuvent sans plus eˆtre considérés comme des frais propres à l’employeur.
Daarentegen kunnen de kosten voor specifieke opleiding — gelet op hun specifiek karakter — zonder meer worden aangemerkt als eigen kosten van de werkgever.
Les chèques-formation sont donc en principe non imposables dans le chef du travailleur. Cependant, ceci n’empeˆche pas que le « traitement » qui est alloué à un travailleur de l’entreprise, conformément à l’article 7, § 2, de l’arreˆté précité, qui suit cette formation, doit
De opleidingscheques zijn dus in principe niet belastbaar bij de werknemer. Dit neemt echter niet weg dat het « loon », dat ingevolge artikel 7, § 2, van voormeld besluit wordt toegekend aan een werkende in de onderneming die opleiding volgt, als een belast-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4325
eˆtre considéré comme une rémunération imposable de travailleurs au sens de l’article 30, 1o, ou de dirigeants d’entreprises au sens de l’article 30, 2o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992). 2. Dans le chef de l’employeur
bare bezoldiging ofwel van werknemers in de zin van artikel 30, 1o, of van bedrijfsleiders in de zin van artikel 30, 2o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) wordt aangemerkt. 2. Ten name van de werkgever
Le traitement fiscal d’une part, de l’intervention du Gouvernement flamand dans les chèques-formation et d’autre part, des frais liés à l’utilisation de ces chèquesformation fait actuellement l’objet d’un examen auprès du service compétent de mon administration. Les résultats de cet examen seront communiqués de manière appropriée dès que possible. B. En matière de taxe sur la valeur ajoutée
De fiscale behandeling van enerzijds de tegemoetkoming van de Vlaamse overheid in de opleidingscheques en anderzijds de kosten verbonden aan het gebruik van deze opleidingscheques maakt momenteel deel uit van een onderzoek bij de bevoegde dienst van mijn administratie. De resultaten van dat onderzoek zullen zo spoedig mogelijk op de gepaste wijze kenbaar worden gemaakt. B. Inzake de belasting over de toegevoegde waarde
Le chèque-formation est un instrument de paiement au moyen duquel peuvent eˆtre payés les frais de formation qu’un organisme de formation agréé facture à une entreprise. Les chèques-formation qui sont délivrés aux entreprises par l’émetteur doivent eˆtre considérés comme des biens incorporels qui représentent une somme d’argent.
De opleidingscheque is een betaalinstrument waarmee opleidingskosten kunnen worden betaald die een erkende opleidingsverstrekker factureert aan een onderneming. De opleidingscheques die door de emittent worden uitgereikt aan de ondernemingen, moeten worden aangemerkt als onlichamelijke goederen die een geldwaarde vertegenwoordigen.
L’achat des chèques-formation par les entreprises ainsi que l’échange de ceux-ci auprès de l’émetteur par les organismes de formation agréés sont par conséquent des opérations qui tombent en dehors du champ d’application de la TVA.
De aankoop van de opleidingscheques door de ondernemingen alsook het omruilen ervan door de erkende opleidingsverstrekkers bij de emittent, zijn bijgevolg handelingen die buiten de werkingssfeer vallen van de BTW.
L’organisme de formation agréé dispense une formation d’ordre général ou spécifique, qui concerne principalement la fonction actuelle ou future des employés. De tels formations ou recyclages professionnels peuvent, sous certaines conditions, eˆtre exemptés de la TVA sur la base de l’article 44, § 2, 4o, du Code de la TVA.
De erkende opleidingsverstrekker verschaft een opleiding van algemene of specifieke aard, die hoofdzakelijk gericht is op de huidige of toekomstige functie van de werknemers. Dergelijke beroepsopleidingen of -herscholingen kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld zijn van de BTW op grond van artikel 44, § 2, 4o, van het BTW-Wetboek.
Afin que l’exemption puisse s’appliquer aux cours de formation et de recyclage professionnels, il est nécessaire, avant toute chose, que l’enseignement concerné se rapporte directement à l’apprentissage d’un métier ou d’une profession, au perfectionnement, au recyclage ou à l’éducation permanente. Ces cours doivent eˆtre dispensés par une association professionnelle ou par un organisme de droit privé sans but lucratif et dont les recettes retirées de l’activité exemptée servent exclusivement à couvrir les frais de cette activité. L’enseignement doit en outre eˆtre dispensé pendant une période qui est nécessaire et suffisante à l’apprentissage d’un métier ou à l’acquisition de la formation ou du recyclage concernés, moyennant le respect d’un programme pédagogique et, en principe, l’organisation d’examens en vue de la délivrance d’un titre (diploˆme, certificat, brevet, attestation).
Opdat de vrijstelling van toepassing zou kunnen zijn op cursussen voor beroepsopleiding en -herscholing, is allereerst vereist dat het onderwijs betreft dat direct tot doel heeft een vak of een beroep aan te leren, de bijscholing of herscholing of de permanente vorming. Bedoelde cursussen moeten worden verstrekt door een beroepsvereniging of door een privaatrechtelijke instelling die geen winstoogmerk heeft en die de ontvangsten uit de vrijgestelde werkzaamheid uitsluitend gebruikt tot dekking van de kosten van die werkzaamheid. Het onderwijs moet bovendien gegeven worden gedurende een periode die voldoende en noodzakelijk is voor het aanleren van een beroep of om de bedoelde opleiding of herscholing effectief te verwerven, met inachtneming van een pedagogisch programma en, in de regel, met het organiseren van examens met het oog op het afleveren van een geschrift (diploma, getuigschrift, brevet, attest).
La remise des chèques-formation par l’entreprise à un organisme de formation agréé doit eˆtre considérée
De afgifte van de opleidingscheques door de onderneming aan de erkende opleidingsverstrekker dient te
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4326
comme le paiement du prix d’une prestation de services.
worden aangemerkt als de betaling van de prijs van een dienst.
Sous réserve de l’hypothèse où la formation et le recyclage professionnels sont exemptés sur la base de l’article 44, § 2, 4o, susmentionné, la taxe devient exigible sur la valeur nominale, TVA comprise, du ou des chèque(s)-formation au moment de l’encaissement du prix ou d’une partie de celui-ci, lorsque ce moment précède l’achèvement du service ou la délivrance de la facture conformément à l’article 22, § 2, du Code de la TVA.
Behoudens in de veronderstelling dat de beroepsopleiding en -herscholing is vrijgesteld op grond van artikel 44, § 2, 4o, voormeld, wordt de belasting verschuldigd over de nominale waarde, BTW inbegrepen, van de opleidingscheque(s) op het tijdstip van de incassering van de prijs of een deel ervan wanneer dat tijdstip voorafgaat aan de voltooiing van de dienst of het uitreiken van de factuur overeenkomstig artikel 22, § 2, van het BTW-Wetboek.
Les prestations de formation et de recyclage professionnels qui ne sont pas exemptées, sont soumises à la taxe au taux de TVA normal, qui s’élève actuellement à 21 %.
De niet vrijgestelde diensten van beroepsopleiding en -herscholing zijn onderworpen aan het normale BTW-tarief dat thans 21 % bedraagt.
Il ressort de ce qui précède qu’en ce qui concerne l’exercice du droit à déduction par un organisme de formation agréé, il n’est pas possible d’établir de manière générale si cet exercice concerne un assujetti avec droit à déduction totale ou partielle de la taxe puisque cela dépend entièrement de la nature des services effectivement prestés et des circonstances dans lesquelles ils sont effectués.
Uit wat voorafgaat blijkt dat wat het uitoefenen van het recht op aftrek betreft door een erkend opleidingsverstrekker het onmogelijk is algemeen te stellen dat het een belastingplichtige betreft met volledig dan wel met gedeeltelijk recht op aftrek, aangezien dit volledig afhangt van de aard van de effectief verstrekte diensten en de omstandigheden waarin deze worden uitgevoerd.
DO 2003200400230
DO 2003200400230
Question no 121 de M. Alfons Borginon du 12 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 121 van de heer Alfons Borginon van 12 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Amendes pour appel téméraire et vexatoire.
Geldboeten wegens tergend en roekeloos hoger beroep.
L’article 1072bis du Code judiciaire prévoit la possibilité pour le juge d’appel d’imposer une amende pour cause d’appel téméraire et vexatoire. L’administration des Enregistrements et des Domaines est chargée de la perception de cette amende.
Artikel 1072bis van het Gerechtelijk Wetboek geeft de rechter in hoger beroep de mogelijkheid een geldboete op te leggen wegens tergend en roekeloos hoger beroep. Deze geldboete wordt geı¨nd door de administratie der Registratie en Domeinen.
En 2000 dèjà, M. Erdman s’est enquis des montants perçus dans ce cadre (question no 360 du 24 mai 2000, Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 38, p. 4496). Il est ressorti de la réponse que les amendes ne sont pas perçues dans tous les cas. Les autorités publiques ont donc omis d’exploiter pleinement cette source de recettes.
De heer Erdman deed reeds in 2000 navraag naar de bedragen die onder deze hoofding werden geboekt (vraag nr. 360 van 24 mei 2000, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 38, blz. 4496). Uit het antwoord bleek dat de boetes niet altijd ingevorderd werden. De overheid benutte deze inkomstenbron dus niet ten volle.
1. Pourriez-vous me faire savoir si la situation s’est entre-temps améliorée ?
1. Kan u meedelen of de situatie ondertussen verbeterd is ?
2. Quels montants ont-ils été perçus dans ce cadre au cours des années 2000-2002 ?
2. Kan u navraag doen naar de bedragen die onder deze hoofding werden geboekt voor de jaren 20002002 ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4327
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 121 de M. Alfons Borginon du 12 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 121 van de heer Alfons Borginon van 12 november 2003 (N.) :
Vous trouverez, ci-après, un aperçu des sommes à recouvrer par mon administration et des montants qui ont été effectivement recouvrés durant les années 2000 à 2002.
Hierna vindt u een overzicht van de bedragen waarvoor de invordering werd gevraagd en van de ingevorderde bedragen tijdens de jaren 2000 tot en met 2002.
La comparaison avec les chiffres qui avaient été donnés en réponse à la question du 24 mai 2000 démontre que la situation s’est nettement améliorée.
Uit de vergelijking met de cijfers die werden verstrekt in antwoord op de vraag van 24 mei 2000 blijkt dat de situatie ondertussen gevoelig verbeterd is.
2000 ............. 2001 ............. 2002 .............
` recouvrer A
Recouvré
24 643,32 59 334,22 52 236,08
14 021,53 43 503,75 32 946,76
2000 ............. 2001 ............. 2002 .............
In te vorderen
Ingevorderd
24 643,32 59 334,22 52 236,08
14 021,53 43 503,75 32 946,76
DO 2003200400278
DO 2003200400278
Question no 136 de M. Yves Leterme du 17 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 136 van de heer Yves Leterme van 17 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Modification de la procédure de dépoˆt des déclarations à la TVA. — Envoi. — Enveloppes normalisées.
Wijzigingen bij het indienen van BTW-aangiften. — Verzending. — Genormaliseerde omslagen.
Un citoyen a attiré mon attention sur un problème pratique résultant de la modification de la procédure de dépoˆt des déclarations à la TVA.
Een burger vestigde mijn aandacht op een praktisch probleem dat ontstaan is naar aanleiding van wijzigingen bij het indienen van de BTW-aangiften.
Auparavant, les habitants d’Ypres assujettis à la TVA pouvaient simplement déposer leurs déclarations à la TVA dans la boıˆte aux lettres du centre administratif des Finances de cette ville. ` présent, toutes les déclarations doivent être transA mises au ministère des Finances à Gand sous enveloppes disponibles auprès de l’administration. Il ne s’agit cependant pas d’enveloppes normalisées et celles-ci sont dès lors soumises à un tarif plus élevé, tant pour les envois Prior que non Prior. La formule Prior s’avère particulièrement appropriée lorsque le dépoˆt de la déclaration doit avoir lieu dans un délai donné.
BTW-plichtigen uit Ieper konden hun BTWaangiften voorheen eenvoudigweg deponeren in de brievenbus van het administratief centrum van Financie¨n in Ieper.
Ainsi, par rapport à la situation antérieure, cette modification porte préjudice aux contribuables assujettis à la TVA.
Ten opzichte van vroeger is dit dus een nadelige wijziging voor de belastingplichtigen onderworpen aan de BTW.
1. a) L’instauration d’autres modes d’envoi est-elle envisageable ?
1. a) Kunnen er geen andere manieren van verzending overwogen worden ?
b) Ne peut-on prévoir la possibilité de travailler avec des enveloppes normalisées ?
b) Is er een mogelijkheid om te werken met genormaliseerde omslagen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Voortaan moeten alle aangiften ingediend worden bij het ministerie van Financie¨n in Gent. Dit moet gebeuren aan de hand van omslagen die door de administratie ter beschikking worden gesteld. Deze omslagen zijn evenwel niet genormaliseerd en zijn dus onderworpen aan een hoger tarief, zowel prior als nietprior. Vooral wanneer het indienen onderworpen is aan termijnen, is het prior versturen van aangiften best aangewezen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4328
2. Ne peut-on envisager de prendre contact, le cas échéant, avec La Poste ou avec le ministre de tutelle afin d’établir un autre système de tarification applicable à ce type de courrier spécifiquement adressé aux pouvoirs publics ?
2. Valt het te overwegen om desgevallend met De Post of de bevoegde voogdijminister contact te nemen om deze toch specifieke overheidsgerichte briefwisseling anders te benaderen in het geschetste tariferingsysteem ?
Réponse du ministre des Finances du 9 avril 2004, à la question no 136 de M. Yves Leterme du 17 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 9 april 2004, op de vraag nr. 136 van de heer Yves Leterme van 17 november 2003 (N.) :
Depuis début 2003, le traitement des déclarations périodiques à la TVA s’effectue par scanning. Pour ce faire, un centre de scanning départemental composé de plusieurs unités locales (Bruxelles, Gand, Namur) a été mis en place. Corrélativement, l’organisation du traitement des déclarations — notamment le lieu de dépoˆt, le format des envois — a été adaptée au nouveau contexte.
Sedert begin 2003 gebeurt de verwerking van de periodieke BTW-aangiften via scanning. Om dit te verwezenlijken werd een departementaal scanningcentrum opgericht, bestaande uit verschillende plaatselijke eenheden (Brussel, Gent, Namen). Daarmee samenhangend werd de organisatie van de behandeling van de aangiften — onder andere de plaats van indiening, het formaat van de zending — aangepast aan deze nieuwe context.
` ce propos, il est à souligner que l’office de A controˆle de la TVA demeure, en tout état de cause, responsable et compétent pour la gestion des dossiers des assujettis qui relèvent de sa compétence territo` ce titre, cet office reste le seul point de contact riale. A et interlocuteur pour l’assujetti qui souhaite formuler une demande en rapport notamment avec ses déclarations périodiques.
Dienaangaande dient te worden benadrukt dat het BTW-controlekantoor in elk opzicht verantwoordelijk en bevoegd blijft voor het beheer van de dossiers van de belastingplichtigen die onder zijn territoriale bevoegdheid vallen. In dit opzicht blijft dit kantoor het enige aanknopingspunt en de enige gesprekspartner voor de belastingplichtige die een vraag stelt inzake bijvoorbeeld zijn periodieke aangiften.
En revanche, le centre de scanning ne dispose d’aucune compétence en matière de techniques fiscales ni d’ailleurs de gestion de dossiers. En fait, il s’agit d’un service de support pour les offices de controˆle, conçu comme une simple interface, non accessible au public, à l’instar de tout autre service informatique.
Daar staat tegenover dat het scanningcentrum over geen enkele bevoegdheid beschikt noch inzake fiscale technieken noch inzake het beheer van dossiers. Het gaat feitelijk om een dienst ter ondersteuning van de controlekantoren, geconcipieerd, zoals iedere andere informaticadienst, als een eenvoudige en niet voor het publiek toegankelijke interface.
Pour éviter toutefois tout retard dans le traitement des déclarations, les assujettis ont été invités depuis début 2003 à déposer directement leurs déclarations TVA papier au centre de scanning compétent, ce qui dans la nouvelle organisation du travail est largement justifié pour toutes les parties. Bien entendu, ces modifications s’appuient sur des dispositions réglementaires (voir arrêté ministériel du 20 décembre 2001 relatif aux services auprès desquels doivent être remis ou envoyés les documents visés aux articles 53, alinéa 1er, 3o, 53ter, 1o, 53quinquies et 53sexies du Code de la TVA) et les informations utiles ont été communiquées aux assujettis. Ceci s’est notamment fait par le biais d’une brochure qui accompagne la distribution des formulaires vierges à utiliser au fil de l’année.
Om evenwel elke vertraging van de verwerking van de aangiften te vermijden, is aan de belastingplichtigen gevraagd sinds begin 2003 de BTW-aangiften op papier rechtstreeks bij het bevoegde scanningcentrum in te dienen, hetgeen in de nieuwe werkorganisatie meer dan gerechtvaardigd kan worden voor alle partijen. Het is evident dat deze wijzigingen steunen op reglementaire bepalingen (zie ministerieel besluit van 20 december 2001 met betrekking tot de diensten waar de documenten bedoeld in de artikelen 53, eerste lid, 3o, 53ter, 1o, 53quinquies en 53sexies van het BTW-Wetboek moeten worden ingediend) en dat de desbetreffende informatie werd meegedeeld aan de belastingplichtigen. Zulks gebeurde onder andere met een brochure die hen samen met de in de loop van het jaar te gebruiken blanco aangifteformulieren werden bezorgd.
Par ailleurs, en vue d’encadrer les changements précités et de réduire au maximum les inévitables désagréments qu’engendre toute modification dans les habitudes, l’administration fournit désormais aux assujettis lors de l’expédition des déclarations vierges, des enveloppes préimprimées de l’adresse du centre de
Teneinde voormelde wijzigingen te kanaliseren en de onvermijdelijke ongemakken die gepaard gaan met het wijzigen van gewoontes zo veel mogelijk te beperken, levert de administratie bovendien aan de belastingplichtigen bij de toezending van de blanco aangiften voortaan voorgeadresseerde briefomslagen voor
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4329
scanning de renvoi. Elle recommande, sans toutefois l’exiger, l’utilisation de ces enveloppes, d’une part, pour diriger les déclarations vers l’adresse adéquate de destination, et, d’autre part, pour permettre et accélérer leur ouverture mécanisée au centre de scanning.
het scanningcentrum waarnaar de formulieren moeten worden vestuurd. Zonder het gebruik van deze omslagen op te leggen, beveelt de administratie hun aanwending aan, enerzijds om de aangiften naar de correcte bestemming te richten en anderzijds om de gemechaniseerde opening van de omslagen in het scanningcentrum toe te laten en te versnellen.
En pratique, l’assujetti peut donc utiliser les enveloppes précitées ou tout autre modèle de son choix. Ces enveloppes peuvent, en outre, contenir plusieurs documents. Au reste, lorsque cela s’indique en raison du format utilisé, l’assujetti veillera à plier la déclaration selon l’indication qu’elle comporte afin de ne pas entraver le traitement mécanisé et automatisé du courrier reçu par le centre de scanning.
In de praktijk kan de belastingplichtige dus gebruik maken van bovengenoemde omslagen of van elk ander model van omslag van zijn keuze. Deze omslagen mogen bovendien meerdere documenten bevatten. Overigens zal de belastingplichtige, indien dit nodig is naargelang het gebruikte formaat, erop toezien dat de aangifte geplooid wordt op de daartoe aangegeven plaats, teneinde de gemechaniseerde en geautomatiseerde behandeling van de ontvangen stukken door het scanningcentrum niet te belemmeren.
Il est à noter que, pour des raisons techniques et de rationalisation du travail, le format des enveloppes retenu par l’administration pour le renvoi des déclarations périodiques à la TVA est identique à celui utilisé pour le renvoi des déclarations en matière d’impoˆts sur les revenus par les contribuables.
Er wordt opgemerkt dat het formaat van de door de administratie weerhouden omslagen voor het verzenden van de periodieke BTW-aangiften, om technische redenen en wegens rationalisering van het werk, identiek is aan deze gebruikt voor de terugzending door de belastingplichtigen van de aangiften inzake inkomstenbelastingen.
Pour ce qui concerne la tarification des envois postaux, cette matière relève de la compétence de La Poste et de son ministre de tutelle.
Wat de tarifering van de postzendingen betreft, valt deze materie onder de bevoegdheid van De Post en haar voogdijminister.
D’autre part, l’honorable membre ne peut certes pas ignorer que les frais administratifs supportés par un assujetti à la TVA, tels les frais d’envois des déclarations périodiques, sont considérés, sur le plan des impoˆts directs comme des charges professionnelles. De plus, la TVA grevant de tels frais est déductible selon les règles normales (voir question parlementaire no 27 du 15 avril 1988 de M. le représentant Vanhorenbeek, Questions et Réponses, Chambre, session extraordinaire 1988, no 12, p. 795).
Anderzijds mag het geachte lid niet vergeten dat de administratieve kosten die door een BTW-belastingplichtige gedragen worden, zoals de verzendingskosten van de periodieke aangiften, op het stuk van de directe belastingen als bedrijfslasten worden aangemerkt. Bovendien is de BTW geheven op dergelijke kosten volgens de gewone regels aftrekbaar (zie parlementaire vraag nr. 27 van volksvertegenwoordiger Vanhorenbeek van 15 april 1988, Vragen en Antwoorden, Kamer, buitengewone zitting 1988, nr. 12, blz. 795).
Ainsi, cette déductibilité des frais administratifs en question et la remise d’enveloppes aux assujettis qui obtiennent des déclarations vierges réduisent considérablement le couˆt réel qu’ils supportent. Dans les faits, une partie non négligeable de ces frais est donc déjà à charge du Trésor public.
De aftrekbaarheid van deze kosten en de afgifte van omslagen aan de belastingplichtigen die blanco aangiften ontvangen verminderen beduidend de ree¨le kosten die door hen gedragen worden. In feite valt een niet te verwaarlozen gedeelte van deze kosten reeds ten laste van de Schatkist.
DO 2003200400313
DO 2003200400313
Question no 155 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2003 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 155 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2003 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Maisons-témoin. — Pertes de valeur. — Amortissements.
Kijkwoningen. — Waardeverminderingen. — Afschrijvingen.
Nombre d’entreprises du secteur de la construction et de promoteurs immobiliers baˆtissent des maisons-
Door veel bouwondernemingen en bouwpromotoren worden kijkwoningen en kijkdorpen gebouwd met
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
548
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4330
témoin et des villages-témoin à des fins publicitaires et les vendent peu de temps après en réalisant un profit. Il leur arrive même de les louer à leurs nouveaux propriétaires, toujours à des fins publicitaires.
het oog op publicitaire doeleinden en na kort verloop van tijd met winst verkocht en later soms van de nieuwe eigenaars terug ingehuurd voor verdere reclame- en verkoopsdoeleinden.
Dans la pratique toutefois, les questions d’ordre général suivantes se posent en ce qui concerne les habitations-témoin.
In de praktijk rijzen met betrekking tot « kijkwoningen » evenwel de volgende algemene pertinente vragen.
1. S’agissant des éléments patrimoniaux susvisés, en vertu de quelles dispositions légales et/ou réglementaires des amortissements ordinaires et/ou exceptionnels ou encore des pertes de valeur peuvent-ils être pris fiscalement en considération et sur la base de quel taux moyen normal ou de quel forfait peuvent-ils l’être ? ` qui incombe-t-il d’apporter la preuve de ces 2. A éventuelles pertes de valeur réelles et de ces amortissements ordinaires et/ou exceptionnels ?
1. Op grond van welke wettelijke en/of reglementaire bepalingen en tegen welk normaal gemiddeld afschrijvingspercentage of vast forfaitair bedrag kunnen op bedoelde vermogensbestanddelen op fiscaal vlak gewone en/of uitzonderlijke afschrijvingen of waardeverminderingen in aanmerking worden genomen ?
3. a) Un revenu cadastral doit-il être attribué aux immeubles baˆtis susvisés ?
3. a) Dient aan beoogde gebouwde onroerende goederen een kadastraal inkomen te worden toegekend ?
b) Dans l’affirmative, en vertu de quelles dispositions légales concrètes et sur la base de quels motifs fondés et valables?
b) Zo ja, op grond van welke concrete wettelijke bepalingen en op grond van welke gegronde en behoorlijke motieven ?
4. Pourriez-vous faire part de vos conception et méthodologie d’ordre général et pratique, à la lumière notamment du prescrit légal des articles 49, 52, 6o, 61, 1er alinéa, 183, 185, 251, 477 et 478 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?
4. Kan u uw algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van onder meer de wettelijke bepalingen van de artikelen 49, 52, 6o, 61, eerste lid, 183, 185, 251, 477 en 478 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 155 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2003 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 155 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2003 (N.) :
L’article 2, § 7, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) prévoit entre autres que les expressions « immobilisations corporelles » et « stocks et commandes en cours d’exécution » ont la signification qui leur est attribuée par la législation relative à la comptabilité et aux comptes annuels des entreprises.
Artikel 2, § 7, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) bepaalt onder meer dat de uitdrukkingen « materie¨le vast activa » en « voorraden en bestellingen in uitvoering » de betekenis hebben die daaraan wordt toegekend door de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen.
Il en résulte que les immeubles, acquis ou construits par une société, destinés à la vente à des tiers doivent également être considérés, sur le plan fiscal, comme des « stocks ».
Hieruit volgt dan ook dat onroerende goederen die door een vennootschap werden aangekocht of gebouwd met het oog op de herverkoop ervan eveneens op fiscaal vlak als « voorraden » moeten worden aangemerkt.
Conformément à l’article 69 de l’arrêté royal du 30 janvier 2001 portant exécution du Code des sociétés, les immeubles destinés à la vente sont évalués à leur valeur d’acquisition ou à la valeur de marché à la date de cloˆture de l’exercice, lorsque cette dernière est inférieure. L’évaluation à cette valeur inférieure de marché ne peut toutefois être maintenue si ultérieurement la valeur de marché excède la valeur inférieure retenue pour l’évaluation des stocks (voir no 24/86, Com.IR 1992). En outre l’article 70 de l’arrêté royal
Overeenkomstig artikel 69 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen worden de voor verkoop bestemde gebouwen gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of tegen de marktwaarde op balansdatum als die lager is. De waardering tegen die lagere marktwaarde mag evenwel niet worden gehandhaafd indien achteraf de marktwaarde hoger is dan de lagere waarde waartegen de voorraad werd gewaardeerd (zie nr. 24/86, Com.IB 1992). Voorts bepaalt artikel 70 van
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2. Op wie rust de bewijslast van het bestaan van die eventuele werkelijke waardeverminderingen en gewone en/of uitzonderlijke afschrijvingen ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4331
précité du 30 janvier 2001 prévoit que des réductions de valeur complémentaires peuvent être actées sur les immeubles destinés à la vente pour tenir compte, soit de l’évolution de leur valeur de réalisation ou de marché, soit des aléas justifiés par la nature des avoirs en cause ou de l’activité exercée (voir no 24/109, Com.IR 1992).
voornoemd koninklijk besluit van 30 januari 2001 dat op voor verkoop bestemde gebouwen aanvullende waardeverminderingen mogen worden geboekt om rekening te houden met de evolutie van de realisatieof marktwaarde, ofwel met de risico’s inherent aan de aard van de betrokken producten of van de gevoerde activiteit (zie nr. 24/109, Com.IB 1992).
` ce sujet, je tiens à souligner que, conformément A aux dispositions de l’article 49, CIR 1992, la charge de la preuve en ce qui concerne les réductions de valeur incombe au contribuable.
Dienaangaande wens ik te benadrukken dat, overeenkomstig de bepalingen van artikel 49, WIB 1992, de bewijslast inzake waardeverminderingen op de belastingplichtige rust.
Un revenu cadastral doit être effectivement attribué aux maisons témoins, et sur la base de celui-ci le précompte immobilier est duˆ, en principe, chaque année, dans les trois régions du Royaume. Cependant, dans le cadre de mesures concernant la promotion de l’expansion économique, une exonération temporaire, totale au partielle du précompte immobilier peut être accordée par l’autorité régionale compétente.
Aan de kijkwoningen dient inderdaad een kadastraal inkomen te worden toegekend, en hierop is, in principe, de jaarlijkse onroerende voorheffing verschuldigd in de drie gewesten van het Rijk. Evenwel kan door de bevoegde gewestelijke overheid een tijdelijke, gehele of gedeeltelijke, vrijstelling van de onroerende voorheffing worden verleend in het kader van de maatregelen ter bevordering van de economische expansie.
Conformément aux dispositions de l’article 473, CIR 1992, le contribuable est tenu de déclarer spontanément à l’administration du Cadastre, de l’Enregistrement et des Domaines — secteur Cadastre — l’occupation ou la location, si celle-ci précède l’occupation, des immeubles nouvellement construits ou reconstruits.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 473, WIB 1992, is de belastingplichtige ertoe gehouden uit eigen beweging bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen — sector Kadaster — aangifte te doen van de ingebruikneming of de verhuring, zo deze de ingebruikneming voorafgaat, van de nieuw opgerichte of herbouwde onroerende goederen.
Cette disposition évoque la notion de productivité. L’événement dont il s’agit implique le fait qu’un immeuble commence à être utilisé selon sa vocation ou à d’autres fins, mais également le fait qu’un immeuble, même sans être physiquement utilisé, engendre un revenu au contribuable.
Deze bepaling roept het begrip productiviteit op. De gebeurtenis waarover het gaat houdt in dat een onroerend goed wordt gebruikt volgens zijn bestemming of voor andere doeleinden, maar tevens dat een onroerend goed, zonder materieel te worden gebruikt, een inkomen genereert voor de belastingplichtige.
Selon les dispositions de l’article 494, § 1er, 1o, CIR 1992, cet événement conditionne les opérations fiscales et techniques relatives à la parcelle concernée, dont notamment l’évaluation du revenu cadastral d’un immeuble baˆti nouvellement construit.
Deze gebeurtenis lokt bijgevolg de fiscale en technische bewerkingen uit met betrekking tot het betrokken perceel, waaronder meer bepaald de schatting van het kadastraal inkomen van het nieuw opgericht onroerend goed, volgens de bepalingen van artikel 494, § 1, 1o, WIB 1992.
L’élément déterminant pour considérer de tels immeubles comme occupés au sens des dispositions précitées est le fait que les immeubles en cause puissent être utilisés par les promoteurs de biens immobiliers comme un moyen de se procurer un revenu direct.
Het doorslaggevend element om kwestieuze onroerende goederen te beschouwen als in gebruik genomen in de zin van de voormelde bepalingen is het feit dat zij door de bouwpromotoren kunnen gebruikt worden als middel om zich een rechtstreeks inkomen te verschaffen.
Dès lors, les constructions complètement achevées, raccordées à la voirie publique, susceptibles d’une occupation immédiate comme logements, et utilisées par le promoteur, pour une période plus ou moins longue (et non de manière provisoire), à des fins publicitaires pour sa firme et pour la présentation de la qualité et de la capacité de ses techniques de construc-
Eens deze constructies volledig afgewerkt zijn, aangesloten zijn op het openbaar wegennet en vatbaar voor onmiddellijke ingebruikneming als huisvesting, moeten zij, indien zij door de bouwpromotoren worden gebruikt voor een min of meer lange periode (en niet op een voorlopige wijze), voor publiciteitsdoeleinden voor hun firma en voor de voorstellingen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4332
tion, doivent être considérées comme occupées et être reprises comme imposables à la matrice cadastrale.
van de kwaliteit en de mogelijkheden van hun bouwtechnieken, bijgevolg worden beschouwd als ingebruik genomen en als belastbaar worden ingeschreven in de kadastrale legger.
En ce qui concerne le revenu cadastral des biens immobiliers, le législateur précise explicitement qui est redevable du précompte immobilier. Le contribuable des biens en question, identifié conformément aux dispositions de l’article 251, CIR 1992, est inscrit dans les documents cadastraux. E´tant donné que les maisons témoins visées, présentent, par définition, toutes les mêmes caractéristiques qu’une habitation classique, il n’est prévu, pour l’établissement de leur revenu cadastral, aucune règle particulière que celles en application pour une maison d’habitation ordinaire. En la matière, il n’a pas non plus été dérogé à l’application des articles 477 et 478, CIR 1992. E´tant donné que l’honorable membre vise assurément un cas concret, je suis disposé à le faire examiner pour autant que l’identité du contribuable concerné me soit communiquée.
Met betrekking tot het kadastral inkomen van de onroerende goederen stelde de wetgever expliciet wie de onroerende voorheffing is verschuldigd. De overeenkomstig de bepalingen van artikel 251, WIB 1992, geı¨dentificeerde belastingplichtige van de bedoelde goederen wordt in de kadastrale stukken ingeschreven.
DO 2003200410353
DO 2003200410353
Question no 168 de M. Philippe Monfils du 27 novembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 168 van de heer Philippe Monfils van 27 november 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Victimes de la guerre. — Rente viagère.
Oorlogsslachtoffers. — Lijfrente.
La loi du 11 avril 2003 prévoyant de nouvelles mesures en faveur des victimes de la guerre, a accordé de nouveaux avantages en faveur des victimes de la guerre. Parmi les nouvelles mesures, une rente viagère a été attribuée aux orphelins de guerre juifs aˆgés de moins de 21 ans au 10 mai 1940.
Met de wet van 11 april 2003 houdende nieuwe maatregelen ten gunste van de oorlogsslachtoffers worden er nieuwe voordelen aan de oorlogsslachtoffers toegekend. Eén van de nieuwe maatregelen bestaat uit de toekenning van een lijfrente aan de joodse oorlogswezen die op 10 mei 1940 nog geen 21 jaar waren.
Ces rentes sont payées à l’intervention de la Caisse nationale des pensions de guerre dépendant de votre département.
Deze renten worden uitbetaald door de Nationale Kas voor oorlogspensioenen die onder uw departement valt.
1. Pourriez-vous communiquer combien de demandes ont été introduites auprès de la Caisse nationale des pensions de guerre pour le paiement des rentes prévues par la loi précitée du 11 avril 2003 ?
1. Hoeveel aanvragen werden er bij de Nationale Kas voor oorlogspensioenen voor de uitbetaling van de renten bedoeld in de vermelde wet van 11 april 2003 ingediend ?
2. Pourriez-vous communiquer l’enveloppe budgétaire qui a été consacrée cette année au paiement de ces rentes, et les montants qui sont inscrits au budget 2004 pour en assurer la paiement ?
2. Hoeveel begrotingskredieten werden er dit jaar voor de uitbetaling van deze renten uitgetrokken en welke bedragen zijn in de begroting 2004 geboekt om de uitbetaling ervan te verzekeren ?
Il s’agit des mesures prévues aux articles 15 à 22 de la loi précitée du 11 avril 2003 publiée au Moniteur belge du 22 mai 2003.
Het gaat om de maatregelen bedoeld in de artikelen 15 tot 22 van de vermelde wet van 11 april 2003 die in het Belgisch Staatsblad van 22 mei 2003 is verschenen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Vermits de beoogde kijkwoningen per definitie alle kenmerken vertonen die eigen zijn aan de klassieke woning, zijn er voor de vaststelling van hun kadastraal inkomen geen bijzondere regels voorzien dan diegene die gelden voor het gewone woonhuis. Er wordt terzake dan ook geen van de artikelen 477 en 478, WIB 1992, afwijkende toepassing gemaakt. Aangezien het geachte lid ongetwijfeld een concreet geval beoogt, ben ik bereid dit te laten onderzoeken indien mij de identiteit van de betrokken belastingplichtige wordt meegedeeld.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4333
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 168 de M. Philippe Monfils du 27 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 168 van de heer Philippe Monfils van 27 november 2003 (Fr.) :
Par la présente, je signale à l’honorable membre qu’en principe, ses questions relèvent de la compétence du ministre des Affaires sociales. (Question no 99 du 8 avril 2004.)
Hierbij deel ik het geachte lid mee dat zijn vraag in principe tot de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken behoort. (Vraag nr. 99 van 8 april 2004.)
Compte tenu de la bonne collaboration qui existe entre le Service des victimes civiles et la Caisse nationale des pensions de guerre, je peux toutefois vous donner les informations suivantes.
Gelet evenwel op de goede samenwerking tussen de Nationale Kas voor oorlogspensioenen en de Dienst der burgerlijke oorlogsslachtoffers kan ik u hierna de volgende inlichtingen verstrekken.
1. Pour pouvoir bénéficier des avantages prévus par la loi précitée du 11 avril 2003 environ 2 800 demandes ont été introduites au total.
1. Er werden in totaal ongeveer 2 800 aanvragen ingediend om de voordelen te kunnen genieten voorzien bij de voornoemde wet van 11 april 2003.
2. Pour le budget 2003, l’article budgétaire 34.06, sur lequel les dépenses doivent être imputées, a été augmenté de 63 000 euros lors du controˆle budgétaire. Pour 2004, on a estimé l’augmentation à 358 000 euros.
2. Het begrotingsartikel 34.06, waarop voornoemde uitgaven dienen aangerekend te worden, werd voor de begroting van 2003 met 63 000 euro verhoogd, daar waar voor het jaar 2004 de verhoging op 358 000 euro werd ingeschat.
Pour tout renseignement complémentaire, l’honorable membre voudra bien s’adresser directement au ministre compétent.
Voor verdere inlichtingen zal het geachte lid zich rechtstreeks aan de bevoegde minister dienen te wenden.
DO 2003200410513
DO 2003200410513
Question no 191 de Mme Zoé Genot du 30 décembre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 191 van mevrouw Zoé Genot van 30 december 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Provenance régionale des membres du personnel des SPF.
Verdeling van de personeelsleden van de FOD’s volgens het gewest van hun woonplaats.
A. Parmi l’ensemble du personnel qui travaille dans le service public fédéral (SPF) dont vous avez la tutelle, pouvez-vous communiquer :
A. Kan u, voor het geheel van de personeelsleden van de FOD waarover u toezicht houdt, meedelen :
1. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région flamande ?
1. Hoeveel personeelsleden in het Vlaams Gewest wonen ?
2. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région wallonne ?
2. Hoeveel in het Waals Gewest ?
3. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région bruxelloise ?
3. Hoeveel in het Brussels Gewest ?
B. Parmi la catégorie de personnel employé par le SPF, dont vous avez la tutelle, à des fonctions ne requérant pas de diploˆme d’études supérieures universitaires ou non universitaires, pouvez-vous communiquer :
B. Kan u diezelfde gegevens meedelen voor de personeelsleden die een functie bekleden waarvoor geen diploma van hogere (universitaire of nietuniversitaire) studies is vereist :
1. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région flamande ?
1. Hoeveel personeelsleden in het Vlaams Gewest wonen ?
2. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région wallonne ?
2. Hoeveel in het Waals Gewest ?
3. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région bruxelloise ?
3. Hoeveel in het Brussels Gewest ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4334
Réponse du ministre des Finances du 30 décembre 2003, à la question no 191 de Mme Zoé Genot du 8 avril 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 30 december 2003, op de vraag nr. 168 van mevrouw Zoé Genot van 8 april 2004 (Fr.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après un tableau comprenant les chiffres demandés concernant les membres du personnel du SPF Finances :
Het geachte lid gelieve in onderstaande tabel de gevraagde cijfers betreffende de personeelsleden van de FOD Financie¨n te vinden :
Total pour tous les niveaux
Total des niveaux C et D
1 619 18 552 12 525
747 9 913 6 785
Bruxelles ........... Flandre .............. Wallonie ............
Totaal van alle niveaus
Totaal van de niveaus C en D
1 619 18 552 12 525
747 9 913 6 785
Brussel .............. Vlaanderen ........ Wallonie¨ ............
DO 2003200410559
DO 2003200410559
Question no 202 de M. Staf Neel du 7 janvier 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 202 van de heer Staf Neel van 7 januari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Travailleurs salariés. — Défraiements forfaitaires.
Werknemers. — Forfaitaire onkostenvergoedingen.
Certains travailleurs salariés ont à faire des dépenses inhérentes à leur fonction qui constituent en fait des couˆts propres à l’employeur. En raison de la complexité de ces dépenses, l’employeur octroie généralement à cet effet un défraiement forfaitaire au travailleur.
Bepaalde werknemers doen allerhande uitgaven inherent aan hun functie die feitelijk kosten zijn eigen aan de werkgever. Omwille van de complexiteit van deze uitgaven betaalt de werkgever hiervoor meestal een forfaitaire onkostenvergoeding aan de werknemer.
Le montant de ce défraiement forfaitaire constitue souvent un point de discussion avec l’ONSS et le fisc.
De hoogte van dergelijke onkostenvergoeding vormt dikwijls een punt van discussie met RSZ en fiscus.
Dans le passé, un montant mensuel de 125 euros était considéré comme relativement normal et dès lors généralement accepté. Récemment, il a toutefois été décidé que les inspecteurs du service public fédéral Finances détachés à la Région flamande percevraient un défraiement forfaitaire mensuel de 210 euros.
In het verleden werd een bedrag van 125 euro per maand als vrij normaal aanzien en ook meestal aanvaard. Onlangs werd echter beslist dat de inspecteurs die gedetacheerd werden van de federale overheidsdienst Financie¨n naar het Vlaams Gewest een forfaitaire maandelijkse onkostenvergoeding krijgen van 210 euro per maand.
1. Ce montant constitue-t-il également la norme pour les travailleurs qui ne sont pas employés dans la fonction publique ?
1. Is dit nu ook de gangbare norm voor de werknemers die niet tewerkgesteld zijn in de ambtenarij ?
2. Dans la négative, le principe d’égalité n’est-il pas enfreint ?
2. Indien niet, doet er zich dan geen probleem voor met het gelijkheidsbeginsel ?
3. Ce nouveau montant forfaitaire sera-t-il communiqué aux bureaux respectifs des contributions directes ?
3. Zal dit nieuw forfaitair bedrag meegedeeld worden aan de respectieve kantoren voor de personenbelasting ?
4. Si ce montant ne constitue pas la norme, le principe d’égalité n’est-il pas enfreint ?
4. Indien deze norm niet de gangbare zal zijn, doet zich dan geen probleem voor met het gelijkheidsbeginsel ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 202 de M. Staf Neel du 7 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 202 van de heer Staf Neel van 7 januari 2004 (N.) :
Conformément à l’arrêté du gouvernement flamand du 17 octobre 2003 (Moniteur belge du 27 novembre
Krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 2003 (Belgisch Staatsblad van 27 november
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4335
2003), il est attribué aux membres de l’Inspection des Finances qui sont accrédités ou détachés auprès du gouvernement flamand, une indemnité forfaitaire de 2 520 euros par an. Cette indemnité est définie dans cet arrêté comme étant une indemnisation forfaitaire des dépenses réelles des intéressés, propres à l’exercice de leur fonction.
2003) wordt aan de leden van de Inspectie van Financie¨n die geaccrediteerd of gedetacheerd zijn bij de Vlaamse regering, een forfaitaire onkostenvergoeding van 2 520 euro per jaar toegekend. Deze vergoeding wordt in dat besluit omschreven als een forfaitaire terugbetaling van door de betrokkenen werkelijk gedragen uitgaven, eigen aan de uitoefening van hun functie.
Conformément à l’article 31, alinéa 2, 1o, in fine, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les indemnités en remboursement de dépenses propres à l’employeur ne constituent pas des rémunérations imposables.
Overeenkomstig artikel 31, tweede lid, 1o, in fine, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden de vergoedingen verkregen als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever niet als belastbare bezoldigingen aangemerkt.
Pour pouvoir considérer de telles indemnités comme non imposables, l’employeur doit en principe apporter la double preuve :
Om als dergelijke niet-belastbare vergoedingen te kunnen worden aangemerkt, moet de werkgever in principe een dubbel bewijs leveren, namelijk :
1. que l’indemnité est destinée à couvrir des frais qui lui sont propres;
1. dat de vergoeding bestemd is tot het dekken van kosten die hem eigen zijn;
2. que cette indemnité a été effectivement consacrée à de tels frais.
2. dat die vergoeding ook daadwerkelijk aan dergelijke kosten is besteed.
Certaines indemnités en remboursement de dépenses propres à l’employeur sont calculées de manière forfaitaire par l’employeur. Du fait qu’elles sont calculées forfaitairement, ces indemnités ne perdent cependant pas nécessairement la nature de remboursements de dépenses effectives lorsqu’elles sont fixées d’après des normes qui sont le résultat d’observations et de recoupements nombreux (voir no 31/36 du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992).
Sommige vergoedingen voor de terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden forfaitair door de werkgever berekend. Door die forfaitaire berekening verliezen ze echter niet noodzakelijk de aard van terugbetaling van werkelijke kosten, op voorwaarde dat de forfaitaire vergoedingen bepaald zijn overeenkomstig bepaalde normen die het resultaat zijn van herhaalde waarnemingen en steekproeven (zie nr. 31/ 36 van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992).
Mon administration examinera si les indemnités visées dans la question sont réellement fixées sur la base de telles normes.
Mijn administratie zal een onderzoek instellen om uit te maken of de in de vraag bedoelde vergoedingen inderdaad overeenkomstig dergelijke normen zijn vastgesteld.
DO 2003200410673
DO 2003200410673
Question no 224 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 224 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Examen d’une réclamation.
Onderzoek van een bezwaarschrift.
Dans le cadre du traitement des réclamations, les fonctionnaires du contentieux de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus doivent étudier en détail tous les griefs et les moyens des contribuables et, point par point, les réfuter ou les accepter. Il leur est toutefois interdit d’établir des suppléments d’impoˆts.
In het kader van de behandeling van de bezwaarschriften moeten de geschillenambtenaren van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit alle grieven en middelen van de belastingplichtigen grondig onderzoeken en die alle punt per punt afdoende weerleggen of inwilligen. Het is hen echter niet toegelaten belastingsupplementen te vestigen.
1. On est dès lors en droit de se poser la question pertinente juridique d’ordre général suivante : les fonctionnaires du contentieux en charge de l’examen peuvent-ils et/ou doivent-ils revoir intégralement,
1. De algemene pertinente juridische vraag rijst daarbij of de onderzoekende geschillenambtenaren de door de taxatieambtenaren eerder ingestelde belastingonderzoeken in fase van bezwaar, weliswaar strikt
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4336
compléter, voire remplacer par des méthodes d’examen complètement différentes les controˆles fiscaux — limités strictement à ces griefs — effectués précédemment par les fonctionnaires taxateurs ?
beperkt tot die grieven, integraal mogen en of zelfs moeten overdoen, moeten aanvullen en/of zelfs moeten vervangen door compleet andere onderzoeksmethoden ?
2. Ont-ils effectivement pour mission et/ou peuvent-ils ou doivent-ils également essayer à tout prix de maintenir l’intégralité des impositions contestées, en utilisant au besoin une méthode complètement différente, procédurale ou non, et en se basant sur d’autres articles de loi et/ou motivations ?
2. Hebben zij inderdaad als opdracht en/of mogen of moeten zij desnoods ook via een totaal andere al dan niet procedurele weg en aan de hand van volledig andere wetsartikelen en/of motiveringen de betwiste aanslagen te allen prijze hoe dan ook toch steeds volledig trachten te handhaven ?
3. Pouvez-vous faire part, au sujet de ces deux points, de vos conceptions actuelles et de vos méthodes de travail pratiques, à la lumière des dispositions des articles 374 et 375 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et de la jurisprudence y afférente, dans le cadre de la nouvelle culture fiscale au service du contribuable ainsi que des principes de bonne administration ?
3. Kan u in verband met beide punten uw huidige algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van de artikelen 374 en 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de ermede verband houdende rechtspraak en in het kader van de nieuwe en klantvriendelijke fiscale cultuur alsmede van de beginselen van een behoorlijk en performant bestuur ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 224 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 224 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2004 (N.) :
1. En vertu de l’article 374 du CIR 1992, le fonctionnaire chargé de l’instruction de la réclamation dispose des moyens de preuve et des pouvoirs conférés à l’administration par les articles 315 à 319, 322 à 330, 333 à 336, 339 à 343, ainsi que 346, CIR 1992.
1. Overeenkomstig artikel 374 van het WIB 1992, beschikt de onderzoekende geschillenambtenaar over de bewijsmiddelen en de bevoegdheden die aan de administratie verleend zijn bij de artikelen 315 tot 319, 322 tot 330, 333 tot 336, 339 tot 343 en 346, WIB 1992.
Le fonctionnaire instructeur va, dans un premier temps, examiner les griefs de la réclamation à la lumière des pièces du dossier; il ne décidera ensuite de procéder à des devoirs d’enquête complémentaire que si cela lui semble nécessaire pour apprécier la conformité de la cotisation à la loi fiscale. L’article 374, CIR 1992, lui en donne en effet la possibilité.
De onderzoekende geschillenambtenaar zal in eerste instantie aan de hand van de stukken van het dossier oordelen over de grieven van het bezwaarschrift en zal slechts besluiten tot bijkomende onderzoeksverrichtingen wanneer die noodzakelijk blijken te zijn om de aanslag te toetsen aan de fiscale wet. Artikel 374, WIB 1992, geeft hem hiertoe de mogelijkheid.
2. Le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui qui statue sur les griefs formulés par le contribuable, peut, pour des motifs propres, différents de ceux invoqués par le fonctionnaire taxateur, maintenir l’imposition pour autant qu’il se base sur les éléments matériels que le taxateur avait pris en considération (cf. Cass., 3 mai 1991, Pas., 1990-1991, I, p. 783). Par ailleurs, les cours et tribunaux ne sont liés, pour établir la dette d’impoˆt, ni par les considérations du directeur des contributions, ni par les résultats de la phase administrative de la procédure; ils peuvent décider, en se fondant sur des motifs propres, que l’imposition est justifiée en tout ou en partie (Cass., 16 mars 1989, Pas., 1988-1989, I, p. 744).
2. De directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaar, die uitspraak doet over de door de belastingplichtige aangevoerde bezwaren, kan om eigen redenen, andere dan die welke door de aanslagambtenaar werden gehanteerd, een aanslag handhaven voor zover hij zich steunt op de materie¨le elementen die de taxatieambtenaar in aanmerking had genomen (zie Cass., 3 mei 1991, Arr. Cass., 1990-1991, blz. 892). Ook de gerechtelijke instanties zijn ter bepaling van de belastingschuld niet gebonden door de overwegingen van de directeur der belastingen of door de resultaten van de administratieve fase van de procedure en kunnen op grond van eigen motieven beslissen dat de aanslag geheel of ten dele verantwoord is (Cass., 16 maart 1989, Arr. Cass., 1988-1989, blz. 830).
3. En raison du caractère d’ordre public de la matière fiscale, le directeur des contributions et les instances judiciaires qui tranchent les litiges fiscaux, doivent veiller à ce que les revenus du contribuable soient imposés conformément à la loi fiscale. Lorsque le directeur des contributions ou un juge constate que
3. Aangezien belastingzaken de openbare orde raken, moeten de directeur der belastingen en de gerechtelijke instanties, die oordelen over belastingzaken, de inkomsten van de belastingplichtige belasten overeenkomstig de fiscale wet. Wanneer de directeur der belastingen of een rechter vaststelt dat bepaalde
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4337
les revenus concernés sont légalement imposables, mais pour un motif différent de ceux invoqués par l’agent taxateur, il est tenu d’appliquer la loi fiscale et, par conséquent, de maintenir la taxation conformément à la loi fiscale. Une culture fiscale orientée « client » ne peut nullement avoir pour conséquence la violation de la loi fiscale qui est d’ordre public.
inkomsten overeenkomstig de fiscale wet belastbaar zijn, doch om een andere reden dan die welke door de taxatieambtenaar werd gegeven, zijn zij verplicht de fiscale wet toe te passen en bijgevolg de taxatie te handhaven in overeenstemming met de fiscale wet. Een klantvriendelijke fiscale cultuur kan geenszins tot gevolg hebben dat de fiscale wet die van openbare orde is terzijde wordt geschoven.
DO 2003200410679
DO 2003200410679
Question no 227 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2004 (N.) au ministre des Finances : Nullité et arbitraire d’un avis d’imposition.
Vraag nr. 227 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n : Nietigheid en willekeurigheid van een belastingaanslag. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 366, WIB 1992, kan door de belastingplichtigen tegen een gevestigde aanslag in de personenbelasting of in de vennootschapsbelasting een geldig en tijdig bezwaarschrift worden ingediend waarbij tezelfdertijd ook de « nietigheid » en/of de « willekeurigheid » van die betwiste aanslag kan worden ingeroepen. In de huidige stand van de fiscale wetgeving en recente rechtspraak rijzen terzake wel de volgende algemene pertinente vragen. 1. Kan die nietigheid en/of willekeurigheid door de belastingplichtige naderhand nog altijd worden ingeroepen ter gelegenheid van de aanvulling van een bezwaarschrift overeenkomstig de bepalingen van artikel 372, WIB 1992, of vervolgens voor het eerst in gerechtelijke fase ? 2. a) Kan die « nietigheid » en/of « willekeurigheid » van een overeenkomstig artikel 351, WIB 1992, « ambtshalve » gevestigde aanslag eveneens worden ingeroepen in een bezwaarschrift, in een aanvulling ervan of pas voor het eerst in gerechtelijke fase ? b) Zo neen, waarom telkens niet ? 3. Kan of moet een « negatieve » aanslag in de personenbelasting of in de vennootschapsbelasting eveneens (ambtshalve) worden ontheven wegens nietigheid en/of wegens willekeurigheid ? 4. Kan of moet de belastingadministratie de willekeurigheid en/of de nietigheid van een positieve of negatieve aanslag telkens steeds spontaan opwerpen wanneer dit zou blijken uit de behandeling en uit het onderzoek van een geldig bezwaarschrift en dit door de belastingplichtige niet als een grief werd aangekaart : a) bij een aanslag gevestigd ingevolge een bericht van wijziging van aangifte (zie : artikel 346, eerste en vijfde lid, WIB 1992);
Conformément aux dispositions de l’article 366, CIR 1992, le contribuable peut introduire en temps opportun une réclamation valable contre une imposition établie dans l’impoˆt des personnes physiques ou dans l’impoˆt des sociétés dans laquelle il peut invoquer simultanément la « nullité» et/ou « l’arbitraire » de l’imposition contestée. Dans l’état actuel de la législation fiscale et de la jurisprudence récente, les questions pertinentes et générales suivantes se posent dès lors. 1. Le contribuable peut-il encore invoquer la nullité et/ou l’arbitraire a posteriori, dans un ajout à la réclamation, conformément aux dispositions de l’article 372, CIR 1992, ou ultérieurement, pour la première fois, dans la phase judiciaire ? 2. a) La « nullité » et/ou « l’arbitraire » d’une imposition établie « d’office » conformément à l’article 351, CIR 1992, peuvent-ils également être invoqués dans une réclamation, dans un ajout à cette dernière ou, pour la première fois, dans la phase judiciaire ? b) Dans la négative, pourquoi ? 3. Une imposition « négative » dans l’impoˆt des personnes physiques ou dans l’impoˆt des sociétés peutelle ou doit-elle également être suspendue (d’office) pour cause de nullité et/ou d’arbitraire ? 4. L’administration fiscale peut-elle ou doit-elle soulever à chaque fois spontanément la « nullité » et/ ou « l’arbitraire » d’une imposition positive ou négative que ferait apparaıˆtre l’examen et le traitement d’une réclamation valable si le contribuable n’y voit pas un motif de grief : a) en cas d’imposition établie à la suite d’un avis de rectification de la déclaration (voir : article 346, alinéas 1er et 5, CIR 1992);
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
549
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4338
b) en cas d’imposition enroˆlée à la suite d’une simple déclaration d’accord;
b) bij een aanslag ingekohierd naar aanleiding van een gewone akkoordverklaring;
c) en cas d’imposition établie d’office sur la base de l’article 351, CIR 1992 ?
c) bij een ambtshalve aanslag gevestigd op grond van artikel 351, WIB 1992 ?
5. Quels services de l’administration fiscale (direction, inspection, service de taxation, centre de controˆle) ou fonctionnaire du contentieux, délégué ou non, doivent désormais obligatoirement prononcer la nullité et l’arbitraire d’une imposition ?
5. Door welke belastingdiensten (directie, inspectie, taxatiedienst, controlecentrum) of al dan niet gedelegeerde geschillenambtenaar moet de nietigheid en de willekeurigheid van een aanslag voortaan telkens verplicht worden uitgesproken ?
6. a) Comment les deux notions de « nullité » et d’« arbitraire » sont-elles à présent précisément déterminées, définies et commentées par les administrations fiscales ?
6. a) Hoe worden de beide begrippen « nietigheid » en « willekeurigheid » door de belastingadministraties thans telkens precies gedefinieerd, omschreven en becommentarieerd ?
b) Quelles sont respectivement, à chaque fois, les conséquences juridiques pour l’imposition concernée si la nullité et/ou l’arbitraire ont été ou doivent être soulevés d’office ?
b) Wat zijn respectievelijk telkens de juridische gevolgen voor de betwiste aanslagen wanneer de nietigheid en/of de willekeurigheid ervan werd of ambtshalve moet worden opgeworpen ?
7. a) Dans quels délais légaux ou réglementaires et/ou à quels moments administratifs recommandés, les fonctionnaires de la direction ou les fonctionnaires du contentieux doivent-ils à chaque fois prononcer la nullité et/ou l’arbitraire d’une imposition positive ou négative ?
7. a) Binnen welke wettelijke of reglementaire termijnen en/of op welke administratief aanbevolen tijdstippen zijn de directie- of geschillenambtenaren verplicht de nietigheid en/of de willekeurigheid van een positieve of negatieve aanslag telkens uit te spreken ?
b) Quels sont pour le contribuable comme pour l’administration fiscale l’ensemble des avantages et des inconvénients juridiques lorsque, à chaque fois, la nullité et/ou l’arbitraire ne sont pas prononcés ou le sont tardivement ?
b) Wat zijn alle juridische voor- en nadelen zowel voor de belastingplichtige als voor de belastingadministratie wanneer dit telkenmale niet of laattijdig zou zijn geschied ?
8. Pouvez-vous communiquer vos point de vue et méthode généraux actuels à la lumière des dispositions légales actuellement en vigueur des articles 355 et 366 à 375 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, et dans le cadre de la culture fiscale nouvelle et conviviale ainsi que des principes de bonne administration et d’administration performante ?
8. Kan u, punt per punt, uw huidige algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de thans vigerende bepalingen van de artikelen 355 en 366 tot en met 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en in het kader van de nieuwe en klantvriendelijke fiscale cultuur alsmede van de beginselen van een behoorlijk en performant bestuur ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 227 de Mme Trees Pieters du 20 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 227 van mevrouw Trees Pieters van 20 januari 2004 (N.) :
1. En vertu de l’article 372, CIR 1992, le redevable peut compléter sa réclamation initiale par des griefs portant sur la nullité et/ou le caractère arbitraire de la cotisation. Ces nouveaux griefs, formulés par écrit, peuvent également être soulevés pour la première fois au cours de la phase judiciaire, étant bien entendu que la demande dont le juge est saisi ne pourra être étendue ou modifiée que si les conclusions nouvelles, contradictoirement prises, sont fondées sur un fait ou un acte invoqué dans la citation ou la requête (article 807 du Code judiciaire).
1. Overeenkomstig artikel 372, WIB 1992, kan de belastingplichtige zijn oorspronkelijk bezwaarschrift aanvullen met grieven betreffende de nietigheid en/of de willekeurigheid van de aanslag. Die nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren kunnen ook voor het eerst worden geformuleerd in de gerechtelijke fase, met dien verstande dat de vordering die voor de rechter aanhangig is, slechts zal kunnen uitgebreid of gewijzigd worden indien de nieuwe op tegenspraak genomen conclusies berusten op een feit of akte die in de dagvaarding of de voorziening worden aangevoerd (artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4339
2. La réponse est identique à la réponse formulée cidessus.
2. Het antwoord is identiek aan het hierboven vermelde antwoord.
3. Une cotisation nulle ou arbitraire est en principe annulée et non pas dégrevée.
3. Een nietige of willekeurige aanslag wordt in beginsel vernietigd en niet ontheven.
4. Dans les trois cas envisagés, la réponse est négative.
4. Voor de drie aangehaalde gevallen is het antwoord ontkennend.
5. Eu égard à la réponse au point 4, cette question est sans objet.
5. Gelet op het antwoord op punt 4, is deze vraag zonder voorwerp.
6. a) On parle d’arbitraire quand l’administration a commis une erreur de droit ou s’est fondée sur des faits inexacts ou, encore, a déduit de faits exacts des conséquences non susceptibles de justification (Cass. du 7 décembre 2000, Pas., I, p. 1893). Le caractère arbitraire ou non d’une cotisation établie d’office ne peut se juger qu’à la lumière des éléments dont le fonctionnaire-taxateur disposait ou non au moment de l’établissement de la cotisation (Cass. du 8 juin 2000, www.cass.be).
6. a) Er is sprake van willekeurigheid wanneer de administratie een rechtsdwaling heeft begaan of op onjuiste feiten heeft gesteund of nog uit de juiste feiten niet te verantwoorden gevolgtrekkingen heeft afgeleid (Cass. van 7 december 2000, Arr. Cass. 2000, 675). Het al dan niet willekeurig karakter van de ambtshalve gevestigde aanslag kan enkel worden getoetst aan de gegevens waarover de aanslagambtenaar op het ogenblik van het opmaken van de aanslag beschikte of kon beschikken (Cass. van 8 juni 2000, www.cass.be).
La nullité en revanche est la conséquence d’une contravention à la loi ou d’une violation des formes de procédure prescrites à peine de nullité ou la conséquence de l’arbitraire dans l’établissement de la cotisation. En matière fiscale, la nullité ou l’arbitraire de la cotisation doit s’apprécier à la lumière des données de fait de la contestation.
Nietigheid daarentegen is het gevolg van een overtreding van een substantie¨le of op straffe van nietigheid voorgeschreven procedureregel of het gevolg van willekeur bij het vestigen van de aanslag. In fiscale zaken wordt de nietigheid of de willekeurigheid van de aanslag getoetst aan de hand van de feitelijke gegevens van de betwisting.
b) La conséquence de l’annulation d’une cotisation pour une cause autre qu’une contravention à une règle relative à la prescription est que cette cotisation est inexistante. L’administration acquiert alors la possibilité d’établir une cotisation de remplacement en application de l’article 355, CIR 1992, ou une cotisation subsidiaire à soumettre à l’appréciation de la juridiction saisie en application de l’article 356, CIR 1992. Une jurisprudence constante décide que, lorsque l’arbitraire d’une cotisation établie d’office est constaté, la cotisation doit être annulée dans sa totalité. L’arbitraire est donc une des causes d’annulation de la cotisation.
b) Het gevolg van de nietigheid van de aanslag om een andere reden dan de overtreding van een regel betreffende de verjaring is dat deze aanslag als niet bestaande wordt beschouwd. De administratie heeft dan de mogelijkheid om een vervangende aanslag te vestigen met toepassing van artikel 355, WIB 1992, of om een subsidiaire aanslag met toepassing van artikel 356, WIB 1992, ter beoordeling voor te leggen aan het gerecht. Wanneer de willekeurigheid van een ambtshalve gevestigde aanslag wordt vastgesteld, is het vaststaande rechtspraak dat de aanslag in zijn geheel wordt vernietigd. Willekeur is dus een grond tot vernietiging van de aanslag.
7. a) et b) En principe, aucun délai légal ou réglementaire endéans lequel le directeur des contributions ou le fonctionnaire délégué par lui doit prononcer la nullité ou l’arbitraire d’une cotisation, n’est prévu. Toutefois, l’article 1385undecies du Code judiciaire prévoit que lorsque aucune décision n’a été rendue endéans les six mois à dater de la réception du recours administratif (ou neuf mois lorsque l’imposition contestée a été établie d’office par l’administration), le redevable a le droit
7. a) en b) Principieel zijn er geen wettelijke of reglementaire termijnen voorzien waarbinnen de directeur der belastingen of de door hem gedelegeerde ambtenaren verplicht zijn de nietigheid of de willekeurigheid van een aanslag uit te spreken. Wel bepaalt artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek dat wanneer binnen zes maanden vanaf de datum van het administratief beroep (of negen maanden wanneer de betwiste aanslag ambtshalve door de administratie is gevestigd) geen uitspraak is
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4340
d’introduire une requête devant le tribunal de première instance.
gedaan, de belastingplichtige het recht heeft een voorziening in te dienen bij de rechtbank van eerste aanleg.
DO 2003200410755
DO 2003200410755
Question no 239 de M. Alfons Borginon du 28 janvier 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 239 van de heer Alfons Borginon van 28 januari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Revenus cadastraux. — Autres modes de calcul.
Kadastrale inkomens. — Andere berekeningswijzen.
« Cotékanal » est un collectif d’habitants qui ont transformé ensemble, il y a quelques années, un immeuble industriel en unités d’habitations dans un quartier de Bruxelles alors encore défavorisé, le « Duivelshoek », près du canal. ` l’époque, dix-sept personnes d’origine modeste, A issues de la classe moyenne, avaient choisi avec beaucoup d’enthousiasme d’habiter en ville et souhaitaient investir dans un quartier défavorisé. En outre, elles ont d’abord été fortement encouragées par toute une série de mesures de différentes autorités. La région a accordé une prime à la rénovation considérable, une prime « façade » et même une prime à l’acquisition.
« Cotékanal » is een collectief van bewoners die samen enkele jaren geleden een industrieel pand tot wooneenheden hebben omgebouwd in een toen nog moeilijke buurt van Brussel, de Duivelshoek aan het kanaal.
Aujourd’hui, les membres du groupe se sentent toutefois totalement floués. Après des rénovations et des efforts importants, leur revenu cadastral (RC) a, de manière inattendue, été recalculé. Ce revenu cadastral calculé à l’échelle fédérale constituant toujours, pour l’instant, la base d’imposition du précompte immobilier régional, ils doivent payer pas moins de 2 153 euros de précompte immobilier par année et par unité d’habitation. Vu l’énormité de ce précompte, les primes qu’ils avaient obtenues sont très rapidement couvertes et récupérées.
Vandaag voelt de groep zich echter zwaar bedrogen. Na zware renovaties en inspanningen kregen ze onverwacht een herberekening van hun kadastraal inkomen (KI). En omdat dit federaal berekend kadastraal inkomen tot op heden nog steeds de heffingsgrondslag is van de gewestelijke onroerende voorheffing, moeten ze maar liefst 2 153 euro per jaar onroerende voorheffing per wooneenheid betalen. Door deze torenhoge voorheffing worden de gekregen premies echter op korte tijd geneutraliseerd en teruggewonnen.
Au cours de la précédente législature, Charles Picqué, ministre compétent pour les Grandes villes, avait déjà avancé quelques modestes propositions pour calculer différemment les RC. Il me paraıˆt logique de s’occuper d’urgence à présent d’envisager d’autres modes de calcul du RC. Une concertation entre toutes les autorités compétentes est dès lors nécessaire.
Tijdens de vorige legislatuur deed Charles Picqué, minister bevoegd voor Grootsteden al enkele bescheiden voorstellen om de KI’s anders te berekenen. Het lijkt mij logisch dat er nu dringend werk gemaakt wordt om de KI’s op een andere manier te gaan berekenen. Een overleg tussen alle bevoegde overheden is dan ook noodzakelijk.
Une autre suggestion consiste à augmenter sensiblement le montant du prêt hypothécaire fiscalement déductible dans le cadre du financement d’une rénovation ou d’une nouvelle construction.
Een andere suggestie is dat het bedrag van de hypothecaire lening dat in aanmerking komt om fiscaal aftrekbaar te zijn indien het gaat om een renovering of om nieuwbouw te financieren, flink wordt opgetrokken.
1. Eˆtes-vous favorable à une modification du mode de calcul des RC ?
1. Bent u voorstander om KI’s op een andere manier te gaan berekenen ?
2. Aborderez-vous ce problème en concertation avec toutes les autorités compétentes ?
2. Gaat u dit probleem aankaarten en overleg plegen tussen alle bevoegde overheden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Zeventien bescheiden middenklassers hadden toen met veel enthousiasme voor wonen in de stad gekozen en ze wilden investeren in een moeilijke buurt. Bovendien werden ze eerst sterk aangemoedigd door allerlei maatregelen vanuit verschillende overheden. Het gewest gaf een flinke renovatiepremie, gevelpremie en zelfs een aankooppremie.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4341
3. Ne vous semble-t-il pas également indiqué de relever le montant du prêt hypothécaire fiscalement déductible dans le cas du financement d’une rénovation ou d’une nouvelle construction ?
3. Lijkt het u ook niet gepast het bedrag op trekken van de hypothecaire lening dat in aanmerking komt om fiscaal aftrekbaar te zijn indien het gaat om een renovering of om nieuwbouw te financieren ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 239 de M. Alfons Borginon du 28 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 239 van de heer Alfons Borginon van 28 januari 2004 (N.) :
Avant d’aborder plus précisément la question posée par l’honorable membre, je souhaiterais attirer son attention sur un certain nombre de mesures spécifiques qui ont été prises, au niveau fédéral, lors de la précédente législature et qui représente un stimulant pour les habitants des grandes agglomérations ou pour ceux qui souhaitent s’y établir. Ces mesures atténuent les conséquences fiscales en ce qui concerne les rénovations aux biens immobiliers utilisés comme habitation et qui sont situés dans les zones d’action positive des grandes villes.
Vooraleer nader in te gaan op de door het geachte lid gestelde vraag wil ik graag zijn aandacht vestigen op een aantal specifieke maatregelen die tijdens de vorige legislatuur op federaal niveau werden genomen en die een stimulans betekenen voor de bewoners van de grote agglomeraties of voor degenen die er zich wensen te vestigen. De maatregelen verzachten de fiscale gevolgen met betrekking tot de renovaties aan onroerende goederen die worden aangewend als woning en die gesitueerd zijn in de zones voor positief grootstedelijk beleid.
Conformément à l’article 14525 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), inséré par la loi programme du 8 avril 2003, sous le chapitre III « Avantage fiscal — Mesures dans le cadre de la politique des grandes villes », une réduction d’impoˆt est accordée pour les dépenses effectivement payées pendant la période imposable dans une zone d’action positive des grandes villes et dont le contribuable est propriétaire, possesseur, emphytéote, superficiaire ou usufruitier.
Overeenkomstig artikel 14525 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), ingevoerd door de programmawet van 8 april 2003, onder hoofdstuk 3 « Fiscaal voordeel — Maatregelen in het kader van het grootstedenbeleid » wordt een belastingvermindering verleend voor de uitgaven die tijdens het belastbaar tijdstip werkelijk zijn betaald in een zone voor positief grootstedelijk beleid en waarvan de belastingplichtige eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is.
Suivant la meˆme loi, l’article 494 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 a été complété par un sixième paragraphe qui stipule, qu’en ce qui concerne une habitation rénovée, une augmentation du revenu cadastral résultant d’une réévaluation ne prend effet qu’à partir du premier jour de la sixième année qui suit l’événement dont la déclaration est prescrite à l’article 473.
Ingevolge dezelfde wet werd artikel 494 van voormeld Wetboek aangevuld met een zesde paragraaf die bepaalt dat de uit een herschatting voortspruitende verhoging van het kadastraal inkomen met betrekking tot een gerenoveerde woning slechts uitwerking heeft vanaf de eerste dag van het zesde jaar dat volgt op het feit waarvan de aangifte bij artikel 473 is voorgeschreven.
Dans le cadre des accords du Lambermont, l’autonomie fiscale des régions a été élargie. Les régions sont compétentes, tant en ce qui concerne le taux d’imposition du précompte immobilier qu’en matière de base d’imposition nécessaire à la perception concernée. Par conséquent, les régions ainsi que les autorités qui sont habilitées à percevoir des centimes additionnels sur le montant du précompte immobilier (Pr.I.) ont la possibilité de prévoir, le cas échéant, des stimulants complémentaires. En la matière, il peut eˆtre cité à titre d’exemple que, sur pied du décret du 20 décembre 2002 en Région flamande, le revenu cadastral (RC) peut, sous certaines conditions, eˆtre temporairement exonéré du précompte immobilier, dans le cas où un immeuble commercial est transformé en habitation ou dans le cas de la réalisation de travaux de rénovation aux immeubles, tel que signifié dans le décret qui introduit une taxe sur l’inoccupation.
In het kader van de Lambermontakkoorden werd de fiscale autonomie van de gewesten verruimd. De gewesten zijn bevoegd zowel inzake de aanslagvoet van de onroerende voorheffing als inzake de grondslag dienstig voor bedoelde heffing. Bijgevolg hebben de gewesten alsmede de overheden die gemachtigd zijn om op het bedrag van de onroerende voorheffing (OV) opcentiemen te heffen de mogelijkheid om eventueel bijkomende stimulansen te voorzien. Terzake kan bij wijze van voorbeeld worden aangestipt dat door het decreet van 20 december 2002 in het Vlaamse Gewest het kadastraal inkomen (KI), onder bepaalde voorwaarden, tijdelijk kan worden vrijgesteld van de onroerende voorheffing in het geval een handelspand wordt verbouwd tot woning of in het geval van het verwezenlijken van renovatiewerkzaamheden aan gebouwen als bedoeld in het decreet dat de heffing op de leegstand heeft ingevoerd.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4342
` propos du bien auquel l’honorable membre se A réfère dans le préambule de sa question, et pour autant, il est vrai, qu’il n’existe aucune confusion concernant l’identification, il s’agit d’un immeuble industriel scindé en entités d’habitation de type loft situé au cœur de Bruxelles. Il ressort des données de mon administration, que le RC qui sert de base au précompte des « lofts moyens » (quelque 120 m2) situés à cet endroit, n’atteint pas l’ordre de grandeur cité.
In verband met het goed waarnaar het geachte lid verwijst in de preambule van zijn vraag gaat het, weliswaar voor zover er geen verwarring bestaat omtrent de identificatie, om een industrieel pand opgesplitst in woongelegenheden van het type loft dat gelegen is in het hart van Brussel. Uit de gegevens van mijn administratie blijkt dat het voor de voorheffing dienstig KI van de aldaar gelegen « modale loften » (ongeveer 120 m2), de geciteerde orde van grootte niet bereikt.
En ce qui concerne les points concrets de la demande, je puis préciser ce qui suit :
In verband met de concrete punten uit de vraagstelling kan ik het volgende preciseren :
1. Actuellement, le revenu cadastral a une double fonction. D’une part, il fait office, dans des cas bien définis, de critère pour la détermination des revenus imposables des biens immobiliers, et ce en matière d’impoˆt des personnes physiques (Article 7, CIR 1992). D’autre part, les régions utilisent ce revenu comme base d’imposition en vue de l’établissement du précompte immobilier. Le RC se réfère au revenu moyen normal net d’une année et est habituellement établi sur la base des valeurs locatives normales nettes à la période de référence. Par conséquent, l’établissement de ce revenu ne doit pas eˆtre ramené à une pure opération mathématique, mais plutoˆt à une valeur globale qui s’appuie tant sur des données chiffrées que sur des éléments non quantifiables influençant la valeur locative, comme la qualité des matériaux, le dégré de finition, les éléments de confort, les facteurs environnementaux, etc. Par définition, la méthode de travail décrite répond à la finalité du revenu cadastral fédéral.
1. Het kadastraal inkomen heeft actueel een tweeledige functie. Enerzijds fungeert het in welbepaalde gevallen als een maatstaf voor het bepalen van de belastbare inkomsten uit onroerende goederen, dit in verband met de personenbelasting (Artikel 7, WIB 1992). Anderzijds hanteren de gewesten dit inkomen als grondslag met het oog op de vestiging van de onroerende voorheffing. Het KI refereert naar het gemiddeld normaal netto-inkomen van één jaar en is normaliter vastgesteld op grond van de normale nettohuurwaarden op het referentietijdstip. De vaststelling van dit inkomen is bijgevolg niet terug te brengen tot een zuiver mathematische bewerking maar is veeleer een globale waardering die steunt, zowel op cijfergegevens, als op niet-kwantificeerbare elementen zoals de weerslag van de kwaliteit der materialen, de graad van afwerking, de comfortelementen, omgevingsfactoren, enzovoort; op de huurwaarde. Per definitie beantwoordt de uiteengezette werkwijze aan de finaliteit van het federale kadastraal inkomen.
2. Je suis disposé à délibérer d’une éventuelle actualisation des valeurs cadastrales avec toutes les autorités concernées. Une telle opération n’est pas réalisable à court terme, excepté si les régions voulaient intervenir dans le financement.
2. Ik ben bereid met alle betrokken overheden overleg te plegen in verband met een eventuele actualisering van de kadastrale waarden. Op korte termijn is een dergelijke operatie niet realiseerbaar behalve wanneer de gewesten zouden tussenkomen in de financiering.
3. La question posée au point 3 porte manifestement sur les limites du montant initial de l’emprunt hypothécaire qui sont applicables en matière de déduction complémentaire d’intéreˆts et de réductions pour épargne à long terme et pour épargne-logement, et qui sont prévues aux articles 116, 1er alinéa, 1456, alinéa 2, et 14519, alinéa 2, du Code des impoˆts sur les revenus 1992. ` cet égard, je dois cependant attirer l’attention de A l’honorable membre sur la réponse à la question parlementaire no 86 du 19 octobre 1999 (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 70, p. 7909) de Mme la députée Pieters dans laquelle j’ai notamment déclaré que dans l’état actuel de la législation, les intéreˆts et les amortissements en capital d’emprunts hypothécaires contractés en vue de l’acquisition d’un immeuble industriel et/ou la transformation d’un tel immeuble en appartements résidentiels individuels,
3. De vraag gesteld onder punt 3 heeft klaarblijkelijk betrekking op de in de artikelen 116, eerste lid, 1456, tweede lid en 14519, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalde begrenzingen van het aanvangsbedrag van de hypothecaire lening voor de toepassing van, respectievelijk, de bijkomende interestaftrek en de verminderingen voor het lange termijnsparen en het bouwsparen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Dienaangaande moet ik de aandacht van het geachte lid evenwel vestigen op het antwoord op de parlementaire vraag nr. 86 van volksvertegenwoordiger mevrouw Pieters van 19 oktober 1999 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 70, blz. 7909), waarin ik inzonderheid heb gesteld dat de interesten en de kapitaalsaflossingen van hypothecaire leningen voor de aankoop van een industrieel gebouw en/of de verbouwing ervan tot individuele woonappartementen, in de huidige stand van de wetgeving niet voor de 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4343
n’entrent pas en considération pour les avantages fiscaux susvisés.
bovenvermelde belastingvoordelen in aanmerking komen.
DO 2003200410814
DO 2003200410814
Question no 253 de Mme Trees Pieters du 5 février 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 253 van mevrouw Trees Pieters van 5 februari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Complément oral à la réclamation dans le cadre de l’exercice du « droit d’être entendu ».
Mondelinge aanvulling van het bezwaarschrift naar aanleiding van het uitoefenen van het « hoorrecht ».
En vertu des dispositions légales de l’article 374, alinéa 3, du CIR 1992, le contribuable dispose d’un droit d’être entendu.
Krachtens de wettelijke bepalingen van artikel 374, derde lid, WIB 1992, beschikt de belastingplichtige over een hoorrecht.
L’administration fiscale estime à juste titre, à cet égard, qu’il ne peut s’agir d’une mascarade (voir aussi : Doc. parl., Sénat, 1998-1999, no 1-966/11, p. 165). L’audition du réclamant ou de son mandataire ne peut donc jamais prendre la forme d’une formalité inutile (application du principe général du « caractère effectif de la procédure »; voir Flamme, Droit administratif, partie I, no 167, p. 393).
De belastingadministratie is daarbij terecht van oordeel dat het niet mag gaan om een schijnvertoning (zie ook : Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-966/11, blz. 165). Het horen van de bezwaarindiener of zijn gevolmachtigde mag dus nooit de vorm aannemen van een zinloze formaliteit (toepassing van het algemeen beginsel van het « effectief karakter van de procedure »; zie Flamme, « Droit administratif », deel I, nr. 167, blz. 393).
` l’occasion de l’audition, au bureau des contribuA tions ou au domicile du contribuable, des griefs, moyens, motivations, motifs effectifs et juridiques, affirmations, arguments et/ou autres explications orales, déclarations, critiques, commentaires ou éclaircissements complémentaires sont généralement fournis par le réclamant et/ou par son délégué pour renforcer, appuyer et confirmer la réclamation déjà introduite.
Ter gelegenheid van de hoorzitting, ten belastingkantore of eventueel ten huize van de belastingplichtige, worden door de bezwaarindiener en/of door zijn gevolmachtigde meestal aanvullende grieven, middelen, beweegredenen, feitelijke en juridische motieven, bewijsgronden, beweringen, argumenten en/of andere mondelinge toelichtingen, verklaringen, kritiek, commentaar of verduidelijkingen verstrekt tot staving, ondersteuning en bekrachtiging van het reeds ingediende bezwaarschrift.
Pour respecter pleinement les principes de bonne administration, toutes ces nouvelles données effectives et/ou nouveaux éléments juridiques sont généralement confrontés aux faits figurant dans le dossier et à la législation fiscale applicable.
Uit afdoende respect voor de beginselen van behoorlijk bestuur worden al die nieuw aangebrachte feitelijke gegevens en/of juridische elementen veelal getoetst aan de feiten in het dossier en aan de toepasselijke fiscale wetgeving.
Dans la pratique, se posent toutefois toujours, à cet égard, les questions juridiques d’ordre général suivantes :
In de praktijk rijzen daarbij echter wel nog altijd de volgende algemene juridische vragen.
1. Toutes ces nouvelles informations apportées « oralement » doivent-elles :
1. Moet al die « mondeling » nieuw aangebrachte informatie :
a) être examinées point par point, sur le plan légal, par le fonctionnaire du contentieux et être reprises intégralement et réfutées dans une note d’enquête ou un rapport d’enquête;
a) door de geschillenambtenaren wettelijk punt per punt worden onderzocht en schriftelijk integraal worden opgenomen en weerlegd in een onderzoeksnota of in een onderzoeksverslag;
b) être jugées point par point, sur le plan légal, dans la décision directoriale, et faire l’objet d’une conclusion ?
b) in de directoriale beslissing wettelijk punt per punt worden beoordeeld en moet erover worden geconcludeerd ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4344
2. a) Faut-il prendre acte, dans un rapport, de tous ces griefs avancés « oralement » à l’occasion de l’audition par le fonctionnaire du contentieux en charge du dossier, et peut-on ultérieurement faire une copie et prendre connaissance de ce rapport, conformément à l’article 32 de la Constitution et à la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l’administration ?
2. a) Moet van al die « mondeling » aangevoerde grieven en middelen naar voren gebracht ter gelegenheid van het horen door de onderzoekende geschillenambtenaar akte worden genomen in een verslag en kan van dit rapport naderhand inzage en kopie worden genomen overeenkomstig artikel 32 van de Grondwet en de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur ?
b) Le réclamant peut-il ou doit-il éventuellement cosigner ce rapport ou rapport d’audition ?
b) Mag of moet de bezwaarindiener dit verslag of hoorrapport eventueel mede ondertekenen ?
3. Toutes ces réclamations, remarques et considérations formulées oralement sont-elles considérées, sur le plan légal, comme des éléments « complémentaires » au sens de l’article 372 du CIR 1992 ?
3. Worden al die mondeling geformuleerde bezwaren, opmerkingen en bedenkingen wettelijk beschouwd als « aanvullende » elementen in de zin van artikel 372, WIB 1992 ?
4. Pouvez-vous indiquer, point par point, votre conception et votre méthode de travail générales à la lumière des dispositions actuellement en vigueur des articles 366 à 375 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et dans le cadre de la nouvelle culture fiscale conviviale et des principes d’administration efficace et performante ?
4. Kan u, punt per punt, uw algemene ziens- en handelwijze meedelen in het licht van de thans vigerende bepalingen van de artikelen 366 tot en met 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en in het kader van de nieuwe en klantvriendelijke fiscale cultuur alsmede van de beginselen van een behoorlijk en performant bestuur ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 253 de Mme Trees Pieters du 5 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 253 van mevrouw Trees Pieters van 5 februari 2004 (N.) :
1 à 4. En vertu de l’article 372, CIR 1992, aussi longtemps qu’une décision n’est pas intervenue, le redevable peut compléter sa réclamation initiale par des griefs nouveaux, libellés par écrit. En conséquence, une information communiquée oralement à l’occasion de l’exercice du droit d’être entendu ne peut être considérée comme un grief nouveau au sens de l’article 372, CIR 1992, précité. En outre, il ne peut être statué sur la portée exacte d’un grief nouveau que pour autant que celui-ci ait été exposé par écrit.
1 tot 4. Overeenkomstig artikel 372, WIB 1992, mag de belastingplichtige zolang geen beslissing is genomen, zijn oorspronkelijk bezwaarschrift aanvullen met nieuwe, schriftelijk geformuleerde bezwaren. Aldus kan een mondeling aangebrachte informatie ter gelegenheid van het uitoefenen van zijn hoorrecht niet als een nieuw bezwaar in de zin van voornoemd artikel 372, WIB 1992, worden beschouwd. Bovendien kan slechts over de juiste draagwijdte van een nieuwe grief worden geoordeeld voor zover deze schriftelijk werd vastgelegd.
DO 2003200410829
DO 2003200410829
Question no 258 de Mme Yolande Avontroodt du 9 février 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 258 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 februari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Statut social des médecins.
Sociaal statuut van de artsen.
1. Dans le cadre du statut social INAMI des médecins conventionnés, existe-t-il encore des différences en matière de déductibilité fiscale entre les primes payées à la Caisse de prévoyance des médecins et la PCLIpension complémentaire libre des indépendants ?
1. Zijn er in het kader van het RIZIV-sociaal statuut van de geconventioneerde artsen nog verschillen in fiscale aftrekbaarheid tussen de premies betaald aan enerzijds de Voorzorgskas voor geneesheren en het VAPZ-vrijwillig aanvullend pensioen voor zelfstandigen ?
2. L’interdiction de cumul en matière de déductibilité fiscale entre la Caisse de prévoyance et la PCLI estelle maintenue ?
2. Blijft het cumulatieverbod inzake fiscale aftrekbaarheid bestaan tussen de Voorzorgskas en het VAPZ ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4345
3. Quel est le régime fiscal des primes payées dans ce cadre par un médecin non conventionné ?
3. Wat is het fiscaal regime van de premies in dit kader betaald door de niet-geconventioneerde arts ?
4. Dans quelles conditions sur le plan fiscal la cotisation INAMI pour le statut social du médecin conventionné peut-elle être versée au nom d’une société de médecins ?
4. Onder welke fiscale voorwaarden mag de RIZIV-bijdrage voor het sociaal statuut van de geconventioneerde arts op naam van een praktijkvennootschap worden gestort ?
5. Quelles sont les conséquences sur le plan fiscal pour un médecin ayant signé un contrat dans le cadre du statut social et qui dénonce la convention pour une ou plusieurs années ?
5. Wat zijn de fiscale gevolgen voor de arts die een van de « sociaal statuut contracten » heeft ondertekend en die de conventie voor één of meer jaren opzegt ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 258 de Mme Yolande Avontroodt du 9 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 258 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 februari 2004 (N.) :
Les questions de l’honorable membre concernent manifestement le nouveau régime de pensions complémentaires pour indépendants instauré par la loiprogramme (I) du 24 décembre 2002, ci-après dénommée « la loi-programme ». Plus précisément, elle souhaite savoir quelles sont les implications fiscales relatives aux cotisations personnelles versées par les médecins pour la constitution d’une pension complémentaire.
De vragen van het geachte lid hebben klaarblijkelijk betrekking op het nieuwe stelsel van aanvullende pensioenen voor zelfstandigen dat werd ingevoerd door de programmawet (I) van 24 december 2002, hierna « de programmawet » genoemd. Meer bepaald wenst zij hiervan de fiscale implicaties te vernemen voor de persoonlijke bijdragen die geneesheren storten voor de opbouw van een aanvullend pensioen.
Tout d’abord, je tiens à signaler que conformément aux articles 45 et 75 de la loi-programme, le volet fiscal concernant la réforme des pensions complémentaires des indépendants est basé sur le volet social, de sorte que mon collègue des Affaires sociales et de la Santé publique est, en premier ressort, compétent pour certaines questions. (Question no 100 du 16 avril 2004.)
Vooreerst moet ik opmerken dat, overeenkomstig de artikelen 45 en 75 van de programmawet, het fiscale luik inzake de hervorming van de aanvullende pensioenen zelfstandigen gebaseerd is op het sociaal luik, zodat voor een aantal vragen in eerste instantie mijn collega van Sociale Zaken en Volksgezondheid bevoegd is. (Vraag nr. 100 van 16 april 2004.)
Sous cette réserve, je peux lui confirmer, en tout état de cause, qu’à partir de l’exercice d’imposition 2005, les cotisations personnelles versées à AMONIS (précédemment Caisse de prévoyance des médecins) ou à un autre organisme de pension par un médecin avec le statut d’indépendant à titre principal, conventionné ou non, pour la constitution d’une pension complémentaire de retraite et/ou de survie ainsi que les cotisations personnelles versées aux mêmes fins par un autre indépendant à titre principal à un organisme de pension, sont, conformément à l’article 52, 7obis, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, considérées comme des frais professionnels déductibles, à condition qu’il s’agisse de cotisations visées à l’article 45 de la loiprogramme et dans la mesure où ces cotisations ne dépassent pas la cotisation maximale qui est obtenue en application des articles 44, § 2, et 46, § 1er, de la loiprogramme.
Onder dit voorbehoud kan ik haar alleszins bevestigen dat vanaf aanslagjaar 2005 de persoonlijke bijdragen die voor de opbouw van een aanvullend rust- en/ of overlevingspensioen door een al dan niet geconventioneerde geneesheer met het statuut van zelfstandige in hoofdberoep aan AMONIS (voorheen Voorzorgskas voor geneesheren) hetzij aan een andere pensioeninstelling worden gestort, evenals de persoonlijke bijdragen die door een andere zelfstandige in hoofdberoep voor dezelfde doeleinden aan een pensioeninstelling worden gestort, overeenkomstig artikel 52, 7obis, van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 als aftrekbare beroepskosten worden aangemerkt, op voorwaarde dat ze bijdragen uitmaken in de zin van artikel 45 van de programmawet en in zover deze bijdragen niet hoger zijn dan de maximale bijdrage die wordt bekomen met toepassing van de artikelen 44, § 2, en 46, § 1, van de programmawet.
En ce qui concerne les médecins conventionnés, il est à noter que la cotisation INAMI payée directement à l’organisme de pension par l’Institut national d’assurance maladie-invalidité et qui constitue un avantage exonéré dans le chef du bénéficiaire n’est pas
Inzake de geconventioneerde geneesheren wordt wel opgemerkt dat de RIZIV-bijdrage die door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering rechtstreeks aan de pensioeninstelling wordt betaald en die een van belasting vrijgesteld voordeel uitmaakt
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
550
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4346
considérée pour ce dernier comme une cotisation personnelle déductible.
ten name van de verkrijger, niet als een aftrekbare persoonlijke bijdrage van deze laatste kan worden aangemerkt.
DO 2003200410894
DO 2003200410894
Question no 265 de M. Yves Leterme du 16 février 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 265 van de heer Yves Leterme van 16 februari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Mesures tendant à compléter le cadre organique du SPF Finances. — Centres de controˆle en Flandre occidentale.
Invulling personeelsformatie bij FOD Financie¨n. — Controlecentra in West-Vlaanderen.
Plusieurs informations préoccupantes m’ont été récemment rapportées au sujet des mesures tendant à compléter le cadre organique du SPF Finances. Depuis des années, de nombreux habitants de Flandre occidentale doivent se rendre quotidiennement à Anvers ou à Bruxelles pour y compléter le cadre. Il semblerait en outre qu’en Flandre occidentale, le personnel ne soit pas réparti de manière équilibrée entre les différents services. Les mesures tendant à compléter le cadre organique du SPF Finances suscitent manifestement un grand ressentiment chez les fonctionnaires.
Diverse merkwaardige toestanden in verband met de invulling van de personeelsformatie bij de FOD Financie¨n, werden mij onlangs gebrieft. Het is al jaren zo dat vele West-Vlamingen dagelijks naar Brussel of Antwerpen moeten pendelen om aldaar het kader op te vullen. Bovendien is er in West-Vlaanderen blijkbaar tussen de diverse diensten geen evenwichtige spreiding van het personeel. De invulling van de personeelsformatie binnen de FOD Financie¨n geeft blijkbaar heel wat wrevel bij de ambtenaren.
1. Est-il exact qu’au service de taxation de Roulers, deux agents taxateurs sont responsables des dossiers de 18 000 salariés ?
1. Is het juist dat in de Taxatiedienst te Roeselare twee taxateurs instaan voor 18 000 loontrekkenden ?
2. a) Des programmes spécifiques de reconversion ontils été mis en place pour le personnel qui était en charge du traitement des déclarations à la TVA et des relevés intracommunautaires avant l’introduction du scanning ?
2. a) Werden specifieke omvormingsprogramma’s opgezet voor het personeel dat vo´o´r de invoering van de scanning van de BTW-aangiften en intracommunautaire opgaven, verantwoordelijk waren voor de verwerking ervan ?
b) Combien de ces fonctionnaires ont-ils déjà suivi ce recyclage ?
b) Hoeveel van deze ambtenaren hebben deze omvorming reeds gekregen ?
c) Est-il exact qu’ils n’ont en fait plus de travail, et ce depuis le 1er janvier 2003 ?
c) Is het juist dat zij in feite zonder werk zitten en dit reeds vanaf 1 januari 2003 ?
d) Combien de ces fonctionnaires de la TVA occupent-ils toujours la même fonction, en réalité supprimée, à Roulers ?
d) Hoeveel van deze BTW-ambtenaren werken nog steeds in dezelfde in feite opgeheven functie in Roeselare ?
3. a) Combien d’emplois sont-ils vacants dans les différents centres de controˆle de la Flandre occidentale ?
3. a) Hoeveel plaatsen zijn er vacant in de diverse controlecentra verspreid over West-Vlaanderen ?
b) Est-il exact qu’en raison du gel du recrutement, ces postes n’ont pu être pourvus ?
b) Is het juist dat door de wervingsstop deze niet kunnen worden opgevuld ?
4. Quels sont vos projets concrets en vue de remédier à ces problèmes ?
4. Welke concrete plannen heeft u om deze toestanden te verhelpen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4347
Réponse du ministre des Finances du 9 avril 2004, à la question no 265 de M. Yves Leterme du 16 février 2004 (N.) : 1. Les controˆles de Roulers (impoˆt des personnes physiques) présentent au 1er mars 2004 un déficit en personnel de 10 unités sur la base de l’effectif prévu de 25 (tous grades confondus). 2. a) et b) Le personnel des services de taxation de la TVA qui était chargé du traitement manuel des documents TVA avant l’introduction du scanning, a été affecté à d’autres taˆches spécifiques dans les structures et services existants des services de taxation (par exemple, le suivi actif de nouveaux assujettis et d’opérations intracommunautaires). La mise en circuit de ces membres du personnel n’implique pas de formation de recyclage spécifique puisque, comme tous les fonctionnaires, ces agents ont reçu lors de leur engagement une formation de base afin de pouvoir être intégrés à de telles taˆches dans ces services de taxation. De plus, ils ont toujours la possibilité de participer à des activités de formation leur permettant de contribuer largement à leur affectation à certaines taˆches spécifiques, par exemple par une formation en informatique. c) Les activités des services de taxation ne concernent pas seulement le traitement des déclarations des assujettis mais également le suivi et le traitement d’autres données administratives qui mettent en œuvre d’importantes taˆches diverses. Le volume de travail qui découle de ces activités reste considérable et exige que tous les agents présents dans ces services de taxation y soient utilisés effectivement. d) Les services de taxation TVA de Roulers, anciennement chargés de traitement des déclarations TVA, étaient au nombre de trois offices de controˆle. Le nombre total de fonctionnaires chargés de la totalité des travaux de manutention, y compris le traitement des déclarations dans ces offices, est de 15 unités, à savoir 7 agents de niveau C et 8 agents de niveau D. 3. a) Quant aux centres de controˆle situés en Flandre occidentale, ce déficit est de 48 unités par rapport à l’effectif prévu de 366 (tous grades confondus). b) Lors de chaque mouvement de personnel, l’administration veille à combler ces manques en personnel. Un renfort important des services dépendant
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Financie¨n van 9 april 2004, op de vraag nr. 265 van de heer Yves Leterme van 16 februari 2004 (N.) : 1. De controles te Roeselare (personenbelasting) vertonen op 1 maart 2004 een personeelsgebrek van 10 eenheden ten opzichte van het voorzien effectief van 25 (alle graden gemengd). 2. a) en b) De personeelsleden van de taxatiediensten BTW die vo´o´r de invoering van de scanning van de BTW-documenten belast waren met de manuele verwerking ervan, werden binnen de bestaande structuren en diensten ingezet voor andere specifieke taken van de taxatiediensten (bijvoorbeeld, de actieve opvolging van nieuwe belastingplichtigen en intracommunautaire verrichtingen). De inzet van deze personeelsleden vereist geen specifiek omvormingsprogramma omdat deze, zoals alle ambtenaren, bij hun aanwerving een basisopleiding hebben genoten met het oog op hun inschakeling in de werkzaamheden op deze taxatiediensten. Zij hebben bovendien voortdurend de mogelijkheid om deel te nemen aan vormingsactiviteiten die een aanzienlijke bijdrage leveren aan hun inzetbaarheid voor bepaalde specifieke taken, bijvoorbeeld door een opleiding inzake informatica. c) De werkzaamheden op de taxatiediensten behelzen niet alleen de verwerking van aangiften van de belastingplichtigen, maar evenzeer het bijhouden en verwerken van andere administratieve gegevens die omvangrijke en belangrijke benaarstigingen vergen. Het werkvolume op deze diensten is en blijft aanzienlijk en vereist derhalve dat alle beschikbare personeelsleden op de taxatiediensten er effectief ingeschakeld worden. d) De taxatiediensten BTW te Roeselare, die voorheen belast waren met de verwerking van BTWaangiften, omvatten drie controlekantoren. Het totaal aantal ambtenaren belast met het geheel van de werkzaamheden op het vlak van manutentie, inbegrepen de behandeling van de aangiften in deze kantoren, bedraagt 15 eenheden, namelijk 7 ambtenaren van niveau C en 8 ambtenaren van niveau D. 3. a) Wat de in West-Vlaanderen gevestigde controlecentra betreft, is er een tekort van 48 eenheden op een voorzien effectief van 366 (alle graden gemengd). b) Bij elke personeelsbeweging waakt de administratie erover om deze tekorten te verhelpen. In de loop van het jaar 2003 werden de diensten gelegen 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4348
de la direction régionale de Bruges a d’ailleurs été réalisé au cours de l’année 2003. Cependant, l’administration se doit de répartir le personnel de manière équilibrée entre tous ses services et tenir compte, entre autres, du déficit en personnel à Bruxelles et Anvers. 4. Cf. point 3, b).
in de gewestelijke directie Brugge trouwens aanzienlijk versterkt. De administratie dient echter haar personeel op een evenwichtige manier te verdelen tussen al haar diensten en rekening te houden met onder andere het personeelstekort in Brussel en Antwerpen. 4. Cf. punt 3, b).
DO 2003200420904
DO 2003200420904
Question no 268 de M. Geert Lambert du 17 février 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 268 van de heer Geert Lambert van 17 februari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Recouvrement de la taxe de circulation. — Poids lourds.
Inning verkeersbelasting. — Vrachtwagens.
Il me revient que pour les poids lourds la taxe de circulation n’est recouvrée qu’après que le nouveau propriétaire a lui-même entrepris les démarches nécessaires auprès des services fiscaux compétents. Cette déclaration, accompagnée d’une invitation à payer, ne lui serait donc pas automatiquement envoyée, comme c’est le cas pour les voitures particulières.
Naar verluidt wordt de verkeersbelasting van de vrachtwagens pas geı¨nd nadat de nieuwe eigenaar van een vrachtwagen hiervoor zelf bij de bevoegde belastingdiensten de nodige stappen heeft ondernomen. In tegenstelling tot wat de gewone personenwagens betreft, wordt deze aangifte dus niet automatisch opgestuurd met het verzoek tot betalen.
1. Comment pouvez-vous expliquer cette situation ?
1. Kan u meedelen wat daarvoor de verantwoording is ?
2. Combien de procès-verbaux ont-ils été établis pour non-paiement de la taxe de circulation ?
2. Kan u meedelen hoeveel processen-verbaal er werden opgesteld naar aanleiding van de vaststelling dat deze verkeersbelasting niet werd voldaan ?
3. Pouvez-vous communiquer ces données pour les années 2000, 2001, 2002 et 2003 ?
3. Kunnen deze gegevens meegedeeld worden voor de jaren 2000, 2001, 2002 en 2003 ?
4. Comptez-vous étendre aux poids lourds le système actuellement d’application aux voitures, de sorte que les nouveaux propriétaires soient eux-aussi automatiquement invités à acquitter la taxe due ?
4. Overweegt u om het systeem dermate aan te passen zoals het ook van toepassing is voor de personenwagens, zodat de nieuwe eigenaars automatisch worden uitgenodigd tot het voldoen van de verschuldigde belasting ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 268 de M. Geert Lambert du 17 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 268 van de heer Geert Lambert van 17 februari 2004 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid zal hierna het antwoord vinden op zijn vragen.
1 et 4. En matière de taxe de circulation, le fait générateur de l’impoˆt dépend du genre de véhicule. Le parc automobile est divisé en deux grandes catégories, à savoir la catégorie des véhicules « automatisés » et la catégorie des véhicules « non automatisés ».
1 en 4. Op het vlak van de verkeersbelasting hangt het ontstaan van de belastingschuld af van de aard van het voertuig. Het wagenpark is in twee grote categoriee¨n gesplitst namelijk de categorie van de « geautomatiseerde » en de categorie van de « nietgeautomatiseerde » voertuigen.
Pour les véhicules de la première catégorie, le fait générateur de la taxe est l’inscription (ou l’obligation d’inscription) dans le répertoire de la Direction pour
Voor de voertuigen van de eerste categorie ontstaat de belastingschuld door hun inschrijving (of verplichting tot inschrijving) in het repertorium van de Directie
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4349
l’immatriculation des véhicules (DIV) qui dépend du service public fédéral Mobilité et Transport.
voor de inschrijving van de voertuigen (DIV) die afhangt van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Un tel véhicule est présumé mis en usage sur la voie publique dès ce moment et est taxable pendant toute la durée de cette immatriculation ou de cette obligation d’immatriculation (voir article 21 du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus (CTA)).
Een dergelijk voertuig wordt geacht op de openbare weg in gebruik te zijn genomen vanaf dit ogenblik en het is belastbaar voor de volledige duur van die inschrijving of die inschrijvingsverplichting (zie artikel 21 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (WGB)).
Dès que la DIV informe le Centre de traitement de l’information de l’administration des Contributions directes CCTI/TC de l’immatriculation d’un véhicule, ce service envoie au redevable une invitation de paiement afférente à la période imposable en cours. Par la suite, ce service continuera à envoyer, au moment opportun, les invitations pour les périodes imposables successives.
Zodra het Centrum voor informatieverwerking van de administratie der Directe Belastingen BCIV/VB door de DIV ingelicht wordt nopens de inschrijving van het voertuig, zendt deze dienst aan de belastingschuldige een uitnodiging om de belasting te betalen in verband met het lopende belastbare tijdperk Vervolgens zal deze dienst hem, op het gepaste ogenblik, blijven uitnodigen voor de achtereenvolgende belastbare tijdperken.
Le système de la perception automatisée a permis de simplifier au plus haut point les formalités fiscales concernant les véhicules de la première catégorie. De là découle la suppression, pour ces véhicules, de la déclaration au receveur des contributions directes et du signe distinctif fiscal.
Door het systeem van de geautomatiseerde inning konden de fiscale formaliteiten met betrekking tot de voertuigen van de eerste categorie uitermate worden vereenvoudigd. Vandaar de afschaffing voor deze voertuigen van de aangifte bij de ontvanger der directe belastingen en van het fiscale kenteken.
Pour les véhicules de la seconde catégorie, le fait générateur de l’impoˆt n’est pas leur immatriculation, ni la possession ou la détention de ceux-ci, mais bien l’usage effectif du véhicule sur la voie publique (voir article 6 CTA).
Voor de voertuigen van de tweede categorie ontstaat de belastingschuld niet door hun inschrijving, noch wegens het bezit of de beschikking erover, maar door het feit dat het voertuig werkelijk op de openbare weg wordt gebruikt (zie artikel 6 WGB).
Le redevable de la taxe afférente à un véhicule « non automatisé » doit, avant la mise en usage du véhicule sur la voie publique, souscrire une déclaration auprès du receveur des contributions directes, déclaration qui reste valable d’année en année et jusqu’à révocation.
De belastingschuldige in verband met een « nietgeautomatiseerd » voertuig moet alvorens het voertuig wordt gebruikt een aangifte onderschrijven bij de ontvanger der directe belastingen dat van jaar tot jaar en tot aan de intrekking geldig blijft.
Après paiement de la taxe, il est remis au déclarant un signe distinctif dont le véhicule doit être constamment pourvu.
Na betaling van de belasting wordt aan de aangever een kenteken uitgereikt, waarvan het voertuig voortdurend moet voorzien zijn.
Le projet initial de la loi du 25 janvier 1999 modifiant le Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus conformément à la directive no 93/89/CEE du Conseil des Communautés européennes (Moniteur belge du 19 février 1999) tendait à la perception automatisée de la taxe de circulation également pour la majorité du parc des véhicules industriels.
Het oorspronkelijk ontwerp van de wet van 25 januari 1999 houdende wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen overeenkomstig de richtlijn nr. 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen (Belgisch Staatsblad van 19 februari 1999) beoogde voor het gros van het bedrijfsvoertuigenpark eveneens de geautomatiseerde inning van de verkeersbelasting.
` la demande expresse du secteur du transport de A marchandises, qui a par ailleurs été étroitement associé à tout le processus d’élaboration de la loi précitée du 25 janvier 1999, le gouvernement a toutefois introduit un amendement au projet de loi initial afin d’exclure du système de la perception automatisée les véhicules lourds destinés au transport de marchandises.
Op uitdrukkelijke vraag van de bedrijfssector van het goederenvervoer, die trouwens bij het gehele wordingsproces van de voornoemde wet van 25 januari 1999 nauw betrokken is geweest, heeft de regering echter een amendement aan het oorspronkelijk wetsontwerp ingediend teneinde de zware voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen uit te sluiten uit het systeem van de geautomatiseerde inning.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4350
Le système de la perception non automatisée de la taxe de circulation pour les véhicules utilitaires lourds offre en effet la possibilité d’une gestion plus efficace du parc automobile.
Het systeem van de niet-geautomatiseerde inning van de verkeersbelasting voor de zware bedrijfsvoertuigen biedt namelijk de mogelijkheid tot een efficie¨nter beheer van het wagenpark.
Effectivement, dans ce système, il peut être mis fin à la taxation d’un véhicule « non automatisé » par une simple révocation de la déclaration auprès du receveur des contributions directes compétents (sans radiation de l’inscription dans le répertoire de la DIV).
Immers, in dit systeem kan aan de belastbaarheid van een « niet-geautomatiseerd » voertuig een einde worden gesteld door het eenvoudig intrekken van de aangifte bij de bevoegde ontvanger der directe belastingen (zonder de schrapping van de inschrijving in het repertorium van de DIV).
En outre, la période imposable commence à courir le premier jour de l’usage effectif du véhicule sur la voie publique et non à partir de l’inscription dans le répertoire de la DIV.
Bovendien begint het belastbaar tijdperk pas te lopen op de eerste dag van het daadwerkelijk gebruik van het voertuig op de openbare weg en niet vanaf de inschrijving in het repertorium van de DIV.
La modification du système de perception de la taxe de circulation due pour les véhicules utilitaires lourds destinés au transport de marchandises ne me paraıˆt donc pas opportune.
De aanpassing van de inningswijze van de verkeersbelasting verschuldigd voor de zware voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen lijkt mij dan ook niet opportuun.
2 et 3. L’administration des Douanes et Accises, qui détient les données relatives au nombre des controˆles effectués et le nombre des infractions concernant la taxe de circulation sur les véhicules automobiles, ne dispose que depuis 2003 des moyens adéquats et de l’infrastructure nécessaire pour récolter et traiter l’information d’une manière convenable.
2 en 3. De administratie der Douane en Accijnzen die de gegevens bijhoudt van het aantal uitgevoerde controles en het aantal overtredingen inzake verkeersbelasting, beschikt slechts sinds 2003 over de aangepaste middelen en over een voldoende uitgeruste infrastructuur om de informatie op een betrouwbare manier in te zamelen en te verwerken.
En 2003, au total, 41 696 controˆles ont été effectués au nombre desquels des infractions ont été constatées dans les catégories suivantes :
In 2003 werden er in totaal 41 696 controles uitgevoerd waarbij volgende categoriee¨n in overtreding werden gesteld :
— camionnettes : 190;
— lichte vrachtwagen : 190;
— camions : 1 150;
— vrachtwagen : 1 150;
— tracteurs : 1 367.
— trekkers : 1 367.
DO 2003200420929
DO 2003200420929
Question no 272 de M. Jean-Jacques Viseur du 20 février 2004 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 272 van de heer Jean-Jacques Viseur van 20 februari 2004 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Conséquences d’un carrousel TVA à l’égard d’un assujetti de bonne foi.
Consequenties van een BTW-carrousel voor een belastingplichtige die te goeder trouw is.
Certains assujettis tout à fait de bonne foi (c’est-àdire qui ont réellement acheté une marchandise existante et réellement payé un prix à son fournisseur) se retrouvent involontairement un maillon d’un carrousel TVA.
Het gebeurt dat belastingplichtigen die geheel te goeder trouw zijn (daarmee bedoelen wij : die een bestaand goed daadwerkelijk gekocht hebben en de leverancier de gevraagde prijs hebben betaald) ongewild verstrikt geraken in een BTW-carrousel.
Il me revient que lorsque le fournisseur a disparu sans verser au Trésor la TVA pourtant encaissée, les service de l’Inspection spéciale des impoˆts (ISI) se retournent vers l’assujetti de bonne foi afin de mettre en cause son droit à déduction.
Als de leverancier met de noorderzon vertrokken is zonder de geı¨nde BTW aan de Schatkist door te storten, richt de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) naar verluidt haar pijlen op de BTW-plichtige die te goeder trouw gehandeld heeft, en stelt ze zijn recht op aftrek van de betaalde BTW ter discussie.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4351
Cette situation, rencontrée notamment dans le secteur du commerce automobile, met ainsi l’assujetti de bonne foi dans une situation dramatique dès lors que celui-ci est considéré comme le complice du carrousel alors qu’il n’a fait que le financer sans le savoir. Un escroc étant ainsi parti avec l’argent que l’assujetti a versé à titre de TVA. Ce dernier ne pourrait récupérer cette somme dès lors que son droit à déduction lui est refusé sous prétexte qu’il a acheté et revendu un bien « pollué » par le carrousel TVA. Dans ce cas, l’administration fiscale lui reproche une espèce de « culpa in eligendo » dès lors que celui-ci n’aurait pas vérifié la qualité de son fournisseur.
Dat soort situaties doet zich met name voor in de autohandel, en brengt de BTW-plichtige die te goeder trouw is, in een bijzonder lastig parket : hij wordt als medeplichtige aan de BTW-carrousel beschouwd, terwijl hij die weliswaar mee gefinancierd heeft, maar zonder het te weten ! Met de door de BTW-plichtige betaalde BTW is een oplichter aan de haal. De betrokken belastingplichtige zou dat geld nu niet in mindering mogen brengen; de aftrek wordt geweigerd omdat hij zogezegd een door een BTW-carrousel « bezoedeld » goed heeft gekocht en doorverkocht. De belastingadministratie beschuldigt de belastingplichtige in feite van een soort « culpa in eligendo », omdat hij niet zorgvuldig zou zijn geweest bij de keuze van zijn leverancier en nagelaten zou hebben deze te screenen.
1. N’estimez-vous pas que la qualité même de l’escroc consiste dans sa capacité de tromper les plus avertis ?
1. Meent u niet dat het juist eigen is aan een oplichter die naam waardig dat hij zelfs de meest alerte medemens een rad voor ogen kan draaien ?
2. Ou` commence la négligence dès lors que le carrousel mis en œuvre trompe d’abord et pour une certaine part l’administration ?
2. Wie is er eigenlijk onzorgvuldig; is het niet in de eerste plaats de administratie die met de BTWcarrousel voor een stuk wordt bedrogen ?
3. En outre, considérez-vous que l’administration fiscale peut reprocher à un assujetti lambda une négligence alors que pendant des années le système de carrousel reposait sur la délivrance, par l’administration de la TVA, d’une autorisation d’exonération prévue, à l’époque, à l’article 43 du Code TVA d’autant plus que celle-ci a parfois été accordée bien légèrement, sans aucune enquête préalable, à des assujettis qui n’avaient jamais exporté ou qui étaient en contentieux en matière de TVA ?
3. Vindt u daarenboven dat de belastingadministratie de gewone belastingplichtige onzorgvuldigheid mag verwijten terwijl het hele carrouselsysteem net jarenlang berustte op de afgifte door de BTWadministratie van een toestemming tot vrijstelling conform het indertijd vigerende artikel 43 van het BTWWetboek, en die toestemming daarbij soms wel erg lichtvaardig, zonder voorafgaand onderzoek, verleend werd aan belastingplichtigen die nog nooit goederen uitgevoerd hadden of met wie een BTW-geschil hangend was ?
4. Estimez-vous équitable que l’administration, se trouvant face à des fraudeurs insolvables, se retourne vers l’assujetti de bonne foi qui souvent peut démontrer à l’instruction pénale qu’il était lui-même une victime tout à fait ignorante de ce mécanisme frauduleux ?
4. Vindt u het billijk dat de administratie, als ze haar gram niet kan halen bij een insolvente fraudeur, zich tegen de belastingplichtige die te goeder trouw is keert, ook al kan die bij een strafrechtelijk onderzoek vaak aantonen dat hijzelf het argeloze slachtoffer was van het fraudemechanisme ?
Réponse du ministre des Finances du 9 avril 2004, à la question no 272 de M. Jean-Jacques Viseur du 20 février 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 9 april 2004, op de vraag nr. 272 van de heer Jean-Jacques Viseur van 20 februari 2004 (Fr.) :
1, 2 et 4. Je tiens tout d’abord à préciser à l’honorable membre qu’en cas de recouvrement (rejet de déduction) opéré à l’égard d’un intermédiaire, dans le cadre d’un carrousel TVA, ce n’est généralement ni l’existence physique des marchandises ni la réalité des paiements qui sont mises en doute, mais l’existence de livraisons au sens de l’article 10 du Code de la TVA.
1, 2 en 4. Allereerst wens ik het geachte lid erop te wijzen dat in geval van invordering (verwerping van de aftrek) bij een tussenpersoon in het kader van een carrouselfraude, meestal niet het fysieke bestaan van de goederen, noch de werkelijkheid van de betalingen in twijfel worden getrokken, maar wel het bestaan van leveringen in de zin van artikel 10 van het BTWWetboek.
J’invite l’honorable membre à se référer tout particulièrement, à cet égard, à l’arrêt rendu, le 12 octobre 2000, par la Cour de cassation (AFP Entreprises Prouve, anciennement dénommée Artificial Flowers Production, contre E´tat belge, Pasicrisie 2000, I, 543).
In dit opzicht wordt het geachte lid in het bijzonder verwezen naar het arrest gewezen door het Hof van Cassatie op 12 oktober 2000 (AFP Entreprises Prouve, voorheen genoemd Artificial Flowers Production, contra Belgische Staat, Pasicrisie 2000, I, 543). In on-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4352
La Cour a, en l’occurrence, considéré qu’une convention qui a pour but d’organiser une fraude envers des tiers, en l’espèce l’E´tat, dont les droits sont protégés par une législation d’ordre public, a une cause illicite et est frappée de nullité absolue. S’agissant de l’intérêt général, il suffit qu’une des parties ait contracté à des fins illicites et il n’est pas nécessaire que ces fins soient connues du cocontractant.
derhavig geval heeft het Hof gesteld dat een overeenkomst die bedoeld is om fraude te plegen jegens derden, in casu de Staat wiens rechten worden beschermd door wetten van openbare orde, een ongeoorloofde oorzaak heeft en volstrekt nietig is. Als het gaat om het algemeen belang, is het voldoende dat één van de partijen bij het sluiten van het contract ongeoorloofde oogmerken had en is het niet nodig dat de medecontractant daarvan op de hoogte is.
Ce même arrêt précise encore qu’en matière de droit à déduction, il incombe à l’assujetti qui veut faire valoir un droit à déduction, de démontrer que la taxe dont il prétend obtenir la restitution en tout ou partie a grevé des biens et des services qui lui ont été effectivement fournis et qu’il a utilisés pour effectuer des opérations visées à l’article 45 du Code de la TVA.
Hetzelfde arrest verduidelijkt nog dat inzake het recht op aftrek, het de belastingplichtige, die een recht op aftrek wil laten gelden, toebehoort aan te tonen dat de belasting waarvan hij geheel of gedeeltelijk teruggaaf wil verkrijgen geheven is van goederen en diensten die hem effectief zijn geleverd en die hij heeft gebruikt voor het verrichten van handelingen beoogd in artikel 45 van het BTW-Wetboek.
Par ailleurs, le mécanisme de la fraude carrousel n’est pas un phénomène récent. Il a déjà fait l’objet de bon nombre de publications et de relations dans la presse.
Het mechanisme van de carrouselfraude is overigens geen recent fenomeen. Het heeft reeds het voorwerp uitgemaakt van diverse publicaties en berichtgevingen in de pers.
L’honorable membre conviendra dès lors qu’un assujetti raisonnablement prudent devrait s’interroger quand un fournisseur dont il connaıˆt à peine l’identité lui propose de s’engager dans un circuit commercial et de facturer, à un acheteur qu’il ne connaıˆt pas davantage, des marchandises qui ne transitent même pas dans ses installations.
Het geachte lid zal bijgevolg moeten erkennen dat een behoorlijk voorzichtige belastingplichtige zich zou moeten bevragen wanneer een leverancier, die hij nauwelijks kent, hem voorstelt om zich te engageren in een commercieel circuit en om goederen — die zijn inrichting niet doorlopen hebben — te factureren aan een niet op voorhand gekende koper.
3. L’honorable membre vise manifestement un cas particulier en faisant état d’éventuels manquements de l’administration dans l’application d’une disposition légale par ailleurs abrogée depuis le 1er janvier 1993. Il lui est toujours loisible, si l’intérêt est encore actuel, de me soumettre les éléments de fait et de droit y relatifs, à moins que l’affaire n’ait entre-temps été portée en justice.
3. Daar het geachte lid zich baseert op eventuele tekortkomingen van de administratie bij de toepassing van een wettelijke bepaling die overigens reeds opgeheven is vanaf 1 januari 1993, viseert hij klaarblijkelijk een specifiek geval. Het staat hem vrij, indien de zaak actueel nog van belang is, mij de betreffende elementen in feite en in rechte voor te leggen. Dit op voorwaarde dat de zaak intussen nog niet voor het gerecht gebracht is.
DO 2003200420939
DO 2003200420939
Question no 276 de Mme Trees Pieters du 24 février 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 276 van mevrouw Trees Pieters van 24 februari 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Frais de réception. — Déductibilité.
Receptiekosten. — Aftrekbaarheid.
Les frais de réception sont les frais consentis par le contribuable dans le cadre de ses relations lorsqu’il est amené à recevoir des tiers. Il s’agit plus particulièrement des frais liés à la réception de clients potentiels ou de fournisseurs, de relations d’affaires et d’autres personnes au sein ou en dehors des locaux de l’entreprise. Les réceptions n’ont pas exclusivement lieu à l’initiative d’entreprises. Un contribuable soumis
Receptiekosten zijn kosten die de belastingplichtige in het kader van zijn externe relaties maakt voor de ontvangst van derden. Meer bepaald worden de kosten bedoeld die verbonden zijn aan de ontvangst van mogelijke klanten of leveranciers, zakenrelaties en andere personen, binnen of buiten de eigen lokalen van de onderneming. Niet uitsluitend bedrijven bieden recepties aan. Het kan evengoed een belastingplichtige
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4353
à l’impoˆt des personnes physiques peut tout aussi bien souhaiter déduire de tels frais.
onderworpen aan de personenbelasting zijn, die dergelijke kosten wil aftrekken.
En dépit d’une jurisprudence cohérente qui admet le caractère professionnel éventuel, quoique partiel, des frais inhérents à une réception de mariage (Liège le 6 mai 1992, Mons le 18 avril 1997 et Bruxelles le 3 octobre 1996), le ministre des Finances continue à opposer un refus de principe à la déductibilité de tels frais (question no 751 du 2 octobre 1993 de M. Platteau, Questions et Réponses, Chambre, 1993-1994, no 85, p. 8108 et question no 1571 du 24 novembre 1998 de M. Daems, Questions et Réponses, Chambre, 1998-1999, no 161, p. 21734).
Ondanks een consistente rechtspraak die het mogelijke, zij het gedeeltelijke, beroepskarakter van kosten voor een huwelijksreceptie aanvaardt (Luik, 6 mei 1992, Bergen 18 april 1997 en Brussel 3 oktober 1996), blijft de minister van Financie¨n de aftrek van dergelijke kosten principieel weigeren (vraag nr. 751 van 2 oktober 1993 van de heer Platteau, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1993-1994, nr. 85, blz. 8108 en vraag nr. 1571 van 24 november 1998 van de heer Daems, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1998-1999, nr. 161, blz. 21734).
1. Quel est votre point de vue actuel en ce qui concerne la déductibilité des frais de réception ?
1. Wat is uw standpunt vandaag ten aanzien van de aftrekbaarheid van receptiekosten ?
2. Envisagez-vous éventuellement d’adapter votre point de vue à la jurisprudence ?
2. Is er mogelijkheid dat u uw standpunt in overeenstemming brengt met de rechtspraak ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 276 de Mme Trees Pieters du 24 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 276 van mevrouw Trees Pieters van 24 februari 2004 (N.) :
En l’espèce, je me rallie au point de vue formulé par mes prédécesseurs, à savoir que les frais de noces ne peuvent pas être considérés comme des frais professionnels.
Terzake sluit ik mij aan bij het standpunt van mijn voorgangers, met name dat de kosten van een huwelijksfeest of -receptie niet als beroepskosten kunnen worden aangemerkt.
Un mariage est en effet un événement de la vie privée qui ne présente pas de caractère professionnel.
Een huwelijk is immers een gebeurtenis in het privéleven die geen beroepskarakter heeft.
DO 2003200421011
DO 2003200421011
Question no 289 de M. Walter Muls du 4 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 289 van de heer Walter Muls van 4 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Jugements. — Droits d’enregistrement.
Vonnissen. — Registratierechten.
Chaque jugement (ordonnance ou arrêt) doit être remis au bureau de l’enregistrement, lequel se chargera, le cas échéant, de l’établissement et de la perception des droits d’enregistrement.
Elk vonnis (beschikking of arrest) dient aan het registratiekantoor te worden overgemaakt met het oog op de eventuele heffing en inning van registratierechten.
1. Quelle a été la recette des droits d’enregistrement ou des décisions de justice pour l’année 2001 ?
1. Wat was de opbrengst van registratierechten of gerechtelijke uitspraken voor het jaar 2001 ?
2. Quelle a été la recette des droits d’enregistrement ou des décisions de justice pour l’année 2002 ?
2. Wat was de opbrengst van registratierechten of gerechtelijke uitspraken voor het jaar 2002 ?
3. Quelle a été la recette des droits d’enregistrement ou des décisions de justice pour l’année 2003 ?
3. Wat was de opbrengst van registratierechten of gerechtelijke uitspraken voor het jaar 2003 ?
4. Combien d’agents sont chargés de l’établissement et de la perception de ces redevances ?
4. Hoeveel ambtenaren zijn belast met de taak van heffing en inning ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 289 de M. Walter Muls du 4 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 289 van de heer Walter Muls van 4 maart 2004 (N.) :
1. La Documentation patrimoniale perçoit les droits d’enregistrement sur les jugements et arreˆts par
1. De Patrimoniumdocumentatie int de registratierechten op de vonnissen en arresten bij toepassing van
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
551
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4354
application des articles 142 à 152 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe. Ces dispositions établissent deux catégories distinctes de droits proportionnels.
de artikelen 142 tot 152 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Deze bepalingen vestigen twee verschillende categoriee¨n evenredige rechten.
En premier lieu, les articles 142 à 145 du code précité instaurent un droit d’enregistrement sur les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières. Ce droit d’enregistrement est fixé à 3 %.
Ten eerste vestigen de artikelen 142 tot 145 van bovengenoemd wetboek een registratierecht op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden. Dit registratierecht is vastgesteld op 3 %.
En second lieu, les articles 146 et 147 du code précité instituent un droit de titre pour les jugements et arreˆts faisant titre d’une convention translative ou déclarative de propriété ou d’usufruit d’immeubles situés en Belgique, qui n’a pas subi l’impoˆt y afférent. Ce droit de titre se perçoit suivant les règles qui gouvernent les conventions immobilières. Il est duˆ, selon le cas, le droit de vente, le droit de partage, le droit d’apport en société ou le droit de donation.
Ten tweede vestigen de artikelen 146 en 147 van bovengenoemd wetboek een titelrecht voor de vonnissen en arresten die tot bewijs strekken van een overeenkomst waarbij eigendom of vruchtgebruik van in Belgie¨ gelegen onroerende goederen overgedragen of aangewezen wordt en die de desbetreffende belasting niet hebben ondergaan. Dit titelrecht wordt geheven volgens de regels die de overeenkomsten betreffende onroerende goederen beheersen. Naargelang het geval is het verkooprecht, het recht van verdeling, het recht van inbreng in een vennootschap of het recht van schenking verschuldigd.
En 2001, les droits d’enregistrement bruts sur les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières se sont élevés à 14 313 008,44 euros tandis que les droits de titre s’élevaient pour cette meˆme année à 229 618,27 euros.
In 2001 bedroegen de bruto registratierechten op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden 14 313 008,44 euro terwijl de titelrechten voor hetzelfde jaar 229 618,27 euro bedroegen.
2. En 2002, les droits d’enregistrement bruts sur les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières se sont élevés à 10 818 646,60 euros tandis que les droits de titre s’élevaient pour cette meˆme année à 1 233 211,77 euros.
2. In 2002 bedroegen de bruto registratierechten op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden 10 818 646,60 euro terwijl de titelrechten voor hetzelfde jaar 1 233 211,77 euro bedroegen.
3. Les montants perçus en 2003 ne sont pas disponibles à l’heure actuelle dans la mesure où ils font partie de statistiques détaillées des droits d’enregistrement qui doivent eˆtre communiquées à l’administration centrale pour le 1er mai de l’année qui suit celle de leur perception.
3. De bedragen geı¨nd in 2003 zijn tot op heden nog niet beschikbaar, zij maken deel uit van gedetailleerde statistieken betreffende de registratierechten die meegedeeld moeten worden aan het hoofdbestuur voor 1 mei van het jaar dat volgt op het jaar van hun inning.
4. Conformément à la loi du 18 juin 1986 modifiant le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe (Moniteur belge du 24 juillet 1986), les arreˆts et jugements des cours et tribunaux rendus à partir du 1er novembre 1986 et portant condamnation, liquidation et collocation de sommes et valeurs mobilières doivent eˆtre enregistrés en débat. Les sommes et éventuellement les amendes dont l’exigibilité résulte de ces arreˆts et jugements doivent eˆtre perçues par le SPF Finances sans la collaboration des greffiers.
4. Overeenkomstig de wet van 18 juni 1986 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten (Belgisch Staatsblad van 24 juli 1986), worden de vanaf 1 november 1986 gewezen arresten en vonnissen van hoven en rechtbanken, houdende veroordeling, vereffening of rangregeling gaande over sommen en roerende waarden, in debet geregistreerd. De uit hoofde ervan verschuldigde rechten en eventuele boeten worden geı¨nd door de FOD Financie¨n zonder medewerking van de griffiers.
Les actes des juges ainsi que les arreˆts et jugements ne doivent eˆtre enregistrés que lorsqu’ils donnent lieu à la perception, soit du droit établi pour les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières, soit du droit de titre pour les conventions translatives ou déclaratives de propriété
De akten van rechters, evenals de vonnissen en arresten, moeten alleen worden geregistreerd wanneer zij aanleiding geven tot de heffing, hetzij van het recht dat is vastgesteld op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden, hetzij van het titelrecht op de overeenkomsten waarbij
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4355
ou d’usufruit d’immeubles situés en Belgique ainsi que les radiations d’inscriptions hypothécaires prises en Belgique.
eigendom of vruchtgebruik van in Belgie¨ gelegen onroerende goederen wordt overgedragen of aangewezen, evenals op de doorhalingen van in Belgie¨ genomen hypothecaire inschrijvingen.
En vertu de l’article 1er de l’arreˆté royal du 13 décembre 1968, les greffiers des cours d’appel, des tribunaux de première instance, des tribunaux de commerce et des justices de paix sont tenus de communiquer les arreˆts, jugements et autres actes des juges dans les dix jours de leur date, — qu’ils soient ou non sujets à l’enregistrement — au receveur du bureau de l’enregistrement dans le ressort duquel le siège de la cour ou du tribunal est établi.
Overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 december 1968, zijn de griffiers van de hoven van beroep, van de rechtbanken van eerste aanleg, van de rechtbanken van koophandel en van de vredegerechten ertoe gehouden de al dan niet verplichtend te registreren arresten, vonnissen en andere akten van rechters binnen de tien dagen mede te delen aan de ontvanger van het registratiekantoor in wiens ambtsgebied de zetel van het hof of de rechtbank is gevestigd.
Il appartient donc au receveur de l’enregistrement d’analyser les jugements afin de déterminer si ceux-ci sont enregistrables.
Het is dus de taak van de ontvanger van de registratie om de vonnissen te ontleden teneinde te bepalen of deze al dan niet dienen te worden geregistreerd.
En 2003, les justices de paix ont communiqué 326 716 jugements à 128 bureaux de l’enregistrement. 1 961 de ces jugements ont été enregistrés. Les autres juridictions ont communiqué 337 440 jugements à 37 bureaux. 15 586 de ces jugements étaient enregistrables.
In 2003 hebben de vredegerechten 326 716 vonnissen medegedeeld aan 128 registratiekantoren. Van deze vonnissen werden er 1 961 geregistreerd. De andere rechtsmachten hebben 337 440 vonnissen medegedeeld aan 37 kantoren. Van deze vonnissen waren er 15 586 te registreren.
Il n’est pas possible de déterminer avec précision le nombre d’agents qui sont effectivement chargés d’enregistrer les jugements et de poursuivre la récupération des droits d’enregistrement y afférents, étant donné que dans la majorité des bureaux, cette taˆche n’est qu’un accessoire des compétences générales en matière de perception de droits d’enregistrement et de greffe.
Het is niet mogelijk om het precieze aantal beambten te bepalen dat daadwerkelijk belast is met het registreren van de vonnissen en het invorderen van de betreffende registratierechten, aangezien deze taak in de meeste kantoren slechts een onderdeel is van de algemene bevoegdheid inzake de heffing van de registratie- en griffierechten.
En 1999, l’administration de l’Enregistrement estimait que la suppression du droit de condamnation sur les jugements ou arreˆts tout en maintenant l’obligation de leur présentation aux bureaux de l’enregistrement libèrerait 40 ETP.
De administratie van de Registratie heeft in 1999 geraamd dat de afschaffing van het veroordelingsrecht op de vonnissen en arresten 40 VTE’s zou vrijmaken, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de mededelingsverplichting aan de registratiekantoren.
DO 2003200421020
DO 2003200421020
Question no 293 de M. Alfons Borginon du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 293 van de heer Alfons Borginon van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Droits d’enregistrement perçus sur les arrêts et jugements. Les E´tats généraux de l’Ordre des barreaux flamands du 18 février 2004 se sont opposés à l’instauration d’une assurance « assistance juridique » obligatoire. Ils ont proposé plusieurs formules de rechange en vue de faciliter l’accès à la justice.
Aantal registratierechten geı¨nd op vonnissen en arresten.
Ainsi ont-ils suggéré une réduction des droits d’enregistrement, de mise au roˆle, d’expédition, etc. Il convient toutefois de procéder d’abord à une évaluation de l’incidence de l’instauration éventuelle d’une telle mesure sur les finances publiques.
Zo stelden ze voor om de registratierechten, rolrechten, expeditierechten, enz. te verminderen. Men moet dan wel eerst de impact op de openbare financie¨n kunnen inschatten.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
De Staten-Generaal van de Orde van Vlaamse balies van 18 februari 2004, verzette zich tegen een verplichte rechtsbijstandsverzekering. Zij stelden enkele alternatieven voor om de toegang van het gerecht te vergemakkelijken.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4356
Selon le budget des Voies et Moyens pour l’année budgétaire 2004 (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, no 324/1), les recettes en matière de droits d’enregistrement et de greffe se présentent comme suit (p. 69) :
Droits d’enregistrement. — Registratierechten ............................................... Droits de greffe. — Griffierechten ......
Volgens de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 (Parl. St., Kamer, 2003-2004, nr. 324/1) zijn de ontvangsten inzake registratierechten en griffierechten als volgt (blz. 69) :
Estimation ajustée 2003 (en euros) — Aangepaste raming 2003 (in euro)
Estimation proposée 2004 (en euros) — Voorgestelde raming 2004 (in euro)
120 114 000 37 791 000
100 360 000 26 675 000
1. Quelle est la part des droits d’enregistrement perçus sur les arrêts et les jugements (articles 142-152 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe) ? Pourriez-vous communiquer les montants perçus pour 2003 et l’estimation pour 2004 ?
1. Hoe groot is het aandeel van de registratierechten dat werd geı¨nd op vonnissen en arresten (artikelen 142-152 van het Wetboek registratie-, hypotheek- en griffierechten) ? Graag de geı¨nde bedragen voor 2003, en de raming voor 2004.
2. Pourriez-vous ventiler le montant des droits de greffe entre les droits de mise au roˆle, de rédaction et d’expédition (articles 268-288 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe) ? Pourriez-vous communiquer les montants perçus pour 2003 et l’estimation pour 2004 ?
2. Kan u het bedrag aan griffierechten opsplitsten over rolrechten, opstelrechten en expeditierechten (artikelen 268-288 van het Wetboek registratie-, hypotheek- en griffierechten) ? Graag de geı¨nde bedragen voor 2003, en de raming voor 2004.
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 293 de M. Alfons Borginon du 5 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 293 van de heer Alfons Borginon van 5 maart 2004 (N.) :
1. La Documentation patrimoniale perçoit les droits d’enregistrement sur les jugements et arrêts par application des articles 142 à 152 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe. Ces dispositions établissent deux catégories distinctes de droits proportionnels.
1. De Patrimoniumdocumentatie int de registratierechten op de vonnissen en arresten bij toepassing van de artikelen 142 tot 152 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Deze bepalingen vestigen twee verschillende categoriee¨n evenredige rechten.
En premier lieu, les articles 142 à 145 du code précité instaurent un droit d’enregistrement sur les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières. Ce droit d’enregistrement est fixé à 3 %.
Ten eerste vestigen de artikelen 142 tot 145 van bovengenoemd wetboek een registratierecht op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden. Dit registratierecht is vastgesteld op 3 %.
En second lieu, les articles 146 en 147 du code précité instituent un droit de titre pour les jugements et arrêts faisant titre d’une convention translative ou déclarative de propriété ou d’usufruit d’immeubles situés en Belgique, qui n’a pas subi l’impoˆt y afférent. Ce droit de titre se perçoit suivant les règles qui gouvernent les conventions immobilières. Il est duˆ, selon le cas, le droit de vente, le droit de partage, le droit d’apport en société ou le droit de donation.
Ten tweede vestigen de artikelen 146 en 147 van bovengenoemd wetboek een titelrecht voor de vonnissen en arresten die tot bewijs strekken van een overeenkomst waarbij eigendom of vruchtgebruik van in Belgie¨ gelegen onroerende goederen overgedragen of aangewezen wordt en die de desbetreffende belasting niet hebben ondergaan. Dit titelrecht wordt geheven volgens de regels die de overeenkomsten betreffende onroerende goederen beheersen. Naargelang het geval is het verkooprecht, het recht van verdeling, het recht van inbreng in een vennootschap of het recht van schenking verschuldigd.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4357
Les montants perçus en 2003 ne sont pas disponibles à l’heure actuelle dans la mesure où ils font partie de statistiques détaillées des droits d’enregistrement qui doivent être communiquées à l’administration centrale pour le 1er mai de l’année qui suit celle de leur perception.
De bedragen geı¨nd in 2003 zijn tot op heden nog niet beschikbaar, zij maken deel uit van gedetailleerde statistieken betreffende de registratierechten die meegedeeld moeten worden aan het hoofdbestuur voor 1 mei van het jaar dat volgt op het jaar van hun inning.
En 2002, les droits d’enregistrement bruts sur les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières se sont élevés à 10 818 646,60 euros tandis que les droits de titre s’élevaient cette même année à 1 233 211,77 euros.
In 2002 bedroegen de bruto registratierechten op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden 10 818 646,60 euro terwijl de titelrechten voor hetzelfde jaar 1 233 211,77 euro bedroegen.
J’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que si les droits d’enregistrement sur les condamnations, liquidations et collocations de sommes et valeurs mobilières constituent un impoˆt fédéral, il en va différemment pour le droit de titre qui constitue un impoˆt régional dans le cas où un droit d’enregistrement régionalisé est duˆ.
Ik vestig de aandacht van het geachte lid op het feit dat terwijl de registratierechten op de veroordelingen, vereffeningen en rangregelingen van sommen en roerende waarden een federale belasting zijn, dit niet het geval is voor het titelrecht dat een gewestelijke belasting vormt in het geval een geregionaliseerd registratierecht verschuldigd is.
En 2004, les recettes générées par les droits d’enregistrement sur les jugements et arrêts sont estimées à 12 000 000 d’euros.
Voor het jaar 2004 worden de ontvangsten afkomstig van de registratierechten op de vonnissen en arresten geschat op 12 000 000 euro.
2. La Documentation patrimoniale perçoit également les droits de greffe par application des articles 268 à 288 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe.
2. De Patrimoniumdocumentatie int eveneens de griffierechten bij toepassing van de artikelen 268 tot 288 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten.
En 2003, les droits de greffe ont généré une recette totale brute de 34 625 000 euros. Le détail de ces droits de greffe pour l’année 2003 n’est pas disponible à l’heure actuelle pour les mêmes raisons que celles évoquées au point 1.
In 2003 hebben de griffierechten een totale bruto ontvangst voortgebracht van 34 625 000 euro. Het detail van deze griffierechten voor het jaar 2003 is momenteel nog niet beschikbaar wegens dezelfde reden als aangehaald bij punt 1.
Par contre, sur la base des statistiques de l’année 2002, une ventilation des droits de greffe est possible. Ainsi, en 2002, le total des droits de greffe bruts s’est élevé à 38 557 000 euros. Le tableau ci-dessous présente un aperçu de la ventilation des droits de greffe bruts perçus en 2002.
Op basis van de statistieken van het jaar 2002 is echter wel een uitsplitsing mogelijk van de griffierechten. Zo bedroegen de totale bruto griffierechten in 2002 38 557 000 euro. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitsplitsing van de bruto griffierechten geı¨nd in 2002.
Droits de greffe (1)
2002
Griffierechten (1)
2002
Droits de mise au roˆle (Articles 2691 à 2693) . Droits de rédaction (Articles 2701 à 2703) ...... Droits d’expédition (Articles 271 à 274) ........ Autres ............................................................
23 1 6 7
198 881 226 252
Rolrecht (Artikelen 2691 tot 2693) ................. Opstelrecht (Artikelen 2701 tot 2703) ............. Expeditierecht (Artikelen 271 tot 274) ........... Andere ...........................................................
23 1 6 7
Total .............................................................
38 557
Totaal ...........................................................
38 557
(1) En milliers d’euros.
(1) In duizendtallen euro.
Le Poste « Autres » concerne les droits d’inscription au registre du commerce, au registre de l’artisanat et aux registres des groupements d’intérêt économique, ` cet visés aux articles 277 et 278 du code précité. A égard, il convient de signaler que le Moniteur belge du 20 juin 2003 a publié l’arrêté royal du 28 mai 2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
198 881 226 252
2003
De Post « Andere » betreft de rechten van inschrijving in het handelsregister, in het ambachtsregister en in de registers van de economische samenwerkingsverbanden, bedoeld in de artikelen 277 en 278 van bovengenoemd wetboek. Hierbij moet aangestipt worden dat het Belgisch Staatsblad van 20 juni 2003 het 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4358
fixant le montant du droit d’inscription à la BanqueCarrefour des entreprises en tant qu’entreprise commerciale ou artisanale, et la rémunération des guichets d’entreprises agréés. Cet arrêté royal, entré en vigueur le 1er juillet 2003, a été pris en exécution de la loi du 16 janvier 2003 portant création d’une BanqueCarrefour des entreprises, modernisation du registre de commerce, création des guichets d’entreprises ` la suite de agréés et portant diverses dispositions. A l’instauration de ce droit d’inscription et à l’intégration du registre de commerce et du registre de l’artisanat dans la Banque-Carrefour des entreprises, l’article 5, § 1er, 1o, de l’arrêté royal précité du 28 mai 2003 a abrogé les articles 277 et 278 du Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe.
koninklijk besluit van 28 mei 2003 heeft gepubliceerd tot vaststelling van het bedrag van het inschrijvingsrecht voor de Kruispuntbank van ondernemingen als handels- of ambachtsonderneming, en de vergoeding van de erkende ondernemingsloketten. Dit koninklijk besluit dat in werking is getreden op 1 juli 2003 werd genomen in uitvoering van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. Tengevolge van de invoering van dit inschrijvingsrecht en van de integratie van het handelsregister en het ambachtsregister in de Kruispuntbank van ondernemingen heeft artikel 5, § 1, 1o, van voormeld koninklijk besluit van 28 mei 2003 de artikelen 277 en 278 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten opgeheven.
Pour l’année 2004, le total des droits de greffe a été estimé à 26 675 000 euros. Les droits de mise au roˆle, de rédaction et d’expédition sont estimés respectivement à 23 664 000, 2 139 000 et 872 000 euros. La diminution des droits de greffe est due à l’entrée en vigueur au 1er mars 2003 de la loi du 26 février 2003 modifiant le Code des droits d’enregistrement, d’hypothèque et de greffe en ce qui concerne la réduction du droit d’expédition.
Voor het jaar 2004 zijn de totale griffierechten geraamd op 26 675 000 euro. Het rolrecht, het opstelrecht en het expeditierecht zijn respectievelijk geraamd op 23 664 000, 2 139 000 en 872 000 euro. De vermindering van de griffierechten is te wijten aan de inwerkingtreding op 1 maart 2003 van de wet van 26 februari 2003 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, met betrekking tot de verlaging van het expeditierecht.
DO 2003200421030
DO 2003200421030
Question no 300 de M. Hagen Goyvaerts du 5 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 300 van de heer Hagen Goyvaerts van 5 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Office de renseignements et d’aide aux familles des militaires. — Comptes. — Arriéré.
Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen. — Rekeningen. — Achterstand.
Conformément à la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt public, les comptes des organismes de la catégorie A sont établis sous l’autorité du ministre dont ils relèvent. Le ministre des Finances les soumet ensuite au controˆle de la Cour des comptes, au plus tard le 31 mai de l’année qui suit celle de la gestion.
Overeenkomstig de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut worden de rekeningen van instellingen van categorie A opgesteld onder het gezag van de minister onder wiens bevoegdheid ze vallen. De minister van Financie¨n legt ze vervolgens ter controle voor aan het Rekenhof ten laatste op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar van het beheer.
Il ressort du rapport de la Cour des comptes que les comptes pour l’année budgétaire 1994 de l’Office de renseignements et d’aide aux familles des militaires ont été soumis par le ministre des Finances à la Cour des comptes le 26 mars 1996, soit pratiquement 10 mois après le délai légal.
Uit het verslag van het Rekenhof blijkt dat de rekeningen betreffende het begrotingsjaar 1994 voor het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen door de minister van Financie¨n op 26 maart 1996 aan het Rekenhof werden overgemaakt. Dat wil zeggen nagenoeg 10 maanden later dan wettelijk opgelegd.
1. Quelles sont les causes de ce dépoˆt tardif ?
1. Wat zijn de oorzaken van de laattijdige indiening ?
2. Le dépoˆt tardif des comptes pour les années postérieures à 1994 a-t-il une origine structurelle ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2. Heeft de laattijdige indiening van rekeningen voor de jaren na 1994 een structurele oorzaak ? 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4359
3. Quelle est la situation en ce qui concerne les comptes de l’Office de renseignements et d’aide aux familles des militaires pour les années postérieures à 1994 ?
3. Kunt u een actuele stand van zaken geven aangaande de rekeningen van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen voor de jaren na 1994 ?
4. Quelles mesures avez-vous prises vis-à-vis du ministre de tutelle de l’Office de renseignements et d’aide aux familles des militaires afin de résorber cet arriéré ?
4. Welke maatregelen heeft u genomen ten aanzien van de voogdijminister van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen om de achterstand weg te werken ?
5. Quelles mesures avez-vous prises pour que les comptes de l’Office de renseignements et d’aide aux familles des militaires pour les années postérieures à 1994 puissent être soumis dans les délais à la Cour des comptes ?
5. Welke maatregelen heeft u genomen om de rekeningen van het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen voor de jaren na 1994 tijdig aan het Rekenhof te kunnen voorleggen ?
Réponse du ministre des Finances du 9 avril 2004, à la question no 300 de M. Hagen Goyvaerts du 5 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 9 april 2004, op de vraag nr. 300 van de heer Hagen Goyvaerts van 5 maart 2004 (N.) :
L’Office des renseignements et d’aide aux familles de militaires (ORAF) a été intégré au 1er janvier 1999 au sein de l’Office central d’action sociale et culturelle de la Défense (OCASC). L’inventaire des droits et obligations repris par l’OCASC au 1er janvier 1999 a été fait sur la base du bilan de cloˆture 1998 de l’ORAF.
Het Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen (HIB) werd opgenomen op 1 januari 1999 in de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van Landsverdediging (CDSCA). De inventaris van de door de CDSCA op 1 januari 1999 overgenomen rechten en plichten gebeurde op basis van de eindbalans van 1998 van HIB.
Le retard de 1994 est principalement dû aux changements successifs à la tête du service comptabilité/ finances de l’office.
De laattijdige indiening voor 1994 is vooral te wijten aan de opeenvolgende wijzigingen aan het hoofd van de dienst boekhouding/financie¨n van het bureau.
Les retards pour les années suivantes sont imputables aux carences dans le chef du réviseur en charge de la vérification des comptes de l’office.
De laattijdige indieningen voor de volgende jaren zijn toe te schrijven aan het tekortschieten van de revisor die met het nazicht van de rekeningen van het bureau belast was.
Tous les comptes de l’ORAF ont été vérifiés à ce jour par la Cour des comptes : le controˆle des comptes de l’exercice 1995 a été cloˆturé le 6 novembre 2002 et le controˆle des comptes des exercices 1996, 1997 et 1998 a été cloˆturé le 23 avril 2003.
Alle jaarrekeningen van het HIB zijn vandaag door het Rekenhof nagezien : de controle van de rekeningen voor het boekjaar 1995 werd op 6 november 2002 afgesloten en de controle van de rekeningen voor het boekjaar 1996, 1997 en 1998 werd op 23 april 2003 afgesloten.
La défaillance du réviseur a été palliée par la désignation du Collège des réviseurs auprès de l’OCASC pour une mission précise et limitée, à savoir la certification du bilan de cloˆture 1998 de l’ORAF.
De afwezigheid van de revisor werd opgelost door het College van revisoren van de CDSCA voor een nauwkeurige en beperkte opdracht aan te duiden, met name de afsluitingsbalans van 1998 van HIB correct te verklaren.
Les comptes annuels de 1995 à 1998 ont été établis par l’administration de l’OCASC sous la responsabilité du fonctionnaire dirigeant de l’ORAF au 31 décembre 1998.
De jaarrekeningen van 1995 tot 1998 werden opgemaakt door de administratie van de CDSCA onder de verantwoordelijkheid van de leidend ambtenaar van HIB op 31 december 1998.
En accord avec l’auditeur de la Cour des comptes, la certification révisorale n’a pas été exigée pour les années 1995 à 1997.
Met de goedkeuring van de auditeur van het Rekenhof, werd de revisorale goedkeuring niet gee¨ist voor de jaren 1995 tot 1997.
Le retard dans la transmission des comptes a été signifiée officiellement au ministre de la Défense qui exerce la tutelle sur cet organisme.
De laattijdige indiening van de rekeningen werd officieel aan de minister van Landsverdediging belast met de voogdij over het bureau, ter kennis gebracht.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4360
Ci-après vous trouverez un aperçu des dates de reception par le service du Crédit public de la Trésorerie des comptes annuels de l’ORAF et des dates d’envoi de ceux-ci à la Cour des comptes. Comptes annuels 1994 1995 1996 1997 1998
............. ............. ............. ............. .............
Date de réception
Date d’envoi
8 février 1996 21 août 2002 8 août 2000 8 août 2000 8 août 2000
26 mars 1996 6 septembre 2002 11 octobre 2000 11 octobre 2000 11 octobre 2000
Hierna volgt een overzicht met de data waarop de jaarrekeningen van het HIB door de dienst Openbaar Krediet van de Thesaurie werden ontvangen en doorgestuurd naar het Rekenhof. Jaarrekeningen 1994 1995 1996 1997 1998
............. ............. ............. ............. .............
Datum van ontvangst
Datum van verzending
8 februari 1996 21 augustus 2002 8 augustus 2000 8 augustus 2000 8 augustus 2000
26 maart 1996 6 september 2002 11 oktober 2000 11 oktober 2000 11 oktober 2000
Le service du Crédit public de la Trésorerie envoie systématiquement dans le courant du mois de mars au ministre de tutelle de chaque organisme visé par la loi précitée du 16 mars 1954, une lettre rappelant l’échéance du 31 mai imposée pour l’envoi des comptes annuels.
De dienst Openbaar Krediet van de Thesaurie stuurt stelselmatig in maart aan de voogdijminister van elk organisme onderworpen aan de voornoemde wet van 16 maart 1954, een brief die herinnert aan de vervaldag van 31 mei voor de verzending van de jaarrekeningen.
DO 2003200421053
DO 2003200421053
Question no 306 de M. Jan Mortelmans du 9 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 306 van de heer Jan Mortelmans van 9 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
« Zuidelijk Eiland » à Bornem. — Expropriation. — Comité d’acquisition.
Zuidelijk Eiland te Bornem. — Onteigening. — Comité van aankoop.
Le 14 avril 2003, la ministre de l’époque, Mme Dua, a exproprié la partie orientale de l’ıˆle « Zuidelijk Eiland » à Bornem, afin de la convertir en un domaine écologique de grande valeur. Depuis la publication de cet arrêté au Moniteur belge, c’est le comité d’acquisition qui est compétent pour procéder à l’expropriation, ce qu’il n’a pas encore fait à ce jour.
Op 14 april 2003 onteigende toenmalig minister Dua het oostelijk deel van het zogenaamde Zuidelijk Eiland te Bornem, ten einde het te ontwikkelen tot een ecologisch waardevol gebied. Vanaf de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad is het comité van aankoop bevoegd om die onteigening uit te voeren. Tot nu toe is dit niet gebeurd.
1. Pouvez-vous communiquer la raison de ce retard ?
1. Kan u meedelen waaraan dat te wijten is ?
2. Des pressions ont-elles été exercées en vue d’ajourner l’exécution de l’expropriation ?
2. Werd er druk uitgeoefend om de uitvoering te verdagen ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 306 de M. Jan Mortelmans du 9 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 306 van de heer Jan Mortelmans van 9 maart 2004 (N.) :
1. Le comité d’acquisition territorialement compétent a été chargé de l’expropriation par lettre du 28 mai 2003 de la Communauté flamande — département Nature. Des premiers contacts avec les expropriés, il est résulté que, vu leurs demandes, une transaction amiable ne sera très probablement pas possible de sorte qu’une expropriation judiciaire s’imposera vraisemblablement.
1. Het territoriaal bevoegd aankoopcomité werd belast met de onteigening bij brief van 28 mei 2003 van de Vlaamse Gemeenschap — afdeling Natuur. Uit de eerste contacten met de onteigenden, bleek dat, gelet op hun eisen, hoogstwaarschijnlijk geen minnelijke regeling mogelijk zal zijn zodat een gerechtelijke onteigening wellicht noodzakelijk zal zijn.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4361
Les raisons pour lesquelles l’expropriation n’a pas encore pu eˆtre finalisée sont les suivantes :
De redenen waarom de onteigening nog niet kon worden afgerond zijn de volgende :
— Une partie de la superficie à exproprier sur la base de l’arreˆté ministériel du 14 avril 2003 du ministre flamand de l’Environnement et de l’Agriculture a cependant également été reprise dans un arreˆté d’expropriation du 30 octobre 2003, pris par le ministre flamand de la Mobilité, des Travaux publics et des Communications pour les besoins de la SA Zeekanaal. Cette deuxième mission d’expropriation a été envisagée medio 2003 et dans le courant du mois d’aouˆt 2003 le comité d’acquisition s’est déjà enquis auprès des donneurs d’ordres concernés des superficies précises à exproprier.
— Een gedeelte van de te onteigenen oppervlakte op basis van het ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw van 14 april 2003 werd echter ook opgenomen in een onteigeningsbesluit van 30 oktober 2003, genomen door de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeer ten behoeve van de NV Zeekanaal. Deze tweede onteigeningsopdracht werd medio 2003 in het vooruitzicht gesteld en reeds in augustus 2003 werd door het aankoopcomité bij de betrokken opdrachtgevers navraag gedaan naar de juist te verwerven oppervlakten.
Vu la stricte neutralité observée par le comité d’acquisition dans de tels cas conformément à l’article 3, 6o, du protocole du 5 mars 1985 réglant la collaboration entre les comités d’acquisition et les régions et les communautés, les deux autorités expropriantes ont été invitées à trouver un compromis en la matière.
Gelet op de strikte neutraliteit die het aankoopcomité in dergelijke gevallen, conform artikel 3, 6o, van het protocol van 5 maart 1985, dat de samenwerking tussen de aankoopcomités en de gewesten en gemeenschappen regelt, in acht neemt, werden beide onteigenenden overheden verzocht terzake een vergelijk te treffen.
— Les biens concernés étant des terrains à risques, il s’impose que l’expropriation soit précédée, conformément au décret sur l’assainissement du sol, d’un examen orienté du sol. L’attention des donneurs d’ordre a été attirée sur ce fait et ils ont été invités à prendre les initiatives nécessaires en la matière. Actuellement, les résultats de cet examen et l’avis de l’OVAM sont attendus.
— Daar de betrokken goederen risicogronden zijn, dient de onteigening, conform het bodemsaneringsdecreet, te worden voorafgegaan door een recent orie¨nterend bodemonderzoek. De opdrachtgevers werden hierop gewezen en gevraagd terzake de nodige initiatieven te nemen. Er wordt thans gewacht op de resultaten van dit onderzoek en het advies van OVAM terzake.
Le retard encouru dans ce dossier n’est donc pas à imputer au comité d’acquisition.
De vertraging in dit dossier is dan ook niet te wijten aan het aankoopcomité.
2. Le comité d’acquisition peut formellement affirmer qu’aucune pression n’a été exercée en vue de surseoir aux expropriations projetées.
2. Het aankoopcomité kan formeel bevestigen dat geen druk werd uitgeoefend om de uitvoering van de geplande onteigeningen te verdagen.
DO 2003200421145
DO 2003200421145
Question no 323 de M. Carl Devlies du 23 mars 2004 (N.) au ministre des Finances : E´cobonis.
Vraag nr. 323 van de heer Carl Devlies van 23 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Le 5 mars 2004, l’arrêté ministériel du 2 mars 2004 relatif au régime fiscal des récipients pour boissons soumis à la cotisation d’emballage et des produits soumis à l’écotaxe était publié au Moniteur belge. En vertu de cet arrêté, les récipients réutilisables visés à l’article 371, § 2, de la loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’E´tat doivent être reconnus comme tels par le directeur général des Douanes et Accises. Cette reconnaissance est établie par le biais d’une demande introduite auprès du directeur qui, si les conditions de la loi sont remplies, délivre au requérant un titre portant reconnaissance de la
Op 5 maart 2004 werd in het Belgisch Staatsblad het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffingen en producten onderworpen aan milieutaks gepubliceerd. Conform dit besluit dient de directeur-generaal der Douane en Accijnzen de erkenning te verlenen aan de herbruikbare verpakkingen bedoeld in artikel 371, § 2 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur. Die erkenning dient te worden aangevraagd bij de directeur-generaal die, indien voldaan wordt aan de voorwaarden van de wet, een machtiging afle-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ecoboni.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
552
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4362
qualité d’emballage réutilisable. Lors de la mise sur le marché, la référence du titre doit être apposée sur la déclaration relative à celle-ci.
vert waarbij de betrokken verpakking wordt erkend als herbruikbare verpakking. Bij de inverbruikstelling dient het referentienummer van de machtiging op de aangifte ten verbruik te worden aangebracht.
L’exonération selon le « recycled content » a été écartée de la loi en raison des difficultés rencontrées au niveau de la Commission européenne. L’article 371bis de la loi susvisée du 16 juillet 2003 prévoit cependant toujours la possibilité d’accorder une exonération de la cotisation d’emballage pour les emballages de boissons à usage unique, constitués d’une quantité minimale de matières recyclées. Cette exonération requiert toutefois l’autorisation de la Commission européenne, sans préjudice des dispositions existant en matière de santé publique. E´tant donné que le groupe de travail « écoboni », qui a été chargé, lors de l’entrée en fonction de ce gouvernement, de formuler des propositions en vue de rendre la loi acceptable au niveau européen, a été entre-temps dissous, il est très difficile de savoir si la législation est simplement différée ou définitivement abandonnée.
De vrijstelling op basis van de « recycled content » werd eerder uit de wet verwijderd omwille van de moeilijkheden met de Europese Commissie. Artikel 371bis van voornoemde gewone wet van 16 juli 1993 voorziet echter nog steeds in de mogelijkheid om via een bij wet te bekrachtigen koninklijk besluit vrijstelling te verlenen aan drankverpakkingen voor eenmalig gebruik die samengesteld zijn uit een minimumhoeveelheid gerecycleerde grondstoffen. Hiertoe dient echter toestemming te worden verkregen van de Europese Commissie en dient rekening te worden gehouden met de bepalingen inzake volksgezondheid. Gelet op het gegeven dat de werkgroep « ecoboni », die bij het aantreden van deze regering werd belast met de opdracht voorstellen te formuleren die de wet aanvaardbaar moest maken voor Europa, inmiddels ontbonden is, is het zeer onduidelijk of er van uitstel geen afstel komt.
1. a) Combien de reconnaissances ont entre-temps été délivrées pour des emballages réutilisables ?
1. a) Hoeveel erkenningen werden intussen reeds afgeleverd aan herbruikbare verpakkingen ?
b) Pourquoi l’arrêté ministériel du 2 mars 2004 n’a-til pas été publié plus toˆt, étant donné que la loi modifiée du 30 décembre 2002 est entrée en vigueur le 1er avril ?
b) Waarom werd het ministerieel besluit van 2 maart 2004 niet eerder gepubliceerd gelet op de inwerkingtreding van de gewijzigde wet van 30 december 2002 op 1 april ?
2. Une initiative est-elle prise actuellement en vue d’accorder une exonération de la cotisation d’emballage, comme prévu à l’article 371bis de la loi ordinaire précitée du 16 juillet 1993 ?
2. Wordt er thans nog een initiatief genomen inzake de uitwerking van een vrijstelling van verpakkingsheffing in de zin van artikel 371bis van de voornoemde gewone wet van 16 juli 1993 ?
3. a) Pouvez-vous faire le point en ce qui concerne les différents procès encore en cours au niveau européen ?
3. a) Kan u de stand van zaken toelichten in verband met de verschillende rechtsgedingen die op Europees niveau aanhangig zijn gemaakt ?
b) Qu’en est-il de la notification de la loi ?
b) Hoe staat het met de notificatie van de wet ?
4. Le ministre a déclaré par le passé qu’il avait l’intention de charger le Conseil supérieur des Finances d’étudier la possibilité d’étendre le nouveau système d’écoboni et d’écotaxes à d’autres emballages.
4. Eerder verklaarde de minister dat hij het voornemen had de Hoge Raad van Financie¨n te laten onderzoeken of het nieuwe systeem van ecoboni en heffingen kan worden uitgebreid naar andere verpakkingen.
Avez-vous déjà pris une initiative en la matière ?
Heeft u in dat verband al een initiatief genomen ?
Réponse du ministre des Finances du 7 avril 2004, à la question no 323 de M. Carl Devlies du 23 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 7 april 2004, op de vraag nr. 323 van de heer Carl Devlies van 23 maart 2004 (N.) :
1. L’arrêté ministériel du 2 mars 2004 relatif au régime fiscal des récipients pour boissons soumis à la cotisation d’emballage et des produits soumis à écotaxe a été rédigé par l’administration des Douanes et Accises dès le mois de janvier 2004, après une large concertation avec les secteurs concernés.
1. Het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks werd opgesteld door de administratie der Douane en Accijnzen vanaf de maand januari 2004, en dit na een ruime raadpleging van de betrokken sectoren.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4363
Bien avant sa publication au Moniteur belge, l’administration a organisé des séances d’information où les membres des différentes fédérations étaient largement représentés.
Reeds vo´o´r de publicatie in het Belgisch Staatsblad, werden door de administratie informatiesessies georganiseerd waarop de leden van de verschillende federaties aanwezig waren.
En outre, l’administration a envoyé plusieurs courriers informatifs à tous les redevables concernés.
Bovendien werden alle betrokken belastingplichtigen door de administratie ingelicht.
Compte tenu des demandes déjà introduites auprès du directeur général de cette administration, on peut estimer qu’environ 60 titres de reconnaissance seront délivrés avant le 1er avril 2004. D’autres dossiers sont toujours à l’instruction.
Rekening houdende met het aantal reeds ingediende dossiers bij de directeur-generaal der douane en accijnzen, wordt voorzien dat ongeveer een 60 tal machtigingen tot erkenning als herbruikbare verpakking zullen worden afgeleverd vo´o´r 1 april 2004. Een aantal andere dossiers zijn nog steeds in behandeling.
2. L’article 371bis de la loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’E´tat de la loi permet au Roi de prendre, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, des mesures allant dans le sens d’une possibilité d’exonération de la cotisation d’emballage pour les récipients contenant des matières recyclées.
2. Artikel 371bis van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur voorziet dat de Koning, bij een na overleg in de Ministerraad vastgesteld besluit, kan overgaan tot het nemen van maatregelen inzake het verlenen van een vrijstelling van verpakkingsheffing voor de drankverpakkingen voor éénmalig gebruik, samengesteld uit een hoeveelheid gerecycleerde grondstoffen.
Toutefois, la mise en œuvre de cette possibilité d’exonération est liée à une autorisation de la Commission européenne, compétente dans cette matière, relativement aux dispositions inhérentes aux aides d’E´tat, sans préjudice des dispositions existantes en matière de santé publique. ` ce jour, aucune nouvelle ne nous est parvenue sur A ces deux sujets.
Evenwel is het in werking treden van deze mogelijkheid tot vrijstelling gelinkt aan een toestemming van de Europese Commissie, bevoegd in deze materie met betrekking tot de bepalingen inherent aan staatssteun, en onverminderd de bepalingen inzake volksgezondheid.
3. En ce qui concerne la loi et plus particulièrement sa notification au niveau européen, le texte du projet a été notifié au titre de la directive 98/34/CE le 15 décembre 2003 sous la référence 2003-0452-B avec demande des mesures fiscales qui ont été acceptées le même jour.
3. Met betrekking tot de wet en meer bepaald haar notificatie op Europees niveau, dient opgemerkt dat de tekst van het ontwerp werd genotificeerd overeenkomstig richtlijn 98/34/EG op 15 december 2003 onder referte 2003-0452-B met verzoek om fiscale maatregelen die dezelfde dag werden aanvaard.
Le texte définitif a été envoyé le 22 janvier 2004 avec réception par la commission le même jour.
De definitieve tekst werd verzonden op 22 januari 2004 met ontvangst door de commissie dezelfde dag.
La procédure de notification est donc complète et cloˆturée pour cette notification 2003-0452-B.
De procedure van notificatie is dus voltooid en afgesloten door deze notificatie 2003-0452-B.
4. Compte tenu du fait que le nouveau système des écobonis est basé, notamment sur une diminution d’accise sur les boissons non alcoolisées, voire une suppression d’accise sur les eaux de boissons et sur une diminution générale du taux de TVA de 21% à 6 % sur toutes les boissons non alcoolisées avec perception d’une cotisation d’emballage uniquement sur les récipient non réutilisables en l’état, le tout dans un concept de neutralité budgétaire, nous ne possédons pas encore à l’heure actuelle du recul nécessaire et des résultats chiffrés résultant de la mise en place de ce système.
4. Gelet op het feit dat het nieuwe systeem van ecoboni voornamelijk gebaseerd is op een verlaging van de accijns op alcoholvrije dranken, zijnde een opheffing van de accijns op drinkwater en een algemene verlaging van het BTW-tarief van 21 % naar 6 % voor alle alcoholvrije dranken, en de inning van een verpakkingsheffing uitsluitend en alleen voor van oorsprong niet-herbruikbare verpakkingen; dit alles in het kader van een budgettaire neutraliteit, beschikken wij momenteel nog nier over het nodige inzicht of cijfers resulterend uit het opzetten van dit systeem.
Lorsque je serai en possession de ces résultats, je pourrai donc prendre éventuellement ce genre
Wanneer ik in het bezit ben van deze resultaten, zou ik eventueel een dergelijke initiatief kunnen nemen en
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Tot op heden werd ons nog niets meegedeeld omtrent deze twee onderwerpen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4364
d’initiative et demander une étude sur un système similaire applicable aux autres emballages tout aussi néfastes à l’environnement, afn de permettre un meilleur respect de cet environnement.
een studie kunnen vragen omtrent een gelijkaardig systeem voor andere verpakkingen die eveneens schadelijk zijn voor het milieu, en dit met het oog op een beter respect voor het milieu.
DO 2003200421149
DO 2003200421149
Question no 324 de M. Pieter De Crem du 24 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 324 van de heer Pieter De Crem van 24 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Lutte contre les charges administratives des entreprises.
Strijd tegen de administratieve lasten voor bedrijven.
Il apparaıˆt que si les autorités européennes simplifiaient leur réglementation applicable aux entreprises, l’économie européenne en tirerait un bénéfice. Selon le gouvernement néerlandais, les charges administratives auxquelles sont confrontées les grandes entreprises représentent 4 % du produit intérieur brut. Cette proportion serait encore plus élevée pour les PME. Le Fonds monétaire international évalue même ce pourcentage à 7 % en moyenne du produit intérieur brut des E´tats membres de l’UE.
Onlangs werd bekend dat indien de Europese overheden hun regelgeving voor bedrijven zouden vereenvoudigen, dit de Europese economie winst kan opbrengen. Volgens de Nederlandse regering zijn de administratieve lasten goed voor 4 % van het bruto binnenlands product bij grote bedrijven, wat nog hoger zou liggen voor KMO’s. Het Internationaal Monetair Fonds schat dit percentage zelfs op gemiddeld 7 % van het bruto binnenlands product voor de Europese lidstaten.
1. Disposez-vous de tels chiffres en ce qui concerne la Belgique ?
1. Beschikt u over dit soort cijfers waar het Belgie¨ betreft ?
2. Pour cette année et pour l’année prochaine, les ministres européens des Finances prévoient un plan d’action dans le cadre de la simplification administrative.
2. De Europese ministers van Financie¨n plannen voor dit en volgend jaar een offensief van administratieve vereenvoudiging.
a) Comment ce plan d’action se présente-t-il pour la Belgique ?
a) Hoe ziet dit offensief er voor Belgie¨ uit ?
b) Quelles mesures comptez-vous prendre cette année ainsi que l’année prochaine pour réduire les charges administratives des entreprises ?
b) Wat overweegt u dit en volgend jaar te ondernemen om de administratieve lasten voor bedrijven te verlagen ?
Réponse du ministre des Finances du 8 avril 2004, à la question no 324 de M. Pieter De Crem du 24 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 8 april 2004, op de vraag nr. 324 van de heer Pieter De Crem van 24 maart 2004 (N.) :
La problématique de la diminution des charges administratives pour les utilisateurs du secteur public représente incontestablement une nécessité économique.
De problematiek van de vermindering van de administratieve lasten voor de gebruikers van de openbare sector maakt ontegensprekelijk een economische noodzakelijkheid uit.
Une enquête récente du Bureau fédéral du plan a en effet montré que les charges administratives pour les entreprises représentaient 3,43 % du produit intérieur brut, soit 8,97 milliards d’euros.
Een recent onderzoek van het Federaal Planbureau heeft immers aangetoond dat de administratieve lasten voor de ondernemingen in 2002 3,43 % van het bruto binnenlands product, hetzij 8,97 miljard euro, vertegenwoordigden.
Pour ce qui est de la simplification administrative, l’Accord de gouvernement du 12 juillet 2003 prévoit ` mon initiative et en colladouze actions concrètes. A boration avec les secrétaires d’E´tat Jamar, Vanvelthoven et Van Quickenborne, j’y ai ajouté d’autres mesures nouvelles.
Qua administratieve vereenvoudiging, heeft het Regeerakkoord van 12 juli 2003 twaalf concrete acties voorzien. Op mijn initiatief en in samenwerking met de staatssecretarissen Jamar, Vanvelthoven en Van Quickenborne, heb ik hier nog verschillende nieuwe maatregelen aan toegevoegd.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4365
Concrètement, il s’agit des points suivants pour les Finances :
Concreet gaat het voor Financie¨n om :
— la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques comportant un maximum de rubriques préalablement complétées,
— de maximaal voorafgaandelijk ingevulde aangifte inzake personenbelasting,
— l’extension du système « tax on web » à la partie deux de la déclaration destinée aux indépendants et aux professions libérales,
— de uitbreiding van het systeem tax on web tot het tweede deel voor de zelfstandigen en de vrije beroepen,
— les douanes et accises « paperless »,
— paperless douane en accijnzen,
— la facturation électronique, des négociations étant actuellement en cours dans ce cadre avec la FEDIS et la FEB pour l’archivage des factures d’entrée sur support papier,
— de elektronische facturatie in welk kader thans met FEDIS en VBO besprekingen hangende zijn voor de archivering van de binnenkomende papieren facturen,
— les liaisons électroniques avec certains groupements professionnels, comme les notaires, les huissiers de justice et les comptables,
— elektronische verbindingen met bepaalde beroepsgroepen, zoals notarissen, gerechtsdeurwaarders en accountants,
— la réforme en cours et la simplification de la procédure fiscale, un groupe de travail multidisciplinaire a d’ailleurs été créé à cet effet.
— de hangende hervorming en vereenvoudiging van de fiscale procedure waarvoor een multidisciplinaire werkgroep werd opgericht.
Le fait que cette énumération n’est pas exhaustive est démontré, entre autres, par l’enquête à grande échelle actuellement en cours auprès des citoyens et des entreprises afin d’obtenir un tableau des charges administratives existant encore. Cette enquête qui se terminera normalement le 31 mars 2004 permettra de tirer les conclusions qui s’imposent.
Dat deze opsomming niet limitatief is, wordt onder meer bewezen door het thans lopend grootschalig onderzoek bij de burgers en de ondernemingen om een overzicht te verkrijgen van de nu nog bestaande administratieve lasten. Uit deze enquête, welke normaliter op 31 maart 2004 bee¨indigd zal zijn, zullen dan ook de passende conclusies worden getrokken.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200420984
DO 2003200420984
Question no 82 de Mme Maggie De Block du 3 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 82 van mevrouw Maggie De Block van 3 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Maximum à facturer. — Compagnie d’assurances. — Double couverture.
Maximumfactuur. — Verzekeringsmaatschappij. — Dubbele dekking.
Les craintes que l’on pouvait avoir lorsque la loi sur le maximum à facturer a été adoptée se sont avérées fondées. En effet, par une combinaison du maximum à facturer et d’une assurance complémentaire, certaines personnes sont remboursées d’un montant supérieur à celui des frais médicaux. Tel ne peut évidemment pas être l’objectif du maximum à facturer. Chaque
Wat eigenlijk al iedereen wist op het moment dat de maximumfactuur werd gestemd is ook gebeurd. Een aantal mensen krijgen door een combinatie van de maximumfactuur en de aanvullende verzekering meer terugbetaald dan de ziektekosten bedragen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn van de maximumfactuur. Elke week ervaart de commissie voor de Sociale
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4366
semaine, la commission des Affaires sociales est confrontée aux problèmes engendrés par un budget limité. Il est dès lors inacceptable que le remboursement perçu par certaines personnes soit supérieur aux frais médicaux exposés.
Zaken de problemen die gepaard gaan met een beperkt budget. Dat betekent dat het onaanvaardbaar is dat mensen meer terugbetaald krijgen dan zij ziektekosten hebben gekregen.
Cette situation était prévisible. Nul n’ignore que de nombreuses personnes souscrivent une assurance complémentaire soit auprès d’une mutuelle, soit auprès d’assureurs privés. L’exclusion systématique des partenaires privés du processus décisionnel débouche évidemment sur les situations que nous connaissons aujourd’hui. Si les compagnies d’assurances devaient à présent procéder à une révision de leur polices, une telle situation pourrait naturellement se reproduire. Chaque fois qu’une prestation sera ajoutée au maximum à facturer, ce scénario risque de se répéter.
Wat zich heeft voorgedaan, was voorspelbaar. Het is genoegzaam gekend dat heel veel mensen zich aanvullend hebben verzekerd ofwel bij ziekenfondsen ofwel bij private verzekeraars. De systematische uitsluiting van deze laatste partner bij beslissingen leidt uiteraard tot de toestanden die we nu meemaken. Indien de verzekeringsmaatschappijen hun polissen nu zouden herzien, dan kan een dergelijke situatie zich uiteraard in de toekomst nog voordoen. Telkens een prestatie bijkomend zal worden opgenomen in de maximumfactuur dreigt een dergelijke toestand te ontstaan.
1. Comment envisagez-vous de régler ce problème ? 2. Dans quel délai comptez-vous y remédier ? ` l’avenir, envisagez-vous de consulter les 3. A compagnies d’assurances lorsque des modifications sont apportées au maximum à facturer pour éviter une double couverture ?
1. Hoe overweegt u dit probleem op te lossen ? 2. Binnen welk tijdspad wil u dit oplossen ? 3. Overweegt u in de toekomst de verzekeringsmaatschappijen te raadplegen bij wijzigingen aan de maximumfactuur teneinde een dubbele dekking te voorkomen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 avril 2004, à la question no 82 de Mme Maggie De Block du 3 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 april 2004, op de vraag nr. 82 van mevrouw Maggie De Block van 3 maart 2004 (N.) :
En réponse aux questions posées par l’honorable membre, je souhaite préciser mes préoccupations.
In antwoord op de vragen die het geachte lid heeft gesteld, wens ik mijn bekommernissen te preciseren.
Je tiens tout d’abord à maintenir le système du MAF qui vise à protéger les ménages contre des couˆts excessifs en matière de soins de santé. Cette protection s’adresse tout particulièrement aux malades chroniques ainsi qu’aux personnes confrontées à un accident de santé entraıˆnant des couˆts exceptionnellement élevés.
Ik wens vooreerst het systeem van de MAF te behouden dat beoogt de gezinnen te beschermen tegen buitensporige kosten inzake geneeskundige verzorging. Deze bescherming richt zich zowel tot chronisch zieken als tot personen met een plots opduikend gezondheidsprobleem, dat uitzonderlijk hoge kosten met zich brengt.
Je souhaite également rappeler que tous nos concitoyens, loin s’en faut, ne disposent pas d’une assurance complémentaire en matière de soins de santé. Aussi, il est important de veiller à ce que le champ d’intervention des assurances complémentaires n’ait en aucun cas pour effet de rétrécir la couverture offerte par l’assurance obligatoire.
Ik herinner er ook aan, dat niet al onze medeburgers een aanvullende verzekering genieten voor geneeskundige verzorging, verre van. Men dient er ook over te waken dat de toepassingssfeer van de aanvullende verzekeringen op geen enkele wijze tot gevolg kan hebben de dekking door de verplichte verzekering terug te dringen.
Par ailleurs, en ma qualité de ministre des Affaires sociales, responsable à ce titre du bon usage des ressources mises à disposition de l’assurance soins de santé, je ne suis évidemment pas insensible à la problématique des doubles paiements. Le groupe de travail « assurabilité » de l’INAMI a examiné cette problématique. En ce qui concerne les tickets modérateurs qui sont pris en charge en vertu d’une autre législation, un projet de loi sera pris pour confirmer que dans ce cas, il n’y a pas de prise en charge dans le cadre du maxi-
Anderzijds ben ik, in mijn hoedanigheid van minister van Sociale Zaken en als dusdanig verantwoordelijk voor de juiste aanwending van de middelen die ter beschikking worden gesteld van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uiteraard niet ongevoelig voor de problematiek van de dubbele betalingen. De werkgroep « verzekerbaarheid » van het RIZIV heeft deze problematiek onderzocht. Wat de remgelden betreft die krachtens een andere wetgeving ten laste worden genomen, zal een wetsontwerp worden geno-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4367
mum à facturer. En ce qui concerne les prises en charge ponctuelles, notamment par les CPAS, des discussions ont lieu sur l’élaboration d’un arreˆté royal concernant la façon d’organiser les échanges de données nécessaires entre les instances concernées et les mutualités.
men dat bevestigt dat in zulk geval geen tenlasteneming in het kader van de maximumfactuur gebeurt. Voor de niet-systematische tenlasteneming, met name door de OCMW’s, worden besprekingen gevoerd over de uitwerking van een koninklijk besluit omtrent de wijze waarop de gegevensuitwisselingen tussen de betrokken instanties en de verzekeringsinstellingen moeten gebeuren, die daartoe zijn vereist.
Il est évident que les interventions cumulées de pouvoirs publics portant sur un meˆme objet doivent eˆtre éliminées le plus vite possible. Je veillerai à prendre les initiatives nécessaires pour qu’il en soit ainsi.
Vanzelfsprekend moet de cumulatie van tegemoetkomingen van de openbare overheden met hetzelfde voorwerp, zo snel mogelijk weggewerkt worden. Ik zal de nodige initiatieven terzake nemen om dit doel te bereiken.
Il est par contre plus difficile d’identifier les couvertures complémentaires souscrites auprès de compagnies d’assurance privées. En outre, la mise en place d’un échange systématique d’informations entre mutualités et compagnies d’assurances ne ma paraıˆt pas souhaitable et risque fort d’entrer en contradiction avec la législation relative à la protection de la vie privée. Je conçois mal que les mutualités informent des sociétés privées du niveau de consommation de soins atteint par leurs membres.
Het is daarentegen moeilijker om aanvullende dekkingen te identificeren die worden afgesloten bij private verzekeringsmaatschappijen. Het opzetten van een systeem van informatieuitwisseling tussen de ziekenfondsen en private verzekeringsmaatschappijen lijkt me trouwens niet wenselijk en dreigt in te gaan tegen de wetgeving met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de ziekenfondsen private ondernemingen inlichten over het niveau van het verbruik van geneeskundige verzorging van hun leden.
Enfin, et c’est un engagement important qui me tient particulièrement à cœur, il est aussi de ma responsabilité de veiller à ne pas rendre la gestion administrative de l’assurance soins de santé davantage complexe.
Ten slotte, en dit gaat me zeer ter harte, is het ook mijn verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het administratief beheer van de verzekering voor geneeskundige verzorging niet nog ingewikkelder wordt.
De tout ce qui précède et pour répondre à votre dernière question, je confirme qu’il n’entre pas dans mes intentions de consulter les compagnies d’assurance lorsque des modifications devront eˆtre apportées au dispositif du MAF.
Gelet op het voorgaande en om te antwoorden op uw laatste vraag, kan ik bevestigen dat het niet in mijn bedoeling ligt de verzekeringsmaatschappijen te raadplegen wanneer wijzigingen moeten worden aangebracht aan de MAF-regelgeving.
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200410576
DO 2003200410576
Question no 93 de M. Jo Vandeurzen du 7 janvier 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 93 van de heer Jo Vandeurzen van 7 januari 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hoˆpitaux. — Dépenses de référence.
Ziekenhuizen. — Referentieuitgaven.
L’article 137 de la loi coordonnée sur les hoˆpitaux dispose qu’en l’absence de réglementation, l’imputation, en ce qui concerne les médecins hospitaliers, de la différence entre les dépenses réelles et les dépenses de référence s’effectue selon la part relative de chacun d’eux dans la masse des honoraires du groupe des prestataires auxquels ils appartiennent dans les trois mois précédant l’imputation.
Artikel 137 van de gecoo¨rdineerde ziekenhuiswet stelt dat bij afwezigheid van een reglement, de verrekening van het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de referentieuitgaven ten aanzien van de ziekenhuisgeneesheren geschiedt volgens het relatief aandeel van elke ziekenhuisgeneesheer in de honorariamassa van de groep van verstrekkers waartoe hij behoort in de drie maanden voorafgaand aan de verrekening.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4368
1. Pouvez-vous préciser à partir de quelle année prendra effectivement cours le remboursement de la différence entre les dépenses réelles et les dépenses de référence ?
1. Kan u meedelen vanaf welk jaar effectief zal gestart worden met de terugbetaling van het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de referentieuitgaven ?
2. a) La réglementation interne en vigueur dans l’hoˆpital pour les médecins hospitaliers, prévue à l’article 137, § 3, de la loi sur les hoˆpitaux, s’applique-t-elle en toutes circonstances tant qu’une réglementation spécifique n’a pas été adoptée par cet hoˆpital ?
2. a) Is de regeling die intern in het ziekenhuis gevolgd moet worden ten opzichte van de ziekenhuisgeneesheren zoals omschreven in artikel 137, § 3, van de ziekenhuiswet in alle omstandigheden van toepassing op het ogenblik dat er nog geen specifiek reglement is goedgekeurd in dat ziekenhuis ?
b) En d’autres termes : la réglementation décrite cidessus s’applique-t-elle, quel que soit le mode d’imputation des frais en ce qui concerne les médecins hospitaliers (un régime exprimé en pourcentage ou la prise en considération des frais réels) ?
b) Met andere woorden : geldt de beschreven regeling ongeacht de wijze waarop de kosten met de ziekenhuisgeneesheren worden verrekend (een procentueel stelsel of de aanrekening van de werkelijke kosten) ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 avril 2004, à la question no 93 de M. Jo Vandeurzen du 7 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 april 2004, op de vraag nr. 93 van de heer Jo Vandeurzen van 7 januari 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes :
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden :
1. Les modalités selon lesquelles la différence doit être remboursée sont élaborées en application de l’article 56ter de la loi AMI.
1. De nadere regels volgens welke het verschil dient terugbetaald te worden, worden met toepassing van artikel 56ter van de ZIV-wet verder ingewerkt.
2. a) et b) La réglementation définie à l’article 137 de la loi coordonnée sur les hoˆpitaux est d’application, indépendamment des règles en matière de coûts appliquées à l’hoˆpital, lorsque aucun règlement spécifique n’a été approuvé à l’hoˆpital.
2. a) en b) De in artikel 137 van de gecoo¨rdineerde ziekenhuiswet omschreven regeling is ongeacht de kostenregeling die in het ziekenhuis wordt gehanteerd, van toepassing op het ogenblik dat geen specifiek reglement is goedgekeurd in het ziekenhuis.
Veuillez noter que le fait que le gestionnaire doive prendre à charge ou non une partie de l’imputation, dépend de la question de savoir si à l’hoˆpital, on utilise un système forfaitaire ou un système d’imputation des coûts réels. Ceci est réglé à l’article 137, dernier alinéa.
Merk wel op dat of de beheerder een gedeelte van de verrekening te zijnen laste moet nemen afhankelijk is van het feit of in het ziekenhuis een procentueel dan wel een stelsel van aanrekening van werkelijke kosten wordt gehanteerd. Dit is geregeld in artikel 137, laatste lid.
DO 2003200410883
DO 2003200410883
Question no 124 de Mme Annelies Storms du 12 février 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 124 van mevrouw Annelies Storms van 12 februari 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Loi sur les droits du patient. — Institution de fonctions de médiation.
Patie¨ntenrechtenwet. — Instellen van ombudsfuncties.
Les hoˆpitaux et les associations d’établissements et de services psychiatriques devaient instituer la fonction de médiateur local avant le 1er novembre 2003 et cela, en vertu de l’arrêté royal du 8 juillet 2003 fixant les conditions auxquelles la fonction médiatrice dans
Ziekenhuizen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten moesten voor 1 november 2003 de functie van een lokale ombudspersoon instellen en dit krachtens het koninklijk besluit van 8 juli 2003 houdende vaststelling van de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4369
les hoˆpitaux doit satisfaire et de l’arrêté royal du 8 juillet 2003 modifiant l’arrêté royal du 10 juillet 1990 fixant les normes pour la reconnaissance d’associations d’établissements et de services psychiatriques.
voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen en het koninklijk besluit van 8 juli 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten.
Dans une lettre du 31 octobre 2003, la Commission fédérale « Droits du patient » demande aux hoˆpitaux et aux groupements d’établissements et de services psychiatriques de communiquer, en tant que « plateformes de concertation Soins de santé mentaux », les coordonnées du médiateur local à la commission au plus tard le 30 novembre 2003.
In een brief van 31 oktober 2003 vraagt de Federale Commissie « Rechten van de patie¨nt » aan de ziekenhuizen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten als « overlegplatforms Geestelijke Gezondheidszorg » om de gegevens van de lokale ombudspersonen uiterlijk op 30 november 2003 aan de commissie over te maken.
1. a) Combien d’hoˆpitaux et combien de groupements d’établissements et de services psychiatriques disposaient, le 1er novembre 2003, d’un service de médiation local tel que prévu dans la loi du 22 aouˆt 2002 concernant les droits du patient ?
1. a) Hoeveel ziekenhuizen en hoeveel samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten beschikten op 1 november 2003 over een lokale ombudsdienst zoals voorzien in de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt ?
b) Combien n’en disposaient pas encore ?
b) Hoeveel nog niet ?
Le ministre pourrait-il me communiquer ces données en les ventilant par région.
Graag had ik voor deze vraag een opdeling per gewest verkregen.
2. La loi du 22 aouˆt 2002 concernant les droits du patient s’applique aux rapports juridiques de droit privé et de droit public dans le domaine des soins de santé dispensés par un praticien professionnel à un patient (article 3). Par praticien professionnel, la loi entend aussi le praticien de la dentisterie, de l’art pharmaceutique, de la kinésithérapie, de la chiropraxie, de l’homéopathie, de l’ostéopathie, de l’acuponcture ainsi que les infirmiers et les professions paramédicales. Tous ces praticiens professionnels sont donc soumis eux aussi à l’obligation d’instituer une fonction de médiation tel que le prévoit l’article 11 de cette loi.
2. De wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt is van toepassing op privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtsverhoudingen inzake gezondheidszorg verstrekt door een beroepsbeoefenaar aan een patie¨nt (artikel 3). Onder beroepsbeoefenaar verstaat de wet ook de beoefenaar van de tandheelkunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de chiropraxie, de homeopathie, de osteopathie, de acupunctuur, verplegers en paramedische beroepen. Al deze beroepsbeoefenaars vallen dus ook onder de verplichting een ombudsfunctie in te stellen zoals bepaald in artikel 11 van deze wet.
a) Comment pensez-vous que ces praticiens professionnels devraient procéder pour instituer des fonctions de médiation ?
a) Hoe ziet u de instelling van ombudsfuncties voor deze beroepsbeoefenaars ?
b) Combien de fonctions de ce type étaient instituées à la date du 1er novembre 2003 ? Combien sont en cours d’institution ?
b) Hoeveel van dergelijke functies waren er in werking op 1 november 2003 of zijn er dergelijke functies in oprichting ?
c) Quand est prévue une évaluation des problèmes posés par la loi du 22 aouˆt 2002 concernant les droits du patient ? Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 avril 2004, à la question no 124 de Mme Annelies Storms du 12 février 2004 (N.) :
c) Wanneer is er een evaluatie voorzien van de knelpunten van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt ? Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 april 2004, op de vraag nr. 124 van mevrouw Annelies Storms van 12 februari 2004 (N.) : 1. a) Het klopt dat sinds 1 november 2003 ziekenhuizen en de overlegplatforms geestelijke gezondheid wettelijk over een ombudsdienst moeten beschikken.
1. a) C’est en effet depuis le 1er novembre 2003 que les hoˆpitaux et les plate-formes de concertation en santé mentale doivent légalement disposer d’un service de médiation.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
553
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4370
Une lettre a été envoyée le 31 octobre 2003 par le président de la Commission fédérale « Droits du patient » de l’époque à tous les hoˆpitaux et toutes les plate-formes de concertation en santé mentale aux fins de demander à ceux-ci de communiquer au service de médiation fédéral les coordonnées du médiateur à leur service. ` ce jour, le service de médiation fédéral « Droits A du patient » a reçu un très bon nombre de coordonnées des médiateurs locaux, en telle manière qu’il peut en être déduit que pratiquement tous les hoˆpitaux et toutes les plate-formes de concertation en santé mentale disposent actuellement d’un service de médiation.
Op 31 oktober 2003 heeft de toenmalige voorzitter van de Federale Commissie « Rechten van de patie¨nt » alle ziekenhuizen en overlegplatforms geestelijke gezondheid aangeschreven met de vraag de federale ombudsdienst de gegevens te bezorgen van de ombudspersoon die bij hen werkzaam is.
b) Le secrétariat du service de médiation fédéral encode actuellement les coordonnées des médiateurs locaux; une fois cet encodage terminé, il sera possible de préciser avec exactitude si certains hoˆpitaux ou plate-formes de concertation en santé mentale ne respectent pas l’obligation de mise en place d’un service de médiation. Cette information sera communiquée dès qu’elle sera connue.
b) Het secretariaat van de federale ombudsdienst is thans bezig met de registratie van de gegevens van de lokale ombudspersonen; zodra die registratie is uitgevoerd, zal met zekerheid kunnen worden uitgemaakt of bepaalde ziekenhuizen of platforms geestelijke gezondheid de verplichting tot het instellen van een ombudsdienst niet naleven. Die informatie zal worden meegedeeld zodra ze bekend is.
2. a) Les médiateurs locaux (médiateurs des hoˆpitaux et des plate-formes de concertation en santé mentale) procèdent à la médiation concernant la relation entre un patient et un praticien professionnel visé à l’arrêté royal no 78 du 10 novembre 1967 sur les professions de soins de santé, et ce quel qu’il soit.
2. a) De lokale ombudspersonen (ombudspersonen van de ziekenhuizen en overlegplatforms geestelijke gezondheid) bemiddelen omtrent de verhouding tussen een patie¨nt en een beroepsbeoefenaar bedoeld in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de gezondheidsberoepen, en dit wie hij ook zij.
Comme précisé dans l’article 10, § 3, de l’arrêté royal du 1er avril 2003 réglant la composition et le fonctionnement de la Commission fédérale « Droits du patient » instituée par l’article 16 de la loi du 22 aouˆt 2002 relative aux droits du patient, le service de médiation fédéral traite directement les plaintes de patients relatifs à des faits qui ne se sont pas passés dans un hoˆpital ou dans une institution rattachée à une plate-forme de concertation en santé mentale (article 10, § 3 : « Si la plainte concerne un manquement au niveau du respect des droits du patient pour laquelle aucune fonction de médiation spécifique n’a été créée en exécution de l’article 11 de la loi relative aux droits du patient, le service de médiation (fédéral) traitera lui-même la plainte. »). Ici aussi, la médiation concerne la relation entre un patient et un praticien professionnel visé à l’arrêté royal no 78 sur les professions de soins de santé, quel qu’il soit.
Zoals bepaald in artikel 10, § 3, van het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie « Rechten van de patie¨nt » ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt, behandelt de federale ombudsdienst rechtstreeks de klachten van patie¨nten die betrekking hebben op feiten die zich niet hebben voorgedaan in een ziekenhuis of een instelling die verbonden is met een overlegplatform geestelijke gezondheid (artikel 10, § 3 : « Indien de klacht betrekking heeft op een tekortkoming in de naleving van de rechten van de patie¨nt waarvoor in uitvoering van artikel 11 van de patie¨ntenrechtenwet, geen specifieke ombudsfunctie werd ingesteld, dan behandelt de (federale) ombudsdienst de klacht zelf. »). Ook hier betreft de bemiddeling de verhouding tussen een patie¨nt en een beroepsbeoefenaar bedoeld in het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de gezondheidsberoepen, wie hij ook zij.
La loi relative aux droits du patient et ses arrêtés d’exécution concernant la médiation (locale et fédérale) ne seront effectivement applicables aux
De wet betreffende de rechten van de patie¨nt en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten over de (lokale en federale) bemiddeling zullen pas daadwerkelijk
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Tot op heden ontving de federale ombudsdienst « Rechten van de patie¨nt » reeds heel wat gegevens met betrekking tot de lokale ombudspersonen, in die mate dat er uit kan worden afgeleid dat praktisch alle ziekenhuizen en alle overlegplatforms geestelijke gezondheid thans over een ombudsdienst beschikken.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4371
praticiens visés par la loi du 29 avril 1999 relative aux pratiques non conventionnelles que lorsque tous les arrêtés royaux relatifs à cette dernière législation seront adoptés et entrés en vigueur.
van toepassing zijn op de beoefenaars bedoeld in de wet van 29 april 1999 betreffende de nietconventionele praktijken nadat alle koninklijke besluiten betreffende laatstgenoemde wetgeving zullen zijn goedgekeurd en in werking zijn getreden.
b) Voir la réponse au point 1, a) et b).
b) Zie antwoord op punt 1, a) en b).
c) Les rapports annuels des médiateurs locaux et fédéraux permettront de dégager une partie de l’évaluation de l’application de la loi relative aux droits du patient. Ces rapports doivent être communiqués à la Commission fédérale « Droits du patient » en avril 2005 au plus tard, soit le 4e mois de l’année civile qui suit la première année de travail des médiateurs.
c) De jaarverslagen van de lokale en federale ombudspersonen zullen een gedeeltelijke beoordeling van de toepassing van de wet betreffende de rechten van de patie¨nt mogelijk maken. Die verslagen dienen de Federale Commissie « Rechten van de patie¨nt » te worden overgezonden uiterlijk in april 2005, namelijk de 4e maand van het burgerlijk jaar dat volgt op het eerste werkingsjaar van de ombudspersonen.
Par ailleurs, la Commission fédérale « Droits du patient » a elle-même pour mission d’évaluer l’application des droits fixés dans la loi relative aux droits du patient (article 16, § 2, 3o, de la loi du 22 aouˆt 2002 relative aux droits du patient).
Overigens heeft de Federale Commissie « Rechten van de patie¨nt » zelf als opdracht de toepassing van de rechten vastgesteld in de wet betreffende de rechten van de patie¨nt te evalueren (artikel 16, § 2, 3o, van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patie¨nt).
Or, les travaux de cette commission sont actuellement bloqués en raison d’une décision du Conseil d’E´tat du 10 décembre 2003 suspendant l’exécution de l’arrêté royal du 16 mai 2003 portant nomination du président, de son suppléant et des membres de la Commission fédérale « Droits du patient ».
Het is echter zo dat de werkzaamheden van die commissie thans stilliggen wegens een beslissing van de Raad van State van 10 december 2003 tot schorsing van de uitvoering van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 houdende de benoeming van de voorzitter, diens plaatsvervanger en de leden van de Federale Commissie « Rechten van de patie¨nt ».
Dès que la nouvelle Commission « Droits du patient » entrera en fonction, il s’agira pour cette dernière d’entreprendre la mission d’évaluation de l’application de la loi relative aux droits du patient, sachant que les résultats de cette mission seront décrits dans un rapport annuel d’activités et transmis aux ministres qui ont la Santé publique dans leur attribution.
Zodra de nieuwe Commissie « Rechten van de patie¨nt » in werking zal zijn getreden, zal haar opdracht er onder meer in bestaan de toepassing van de wet betreffende de rechten van de patie¨nt te evalueren, wetende dat de resultaten van die opdracht zullen worden beschreven in een jaarverslag, dat zal worden toegestuurd aan de ministers die bevoegd zijn inzake Volksgezondheid.
DO 2003200420972
DO 2003200420972
Question no 132 de Mme Karin Jiroflée du 2 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 132 van mevrouw Karin Jiroflée van 2 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Infirmiers en chef.
Hoofdverpleegkundigen.
Le groupe de travail flamand E´valuation de la fonction des infirmiers en chef milite depuis un certain temps, avec son homologue francophone, pour une revalorisation de la profession d’infirmier en chef.
De Vlaamse Werkgroep Functiewaardering Hoofdverpleegkundigen ijvert al een tijdje, samen met haar Franstalige evenknie, voor een functieherwaardering van het beroep van hoofdverpleegkundige.
Ils revendiquent :
Zij ijveren voor :
— une meilleure rémunération pour l’ensemble du groupe des infirmiers en chef;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
— een betere verloning voor de volledige groep hoofdverpleegkundigen; 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4372
— une tension salariale fixe entre les infirmiers en chef et les infirmiers gradués;
— een vaste loonspanning tussen hoofdverpleegkundige en gegradueerde verpleegkundige;
— un barème comprenant les suppléments pour la fonction.
— één barema waarin de functietoeslagen vervat zitten.
Compte tenu des nombreuses taˆches très variées qu’ils doivent accomplir, les infirmiers en chef ont une lourde responsabilité. Ils suivent une formation spécifique. Ils jouent le roˆle d’interlocuteur avec les patients comme avec les autres infirmiers, les médecins et la direction. Les infirmiers en chef sont souvent de véritables hommes-orchestres, patrons pour la base et base pour les patrons. Comme ils disent eux-mêmes, ils gèrent leur personnel, mais la direction les gère.
Hoofdverpleegkundigen hebben een zeer uitgebreid takenpakket en een grote verantwoordelijkheid. Zij hebben een specifieke opleiding. Zij zijn gesprekspartner zowel voor de patie¨nten, als voor de verpleegkundigen, als voor de artsen en de directie. Hoofdverpleegkundigen zijn duizendpoten die vaak gekneld zitten tussen hun personeel en de directie. Zoals ze het zelf uitdrukken, zij zijn baas voor de basis en basis voor de baas.
Il n’existe pourtant aucune tension due à la différence entre leur salaire et celui des infirmiers gradués. Plus fort encore, l’infirmier gradué a plus souvent un horaire irrégulier sur sa fiche de paie que l’infirmier en chef.
Nochtans bestaat er zo goed als geen spanning tussen hun loon en dat van de gegradueerde verpleegkundige. Sterker nog, vaak vindt de verpleegkundige met een onregelmatig uurrooster meer in zijn of haar loonzakje, dan de hoofdverpleegkundige.
1. Combien d’infirmiers en chef sont-ils concernés en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?
1. Over hoeveel hoofdverpleegkundigen gaat het in Vlaanderen, in Wallonie¨ en in Brussel ?
2. De quelle manière les infirmiers en chef sont-ils répartis entre les établissements de soin publics et privés ?
2. Op welke manier zijn deze hoofdverpleegkundige verdeeld over openbare en privé-verzorgingsinstellingen ?
3. De quelle manière ces infirmiers en chef sont-ils répartis entre les différents secteurs de soin (hoˆpitaux, maisons de repos, soins à domicile, etc.) ?
3. Op welke manier zijn deze hoofdverpleegkundigen verdeeld over de verschillende zorgsectoren (ziekenhuizen, rusthuizen, thuiszorg, enz.) ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 avril 2004, à la question no 132 de Mme Karin Jiroflée du 2 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 april 2004, op de vraag nr. 132 van mevrouw Karin Jiroflée van 2 maart 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre les informations suivantes, ayant trait à la dernière année pour laquelle ces données sont disponibles, à savoir l’exercice 2001.
Ik heb de eer het geachte lid de volgende informatie mee te delen welke betrekking heeft op het laatste jaar voor hetwelk deze gegevens beschikbaar zijn, te weten het dienstjaar 2001.
Nombre d’ETP infirmier(ère)s en chef
Aantal VTE hoofdverple(e)g(st)ers
Flandre. — Vlaanderen ........................... Wallonie. — Wallonie¨ ............................. Bruxelles. — Brussel ............................... Belgique. — Belgie¨ ..................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Hoˆpitaux publics — Openbare ziekenhuizen
Hoˆpitaux privés — Privé-ziekenhuizen
Total — Totaal
507,40 542,23 115,57 1 165,20
1 331,39 597,33 321,65 2 250,37
1 838,79 1 139,56 437,22 3 415,57
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4373
Nombre d’infirmier(ère)s en chef — Services de soins à domicile qui bénéficient de l’intervention pour les couˆts spécifiques
Aantal hoofdverple(e)g(st)ers — Diensten voor thuisverzorging die de tegemoetkoming voor specifieke kosten genieten Hoˆpitaux privés — Privé-ziekenhuizen
Hoˆpitaux publics — Openbare ziekenhuizen
Total — Totaal
Par personne physique — Per natuurlijk persoon
ETP — VTE
Par personne physique — Per natuurlijk persoon
ETP — VTE
Par personne physique — Per natuurlijk persoon
ETP — VTE
0 7 0 7
0,00 6,49 0,00 6,49
252 66 3 321
234,72 56,19 3,72 293,91
252 73 3 328
234,72 62,68 3,72 300,40
Flandre. — Vlaanderen ............ Wallonie. — Wallonie¨ .............. Bruxelles. — Brussel ................. Belgique. — Belgie¨ ....................
Ces nombres sont donc exprimés en ETP et non en « tête » et ne concernent malheureusement que le secteur hospitalier (tous types d’hoˆpitaux confondus). Je ne dispose en effet pas de ces informations pour le secteur des maisons de repos et les services de soins à domicile qui ont droit à l’intervention forfaitaire pour les couˆts spécifiques.
Deze aantallen worden dus uitgedrukt in VTE en niet in « hoofden » en hebben helaas slechts betrekking op de ziekenhuissector (alle ziekenhuistypes bijeengevoegd). Ik beschik inderdaad niet over deze informatie voor de rusthuissector en diensten voor thuisverpleging die op de forfaitaire tussenkomst voor specifieke kosten recht hebben.
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2003200420916
DO 2003200420916
Question no 70 de M. Ludo Van Campenhout du 18 février 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 70 van de heer Ludo Van Campenhout van 18 februari 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Sociétés. — Comptes annuels. — Comptabilité selon les normes IAS.
Ondernemingen. — Jaarrekeningen. — IAS-boekhouding.
En Belgique, les sociétés sont tenues d’établir chaque année des comptes annuels, ventilés par catégories. Cette ventilation diffère selon le référentiel comptable utilisé. En Belgique, trois types de normes sont communément utilisés : les normes de la Banque nationale de Belgique, les normes IAS (également connues sous la nouvelle dénomination « IFRS ») et les
In Belgie¨ dienen de ondernemingen elk jaar een jaarrekening op te stellen. Een jaarrekening wordt ingedeeld in verschillende rubrieken. Naargelang de gebruikte boekhoudkundige standaard verschilt de indeling. In Belgie¨ zijn er drie courante standaarden in gebruik : de jaarrekening ten behoeve van de NBB, de IAS boekhouding (ook gekend onder de nieuwe bena-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4374
normes US GAAP. Ces dernières n’entrent toutefois pas dans le cadre de mon propos.
ming IFRS) en de US GAAP normen. Deze laatste valt echter buiten het kader van dit bestek.
Les comptes annuels BNB doivent être établis par toute société non cotée en Belgique. Il s’agit principalement de PME. Les grandes sociétés cotées effectuent leur reporting comptable en normes IAS. Elles en auront l’obligation d’ici à 2005 en vertu des articles 1er et 4 du règlement CE no 1606/2002 sur l’application des normes comptables internationales. Les sociétés sont toutefois tenues de s’adapter dès à présent. En 2005, en effet, elles devront présenter une comptabilité conforme aux normes IAS en permettant une comparaison entre ces chiffres et ceux de 2004.
De jaarrekening NBB dient opgesteld te worden door elke niet-beursgenoteerde onderneming in Belgie¨. Hieronder vallen vooral KMO’s. Grote, beursgenoteerde ondernemingen rapporteren met een IASboekhouding. Hiertoe zijn zij tegen 2005 verplicht op basis van de artikelen 1 en 4 EG verordening nr. 1606/ 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen. De bedrijven dienen zich echter nu al aan te passen. Immers, in 2005 dienen ze een IAS-boekhouding voor te leggen waarin ze die cijfers moeten kunnen vergelijken met die van 2004.
Un problème se pose dans le cas d’une société se composant d’une société mère et de filiales dont certaines ne sont pas cotées. Une filiale non cotée doit établir des comptes annuels BNB, mais doit également effectuer son reporting comptable à la société mère en normes IAS (à des fins de consolidation notamment).
Er ontstaat een probleem bij een onderneming bestaande uit een moederonderneming met een aantal dochterondernemingen waarvan er een aantal nietbeursgenoteerd zijn. Een niet-beursgenoteerde dochteronderneming moet een jaarrekening NBB opstellen, maar daarenboven dient zij aan de beursgenoteerde moederonderneming te rapporteren in IAS-boekhouding (omwille van consolidatiedoeleinden en dies meer).
De ce fait, une filiale non cotée d’une société mère cotée doit effectuer un double travail. En effet, les règles utilisées pour l’établissement de comptes annuels BNB diffèrent des normes comptables IAS.
Hierdoor dient een niet-beursgenoteerde onderneming van een beursgenoteerde moederonderneming dubbel werk te verrichten. Immers, de regels gebruikt voor een jaarrekening NBB verschillen van de IASboekhoudregels.
Si les filiales non cotées d’une société mère cotée ne devaient plus effectuer leur reporting qu’en normes IAS, leur taˆche s’en trouverait considérablement rationalisée, puisqu’elles ne devraient plus effectuer le travail deux fois. Ces sociétés pourraient ainsi consacrer davantage de moyens aux investissements, nettement plus rentables à terme et donc également profitables aux travailleurs et à l’emploi.
Indien niet-beursgenoteerde dochterondernemingen van een beursgenoteerde moederonderneming enkel nog zouden moeten rapporteren in IAS-boekhouding, betekent dit voor deze bedrijven een aanzienlijke rationalisering. Ze moeten nu geen dubbel werk meer verrichten. Zo komen er middelen vrij voor de onderneming om investeringen te doen die op termijn veel meer opbrengen en dus ook ten goede komen van de werknemers en de werkgelegenheid.
Votre prédécesseur a considéré que l’application des normes IAS/IFRS pour l’établissement des comptes annuels de même que la modernisation du droit belge des comptes annuels ne pourraient être envisagées que moyennant l’assurance d’une totale neutralité fiscale (« La révolution comptable IAS/IFRS : un changement pour les conseils d’entreprises ? », SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie, p. 7/23).
Uw voorganger stelde dat de toepassing van de IAS/ IFRS voor de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening alsmede de modernisering van het Belgische jaarrekeningenrecht slechts kunnen worden overwogen indien tegelijk een volledige fiscale neutraliteit verzekerd wordt (« De boekhoudkundige revolutie IAS/ IFRS : een verandering voor de ondernemingsraden », FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, blz. 7/23).
1. Quelles sont les propositions de la Commission des normes comptables en la matière ?
1. Wat zijn de voorstellen van de Commissie boekhoudkundige normen terzake ?
2. Envisagez-vous de supprimer les comptes annuels BNB obligatoires pour les filiales non cotées d’une société mère cotée et de leur substituer les normes IAS ?
2. Overweegt u de verplichte jaarrekening NBB voor niet-beursgenoteerde dochterondernemingen van een beursgenoteerde moederonderneming af te schaffen en de IAS-boekhouding in de plaats te laten treden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4375
3. Quand les sociétés peuvent-elles escompter cette rationalisation ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 7 avril 2004, à la question no 70 de M. Ludo Van Campenhout du 18 février 2004 (N.) :
3. Wanneer mogen de bedrijven verwachten dat deze rationalisering ingang vindt ?
J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les réponses suivantes aux questions posées.
Ik heb de eer het geachte lid de volgende antwoorden op de gestelde vragen te verstrekken.
1. La Commission des normes comptables propose de ne pas changer la politique suivie jusqu’à ce jour en ce qui concerne les comptes statutaires, mais de créer un forum d’étude et de concertation IAS/IFRS autour de trois thèmes : fiscalité, droit des sociétés et PME. Cette initiative devrait, au départ d’un inventaire des différences entre le droit belge des comptes statutaires et les normes IAS/IFRS, conduire à des propositions concrètes.
1. De Commissie voor boekhoudkundige normen stelt voor om inzake de enkelvoudige jaarrekening het tot nu toe gevoerde beleid nog niet te wijzigen, maar een IAS/SFRS forum op te richten voor studie en overleg met drie werkthema’s : fiscaliteit, vennootschapsrecht en KMO’s. Dit initiatief zou, op grond van een overzicht van de verschillen tussen het Belgisch recht inzake de enkelvoudige jaarrekening en de IAS/IFRSnormen, moeten leiden tot concrete voorstellen.
2. Pour le moment, la suppression de l’établissement des comptes statutaires selon les normes belges pour les entreprises filiales non cotées d’une entreprises mère cotée, n’est pas prise en considération.
2. Op dit ogenblik wordt niet overwogen om voor niet-genoteerde dochterondernemingen van een beursgenoteerde moederonderneming de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening volgens de Belgische normen af te schaffen.
Compte tenu du fait qu’une convergence du droit belge concernant les comptes statutaires avec les normes IAS/IFRS devrait être neutre au plan fiscal et que les avantages et inconvénients (surtout le coût) doivent être pesés soigneusement, en particulier en fonction de la taille de l’entreprise concernée, une approche prudente doit être mise en avant. La proposition mentionnée au point 1 de créer un forum avec toutes les parties concernées me semble la voie à suivre.
Rekening houdend met het feit dat een toenadering van het Belgisch recht met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening met de IAS/IFRS normen fiscaal neutraal zou moeten zijn en de voor- en nadelen van dergelijk convergentiebeleid (vooral de kosten) zorgvuldig moeten worden afgewogen vooral in functie van de omvang van de betrokken ondernemingen, dient een voorzichtige aanpak vooropgesteld te worden. Het in punt 1 vermelde voorstel tot oprichting van een forum met alle belanghebbende partijen lijkt mij de te volgen weg.
3. Compte tenu de la complexité des matières à étudier, le temps nécessaire doit pouvoir y être consacré le plus rapidement possible.
3. Rekening houdende met de complexiteit van de te bestuderen materies dient hieraan de nodige tijd te worden besteed en dit zo snel mogelijk.
DO 2003200420966
DO 2003200420966
Question no 71 de M. Pieter De Crem du 1er mars 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 71 van de heer Pieter De Crem van 1 maart 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Bureau de tarification. — Reprise de dossiers du pool d’assurance. — Arriéré.
Tariferingbureau. — Overname dossiers van de Verzekeringspool. — Achterstand.
Des centaines de chauffeurs à risque demeureront à l’avenir dans l’incertitude quant à leur assurance en raison de l’arriéré accumulé par le Bureau de tarification dans le cadre de la reprise de leurs dossiers du pool d’assurance, qui cessera en principe d’exister à la fin du mois de février 2004. Les courtiers d’assurances
Honderden probleemchauffeurs blijven in de toekomst in het ongewisse over hun verzekering doordat het Tariferingbureau een achterstand heeft opgelopen bij het overnemen van hun dossiers van de Verzekeringspool. Die Verzekeringspool houdt normaal op te bestaan op het einde van de maand februari 2004. De
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 7 april 2004, op de vraag nr. 70 van de heer Ludo Van Campenhout van 18 februari 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4376
constatent toutefois que les dossiers qu’ils transmettent au Bureau de tarification sont trop rapidement renvoyés au motif qu’ils sont incomplets. Il en résulte que le Fonds de tarification accuse du retard dans ces dossiers et qu’après février 2004, des centaines de chauffeurs ne seront plus assurés auprès du pool d’assurance ni n’auront obtenu de nouvelle police au Bureau de tarification. La cause de cet important retard accumulé par le Bureau de tarification est imputée à une pénurie aigue¨ de personnel.
verzekeringsmakelaars stellen echter vast dat de dossiers die ze aan het Tariferingfonds overmaken al te snel als onvolledig worden teruggestuurd. Het resultaat is dat het Tariferingfonds inzake deze dossiers vertraging oploopt waardoor honderden chauffeurs na februari 2004 niet langer verzekerd zijn bij de Verzekeringspool, noch een nieuwe polis hebben bekomen van het Tariferingbureau. De oorzaak van deze grote vertraging bij het Tariferingbureau wordt gelegd bij een nijpend personeelstekort.
1. a) Le Bureau de tarification est-il effectivement confronté à un manque de personnel ?
1. a) Is er daadwerkelijk een personeelstekort bij het Tariferingbureau ?
b) Dans l’affirmative, dans quel délai une solution devrait-elle pouvoir être trouvée dans ce cadre ?
b) Zo ja, op welke termijn wordt hiervoor een oplossing geboden ?
2. Quelle est l’ampleur de l’arriéré du Bureau de tarification en la matière ?
2. Hoe groot is de achterstand van het Tariferingbureau in deze materie ?
3. Combien de chauffeurs à risque ne peuvent-ils provisoirement être assurés en raison de ce retard dans le transfert de dossiers entre le pool d’assurance et le Bureau de tarification, et pendant combien de temps ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 8 avril 2004, à la question no 71 de M. Pieter De Crem du 1er mars 2004 (N.) :
3. Hoeveel probleemchauffeurs kunnen door deze achterstand in overheveling van dossiers tussen de Verzekeringspool en het Tariferingbureau voorlopig niet worden verzekerd en voor welke duur ?
En réponse à la question de l’honorable membre, je tiens à remarquer d’abord que, selon l’article 9quater, § 3, de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, modifiée par la loi du 2 aouˆt 2002, le Bureau de tarification dispose d’un délai d’un mois pour faire une proposition de tarifica` ce délai, il faut ajouter huit jours pour la transtion. A mission de la proposition de tarification au demandeur.
In antwoord op de vraag van het geachte lid, wens ik vooreerst op te merken dat, met toepassing van artikel 9quater, § 3, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002, het Tariferingbureau over een termijn van een maand beschikt om een tariferingvoorstel uit te werken. Aan deze termijn moeten achtdagen worden toegevoegd voor de verzending van het tariferingvoorstel aan de aanvrager.
Il est exact que quelques dossiers n’ont pas pu eˆtre traités dans ce délai. Cette situation était due à un afflux important de demandes concernant d’anciens assurés du pool des risques difficiles à placer. Comme ce dernier termine ses activités au cours des mois prochains, cette situation n’est plus susceptible de se reproduire.
Het is juist dat enkele dossiers niet behandeld werden binnen deze termijn. Deze situatie is te verklaren door de belangrijke toevloed van aanvragen die betrekking hadden op de oude verzekerden uit de pool van moeilijk te plaatsen risico’s. Aangezien deze laatste zijn activiteiten bee¨indigt tijdens de komende maanden, zal deze toestand zich niet meer voordoen.
1. a) Compte tenu de ce qui précède, on peut estimer que le personnel du Bureau de tarification est en nombre suffisant.
1. a) Rekening gehouden met hetgeen voorafgaat, ben ik de mening toegedaan dat het Tariferingbureau over voldoende personeel beschikt.
b) Cette question est sans objet. 2. Le Bureau de tarification traite actuellement les demandes endéans les 23 jours, soit moins que le délai ` l’avenir, ce délai sera encore imposé par la loi. A réduit.
b) Deze vraag is zonder voorwerp. 2. Het Tariferingbureau behandelt de aanvragen binnen 23 dagen en bijgevolg binnen een kortere termijn dan de wet voorschrijft. In de toekomst zal deze termijn nog worden ingekrompen.
3. Le pool des risques difficiles à placer assure encore environ 300 conducteurs jusqu’à la fin mars, 50
3. De pool voor moeilijk te plaatsen risico’s verzekert nog 300 bestuurders tot einde maart, nog 50 tot
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 8 april 2004, op de vraag nr. 71 van de heer Pieter De Crem van 1 maart 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4377
jusqu’à la fin avril et encore 50 jusqu’à la fin mai 2004. Toutes ces demandes peuvent eˆtre traitées dans le délai légal.
einde april en nog 50 tot einde mei 2004. Al deze aanvragen kunnen binnen de wettelijke termijn behandeld worden.
DO 2003200420973
DO 2003200420973
Question no 72 de M. Bert Schoofs du 2 mars 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : E´volution des chiffres concernant les investissements américains en Belgique. La détérioration des relations entre les E´tats-Unis et la Belgique à propos de la question irakienne soulève la question suivante.
Vraag nr. 72 van de heer Bert Schoofs van 2 maart 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Pouvez-vous retracer l’évolution des chiffres des investissements américains en Belgique au cours du second semestre 2003 (du 1er juillet au 31 décembre inclus), en comparaison des années 1999, 2000, 2001 et 2002, à chaque fois pour la même période ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 7 avril 2004, à la question no 72 de M. Bert Schoofs du 2 mars 2004 (N.) : En réponse à la question posée par M. Bert Schoofs et se référant à sa question no 31 du 10 novembre 2003 (E´volution des investissements américains au cours du premier semestre de 2003, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 13, p. 1867), je communique les éléments suivants. 1. Le flux des investissements directs américains vers la Belgique s’élève à 769 millions d’euros au cours des neuf premiers mois de 2003. Les chiffres pour le deuxième semestre complet ne sont pas encore disponibles. De même, le chiffre du capital social sortant pour les neuf premiers mois manque. Le tableau suivant trace l’évolution de 1999 jusqu’en 2003 compris. Soldes des flux IDE en provenance des E´tats-Unis vers la Belgique, en millions d’euros
Evolutie van de cijfers betreffende de Amerikaanse investeringen in Belgie¨. Naar aanleiding van de vertroebeling in de relaties tussen de Verenigde Staten enerzijds en Belgie¨ anderzijds betreffende de « kwestie Irak », rijzen volgende vragen. Kan u de evolutie weergeven van de cijfers van de Amerikaanse investeringen in Belgie¨ in de tweede helft van 2003 (1 juli tot en met 31 december), en zulks in vergelijking met de jaren 1999, 2000, 2001 en 2002, telkens over dezelfde periode ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 7 april 2004, op de vraag nr. 72 van de heer Bert Schoofs van 2 maart 2004 (N.) : In antwoord op de vraag gesteld door de heer Bert Schoofs, aansluitend bij zijn vraag nr. 31 van 10 november 2003 (Evolutie van de cijfers van Amerikaanse investeringen in de eerste helft van 2003, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 13, blz. 1867), kan ik het volgende meedelen. 1. De stroom van Amerikaanse directe investeringen naar Belgie¨ bedraagt 769 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2003. De cijfers voor het volledig tweede semester zijn nog niet beschikbaar. Tevens ontbreekt voor de eerste negen maanden, het cijfer van het uitgaand maatschappelijk kapitaal. In onderstaande tabel wordt de evolutie weergegeven van 1999 tot en met 2003. Saldi van DIB stromen vanuit VS naar Belgie¨, in miljoen euro
1999 vers UEBL (*) ...................... 2000 vers UEBL (*) ...................... 2001 vers UEBL (*) ...................... 2002 vers la Belgique .................. 2003 (neuf premiers mois) vers la Belgique ......................................
1999 naar BLEU (*) 2000 naar BLEU (*) 2001 naar BLEU (*) 2002 naar Belgie¨ 2003 (eerste negen maanden) naar Belgie¨
3 740 (**) 15 762 (**) 16 231 (**) 576 (**) 769 (**)
Source : Banque nationale de la Belgique. (*) Jusqu’en 2001, ces chiffres ont été collectés au niveau de ` partir l’UEBL (Union économique Belgo-Luxembourgeoise). A de 2002, ils sont disponibles pour la Belgique séparément. (**) Chiffres incomplets : le montant du capital social fait défaut.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
3 740 (**) 15 762 (**) 16 231 (**) 576 (**) 769 (**)
Bron : Nationale Bank van Belgie¨. (*) Tot in 2001 werden deze cijfers verzameld op niveau van de BLEU (Belgisch-Luxemburgse Economische Unie), vanaf 2002 zijn de cijfers beschikbaar voor Belgie¨ afzonderlijk. (**) Onvolledige cijfers : het bedrag aan uitgaand maatschappelijk kapitaal ontbreekt.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
554
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4378
Conformément à la définition acceptée internationalement « Investissements directs à l’étranger (IDE) », la Banque nationale de Belgique publie annuellement l’évolution des IDE au moyen des flux financiers sur la balance des paiements. La BNB utilise à cet effet la définition suivante : Un investissement direct des E´tatsUnis en Belgique représente toute relation d’un résident des E´tats-Unis avec une entreprise en Belgique, qui permet à l’investisseur d’exercer une influence considérable sur l’administration d’une entreprise (minimum 10 % du capital).
In overeenstemming met de internationaal aanvaarde definitie van « Directe investeringen in het buitenland (DIB) », rapporteert de Nationale Bank van Belgie¨ jaarlijks de evolutie van DIB, door middel van financie¨le stromen op de betalingsbalans. Hiervoor hanteert de NBB de volgende definitie : een directe investering van de VS in Belgie¨ is elke band tussen een ingezetene van de VS en een onderneming in Belgie¨, die de investeerder toelaat om een significante invloed uit te oefenen op het bestuur van de onderneming (minimum 10 % in het kapitaal).
2. Les investissements étrangers peuvent être subdivisés en capital social (création de filiales ou de succursales, participation aux augmentations de capital, acquisition de nouvelles participations) et autre capital (prêts aux filiales et remboursements de ces prêts et autres tels que cash pooling, factoring, etc.).
2. De buitenlandse investeringen kunnen worden onderverdeeld in maatschappelijk kapitaal (oprichting dochtermaatschappijen of bijkantoren, deelnemingen in kapitaalverhogingen, verwerving van nieuwe deelnemingen) en overig kapitaal (leningen aan dochtermaatschappijen en terugbetalingen ervan en andere zoals cash pooling, factoring, enz.).
Soldes des flux IDE en provenance des E´tats-Unis vers la Belgique, en millions d’euros
Saldi van de DIB stromen vanuit VS naar Belgie¨, in miljoen euro
Capital social — Maatschappelijk kapitaal
Autre capital — Overig kapitaal
Total — Totaal
1999 vers UEBL (*). — 1999 naar BLEU (*)
1 762 (**)
1 978
3 740 (**)
2000 vers UEBL (*). — 2000 naar BLEU (*)
13 651 (**)
2 111
15 762 (**)
2001 vers UEBL (*). — 2001 naar BLEU (*)
3 329 (**)
12 902
16 231 (**)
2002 vers la Belgique. — 2002 naar Belgie¨
342 (**)
234
576 (**)
2003 (neuf premiers mois) vers la Belgique. — 2003 (eerste negen maanden) naar Belgie¨
594 (**)
175
769 (**)
Source : Banque nationale de la Belgique. (*) Jusqu’en 2001, ces chiffres ont été collectés au niveau de ` partir l’UEBL (Union économique Belgo-Luxembourgeoise). A de 2002, ils sont disponibles pour la Belgique séparément. (**) Chiffres incomplets : le montant du capital social fait défaut.
Bron : Nationale Bank van Belgie¨. (*) Tot in 2001 werden deze cijfers verzameld op niveau van de BLEU (Belgisch-Luxemburgse Economische Unie), vanaf 2002 zijn de cijfers beschikbaar voor Belgie¨ afzonderlijk. (**) Onvolledige cijfers : het bedrag aan uitgaand maatschappelijk kapitaal ontbreekt.
3. Enfin, les tableaux précédents mentionnent toujours les soldes qui résultent de la différence entre investissements et désinvestissements. Pour les investissements, il s’agit de flux de capitaux d’un résident américain vers une filiale belge (par exemple un prêt). Le remboursement de cet prêt constitue alors un désinvestissement.
3. Ten slotte, in de voorgaande tabellen worden telkens de saldi vermeld. Deze saldi zijn het resultaat van het verschil tussen investeringen en desinvesteringen. Bij investeringen gaat het om kapitaalstromen van een Amerikaanse ingezetene naar een Belgische dochteronderneming, bijvoorbeeld een lening. De terugbetaling van die lening is dan een desinvestering.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4379
Flux IDE en provenance des E´tats-Unis vers la Belgique, en millions d’euros
DIB stromen vanuit VS naar Belgie¨, in miljoen euro
Autre capital — Overig kapitaal
Capital social — Maatschappelijk kapitaal
Total — Totaal
DésDésDésInvestissement investissement Investissement investissement Investissement investissement — — — — — — Investering Desinvestering Investering Desinvestering Investering Desinvestering
1999 vers UEBL (*). — 1999 naar BLEU (*) ................................... 2000 vers UEBL (*). — 2000 naar BLEU (*) ................................... 2001 vers UEBL (*). — 2001 naar BLEU (*) ................................... 2002 vers la Belgique. — 2002 naar Belgie¨ ................................ 2003 (neuf premiers mois) vers la Belgique. — 2003 (eerste negen maanden) naar Belgie¨ ...............
1 844
82
2 250
272
4 094
354
13 651
NB/ND
2 621
510
16 272
510
3 644
315
14 282
1 380
17 926
1 695
361
19
813
579
1 174
698
594
NB/ND
893
718
1 487
718
Source : Banque nationale de la Belgique. (*) Jusqu’en 2001, ces chiffres ont été collectés au niveau de ` partir l’UEBL (Union économique Belgo-Luxembourgeoise). A de 2002, ils sont disponibles pour la Belgique séparément.
Bron : Nationale Bank van Belgie¨. (*) Tot in 2001 werden deze cijfers verzameld op niveau van de BLEU (Belgisch-Luxemburgse Economische Unie), vanaf 2002 zijn de cijfers beschikbaar voor Belgie¨ afzonderlijk.
4. Conclusion : Comme indiqué plus haut, à partir de 2002 les chiffres sont disponibles pour la Belgique séparément, ce qui influence clairement les statistiques. Selon le Bureau fédéral du plan, le Luxembourg possédait une part d’à peu près 70 % des flux d’investissement entrant dans l’UEBL. Cette situation est due au roˆle du Luxembourg comme centre financier. L’évolution de flux IDE internationaux (CNUCED : en 2000 une pointe de 1 200 milliards de dollars, en 2002 encore 600 milliards de dollars) va de pair avec la tendance des IDE américains en Belgique : une pointe en 2000 et en 2001, suivie d’une diminution considérable, due à la pointe historique en 2000 (les IDE n’ont jamais atteint ce niveau-là) et à la récession macroéconomique.
4. Conclusie : Zoals hoger aangehaald, worden de cijfers vanaf 2002 afzonderlijk opgesteld voor Belgie¨ en dit heeft duidelijk een weerslag op de statistiek. Volgens het Federaal Planbureau had Luxemburg een aandeel van ongeveer 70 % in de inkomende investeringsstromen in de BLEU. Dit is te verklaren door de rol van Luxemburg als financieel knooppunt. De evolutie van mondiale DBT-stromen (UNCTAD : in 2000 een piek van 1 200 miljard dollar, in 2002 nog 600 miljard dollar) loopt parallel met de trend van Amerikaanse DIB in Belgie¨ : een piek in 2000 en in 2001. Nadien volgt een forse afname, die is te verklaren door de historische piek in 2000 (nooit waren DBI stromen zo hoog) en de macroeconomische recessie.
DO 2003200421064
DO 2003200421064
Question no 76 de Mme Muriel Gerkens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Transparence des factures d’électricité. Des questions se posent sur la transparence des factures de l’électricité. Plusieurs opérateurs conti-
Vraag nr. 76 van mevrouw Muriel Gerkens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Doorzichtigheid van elektriciteitsfacturen. De doorzichtigheid van de elektriciteitsfacturen laat te wensen over. Verscheidene operatoren blijven de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4380
nuent à utiliser le paramètre Nc sur leurs factures (ce paramètre Nc porte sur le couˆt des combustibles et est publié chaque mois au Moniteur belge). Ceci me semble poser des questions pour les clients éligibles, en particulier pour les clients résidentiels et les PME. Le fournisseur transfère de cette manière chaque risque en matière des couˆts des combustibles vers les clients, sans que le client s’en rende compte. Il ne me semble pas normal de supposer que les clients sont au courant de la définition du paramètre Nc tel que défini dans l’arrêté ministériel du 12 décembre 2001 portant fixation des prix maximaux pour la fourniture d’électricité ou qu’ils suivent son évolution dans le Moniteur belge. En plus, au moment ou` un client signe avec un fournisseur un contrat qui prévoit l’évolution du prix d’électricité sur base du paramètre Nc, il est impossible pour ce client de prévoir le prix par kWh pendant la durée de son contrat, vu qu’il est impossible pour ce client de prévoir l’évolution du paramètre Nc, ce qui me semble contraire à l’arrêté royal du 3 avril 2003 relatif aux factures de fourniture d’électricité et de gaz.
Nc-parameter op hun facturen gebruiken (deze geeft de kosten van de brandstoffen aan en wordt maandelijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt). Volgens mij doet dit problemen rijzen voor de in aanmerking komende afnemers, met name de residentie¨le afnemers en de KMO’s. Op die manier schuift de leverancier ieder risico inzake de kosten van de brandstoffen af op de klant, zonder dat deze zich ervan bewust is. Het lijkt mij niet normaal te veronderstellen dat de klant op de hoogte is van de omschrijving van de Ncparameter, bepaald bij het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit, of dat hij de ontwikkeling van deze parameter volgt in het Belgisch Staatsblad. Op het ogenblik dat hij met een leverancier een contract afsluit dat met de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs op basis van de Ncparameter rekening houdt, kan de klant bovendien geenszins de prijs per kWh gedurende de looptijd van zijn contract inschatten, omdat hij onmogelijk de ontwikkeling van de Nc-parameter kan voorspellen. Volgens mij druist dit in tegen het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas.
Ceci implique également qu’il est impossible de comparer les offres de prix de différents fournisseurs, sachant qu’il y en a qui donnent des prix indexés sur ce paramètre Nc et d’autres dont les offres de prix ne contiennent pas ce paramètre. On peut difficilement dire que des offres de prix contenant le paramètre Nc sont indiquées d’une manière non équivoque comme imposé par la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.
Dit betekent tevens dat de klant onmogelijk de prijsoffertes van verschillende leveranciers kan vergelijken, omdat sommige offertes prijzen vermelden die op basis van deze Nc-parameter zijn geı¨ndexeerd, en andere er geen rekening mee houden. Men kan dus moeilijk stellen dat prijsoffertes waarin de Nc-parameter voorkomt, duidelijk herkenbaar zijn, zoals vereist door de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
1. Estimez-vous que ces pratiques sont en conformité avec la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection des consommateurs ?
1. Meent u dat deze praktijken in overeenstemming zijn met de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument ?
2. Estimez-vous que ces pratiques sont en conformité avec l’arrêté royal du 3 avril 2003 relatif aux factures de fourniture d’électricité et de gaz ?
2. Meent u dat deze praktijken in overeenstemming zijn met het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas ?
3. Si vous estimez qu’il y a un problème de conformité à la législation et la réglementation, quelles mesures avez-vous prises pour mettre fin à ces pratiques ?
3. Indien u meent dat deze praktijken niet met de wetgeving en de regelgeving in overeenstemming zijn, welke maatregelen hebt u dan getroffen om ze een halt toe te roepen ?
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 8 avril 2004, à la question no 76 de Mme Muriel Gerkens du 10 mars 2004 (Fr.) : 1. E´tant donné que ce point concerne la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection des consommateurs, les éléments de réponse seront fournis par le ministre de la Protection de la consommation. (Question no 36 du 10 mars 2004.)
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 8 april 2004, op de vraag nr. 76 van mevrouw Muriel Gerkens van 10 maart 2004 (Fr.) :
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
1. Aangezien dit punt betrekking heeft op de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consumenten zullen de antwoordelementen verstrekt worden door de minister van Consumentenzaken. (Vraag nr. 36 van 10 maart 2004.) 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4381
2. L’arrêté royal du 3 avril 2003 relatif aux factures de fourniture d’électricité et de gaz a pour objet essentiel de déterminer les informations qui doivent figurer dans les factures de régularisation établies par les fournisseurs après le relevé des compteurs. Les informations relatives aux prix concernent ainsi respectivement : — les montants facturés, — le taux de TVA et le montant de la TVA, — le ou les prix de l’unité, — le détail du calcul du montant à payer, — le tarif applicable à la transmission, — le tarif applicable à la distribution et — les prélèvements perçus par l’ensemble des pouvoirs publics en les globalisant selon des catégories. Le champ d’application de l’arrêté royal du 3 avril 2003 diffère dès lors de celui de l’arrêté ministériel du 12 décembre 2001 portant fixation de prix maximaux pour la fourniture d’électricité, qui détermine de manière préalable les modalités de calcul du paramètre Nc. Par ailleurs, l’introduction de paramètres de variation de prix, tel que le paramètre Nc qui reflète l’évolution du couˆt des combustibles utilisés dans les centrales électriques, est admissible dans la mesure où les modalités de fixation de leur valeur mensuelle sont réglementairement déterminées et ne dépendent donc pas du fournisseur. En outre, il importe de souligner que l’arrêté ministériel du 12 décembre 2001 est applicable uniquement aux clients qui n’ont pas la qualité de client éligible alors que l’arrêté royal du 3 avril 2003 concerne l’ensemble de la clientèle. 3. Compte tenu de la nature et de la portée des dispositions réglementaires évoquées au point 2, l’éventuel problème de conformité évoqué par l’honorable membre ne se pose pas.
2. Het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas heeft hoofdzakelijk tot doel de informatie te bepalen die vermeld moet worden op de afrekeningsfacturen van de leveranciers na meteropname. Die gegevens in verband met de prijzen zijn de volgende : — — — —
de gefactureerde bedragen, de BTW-voet en het BTW-bedrag, de eenheidsprijs of -prijzen, het detail van de berekening van het te betalen bedrag, — het tarief voor de transmissie, — het tarief voor de distributie, — de heffingen geı¨nd door het geheel van overheden, geglobaliseerd per categorie. Het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 3 april 2003 is derhalve verschillend van dat van het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen van aardgas, dat vooraf de nadere regels bepaalt voor de berekening van parameter Nc. De invoering van prijsvariatieparameters zoals parameter Nc die de evolutie weerspiegelt van de kosten van de brandstoffen die in de elektriciteitscentrales gebruikt worden, is aanvaardbaar in zover de nadere regels voor de vaststelling van hun maandelijkse waarde reglementair bepaald zijn en dus niet afhangen van de leverancier. Tevens dient te worden beklemtoond dat het ministerieel besluit van 12 december 2001 enkel van toepassing is op afnemers die niet de hoedanigheid van in aanmerking komende afnemer hebben terwijl het koninklijk besluit van 3 april 2003 betrekking heeft op alle afnemers. 3. Rekening houdend met de aard en de draagwijdte van de reglementaire bepalingen waarnaar verwezen is in punt 2, is het eventuele probleem van overeenstemming dat door het geachte lid ter sprake is gebracht, onbestaand.
DO 2003200421107
DO 2003200421107
Question no 78 de M. Daan Schalck du 17 mars 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Fonctionnement du Bureau de tarification. Le ministre s’efforce, par le biais du plan 29/29, de mettre au point une garantie d’assurance en concertation avec le secteur des assurances.
Vraag nr. 78 van de heer Daan Schalck van 17 maart 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Werking van het Tariferingsbureau. Via het plan 29/29 probeert de minister, in overleg met de verzekeringssector, een verzekeringsgarantie uit te bouwen. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4382
D’un point de vue légal, ce roˆle incombe toutefois au Bureau de tarification qui est opérationnel depuis le 1er novembre 2003.
Wettelijk is het echter het Tariferingsbureau dat hiervoor moet instaan. Dit bureau startte de werkzaamheden op 1 november 2003.
Environ 3 000 dossiers ont été transférés de la caisse d’assurances, devenue depuis le Bureau de tarification. Cette caisse d’assurances a cessé de fonctionner le 29 février 2004.
Ongeveer 3 000 dossiers werden van het verzekeringsfonds, de voorloper van het Tariferingsbureau, overgedragen. Dit verzekeringsfonds houdt op te bestaan op 29 februari 2004.
Il appert à présent que le Bureau de tarification n’est pas en mesure de traiter ces dossiers à temps de sorte que plusieurs centaines de personnes risquent une nouvelle fois de ne plus être assurés.
Nu slaagt het Tariferingsbureau er blijkbaar niet in deze dossiers op tijd te verwerken, zodat opnieuw enkele honderden mensen dreigen zonder verzekering te vallen.
1. Comment les dossiers de la caisse d’assurances ont-ils été transférés vers le Bureau de tarification ?
1. Hoe werden de dossiers van het verzekeringsfonds naar het Tariferingsbureau overgedragen ?
2. Quelle solution le Bureau de tarification envisage-t-il à court terme pour remédier au problème ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 8 avril 2004, à la question no 78 de M. Daan Schalck du 17 mars 2004 (N.) :
2. Welke oplossing zal het Tariferingsbureau op korte tijd kunnen uitwerken ?
Par la présente réponse, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à ma réponse à une question similaire, à savoir la question no 71 qui m’a été posée en date du 1er mars 2004 par M. Pieter De Crem (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 28, p. 4375), ainsi qu’à la réponse que je lui ai donnée à la question orale no 1970 qu’il m’a posée et qui était identique.
Hierbij heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar mijn antwoord op een gelijkaardige vraag, te weten vraag nr. 71 die mij op 1 maart 2004 door de heer Pieter De Crem werd gesteld (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 28, blz. 4375), en naar het antwoord dat ik het lid verschafte op de identieke vraag nr. 1970 die hij mondeling stelde.
DO 2003200421129
DO 2003200421129
Question no 80 de M. Guido De Padt du 22 mars 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 80 van de heer Guido De Padt van 22 maart 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Compagnies d’assurance. — Calcul des primes. — Critère du sexe.
Verzekeringsmaatschappijen. — Berekening premies. — Geslacht als criterium.
Le Parlement européen et le Conseil de ministres examinent actuellement une proposition de directive relative à l’égalité de traitement entre les femmes et les hommes.
In het Europees Parlement en de Raad van ministers wordt thans een voorstel van richtlijn over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen besproken.
Ladite proposition de directive interdit la prise en compte du critère du sexe en tant que facteur discriminatoire dans le calcul de la prime et du rendement des contrats d’assurance et d’autres services financiers. Le texte met expressément l’accent sur le droit fondamental à la non-discrimination sur lequel se fonde notre ordre juridique.
In dit voorstel van richtlijn wordt het gebruik van het criterium « geslacht » verboden als discriminerende factor in de berekening van de premie en het rendement van verzekeringscontracten en andere financie¨le diensten. De tekst benadrukt expliciet het fundamenteel recht op niet-discriminatie waarop onze rechtsorde gebaseerd is.
Dans notre pays, il n’est pas rare que le sexe de l’assuré intervienne dans le calcul de la prime par les compagnies d’assurance.
In ons land speelt het geslacht van de verzekerde voor de verzekeringsmaatschappijen in vele gevallen een rol in de te betalen premie.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 8 april 2004, op de vraag nr. 78 van de heer Daan Schalck van 17 maart 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4383
C’est notamment le cas de l’assurance automobile obligatoire, de l’assurance hospitalisation et de l’assurance décès. En règle générale, une assurance automobile couˆte un peu moins cher pour une femme, alors que pour une assurance hospitalisation, la prime est beaucoup plus élevée pour une femme.
Dit is onder meer het geval in de verplichte autoverzekering, de ziekenhuisverzekering en de overlijdensverzekering. Een autoverzekering kost doorgaans iets minder voor een vrouw, terwijl een vrouw voor een ziekenhuisverzekering veel meer moet betalen dan een man.
1. Estimez-vous que les compagnies d’assurance ne peuvent faire intervenir le critère du sexe de l’assuré dans le calcul de la prime ?
1. Bent u van oordeel dat verzekeringsmaatschappijen geen criteria mogen hanteren waarbij het geslacht van de verzekerde in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de premie ?
2. Quelles initiatives avez-vous l’intention de prendre pour transposer dans le droit national la proposition de directive relative à l’égalité de traitement entre les femmes et les hommes ? 3. Eˆtes-vous disposée à prendre des mesures sans attendre l’adoption de la directive ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 8 avril 2004, à la question no 80 de M. Guido De Padt du 22 mars 2004 (N.) :
2. Welke initiatieven overweegt u te nemen om het voorstel van richtlijn over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in nationaal recht om te zetten ?
Par la présente, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre, les éléments de réponses suivants à ses questions.
Hierbij heb ik de eer het geachte lid de volgende elementen van antwoord op zijn vragen te verstrekken.
1. Cette problématique est actuellement déjà régie en droit belge par la loi antidiscrimination du 25 février 2003 interdisant toute discrimination directe ou indirecte, notamment fondée sur le sexe, sauf si la distinction repose sur une justification objective et raisonnable (article 2 de la loi du 25 février 2003).
1. Deze problematiek wordt in het Belgisch recht nu reeds geregeld door de antidiscriminatiewet van 25 februari 2003, die rechtstreekse en onrechtstreekse discriminatie onder meer op grond van geslacht verbiedt, tenzij het gemaakte onderscheid objectief en redelijkerwijze gerechtvaardigd is (artikel 2 van de wet van 25 februari 2003).
Cette législation s’applique aussi au secteur des assurances. Concrètement, cela signifie qu’un assureur actif en Belgique ne peut établir de distinction entre un homme et une femme, par exemple dans les conditions de couverture ou de prime, que si elle repose sur des motifs pertinents.
Deze wetgeving is ook toepasselijk op de verzekeringssector. Dit betekent concreet dat een in Belgie¨ werkzame verzekeraar slechts een onderscheid mag maken tussen man en vrouw, bijvoorbeeld op het vlak van de dekkings- of premievoorwaarden, indien er hiervoor pertinente en relevante redenen bestaan.
L’assureur qui souhaite établir une distinction doit prouver qu’il se fonde sur une justification raisonnable et pertinente, découlant souvent de données statistiques.
Het is de verzekeraar, die een onderscheid wil maken, die het bewijs moet leveren dat hiervoor een redelijke en relevante (pertinente) rechtvaardiging voor bestaat. De rechtvaardiging volgt meestal uit de statistische gegevens.
` ce jour, je n’ai pas encore pris position quant à la A proposition de directive. Afin d’eˆtre en possession de tous les arguments, j’ai sollicité l’avis de la Commission des assurances. Cet avis n’est pas encore disponible.
Op dit ogenblik heb ik nog geen standpunt ingenomen over het voorstel van richtlijn. Teneinde over alle argumenten te kunnen beschikken, heb ik het advies gevraagd van de Commissie voor verzekeringen. Dit advies is nog niet beschikbaar.
2. Il est trop toˆt pour anticiper la transposition d’une directive à l’état de projet.
2. Het is te vroeg om vooruit te lopen op de omzetting van een richtlijn die zich in nog het ontwerpstadium bevindt.
3. Non, il me semble peu opportun d’agir tant que le texte n’a pas encore été arreˆté définitivement.
3. Neen, het lijkt mij niet geschikt om nu te handelen aangezien de tekst nog niet definitief werd vastgesteld.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
3. Bent u bereid om nu reeds acties te ondernemen zonder dat de richtlijn is goedgekeurd ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 8 april 2004, op de vraag nr. 80 van de heer Guido De Padt van 22 maart 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4384
Commerce extérieur
Buitenlandse Handel
DO 2003200410649
DO 2003200410649
Question no 15 de M. Dirk Van der Maelen du 15 janvier 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 15 van de heer Dirk Van der Maelen van 15 januari 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Activités d’exportation d’entreprises belges sous le régime de Saddam Hussein en Irak.
Exportactiviteiten van Belgische bedrijven met betrekking tot het regime van Saddam Hoessein in Irak.
Deux articles publiés dans le « Los Angeles Weekly » du 21 au 27 mars 2003 sont consacrés aux entreprises américaines et européennes qui auraient contribué à l’armement du régime irakien de Saddam Hussein.
In de « Los Angeles Weekly » van 21 tot 27 maart 2003 verschenen twee artikels met informatie over Amerikaanse en Europese bedrijven die betrokken zouden zijn geweest bij de bewapening van het Irakese regime van Saddam Hoessein.
Selon ces articles, le régime de Saddam Hussein aurait à deux reprises (en 1997 et 2002) communiqué des informations en la matière aux Nations unies. L’ONU et les E´tats-Unis ont jusqu’à présent toujours refusé de révéler l’identité des entreprises ayant participé à des livraisons d’armes qui auraient pu contribuer au développement d’armes de destruction massive. Une liste précisant quelque peu les activités d’entreprises américaines et autres dans ce cadre n’a été dévoilée qu’après que le procureur Pitts (Houston) a envoyé à Bagdad un ancien inspecteur en armement de l’ONU, Scott Ritter.
Bij twee gelegenheden (in 1997 en 2002) heeft het regime van Saddam informatie terzake overgemaakt aan de Verenigde Naties. Tot dusver hebben de VN (en de VS) geweigerd om de identiteit te onthullen van de bedrijven die betrokken zouden zijn geweest bij leveringen die van belang waren voor een Irakese capaciteit inzake massavernietigingswapens. Pas nadat de Amerikaanse procureur Pitts (Houston) ex-VNwapeninspecteur Scott Ritter naar Bagdad stuurde, is er een lijst onthuld die enig licht werpt op de activiteiten van Amerikaanse en andere bedrijven terzake. Aldus de « Los Angeles Weekly ».
Ces articles mentionnent également sept entreprises belges qui auraient fourni des armes au régime de Saddam Hussein dans le cadre du développement d’armes de destruction massive.
In dezelfde artikels is er eveneens sprake van zeven Belgische bedrijven die zouden hebben geleverd aan het regime van Saddam Hoessein, in het kader van de opbouw van massavernietigingswapens.
1. Avez-vous connaissance de l’identité de ces entreprises ?
1. Kent u de identiteit van die bedrijven ?
2. Pourriez-vous m’indiquer de quelles activités d’exportation il s’agissait et la date à laquelle elles ont eu lieu ?
2. Kan u meedelen om welke exportactiviteiten het ging en wanneer die hebben plaatsgevonden ?
3. Les autorités belges avaient-elles connaissance de ces activités ?
3. Was de Belgische overheid op de hoogte van die activiteiten ?
4. Une quelconque forme d’aide publique a-t-elle été accordée dans ce cadre ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 6 avril 2004, à la question no 15 de M. Dirk Van der Maelen du 15 janvier 2004 (N.) :
4. Bestond er enige vorm van overheidssteun in dat verband ?
J’ai l’honneur de fournir la réponse suivante à l’honorable membre.
Ik heb de eer aan het geachte lid het hiernavolgend antwoord te verstrekken.
L’article du « Los Angeles Weekly » du 21 au 27 mars 2003 mentionne uniquement que sept entreprises, dont les noms ne sont pas révélés, seraient
Het artikel van « Los Angeles Weekly » van 21 tot 27 maart 2003 vermeldt enkel dat zeven bedrijven zouden genoemd zijn in de « Iraq’s 2002 weapons
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 6 april 2004, op de vraag nr. 15 van de heer Dirk Van der Maelen van 15 januari 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4385
citées dans la déclaration de l’Irak sur son armement de 2002. Les autorités belges ignorent l’identité et les activités de ces sept entreprises belges évoquées dans l’article.
declaration », de namen van deze bedrijven worden niet vernoemd. De Belgische overheid is niet op de hoogte van de identiteit van de zeven Belgische bedrijven vermeld in het artikel, noch van de activiteiten van deze bedrijven.
En août 1990, un embargo général a été décrété pour l’Irak. En avril 1995, la résolution 986 des Nations unies a été votée afin de remédier à la situation humanitaire désastreuse. La résolution stipulait qu’une quantité limitée de pétrole pouvait être vendue, sous la surveillance des Nations unies, afin de pourvoir aux besoins humanitaires de première nécessité à l’aide du produit de cette vente dans le cadre du programme « pétrole contre nourriture ». Les autorités belges ont agi conformément à leurs obligations dans le cadre des Nations unies.
In augustus 1990 werd een algemeen embargo ingesteld voor Irak, in april 1995 werd VN-resolutie 986 gestemd om de desastreuze humanitaire situatie te verhelpen. De resolutie bepaalde dat, onder toezicht van de Verenigde Naties, een beperkte hoeveelheid olie kon verkocht worden om met de opbrengst humanitaire benodigdheden te ledigen in het kader van het oilfor-food-programma. De Belgische overheid heeft gehandeld conform haar verplichtingen in het kader van de Verenigde Naties.
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 0000200360171
DO 0000200360171
Question no 1 de M. Jan Mortelmans du 21 août 2003 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 1 van de heer Jan Mortelmans van 21 augustus 2003 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Cabinets. — Parc automobile.
Kabinetten. — Wagenpark.
Traditionnellement, l’entrée en fonction d’un nouveau gouvernement entraıˆne également des changements au niveau du parc automobile des cabinets. Au cours de la législature précédente, j’avais posé à ce sujet les mêmes questions à tous les membres du gouvernement. Pourriez-vous dès lors me fournir les précisions suivantes :
Het aantreden van een nieuwe regering betekent traditioneel ook een aanpassing van het wagenpark. Tijdens de vorige zittingsperiode stelde ik daaromtrent alle regeringsleden dezelfde vragen. Kan u het volgende meedelen :
1. Quelles voitures de tourisme circulent pour le compte de votre cabinet ?
1. Welke personenwagens zijn er in dienst van het kabinet ?
2. Pourriez-vous m’indiquer, pour chaque véhicule, l’année de construction, le type, la cylindrée et le prix d’acquisition ?
2. Wat is telkens het bouwjaar, het type, de cilinderinhoud en de aanschafprijs ?
3. De quelles options les voitures ont-elles été équipées ?
3. Welke opties werden er aan de voertuigen toegevoegd ?
4. Quel type de moyen de transport utilisez-vous essentiellement ?
4. Welk type van vervoermiddel gebruikt u hoofdzakelijk ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
555
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4386
Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 6 avril 2004, à la question no 1 de M. Jan Mortelmans du 21 août 2003 (N.) : 1. a) Renault Espace. b) Renault Scenic. c) Volvo XC 90. d) Nissan Primera. e) Peugeot 106. f) Opel Corsa. 2. a) 2001, Espace, 2 946 cc, leasing. b) 2000, Scenic, 1 598 cc, leasing. c) 2003, D5 Geartronic, 2 401 cc, leasing. d) 2000, Primera, 1 974 cc, propriété de l’administration. e) 2000, 106, 1 124 cc, propriété de l’administration. f) 1992, Corsa, 1 500 cc, propriété de l’administration. 3. a) Deux sièges amovibles sur rails, accoudoirs à l’arrière, liseuse à l’arrière. b) Peinture métallisée, boıˆte automatique, radio satellite avec lecteur cd. c) Comfort-line, peinture métallisée, kit mains libres pour GSM, moquettes. d) Aucune. e) Aucune. f) Aucune. ` pied. 4. A
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 6 april 2004, op de vraag nr. 1 van de heer Jan Mortelmans van 21 augustus 2003 (N.) : 1. a) Renault Espace. b) Renault Scenic. c) Volvo XC 90. d) Nissan Primera. e) Peugeot 106. f) Opel Corsa. 2. a) 2001, Espace, 2 946 cc, leasing. b) 2000, Scenic, 1 598 cc, leasing. c) 2003, D5 Geartronic, 2 401 cc, leasing. d) 2000, Primera, 1 974 cc, eigendom administratie.
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable
Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
Protection de la consommation
Consumentenzaken
e) 2000, 106, 1 124 cc, eigendom administratie. f) 1992, Corsa, 1 500 cc, eigendom administratie. 3. a) Twee uitneembare zetels op rails, armsteunen achteraan, leeslamp achteraan. b) Metaalkleur, automatische versnellingen, satellietradio met cd-speler. c) Comfort-line, metaalkleur, handsfree kit voor GSM, tapijten. d) Geen. e) Geen. f) Geen. 4. Te voet.
DO 2003200420955
DO 2003200420955
Question no 31 de M. Servais Verherstraeten du 26 février 2004 (N.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable : Fournisseurs d’électricité. — Envoi de contrats types à des particuliers. Dans le cadre de la libéralisation du marché de l’énergie, différents fournisseurs d’électricité envoient
Vraag nr. 31 van de heer Servais Verherstraeten van 26 februari 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling : Elektriciteitsleveranciers. — Verzending van modelcontracten aan particulieren. In het kader van het liberaliseren van de energiemarkt verzenden diverse elektriciteitsleveranciers
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4387
des contrats types à des citoyens, en faisant dépendre l’entrée en vigueur du contrat de la non-formulation d’observations après la réception des conditions générales particulières. 1. Eˆtes-vous au courant de ces pratiques ?
modelcontracten naar burgers waarbij ze de inwerkingtreding van het contract afhankelijk maken van het niet-formuleren van opmerkingen na de ontvangst van de bijzondere algemene voorwaarden.
2. a) Sont-elles juridiquement valides ?
2. a) Is dit juridisch rechtsgeldig ?
b) Des contrats avec des particuliers peuvent-ils être conclus oralement ?
b) Kunnen contracten met particulieren tot stand komen op mondelinge wijze ?
3. Les conditions générales et particulières envoyées par le fournisseur sont-elles alors d’application si elles ne font l’objet d’aucune contestation ?
3. Gelden dan terzake de algemene en bijzondere voorwaarden van de leverancier die zijn toegestuurd als daar geen protest is tegen geuit ?
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 5 avril 2004, à la question no 31 de M. Servais Verherstraeten du 26 février 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 5 april 2004, op de vraag nr. 31 van de heer Servais Verherstraeten van 26 februari 2004 (N.) :
1. Je suis au courant de la pratique suivante : lorsque le consommateur souhaite obtenir un tarif plus avantageux chez un fournisseur d’électricité, il doit lui téléphoner. Il reçoit alors une lettre lui confirmant que ce nouveau tarif lui est accordé. En même temps, les nouvelles conditions générales, liées à ce tarif, lui sont envoyées. Si, dans les 15 jours ouvrables, le consommateur n’a pas réagi à celles-ci, le contrat entre en vigueur. C’est ainsi que, sur simple demande du consommateur, une modification du contrat en cours est possible chez le même fournisseur.
1. Ik ben op de hoogte van de volgende praktijk : indien een consument een goedkopere prijs wenst te verkrijgen bij één bepaalde elektriciteitsleverancier, dan moet hij hem telefonisch contacteren. Hij krijgt dan een brief waarin de toekenning van deze nieuwe prijs wordt bevestigd. De nieuwe algemene voorwaarden die aan dit tarief verbonden zijn, worden meegestuurd. Indien de consument binnen de 15 werkdagen niet reageert op deze algemene voorwaarden, dan treedt het contract in werking. Zo kan dus op eenvoudig verzoek van de consument, een wijziging van de lopende overeenkomst bij dezelfde leverancier tot stand komen.
2. a) Cette pratique est valable juridiquement. En droit belge, un contrat est conclu lorsque les parties ont échangé leur consentement. Ceci implique qu’une partie est liée par les dispositions du contrat, dans la mesure où elle les a acceptées. Cependant, en ce qui concerne les conditions générales (surtout lorsqu’il s’agit de contrats d’adhésion), il se peut parfois que le cocontractant ne soit pas toujours informé de leur contenu au moment de la conclusion du contrat.
2. a) Deze praktijken zijn rechtsgeldig. Volgens het Belgisch recht komt een overeenkomst maar tot stand indien de partijen hiertoe hun toestemming hebben verleend. Dit impliceert dat een partij maar verbonden is door de bepalingen van het contract, in de mate dat zij deze aanvaard heeft. Met algemene voorwaarden doet zich echter soms de moeilijkheid voor (vooral bij toetredingscontracten) dat de medecontractant op het moment van de totstandkoming van de overeenkomst niet altijd al op de hoogte wordt gesteld van hun inhoud.
Pour les conditions générales, la jurisprudence accepte que le consentement soit exprimé de manière expresse ou tacite. Elle utilise dans ce cas l’expression « silence circonstancié ». On peut parler de silence circonstancié lorsque le cocontractant a pris ou a pu prendre connaissance des conditions générales et ne les a pas contestées, formellement ou tacitement. La possibilité de prendre connaissance en combinaison avec ledéfaut de toute objection peut, selon la jurisprudence, être considéré comme une acceptation des conditions générales.
Voor algemene voorwaarden aanvaardt de rechtspraak dat de toestemming zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend kan zijn. De rechtspraak hanteert hierbij de term « omstandig stilzwijgen ». Er is sprake van een omstandig stilzwijgen wanneer de medecontractant er kennis van heeft genomen of er kennis heeft van kunnen nemen en er niet uitdrukkelijk of stilzwijgend tegen geprotesteerd heeft. De mogelijkheid van kennisneming, in combinatie met de afwezigheid van enig bezwaar, zou volgens de rechtspraak voldoende zijn om tot een aanvaarding van de algemene voorwaarden te besluiten.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
1. Bent u op de hoogte van deze praktijken ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4388
b) Suivant le droit commun des contrats, un consentement peut être verbal. Cependant, en matière de preuve, l’article 1341 du Code civil prévoit qu’un acte sous seing privé doit être établi pour toutes choses excédant une somme ou une valeur de plus de 375 euros. 3. Cf. 2, a).
b) Een wilsovereenstemming kan, overeenkomstig het gemene contractenrecht, mondeling zijn. Artikel 1341 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt evenwel dat als bewijs een onderhanse akte moet worden opgemaakt van alle zaken die de som of de waarde van 375 euro te boven gaan. 3. Cf. 2, a).
DO 2003200421059
DO 2003200421059
Question no 33 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :
Vraag nr. 33 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :
Vente des GSM « désimlockés ».
Verkoop van GSM’s waarvan de sim lock werd verwijderd.
Selon Test-Achats no 474 de mars 2004, un tribunal namurois a récemment jugé qu’il n’était pas interdit de vendre en Belgique des GSM « désimlockés ». Le « simlockage » est l’opération qui consiste à verrouiller un GSM pour qu’il soit impossible d’appeler avec la carte SIM d’un autre concurrent.
Volgens Test-Aankoop nr. 474 van maart 2004 oordeelde een rechtbank in Namen onlangs dat de verkoop van GSM’s waarvan de sim lock werd verwijderd, in Belgie¨ niet verboden is. Door het aanbrengen van een sim lock, wordt de GSM vergrendeld, zodat niet met de SIM-kaart van een concurrent kan worden gebeld.
Il arrive que l’on vende chez nous des appareils « désimlockés », à nouveau utilisables avec n’importe quel opérateur, en provenance de l’étranger.
Soms worden in ons land uit het buitenland afkomstige GSM-toestellen, waarvan de sim lock werd verwijderd en die dus opnieuw met elke operator kunnen worden gebruikt, te koop aangeboden.
1. a) Ces pratiques sont-elles légales ?
1. a) Zijn die praktijken wettelijk ?
b) Quelle en est la base juridique ? 2. Le « simlockage » ne pourrait-il pas être considéré comme une entrave à la concurrence en cette matière ?
b) Wat is daarvan de rechtsgrond ? 2. Kan het vergrendelen van een GSM door middel van een sim lock niet als concurrentieverstorend worden beschouwd ?
3. Comment le consommateur peut-il être protégé de cette pratique ?
3. Hoe kan de consument tegen die praktijk worden beschermd ?
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 5 avril 2004, à la question no 33 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 5 april 2004, op de vraag nr. 33 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) :
1. a) et b) La chambre du conseil du tribunal correctionnel de Namur a en effet considéré qu’aucune disposition légale n’interdit le « désimlockage » des GSM, ni, a fortiori, la vente d’appareils sur lesquels une telle manipulation aurait été effectuée. Le « désimlockage » a même pour conséquence de permettre la mise sur le marché belge, en conformité avec la réglementation belge, des GSM qui auraient été préalablement verrouillés par des opérateurs étrangers.
1. a) en b) De raadkamer van de correctionele rechtbank te Namen was inderdaad van oordeel dat geen enkele wettelijke bepaling het vrijmaken van « simlock » van GSM’s verbiedt, noch, a fortiori, de verkoop van de toestellen op dewelke deze manipulatie reeds werd toegepast. Het vrijmaken van « simlock » heeft ook tot gevolg dat het toegelaten is de toestellen, die reeds vooraf geblokkeerd werden door buitenlandse operatoren, op de Belgische markt te brengen, in overeenstemming met de Belgische reglementering.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4389
C’est le « simlockage » qui doit être considéré comme contraire à la réglementation belge. Il a pour conséquence de bloquer les GSM afin qu’ils ne puissent fonctionner que sur un seul réseau. L’opérateur s’assure ainsi de la fidélité de ses clients. En général ces GSM sont vendus à un prix avantageux, la réduction ainsi consentie étant compensée par l’assurance de garder le client (celui-ci sera contraint d’acheter un nouvel appareil s’il souhaite changer de réseau!).
Eigenlijk is « simlock » in strijd met de Belgische reglementering. Het heeft tot gevolg dat de GSM’s worden geblokkeerd en enkel op één netwerk kunnen werken. De operator verzekert zich op die manier van de getrouwheid van zijn klanten. In het algemeen worden deze GSM’s verkocht aan een voordelige prijs. De korting wordt gecompenseerd door de zekerheid dat men de klant behoudt (wanneer hij van netwerk verandert, moet hij een nieuw toestel kopen!).
Une telle pratique est contraire au principe de portabilité des numéros mis en place par l’arrêté royal du 23 septembre 2002 relatif à la portabilité des numéros des utilisateurs finals des services de télécommunication mobile offerts au public. En effet, elle empêche techniquement d’ulitiliser la carte SIM du nouvel opérateur choisi par le client.
Zo’n praktijk druist in tegen het principe van de overdraagbaarheid van nummers, tot stand gebracht door het koninklijk besluit van 23 september 2002 betreffende de overdraagbaarheid van de nummers van de eindgebruikers van de aan het publiek aangeboden mobiele telecommunicatiediensten. Technisch gezien verhindert ze inderdaad de SIM-kaart te gebruiken van de nieuwe operator die de klant gekozen heeft.
D’autre part, la jurisprudence considère comme contraire à l’interdiction des offres conjointes, prévue par les articles 54 et suivants de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur, l’offre de GSM à un prix avantageux lors de la souscription d’un abonnement ou à l’achat d’une carte SIM auprès d’un opérateur. Dans la mesure où le « simlockage » a pour conséquence de lier le client à un seul opérateur, cette opération pourrait être considérée comme une offre conjointe interdite. C’est la conclusion à laquelle est arrivé le président de la chambre du conseil de Namur dans son ordonnance.
Anderzijds beschouwt de rechtspraak het aanbieden van een GSM aan een voordelige prijs op het moment van het onderschrijven van een abonnement of van het aankopen van een SIM-kaart bij een operator, als strijdig met het verbod van het gezamenlijk aanbod zoals bepaald in de artikelen 54 en volgende van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. In de mate dat « simlock » voor gevolg heeft dat de klant aan één enkele operator gebonden is, kan deze operatie worden beschouwd als een verboden gezamenlijk aanbod. De voorzitter van de raadkamer te Namen kwam tot dit besluit in zijn beschikking.
2. On pourrait en effet considérer, au regard du droit européen, que le « simlockage » constitue une entrave au principe de la libre circulation des biens et des services, en ce qu’il empêche qu’un appareil, acheté sur le territoire de l’Union européenne, puisse être utilisé indifféremment avec un opérateur belge ou étranger.
2. Vanuit het oogpunt van het Europees recht, kan men inderdaad oordelen dat « simlock » een belemmering vormt ten opzichte van het principe van het vrij verkeer van goederen en diensten. Het verhindert immers dat een toestel dat gekocht werd op het grondgebied van de Europese Unie, zowel met een Belgische operator als met een buitenlandse operator kan worden gebruikt.
3. En ce qui concerne le « simlockage », le consommateur est protégé par les dispositions légales précitées. En outre, cette pratique n’existe pas en Belgique.
3. De consument wordt tegen « simlock », beschermd door de voornoemde wettelijke bepalingen. Bovendien bestaat deze praktijk niet in Belgie¨.
En ce qui concerne le « désimlockage » et les dommages qui pourraient en résulter, le consommateur est protégé par le régime légal de la garantie des vices cachés prévu par les articles 1641 et suivants du Code civil.
De consument wordt beschermd tegen de schade die kan voortvloeien uit het vrijmaken van « simlock » door de wettelijke bepalingen inzake verborgen gebreken, voorzien door de artikelen 1641 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4390
DO 2003200421060
DO 2003200421060
Question no 34 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :
Vraag nr. 34 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :
Appareils ménagers. — Commission européenne. — Directive cadre en matière de sécurité et de facilité d’emploi des produits.
Huishoudtoestellen. — Europese Commissie. — Kaderrichtlijn inzake de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid van producten.
La facilité d’emploi est un critère important lors de l’achat d’un appareil ménager.
Bij de aankoop van een huishoudtoestel is de gebruiksvriendelijkheid ervan een van de doorslaggevende argumenten.
Pour les personnes présentant une déficience, l’utilisation de certains appareils n’est pas toujours aisée. Les personnes aˆgées peuvent aussi être mises en difficulté.
Voor mensen met lichamelijke beperkingen is het niet altijd gemakkelijk bepaalde toestellen te gebruiken. Ook ouderen kunnen op moeilijkheden stuiten.
Test Achats no 474 de mars 2004 part du principe qu’une facilité d’emploi accrue pour les personnes aˆgées serait un plus pour chacun.
Volgens Test Aankoop nr. 474 van maart 2004 zouden alle consumenten baat hebben bij een verhoogde gebruiksvriendelijkheid voor ouderen.
Malheureusement, les fabricants ne semblent pas attacher beaucoup d’attention à cette problématique.
De fabrikanten schijnen spijtig genoeg niet al te veel belang aan die problematiek te hechten.
En 2002, la Commission européenne a fait établir par les commissions européennes de standardisation concernées une directive cadre en matière de sécurité et de facilité d’emploi des produits dans l’optique des personnes ayant des besoins spécifiques. L’objectif était louable mais tant que cette directive ne sera pas précisée en fonction de chaque secteur et n’aura pas force obligatoire, il faudra compter sur la volonté des fabricants.
In 2002 vroeg de Europese Commissie de bevoegde Europese standaardisatiecommissies een kaderrichtlijn op te stellen inzake de veiligheid en gebruiksvriendelijkheid van producten voor mensen met specifieke noden. Dat was een lovenswaardig initiatief, maar zolang de richtlijn geen preciseringen per sector bevat en niet afdwingbaar is, zullen we op de goede wil van de fabrikanten moeten rekenen.
1. Quand cette directive sera-t-elle précisée en fonction de chaque secteur ?
1. Wanneer worden aan die richtlijn verduidelijkingen met betrekking tot de onderscheiden sectoren toegevoegd ?
2. a) Envisagez-vous une amélioration de la facilité d’emploi de certains appareils ?
2. a) Bent u van plan de gebruiksvriendelijkheid van bepaalde toestellen te verbeteren ?
b) Si oui, lesquels ?
b) Zo ja, van welke toestellen ?
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 8 avril 2004, à la question no 34 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 8 april 2004, op de vraag nr. 34 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) :
La question posée a trait à une mise en application de la législation européenne en matière de libre circulation des produits an sein du marché intérieur de l’Espace économique européen.
De vraag heeft betrekking op een toepassing van de Europese wetgeving inzake vrij verkeer van producten binnen de interne markt van de Europese Economische Ruimte.
Il n’apparaıˆt pas clairement si la question a trait uniquement à une directive (voir le libellé « directive cadre ») ou, également, à la normalisation (voir le libellé « commissions européennes de standardisation »).
Het is niet duidelijk of de vraag betrekking heeft op een enkele richtlijn (zie term « kaderrichtlijn ») dan wel of zij tevens handelt over de normalisatie (zie formulering « Europese commissies voor standaardisatie »).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4391
Si la question porte uniquement sur une directive, il s’agit, probablement, de la directive 2001/95/CE du Parlement européen et du Conseil du 3 décembre 2001 relative à la sécurité générale des produits. Cette directive est parue dans le Journal officiel des Communautés européennes du 15 janvier 2002, d’où la référence de l’honorable membre à l’année 2002.
Indien de vraag enkel gaat over een enkele richtlijn dan heeft zij waarschijnlijk betrekking op richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid. Deze richtlijn is verschenen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 15 januari 2002, vanwaar de verwijzing van het geachte lid naar het jaar 2002.
Cette directive considère, en effet, dans son article 2, b), iv), un produit comme « sûr » s’il présente, notamment, « un niveau élevé de protection de la santé et de la sécurité des personnes, compte tenu, en particulier, des catégories de consommateurs se trouvant dans des conditions de risque au regard de l’utilisation du produit, en particulier des enfants et des personnes aˆgées. » Dans son article 3, alinéa 1er, elle dispose que les producteurs sont tenus de ne mettre sur le marché que des produits « sûrs ».
Die richtlijn vermeldt immers in artikel 2, b), iv), dat een product « veilig » wordt beschouwd indien het onder meer « een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid en de veiligheid van personen » biedt « met name rekening houdende met de categoriee¨n consumenten die bij het gebruik van het product risico’s lopen, in het bijzonder kinderen en ouderen ». In artikel 3, lid 1, bepaalt de richtlijn dat de producenten gehouden zijn uitsluitend « veilige » producten op de markt te brengen.
Cette directive concerne tous les produits à l’exclusion de dispositions spécifiques qui seraient couvertes par d’autres directives spécifiques, telles que la directive « Basse tension » ou la directive « Machines ».
Die richtlijn heeft betrekking op alle producten, met uitzondering van de bijzondere bepalingen waarvoor andere bijzondere richtlijnen zouden gelden zoals de richtlijn « Laagspanning » of de richtlijn « Machines ».
Cependant, la transposition de la directive 2001/95/ CE en droit belge par la loi du 18 décembre 2002 modifiant certaines dispositions relatives à la sécurité et à la santé des utilisateurs (Moniteur belge du 6 février 2003), englobe également pour la Belgique les transpositions des directives spécifiques. Cette loi modifie la loi du 9 février 1994, relative à la sécurité des consommateurs, modifiée par la loi du 4 avril 2001.
De omzetting van richtlijn 2001/95/EG in Belgisch recht door de wet van 18 december 2002 houdende wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers (Belgisch Staatsblad van 6 februari 2003) omvat voor Belgie¨ echter ook de omzetting van de specifieke richtlijnen. Die wet wijzigt de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, gewijzigd door de wet van 4 april 2001.
Il en résulte que l’arrêté royal du 23 mars 1977, transposant la directive « Basse tension » est en cours de modification pour y supprimer la référence à la loi du 11 juillet 1961 et y introduire la référence à la loi du 9 février 1994. La publication de cette modification est prévue dans les prochains mois. Dès publication, la notion du produit « sûr » dans le sens de la directive 2001/95/CE sera d’application en Belgique pour les appareils ménagers électriques. La situation est similaire pour les appareils ménagers non électriques qui seraient couverts par une directive européenne spécifique (par exemple directive « Machines »). En ce qui concerne les appareils domestiques non couverts par une directive spécifique, la loi du 9 février 1994 modifiée par les lois du 4 avril 2001 et du 18 décembre 2002 et d’ores et déjà d’application.
Daaruit volgt dat het koninklijk besluit van 23 maart 1977 houdende omzetting van de « Laagspanningsrichtlijn » momenteel wordt gewijzigd om daarin de verwijzing naar de wet van 11 juli 1961 te schrappen en er de verwijzing in te voegen naar de wet van 9 februari 1994. De bekendmaking van die wijziging wordt verwacht in de komende maanden. Vanaf die bekendmaking zal het begrip « veilig » product in de zin van richtlijn 2001/95/EG in Belgie¨ van toepassing zijn voor alle elektrische huishoudtoestellen. Dezelfde situatie doet zich voor met betrekking tot de nietelektrische huishoudtoestellen die onder een specifieke Europese richtlijn zouden vallen (bijvoorbeeld richtlijn « Machines »). Voor de huishoudelijke toestellen die niet vallen onder een specifieke richtlijn is de wet van 9 februari 1994, gewijzigd door de wetten van 4 april 2001 en van 18 december 2002, nu reeds van toepassing.
En plus de la directive 2001/95/CE, l’honorable membre sera certainement intéressé de savoir que plusieurs directives spécifiques sont en cours de révision, notamment la directive « Basse tension » et la directive « Machines ». Ces projets de directives intro-
Naast zijn interesse voor richtlijn 2001/95/EG zal het geachte lid zeker ook belangstelling hebben voor het feit dat verschillende richtlijnen momenteel herzien worden, onder meer de « Laagspanningsrichtlijn » en de richtlijn « Machines ». Deze ontwerpen van richtlijn
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4392
duisent des éléments allant dans le sens d’une plus grande sécurité et facilité d’emploi. C’est ainsi que le projet de révision de la directive « Basse tension » prévoit explicitement un volet « Ergonomie ». Cependant, le processus de révision en cours ne permet pas d’escompter une publication des directives révisées avant fin 2005-début 2006 au mieux.
voorzien in elementen die moeten leiden tot grotere veiligheid en een groter gebruiksgemak. Zo bevat het ontwerp van herziening van de « Laagspanningsrichtlijn » uitdrukkelijk een luik « Ergonomie ». Het herzieningsproces dat momenteel plaatsvindt, zal echter niet leiden tot een bekendmaking voor einde 2005-begin 2006 in het beste geval.
Quant aux commissions européennes de standardisation, le membre fait sans doute référence aux activités de normalisation des comités œuvrant dans les organes de normalisation européens (CEN, CENELEC, ETSI). Là aussi, les choses évoluent dans un sens qui répond aux préoccupations de l’honorable membre.
In verband met de Europese standaardisatiecommissies verwijst het lid heel waarschrijnlijk naar de normalisatie-activiteiten van de comités die werkzaam zijn binnen de Europese normalisatie-instanties (CEN/ CENELEC, ETSI). Ook daar evolueren de zaken in een zin die tegemoetkomt aan de bekommernissen van het geachte lid.
Il n’existe pas de directive cadre en la matière, mais uniquement le Guide 6 CEN/CENELEC (« Guidelines for standards developers to address the needs of older persons and persons with disabilities » — Edition 1 de janvier 2002), auquel aurait plutoˆt dû faire référence l’article de Test Achats. Ce guide donne des lignes directrices à l’attention des comités de normalisation des appareils ménagers en vue de faciliter leur utilisation par les personnes aˆgées ou handicapées. En effet, ces personnes, ayant des limitations physiques, représentent 20 % de la population et, vu le vieillissement démographique, ce pourcentage continuera de progresser. Il importe que les fabricants prennent en considération des difficultés rencontrées par ce groupe de consommateurs en fabriquant des appareils moins compliqués. On peut, dès lors, s’attendre à ce que les règles contenues dans le Guide 6 soient progressivement intégrées dans les nouvelles normes de produits et dans les révisions des normes existantes. Ces règles pourront également inspirer les autorités de surveillance du marché dans le cadre de la mise en œuvre de la directive 2001/95/CE.
Er bestaat geen kaderrichtlijn terzake maar er is wel Gids 6 CEN/CENELEC (« Guidelines for standards developers to address the needs of older persons and persons with disabilities » — Uitgave 1 van januari 2002) waarnaar het artikel van Test Aankoop eigenlijk had moeten verwijzen. Deze gids reikt richtsnoeren aan ter attentie van de comités die instaan voor de normalisatie van huishoudtoestellen, om het gebruik van die toestellen gemakkelijker te maken voor bejaarden of gehandicapten. Mensen met fysieke beperkingen vertegenwoordigen immers 20 % van de bevolking en wegens de vergrijzing van de bevolking zal dit percentage blijven stijgen. Het is van belang dat de fabrikanten rekening houden met de moeilijkheden waarmee deze groep consumenten te maken heeft door minder ingewikkelde toestellen te vervaardigen. We kunnen dus verwachten dat de regels van Gids 6 geleidelijk aan zullen geı¨ntegreerd worden in de nieuwe productnormen en in de herzieningen van de bestaande normen. Die regels kunnen ook de overheden inspireren die in het raam van de toepassing van richtlijn 2001/95/EG toezicht houden op de markt.
En résumé, les réponses aux questions sont :
Samengevat luiden de antwoorden op de vragen dus als volgt :
1. Les aspects étendant la sécurité des produits à leur utilisation par des enfants et des personnes aˆgées, dans le cadre de la directive 2001/95/CE, entreront progressivement en application pour les appareils ménagers pour atteindre l’objectif final lorsque les normes correspondantes auront intégré les aspects développés dans le Guide 6 CEN/CENELEC édition 1 (janvier 2002).
1. De aspecten die de veiligheid van de producten uitbreiden tot het gebruik ervan door kinderen en bejaarden in het raam van richtlijn 2001/95/EG zullen voor de huishoudtoestellen stapsgewijs worden toegepast om ten slotte de einddoelstelling te bereiken wanneer de overeenkomstige normen de apsecten van Gids 6 CEN/CENELEC uitgave 1 (januari 2002) zullen geı¨ntegreerd hebben.
2. a) Il devrait, à terme, en résulter une amélioration de la facilité d’emploi de certains appareils pour les personnes moins aptes telles que les personnes aˆgées.
2. a) Op termijn zou dit moeten leiden tot een groter gebruiksgemak van sommige toestellen voor minder geschikte personen zoals bejaarden.
b) Il est, par définition, difficile de donner des précisions sur les améliorations qui pourront être apportées vu la multiplicité des appareils ménagers et des diminutions d’aptitudes à palier par les
b) Het is per definitie moeilijk nadere gegevens te verstrekken over de verbeteringen die kunnen worden aangebracht wegens het groot aantal huishoudtoestellen en verminderde capaciteiten waarmee de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4393
fabricants à la recherche de solutions concurrentielles. Il est clair, cependant, que ces appareils devront à l’avenir présenter une sécurité suffisante dans des configurations d’utilisation par des personnes moins aptes telles que les personnes aˆgées, en intégrant des éléments comme des boutons plus grands et moins nombreux, des textes plus lisibles (plus grands caractères), etc.
fabrikanten te maken krijgen bij het zoeken naar concurrentie¨le oplossingen. Het spreekt echter voor zich dat die toestellen in de toekomst voldoende veilig moeten zijn wanneer zij gebruikt worden door personen met verminderde geschiktheid zoals bejaarden, door bij voorbeeld te voorzien in grotere en minder talrijke bedieningsknoppen, teksten die gemakkelijker te lezen zijn (grotere lettertekens), enz.
DO 2003200421061
DO 2003200421061
Question no 35 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :
Vraag nr. 35 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :
Identité des compagnies aériennes. — Meilleure information des passagers.
Identiteit van luchtvaartmaatschappijen. — Betere voorlichting van de passagiers.
Selon Test-Achats no 474 de mars 2004, la Commission européenne a annoncé son intention d’œuvrer à une meilleure information des passagers pour qu’ils soient informés de l’identité des compagnies aériennes qui ne répondraient pas en tous points aux normes internationales de sécurité édictées par l’ICAO, y compris les compagnies charter.
Volgens Test-Aankoop nr. 474 van maart 2004 heeft de Europese Commissie aangekondigd dat zij van plan is de voorlichting van de passagiers te verbeteren zodat zij kennis hebben van de identiteit van luchtvaartmaatschappijen, chartermaatschappijen inbegrepen, die niet helemaal aan de internationale veiligheidsnormen van de OIBL beantwoorden.
En Belgique, une centaine d’appareils étrangers sont inspectés chaque année dans les aéroports belges mais les résultats de ces examens ne sont jamais rendus publics.
Op Belgische luchthavens wordt ieder jaar een honderdtal buitenlandse toestellen geı¨nspecteerd. De resultaten van die inspecties worden echter nooit bekendgemaakt.
1. Pourquoi ces informations ne sont-elles pas divulguées au public ?
1. Waarom wordt die informatie niet aan het publiek meegedeeld ?
2. Pourquoi les instances concernées, dans tous les pays de l’UE, ne sont-elles pas automatiquement informées des résultats des controˆles effectués sur les avions des compagnies européennes et non européennes ?
2. Waarom worden de betrokken instanties in alle EU-landen niet automatisch op de hoogte gehouden van de resultaten van de controles die op vliegtuigen van Europese en niet-Europese maatschappijen werden uitgevoerd ?
3. Ne faudrait-il pas obliger les vendeurs de billets ou de voyage à préciser le nom de la compagnie aérienne y compris la compagnie de substitution en cas de « code sharing » ?
3. Zou het niet aangewezen zijn verkopers van vliegtickets of van reizen te verplichten de naam van de luchtvaartmaatschappij te vermelden, met inbegrip van de vervangingsmaatschappij in geval van « code sharing » ?
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 5 avril 2004, à la question no 35 de M. Claude Eerdekens du 10 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 5 april 2004, op de vraag nr. 35 van de heer Claude Eerdekens van 10 maart 2004 (Fr.) :
Cette matière relève du ministre de la Mobilité, à qui je transmets la question. (Question no 114 du 5 avril 2004.)
Deze materie behoort tot de bevoegdheden van de minister van Mobiliteit, aan wie ik de vraag overmaak. (Vraag nr. 114 van 5 april 2004.)
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
556
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4394
DO 2003200421064
DO 2003200421064
Question no 36 de Mme Muriel Gerkens du 10 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :
Vraag nr. 36 van mevrouw Muriel Gerkens van 10 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :
Transparence des factures d’électricité.
Doorzichtigheid van elektriciteitsfacturen.
Des questions se posent sur la transparence des factures de l’électricité. Plusieurs opérateurs continuent à utiliser le paramètre Nc sur leurs factures (ce paramètre Nc porte sur le couˆt des combustibles et est publié chaque mois au Moniteur belge). Ceci me semble poser des questions pour les clients éligibles, en particulier pour les clients résidentiels et les PME. Le fournisseur transfère de cette manière chaque risque en matière des couˆts des combustibles vers les clients, sans que le client s’en rende compte. Il ne me semble pas normal de supposer que les clients sont au courant de la définition du paramètre Nc tel que défini dans l’arrêté ministériel du 12 décembre 2001 portant fixation des prix maximaux pour la fourniture d’électricité ou qu’ils suivent son évolution dans le Moniteur belge. En plus, au moment ou` un client signe avec un fournisseur un contrat qui prévoit l’évolution du prix d’électricité sur base du paramètre Nc, il est impossible pour ce client de prévoir le prix par kWh pendant la durée de son contrat, vu qu’il est impossible pour ce client de prévoir l’évolution du paramètre Nc, ce qui me semble contraire à l’arrêté royal du 3 avril 2003 relatif aux factures de fourniture d’électricité et de gaz.
De doorzichtigheid van de elektriciteitsfacturen laat te wensen over. Verscheidene operatoren blijven de Nc-parameter op hun facturen gebruiken (deze geeft de kosten van de brandstoffen aan en wordt maandelijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt). Volgens mij doet dit problemen rijzen voor de in aanmerking komende afnemers, met name de residentie¨le afnemers en de KMO’s. Op die manier schuift de leverancier ieder risico inzake de kosten van de brandstoffen af op de klant, zonder dat deze zich ervan bewust is. Het lijkt mij niet normaal te veronderstellen dat de klant op de hoogte is van de omschrijving van de Ncparameter, bepaald bij het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit, of dat hij de ontwikkeling van deze parameter volgt in het Belgisch Staatsblad. Op het ogenblik dat hij met een leverancier een contract afsluit dat met de ontwikkeling van de elektriciteitsprijs op basis van de Ncparameter rekening houdt, kan de klant bovendien geenszins de prijs per kWh gedurende de looptijd van zijn contract inschatten, omdat hij onmogelijk de ontwikkeling van de Nc-parameter kan voorspellen. Volgens mij druist dit in tegen het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas.
Ceci implique également qu’il est impossible de comparer les offres de prix de différents fournisseurs, sachant qu’il y en a qui donnent des prix indexés sur ce paramètre Nc et d’autres dont les offres de prix ne contiennent pas ce paramètre. On peut difficilement dire que des offres de prix contenant le paramètre Nc sont indiquées d’une manière non équivoque comme imposé par la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.
Dit betekent tevens dat de klant onmogelijk de prijsoffertes van verschillende leveranciers kan vergelijken, omdat sommige offertes prijzen vermelden die op basis van deze Nc-parameter zijn geı¨ndexeerd, en andere er geen rekening mee houden. Men kan dus moeilijk stellen dat prijsoffertes waarin de Nc-parameter voorkomt, duidelijk herkenbaar zijn, zoals vereist door de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
1. Estimez-vous que ces pratiques sont en conformité avec la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection des consommateurs ?
1. Meent u dat deze praktijken in overeenstemming zijn met de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument ?
2. Estimez-vous que ces pratiques sont en conformité avec l’arrêté royal du 3 avril 2003 relatif aux factures de fourniture d’électricité et de gaz ?
2. Meent u dat deze praktijken in overeenstemming zijn met het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende de facturatie van elektriciteit en gas ?
3. Si vous estimez qu’il y a un problème de conformité à la législation et la réglementation, quelles mesures avez-vous prises pour mettre fin à ces pratiques ?
3. Indien u meent dat deze praktijken niet met de wetgeving en de regelgeving in overeenstemming zijn, welke maatregelen hebt u dan getroffen om ze een halt toe te roepen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4395
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 8 avril 2004, à la question no 36 de Mme Muriel Gerkens du 10 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 8 april 2004, op de vraag nr. 36 van mevrouw Muriel Gerkens van 10 maart 2004 (Fr.) :
Avant d’aborder les questions concrètes, je peux clairement admettre que le consommateur en Flandre, où l’électricité est déjà libéralisée, peut en effet difficilement comparer, en connaissance de cause, les conditions des différents fournisseurs d’électricité et choisir l’offre qui lui est la plus favorable. Cette problématique dépasse celle de la seule transparence des factures dont le contenu est fixé d’une manière générale. La facture est d’ailleurs délivrée une fois qu’on est client effectif.
Vooraleer in te gaan op de concrete vragen wil ik duidelijk beamen dat het voor de consument in Vlaanderen, waar de elektriciteitsmarkt reeds is geliberaliseerd, inderdaad moeilijk is om met kennis van zaken de voorwaarden van de diverse stroomleveranciers te vergelijken en het voor hem meest gunstige aanbod te kiezen. Deze problematiek gaat echter een heel stuk verder dan alleen maar de doorzichtigheid van de facturen, waarvan de inhoud op algemene wijze is vastgelegd. De factuur wordt trouwens ook maar afgeleverd éénmaal men effectief klant is.
1. Le fait de prévoir de façon contractuelle, que le prix convenu de la fourniture d’électricité peut être adapté en fonction d’un paramètre fixé réglementairement, n’est pas contraire à la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.
1. Het feit dat contractueel is voorzien dat de overeengekomen prijs van de levering van elektriciteit kan worden aangepast en dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van een parameter die reglementair is bepaald, is niet in strijd met de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
En ce qui concerne l’indication du prix, il me semble évident que le vendeur ne peut communiquer que le prix valable au moment de son offre. L’obligation d’information générale (article 30 de la loi précitée) qui lui incombe, consiste également à fournir des informations sur les éléments essentiels du produit qu’il fournit et sur les conditions de vente, telles que, notamment, la révision éventuelle du prix.
Wat de prijsaanduiding betreft, lijkt het mij evident dat een verkoper slechts de prijs kan meedelen die geldt op het ogenblik van zijn aanbod. De algemene informatieverplichting (artikel 30 van de voornoemde wet) die op hem rust, houdt eveneens in dat hij inlichtingen moet verschaffen over de essentie¨le elementen van het product dat hij levert en van de verkoopvoorwaarden, zoals onder meer de eventuele herziening van de prijs.
L’article 32, 2, de la loi du 14 juillet 1991 dispose qu’une clause qui prévoit la possibilité d’une modification de prix dépendant de la seule volonté du vendeur, constitue une clause abusive.
Artikel 32, 2, van de wet van 14 juli 1991 bepaalt dat een beding dat voorziet in de mogelijkheid van een prijswijziging die louter afhangt van de wil van de verkoper, een onrechtmatig beding uitmaakt.
Dans le cas présent, les conditions légales sont respectées. Les adaptations possibles du prix dépendent en effet d’un paramètre qui n’est pas fixé par le vendeur lui-même.
In voorliggend geval is evenwel voldaan aan de wettelijke voorwaarden. De mogelijke prijsaanpassingen vallen immers onder een parameter die niet door de verkoper zelf wordt bepaald.
2. L’arrêté royal du 3 avril 2003 fixe uniquement les mentions de la facture de régularisation, mais ne règle pas la problématique des adaptations de prix. Ce dernier point relève de la compétence de la ministre de l’E´conomie, à qui la question a également été posée. (Question no 76 du 10 mars 2004.)
2. Het koninklijk besluit van 3 april 2003 bepaalt enkel de vermeldingen op de afrekeningsfactuur en regelt niet de problematiek van prijsaanpassingen. Dit laatste punt behoort tot de bevoegdheid van de minister van Economie, aan wie de vraag eveneens is gesteld. (Vraag nr. 76 van 10 maart 2004.)
3. Les pratiques soulevées par le membre ne posent pas de problème de conformité. Dès lors une adaptation de la loi sur les pratiques du commerce ne s’impose pas dans ce domaine.
3. De praktijken die het lid heeft uiteengezet stellen geen conformiteitprobleem, zodat een aanpassing van de wet handelspraktijken zich op dit vlak niet opdringt.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4396
DO 2003200421079
DO 2003200421079
Question no 38 de Mme Colette Burgeon du 15 mars 2004 (Fr.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :
Vraag nr. 38 van mevrouw Colette Burgeon van 15 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :
Bonbons à la menthe. — Traces de noix.
Muntjes. — Sporen van noten.
Selon Test Santé no 59 de février-mars 2004, les bonbons à la menthe offerts par un grand opérateur téléphonique de notre pays, contiendraient des traces de noix.
Volgens Test Gezondheid nr. 59 van februari-maart 2004 zouden de muntjes die een grote telefoonoperator in ons land aanbiedt, sporen van noten bevatten.
Ces bonbons sont sans doute fabriqués sur une ligne de production ou` passent aussi des produits qui contiennent des noix. Par l’avertissement « may contain nut traces », le fabricant veut se couvrir, au cas ou` les bonbons provoqueraient des réactions allergiques chez certains.
Die muntjes worden waarschijnlijk vervaardigd op een productielijn, waarop ook producten die noten bevatten, worden gemaakt. Met de waarschuwing « may contain nut traces » wil de fabrikant zich indekken tegen de mogelijke allergische reacties die de muntjes bij sommige mensen zouden veroorzaken.
1. Comment cette situation est-elle possible ?
1. Hoe is een dergelijke situatie mogelijk ?
2. Cet avertissement en langue anglaise est-il légal ?
2. Is die Engelstalige waarschuwing wettelijk ?
3. Quelles mesures avez-vous déjà prises pour que les fabricants prennent des mesures pour garantir la pureté de leurs produits plutoˆt que de placer des avertissements vagues ?
3. Welke maatregelen hebt u al genomen opdat de fabrikanten de zuiverheid van hun producten zouden garanderen in plaats van vage waarschuwingen te geven ?
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 5 avril 2004, à la question no 38 de Mme Colette Burgeon du 15 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 5 april 2004, op de vraag nr. 38 van mevrouw Colette Burgeon van 15 maart 2004 (Fr.) :
Cette matière relève du ministre de la Santé publique, à qui la question a été posée également. (Question no 137 du 15 mars 2004.)
Deze materie behoort tot de bevoegdheden van de minister van Volksgezondheid, aan wie de vraag eveneens werd gesteld. (Vraag nr. 137 van 15 maart 2004.)
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4397
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Premier ministre Eerste minister 1
2003200421012
5- 3-2004
35
Carl Devlies
Projet visant à équiper la flotte de véhicules des pouvoirs publics de voitures propres. Voornemen om het wagenpark van de overheid uit te rusten met milieuvriendelijke wagens.
4293
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 8
2003200421022
5- 3-2004
201
Guido De Padt
* Politique de poursuite concernant la conduite sous influence. — Médiation pénale. — Classes de circulation. Vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed. — Bemiddeling in strafzaken. — Verkeersklassen.
4253
8
2003200421044
8- 3-2004
203
François-Xavier de Donnéa
* Recours à la libération sous caution. Vrijlating onder borgtocht.
4254
1
2003200421050
9- 3-2004
204
Mw. Frieda Van Themsche
8
2003200421051
9- 3-2004
205
Mw. Frieda Van Themsche
* Politique pénale en matière d’infractions de roulage. Strafbeleid inzake verkeersovertredingen.
4254
8
2003200421055
9- 3-2004
206
Bart Laeremans
* Parquets. — Victimes de délits. — Méthode d’enregistrement. Parketten. — Slachtoffers van misdrijven. — Registratiemethode.
4255
8
2003200421062 10- 3-2004
207
Bart Laeremans
* Fonctionnement des parquets et des parquets fédéraux. — Dépenses en matière de personnel et de frais de fonctionnement. Werking parketten en parketten-generaal. — Uitgaven inzake personeel en werkingsmiddelen.
4255
8
2003200410771 10- 3-2004
208
Jos Ansoms
* Perception d’amendes de roulage à la suite d’infractions commises par des conducteurs étrangers non domiciliés en Belgique. Inning van verkeersboetes voor overtredingen vanwege buitenlandse verkeersdeelnemers die hun woonplaats niet in Belgie¨ hebben.
4256
1
2003200421067 10- 3-2004
209
Miguel Chevalier
Lois, arrêtés, ordonnances et textes à caractère réglementaire dont il n’existe pas de version officielle en néerlandais. Wetten, besluiten, verordeningen en teksten met reglementair karakter waarvan geen officie¨le Nederlandstalige versie bestaat.
4296
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Enfants exposés. Te vondeling gelegde kinderen.
2004
4294
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4398
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 8
2003200421013
5- 3-2004
67
Gerolf Annemans
* Acquisition de 3 000 collections des Codes Larcier en faveur de la République démocratique du Congo. Aankoop voor de Democratische Republiek Congo van 3 000 collecties « Larcier-wetboeken ».
4257
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 1
2003200410416
8-12-2003
110
Daan Schalck
SNCB. — E´tude relative au raccordement à double voie à la gare de Wondelgem. NMBS. — Studie betreffende het tracé van dubbelsporige aantakking op het station te Wondelgem.
4297
1
2003200410532
5- 1-2004
129
Francis Van den Eynde
SNCB. — Courtrai. — Personnel féminin d’accompagnement des trains. — Absence de vestiaire séparé. NMBS. — Kortrijk. — Vrouwelijk treinbegeleidingspersoneel. — Ontbreken van gescheiden kleedkamer.
4299
1
2003200410534
5- 1-2004
131
Francis Van den Eynde
SNCB. — Baˆtiments équipés de paratonnerres radioactifs. NMBS. — Gebouwen voorzien van radioactieve bliksemafleiders.
4299
1
2003200410845
9- 2-2004
157
Jo Vandeurzen
Propriété d’immeubles jouxtant des gares. Eigendomssituatie gebouwen gelegen aan stations.
4300
1
2003200410860 10- 2-2004
160
Yves Leterme
SNCB. — Ligne 69 Poperinge-Courtrai. NMBS. — Spoorlijn 69 Poperinge-Kortrijk.
4301
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 8
2003200421005
4- 3-2004
199
Mw. Greet Van Gool
* Couˆt d’un extrait cadastral. Kostprijs van een kadastraal uittreksel.
4258
8
2003200421007
4- 3-2004
200
Jo Vandeurzen
* Obligation de vaccination des pompiers. — Volontaires et professionnels. Inentingsverplichting voor brandweermannen. — Vrijwilligers en professionelen.
4259
8
2003200421008
4- 3-2004
201
Jo Vandeurzen
* Actions de prévention des services d’incendie. — Rétribution pour des conseils de prévention. Preventieve acties van brandweerkorpsen. — Betaling voor preventieve adviezen.
4260
8
2003200421009
4- 3-2004
202
Jo Vandeurzen
* Zones-pilotes. — Analyse des risques réalisée par les services d’incendie. Pilootzones. — Opmaken van risicoanalyses door de brandweer.
4260
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004 CA
DO
4399
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421010
4- 3-2004
203
Jo Vandeurzen
* Entreprises de type Seveso. — Services d’incendie. — Fonds. — Contributions. Seveso-bedrijven. — Brandweerkorpsen. — Fonds. — Bijdragen.
4260
8
2003200421025
5- 3-2004
204
Jos Ansoms
* Dépanneuses. — Contrats de remorquage de véhicules suite à des accidents survenant sur autoroute. Takelwagens. — Contracten voor het wegslepen van voertuigen na verkeersongevallen op de autosnelwegen.
4261
8
2003200421038
8- 3-2004
205
Guido De Padt
* Nouveau code de la route. — Accidents mortels. Nieuwe verkeerswetgeving. — Dodelijke ongevallen.
4261
8
2003200421045
8- 3-2004
206
François-Xavier de Donnéa
* Usage abusif de policiers. Onrechtmatig inschakelen van politieagenten.
4262
8
2003200421056
9- 3-2004
207
Melchior Wathelet
* Actuelle campagne de publicité d’un constructeur automobile. — Utilisation abusive du logo des services de police. Huidige reclamecampagne van een autofabrikant. — Misbruik van het logo van de politiediensten.
4262
8
2003200421057
9- 3-2004
208
Theo Kelchtermans * Zones de police. — Règlement hycap. Politiezones. — Hycapregeling.
4263
8
2003200421058
9- 3-2004
209
Filip De Man
4264
* Conditions d’admission aux épreuves de sélection imposées aux candidats inspecteurs de police. Toelatingsvoorwaarden van kandidaat-inspecteurs van politie bij de selectieproeven.
Ministre de l’Emploi et des Pensions Minister van Werk en Pensioenen Emploi — Werk 1
2003200410642 15- 1-2004
54
André Frédéric
Titres-services. — ALE. Dienstencheques. — PWA’s.
4305
1
2003200410779
2- 2-2004
63
Guy Hove
« Plan Rosetta ». — Jeunes s’orientant vers une activité professionnelle indépendante. « Rosettaplan ». — Jongeren die een zelfstandige beroepsactiviteit willen opzetten.
4307
1
2003200410840
9- 2-2004
65
Daan Schalck
Mise en œuvre concrète des chèques-services. Concrete toepassing van de dienstencheques.
4309
1
2003200420986
3- 3-2004
66
Mw. Trees Pieters
8
2003200421018
5- 3-2004
68
Staf Neel
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Régime social des avantages de toute nature pour les voitures de société applicable à partir du 1er janvier 2004. — Travailleurs, chefs d’entreprise, associés actifs et administrateurs. Sociaal regime van voordelen van alle aard voor firmawagens toepasselijk vanaf 1 januari 2004. — Werknemers, bedrijfsleiders, werkende vennoten en bestuurders. * E´lections sociales. — Acte de candidature. — Suppression de la liste. Sociale verkiezingen. — Kandidatuurstelling. — Schrapping van de lijst.
2004
4311
4264
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4400
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421048
9- 3-2004
69
Hendrik Bogaert
* Loi relative aux fermetures d’entreprises. — Privilège général du travailleur impayé. Wet sluiting ondernemingen. — Algemeen voorrecht van de onbetaalde werknemer.
4265
8
2003200421049
9- 3-2004
70
Yves Leterme
* Système des chèques-services et réforme des ALE dans les zones rurales. Systeem van dienstencheques en hervorming van het PWA in landelijke gebieden.
4266
Pensions — Pensioenen 1
2003200410861 10- 2-2004
20
Yves Leterme
Paiement des pensions par assignation postale. Uitbetaling van de pensioenen via De Post.
4313
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1
2003200420983
3- 3-2004
68
Staf Neel
Manœuvres à l’étranger. — Refus de paiement des prestations de week-end. Buitenlandse manoeuvres. — Weigering tot betalen van weekendprestaties.
4316
6
2003200421052
9- 3-2004
70
Melchior Wathelet
Définition exacte d’agent de sécurité et d’agent de sécurité principal du corps de sécurité de la police fédérale. Juiste definitie van veiligheidsbeambte en eerstaanwezend veiligheidsbeambte bij het veiligheidskorps van de federale politie.
4317
1
2003200421068 10- 3-2004
71
Daan Schalck
Concessions sur des domaines militaires. Concessies op militaire domeinen.
4318
1
2003200421108 18- 3-2004
73
Francis Van den Eynde
Province de Namur. — Vols militaires. Provincie Namen. — Militaire vluchten.
4319
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8
2003200421021
5- 3-2004
14
Mme Zoé Genot
* Fonds de garantie pour le commerce équitable. Waarborgfonds voor billijke handel.
4268
8
2003200421026
5- 3-2004
15
Mme Zoé Genot
* Coopération internationale belge. — Notes stratégiques. Belgische internationale samenwerking. — Strategienota’s.
4268
8
2003200421031
5- 3-2004
16
Mme Zoé Genot
* Coopération multilatérale. — Organisations multilatérales. Multilaterale samenwerking. — Multilaterale organisaties.
4269
8
2003200421034
8- 3-2004
17
Mme Zoé Genot
* Lutte contre la malaria. Bestrijding van malaria.
4269
8
2003200421039
8- 3-2004
18
Mme Zoé Genot
* Politique en matière du genre. Genderbeleid.
4270
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004 CA
DO
4401
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421040
8- 3-2004
19
Mme Zoé Genot
* Coopération sous la tutelle des Finances. Ontwikkelingssamenwerking onder toezicht van Financie¨n.
4270
8
2003200421041
8- 3-2004
20
Mme Zoé Genot
* Coopération. — Initiative « Africalia ». Samenwerking. — « Africalia »-campagne.
4271
8
2003200421046
8- 3-2004
21
Mme Zoé Genot
* Initiatives de sensibilisation. — Projet « Annoncer la couleur ». Sensibiliseringscampagnes. — Project « Kleur Bekennen ».
4271
8
2003200421047
8- 3-2004
22
Mme Zoé Genot
* Objectifs de Développement du Millénaire. Millenium Development Goals.
4271
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 1
0000200370354
1-10-2003
50
Alfons Borginon
Titres-services. — Particuliers. Dienstencheques. — Particulieren.
4320
1
2003200400192 10-11-2003
92
Mw. Trees Pieters
Régime fiscal et social des chèques formation. — Traitement comptable. Fiscaal en sociaal regime van opleidingscheques. — Boekhoudkundige verwerking.
4322
1
2003200400230 12-11-2003
121
Alfons Borginon
Amendes pour appel téméraire et vexatoire. Geldboeten wegens tergend en roekeloos hoger beroep.
4326
1
2003200400278 17-11-2003
136
Yves Leterme
Modification de la procédure de dépoˆt des déclarations à la TVA. — Envoi. — Enveloppes normalisées. Wijzigingen bij het indienen van BTW-aangiften. — Verzending. — Genormaliseerde omslagen.
4327
1
2003200400313 21-11-2003
155
Mw. Trees Pieters
Maisons-témoin. — Pertes de valeur. — Amortissements. Kijkwoningen. — Waardeverminderingen. — Afschrijvingen.
4329
1
2003200410353 27-11-2003
168
Philippe Monfils
Victimes de la guerre. — Rente viagère. Oorlogsslachtoffers. — Lijfrente.
4332
1
2003200410513 30-12-2003
191
Mme Zoé Genot
Provenance régionale des membres du personnel des SPF. Verdeling van de personeelsleden van de FOD’s volgens het gewest van hun woonplaats.
4333
1
2003200410559
7- 1-2004
202
Staf Neel
Travailleurs salariés. — Défraiements forfaitaires. Werknemers. — Forfaitaire onkostenvergoedingen.
4334
1
2003200410673 20- 1-2004
224
Mw. Trees Pieters
Examen d’une réclamation. Onderzoek van een bezwaarschrift.
4335
1
2003200410679 20- 1-2004
227
Mw. Trees Pieters
Nullité et arbitraire d’un avis d’imposition. Nietigheid en willekeurigheid van een belastingaanslag.
4337
1
2003200410755 28- 1-2004
239
Alfons Borginon
Revenus cadastraux. — Autres modes de calcul. Kadastrale inkomens. — Andere berekeningswijzen.
4340
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
557
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4402
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200410814
5- 2-2004
253
Mw. Trees Pieters
Complément oral à la réclamation dans le cadre de l’exercice du « droit d’être entendu ». Mondelinge aanvulling van het bezwaarschrift naar aanleiding van het uitoefenen van het « hoorrecht ».
4343
1
2003200410829
9- 2-2004
258
Mw. Yolande Avontroodt
Statut social des médecins. Sociaal statuut van de artsen.
4344
1
2003200410894 16- 2-2004
265
Yves Leterme
Mesures tendant à compléter le cadre organique du SPF Finances. — Centres de controˆle en Flandre occidentale. Invulling personeelsformatie bij FOD Financie¨n. — Controlecentra in West-Vlaanderen.
4346
1
2003200420904 17- 2-2004
268
Geert Lambert
Recouvrement de la taxe de circulation. — Poids lourds. Inning verkeersbelasting. — Vrachtwagens.
4348
1
2003200420929 20- 2-2004
272
Jean-Jacques Viseur
Conséquences d’un carrousel TVA à l’égard d’un assujetti de bonne foi. Consequenties van een BTW-carrousel voor een belastingplichtige die te goeder trouw is.
4350
1
2003200420939 24- 2-2004
276
Mw. Trees Pieters
Frais de réception. — Déductibilité. Receptiekosten. — Aftrekbaarheid.
4352
1
2003200421011
4- 3-2004
289
Walter Muls
Jugements. — Droits d’enregistrement. Vonnissen. — Registratierechten.
4353
8
2003200421015
5- 3-2004
290
Yves Leterme
* Réclamations. — Dégrèvement. — Erreur de droit. Bezwaarschriften. — Ontheffing. — Dwaling in rechte.
4272
8
2003200421016
5- 3-2004
291
Yves Leterme
* Réclamations. — Obligation de se rendre au bureau du directeur régional. Bezwaarschriften. — Verplichting zich te begeven naar het kantoor van de gewestelijk directeur.
4273
8
2003200421017
5- 3-2004
292
Yves Leterme
* Réclamations. — Devoir d’information du directeur régional. — Obligation de statuer. Bezwaarschriften. — Informatieplicht in hoofde van de gewestelijke directeur. — Verplichting uitspraak te doen.
4274
1
2003200421020
5- 3-2004
293
Alfons Borginon
Droits d’enregistrement perçus sur les arrêts et jugements. Aantal registratierechten geı¨nd op vonnissen en arresten.
4355
8
2003200421023
5- 3-2004
294
Hagen Goyvaerts
* Institut national de recherche sur les conditions de travail. — Comptes. — Arriéré. Nationaal Onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden. — Rekeningen. — Achterstand.
4274
8
2003200421024
5- 3-2004
295
Hagen Goyvaerts
* Régie des Baˆtiments. — Comptes. — Arriéré. Regie der Gebouwen. — Rekeningen. — Achterstand.
4275
8
2003200410646
5- 3-2004
296
Mw. Magda De Meyer
* Remboursement d’impoˆts payés induˆment sur des indemnités pour maladies professionnelles et accidents du travail. Terugbetaling van ten onrechte betaalde belastingen op uitkeringen voor beroepsziekten en arbeidsongevallen.
4276
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004 CA
DO
4403
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421027
5- 3-2004
297
Hagen Goyvaerts
8
2003200421029
5- 3-2004
299
Hagen Goyvaerts
1
2003200421030
5- 3-2004
300
Hagen Goyvaerts
8
2003200421033
8- 3-2004
302
Hagen Goyvaerts
8
2003200421035
8- 3-2004
303
Mw. Annelies Storms
8
2003200421036
8- 3-2004
304
Mw. Trees Pieters
8
2003200421042
8- 3-2004
305
Mw. Trees Pieters
1
2003200421053
9- 3-2004
306
Jan Mortelmans
1
2003200421145 23- 3-2004
323
Carl Devlies
1
2003200421149 24- 3-2004
324
Pieter De Crem
* Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT). — Comptes. — Arriéré. Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT). — Rekeningen. — Achterstand. * Institut d’expertise vétérinaire. — Comptes. — Arriéré. Instituut voor veterinaire keuring. — Rekeningen. — Achterstand. Office de renseignements et d’aide aux familles des militaires. — Comptes. — Arriéré. Hulp- en Informatiebureau voor gezinnen van militairen. — Rekeningen. — Achterstand. * Fonds d’aide pour le redressement financier des communes. — Comptes. — Arriéré. Hulpfonds tot financieel herstel van gemeenten. — Rekeningen. — Achterstand. * Déroulement des travaux de construction du palais de justice de Gand. Verloop van de bouw van het gerechtshof in Gent. * Litiges persistants ou non-accords. — Mission consultative de la Section V des centres de controˆle et des inspecteurs principaux des services classiques. — Roˆle de filtre administratif. Blijvende betwistingen of niet-akkoorden. — Adviserende taak van de Afdeling V van de controlecentra en van de eerstaanwezend inspecteurs van de klassieke diensten. — Administratieve filterrol. * Interdiction partielle de déduction fiscale dans le secteur de l’impoˆt des sociétés. — Avantages anormaux ou bénévoles retirés par des sociétés belges et étrangères. Gedeeltelijk aftrekverbod inzake vennootschapsbelasting. — Abnormale of goedgunstige voordelen behaald door Belgische en buitenlandse vennootschappen. « Zuidelijk Eiland » à Bornem. — Expropriation. — Comité d’acquisition. Zuidelijk Eiland te Bornem. — Onteigening. — Comité van aankoop. ´Ecobonis. Ecoboni. Lutte contre les charges administratives des entreprises. Strijd tegen de administratieve lasten voor bedrijven.
4276
4277
4358
4278
4279
4280
4281
4360
4361 4364
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2003200420984
3- 3-2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
82
Mw. Maggie De Block
2003
Maximum à facturer. — Compagnie d’assurances. — Double couverture. Maximumfactuur. — Verzekeringsmaatschappij. — Dubbele dekking.
2004
4365
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4404
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421004
4- 3-2004
87
Mw. Greet van Gool * Rapport entre la loi relative à la publicité de l’administration et la loi visant à instituer la charte de l’assuré social. Verhouding tussen de wet betreffende de openbaarheid van bestuur en de wet tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde.
4282
8
2003200421014
5- 3-2004
88
Mw. Yolande Avontroodt
4283
* Nomenclature relative à la mammotomie. Nomenclatuur inzake de toepassing van mammotomie.
Santé publique — Volksgezondheid 1
2003200410576
1
7- 1-2004
93
Jo Vandeurzen
Hoˆpitaux. — Dépenses de référence. Ziekenhuizen. — Referentieuitgaven.
4367
2003200410883 12- 2-2004
124
Mw. Annelies Storms
Loi sur les droits du patient. — Institution de fonctions de médiation. Patie¨ntenrechtenwet. — Instellen van ombudsfuncties.
4368
1
2003200420972
2- 3-2004
132
Mw. Karin Jiroflée
Infirmiers en chef. Hoofdverpleegkundigen.
4371
8
2003200410824
8- 3-2004
135
Mw. Yolande Avontroodt
* Délivrance de médicaments. Levering van geneesmiddelen.
4284
8
2003200421063 10- 3-2004
136
Mme Colette Burgeon
* Lentilles de contact. — Fabricants. — Circulation de copies des produits sur le marché français. Contactlenzen. — Fabrikanten. — Op de Franse markt circulerende kopiee¨n.
4285
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 1
2003200420916 18- 2-2004
70
Ludo Van Campenhout
Sociétés. — Comptes annuels. — Comptabilité selon les normes IAS. Ondernemingen. — Jaarrekeningen. — IAS-boekhouding.
4373
1
2003200420966
1- 3-2004
71
Pieter De Crem
Bureau de tarification. — Reprise de dossiers du pool d’assurance. — Arriéré. Tariferingbureau. — Overname dossiers van de Verzekeringspool. — Achterstand.
4375
1
2003200420973
2- 3-2004
72
Bert Schoofs
E´volution des chiffres concernant les investissements américains en Belgique. Evolutie van de cijfers betreffende de Amerikaanse investeringen in Belgie¨.
4377
8
2003200410724
8- 3-2004
74
Geert Lambert
* Nouvelle loi sur les ASBL. — Personnel des établissements d’enseignement. — Effectifs. — E´quivalents temps plein. Nieuwe VZW-wet. — Personeel onderwijsinstellingen. — Personeelsbestand. — Equivalent.
4285
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004 CA
DO
4405
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421060 10- 3-2004
75
Claude Eerdekens
* Appareils ménagers. — Commission européenne. — Directive cadre en matière de sécurité et de facilité d’emploi des produits. Huishoudtoestellen. — Europese Commissie. — Kaderrichtlijn inzake de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid van producten.
4286
1
2003200421064 10- 3-2004
76
Mme Muriel Gerkens
Transparence des factures d’électricité. Doorzichtigheid van elektriciteitsfacturen.
4379
1
2003200421107 17- 3-2004
78
Daan Schalck
Fonctionnement du Bureau de tarification. Werking van het Tariferingsbureau.
4381
1
2003200421129 22- 3-2004
80
Guido De Padt
Compagnies d’assurance. — Calcul des primes. — Critère du sexe. Verzekeringsmaatschappijen. — Berekening premies. — Geslacht als criterium.
4382
E´nergie — Energie 8
2003200421065 10- 3-2004
42
Mme Muriel Gerkens * Plan de développement du réseau de transport d’électricité. Ontwikkelingsplan voor het transmissienet van elektriciteit.
4287
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 1
2003200410649 15- 1-2004
15
Dirk Van der Maelen
Activités d’exportation d’entreprises belges sous le régime de Saddam Hussein en Irak. Exportactiviteiten van Belgische bedrijven met betrekking tot het regime van Saddam Hoessein in Irak.
4384
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Mobilité — Mobiliteit 8
2003200421022
5- 3-2004
102
Guido De Padt
* Politique de poursuite concernant la conduite sous influence. — Médiation pénale. — Classes de circulation. Vervolgingsbeleid betreffende het sturen onder invloed. — Bemiddeling in strafzaken. — Verkeersklassen.
4288
8
2003200421037
8- 3-2004
103
Jos Ansoms
* Loi relative à la police de la circulation routière. — Conséquences du maintien de l’appellation « gendarmerie ». Wet betreffende de politie over het wegverkeer. — Gevolgen van de blijvende benaming « rijkswacht ».
4288
8
2003200421038
8- 3-2004
104
Guido De Padt
* Nouveau code de la route. — Accidents mortels. Nieuwe verkeerswetgeving. — Dodelijke ongevallen.
4289
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 028 13 - 04 - 2004
4406
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421054
9- 3-2004
105
Mw. Frieda Van Themsche
* Feux de signalisation « en veille ». Verkeerslichten in « slaaptoestand ».
4290
8
2003200410697
9- 3-2004
106
Claude Eerdekens
* Mini-scooters électriques. Elektrische miniscooters.
4290
E´conomie sociale — Sociale Economie 1
0000200360171 21- 8-2003
1
Jan Mortelmans
Cabinets. — Parc automobile. Kabinetten. — Wagenpark.
4385
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
Protection de la consommation — Consumentenzaken 1
2003200420955 26- 2-2004
31
Servais Verherstraeten
Fournisseurs d’électricité. — Envoi de contrats types à des particuliers. Elektriciteitsleveranciers. — Verzending van modelcontracten aan particulieren.
4386
1
2003200421059 10- 3-2004
33
Claude Eerdekens
Vente des GSM « désimlockés ». Verkoop van GSM’s waarvan de sim lock werd verwijderd.
4388
1
2003200421060 10- 3-2004
34
Claude Eerdekens
Appareils ménagers. — Commission européenne. — Directive cadre en matière de sécurité et de facilité d’emploi des produits. Huishoudtoestellen. — Europese Commissie. — Kaderrichtlijn inzake de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid van producten.
4390
1
2003200421061 10- 3-2004
35
Claude Eerdekens
Identité des compagnies aériennes. — Meilleure information des passagers. Identiteit van luchtvaartmaatschappijen. — Betere voorlichting van de passagiers.
4393
1
2003200421064 10- 3-2004
36
Mme Muriel Gerkens
Transparence des factures d’électricité. Doorzichtigheid van elektriciteitsfacturen.
4394
1
2003200421079 15- 3-2004
38
Mme Colette Burgeon
Bonbons à la menthe. — Traces de noix. Muntjes. — Sporen van noten.
4396
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 8
2003200410580
5- 3-2004
16
Koen Bultinck
* Allocation de naissance et prime d’adoption. Kraamgeld en adoptiepremie.
4291
8
2003200410756
5- 3-2004
17
Mw. Maggie De Block
* Allocations familiales au profit de parents d’enfants placés. Gezinsbijslag voor ouders van geplaatste kinderen.
4291
2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
S.A. IMPRIMERIE
2004
E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
379