QRVA 51 040
QRVA 51 040
CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
————
————
Questions et réponses écrites
Schriftelijke vragen en antwoorden
BELGISCHE KAMER VAN
12 - 07 - 2004
771 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6100
cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BLOK VLD
: : : : : : : : : :
Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams E´cologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)
DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRABV : PLEN : COM :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail :
[email protected]
Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail :
[email protected]
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
CRIV :
2003
2004
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6101
SOMMAIRE
INHOUD
II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 6105 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Page/Blz. 6111
Page Blz. Premier ministre
—
Eerste minister
Vice-première ministre et ministre de la Justice
6111
Vice-eerste minister en minister van Justitie
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
6115
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
6117
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
6119
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
Ministre de l’Emploi et des Pensions
6120
Minister van Werk en Pensioenen
Ministre de la Défense
6126
Minister van Landsverdediging
Ministre de la Coopération au développement
6127
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
Ministre des Finances
6128
Minister van Financie¨n
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
6137
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
6154
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
—
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
6155
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
—
Minister van Middenstand en Landbouw
—
Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
—
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
—
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
—
Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister
—
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6103
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Page/Blz. 6163
Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre de l’Emploi et des Pensions Ministre de la Défense Ministre de la Coopération au développement Ministre des Finances Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes
— 6163 —
6272
Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Werk en Pensioenen Minister van Landsverdediging Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Financie¨n Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
6274
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
6171 6179 6196 — — 6204 6212 6253 6263 6268 6269
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n
—
6279 —
6282
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
—
Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden
Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
Page/Blz. 6285
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6105
I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Question no Vraag nr.
Date Datum 3- 6-2004
Vice-première ministre et ministre de la Justice
8- 6-2004 9- 6-2004
Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 2- 9-2003 21-10-2003 26-11-2003 12-12-2003 27- 1-2004 24- 2-2004 1- 3-2004 8- 3-2004 93051320212626305667101313172628-
3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004
3- 6-2004
22 25 30 66 97 112 158 191 201 203 206 222 229 233 238 244 247 249 256 260 264 265 268 272 275 277 283 285 286 288
Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Daan Schalck Guy D’haeseleer Geert Bourgeois Guido De Padt Mme Muriel Gerkens François-Xavier de Donnea Guido De Padt François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Jo Vandeurzen Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Guido De Padt Alfons Borginon Alfons Borginon Mw. Martine Taelman Walter Muls Mw. Dalila Douifi Walter Muls Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Walter Muls Guido De Padt Alfons Borginon Gerolf Annemans Mme Catherine DoyenFonck Jo Vandeurzen
232 233 366 1091 1930 2349 3201
6112 6113 6114
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
6111 6111
2003
2004
4254 4255 4704 4878 4880 5039 5040 5311 5312 5456 5457 5609 5610 5612 5614 5825 5827 5969 5970
290 291
Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Alfons Borginon
Page Blz.
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
23-10-2003 29-10-2003 18-11-2003 26-11-2003 3-12-2003 15-12-2003 30-12-2003 7- 1-2004 14- 1-2004 15- 1-2004 28- 1-2004 2- 2-2004 6- 2-2004 16- 2-2004 17- 2-2004 25- 2-2004 25- 2-2004 1- 3-2004 1- 3-2004 3- 3-2004 5- 3-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 5- 4-2004 5- 4-2004 13- 4-2004 28- 4-2004 11- 5-2004 12- 5-2004
3909 4253
289
Auteur
33 34 38 41 45 47 48 51 53 54 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 70 71 72 73 74 78 82 83
Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Roel Deseyn Alfons Borginon André Frédéric Yvan Mayeur Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy Mw. Greet Van Gool Geert Bourgeois Roel Deseyn Claude Marinower Mme Zoé Genot Geert Lambert Pieter De Crem Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Pieter De Crem Pieter De Crem Willy Cortois Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Filip De Man Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot
1347 1348 1674 1931 2078 2350 2450 2582 2770 3019 3202 3416 3641 3804 3804 3911 3912 4095 4095 4096 4257 4563 4881 4881 4882 5041 5314 5614 5615
* Liste cloˆturée le 9 juillet 2004 * Lijst afgesloten op 9 juli 2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6106
Date Datum 121226272727-
5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004
Question no Vraag nr. 84 85 87 88 89 90
Auteur Mme Zoé Genot Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde
Page Blz. 5615 5616 5971 6115 6116 6116
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
13- 4-2004 28- 5-2004
16161521231217283-
3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004
212 213 239 255 263 279 281 288 289
Auteur Melchior Wathelet Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Guido De Padt Filip De Man Jos Ansoms Dirk Claes Filip Anthuenis Jo Vandeurzen
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Ministre de l’Emploi et des Pensions
Budget — Begroting
Emploi — Werk
20 22
Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu
22- 9-2003 18-11-2003 24-11-2003 10-12-2003 30-12-2003 5- 1-2004 10- 2-2004 24- 2-2004 13- 4-2004 19- 4-2004 27- 4-2004 13- 5-2004 25- 5-2004 28- 5-2004
81 95 101 112 121 122 163 170 184 186 202 211 214 215
3- 6-2004
218
Guido De Padt Daan Schalck Guido De Padt Daan Schalck Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Geert Lambert Stijn Bex Bart Laeremans Guido De Padt Gerolf Annemans Jan Mortelmans Mme Catherine DoyenFonck Guido Tastenhoye
4884 6117
1509 1681 1935 2218 2453 2583 3805 4097 4887 5044 5618 5972 5973 6118 6118
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 111 203
Yves Leterme Jo Vandeurzen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Page Blz. 4424 4424 5048 5058 5327 5620 5833 6119 6120
Minister van Werk en Pensioenen
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven
1-12-2003 4- 3-2004
Question no Vraag nr.
Date Datum
2085 4260 2003
30- 7-2003 14-10-2003 27-10-2003
5 24 31
5192223-
1-2004 1-2004 1-2004 1-2004
50 55 57 58
29231719-
1-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004
62 64 67 71 72
24252629-
3-2004 3-2004 3-2004 3-2004
73 74 75 77
29- 3-2004 14- 5-2004
87 88
242428282-
5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004
89 90 93 94 95
3- 6-2004 3- 6-2004
96 97
2004
Mw. Maggie De Block Filip Anthuenis Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block François-Xavier de Donnea Guido De Padt Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Staf Neel Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Geert Lambert Guido De Padt Mme Catherine DoyenFonck Pieter De Crem Mw. Maggie De Block
32 946 1358 2594 3028 3214 3215 3419 3421 4105 4428 4569 4570 4712 4713 4714 5621 5835 5975 5976 6120 6121 6122 6123 6124
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 Date Datum
6107
Question no Vraag nr.
Auteur
Date Datum
Question no Vraag nr.
24-11-2003 28-11-2003 5-12-2003 9-12-2003 5- 1-2004 6- 1-2004 12- 1-2004 14- 1-2004 26- 1-2004 29- 1-2004
158 169 174 180 195 206 208 215 236 240
244 689 947 948 1117 1364 1694 1697 1714 1725 1748 1748 1941 1944
239231812191922222929305131520222728305111111121213171824242426-
245 254 273 274 281 305 309 316 317 318 320 333 334 336 342 345 350 352 353 355 357 366 367 375 376 377 387 388 389 391 394 397 398 399 400
2003
2004
Page Blz.
Pensions — Pensioenen
13- 4-2004 10- 5-2004 2- 6-2004
24 28 31
3- 6-2004
32
Mw. Greta D’hondt Hagen Goyvaerts Mme Catherine DoyenFonck Mw. Nahima Lanjri
4894 5621 6124 6126
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 3-12-2003 16-12-2003 13- 4-2004
36 38 45 75
3- 6-2004
92
Karel Pinxten Geert Bourgeois Luc Sevenhans Mw. Marleen Govaerts Staf Neel
2091 2092 2359 5063 6126
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 81513217-
3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 6-2004
19 23 25 26 28
Mme Zoé Genot Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Mme Karine Lalieux
4270 4429 5068 5069 6127
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 31- 7-2003
6
30- 9-2003 9-10-2003 9-10-2003 22-10-2003 28-10-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003
45 54 55 66 70 81 83 97 104 137 138 150 152
Ludo Van Campenhout Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004
Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hendrik Bogaert Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Willy Cortois Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Jo Vandeurzen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Page Blz. 1950 2094 2223 2228 2597 2784 2787 2800 3225 3422 3426 3656 3922 3923 4107 4281 4431 4575 4575 4576 4577 4724 4724 4725 4896 4898 5071 5075 5332 5333 5334 5470 5471 5622 5622 5623 5624 5625 5836 5836 5837 5977 5979 5980 5982
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
772
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6108
Date Datum
Question no Vraag nr.
27- 5-2004 27- 5-2004 28- 5-2004
401 402 403
28- 5-2004 223788-
6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004
404 405 407 409 410 411 412
Auteur Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Mme Catherine DoyenFonck Ludo Van Campenhout Carl Devlies Guido De Padt Jean-Jacques Viseur Georges Lenssen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters
Page Blz. 6128 6129
6130 6132 6134 6134 6135 6135 6136
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken
7 14 19 20 25 34 41 78
3341718116-
3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004
83 84 87 90 91 96 100
22243444777-
4-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004
102 109 111 113 114 115 116 117 118
Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Geert Bourgeois Guy D’haeseleer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Mw. Annelies Storms Jo Vandeurzen Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Question no Vraag nr.
9- 6-2004 9- 6-2004
119 120
Auteur Luc Goutry Mw. Yolande Avontroodt
Page Blz. 6143 6143
6130
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 21-10-2003 3-11-2003 9- 2-2004
Date Datum
40 253 601 602 778 1122 1523 3663 4111 4114 4282 4435 4581 4899 5077 5336 5983 6137 6138 6138 6139 6140 6141 6142 2003
Santé publique — Volksgezondheid
14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 6- 1-2004 7- 1-2004 13- 1-2004 23- 1-2004 16- 3-2004 1624293019294-
11 12 14 44 47 66 91 94 99 108 140
3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 5-2004
141 148 152 153 158 171 173
6- 5-2004 10- 5-2004 10- 5-2004
179 181 182
19- 5-2004
190
19192526272733-
5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004 6-2004
191 194 195 196 197 198 201 202
449999-
6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004
204 205 206 210 211 216
2004
Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Miguel Chevalier Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Mme Muriel Gerkens Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Annelies Storms Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Mme Catherine DoyenFonck Guido De Padt Guido De Padt Mw. Trees Pieters Pierre Lano Guido De Padt Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Yolande Avontroodt Mme Colette Burgeon Mme Colette Burgeon Mw. Magda De Meyer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen
254 255 256 1123 1125 2099 2605 2606 2805 3230 4438 4438 4585 4731 4732 5078 5476 5478 5626 5627 5628 5839 5984 5985 5986 5987 6145 6145 6146 6147 6148 6148 6149 6150 6150 6151
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 Date Datum
Question no Vraag nr.
9- 6-2004
217
9- 6-2004 9- 6-2004 9- 6-2004
218 219 223
6109
Auteur Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
7- 6-2004
68
6151 6152 6152 6153 22- 9-2003 3-11-2003 3-11-2003 31- 3-2004 15- 4-2004
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
7 17 18 37 39
20- 4-2004 27- 5-2004
41 43
2- 6-2004
45
E´conomie — Economie
112 117
Mme Catherine DoyenFonck 6157
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
24- 5-2004 8- 6-2004
Auteur
Page Blz.
Mw. Trees Pieters 5988 Francis Van den Eynde 6154
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
2- 6-2004
46
3- 6-2004
48
9- 7-2004
49
Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Marleen Govaerts Francis Van den Eynde Mme Catherine DoyenFonck Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn
621 1534 1535 4736 5085 5086 6158 6159 6159 6160 6160
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid Mobilité — Mobiliteit
13- 4-2004
116
Olivier Maingain
4906
3-12-2003 13- 2-2004 27- 5-2004
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Fonction publique — Ambtenarenzaken
31 40
7- 6-2004
66
7- 6-2004
67
Mw. Martine Taelman Mw. Liesbeth Van der Auwera Mme Catherine DoyenFonck Mme Catherine DoyenFonck
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
André Frédéric 2108 Mw. Annelies Storms 3823 Mme Catherine DoyenFonck 6161
Gelijke Kansen — E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
9-12-2003 19- 1-2004
8 14 15
2136 3051
30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 27- 5-2004
4 5 6 7 8 9 11 12 13
28- 5-2004
14
6155 6156 2003
2004
Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mme Catherine DoyenFonck Mme Catherine DoyenFonck
2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6162 6162
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6110
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Date Datum
27- 4-2004
15
Guido De Padt
5631
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 24- 3-2004
Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances
10 11 13
Mw. Trees Pieters Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
19
Mw. Greet Van Gool
4597
Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères
Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 13- 1-2004 14- 1-2004 22- 3-2004
Auteur
Page Blz.
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Question no Vraag nr.
Staatssecretaris voor Europese Zaken, en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 2834 2836 4595
19- 1-2004 15- 3-2004
2003
2004
9 11
Willy Cortois Guido De Padt
3053 4443
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6111
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200421570
DO 2003200421570
Question no 286 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 286 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
DO 2003200421352
DO 2003200421352
Question no 288 de M. Jo Vandeurzen du 3 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 288 van de heer Jo Vandeurzen van 3 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Politique d’immigration. — Arrêt de la Cour de cassation.
Migratiebeleid. — Arrest van het Hof van Cassatie.
La ministre est notamment compétente pour la politique d’immigration. En vertu de l’arrêt de la Cour de
De minister is bevoegd voor het migratiebeleid. Door een arrest van het Hof van Cassatie van 16 ja-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6112
cassation du 16 janvier 2004, la loi accélérant la procédure de naturalisation a été interprétée de telle sorte que lorsque (pour la déclaration de nationalité, par exemple) une durée de séjour déterminée est exigée, ce séjour ne doit plus se fonder sur un titre de séjour légal.
nuari 2004 werd aan de « snel-Belg-wet » een interpretatie gegeven die er op neerkomt dat wanneer (zoals bijvoorbeeld voor nationaliteitsverklaring) een bepaalde duur voor het verblijf vereist wordt, dit verblijf niet langer gebaseerd moet zijn op een wettelijke verblijfstitel.
Telle était effectivement la ratio legis lors de l’élaboration de ladite loi.
Dit was uiteraard wel de ratio-legis bij de tot standkoming van de wetgeving.
Cette interprétation de la Cour de cassation a des conséquences qui sont loin d’être négligeables.
Deze interpretatie van het Hof van Cassatie heeft belangrijke gevolgen.
Ainsi, à présent que le séjour illégal peut être pris en considération pour justifier d’un séjour de sept ans, le nombre de personnes susceptibles d’obtenir la nationalité sur la base de la déclaration de nationalité augmentera sensiblement. En outre, l’arrêt précité encourage les illégaux à prolonger malgré tout leur séjour illégal aussi longtemps que possible car, dès qu’un séjour peut être régularisé d’une manière ou d’une autre, il peut immédiatement conduire à l’ouverture de certains droits (notamment le droit d’acquisition de la nationalité). Un séjour illégal génère donc des droits.
Zo zal het aantal personen dat de nationaliteit kan bekomen op basis van de nationaliteitsverklaring aanzienlijk uitgebreid worden nu ook het illegaal verblijf in rekening mag worden genomen om het zevenjarig verblijf te kunnen bewijzen. Bovendien motiveert het personen die hier illegaal zijn om dit verblijf toch maar zo lang mogelijk te bestendigen omdat het, eens een verblijf op één of andere manier kan worden geregulariseerd, onmiddellijk aanleiding kan geven tot het ontstaan van rechten (met name het recht op de verwerving van de nationaliteit). Illegaal verblijf genereert op deze manier rechten.
1. Avez-vous connaissance de cet arrêt ? ` vos yeux, quelles en sont les conséquences ? 2. A
1. Heeft u kennis van dit arrest ? 2. Welke gevolgen heeft dit arrest volgens de minister ?
3. Estimez-vous qu’une adaptation de la loi s’avère nécessaire ou opportune ?
3. Acht u een aanpassing van de wet opportuun of noodzakelijk ?
DO 2003200421360
DO 2003200421360
Question no 289 de Mme Yolande Avontroodt du 3 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 289 van mevrouw Yolande Avontroodt van 3 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Hébergement et transfert au palais de justice de personnes arrêtées.
Overnachting en overbrenging van aangehouden personen naar het gerechtshof.
En vertu des dispositions du Code d’instruction criminelle, les personnes arrêtées doivent être déférées devant un magistrat dans des délais précis. Tout service de police procédant à une arrestation doit veiller à ce que la personne arrêtée puisse être hébergée pour la nuit et déférée devant un magistrat, et que la décision de ce magistrat soit ensuite exécutée.
Conform het Wetboek van strafvordering moeten aangehouden personen binnen bepaalde termijnen voorgeleid worden voor een magistraat. Elke aanhoudende politiedienst moet er voor zorgen dat de aangehouden persoon kan overnachten, bij de magistratuur wordt voorgeleid en dat nadien diens beslissing wordt uitgevoerd.
Avant la réforme des polices, les services de police communaux de l’arrondissement d’Anvers ne disposant pas d’une permanence pouvaient s’adresser à la police ou à la gendarmerie d’Anvers pour l’hébergement. Ils assuraient eux-mêmes le transport des ` son arrivée au palais de justice, personnes arrêtées. A la gendarmerie prenait l’intéressé en charge, et s’occupait de sa comparution devant le magistrat et de l’exécution de la décision. La gendarmerie ne facturait
Voor de politiehervorming konden in het arrondissement Antwerpen gemeentelijke politiediensten die geen permanent onthaalpunt hadden, terecht bij de politie of rijkswacht Antwerpen voor de overnachting. Voor het vervoer van de aangehouden persoon bleven zij zelf instaan. Eenmaal aangekomen in het gerechtsgebouw, nam de rijkswacht de betrokkene over en zorgde voor de voorleiding bij de magistraat en voor de uitvoering van diens beslissing. De rijkswacht
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6113
pas ces services et, en contrepartie, la police d’Anvers remplaçait occasionnellement des gendarmes au palais de justice.
rekende hiervoor niets aan en als tegenprestatie stemde de politie Antwerpen erin toe een aantal rijkswachters in het gerechtshof te vervangen.
Aujourd’hui, depuis la réforme des polices, les zones de police ne disposant pas d’une permanence ne savent plus que faire des personnes arrêtées. Elles s’efforcent de conclure des accords entre elles mais ces arrangements ne sont pas optimaux. On est dès lors contraint, dans de nombreuses zones, de désigner comme « rappelables » certains membres du personnel, avec toutes les conséquences sociales et financières que cela implique. De plus, la police d’Anvers, qui a repris l’ensemble du service au palais de justice, réclame une somme considérable en contrepartie d’une prestation que la gendarmerie effectuait gratuitement dans le passé.
Vandaag, na de politiehervorming, kunnen politiezones die geen permanentie hebben nergens meer terecht met de door hen aangehouden personen. De zones trachten onderling afspraken te maken maar de regelingen zijn niet optimaal. Dit houdt in dat vele zones verplicht zijn enkele personeelsleden terugroepbaar te stellen, wat heel wat sociale en financie¨le gevolgen met zich meebrengt. Bovendien moet er aan de politie Antwerpen, die de volledige dienst in het gerechtshof heeft overgenomen, een aanzienlijke financie¨le bijdrage betaald worden voor de dienstverlening die vroeger gratis door de rijkswacht werd verstrekt.
On pourrait résoudre le problème en créant une prison de police d’arrondissement dotée d’un personnel propre, ou` toutes les zones de police pourraient amener pour la nuit les personnes qu’elles ont arrêtées. Si la police d’Anvers continuait de prendre en charge elle-même les personnes qu’elle arrête, une vingtaine de cellules de transition suffirait.
Een oplossing zou erin kunnen bestaan een arrondissementele politiegevangenis met eigen personeel te voorzien waar alle politiezones terecht kunnen met de aangehouden personen die moeten overnachten. Indien de politie Antwerpen zelf zou blijven instaan voor de door haar aangehouden personen, zouden een twintigtal doorgangcellen volstaan.
Cette question a déjà été posée à la ministre de la Justice pour qui, ce type de cellules n’ayant pas été prévu dans le programme de besoins, il n’est plus possible de procéder à des aménagements dans ce sens. En ce qui concerne le corps de sécurité chargé, notamment, du transfert des détenus et du maintien de l’ordre dans les cours et tribunaux, la ministre souligne que ces missions s’accomplissent sans préjudice des compétences de la police et que la manière dont les agents de sécurité remplissent leur mission est déterminée localement par le chef de zone, en fonction des besoins de cette dernière.
Deze vraag werd reeds voorgelegd aan de minister van Justitie. Volgens de minister werd in het behoefteprogramma niet in dergelijke cellen voorzien en zijn aanpassingen in die zin ook niet meer mogelijk. Met betrekking tot het veiligheidskorps dat onder meer instaat voor de overbrenging van gedetineerden en voor de handhaving van de orde in de hoven en rechtbanken, wijst de minister erop dat deze opdrachten gebeuren zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de politie en dat de wijze waarop de veiligheidsbeambten hun opdracht vervullen afhankelijk is van de behoeften van de zone en plaatselijk wordt bepaald door de zonechef.
1. Pouvez-vous préciser dans quelle mesure les chefs de zone peuvent faire appel au corps de sécurité ?
1. Kan u meer duidelijkheid scheppen omtrent de mogelijkheid voor zonechefs om een beroep te doen op het veiligheidskorps ?
2. Quelle solution est envisageable concernant la situation précaire à Anvers ?
2. Welke oplossing is mogelijk voor de precaire situatie in Antwerpen ?
DO 2003200421390
DO 2003200421390
Question no 290 de M. Alfons Borginon du 8 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 290 van de heer Alfons Borginon van 8 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Protocole additionnel des Nations unies contre la torture.
Bijkomend Protocol van de Verenigde Naties tegen foltering.
Le 18 décembre 2002, l’Assemblée générale de l’ONU a adopté le Protocole additionnel contre la torture.
Op 18 december 2002 werd het Bijkomend Protocol van de Verenigde Naties tegen foltering aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6114
Ce protocole est un instrument de prévention de la torture et d’autres traitements dégradants. Il instaure un système de visites régulières dans des institutions pénitentiaires par des organisations indépendantes nationales et internationales.
Het doel van dit protocol is om foltering en andere vormen van mishandeling te voorkomen door een systeem van regelmatige bezoeken in detentie-instellingen uitgevoerd door onafhankelijke nationale en internationale organisaties.
Pourquoi la Belgique n’a-t-elle pas signé ce protocole ? Notre pays envisage-t-il de le signer à l’avenir ? Dans l’affirmative, quand ?
Waarom werd dit protocol niet door Belgie¨ ondertekend en gaat Belgie¨ dit protocol in de toekomst ondertekenen en zo ja, wanneer ?
DO 2003200421641
DO 2003200421641
Question no 291 de M. Alfons Borginon du 9 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 291 van de heer Alfons Borginon van 9 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Projet « Traducteurs et interprètes judiciaires ».
Project « Gerechtelijke vertalers en tolken ».
La justice a de plus en plus besoin de traducteurs et d’interprètes pour permettre la communication avec les personnes parlant une autre langue.
Binnen het gerecht groeit sedert geruime tijd de nood aan tolken en vertalers om communicatie met anderstaligen mogelijk te maken.
L’intervention d’interprètes jurés est prévue dans le Code d’instruction criminelle ainsi que dans la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire. Récemment, cette intervention a encore été étendue aux parties civiles et aux témoins en matière pénale.
De tussenkomst van bee¨digde tolken is ook opgenomen in enerzijds het Wetboek van strafvordering en anderzijds in de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken en onlangs werd dit nog uitgebreid naar de burgerlijke partijen en getuigen in strafzaken.
En 2000, une équipe d’acteurs anversois de la justice (la « Lessius Hogeschool », la cour d’appel et le tribunal de première instance d’Anvers et les parquets, la police locale d’Anvers et le barreau d’Anvers) a décidé, pour cette raison, de lancer un projet-pilote qui proposerait un modèle de formation aux interprètes et aux traducteurs en justice et qui serait introduit en Belgique au terme d’une évaluation approfondie. Les éléments suivants ont été concrétisés à Anvers dans le cadre du projet-pilote « Gerechtstolk en -vertaler » (interprète et traducteur en justice) : formation de nouveaux traducteurs/interprètes jurés, formation continuée des traducteurs/interprètes jurés, enregistrement des traducteurs/interprètes jurés et réalisation d’un reportage vidéo (« De gerechtstolk ») avec le soutien de la Fondation Roi Baudouin. Le projetpilote anversois « Gerechtstolk en -vertaler » devait être un premier pas vers une reconnaissance à part entière et une professionnalisation des activités d’interprète et de traducteur en justice.
Een team van Antwerpse actoren (de Lessius Hogeschool, het hof van beroep en de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen en de parketten, de lokale politie Antwerpen en de balie van Antwerpen) besloot daarom in 2000 om een proefproject te starten dat een opleidingsmodel voor gerechtstolken en gerechtsvertalers zou aanbieden en dat, na grondige evaluatie, in Belgie¨ ingang zou vinden. In het proefproject « Gerechtstolk en -vertaler » werden volgende zaken te Antwerpen gerealiseerd : opleiding van nieuwe beedigde vertalers/tolken, bijscholing van reeds bee¨digde vertalers/tolken, aanzuivering en registratie van de reeds bee¨digde vertalers/tolken en een video « De gerechtstolk » met steun van de Koning Boudewijnstichting. Het Antwerpse proefproject « Gerechtstolk en -vertaler » beoogde een eerste stap te zijn op de weg naar een volwaardige erkenning en professionalisering van de gerechtstolk en de gerechtsvertaler.
Un projet analogue baptisé « Interact J », auquel la Région bruxelloise a été associée, existe également en Wallonie. « Interact J » organise des formations poussées pour les personnes qui sont appelées par les services judiciaires en tant qu’interprète pour des langues rares en Belgique.
In Wallonie¨ bestaat een gelijkaardig proefproject genaamd « Interact J », waarbij ook Brussel betrokken werd. Interact J is een doorgedreven opleiding voor mensen die worden opgeroepen als tolk door justitie¨le diensten voor in Belgie¨ zeldzame talen.
Le projet-pilote anversois est en cours depuis déjà trois ans, mais deux problèmes prioritaires se posent.
Ondertussen loopt het Antwerpse proefproject reeds drie jaar, maar er stellen zich echter twee prioritaire
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6115
Le premier concernant le statut des traducteurs/ interprètes et le deuxième concernant le financement du projet.
problemen. Ten eerste betreffende het statuut van de vertalers/tolken en ten tweede betreffende de financiering van het project.
Il faut s’atteler de toute urgence à l’élaboration d’un statut légal pour les traducteurs et les interprètes en justice, à la rémunération et aux conditions de travail, à un code de déontologie, aux cours de perfectionnement pour et à l’évaluation des traducteurs et des interprètes déjà actifs, à un registre national et à une amélioration de la coopération avec les autres acteurs de la justice.
Er moet dringend gewerkt worden aan een wettelijk statuut voor de gerechtsvertalers en -tolken, aan de verloning en werkomstandigheden, aan een deontologische en beroepscode, aan de bijscholing en evaluatie van de reeds werkende gerechtsvertalers en -tolken, aan een nationaal register en aan betere samenwerkingsvormen met de andere justitie¨le actoren.
En ce qui concerne le financement, tous les partenaires actuels souhaitent poursuivre le projet-pilote anversois, mais ils doivent disposer à cet effet des fonds nécessaires pour la rémunération d’un collaborateur administratif, pour les honoraires des évaluateurs linguistiques et pour les professeurs de langue externes.
Wat de financiering betreft wensen alle huidige partners het Antwerpse proefproject verder te zetten, maar hiervoor dienen ze te beschikken over de nodige fondsen voor de betaling van een administratieve kracht, voor het ereloon van de taalscreeners en voor de externe taaldocenten.
Pour y parvenir, un engagement du SPF Justice pour un montant de 12 600 euros par an est nécessaire, outre un collaborateur administratif à temps partiel qui pourrait être recruté sur une base contractuelle.
Om dit waar te maken is een engagement van FOD Justitie nodig voor een bedrag van 12 600 euro per jaar naast een part-time administratieve medewerker die op contractuele basis zou kunnen worden aangeworven.
1. a) Que pensez-vous du projet-pilote anversois relatif aux traducteurs et aux interprètes judiciaires ?
1. a) Wat is uw standpunt over het Antwerpse pilootproject gerechtelijke vertalers en tolken ?
b) Soutenez-vous ce projet et êtes-vous disposée à coopérer à l’élaboration du statut des traducteurs/ interprètes ?
b) Staat u achter dit project en bent u bereid samen te werken aan de uitwerking van het statuut van de vertalers/tolken ?
2. Allez-vous dégager les budgets nécessaires à la poursuite de ce projet ?
2. Gaat u in de nodige budgetten voorzien voor dit project ?
3. Quand procéderez-vous à une évaluation des projets pilotes francophone et néerlandophone en vue de parvenir à une procédure uniforme, réglée par la loi et de qualité ?
3. Wanneer zal u het Nederlandstalige en het Franstalige proefproject evalueren om tot een eenvormige, wettelijke geregelde en kwaliteitsgaranderende procedure te komen ?
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
DO 2003200421561
DO 2003200421561
Question no 88 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 88 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :
Arabie saoudite. — Liberté de culte.
Saoedi-Arabie¨. — Godsdienstvrijheid.
En Arabie saoudite, toute tentative de conversion d’un musulman à une autre religion est passible d’une
Wie in Saoedi-Arabie¨ een moslim tot een andere godsdienst poogt te bekeren, kan hiervoor tot een
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
773
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6116
peine d’emprisonnement, d’expulsion, voire de la peine de mort.
gevangenisstraf, de verbanning of zelfs de doodstraf veroordeeld worden.
Il est en outre interdit aux chrétiens étrangers en visite en Arabie saoudite ou y résidant pour une quelconque raison, de célébrer le culte, même à titre privé.
Zelfs buitenlandse christenen die om een of andere reden in Saoedi-Arabie¨ op bezoek zijn of er verblijven, mogen er geen erediensten organiseren, ook niet privé.
1. Le gouvernement est-il au courant de cette situation ?
1. Is de regering van een en ander op de hoogte ?
2. N’estimez-vous pas qu’elle porte atteinte aux droits de l’homme ?
2. Denkt u niet dat dit in tegenstrijd is met de mensenrechten ?
3. Le gouvernement belge a-t-il déjà entrepris des démarches auprès du gouvernement saoudien à cet égard ?
3. Zijn er in verband met een en ander reeds door de Belgische regering stappen bij de regering van Saoedi-Arabie¨ ondernomen ?
DO 2003200421562
DO 2003200421562
Question no 89 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères : ´Emirats arabes unis. — Liberté de culte.
Vraag nr. 89 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :
Aux E´mirats arabes unis, seuls les chrétiens étrangers sont autorisés à célébrer le culte.
In de Verenigde Arabische Emiraten staat het alleen buitenlandse christenen vrij een eredienst te houden.
L’enseignement chrétien d’importantes restrictions.
y
est
soumis
à
1. Le gouvernement estime-t-il que cette situation est conforme à la « Déclaration universelle des droits de l’homme » ? 2. Dans la négative, pourquoi ?
Verenigde Arabische Emiraten. — Godsdienstvrijheid.
Christelijk onderwijs wordt zeer sterk ingeperkt. 1. Is de regering van mening dat een en ander met de « Universele Verklaring van de rechten van de mens » in overeenstemming is ? 2. Zo neen, waarom niet ?
3. Quelles démarches ont-elles été entreprises à cet égard auprès des E´mirats arabes unis ?
3. Welke stappen werden in verband met dit probleem ten overstaande van de Verenigde Arabische Emiraten ondernomen ?
DO 2003200421564
DO 2003200421564
Question no 90 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères :
Vraag nr. 90 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :
Koweı¨t. — Liberté de culte.
Koeweit. — Godsdienstvrijheid.
En vertu de la législation du Koweı¨t, seuls les musulmans peuvent prétendre à la citoyenneté koweı¨tienne.
Volgens de wetgeving van Koeweit kunnen alleen moslims staatsburgers van dat land worden.
Pour les autres religions, l’exercice du culte doit se faire dans un lieu clos.
Erediensten van andere godsdiensten moeten er in gesloten ruimte plaatsvinden.
1. Le gouvernement a-t-il connaissance de cette situation ?
1. Is de regering van een en ander op de hoogte ?
2. N’estimez-vous pas qu’une telle disposition constitue une violation des droits de l’homme ?
2. Denkt u niet dat dit in tegenstrijd is met de mensenrechten ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6117
3. Les autorités belges ont-elles déjà entrepris des démarches auprès du gouvernement koweı¨tien ?
3. Zijn er in verband met een en ander reeds door de Belgische regering stappen bij de regering van Koeweit ondernomen ?
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Budget
Begroting
DO 2003200421571
DO 2003200421571
Question no 22 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 28 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 22 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 28 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Producteurs de lin. — Dommages occasionnés aux cultures de lin. — Projet d’arrêté royal.
Vlasbedrijven. — Schade aan de vlasoogst. — Ontwerp van koninklijk besluit.
En 2001, les dommages occasionnés aux cultures de lin ont été si importants qu’ils ont été reconnus comme calamité agricole. Les producteurs de lin pourront ainsi récupérer une partie des pertes encourues et tenter d’assurer la pérennité de leur entreprise. Certains paramètres pris en considération pour déterminer le montant des indemnisations ne tenant pas suffisamment compte de la spécificité de la culture du lin, le montant de l’indemnisation est relativement faible. Ainsi, des entreprises productrices de lin disposant d’une superficie cultivable de plus de 300 ha ne peuvent par exemple prétendre à une intervention supérieure à 62 400 euros.
In 2001 werd dermate veel schade aan de vlasoogst aangericht dat deze tegenslag als een landbouwramp werd erkend. Op die manier kunnen de vlasboeren toch een deel van de aangerichte schade recupereren en de voortzetting van hun bedrijven proberen te verzekeren. Bij de berekening van de schadevergoeding werden enkele parameters ingevoerd die onvoldoende rekening blijken te houden met de specificiteit van de vlasbedrijven en bijgevolg leiden tot een relatief lage vergoeding. Een aantal van de getroffen vlasbedrijven met een areaal van meer dan 300 ha kunnen bijvoorbeeld op niet meer dan 62 400 euro een beroep doen.
La ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture a tenu compte des objections du secteur du lin. Elle a rédigé un projet d’arrêté royal qui adapte l’arrêté royal du 7 avril 1978 fixant les taux variables par tranche du montant total net des dommages subis, de même que le montant de la franchise et de l’abattement pour le calcul de l’indemnité de réparation de certains dommages causés à des biens privés par des calamités agricoles. Les tranches dégressives appliquées pour le calcul de l’indemnité de réparation sont alignées sur celles qui sont utilisées pour une calamité publique. Cela signifie que l’indemnité maximale par dossier pourrait atteindre 114 900 euros au lieu des 62 400 euros actuels.
De minister van Middenstand en Landbouw heeft oor gehad naar de bezwaren van de vlassector. Ze heeft daartoe een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld dat het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen, aanpast. De degressieve schijven, die gebruikt worden voor de berekening van de herstelvergoeding worden op dezelfde lijn geplaatst met de schijven die gebruikt worden voor een algemene ramp. Dit betekent dat de maximale vergoeding per dossier tot 114 900 euro zou stijgen in plaats van 62 400 euro zoals nu het geval is.
Le projet d’arrêté royal n’a pas été publié jusqu’à présent au Moniteur belge car il semblerait qu’on attende encore l’approbation du ministre du Budget.
Het ontwerp van koninklijk besluit werd tot op heden niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad omdat er naar verluidt nog wordt gewacht op de goedkeuring van de minister van Begroting.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6118
1. Pourquoi l’approbation par le Budget tarde-t-elle autant ?
1. Waarom heeft de goedkeuring door Begroting tot nu toe zolang op zich laten wachten ?
2. Marquerez-vous votre accord sur le projet d’arrêté royal ou des objections vous en empêchentelles ?
2. Zal u uw akkoord geven aan het ontwerp van koninklijk besluit of ziet u bezwaren om uw goedkeuring niet te geven ?
3. Dans quel délai marquerez-vous votre accord sur le projet d’arrêté royal ?
3. Op welke termijn zal u uw akkoord geven aan het ontwerp van koninklijk besluit ?
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200421570
DO 2003200421570
Question no 215 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 215 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
DO 2003200421597
DO 2003200421597
Question no 218 de M. Guido Tastenhoye du 3 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 218 van de heer Guido Tastenhoye van 3 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
La Poste. — Construction d’un nouveau centre de tri postal à la Noorderlaan, à Anvers.
De Post. — Bouw van een nieuw postsorteercentrum aan de Noorderlaan in Antwerpen.
Il nous revient que La Poste aurait décidé de construire un nouveau centre de tri postal sur l’un de ses terrains se situant à la Noorderlaan, à Anvers. Ce baˆtiment devrait remplacer le centre de tri postal de Berchem qui, malgré qu’il ne soit pas tellement ancien, serait déjà trop petit.
Uit informatie die ons bereikte, blijkt dat De Post de beslissing zou hebben genomen om een nieuw postsorteercentrum te bouwen op een door De Post aangekocht terrein langsheen de Noorderlaan in Antwerpen, dit ter vervanging van het nog niet eens zo oude postsorteercentrum in Berchem dat reeds te klein zou zijn geworden.
` l’origine, un terrain de la zone industrielle de A Kapellenveld, à Wommelgem, avait également été pris
Oorspronkelijk kwam ook een terrein op het industrieterrein Kapellenveld in Wommelgem in aanmer-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6119
en considération. Or, il semble que La Poste ait opté pour le nord d’Anvers.
king, maar kennelijk opteerde De Post toch voor Noord-Antwerpen.
1. Pourriez-vous indiquer pourquoi la zone industrielle précitée n’a pas été retenue ?
1. Kan u aangeven waarom de optie Kapellenveld niet werd weerhouden ?
2. Sur quels arguments La Poste s’appuie-t-elle pour édifier un nouveau centre de tri postal à la Noorderlaan, à Anvers ?
2. Welke argumenten heeft De Post om het nieuwe sorteercentrum te bouwen aan de Antwerpse Noorderlaan ?
3. Quel échéancier est-il prévu à cet effet ?
3. Welk tijdschema zal worden gevolgd bij de bouw van het nieuwe sorteercentrum ?
4. Comment l’adjudication aura-t-elle lieu ?
4. Op welke wijze zal de aanbesteding gebeuren ?
` combien le couˆt de ce projet est-il évalué ? 5. A
5. Wat is de raming van de kostprijs ?
6. De quelle façon préviendra-t-on les problèmes de circulation ?
6. Op welke manier zal men de verkeersoverlast verhinderen ?
7. Comment inscrira-t-on ledit centre de tri dans le nouveau réseau postal national ?
7. Hoe wordt dit nieuwe sorteercentrum aangesloten op het nieuwe landelijke postnetwerk ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200421572
DO 2003200421572
Question no 288 de M. Filip Anthuenis du 28 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 288 van de heer Filip Anthuenis van 28 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Statut des agents auxiliaires.
Statuut hulpagenten.
Depuis un certain temps déjà (et plus précisément depuis la précédente législature), le statut des agents auxiliaires fait l’objet de réflexions. En outre, par le passé, nombre de débats ont déjà été menés concernant ` l’epoque, il avait été le caractère ambigu de ce statut. A question d’étendre les compétences de ces agents et, éventuellement, de modifier leur dénomination.
Al geruime tijd (sinds de vorige legislatuur) wordt er nagedacht over het statuut van de hulpagenten en in het verleden werden al tal van gesprekken gevoerd om het ambigue statuut van de hulpagent te verbeteren. Er werd toen ook gewag gemaakt van een uitbreiding van hun bevoegdheden en van een eventuele naamswijziging.
1. Les discussions organisées par le passé ont-elles entre-temps abouti à une réelle évolution du statut d’agent auxiliaire ?
1. Hebben de besprekingen uit het verleden ondertussen geleid tot effectieve veranderingen op het vlak van het statuut van de hulpagent ?
2. Une modification de dénomination, dont vous seriez éventuellement chargé, est-elle toujours à l’ordre du jour ?
2. Is er nog sprake van een eventueel door u te voeren naamswijziging ?
3. Envisage-t-on d’étendre les compétences des agents auxiliaires, par exemple en ce qui concerne le port d’une matraque ?
3. Staat er een uitbreiding van de bevoegdheden van de hulpagent op til, bijvoorbeeld in verband met het dragen van een matrak ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6120
DO 2003200421595
DO 2003200421595
Question no 289 de M. Jo Vandeurzen du 3 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 289 van de heer Jo Vandeurzen van 3 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Infractions routières commises par des véhicules prioritaires.
Verkeersovertredingen door prioritaire voertuigen.
Les ambulances doivent souvent effectuer des déplacements rapides dans le cadre de l’aide médicale urgente. Dans des situations extrêmes, la vie d’un patient peut dépendre de la vitesse à laquelle les ambulanciers arrivent sur les lieux de l’accident ou parviennent à le transporter à l’hoˆpital.
Ambulances moeten, in het kader van een dringende medische hulpverlening, vaak zeer snelle verplaatsingen maken. In extreme situaties kan het leven van een patie¨nt afhangen van de snelheid waarmee de ambulancebestuurders ter plaatse zijn of met de patie¨nt een ziekenhuis kunnen bereiken.
1. Dans certaines circonstances, les ambulanciers peuvent-ils invoquer le caractère urgent d’une mission pour justifier un excès de vitesse ou d’autres infractions au Code de la route ?
1. Kunnen ambulancebestuurders zich in bepaalde omstandigheden beroepen op het absoluut dringend karakter van een opdracht wanneer een snelheidsovertreding of een andere verkeersinbreuk wordt vastgesteld ?
` qui incombe-t-il de payer l’amende en cas 2. A d’excès de vitesse commis par un ambulancier qui a été sollicité dans le cadre de l’aide médicale urgente ?
2. Wie dient de verkeersboete te betalen wanneer een snelheidsovertreding wordt vastgesteld in hoofde van een bestuurder van een ambulance die wordt ingezet voor de dringende medische hulpverlening ?
Ministre de l’Emploi et des Pensions
Minister van Werk en Pensioenen
Emploi
Werk
DO 2003200410724
DO 2003200410724
Question no 93 de M. Geert Lambert du 28 mai 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 93 van de heer Geert Lambert van 28 mei 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Nouvelle loi sur les ASBL. — Personnel des établissements d’enseignement. — Effectifs. — E´quivalents temps plein.
Nieuwe VZW-wet. — Personeel onderwijsinstellingen. — Personeelsbestand. — Equivalent.
L’article 17, § 3 primo de la nouvelle loi sur les ASBL (article 27 de la loi du 2 mai 2002) dispose que « les associations tiennent leur comptabilité et établissent leurs comptes annuels conformément aux dispositions de la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité des entreprises, lorsqu’elles atteignent à la date de cloˆture de l’exercice social, les chiffres ci-dessous fixés pour au moins deux des trois critères suivants : 1o 5 travailleurs, en moyenne annuelle, exprimés en équivalents temps plein inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux; ... ».
Artikel 17, § 3 primo van de nieuwe VZW-wet (artikel 27 van de wet van 2 mei 2002) stelt dat « de verenigingen hun eigen boekhouding houden en hun eigen jaarrekening opmaken overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, wanneer bij de afsluiting van het boekjaar, met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande cijfers op hen van toepassing zijn : 1o het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 5 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten; ... ».
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6121
En outre, l’article 17, § 5 dispose que « les associations sont tenues de confier à un ou plusieurs commissaires le controˆle de la situation financière, des comptes annuels et de la régularité au regard de la loi et des statuts, des opérations à constater dans les comptes annuels lorsque le nombre moyen annuel de travailleurs occupés, inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 relatif à la tenue des documents sociaux et exprimés en équivalents temps plein, dépasse 100 ou lorsque l’association dépasse à la cloˆture de l’exercice social les chiffres cidessous fixés pour au moins deux des trois critères suivants : 1o 50 travailleurs, en moyenne annuelle, exprimés en équivalents temps plein inscrits au registre du personnel tenu en vertu de l’arrêté royal no 5 du 23 octobre 1978 précité... ».
Daarnaast stelt artikel 17, § 5 dat « de verenigingen één of meer commissarissen moeten belasten met de controle van de financie¨le toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten, van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld wanneer het aantal tewerkgestelde werknemers, gemiddeld over het jaar, het equivalent van 100 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten te boven gaat, of wanneer de vereniging bij de afsluiting van het boekjaar met betrekking tot ten minste twee van de volgende drie criteria de onderstaande cijfers te boven gaat : 1o het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten... ».
Pourriez-vous préciser si le personnel de certains établissements d’enseignement, le personnel employé par le pouvoir organisateur et qui est par conséquent rémunéré par le département de l’enseignement, fait également partie de l’effectif tel que décrit dans les articles susmentionnés et doit dès lors également être inclus dans le nombre d’équivalents temps plein ?
Kan u meedelen of het personeel van bepaalde onderwijsinstellingen, het personeel dat tewerkgesteld wordt door de inrichtende macht en bijgevolg een vergoeding ontvangt van het departement Onderwijs, ook behoort tot het personeelsbestand zoals omschreven in de hierboven vermelde artikelen en bijgevolg ook dienen meegerekend te worden in het equivalent ?
DO 2003200421376
DO 2003200421376
Question no 94 de M. Guido De Padt du 28 mai 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 94 van de heer Guido De Padt van 28 mei 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Entreprises agricoles. — Accidents mortels. — Victimes de moins de 16 ans.
Agrarische bedrijven. — Dodelijke ongevallen. — Kinderen van minder dan 16 jaar als slachtoffer.
Il ressort des statistiques néerlandaises relatives aux accidents survenus dans des entreprises agricoles qu’au cours des dix dernières années un quart des victimes d’accidents mortels étaient des enfants de moins de 16 ans. La plupart des victimes se sont fait renverser par un tracteur ou une machine agricole ou ont été touchées par la chute d’un objet.
In Nederland wijzen ongevallencijfers uit dat over de afgelopen tien jaar bij ongeveer een kwart van alle dodelijke ongevallen op agrarische bedrijven, kinderen onder de 16 jaar slachtoffer worden. In de top-3 van belangrijkste oorzaken van de ongevallen staan overreden worden door een trekker of zelfrijdende landbouwmachine of getroffen worden door vallende voorwerpen.
Il serait utile de disposer également d’un tableau de la situation en Belgique, de manière à pouvoir le cas échéant prendre les mesures qui s’imposent.
Het lijkt mij goed om ook de Belgische situatie in beeld te brengen en na te gaan hoe daar beleidsmatig kan worden op ingespeeld.
Votre administration pourrait-elle, pour les cinq et si possible les dix dernières années, me fournir les données suivantes :
Kan uw administratie voor de jongste vijf jaar, en bij voorkeur de jongste tien jaar, meedelen :
1. le nombre d’accidents mortels survenus dans des entreprises agricoles;
1. hoeveel dodelijke ongevallen er gebeurden op agrarische bedrijven;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6122
2. le nombre d’enfants de moins de 16 ans victimes de tels accidents; 3. les causes des accidents;
2. hoeveel kinderen van minder dan 16 jaar daar het slachtoffer van werden; 3. welke de oorzaken waren van deze ongevallen;
4. les mesures pouvant être prises pour éviter de tels accidents ?
4. welke maatregelen eventueel in het vooruitzicht kunnen worden gesteld om een en ander te voorkomen ?
DO 2003200421578
DO 2003200421578
Question no 95 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 2 juin 2004 (Fr.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 95 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 2 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Cumul de salarié à temps partiel et de logopède indépendante à titre complémentaire en période de choˆmage.
Cumulatie van het statuut van deeltijds loontrekkende en dat van zelfstandig logopediste in bijberoep tijdens de werkloosheidsperiode.
Malgré la croissance du travail à temps partiel et de la mobilité professionnelle, il semble que les régimes « salariés » et « indépendants » restent peu compatibles.
Ondanks de opgang van het deeltijds werken en de toename van de beroepsmobiliteit, blijven de stelsels van loontrekkende en zelfstandige moeilijk te combineren.
Si des passerelles ont, semble-t-il, été aménagées pour passer de l’un à l’autre, il n’en reste pas moins que le cumul entre les deux statuts reste particulièrement complexe et reste source de difficultés inextricables en période de choˆmage.
Al werden blijkbaar mogelijkheden uitgewerkt om van het ene naar het andere stelsel over te stappen, toch blijft de cumulatie van beide statuten uiterst complex. Tijdens de werkloosheidsperiode leidt zij tot een onontwarbaar kluwen.
En effet, il me revient qu’une logopède indépendante à titre complémentaire ne trouvant pas immédiatement un emploi à temps partiel à titre principal n’aurait tout simplement droit à aucune allocation de choˆmage, sauf si son activité d’indépendante est exercée avant 7 heures et après 18 heures. ` cet égard, il semble que la seule solution envisaA geable par les services compétents consiste soit à stopper purement et simplement toute activité indépendante, soit à opter pour le statut d’indépendant à titre principal avec pour conséquences que :
Zo verneem ik dat een zelfstandig logopediste in bijberoep die niet meteen deeltijds werk in hoofdberoep vindt, op geen enkele werkloosheidsuitkering hoeft te rekenen, behalve indien zij haar activiteit als zelfstandige vo´o´r 7 uur en na 18 uur uitoefent.
A) Dans la première hypothèse, il est fait une croix sur tout le travail de création d’une patientèle effectué jusqu’alors impliquant également de renoncer définitivement à l’exercice du métier pour lequel des études ont été suivies sans oublier le discrédit par rapport aux médecins prescripteurs, logopèdes et autres praticiens. En outre, cette situation risque également de plonger de nombreux parents dans l’embarras suite à l’interruption de la prise en charge de leurs enfants.
A) In het eerste geval zijn alle inspanningen om een klantenkring uit te bouwen vergeefs geweest en moet men definitief verzaken aan het beroep waarvoor men heeft gestudeerd. Bovendien raakt men in diskrediet bij artsen, logopedisten en andere gezondheidswerkers. Ook heel wat ouders kunnen in moeilijkheden komen wanneer de behandeling van hun kinderen wordt onderbroken.
B) Dans la seconde hypothèse, il est pratiquement impossible de « trouver » du jour au lendemain suffisamment de nouveaux patients permettant de compenser les rentrées liées au statut de salarié à temps partiel.
B) In het tweede geval is het vrijwel onmogelijk van de ene dag op de andere voldoende nieuwe patie¨nten te « vinden », om de inkomsten die aan het statuut van deeltijds loontrekkende zijn verbonden, te compenseren.
De plus, il semble que les contraintes horaires liées à l’octroi d’une allocation de choˆmage (pas de travail
Bovendien zouden de beperkingen inzake de werkuren, die voor de toekenning van een werkloosheids-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Voor de betrokken dienstverleners zou de enige mogelijke oplossing er dan ook in bestaan, hetzij iedere zelfstandige activiteit stil te leggen, hetzij voor het statuut van zelfstandige in hoofdberoep te opteren, wat de volgende gevolgen zou hebben :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6123
sous le statut d’indépendant à titre complémentaire entre 7 et 18h00) auraient été décidées suite aux excès de certains.
uitkering gelden (niet als zelfstandige in bijberoep werken tussen 7 en 18u), zijn ingevoerd nadat misbruiken werden vastgesteld.
Or, dans le cas d’une profession de logopède à titre complémentaire, il semble pratiquement impossible de « tricher » d’une quelconque manière en ce qui concerne les prestations logopédiques dès lors que les patients ont droit à des interventions dans le cadre INAMI ou dans le cadre des assurances complémentaires de leurs mutuelles qui sont clairement répertoriées.
Voor een zelfstandig logopediste in bijberoep lijkt het echter vrijwel onmogelijk op welke manier dan ook met de logopediesessies te « frauderen », aangezien de patie¨nten recht hebben op tegemoetkomingen door het RIZIV of de aanvullende verzekering van hun ziekenfonds, waarvan duidelijke lijsten bestaan.
En outre, la rééducation de jeunes enfants implique qu’on ne peut leur imposer des horaires tardifs sans compter le fait que la législation en matière de prise en charge logopédique n’autorise pas à travailler avec des enfants en aˆge scolaire avant 12hOO, ce qui restreint encore les possibilités.
Bovendien mag de revalidatie van jonge kinderen niet al te laat op de dag worden gepland. De wetgeving inzake logopedische behandelingen laat echter evenmin toe dat vo´o´r 12u ’s middags met schoolplichtige kinderen wordt gewerkt. Dit alles beperkt de mogelijkheden des te meer.
1. Confirmez-vous cette situation ?
1. Bevestigt u deze gegevens ?
2. Dans l’affirmative, n’estimez-vous pas que ce type d’impasse est indigne de l’« E´tat social actif » ?
2. Zo ja, meent u niet dat dergelijke impasse de « actieve welvaartstaat » onwaardig is ?
3. Pourriez-vous également indiquer concrètement la manière de construire une meilleure harmonisation entre les statuts de salariés, d’indépendant, d’agent de l’E´tat et les allocations de remplacement correspondantes en cas d’inactivité totale ou partielle ?
3. Kan u tevens concreet schetsen hoe de statuten van loontrekkende, zelfstandige en overheidsambtenaar, evenals de ermee overeenstemmende vervangingsuitkeringen, beter op elkaar kunnen worden afgestemd in geval van volledige of gedeeltelijke nonactiviteit ?
DO 2003200421588
DO 2003200421588
Question no 96 de M. Pieter De Crem du 3 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 96 van de heer Pieter De Crem van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Annuaire pour les jeunes diploˆmés «Carejobs 2004».
Jaarboek voor afgestudeerden « Carejobs 2004 ».
Actuellement, « Carejobs 2004 », l’annuaire destiné aux jeunes diploˆmés, est distribué gratuitement aux étudiants qui doivent normalement terminer leurs études et se présenter sur le marché de l’emploi dans le courant de cette année. La troisième édition est agrémentée d’une préface ainsi que d’une grande photo du ministre.
Op dit ogenblik wordt « Carejobs 2004 » het jaarboek voor afgestudeerden, gratis verspreid aan de studenten die dit jaar normalerwijze zullen afstuderen en op de arbeidsmarkt komen. In deze uitgave is een voorwoord en een grote foto van de minister opgenomen.
1. a) Cette publication a-t-elle bénéficié d’une aide publique ?
1. a) Werd er door de overheid steun verleend voor deze publicatie ?
b) Dans l’affirmative, sous quelle forme cette aide at-elle été accordée ?
b) Zo ja, op welke manier ?
2. a) Cette publication contient-elle des annonces payées par les services publics ?
2. a) Werden er advertenties betaald door overheidsdiensten in deze publicatie ?
b) Dans l’affirmative, pour quel montant ?
b) Zo ja, voor welk bedrag ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
774
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6124
DO 2003200421598
DO 2003200421598
Question no 97 de Mme Maggie De Block du 3 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 97 van mevrouw Maggie De Block van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Personnes handicapées. — Formation de recyclage. — Indemnités de mutuelle.
Gehandicapten. — Herscholing. — Uitkeringen ziekenfonds.
Les personnes handicapées qui souhaitent ou doivent suivre un recyclage par le biais du « Vlaams Fonds » afin de réintégrer le marché du travail, s’entendraient dire par leur mutuelle qu’elles n’auront plus droit à une allocation de maladie si, après leur recyclage, elles font une rechute ou que leur handicap s’aggrave à la suite de complications. Dans ce cas, ces personnes bénéficieraient automatiquement d’une allocation de choˆmage. Des exemples tirés de la pratique montrent que l’ONEm et l’INAMI ont tendance à se renvoyer la balle et que l’intéressé se trouve dès lors dans l’incertitude concernant son allocation.
Gehandicapten die een herscholing willen of moeten volgen via het Vlaams Fonds om zich opnieuw op de arbeidsmarkt te begeven, zouden van hun ziekenfonds te horen krijgen dat zij geen recht meer hebben op een ziekte-uitkering indien ze na de herscholing zouden hervallen of complicaties zouden ontwikkelen op de reeds bestaande handicap. Deze mensen zouden dan automatisch terugvallen op een werkloosheidsuitkering. Uit praktijkvoorbeelden blijkt dat de RVA en het RIZIV geneigd zouden zijn de hete aardappel naar elkaar toe te spelen, zodat de betrokkene onzeker is over zijn of haar uitkering.
1. Est-il exact qu’une personne handicapée qui a suivi un recyclage par le biais de l’INAMI ou du « Vlaams Fonds » ne peut plus s’adresser à sa mutuelle pour obtenir une allocation en cas de rechute ou de complications de la maladie ou du handicap ?
1. Klopt het dat een gehandicapte die een herscholing via het RIZIV of het Vlaams Fonds volgt, nadien geen beroep meer kan doen op het ziekenfonds voor een eventuele uitkering indien hij of zij zou hervallen of er zich complicaties van de ziekte of de handicap zouden voordoen ?
2. Dans l’affirmative, si l’assurance-maladie n’octroie plus d’allocation à la personne concernée, cette dernière bénéficiera-t-elle automatiquement d’une allocation de choˆmage ?
2. Zo ja, indien de betrokkenen geen uitkering van de ziekteverzekering kan krijgen, valt hij of zij dan per definitie terug op een werkloosheidsuitkering ?
3. a) Qu’adviendra-t-il si l’INAMI et l’ONEm ne parviennent pas à s’entendre sur la question de savoir qui prendra en charge l’allocation ?
3. a) Wat gebeurt er indien het RIZIV en de RVA Onder elkaar betwisten wie de uitkering moet betalen ?
b) Dans l’intervalle, la personne concernée peut-elle prétendre à une avance sur son allocation ?
b) Heeft de betrokkene in tussentijd recht op een voorschot van zijn of haar uitkering ?
c) Le cas échéant, quelle institution doit payer cette avance ?
c) Zo ja, welke instelling moet dat voorschot dan betalen ?
Pensions
Pensioenen
DO 2003200421580
DO 2003200421580
Question no 31 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 2 juin 2004 (Fr.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 31 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 2 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Cumul d’une pension de retraite de conjoint divorcé et d’une pension de retraite à charge du Trésor public.
Cumulatie van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot en een rustpensioen ten laste van de Schatkist.
L’octroi d’une pension de retraite de conjoint divorcé tient compte de la carrière professionnelle de
Bij de toekenning van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot wordt rekening gehouden
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6125
travailleur salarié de l’ex-époux, accomplie durant les seules années de mariage.
met de periode waarin de ex-echtgenoot tijdens het huwelijk als werknemer actief was.
Cependant, il me revient que pour obtenir une telle pension, le bénéficiaire doit renoncer au bénéfice d’une pension de retraite personnelle à charge du Trésor public.
Ik verneem evenwel dat de rechthebbende, om dergelijk pensioen te kunnen ontvangen, afstand moet doen van het rustpensioen ten laste van de Schatkist waarop hij zelf recht heeft.
En effet, il semble qu’une pension de retraite de conjoint divorcé ne peut être octroyée pour des années qui ont déjà donné lieu à l’octroi d’une autre pension à charge du Trésor public.
Een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot zou immers niet kunnen worden toegekend voor jaren die reeds tot de toekenning van een ander pensioen ten laste van de Schatkist aanleiding hebben gegeven.
Il semble également qu’une renonciation partielle au paiement d’une pension à charge du Trésor public n’est pas possible. Seule une renonciation au paiement intégral de la pension à charge du Trésor public serait ` noter qu’en cas de renonciation, il serait possible. A toujours possible de demander le rétablissement du paiement de la pension à charge du Trésor mais ce, uniquement pour le futur.
Blijkt tevens dat het niet mogelijk is gedeeltelijk van de uitbetaling van een pensioen ten laste van de Schatkist af te zien. Men zou alleen van de volledige uitbetaling van een pensioen ten laste van de Schatkist kunnen afzien. Wie van dat pensioen afziet zou steeds om het herstel van de uitbetaling van het pensioen ten laste van de Schatkist kunnen verzoeken, maar dit uitsluitend voor de toekomst.
C’est ainsi qu’une personne bénéficiant d’une pension à charge du Trésor aurait la possibilité entre :
Wie aanspraak maakt op een pensioen ten laste van de Schatkist zou aldus de mogelijkheid hebben om :
— soit renoncer au paiement intégral de sa pension à charge du Trésor public rendant ainsi possible l’octroi d’une retraite de conjoint divorcé;
— ofwel af te zien van de volledige uitbetaling van zijn pensioen ten laste van de Schatkist, wat de toekenning van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot mogelijk maakt;
— soit ne pas renoncer au paiement intégral de sa pension à charge du Trésor public et, de ce fait, rendre impossible la mise en paiement de sa pension de retraite de conjoint divorcé.
— ofwel niet van de volledige uitbetaling van zijn pensioen ten laste van de Schatkist af te zien, wat de uitbetaling van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot onmogelijk maakt.
Or, il semble que le fait de renoncer à une pension de retraite à charge du secteur public a pour conséquence de ne plus bénéficier de la couverture en matière de soins de santé (AMI) qui en découle.
De keuze om af te zien van een rustpensioen ten laste van de Schatkist lijkt evenwel tot gevolg te hebben dat men niet langer de ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV) die eruit voortvloeit, kan genieten.
De plus, le fait d’opter, en final, pour l’octroi d’une pension de retraite de conjoint divorcé obligerait à devoir procéder au paiement d’une intervention personnelle, assez conséquente, en vue d’obtenir la même couverture AMI dont la personne bénéficie graˆce à sa pension à charge du Trésor.
Als men dan voor een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot opteert, zou men bovendien verplicht zijn een aanzienlijke persoonlijke bijdrage te betalen om dezelfde ZIV-dekking te bekomen als iemand die een pensioen ten laste van de Schatkist ontvangt.
Par contre, il semble que le bénéfice de la garantie de revenus aux personnes aˆgées (GRAPA) ne nécessite pas de renoncer à une pension à charge du Trésor.
Daartegenover staat dat men, om de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) te genieten, niet verplicht is van een pensioen ten laste van de Schatkist af te zien.
1. Confirmez-vous cette situation ?
1. Bevestigt u deze gegevens ?
2. Estimez-vous normal qu’une personne doive renoncer à une pension à laquelle elle a droit pour finalement devoir bénéficier de la GRAPA ?
2. Vindt u het normaal dat iemand afstand moet doen van een pensioen waarop hij recht heeft om uiteindelijk de IGO te kunnen genieten ?
3. N’estimez-vous pas qu’il convient de remédier à ce type d’impasse ?
3. Meent u niet dat dergelijke patstelling dient te worden doorbroken ?
4. Dans l’affirmative, quelles sont les mesures qui ont été prises afin d’y remédier ?
4. Zo ja, welke maatregelen werden hiertoe reeds getroffen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6126
5. En d’autres termes, ne convient-il pas de permettre, dans certains cas, un cumul entre une pension à charge du Trésor et une pension de retraite de conjoint divorcé lorsque les montants de la pension à charge sont relativement faibles ?
5. Met andere woorden, ware het in sommige gevallen niet gepast de cumulatie van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot en een pensioen ten laste van de Schatkist toe te staan indien het bedrag van dit laatste tamelijk beperkt is ?
DO 2003200421178
DO 2003200421178
Question no 32 de Mme Nahima Lanjri du 3 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 32 van mevrouw Nahima Lanjri van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Demande en remboursement de cotisations à l’ONSS de la ville d’Anvers.
RSZ-claim Stad Antwerpen.
Dans votre réponse à ma question orale posée en commission des Affaires sociales du 24 mars 2004, vous avez indiqué que la Ville d’Anvers avait introduit auprès de l’ONSS, au mois de décembre 2003, 3 033 dossiers d’anciens agents contractuels de la ville, entretemps devenus fonctionnaires (question no 2226, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Affaires sociales, 24 mars 2004, COM 210, p. 8).
In uw antwoord op mijn mondelinge vraag in de commissie voor de Sociale Zaken van 24 maart 2004 stelde u dat de Stad Antwerpen in de maand december 2003 3 033 dossiers van voormalig contractuele werknemers van de stad die nu ambtenaren zijn geworden, bij de RSZ heeft ingediend (vraag nr. 2226, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Sociale Zaken, 24 maart 2004, COM 210, blz. 8).
1. Quel service communal et/ou fonctionnaire a introduit les dossiers en question ?
1. Door welke stadsdienst en/of ambtenaar werden de betrokken dossiers ingediend ?
2. Ces dossiers ont-ils été introduits individuellement ou conjointement ?
2. Werden de dossiers individueel of gezamenlijk ingediend ?
3. Auprès de quel service de l’ONSS les dossiers ont-ils été introduits ? ` quelle date les dossiers ont-ils été introduits ? 4. A
3. Bij welke dienst van de RSZ werden de dossiers ingediend ?
Ministre de la Défense
Minister van Landsverdediging
4. Op welke datum werden de betrokken dossiers ingediend ?
DO 2003200421583
DO 2003200421583
Question no 92 de M. Staf Neel du 3 juin 2004 (N.) au ministre de la Défense :
Vraag nr. 92 van de heer Staf Neel van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :
Rémunération du personnel (para)médical indépendant.
Vergoeding zelfstandige (para)medici.
Il me revient que le Service public fédéral (SPF) Justice, et notamment la Direction générale de l’Exécution des peines et mesures, verse une rémunération plus élevée à son personnel (para)médical indépendant que le SPF Défense.
Naar ik heb vernomen betaalt de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, meer bepaald het Directoraat-Generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen, een hogere vergoeding aan « haar » zelfstandige (para)medici dan de FOD Defensie.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6127
1. a) Pouvez-vous confirmer ou infirmer cette information ? Dans l’affirmative, pourquoi cette différence ?
1. a) Kan u dit bevestigen dan wel dit ontkennen en wat is in bevestigend geval hiervoor de reden ?
b) Seriez-vous le cas échéant disposé à relever le montant de la rémunération du personnel (para)médical au niveau de celui que verse le SPF Justice ?
b) Bent u eventueel bereid de vergoeding voor (para)medici op te trekken tot eenzelfde bedrag als bij Justitie ?
c) Cet élément a-t-il déjà fait l’objet d’une concertation avec les syndicats dans le cadre de la négociation d’une CCT ?
c) Is omtrent deze materie reeds met de vakbonden onderhandeld bij de bespreking van een CAO ?
2. a) Pourriez-vous me communiquer le nombre de places vacantes au sein du personnel (para)médical (indépendant) au SPF Défense ?
2. a) Kan u meedelen hoeveel openstaande vacatures er voor (zelfstandige) (para)medici bij de FOD Defensie zijn ?
b) La rémunération moins élevée pourrait-elle expliquer les vacances (éventuelles) ou d’autres facteurs sont-ils en cause ? Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zou de mindere vergoeding een reden kunnen zijn voor de (eventueel) openstaande vacatures of zijn hiervoor andere redenen en zo ja, welke ?
3. Le SPF Défense donne-t-il la préférence au personnel (para)médical formé au sein du département ?
3. Heeft de FOD Defensie een voorkeur voor (para)medici die opgeleid zijn binnen haar eigen departement ?
Ministre de la Coopération au développement
Minister van Ontwikkelingssamenwerking
DO 2003200421608
DO 2003200421608
Question no 28 de Mme Karine Lalieux du 7 juin 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :
Vraag nr. 28 van mevrouw Karine Lalieux van 7 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :
Montant de l’aide publique au développement. — Comptabilisations d’allégements.
Bedrag van de officie¨le ontwikkelingshulp. — Verrekening van schuldverlichtingen.
En 2003, l’aide publique au développement de la Belgique est passée à 0,61 % du PNB. Ce chiffre est pour le moins impressionnant si on se base sur celui de 2002 : 0,43 %. En clair, l’augmentation de l’aide publique au développement belge est de 47 % par année, passent de 1,137 à 1,671 milliard d’euros ! L’augmentation est encore plus impressionnante quand on se réfère aux chiffres des années précédents : 0,30 % en 1999, 0,36 % en 2000 et 0,37 % en 2001. A ce rythme, les 0,7 % annoncés pour 2010 seront rapidement atteints.
In 2003 bereikte de Belgische officie¨le ontwikkelingshulp 0,61 % BNP, een niet onaanzienlijke stijging in vergelijking met de 0,43 % van 2002. Met een toename van 1,137 naar 1,671 miljard euro, stijgt de Belgische officie¨le ontwikkelingshulp jaarlijks met 47 % ! De stijging is nog indrukwekkender wanneer we uitgaan van de cijfers van de voorafgaande jaren : 0,30 % in 1999, 0,36 % in 2000 en 0,37 % in 2001. Indien we op dat elan voortgaan, liggen de 0,7 %, die voor 2010 waren aangekondigd, binnen handbereik.
Et pourtant, le détail des chiffres impose un peu moins d’entrain. En effet, l’essentiel de l’augmentation semble en fait provenir de la comptabilisation des allégements de dette octroyés par la Belgique dans le cadre de l’initiative en faveur des pays pauvres très endettés (PPTE). Au lieu d’octroyer des allégements de dettes
Indien we die cijfers echter van naderbij bekijken, wordt ons enthousiasme enigszins getemperd. Het leeuwendeel van de stijging schijnt immers voort te vloeien uit de verrekening van de schuldverlichtingen die Belgie¨ in het raam van het HIPC-initiatief (heavily indebted poor countries) toekende. In plaats van de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6128
en plus d’une augmentation de l’aide publique au développement à 0,7 % du PNB, on comptabilise ces allégements pour atteindre plus facilement le chiffre des 0,7 %, ce qui atténue fortement l’effet d’« additionnalité » des fonds pour le financement du développement des pays pauvres.
schuldverlichtingen toe te staan bovenop de stijging van de middelen voor ontwikkelingshulp naar 0,7 % BNP, worden deze in rekening gebracht om de 0,7 % sneller te bereiken. Op die manier wordt het aanvullend karakter van de financieringsfondsen voor de ontwikkeling van de arme landen wel erg relatief.
Pire, l’essentiel de l’augmentation provient des allégements de dettes octroyés à la République Démocratique du Congo, pays qui avait stoppé ses remboursements depuis la rupture de Mobutu avec la communauté financière internationale en 1990. Les allégements de la dette congolaise, qui sont en réalité des liquidations d’arriérés impayés, ont donc pour effet paradoxal une reprise des remboursements par ce pays totalement à reconstruire (c’est ainsi 30 % de son budget qui est affecté en 2004 au paiement de sa dette extérieure). En outre, cette dette congolaise est un archétype de la dette odieuse, puisqu’elle a été entièrement contractée par Mobutu.
Erger is dat de stijging vooral voortvloeit uit de schuldverlichtingen die aan de Democratische Republiek Congo werden toegekend. Dat land stopte met de afbetalingen nadat Mobutu in 1990 brak met de internationale financie¨le gemeenschap. De verlichtingen van de Congolese schuld zijn dus niets anders dan de verrekening van onbetaalde achterstallen en leiden er paradoxaal genoeg toe dat dit land, dat van op de grond moet worden heropgebouwd, zijn schuldaflossingen hervat (zo gaat in 2004 30 % van zijn begroting naar de aflossing van zijn buitenlandse schuld). Bovendien is de Congolese schuld een schoolvoorbeeld van de verfoeilijke schuld, aangezien ze volledig werd aangegaan door Mobutu.
1. Quel est exactement le détail du montant de l’aide publique au développement pour 2003 et l’apport des allégements de dettes dans le calcul des 0,61 % ?
1. Waaruit bestaat het bedrag van de officie¨le ontwikkelingshulp voor 2003 precies en wat is het aandeel van de schuldverlichtingen in de berekening van de 0,61 % ?
2. Est-ce que ces comptabilisations d’allégements sont « one shot » et si oui, quels sont les moyens prévus en 2004 pour éviter que l’augmentation de 2003 ne soit qu’un artifice comptable ponctuel (étant entendu que le gouvernement s’est engagé à atteindre 0,7 % du PNB en 2010) ?
2. Is deze verrekening van schuldverlichtingen een one-shotoperatie ? Zo ja, welke middelen zullen in 2004 worden vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat de stijging van 2003 niet louter een eenmalige boekhoudkundige truc blijkt (wetend dat de regering beloofde in 2010 0,7 % BNP te halen) ?
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 2003200421563
DO 2003200421563
Question no 401 de Mme Trees Pieters du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 401 van mevrouw Trees Pieters van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Litiges portant uniquement sur l’application du délai d’investigation extraordinaire.
Geschillen uitsluitend betrekking hebbende op de toepassing van de buitengewone onderzoekstermijn.
Une contestation persistante portant sur la validité de la prolongation du délai d’investigation visé à l’article 333, troisième alinéa, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 concerne indiscutablement un litige relatif à l’application d’une loi fiscale et peut dès lors, en principe, être soumise à l’appréciation de la chambre fiscale d’un tribunal de première instance.
Een blijvende betwisting inzake de rechtsgeldigheid van de uitbreiding van de onderzoekstermijn waarvan sprake in artikel 333, derde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreft onbetwistbaar een geschil omtrent de toepassing van een belastingwet en kan in principe dan ook ter beoordeling aan de fiscale kamer van de rechtbank van eerste aanleg worden voorgelegd.
Avant d’intenter cette action en justice, il convient toutefois d’introduire un recours administratif orga-
Voorafgaand aan het instellen van die vordering in rechte wordt overeenkomstig artikel 1385undecies,
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6129
nisé, conformément à l’article 1385undecies, premier alinéa, du Code judiciaire.
eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek echter wel eerst vereist dat er een georganiseerd administratief beroep moet worden ingezet.
Néanmoins, dans les circonstances juridiques et administratives actuelles, les deux questions générales, pertinentes et pratiques suivantes se posent.
Zowel in de huidige juridische als administratieve stand van zaken rijzen echter wel de twee volgende algemene pertinente praktische vragen.
` quelle(s) instance(s) fiscale(s), services 1. A centraux ou locaux ou autorités supérieures territorialement compétentes une telle contestation portant uniquement sur l’application de ce délai d’investigation « extraordinaire » doit-elle être officiellement et valablement soumise ?
1. Bij welke precieze fiscale instantie(s), centrale of lokale diensten of territoriaal bevoegde hogere overheden moet een dergelijke betwisting uitsluitend met betrekking tot de toepassing van die « buitengewone » onderzoekstermijn officieel en rechtsgeldig worden voorgelegd ?
2. Quel est le délai recommandé endéans duquel un jugement administratif impartial et indépendant doit être rendu à cet égard, de sorte que l’on puisse ensuite immédiatement ester en justice ?
2. Binnen welke aanbevolen termijn moet hieromtrent een onpartijdige en onafhankelijke administratieve uitspraak worden gedaan zodat naderhand meteen naar de rechtbank kan worden gestapt ?
3. Pourriez-vous communiquer votre point de vue et votre manière d’agir pratiques à la lumière des dispositions légales précitées et dans le cadre d’une administration fiscale correcte, performante et conviviale ?
3. Kan u uw algemeen praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van voornoemde wettelijke bepalingen en in het kader van een behoorlijk en klantvriendelijk performant belastingbestuur ?
DO 2003200421565
DO 2003200421565
Question no 402 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 402 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
TVA. — Garagiste. — Camion volé. — Achat d’un camion de remplacement.
BTW. — Garagehouder. — Gestolen vrachtwagen. — Aankoop van vervangende vrachtwagen.
La responsabilité contractuelle du garagiste est engagée lorsqu’un client lui confie un camion nécessitant des réparations et que ce dernier est volé dans son garage.
Een garagehouder is contractueel verantwoordelijk wanneer een vrachtwagen die door een clie¨nt aan hem ter reparatie werd toevertrouwd, in zijn gebouw gestolen wordt.
1. Si, à titre de dommages et intérêts, le garagiste offre à ce client un véhicule équivalent, peut-il bénéficier d’une exemption de la TVA en vertu de l’article 26 du Code de la TVA qui prévoit que les dommages et intérêts ne peuvent servir de base d’imposition à la taxe pour le calcul de la TVA ?
1. Kan hij, indien hij bij wijze van schadevergoeding aan deze clie¨nt een gelijkwaardig voertuig aanbiedt, vrijstelling van BTW verkrijgen met toepassing van artikel 26 van het BTW-wetboek, dat bepaalt dat schadeloosstelling niet tot maatstaf van heffing voor het berekenen van de BTW mag dienen ?
2. Faut-il dresser une facture ou un autre document pour la remise du nouveau camion ?
2. Moet er voor de overhandiging van de nieuwe vrachtwagen een factuur of een ander document opgesteld worden ?
3. Le garagiste peut-il déduire la TVA sur l’achat du camion de remplacement ?
3. Kan de BTW op de aankoop van de vervangende vrachtwagen in aftrek worden gebracht ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6130
DO 2003200421570
DO 2003200421570
Question no 403 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 403 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement.
FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
Suite à la réforme Copernic, il me revient que le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
DO 2003200421573
DO 2003200421573
Question no 404 de M. Ludo Van Campenhout du 28 mai 2004 (N.) au ministre des Finances : TVA. — E´tablissement d’un siège à l’adresse du comptable ou du conseiller.
Vraag nr. 404 van de heer Ludo Van Campenhout van 28 mei 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
En réponse à une question posée précédemment sur la demande d’un numéro de TVA par un contribuable, vous précisez que le siège de la société doit correspondre à la réalité et ne peut être fictif. Dans cette optique, le domicile d’un conseiller fiscal ou d’un comptable, par exemple, n’est pas accepté comme un siège de l’entreprise, dans le cadre de l’identification d’assujettis à la TVA, au motif que la direction de l’entreprise n’est pas exercée depuis cet endroit-là. Si l’administration constate que l’entreprise dispose d’un établissement ou d’un siège réel à un autre endroit en Belgique, elle prendra cet endroit en considération pour la détermination du domicile fiscal. (Question no 1100 de M. Ludo Van Campenhout du 3 septembre 2002, Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 153 du 27 janvier 2003, p. 19609).
In antwoord op een eerder gestelde vraag over de aanvraag van een BTW-nummer door een belastingplichtige zegt u dat de zetel van de vennootschap aan de werkelijkheid moet beantwoorden en niet fictief mag zijn. In die optiek wordt voor de identificatie van BTW-belastingplichtigen de woonplaats van bijvoorbeeld een belastingadviseur of accountant niet als een zetel van de onderneming aanvaard om reden dat de leiding van de onderneming niet vanuit deze plaats wordt gevoerd. Indien de administratie vaststelt dat de onderneming over een werkelijke inrichting of zetel op een andere plaats in Belgie¨ beschikt, zal zij deze plaats in aanmerking nemen voor het bepalen van het fiscaal domicilie. (Vraag nr. 1100 van de heer Ludo Van Campenhout van 3 september 2002, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 153 van 27 januari 2003, blz. 19609).
Cette réponse est actuellement interprétée par l’administration de la TVA dans le sens ou` un numéro de TVA ne peut jamais être attribué à l’adresse du conseiller ou du comptable. J’estime toutefois que cette interprétation ne ressort pas de votre réponse. En effet, vos termes étaient : « Si l’administration constate ... ».
Dit antwoord wordt thans door de BTWadministratie opgevat in deze zin dat een BTWnummer nooit kan toegekend worden op het adres van de adviseur of de accountant. Nochtans meen ik dat dit niet blijkt uit uw antwoord. U stelde immers : « Indien de administratie vaststelt ... ».
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
BTW. — Vestigen van een zetel op het adres van de accountant of adviseur.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6131
Il existe en effet de nombreuses situations dans lesquelles il se justifie parfaitement d’établir le siège chez le comptable/conseiller.
Er zijn immers tal van situaties waarbij het perfect verantwoord is de zetel bij de accountant/adviseur te vestigen.
Exemple 1. Une société néerlandaise fonde une société belge en vue d’exercer une activité commerciale en Belgique. Ne sachant pas si le marché belge est déjà muˆr pour ses produits, elle souhaite maintenir les couˆts à un niveau minimal. Dans une première phase, les clients belges éventuels peuvent parfaitement être servis depuis le siège principal néerlandais.
Voorbeeld 1 : Een Nederlandse vennootschap richt een Belgische vennootschap op met het oog handel te drijven in Belgie¨. Aangezien deze niet weet of de Belgische markt reeds rijp is voor haar producten, wenst men de kosten minimaal te houden. De eventuele Belgische klanten kunnen in een eerste stadium perfect bediend worden vanuit de Nederlandse hoofdzetel.
L’entreprise choisit d’établir son siège à l’adresse du comptable. Le courrier que reçoit le bureau est transmis sous forme de copie aux Pays-Bas. Les originaux et les copies de documents de la banque sont conservés au bureau du comptable, ou` s’effectue également l’ensemble de la comptabilité.
Er wordt gekozen om de zetel van de vennootschap op het adres van de accountant te nemen. Briefwisseling die het kantoor ontvangt wordt per kopie doorgestuurd naar Nederland. Originelen en bankafschriften worden gehouden op het accountantskantoor alwaar ook de volledige boekhouding gebeurt.
Exemple 2. Un consultant indépendant décide de fonder une SPRLU. Vu qu’il exerce toujours ses activités chez sa clientèle et/ou qu’il séjourne également souvent à l’étranger, il est décidé d’établir le siège de la société à l’adresse du comptable en vue de la réception du courrier et du traitement immédiat des documents urgents. Les factures et les extraits de compte restent au bureau du comptable, ou` s’effectue également l’ensemble de la comptabilité.
Voorbeeld 2 : Een zelfstandige consultant besluit een eenmans-BVA op te richten. Aangezien hij altijd bij het clie¨nteel zijn werkzaamheden uitoefent en/of ook veel in het buitenland vertoeft, wordt beslist de zetel van de vennootschap op het adres van de accountant te vestigen met het oog op ontvangst van briefwisseling en de onmiddellijke behandeling van dringende stukken. Facturen, rekeninguittreksels blijven op het kantoor van de accountant waar ook de volledige boekhouding wordt gehouden.
Il s’agit de deux cas fictifs, qui se présentent toutefois fréquemment dans la pratique. Dans la deuxième situation, en particulier, l’administration de la TVA veut uniquement attribuer un numéro de TVA à l’adresse du chef d’entreprise.
Het betreft twee fictieve gevallen die echter in de praktijk veelvuldig voorkomen. Vooral in de tweede situatie wil de BTW-administratie enkel een BTWnummer toekennen op het adres van de zaakvoerder.
Il semble également que se posent des problèmes concernant les controˆles réalisés par l’AFER. En effet, étant donné que ces vérifications sont opérées conjointement par des controˆleurs de l’impoˆt des sociétés et de la TVA, se pose la question de savoir ou` elles doivent avoir lieu. Vu que le siège est établi, conformément au droit des sociétés, à l’adresse du comptable et étant donné que ce siège est également accepté par l’impoˆt sur les revenus et qu’en outre, les documents comptables sont conservés à cet endroit, il est parfaitement logique que le controˆle ait lieu à ce siège. Cette situation pose toutefois un problème pour le controˆleur de l’administration de la TVA qui relève d’un controˆle totalement différent et doit, en outre, souvent effectuer un long déplacement.
Ook blijken er problemen te zijn bij AOIFcontroles. Immers aangezien dergelijke controles plaatshebben door de controleur van de vennootschapsbelasting en deze van de BTW samen, rijst de vraag waar deze controle moet plaatsvinden. Aangezien de zetel vennootschapsrechterlijk op het adres van de accountant is gevestigd en vermits deze zetel ook wordt aanvaard door de inkomstenbelasting en bovendien de boekhouding zich op die plaats bevindt, is het niet meer dan logisch dat de controle plaats heeft op die zetel. Dit stelt echter een probleem voor de controleur van de BTW-administratie die tot een totaal andere controle behoort en bovendien soms een grote verplaatsing moet maken.
Actuellement, certains receveurs des contributions directes envoient, de leur propre initiative, des avertissements-extraits de roˆle à une adresse correspondant au domicile d’un administrateur ou du chef d’entreprise, ce qui accroıˆt encore la confusion.
Sommige ontvangers van de directe belastingen zenden nu uit eigen beweging aanslagbiljetten naar een thuisadres van bestuurder of zaakvoerder hetgeen de verwarring nog groter maakt.
Il va sans dire que je comprends parfaitement la lutte contre la fraude fiscale et, en particulier, contre
Vanzelfsprekend heb ik alle begrip voor de strijd tegen de fiscale fraude en in het bijzonder tegen de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
775
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6132
les carrousels à la TVA, qui ont coutume d’utiliser des sièges fictifs.
BTW-carrousels die nogal eens gebruik plegen te maken van fictieve zetels.
Il faut toutefois se garder de jeter le bébé avec l’eau du bain et j’estime dès lors qu’il existe des situations dans lesquelles il se justifie parfaitement d’établir le siège d’une société chez le conseiller/le comptable, comme le montrent les exemples ci-dessus.
Men mag echter niet het kind met het badwater weggooien en ik meen dan ook dat er situaties zijn waarin het perfect verantwoord is de zetel van een vennootschap bij de adviseur/accountant te vestigen zoals uit voorgaande voorbeelden blijkt.
Il est en effet regrettable de devoir constater que le gouvernement fournit toute une série d’efforts pour encourager l’installation comme indépendant, d’une part, mais que l’administration fiscale anéantit ces efforts, d’autre part, en interprétant des règles aveuglément et sans nuance.
Het is immers spijtig te moeten vaststellen dat aan de ene kant de regering allerlei inspanningen doet om het zich vestigen als zelfstandige aan te moedigen maar aan de andere kant de fiscale administratie deze inspanningen te niet doet door het blind en ongenuanceerd interpreteren van regels.
Il faut encore ajouter à cela qu’en 2001, l’Institut des experts comptables et conseils fiscaux (IEC) est revenu sur sa position antérieure et permet à présent explicitement à ses membres d’établir des sièges de sociétés à leur adresse, ce qui atteste que cette organisation ellemême a compris qu’il existe certaines situations ou` cette méthode est opportune pour le client.
Daar komt nog bij dat het IAB (Instituut van accountants en de belastingconsulenten) in 2001 op haar vroegere standpunt is teruggekomen en dat zij thans aan haar leden uitdrukkelijk toestaat zetels van vennootschappen op hun adres te vestigen hetgeen bewijst dat deze organisatie zelf heeft ingezien dat er bepaalde gevallen zijn waarin dit opportuun is voor de clie¨nt.
1. Est-il possible qu’à l’avenir, l’établissement d’un siège à l’adresse du comptable/conseiller soit examiné au cas par cas par l’administration ?
1. Is het mogelijk dat in de toekomst het vestigen van een zetel op het adres van de accountant/adviseur door de administratie geval per geval wordt onderzocht ?
2. Plus spécifiquement, dans le cas ou` le siège d’une société unipersonnelle d’un consultant travaillant exclusivement chez sa clientèle est établi chez le comptable/conseiller, estimez-vous aussi que cette situation peut constituer une raison acceptable pour l’administration en vue de reconnaıˆtre l’établissement de ce siège ?
2. Gaat u akkoord dat meer specifiek, de situatie waarbij de zetel van een eenmansvennootschap van een consultant die uitsluitend bij zijn clie¨nteel werkt, gevestigd wordt bij de accountant/adviseur een aanvaardbare reden kan zijn voor de administratie om de vestiging van deze zetel te erkennen ?
3. Les directives nécessaires à cet effet seront-elles fournies à l’administration ?
3. Zal aan de administratie hiertoe de nodige richtlijnen worden verstrekt ?
DO 2003200421574
DO 2003200421574
Question no 405 de M. Carl Devlies du 2 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 405 van de heer Carl Devlies van 2 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Contestation de la TVA due. — Contrainte. — Délai d’opposition. — Apurement du crédit d’impoˆt.
Betwiste BTW-schuld. — Dwangbevel. — Termijn verzet. — Aanzuivering belastingkrediet.
Les divergences d’opinion sont fréquentes entre l’administration de la TVA et les assujettis quant au montant de la TVA à acquitter, à déduire ou à reconsidérer.
Het komt al eens voor dat de BTW-administratie sterk van mening verschilt met belastingplichtigen over de BTW die moet worden voldaan, in aftrek kan gebracht worden of moet worden herzien.
Lorsque, après avoir reçu un relevé de régularisation, le redevable omet de payer de son plein gré la TVA, les intérêts et l’amende administrative, le receveur de la TVA procède à la signification d’une contrainte, ne fuˆt-ce que pour éviter la prescription.
Wanneer na een correctie-opgave een vrijwillige betaling van de BTW, intresten en administratieve geldboeten achterwege blijft, gaat de ontvanger van de BTW over tot kennisgeving of betekening van een dwangbevel, al is het maar om de verjaring van de betwiste sommen te stuiten.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6133
Le contribuable ne peut interrompre l’exécution forcée de la contrainte qu’en faisant opposition avec citation à comparaıˆtre, si bien qu’une action est introduite en justice.
De gedwongen tenuitvoerlegging van het dwangbevel kan slechts worden gestuit door de belastingschuldige indien hij verzet aantekent met dagvaarding zodat de vordering in rechte wordt ingeleid.
Dans la pratique, toutefois, l’administration est disposée à reporter l’exécution forcée de la contrainte pour autant qu’une garantie soit fournie, si bien que la procédure peut se poursuivre à l’amiable. L’expérience nous apprend en effet qu’avec un minimum de patience, le redevable finira par avoir comme interlocuteurs d’autres agents, ayant une vision différente du dossier, d’ou` un règlement rapide du litige.
De administratie is echter in regel bereid om de gedwongen tenuitvoerleggingen uit te stellen, in zoverre een zekerheid wordt gesteld, zodat de minnelijke procedure nog voortgang kan vinden. De ervaring leert dat als een belastingschuldige lang genoeg wacht, hij andere ambtenaren tegenover zich krijgt met nogal eens een klaardere kijk op de zaken waardoor de betwisting snel opgelost geraakt.
1. Confirmez-vous que s’il n’existe pas de délai formel, pour le contribuable, pour faire opposition à l’exécution forcée, ce délai existe toutefois dans les faits en raison de l’article 8 (1), § 3, de l’arrêté royal no 4 du 29 décembre 1969 ?
1. Bent u het eens dat formeel geen enkele termijn bestaat waarbinnen de belastingschuldige verzet moet aantekenen tegen het dwangbevel maar feitelijk wel ingevolge artikel 8(1), § 3, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 ?
2. La dette fiscale mentionnée dans la signification de la contrainte constitue-t-elle, en raison de cette disposition et malgré sa contestation, une créance certaine, liquide et exigible tant qu’il n’y a pas opposition ?
2. Vormt door deze bepaling de belastingschuld opgenomen in het dwangbevel, ondanks de betwisting ervan, een schuldvordering die zeker, vaststaand en opeisbaar is zolang geen verzet wordt gedaan ?
3. Ceci a-t-il comme effet que, lorsque le résultat final d’une déclaration ultérieure à la TVA est un montant duˆ par l’E´tat, celui-ci est automatiquement apuré sur les montants contestés même si le contribuable n’a pas opté pour le remboursement ?
3. Heeft dit tot gevolg dat wanneer het eindresultaat van een latere BTW-aangifte een door de Staat verschuldigd bedrag is, zelfs indien de belastingschuldige niet geopteerd heeft voor teruggaaf, automatisch wordt aangezuiverd op de betwiste sommen ?
4. Dans ce cas, le seul moyen dont le contribuable dispose pour éviter l’apurement est-il de faire opposition, soit dans les trois mois qui suivent le trimestre auquel se rapporte la déclaration trimestrielle ou mensuelle, soit dans les deux mois de la période à laquelle se rapporte la déclaration mensuelle en cas de remboursement mensuel ?
4. Kan in dergelijk geval de belastingschuldige de aanzuivering enkel verhinderen door verzet aan te tekenen en dit binnen de drie maanden volgend op het kwartaal waarop de kwartaal- of maandaangifte betrekking heeft of binnen de twee maanden na het tijdvak waarop de maandaangifte betrekking heeft in geval van maandelijkse teruggaaf ?
5. Les effets de l’article 8 (1), § 3, alinéa 2, de l’arrêté royal no 4 ne sont-ils pas disproportionnés par rapport au but visé, sachant que :
5. Is de werking van artikel 8(1), § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 4 niet buiten verhouding tot het beoogde doel wanneer men weet dat :
a) le recours gracieux (hiérarchique) doit dès lors être interrompu;
a) hierdoor het willig (hie¨rarchisch) beroep moet worden afgebroken;
b) dans la négative, le paiement est imputé d’abord sur les frais, puis sur les intérêts et sur les amendes administratives et enfin sur l’impoˆt restant duˆ, si bien que la TVA ne sera pratiquement jamais apurée et que les intérêts continueront donc à s’accumuler ?
b) zo niet, de betaling wordt toegerekend eerst op de kosten, daarna op de intresten, vervolgens op de administratieve geldboeten en ten slotte op de nog verschuldigde belasting en bijgevolg nagenoeg nooit BTW zal worden aangezuiverd waardoor de intresten verder aantikken ?
6. a) Quelles instructions donne-t-on aux receveurs concernant la situation décrite ci-dessus ?
6. a) Welke instructies werden gegeven aan de ontvangers met betrekking tot de hiervoor aangehaalde toestand ?
b) Ces instructions impliquent-elles un devoir d’information à l’égard des contribuables se trouvant dans pareille situation ?
b) Bevatten deze instructies een informatieplicht ten aanzien van de belastingschuldigen die zich in dergelijke situatie bevinden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6134
DO 2003200421325
DO 2003200421325
Question no 407 de M. Guido De Padt du 2 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 407 van de heer Guido De Padt van 2 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Communes et zones de police. — Renonciation à la cession d’immeubles et de terrains.
Gemeenten en politiezones. — Afstand overdracht van gebouwen en terreinen.
Un arrêté royal du 9 novembre 2003 règle les conditions et les modalités de la cession de propriété d’immeubles administratifs et logistiques de l’E´tat aux communes ou aux zones de police pluricommunales. Les communes ou les zones de police qui souhaitaient céder d’anciennes casernes de gendarmerie devaient le faire dans un délai de trente jours à compter de la date de publication de l’arrêté royal précité du 9 novembre 2003.
Een koninklijk besluit van 9 november 2003 regelt de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones. Gemeenten of politiezones die afstand wensten te doen van voormalige rijkswachtgebouwen, dienden dit te doen binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum van de publicatie van voormeld koninklijk besluit van 9 november 2003.
1. a) Quelles communes ou zones de police ont renoncé à la cession d’immeubles et de terrains ?
1. a) Welke gemeenten of politiezones hebben afstand gedaan van de overdracht van gebouwen en terreinen ?
b) De quels immeubles s’agit-il ?
b) Om welke gebouwen gaat het ?
2. Quelles communes ou zones de police ont continué d’occuper les immeubles cédés (moyennant paiement d’un loyer) ?
2. Welke gemeenten of politiezones zijn de afgestane gebouwen verder blijven bezetten (mits betaling van een huurprijs) ?
3. Quelle affectation a été donnée aux immeubles cédés qui ne sont plus occupés ?
3. Wat is de bestemming van de afgestane gebouwen die niet verder bezet worden ?
4. Quelle est la valeur estimée des immeubles cédés ?
4. Wat is de geraamde waarde van de gebouwen die werden afgestaan ?
DO 2003200421584
DO 2003200421584
Question no 409 de M. Jean-Jacques Viseur du 3 juin 2004 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 409 van de heer Jean-Jacques Viseur van 3 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Mise en vente d’Argenteuil.
royal
Openbare verkoop van het Koninklijk Domein van Argenteuil.
L’ancien Domaine royal d’Argenteuil est, pour l’heure, toujours vide d’occupants. Nous avons pu lire dans la presse que ce domaine serait dans quelques semaines proposé en vente publique.
Het vroegere Koninklijk Domein van Argenteuil staat nog altijd leeg. Wij hebben in de pers gelezen dat het domein over enkele weken openbaar zou worden verkocht.
Des investisseurs privés semblent intéressés par l’acquisition du domaine, mais dans la majorité de ces hypothèses d’achat, le domaine ne sera plus accessble au public.
Particuliere investeerders zouden interesse betonen voor de aankoop van het domein, maar de potentie¨le kopers zouden in de meeste gevallen niet van plan zijn het domein open te stellen voor het publiek.
Nous avons également pu lire dans la presse qu’il y existait un projet d’affectation du domaine à des activités sportives et culturelles en faveur des familles et plus particulièrement en faveur des familles et des enfants handicapés.
Wij hebben eveneens in de pers gelezen dat er plannen zouden zijn om het domein om te vormen tot een centrum voor culturele en sportactiviteiten voor gezinnen en meer bepaald voor gehandicapte kinderen en hun gezinnen.
Un projet coordonné par différentes ASBL actives dans ce secteur est prêt et des contacts avec des mécè-
Verscheidene VZW’s die in die sector actief zijn hebben ter zake een gecoo¨rdineerd project uitgewerkt
publique
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
du
Domaine
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6135
nes sont suffisamment avancés pour pouvoir assurer l’achat du bien immobilier, dès lors que sa valeur reste comparable à la valeur marchande de ce bien telle qu’estimée voici quelques mois.
en de contacten met mecenassen zijn ver genoeg gevorderd om het domein te kunnen aankopen, althans wanneer de prijs ervan vergelijkbaar is met de enkele maanden geleden geschatte marktwaarde.
Le cahier des charges imposées à l’acquéreur de ce domaine va-t-il tenir compte du fait que ces immeubles et propriétés ont été entretenus durant des dizaines d’années avec l’argent des contribuables belges et imposer à l’acquéreur une affection du domaine permettant un accès de celui-ci au public ?
Zal in het bestek dat aan de koper van het domein wordt opgelegd rekening worden gehouden met het feit dat die gebouwen en eigendommen gedurende tientallen jaren werden onderhouden met geld van de Belgische belastingbetaler en zal de koper worden verplicht het domein een bestemming te geven waarbij het voor het publiek toegankelijk zal zijn ?
DO 2003200421609
DO 2003200421609
Question no 410 de M. Georges Lenssen du 7 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 410 van de heer Georges Lenssen van 7 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Application de l’article 66bis du CIR 1992.
Toepassing van artikel 66bis van het WIB 1992.
Les frais professionnels réels afférents aux déplacements des contribuables entre leur domicile et le lieu de travail autres que ceux effectués au moyen d’un véhicule dont ils sont personnellement propriétaires ou d’une voiture appartenant à leur employeur sont fixés forfaitairement à 0,15 euros par kilomètre parcouru.
Belastingplichtigen die het woon-werkverkeer verrichten met een ander vervoermiddel dan hun eigen wagen of de wagen van hun werkgever kunnen voor het berekenen van hun werkelijke bedrijfslasten een forfaitair bedrag van 0,15 euro/km toepassen.
Ce forfait peut être appliqué « à défaut de preuves ».
Dit forfait kan worden toegepast « bij gebrek aan bewijzen ».
Peut-on en conclure que les contribuables ne doivent fournir aucune preuve et que, dans la pratique, l’application de l’article 66bis du CIR 1992 ne peut être refusée que lorsque l’administration apporte ellemême la preuve que le contribuable utilise son propre véhicule ou celui de son employeur ?
Mag men hieruit concluderen dat de belastingplichtige geen enkel bewijs hoeft te leveren en dat de toepassing van artikel 66bis van het WIB 1992 in de praktijk slechts kan geweigerd worden wanneer de administratie zelf bewijst dat de belastingplichtige zijn eigen wagen of die van zijn werkgever gebruikt ?
DO 2003200421613
DO 2003200421613
Question no 411 de Mme Trees Pieters du 8 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 411 van mevrouw Trees Pieters van 8 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Versements anticipés revenus 2004.
Voorafbetalingen inkomsten 2004.
La fixation du montant du versement anticipé représente pour la plupart des indépendants un risque qui les expose à une lourde sanction à la moindre erreur : payer une majoration d’impoˆt/des intérêts élevés et non déductibles ou fournir un crédit sans intérêt jusqu’à 28 mois !
Het bepalen van de voorafbetaling is voor de meeste zelfstandigen en vennootschappen een gok waarbij de minste fout zwaar gesanctioneerd wordt : ofwel een hoge en niet-aftrekbare intrest/belastingverhoging betalen ofwel renteloos krediet verschaffen tot 28 maanden !
De plus, ce versement anticipé devra être réparti entre les deux conjoints à partir de 2004, ce qui fera peser une insécurité juridique encore plus lourde sur une partie de la population. Aucun logiciel de calcul en matière d’impoˆt des personnes physiques n’est en outre disponible à l’heure actuelle pour les revenus de
Vanaf 2004 moet deze voorafbetaling bovendien gesplitst worden over beide echtgenoten hetgeen de rechtsonzekerheid voor één groep Belgen nog vergroot. Voor de inkomsten 2004 zijn vandaag zelfs nog geen berekeningsprogramma’s inzake personenbelasting beschikbaar. De situaties waarbij een echtgenoot/
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6136
2004. Les dossiers ou` un conjoint se verra attribuer une augmentation alors que l’autre conjoint avait consenti un crédit sans intérêt, seront légion. E´tant donné que la bonification ne représente que la moitié de l’augmentation, la conclusion est claire : une moitié est de l’intérêt et l’autre moitié est un impoˆt supplémentaire ... mais seulement au détriment du monde des entreprises. Voilà qui n’est certainement pas profitable à l’indice de confiance fiscal en Belgique, dont les résultats sont déjà médiocres par rapport aux autres pays industrialisés. L’indépendant concerné ne peut en aucun cas apprécier cet illogisme et ce manque élémentaire d’équité.
ote een verhoging wordt toegekend en de partner een renteloos krediet toestond, zullen legio zijn !
Pourquoi ne pas développer un régime favorable aux entreprises, moins discriminatoire et sérieux/ équitable, tel que celui en vigueur aux Pays-Bas ? Le système actuel constitue une véritable discrimination au détriment du seul monde des entreprises. En outre, il induit une distorsion de concurrence et accroıˆt la pression fiscale ’en catimini’. Pourquoi ne pas instaurer un régime appliquant le même traitement à tous les citoyens ? De plus, l’unique possibilité de payer par trimestre — et non par jour — remonte à l’époque ou` les ordinateurs étaient des machines au fonctionnement complexe et occupant des salles entières. ` quelles initiatives peut-on s’attendre en la A matière ?
Waarom geen ondernemingsvriendelijk, minder discriminerend en ernstig/eerlijk systeem uitwerken zoals dit bijvoorbeeld geldt bij onze Noorderburen ? Het huidige stelsel is een ware discriminatie ten nadele van alleen het bedrijfsleven en bovendien is het concurrentieverstorend en « ongezien » belastingverhogend. Waarom geen stelsel invoeren waarbij elke burger gelijk behandeld wordt ? Bovendien dateert de enige mogelijkheid om per kwartaal te betalen — en niet per dag — uit de tijd dat computers nog zalen in beslag namen en niet gebruiksvriendelijk waren !
DO 2003200421614
DO 2003200421614
Question no 412 de Mme Trees Pieters du 8 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 412 van mevrouw Trees Pieters van 8 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Octrois à des non-résidents. — Fiches 281.50 et relevés récapitulatifs 325.50. — Liste actualisée de pays. — E´change d’informations sur la base d’une convention tendant à éviter la double imposition. — Impoˆt des sociétés.
Toekenningen aan niet-inwoners. — Fiches 281.50 en samenvattende opgaven 325.50. — Geactualiseerde lijst van landen. — Uitwisseling van inlichtingen op grond van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting. — Vennootschapsbelasting.
Au cas ou` les dépenses ou frais professionnels énumérés à l’article 57, 1o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 n’ont pas pu être justifiés correctement et dans les délais, il peut être procédé à l’établissement, en matière d’impoˆt des sociétés, d’une cotisation distincte spéciale « commissions secrètes » dont il est question à l’article 219 du CIR 1992.
Ingeval de in artikel 57, 1o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 opgesomde uitgaven of beroepskosten niet correct en niet tijdig werden verantwoord, kan inzake vennootschapsbelasting blijkbaar de zogezegde bijzondere afzonderlijke aanslag « geheime commissielonen » worden geheven waarvan sprake in artikel 219 WIB 1992.
Les mêmes principes fiscaux d’ordre public seraient également toujours valables lorsque les bénéficiaires sont des « non résidents ».
Diezelfde fiscale principes van openbare orde zouden naar verluidt eveneens thans nog altijd gelden wanneer de genieters « niet-inwoners » zijn.
Lorsque l’identité des bénéficiaires finaux belges et/ ou étrangers et le mode de paiement sont clairs, la pratique administrative veut que dans la plupart des cas, la présentation d’une facture pour des prestations effectuées par des tiers soit quand même considérée
Wanneer de identiteit van de uiteindelijke Belgische en/of buitenlandse genieters en de betalingswijze duidelijk is, wordt in de administratieve praktijk in het merendeel van de gevallen, het voorleggen van een factuur voor prestaties die door derden werden gele-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Gezien de bonificatie slechts de helft van de verhoging is, is de conclusie duidelijk : de ene helft is een intrest en de andere helft is een extra belasting ... maar enkel ten nadele van het bedrijfsleven. Dit komt de Belgische fiscale vertrouwensindicator, die reeds het slechtst scoort ten opzichte van de andere geı¨ndustrialiseerde landen, zeker niet ten goede. Deze onlogica en primair gebrek aan rechtvaardigheid kan de betrokken zelfstandige zeker niet waarderen.
Welke initiatieven worden terzake verwacht ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6137
comme une justification fiscale suffisante pour les dépenses ou frais professionnels visés.
verd evenwel als een afdoende fiscale verantwoording voor de beoogde uitgaven of beroepskosten beschouwd.
Votre administration peut-elle communiquer quels sont les pays, appartenant ou non à l’Union européenne récemment élargie, et dans l’état actuel de la situation des conventions de double imposition (années 2002 et suivantes), pour lesquels des fiches individuelles 281.50 et des relevés récapitulatifs 325.50 doivent effectivement encore être établis par année civile et parvenir, avant le 30 juin, au Bureau central de taxation « Bruxelles-E´tranger » ?
Kan uw administratie meedelen voor al welke landen al dan niet behorende tot de recent uitgebreide Europese Unie in de huidige stand van zaken van de dubbelbelastingverdragen (jaren 2002 en volgende) er inderdaad nog individuele fiches 281.50 en samenvattende opgaven 325.50 per kalenderjaar moeten worden opgesteld en vo´o´r 30 juni moeten worden ingediend bij het Centraal Taxatiekantoor « Brussel-Buitenland » ?
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200421592
DO 2003200421592
Question no 111 de M. Koen Bultinck du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 111 van de heer Koen Bultinck van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Remboursement des médicaments pour le traitement de la gale (scabies).
Terugbetaling medicatie voor schurft of scabie¨s.
La gale ou scabies est une maladie de la peau contagieuse causée par l’acarien de la gale. L’inspection sanitaire flamande enregistre à elle seule chaque année plus de 400 cas de la maladie. Le traitement ne pose pourtant guère problème. Il existe une pommade à la perméthrine, d’une part, et des comprimés d’ivermectine, d’autre part. Les dermatologues demandent que le traitement soit remboursé par l’INAMI.
Schurft of scabie¨s is een besmettelijke huidziekte die door de schurftmijt wordt veroorzaakt. Alleen al de Vlaamse gezondheidsinspectie registreert jaarlijks meer dan 400 meldingen van schurft. Nochtans is de behandeling vrij eenvoudig. Enerzijds is er een zalf op basis van permethrine en anderzijds bestaan er de ivermectine tabletten. Dermatologen vragen een terugbetaling van de behandeling door het RIZIV.
1. Disposez-vous de données relatives à la prévalence de la gale (scabies) ?
1. Beschikt u over gegevens met betrekking tot het aantal gevallen van schurft of scabie¨s ?
2. Pouvez-vous confirmer ou infirmer l’information selon laquelle certaines firmes auraient introduit auprès de la Commission de remboursement des médicaments (CRM) une demande de remboursement de la pommade ou des comprimés ?
2. Kan u bevestigen of ontkennen of er reeds door firma’s een aanvraag tot terugbetaling van ofwel de zalf of de tabletten werd ingediend bij de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG) ?
3. Dans l’affirmative, quelle est votre position par rapport à un remboursement éventuel de ces médicaments ?
3. Zo ja, hoe staat u tegenover een eventuele terugbetaling van deze medicatie ?
4. Quel est le couˆt lié au remboursement de ce traitement ?
4. Wat is het kostenplaatje hieraan verbonden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6138
DO 2003200421600
DO 2003200421600
Question no 113 de Mme Maggie De Block du 4 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 113 van mevrouw Maggie De Block van 4 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Marché de l’emploi. — Besoin d’aide. — Simplification des procédures.
Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Arbeidsmarkt. — Nood aan hulpmiddelen. — Vereenvoudiging procedures.
Selon un avis du « Sociaal Economische Raad Vlaanderen » (conseil économique et social de Flandre) sur les pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel, il existe toute une série de pièges de l’emploi qui découragent ou empêchent les personnes souffrant d’un handicap professionnel de franchir le pas vers le marché de l’emploi. La persistance de ce type de pièges de l’emploi ne favorise nullement l’objectif du gouvernement d’augmenter le taux d’activité général.
Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal activiteitsvallen bestaat die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke activiteitsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.
L’accès à la formation comme tremplin vers le marché de l’emploi n’est pas le seul aspect à comporter des obstacles. De nombreux handicapés ont besoin d’aide, par exemple sous la forme de lunettes spéciales, précisément pour pouvoir accéder au marché de l’emploi. Les procédures permettant le remboursement de ces aides sont complexes et les délais trop longs. En outre, le statut de demandeur d’emploi ne permet pas de bénéficier d’une intervention, laquelle n’est prévue que pour ceux qui travaillent ou qui suivent une formation.
Niet alleen de toegang tot vorming en opleiding als opstap naar de arbeidsmarkt kent hinderpalen. Precies om zich een traject naar de arbeidsmarkt te kunnen plaatsen hebben vele personen met een handicap nood aan hulpmiddelen, zoals een speciale bril. De geldende procedures om deze hulpmiddelen vergoed te krijgen zijn complex en de wachttijden te lang. Wie het statuut van werkzoekende heeft komt bovendien niet in aanmerkking voor een tussenkomst. Deze tussenkomsten zijn slechts voorzien voor diegenen die werken of een opleiding volgen.
1. Envisagez-vous de simplifier les procédures en vigueur en vue du remboursement de ces aides et d’écourter les délais ?
1. Overweegt u de geldende procedures om deze hulpmiddelen vergoed te krijgen te vereenvoudigen en de wachttijden te verkorten ?
2. Pourquoi seuls ceux qui travaillent ou suivent une formation peuvent-ils bénéficier d’une intervention ?
2. Waarom komen enkel werkenden of zij die een opleiding volgen in aanmerking voor een tussenkomst ?
3. Comptez-vous également insérer les demandeurs d’emploi dans le groupe cible pour le remboursement des aides susmentionnés, afin d’encourager les personnes affectées d’un handicap professionnel à franchir le pas vers le marché de l’emploi ?
3. Zal u ook werkzoekenden toelaten tot de doelgroep voor vergoeding van bovengenoemde hulpmiddelen, teneinde arbeidsgehandicapten aan de moedigen om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten ?
DO 2003200421601
DO 2003200421601
Question no 114 de Mme Maggie De Block du 4 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 114 van mevrouw Maggie De Block van 4 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Reprise progressive du travail.
Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Progressieve werkhervatting.
Selon un avis du « Sociaal Economische Raad Vlaanderen » (conseil économique et social de Flandre)
Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6139
sur les pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel, il existe toute une série de pièges de l’emploi qui découragent ou empêchent les personnes souffrant d’un handicap professionnel de franchir le pas vers le marché de l’emploi. La persistance de ce type de pièges de l’emploi ne favorise nullement l’objectif du gouvernement d’augmenter le taux d’activité général.
een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal activiteitsvallen bestaat die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke activiteitsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.
Pour passer progressivement de l’état d’incapacité de travail à celui d’aptitude au travail, on peut reprendre le travail progressivement. Le problème est que les médecins conseils interprètent différemment la notion de reprise du travail progressive. Si la reprise du travail complète n’est pas jugée possible à terme, la reprise du travail progressive donne parfois lieu à un refus.
Om de overgang van arbeidsongeschiktheid naar arbeidsgeschiktheid geleidelijk te laten verlopen bestaat de mogelijkheid van progressieve werkhervatting. Probleem is dat de interpretatie van progressieve werkhervatting verschillend wordt toegepast door de adviserend geneesheren. Indien op termijn geen volledige werkhervatting mogelijk wordt geacht, wordt soms progressieve werkhervatting geweigerd.
1. Pourquoi ne conçoit-on pas la reprise du travail partielle comme une possibilité permanente au lieu de toujours se fonder sur le retour à une reprise du travail complète ?
1. Waarom wordt gedeeltelijke werkhervatting niet als permanente mogelijkheid uitgewerkt in de plaats van steeds uit te gaan van een evolutie naar volledige werkhervatting ?
2. Envisagez-vous de procéder à l’évaluation de la réglementation actuelle et de prévoir la reprise du travail partielle comme une possibilité permanente ? 3. Eˆtes-vous disposé à appliquer de manière flexible la reprise du travail progressive pour les personnes atteintes d’une maladie chronique, afin de permettre différents taux d’occupation en fonction des possibilités de l’intéressé ?
2. Overweegt u de huidige regelgeving te evalueren en dergelijke permanente gedeeltelijke werkhervatting als permanente mogelijkheid te voorzien ?
4. a) Envisagez-vous de prendre une initiative pour que les personnes en situation de reprise du travail progressive n’aient plus à faire compléter pour les besoins de l’INAMI l’attestation C156 par leur employeur ? ` cet égard, la transmission directe des données b) A indispensables entre la banque-carrefour de la sécurité sociale et l’INAMI est-elle envisageable ?
4. a) Overweegt u een initiatief te nemen opdat de persoon in progressieve werkhervatting niet langer een attest C156 ten behoeve van het RIZIV moet laten invullen door zijn werkgever ?
DO 2003200421602
DO 2003200421602
Question no 115 de Mme Maggie De Block du 4 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 115 van mevrouw Maggie De Block van 4 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Rééducation professionnelle. — Statut de choˆmeur au lieu du statut de l’AMI.
Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — Werkloosheidsstatuut in plaats van ZIV-statuut.
Selon un avis du « Sociaal Economische Raad Vlaanderen » (conseil économique et social de Flandre) sur les pièges de l’emploi pour les personnes affectées
Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
3. Bent u bereid om de progressieve werkhervatting op een flexibele manier te hanteren voor personen met een chronische ziekte, zodat verschillende percentages van tewerkstelling mogelijk worden afhankelijk van de mogelijkheden van de persoon ?
b) Kan dienaangaand worden gedacht aan een rechtstreekse overdracht van de noodzakelijke gegevens tussen de sociale kruispuntenbank en het RIZIV ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
776
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6140
d’un handicap professionnel, il existe toute une série de pièges de l’emploi qui découragent ou empêchent les personnes souffrant d’un handicap professionnel de franchir le pas vers le marché de l’emploi. La persistance de ce type de pièges de l’emploi ne favorise nullement l’objectif du gouvernement d’augmenter le taux d’activité général.
activiteitsvallen bestaat die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke activiteitsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.
Le « Vlaams Fonds » n’intervient que dans les couˆts de formation pour les personnes affectées d’un handicap professionnel et bénéficiant d’une indemnité de l’AMI, pour autant qu’elles soient reconnues par le Vlaams Fonds. Les personnes bénéficiant d’une indemnité de l’AMI sans être reconnues par le « Vlaams Fonds », et qui souhaitent suivre une formation pour laquelle l’INAMI refuse de financer le recyclage, doivent demander le statut de choˆmeur au début du recyclage.
Het Vlaams Fonds komt enkel tussen in de opleidingskosten voor arbeidsgehandicapten met een ZIVuitkering voor zover deze een erkenning hebben vanuit het Vlaams Fonds. Personen met een ZIV-uitkering zonder Vlaams Fonds-erkenning die een opleiding willen volgen en waarvoor het RIZIV weigert de herscholing te betalen moeten bij de start van een herscholing het werkloosheidsstatuut aanvragen.
1. Pourquoi les personnes non reconnues par le « Vlaams Fonds » qui souhaitent suivre une formation sont-elles contraintes d’opter pour un statut de choˆmeur au lieu de pouvoir conserver le statut de l’AMI ?
1. Waarom worden personen zonder Vlaams Fonds-erkenning die een opleiding willen volgen gedwongen te kiezen voor een werkloosheidsstatuut in de plaats van te mogen blijven in het ZIV-statuut ?
2. Le statut de choˆmeur étant financièrement moins intéressant que l’indemnité de l’AMI, il constitue une entrave au recyclage et donc à la réintégration sur le marché du travail des personnes affectées d’un handicap professionnel.
2. Het feit dat het werkloosheidsstatuut financieel minder interessant is dan de ZIV-uitkering werkt als een belemmering op de herscholing en dus de reı¨ntegratie op de arbeidsmarkt van arbeidsgehandicapten.
a) Envisagez-vous de remédier à ce problème ?
a) Overweegt u aan dit probleem te verhelpen ?
b) Dans l’affirmative, quand et comment ?
b) Zo ja, hoe en wanneer ?
DO 2003200421605
DO 2003200421605
Question no 116 de Mme Maggie De Block du 7 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 116 van mevrouw Maggie De Block van 7 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Sapeurs pompiers volontaires. — Remboursement de frais. — Cotisations de sécurité sociale.
Vrijwillige brandweerlieden. — Onkostenvergoeding. — Socialezekerheidsbijdragen.
Les pompiers volontaires obtiennent un remboursement des frais liés à leurs prestations. On nous signale cependant que, dans la pratique, ils doivent payer des cotisations de sécurité sociale sur certaines de leurs prestations, telles que les appels non urgents, les exercices, la destruction de nids de guêpes ou les trajets en ambulance.
Vrijwillige brandweerlieden krijgen voor hun prestaties een onkostenvergoeding. Vanuit de praktijk wordt ons echter gesignaleerd dat deze mensen op sommige van hun prestaties, zoals niet-dringende brandweeroproepen, oefeningen, het verwijderen van wespennesten of ambulanceritten, bijdragen voor de sociale zekerheid moeten betalen.
1. Pourquoi établit-on une distinction entre les appels urgents et non urgents pour déterminer si les pompiers volontaires doivent ou non payer des cotisations de sécurité sociale ?
1. Waarom wordt een onderscheid gemaakt tussen dringende en niet-dringende brandweeroproepen, om te bepalen of vrijwillige brandweerlieden al dan niet socialezekerheidsbijdragen moeten betalen ?
2. Sur quels barèmes concrets ces cotisations de sécurité sociale sont-elles au juste calculées ?
2. Op welke concrete barema’s worden deze socialezekerheidsbijdragen precies berekend ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6141
3. Comment cette pratique cadre-t-elle avec le principe général selon lequel les travailleurs bénévoles perçoivent un défraiement plutoˆt qu’un traitement ?
3. Hoe valt deze praktijk te rijmen met het algemene principe dat voor vrijwilligerswerk een onkostenvergoeding wordt uitbetaald in plaats van een loon ?
4. Quelles mesures allez-vous prendre pour uniformiser la réglementation ?
4. Welke maatregelen neemt u teneinde te komen tot een uniforme regeling ?
DO 2003200421606
DO 2003200421606
Question no 117 de Mme Maggie De Block du 7 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 117 van mevrouw Maggie De Block van 7 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Recyclage. — Indemnités de l’AMI. — Relations INAMI et VDAB.
Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — ZIV-uitkeringen. — Verhouding RIZIV en VDAB.
Un avis du SERV (« Sociaal Economische Raad Vlaanderen ») concernant les entraves à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel, a révélé que de nombreux pièges découragent ces personnes ou les limitent dans leurs démarches. La persistance de ces entraves est particulièrement défavorable à l’objectif gouvernemental d’augmenter le niveau d’activité général.
Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal activiteitsvallen bestaan die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke arbeidsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.
Les personnes affectées d’un handicap professionnel et qui souhaitent se recycler, ne peuvent continuer de prétendre aux indemnités de l’AMI que s’il s’agit d’une demande approuvée par le collège des médecins directeurs. Les personnes en incapacité de travail avec statut AMI ne peuvent prétendre à des actions pour l’emploi émanant du VDAB et de ses dérivés l’ATB et le FSE. Le VDAB consent seulement à inscrire un bénéficiaire d’allocations AMI si le médecin conseil a explicitement confirmé que cette inscription ne sera pas interprétée de manière négative et que l’intéressé ne risque donc pas de perdre son allocation AMI.
Arbeidsgehandicapten die zich willen herscholen kunnen slechts een beroep blijven doen op een ZIVuitkering wanner het om een door het college van geneesheren-directeurs goedgekeurde aanvraag gaat. Arbeidsongeschikten met een ZIV-statuut kunnen dan weer geen aanspraak maken op acties naar werk vanuit de VDAB en bij afgeleide de ATB en ESF. De VDAB wil enkel een ZIV-uitkeringsgerechtigde inschrijven als de adviserend geneesheer formeel heeft bevestigd dat de inschrijving niet op een negatieve manier zal worden geı¨nterpreteerd zodat de betrokkene niet het risico loopt zijn ZIV-uitkering te verliezen.
1. Pourquoi ce manque de clarté entre le VDAB et l’INAMI persiste-t-il ?
1. Waarom blijft deze onduidelijkheid tussen de VDAB en het RIZIV bestaan ?
2. Des échanges ont-ils déjà eu lieu dans le passé entre les deux organismes à ce propos ?
2. Werden over deze problematiek in het verleden reeds contacten gelegd tussen beide instellingen ?
3. a) Envisagez-vous de prendre des mesures pour harmoniser les positions de l’INAMI et du VDAB concernant les personnes affectées d’un handicap professionnel qui souhaitent se recycler ?
3. a) Overweegt u maatregelen te nemen om de afstemming van het RIZIV en de VDAB aangaande de problematiek van arbeidsgehandicapten die zich willen herscholen te verbeteren ?
b) Dans quel délai comptez-vous trouver une solution ?
b) Op welke termijn beoogt u een oplossing ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6142
DO 2003200421607
DO 2003200421607
Question no 118 de Mme Maggie De Block du 7 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 118 van mevrouw Maggie De Block van 7 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Recyclage. — Uniformité des directives destinées aux médecins conseils.
Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — Eenduidige richtlijnen voor adviserend geneesheren.
Il ressort d’un avis du SERV (« Sociaal Economische Raad Vlaanderen ») concernant les pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel que de nombreuses entraves de ce type découragent ces personnes ou les limitent dans leurs démarches en vue de la recherche d’un emploi. Le moins que l’on puisse dire, c’est que la persistance de tels pièges à l’emploi ne concourt guère à la réalisation de l’objectif que s’est fixé le gouvernement en ce qui concerne l’augmentation du taux d’activité général.
Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal activiteitsvallen bestaat die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke activiteitsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.
Il semble que l’approche purement médicale visant à faciliter l’accès au marché du travail pour ces personnes dans le cadre du régime INAMI n’est guère stimulante. Il apparaıˆt en outre qu’en l’absence de directives claires, les médecins conseils ne fondent pas tous leur appréciation sur la même approche. Pour certains médecins conseils, il est évident qu’un trajet linéaire vers un emploi rémunéré à temps plein est plutoˆt exceptionnel, aussi permettent-ils un réajustement et/ ou un retour vers un trajet d’accès à l’emploi. D’autres médecins soulignent davantage l’obligation de résultat.
Binnen de RIZIV-regeling blijkt de louter medische benadering om arbeidsgehandicapten een opstap te geven naar de arbeidsmarkt niet stimulerend te werken. Bij gebrek aan duidelijke richtlijnen blijken alle adviserend geneesheren niet dezelfde benadering in hun beoordeling te volgen. Sommige adviserend geneesheren vinden het vanzelfsprekend dat een rechtlijnig traject naar voltijds betaald werk eerder uitzonderlijk is en tolereren een herziening en/of een terugval in een traject. Andere geneesheren benadrukken meer de noodzaak van resultaat.
1. Estimez-vous que le corps médical devrait avoir une approche plus nuancée du recyclage en tant qu’outil d’insertion (de réinsertion) sur le marché de l’emploi en faveur des personnes affectées d’un handicap professionnel ?
1. Bent u van oordeel dat herscholing voor arbeidsgehandicapten als instrument voor (her)inschakeling in de arbeidsmarkt door het medisch korps genuanceerder zal moeten worden benaderd ?
2. Quelles mesures prendrez-vous pour une utilisation plus active de l’outil d’insertion (de réinsertion) ?
2. Welke maatregelen neemt u opdat het instrument voor (her)inschakeling actiever zal worden aangewend ?
3. Envisagez-vous de prendre des directives univoques, pour que tous les médecins conseils puissent se prononcer de la même manière ?
3. Overweegt u eenduidige richtlijnen uit te vaardigen opdat alle adviserend geneesheren op een analoge manier een oordeel kunnen vellen over de betrokkenen ?
4. a) Comptez-vous adapter la réglementation actuelle de telle sorte qu’au besoin, l’outil d’insertion (de réinsertion) puisse être ajusté aux possibilités et aux desiderata des intéressés ?
4. a) Overweegt u de huidige reglementering aan te passen opdat het instrument voor (her)inschakeling waar nodig kan worden aangepast aan de mogelijkheden en desiderata van de betrokkenen ?
b) Dans l’affirmative, par le biais de quelles mesures concrètes ?
b) Zo ja, via welke concrete ingrepen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6143
DO 2003200421619
DO 2003200421619
Question no 119 de M. Luc Goutry du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 119 van de heer Luc Goutry van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Moratoire sur les conventions.
Moratorium op conventies.
La décision gouvernementale d’instaurer un moratoire dans le domaine des conventions de revalidation a été exécutée par le biais d’une disposition figurant dans la loi-programme approuvée fin 2003. La conclusion de nouvelles conventions allait être suspendue jusqu’à ce que les conclusions d’une radioscopie approfondie du secteur soient connues. Des dérogations à cette règle étaient toutefois prévues. Ces dérogations devaient être fixées dans un arrêté royal, après avis préalable du Comité de l’assurance.
Via een bepaling in de programmawet van eind 2003 werd uitvoering gegeven aan de regeringsbeslissing om een moratorium in te stellen op het vlak van revalidatieovereenkomsten. Tot de conclusies van een doorlichting van de sector bekend zijn, zouden geen nieuwe overeenkomsten kunnen worden gesloten. Er werden evenwel uitzonderingen op deze regel voorzien. Deze uitzonderingen zouden worden bepaald in een koninklijk besluit en na voorafgaandelijk advies van het Verzekeringscomité.
1. Quand cet arrêté royal sera-t-il publié ?
1. Wanneer zal dit koninklijk besluit worden gepubliceerd ?
2. Quelles sont les dérogations qui figureront dans l’arrêté royal ?
2. Welke zijn de uitzonderingen die in dit koninklijk besluit zullen worden bepaald ?
3. Est-il exact que l’une de ces dérogations concernera la convention PC (paralysie cérébrale) ?
3. Klopt het dat één van deze uitzonderingen de CPconventie zal zijn ?
4. Est-il exact qu’il sera également techniquement possible dans ce cadre d’élaborer une convention spécifique pour les patients atteints de spina bifida et d’hydrocéphalie ?
4. Klopt het dat er op die manier ook een technische mogelijkheid zal gecree¨erd worden om een specifieke conventie op te stellen voor patie¨nten met « Spina Bifida » en « Hydrocephalie » ?
5. Dans l’affirmative, quand cette convention pourra-t-elle alors être préparée par l’administration de l’INAMI et le Collège des médecins-directeurs et soumise pour approbation au Comité de l’assurance ?
5. In het positieve geval, wanneer zal deze conventie dan door de RIZIV-administratie en het College van geneesheren-directeurs kunnen worden voorbereid en ter goedkeuring aan het Verzekeringscomité worden voorgelegd ?
DO 2003200421621
DO 2003200421621
Question no 120 de Mme Yolande Avontroodt du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 120 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Soins infirmiers à domicile.
Thuisverpleegkunde.
Dans notre pays, 60 % des prestations de soins à domicile sont aujourd’hui dispensées par des infirmiers à domicile indépendants et 40 % par des services de soins à domicile.
In ons land wordt vandaag 60 % van de thuiszorgprestaties geleverd door zelfstandige thuisverpleegkundigen; de diensten voor thuisverzorging nemen 40 % van de zorgprestaties voor hun rekening.
En 2003, le budget des soins infirmiers à domicile ` la suite s’est chiffré à 646 920 000 millions d’euros. A d’une décision du ministre compétent de l’époque, les services de soins infirmiers à domicile se sont vu octroyer davantage de moyens à partir de 2002, notamment pour le perfectionnement. Ce budget est passé de 5 597 000 millions d’euros en 2002 à 11 801 000
In 2003 bedroeg het budget voor de thuisverpleegkunde 646 920 000 miljoen euro. Ingevolge een beslissing van de toenmalige bevoegde minister kregen de thuisverpleegkundige diensten vanaf 2002 extra middelen, onder meer voor bijscholing. Dit budget steeg van 5 597 000 miljoen euro in 2002 naar 11 801 000 miljoen euro in 2003 en 12 087 000 miljoen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6144
millions d’euros en 2003 et à 12 087 000 millions d’euros en 2004. Les infirmiers indépendants ne peuvent toutefois bénéficier de cette augmentation de budget.
euro in 2004. De zelfstandige verpleegkundigen kunnen dit niet genieten.
En matière de soins infirmiers à domicile, une distinction est établie entre les prestations individuelles et les prestations assorties d’un tarif majoré. Ce tarif majoré s’applique aux prestations dispensées à des patients au statut VIPO, qui ont droit à un remboursement majoré. La rémunération des prestations individuelles dispensées à un ayant droit ordinaire comprend les honoraires, à concurrence de 75 %, et le ticket modérateur à payer par le patient, à concurrence de 25 %. Dans la pratique, le ticket modérateur n’est pas réclamé par les infirmiers, qui appliquent le tarif de remboursement, ce qui signifie que les infirmiers à domicile qui dispensent des soins à des patients qui ne bénéficient pas du statut VIPO perçoivent un montant inférieur d’environ 25 % à celui auquel ils ont droit. Le maximum à facturer permet une correction sociale ; il n’y a donc pas de raison de ne pas responsabiliser le patient par la perception obligatoire du ticket modérateur.
In de thuisverpleegkunde wordt een onderscheid gemaakt tussen individuele prestaties en prestaties tegen verhoogd tarief. Dit verhoogd tarief geldt voor prestaties bij patie¨nten met het WIGW-statuut. Deze patie¨nten hebben recht op een verhoogde terugbetaling. Bij de vergoeding van individuele prestaties bij de gewone rechthebbende patie¨nt bestaat 75 % uit honoraria en 25 % uit remgeld te betalen door de patie¨nt. In de praktijk wordt het remgeld niet gevraagd door de verpleegkundigen en werken zij tegen terugbetalingstarief. Dit betekent dat thuisverpleegkundigen, bij de verzorging van patie¨nten die niet het WIGW-statuut genieten, ongeveer 25 % minder inkomsten hebben dan waarop ze recht hebben. De maximumfactuur zorgt voor een sociale correctie; er is dus geen reden waarom de patie¨nt niet zou geresponsabiliseerd worden via de verplichte inning van het remgeld.
1. a) Les infirmiers indépendants pourront-ils, à l’avenir, également bénéficier des moyens supplémentaires qui ont été libérés depuis 2002 en faveur du perfectionnement, etc. ?
1. a) Zullen de zelfstandige verpleegkundigen in de toekomst ook kunnen genieten van de extra middelen die sinds 2002 worden vrijgemaakt voor bijscholing, enzovoort ?
b) Le budget total alloué aux soins infirmiers à domicile fera-t-il l’objet d’une nouvelle répartition sur la base de clés de répartition correspondant à la situation réelle (2/3 des soins infirmiers à domicile dispensés par des indépendants contre 1/3 par des services de soins) ?
b) Zal het totale budget voor de thuisverpleegkunde herverdeeld worden volgens verdeelsleutels die corresponderen aan de werkelijke situatie, dit is 2/3 van de thuisverpleegkundige diensten wordt verstrekt door zelfstandigen tegenover 1/3 door diensten ?
2. Les formations post-graduées confèrent une valeur ajoutée à la profession.
2. Postgraduaatsopleidingen aan het beroep.
Envisagez-vous de stimuler la formation complémentaire et de prévoir une rémunération différente selon que le dispensateur de soins a suivi ou non une formation post-graduée ?
Overweegt u, om bijkomende opleiding te stimuleren, in een verschillende vergoeding te voorzien naargelang men al dan niet een postgraduaatsopleiding gevolgd heeft ?
3. Estimez-vous déontologiquement correct que les services de soins à domicile qui relèvent du secteur non marchand fassent la publicité du secteur marchand ?
3. Acht u het deontologisch correct dat diensten voor thuisverzorging die tot de non-profitsector behoren reclame maken voor de profitsector ?
4. Envisagez-vous de créer un Ordre des infirmiers ?
4. Overweegt u het oprichten van een Orde voor verpleegkundigen ?
5. Actuellement, les infirmiers indépendants à domicile et les services de soins à domicile ne luttent pas à armes égales (financement, représentation au sein des organes de l’INAMI) en dépit du fait que la majeure partie des prestations est assurée par des indépendants.
5. Zelfstandige thuisverpleegkundigen en diensten strijden vandaag niet met gelijke wapens (financiering, vertegenwoordiging in de RIZIV-organen) en dit ondanks het feit dat de meerderheid van de prestaties door zelfstandigen verstrekt wordt.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
geven
meerwaarde
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6145
a) Eˆtes-vous disposé à faire examiner cette problématique pour revoir ensuite la réglementation concernée ? b) Quelles mesures prendrez-vous dans l’intervalle pour remédier aux distorsions qui existent actuellement entre les indépendants et les services de soins à domicile ? 6. Envisagez-vous de rendre obligatoire la perception du ticket modérateur dans certains secteurs tels que les soins infirmiers à domicile ?
a) Bent u bereid deze problematiek te laten onderzoeken om daarna de betreffende reglementeringen te herzien ? b) Welke maatregelen zal u, in afwachting hiervan, nemen om de scheeftrekkingen die vandaag bestaan tussen zelfstandigen en thuisverpleegkundige diensten recht te trekken ? 6. Overweegt u de inning van het remgeld in bepaalde sectoren, zoals bijvoorbeeld de thuisverpleegkunde, verplicht te maken ?
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200421566
DO 2003200421566
Question no 197 de M. Guido De Padt du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Interdiction de vaccination contre la fièvre aphteuse en Belgique. — Risques liés à la politique de nonvaccination. L’Office international des épizooties (OIE) a fait savoir au Comité des organisations professionnelles agricoles de l’Union européenne (COPA) que les produits issus d’animaux vaccinés contre la fièvre aphteuse ne présentaient aucun risque pour la santé publique. 1. En Belgique, quels motifs sont-ils à l’origine de l’interdiction de vaccination contre la fièvre aphteuse ?
Vraag nr. 197 van de heer Guido De Padt van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Verbod inenting tegen mond- en klauwzeer in Belgie¨. — Risico’s van het non-vaccinatiebeleid.
2. Les constatations de l’OIE ne justifient-elles pas une révision de la politique de non-vaccination ? 3. Quels risques la politique de non-vaccination implique-t-elle, compte tenu du fait que les bovins de notre pays ne sont pas immunisés contre le virus de la fièvre aphteuse à l’heure actuelle ? 4. Dans quelle mesure importe-t-on chez nous des produits issus d’animaux vaccinés contre la fièvre aphteuse et destinés à la consommation humaine ?
De organisatie voor de bestrijding van dierziekten in de wereld, de OiE, heeft aan COPA, het Comité van Europese landbouworganisaties, laten weten dat producten van dieren die zijn ingee¨nt tegen mond- en klauwzeer geen enkel risico vormen voor de volksgezondheid. 1. Welke motieven lagen aan de basis om in Belgie¨ de inenting tegen mond- en klauwzeer (MKZ) te verbieden ? 2. Zijn er tegen de achtergrond van de vaststellingen van de OiE geen redenen om het nonvaccinatiebeleid in herziening te stellen ? 3. Wat zijn de risico’s van het non-vaccinatiebeleid, gelet op het feit dat Belgie¨ momenteel een rundveepopulatie heeft die niet immuun is tegen het MKZ-virus ? 4. In welke mate worden er in ons land producten geı¨mporteerd van dieren die zijn ingee¨nt tegen MKZ en bestemd zijn voor menselijke consumptie ?
DO 2003200421567
DO 2003200421567
Question no 198 de M. Guido De Padt du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Utilisation d’antibiotiques dans l’élevage et la pisciculture et dans les produits destinés à la consommation humaine. L’Agence néerlandaise pour la sécurité des produits alimentaires et de consommation (VWA) conseille au
Vraag nr. 198 van de heer Guido De Padt van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Gebruik van antibiotica in de vee- en visteelt en bij producten bestemd voor menselijke consumptie.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) adviseert de regering om maatregelen te nemen 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6146
gouvernement de prendre des mesures contre l’utilisation d’antibiotiques dans le cadre de l’élevage. Selon la VWA, il faut restreindra davantage encore cette utilisation pour éviter que ce médicament ne permette bientoˆt plus de guérir, chez l’être humain, des pathologies comme la sinusite. D’après la VWA, des mesures s’imposent d’urgence car, si la tendance actuelle à l’augmentation de la résistance aux antibiotiques se confirme, les maladies infectieuses chez l’homme seront de plus en plus difficiles, voire impossibles à traiter à l’avenir. ` quelle quantité est estimée l’utilisation 1. A d’antibiotiques (au cours des trois dernières années) dans l’élevage et la pisciculture belges ?
tegen het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Dit gebruik moet volgens de VWA verder worden beperkt om te voorkomen dat ziekten als voorhoofdsholteontsteking bij mensen straks niet meer met dit medicijn te genezen zijn. De maatregelen zijn volgens de VWA hard nodig omdat als de huidige trend van uitbreidende resistentie tegen antibiotica zich doorzet infectieziekten bij de mens in de toekomst steeds moeilijker of zelfs niet te behandelen worden.
2. Mène-t-on des études sur l’utilisation d’antibiotiques dans les produits destinés à la consommation humaine ?
2. In welke mate wordt er onderzoek uitgevoerd op het gebruik van antibiotica bij producten bestemd voor menselijke consumptie ?
3. Quelles mesures prend-t-on pour surveiller et éviter cette utilisation ?
3. Welke maatregelen worden er getroffen om dit gebruik te bewaken en te voorkomen ?
4. La viande de poulet et d’autres aliments étrangers importés font-ils l’objet d’un controˆle concernant la présence d’antibiotiques ?
4. In welke mate worden geı¨mporteerd kippenvlees en andere buitenlandse levensmiddelen gecontroleerd op de aanwezigheid van antibiotica ?
5. La pisciculture est-elle également soumise à un controˆle dans ce domaine ?
5. In welke mate wordt ook de viskweek op dit gebied gecontroleerd ?
DO 2003200421589
DO 2003200421589
Question no 201 de Mme Annelies Storms du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 201 van mevrouw Annelies Storms van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Projets-pilotes en matière « d’activation » dans le domaine des soins de santé mentale.
Pilootprojecten rond « activering » in de geestelijke gezondheidszorg.
Un projet-pilote doit permettre de vérifier, avant une éventuelle réglementation légale, si un modèle de soins de santé spécifique est réalisable.
De doelstelling van een pilootproject bestaat erin om een bepaald zorgmodel te testen op zijn haalbaarheid om daarna eventueel over te gaan tot een wettelijke regeling van dit zorgmodel.
Les pouvoirs organisateurs des initiatives d’habitations protégées ont reçu le 21 septembre 2001 une circulaire dans laquelle l’administration des Soins de santé, Direction de la Politique de santé, les invitait à présenter des projets-pilotes en matière « d’activation ». Sur les 47 projets introduits, 19 ont finalement été retenus.
Op 21 september 2001 ontvingen de inrichtende machten van de initiatieven voor beschut wonen een omzendbrief van het bestuur van de Gezondheidszorgen, Bestuursdirectie Gezondheidsbeleid, waarin de mogelijkheid geboden werd om pilootprojecten in te dienen rond « activering ». 19 van de 47 ingediende projectvoorstellen werden uiteindelijk weerhouden.
1. Pouvez-vous nous fournir une liste des organisations retenues pour ces projets-pilotes, ainsi qu’une description succincte de chaque projet ? ` combien s’élèvent les subventions annuelles 2. A par projet ?
1. Kan u een overzicht geven van de organisaties die geselecteerd werden voor dergelijk proefproject en een korte omschrijving van elk project ?
3. Le budget affecté aux projets-pilotes en matière d’activation était prévu pour deux ans.
3. Het budget voor pilootprojecten rond activering was voorzien voor twee jaar.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
1. Hoeveel was het geraamd gebruik (voor de jongste drie jaar) van antibiotica in de Belgische veeen visteelt ?
2. Hoeveel subsidies ontvangt elk project hier jaarlijks voor ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6147
a) Les projets-pilotes seront-ils prolongés ?
a) Worden de proefprojecten verlengd ?
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom (niet) ?
4. a) Comment se déroule l’évaluation des projetspilotes ?
4. a) Op welke wijze worden deze proefprojecten gee¨valueerd ?
b) Quand ces évaluations seront-elles terminées ?
b) Wanneer worden deze evaluaties afgerond ?
c) Qu’adviendra-t-il des projets-pilotes qui ont fait l’objet d’une évaluation positive ?
c) Wat gebeurt er met proefprojecten die positief gee¨valueerd werden ?
d) Quels projets seront éventuellement prolongés et pour quelle période ?
d) Welke projecten worden eventueel verlengd en voor hoelang ?
5. a) Recevront-ils à l’avenir une aide structurelle des autorités publiques ?
5. a) Zullen zij in de toekomst van de overheid structurele ondersteuning krijgen ?
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom (niet) ?
c) Envisagez-vous éventuellement de nouvelles mesures concernant « l’activation » en matière de soins de santé mentale ?
c) Voorziet u eventueel in nieuwe maatregelen inzake « activering » in de geestelijke gezondheidszorg ?
DO 2003200421590
DO 2003200421590
Question no 202 de Mme Yolande Avontroodt du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 202 van mevrouw Yolande Avontroodt van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Agrément d’infirmiers en chef. — E´valuation des fonctions.
Erkenning van hoofdverpleegkundigen. — Functiewaardering.
Lors de la deuxième séance plénière dans le cadre des « Dialogues de la Santé » au début de cette année, le ministre a affirmé qu’il considérait l’art infirmier comme un des fers de lance de sa politique.
Naar aanleiding van de tweede plenaire vergadering in het kader van de « Gezondheidsdialogen » begin dit jaar stelde de minister dat de verpleegkunde één van de zeer belangrijke onderwerpen is die hij in zijn beleid centraal wil stellen.
Les infirmiers en chef œuvrent depuis longtemps déjà en faveur d’un agrément et d’une évaluation de leur fonction. Ils préconisent la mise en œuvre d’une tension salariale suffisante entre les échelles de traitement des infirmiers gradués, d’une part, et des infirmiers en chef, d’autre part.
De hoofdverpleegkundigen ijveren al lang voor een erkenning en een functiewaardering. Ze pleiten voor een voldoende loonspanning tussen het barema van een gegradueerde verpleegkundige en dat van een hoofdverpleegkundige.
1. Quelles mesures concrètes envisagez-vous de prendre pour revaloriser l’art infirmier ?
1. Welke concrete maatregelen overweegt u te nemen om de verpleegkunde te herwaarderen ?
2. Allez-vous satisfaire à l’exigence d’une évaluation des fonctions telle que formulée par les infirmiers en chef ?
2. Zal u tegemoet komen aan de eis van de hoofdverpleegkundigen voor een functiewaardering ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
777
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6148
DO 2003200421603
DO 2003200421603
Question no 204 de Mme Colette Burgeon du 4 juin 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 204 van mevrouw Colette Burgeon van 4 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Prévention en matière d’obésité. — Conférence interministérielle de la Santé.
Preventie van zwaarlijvigheid. — Interministerie¨le Conferentie Volksgezondheid.
Lors de votre présentation, à la Chambre, des conclusions des dialogues de la santé, vous avez insisté sur la nécessité de la prévention en matière d’obésité.
Toen u in de Kamer de besluiten van de Gezondheidsdialogen toelichtte, benadrukte u het belang van de preventie van zwaarlijvigheid.
La prévention étant une matière communautarisée, une note devait être examinée le 24 mai 2004 lors de la Conférence interministérielle de la santé.
Aangezien preventie een gemeenschapsbevoegdheid is, zou aan de Interministerie¨le Conferentie Volksgezondheid van 24 mei 2004 een nota ter bespreking worden voorgelegd.
1. Pourriez-vous indiquer les principales conclusions tirées lors de cette Conférence interministérielle de la santé ?
1. Wat waren de belangrijkste besluiten van die Conferentie ?
2. Quels axes prioritaires ont été définis en matière de santé publique d’un point de vue fédéral ?
2. Welke krachtlijnen werden voor het federale volksgezondheidsbeleid uitgetekend ?
DO 2003200421604
DO 2003200421604
Question no 205 de Mme Colette Burgeon du 4 juin 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 205 van mevrouw Colette Burgeon van 4 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Préservatifs. — Nitrosamine.
Condooms. — Nitrosaminen.
La grande majorité des préservatifs vendus dans le commerce en Allemagne présentent des traces à fortes doses d’une substance cancérigène, selon une étude scientifique rendu publique à Stuttgart.
De meeste condooms die in Duitsland in de handel verkrijgbaar zijn, bevatten hoge concentraties van een kankerverwekkende stof, zo blijkt uit een in Stuttgart gepubliceerde wetenschappelijke studie.
Les préservatifs révèleraient des traces de nitrosamine, une substance présente dans le caoutchouc et dans les cigarettes, déclarée cancérigène par l’OMS.
Het gaat meer bepaald om sporen van nitrosaminen, door de Wereldgezondheidsorganisatie als kankerverwekkend geklasseerde stoffen die in rubber en sigaretten voorkomen.
Le nitrosamine, utilisée pour l’élasticité des préservatifs, pénètre dans le corps par les muqueuses, selon l’étude. Contrairement aux tétines pour enfants, ou` elle est limitée à 110 microgrammes/kilo, la présence dans les préservatifs de cette substance n’est soumise à aucune norme, et n’entraıˆne pas de retrait du marché.
Nitrosaminen worden gebruikt om condooms hun elasticiteit te geven, en worden via de slijmvliezen door het lichaam opgenomen, aldus de studie. Nitrosaminen komen ook voor in spenen, maar daar geldt een norm van 110 µg/kg. Voor condooms bestaat er geen enkele norm wat het nitrosaminegehalte betreft, en vormen hoge concentraties van deze stoffen ook geen reden om het product uit de handel te nemen.
1. a) Les résultats de cette étude sont-ils pertinents pour la Belgique ?
1. a) Zijn de resultaten van die studie relevant voor de Belgische markt ?
b) Pourquoi ?
b) Hoezo ?
2. N’y a-t-il pas lieu de retirer du marché les marques de préservatifs pouvant contenir de la nitrosamine ?
2. Moeten die merken van condooms die mogelijk nitrosaminen bevatten, niet uit de handel worden genomen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6149
3. Quelle législation s’applique en la matière ?
3. Welke wetgeving is hierop van toepassing ?
4. N’estimez-vous pas qu’il conviendrait de porter le débat au niveau européen ?
4. Moet dit debat niet op Europees niveau worden gevoerd ?
DO 2003200421620
DO 2003200421620
Question no 206 de Mme Magda De Meyer du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 206 van mevrouw Magda De Meyer van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Interdiction de la vente libre de colliers électriques pour chiens.
Verbod op de vrije verkoop van stroomhalsbanden voor honden.
Vous vous étiez engagé voici six mois, en réponse à une question parlementaire, à interdire la vente libre de colliers électriques pour chiens. Depuis lors, une firme a entamé une véritable campagne promotionnelle pour ces objets : stands spéciaux dans les magasins, articles publicitaires dans la presse, etc. Une étude menée à l’Université d’Utrecht a révélé que les colliers électriques sont pour les chiens une source de douleur, d’angoisse et de stress. De plus, les risques d’abus et d’utilisation peu judicieuse de ce type d’appareils sont évidents. L’article 1 de la loi du 14 aouˆt 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux interdit d’infliger à ceux-ci des souffrances inutiles. Les aboiements intempestifs ou autres comportements indésirables sont généralement l’indice d’un trouble affectant le chien. Le collier électrique s’attaque au symptoˆme et non à l’origine du problème. Son utilisation aura donc pour effet que le chien va soit adopter d’autres comportements non désirés (ronger les meubles, uriner à l’intérieur, ...), soit il ne fera plus rien de mal par crainte mais mènera une existence malheureuse et frustrante.
Een half jaar geleden beloofde u mij naar aanleiding van een parlementaire vraag om de vrije verkoop van stroomhalsbanden voor honden te verbieden. Ondertussen is een bepaalde firma nu met een heuse promotiecampagne begonnen voor deze ondingen : speciale standjes in de winkels, promotionele artikels over blaffende honden, enzovoort. Uit een onderzoek aan de Universiteit van Utrecht is gebleken dat stroomhalsbanden pijn, angst en stress geven aan dieren. Bovendien ligt onoordeelkundig gebruik en misbruik voor de hand bij dergelijke apparaten. Het nutteloze lijden van dieren wordt verboden door artikel 1 van de dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986. Overdreven blaffen of ander ongewenst gedrag is meestal een teken dat er iets mis is met de hond. Met een stroomhalsband wordt wel het symptoom maar niet het probleem aangepakt. Bijgevolg zal het gebruik ertoe leiden dat de hond andere dingen verkeerd gaat doen (bijten aan meubels, plassen in huis, ...). Ofwel zal het dier uit angst niets meer verkeerd doen, maar een ongelukkig en gefrustreerd leven hebben.
De nombreuses méthodes permettent de dresser ou de rééduquer correctement les chiens. Les procédés de dressage humains (par la récompense) constituent une meilleure solution, plus efficace, au problème. Les résultats seront sans doute moins immédiats, mais ils déboucheront sur une meilleure relation entre le maıˆtre et l’animal et n’entraıˆneront pas d’effets secondaires indésirables. Heureux et confiant, le chien donnera satisfaction à son maıˆtre. C’est seulement en dernier recours que l’utilisation du collier électrique pourra être autorisée par un spécialiste du comportement canin sachant parfaitement comment s’en servir et à quel moment.
Er zijn vele andere methoden waarmee honden goed getraind dan wel heropgevoed kunnen worden. Humane methoden om honden te trainen (door beloning) zijn een betere en meer effectieve oplossing voor het probleem. Resultaten zullen misschien iets langer uitblijven, maar leiden tot een betere relatie tussen baas en hond en brengen geen vervelende neveneffecten met zich. Ze leiden tot een gelukkige hond met veel zelfvertrouwen en een tevreden eigenaar. Enkel indien alles al geprobeerd is kan het gebruik van stroomhalsbanden toegelaten worden door een gedragspecialist met ervaring die perfect weet hoe zo’n apparaat te gebruiken en het gebruik ook goed kan timen.
Quand l’interdiction de la vente libre de colliers électriques annoncée par le ministre, entrera-t-elle en vigueur ?
Wanneer zal het verbod op de vrije verkoop van stroomhalsbanden, zoals aangekondigd door de minister, in voege treden ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6150
DO 2003200421625
DO 2003200421625
Question no 210 de Mme Maggie De Block du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 210 van mevrouw Maggie De Block van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Rapport relatif à la suppression des différences de pratiques injustifiées.
Rapport over het wegwerken van onverantwoorde praktijkverschillen.
En réponse à ma question orale du 18 février 2004, vous avez précisé que vous déposeriez un rapport avant la fin du trimestre (Question no 1543, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de la Santé publique, 18 février 2004, COM 168, p. 30). Ce rapport devrait traiter de toutes les mesures prises par les autorités pour promouvoir la pratique médicale sur la base d’une evidence based medicine et supprimer les différences de pratiques injustifiées.
In antwoord op mijn mondelinge vraag van 18 februari 2004 heeft u gesteld dat u voor het einde van dat trimester een rapport zou overmaken (Vraag nr. 1543, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Volksgezondheid, 18 februari 2004, COM 168, blz. 30). Dat rapport zou handelen over alle maatregelen die de overheid neemt voor het bevorderen van een medische praktijk op basis van evidence based medicine en voor het wegwerken van onverantwoorde praktijkverschillen.
1. Le rapport en question est-il achevé ?
1. Is bovengenoemd rapport afgewerkt ?
2. Dans l’affirmative, la commission pourrait-elle en disposer ?
2. Zo ja, kan de Commissie over het rapport beschikken ?
3. a) Dans la négative, dans quel délai pouvons-nous espérer l’obtenir ?
3. a) Zo neen, wanneer mogen we het rapport verwachten ?
b) Pourquoi ce document n’est-il toujours pas disponible ?
b) Waarom is het nog niet beschikbaar ?
DO 2003200421626
DO 2003200421626
Question no 211 de Mme Maggie De Block du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´tudes scientifiques sur la fibromyalgie.
Vraag nr. 211 van mevrouw Maggie De Block van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
La fibromyalgie est une maladie dont on ignore la cause et pour laquelle il n’y a pas de remède connu. Très peu d’études sont apparemment consacrées à cette maladie. Les patients qui souffrent de cette affection ont néanmoins à tout le moins droit à ce qu’un diagnostic soit posé et à ce que des efforts soient consentis pour en rechercher les causes et trouver un remède. La fibromyalgie pourrait apparemment être dépistée par le biais d’un test PCR sur l’ADN du spirochète.
Fibromyalgie is een ziekte waarvan men noch de oorzaak noch de remedie voor kent. Blijkbaar wordt bijzonder weinig onderzoek naar deze ziekte gedaan. Dat neemt niet weg dat de patie¨nten die lijden aan deze ziekte recht hebben op minstens een diagnose en op inspanningen om de oorzaken en de remedie voor hun aandoening op te sporen. Blijkbaar zou de ziekte zijn vast te stellen door een PCR-test naar het DNA van de spirocheet.
1. Avez-vous connaissance d’études scientifiques sur les causes de la fibromyalgie et le remède qui pourrait y être apporté ?
1. Bent u op de hoogte van enig wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken en remedie van fibromyalgie ?
2. Dans l’affirmative, les connaissances déjà acquises dans notre pays sont-elles mises à profit en vue de dispenser un quelconque traitement aux patients concernés ?
2. Zo ja, wordt de reeds verworven kennis gebruikt in ons land om deze mensen enige vorm van behandeling te geven ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Wetenschappelijk onderzoek naar fibromyalgie.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6151
3. Dans la négative, ne serait-il pas souhaitable d’encourager les études scientifiques sur cette maladie ?
3. Zo neen, is het niet wenselijk dat incentives worden gegeven om wetenschappelijk onderzoek naar deze ziekte te stimuleren ?
4. Ne serait-il pas souhaitable de consentir des efforts pour financer d’une manière ou d’une autre le test PCR sur l’ADN du spirochète afin que les personnes concernées puissent au moins savoir avec certitude si elles sont atteintes ou non de la maladie ?
4. Is het niet wenselijk een inspanning te doen om de PCR-test naar het DNA van de spirocheet op een of andere manier te financieren zodat er voor de mensen tenminste duidelijkheid komt over de vraag of zij de ziekte hebben ?
DO 2003200421631
DO 2003200421631
Question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Aide aux toxicomanes.
Drughulpverlening.
Il ressort du rapport annuel du « Limburgs Centrum voor alcohol- en drugpreventie » que la consommation de drogue ne cesse d’augmenter dans la province du Limbourg. Si l’alcool reste un problème particulièrement épineux, le nombre de consommateurs de cannabis et le nombre de consommateurs de cannabis qui font appel à un service spécialisé d’aide aux toxicomanes augmente constamment.
Uit het jaarverslag van het Limburgs Centrum voor alcohol- en drugpreventie blijkt dat het druggebruik in de provincie Limburg alsmaar toeneemt. Alcohol blijft een bijzondere problematische drug maar ook het aantal cannabisgebruikers en het aantal cannabisgebruikers dat in de hulpverlening terechtkomt stijgt.
1. Il ressort en outre de ce rapport que le problème de la toxicomanie ne cesse de s’aggraver.
1. Ook uit dit verslag blijkt weer dat het drugprobleem alsmaar ernstiger wordt.
De quelle manière envisagez-vous de redynamiser la politique en matière de prévention de la toxicomanie et d’aide aux toxicomanes ?
Op welke manier overweegt u een nieuwe impuls te geven aan drugpreventie en drughulpverlening ?
2. En reconnaissez-vous le caractère prioritaire (aussi en ce qui concerne les drogues illicites) ?
2. Erkent u het prioritaire karakter ervan (ook wat betreft de illegale drugs) ?
DO 2003200421632
DO 2003200421632
Question no 217 de Mme Yolande Avontroodt du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 217 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Don d’organes.
Orgaandonatie.
La transplantation d’organes s’est transformée au fil des années en un traitement adéquat dans le cas d’affections mortelles. En dépit de ce développement médical positif, un problème majeur entrave souvent l’application de cette technique salvatrice : le manque criant d’organes appropriés. La demande continue de croıˆtre mais l’offre ne suit pas.
Orgaantransplantatie is in de loop der jaren uitgegroeid tot een gepaste behandeling van levensbedreigende aandoeningen. Ondanks deze positieve medische ontwikkeling is er een groot probleem dat de toepassing van deze levensreddende techniek vaak onmogelijk maakt : er is een groot tekort aan geschikte donororganen. De vraag blijft stijgen maar het aanbod volgt niet.
La loi du 13 juin 1986 sur le prélèvement et la transplantation d’organes repose sur le principe que tout défunt est supposé être un donneur d’organes potentiel
De wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen is gebaseerd op het principe dat elke overledene verondersteld wordt een
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6152
à moins de s’être explicitement opposé au don d’organes au cours de son existence.
mogelijke orgaandonor te zijn tenzij hij zich gedurende zijn leven uitdrukkelijk verzet heeft tegen orgaandonatie.
De nombreuses personnes sont favorables au don d’organes. Pourtant, selon les données de la VZW Leuvense Levertransplanten, 0,2 % de personnes seulement se seraient explicitement fait enregistrer aux fins du don d’organes et 1,75 à 2 % s’y seraient explicitement opposées. Une fois cet enregistrement intervenu, la famille ne peut plus s’opposer au don d’organes. En l’absence d’un tel enregistrement, le roˆle de la famille n’est pas clairement établi. Le médecin informe la famille et lui offre la possibilité de s’opposer au don d’organes en dernière instance. Pour les membres de la famille, qui traversent alors une période particulièrement pénible sur le plan émotionnel, il est souvent difficile de faire face à la problématique du don d’organes à laquelle ils sont subitement confrontés. Une campagne de sensibilisation auprès de la population pourrait avoir de nombreux effets positifs sur la pénurie aigue¨ d’organes.
Vele mensen staan positief tegen orgaandonatie. Nochtans zou, volgens de gegevens van de VZW Leuvense Levertransplanten, slechts 0,2 % zich uitdrukkelijk hebben laten registreren voor orgaandonatie, tegenover 1,75 à 2 % die zich expliciet tegen orgaandonatie heeft laten registreren. Als men zich heeft laten registreren dan kan de familie zich niet verzetten tegen de orgaandonatie. Heeft men dit niet gedaan, dan is er onduidelijkheid over de rol van de familie. De arts informeert de familie en geeft hen de kans in laatste instantie verzet aan te tekenen. Voor de familieleden, die het emotioneel bijzonder zwaar hebben, is het vaak niet eenvoudig om zich op dit moment in te leven in de donorproblematiek waarmee ze plotseling worden geconfronteerd. Een sensibilisatiecampagne naar de bevolking zou heel wat positieve effecten kunnen hebben op het nijpend tekort aan organen.
1. Pourriez-vous communiquer des chiffres exacts concernant le nombre d’enregistrements explicites effectués dans le registre national ?
1. Kan u exacte cijfers geven van het aantal expliciete registraties in het nationaal register ?
2. Envisagez-vous de prendre une initiative afin de mieux informer et de sensibiliser la population à la problématique du don d’organes ?
2. Overweegt u een initiatief te nemen om de problematiek van de orgaandonatie beter bekend te maken en de bevolking terzake te sensibiliseren ?
DO 2003200421633
DO 2003200421633
Question no 218 de M. Jo Vandeurzen du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 218 van de heer Jo Vandeurzen van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Centres spécialisés dans le traitement de la douleur. — Attribution de conventions.
Pijncentra. — Toewijzing van conventies.
1. Qu’en est-il de l’attribution des conventions aux centres de traitement de la douleur ?
1. Kan u meedelen hoever de toewijzing van de conventies van de pijncentra gevorderd is ?
2. Pour quelle raison cette attribution tarde-t-elle autant ?
2. Wat is de reden waarom deze toewijzing zo lang aansleept ?
DO 2003200421634
DO 2003200421634
Question no 219 de Mme Magda De Meyer du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 219 van mevrouw Magda De Meyer van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Formalités administratives liées à la délivrance de médicaments destinés aux pigeons voyageurs.
Administratieve rompslomp voor geneesmiddelen toegediend aan reisduiven.
Il me revient qu’aucune distinction ne serait faite dans notre pays entre les pigeons voyageurs et les
Naar verluidt zou er in ons land geen onderscheid gemaakt worden tussen duiven voor ontspanning of
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6153
pigeons destinés à la consommation. Il en résulte que tous les pigeons sont considérés comme des animaux entrant dans la chaıˆne alimentaire et doivent donc être soumis à des controˆles sévères. Cela signifie que les colombophiles, dont l’aˆge moyen en Belgique est de 60 ans et qui pratiquent l’élevage des pigeons pour le plaisir, seraient également soumis à d’importantes formalités administratives. Ils devraient conclure des contrats avec des vétérinaires et présenter un rapport bisannuel. Les vaccins devraient également être administrés par un vétérinaire. 1. Cette information est-elle exacte ?
duiven voor consumptie met als gevolg dat beide soorten beschouwd worden als dieren die in de voedselketen zitten en dus aan strenge controle moeten onderworpen worden. Dit zou betekenen dat een duivenmelker, waarvan de leeftijd in Belgie¨ gemiddeld 60 jaar is en die reisduiven houdt voor het plezier, eveneens onderworpen is aan de grote administratie rompslomp. Ze zouden contracten moeten sluiten met dierenartsen waarbij er tweemaal per jaar een rapport moet overgemaakt worden. Ook vaccinatie zou door veeartsen moeten gebeuren. 1. Is deze informatie correct ?
2. a) Cette approche ne vous semble-t-elle pas excessive à l’égard de personnes de plus de 60 ans qui élèvent des pigeons pour le plaisir ?
2. a) Vindt u dit geen overdreven aanpak voor 60+ers die duiven houden voor hun plezier ?
b) La position belge n’est-elle pas contraire à l’approche européenne, qui établit quant à elle une distinction entre les animaux destinés à la consommation et les pigeons voyageurs ?
b) Is dit niet in tegenstrijd met de Europese aanpak die een duidelijk onderscheid maakt tussen dieren voor consumptie en reisduiven ?
DO 2003200421643
DO 2003200421643
Question no 223 de Mme Yolande Avontroodt du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 223 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Volontaires des services d’urgence. — Avis du CNT sur des projets d’arrêté royal.
Vrijwilligers in de dringende hulpverlening. — Advies NAR over ontwerpen van koninklijk besluit.
La solution annoncée de longue date en vue de remédier aux imprécisions relatives au statut des volontaires des services d’urgence, à savoir les services d’incendie, la protection civile et le transport de patients, se fait toujours attendre.
De reeds lang aangekondigde oplossing voor de onduidelijkheden met betrekking tot het statuut van de vrijwilligers die actief zijn in de dringende hulpverlening, met name bij de brandweer, de civiele bescherming en het ziekenvervoer, laat nog steeds op zich wachten.
Après des années de concertation avec le cabinet de l’ancien ministre des Affaires sociales et des Pensions, M. Frank Vandenbroucke, et avec la commissaire du gouvernement, Mme Greet Van Gool, un consensus a été atteint fin 2002 en vue de la régularisation des collaborateurs non professionnels. Le 12 février 2003, le projet d’arrêté royal a été soumis pour avis au Conseil national du travail. Le ministre compétent de l’époque, M. Vandenbroucke, avait confirmé officiellement que l’objectif était de publier l’arrêté royal avant la fin de la 50e législature.
Na jaren overleg met het kabinet van voormalig minister van Sociale Zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke en regeringscommissaris Greet Van Gool werd eind 2002 een consensus bereikt voor de regularisatie van de niet-professionele medewerkers. Op 12 februari 2003 werd het ontwerp van koninklijk besluit voor advies aan de Nationale Arbeidsraad voorgelegd. Toenmalig bevoegd minister Vandenbroucke bevestigde formeel dat het de bedoeling was het koninklijk besluit voor het einde van de 50ste zittingsperiode te publiceren.
Aujourd’hui, nous attendons toujours l’avis du Conseil national du travail et le statut des collaborateurs non professionnels dans le cadre des services d’urgence ne fait donc toujours pas l’objet d’une réglementation légale. Tant les collaborateurs que leurs employeurs sont confrontés à une insécurité juridique totale et paˆtissent de l’absence de réglementation.
Vandaag wachten we nog steeds op het advies van de Nationale Arbeidsraad en is er dus nog altijd geen wettelijke regeling voor het statuut van de nietprofessionele medewerkers in de dringende hulpverlening. Zowel de medewerkers als hun opdrachtgevers verblijven in de grootste rechtsonzekerheid en zijn slachtoffer van het uitblijven van een regeling.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6154
1. Plus d’un an après que le projet d’arrêté royal lui a été soumis, le Conseil national du travail ne s’est toujours pas prononcé. Quand peut-on escompter cet avis ?
1. Meer dan een jaar na het voorleggen van het ontwerp van koninklijk besluit heeft de Nationale Arbeidsraad zich nog steeds niet uitgesproken. Wanneer mag dit advies verwacht worden ?
2. Compte tenu de l’absence d’une solution politique, l’ONSS a entamé une procédure judiciaire contre le phénomène des volontaires dans le cadre du transport de patients. Un jugement dans cette affaire rendra le volontariat dans le cadre des services d’urgence globalement impayable et donc impraticable.
2. Gezien het uitblijven van een politieke oplossing heeft de RSZ een gerechtelijke procedure opgestart tegen het fenomeen van vrijwilligers in het ziekenvervoer. Een uitspraak in deze zaak zal het vrijwilligerswerk in de dringende hulpverlening in het algemeen onbetaalbaar en daarmee onmogelijk maken.
Comptez-vous éviter un tel jugement en légiférant rapidement ?
Zal u dit voorkomen door snel wetgevend op te treden ?
Ministre de l’E´conomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2003200421266
DO 2003200421266
Question no 117 de M. Francis Van den Eynde du 8 juin 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van 8 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Pillage des matières premières au Congo.
Grondstoffenplundering in Kongo.
Au cours de ces quatre dernières années, une équipe d’experts des Nations unies a publié sept rapports sur le pillage des matières premières au Congo. Ces rapports citent généralement nommément les entreprises qui sont considérées comme suspectes.
De jongste vier jaar publiceerde een expertenploeg van de Verenigde Naties zeven rapporten over de grondstoffenplundering in Kongo. De verslagen noemen meestal naam en toenaam van de bedrijven die als verdacht beschouwd worden.
C’est ainsi que le rapport d’octobre 2002 accusait quatre-vingt-cinq entreprises d’avoir enfreint les directives de l’OCDE sur les pratiques commerciales loyales. Parmi elles, plusieurs banques belges qui auraient permis de réaliser des transactions illégales par le biais d’un certain nombre de filiales au Congo. L’homme d’affaires Georges Forrest est particulièrement visé car il serait directement impliqué dans le pillage des matières premières.
Zo beschuldigde het verslag van oktober 2002, vijfentachtig bedrijven ervan de OESO-richtlijnen inzake eerlijke handelspraktijken te hebben overtreden. Daarbij waren ook enkele Belgische banken die via een aantal filialen in Kongo illegale transacties mogelijk zouden hebben gemaakt. Vooral tegen de zakenman Georges Forrest werden zware sancties gee¨ist, omdat hij direct betrokken zou zijn bij de grondstofplunderingen.
Les rapports des Nations unies ont donné lieu à deux résolutions du Conseil de sécurité, qui exhortaient les gouvernements à ouvrir des enquêtes à l’encontre des entreprises qui ont profité, de l’une ou l’autre manière, de la guerre au Congo.
De VN-rapporten gaven aanleiding tot twee resoluties van de Veiligheidsraad, waarin regeringen werden aangemaand om onderzoeken in te stellen tegen bedrijven die op een of andere wijze profiteerden van de oorlog in Kongo.
En mars, l’ONG Rights and Accountability in Development (RAID), basée à Oxford, a accusé les gouver-
De in Oxford gebaseerde NGO, Rights and Accountability in Development (RAID) beschuldigde in maart
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6155
nements nationaux de n’avoir pratiquement rien entrepris pour enquêter sur les pratiques de pillage par des entreprises établies dans leur pays.
de nationale regeringen ervan zo goed als niets te hebben ondernomen om de plunderpraktijken van de in hun land gevestigde bedrijven te onderzoeken.
Ce serait notamment le cas du gouvernement belge. Ainsi, selon l’ONG, aucune enquête n’aurait été menée sur des transactions illégales qui auraient été exécutées par l’intermédiaire de filiales de la Belgolaise. Selon RAID, différentes transactions relatives à des armes destinées à l’armée congolaise auraient été effectuées par le biais de comptes de la Belgolaise. Des seigneurs de guerre rwandais et ougandais ont également effectué par le biais de la Belgolaise des transactions concernant des ventes illégales d’armes graˆce aux revenus issus du commerce du coltan, de l’or et des diamants.
Dit zou onder meer voor de Belgische regering het geval zijn. Zo is er volgens de NGO geen onderzoek geweest naar illegale transacties die via filialen van de Belgolaise zouden uitgevoerd zijn. Volgens RAID zouden via Belgolaise-rekeningen verschillende wapentransacties voor het Kongolese leger zijn geleverd. Maar ook Rwandese en Ugandese krijgsheren maakten van de Belgolaise gebruik om met de opbrengsten van coltan-, goud- en diamanthandel, illegale wapentransacties te doen.
Le volet belge du rapport de RAID s’attarde également longuement sur les agissements de M. Georges Forrest. Celui-ci aurait notamment livré septante-cinq jeeps au gouvernement du président congolais Kabila. Les véhicules auraient été utilisés pour le transport de militaires vers la Zambie.
Het Belgische luik van het RAID-rapport besteedt ook heel wat aandacht aan de praktijken van de heer Georges Forrest. Hij zou onder meer vijfenzeventig jeeps aan de regering van de Kongolese president Kabila geleverd hebben. De voertuigen zouden gebruikt zijn voor het vervoer van militairen naar Zambia.
1. Est-il exact que le gouvernement belge n’a mené aucune enquête à propos des conclusions des rapports des Nations unies ?
1. Klopt het dat de Belgische regering geen onderzoek gedaan heeft met betrekking tot de conclusies van de verslagen van de Verenigde Naties ?
2. a) Dans l’affirmative, pourquoi ?
2. a) Zo ja, waarom ?
b) Dans la négative, quels sont les résultats de l’enquête qui a été menée ?
b) Zo neen, wat zijn de resultaten van dat onderzoek ?
3. Des mesures particulières ont-elles été prises ?
3. Werden er speciale maatregelen getroffen ?
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2003200421610
DO 2003200421610
Question no 66 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 7 juin 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 66 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 7 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Sélection d’un assistant planning manager.
Selectie van een assistent van de planning manager.
Il me revient que le Selor aurait publié au Moniteur belge du 28 novembre 2003 un appel aux candidats
In het Belgisch Staatsblad van 28 november 2003 is een oproep van Selor tot kandidaatstelling voor een
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
778
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6156
pour une sélection comparative d’assistant planning manager d’expression française. 1. a) Pourriez-vous indiquer s’il y a plusieurs assistants planning manager au Selor ? b) Pourquoi ce futur candidat doit-il être spécifiquement francophone ? c) Un candidat néerlandophone ne pourrait-il pas remplir cette fonction ? 2. a) De plus, le respect de l’équilibre global des cadres linguistiques francophone et néerlandophone influence-t-il à ce point le profil requis pour une fonction ? b) Dans l’affirmative, n’y a-t-il pas un risque de n’avoir au Selor que des experts néerlandophones et des généralistes assistants francophones ? 3. a) Pourriez-vous indiquer pourquoi le diploˆme de l’enseignement social de type court est-il requis pour cette fonction assez générale dans sa description ? b) D’autres formations de l’enseignement de type court ne pourraient-elles pas convenir ? Cela aurait le mérite d’ouvrir réellement l’emploi.
6. Pourriez-vous communiquer le nombre de candidatures introduites et le nombre de candidatures retenues ?
vergelijkende selectie van een Franstalige assistent van de planning manager verschenen. 1. a) Kan u me meedelen of er meerdere assistenten van de planning manager bij Selor werken ? b) Waarom is de oproep uitsluitend tot Franstalige kandidaten gericht ? c) Is een Nederlandstalige kandidaat niet geschikt voor deze functie ? 2. a) Wordt het profiel voor een ambt dan opgesteld in functie van de naleving van het globale evenwicht tussen het Franstalige en Nederlandstalige taalkader ? b) Zo ja, bestaat het risico dan niet dat het personeel van Selor wordt opgedeeld in Nederlandstalige deskundigen en Franstalige algemene assistenten ? 3. a) Waarom wordt het diploma van sociaal hoger onderwijs van het korte type gee¨ist voor een functie die volgens de omschrijving eerder algemeen van aard is ? b) Zijn andere opleidingen van het hoger onderwijs van het korte type niet even geschikt voor deze functie ? Het aanvaarden van andere opleidingen zou de werkgelegenheid effectief ten goede komen. 4. Kan u me tevens meedelen of Selor reeds een planning manager heeft ? 5. Volgens de selectieprocedure vermeld in het selectiereglement is het absoluut noodzakelijk dat de kandidaat over een ervaring van zes maanden beschikt in het domein van planningbeheer met gebruik van een specifieke geı¨nformatiseerde planningtool terwijl het toch om een vrij algemene functie gaat. Als men alle vereisten optelt komt men tot een erg gericht profiel : een Franstalige sociaal assistent die gedurende zes maanden met een planningsoftware gewerkt heeft. Is dit profiel niet al te zeer geschreven op maat van een « ideale » kandidaat ? 6. Kan u me meedelen hoeveel kandidaturen ontvangen werden en hoeveel er in aanmerking werden genomen ?
DO 2003200421611
DO 2003200421611
Question no 67 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 7 juin 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Communication des résultats des mesures de compétences. Les mesures de compétences des niveaux B et C se poursuivent au Selor.
Vraag nr. 67 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 7 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Bekendmaking van de resultaten van de competentiemetingen. Op dit ogenblik zijn bij Selor de competentiemetingen voor de niveaus B en C aan de gang.
4. Pourriez-vous également communiquer s’il y a déjà un planning manager au Selor ? 5. La procédure de sélection précisée dans le règlement de sélection insiste lourdement sur la nécessité d’une expérience de six mois en gestion de planning avec utilisation d’un outil informatique spécialisé dans ce domaine pour une fonction en fait assez générale. Si l’on rassemble les exigences, le profil est fort ponctuel : « un francophone, assistant social ayant utilisé pendant 6 mois un logiciel de planification Ne ciblet-on pas trop le profil d’un candidat « idéal » ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6157
` cet égard, il me revient que les délais de communiA cation des résultats ne sont plus respectés.
Ik vernam in dat verband dat de termijnen voor de mededeling van de resultaten niet langer worden nageleefd.
Initialement, le Selor s’engageait (et l’exprimait aux candidats à l’occasion de la passation des tests au Selor) à communiquer les résultats rapidement de telle sorte que les services d’encadrement Personnel et Organisation de chaque SPF puissent transmettre ces résultats à leurs candidats dans un délai de vingt jours ouvrables.
Aanvankelijk verbond Selor zich ertoe (en dat werd ook aan de kandidaten meegedeeld wanneer ze bij Selor de tests aflegden) de resultaten op korte termijn mee te delen, zodat de stafdiensten Personeel en Organisatie van elke FOD ze binnen twintig werkdagen aan hun respectieve kandidaten zouden kunnen bezorgen.
1. ` cet égard, confirmez-vous la situation ? a) A
1. a) Bevestigt u die informatie ?
b) Dans l’affirmative, pourriez-vous indiquer les raisons qui justifient que le service offert aux candidats semble se dégrader au fil du temps ?
b) Zo ja, hoe verklaart u dat de dienstverlening aan de kandidaten mettertijd verwatert ?
c) N’estimez-vous pas que le Selor s’éloigne des objectifs formulés en terme de rapidité et de qualité au service du citoyen ?
c) Meent u niet dat Selor van de uitgezette koers afdrijft ? Als doelstellingen werden immers een snelle en kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan de burger vooropgesteld.
2. En outre, pourriez-vous également indiquer ou` en est le projet d’e-recrutement annoncé comme projet prioritaire depuis février 2002 et qui ne semble toujours pas opérationnel ?
2. Kan u me voorts meedelen hoever het met het e-recruiting project staat, dat sinds februari 2002 als prioritair project werd aangekondigd, maar dat blijkbaar nog steeds niet operationeel is ?
DO 2003200421612
DO 2003200421612
Question no 68 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 7 juin 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 68 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 7 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Délivrance par le Selor d’un document administratif.
Afgifte van een bestuursdocument door Selor.
Conformément à l’arrêté royal du 30 aouˆt 1996, toute demande en vue d’obtenir la copie d’un document administratif, donne lieu à une rétribution.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 geeft ieder verzoek om een afschrift van een bestuursdocument aanleiding tot een vergoeding.
` cet égard, il me revient que le tarif d’une copie A4, A fournie par le Selor en version noir et blanc, s’élève à 5 cents par page avec un minimum de 1,25 euro.
Ik verneem dat het tarief voor een zwart-wit afschrift op A4-formaat 5 cent per bladzijde bedraagt, met een minimum van 1,25 euro.
En outre, et dans le cas ou` la copie des documents est envoyée par La Poste, il semble que le Selor réclame une somme complémentaire devant couvrir les frais de port par recommandé et qui dépend du poids de la lettre (8 pages + enveloppe s’élèverait à 5,46 euros et 16 pages + enveloppe s’élèverait à 5,95 euros).
Indien het afschrift van de documenten per post wordt verstuurd, zou Selor bovendien een bijkomend bedrag voor de portokosten van de aangetekende zending aanrekenen. Dit bedrag hangt af van het gewicht van de zending (8 bladzijden en een omslag kosten 5,46 euro, 16 bladzijden en een omslag kosten 5,95 euro).
1. a) Confirmez-vous cette situation ?
1. a) Bevestigt u deze gegevens ?
b) Dans l’affirmative, n’estimez-vous pas prohibitif de réclamer 6,71 euros lorsque le nombre de pages est inférieur au minimum ?
b) Zo ja, vindt u het niet overdreven dat een prijs van 6,71 euro wordt aangerekend wanneer het aantal bladzijden onder het minimum blijft ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6158
c) La rétribution est-elle conforme au prix du marché ?
c) Stemt de vergoeding overeen met de marktprijs ?
d) N’estimez-vous pas que le tarif pratiqué par le Selor constitue un frein à l’obtention d’un document administratif ?
d) Meent u niet dat het door Selor gehanteerde tarief een belemmering voor het verkrijgen van een bestuursdocument vormt ?
e) Quelles sont les raisons qui justifient que le Selor n’indique pas de manière précise le montant à verser sur le compte bancaire dès lors que le candidat n’a pas nécessairement connaissance du nombre de pages pour déterminer le montant qu’il doit acquitter ?
e) Welke redenen rechtvaardigen het feit dat Selor niet duidelijk het bedrag vermeldt dat op zijn bankrekening dient te worden gestort, te meer daar de kandidaat niet noodzakelijk weet over hoeveel bladzijden het gaat en dus niet zelf het te betalen bedrag kan berekenen ?
2. De plus, pourriez-vous également indiquer quelles sont les raisons qui justifient que les documents doivent obligatoirement être transmis par recommandé à la poste alors que la communication des résultats se fait par simple lettre ?
2. Welke redenen rechtvaardigen het feit dat de documenten verplicht per aangetekende zending worden verstuurd, terwijl de resultaten via een gewone brief worden medegedeeld ?
3. En outre, pourriez-vous communiquer la base légale permettant au Selor de considérer la demande de copie d’un document administratif comme nulle et non avenue si, dans un délai de quinze jours à dater du courrier transmis par le Selor, aucune suite n’y est donnée ?
3. Kan u bovendien meedelen op welke wettelijke basis Selor het verzoek om een afschrift van een bestuursdocument als zijnde van nul en generlei waarde kan beschouwen, indien aan het schrijven van Selor geen gevolg wordt gegeven binnen een termijn van twee weken na de verzending ervan ?
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 43 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 43 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N,N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6159
DO 2003200421575
DO 2003200421575
Question no 45 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 2 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 45 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 2 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans.
Aantal leefloners jonger dan 25 jaar.
La Flandre connaıˆtrait une augmentation alarmante (de 37 %) du nombre de jeunes bénéficiaires du revenu d’intégration. Les CPAS des villes-centres dénombrent 3 393 jeunes (de moins de 25 ans) bénéficiant d’un revenu d’intégration. Pour la Flandre, cela reviendrait à un nombre approximatif de 11 000 personnes. Et il ne s’agit ici que des CPAS des villes-centres.
Er zou in Vlaanderen een verontrustende stijging zijn van jonge leefloners (met 37 %). Het aantal jonge leefloonclie¨nten (−25 jaar) in de centrumOCMW’s bedraagt 3 393. Voor Vlaanderen betekent dit min of meer 11 000. En hier is nog maar enkel sprake van de centrum-OCMW’s.
Pouvez-vous communiquer les données suivantes :
Kan u meedelen :
1. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Flandre en 2002 (ventilé par ville/commune);
1. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Vlaanderen in 2002 (per stad/gemeente);
2. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Flandre en 2003 (ventilé par ville/commune);
2. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Vlaanderen in 2003 (per stad/gemeente);
3. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Wallonie en 2002 (ventilé par ville/commune);
3. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Wallonie¨ in 2002 (per stad/gemeente);
4. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Wallonie en 2003 (ventilé par ville/commune) ?
4. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Wallonie¨ in 2003 (per stad/gemeente) ?
DO 2003200421576
DO 2003200421576
Question no 46 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 2 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 46 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 2 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration.
Aantal leefloners.
Selon un communiqué de presse diffusé par l’Association des villes et communes flamandes le 19 mars 2004, le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration a augmenté de 8,5 % en 2004 par rapport aux chiffres de 2002.
Uit een perstekst van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten van 19 maart 2004 blijkt dat het aantal leefloners in 2004 steeg met 8,5 % in vergelijking met 2002.
Pouvez-vous communiquer les chiffres suivants, qui doivent me fournir un aperçu du nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration et de leur répartition territoriale :
Kunt u volgende cijfers meedelen zodat ik een globaal beeld krijg van het aantal leefloners en hun territoriale verspreiding :
1. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Flandre en 2002, ventilé par ville/commune;
1. het aantal leefloontrekkers in Vlaanderen in 2002, en dit op basis van de stad/gemeente;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6160
2. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Flandre en 2003, ventilé par ville/commune;
2. het aantal leefloontrekkers in Vlaanderen in 2003, en dit op basis van de stad/gemeente;
3. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Wallonie en 2002, ventilé par ville/commune;
3. het aantal leefloontrekkers in Wallonie¨ in 2002, en dit op basis van de stad/gemeente;
4. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Wallonie en 2003, ventilé par ville/commune ?
4. het aantal leefloontrekkers in Wallonie¨ in 2003, en dit op basis van de stad/gemeente ?
DO 2003200421594
DO 2003200421594
Question no 48 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 3 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 48 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Intérim d’insertion. — Agences d’intérim agréées. — Contrats de travail à durée indéterminée.
Invoeginterim. — Erkende uitzendkantoren. — Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.
La réponse apportée à ma question écrite relative à l’intérim d’insertion (question no 30 du 17 mars 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 31, pp. 4828-4830) n’était pas tout à fait complète.
Op mijn schriftelijke vraag over invoeginterim (vraag nr. 30 van 17 maart 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 31, blz. 4828-4830) bleven enkele van de gestelde vragen onbeantwoord.
1. Combien de travailleurs intérimaires étaient concernés à chaque fois qu’un accord a été conclu avec les agences d’intérim concernées ?
1. Over hoeveel invoeguitzendkrachten ging het telkens wanneer er een overeenkomst werd gesloten met de betrokken uitzendkantoren ?
2. Ce régime d’intérim d’insertion a-t-il déjà fait ses preuves en ce qui concerne les possibilités ultérieures de trouver un emploi ?
2. Is uit de toepassing van invoeginterim reeds gebleken dat invoeginterims goede doorstromingskansen hebben ?
3. a) Quelles principales conclusions avez-vous pu tirer de l’évaluation du régime des intérims d’insertion pour la clientèle des CPAS ?
3. a) Wat zijn de belangrijkste conclusies die u heeft getrokken uit de evaluatie van het instrument invoeginterim voor OCMW-clie¨nten ?
b) Quels aménagements sont nécessaires ?
b) Welke bijsturingen dringen zich op ?
4. La première évaluation a été effectuée il y a deux ans.
4. De eerste evaluatie dateert van twee jaar geleden.
Sera-t-il procédé à un suivi de cette évaluation dans un avenir proche ?
Zal er in de nabije toekomst een opvolging van deze evaluatie gebeuren ?
DO 2003200421283
DO 2003200421283
Question no 49 de M. Roel Deseyn du 9 juillet 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 49 van de heer Roel Deseyn van 9 juli 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Connexion à l’internet de dix maisons de repos en Wallonie.
Aansluiting van tien rusthuizen op het internet in Wallonie¨.
Les pensionnaires de dix maisons de repos situées en Wallonie pourront bientoˆt naviguer sur le réseau inter-
De bejaarden uit tien Waalse rustoorden kunnen binnenkort het internet op. Daarvoor trok de Waalse
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6161
net. Le ministre wallon de la Santé publique, Thierry Detienne (E´colo), a dégagé un budget de 12 500 euros à cette fin. Chaque établissement sera équipé d’un ordinateur avec connexion internet tandis qu’une formation à l’utilisation du nouveau média sera dispensée à un membre du personnel et à un pensionnaire, qui pourront initier à leur tour d’autres personnes aˆgées intéressées.
minister van Volksgezondheid, Thierry Detienne (E´colo), 12 500 euro uit. Naast een computer met internetaansluiting krijgt elke instelling ook een internetopleiding aangeboden voor een personeelslid en een bewoner, die op hun beurt geı¨nteresseerde senioren vertrouwd kunnen maken met het nieuwe medium.
1. Prévoit-on de coordonner des actions similaires au niveau fédéral ?
1. Zijn er plannen om gelijkaardige acties federaal te coo¨rdineren ?
2. D’aucuns proposent d’utiliser des pc qui seraient offerts par des entreprises. De plus, la connexion internet dans les CPAS pourrait être facturée au même tarif préférentiel que celui appliqué pour les hoˆpitaux et les écoles. Ces deux propositions pourraient être soutenues au niveau fédéral.
2. Sommigen suggereren gebruik te maken van pc’s die door bedrijven kunnen worden geschonken. Daar bovenop zou men voor de internetaansluiting in OCMW’s hetzelfde voordeeltarief kunnen aanrekenen als voor ziekenhuizen en scholen. Beide suggesties zouden federaal kunnen ondersteund worden.
a) Quelle est votre position à cet égard ? ` combien s’élèverait alors le couˆt total ? b) A
a) Hoe staat u hier tegenover ?
3. Sous la législature précédente, un projet-pilote a été mené avec succès par la BIBA dans un hoˆpital, en utilisant des setup boxes.
3. Een pilootproject van BIBA met setup-boxen in een ziekenhuis werd onder uw voorganger succesvol bevonden.
a) Que pensez-vous de la possibilité de fournir aux seniors qui le demandent un accès à l’internet par ce moyen ?
a) Hoe staat u tegenover de mogelijkheid om senioren die daar om vragen via deze weg internettoegang te geven ?
b) Ce système peut-il également être utilisé dans le cadre de l’e-care ?
b) Kan het systeem ook ingeschakeld worden voor e-care ?
Politique des grandes villes
Grootstedenbeleid
b) Hoeveel zou de totale kostprijs dan bedragen ?
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 15 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 15 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6162
E´galité des chances
Gelijke Kansen
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 13 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 13 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
DO 2003200421570
DO 2003200421570
Question no 14 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 14 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement.
FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6163
III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Vice-première ministre et ministre de la Justice
Vice-eerste minister en minister van Justitie
DO 2003200421051
DO 2003200421051
Question no 205 de Mme Frieda Van Themsche du 9 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 205 van mevrouw Frieda Van Themsche van 9 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Politique pénale en matière d’infractions de roulage.
Strafbeleid inzake verkeersovertredingen.
Les changements importants dans le cadre de la nouvelle loi relative à la circulation routière sont les amendes extrêmement lourdes, d’une part, et la suppression d’une peine d’emprisonnement éventuelle, d’autre part.
De belangrijke veranderingen bij de nieuwe verkeerswet zijn enerzijds de superboetes en anderzijds de schrapping van een mogelijke celstraf.
1. En cas d’infractions graves, une peine d’emprisonnement pouvait également être prononcée.
1. Bij zware overtredingen kon ook een celstraf uitgesproken worden.
Combien de peines d’emprisonnement ont été effectivement prononcées en 2000, 2001, 2002 et 2003 ?
Hoeveel celstraffen zijn er daadwerkelijk uitgesproken in 2000, 2001, 2002 en 2003 ?
2. Combien de ces peines d’emprisonnement ont également été purgées, et cela pour les différentes années, ci-dessus ?
2. Hoeveel van deze celstraffen zijn er ook daadwerkelijk uitgezeten en dit voor de verschillende jaren ?
3. Pour quelles infractions routières punissables des peines de prison ont-elles principalement été purgées ?
3. Voor welke strafbare verkeersdelicten werden er hoofdzakelijk celstraffen uitgezeten ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 7 juillet 2004, à la question no 205 de Mme Frieda Van Themsche du 9 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 7 juli 2004, op de vraag nr. 205 van mevrouw Frieda Van Themsche van 9 maart 2004 (N.) :
En réponse à votre question, vous trouverez la liste des sanctions applicables par les tribunaux aux infractions de roulage jusqu’au 29 février 2004. L’article 29 des lois coordonnées par l’arrêté royal du 16 mars 1968 des lois coordonnées précisait que le juge pouvait choisir l’une des sanctions des infractions ou les cumuler.
In antwoord op uw vraag, vindt u hierbij de lijst met straffen die door de rechtbanken tot en met 29 februari 2004 voor verkeersovertredingen konden worden opgelegd. Artikel 29 van de bij koninklijk besluit gecoo¨rdineerde wetten van 16 maart 1968 bepaalde dat de rechter een van de straffen voor de overtredingen mocht kiezen of verschillende straffen kon samenvoegen.
Depuis le premier mars 2004, la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de sécurité
De wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid en haar uitvoe-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
779
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6164
routière et ses arrêtés d’application sont entrés en vigueur. Les nouvelles dispositions sont caractérisées par une nouvelle catégorisation des infractions, la substitution de la déchéance, la suppression de la plupart des peines d’emprisonnement et l’accroissement des amendes.
ringsbesluiten zijn sinds 1 maart 2004 in werking getreden. De nieuwe bepalingen worden gekenmerkt door een nieuwe indeling van verkeersovertredingen, de verandering van het verval van het recht tot sturen, het afschaffen van de meeste celstraffen en het vermeerderen van het bedrag van de boetes.
Pour le Royaume en 2000, 2 735 peines d’emprisonnement ont été prononcées. En 2001, 2 598 peines d’emprisonnement ont été prononcées, en 2002, 2 674 peines d’emprisonnement ont été prononcées. En 2003, 1 216 décisions d’emprisonnement ont été pronconcées.
In 2000 en 2001 werden in Belgie¨ respectievelijk 2 735 en 2 598 celstraffen uitgesproken. In 2002 bedroeg dit aantal 2 674. In 2003 werden 1 216 celstraffen uitgesproken.
Nous ne disposons pas encore des statistiques de répartition par infraction et par arrondissement judiciaire des peines d’emprisonnement ni de leur exécution. Il sera répondu ultérieurement à ces aspects de la question dès réception des informations.
We beschikken nog niet over de statistieken omtrent de celstraffen of de uitvoering ervan waarbij deze volgens overtreding of gerechtelijk arrondissement worden opgedeeld. Zodra de informatie in ons bezit is, zal op deze aspecten van de vraag een antwoord gegeven worden.
La loi du 7 février 2003 fera l’objet d’une évaluation qui doit être déposée pour le premier septembre.
De wet van 7 februari 2003 zal gee¨valueerd worden. Het resultaat hiervan zal tegen 1 september ingediend moeten worden.
L’opportunité et les effets de cette modification de peines sont un des éléments à analyser.
De mogelijkheden en gevolgen van deze strafaanpassingen maken deel uit van de elementen die dienen te worden geanalyseerd.
Une partie de la réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (services des Questions parlementaires).
Een deel van het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 2003200421181
DO 2003200421181
Question no 220 de M. Alfons Borginon du 29 mars 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 220 van de heer Alfons Borginon van 29 maart 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Controˆle du personnel des établissements pénitentiaires et du Corps de sécurité.
Toezicht personeel penitentiaire instellingen en Veiligheidskorps.
Les services de police sont controˆlés par le Comité P, les services de renseignements sont controˆlés par le Comité R. Ces deux comités sont controˆlés directement par une commission parlementaire.
De politiediensten staan onder het toezicht van het Comité P, de inlichtingendiensten staan onder het toezicht van het Comité I. Deze twee comités staan rechtstreeks onder het toezicht van een parlementaire commissie.
Les gardiens de prison remplissent des taˆches qui sont fort apparentées à des missions de police et qui, comme celles-ci, peuvent fournir l’occasion à certains de se livrer à des pratiques répréhensibles (corruption, abus de pouvoir, etc.).
Cipiers oefenen taken uit die nauw verwant zijn met politiebevoegdheden, en zijn vatbaar voor dezelfde laakbare praktijken (corruptie, misbruik van de machtspositie, enz.).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6165
1. Existe-t-il un organisme comparable au Comité P ou au Comité R qui controˆle :
1. Is er een instelling, gelijkaardig aan het Comité P of het Comité I, die toezicht houdt over :
a) le personnel des établissements pénitentiaires ;
a) het personeel van de penitentiaire instellingen;
b) le Corps de sécurité qui vient d’être créé ?
b) het nieuw opgerichte Veiligheidskorps ?
2. Dans la négative, ne serait-il pas souhaitable d’étendre à ces catégories le pouvoir de controˆle du Comité P ou de créer un nouveau comité qui lui soit comparable ?
2. Zo neen, zou het niet wenselijk zijn de toezichtsbevoegdheid van het Comité P uit te breiden tot deze categoriee¨n, of een nieuw vergelijkbaar comité op te richten ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 juillet 2004, à la question no 220 de M. Alfons Borginon du 29 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 juli 2004, op de vraag nr. 220 van de heer Alfons Borginon van 29 maart 2004 (N.) :
1. Il n’existe pas d’organisme qui, à l’image du Comité P ou du Comité R, controˆle le personnel des établissements pénitentiaires ou les agents de sécurité.
1. Er bestaat geen organisme dat, zoals het Vast Comité P of het Vast Comité I, het personeel van de strafinrichtingen of de veiligheidsagenten controleert.
Je vous rappelle que le personnel des établissements pénitentiaires et du corps de sécurité sont des membres du SPF Justice. Dans ce cadre, ce personnel est toutefois soumis aux règles déontologiques qui sont notamment prévues dans les Instructions générales pour les établissements pénitentiaires.
Ik herinner er u aan dat het personeel van de strafinrichtingen en van het veiligheidskorps deel uitmaken van de FOD Justitie. In dit kader is dit personeel echter wel onderworpen aan deontologische regels, die onder meer voorzien zijn in de Algemene Instructies voor de strafinrichtingen.
Des manquements à ces règles peuvent évidemment être sanctionnés disciplinairement, voir le cas échéant, pénalement.
Overtredingen van deze regels kunnen uiteraard disciplinair bestraft worden en in voorkomend geval ook strafrechtelijk.
Il existe par ailleurs au sein du SPF Justice, direction générale d’Exécution des peines et mesures, un service d’inspection chargé de controˆler le fonctionnement des services. En ce qui concerne les membres du corps spécial de sécurité, non seulement ils sont tenus disciplinairement par le statut du SPF intérieur mais ils sont au quotidien amené à rendre des comptes au chef de corps de la zone dans laquelle ils œuvrent.
In de schoot van de FOD Justitie, directoraatgeneraal Uitvoering van straffen en maatregelen, bestaat er een inspectiedienst die belast is met het controleren van de werking van de diensten. Wat de leden betreft van het speciaal veiligheidskorps, moeten die zich op disciplinair vlak niet alleen gedragen naar het statuut van de FOD Binnenlandse Zaken, maar ze moeten ook dagelijks verantwoording afleggen bij de korpschef van de zone waarin ze werkzaam zijn.
2. Par conséquent j’estime qu’il est prématuré d’envisager en la matière une extension des compétences du Comité P ou la création d’un nouvel organe de controˆle ad hoc. Même si je sais que cet élément avait été retenu, lors de la précédente législature, dans le plan fédéral de sécurité et de politique pénitentiaire.
2. Ik ben bijgevolg de mening toegedaan dat het voorbarig is om op dit vlak een uitbreiding te overwegen van het Vast Comité P, of van de oprichting van een nieuw ad hoc-controleorgaan, alhoewel het mij bekend is dat dit element weerhouden was in het federaal plan voor veiligheid en penitentiair beleid tijdens de vorige regeerperiode.
DO 2003200421265
DO 2003200421265
Question no 235 de M. Hagen Goyvaerts du 15 avril 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 235 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Projet-pilote de vidéoconférence à Louvain.
Proefproject videoconferentie in Leuven.
Fin 2002, Marc Verwilghen, ancien ministre de la Justice, avait lancé un projet-pilote de vidéoconférence à Louvain et Charleroi. Les prévenus restaient dans
Einde 2002 startte voormalig minister van Justitie Marc Verwilghen een proefproject in Leuven en Charleroi om verdachten in hun cel te laten en hen via
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6166
leur cellule et comparaissaient devant la Chambre du conseil au moyen de la vidéoconférence.
videoconferentie voor de Raadkamer te laten verschijnen.
Le projet avait un double objectif, à savoir : réaliser des économies sur le transfèrement de détenus, d’une part, et limiter les risques en gardant les prévenus derrière les barreaux, d’autre part. Bien que le projet ait couˆté près de 450 000 euros, il a été arrêté depuis lors parce que la chambre des mises en accusation près la cour d’appel de Mons a décidé, en avril 2003, que « l’audition impersonnelle » était contraire à la loi sur la détention préventive.
Het opzet van het project was tweevoudig, met name het besparen op het overbrengen van gevangenen en het beperken van de risico’s door de verdachten achter de tralies te houden. Niettegenstaande het project zowat 450 000 euro heeft gekost, is het project ondertussen stilgelegd omdat de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) bij het hof van beroep in Bergen in april 2003 besliste dat het « onpersoonlijk verhoor » strijdig is met de wet op de voorlopige hechtenis.
1. Quelles initiatives avez-vous prises jusqu’à présent en vue d’adapter ou de créer la base légale permettant d’organiser de telles vidéoconférences ?
1. Welke initiatieven heeft u tot op heden genomen om de wettelijke basis voor dergelijke videoconferenties aan te passen of te cree¨ren ?
2. Si vous n’avez pas pris d’initiatives, dans quel délai pensez-vous le faire ?
2. Zo u geen initiatieven heeft genomen, binnen welk tijdskader zult u alsnog een initiatief nemen ?
3. Avez-vous déjà eu une concertation à ce sujet avec les directeurs des prisons concernées ? Quels ont été les résultats de cette concertation ?
3. Heeft u hierover reeds een overleg gehad met de directeurs van de betrokken gevangenissen en wat is het resultaat daarvan ?
4. Avez-vous déjà eu une concertation à ce sujet avec les procureurs ? Quels ont été les résultats de cette concertation ?
4. Heeft u hierover reeds een overleg gehad met de procureurs en wat is het resultaat daarvan ?
5. Si aucune concertation avec les directeurs et les procureurs n’a encore eu lieu, quelle en est la raison et pour quand ces concertations sont-elles prévues ?
5. Indien nog geen overleg heeft plaatsgevonden met de directeurs en de procureurs, wat is de reden daartoe en wanneer is dit alsnog gepland ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 7 juillet 2004, à la question no 235 de M. Hagen Goyvaerts du 15 avril 2004 (N.) : ` l’occasion de questions parlementaires posées A précédemment, j’ai déjà indiqué que, personnellement, je n’étais pas très favorable au système de vidéoconférence. Je suis tout à fait consciente qu’il présente un certain nombre d’avantages pratiques, mais je continue plutoˆt à croire en la comparution personnelle de la personne arreˆtée devant son juge.
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 7 juli 2004, op de vraag nr. 235 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 april 2004 (N.) :
Malgré cette réserve, je tiens à évaluer ce sytème selon ses mérites.
Niettegenstaande deze terughoudendheid wens ik het systeem op zijn merites te beoordelen.
J’ai dès lors demandé aux présidents des tribunaux de première instance et aux procureurs du Roi de Louvain et de Charleroi de me faire rapport sur leur expérience en ce qui concerne le fonctionnement de ce système.
Ik heb dan ook aan de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg en aan de procureurs des Konings van Leuven en Charleroi om een rapport gevraagd omtrent hun wedervaren met de werking van het syteem.
J’ai demandé un rapport semblable aux directeurs des prisons de Louvain et de Jamioulx.
Eenzelfde verslag heb ik gevraagd aan de directeurs van de gevangenissen van Leuven en Jamioulx.
J’ai déjà reçu un certain nombre de ces rapports; j’en attends encore quelques uns.
Een aantal van deze rapporten mocht ik reeds ontvangen; een paar zijn nog onderweg.
Lorsque j’aurai reçu et étudié tous ces rapports, je fixerai un entretien avec les représentants des barreaux francophones et flamands. L’opinion du barreau est en effet également importante dans le cadre de cette problématique.
Wanneer ik alle verslagen zal hebben ontvangen en bestudeerd, zal ik, een onderhoud vastleggen met de vertegenwoordigers van de Vlaamse en Franstalige balies. Ook de stem van de advocatuur is in deze belangrijk.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik heb reeds in eerdere parlementaire vragen te kennen gegeven dat ik persoonlijk geen groot voorstander ben van het systeem van de videoconferentie. Ik ben mij ten zeerste bewust van een aantal praktische voordelen, maar blijf eerder geloven in een persoonlijke verschijning van een aangehoudene voor zijn rechter.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6167
Au terme de ce processus d’information, je déciderai s’il faut ou non prendre une initiative législative pour conférer une base légale à la vidéoconférence.
Na het bee¨indigen van deze informatieronde zal ik beslissen of al dan niet een wetgevend initiatief wordt genoen om de videoconferentie een wettelijke basis te geven.
DO 2003200421320
DO 2003200421320
Question no 241 de M. Guido De Padt du 6 mai 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 241 van de heer Guido De Padt van 6 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Zoophilie. — Caractère punissable.
Seks met dieren. — Strafbaarheid.
Selon le ministère néerlandais de l’agriculture, les relations sexuelles avec les animaux devraient être interdites. Le ministère envisage de modifier la loi sur le bien-être des animaux afin de rendre punissables toutes les formes de bestialité. Le ministre néerlandais de l’agriculture réagit ainsi à l’émoi suscité par le fait que début mars 2004, à Utrecht, une personne ayant violé un poney a été mise hors de cause, n’ayant commis aucune infraction à la loi.
Volgens het Nederlandse ministerie van Landbouw zou seks met dieren moeten verboden worden. Het ministerie bekijkt of de dierenwelzijnwet zo kan worden aangepast dat « alle vormen van bestialiteit » strafbaar zijn. De Nederlandse minister van Landbouw reageert hiermee op de commotie die ontstond toen een ponyverkrachter in Utrecht begin maart 2004 vrijuit ging omdat hij volgens de wet niets strafbaars had gedaan.
1. a) La zoophilie est-elle punissable en Belgique ?
1. a) Is seks met dieren in Belgie¨ strafbaar ?
b) Dans l’affirmative, dans quelles circonstances ?
b) Zo ja, onder welke voorwaarden ?
2. Dans la négative, des initiatives légales ont-elles été prises en la matière ?
2. In ontkennend geval, worden er wettelijke initiatieven genomen ?
3. Dispose-t-on de données et/ou de chiffres sur la situation en Belgique ?
3. Zijn er desbetreffend gegevens en/of cijfers bekend over de Belgische situatie ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 juillet 2004, à la question no 241 de M. Guido De Padt du 6 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 juli 2004, op de vraag nr. 241 van de heer Guido De Padt van 6 mei 2004 (N.) :
Je peux communiquer à l’honorable membre qu’il n’existe aucune disposition prohibitive concrète qui prévoit explicitement et textuellement que la zoophilie est punissable. Toutefois, un certain nombre de dispositions légales peuvent être utilisées pour punir cette pratique.
Ik kan het geachte lid meedelen dat er geen concrete verbodsbepalingen bestaan die expliciet en woordelijk stellen dat seks met dieren strafbaar is. Er zijn echter een aantal wettelijke bepalingen die wel degelijk kunnen worden gehanteerd ter bestraffing van seks met dieren.
L’article 1er de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux prévoit que nul ne peut se livrer sciemment à des actes non visés par la présente loi, qui ont pour but de faire périr inutilement un animal ou de lui causer inutilement une mutilation, une lésion ou des souffrances. L’article 35, 1o, de la même loi contient une disposition pénale à l’égard des personnes qui violent l’article 1er, lequel prévoit un emprisonnement d’un mois à trois mois et une amende de vingt-six euros à mille euros ou une de ces peines seulement. Pour obtenir d’autres précisions quant à l’application de ces dispositions légales, je renvoie aux réponses du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique (Question no 179 du 7 mai 2004) et de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture (Ques-
Het artikel 1 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren stelt het volgende : « Niemand mag wetens handelingen plegen die niet door deze wet zijn voorzien en die tot doel hebben dat een dier nutteloos omkomt of nutteloos een verminking, een letsel of pijn ondergaat ». Dezelfde wet bevat in artikel 35, 1o, een strafbepaling voor personen die het artikel 1 overtreden, met name één maand tot drie maanden en een geldboete van 26 euro tot 1 000 euro of één van die straffen alleen. Voor verdere specificaties over de toepassing van deze wettelijke bepalingen verwijs ik naar de antwoorden van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (Vraag nr. 179 van 7 mei 2004) en de minister van Middenstand en Landbouw (Vraag nr. 17
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6168
tion no 17 du 21 avril 2004) qui disposent de compétences spécifiques en la matière.
van 21 april 2004) die over specifieke bevoegdheden terzake beschikken.
L’article 385 du Code pénal prévoit que quiconque aura publiquement outragé les mœurs par des actions qui blessent la pudeur, sera puni d’un emprisonnement de huit jours à un an et d’une amende de vingtsix euros à cinq cents euros. Si l’outrage a été commis en présence d’un mineur aˆgé de moins de seize ans accomplis, la peine sera d’un emprisonnement d’un mois à trois ans et d’une amende de cent euros à mille euros.
Het artikel 385 van het Strafwetboek stelt het volgende : « Hij die in het openbaar de zeden schendt door handelingen die de eerbaarheid kwetsen, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro. Wordt de schennis gepleegd in aanwezigheid van een minderjarige van beneden de volle leeftijd van zestien jaar, dan is de gevangenisstraf een maand tot drie jaar en geldboete van honderd euro tot duizend euro. »
Les éléments légaux constitutifs de cette infraction sont : les actes portant atteinte aux mœurs, leur caractère public et le dol général. Le législateur a laissé le contenu à donner à la notion d’« actes portant atteinte aux mœurs » à l’appréciation du juge in concreto. La notion de « mœurs publiques » est en effet une notion qui évolue. L’acte doit donc être confronté aux normes sexuelles généralement en vigueur au moment où il a été commis. A titre d’exemple, la Cour de cassation a indiqué dans un arrêt du 24 novembre 1981 que la notion légale de « bonnes mœurs » doit être déterminée en fonction des valeurs relevant de la moralité publique protégées par la loi, telles qu’elles sont perçues, à un moment donné, par la conscience collective. Dans une affaire d’atteinte aux bonnes mœurs par la diffusion d’écrits, d’images ou d’objets, la chambre correctionnelle de la Cour d’appel (section francophone) a jugé dans un arrêt du 24 avril 1991 que des images, si pornographiques qu’elles soient, du moment qu’elles n’ont pas trait à la violence sexuelle, à la pédophilie, à la bestialité ou au sadomasochisme et qu’on n’en impose la vision à quiconque, ne portent pas atteinte à la pudeur publique.
De wettelijke bestanddelen van dit misdrijf zijn : zedenschennende handelingen, de openbaarheid en het algemeen opzet. De invulling van het begrip zedenschennende handelingen werd door de wetgever overgelaten aan de rechter in concreto. Het begrip « openbare zeden » is immers een evoluerend begrip en de handeling moet aldus worden getoetst aan de op dat moment algemeen gangbare seksuele normen. Zo stelde het Hof van Cassatie bijvoorbeeld in een arrest van 24 november 1981 dat het wettelijk begrip « goede zeden » dient te worden bepaald aan de hand van de door de wet op het stuk van de openbare zedelijkheid beschermde waarden, zoals zij door het collectief bewustzijn van het ogenblik worden aangevoeld. In een zaak van zedenschennis door het verspreiden van geschriften, beelden of voorwerpen, oordeelde de correctionele kamer van het hof van beroep (Franstalige sectie) in een arrest van 24 april 1991 bijvoorbeeld het volgende : « Des images, si pornographiques qu’elles soient, du moment qu’elles n’ont pas trait à des violences sexuelles, à la pédophilie, à la bestialité ou au sadomasochisme et qu’on n’en impose la vision à quiconque ne portent pas atteinte à la pudeur publique ».
2. Je peux communiquer à l’honorable membre qu’actuellement il n’y a pas lieu, selon moi, de prendre une quelconque initiative législative en la matière.
2. Ik kan het geachte lid meedelen dat ik meen dat het thans niet nodig is enig wetgevend initiatief te nemen.
3. Je ne dispose pas d’autres données et/ou chiffres concernant la situation en Belgique.
3. Er zijn mij geen verdere gegevens en/of cijfers bekend met betrekking tot de Belgische situatie.
DO 2003200420923
DO 2003200420923
Question no 267 de Mme Marleen Govaerts du 20 février 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 267 van mevrouw Marleen Govaerts van 20 februari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Augmentation du nombre de disparitions à SaintTrond.
Stijging aantal verdwijningen in Sint-Truiden.
Le 12 février 2004, j’ai interrogé votre remplaçant, M. Van Quickenborne, secrétaire d’E´tat, sur l’augmentation du nombre de disparitions à Saint-Trond
Op 12 februari 2004, ondervroeg ik uw vervanger, staatssecretaris Van Quickenborne, over de stijging van het aantal verdwijningen in Sint-Truiden (vraag
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6169
(question no 1261, Compte rendu analytique, Chambre 2003-2004, commission de l’Intérieur, 18 février 2004, COM 166, p. 1). Le secrétaire d’E´tat n’a pu me communiquer que les chiffres que M. Vandenhove, bourgmestre, m’avait déjà communiqués oralement. 1. Confirmez-vous ces informations ?
nr. 1261, Beknopt Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 18 februari 2004, COM 166, blz. 1). De staatssecretaris kon alleen de cijfers geven die ook de burgemeester Vandenhove mij reeds mondeling meegedeeld heeft. 1. Kan u dit bevestigen ?
2. Pourriez-vous me fournir de plus amples précisions en ce qui concerne :
2. Kan u meer uitleg geven over :
a) l’augmentation du nombre de disparitions, et donc également les données relatives aux années précédentes, les chiffres absolus afin que je puisse moimême établir des comparaisons;
a) de stijging van het aantal verdwijningen, dus de cijfers van de voorbije jaren, de absolute cijfers zodat ikzelf vergelijkingen kan maken;
b) le nombre de disparitions non élucidées pour cette année et les années précédentes;
b) het aantal onopgeloste verdwijningen dit jaar en de voorbije jaren;
c) le nombre de disparitions de mineurs pour cette année et les années précédentes;
c) het aantal minderjarigen dit jaar en de voorbije jaren;
d) les mesures prises par ce gouvernement pour
d) de maatregelen die de regering neemt om
— retrouver ces personnes ;
— deze mensen terug te vinden;
— lutter contre ce phénomène inquiétant ?
— dit verontrustend fenomeen tegen te houden ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 8 juillet 2004, à la question no 267 de Mme Marleen Govaerts du 6 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 8 juli 2004, op de vraag nr. 267 van mevrouw Marleen Govaerts van 6 mei 2004 (N.) :
Je me réfère à votre question parlementaire no 1261 au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 18 février 2004 concernant le même sujet et la réponse à cette question formulée par M. Van Quickenborne, le secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre.
Ik verwijs naar uw parlementaire vraag nr. 1261 aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 18 februari 2004 met betrekking tot hetzelfde onderwerp en het antwoord dat op deze vraag werd geformuleerd door de heer Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister.
Je ne connais pas d’autres chiffres que ceux qui ont été formulés dans cette réponse. En outre, ni les centres d’asile ouverts ni les hoˆpitaux psychiatriques ne relèvent de ma compétence. Les questions à cet égard doivent être posées à la ministre fédérale de l’Intégration sociale et à la ministre flamande du Bienêtre.
Er zijn mij geen andere cijfers bekend dan degene die in dit antwoord geformuleerd worden. Bovendien vallen noch de open asielcentra, noch de psychiatrische ziekenhuizen onder mijn bevoegdheid. Vragen daarover moeten gesteld worden aan de federale minister van Maatschappelijke Integratie en de Vlaamse minister van Welzijn.
DO 2003200421464
DO 2003200421464
Question no 271 de M. Patrick Moriau du 10 mai 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 271 van de heer Patrick Moriau van 10 mei 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Zones de police locale. — Systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques.
Lokale politiezones. — Systemen voor het opnemen van telefoongesprekken.
De nombreuses zones de police locale disposeraient de systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques, en vue de se constituer des éléments de preuve destinés à écarter toute mise en cause de leurs
Heel wat lokale politiezones zouden over systemen beschikken voor het opnemen van telefoongesprekken (call recording), om zo het nodige bewijsmateriaal achter de hand te hebben als politieagenten in het
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6170
fonctionnaires de police dans le cadre de certains appels aux services de police.
kader van een bepaalde oproep van de politiediensten in opspraak zouden komen.
1. Dans la mesure ou` ces systèmes enregistrent sans distinction aucune toutes les communications entrantes et sortantes de la zone de police, ces installations ne violent-elles pas l’article 259bis du Code pénal introduit par l’article 1er de la loi du 30 juin 1994 ?
1. Wordt door het gebruik van dergelijke apparatuur geen inbreuk gemaakt op artikel 259bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd bij artikel 1 van de wet van 30 juni 1994, omdat die systemen zonder onderscheid alle inkomende en uitgaande telefoongesprekken van de politiezone registreren ?
2. Pouvez-vous également demander à vos services respectifs d’établir qui, dans le cas d’espèce, verrait sa responsabilité pénale incriminée : la zone de police, le collège de police, le chef de corps ou tout autre fonctionnaire de police; et préciser le cas échéant, le montant des peines encourues ?
2. Kan u uw respectieve diensten ook vragen uit te maken wie er in het onderhavige geval strafrechtelijk aansprakelijk zou worden gesteld (de politiezone, het politiecollege, de korpschef of een andere politieambtenaar), en welke straffen de schuldige gebeurlijk boven het hoofd hangen ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 juillet 2004, à la question no 271 de M. Patrick Moriau du 10 mai 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 juli 2004, op de vraag nr. 271 van de heer Patrick Moriau van 10 mei 2004 (Fr.) :
Je tiens à informer l’honorable membre que cette question parlementaire relève de la compétence de mon collègue, le ministre de l’Intérieur. (Question no 277 du 10 mai 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 40, p. 6194.)
Ik wil het geachte lid informeren dat deze parlementaire vraag onder de bevoegdheid valt van mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken. (Vraag nr. 277 van 10 mei 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 40, blz. 6194.)
DO 2003200421674
DO 2003200421674
Question no 295 de M. Francis Van den Eynde du 16 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :
Vraag nr. 295 van de heer Francis Van den Eynde van 16 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :
Nombre de mosquées.
Aantal moskeee¨n.
J’ai pu lire dans l’hebdomadaire « Humo » que Bruxelles compterait trois cent soixante mosquées.
Uit het weekblad Humo verneem ik dat er in Brussel driehonderdzestig moskeee¨n zouden zijn.
1. Pouvez-vous confirmer cette information ?
1. Kan u dit bevestigen ?
2. Combien de mosquées comptent les villes de Gand, Anvers, Charleroi et Liège ?
2. Hoeveel moskeee¨n zijn er in Gent, Antwerpen, Charleroi en Luik ?
Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 5 juillet 2004, à la question no 295 de M. Francis Van den Eynde du 16 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 5 juli 2004, op de vraag nr. 295 van de heer Francis Van den Eynde van 16 juni 2004 (N.) :
Je me réfère tout d’abord à une réponse formulée par mon prédécesseur à une question presque semblable posée par le meˆme auteur et publiée dans le bulletin des Questions et Réponses, 2000-2001, p. 8812.
Vooreerst verwijs ik naar een antwoord dat op een bijna gelijkaardige vraag van dezelfde auteur door mijn voorganger werd gegeven en waarvan het antwoord werd gepubliceerd in het bulletin Vragen en Antwoorden, 2000-2001, blz. 8812.
Le chiffre que vous citez est excessif et dépasse le chiffre global pour la Belgique.
Het getal dat u citeert is totaal overtrokken en overtreft zelfs het totale aantal in Belgie¨.
Les données demandées sont les suivantes : Bruxelles : Gand : Anvers :
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Hierna volgen de gevraagde gegevens : 66 14 25 2003
Brussel : Gent : Antwerpen : 2004
66 14 25
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6171
Charleroi : Liège :
10 20
Ces chiffres se rapportent aux agglomérations.
Charleroi : Luik :
10 20
Deze cijfers hebben betrekking op de agglomeratie.
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques
Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Budget
Begroting
DO 2003200421615
DO 2003200421615
Question no 24 de M. Jacques Chabot du 8 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 24 van de heer Jacques Chabot van 8 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Statut des inspecteurs des Finances. — Anomalies.
Statuut van de inspecteurs van Financie¨n. — Afwijkingen.
Les réponses que vous m’avez apportées suite à ma question no 19 du 30 mars 2004 relative au statut des inspecteurs des Finances suscitent de vives réactions, ce qui m’amène à vous demander des explications complémentaires (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 32, p. 4927).
Uw antwoorden op mijn vraag nr. 19 van 30 maart 2004 inzake het statuut van de inspecteurs van Financie¨n zorgen voor heel wat beroering. Daarom wil ik u bijkomende uitleg vragen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 32, blz. 4927).
1. Il s’avère exact, selon vous, que les titulaires de diploˆmes délivrés par les Hautes Ecoles ne sont pas admis à présenter le concours de recrutement à l’Inspection des Finances, ce qui se justifie, selon votre réponse, en raison du fait que la fonction exige une formation très large, laquelle caractérise l’enseignement universitaire.
1. Volgens u is het inderdaad zo dat de houders van een diploma uitgereikt door een hogeschool uitgesloten zijn van de deelname aan de vergelijkende wervingsexamens voor de Inspectie van Financie¨n. De reden die u hiervoor opgeeft is dat de functie een zeer brede algemene vorming, kenmerkend voor het universitair onderwijs, vereist.
a) Cela a-t-il toujours été le cas dans le passé ?
a) Was dit in het verleden steeds het geval ?
b) Les diploˆmes de ces établissements ont-ils toujours été exclus ?
b) Werden de afgestudeerden van de hogescholen steeds uitgesloten ?
c) Si oui, pourquoi ?
c) Zo ja, waarom ?
d) Sinon, quelles sont les raisons qui justifient qu’ils ne puissent plus présenter le concours de recrutement ?
d) Zo nee, om welke redenen kunnen ze thans niet meer deelnemen aan de vergelijkende wervingsexamens ?
e) Dans ce cas, cette décision a-t-elle été prise avec les Communautés respectives ?
e) In voorkomend geval, werd deze beslissing genomen in overleg met de respectieve Gemeenschappen ?
f) Quand et selon quelles modalités ?
f) Wanneer en volgens welke modaliteiten ?
g) Les diploˆmés des hautes écoles sont admis à présenter les examens et concours de recrutement ou niveau I (A) de la Fonction publique. De même,
g) De afgestudeerden van de hogescholen kunnen deelnemen aan de wervingsexamens en vergelijkende wervingsexamens voor niveau 1 (A) van het
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
780
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6172
ils peuvent présenter le concours de recrutement d’auditeur à la Cour des comptes, qui est une fonction analogue à celle de l’Inspection des Finances. Quelles sont dès lors les raisons pour lesquelles ils ne peuvent pas présenter le concours de recrutement à l’Inspection des Finances ?
openbaar ambt. Ze kunnen tevens deelnemen aan het vergelijkend wervingsexamen van auditeur bij het Rekenhof. Deze functie is vergelijkbaar met die van inspecteur van Financie¨n. Om welke redenen kunnen ze dan niet deelnemen aan het vergelijkend wervingsexamen voor de Inspectie van Financie¨n ?
2. L’arrêté royal du 1er avril 2003 limite à sept ans l’ancienneté qui peut être au maximum valorisée selon le statut.
2. Het koninklijk besluit van 1 april 2003 beperkt de ancie¨nniteit die in aanmerking kan genomen worden tot maximaal zeven jaar in functie van de statutaire bepalingen.
a) Cette règle est-elle conforme à la politique menée dans la Fonction publique, ou` toute l’ancienneté peut être valorisée et ou` la mobilité des agents est encouragée ?
a) Is deze bepaling in overeenstemming met hetgeen geldt in het openbaar ambt waar alle nuttige ervaring in aanmerking kan genomen worden voor de berekening van de ancie¨nniteit en waar de mobiliteit van de ambtenaren wordt aangemoedigd ?
b) Selon certains, le corps des inspecteurs des Finances serait ainsi le seul ou` une limitation de cet ordre est imposée. Cette situation est-elle exacte et quels sont les éléments objectifs qui justifient cette limitation ?
b) Sommigen menen dat een dergelijke beperking alleen zou gelden voor het korps van de inspecteurs van Financie¨n. Is dit correct en welke objectieve elementen rechtvaardigen deze beperking ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 6 juillet 2004, à la question no 24 de M. Jacques Chabot du 8 juin 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 6 juli 2004, op de vraag nr. 24 van de heer Jacques Chabot van 8 juni 2004 (Fr.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. a) Non.
1. a) Neen.
b) Non.
b) Neen.
c) Voir a) et b).
c) Zie a) en b).
d) Il s’agit d’une adaptation des exigences à l’occasion du nouveau statut.
d) Het betreft een aanpassing van de vereisten ter gelegenheid van het nieuwe statuut.
e) L’arreˆté royal du 1er avril 2003 fixant le statut des membres du corps interfédéral de l’Inspection des Finances et modifiant l’arreˆté royal du 28 avril 1998 portant organisation du corps interfédéral de l’Inspection des Finances, a été approuvé par les gouvernements et collèges des communautés et régions, par le Conseil des ministres et par le ministre de la Fonction publique.
e) Het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot vaststelling van het statuut van de leden van het interfederaal korps van de Inspectie van Financie¨n en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van het interfederaal korps van de Inspectie van Financie¨n, werd goedgekeurd door de regeringen en colleges van de deelentiteiten, de Ministerraad en de minister van Ambtenarenzaken.
f) En vertu de l’article 51, troisième alinéa, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et de régions, les gouvernements des communautés et régions, y compris les collèges de la Commission communautaire commune et de la Commission communautaire française, doivent donner leurs accords sur les arreˆtés royaux qui concernent l’organisation du corps de l’Inspection des Finances.
f) Krachtens artikel 51, derde lid van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten dienen de gemeenschaps- en gewestregeringen, met inbegrip van de colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, in te stemmen met de koninklijk besluiten die betrekking hebben op de organisatie van het korps van de Inspectie van Financie¨n.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6173
g) Il est exigé des inspecteurs des Finances une compétence très élevée. Les inspecteurs des Finances exercent leur fonction d’une manière décentralisée. Ils doivent eˆtre opérationnels quasi directement après leur recrutement. Comme il a déjà été répondu à la question no 19, cette fonction exige une formation générale très étendue, caractéristique de l’enseignement universitaire. Le Conseil d’E´tat n’a d’ailleurs pas émis de remarques à ce sujet. 2. a) Cela concerne un règlement qui est spécifique à l’Inspection des Finances. Néanmoins, cela n’est pas une exception. Pour les fonctions de management et d’encadrement, y compris la fonction exercée sous mandat de chef de corps de l’Inspection des Finances, il n’est pas tenu compte de l’ancienneté déjà acquise dans le secteur public. Pour les fonctions scientifiques dirigeantes de l’E´tat, elle n’est prise en compte que de façon incomplète et indirecte. Des limitations analogues existent à l’article 365 du Code judiciaire et à l’article 14, § 2, de l’arreˆté royal du 29 juin 1973 portant statut pécuniaire des agents des services publics fédéraux. b) Il est d’abord renvoyé à la réponse précitées à la question 2.a). La limitation à sept ans concerne l’ancienneté qui est acquise dans toute autre fonction en dehors de l’Inspection des Finances, aussi bien dans le secteur public que dans le secteur privé. Cette règle permet d’attirer des personnes qualifiées et expérimentées du secteur privé, ce qui ne fait qu’augmenter la qualité du corps. Cette possibilité n’existait pas autrefois. Comme il a été mentionné dans la réponse à la question no 19, cette règle est le résultat d’une concertation avec le ministre de la Fonction publique de l’époque. Cette façon de travailler doit eˆtre replacée dans le cadre de la réforme Copernic, qui fixe les échelles de salaires sur la base des compétences plutoˆt que de l’ancienneté. Comme pour les fonctions exercées sous mandat, l’intention était, dans un premier lieu, de ne tenir compte d’aucune ancienneté acquise en dehors de l’Inspection des Finances. Cette possibilité a été écartée.
g) Aan de inspecteurs van Financie¨n worden hoge competentie-eisen gesteld. De inspecteurs van Financie¨n oefenen hun functie uit op een gedecentraliseerde wijze. Zij moeten na hun indiensttreding quasi onmiddellijk inzetbaar zijn. Zoals reeds werd geantwoord op de vraag nr. 19, vereist deze functie een zeer brede algemene vorming, dewelke kenmerkend is voor het universitair onderwijs. De Raad van State heeft hierover overigens geen opmerkingen gemaakt. 2. a) Het betreft een regeling die specifiek is voor de Inspectie van Financie¨n. Evenwel betreft het geen uitzondering. Voor de management- en staffuncties, met inbegrip van de mandaatfunctie van korpschef van de Inspectie van Financie¨n, wordt geen rekening gehouden met de reeds in de openbare sector verworven ancie¨nniteit. Voor de leidinggevende wetenschappelijke functies in de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat wordt er maar rekening mee gehouden op een beperkte en onrechtstreekse wijze. Gelijksoortige beperkingen bestaan in artikel 365 van het Gerechtelijk Wetboek en in artikel 14, § 2, van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten. b) Vooreerst wordt verwezen naar het vermeld antwoord op vraag 2.a). De beperking tot zeven jaar betreft de ancie¨nniteit die nuttig is voor de functie van inspecteur van Financie¨n en die verworven werd in elke andere functie buiten de Inspectie van Financie¨n, zowel in de publieke als in de privé-sector te kunnen aantrekken wat de kwaliteit van het korps ten goede komt. Deze mogelijkheid bestond voorheen niet. Zoals in het antwoord op de vraag nr. 19 werd vermeld, is deze regeling het resultaat van het overleg met de toenmalige minister van Ambtenarenzaken. Deze werkwijze moet worden gezien in het kader van de Copernicushervorming waarbij de weddeschalen worden vastgesteld op basis van de competentie eerder dan van de ancie¨nniteit. Zoals voor de mandaatfuncties was het in eerste instantie de bedoeling om geen ancie¨nniteit buiten de Inspectie van Financie¨n in aanmerking te nemen. Hiervan werd dus afgeweken.
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 26 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Voyages à l’étranger. 1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de
Vraag nr. 26 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Reizen in het buitenland. 1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6174
fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6175
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 6 juillet 2004, à la question no 26 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 6 juli 2004, op de vraag nr. 26 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse du Premier ministre à la meˆme question. (Question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat verstrekt werd door de eerste minister op dezelfde vraag. (Vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
Entreprises publiques
Overheidsbedrijven
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 223 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 223 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6176
j) couˆt total à charge de l’E´tat;
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 6 juillet 2004, à la question no 223 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 6 juli 2004, op de vraag nr. 223 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse du premier ministre à la meˆme question. (Question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat verstrekt werd door de eerste minister op dezelfde vraag. (Vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
DO 2003200421669
DO 2003200421669
Question no 225 de M. Francis Van den Eynde du 15 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 225 van de heer Francis Van den Eynde van 15 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
SNCB. — Problématique d’ABX.
NMBS. — ABX-problematiek.
Je me permets de revenir sur une question que j’ai posée précédemment sur la SNCB et plus particulièrement sur le dossier ABX (question no 150 du 27 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 29, p. 4457).
Ik ben zo vrij terug te komen op mijn eerder gestelde vraag aangaande de NMBS en de ABX-problematiek (vraag nr. 150 van 27 januari 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 29, blz. 4457).
Dans sa réponse, l’honorable ministre s’est borné à communiquer des informations déjà publiées dans la presse il y a deux ans environ.
Het antwoord verstrekt door de minister vertelt niets meer dan wat iedereen zowat twee jaar geleden in de pers kon lezen.
Je souhaiterais donc revenir sur les points 2 à 6 de ma question.
Ik herhaal dus de punten 2 tot en met 6 uit bovenvernoemde vraag.
L’honorable ministre pourrait-il me communiquer des chiffres et faits concrets ou dois-je déduire de sa réponse qu’en 2002, on en est resté au stade de la déclaration d’intention ?
Graag had ik concrete feiten en cijfers ontvangen, of moet ik uit het antwoord van de minister besluiten dat het allemaal bij een intentieverklaring in 2002 gebleven is ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6177
Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 6 juillet 2004, à la question no 225 de M. Francis Van den Eynde du 15 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 6 juli 2004, op de vraag nr. 225 van de heer Francis Van den Eynde van 15 juni 2004 (N.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Les décisions relatives aux entités du groupe ABX Logistics, qui sont des entités de droit privé actives sur un marché concurrentiel, relèvent de la compétence exclusive du conseil d’administration de la SNCB.
De beslissingen omtrent de entiteiten van de groep ABX Logistics, die privaatrechtelijke entiteiten zijn en die in een concurrerende markt optreden, behoren uitsluitend tot de bevoegdheid van de raad van bestuur van de NMBS.
Toutefois, j’ai interrogé la SNCB qui m’a fait parvenir les réponses suivantes à vos questions.
Niettemin heb ik de NMBS hierop aangesproken en heb ik van haar de onderstaande antwoorden ontvangen op uw vragen.
1. Le conseil d’administration de la SNCB a approuvé en novembre 2002 le plan de restructuration des entités du groupe ABX Logistics en difficulté en France, en Allemagne et aux Pays-Bas. Ce plan a été communiqué à la Commission européenne le 14 février 2003.
1. De raad van bestuur van de NMBS heeft in november 2002 het herstructureringsplan goedgekeurd voor de in moeilijkheden verkerende entiteiten van de groep ABX Logistics in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Dit plan werd ter kennis gebracht van de Europese Commissie op 14 februari 2003.
Ce plan de restructuration visait à rendre le groupe ABX Logistics structurellement rentable, autosuffisant et viable à long terme par le biais de quatre types de mesures :
Dat herstructureringsplan had tot doel, de groep ABX Logistics structureel rendabel, zichzelf bedruipend en leefbaar te houden op lange termijn, door middel van vier verschillende types van maatregelen :
— réduction du périmètre du groupe par le biais de ventes d’actifs, de fermeture de filiales déficitaires et de sites commerciaux et opérationnels;
— de perimeter van de groep inkrimpen door de verkoop van activa, door sluiting van verlieslatende dochterondernemingen en door sluiting van commercie¨le en operationele sites;
— réductions de coûts opérationnels et améliorations de productivité;
— de werkingskosten drukken en de productiviteit verhogen;
— renforcement de la structure financière du groupe (amélioration du taux d’endettement);
— de financie¨le structuur van de groep versterken (de schuldratio verbeteren);
— réorganisation juridique du groupe.
— de groep in juridisch opzicht reorganiseren.
Il vise à conserver la cohérence du groupe et ne prévoit donc pas la vente de parties rentables appartenant au cœur de métier du groupe ABX Logistics. Il prévoit cependant plusieurs ventes d’actifs ou de filiales non-essentielles qui constituent une réduction effective du périmètre du groupe.
Hij beoogt het behoud van een coherente groep, en voorziet dus niet in de verkoop van rendabele delen die tot de kernactiviteiten van de groep ABX Logistics behoren. Het voorziet echter wel in de verkoop van diverse activa en niet-essentie¨le dochterondernemingen die de perimeter van de groep effectief inkrimpen.
Les recettes provenant de ces ventes permettent de limiter au minimum l’intervention financière de la SNCB dans la restructuration du groupe ABX Logistics.
Dankzij die verkoopopbrengsten kan de financie¨le bijdrage van de NMBS in de herstructurering van de groep ABX Logistics tot een minimum beperkt worden.
Le plan de restructuration vise également à permettre l’ouverture du capital d’ABX Logistics à un ou plusieurs partenaires financiers ou industriels privés, la SNCB n’envisageant en effet pas de rester à long terme le seul actionnaire du groupe.
Het herstructureringsplan is eveneens bedoeld om het kapitaal van ABX Logistics te kunnen openstellen voor een of meer financie¨le of industrie¨le privépartners, aangezien de NMBS immers niet van plan is om op lange termijn de enige aandeelhouder van de groep te blijven.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6178
2. Un an après la notification du plan de restructuration à la Commission, la restructuration suit son cours, dans un contexte économique difficile.
2. Een jaar na de kennisgeving van het herstructureringsplan aan de Commissie wordt de herstructurering nog steeds voortgezet, in een moeilijke economische context.
— En ce qui concerne la réduction de périmètre du groupe : des cessions et fermeture d’activités et de filiales sont soit déjà réalisées soit en cours de réalisation; ces cessions, cumulées aux mesures d’augmentation de la productivité, auront pour effet de réduire l’effectif total du groupe d’environ 30 % et son chiffre d’affaires d’environ 20 %, à l’horizon fin 2004 début 2005.
— Wat de inkrimping van de perimeter van de groep betreft : het stopzetten van activiteiten en het sluiten van dochterondernemingen zijn reeds verwezenlijkt of worden verwezenlijkt. Die ingrepen, gecumuleerd met de maatregelen voor stijging van de productiviteit, zullen tot gevolg hebben dat het totale personeelsbestand met ongeveer 30 % en de omzet met ongeveer 20 % zullen gedaald zijn tegen eind 2004/begin 2005.
— En ce qui concerne la réduction de coûts et l’amélioration de productivité, les mesures initialement prévues ont été approfondies et accélérées sous l’impulsion du nouveau management en place depuis mars 2003, ce qui a permis de compenser en partie l’impact sur les résultats d’une baisse du chiffre d’affaires de l’ordre de 7 % par rapport aux prévisions. Plusieurs plans sociaux en Allemagne, en France et aux Pays-Bas ont été mis en œuvre à ce jour.
— Wat de beperking van de kosten en de verhoging van de productiviteit betreft : de oorspronkelijk geplande maatregelen werden grondig onderzocht en versneld uitgevoerd onder impuls van de nieuwe bedrijfsleiding die in maart 2003 is aangetreden, waardoor men de weerslag op de resultaten van een met 7 % gedaald omzetcijfer ten opzichte van de verwachtingen, voor een stuk heeft kunnen compenseren. In Duitsland, Frankrijk en Nederland zijn thans verscheidene sociale plans in uitvoering.
— En ce qui concerne la réorganisation juridique du groupe : depuis le 29 décembre 2003, une même société holding de droit privé distincte de la SNCB, ABX Logistics Worldwide SA, controˆle l’ensemble des sociétés et divisions constituant le groupe. Cette société est financièrement saine et filiale à 100 % de la SNCB. Le fret routier en France, qui fait l’objet d’actions drastiques de restructuration et de réduction du périmètre, reste maintenu sous la protection directe de la SNCB, le temps nécessaire à son redressement. En parallèle, le nombre d’entités juridiques composant le groupe a été réduit de plus de 150 début 2003 à environ 100 fin 2003 et sera réduit à environ 65 en 2004.
— Wat de juridische reorganisatie van de groep betreft : sedert 29 december 2003 heeft een andere onderneming dan de NMBS, namelijk een en dezelfde privaatrechtelijke holdingmaatschappij ABX Logistics Worldwide NV, de controle over alle ondernemingen en divisies waaruit de groep bestaat. Die onderneming is financieel gezond en voor 100 % een dochteronderneming van de NMBS. Het vrachtvervoer over de weg in Frankrijk, dat drastische wijzigingen ondergaat op het vlak van herstructurering en inkrimping van de perimeter, blijft onder de rechtstreekse bescherming van de NMBS gedurende de tijd die nodig is voor de sanering ervan. Tegelijk is het aantal juridische entiteiten verkleind waaruit de groep bestaat : van meer dan 150 begin 2003 tot ongeveer 100 eind 2003. Dat proces wordt voortgezet om uit te komen op ongeveer 65 in 2004 :
3 et 4. ABX Logistics (Deutschland) a cédé en 2003 sa filiale Rheinkraft qui organise le transport de fret par chemin de fer pour des clients dans le secteur sidérurgique à B-Cargo. Les activités déficitaires du groupe ABX en Australie, au Vénézuéla, en E´quateur et en Bolivie ont été soit vendues soit interrompues. La SNCB désire pour l’instant garder confidentielle la liste des autres filiales, des actifs ou activités en cours de cession ou considérées pour une cession éventuelle ultérieure, de même que le prix escompté de ces cessions, afin de ne pas mettre en péril leur réalisation effective.
3 en 4. ABX Logistics (Deutschland) heeft in 2003 haar dochteronderneming Rheinkraft afgestoten die het vrachtvervoer per spoor organiseert voor klanten van B-Cargo in de staalsector. De verlieslatende activiteiten van de groep ABX in Australie¨, Venezuela, Ecuador en Bolivie¨ zijn ofwel verkocht ofwel stilgelegd. De NMBS wenst momenteel noch de lijst vrij te geven van de andere dochterondernemingen, activa of activiteiten die afgestoten worden of daar eventueel later voor in aanmerking komen, noch de verwachte prijs daarvoor, om de effectieve verwezenlijking ervan niet in het gedrang te brengen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6179
Le management du groupe ABX Logistics espère cloˆturer la plupart des cessions d’actifs pour la fin de l’année 2004.
De bedrijfsleiding van de groep ABX Logistics hoopt het merendeel van de vervreemdingen van activa te kunnen afronden tegen eind 2004.
5. Les besoins en trésorerie des filiales ABX Logistics en déficit sont couverts par une ligne de crédit de 122,3 millions d’euros allouée par la SNCB aux filiales ABX Logistics en difficulté. Cette ligne de crédit a été approuvée par la Commission le 15 janvier 2003 à titre d’aide au sauvetage.
5. De thesauriebehoeften van de deficitaire dochterondernemingen van ABX Logistics zijn gedekt door een kredietlijn van 122,3 miljoen euro die de NMBS heeft toegestaan aan de noodlijdende dochterondernemingen van ABX Logistics. De Commissie heeft op 15 januari 2003 die kredietlijn goedgekeurd als reddingssteun.
La consommation de trésorerie est sous controˆle graˆce notamment aux efforts de l’entreprise en matière de réduction de ses créances commerciales.
Het thesaurieverbruik is onder controle, in het bijzonder dankzij de inspanningen die de onderneming zich getroost om haar handelsschuldvorderingen te verminderen.
6. La perte nette du groupe devrait en 2003 être estimée à un montant de l’ordre de 70 millions d’euros, à comparer avec un montant de 254 millions d’euros en 2002. Ce montant est en ligne avec les prévisions du nouveau management.
6. Het nettoverlies van de groep zou in 2003 geraamd moeten worden op een bedrag van ongeveer 70 miljoen euro, tegenover 254 miljoen euro in 2002. Dat bedrag strookt met de verwachtingen van de nieuwe bedrijfsleiding.
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 2003200400269
DO 2003200400269
Question no 102 de Mme Colette Burgeon du 14 novembre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 102 van mevrouw Colette Burgeon van 14 november 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Suivi de la réforme des polices.
Voortgang van de politiehervorming.
L’Union des villes et communes de Wallonie a publié, le 26 septembre 2003, sa propre évaluation de la réforme des polices. Elle met en évidence un certain nombre de constats en matière budgétaire ainsi qu’en matière de fonctionnement.
Op 26 september 2003 publiceerde de Union des villes et communes de Wallonie haar eigen evaluatie van de politiehervorming. Hierin doet zij een aantal vaststellingen met betrekking tot de begroting en de werking.
A) Transfert des baˆtiments de l’ex-gendarmerie aux polices locales
A) Overdracht van de gebouwen van de voormalige rijkswacht naar de lokale politiediensten
Les baˆtiments des ex-brigades de gendarmerie, dont le transfert est attendu depuis plus d’un an, doivent être proposés aux zones dans les plus brefs délais, afin qu’elles puissent se prononcer en pleine connaissance de cause, tant sur leur acceptation ou non de ces baˆtiments, que sur l’opportunité d’introduire un recours relatif à l’évaluation de la valeur réelle de ceux-ci.
De overdracht van de gebouwen van de voormalige rijkswachtbrigades laat al meer dan een jaar op zich wachten. Deze gebouwen dienen zo snel mogelijk aan de lokale politiezones te worden voorgesteld, zodat deze met kennis van zaken kunnen beslissen of zij de gebouwen al dan niet aanvaarden, en of zij het opportuun achten beroep aan te tekenen tegen de evaluatie van hun werkelijke waarde.
Le Conseil d’E´tat a rendu un avis sur les projets d’arrêtés royaux concernant les baˆtiments et la question devait faire l’objet d’un point au Conseil des ministres le 9 mai 2003.
De Raad van State heeft een advies uitgebracht over de ontwerpen van koninklijke besluiten inzake deze gebouwen en de materie zou tijdens de Ministerraad van 9 mei 2003 worden besproken.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
781
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6180
1. Pouvez-vous préciser à quelles dates sont prévues la publication et la promulgation de l’arrêté royal ?
1. Wanneer zal het koninklijk besluit worden gepubliceerd en afgekondigd ?
2. Quels sont les montants envisagés pour l’acquisition des baˆtiments de l’ex-gendarmerie, sachant l’état de vétusté de la plupart d’entre eux et les couˆts qui seront à charge des communes pour les réhabiliter ?
2. Welke bedragen werden er voor de aankoop van de gebouwen van de voormalige rijkswacht opzijgezet, wetende dat het merendeel verouderd is en dat de gemeenten de renovatiekosten zullen moeten dragen ?
3. Comment sera organisée la concertation entre la Régie des Baˆtiments de l’E´tat fédéral et les autorités locales sachant que depuis la mise en place de la réforme des polices, les ZP occupent provisoirement lesdits baˆtiments à titre gracieux ?
3. Hoe zal het overleg tussen de Regie der Gebouwen van de federale Staat en de plaatselijke overheden worden georganiseerd, wetende dat de PZ de vermelde gebouwen sinds de aanvang van de politiehervorming tijdelijk en kosteloos gebruiken ?
B) Le surcouˆt duˆ à la statutarisation du CALOG
B) De meerkosten tengevolge van de statutarisering van het CALOG-personeel
` la mi-décembre 2002, un grand nombre des A membres du personnel contractuels du cadre administratif et logistique des services de police ont présenté l’épreuve dite « générale » (fonctionnelle) de statutarisation, par niveau et par régime linguistique.
Midden december 2002 heeft een groot aantal contractuele personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de politiediensten de zogenaamde « algemene » (functionele) statutariseringsproef afgelegd, per niveau en per taalstelsel.
En effet, conformément à l’engagement de l’autorité, il avait été décidé que chaque membre du personnel contractuel, recruté avant le 25 octobre 2002, pouvait participer en tant que candidat interne aux épreuves de statutarisation, même si celui-ci n’occupait pas d’emploi statutarisable.
Conform het engagement van de overheid was er inderdaad beslist dat elk contractueel personeelslid, aangeworven vo´o´r 25 oktober 2002, als interne kandidaat kon deelnemen aan de statutariseringsproeven, zelfs al bezette het personeelslid geen statutariseerbaar ambt.
Dès la nomination, le nouveau statut s’applique à part entière !
Vanaf de benoeming is het nieuwe statuut volledig van toepassing !
Devenir statutaire ou « être inséré », signifie également se voir attribuer une nouvelle échelle de traitement, une nouvelle ancienneté d’échelle de traitement et une nouvelle ancienneté pécuniaire.
Statutair worden of « ingeschaald worden » betekent eveneens dat men een nieuwe loonschaal, een nieuwe loonschaalancie¨nniteit en een nieuwe geldelijke ancie¨nniteit verwerft.
Nous ne pouvons que soutenir la revalorisation de la police de proximité.
Wij kunnen de herwaardering van de community policing alleen maar toejuichen.
Mais pour cela, ne serait-il pas indispensable que l’indexation des dotations destinées à couvrir les dépenses du personnel soit revue en tenant compte de cette statutarisation ?
Vereist deze echter niet dat de indexering van de dotaties, bestemd om de personeelsuitgaven te dekken, in functie van de statutarisering wordt herzien ?
C) ASTRID
C) ASTRID
ASTRID regroupe les terminaux en radiocommunication les plus avancés et l’infrastructure de réseau qui doit, à terme, englober l’ensemble des services de secours et de sécurité : les pompiers, la protection civile, le Service 100, la douane, les services de polices et la Suˆreté de l’E´tat.
ASTRID staat voor de meest geavanceerde radioterminals en voor een netwerkinfrastructuur die op termijn alle hulp- en veiligheidsdiensten zal omvatten : brandweer, civiele bescherming, Dienst 100, douane, politiediensten en Staatsveiligheid.
Ce réseau constitue donc un outil précieux mais qui apparaıˆt comme totalement impayable au vu des charges énormes qui pèsent sur les budgets des ZP. Peu de communes, en Wallonie, ont donc investi dans ASTRID. Et, quand c’est le cas, comme à La Louvière, les autorités communales s’inquiètent des surcouˆts inhérents au système. Ils doivent être normalement pris en charge par les autorités fédérales.
Dit netwerk vormt dus een waardevol instrument maar lijkt geenszins betaalbaar omdat de begroting van de PZ reeds onder zware lasten gebukt gaat. In Wallonie¨ hebben dan ook weinig gemeenten in ASTRID geı¨nvesteerd. Waar dit wel het geval is, zoals bijvoorbeeld in La Louvière, maakt de gemeentelijke overheid zich zorgen over de meerkosten die het systeem met zich brengt. Normaal gezien zijn deze voor rekening van de federale overheid.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6181
Il semblerait que les autorités fédérales aient accordé un mois aux ZP ayant intégré le réseau ASTRID pour effectuer une évaluation des couˆts engendrés .
De federale overheid zou de PZ die aan het ASTRID-netwerk deelnemen één maand de tijd hebben gegeven om de meerkosten te evalueren.
1. Ne jugez-vous pas ce délai fort court alors que la ZP de La Louvière vient à peine d’acquérir cet outil ?
1. Vindt u deze termijn niet erg kort, vermits de PZ van La Louvière dit instrument nog maar net heeft verworven ?
2. Quid du remboursement ?
2. Hoever staat het met de terugbetaling ?
D) Une police de proximité
D) Community policing
La fonction de police de base est assumée par les ZP locales. Elle comprend toutes les missions de police administrative et judiciaire liées à la gestion des événements et des phénomènes locaux sur le territoire de la zone. Cette fonction comprend en outre la recherche judiciaire et l’exécution de missions administratives fixées par la loi et déterminées par le ministre compétent.
De lokale PZ verzekeren de basispolitiezorg. Dit zijn alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie die verbonden zijn aan het beheren van de lokale gebeurtenissen en fenomenen die zich voordoen op het grondgebied van de politiezone. Deze functie omvat tevens het gerechtelijk onderzoek en het vervullen van bestuurlijke opdrachten die bij wet zijn vastgelegd en door de bevoegde minister zijn bepaald.
Les ZP locales ont en charge la police de proximité dont la mission essentielle est de contribuer à l’amélioration de la qualité de vie et le développement durable en milieu urbain. De par l’élargissement de son mandat, l’établissement de partenariats et la réalisation d’actions concertées, la police dispose de plus d’outils pour réguler le tissu social en milieu urbain.
De plaatselijke PZ staan in voor de community policing. In deze hoedanigheid bestaat hun voornaamste opdracht erin de levenskwaliteit te verbeteren en de duurzame ontwikkeling in stedelijke gebieden te ondersteunen. Dankzij de uitbreiding van haar mandaat, de uitbouw van partnerships en de verwezenlijking van gebundelde acties, beschikt de politie over meer instrumenten om het sociaal weefsel in stedelijke gebieden te reguleren.
De toutes les missions de police de base, il apparaıˆt que le travail de quartier est celui qui est le plus victime de la nouvelle organisation policière. Cette impression, palpable au sein de l’opinion publique, est une réalité pour 65 % des responsables policiers qui demande une intervention urgente de la part des autorités fédérales en faveur de la police de proximité. L’accroissement du nombre de policiers est inversement proportionnel au taux de satisfaction des citoyens quant aux missions de police de proximité. Le personnage-clé de la police de proximité est le fonctionnaire qui se situe le plus près du citoyen : c’est l’inspecteur de quartier. Or, trop souvent, celui-ci est confiné dans de multiples taˆches administratives ralenties du fait de la lenteur et de la désuétude du parc informatique qui l’empêche d’être davantage sur le terrain.
Van alle opdrachten in de basispolitiezorg heeft de wijkwerking blijkbaar het meest te lijden onder de nieuwe politionele organisatie. Deze indruk leeft bij de publieke opinie en is een werkelijkheid voor 65 % van de leidinggevende politieambtenaren. Zij vragen dan ook dat de federale overheid dringend ingrijpt om de toekomst van de community policing veilig te stellen. De toename van het aantal politieagenten is omgekeerd evenredig met de tevredenheidsgraad van de burgers ten aanzien van de community policing. De sleutelfiguur binnen de community policing is de ambtenaar die het dichtst bij de burger staat : de wijkagent. Welnu, deze ziet zijn opdracht al te vaak beperkt worden tot een hele resem administratieve taken die te veel tijd opslorpen doordat de informatica zo traag werkt en verouderd is. Daardoor kan hij te weinig actief zijn op het terrein.
Est-il envisageable de remédier à cet état de fait ?
Kan deze feitelijke toestand worden verholpen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 102 de Mme Colette Burgeon du 14 novembre 2003 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 102 van mevrouw Colette Burgeon van 14 november 2003 (Fr.) :
A. L’arrêté royal portant le transfert des parties administratives des baˆtiments hébergeant les membres de la police fédérale qui ont été transférés à la police
A. Het koninklijk besluit tot overdracht van de administratieve gedeelten van de gebouwen tot huisvesting van de ex-federale politiemensen die zijn over-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6182
locale a reçu depuis la sanction royale et sera probablement cette année encore publié au Moniteur belge.
gegaan naar de lokale politie is intussen door de Koning bekrachtigd en zal wellicht nog dit jaar worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Je me permets d’attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait qu’il s’agit ici d’une matière relevant de la compétence de la Régie des Baˆtiments, donc du ministre des Finances. Je puis vous indiquer qu’une communication aux zones est intervenue à différents moments. Les arrêtés royaux ont été publiés sur le site web www.infozone.be, sur lequel il était possible de les télécharger. Mon intention était de déjà les porter à la connaissance des autorités de police locale avant que le tout ne soit effectivement publié au Moniteur belge. Cela donnait aux zones davantage de temps pour faire leurs devoirs et de procéder à l’examen de l’opportunité d’accepter ou non le(s) baˆtiment(s). Les arrêtés royaux prévoient aussi certaines possibilités de recours. Dans l’intervalle, ces arrêtés royaux ont été publiés au Moniteur belge et les procédures prévues, ici décrites, sont actuellement pendantes. Le principe est celui d’un transfert à titre gratuit aux zones de police avec un mécanisme de correction conçu pour faire en sorte que chaque zone soit traitée d’une identique manière. Le premier élément retenu est celui de la valeur théorique du baˆtiment qui échoit à une zone. Cette valeur théorique est déterminée au moyen de la formule suivante : le nombre d’ex-gendarmes transférés × 25 m2 × (20 ans × 66,93 euros). Cette valeur théorique ne prend pas en compte la valeur vénale du baˆtiment pas plus que les terrains ou les sols. Ensuite, on a la valeur de construction du baˆtiment. On procède par une méthode forfaitaire qui part de la valeur actuelle de construction du bien à l’état neuf (superficie × un prix unitaire par m2). Le prix unitaire est revu tous les trois ans et est le même pour l’ensemble des baˆtiments. La valeur de construction qui est finalement retenue est obtenue par un amortissement annuel de 2 % de la valeur à l’état neuf sur un terme maximal de 38 années, avec une valeur résiduelle de 24 %. Les amortissements ne tiennent pas seulement compte de la date de construction mais également de la date à laquelle d’importantes rénovations ont été effectuées.
Mag ik er het geachte lid op wijzen dat het hier om een materie gaat dit tot de bevoegdheid behoort van de Regie der Gebouwen, dus van de minister van Financie¨n. Ik kan er uw wel op wijzen dat er op verschillende tijdstippen een communicatie is gebeurd naar de zones toe. De koninklijke besluiten zijn gepubliceerd op de website www.infozone.be, waar ze tevens kunnen gedownload worden. Ik had hier de bedoeling de lokale politieoverheden reeds in kennis te stellen alvorens het geheel daadwerkelijk wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit gaf de zones meer tijd om terdege hun huiswerk te kunnen maken en de afweging te doen of ze het of de gebouw(en) aanvaarden of niet. De koninklijke besluiten voorzien tevens een aantal beroepsmogelijkheden. Ondertussen zijn deze koninklijke besluiten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en zijn de voorziene procedures, zoals hierna beschreven, lopende. Het principe is de gratis overdracht van de gebouwen mits een correctiemechanisme opdat elke zone op gelijke voet zou worden behandeld. In eerste instantie moet je uitgaan van de theoretische waarde die aan een zone toekomt. Deze theoretische waarde werd bepaald aan de hand van een formule, namelijk : het aantal overgedragen exrijkswachters × 25 m2 × (20 jaar × 66,93 euro). Deze theoretische waarde houdt geen rekening met de verkoopwaarde van het gebouw noch met de terreinen of de gronden. Vervolgens heb je de constructiewaarde van het gebouw. Hier gaat het om een forfaitaire methode die uitgaat van de huidige constructiewaarde in staat van nieuw (oppervlakte × een eenheidsprijs per m2). De eenheidsprijs wordt om de drie jaar herzien en is dezelfde voor alle gebouwen. De constructiewaarde die uiteindelijk wordt aanvaard wordt bekomen door een aflossing van 2 % per jaar op de waarde in staat van nieuw over een termijn van maximum 38 jaar, met een restwaarde van 24 %. De aflossingen houden niet enkel rekening met de constructiedatum, maar ook met de data waarbij grote vernieuwingen werden uitgevoerd.
Les zones ont les possibilités suivantes :
De zones hebben de volgende mogelijkheden :
` compter de la publication de l’arrêté royal, les A zones doivent opérer un choix. Schématiquement, elles ont quatre possibilités :
Vanaf de bekendmaking van het koninklijk besluit moeten de zones hun keuze maken. Samengevat zijn er vier mogelijkheden voor de zones :
a) Acceptation du transfert du(es) baˆtiment(s). Après trente jours calendrier à compter de la publication, on est présumé avoir accepté. Il n’y a donc rien à faire.
a) Overdracht gebouw(en) aanvaard. Na dertig kalenderdagen vanaf de publicatie van het koninklijk besluit wordt men verondersteld het te aanvaarden. Men hoeft niets te doen.
b) Renonciation totale ou partielle au transfert : les observations doivent être faites dans les 30 jours auprès du(es) ministre(s) concerné(s).
b) Geheel of gedeeltelijk afzien van de overdracht : opmerkingen te maken binnen de 30 dagen aan de bevoegde minister(s).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6183
c) Introduction d’une demande de dérogation à la liste des baˆtiments à transférer (par exemple une partie d’un baˆtiment déterminé oubliée dans le listing). Demande de dérogation dans les 20 jours de la publication sur la base d’une décision motivée.
c) Aanvraag indienen om af te wijken van de lijst over te dragen gebouwen (bijvoorbeeld. Een deel van een bepaald gebouw vergeten in de listing). Aanvraag tot afwijking binnen de 20 dagen na publicatie op basis van een gemotiveerd beslissing.
d) Contestation de la valeur de construction : (1) la zone dispose d’un délai de 30 jours pour introduire auprès du SPF Finances une demande motivée, (2) dans les 6 mois de son envoi, le SPF Finances communique ses conclusions, (3) dans les 30 jours de ces conclusions, la zone doit réagir, à défaut elle les accepte; durant la même période, la zone peut également décider qu’elle renonce au baˆtiment ou qu’elle a constaté une erreur matérielle dans le dossier. Dans les 30 jours suivant ces derniers arguments, le SPF Finances fait connaıˆtre sa décision. La zone dispose alors d’un dernier terme de trente jours pour renoncer au transfert.
d) Betwisting van de constructiewaarde : (1) de zone heeft 30 dagen om een gemotiveerd besluit in te dienen bij de FOD Financie¨n; (2) binnen zes maanden na het opsturen ervan deelt FOD Financie¨n zijn conclusie mee, (3) binnen 30 dagen na deze conclusie moet de zone reageren zoniet aanvaarden ze het, binnen deze termijn kan de zone ook beslissen dat ze afziet van het gebouw of dat ze een materie¨le fout in het dossier hebben ontdekt. Binnen de 30 dagen na deze laatste argumenten maakt de FOD Financie¨n zijn beslissing bekend. De zone beschikt dan over een laatste 30 dagen om af te zien van de overdracht.
Pour des détails davantage techniques, je dois vous renvoyer vers mon collègue des Finances. (Question no 430 du 5 juillet 2004.)
Voor de nog meer technische details moet ik u verwijzen naar mijn collega van Financie¨n. (Vraag nr. 430 van 5 juli 2004.)
B. Lors de la statutarisation, le membre du personnel est doté d’une nouvelle échelle de traitement et le cas échéant d’une nouvelle ancienneté pécuniaire.
B. Bij statutarisatie verkrijgt het personeelslid inderdaad een nieuwe loonschaal en in voorkomend geval een nieuwe geldelijke ancie¨nniteit.
Cet octroi résulte de l’application de l’article XII.IV.2 de l’arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police.
Deze toekenning vloeit voort uit de toepassing van artikel XII.IV.2 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
L’attribution d’une nouvelle échelle de traitement et le cas échéant d’une nouvelle ancienneté pécuniaire se déroule selon la méthode dite « des trois étapes ». Elle consiste en :
De toekenning van de nieuwe loonschaal en, in voorkomend geval, een nieuwe geldelijke ancie¨nniteit gebeurt volgens de zogenaamde « drie-stappen- methode ». Deze bestaat uit :
1. La détermination de la nouvelle échelle sur base de la comparaison des maxima.
1. Het vaststellen van de nieuwe loonschaal op basis van een vergelijking van de maxima.
2. La définition dans l’ancienne échelle de traitement de la rémunération la plus favorable, c’est-à-dire sur base des règles d’ancienneté des ancien et nouveau statut.
2. Het vaststellen in de oude loonschaal van de meest gunstige verloning, dat wil zeggen op basis van de ancie¨niteitsregels in het oude en het nieuwe statuut.
3. L’attribution du degré de rémunération (égal ou immédiatement supérieur) nécessaire pour atteindre le montant obtenu au point 2 dans l’échelle définie au point 1.
3. Het toekennen van de loontrap (gelijk aan of onmiddellijk hoger) vereist voor het bedrag bekomen in punt 2 in de loonschaal bekomen in punt 1.
Cette « méthode des trois étapes » replace donc le membre du personnel dans un salaire qui est le plus équivalent à sa précédente situation.
Deze « drie-stappen-methode » herplaatst het personeelslid aldus in het loon het meest gelijk aan zijn oude toestand.
Pour ce qui concerne les dotations, il a été décidé — dans l’attente de la réalisation d’une loi de financement — de maintenir le financement pour l’année 2004 au financement indexé de 2003.
Wat de dotaties betreft werd beslist — in afwachting van de realisatie van een financieringswet — om de financiering voor het jaar 2004 te bevriezen op 2003 geı¨ndexeerd.
C. L’implémentation du projet Astrid constitue l’une des priorités du Gouvernement. C’est également
C. Het is één van de prioriteiten van de regering om het Astrid-project te implementeren. Het is tevens ook
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6184
un de mes sujets personnels d’attention et j’ai déjà donné les impulsions nécessaires pour opérationnaliser l’ensemble le plus rapidement possible.
één van mijn persoonlijke aandachtspunten en ik heb reeds de nodige aanzetten gegeven om dit geheel zo snel als mogelijk te operationaliseren.
L’Accord de gouvernement prévoyait une prise en charge par l’autorité fédérale du surcoût généré par les investissements réalisés dans Astrid par la police locale.
Het Regeerakkoord voorzag dat de federale overheid de meerkost van door de lokale politie in Astrid gemaakte investeringen zou op zich nemen.
Les zones de police devaient parallèlement envoyer des policiers locaux (au nombre de 411) en vue de doter les centres de communication et d’information (CIC) qui allaient assurer le dispatching au sein de ce réseau.
De politiezones dienden parallel lokale politiemensen te sturen (411) om de communicatie- en informatiecentra (CIC) te bemannen die zouden instaan voor de dispatching binnen dit netwerk.
Il s’est vite avéré impossible de définir la notion de « fonctionnellement minimal et nécessaire » sur laquelle allait être calculée la subvention fédérale. Par ailleurs, les zones de police n’étaient pas disposées à se défaire d’une partie de leur personnel au profit des CIC.
Al gauw bleek het onmogelijk om het begrip « functioneel minimaal en noodzakelijk » te omschrijven waarop de federale subsidie zou berekend worden. Bovendien waren de politiezones niet bereid om een gedeelte van hun personeel af te staan ten voordele van de CIC’s.
Une piste alternative a alors été soumise au Conseil des ministres qui l’a approuvée les 30 et 31 mars 2004.
Vervolgens is een alternatieve piste aan de Ministerraad voorgelegd die op 30 en 31 maart 2004 is goedgekeurd.
Aux termes de la solution retenue, le personnel composant les CIC est entièrement pris en charge par l’autorité fédérale. Il s’agit soit de personnel fédéral, soit de personnel local. Dans ce dernier cas, la zone de police obtient alors le remboursement des frais exposés pour ce membre du personnel, qu’elle peut remplacer dans le cadre d’une opération budgétairement neutre voire avantageuse.
Krachtens de in aanmerking genomen oplossing, wordt het personeel van de CIC’s volledig ten laste genomen door de federale overheid. Het gaat hetzij om federaal, hetzij om lokaal personeel. In dit laatste geval, ontvangt de politiezone dan de terugbetaling van de kosten die voor dit personeelslid gemaakt worden en die het mag vervangen in het kader van een neutrale en zelfs voordelige budgettaire operatie.
Le gouvernement a également décidé de financer à concurrence de 10 000 euros par zone de police l’acquisition d’un appareil permettant de suivre les mouvements des équipes de la police lorsque la zone confie son dispatching aux CIC.
De regering heeft eveneens beslist, tot beloop van 10 000 euro per politiezone, de aankoop te financieren van een toestel waarmee de bewegingen van de politieploegen kunnen gevolgd worden wanneer de zone haar dispatching aan de CIC’s toevertrouwt.
L’effort cumulé ainsi consenti par l’autorité fédérale est de l’ordre de 25 à 30 millions d’euros sans qu’il ne soit touché aux effectifs de la police locale, ce qui n’était pas le cas dans la proposition initiale. Il s’agit par ailleurs d’un acquis récurrent pour les autorités locales.
De aldus door de federale overheid aanvaarde gecumuleerde inspanning bedraagt nagenoeg 25 à 30 miljoen euro zonder dat geraakt wordt aan de effectieven van de lokale politie, hetgeen niet het geval was in het oorspronkelijke voorstel. Het gaat trouwens voor de lokale overheid om een herhalingsproces.
D. L’un des attraits de cette réforme des polices est constitué par le fait que désormais chaque zone de police doit s’acquitter au minimum des 6 fonctionnalités auxquelles notre population a droit. Chaque zone dispose d’une recherche locale, d’une équipe d’intervention 24 h/24 h, d’un accueil, d’un agent de quartier au minimum par 4 000 habitants, d’une assistance aux victimes, etc. Il est évident que seules les grandes villes pouvaient précédemment offrir un tel service à leurs habitants.
D. Een van de voordelen van deze politiehervorming is het feit dat elk lokaal politiekorps nu minstens 6 functionaliteiten moet waarborgen waar onze bevolking recht op heeft. Elke zone heeft een lokale recherche, een 24/24 uur interventieploeg, een onthaal, één wijkagent per minstens 4 000 inwoners, een slachtofferbejegenaar, enzovoort. Het is duidelijk dat voorheen slechts de grote steden een dergelijke service konden aanbieden aan hun inwoners.
L’agent de quartier constitue effectivement une fonction de tout premier ordre. Il entretient des
De wijkagent is inderdaad een heel belangrijke functie. Hij onderhoudt contacten met zijn wijk en zijn
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6185
contacts avec son quartier et ses habitants, il doit connaıˆtre ce qui va et vient dans son quartier. En résumé, il est en fait la personne la mieux placée pour dresser l’état de la sécurité dans son quartier. Dans ma circulaire sur les normes minimales d’organisation et de fonctionnement, la PLP 10, il est précisément mentionné, je cite : « dans la nouvelle approche policière, ce travail vise cependant à exécuter davantage que les taˆches plutoˆt « administratives » actuellement dévolues aux agents de quartier ». Je plaide donc pour que l’on ne surcharge pas l’agent de quartier avec toutes sortes de taˆches administratives telles que le traitement des apostilles et autres. Les taˆches et missions qui sont réservées à un agent de quartier sont clairement décrites dans cette circulaire.
bewoners, hij moet weten wat er reilt en zeilt in zijn wijk, kortweg hij is eigenlijk de persoon die het veiligheidsaspect van zijn wijk goed in kaart kan brengen. In mijn omzendbrief over de minimale organisatie- en werkingsnormen, de PLP 10, staat duidelijk vermeld — en ik citeer — : « in de nieuwe politionele benadering is het dan ook zo dat dit werk meer moet inhouden dan de eerder « administratieve » taken die de huidige wijkagenten momenteel dikwijls toebedeeld krijgen ». Ik pleit er dus ook voor om de wijkagent niet te belasten met allerlei administratieve taken zoals het afhandelen van kantschriften en dergelijke meer. De taken en opdrachten die weggelegd zijn voor een wijkagent worden in deze omzendbrief duidelijk beschreven.
Le chef de corps est responsable de l’exécution de la politique policière locale. Il assume également la responsabilité de la direction, de l’organisation et de la répartition des taˆches au sein du corps local. Si un agent de quartier est submergé de « taˆches administratives », cela est totalement imputable au chef de corps qui agit sous l’autorité du bourgmestre-président. Les moyens qui sont mis à sa disposition, tels par exemple ceux dans le domaine de l’informatique, relèvent aussi des prérogatives du chef de corps.
De korpschef is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het lokaal politiebeleid. Hij is tevens verantwoordelijk voor de leiding, de organisatie en de verdeling van de taken binnen het lokaal korps. Indien een wijkagent dus overbelast wordt met « administratieve taken » dan is dit de volle verantwoordelijkheid van de korpschef, die handelt onder het gezag van de burgemeester-voorzitter. Ook de middelen die hem ter beschikking worden gesteld, zoals bijvoorbeeld op het vlak van informatica, behoren tot het prerogatief van de zonechef.
En complément, je puis indiquer qu’un certain nombre de mesures telles que la diminution du nombre d’apostilles, la simplification administrative en général, l’assouplissement des règles relatives à l’organisation du temps de travail, l’augmentation de la capacité d’engagement de la police à concurrence de 2 500 équivalents, l’institution d’un corps fédéral d’intervention fort de 700 unités, etc., devraient à moyen terme contribuer à augmenter l’engagement opérationnel de la police et à l’amélioration continuée de la police de proximité.
Hierbij aansluitend kan ik wel een aantal maatregelen aankondigen, zoals het verminderen van het aantal kantschriften, het vereenvoudigen van de administratie in het algemeen, de versoepeling van de regeling met betrekking tot de organisatie van de arbeidstijd, verhogen van de inzetbaarheid van de politie met 2 500 equivalenten, het voorzien van een federaal interventiekorps ten belope van 700 manschappen, enzovoort, moeten op middellange termijn bijdragen tot een verhoging van de operationele inzetbaarheid van de politie en tot de verdere verbetering van de basispolitiezorg.
DO 2003200410503
DO 2003200410503
Question no 165 de M. Dirk Claes du 31 janvier 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 165 van de heer Dirk Claes van 31 januari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Impoˆts sur les revenus. — Redevances communales pour le stationnement de véhicules. — Déductibilité comme frais professionnels.
Inkomstenbelastingen. — Gemeentelijke retributies voor het parkeren van voertuigen. — Aftrekbaarheid als beroepskosten.
En vertu de l’article 53, 6o, du CIR 1992, les amendes ne sont pas déductibles dans le cadre des impoˆts sur les personnes physiques. Les communes ne perçoivent toutefois plus d’amendes pour le non-paiement de redevances de parking lorsqu’on a garé son véhicule dans une zone à parcmètre mais réclament une redevance de stationnement par journée ou demi-journée.
Krachtens artikel 53, 6o, WIB 1992 zijn geldboetes niet aftrekbaar in de personenbelasting. Gemeenten innen echter geen geldboetes meer voor het nietbetalen van parkeergeld wanneer men zijn of haar wagen heeft gestationeerd in een zone met een parkeermeter, maar vragen een parkeervergoeding per halve dag of dag.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6186
Pensez-vous comme moi que cette redevance pour le stationnement de véhicules n’est pas une amende et qu’elle est dès lors déductible à titre de frais professionnel, éventuellement limités à 75 % ?
Bent u het met mij eens dat deze retributie voor het parkeren van zijn of haar voertuig geen geldboete is, en bijgevolg wel aftrekbaar is als beroepskosten, eventueel beperkt tot 75 % ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 165 de M. Dirk Claes du 31 janvier 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 165 van de heer Dirk Claes van 31 januari 2004 (N.) :
Je peux signaler à l’honorable membre, qu’en ce qui concerne l’aspect purement fiscal de sa question, je me rallie bien entendu à la réponse fournie par M. le ministre des Finances. (Question no 190 du 31 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 17, p. 2403.)
Ik kan er het geachte lid op wijzen dat ik mij, wat betreft het puur fiscaal aspect van zijn vraag, uiteraard voeg naar het antwoord dat de heer minister van Financie¨n hem heeft verstrekt. (Vraag nr. 190 van 31 januari 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 17, blz. 2403.)
Par ailleurs, je renvoie au fait que le législateur a prévu, d’une part (article 6), dans la loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de Sécurité routière (Moniteur belge du 25 février 2004), que les stationnements à durée limitée, les stationnements payants et les stationnements sur les emplacements réservés aux riverains, définis dans les règlements édictés sur la base des lois coordonnées sur la police de la circulation routière, ne sont plus susceptibles de poursuites au pénal et, d’autre part (article 37), que les conseils communaux peuvent établir des redevances de stationnement par rapport à ces stationnements.
Voor het overige, verwijs ik naar het feit dat de wetgever, in de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad van 25 februari 2004) enerzijds heeft bepaald (artikel 6) dat het in de reglementen uitgevaardigd op grond van de gecoo¨rdineerde wetten betreffende de politie over het wegverkeer omschreven parkeren met beperkte parkeertijd, betalend parkeren en parkeren op plaatsen voorbehouden aan bewoners niet langer strafrechtelijk worden bestraft en anderzijds (artikel 37) dat de gemeenteraden parkeerheffingen kunnen instellen met betrekking tot diezelfde gevallen van parkeren.
DO 2003200410888
DO 2003200410888
Question no 179 de M. Geert Lambert du 13 février 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 179 van de heer Geert Lambert van 13 februari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Vente d’anciens baˆtiments de la gendarmerie.
Verkoop van oude rijkswachtgebouwen.
Dans le cadre de la vente d’anciens baˆtiments de la gendarmerie (voir l’arrêté royal publié au Moniteur belge du 29 décembre 2003), les questions suivantes se posent :
In het kader van de verkoop van oude rijkswachtgebouwen (zie : koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2003) rijzen de volgende vragen :
1. Lors de la vente de baˆtiments, un prix unitaire au m2 est fixé pour tous les baˆtiments.
1. Bij de verkoop van de gebouwen wordt een algemene prijs opgesteld per vierkante meter voor alle gebouwen.
a) Pourriez-vous me préciser pourquoi il n’est pas tenu compte de la région ou` se situe le baˆtiment, cet élément ayant une forte influence sur les prix dans le domaine de l’immobilier ?
a) Kan u meedelen waarom geen rekening gehouden wordt met de regio die de prijs van onroerend goed sterkt bepaalt ?
b) L’état du baˆtiment n’est pas davantage pris en compte.
b) Ook de staat van het gebouw wordt niet in rekening gebracht.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6187
Pourquoi le prix est-il fixé de cette manière ?
Wat is de reden voor dergelijke prijsbepalingen ?
2. a) Pourriez-vous me communiquer la liste des baˆtiments de la gendarmerie qui sont mis en vente ?
2. a) Kan u een lijst meedelen van de rijkswachtgebouwen die te koop worden aangeboden ?
b) Pourriez-vous en outre me faire savoir quels baˆtiments ont été acquis par les communes et à quel prix unitaire au m2 ?
b) Kan u tevens meedelen welke gebouwen door de gemeenten werden aangekocht en tegen welke eenheidsprijs per vierkante meter ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 179 de M. Geert Lambert du 13 février 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 179 van de heer Geert Lambert van 13 februari 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid kan hierna het antwoord vinden op zijn vragen.
1. ` quelques exceptions près, un groupe de travail a) A habilité à cet effet a opté en faveur d’une estimation de la valeur de construction, sur la base de la méthode de travail et des prix moyens de la construction utilisés par la Commission pour l’inventaire du Patrimoine de l’E´tat. Il s’agit d’une méthode forfaitaire qui part de la valeur à neuf actuelle d’un baˆtiment dont sont ensuite déduits les amortissements pour vétusté.
1. a) Behoudens enkele uitzonderingen werd door een hiervoor bevoegde werkgroep gekozen voor een schatting van de constructiewaarde, dit op basis van de evaluatiemethode en de gemiddelde bouwkostprijzen, die gebruikt worden door de Commissie voor de inventaris van het Patrimonium van de Staat. Dit betreft een forfaitaire methode die uitgaat van de actuele nieuwbouwwaarde van een gebouw van dewelke men de afschrijvingen wegens vetusteit aftrekt.
b) voir a).
b) zie a).
2. ` la date du 28 juin 2004, les baˆtiments suivants a) A ont fait l’objet d’une renonciation de la part des zones de police conformément à la procédure mentionnée dans l’arreˆté royal du 9 novembre 2003 et ont été transférés aux Comités d’acquisition du SPF Finances en vue de leur vente : (cf. liste 1).
2. a) Op datum van 28 juni 2004 werden volgende gebouwen, waarvan volgens de procedure, vermeld in het koninklijk besluit van 9 november 2003, door de politiezones afstand werd gedaan, aan de Aankoopcomités van de FOD Financie¨n voor verkoop overgedragen : (cf. lijst 1).
` la date du 28 juin 2004, aucune acquisition de b) A baˆtiments par les communes n’a encore eu lieu.
b) Op datum van 28 juni 2004 werden nog geen gebouwen door de gemeenten aangekocht.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
782
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6188
Zone — Zone
Commune — Gemeente
Adresse — Adres
Bruxelles. — Brussel ...........................
5340 5339
Ganshoren Laeken
Avenue Charles Quint, 325 Rue de la Croix de Fer, 77 Rue Stéphanie, 87
Liège. — Luik ....................................
5286 5296 5288 5279 5277 5283 5294 5296 5293 5277
Oreye Modave Limbourg Herstal Grivegnée Esneux Engis Comblain-au-Pont Braives Angleur
Rue du Tilleul, 35 Rue Tige de Strée, 22 Beverie, 105 Rue Désiré Janson, 25 Rue de Herve, 241 Rue du Monument, 4 Rue Vinave, 107 Rue du Moulin, 23 Rue du Centre, 3 Rue de Cheˆnée, 19
Brabant Wallon. — Waals-Brabant ....
5272 5268 5267 5267 5272
Beauvechain Tubize Nivelles Genappe Chaumont-Gistoux
Rue de Nethen, 1 Rue de Bruxelles, 92 Faubourg de Charleroi, 86 Rue de Glabais, 14 Champ des Buissons, 1
Luxembourg. — Luxemburg ..............
5297 5299 5301 5302 5302 5301 5299 5302
Arlon Florenville (Muno) Léglise (Mellier) Libin Paliseul Saint-Ode (Amberloup) Tintigny Wellin
Rue de Neufchaˆteau, 132 Voie de Sedan, 1 Rue des Forges, 55 Rue de Villance, 90 Rue de Sauvian, 1 Rue Fontenal, 8 Rue de France, 5 Avenue Fort Mahon, 10
DO 2003200421293
DO 2003200421293
Question no 248 de M. Francis Van den Eynde du 20 avril 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 248 van de heer Francis Van den Eynde van 20 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Lieux de prière islamiques. — Littérature défavorable à la condition féminine.
Islamitische gebedshuizen. — Vrouwonvriendelijke lectuur.
On a pu lire dans l’édition du 8 avril 2004 du très sérieux quotidien néerlandais « Trouw », que de la littérature proˆnant l’excision des jeunes filles est diffusée à la mosquée El Tawheed à Amsterdam.
In het zeer ernstige Nederlandse dagblad Trouw stond op 8 april 2004 te lezen dat in de El Tawheedmoskee in Amsterdam, lectuur verspreid wordt waarin staat dat meisjes besneden moeten worden.
L’imam de cette mosquée s’est déjà illustré par certains propos, qualifiant les non-musulmans de « bois à bruˆler pour l’enfer » et interdisant aux femmes de quitter leur foyer sans l’autorisation de leur mari.
De imam van de betrokken moskee heeft zich al laten opmerken door uitspraken waarin hij nietmoslims « brandhout voor de hel » noemde en vrouwen verbood zonder toestemming van hun man het huis te verlaten.
Selon la littérature disponible à la mosquée, il serait scientifiquement prouvé qu’il existe des différences
In de lectuur die in de moskee te vinden is, staat ook dat de wetenschap aangetoond heeft dat er grote ver-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6189
majeures entre les hommes et les femmes en ce qui concerne leur nature biologique et leurs facultés physiques et intellectuelles, si bien qu’il serait « injuste » d’octroyer aux femmes les mêmes droits et les mêmes devoirs qu’aux hommes.
schillen zijn in biologische natuur, fysieke capaciteit en geestelijke vermogens tussen mannen en vrouwen en dat het daarom « onrechtvaardig » is om vrouwen dezelfde verantwoordelijkheden en rechten en plichten te geven als de man.
Les femmes doivent obéir à leur époux, lit-on dans la brochure. Toute insoumission est intolérable et l’homme n’a plus aucune obligation envers son épouse si celle-ci refuse les relations sexuelles ou quitte le toit conjugal. La femme qui ment, mérite « au moins cent coups ». ` votre connaissance, existe-t-il dans notre pays 1. A des lieux de prière islamiques ou` sont délivrés de tels messages ?
Vrouwen moeten volgens de brochure luisteren naar hun man. Ongehoorzaamheid is ontoelaatbaar en wanneer een vrouw seks weigert of het huis verlaat, vervalt de zorgplicht van de man voor zijn echtgenote. Een vrouw die liegt verdient « minstens honderd slagen ». 1. Weet u of er ook in ons land islamitische gebedshuizen te vinden zijn waar gelijkaardige standpunten worden verkondigd ?
2. Quel controˆle est-il exercé en la matière ?
2. Hoe wordt dit gecontroleerd ?
3. Quelles mesures sont-elles prises ?
3. Welke maatregelen zijn er getroffen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 248 de M. Francis Van den Eynde du 20 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 248 van de heer Francis Van den Eynde van 20 april 2004 (N.) :
1. Jusqu’à présent, je n’ai aucun élément concret qui démontre que de telles opinions sont prêchées dans les maisons de prière islamiques.
1. Tot op heden heb ik geen concrete elementen die erop wijzen dat gelijkaardige standpunten in Belgische islamitische gebedshuizen gepredikt worden.
2 et 3. Aucune surveillance spécifique sur la pratique de la religion islamique et sur les mosquées en général n’est exercée. Vu les menaces potentielles sur l’ordre public et la nécessité de sauvegarde d’un ordre démocratique et constitutionnel, certaines mosquées qui ont une réputation d’être radicales et leurs activités — et surtout le prêche des imams pendant la prière du vendredi — font toutefois l’objet d’une attention particulière de la part des autorités. Si des infractions pénales sont constatées, il ne sera certainement pas omis d’intenter des poursuites judiciaires. S’il y a des indications d’un possible trouble de l’ordre public, l’autorité administrative a la possibilité de prendre un certain nombre de mesures d’ordre administratif.
2 en 3. Er wordt geen specifiek toezicht gehouden op de beoefening van de islamitische religie en op de moskeee¨n in het algemeen. Met het oog op mogelijke bedreigingen van de openbare orde en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde wordt er door de overheid evenwel bijzondere aandacht besteed aan sommige moskeee¨n die een radicale reputatie hebben en aan hun activiteiten — en vooral het preken van de imams tijdens het vrijdaggebed. Indien daarbij strafrechtelijke inbreuken vastgesteld worden, zal zeker niet nagelaten worden tot gerechtelijke vervolging over te gaan. Indien er indicaties bestaan van mogelijke verstoring van de openbare orde, is het aan de bestuurlijke overheid om een aantal maatregelen van bestuurlijke aard te nemen.
DO 2003200421382
DO 2003200421382
Question no 267 de M. Jo Vandeurzen du 28 avril 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 267 van de heer Jo Vandeurzen van 28 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Officiers des services d’incendie. — Brevet de gestion de situation de crise. — Formation de chef de service.
Brandweerofficieren. — Brevet crisissituatiebeheer. — Opleiding dienstchef.
L’arrêté royal du 8 avril 2003 réglemente la formation des membres des services d’incendie. Cet arrêté royal remplace celui du 19 mars 1997 relatif à la formation, aux brevets et à la carrière des membres des
Het koninklijk besluit van 8 april 2003 regelt de opleiding van de leden van de brandweer. Dit koninklijk besluit vervangt het koninklijk besluit van 19 maart 1997 betreffende de opleiding, de brevetten en de loop-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6190
services d’incendie (publics). L’arrêté royal du 19 mars 1997 a été annulé par le Conseil d’E´tat par le biais de l’arrêté royal du 15 octobre 2002.
baan van de leden van de (openbare) brandweer. Het koninklijk besluit van 19 maart 1997 werd vernietigd door de Raad van State via het koninklijk besluit van 15 oktober 2002.
L’arrêté royal du 19 mars 1997 mentionnait notamment le brevet de chef de service. Outre le brevet de chef de service, l’arrêté royal du 8 avril 2003 mentionne également, à l’article 17, § 1er, un nouveau brevet de gestion de situation de crise.
Het koninklijk besluit van 19 maart 1997 vermeldde onder andere het brevet van dienstchef. Het koninklijk besluit van 8 april 2003 vermeldt in artikel 17, § 1, naast het brevet van dienstchef ook een nieuw brevet van crisissituatiebeheer.
L’arrêté royal du 8 avril 2003 mentionne, à l’article 35, les conditions d’admission à la formation de gestion de situation de crise et, à l’article 36, les conditions d’admission à la formation de chef de service. Pour la formation destinée à l’obtention du brevet de chef de service, seuls sont admis les officiers qui, à la date de l’inscription à cette formation, sont notamment porteurs du brevet de gestion de situation de crise.
Het koninklijk besluit van 8 april 2003 vermeldt in artikel 35 de toelatingsvoorwaarden tot de opleiding van crisissituatiebeheer en in artikel 36 de toelatingsvoorwaarden tot de opleiding van chef. Voor de opleiding tot het behalen van het brevet van dienstchef, worden heden enkel de officieren toegelaten die, op datum van de inschrijving van deze opleiding, onder andere houder zijn van het brevet van crisissituatiebeheer.
La formation destinée à l’obtention du brevet de gestion de situation de crise est totalement nouvelle. Cette formation n’a jamais été dispensée par le passé ni organisée par une des écoles provinciales du feu.
De opleiding tot het behalen van het brevet van crisissituatiebeheer is een totaal nieuwe opleiding. De opleiding tot het behalen van het brevet van crisissituatiebeheer is in het verleden nooit aangeboden, noch ingericht door een der provinciale brandweerscholen.
Il en résulte qu’aucun officier des services d’incendie ne dispose, à l’heure actuelle, du brevet de gestion de situation de crise et que, par conséquent, aucun de ces officiers n’a actuellement la possibilité de suivre la formation destinée à l’obtention du brevet de chef de service.
Hieruit volgt dat geen enkele brandweerofficier op dit ogenblik het brevet van crisissituatiebeheer bezit en dat derhalve geen enkele brandweerofficier heden in de mogelijkheid wordt gesteld de opleiding tot het behalen van het brevet van dienstchef te volgen.
Cette condition est imposée par l’arrêté royal du 8 avril 2003, qui ne prévoit aucune mesure de transition à cet égard.
Deze voorwaarde wordt opgelegd door het koninklijk besluit van 8 april 2003, dit koninklijk besluit voorziet hierin geen enkele overgangsmaatregel.
Jusqu’à présent, le cours de gestion de situation de crise n’a jamais été approuvé non plus par le SPF Intérieur-Protection civile.
De cursus crisissituatiebeheer werd tot op heden ook nooit goedgekeurd door de FOD-Binnenlandse Zaken-Civiele Veiligheid.
L’école provinciale du feu du Limbourg a demandé à plusieurs reprises au ministre de fournir à l’école provinciale du feu un cours de gestion de situation de crise approuvé, de sorte qu’il puisse rapidement être dispensé.
Door de provinciale brandweerschool van Limburg werd aan de minister herhaaldelijk gevraagd een goedgekeurde cursus crisissituatiebeheer te bezorgen aan de provinciale brandweerschool zodat deze op zeer korte termijn aangeboden kan worden.
Sans résultat toutefois jusqu’à présent.
Tot op heden evenwel zonder resultaat.
La non-organisation du cours de gestion de situation de crise et, avant tout, l’impossibilité de satisfaire aux conditions pour suivre le cours de chef de service hypothèquent les chances de promotion, en particulier pour les officiers professionnels des services d’incendie. Pour pouvoir être promu au grade le plus élevé dans la formation des services d’incendie, il faut être porteur du brevet de chef de service. Cette situation perdure depuis plus d’un an déjà.
Het niet inrichten van de cursus crisissituatiebeheer en bovenal de onmogelijkheid te voldoen aan de voorwaarden om de cursus dienstchef te volgen, legt een hypotheek op de bevorderingskansen inzonderheid voor beroepsbrandweerofficieren. Om bevorderd te kunnen worden tot de hoogste graad in de formatie van de brandweerdienst, moet men houder zijn van het brevet van dienstchef. Deze situatie sleept al meer dan een jaar aan.
Pourriez-vous soit prendre la mesure de transition adéquate, soit faire en sorte que le cours destiné à
Kan u ofwel de gepaste overgangsmaatregel uitvaardigen, ofwel ervoor zorgen dat op zeer korte termijn
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6191
l’obtention du brevet de gestion de situation de crise puisse être organisé à très court terme ?
de cursus tot het behalen van het brevet van crisissituatiebeheer kan georganiseerd worden ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 267 de M. Jo Vandeurzen du 28 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 267 van de heer Jo Vandeurzen van 28 april 2004 (N.) :
En réponse à la question de l’honorable membre au sujet des brevets de « Gestion de situation de crise » et de « Chef de service » que doivent obtenir les officiers des services d’incendie, je tiens à souligner que dans le cadre de la formation des membres des services d’incendie, il est incontestablement très important de prêter attention aux formations en vue de l’obtention de ces brevets. Ainsi que précisé dans la question, ils donnent effectivement accès à la promotion au grade le plus élevé dans le cadre organique du service d’incendie et toute personne qui remplit les conditions doit effectivement avoir la possibilité de suivre la formation adéquate et de développer ainsi sa carrière.
In antwoord op de vraag van het geachte lid over de door brandweerofficieren te behalen brevetten « Crisis- situatiebeheer » en « Dienstchef » zou ik graag benadrukken dat het in het kader van de opleiding van de leden van de brandweer ontegensprekelijk erg belangrijk is dat er aandacht wordt geschonken aan opleidingen met het oog op behalen van deze brevetten. Zij geven inderdaad, zoals aangehaald in zijn vraag, toegang tot bevordering tot de hoogste graad in de personeelsformatie van de brandweerdienst en elke persoon die voldoet aan de vereisten moet inderdaad over de mogelijkheid beschikken de adequate opleiding te volgen en zo zijn loopbaan verder uit te bouwen.
Afin de sauvegarder ce droit et compte tenu de l’arrêté royal du 8 avril 2003 relatif à la formation des membres des services publics de secours, je chargerai le Centre fédéral de formation des services de secours d’organiser l’ensemble de la formation « Gestion de situation de crise ». Cette formation doit commencer vers la fin 2004.
Om dat recht te vrijwaren zal ik, rekening houdend met het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten, het Federaal Opleidingscentrum voor de hulpdiensten de opdracht geven het geheel van de opleiding « Crisissituatiebeheer » te organiseren. Deze opleiding moet tegen eind 2004 opstarten.
La rédaction de syllabus approuvés qui seront utilisés tant par le Centre fédéral de formation que par les centres provinciaux de formation pour les services publics d’incendie constitue à cet égard une taˆche prioritaire.
Daartoe zal er prioritair werk gemaakt worden van goedgekeurde syllabi die zowel door het Federaal Opleidingscentrum als de provinciale opleidingscentra voor de openbare brandweerdiensten moeten worden gebruikt.
Actuellement, il n’y a pas encore de syllabus. Le travail de rédaction n’a pu commencer que lorsque les différents organismes prévus par l’arrêté royal du 4 avril 2003 créant un Conseil supérieur de formation pour les services publics d’incendie et deux Conseils supraprovinciaux de formation pour les services publics d’incendie ont été constitués. Jusqu’il y a peu, la composition de ces organismes était relativement laborieuse mais le 1er juin 2004, l’assemblée du Conseil supérieur de formation a établi les finalités de la formation « Gestion de situation de crise », le cours le plus urgent. Le Comité de rédaction est actuellement en voie de constitution et réunira le type d’experts nécessaires pour transposer les finalités dans des syllabus concrets. En d’autres termes, sa mission prioritaire est de rédiger les syllabus dans le cadre de la formation « Gestion de situation de crise ».
Momenteel zijn er nog geen syllabi voorhanden. Het redactionele werk kon pas starten wanneer de verschillende organismen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot instelling van een Hoge Raad voor de opleiding voor de openbare brandweerdiensten en twee Supraprovinciale Opleidingsraden voor de openbare brandweerdiensten, waren samengesteld. Tot voor kort verliep het samenstellen van deze organismen tamelijk stroef, maar op 1 juni 2004 heeft de vergadering van de Hoge Raad voor de opleiding de eindtermen van de opleiding Crisissituatiebeheer, de meest dringende cursus, vastgesteld. Het Redactiecomité wordt nu samengesteld en verenigt het soort experts nodig om die eindtermen te vertalen naar concrete syllabi. Zijn prioritaire opdracht is met andere woorden het opstellen van de syllabi in het kader van de opleiding « Crisissituatiebeheer ».
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6192
DO 2003200421464
DO 2003200421464
Question no 277 de M. Patrick Moriau du 10 mai 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 277 van de heer Patrick Moriau van 10 mei 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Zones de police locale. — Systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques.
Lokale politiezones. — Systemen voor het opnemen van telefoongesprekken.
De nombreuses zones de police locale disposeraient de systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques, en vue de se constituer des éléments de preuve destinés à écarter toute mise en cause de leurs fonctionnaires de police dans le cadre de certains appels aux services de police.
Heel wat lokale politiezones zouden over systemen beschikken voor het opnemen van telefoongesprekken (call recording), om zo het nodige bewijsmateriaal achter de hand te hebben als politieagenten in het kader van een bepaalde oproep van de politiediensten in opspraak zouden komen.
1. Dans la mesure ou` ces systèmes enregistrent sans distinction aucune toutes les communications entrantes et sortantes de la zone de police, ces installations ne violent-elles pas l’article 259bis du Code pénal introduit par l’article 1er de la loi du 30 juin 1994 ?
1. Wordt door het gebruik van dergelijke apparatuur geen inbreuk gemaakt op artikel 259bis van het Strafwetboek, zoals ingevoegd bij artikel 1 van de wet van 30 juni 1994, omdat die systemen zonder onderscheid alle inkomende en uitgaande telefoongesprekken van de politiezone registreren ?
2. Pouvez-vous également demander à vos services respectifs d’établir qui, dans le cas d’espèce, verrait sa responsabilité pénale incriminée : la zone de police, le collège de police, le chef de corps ou tout autre fonctionnaire de police; et préciser le cas échéant, le montant des peines encourues ?
2. Kan u uw respectieve diensten ook vragen uit te maken wie er in het onderhavige geval strafrechtelijk aansprakelijk zou worden gesteld (de politiezone, het politiecollege, de korpschef of een andere politieambtenaar), en welke straffen de schuldige gebeurlijk boven het hoofd hangen ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 277 de M. Patrick Moriau du 10 mai 2004 (Fr.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 277 van de heer Patrick Moriau van 10 mei 2004 (Fr.) :
Les systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques dont disposent de nombreuses zones de police locale ne sont pas destinés à enregistrer sans distinction aucune toutes les communications entrantes et sortantes de la zone de police. Ces systèmes sont destinés à enregistrer les appels d’urgence (101) ainsi que, le cas échéant, les communications à destination du service d’accueil de la zone de police.
De systemen voor het opnemen van de telefoongesprekken waarover talrijke lokale politiediensten beschikken, kunnen niet zonder onderscheid alle binnenkomende en uitgaande gesprekken van de politiezone opnemen. Met deze systemen kunnen de noodoproepen (101) worden opgenomen en eventueel de gesprekken die bestemd zijn voor de onthaaldienst van de politiezone.
Les articles 259bis et 314bis du Code pénal incriminent notamment le fait d’enregistrer, à l’aide d’un appareil quelconque, pendant leur transmission, des communications ou des télécommunications privées, auxquelles on ne prend pas part, sans le consentement de tous les participants à ces communications ou télécommunications. Ces dispositions ne s’appliquent pas en l’espèce dans la mesure où elles ne concernent que l’enregistrement des communications par une tierce personne qui ne prend pas part à la communication enregistrée.
De artikelen 259bis en 314bis van het Strafwetboek bestraffen meer bepaald het feit om, met behulp van enig toestel, tijdens hun overbrenging, privécommunicatie of telecommunicatie, waaraan men niet deelneemt, op te nemen, zonder de toestemming van alle deelnemers aan die communicatie of telecommunicatie. Deze bepalingen zijn, in casu, niet van toepassing voorzover ze slechts de opname betreffen van de communicatie door een derde persoon die niet deelneemt aan de opgenomen communicatie.
Même si cet enregistrement peut s’effectuer de façon automatique, il ne peut être contesté que la personne qui enregistre la communication est de facto celle qui répond, soit à l’appel d’urgence soit à l’appel transitant par le bureau d’accueil de la zone de police
Ook al kan deze opname automatisch gebeuren, er kan niet betwist worden dat de persoon die de communicatie opneemt de facto diegene is die, hetzij de noodoproep beantwoordt, hetzij de oproep die via het onthaalbureau van de desbetreffende politiezone doorge-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6193
concernée. Cette dernière prend dès lors bel et bien part à la communication enregistrée et échappe en conséquence aux dispositions pénales précitées. Les membres des services de police employés dans les services concernés sont informés de ces enregistrements et ils les effectuent donc en connaissance de cause et en toute légalité.
geven wordt. Deze laatste neemt dus wel degelijk deel aan de opgenomen communicatie en ontsnapt bijgevolg aan voormelde bepalingen uit de strafwet. De leden van de politiediensten die in de betrokken diensten werken, zijn op de hoogte van deze opnames en verrichten ze bijgevolg met kennis van zaken en in alle wettelijkheid.
Enfin, il me semble nécessaire de préciser que si ces enregistrements sont légitimement susceptibles de servir aux fins mentionnées par l’honorable membre, leur finalité première est de permettre aux membres des services de police d’assurer pleinement la sécurité des citoyens en enregistrant, le cas échéant, des données qui seraient insuffisamment audibles ou incompréhensibles lors de leur première transmission orale.
Ten slotte lijkt het me nodig te preciseren dat, ook al kunnen deze opnames wettig dienen voor de door het geachte lid vermelde doeleinden, toch bestaat hun eerste finaliteit erin de leden van de politiediensten toe te laten volledig in te staan voor de veiligheid van de burgers door, desgevallend, de gegevens op te nemen die onvoldoende hoorbaar of verstaanbaar zouden zijn bij hun eerste mondelinge overbrenging.
DO 2003200421552
DO 2003200421552
Question no 285 de M. Jo Vandeurzen du 25 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :
Vraag nr. 285 van de heer Jo Vandeurzen van 25 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :
Chefs de corps de la police communale. — Commissaire. — E´chelle de traitement.
Korpschefs van de gemeentepolitie. — Commissaris. — Loonschaal.
1. Tous les chefs de corps de la police communale ont-ils été affectés comme commissaires ?
1. Werden alle korpschefs van de gemeentepolitie ingeschakeld als commissaris ?
2. Dans l’affirmative, quelle échelle de traitement leur est-elle attribuée ?
2. Zo ja, in welke loonschaal ?
3. Dans la négative, pourquoi une distinction at-elle été faite ?
3. Zo neen, waarom werd er een onderscheid gemaakt ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 285 de M. Jo Vandeurzen du 25 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 285 van de heer Jo Vandeurzen van 25 mei 2004 (N.) :
L’insertion de tous les membres des trois anciens services de police dans la nouvelle police intégrée fut une délicate opération. Le régime des grades et échelles des trois services était en effet fort différent, notamment en raison de leur développement historique et en raison des conceptions divergentes au sujet du contenu de la fonction des grades et leur relation mutuelle.
De inschakeling van alle leden van de drie voormalige politiediensten in de nieuwe geı¨ntegreerde politie was een moeilijke operatie. Het gradenstelsel en de loonschalen van de drie diensten waren immers sterk verschillend, onder meer omwille van hun verschillende historische ontwikkeling en omwille van verschillen in opvattingen over de functie-inhoud van graden en hun onderlinge verhouding.
En outre, une certaine proportionnalité, au sein de la nouvelle structure, devait être gardée entre les membres du personnel provenant des trois anciens services.
Bovendien moest binnen de nieuwe structuur een zekere proportionaliteit bewaard blijven tussen de personeelsleden afkomstig uit de drie voormalige diensten.
Cet exercice d’équilibre délicat fut donc le résultat de négociations syndicales difficiles.
Het resultaat is dan ook een delicate evenwichtsoefening, resultaat van moeilijke syndicale onderhandelingen.
Enfin, l’opération d’insertion a été ratifiée par le législateur (article 131 de la loi-programme du
Ten slotte is de inschalingsoperatie bekrachtigd geworden door de wetgever (artikel 131 van de pro-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6194
30 décembre 2001) et elle n’a pas fait l’objet de critiques de la part de la Cour d’arbitrage en ce qui concerne l’ancienne police communale. ` l’exception des gardes-champêtre uniques, 1 et 3. A les chefs de corps de la police communale ont été insérés dans le grade de commissaire ou de commissaire divisionnaire. Le garde champêtre unique qui n’était que fictivement chef de corps puisqu’il n’avait pas de membres du personnel sous son autorité, fut inséré dans le cadre moyen comme inspecteur principal, mais avec maintien de sa double qualité d’officier de police judiciaire et d’officier de police administrative. L’importance du corps communal déterminait si les autres chefs de corps obtenaient, dans la nouvelle structure, soit le grade de commissaire, soit de commissaire divisionnaire. La classe de la commune, telle que précisée dans la loi communale, fut prise comme critère objectif à cet effet. Les chefs de corps des communes des classes 18 ou supérieures, soit des corps les plus importants, furent insérés comme commissaire divisionnaire et les autres comme commissaire. 2. Ceux qui étaient nommés dans le nouveau grade de commissaire obtenaient une des échelles 02 jusqu’à 04bis inclus, en fonction de leur ancienne échelle (parfois majorée de certaines allocations) et le rang qu’ils occupaient dans l’ancienne échelle. Ceux qui ont obtenu le grade de commissaire divisionnaire, ont été insérés dans une des échelles 05 à 08 inclus, en fonction de la classe de la commune dans laquelle ils exerçaient leur ancienne fonction de chef de corps. Le statut prévoit une carrière barémique donnant consécutivement accès à différentes échelles plus élevées. En outre, un commissaire peut être promu au grade de commissaire divisionnaire sous certaines conditions (avec l’échelle correspondante).
grammawet van 30 december 2001) en werd die inschaling, wat de voormalige gemeentepolitie betreft, niet bekritiseerd door het Arbitragehof. 1 en 3. Met uitzondering van de enige veldwachters werden de korpschefs van de gemeentepolitie ingeschaald als commissaris of als hoofdcommissaris. De enige veldwachter, die slechts bij fictie korpschef was vermits hij geen operationele personeelsleden onder zijn gezag had, werd ingeschaald in het middenkader, dus als hoofdinspecteur, maar met behoud van zijn dubbele hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie en van officier van bestuurlijke politie. Of de andere korpschefs in de nieuwe structuur commissaris dan wel hoofdcommissaris werden, was afhankelijk van het belang van hun gemeentelijk korps, waarvoor de klasse van de gemeente, zoals dat bepaald is in de gemeentewet, als objectief criterium werd genomen. De korpschefs van de gemeenten van klasse 18 of hoger, dus van de grootste korpsen, werden ingeschaald als hoofdcommissaris, de anderen als commissaris.
L’insertion ne signifie donc pas de stand-still mais plutoˆt un point de départ pour une évolution de la carrière qui est beaucoup plus large dans la nouvelle structure qu’au sein de l’ancienne police communale.
2. Diegenen die de nieuwe graad van commissaris verkregen, bekwamen één van de loonschalen 02 tot en met 04bis, naargelang hun oude loonschaal (soms verhoogd met bepaalde toelagen) en de trap die zij in hun oude loonschaal hadden bereikt. Diegenen die de graad van hoofdcommissaris bekwamen, werden ingeschaald in één van de loonschalen 05 tot en met 08, afhankelijk van de klasse van gemeente waarin zij hun vroeger ambt van korpschef uitoefenden. Het statuut voorziet in een baremische loopbaan, waardoor achtereenvolgens verschillende hogere loonschalen kunnen worden bereikt. Bovendien is, onder bepaalde voorwaarden, bevordering van commissaris tot hoofdcommissaris (met de overeenkomstige loonschaal) mogelijk. De inschaling is dus geen stand-still, maar een uitgangspunt voor een verdere loopbaanontwikkeling, die in de nieuwe structuur veel ruimer is dan binnen de voormalige gemeentepolitie.
DO 2003200421558
DO 2003200421558
Question no 286 de M. Bert Schoofs du 26 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Création d’un corps d’intervention de police basé à Hasselt. Le ministre a récemment annoncé que la province du Limbourg pourrait disposer avant la fin de 2004
Vraag nr. 286 van de heer Bert Schoofs van 26 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Oprichting van een politie-interventiekorps met standplaats te Hasselt. Onlangs maakte de minister bekend dat de provincie Limburg nog in de loop van 2004 zou kunnen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6195
d’un corps d’intervention de la police fédérale dont l’effectif serait d’une cinquantaine d’hommes.
beschikken over een interventiekorps van de federale politie met een getalsterkte van ongeveer 50 manschappen.
Ce corps pourrait intervenir dans le cadre « d’actions spéciales » pour autant que celles-ci s’inscrivent dans les plans de sécurité locaux ou zonaux.
Dit zou kunnen worden ingezet voor « speciale acties » onder voorwaarde dat deze ingeschreven zijn in de lokale of zonale veiligheidsplannen.
1. Comment l’implantation — apparemment permanente — d’un corps de police fédéral dans le Limbourg s’intègre-t-elle dans la structure à deux niveaux de l’appareil policier intégré, à savoir d’une part un niveau fédéral et d’autre part un niveau local ou zonal ?
1. Hoe kadert deze — blijkbaar permanente — vestiging in Limburg van een federaal politiekorps binnen de tweeledige structuur van het geı¨ntegreerde politieapparaat, namelijk enerzijds een federaal niveau en anderzijds een lokaal of zonaal niveau ?
2. Dans quelles autres provinces ou régions de Belgique procédera-t-on à une implantation similaire ?
2. In welke andere provincies of regio’s binnen Belgie¨ zal een gelijkaardige vestiging plaatsvinden ?
3. Pouvez-vous expliquer en quoi consistent les « actions spéciales » que le corps susmentionné devra mener ?
3. Kan u toelichting geven over de « speciale acties » die het betrokken korps zal dienen te ondernemen ?
4. Pourra-t-on également faire appel à ce corps pour des interventions urgentes et imprévues dans des situations d’urgence touchant plusieurs zones ou localités ?
4. Is de inzet van het korps eveneens mogelijk bij niet voorziene dringende interventies in noodsituaties met een interzonaal of interlokaal karakter ?
5. a) A-t-on établi une liste de priorités concernant les actions que ce corps d’intervention devra mener ?
5. a) Is er een lijst van prioriteiten opgesteld met betrekking tot acties die het interventiekorps bij voorrang moet afhandelen ?
b) Dans l’affirmative, certaines zones n’auront-elles pas la priorité à chaque fois en raison du contenu de leur plan de sécurité zonal ou local ?
b) Zo ja, zullen bepaalde zones omwille van de concrete invulling van hun zonaal of lokaal veiligheidsplan niet steeds de voorrang krijgen boven andere zones ?
Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 5 juillet 2004, à la question no 286 de M. Bert Schoofs du 26 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 5 juli 2004, op de vraag nr. 286 van de heer Bert Schoofs van 26 mei 2004 (N.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 1. E´én van de voornaamste kenmerken van de tweeledige structuur van het politieapparaat is juist de geı¨ntegreerde werking die er moet zijn tussen de federale en de lokale politie. De federale politie moet inderdaad over het hele grondgebied ondersteunende opdrachten voor de lokale politie uitvoeren. De oprichting van een interventiekorps is in feite een aanpassing van de werking van de geı¨ntegreerde politie om de ondersteuning van de lokale politie bij de verwezenlijking van de nationale en de lokale prioriteiten uit het nationaal en de zonale veiligheidsplannen te verbeteren. In de praktijk worden er aldus 700 politiemensen van de federale politie gedelocaliseerd om tot een doeltreffender en doelmatiger gebruik van de beschikbare capaciteit te komen ter vervanging van de nietgespecialiseerde steun die actueel door de Algemene Reserve van de federale politie geleverd wordt. Daar-
1. Le fonctionnement intégré entre la police fédérale et la police locale constitue une des principales caractéristiques de la double structure de l’appareil policier. En effet, la police fédérale doit assumer, sur l’ensemble du territoire, des missions de soutien pour la police locale. La création d’un corps d’intervention constitue en fait une adaptation du fonctionnement de la police intégrée en vue d’un meilleur soutien de la police locale lors de la réalisation des priorités nationales et zonales contenues dans les plans de sécurité nationaux et zonaux. Dans la pratique cela signifie que 700 policiers de la police fédérale seront délocalisés en vue d’un usage plus efficace et plus efficient de la capacité disponible en remplacement de l’appui non spécialisé fourni actuellement par la Réserve générale de la police fédérale. Lorsqu’une zone de police se voit confrontée à un problème de capacité ne pouvant être
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
783
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6196
solutionné par l’organisation des propres moyens, ni par un accord sur l’appui latéral avec une autre zone, il devra en outre être fait appel au corps d’intervention avant de faire appel à la capacité hypothéquée des zones de la police locale.
enboven zal wanneer een politiezone geconfronteerd wordt met een capaciteitsprobleem dat geen oplossing vindt in de organisatie van de eigen middelen, noch in een akkoord tot laterale steun met een andere zone, in eerste instantie op het interventiekorps beroep gedaan worden vooraleer uit de voorziene gehypothekeerde capaciteit van de lokale politiezones te putten.
2. Dans l’état actuel du dossier, six Dircos ont été retenus, à savoir : Anvers, Gand, Hasselt, Mons, Charleroi et Liège.
2. In het huidige stadium van het dossier werden zes DirCo’s weerhouden : Antwerpen, Gent, Hasselt, Bergen, Charleroi en Luik.
3. La liste détaillée des taˆches devant être accomplies par le corps de sécurité, est à présent établie. Par « actions spéciales », j’entends surtout les « full integrated police actions », c’est à dire non seulement celles qui sont organisées au niveau supra local mais également les actions de controˆle au sein des zones de police.
3. De gedetailleerde lijst met taken die het veiligheidskorps zal moeten vervullen is in de maak. Met « speciale acties » bedoel ik vooral de zogenaamde « full integrated police actions », niet alleen deze die op supralokaal niveau georganiseerd worden, maar ook de controleacties binnen de politiezones.
4. Le corps peut être mobilisé pour toutes les missions non spécialisées de maintien de l’ordre public. L’organisation et les règles de fonctionnement à élaborer, devront permettre de fournir le plus rapidement possible du renfort en cas d’interventions urgentes à caractère interzonal ou même celles qui sont limitées à une seule zone de police.
4. Het korps kan ingezet worden voor alle nietgespecialiseerde opdrachten van handhaving van de openbare orde. De organisatie en werkingsregels die nog moeten uitgewerkt worden zullen moeten toelaten dat zo snel mogelijk versterking kan geleverd worden voor dringende interventies met een interzonaal karakter of zelfs deze die beperkt zijn tot één politiezone.
5. Les principaux principes sont actuellement définis. Cette année encore, 300 policiers seront placés dans ce corps d’intervention. Les règles de fonctionnement font l’objet d’une concertation qui est en cours. Il est encore trop toˆt pour se prononcer sur les priorités à prendre en considération lors de la mobilisation du corps d’intervention.
5. Op dit ogenblik liggen de grote principes reeds vast. Nog dit jaar komen er 300 politiemensen in dit interventiekorps terecht. De werkingsregels maken het voorwerp uit van aan de gang zijnd overleg. Het is nog iets te vroeg om nu al uitspraken te doen over de prioriteiten die zullen in acht genomen worden bij de inzet van het interventiekorps.
Ministre de l’Emploi et des Pensions
Minister van Werk en Pensioenen
Emploi
Werk
DO 2003200421317
DO 2003200421317
Question no 84 de M. Jo Vandeurzen du 20 avril 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 84 van de heer Jo Vandeurzen van 20 april 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Occupation des ACS financés par le FBI.
Tewerkstelling IBF-GECO’s.
1. Pouvez-vous me faire savoir combien d’ACS financés par le Fonds budgétaire interdépartemental (FBI) sont toujours employés à l’heure actuelle dans le secteur non marchand ?
1. Kan u meedelen hoeveel IBF-GECO’s er thans nog tewerkgesteld worden in de social profit sector met een financiering vanuit het Interdepartementeel Begrotingsfonds ?
2. Combien d’ACS sont-ils employés dans les hoˆpitaux et dans d’autres institutions spécifiques ?
2. Hoeveel zijn er dat voor de ziekenhuizen en de andere specifieke instellingen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6197
3. Est-il envisageable d’intégrer le financement de ce personnel supplémentaire dans le financement ordinaire ?
3. Kan niet overwogen worden om de financiering van deze extra personeelsleden te integreren in de normale financiering ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 5 juillet 2004, à la question no 84 de M. Jo Vandeurzen du 20 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 5 juli 2004, op de vraag nr. 84 van de heer Jo Vandeurzen van 20 april 2004 (N.) :
Le dispositif du Fonds budgétaire interdépartemental de promotion de l’emploi, institué par l’arrêté royal no 25 du 24 mars 1982 créant un programme de promotion de l’emploi dans le secteur non-marchand, relève depuis le 1er janvier 1989 de la compétence des régions. Toutefois, dans le secteur des hoˆpitaux ce dispositif est resté une matière fédérale.
De regeling interdepartementaal begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid, gecree¨erd door het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commercie¨le sector, is sinds 1 januari 1989 een bevoegdheid van de gewesten. In de sector ziekenhuizen is deze regeling evenwel een federale materie gebleven.
Le 22 mai 1987 une convention a été conclue pour le secteur des hoˆpitaux entre le ministre des Affaires sociales et le ministre de l’Emploi et du Travail. Cette convention a été adaptée ou modifiée à plusieurs reprises. Elle prévoit la création de 5 670 emplois, exprimés en équivalents temps plein. En 2002, l’occupation effective était de 5 609 équivalents temps plein. Pour 2003, le chiffre global de l’occupation effective n’est pas encore disponible.
Voor de sector ziekenhuizen is er op 22 mei 1987 een conventie gesloten tussen de minister van Sociale Zaken en de minister van Tewerkstelling en Arbeid. Deze conventie is verschillende malen aangepast of gewijzigd. Ze voorziet in het tot stand brengen van 5 670 betrekkingen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten. In 2002 bedroeg de effectieve tewerkstelling 5 609 voltijdse equivalenten. Voor 2003 is het globaal cijfer van de effectieve tewerkstelling nog niet beschikbaar.
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 98 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 98 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6198
qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 5 juillet 2004, à la question no 98 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 5 juli 2004, op de vraag nr. 98 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je vous renvoie à la réponse à votre question no 38 du 11 juin 2004 adressée au premier ministre. (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs naar het antwoord op uw vraag nr. 38 van 11 juni 2004 gericht aan de eerste minister. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
Pensions
Pensioenen
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
DO 2003200421616
DO 2003200421616
Question no 33 de M. Joseph Arens du 8 juin 2004 (Fr.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 33 van de heer Joseph Arens van 8 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Paiement à terme échu des mensualités de traitement d’activité et de pension pour certains agents du secteur public.
Betaling na vervallen termijn van de maandwedde en het maandpensioen van sommige personeelsleden van de openbare sector.
L’arrêté royal no 279 du 30 mars 1984 a institué à partir du 1er juillet 1984, le paiement à terme échu des
Het koninklijk besluit nr. 279 van 30 maart 1984 voerde vanaf 1 juli 1984 de betaling na vervallen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6199
traitements de certains agents du secteur public, qui précédemment étaient payés par anticipation.
termijn in van de wedden van sommige personeelsleden van de openbare sector, die voordien werden vooruitbetaald.
Par ailleurs, le paiement des pensions à terme échu prévu par la loi du 7 novembre 1987 ouvrant des crédits provisoires pour les années budgétaires 1987 et 1988 et portant des dispositions financières et diverses a créé une discrimination entre ceux qui ont obtenu leur pension avant le 1er janvier 1988 et ceux qui l’ont obtenue après, puisque ces derniers ont également vu leur pension payée à terme échu, ce qui les a « amputés » d’un mois de pension. La modification dans le mode de paiement de ces rémunérations et ou pensions a représenté pour certains fonctionnaires un « trou » d’un mois de salaire ou de pension au moment de l’instauration de ces mesures.
Bovendien gaf de betaling na vervallen termijn van de pensioenen, bepaald bij de wet van 7 november 1987 waarbij voorlopige kredieten voor de begrotingsjaren 1987 en 1988 werden geopend en houdende financie¨le en diverse bepalingen, aanleiding tot een discriminatie tussen de personeelsleden van de openbare sector, naar gelang van de datum waarop hun pensioen inging : vo´o´r of na 1 januari 1988. In het laatste geval werd het pensioen immers ook na vervallen termijn uitbetaald, waardoor het personeelslid één maandbedrag minder ontving. Doordat de betalingswijze voor deze lonen en of pensioenen werd aangepast, ontvingen sommige ambtenaren één maandsalaris of pensioen te weinig op het ogenblik dat deze maatregelen van kracht werden.
La modification du mode de paiement des pensions a par ailleurs créé une différence de traitement entre les fonctionnaires pensionnés, dont certains perçoivent leur pension à terme échu, et ceux qui sont payés par anticipation et qui n’ont donc pas perdu cette mensualité.
De gewijzigde betalingswijze voor de pensioenen leidde bovendien tot een ongelijke behandeling van de gepensioneerde ambtenaren : sommigen ontvangen hun pensioen na vervallen termijn, terwijl anderen vooraf worden betaald en dus geen maandpensioen verliezen.
Pourriez-vous communiquer si des mesures compensatoires pour les fonctionnaires qui ont perdu un mois de salaire ou pension au moment du changement dans le mode de paiement sont envisageables ?
Kan u meedelen of compenserende maatregelen worden overwogen ten gunste van die ambtenaren die één maandsalaris of -pensioen hebben verloren op het ogenblik dat de betalingswijze werd aangepast ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 5 juillet 2004, à la question no 33 de M. Joseph Arens du 8 juin 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 5 juli 2004, op de vraag nr. 33 van de heer Joseph Arens van 8 juni 2004 (Fr.) :
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les éléments qui suivent.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Il convient tout d’abord de rappeler la teneur de l’article 60 de la loi du 7 novembre 1987 portant des crédits provisoires pour les années budgétaires 1987 et 1988 et portant des dispositions financières et diverses. Cette disposition prévoit que :
Allereerst moet herinnerd worden aan de inhoud van artikel 60 van de wet van 7 november 1987 waarbij voorlopige kredieten worden geopend voor de begrotingsjaren 1987 en 1988 en houdende financie¨le en diverse bepalingen. Dat artikel bepaalt :
« § 1. Les pensions de retraite et de survie à charge du Trésor public ou dont l’E´tat assure le paiement sous réserve de la récupération des charges qui en résultent, et qui prennent cours après le 31 décembre 1987, sont payées le dernier jour ouvrable du mois auquel elles se rapportent, à l’exception de la mensualité afférente au mois de décembre, qui est payée le premier jour ouvrable du mois de janvier de l’année suivante. Il en est de même des différents éléments qui, le cas échéant, s’ajoutent à la pension et sont payés en même temps que celle-ci.
« § 1. De rust- en overlevingspensioenen ten laste van de Openbare Schatkist of waarvan de Staat de betaling verzekert onder voorbehoud van de terugvordering van de lasten die eruit voortvloeien, en die ingaan na 31 december 1987, worden de laatste werkdag van de maand waarop ze betrekking hebben, betaald, met uitzondering van het maandbedrag voor de maand december, dat de eerste werkdag van de maand januari van het volgend jaar betaald wordt. Hetzelfde geldt voor de verschillende elementen die, als het geval zich voordoet, bij het pensioen gevoegd worden en tegelijkertijd betaald worden.
§ 2. Les dispositions du § 1er ne s’appliquent ni aux pensions de retraite accordées aux personnes qui, à la veille de la prise de cours de leur pension, bénéficient
§ 2. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op de rustpensioenen die toegekend worden aan personen die vo´o´r het ingaan van hun pensioen, een wedde
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6200
d’un traitement payé par anticipation, en vertu de dispositions législatives, réglementaires, statutaires ou contractuelles, ni aux pensions de survie accordées aux ayants-droit des personnes qui, au moment de leur décès, bénéficiaient d’un traitement ou d’une pension de retraite payés par anticipation. ».
genieten die vooraf betaald wordt krachtens wettelijke, reglementaire, statutaire of contractuele bepalingen, en evenmin op de overlevingspensioenen die toegekend worden aan de rechthebbenden van personen die, op het ogenblik van hun overlijden, een wedde of rustpensioen genoten die vooraf betaald werden. ».
Cette disposition ne peut être considérée comme créant, au sens des articles 10 et 11 de la Constitution, une discrimination entre les pensionnés qui sont payés par anticipation et ceux qui sont payés à terme échu.
Er kan niet gesteld worden dat dit artikel een discriminatie in het leven roept, in de zin van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, tussen de gepensioneerden die vooraf betaald worden en zij die op het einde van de maand betaald worden.
En effet, la Cour d’arbitrage a reconnu à maintes reprises que les règles constitutionnelles de l’égalité et de la non-discrimination n’excluent pas qu’une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu’elle repose sur un critère objectif et qu’elle soit raisonnablement justifiée.
Het Arbitragehof heeft immers herhaaldelijk erkend dat de grondwettelijke regels inzake gelijkheid en nietdiscriminatie niet uitsluiten dat er een verschil in behandeling ingevoerd wordt tussen categoriee¨n van personen, voor zover het berust op een objectief criterium en het redelijk verantwoord is.
L’existence d’une telle justification doit s’apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d’égalité n’est violé que lorsqu’il est établi qu’il n’existe pas un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé.
Bij de beoordeling van het bestaan van een dergelijke verantwoording moet rekening gehouden worden met het doel en de gevolgen van de bekritiseerde maatregel, alsook met de aard van de desbetreffende beginselen; het gelijkheidsbeginsel wordt slechts geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.
Dans le cas précis qui est examiné, la différence de traitement qui a été faite par l’article 60 précité repose sur un critère objectif. Ce critère est basé sur la date de prise de cours de la pension, selon que celle-ci se situe avant ou après le 1er janvier 1988. Les personnes pensionnées avant 1988 restent toutes payées par anticipation, quel qu’ait été le mode de paiement de leur traitement, et cela afin d’éviter de les mettre dans une situation financière difficile par la modification de la date de paiement des mensualités de leur pension. Les personnes mises à la retraite à partir du 1er janvier 1988 bénéficient d’une pension payée à terme échu. Une exception est faite à ce principe pour les personnes dont le traitement d’activité était payé par anticipation.
In het geval dat hier onderzocht wordt, berust het verschil in behandeling, dat ingevoerd werd door voormeld artikel 60, op een objectief criterium. Dit criterium is gebaseerd op de ingangsdatum van het pensioen, naargelang dat die zich voor of na 1 januari 1988 situeert. De personen die voor 1 januari 1988 gepensioneerd werden, blijven allen vooraf betaald, ongeacht de betalingswijze van hun loon en dit om te vermijden dat deze personen in een moeilijke financie¨le situatie geplaatst worden door de datum van de betaling van hun pensioen te wijzigen. De personen die vanaf 1 januari 1988 gepensioneerd worden, ontvangen een pensioen dat op het einde van de maand betaald wordt. Een uitzondering op dit principe wordt gemaakt voor de personen van wie de activiteitswedde vooraf betaald werd.
La mesure qui a été instaurée est d’autant plus logique qu’elle suit le principe général selon lequel la pension est un traitement différé, de sorte qu’un même mode de paiement doit être appliqué pour le traitement et pour la pension.
De maatregel die ingevoerd werd is des te logischer daar hij voortvloeit uit het algemeen beginsel volgens hetwelk het pensioen een uitgesteld loon is, zodat een zelfde betalingswijze toegepast moet worden voor de wedde en voor het pensioen.
Il n’y a donc pas lieu de prendre des mesures compensatoires, étant donné qu’aucun pensionné n’a été lésé par la loi du 7 novembre 1987. Les personnes qui ont été pensionnées avant 1988 bénéficient toujours d’une pension payée par anticipation et les personnes pensionnées à partir de 1988 bénéficient d’une pension payée à terme échu ou par anticipation, selon le mode de paiement de leur traitement d’activité. Les personnes dont la pension est payée à
Er is dus geen reden om compenserende maatregelen te treffen aangezien geen enkele gepensioneerde benadeeld werd door de wet van 7 november 1987. De personen die gepensioneerd werden voor 1988 ontvangen nog steeds een pensioen dat vooraf betaald wordt en de personen die gepensioneerd werden vanaf 1988 ontvangen een pensioen dat op het einde van de maand of vooraf betaald wordt, volgens de betalingswijze van hun activiteitswedde. De personen van wie
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6201
terme échu n’ont donc en aucun cas perdu une mensualité de pension. En outre, si leur pension était payée par anticipation, ils percevraient successivement au moment de sa mise à la retraite, à un jour d’intervalle, leur dernier traitement d’activité et leur première mensualité de pension, ce qui n’est pas cohérent.
het pensioen op het einde van de maand betaald wordt, hebben dus in geen enkel geval een maand pensioen verloren. Bovendien is het zo dat, indien hun pensioen vooraf betaald zou worden, zij op het ogenblik van hun opruststelling achtereenvolgens, met een interval van één dag, hun laatste activiteitswedde en hun eerste pensioenbedrag zouden ontvangen, hetgeen niet logisch is.
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 34 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 34 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6202
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 5 juillet 2004, à la question no 34 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 5 juli 2004, op de vraag nr. 34 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je vous renvoie à la réponse à votre question no 38 du 11 juin 2004 adressée au premier ministre. (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs naar het antwoord op uw vraag nr. 38 van 11 juni 2004 gericht aan de eerste minister. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
DO 2003200421582
DO 2003200421582
Question no 35 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 17 juin 2004 (Fr.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 35 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 17 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Pensioenen :
« Brigades Moteur de Douanes ». — Pensions.
Motorbrigades van de douane. — Pensioenen.
Les Brigades Moteur de Douanes sont généralement constituées d’équipes d’agents d’intervention, auxquels sont confiées des missions de controˆle de documents de transports, surveillance de mouvements de produits d’accises, controˆle de déchets, de stupéfiants et transports divers etc., les considérant comme exerçant un travail particulier et dangereux.
De motorbrigades van de douane bestaan doorgaans uit interventieteams die belast zijn met de controle van vervoersdocumenten, het toezicht op het verkeer van accijnsproducten, de controle van afvalstoffen, verdovende middelen en diverse transporten, enz., waardoor men ervan kan uitgaan dat zij specifiek en gevaarlijk werk verrichten.
Or, les agents de niveaux 3 et 4 considérés comme faisant partie du « secteur actif » peuvent prendre leur pension au bout de 37,5 années de service. Il en va de même, semble-t-il pour l’inspecteur principal, chef de brigade, relevant du niveau 1.
De ambtenaren van de niveaus 3 en 4, die beschouwd worden als deel uitmakend van de « actieve afdeling » mogen na 37,5 dienstjaren met pensioen gaan. Naar verluidt is dat ook het geval voor de eerstaanwezend inspecteur, brigadechef, die een ambtenaar van niveau 1 is.
Les agents de niveau 2 et 2+, sont, quant à eux, considérés comme faisant partie du « secteur bureau », et doivent par conséquent travailler pendant 42 ans pour prétendre à une pension complète. Cela concernerait près de 150 agents.
De ambtenaren van de niveaus 2 en 2+ worden daarentegen beschouwd als deel uitmakend van de « kantoorafdeling » en kunnen bijgevolg pas na 42 jaar aanspraak maken op een volledig pensioen. Dat zou gelden voor om en bij de 150 ambtenaren.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6203
Pourriez-vous confirmer cet état de fait, préciser les critères qui ont prévalu à cette différence et m’informer des éventuelles mesures qui pourraient être prises pour rétablir un juste équilibre et faire en sorte que les agents de niveau 2 et 2+ puissent également prétendre à une carrière complète au terme de 37,5 années de prestations ?
Kan u bevestigen of dat klopt, preciseren op grond van welke criteria dat onderscheid wordt gemaakt en meedelen welke maatregelen eventueel kunnen worden getroffen om het evenwicht te herstellen en ervoor te zorgen dat de ambtenaren van de niveaus 2 en 2+ eveneens na 37,5 dienstjaren aanspraak op een volledig pensioen zouden kunnen maken ?
Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 5 juillet 2004, à la question no 35 de M. Bruno Van Grootenbrulle du 17 juin 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 5 juli 2004, op de vraag nr. 35 van de heer Bruno Van Grootenbrulle van 17 juni 2004 (Fr.) :
En réponse à sa question je puis confirmer à l’honorable membre que, à la suite de la restructuration de l’administration des douanes opérée en 1993, les agents des niveau 2+ et 2 qui ont été transférés au sein des brigades motorisées ne peuvent pas bénéficier du tantième un cinquantième, contrairement à leurs collègues de niveau 3.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te bevestigen dat, ingevolge de herstructurering van het bestuur van Douane in 1993, de beambten van de niveaus 2+ en 2 die naar de motorbrigade werden overgeheveld, in tegenstelling tot hun collega’s van niveau 3, geen aanspraak kunnen maken op het tantième 1/50.
En effet, seuls les emplois des agents de niveau 3 figurent au tableau annexé à la loi du 21 juillet 1844 sur les pensions civiles et ecclésiastiques. L’octroi du tantième un cinquantième aux agents des niveaux 2+ et 2 des brigades motorisées ne pourrait résulter que d’une modification de cette loi. Une telle modification ne me paraıˆt pas envisageable. Tant mes prédécesseurs que moi-même avons toujours été, pour des raisons de principe et pour des raisons d’ordre budgétaire, opposés à la reconnaissance de nouveaux services actifs.
Enkel de betrekkingen van de beambten van niveau 3 zijn in de tabel als bijlage bij de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen opgenomen. De toekenning aan de beambten van de niveaus 2+ en 2 van het tantième 1/50, zou slechts kunnen volgen uit de wijziging van deze wet. Een dergelijke wijziging wordt niet in het vooruitzicht gesteld. Zowel mijn voorgangers als ikzelf zijn steeds, om principie¨le en budgettaire redenen, gekant geweest tegen de erkenning van nieuwe actieve diensten.
Sur le plan des principes, il convient de rappeler que la distinction entre service sédentaire et service actif date d’une époque où les agents de l’E´tat n’étaient pas du tout protégés contre les risques inhérents à l’exercice de leur fonction. Tel n’est évidemment plus le cas depuis de nombreuses années, à la suite de la loi du 3 juillet 1967 qui a organisé un régime d’indemnisation des dommages résultant des accidents du travail et des maladies professionnelles.
Vanuit principieel oogpunt, moet herinnerd worden dat het onderscheid tussen binnendiensten en actieve diensten dateert van een tijdstip waarop het rijkspersoneel geenszins beschermd was tegen de risico’s verbonden aan de uitoefening van zijn functie. Dit geldt vanzelfsprekend reeds meerdere jaren niet meer ingevolge de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor beroepsziekten in de openbare sector.
En outre, faut-il vraiment, pour de nouvelles catégories de bénéficiaires, compenser les risques professionnels par l’octroi d’un tantième préférentiel en matière de pensions, c’est-à-dire précisément à un moment où l’agent n’est plus exposé à ces situations ?
Moet men bovendien voor nieuwe categoriee¨n van begunstigden, de beroepsrisico’s compenseren door toekenning van een voorkeurstantième inzake pensioenen, meer in het bijzonder op een ogenblik dat de agent niet meer blootgesteld wordt aan deze situaties ?
Sur le plan budgétaire, une adaptation de la loi du 21 juillet 1844 précitée afin de régler le problème évoqué ne manquerait pas de susciter des revendications similaires de la part d’autres catégories de personnel. Elles sont en effet très nombreuses à revendiquer pareil avantage, même si toutes les données objectives disponibles démontrent amplement l’impossibilité de satisfaire, à terme, cette aspiration collective.
Op budgettair vlak zou de aanpassing van de voormelde wet van 21 juli 1844, teneinde het aangehaalde probleem te regelen, ongetwijfeld leiden tot soortgelijke eisen vanwege andere personeelscategoriee¨n. Deze zijn inderdaad zeer talrijk om een dergelijk voordeel te eisen, zelfs indien alle beschikbare objectieve gegevens uitvoerig aantonen dat aan deze collectieve wens op termijn onmogelijk kan tegemoet gekomen worden.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
784
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6204
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 2003200421225
DO 2003200421225
Question no 340 de M. Ludo Van Campenhout du 2 avril 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 340 van de heer Ludo Van Campenhout van 2 april 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Impoˆts sur les revenus. — Interprétation de l’article 207 du CIR 1992.
Inkomstenbelastingen. — Interpretatie van artikel 207 WIB 1992.
Conformément à l’article 207, deuxième alinéa, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), aucune compensation avec la perte de la période imposable ne peut être opérée sur la partie du résultat qui provient d’avantages anormaux ou bénévoles visés à l’article 79 du CIR 1992.
Krachtens artikel 207, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) kan er geen compensatie met het verlies van het belastbaar tijdperk worden verricht op het gedeelte van het resultaat dat voorkomt van abnormale of goedgunstige voordelen vermeld in artikel 79 WIB 1992.
Dans la pratique, l’incertitude règne quant à l’interprétation correcte de cette disposition inspirée par la volonté d’éviter que des bénéfices soient transférés vers des sociétés qui disposent d’importantes pertes fiscales compensables, pour l’exercice comptable en cours ou pour des exercices antérieurs.
In de praktijk bestaat onzekerheid omtrent de juiste interpretatie van deze bepaling welke is ingegeven om te vermijden dat winsten naar vennootschappen worden overgeheveld die over belangrijke compenseerbare fiscale verliezen, van het lopende boekjaar of van voorheen, beschikken.
Cette disposition ne devrait toutefois pas conduire à ce que des sociétés, en situation de perte et sans revenus substantiels, soient redevables d’impoˆts sur des économies réalisées au niveau des couˆts dans le but d’assurer leur survie économique et financière.
De bepaling mag echter niet leiden tot toestanden waarbij vennootschappen in verliessituaties zonder substantie¨le inkomsten, belasting verschuldigd zouden zijn over kostenbesparingen, die zij hebben gerealiseerd om op economisch en financieel vlak te overleven.
Votre administration pourrait-elle fournir une réponse aux questions hypothétiques suivantes :
Kan uw administratie een antwoord geven op volgende hypothetische vragen :
1. Si le résultat de la période imposable équivaut à une perte de 10 (constituée de recettes égales à 500 et de couˆts égaux à 510) et si le contribuable a bénéficié d’un avantage anormal en raison de couˆts non supportés équivalent à 20, quelle sera alors la base imposable : 10 (à savoir la perte de la période imposable) ou 20 (à savoir l’avantage anormal) ?
1. Indien het result van het belastbaar tijdperk gelijk is aan een verlies van 10 (samengesteld uit 500 opbrengsten en 510 kosten) en indien de belastingplichtige een abnormaal voordeel wegens niet-gedragen kosten van 20 ontving, welke belastbare basis zal er dan ontstaan : 10 (zijnde het verlies van het belastbaar tijdperk) of 20 (zijnde het abnormaal voordeel) ?
2. Dans une même hypothèse avec une perte de 10 (constituée de revenus égaux à 1 et de couˆts égaux à 11), la base imposable sera-t-elle alors la même que pour la question 1 ?
2. Bij eenzelfde hypothese met een verlies van 10 (samengesteld uit 1 opbrengsten en 11 kosten) zal de belastbare basis dan dezelfde zijn dan in vraag 1 ?
3. Supposons que le résultat de la période imposable équivaut à un gain de 10 (constitué de revenus égaux à 510 et de couˆts égaux à 500) et que le contribuable a bénéficié d’un avantage anormal égal à 20.
3. Stel dat het resultaat van het belastbaar tijdperk gelijk is aan een winst 10 (samengesteld uit 510 opbrengsten en 500 kosten) en dat de belastingplichtige een abnormaal voordeel van 20 ontving.
La base imposable sera-t-elle alors égale à 10 (à savoir le bénéfice de la période imposable) parce qu’il n’y a pas de « pertes de la période imposable » ?
Is de belastbare basis dan 10 (zijnde de winst van het belastbaar tijdperk) omdat er geen « verlies van het belastbaar tijdperk » is ?
4. Dans une même hypothèse avec un bénéfice égal à 10, la base imposable est-elle alors la même qu’à la question 3 ?
4. Bij een zelfde hypothese met winst van 10, is de belastbare basis dan dezelfde als in vraag 3 ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6205
Réponse du ministre des Finances du 6 juillet 2004, à la question no 340 de M. Ludo Van Campenhout du 2 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 6 juli 2004, op de vraag nr. 340 van de heer Ludo Van Campenhout van 2 april 2004 (N.) :
Au préalable, je désire préciser que dans le cadre de l’application de l’article 207, alinéa 2, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, en vigueur à partir de l’exercice d’imposition 2004, le montant d’un avantage anormal ou bénévole obtenu pendant la période imposable sera toujours le minimum auquel la base imposable doit être égale, et ce quel que soit le résultat de cette période.
Ik wens vooreerst te verduidelijken dat, in het kader van de toepassing van artikel 207, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met ingang van het aanslagjaar 2004 het bedrag van een tijdens het belastbare tijdperk verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel steeds het minimum zal zijn waaraan de belastbare grondslag van het belastbare tijdperk gelijk moet zijn, en zulks ongeacht het resultaat van dat tijdperk.
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses relatives aux exemples chiffrés qu’il a présenté.
Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te vinden met betrekking tot de door hem voorgelegde cijfervoorbeelden.
1. Perte de la période imposable après la première opération (réserves + dépenses non admises + dividendes) = − 10 (500 − 510); avantage anormal ou bénévole retiré = 20; la base imposable de la période imposable = 20, tandis que la perte de la période imposable qui est reportée aux périodes imposables ultérieures = 30 ((− 10) − 20).
1. Verlies van het belastbare tijdperk na de eerste bewerking (reserves + verworpen uitgaven + dividenden) (500 − 510) = − 10; verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel = 20; de belastbare grondslag van het belastbare tijdperk = 20, terwijl het verlies van het belastbare tijdperk dat wordt overgedragen naar latere belastbare tijdperken ((− 10) − 20) = 30.
2. Perte de la période imposable après la première opération = − 10 (1 − 11); avantage anormal ou bénévole retiré = 20; la base imposable de la période imposable = 20, tandis que la perte de la période imposable qui est reportée aux périodes imposables ultérieures = 30 ((− 10) − 20).
2. Verlies van het belastbare tijdperk na de eerste bewerking (1 − 11) = − 10; verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel = 20; belastbare grondslag van het belastbare tijdperk = 20, terwijl het verlies van het belastbare tijdperk dat wordt overgedragen naar latere belastbare tijdperken ((− 10) − 20) = 30.
3. Bénéfice de la période imposable après la première opération = 10 (510 − 500); avantage anormal ou bénévole retiré = 20; la base imposable de la période imposable = 20, tandis que la perte de la période imposable qui est reportée aux périodes imposables ultérieures = 10 ((+ 10) − 20).
3. Winst van het belastbare tijdperk na de eerste bewerking (510 − 500) = 10; verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel = 20; belastbare grondslag van het belastbare tijdperk = 20, terwijl het verlies van het belastbare tijdperk dat wordt overgedragen naar latere belastbare tijdperken ((+ 10) − 20) = 10.
4. Bénéfice de la période imposable après la première opération = 10 (11 − 1); avantage anormal ou bénévole retiré = 20; la base imposable de la période imposable = 20, tandis que la perte de la période imposable qui est reportée aux périodes imposables ultérieures = 10 ((+ 10) − 20).
4. Winst van het belastbare tijdperk na de eerste bewerking (11 − 1) = 10; verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel = 20; belastbare grondslag van het belastbare tijdperk = 20, terwijl het verlies van het belastbare tijdperk dat in beginsel kan worden overgedragen naar latere belastbare tijdperken ((+ 10) − 20) = 10.
La déclaration à l’impoˆt des sociétés a été adaptée en ce sens.
De aangifte in de vennootschapsbelasting werd in die zin aangepast.
Pour conclure, je tiens à rappeler à l’honorable membre que les avantages retirés par une société ne sont visés par la disposition en cause que pour autant qu’ils revêtent un caractère anormal ou bénévole, ce qui doit être apprécié au cas par cas.
Ten slotte wens ik het geachte lid eraan te herinneren dat de door een vennootschap verkregen voordelen slechts door de bedoelde bepaling worden beoogd, voorzover zij een abnormaal of goedgunstig aannemen, hetgeen geval per geval moet worden beoordeeld.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6206
DO 2003200421300
DO 2003200421300
Question no 348 de Mme Dalila Douifi du 20 avril 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 348 van mevrouw Dalila Douifi van 20 april 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Impoˆts sur les revenus. — Article 194quater du CIR 1992.
Inkomstenbelastingen. — Artikel 194quater WIB 1992.
Je renvoie tout d’abord à ma question orale relative à la réserve d’investissement dans l’impoˆt des sociétés et à la réponse apportée à cette question lors de la séance de la commission des Finances et du Budget du 26 mars 2004 (question no 2325, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Finances et du Budget, 29 mars 2004, COM216, p. 19).
Ik verwijs ten eerste naar mijn mondelinge vraag inzake de investeringsreserve in de vennootschapsbelasting en het antwoord daarop, in de commissie voor de Financie¨n en de Begroting van 26 maart 2004 (vraag nr. 2325, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Financie¨n en de Begroting, 29 maart 2004, COM216, blz. 19).
Selon la tendance majoritaire de la doctrine, la réserve d’investissement doit être constituée après déduction de l’impoˆt des sociétés duˆ. Autrement dit, l’accroissement des réserves imposables doit d’abord être diminué de l’impoˆt des sociétés duˆ de manière à pouvoir déterminer les réserves pouvant être prises en considération pour la constitution d’une réserve d’investissement. La réserve d’investissement est à son tour, à certaines conditions, une réserve immunisée, si bien que le montant de la réserve d’investissement constituée au cours de la période imposable doit être déduit du résultat imposable de manière à pouvoir calculer correctement l’impoˆt des sociétés. Cela nous place dans une situation ou` la réserve d’investissement et l’impoˆt des sociétés s’influencent mutuellement. Il convient donc de calculer simultanément ces deux variables, ce qui ne peut se faire que par la résolution d’un système à deux équations et à deux inconnues. Comme les versements anticipés peuvent eux aussi influer sur le montant de la réserve d’investissement pouvant être constituée, nous arrivons à un système à trois équations à trois inconnues. Quelques programmes de calcul devant permettre de calculer correctement le montant de la réserve d’investissement ont été mis sur le marché dans cette optique.
Volgens een meerderheid in de rechtsleer moet de investeringsreserve aangelegd worden na aftrek van de verschuldigde vennootschapsbelasting. Met andere woorden moet de aangroei aan belastbare reserves tevens eerst verminderd worden met de verschuldigde vennootschapsbelasting, teneinde de reserves te kunnen bepalen die in aanmerking komen voor het aanleggen van een investeringsreserve. De investeringsreserve is op haar beurt, onder bepaalde voorwaarden, een belastingvrije reserve, waardoor het bedrag aan investeringsreserve dat tijdens het belastbaar tijdperk wordt aangelegd uit het belastbaar resultaat moet gehaald worden teneinde de vennootschapsbelasting correct te kunnen berekenen. Dit brengt ons in een situatie waarin de investeringsreserve en de vennootschapsbelasting elkaar onderling beı¨nvloeden. Hierdoor dienen beide variabelen gelijktijdig berekend te worden, wat enkel kan opgelost worden door het oplossen van een stelsel met twee vergelijkingen en twee onbekenden. Daar ook de voorafbetalingen hun invloed kunnen hebben op het bedrag dat aan investeringsreserve kan worden aangelegd, komen wij in dit geval tot een stelsel van drie vergelijkingen met drie onbekenden. In deze optiek zijn er ondertussen een aantal berekeningsprogramma’s op de markt, die moeten toelaten het bedrag aan investeringsreserve correct te berekenen.
Une autre tendance de la doctrine estime au contraire que l’article 194quater, § 2, du CIR 1992 dispose clairement que la réserve d’investissement est immunisée à concurrence de 50 % du résultat imposable réservé de la période imposable, avant constitution de la réserve d’investissement. Dans cette optique, la réserve d’investissement doit être calculée en tenant compte des impoˆts prévisibles sans prendre en considération leur influence sur la réserve d’investissement, et il n’est pas nécessaire de jongler avec plusieurs équations à plusieurs inconnues.
Een bepaalde strekking in de rechtsleer meent daarentegen dat artikel 194quater, § 2, WIB 1992 duidelijk stelt dat de investeringsreserve wordt vrijgesteld tot beloop van 50 % van het gereserveerde belastbare resultaat van het belastbare tijdperk, vo´o´r aanleg van de investeringsreserve. In deze optiek moet de investeringsreserve berekend worden rekeninghoudende met de voorziene belastingen zonder rekening te houden met de invloed hierop van de vrijgestelde investeringsreserve, en moet er helemaal niet gegoocheld worden met verschillende vergelijkingen met meerdere onbekenden.
Quelle tendance convient-il de suivre ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
Welke strekking moet gevolgd worden ? 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6207
Réponse du ministre des Finances du 6 juillet 2004, à la question no 348 de Mme Dalila Douifi du 20 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 6 juli 2004, op de vraag nr. 348 van mevrouw Dalila Douifi van 20 april 2004 (N.) :
La question de l’honorable membre a trait au calcul de la réserve d’investissement exonérée visée à l’article 194quater du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992).
De vraag van het geachte lid heeft betrekking op de berekening van de in artikel 194quater van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) bedoelde vrijgestelde investeringsreserve.
En ce qui concerne l’application de l’article 194quater, CIR 1992 précité, il peut en effet eˆtre noté qu’en accord avec la première interprétation donnée dans la question, la détermination du résultat réservé imposable qui tient compte de la dette fiscale estimée, est fonction de la réserve d’investissement calculée qui influence à son tour la dette fiscale estimée. ` ce sujet, je tiens à signaler à l’honorable membre A que le calcul visé a fait l’objet d’un examen approfondi dont le résultat est repris dans une circulaire administrative, comprenant un programme de calcul automatisé, qui peut déjà eˆtre consultée sur le site internet du Service public fédéral Finances (www.fiscus.fgov.be) et qui sera publiée dans le Bulletin des Contributions.
Met betrekking tot de toepassing van het voormeld artikel 194quater, WIB 1992 kan inderdaad worden opgemerkt dat, in overeenstemming met de in de vraag bedoelde eerste strekking, de bepaling van het gereserveerde belastbare resultaat dat rekening houdt met de geraamde belastingschuld, afhankelijk is van de berekende investeringsreserve die op haar beurt de geraamde belastingschuld beı¨nvloedt.
DO 2003200421311
DO 2003200421311
Question no 351 de Mme Trees Pieters du 20 avril 2004 (N.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 351 van mevrouw Trees Pieters van 20 april 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :
Responsabilité des fonctionnaires. — Ordre de signature obligatoire de pièces de procédure. — Procédure de rectification. — Décision par délégation sur des réclamations.
Aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van de ambtenaren. — Opdracht tot verplichte ondertekening van procedurestukken. — Wijzigingsprocedure. — Beslissing bij delegatie over bezwaarschriften.
Votre réponse à ma question no 218 du 15 janvier 2004 soulève des questions supplémentaires (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 26, p. 4004).
Uw antwoord op mijn vraag nr. 218 van 15 januari 2004 doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 26, blz. 4004).
Je me permets à présent de soumettre de nouveau à votre bonne attention et de préciser la partie de la question à laquelle vous n’avez pas fourni de réponse totalement complète à mes yeux.
Ik veroorloof mij thans u het gedeelte van die vraag dat niet integraal naar mijn finaliteit werd beantwoord andermaal aan uw welwillende aandacht voor te leggen en nader te preciseren.
Le passage actualisé de ma question générale est donc libellé comme suit :
Het geactualiseerde fragment van mijn algemene vraag luidt als volgt :
1. Tout chef de service et/ou agent taxateur peut-il, quel que soit son niveau ou son grade, être tenu ou contraint, tant administrativement que légalement, par son (ou tous ses) supérieur(s) hiérarchique(s) de signer un avis de rectification de déclaration, une notification d’imposition d’office, une réponse (= formulaire no 279T), une note d’avis ou une décision directoriale fournie par délégation, dont il n’est pas personnel-
1. Kan iedere dienstleider en/of belastingambtenaar, ongeacht zijn niveau of graad, door (al) zijn hie¨rarchische overste(n), zowel administratief als wettelijk worden verplicht of gedwongen om een bericht van wijziging van aangifte, een kennisgeving van aanslag van ambtswege, een wederantwoord (= drukwerk nr. 279T), een adviesnota of een bij delegatie verleende directoriale beslissing te ondertekenen waaromtrent
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Dienaangaande kan ik het geachte lid meedelen dat de bedoelde berekening het voorwerp heeft uitgemaakt van een grondig onderzoek waarvan het resultaat is opgenomen in een administratieve circulaire, met inbegrip van een geautomatiseerd berekeningsprogramma, die reeds kan worden geraadpleegd op de website van de Federale Overheidsdienst Financie¨n (www.fiscus.fgov.be) en die zal worden gepubliceerd in het Bulletin der Belastingen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6208
lement entièrement convaincu du bien-fondé, en principe ou dans les faits, et/ou qui est contraire au principe de légalité ? 2. Dans l’affirmative :
hij, principieel en/of feitelijk, nopens de gegrondheid ervan zelf persoonlijk totaal niet volledig is gerustgesteld en/of in strijd is met het legaliteitsbeginsel ? 2. In bevestigend geval :
a) Comment cette situation se justifie-t-elle en droit ?
a) Hoe wordt zulks in rechte verantwoord ?
b) Le fonctionnaire supérieur responsable et mandant (inspecteur, inspecteur principal, directeur et/ou directeur régional) ne doit-il pas plutoˆt toujours signer personnellement tous ces documents de procédure, au lieu de simplement en charger une autre personne ? Dans la négative, pourquoi pas ?
b) Moet de verantwoordelijke en opdrachtgevende hogere ambtenaar (inspecteur, eerstaanwezend inspecteur, directeur en/of gewestelijk directeur) al die procedurestukken dan niet veeleer steeds zelf ondertekenen in plaats van de opdracht zo maar door te geven ? Zo neen, waarom niet ?
c) Qu’en est-il alors de la responsabilité civile au sens des articles 1382 et 1383 du Code civil et/ou, à l’heure actuelle, plus particulièrement au sens de la loi du 10 février 2003 relative à la responsabilité des et pour les membres du personnel au service des personnes publiques, lorsqu’une action en dommages et intérêts, par exemple, est introduite ultérieurement en raison d’une taxation ou d’une décision directoriale téméraire et vexatoire ?
c) Hoe zit het alsdan met de burgerlijke aansprakelijkheid in de zin van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek en/of thans inzonderheid in de zin van de wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen, wanneer naderhand bijvoorbeeld een vordering tot schadeloosstelling wordt ingediend wegens een tergende en roekeloze taxatie of directoriale beslissing ?
d) Par quelle « formule de signature » légale et/ou réglementaire précise la mission administrative de signature obligatoire de toutes ces pièces de procédure et décisions directoriales par délégation doitelle alors effectivement être exécutée ?
d) Met welke bijhorende precieze wettelijke en/of reglementaire « ondertekeningsformule » dient de administratieve opdracht tot verplichte ondertekening van al die procedurestukken en directoriale beslissingen bij delegatie dan daadwerkelijk te gebeuren ?
e) Un fonctionnaire fiscal et/ou chef de service peut-il faire l’objet d’une sanction administrative lorsqu’il refuse catégoriquement ou résolument de signer l’un ou l’autre de ces éléments de procédure ou avis dont il n’approuve pas du tout le contenu et/ ou dont il n’est pas personnellement l’initiateur de la proposition de taxation (d’office) et/ou de la décision ou du jugement directoriaux (par délégation) ?
e) Kan een fiscaal ambtenaar en/of dienstleider administratief worden gesanctioneerd wanneer hij pertinent of kordaat weigert een of ander procedurestuk of advies te ondertekenen waarvan hij zelf helemaal niet achter de inhoud staat en/of waarvan hij zelf niet eens de initiatiefnemer van het (ambtshalve) taxatievoorstel en/of directoriale beslissing of uitspraak bij delegatie is ?
Dans l’affirmative, sur la base de quelles dispositions réglementaires précises du « Statut des agents de l’E´tat » ?
Zo ja, op welke grond van welke precieze reglementaire bepalingen van het « Statuut van het Rijkspersoneel » ?
3. Pouvez-vous indiquer, point par point, vos conceptions et méthodes générales actuelles dans le cadre d’une politique fiscale favorable au personnel et des instructions relatives à la responsabilisation des fonctionnaires taxateurs et de leurs managers ou directeurs ?
3. Kan u, punt per punt, uw huidige ziens- en handelwijze meedelen in het kader van een personeelsvriendelijk fiscaal beleid en van de onderrichtingen met betrekking tot de responsabilisering van de taxatieambtenaren en hun managers of directeurs ?
Réponse du ministre des Finances du 9 juillet 2004, à la question no 351 de Mme Trees Pieters du 20 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 9 juli 2004, op de vraag nr. 351 van mevrouw Trees Pieters van 20 april 2004 (N.) :
Les compétences des fonctionnaires et agents en matière fiscale sont définies par la loi, et l’organisation administrative mise en place pour leur exercice
De bevoegdheden van de ambtenaren en agenten inzake fiscale materie zijn bepaald door de wet. De administratieve organisatie opgericht voor de uitvoe-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6209
rencontre la lettre et l’esprit des dispositions qu’elles exécutent.
ring ervan, houdt rekening met de letter en de geest van de beschikkingen die deze bevoegdheden uitvoeren.
Il est de la responsabilité de chaque fonctionnaire qui intervient à quelque stade que ce soit de la procédure de taxation ou de contentieux de respecter strictement ce qui précède dans l’accomplissement des taˆches qui ressortissent aux compétences qui lui sont confiées.
Het is de verantwoordelijkheid van elke ambtenaar die optreedt in het stadium van ofwel de taxatieprocedure ofwel de geschillenprocedure om het voorgaande strikt te respecteren in de uitvoering van hun taken die voortvloeien uit de bevoegdheden die hen zijn toegekend.
DO 2003200421577
DO 2003200421577
Question no 406 de M. Jean-Jacques Viseur du 2 juin 2004 (Fr.) au ministre des Finances :
Vraag nr. 406 van de heer Jean-Jacques Viseur van 2 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :
Déclaration fiscale des jetons de présence des membres des conseils de police des zones pluricommunales.
Belastingaangifte van de presentiegelden van de politieraadsleden in meergemeentezones.
Conformément à l’article 22 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, les conseillers communaux, siégeant dans un conseil de police, reçoivent un jeton de présence pour les jours pendant lesquels ils prennent effectivement part aux réunions du conseil de police.
Luidens artikel 22 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, trekken de gemeenteraadsleden die zitting hebben in een politieraad presentiegeld voor de vergaderingen van de politieraad waaraan ze effectief deelnemen.
Ces jetons de présence sont fiscalement considérés comme un revenu imposable et font, en conséquence, l’objet d’une fiche fiscale 281.30.
Dit presentiegeld wordt vanuit fiscaal oogpunt beschouwd als een belastbaar inkomen dat bijgevolg op de belastingfiche 281.30 moet vermeld worden.
Notons que cette fiche ne comporte pas de « rubrique X ». C’est ainsi que lorsqu’en 2004, les membres d’un conseil de police recevront une fiche fiscale 281.30 relative aux jetons payés en 2003, les jetons de présence concernant les années précédentes (soit 2001 et 2002) ne pourront être considérés comme des arriérés.
Deze fiche bevat echter geen « rubriek X » zodat deze politieraadsleden de presentiegelden voor 2001 en 2002 die ze in 2003 ontvingen in hun belastingaangifte van 2004 niet als achterstallen kunnen opgeven.
En ce qui concerne les échevins qui siègent comme membres du conseil dans un conseil de police, ceux-ci reçoivent également un jeton de présence pour les jours pendant lesquels ils prennent effectivement part aux réunions d’un conseil de police. ` la différence des conseillers communaux, les A jetons attribués à des échevins sont considérés comme des revenus professionnels impliquant la rédaction d’une fiche fiscale 281.10 comportant par contre une « rubrique X » permettant de prendre en compte les arriérés de rémunération.
De schepenen die als raadslid zitting hebben in een politieraad trekken eveneens presentiegeld voor de vergaderingen van de politieraad waaraan ze effectief deelnemen.
C’est ainsi que lorsqu’en 2004, les membres du conseil recevront une fiche fiscale 281.10 relative aux jetons de présence payés en 2003, les jetons de présence concernant les années précédentes (soit 2001 et 2002) pourront être considérés comme des arriérés. ` cet égard, il me revient que la fiche fiscale, établie A et envoyée par le Service Central des Dépenses Fixes (SCDF) pour l’exercice d’imposition 2004 — revenus
Wanneer deze raadsleden in 2004 een belastingfiche 281.10 invullen zullen ze de in 2003 ontvangen presentiegelden voor 2001 en 2002 bijgevolg als achterstallen kunnen opgeven.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Anders dan voor de gemeenteraadsleden worden de presentiegelden voor de schepenen beschouwd als beroepsinkomsten zodat ze moeten vermeld worden op de belastingfiche 281.10 die wel een « rubriek X » voor achterstallige bezoldiging bevat.
In dit verband heb ik vernomen dat de belastingfiche die door de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven (CDVU) voor het aanslagjaar 2004 — inkomsten 2003 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6210
2003 concernera, tous les paiements intervenus en 2003 et relatifs à 2002 et 2003.
werd opgesteld en verzonden, geldt voor alle betalingen in 2003 die betrekking hebben op 2002 en 2003.
Il me revient également que la fiche fiscale relative aux revenus 2003 consistera en une fiche 281.30 pour l’ensemble des conseillers de police sans établir de distinction entre les conseillers communaux et les échevins.
Verder heb ik nog vernomen dat alle politieraadsleden een belastingfiche 281.30 voor de inkomsten van 2003 zullen ontvangen zonder dat een onderscheid gemaakt wordt tussen de gemeenteraadsleden en de schepenen.
En outre, l’article 408 de la loi-programme du 24 décembre 2002 ne serait pas applicable aux membres du conseil de police. Or, cet article prévoit que les traitements et allocations imposables de l’année 2002 pour lesquels le calcul ou la régularisation, par le Secrétariat social de la police intégrée à deux niveaux, a lieu entre le 1er janvier et le 30 avril 2003, ne sont renseignés qu’à concurrence de 80 % des montants payés ou alloués au cours de l’année 2002.
Bovendien zou artikel 408 van de programmawet van 24 december 2002 niet van toepassing zijn op de leden van de politieraad. Dit artikel bepaalt dat de belastbare bezoldigingen en vergoedingen voor 2002 waarvoor de berekening of regularisatie door het « sociaal secretariaat van de geı¨ntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus » tussen 1 januari en 30 april 2003 wordt uitgevoerd, geacht worden ten belope van 80 percent te zijn betaald of toegekend in het jaar 2002.
1. Confirmez-vous la situation ?
1. Bevestigt u deze toestand ?
2. N’estimez-vous pas qu’il existe une différence de traitement entre les conseillers de police et « le personnel de la police locale » qui bénéficie d’une mesure transitoire pour les arriérés de rémunération dès lors que le retard dans le paiement des jetons de présence ne peut être imputé aux conseillers de police ?
2. Is u niet van oordeel dat de politieraadsleden en « de personeelsleden van de lokale politie » verschillend behandeld worden in de mate dat die laatsten aanspraak maken op een overgangsmaatregel voor de achterstallige bezoldigingen en de politieraadsleden niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor de laattijdige uitbetaling van hun presentiegeld ?
3. N’estimez-vous pas qu’il convient de reprendre dans la fiche fiscale 281.30 tous les jetons de présence qui ont été payés en 2003 en faisant la distinction selon l’année de référence afin de les considérer éventuellement comme des arriérés pour les années 2001 et 2002 ?
3. Is u niet van oordeel dat alle in 2003 betaalde presentiegelden moeten ingevuld worden op de belastingfiche 281.30 met vermelding van het referentiejaar zodat ze eventueel kunnen behandeld worden als achterstallen van 2001 en 2002 ?
4. Quelles sont les raisons qui justifient que la nature fiscale des jetons de présence soit différente selon qu’il sont octroyés à des conseillers communaux ou à des échevins ?
4. Waarom worden de presentiegelden van gemeenteraadsleden fiscaal anders behandeld dan de presentiegelden van schepenen ?
Réponse du ministre des Finances du 9 juillet 2004, à la question no 406 de M. Jean-Jacques Viseur du 2 juin 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Financie¨n van 9 juli 2004, op de vraag nr. 406 van de heer Jean-Jacques Viseur van 2 juni 2004 (Fr.) :
L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions.
Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden op zijn vragen te vinden.
Les revenus que les mandataires publics tels que les échevins et les conseillers communaux perçoivent en raison de fonctions qu’ils exercent au sein d’associations intercommunales ou de certains organismes publics ou commissions, et qui doivent être considérées comme le prolongement de leur mandat, rentrent dans la catégorie des revenus visés à l’article 23, § 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), à laquelle appartiennent les émoluments afférents à ce mandat.
De inkomsten die openbare mandatarissen, zoals schepenen en gemeenteraadsleden, ontvangen wegens de functies die zij in intercommunale verenigingen of bepaalde openbare instellingen of commissies uitoefenen en die als een voortzetting van hun mandaat moeten worden beschouwd, vallen in dezelfde categorie van inkomsten vermeld in artikel 23, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) als die waartoe de vergoedingen betreffende dat mandaat behoren.
Par conséquent, les jetons de présence que les échevins perçoivent à titre de membres des conseils de police sont imposables à titre de rémunérations des
Derhalve zijn de presentiegelden die schepenen ontvangen als lid van een politieraad belastbaar als bezoldigingen van werknemers overeenkomstig de artike-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6211
travailleurs conformément aux articles 30, 1o et 31, CIR 1992. Il en résulte que ces jetons de présence doivent dans ce cas être mentionnés sur une fiche de rémunérations no 281.10.
len 30, 1o en 31, WIB 1992. Bijgevolg moeten die presentiegelden in dat geval op een loonfiche nr. 281.10 worden vermeld.
Conformément à l’article 171, 5o, b), CIR 1992, les jetons de présence se rapportant aux années 2001 et 2002 — alors que les intéressés avaient la qualité d’échevin — et dont le paiement ou l’attribution n’a eu lieu qu’en 2003 par le fait d’une autorité publique ou de l’existence d’un litige, qu’après l’expiration de la période imposable à laquelle ils se rapportent effectivement, peuvent bien être considérés comme des arriérés susceptibles d’être taxés distinctement. Ces arriérés doivent être mentionnés en regard de la lettre d’identification « X » de la fiche de rémunérations no 281.10.
De presentiegelden die betrekking hebben op de jaren 2001 en 2002 — toen de betrokkenen de hoedanigheid van schepenen hadden — en waarvan de betaling of de toekenning door toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad in 2003, na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop zij in werkelijkheid betrekking hebben, kunnen overeenkomstig artikel 171, 5o, b), WIB 1992 worden beschouwd als achterstallen die afzonderlijk kunnen worden belast. Die achterstallen moeten tegenover kenletter « X » van de loonfiche nr. 281.10 worden opgenomen.
Par contre, sur la base du principe énoncé au deuxième alinéa, les jetons de présence que les conseillers communaux perçoivent à titre de membres des conseils de police en exécution de l’article 22 de la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux, doivent être considérés en principe comme des profits imposables visés à l’article 27, CIR 1992. Ceux-ci sont en général imposables l’année de leur paiement.
De presentiegelden die gemeenteraadsleden als lid van de politieraad overeenkomstig artikel 22 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geı¨ntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, ontvangen zullen op basis van het in tweede lid besproken beginsel daarentegen in principe als belastbare baten vermeld in artikel 27, WIB 1992, worden beschouwd. Deze zijn over het algemeen belastbaar in het jaar van betaling.
Les jetons de présence se rapportant aux années 2001 et 2002, versés aux membres des conseils communaux en 2003, doivent également être soumis à l’impoˆt des personnes physiques au taux progressif. En effet, le régime d’imposition distincte visé à l’article 171, 5o, b), CIR 1992, ne s’applique qu’aux rémunérations, pensions, rentes ou allocations visées aux articles 31 et 34, CIR 1992.
De presentiegelden die betrekking hebben op de jaren 2001 en 2002 en betaald aan gemeenteraadsleden in 2003, moeten aan de personenbelasting worden onderworpen tegen het progressief tarief. Het stelsel van de afzonderlijke aanslag vermeld in artikel 171, 5o, b), WIB 1992 is immers alleen van toepassing op bezoldigingen, renten of toelagen als vermeld in de artikelen 31 en 34, WIB 1992.
Ces jetons de présence payés à des conseillers communaux, doivent être mentionnés sur une fiche de revenus no 281.30. Il n’est par ailleurs pas envisageable d’opérer une distinction selon l’année de référence, dès lors que l’article 171, 5o, b), CIR 1992, ne peut pas être appliqué en l’espèce.
De presentiegelden betaald aan gemeenteraadsleden moeten op inkomstenfiche nr. 281.30 worden opgenomen. Er wordt terzake overigens niet overwogen om een onderscheid te maken naar gelang van het referentiejaar, aangezien artikel 171, 5o, b), WIB 1992 in dat geval niet kan worden toegepast.
Par ailleurs, je tiens à informer l’honorable membre que le Service central des dépenses fixes (SCDF) a en principe mentionné — sur la base d’informations fournies par le secrétariat social GPI de la police fédérale — les jetons de présence payés à des échevins sur une fiche de rémunérations no 281.10, et les jetons de présence payés à des conseillers communaux sur une fiche de revenus no 281.30. En ce qui concerne les échevins, les revenus afférents aux années 2001 et 2002 ont bien été mentionnés en regard de la lettre d’identification « X » de la fiche de rémunérations no 281.10.
Bovendien wens ik het geachte lid mee te delen dat de Centrale Dienst voor vaste uitgaven (CDVU) in principe — op basis van inlichtingen bezorgd door het sociaal secretariaat GPI van de federale politie — de presentiegelden betaald aan schepenen op een loonfiche nr. 281.10 heeft vermeld en de presentiegelden betaald aan gemeenteraadsleden op een inkomstenfiche nr. 281.30. Wat betreft de schepenen zijn de inkomsten die betrekking hebben op de jaren 2001 en 2002 wel degelijk tegenover de kenletter « X » van de loonfiche nr. 281.10 vermeld.
Il n’est toutefois pas exclu que dans des cas isolés, des échevins ne soient pas connus comme tels auprès du secrétariat social GPI, de sorte qu’ils reçoivent du SCDF une fiche de revenus no 281.30. Le cas échéant,
Het is echter niet uitgesloten dat in bepaalde gevallen de schepenen niet als dusdanig waren gekend bij het sociaal secretariaat GPI zodat ze van de CDVU een inkomstenfiche nr. 281.30 hebben verkregen. In dat
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
785
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6212
le SCDF rectifiera les erreurs dès que l’information correcte lui sera communiquée.
geval zal de CDVU die vergissingen rechtzetten zodra ze over de correcte informatie beschikt.
Enfin, je puis confirmer à l’honorable membre que l’article 408 de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002, n’est pas applicable aux jetons de présence payés aux membres des conseils de police.
Ten slotte kan ik het geachte lid bevestigen dat artikel 408 van de programmawet (I) van 24 december 2002 niet van toepassing is op de presentiegelden betaald aan de leden van de politieraden.
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales
Sociale Zaken
DO 2003200420994
DO 2003200420994
Question no 86 de M. Jo Vandeurzen du 3 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 86 van de heer Jo Vandeurzen van 3 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Biologie clinique. — Système de ristournes.
Klinische biologie. — Ristornosysteem.
Au début des années 90, le gouvernement de l’époque a pris l’initiative d’appliquer un système de ristournes dans le domaine de la biologie clinique. Ce système contraignait les laboratoires à rembourser à l’INAMI le dépassement d’un budget établi.
Begin jaren 90 werd door de toenmalige regering een initiatief genomen om in de klinische biologie een ristorno systeem te gebruiken. Dit systeem verplichtte de labo’s om de overschrijding van een berekend budget terug te betalen aan het RIZIV.
Je souhaiterais connaıˆtre la situation en ce qui concerne les montants récupérés.
Graag vernam ik wat de toestand is in verband met de teruggevorderde bedragen.
1. Au cours de quelles années ce système de ristournes a-t-il été d’application ?
1. In welke jaren is dit stelsel van ristorno’s toepasselijk geweest ?
2. a) Quel montant les laboratoires ont-ils duˆ rembourser pour les années en question ? ` combien s’élevait ce montant pour les laboratoib) A res établis respectivement en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie ?
2. a) Hoeveel moesten de labo’s voor die betrokken jaren terugbetalen ?
c) Quelle partie du montant à récupérer a été remboursée volontairement par les laboratoires ? Pouvez-vous également fournir ce chiffre respectivement pour les laboratoires établis en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie ?
c) Hoeveel van het terug te vorderen bedrag werd door de laboratoria vrijwillig terugbetaald ? Kan u ook meedelen hoe deze terugbetaling gespreid zijn over de labo’s gevestigd in Vlaanderen, Brussel en Wallonie¨ ?
d) Quelle partie du montant à récupérer n’a finalement pas été remboursée volontairement ? Quelles procédures judiciaires ont été engagées à cet égard et quel est l’état d’avancement de chacune de ces procédures ?
d) Hoeveel werd uiteindelijk van de gevorderde bedragen niet vrijwillig terugbetaald ? Welke gerechtelijke procedures werden daaromtrent ingesteld en wat is de stand van elk van die procedures ervan ?
e) Quelle est la position du ministre concernant les montants que les laboratoires ont refusé de rembourser volontairement ?
e) Welk standpunt neemt de minister in met betrekking tot de nog openstaande bedragen bij die labo’s die niet vrijwillig hebben terugbetaald ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
b) Hoeveel was dit voor de labo’s respectievelijk gevestigd in Vlaanderen, Brussel en Wallonie¨ ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6213
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 7 juillet 2004, à la question no 86 de M. Jo Vandeurzen du 3 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 7 juli 2004, op de vraag nr. 86 van de heer Jo Vandeurzen van 3 maart 2004 (N.) :
En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis communiquer ce qui suit.
In antwoord op de vragen van het geachte lid kan ik het volgende meedelen.
1. Ce système a été appliqué durant les trois derniers trimestres de 1989 et les années 1990, 1991 et 1992.
1. Dat systeem is toegepast tijdens de laatste drie kwartalen van 1989 en de jaren 1990, 1991 en 1992.
2. a) La totalité du montant réclamé se montait à 178,52 millions d’euros.
2. a) Het totale opgee¨iste bedrag bedroeg 178,52 miljoen euro.
b) Il se répartissait comme suit :
b) Het was als volgt onderverdeeld :
Flandre : 70,88 millions d’euros;
Vlaanderen : 70,88 miljoen euro;
Bruxelles : 41,17 millions d’euros;
Brussel : 41,17 miljoen euro;
Wallonie : 66,47 millions d’euros.
Wallonie¨ : 66,47 miljoen euro.
c) Avant le prononcé récent d’arrêts exécutoires dans certaines procédures initiées contre l’INAMI, le montant encaissé par l’institut s’élevait à 135,91 millions d’euros. Il se divisait comme suit :
c) Vo´o´r de recente uitspraak van de uitvoerbare arresten in bepaalde tegen het RIZIV ingeleide procedures, bedroeg het door het instituut geı¨nde bedrag 135,91 miljoen euro. Dit was als volgt onderverdeeld :
Flandre : 57,75 millions d’euros;
Vlaanderen : 57,75 miljoen euro;
Bruxelles : 22,23 millions d’euros;
Brussel : 22,23 miljoen euro;
Wallonie : 55,92 millions d’euros.
Wallonie¨ : 55,92 miljoen euro.
d) Des 125 contentieux ouverts contre leur(s) facture(s) définitive(s) par les laboratoires,
d) Van de 125 geschillen tegen de definitieve facturen (factuur) die de laboratoria hebben ingeleid,
— 60 ont déjà été jugés par la Cour du travail de Bruxelles qui s’est prononcée en faveur de l’INAMI;
— zijn er 60 reeds beoordeeld door het Arbeidshof van Brussel dat zich ten gunste van het RIZIV heeft uitgesproken;
— 65 litiges ont été portés devant un Tribunal du travail qui s’est déjà prononcé en faveur de l’INAMI dans 46 cas.
— zijn er 65 voor een Arbeidsrechtbank gebracht die zich al in 46 gevallen ten gunste van het RIZIV heeft uitgesproken.
Nombre de ces laboratoires ont déjà fait connaıˆtre leur intention de se pourvoir en cassation pour les premiers et de faire appel devant la Cour du travail pour les seconds.
Een aantal van die laboratoria heeft reeds hun intentie kenbaar gemaakt om in cassatie te gaan voor de eerste reeks en beroep aan te tekenen bij het Arbeidshof voor de tweede reeks.
` la suite de certains arrêts, l’institut a récupéré A 5,87 millions d’euros supplémentaires.
Ten gevolge van bepaalde arresten, heeft het instituut bijkomend 5,87 miljoen euro gerecupereerd.
e) Le Service des soins de santé de l’INAMI assure le suivi des contentieux susmentionnés.
e) De Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV verzekert de follow-up van bovenvermelde geschillen.
En cas de non-règlement par des laboratoires n’ayant pas contesté les factures, l’INAMI poursuivra par toute voie de droit.
Wanneer de laboratoria die de facturen niet hebben betwist, niet betalen, zal het RIZIV hen met elk rechtsmiddel gerechtelijk vervolgen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6214
DO 2003200421169
DO 2003200421169
Question no 94 de Mme Muriel Gerkens du 25 mars 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 94 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 maart 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Appareils auditifs. — Remboursements.
Hoorapparaten. — Terugbetaling.
Les appareils de correction auditive nécessitent un entretien extrêmement régulier et minutieux pour lequel une visite annuelle est au moins nécessaire chez l’audiologue.
Hoorapparaten dienen uiterst regelmatig en nauwgezet te worden onderhouden. Jaarlijks vereist dit minstens één bezoek aan de audioloog.
De plus, ces appareils sont de grands consommateurs de piles du type « Zinc-Air » fort couˆteuses dont il apparaıˆt d’après une enquête de Test Achats que leur durée de vie est comprise entre quelques jours et quelques semaines.
Bovendien verbruiken deze apparaten veel batterijen van het type « Zinc-Air ». Deze zijn erg duur en volgens een onderzoek van Test Aankoop bedraagt hun levensduur slechts enkele dagen tot weken.
Ces entretiens fréquents ajoutés au renouvellement répétés des piles occasionnent une lourde charge financière pour des personnes déjà fragilisées.
Het regelmatige onderhoud en de voortdurende vernieuwing van de batterijen brengen aanzienlijke kosten mee voor de dragers, die het sowieso al moeilijker hebben.
Les appareils de correction auditive relevant des remboursements INAMI, les questions d’entretien et piles en relèvent également.
Aangezien de hoorapparaten zelf door het RIZIV worden terugbetaald, dient dit ook voor het onderhoud en de batterijen het geval te zijn.
Envisagez-vous de vous pencher sur cette problématique et si oui, qu’envisagent vos services comme pistes concrètes de remboursement ?
Zal u zich over deze problematiek buigen en zo ja, welke concrete opties overwegen uw diensten om de terugbetaling uit te breiden ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 juillet 2004, à la question no 94 de Mme Muriel Gerkens du 25 mars 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 94 van mevrouw Muriel Gerkens van 25 maart 2004 (Fr.) :
Aux questions posées par l’honorable membre, je puis répondre ce qui suit.
In antwoord op de vragen van het geachte lid kan ik het volgende meedelen.
« Les problématiques de l’entretien des appareils auditifs et du renouvellement fréquent des piles ne sont pas inconnues de la Commission de conventions audiciens — organismes assureurs siégeant au sein de l’INAMI.
« De Overeenkomstencommissie audiciens/verzekeringsinstellingen die binnen het RIZIV zetelt — kent goed de problematiek van het onderhoud van de hoorapparaten en van de frequente vervanging van de batterijtjes.
Cependant, le cadre budgétaire disponible pour le secteur des audiciens n’a jamais permis d’y apporter une réponse satisfaisante. L’axe central actuel de réflexion de la commission est d’augmenter progressivement les interventions de l’assurance obligatoire soins de santé pour l’achat des appareils auditifs, afin de réduire le montant à charge du patient.
Maar de beschikbare budgettaire middelen voor de sector van de gehoorprothesisten hebben de commissie nooit in staat gesteld om aan het probleem een bevredigende oplossing te verlenen. Teneinde het bedrag te verminderen dat de patie¨nt op zich moet nemen, vormt een progressieve verhoging van de tegemoetkomingen van de verplichte zorgverzekering in de aankoopkosten van hoorapparaten, de huidige centrale denkrichting van de commissie.
Pour information, l’INAMI estime que le budget nécessaire à la couverture totale du coût des piles pour les appareils aujourd’hui en circulation s’élèverait à plus de 18 millions d’euros. Quant au budget nécessaire à la couverture totale du coût des entretiens pour ces mêmes appareils, il s’élèverait à plus de 2 millions d’euros.
Ter informatie, het RIZIV raamt het vereiste budget om de totale kosten van de batterijtjes voor de tegenwoordig in omloop zijnde hoorapparaten te dekken, op meer dan 18 miljoen euro. En wat betreft het budget dat nodig is om de onderhoudskosten van diezelfde toestellen te dragen, dat zou meer dan 2 miljoen euro bedragen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6215
Parmi les actions prioritaires retenues dans le cadre de ma politique de santé à moyen et long terme, à la suite de la phase I des Dialogues de la Santé, figure une réforme de la nomenclature qui élimine tous les problèmes d’accessibilité des patients aux prothèses auditives. Dans ce cadre, je vais demander que soit intégré dans la réflexion de la commission précitée les piles et l’entretien des prothèses ».
Onder de prioritaire acties die ik als gevolg van fase I van de Gezondheidsdialogen in het kader van mijn gezondheidsbeleid op middellange en lange termijn aanhoud, zit een hervorming van de nomenclatuur die al de toegankelijkheidsproblemen van de patie¨nten tot gehoorprothesen uitschakelt. Het is binnen dit kader dat ik ga vragen om de batterijtjes en het onderhoud van de gehoorprothesen in het overleg van de voornoemde commissie op te nemen. »
DO 2003200421220
DO 2003200421220
Question no 97 de M. Daniel Bacquelaine du 1er avril 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 97 van de heer Daniel Bacquelaine van 1 april 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Exercice de l’orthodontie.
Uitoefening van de orthodontie.
En réponse à ma question écrite no 59 du 6 janvier 2004, vous avez communiqué différentes statistiques calculées par les services de l’INAMI donnant pour chaque dentiste la part en pourcentage du nombre d’actes orthodontiques prestés par rapport au nombre total des prestations effectuées (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 19, p. 2690).
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 59 van 6 januari 2004 deelde u verschillende statistieken mee die door de diensten van het RIZIV werden berekend. Voor elke tandarts werd het procentuele aandeel van de orthodontische verstrekkingen in verhouding tot het totale aantal prestaties weergegeven (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 19, blz. 2690).
Ces tableaux, fort intéressants, ne permettent malheureusement toujours pas de connaıˆtre le nombre de dentistes qui exercent l’orthodontie de façon strictement exclusive, ce qui était un des objets de ma question précédente.
Uit die — bijzonder interessante — tabellen kan spijtig genoeg niet worden afgeleid hoeveel tandartsen uitsluitend orthodontie beoefenen. Mijn vorige vraag strekte er onder meer toe daarop een antwoord te krijgen.
L’INAMI est en mesure de fournir ces données, sur la base des prestations effectuées.
Het RIZIV is in staat, op basis van de verrichte prestaties, die gegevens te bezorgen.
En effet, sachant qu’un orthodontiste exclusif est un dentiste qui n’atteste que des prestations orthodontiques, des consultations et des radiographies, il suffit, pour connaıˆtre le nombre d’orthodontistes exclusifs, de rechercher le nombre de dentistes qui ne rentrent que ces numéros de nomenclature à l’exclusion de tous les autres.
Een tandarts die uitsluitend de orthodontie beoefent geeft enkel orthodontische verstrekkingen, raadplegingen en radiografiee¨n aan. Om te weten om hoeveel tandartsen het gaat, volstaat het dus na te gaan hoeveel onder hen uitsluitend die nomenclatuurnummers indienen.
Il s’agit des numéros suivants, à savoir : A) toute la nomenclature propre orthodontiques : 305594-305605, 305653-305664, 305712-305723, 305675-305686, 305830-305841, 305896-305900 et 305874-305885;
Het gaat om volgende nummers :
aux traitements 305616-305620, 305631-305642, 305852-305863,
A) de volledige nomenclatuur met betrekking tot de orthodontische behandelingen : 305594-305605, 305616-305620, 305653-305664, 305712-305723, 305631-305642, 305675-305686, 305830-305841, 305852-305863, 305896-305900 en 305874-305885;
B) mais aussi la consultation (301011) et les radiographies : 307016-307020, 307031-307042, 307053307064, 307090-307101, 307112-307123 et 307134307145.
B) maar ook de raadpleging (301011) en de radiografiee¨n : 307016-307020, 307031-307042, 307053307064, 307090-307101, 307112-307123 en 307134307145.
Les dentistes qui n’attestent que les numéros précités, à l’exclusion de tout autre, représentent donc la totalité des dentistes qui pratiquent l’orthodontie à titre exclusif.
De tandheelkundigen die uitsluitend de aangehaalde nummers indienen, met uitsluiting van alle andere, zijn meteen alle tandartsen die uitsluitend de orthodontie beoefenen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6216
Il serait également intéressant de savoir si ce nombre répond aux besoins de la population.
Het zou ook interessant zijn te weten te komen of dat aantal aan de noden van de bevolking beantwoordt.
Un des critères pourrait être le taux d’activité : à cet effet, l’INAMI pourrait-il fournir, pour les orthodontistes exclusifs déterminés sur la base des critères de nomenclature précités, un classement de ceux-ci par tranche de 12 500 euros remboursés ?
Daartoe kan onder meer van de activiteitsgraad worden uitgegaan : kan het RIZIV in dat verband voor de tandheelkundigen die, op basis van de nomenclatuurnummers, uitsluitend de orthodontie beoefenen, een rangschikking opstellen per terugbetaalde schijf van 12 500 euro ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 7 juillet 2004, à la question no 97 de M. Daniel Bacquelaine du 1er avril 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 7 juli 2004, op de vraag nr. 97 van de heer Daniel Bacquelaine van 1 april 2004 (Fr.) :
1. En réponse à une précédente question de l’honorable membre, l’INAMI avait ventilé, en classes, les dentistes en fonction du pourcentage du nombre d’actes strictement orthodontiques par rapport au nombre total d’actes qu’ils avaient effectués. L’INAMI détient ces informations sur la base des tableaux statistiques (profils médicaux) établis par les organismes assureurs et transmis au Service des soins de santé en vertu de l’article 348 de l’arrêté royal du 3 juillet 1996 portant exécution de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités.
1. In het antwoord op een vorige vraag van het geachte lid had het RIZIV de tandartsen in groepen verdeeld volgens het percentage strikt orthodontische akten in hun totale activiteit. Het RIZIV bekomt deze gegevens op basis van de statistische tabellen (medische profielen), die door de verzekeringsinstellingen zijn opgesteld en aan de Dienst voor geneeskundige verzorging zijn bezorgd krachtens artikel 348 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
2. Dans la présente question, l’honorable membre énumère les prestations dont il y a lieu de tenir compte pour fixer le nombre de dentistes exerçant une activité strictement orthodontique.
2. In zijn huidige vraag somt het geachte lid de prestaties op, waarmee moet rekening gehouden worden bij het bepalen van het aantal tandartsen met exclusief orthodontische activiteit.
Il s’agit des prestations suivantes :
Het gaat over volgende prestaties :
A) toute la nomenclature propre aux traitements orthodontiques :
A) de ganse nomenclatuur voor orthodontische behandelingen :
305594-305605, 305616-305620, 305653-305664, 305712-305723, 305631-305642, 305675-305686, 305830-305841, 305852-305863, 305896-305900 et 305874-305885;
305594-305605, 305616-305620, 305653-305664, 305712-305723, 305631-305642, 305675-305686, 305830-305841, 305852-305863, 305896-305900 en 305874-305885;
B) mais aussi les consultations (301011) et les radiographies :
B) maar ook de raadplegingen (301011) en de radiografiee¨n :
307016-307020, 307031-307042, 307053-307064, 307090-307101, 307112-307123 et 307134-307145.
307016-307020, 307031-307042, 307053-307064, 307090-307101, 307112-307123 en 307134307145.
Ces prestations caractérisent davantage la pratique orthodontique.
Deze prestaties karakteriseren eerder de orthodontische praktijk.
3. Tenant compte de ces caractéristiques, l’INAMI fournit les résultats suivants, calculés sur la base des profils 2001 et 2002.
3. Rekening houdend met deze prestaties, deelt het RIZIV de volgende resultaten mee op basis van de profielen 2001 en 2002.
Dans la colonne A du tableau ci-dessous figure le nombre d’orthodontistes exclusifs, c’est-à-dire le nombre de profils dans lesquels figurent uniquement les numéros de nomenclature mentionnés ci-dessus. Ces profils ont été sélectionnés lorsqu’il y figurait au moins un acte de la série donnée. Cela signifie que la sélection comprend également des profils ayant un
In kolom A van de onderstaande tabel komt het aantal exclusieve orthodontisten voor, dat wil zeggen het aantal profielen waarin enkel de bovenvermelde nomenclatuurcodenummers voorkomen. Deze profielen werden geselecteerd als er minimum één akte van de opgegeven reeks in voorkwam. Dit betekent dat de selectie eveneens profielen bevat met een uiterst gering
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6217
nombre d’actes très limité; voire même sans acte orthodontique, mais limité à des radiographies et/ou consultations. Sur la base des profils 2001 et 2002, 156 et 158 profils répondent à ces critères. Ces nombres ont été ventilés par classe de 12 500 euros. La première classe contenant 77 et 74 profils a encore été subdivisée en trois classes de 4 000 euros pour bien illustrer la concentration très importante de petits profils inférieurs à 4 000 euros, à savoir 64 et 53. Ceci illustre la difficulté d’estimer le nombre exact d’orthodontistes exclusifs sur la base des profils d’activité remboursée. ` cet égard, l’INAMI souligne la présence d’un 4. A « bruit de fond statistique » dans ses profils qu’il ne lui est pas possible d’éliminer a priori, c’est-à-dire avant d’avoir enregistré l’agrément du dentiste comme orthodontiste exclusif. Afin d’illustrer la grande sensibilité du nombre de profils sélectionnés au bruit de fond statistique, l’INAMI a ajouté les tableaux B1 et B2 dans lesquels, respectivement, jusqu’à 5 et 10 autres prestations ont été admises dans les profils sélectionnés. L’on constate respectivement un doublement et un triplement du nombre des profils sélectionnés, tant pour les petits profils (inférieurs à 4 000 euros) que pour les nombres totaux. Ces chiffres incitent donc à une grande prudence pour déduire un « nombre d’orthodontistes exclusifs » à partir des profils d’activités des praticiens de l’art dentaire. Nombre d’orthodontistes
Classes de montant remboursé (euro) — Klassen van terugbetaald bedrag (euro)
aantal akten; zelfs zonder orthodontische akte maar beperkt tot radiografiee¨n en/of raadplegingen. Op basis van de profielen 2001 en 2002, beantwoorden 156 en 158 profielen aan deze criteria. Deze aantallen werden uitgesplitst per klassen van 12 500 euro. De eerste klasse bevattende 77 en 74 profielen is nog onderverdeeld in drie subklassen van 4 000 euro; dit om de belangrijke concentratie van de kleine profielen onder de 4 000 euro te verduidelijken, namelijk 64 en 53. Dit illustreert de moeilijkheid om het ree¨el aantal exclusieve orthodontisten te ramen op basis van profielen van de terugbetaalde activiteit. 4. In dit opzicht benadrukt het RIZIV de aanwezigheid van « statistisch achtergrondruis » die a priori niet gee¨limineerd kan worden uit haar profielen, dit wil zeggen alvorens de erkenning van tandarts als exclusief orthodontist te hebben geregistreerd. Teneinde de grote sensibiliteit van het aantal geselecteerde profielen aan het statistisch achtergrondruis te illustreren, heeft het RIZIV de tabellen B1 en B2 toegevoegd waarin het aantal tandartsen voorkomt met respectievelijk 5 tot 10 andere prestaties dan de gevraagde in hun profiel. Men constateert respectievelijk een verdubbeling en een verdrievoudiging van het aantal geselecteerde profielen, zowel voor de kleine profielen (lager dan 4 000 euro) als voor de totale aantallen. Deze cijfers sporen aan tot grote voorzichtigheid om een « aantal exclusieve orthodontisten » af te leiden uit de activiteitenprofielen van de tandheelkundigen. Aantallen Orthodontisten
= colonne A, plus ceux dont le profil comprend également A un nombre restreint de prestations en dehors de la série dont le profil comprend au donnée de codes de la nomenclature moins un acte, mais — exclusivement de la série donnée = kolom A, plus diegenen waarvan het profiel ook een de codes de la nomenclature gering aantal prestaties buiten de opgegeven reeks nomenclatuurcodes bevat — A waarvan het profiel tenminste één akte bevat, maar uitsluitend uit de opgegeven reeks nomenclatuurcodes
0 - 4 000 ................................... 4 000 - 8 000 ............................. 8 000 - 12 500 ........................... 12 500 - 25 000 ......................... 25 000 - 37 500 ......................... 37 500 - 50 000 .........................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
B-1 de 0 à 5 prestations — B-1 van 0 tot 5 prestaties
B-2 de 0 à 10 prestations — B-2 van 0 tot 10 prestaties
en 2001 — in 2001
en 2002 — in 2002
en 2001 — in 2001
en 2002 — in 2002
en 2001 — in 2001
en 2002 — in 2002
64 6 7 23 13 13
53 10 11 25 17 15
121 8 10 46 34 36
117 11 15 36 38 33
163 8 11 52 37 46
150 12 17 45 45 41
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6218
Classes de montant remboursé (euro) — Klassen van terugbetaald bedrag (euro)
A = colonne A, plus ceux dont le profil comprend également dont le profil comprend au un nombre restreint de prestations en dehors de la série moins un acte, mais donnée de codes de la nomenclature — exclusivement de la série donnée = kolom A, plus diegenen waarvan het profiel ook een de codes de la nomenclature gering aantal prestaties buiten de opgegeven reeks — nomenclatuurcodes bevat A waarvan het profiel tenminste één akte bevat, maar uitsluitend uit de opgegeven reeks nomenclatuurcodes en 2001 — in 2001
en 2002 — in 2002
B-1 de 0 à 5 prestations — B-1 van 0 tot 5 prestaties
B-2 de 0 à 10 prestations — B-2 van 0 tot 10 prestaties
en 2001 — in 2001
en 2002 — in 2002
en 2001 — in 2001
en 2002 — in 2002
50 000 - 62 500 ......................... 62 500 - 75 000 ......................... 75 000 - 87 500 ......................... 87 500 - 100 000 ........................ >100 000 ...................................
4 8 8 2 8
6 5 6 3 7
22 24 14 12 31
20 24 24 13 34
31 30 20 17 36
26 31 27 17 42
Total. — Totaal ........................
156
158
358
365
451
453
Santé publique
Volksgezondheid
DO 2003200420996
DO 2003200420996
Question no 134 de M. Pieter De Crem du 3 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 134 van de heer Pieter De Crem van 3 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Influence néfaste de la consommation d’alcool durant la grossesse.
Nefaste invloed van alcohol tijdens de zwangerschap.
Selon une étude récente du neurologue John Olney, la consommation de deux boissons alcoolisées sur la journée peuvent causer chez un enfant à naıˆtre un retard neurologique pour le reste de sa vie. Après la consommation de deux boissons, le taux d’alcoolémie chez une femme enceinte s’élève à 0,07 %. Un tel taux peut endommager définitivement les cellules cérébrales du fœtus. L’alcool détériore les cellules du cerveau parce qu’il empêche l’établissement des liaisons synaptiques. Ces liaisons sont importantes dans le développement des fœtus, des bébés et des enfants en bas aˆge car elles développent le réseau neuronal à partir du sixième mois de grossesse jusqu’à plusieurs années après la naissance. Si les cellules cérébrales ne peuvent pas établir les liaisons synaptiques, elles meurent, ce qui est néfaste pour l’état neurologique de l’enfant.
Uit een recente studie van neuroloog John Olney is gebleken dat twee alcoholische drankjes op één dag een ongeboren kind een neurologische achterstand kunnen bezorgen voor de rest van zijn leven. Het alcoholgehalte van een zwangere vrouw bedraagt na twee drankjes 0,07 %. Een dergelijk alcoholgehalte kan de hersencellen van de foetus voorgoed beschadigen. Alcohol tast de hersenen aan omdat het de aanmaak van synaptische verbindingen tegengaat. Die verbindingen zijn belangrijk in de ontwikkeling van foetussen, baby’s en peuters omdat ze het hersennetwerk uitbouwen vanaf de zesde maand van de zwangerschap tot enkele jaren na de geboorte. Als hersencellen de synaptische verbindingen niet kunnen maken, sterven ze af, wat nefast is voor de neurologische toestand van het kind.
1. Disposez-vous de ces nouvelles données ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1. Beschikt u over deze nieuwe gegevens ? 2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6219
2. Dans l’affirmative, les résultats de cette étude ne constituent-ils pas un signal évident justifiant l’organisation d’une campagne de sensibilisation sur ce thème ?
2. Zo ja, zijn de resultaten van deze studie geen duidelijk signaal om een sensibiliseringscampagne rond dit thema te organiseren ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 7 juillet 2004, à la question no 134 de M. Pieter De Crem du 3 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 7 juli 2004, op de vraag nr. 134 van de heer Pieter De Crem van 3 maart 2004 (N.) :
1. Ces informations ont été présentées au congrès de la « American Association for the Advancement of Science » (AAAS) le 13 février 2004.
1. De gegevens waarvan sprake werden voorgesteld op 13 februari 2004 tijdens het jaarlijkse congres van « The American Association for the Advancement of Science (AAAS).
` l’heure actuelle, le communiqué de presse diffusé A par l’organisateur du congrès est la seule source d’information écrite relative à l’étude la plus récente de John Olney.
Op dit ogenblik is het persbericht dat door de organisator van het congres verspreid werd de enige geschreven informatiebron in verband met de meest recente studie van John Olney.
John Olney a déjà publié plusieurs articles sur ce sujet dans des revues scientifiques.
John Olney publiceerde al meerdere artikels in wetenschappelijke tijdschriften in verband met dit thema.
2. De quelles données disposons-nous actuellement ?
2. Wat is er al gekend in verband met dit onderwerp ?
L’influence néfaste d’une consommation régulière d’alcool est connue depuis plusieurs décennies. En 1973, on a utilisé pour la première fois le terme de Foetaal Alcohol Syndrome (FAS) pour des personnes chez lesquelles on avait constaté des anomalies faciales, des troubles de la croissance et des anomalies du système nerveux central liés ou non à la consommation d’alcool de la mère pendant la grossesse.
De nefaste invloed van chronisch alcoholgebruik is al sinds meerdere decennia gekend. In 1973 werd voor het eerst de term Foetaal Alcohol Syndrome (FAS) gebruikt voor personen waarbij afwijkingen ter hoogte van het aangezicht, groeistoornissen en afwijkingen van het centrale zenuwstelsel vastgesteld werden, al of niet in combinatie met bewezen alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap.
John Olney a effectué des recherches sur la consommation occasionnelle d’alcool pendant la grossesse.
John Olney voerde vooral onderzoek uit naar het éénmalige of occasionele gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap.
Comme vous l’aviez constaté d’après le contenu de la question, les dégaˆts causés par la consommation d’alcool interviennent principalement pendant la synaptogénèse. Il s’agit de la période au cours de laquelle se développent les synapses entre les neurones.
Zoals u opmerkte in de vraag wordt de schade door alcoholgebruik vooral veroorzaakt door alcoholgebruik tijdens de synaptogenese. Dit is de periode tijdens dewelke de neurologische synapsen tussen neuronen aangemaakt worden.
Quelles preuves apportent l’étude la plus récente de John Olney ?
Wat bewijst de meest recente studie van John Olney ?
La toute dernière étude de John Olney a permis de constater qu’un nombre croissant de cellules ne forme pas de liaisons synaptiques après l’injection souscutanée d’alcool à des souris au cours des premières semaines suivant la naissance.
De meest recente studie van John Olney toont aan dat door onderhuidse toediening van alcohol bij muizen tijdens de eerste weken na de geboorte er een verhoogd aantal cellen geen synaptische verbindingen kunnen vormen.
L’étude a été menée sur des souris qui venaient de naıˆtre et non sur des souris fœtales. Toutefois, il existe des différences importantes dans le développement neurologique entre les souris et les hommes. Chez l’homme, la synaptogénèse intervient à partir du sixième mois de la grossesse jusqu’à l’aˆge de trois ans. Chez les souris, la synaptogénèse intervient au cours des deux premières semaines suivant la naissance.
Het onderzoek werd dus uitgevoerd op pasgeboren muizen en niet op foetale muizen. Er bestaan echter belangrijke verschillen wat betreft de neurologische ontwikkeling van muizen en mensen. Bij de mens gebeurt de synaptogenese van de zesde maand van de zwangerschap tot in het derde levensjaar. Bij muizen vindt de synaptogenese plaats tijdens de eerste twee weken na de geboorte.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
786
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6220
D’autre part, d’après certaines hypothèses, les neurones qui pendant la synaptogénèse ne trouvent pas de synapse sous l’influence de l’alcool, sont les moins bien développés et ne pourraient peut-être pas former de synapse même sans consommation d’alcool. Il s’agit d’un phénomène connu dans le développement du système nerveux central, ainsi sans administration d’alcool ou autres substances nocives certaines cellules meurent quand même. Ce processus physiologique est appelé l’apoptose. Que ne peut pas prouver l’étude d’Olney ?
Anderzijds bestaan er hypotheses waarbij gesteld wordt dat de neuronen die onder invloed van alcohol geen synaps vinden tijdens de synaptogenese, de neuronen zijn die het slechtst ontwikkeld zijn en misschien zonder alcoholgebruik ook geen synaps zouden kunnen maken. Het is een gekend fenomeen bij de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel dat zonder toediening van alcohol en andere schadelijke stoffen er toch een aantal cellen afsterven. Dit fysiologisch proces wordt apotosis genoemd. Wat bewijst de studie van Olney niet ?
Toutes les études d’Olney ont été effectuées sur des souris nouveaux-nés et non sur des fœtus.
Al de studies van Olney werden uitgevoerd bij pasgeboren muizen en niet bij ongeboren mensenkinderen.
Aucune étude n’apporte la preuve qu’une prise unique d’alcool par la femme enceinte provoque des dégaˆts célébraux cliniquement significatifs chez le fœtus.
Geen enkele studie bewijst dat de eenmalige inname van alcohol door de zwangere vrouw klinisch relevante hersenbeschadiging bij de foetus veroorzaakt.
Existe-t-il une consommation d’alcool sûre pendant la grossesse ?
Bestaat veilig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap ?
On admet généralement que la prise de plus d’une boisson alcoolisée par jour ou la prise unique de plus de cinq boissons par jour (binge drinking) a un effet néfaste sur le développement neurologique du fœtus.
Algemeen wordt aangenomen dat het drinken van meer dan één alcoholische drank per dag of het eenmalig drinken van meer dan vijf dranken per dag (binge drinking) een nefaste invloed heeft op de neurologische ontwikkeling van het ongeboren kind.
La plupart des études comportent des données relatives aux anomalies constatées chez les enfants de mères qui boivent beaucoup plus.
De meeste studies rapporteren echter gegevens betreffende afwijkingen die vastgesteld werden bij kinderen van moeders die veel meer drinken.
Une étude récente a toutefois fait apparaıˆtre qu’un demi drink par jour pendant toute la durée de la grossesse peut déjà provoquer des anomalies. Une quantité minimale toxique d’alcool n’a pas pu être constatée compte tenu de la sensibilité individuelle chez la mère et le fœtus. Aux E´tats-Unis, tant le Center for Disease Control and Prevention (CDC), l’American Academy of Pediatrics que le American College of Obstetricians and Gynecologists affirment que la consommation d’alcool est déconseillée pendant la grossesse.
Recent onderzoek toont echter aan dat een halve drink per dag gedurende het hele verloop van de zwangerschap al afwijkingen kan veroorzaken, maar een minimum toxische hoeveelheid alcohol kon niet worden vastgesteld gezien de individuele gevoeligheid bij de moeder en het ongeboren kind. In de Verenigde Staten stellen zowel de Centers for Disease Control and Prevention (CDC), de American Academy of Pediatrics als de American College of Obstetricians and Gynecologists dat het gebruik van alcoholische dranken tijdens de zwangerschap af te raden is.
Les campagnes de sensibilisations existantes Aux E´tats-Unis depuis 1981, les emballages des boissons alcoolisées portent la mention « la consommation d’alcool est dangereuse pour le fœtus ». Cette campagne de sensibilisation a été évaluée mais n’a pas réussi à diminuer la consommation d’alcool chez les femmes enceintes.
In de Verenigde Staten wordt sinds 1981 op de verpakkingen van alcoholische dranken vermeld dat alcoholgebruik onveilig is voor het ongeboren kind. Deze sensibiliseringscampagne werd gee¨valueerd maar kon het alcoholgebruik bij zwangere vrouwen niet beperken.
En Flandre, une campagne pluriannuelle a été lancée : « Alcohol, bekijk het eens nuchter ». Cette campagne s’adresse aux personnes aˆgées de 26 à 45 ans sous le dénominateur « Message dans une bouteille ». La campagne vise différents groupes cibles dont les
In Vlaanderen loopt een meerjarencampagne : « Alcohol, bekijk het eens nuchter ». In deze sensibiliseringscampagne wordt naar 26-45 jarigen gewerkt onder de noemer « Boodschap in een fles ». Er wordt gewerkt naar verschillende doelgroepen waaronder
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Bestaande sensibiliseringscampagnes
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6221
femmes. La brochure s’adressant aux femmes a été envoyée à tous les gynécologues leur demandant de la distribuer à leurs patientes et d’attirer leur attention sur la consommation d’alcool pendant la grossesse. Cette campagne est complétée par un site internet (www.boodschapineenfles.be). Cette brochure a également été distribuée par des travailleurs sociaux, de plus, des discussions avec « Kind en Gezin » en vue dune diffusion sont en cours. La campagne qui a été lancée début mars 2004 est relayée et mise en place par les conseillers en prévention locaux et régionaux.
vrouwen. In de brochure voor vrouwen, die naar alle gynaecologen wordt verstuurd met de vraag om deze naar hun clie¨nten te verspreiden, wordt ingegaan op het thema alcohol tijdens de zwangerschap. Deze campagne wordt ondersteund door een website (www.boodschapineenfles.be). De folder wordt ook verspreid via het sociaal-cultureel werk en er lopen gesprekken met Kind en Gezin voor verspreiding. De campagne werd begin maart 2004 gelanceerd en wordt nu door de regionale en lokale preventiewerkers verder gedragen en geı¨mplementeerd.
En 2003, la Vereniging voor alcohol- en andere drugproblemen (VAD) a distribué une brochure sur les drogues et la grossesse. La brochure aborde également « le problème d’alcool et de grossesse ». La brochure a été envoyée à tous les gynécologues et les secteurs concernés et distribuée pendant trois mois dans les salles d’attente des généralistes (tirage à 60 000 exemplaires). Fin 2003, un package concernant des informations sur les produits « Drugs etc. », comportant une fiche et une brochure sur l’alcool et abordant le thème de la consommation d’alcool et de la grossesse a été finalisée. L’alcool et la grossesse en tant que thème est intégrés le plus souvent possible dans la communication s’adressant aux personnes en contact avec les groupes cibles.
In 2003 werd door de Vereniging voor alcohol- en andere drugproblemen (VAD) een folder verspreid over drugs en zwangerschap. In deze folder komt ook alcohol en zwangerschap aan bod. De folder werd eveneens verspreid naar alle gynaecologen en relevante sectoren en werd gedurende drie maanden in de wachtzaal van huisartsen verspreid (oplage 60 000 exemplaren). Eind 2003 werd een pakket gefinaliseerd met productinformatie « Drugs etc. » met daarin een fiche en een folder over alcohol, waarin telkens alcohol en zwangerschap als thema wordt aangebracht. Alcohol en zwangerschap is een thema dat zoveel mogelijk wordt geı¨ntegreerd in de communicatie naar de sleutelfiguren die met deze doelgroep werken.
Cette année, la Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse huisartsen (WVVH) en Flandre et la Société scientifique de médecine générale (SSMG) en Wallonie ont lancé une campagne de prévention de l’usage d’alcool en général.
Dit jaar heeft de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse huisartsen (WVVH) in Vlaanderen en de Société scientifique de médecine générale (SSMG) in Wallonie¨ een campagne gestart ter preventie van alcoholgebruik in het algemeen.
Conclusion générale :
Algemene conclusie :
1. La toute dernière étude de John Olney ne comporte pas d’éléments complémentaires permettant d’adapter les campagnes de sensibilisation existantes.
1. De meest recente studie van John Olney stelt geen bijkomende elementen ter beschikking om de bestaande sensibiliseringscampagnes aan te passen.
2. Les campagnes de sensibilisation actuelles dans la Région flamande insistent sur les dangers de la consommation d’alcool pendant la grossesse.
2. De huidige sensibiliseringscampagnes leggen vooral in het Vlaamse Gewest al de nadruk op het gevaar van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap.
DO 2003200421121
DO 2003200421121
Question no 145 de Mme Maggie De Block du 19 mars 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´volution des subventions pour les soins palliatifs.
Vraag nr. 145 van mevrouw Maggie De Block van 19 maart 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Ces dernières années, le gouvernement fédéral a redoublé d’efforts en vue de faciliter les soins palliatifs à domicile, dans les hoˆpitaux et maisons de repos en dégageant des moyens supplémentaires.
In de afgelopen jaren heeft de federale regering bijkomende inspanningen gedaan om de palliatieve zorgen thuis en in ziekenhuizen en rustoorden te faciliteren door in bijkomende middelen te voorzien.
1. Depuis le financement des premières expériences jusqu’à ce jour, quelle est l’évolution des subventions
1. Wat is de evolutie van de jaarlijkse betoelaging vanwege de federale overheid van palliatieve zorgen in
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Evolutie van de subsidies voor palliatieve zorgen.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6222
annuelles allouées par les autorités fédérales pour les soins palliatifs ?
Belgie¨ vanaf de financiering van experimenten tot vandaag ?
2. Disposez-vous de données annuelles relatives à cette évolution ventilées en fonction des postes suivants : forfait à domicile, moyens octroyés aux soins palliatifs ambulants et résidentiels (MRPA, MRS et hoˆpitaux), extension des équipes de soins palliatifs, accords de coopération, etc. ?
2. Beschikt u over de jaarlijkse cijfers van deze evolutie uitgesplitst naar budgetten voor het thuiszorgforfait, middelen voor de palliatieve zorgen die ambulant en residentieel gebeuren (ROB, RVT en ziekenhuizen), uitbreiding van de equipes palliatieve zorgen, samenwerkingsverbanden, enzovoort ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 7 juillet 2004, à la question no 145 de Mme Maggie De Block du 19 mars 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 7 juli 2004, op de vraag nr. 145 van mevrouw Maggie De Block van 19 maart 2004 (N.) :
En ce qui concerne le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement, les moyens attribués dans le cadre des soins palliatifs sont les suivants :
Wat de FOD volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu betreft, zijn de volgende middelen toegekend voor de palliatieve zorg :
1. Pour les unités hospitalières de soins palliatifs, le budget attribué au 1er janvier 2004 s’élève à 43 853 315,03 euros;
1. Voor de ziekenhuiseenheden palliatieve zorg bedraagt het op 1 januari 2004 toegekende budget 48 853 315,03 euro;
2. Pour le financement de la fonction palliative dans les hoˆpitaux, les budgets ci-après sont attribués au 1er janvier 2004.
2. Voor de financiering van de palliatieve functie in de ziekenhuizen werden op 1 januari 2004 de volgende budgetten toegekend.
Hoˆpitaux aigus : Services G isolés : Services Sp :
Acute ziekenhuizen : Geı¨soleerde G-diensten : Sp-diensten :
10 192 098,53 euros 153 087,46 euros 576 092,29 euros
10 192 098,53 euro 153 087,46 euro 576 092,29 euro
3. Pour les plate-formes de soins palliatifs, le financement est le suivant :
3. Voor de platforms palliatieve zorg ziet de financiering er als volgt uit :
1997 : 1998 : 1999 : 2000 : 2001 : 2002 : 2003 : 2004 :
1997 : 1998 : 1999 : 2000 : 2001 : 2002 : 2003 : 2004 :
619 733,81 euros 748 638,45 euros 1 088 252,57 euros 1 115 520,86 euros 1 859 201,44 euros 1 904 000,00 euros 1 932 000,00 euros 1 956 000,00 euros
619 733,81 euro 748 638,45 euro 1 088 252,57 euro 1 115 520,86 euro 1 859 201,44 euro 1 904 000,00 euro 1 932 000,00 euro 1 956 000,00 euro
En ce qui concerne l’INAMI, les moyens attribués dans le cadre de soins palliatifs sont les suivants :
Wat het RIZIV betreft, zijn de volgende middelen toegekend voor de palliatieve zorg :
1. Pour les équipes multidisciplinaires les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
1. De geboekte uitgaven voor de multidisciplinaire begeleidingsequipes zijn als volgt :
1999 : 2000 : 2001 : 2002 : 2003 :
1999 : 2000 : 2001 : 2002 : 2003 :
4 338 997 euros 5 262 355 euros 5 877 444 euros 6 732 928 euros 7 637 158 euros
4 338 997 euro 5 262 355 euro 5 877 444 euro 6 732 928 euro 7 637 158 euro
2. Pour les centres de jour les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
2. De geboekte uitgaven voor de dagcentra zijn als volgt :
2002 : 2003 :
2002 : 2003 :
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
23 850 euros 287 201 euros 2003
2004
23 850 euro 287 201 euro
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6223
3. Pour les soins infirmiers à domicile les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
3. De geboekte uitgaven voor de thuisverpleging zijn als volgt :
2001 : 2002 : 2003 :
2001 : 2002 : 2003 :
531 447 euros 16 755 329 euros 25 482 177 euros
531 447 euro 16 755 329 euro 25 482 177 euro
4. Pour les visites des médecins (codes palliatifs) les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
4. De geboekte uitgaven voor de consultaties van de artsen (palliatieve codes) zijn als volgt :
2002 : 2003 :
2002 : 2003 :
499 300 euros 1 868 693 euros
499 300 euro 1 868 693 euro
5. Pour les forfaits patients les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
5. De geboekte uitgaven voor de patie¨ntenforfaits zijn als volgt :
2000 : 2001 : 2002 : 2003 :
2000 : 2001 : 2002 : 2003 :
3 819 945 euros 5 573 217 euros 6 836 062 euros 7 140 589 euros
3 819 945 euro 5 573 217 euro 6 836 062 euro 7 140 589 euro
6. Pour les lits en MRS et MRPA les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
6. De geboekte uitgaven voor de RVT- en ROBbedden zijn als volgt :
2002 : 2003 :
2002 : 2003 :
4 545 836 euros 5 299 798 euros
4 545 836 euro 5 299 798 euro
7. Pour les services Sp en hospitalisation (montants par jour) les dépenses comptabilisées sont les suivantes :
7. De geboekte uitgaven voor de Sp-diensten in ziekenhuizen (bedragen per dag) zijn als volgt :
2002 : 2003 :
2002 : 2003 :
1 611 642 euros 5 120 756 euros
1 611 642 euro 5 120 756 euro
DO 2003200421221
DO 2003200421221
Question no 154 de M. Guido De Padt du 2 avril 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 154 van de heer Guido De Padt van 2 april 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Indication obligatoire des allergènes sur les étiquettes des aliments. — Allergies alimentaires. ` l’avenir, les allergènes courants tels que le gluten, A le poisson, les crustacés, les œufs, les cacahuètes, le soja, le lait et le lactose, les noix, le céleri, la moutarde, le sésame, le sulfite et les produits dérivés devront être mentionnés sur l’étiquette des aliments. C’est ce qu’estime le groupe scientifique sur les produits diététiques, la nutrition et les allergies de l’Autorité européenne de sécurité des aliments (AESA), qui conseille la Commission européenne à cet égard.
Verplichte vermelding van allergenen op etiketten voor levensmiddelen. — Voedselallergiee¨n.
Le groupe considère qu’il existe des preuves suffisantes pour justifier la mention obligatoire de ces ingrédients. En raison de l’évolution des habitudes alimentaires, de nouvelles techniques de production et de nouvelles découvertes, la liste devra être continuellement mise à jour. Le groupe constate en outre qu’il n’est pas encore possible d’établir, sur la base des connaissances actuelles, à partir de quelle quantité une réaction allergique se produit.
Het panel oordeelt dat er voldoende bewijs is om verplichte vermelding van deze ingredie¨nten te rechtvaardigen. Met het oog op veranderende eetgewoontes, nieuwe productietechnieken en nieuwe ontdekkingen zal de lijst continu moeten worden bijgewerkt. Het panel stelt verder vast dat het op grond van de huidige kennis nog niet mogelijk is vast te stellen vanaf welke hoeveelheid zich een allergische reactie voordoet.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
In de toekomst moeten gangbare allergenen als gluten, vis, schaaldieren, ei, pinda, soja, melk en lactose, noten, selderij, mosterd, sesam, sulfiet en afgeleide stoffen worden vermeld op het etiket van levensmiddelen. Dit vindt het wetenschappelijke panel voor dieetproducten, voedsel en allergiee¨n van de Europese Voedsel en Waren Autoriteit (EFSA), dat de Europese Commissie hierover adviseert.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6224
On ignore également quels sont les effets du mode de production sur la probabilité de susciter une réaction allergique. C’est pourquoi il faut examiner au cas par cas si des dérivés spécifiques des allergènes mentionnés sont susceptibles de provoquer une réaction allergique.
Ook is onduidelijk welk effect de productiewijze heeft op de kans dat een allergische reactie wordt opgeroepen. Daarom moet van geval tot geval bekeken worden of het mogelijk is dat specifieke afgeleiden van de genoemde allergenen geen allergische reactie oproepen.
Le problème pratique qui se pose est que la population est devenue plus sensible aux allergies, d’une part, et que l’on connaıˆt des substances déterminées qui peuvent provoquer des réactions allergiques, d’autre part, mais que la science n’est pas en mesure de fixer un seuil à partir duquel des allergènes potentiels deviennent problématiques. Cette difficulté se présente également lors de l’établissement d’une liste d’allergènes. Tous ces aspects sont également mentionnés dans l’avis.
Het praktische probleem dat zich voordoet is dat enerzijds mensen meer allergisch zijn geworden, dat er anderzijds bepaalde stoffen bekend zijn die allergische reacties kunnen oproepen, maar dat de wetenschap evenwel geen drempelwaarde kan vooropstellen vanaf welke potentie¨le allergenen problematisch worden. Dat is ook de moeilijkheid met het opstellen van een lijst van allergenen. Dit alles wordt ook in het advies vermeld.
C’est la raison pour laquelle la Commission européenne n’a pas encore déterminé si les allergènes devront obligatoirement être mentionnés sur les étiquettes, mais cette matière fera l’objet d’une harmonisation et la mesure sera appliquée pour le marché interne.
Vandaar dat de Europese Commissie er nog niet uit is of allergenen verplicht zullen moeten worden gee¨tiketteerd maar dergelijke materie zal geharmoniseerd worden en doorgevoerd voor de interne markt.
Certains fabricants apposent déjà une mention de ce type sur leurs étiquettes. Dans l’intérêt du consommateur, il est essentiel que des informations importantes (comme la présence éventuelle d’allergènes potentiels) soient en tout état de cause disponibles pour les personnes qui y sont sensibles.
Sommige fabrikanten nemen nu reeds een dergelijke verwijzing op hun etiket op. In het belang van de consument is het essentieel dat belangrijke informatie (zoals mogelijke aanwezigheid van potentie¨le allergenen) alleszins beschikbaar is voor wie hiervoor gevoelig is.
1. Combien de personnes sont-elles sensibles aux allergies alimentaires dans notre pays ?
1. Hoeveel mensen in ons land zijn gevoelig aan voedselallergie ?
2. Comment ce chiffre a-t-il évolué au cours des cinq dernières années ?
2. Hoe evolueerde dit aantal in de loop van de jongste vijf jaar ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 juillet 2004, à la question no 154 de M. Guido De Padt du 2 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 154 van de heer Guido De Padt van 2 april 2004 (N.) :
Il faut d’abord préciser la différence existant entre allergie alimentaire et intolérance alimentaire. L’allergie alimentaire est une forme spécifique d’intolérance alimentaire qui active le système immunitaire. Un allergène (une protéine dans l’aliment incriminé, qui chez la majorité des gens ne produit pas d’effets secondaires) provoque une réaction en chaıˆne dans le système immunitaire. Les allergies alimentaires sont souvent héréditaires et habituellement identifiées toˆt dans la vie.
Eerst moet er een onderscheid gemaakt worden tussen voedselallergie en voedselovergevoeligheid. Een voedselallergie is een specifieke vorm van voedselovergevoeligheid die het immuunsysteem activeert. Een allergeen (dit is een eiwit in het voedsel dat bij de meeste mensen geen neveneffecten veroorzaakt) lokt een kettingreactie uit in het immuunsysteem. Voedselallergiee¨n zijn vaak erfelijk en worden gewoonlijk vroeg in het leven geı¨dentificeerd.
L’intolérance alimentaire implique le métabolisme, mais pas le système immunitaire. Un exemple est l’intolérance au lactose, dans laquelle certains individus sont carencés en lactase, une enzyme digestive qui dégrade le sucre du lait.
Voedselovergevoeligheid treft het metabolisme, maar niet het immuunsysteem. Een voorbeeld is lactoseovergevoeligheid bij personen die lactase missen, een spijsverteringsenzym dat suiker in melk afbreekt.
Selon le Conseil européen de l’Information sur l’Alimentation, les estimations sur la prévalence de l’allergie sont beaucoup plus basses que ce qui est
Volgens de European Food Information Council zijn de schattingen van de prevalentie van allergie veel lager dan wat het grote publiek veronderstelt. Terwijl
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6225
supposé dans le grand public. Alors qu’une personne sur trois s’estime allergique, en réalité, les chiffres sont beaucoup plus faibles. Seules quelques études ont évalué la prévalence de l’allergie entre 1 à 2 % de la population. La prévalence est plus élevée parmi les enfants, de l’ordre de 6 à 8 %, tandis qu’elle est de plus ou moins 2 % parmi les adultes (1).
een persoon op drie denkt allergisch te zijn, liggen de cijfers in werkelijkheid veel lager. Slechts enkele studies hebben de prevalentie van allergie gee¨valueerd : tussen 1 en 2 % van de bevolking. De prevalentie ligt hoger bij kinderen, ongeveer 6 tot 8 %, terwijl ze almaar vaker rond 2 % ligt bij volwassenen (1).
Fort heureusement, 80 à 90 % des enfants ne sont plus allergiques dès l’aˆge de trois ans. Alors que l’allergie aux œufs ou au lait de vache peut disparaıˆtre, les allergies aux noix, aux légumes, au poisson et aux coquillages ont plutoˆt tendance à persister tout au long de la vie (2).
Gelukkig zijn 80 tot 90 % van de kinderen niet meer allergisch vanaf driejarige leeftijd. Terwijl de allergie voor eieren of koemelk kan verdwijnen, hebben allergiee¨n voor noten, groenten, vis en schelpdieren veeleer de neiging om een leven lang te duren (2).
La protéine de lait de vache, présente dans les laits infantiles classiques, est le premier allergène rencontré par le nourrisson. L’allergie au lait de vache affecte entre 2 % et 5 % des enfants de moins de deux ans et agit souvent comme facteur déclenchant une réaction allergique chez le nourrisson à risque. Cette forme d’allergie diminue toutefois avec l’aˆge (3).
Het eiwit van koemelk dat in de klassieke kindermelk zit, is het eerste allergeen waarmee een zuigeling geconfronteerd wordt. De allergie voor koemelk treft 2 tot 5 % van de kinderen jonger dan twee jaar en geeft vaak aanleiding tot een allergische reactie bij zuigelingen die tot de risicogroep behoren. Deze vorm van allergie neemt echter af met de leeftijd (3).
La prédominance de l’allergie alimentaire chez les enfants est confirmée par une observation de 1 008 patients réalisée par le Cercle d’Investigations Cliniques et Biologiques en Allergologie Alimentaire (4).
Een observatiestudie bij 1 008 patie¨nten — uitgevoerd door de Cercle d’Investigations Cliniques et Biologiques en Allergologie Alimentaire — bevestigt dat voedselallergie de vaakst voorkomende allergie bij kinderen is (4).
La répartition par groupes d’aˆge est la suivante : 2 % pour le groupe d’aˆge 0-6 mois, un pic (31 %) pour le groupe des un à trois ans. Ensuite, elle diminue pour être de 10 % à 15-30 ans et à nouveau 2 % chez les plus de 60 ans.
De verdeling per leeftijdsgroep is : 2 % voor de groep van 0-6 maanden, een piek (31 %) voor de ééntot driejarigen, 10 % bij 15- tot 30-jarigen en bij mensen ouder dan 60 zien we opnieuw 2 %.
Le type d’allergènes varie selon les enfants et les adultes.
Het soort allergenen verschilt bij kinderen en volwassenen.
Chez les enfants : principalement arachides, lait ou œufs. Chez les adultes, il s’agit principalement de produits végétaux par allergie croisée avec les pollens. Rosacées (15 %), groupe Latex (avocat, kiwi, banane, ...) (14 %), ombellifères (11 %), fruits secs (7 %), blancs d’œufs (5 %), cacahuètes (4 %) (4).
Bij kinderen gaat het vooral over pindanoten, melk en eieren. Bij volwassenen gaat het vooral om een combinatie van plantaardige producten met stuifmeel. Roosachtigen (15 %), latex (advocaat, kiwi, banaan, ...) (14 %), schermbloemigen (11 %), gedroogd fruit (7 %), eiwit (5 %), pinda’s (4 %) (4).
L’histoire familiale est l’un des éléments les plus prédictifs de l’allergie alimentaire. Les enfants ayant un parent allergique ont deux fois plus de risques de
De familiegeschiedenis is een van de meest voorspellende elementen voor voedselallergie. Kinderen met een allergische ouder hebben dubbel zo veel kans om
(1) Percentile, décembre 2003 — janvier 2004, vol. 8 no 6 : 171-4. (2) EUFIC, Conseil Européen de l’Information sur l’Alimentation, organisation sans but lucratif, fournit des informations scientifiques sur l’alimentation (nutrition et santé, qualité et sécurité des aliments), aussi bien aux médias, aux éducateurs, qu’aux professionnels de la santé et de la nutrition, mais également à tous les « leaders d’opinion », et à tous ceux qui peuvent en assurer la diffusion. http ://www.eufic.org/fr/ quickfacts/food allergy.htm (3) European Academy of Allergology and Clinical Immunology (4) http ://www.cicbaa.com
(1) Percentiel, december 2003 — januari 2004, vol. 8 nr. 6 : 171-4. (2) EUFIC : European Food Information Council, vereniging zonder winstoogmerk, geeft wetenschappelijke informatie over voeding (voedsel en gezondheid, kwaliteit en veiligheid van de voedingsmiddelen) aan media, opvoeders en mensen uit de gezondheids- en voedingssector, maar ook aan opiniemakers en aan iedereen die de informatie kan verspreiden. http :// www.eufic.org
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
(3) European Academy of Allergology and Clinical Immunology. (4) http ://www.cicbaa.com
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6226
développer une allergie alimentaire que les enfants n’ayant pas de parent allergique. Si les deux parents sont allergiques, le risque s’élève entre quatre et six fois.
een voedselallergie te ontwikkelen als kinderen met niet-allergische ouders. Als beide ouders allergisch zijn, verhoogt het risico zelfs vier tot zes keer.
L’allaitement maternel pourrait réduire le risque d’allergie alimentaire par rapport aux laits pour nourrissons. Chez les bébés de familles souffrant d’allergies, l’allaitement maternel exclusif pendant quatre à six mois semble fournir un certain degré de protection.
Borstvoeding zou het risico op voedselallergie kunnen doen afnemen tegenover andere soorten kindermelk. Bij baby’s uit gezinnen met een achtergrond van allergiee¨n, lijkt het exclusieve toedienen van moedermelk gedurende vier tot zes maanden een zekere bescherming te bieden.
Il n’existe pas de chiffres nationaux concernant la prévalence de l’allergie alimentaire en Belgique. Depuis le 1er novembre 2001, à Bruxelles, il existe un projet « Nutripole » qui comprend un volet allergie alimentaire. Les objectifs du projet sont :
Er bestaan geen nationale cijfers over de prevalentie van voedselallergie in Belgie¨. Sinds 1 november 2001 bestaat er in Brussel een project « Nutripole » dat aandacht schenkt aan voedselallergie. De doelstellingen van het project zijn :
— état des lieux précis des allergies alimentaires dans différentes franges de la population bruxelloise;
— nauwkeurige inventaris van de voedselallergiee¨n in verschillende delen van de Brusselse bevolking;
— mise au point et standardisation de nouveaux tests de diagnostic des allergies alimentaires;
— ontwikkeling en standaardisatie van nieuwe diagnostische tests voor voedselallergiee¨n;
— mise sur pied d’un dépistage de la maladie coeliaque en Région bruxelloise;
— oprichting van een opsporing van coeliakie in het Brusselse Gewest;
— développement du centre d’information sur les intolérances alimentaires du CIRIHA.
— ontwikkeling van het informatiecentrum voor voedingsintolerantie CIRIHA.
Dans le cadre de ce projet, depuis avril 2002, il existe un registre des enfants qui se présentent pour allergie à la consultation de l’hoˆpital Reine Fabiola. Ces patients gravement atteints par l’allergie sont vus par une équipe multidisciplinaire composée de pédiatres (allergologues, pneumologues, dermatologues), diététiciens, infirmiers, psychologues, assistants sociaux. Les patients se situent dans la tranche d’aˆge zéro à 15 ans. Aucune estimation de la prévalence ne peut être faite sur la base de cette information (1).
Sinds april 2002 registreert dit project de kinderen die voor een allergie op raadpleging komen in het ziekenhuis Koningin Fabiola. Deze patie¨nten met een ernstige vorm van allergie gaan langs bij een multidisciplinair team van kinderartsen (allergologen, longartsen, huidartsen), die¨tisten, verpleegkundigen, psychologen en maatschappelijk werkers. De patie¨nten behoren tot de leeftijdscategorie van 0 tot 15 jaar. Een schatting van de prevalentie kan op basis van deze informatie niet gedaan worden (1).
Sur base de ce registre, les aliments les plus fréquemment impliqués dans les allergies alimentaires sont, pour l’année 2002-2003 : œufs = 30,3 %, oléagineux (surtout noisettes) = 16,9 %, lait = 16,4 %, arachide = 14,9 %, fruits (surtout exotiques) = 5,3 %, poisson = 5,1 %, céréales = 1,5 %. L’ensemble de ces catégories représente 76 à 83,6 % des allergies alimentaires de l’enfant.
Op basis van dit register zijn de voedingsmiddelen die in het jaar 2002-2003 het vaakst betrokken waren bij voedselallergiee¨n : eieren 30,3 %; oliehoudende gewassen (vooral hazelnoten) 16,9 %; melk 16,4 % pinda’s 14,9 %; fruit (vooral exotisch) 5,3 %; vis 5,1 %; graangewassen 1,5 %. Deze categoriee¨n samen vertegenwoordigen 76 tot 83,6 % van de voedselallergiee¨n bij kinderen.
Dans son avis sur la réduction des risques dus à l’allergie alimentaire, approuvé le 31 octobre 2001, le Conseil Supérieur d’Hygiène demandait que soit développé un centre de guidance collectant toutes les données scientifiques dans les domaines des hypersensibilités alimentaires et de la nutrition pratique (2).
In zijn advies over de vermindering van risico’s ten gevolge van voedselallergie, goedgekeurd op 31 oktober 2001, vroeg de Hoge Gezondheidsraad dat een begeleidend centrum zou worden ontwikkeld dat alle wetenschappelijke gegevens op het gebied van voedselovergevoeligheid en praktische voeding verzamelt (2).
(1) Information du CIRIHA, Centre d’Information et de Recherche Sur l’Intolérance et l’Hygiène Alimentaire : tél. +32 2 526 70 56, http ://www.ciriha.org (2) http ://www.health.fgov.be/CSH_HGR/Francais/Avis/ Avis/Allergie.htm
(1) Informatie van CIRIHA, Centrum voor Informatie en Research over Voedselintolerantie en Hygie¨ne : tel. +32 2 526 70 56, http ://www.ciriha.org (2) http ://www.health.fgov.be/CSH_HGR/Nederlands/ Advies/Advies_voedselallergie.htm
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6227
L’Institut scientifique de santé publique réalise actuellement une enquête nutritionnelle mais les résultats ne sont pas encore disponibles. Une question sur l’allergie alimentaire figure dans le questionnaire.
Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voert momenteel een voedselconsumptiepeiling uit, maar de resultaten zijn nog niet beschikbaar. Een vraag over voedselallergie komt in de vragenlijst voor.
Les pathologies allergiques, en général, sont de plus en plus fréquentes en pratique quotidienne. Il existe peu d’études épidémiologiques qui permettent d’apporter une explication définitive à cette augmentation car : 1. les pathologies allergiques forment un groupe de maladies très hétérogènes, 2. les maladies allergiques sont influencées par l’environnement (1).
In de dagelijkse praktijk worden almaar meer allergische pathologiee¨n vastgesteld. Er bestaan maar weinig epidemiologische studies die een definitieve verklaring voor de toename kunnen geven omdat : 1. allergische pathologiee¨n erg heterogene ziektes groepeert en 2. allergische ziekten door het milieu worden beı¨nvloed (1).
Deux études épidémiologiques internationales ont récemment donné des informations sur l’importance des allergies et des maladies qui en résultent : l’étude ECHRS (European Community Respiratory Health Survey) sur la prévalence de l’asthme, menée auprès d’adultes de 20 à 45 ans de l’Union européenne, et l’étude ISAAC (International Study of Asthma and Allergies in Childhood), menée dans 50 pays auprès de 700 000 enfants de six à sept ans et d’adolescents (1314 ans), souffrant de tous types d’allergie confondus.
Twee recente internationale epidemiologische studies hebben het belang van allergiee¨n en de ziektes die eruit voortvloeien, aangetoond : de studie ECRHS (European Community Respiratory Health Survey) over de prevalentie van astma bij 20- tot 45-jarigen in de Europese Unie, en de studie ISAAC (International Study of Asthma and Allergy in Childhood) bij 700 000 kinderen van zes tot zeven jaar en adolescenten van 13 tot 14 jaar uit 50 landen die aan een allergie leden.
Ces études nous donnent un aperçu sur la prévalence des allergies : toutes les manifestations allergiques connaissent une recrudescence.
Die studies geven ons een kort overzicht van de prevalentie van allergiee¨n : alle allergische episodes kennen een toename.
En Belgique, 10 à 12 % des nourrissons souffrent de dermatite atopique (DA). Certains évoquent une augmentation de 250 % durant ces 3 dernières décennies au niveau mondial (2). Dans 80 % des cas, elle se manifeste avant le premier anniversaire du bébé, mais rarement avant 3 mois, et 10 à 15 % des DA du nourrisson perdurent après la puberté. En général, elle disparaıˆt spontanément avant l’aˆge de trois ans. Selon les études, entre 30 et 60 % des enfants présentant une DA modérée à sévère souffrent d’allergie alimentaire ayant une influence directe sur la DA (3). Plus l’enfant est jeune, plus la DA est liée à l’allergie alimentaire : chez 80 % des bébés de moins d’un an, c’est l’allergie alimentaire qui est responsable de la dermatite atopique.
In Belgie¨ lijden 10 tot 12 % van de zuigelingen aan atopische dermatitis (AD). Bij sommigen werd er wereldwijd zelfs een toename van 250 % vastgesteld gedurende de laatste drie decennia (2). In 80 % van de gevallen manifesteert de ziekte zich in het eerste levensjaar, maar zelden voor de leeftijd van drie maanden, en 10 tot 15 % van de AD’s bij zuigelingen duurt voort na de puberteit. Doorgaans verdwijnt AD voor de leeftijd van drie jaar. Tussen 30 en 60 % — afhankelijk van de studie — van de kinderen met gematigde of sterke AD heeft een voedselallergie die rechtstreeks invloed heeft op de AD (3). Hoe jonger het kind, hoe sterker de AD verbonden is met de voedselallergie : bij 80 % van de baby’s jonger dan een jaar is de voedselallergie verantwoordelijk voor de AD.
L’asthme y est associé dans 41 % des cas : un aspect génétique associant DA et asthme a été identifié sur le chromosome 11q13. L’asthme concerne surtout les enfants. Sa fréquence est en augmentation se montant, aujourd’hui, à 4 - 7 % chez les adultes et 9 - 14 % chez les enfants.
Astma is in 41 % van de gevallen verbonden aan AD : een genetisch verband tussen AD en astma werd geı¨dentificeerd op het chromosoom 11q13. Astma zie je vooral bij kinderen. Astma komt meer en meer voor en treft momenteel al 4 tot 7 % van de volwassenen en 9 tot 14 % van de kinderen.
Dans 23 % des cas, l’asthme est également associé à une rhinite. La rhinite allergique touche 10 % de la
In 23 % van de gevallen komt astma eveneens samen voor met rinitis. Allergische rinitis treft 10 % van de
(1) http ://www.allergonet.com/EpidemioFS.htm (2) Schultz Larsen F, Pediatr Allergy lmmunol 1996 : 7 (suppl 9); 51-83. (3) Eigenmann PA, Pediatr Allergy Immunol 2001 : 12 (suppl 14); 69-74, Sampson HA et al. J Pediatrics 1985 : 669-75.
(1) http ://www.allergonet.com/EpidemioFS.htm (2) Schultz Larsen F, Pediatr Allergy Immunol 1996 : 7 (suppl 9); 51-83. (3) Eigenmann PA, Pediatr Allergy Immunol 2001 : 12 (suppl 14); 69-74, Sampson HA et al. J Pediatrics 1985 : 669-75.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
787
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6228
population. Elle atteint surtout les adolescents entre 13 et 19 ans et va souvent de pair avec des symptoˆmes oculaires (démangeaisons, gonflements des yeux ...).
bevolking. Vooral adolescenten tussen 13 en 19 jaar worden getroffen — de allergie gaat vaak gepaard met oogirritaties (jeuk, zwelling, ...).
L’EFAI (1) mentionne également une augmentation de 200 % de la prévalence de l’asthme au cours des 20 dernières années. Bien que la prévalence varie de pays à pays, allant de 16 % de la population en Grande-Bretagne à 2,3 % en Suisse, l’augmentation observée ne semble pas due à des facteurs génétiques mais bien à des facteurs environnementaux et notamment à la pollution atmosphérique (2).
De EFAI (1) vermeldt eveneens een stijging van de prevalentie van astma met 200 % in de loop van de laatste 20 jaar. Al varieert de prevalentie van land tot land, van 16 % van de bevolking in Groot-Brittannie¨ tot 2,3 % in Zwitserland, de toename lijkt niet te wijten aan genetische factoren maar wel aan milieufactoren en met name luchtverontreiniging (2).
En Belgique, la prévalence de l’asthme clinique est de 6 % de la population. Le taux de mortalité associé est de 7,7 cas par 100 000 asthmatiques (3). Deux études, réalisées en 1978 et en 1991, montrent une augmentation de 2,4 à 7,2 % de la prévalence de l’asthme parmi des adultes de 17 à 31 ans (4).
In Belgie¨ bedraagt de prevalentie van klinische astma 6 % van de bevolking. Het sterftecijfer bedraagt 7,7 gevallen/100 000 astmapatie¨nten (3). Twee studies, een uit 1978 en een andere uit 1991 tonen een stijging van de prevalentie van astma van 2,4 naar 7,2 % onder volwassenen van 17 tot 31 jaar (4).
Aujourd’hui, l’association entre l’allergie alimentaire et d’autres formes de manifestation allergique est reconnue. On parle parfois de triade atopique pour désigner l’eczéma, la rhinite et l’asthme qui apparaissent successivement ou parfois simultanément chez une même personne (5).
Intussen wordt het verband tussen voedselallergie en andere allergiee¨n erkend. Men heeft trouwens al een naam voor het trio eczeem, rinitis en astma als ze achtereenvolgens of soms zelfs gelijktijdig bij dezelfde persoon verschijnen : atopische triade (5).
DO 2003200421244
DO 2003200421244
Question no 156 de M. Jo Vandeurzen du 13 avril 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 156 van de heer Jo Vandeurzen van 13 april 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Conversion de lits d’hoˆpitaux en lits MRS.
Omzetting ziekenhuisbedden in RVT-bedden.
D’aucuns ont suggéré récemment qu’il conviendrait à nouveau de convertir des lits d’hoˆpitaux en lits MRS.
Er wordt de jongste tijd hier en daar gesuggereerd dat er opnieuw ziekenhuisbedden moeten omgezet worden in RVT-bedden.
1. a) Existe-t-il des données chiffrées relatives au nombre de lits d’hoˆpitaux disponibles en Belgique en comparaison avec l’étranger ?
1. a) Bestaan er cijfers in verband met het aantal beschikbare ziekenhuisbedden in Belgie¨ in vergelijking met het buitenland ?
b) Comment la situation se présente-t-elle ?
b) Hoe kan men de situatie inschetsen ?
(1) European Federation of Allergy and Airways Diseases Patients’Association. (2) http ://www.efanet.org/imgs/ pdfEFAGlobalAsthmaBurdenRelease.pdf (3) http ://www.ginasthma.com (4) http ://www.ginasthma.com/workshop.pdf (5) Information du CIRIHA, Centre d’Information et de Recherche Sur l’Intolérance et l’Hygiène Alimentaire : tél. +32 2 526 70 56, http ://www.ciriha.org
(1) European Federation of Allergy and Airways Diseases Patients’Association. (2) http ://www.efanet.org/imgs/ pdfEFAGlobalAsthmaBurdenRelease.pdf (3) http ://www.ginasthma.com (4) http ://www.ginasthma.com/workshop.pdf (5) Informatie van CIRIHA, Centrum voor Informatie en Research over Voedselintolerantie en Hygie¨ne : tel. +32 2 526 70 56, http ://www.ciriha.org
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6229
2. a) Dans quelle mesure le concept de « lits » est-il encore pertinent dans le cadre du financement des hoˆpitaux ?
2. a) In welke mate is op dit ogenblik het concept « bedden » nog relevant in de financiering van de ziekenhuizen ?
b) Si les hoˆpitaux sont davantage financés sur la base de la pathologie traitée et de moins en moins sur celle du nombre de lits d’hoˆpitaux, dans quelle mesure peut-on encore imaginer qu’une reconversion en lits MRS se fonde sur la suppression des « lits d’hoˆpitaux connus » ?
b) Als ziekenhuizen meer gefinancierd worden op basis van de behandelde pathologie en steeds minder op basis van het aantal ziekenhuisbedden, in welke mate is het dan nog denkbaar dat een reconversie naar de RVT gebaseerd wordt op de afbouw van « de gekende ziekenhuisbedden » ?
c) D’un point de vue théorique, est-il en définitive encore possible d’utiliser un tel mécanisme de transformation dans le cadre actuel du financement des hoˆpitaux ?
c) Is het eigenlijk nog theoretisch mogelijk in de huidige stand van de ziekenhuisfinanciering van een dergelijk transformatiemechanisme gebruik te maken ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 juillet 2004, à la question no 156 de M. Jo Vandeurzen du 13 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 156 van de heer Jo Vandeurzen van 13 april 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes en réponse à sa question concernant la reconversion de lits hospitaliers en lits de maison de repos et de soins.
Ik heb de eer het geachte lid volgende informatie mee te delen in antwoord op zijn vraag betreffende de reconversie van ziekenhuisbedden in RVT-bedden.
1. a) et b) Vous trouverez ci-après un tableau comparatif, de 1980 à 2000, des lits de soins aigus pour 1 000 habitants, pour les différents pays de l’OCDE. Par lits de soins aigus, on entend « Beds for all types of medical care, excluding beds designated for Same-cases and for long term care. It includes beds for rehabilitation; palliative care and acute psychiatric care. Alternatively, acute care. beds have been defined in previous versions of OECD Health Data; acute beds accommodating patients in a hospital department whose average length of stage is 30 days or less until the 1980s days or less thereafter. » (Credes, 2004). Il faut souligner que ces chiffres doivent être interprêtés avec précaution. En effet, nous ne pouvons pas être certains que les données fournies par les différents pays concernent exactement le même type de lit et soient donc comparables.
1. a) en b) Hierna vindt u, voor de periode 1980-2000, een vergelijkende tabel van de acute zorgbedden voor 1 000 inwoners in de verschillende OESO-landen. Onder acute zorgbedden wordt verstaan : « Beds for all types of medical care, excluding beds designated for samecases and for long term care. It includes beds for rehabilitation, palliative care and acute psychiatric care. Alternatively, acute care beds have been defined in previous versions of OECD Health Data; acute beds accommodating patients in a hospital department whose average length of stage is 30 days or less until the 1980s days or less thereafter. » (Credes, 2004) Er moet worden benadrukt dat die cijfers met omzichtigheid moeten worden geı¨nterpreteerd. We kunnen er inderdaad niet zeker van zijn dat de gegevens die door de verschillende landen werden bezorgd, exact betrekking hebben op hetzelfde soort van bed en dus met elkaar kunnen worden vergeleken.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6230
Allemagne. — Duitsland .......... Australie. — Australie¨ .............. Autriche. — Oostenrijk ............ Belgique. — Belgie¨ .................... Canada (a) ................................ Corée. — Korea ....................... Danemark. — Denemarken ...... Espagne. — Spanje ................... E´tats-Unis. — Verenigde Staten Finlande (b). — Finland (b) ....... France. — Frankrijk ................. Grèce. — Griekenland .............. Hongrie. — Hongarije .............. Irlande. — Ierland .................... Islande. — IJsland .................... Italie. — Italie¨ .......................... Japon. — Japan ....................... Luxembourg. — Luxemburg .... Mexique. — Mexico ................ Norvège. — Noorwegen ........... Nouvelle-Zélande. — NieuwZeeland .................................... Pays-Bas. — Nederland ............ Pologne. — Polen ..................... Portugal .................................... République slovaque. — Slovaakse Republiek ................. République tchèque. — Tsjechische Republiek ......................... Royaume-Uni. — Verenigd Koninkrijk .................................... Suède. — Zweden .................... Suisse. — Zwitserland .............. Turquie. — Turkije .................. Moyenne (20) (c). — Gemiddeld (20) (c) ...................................... Médiane. — Mediaan ...............
1980
1985
1990
1995
2000
7,7 (1989) 6,4 (1989) — 5,5 (1989) 4,6 (1989) — 5,3 (1989) — 4,4 (1989) 4,9 (1989) 6,2 (1989) 4,7 (1989) 6,6 (1989) 4,3 (1989) — 7,9 (1989) — 7,4 (1989) — 5,2 (1989)
7,6 (1989) 5,3 (1989) 7,4 (1989) 5,9 (1989) 4,4 (1989) — 4,7 (1989) 3,5 (1989) 4,2 (1989) 4,8 (1989) 5,7 (1989) 4,2 (1989) 6,8 (1989) 4,2 (1989) — 7,0 (1989) — 7,5 (1989) — 4,7 (1989)
7,5 (1989) 4,8 (1989) 7,0 (1989) 4,9 (1989) 4,0 (1989) 2,7 (1989) 4,1 (1989) 3,3 (1989) 3,7 (1989) 4,3 (1989) 5,2 (1989) 4,0 (1989) 7,1 (1989) 3,3 (1989) 4,3 (1989) 6,2 (1989) — 7,0 (1989) 1,0 (1991) 3,8 (1989)
6,9 (1989) 4,2 (1989) 6,6 (1989) 4,7 (1989) 3,9 (1989) 3,8 (1989) 3,6 (1989) 3,0 (1989) 3,3 (1989) 4,0 (1989) 4,6 (1989) 4,0 (1989) 7,0 (1989) 3,2 (1989) 3,7 (1989) 5,5 (1989) — 7,4 (1989) 1,1 (1989) 3,3 (1989)
6,4 (1989) 3,8 (1989) 6,2 (1989) — 3,2 (1989) 5,2 (1989) 3,3 (1999) 3,2 (1998) 2,9 (1989) 2,4 (1989) 4,2 (1989) 4,0 (199) 6,3 (1989) 3,0 (1989) — 4,3 (1989) — 6,7 (1989) 1,0 (1989) 3,1 (1989)
—
8,7 (1986)
8,0 (1989)
—
—
5,2 (1989) 5,6 (1989) 4,2 (1989)
4,7 (1989) 5,7 (1989) 3,5 (1989)
4,3 (1989) 6,3 (1989) 3,4 (1989)
3,8 (1989) 5,8 (1989) 3,3 (1989)
3,5 (1989) 5,1 (1989) 3,3 (1998)
—
—
—
6,5 (1996)
5,9 (1989)
8,6 (1989)
8,6 (1989)
8,5 (1989)
7,2 (1989)
6,6 (1989)
—
—
—
4,1 (1989)
3,9 (1989)
5,1 (1989) 7,2 (1989) 1,5 (1989)
4,6 (1989) 6,8 (1989) 1,6 (1989)
4,1 (1989) 6,5 (1989) 2,0 (1989)
3,0 (1989) 5,5 (1989) 2,1 (1989)
2,4 (1989) 4,1 (1989) 2,2 (1989)
5,7 (1989)
5,3 (1989)
5,0 (1989)
4,6 (1989)
4,0 (1989)
5,3 (1989)
5,1 (1989)
4,3 (1989)
4,0 (1989)
3,9 (1989)
(a) Rupture de série au Canada en 1995. Avant 1995, les chiffres représentent les lits dans les unités de soins aigus des hoˆpi` partir de 1995, les lits dans les hoˆpitaux de soins aigus taux. A sont présentés (bon nombre de ces hoˆpitaux ont aussi des lits pour les soins de longue durée). (b) Rupture de série en Finlande à partir de 1995. (c) La moyenne exclut : Autriche, Belgique, Corée, Espagne, Islande, Japon, Mexique, Nouvelle-Zélande, République slovaque et Royaume-Uni. Source : Eco-Santé OCDE 2003.
(a) Breuk in de reeks in Canada in 1995. Vo´o´r 1995, geven de cijfers de bedden weer in de acute zorgeenheden van de ziekenhuizen. Vanaf 1995, de bedden in de ziekenhuizen voor acute zorgen (een groot aantal van deze ziekenhuizen hebben ook bedden voor de langdurende zorg (care-sector)). (b) Breuk in de reeds in Finland vanaf 1995. (c) Oostenrijk, Belgie¨, Korea, Spanje, IJsland, Japan, Mexico, Nieuw-Zeeland, Republiek Slowakije en het Verenigd Koninkrijk worden door het gemiddelde uitgesloten. Bron : Eco-Gezondheid OESO 2003.
Rappelons qu’en Belgique, en 1980, alarmés par l’expansion du secteur hospitalier, notamment en comparaison aux autres pays occidentaux, et par l’augmentation des coûts s’y rapportant, nos dirigeants prirent conscience de la nécessité d’arrêter
Er moet worden op gewezen dat in Belgie¨ in 1980 onze beleidsvoerders, gealarmeerd door de uitbreiding van de ziekenhuissector, met name in vergelijking met andere Westerse landen, en door de stijging van de desbetreffende kosten tot het besef kwamen dat de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6231
l’inflation hospitalière. Diverses mesures furent alors envisagées, parmi lesquelles on trouvait la reconversion de lits hospitaliers en surnombre en lits de maisons de repos et de soins.
ziekenhuisinflatie moest worden gestopt. Er werden toen verschillende maatregelen overwogen, waaronder de reconversie van overtallige ziekenhuisbedden in RVT-bedden.
C’est dans ce sens que fut rédigé l’article 209 de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980 (Moniteur belge du 15 août 1980) qui modifia l’article 5 de la loi du 27 juin 1978 en stipulant que « sont assimilés aux maisons de repos agréées, les hoˆpitaux ou parties d’hoˆpitaux formant une unité architecturale distincte, qui sont convertis en services résidentiels pour l’hébergement de personnes aˆgées nécessitant des soins ».
In die optiek werd artikel 209 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1980) opgesteld, waarbij artikel 5 van de wet van 27 juni 1978 werd gewijzigd en het volgende werd bepaald : « Met erkende rustoorden voor bejaarden worden gelijkgesteld ziekenhuizen en gedeelten van ziekenhuizen die een afgesloten architectonisch geheel vormen, die omgeschakeld zijn tot verblijfsdiensten voor de opneming van personen die behoefte hebben aan de zorgverlening ».
` partir de ce moment; il y eu une conjonction A évidente des deux problématiques. Dès lors il était acquis que si l’on devait créer des lits de maison de repos et de soins, cela s’effectuerait d’abord à partir des lits hospitaliers reconvertis. Les maisons de repos et de soins virent donc leur reconnaissance liée à la politique hospitalière.
Vanaf dat ogenblik werden beide problematieken duidelijk aan elkaar gelinkt. Bijgevolg stond vast dat als men RVT-bedden moest cree¨ren, dit in de eerste plaats moest gebeuren vanuit gereconverteerde ziekenhuisbedden. De rust- en verzorgingstehuizen zagen dus hun erkenning gekoppeld aan het ziekenhuisbeleid.
Le 9 juin 1997, un protocole (Moniteur belge du 30 juillet 1997) fut conclu entre le gouvernement fédéral et les communautés et régions. Ce protocole portait sur la requalification de 25 000 lits de maison de repos pour personnes aˆgées en lits de maison de repos et de soins, sur une période de cinq ans, à partir du 1er janvier 1998.
Op 9 juni 1997 werd een protocolakkoord (Belgisch Staatsblad van 30 juli 1997) gesloten tussen de federale regering en de gemeenschappen en gewesten. Dit protocol had betrekking op de reconversie van 25 000 ROB-bedden in RVT-bedden, gespreid over een periode van vijf jaar en dit vanaf 1 januari 1998.
2. a), b) et c) Depuis le 1er juillet 2002, le financement des hoˆpitaux est un financement dynamique basé uniquement sur l’activité liée aux patients et non plus un financement statique basé sur la structure relative aux lits. La fixation du budget des moyens financiers repose sur une notion d’activités justifiées, c’est-à-dire de lits dans lesquels sont réalisées des journées justifiées ce qui se traduit en termes de lits justifiés.
2. a), b) en c) Sinds 1 juli 2002 is de financiering van de ziekenhuizen een dynamische financiering die louter gebaseerd is op de activiteit rond de patie¨nt en niet meer een statische financiering die gebaseerd is op de beddenstructuur. De vaststelling van het budget van financie¨le middelen berust op het concept « verantwoorde activiteiten », met name bedden waarin verantwoorde dagen worden gerealiseerd, wat werd vertaald in verantwoorde bedden.
Il serait donc théoriquement possible de prévoir une reconversion de lits hospitaliers en lits de maison de repos et de soins pour autant que celle-ci se fasse à partir de la fermeture de lits justifiés donc financés. Compte tenu de la période d’ajustement actuellement en cours (25 % entre les lits justifiés et lits agréés), le nombre de lits financés reste proche du nombre de lits agréés, ce qui facilite l’opération.
Het is dus volkomen mogelijk om in een reconversie te voorzien voorzover het gaat om een sluiting van verantwoorde, en bijgevolg gefinancierde, bedden. Rekening houdend met de momenteel lopende aanpassingsperiode (25 % tussen verantwoorde bedden en erkende bedden), wijkt het aantal gefinancierde bedden niet veel af van het aantal erkende bedden, wat theoretisch gezien de operatie vergemakkelijkt.
Cependant, à la suite du protocole du 9 juin 1997 dont nous avons fait mention plus haut, il a été décidé qu’« à partir du 1er janvier 1998, l’octroi de l’agrément spécial pour de nouveaux lits de maison de repos et de soins ne sera plus subordonné à la réduction équiva-
Naar aanleiding van het protocol van 9 juni 1997 waarvan sprake hierboven werd evenwel het volgende beslist : « Met ingang van 1 januari 1998 is het verlenen van een bijzondere erkenning voor nieuwe rust- en verzorgingstehuisbedden niet langer afhankelijk van een
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6232
lente de lits hospitaliers dans les services hospitaliers désaffectés ».
gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten ».
Cette disposition est spécifiée dans l’arrêté royal du 28 janvier 1998 fixant la date visée à l’article 5, § 4, de la loi du 27 juin 1978 modifiant la législation sur les hoˆpitaux et relative à certaines autres formes de dispensation de soins (Moniteur belge du 9 mai 1998). Il n’est donc légalement plus possible de reconvertir des lits hospitaliers en lits de maison de repos et de soins.
Deze bepaling wordt gespecificeerd in het koninklijk besluit van 28 januari 1998 tot vaststelling van de datum bedoeld in artikel 5, § 4, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging (Belgisch Staatsblad van 9 mei 1998). Wettelijk gezien is het dus niet meer mogelijk om ziekenhuisbedden in RVT-bedden te reconverteren.
DO 2003200421318
DO 2003200421318
Question no 161 de M. Guido De Padt du 20 avril 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 161 van de heer Guido De Padt van 20 april 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Interdiction d’importation d’animaux génétiquement modifiés.
Importverbod voor genetisch gemanipuleerde dieren.
Aux Pays-Bas, une majorité de la deuxième Chambre a rejeté la modification génétique d’animaux à des fins récréatives ou sportives. Il a été demandé au ministre de l’Agriculture de renforcer une directive européenne permettant d’empêcher l’importation ` l’heure actuelle, l’interdiction de tels animaux. A d’importation ne concerne que les animaux génétiquement modifiés qui constituent un danger pour l’homme et l’environnement.
In Nederland keurde een meerderheid van de Tweede Kamer het genetisch manipuleren van dieren voor vermaak of sport af. Aan de minister van Landbouw werd gevraagd zich sterk te maken om een Europese richtlijn aan te scherpen die import van zulke dieren kan voorkomen. Nu geldt het importverbod alleen voor dieren die genetisch gemanipuleerd worden en een gevaar vormen voor mens en milieu.
1. Y a-t-il des animaux génétiquement modifiés dans notre pays ?
1. In welke mate komen genetisch gemanipuleerde dieren in ons land voor ?
2. Avez-vous l’intention de plaider auprès des autorités européennes en faveur de interdiction d’importation d’importer des animaux génétiquement modifiés à des fins récréatives ?
2. Overweegt u om er bij de Europese instanties op aan te dringen de grenzen te sluiten voor dieren die voor vermaak genetisch worden gemanipuleerd ?
3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour limiter ou interdire la production de tels animaux ?
3. Op welke wijze overweegt u de productie van dergelijke dieren te beperken of te verbieden ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 8 juillet 2004, à la question no 161 de M. Guido De Padt du 20 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 8 juli 2004, op de vraag nr. 161 van de heer Guido De Padt van 20 april 2004 (N.) :
La mise sur le marché d’organismes génétiquement modifiés (OGM) est réglementée sur le territoire de la Communauté européenne par la directive 2001/18/EC du Parlement européen et du Conseil.
Het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen (GGO) is gereglementeerd op het grondgebied van de Europese Gemeenschap door de richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad.
Cette directive définit les OGM comme « un organisme, à l’exception des êtres humains, dont le matériel génétique a été modifié d’une manière qui ne s’effectue pas naturellement par multiplication et/ou par recombinaison naturelle). Cette directive couvre donc également les animaux OGM. Dès lors, des animaux transgéniques ne peuvent être importés et mis sur le marché européen qu’à la condition d’avoir reçu
Deze richtlijn definieert een GGO als « een organisme, met uitzondering van menselijke wezens, waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet mogelijk is ». Deze richtlijn bevat dan ook de GGO-dieren. GGO-dieren mogen dus uitsluitend ingevoerd en in de Europese handel gebracht worden op voorwaarden dat er een toelating overeen-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6233
une autorisation conformément à la directive 2001/18/ CE (ou conformément à la précédente directive 90/ 220/CEE). Actuellement, aucun animal transgénique n’a été autorisé à la mise sur le marché européen.
komstig richtlijn 2001/18/EG werd verkregen (of overeenkomstig de vorige richtlijn 90/220/EEG). Momenteel zijn er geen genetisch gemodificeerde dieren toegelaten om in de Europese handel gebracht te worden.
DO 2003200421373
DO 2003200421373
Question no 166 de M. Guido De Padt du 27 avril 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Consommation de fruits et légumes. — E´tudes émanant des pouvoirs publics.
Vraag nr. 166 van de heer Guido De Padt van 27 april 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
La consommation de fruits et légumes a affiché une légère hausse en France, en 2003.
De consumptie van groente en fruit in Frankrijk heeft in 2003 een lichte stijging doorgemaakt.
En 2003, chaque Français a ainsi consommé 142,5 kg de fruits et légumes contre 141,5 kg en 2002, soit une hausse de 0,7 %.
In 2003 consumeerde een Fransman 142,5 kg fruit en groente. In 2002 was dit nog 141,5 kg, dit is een stijging van 0,7 %.
1. Les pouvoirs publics belges mènent-ils des études comparables sur le sujet ?
1. Zijn er in Belgie¨ vergelijkbare studies beschikbaar uitgaande van de overheid ?
2. a) Quels en sont les résultats ?
2. a) Wat zijn de resultaten ervan ?
b) Y a-t-il une différence significative entre la Flandre et la Wallonie ?
b) Is er een significant verschil tussen Vlaanderen en Wallonie¨ ?
3. Comment comptez-vous encourager la consommation de fruits et légumes ?
3. Op welke wijze overweegt u de consumptie van groente en fruit te stimuleren ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 juillet 2004, à la question no 166 de M. Guido De Padt du 27 avril 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 166 van de heer Guido De Padt van 27 april 2004 (N.) :
J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce qui suit.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. En Belgique, il existe différentes études concernant la consommation en fruits et légumes plus ou moins récentes, effectuées tant au niveau national qu’au niveau régional. Je voudrais en citer deux d’entre elles : la première a été réalisée auprès de la population belge (sur un échantillon de 3 000 familles) par le Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie (VIG) au cours de l’année 2002. Il ressort de cette enquête, un ensemble d’informations sur la consommation en fruits et légumes des Belges. On peut citer entre autres, les constats suivants :
1. In Belgie¨ zijn er recentelijk en minder recentelijk, en zowel nationaal als gewestelijk, enkele studies gedaan naar het verbruik van groenten en fruit. Ik noem er slechts twee : de eerste werd door het Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie (VIG) in 2002 uitgevoerd bij de Belgische bevolking (een enquête bij 3 000 gezinnen). Dit onderzoek leverde een groot aantal inlichtingen op over het verbruik door de Belgen van groenten en fruit. Onder meer volgende vaststellingen kunnen geciteerd worden :
— depuis 1999, la consommation en fruits et légumes totale a augmenté de 22 %;
— sinds 1999 groeide de totale groenten- en fruitbesteding met 22 %;
— en 2003, le Belge moyen a dépensé 263 euros de son budget pour l’achat de fruits et légumes. Ce qui constitue une hausse de 3 % par rapport à 2002;
— in 2003 besteedde de gemiddelde Belg 263 euro aan verse groenten en fruit. Dit is 3 % meer dan in 2002;
— le Belge moyen a acheté 82 kg de fruits frais en 2003 pour un montant total de 146 euros et 62 kg de légumes frais pour un montant total de
— in 2003 kocht de gemiddelde Belg 82 kg vers fruit voor een totaalbedrag van 146 euro en 62 kg verse groenten voor een totaalbedrag van 117 euro. In
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Consumptie van groente en fruit. — Overheidsstudies.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6234
117 euros. En volume, c’est comparable à la consommation de 2002. En valeur, cela correspond à une hausse de 6 % pour les fruits frais et une baisse de 1 % pour les légumes frais;
volume is dit vergelijkbaar met het verbruik in 2002, in waarde noteren we een stijging met 6 % voor vers fruit en een daling met 1 % voor verse groenten;
— les consommateurs préfèrent la grande distribution (qui présente l’avantage d’offrir le « one-stopshopping ») aux magasins spécialisés de fruits et légumes;
— de verbruikers verkiezen de supermarkten (welke de voordelen geven van de one-stop-shopping) boven de gespecialiseerde groenten- en fruitwinkels;
— dans la période de 1995-1999, les dépenses pour les légumes ont largement augmenté de 17 % et celles pour les fruits de presque 8 %. Pour la période de 1999-2003, les dépenses pour les fruits tant que celles pour les légumes ont augmenté de 22 %. En 2003, les dépenses pour les légumes ont connu une légère baisse (− 0,8 %), alors que les dépenses pour les fruits ont augmenté de 5,7 %. L’augmentation des dépenses s’explique par un changement dans les sortes de légumes et de fruits achetées, qui privilégie des variétés plus chères (par exemple les tomates cerises et en grappe, les poivrons, les courgettes, les salades spéciales en sachets, les ananas, les mangues ...) et par des prix moyens plus élevés;
— in de periode 1995-1999 steeg de groentebesteding met ruim 17 % en de fruitbesteding met bijna 8 %. Ook in de periode 1999-2003 steeg zowel de groenten- als de fruitbesteding met 22 %. In 2003 kende de groentebesteding wel een lichte daling (−0,8 %), terwijl de fruitbesteding met 5,7 % toenam. De bestedingsgroei is toe te schrijven aan een verschuiving van de aankopen naar iets duurdere groentenen fruitsoorten (onder andere tros- en kerstomaten, paprika, courgettes, speciale en gemengde slasoorten, ananas, mango ...) en de hogere gemiddelde prijzen;
— en volume, la consommation de légumes et de fruits frais est resté relativement stable depuis les dix dernières années;
— in volume is het verbruik van verse groenten en fruit de laatste tien jaar relatief stabiel gebleven;
— la consommation de la tomate reste stable pour 2003 avec 10 kg par acheteur; tomate qui conserve sa place de légume le plus populaire.
— met 10 kg per aankopen bleef het verbruik van tomaten voor 2003 stabiel en blijven tomaten ook in 2003 de populairste groentesoort.
La seconde étude que je souhaiterais mentionner a été effectuée par l’Unité de promotion de la santé de l’ULB (ULB-Promes) qui a pour roˆle de prendre le pouls de la santé et du bien-être des jeunes scolarisés de la Communauté française, de la cinquième primaire à la sixième secondaire. L’ensemble des enquêtes représente un échantillon global de 57 675 élèves. Le dernier baromètre santé, comportant 14 748 élèves, a montré notamment que les jeunes mangent moins de fruits et de légumes. Si en 1986, les élèves aˆgés de 13 à 15 ans étaient encore 77 % à déclarer manger un fruit au moins chaque jour, cette proportion a chuté d’année en année pour atteindre moins de 50 % en 2002, y compris dans l’enseignement primaire. Même triste constat pour les légumes. En 16 années d’enquêtes, la prévalence de la consommation de légumes au moins une fois par jour est tombée à 68 %, soit un recul de près de 20 % dans la même tranche d’aˆge. Une analyse plus poussée révèle que les filles mangent plus de végétaux que les garçons et que ce sont les jeunes de l’enseignement général qui s’en sortent de la manière la plus honorable. La consommation de fruits, mais pas celle de légumes, a aussi tendance à diminuer avec l’aˆge.
Het tweede onderzoek werd verricht door de Unité de promotion de la santé van de ULB (ULB-Promes), die de gezondheid en het welzijn van de schoolgaande jeugd — van het vijfde jaar basisonderwijs tot het zesde middelbaar — in de Franse Gemeenschap op de voet volgt. Alle enquêtes samen hebben betrekking op 57 675 leerlingen. Uit de laatste gezondheidsbarometer bij 14 748 jongeren bleek dat zij steeds minder groenten en fruit eten. Terwijl in 1986 nog 77 % van de leerlingen tussen 13 en 15 jaar verklaarde elke dag minstens één stuk fruit te eten, is dit percentage jaar na jaar gedaald; in 2002 lag het al beneden 50 %, ook in het lager onderwijs. Een zelfde trieste constatering voor groenten. Tijdens 16 jaar onderzoek is het aantal leerlingen uit dezelfde leeftijdscategorie dat minstens eenmaal per dag groenten eet, gezakt tot 68 %, een terugval met 20 %. Uit een diepgaander analyse blijkt dat meisjes meer groenten eten dan jongens en dat leerlingen uit het algemeen vormend onderwijs er het best vanaf komen. Het eten van fruit, maar niet van groenten, heeft ook de neiging af te nemen met de leeftijd.
2. Nous ne disposons pas d’études récentes qui fassent des comparaisons entre la population de la Flandre et de la Wallonie mais l’enquête nutrition
2. Er is geen recent onderzoek dat de bevolking van Vlaanderen en Wallonie¨ vergelijkt; maar de voedingsenquête die het Instituut voor volksgezondheid
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6235
actuellement conduite par l’Institut de santé publique sur les habitudes alimentaires des Belges fournira de nouvelles données sur la question (données comparatives Flandre/Wallonie, fréquence de consommation ...). Les résultats de cette étude devraient être disponibles dans le courant de l’année 2005.
momenteel voert naar de eetgewoonten van de Belgen zal ongetwijfeld nieuwe gegevens over deze vraag opleveren (vergelijkende data Vlaanderen/Wallonie¨, verbruiksfrequentie, ...). De resultaten van dit onderzoek zouden in de loop van 2005 beschikbaar moeten zijn.
3. Au niveau mondial, l’OMS a lancé différents projets et notamment une « stratégie globale sur l’alimentation, l’activité physique et la santé » dans le but de prévenir les maladies non-transmissibles liées à une alimentation inappropriée et à un manque d’activité physique, à savoir l’obésité, les maladies cardio-vasculaires et le diabète de type 2.
3. Op wereldvlak lanceerde de WGO verschillende projecten, waaronder een « globale voedsel-, lichaamsbeweging- en gezondheidsstrategie », met het doel de niet-overdraagbare ziekten die het gevolg zijn van onaangepaste voeding, te voorkomen. Dit zijn met name obesitas, hart- en vaatziekten en type 2-diabetes.
Au niveau de l’Union européenne, la DG Sanco a décidé, dans le cadre du programme d’action communautaire dans le domaine de la Santé publique, de créer un nouveau réseau d’autorités nationales compétentes en matière de santé alimentaire publique et d’activité physique. Il s’agit du réseau NAP (Nutrition et Activité physique).
Op het vlak van de Europese Unie heeft DG Sanco, in het kader van het communautair actieprogramma in verband met de Volksgezondheid, beslist om een nieuw netwerk van nationale overheden bevoegd voor gezond eten en lichaamsbeweging op te richten, het zogenaamd « NAP »-netwerk (Nutrition et Activité physique).
Des discussions en vue d’élaborer un « Plan Nutrition et Santé » sont actuellement en cours et un projet de plan européen est en cours d’élaboration.
Momenteel hebben er besprekingen plaats om te komen tot een « Plan inzake Voeding en Gezondheid » en wordt er gewerkt aan een ontwerp van Europees Plan.
Dans ce contexte, il est important que la Belgique soit active. C’est pourquoi j’ai proposé au Conseil des ministres du 14 mai 2004 l’idée de réaliser un Plan national nutrition et santé par la Belgique.
Het is belangrijk dat Belgie¨ binnen deze context actief is. Daarom heb ik aan de Ministerraad van 14 mei 2004 het idee voorgesteld dat Belgie¨ een Nationaal Plan inzake voeding en gezondheid zou realiseren.
Les objectifs visés dans le projet de plan pourraient être inspirés des objectifs du plan français qui vont, entre autres :
De doelstellingen die dit ontwerpplan zou kunnen beogen, ontlenen hun ideee¨n aan de doelstellingen van het Franse plan die onder andere :
— réduire de 5 % la cholestérolémie;
— het cholesterolgehalte met 5 % gaan doen dalen;
— réduire la tension artérielle;
— de bloeddruk gaan doen dalen;
— réduire de 20 % la prévalence du surpoids et de l’obésité.
— de overgewicht- en obesitasprevalentie met 20 % gaan doen dalen;
Des objectifs adaptés à la Belgique seront proposés en novembre 2004 aux ministres concernés par un groupe d’experts mandatés à cette occasion.
Een naar aanleiding daarvan gemandateerde werkgroep zal in november 2004 aan de betrokken ministers aangepaste maatregelen voorstellen.
Les moyens mis en œuvre en France afin d’atteindre ces objectifs :
Om deze doelstellingen te bereiken werden in Frankrijk volgende middelen ingezet :
— augmenter la consommation de fruits et légumes;
— de groente- en fruitconsumptie doen toenemen;
— augmenter la consommation de produits laitiers et leurs dérivés;
— de consumptie van melk en melkproducten verhogen;
— réduire des apports lipidiques totaux;
— de totale inname van vetstoffen verminderen;
— augmenter la consommation de sucres complexes à assimilation lente;
— de consumptie van complexe, traag opgenomen suikers doen toenemen;
— augmenter l’activité physique;
— meer lichaamsbeweging;
— réduire l’apport d’alcool.
— minder alcohol.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
788
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6236
Les moyens à mettre en œuvre au niveau belge seront présentés aux ministres en novembre 2005. Ce projet de Plan national de nutrition et santé belge devrait être un bon moyen pour, notamment, favoriser l’augmentation de la consommation en fruits et légumes des Belges, et tendre vers les recommandations nutritionnelles qui préconisent la consommation de 400 g de fruits et légumes par jour. D’autres moyens pourraient être d’augmenter les campagnes via la TV, la radio, la presse, des affiches dans la rue, des brochures (cf. actions ponctuelles aux différents niveaux régionaux) : — « les petits déjeuners dans le cartable », les « Motivés.be », initiatives du Cabinet de Nicole Maréchal; — la campagne audiovisuelle de l’Observatoire de la Santé du Hainaut initiée en 2002, dont le premier volet concernait la prévention des maladies cardiovasculaires, a été diffusée (trois spots télé et trois spots radio) sur les chaıˆnes de télévision et de radio de la Communauté française. Un des sujets traités par les spots était l’importance de la consommation des fruits et légumes; — les brochures et sites web du VIG, et du VLAM; — la campagne télévisée « Flandria groenten, als je van vers houdt » actuellement en cours, etc., afin d’encourager le plus possible les consommateurs à manger des fruits et légumes (cf. le concept anglais du « Five a day ». Au Royaume-Uni, on fait chaque année une campagne pour encourager les gens à manger des fruits et légumes cinq fois par jour. Et ce, sous la forme d’un fruit frais comme une pomme, une orange ou de 2 cuillères de fruits ou de légumes cuits ou d’une petite salade; cela peut aussi inclure les produits surgelés ou transformés ainsi que les conserves qui sont aussi bénéfiques que le frais même si cela paraıˆt étonnant. Le concept « Five a day » est utilisé par des campagnes dans la grande distribution en Belgique depuis juin 2003). Il est primordial que la Belgique s’atèle à l’importante mission d’établir une véritable politique nutritionnelle à l’échelon national.
De middelen die men op Belgisch niveau moet inzetten, zullen in november 2005 aan de ministers worden voorgesteld. Dit Nationale Plan inzake voeding en gezondheid zou een goed middel moeten zijn om de Belgen ertoe aan te moedigen meer groenten en fruit te consumeren en om meer in de buurt komen van de aanbevelingen voor een gezonde voeding, namelijk 400 g groenten en fruit per dag. Andere mogelijkheden zijn het opvoeren van de campagnes op radio en TV, in de pers, op affiches, in brochures (zie de specifieke acties op gewestelijk vlak) : — « les petits déjeuners dans le cartable », de « Motivés.be », initiativen van het Kabinet van Nicole Maréchal; — de audiovisuele campagne van het « Observatoire de la Santé du Hainaut », gestart in 2002, waarvan het eerste gedeelte betrekking had op het voorkomen van hart- en vaatziekten, werd op de radio- en televisieketens van de Franse Gemeenschap uitgezonden (3 TV- en 3 radiospots). In een van de spots werd de klemtoon gelegd op het belang van het eten van groenten en fruit; — de brochures en de websites van het VIG en de VLAM; — de thans lopende televisiecampagne « Flandria groenten, als je van vers houdt » enz., om zoveel mogelijk mensen ertoe aan te zetten fruit en groenten te eten (het Engelse « Five a day-concept ». In het Verenigd Koninkrijk wordt elk jaar een campagne opgezet om de bevolking aan te moedigen vijfmaal per dag groenten en fruit te nuttigen. En dit in de vorm van vers fruit, zoals een appel, sinaasappel of van 2 eetlepels gekookte groenten of van fruit, of van een slaatje, dan weer van diepgevroren of verwerkte producten en van conserven, die even heilzaam zijn als verse producten, ook al lijkt dat verwonderlijk. Het « Five a day-concept » wordt sinds juni 2003 door de Belgische supermarktcampagnes gehanteerd). Het is van het allergrootste belang dat Belgie¨ werk maakt van de belangrijke taak om een echt nationaal beleid voor gezonde voeding op poten te zetten.
DO 2003200421339
DO 2003200421339
Question no 180 de M. Mark Verhaegen du 6 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Lutte contre l’épidémie de peste aviaire. — Montant total des couˆts. J’apprends par la presse que la lutte contre l’épidémie de peste aviaire a couˆté 5,82 millions d’euros aux pouvoirs publics.
Vraag nr. 180 van de heer Mark Verhaegen van 6 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Bestrijding vogelpestepidemie. — Volledige som van de kosten. Uit de pers verneem ik dat de bestrijding van de vogelpestepidemie de overheid 5,82 miljoen euro gekost heeft.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6237
Renseignements pris, il s’avère que la peste aviaire a généré un couˆt total bien plus élevé que le chiffre annoncé par la presse. Les seuls couˆts opérationnels (évacuation des animaux et du lisier, Rendac, etc.) sont estimés par le secteur à 18 millions d’euros. Une partie de cet argent devrait toutefois encore être récupéré graˆce à une intervention de l’Europe.
Nader onderzoek leert mij dat de aviaire influenza in totaal veel meer geld heeft gekost dan in de pers aangegeven. Alleen al de operationele kosten (ruimen van dieren, afvoeren van de mest, Rendac, enz.) worden door de sector geraamd op 18 miljoen euro. Er zou echter nog een deel gerecupereerd worden als tussenkomst door Europa.
Les indemnisations en faveur des entreprises touchées sont payées par les aviculteurs eux-mêmes (par l’intermédiaire du Fonds sanitaire) et se chiffrent à environ 11 millions d’euros. Graˆce au cofinancement promis par l’Europe, la facture à charge du secteur avicole ne devrait pas dépasser 5,82 millions d’euros.
De vergoedingen voor de getroffen bedrijven worden betaald door de pluimveehouders zelf (via het Sanitair Fonds) en bedragen ongeveer 11 miljoen euro. Dank zij de toegezegde cofinanciering van Europa bleef de factuur voor de pluimveesector op 5,82 miljoen euro.
Il ne s’agirait néanmoins que d’un montant provisoire, dans la mesure ou` les œufs à couver qui ont été envoyés à la casserie doivent encore être dédommagés. Un dossier aurait également été introduit à cet effet auprès de l’Europe en vue d’un cofinancement. La facture totale s’élève en l’espèce à environ 1,5 million d’euros.
Dit zou nog maar een voorlopig bedrag zijn, daar de broedeieren die afgevoerd werden naar de brekerij nog moeten vergoed worden. Hiervoor zou ook een dossier voor cofinanciering ingediend zijn bij Europa. De totale factuur bedraagt hier ongeveer 1,5 miljoen euro.
Enfin, il y a également le dossier des indemnisations de démarrage. Toutefois, comme ce système constitue une matière purement régionale, il en est fait abstraction.
Ten slotte is er nog het dossier van de opstartvergoedingen. Maar omdat deze regeling een louter gewestelijke aangelegenheid betreft, wordt dit buiten beschouwing gelaten.
1. Quelle est en fin de compte le montant à charge, respectivement, des autorités fédérales, de l’Europe, du Fonds sanitaire et des aviculteurs touchés ?
1. Wat is de uiteindelijke som die dient te worden ingebracht door federale overheid, respectievelijk Europa, Sanitair Fonds en de getroffen pluimveehouders ?
2. a) Ou` en sont les paiements en faveur des aviculteurs touchés ?
2. a) Hoever staat het heden met de uitbetalingen van de getroffen pluimveehouders ?
b) Quand le règlement financier sera-t-il définitivement cloˆturé conformément au planning ?
b) Wanneer wordt volgens planning de financie¨le regeling definitief afgerond ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 juillet 2004, à la question no 180 de M. Mark Verhaegen du 6 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 180 van de heer Mark Verhaegen van 6 mei 2004 (N.) :
1. Montants à charge du Fonds sanitaire
1. Bedragen ten laste van het Sanitair Fonds
Conformément à la base légale, une indemnité est allouée dans les limites des crédits budgétaires au propriétaire des volailles mises à mort et produits détruits par ordre (produits animaux par exemple : œufs et aliments pour animaux).
Overeenkomstig de wettelijke basis wordt, binnen de perken van het begrotingskrediet, een vergoeding toegekend aan de eigenaar van op bevel afgemaakt pluimvee en op bevel vernietigde producten (dierlijke producten bijvoorbeeld eieren, diervoeders onder meer).
Ces indemnités sont imputées à la section volailles du Fonds budgétaire pour la santé et la qualité des animaux et des produits animaux.
Deze vergoedingen worden geput uit de sectie plumvee van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dierlijke producten.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6238
` l’occasion de la peste aviaire 2003 les montants A suivants ont été payés aux détenteurs de volailles atteints (montants TVA non incluse) :
In het kader van de vogelpestcrisis 2003 werden volgende bedragen aan vergoedingen uitbetaald aan getroffen pluimveehouders (alle bedragen exclusief BTW) : Euros — Euro
Aliments. — Voeder ...................... Litière. — Strooisel ....................... Animaux. — Dieren ...................... Particuliers. — Particulieren .......... Œufs. — Eieren .............................
1 414 740 kg 7 453 kg 4 142 012 unités. — stuks 3 196 unités volailles. — stuks pluimvee 6 314 425 unités. — stuks
Total. — Totaal .............................
302 599,86 2 951,64 5 713 368,48 5 815,39 446 648,65 6 471 384,01
Pendant la crise de la peste aviaire, outre les standstills locaux, un standstill national a été instauré du 16 avril au 5 mai 2003 comme mesure principale de ` la suite de cette mesure il a fallu abattre preslutte. A que 14 millions de poussins d’un jour et détruire 170 315 œufs à couver.
Tijdens de vogelpestcrisis werd als belangrijkste bestrijdingsmaatregel, naast lokale stand-still’s, een nationale stand-still afgekondigd van 16 april tot 5 mei 2003. Ingevolge deze maatregel werden bijna 14 miljoen ééndagskuikens gedood en 170 315 broedeieren vernietigd.
Conformément à la décision de la Commission no 2004/18/EC du 23 décembre 2003 les indemnités suivantes ont été payées pour les poussins d’un jour tués et œufs à couver détruits :
Overeenkomstig de beschikking van de Commissie nr. 2004/18/EG van 23 december 2003 werden voor de ééndagskuikens en broedeieren, gedood of vernietigd, volgende vergoedingen uitbetaald : Pièces — Stuks
Poussins d’un jour. — E´éndagskuikens .................. Œufs à couver. — Broedeieren ..............................
13 896 375 170 315
Total poussins d’un jour et œufs à couver. — Totaal ééndagskuikens en broedeieren ...............................
Euros — Euro 3 619 156,53 50 859,00 3 670 015,53
Jusqu’à présent un montant de 10 141 400 euros a été payé par le Fonds sanitaire. Ce montant est cofinancé au maximum à 50 % par la Commission européenne (soit 5 070 700 euros).
Tot op heden werd door het Sanitair Fonds een bedrag betaald van 10 141 400 euro. Dit bedrag wordt voor maximaal 50 % gecofinancierd door de Europese Commissie (of 5 070 700 euro).
De plus, 11 567 540 œufs à couver ont été canalisés vers l’industrie comme alternative à la destruction. Ces œufs canalisés n’entrent pas dans le champ d’application de la décision de la Commission no 2004/18/EC et la décision du Conseil no 90/424/ EEC. Ces œufs représentent une perte de valeur pour les propriétaires, estimée à 1 521 115. Pour ces œufs, une demande d’aide a été introduite par les régions auprès de la DG AGRI de l’UE.
Daarnaast werden, als alternatief voor vernietiging, ook nog 11 567 540 stuks broedeieren afgevoerd naar de verwerkende industrie. Deze gekanaliseerde broedeieren vallen evenwel niet binnen het toepassingsveld van beschikking 2004/18/EG en raadsbeschikking 90/ 424/EEG. Ze vertegenwoordigen een geraamd waardeverlies voor de eigenaars van 1 521 115. Door de gewesten is hiervoor een steunaanvraag ingediend DG AGRI van de EU.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6239
Montants à charge des autorités fédérales
Bedragen ten laste van de federale overheid
Conformément à la décision du Conseil des ministres du 25 avril 2003, les coûts opérationnels de la ` peste aviaire sont à la charge des autorités fédérales. A cette fin, des moyens financiers ont été mis à la disposition de l’agence (AFSCA). Lors du controˆle budgétaire 2003 et la rédaction du budget 2004, une dotation complémentaire de 6 880 000 euros a été attribuée à l’agence pour la peste aviaire. Toutefois, le Conseil des ministres du 3 février 2004 a décidé que les coûts de destruction des poussins d’un jour et les œufs à couver ne peuvent pas donner lieu à une augmentation de cette dotation.
Overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad van 25 april 2003 vallen de operationele kosten van de vogelpestcrisis ten laste van de federale overheid. Daartoe werden de nodige financie¨le middelen ter beschikking gesteld van het agentschap (FAVV). Naar aanleiding van de begrotingscontrole 2003 en de begrotingsopmaak 2004 werd voor de bestrijding van de vogelpest aan het agentschap een extra dotatie toegekend van 6 880 000. De Ministerraad van 3 februari 2004 besliste evenwel dat de destructiekosten voor ééndagskuikens en broedeieren geen aanleiding kunnen zijn tot van deze dotatie.
Aperçu des coûts opérationnels pour la peste aviaire :
Overzicht van de operationele kosten voor de aviaire influenza :
Euros Total des coûts opérationnels (montant TVA incluse) : ................. Dont TVA: ..................................... Montant des coûts opérationnels communiqué à l’Europe pour cofinancement (montant TVA exclue) : Le pourcentage de cofinancement s’élève à 50 % maximal, soit 3 890 552 euros : .............................. Montant des coûts opérationnels non éligible au cofinancement : .............. Montant minimal des coûts opérationnels à charge de l’agence : .........
Euro
-1(1) 10 911 977 (1-2) 1 176 819,27
(1-2) 7 781 104
-1(2) 3 890 552
(1-2) 1 875 885,71 (1-2) 7 021 425
Montants à charge de l’Europe
Totaal van de operationele kosten (bedrag incl. BTW) : ....................... Waarvan BTW : .............................. Bedrag van de operationale kosten ingediend bij Europa voor cofinanciering (bedrag excl. BTW) : ........... Cofinancieringspercentage is maximaal 50 % van dit bedrag, hetzij 3 890 552 : ....................................... Bedrag van de operationale kosten (excl. BTW) niet vatbaar voor cofinanciering : ...................................... Minimaal bedrag van de operationele kosten ten laste van het agentschap :
50 % du montant introduit auprès de l’Europe pour les coûts opérationnels, montant maximal (TVA exclue) qui pourra être versé à l’agence : ..... Montant maximal (TVA exclue) de cofinancement par la ligne budgétaire de cofinancement de la DG SANCO pour les indemnités et coûts opérationnels : .........................................
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
(1-2) 7 781 104
-1(2) 3 890 552
(1-2) 1 875 885,71 (1-2) 7 021 425
Bedragen ten laste van Europa Euros
50 % des indemnités (sans TVA) pour les animaux et leurs produits, montant maximal qui pourra être versé au Fonds : .............................. Demande d’aide DG AGRI pour les œufs canalisés : ................................
-1(1) 10 911 977 (1-2) 1 176 819,27
Euro
5 070 700 En ce moment pas connu
3 890 552
8 961 252
2003
50 % van de vergoedingen (geen BTW) voor dieren en hun producten, maximaal bedrag dat kan terugvloeien naar het Fonds : .................. Steunaanvraag DG AGRI voor gekanaliseerde broedeieren : ................... 50 % van het bedrag van de operationele kosten ingediend bij Europa, maximaal bedrag (excl. BTW) dat kan terugvloeien naar het agentschap : ............................................. Maximaal bedrag (excl. BTW) van de Europese cofinanciering via de budgetlijn van DG SANCO voor de vergoedingen en operationele kosten : ...........................................
2004
5 070 700 Momenteel niet gekend
3 890 552
8 961 252
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6240
2. a) Tous les détenteurs de volailles atteints, sont indemnisés sauf les détenteurs ou les propriétaires qui ont subi des pertes sur les œufs à couver canalisés. Les modalités pour l’indemnisation de ce dernier groupe seront en grande partie déterminées par la réponse de la DG AGRI sur la demande d’aide.
2. a) Alle getroffen pluimveehouders zijn op heden vergoed behalve de pluimveehouders of eigenaars die schade geleden hebben op gekanaliseerde broedeieren. De modaliteiten voor de vergoeding van deze laatste groep zal echter grotendeels bepaald worden door het antwoord van DG AGRI op de ingediende steunaanvraag.
b) Le règlement financier définitif dépend entre autres de la réponse de DG AGRI sur la demande d’aide pour les œufs à couver canalisés.
b) De definitieve afronding van een financie¨le regeling is onder meer afhankelijk van het antwoord van DG AGRI op de ingediende steunaanvraag voor de gekanaliseerde broedeieren.
La décision 2004/18/CE prévoit une avance de 3 millions d’euros comme participation dans les dépenses faites par la Belgique pour l’indemnisation des propriétaires d’animaux et d’œufs.
Beschikking 2004/18/EG voorziet in een voorschot van 3 miljoen euro als bijdrage in de uitgaven die Belgie¨ heeft verricht voor de compensatie van de eigenaars van de dieren en de eieren.
Toutefois, le solde restant du cofinancement sera versé après vérification par les services compétents de la Commission européenne (DG SANCO). Pour cette raison, le règlement financier définitif n’est prévu que pour la fin de cette année mais plus probablement au cours de l’année 2005.
Het resterende bedrag van de 50 % cofinanciering zal toegekend worden na controle door bevoegde diensten van de Europese Commissie (DG SANCO). De definitieve afronding van de financie¨le regeling is bijgevolg te verwachten tegen ten vroegste eind 2004, maar eerder in de loop van 2005.
DO 2003200421396
DO 2003200421396
Question no 183 de M. Guido De Padt du 11 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 183 van de heer Guido De Padt van 11 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
UE. — Introduction de la première variété de maı¨s génétiquement modifié.
EU. — Introductie van de eerste genetisch gemanipuleerde maı¨ssoort.
La voie semble ouverte pour l’introduction de la première variété de maı¨s génétiquement modifié dans l’Union européenne. Lors de la concertation récente entre les ministres de l’Agriculture de l’Union européenne, il s’est avéré impossible de dégager une majorité suffisante pour bloquer l’introduction du maı¨s génétiquement modifié. Ce dossier se trouve à présent entre les mains de la Commission européenne, qui a déjà indiqué qu’elle était plutoˆt favorable à l’approbation de la première demande d’autorisation d’une denrée alimentaire génétiquement modifiée. L’introduction de cultures et de denrées alimentaires génétiquement modifiées divise les E´tats membres de l’UE depuis des années déjà. Un groupe de cinq pays, avec à sa tête la France, rejette catégoriquement toute forme de ce qu’il appelle « alimentation Frankenstein ». L’année dernière, ces pays ont toutefois été mis en minorité, lorsque l’UE s’est mis d’accord sur la mention obligatoire de la présence de produits génétiquement modifiés sur l’étiquette des denrées alimentaires. Depuis lors les sociétés peuvent introduire des
De weg lijkt open te liggen voor de introductie van de eerste genetisch gemanipuleerde maı¨ssoort in de Europese Unie. Tijdens het recente overleg van de EUministers van Landbouw was geen voldoende meerderheid te vinden om de genmaı¨s tegen te houden. Deze aangelegenheid zal nu verder afgehandeld worden door de Europese Commissie. De Commissie heeft eerder al aangegeven dat zij genegen is de eerste aanvraag voor een genetisch gemanipuleerde voedingssoort goed te keuren. De introductie van genetisch gemanipuleerde gewassen en voedingsmiddelen verdeelt de EU-lidstaten al jaren. Een groep van vijf landen, onder aanvoering van Frankrijk, weigert categorisch elke vorm van wat zij noemt « Frankensteinvoeding ». Vorig jaar werden zij echter overstemd, toen de EU overeenkwam dat op een etiket van voedingsmiddelen duidelijk moest staan dat daarin genetisch gemodificeerde producten zijn verwerkt. Sindsdien kunnen bedrijven ook in EU-lidstaten aanvragen indienen om genetische voeding op de markt te brengen. Syngenta deed dat als eerste, in Nederland.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6241
demandes de mise sur le marché d’aliments génétiquement modifiés dans les pays de l’UE également. Syngenta a été la première entreprise à introduire une telle demande, aux Pays-Bas. Un blocage antérieur de la demande avait été annulé lors de la concertation européenne susmentionnée.
Eerdere blokkade van de aanvraag werd tijdens het hogervermeld EU-overleg ongedaan gemaakt.
1. Quelle est la position de notre pays en la matière ? Sur quelles considérations est-elle fondée ?
1. Welke houding heeft ons land in deze kwestie aangenomen en op grond van welke redenen en motieven ?
2. Des demandes de mise sur le marché d’aliments génétiquement modifiés ont-elles été introduites en Belgique également ? Dans l’affirmative, pour quels produits ?
2. Zijn er ook in Belgie¨ aanvragen ingediend om genetische voeding op de markt te brengen, en zo ja, voor welke producten ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 6 juillet 2004, à la question no 183 de M. Guido De Padt du 11 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 183 van de heer Guido De Padt van 11 mei 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
1. La sécurité et l’étiquetage des OGM sont en effet des sujets qui, à juste titre, reçoivent beaucoup d’attention et ce tant de la part des citoyens que des autorités.
1. Veiligheid en etikettering van GGO’s staan inderdaad terecht in de belangstelling van zowel de burger als de overheid.
L’attitude de la Belgique a toujours visé à assurer tant la sécurité des consommateurs que leur information. C’est la raison pour laquelle notre pays à proˆné de manière forte l’adoption d’une réglementation européenne adaptée afin d’encadrer de manière adéquate la commercialisation des OGM. Nous avons toujours estimé que l’adoption d’une telle réglementation constituait un prérequis à l’autorisation de nouveaux OGM. C’est dans cet esprit que je collabore avec ma collègue la ministre fédérale de l’environnement madame Van den Bossche et les ministres régionaux compétents à la finalisation de la transposition de la directive 2001/18 relative à la dissémination dans l’environnement des OGM. C’est également avec ces objectifs que notre pays a contribué à l’adoption d’une réglementation européenne très stricte visant l’autorisation, la traçabilité et l’étiquetage des OGM (cf. règlements nos 1829/2003 et 1830/2003).
De houding van Belgie¨ is steeds gericht geweest op de veiligheid en de voorlichting van de consument. Daarom ook heeft ons land sterk aangedrongen op de totstandkoming van een aangepaste Europese regelving om het in de handel brengen van GGO’s doeltreffend te kunnen sturen. Wij zijn steeds van oordeel geweest dat zulk een regelgeving een basisvoorwaarde was voor het toelaten van nieuwe GGO’s. In die geest ben ik dan ook, samen met mijn federale ambtgenote van Leefmilieu, mevrouw Van den Bossche, en met de bevoegde gewestministers, de laatste hand aan het leggen aan de omzetting van richtlijn 2001/18 inzake de introductie in het milieu van GGO’s. Om dezelfde redenen heeft ons land meegewerkt aan het uitwerken van een zeer strenge Europese regelgeving betreffende het toelaten, traceren en etiketteren van GGO’s (zie verordeningen nrs. 1829/2003 en 1830/2003).
2. Un dossier concernant la commercialisation d’OGM en tant que denrées alimentaires a été introduit en Belgique le 2 février 1999 dans le cadre du règlement no 258/97. Ce dossier concerne le soja « Liberty Link » de la firme Bayer Bioscience. Ce soja est résistant à un herbicide, le glufosinate ammonium. Dans l’attente d’informations complémentaires de la part de la firme, le Conseil consultatif de biosécurité n’a pas été en mesure de finaliser son évaluation initiale. Dès lors, cet OGM devra être évalué et autorisé conformément à la nouvelle réglementation en la matière et plus précisément au règlement no 1829/2003 relatif aux denrées alimentaires et aliments pour
2. Op 2 februari 1999 werd in het raam van verordening nr. 258/97 in Belgie¨ een dossier ingediend over het in de handel brengen van GGO’s als voedingsmiddelen. Dit dossier heeft betrekking op de soja « Liberty Link » van de firma Bayer Bioscience. Deze soja is resistent tegen het herbicide ammoniumglufosinaat. De Bioveiligheidsraad heeft in afwachting van bijkomende gegevens van het bedrijf nog geen eindevaluatie kunnen maken. Dit GGO zal derhalve beoordeeld en toegelaten moeten worden op grond van de nieuwe regelgeving ter zake, meer bepaald verordening nr. 1829/2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. Daardoor zal de Europese
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6242
animaux génétiquement modifiés. Dans ce cadre, c’est l’Autorité européenne de sécurité des aliments qui sera chargée de l’évaluation de cet OGM.
Autoriteit voor voedselveiligheid belast worden met de evaluatie van dit GGO.
DO 2003200421528
DO 2003200421528
Question no 192 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 192 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Lapins domestiques.
Houden van konijnen als huisdier.
Les Néerlandais possèdent au total 600 000 lapins domestiques. L’espérance de vie moyenne de ces animaux est de trois ans alors que celle du lapin sauvage se situe entre 8 et 15 ans. Une étude effectuée aux Pays-Bas révèle que les lapins domestiques souffrent bien souvent de solitude et d’ennui. Cette constatation explique pourquoi les lapins tenus en cage ont une espérance de vie moindre.
Nederlanders houden in totaal 600 000 konijnen. De gemiddelde levensverwachting is drie jaar, terwijl een wild konijn tussen 8 en 15 jaar wordt. « Konijnen vallen snel ten prooi aan eenzaamheid en verveling », staat in een Nederlands onderzoeksrapport, vandaar de lagere levensverwachting van een konijn in een kooi.
1. Dispose-t-on de chiffres relatifs au nombre de lapins domestiques dans notre pays ?
1. Bestaan er in ons land cijfers over het aantal konijnen dat als huisdier wordt gehouden ?
2. Estimez-vous, et sur la base de quels arguments, que les lapins ne conviennent pas comme animal domestique ?
2. Bent u van oordeel, en op grond waarvan, dat konijnen niet geschikt zijn om als huisdier te worden gehouden ?
3. Des initiatives sont-elles prises afin d’éviter les « achats impulsifs » de lapins ?
3. Worden initiatieven genomen om « impuls aankopen » te voorkomen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 8 juillet 2004, à la question no 192 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 8 juli 2004, op de vraag nr. 192 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) :
1. Je n’ai aucune information quant au nombre de lapins détenus comme animal de compagnie dans notre pays.
1. Ik heb geen informatie over het aantal konijnen gehouden als gezelschapsdier in ons land.
2. Je ne dispose pas d’arguments disant que le lapin serait inadéquat comme animal de compagnie.
2. Ik beschik niet over argumenten die stellen dat het konijn ongeschikt zou zijn als gezelschapsdier.
3. Il n’y a aucune initiative qui a été prise pour éviter les achats impulsifs de lapins pour la simple raison que jusqu’à présent cela n’a pas été signalé comme problème.
3. Er worden geen initiatieven genomen om impulsaankopen van konijnen te vermijden om de eenvoudige reden dit tot dusver nog niet als probleem gesignaleerd is.
DO 2003200421529
DO 2003200421529
Question no 193 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 193 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Cancer de la peau.
Huidkanker.
Le risque de cancer de la peau chez l’adulte augmente en fonction du nombre de coups de soleil attrapés pendant l’enfance. Il ressort d’une étude réali-
De kans op huidkanker bij volwassenen neemt toe naarmate iemand als kind vaker is verbrand. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat slechts één op de drie
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6243
sée aux Pays-Bas qu’un Néerlandais sur trois seulement est au courant des risques et que nombre de parents ne protègent dès lors pas suffisamment leurs enfants du soleil.
Nederlanders dat weet. Veel Nederlandse ouders beschermen hun kinderen onvoldoende tegen de zon.
1. a) Combien de personnes décèdent-elles chaque année d’un cancer de la peau ?
1. a) Hoeveel mensen overlijden er jaarlijks aan huidkanker ?
b) Comment cette maladie a-t-elle évolué au cours de ces vingt dernières années ?
b) Welke evolutie is er gedurende de voorbije twintig jaar waar te nemen ?
2. Les autorités ne devraient-elles pas mettre sur pied une campagne spécifique de prévention et de sensibilisation à l’intention des adultes et des jeunes en vue de mieux protéger les enfants du soleil ?
2. Is het niet aangewezen dat de overheid naar de volwassenen en naar de jeugd toe een specifieke preventie- en sensibiliseringscampagne zou ontwikkelen, teneinde de kinderen beter te beschermen tegen de zon ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 8 juillet 2004, à la question no 193 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 8 juli 2004, op de vraag nr. 193 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) :
1. a) Il existe deux sortes de cancer de la peau : l’épithéliome et le mélanome. Les mélanomes qui sont beaucoup plus rares que les épithéliomes, sont plus agressifs et ont un taux de mortalité beaucoup plus élevé, occasionnant un impact potentiel plus grand sur la santé publique.
1. a) Er bestaan twee soorten huidkanker : het epithelioom en het melanoom. Melanomen komen veel minder frequent voor dan epitheliomen, maar zijn agressiever en hebben een veel hogere mortaliteit met als gevolg een potentieel grotere impact op de volksgezondheid.
Il ressort du Registre national du cancer qu’en 1998, le nombre de nouveaux cas de mélanomes était de 262 chez les hommes et de 428 chez les femmes. Toutefois on estime qu’une partie importante (environ 40 %) des nouveaux cas n’est pas enregistrée (1). Afin d’analyser ce sous-enregistrement une étude pilote réalisée par un réseau d’enregistrement à été créée en Flandre orientale.
Op basis van het Nationaal Kankerregister blijkt dat in 1998 het aantal nieuwe gevallen van melanoma 262 bedroeg bij mannen en 428 bij vrouwen. Er wordt echter vermoed dat er een belangrijk deel (ongeveer 40 %) van de nieuwe gevallen niet geregistreerd wordt (1). Om deze onderregistratie verder te onderzoeken, werd er in de provincie Oost-Vlaanderen bij wijze van pilootstudie een provinciaal registratienetwerk opgericht.
Les chiffres de mortalité les plus récents datent de 1997. Entre 1987 et 1997, le nombre de décès faisant suite à toutes formes de cancer de la peau oscillait entre 217 et 309 cas par an, tandis que, le nombre de décès faisant suite aux mélanomes oscillait lui, entre 177 et 237 cas durant cette même période.
De meeste recente sterftecijfers dateren van 1997. Tussen 1987 en 1997 varieerde het aantal sterfgevallen ten gevolge van alle vormen van huidkanker tussen 217 en 309 gevallen per jaar. Het aantal sterfgevallen ten gevolge van melanomen varieerde in die periode tussen 177 en 237 gevallen.
La moitié des décès dus à des mélanomes se rencontre chez les personnes de 65 ans ou plus et 85 % chez les personnes aˆgées de 44 ans ou plus.
De helft van de sterfgevallen ten gevolge van melanomen doet zich voor bij personen ouder dan 65 jaar en 85 % bij personen ouder dan 44 jaar.
Si l’on tient compte de l’évolution de l’aˆge de la population, le nombre de décès dû aux mélanomes a varié de 1,65 à 2,14 femmes par 100 000 personnes et de 1,91 à 2,72 hommes par 100 000 personnes entre 1987 et 1997 (La population de référence étant la population belge de 1997.) Il y a donc une mortalité un peu
Rekening houdend met de verandering in leeftijdsstructuur van de bevolking varieerde het aantal sterfgevallen ten gevolge van melanomen in de periode 1987-1997 bij vrouwen tussen 1,65 en 2,14 per 100 000 personen en bij mannen tussen 1,91 en 2,72 per 100 000 personen. (De referentiepopulatie voor
(1) Brochez L., Verhaeghe E., Bleyen L., Myny K., De Backer G., Naeyaert J.M. Underregistration of melanoma in Belgium : an analysis. Melanoma Res 1999; 9(4) : 413-8.
(1) Brochez L., Verhaeghe E., Bleyen L., Myny K., De Backer G., Naeyaert J.M. Underregistration of melanoma in Belgium : an analysis. Melanoma Res. 1999; 9(4) : 413-8.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
789
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6244
plus élevée chez les hommes que chez les femmes, mais cette différence n’est pas statistiquement significative.
deze cijfers is de Belgische bevolking van 1997.) Er is dus een iets hogere sterfte bij mannen dan bij vrouwen, maar dit verschil is niet statistisch significant.
b) Durant la période 1954-1992, une hausse des taux de mortalité à la suite de mélanomes, standardisés pour l’aˆge, a été perçue dès 1973 (1). Une étude s’étendant de 1987 à 1997 a été réalisée, mais cette période est trop courte pour pouvoir tirer des conclusions. Toutefois, une normalisation de la tendance n’est pas attendue pour tout de suite vu que, le mode de comportement face à l’exposition n’a pas suffisamment changé dans la population et que de plus, il faut tenir compte du temps de latence après l’exposition.
b) In de periode 1954-1992 werd er vanaf 1973 een stijging van het leeftijdsgestandaardiseerde sterftecijfer voor melanoma waargenomen (1). Nadien volgde nog een studie over de periode 1987-1997, maar die periode is te beperkt om verdere conclusies mogelijk te maken. Er wordt echter niet meteen een normalisatie van de trend verwacht omdat 1) het gedragspatroon met betrekking tot blootstelling bij de bevolking niet ingrijpend genoeg veranderd is en 2) er rekening moet gehouden worden met de latentietijd na de blootstelling.
2. Une campagne de prévention et de sensibilisation spécifique pour améliorer la protection des enfants face au soleil appartient aux compétences des communautés.
2. Een specifieke preventie- en sensibiliseringscampagne teneinde kinderen beter te beschermen tegen de zon behoort strikt genomen tot de bevoegdheden van de gemeenschappen.
Une mesure politique importante, prise afin de diminuer les risques dus aux mélanomes, est une loi de 1999 et l’arrêté royal du 20 juin 2002 régissant l’exploitation des solariums. En effet l’arrêté royal prévoit 1) les prescriptions techniques pour l’appareillage, 2) une exigence de formation pour les gérants, 3) l’obligation pour les gérants de clairement informer les consommateurs des dangers de l’exposition aux rayons ultra-violet et des mesures de précaution à prendre et 4) l’interdiction d’accès aux solariums pour les mineurs (15 ans ou moins).
Een belangrijke beleidsmaatregel om het risico van melanomen te verminderen, was de wet uit 1999 en het koninklijk besluit van 20 juni 2002 tot regeling van de exploitatie van zonnecentra. Het koninklijk besluit voorziet 1) technische voorschriften voor apparatuur, 2) een opleidingseis voor uitbaters, 3) de verplichting voor uitbaters om de consumenten duidelijk te informeren over de gevaren van blootstelling aan ultravioletstraling en de te nemen voorzorgsmaatregelen en 4) het toegangsverbod voor minderjarigen (jonger dan 15 jaar) tot zonnebankcentra.
Sur l’initiative des dermatologues, depuis 1999, l’action « Euro Melanoma » est organisée annuellement dans plusieurs pays européens comme la Belgique (www.euromelanoma.org). L’initiative démarrée en Belgique a entre-temps déjà été adoptée par 13 pays européens. Cette action a deux objectifs : d’une part, attirer l’attention de la population sur le danger d’une lésion de pigment changeante; et, d’autre part, limiter la « consommation » de rayons ultraviolet.
Op het initiatief van dermatologen wordt sedert 1999 jaarlijks de actie « Euro Melanoma » georganiseerd in een aantal Europese landen, waaronder Belgie¨ (www.euromelanoma.org). Het initiatief startte in Belgie¨ maar werd ondertussen al door 13 andere Europese landen overgenomen. Deze actie heeft een dubbele doelstelling : enerzijds wil men de aandacht van de bevolking vestigen op het gevaar van een veranderend pigmentletsel; anderzijds wil men de « consumptie » van ultravioletstraling beperken.
Au cours de cette action, précédée d’une campagne de sensibilisation, une journée de consultations gratuites est organisée afin de vérifier les taˆches de pigment pour un dépistage précoce d’éventuels mélanomes. Chaque année, la campagne de dépistage du cancer se consacre à un thème spécifique. En 2004, l’action a été organisée le 10 mai et s’adressait aux personnes à risque, alors qu’en 2003, celle-ci s’adressait aux jeunes. ` ce jour, en Belgique environ 360 dermatologues A participent régulièrement à l’action. Ces dernières années, environ 4 300 personnes ont été examinées et
Tijdens deze actie, die wordt voorafgegaan door een sensibiliseringscampagne, worden op een bepaalde dag pigmentvlekken gratis nagekeken met de bedoeling eventuele melanomen vroegtijdig op te sporen. Elk jaar is de opsporingscampagne aan een speciaal thema gewijd. In 2004 viel de actie op 10 mei en was de aandacht specifiek op risicopersonen gericht. In 2003 werd speciaal aandacht besteedt aan jongeren.
(1) Bleyen L., De Bacquer D., Myny K., Brochez L., Naeyaert J.M., De Backer G., Trends in mortality from cutaneous malignant melanoma in Belgium. Int J Epidemiol 1999; 28(1) : 40-5.
(1) Bleyen L., De Bacquer D., Myny K., Brochez L., Naeyaert J.M., De Backer G. Trends in mortality from cutaneous malignant melanoma in Belgium. Int J Epidemiol 1999; 28(1) : 40-5.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Op deze dag nemen in Belgie¨ telkens een 360-tal dermatologen deel aan de actie. Er worden de laatste jaren ongeveer 4 300 personen onderzocht en op
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6245
entre 8 et 25 nouveaux mélanomes ont été découverts le jour même. Le plus important réside dans le fait que, à la suite de la campagne, une grande partie de la population se rend chez le dermatologue dans le mois suivant permettant ainsi le dépistage d’une centaine de nouveaux mélanomes. Au total, environ 15 % du nombre total de nouveaux mélanomes dépistés par an est dépisté dans le mois suivant la campagne (1). De plus, les mélanomes découverts, le sont à un stade précoce, augmentant ainsi les chances de survie.
de dag zelf worden 8 tot 25 nieuwe melanomen ontdekt. Nog belangrijker is dat omwille van de campagne een groot deel van de bevolking zich in de daaropvolgende maand laat onderzoeken zodat de deelnemende dermatologen gedurende de daaropvolgende maand nog een honderdtal nieuwe melanomen ontdekken. In totaal worden in de maand volgend op de campagne ongeveer 15 % van het totaal aantal nieuwe gevallen van melanomen per jaar ontdekt (1). Bovendien ontdekken de dermatologen als gevolg van de campagne meer melanomen in een vroegtijdig stadium, waardoor de overlevingskansen veel groter zijn.
DO 2003200421570
DO 2003200421570
Question no 199 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 199 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement.
FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 8 juillet 2004, à la question no 199 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 8 juli 2004, op de vraag nr. 199 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) :
Je prie l’honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse à la question no 22 fournie par la ministre de l’Environnement. (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 39.)
Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op de vraag nr. 22 gegeven door de minister van Leefmilieu. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 39.)
(1) Vandaele M.M., Richert B., Van der Endt J.D., Boyden B., Brochez L., del M, V et al. Melanoma screening : results of the first one-day campaign in Belgium (« melanoma Monday »). J. Eur Acad Dermatol Venereol 2000; 14(6) : 470-2.
(1) Vandaele M.M., Richert B., Van der Endt J.D., Boyden B., Brochez L., del M, V et al. Melanoma screening : results of the first one-day campaign in Belgium (« melanoma Monday »). J. Eur Acad Dermatol Venereol 2000; 14(6) : 470-2.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6246
DO 2003200421596
DO 2003200421596
Question no 203 de M. Jo Vandeurzen du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 203 van de heer Jo Vandeurzen van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Hoˆpitaux. — Responsabilité du conseil médical.
Ziekenhuizen. — Aansprakelijkheid van de medische raad.
Dans les hoˆpitaux, les conseils médicaux, en tant que représentants des médecins, sont souvent impliqués dans la prise de décisions importantes. En fonction du sujet, ils doivent soit rendre un avis obligatoire, soit un avis renforcé. Dans certains cas, leur accord est même requis (c’est notamment le cas pour les modifications de la réglementation relative aux frais).
In de ziekenhuizen zijn de medische raden als vertegenwoordigers van de geneesheren vaak betrokken bij belangrijke beslissingen. Afhankelijk van de materie moeten zij een verplicht advies geven, een versterkt advies geven of is zelfs hun akkoord vereist (denken we maar, voor wat dit laatste betreft, aan de wijzigingen aan de kostenregeling).
Dans quelle mesure les membres du conseil médical peuvent-ils être tenus responsables par certains médecins hospitaliers, le gestionnaire ou des tiers pour des avis rendus ou des décisions prises dans le cadre de leurs missions légales ?
In welke mate kunnen leden van de medische raad aansprakelijk worden gesteld door bepaalde ziekenhuisgeneesheren, de beheerder of derden voor de adviezen die zij uitbrengen of de beslissingen die zij, in het kader van de wettelijk toebedeelde opdrachten, nemen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 9 juillet 2004, à la question no 203 de M. Jo Vandeurzen du 3 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 203 van de heer Jo Vandeurzen van 3 juni 2004 (N.) :
Comme vous le précisez, le conseil médical est l’organe représentant les médecins hospitaliers par lequel ceux-ci sont associés à la prise de décisions à l’hoˆpital (article 121 de la Loi sur les hoˆpitaux). Ce sont les médecins hospitaliers eux-mêmes qui fixent la composition du conseil médical (voir procédure d’élection fixée dans l’arrêté royal du 10 août 1987) et qui confèrent à celui-ci le mandat de les représenter, en sorte que l’objectif visé à l’article 124 est poursuivi.
Zoals door u vermeld, is de medische raad het vertegenwoordigend orgaan waardoor de ziekenhuizengeneesheren betrokken worden bij de besluitvorming in het ziekenhuis (artikel 121 van de Ziekenhuiswet). Het zijn de ziekenhuisgeneesheren zelf die de samenstelling van de medische raad bepalen (zie verkiezingsprocedure in koninklijk besluit van 10 augustus 1987) en die hem het mandaat geven hen te vertegenwoordigen waarbij het doel bepaald in artikel 124 wordt nagestreefd.
Comme vous le précisez aussi dans votre question, le conseil médical peut intervenir de deux manières dans la prise de décisions. Pour certaines matières, il doit émettre un avis à l’intention du gestionnaire préalablement à sa décision (articles 125 à 128 de la Loi sur les hoˆpitaux). Dans d’autres cas, le gestionnaire et le conseil médical doivent parvenir à un accord (notamment article 140, § 3).
Zoals u ook in uw vraagstelling aanhaalt, kan de medische raad op tweee¨rlei manier tussenkomen bij de besluitvorming. Voor sommige aangelegenheden moet hij de beheerder voorafgaandelijk aan zijn beslissing dienen van advies (artikelen 125 tot en met 128 van de Ziekenhuiswet). In andere gevallen moeten beheerder en medische raad een overeenstemming bereiken. (onder andere artikel 140, § 3).
En ce qui concerne les matières pour lesquelles le conseil médical dispose d’une compétence d’avis par rapport au gestionnaire, il y a lieu de faire référence à l’article 11 de la Loi sur les hoˆpitaux. Aux termes de cet article, le gestionnaire hospitalier assume la responsabilité générale et finale de l’activité hospitalière; il définit la politique générale et prend les décisions de gestion en respectant les dispositions et procédures spécifiques prévues au titre IV. Ce renvoi au titre IV signifie que le gestionnaire doit obligatoirement solliciter l’avis du conseil médical avant de prendre certaines décisions de gestion. Toutefois, cette
Wat betreft de aangelegenheden waarbij de medische raad ten opzichte van de beheerder over een adviesbevoegdheid beschikt, dient gewezen op artikel 11 van de Wet op de ziekenhuizen. Volgens dit artikel draagt de ziekenhuisbeheerder de algemene en uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de ziekenhuisactiviteit; hij bepaalt het algemeen beleid en neemt de beheersbeslissingen met inachtneming van de specifieke bepalingen en procedures voorzien in titel IV. Deze verwijzing naar titel IV betekent dat de beheerder verplicht het advies van de medische raad moet inwinnen vooraleer hij bepaalde beheersbeslissingen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6247
obligation de recueillir l’avis ne change rien au fait que le gestionnaire prend à chaque fois la décision finale et ` cet égard, la mission du en assume la responsabilité. A conseil médical consiste seulement à émettre un avis préalable. C’est au gestionnaire qu’il appartient de déterminer en dernière instance dans quelle mesure il tient compte de l’avis du conseil médical dans sa décision finale.
neemt. Deze verplichting tot het inwinnen van advies doet echter geen afbreuk aan het feit dat de beheerder telkens de uiteindelijke beslissing neemt en daarvoor de verantwoordelijkheid draagt. De taak van de medische raad bestaat daarbij enkel in het uitbrengen van een voorafgaandelijk advies. Het is aan de beheerder om uiteindelijk uit te maken in welke mate hij bij zijn uiteindelijke beslissing rekening houdt met het advies van de medische raad.
Les cas dans lesquels le conseil médical et le gestionnaire doivent parvenir à un accord doivent quand même faire l’objet d’une approche quelque peu différente. Dans pareil cas, le gestionnaire et le conseil médical sont deux parties qui parviennent à un accord sur un pied d’égalité. Dans ce cas, le roˆle du conseil médical ne se limite donc pas à la formulation d’un avis préalable.
De gevallen waarin de medische raad en de beheerder een overeenstemming moeten bereiken, dienen toch enigszins anders te worden benaderd. In dergelijk geval zijn beheerder en medische raad twee partijen die op voet van gelijkheid een overeenstemming bereiken. De rol van de medische raad is in dit geval dus niet beperkt tot voorafgaandelijke adviesverstrekking.
Le gestionnaire peut difficilement rendre le conseil médical responsable d’une décision au sujet de laquelle il était également d’accord et à laquelle il était parvenu en concertation avec le conseil médical.
De beheerder kan de medische raad moeilijk aansprakelijk stellen voor een beslissing waaromtrent ook hijzelf akkoord was en die hij in overeenstemming met de medische raad bereikte.
Comme je l’ai déjà mentionné, les médecins hospitaliers confèrent au conseil médical, lors de l’élection de celui-ci, le mandat de les représenter lors de la prise de décisions à l’hoˆpital. La spécificité du mandat est qu’une personne, à savoir le mandant, confère à une autre personne le pouvoir de faire quelque chose pour elle. Le mandat doit, il est vrai, être exercé dans les limites fixées. Pour le conseil médical, les limites de l’exercice du mandat ont été fixées par l’article 128 de la Loi sur les hoˆpitaux. Bien sûr, il est toujours possible que l’assemblée générale des médecins hospitaliers retire le mandat du conseil médical, ce qui conduit à la démission collective du conseil médical et à l’élection d’un nouveau conseil médical.
Zoals ik reeds vermeldde, geven de ziekenhuisgeneesheren naar aanleiding van de verkiezing van de medische raad, aan dit orgaan het mandaat hen te vertegenwoordigen bij de besluitvorming binnen het ziekenhuis. Eigen aan het geven van een mandaat is dat een persoon aan een andere de macht geeft om iets voor de mandaatgever te doen. Het uitoefenen van het mandaat dient weliswaar te gebeuren binnen de perken die aan het mandaat zijn gesteld. Voor de medische raad werd het kader voor het uitoefenen van het mandaat vastgelegd bij artikel 128 van de Wet op de ziekenhuizen. Het is natuurlijk steeds mogelijk dat de algemene vergadering van ziekenhuisgeneesheren het mandaat van de medische raad herroept wat leidt tot collectief ontslag van de medische raad en de verkiezing van een nieuwe medische raad.
DO 2003200421624
DO 2003200421624
Question no 209 de Mme Yolande Avontroodt du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 209 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Banque de données fédérale des professionnels des soins de santé.
Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen.
La loi du 29 janvier 2003 prévoit la création d’une banque de données fédérale des professionnels des soins de santé. Il semble toutefois que celle-ci ne soit toujours pas accessible.
De wet van 29 januari 2003 voorziet in de oprichting van een federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen. Deze databank blijkt echter nog niet toegankelijk.
Selon les déclarations faites par un membre du cabinet dans le Journal du médecin, le banque de données
De databank zou klaar zijn wat de artsen betreft; nu wordt gewerkt aan een uitbreiding naar andere be-
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6248
serait prête en ce qui concerne les médecins et l’on s’emploie à l’heure actuelle à l’étendre à d’autres catégories professionnelles.
roepsgroepen, aldus een kabinetsmedewerker in de Artsenkrant.
1. Pourriez-vous nous indiquer à quelle date ladite banque de données sera accessible au public ?
1. Kan u een concrete datum geven waarop de databank publiek toegankelijk zal zijn ?
2. La banque de données destinée aux médecins est constituée mais elle n’est pas encore accessible à cette catégorie professionnelle.
2. De databank voor artsen is klaar maar nog niet toegankelijk voor deze beroepsgroep.
Comment un médecin peut-il controˆler les informations le concernant ?
Op welke wijze kan een arts de gegevens die op hem betrekking hebben controleren ?
Réponse de la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 9 juillet 2004, à la question no 209 de Mme Yolande Avontroodt du 9 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 9 juli 2004, op de vraag nr. 209 van mevrouw Yolande Avontroodt van 9 juni 2004 (N.) :
Je distingue deux sujets de préoccupation dans votre question, à savoir : 1. la possibilité pour le praticien concerné (par exemple médecin) de vérifier ses données et 2. l’accès du public à ces informations.
In uw vraag bemerk ik twee bekommernissen : 1. de mogelijkheid van de betrokken beoefenaar, bijvoorbeeld arts, om zijn/haar gegevens te controleren 2. de toegang van het publiek tot deze gegevens.
Ces deux points sont liés l’un à l’autre. Je m’explique. Nous souhaitons que le professionnel concerné, qu’il soit médecin, dentiste, kinésithérapeute ou autre, puisse controˆler, vérifier et éventuellement modifier ses données avant d’en autoriser l’accès au public. Nous tenons à cet égard à un mode d’organisation moderne, c’est-à-dire en faisant appel aux possibilités de l’internet. Il s’agit ici d’un projet qui nécessite une préparation importante :
Het ene kan natuurlijk niet zonder het andere. Ik verklaar mij nader. Wij wensen dat de betrokkene, arts, tandarts, kinesist of andere beoefenaar, eerst zijn/ haar eigen gegevens kan controleren, verifie¨ren en eventueel gegevens toevoegen, vooraleer het publiek toegang kan krijgen tot die gegevens. Dit willen we ook op een moderne manier organiseren, dat wil zeggen via het internet. Om dit te doen wensen en kunnen we niet over één nacht ijs gaan.
— Nous voulons en premier lieu connaıˆtre les désidératas des professionnels en la matière.
— Eerst willen we uitzoeken wat de beroepsbeoefenaars, zoals artsen, zelf hierover wensen.
— Nous chercherons dans le même temps à savoir comment la population perçoit l’idée.
— Tegelijk zoeken we uit hoe het publiek dat ziet.
— Chaque praticien aura ensuite la possibilité de consulter ses données et le cas échéant, de les corriger ou les compléter. Pour ce faire, notre intention est de prévoir un accès internet sécurisé, obligeant l’intéressé à s’identifier (mentionner qui il est) et nous permettant de l’authentifier (s’assurer qu’il est bien la personne qu’il prétend être).
— Vervolgens moet elke beoefenaar de mogelijkheid krijgen zijn/haar gegevens te bekijken, zo nodig te verbeteren en gegevens toe te voegen. Dit willen we via een beveiligde toegang op het internet doen, waarbij de betrokkene zich moet identificeren (zeggen wie hij is) zodat wij kunnen nagaan of hij inderdaad die persoon is die hij beweert te zijn.
— Une fois cette phase terminée, les données pourront être rendues accessibles au public.
— Wanneer die fase afgelopen is kunnen de gegevens voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.
Ces différentes étapes demandent un travail considérable et une communication avec les groupes de professionnels.
Er komt dus nog wel wat werk en communicatie met de beroepsgroepen bij kijken.
Nos services ne restent dès lors pas les bras croisés. Une « étude des besoins » est en cours, notamment en vue de déterminer les données que les professionnels de santé souhaitent mettre à disposition du public et la façon de procéder. Cette analyse sondera également les autres prétentions de ces praticiens en ce qui concerne
Onze diensten zitten dus niet stil. Momenteel is er een « onderzoek van de behoeften » lopende onder meer om na te gaan welke gegevens de beoefenaars van de gezondheidsberoepen toegankelijk wensen te maken voor het publiek en op welke wijze bovendien in dit project wordt nagegaan welke wensen deze
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6249
le cadastre et les données. Elle utilise la méthode des focus groupes et est menée par l’ULB et les FUNDP.
beoefenaars verder nog hebben inzake het kadaster en de gegevens. Dit project gebruikt de methode van focusgroepen en wordt uitgevoerd door de universiteiten ULB en FUNDP.
Ces focus groupes s’adressent dans un premier temps aux médecins. D’autres groupes de praticiens suivront éventuellement. Les « patients potentiels » (le public) seront eux aussi de toute façon consultés de la sorte.
Deze focusgroepen richten zich in eerste instantie op artsen, later volgen er eventueel andere beoefenaars. Alleszins zullen ook « potentie¨le patie¨nten » (het « publiek ») op deze wijze bevraagd worden.
Une évaluation sera réalisée entre autres sur la base des résultats de cette enquête, afin de définir quelles données seront accessibles au public et selon quelles modalités. Dès que cette étape sera franchie, les aspects techniques, tels que l’accès via internet, entreront en jeu, et l’accès des professionnels à leurs données devra s’effectuer.
Onder meer op basis van deze resultaten zal gee¨valueerd worden welke gegevens op welke manier publiek toegankelijk zullen worden gemaakt. Eens dat beslist dient de technische uitwerking, bijvoorbeeld via internet toegankelijk, te gebeuren en dient de toegang voor de beoefenaars zelf gerealiseerd te worden.
Ce projet d’« étude des besoins » s’achèvera en septembre 2004. Le personnel ICT pourra ensuite se mettre au travail.
Dit project van « onderzoek van de behoefte » zal afgerond worden september 2004. Vervolgens kunnen de ICT-mensen aan het werk worden gezet.
En conséquence de quoi, l’accès du public ne devrait pas être attendu avant fin 2004.
De publieke toegang moet dus niet verwacht worden vo´o´r het einde van 2004.
Le professionnel (médecin, dentiste, kinésithérapeute, ...) qui désire vérifier les données le concernant, peut entre-temps s’adresser par courrier au service compétent suivant :
Ondertussen kan een beroepsbeoefenaar, arts, tandarts, kinesist, ..., de gegevens die op hem/haar betrekking hebben controleren, door een brief met zo’n verzoek te versturen naar de betrokken dienst :
SPF Santé publique, Sécurité de la chaıˆne alimentaire et Environnement Direction générale Soins de santé primaires Service organisation et planification, cellule Cadastre Cité administrative de l’E´tat, Quartier Vésale, bureau V 716 Rue Montagne de l’Oratoire 20, boıˆte 3 B-1010 Bruxelles.
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg Dienst organisatie en planning, cel Kadaster Rijksadministratief Centrum — Vesaliusgebouw, bureau V 716 Oratorie¨nberg 20, bus 3 B-1010 Brussel.
DO 2003200421630
DO 2003200421630
Question no 215 de M. Jo Vandeurzen du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 215 van de heer Jo Vandeurzen van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Revalorisation du statut d’infirmier en chef.
Herwaardering statuut hoofdverpleegkundige.
Divers milieux ont plaidé récemment pour une nette revalorisation du statut d’infirmier en chef. Il est clair que celle-ci n’est envisageable qu’à la condition de dégager une marge suffisante à cet effet dans le cadre du financement des hoˆpitaux et d’autres infrastructures ayant recours aux services d’infirmiers en chef.
Er wordt de jongste tijd vanuit diverse hoeken gepleit voor een duidelijke herwaardering van het statuut van hoofdverpleegkundige. Het is duidelijk dat dit alleen maar mogelijk is wanneer in het kader van de financiering van ziekenhuizen en andere voorzieningen waarin hoofdverpleegkundigen actief zijn, daarvoor ruimte wordt gecree¨erd.
1. Quel est votre avis à propos de la tension salariale entre les infirmiers et les infirmiers en chef ?
1. Wat is uw visie met betrekking tot de loonspanning tussen verpleegkundigen en hoofdverpleegkundigen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6250
2. Reconnaissez-vous la nécessité d’un statut spécifique pour les infirmiers en chef ?
2. Erkent u de noodzaak van een specifiek statuut voor hoofdverpleegkundigen ?
3. Prévoirez-vous les marges nécessaires dans le cadre du financement des infrastructures afin que ce statut puisse effectivement voir le jour ?
3. Zal u in de nodige marges voorzien in de financiering van voorzieningen om dit statuut concreet te kunnen invullen ?
Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 8 juillet 2004, à la question no 215 de M. Jo Vandeurzen du 9 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 8 juli 2004, op de vraag nr. 215 van de heer Jo Vandeurzen van 9 juni 2004 (N.) :
1. La reconnaissance de la place et du roˆle spécifiques des infirmiers en chef dans les établissements de soins, pour lesquels je suis compétent, constitue l’une ` cet égard, j’envisage l’élaboration de mes priorités. A d’un statut spécifique que les infirmiers en chef devraient pouvoir obtenir dans le cadre de l’organisation et du fonctionnement futurs de ces établissements.
1. Het erkennen van de specifieke plaats en rol van de hoofdverpleegkundigen in het kader van de gezondheidszorginstellingen waarvoor ik bevoegd ben is één van mijn beleidsprioriteiten. Ik wens dit evenwel te verbinden aan een specifiek statuut dat de hoofdverpleegkundigen dienen te bekomen in het kader van de toekomstige organisatie en werking van deze instellingen.
Avant d’approfondir le sujet, je souhaiterais souligner que la fixation des échelles barémiques au sens le plus strict du terme ne relève pas de la compétence du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. Les barèmes applicables aux établissements privés de soins sont fixés au sein de la commission paritaire des services de santé, qui relève de la compétence du ministre de l’Emploi. Pour le secteur public des soins de santé, le statut pécuniaire est fixé par les communautés et les régions.
Vooraleer ik dit verder zal verklaren vestig ik er de aandacht op dat de bepaling van loonschalen in de meest strikte betekenis niet behoort tot de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. De lonen toepasselijk op de private gezondheidszorginstellingen worden vastgelegd in het paritair comité voor de gezondheidsdiensten dat valt onder de bevoegdheid van de minister van Tewerkstelling. Voor de openbare gezondheidszorgsector wordt het geldelijk statuut vastgelegd door de gemeenschappen en de gewesten.
Par le passé, la fonction d’infirmier en chef a été définie sur la base de deux responsabilités majeures. Il était prévu qu’en fonction de la fixation de sa rémunération, l’infirmier en chef devait, outre une mission de direction, accomplir également des missions d’exécution dans le cadre « des cas lourds, des urgences, des contacts avec les malades et leurs visiteurs, de la fonction de maillon entre les médecins et le personnel infirmier et de la formation sanitaire ». La mission de direction de l’infirmier en chef était définie de manière très stricte et portait essentiellement sur l’organisation du travail dans l’unité de soins. Toutefois, diverses évolutions au sein des établissements ont conduit à ce que la fonction d’infirmier en chef englobe de plus en plus de taˆches au fil du temps. En vertu de l’arrêté royal du 17 août 1987, les candidats doivent, pour pouvoir accéder à la fonction, posséder, outre le diploˆme de base d’infirmier, un diploˆme complémentaire d’infirmier en chef et un nombre minimum d’années d’expérience utile. Cela a provoqué l’augmentation du degré de professionnalisation, surtout en ce qui concerne le management, la gestion, les ressources humaines, etc.
In het verleden werd de functie van hoofdverpleegkundige gedefinieerd vanuit twee belangrijke verantwoordelijkheden. Dit wil zeggen dat destijds in functie van de vastlegging van de verloning van de hoofdverpleegkundige verwacht werd dat zij/hij naast een leidinggevende opdracht ook uitvoerende opdrachten zou verrichten in het kader van « zware gevallen, spoedgevallen, contacten met zieken en hun bezoekers, de schakelfunctie tussen de dokters en verpleegkundig personeel en de sanitaire opleiding ». Haar/zijn leidinggevende opdracht was in dit kader zeer eng gedefinieerd en vooral gericht naar de « organisatie van het werk op de verpleegeenheid ». Diverse ontwikkelingen binnen de instellingen hebben er evenwel toe geleid dat de functie van hoofdverpleegkundige in de loop van de voorbije jaren steeds meer is gaan omvatten. Het koninklijk besluit van 17 augustus 1987 vereist van de kandidaten voor de toegang tot de functie, naast het basisdiploma van verpleegkundige, een aanvullend diploma van hoofdverpleegkundige en een minimum aantal jaren nuttige ervaring. Onder meer hierdoor is de professionalisatiegraad gaan toenemen vooral op het vlak van management, beheer, human resources, enz.
Dès lors, vous comprendrez que je souhaite m’atteler au plus vite à l’adaptation de l’ancienne vision étroite et ce, en fonction des principes de base du nouveau paysage hospitalier. Il me semble primor-
U zal derhalve begrijpen dat ik in het kader van mijn beleid dringend werk wil maken van de aanpassing van de verouderde « enge » visie aan de basisbeginselen van het nieuw ziekenhuislandschap. Het lijkt mij
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6251
dial, eu égard à la nécessité de garantir la qualité des soins et le bien-être des infirmiers, de poursuivre, dans le cadre de l’action entreprise et du dialogue enclenché dans le secteur de la santé, l’élaboration du statut de l’infirmier en chef et ce, compte tenu des nouveaux besoins fonctionnels et organisationnels. Il est donc logique d’examiner une nouvelle fois la tension salariale existante.
primordiaal dat in functie van de kwaliteit van zorg en het welbevinden van de verpleegkundigen, waarvoor ik mij ten volste verantwoordelijk acht, dat ik verder ga, in het kader van de ondernomen actie en overeenkomstig de gezondheidsdialogen, tot het definie¨ren van het statuut van de hoofdverpleegkundige en rekening houdend met de nieuwe functionele en organisationele noden. Het is logisch dat in aansluiting hierop eventueel de bestaande loonspanning opnieuw zal bestudeerd worden.
Un autre point important est qu’à l’heure actuelle, l’évolution moyenne du salaire et de la prime (indemnité de fonction) des infirmiers et des infirmiers en chef sur une carrière de 40 ans est la suivante :
Terloops maar niet onbelangrijk stel ik vast dat op dit ogenblik de gemiddelde evolutie van de wedde en premie (functietoeslag) van verpleegkundigen en hoofdverpleegkundigen over een loopbaan van 40 jaar als volgt verloopt :
Salaire infirmier. — Wedde verpleegkundige ............................. Prime infirmier. — Premie verpleegkundige ............................... Salaire infirmier en chef. — Wedde hoofdverpleegkundige ........ Indemnité de fonction infirmier en chef. — Functietoeslag hoofdverpleegkundige .........................................................................
Salaire de départ — Beginwedde
Après 40 années de service — Na 40 dienstjaren
100 % 100 % 100 %
176 % 176 % 144 %
100 %
329 %
2. Il peut être déduit de ce qui précède que je reconnais la nécessité d’élaborer un statut spécifique. Sur le plan du contenu, cela se présente comme suit.
2. Uit het hoger vermelde kan afgeleid worden dat ik uiteraard de noodzaak erken van een specifiek statuut. Inhoudelijk, verklaar ik dat als volgt.
L’organisation qualitative d’une unité de soins est liée en grande partie à la manière dont celle-ci est dirigée. Le leadership est garant non seulement de la qualité des soins cliniques dispensés mais aussi de l’efficacité de la politique menée en matière de ressources humaines.
De kwalitatieve organisatie van een verpleegeenheid is voor een groot deel verbonden met de wijze waarop deze wordt geleid. Het leadership staat niet alleen garant voor de kwaliteit van de verstrekte klinische zorg maar staat ook borg voor een goed personeelsbeleid (HR).
Cela suppose que l’infirmier en chef :
Dit veronderstelt dat de hoofdverpleegkundige :
— soutienne ses collaborateurs et assure leur accompagnement (coaching);
— haar/zijn medewerkers ondersteunt en begeleidt (coaching),
— veille à ce que les différents aspects afférents au patient soient englobés dans un concept de dispensation globale des soins (pluridisciplinarité ou interdisciplinarité).
— ervoor zorgt dat de verschillende factoren rond de patie¨nt hun plaats krijgen binnen een concept van globale zorgverstrekking (multidisciplinariteit of interdisciplinariteit).
Les performances d’un hoˆpital dépendent, tout comme c’est le cas pour tout autre type d’établissement, de la manière dont il est organisé. Les unités de soins y occupent une place centrale en tant qu’unités de base où les soins sont dispensés. C’est la raison pour laquelle il est important que ces unités bénéficient d’un soutien optimal et que l’infirmier en chef également reçoive un soutien en tant que figure-pivot et le relaye à son tour.
De performantie van een ziekenhuis, net zoals elke andere instelling hangt af van de wijze waarop zij zich organiseert. De verpleegeenheden staan hierbinnen centraal omdat het de basisunits zijn waar de zorg wordt gerealiseerd. Daarom is het zo belangrijk dat deze units op een optimale wijze worden ondersteund en dat de hoofdverpleegkundige als spilfiguur de nodige ondersteuning krijgt en op haar beurt doorgeeft.
Je tiens à souligner que la direction d’un établissement et à tous les niveaux de celui-ci est importante en
Ik wil hiermee vooral benadrukken dat de leiding binnen een instelling, en dan op alle niveaus, essentieel
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
790
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6252
` cet égard, une étude pilote termes de performances. A « Clinical Leadership » est d’ailleurs en cours dans 24 hoˆpitaux (12 néerlandophones et 12 francophones). Ce projet-pilote a été préparé sur la base d’une étude scientifique réalisée par deux universités belges, conformément à une méthodologie mise au point par le Royal College of Medicine du Royaume-Uni. Je soutiens pleinement cette initiative. La méthodologie développée au Royaume-Uni a été adaptée en fonction de la situation belge. Pour l’heure, les premiers résultats intermédiaires montrent que la motivation des infirmiers augmente et que la qualité des soins aux patients se renforce lorsque le professionnalisme de l’infirmier en chef s’accroıˆt. Cette expérience est conforme à une tendance plus générale qui se fait jour sur le plan international. En effet, dans la majorité des pays d’Europe occidentale, des efforts sont fournis dans ce sens. En outre, je renvoie à des études analogues et à des initiatives prises au Canada et aux E´tatsUnis.
is voor de performantie ervan. Daarom loopt op dit ogenblik een pilootexperiment « Clinical Leadership » in 24 (12 Nederlandstalige en 12 Franstalige) ziekenhuizen. Dit pilootproject werd voorbereid via een wetenschappelijke studie verricht door twee Belgische universiteiten overeenkomstig een methodologie ontwikkeld door de Royal College of Nursing van het Verenigd Koninkrijk. Ik steun ten volste dit initiatief. De in de UK ontwikkelde methodologie werd evenwel aangepast aan de Belgische situatie. Op dit ogenblik tonen de eerste tussentijdse resultaten reeds aan dat de motivatie van de verpleegkundigen erop vooruitgaat en de kwaliteit van de zorgverlening aan patie¨nten verhoogd wordt wanneer het professioneel handelen van de hoofdverpleegkundige toeneemt. Dit experiment kadert in een meer algemene internationale trend. In de meeste West-Europese landen worden er trouwens inspanningen in die richting gedaan. Ik verwijs hier bovendien naar soortgelijke studies en initiatieven in Canada en de Verenigde Staten.
Toutefois, il ne faut pas oublier qu’un progrès dans ce domaine requiert immanquablement un changement de mentalité. Heureusement, les infirmiers, adopteront une attitude plus critique qu’auparavant. Le temps où l’infirmier disait oui à tout est définitivement révolu, au bénéfice d’une approche pluridisciplinaire à part entière. Les évolutions récentes en matière de management des risques, de nursing evidence-based (entre autres, décubitus), de trajets cliniques, d’hygiène hospitalière, etc., permettront aux infirmiers de collaborer plus encore sur un pied d’égalité et de manière pluridisciplinaire avec les autres professionnels impliqués dans la dispensation de soins aux patients.
We mogen echter niet vergeten dat een vooruitgang op dit vlak onvermijdelijk een verandering van mentaliteit met zich brengt. We moeten er dus rekening mee houden dat de verpleegkundigen, gelukkig maar, een meer kritische instelling zullen ontwikkelen. De tijd van de ja-knikkende verpleegkundige is volgens mij dan ook definitief voorbij, in het voordeel van een volwaardige interdisciplinaire actie. De jongste ontwikkelingen inzake riskmanagement, evidence based nursing (onder andere decubitus), klinische paden, ziekenhuishygie¨ne en dergelijke zullen bovendien de verpleegkundigen nog meer dan vroeger toelaten op gelijke basis interdisciplinair samen te werken met de andere professionelen die betrokken zijn bij de zorg voor de patie¨nt.
3. La reconnaissance de la place et du roˆle spécifiques et adaptés de l’infirmier en chef, sur la base d’un statut, constitue l’une de mes priorités. Mais cela signifie que l’infirmier en chef doit avoir la possibilité d’assumer effectivement ce roˆle.
3. Het erkennen van een geactualiseerde en een specifieke plaats en rol voor de hoofdverpleegkundige, verbonden aan een statuut is één van mijn prioriteiten. Dit betekent dat de hoofdverpleegkundige dan ook de mogelijkheden moet krijgen om deze rol effectief in te vullen.
En l’espèce, il y va donc essentiellement du temps qu’il peut investir dans sa mission de direction, en d’autres termes dans l’organisation et l’accompagnement. Les infirmiers en chef doivent encore trop souvent s’investir dans la dispensation directe de soins aux patients alors que cela ne fait pas partie de leur mission. Il y aurait lieu de libérer davantage de temps en faveur de la dispensation indirecte de soins (par exemple trajets cliniques, etc.). ` l’heure actuelle, cela débouche sur une gestion A trop peu efficace des ressources humaines, ce qui est toujours néfaste pour l’établissement ainsi que pour le patient qui y est soigné. J’ai donc l’intention de remédier à cette situation par le biais tant du contenu de la fonction que du statut dont elle est assortie.
Het gaat hier dus vooral om de tijd die zij kan investeren in haar/zijn rol als leidinggevende, met andere woorden in organisatie en begeleiding. Nog veel te veel moeten de hoofdverpleegkundigen investeren in directe patie¨ntenzorg, daar waar zij/hij hier niet voor is aangesteld. Dit zou geleidelijk aan moeten worden omgebogen naar meer ruimte voor indirecte patie¨ntenzorg (bijvoorbeeld klinische paden, enz.).
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Thans komt dit neer op een onvoldoende efficie¨nt HR-management, wat steeds ten nadele uitvalt voor de instelling en de patie¨nt die er wordt verzorgd. Het is dus mijn bedoeling hieraan tegemoet te komen, zowel naar de inhoud van de functie als naar het statuut dat hiermee verbonden is. 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6253
En ce qui concerne les conséquences financières, je puis signaler que l’éventuel sous-financement structurel actuel est examiné dans le cadre de la validation du rapport « sous-financement » par le Centre fédéral d’expertise, en d’autres termes dans le cadre d’une problématique globale. La marge budgétaire prévue à cet effet n’a pas encore été fixée. Elle ne le sera que lors d’un prochain conclave budgétaire. En tous les cas, ce sera la première fois que la fonction bénéficiera de la reconnaissance qu’elle mérite.
Wat de financie¨le consequenties betreft kan ik aanduiden dat de huidige eventuele structurele onderfinanciering momenteel onderzocht wordt in het kader van de validatie van het rapport « onderfinanciering » door het Kenniscentrum, met andere woorden binnen een globale problematiek. De budgettaire ruimte die hiervoor voorzien wordt, is nog niet vastgelegd, gezien het feit dat dit maar pas op een toekomstig budgettair conclaaf wordt vastgelegd. Het zal in elk geval de eerste maal zijn dat de functie de erkenning krijgt die ze verdient.
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique
Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
E´conomie
Economie
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 114 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 114 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 9 juillet 2004, à la question no 114 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) :
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante. En tant que ministre de l’E´conomie, je tiens à annoncer qu’aucune nomination de topmanager a été
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 114 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) :
Als minister van Economie kan ik u meedelen dat ik geen benoemingen van topmanagers heb verricht bij 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6254
faite de ma part au SPP Politique scientifique et SPP Télécommunications.
de POD Wetenschapsbeleid en de POD Telecommunicatie.
DO 2003200421579
DO 2003200421579
Question no 126 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 29 juin 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 126 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 29 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Politique de facturation pratiquée par les intercommunales de distribution d’eau.
Factureringsbeleid van de intercommunales voor drinkwatervoorziening.
Dans le cadre de la distribution d’eau, les intercommunales réclament une redevance annuelle d’abonnement donnant droit à l’abonné d’user de la distribution publique d’eau. Cette redevance est due en début d’exercice, qu’il y ait ou non consommation d’eau. ` cet égard, il me revient que la redevance A d’abonnement aurait été appliquée de l’article 5, § 2, de l’arrêté ministériel du 20 avril 1993.
De intercommunales voor drinkwatervoorziening rekenen een jaarlijks abonnementsgeld aan voor de openbare watervoorziening. Dat abonnement moet in het begin van het jaar betaald worden, ongeacht of er al water verbruikt werd of niet.
Si cette adaptation fait suite à l’évolution des frais fixes au couˆt de la vie, il n’en reste pas moins qu’il me revient que certains distributeurs ont non seulement adapté la redevance pour l’année 2004 mais également pour l’année 2003 alors que celle-ci avait déjà été acquittée en début d’exercice.
Die aanpassing mag er dan toe strekken de vaste kosten aan te passen aan de kosten van levensonderhoud, naar verluidt zouden sommige waterbedrijven echter niet alleen het abonnementsgeld voor 2004 hebben aangepast, maar ook het abonnementsgeld voor 2003, hoewel dat al in het begin van het jaar betaald was.
1. Pourriez-vous communiquer sur quelle base légale peut s’appuyer cette pratique d’adaptation d’une redevance déjà acquittée ?
1. Op grond van welke wetsbepalingen kan een reeds betaald abonnementsgeld alsnog worden aangepast ?
2. Pourriez-vous indiquer si cette pratique ne contrevient pas à la législation sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur ?
2. Is dit niet strijdig met de wetgeving betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument ?
Naar verluidt zou het abonnementsgeld verhoogd zijn overeenkomstig artikel 5, § 2, van het ministerieel besluit van 20 april 1993.
3. Ne convient-il pas d’adopter des modifications législatives en conséquence ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 9 juillet 2004, à la question no 126 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 29 juin 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 126 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 29 juni 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après les éléments de réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op haar vraag.
J’attire tout d’abord l’attention sur le fait que les tarifs inhérents à la distribution de l’eau publique et notamment la redevance d’abonnement, sont soumis à la procédure de demande de hausse de prix, conformément à l’arrêté ministériel du 20 avril 1993 portant dispositions particulières en matière de prix.
Vooreerst vestig ik er de aandacht op dat de tarieven van waterdistributie, waaronder met name het abonnementsgeld, onder de toepassing vallen van de procedure tot prijsverhogingsaanvraag ingesteld door het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen.
L’article 5 de l’arrêté ministériel susmentionné dispose que l’entreprise peut appliquer la hausse de
Het artikel 5 van het bovenvermelde ministerieel besluit bepaalt dat de onderneming de toegestane
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
3. Moet de wet niet worden aangepast ?
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6255
prix autorisée dès réception de la décision du ministre. Le cas échéant, en l’absence d’une décision dans les soixante jours de la réception de la demande complète, l’entreprise est habilitée à appliquer la hausse demandée. Il ne peut donc être question d’appliquer une quelconque hausse de prix avec effet rétroactif sur une redevance d’abonnement déjà payée. Une telle pratique n’est pas conforme à la réglementation des prix : une décision ministérielle de hausse de prix n’agit pas de façon rétroactive.
prijsverhoging mag toepassen zodra zij de beslissing van de minister heeft ontvangen. Desgevallend, bij ontstentenis van een beslissing binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag, is de onderneming gerechtigd de gevraagde prijsverhoging toe te passen. Er is evenwel nergens sprake van een mogelijke toepassing met terugwerkende kracht van een prijsverhoging op een reeds betaald abonnementsgeld. Deze praktijk is dus niet in overeenstemming met de prijzenreglementering : een ministerie¨le beslissing van prijsverhoging heeft geen terugwerkende kracht.
Les réponses suivantes sont donc données aux questions posées :
Volgende antwoorden worden dus gegeven op de gestelde vragen :
1. Il n y a pas de base légale;
1. Er is geen wettelijke basis;
2. Il s’agit en fait de l’application de la réglementation des prix et plus spécifiquement de l’arrêté ministériel du 20 avril 1993 portant dispositions particulières en matière de prix; 3. Sans objet.
2. Het gaat in feite over de toepassing van de prijzenreglementering en meer bepaald het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen; 3. Zonder voorwerp.
E´nergie
Energie
DO 2003200421553
DO 2003200421553
Question no 48 de M. Pierre Lano du 25 mai 2004 (N.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 48 van de heer Pierre Lano van 25 mei 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Libéralisation du marché de l’énergie. — Fournisseurs standard. — Tarification pour les livraisons standard aux consommateurs éligibles. Eu égard à la structure fédérale de l’E´tat et aux compétences régionales qui y sont inhérentes, la libéralisation du marché de l’énergie en Belgique se déroule différemment selon les Régions. On peut affirmer, grosso modo, que depuis le 1er juillet 2003, chaque point de fourniture d’électricité et de gaz en Flandre est « éligible », et qu’il en sera de même pour quasiment toutes les entreprises wallonnes et bruxelloises à partir du 1er juillet 2004. Eˆtre « éligible » n’implique toutefois pas l’obligation de signer un contrat avec un fournisseur d’électricité ou de gaz. Les entreprises qui souhaitent adopter une attitude attentiste, en spéculant par exemple sur une baisse des prix sur le marché de l’énergie, peuvent rester en situation « par défaut » et, dans ce cas, l’électricité ou le gaz naturel seront livrés par un fournisseur standard, à savoir Electrabel Customer Solutions pour les intercommunales mixtes et Luminus pour les intercommunales pures. La confusion règne
Liberalisering energiemarkt. — Standaardleveranciers. — Tariefbepaling voor standaardleveringen aan verkiesbare afnemers.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
De liberalisering van de energiemarkt in Belgie¨ voltooit zich, gelet op de federale staatsstructuur en de hieraan inherente regionale bevoegdheden, in per gewest van elkaar verschillende fasen. Grosso modo kan men stellen dat sinds 1 juli 2003 elk Vlaams leveringspunt voor elektriciteit en aardgas « verkiesbaar » is, en dat dit ook voor quasi alle Waalse en Brusselse bedrijven zo zal zijn vanaf 1 juli 2004. Dat men « verkiesbaar » is, betekent echter niet dat men verplicht is om een contract met een elektriciteitsof gasleverancier te ondertekenen. Wie een afwachtende houding wenst aan te nemen, om bijvoorbeeld prijsdalingen op de energiemarkt af te wachten, kan in « default » blijven en dan wordt elektriciteit of aardgas geleverd door een standaardleverancier, met name Electrabel Customer Solutions voor de gemengde intercommunales en Luminus voor de zuivere intercommunales. Het tarief dat deze standaardle2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6256
en ce qui concerne les tarifs que peuvent pratiquer ces fournisseurs standard pour de telles fournitures standard.
veranciers voor dergelijke standaardleveringen kunnen hanteren geeft aanleiding tot veel onduidelijkheid.
Les deux fournisseurs standard affirment qu’ils peuvent déterminer arbitrairement quel tarif ils peuvent appliquer pour ces fournitures standard.
Beide standaardleveranciers stellen dat zij willekeurig mogen bepalen welk tarief zij mogen hanteren voor dergelijke standaardleveringen.
Ainsi, depuis janvier 2003, Luminus se base pour ce type de fourniture standard en haute tension sur un paramètre Ncp2 qui, à la différence du paramètre Nc, n’a pas fait l’objet d’une publication officielle au Moniteur belge. En outre, cette société fonde ses calculs sur un facteur D fixe, et non pas variable mensuellement comme cela était le cas sur le marché captif.
Zo rekent Luminus doorgaans sinds januari 2003 voor dergelijke standaardlevering in hoogspanning met een Ncp2-parameter die, anders dan de Ncparameter, niet officieel in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd. Bovendien rekenen zij met een vaste D-factor en niet met een maandelijks varie¨rende zoals dat in de captieve markt gebeurde.
Il est frappant de constater, à cet égard, que la société Electrabel continue quant à elle de pratiquer le tarif du marché captif (à savoir le tarif annoncé en son temps par le Comité de controˆle et qui a également été repris dans l’arrêté ministériel du 12 décembre 2001 portant fixation des prix maximaux pour la fourniture d’électricité), ce qui implique une discrimination évidente entre les entreprises établies dans la zone d’une intercommunale pure et celles établies dans la zone d’une intercommunale mixte.
Opvallend is daarbij dat Electrabel voor haar standaardleveringen wel het tarief van de captieve markt (zijnde het tarief dat destijds door het Controlecomité werd afgekondigd en dat ook werd overgenomen in het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit) blijft hanteren, waardoor er een duidelijke discriminatie is tussen bedrijven die in het gebied van een zuivere dan wel een gemengde intercommunale gevestigd zijn.
Sur le marché captif du gaz, les clients NH3 ont bénéficié d’une réduction à partir du moment ou` une consommation de 10 550 GJ par année civile était atteinte. Si Electrabel accorde encore cette réduction dans le cadre de ses fournitures standard, elle a toutefois remis les compteurs à zéro à partir du 1er juillet 2003, ce qui a entraıˆné l’année dernière pour les entreprises concernées un préjudice impossible à évaluer au préalable. ` aucun moment il n’a été signalé aux consommaA teurs que leur tarif serait modifié dès l’instant ou` ils deviendraient éligibles. En conséquence, ces entreprises ont supposé erronément, dans de nombreux cas, que l’« ancien » tarif du CCEG resterait d’application et elles ont pris ce tarif comme tarif de référence pour effectuer une comparaison avec les offres de nouveaux fournisseurs. Les entreprises concernées n’ont constaté qu’après facturation que leur tarif avait été adapté unilatéralement. E´tant donné que la facturation d’électricité et de gaz s’effectue après un certain délai et que le passage à un nouveau fournisseur prend également au moins deux mois, de nombreuses sociétés ont subi des mois durant un préjudice en raison de ce manque de clarté. E´tant donné que la commission de médiation et d’arbitrage de la CREG n’est pas encore opérationnelle, ces entreprises n’ont d’autre choix que de se résigner à subir ce surcouˆt. Cette situation risque à présent de se répéter pour la tranche suivante de clients « éligibles » en Wallonie et à Bruxelles. Trois mois avant une libéralisation qui touchera la majorité des entreprises wallon-
In de captieve gasmarkt kregen NH3-klanten een korting vanaf het moment dat tijdens een kalenderjaar een verbruik van 10 550 GJ werd bereikt. Electrabel staat die korting in haar standaardleveringen nog wel toe, maar begon daarbij te hertellen vanaf 1 juli 2003, waardoor betrokken bedrijven vorig jaar een onmogelijk vooraf in te schatten nadeel ondervonden.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Op geen enkel moment werd ooit aan de afnemers melding gemaakt van het feit dat hun tarief zou wijzigen vanaf wanneer zij verkiesbaar zouden worden. Daardoor hebben deze bedrijven in vele gevallen verkeerdelijk verondersteld dat het « oude » CCEG-tarief verder zou worden aangerekend en hebben zij dit tarief als referentietarief gebruikt om offertes van nieuwe leveranciers te kunnen vergelijken. Betrokken bedrijven merkten pas na facturatie dat hun tarief eenzijdig was aangepast. Aangezien de facturatie van elektriciteit en aardgas doorgaans even op zich kan laten wachten en een switch naar een nieuwe leverancier ook minstens twee maanden in beslag neemt, hebben vele bedrijven door deze onduidelijkheid gedurende maanden schade geleden. Aangezien de bemiddelings- en arbitragecommissie van de CREG nog niet operationeel is, zit er voor deze bedrijven niets anders op dan deze meerkost gedwee te accepteren. Deze situatie dreigt zich nu te herhalen voor de volgende schijf van « verkiesbare » klanten in Wallonie¨ en Brussel. Drie maanden vo´o´r de vrijmaking van het gros van de Waalse en Brusselse 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6257
nes et bruxelloises, l’opacité est toujours totale en ce qui concerne le tarif qui sera appliqué.
bedrijven is er absoluut geen duidelijkheid over het tarief dat zal worden gehanteerd.
1. Un fournisseur standard peut-il fixer arbitrairement son tarif pour les fournitures standard à des consommateurs éligibles ?
1. Kan een standaardleverancier willekeurig zijn tarief bepalen voor standaardleveringen aan verkiesbare afnemers ?
2. Estimez-vous que des tarifs différents peuvent être pratiqués pour les fournitures standard selon que le consommateur est situé dans la zone d’une intercommunale mixte ou d’une intercommunale pure ?
2. Bent u van oordeel dat er een ander tarief voor standaardleveringen mag bestaan naargelang de afnemer in een gebied van een gemengde dan wel zuivere intercommunale gesitueerd is ?
3. Le tarif visé dans les arrêtés ministériels du 12 décembre 2001 portant fixation des prix maximaux pour la fourniture d’électricité et de gaz naturel s’applique-t-il également à ce type de fournitures ?
3. Is het tarief dat wordt beschreven in de ministerie¨le besluiten van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen van elektriciteit en aardgas ook van toepassing op dergelijke leveringen ?
4. Estimez-vous que les fournisseurs standard doivent ou devaient informer préalablement leurs consommateurs standard potentiels des tarifs appliqués aux fournitures standard ?
4. Bent u van oordeel dat de standaardleveranciers het tarief dat zij zullen aanwenden voor standaardleveringen vooraf aan hun potentie¨le standaardafnemers moeten of moesten kenbaar maken ?
5. Quelles initiatives envisagez-vous de prendre en vue de remédier à ce manque de clarté ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 6 juillet 2004, à la question no 48 de M. Pierre Lano du 25 mai 2004 (N.) :
5. Welke initiatieven overweegt u te nemen om deze onduidelijkheid weg te werken ?
1. La libéralisation des marchés du gaz et de l’électricité a entraıˆné une scission des activités de distribution et de fourniture, lesquelles doivent dorénavant être exercées par des entreprises indépendantes l’une de l’autre. Il en résulte pour les clients éligibles, c’est-à-dire l’ensemble de la clientèle pour la Région flamande, depuis le 1er juillet 2003, et tous les clients non résidentiels en Région wallonne et en Région de Bruxelles-Capitale, à partir du 1er juillet 2004, qu’ils ont la faculté de conclure un contrat de fourniture avec le fournisseur de leur choix.
1. De vrijmaking van de gas- en de elektriciteitsmarkt heeft aanleiding gegeven tot een opsplitsing van de distributie- en de leveringsactiviteiten die voortaan verricht moeten worden door van elkaar onafhankelijke ondernemingen. Voor de verkiesbare afnemers, dit wil zeggen het gehele clie¨nteel in het Vlaamse Gewest sedert 1 juli 2003 en alle niet-residentie¨le afnemers in het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 juli 2004, betekent dit dat zij een leveringscontract kunnen sluiten met de leverancier van hun keuze.
Lorsqu’un client éligible n’effectue pas le choix d’un fournisseur et pour éviter qu’il ne soit privé de gaz et d’électricité, l’approvisionnement en énergie est assuré par le fournisseur désigné par le gestionnaire de réseau de distribution, dénommé le fournisseur standard.
Wanneer een verkiesbare afnemer geen leverancier kiest en ten einde te vermijden dat hij geen gas en elektriciteit meer zou krijgen, zorgt de door de distributienetbeheerder aangeduide leverancier, de zogeheten standaardleverancier, voor de energiebevoorrading.
En raison de l’ouverture totale du marché de l’électricité en Région flamande, des dispositions temporaires avaient été prises en matière de fixation des prix par le gouvernement fédéral : les producteurs d’électricité avaient pris l’engagement de ne pas augmenter les tarifs pendant une période de six mois à ` présent, il appartient à partir du 1er juillet 2003. A chacun des fournisseurs standards de déterminer librement le niveau du prix de l’énergie applicable aux clients éligibles.
Naar aanleiding van de volledige openstelling van de elektriciteitsmarkt in het Vlaamse Gewest had de federale regering tijdelijke maatregelen genomen inzake de prijsbepaling : de elektriciteitsproducenten hadden zich ertoe verbonden gedurende een periode van zes maanden vanaf 1 juli 2003 hun tarieven niet te verhogen. Op dit ogenblik kunnen de standaardleveranciers vrij het energieprijsniveau bepalen dat zij aan de verkiesbare afnemers aanrekenen.
2. Compte tenu des principes qui régissent la libéralisation des marchés de l’électricité et du gaz, des tarifs
2. Rekening houdend met de principes van de vrijmaking van de gas- en de elektriciteitsmarkt kunnen
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 6 juli 2004, op de vraag nr. 48 van de heer Pierre Lano van 25 mei 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6258
différenciés peuvent être appliqués par les fournisseurs standards. Cette diversité concerne d’ailleurs non seulement le prix de l’énergie mais également le prix du transport ainsi que celui de la distribution, lesquels sont déterminés par le gestionnaire du réseau de transport, la SA Elia, et le gestionnaire du réseau de distribution assurant l’approvisionnement du client concerné.
de standaardleveranciers gedifferentieerde tarieven toepassen. Die diversiteit geldt trouwens niet alleen voor de energieprijs maar ook voor de prijzen van de transmissie en van de distributie die bepaald worden door de transmissienetbeheerder, de NV Elia, en de distributienetbeheerder die zorgt voor de bevoorrading van de betrokken afnemer.
3. Les tarifs établis pour les clients non éligibles par les arrêtés ministériels du 12 décembre 2001 portant fixation des prix maximaux pour 1a fourniture de gaz et d’électricité peuvent être appliqués par les fournisseurs standards aux clients éligibles. La décision d’étendre l’application de ces tarifs aux clients éligibles qui n’ont pas fait le choix d’un nouveau fournisseur relève du pouvoir d’appréciation du conseil d’administration du fournisseur standard.
3. De tarieven die voor niet-verkiesbare afnemers bepaald zijn door de ministerie¨le besluiten van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van gas en elektriciteit kunnen door de standaardleveranciers op de verkiesbare afnemers worden toegepast. De beslissing om de toepassing van die tarieven uit te breiden tot de verkiesbare afnemers die geen nieuwe leverancier gekozen hebben, behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de raad van bestuur van de standaardleverancier.
4. Lorsque les dispositions tarifaires du fournisseur standard différent de celles qui étaient précédemment appliquées, il conviendrait que des mesures d’information soient prises afin que le client éligible puisse prendre connaissance de ces nouveaux tarifs.
4. Wanneer de tariefregels van de standaardleveranciers verschillend zijn van die welke voorheen werden toegepast, zou het passend zijn dat men de nodige informatie verstrekt zodat de verkiesbare afnemer kennis kan nemen van die nieuwe tarieven.
5. La procédure régissant le changement de fournisseur lorsqu’un client éligible est raccordé au réseau de distribution relève des compétences des autorités régionales. C’est au gestionnaire du réseau de distribution qu’il incombe d’informer un client quand il devient éligible et de lui communiquer l’identité du fournisseur standard et des fournisseurs titulaires d’une autorisation de fourniture. Les informations relatives aux tarifs pratiqués par le fournisseur standard devraient, en conséquence, être fournies lors de cette communication par le gestionnaire du réseau de distribution.
5. Wanneer een verkiesbare afnemer op het distributienet is aangesloten, behoort de procedure voor verandering van leverancier tot de bevoegdheid van de gewestelijke overheden. Het is de taak van de distributienetbeheerder een afnemer in te lichten wanneer hij verkiesbaar wordt en hem de identiteit mee te delen van de standaardleverancier en van de leveranciers die houder zijn van een leveringsvergunning. Bijgevolg zou de informatie betreffende de door de standaardleverancier toegepaste tarieven ter gelegenheid van die mededeling door de distributienetbeheerder moeten verstrekt worden.
J’attirerai l’attention des autorités régionales ayant l’énergie dans leurs attributions sur la nécessité d’inclure ces informations de nature tarifaire parmi les renseignements communiqués aux clients finals lorsqu’ils deviennent éligibles.
Ik zal de gewestelijke overheden die bevoegd zijn voor energie erop wijzen dat het nodig is die informatie met betrekking tot de tarieven toe te voegen aan de inlichtingen die aan de eindafnemers meegedeeld worden op het ogenblik dat zij verkiesbaar worden.
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 49 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 49 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6259
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 9 juillet 2004, à la question no 49 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) :
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante. En tant que ministre de l’E´nergie je tiens à annoncer qu’aucune nomination de topmanager a été faite de ma part au SPP Politique scientifique et SPP Télécommunications.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
Commerce extérieur
Buitenlandse Handel
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 49 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) :
Als minister van Energie kan ik u meedelen dat ik geen benoemingen van topmanagers heb verricht bij de POD Wetenschapsbeleid en de POD Telecommunicatie.
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 18 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 18 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 9 juillet 2004, à la question no 18 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) :
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord mee te delen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 18 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
791
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6260
En tant que ministre du Commerce extérieur je tiens à annoncer qu’aucune nomination de topmanager a été faite de ma part au SPP Politique scientifique et SPP Télécommunications.
Als minister van Buitenlandse Handel kan ik u meedelen dat ik geen benoemingen van topmanagers heb verricht bij de POD Wetenschapsbeleid en de POD Telecommunicatie.
DO 2003200421252
DO 2003200421252
Question no 21 de Mme Muriel Gerkens du 11 juin 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 21 van mevrouw Muriel Gerkens van 11 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
Fonctionnement du controˆle de sécurité d’Euratom.
Werking van de veiligheidscontrole van Euratom.
Le rapport de la Commission européenne au Parlement européen et au Conseil européen du 10 décembre 2003 sur le fonctionnement du controˆle de sécurité d’Euratom en 2002 porte également sur certaines installations nucléaires notamment la SA Belgonucléaire. Je cite le rapport (p. 10) : « E´tant donné que les autorités belges n’ont pas accordé de licence d’exportation pour le transfert d’échantillons de plutonium à l’ITU du CCR, le controˆle de sécurité Euratom a été dans l’incapacité de réaliser des analyses destructives depuis mars 2001. ».
In het verslag van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en aan de Europese Raad van 10 december 2002 over de werking van de veiligheidscontrole van Euratom, komen ook bepaalde nucleaire installaties, waaronder de NV Belgonucleaire, aan bod. Ik citeer uit blz. 10 van het verslag : « Aangezien de Belgische autoriteiten geen uitvoervergunning hebben verleend voor de overbrenging van plutoniummonsters naar DG GCO-ITU, heeft de Veiligheidscontrole van Euratom sinds maart 2001 geen destructieve analyses meer kunnen uitvoeren. »
1. Pourquoi les autorités belges ont-elles refusé cette licence ?
1. Waarom weigerde de Belgische overheid die vergunning te verlenen ?
2. a) Euratom a-t-il réagi par écrit à ce refus ?
2. a) Reageerde Euratom schriftelijk op die weigering ?
b) Quel est le contenu de leurs lettres ?
b) In welke bewoordingen ?
3. Le controˆle d’Euratom n’est-il pas fortement handicapé par ce refus ?
3. Wordt de controle van Euratom ingevolge die weigering niet erg beknot ?
4. La Belgique respecte-t-elle encore les obligations européennes en matière de controˆle de sécurité nucléaire ?
4. Komt Belgie¨ de Europese verplichtingen op het vlak van de controle van de nucleaire veiligheid nog na ?
5. Le ministre peut-il garantir que Belgonucléaire a toujours respecté et respecte encore la législation belge et européenne en application ici ? Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 9 juillet 2004, à la question no 21 de Mme Muriel Gerkens du 11 juin 2004 (Fr.) : 1. Le 20 juin 2001, la direction générale E´nergie du service public fédéral E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie a reçu la demande de licence de Belgonucléaire pour avis. Il s’agissait d’une demande de licence pour l’exportation de 30 grammes de plutonium sous la forme d’oxyde et 10 grammes de plutonium dans un composé MOX vers l’Institut de Transuraniens du Centre commun de recherche de la Commission européenne à Karlsruhe (Allemagne). Les échantillons de plutonium serviraient aux mesures que
5. Kan de minister me verzekeren dat Belgonucleaire de Belgische en de in ons land geldende Europese wetgeving steeds naleefde en nog steeds naleeft ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 21 van mevrouw Muriel Gerkens van 11 juni 2004 (Fr.) : 1. Op 20 juni 2001 heeft de algemene directie Energie van de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie de vergunningsaanvraag van Belgonucleaire voor advies ontvangen. Het ging om een vergunningsaanvraag voor de uitvoer van 30 g plutonium onder de vorm van oxide en 10 g plutonium in een MOX-verbinding naar het Instituut voor Transuranen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie te Karlsruhe (Duitsland). De stalen plutonium zouden dienen 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6261
la Commission effectuerait pour sa mission en matière de controˆle de sécurité.
voor metingen die de Commissie zou uitvoeren voor haar opdracht inzake de veiligheidscontrole.
L’exportation tombe sous la politique commune européenne comme elle est établie par la Déclaration de Dublin du 20 novembre 1984. Par cette déclaration, les E´tats membres s’engagent lors d’un transfert intercommunautaire de plutonium séparé ou d’uranium qui est enrichi de plus de 20 % à communiquer ce transfert. La Déclaration de Dublin prévoit pour cette communication un certificat, ledit « Request for Transfer of Plutonium or Uranium Enriched to more than 20 % ». Par ce certificat, l’E´tat membre exportateur demande à l’E´tat membre importateur des garanties sur le transfert du plutonium ou de l’uranium hautement enrichi. Le gouvernement belge applique cette politique scrupuleusement et ne fait aucune exception à ce sujet. Le plutonium séparé et l’uranium hautement enrichi sont considérés par le gouvernement belge comme très sensibles du point de vue de la prolifération. Pour le gouvernement belge, les combustibles MOX frais équivalent au plutonium séparé; quand la direction générale E´nergie a reçu la garantie sous la forme du certificat demandé, elle transmet un avis positif aux autorités délivrant la licence.
De uitvoer valt onder de Europese gemeenschappelijke politiek zoals die is bepaald door de Verklaring van Dublin van 20 november 1984. Door deze verklaring verbinden de lidstaten zich, bij een intracommunautaire overdracht van afgescheiden plutonium of uranium dat meer dan 20 % verrijkt is, kennisgeving te doen van deze overdracht. De Verklaring van Dublin voorziet voor deze kennisgeving in een certificaat, het zogenaamde « Request for Transfer of Plutonium or Uranium Enriched to more than 20 % ». De uitvoerende lidstaat vraagt aan de invoerende lidstaat via dit certificaat om garanties voor de overdracht van het plutonium of hoogverrijkt uranium. De Belgische regering past deze politiek nauwgezet toe en maakt hierop geen enkele uitzondering. Afgescheiden plutonium en hoogverrijkt uranium wordt door de Belgische regering als zeer proliferatiegevoelig beschouwd. Ook schakelt de Belgische regering verse MOXbrandstof gelijk met afgescheiden plutonium. Indien de algemene directie Energie de garantie onder de vorm van het gevraagde certificaat heeft ontvangen, maakt zij een positief advies over aan de vergunningsautoriteiten.
Peu après la réception de la demande de licence dont question ci-dessus, le service public fédéral belge des Affaires étrangères demandait, selon cette procédure, par note verbale aux autorités allemandes, de faire parvenir ce certificat, validé par les instances publiques allemandes compétentes. Des contacts téléphoniques avec les autorités allemandes compétentes pour accélérer le dossier, il s’avérait qu’elles étaient négatives vis-à-vis de la communication prescrite pour ce transfert. La personne contactée renvoyait à la position de la commission européenne sur la procédure de tels transferts. Cette position a été confirmée par écrit. Fin janvier 2002, la direction générale E´nergie recevait une lettre du directeur du Bureau d’Euratom pour le Controˆle de Sécurité (« Euratom Safeguards Office »). Le directeur affirmait dans sa lettre que la Déclaration de Dublin n’a pas de caractère impératif et n’est même plus d’application depuis que le Règlement (CE) no 1334/2000 du Conseil du 22 juin 2000 instituant un régime communautaire de controˆles des exportations de biens et technologies à double usage est entrée en vigueur. Cette position est contestable. Régulièrement, le gouvernement belge doit lui-même donner des garanties à d’autres E´tats membres pour l’importation de plutonium et d’uranium hautement enrichi. En outre, les autorités allemandes ont déjà donné des garanties pour d’autres transferts de plutonium séparé (combustible MOX) et d’uranium hautement enrichi, comme la procédure le prescrit. Pour ce transfert spécifique, probablement à l’instigation de la Commission européenne, les autorités allemandes continuent à
De Belgische federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken vroeg volgens deze procedure kort na de ontvangst van vergunningsaanvraag waarvan hierboven sprake, per verbale nota aan de Duitse overheid dit certificaat haar te laten geworden, bekrachtigd door de bevoegde Duitse overheidsinstantie. Uit de telefonische contacten met de Duitse bevoegde autoriteiten om het dossier te bespoedigen, bleek dat zij weigerachtig stond ten opzichte van de voorschreven kennisgeving voor deze overdracht. De contactpersoon verwees naar de stellingname van de Europese Commissie over de procedure van zulke overdrachten. Deze stellingname werd schriftelijk bevestigd. Eind januari 2002 ontving de algemene directie Energie een brief van de directeur van het Euratom Bureau voor Veiligheidscontrole (« Euratom Safeguards Office »). De directeur stelde in zijn brief dat de Verklaring van Dublin geen bindend karakter heeft en zelfs niet meer van toepassing is sedert de Verordening (EG) nr.1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweee¨rlei gebruik in voege is getreden. Deze stelling is betwistbaar. Regelmatig moet de Belgische regering zelf garanties geven aan andere lidstaten voor de invoer van plutonium en hoogverrijkt uranium. Bovendien heeft de Duitse overheid reeds garanties gegeven voor andere overdrachten van afgescheiden plutonium en hoogverrijkt uranium, (MOX-brandstof), zoals de procedure het voorschrijft. Bij deze specifieke overdracht blijft de Duitse overheid, waarschijnlijk op aansporing van de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6262
refuser de fournir la garantie nécessaire. Des actions (même par écrit), que les fonctionnaires de la direction générale E´nergie ont entreprises n’ont servi à rien jusque maintenant.
Europese Commissie, weigeren de nodige garantie te leveren. Acties, zelfs schriftelijk, die de ambtenaren van de algemene directie Energie ondernam om het dossier te deblokkeren, hebben tot nu toe niets uitgehaald.
On ne peut pas conclure que le transfert ait été refusé par les autorités belges. Le traitement du dossier est encore en cours et quand la direction générale E´nergie aura reçu le document prescrit, elle transmettra aussi vite que possible un avis positif aux autorités délivrant la licence.
Men mag niet besluiten dat de overdracht door de Belgische overheid geweigerd is. Het dossier is nog in behandeling en als de algemene directie Energie het voorgeschreven document ontvangen zal hebben, zal zij zo spoedig mogelijk een positief advies aan de vergunningsautoriteiten overmaken.
2. a) Oui, Euratom a réagi le 25 janvier 2002 par une lettre du directeur du Bureau de Controˆle de Sécurité d’Euratom.
2. a) Ja, Euratom heeft op 25 januari 2002 gereageerd middels een schrijven van de directeur van het Bureau voor Veiligheidscontrole van Euratom.
b) La lettre concerne uniquement les aspects juridiques du transfert, et plus particulièrement, le point de vue de la Commission européenne relatif à la Déclaration de Dublin. La lettre ne fait aucune mention des conséquences sur le plan du controˆle de sécurité ou du non-respect d’obligations.
b) De brief gaat enkel en alleen maar over de juridische aspecten van de overdracht, en meer bepaald over het standpunt van de Europese Commissie met betrekking tot de Verklaring van Dublin. De brief maakt geen enkele melding over de gevolgen op het vlak van veiligheidscontrole of het niet-nakomen van verplichtingen.
Les autres questions, c’est-à-dire les questions 3, 4 et 5 qui se réfèrent au controˆle de sécurité Euratom en Belgonucléaire, ont déjà fait l’objet d’une réponse par le vice-premier et ministre de l’Intérieur (Question no 237 du 13 avril 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 32, p. 4893).
De andere vragen, namelijk vragen 3, 4 en 5 die handelen over de veiligheidscontrole van Euratom in Belgonucleaire, kregen reeds een antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken (Vraag nr. 237 van 13 april 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 32, blz. 4893).
Politique scientifique
Wetenschapsbeleid
DO 2003200421560
DO 2003200421560
Question no 20 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) à la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :
Vraag nr. 20 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. ` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6263
Réponse de la ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 9 juillet 2004, à la question no 20 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 27 mai 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 9 juli 2004, op de vraag nr. 20 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 27 mei 2004 (Fr.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vraag te vinden.
1. Un fonctionnaire de rang 17 et un fonctionnaire de rang 16 étaient occupés au sein des services fédéraux des Affaires scientifiques, techniques et culturelles. Il s’agissait de deux hommes.
1. Bij de federale diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden waren een ambtenaar van rang 17 en een ambtenaar van rang 16 werkzaam. Het ging om twee mannen.
Parmi les dix chefs des établissements scientifiques fédéraux (rang 16) relevant de mon autorité, y compris les six qui sont chargés de l’exercice d’une fonction supérieure, sept sont des hommes et trois des femmes.
Van de tien hoofden van de federale wetenschappelijke instellingen (rang 16) die onder mijn gezag ressorteren, ook de zes die zijn belast met de uitoefening van een hogere functie, zijn er zeven mannen en drie vrouwen.
2. Actuellement, seul le président du Service public fédéral de Programmation (SPP) Politique scientifique, qui est un homme, exerce dans mon département une fonction de management. Les titulaires des autres fonctions de management et d’encadrement du SPP Politique scientifique doivent encore être désignés, notamment les directeurs généraux (N-1) des dix établissements scientifiques fédéraux précités.
2. Op dit ogenblik oefent alleen de voorzitter van de Programmatorische Federale Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid, die een man is, in mijn departement een managementfunctie uit. De titularissen van de overige management- en staffuncties van de POD Wetenschapsbeleid moeten nog worden aangewezen, met name de directeurs-generaal (N-1) van voornoemde tien federale wetenschappelijke instellingen.
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale
Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Mobilité
Mobiliteit
DO 2003200421554
DO 2003200421554
Question no 123 de M. Jan Mortelmans du 25 mai 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 123 van de heer Jan Mortelmans van 25 mei 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
SNCB. — Ligne vers Neerpelt. — Défaillance du système de ventilation. — Résultats de l’enquête.
NMBS. — Lijn naar Neerpelt. — Uitvallen van de luchtverversingsinstallatie. — Resultaten onderzoek.
L’année dernière, au mois d’aouˆt 2003, des dizaines de voyageurs se sont sentis mal à la suite d’une défaillance du système de ventilation du train circulant sur la ligne vers Neerpelt. Je présume que cet incident a fait l’objet d’une enquête approfondie. Différentes pannes se produisent d’ailleurs régulièrement sur ce type de matériel.
Vorig jaar in augustus 2003 werden tientallen treinreizigers onwel naar aanleiding van het uitvallen van de luchtverversingsinstallatie op de lijn naar Neerpelt. Ik neem aan dat een grondig onderzoek werd uitgevoerd met betrekking tot het incident. Ook andere defecten komen regelmatig voor bij deze treinstellen.
1. Quels problèmes les trains en question connaissent-ils encore aujourd’hui ?
1. Welke problemen doen zich momenteel nog voor met bewuste treinstellen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6264
2. Quelles sont les conclusions de l’enquête relative à l’incident ?
2. Wat zijn de resultaten van het onderzoek met betrekking tot het incident ?
Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 6 juillet 2004, à la question no 123 de M. Jan Mortelmans du 25 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 6 juli 2004, op de vraag nr. 123 van de heer Jan Mortelmans van 25 mei 2004 (N.) :
La panne de l’installation de conditionnement d’air survenue sur une voiture de la rame a été provoquée par la mise hors circuit de l’alimentation électrique.
Het defect van de luchtverversingsinstallatie aan een rijtuig van het treinstel werd veroorzaakt door de uitschakeling van de elektrische voeding.
Cette mise hors circuit était due à une erreur dans le logiciel de commande du convertisseur qui doit assurer cette alimentation. Cette erreur est apparue uniquement en raison d’une température extérieure très élevée et du fait que l’installation de refroidissement ` la suite d’une seconde erreur de tournait en continu. A logiciel, l’alimentation n’a pas été reprise par l’autre voiture de la rame, comme cela doit normalement se passer.
Deze uitschakeling was te wijten aan een fout in de software van de bediening van de omvormer die deze voeding moet verzekeren. Deze fout is slechts tot uiting gekomen ten gevolge van een extreem hoge buitentemperatuur en het continu draaien van de koelinstallatie. Ten gevolge van een tweede softwarefout werd de voeding niet overgenomen door het andere rijtuig van het stel, zoals normaal moet gebeuren.
Afin de remédier à la situation, une nouvelle version du logiciel incriminé a été installé sur tous les autorails.
Teneinde dergelijke situatie te verhelpen, werd een nieuwe versie van het betwiste computerprogramma geı¨nstalleerd op alle motorwagens.
DO 2003200421557
DO 2003200421557
Question no 124 de M. Jan Mortelmans du 26 mai 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 124 van de heer Jan Mortelmans van 26 mei 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
SNCB. — Incident à la suite d’une défaillance du système de ventilation. — Paiement d’indemnités.
NMBS. — Incident aangaande defecte luchtverversingsinstallatie. — Uitbetaling vergoedingen.
En aouˆt 2003, des dizaines de voyageurs ont été pris de malaise à la suite d’une défaillance du système de ventilation. La SNCB a affirmé que, sans pour autant reconnaıˆtre la moindre responsabilité, les voyageurs concernés seraient indemnisés pour la partie des frais qui ne seraient pas pris en charge par la mutualité ou une compagnie d’assurances.
Inzake het incident in augustus 2003 waarbij tientallen treinreizigers onwel werden door een defecte luchtverversingsinstallatie werd gesteld dat zonder enige aansprakelijkheid te erkennen de gedupeerde reizigers zouden vergoed worden voor het gedeelte van de kosten dat niet ten laste wordt genomen door het ziekenfonds of door een verzekeringsmaatschappij.
Il me revient également que la SNCB n’aurait pas toujours adopté une attitude correcte vis-à-vis des victimes. Outre le fait que la SNCB s’est toujours refusée à présenter ses excuses, les lettres que lui adressent les victimes restent parfois sans réponse. Des excuses permettent pourtant de résoudre pas mal de problèmes.
Naar verluidt zou de NMBS zich ook niet altijd correct hebben opgesteld ten opzichte van de slachtoffers. Naast het feit dat de NMBS steeds geweigerd heeft excuses aan te bieden, wordt ook niet altijd geantwoord op brieven vanwege de slachtoffers. Nochtans kunnen excuses veel oplossen.
1. Eˆtes-vous au courant de l’attitude adoptée par la SNCB ? 2. Qu’en est-il du paiement d’indemnités ?
2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitbetaling van vergoedingen ?
3. Pour quelles raisons la SNCB refuse-t-elle de présenter ses excuses ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
1. Bent u hiervan op de hoogte ?
2003
3. Waarom weigert de NMBS excuses aan te bieden ? 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6265
Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 6 juillet 2004, à la question no 124 de M. Jan Mortelmans du 26 mai 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 6 juli 2004, op de vraag nr. 124 van de heer Jan Mortelmans van 26 mei 2004 (N.) :
1. Oui. (Se référer éventuellement à la réponse donnée à la question orale no 50 du 20 aouˆt 2003 de l’honorable membre, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Infrastructure des Communications et des Entreprises publiques, 8 octobre 2003, COM 021, p. 1).
1. Ja. (Er kan worden verwezen naar het antwoord op de mondelinge vraag nr. 50 van 20 augustus 2003 van het geachte lid, Integraal Verslag, Kamer, 20032004, commissie Infrastructuur, Verkeer en Overheidsbedrijven, 8 oktober 2003, COM 021, blz. 1).
2. Jusqu’au 1er juin, la SNCB a reçu 11 demandes d’indemnisation, pièces justificatives à l’appui, relatives aux faits survenus le 5 aouˆt 2003. Une indemnité a été versée ou une proposition d’indemnité a été formulée pour chacune de ces demandes. Toutes les demandes d’indemnisation ont été traitées dans un délai raisonnable après réception.
2. Tot op 1 juni heeft de NMBS 11 door stukken gestaafde schadeclaims ontvangen in verband met de feiten van 5 augustus 2003. Voor elke schadeclaim werd een vergoeding uitgekeerd, of een vergoedingsvoorstel gedaan. Alle schadeclaims werden binnen redelijke termijn na ontvangst behandeld.
Un seul dossier a été réglé avec l’avocat de l’une des victimes. D’autres dossiers ont été réglés par l’intermédiaire de l’organisme d’assurance protection juridique de l’école, qui centralise manifestement un certain nombre de demandes d’indemnisation.
E´én dossier werd geregeld met de advocaat van een slachtoffer. Andere dossiers werden geregeld via tussenkomst van de rechtsbijstandverzekeraar van de school, die blijkbaar een aantal schadeclaims centraliseert.
Jusqu’à présent, la réparation du dommage ne fait l’objet ou n’a suscité aucune contestation de la part des victimes ou de leurs représentants.
Tot op heden is er over de schaderegeling geen enkele betwisting ontstaan of gevoerd met slachtoffers of hun vertegenwoordigers.
3. La SNCB s’est toujours exprimée dans le sens qu’elle déplorait les faits et a, dans cette optique, décidé de supporter, sur la base de considérations d’équité, les dépenses consenties par les victimes ou leurs parents, non prises en charge par les mutualités.
3. De NMBS heeft steeds gesteld dat ze de feiten betreurde, en heeft in die optiek beslist om op grond van billijkheidsoverwegingen de uitgaven van de slachtoffers of hun ouders waarvoor geen tussenkomst werd verleend door de mutualiteiten, zelf ten laste te nemen.
DO 2003200421640
DO 2003200421640
Question no 126 de M. Guido De Padt du 9 juin 2004 (N.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 126 van de heer Guido De Padt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
Nuisances sonores provoquées par les voitures. — Utilisation de « pneus silencieux ».
Geluidshinder van « fluisterbanden ».
Les nuisances sonores provoquées par les voitures constituent un problème de plus en plus important, surtout dans les zones urbaines. L’utilisation de pneus dits silencieux serait un réel progrès. Il existe des pneus plus silencieux de trois à six décibels que les pneus actuels. Cette réduction du niveau sonore équivaut à celle que nous obtenons actuellement en utilisant de l’asphalte silencieux et des panneaux antibruit, qui couˆtent des millions d’euros chaque année. Les pneus silencieux couˆtent le même prix et sont de la même qualité que les pneus actuellement utilisés. Il serait donc préférable d’utiliser des pneus silencieux.
De geluidshinder van auto’s is een steeds groter probleem, vooral voor mensen in stedelijke gebieden. Via zogenoemde fluisterbanden zou veel vooruitgang geboekt kunnen worden. Er zijn banden die drie tot zes decibel minder geluid produceren dan de huidige. Dat is evenveel als we nu bereiken door het gebruik van stil asfalt en geluidsschermen en dat kost vele miljoenen euro’s per jaar. De stille banden zijn even duur en van dezelfde kwaliteit als de huidige autobanden. Dus kunnen we beter stille banden invoeren.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
auto’s.
—
Gebruik
van
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6266
Il va de soi que l’interdiction des pneus de voiture actuels relève de la compétence des autorités européennes.
Het ligt voor de hand dat het uitbannen van normale autobanden een Europese aangelegenheid is.
1. Dans quelle mesure des « pneus silencieux » sontils déjà commercialisés et vendus dans notre pays ?
1. In welke mate worden er reeds in ons land « fluisterbanden » gecommercialiseerd en verkocht ?
2. Ne serait-il pas indiqué d’encourager l’utilisation de pneus silencieux par le biais d’actions de sensibilisation axées sur les fabricants de pneus, les automobilistes et les garagistes ?
2. Is het niet aangewezen het gebruik van fluisterbanden aan te moedigen via gerichte sensibiliseringsacties naar de bandenfabrikanten, autogebruikers en garagehouders toe ?
3. Quelles initiatives avez-vous déjà prises ou souhaitez-vous encore prendre ?
3. Welke initiatieven heeft u reeds genomen of wil u nog nemen ?
4. Quelle sera la position de notre pays lorsque cette matière sera abordée à l’échelle européenne ?
4. Welke houding zal ons land aannemen wanneer deze aangelegenheid op Europees niveau zal worden aangekaart ?
Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 6 juillet 2004, à la question no 126 de M. Guido De Padt du 9 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 6 juli 2004, op de vraag nr. 126 van de heer Guido De Padt van 9 juni 2004 (N.) :
L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Het geachte lid vindt hierna het antwoord op zijn vragen.
La source dominante du bruit dans la circulation routière est momentanément le bruit du roulement, c’est-à-dire le bruit qui se produit à la suite du contact entre le pneu et le reveˆtement routier. Ce bruit peut eˆtre réduit en s’attaquant aussi bien au reveˆtement routier qu’aux pneus. Le plus grand gain, soit quelque 10 à 12 dB(A), peut eˆtre obtenu graˆce à un reveˆtement approprié. L’emploi de « pneus silencieux » permet encore d’y ajouter environ 3 à 7dB(A).
De dominerende geluidsbron bij het wegverkeer is momenteel het rolgeluid, zijnde het geluid dat ontstaat door het contact tussen de band en het wegdek. Dit kan zowel gereduceerd worden door het wegdek als door de banden aan te pakken. De grootste winst, zo’n 10 à 12 dB(A), valt te halen bij een aangepast wegdek. Het gebruik van « stille banden » kan daar nog zo’n 3 à 7dB(A) aan toe voegen.
La directive 2001/43 du 27 juin 2001, modifiant la directive 92/23/CEE du Conseil relative aux pneumatiques des véhicules à moteur et de leurs remorques ainsi qu’à leur montage, introduit pour la première fois une méthode de mesure réaliste ainsi que des valeurs limites pour ce bruit de roulement. Ainsi, les pneumatiques actuellement utilisés sur les voitures à personnes peuvent produire un maximum de 72 à 76 dB(A) (en fonction de la largeur).
Richtlijn 2001/43 van 27 juni 2001, houdende wijziging van Richtlijn 92/23/CEE van de Raad, betreffende banden voor motorvoertuigen en aanhangwagens alsmede de montage ervan, introduceert voor het eerst een realistische meetmethode en grenswaarden voor dit rolgeluid. Zo mogen banden, actueel gebruikt op personenauto’s, maximaal 72 tot 76 dB(A) produceren (afhankelijk van de breedte).
` partir du 1er juillet 2007, des normes plus sévères A qui ont déjà été mentionnées à titre indicatif dans la directive précitée, seront d’application. Les valeurs limites définitives seront déterminées sur base d’un rapport d’étude que la Commission doit présenter prochainement au Parlement européen et au Conseil. E´tant donné que les valeurs limites actuelles sont techniquement assez facilement réalisables, la Belgique appuiera entièrement toute proposition ayant pour but d’abaisser les valeurs indicatives, tout en tenant compte bien entendu de la sécurité et de l’utilisation d’énergie.
Vanaf 1 juli 2007 worden strengere normen van toepassing die in voornoemde richtlijn reeds indicatief vermeld waren. De definitieve grenswaarden zullen worden vastgelegd op basis van een studieverslag dat de Commissie binnenkort moet voorleggen aan het Europees Parlement en de Raad. Gezien de actuele grenswaarden technisch vrij gemakkelijk haalbaar zijn, zal Belgie¨ elk voorstel dat de indicatieve grenswaarden wil verlagen, vanzelfspreend rekening houdend met veiligheid en energieverbruik, ten volle steunen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6267
E´conomie sociale
Sociale Economie
DO 2003200421570
DO 2003200421570
Question no 22 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) au ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale :
Vraag nr. 22 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement.
FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
` la suite de la réforme Copernic, il me revient que A le nombre de femmes occupant une fonction à responsabilité, au sein de la Fonction publique, aurait sensiblement diminué.
Ik verneem dat het aantal vrouwen dat een verantwoordelijke functie bij een overheidsdienst uitoefent, sinds de Copernicushervorming aanzienlijk is gedaald.
1. Pourriez-vous communiquer le nombre de fonctionnaires de rang 17 et 16 occupés au sein de votre département avant la réforme Copernic en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
1. Hoeveel ambtenaren van rang 17 en 16 — respectievelijk mannen en vrouwen — telde uw departement vo´o´r de Copernicushervorming ?
2. Pourriez-vous communiquer le nombre de topmanagers (N, N-1 et N-2) occupant une fonction de management et d’encadrement au sein de votre département en distinguant le nombre d’hommes et de femmes ?
2. Hoeveel topmanagers (N, N-1 en N-2) met een management- en kaderfunctie — respectievelijk mannen en vrouwen — telt uw departement ?
Réponse du ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale du 9 juillet 2004, à la question no 22 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 28 mai 2004 (Fr.) :
Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 9 juli 2004, op de vraag nr. 22 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 28 mei 2004 (Fr.) :
En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.
In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.
1. Le SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale a été créé par arrêté royal du 13 décembre 2002.
1. De POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie werd bij koninklijk besluit van 13 december 2002 opgericht.
Ce SPP a repris une partie des taˆches de l’administration de l’Intégration sociale qui faisait partie de l’ancien ministère des Affaires sociales, de la Santé publique et de l’Environnement où il y avait 1 rang 17 occupé par un homme; l’administration de l’Intégration sociale quant à elle était dirigée par 1 rang 16, également un homme.
Deze POD heeft een deel van de taken overgenomen van het bestuur van de Maatschappelijke Integratie dat deel uitmaakte van het vroegere ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu waar er 1 rang 17 ingevuld werd door een man; de administratie wat maatschappelijke integratie zelf betreft werd geleid door een man van rang 16.
2. La fonction de président du SPP Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et E´conomie sociale est occupée par un homme. La procédure concernant la nomination des N-1 et N-2 n’a pas encore été entamée.
2. De functie van voorzitter van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie is ingevuld door een man. De procedure betreffende de benoeming van N-1 en N-2 werd nog niet ingezet.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
792
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6268
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances
Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique
Ambtenarenzaken
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 69 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :
Vraag nr. 69 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagnée, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
j) totale kostprijs ten laste van de overheid; 2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6269
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 5 juillet 2004, à la question no 69 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 5 juli 2004, op de vraag nr. 69 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je renvoie l’honorable membre à la réponse du premier ministre à sa question no 38 du 11 juin 2004, relative au même objet. (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de eerste minister op zijn vraag nr. 38 van 11 juni 2004 betreffende hetzelfde voorwerp. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture
Minister van Middenstand en Landbouw
Agriculture
Landbouw
DO 2003200421639
DO 2003200421639
Question no 29 de M. Guido De Padt du 9 juin 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 29 van de heer Guido De Padt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Agriculteurs. — Charges et formalités administratives.
Landbouwers. — Administratieve lasten en formaliteiten.
Une revue professionnelle néerlandaise consacrée à l’agriculture a publié une analyse basée sur des rapports récemment publiés et sur l’expérience pratique d’agriculteurs. L’auteur aboutit à la conclusion que les réglementations excessives, complexes et
In een Nederlands vaktijdschrift voor landbouw verscheen een analyse op basis van recentelijk uitgebrachte rapporten en praktijkervaringen van boeren. De auteur komt tot de conclusie dat de overdadige, complexe en vaak tegenstrijdige regelgeving waaraan
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6270
souvent contradictoires auxquelles est soumise l’agriculture néerlandaise entravent un développement durable de ce secteur d’activité.
de Nederlandse landbouw is onderworpen, een duurzame ontwikkeling van de bedrijfstak belemmert.
Selon cette analyse, le problème réside surtout dans le fait que les autorités tant européennes que nationales recourent à des prescriptions rigides lorsqu’il s’agit de prendre des mesures de protection de l’environnement au lieu de formuler des objectifs clairs que le secteur concerné devrait rencontrer, de manière controˆlable, mais en se fondant sur ses propres connaissances et sa propre expérience.
Als meest fundamenteel probleem komt in de analyse naar voren dat zowel de Europese als nationale overheid zich bij het treffen van milieubeschermende maatregelen bedienen van rigide middelvoorschriften, in plaats van heldere doelstellingen te formuleren waaraan de betrokken sector toetsbaar, doch vanuit eigen kennis, ervaring en inzicht tegemoet dient te komen.
Un exemple intéressant de réglementation aux effets pervers concerne la prescription relative à l’épandage d’engrais, promulguée il y a plusieurs années de cela en vue de mettre un terme à l’épandage de lisier ou de purin au moyen de l’archaı¨que tombereau à purin, considéré comme nuisible pour l’environnement. Des recherches sont encore en cours dans ce domaine, mais il n’est pas exclu que l’engin en question fasse un retour triomphant dans le paysage néerlandais.
Een interessant voorbeeld van averechts werkende regelgeving vormt het middelvoorschrift van de mestinjectie, alweer jaren geleden uitgevaardigd om een einde te maken aan het als milieuonvriendelijk beschouwde uitrijden van gier of drijfmest met de ouderwetse, breeduit sproeiende gierkar. Onderzoek is nog gaande, maar niet uitgesloten is dat deze uit den boze geachte mestverspreider als « zegekar » terugkeert in het Nederlandse landschap.
Dans notre pays également, les agriculteurs perçoivent toute une série de réglementations comme extrêmement complexes et contraignantes.
Ook in ons land ervaren de landbouwers allerlei regelgeving als zeer complex en belastend.
1. Dans quelle mesure nos agriculteurs croulent-ils sous les charges et les formalités administratives ?
1. In welke mate gaan onze landbouwers gebukt onder administratieve lasten en formaliteiten ?
2. Dans quelle mesure les réglementations hypothèquent-elles une bonne gestion de l’activité agricole ?
2. In welke mate hypothekeert de opgelegde regelgeving een goede bedrijfsvoering van de landbouw ?
3. Envisagez-vous de prendre des initiatives en vue de simplifier ou d’assouplir certaines règles dans le domaine de l’agriculture ?
3. Overweegt u initiatieven te nemen om op het vlak van de landbouw sommige regels te vereenvoudigen of te versoepelen ?
4. Estimez-vous également qu’il est préférable de formuler des objectifs clairs que le secteur concerné doit rencontrer de manière controˆlable, plutoˆt que de promulguer toute une série de règles et de prescriptions strictes ?
4. Gaat u akkoord met de stelling dat het de voorkeur verdient heldere doelstellingen te formuleren waaraan de sector toetsbaar dient tegemoet te komen, dan wel allerlei strenge regels en voorschriften uit te vaardigen ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 8 juillet 2004, à la question no 29 de M. Guido De Padt du 9 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 8 juli 2004, op de vraag nr. 29 van de heer Guido De Padt van 9 juni 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.
Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Vu que l’agriculture est une matière régionalisée, en vertu de la loi spéciale du 8 aouˆt 1980 de réformes institutionnelles, les charges administratives se situent principalement au niveau des régions.
Gelet op het feit dat de landbouw geregionaliseerde materie is krachtens de bijzondere wet van 8 augustus 1980 houdende institutionele hervormingen, liggen de administratieve lasten voornamelijk op het niveau der gewesten.
Les charges administratives découlant directement de la profession d’agriculteur et imposées par l’autorité fédérale sont essentiellement d’ordre sanitaire et relève de la compétence du ministre de la Santé publique. (Question no 243 du 9 juillet 2004.)
De administratieve lasten die rechtstreeks uit het beroep van landbouwer voortvloeien en die door de federale overheid zijn opgelegd zijn in wezen van sanitaire aard en vallen onder de bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid. (Vraag nr. 243 van 9 juli 2004.)
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6271
En ce qui me concerne, j’ai demandé à l’administration du SPF E´conomie, PME, Classes moyennes et E´nergie d’étudier les possibilités de simplification du recensement agricole.
Wat mij betreft, heb ik aan de administratie van de FOD Economie, Middenstand en Energie gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken voor de vereenvoudiging van de landbouwtelling.
En outre, l’autorité fédérale mène une politique globale de simplification administrative, en collaboration avec les Régions et coordonnée par le secrétaire d’E´tat qui en a la compétence.
Bovendien voert de federale overheid een globaal beleid inzake administratieve vereenvoudiging, in samenwerking met de Gewesten en gecoo¨rdineerd door de staatssecretaris die hiervoor is bevoegd.
Je suis d’avis qu’il faut veiller dans toute politique à minimiser la charge administrative tout en veillant à respecter les objectifs visés.
Ik ben de mening toegedaan dat er in elk beleid dient over te worden gewaakt de administratieve last tot een minimum te beperken terwijl er eveneens over gewaakt wordt de vooropgestelde doelen te eerbiedigen.
DO 2003200421648
DO 2003200421648
Question no 30 de M. Guido De Padt du 10 juin 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :
Vraag nr. 30 van de heer Guido De Padt van 10 juni 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :
Agriculteurs et éleveurs de bétail belges. — Recouvrement de subventions européennes induˆment octroyées.
Belgische landbouwers en veehouders. — Terugvordering van ten onrechte betaalde Europese subsidies.
Aux Pays-Bas, 400 agriculteurs et 1650 éleveurs de bétail doivent rembourser à la Commission européenne des subventions induˆment perçues.
In Nederland moeten 400 landbouwers en 1650 veehouders van de Europese Commissie ten onrechte betaalde subsidies terugbetalen.
La Commission invoque deux raisons justifiant ce recouvrement. Les agriculteurs doivent rembourser les subventions parce qu’il a été constaté qu’ils ont laissé les terres agricoles ou horticoles visées en jachère pendant une année entre 1987 et 1991. Il s’agissait là d’une exigence en vue de pouvoir prétendre aux subventions européennes. En outre, des éleveurs de bétail ont perçu des primes trop élevées pour les vaches allaitantes.
De Europese Commissie voert twee redenen aan voor de terugvordering. De akkerbouwers moeten subsidie terugstorten omdat is geconstateerd dat ze op de betreffende percelen gedurende één van de jaren 1987 tot en met 1991 geen akker- of tuinbouwgewassen hebben geteeld. Dat was een vereiste om voor de Europese subsidies in aanmerking te komen. Daarnaast hebben veehouders te veel premies voor zoogkoeien ontvangen.
Pourriez-vous m’indiquer, par Région et pour les cinq dernières années, dans quelle mesure les agriculteurs et les éleveurs de bétail belges ont duˆ rembourser des subventions européennes induˆment perçues, quels étaient les montants concernés et pour quels motifs il a été procédé à ce recouvrement ?
Kan u meedelen voor de jongste vijf jaar en opgesplitst per gewest in welke mate Belgische landbouwers en veehouders onderhevig zijn geweest aan terugvordering van ten onrechte betaalde Europese subsidies, welke bedragen daarmee gemoeid waren en om welke redenen dit gebeurde ?
Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 6 juillet 2004, à la question no 30 de M. Guido De Padt du 10 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 6 juli 2004, op de vraag nr. 30 van de heer Guido De Padt van 10 juni 2004 (N.) :
J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que le recouvrement de subsides européens induˆment payés relève, dans les domaines visés dans la question, de la compétence des organismes payeurs régionaux.
Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat de terugvordering van ten onrechte betaalde Europese subsidies, in de in de vraag bedoeld materie, onder de bevoegdheid valt van de gewestelijke betaalorganen.
Suite à la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés, la politique agricole a été transférée
Ingevolge de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende de overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en gemeenschappen is het landbouwbeleid
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6272
aux régions, notamment en ce qui concerne les paiement directs aux agriculteurs par les organismes payeurs régionaux.
overgedragen aan de gewesten, met name wat de betaling betreft van de directe steun aan de landbouwers door de gewestelijke betaalorganen.
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable
Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling
Environnement
Leefmilieu
DO 2003200421640
DO 2003200421640
Question no 23 de M. Guido De Padt du 9 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :
Vraag nr. 23 van de heer Guido De Padt van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :
Nuisances sonores provoquées par les voitures. — Utilisation de « pneus silencieux ».
Geluidshinder van auto’s. — Gebruik van « fluisterbanden ».
Les nuisances sonores provoquées par les voitures constituent un problème de plus en plus important, surtout dans les zones urbaines. L’utilisation de pneus dits silencieux serait un réel progrès. Il existe des pneus plus silencieux de trois à six décibels que les pneus actuels. Cette réduction du niveau sonore équivaut à celle que nous obtenons actuellement en utilisant de l’asphalte silencieux et des panneaux antibruit, qui couˆtent des millions d’euros chaque année. Les pneus silencieux couˆtent le même prix et sont de la même qualité que les pneus actuellement utilisés. Il serait donc préférable d’utiliser des pneus silencieux.
De geluidshinder van auto’s is een steeds groter probleem, vooral voor mensen in stedelijke gebieden. Via zogenoemde fluisterbanden zou veel vooruitgang geboekt kunnen worden. Er zijn banden die drie tot zes decibel minder geluid produceren dan de huidige. Dat is evenveel als we nu bereiken door het gebruik van stil asfalt en geluidsschermen en dat kost vele miljoenen euro’s per jaar. De stille banden zijn even duur en van dezelfde kwaliteit als de huidige autobanden. Dus kunnen we beter stille banden invoeren.
Il va de soi que l’interdiction des pneus de voiture actuels relève de la compétence des autorités européennes.
Het ligt voor de hand dat het uitbannen van normale autobanden een Europese aangelegenheid is.
1. Dans quelle mesure des « pneus silencieux » sontils déjà commercialisés et vendus dans notre pays ?
1. In welke mate worden er reeds in ons land « fluisterbanden » gecommercialiseerd en verkocht ?
2. Ne serait-il pas indiqué d’encourager l’utilisation de pneus silencieux par le biais d’actions de sensibilisation axées sur les fabricants de pneus, les automobilistes et les garagistes ?
2. Is het niet aangewezen het gebruik van fluisterbanden aan te moedigen via gerichte sensibiliseringsacties naar de bandenfabrikanten, autogebruikers en garagehouders toe ?
3. Quelles initiatives avez-vous déjà prises ou souhaitez-vous encore prendre ?
3. Welke initiatieven heeft u reeds genomen of wil u nog nemen ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6273
4. Quelle sera la position de notre pays lorsque cette matière sera abordée à l’échelle européenne ?
4. Welke houding zal ons land aannemen wanneer deze aangelegenheid op Europees niveau zal worden aangekaart ?
Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 5 juillet 2004, à la question no 23 de M. Guido De Padt du 9 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 5 juli 2004, op de vraag nr. 23 van de heer Guido De Padt van 9 juni 2004 (N.) :
Momentanément, le roulement est la source de bruit dominante dans le trafic. Ce bruit est causé par le contact entre le pneu et le revêtement routier. On peut le réduire en s’attaquant aussi bien au revêtement routier qu’aux pneus. On obtient le plus grand gain, soit quelque 10 à 12 dB(A), graˆce à un revêtement approprié. L’emploi de « pneus silencieux » permet d’y ajouter environ 3 à 7 dB(A).
Momenteel is het rollen van de voertuigen de overheersende geluidsbron in het verkeer. Dit geluid ontstaat door het contact tussen de band en het wegdek. Men kan dit geluid reduceren door het wegdek en de banden aan te pakken. Een aangepast wergdek levert de grootste winst op, zo’n 10 à 12 dB(A). Het gebruik van « fluisterbanden » kan daar nog zo’n 3 à 7 dB(A) aan toevoegen.
La directive 2001/43 du 27 juin 2001, modifiant la directive 92/23/CEE du Conseil relative aux pneumatiques des véhicules à moteur et de leurs remorques ainsi qu’à leur montage, introduit pour la première fois une méthode de mesure réaliste ainsi que des valeurs limites pour ce roulement. Ainsi, les pneus utilisés sur les voitures à personnes à l’heure actuelle, peuvent produire un maximum de 72 à 76 dB(A) (en fonction de la largeur).
Richtlijn 2001/43 van 27 juni 2001, houdende wijziging van richtlijn 92/23/EEG van de Raad, betreffende banden voor motorvoertuigen en aanhangwagens alsmede de montage ervan, introduceert voor het eerst een realistische meetmethode en grenswaarden voor dit rolgeluid. Zo mogen de banden die men nu gebruikt op personenauto’s, maximaal 72 tot 76 dB(A) produceren (afhankelijk van de breedte).
Actuellement, il n’existe toutefois pas de réglementation européenne ou belge qui stipule qu’en cas de changement de pneus, l’on doit respecter le niveau d’émission sonore des pneus utilisés lors de la réception par type. Cela me paraıˆt être une première étape indispensable vers une politique effective de réduction du bruit produit par les pneus des véhicules. J’attire néanmoins l’attention sur le fait que le bruit des pneus ne commence à jouer qu’à partir d’une vitesse approximative de 50 km/h. En-deçà de cette valeur, le bruit de moteur est déterminant pour le niveau de puissance sonore d’un véhicule.
Momenteel bestaat er echter geen reglementering op Europees of Belgisch niveau die zegt dat men zich bij vervanging van de banden moet houden aan het geluidsemissieniveau van de banden gebruikt tijdens de typegoedkeuring. Dit lijkt me een eerste noodzakelijke stap om te komen tot een effectief beleid op het gebied van de vermindering van het bandengeluid van voertuigen. Ik wijs er nochtans op dat het bandengeluid slechts een rol begint te spelen vanaf een snelheid van ongeveer 50 km/u. Onder die waarde is het motorgeluid bepalend voor het niveau van het geluidsvermogen van een voertuig.
Le 1er juillet 2007, des normes plus sévères entreront en application. Ces normes sont déjà mentionnées à titre indicatif dans la directive précitée. Les valeurs limites définitives seront déterminées sur la base d’un rapport d’étude que la Commission doit présenter prochainement au Parlement européen et au Conseil. Les valeurs limites actuelles sont assez facilement réalisables techniquement. La Belgique appuiera donc entièrement toute proposition ayant pour but d’abaisser les valeurs indicatives, tout en tenant compte bien entendu de la sécurité et de la consommation d’énergie.
Vanaf 1 juli 2007 worden er strengere normen van toepassing. Deze normen staan reeds indicatief vermeld in voornoemde richtlijn. De definitieve grenswaarden worden vastgelegd op basis van een studieveslag dat de Commissie binnenkort moet voorleggen aan het Europees Parlement en de Raad. De actuele grenswaarden zijn technisch vrij gemakkelijk haalbaar. Daarom zal Belgie¨, uiteraard rekening houdend met de veiligheid en het energieverbruik, elk voorstel dat de indicatieve grenswaarden verlaagt, volledig steunen.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6274
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques
Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven
DO 2003200421283
DO 2003200421283
Question no 18 de M. Roel Deseyn du 4 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 18 van de heer Roel Deseyn van 4 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Connexion à l’internet de dix maisons de repos en Wallonie.
Aansluiting van tien rusthuizen op het internet in Wallonie¨.
Les pensionnaires de dix maisons de repos situées en Wallonie pourront bientoˆt naviguer sur le réseau internet. Le ministre wallon de la Santé publique, Thierry Detienne (E´colo), a dégagé un budget de 12 500 euros à cette fin. Chaque établissement sera équipé d’un ordinateur avec connexion internet tandis qu’une formation à l’utilisation du nouveau média sera dispensée à un membre du personnel et à un pensionnaire, qui pourront initier à leur tour d’autres personnes aˆgées intéressées.
De bejaarden uit tien Waalse rustoorden kunnen binnenkort het internet op. Daarvoor trok Waalse minister van Volksgezondheid, Thierry Detienne (E´colo), 12 500 euro uit. Naast een computer met internetaansluiting krijgt elke instelling ook een internetopleiding aangeboden voor een personeelslid en een bewoner, die op hun beurt geı¨nteresseerde senioren vertrouwd kunnen maken met het nieuwe medium.
1. Prévoit-on de coordonner des actions similaires au niveau fédéral ?
1. Zijn er plannen om gelijkaardige acties federaal te coo¨rdineren ?
2. D’aucuns proposent d’utiliser des pc qui seraient offerts par des entreprises. De plus, la connexion internet dans les CPAS pourrait être facturée au même tarif préférentiel que celui appliqué pour les hoˆpitaux et les écoles. Ces deux propositions pourraient être soutenues au niveau fédéral.
2. Sommigen suggereren gebruik te maken van pc’s die door bedrijven kunnen worden geschonken. Daar bovenop zou men voor de internetaansluiting in OCMW’s hetzelfde voordeeltarief kunnen aanrekenen als voor ziekenhuizen en scholen. Beide suggesties zouden federaal kunnen ondersteund worden.
a) Quelle est votre position à cet égard ? ` combien s’élèverait alors le couˆt total ? b) A
a) Hoe staat u hier tegenover ?
3. Sous la législature précédente, un projet-pilote a été mené avec succès par la BIBA dans un hoˆpital, en utilisant des setup boxes.
3. Een pilootproject van BIBA met setup-boxen in een ziekenhuis werd onder uw voorganger succesvol bevonden.
a) Que pensez-vous de la possibilité de fournir aux seniors qui le demandent un accès à l’internet par ce moyen ?
a) Hoe staat u tegenover de mogelijkheid om senioren die daar om vragen via deze weg internettoegang te geven ?
b) Ce système peut-il également être utilisé dans le cadre de l’e-care ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 8 juillet 2004, à la question no 18 de M. Roel Deseyn du 4 juin 2004 (N.) :
b) Kan het systeem ook ingeschakeld worden voor ecare ?
En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
b) Hoeveel zou de totale kostprijs dan bedragen ?
2003
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 8 juli 2004, op de vraag nr. 18 van de heer Roel Deseyn van 4 juni 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6275
1. Je vous renvoie à ma réponse à votre question no 16 qui a été posée le 11 mai 2004. (Question et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 37, p. 5795.)
1. Ik verwijs u naar mijn antwoord op uw vraag nr. 16 die werd gesteld op 11 mei 2004.(Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 37, blz. 5795.)
2. En effet, comme précisé dans ma réponse à votre question no 16, j’ai lancé un appel, dans le cadre du projet Gingelom, aux entreprises afin qu’elles offrent aux écoles leurs anciens ordinateurs ou ceux qui sont amortis. D’autre part, votre question se réfère à I-line qui prévoit pour les hoˆpitaux, les écoles et les bibliothèques la possibilité d’accéder gratuitement ou à un prix fortement réduit à l’Internet à haut débit. Ces deux initiatives complémentaires visent à lutter pour la réduction de la fracture numérique. Votre suggestion est une initiative complémentaire possible à prendre en considération lors de l’établissement du Plan d’action national fin 2004.
2. Inderdaad zoals omschreven in mijn antwoord op uw vraag nr. 16 werd door mij in het kader van het Gingelom-project een oproep gericht aan bedrijven om hun afgeschreven of afgedankte pc’s te schenken aan scholen. Anderzijds verwijst uw vraag naar I-line dat voorziet dat ziekenhuizen, scholen en bibliotheken de mogelijkheid krijgen om breedband te bekomen voor toegang tot Internet, tegen gratis of sterk verlaagde prijs. Beide initiatieven vullen elkaar aan in de strijd tegen de vermindering van de digitale kloof. De suggestie die u maakt, is een mogelijk aanvullend initiatief om in overweging te nemen bij het opstellen van het Nationaal Actieplan eind 2004.
3. Je ne connais pas suffisamment le projet-pilote BIBA. Pour plus de renseignements sur ce projet, je vous renvoie au ministre des Télécommunications (question no 250 du 9 juillet 2004) actuellement compétent. Dans le cadre de l’accès à l’Internet, les ministres Moerman, Van Den Bossche et moi-même avons développé une stratégie pour la large bande, sur laquelle chaque ministre a mis un accent propre. De par ma compétence, j’ai principalement plaidé en faveur d’un accès bon marché pour tous à la large bande. En ce sens, la ministre de la Protection de la Consommation et moi-même avons lancé fin de l’année passée un appel aux opérateurs concernés. Entre-temps, différents fournisseurs de services Internet (dont Versatel, Scarlet, UPC, Coditel, Telenet et Belgacom) ont lancé sur le marché une version « light » de leur offre de connexion à Internet par l’ADSL ou le caˆble.
3. Het pilootproject BIBA is mij onvoldoende bekend. Voor meer inlichtingen omtrent het project verwijs ik u naar de huidig bevoegde minister voor Telecommunicatie. (Vraag nr. 250 van 9 juli 2004.) In het kader van toegang tot het Internet werd door de ministers Moerman, Van Den Bossche en mezelf een breedbandstrategie ontwikkeld, waarbij elke minister zijn eigen accenten heeft gelegd. Vanuit mijn bevoegdheid werd voornamelijk gepleit voor een goedkope breedbandtoegang voor iedereen. In die zin lanceerden de minister van Consumentenzaken en ik eind vorig jaar een oproep aan de betrokken operatoren. Intussen hebben reeds verschillende Internet Service Providers (waaronder Versatel, Scarlet, UPC, Coditel, Telenet en Belgacom) een « light »-versie van hun ADSL- of kabelaanbod op de markt gebracht.
DO 2003200421650
DO 2003200421650
Question no 19 de M. Roel Deseyn du 11 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 19 van de heer Roel Deseyn van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Inventaire des initiatives relatives à la réduction de la fracture numérique. — Budget.
Inventaris van de initiatieven betreffende de vermindering van de digitale kloof. — Budget.
Un inventaire des initiatives des autorités belges visant à réduire la fracture numérique a été présenté le 3 juin dernier.
Op 3 juni 2004 werd de inventaris van de bestaande initiatieven binnen de Belgische overheid met betrekking tot de vermindering van de digitale kloof voorgesteld.
1. Quel budget les autorités fédérales affecterontelles dans les trois années à venir à la réduction de la fracture numérique ?
1. Welk budget voorziet de federale overheid gespreid over de komende drie jaar voor het dichten van de digitale kloof ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
793
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6276
2. a) Quel est le couˆt total des infokiosques (infrastructure, entretien et abonnement internet) présents dans les maisons de la défense ?
2. a) Hoeveel bedraagt de totale kost van de infokiosken (infrastructuur, onderhoud en internetabonnement) in de defensiehuizen ?
b) Quel pourcentage des citoyens visitant une maison de la défense utilisent-ils ce système ?
b) Welk percentage burgers die een defensiehuis binnenstapten maakt hiervan gebruik ?
3. a) Quel pourcentage des travailleurs ont déjà adhéré au projet « pc privé » ?
3. a) Welk percentage van de werknemers heeft reeds gebruik gemaakt van de pc-privé ?
b) Quels sont les résultats du projet, comparés à ceux obtenus aux Pays-Bas, ou` un projet similaire a été lancé ?
b) Wat zijn de resultaten van het project in vergelijking met Nederland waar een gelijkaardig project loopt ?
c) Quelles mesures envisagez-vous de prendre afin de relancer l’intérêt pour le projet ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de ´ l’Etat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 8 juillet 2004, à la question no 19 de M. Roel Deseyn du 11 juin 2004 (N.) :
c) Welke maatregelen overweegt u te nemen om het project te stimuleren ?
En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit :
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden :
En réponse à votre question 1)
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 8 juli 2004, op de vraag nr. 19 van de heer Roel Deseyn van 11 juni 2004 (N.) :
In antwoord op uw vraag 1)
Je vous renvoie à ma réponse à votre question no 16 qui a été posée le 11 mai 2004. Il est par conséquent prématuré de donner une réponse à votre question (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 37, p. 5795). En réponse à votre question 2)
Ik verwijs u naar mijn antwoord op uw vraag nr. 16 die werd gesteld op 11 mei 2004. Bijgevolg is het voorbarig om een antwoord te geven op uw vraag (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 37, blz. 5795). In antwoord op uw vraag 2)
Pour plus de renseignements sur les infokiosks dans les maisons de la Défense, je vous renvoie au ministre de la Défense compétent en la matière (question no 103 du 9 juillet 2004). En réponse à votre question 3)
Voor meer inlichtingen over de infokiosken in de defensiehuizen verwijs ik u naar de minister van Landsverdediging die hiervoor bevoegd is (vraag nr. 103 van 9 juli 2004). In antwoord op uw vraag 3)
Je vous renvoie au ministre des Finances compétent en la matière (question no 433 du 9 juillet 2004).
Ik verwijs u naar de minister van Financie¨n die hiervoor bevoegd is (vraag nr. 433 van 9 juli 2004).
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 20 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 20 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6277
tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
j) couˆt total à charge de l’E´tat;
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6278
Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 8 juillet 2004, à la question no 20 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 8 juli 2004, op de vraag nr. 20 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.
Pour cette question, je renvoie l’honorable membre à la réponse du premier ministre (question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 38, p. 5843).
Voor deze vraag verwijs ik het geachte lid naar het antwoord van de eerste minister (vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 20032004, nr. 38, blz. 5843).
DO 2003200421653
DO 2003200421653
Question no 21 de M. Roel Deseyn du 11 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :
Vraag nr. 21 van de heer Roel Deseyn van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :
Inventaire des initiatives relatives à la réduction de la fracture numérique. — Plan d’action définitif.
Inventaris van de initiatieven betreffende de vermindering van de digitale kloof. — Definitief actieplan.
Un inventaire des initiatives des autorités belges visant à réduire la fracture numérique a été présenté le 3 juin dernier.
Op 3 juni 2004 werd de inventaris van de bestaande initiatieven binnen de Belgische overheid met betrekking tot de vermindering van de digitale kloof voorgesteld.
1. Quand le plan d’action définitif devrait-il être présenté ?
1. Wanneer kunnen we het definitieve actieplan verwachten ?
2. a) Comment les différents projets sont-ils coordonnés au niveau des différents pouvoirs et entre ces pouvoirs ?
2. a) Hoe coo¨rdineert men op dit moment de verschillende projecten op en tussen de verschillende niveaus ?
b) Quelles directives ont été données par les autorités fédérales aux Communautés et aux communes depuis juillet 2003 ?
b) Welke richtlijnen zijn vanuit de federale overheid naar de gemeenschappen/gemeenten vertrokken tussen juli 2003 en vandaag ?
c) Quelles mesures pouvons-nous attendre prochainement ?
c) Wat kunnen we verwachten voor de nabije toekomst ?
3. a) Des projets comparables au projet E-day sont-ils en cours d’élaboration ?
3. a) Zijn er gelijkaardige plannen als E-day in de maak ?
b) Dans l’affirmative, lesquels ?
b) Zo ja, welke ?
c) Dans la négative, de quelle manière comptez-vous atteindre le goupe-cible qui était visé par le projet E-day ?
c) Zo neen, hoe zal u de door E-day beoogde doelgroep bereiken ?
d) Qu’est-il advenu du budget qui avait été dégagé pour le projet E-day ?
d) Waar is het geld dat voorzien was voor E-day naartoe gegaan ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6279
Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 8 juillet 2004, à la question no 21 de M. Roel Deseyn du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 8 juli 2004, op de vraag nr. 21 van de heer Roel Deseyn van 11 juni 2004 (N.) :
En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.
Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.
1. Le plan d’action définitif sera probablement prêt fin 2004/début 2005.
1. Het definitieve actieplan zal vermoedelijk klaar zijn eind 2004/begin 2005.
2. La coordination relative à l’établissement du plan d’action définitif est assurée par la ministre de l’Intégration sociale et moi-même et comprend différentes phases. Une première phase a consisté à dresser un inventaire des initiatives existantes et à les présenter lors d’une journée d’étude qui a eu lieu le 3 juin 2004. Une étape suivante est la Conférence interministérielle qui sera organisée en septembre 2004, à l’occasion de laquelle aura lieu la concertation nécessaire avec les communautés et les régions.
2. De coo¨rdinatie met betrekking tot de opmaak van het definitief actieplan gebeurt door de minister van Maatschappelijke Integratie en mezelf en verloopt in verschillende fasen. Een eeste fase hield het opstellen van een inventaris van bestaande initiatieven in en de presentatie ervan tijdens een studiedag die plaatsvond op 3 juni 2004. Een volgende stap is de interministerie¨le conferentie die zal worden georganiseerd in september 2004. Hierbij zal het nodige overleg worden gepleegd met de gemeenschappen en gewesten.
3. En attendant le plan d’action national, il est prématuré de donner une réponse à la présente question.
3. In afwachting van het nationaal actieplan is het voorbarig om een antwoord te geven op deze vraag.
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique
Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
DO 2003200421569
DO 2003200421569
Question no 20 de Mme Zoé Genot du 27 mai 2004 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 20 van mevrouw Zoé Genot van 27 mei 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Couˆt de la journée « états généraux de la Famille ».
Kostprijs van de slotzitting van de staten-generaal van het Gezin.
Le 27 avril 2004 au Heysel, c’était la journée de lancement des « états généraux de la Famille » sous forme d’un grand débat public.
Op 27 april 2004 werd op de Heizel de statengeneraal van het Gezin met een groot publiek debat afgesloten.
1. Quel a été le couˆt de cette journée ?
1. Hoeveel heeft deze slotzitting gekost ?
2. Quels ont été le couˆt et les méthodes de promotion ? 3. Quel a été le nombre de participants ?
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2. Hoe werd hiervoor promotie gevoerd en hoeveel heeft de promotiecampagne gekost ? 3. Hoeveel personen hebben aan de slotzitting deelgenomen ?
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6280
Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 5 juillet 2004, à la question no 20 de Mme Zoé Genot du 27 mai 2004 (Fr.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 5 juli 2004, op de vraag nr. 20 van mevrouw Zoé Genot van 27 mei 2004 (Fr.) :
En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer ce qui suit à propos de la séance plénière des états généraux de la Famille qui a eu lieu le 27 avril 2004.
In antwoord op de vraag van het geachte lid heb ik de eer het volgende mee te delen omtrent de plenaire vergadering van de staten-generaal van het Gezin die plaatsgevonden heeft op 27 april 2004.
Cette séance plénière a permis la mise en discussion publique des rapports des groupes de travail qui, depuis novembre 2003, se sont réunis à de multiples reprises, regroupant chacun entre 40 et 50 personnes.
Deze plenaire vergadering heeft een publieke discussie mogelijk gemaakt aangaande de verslagen van de werkgroepen die sinds november 2003 meermaals vergaderd hebben en die elk bestonden uit 40 tot 50 personen.
L’organisation de la séance plénière a été confiée à une société.
De organisatie van de plenaire vergadering werd toegewezen aan een firma.
1. Le couˆt de l’organisation de cette journée par cette société s’est élevée à 42 960 euros, y inclus les frais d’interprétariat, ainsi que les frais de voyage des invités étrangers.
1. De kostprijs van de organisatie van deze dag door deze firma bedraagt 42 960 euro, inclusief de vertaalkosten alsook de reiskosten van de buitenlandse genodigden.
2. La séance plénière était accessible uniquement sur invitation. Le couˆt de réalisation de ces invitations s’élève à 2 500 euros.
2. De plenaire vergadering was enkel toegankelijk op uitnodiging. De kostprijs voor de uitnodigingen bedraagt 2 500 euro.
3. Entre 350 et 400 personnes ont pris part à la séance plénière.
3. 350 tot 400 personen hebben deelgenomen aan de plenaire vergadering.
Il faut noter que cette séance plénière n’était qu’un élément particulier d’une approche plus large qui incluait outre les nombreuses réunions des groupes de travail, une participation du grand public via le forum du site web des états généraux des Familles.
Opgemerkt wordt dat deze plenaire vergadering slechts een bijzonder element was van een ruimere benadering die naast de talrijke vergaderingen van de werkgroepen ook de deelname van het grote publiek via de website van de staten-generaal van het Gezin inhield.
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 21 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :
Vraag nr. 21 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6281
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagnée, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ? Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 7 juillet 2004, à la question no 21 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.
In antwoord op zijn vraag heb ik de eer u het volgende mee te delen.
1. Je suis partie du 5 au 7 décembre 2003 à Rome pour la cloˆture de l’année européenne des personnes
1. Van 5 tot 7 december 2003 ben ik naar Rome gegaan voor de afsluiting van het Europees jaar voor
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 7 juli 2004, op de vraag nr. 21 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6282
handicapées 2003. Il s’agissait d’une invitation de la part de la présidence italienne. Les frais de voyage et de séjour étaient entièrement à la charge de la présidence italienne. J’étais accompagnée d’un membre de mon cabinet dont les frais ont également été supprotés par la présidence italienne. Le but du voyage était de représenter la Belgique lors de cet événement européen.
personen met een handicap. De uitnodiging ging uit van het Italiaanse Voorzitterschap. De reis- en verblijfkosten waren volledig ten laste van het Italiaanse Voorzitterschap. Ik was vergezeld van een personeelslid van mijn kabinet waarvan de kosten ook door het Italiaanse Voorzitterschap werden gedragen. Het doel van de reis was de vertegenwoordiging van Belgie¨ ter gelegenheid van dit Europese gebeuren.
2 et 3. Il n’existe pas, à ma connaissance, de réglementation précise pour l’octroi et l’attribution de missions à l’étranger. Toutes les demandes des fonctionnaires du SPF de la Sécurité sociale sont analysées par les fonctionnaires dirigeants.
2 en 3. Naar mijn weten bestaat er geen bepaalde reglementering inzake toekenning en toewijzing van buitenlandse zendingen. Alle aanvragen van ambtenaren van de FOD Sociale Zekerheid worden door de leidende ambtenaren onderzocht.
Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions
Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
DO 2003200421651
DO 2003200421651
Question no 27 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions :
Vraag nr. 27 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen :
Voyages à l’étranger.
Reizen in het buitenland.
1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :
1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :
a) date et durée;
a) datum en duur;
b) destination;
b) bestemming;
c) objet;
c) doel;
d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;
d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;
e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;
f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;
f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;
g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagnée, avec mention des organes de presse
g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6283
qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;
totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;
h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;
i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;
j) couˆt total à charge de l’E´tat;
j) totale kostprijs ten laste van de overheid;
k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;
k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;
l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?
l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?
2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?
2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?
b) Existe-t-il un règlement en la matière ?
b) Bestaat er een reglement terzake ?
c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?
c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.
3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?
3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?
b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?
b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?
c) Quelle est la réglementation en la matière ?
c) Welke reglementering bestaat er terzake ?
Réponse de la secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions du 7 juillet 2004, à la question no 27 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :
Antwoord van de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen van 7 juli 2004, op de vraag nr. 27 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :
Je vous renvoie à la réponse à votre question no 38 du 11 juin 2004 adressée au premier ministre. (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843.)
Ik verwijs naar het antwoord op uw vraag nr. 38 van 11 juni 2004 gericht aan de eerste minister. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
794
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6285
IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1
2003200421051
9- 3-2004
205
Mw. Frieda Van Themsche
Politique pénale en matière d’infractions de roulage. Strafbeleid inzake verkeersovertredingen.
6163
1
2003200421181 29- 3-2004
220
Alfons Borginon
Controˆle du personnel des établissements pénitentiaires et du Corps de sécurité. Toezicht personeel penitentiaire instellingen en Veiligheidskorps.
6164
1
2003200421265 15- 4-2004
235
Hagen Goyvaerts
Projet-pilote de vidéoconférence à Louvain. Proefproject videoconferentie in Leuven.
6165
1
2003200421320
6- 5-2004
241
Guido De Padt
Zoophilie. — Caractère punissable. Seks met dieren. — Strafbaarheid.
6167
1
2003200420923 20- 2-2004
267
Mw. Marleen Govaerts
Augmentation du nombre de disparitions à SaintTrond. Stijging aantal verdwijningen in Sint-Truiden.
6168
1
2003200421464 10- 5-2004
271
Patrick Moriau
Zones de police locale. — Systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques. Lokale politiezones. — Systemen voor het opnemen van telefoongesprekken.
6169
8
2003200421570 28- 5-2004
286
Mme Catherine Doyen-Fonck
* SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6111
8
2003200421352
3- 6-2004
288
Jo Vandeurzen
* Politique d’immigration. — Arrêt de la Cour de cassation. Migratiebeleid. — Arrest van het Hof van Cassatie.
6111
8
2003200421360
3- 6-2004
289
Mw. Yolande Avontroodt
* Hébergement et transfert au palais de justice de personnes arrêtées. Overnachting en overbrenging van aangehouden personen naar het gerechtshof.
6112
8
2003200421390
8- 6-2004
290
Alfons Borginon
* Protocole additionnel des Nations unies contre la torture. Bijkomend Protocol van de Verenigde Naties tegen foltering.
6113
8
2003200421641
9- 6-2004
291
Alfons Borginon
* Projet « Traducteurs et interprètes judiciaires ». Project « Gerechtelijke vertalers en tolken ».
6114
1
2003200421674 16- 6-2004
295
Francis Van den Eynde
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Nombre de mosquées. Aantal moskeee¨n.
2004
6170
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6286
CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 8
2003200421561 27- 5-2004
88
Francis Van den Eynde
* Arabie saoudite. — Liberté de culte. Saoedi-Arabie¨. — Godsdienstvrijheid.
6115
8
2003200421562 27- 5-2004
89
Francis Van den Eynde
* E´mirats arabes unis. — Liberté de culte. Verenigde Arabische Emiraten. — Godsdienstvrijheid.
6116
8
2003200421564 27- 5-2004
90
Francis Van den Eynde
* Koweı¨t. — Liberté de culte. Koeweit. — Godsdienstvrijheid.
6116
Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Budget — Begroting 8
2003200421571 28- 5-2004
22
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Producteurs de lin. — Dommages occasionnés aux cultures de lin. — Projet d’arrêté royal. Vlasbedrijven. — Schade aan de vlasoogst. — Ontwerp van koninklijk besluit.
6117
1
2003200421615
8- 6-2004
24
Jacques Chabot
Statut des inspecteurs des Finances. — Anomalies. Statuut van de inspecteurs van Financie¨n. — Afwijkingen.
6171
1
2003200421651 11- 6-2004
26
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6173
Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 8
2003200421570 28- 5-2004
215
Mme Catherine Doyen-Fonck
* SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6118
8
2003200421597
3- 6-2004
218
Guido Tastenhoye
* La Poste. — Construction d’un nouveau centre de tri postal à la Noorderlaan, à Anvers. De Post. — Bouw van een nieuw postsorteercentrum aan de Noorderlaan in Antwerpen.
6118
1
2003200421651 11- 6-2004
223
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6175
1
2003200421669 15- 6-2004
225
Francis Van den Eynde
SNCB. — Problématique d’ABX. NMBS. — ABX-problematiek.
6176
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
2003200400269 14-11-2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
102
Mme Colette Burgeon
Suivi de la réforme des polices. Voortgang van de politiehervorming.
2003
2004
6179
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 CA
DO
6287
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200410503 31- 1-2004
165
Dirk Claes
Impoˆts sur les revenus. — Redevances communales pour le stationnement de véhicules. — Déductibilité comme frais professionnels. Inkomstenbelastingen. — Gemeentelijke retributies voor het parkeren van voertuigen. — Aftrekbaarheid als beroepskosten.
6185
1
2003200410888 13- 2-2004
179
Geert Lambert
Vente d’anciens baˆtiments de la gendarmerie. Verkoop van oude rijkswachtgebouwen.
6186
1
2003200421293 20- 4-2004
248
Francis Van den Eynde
Lieux de prière islamiques. — Littérature défavorable à la condition féminine. Islamitische gebedshuizen. — Vrouwonvriendelijke lectuur.
6188
1
2003200421382 28- 4-2004
267
Jo Vandeurzen
Officiers des services d’incendie. — Brevet de gestion de situation de crise. — Formation de chef de service. Brandweerofficieren. — Brevet crisissituatiebeheer. — Opleiding dienstchef.
6189
1
2003200421464 10- 5-2004
277
Patrick Moriau
Zones de police locale. — Systèmes d’enregistrement des communications téléphoniques. Lokale politiezones. — Systemen voor het opnemen van telefoongesprekken.
6192
1
2003200421552 25- 5-2004
285
Jo Vandeurzen
Chefs de corps de la police communale. — Commissaire. — E´chelle de traitement. Korpschefs van de gemeentepolitie. — Commissaris. — Loonschaal.
6193
1
2003200421558 26- 5-2004
286
Bert Schoofs
Création d’un corps d’intervention de police basé à Hasselt. Oprichting van een politie-interventiekorps met standplaats te Hasselt.
6194
8
2003200421572 28- 5-2004
288
Filip Anthuenis
* Statut des agents auxiliaires. Statuut hulpagenten.
6119
8
2003200421595
289
Jo Vandeurzen
* Infractions routières commises par des véhicules prioritaires. Verkeersovertredingen door prioritaire voertuigen.
6120
3- 6-2004
Ministre de l’Emploi et des Pensions Minister van Werk en Pensioenen Emploi — Werk 1
2003200421317 20- 4-2004
84
Jo Vandeurzen
8
2003200410724 28- 5-2004
93
Geert Lambert
* Nouvelle loi sur les ASBL. — Personnel des établissements d’enseignement. — Effectifs. — E´quivalents temps plein. Nieuwe VZW-wet. — Personeel onderwijsinstellingen. — Personeelsbestand. — Equivalent.
6120
8
2003200421376 28- 5-2004
94
Guido De Padt
* Entreprises agricoles. — Accidents mortels. — Victimes de moins de 16 ans. Agrarische bedrijven. — Dodelijke ongevallen. — Kinderen van minder dan 16 jaar als slachtoffer.
6121
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
Occupation des ACS financés par le FBI. Tewerkstelling IBF-GECO’s.
2004
6196
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6288
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421578
2- 6-2004
95
Mme Catherine Doyen-Fonck
* Cumul de salarié à temps partiel et de logopède indépendante à titre complémentaire en période de choˆmage. Cumulatie van het statuut van deeltijds loontrekkende en dat van zelfstandig logopediste in bijberoep tijdens de werkloosheidsperiode.
6122
8
2003200421588
3- 6-2004
96
Pieter De Crem
* Annuaire pour les jeunes diploˆmés «Carejobs 2004». Jaarboek voor afgestudeerden « Carejobs 2004 ».
6123
8
2003200421598
3- 6-2004
97
Mw. Maggie De Block
* Personnes handicapées. — Formation de recyclage. — Indemnités de mutuelle. Gehandicapten. — Herscholing. — Uitkeringen ziekenfonds.
6124
1
2003200421651 11- 6-2004
98
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6197
Pensions — Pensioenen 8
2003200421580
2- 6-2004
31
Mme
* Cumul d’une pension de retraite de conjoint divorcé et d’une pension de retraite à charge du Trésor public. Cumulatie van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot en een rustpensioen ten laste van de Schatkist.
6124
8
2003200421178
3- 6-2004
32
Mw. Nahima Lanjri * Demande en remboursement de cotisations à l’ONSS de la ville d’Anvers. RSZ-claim Stad Antwerpen.
6126
1
2003200421616
8- 6-2004
33
Joseph Arens
Paiement à terme échu des mensualités de traitement d’activité et de pension pour certains agents du secteur public. Betaling na vervallen termijn van de maandwedde en het maandpensioen van sommige personeelsleden van de openbare sector.
6198
1
2003200421651 11- 6-2004
34
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6201
1
2003200421582 17- 6-2004
35
Bruno Van Grootenbrulle
« Brigades Moteur de Douanes ». — Pensions. Motorbrigades van de douane. — Pensioenen.
6202
Catherine Doyen-Fonck
Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 8
2003200421583
3- 6-2004
92
Staf Neel
* Rémunération du personnel (para)médical indépendant. Vergoeding zelfstandige (para)medici.
6126
Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8
2003200421608
7- 6-2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
28
Mme Karine Lalieux * Montant de l’aide publique au développement. — Comptabilisations d’allégements. Bedrag van de officie¨le ontwikkelingshulp. — Verrekening van schuldverlichtingen.
2003
2004
6127
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 CA
DO
6289
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 1
2003200421225
2- 4-2004
340
Ludo Van Campenhout
Impoˆts sur les revenus. — Interprétation de l’article 207 du CIR 1992. Inkomstenbelastingen. — Interpretatie van artikel 207 WIB 1992.
6204
1
2003200421300 20- 4-2004
348
Mw. Dalila Douifi
Impoˆts sur les revenus. — Article 194quater du CIR 1992. Inkomstenbelastingen. — Artikel 194quater WIB 1992.
6206
1
2003200421311 20- 4-2004
351
Mw. Trees Pieters
Responsabilité des fonctionnaires. — Ordre de signature obligatoire de pièces de procédure. — Procédure de rectification. — Décision par délégation sur des réclamations. Aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van de ambtenaren. — Opdracht tot verplichte ondertekening van procedurestukken. — Wijzigingsprocedure. — Beslissing bij delegatie over bezwaarschriften.
6207
8
2003200421563 27- 5-2004
401
Mw. Trees Pieters
* Litiges portant uniquement sur l’application du délai d’investigation extraordinaire. Geschillen uitsluitend betrekking hebbende op de toepassing van de buitengewone onderzoekstermijn.
6128
8
2003200421565 27- 5-2004
402
Francis Van den Eynde
* TVA. — Garagiste. — Camion volé. — Achat d’un camion de remplacement. BTW. — Garagehouder. — Gestolen vrachtwagen. — Aankoop van vervangende vrachtwagen.
6129
8
2003200421570 28- 5-2004
403
Mme Catherine Doyen-Fonck
* SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6130
8
2003200421573 28- 5-2004
404
Ludo Van Campenhout
* TVA. — E´tablissement d’un siège à l’adresse du comptable ou du conseiller. BTW. — Vestigen van een zetel op het adres van de accountant of adviseur.
6130
8
2003200421574
2- 6-2004
405
Carl Devlies
* Contestation de la TVA due. — Contrainte. — Délai d’opposition. — Apurement du crédit d’impoˆt. Betwiste BTW-schuld. — Dwangbevel. — Termijn verzet. — Aanzuivering belastingkrediet.
6132
1
2003200421577
2- 6-2004
406
Jean-Jacques Viseur
Déclaration fiscale des jetons de présence des membres des conseils de police des zones pluricommunales. Belastingaangifte van de presentiegelden van de politieraadsleden in meergemeentezones.
6209
8
2003200421325
2- 6-2004
407
Guido De Padt
* Communes et zones de police. — Renonciation à la cession d’immeubles et de terrains. Gemeenten en politiezones. — Afstand overdracht van gebouwen en terreinen.
6134
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6290
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421584
3- 6-2004
409
Jean-Jacques Viseur * Mise en vente publique du Domaine royal d’Argenteuil. Openbare verkoop van het Koninklijk Domein van Argenteuil.
6134
8
2003200421609
7- 6-2004
410
Georges Lenssen
* Application de l’article 66bis du CIR 1992. Toepassing van artikel 66bis van het WIB 1992.
6135
8
2003200421613
8- 6-2004
411
Mw. Trees Pieters
* Versements anticipés revenus 2004. Voorafbetalingen inkomsten 2004.
6135
8
2003200421614
8- 6-2004
412
Mw. Trees Pieters
* Octrois à des non-résidents. — Fiches 281.50 et relevés récapitulatifs 325.50. — Liste actualisée de pays. — E´change d’informations sur la base d’une convention tendant à éviter la double imposition. — Impoˆt des sociétés. Toekenningen aan niet-inwoners. — Fiches 281.50 en samenvattende opgaven 325.50. — Geactualiseerde lijst van landen. — Uitwisseling van inlichtingen op grond van een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting. — Vennootschapsbelasting.
6136
Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
Affaires sociales — Sociale Zaken 1
2003200420994
3- 3-2004
86
Jo Vandeurzen
Biologie clinique. — Système de ristournes. Klinische biologie. — Ristornosysteem.
6212
1
2003200421169 25- 3-2004
94
Mme Muriel Gerkens
Appareils auditifs. — Remboursements. Hoorapparaten. — Terugbetaling.
6214
1
2003200421220
1- 4-2004
97
Daniel Bacquelaine
Exercice de l’orthodontie. Uitoefening van de orthodontie.
6215
8
2003200421592
3- 6-2004
111
Koen Bultinck
* Remboursement des médicaments pour le traitement de la gale (scabies). Terugbetaling medicatie voor schurft of scabie¨s.
6137
8
2003200421600
4- 6-2004
113
Mw. Maggie De Block
* Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Marché de l’emploi. — Besoin d’aide. — Simplification des procédures. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Arbeidsmarkt. — Nood aan hulpmiddelen. — Vereenvoudiging procedures.
6138
8
2003200421601
4- 6-2004
114
Mw. Maggie De Block
* Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Reprise progressive du travail. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Progressieve werkhervatting.
6138
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 CA
DO
6291
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421602
4- 6-2004
115
Mw. Maggie De Block
* Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Rééducation professionnelle. — Statut de choˆmeur au lieu du statut de l’AMI. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — Werkloosheidsstatuut in plaats van ZIV-statuut.
6139
8
2003200421605
7- 6-2004
116
Mw. Maggie De Block
* Sapeurs pompiers volontaires. — Remboursement de frais. — Cotisations de sécurité sociale. Vrijwillige brandweerlieden. — Onkostenvergoeding. — Socialezekerheidsbijdragen.
6140
8
2003200421606
7- 6-2004
117
Mw. Maggie De Block
* Pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Recyclage. — Indemnités de l’AMI. — Relations INAMI et VDAB. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — ZIV-uitkeringen. — Verhouding RIZIV en VDAB.
6141
8
2003200421607
7- 6-2004
118
Mw. Maggie De Block
* Pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Recyclage. — Uniformité des directives destinées aux médecins conseils. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — Eenduidige richtlijnen voor adviserend geneesheren.
6142
8
2003200421619
9- 6-2004
119
Luc Goutry
* Moratoire sur les conventions. Moratorium op conventies.
6143
8
2003200421621
9- 6-2004
120
Mw. Yolande Avontroodt
* Soins infirmiers à domicile. Thuisverpleegkunde.
6143
Santé publique — Volksgezondheid 1
2003200420996
3- 3-2004
134
Pieter De Crem
Influence néfaste de la consommation d’alcool durant la grossesse. Nefaste invloed van alcohol tijdens de zwangerschap.
6218
1
2003200421121 19- 3-2004
145
Mw. Maggie De Block
E´volution des subventions pour les soins palliatifs. Evolutie van de subsidies voor palliatieve zorgen.
6221
1
2003200421221
2- 4-2004
154
Guido De Padt
Indication obligatoire des allergènes sur les étiquettes des aliments. — Allergies alimentaires. Verplichte vermelding van allergenen op etiketten voor levensmiddelen. — Voedselallergiee¨n.
6223
1
2003200421244 13- 4-2004
156
Jo Vandeurzen
Conversion de lits d’hoˆpitaux en lits MRS. Omzetting ziekenhuisbedden in RVT-bedden.
6228
1
2003200421318 20- 4-2004
161
Guido De Padt
Interdiction d’importation d’animaux génétiquement modifiés. Importverbod voor genetisch gemanipuleerde dieren.
6232
1
2003200421373 27- 4-2004
166
Guido De Padt
Consommation de fruits et légumes. — E´tudes émanant des pouvoirs publics. Consumptie van groente en fruit. — Overheidsstudies.
6233
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
795
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6292
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200421339
6- 5-2004
180
Mark Verhaegen
Lutte contre l’épidémie de peste aviaire. — Montant total des couˆts. Bestrijding vogelpestepidemie. — Volledige som van de kosten.
6236
1
2003200421396 11- 5-2004
183
Guido De Padt
UE. — Introduction de la première variété de maı¨s génétiquement modifié. EU. — Introductie van de eerste genetisch gemanipuleerde maı¨ssoort.
6240
1
2003200421528 19- 5-2004
192
Guido De Padt
Lapins domestiques. Houden van konijnen als huisdier.
6242
1
2003200421529 19- 5-2004
193
Guido De Padt
Cancer de la peau. Huidkanker.
6242
8
2003200421566 27- 5-2004
197
Guido De Padt
* Interdiction de vaccination contre la fièvre aphteuse en Belgique. — Risques liés à la politique de non-vaccination. Verbod inenting tegen mond- en klauwzeer in Belgie¨. — Risico’s van het non-vaccinatiebeleid.
6145
8
2003200421567 27- 5-2004
198
Guido De Padt
* Utilisation d’antibiotiques dans l’élevage et la pisciculture et dans les produits destinés à la consommation humaine. Gebruik van antibiotica in de vee- en visteelt en bij producten bestemd voor menselijke consumptie.
6145
1
2003200421570 28- 5-2004
199
Mme Catherine Doyen-Fonck
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6245
8
2003200421589
3- 6-2004
201
Mw. Annelies Storms
* Projets-pilotes en matière « d’activation » dans le domaine des soins de santé mentale. Pilootprojecten rond « activering » in de geestelijke gezondheidszorg.
6146
8
2003200421590
3- 6-2004
202
Mw. Yolande Avontroodt
* Agrément d’infirmiers en chef. — E´valuation des fonctions. Erkenning van hoofdverpleegkundigen. — Functiewaardering.
6147
1
2003200421596
3- 6-2004
203
Jo Vandeurzen
Hoˆpitaux. — Responsabilité du conseil médical. Ziekenhuizen. — Aansprakelijkheid van de medische raad.
6246
8
2003200421603
4- 6-2004
204
Mme Colette Burgeon
* Prévention en matière d’obésité. — Conférence interministérielle de la Santé. Preventie van zwaarlijvigheid. — Interministerie¨le Conferentie Volksgezondheid.
6148
8
2003200421604
4- 6-2004
205
Mme Colette Burgeon
* Préservatifs. — Nitrosamine. Condooms. — Nitrosaminen.
6148
8
2003200421620
9- 6-2004
206
Mw. Magda De Meyer
* Interdiction de la vente libre de colliers électriques pour chiens. Verbod op de vrije verkoop van stroomhalsbanden voor honden.
6149
1
2003200421624
9- 6-2004
209
Mw. Yolande Avontroodt
Banque de données fédérale des professionnels des soins de santé. Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen.
6247
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 CA
DO
6293
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
2003200421625
9- 6-2004
210
Mw. Maggie De Block
* Rapport relatif à la suppression des différences de pratiques injustifiées. Rapport over het wegwerken van onverantwoorde praktijkverschillen.
6150
8
2003200421626
9- 6-2004
211
Mw. Maggie De Block
* E´tudes scientifiques sur la fibromyalgie. Wetenschappelijk onderzoek naar fibromyalgie.
6150
1
2003200421630
9- 6-2004
215
Jo Vandeurzen
Revalorisation du statut d’infirmier en chef. Herwaardering statuut hoofdverpleegkundige.
6249
8
2003200421631
9- 6-2004
216
Jo Vandeurzen
* Aide aux toxicomanes. Drughulpverlening.
6151
8
2003200421632
9- 6-2004
217
Mw. Yolande Avontroodt
* Don d’organes. Orgaandonatie.
6151
8
2003200421633
9- 6-2004
218
Jo Vandeurzen
* Centres spécialisés dans le traitement de la douleur. — Attribution de conventions. Pijncentra. — Toewijzing van conventies.
6152
8
2003200421634
9- 6-2004
219
Mw. Magda De Meyer
* Formalités administratives liées à la délivrance de médicaments destinés aux pigeons voyageurs. Administratieve rompslomp voor geneesmiddelen toegediend aan reisduiven.
6152
8
2003200421643
9- 6-2004
223
Mw. Yolande Avontroodt
* Volontaires des services d’urgence. — Avis du CNT sur des projets d’arrêté royal. Vrijwilligers in de dringende hulpverlening. — Advies NAR over ontwerpen van koninklijk besluit.
6153
Ministre de l’E´conomie, de l’E´nergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid E´conomie — Economie 1
2003200421560 27- 5-2004
114
Mme Catherine Doyen-Fonck
8
2003200421266
8- 6-2004
117
Francis Van den Eynde
1
2003200421579 29- 6-2004
126
Mme Catherine Doyen-Fonck
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt. * Pillage des matières premières au Congo. Grondstoffenplundering in Kongo. Politique de facturation pratiquée par les intercommunales de distribution d’eau. Factureringsbeleid van de intercommunales voor drinkwatervoorziening.
6253
6154 6254
E´nergie — Energie 1
2003200421553 25- 5-2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
48
Pierre Lano
Libéralisation du marché de l’énergie. — Fournisseurs standard. — Tarification pour les livraisons standard aux consommateurs éligibles. Liberalisering energiemarkt. — Standaardleveranciers. — Tariefbepaling voor standaardleveringen aan verkiesbare afnemers.
2003
2004
6255
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6294
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
2003200421560 27- 5-2004
Mme Catherine Doyen-Fonck
49
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6258
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 1
2003200421560 27- 5-2004
18
Mme Catherine Doyen-Fonck
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6259
1
2003200421252 11- 6-2004
21
Mme Muriel Gerkens
Fonctionnement du controˆle de sécurité d’Euratom. Werking van de veiligheidscontrole van Euratom.
6260
Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 1
2003200421560 27- 5-2004
20
Mme Catherine Doyen-Fonck
SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6262
Ministre de la Mobilité et de l’E´conomie sociale Minister van Mobiliteit en Sociale Economie
Mobilité — Mobiliteit 1
2003200421554 25- 5-2004
123
Jan Mortelmans
SNCB. — Ligne vers Neerpelt. — Défaillance du système de ventilation. — Résultats de l’enquête. NMBS. — Lijn naar Neerpelt. — Uitvallen van de luchtverversingsinstallatie. — Resultaten onderzoek.
6263
1
2003200421557 26- 5-2004
124
Jan Mortelmans
SNCB. — Incident à la suite d’une défaillance du système de ventilation. — Paiement d’indemnités. NMBS. — Incident aangaande defecte luchtverversingsinstallatie. — Uitbetaling vergoedingen.
6264
1
2003200421640
126
Guido De Padt
Nuisances sonores provoquées par les voitures. — Utilisation de « pneus silencieux ». Geluidshinder van auto’s. — Gebruik van « fluisterbanden ».
6265
9- 6-2004
E´conomie sociale — Sociale Economie 1
2003200421570 28- 5-2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
22
Mme Catherine Doyen-Fonck
2003
SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
2004
6267
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 CA
DO
6295
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Fonction publique — Ambtenarenzaken 8
2003200421610
7- 6-2004
66
Mme Catherine Doyen-Fonck
* Sélection d’un assistant planning manager. Selectie van een assistent van de planning manager.
6155
8
2003200421611
7- 6-2004
67
Mme Catherine Doyen-Fonck
* Communication des résultats des mesures de compétences. Bekendmaking van de resultaten van de competentiemetingen.
6156
8
2003200421612
7- 6-2004
68
Mme Catherine Doyen-Fonck
* Délivrance par le Selor d’un document administratif. Afgifte van een bestuursdocument door Selor.
6157
1
2003200421651 11- 6-2004
69
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6268
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 8
2003200421560 27- 5-2004
43
Mme Catherine Doyen-Fonck
* SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6158
8
2003200421575
2- 6-2004
45
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans. Aantal leefloners jonger dan 25 jaar.
6159
8
2003200421576
2- 6-2004
46
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration. Aantal leefloners.
6159
8
2003200421594
3- 6-2004
48
Mw. Sabien Lahaye-Battheu
* Intérim d’insertion. — Agences d’intérim agréées. — Contrats de travail à durée indéterminée. Invoeginterim. — Erkende uitzendkantoren. — Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.
6160
8
2003200421283
9- 7-2004
49
Roel Deseyn
* Connexion à l’internet de dix maisons de repos en Wallonie. Aansluiting van tien rusthuizen op het internet in Wallonie¨.
6160
Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 8
2003200421560 27- 5-2004
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
15
Mme Catherine Doyen-Fonck
2003
* SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
2004
6161
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004
6296
CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord Gelijke Kansen — E´galité des chances
8
2003200421560 27- 5-2004
13
Mme Catherine Doyen-Fonck
* SPP. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. POD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6162
8
2003200421570 28- 5-2004
14
Mme Catherine Doyen-Fonck
* SPF. — Place réservée aux femmes dans une fonction de management ou d’encadrement. FOD. — Aantal vrouwen dat een management- of kaderfunctie bekleedt.
6162
Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Agriculture — Landbouw 1
2003200421639
9- 6-2004
29
Guido De Padt
Agriculteurs. — Charges et formalités administratives. Landbouwers. — Administratieve lasten en formaliteiten.
6269
1
2003200421648 10- 6-2004
30
Guido De Padt
Agriculteurs et éleveurs de bétail belges. — Recouvrement de subventions européennes induˆment octroyées. Belgische landbouwers en veehouders. — Terugvordering van ten onrechte betaalde Europese subsidies.
6271
Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling Environnement — Leefmilieu 1
2003200421640
9- 6-2004
23
Guido De Padt
Nuisances sonores provoquées par les voitures. — Utilisation de « pneus silencieux ». Geluidshinder van auto’s. — Gebruik van « fluisterbanden ».
6272
Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 1
2003200421283
4- 6-2004
18
Roel Deseyn
Connexion à l’internet de dix maisons de repos en Wallonie. Aansluiting van tien rusthuizen op het internet in Wallonie¨.
6274
1
2003200421650 11- 6-2004
19
Roel Deseyn
Inventaire des initiatives relatives à la réduction de la fracture numérique. — Budget. Inventaris van de initiatieven betreffende de vermindering van de digitale kloof. — Budget.
6275
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
2003
2004
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
QRVA 51 040 12 - 07 - 2004 CA
DO
6297
Date Datum
Question no Vraag nr.
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
2003200421651 11- 6-2004
20
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6276
1
2003200421653 11- 6-2004
21
Roel Deseyn
Inventaire des initiatives relatives à la réduction de la fracture numérique. — Plan d’action définitif. Inventaris van de initiatieven betreffende de vermindering van de digitale kloof. — Definitief actieplan.
6278
Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
1
2003200421569 27- 5-2004
20
Mme Zoé Genot
Couˆt de la journée « états généraux de la Famille ». Kostprijs van de slotzitting van de staten-generaal van het Gezin.
6279
1
2003200421651 11- 6-2004
21
Gerolf Annemans
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
6280
Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen
1
2003200421651 11- 6-2004
27
Gerolf Annemans
2003
CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE
S.A. IMPRIMERIE
Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.
2004
E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.
6282
KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
379