Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 042

QRVA 51 042

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

02 - 08 - 2004

811 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2003

2004

KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6428

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BLOK VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]

CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

CRIV :

2003

2004

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6429

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 6433 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 6439

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

6439

Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

6440

Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

6443

Ministre des Affaires étrangères

—

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

6446

Minister van Landsverdediging

6446

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

6450

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

—

Minister van Middenstand en Landbouw

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs

—

Minister van Werk en Consumentenzaken

Ministre de la Coopération au développement

—

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

6454

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Ministre de la Mobilité

—

Minister van Mobiliteit

Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques

—

Minister van Leefmilieu en Pensioenen

—

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

—

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

—

Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

—

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6431

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 6457

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

6457 — 6462 6471 6488 6497 6515 —

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

6519 6553 6557 6562 — 6553 —

6564

Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Buitenlandse Zaken Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Mobiliteit Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

—

Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

—

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—


—

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

—

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2003

2004

Page/Blz. 6575


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6433

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum 10- 6-2004

Question no Vraag nr. 26

Auteur

Page Blz.

Mw. Maggie De Block 6333

1- 3-2004 8- 3-2004 93051320212626305667101317263-

3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

201 203 206 222 229 233 238 244 247 249 256 260 264 265 268 272 277 283 285 288

Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Daan Schalck Guy D’haeseleer Guido De Padt Mme Muriel Gerkens François-Xavier de Donnea Guido De Padt François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Jo Vandeurzen Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Guido De Padt Alfons Borginon Alfons Borginon Mw. Martine Taelman Walter Muls Mw. Dalila Douifi Walter Muls Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Guido De Padt Alfons Borginon Gerolf Annemans Jo Vandeurzen

Question no Vraag nr. 289

6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

291 292 293 294

232 233 366 1091 2349 3201

17- 6-2004 18- 6-2004

296 297

3909 4253

31- 7-2003

6

4254 4255 4704 4878 4880 5039 5040 5311 5312 5456 5457 5609 5610 5612 5614 5827 5969 5970 6111

30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 28-10-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 28-11-2003 5-12-2003 9-12-2003 5- 1-2004 8- 1-2004 12- 1-2004 14- 1-2004

45 54 66 70 81 83 97 104 137 138 150 152 158 169 174 180 195 206 208 215

2003

2004

Vice-eerste minister en minister van Justitie 22 25 30 66 112 158 191

3- 6-2004 9111114-


20- 8-2003 21- 8-2003 2- 9-2003 21-10-2003 12-12-2003 27- 1-2004 24- 2-2004

Date Datum

Auteur Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Olivier Maingain Gerolf Annemans Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu

Page Blz. 6112 6114 6311 6312 6313 6439 6440

Ministre des Finances Minister van Financie¨n Ludo Van Campenhout Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hendrik Bogaert

244 689 947 1117 1364 1694 1697 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2094 2223 2228 2597 2784 2787 2800

* Liste cloˆturée le 30 juillet 2004 * Lijst afgesloten op 30 juli 2004



QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6434

Date Datum

Question no Vraag nr.

26- 1-2004 29- 1-2004

236 240

392318191922222929301315202227283051111121213171824242426272822788-

2-2004 2-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

254 273 274 281 305 316 317 318 320 333 334 336 345 350 352 353 355 357 366 367 375 377 387 388 389 391 394 397 398 399 400 401 404 405 407 410 411 412

Auteur Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Willy Cortois Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Ludo Van Campenhout Carl Devlies Guido De Padt Georges Lenssen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters


Page Blz. 3225 3422 3656 3922 3923 4107 4281 4575 4575 4576 4577 4724 4724 4725 4898 5071 5075 5332 5333 5334 5470 5471 5622 5623 5624 5625 5836 5836 5837 5977 5979 5980 5982 6128

Date Datum 1515222323-

6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

Question no Vraag nr. 416 417 420 421 422

Auteur Carl Devlies Geert Versnick Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters

Page Blz. 6323 6323 6440 6442 6442

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting

28- 5-2004

22

Mw. Sabien LahayeBattheu

6117

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

22- 9-2003 18-11-2003 10-12-2003 30-12-2003 5- 1-2004 24- 2-2004 13- 4-2004 27- 4-2004 13- 5-2004 25- 5-2004 3- 6-2004 10- 6-2004 10- 6-2004 11- 6-2004 11- 6-2004

81 95 112 121 122 170 184 202 211 214 218 219 220 222 224

Guido De Padt Daan Schalck Daan Schalck Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Geert Lambert Stijn Bex Guido De Padt Gerolf Annemans Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Jan Mortelmans Roel Deseyn Mw. Maggie De Block

1509 1681 2218 2453 2583 4097 4887 5618 5972 5973 6118 6313 6314 6315 6316


6130 6132 6134 6135 6135 6136

1-12-2003 16- 3-2004

2003

2004

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 203 212

Jo Vandeurzen Melchior Wathelet

4260 4424


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004 Question no Vraag nr.

Date Datum 16152317311141423-

6435

3-2004 4-2004 4-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

213 239 263 281 289 290 291 292 296

Auteur Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Filip De Man Dirk Claes Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Melchior Wathelet Melchior Wathelet Mark Verhaegen

Page Blz. 4424 5048 5327 5833 6120 6317 6318 6320 6443


Date Datum

34 38 41 45 47 51 57 58 59 60 61 62 63 65 66 67 70 71 74 87

Francis Van den Eynde Roel Deseyn Alfons Borginon André Frédéric Yvan Mayeur Mme Marie Nagy Roel Deseyn Claude Marinower Mme Zoé Genot Geert Lambert Pieter De Crem Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Pieter De Crem Willy Cortois Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie

11- 6-2004 17- 6-2004 22- 6-2004

1348 1674 1931 2078 2350 2582 3202 3416 3641 3804 3804 3911 3912 4095 4096 4257 4563 4881 5041 5971

Minister van Landsverdediging 36 45 98

Karel Pinxten Luc Sevenhans Alain Courtois


120 121 123

Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Trees Pieters

6329 6446 6447

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel

Ministre de la Défense

28-11-2003 16-12-2003 21- 6-2004

Auteur

Page Blz.

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Buitenlandse Zaken 29-10-2003 18-11-2003 26-11-2003 3-12-2003 15-12-2003 7- 1-2004 28- 1-2004 2- 2-2004 6- 2-2004 16- 2-2004 17- 2-2004 25- 2-2004 25- 2-2004 1- 3-2004 3- 3-2004 5- 3-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 13- 4-2004 26- 5-2004


21- 6-2004

22

Guido De Padt

6449

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken

24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 9- 2-2004 3341718116-

3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004

2091 2359 6446

22- 4-2004 24- 5-2004 4- 6-2004

2003

2004

7 14 19 20 25 41 78 83 84 87 90 91 96 100 102 109 113

Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Mw. Annelies Storms Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block

40 253 601 602 778 1523 3663 4111 4114 4282 4435 4581 4899 5077 5336 5983 6138


812

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6436

Date Datum


4- 6-2004 7- 6-2004 9- 6-2004

114 118 120

11- 6-2004 15- 6-2004 16- 6-2004

122 123 124

16- 6-2004

125

18- 6-2004

127

23- 6-2004

128

Auteur Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Ludo Van Campenhout Mw. Yolande Avontroodt

Page Blz. 6138 6142 6143 6324 6326 6326 6327 6450

Date Datum


9- 6-2004 9- 6-2004

210 217

9- 6-2004 9- 6-2004 1118212123-

6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

16293019294-

3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 5-2004

11 12 14 44 47 66 108 140 141 152 153 158 171 173

6- 5-2004 10- 5-2004 10- 5-2004

179 181 182

192526449-

194 195 196 204 205 206

5-2004 5-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Miguel Chevalier Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Annelies Storms Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Mw. Trees Pieters Pierre Lano Mme Colette Burgeon Mme Colette Burgeon Mw. Magda De Meyer


224 228 229 231 232

Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Guido De Padt Guido De Padt Mme Colette Burgeon Mw. Magda De Meyer

6150 6151 6152 6153 6328 6452 6453 6453 6454

Ministre de l’Emploi et Protection des consommateurs

6451


Santé publique — Volksgezondheid

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 23- 1-2004 16- 3-2004

218 223

Auteur

Page Blz.

254 255 256 1123 1125 2099 3230 4438 4438 4731 4732 5078 5476

Emploi — Werk

14-10-2003 5- 1-2004 19- 1-2004 22- 1-2004 23- 1-2004 2931719-

62 67 71 72

3-2004 3-2004 3-2004 3-2004

73 74 75 77

5628 5985 5986 5987 6148 6148 6149

7- 5-2004 14- 5-2004

87 88

242428283-

89 90 93 94 96

2003

2004

5478 5626 5627

24252629-

1-2004 3-2004 3-2004 3-2004

24 50 55 57 58

5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

Filip Anthuenis Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block François-Xavier de Donnea Guido De Padt Jo Vandeurzen Staf Neel Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Geert Lambert Guido De Padt Pieter De Crem

946 2594 3028 3214 3215 3419 4105 4428 4569 4570 4712 4713 4714 5621 5835 5975 5976 6120 6121 6123


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004 Date Datum


3- 6-2004

97

6437

Auteur

Page Blz.

Mw. Maggie De Block 6124

Protection des consommateurs — Consumentenzaken

13- 4-2004 10- 5-2004

24 32

Mw. Greta D’hondt Mw. Nahima Lanjri

4894 6126


Date Datum

Auteur

Page Blz.

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

3-12-2003 13- 2-2004

8 14

André Frédéric Mw. Annelies Storms

2108 3823

Gelijke Kansen — E´galité des chances

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 81321711-

3-2004 4-2004 4-2004 6-2004 6-2004

19 25 26 28 29

Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Mme Karine Lalieux Gerolf Annemans

4270 5068 5069 6563 6321

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

31 40

915182323-

7-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

7 37 48

Mw. Martine Taelman 2136 Mw. Liesbeth Van der Auwera 3051

49 51 52 53 54

Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman


Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde

2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 27- 4-2004

15

Guido De Padt

5631

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

22- 9-2003 31- 3-2004 3- 6-2004

4 5 6 7 8 9 11 12 15 16

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques

Fonction publique — Ambtenarenzaken

9-12-2003 19- 1-2004

30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004

621 4736

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

6160 6160 6330 6454 6455 6456

13- 1-2004 14- 1-2004 22- 3-2004

2003

2004

10 11 13

Mw. Trees Pieters Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters

2834 2836 4595


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6438

Date Datum


Auteur

Page Blz.

Date Datum

Staatssecretaris voor Europese Zaken, en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 9 11 14

Willy Cortois Guido De Padt Gerolf Annemans


Auteur

Page Blz.

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères

19- 1-2004 15- 3-2004 11- 6-2004



3053 4443 6333

24- 3-2004

2003

2004

19

Mw. Greet Van Gool

4597


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6439

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2003200421617

DO 2003200421617

Question no 296 de M. Roel Deseyn du 17 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 296 van de heer Roel Deseyn van 17 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Possibilité de bloquer l’accès aux sites de pornographie infantile sur Internet.

Mogelijkheid tot blokkering van websites met kinderporno.

Dès la fin du mois de juin 2004, les abonnés de British Telecom (BT), un fournisseur britannique d’accès à internet, ne pourront plus accéder aux sites de pornographie infantile. Cette mesure résulte de l’appel lancé par un des responsables du gouvernement britannique à tous les fournisseurs d’accès à internet pour interdire de tels sites. D’autres fournisseurs d’accès prépareraient des mesures similaires.

Vanaf eind juni 2004 zullen de abonnees van de Britse internetprovider British Telecom (BT) geen toegang meer hebben tot websites waarop kinderporno te zien is. De actie is een gevolg van de oproep van een Britse regeringsverantwoordelijke aan alle providers om sites met kinderporno te blokkeren. Andere providers zouden gelijkaardige maatregelen aan het voorbereiden zijn.

1. En Belgique, quelle procédure les fournisseurs d’accès à internet suivent-ils à l’heure actuelle pour bloquer les sites de pornographie infantile ?

1. Welke procedure wordt door Belgische providers momenteel gevolgd om kinderporno te blokkeren ?

2. a) Que pensez-vous de l’initiative britannique ?

2. a) Hoe staat u tegenover het Britse initiatief ?

b) Le gouvernement belge a-t-il l’intention de lancer un appel similaire ?

b) Zal de regering gelijkaardige oproepen lanceren ?

3. a) Quelles actions sont-elles mises en place dans le cadre de la lutte contre la pornographie infantile ?

3. a) Welke acties staan op stapel in de strijd tegen kinderporno op het internet ?

b) Certaines mesures ont-elles déjà été mises en œuvre ?

b) Welke zijn reeds in uitvoering ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6440

DO 2003200421682

DO 2003200421682

Question no 297 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 18 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 297 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 18 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Nombre de détenus ayant voté par procuration lors des élections du 13 juin 2004.

Aantal gevangenen dat op 13 juni 2004 tijdens de verkiezingen bij volmacht heeft gestemd.

Des élections ont été organisées dans notre pays le 13 juin 2004. Les personnes ne pouvant se rendre aux urnes pour cause de maladie ou qui séjournaient à l’étranger pouvaient exprimer leur vote par procuration. Conformément à l’article 147bis du Code électoral, les détenus peuvent également voter par procuration. ` combien s’élève le nombre de détenus, par prison, A qui ont voté par procuration le dimanche 13 juin 2004 :

Op 13 juni 2004 kende ons land verkiezingen. Mensen die wegens ziekte niet konden gaan stemmen, of in het buitenland verbleven, konden hun stem toch uitbrengen bij volmacht. In artikel 147bis van het Kieswetboek wordt voorzien dat ook gevangenen door middel van volmacht hun stem kunnen uitbrengen. Hoeveel gevangenen hebben, per gevangenis, op zondag 13 juni 2004 bij volmacht gestemd :

1. pour le Parlement européen;

1. voor het Europees Parlement;

2. pour le Parlement flamand;

2. voor het Vlaams Parlement;

3. pour le Conseil régional wallon;

3. voor de Waalse Gewestraad;

4. pour le Conseil de la Région de BruxellesCapitale;

4. voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad;

5. pour le Conseil de la Communauté germanophone ?

5. voor de Duitstalige Gemeenschapsraad ?



DO 2003200421697

DO 2003200421697

Question no 420 de Mme Trees Pieters du 22 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 420 van mevrouw Trees Pieters van 22 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Biens immobiliers ou parties de biens immobiliers dont on dispose gratuitement ou à des conditions avantageuses. — Estimation forfaitaire. — Chefs d’entreprise. — Personnes morales. — Comptabilité. — Grands et petits travaux d’entretien et de réparation. — Entretien du jardin et du baˆtiment par des firmes spécialisées.

Kosteloze of voordelige beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen. — Forfaitaire raming. — Bedrijfsleiders. — Rechtspersonen. — Boekhouding. — Grove en kleine onderhouds- en herstellingswerken. — Onderhoud van de tuin en het gebouw door gespecialiseerde firma’s.

Aux termes des dispositions réglementaires de l’article 18, § 3, 2o AR/CIR 1992, l’avantage imposable de toute nature est établi forfaitairement à 100/60 ou 100/ 90 du revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier selon qu’il s’agit d’un bien immobilier baˆti ou non baˆti.

Luidens de reglementaire bepalingen van artikel 18, § 3, 2o KB/WIB 1992 wordt het belastbaar voordeel van alle aard forfaitair vastgesteld op 100/60 of 100/90 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed naargelang het een gebouwd of een ongebouwd onroerend goed betreft.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6441

Par dérogation à l’alinéa précité, l’avantage est établi comme suit pour les biens immobiliers baˆtis ou les parties de tels biens qui sont mis à disposition par des « personnes morales » :

In afwijking van het voornoemd lid wordt, voor gebouwde onroerende goederen of gedeelten daarvan die ter beschikking worden gesteld door « rechtspersonen », het voordeel als volgt vastgesteld :

a) si le revenu cadastral (RC) du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier est inférieur ou égal à 745 euros : 100/60 du revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier, multipliés par 1,25;

a) indien het kadastrale inkomen (KI) van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed kleiner is dan of gelijk is aan 745 euro : 100/60 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed, vermenigvuldigd met 1,25;

b) si le revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier est supérieur à 745 euros : 100/60 du revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier, multipliés par 2.

b) indien het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed groter is dan 745 euro : 100/60 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed, vermenigvuldigd met 2.

Au moment ou` on établit l’avantage imposable de toute nature qui découle du fait de disposer gratuitement de biens immobiliers ou de parties de biens immobiliers, le RC indexé joue donc en principe un roˆle très important.

Bij de vaststelling van het belastbaar voordeel van alle aard dat voortvloeit uit de kosteloze beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen, speelt het geı¨ndexeerd KI in principe dus een zeer belangrijke rol.

Le RC à prendre en considération est celui signifié par l’administration du Cadastre, notamment sur la base des dispositions légales des articles 477, 478 et 479, CIR 1992, en tenant compte des travaux d’entretien et de réparation forfaitaires.

Het in aanmerking te nemen KI is het KI dat door de administratie van het Kadaster is betekend en onder andere werd bepaald overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de artikelen 477, 478 en 479, WIB 1992, waarbij rekening werd gehouden met forfaitaire onderhouds- en herstellingswerken.

Tant l’allée que le parking, le jardin de devant et de derrière, les trottoirs, la terrasse, le potager, les arbres et les arbustes, l’abri de jardin, une serre, un étang à poissons, une piscine, la cloˆture et diverses autres dépendances baˆties et non baˆties constituent une seule parcelle cadastrale baˆtie et sont également inclus dans l’actif ou le patrimoine de la personne morale de sorte qu’elles subissent le risque de l’entreprise.

Zowel de oprit, de parking, de voor- en achtertuin, plankieren, de stoep, het terras, de moestuin, bomen en struiken, het tuinhuisje, een serre, een visvijver, een zwembad, de omheining en diverse andere gebouwde of ongebouwde aanhorigheden vormen daarbij éénzelfde bebouwd kadastraal perceel en zijn eveneens opgenomen in het actief of patrimonium van de rechtspersoon en ondergaan derhalve het risico van de onderneming.

Il est clair que tous les gros et petits travaux possibles et imaginables à l’immeuble mis à disposition tout à fait gratuitement ou non ainsi qu’à toutes les dépendances et annexes baˆties ou non (telles que le jardin) et exécutés par un entrepreneur enregistré dans le domaine de l’aménagement et de l’entretien des jardins sont imputables à la (pleine) propriété de la personne morale à charge de cette société et peuvent éventuellement être amortis fiscalement conformément aux dispositions des articles 49, 52, 6o et 61, CIR 1992.

Het is duidelijk dat alle mogelijke grove en kleine onderhoudswerken aan het al dan niet geheel gratis ter beschikking gestelde gebouw en van alle mogelijk gebouwde of ongebouwde aanof bijhorigheden (zoals de tuin) uitgevoerd door een geregistreerd aannemer van tuinaanleg- en onderhoud aan de (volle) eigendom van de rechtspersoon ten laste van die vennootschap vallen en fiscaal eventueel kunnen worden afgeschreven overeenkomstig de bepalingen van artikelen 49, 52, 6o en 61, WIB 1992.

Toutefois, dans la pratique, se posent encore et toujours les questions d’ordre général et de nature fiscale et comptable suivantes.

In de praktijk rijzen echter wel nog steeds de volgende algemene pertinente fiscale en boekhoudkundige vragen.

1. a) Tous les travaux de réparation et d’entretien possibles et imaginables qui en vertu du Code civil doivent en principe être supportés par le locataire ou l’habitant doivent-ils encore être ajoutés à titre

1. a) Moeten alle mogelijke herstellings- en onderhoudswerken die krachtens het Burgerlijk Wetboek in beginsel door de huurder of bewoner moeten worden gedragen als een extra-voordeel


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6442

d’avantage supplémentaire de toute nature imposable au nom des dirigeants de l’entreprise au premier avantage forfaitaire cité ou y sont-ils déjà inclus ? b) Les dispositions légales et réglementaires du CIR 1992 qui sont d’ordre public priment-elles en l’occurrence et l’adage « in dubio contra fiscum » est-il d’application ? 2. Dans quels comptes de bilan et de résultats (numéros de comptes) de la personne morale, les éléments suivants doivent-ils être enregistrés : a) le loyer mensuel déjà partiellement imputé; b) les frais de réparation et d’entretien qui selon la jurisprudence et les conceptions usuelles sont à charge du locataire-dirigeant d’entreprise ou de l’habitant; c) les frais de réparation et d’entretien qui selon la jurisprudence et les usages sont à charge de la société-propriétaire ? 3. Pourriez-vous exposer vos conception et méthodologie d’ordre général et de portée pratique compte tenu tant des dispositions des articles 30, 2o; 32, 36, premier et deuxième alinéas; 477 et suivants du CIR 1992 et des dispositions réglementaires exécutoires concernées, du principe constitutionnel de légalité et du Code civil que de la Loi comptable et des avis rendus en la matière par la commission des Normes comptables ?

van alle aard belastbaar ten name van de bedrijfsleiders nog aan eerstgenoemd forfaitair bepaald voordeel worden toegevoegd of zijn deze er reeds integraal in vervat ? b) Primeren alhier de wettelijke en reglementaire bepalingen van het WIB 1992 die van openbare orde zijn en geldt het adagium « in dubio contra fiscum » ? 2. Op al welke balans- en resultatenrekeningen (rekeningennummers) van de rechtspersoon moeten de volgende elementen worden geboekt : a) de reeds gedeeltelijk aangerenkende maandelijkse huur; b) de herstellings- en onderhoudskosten die volgens de jurisprudentie en de gangbare opvattingen ten laste van de huurder-bedrijfsleider of bewoner vallen; c) de herstellings- en onderhoudskosten die volgens de rechtspraak en de gebruiken ten laste van de vennootschap-eigenares vallen ? 3. Kan u uw algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van zowel de bepalingen van de artikelen 30, 2o; 32, 36, eerste en tweede lid; 477 en volgende van het WIB 1992 en de desbetreffende reglementaire uitvoeringsbepalingen, het grondwettelijk legaliteitsbeginsel, het Burgerlijk Wetboek als de Boekhoudwet en de terzake uitgevaardigde adviezen van de commissie voor Boekhoudkundige Normen ?

DO 2003200421702

DO 2003200421702

Question no 421 de M. Geert Versnick du 23 juin 2004 (N.) au ministre des Finances : Bureaux de controˆle. — Nombre de contribuables. — Nombre de réclamations. 1. Combien de contribuables les bureaux de controˆle comptent-ils en moyenne par Région ? 2. Combien, par Région, chaque agent en charge des réclamations de réclamations traite-t-il de dossiers ?

Vraag nr. 421 van de heer Geert Versnick van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n : Controlekantoren. — Aantal belastingplichtigen. — Aantal bezwaarschriften. 1. Wat is het gemiddeld aantal belastingplichtigen per controlekantoor in respectievelijk de drie gewesten van ons land ? 2. Hoeveel bezwaarschriften worden in diezelfde omschrijving behandeld per persoon die bezwaarschriften behandelt ?

DO 2003200421706

DO 2003200421706

Question no 422 de Mme Trees Pieters du 23 juin 2004 (N.) au ministre des Finances : Exonération de cotisations de société. — Position de l’administration fiscale. L’article 92bis de la loi du 30 décembre 1992 portant des dispositions sociales diverses (modifié par

Vraag nr. 422 van mevrouw Trees Pieters van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n : Vrijstelling van vennootschapsbijdragen. — Standpunt van de fiscale administratie. Artikel 92bis van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen (gewijzigd bij


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6443

l’article 203 de la loi du 25 janvier 1999 portant des dispositions sociales) stipule ce qui suit : « Les sociétés qui, au moyen d’une attestation délivrée par l’administration fiscale des contributions directes, peuvent prouver qu’elles n’ont exercé aucune activité commerciale ou civile pendant une ou plusieurs années civiles complètes, ne sont pas redevables de la cotisation visée à l’article 91 pour les années concernées ».

artikel 203 van de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen) bepaalt : « De vennootschappen, die door middel van een attest afgeleverd door de administratie der directe belastingen, kunnen bewijzen dat zij gedurende één of meerdere volledige kalenderjaren geen handelsof burgerrechtelijke activiteit hebben uitgeoefend, zijn de in artikel 91 bedoelde bijdrage voor de betrokken jaren niet verschuldigd ».

Il me revient que l’administration fiscale n’interpréterait pas partout de la même manière la notion de « société n’ayant exercé aucune activité commerciale ou civile ». Alors qu’un bureau de controˆle estime qu’il suffit qu’aucun chiffre d’affaires n’ait été réalisé au cours de la période concernée, un autre bureau de controˆle estime qu’il est toujours question d’activité lorsque des amortissements sont encore en cours par exemple ou que l’entreprise est encore assujettie à la TVA.

Naar vernomen zou de fiscale administratie niet overal op dezelfde manier invulling geven aan het begrip « vennootschap die geen handelsof burgerrechtelijke activiteit heeft uitgeoefend ». Voor de ene controle zou het op zich volstaan dat er in de betrokken periode geen zakencijfer werd gerealiseerd, voor de andere controle is er nog altijd sprake van activiteit wanneer er bijvoorbeeld nog afschrijvingen worden toegepast of wanneer er onderwerping blijft aan de BTW-regeling.

1. Qu’entend votre administration par « société qui n’a exercé aucune activité commerciale ou civile » ?

1. Wat verstaat uw administratie onder « vennootschap die geen handelsof burgerrechtelijke activiteit heeft uitgeoefend » ?

2. Pourriez-vous m’indiquer si les services de controˆle des sociétés interprètent différemment cette notion et/ou si des prescriptions uniformes sont d’application en la matière ?

2. Kunt u melden of er door de controle van vennootschappen inderdaad verschillend geoordeeld wordt en/of er terzake eenvormige voorschriften gelden ?


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2003200421701

DO 2003200421701

Question no 296 de M. Mark Verhaegen du 23 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 296 van de heer Mark Verhaegen van 23 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Projet de directive ministérielle MFO2 relative au mécanisme de solidarité entre les zones de police en matière de renforts pour des missions de police administrative.

Ontwerp van ministerie¨le richtlijn MFO2 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie.

La directive MFO2ter, qui a pour but de réduire le recours à la capacité hypothéquée, pénalise les petites zones de police abritant sur leur territoire une équipe de football de première division nationale.

Met het doel de inzet van de gehypothekeerde capaciteit te verminderen worden door de invoering van deze MFO2ter, de kleine politiezones met een voetbalploeg uit eerste nationale op hun grondgebied, gepenaliseerd.

Il est indéniable que le football constitue un phénomène national, et non local.

Men kan niet ontkennen dat voetbal geen lokaal, maar een nationaal fenomeen is.

La zone de police Zuiderkempen (communes de Herselt, Hulshout et Westerlo), dont j’ai l’honneur d’assumer la présidence, abrite sur son territoire le VC Westerlo.

De politiezone Zuiderkempen (gemeenten Herselt, Hulshout en Westerlo) welke ik met het Voorzitterschap dien, heeft op zijn grondgebied VC Westerlo.


2003

2004


813

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6444

Pour la saison 2003-2004, les effectifs hycap ont été diminués de pas moins de 45 % par rapport à la saison précédente. Différents facteurs interviennent à cet égard : le club de football et sa direction qui assument l’entière responsabilité en ce qui concerne la sécurité à l’intérieur et aux abords du stade, les zones de police avec des supporters à risques qui surveillent les hooligans de près et appliquent adéquatement la réglementation, la menace limitée, voir inexistante émanant des propres supporters, l’approche de la police locale à l’égard de l’évènement.

Voor het seizoen 2003-2004 werden de effectieven aan hycap verminderd met maar liefst 45 % ten opzichte van het vorige seizoen. Verschillende factoren spelen hierbij een rol : de voetbalclub en haar bestuur die de volle verantwoordelijkheid ten aanzien van de veiligheid in en rond het stadion opnemen, de politiezones met risicosupporters die de hooligans op de voet volgen en de bestaande regelgeving adequaat hanteren, de geringe, zoniet onbestaande dreiging die uitgaat van de eigen supporters, de aanpak van de lokale politie van het gebeuren.

La circulaire MFO2ter, qui constitue déjà entretemps la troisième version en un peu plus d’un an et à laquelle vient encore s’ajouter une note interprétative visant à préciser une circulaire, instaure un système à plusieurs paliers.

Met de MFO2ter, ondertussen reeds de derde versie in iets meer dan een jaar met bovenop nog een interpretatieve nota om een omzendbrief te verduidelijken, wordt een getrapt systeem ingevoerd.

En vertu de ce système, pour la gestion de l’évènement « football », qui est un évènement prévu, il doit être fait appel, dans l’ordre suivant :

In het getrapte systeem voor het beheer van de gebeurtenis « voetbal », dat een voorziene gebeurtenis is, moet beroep gedaan worden in de volgende orde op :

I. aux moyens propres (minimum 12 %);

I. eigen inzet (minimum 12 %);

II. au soutien latéral d’arrondissement avec compensation obligatoire (quelque 12 membres du personnel pour notre arrondissement) (solidarité d’arrondissement);

II. arrondissementele laterale steun met verplichte compensatie (ongeveer 12 personeelsleden voor ons arrondissement) (arrondissementele solidariteit);

III. au soutien latéral obligatoire de la zone de police des supporters visiteurs;

III. verplichte laterale steun van de politiezone van de bezoekende supporters;

IV. à la hycap obligatoire de la zone de police des supporters visiteurs;

IV. verplichte hycap van de politiezone van de bezoekende supporters;

V. à la police fédérale (soutien fédéral)

V. federale politie (federale steun)

A. DAR

A. DAR

B. Corps d’intervention

B. Interventiekorps

C. Aspirants;

C. Aspiranten;

VI. à la hycap ou solidarité nationale.

VI. Hycap of nationale solidariteit.

Ce système pénalise la petite zone de police qui rencontrera de sérieux problèmes pour garantir le service de police de base.

Dit systeem zorgt ervoor dat een kleine politiezone gestraft wordt en ernstige problemen zal krijgen om de basispolitiezorg te garanderen.

1. En effet, elle pourra être contrainte d’envoyer à chaque fois, outre les deux spotters, cinq agents supplémentaires lors des matches en déplacement. Ces agents ne peuvent contribuer en rien au maintien de l’ordre sur place, car ils ne peuvent intervenir en tant qu’unité complète (même pas en tant que section). En outre, les supporters de Westerlo doivent être protégés des supporters à risques et ils ne représentent pas la moindre menace. La mission de ces cinq membres du personnel, provenant de la zone de police Zuiderkempen, consisterait alors à intervenir auprès de l’autre camp, c’est-à-dire précisément ce que l’on veut éviter en envoyant des effectifs de la zone propre. Il va de soi

1. Zij zal immers bij uitwedstrijden kunnen verplicht worden naast de twee spotters tevens vijf extra manschappen mee te sturen. Manschappen die geen enkele bijdrage kunnen leveren aan de ordehandhaving ter plaatse omdat zij niet als een voltallige eenheid kunnen optreden (zelfs niet in sectieverband). Bovendien dienen de supporters van Westerlo beschermd te worden tegen risicosupporters en gaat er van hen geen enkele dreiging uit. De opdracht van deze vijf personeelsleden, afkomstig uit de politiezone Zuiderkempen, zou er dan uit bestaan om op te treden naar de andere partij, net wat men wil vermijden met het meesturen van mensen uit de eigen zone. Het hoeft


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6445

que cette mesure est peu efficace et hypothèque lourdement le fonctionnement d’une petite zone de police.

geen betoog dat dit weinig effectief is en een zware hypotheek van de werking van een kleine politiezone legt.

a) Sur quels critères vous baserez-vous pour déterminer l’importance du soutien latéral obligatoire des zones abritant une équipe de football sur leur territoire ?

a) Welke criteria zal u gebruiken om de inzet van de verplichte laterale steun van de zones met een voetbalploeg op hun grondgebied te bepalen ?

b) Qui déterminera la nature et l’ampleur du soutien ?

b) Wie zal de aard en hoeveelheid van de steun bepalen ?

c) Qui déterminera donc l’effectif à fournir par la solidarité nationale, la solidarité d’arrondissement, la DAR, le corps d’intervention, le soutien latéral obligatoire ?

c) Wie zal dus bepalen hoeveel personeel er moet geleverd worden door de nationale solidariteit, arrondissementssolidariteit, DAR, interventiekorps, verplichte laterale steun ?

2. S’il est fait appel à chaque fois, en premier lieu, au soutien d’arrondissement obligatoire, le corps devra soit payer les zones voisines soit fournir une contrepartie. Ce serait le coup de graˆce pour notre corps et cela hypothèquerait gravement le service de police de base, qui s’en trouverait plus que compromis.

2. Indien telkens eerst zal beroep gedaan worden op de arrondissementele verplichte steun dan zal het korps ofwel aan de omliggende zones moeten betalen, ofwel een andere tegenprestatie leveren. Ook dit is voor ons korps de doodsteek en legt een enorme hypotheek op de basispolitiezorg die hierdoor ernstig in het gedrang komt.

Compte tenu du caractère supralocal du football, envisagez-vous de déroger à cette obligation de soutien d’arrondissement dans le cas du football de manière à ce qu’il n’y soit fait appel que lorsque tous les moyens fédéraux sont épuisés ?

Overweegt u rekening houdende met het supralokale karakter van het voetbal, om af te wijken van deze verplichte arrondissementele steun in het geval van het voetbal en er pas beroep op te doen als alle federale middelen zijn uitgeput ?

3. Les critères sur la base desquels il sera décidé de la quantité de hycap obligatoire que devra fournir l’équipe visiteuse ne sont pas connus, ce qui rend très difficile toute planification. En outre, on ignore avec précision quelle partie sera assumée par la DAR, le corps d’intervention, la hycap nationale, le soutien d’arrondissement obligatoire, le soutien latéral obligatoire de la zone de police des supporters visiteurs. Une petite zone de police risque ici aussi de ne pas pouvoir faire face financièrement.

3. De criteria op basis waarvan zal beslist worden hoeveel verplichte hycap van de bezoekende ploeg zal moeten geleverd worden zijn niet gekend. Planning wordt hierdoor zeer moeilijk gemaakt. Bovendien is niet duidelijk welk gedeelte zal ingevuld worden door DAR, interventiekorps, hycap nationaal, verplichte arrondissementele steun, verplichte laterale steun politiezone bezoekende supporters. Ook hier loopt een kleine zone het risico de rekening niet meer te kunnen betalen.

a) Envisagez-vous, en guise de compensation, de faire appel au corps d’intervention pour les zones de police ayant sur leur territoire un club dont tous les acteurs fournissent de sérieux efforts ?

a) Overweegt u om ter compensatie aan de politiezone met een club op zijn grondgebied waarvan alle actoren ernstige inspanningen leveren het interventiekorps in te zetten ?

b) Ce corps d’intervention est-il uniquement réservé aux grandes villes ?

b) Is dit interventiekorps enkel voorbehouden voor de grote steden ?

c) Pourquoi le ministre reporte-t-il tous les problèmes sur les zones de police qui abritent par hasard sur leur territoire une équipe de football, alors que dans les petites zones rurales abritant de petits clubs de football, le phénomène « football » dépasse les frontières des provinces ?

c) Waarom wentelt de minister alle problemen af op de politiezones die toevallig een voetbalploeg op hun grondgebied hebben, alhoewel in kleine landelijke zones, met kleine clubs het voetbal zich ook over de provinciegrens uitstrekt ?

4. Il conviendrait à mon avis d’élaborer d’urgence en la matière une directive qui tienne compte de la dangerosité des propres supporters et des efforts fournis par les différents acteurs, de manière à encourager les services de police et les clubs à résoudre le

4. Volgens mijn mening terzake zou dringend werk moeten gemaakt worden van een richtlijn die rekening houdt met de gevaarsgraad van de eigen supporters en de inspanningen geleverd door de verschillende actoren. Hierdoor zullen politiediensten en clubs echt aan-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6446

problème. La mise en œuvre de cette directive risque de compromette gravement le service de police de base dans notre zone de police. Quel est votre avis sur la question ?

gemoedigd worden om iets aan het probleem te doen. Ik vrees dat de uitvoering van deze richtlijn de basispolitiezorg in onze politiezone ernstig in het gedrang brengt. Wat is uw mening hieromtrent ?



DO 2003200421690

DO 2003200421690

Question no 98 de M. Alain Courtois du 21 juin 2004 (Fr.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 98 van de heer Alain Courtois van 21 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :

Baˆtiment de soutien logistique « Zinnia ».

Logistieke steunschip « Zinnia ».

Si mes informations sont exactes, le baˆtiment de soutien logistique « Zinnia » a été déclassé et est actuellement à Zeebruges dans l’attente d’un prochain démantèlement. Le Corps royal des cadets de Marine est à la recherche d’un bateau qui pourrait être utilisé par ses soins, de manière statique.

Indien mijn informatie klopt, werd het logistieke steunschip « Zinnia » afgedankt en wacht het in Zeebrugge op ontmanteling. Het Koninklijke Marine Cadettenkorps is voor zijn activiteiten op zoek naar een boot, die aangemeerd zou blijven.

Plutoˆt que de mettre ce navire à la casse, la Force navale ne pourrait-elle envisager la possibilité de mettre le Zinnia à la disposition du Corps royal des cadets, pour lui permettre d’assurer la formation de ses jeunes adhérents, et ce après avoir conditionné le baˆtiment pour le mettre en conformité avec sa nouvelle destination ?

Zou de Zeemacht niet kunnen overwegen de Zinnia van de sloophamer te redden en het schip ter beschikking van het Koninklijke Cadettenkorps te stellen ? Dat korps zou het schip kunnen gebruiken voor de opleiding van zijn jonge leden, nadat de nodige aanpassingen met het oog op zijn nieuwe bestemming werden uitgevoerd.

Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie

Economie

DO 2003200421617

DO 2003200421617

Question no 121 de M. Roel Deseyn du 17 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 121 van de heer Roel Deseyn van 17 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Possibilité de bloquer l’accès aux sites de pornographie infantile sur Internet.

Mogelijkheid tot blokkering van websites met kinderporno.

Dès la fin du mois de juin 2004, les abonnés de British Telecom (BT), un fournisseur britannique d’ac-

Vanaf eind juni 2004 zullen de abonnees van de Britse internetprovider British Telecom (BT) geen


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6447

cès à internet, ne pourront plus accéder aux sites de pornographie infantile. Cette mesure résulte de l’appel lancé par un des responsables du gouvernement britannique à tous les fournisseurs d’accès à internet pour interdire de tels sites. D’autres fournisseurs d’accès prépareraient des mesures similaires.

toegang meer hebben tot websites waarop kinderporno te zien is. De actie is een gevolg van de oproep van een Britse regeringsverantwoordelijke aan alle providers om sites met kinderporno te blokkeren. Andere providers zouden gelijkaardige maatregelen aan het voorbereiden zijn.

1. En Belgique, quelle procédure les fournisseurs d’accès à internet suivent-ils à l’heure actuelle pour bloquer les sites de pornographie infantile ?

1. Welke procedure wordt door Belgische providers momenteel gevolgd om kinderporno te blokkeren ?

2. a) Que pensez-vous de l’initiative britannique ?

2. a) Hoe staat u tegenover het Britse initiatief ?

b) Le gouvernement belge a-t-il l’intention de lancer un appel similaire ?

b) Zal de regering gelijkaardige oproepen lanceren ?

3. a) Quelles actions sont-elles mises en place dans le cadre de la lutte contre la pornographie infantile ?

3. a) Welke acties staan op stapel in de strijd tegen kinderporno op het internet ?

b) Certaines mesures ont-elles déjà été mises en œuvre ?

b) Welke zijn reeds in uitvoering ?

DO 2003200421697

DO 2003200421697

Question no 123 de Mme Trees Pieters du 22 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 123 van mevrouw Trees Pieters van 22 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Biens immobiliers ou parties de biens immobiliers dont on dispose gratuitement ou à des conditions avantageuses. — Estimation forfaitaire. — Chefs d’entreprise. — Personnes morales. — Comptabilité. — Grands et petits travaux d’entretien et de réparation. — Entretien du jardin et du baˆtiment par des firmes spécialisées.

Kosteloze of voordelige beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen. — Forfaitaire raming. — Bedrijfsleiders. — Rechtspersonen. — Boekhouding. — Grove en kleine onderhouds- en herstellingswerken. — Onderhoud van de tuin en het gebouw door gespecialiseerde firma’s.

Aux termes des dispositions réglementaires de l’article 18, § 3, 2o AR/CIR 1992, l’avantage imposable de toute nature est établi forfaitairement à 100/60 ou 100/ 90 du revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier selon qu’il s’agit d’un bien immobilier baˆti ou non baˆti.

Luidens de reglementaire bepalingen van artikel 18, § 3, 2o KB/WIB 1992 wordt het belastbaar voordeel van alle aard forfaitair vastgesteld op 100/60 of 100/90 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed naargelang het een gebouwd of een ongebouwd onroerend goed betreft.

Par dérogation à l’alinéa précité, l’avantage est établi comme suit pour les biens immobiliers baˆtis ou les parties de tels biens qui sont mis à disposition par des « personnes morales » :

In afwijking van het voornoemd lid wordt, voor gebouwde onroerende goederen of gedeelten daarvan die ter beschikking worden gesteld door « rechtspersonen », het voordeel als volgt vastgesteld :

a) si le revenu cadastral (RC) du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier est inférieur ou égal à 745 euros : 100/60 du revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier, multipliés par 1,25;

a) indien het kadastrale inkomen (KI) van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed kleiner is dan of gelijk is aan 745 euro : 100/60 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed, vermenigvuldigd met 1,25;


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6448

b) si le revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier est supérieur à 745 euros : 100/60 du revenu cadastral du bien immobilier ou de la partie du bien immobilier, multipliés par 2.

b) indien het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed groter is dan 745 euro : 100/60 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed, vermenigvuldigd met 2.

Au moment ou` on établit l’avantage imposable de toute nature qui découle du fait de disposer gratuitement de biens immobiliers ou de parties de biens immobiliers, le RC indexé joue donc en principe un roˆle très important.

Bij de vaststelling van het belastbaar voordeel van alle aard dat voortvloeit uit de kosteloze beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen, speelt het geı¨ndexeerd KI in principe dus een zeer belangrijke rol.

Le RC à prendre en considération est celui signifié par l’administration du Cadastre, notamment sur la base des dispositions légales des articles 477, 478 et 479, CIR 1992, en tenant compte des travaux d’entretien et de réparation forfaitaires.

Het in aanmerking te nemen KI is het KI dat door de administratie van het Kadaster is betekend en onder andere werd bepaald overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de artikelen 477, 478 en 479, WIB 1992, waarbij rekening werd gehouden met forfaitaire onderhouds- en herstellingswerken.

Tant l’allée que le parking, le jardin de devant et de derrière, les trottoirs, la terrasse, le potager, les arbres et les arbustes, l’abri de jardin, une serre, un étang à poissons, une piscine, la cloˆture et diverses autres dépendances baˆties et non baˆties constituent une seule parcelle cadastrale baˆtie et sont également inclus dans l’actif ou le patrimoine de la personne morale de sorte qu’elles subissent le risque de l’entreprise.

Zowel de oprit, de parking, de voor- en achtertuin, plankieren, de stoep, het terras, de moestuin, bomen en struiken, het tuinhuisje, een serre, een visvijver, een zwembad, de omheining en diverse andere gebouwde of ongebouwde aanhorigheden vormen daarbij éénzelfde bebouwd kadastraal perceel en zijn eveneens opgenomen in het actief of patrimonium van de rechtspersoon en ondergaan derhalve het risico van de onderneming.

Il est clair que tous les gros et petits travaux possibles et imaginables à l’immeuble mis à disposition tout à fait gratuitement ou non ainsi qu’à toutes les dépendances et annexes baˆties ou non (telles que le jardin) et exécutés par un entrepreneur enregistré dans le domaine de l’aménagement et de l’entretien des jardins sont imputables à la (pleine) propriété de la personne morale à charge de cette société et peuvent éventuellement être amortis fiscalement conformément aux dispositions des articles 49, 52, 6o et 61, CIR 1992.

Het is duidelijk dat alle mogelijke grove en kleine onderhoudswerken aan het al dan niet geheel gratis ter beschikking gestelde gebouw en van alle mogelijk gebouwde of ongebouwde aanof bijhorigheden (zoals de tuin) uitgevoerd door een geregistreerd aannemer van tuinaanleg- en onderhoud aan de (volle) eigendom van de rechtspersoon ten laste van die vennootschap vallen en fiscaal eventueel kunnen worden afgeschreven overeenkomstig de bepalingen van artikelen 49, 52, 6o en 61, WIB 1992.

Toutefois, dans la pratique, se posent encore et toujours les questions d’ordre général et de nature fiscale et comptable suivantes.

In de praktijk rijzen echter wel nog steeds de volgende algemene pertinente fiscale en boekhoudkundige vragen.

1. a) Tous les travaux de réparation et d’entretien possibles et imaginables qui en vertu du Code civil doivent en principe être supportés par le locataire ou l’habitant doivent-ils encore être ajoutés à titre d’avantage supplémentaire de toute nature imposable au nom des dirigeants de l’entreprise au premier avantage forfaitaire cité ou y sont-ils déjà inclus ?

1. a) Moeten alle mogelijke herstellings- en onderhoudswerken die krachtens het Burgerlijk Wetboek in beginsel door de huurder of bewoner moeten worden gedragen als een extra-voordeel van alle aard belastbaar ten name van de bedrijfsleiders nog aan eerstgenoemd forfaitair bepaald voordeel worden toegevoegd of zijn deze er reeds integraal in vervat ?

b) Les dispositions légales et réglementaires du CIR 1992 qui sont d’ordre public priment-elles en l’occurrence et l’adage « in dubio contra fiscum » est-il d’application ?

b) Primeren alhier de wettelijke en reglementaire bepalingen van het WIB 1992 die van openbare orde zijn en geldt het adagium « in dubio contra fiscum » ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6449

2. Dans quels comptes de bilan et de résultats (numéros de comptes) de la personne morale, les éléments suivants doivent-ils être enregistrés :

2. Op al welke balans- en resultatenrekeningen (rekeningennummers) van de rechtspersoon moeten de volgende elementen worden geboekt :

a) le loyer mensuel déjà partiellement imputé;

a) de reeds gedeeltelijk aangerenkende maandelijkse huur;

b) les frais de réparation et d’entretien qui selon la jurisprudence et les conceptions usuelles sont à charge du locataire-dirigeant d’entreprise ou de l’habitant;

b) de herstellings- en onderhoudskosten die volgens de jurisprudentie en de gangbare opvattingen ten laste van de huurder-bedrijfsleider of bewoner vallen;

c) les frais de réparation et d’entretien qui selon la jurisprudence et les usages sont à charge de la société-propriétaire ?

c) de herstellings- en onderhoudskosten die volgens de rechtspraak en de gebruiken ten laste van de vennootschap-eigenares vallen ?

3. Pourriez-vous exposer vos conception et méthodologie d’ordre général et de portée pratique compte tenu tant des dispositions des articles 30, 2o; 32, 36, premier et deuxième alinéas; 477 et suivants du CIR 1992 et des dispositions réglementaires exécutoires concernées, du principe constitutionnel de légalité et du Code civil que de la Loi comptable et des avis rendus en la matière par la commission des Normes comptables ?

3. Kan u uw algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen in het licht van zowel de bepalingen van de artikelen 30, 2o; 32, 36, eerste en tweede lid; 477 en volgende van het WIB 1992 en de desbetreffende reglementaire uitvoeringsbepalingen, het grondwettelijk legaliteitsbeginsel, het Burgerlijk Wetboek als de Boekhoudwet en de terzake uitgevaardigde adviezen van de commissie voor Boekhoudkundige Normen ?

Commerce extérieur

Buitenlandse Handel

DO 2003200421522

DO 2003200421522

Question no 22 de M. Guido De Padt du 21 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 22 van de heer Guido De Padt van 21 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

UE. — Suppression de toutes les aides agricoles à l’exportation.

EU. — Schrappen van alle steun die boeren ontvangen voor hun uitvoer.

L’Union européenne a fait preuve dans le passé d’une grande souplesse et s’est montrée prête à faire des concessions relatives à la libéralisation du commerce mondial.

De Europese Unie heeft in het verleden een grote soepelheid aan de dag gelegd en concessies betoond inzake de liberalisering van de wereldhandel.

Citons à titre d’exemple l’importante et pénible réforme agricole de l’année passée et l’abandon partiel des thèmes de Singapour. Aujourd’hui, l’Union européenne semble être disposée à supprimer toutes les aides agricoles à l’exportation, à condition que les autres pays fassent de même et qu’ils fassent en sorte que leurs aides agricoles internes perturbent moins le marché.

Denken we hierbij aan de belangrijke en pijnlijke landbouwhervorming van vorig jaar en het afzwakken van de Singapore-thema’s. De Europese Unie blijkt nu bereid te zijn om alle steun te schrappen die boeren ontvangen voor hun uitvoer op voorwaarde dat andere landen enerzijds hetzelfde doen en anderzijds ook hun binnenlandse landbouwsteun minder handelsverstorend maken.

1. a) Quelles seront les conséquences de cette concession de l’Union européenne pour nos agriculteurs et pour les secteurs apparentés tel que le secteur de transformation des produits alimentaires ?

1. a) Wat zullen de gevolgen zijn van deze toegeving voor onze landbouwers en verwante sectoren zoals de voedselverwerkende sector ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6450

b) Ne craignez-vous pas une forte diminution de leurs revenus ?

b) Vreest u niet dat hun inkomens sterk zullen dalen ?

c) Que peut-on faire pour y remédier ?

c) Wat kan hieraan gedaan worden ?

2. Les intérêts offensifs de l’UE, tels que définis dans les thèmes de Singapour, sont largement abandonnés. En effet, l’Europe ne demande d’accords que pour le traitement douanier. La position de négociation de l’Europe ne risque-t-elle pas de se trouver affaiblie ?

2. De offensieve belangen van de EU, met name de Singapore-thema’s worden hoofdzakelijk verlaten, enkel voor de douaneafhandeling vraagt Europa nog afspraken. Dreigt hierdoor de onderhandelingspositie van Europa niet te worden verzwakt ?

3. Quelle est la position de la Belgique à la suite des décisions européennes, compte tenu de l’importance que revêtent les thèmes de Singapour pour notre pays ?

3. Wat is de houding van Belgie¨ na de beslissingen van de EU want ook voor ons zijn de Singaporethema’s van belang ?

4. a) Comment les autres groupes de pays réagissent-ils ?

4. a) Wat zijn de reacties van de andere landengroepen ?

b) Sont-ils effectivement disposés à prendre les mêmes mesures ? Cela semble douteux dans le cas des E´tats-Unis.

b) Zijn ze effectief bereid om hetzelfde te doen ? In het geval van de VS lijkt dit eerder twijfelachtig.



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2003200421683

DO 2003200421683

Question no 127 de M. Ludo Van Campenhout du 18 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 127 van de heer Ludo Van Campenhout van 18 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des autotests TP pour certains patients.

Terugbetaling toestellen voor PT-selftesting voor bepaalde patie¨nten.

Il existe trois grands fabricants d’autotests permettant de mesurer le temps de prothrombine (TP) : Roche Diagnostics propose le Coagucheck S, ITCmed le Protime Hometest et HemoSense le moniteur INRatio. Des autotests TP sont depuis peu en vente sur le marché pharmaceutique belge. Ils permettent au patient de mesurer lui-même le temps de coagulation du sang (temps de prothrombine), ce qui est important pour les personnes sous anticoagulants (Warfarin, Sintrom, Marcomar, etc.). Pour procéder à un autocontroˆle TP, le patient se pique le doigt pour prélever une goutte de sang; le sang est déposé sur l’analyseur, qui indique ensuite l’INR (International Normalized Ratio). Actuellement, le patient est obligé de se rendre toutes les 3 à 4 semaines chez son médecin généraliste pour faire déterminer son INR. La procédure entraıˆne une perte de temps et est de surcroıˆt relativement

Er bestaan drie belangrijke producenten van PTselftest toestellen : de Coagucheck S van Roche Diagnostics, Protime Hometest van ITCmed en de HemoSense INRatio. Sinds kort worden op de Belgische farmaceutische markt PT-selftesting systemen verkocht die toelaten dat de patie¨nt zelf de stollingstijd van zijn bloed (pro trombotime) kan meten. Deze test is belangrijk voor patie¨nten die anti-coagulantia of bloedverdunnende medicijnen nemen (Warfarin, Sintrom, Marcomar, enzovoort). Bij PT-selftesting prikt de patie¨nt zichzelf in de vinger en laat een druppel op een meettoestel vallen dat vervolgens het INR (ratio om protombinetijd uit te drukken) weergeeft. Op dit moment is de patie¨nt echter genoodzaakt om de 3 à 4 weken een bezoek te brengen aan zijn huisarts om het INR te laten bepalen. Dit is enorm tijdrovend voor de patie¨nt. Bovendien is het ook vrij kostelijk waar-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6451

onéreuse, de sorte que bon nombre de patients reportent et espacent les tests.

door heel wat patie¨nten de test uitstellen en grotere intervallen tussen twee tests inbouwen.

En revanche, l’autotest TP ne prend que quelques minutes et peut se faire à la maison. Le patient peut plus facilement procéder à un autocontroˆle plus fréquent, le controˆle hebdomadaire recommandé par exemple devenant ainsi tout à fait faisable. L’analyseur renforcera également l’indépendance du patient. L’autotest TP présente pour le patient l’avantage d’un gain de temps et de résultats plus rapides. Il réduit aussi le risque d’hémorragies et de thromboses (ce qui permet de prévenir des accidents graves tels que syncopes, paralysies, hémorragies cérébrales, etc.). Le patient est plus autonome et se sentira davantage concerné par sa maladie et le traitement qui, à plus long terme, couˆtera par conséquent moins cher à l’assurance-maladie.

PT-selftesting neemt slechts enkele minuten in beslag en kan thuis gebeuren. Daarenboven kan de patie¨nt nu veel gemakkelijker frequenter controleren, bijvoorbeeld de wenselijke wekelijkse controle. Het toestel zal daarenboven tot meer onafhankelijkheid van de patie¨nt leiden. De voordelen van PT-selftesting zijn ten eerste een tijdsbesparing voor de patie¨nt en snellere resultaten, ten tweede geven ze minder risico op bloedingen en trombose wat ernstige ongevallen zoals hartstilstand, verlammingen, hersenbloedingen, enzovoort bij de patie¨nt reduceert en ten derde krijgt men een betrokken en gee¨mancipeerde patie¨nt die op termijn minder aan de ziekteverzekering zal kosten.

Cela dit, la technologie sur laquelle se fonde l’autotest TP est fort couˆteuse, grevant lourdement le budget du ménage moyen. Roche par exemple applique les prix suivants sur le marché belge : 870 euros pour le dispositif même et 182 euros pour la boıˆte de 48 bandelettes de test (prix hors TVA).

De technologie voor PT-selftesting is echter erg duur voor een doorsneegezin. Roche, bijvoorbeeld, verdeelt op de Belgische markt aan volgende prijzen : hun toestel kost 870 euro en de bijhorende teststrips 182 euro voor 48 stuks (prijzen exclusief BTW).

En revanche, l’autotest permet d’économiser les frais d’une visite chez le médecin et d’augmenter la fréquence de l’autocontroˆle, avec toutes les économies que cela entraıˆne en matière de frais de postcure à la ` long suite d’une thrombose, d’hémorragies, etc. A terme, ce sont là autant de dépenses évitées pour l’assurance-maladie.

Daartegenover staat dat bij de selftesting kan worden uitgespaard op doktersbezoek, terwijl men veel frequenter kan testen wat een besparing oplevert in de kosten van nazorg van trombose, bloedingen en dergelijke. Op langere termijn wordt dus een besparing voor de ziekteverzekering gerealiseerd.

1. Estimez-vous utile le remboursement des dispositifs d’autocontroˆle TP pour les personnes souffrant d’affections hématologiques et les cardiaques pour qui la nécessité de tels autocontroˆles a été établie ?

1. Vindt u het zinvol om toestellen voor PTselftesting terug te betalen voor hemato-patie¨nten en hartpatie¨nten van wie is uitgemaakt dat ze er nood aan hebben ?

2. Envisage-t-on le remboursement intégral ou partiel de ces dispositifs et bandelettes de test ?

2. Wordt overwogen om deze toestellen en strips geheel of gedeeltelijk terug te betalen ?

3. Une réduction du taux de TVA applicable à des dispositifs (21 % actuellement) ne serait-elle pas souhaitable, dans le souci d’en diminuer le prix ?

3. Is het niet wenselijk het BTW-tarief op deze toestellen (dat vandaag nog 21 % is) te verlagen teneinde de kostprijs te drukken ?

DO 2003200421707

DO 2003200421707

Question no 128 de Mme Yolande Avontroodt du 23 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 128 van mevrouw Yolande Avontroodt van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des médicaments contre l’ADHD.

Terugbetaling van medicatie voor ADHD.

Les médicaments Rilatine et Concerta sont deux médicaments importants dans le traitement des personnes atteintes par l’ADHD. Ils leur permettent de mener une vie plus normale.

Rilatine en Concerta zijn belangrijke medicijnen in de behandeling van personen met ADHD. Ze zorgen ervoor dat personen die lijden aan ADHD een normaler leven kunnen hebben.


2003

2004


814

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6452

` l’heure actuelle, la Rilatine et le Concerta ne sont A pas remboursés. Le couˆt mensuel représente une charge financière importante pour de nombreuses familles.

Vandaag worden Rilatine en Concerta niet terugbetaald. De maandelijkse kostprijs betekent voor vele gezinnen een ernstige financie¨le druk.

La commission de remboursement des médicaments (CRM) examine actuellement la demande de remboursement. La proposition provisoire prévoirait le remboursement de la Rilatine mais pas lorsqu’il est prescrit à des adultes. Le diagnostic d’ADHD doit être posé par un neurologue (pédiatrique) ou par un psychiatrique (pédiatrique). En ce qui concerne le Concerta, le ministre a dans l’intervalle décidé de ne pas en autoriser le remboursement.

De aanvraag om terugbetaling wordt momenteel behandeld door de Commissie Terugbetaling Geneesmiddelen (CTG). Het voorlopig voorstel zou voorzien in de terugbetaling van Rilatine maar niet bij gebruik door volwassenen. De ADHD-diagnose moet gesteld worden door een (kinder)neuroloog of kinder(psychiater). Inzake Concerta werd inmiddels door de minister beslist om dit niet in aanmerking te nemen voor terugbetaling.

1. La Rilatine est enregistrée pour être administrée tant aux enfants qu’aux adultes.

1. Rilatine is geregistreerd voor gebruik door kinderen en volwassenen.

Dans le cadre du remboursement, prévoira-t-on également l’utilisation de ce médicament par des adultes ?

Zal in de terugbetaling ook voorzien worden voor het gebruik van deze medicatie door volwassenen ?

2. La spécialisation « neurologie pédiatrique » telle que mentionnée dans la proposition initiale de la CRM n’est pas reconnue par l’INAMI en tant que sous-spécialisation.

2. De specialisatie « kinderneurologie » zoals opgenomen in het voorlopig voor voorstel van de CTG, is door het RIZIV niet erkend als subspecialisatie.

a) Les neurologues pédiatriques ayant suivi une spécialisation de base en pédiatrie pourront-ils poser le diagnostic de l’ADHD nécessaire pour prétendre au remboursement ?

a) Zullen kinderneurologen met de basisspecialisatie pediatrie de ADHD-diagnose mogen stellen om in aanmerking te komen voor terugbetaling ?

b) Dans la négative, les modalités de remboursement seront-elles adaptées de manière à ce que les (neuro)pédiatres puissent également entrer en ligne de compte en qualité de spécialistes compétents ?

b) Zo niet, zullen dan de vergoedingsmodaliteiten zodanig aangepast worden dat ook (neuro)pediaters in aanmerking komen als bevoegde specialisten ?

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2003200421685

DO 2003200421685

Question no 228 de M. Guido De Padt du 18 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 228 van de heer Guido De Padt van 18 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Recherches scientifiques sur les données de sécurité relatives à certaines substances chimiques.

Wetenschappelijk onderzoek naar veiligheidsgegevens van chemische stoffen.

Le rapport «Compromising our Children» (juin 2004) du World Wide Fund for Nature (WWF) rassemble les derniers résultats des recherches sur l’incidence des produits chimiques de synthèse auxquels l’homme est exposés. Il révèle notamment que les substances chimiques, dans les teneurs observées dans certaines catégories de la population, peuvent nuire chez les enfants au développement du cerveau et à la coordination.

Het rapport « Compromising our Children » (juni 2004) van het World Wide Fund For Nature (WWF) bundelt de recentste onderzoeksresultaten over de gevolgen van synthetische chemische stoffen waar mensen aan blootgesteld worden. Zo brengt dit rapport aan het licht dat chemische stoffen, in de hoeveelheden dat we ze bij bepaalde delen van de bevolking aantreffen, de hersenontwikkeling en de coo¨rdinatie bij kinderen kunnen verstoren.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6453

Les cas d’hyperkinétisme et d’autisme semblent être en augmentation. Le roˆle que les substances chimiques peuvent jouer dans ces désordres suscitent une inquiétude croissante. Selon le WWF, les données de sécurité sont insuffisantes pour la plupart des substances chimiques disponibles sur le marché à l’heure actuelle, particulièrement en ce qui concerne les risques d’anomalies congénitales ou de développement.

Aandoeningen als Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) en autisme zijn in opmars, en de ongerustheid over de rol van chemische stoffen hierin groeit. WWF benadrukt dat er voor de meeste chemische stoffen die vandaag op de markt zijn niet voldoende veiligheidsgegevens beschikbaar zijn, vooral niet wat betreft hun vermogen om ontwikkelingsstoornissen en aangeboren afwijkingen te veroorzaken.

1. Envisagez-vous de prendre des initiatives pour stimuler la recherche scientifique concernant les données de sécurité relatives à certaines substances chimiques actuellement disponibles ?

1. Overweegt u initiatieven te nemen om ervoor te zorgen dat er wetenschappelijk onderzoek gebeurt naar veiligheidsgegevens van chemische stoffen die vandaag in gebruik zijn ?

2. Envisagez-vous des mesures pour interdire l’utilisation de certaines substances chimiques dont l’effet nocif pour le développement du cerveau est établi sur une base d’études ?

2. Neemt u maatregelen tegen het gebruik van sommige chemische stoffen waarvan door studies is aangetoond dat ze de hersenontwikkeling kunnen beı¨nvloeden ?

DO 2003200421686

DO 2003200421686



Utilisation d’aliments d’allaitement et d’aliments concentrés.

Gebruik van melkvervangers en krachtvoer.

Il ressort d’une étude réalisée par l’Université Ludwig-Maximilian, à Munich, que les aliments d’allaitement et les aliments concentrés augmentent les risques de maladie de la vache folle (ESB).

Melkvervangers- en krachtvoergebruik vergroten de kans op de gekkekoeienziekte (BSE). Dat blijkt uit onderzoek van de Ludwig-Maximilian Universiteit in Mu¨nchen.

1. Quel crédit faut-il accorder aux conclusions de cette étude ?

1. Kan u meedelen of de conclusies van dit onderzoek onderschreven worden ?

2. Des mesures sont-elles prises afin de dissuader les éleveurs d’utiliser de tels aliments ?

2. Worden er maatregelen genomen om het gebruik van melkvervangers en krachtvoer te ontraden ?

DO 2003200421688

DO 2003200421688

Question no 231 de Mme Colette Burgeon du 21 juin 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 231 van mevrouw Colette Burgeon van 21 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Piscines chlorées. — Risques d’inflammation pulmonaire.

et

Gechloreerde zwembaden. — Risico op astma en longontsteking.

Une récente étude épidémiologique a mis en évidence une augmentation significative des risques d’asthme et d’inflammation pulmonaire accompagnant la fréquentation d’une piscine chlorée.

Uit een onlangs uitgevoerde epidemiologische studie blijkt dat mensen die regelmatig in gechloreerde zwembaden zwemmen een veel groter risico lopen om astma en longontsteking te krijgen.

Par exemple, pour les enfants à terrain atopique, le risque de développer de l’asthme augmente en moyenne de 60 % par 100 heures de fréquentation cumulée d’une piscine chlorée.

Bij kinderen met atopische diathese, bijvoorbeeld, neemt het risico om astma te krijgen gemiddeld met 60 % toe per gecumuleerde 100 uur zwemmen in een gechloreerd zwembad.


d’asthme

2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6454

L’étude montre aussi clairement que les bébés nageurs constituent un groupe particulièrement sensible au chlore : asthme, bronchite, eczéma, oppression thoracique, etc. Quelles recommandations formulez-vous pour ces groupes à risque ?

De studie toont ook duidelijk aan dat baby’s een bijzondere gevoeligheid voor chloor in zwembaden vertonen, met astma, bronchitis, eczeem, een benauwd gevoel in de borstkas, enzovoort tot gevolg. Welke aanbevelingen formuleert u ten aanzien van die risicogroepen ?

DO 2003200421699

DO 2003200421699

Question no 232 de Mme Magda De Meyer du 23 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Identification douloureuse des chiens par tatouage. L’identification des chiens doit se faire soit par tatouage, soit par l’introduction d’un microchip. Le risque de problème inhérent au tatouage peut déjà être inféré de la rédaction de l’arrêté royal du 17 novembre 1994 relatif à l’identification et à l’enregistrement des chiens qui dispose en son article 8 qu’au cas ou` un tatouage se révèle illisible avant le douzième mois de vie, le tatoueur est tenu de le refaire. Il arrive souvent, en effet, que le tatouage disparaisse après quelques mois. Il peut certes être reproduit gratuitement dans l’année, mais il s’agit d’une procédure douloureuse pour les jeunes chiens car le tatouage est appliqué sur la face interne de l’oreille ou de la cuisse ou sur le pli de l’aine. En outre, un tel tatouage n’est souvent plus lisible à un aˆge ultérieur. Ce tatouage est pourtant obligatoire en vue de l’obtention d’un pedigree par le biais de la Société royale Saint-Hubert. Ne serait-il pas indiqué de dissocier l’obtention d’un pedigree de l’application d’un tatouage et de laisser aux amateurs de chiens de race la possibilité d’implanter une puce ?

Vraag nr. 232 van mevrouw Magda De Meyer van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Pijnlijke identificatie van honden door middel van tatoee¨ren. De identificatie van honden dient te gebeuren hetzij door tatoeage, hetzij door inbrengen van een microchip. Dat er zich problemen kunnen voordoen met het tatoee¨ren blijkt al uit de redactie van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en registratie van honden dat in artikel 8 stelt « indien de tatoeage onleesbaar blijkt voor de twaalfde levensmaand, is de tatoeeërder verplicht de tatoeage te herhalen ». Het is inderdaad vaak zo dat de tatoeage verdwijnt na een aantal maanden. Ze is weliswaar gratis vervangbaar binnen het jaar maar dit is een pijnlijke procedure voor jonge honden aangezien de tatoeage wordt aangebracht aan de binnenkant van het oor, de dij of in de liesplooi. Op latere leeftijd is dergelijke tatoeage bovendien vaak niet meer leesbaar. Deze tatoeage is nochtans verplicht om aan een stamboom te geraken via de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus. Zou het niet aangewezen zijn om het krijgen van een stamboom los te maken van het zetten van een tatoeage en de rashondenliefhebbers ook de mogelijkheid van een chip te laten ?

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2003200421684 no

DO 2003200421684

Mme

Question 52 de Hilde Dierickx du 18 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : CPAS. — Revenu d’intégration pour les indépendants aux revenus variables. Les ressources des indépendants aux revenus variables peuvent fluctuer de manière telle d’une semaine


2003

Vraag nr. 52 van mevrouw Hilde Dierickx van 18 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : OCMW’s. — Leefloon voor zelfstandigen met een wisselend inkomen. Het inkomen van zelfstandigen met een wisselend inkomen kan wekelijks of maandelijks zodanig veran2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6455

ou d’un mois à l’autre qu’ils ont droit à un revenu d’intégration (complémentaire ou non) certains mois et pas d’autres. E´tant donné que le calcul du revenu d’intégration doit tenir compte des ressources dont l’intéressé dispose, les CPAS s’interrogent sur les modalités pratiques d’octroi du revenu d’intégration.

deren dat ze sommige maanden wel recht hebben op een (al dan niet aanvullend) leefloon, en andere maanden totaal niet.

Il peut en résulter des situations faˆcheuses et difficiles pour les indépendants aux revenus variables.

Deze situatie kan leiden tot vervelende en moeilijke situaties voor de zelfstandige met een wisselend inkomen.

1. Le droit au revenu d’intégration d’un indépendant peut-il être maintenu au cours des mois ou` les ressources sont suffisantes, mais sans qu’aucun montant ne soit donc versé ?

1. Mag men het recht op leefloon voor een zelfstandige laten doorlopen tijdens de maanden waar er genoeg bestaansmiddelen zijn, en dus gewoon 0 euro uitkeren ?

2. Ou faut-il chaque fois prendre à nouveau la décision d’accorder le revenu d’intégration lorsqu’un manque de ressources est constaté ?

2. Of moet men elke keer een nieuwe beslissing nemen om het leefloon toe te kennen, wanneer er een tekort aan bestaansmiddelen wordt vastgesteld ?

DO 2003200421700

DO 2003200421700

Question no 53 de Mme Hilde Dierickx du 23 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 53 van mevrouw Hilde Dierickx van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Délais applicables en cas de conflits de compétence entre CPAS.

Termijnen bij OCMW’s.

Le droit à l’octroi de secours par un CPAS repose sur des principes de base fixés dans la législation organique des CPAS. La réglementation en matière d’intégration sociale veille également à contraindre les CPAS à prêter assistance aux personnes.

Recht op steunverlening door een OCMW ontstaat op basis van de basisprincipes die vastgelegd zijn in de organieke wetgeving van de OCMW’s. Ook de regelgeving rond maatschappelijke integratie zorgt ervoor dat de OCMW’s verplicht worden om mensen te helpen.

Dans la pratique, la question de la compétence fait souvent l’objet de conflits entre CPAS. Aussi, la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale règle les attributions des CPAS. Souvent, la résidence effective des intéressés sera déterminante. Cependant, il existe aussi de nombreuses exceptions qui peuvent susciter des conflits entre CPAS.

In de praktijk bestaan er in vele gevallen betwistingen tussen de OCMW’s inzake het bevoegd zijn. De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door OCMW’s regelt dan ook de bevoegdheid van de OCMW’s. Meestal zal de feitelijke verblijfplaats van de betrokkenen doorslaggevend zijn. Toch zijn er ook vele uitzonderingen die voor betwistingen kunnen zorgen tussen de OCMW’s.

Le délai de cinq jours de calendrier dont dispose un CPAS pour examiner l’incompétence et en aviser le CPAS réputé compétent s’avère trop court dans la pratique. Le traitement administratif ne peut en effet être garanti dans ce délai.

De periode van vijf kalenderdagen die een OCMW heeft, om de onbevoegdheid te onderzoeken en dit tevens te melden aan het bevoegd geacht OCMW, blijkt in de praktijk te kort te zijn. De administratieve afhandeling kan niet gegarandeerd worden binnen de vijf dagen.

Ce délai de cinq jours de calendrier ne peut-il être doublé ? Il serait ainsi plus aisé aux CPAS de traiter correctement le dossier, dans la mesure ou` il serait tenu compte des jours de week-end et des jours fériés.

Kan deze termijn van vijf kalenderdagen niet verdubbeld worden ? Zo zou het voor de OCMW’s makkelijker worden om het dossier correct af te handelen, omdat zo weekenddagen en feestdagen opgevangen worden.


2003

Aangezien bij de berekening van het leefloon rekening gehouden dient te worden met de bestaansmiddelen waarover een betrokkene beschikt, vragen de OCMW’s hoe ze het leefloon in praktijk moeten toekennen aan deze mensen.

2004

bevoegdheidsconflicten

tussen


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6456

DO 2003200421703

DO 2003200421703

Question no 54 de Mme Martine Taelman du 23 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 54 van mevrouw Martine Taelman van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Accueil des mineurs non accompagnés. — Centres d’accueil.

Opvang van niet-begeleide minderjarigen. — Opvangcentra.

` la question orale que je vous avais adressé en A séance plénière concernant l’accueil des mineurs non accompagnés, vous n’avez fourni qu’une réponse ` l’epoque, j’avais indiqué que je reviensommaire. A drais sur le sujet (question orale no P355, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, Séance plénière du 29 avril 2004, PLEN 061, p. 25).

Op mijn mondelinge vraag in de plenaire vergadering over de opvang van niet-begeleide minderjarigen verstrekte de minister in haar antwoord slechts summiere gegevens. Ik heb toen aangekondigd op deze problematiek terug te komen (mondelinge vraag nr. P355, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, Plenaire Vergadering van 29 april 2004, PLEN 061, blz. 25).

Un rapport rédigé par Child Focus il y a quelques années révèle que de nombreux mineurs d’aˆge arrivent en Belgique sans bénéficier d’aucun encadrement. Ces enfants sont parfois victimes de la traite des êtres humains ou risquent fort de l’être. La législation relative à la tutelle de ces mineurs constitue une avancée majeure. Toutefois, des problèmes subsistent en ce qui concerne la qualité de l’accueil de ces enfants, qui n’est pas conforme à la Convention sur les droits de l’enfant. Quelques initiatives seulement ont été prises dans ce cadre, notamment à Alost. Récemment, la presse s’est fait l’écho d’une note relative à l’accueil des mineurs que la ministre a soumise au gouvernement. L’objectif consisterait à prévoir un accueil spécifique pour ces enfants. La création d’un centre d’accueil « sécurisé » comprenant deux fois 50 places et d’un centre « extra-territorial » a également été évoquée.

Uit het rapport van Child Focus van enkele jaren geleden bleek dat heel wat jongeren beneden de 18 jaar zonder enige begeleiding naar Belgie¨ komen. Deze kinderen zijn soms het slachtoffer van mensenhandel of lopen een groot risico om in handen van mensenhandelaars te vallen. De wetgeving op de voogdij van deze minderjarigen betekent een grote stap vooruit. Tot op heden blijven er echter problemen met een aangepaste opvang van deze kinderen zoals vereist door het Kinderrechtenverdrag. Er bestaan slechts een paar initiatieven, onder meer in Aalst, die zich specifiek met deze opvang bezig houden. Recentelijk maakte de media melding van een nota die de minister aan de regering presenteerde met betrekking tot de opvang van minderjarigen. Het zou de bedoeling zijn de minderjarigen een volledig aparte opvang te geven. Er werd ook melding gemaakt van een « beveiligd » centrum met tweemaal 50 plaatsen en over een « extraterritoriaal » centrum.

1. Allez-vous effectivement prendre des initiatives spécifiques relatives à l’accueil des mineurs non accompagnés ?

1. Is het juist dat u een specifiek initiatief gaat nemen rond opvang van niet-begeleide minderjarigen ?

2. Dans l’affirmative, pourriez-vous préciser quels centres sont concernés et de quelle capacité il s’agit ?

2. Zo ja, kan u precieze informatie geven over welke centra het gaat en welke capaciteit de respectieve opvangcentra hebben ?

3. Les mineurs feront-ils l’objet de mesures d’encadrement particulières ?

3. Worden er specifieke omkaderende maatregelen genomen voor de minderjarigen ?

4. Des accords ont-ils déjà été conclus avec les communautés en ce qui concerne ce type d’accueil et le financement y afférent ?

4. Zijn er reeds afspraken gemaakt met de gemeenschappen rond deze opvang en financiering ervan ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6457

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Premier ministre

Eerste minister

DO 2003200421798

DO 2003200421798

Question no 39 de M. Guido Tastenhoye du 6 juillet 2004 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 39 van de heer Guido Tastenhoye van 6 juli 2004 (N.) aan de eerste minister :

Premier ministre. — Intervention auprès du premier ministre italien par l’entremise du vice-premier ministre de ce dernier en vue de l’obtention de la présidence de la Commission européenne.

Eerste minister. — Sollicitatie voor de job van EUcommissievoorzitter bij de Italiaanse premier via zijn vice-premier.

Il nous revient de source suˆre dans les milieux de la presse que le premier ministre a entrepris des tentatives effrénées auprès du premier ministre italien pour qu’il appuie sa candidature à la présidence de la Commission européenne. M. Berlusconi s’y serait logiquement refusé, à la suite notamment des affronts répétés qu’il a eus à subir de la part de M. Louis Michel (celui-ci lui a par exemple attribué un 0 sur 10 au « bulletin ») qui ne s’en est jamais excusé publiquement, ainsi que de la question irakienne. M. Berlusconi a meˆme refusé, par trois fois semble-t-il, de répondre au premier ministre au téléphone. En désespoir de cause, M. Verhofstadt se serait alors tourné vers le vice-premier ministre italien, M. Gianfranco Fini qui, à la teˆte du groupement néo-fasciste italien Alleanza Nazionale, n’avait pas hésité à faire naguère l’éloge de Mussolini.

Uit betrouwbare persbronnen vernemen wij dat de eerste minister verwoede pogingen heeft ondernomen om de Italiaanse premier Berlusconi te winnen voor zijn kandidatuur als EU-commissievoorzitter, maar dat Berlusconi deze boot consequent afhield, nadat onder meer Louis Michel Berlusconi herhaaldelijk heeft beledigd (zo kreeg Berlusconi van Michel ooit 0 op 10 op het « rapport ») en er voor deze beledigingen nooit openlijke excuses werden aangeboden, en mede ook als gevolg van de kwestie Irak. Berlusconi weigerde zelfs, naar verluidt een drietal keren, om aan de telefoon te komen.Ten einde raad zou premier Verhofstadt dan het kanaal via de Italiaanse vice-premier Gianfranco Fini hebben uitgeprobeerd, de kopman van de Alleanza Nazionale, de moderne versie van de Italiaanse neo-fascisten, die Mussolini ooit de geschiedenis in prees.

Ces rumeurs qui persistent dans les milieux diplomatiques européens sont-elles exactes ? Si elles étaient partiellement ou totalement fausses, quelle est la réalité des faits ?

Klopt dit verhaal dat hardnekkig de ronde doet in Europese diplomatieke kringen, en zo het geheel of gedeeltelijk niet klopt, wat is dan de ware toedracht der feiten ?

Réponse du premier ministre du 28 juillet 2004, à la question no 39 de M. Guido Tastenhoye du 6 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 28 juli 2004, op de vraag nr. 39 van de heer Guido Tastenhoye van 6 juli 2004 (N.) :

La version des faits qui est décrite ne correspond pas à la réalité.

De ware toedracht van de feiten is dat dit verhaal niet klopt met de realiteit.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6458

DO 2003200421810

DO 2003200421810



Premier ministre. — Candidature au poste de président de la Commission européenne, plaidée auprès des autres « chefs de l’UE ».

Eerste minister. — Sollicitatie bij de andere « EUchefs » voor de job van voorzitter van de Europese Commissie.

Nous avons appris de bonne source médiatique qu’à l’approche du Sommet européen des 17 et 18 juin 2004 à Bruxelles, au cours duquel devait être désigné le successeur de Romano Prodi à la tête de la Commission européenne, le premier ministre est allé plaider personnellement sa propre candidature auprès de 22 des 25 « chefs de l’UE ». 1. Quels chefs d’E´tat et de gouvernement européens avez-vous rencontrés ou approchés (en précisant ou` et quand pour chacun d’eux) avant le Sommet des 17 et 18 juin 2004 à Bruxelles ? Avec quels chefs d’E´tat et de gouvernement avez-vous parlé de votre candidature à la présidence de la Commission européenne ?

Uit betrouwbare bronnen in de pers vernemen wij dat de eerste minister in de aanloop naar de Europese top van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, waar de opvolging van commissievoorzitter Romano Prodi zou geregeld worden, zijn eigen kandidatuur bij 22 van de 25 « EU-chefs » persoonlijk is gaan bepleiten.

2. Quelle a été à chaque fois la teneur de vos entretiens et à quels résultats ont-ils abouti globalement ? Quels « chefs » ont soutenu votre candidature et lesquels ne se sont pas prononcés ou y étaient plutoˆt opposés ? 3. Un seul des 25 chefs d’E´tat et de gouvernement de l’UE aurait déclaré de but en blanc qu’il ne vous soutiendrait pas : M. Barosso, le premier ministre portugais, qui, après le rejet de la candidature de M. Verhofstadt, a été lui-même appelé à occuper la haute fonction de président de la Commission européenne.

2. Wat was telkens de inhoud van deze gesprekken, en wat was het globale plaatje : welke « chefs » steunden de heer Verhofstadt, en welke « chefs » lieten hun houding in het midden of waren eerder tegen ?

Cette information est-elle conforme aux faits ? Si non, comment les choses se sont-elles passées réellement ?

Klopt deze informatie met de feiten, en zo ze niet klopt, wat was dan de ware toedracht van de feiten ?



1. J’ai en effet entretenu des contacts avec certains de mes collègues du Conseil européen en préparation au Conseil européen des 17 et 18 juin 2004. Lors de ce Conseil, une Constitution pour l’Union européenne a bien été approuvée. C’est le gouvernement belge qui avait lancé ce processus via la Déclaration de Laeken lors de la présidence belge de l’Union européenne au cours de la deuxième moitié de l’année 2001. Dans les semaines et les mois qui ont précédé le Conseil européen de juin 2004, j’ai eu des contacts avec différents collègues afin, de cette manière, de jouer un roˆle actif dans les négociations au cours de la dernière phase de la conférence intergouvernementale/

1. Ik heb in de aanloop naar de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 inderdaad met verschillende van mijn collega’s uit de Europese Raad contact gehad. De Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 heeft immers een Grondwet voor de Europese Unie goedgekeurd. Het was de Belgische regering die, tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie de tweede helft van 2001, dit proces op gang had gebracht, met de Verklaring van Laken. Ik heb in de weken en maanden voor de Europese Raad van juni 2004 met verschillende collega’s contact gehad om zodoende actief mee te onderhandelen tijdens de laatste fase van de intergouvernementele conferentie.

2. Depuis mon entrée en fonction comme premier ministre en juillet 1999, j’ai par ailleurs toujours tenu à

2. Overigens heb ik sinds mijn aantreden als eerste minister in juli 1999 de gewoonte aangenomen om op


2003

1. Welke Europese staats- en regeringsleiders heeft u bezocht of benaderd — telkens waar en wanneer — in de aanloop naar de top van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, en met welke staats- en regeringsleiders heeft u over uw eigen kandidatuur voor de job van EUcommissievoorzitter gesproken ?

3. Slechts één van de 25 EU-staats- en regeringsleiders zou aan de eerste minister vlakaf en ronduit hebben gezegd dat hij hem niet zou steunen : de Portugese eerste minister Barosso, die, nadat de kandidatuur van premier Verhofstadt was verworpen, zelf tot het hoge ambt van EU-commissievoorzitter werd geroepen.

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6459

entretenir des contacts directs très réguliers avec mes collègues du Conseil européen.

zeer regelmatige manier rechtstreeks contact te onderhouden met mijn collega’s uit de Europese Raad.

DO 2003200421811

DO 2003200421811



Premier ministre. — Lobbying personnel pour soutenir sa propre candidature au poste de président de la Commission de l’UE.

Eerste minister. — Persoonlijk lobbywerk om eigen kandidatuur voor de job van EU-commissievoorzitter te ondersteunen.

1. La présidente du cdH, Joe¨lle Milquet (Le Soir du 10 juin 2004), affirme savoir avec certitude que le premier ministre, lors de ses visites aux diverses capitales européennes, s’est évertué à torpiller la candidature éventuelle de Jean-Luc Dehaene, pour éliminer ainsi un concurrent, et qu’il n’aurait soutenu M. Dehaene qu’à partir du moment ou` le candidat Verhofstadt n’était plus dans la course à la présidence. Cette version des faits est-elle exacte et, dans la négative, qu’en est-il réellement ?

1. De voorzitster van de cdH, Joe¨lle Milquet (« Le Soir » van 10 juni 2004), stelt met zekerheid te weten dat de eerste minister tijdens zijn bezoeken aan de diverse Europese hoofdsteden zijn best heeft gedaan om de mogelijke kandidatuur van Jean-Luc Dehaene te torpederen om op die manier een concurrent uit te schakelen, en dat hij pas Dehaene zijn steun zou hebben toegezegd nadat de heer Verhofstadt zelf al was uitgeschakeld. Klopt dit verhaal, en zo niet, wat is dan de ware toedracht ?

2. a) Est-il exact que M. Louis Michel, ministre des Affaires étrangères, n’a soutenu à aucun moment la candidature du premier ministre au poste de président de la Commission de l’UE auprès des autres gouvernements et que c’est la raison pour laquelle M. Verhofstadt est devenu son propre lobbyiste ?

2. a) Klopt het dat de heer Louis Michel, minister van Buitenlandse Zaken, op geen enkel ogenblik op uitdrukkelijke wijze de kandidatuur van de eerste minister voor de job van EU-commissievoorzitter heeft ondersteund bij de overige EU-regeringen, en dat daarom de heer Verhofstadt dan maar zijn eigen lobbyist is geworden ?

b) Dans la négative, qu’en est-il réellement ?

b) Als het niet klopt, wat is dan de ware toedracht der feiten ?





DO 2003200421812

DO 2003200421812



Premier ministre. — Intervention en faveur de la candidature à la présidence de la Commission européenne auprès du premier ministre et du président polonais.

Eerste minister. — Sollicitatie voor de job van EUcommissievoorzitter bij de Poolse premier en president.

Il nous revient de source bien informée dans les milieux de la presse que le premier ministre aurait encore défendu sa candidature à la présidence de la Commission européenne auprès du premier ministre et

Uit zeer betrouwbare persbronnen vernemen wij dat de eerste minister vlak voor de top van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, tijdens een inderhaast georganiseerd en discreet gehouden bezoek, nog bij de Poolse pre-


2003

2004


815

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6460

du président polonais au cours d’une réunion organisée à la haˆte et en toute discrétion, à la veille du sommet des 17 et 18 juin 2004 à Bruxelles.

mier en president zijn kandidatuur voor de job van EU-commissievoorzitter is gaan bepleiten.

1. Cette information concernant la visite impromptue du premier ministre en Pologne est-elle exacte ? Dans la négative, qu’en est-il exactement ?

1. Klopt deze informatie over het plotse bezoek aan Polen, en zo niet, wat is dan de ware toedracht ?

2. Le premier ministre, M. Verhofstadt, aurait ajouté du poids à sa candidature en promettant aux chefs d’E´tat et de gouvernement polonais que la Belgique ne s’opposerait plus à l’insertion, dans le préambule de la Constitution européenne, d’une référence judéo-chrétienne renvoyant aux principes fondamentaux de notre civilisation occidentale.

2. Bij de Poolse staats- en regeringsleiders zou premier Verhofstadt zijn kandidatuur kracht hebben bijgezet door te beloven dat Belgie¨ zich niet langer zou verzetten tegen het opnemen in de preambule van de Europese Grondwet van een joods-christelijke referentie die verwijst naar de grondbeginselen van onze Westerse beschaving.

Cette information est-elle exacte ? Dans la négative, qu’en est-il exactement ?

Klopt deze informatie, en zo niet, wat is dan de ware toedracht ?



1. Il est renvoyé au point 1 de ma réponse à la question parlementaire no 40 posée par l’honorable membre le 7 juillet 2004 (Questions et Réponses, Chambre, no 42, p. 6460).

1. Ik verwijs hiervoor naar punt 1 van mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 40 die het geachte lid heeft gesteld op 7 juli 2004 (Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 42, blz. 6460).

2. En ce qui concerne la Pologne, j’ai rencontré, le 16 juin 2004, à Varsovie, le président polonais, M. Kwasnieski, et le nouveau premier ministre polonais, M. Belka. Lors de cette rencontre, nous avons discuté des principaux dossiers relatifs à l’Union européenne, tout d’abord la conférence intergouvernementale sur la Constitution de l’UE mais aussi les perspectives financières et le futur élargissement de l’Union.

2. Wat Polen betreft heb ik contact gehad met de Poolse president Kwasnieski en de nieuwe Poolse eerste minister Belka op 16 juni 2004, in Warschau. Tijdens deze ontmoeting hebben wij de belangrijkste dossiers inzake de Europese Unie besproken, met in de eerste plaats de intergouvernementele conferentie over de Grondwet van de EU, maar ook de financie¨le perspectieven en de verdere uitbreiding van de Unie.

Pour le surplus, il est renvoyé au point 2 de ma réponse à la question parlementaire no 40 posée par l’honorable membre le 7 juillet 2004.

Voor het overige verwijs ik hiervoor naar punt 2 van mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 40 die het geachte lid heeft gesteld op 7 juli 2004.

DO 2003200421813

DO 2003200421813

Question no 43 de M. Gerolf Annemans du 7 juillet 2004 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 43 van de heer Gerolf Annemans van 7 juli 2004 (N.) aan de eerste minister :

Visites des capitales des E´tats membres de l’UE.

Bezoeken aan de hoofdsteden van de lidstaten van de EU.

1. Le premier ministre pourrait-il me fournir la liste des visites qu’il a effectuées au cours des trois dernières années dans les capitales des E´tats membres de l’Union européenne ou, le cas échéant, des pays qui étaient à l’époque candidats à l’adhésion ?

1. Kan de eerste minister een lijst geven van zijn bezoeken van de afgelopen drie jaar aan de hoofdsteden van de lidstaten van de Europese Unie of van de desgevallend toen nog kandidaat-lidstaten van de Europese Unie ?

2. Quel a été le couˆt de ces déplacements ?


2. Kan u de kostprijs mededelen van de verplaatsingen die in dat geval werden verricht ? 2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6461

Réponse du premier ministre du 28 juillet 2004, à la question no 43 de M. Gerolf Annemans du 7 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 28 juli 2004, op de vraag nr. 43 van de heer Gerolf Annemans van 7 juli 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de me référer à ma lettre du 16 juin 2004 adressée au président de la Chambre des représentants. E´tant donné le caractère purement documentaire de cette lettre, elle n’a pas été reprise dans le bulletin des Questions et Réponses mais est disponible pour consultation auprès du greffe de la Chambre des représentants.

Ik heb de eer te verwijzen naar mijn brief van 16 juni 2004 gericht aan de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt deze brief niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

DO 2003200421850

DO 2003200421850



Premier ministre. — Sollicitation auprès du gouvernement espagnol pour le poste de président de la Commission européenne.

Eerste minister. — Sollicitatie voor de « topjob » van EU-Commissievoorzitter bij de Spaanse regering.

Il nous revient de source médiatique que le premier ministre a également fait valoir sa candidature au poste de président de la Commission européenne auprès du chef du gouvernement espagnol. En vue de tenter de s’assurer le soutien du gouvernement espagnol, le premier ministre aurait promis qu’il veillerait à l’extradition par la justice belge de deux terroristes basques présumés séjournant en Belgique et qui auraient aidé l’ETA, Madrid réclamant leur extradition depuis longtemps déjà.

Uit de pers vernemen wij dat de eerste minister ook bij de Spaanse regeringsleider zijn kandidatuur voor de job van EU-Commissievoorzitter is gaan aanprijzen. In een poging om zich te verzekeren van de steun van de Spaanse regering, zou de eerste minister beloofd hebben dat hij ervoor zou zorgen dat het Belgische gerecht over zou gaan tot de uitlevering van twee in Belgie¨ verblijvende vermeende Baskische terroristen die handen spandiensten zouden hebben verleend aan de ETA, en van wie de uitlevering al lang door Madrid wordt gevraagd.

Pouvez-vous confirmer ces informations parues dans la presse ? Dans la négative, qu’en est-il réellement ?

Kan u deze in de pers aangehaalde gegevens bevestigen, en zo niet, wat is dan de ware toedracht der feiten ?





Le 6 mai 2004, j’ai rencontré à Madrid le nouveau premier ministre espagnol, M. José-Luis Zapatero. Au cours de cette rencontre, nous avons abordé différents thèmes : les principaux dossiers relatifs à l’Union européenne, tout d’abord la conférence intergouvernementale sur la Constitution de l’UE, mais aussi les perspectives financières et le futur élargissement de l’Union. En outre, nous avons fait le point sur les relations bilatérales et nous avons discuté de la lutte contre le terrorisme, plus particulièrement après les attentats du 11 mars 2004 à Madrid.

Ik heb op 6 mei 2004 in Madrid een ontmoeting gehad met de nieuwse Spaanse eerste minister, JoséLuis Zapatero. Tijdens deze ontmoeting hebben wij verschillende onderwerpen behandeld : de belangrijkste dossiers inzake de Europese Unie, met in de eerste plaats de intergouvernementele conferentie over de Grondwet van de EU, maar ook de financie¨le perspectieven en de verdere uitbreiding van de Unie. Daarnaast hebben wij ook een stand van zaken opgemaakt van de bilaterale relaties en hebben wij het gehad over de strijd tegen het terrorisme, meer bepaald na de aanslagen in Madrid van 11 maart 2004.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6462



DO 000200360120

DO 000200360120

Question no 6 de M. Ludo Van Campenhout du 31 juillet 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 6 van de heer Ludo Van Campenhout van 31 juli 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

TVA. — Commerces. — Obligation de facturation.

BTW. — Handelszaken. — Factureringsplicht.

L’article 53, alinéa 1er, 2o, du Code de la TVA, en combinaison avec l’article 1er, § 1er, de l’arrêté royal no 1e du 29 décembre 1992 relatif aux mesures tendant à assurer le paiement de la taxe sur la valeur ajoutée (ci-après dénommé AR no1), pose comme principe général en matière d’obligation de facturation des assujettis à la TVA qu’un assujetti à la TVA est tenu d’adresser une facture à son cocontractant.

Artikel 53, eerste lid, 2o, van het BTW-Wetboek, juncto artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de BTW (hierna KB nr. 1) stelt als algemeen principe inzake de facturatieplicht van BTW-belastingplichtigen dat een BTWbelastingplichtige gehouden is om aan zijn medecontractant een factuur uit te reiken.

L’article 1er, § 2, alinéa 1er, de l’AR no 1 prévoit toutefois une exception à ce principe général : un assujetti à la TVA est dispensé de délivrer une facture lorsqu’il fournit des biens ou des services à des personnes physiques qui les destinent à leur usage privé. L’article 1er, § 2, deuxième alinéa, de l’AR no1 énumère ensuite une série d’exceptions à la dispense du principe de l’obligation de facturation. Ainsi, l’article 1er, § 2, alinéa 2, 6o, de l’AR no 1 stipule que la dispense de l’obligation de délivrer une facture n’est pas applicable pour les livraisons de biens qui, eu égard à leur nature, à leur conditionnement, aux quantités vendues ou aux prix pratiqués, sont manifestement destinés à un usage économique, ainsi que les livraisons de biens de la même espèce que ceux dont l’acquéreur fait le commerce ou qu’il destine normalement à l’exercice de son activité économique.

Artikel 1, § 2, eerste lid, KB nr. 1 voorziet echter in een uitzondering op dit algemeen principe : een BTWbelastingplichtige is ontheven van de verplichting een factuur uit te reiken indien hij goederen levert of diensten verstrekt aan natuurlijke personen die ze bestemmen voor hun privé-gebruik. In artikel 1, § 2, tweede lid, KB nr. 1 worden dan weer een aantal uitzonderingen opgesomd op de ontheffing van de principie¨le factureringsplicht. Zo bepaalt artikel 1, § 2, tweede lid, 6o, KB nr. 1 dat de ontheffing van de verplichting tot het uitreiken van een factuur niet geldt voor de leveringen die betrekking hebben op goederen die, gelet op hun aard ervan, de wijze waarop zij worden aangeboden, de verkochte hoeveelheden of de toegepaste prijzen, kennelijk bestemd zijn voor een economisch gebruik, alsook de leveringen van goederen van de soort waarin de verkrijger handel drijft of die hij normaal bestemt voor de uitoefening van zijn economische activiteit.

Dans sa note no 95 du 8 juin 1971, l’administration indique que, pour tous les biens qui, vu leur nature et leur conditionnement, sont manifestement destinés à une utilisation commerciale ou professionnelle, la délivrance d’une facture est obligatoire, même si l’acquéreur est une personne physique et prétend destiner son achat à un usage privé. La note no 109 du 20 novembre 1972 stipule que la délivrance de la facture est obligatoire pour chaque livraison de biens de la même espèce que ceux dont l’acquéreur fait le commerce et qu’il destine normalement à des fins professionnelles, même si l’acquéreur est une personne physique qui prétend agir à des fins privées.

In aanschrijving nr. 95 van 8 juni 1971 verklaart de administratie dat voor alle goederen die gelet op hun aard en hun conditionering kennelijk bestemd zijn voor een handelsof beroepsgebruik, de uitreiking van een factuur verplicht is, zelfs indien de koper een natuurlijk persoon is en hij beweert te kopen voor privé-gebruik. In aanschrijving nr. 109 van 20 november 1972 staat te lezen dat de uitreiking van de factuur verplicht is voor elke levering van goederen van de soort waarin de verkrijger handel drijft en die hij normaal bestemt voor beroepsdoeleinden, zelfs indien de koper een natuurlijke persoon die beweert te handelen voor privé-doeleinden.

Selon la Cour de cassation (arrêt du 8 septembre 1989), en cas de doute, les biens peuvent être considérés comme n’étant pas destinés à des fins profession-

Volgens het Hof van Cassatie (arrest van 8 september 1989) kunnen goederen in geval van twijfel alleen dan geacht worden niet voor beroepsdoeleinden


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6463

nelles si le public présent lors de l’acquisition de ces biens ne les associe pas spontanément à des utilisateurs professionnels. Selon le tribunal de première instance de Bruges (jugement du 20 janvier 1993), lors du jugement de l’obligation de facturation, ce n’est pas l’identité de l’acquéreur qui importe mais bien la nature ou la présentation des biens.

bestemd te zijn indien het publiek bij de aankoop van deze goederen geen spontane associatie met professionele gebruikers maakt. Volgens de rechtbank van eerste aanleg te Brugge (vonnis van 20 januari 1993) is bij de beoordeling van de factureringsplicht niet de identiteit van de koper, maar wel de aard of presentatie van de goederen relevant.

Dans certains secteurs (par exemple la grande distribution, les centrales de boissons, les magasins de bricolage, etc.), des biens sont vendus à une clientèle constituée aussi bien de personnes physiques qui utilisent les biens achetés à des fins privées que de personnes physiques qui les achètent à des fins professionnelles. Si de tels commerces ont une clientèle importante voire très importante, il leur est pratiquement impossible de connaıˆtre le statut de leur clientèle au regard de la TVA ni/ou le secteur dans lequel l’acquéreur assujetti à la TVA exerce ses activités. De nombreuses questions se posent donc à propos de l’obligation de facturation et des risques fiscaux qu’elle comporte pour ces commerces. ` quels risques un assujetti s’expose-t-il, en 1. A matière de responsabilité au regard des impoˆts sur les revenus et de la TVA, en vendant des biens à un autre assujetti sans délivrer de facture, si l’acheteur assujetti agit à des fins professionnelles et omet de signaler son statut d’assujetti à la TVA ?

In bepaalde sectoren (bijvoorbeeld grootwarenhuizen, drankencentrales, doe-het-zelfzaken enz.) worden goederen verkocht aan clie¨nteel dat zowel bestaat uit natuurlijke personen die de gekochte goederen voor privé-doeleinden gebruiken als natuurlijke personen die de goederen voor beroepsdoeleinden gebruiken. Indien dergelijke handelszaken een groot tot zeer groot clie¨nteel hebben, is het voor deze handelszaken praktisch onmogelijk om de BTW-hoedanigheid van hun clie¨nteel te kennen en/of de sector te kennen waarin de BTW-belastingplichtige koper werkzaam is. Er rijzen dan ook vele vragen in verband met de factureringsplicht en de daaraan verbonden fiscale risico’s voor deze handelszaken.

2. Un vendeur assujetti peut-il exclure ce risque de responsabilité en demandant explicitement à chaque acheteur s’il est assujetti à la TVA et s’il agit en cette qualité ?

2. Kan een BTW-belastingplichtige verkoper dit aansprakelijkheidsrisico uitsluiten door aan elke koper expliciet de vraag te stellen of hij BTWbelastingplichtige is die in die hoedanigheid handelt ?

3. Dans la négative, un vendeur assujetti peut-il exclure ce risque de responsabilité en plaçant dans son établissement un écriteau ou` seraient mentionnés les dispositions de l’article 1er, § 2, alinéa 2, 6o, de l’AR no 1, ainsi qu’un message informant le consommateur assujetti à la TVA à qui s’applique cet article qu’il est tenu d’en faire mention à la caisse ?

3. Zo neen, kan een BTW-belastingplichtige verkoper dit aansprakelijkheidsrisico uitsluiten door in zijn handelszaak een uithangbord op te hangen waarop de inhoud van artikel 1, § 2, tweede lid, 6o, KB nr. 1 vermeld staat, met daaronder de vermelding dat de BTWbelastingplichtige consumenten op wie dit wetsartikel van toepassing is, verplicht zijn dit te melden aan de kassa ?

4. Au cas ou` ces mesures préventives ne seraient pas suffisantes, existerait-il, à votre avis, d’autres précautions qui pourraient être jugées suffisantes et qui excluraient par conséquent tout risque de responsabilité chez le vendeur ?

4. Indien deze voorzorgsmaatregelen niet voldoende zouden zijn, bestaan er dan volgens u andere voorzorgsmaatregelen die wel als voldoende kunnen beschouwd worden en bijgevolg het aansprakelijkheidsrisico in hoofde van de verkoper uitsluiten ?

5. Existe-t-il des directives de l’administration qui définissent la nature et la quantité des biens que le public associera à un usage professionnel ?

5. Bestaan er door de administratie opgestelde richtlijnen waarin bepaald wordt welke goederen of welke hoeveelheden van zulke goederen door het publiek zullen geassocieerd worden met beroepsgebruik ?

6. L’administration est-elle disposée, à l’avenir, à émettre des directives, éventuellement en concertation avec les organisations professionnelles, à l’attention

6. Is de administratie bereid om in de toekomst richtlijnen op te stellen, eventueel in samenspraak met de beroepsorganisaties, voor beroepssectoren waar-


2003

1. Welke aansprakelijkheidsrisico’s loopt een BTW-belastingplichtige op het gebied van inkomstenbelastingen en BTW indien hij goederen verkoopt aan een andere BTW-belastingplichtige zonder het uitreiken van een factuur, indien de BTW-belastingplichtige koper handelt voor beroepsdoeleinden en zijn hoedanigheid van BTW-belastingplichtige niet bekendmaakt ?

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6464

des secteurs professionnels pour lesquels il n’en existe pas encore ?

voor nog geen dergelijke richtlijnen zijn opgesteld door de administratie ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 29 juillet 2004, à la question no 6 de M. Ludo Van Campenhout du 31 juillet 2003 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 29 juli 2004, op de vraag nr. 6 van de heer Ludo Van Campenhout van 31 juli 2003 (N.) :

J’ai l’honneur de faire savoir ce qui suit à l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

L’obligation de délivrer une facture en matière de taxe sur la valeur ajoutée est principalement visée par l’article 53 du Code de la TVA et par l’article 1er de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992 relatif aux mesures tendant à assurer le paiement de la taxe sur la valeur ajoutée. Ces dispositions ont été quelque peu modifiées suite à la transposition en droit belge au 1er janvier 2004 de la directive 2001/115/CE du Conseil du 20 décembre 2001 en matière de facturation, par la loi du 28 janvier 2004 modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée (Moniteur belge du 10 février 2004) et par l’arrêté royal du 16 février 2004 modifiant l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992 précité (Moniteur belge du 27 février 2004).

De verplichting om een factuur uit te reiken inzake de belasting over de toegevoegde waarde wordt voornamelijk beoogd door artikel 53 van het BTWWetboek en door artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. Deze bepalingen werden enigszins gewijzigd ingevolge de omzetting in Belgisch recht op 1 januari 2004 van de richtlijn 2001/115/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake facturering, door de wet van 28 januari 2004 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004) en door het koninklijk besluit van 16 februari 2004 tot wijziging van voormeld koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 2004).

Ainsi, l’article 53, § 2 (nouveau), du Code de la TVA prévoit cinq cas dans lesquels l’assujetti qui effectue des livraisons de biens ou des prestations de services, autres que celles exonérées par l’article 44 du Code de la TVA et ne lui ouvrant aucun droit à déduction, est tenu de délivrer une facture à son cocontractant. Il en est ainsi lorsque cet assujetti effectue une livraison de biens ou une prestation de services pour un assujetti ou une personne morale non assujettie (article 53, § 2, 1o, du Code de la TVA).

Aldus voorziet artikel 53, § 2 (nieuw), van het BTWWetboek vijf gevallen waarin de belastingplichtige, die andere leveringen van goederen of diensten verricht dan die welke krachtens artikel 44 van het BTWWetboek zijn vrijgesteld en die hem geen enkel recht op aftrek verlenen, ertoe gehouden is een factuur aan zijn medecontractant uit te reiken. Dit is onder meer het geval wanneer deze belastingplichtige een levering van goederen of een dienst verricht voor een belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon (artikel 53, § 2, 1o, van het BTW-Wetboek).

Dans la situation où un assujetti effectue des livraisons de biens ou des prestations de services pour des personnes physiques qui les destinent à un usage privé, l’article 1er (nouveau) de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992 précité, énumère douze cas dans lesquels l’assujetti concerné est tenu de délivrer une facture pour les opérations qui ont lieu en Belgique conformément aux articles 15 et 21 du Code de la TVA. Un de ces cas de facturation obligatoire vise les livraisons à des nonassujettis, de biens qui, eu égard à leur conditionnement, aux quantités vendues ou aux prix pratiqués, sont manifestement destinés à un usage économique, ainsi que les livraisons de biens de la même espèce que ceux dont l’acquéreur fait le commerce ou qu’il destine normalement à l’exercice de son activité économique (article 1er, 6o, de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992).

In de situatie waarin een belastingplichtige leveringen van goederen of diensten verricht voor natuurlijke personen die ze bestemmen voor privé-gebruik, somt artikel 1 (nieuw) van voornoemd koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 twaalf gevallen op waarin de betrokken belastingplichtige gehouden is een factuur uit te reiken voor handelingen die overeenkomstig de artikelen 15 en 21 van het BTW-Wetboek in Belgie¨ plaatsvinden. Eén van deze gevallen van verplichte facturering beoogt de aan niet-belastingplichtigen gedane leveringen van goederen die, gelet op de wijze waarop zij worden aangeboden, de verkochte hoeveelheden of de toegepaste prijzen, kennelijk bestemd zijn voor een economisch gebruik, alsook de leveringen van goederen van de soort waarin de verkrijger handel drijft of die hij normaal bestemt voor de uitoefening van zijn economische activiteit (artikel 1, 6o, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992).

Dans ce domaine il faut souligner que rien ne s’oppose à ce que l’assujetti, qui conformément à la

Bij dit alles dient aangestipt dat niets er zich tegen verzet dat de belastingplichtige, die overeenkomstig de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6465

réglementation citée plus haut ne serait pas tenu à délivrer une facture, délivre néanmoins spontanément une facture à son cocontractant.

hierboven geciteerde regelgeving niet zou gehouden zijn een factuur uit te reiken, er niettemin spontaan een aan zijn medecontractant uitreikt.

Aux points 1 à 4 de sa question, l’honorable membre vise exclusivement la situation d’un assujetti, qui n’est par ailleurs pas une entreprise de production ou de ventes en gros, qui effectue en Belgique des livraisons de biens pour des cocontractants assujettis à la TVA. Pour ces opérations, cet assujetti est en effet tenu de délivrer une facture à son cocontractant, et cela conformément au prescrit de l’article 53, § 2, du Code de la TVA. S’agissant de livraisons à des assujettis, les dispositions de l’article 1er de l’arrêté royal no 1 visé ci- avant, et notamment son point 6o, ne sont ici pas relevantes.

In de punten 1 tot 4 van zijn vraag beoogt het geachte lid uitsluitend de situatie van een belastingplichtige die niet de hoedanigheid heeft van fabrikant of groothandelaar en die in Belgie¨ leveringen van goederen verricht voor BTW-belastingplichtige medecontractanten. Voor deze handelingen is genoemde belastingplichtige uiteraard gehouden aan zijn medecontractant een factuur uit te reiken en dit overeenkomstig het bepaalde in artikel 53, § 2, van het BTWWetboek. Daar het gaat om leveringen aan belastingplichtigen zijn de bepalingen van artikel 1 van het hiervoor beoogde koninklijk besluit nr. 1, en meer bepaald punt 6o ervan, hier niet aan de orde.

Dans ces circonstances, l’assujetti doit pouvoir apporter la preuve qu’il a mis tout en œuvre pour s’assurer de la qualité d’assujetti ou non de son cocontractant et, lorsqu’il n’a de fait pas délivré de factures, il pouvait raisonnablement présumer que son cocontractant n’était pas un assujetti à la TVA, ou qu’à tout le moins il ne destinait pas les biens en question à l’exercice d’une activité d’assujetti. L’assujetti concerné peut ainsi demander systématiquement à ses clients s’ils sont ou non assujettis à la TVA, indiquer près des comptoirs et/ou des caisses que les clients assujettis doivent signaler cette qualité, demander de remplir des « fiches d’identité économique » complètes lors de l’octroi de cartes-clients ou de fidélité. La situation doit bien sûr être évaluée au cas par cas.

In deze omstandigheden moet de belastingplichtige het bewijs kunnen leveren dat hij alles in het werk heeft gesteld om zich ervan te vergewissen of zijn medecontractant al dan niet de hoedanigheid heeft van belastingplichtige en wanneer hij als zodanig geen factuur heeft uitgereikt, dat hij redelijkerwijze kon veronderstellen dat zijn medecontractant geen belastingplichtige was of tenminste dat laatstgenoemde de bedoelde goederen niet bestemde voor de uitoefening van een activiteit als belastingplichtige. De betrokken belastingplichtige mag derhalve stelselmatig aan zijn klanten vragen of ze al dan niet BTWbelastingplichtigen zijn; bij de toonbanken en/of kassa’s vermelden dat belastingplichtige klanten hun hoedanigheid moeten kenbaar maken; vragen om de « fiches van economische identiteit » volledig in te vullen bij de toekenning van klanten- of getrouwheidskaarten. De situatie moet uiteraard geval per geval bekeken worden.

En cas d’infraction à l’obligation de délivrance de factures, l’assujetti encourt l’amende prévue par l’article 70, § 2, du Code de la TVA, à savoir une amende égale à deux fois la taxe due sur l’opération, avec un minimum de 50 euros.

In geval van inbreuk inzake de verplichting tot uitreiking van facturen, loopt de belastingplichtige de boete op voorzien in artikel 70, § 2, van het BTWWetboek, met name een boete die gelijk is aan het dubbel van de op de handeling verschuldigde belasting, zonder dat ze minder mag bedragen dan 50 euro.

Cette amende n’est cependant pas applicable si les irrégularités sont purement accidentelles ou si le fournisseur n’avait pas de raison sérieuse de douter de la qualité de non-assujetti de son cocontractant. Dans des cas extrêmes d’infractions répétées et non accidentelles, une taxation d’office telle que prévue par l’article 66 du Code de la TVA pourrait être établie.

Deze boete is evenwel niet verschuldigd als de overtredingen louter toevallig zijn of als de leverancier geen ernstige reden had om te twijfelen aan de nietbelastingplicht van zijn medecontractant. In de uitzonderlijke gevallen van herhaaldelijke en niet-toevallige inbreuken zou een ambtshalve aanslag, zoals voorzien in artikel 66 van het BTW-Wetboek, kunnen worden opgelegd.

Ce dont il est question aux points 5 et 6 de la question de l’honorable membre doit être clairement distingué de ce qui précède. Est en effet visée la situation où le client-acheteur est une personne physique, non assujetti ou assujetti ne se présentant pas comme tel, qui utilise les biens achetés pour ses besoins privés. Ce

De inhoud van de punten 5 en 6 van de vraag van het geachte lid moet duidelijk onderscheiden worden van wat voorafgaat. Hier wordt immers de situatie bedoeld waarin de klant-koper een natuurlijke persoon is, niet-belastingplichtige of een niet als zodanig optredende belastingplichtige, die de gekochte


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6466

n’est en effet que dans cette situation, et donc en aucun cas lorsque l’acheteur est une personne morale ou un assujetti se présentant comme tel, que les dispositions prévues par l’article 1er, § 1er, (6o dans les circonstances visées dans la question), de l’arrêté royal no 1 précité trouvent à s’appliquer pour déterminer si le vendeur a l’obligation de délivrer une facture pour les livraisons en question.

goederen voor privé-doeleinden gebruikt. Het is immers slechts in deze situatie, en dus in geen geval wanneer de koper een rechtspersoon is of een als zodanig optredende belastingplichtige, dat de bepalingen voorzien in artikel 1, § 1, (6o in de omstandigheden beoogd in de vraag), van voormeld koninklijk besluit nr. 1 van toepassing zijn om te bepalen of de verkoper voor de leveringen in kwestie de verplichting heeft om een factuur uit te reiken.

Les critères à prendre en considération, et qui ont principalement trait aux biens-mêmes qui sont vendus, se rapportent à leur nature ou à leur conditionnement, ainsi qu’aux prix pratiqués ou aux quantités vendues. Ces éléments sont à considérer en principe individuellement, et opération par opération. Ils doivent ainsi faire présumer que les biens vendus sont manifestement destinés à un usage économique, pour rendre obligatoire, dans cette situation, la délivrance d’une facture.

De in beschouwing te nemen criteria die hoofdzakelijk in verband staan met de goederen zelf die zijn verkocht, hebben betrekking op hun aard of op de wijze waarop zij worden aangeboden alsmede op de toegepaste prijzen en op de verkochte hoeveelheden. Deze elementen worden in principe individueel en handeling per handeling in overweging genomen. Zij moeten aldus doen vermoeden dat de verkochte goederen klaarblijkelijk bestemd zijn voor economisch gebruik om, in dit geval, de uitreiking van een factuur verplicht te maken.

Le nombre de biens ou de types de biens, de secteurs économiques et de pratiques commerciales propres ou non à ces différents secteurs, est tel qu’il est impossible pour l’administration de dresser un catalogue ou de rédiger d’initiative des directives ou un commentaire pratique interprétatif de tous les cas visés ci-dessus.

Het aantal goederen of types van goederen, economische sectoren en commercie¨le gebruiken al dan niet eigen aan deze verschillende sectoren, is zodanig uitgebreid dat het voor de administratie onmogelijk is om een lijst op te stellen of spontaan richtlijnen of een praktische verklarende commentaar van alle hiervoor beoogde gevallen uit te vaardigen.

L’administration est néanmoins disposée à examiner et à se prononcer sur des situations concrètes qui seraient portées à sa connaissance par des assujettis ou des associations et fédérations professionnelles représentatives qui éprouveraient des difficultés à déterminer s’ils se trouvent ou non dans la situation visée à l’article 1er, § 1er, 6o, de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992.

De administratie is evenwel bereid concrete situaties die haar ter kennis worden gebracht door belastingplichtigen of representatieve beroepsverenigingen en beroepsfederaties die moeilijkheden zouden ondervinden om te bepalen of ze zich al dan niet in de situatie beoogd in artikel 1, § 1, 6o, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 bevinden, te onderzoeken en er zich over uit te spreken.

DO 2003200421565

DO 2003200421565

Question no 402 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 402 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

TVA. — Garagiste. — Camion volé. — Achat d’un camion de remplacement.

BTW. — Garagehouder. — Gestolen vrachtwagen. — Aankoop van vervangende vrachtwagen.

La responsabilité contractuelle du garagiste est engagée lorsqu’un client lui confie un camion nécessitant des réparations et que ce dernier est volé dans son garage.

Een garagehouder is contractueel verantwoordelijk wanneer een vrachtwagen die door een clie¨nt aan hem ter reparatie werd toevertrouwd, in zijn gebouw gestolen wordt.

1. Si, à titre de dommages et intérêts, le garagiste offre à ce client un véhicule équivalent, peut-il bénéficier d’une exemption de la TVA en vertu de l’article 26 du Code de la TVA qui prévoit que les dommages et intérêts ne peuvent servir de base d’imposition à la taxe pour le calcul de la TVA ?

1. Kan hij, indien hij bij wijze van schadevergoeding aan deze clie¨nt een gelijkwaardig voertuig aanbiedt, vrijstelling van BTW verkrijgen met toepassing van artikel 26 van het BTW-wetboek, dat bepaalt dat schadeloosstelling niet tot maatstaf van heffing voor het berekenen van de BTW mag dienen ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6467

2. Faut-il dresser une facture ou un autre document pour la remise du nouveau camion ?

2. Moet er voor de overhandiging van de nieuwe vrachtwagen een factuur of een ander document opgesteld worden ?

3. Le garagiste peut-il déduire la TVA sur l’achat du camion de remplacement ?

3. Kan de BTW op de aankoop van de vervangende vrachtwagen in aftrek worden gebracht ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 19 juillet 2004, à la question no 402 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 19 juli 2004, op de vraag nr. 402 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) :

1. Lorsqu’un camion, qui est confié à un garagiste par un client en vue d’une réparation, disparaıˆt à la suite d’un vol, le garagiste doit, en principe, s’il est tenu d’indemniser le dommage subi par le client, lui payer une indemnité en espèces. Le paiement de cette indemnité sort du champ d’application de la TVA. Cependant, si le garagiste, avec l’accord du client, lui livre un autre véhicule de meˆme valeur, ou d’une valeur supérieure moyennant un supplément, cette compensation prend alors le caractère d’une dotation en paiement qui constitue une livraison de biens au sens de l’article 10 du Code de la TVA, soumise à cette taxe.

1. Wanneer een vrachtwagen die door een klant aan een garagehouder toevertrouwd werd met het oog op een herstelling, gestolen wordt, dient de garagehouder, in principe, zo hij gehouden is de door de klant geleden schade te vergoeden, hem een schadevergoeding te betalen. De betaling van de schadevergoeding valt buiten de werkingssfeer van de BTW. Levert de garagehouder echter in onderling akkoord met de klant een ander voertuig van gelijke waarde of van hogere waarde tegen bijkomende opleg, dan krijgt deze schuldvergelijking het karakter van een inbetalinggeving die een levering van goederen in de zin van artikel 10 van het BTW-Wetboek inhoudt die aan de BTW is onderworpen.

2. Compte tenu de ce qui est stipulé au point 1 cidessus, le garagiste doit en application de l’article 53, § 2, du Code de la TVA, délivrer une facture à son cocontractant ou s’assurer qu’une telle facture est délivrée en son nom et pour son compte, par son cocontractant ou par un tiers.

2. Gelet op het bepaalde in punt 1 hierboven, dient de garagehouder bij toepassing van artikel 53, § 2, van het BTW-Wetboek een factuur uit te reiken aan zijn medecontractant of ervoor te zorgen dat in zijn naam en in zijn rekening, door de medecontractant of een derde, een factuur wordt uitgereikt.

3. Compte tenu qu’en l’espèce, il utilise le camion remis en compensation pour effectuer une opération soumise à la taxe, le garagiste a le droit de déduire la TVA ayant grevé son acquisition.

3. Aangezien de vervangende vrachtwagen in casu wordt gebruikt voor het verrichten van een belaste handeling, heeft de garagehouder recht op aftrek van de BTW geheven van de aankoop ervan.

DO 2003200421584

DO 2003200421584

Question no 409 de M. Jean-Jacques Viseur du 3 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 409 van de heer Jean-Jacques Viseur van 3 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Mise en vente d’Argenteuil.

royal

Openbare verkoping van het Koninklijk Domein van Argenteuil.

L’ancien Domaine royal d’Argenteuil est, pour l’heure, toujours vide d’occupants. Nous avons pu lire dans la presse que ce domaine serait dans quelques semaines proposé en vente publique.

Het vroegere Koninklijk Domein van Argenteuil staat nog altijd leeg. Wij hebben in de pers gelezen dat het domein over enkele weken openbaar zou worden verkocht.

Des investisseurs privés semblent intéressés par l’acquisition du domaine, mais dans la majorité de ces hypothèses d’achat, le domaine ne sera plus accessble au public.

Particuliere investeerders zouden interesse betonen voor de aankoop van het domein, maar de potentie¨le kopers zouden in de meeste gevallen niet van plan zijn het domein open te stellen voor het publiek.

Nous avons également pu lire dans la presse qu’il y existait un projet d’affectation du domaine à des acti-

Wij hebben eveneens in de pers gelezen dat er plannen zouden zijn om het domein om te vormen tot een

publique


du

Domaine

2003

2004


816

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6468

vités sportives et culturelles en faveur des familles et plus particulièrement en faveur des familles et des enfants handicapés. Un projet coordonné par différentes ASBL actives dans ce secteur est prêt et des contacts avec des mécènes sont suffisamment avancés pour pouvoir assurer l’achat du bien immobilier, dès lors que sa valeur reste comparable à la valeur marchande de ce bien telle qu’estimée voici quelques mois. Le cahier des charges imposées à l’acquéreur de ce domaine va-t-il tenir compte du fait que ces immeubles et propriétés ont été entretenus durant des dizaines d’années avec l’argent des contribuables belges et imposer à l’acquéreur une affection du domaine permettant un accès de celui-ci au public ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 juillet 2004, à la question no 409 de M. Jean-Jacques Viseur du 3 juin 2004 (Fr.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les éléments suivants. Le Conseil des ministres du 19 décembre 2003 a décidé de faire procéder à la vente publique du domaine d’Argenteuil à partir du 1er juillet 2004 si aucune autre proposition concrète de la part de diverses autorités publiques belges ou européennes ne se faisait connaıˆtre. Aucune autorité publique n’ayant marqué un intéreˆt quant à l’acquisition, la procédure de vente publique sera donc entamée comme prévu. En ce qui concerne les offres émanant des investisseurs privés, elles seront examinées par le Comité d’acquisition d’immeubles le jour fixé de la vente publique. La procédure retenue est celle de la vente au plus offrant. Aucune affectation particulière n’a été imposée par le Conseil des ministres et aucune imposition d’accessibilité au public n’a été requise pour ce domaine. Cependant, le dossier de vente comprendra l’ensemble des prescriptions urbanistiques, les possibilités d’affectations reprises dans les règlements en vigueur ainsi que les arreˆtés de classement des différentes zones.

centrum voor culturele en sportactiviteiten voor gezinnen en meer bepaald voor gehandicapte kinderen en hun gezinnen. Verscheidene VZW’s die in die sector actief zijn hebben ter zake een gecoo¨rdineerd project uitgewerkt en de contacten met mecenassen zijn ver genoeg gevorderd om het domein te kunnen aankopen, althans wanneer de prijs ervan vergelijkbaar is met de enkele maanden geleden geschatte marktwaarde. Zal in het bestek dat aan de koper van het domein wordt opgelegd rekening worden gehouden met het feit dat die gebouwen en eigendommen gedurende tientallen jaren werden onderhouden met geld van de Belgische belastingbetaler en zal de koper worden verplicht het domein een bestemming te geven waarbij het voor het publiek toegankelijk zal zijn ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 juli 2004, op de vraag nr. 409 van de heer Jean-Jacques Viseur van 3 juni 2004 (Fr.) : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen. De Ministerraad van 19 december 2003 heeft beslist om vanaf 1 juli 2004 over te laten gaan tot de openbare verkoping van het domein Argenteuil als geen enkel ander bod gedaan werd door de verschillende Belgische of Europese gezagsdragers. Daar geen enkele overheidsinstelling interesse getoond heeft voor de aankoop zal de procedure voor de openbare verkoop zoals gepland ingezet worden. Wat de offertes van private investeerders betreft, die zullen op de voor de openbare verkoping vastgelegde datum door het Aankoopcomité onderzocht worden. De weerhouden procedure is de verkoop aan de hoogstbiedende. De Ministerraad legde geen bijzondere bestemming op, en voor dit domein werd geen verplichting van toegang voor het publiek opgelegd. Het verkoopdossier zal evenwel alle stedenbouwkundige voorschriften bevatten, de mogelijke bestemmingen opgenomen in de geldende reglementering en ook de klasseringsbesluiten van de verschillende zones.

DO 2003200421867

DO 2003200421867

Question no 438 de M. Jacques Chabot du 14 juillet 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Taxation des gıˆtes et chambres d’hoˆtes. Il y a de plus en plus de création de gıˆtes et de chambres d’hoˆtes.

Vraag nr. 438 van de heer Jacques Chabot van 14 juli 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Belasting op vakantiewoningen en gastenkamers. Vakantiewoningen en gastenkamers kennen steeds meer succes.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6469

Il s’agit : — pour les gıˆtes, d’habitations meublées pour lesquelles le propriétaire ne fournit habituellement aucun service;

— Vakantiewoningen zijn gemeubileerde woonruimtes die doorgaans zonder bijkomende dienst verlening door de eigenaar worden aangeboden;

— pour les chambres d’hoˆtes, de chambres meublées pour lesquelles le propriétaire fournit généralement le petit déjeuner et assure l’entretien.

— Gastenkamers zijn gemeubileerde kamers, waarbij de eigenaar doorgaans een ontbijt aanbiedt en die door hem worden onderhouden.

Dans la plupart des cas, le propriétaire consent à des investissements importants en recourant ou non à l’emprunt.

In de meeste gevallen doet de eigenaar aanzienlijke investeringen, al dan niet via een lening.

Les charges supportées par le propriétaire peuvent donc être très importantes et entraıˆner des pertes dans les premières années.

De kosten voor de eigenaar kunnen dus erg hoog oplopen, waardoor hij tijdens de eerste jaren verlies kan lijden.

1. Quel régime fiscal faut-il appliquer aux revenus et aux pertes de ce genre d’exploitation dans chacun des cas suivants :

1. Welk belastingstelsel moet in de volgende gevallen worden toegepast op de inkomsten en verliezen die dit soort actviteit meebrengt :

a) exploitation d’un ou de deux gıˆtes;

a) het uitbaten van één of twee vakantiewoningen;

b) exploitation de plusieurs gıˆtes;

b) het uitbaten van meerdere vakantiewoningen;

c) exploitation de 3 ou 4 chambres dans un même immeuble;

c) het uitbaten van drie of vier gastenkamers in eenzelfde gebouw;

d) exploitation de plus de 4 chambres dans un ou plusieurs immeubles ?

d) het uitbaten van meer dan vier gastenkamers in één of meerdere gebouwen;

2. Quelle classification faut-il apporter à chacune de ces situations ?

2. Hoe moeten deze situaties worden ingedeeld?

3. a) Faut-il déclarer les revenus immobiliers et mobilier, sous déduction des charges réelles ?

3. a) Moeten de onroerende en roerende inkomsten worden aangegeven, verminderd met het bedrag van de werkelijke lasten ?

b) Ou faut-il considérer qu’il s’agit plutoˆt de revenus divers, voire même de revenus professionnels ?

b) Of moet men ervan uitgaan dat het diverse inkomsten of zelfs beroepsinkomsten zijn ?

4. Quel est le régime fiscal applicable aux pertes dans chacune des hypothèses susvisées ?

4. Welk belastingstelsel is in elk van voornoemde gevallen op de verliezen van toepassing?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 juillet 2004, à la question no 438 de M. Jacques Chabot du 14 juillet 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 juli 2004, op de vraag nr. 438 van de heer Jacques Chabot van 14 juli 2004 (Fr.) :

Gıˆtes

Landelijke vakantiehuizen (gıˆtes)

Le revenu recueilli, en dehors de l’exercice d’une activité professionnelle, de la location d’une habitation meublée, alors que le propriétaire ne fournit habituellement aucun service, constitue un revenu immobilier et mobilier en ce qu’il correspond respectivement à la location de l’immeuble et à la location des meubles.

De inkomsten, buiten het kader van een beroepsactiviteit, van een gemeubeld verblijf, zonder dat de eigenaar gewoonlijk enige dienst verstrekt, vormt een onroerend en roerend inkomen dat respectievelijk overeenkomt met de verhuur van het gebouw en de verhuur van het meubilair.

Les frais relatifs à l’entretien et aux réparations de l’immeuble sont exclusivement déterminés de manière forfaitaire (généralement 40 %).

De kosten voor het onderhoud en het herstel van het gebouw worden uitsluitend forfaitair vastgesteld (gewoonlijk 40 %).

Par contre, le revenu net de la location des biens meubles garnissant l’habitation s’entend du montant brut diminué des frais que le contribuable justifie avoir

Het nettoinkomen van roerende goederen in het gebouw daarentegen wordt gevormd door het brutoinkomen verminderd met de bewezen kosten die de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6470

faits ou supportés pendant la période imposable en vue d’acquérir ou de conserver ce revenu ou, à défaut, est déterminé de manière forfaitaire (généralement 50 %). En matière de revenus mobiliers, le Code des impoˆts sur les revenus 1992 ne prévoit pas la prise en compte des pertes.

eigenaar tijdens het belastbaar tijdperk gemaakt heeft om dit inkomen te verwerven of te behouden, anders wordt het forfaitair vastgesteld (gewoonlijk 50 %). Inzake roerende inkomsten houdt het Wetboek op de inkomstenbelasting 1992 geen rekening met verliezen.

La circonstance que ce revenu soit recueilli en dehors de l’exercice d’une activité professionnelle doit eˆtre examinée sur la base de tous les éléments de fait propres à chaque cas dont notamment, le nombre d’immeubles loués, le recours ou non à l’emprunt, l’importance de l’organisation développée, le lien avec l’activité professionnelle principale, etc.

Of dit inkomen verworven wordt buiten de uitvoering van een beroepsbezigheid wordt onderzocht op grond van alle feitelijke elementen, geval per geval, met inbegrip van het aantal verhuurde gebouwen, al dan niet met een lening, van de belangrijkheid van de ontwikkelde organisatie, het verband met het hoofdberoep, enz.

Chambres d’hoˆtes

Gastverblijven (chambres d’hoˆtes)

Le revenu provenant de la location de chambres meublées pour lesquelles le propriétaire fournit généralement le petit déjeuner et l’entretien constitue en principe un revenu professionnel.

De inkomsten uit de verhuur van gemeubelde kamers waarbij de eigenaar gewoonlijk in het ontbijt en het onderhoud voorziet vormen in principe beroepsinkomsten.

Dans ce cas, les frais professionnels déductibles sont ceux que le contribuable justifie avoir faits ou supportés pendant la période imposable en vue d’acquérir ou de conserver les revenus imposables.

In dit geval zijn de aftrekbare kosten die waarvan de eigenaar bewijst dat hij ze gemaakt heeft tijdens het belastbaar tijdperk om die belastbare inkomsten te verwerven of te behouden.

Les pertes professionnelles éprouvées pendant la période imposable peuvent eˆtre déduites des revenus des autres activités professionnelles de la période imposable et, le cas échéant, des périodes imposables suivantes.

De tijdens het belastbaar tijdperk geleden beroepsverliezen kunnen afgetrokken worden van de inkomsten uit andere beroepsactiviteiten tijdens het belastbaar tijdperk, en in voorkomend geval van de volgende aanslagjaren.

Ce revenu pourrait néanmoins eˆtre considéré comme un revenu divers pour autant qu’il soit obtenu occasionnellement ou fortuitement en dehors de l’exercice d’une activité professionnelle.

Die inkomsten kunnen evenwel beschouwd worden als diverse inkomsten als ze slechts af en toe of toevallig verworven worden buiten het kader van een beroepsbezigheid.

Ce revenu divers net correspond également au montant brut diminué des frais que le contribuable justifie avoir faits ou supportés pendant la période imposable en vue d’acquérir ou de conserver ces revenus.

Dit divers inkomen wordt gewoonlijk gevormd door het brutobedrag verminderd met de bewezen kosten die de eigenaar tijdens het belastbaar tijdperk gemaakt heeft om die inkomsten te verwerven of te behouden.

Les pertes encourues du fait de cette location sont déductibles des revenus divers de meˆme nature de la période imposable et, le cas échéant, des cinq périodes imposables suivantes.

De verliezen uit die verhuring zijn aftrekbaar van de diverse inkomsten van dezelfde aard tijdens het belastbaar tijdperk, en in voorkomend geval, van de vijf volgende aanslagjaren.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6471

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Budget

Begroting

DO 2003200410616

DO 2003200410616

Question no 20 de M. Roel Deseyn du 13 avril 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 20 van de heer Roel Deseyn van 13 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Projet « I-Line ».

Project « I-Line ».

Via le projet « I-Line », la SA Belgacom finance un programme qui assure des liaisons ADSL gratuites pour des écoles, des bibliothèques et des hoˆpitaux. La manière dont ce projet est organisé peut être considérée comme une violation du principe d’égalité vis-à-vis des autres fournisseurs d’accès internet à large bande par le caˆble.

Via het project I-Line financiert de NV Belgacom een programma dat zorgt voor gratis ADSLverbindingen voor scholen, bibliotheken en hospitalen. De wijze van organisatie van dit project kan beschouwd worden als een schending van het gelijkheidsbeginsel ten aanzien van de alternatieve aanbieders van breedband-internet via de kabel.

1. a) Est-il exact que le projet « I-Line » est financé, dans les faits, par les pouvoirs publics fédéraux belges, étant donné que la SA Belgacom peut déduire les frais exposés à cet effet du dividende qu’elle doit verser, en vertu de la décision de son assemblée générale, à l’actionnaire E´tat belge ?

1. a) Klopt het dat het I-Line-project in de feiten wordt gefinancierd door de Belgische federale overheid aangezien NV Belgacom de gemaakte kosten mag afhouden van het dividend dat zij krachtens de beslissing van haar algemene vergadering moet doorstorten aan de aandeelhouder Belgische Staat ?

b) Quels montants ont ainsi été déduits du dividende en 2002 et 2003 ?

b) Welke bedragen werden in 2002 en 2003 afgehouden ?

c) Quel montant peut être déduit en 2004 ?

c) Wat mag afgehouden worden in 2004 ?

2. a) Est-il exact que la SA Belgacom doit également prendre en charge les couˆts des autres fournisseurs d’accès à large bande qui fournissent un accès internet par l’ADSL (avec une capacité louée à Belgacom) à ces institutions ?

2. a) Klopt het dat de NV Belgacom ook de kosten moet ten laste nemen van alternatieve breedbandaanbieders die internet via ADSL (met bij Belgacom afgehuurde capaciteit) aan deze instellingen leveren ?

b) Le cas échéant, depuis quand ?

b) Sinds wanneer is dit zo ?

c) Quelle est, dans ces conditions, la perte de recettes pour Belgacom ?

c) Welk bedrag aan inkomsten derft Belgacom alzo ?

3. a) Est-il exact que la Commission européenne a rappelé la Belgique à l’ordre parce que cette formule entraıˆne une distorsion de concurrence vis-à-vis des fournisseurs d’accès internet à large bande par le caˆble ?

3. a) Klopt het dat de Europese Commissie Belgie¨ op de vingers heeft getikt voor het feit dat deze regeling een concurrentievervalsing betekent ten aanzien van de leveranciers van breedband-internet via de kabel ?

b) Envisagez-vous de remédier à cette situation ?

b) Overweegt u dit recht te zetten ?

c) De quelle manière et, le cas échéant, avec effet rétroactif ?

c) Op welke manier en met terugwerkende kracht ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6472

4. a) Est-il exact que le ministre du Budget a affirmé, à l’occasion de la prolongation du projet pour 2003, que ce serait la dernière fois étant donné qu’il s’agit, en l’occurrence, d’une matière communautaire qui doit être financée par les Communautés ?

4. a) Klopt het dat de minister van Begroting naar aanleiding van de verlenging van de regeling voor 2003 gesteld heeft dat dit de laatste keer was aangezien het hier een gemeenschapsmaterie betreft die door de Gemeenschappen moet gefinancierd worden ?

b) La projet a-t-il alors tout de même été prolongé pour 2004 ? Dans l’affirmative, selon quelles modalités et quelle a été la réaction du ministre du Budget ?

b) Werd de regeling dan toch nog verlengd voor 2004, zo ja op welke manier en met welke reactie van de minister van Begroting ?

5. a) L’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) a-t-il déjà établi un décompte des frais engagés par Belgacom dans le cadre de ce projet pour les années 2002 et 2003 ? Quel en a été le résultat et qu’est-il advenu du montant non utilisé ?

5. a) Heeft het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) reeds een afrekening gemaakt voor de door Belgacom gemaakte kosten voor dit project voor de jaren 2002 en 2003 ? Wat was het resultaat en wat is er gebeurd met het nietopgebruikte bedrag ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2004, à la question no 20 de M. Roel Deseyn du 13 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2004, op de vraag nr. 20 van de heer Roel Deseyn van 13 april 2004 (N.) :

` la suite de la réponse à votre question parlemenA taire au ministre de l’Ećonomie (question no 51 du 12 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 27, p. 4204), je peux vous donner la réponse suivante en ce qui concerne les éléments qui lui ont été transmis.

In opvolging van het antwoord op uw parlementaire vraag aan de minister van Economie (vraag nr. 51 van 12 januari 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 27, blz. 4204), kan ik met betrekking tot de haar doorverwezen elementen volgend antwoord verstrekken.

1. b) et c) Comme vous en avez déjà été informé en réponse à votre question no 14 (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 23, p. 3450), un montant de respectivement 11,77 millions et 8,26 millions d’euros a été octroyé pour les années 2002 et 2003. Pour l’année 2004, Belgacom estime que le financement d’I-line nécessitera un montant supplémentaire de 6,96 millions d’euros.

1. b) en c) Zoals u reeds is meegedeeld in antwoord op uw vraag nr. 14 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 23, blz. 3450) is voor 2002 en 2003 een bedrag van 11,77 miljoen respectievelijk van 8,26 miljoen euro toegekend. Voor 2004 raamt Belgacom dat de financiering van I-line een bijkomend bedrag van 6,96 miljoen euro zal vereisen.

4. b) et c) Dans cette même réponse, on a également indiqué qu’on a convenu dans l’accord de gouvernement que le gouvernement, en collaboration avec les entités fédérées, continuera à soutenir les initiatives telles que I-line, afin de contribuer à la réduction de la fracture numérique. Dans le projet I-line actuel, il a été convenu avec les communautés concernées quelles écoles et quelles bibliothèques pourront bénéficier du service. Dans l’avant-projet de loi concernant la communication électronique, on tient compte de la possibilité d’approfondir la collaboration dans un accord de collaboration dans lequel les responsabilités des différentes autorités peuvent être précisées.

4. b) en c) In hetzelfde antwoord is er ook reeds op gewezen dat in het regeerakkoord is overeengekomen dat de regering in samenwerking met de defedereerde entiteiten initiatieven zoals I-line zal blijven ondersteunen om alzo bij te dragen tot het verminderen van de digitale kloof. In het huidige I-line project wordt met de betrokken gemeenschappen overeengekomen welke scholen en bibliotheken van de dienst gebruik kunnen maken. In het voorontwerp van wet betreffende de elektronische communicatie word rekening gehouden met de mogelijkheid om deze samenwerking uit te diepen in een samenwerkingsakkoord, waarin de verantwoordelijkheden van de diverse betrokken overheden verder kunnen worden uitgeklaard.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6473

Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

DO 2003200400137

DO 2003200400137

Question no 81 de M. Guido De Padt du 3 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 81 van de heer Guido De Padt van 3 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Affectation de la ligne TGV au transport de marchandises.

NMBS. — Gebruik van het HST-spoor voor goederenvervoer.

Selon des informations récentes, la plupart des lignes TGV en France et en Belgique seraient déficitaires. La SNCF estime qu’il serait préférable de supprimer la liaison TGV Liège-Mons-Paris, qui l’est lourdement. Mais la rentabilité des trains à grande vitesse constitue également un problème pour le réseau ferroviaire français. Un bureau d’étude français a par ailleurs indiqué que tout porte à croire que le TGV subira le même sort que le Concorde étant donné que le nombre de voyageurs est en diminution constante, sauf en période de vacances. Les Pays-Bas et l’Allemagne ont d’ailleurs déjà commencé à procéder à la suppression de certaines de leurs liaisons TGV déficitaires. Dans le premier cas, il s’agit d’une ligne reliant Amsterdam et Paris et, dans le second cas, de la liaison Cologne-Paris. Les deux itinéraires passaient par le territoire belge. Ainsi, ces pays semblent désormais privilégier à nouveau les liaisons ferroviaires ordinaires et moins onéreuses. Il apparaıˆt en outre que la SNCF se prépare depuis des années à réserver le réseau ferroviaire TGV à la circulation de trains de marchandises ultra-rapides.

Volgens recente berichten zijn de meeste TGVlijnen in Frankrijk en Belgie¨ verlieslatend. De Franse Spoorwegen vinden dat de zwaar verlieslatende HSTlijn van Luik via Bergen naar Parijs beter opgedoekt wordt, terwijl er ook op het Franse spoorwegennet zelf problemen zijn met de rendabiliteit van de hogesnelheidstreinen. Volgens een Frans studiebureau heeft het er alle schijn van dat de TGV dezelfde weg zou kunnen opgaan als de Concorde, omdat er — behalve in de vakantieperiode — steeds minder reizigers komen. In Nederland en Duitsland is men al begonnen met het schrappen van verlieslatende HSTverbindingen. Nederland deed dat voor een TGV tussen Amsterdam en Parijs, terwijl Duitsland hetzelfde deed tussen Keulen en Parijs. Beide treinen liepen over Belgisch grondgebied. Duitsland en Nederland blijken opnieuw een voorkeur te krijgen voor gewone — minder dure — treinverbindingen. Naar verluidt maakt de SNCF zich al jaren klaar om de HSTsporennet te gebruiken voor zeer snelle goederentreinen.

1. ` combien s’élève le total des investissements réalia) A sés jusqu’à présent par la Belgique dans le cadre de l’aménagement du réseau TGV ?

1. a) Welke totaalinvesteringen heeft Belgie¨ tot op heden gedaan voor de aanleg van het HST-net ?

b) Pouvez-vous préciser quelles sont les initiatives à venir ?

b) Kan u meedelen welke er nog gepland zijn ?

2. Quelle est l’évolution du nombre de voyageurs et quels sont les résultats d’exploitation (pour 2001, 2002 et le premier semestre de 2003) des différents exploitants (Thalys, Eurostar, TGV Bruxelles-France et ICE Bruxelles-Cologne-Francfort) de la LGV sur le territoire belge ?

2. Wat is de evolutie in het aantal reizigers en de exploitatieresultaten (2001, 2002, 1e semester 2003) van de verschillende exploitanten (Thalys, Eurostar, HST Brussel-Frankrijk en ICE Brussel-KeulenFrankfurt) van de HSL op Belgisch grondgebied ?

3. a) Comment envisagez-vous l’avenir du TGV ?

3. a) Hoe schat u de toekomst van de HST in ?

b) Le transport à grande vitesse s’inscrit-il selon vous dans le droit fil du plan « Move 2007 » ?

b) Zit u op dezelfde lijn van « Move 2007 » met betrekking tot het hogesnelheidsvervoer ?

4. a) La SNCB compte-t-elle également affecter la ligne TGV au transport rapide de marchandises ?

4. a) Overweegt de NMBS eveneens om de HST-lijnen voor een snel goederenvervoer in te schakelen ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6474

b) Dans l’affirmative, quel est le planning prévu à cet effet et a-t-on établi des prévisions quant à la diminution du transport de marchandises par la route ?

b) Zo ja, hoe ziet het tijdspad eruit of heeft men prognoses gemaakt over de afname van het goederenvervoer over de weg ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2004, à la question no 81 de M. Guido De Padt du 3 novembre 2003 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2004, op de vraag nr. 81 van de heer Guido De Padt van 3 november 2003 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. a) Jusque et y compris juin 2003, des investissements de l’ordre de 3,337 milliards d’euros ont été réalisés dans l’infrastructure à grande vitesse.

1. a) Tot en met juni 2003 werden investeringen ten belope van 3,337 miljard euro gerealiseerd in de infrastructuur voor hoge snelheid.

b) D’autres investissements sont encore planifiés pour un montant de 1,368 milliard d’euros.

b) Er zijn nog verdere investeringen gepland ten bedrage van 1,368 miljard euro.

Il est à remarquer que certains tronçons de l’infrastructure à grande vitesse sont également utilisés pour le trafic du service intérieur.

Bij deze gegevens dient opgemerkt dat bepaalde baanvakken van de hoge snelheidsinfrastructuur ook gebruikt worden voor binnenlands verkeer.

2. Ces données font partie intégrante des activités commerciales de la SNCB et ne sont dès lors normalement pas communiquées.

2. Deze gegevens maken deel uit van het geheel aan commercie¨le activiteiten van de NMBS en worden normalerwijze niet meegedeeld.

Toutefois, la SNCB m’a transmis l’évolution du nombre de voyageurs (× 1 000).

Niettemin heeft de NMBS mij de evolutie van het aantal reizigers (× 1 000) meegedeeld.

Année — Jaar

Bruxelles-France — Brussel-Frankrijk

Eurostar

Thalys

2001 ........................................................ 2002 ........................................................ 2003 ........................................................

492 550 567

1 604 1 509 1 453

5 695 5 952 5 765

3. a) et b) Après la rationalisatin de l’offre de trains internationaux classiques, la SNCB prépare actuellement l’exploitation des futures infrastructures « Grande vitesse » (vers les Pays-Bas et l’Allemagne) et le renforcement de la coopération avec les réseaux voisins. L’objectif général de MOVE 2007 est l’amélioration de la rentabilité du trafic international par la diminution des coûts internes, l’accroissement des revenus et le renforcement de la qualité.

3. a) en b) Na de rationalisering van het klassieke aanbod van internationale treinen, bereidt de NMBS momenteel de exploitatie van toekomstige « Grote Snelheidsinfrastructuren » (naar Nederland en Duitsland) en de versterking van de samenwerking met de naburige netten voor. De algemene doelstelling van MOVE 2007 is de verbetering van de rentabiliteit van het internationaal verkeer door de vermindering van de interne kosten, de stijging van de inkomsten en de verhoging van de kwaliteit.

Je pense néanmoins qu’une nouvelle évaluation des relations existantes et de leurs conséquences sur la situation financière actuelle de l’entreprise s’impose à très court terme. Dès que j’aurai pu procéder à cette

Ik ben nochtans van mening dat een nieuwe evaluatie van de bestaande lijnen en hun gevolgen voor de huidige financie¨le situatie van de maatschappij zich op korte termijn opdringt. Zodra ik tot deze evaluatie kan


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6475

évaluation, je vous informerai des perspectives que je vois pour ces relations.

overgaan, zal ik u op de hoogte brengen van de perspectieven die ik zie voor deze lijnen.

4. a) et b) La SNCB n’envisage pas actuellement d’avoir recours aux lignes à grande vitesse (LGV) pour le transport rapide de marchandises.

4. a) en b) De NMBS overweegt momenteel niet om de hogesnelheidslijnen (HSL) voor snelgoederenvervoer in te schakelen.

Toutes les tentatives entreprises jusqu’à présent en Europe pour y parvenir (Pays-Bas, Angleterre, Allemagne, France) ont soit été suspendues, soit n’ont pas été développées plus avant, faute de possibilité de rentabilité.

Alle tot nu toe ontwikkelde pogingen in Europa om dat te doen (Nederland, Engeland, Duitsland, Frankrijk) werden ofwel gestopt of niet verder ontwikkeld daar geen rentabiliteit mogelijk was.

La SNCB continue néanmoins de suivre les évolutions de ce segment de marché et prend part aux groupes de travail organisés avec les aéroports de Zaventem, Bierset et Paris. Ces projets sont orientés vers le long terme (2015-2020) en vue d’offrir une solution aux services de fret aérien qui sont, en grande partie, acheminés par route sur des distances inférieures à 600 km.

De NMBS blijft niettemin de evolutie van dat marktsegment volgen en neemt deel in werkgroepen met de luchthavens van Zaventem, Bierset en Parijs. Deze projecten worden op de lange termijn gericht (2015-2020) om een oplossing te bieden voor de luchtvrachtvervoeren die voor een belangrijk gedeelte op afstanden beneden de 600 km via de weg worden vervoerd.

Par ailleurs, plusieurs études plus ou moins approfondies ont été réalisées depuis le début des années nonante sur la possibilité de développer une desserte TGV fret en Belgique. Jusqu’à présent aucune n’a abouti à une conclusion favorable.

Bovendien werden er sedert het begin van de jaren negentig verschillende, min of meer grondige studies uitgevoerd betreffende de mogelijkheid om in Belgie¨ een hogesnelheidsbediening voor goederen op te zetten. Tot dusver heeft er geen enkele tot een gunstige conclusie geleid.

Eu égard à ces précédents et compte tenu de la libéralisation du transport marchandises, il est préférable de s’assurer d’abord des conditions de viabilité économique à moyen et long terme de tout projet de ce type. Une fois cette condition remplie, la question des investissements pourra valablement être abordée.

Rekening houdend met wat voorafgaat en met de liberalisering van het goederenvervoer, is het wenselijk eerst de economische leefbaarheid op middellange en lange termijn na te gaan van elk dergelijk project. Zodra die voorwaarde is vervuld, kan de kwestie van investeringen op een degelijke wijze worden aangepakt.

DO 2003200400328

DO 2003200400328

Question no 101 de M. Guido De Padt du 24 novembre 2003 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 101 van de heer Guido De Padt van 24 november 2003 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Baˆtiments de gare.

NMBS. — Stationsgebouwen.

Au cours des dernières décennies, la SNCB a vendu de nombreux immeubles appartenant à son patrimoine, dont des baˆtiments de gare. Entre-temps, des dizaines de ces baˆtiments ont reçu une autre affectation, privée ou non.

De jongste decennia heeft de NMBS heel wat onroerend goed verkocht. Heel wat stationsgebouwen behoorden tot het verkochte patrimonium van de NMBS. Stationsgebouwen waarvan er tientallen intussen een andere, al dan niet private, bestemming hebben gekregen.

1. Combien de baˆtiments de gare appartiennent-ils encore au patrimoine de la SNCB ?

1. Hoeveel stationsgebouwen heeft de NMBS nog in eigendom ?

2. Combien de ces baˆtiments sont encore en service, ont leur propre personnel et/ou sont accessibles au public ?

2. Hoeveel daarvan zijn er nog in werking en worden bediend door personeel en/of opengesteld voor het publiek ?


2003

2004


817

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6476

3. Combien de baˆtiments de gare en propriété sont interdits au public en permanence ?

3. Hoeveel stationsgebouwen in eigendom zijn permanent gesloten voor het publiek ?

4. Quels investissements (par province) sont nécessaires et sont prévus pour la rénovation et l’aménagement des baˆtiments accessibles au public ?

4. Welke investeringen (opgesplitst per provincie) zijn er nodig en worden in het vooruitzicht gesteld, om de voor het publiek toegankelijke gebouwen te renoveren en aan te passen ?

5. a) Combien de baˆtiments de gare par province sont des monuments classés ? Lesquels d’entre eux sont encore accessibles au public ?

5. a) Hoeveel stationsgebouwen zijn er geklasseerd als monument, met een opsplitsing per provincie en welke zijn al dan niet nog opengesteld voor het publiek ?

b) Combien de ces baˆtiments classés se trouvent dans un état délabré ? Quels investissements sont nécessaires pour y effectuer les indispensables travaux de conservation et d’entretien ?

b) Hoeveel van deze geklasseerde gebouwen bevinden zich in slechte staat en welke investeringen zijn er nodig om de nodige instandhoudings- en onderhoudswerken uit te voeren ?

c) Pourriez-vous indiquer quels travaux de conservation et d’entretien des baˆtiments de gare classés sont prévus, en en mentionnant la localisation et en précisant s’ils sont désaffectés ou non ?

c) Welke instandhoudings- en onderhoudswerken aan geklasseerde stationsgebouwen zijn er geprogrammeerd, met opgave van over welke locaties het gaat en met vermelding of ze al dan niet gedesaffecteerd zijn ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2004, à la question no 101 de M. Guido De Padt du 24 novembre 2003 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2004, op de vraag nr. 101 van de heer Guido De Padt van 24 november 2003 (N.) :



1. La SNCB est propriétaire de 331 baˆtiments de gare.

1. De NMBS heeft 331 stationsgebouwen in eigendom.

2. La SNCB esploite 248 baˆtiments de gare.

2. De NMBS heeft 248 stationsgebouwen in exploitatie.

3. 83 baˆtiments de gare ne sont plus exploités et sont fermés au public.

3. De NMBS heeft 83 stationsgebouwen uit exploitatie en gesloten voor het publiek.

4. Aperçu des investissements prévus durant l’année 2004 dans les baˆtiments de gare. La SNCB ne tient pas de statistiques sur la base des provinces, mais uniquement sur la base des districts SNCB.

4. Overzicht voorziene investeringen in het jaar 2004 aan stationsgebouwen. De NMBS houdt geen statistieken bij op basis van provincies, maar enkel op basis van district NMBS.

Baˆtiment de gare — Stationsgebouw

Montant prévu en 2004 (en euros) — Voorzien bedrag in 2004 (in euro)

District NE. — District NO Anvers Central. — Antwerpen Centraal ............................................................. Anvers Luchtbal. — Antwerpen Luchtbal .......................................................... Boom ................................................................................................................. Louvain. — Leuven ............................................................................................ Lommel .............................................................................................................. Malines. — Mechelen ........................................................................................ Mol ....................................................................................................................


2003

2004

100 30 100 250 230 10 134

000 000 000 000 000 000 000


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6477



Neerpelt ............................................................................................................. Saint-Trond. — Sint-Truiden .............................................................................

415 000 780 000

Total. — Totaal..................................................................................................

2 049 000

District NO. — District NW Blankenberge ...................................................................................................... Brugge-Sint-Michiels ........................................................................................... Gand Saint-Pierre. — Gent-Sint-Pieters .............................................................. Herne ................................................................................................................. Audenarde. — Oudenaarde ................................................................................ Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas ............................................................................ Wetteren .............................................................................................................

65 50 300 20 65 1 670 300

Total. — Totaal..................................................................................................

2 470 000

District CE Bruxelles-Nord. — Brussel-Noord ...................................................................... Bruxelles-Central. — Brussel-Centraal ...............................................................

000 000 000 000 000 000 000

Bruxelles-Chapelle. — Brussel-Kapellekerk ........................................................ Divers travaux de rafraıˆchissement. — Diverse opfrissingswerken .....................

780 75 136 400 200 2 800 12 10 155 25 400

Total. — Totaal..................................................................................................

4 993 000

District SE. — District ZO Gares : Jemelle, Ciney. — Stations : Jemelle, Ciney ............................................ Arlon. — Aarlen ................................................................................................ Gembloux .......................................................................................................... Herstal ............................................................................................................... Libramont .......................................................................................................... Namur. — Namen ............................................................................................. Neufchaˆteau ....................................................................................................... Verviers .............................................................................................................. Vielsam .............................................................................................................. Virton ................................................................................................................ Welkenraedt .......................................................................................................

800 470 5 5 5 1 600 20 30 10 20 100

Total. — Totaal..................................................................................................

3 065 000

District SO. — District ZW Charleroi-Sud. — Charleroi-Zuid ....................................................................... Chaˆtelet .............................................................................................................. Luttre ................................................................................................................. Mons. — Bergen ................................................................................................ Péruwelz ............................................................................................................. Saint-Ghislain .....................................................................................................

4 900 200 240 3 000 50 400

Bruxelles-Luxembourg. — Brussel-Luxemburg ................................................... Jette ................................................................................................................... Hal. — Halle .....................................................................................................


2003

2004

000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000

000 000 000 000 000 000 000 000 000 000 000

000 000 000 000 000 000


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6478



Tamines ............................................................................................................. Walcourt ............................................................................................................

410 000 40 000

Total. — Totaal..................................................................................................

9 240 000

Total général. — Algemeen totaal.......................................................................

21 817 000

5. Aperçu des baˆtiments classés ou en voie de l’être.

5. Overzicht geklasseerde gebouwen of vatbaar voor bescherming.

Baˆtiments de gare protégés en tant que monument :

Nom — Naam

Stationsgebouwen beschermd als monument :

En/hors exploitation Désaffecté — — In/uit exploitatie Desaffectatie

District NE. — District NO Anvers-Central. — Antwerpen-Centraal .......................... Anvers-Dam. — Antwerpen-Dam ....................................

En. — In Hors. — Uit

Bourg-Léopold. — Leopoldsburg ..................................... Louvain. — Leuven ......................................................... Lierre. — Lier .................................................................. Neerpelt ........................................................................... Turnhout ......................................................................... District NO. — District NW Alost. — Aalst ................................................................. Bissegem ..........................................................................


La Panne. — De Panne .................................................... Gand-Saint-Pierre. — Gent-Sint-Pieters ............................ Herne ............................................................................... Ypres. — Ieper ................................................................ Lissewege .........................................................................

En. — In En. — In En. — In En. — In Hors. — Uit

Moerbeke ......................................................................... Ostende. — Oostende ...................................................... Oostkamp ........................................................................ Audenarde. — Oudenaarde ............................................. Poperinge ......................................................................... Renaix. — Ronse ............................................................. Furnes. — Veurne ............................................................ Wervik ............................................................................. Wevelgem ........................................................................ Willebroek ....................................................................... Wondelgem ...................................................................... Zandbergen ......................................................................

En. — In En. — In En. — In Hors. — Uit En. — In En. — In En. — In En. — In En. — In En. — In En. — In Hors. — Uit


En. En. En. En. En.

2003

— — — — —

2004

In In In In In

— Désaffecté. — Gedesaffecteerd — — — — — — Désaffecté. — Gedesaffecteerd — — — — Désaffecté. — Gedesaffecteerd — — — — — — — — — — — Désaffecté. — Gedesaffecteerd

Investissements prévus en 2004 (en euros) — Voorziene investeringen in 2004 (in euro)

100 000 — — 250 000 — 415 000 — — — — 300 000 — — — — — — — — — — — — — — —


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6479

Nom — Naam


District CE. — District CE Bruxelles-Central. — Brussel-Centraal ............................. Bruxelles-Congrès. — Brussel-Congres ............................. Bruxelles-Luxembourg. — Brussel-Luxemburg ................ Groenendaal .................................................................... Jette ................................................................................. Laeken. — Laken .............................................................

En. — In En. — In En. — In En. — In En. — In Hors. — Uit

Schaerbeek. — Schaarbeek ............................................... Vilvorde. — Vilvoorde .....................................................

En. — In En. — In

District SO. — District ZW Binche .............................................................................. Braine-le-Comte. — ’s Gravenbrakel ............................... Péruwelz .......................................................................... Saint-Ghislain ..................................................................

En. En. En. En.

District SE. — District ZO Chaudfontaine ................................................................. Godinne ...........................................................................

— — — —

In In In In

Hors. — Uit En. — In

— — — — — Désaffecté. — Gedesaffecteerd — —

611 000 — 3 000 000 — 12 000 — — —

— — — —

— — 50 000 400 000

— —

— —

Total. — Totaal ...............................................................

5 138 000

Baˆtiments de gare repris dans la liste des monuments en vue d’être classés :

Nom — Naam


Stationsgebouwen welke zijn opgenomen in de lijst van voor bescherming vatbare monumenten :



District NE. — District NO Essen ................................................................................ Kontich ............................................................................ Zwijndrecht .....................................................................

En. — In En. — In En. — In

— — —

— — —

District NO. — District NW Termonde. — Dendermonde ........................................... Haaltert ........................................................................... Melle ............................................................................... Oppuurs ........................................................................... Puurs ............................................................................... Scheldewindeke ................................................................ Schendelbeke .................................................................... Schoonaarde .................................................................... Sinaaı¨ ...............................................................................

En. — In En. — In En. — In Hors. — Uit En. — In En. — In Hors. — Uit En. — In Hors. — Uit

— — — — — — — — —

— — — — — — — — —


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6480

Nom — Naam


Ternat .............................................................................. Vlamertinge .....................................................................


Wetteren .......................................................................... District CE Dilbeek ............................................................................ Rhode-Saint-Genèse. — Sint-Genesius-Rode .................... District SO. — District ZW Nihil ................................................................................ District SE. — District ZO Nihil ................................................................................

En. — In

— Désaffecté. — Gedesaffecteerd —

En. — In En. — In

— —

Investissements prévus en 2004 (en euros) — Voorziene investeringen in 2004 (in euro) — — 300 000 — —

Total. — Totaal ...............................................................

300 000

DO 2003200421279

DO 2003200421279

Question no 186 de M. Bart Laeremans du 19 avril 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 186 van de heer Bart Laeremans van 19 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Réseau suburbain à Bruxelles.

NMBS. — Brussels voorstadsnet.

Selon les médias, la Région bruxelloise et la Région flamande ont signé un accord par lequel elles s’engagent à supporter une partie des dépenses pour le RER, le réseau express régional pour Bruxelles. Le transport par rail relève pourtant toujours, me semblet-il, du pouvoir fédéral.

Volgens de media hebben het Brussels en het Vlaams Gewest een akkoord ondertekend waarin zij ermee akkoord gaan een deel van de kosten van het geplande Brussels voorstadsnet, het zogeheten « GEN », te dragen. Nochtans is het vervoer per spoor nog steeds federale materie.

1. Comment la prise en charge, par les régions, d’une partie des couˆts liés au transport par rail peutelle dès lors être considérée comme étant conforme à la Constitution ?

1. Hoe kan het dan in overeenstemming met de Grondwet worden geacht dat de gewesten de kosten van een deel van het spoorvervoer zouden dragen ?

2. Selon quelle clé ce couˆt serait-il réparti ?

2. Wat zou de verdeelsleutel zijn van het delen van die kosten ?

3. De quel montant s’agirait-il ?

3. Op welk bedrag zou dit slaan ?

4. La Région wallonne ne semble pas concernée. N’approuve-t-elle donc pas ce procédé ?

4. Er wordt niet gesproken over het Waals Gewest. Gaat dit dan niet akkoord met deze werkwijze ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 27 juillet 2004, à la question no 186 de M. Bart Laeremans du 19 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 27 juli 2004, op de vraag nr. 186 van de heer Bart Laeremans van 19 april 2004 (N.) :




2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6481

Le projet RER ne se limite pas à l’aspect ferroviaire, meˆme si celui-ci est prédominant. En effet, l’amélioration de la mobilité dans et autour de Bruxelles s’inscrit dans un ensemble coordonné de mesures qui doivent eˆtre mises en œuvre par tous les acteurs concernés.

Ook al overheerst het spoorwegaspect, het GENproject beperkt er zich niet toe. De verbetering van de mobiliteit in en rond Brussel vergt inderdaad een gecoo¨rdineerd geheel aan maaatregelen die door alle betrokken actoren moeten verwezenlijkt worden.

1. Le couˆt des améliorations apportées par le RER, sur le plan du transport en bus, du métro et de la grande voirie, est à charge des régions et, pour ce qui est de la petite voirie, à charge des communes. Ceci est conforme aux dispositions constitutionelles et légales.

1. De kostprijs van de GEN-verbeteringen op het vlak van busvervoer, metro en grote wegenis is ten laste van de gewesten, en wat betreft de plaatselijke wegenis ten laste van de gemeenten. Dit stemt overeen met de grondwettelijke en wettelijke voorschriften.

2. La notion de « clé de répartition » a trait uniquement aux travaux ferroviaires.

2. Het begrip « verdeelsleutel » slaat enkel op spoorwerken.

3. Tous les travaux exécutés par la SNCB, dans le cadre ou non du projet RER, tombent sous cette clé de répartition. Le montant total relatif aux travaux planifiés par les régions et les communes dans le cadre du projet RER n’est pas connu de la SNCB.

3. Alle werken uitgevoerd door de NMBS, al of niet in het kader van het GEN-project vallen onder deze verdeelsleutel. Het totaal bedrag aan werken gepland door de gewesten en gemeenten in het kader van het GEN-project is door de NMBS niet gekend.

4. La Région wallonne prévoit également des travaux dans le cadre du projet RER, notamment à proximité de la ligne 161.

4. Het Waals Gewest voorziet ook werken voor het GEN-project, bijvoorbeeld in de nabijheid van de lijn 161.

DO 2003200421533

DO 2003200421533

Question no 211 de M. Gerolf Annemans du 19 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 211 van de heer Gerolf Annemans van 19 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Retard dans le réaménagement de l’Astridplein à Anvers.

NMBS. — Vertraging van de heraanleg van het Astridplein te Antwerpen.

Selon plusieurs articles de presse, le réaménagement de la Koningin Astridplein à Anvers, qui appartient à la SNCB et qui se trouve juste devant la gare centrale, ne sera achevé qu’avec au moins un an et demi de retard sur le calendrier initial. Ce retard serait duˆ à des problèmes d’adjudication — à la suite desquels aucun entrepreneur n’a encore été désigné-ainsi qu’au fait qu’un volet du permis de baˆtir (pour la voie de tram et de bus, dont une partie se trouve dans la Gemeentestraat et la Carnotstraat, c’est-à-dire en dehors du terrain appartenant à la SNCB) n’a pas encore été octroyé. Selon M. Paul Van Aelst, porte-parole de la SNCB, les travaux en surface pour le réaménagement de l’Astridplein ne pourront pas être entamés avant début 2005. De ce fait, l’achèvement des travaux ne serait pas prévu avant deux ans.

Uit persberichten blijkt dat de verdere heraanleg van het in eigendom aan de NMBS toebehorende Koningin Astridplein te Antwerpen vlak voor het Centraal Station) minstens een half jaar vertraging zal oplopen. De vertraging zou te maken hebben met problemen met de aanbesteding, waardoor er nog steeds geen aannemer is, alsook met het feit dat een deel van de bouwvergunning (voor de tram- en busbaan die voor een deel in de Gemeentestraat en de Carnotstraat en dus niet op NMBS-terrein gelegen is) nog niet verleend werd. Met de bovengrondse heraanleg van het Astridplein zal volgens NMBS-woordvoerder Paul Van Aelst pas begin 2005 kunnen begonnen worden. Het vernieuwde Astridplein zou er pas over twee jaar zijn.

1. Pour quelle raison le chantier de l’Astridplein se trouve-t-il à l’arrêt ?

1. Wat is de reden voor het stilleggen van de werf aan het Astridplein ?

2. En quoi consistent les problèmes d’adjudication ? 3. a) Quand les travaux seront-ils entamés ?


2. Wat zijn de problemen met de aanbesteding ? 3. a) Wanneer zullen de werken aangevat worden ?

2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6482

b) Pour quand l’achèvement des travaux est-il prévu ?

b) Wanneer is de voltooiing van de werkzaamheden voorzien ?

4. a) Est-il toujours prévu d’équiper les nouveaux arrêts de tram et de bus situés juste devant l’Astridplein (halte terminus et halte de transit) de petits abris pouvant accueillir des publicités ?

4. a) Is het nog steeds de bedoeling om de nieuwe halteinfrastructuur voor bussen en trams vlak voor het Astridplein (terminus en overstaphalte) uit te rusten met wachthuisjes met reclamevoering ?

b) S’agira-t-il de panneaux changeants permettant de faire défiler différentes affiches ?

b) Gaat het om rolborden met wisselende affiches ?

c) Quelle procédure sera (ou a été) suivie pour sélectionner le fournisseur de ces abris ?

c) Welke procedure zal er gevolgd worden/werd er gevolgd om de leverancier van de schuilhuisjes te selecteren ?

d) Y aura-t-il (ou y a-t-il eu) un appel d’offres pour ces abris ?

d) Wordt/werd er daarvoor een bekendmaking gedaan ?

e) Un contrat a-t-il déjà été conclu avec une société ?

e) Werd er reeds een overeenkomst met een bepaalde firma gesloten ?

f) Dans l’affirmative, avec quelle société ?

f) Indien het antwoord bevestigend is, met welke firma ?

g) Quelles compensations pécuniaires ou autres, au profit de la SNCB, ont-elles (ou seront-elles) négociées en échange de l’autorisation de faire de la publicité sur la Koningin Astridplein, propriété de la SNCB ?

g) Welke geldelijke of andere compensaties voor de NMBS werden bedongen/zullen bedongen worden voor het mogen voeren van publiciteit op het in eigendom van de NMBS toebehorende Koningin Astridplein ?

h) A-t-on envisagé ou envisage-t-on de placer, à la halte terminus devant la gare et à la halte de transit à l’autre bout de l’Astridplein, des abris « neutres » (c’est-à-dire exempts de publicités) qui pourraient être livrés par l’entremise (et avec la participation financière) de la société flamande de transports publics De Lijn, en lieu et place de structures à vocation partiellement publicitaire et visuellement « polluantes » ?

h) Werd/wordt er overwogen om aan de eindhalte voor het stationsgebouw op het Astridplein en aan de overstaphalte op de kop van het Astridplein, neutrale wachthuisjes (dus zonder reclamevoering) voor reizigers te plaatsen, die kunnen geleverd worden mits tussenkomst (en subsidie¨ring) van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn, in plaats van infrastructuur met visueel vervuilende reclamevoering ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2004, à la question no 211 de M. Gerolf Annemans du 19 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2004, op de vraag nr. 211 van de heer Gerolf Annemans van 19 mei 2004 (N.) :



1. La phase 1 des travaux (gros œuvre) est actuellement en cours, la réception provisoire étant prévue pour fin juin 2004. Cette entreprise s’est achevée deux mois plus toˆt que prévu, la fin étant programmée au départ pour aouˆt 2004.

1. Momenteel is fase 1 (ruwbouw) in uitvoering, de voorlopige oplevering wordt gepland einde juni 2004. Deze aanneming is twee maanden sneller dan voorzien uitgevoerd, het geplande einde was augustus 2004.

Normalement, la finition en surface de la place Astrid aurait duˆ suivre (septembre 2004), mais la finalisation du fascicule d’adjudication a pris du retard, à la suite de la décision très tardive (novembre 2003) des quatre parties associées au financement (SNCB, De Lijn, MVG et la ville d’Anvers) d’intégrer la partie contigue¨ de l’axe Gemeentestraat-Carnotstraat aux travaux.

Aansluitend (september 2004) zou de bovengrondse afwerking van het Astridplein volgen. Door de zeer late beslissing (november 2003) van de vier betalende partijen (NMBS, De Lijn, MVG en de Stad Antwerpen) om het aanpalend deel van de as GemeentestraatCarnotstraat in de werken te integreren, heeft de afwerking van de aanbestedingsbundel vertraging opgelopen.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6483

Cette décision était nécessaire vu que BAM avait postposé le réaménagement de cet axe. L’aménagement de l’axe Gemeentestraat-Carnotstraat devait initialement coı¨ncider avec la 2e phase du réaménagement de « Antwerpse Leien ».

Deze beslissing was noodzakelijk omdat de heraanleg van deze as door BAM werd opgeschoven in de tijd. De aanleg van de as Gemeentestraat-Carnotstraat was oorspronkelijk voorzien samen met de 2e fase van de heraanleg van de Antwerpse Leien.

Ce projet prévoyait de nouvelles voies de tram qui devaient être raccordées aux voies de tram sur la place Astrid. Indépendamment de la volonté de la SNCB, le timing de ce projet a été différé, de telle sorte que les travaux de raccordement au nouveau tracé autour de la place Astrid ainsi que l’adaptation de la voirie et de la situation du trafic ont nécessairement duˆ être ajoutés au projet de la place Astrid.

In dit project waren de nieuwe tramsporen voorzien, die aansluiting geven op de tramsporen op het Astridplein. Buiten de wil om van de NMBS, werd de timing van dit project gewijzigd, zodat de aansluitingswerken voor het nieuwe tramtracé rond het Astridplein, samen met het aanpassen van de wegenis en de verkeerssituatie, noodzakelijkerwijze dienden toegevoegd te worden aan het Astridpleinproject.

Il s’ensuit que toute une série de travaux d’étude et de dessin complémentaires ont duˆ être exécutés. La demande de permis d’urbanisme a entre-temps été introduite (l’enquête publique s’est déroulée pendant trente jours à partir du 21 avril 2004) et le cahier spécial des charges et les plans sont pour ainsi dire prêts.

Bijkomend studie- en tekenwerk werd hiervoor verricht en ondertussen werd een bijkomende stedenbouwkundige vergunning aangevraagd (het openbaar onderzoek liep gedurende dertig dagen vanaf 21 april 2004). Het bestek en de plans zijn quasi afgewerkt.

Seule une étude partielle sur les travaux aux caténaires du tram manque encore. Celle-ci doit normalement être finalisée dans les prochains jours par De Lijn en vue de son intégration au cahier spécial des charges.

Enkel een deelstudie van de bovenleidingswerken van de tram ontbreekt nog. Deze moet normaliter in de eerstvolgende dagen afgerond worden door De Lijn om dan geı¨ntegreerd te worden in het bestek.

Le fascicule d’adjudication pourrait donc ainsi être prêt fin juillet 2004, après quoi il sera soumis aux quatre partenaires pour approbation.

De aanbestedingsbundel zou dus klaar kunnen zijn tegen einde juli 2004, waarna deze aan de vier partners ter goedkeuring zal worden voorgelegd.

2. L’adjudication ne pose dès lors pas de problèmes en soi. La SNCV se base actuellement sur le planning suivant :

2. Er zijn dus geen problemen met de aanbesteding op zich. De NMBS gaat momenteel uit van volgende planning :

— Approbation du dossier établi par les quatre partenaires pour le début septembre 2004;

— Goedkeuring van het dossier van de vier partners tegen begin september 2004;

— Publication de l’adjudication à la mi-septembre 2004;

— Publicatie van de aanbesteding half september 2004;

— Adjudication proprement dite à la mi-novembre 2004 (délai minimum obligatoire entre la publication et l’adjuction);

— Eigenlijke aanbesteding half november 2004 (wettelijk verplichte minimumtermijn tussen publicatie en aanbesteding);

— Après vérification des soumissions à l’adjudication, le cahier des charges est passé au soumissionnaire régulier le plus bas; vu l’ampleur du dossier et des diverses parties en présence, l’adjudication devrait avoir lieu vers la mi-février 2005.

— Na nazicht van de inschrijvingen op de aanbesteding wordt het bestek gegund aan de laagste regelmatige inschrijver. Gezien de omvang van het dossier en de verschillende betrokken partijen zal de gunning plaatsvinden rond half februari 2005.

Outre la finition en surface, il y a encore un contrat d’entreprise pour la finition en sous-sol. Ce dossier sera publié début juillet et donné en adjudication début septembre.

Naast de bovengrondse afwerking is er ook nog een aanneming voor de afwerking van de ondergrond. Dit dossier zal begin juli gepubliceerd worden en begin september worden aanbesteed.

3. Finition en surface :

3. Bovengrondse afwerking :

— début prévu à la mi-mars 2005;

— start voorzien half maart 2005;

— délai d’exécution prévu : 16 mois;

— voorziene uitvoeringstermijn : 16 maanden;


2003

2004


818

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6484

— date prévue de fin des travaux : mi-juillet 2006. Finition en sous-sol :

— voorziene einddatum van de werken : half juli 2006. Ondergrondse afwerking :

— début prévu décembre 2004;

— start voorzien december 2004;

— délai d’exécution prévu : 15 mois;

— voorziene uitvoeringstermijn : 15 maanden;

— date prévue de fin des travaux : mars 2006.

— voorziene einddatum van de werken : maart 2006.

4. a) Les abris de tram et de bus prévus sont de « type Foster ». Sur l’un des deux coˆtés de ce type d’abri de tram et de bus, il est possible d’apposer des panneaux publicitaires tant à l’intérieur qu’à l’extérieur, soit deux affiches publicitaires par abri de tram et de bus.

4. a) De voorziene tram- en bushokjes zijn van het zogenaamde « type Foster ». Aan een van de twee zijkanten van dit type tram- en bushokjes kunnen reclameposters gehangen worden zowel aan de binnen- als buitenzijde. Twee reclameposters per tram- en bushokje dus.

b) Non, il s’agit de panneaux publicitaires standard.

b) Neen, het zijn standaard reclameposters.

c) Ces abris de tram et de bus ne figurent pas au dossier d’adjudication pour la finition en surface de la place Astrid. Ils sont fournis et placés en régie propre par la ville, hors entreprise SNCB. La procédure qui sera suivie par la ville en vue de la sélection du fournisseur n’est pas connue des services de la SNCB.

c) Deze tram- en bushokjes zijn niet voorzien in het aanbestedingsdossier voor de bovengrondse afwerking van het Astridplein. Zij worden in eigen beheer geleverd en geplaatst door de stad, buiten de aanneming van de NMBS om. De door de stad te volgen procedure om de leverancier van de schuilhuisjes te selecteren, is bij de NMBS niet gekend.

d), e), f) —.

d), e), f) —.

g) Il n’est prévu de compensation pour la SNCB quant à l’affichage publicitaire dans les abris. Le terrain, propriété de la SNCB est intégré pour la majeure partie à la petite voirie, ce qui implique toute une série d’obligations pour la ville, comme :

g) Er is geen compensatie voor de NMBS bedongen voor het voeren van publiciteit in de schuilhuisjes. Het terrein, eigendom van de NMBS, wordt voor het grootste deel opgenomen in de kleine wegenis, wat voor de stad vele verplichtingen meebrengt zoals :

— la surveillance policière et autre de la zone en question;

— het politioneel en ander toezicht in de betrokken zone;

— la propreté et l’entretien normal de la zone;

— het rein houden en het normale onderhoud van de zone;

— le nettoyage des rigoles et des grilles d’égout dans la zone;

— de reiniging van de watergreppels en van de waterroosters in die zone;

— la propreté et le nettoyage en profondeur des planchers, des parois, du plafond des constructions comme notamment des abris dans la zone concernée, y compris l’enlèvement des graffiti éventuels;

— het rein houden en de grondige reiniging van vloeren, wanden, het plafond van de constructies zoals onder andere schuilhuisjes in de betrokken zone, de wegname van eventuele graffiti inbegrepen;

— la consommation électrique de l’installation d’éclairage public;

— het elektrisch verbruik van de openbare verlichtingsinstallatie;

— l’entretien et le renouvellement éventuel de l’installation d’éclairage public de la zone concernée;

— het onderhoud en de eventuele vernieuwing van de openbare verlichtingsinstallatie van de betrokken zone;

— la signalisation du trafic dans cette zone.

— de verkeerssignalisatie in die zone.

Ces taˆches incombent à la ville, les bénéfices découlant de l’affichage publicitaire revenant dès lors aussi à la ville d’Anvers. Normalement, cette

Deze taken zijn ten laste van de stad; de baten van reclamevoering aan de schuilhuisjes zijn dan ook ten voordele van de Stad Antwerpen. Dit geldt ook


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6485

disposition s’applique également à d’autres conventions relatives à des places de gare dont le terrain est la propriété de la SNCB.

bij andere overeenkomsten voor stationspleinen waarbij het terrein eigendom is van de NMBS.

Il n’en reste pas moins que chaque demande en vue d’une occupation provisoire de l’espace public à des fins privatives sur le site de la place Astrid, qui fait partie du domaine de la SNCB, doit faire l’objet d’un accord écrit formel et préalable de la part de la SNCB, quelles que soient la nature et la durée de l’utilisation.

Iedere vraag voor tijdelijke inname van het openbaar domein voor privatieve doeleinden op het Astridplein, gelegen op het grondgebied van de NMBS, dient het voorwerp uit te maken van een uitdrukkelijk en schriftelijk voorafgaand akkoord van de NMBS ongeacht de aard en de duur van het gebruik.

Nonobstant la possibilité d’un refus au cas où la demande serait de nature à porter préjudice aux activités de la SNCB, toute exploitation du domaine public donnera lieu à la perception d’une redevance revenant à parts égales à la ville d’Anvers et à la SNCB.

Ongeacht de mogelijkheid tot weigering indien de aanvraag de activiteiten van de NMBS zou schaden, zal voor iedere uitbating op het openbaar domein een vergoeding geı¨nd worden die de helft ten goede komt aan de Stad Antwerpen en de andere helft aan de NMBS.

Le cas échéant, il sera rédigé une convention séparée en vue du règlement des obligations réciproques.

Een afzonderlijke overeenkomst voor de regeling van de wederzijdse verplichtingen zal in voorkomend geval opgesteld.

h) Seuls De Lijn et la Ville sont ici concernés.

h) Alleen de Stad en De Lijn zijn hier betrokken.

DO 2003200421646

DO 2003200421646

Question no 221 de Mme Zoé Genot du 10 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 221 van mevrouw Zoé Genot van 10 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Belgacom. — Budget publicité.

Belgacom. — Reclamebudget.

Dans le prix des SMS, et autres produits d’ailleurs, se retrouvent les milliers d’euros dépensés en publicité par Proximus, Base ou Mobistar.

In de prijs van SMS — en trouwens ook van andere producten — worden de duizenden euro die Proximus, Base of Mobistar aan reclame besteden, verrekend.

1. Quel est le budget publicité de Belgacom, téléphone fixe pour les particuliers ? Avec les détails de ces budgets publicité.

1. Wat is het reclamebudget van Belgacom voor de vaste telefonie, afdeling particulieren ? Graag een volledig overzicht.

2. Quel est le budget publicité de Proximus, filiale de Belgacom ? Avec les détails de ces budgets publicité.

2. Wat is het reclamebudget van Proximus, een dochteronderneming van Belgacom ? Ook hier graag een volledig overzicht.

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2004, à la question no 221 de Mme Zoé Genot du 10 juin 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2004, op de vraag nr. 221 van mevrouw Zoé Genot van 10 juni 2004 (Fr.) :




2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6486

Le montant annuel consacré par Belgacom SA et Belgacom Mobile en matière de publicité se monte à environ 35 millions d’euros pour chacune de ces entreprises.

Het bedrag dat Belgacom NV en Belgacom Mobile jaarlijks uittrekken voor reclame, bedraagt ongeveer 35 miljoen euro voor elk van deze ondernemingen.

Ce montant est comparable à celui alloué par certains concurrents, nottament mobiles, dont la taille est inférieure à celle de Belgacom ou de Belgacom Mobile.

Dit bedrag is vergelijkbaar met het bedrag dat sommige, meer bepaald mobiele, concurrenten, die kleiner zijn dan Belgacom of Belgacom Mobile, eraan spenderen.

Belgacom est une entreprise publique autonome qui peut librement choisir sa stratégie commerciale et opérationnelle, tout comme les instruments et les moyens pour suivre cette stratégie. Les décisions de Belgacom en matière de publicité s’inscrivent dans l’autonomie de gestion qui a été conférée à Belgacom par la loi du 21 mars 1991.

Belgacom is een autonoom overheidsbedrijf dat vrij zijn commercie¨le en operationele strategie kan kiezen, evenals de instrumenten en middelen om deze strategie te volgen. De beslissingen van Belgacom inzake reclame kaderen in de beheersautonomie die de wet van 21 maart 1991 Belgacom heeft verleend.

Belgacom Mobile est une société commerciale qui jouit de la totale liberté de ses choix marketing, notamment en matière de publicité.

Belgacom Mobile is een handelsvennootschap die over de volledige vrijheid beschikt in haar marketingkeuzes, onder meer op het vlak van de reclame.

De plus, les détails des budgets consacrés à la publicité constituent une information confidentielle qui ne peut être dévoilée pour des raisons commerciales. Rendre public ce genre d’information pourrait en effet donner des indications aux concurrents en ce qui concerne la stratégie de Belgacom et de Belgacom Mobile.

Bovendien vormt de gedetailleerde opsplitsing van het reclamebudget vertrouwelijke informatie die om commercie¨le redenen niet kan worden onthuld. Dit soort informatie bekend maken zou immers aan de concurrenten aanwijzingen kunnen geven wat betreft de strategie van Belgacom en Belgacom Mobile.

Par conséquent, il n’est pas souhaitable que Belgacom et Belgacom Mobile rendent publique la division des budgets qu’elles utilisent pour la publicité.

Derhalve is het niet aangewezen dat Belgacom en Belgacom Mobile deze opsplitsing van de budgetten die zij voor reclame uittrekken zouden bekendmaken.

DO 2003200421676

DO 2003200421676

Question no 226 de Mme Marleen Govaerts du 16 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 226 van mevrouw Marleen Govaerts van 16 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Promesses d’amélioration des lignes ferroviaires au Limbourg.

NMBS. — Beloofde verbeteringen aan de spoorlijnen in Limburg.

Depuis de nombreuses années déjà, le Limbourg est traité en parent pauvre pour ce qui est des investissements dans le réseau ferroviaire.

Limburg wordt al jaren stiefmoederlijk behandeld wat betreft investeringen in het spoorwegnet.

Les travaux relatifs au « bocht van Leuven » et à la mise à deux voies prévue à Landen devraient enfin commencer. Le trajet entre Hasselt et Bruxelles sera ainsi réduit.

Eindelijk zou de zogenaamde « bocht van Leuven » gerealiseerd gaan worden en de ontdubbeling in Landen zodat de reisweg tussen Hasselt en Brussel zou verkort worden.

1. Pourriez-vous indiquer quand ces travaux seront effectivement réalisés et quel en sera le couˆt ?

1. Kan u meedelen wanneer dit werkelijk gaat gebeuren en hoeveel de kostprijs zal zijn ?

2. Dans quel délai la ligne 20, qui relie Hasselt à Maastricht, sera-t-elle remise en service ?

2. Wanneer gaat de lijn 20, Hasselt-Maastricht, terug in dienst gesteld worden ?

3. Quand procédera-t-on à l’extension de la ligne Hasselt-Genk vers le Maaskant ?

3. Wanneer wordt de lijn Hasselt-Genk doorgetrokken naar de Maaskant ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6487

4. Dans quel délai la ligne Hasselt-Neerpelt en liaison avec le Rhin de fer sera-t-elle rouverte ?

4. Wanneer wordt de lijn Hasselt-Neerpelt met aansluiting op de IJzeren Rijn heropend ?

5. Quel est le couˆt de la gare TGV de Liège et à combien avait-il été estimé initialement ?

5. Hoeveel heeft het TGV-station Luik gekost en op hoeveel was het oorspronkelijk beraamd ?

6. Quel est le couˆt de la nouvelle ligne ferroviaire Bruxelles-Liège et à combien avait-il été estimé initialement ?

6. Hoeveel heeft de nieuwe spoorbaan Brussel-Luik gekost en op hoeveel was dit beraamd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques du 20 juillet 2004, à la question no 226 de Mme Marleen Govaerts du 16 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 20 juli 2004, op de vraag nr. 226 van mevrouw Marleen Govaerts van 16 juni 2004 (N.) :



1. L’exploitation commerciale de la courbe de Louvain entre les lignes 35 et 36 débutera en décembre 2005. Le dédoublement de la ligne 21 entre Landen et Alken est prévu pour décembre 2012. Les coûts budgétisés de la courbe de Louvain et du déroulement de la ligne 21 sont estimés respectivement à 15,1 et 40,2 millions d’euros.

1. De bocht van Leuven tussen de lijnen 35 en 36 wordt in commercie¨le exploitatie gebracht in december 2005. De ontdubbeling van de lijn 21 tussen Landen en Alken is gepland voor december 2012. De gebudgetteerde kostprijzen van de bocht van Leuven en van de ontdubbeling van de lijn 21 zijn geraamd op respectievelijk 15,1 en 40,2 miljoen euro.

2. Des négociations sont en cours avec la Région Flamande en vue de la réouverture du tronçon de voie Lanaken-frontière néerlandaise (date prévue pour la mise en service : fin 2005). Il n’y a pas de perspectives en ce qui concerne l’autre partie entre Hasselt et Lanaken.

2. Op dit ogenblik wordt onderhandeld met het Vlaams Gewest voor de heropening van het spoorvak Lanaken-Nederlandse grens (streefdatum voor indienstneming : einde 2005). Voor het andere gedeelte tussen Hasselt en Lanaken zijn er geen vooruitzichten.

3. Cela a été examiné dans l’étude « Réouverture de six lignes ferroviaires » (1999) à la demande du ministre de la Mobilité. Cette étude est restée sans suite en termes de réalisation.

3. Dit werd bestudeerd in de studie « Heropening van zes spoorlijnen » (1999) op vraag van de minister van Mobiliteit. Deze studie werd afgeleverd maar bleef zonder gevolg met het oog op realisatie.

4. Le raccordement de la ligne Hasselt-Neerpelt au Rhin de Fer sera examiné au moment de la mise en service du Rhin de Fer. Pour l’instant, aucune perspective concrète n’est fournie à ce sujet.

4. De aansluiting van de lijn Hasselt-Neerpelt op de IJzeren Rijn zal onderzocht worden op het moment dat de IJzeren Rijn in dienst is. Voor het ogenblik zijn hieromtrent geen concrete vooruitzichten.

Le tronçon Neerpelt-Weert (Nl) possède actuellement le statut de ligne en exploitation simplifiée.

Het baanvak Neerpelt-Weert heeft heden het statuut van lijn in vereenvoudigde exploitatie.

L’amélioration de ce tronçon dépend de l’exécution de travaux lourds sur le territoire néerlandais. Une procédure d’arbitrage est en cours entre la Belgique et les Pays-Bas en ce qui concerne la répartition du coût de ces travaux. Les décisions de cet arbitrage sont attendues pour septembre 2004. ` l’origine, le budget de la gare TGV à Liège 5. A était estimé à 6,5 milliards de francs (indice 1994).

De verbetering van dit baanvak is afhankelijk van de uitvoering van zware werken op Nederlands grondgebied. Een arbitrageprocedure tussen Belgie¨ en Nederland over de verdeling van de kostprijs van deze werken is aan de gang. De besluiten van deze arbitrage worden verwacht tegen september 2004.

Le budget s’élève aujourd’hui à 229 millions d’euros (indice 2004). Il inclut :

Het budget bedraagt vandaag 229 miljoen euro (index 2004). Hierin zijn verrekend :

— l’indexation entre 1994 et 2004;

— de indexatie tussen 1994 en 2004;

— les coûts supplémentaires pour les parkings et les zones commerciales (35 millions d’euros).

— de bijkomende kosten voor de parkings en de commercie¨le zones (35 miljoen euro).


2003

5. Het budget voor het HST-station te Luik was oorspronkelijk geraamd op 6,5 miljard frank (index 1994).

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6488

Les 335 millions d’euros (indice 2004) souvent évoqués couvrent en outre un certain nombre de travaux en dehors de la gare, en particulier l’infrastructure pour le croisement des lignes 34 et 36 au pied du « plan incliné ».

De vaak geciteerde 335 mio euro (index 2004) dekken bijkomend een aantal werken buiten het station, in het bijzonder de infrastructuur voor de kruising van de lijnen 34 en 36 aan de voet van het « plan incliné ».

6. En dehors de la Région de Bruxelles-Capitale où les travaux TGV sont destinés aux branches en direction des Pays-Bas et de l’Allemagne, le coût des travaux destinés aux TGV entre Bruxelles (HarenSud) et Liège (compris) peut être estimé à 1 172 millions d’euros dont 612 millions d’euros en Flandre.

6. Buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar de HST-werken dienen voor de takken naar Nederland en Duitsland kan de kostprijs van de werken bestemd voor de HST tussen Brussel (Haren-Zuid) en Luik (inbegrepen) op 1 172 mio euro geraamd worden, waarvan 612 miljoen euro in Vlaanderen.


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2003200421329

DO 2003200421329

Question no 255 de M. Guido De Padt du 21 avril 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 255 van de heer Guido De Padt van 21 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Cambriolages dans des habitations privées.

Inbraken in privé-woningen.

Les cambriolages dans des habitations privées peuvent être considérés comme l’un des fléaux de notre société et laissent invariablement des séquelles chez les personnes qui en ont été victimes.

Inbraken in privé-woningen zijn een vrij belangrijke plaag in onze maatschappij en hebben belangrijke gevolgen op het verder functioneren van de slachtoffers van die inbraken.

1. Combien de cambriolages effectifs ont-ils eu lieu dans des habitations privées en 2001, 2002 et 2003 ?

1. Hoeveel effectieve inbraken in privé-woningen grepen er plaats in ons land in 2001, 2002 en 2003 ?

2. Combien de tentatives de cambriolage ont-elles été enregistrées durant la même période ?

2. Hoeveel pogingen gebeurden er in dezelfde periode ?

3. Envisagez-vous d’introduire ou d’œuvrer en faveur de l’introduction d’un label de qualité pour les serrures de sécurité ? Pouvez-vous motiver votre position en la matière ?

3. Overweegt u de invoering van een kwaliteitslabel voor inbraakbestendige sloten of na te streven, met opgave van de motivering waarom dit in de ene of andere zin zou gebeuren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 juillet 2004, à la question no 255 de M. Guido De Padt du 21 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 2004, op de vraag nr. 255 van de heer Guido De Padt van 21 april 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.


1. Concernant les statistiques

1. Betreffende de statistieken

Le cambriolage est une des formes de criminalité les plus répandues en Belgique, comme les chiffres de criminalité démontrent.

Diefstal is één van de belangrijkste criminaliteitsvormen in Belgie¨, zoals de criminaliteitscijfers aangeven.

En 2001, 80 077 cambriolages dans des habitations ont été commis. En 2002, 82 516 faits ont été enregistrées (source : police fédérale).

Zo werden in 2001 80 077 inbraken vastgesteld. In 2002 werden 82 516 feiten geregistreerd (bron : federale politie).


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6489

Sont inclues 23 844 tentatives de cambriolages (enregistrées en 2001) et 22 907 tentatives enregistrées en 2002. Les chiffres pour l’année 2003 ne sont pas encore disponibles. 2. Concernant le label de qualité

Hierin inbegrepen zijn 23 844 pogingen tot inbraak (geregistreerd in 2002) en 22 907 pogingen geregistreerd in 2002. De cijfers voor 2003 zijn nog niet beschikbaar. 2. Betreffende het kwaliteitslabel

Le Service public fédéral Intérieur a, par le passé, chargé le Secrétariat permanent à la politique de prévention (SPP) d’étudier la possibilité de soumettre les éléments de façade retardataires d’intrusion à une certification. Cette authentification a pour but de mettre en lumière non seulement la conformité des systèmes de fermeture aux prescriptions nationales, mais également les références de leurs vendeurs.

De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken heeft in het verleden aan het Vast Secretariaat voor het preventiebeleid (VSP) gevraagd om de inbraakvertragende gevelelementen aan een certificatie te onderwerpen. Een dergelijk legalisatiesysteem benadrukt niet alleen de conformiteit van de slotensystemen aan de nationale voorschriften, maar ook de referenties van de verkopers.

La réalisation du label de qualité « i3 » en 2000 fait suite à cette demande.

Aan deze vraag werd gevolg gegeven door de realisatie van het kwaliteitslabel « i3 » in 2000.

Actuellement, la certification des éléments de façade retardateurs d’intrusion fait l’objet d’une révision par mes services dans le cadre d’un groupe de travail au sein de la Taskforce de Prévention de l’intrusion.

Momenteel wordt deze certificering van inbraakvertragende gevelelementen herzien door mijn diensten in het kader van een werkgroep binnen de Taskforce Inbraakpreventie.

DO 2003200421483

DO 2003200421483

Question no 279 de M. Jos Ansoms du 12 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 279 van de heer Jos Ansoms van 12 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Signalisation des véhicules des services d’incendie.

Signalisatie van brandweervoertuigen.

Au sein du KAPB (Koninklijke Antwerpse Provinciale Brandweerbond — l’Union royale provinciale des services d’incendie d’Anvers), un groupe de travail se penche depuis quelque temps déjà sur la sécurité du travail et se préoccupe notamment du bien-être du personnel des services d’incendie. La problématique de la sécurité des pompiers lors d’interventions sur la voie publique avait été évoquée par ce groupe de travail il y a quelque temps déjà.

Binnen de KAPB (Koninklijke Antwerpse Provinciale Brandweerbond) werkt al sinds enige tijd een werkgroep rond arbeidsveiligheid met als bekommernis het welzijn van het personeel van de brandweer. In deze werkgroep werd al enige tijd geleden de problematiek met betrekking tot de veiligheid van de brandweerlui bij interventies op de openbare weg gesteld.

Un courrier adressé à vos services par le KAPB, serait resté à ce jour sans réponse.

Naar ons meegedeeld werd, werden uw diensten hieromtrent reeds aangeschreven maar tot op heden ontving KAPB geen antwoord.

1. Eˆtes-vous au courant de ces problèmes ?

1. Is deze problematiek door u gekend ?

2. Quelles mesures ont-elles été ou vont-elles être prises afin de garantir la sécurité des pompiers ?

2. Welke maatregelen werden of zullen genomen worden teneinde de veiligheid van de brandweerlui te garanderen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 juillet 2004, à la question no 279 de M. Jos Ansoms du 12 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 2004, op de vraag nr. 279 van de heer Jos Ansoms van 12 mei 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après réponse à ses questions.

Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vragen.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6490

1. Je suis au courant des difficultés rencontrées par les membres des services d’incendie lorsque ceux-ci interviennent sur les voies publiques, en particulier lorsqu’il s’agit de voies rapides et que les membres des serivces d’incendie sont les premiers à arriver sur les lieux de l’intervention.

1. Ik ben inderdaad op de hoogte van de moeilijkheden die de leden van de brandweerdiensten ondervinden wanneer zij tussenkomen op de openbare weg, in het bijzonder op wegen waar snel wordt gereden en wanneer de brandweer als eerste op de plaats van de interventie arriveert.

2. La plupart des services d’incendie disposent d’ores et déjà de matériel de balisage.

2. De meeste brandweerdiensten beschikken nu reeds over bebakeningsmaterieel.

Une circulaire qui vise à améliorer la visibilité des véhicules des membres des services d’incendie et à leur assurer, par voie de conséquence, une meilleure protection, est à l’étude dans mes services.

Bij mijn diensten ligt een rondschrijven ter studie om de zichtbaarheid van de brandweervoertuigen te verbeteren en waardoor bijgevolg ook de bescherming van het personeel kan worden verhoogd.

Une réflexion a également été entamée en vue d’examiner quelles sont les mesures réglementaires qui devraient être prises pour que, en cas d’accident et jusqu’à l’arrivée des services de police, les membres des services d’incendie puissent prendre toutes les mesures de sécurité nécessaires pour assurer leur protection et celle des usagers.

Bovendien wordt eveneens nagegaan welke reglementaire maatregelen kunnen worden genomen opdat het personeel van de brandweer, bij een ongeval en in afwachting van de aankomst van de politie, alle nodige veiligheidsmaatregelen zouden kunnen nemen om hun bescherming en die van de weggebruikers te verzekeren.

DO 2003200421572

DO 2003200421572

Question no 288 de M. Filip Anthuenis du 28 mai 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 288 van de heer Filip Anthuenis van 28 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Statut des agents auxiliaires.

Statuut hulpagenten.

Depuis un certain temps déjà (et plus précisément depuis la précédente législature), le statut des agents auxiliaires fait l’objet de réflexions. En outre, par le passé, nombre de débats ont déjà été menés concernant ` l’epoque, il avait été le caractère ambigu de ce statut. A question d’étendre les compétences de ces agents et, éventuellement, de modifier leur dénomination.

Al geruime tijd (sinds de vorige legislatuur) wordt er nagedacht over het statuut van de hulpagenten en in het verleden werden al tal van gesprekken gevoerd om het ambigue statuut van de hulpagent te verbeteren. Er werd toen ook gewag gemaakt van een uitbreiding van hun bevoegdheden en van een eventuele naamswijziging.

1. Les discussions organisées par le passé ont-elles entre-temps abouti à une réelle évolution du statut d’agent auxiliaire ?

1. Hebben de besprekingen uit het verleden ondertussen geleid tot effectieve veranderingen op het vlak van het statuut van de hulpagent ?

2. Une modification de dénomination, dont vous seriez éventuellement chargé, est-elle toujours à l’ordre du jour ?

2. Is er nog sprake van een eventueel door u te voeren naamswijziging ?

3. Envisage-t-on d’étendre les compétences des agents auxiliaires, par exemple en ce qui concerne le port d’une matraque ?

3. Staat er een uitbreiding van de bevoegdheden van de hulpagent op til, bijvoorbeeld in verband met het dragen van een matrak ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 juillet 2004, à la question no 288 de M. Filip Anthuenis du 28 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 2004, op de vraag nr. 288 van de heer Filip Anthuenis van 28 mei 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Un avant-projet de loi relative aux agents auxiliaires de police, à leurs compétences et aux conditions

1. Een voorontwerp van wet betreffende de hulpagenten van politie, hun bevoegdheden en de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6491

d’exercice de leurs missions est actuellement soumis au Conseil d’E´tat. Dès que la Section de législation aura émis son avis, je le déposerai, au nom du gouvernement, à la Chambre des représentants. Il a précédemment été concerté avec les gouvernements régionaux dans la mesure où certaines de ses dispositions modifiaient les règles de police générale en matière de circulation routière.

voorwaarden voor uitoefening van hun opdrachten bevindt zich momenteel bij de Raad van State. Zodra de Afdeling wetgeving haar advies zal uitgebracht hebben, zal ik het, in naam van de regering, bij de Kamer van volksvertegenwoordigers indienen. Het werd voorheen overlegd met de gewestelijke regeringen voorzover zijn bepalingen de regels van de algemene politie inzake verkeer wijzigden.

Une proposition de loi modifiant la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police en vue d’élargir les missions des agents auxiliaires de police a, pour sa part, été déposée le 16 juin 2004 par MM. Charles Picqué et Claude Eerdekens.

De heren Charles Picqué en Claude Eerdekens hebben, op 16 juni 2004, een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt met het oog op de uitbreiding van de opdrachten van de hulpagenten van politie.

Il appartiendra aux Chambres d’examiner et d’accorder les textes en projet.

De Kamers moeten de ontworpen teksten onderzoeken en in overeenstemming brengen.

2. Pas plus l’avant-projet que la proposition de loi n’opère de modification quant à l’appellation de cette catégorie de policiers.

2. Het voorontwerp evenmin als het wetsvoorstel voeren een wijziging van benaming in van deze categorie politiemensen.

3. La proposition de loi précitée prévoit la délivrance par terme renouvelable de six mois de l’autorisation de port d’une arme de poing et d’une matraque par les agents auxiliaires de police.

3. Het voormelde wetsvoorstel voorziet de aflevering, per hernieuwbare termijn van zes maanden, van de vergunning voor het dragen door de hulpagenten van politie van een vuistwapen en van een matrak.

L’avant-projet ne se prononce pas sur ce point dans la logique consacrée par l’article 141 de la loi sur la police intégrée de détermination par le Roi de l’armement des services de polices.

Het voorontwerp spreekt zich hierover niet uit in de door artikel 141 van de wet op de geı¨ntegreerde politie bevestigde logica inzake bepaling door de Koning van de bewapening van de politiediensten.

Le projet d’arrêté royal à cet effet est actuellement en préparation. Il ne modifie pas l’armement actuel des agents auxiliaires de police et, pour répondre à votre question, ne les dote donc pas d’une matraque.

Het ontwerp van koninklijk besluit daartoe wordt momenteel voorbereid. Het wijzigt de huidige bewapening van de hulpagenten van politie niet en, om uw vraag te beantwoorden, voorziet hen dus niet van een matrak.

Il va de soi que ce texte se conformera à une position différente que le législateur pourrait être amené à adopter.

Het spreekt vanzelf dat deze tekst aangepast zal worden aan een eventueel ander standpunt dat de wetgever zou kunnen innemen.

DO 2003200421672

DO 2003200421672

Question no 293 de M. Filip De Man du 16 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 293 van de heer Filip De Man van 16 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Projet de directive concernant l’accompagnement de supporters de football en déplacement par des membres de la police locale.

Geplande richtlijn aangaande de begeleiding van voetbalsupporters op verplaatsing door lokale politiemensen.

Un article publié récemment dans un journal flamand faisait état d’une directive visant à confier à des membres de la police locale le soin d’accompagner les supporters lors des rencontres jouées en déplacement.

In een recent artikel in een Vlaamse krant werd gewag gemaakt van een richtlijn die bedoeld is om lokale politiemensen te laten instaan voor de begeleiding van supporters naar voetbalwedstrijden op verplaatsing.

Concrètement, cela signifierait que la police locale de la commune A devrait accompagner les supporters

Concreet zou dit betekenen dat de lokale politie van gemeente A verplicht wordt om de supporters te bege-


2003

2004


819

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6492

vers la commune B ou` se dispute une rencontre. Sur place, elle devrait alors en outre assurer la sécurité.

leiden naar gemeente B alwaar een westrijd wordt gespeeld. Ter plaatse dienen zij dan bijkomend in te staan voor de veiligheid.

E´tant donné qu’une telle initiative couˆtera une fois de plus beaucoup d’argent aux communes concernées (principalement en frais de déplacement) et que cette réglementation pourrait être à l’origine de nombreux problèmes sur le plan pratique, organisationnel et linguistique, les questions suivantes se posent.

Omdat dergelijk initiatief de gemeenten in kwestie alweer veel geld zal kosten (voornamelijk verplaatsingskosten) en omdat deze regeling tot heel wat praktische, organisatorische en taalconflicten zou kunnen leiden, rijzen volgende vragen.

1. Est-il exact qu’une telle directive est en cours d’élaboration ?

1. Klopt het dat dergelijke richtlijn wordt opgesteld ?

2. a) Dans l’affirmative, avez-vous songé à ses répercussions financières pour les budgets communaux ?

2. a) Zo ja, heeft u stilgestaan bij de financie¨le repercussies ervan op de gemeentelijke budgetten ?

b) Qui prendra en charge les frais de déplacement des corps de police ?

b) Wie zal er opdraaien voor de verplaatsingsonkosten van de korpsen ?

3. a) A-t-on réfléchi à tous les problèmes pratiques que cette directive pourrait entraıˆner ?

3. a) Is er nagedacht over alle praktische problemen die deze maatregel met zich kan meebrengen ?

b) Qu’en sera-il si des agents unilingues doivent se rendre dans une commune de l’autre roˆle linguistique ?

b) Wat met eentalige agenten op verplaatsing in een anderstalige gemeente ?

4. a) Comment concilier une telle directive avec le Plan national de sécurité qui prévoit un démantèlement de la capacité hypothéquée de la police locale ?

4. a) In welke zin is de richtlijn consequent met het Nationaal Veiligheidsplan alwaar wordt gesteld dat de gehypothekeerde capaciteit van de lokale politie zal worden afgebouwd ?

b) N’avait-on pas prévu une opérationalisation à grande échelle de la Réserve nationale ?

b) Kwam er geen grootschalige operationalisering van de Nationale Reserve ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 juillet 2004, à la question no 293 de M. Filip De Man du 16 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 2004, op de vraag nr. 293 van de heer Filip De Man van 16 juni 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de gestelde vragen.

1. Un projet de nouvelle directive qui ne se rapporte pas uniquement à la problématique du football mais plus généralement sur le renfort de zone à zone, existe.

1. Er bestaat wel een ontwerp van vernieuwde richtlijn die niet enkel op de voetbalproblematiek slaat maar meer algemeen over de versterking van zone tot zone.

En effet, les zones de police ont fait état de ce qu’elles devaient fournir trop de renforts supralocaux en dehors de leur territoire, à la suite d’événements exigeant un engagement policier au-delà de la propre capacité de la zone concernée. En ce qui concerne votre question spécifique, il a été constaté que 40 à 50 % des renforts fournis, sont engagés pour des matches de football.

De aanleiding was de boodschap die ik kreeg van de politiezones dat zij te veel bovenlokale versterkingen buiten hun grondgebied moesten leveren, naar aanleiding van allerlei gebeurtenissen die een politionele inzet boven de eigen capaciteit van de betrokken zone eisen. Wat uw specifiek vraag betreft, werd er vastgesteld dat 40 tot 50 % van de geleverde versterkingen ingezet worden voor voetbalwedstrijden.

L’objectif essentiel de cette nouvelle directive contraignante reste toujours la diminution du renfort supralocal et, certainement la charge de travail causée par les matches de football.

Het hoofddoel van die nieuwe dwingende richtlijn is en blijft de bovenlokale versterking te verminderen, en zeker de werklast veroorzaakt door de voetbalwedstrijden.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6493

2. a) Le projet de nouvelle directive contraignante ne change aucunement les principes qui sont d’application pour le financement des zones de police. Pour l’exécution des missions fédérales et leur propre fonctionnement local, elles reçoivent une dotation fédérale. Actuellement, les zones doivent aussi se déplacer pour venir en aide aux autres zones lorsque leur capacité, et celle de la réserve fédérale, est trop limitée pour faire face à un service d’ordre de grande envergure. L’adaptation proposée pour le football vise une meilleure répartition de l’effort entre les zones qui exportent leurs problèmes et les autres qui n’en ont que les ennuis. Il ne faut pas non plus oublier que la présence dans sa commune d’un club de football de renom a des répercussions financières positives. b) Voir ma réponse précédente. 3. a) Le mécanisme proposé existe déjà dans la directive ministérielle actuelle MFOBbis mais n’était préconisé que sur une base volontaire ce qui, dans la pratique, semble être insuffisant. La solidarité entre les zones avec un club de football à risque est à présent, dans une certaine mesure, imposée pour moins hypothéquer les autres zones et pour mieux assurer le suivi des supporters en déplacement par du personnel policier qui connaıˆt « ses » clients. Ainsi, l’anonymat des hooligans est également levé. b) Je répète que le nouveau projet ne change rien, légalement, par rapport aux conditions d’engagement actuelles. Les fonctionnaires de police sont compétents sur tout le territoire national. Il faut cependant être prudent avec les contacts avec la population, à savoir lors de la rédaction d’un procès-verbal : celui-ci doit être rédigé dans la langue de la région dans laquelle on se trouve. L’intéressé peut toutefois choisir sa propre langue pour sa déclaration. La présence de fonctionnaires de police du même roˆle linguistique offre une plus-value au service de police de base et contribue à une approche négociée des conflits. 4. a) Le Conseil des ministres spécial des 30 et 31 mars 2004 a en effet décidé que des mesures doivent être prises afin de réduire les missions en dehors de la propre zone. Ceci sera notamment réalisé par la création d’un corps d’intervention de 700 effectifs, un engagement obligatoire de la propre zone de police concernée, une appréciation plus rationnelle de la capacité exigée, une diminution de la ligne de crédit actuelle et pour le football, un meilleur suivi des supporters en déplacement.


2003

2. a) Het ontwerp van dwingende nieuwe richtlijn verandert niets aan de principes die van toepassing zijn voor de financiering van de politiezones. Zij krijgen voor de uitvoering van opdrachten van federale aard en hun eigen plaatselijke werking een federale dotatie. Vandaag moeten de zones zich ook verplaatsen om andere zones te helpen wanneer hun capaciteit en die van de federale reserve, te beperkt is om het hoofd te bieden aan een grootschalige ordedienst. De voorgestelde aanpassing voor de voetbal beoogt een betere verdeling van de inspanning tussen de zones die hun problemen exporteren en de anderen die er enkel de last van hebben. Men moet ook niet vergeten dat de aanwezigheid in zijn gemeente van een beroemde voetbalclub positieve financie¨le repercussies heeft. b) Zie mijn vorig antwoord. 3. a) Het voorgestelde mechanisme bestaat reeds in de huidige ministerie¨le richtlijn MFOBbis maar was enkel aanbevolen op vrijwillige basis, wat uit de praktijk blijkt onvoldoende te zijn. De solidariteit tussen zones met een risicovoetbalclub wordt nu in een zekere mate opgelegd om de andere zones minder te belasten en de supporters op verplaatsingen beter op te volgen door politiepersoneel dat « zijn » klant kent. Zo wordt ook de anonimiteit van de hooligans doorbroken. b) Ik herhaal dat het nieuwe ontwerp op wettelijke basis, niets verandert ten opzichte van de huidige inzetvoorwaarden. Politieambtenaren zijn in het hele land bevoegd. Men moet wel voorzichtig zijn met de contacten met de bevolking, namelijk bij het opstellen van een proces-verbaal : dit moet opgesteld zijn in de taal van het gewest waar men zich bevindt. De betrokkenen kan echter zijn eigen taal kiezen voor zijn verklaring. De aanwezigheid van politieambtenaren van hetzelfde taalstelsel geeft een meerwaarde aan de basispolitiezorg en draagt bij tot een onderhandelde benadering van conflicten. 4. a) De bijzondere Ministerraad van 30 en 31 maart 2004 heeft inderdaad beslist dat maatregelen moeten genomen worden om opdrachten buiten de eigen zone te verminderen. Dit zal onder andere verwezenlijkt worden door de oprichting van een interventiekorps van 700 man sterk, een verplichte inzet van de eigen betrokken politiezone, een rationelere beoordeling van de capaciteit die noodzakelijk is, een vermindering van de jaarlijkse kredietlijn en voor de voetbal, een beter opvolging van de supporters op verplaatsing. 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6494

b) L’augmentation des effectifs de la Réserve nationale sera réalisée graˆce à la création du corps d’intervention précité qui sera à la disposition des zones. Les modalités pratiques sont actuellement discutées. L’objectif pour cette année consiste à pouvoir déjà disposer de 300 membres du personnel.

b) De verhoging van het effectief van de Nationale Reserve zal verwezenlijkt worden met de oprichting van het reeds vermelde interventiekorps dat ter beschikking van de zones zal staan. De praktische modaliteiten worden nu nog besproken. De doelstelling voor dit jaar is reeds over 300 politiepersoneelsleden te kunnen beschikken.

DO 2003200421459

DO 2003200421459

Question no 294 de M. François-Xavier de Donnea du 18 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : E´tudiants étrangers. — Visas.

Vraag nr. 294 van de heer François-Xavier de Donnea van 18 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

1. Combien de visas ont-ils été délivrés au cours des trois dernières années à des étudiants étrangers désireux de poursuivre leurs études en Belgique ?

1. Hoeveel visa werden er de afgelopen drie jaar afgegeven aan buitenlandse studenten die in Belgie¨ willen voortstuderen ?

2. Dans quels types d’établissements sont-ils majoritairement inscrits ?

2. In welk type van onderwijsinstelling laat het merendeel van die studenten zich inschrijven ?

3. a) Avez-vous délivré des visas pour des étudiants inscrits dans des établissements privés ?

3. a) Heeft u visa afgegeven voor studenten die ingeschreven zijn in privé-scholen ?

b) Si oui, quelle est la provenance de ces étudiants ?

b) Zo ja, uit welke landen komen die studenten ?

c) Combien de visas représentent-ils ?

c) Om hoeveel visa gaat het ?

4. Quelles sont les garanties exigées pour assurer qu’une fois entré dans le pays l’étudiant se présente régulièrement à ses cours ?

4. Welke garanties worden er geeïst om zekerheid te hebben dat de studenten die ons land in mogen de cursussen regelmatig bijwonen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 juillet 2004, à la question no 294 de M. François-Xavier de Donnea du 18 juin 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 2004, op de vraag nr. 294 van de heer François-Xavier de Donnea van 18 juni 2004 (Fr.) :

L’article 61 de la loi du 15 décembre 1980 prévoit que le ministre peut donner l’ordre de quitter le territoire à l’étranger autorisé à séjourner en Belgique pour y faire des études s’il prolonge ses études de manière excessive (compte tenu des résultats).

Artikel 61 van de wet van 15 december 1980 voorziet dat de minister de vreemdeling die gemachtigd werd om in Belgie¨ te verblijven ten einde er te studeren, het bevel kan geven om het grondgebied te verlaten wanneer hij (rekening houdend met de resultaten) zijn studies op overdreven wijze verlengt.

L’article 103/2 de l’arrêté royal du 8 octobre 1981 précise que l’étudiant est considéré comme prolongeant ses études de façon excessive lorsque :

Artikel 103/2 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 verduidelijkt dat de vreemdeling beschouwd wordt zijn studies op overdreven wijze te verlengen wanneer :

1o dans la même orientation d’études, il n’a pas réussi une seule épreuve pendant trois années scolaires ou académiques successives ou au moins deux épreuves pendant les quatre dernières années d’études;

1o hij in dezelfde studierichting gedurende drie opeenvolgende school- of academiejaren voor geen enkel examen geslaagd is of gedurende de laatste vier studiejaren niet voor tenminste twee examens geslaagd is;

2o il a entamé au moins deux orientations d’études différentes sans avoir réussi une seule épreuve pendant quatre années scolaires ou académiques

2o hij op zijn minst twee verschillende studierichtingen heeft aangevat zonder in de loop van vier opeenvolgende school- of academiejaren voor enig


2003

Buitenlandse studenten. — Visa.

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6495

successives ou au moins deux épreuves pendant les cinq dernières années d’étude;

examen geslaagd te zijn of zonder in de loop van de laatste vijf studiejaren voor ten minste twee examens geslaagd te zijn;

3o il a entamé au moins trois orientations d’études différentes sans avoir obtenu aucun diploˆme de fin d’études au cours des deux orientations précédentes.

3o hij op zijn minst drie verschillende studierichtingen heeft aangevat zonder in de loop van de twee voorafgaande studierichtingen enig einddiploma behaald te hebben.

Pour juger du caractère excessif de la durée des études, le ministre ou son délégué doit recueillir l’avis des autorités de l’établissement où l’étudiant est inscrit et de l’établissement où il était inscrit l’année académique ou scolaire précédente.

Om het overdreven karakter van de duur van de studies vast te stellen, moet de minister of zijn gemachtigde het advies inwinnen van de autoriteiten van de instelling waar de student ingeschreven is en van de instelling waar hij vorig academie- of schooljaar ingeschreven was.

Le ministre peut également donner un ordre de quitter le territoire à l’étranger qui a été autorisé à séjourner en Belgique pour y faire des études lorsqu’il ne se présente pas aux examens sans motif valable.

De minister kan eveneens de vreemdeling die gemachtigd werd om in Belgie¨ te verblijven ten einde er te studeren, het bevel geven het grondgebied te verlaten wanneer hij zich zonder geldige reden niet aanmeldt voor de examens.

Le fait de ne pas réussir les examens est la plupart du temps la conséquence d’une assistance irrégulière aux cours.

Het niet-slagen voor examens is veelal het gevolg van het niet regelmatig volgen van de cursussen.

Cette disposition de l’article 61 a par conséquent pour but que l’enseignement soit suivi de manière régulière.

De bepaling van artikel 61 heeft bijgevolg tot doel dat het onderwijs op regelmatige wijze wordt gevolgd.

DO 2003200421689

DO 2003200421689

Question no 295 de M. Dirk Claes du 21 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 295 van de heer Dirk Claes van 21 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Cartes d’identité électroniques.

Elektronische identiteitskaarten.

1. ` combien se monte, jusqu’à présent, le couˆt total a) A (incluant tous les aspects : développement, cartes, soutien logistique, main-d’œuvre, etc.) pour les pouvoirs publics du projet relatif à la carte d’identité électronique ?

1. a) Wat zijn de totale kosten (waarin alle facetten zitten : ontwikkeling, kaarten, ondersteuning, werkkrachten, enz.) van de overheid voor het project rond de elektronische identiteitskaart tot nog toe ?

` combien ce couˆt se montera-il en 2009, lorsque b) A l’opération de distribution des nouvelles cartes sera achevée ?

b) Tot hoeveel zullen deze kosten opgelopen zijn tegen 2009 wanneer de uitrol volledig is ?

2. Un fournisseur aurait été désigné pour la livraison aux communes de l’infrastructure informatique nécessaire à la distribution de la carte d’identité électronique.

2. Er zou een leverancier zijn aangeduid voor het leveren van de informatica-infrastructuur voor de elektronische identiteitskaart aan de gemeenten.

a) De quel fournisseur s’agit-il ?

a) Over welke leverancier gaat het ?

b) Que couˆtera aux pouvoirs publics la mise à disposition des communes de l’infrastructure nécessaire ?

b) Hoeveel zal de overheid betalen om alle gemeenten uit te rusten met de nodige infrastructuur ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6496

3. Quel montant maximum les communes peuventelles réclamer au citoyen pour la carte d’identité électronique ?

3. Hoeveel mogen de gemeenten maximaal aanrekenen aan de burger voor de elektronische identiteitskaart ?

4) a) Combien un lecteur de cartes couˆtera-t-il en moyenne ?

4. a) Hoeveel zal, gemiddeld genomen, een kaartlezer kosten ?

b) Le citoyen doit-il également acheter un logiciel supplémentaire ?

b) Moet er ook extra software aangekocht worden door de burger ?

c) Dans l’affirmative, quel est son couˆt moyen ?

c) Zo ja, wat is daarvan de gemiddelde kost ?

5. Que représente, sur une base annuelle, le couˆt total du personnel des entreprises publiques qui sera détaché dans les communes ?

5. Hoeveel zijn de totale personeelskosten op jaarbasis van de mensen die vanuit de overheidsbedrijven naar de gemeenten zullen worden gestuurd ?

6. a) La carte d’identité électronique satisfait-elle aux directives les plus récentes de l’OACI ?

6. a) Voldoet de elektronische identiteitskaart aan de nieuwste ICAO-richtlijnen ?

b) Dans la négative, en quoi n’y répond-elle pas ?

b) Zo neen, waar zijn de afwijkingen ?

7. ` combien se monte le couˆt de l’ensemble du a) A projet pour les pouvoirs publics, ventilé par fournisseur qui est ou a été associé au projet ?

7. a) Wat zijn de kosten van de overheid voor het totale project opgesplitst per leverancier die in het project betrokken is of geweest is ?

b) Quel est également le couˆt estimé par fournisseur, d’ici à la fin de l’opération de distribution en 2009 ?

b) Ook graag de verwachte kosten per toeleverancier die nog voor de verdere uitrol tot 2009 nodig is.

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 29 juillet 2004, à la question no 295 de M. Dirk Claes du 21 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 2004, op de vraag nr. 295 van de heer Dirk Claes van 21 juni 2004 (N.) :

1. ` ce jour, le coût total est de 17 224 227 euros, a) A réparti comme suit :

1. a) De totale kosten tot op heden bedragen 17 224 227 euro samengesteld als volgt :

— CSC : étude de conception : 166 173 euros;

— CSC : conceptstudie : 166 173 euro;

— Steria SA : infrastructure Registre national et 11 communes-pilotes : 9 966 710 euros;

— NV Steria-infrastructuur Rijksregister en 11 pilootgemeenten : 9 966 710 euro;

— Zetes : production de cartes phase-pilote : 503 261 euros;

— Zetes : kaartproductie 503 261 euro;

pilootfase :

— Belgacom : services de certification phasepilote : 4 643 640 euros;

— Belgacom : certificatiediensten 4 643 640 euro;

pilootfase :

— SBV Forensics (consultancy) : 97 445 euros;

— SBV Forensics (consultancy) : 97 445 euro;

— PriceWaterhouseCoopers 103 445 euros;

— PriceWaterhouseCoopers 103 445 euro;

— entretien infrastructure 1 743 553 euros.

(consultancy) : Belpic :

— onderhoud 1 743 553 euro.

(consultancy) :

Belpic-infrastructuur :

b) Le coût total vers 2009 (y compris les frais du personnel), lorsque la distribution sera terminée, est actuellement estimé à 196 068 982 euros.

b) De totale kosten tegen 2009 (met inbegrip van de personeelskosten) wanneer de uitrol volledig is, worden momenteel geraamd op 196 068 982 euro.

2. a) Le marché est attribué à la firme Steria Bénélux SA, rue du Moulin à papier 51, 1160 Bruxelles.

2. a) De opdracht is gegund aan de firma NV Steria Benelux, Papiermolenstraat 51, 1160 Brussel.

b) Le montant du marché est de 8 398 024 euros.

b) Het bedrag van 8 398 024 euro.


2003

2004

de

opdracht

beloopt


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6497

3. Il n’a pas été fixé de montant maximum. Les communes déterminent elles-mêmes le prix qu’elles demanderont au citoyen. En tant que récupération du coût de la production, les autorités fédérales exigent cependant que la commune leur verse un montant de 10 euros par carte fabriquée. 4. a) Le prix moyen d’un lecteur de cartes est actuellement estimé entre 20 et 30 euros. Lorsque la carte sera plus répandue et que la demande de lecteurs de cartes augmentera, ce prix baissera. b) Le middleware pour l’utilisation de la carte eID est disponible sur le website http:// www.registrenational.fgov.be ainsi que sur le site portail fédéral (http://www.belgium.be). Il vous est loisible de le télécharger gratuitement. Ce logiciel permet la lecture de la carte et peut également être utilisé pour toutes sortes d’applications génériques telles que la signature électronique de message e-mail ainsi que de documents en word et en excell. 5. Le coût estimé pour le personnel mis à la disposition des communes par les entreprises publiques autonomes est de 17 853 853 euros sur une base annuelle. En revanche, l’intervention financière de certaines entreprises publiques est estimée à 20 729 904 euros sur une période de trois ans.

3. Er is geen maximumprijs vastgesteld. De gemeenten bepalen zelf de prijs die ze aan de burger vragen. De federale overheid vordert wel van de gemeente 10 euro per aangemaakte kaart als recuperatie van de productiekost. 4. a) De gemiddelde prijs van een kaartlezer wordt thans geraamd op 20 à 30 euro. Wanneer de kaart meer verspreid zal zijn en de vraag naar lezers zal toenemen, zal deze prijs zakken. b) De middleware voor het gebruik van de eID-kaart is beschikbaar op de website http// www.rijksregister.fgov.be en op de federale portaalsite (http://www.belgium.be) en kan gratis gedownload worden. Deze software maakt het uitlezen van de kaart mogelijk, alsmede het gebruik in allerhande generieke toepassingen, zoals elektronisch ondertekenen van e-mailberichten en van worden excelldocumenten.

6. L’intention est de tenir compte des nouvelles directives ICAO, à partir de la délivrance générale. C’est ainsi que l’on prévoit une MRZ (machine readable zone). 7. a) Voir point 1.a) ci-dessus. b) Coût estimé par fournisseur jusqu’en 2009 : — Zetes : 86 312 400 euros; — Certipost : 11 538 494 euros; — Steria : 14 943 603 euros; — prestataire de service encore à déterminer pour la campagne de sensibilisation : 750 000 euros.

5. De geraamde kosten van het personeel dat vanuit de autonome overheidsbedrijven ter beschikking van de gemeenten gesteld wordt, bedragen op jaarbasis 17 853 853 euro. Hiertegenover staat een geraamde financie¨le tussenkomst vanwege sommige overheidsbedrijven van 20 729 904 euro over de periode van drie jaar. 6. Het is de bedoeling dat vanaf de veralgemeende uitreiking rekening wordt gehouden met de nieuwste ICAO-richtlijnen. Zo wordt een MRZ (machine readable zone) voorzien. 7. a) Zie punt 1.a) hierboven. b) Geraamde kosten per toeleverancier tot 2009 : — Zetes : 86 312 400 euro; — Certipost : 11 538 494 euro; — Steria : 14 943 603 euro; — nog aan te duiden dienstverlener voor sensibiliseringscampagne : 750 000 euro.


Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2003200400097

DO 2003200400097

Question no 33 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 octobre 2003 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères : Départements. — SPF. — Conséquences du principe de l’« ancre ». En vue de maıˆtriser les dépenses des divers départements et de garantir le maintien de l’équilibre budgé-

Vraag nr. 33 van de heer Jean-Jacques Viseur van 23 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Departementen. — FOD. — Gevolgen van het « ankerprincipe ». Om de uitgaven van de verschillende departementen te kunnen beheersen en het behoud van het begrotings-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6498

taire, le gouvernement précédent a adopté le principe budgétaire de l’« ancre ». Concrètement, il semble qu’il ait été décidé que le taux d’utilisation cumulé des crédits d’ordonnancement lors de l’année budgétaire 2003 ne pouvait en aucun cas dépasser le taux d’utilisation cumulé de l’année précédente. En ce qui concerne le programme d’investissement des départements, la libération périodique par le Conseil des ministres pour les neuf premiers mois de 2003 ne s’élèverait qu’à 3/15. L’Inspection des finances et les controˆleurs des engagements ayant également reçu pour mission de veiller de façon stricte au respect de cette mesure.

evenwicht te garanderen heeft de vorige regering het anker-begrotingsprincipe ingevoerd. Concreet gesproken zou er beslist zijn dat de gecumuleerde benuttingsgraad van de ordonnanceringskredieten tijdens het begrotingsjaar 2003 in geen geval de gecumuleerde benuttingsgraad tijdens het vorige jaar mag overschrijden. Wat het investeringsprogramma van de departementen betreft, zou de periodieke vrijgave door de Ministerraad voor de eerste negen maanden van 2003 slechts 3/15 bedragen. De Inspectie van financie¨n en de controleurs van de vastleggingen kregen dan ook de opdracht strikt toe te zien op de naleving van die maatregel.

Il me revient qu’une série de frais, qui sont arbitrairement classés dans la colonne « non prioritaire » alors qu’ils sont indispensables au bon fonctionnement des services de votre département, auraient bel et bien été engagés sans que ceux-ci aient été payés aux fournisseurs.

Ik heb vernomen dat een aantal kosten die willekeurig in de kolom « niet prioritair » werden ondergebracht terwijl ze in feite onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de diensten van uw departement, wel degelijk zouden zijn vastgelegd zonder dat ze aan de leveranciers zouden zijn betaald.

Selon Michel Jadot, s’exprimant récemment dans la presse, il semble que cette technique de report de certains paiements ait été érigée en mode de fonctionnement politique particulièrement préjudiciable à l’égard de la plupart des sous-traitants, des indépendants, des petits entrepreneurs du secteur non marchand, de nombreuses associations qui éprouvent des difficultés de trésorerie en n’obtenant pas le paiement de subventions ou de prestations.

Zoals de heer Jadot onlangs in de pers heeft verklaard zou deze techniek van uitstel van sommige betalingen tot een politieke werkwijze zijn verheven die bijzonder nadelig is voor de meeste onderaannemers, de zelfstandigen, de kleine ondernemers uit de non-profit sector en voor talrijke verenigingen die door het uitblijven van de betaling van subsidies of van prestaties in geldnood komen.

1. a) Quelles sont les conséquences de la mise en œuvre du principe de l’« ancre » sur le paiement de dépenses engagées mais non encore acquittées par le Trésor au sein de votre département ?

1. a) Welke weerslag heeft de invoering van het « ankerprincipe » voor uw departement op de betaling van uitgaven die wel vastgelegd maar nog niet vereffend werden door de Thesaurie ?

b) En d’autres termes, quel est le montant de l’encours au sein de votre département à la date du 30 septembre 2003 ?

b) Met andere woorden, wat is het uitstaande bedrag van de vastleggingen voor uw departement op 30 september 2003 ?

2. Quels sont les délais moyens de liquidation par le Trésor public d’une facture engagée par votre département ?

2. Wat zijn de gemiddelde termijnen die de Thesaurie toepast bij de afrekening van een factuur die door uw departement werd vastgelegd ?

3. Le principe de l’« ancre » permet-il à votre département de respecter l’article 4 de la loi du 2 aouˆt 2002 concernant la lutte contre le retard de paiement dans les transactions commerciales qui prévoit que tout paiement en rémunération d’une transaction commerciale doit être effectué dans un délai de 30 jours à partir du jour qui suit celui :

3. Kan uw departement door de invoering van het « ankerprincipe » de bepalingen van artikel 4 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties naleven ? Dit artikel bepaalt dat elke betaling tot vergoeding van een handelstransactie dient te gebeuren binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op die :

1o de la réception, par le débiteur, de la facture ou d’une demande de paiement équivalente, ou

1o van de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig verzoek tot betaling, of

2o de la réception des marchandises ou de la prestation de services, si la date de réception de la facture ou de la demande de paiement équivalente est incertaine ou si le débiteur reçoit la facture ou la demande de

2o van de ontvangst van de goederen of diensten, indien de datum van ontvangst van de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling niet vaststaat of indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6499

paiement équivalente avant les marchandises ou les services, ou

verzoek tot betaling eerder ontvangt dan de goederen of diensten, of

3o de l’acceptation ou de la vérification permettant de certifier la conformité des marchandises ou des services avec le contrat, si la loi ou le contrat prévoit une procédure d’acceptation ou de vérification, et si le débiteur reçoit la facture ou la demande de paiement équivalente plus toˆt ou à la date de l’acceptation ou de la vérification ?

3o van de aanvaarding of controle ter verificatie van de conformiteit van de goederen of diensten met de overeenkomst, indien de wet of de overeenkomst voorziet in een procedure van aanvaarding of controle en indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling ontvangt voó´r of op de datum waarop de aanvaarding of controle plaatsvindt.

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 20 juillet 2004, à la question no 33 de M. Jean-Jacques Viseur du 23 octobre 2003 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 juli 2004, op de vraag nr. 33 van de heer JeanJacques Viseur van 23 oktober 2003 (Fr.) :

1. a) La mise en œuvre du principe de l’« ancre » a eu pour conséquence au sein de mon département de retarder certains paiements de contributions dues à l’ONU dans le cadre des opérations de maintien de la paix.

1. a) De inwerkingstelling van het « anker »-principe heeft binnen mijn departement als gevolg gehad dat bepaalde bijdragen voor de UNO in het kader van de vredeshandhavingsoperaties vertraagd uitgekeerd werden.

Mon département a en effet établi un ordre de priorité des paiements qui a permis d’assurer le paiement des traitements du personnel et des frais de fonctionnement de l’ensemble de l’administration, sans conséquence dommageable donc pour les fournisseurs.

Het is inderdaad zo dat mijn departement een voorranglijst heeft opgesteld voor de betaling die het mogelijk maakten de wedde van het personeel uit te keren en de werkingskosten van de administratie te betalen zonder schadelijke gevolgen voor de leveranciers.

b) Tout retard, y compris pour les paiements à l’ONU, a pu être résorbé avant la fin de l’année 2003.

b) Alle vertraging in de uitkeringen, met inbegrip van de UNO-uitbetalingen konden aldus voó´r het einde van het jaar 2003 ingehaald worden.

2. Le délai moyen de paiement d’une facture est de quatre semaines à partir du moment où la facture est introduite à la direction Budget et Controˆle de la gestion de mon département.

2. De gemiddelde termijn voor het uitbetalen van een factuur is vier weken vanaf ontvangst van de factuur op de directie Begroting en Controle van het beheer op mijn departement.

3. En 2003, l’application du principe de l’« ancre » n’a pas eu pour effet d’empêcher le respect de l’article 4 de la loi du 2 août 2002, compte tenu de l’ordre de priorité établi par mon département (cf. point 1.a) ci-dessus).

3. In 2003 heeft de toepassing van het « anker »principe geen gevolg gehad voor de naleving van artikel 4 van de wet van 2 augustus 2002, rekening houdend met de voorrangsorde die door mijn departement opgesteld werd (cf. punt 1.a) hierboven).

DO 2003200410513

DO 2003200410513

Question no 48 de Mme Zoé Genot du 30 décembre 2003 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 48 van mevrouw Zoé Genot van 30 december 2003 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Provenance régionale des membres du personnel des SPF.

Verdeling van de personeelsleden van de FOD’s volgens het gewest van hun woonplaats.

A. Parmi l’ensemble du personnel qui travaille dans le service public fédéral (SPF) dont vous avez la tutelle, pouvez-vous communiquer :

A. Kan u, voor het geheel van de personeelsleden van de FOD waarover u toezicht houdt, meedelen :

1. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région flamande ?

1. Hoeveel personeelsleden in het Vlaams Gewest wonen ?


2003

2004


820

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6500

2. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région wallonne ?

2. Hoeveel in het Waals Gewest ?

3. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région bruxelloise ?

3. Hoeveel in het Brussels Gewest ?

B. Parmi la catégorie de personnel employé par le SPF, dont vous avez la tutelle, à des fonctions ne requérant pas de diploˆme d’études supérieures universitaires ou non universitaires, pouvez-vous communiquer :

B. Kan u diezelfde gegevens meedelen voor de personeelsleden die een functie bekleden waarvoor geen diploma van hogere (universitaire of nietuniversitaire) studies is vereist :

1. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région flamande ?

1. Hoeveel personeelsleden in het Vlaams Gewest wonen ?

2. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région wallonne ?

2. Hoeveel in het Waals Gewest ?

3. Quel est le nombre de personnes qui habitent en Région bruxelloise ?

3. Hoeveel in het Brussels Gewest ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 20 juillet 2004, à la question no 48 de Mme Zoé Genot du 30 décembre 2003 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 juli 2004, op de vraag nr. 48 van mevrouw Zoé Genot van 30 december 2003 (Fr.) :

A. 1. Région flamande : 567;

A. 1. Vlaams Gewest : 567;

2. Région wallonne : 314;

2. Waals Gewest : 314;

3. Région Bruxelles-Capitale : 272.

3. Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 272.

B. 1. Région flamande : 414;

B. 1. Vlaams Gewest : 414;

2. Région wallonne : 244;

2. Waals Gewest : 244;

3. Région Bruxelles-Capitale : 149.

3. Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 149.

DO 2003200410640

DO 2003200410640

Question no 53 de Mme Greet Van Gool du 14 janvier 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 53 van mevrouw Greet Van Gool van 14 januari 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Accessibilité des sites web des pouvoirs publics fédéraux aux aveugles et malvoyants.

Toegankelijkheid van federale websites voor blinden en slechtzienden.

Le 18 décembre 2003, le site portail fédéral www.belgium.be s’est vu attribuer le label « Blindsurfer ». Il s’agit d’un label d’accessibilité permettant aux personnes souffrant d’un handicap visuel de savoir si le site web leur est accessible. Cette accessibilité est très importante : pour les aveugles et les malvoyants, internet est l’outil idéal pour se procurer des informations.

Op 18 december 2003 kreeg de federale portaalsite www.belgium.be het blindsurferlabel. Dat is een toegankelijkheidslabel, waardoor personen met een visuele handicap weten of de website voor hen toegankelijk is. Die toegankelijkheid is belangrijk : voor blinden en slechtzienden is het internet een ideaal middel om informatie te verkrijgen.

Les critères pour l’obtention du label «Blindsurfer» sont notamment : fournir un équivalent textuel aux éléments graphiques, garantir de bonnes possibilités de navigation, utiliser des tableaux simples et clairs,

Criteria om het blindsurferlabel te krijgen zijn onder andere : het geven van tekstalternatieven bij grafische elementen, goede navigatiemogelijkheden, eenvoudige en overzichtelijke tabellen, vlot invulbare


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6501

concevoir des formulaires faciles à compléter, etc. Si ces conditions sont réunies, les aveugles et les malvoyants peuvent consulter sans problèmes les informations présentes sur un site web.

formulieren, enz. Als aan deze voorwaarden voldaan is, kunnen blinden en slechtzienden zonder problemen de informatie op een website raadplegen.

1. Quelles institutions relevant de votre compétence sont attentives à l’accessibilité de leurs sites web ? Combien d’institutions ont entre-temps obtenu le label « Blindsurfer » ? Quelles démarches comptez-vous entreprendre pour améliorer l’accessibilité des différents sites ?

1. Kan u meedelen welke instellingen die onder uw bevoegdheid vallen aandacht besteden aan de toegankelijkheid van hun websites, hoeveel instellingen het blindsurferlabel intussen gekregen hebben, en welke stappen u zal ondernemen om de webtoegankelijkheid te vergroten ?

2. Si vous possédez votre propre site web dans le cadre de votre fonction, les responsables du site sontils également attentifs à son accessibilité ?

2. Zo u in hoofde van uw functie een aparte website heeft, wordt daar ook aandacht besteed aan de toegankelijkheid ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 20 juillet 2004, à la question no 53 de Mme Greet Van Gool du 14 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 juli 2004, op de vraag nr. 53 van mevrouw Greet Van Gool van 14 januari 2004 (N.) :

1. Le site principal du Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement (http://www.diplomatie.be) peut être visité de façon satisfaisante à l’aide d’un browser textuel destiné aux personnes handicapées visuelles. Mon administration est très attentive aux critères d’accessibilité énoncés, à savoir notamment l’adjonction de balises HTML fournissant une alternative textuelle aux éléments graphiques, la convivialité de la navigation et la bonne présentation des données tabulaires. Néanmoins le site ne possède pas le label d’accessibilité Blindsurfer.

1. De hoofdsite van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (http://www.diplomatie.be) kan op bevredigende wijze bezocht worden door middel van een tekstuele browser bestemd voor visueel gehandicapten. Mijn administratie stelt veel belang aan de genoemde toegankelijkheidscriteria, onder meer door de toevoeging van HTML-tags welke een tekstuele weergave geven van de grafische elementen, een gebruiksvriendelijke navigatie en de goede presentatie van tabellen. De site beschikt evenwel niet over het Blindsurferlabel.

Au sein du SPF, la direction générale Coopération au développement a son propre site (http:// www.dgos.be / http://www.dgcd.be) qui a été adapté aux normes WAI fin 2002 et dispose du label Blindsurfer depuis novembre 2002.

Binnen de FOD heeft de directie-generaal Ontwikkelingssamenwerking een eigen website (http:// www.dgos.be / http://www.dgcd.be) welke einde 2002 werd aangepast aan de WAI-normen en sinds november 2002 het Blindsurferlabel draagt.

2. La deuxième question concerne les éventuels sites individuels des ministres concernés.

2. De tweede vraag betreft de eventuele individuele sites van de betrokken ministers.

DO 2003200420967

DO 2003200420967

Question no 64 de M. Pieter De Crem du 1er mars 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 64 van de heer Pieter De Crem van 1 maart 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Point de vue de la Belgique en ce qui concerne l’envoi d’une mission de l’OTAN en Irak.

Standpunt van Belgie¨ ten opzichte van NAVO-missie in Irak.

La France a indiqué que, sous certaines conditions, elle n’était pas opposée à l’envoi en Irak d’une force de paix de l’OTAN. Le ministre français des Affaires étrangères, M. Dominique de Villepin, a notamment fixé les conditions suivantes: la demande doit eˆtre formulée par un gouvernement irakien souverain et l’autorisation doit eˆtre accordée par les Nation unies. L’Allemagne, fortement opposée à l’invasion de l’Irak

Frankrijk heeft gesteld dat het onder bepaalde voorwaarden niet gekant is tegen de komst van een NAVOvredesmacht in Irak. Onder die voorwaarden stipuleert de Franse minister van Buitenlandse Zaken Dominique de Villepin het verzoek van een soevereine Iraakse regering en de toestemming van de Verenigde Naties. Eerder had ook Duitsland, net als Frankrijk een notoir criticus van de inval in Irak, gesteld geen


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6502

tout comme la France, avait précédemment précisé qu’elle n’était nullement opposée à la présence de l’OTAN en Irak.

bezwaar te hebben tegen de aanwezigheid van de NAVO in Irak.

1. Le gouvernement belge est-il favorable à une présence de l’OTAN en Irak ?

1. Is de Belgische regering een voorstander van een dergelijke aanwezigheid van de NAVO in Irak ?

2. Dans l’affirmative, quelles conditions le gouvernement pose-t-il à l’installation d’une force de paix de l’OTAN en Irak ?

2. Zo ja, welke voorwaarden stelt de Belgische regering tot de installatie van een NAVO-vredesmacht in Irak ?

3. Dans l’affirmative, le gouvernement belge est-il disposé à soutenir activement une éventuelle force de paix de l’OTAN en Irak ?

3. Zo ja, is de Belgische regering ertoe bereid een eventuele NAVO-vredesmacht in Irak actief te ondersteunen ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 juillet 2004, à la question no 64 de M. Pieter De Crem du 1er mars 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 juli 2004, op de vraag nr. 64 van de heer Pieter De Crem van 1 maart 2004 (N.) :

En réponse aux questions posées par l’honorable membre, je propose ce qui suit.

In antwoord op de vragen van het geachte lid stel ik het volgende voor.

1 et 2. Une plus grande implication de l’OTAN en Irak mérite une mûre réflexion. La Belgique a toujours indiqué que toute décision dans ce dossier dépendrait d’une nouvelle résolution préalable du CS-NU et d’une demande expresse émanant d’un gouvernement iraquien souverain et représentatif. Nous ne sommes pas partisan d’une intervention de l’OTAN dans ce pays mais ne nous opposerons pas à un projet de déclaration en ce sens. Notre participation se fera cependant sans envoi de troupes.

1 en 2. Een grotere betrokkenheid van de NAVO in Irak moet zorgvuldig worden overwogen. Belgie¨ heeft steeds meegedeeld iedere beslissing in dit dossier voorafgaandelijk te doen afhangen van een nieuwe VNVRresolutie en een uitdrukkelijke aanvraag uitgaande van een soevereine en representatieve Irak-regering. Wij zijn niet voor een NAVO-optreden in dit land, maar zullen een voorstel van verklaring in die zin onder hogervermelde voorwaarden niet tegenhouden. Wel zullen wij zelf niet met troepen deelnemen.

3. Entre-temps, il est apparu que les projets soumis ne concernent pas l’installation d’une force de la paix de l’OTAN en Irak mais de l’entraıˆnement des forces de sécurité iraquiennes. Ceci peut se faire tant à l’intérieur qu’à l’extérieur de l’Irak. Le roˆle que peut jouer l’OTAN en la matière est à l’examen en ce moment. La Belgique estime qu’une présence de l’OTAN en Irak dans le cadre d’un entraıˆnement peut se justifier dans la mesure où les activités d’entraıˆnement l’exigent et sont justifiées.

3. Inmiddels is gebleken dat de voorstellen die voorliggen niet gaan over de installatie van een NAVO-vredesmacht, maar over training van de Iraakse veiligheidsmacht. Dit kan zowel binnen als buiten Irak gebeuren. De rol die de NAVO daarbij kan spelen wordt voor het ogenblik onderzocht. Belgie¨ is van mening dat een NAVO-aanwezigheid in Irak in het kader van de training verantwoord kan zijn in de mate dat trainingsactiviteiten dit vereisen en kunnen verantwoorden.

DO 2003200421233

DO 2003200421233

Question no 72 de M. Filip De Man du 5 avril 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 72 van de heer Filip De Man van 5 april 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Montée de l’antisémitisme en Belgique.

Toegenomen antisemitisme in Belgie¨.

Selon un récent « Rapport » de l’Observatoire européen à Vienne, il convient de distinguer deux catégories de personnes se livrant à des actes antisémites, à savoir « des jeunes hommes blancs influencés par les idées extrémistes, notamment des groupes de skinheads » et « des jeunes musulmans, des personnes d’origine nord-africaine ou des immigrés ». Le nombre

Luidens het recent « Rapport » van het Europees Observatorium in Wenen zijn er twee groepen mensen die zich bezondigen aan antisemitische daden : « des jeunes hommes blancs influencés par les idées extrémistes, notamment des groupes de skinheads » en « des jeunes musulmans, des personnes d’origine nordafricaine ou des immigrés ». In een vijftal landen nam


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6503

d’actes antisémites a augmenté dans cinq pays, dont la Belgique.

het aantal feiten de voorbije jaren toe, onder meer in Belgie¨.

1. a) Combien d’auteurs de tels faits ont-ils été identifiés en Belgique au cours des trois dernières années ?

1. a) Hoeveel daders van dergelijke feiten werden in Belgie¨ geı¨dentificeerd in de voorbije drie jaar ?

b) Combien d’entre eux appartiennent-ils à la première catégorie mentionnée dans le « Rapport » (jeunes hommes blancs/skinheads) ?

b) Hoeveel van hen behoren tot de eerste groep zoals beschreven in het « Rapport » (jeunes hommes blancs/skinheads) ?

c) Combien d’entre eux appartiennent-ils à la deuxième catégorie (jeunes musulmans/immigrés) ?

c) Hoeveel van hen behoren tot de tweede groep (jeunes musulmans/immigrés) ?

2. a) Au cours des trois dernières années, combien d’auteurs ont-ils été traduits en justice pour de tels faits ?

2. a) Hoeveel daders werden in de voorbije drie jaar voor de rechter gebracht voor dergelijke feiten ?

b) Combien d’entre eux appartiennent-ils à la première catégorie susmentionnée ?

b) Hoeveel van hen behoren tot de eerste hogervermelde groep ?

c) Combien d’entre eux appartiennent-ils à la deuxième catégorie ?

c) Hoeveel van hen tot de tweede groep ?

3. Pourriez-vous vous informer auprès de l’Observatoire et de la Commission européenne afin de savoir si la première version du « Rapport » a effectivement été modifiée avant d’être présentée au Parlement européen avec un retard de plusieurs mois ?

3. Kunt u bij het Observatorium en de Europese Commissie navraag doen of een eerste versie van het « Rapport » inderdaad aangepast werd en pas maanden later — inderdaad in gewijzigde vorm — werd voorgesteld aan het Europees Parlement ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 20 juillet 2004, à la question no 72 de M. Filip De Man du 5 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 juli 2004, op de vraag nr. 72 van de heer Filip De Man van 5 april 2004 (N.) :

En ce qui concerne le nombre de cas d’antisémitisme enregistrés en Belgique et leurs auteurs, cette matière relève de la compétence de la ministre de la Justice. Je vous invite donc à vous adresser à ma collègue à ce sujet (question no 229 du 5 avril 2004).

Met betrekking tot het aantal in Belgie¨ opgetekende gevallen van antisemitisme en degenen die zich daaraan schuldig maken, moet worden aangemerkt dat deze materie onder de minister van Justitie (vraag nr. 229 van 5 april 2004) ressorteert. U gelieve zich voor nadere gegevens dan ook te wenden tot mijn ambtsgenoot.

En ce qui concerne votre dernière question, je peux vous confirmer qu’il y a bien eu un premier rapport d’une étude demandée par l’Observatoire des phénomènes racistes et xénophobes de Vienne. D’après les informations fournies par l’Observatoire, cette étude avait été confiée à deux chercheurs berlinois. La période couverte par celle-ci allait du 15 mai 2002 au ` la lecture du rapport de l’étude, le 15 juin 2002. A conseil d’administration de l’Observatoire, composé d’experts indépendants, a décidé que ce document ne présentait pas la qualité requise et manquait de preuves objectives. Il a donc été décidé de poursuivre les travaux sur l’antisémitisme et d’approfondir l’étude afin de présenter un rapport global et complet à un stade ultérieur.

Wat uw laatste vraag betreft, kan ik bevestigen dat een eerste rapport werd opgemaakt van een studie die op vraag van het Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat in Wenen werd verricht. Volgens de door het Waarnemingscentrum verstrekte gegevens, werden twee Berlijnse onderzoekers belast met een studie over de periode 15 mei 2002 tot 15 juni 2002. Na lezing van het studierapport, besloot de uit onafhankelijke deskundigen samengestelde raad van bestuur van het Waarnemingscentrum dat voornoemd document niet voldeed aan de kwaliteitseisen en geen objectieve bewijzen bevatte. Er werd dan ook besloten de werkzaamheden in verband met het antisemitisme voort te zetten en de studie verder uit te diepen, zodat op een later tijdstip een alomvattend en volledig rapport kan worden voorgelegd.

Je ne souhaite pas me prononcer sur les raisons qui ont poussé l’Observatoire à ne pas publier ce premier rapport. Mais comme vous le savez, cette « non-

Ik wens mij niet uit te spreken over de redenen die ten grondslag lagen aan de beslissing van het Waarnemingscentrum dit eerste rapport niet te publiceren. Het


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6504

publication » a fait l’objet d’un certain nombre d’articles de presse ainsi que d’un certain nombre de critiques. L’Observatoire a donc décidé, dans un souci de transparence, de diffuser ce rapport sur son site internet. Il a toutefois maintenu ses réserves quant à cette étude. Il a également précisé que la diffusion de ce document ne signifiait aucunement l’acceptation des résultats de cette étude par l’Observatoire.

is u welbekend dat deze beslissing in een aantal krantenartikelen de nodige aandacht kreeg en bij sommigen niet in goede aarde viel. Ten behoeve van de transparantie besloot het Waarnemingscentrum het rapport dan toch op zijn site te publiceren, wat niet wegneemt dat het nog steeds het nodige voorbehoud in acht neemt. Ook werd duidelijk gesteld dat het openbaar maken van dit document geenszins betekent dat het Waarnemingscentrum het eens is met de bevindingen van de studie.

Par ailleurs, comme annoncé, l’Observatoire a présenté en mars 2004 un rapport sur l’antisémitisme en Europe. D’après cette agence, il contient les informations les plus fiables possibles recueillies graˆce au réseau RAXEN. Le document traite des manifestations d’antisémitisme, de leurs auteurs et des réponses apportées par les E´tats. Il couvre les années 2002 et 2003 jusqu’en octobre. Il avance également toute une série de recommandations pour lutter contre l’antisémitisme. Ce rapport est complété par un deuxième document compilant un certain nombre d’interviews de membres de la communauté juive dans huit E´tats membres.

In maart 2004 publiceerde het Waarnemingscentrum een rapport over antisemitisme in Europa. Met behulp van het netwerk RAXEN kon de meest betrouwbare informatie worden bijeengebracht, aldus de instelling. Het rapport bundelt gegevens die tussen 2002 en oktober 2003 werden verzameld over uitingen van antisemitisme, de daders en de door de Staten gegeven respons. Het doet ook aanbevelingen ter bestrijding van antisemitisme. Het rapport wordt vervolledigd met een tweede document dat een aantal interviews met leden van de Joodse gemeenschap in acht lidstaten bevat.

Ce rapport montre que nous sommes bien confrontés à un problème d’antisémitisme en Europe, et également en Belgique. La publication de ce rapport pouve que les autorités européennes prennent ce problème au sérieux. Je peux vous assurer que la Belgique est prête à y faire face de manière ferme et déterminée. Une des priorités belges en matière de droits de l’homme est la lutte contre toutes les formes de racisme et de xénophobie. La lutte contre l’antisémitisme occupe une place centrale dans cette politique. Et les positions prises par la Belgique sur la scène internationale reflètent cet engagement. La Belgique, de concert avec ses partenaires européens, veillera à ce que cette question bénéficie de l’attention qu’elle mérite.

Het rapport levert het onomstotelijke bewijs dat in Europa en ook in Belgie¨ antisemitisme aanwezig is. Met de publicatie bewijzen de Europese autoriteiten dat het probleem hen bezighoudt. Ik verzeker u dat Belgie¨ het nodige wil doen om dit euvel krachtdadig aan te pakken. In verband met mensenrechten staat de strijd tegen alle vormen van racisme en vreemdelingenhaat in Belgie¨ hoog op de agenda. En binnen dit beleid bekleedt de strijd tegen antisemitisme een belangrijke plaats. Deze betrokkenheid blijkt trouwens ook uit de standpunten die Belgie¨ in internationale fora inneemt. Samen met de Europese partners zorgt Belgie¨ ervoor dat de kwestie voldoende onder de aandacht komt.

DO 2003200421234

DO 2003200421234

Question no 73 de Mme Zoé Genot du 5 avril 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 73 van mevrouw Zoé Genot van 5 april 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

« Club de Paris ».

« Club van Parijs ».

Le « Club de Paris » est un groupe informel de créanciers publics dont le roˆle est de trouver des solutions coordonnées et durables aux difficultés de paiement de nations endettées. Je reprends ici les informations du site web du Club de Paris : « La première réunion avec un pays débiteur eut lieu en 1956 lorsque l’Argentine accepta de rencontrer ses créanciers publics à Paris. Depuis, le Club de Paris ou des groupes ad hoc de créanciers publics membres du Club de Paris ont conclu 374 accords (répartition par année) relatifs à

De « Club van Parijs » is een informele groep van overheidscrediteuren, die als opdracht heeft gecoo¨rdineerde en duurzame oplossingen voor de betalingsmoeilijkheden van de schuldenlanden te vinden. Volgende informatie is op de webstek van de Club van Parijs te vinden. De eerste vergadering met een debiteurland vond in 1956 plaats, toen Argentinie¨ ermee instemde zijn openbare crediteuren in Parijs te ontmoeten. Sinds haar ontstaan sloten de Club van Parijs en ad-hocgroepen van overheidscrediteuren die van de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6505

79 pays endettés. Depuis 1983, le montant total de des dettes couvertes par ces accords s’élève à 418 milliards de dollars (répartition par année). En dépit de cette forte activité, le Club de Paris est resté strictement informel. Il est la réunion volontaire de pays créanciers désirant traiter de façon coordonnée la dette qui leur est due par des pays en développement. Il peut être décrit comme une « non-institution ». Bien que le Club de Paris n’ait pas d’existence légale ni de statuts, les accords suivent un certain nombre de principes et règles dont conviennent les pays créanciers, ce qui permet d’accroıˆtre l’efficacité dans la perspective d’un accord. Les pays créanciers se réunissent 10 à 11 fois par an, dans le cadre de sessions de négociations, pour discuter entre eux de la situation de la dette extérieure des pays endettés ou pour traiter des questions méthodologiques liées à la dette des pays en développement. Ces réunions se tiennent à Paris. Le président est un haut responsable de la direction du Trésor français. Ses proches collaborateurs au sein de la direction du Trésor sont respectivement co-président et viceprésident du Club. Un secrétariat général est composé d’une équipe d’une quinzaine de personnes au sein de la direction du Trésor français, qui travaillent à temps partiel pour le Club de Paris ». On peut se poser des questions sur la légitimité démocratique du Club de Paris et le manque de transparence de ses procédures et décisions.

Club van Parijs deel uitmaken met 79 schuldenlanden 374 overeenkomsten, voor een totaal bedrag van 418 miljard dollar sinds 1983 (de site bevat twee links, naar een overzicht van het aantal overeenkomsten per jaar en van het bedrag per jaar). Hoewel de Club van Parijs zeer actief is, gaat het nog steeds om een volstrekt informeel overlegorgaan. Het is een vrijwillige vergadering van crediteurstaten die de schuld die ontwikkelingslanden bij hen hebben uitstaan, op een gecoo¨rdineerde manier willen aanpakken. Men kan ze als een niet-instelling omschrijven. Hoewel de Club van Parijs geen wettelijke grondslag heeft en niet over statuten beschikt, volgen de overeenkomsten een aantal beginselen en regels die de crediteurstaten onderling afspreken en die de doeltreffendheid ten goede komen. De crediteurstaten komen 10 à 11 keer per jaar samen, in het kader van onderhandelingsvergaderingen, om de toestand van de buitenlandse schuld van de schuldenlanden onder elkaar te bespreken of om methodologische vragen in verband met de schuld van de ontwikkelingslanden te behandelen. Die vergaderingen worden in Parijs gehouden. De voorzitter is een hoge verantwoordelijke van de directie van de Franse Schatkist. Zijn naaste medewerkers bij de directie van de Schatkist zijn respectievelijk medevoorzitter en ondervoorzitter van de Club. Er is een secretariaatgeneraal, dat uit een ploeg van een vijftiental personen bestaat, die voor de directie van de Franse Schatkist en deeltijds voor de Club van Parijs werken. Er rijzen vragen bij de democratische legitimiteit van de Club van Parijs en bij het gebrek aan transparantie van de procedures en de besluitvorming.

1. Partagez-vous mon opinion qu’il se pose un problème important en matière de légitimité démocratique, vu que le Club de Paris, qui n’a pas de statuts et qui se décrit lui-même comme « non-institution », prend des décisions cardinales qui ont un impact direct sur des centaines de millions de personnes ?

1. Bent u het met me eens dat de democratische legitimiteit van de Club van Parijs ter discussie kan worden gesteld ? Die Club, die niet over statuten beschikt en zichzelf als een « niet-instelling » omschrijft, neemt immers cruciale beslissingen die voor honderden miljoenen mensen rechtstreekse gevolgen hebben.

2. Quelles initiatives avez-vous prises pour développer une approche alternative plus démocratique ?

2. Welke initiatieven nam u met het oog op een democratischer alternatieve aanpak ?

3. Quels sont les critères utilisés par le Club de Paris ?

3. Welke criteria hanteert de Club van Parijs ?

4. De quelle manière le Club de Paris tient-il compte des « Objectifs de développement du Sommet millénaire » ?

4. Op welke manier houdt de Club van Parijs rekening met de « Millennium Development Goals » (de ontwikkelingsdoelstellingen van de Millenniumtop) ?

5. De quelle manière le Club de Paris évalue-t-il l’impact de ses décisions sur le plan économique, social et écologique ?

5. Op welke manier evalueert de Club van Parijs de gevolgen van haar beslissingen op het economische, het sociale en het ecologische vlak ?

6. a) Quels sont les accents spécifiques que notre pays, membre du Club de Paris, a mis sur table en 2003 et 2004 ?

6. a) Welke bijzondere accenten legde ons land, dat lid is van de Club van Parijs, in 2003 en 2004 ?

b) Qui nous représente à ces réunions ?

b) Wie vertegenwoordigt ons op die vergaderingen ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6506

c) Avec quels mandats ?

c) Met welke mandaten ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 20 juillet 2004, à la question no 73 de Mme Zoé Genot du 5 avril 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 juli 2004, op de vraag nr. 73 van mevrouw Zoé Genot van 5 april 2004 (Fr.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à la question qu’elle a posée.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op haar vragen te willen vinden.

1. Tout d’abord, je voudrais faire remarquer à l’honorable membre qu’un forum comme le Club de Paris permet de remédier à l’arbitraire voire au chaos qui régnait par le passé dans le traitement des problèmes de dette souveraine.

1. Ik zou eerst het geachte lid willen opmerken dat een forum zoals de Club van Parijs het mogelijk maakt om arbitraire of zelfs chaotische toestanden te voorkomen zoals die in het verleden heersten bij de behandeling van de problematiek van soevereine schuld.

Un traitement ordonné permet d’assurer l’égalité entre les créanciers, d’un coˆté, mais permet également aux pays débiteurs de mener des négociations dans un canevas prédéterminé mutuellement acceptable et dans un délai bref, pour l’allègement de leurs dettes extérieures avec l’ensemble de leurs créanciers publics. Les deux parties y trouvent donc leur compte.

Een gecoo¨rdineerde behandeling verzekert enerzijds de gelijkheid tussen crediteurs en verstrekt anderzijds eveneens de mogelijkheid aan de debiteurlanden om onderhandelingen aan te gaan in een voorafgaandelijk wederzijds aanvaarde structuur en kunnen in een beperkte periode de verlichting van hun buitenlandse schulden met het geheel van hun publieke crediteur bespreken. De twee partijen vinden er derhalve beiden hun belang.

2. S’agissant de la légitimité du Club de Paris, je fais observer à l’honorable membre que les accords conclus pour la restructuration ou l’annulation des dettes des pays débiteurs prennent la forme de procèsverbaux multilatéraux utilisés comme base de la conclusion d’un accord bilatéral avec les pays concernés. Les « Agreed Minutes » sont signées par les chefs de délégations des pays créditeurs concernés agissant comme mandataires de leurs autorités respectives. Ces accords constituent des recommandations aux autorités des pays concernés et qui sont par la suite traduites dans un accord bilatéral. Les accords bilatéraux sont signés par le ministre des Finances (ou son plénipotentaire) ou par les instances compétentes. Dès lors que la désignation du gouvernement et de ses ministres a lieu de façon démocratique, je ne vois aucune raison pour laquelle se poserait un problème de légitimité démocratique.

2. Aangaande de democratische legitimiteit van de Club van Parijs kan ik het geachte lid opmerken dat de overeenkomsten die gesloten worden voor herschikking of kwijtschelding van de schulden van debiteurlanden de vorm aannemen van multilaterale notulen die als basis worden gebruikt voor de afsluiting van bilaterale akkoorden met de betrokken landen. De « Agreed Minutes » worden ondertekend door de delegatiehoofden van de betrokken crediteurlanden die in opdracht van hun respectieve overheden handelen. Deze overeenkomsten zijn aanbevelingen aan de overheden van de betrokken landen die later omgezet worden in een officieel bilateraal akkoord. De bilaterale akkoorden worden ondertekend door de minister van Financie¨n (of zijn gevolmachtigde) of de bevoegde instanties. Aangezien de aanstelling van de regering en zijn ministers op een democratische wijze gebeurt zie ik geen enkele reden waarom er zich een probleem stelt aangaande de democratische legitimiteit.

3. E´tant donné la réponse à la première question je considère qu’aucune initiative directe n’est nécessaire pour accroıˆtre le caractère démocratique du Club de Paris. Dans le cadre de la demande de transparence dans le processus de décision venant des institutions financières privées et des organisations gouvernementales, tous les pays créditeurs concernés, dont la Belgique, ont décidé de mettre sur pied un site internet d’information et d’organiser régulièrement des réunions de travail avec les parties intéressées.

3. Gezien het antwoord op de eerste vraag meen ik dat er geen directe initiatieven nodig zijn om het « democratisch gehalte » van de Club van Parijs te verhogen. In het kader van de vraag naar transparantie van het beslissingsproces vanwege de privé-financie¨le instellingen en de niet-gouvernementele organisaties hebben alle betrokken crediteurlanden, waaronder Belgie¨, beslist om een informatieve website op te zetten en regelmatig werkvergaderingen te houden met de geı¨nteresseerde partners.

4. Pour ce qui concerne les critères utilisés par le Club de Paris, je me permets de renvoyer l’honorable membre aux infomations sur ce sujet qui sont publiées sur le site internet du Club (www.clubdeparis.org).

4. Wat de criteria betreft die door de Club worden gebruikt kan ik het geachte lid verwijzen naar de informatie daaromtrent die op de website van de Club wordt gepubliceerd (www.clubdeparis.org).


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6507

5. Le Club de Paris prend en compte indirectement les objectifs de développement du millénaire. Une des conditions nécessaires aux accords dans le cadre du Club est l’approbation d’un programme avec le FMI et la Banque mondiale. Ces institutions ont traduit les objectifs du millénaire dans leurs programmes.

5. De Club van Parijs houdt op een onrechtstreekse manier rekening met de Milleniumontwikkelingsdoelstellingen. Eéń van de noodzakelijke voorwaarden voor de overeenkomsten in het kader van de Club is de goedkeuring van een programma met het IMF en de Wereldbank. Deze instellingen hebben in deze programma’s de Milleniumdoelstellingen ingeschreven.

6. Le Club de Paris évalue l’impact de ses décisions sur la base de l’analyse de soutenabilité de la dette effectuée par le FMI et adaptée par le secrétariat du Club sur la base des données réconciliées concernant les créances déclarées par les créditeurs et les débiteurs.

6. De Club van Parijs evalueert de impact van zijn beslissingen op basis van een « debt sustainability »analyse die door het IMF uitgevoerd wordt en aangepast wordt door het secretariaat van de Club op basis van gereconcilieerde gegevens inzake schuldvorderingen die door de crediteurs en debiteurs aangegeven worden.

C’est ensuite qu’est calculé le solde qui doit eˆtre restructuré ou annulé. Le traitement plus ou moins favorable de la dette dépend de la situation économique et sociale dans laquelle se trouve le pays débiteur.

Daarna wordt een berekening gemaakt van het saldo dat nog dient herschikt of kwijtgescholden wordt. De min of meer gunstige behandeling van de schuld is afhankelijk van de economische en sociale situatie waarin het debiteurland zich bevindt.

6. Le Club de Paris est en principe une organisation informelle de créditeurs qui offre la possibilité aux pays en difficulté de paiement de revenir à un fonctionnement normal au sein de l’économie mondiale via le traitement de leur dette extérieure. La Belgique souscrit à ce principe comme aux autres principes généraux de solidarité, de consensus, de traitement comparable par les créditeurs privés, etc. La Belgique veille attentivement à l’application correcte de ces principes. Des accents spécifiques ont, par ailleurs, été mis récemment par notre pays dans le cadre d’une concertation préliminaire avec d’autres pays comme ce fut le cas pour le traitement éventuel de la dette de l’Irak, l’application de l’Initiative PPTE et de l’approche d’E´vian pour les pays endettés « non PPTE ».

7. De Club van Parijs is principieel een informele organisatie van schuldeisers die landen met betalingsmoeilijkheden de mogelijkheid geeft om terug normaal te functioneren in de wereldeconomie via de behandeling van hun buitenlandse schuld. Belgie¨ onderschrijft dit principe alsook andere algemene principes aangaande solidariteit, consensus, vergelijkbare behandeling door privéschuldeisers, enz. Belgie¨ kijkit nauwlettend toe op de correcte toepassing van dergelijke principes. Specifieke accenten die ons land recentelijk benadrukt heeft werden telkens gedaan in het kader van een voorafgaandelijk overleg met andere crediteurlanden in het kader van de mogelijke schuldbehandeling voor Irak, de toepassing van het HIPC-initiatief en de Evianbenadering voor de niet-HIPCdebiteurlanden.

Les réunions du Club de Paris sont suivies par un fonctionnaire du Service public fédéral des Finances (chef de délégation) et par un représentant de l’Office national du Ducroire. Ils exercent cette fonction dans le cadre des instructions et des responsabilités qui leur sont conférées.

De vergaderingen van de Club van Parijs worden bijgewoond door een ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Financie¨n (delegatiehoofd) en een vertegenwoordiger van de Nationale Delcrederedienst. Zij oefenen deze functie uit in het kader van de instructies en verantwoordelijkheden die hen werden toegewezen.

DO 2003200421387

DO 2003200421387

Question no 78 de Mme Zoé Genot du 28 avril 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 78 van mevrouw Zoé Genot van 28 april 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Renégociation des accords conclus entre la Belgique et l’OTAN.

Nieuwe onderhandelingen over de tussen Belgie¨ en de NAVO gesloten akkoorden.

L’accord gouvernemental prévoit entre autres « la révision, à la lumière de la situation internationale

Het regeerakkoord voorziet onder meer in « de herziening in functie van de gewijzigde internationale


2003

2004


821

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6508

modifiée, des accords conclus dans le cadre de l’OTAN pendant la guerre froide ». Des transports militaires américains pour l’Irak continuent pourtant à passer par le port d’Anvers.

situatie van de akkoorden die tijdens de Koude Oorlog in NAVO-kader werden gesloten ». Toch blijven er Amerikaanse militaire transporten met bestemming Irak via de haven van Antwerpen plaatsvinden.

Le 14 janvier 2004, à une question orale que je lui posais en commission, le ministre de la Défense Flahaut m’a répondu ceci : « Ce dossier est géré en étroite collaboration entre mon département et celui des Affaires étrangères. Les techniciens des deux départements se sont déjà réunis pour examiner la question et en mesurer la portée. » (Question no 1217, Compte rendu intégral, Chambre, commission de la Défense nationale, 14 janvier 2004, COM121, p. 27).

Op 14 januari 2004 antwoordde minister van Landsverdediging Flahaut op een mondelinge vraag die ik hem daarover stelde dat het departement Landsverdediging en het departement Buitenlandse Zaken dat dossier samen beheren en terzake nauw samenwerken. Hij stelde tevens dat technici van beide departementen al waren bijeengekomen om de kwestie te onderzoeken en de draagwijdte ervan te evalueren. (Vraag nr. 1217, Integraal Verslag, Kamer, commissie voor de Landsverdediging, 14 januari 2004, COM121, blz. 27).

1. Quel est l’état des lieux du dossier ?

1. Hoe zit het met dat dossier ?

2. Quelles initiatives ont été prises pour exécuter cette disposition de l’accord gouvernemental ?

2. Welke initiatieven werden genomen om uitvoering te geven aan die bepaling van het regeerakkoord ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 juillet 2004, à la question no 78 de Mme Zoé Genot (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 juli 2004, op de vraag nr. 78 van mevrouw Zoé Genot (Fr.) :

Parmi les accords sur lesquels porte la disposition de l’accord gouvernemental citée, une distinction doit eˆtre faite entre les accords-cadre (signés entre alliés dans le cadre de l’OTAN) et les accords bilatéraux d’exécution signés entre la Belgique et des Nations membres de l’Alliance.

Onder de akkoorden waarop de bepaling van het regeerakkoord slaat, dient een onderscheid gemaakt tussen de kaderakkoorden (ondertekend door de gea¨llieerden in het kader van de NATO) en de bilaterale uitvoeringsakkoorden ondertekend door Belgie¨ en Naties die lid zijn van de Alliantie.

La question centrale est l’adaptation de ces accords aux nouvelles donnes de la sécurité collective, dont l’OTAN reste le premier garant. Elle se doit donc d’eˆtre abordée à la lumière de notre situation politicostratégique. L’incertitude et l’instabilité de l’environnement international appellent à cet égard à une approche prudente pour la réévaluation des accords dont la fonction persiste toujours en cette période post-guerre froide. Un des nouveaux facteurs importants à prendre en compte dans cette réevaluation est l’augmentation constante des missions de l’OTAN à l’étranger. Il faut également prendre en compte des facteurs qui n’existaient pas au moment de la conclusion de ces accords, mais qui se sont développés depuis, comme les missions de l’UE, que ce soit ou non dans le cadre de Berlin+.

De centrale vraag is de aanpassing van die akkoorden aan de nieuwe omstandigheden inzake collectieve veiligheid waarvan de NATO de eerste garant blijft. Ze dient derhalve benaderd rekening houdend met onze politieke en strategische situatie. De onzekerheid en instabiliteit van de internationale omgeving verantwoorden een voorzichtige aanpak voor het herevalueren van de akkoorden die nog steeds functioneel en nuttig blijven in deze post-koude oorlogse-periode. E´én van de nieuwe belangrijke factoren waarmee dient rekening gehouden bij deze herevaluatie is de blijvende groei van de NATO-zendingen in het buitenland. Men dient tevens rekening te houden met factoren die niet bestonden bij het afsluiten van die akkoorden maar die sedertdien ontwikkeld zijn zoals de vredesoperaties van de EU, al dan niet in het kader van Berlijn+.

Le nombre des accords conclus sur une base bilatérale dans le cadre de l’OTAN dépasse les deux cents, tel qu’il procède de l’inventaire dressé par le service juridique de l’e´tat-major de la Défense. La plupart concernent des dispositions techniques et complexes dont il convient d’apprécier la relevance au regard tout d’abord de l’évolution de nouveaux équipements et des moyens de transport, mais aussi des redéploiements des forces américaines en Europe, qui font l’objet de consultations au sein de l’OTAN.

Het aantal akkoorden afgesloten op bilaterale basis in het kader van de NATO overschrijdt de tweehonderd, dit volgens de inventaris opgesteld door de juridische dienst van de Defensie Staf. De meeste omvatten technische en complexe bepalingen waarvan de relevantie dient te worden beoordeeld rekening houdend eerst en vooral met de evolutie van de militaire uitrusting en vervoermiddelen en tevens met de nieuwe opstelling van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa, waarover binnen de NATO consultaties aan de gang zijn.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6509

Le ministre de la Défense a donc chargé un comité d’experts militaire de procéder à cette première évaluation. Il s’agit d’une œuvre de longue haleine à laquelle est associé le SPF Affaires étrangères. Une seconde étape, qui s’appuiera sur les conclusions du premier examen, consistera en une concertation avec ces alliés avec qui des engagements mutuels ont été conclus (Canada, France, E´tats-Unis, Royaume-Uni, Pays-Bas, Allemagne) avec comme objectif premier le maintien du concept de solidarité qui lie la Belgique à ses partenaires.

De minister van Defensie heeft een comité van militair deskundigen belast met het overgaan tot een eerste evaluatie. Het is een zware taak dat wordt uitgevoerd in samenspraak met de FOD Buitenlandse Zaken. Een tweede fase, steunend op de conclusies van dit eerste onderzoek, zal bestaan uit een overleg met de gea¨llieerden met wie deze wederzijdse overeenkomsten werden afgesloten (Canada, Frankrijk, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland) met als eerste doelstelling het behoud van de solidariteit dat Belgie¨ met zijn partners verdragsrechtelijk verbindt.

Les accords renégociés devront répondre à différents critères, notamment à :

De opnieuw te onderhandelen akkoorden moeten dus aan verschillende criteria beantwoorden, inzonderheid :

— la sécurité juridique, afin que les membres de l’Alliance qui demandent le transit puissent savoir exactement à quoi s’attendre;

— de juridische veiligheid zodat de leden van de Alliantie die de transit aanvragen weten wat hun precies te wachten staat;

— la rapidité et efficacité; les membres de l’Alliance devront avoir l’assurance qu’une décision sera prise rapidement et que le transit sera organisé dans les meilleures conditions;

— snelheid en efficie¨ntie; de leden van de Alliantie moeten erop kunnen rekenen dat er een snelle beslissing genomen wordt en dat de transit gebeurt onder de beste omstandigheden;

— la solidarité réciproque; il serait mal venu de refuser, pour quelque raison que ce soit, le droit de passage de troupes ou de matériel se trouvant sur le territoire de l’Alliance dans le cadre de la défense collective;

— wederzijdse solidariteit; het zou misplaatst overkomen, voor om het even welke reden ook, de doorgang van troepen of materieel dat hier geplaatst werd in het kader van de collectieve defensie, te weigeren;

— égalité de traitement; il faudra veiller à ce que tous les E´tats membres avec lesquels nous avons signés des accords reçoivent le meˆme traitement.

— gelijke behandeling; er dient over gewaakt dat alle lidstaten met dewelke akkoorden ondertekend werden, op voet van gelijkheid behandeld worden.

DO 2003200421561

DO 2003200421561

Question no 88 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 88 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Arabie saoudite. — Liberté de culte.

Saoedi-Arabie¨. — Godsdienstvrijheid.

En Arabie saoudite, toute tentative de conversion d’un musulman à une autre religion est passible d’une peine d’emprisonnement, d’expulsion, voire de la peine de mort.

Wie in Saoedi-Arabie¨ een moslim tot een andere godsdienst poogt te bekeren, kan hiervoor tot een gevangenisstraf, de verbanning of zelfs de doodstraf veroordeeld worden.

Il est en outre interdit aux chrétiens étrangers en visite en Arabie saoudite ou y résidant pour une quelconque raison, de célébrer le culte, même à titre privé.

Zelfs buitenlandse christenen die om een of andere reden in Saoedi-Arabie¨ op bezoek zijn of er verblijven, mogen er geen erediensten organiseren, ook niet privé.

1. Le gouvernement est-il au courant de cette situation ?

1. Is de regering van een en ander op de hoogte ?

2. N’estimez-vous pas qu’elle porte atteinte aux droits de l’homme ?

2. Denkt u niet dat dit in tegenstrijd is met de mensenrechten ?

3. Le gouvernement belge a-t-il déjà entrepris des démarches auprès du gouvernement saoudien à cet égard ?

3. Zijn er in verband met een en ander reeds door de Belgische regering stappen bij de regering van Saoedi-Arabie¨ ondernomen ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6510

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 20 juillet 2004, à la question no 88 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 20 juli 2004, op de vraag nr. 88 van de heer Francis Van den Eynde van 27 mei 2004 (N.) :

1. Le gouvernement belge est effectivement au courant de la situation prévalant en Arabie saoudite en matière d’expression religieuse. Dans ce pays, la liberté religieuse n’existe pas et la pratique et les réunions publiques de cultes autres que le culte musulman sont interdites.

1. De Belgische regering is inderdaad op de hoogte van de situatie in Saoedi-Arabie¨ op het vlak van de godsdienstbeleving. In dit land bestaat geen godsdienstvrijheid en de openbare beleving en publieke bijeenkomsten van andere godsdiensten dan de islam zijn verboden.

2. Ce manque de liberté peut en effet être considéré comme un déficit important dans le domaine des droits de l’homme. Malgré cette situation, je tiens néanmoins à souligner que les autorités saoudiennes assurent que l’exercice de cultes non musulmans dans des lieux privés est toléré de facto.

2. Dit gebrek aan vrijheid kan inderdaad beschouwd worden als een belangrijk deficit op het vlak van de mensenrechten. Niettegenstaande deze situatie, mag ik toch onderlijnen dat de Saoedische autoriteiten de uitoefening van niet-islam godsdiensten in privéplaatsen de facto tolereren.

3. L’expression religieuse en Arabie saoudite est un des aspects des droits de l’homme suivis de très près par l’Union européenne et la Belgique. En cas de problèmes spécifiques, cette question est abordée avec les autorités saoudiennes, à la fois lors de contacts bilatéraux qu’à l’occasion des réunions multilatérales.

3. De religieuze beleving in Saoedi-Arabie¨ is één van de aspecten van de mensenrechten die van zeer nabij worden opgevolgd door de Europese Unie en door Belgie¨. Indien zich specifieke problemen voordoen worden deze opgenomen met de Saoedische autoriteiten en dit zowel tijdens bilaterale contacten als naar aanleiding van multilaterale bijeenkomsten.

DO 2003200421562

DO 2003200421562

Question no 89 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères : Émirats arabes unis. — Liberté de culte.


Aux E´mirats arabes unis, seuls les chrétiens étrangers sont autorisés à célébrer le culte.

In de Verenigde Arabische Emiraten staat het alleen buitenlandse christenen vrij een eredienst te houden.

L’enseignement chrétien d’importantes restrictions.

y

est

soumis

à

1. Le gouvernement estime-t-il que cette situation est conforme à la « Déclaration universelle des droits de l’homme » ? 2. Dans la négative, pourquoi ?

Verenigde Arabische Emiraten. — Godsdienstvrijheid.

Christelijk onderwijs wordt zeer sterk ingeperkt. 1. Is de regering van mening dat een en ander met de « Universele Verklaring van de rechten van de mens » in overeenstemming is ? 2. Zo neen, waarom niet ?

3. Quelles démarches ont-elles été entreprises à cet égard auprès des E´mirats arabes unis ?

3. Welke stappen werden in verband met dit probleem ten overstaande van de Verenigde Arabische Emiraten ondernomen ?



1. Je ne dispose pas d’informations quant au fait qu’aux E´mirats arabes unis, une distinction soit opérée entre des chrétiens étrangers et locaux en matière d’expression religieuse. 2. Aux E´mirats arabes unis, les non-musulmans jouissent eux-aussi d’une liberté religieuse relative-

1. Ik heb geen gegevens over het feit dat in de Verenigde Arabische Emiraten een onderscheid wordt gemaakt tussen buitenlandse en binnenlandse christenen aangaande hun religieuze beleving.


2003

2. In het algemeen heerst in de Verenigde Arabische Emiraten ook voor niet-moslims aanzienlijke vrijheid. 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6511

ment grande. Le prosélytisme est juridiquement et publiquement inacceptable mais les croyants et les hommes de foi d’autres religions jouissent aux E´mirats arabes unis d’une liberté de mouvement et religieuse beaucoup plus grande que dans certains « pays islamiques séculaires ». Cette liberté religieuse des nonmusulmans est essentiellement limitée par la règle qui stipule que la culture de la population locale ne peut être mise en difficulté : des églises existent et elles sont même entretenues par l’E´tat, mais aucun crucifix n’orne les façades et les toits.

Proselitisme is juridisch en maatschappelijk onaanvaardbaar maar belijders en geestelijken van andere godsdiensten genieten in de Verenigde Arabische Emiraten een bewegingsvrijheid en een vrijheid van godsdienstbeleving die de norm van sommige « seculaire islamlanden » ver overtreft. Die religieuze vrijheid van non-moslims wordt essentieel begrensd door de regel dat men de eigen cultuur van de lokale bevolking niet in het gedrang mag brengen : kerken bestaan, en worden zelfs op staatskosten onderhouden, maar op de buitenmuur en op het dak zijn geen kruisbeelden te bespeuren.

3. La liberté religieuse est un des aspects des droits de l’homme qui sont suivis de très près par l’Union européenne et la Belgique. En cas de problèmes spécifiques, cette question est abordée avec les autorités des E´mirats arabes unis.

3. De religieuze beleving is één van de aspecten van mensenrechten die van nabij worden opgevolgd door de Europese Unie en door Belgie¨. Indien zich specifieke problemen voordoen wordt dit besproken met de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten.

DO 2003200421564

DO 2003200421564

Question no 90 de M. Francis Van den Eynde du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :


Koweı¨t. — Liberté de culte.

Koeweit. — Godsdienstvrijheid.

En vertu de la législation du Koweı¨t, seuls les musulmans peuvent prétendre à la citoyenneté koweı¨tienne.

Volgens de wetgeving van Koeweit kunnen alleen moslims staatsburgers van dat land worden.

Pour les autres religions, l’exercice du culte doit se faire dans un lieu clos.

Erediensten van andere godsdiensten moeten er in gesloten ruimte plaatsvinden.

1. Le gouvernement a-t-il connaissance de cette situation ?

1. Is de regering van een en ander op de hoogte ?

2. N’estimez-vous pas qu’une telle disposition constitue une violation des droits de l’homme ?

2. Denkt u niet dat dit in tegenstrijd is met de mensenrechten ?

3. Les autorités belges ont-elles déjà entrepris des démarches auprès du gouvernement koweı¨tien ?

3. Zijn er in verband met een en ander reeds door de Belgische regering stappen bij de regering van Koeweit ondernomen ?



1. Mon département est effectivement au courant de la question de la liberté religieuse au Koweı¨t.

1. Mijn departement is inderdaad op de hoogte van de situatie van de godsdienstvrijheid in Koeweit.

2. Je tiens à souligner que les autorités koweı¨tiennes reconnaissent sept E´glises chrétiennes (catholique, anglicane, évangélique, orthodoxe grecque, orthodoxe arménienne, orthodoxe copte et catholique grecque). Elles peuvent opérer librement et célébrer des messes dans leurs églises sans interférence du gouvernement. Les autres églises chrétiennes non reconnues officiellement (Mormons, Adventistes du 7e jour, etc.) sont autorisées à pratiquer leur culte dans des demeures

2. Ik dien te stellen dat de Koeweitische autoriteiten zeven Christelijke Kerken (de Katholieke, de Anglikaanse, de Evangelische, de Grieks-orthodoxe, de Armeens-orthodoxe, de Koptisch-orthodoxe en de Grieks-katholieke) erkennen. Zij kunnen vrij optreden en missen houden in hun kerken zonder inmenging van de autoriteiten. De andere niet-officieel erkende Christelijke Kerken (Mormonen, Adventisten van de 7e dag, enz.) mogen hun cultus uitoefenen in privéhui-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6512

privées. Quant aux religions non reconnues par le Coran, tels l’Hindouisme et le Bouddhisme, elles ne sont pas autorisées à ériger des sanctuaires, mais peuvent être pratiquées dans des enceintes privées.

zen. Wat betreft de niet door de Koran erkende godsdiensten zoals het Hindoeı¨sme en het Boeddhisme, kan ik melden dat deze geen toestemming hebben om sanctuaria op te richten doch zij mogen wel hun cultus belijden in privéhuizen.

3. La liberté religieuse est un des aspects des droits de l’homme qui sont suivis de très près par l’Union européenne et la Belgique. En cas de problèmes spécifiques, cette question est abordée avec les autorités du Koweı¨t.

3. De religieuze beleving is één van de aspecten van mensenrechten die van nabij worden opgevolgd door de Europese Unie en door Belgie¨. Indien zich specifieke problemen voordoen wordt dit aangekaart bij de autoriteiten van Koeweit.

DO 2003200421696

DO 2003200421696

Question no 93 de M. Claude Marinower du 22 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 93 van de heer Claude Marinower van 22 juni 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Nouveaux accords européens éventuels sur le statut d’un exilé palestinien en Belgique.

Eventuele nieuwe Europese afspraken omtrent het statuut van een Palestijnse banneling te Belgie¨.

M. Khalil a été arrêté début décembre 2003 à la suite d’une enquête sur plusieurs attaques à main armée. Cette arrestation présentait un caractère particulier. En effet, M. Khalil se trouvait en Belgique à la suite d’une décision européenne accordant un droit d’asile provisoire dans plusieurs E´tats membres européens à des Palestiniens ayant participé à l’occupation de l’église de la Nativité à Bethléem. Il n’avait respecté pratiquement aucune des conditions de séjour qui lui étaient imposées. Ainsi, il n’avait pas satisfait à l’obligation de présentation, il résidait à Anderlecht et non à Bertrix et il a quitté le territoire belge.

Begin december 2003 werd de heer Khalil aangehouden naar aanleiding van een onderzoek naar verschillende gewapende overvallen. Het bijzondere aan deze aanhouding was dat de heer Khalil in ons land was in het kader van een Europese beslissing om een aantal Palestijnen die betrokken waren bij de bezetting van de Geboortekerk te Bethlehem tijdelijk asiel te verlenen in verscheidene Europese lidstaten. De voorwaarden voor zijn verblijf waren bijna allemaal geschonden. Hij voldeed niet aan zijn meldingsplicht, verbleef in Anderlecht in plaats van Bertrix en verliet ons grondgebied.

Les modalités de son séjour avaient été fixées par le Conseil Affaires générales et Relations extérieures de l’UE. Le droit de séjour de l’intéressé découle donc directement du processus décisionnel de l’Union européenne et toute modification passe obligatoirement par l’Europe. ` la suite du débat en séance plénière du 18 décemA bre 2003, j’ai interrogé le ministre de l’Intérieur concernant la suite des événements (question no 1085, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Intérieur, 21 janvier 2004, COM 134, p.10). Le ministre a répondu que le ministre des Affaires étrangères aborderait la question au sein du groupe de travail européen sur le Moyen-Orient du 20 janvier 2004.

De modaliteiten van zijn verblijf werden bepaald door de Raad voor Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van de EU. Het verblijfsrecht van de betrokkene vloeit dus rechtstreeks uit de besluitvorming van de Europese Unie en dus zijn wijzigingen enkel mogelijk in Europees verband. In navolging van het debat tijdens de plenaire vergadering van 18 december 2003 heb ik een vraag gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken omtrent de verdere opvolging (vraag nr. 1085, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, 21 januari 2004, COM 134, blz. 10). Hierin verklaarde de minister dat de minister van Buitenlandse Zaken de kwestie zal aankaarten in de Europese werkgroep voor het Midden-Oosten van 20 januari 2004.

1. Quels sont les résultats de la réunion du groupe de travail européen du 20 janvier 2004 ?

1. Wat zijn de resultaten van deze Europese werkgroep van 20 januari 2004 ?

2. A-t-il jamais été question d’une éventuelle expulsion ?

2. Is er ooit sprake geweest van een eventuele uitwijzing ?

3. Avez-vous connaissance de problèmes concernant les autres exilés palestiniens ?

3. Heeft u weet van problemen met de andere Palestijnse bannelingen ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6513

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 30 juillet 2004, à la question no 93 de M. Claude Marinower du 22 juin 2004 (N.) : 1. Lors de la session du 20 janvier 2004 du groupe de travail européen, la présidence irlandaise de l’Union européenne a décidé de donner instruction à son ambassadeur à Tel-Aviv d’approcher les autorités concernées pour trouver une solution pour le séjour temporaire, depuis mai 2002, de 12 exilés palestiniens dans l’UE. Ces consultations diplomatiques n’ont pas encore abouti à des conclusions définitives. Entretemps, le problème a de nouveau été discuté au sein des instances européennes compétentes et a mené à la décision de prolonger la position commune de 6 mois jusqu’au 21 novembre 2004. 2. Il n’a jamais été question d’une éventuelle expulsion. 3. Il y aurait en effet aussi eu des problèmes avec d’autres exilés palestiniens résidant dans les autres E´tats membres concernés.

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 30 juli 2004, op de vraag nr. 93 van de heer Claude Marinower van 22 juni 2004 (N.) : 1. Tijdens de Europese werkgroep van 20 januari 2004 besliste het Ierse voorzitterschap van de Europese Unie opdracht te geven aan haar ambassadeur te Tel Aviv om de betrokken autoriteiten te polsen over de mogelijkheden om tot een oplossing te komen voor het tijdelijk verblijf van 12 Palestijnse bannelingen die sedert mei 2002 in de EU verblijven. Dit problematiek overleg heeft tot op heden nog niet tot definitieve conclusies geleid. Ondertussen werd het probleem opnieuw besproken in de bevoegde Europese instanties en leidde uiteindelijk tot een verlenging van het gemeenschappelijk standpunt met 6 maanden tot 21 november 2004. 2. Er is nooit sprake geweest van een eventuele uitwijzing. 3. Er zouden zich inderdaad ook problemen gesteld hebben met de Palestijnse bannelingen die in de andere betrokken EU-lidstaten verblijven.

DO 2003200421728

DO 2003200421728

Question no 94 de M. Bart Laeremans du 25 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 94 van de heer Bart Laeremans van 25 juni 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Terugvordering van geroofde kunstschatten. Tijdens de Duitse bezetting werden vele kunstwerken vanuit ons land naar Duitsland overgebracht en nadien naar de Sovjet-Unie versleept. 1. Hoever staat het met de terugvordering van deze kunstwerken ? 2. Ook tijdens de Franse bezetting werd op grote schaal door de bezetter geroofd. Werd er ooit een inventaris opgemaakt van de bij ons geroofde kunstwerken ? 3. Werden er ooit stappen ondernomen om deze van Frankrijk terug te krijgen ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 30 juli 2004, op de vraag nr. 94 van de heer Bart Laeremans van 25 juni 2004 (N.) : Ik heb de eer mede te delen aan het geachte lid van dat, rekening houdend dat het cultureel patrimonium onder de bevoegdheid valt van de gemeenschappen, hij elementen van antwoord aan zijn vraag kan vinden in de verschillende ministerie¨le antwoorden op de parlementaire vragen die deze laatste jaren met betrekking tot, dezelfde materie werden gesteld in het Vlaams Parlement, en waarvan de referenties hier volgen: — Schriftelijke vraag nr. 32 van 17 oktober 1997 van de heer Marino Keulen aan de heer Luc Martens, met als onderwerp « Geroofde kunstwerken — Beleid », Vlaams Parlement, Vragen en Antwoorden, nr. 6 van 15 december 1997, blz. 798.

Récupération des œuvres d’art spoliées. Sous l’occupation allemande, de nombreuses œuvres d’art ont été transférées de notre pays vers l’Allemagne et de là vers l’Union soviétique. 1. Qu’en est-il de la récupération de ces œuvres d’art ? 2. Sous l’occupation française également, l’occupant a procédé à des spoliations massives. Un inventaire des œuvres d’art spoliées a-t-il jamais été dressé ? 3. Des démarches ont-elles jamais été entreprises afin de les faire restituer par la France ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 30 juillet 2004, à la question no 94 de M. Bart Laeremans du 25 juin 2004 (N.) : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que, dès lors que le patrimoine culturel relève de la compétence des communautés, il pourra trouver des éléments de réponse à sa question dans les différentes réponses ministérielles aux questions parlementaires qui ont été posées sur le même objet ces dernières années au Parlement flamand, et dont voici les références: — Question no 32 du 17 octobre 1997 de M. Marino Keulen à M. Luc Martens, ayant pour objet « La restitution des œuvres d’art volées — Politique », Parlement flamand Questions et Réponses, no 6 du 15 décembre 1997, p. 798.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6514

— Interpellation de M. Luk Van Nieuwenhuysen à M. Bert Anciaux, ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, des Affaires bruxelloises et de la Coopération au développement, sur la possibilité de restitution de l’étranger des œuvres d’art volées en Flandre — Parlement flamand — Réunion de la Commission — no 47 — 14 décembre 2000.

— Interpellatie van de heer Luk Van Nieuwenhuysen tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de mogelijkheid tot restitutie van uit Vlaanderen geroofde kunstwerken in het buitenland — Vlaams Parlement — Commissievergadering — nr. 47 — 14 december 2000.

— Question no 55 du 28 février 2002 de M. Luk Van Nieuwenhuysen à M. Bert Anciaux, ministre flamand de la Culture, de la Jeunesse, du Sport, des Affaires bruxelloises et de la Coopération au développement, ayant pour objet « Les œuvres d’art volées — Restitution », Parlement flamand Questions et Réponses, no 16 du 12 juillet 2002, p. 1780.

— Schriftelijke vraag nr. 55 van 28 februari 2002 van de heer Luk Van Nieuwenhuysen aan de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking met als onderwerp « Geroofde kunstwerken — Restitutie », Vlaams Parlement, Vragen en Antwoorden, nr. 16 van 12 juli 2002, blz. 1780.

— Question no 119 du 26 mars 2004 de M. Luk Van Nieuwenhuysen à M. Paul Van Grembergen, ministre des Affaires intérieures, de la Culture, de la Jeunesse et de la Fonction publique, ayant pour objet « Les œuvres d’art volées — Restitution », Parlement flamand — Non encore publiée.

— Schriftelijke vraag nr. 119 van 26 maart 2004 van de heer Luk Van Nieuwenhuysen aan de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, met als onderwerp « Geroofde kunstwerken — Restitutie », Vlaams Parlement — Nog niet gepubliceerd.

Aucune question similaire n’a été posée au cours des dix dernières années au Parlement de la Communauté française.

Er werd geen gelijkaardige vraag gesteld in het Parlement van de Franse Gemeenschap in de loop van deze laatste tien jaren.

Au niveau fédéral, il n’y a pas eu de vols d’œuvres d’art par l’occupant allemand dans les Musées Royaux des Beaux-Arts, la Bibliothèque royale de Belgique et les Musées Royaux d’Art et d’Histoire. Les Musées Royaux des Beaux-Arts ont été créés par l’occupant français. Les deux autres institutions ont été créées après 1830.

Wat het federaal niveau betreft, werden er geen kunstwerken geroofd door de Duitse bezetter in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, in de Koninklijke Bibliotheek van Belgie¨ en in de Koninklijke Musea van Kunst en Geschiedenis. De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten werden opgericht door de Franse bezetter. De twee andere musea werden opgericht na 1830.

DO 2003200421817

DO 2003200421817

Question no 98 de M. Geert Lambert du 7 juillet 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 98 van de heer Geert Lambert van 7 juli 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Commerce d’armes. — Demandes d’avis adressées par les régions au ministère des Affaires étrangères en vue d’exporter vers certains pays à risques.

Wapenhandel. — Adviesaanvragen aan Buitenlandse Zaken voor de uitvoer naar bepaalde risicolanden door de gewesten.

Depuis quelque temps, le commerce d’armes relève de la compétence des régions qui peuvent toutefois toujours, si elles le souhaitent, solliciter l’avis du ministère des Affaires étrangères pour l’exportation à destination de pays à risques.

Sedert enige tijd zijn de gewesten bevoegd voor de wapenhandel. Zij kunnen echter, indien zij dit wensen, nog het advies opvragen van Buitenlandse Zaken voor de uitvoer naar bepaalde risicolanden.

1. Pouvez-vous me faire savoir si la Région wallonne a demandé un tel avis en ce qui concerne l’exportation d’armes à destination du Népal ?

1. Kan u meedelen in hoeverre advies werd gevraagd betreffende de uitvoer van wapens naar Nepal door het Waalse Gewest ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6515

2. Si le ministère des Affaires étrangères était (a été) saisi d’une telle demande, quel avis rendrait-il (a-t-il rendu) à l’exportateur concernant le Népal ?

2. Indien dit zou gevraagd worden of gevraagd werd, wat zou, volgens Buitenlandse Zaken, het advies zijn naar de uitvoerder in het geval van Nepal ?

3. Pouvez-vous préciser combien de demandes d’avis le ministère des Affaires étrangères a reçues depuis la fédéralisation du commerce des armes ?

3. Kan u meedelen hoeveel keer reeds advies werd gevraagd aan Buitenlandse Zaken sedert de federalisering van de wapenhandel ?

4. Si de tels avis ont déjà été rendus ou doivent encore l’être, selon quelle procédure l’ont-ils été ou le seront-ils ?

4. Indien dit reeds zou gebeurd zijn of nog moet gebeuren, welke procedure werd of wordt dan gevolgd om het advies te formuleren ?

5. Pouvez-vous également indiquer dans quels dossiers un avis a été demandé depuis la régionalisation et quelle a été la teneur de l’avis rendu par votre ministère ?

5. Kan u tevens meedelen in welke dossiers eventueel advies werd gevraagd sedert de regionalisering en wat het advies was van uw ministerie ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 27 juillet 2004, à la question no 98 de M. Geert Lambert du 7 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 27 juli 2004, op de vraag nr. 98 van de heer Geert Lambert van 7 juli 2004 (N.) :

1. Le SPF Affaires étrangères n’a pas compétence de donner des avis aux régions pour ce qui est de l’exportation d’armes vers des pays spécifiques.

1. De FOD Buitenlandse Zaken is niet bevoegd om de gewesten te adviseren wat de uitvoer van wapens naar specifieke landen betreft.

Les régions ont par contre accès aux fiches pays que produise le SPF Affaires étrangères entre autres sur la base des rapports venant de nos ambassades à l’étranger. Les fiches pays ne sont pas considérées comme constituant un avis mais seulement comme de l’information.

Wel is het zo dat de gewesten toegang hebben tot de landenfiches die door de FOD Buitenlandse Zaken geproduceerd worden, onder meer op basis van de rapportage van onze posten in het buitenland. Die worden niet als een advies beschouwd maar uitsluitend als informatie.

Les régions ont aussi accès au point de contact mis en place au SPF Affaires étrangères si elles estiment nécessaire d’obtenir des renseignements complémentaires sur un pays donné. Il ne s’agit pas ici non plus d’un avis.

De gewesten krijgen ook toegang tot het in de FOD Buitenlandse Zaken aangestelde contactpunt indien ze het nodig achten bijkomende inlichtingen in te winnen over een bepaald land. Hier gaat het ook niet om een advies.

2. Voir réponse à la question 1.

2. Zie antwoord op vraag 1.









DO 2003200421260

DO 2003200421260

Question no 75 de Mme Marleen Govaerts du 13 avril 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 75 van mevrouw Marleen Govaerts van 13 april 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Base de la Force aérienne de Brustem, près de SaintTrond. — Nouvelle affectation.

Luchtmachtbasis van Brustem bij Sint-Truiden. — Nieuwe bestemming.

Au cours des dernières semaines, il est apparu clairement que l’ancienne base de la Force aérienne de

De jongste weken is duidelijk geworden dat de voormalige militaire luchtmachtbasis van Brustem, bij


2003

2004


822

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6516

Brustem, près de Saint-Trond, allait recevoir une nouvelle affectation. Vous m’avez récemment fourni des informations à ce sujet en commission de la Défense (question no 2156 du 29 mars 2004, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de la ` cette occasion, vous Défense, COM 214, p. 24). A aviez également promis de me communiquer un plan détaillé avec les dimensions exactes des différentes zones du domaine : la zone militaire, la zone industrielle et la zone agricole. Or, je n’ai pas encore reçu ce plan. 1. Vos services peuvent-ils me transmettre ledit plan ?

Sint-Truiden, een nieuwe bestemming gaat krijgen. In de commissie voor de Landsverdediging heeft u mij recentelijk inlichtingen hieromtrent verschaft (vraag nr. 2156 van 29 maart 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Landsverdediging, COM 214, blz. 24). U heeft mij toen ook een gedetailleerd plan beloofd met de juiste afmetingen van de verdeling van het domein : de militaire zone, de industriezone en de landbouwzone. Tot nu toe heb ik dit plan nog niet ontvangen. 1. Kunnen uw diensten mij dit plan bezorgen ?

2. Le 29 mars 2004, vous aviez répondu que les concessions agricoles avaient été résiliées.

2. U heeft mij op 29 maart 2004 geantwoord dat de landbouwconcessies werden opgezegd.

Cela signifie-t-il que plus aucune activité agricole ne pourra y être exercée ?

Wil dit zeggen dat er geen landbouwactiviteit meer mag worden uitgeoefend ?

Réponse du ministre de la Défense du 23 juillet 2004, à la question no 75 de Mme Marleen Govaerts du 13 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 23 juli 2004, op de vraag nr. 75 van mevrouw Marleen Govaerts van 13 april 2004 (N.) :

Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te willen vinden.

1. Veuillez trouver en annexe le plan avec indication des différentes gares. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

1. In bijlage vindt u het plan met aanduiding van de verschillende zones. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

2. En ce qui concerne la résiliation écrite des concessions agricoles, une concertation complémentaire s’est tenue avec le « Boerenbond » et les agriculteurs concernés. Il a été convenu que les agriculteurs pourront encore effectuer leurs récoltes cette année, après quoi il sera mis un terme définitif aux activités agricoles.

2. Naar aanleiding van de schriftelijke opzegging van de landbouwconcessies, is nog bijkomend overleg gepleegd met de Boerenbond en de betrokken landbouwers. Voor dit jaar werd nog overeengekomen dat de landbouwers hun oogst kunnen binnenhalen en dat daarna definitief een einde moet worden gesteld aan hun landbouwactiviteiten.

DO 2003200421680

DO 2003200421680

Question no 97 de M. Staf Neel du 18 juin 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 97 van de heer Staf Neel van 18 juni 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Armée. — Recrutement de non-Belges.

Leger. — Aanwerving van niet-Belgen.

Depuis 2003, les fonctions dans l’Armée ne sont plus uniquement accessibles aux « Belges » mais également à tous les habitants d’un E´tat membre de l’Union européenne.

Sinds 2003 staan de functies bij het Leger niet langer enkel open voor « Belgen » maar ook voor alle inwoners van een lidstaat van de Europese Unie.

1. Combien de non-Belges ont-ils introduit une candidature auprès du ministère de la Défense depuis l’ouverture de ces fonctions ?

1. Hoeveel niet-Belgen hebben sinds het openstellen van deze functies een kandidatuur ingediend bij het ministerie van Landsverdediging ?

2. Des actions de recrutement spécifiques sont-elles organisées/prévues à cet effet ?

2. Worden hiervoor gedaan/voorzien ?


2003

2004

speciale

wervingsacties


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6517

3. Ces candidats doivent-ils présenter un examen linguistique ?

3. Dienen deze kandidaten een taalexamen af te leggen ?

4. Dans l’affirmative, quel pourcentage doivent-ils obtenir à cet examen pour être jugés aptes ?

4. Zo ja, hoeveel procent dienen zij hier op te behalen om geschikt geacht te zijn ?

5. Dans l’affirmative, voudriez-vous ventiler le nombre de candidats par groupe linguistique ?

5. Zo ja, graag opsplitsing van het aantal kandidaten per taalgroep.

6. a) Combien de personnes sont actuellement en service actif (par grade) ?

6. a) Hoeveel mensen zijn er thans in actieve dienst (opsplitsing per graad) ?

b) Combien de personnes étaient en service actif en 2003 (par grade) ?

b) Hoeveel mensen waren in actieve dienst in 2003 (opsplitsing per graad) ?

7. Lors de leur entrée en fonction effective, les candidats doivent-ils jurer fidélité au drapeau belge et à la Monarchie ?

7. Bij hun effectieve indiensttreding, dienen zij dan trouw te zweren aan de Belgische vlag en het Koningshuis ?

8. Leur statut différe-t-il de celui des militaires belges ?

8. Hebben zij een ander statuut dan de Belgische militairen ?

9. Dans l’affirmative, veuillez indiquer les différences.

9. Zo ja, graag de verschillen.

10. Sont-ils également détachés à l’étranger en vue d’accomplir des missions de maintien de la paix ?

10. Worden zij mee ingezet in het buitenland om peacekeeping opdrachten te volbrengen ?

11. Dans l’affirmative, est-il alors tenu compte de leur nationalité ?

11. Zo ja, wordt er dan rekening gehouden met hun nationaliteit ?

12. Ces candidats font-ils l’objet d’une enquête des services de la Suˆreté de l’E´tat sur leurs antécédents ?

12. Worden deze kandidaten gescreend door de diensten van de Staatsveiligheid ?

13. Y a-t-il déjà eu des candidatures qui ne satisfaisaient pas à ce screening ?

13. Zijn er reeds kandidaturen geweest die deze screening niet konden doorstaan ?

14. Dans l’affirmative, quel était le problème ?

14. Zo ja, wat was dan het probleem ?

Réponse du ministre de la Défense du 23 juillet 2004, à la question no 97 de M. Staf Neel du 18 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 23 juli 2004, op de vraag nr. 97 van de heer Staf Neel van 18 juni 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. ` la date du 1er juillet 2004, il y avait 93 inscrip1. A tions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

2. Aucune action spécifique n’est entreprise, ni prévue dans le cadre du recrutement de civils nonBelges appartenant à un des pays membres de l’Union européenne.

2. Er wordt in het kader van de werving van nietBelgische staatsburgers van de Europese Unie geen specifieke actie ondernomen, noch voorzien.

3. Tous les postulants doivent répondre aux mêmes conditions d’admission par catégorie respective. Pour certaines catégories, une ou plusieurs épreuves linguistiques sont prévues.

3. Alle postulanten dienen aan de respectieve toelatingsvoorwaarden per categorie te voldoen. Voor bepaalde categoriee¨n zijn er één of meerdere taalproeven voorzien.

4. En exécution des articles 33 du § 1, 35, 36, 1o, et l’article 39 de l’arrêté royal du 11 septembre 2003 relatif au recrutement des militaires et des articles 2 et 2bis de la loi du 30 juillet 1938 concernant l’usage des langues à l’Armée, les postulants candidats officiers du recrutement normal, complémentaire, spécial et excep-

4. In uitvoering van artikel 33 van § 1, artikel 35, artikel 36, 1o, en artikel 39 van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen en van artikel 2 en 2bis van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, dienen de postulanten kandidaat-officier van de


2003

1. Op 1 juli 2004 waren er 93 inschrijvingen.

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6518

tionnel doivent, pour être admis dans le cadre de carrière, d’une part subir une épreuve sur la connaissance approfondie du français ou du néerlandais (éventuellement sur demande de l’allemand) pour laquelle il faut obtenir au moins la moitié du maximum des points, et d’autre part une épreuve sur la connaissance élémentaire de l’autre langue ou de la langue allemande, pour laquelle il existe une cote d’exclusion égale à deux cinquièmes du maximum des points. L’épreuve sur la connaissance approfondie a une importance double de celle de l’épreuve sur la connaissance élémentaire.

normale, aanvullende, bijzondere en uitzonderlijke werving, om te worden toegelaten in het beroepskader, enerzijds een examen over de grondige kennis van naar keuze de Nederlandse of Franse taal (eventueel op verzoek in de Duitse taal) af te leggen, waarvoor minstens de helft van het maximum der punten dient behaald te worden, en anderzijds een examen over de elementaire kennis van de andere taal of van de Duitse taal, waarvoor een uitsluitingscijfer geldt van twee vijfden van het maximum der punten. Het examen over de grondige kennis heeft tweemaal zoveel belang als het examen over de elementaire kennis.

En exécution de l’article 34, § 1er, et de l’article 41 de l’arrêté royal précité, le postulant candidat sousofficier du niveau 3+ et le postulant candidat officier auxiliaire doivent également subir une épreuve de la première langue nationale, pour laquelle il existe une note de délibération égale à deux cinquièmes du maximum des points.

In uitvoering van artikel 34, § 1, en artikel 41 van het voornoemd koninklijk besluit dienen de sollicitant kandidaat-onderofficier van niveau 3+ en de sollicitant kandidaat-hulpofficier eveneens een examen eerste landstaal af te leggen, waarvoor een deliberatiedrempel geldt van twee vijfden van het maximum der punten.

5. Cette question est sans objet. 6. a) Actuellement, quatre candidats au service actif ont entamé leur formation, dont trois candidats volontaires de carrière et un candidat militaire de réserve.

5. Deze vraag is zonder voorwerp. 6. a) Momenteel hebben vier kandidaten voor actieve dienst hun vorming aangevat, waarvan drie kandidaten beroepsvrijwilliger en één kandidaat reservemilitair;

b) En 2003, il n’y avait pas encore de militaires ayant une autre nationalité que la nationalité belge en service actif au sein du département de la Défense.

b) In 2003 waren er nog geen militairen met een andere dan de Belgische nationaliteit in actieve dienst bij het departement van Defensie.

7. Tous les militaires doivent, au moment de leur nomination dans le grade de base, prêter le même serment.

7. Alle militairen dienen op het moment van hun benoeming in de basisgraad dezelfde eed af te leggen.

8. Non, ils n’ont pas d’autre statut.

8. Neen, zij hebben geen ander statuut.

9. Cette question est sans objet.

9. Deze vraag is zonder voorwerp.

10. Tous les militaires peuvent être engagés dans des opérations à l’étranger, selon les mêmes conditions (formation, aptitude médicale et physique, ... ).

10. Alle militairen kunnen worden ingezet voor buitenlandse operaties, volgens dezelfde voorwaarden (vorming, medische en fysieke geschiktheid, ... ).

11. En fonction du type d’opération et du pays d’engagement, il pourrait être tenu compte de la nationalité.

11. Afhankelijk van het type operatie en het land van inzet zou er rekening kunnen gehouden worden met de nationaliteit.

12. Le département de la Défense n’est pas compétent pour les services de la Sûreté de l’E´tat. En ce qui concerne le Service général du renseignement et de la sécurité, seules les enquêtes reprises dans la loi organique des services de renseignement et de sécurité du 30 novembre 1998 et la loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations de sécurité, sont effectuées. Aucune enquête de sécurité au sujet des antécédents des postulants pour un emploi au sein du département de la Défense n’est prévue dans ces lois.

12. Het departement van Defensie is niet bevoegd voor de diensten van de Veiligheid van de Staat. Wat betreft de Algemene Dienst inlichting en veiligheid, worden enkel onderzoeken uitgevoerd zoals hernomen in de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen. Deze wetten voorzien geen veiligheidsonderzoek naar de antecedenten van postulanten voor een betrekking bij Defensie.






2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6519

DO 2003200421847

DO 2003200421847

Question no 104 de M. Francis Van den Eynde du 12 juillet 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 104 van de heer Francis Van den Eynde van 12 juli 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Citoyens de l’Union européenne dans l’armée. — Officiers de carrière. — Lois linguistiques.

EU-burgers bij het leger. — Beroepsofficieren. — Taalwetten.

Depuis quelques années, les citoyens de l’Union européenne peuvent également rejoindre les rangs de l’armée.

Sinds enkele jaren mogen ook EU-burgers bij het leger.

Il me revient que les citoyens de l’Union européenne peuvent également devenir officier de carrière, mais qu’ils ne seraient pas soumis à l’obligation de connaıˆtre les deux langues nationales, laquelle est pourtant imposée aux officiers de carrière belges.

Naar verluidt kunnen EU-burgers ook beroepsofficier worden, maar zij zouden niet onderworpen zijn aan de vereiste om beide landstalen te kennen, die wel voor Belgische beroepsofficieren geldt.

1. Cette information est-elle exacte ?

1. Kan u dit bevestigen ?

2. Dans l’affirmative, estimez-vous que cette situation soit conforme aux lois sur l’emploi des langues ?

2. Zo ja, is dit volgens u conform de taalwetten ?

Réponse du ministre de la Défense du 29 juillet 2004, à la question no 104 de M. Francis Van den Eynde du 12 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 29 juli 2004, op de vraag nr. 104 van de heer Francis Van den Eynde van 12 juli 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera la réponse à ses questions dans la réponse à la question parlementaire no 97 du 18 juin 2004 de M. le représentant Staf Neel, paragraphe 3. Ces candidats doivent donc remplir les mêmes conditions que tout autre candidat.

Het geachte lid gelieve het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen in het antwoord op de parlementaire vraag nr. 97 van 18 juni 2004 van de heer volksvertegenwoordiger Staf Neel, paragraaf 3. Deze kandidaten dienen dus aan dezelfde voorwaarden te voldoen als alle andere kandidaten.



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2003200421592

DO 2003200421592

Question no 111 de M. Koen Bultinck du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 111 van de heer Koen Bultinck van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des médicaments pour le traitement de la gale (scabies).

Terugbetaling medicatie voor schurft of scabie¨s.

La gale ou scabies est une maladie de la peau contagieuse causée par l’acarien de la gale. L’Inspection sanitaire flamande enregistre à elle seule chaque année plus de 400 cas de la maladie. Le traitement ne pose pourtant guère problème. Il existe une pommade à la

Schurft of scabie¨s is een besmettelijke huidziekte die door de schurftmijt wordt veroorzaakt. Alleen al de Vlaamse Gezondheidsinspectie registreert jaarlijks meer dan 400 meldingen van schurft. Nochtans is de behandeling vrij eenvoudig. Enerzijds is er een zalf op


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6520

perméthrine, d’une part, et des comprimés d’ivermectine, d’autre part. Les dermatologues demandent que le traitement soit remboursé par l’INAMI.

basis van permethrine en anderzijds bestaan er de ivermectine-tabletten. Dermatologen vragen een terugbetaling van de behandeling door het RIZIV.

1. Disposez-vous de données relatives à la prévalence de la gale (scabies) ?

1. Beschikt u over gegevens met betrekking tot het aantal gevallen van schurft of scabie¨s ?

2. Pouvez-vous confirmer ou infirmer l’information selon laquelle certaines firmes auraient introduit auprès de la Commission de remboursement des médicaments (CRM) une demande de remboursement de la pommade ou des comprimés ?

2. Kan u bevestigen of ontkennen of er reeds door firma’s een aanvraag tot terugbetaling van ofwel de zalf of de tabletten werd ingediend bij de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG) ?

3. Dans l’affirmative, quelle est votre position par rapport à un remboursement éventuel de ces médicaments ?

3. Zo ja, hoe staat u tegenover een eventuele terugbetaling van deze medicatie ?

4. Quel est le couˆt lié au remboursement de ce traitement ?

4. Wat is het kostenplaatje hieraan verbonden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 111 de M. Koen Bultinck du 3 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 111 van de heer Koen Bultinck van 3 juni 2004 (N.) :

En réponse à la question de l’honorable membre je peux vous communiquer les informations suivantes. ` la suite de la réforme de l’E´tat, la politique de 1. A prévention des maladies infectieuses ressortit aux ` ce jour, seule la Communauté communautés. A flamande a instauré une obligation d’enregistrement du nombre de cas de gale.

In antwoord op de vraag van het geachte lid kan ik u het volgende meedelen.

L’Inspection de la santé de la Communauté flamande soupçonne que les chiffres ne reflètent pas la réalité étant entendu que tous les acteurs de terrain ne sont pas convaincus du caractère judicieux de cette mesure.

De Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap vermoedt dat er sprake is van een onderraportering omdat op het terrein niet iedereen overtuigd is dat dit zinvol is.

Selon l’Inspection de la santé flamande, 351 cas individuels ont été mentionnés en 2003. Un ménage entier est considéré comme un seul et unique individu. En 2003, 36 cas collectifs de gale ont été enregistrés. Un foyer d’infection collectif peut survenir dans les maisons de repos pour personnes aˆgées, les maisons de repos et de soins, les hoˆpitaux, les crèches, etc., et concerne tant les utilisateurs de ces structures que le personnel soignant. ` Bruxelles et en Wallonie, aucune obligation d’enA registrement n’a été instaurée.

Volgens de Vlaamse Gezondheidsinspectie zijn er 351 individuele gevallen gemeld in 2003. Een volledig gezin wordt beschouwd als één individu. In 2003 zijn er 36 collectieve gevallen van schurft opgegeven. Een collectieve infectiehaard kan optreden in rustoorden voor bejaarden, rusten verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, kinderkribben, enz., en betreft zowel de gebruikers van deze voorzieningen als het verzorgend personeel.

L’Institut scientifique de la santé publique (fédéral) a diffusé en février 2004 des informations relatives aux symptoˆmes et au traitement de la gale par le truchement du bulletin d’information Epi-scoop (4e année, no 1, février 2004, p. 4). ` ce jour, les firmes pharmaceutiques n’ont pas 2. A introduit de demande d’admission dans la liste des spécialités pharmaceutiques remboursées pour les médicaments utilisés dans le traitement de la gale.

Het Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid (federaal) heeft in februari 2004 informatie over de symptomen en de behandeling van schurft verspreid via het tijdschrift Epi-scoop (jaargang 4, nr. 1, februari 2004, blz. 4).


2003

1. Ingevolge de staatshervorming ligt de bevoegdheid voor het preventiebeleid ten aanzien van infectieziekten bij de gemeenschappen. Tot op heden heeft enkel de Vlaamse Gemeenschap een verplichting tot registratie van het aantal gevallen van schurft doorgevoerd.

In Brussel en Wallonie¨ is er geen verplichting tot registratie.

2. Tot op heden hebben farmaceutische bedrijven geen aanvraag tot opname op de lijst van terugbetaalde farmaceutische specialiteiten ingediend voor geneesmiddelen gebruikt voor de behandeling van schurft. 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6521

Le benzoate de benzyle et le Crotamiton sont des matières premières pour lesquelles un remboursement est prévu dans le cadre des préparations magistrales.

Benzylbenzoaat en Crotamiton zijn farmaceutische grondstoffen waarvoor wel een terugbetaling voorzien is in het kader van de magistrale bereidingen.

3. Conformément à l’arreˆté royal du 21 décembre 2001 fixant les procédures, délais et conditions en matière d’intervention de l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités dans le couˆt des spécialités pharmaceutiques, l’industrie pharmaceutique qui commercialise le produit en Belgique doit prendre l’initiative d’introduire une demande d’admission dans la liste des spécialités pharmaceutiques remboursables auprès de la Commission de remboursement des médicaments.

3. Conform het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten moet het farmaceutisch bedrijf dat het product commercialiseert in Belgie¨ het initiatief nemen en een aanvraag tot opname op de lijst van vergoedbare farmaceutische specialiteiten indienen bij de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen.

Je ne pourrai trancher qu’une fois que cette commission m’aura transmis une proposition motivée justifiant l’admission ou non dans la liste des spécialités remboursées.

Ik kan maar een beslissing nemen nadat deze commissie mij een gemotiveerd voorstel tot al dan niet opname op de lijst van terugbetaalde specialiteiten heeft overgemaakt.

Je souhaiterais ajouter ici que les mesures générales d’hygiène sont très importantes et que la thérapie médicamenteuse ne représente qu’une partie du traitement et de la prévention d’une nouvelle contamination. Le traitement simultané des patients et de toutes les personnes de contact est nécessaire.

Ik wil hier toch aan toevoegen dat algemene hygie¨nische maatregelen zeer belangrijk zijn en dat de medicamenteuze therapie slechts een onderdeel is van de behandeling en het voorkomen van de herbesmetting. De gelijktijdige behandeling van patie¨nten en alle contactpersonen is noodzakelijk.

4. Aucune information n’est disponible à ce sujet.

4. Hierover is geen informatie voorhanden.

DO 2003200421605

DO 2003200421605

Question no 116 de Mme Maggie De Block du 7 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 116 van mevrouw Maggie De Block van 7 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Sapeurs pompiers volontaires. — Remboursement de frais. — Cotisations de sécurité sociale.

Vrijwillige brandweerlieden. — Onkostenvergoeding. — Socialezekerheidsbijdragen.

Les pompiers volontaires obtiennent un remboursement des frais liés à leurs prestations. On nous signale cependant que, dans la pratique, ils doivent payer des cotisations de sécurité sociale sur certaines de leurs prestations, telles que les appels non urgents, les exercices, la destruction de nids de guêpes ou les trajets en ambulance.

Vrijwillige brandweerlieden krijgen voor hun prestaties een onkostenvergoeding. Vanuit de praktijk wordt ons echter gesignaleerd dat deze mensen op sommige van hun prestaties, zoals niet-dringende brandweeroproepen, oefeningen, het verwijderen van wespennesten of ambulanceritten, bijdragen voor de sociale zekerheid moeten betalen.

1. Pourquoi établit-on une distinction entre les appels urgents et non urgents pour déterminer si les pompiers volontaires doivent ou non payer des cotisations de sécurité sociale ?

1. Waarom wordt een onderscheid gemaakt tussen dringende en niet-dringende brandweeroproepen, om te bepalen of vrijwillige brandweerlieden al dan niet socialezekerheidsbijdragen moeten betalen ?

2. Sur quels barèmes concrets ces cotisations de sécurité sociale sont-elles au juste calculées ?

2. Op welke concrete barema’s worden deze socialezekerheidsbijdragen precies berekend ?

3. Comment cette pratique cadre-t-elle avec le principe général selon lequel les travailleurs bénévoles perçoivent un défraiement plutoˆt qu’un traitement ?

3. Hoe valt deze praktijk te rijmen met het algemene principe dat voor vrijwilligerswerk een onkostenvergoeding wordt uitbetaald in plaats van een loon ?

4. Quelles mesures allez-vous prendre pour uniformiser la réglementation ?

4. Welke maatregelen neemt u teneinde te komen tot een uniforme regeling ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6522

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 30 juillet 2004, à la question no 116 de Mme Maggie De Block du 7 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 30 juli 2004, op de vraag nr. 116 van mevrouw Maggie De Block van 7 juni 2004 (N.) :

Avant de répondre aux quatre questions posées par l’honorable membre, je souhaite d’abord attirer son attention sur ce qui suit.

Alvorens in te gaan op de vier vragen gesteld door het geachte lid, wens ik vooreerst de aandacht van het geachte lid te vestigen op het volgende.

Pour les pompiers volontaires, une réglementation spécifique en matière d’assujettissement à la sécurité sociale a été instaurée par l’arrêté royal du 31 janvier 1991 concernant les cotisations de sécurité sociale pour les pompiers volontaires. Cet arrêté a inséré un article 17quater dans l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs.

Voor de vrijwillige brandweerlieden werd een specifieke regeling inzake onderwerping aan de sociale zekerheid uitgewerkt bij het koninklijk besluit van 31 januari 1991 betreffende de socialezekerheidsbijdragen voor vrijwillige brandweerlieden. Dit besluit heeft in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders een artikel 17quater ingevoegd.

Cet article soustrait au régime de la sécurité sociale des travailleurs salariés, sous certaines conditions, à partir du 1er janvier 1991, les pompiers volontaires qui font partie d’un service d’incendie ou d’une association intercommunale d’incendie constitués en vertu de la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile.

Dit artikel onttrekt aan de regeling van de sociale zekerheid voor werknemers, onder bepaalde voorwaarden, met ingang van 1 januari 1991 de vrijwillige brandweerlieden die deel uitmaken van een brandweerdienst of een intercommunale brandweervereniging opgericht krachtens de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.

L’article 17quater précité ne concerne que le pompier volontaire. Par « pompier volontaire », il faut entendre le pompier lié par un acte d’engagement et qui fait partie d’un service d’incendie ou d’une association intercommunale d’incendie constitués en vertu de la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile et qui n’a pas la qualité de membre du personnel communal visé à l’article 7 de l’annexe 2 de l’arrêté royal du 6 mai 1971 fixant les types de règlements communaux relatifs à l’organisation des services communaux d’incendie.

Het voornoemde artikel 17quater betreft enkel de vrijwillige brandweerman. Onder « vrijwillige brandweerman » dient te worden verstaan de brandweerman die verbonden is door een dienstnemingsakte en die deel uitmaakt van een brandweerdienst of een intercommunale brandweervereniging opgericht krachtens de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en die niet de hoedanigheid bezit van gemeentepersoneel, zoals bedoeld in artikel 7 van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten.

Sur la base de l’article 17quater de l’arrêté royal précité, les rémunérations octroyées aux pompiers volontaires sont exonérées de cotisations de sécurité sociale, pour autant que les rémunérations qu’ils perçoivent pour leurs activités de pompiers volontaires ne dépassent pas le montant de 785,95 euros par trimestre. Le montant de 785,95 euros est lié aux fluctuations de l’indice conformément aux dispositions de la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l’indice des prix à la consommation du Royaume de ` cette fin, le certaines dépenses dans le secteur public. A montant est rattaché à l’indice pivot 103,14 au 1er janvier 2000. Le montant trimestriel s’élève actuellement (depuis le 3e trimestre 2003) à 850,71 euros.

Op grond van artikel 17quater van het voornoemd koninklijk besluit zijn de vergoedingen toegekend aan vrijwillige brandweerlieden vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen, voor zover de vergoedingen die zij voor hun activiteiten als vrijwillige brandweerlieden ontvangen, het bedrag van 785,95 euro per kwartaal niet overschrijden. Het bedrag van 785,95 euro volgt de schommelingen van het indexcijfer overeenkomstig het bepaalde in de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Daartoe is het bedrag gekoppeld aan spilindex 103,14 op 1 januari 2000. Het kwartaalbedrag bedraagt momenteel (sinds het 3e kwartaal 2003) 850,71 euro.

Bien que le texte de l’article 17quater ne précise rien à ce sujet, une distinction est en effet faite lors de l’application de cet article entre, d’une part, les rémunérations pour les prestations régulières et, d’autre part, les

Niettegenstaande de tekst van artikel 17quater dienaangaande niets bepaalt, wordt bij de toepassing van dit artikel inderdaad een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de vergoedingen voor regelmatige prestaties


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6523

rémunérations pour les prestations exceptionnelles des pompiers volontaires. Ainsi, le plafond salarial trimestriel de 785,95 euros n’est appliqué que pour la première catégorie de rémunérations et pas pour la deuxième.

en anderzijds de vergoedingen voor uitzonderlijke prestaties van vrijwillige brandweerlieden. Met name wordt de kwartaalloongrens van 785,95 euro enkel toegepast op de eerste categorie van vergoedingen en niet op de tweede categorie.

Je souhaite attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que cette pratique est déjà appliquée depuis quelque temps. L’Office national de sécurité sociale (ONSS), l’organisme qui était compétent pour les administrations provinciales et locales avant le 1er janvier 1986, faisait déjà cette distinction. L’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL) a repris le 1er janvier 1986 de l’ONSS la compétence à l’égard des administrations provinciales et locales et a appliqué la même méthode.

Ik wens de aandacht van het geachte lid te vestigen op het feit dat deze praktijk reeds geruime tijd wordt toegepast. De Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), de instantie die voó´r 1 januari 1986 bevoegd was voor de provinciale en plaatselijke besturen, maakte reeds dit onderscheid. De Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO) nam op 1 januari 1986 de bevoegdheid over de provinciale en plaatselijke besturen van de RSZ over en paste dezelfde werkwijze toe.

La distinction entre prestations exceptionnelles et prestations régulières remonte à une circulaire du ministre de l’Intérieur du 29 novembre 1967 au sujet de l’organisation et des missions des services d’incendie communaux et régionaux.

Het onderscheid tussen de uitzonderlijke prestaties en de regelmatige prestaties gaat terug op een omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken van 29 november 1967 betreffende de organisatie en de opdrachten van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten.

Avant l’entrée en vigueur de l’article 17quater, il existait au sein de la sécurité sociale des travailleurs salariés une réglementation (la réglementation dite des deux heures de l’article 16 de l’époque, de l’arrêté royal précité du 28 novembre 1969) selon laquelle les travailleurs qui travaillaient habituellement moins de deux heures par jour ne devaient pas être assujettis à la sécurité sociale des travailleurs salariés. Cette exemption d’assujettissement à la sécurité sociale a apparemment été utilisée pour ne pas assujettir les pompiers volontaires pour leurs prestations régulières. Mais l’arrêté royal du 24 août 1987 modifiant l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté- loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs a supprimé cette règle des deux heures, de sorte que des cotisations de sécurité sociale devaient être prélevées sur les rémunérations des pompiers volontaires.

Voó´r de invoering van artikel 17quater bestond er binnen de sociale zekerheid der werknemers een regeling (de zogenaamde twee-urenregeling van het toenmalige artikel 16 van het voornoemd koninklijk besluit van 28 november 1969), waardoor werknemers die gewoonlijk minder dan twee uren per dag werkten, niet aan de sociale zekerheid der werknemers dienden te worden onderworpen. Deze vrijstelling van onderwerping aan de sociale zekerheid werd blijkbaar gebruikt om de regelmatige prestaties van de vrijwillige brandweerlieden niet te onderwerpen. Maar bij het koninklijk besluit van 24 augustus 1987 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders werd deze twee-urenregel afgeschaft, waardoor er socialezekerheidsbijdragen dienden te wordeningehouden op de vergoedingen van de vrijwillige brandweerlieden.

Les rémunérations octroyées aux pompiers volontaires pour des prestations exceptionnelles sont toujours exonérées de cotisations de sécurité sociale, et ce indépendamment de leur montant. Sont considérées comme « prestations exceptionnelles », les prestations pour lesquelles les pompiers sont appelés subitement (en particulier lors de la lutte contre un incendie et en cas de secours lors de catastrophes) et qui figurent sur la liste des interventions particulières des services d’incendie communaux couvertes par la cotisation annuelle et à accomplir dans les limites territoriales du groupe régional, figurant en annexe à la circulaire précitée du ministre de l’Intérieur du 29 novembre 1967.

De vergoedingen die aan vrijwillige brandweerlieden worden toegekend voor uitzonderlijke prestaties zijn steeds vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen, en dit ongeacht hun bedrag. Als « uitzonderlijke prestaties » worden beschouwd de prestaties waarvoor de brandweerlieden onverwachts worden opgeroepen (in het bijzonder bij brandbestrijding en hulpverlening bij rampen) en die voorkomen op de lijst van bijzondere interventies van de gemeentelijke brandweerdiensten gedekt door de jaarlijkse bijdrage en te verrichten binnen de grenzen van de gewestelijke groep, opgenomen in bijlage bij de voornoemde omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken van 29 november 1967.


2003

2004


823

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6524

Les rémunérations octroyées aux pompiers volontaires pour des prestations régulières — à savoir des prestations qui n’ont pas un caractère d’urgence : elles ont principalement trait aux exercices et formations, services de garde, taˆches administratives et entretien des véhicules et du matériel — sont également exonérées des cotisations de sécurité sociale, mais uniquement si elles ne dépassent pas le montant de 785,95 euros par trimestre, fixé par l’article 17quater.

De aan vrijwillige brandweerlieden toegekende vergoedingen voor regelmatige prestaties — dit zijn prestaties welke geen dringend karakter hebben : zij hebben voornamelijk betrekking op oefeningen en opleidingen, wachtdiensten, administratieve taken en het onderhoud van de voertuigen en het materieel — zijn eveneens vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen, doch enkel voor zover zij het bij artikel 17quater vastgelegde bedrag van 785,95 euro per kwartaal niet overschrijden.

1. La distinction faite en application de l’article 17quater entre, d’une part; les rémunérations pour prestations régulières et, d’autre part, les rémunérations pour prestations exceptionnelles de pompiers volontaires est une continuation de la pratique administrative appliquée par l’ONSSAPL déjà avant le 1er janvier 1991. Ainsi, les rémunérations pour prestations régulières donnaient toujours lieu au paiement de cotisations de sécurité sociale tandis que les rémunérations pour prestations exceptionnelles étaient toujours exonérées de cotisations de sécurité sociale.

1. Het onderscheid dat bij de toepassing van artikel 17quater gemaakt wordt tussen enerzijds de vergoedingen voor regelmatige prestaties en anderzijds de vergoedingen voor uitzonderlijke prestaties van vrijwillige brandweerlieden is een voortzetting van de administratieve praktijk die de RSZPPO reeds voó´r 1 januari 1991 hanteerde. Hierbij werden de vergoedingen voor regelmatige prestaties steeds onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen en waren anderzijds de vergoedingen voor uitzonderlijke prestaties steeds vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen.

Lors de l’entrée en vigueur de l’article 17quater, qui dans son libellé ne fait pas de distinction entre prestations régulières et prestations exceptionnelles, l’ONSSAPL a estimé d’emblée que cette distinction n’avait plus cours et que toutes les prestations des pompiers volontaires entraient en considération pour déterminer si la limite salariale de 785,95 euros était dépassée ou non, en d’autres termes si des cotisations de sécurité sociale sont dues ou non. Cette interprétation ayant suscité de sérieuses objections de la part des différentes fédérations de pompiers (entre autres de la Fédération royale des corps de sapeurs-pompiers de Belgique, une position à laquelle se sont ralliées de nombreuses villes et communes), le ministre des Affaires sociales de l’époque, M. Philippe Busquin, a décidé que la distinction faite dans la pratique administrative avant le 1er janvier 1991 serait maintenue pour l’application du nouvel article 17quater.

Bij de invoering van artikel 17quater, dat in zijn tekst geen melding maakt van het onderscheid tussen regelmatige prestaties en uitzonderlijke prestaties, ging de RSZPPO er initieel van uit dat dit onderscheid kwam te vervallen en dat alle prestaties van de vrijwillige, brandweerlieden in aanmerking dienden te worden genomen om te bepalen of de kwartaalloongrens van 785,95 euro wel of niet overschreden is, en met andere woorden of al dan niet socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. Omdat deze interpretatie op ernstige bezwaren stuitte vanwege de verschillende brandweerfederatie (onder andere de Koninklijke Belgische Brandweerfederatie, daarin gevolgd door een groot aantal steden en gemeenten), heeft de toenmalige minister van Sociale Zaken, de heer Philippe Busquin, beslist dat het onderscheid dat in de administratieve praktijk van voó´r 1 januari 1991 werd gemaakt behouden bleef voor de toepassing van het nieuwe artikel 17quater.

2. Lorsque les rémunérations pour prestations régulières dépassent le plafond salarial au cours d’un trimestre, les cotisations des travailleurs et les cotisations patronales de sécurité sociale sont dues sur le montant total des rémunérations payées pour les prestations régulières et pas uniquement sur la partie dépassant le plafond de 785,95 euros.

2. Indien de vergoedingen voor regelmatige prestaties in een kwartaal de loongrens overschrijden, zijn de werknemers- en werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid verschuldigd op het totale bedrag van de uitbetaalde vergoedingen voor regelmatige prestaties en niet enkel op het gedeelte dat de drempel van 785,95 euro overschrijdt.

3. Je viens de préciser le contexte dans lequel l’article 17quater a été instauré. En outre, l’obtention d’un consensus au sujet du texte effectif de cet article n’a également pas été une sinécure, comme en témoigne entre autres le temps qui s’est écoulé entre la suppression de la règle des deux heures par l’arrêté royal du 24 août 1987 et l’instauration de l’article 17quater par l’arrêté royal du 31 janvier 1991.

3. Ik heb zonet de achtergrond van het ontstaan van artikel 17quater geschetst. Daarbij komt dat het bereiken van een consensus rond de effectieve tekst van dit artikel ook geen sinecure was — dit blijkt onder andere uit de tijd verlopen tussen de afschaffing van de twee-urenregel door het koninklijk besluit van 24 augustus 1987 en de invoering van artikel 17quater door het koninklijk besluit van 31 januari 1991.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6525

Les travaux au sujet de cet article se situent dans la période 1987-1991, c’est-à-dire longtemps avant qu’un article d’une législation de sécurité sociale ne règle le travail volontaire et les conséquences de pareilles activités dans le cadre de la sécurité sociale. Par ailleurs, ces « pompiers volontaires » sont des pompiers liés par un acte d’engagement et qui font partie d’un service d’incendie ou d’une association intercommunale d’incendie constitués en vertu de la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile et qui n’ont pas la qualité de membre du personnel communal visé à l’article 7 de l’annexe 2 de l’arrêté royal du 6 mai 1971 fixant les types de règlements communaux relatifs à l’organisation des services communaux d’incendie. En fait, le choix des termes « pompiers volontaires » n’est pas heureux car il suscite une impression erronée. En effet, en l’absence de toute disposition qui soustrait cette catégorie à un assujettissement ou qui l’en exempte, il faut leur appliquer l’article 10, § 1er, alinéa 1er, de l’arrêté royal précité du 28 novembre 1969. En d’autres termes, la situation d’un pompier volontaire est tout de même quelque peu différente de celle d’un autre volontaire.

Il existe deux techniques pour exempter (totalement ou partiellement) certaines personnes de l’assujettissement à la sécurité sociale : 1o extraire expressément les personnes du champ d’application sur la base de l’article 2, § 1er, 4o, de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs ou 2o exclure la rémunération de la notion de rémunération sur la base de l’article 14, § 2, de la même loi du 27 juin 1969, en complétant l’article 19, § 2, de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs. Pour les pompiers volontaires, la première possibilité avait été choisie à l’époque. 4. Il est en effet souhaitable qu’une seule réglementation cohérente et uniforme soit applicable à tous les volontaires qui travaillent dans des « services d’urgence ». Outre les pompiers volontaires, il s’agit des volontaires de la protection civile et des ambulanciers volontaires du service 100 (assistance médicale urgente). Par ailleurs, il est indiqué de supprimer définitivement la distinction entre prestations régulières et prestations irrégulières. Toutefois, il apparaıˆt dans la pratique qu’il n’est pas si évident d’élaborer cette réglementation cohérente et uniforme pour ces trois secteurs somme toute assez différents.


2003

De werkzaamheden rond dit artikel situeren zich in de periode 1987-1991, met andere woorden lang voordat er binnen de socialezekerheidswetgeving enig artikel te bespeuren viel omtrent het vrijwilligerswerk en de gevolgen die aan dergelijke activiteiten worden vastgeknoopt binnen de sociale zekerheid. Bovendien zijn deze « vrijwillige brandweerlieden » brandweerlieden die verbonden zijn door een dienstnemingsakte en deel uitmaken van een brandweerdienst of intercommunale brandweervereniging opgericht krachtens de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en die niet de hoedanigheid bezitten van gemeentepersoneel, zoals bedoeld in artikel 7 van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten. Dus eigenlijk is de term « vrijwillige brandweerlieden » niet zo gelukkig gekozen, omdat het een verkeerde indruk wekt. Immers, bij ontstentenis van enige bepaling die deze categorie onttrekt aan of vrijstelt van onderwerping, dient men artikel 10, § 1, eerste lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 28 november 1969 op hen toe te passen. Met andere woorden, de situatie van een vrijwillige brandweerman wijkt toch enigszins af van de situatie van een andere vrijwilliger. Er bestaan twee technieken om bepaalde personen (geheel of gedeeltelijk) vrij te stellen van onderwerping aan de sociale zekerheid : 1o de personen uitdrukkelijk uit de toepassingssfeer halen op grond van artikel 2, § 1, 4o, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders of 2o de vergoeding uitsluiten uit het loonbegrip op grond van artikel 14, § 2, van dezelfde wet van 27 juni 1969 door een aanvulling te voorzien van artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. In het geval van de vrijwillige brandweerlieden heeft men toen gekozen voor de eerste benadering. 4. Het is inderdaad wenselijk dat er één coherente en uniforme regeling bestaat die van toepassing is op alle vrijwilligers die werkzaam zijn in « urgentiediensten ». Daarmee doel ik, naast de vrijwillige brandweermannen, ook op de vrijwilligers van de civiele bescherming en de vrijwilligers-ambulanciers van de dienst 100 (de dringende medische hulpverlening). Daarnaast is het aan te raden het onderscheid tussen regelmatige en uitzonderlijke prestaties voorgoed af te schaffen. Het probleem is echter dat het in de praktijk niet zo evident blijkt te zijn om die coherente en uniforme regeling te vinden voor deze drie toch wel verscheiden sectoren. 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6526

J’ai l’intention de revoir dans sa totalité la section 3 (« Exclusions ») du chapitre Ier de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs. Cette section comprend les articles 16 à 18 inclus, et donc également l’article 17quater. Je souhaite examiner tous ces articles en profondeur, qui visent pas moins de sept situations différentes, en appréciant l’opportunité d’une modification éventuelle de ces articles compte tenu de l’évolution de la situation sociale depuis leur entrée en vigueur. Certains de ces articles — entre autres l’article 17quater — sont appliqués d’une autre manière que ne le laisse entendre le texte légal. D’autres articles ont été modifiés au fil des ans, ce qui a nui à la lisibilité de l’article. Ma préoccupation principale est également d’optimaliser ces exclusions sans créer de nouvelles charges administratives, par exemple en examinant la possibilité d’étendre la déclaration Dimona à ces activités. Il faut également fixer des règles de (non-)cumul précises pour toutes ces situations. Et mon souhait est évidemment d’appliquer des réglementations aussi uniformes que possible (soustraction à l’assujettissement, méthode de controˆle, conséquences du non-respect des plafonds imposés, etc.).

Ik ben van plan afdeling 3 (« Uitsluitingen ») van het eerste hoofdstuk van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders volledig te herzien. Onder deze afdeling vallen de artikelen 16 tot en met 18, en dus ook artikel 17quater. Het is mijn bedoeling het geheel van deze artikelen, die maar liefst zeven verschillende situaties beogen, aan een grondige check-up te onderwerpen, waarbij dient te worden nagegaan in hoeverre deze artikelen eventueel dienen te worden aangepast aan de gewijzigde maatschappelijke situatie sinds hun creatie. Een aantal van deze artikelen — onder andere artikel 17quater — wordt op een andere wijze toegepast dan de wettelijke tekst laat uitschijnen. Bij andere artikelen werden in de loop der jaren wijzigingen aangebracht, die de leesbaarheid van het artikel dan weer in het gedrang brengen. Het is evenzeer mijn hoofdbekommernis de controle op deze uitsluitingen te optimaliseren zonder bijkomende administratieve lasten te cree¨ren, door bijvoorbeeld de mogelijkheid te laten onderzoeken om de Dimona-aangifte ook voor deze activiteiten te voorzien. Er dienen ook duidelijke (anti)cumulregels te worden vastgelegd voor al deze situaties. En uiteraard wens ik zo veel mogelijk uniforme regelingen toe te passen (onttrekking aan de onderwerping, methode van controle, gevolgen bij niet-respecteren van de opgelegde grenzen, enz.).

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2003200410555

DO 2003200410555

Question no 91 de M. Jan Mortelmans du 6 janvier 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 91 van de heer Jan Mortelmans van 6 januari 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Site internet de l’AFSCA. — Site portail fédéral.

Webstek van het FAVV. — Federale portaalsite.

Sur le site portail fédéral, il n’y aurait apparemment pas de lien permettant d’accéder au site internet de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA).

Via de federale portaalsite is het blijkbaar niet mogelijk de webstek van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) aan te klikken.

Quelles mesures avez-vous prises pour remédier à ce problème ?

Welke maatregelen heeft u getroffen om hieraan te verhelpen ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 91 de M. Jan Mortelmans du 6 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 91 van de heer Jan Mortelmans van 6 januari 2004 (N.) :

La rubrique « Sites des autorités belges » du portail fédéral comprend un lien vers l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire.

De rubriek « Officie¨le Belgische sites » van de federale portaalsite bevat een aanklikbare koppeling naar het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6527

La voie à suivre est la suivante :

De gevolgde weg is :

Home

Home

— Sites des autorités belges

— Officie¨le Belgische sites

— Autorités fédérales

— Federale overheden

— SPF Santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement

— FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

— Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire.

— Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen.

Outre le lien, les coordonnées du Point de contact de l’Agence alimentaire sont également mentionnées.

Naast de koppeling zijn eveneens de gegevens van het Meldpunt van het Voedselagentschap opgenomen.

Les informations analogues se trouvent sur la partie néerlandophone du portail fédéral.

Gelijklopende informatie is te vinden op het Nederlandstalig gedeelte van de federale portaalsite.

DO 2003200410632

DO 2003200410632

Question no 99 de M. Jo Vandeurzen du 13 janvier 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 99 van de heer Jo Vandeurzen van 13 januari 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Lits destinés aux patients comateux.

Zorgplaatsen voor comapatie¨nten.

Le ministre a annoncé il y a quelque temps qu’un certain nombre de lits seraient spécialement aménagés pour les patients comateux (dans les services SP et les MRS).

De minister heeft enige tijd geleden aangekondigd dat er een aantal zorgplaatsen voor comapatie¨nten zouden worden ingericht (in SP-diensten en RVT’s).

1. Pouvez-vous communiquer l’état d’avancement de ce projet ?

1. Kan u meedelen hoever het plan vordert ?

2. Comment ces lits seront-ils répartis sur le territoire national ?

2. Hoe worden deze bedden gespreid over het ganse grondgebied ?

3. Les communautés sont-elles associées à ce projet ?

3. Zijn de gemeenschappen betrokken bij de inrichting ervan ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 26 juillet 2004, à la question no 99 de M. Jo Vandeurzen du 13 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 26 juli 2004, op de vraag nr. 99 van de heer Jo Vandeurzen van 13 januari 2004 (N.) :

En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis communiquer ce qui suit.

In antwoord op de vragen van het geachte lid kan ik het volgende meedelen.

Le groupe de travail de la conférence interministérielle « soins chroniques » a établit la répartition entre les trois régions comme suit.

De werkgroep van de interministerie¨le conferentie « chronische zorgen » heeft de verdeling tussen de drie gewesten opgesteld als volgt.

1. Centres d’expertise en hoˆpital.


1. Kenniscentrum in ziekenhuis

2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6528

Population au 1/1/2003 (INS) — Bevolking op 1/1/2003 (NS)

Clé de répartition — Verdeelsleutel

Liste centre d’expertise — Bedden kenniscentrum

Région de Bruxelles-Capitale. — Brussel Hoofdstad Gewest ................................... Région flamande. — Vlaams Gewest ...... Région wallonne. — Waals Gewest ........

992 041 5 995 553 3 368 250

9,58 % 57,90 % 32,53 %

8 46 26

Total. — Totaal.......................................

10 355 844

100

%

80

2. Les soins de longue durée en maison de repos et de soins, en institution de soins de longue durée et à domicile via les services intégrés de soins à domicile

2. De zorgen van lange duur in rusten verzorgingstehuizen, in de « caresector » (instellingen voor langdurende zorg) en in de thuiszorg via de geı¨ntegreerde diensten voor thuiszorg

Le budget prévu à partir du 1er juillet 2004 pour les soins de longue durée est de 3 659 460 euros. Ce budget permet la création de 239 « E´quivalents Coma ». Dans les limites des équivalents qui leurs sont attribués, les communautés/régions ont pu répartir leurs équivalents coma entre un financement en MRS (1 Eq. Coma permet le financement d’un lit MRS pour les patients comateux) et un financement des soins à domicile (1 Eq. Coma permet le financement de deux forfaits patient à domicile).

Het budget dat vanaf 1 juli 2004 is voorzien voor de « caresector » of de langdurende zorg, bedraagt 3 659 460 euro. Met dat budget kan men 239 « Coma Equivalenten » cree¨ren. Binnen de beperkingen van de equivalenten die hen zijn toegekend, hebben de gemeenschappen/gewesten hun equivalenten kunnen verdelen. Coma brengt een financiering in in RVT (1 Coma Eq. maakt de financiering van één RVT-bed voor comapatie¨nten mogelijk) en een financiering van de thuiszorg (1 Coma Eq. laat toe, twee forfaits thuispatie¨nten te financieren).

Population au 1/1/2003 (INS) — Bevolking op 1/1/2003 (NS)

Clé de répartition — Verdeelsleutel

Eq. — Eq.

Région de Bruxelles-Capitale. — Brussel Hoofdstad Gewest ................................... Région flamande. — Vlaams Gewest ...... Région wallonne. — Waals Gewest ........

992 041 5 995 553 3 368 250

9,58 % 57,90 % 32,53 %

24 136 79

Total. — Totaal.......................................

10 355 844

` l’intérieur de cette répartition régionale, les 80 lits A d’expertise et les 239 forfaits spécifiques pour les soins chroniques (MRS et soins à domicile, y compris les nursing home) ont été répartis par les communautés et les régions, en collaboration avec le fédéral. Les hoˆpitaux et les maisons de repos qui pourront bénéficier du financement complémentaire pour les soins aux patients comateux ont été sélectionnés dans le cadre d’une expérience-pilote en fonction des besoins et des spécificités propres à chaque région.


2003

100

%

239

Binnen deze regionale verdeling, werden de 80 kennisbedden en de 239 forfaits, specifiek voor chronische zieken (RVT en thuiszorg, daarbij inbegrepen de nursing home), door de gemeenschappen en gewesten verdeeld in samenwerking met het federaal niveau. De ziekenhuizen en de rusthuizen die van de aanvullende financiering voor de zorgen aan comapatie¨nten zullen kunnen genieten, werden in het kader van een pilootexperiment geselecteerd naar gelang van de noden en de specificiteiten eigen aan elke sector. 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6529

DO 200320041420

DO 200320041420

Question no 171 de Mme Annelies Storms du 4 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 171 van mevrouw Annelies Storms van 4 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Différences visibles entre la manière de travailler des controˆleurs de l’AFSCA dans les différentes Régions.

Zichtbare verschil in aanpak in de gewesten van de controleurs van het FAVV.

Dans votre réponse à ma question écrite no 85 du 22 décembre 2003 à propos des controˆles effectués par l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA), un certain nombre de chiffres ressortent de manière frappante (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no19, p. 2712). Je prends les chiffres 2002 comme référence.

In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 85 van 22 december 2003 betreffende de controles door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) komen een aantal opvallende cijfers naar voor (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 19, blz. 2712). Ik neem de cijfers van 2002 als referentiepunt.

Lorsque l’on met en rapport le nombre de controˆles avec le nombre de controˆleurs, on peut faire les constatations suivantes : en Flandre, un controˆleur effectue en moyenne 915 controˆles par an, tandis que son collègue wallon en fait en moyenne 600.

Wanneer we het aantal controles relateren aan het aantal controleurs dan komen we tot volgende vaststellingen. Een controleur in Vlaanderen zal gemiddeld 915 controles per jaar doen. Zijn collega in Wallonie¨ doet er op een jaar gemiddeld 600.

Lorsque l’on met en rapport le nombre d’infractions constatées avec le nombre de controˆles, on obtient les chiffres suivants : en Flandre, on constate une infraction dans 48 % des cas, contre seulement 36 % en Wallonie. Ce qui est très frappant, c’est qu’à Bruxelles, une infraction est constatée dans 67 % des cas. J’imagine que ces chiffres paraissent plus graves qu’ils ne le sont réellement, étant donné que plusieurs infractions peuvent être constatées lors du même controˆle.

Indien we het aantal vastgestelde inbreuken relateren aan het aantal controles bekomen we volgende cijfers. In Vlaanderen stelt men in 48 % van de gevallen een inbreuk vast. In Wallonie¨ in 36 % van de gevallen. Erg frappant is het gegeven dat in Brussel in 67 % van de gevallen een inbreuk vastgesteld wordt. Ik vermoed dat deze cijfers erger lijken dan ze zijn omdat er bij één controle meerdere inbreuken kunnen vastgesteld worden.

En 2002, l’AFSCA a dressé 1595 procès-verbaux. Environ les deux tiers de ces procès-verbaux ont été dressés en Flandre. En Flandre, un controˆleur dressera grosso modo 24 procès-verbaux par an, tandis que son collègue wallon se montrera beaucoup plus clément, avec seulement 7 procès-verbaux par an.

Het FAVV schreef in 2002 1595 processen-verbaal uit. Ongeveer tweederde van deze processen-verbaal wordt opgemaakt in Vlaanderen. Een controleur in Vlaanderen zal grosso modo 24 processen-verbaal opmaken per jaar terwijl zijn Waalse collega veel milder is met slechts 7 processen-verbaal per jaar.

L’un de vos prédécesseurs à la Santé publique, Mme Aelvoet, a admis à l’époque que les inspecteurs francophones avaient davantage tendance à adresser des avertissements qu’à dresser des procès-verbaux. Mais elle ajoutait dans le même souffle qu’une politique fédérale devait s’appliquer uniformément à l’échelon fédéral. Sur la base des chiffres que vous m’avez fournis, je ne peux que constater qu’il existe une évidente différence d’approche entre les controˆleurs de l’une ou l’autre région. Les controˆleurs francophones demeurent manifestement plus indulgents. Je me rends compte que pour certains chiffres, il est possible d’avancer certaines explications comme, par exemple, la dispersion des établissements horeca, des entreprises agro-alimentaires et des marchés de gros. Mais, à mon avis, cela ne peut certainement tout expliquer.

Een van uw voorgangers op Volksgezondheid, mevrouw Aelvoet, heeft ooit toegegeven dat Franstalige inspecteurs meer de nadruk leggen op verwittigingen dan over te gaan tot het opmaken van een procesverbaal. Maar ze voegde er in één adem aan toe dat een federaal beleid ook federaal moet worden toegepast. Afgaande op de cijfers die u mij verschaft hebt kan ik enkel constateren dat er een duidelijk verschil in aanpak is van de controleurs in de gewesten. Franstalige controleurs zijn blijkbaar nog steeds milder. Ik realiseer me dat voor bepaalde cijfers er hiervoor een aantal verklaringen kunnen gegeven worden zoals de spreiding van horecazaken, industrie¨le voedingsbedrijven en veilingen. Maar dit kan mijns inziens zeker niet alles verklaren.

Pourriez-vous commenter davantage ces chiffres ?

Kan u wat meer duiding geven bij deze cijfers ?

1. Quels facteurs objectifs expliquent-ils selon vous :

1. Welke objectieve factoren verklaren volgens u achtereenvolgens :


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6530

a) la différence dans le nombre de controˆles effectués par controˆleur en Flandre et en Wallonie ;

a) het verschil in aantal controles per controleur in Vlaanderen en Wallonie¨;

b) la différence dans le nombre d’infractions par rapport au nombre de controˆles ;

b) het verschil in aantal inbreuken vergeleken met het aantal controles;

c) le fait qu’apparemment, un controˆleur flamand soit davantage enclin à dresser procès-verbal ?

c) het feit dat een Vlaams controleur blijkbaar sneller overgaat tot het opmaken van een proces-verbaal ?

2. Quelles mesures prenez-vous pour mettre un terme à cette différence d’approche constatée chez les controˆleurs de l’AFSCA dans les différentes régions ?

2. Welke maatregelen treft u om het verschil in aanpak door de FAVV-controleurs in de gewesten weg te werken ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 26 juillet 2004, à la question no 171 de Mme Annelies Storms du 4 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 26 juli 2004, op de vraag nr. 171 van mevrouw Annelies Storms van 4 mei 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse suivante à sa question.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord te geven op haar vraag.

1. a) Il est vrai, en effet, que le nombre de controˆles par controˆleur était moindre en Wallonie qu’en Flandre. Cela peut s’expliquer par plusieurs facteurs :

1. a) Het klopt inderdaad dat het aantal controles per controleur in Wallonie¨ beperkter was dan in Vlaanderen. Er zijn verschillende factoren die dat kunnen verklaren :

— Malgré le fait que la superficie de la Wallonie est plus grande, il y a cependant moins de controˆleurs en Wallonie qu’en Flandre. Il y a aussi moins de points de controˆle en Wallonie qu’en Flandre. La distance moyenne entre deux points de controˆle est dès lors souvent plus importante pour le controˆleur wallon que pour son collègue flamand.

— Ondanks het feit dat de oppervlakte van Wallonie¨ groter is zijn er toch minder controleurs in Wallonie¨ dan in Vlaanderen. Er zijn ook minder controlepunten in Wallonie¨ dan in Vlaanderen. De gemiddelde afstand tussen twee controlepunten is daarom vaak groter voor de Waalse controleur dan voor de Vlaamse collega.

— Dans certaines unités provinciales de controˆle (UPC) wallonnes, l’appui administratif était très limité, et de ce fait le controˆleur était davantage chargé de ces taˆches administratives et pouvait donc faire moins de controˆles.

— De administratieve ondersteuning was in sommige Waalse provinciale controleeenheden (PCE’s) zeer beperkt waardoor de controleur meer belast werd met die administratieve taken en dus minder controles kon doen.

— Le nombre de controˆleurs n’est pas le même que le nombre d’EFT (équivalents full-time) disponibles.

— Het aantal controleurs is niet hetzelfde als het aantal beschikbare FTE (full-time equivalenten).

— La durée d’un type de controˆle n’est généralement pas identique à la durée d’un autre type de controˆle. Il est possible qu’en Flandre, il y ait eu davantage de controˆles prenant moins de temps.

— De tijdsduur van een type controle is meestal niet identiek aan de tijdsduur van een ander type controle. Mogelijk gebeurden er in Vlaanderen meer controles die minder tijd innamen.

b) La raison pour laquelle il y a eu plus d’infractions constatées en Flandre qu’en Wallonie est certainement difficile à identifier. Les taˆches de controˆle sont évidemment très différentes, et lors de l’exécution d’un type de controˆle on constate plus souvent des infractions que lors d’un autre type de controˆle.

b) De reden waarom er meer inbreuken vastgesteld werden in Vlaanderen dan in Wallonie¨ is zeker moeilijk te achterhalen. De controletaken zijn natuurlijk zeer uiteenlopend en bij de uitvoering van de ene controle worden er vaker inbreuken vastgesteld dan bij een andere controle.

c) Il est vrai, en effet, qu’on a dressé plus de PV en Flandre qu’en Wallonie. Je souligne cependant que ces chiffres pour 2002 ne se rapportent qu’aux

c) Het klopt inderdaad dat er in Vlaanderen meer PV’s opgemaakt werden dan in Wallonie¨. Ik wijs er u wel op dat die cijfers voor 2002 enkel betrek-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6531

controˆleurs de l’ex-Inspection des denrées alimentaires. En 2003, on a examiné le nombre de PV dressés. En moyenne, il y a eu 4,9 PV dressés par un controˆleur flamand de l’AFSCA, et 3,5 PV par un controˆleur wallon.

king hebben op de controleurs van exEetwareninspectie. In 2003 werd het aantal opgemaakte PV’s onderzocht. Gemiddeld werden er door een Vlaamse controleur van het FAVV 4,9 PV’s opgemaakt en door een Waalse controleur 3,5 PV’s.

Cette différence n’est toutefois pas tellement liée à la région (partie du pays), mais dépend plutoˆt de l’attitude du controˆleur qui constate l’(les) infraction(s). Certains controˆleurs ont l’habitude d’intervenir de façon plus répressive et de rapidement dresser procès-verbal, alors que d’autres ont plus souvent un comportement éducatif et fonctionnent avec des avertissements. L’AFSCA a pour objectif de donner des instructions claires à ce sujet, de telle sorte que cela se passe de manière uniforme.

Dit verschil is echter niet zo streekgebonden (landsgedeelte gebonden) maar hangt meer af van de instelling van de controleur die de inbreuk(en) vaststelt. Sommige controleurs hebben de gewoonte om repressiever op te treden en snel over te gaan tot een PV, terwijl andere controleurs vaker opvoedend en met waarschuwingen werken. Het FAVV heeft de bedoeling om hier duidelijke instructies te geven zodat dat op een uniforme wijze gebeurt.

2. Un important objectif de l’administration centrale de l’administration du Controˆle de l’AFSCA est d’uniformiser autant que possible les controˆles en Belgique. Le but est d’arriver à ce qu’un même controˆle soit effectué d’une manière à peu près identique par n’importe quel controˆleur des 11 UPC, et à ce que chaque controˆleur donne la même suite aux controˆles en fonction de la nature et du nombre d’infractions constatées.

2. Een belangrijke doelstelling van het hoofdbestuur van het bestuur van de Controle van het FAVV is de controles in Belgie¨ zoveel mogelijk te uniformiseren. Het is de bedoeling dat eenzelfde controle door eender welke controleur van de 11 PCE op een vrijwel identieke manier gebeurt en dat elke controleur afhankelijk van de aard en het aantal vastgestelde inbreuken hetzelfde gevolg geeft aan de controles.

Une taˆche-clé de l’administration centrale consiste donc à rédiger de nouvelles instructions et procédures de controˆle détaillées, avec des check-lists décrivant dans les moindres détails la manière de faire les controˆles.

Een kerntaak van het hoofdbestuur is daarom het ontwerp van nieuwe gedetailleerde instructies en controleprocedures met checklists die de controlemanier op en top beschrijven.

Depuis 2004, l’administration de la Politique de controˆle de l’AFSCA a, sur la base d’une évaluation des risques (résultats antérieurs, informations scientifiques, ...) arrêté dans un programme de controˆle le nombre de controˆles à effectuer pour toute la Belgique pour chaque type de controˆle. L’administration du Controˆle traduit ce programme de controˆle dans un plan de controˆle qui répartit les controˆles sur la Belgique (entre les 11 UPC) en tenant compte du nombre de points de controˆle par UPC et des moyens de controˆle disponibles dans chaque UPC.

Sinds 2004 heeft het bestuur Controlebeleid van het FAVV op basis van een risico-evaluatie (eerdere resultaten, wetenschappelijke informatie, ...) voor elk type controle het aantal controles voor heel Belgie¨ vastgelegd in een controleprogramma. Het bestuur van de Controle zet dat controleprogramma om in een controleplan waardoor de controles over Belgie¨ verdeeld worden (over de 11 PCE) rekening houdend met het aantal controlepunten per PCE en de beschikbare controlemiddelen van elk PCE.

Les nouvelles instructions, procédures de controˆle et le plan de controˆle doivent faire en sorte que les résultats des controˆles soient représentatifs pour la Belgique.

De nieuwe instructies, controleprocedures en het controleplan zorgen er voor dat de controleresultaten representatief zijn voor Belgie¨.

Outre les mesures susmentionnées, on a désigné au sein de l’administration du Controˆle de l’AFSCA deux responsables chargés de diriger l’Unité nationale d’implémentation et de coordination (UNIC) : un pour la région linguistique néerlandophone et un pour la région francophone et germanophone.

Naast de hierboven vermelde maatregelen werden er binnen het bestuur van de Controle van het FAVV twee verantwoordelijken aangeduid om de Nationale Implementatie en Coo¨rdinatie Eenheid (NICE) te leiden : één voor het Nederlandse taalgebied en één voor het Franse en het Duitse taalgebied.

La taˆche principale de l’UNIC est la coordination des 11 unités provinciales de controˆle (UPC) entre elles et la coordination avec l’administration centrale. Cette

De kerntaak van de NICE is de coo¨rdinatie van de 11 provinciale controle-eenheden (PCE’s). onderling en de coo¨rdinatie met het hoofdbestuur. Die eenheid


2003

2004


824

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6532

unité est surtout chargée de la simplification des controˆles sur le terrain et de l’harmonisation de la manière d’effectuer les controˆles entre les différentes UPC. Il existe une collaboration étroite entre ces deux responsables de l’UNIC, de telle sorte que les controˆles se passent de la même manière dans les deux parties du pays.

staat vooral in voor de vereenvoudiging van de controles op het werkterrein en voor de harmonisering van de manier van controle tussen de verschillende PCE’s. Er bestaat een heel nauwe samenwerking tussen die twee verantwoordelijken van NICE zodat de controles op dezelfde manier gebeuren in beide landsgedeelten.

L’UNIC évalue les résultats des controˆles des UPC et aussi, sur base de ces résultas, le fonctionnement des UPC. Ses membres doivent donc faire en sorte que les différentes UPC travaillent de manière plus uniforme. En cas de constatation de différences importantes dans l’exécution de certains controˆles, ils doivent en détecter la cause et chercher une solution. Ils doivent éventuellement adapter les procédures de controˆle et les instructions de l’administration centrale du Controˆle.

De NICE beoordeelt de resultaten van de controles van de PCE’s en evalueert op basis daarvan ook de werking van de PCE’s. Zij moeten dus zorgen dat de verschillende PCE’s op een uniformere manier gaan werken. Bij vaststelling van grote verschillen bij de uitvoering van bepaalde controles moeten ze de oorzaak opsporen en naar een oplossing zoeken. Eventueel moeten ze de controleprocedures en instructies van het hoofdbestuur van het bestuur van de Controle aanpassen.

DO 2003200421527

DO 2003200421527

Question no 191 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 191 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Mort subite du nourrisson. — Causes. — Pollution atmosphérique.

Wiegendood. — Oorzaken. — Luchtvervuiling.

Selon des scientifiques internationaux, la pollution atmosphérique constitue l’une des principales causes de la mort subite du nourrisson. Parmi les enfants qui décèdent de façon inexpliquée avant leur premier anniversaire, un décès sur six résulterait de la pollution atmosphérique. Même une faible pollution atmosphérique aurait des effets loin d’être négligeables.

Luchtvervuiling is volgens internationale onderzoekers een belangrijke oorzaak van wiegendood. Een zesde van de zuigelingen die voó´r hun eerste verjaardag door onverklaarbare redenen overlijden, zouden het slachtoffer zijn van luchtverontreiniging. Zelfs lage hoeveelheden luchtverontreinigingen zouden verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Jusqu’à présent, on avait cru qu’une mauvaise position pendant le sommeil, des températures trop élevées ou la fumée de cigarette étaient à l’origine du phénomène de la mort subite du nourrisson. Or, les scientifiques ont découvert que les bébés vivant dans un environnement avec une qualité de l’air médiocre encouraient un risque plus élevé. Ces informations proviennent d’une étude réalisée aux E´tats-Unis.

De oorzaken van wiegendood werden tot nu toe gezocht in de verkeerde slaaphouding, te hoge temperaturen of sigarettenrook. De onderzoekers ontdekten echter dat baby’s in gebieden met een slechte luchtkwaliteit een verhoogd risico lopen. Het onderzoek werd uitgevoerd in de Verenigde Staten.

1. Dispose-t-on, pour les cinq dernières années, de chiffres relatifs au nombre de décès de nourrissons attribués à la mort subite ?

1. Zijn er cijfers beschikbaar voor de jongste vijf jaar van het aantal overlijdens van pasgeborenen door wiegendood ?

2. A-t-on déjà mené une étude sur les causes de ces décès, en prenant en compte les facteurs environnementaux présents lors de la mort des enfants ?

2. Wordt onderzoek gedaan naar de oorzaak van deze overlijdens in functie van de omgevingsfactoren waarin de kinderen overleden ?

3. Dans la négative, pouvez-vous confirmer les conclusions de l’étude internationale précitée et envisagez-vous de prendre une initiative politique en la matière ?

3. In ontkennend geval, kan u de conclusies van voormeld internationaal onderzoek bevestigen en overweegt u daar beleidsmatig iets rond te doen ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6533

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 191 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 191 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) :

La pollution de l’air est selon des chercheurs au niveau international une cause importante de mort subite du nourrisson. Un enfant sur six qui meurt avant l’aˆge d’un an de cause inconnue serait en fait victime de la pollution de l’air. Même des taux de pollution infimes auraient des conséquences importantes dans ce domaine.

Luchtvervuiling is volgens internationale onderzoekers een belangrijke oorzaak van wiegendood. Een zesde van de zuigelingen die voó´r hun eerste verjaardag door onverklaarbare redenen overlijden, zouden het slachtoffer zijn van luchtverontreiniging. Zelfs lage hoeveelheden luchtverontreiniging zouden verstrekkende gevolgen kunnen hebben.

Les causes de la mort subite du nourrisson sont jusqu’à présent recherchées dans la position du nouveau-né dans son sommeil, dans la température ambiante trop élevée et dans la consommation de tabac. Les chercheurs ont montré que les nouveau-nés vivant dans des régions avec une mauvaise qualité de l’air au niveau environnemental ont un risque plus élevé. Cette étude a été menée aux USA.

De oorzaken van wiegendood werden tot nu toe gezocht in de verkeerde slaaphouding van de pasgeborene, te hoge temperaturen of het roken van sigaretten. De onderzoekers ontdekten echter dat baby’s in gebieden met een slechte luchtkwaliteit een verhoogd risico lopen. Het onderzoek werd uitgevoerd in de Verenigde Staten van Amerika.

1. La mort subite du nourrisson et de l’enfant (SIDS — Sudden Infant Death Syndrome) reste la principale cause de décès en période post-néonatale (entre l’aˆge de 1 mois et de 2 ans). La majorité des décès surviennent avant 12 mois.

1. Wiegendood (SIDS — Sudden Infant Death Syndrome) blijft de belangrijkste doodsoorzaak tijdens de postneonatale periode (tussen de leeftijd van 1 maand tot 2 jaar). De meeste overlijdens vinden plaats voó´r 12 maanden.

Depuis la fin des années 90, à la suite d’une campagne nationale de prévention des risques documentés de mort subite que vous mentionnez (position de l’enfant lors du sommeil, controˆle de l’environnement, éviction du tabac), le nombre de décès par mort subite a fortement diminué.

Sinds eind de jaren 90 is het aantal gevallen van wiegendood sterk gedaald naar aanleiding van een nationale preventiecampagne omtrent de gedocumenteerde risico’s van wiegendood die u vermeldt (slaappositie van het kind, controle van de omgeving, tabaksverbod).

Il n’existe malheureusement pas de chiffres récents de mortalité pour l’ensemble de la Belgique. Les dernières données disponibles pour la Wallonie et pour Bruxelles datent de 1997. Vous les trouverez sur le site web interactif de l’Institut scientifique de santé publique : http ://www.iph.fgov.be/epidemio/spma/

Er bestaan jammer genoeg geen recente sterftecijfers voor gans Belgie¨. De laatst beschikbare gegevens voor Wallonie¨ en Brussel dateren van 1997. Deze kunnen worden teruggevonden op de interactieve website van het Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid. http ://www.iph.fgov.be/epidemio/spma/

Ils font état d’un taux de mortalité infantile du au SIDS de 0,73 pour 1 000 en Flandre et 1,10 pour 1 000 en Wallonie; cette différence entre les deux régions n’est pas statistiquement significative.

Er wordt gerekend op een kindersterftecijfer door SIDS van 0,73 per 1 000 in Vlaanderen en 1,10 per 1 000 in Wallonie¨; het verschil tussen deze twee gewesten is Wallonie¨; het verschil tussen deze twee gewesten is niet statistisch significant.

D’après les chiffres récents disponibles uniquement pour la Flandre, l’incidence du SIDS continue de décroıˆtre (voir tableau ci-dessous).

Volgens recente cijfers die enkel beschikbaar zijn voor Vlaanderen, blijft de incidentie van SIDS afnemen. (zie tabel hieronder).

Nombre et incidence des décès dus au SIDS chez les enfants de moins d’un an, par rapport au nombre total de naissances vivantes, Communauté flamande, Belgique, 1997-2001

Aantal en incidentie overlijdens door SIDS bij kinderen jonger dan één jaar ten opzichte van het totaal aantal levendgeborenen, Vlaamse Gemeenschap, Belgie¨, 1997-2001


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6534

Année — Jaar

Nombre de décès dus au SIDS — Aantal overlijdens door SIDS

Proportion de décès dus au SIDS, pour 1 000 naissances vivantes — Sterfteaandeel door SIDS, per 1 000 levendgeborenen

1997 1998 1999 2000 2001

46 42 34 43 26

0,73 0,67 0,55 0,69 0,43

Ces données sont accessibles sur le site web de la Communauté Flamande à l’adresse : http :// www.wvc.vlaanderen.be/gezondheidsindicatoren/

Deze gegevens zijn beschikbaar op de website van de Vlaamse Gemeenschap : http :// www.wvc.vlaanderen.be/gezondheidsindicatoren/

2. Le syndrome de « mort subite du nourrisson et de l’enfant » ou SIDS est défini comme le décès inopiné et médicalement inexpliqué, malgré les moyens d’investigations disponibles, survenant chez un enfant de moins de 2 ans. Actuellement, en Belgique, une autopsie et des examens post-mortem complémentaires ne sont pratiqués que dans 20 à 30 % des cas suspects de SIDS. Pour la plupart des décès, le diagnostic reste donc incertain, les examens indiqués pour exclure une autre pathologie (malformation congénitale passée inaperçue, infection fulminante, maladie métabolique etc.) n’ayant pas été réalisés.

2. Wiegendood of SIDS wordt gedefinieerd als het onverwachte en, ondanks de beschikbare onderzoeksmiddelen, medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan 2 jaar. In Belgie¨ worden een autopsie en bijkomende post-mortem-onderzoeken momenteel slechts in 20 tot 30 % van de verdachte gevallen van SISD uitgevoerd. Voor de meeste overlijdens blijft de diagnose dus onzeker aangezien de aangewezen onderzoeken om een andere pathologie uit te sluiten (niet opgemerkte aangeboren afwijking, fulminante infectie, metabolische ziekte, enz.) niet worden uitgevoerd.

En mars 2003, une loi visant à réglementer la pratique de l’autopsie en cas de « décès inopiné et médicalement inexpliqué chez l’enfant de moins de dix-huit mois » a été votée (Moniteur Belge du 22 mai 2003). La détermination exacte du diagnostic est en effet importante, à la fois pour la famille de l’enfant décédé et dans un souci de santé publique.

In maart 2003 werd er een wet goedgekeurd tot regeling van de autopsie na het « onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden » (Belgisch Staatsblad van 22 mei 2003). De diagnose exact bepalen is inderdaad van belang zowel voor de familie van het overleden kind als voor de volksgezondheid.

Cette loi devrait permettre, dès que les arrêtés d’application seront pris, de mener les investigations détaillées nécessaires sur la cause de ces décès.

Zodra de uitvoeringsbesluiten genomen zijn, zou deze wet het mogelijk moeten maken gedetailleerde onderzoeken over de doodsoorzaak van deze zuigelingen uit te voeren.

Les travaux menés en Belgique jusqu’à présent ont porté sur les effets du tabagisme et d’autres facteurs de l’environnement immédiat du nourrisson sur le risque de SIDS. L’effet de la pollution atmosphérique n’a pas été investigué.

De studies die tot nog toe in Belgie¨ zijn uitgevoerd, slaan op de gevolgen van roken en andere factoren in de onmiddellijke omgeving van de zuigeling op het risico van wiegendood. De gevolgen van luchtvervuiling werden niet onderzocht.

3. Une revue des études sur la pollution de l’air due à des fines particules et la mortalité infantile a été réalisée récemment par S.V. Glinianaia et col. Ce travail sera publié prochainement dans le journal « Environmental Health Perspectives »; l’article est déjà disponible sur internet à l’adresse suivante : http : //ehp.niehs.nih.gov/docs/2004/6857/abstract.html.

3. Een overzicht van studies over de luchtvervuiling door fijne deeltjes en de kindersterfte werd onlangs gerealiseerd door S.V. Glinianaia et al. Dit werk zal binnenkort gepubliceerd worden in het tijdschrift « Environmental Health Perspectives »; het artikel is al beschikbaar op het internet op het volgende adres : http ://ehp.niehs.nih.gov/docs/2004/6857/ abstract.html.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6535

Deux études américaines (1) (2) ont montré une association entre le SIDS et la pollution de l’air par des fines particules. Ces résultats ont pu être confirmés par une étude exécutée à Taiwan en 1995 (3) mais n’ont pas été retrouvés dans un projet de recherche mené en République tchèque en 1999 (4).

Twee Amerikaanse studies (1) (2) hebben een verband tussen SIDS en luchtvervuiling door fijne deeltjes aangetoond. Deze resultaten werden bevestigd door een studie uitgevoerd in Taiwan in 1995 (3) maar werden niet teruggevonden in een onderzoeksproject uitgevoerd in de Tsjechische Republiek in 1999 (4).

S.V. Glinianaia et col. insistent sur le fait que l’ensemble des études menées sur ce sujet souffrent de lacunes au niveau méthodologique. Ils citent notamment le fait que très peu d’entre elles ont inclus dans l’analyse des facteurs dont on sait déjà qu’ils ont une relation avec la mort du nourrisson (comme le tabagisme parental). La mesure de l’exposition à la pollution de l’air par des fines particules pose également des problèmes sérieux : celle-ci est extrapolée à partir de mesures faites dans des régions relativement vastes et manquent donc de précision pour le lieu de résidence du nourrisson. La composition chimique des particules fines n’a pas été prise en compte, ni la présence d’autres substances polluantes comme le SO2 ou le NO2. Elles ne tiennent pas compte enfin du fait que les nourrissons vivent essentiellement à l’intérieur des habitations.

S.V. Glinianaia et al. leggen de nadruk op het feit dat het geheel van uitgevoerde studies over dit project lacunes op methodologisch niveau hebben. Ze halen met name het feit aan dat zeer weinig onder hen de risicofactoren waarvan men reeds weet dat ze een relatie hebben met wiegendood (zoals het ouderlijk roken), in de analyse hebben opgenomen. Het opmeten van de blootstelling aan luchtvervuiling door fijne deeltjes stelt eveneens ernstige problemen : men werkt met extrapolatie van metingen gedaan in relatief uitgestrekte gebieden en mist dus precieze details voor de verblijfplaats van de zuigeling. Met de chemische samenstelling van de fijne deeltjes werd geen rekening gehouden, noch met de aanwezigheid van andere verontreinigende substanties zoals SO2 of NO2. Zij houden uiteindelijk geen rekening met het feit dat zuigelingen voornamelijk binnenshuis leven.

Il y a malgré tout de plus en plus de travaux scientifiques qui tendent à montrer une association entre un excès de mortalité et/ou de morbidité et la pollution de l’air par des fines particules. Il faut encore toutefois vérifier s’il y a là une relation causale et quels en sont les mécanismes.

Ondanks alles zijn er meer en meer wetenschappelijke bijdragen die de neiging hebben een verband aan te tonen tussen een verhoogde sterfte en/of morbiditeit en de luchtvervuiling door fijne deeltjes. Er moet echter nog steeds nagegaan worden of er een oorzakelijk verband bestaat en welke de mechanismen ervan zijn.

Selon S.V. Glinianaia et col., peu de travaux de recherche ont comparé de jeunes humains ou de jeunes animaux immatures à des organismes adultes en ce qui concerne leur susceptibilité à la pollution de l’air par des fines particules. Trois mécanismes ont été identifiés chez les adultes (réponse inflammatoire, réponse allergique ou altération de l’autonomie cardiaque). Ces mécanismes peuvent être pertinents chez les enfants mais leur influence varie sans doute en fonction de l’aˆge. Les nouveau-nés en période post-

Volgens S.V. Glinianaia et al. hebben weinig onderzoeken jonge mensen of jonge onvolwassen dieren met volwassen organismen vergeleken wat betreft hun gevoeligheid aan luchtvervuiling door fijne deeltjes. Drie mechanismen werden geı¨dentificeerd bij de volwassenen (ontstekingsreactie, allergische reactie of verslechtering van de hartautonomie). Deze mechanismen kunnen pertinent zijn bij kinderen, maar hun invloed verandert zonder twijfel in functie van de leeftijd. De pasgeborenen in de postneonatale periode

(1) Woodruff T.J., Grillo J., Schoendorf K.C. The relationship between selected causes of postneonatal infant mortality and particulate air pollution in the United States. Environ Health Perspect. 1997; 105(6) :608-612. (2) Lipfert F.W., Zhang J., Wyzga R.E. Infant mortality and air pollution : a comprehensive analysis of US data for 1990. J. Air Waste Manag. Assoc. 2000; 50(8) :13501366. (3) Knobel H.H., Chen C.J., Liang K.Y. Sudden infant death syndrome in relation to weather and optimetrically measured air pollution in Taiwan. Pediatrics 1995; 96(6) :11061110. (4) Bobak M., Leon D.A. The effect of air pollution on infant mortality appears specific for respiratory causes in the postneonatal period. Epidemiology 1999; 10(6) :666-670.

(1) Woodruff T.J., Grillo J., Schoendorf K.C. The relationship between selected causes of postneonatal infant mortality and particulate air pollution in the United States. Environ Health Perspect 1997; 105(6) :608-612. (2) Lipfert F.W., Zhang J., Wyzga R.E. Infant mortality and air pollution : a comprehensive analysis of US data for 1990. J. Air Waste Manag. Assoc. 2000; 50(8) :13501366. (3) Knobel H.H., Chen C.J., Liang K.Y. Sudden infant death syndrome in relation to weather and optimetrically measured air pollution in Taiwan. Pediatrics 1995; 96(6) :11061110. (4) Bobak M., Leon D.A. The effect of air pollution on infant mortality appears specific for respiratory causes in the postneonatal period. Epidemiology 1999; 10(6) :666-670.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6536

néonatale (de 1 à 12 mois) semblent en effet plus sensibles aux facteurs de l’environnement extérieur.

(van 1 tot 12 maanden) lijken immers gevoeliger voor externe omgevingsfactoren.

En ce qui concerne le SIDS, S.V. Glinianaia et col. pensent que le mécanisme le plus vraisemblable est celui d’une anomalie de la maturation au niveau cérébral entraıˆnant des troubles de la régulation du système respiratoire. Les principaux facteurs de risques sont liés à l’environnement du sommeil du nourrisson, au niveau socio-économique des parents et surtout au tabagisme (des parents et de l’entourage). La relation causale entre SIDS et tabagisme est communément acceptée; un des mécanismes serait lié notamment à la présence de particules fines dans la fumée de tabac.

Wat betreft SIDS denken S.V. Glinianaia et al. dat het meest aannemelijke mechanisme een onvolgroeidheid op cerebraal niveau die problemen bij het regelen van het ademhalingssysteem meebrengt. De belangrijkste risicofactoren hangen samen met de slaapomgeving van de zuigeling, het socio-economisch niveau van de ouders en vooral met roken (van ouders en omgeving). Het oorzakelijk verband tussen SIDS en roken wordt algemeen aanvaard; een van de mechanismen zou met name te maken hebben met de aanwezigheid van kleine deeltjes in de tabaksrook.

En conclusion, l’état de la recherche en ce qui concerne l’association entre pollution de l’air par des fines particules et SIDS ne permet pas pour l’instant d’affirmer qu’il existe une relation causale. Des études complémentaires sont nécessaires afin de résoudre les nombreux problèmes méthodologiques qui se présentent.

We kunnen besluiten dat het onderzoek naar het verband tussen luchtvervuiling door fijne deeltjes en SIDS momenteel nog niet ver genoeg gevorderd is om te bevestigen dat er een oorzakelijk verband bestaat. Bijkomende studies zijn nodig om de talrijke methodologische problemen die zich voordoen, op te lossen.

En attendant, il reste primordial d’agir sur les facteurs de risque connus et plus particulièrement sur le tabagisme parental.

In afwachting blijft het uiterst belangrijk in te werken op de gekende risicofactoren en in het bijzonder op het ouderlijke roken.

DO 2003200421531

DO 2003200421531

Question no 194 de M. Guido De Padt du 19 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Grandes surfaces. — Produits. — Résidus de pesticides. Il arrive que des produits vendus en grande surface contiennent trop de résidus de pesticides. Le service néerlandais de controˆle de la qualité des produits de consommation (Keuringsdienst van waren) a procédé à une enquête par échantillonnage, qui démontre un dépassement de plus en plus fréquent des normes légales. En 2002, le taux de substances toxiques dépassait les seuils légaux dans 21 % des produits importés; il y a dix ans, 5 % seulement des produits étaient concernés. La fondation néerlandaise pour la nature et l’environnement (Stichting Natuur en Milieu) estime quant à elle que toutes les infractions doivent être rendues publiques, de manière à permettre au consommateur de faire son choix en connaissance de cause et d’encourager les grandes surfaces à prendre des mesures préventives. Moins de pollution et une meilleure protection de l’environnement et de la santé en seraient le résultat.

Vraag nr. 194 van de heer Guido De Padt van 19 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Supermarkten. — Producten. — Restanten van bestrijdingsmiddelen. Het komt voor dat supermarkten producten verkopen met teveel restanten van bestrijdingsmiddelen. Uit steekproeven van de Nederlandse Keuringsdienst van waren blijkt dat de wettelijke normen steeds vaker worden overschreden. In 2002 bevatte 21 % van de geı¨mporteerde producten meer gif dan wettelijk is toegestaan. Tien jaar geleden was dit nog 5 %.


2003

De Nederlandse Stichting Natuur en Milieu meent dat alle overtredingen openbaar gemaakt moeten worden. Dan kan de consument een bewuste keuze maken en worden de supermarkten gestimuleerd om preventieve maatregelen te nemen. Dat vermindert de vervuiling en is goed voor gezondheid en milieu.

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6537

En Grande-Bretagne, les supermarchés et les pouvoirs publics diffusent depuis des années des informations sur les pesticides utilisés pour les légumes et les fruits. Tous les trois mois, le gouvernement britannique publie sur un site web spécial la liste des produits contenant trop de résidus toxiques et des magasins ou` ces produits sont vendus. Toutes les données sont rendues publiques, y compris l’adresse du supermarché concerné. ` combien de controˆles les services compétents 1. A ont-ils procédé au cours de ces cinq dernières années afin de vérifier le respect des normes légales en matière de résidus de pesticides, et comment ces controˆles se répartissent-ils entre les différentes régions ? 2. Quels étaient les résultats de ces controˆles ?

In Groot-Brittannie¨ verstrekken de supermarkten en de overheid al jaren informatie over bestrijdingsmiddelen op groenten en fruit. Elke drie maanden rapporteert de Britse overheid op een speciale website welke producten van welke winkels te veel gifresten bevatten. Alle gegevens, tot en met het adres van de betreffende supermarkt, worden openbaar gemaakt.

1. Hoeveel controles (de jongste vijf jaar en opgesplitst per gewest) werden er door de bevoegde diensten uitgevoerd om na te gaan in welke mate de wettelijke normen op het vlak van de restanten van bestrijdingsmiddelen werden gerespecteerd ? 2. Wat waren de resultaten ervan ?

3. Envisage-t-on de publier à l’intention du consommateur les résultats de ces controˆles ?

3. Wordt overwogen om de gegevens van die controles te ontsluiten voor de consument ?



1. L’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) (et les services prédécesseurs) réalise chaque année un monitoring des résidus de pesticides sur les fruits, légumes et céréales présents sur le marché belge afin de vérifier que les limites maximales en résidus de pesticides (LMR) fixées soient respectées. Ce programme de controˆle vise les productions belges et les produits importés. Les différents groupes de fruits et légumes y sont représentés autant que possible.

1. Jaarlijks voert het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) (en de vroegere diensten) een monitoring uit van de pesticideresidu’s op fruit, groenten en granen die aanwezig zijn op de Belgische markt, teneinde erop toe te zien dat de vastgelegde maximale residulimieten (MRL) van bestrijdingsmiddelen worden gerespecteerd. Dit controleprogramma is gericht op de Belgische productie en op ingevoerde producten. De verschillende groepen van groenten en fruit worden in het programma zoveel mogelijk vertegenwoordigd.

Année 1999 2000 2001 2002

................................. ................................. ................................. .................................

Nombre d’échantillons 1 035 1 353 927 1 028

Dépassements LMR 77 98 37 54

(7,4 %) (7,2 %) (4,0 %) (5,3 %)

Aantal stalen

Jaar 1999 2000 2001 2002

................................. ................................. ................................. .................................

1 035 1 353 927 1 028

Overschrijdingen MRL 77 98 37 54

(7,4 %) (7,2 %) (4,0 %) (5,3 %)

Une diminution des dépassements des limites maximales en résidus de pesticides est observée ces dernières années.

Er wordt de laatste jaren een vermindering vastgesteld van de overschrijdingen van de maximale residulimieten van bestrijdingsmiddelen.

2. Les résultats figurent dans la réponse à la question 1. Le controˆle des résidus de pesticides par région n’a pas de sens vu qu’une denrée n’est pas nécessairement controˆlée dans sa région de production.

2. De resultaten worden in het antwoord op vraag 1 vermeld. De controle op pesticidenresiduen per regio heeft geen zin vermits een voedingsmiddel niet noodzakelijk wordt gecontroleerd in de streek waar het werd geproduceerd.

3. Dans les résultats publiés des divers programmes de monitoring de l’AFSCA on ne mentionne ni les marques, ni les noms, ni les lieux d’échantillonnage. Ceci constitue la politique de communication externe

3. De vrijgegeven resultaten van de diverse monitoringsprogramma’s van het FAVV bevatten noch merken bedrijfsnamen noch locaties van bemonstering. Dit is in de lijn met het algemeen extern commu-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6538

générale de l’AFSCA. Ce n’est qu’en cas de rappel de produits pour raisons de santé publique que de telles informations seraient publiées.

nicatiebeleid van het FAVV. Enkel wanneer bijvoorbeeld naar aanleiding van een productterugroeping, dergelijke informatie uit het oogpunt van de volksgezondheid noodzakelijk is wordt deze vrijgegeven.

Les limites maximales en résidus (LMR) pour pesticides sont fixées par le biais de deux éléments : protection de la santé publique et bonnes pratiques agricoles. Les LMR basées sur les bonnes pratiques agricoles sont inférieures à celles qui se basent sur la protection de la santé publique. La plupart des LMR sont établies sur la base des bonnes pratiques agricoles. Pour cette raison, il n’y a donc pas de danger immédiat pour la santé publique lorsqu’une limite maximale en résidus est dépassée.

De maximale residulimieten (MRL) voor bestrijdingsmiddelen worden bepaald aan de hand van twee overwegingen : bescherming volksgezondheid en goed landbouwkundig gebruik. De MRL op basis van goed landbouwkundig gebruik is lager dan de MRL op basis van de bescherming van de volksgezondheid. De meeste MRLs komen tot stand op grond van goed landbouwkundig gebruik. Bij een overschrijding van een maximaal residulimiet is er daarom niet onmiddellijk sprake van een gevaar voor de volksgezondheid.

Le consommateur a, à sa disposition, différents moyens d’information concernant la problématique des résidus de pesticides.

Met betrekking tot de problematiek van pesticideresidu’s heeft de consument meerdere informatiemiddelen ter beschikking.

Le rapport d’activité annuel de l’AFSCA, disponible sur le site de l’Agence (http://www.afsca.be), reprend les principaux résultats du programme de monitoring concernant les résidus de pesticides sur fruits et légumes. Ce rapport est largement commenté dans la presse. Ce rapport est remis aux membres du comité consultatif de l’AFSCA au sein duquel siègent des représentants les associations des consommateurs.

Het jaarverslag van het FAVV beschikbaar op de website van het Agentschap (http://www.favv.be) herneemt de belangrijkste resultaten van het monitoringsprogramma betreffende pesticideresidu in groenten en fruit. Dit rapport werd uitgebreid besproken in de pers. Dit verslag wordt voorgelegd aan de leden van het raadgevend comité van het FAVV waarin de consumentenverenigingen zitting hebben.

Les résultats du programme de monitoring réalisé annuellement par l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire sont envoyés à la Commission européenne qui compile les données des différents E´tats membres et publie un rapport consultable par chacun sur son site internet (http://europa.eu.int/ comm/food/fs/inspections/fnaoi/reports/annual eu/ index en.html).

De resultaten van dit jaarlijks monitoringsprogramma worden door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen aan de Europese Commissie overgemaakt die de gegevens van de verschillende lidstaten bundelt en een verslag publiceert dat door iedereen consulteerbaar is op haar website (http://europa.eu.int/comm/food/fs/inspections/ fnaoi/reports/annual eu/index en.html).

Les résultats du programme de monitoring sont également disponibles sur demande auprès de l’AFSCA.

De resultaten van het monitoringsprogramma zijn eveneens beschikbaar bij het FAVV en dit op eenvoudig verzoek.

DO 2003200421545

DO 2003200421545

Question no 195 de Mme Trees Pieters du 25 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 195 van mevrouw Trees Pieters van 25 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Cercle de médecins de Meulebeke. — Zones de service de garde.

Huisartsenkring van Meulebeke. — Wachtdienstzones.

L’article 5, 4o, de l’arrêté royal du 8 juillet 2002 fixant les missions confiées aux cercles de médecins généralistes précise qu’un médecin au moins doit être disponible en permanence par tranche de 30 000 habitants.

Artikel 5, 4o, van het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen bepaalt dat er minstens één huisarts permanent beschikbaar moet zijn per schijf van 30 000 inwoners.

Le cercle de médecins de Meulebeke compte quatre zones de service de garde pour un total de moins de

De huisartsenkring van Meulebeke telt vier wachtdienstzones voor samen minder dan 120 000 inwoners.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6539

120 000 habitants. Ces zones de service de garde fonctionnent de manière autonome et sont chapeautées par le cercle de médecins généralistes. Une zone de service de garde compte 32 900 habitants.

Die wachtdienstzones functioneren autonoom onder de koepel van de huisartsenkring. E´én wachtdienstzone telt 32 900 inwoners.

1. Doit-il y avoir un seul ou deux médecins généralistes de garde dans ces zones de service de garde et, le cas échéant, une double indemnisation des services de garde est-elle alors exigible ?

1. Moeten in deze wachtdienstzone één of twee huisartsen van wacht zijn, en zo ja, is er dan tweemaal wachtdienstvergoeding opvraagbaar ?

2. L’information que les médecins généralistes ont reçue à ce sujet est très fluctuante et contradictoire (Ordre des médecins, commission médicale provinciale, syndicat des médecins généralistes SV, conférence « Mozaıëk » avec l’UHAK et le Prof. Vansweevelt). Il se pose manifestement aussi un problème d’interprétation de la traduction néerlandaise de l’article 5, 4o, de l’arrêté royal du 8 juillet 2002 susmentionné.

2. De informatie die de huisartsen hierover krijgen is zeer wisselend en tegenstrijdig (Orde van geneesheren, provinciale geneeskundige commissie, huisartsensyndicaat SV, Mozaıëkconferentie met UHAK en Prof. Vansweevelt). Tevens is er blijkbaar een interpretatieprobleem van de vertaling Frans-Nederlands van artikel 5, 4o, van voornoemd koninklijk besluit van 8 juli 2002.

Compte tenu de l’importance que revêt la question pour le responsable du service de garde et la direction du cercle (notamment en matière d’assurabilité), pourriez-vous fournir une réponse convaincante sur le plan juridique ?

Gezien het grote belang hiervan voor de wachtdienstverantwoordelijke en, het kringbestuur (onder andere « verzekerbaarheid ») graag een juridisch sluitend antwoord ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 26 juillet 2004, à la question no 195 de Mme Trees Pieters du 25 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 26 juli 2004, op de vraag nr. 195 van mevrouw Trees Pieters van 25 mei 2004 (N.) :

Nous distinguons deux objets dans la présente question parlementaire, l’un relatif à l’article 5, 4o, de l’arrêté royal du 8 juillet 2002 fixant les missions confiées aux cercles de médecins généralistes, l’autre portant sur l’honoraire de disponibilité.

In de parlementaire vraag menen we 2 onderwerpen te kunnen onderscheiden. Enerzijds een vraag in verband met artikel 5, 4o, van het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen en anderzijds een vraag aangaande het beschikbaarheidshonorarium.

La commune de Meulebeke est comprise dans la zone de médecins généralistes (= territoire couvert par un cercle de médecins généralistes) du cercle « Huisartsen van ’t Oosten van West-Vlaanderen ». Outre Meulebeke, ladite zone comprend également les communes d’Oostrozebeke, Pittem, Ruiselede, Tielt, Wielsbeke, Wingene et Dentergem.

De gemeente Meulebeke maakt deel uit van de huisartsenzone (het grondgebied van een huisartsenkring) van de huisartsenkring « Huisartsen van ’t Oosten van West-Vlaanderen ». Behalve Meulebeke omvat deze huisartsenzone ook nog de volgende gemeenten : Oostrozebeke, Pittem, Ruiselede, Tielt, Wielsbeke, Wingene en Dentergem. E´én van de opdrachten van de huisartsenkringen is de organisatie van de huisartsenwachtdienst. Binnen de gehele huisartsenzone dient de huisartsenkring één huisartsenwachtdienst te organiseren. De huisartsenwachtdienst kan wel bestaan uit meerdere onderdelen, maar die moeten dan samen toch één huisartsenwachtdienst voor de hele huisartsenzone vormen. Voor de huisartsenkring « Huisartsen van ’t Oosten van WestVlaanderen » betekent dit dus dat er één huisartsenwachtdienst wordt georganiseerd voor de gemeenten Meulebeke, Oostrozebeke, Pittem, Ruiselede, Tielt, Wielsbeke, Wingene en Dentergem.

Une des missions du cercle de médecins généralistes est l’organisation du service de garde de médecins généralistes. Le cercle de médecins généralistes doit organiser un seul service de garde dans toute la zone de médecins généralistes. Ce service de garde de médecins généralistes peut se composer de plusieurs unités, mais celles-ci ne doivent former qu’un seul service de garde pour l’ensemble de la zone de médecins généralistes. Cela revient à dire pour le cercle « Huisartsen van ’t Oosten van West-Vlaanderen » qu’un seul service de garde est organisé pour les communes de Meulebeke, Oostrozebeke, Pittem, Ruiselede, Tielt, Wielsbeke, Wingene et Dentergem. Il ressort des données de l’Institut national de statistique que le nombre d’habitants de la zone couverte


2003

Op basis van de gegevens van het Nationaal Instituut voor de statistiek kunnen we stellen dat het inwo2004


825

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6540

par le cercle de médecins généralistes « Huisartsen van ’t Oosten van West-Vlaanderen » était de 78 914 à 1a date du 1er janvier 2003.

nersaantal van de huisartsenzone van de huisartsenkring « Huisartsen van ’t Oosten van WestVlaanderen » 78 914 was op 1 januari 2003.

L’arrêté royal du 8 juillet 2002 fixant les missions confiées aux cercles de médecins généralistes stipule à l’article 5, 4o, que « durant la période d’activité du service de garde de médecins généralistes, un médecin au moins doit être disponible en permanence et ce à raison de 1 médecin généraliste par tranche complète de 30 000 habitants ».

In het koninklijk besluit van 8 juli 2002 tot vaststelling van de opdrachten verleend aan huisartsenkringen wordt in artikel 5, 4o, het volgende vermeld : « gedurende de tijdsperiode dat de huisartsenwachtdienst functioneert, dient minstens één huisarts permanent beschikbaar te zijn en a rato van één huisarts per volledige schijf van 30 000 inwoners; ».

Le tableau ci-dessous indique le nombre minimum de médecins généralistes qui selon la réglementation doivent être disponibles durant la période d’activité du service de garde de médecins généralistes.

In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel huisartsen volgens de regelgeving minstens beschikbaar dienen te zijn gedurende de tijdsperiode dat de huisartsenwachtdienst functioneert.

Nombre d’habitants dans la zone de médecins

Effectif minimal de médecins généralistes

1 à 29 999 .............................................. 30 000 à 59 999 ...................................... 60 000 à 89 999 ...................................... 90 000 à 119 999 .................................... (...) .........................................................

1 2 3 4 (...)

Aantal inwoners in de huisartsenzone

Minimumbezetting huisartsen

1 tot 29 999 .............................................. 30 000 tot 59 999 ...................................... 60 000 tot 89 999 ...................................... 90 000 tot 119 999 .................................... (...) ...........................................................

1 2 3 4 (...)

Partant de ces chiffres, nous pouvons dire qu’au moins trois médecins généralistes doivent être disponibles en permanence durant la période d’activité du service de garde du cercle « Huisartsen van ’t Oosten van West-Vlaanderen ».

Gedurende de tijdsperiode dat de huisartsenwachtdienst van de huisartsenkring « Huisartsen van ’t Oosten van West-Vlaanderen » functioneert, dienen er dus minstens drie huisartsen permanent beschikbaar te zijn.

Les modalités afférentes au versement des honoraires de disponibilité sont définies dans deux documents consultables sur le site internet de l’INAMI :

De modaliteiten aangaande betalingen van beschikbaarheidshonoraria zijn beschreven in twee teksten die terug te vinden zijn op de website van het RIZIV :

— Honoraire de disponibilité

— Beschikbaarheidshonorarium

Finalisation des paiements pour les gardes réalisées en 2002

Finalisering van de betalingen van beschikbaarheidshonoraria voor 2002

Ouverture de l’application pour l’encodage des gardes réalisées en 2003

Opstarten van de toepassing voor het invoeren van de in 2003 uitgevoerde wachtdiensten

— http ://www.inami.be/care/fr/doctors/ availability/2002to2003/

— http ://www.riziv.be/care/nl/doctors/ availability/2002to2003/

Décision de la Commission nationale médicomutualiste concernant les honoraires de disponibilité

— Beslissing van de Nationale commissie geneesherenziekenfondsen in verband met beschikbaarheidshonoraria

http ://www.inami.be/care/fr/doctors/ availability/2002to2003/decision.htm


http ://www.riziv.be/care/nl/doctors/ availability/2002to2003/decision.htm 2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6541

DO 2003200421566

DO 2003200421566

Question no 197 de M. Guido De Padt du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 197 van de heer Guido De Padt van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Interdiction de vaccination contre la fièvre aphteuse en Belgique. — Risques liés à la politique de nonvaccination.

Verbod inenting tegen monden klauwzeer in Belgie¨. — Risico’s van het non-vaccinatiebeleid.

L’Office international des épizooties (OIE) a fait savoir au Comité des organisations professionnelles agricoles de l’Union européenne (COPA) que les produits issus d’animaux vaccinés contre la fièvre aphteuse ne présentaient aucun risque pour la santé publique.

De organisatie voor de bestrijding van dierziekten in de wereld, de OiE, heeft aan COPA, het Comité van Europese landbouworganisaties, laten weten dat producten van dieren die zijn ingee¨nt tegen monden klauwzeer geen enkel risico vormen voor de volksgezondheid.

1. En Belgique, quels motifs sont-ils à l’origine de l’interdiction de vaccination contre la fièvre aphteuse ?

1. Welke motieven lagen aan de basis om in Belgie¨ de inenting tegen monden klauwzeer (MKZ) te verbieden ?

2. Les constatations de l’OIE ne justifient-elles pas une révision de la politique de non-vaccination ?

2. Zijn er tegen de achtergrond van de vaststellingen van de OiE geen redenen om het nonvaccinatiebeleid in herziening te stellen ?

3. Quels risques la politique de non-vaccination implique-t-elle, compte tenu du fait que les bovins de notre pays ne sont pas immunisés contre le virus de la fièvre aphteuse à l’heure actuelle ?

3. Wat zijn de risico’s van het non-vaccinatiebeleid, gelet op het feit dat Belgie¨ momenteel een rundveepopulatie heeft die niet immuun is tegen het MKZ-virus ?

4. Dans quelle mesure importe-t-on chez nous des produits issus d’animaux vaccinés contre la fièvre aphteuse et destinés à la consommation humaine ?

4. In welke mate worden er in ons land producten geı¨mporteerd van dieren die zijn ingee¨nt tegen MKZ en bestemd zijn voor menselijke consumptie ?



J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1. La Belgique s’est alignée sur ses partenaires au sein de l’UE. La directive 90/423/CEE a introduit la politique de non-vaccination dans toute l’UE. La Belgique s’est toujours prononcée en défaveur de l’arrêt de la vaccination antiaphteuse.

1. Belgie¨ heeft zich aangesloten bij zijn Europese partners. Richtlijn 90/423/EEG heeft het nonvaccinatiebeleid in heel de EU geı¨ntroduceerd. Belgie¨ heeft wel steeds laten verstaan niet echt een voorstander te zijn van een non-vaccinatiebeleid.

2. L’évolution des tests pour différencier les animaux infectés des animaux vaccinés a conduit à l’adaptation du code zoosanitaire de l’OIE dans le sens d’une possibilité de recours à la vaccination. En accord avec ce qui précède la directive 2003/85/CEE autorise le recours à la vaccination pour autant que les critères de décision de vaccination soient remplis. La vaccination reste en premier lieu une aide pour obtenir à nouveau le plus vite possible le statut d’indemne de fièvre aphteuse, et de limiter les conséquences de l’infection.

2. De evolutie van de testen die bruikbaar zijn om een onderscheid te maken tussen gevaccineerde dieren en besmette dieren heeft ertoe geleid dat de OIE de zoo¨sanitaire codex zodanig heeft aangepast dat vaccinatie kan toegepast worden. In overeenstemming hiermee werd richtlijn 2003/85/EG aangenomen waardoor de lidstaten bij een uitbraak van monden klauwzeer kunnen overgaan tot vaccinatie voorzover voldaan is aan de criteria die een beslissing om te vaccineren rechtvaardigen. Vaccinatie blijft in de eerste plaats een hulpmiddel om zo spoedig mogelijk opnieuw de monden klauwzeervrije status te bereiken terwijl de gevolgen zo beperkt mogelijk worden gehouden.

3. La population bovine en Belgique est sensible au virus de la fièvre aphteuse. Cela exige de la part des

3. De Belgische rundveepopulatie is gevoelig voor het monden klauwzeervirus. Dit vereist van de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6542

services concernés une vigilance continue en ce qui concerne l’introduction de produits ou d’animaux susceptibles d’être contaminés.

bevoegde diensten een voortdurende waakzaamheid in verband met het binnenbrengen van dieren of producten.

4. Les produits animaux provenant d’animaux vaccinés contre la fièvre aphteuse ne peuvent être importés en Belgique, sauf sous certaines conditions fixées par la commission de l’UE comme par exemple les viandes désossées et maturées.

4. Dierlijke producten afkomstig van tegen monden klauwzeer gevaccineerde dieren mogen niet worden geı¨mporteerd in Belgie¨, tenzij onder speciale voorwaarden vastgesteld door de commissie van de EU zoals bijvoorbeeld voor ontbeend en gerijpt vlees.

DO 2003200421589

DO 2003200421589

Question no 201 de Mme Annelies Storms du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 201 van mevrouw Annelies Storms van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Projets-pilotes en matière « d’activation » dans le domaine des soins de santé mentale.

Pilootprojecten rond « activering » in de geestelijke gezondheidszorg.

Un projet-pilote doit permettre de vérifier, avant une éventuelle réglementation légale, si un modèle de soins de santé spécifique est réalisable.

De doelstelling van een pilootproject bestaat erin om een bepaald zorgmodel te testen op zijn haalbaarheid om daarna eventueel over te gaan tot een wettelijke regeling van dit zorgmodel.

Les pouvoirs organisateurs des initiatives d’habitations protégées ont reçu le 21 septembre 2001 une circulaire dans laquelle l’administration des Soins de santé, Direction de la Politique de santé, les invitait à présenter des projets-pilotes en matière « d’activation ». Sur les 47 projets introduits, 19 ont finalement été retenus.

Op 21 september 2001 ontvingen de inrichtende machten van de initiatieven voor beschut wonen een omzendbrief van het bestuur van de Gezondheidszorgen, Bestuursdirectie Gezondheidsbeleid, waarin de mogelijkheid geboden werd om pilootprojecten in te dienen rond « activering ». 19 van de 47 ingediende projectvoorstellen werden uiteindelijk weerhouden.

1. Pouvez-vous nous fournir une liste des organisations retenues pour ces projets-pilotes, ainsi qu’une description succincte de chaque projet ? ` combien s’élèvent les subventions annuelles 2. A par projet ?

1. Kan u een overzicht geven van de organisaties die geselecteerd werden voor dergelijk proefproject en een korte omschrijving van elk project ?

3. Le budget affecté aux projets-pilotes en matière d’activation était prévu pour deux ans.

3. Het budget voor pilootprojecten rond activering was voorzien voor twee jaar.

a) Les projets-pilotes seront-ils prolongés ?

a) Worden de proefprojecten verlengd ?

b) Pourquoi (pas) ?

b) Waarom (niet) ?

4. a) Comment se déroule l’évaluation des projetspilotes ?

4. a) Op welke wijze worden deze proefprojecten gee¨valueerd ?

b) Quand ces évaluations seront-elles terminées ?

b) Wanneer worden deze evaluaties afgerond ?

c) Qu’adviendra-t-il des projets-pilotes qui ont fait l’objet d’une évaluation positive ?

c) Wat gebeurt er met proefprojecten die positief gee¨valueerd werden ?

d) Quels projets seront éventuellement prolongés et pour quelle période ?

d) Welke projecten worden eventueel verlengd en voor hoelang ?

5. a) Recevront-ils à l’avenir une aide structurelle des autorités publiques ?

5. a) Zullen zij in de toekomst van de overheid structurele ondersteuning krijgen ?

b) Pourquoi (pas) ?

b) Waarom (niet) ?


2003

2. Hoeveel subsidies ontvangt elk project hier jaarlijks voor ?

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6543

c) Envisagez-vous éventuellement de nouvelles mesures concernant « l’activation » en matière de soins de santé mentale ?

c) Voorziet u eventueel in nieuwe maatregelen inzake « activering » in de geestelijke gezondheidszorg ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 201 de Mme Annelies Storms du 3 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 201 van mevrouw Annelies Storms van 3 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

1. Pour le projet-pilote « activation » dans les soins de santé mentale, 19 participants ont été sélectionnés avec lesquels une convention a été conclue :

1. Voor het pilootproject rond « activering » in de geestelijke gezondheidszorg werden volgende 19 participanten geselecteerd met wie een overeenkomst werd gesloten :

— IBW ’t Veer à Rekem

— IBW ’t Veer te Rekem

— IBW De Linde à Diest

— IBW De Linde te Diest

— IBW De Bolster à Courtrai

— IBW De Bolster te Kortrijk

— IBW Ipso-Gent à Gand

— IBW Ipso-Gent te Gent

— IBW De Raster à Beigem-Grimbergen

— IBW De Raster te Beigem-Grimbergen

— IBW De Hulster à Kortenberg

— IBW De Hulster te Kortenberg

— IBW Mechelen à Malines

— IBW Mechelen te Mechelen

— IBW Kempen à Geel

— IBW Kempen te Geel

— IBW Eigen Woonst à Menen

— IBW Eigen Woonst te Menen

— IBW De Nieuwe Horizon à Melle

— IBW De Nieuwe Horizon te Melle

— IBW Hestia à Tirlemont

— IBW Hestia te Tienen

— IBW Bewust à Saint-Trond

— IBW Bewust te Sint-Truiden

— IBW West-Limburg à Heusden Zolder

— IBW West-Limburg te Heusden Zolder

— IBW Reymeers à Lede

— IBW Reymeers te Lede

— IBW Festina Lente à Ixelles

— IBW Festina Lente te Elsene

— IBW Pro Mente à Saint-Nicolas

— IBW Pro Mente te Sint-Niklaas

— IHP Begleitetes Wohnen Ostbelgiens à St.-Vith

— IHP Begleitetes Wohnen Ostbelgiens te St.-Vith

— IHP Ourthe-Amblève à Aywaille

— IHP Ourthe-Amblève te Aywaille

— Revers IHP Liprolo à Liège

— Revers IHP Liprolo te Luik.

Les autorités ont l’intention de tester, via ce projetpilote, la faisabilité d’un modèle de soins déterminé avant d’éventuellement parvenir à une législation. C’est pourquoi il est important que les participants sélectionnés respectent les objectifs posés comme principe, i.e. le modèle de soins.

Van overheidswege bestaat de intentie erin, via een pilootproject, een bepaald zorgmodel te testen op zijn haalbaarheid alvorens eventueel over te gaan tot een wettelijke regeling van dit zorgmodel. Daarom is het uiterst belangrijk dat de geselecteerde participanten de vooropgestelde doelstellingen, i.e. het zorgmodel, respecteren.

Les projet-pilotes « activation » doivent élaborer les deux plus importantes composantes à partir desquelles la fonction d’activation existe, plus précisément appelées les activités orientées vers l’assistance ou l’accompagnement du parcours professionnel et les activités orientées vers le développement ou l’accompagnement du parcours de formation. Durant la période expéri-

Het pilootproject « activering » dient de twee belangrijkste componenten waaruit de functie activering bestaat uit te bouwen, meer bepaald ondersteuningsgerichte activiteiten of arbeidstrajectbegeleiding genoemd, en vormingsgerichte activiteiten of vormingstrajectbegeleiding genoemd. Tijdens de experimentele periode van het project, dient een gemid-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6544

mentale du projet, un « caseload » moyen d’au moins 50 habitants, sur une base annuelle, doit être effectué, celui-ci doit entrer en ligne de compte pour, soit l’accompagnement du parcours professionnel, soit l’accompagnement du parcours de formation, soit des deux.

delde case-load van minstens 50 bewoners op jaarbasis, die in aanmerking komen voor ofwel arbeidstrajectbegeleiding, ofwel vormingstrajectbegeleiding, ofwel beide, te worden aangehouden.

2. Il est octroyé, au contractant, via le prix de journée de l’Initiative d’Habitations protégées un montant de 86 762,73 euros. Comme le budget précité implique uniquement des frais de personnel, le personnel mis à disposition avec ce montant, est d’au moins 2 ETP de niveau A1 au minimum.

2. Een bedrag van 86 762,73 euro wordt via het budget van financie¨le middelen van het Initiatief Beschut Wonen aan de contractant toegekend. Daar het voornoemde budget enkel personeelskosten impliceert, wordt met dit bedrag het nodige personeel ter beschikking gesteld, zijnde minstens 2 VTE van tenminste A 1-niveau.

3. a) et b) Afin d’assurer la continuité et comme je soutiens les objectifs du projet-pilote mentionné en rubrique, qui a débuté lors de la législature précédente, j’ai donné comme mission à mon administration de prolonger les contrats, sous les mêmes conditions, pour une année, à savoir, du 21 décembre 2003 au 20 décembre 2004 inclus. De l’évaluation des participants à ce projet-pilote par les deux équipes scientifiques indépendantes, il apparaıˆt cependant que parmi les contractants un certain nombre ne répond pas aux objectifs posés, même après que les objectifs posés aient été répétés plusieurs fois. Il a été communiqué aux participants qu’après six mois une évaluation approfondie des projets-pilotes serait menée et qu’il serait mis fin aux expériences qui ne répondraient pas aux objectifs déterminés par les autorités.

3. a) en b) Teneinde de continuı¨teit te verzekeren en daar ik achter de doelstellingen sta van in rand vernoemd pilootproject, dat in de vorige legislatuur werd gestart, heb ik opdracht gegeven aan mijn administratie om de contracten onder dezelfde voorwaarden te verlengen voor een duurtijd van één jaar namelijk van 21 december 2003 tot en met 20 december 2004. Bij de evaluatie van de deelnemers aan dit pilootproject door de twee aangestelde onafhankelijke wetenschappelijke equipes blijkt echter dat er onder de contractanten wel degelijk een aantal experimenten bestaan die niet aan de vooropgestelde doelstellingen beantwoorden, zelfs niet nadat aan ieder verscheidene keren de vooropgestelde doelstellingen werden herhaald. Er werd aan de deelnemers gemeld dat na zes maanden er een diepgaande evaluatie zal worden doorgevoerd zodat er een einde wordt gesteld aan experimenten die niet aan de vooropgestelde doelstellingen beantwoorden.

4. a) Il a été contractuellement déterminé qu’un rapport d’activités intermédiaire (qui recouvre les analyses des données de 17 mois, en d’autres termes, du 21 décembre 2003 au 20 mai 2004) devrait être déposé au plus tard le 20 juin 2004. Ce rapport d’activités doit, au moins, comprendre, à l’instar d’un rapport d’activités final, les parties suivantes :

4. a) Er werd contractueel bepaald dat een tussentijds activiteitenrapport (dat de analyse van de gegevens van 17 maanden beslaat, met andere woorden van 21 december 2002 tot en met 20 mei 2004) zal moeten voorgelegd worden ten laatste op 20 juni 2004. Dit tussentijds activiteitenverslag dient minstens, net zoals een eindactiviteitenverslag, de volgende onderdelen te omvatten :

— description des objectifs qui ont été proposés;

— beschrijving van de doelstellingen die werden vooropgesteld;

— description de l’élaboration des deux éléments les plus importants qui composent la fonction d’activation;

— beschrijving van de uitwerking van de twee belangrijkste componenten die de functie activering uitmaken;

— description du nombre de patients dans chaque type d’accompagnement (accompagnement du parcours professionnel et du parcours de formation) et la durée de leur accompagnement;

— beschrijving van het aantal patie¨nten in ieder begeleidingstype (arbeids- en vormingstrajectbegeleiding) en de duur van hun begeleiding;


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6545

— résultats obtenus. En outre, des questions auxquelles l’autorité fédérale doit recevoir des réponses et des directives pour l’évaluation des projets ont été transmises aux participants.

— bereikte resultaat. Daarnaast werden nog enkele vragen, waarop de overheid antwoorden moet verkrijgen, en richtlijnen voor de evaluatie van de projecten aan de participanten overgemaakt.

Sur la base de ces rapports intermédiaires, du rapport des équipes scientifiques et de l’évaluation approfondie de ces rapports que mon administration exécutera, nous verrons quels sont les participants qui n’ont pas respecté le modèle préconisé et les exigences quantitatives et qualitatives concernant par exemple le caseload, la collaboration avec les autres institutions et initiatives, ... ainsi que les directives données dans le cadre du rapport intermédiaire.

Op basis van deze tussentijdse rapporten, het rapport van de wetenschappelijke equipes en de grondige evaluatie van deze rapporten die mijn administratie zal uitvoeren, zal blijken welke participanten al dan niet het vooropgestelde zorgmodel gerespecteerd hebben en de kwantitatieve en kwalitatieve vereisten bijvoorbeeld inzake case-load, samenwerking met andere instellingen en initiatieven, ... evenals de richtlijnen die werden gegeven in het kader van het tussentijds verslag, hebben gerespecteerd.

b) Il va de soi que les évaluations seront cloˆturées avant la date finale des conventions passées entre l’autorité fédérale et les contractants dans le cadre de ce projet-pilote, à savoir le 20 décembre 2004.

b) Het is vanzelfsprekend dat de evaluaties zullen worden afgerond voó´r de einddatum van de overeenkomst tussen de federale overheid en de contractant in het kader van dit pilootproject, i.e. 20 december 2004.

Il sera également clairement précisé si le projetpilote sera prolongé ou si la phase de projet sera terminée.

Er zal dan ook duidelijkheid worden verschaft of het pilootproject zal worden verdergezet of de projectfase wordt afgesloten.

c) et d) En fonction du résultat de l’évaluation et des budgets disponibles dans le cadre des projetspilotes soins de santé mentale, je déciderai en concertation avec mon administration si le projet-pilote sera ou non poursuivi, et si oui avec quels participants. En outre, il faut examiner si le modèle de soins préconisé se fera ou non par un financement structurel. Si la décision est prise de ne pas passer à un financement structurel, on examinera quels autres types de modèles de soins ou d’organisation de soins peuvent éventuellement être testés dans le cadre d’un projet-pilote et à quel moment. Si on décide de passer à un financement structurel, il faudra voir de quelle façon et à quel moment cela pourra être intégré dans le financement existant des soins de santé.

c) en d) Afhankelijk van het resultaat van de evaluatie en van de beschikbare budgetten in het kader van pilootprojecten geestelijke gezondheidszorg zal ik in overleg met mijn administratie beslissen of het pilootproject al dan niet zal worden verdergezet, en zo ja, met welke deelnemers. Bovendien dient nagegaan te worden of het vooropgestelde zorgmodel al dan niet structureel gefinancierd zal worden. Indien beslist wordt niet tot een structurele financiering over te gaan, zal worden nagegaan welke andere zorgmodellen of wijzen van zorgorganisatie eventueel kunnen getest worden in het kader van een pilootproject en wanneer. Indien wel beslist wordt over te gaan tot een structurele financiering dient te worden nagegaan op welke wijze en wanneer dit kan ingepast worden in de bestaande financiering van de gezondheidszorgen.

5. Pour la réponse à cette question, je vous réfère à la réponse à la question 4. c) et d).

5. Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 4. c) en d).

DO 2003200421604

DO 2003200421604

Question no 205 de Mme Colette Burgeon du 4 juin 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Préservatifs. — Nitrosamine. La grande majorité des préservatifs vendus dans le commerce en Allemagne présentent des traces à fortes

Vraag nr. 205 van mevrouw Colette Burgeon van 4 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Condooms. — Nitrosaminen. De meeste condooms die in Duitsland in de handel verkrijgbaar zijn, bevatten hoge concentraties van een


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6546

doses d’une substance cancérigène, selon une étude scientifique rendu publique à Stuttgart.

kankerverwekkende stof, zo blijkt uit een in Stuttgart gepubliceerde wetenschappelijke studie.

Les préservatifs révéleraient des traces de nitrosamine, une substance présente dans le caoutchouc et dans les cigarettes, déclarée cancérigène par l’OMS.

Het gaat meer bepaald om sporen van nitrosaminen, door de Wereldgezondheidsorganisatie als kankerverwekkend geklasseerde stoffen die in rubber en sigaretten voorkomen.

Le nitrosamine, utilisée pour l’élasticité des préservatifs, pénètre dans le corps par les muqueuses, selon l’étude. Contrairement aux tétines pour enfants, ou` elle est limitée à 110 microgrammes/kilo, la présence dans les préservatifs de cette substance n’est soumise à aucune norme, et n’entraıˆne pas de retrait du marché.

Nitrosaminen worden gebruikt om condooms hun elasticiteit te geven, en worden via de slijmvliezen door het lichaam opgenomen, aldus de studie. Nitrosaminen komen ook voor in spenen, maar daar geldt een norm van 110 µg/kg. Voor condooms bestaat er geen enkele norm wat het nitrosaminegehalte betreft, en vormen hoge concentraties van deze stoffen ook geen reden om het product uit de handel te nemen.

1. a) Les résultats de cette étude sont-ils pertinents pour la Belgique ?

1. a) Zijn de resultaten van die studie relevant voor de Belgische markt ?

b) Pourquoi ?

b) Hoezo ?

2. N’y a-t-il pas lieu de retirer du marché les marques de préservatifs pouvant contenir de la nitrosamine ?

2. Moeten die merken van condooms die mogelijk nitrosaminen bevatten, niet uit de handel worden genomen ?

3. Quelle législation s’applique en la matière ?

3. Welke wetgeving is hierop van toepassing ?

4. N’estimez-vous pas qu’il conviendrait de porter le débat au niveau européen ?

4. Moet dit debat niet op Europees niveau worden gevoerd ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 juillet 2004, à la question no 205 de Mme Colette Burgeon du 4 juin 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 juli 2004, op de vraag nr. 205 van mevrouw Colette Burgeon van 4 juni 2004 (Fr.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

1 et 2. L’étude faite par l’organisme CVUA à Stuttgart révèle la présence de nitrosamines dans 29 échantillons de condoms sur 32, une concentration particulièrement élevée dans un seul des échantillons et des teneurs assez élevées dans deux échantillons. Le reste se situe dans une fourchette assez étroite du même ordre que le chiffre cité par l’honorable membre pour les tétines.

1 en 2. De studie, uitgevoerd door de instantie CVUA te Stuttgart toont de aanwezigheid aan van nitrosaminen in 29 van 32 stalen condooms, een bijzonder hoge concentratie in slecht één van de stalen en vrij hoge gehalten in twee stalen. De rest bevindt zich in een nauwe marge van dezelfde omvang als het cijfer dat door het geachte lid voor fopspenen werd aangehaald.

Les nitrosamines se trouvent dans de nombreux produits en caoutchouc tels les gants, les ballons, les tétines de biberons, les tétines pour enfants et les condoms. Le risque est différent lorsqu’il y a possibilité d’ingestion comme dans le cas des tétines ou lorsqu’il y uniquement un contact cutané. Il est alors bien entendu bien moindre.

Nitrosaminen bevinden zich in talrijke rubberen producten zoals handschoenen, ballonnen, spenen voor zuigflessen, fopspenen voor kinderen en condooms. Het risico is verschillend naargelang er een mogelijkheid is tot het inslikken, zoals het geval bij fopspenen of naargelang er alleen contact is via de huid. Het risico is dan natuurlijk veel minder.

Les autorités fédérales allemandes ont fait une estimation du risque posé par les condoms et ont conclu que rien ne justifiait de ne plus en utiliser. Elles sont cependant intervenues auprès du fabricant des condoms présentant les teneurs les plus élevées afin qu’il optimise ses processus. Il apparaıˆt que l’exposition aux nitrosamines par l’alimentation est de

De Duitse federale overheid heeft een raming gemaakt van het risico te wijten aan condooms en heeft besloten dat niets rechtvaardigt om ze niet meer te gebruiken. Zij is echter tussengekomen bij de fabrikant van de condooms die de hoogste gehaltes vertonen, opdat deze zijn processen zou optimaliseren. Het blijkt dat de blootstelling aan nitrosaminen door de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6547

1 000 à 10 000 fois supérieure à l’exposition potentielle par l’usage de condoms.

voeding 1 000 tot 10 000 keer meer bedraagt dan de mogelijke blootstelling door het gebruik van een condoom.

Les résultats de l’étude de Stuttgart ne sont que partiellement pertinents pour la Belgique. En effet, mes services ont vérifié que les condoms présentant la concentration la plus élevée ne sont pas distribués en Belgique.

De resultaten van de studie uit Stuttgart zijn slechts gedeeltelijk relevant voor Belgie¨. Immers, mijn diensten hebben geverifieerd dat de condooms met het hoogste gehalte niet verdeeld worden in Belgie¨.

Si l’on décidait de retirer du marché les marques de condoms contenant de la nitrosamine, il faudrait les retirer toutes. C’est donc impossible.

Als men besluit de merken van condooms, die nitrosaminen bevatten, van de markt te halen, moet men ze alle van de markt halen. Dit is onmogelijk.

En cas de plainte sur un produit déterminé, une enquête serait bien entendu effectuée et une mesure de retrait du marché serait prise si le produit s’avérait dangereux.

In geval van een klacht over een welbepaald product zal er natuurlijk een onderzoek worden ingesteld en zullen er maatregelen genomen worden tot terugtrekking van de markt, indien blijkt dat dit product gevaarlijk is.

3. La législation s’appliquant aux condoms est l’arrêté royal du 18 mars 1999 relatif aux dispositifs médicaux, transposant la directive européenne 93/42 relative aux dispositifs médicaux. Il indique que les condoms doivent être conformes aux exigences essentielles de qualité et sécurité décrites dans son annexe I. Il fait aussi référence aux standards européens harmonisés.

3. De wetgeving die op condooms van toepassing is, is het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, welke een omzetting is van de Europese richtlijn 93/42 betreffende de medische hulpmiddelen. Deze bepaalt dat condooms moeten voldoen aan de essentie¨le eisen van kwaliteit en veiligheid beschreven in bijlage I van dit besluit. Dit besluit maakt ook referentie naar de Europese geharmoniseerde standaarden.

Dans le cas présent s’appliquent particulièrement les standards EN 600 relatif aux condoms qui comportent surtout des tests mécaniques et 10993-1 définissant les tests de biocompatibilité à effectuer. Pour les condoms, il s’agit de tests de toxicité cellulaire, de sensibilisation cutanée et d’irritation cutanée.

In dit geval zijn in het bijzonder van toepassing de standaarden EN 600 betreffende condooms welke vooral mechanische tests weergeeft, en 10993-1 welke de uit te voeren biocompatibiliteitstesten definieert. Voor condooms betreft het testen met betrekking tot cellulaire toxiciteit, huidsensibilisatie en huidirritatie.

La concentration en nitrosamines n’est donc pas directement mesurée mais bien indirectement par le biais des tests de biocompatibilité.

De concentratie van de nitrosaminen wordt dus niet rechtstreeks, doch onrechtstreeks door de biocompatibiliteitstesten gemeten.

4. Nos services interrogeront leurs collègues dans le cadre des groupes de travail d’experts européens sur les dispositifs médicaux sur l’opportunité de prévoir une teneur limite des condoms en nitrosamines.

4. Onze dienst zal in het kader van de werkgroepen met Europese experten de collega’s bevragen over de mogelijkheid om een maximaal gehalte van nitrosaminen in condooms te voorzien.

DO 2003200421625

DO 2003200421625

Question no 210 de Mme Maggie De Block du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 210 van mevrouw Maggie De Block van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Rapport relatif à la suppression des différences de pratiques injustifiées.

Rapport over het wegwerken van onverantwoorde praktijkverschillen.

En réponse à ma question orale du 18 février 2004, vous avez précisé que vous déposeriez un rapport avant la fin du trimestre (question no 1543, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de la Santé publique, 18 février 2004, COM 168, p. 30). Ce

In antwoord op mijn mondelinge vraag van 18 februari 2004 heeft u gesteld dat u voó´r het einde van dat trimester een rapport zou overmaken (vraag nr. 1543, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Volksgezondheid, 18 februari 2004, COM


2003

2004


826

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6548

rapport devrait traiter de toutes les mesures prises par les autorités pour promouvoir la pratique médicale sur la base d’une « evidence based medicine » et supprimer les différences de pratiques injustifiées. 1. Le rapport en question est-il achevé ?

168, blz. 30). Dat rapport zou handelen over alle maatregelen die de overheid neemt voor het bevorderen van een medische praktijk op basis van « evidence based medicine » en voor het wegwerken van onverantwoorde praktijkverschillen. 1. Is bovengenoemd rapport afgewerkt ?

2. Dans l’affirmative, la commission pourrait-elle en disposer ?

2. Zo ja, kan de commissie over het rapport beschikken ?

3. a) Dans la négative, dans quel délai pouvons-nous espérer l’obtenir ?

3. a) Zo neen, wanneer mogen we het rapport verwachten ?

b) Pourquoi ce document n’est-il toujours pas disponible ?

b) Waarom is het nog niet beschikbaar ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 29 juillet 2004, à la question no 210 de Mme Maggie De Block du 9 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 29 juli 2004, op de vraag nr. 210 van mevrouw Maggie De Block van 9 juni 2004 (N.) :

En réponse à votre question, je vous confirme ma volonté de déposer le rapport portant sur les différences de pratiques médicales injustifiées et sur les actions que j’entends développer au cours de la législature en cette matière.

Als antwoord op uw vraag bevestig ik u mijn wil om een verslag voor te leggen over de verschillen betreffende de onverantwoorde medische praktijken en over de acties die ik tijdens de legislatuur op dit gebied wil ontwikkelen.

La finalisation de ce rapport demande cependant davantage de temps qu’initialement prévu.

De finalisering van het rapport vergt evenwel meer tijd dan oorspronkelijk voorzien.

Par ailleurs, dans ma réponse à votre question orale no 3287 du 30 juin 2004, figurent les grandes lignes du contenu de ce rapport. (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, Commission des Affaires sociales, COM 317, p. 31).

In mijn antwoord op uw mondelinge vraag nr. 3287 van 30 juni 2004 worden bovendien de grote lijnen van dit verslag vermeld. (Integraal verslag, Kamer, 20032004, Commissie voor de Sociale Zaken, COM 317, blz. 31).

DO 2003200421631

DO 2003200421631

Question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Aide aux toxicomanes.

Drughulpverlening.

Il ressort du rapport annuel du « Limburgs Centrum voor alcohol- en drugpreventie » que la consommation de drogue ne cesse d’augmenter dans la province du Limbourg. Si l’alcool reste un problème particulièrement épineux, le nombre de consommateurs de cannabis et le nombre de consommateurs de cannabis qui font appel à un service spécialisé d’aide aux toxicomanes augmente constamment.

Uit het jaarverslag van het Limburgs Centrum voor alcohol- en drugpreventie blijkt dat het druggebruik in de provincie Limburg alsmaar toeneemt. Alcohol blijft een bijzondere problematische drug maar ook het aantal cannabisgebruikers en het aantal cannabisgebruikers dat in de hulpverlening terechtkomt stijgt.

1. Il ressort en outre de ce rapport que le problème de la toxicomanie ne cesse de s’aggraver.

1. Ook uit dit verslag blijkt weer dat het drugprobleem alsmaar ernstiger wordt.

De quelle manière envisagez-vous de redynamiser la politique en matière de prévention de la toxicomanie et d’aide aux toxicomanes ?

Op welke manier overweegt u een nieuwe impuls te geven aan drugpreventie en drughulpverlening ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6549

2. En reconnaissez-vous le caractère prioritaire (aussi en ce qui concerne les drogues illicites) ?

2. Erkent u het prioritaire karakter ervan (ook wat betreft de illegale drugs) ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 216 de M. Jo Vandeurzen du 9 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 216 van de heer Jo Vandeurzen van 9 juni 2004 (N.) :

En réponse à ses questions relatives aux soins aux toxicomanes, j’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre les informations suivantes.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden op zijn vragen betreffende de « Drughulpverlening »:

1. Selon le « Cannabis 2002 Report », une tendance générale se fait effectivement jour, en particulier en Europe, à savoir l’augmentation continue du nombre de consommateurs de cannabis. Cette tendance générale s’étend également à l’alcool et est considérée comme un problème important dans un grand nombre de documents officiels en Europe. Ainsi, selon le « Cannabis 2002 Report », l’utilisation de cannabis augmente chez les jeunes de 15 à 24 ans. C’est la raison pour laquelle il a été décidé de tester une méthode de traitement spécifique chez les jeunes consommateurs de cannabis et ce, en collaboration avec 4 autres pays, à savoir la France, l’Allemagne, la Suisse et les PaysBas.

1. Volgens het « Cannabis 2002 Report » is er inderdaad een algemene tendens vast te stellen, zeker binnen Europa, die stelt dat het aantal cannabisgebruikers steeds verder stijgt. Ook wat betreft alcohol, wordt dit punt binnen talloze officie¨le documenten van Europa als belangrijk beschouwd. Er dient inderdaad opgemerkt te worden dat, volgens het « Cannabis 2002 Report » het cannabisgebruik bij jongeren tussen 15 en 24 jaar stijgt. Daarom werd de beslissing genomen om één bepaalde behandelingsmethodiek uit te testen bij jongeren die cannabis gebruiken en dit in samenwerking met 4 andere landen, met name Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Nederland.

Actuellement, la Belgique participe à l’une des plateformes instaurées par le Groupe Pompidou, à savoir la plateforme « Traitement ». Au sein de cette plateforme, l’accent est mis surtout sur la complexité du problème de la drogue. En effet, on constate que la polyconsommation de drogues a fortement augmenté. Cette plateforme vient juste d’être créée et a déjà tenu une première réunion. Il reste à attendre les premiers résultats.

Op dit moment neemt Belgie¨ deel aan één van de platformen die door de Pompidougroep werd ingesteld, met name het platform « Behandeling ». Binnen dit platform wordt vooral nadruk gelegd op de complexiteit van het drugsprobleem, daar men merkt dat het polydruggebruik sterk is toegenomen. Dit platform is nog maar net opgericht en heeft haar eerste vergadering achter de rug. Het is dus nog wachten op de eerste resultaten.

En outre, je souhaite souligner qu’en ce qui concerne le point « soins aux toxicomanes », il peut être précisé que, dans la province de Limbourg, deux projets-pilotes ont été lancés dans le cadre de la note de politique fédérale sur les drogues, à savoir le projet « Coordination des soins » et « Unités de crise et case manager ». Ces projets sont ouverts à des personnes présentant un trouble lié aux substances, y compris les personnes présentant un problème lié à l’alcool et au cannabis.

Daarnaast wens ik te beklemtonen dat voó´r wat betreft het punt drughulpverlening, er tevens kan weergegeven worden dat er binnen de provincie Limburg op dit ogenblik, twee pilootprojecten in het kader van de Federale Beleidsnota Drugs, met name het project « Zorgcoo¨rdinatie » en « Crisiseenheden en case manager », werden opgestart. Deze projecten staan open voor mensen met een middelengerelateerde stoornis, dus ook voor mensen met een alcohol- en cannabisproblematiek.

En outre, je tiens à attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que, pour ce qui concerne la prévention des drogues, ce sont surtout les communautés et les régions qui sont compétentes. Si vous avez d’autres questions à ce sujet, vous devez les adresser aux ministres compétents en la matière.

Daarnaast dien ik het geachte lid er wel op te wijzen dat, voó´r wat het punt drugpreventie aangaat, dit vooral tot de bevoegdheid behoort van de gemeenschappen en gewesten. Voor verdere vragen hierover dient u zich te richten tot de bevoegde ministers terzake.

2. Je ne manquerai pas d’inscrire régulièrement ce point à l’ordre du jour des réunions de la Cellule politique de santé en matière de drogues. De cette manière, il sera possible de prendre des décisions ou d’entreprendre des actions de manière coordonnée et intégrée si un nombre croissant d’informations alarmistes surgissent encore à ce sujet. E´tant donné que

2. Ik zal het niet nalaten om dit punt regelmatig op de agenda van de Cel gezondheidsbeleid drugs te plaatsen. Op deze manier kan op een gecoo¨rdineerde en geı¨ntegreerde manier beslissingen of acties worden ondernomen indien er steeds meer alarmerende berichten hierrond verschijnen. Aangezien vertegenwoordigers van federaal niveau alsook van de verschillende


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6550

des représentants du niveau fédéral ainsi que des différentes communautés et régions seront présents, je ne manquerai pas d’attirer l’attention de chacun sur ses responsabilités à ce sujet.

gemeenschappen en gewesten hierop aanwezig zijn, zal ik het tevens niet nalaten om ieder op zijn verantwoordelijkheid omtrent dit punt te wijzen.

DO 2003200421660

DO 2003200421660

Question no 225 de M. Jo Vandeurzen du 14 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 225 van de heer Jo Vandeurzen van 14 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Médecins spécialistes en revalidation. — Critères d’agrément.

Revalidatieartsen. — Erkenningscriteria.

1. Selon vos propres estimations, y a-t-il actuellement suffisamment de médecins spécialistes en revalidation ?

1. Kan u meedelen of er op dit ogenblik, naar uw inschatting, voldoende revalidatieartsen zijn ?

2. Envisagez-vous d’évaluer et d’éventuellement revoir les critères d’agrément applicables à cette catégorie de médecins ?

2. Denkt u eraan om de erkenningscriteria voor revalidatieartsen te evalueren en eventueel te herzien ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 225 de M. Jo Vandeurzen du 14 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 225 van de heer Jo Vandeurzen van 14 juni 2004 (N.) :

La Belgique compte environ 900 médecins spécialistes agréés en réadaptation.

Er zijn in Belgie¨ ongeveer 900 erkende revalidatieartsen.

En 2003, une nouvelle commission d’agrément en réadaptation a été nommée. Tant la chambre néerlandophone que la chambre francophone de la Commission d’agrément travaillent sur les nouveaux critères d’agrément.

In 2003 werd een nieuwe erkenningscommissie van revalidatie benoemd. Zowel de Nederlandstalige kamer als de Franstalige kamer van de Erkenningscommissie van revalidatie werken aan nieuwe erkenningscriteria.

Les propositions visant à renouveler les critères assouplissent la durée du stage sans toucher à la qualité de la formation.

De voorstellen tot vernieuwing van de criteria versoepelen de duur van de stage zonder dat men aan de kwaliteit van de opleiding zal raken.

DO 2003200421687

DO 2003200421687



Acides gras trans présents dans des produits destinés à la consommation.

Transvetzuren aanwezig in voor consumptie bestemde producten.

Les acides gras trans présents dans les margarines, les graisses et les huiles présentent un danger pour la santé. On les retrouve également dans la viande et le lait et principalement dans les graisses industrielles.

Transvetzuren in margarines, vetten en olie¨n vormen een bedreiging voor de gezondheid. Transvetzuren zitten ook in vlees en melk en komen vooral in industrie¨le vetten voor.

Les acides gras trans peuvent être mis en relation avec les maladies cardiovasculaires, le diabète et le cancer.

Transvetzuren kunnen in verband gebracht worden met hart- en vaatziekten, diabetes en kanker.

Selon le Nederlandse Gezondheidsraad (Conseil néerlandais de la santé), bien que la teneur en acides

Hoewel met name bij de margarines het gehalte aan transvetzuren in enkele jaren tot zeer lage waarden is


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6551

gras trans des margarines ait été très fortement réduite en l’espace de quelques années, leur consommation reste beaucoup trop élevée.

teruggebracht is de inname nog altijd veel te hoog, zo stelt de Nederlandse Gezondheidsraad.

1. Dans quelle mesure les acides gras trans sont-ils présents dans des produits destinés à la consommation et peuvent-ils effectivement présenter un danger pour la santé publique ?

1. In welke mate zijn transvetzuren aanwezig in voor consumptie bestemde producten en inderdaad problematisch kunnen zijn voor de volksgezondheid ?

2. Comment pensez-vous pouvoir aboutir à une réduction de la consommation d’acides gras trans ?

2. Op welke wijze denkt u een verlaging van transvetzuurinname te realiseren ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 27 juillet 2004, à la question no 230 de M. Guido De Padt du 21 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 27 juli 2004, op de vraag nr. 230 van de heer Guido De Padt van 21 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de vous informer des éléments suivants.

1. Ik heb de eer u het volgende mee te delen.

1. Les lipides (et les huiles) sont composés principalement de trois acides gras : soit des acides gras saturés, mono-insaturés et/ou poly-insaturés retrouvés naturellement.

1. De vetten (en olie¨n) bestaan voornamelijk uit drie vetzuren : verzadigde vetzuren, monoonverzadigde en/of poly-onverzadigde vetzuren die van nature worden aangetroffen.

L’hydrogénation de la matière grasse est un processus permettant d’augmenter la stabilité du produit en le rendant solide, comme dans le cas de la margarine contenant de l’huile hydrogénée. Lors de l’hydrogénation, des atomes H+(hydrogène) sont ajoutés aux acides gras poly-insaturés de l’huile. Cette petite modification fait d’une huile poly-insaturée, une huile un peu plus saturée, permettant ainsi aux corps gras de passer de l’état liquide à l’état solide. Les acides gras trans sont d’origine « artificielle » et se trouvent très peu à l’état naturel dans les aliments (on les appelle alors CLA (Conjugated Linoleic Acids); ceux-ci suscitent de plus en plus l’intérêt des chercheurs du fait de leurs effets bénéfiques observés chez l’animal. Les principales sources alimentaires de CLA sont la viande de ruminants et les produits laitiers).

De hydrogenering van vetten is een proces dat toelaat de stabiliteit van het product te verhogen en het vast te maken, zoals in het geval van margarine die gehydrogeneerde olie bevat. Tijdens de hydrogenering, worden H+-atomen (waterstof) toegevoegd aan de poly-onverzadigde vetzuren van de olie. Die kleine wijziging maakt van een poly-onverzadigde olie, een iets meer verzadigde olie en laat ook de vetmassa van een vloeibare toestand overgaan naar een vaste toestand. De transvetzuren zijn van « artificie¨le » oorsprong en komen zelden van nature uit, voor in voedingsmiddelen (ze worden CLA (Conjugated Linoleic Acids) genoemd; deze krijgen steeds meer aandacht van onderzoekers omwille van hun gunstige werking vastgesteld bij dieren. De belangrijkste voedingsbronnen van CLA zijn vlees van herkauwers en zuivelproducten).

Aujourd’hui, pour les besoins de l’industrie agroalimentaire, les huiles végétales sont hydrogénées. Cette technique aboutit à diminuer l’insaturation totale d’une huile et la rend moins fragile face à l’oxydation.

Heden worden de plantaardige olie¨n, voor de behoeften van de agro-industrie, gehydrogeneerd. Die techniek leidt tot een verminderde totale onverzadiging van olie en maakt deze minder kwetsbaar voor oxidatie.

Mais cette hydrogénation transforme donc la structure chimique de ces huiles qui se chargent en ce qu’on appelle les acides gras trans. De nombreuses études scientifiques ont montré en effet la nocivité de ces graisses, d’autant que la consommation de matière grasse hydrogénée augmente. On les retrouve dans les plats préparés, les confiseries, les biscuits, les viennoiseries, les paˆtes à tarte, les paˆtes à tartiner, les chocolats commerciaux, les paˆtisseries commerciales, les céréales, la margarine ...

Maar die hydrogenering verandert de chemische structuur van die olie¨n, die zich binden tot wat men transvetzuren noemt. Talrijke studies hebben inderdaad de schadelijkheid van die vetten aangetoond, daarenboven neemt het verbruik van gehydrogeneerd vetten toe. Men vindt ze terug in bereide schotels, snoepwaren, koekjes, fijne bakkersproducten, taartdeeg, chocopasta, commercie¨le chocolade, commercieel gebak, ontbijtgranen, margarine ...

Du point de vue santé, les acides gras trans agissent de la même manière que les acides gras saturés sur le mécanisme du développement des maladies lipidiques

Wat betreft de gezondheid, ageren de transvetzuren op dezelfde manier als de verzadigde vetzuren op het mechanisme van de ontwikkeling van door vetstoffen


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6552

(= augmente le mauvais cholestérol) pouvant mener à des maladies cardio-vasculaires. Au-delà d’un seuil maximum de 10 % d’acides gras trans pour 100 grammes de matières grasses, ils peuvent être néfastes. C’est pourquoi, le Conseil supérieur d’hygiène a émis des recommandations relatives aux lipides et notamment aux acides gras trans qui doivent être inférieurs à 1 % des besoins énergétiques totaux avec comme valeur cible zéro.

veroorzaakte ziekten (= verhoogt de slechte cholesterol) die kunnen leiden tot hart- en vaatziekten. Boven een maximumgrens van 10 % transvetzuren per 100 gram vetstoffen, kunnen ze schadelijk zijn. Daarom heeft de Hoge Gezondheidsraad aanbevelingen gedaan over de lipiden en meer bepaald over de transvetzuren die lager moeten liggen dan 1 % van de totale energiebehoeften, waarbij de streefwaarde nul is.

Du point de vue légal, une directive européenne oblige de préciser s’il y a eu hydrogénation ou pas (annexe 1 de la directive européenne 2000/13). Mais, les industriels ne sont pas tenus de préciser le taux d’acides gras trans, ni de citer le terme d’acide gras trans dans la composition de leur produit.

Van het wettelijk standpunt, verplicht een Europese richtlijn te preciseren of er wel of niet hydrogenering is geweest (bijlage 1 van de Europese richtlijn 2000/13). Maar de industrie is niet verplicht het gehalte aan transvetzuren te preciseren, noch het woord transvetzuur in de samenstelling van haar product te vermelden.

Cela dit, beaucoup de firmes alimentaires font des efforts considérables pour diminuer les acides gras trans au minimum ou encore pour les faire disparaıˆtre de leurs produits. ` ce titre, il existe un code de bonnes pratiques sur A les acides gras trans (code IMACE — International Margarine Association of the Countries of Europe qui regroupe 21 associations nationales), qui est entré en vigueur le 1er janvier 2003. Il propose un taux de maximum 1 % d’acides gras trans pour les margarines au détail (1 g pour 100 g d’huile ou de graisse) et de 5 % pour les produits industriels (5 g pour 100 g d’huile ou de graisse). Toutefois pour ces derniers, il faut tenir compte des besoins fonctionnels et des demandes des clients industriels.

Heel wat voedingsbedrijven doen niettemin aanzienlijke inspanningen om het gehalte aan transvetzuren tot een minimum te herleiden of nog om ze uit hun producten te laten verdwijnen.

De plus, les industries apposent sur leurs produits une liste d’ingrédients qui est présentée par ordre décroissant de quantité (ceci répond à une obligation légale définie dans l’arrêté royal du 13 septembre 1999 relatif à l’étiquetage des denrées alimentaires préemballées). Ceci permet donc de voir si les matières grasses hydrogénées sont présentes ou non en quantités élevées.

Bovendien plaatsen de industriee¨n op hun producten een lijst van ingredie¨nten in dalende orde van kwantiteit (dit beantwoordt aan een verplichting van het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen). Dit maakt het mogelijk na te gaan of de gehydrogeneerde vetten al dan niet in hoge mate aanwezig zijn.

Je vous informe également que l’ASBL Nubel publie sur son site internet (www.internubel.be) la liste complète des produits belges avec leur composition nutritionnelle y compris la quantité d’acides gras trans présents. ` la suite des recommandations de l’OMS et de 2. A l’UE sur les maladies non transmissibles (obésité, maladies cardio-vasculaires, diabète de type II), j’ai pris la décision de mettre sur pied un Plan national de nutrition santé. Le Conseil des ministres du 14 mai 2004, a pris acte des grandes lignes de ce plan. D’autre part, à l’occasion de la Conférence interministérielle de la santé du 24 mai, j’ai présenté les grandes lignes de ce plan à mes collègues des communautés et régions. Un groupe de travail sera ainsi créé, qui

Tevens wens ik u mede te delen dat de VZW Nubel op zijn internetsite (www.internubel.be) de volledige lijst publiceert van de Belgische producten met hun voedingssamenstelling, met inbegrip van de hoeveelheid aanwezige transvetzuren.


2003

In dat verband bestaat er een code voor goede praktijken aangaande transvetzuren (code IMAGE — International Margarine Association of the Countries of Europe die 21 nationale verenigingen groepeert), die op 1 januari 2003 in werking is getreden. Ze stelt een maximumgehalte voor van maximum 1 % transvetzuren voor de margarines in de detailhandel (1 g per 100 g olie of vet) en van 5 % voor de industrie¨le producten (5 g per 100 g olie of vet). Voor deze laatste moet er evenwel rekening worden gehouden met de functionele behoeften en met de vragen van de industrie¨le klanten.

2. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de WGO en van de EU over de niet-overdraagbare ziekten (obesitas, cardiovasculaire ziekten, diabetes type II) heb ik beslist een Nationaal Plan gezondheidsvoeding op te zetten. De Ministerraad van 14 mei heeft akte genomen van de grote lijnen van dat plan. Bovendien heb ik, tijdens de Interministerie¨le Gezondheidsconferentie van 24 mei, de grote lijnen van dat plan aan mijn collega’s van de gemeenschappen en de gewesten voorgelegd. Er zal een werkgroep opgericht 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6553

complétera le groupe d’experts que j’ai déjà mandaté au niveau fédéral, et qui a déjà commencé sa réflexion au sujet de la problématique de l’obésité et des troubles qui lui sont associés.

worden ter aanvulling van de deskundigen die ik reeds op federaal niveau gemandateerd heb en die reeds heeft nagedacht over het probleem van obesitas en de stoornissen die ermee gepaard gaan.

Différents objectifs pouvant être atteints en Belgique ainsi que les moyens pouvant être mis en œuvre pour les atteindre résulteront de cette réflexion. Ce plan sera mis en œuvre à partir de la fin de l’année 2005.

Uit dit overleg zullen verschillende objectieven resulteren die men in Belgie¨ kan bereiken, alsook de middelen die men kan aanwenden om ze te halen. Dit plan zal uitgevoerd worden vanaf eind 2005.

Ainsi, vous pouvez constater qu’une amélioration dans ce contexte est prévue et que l’une de mes préoccupations majeures est de faire en sorte que la santé des Belges s’améliore dans le futur.

Zo kunt u vaststellen dat er een verbetering in dat verband is vooropgesteld en dat één van mijn belangrijke doelstellingen erin bestaat ervoor te zorgen dat de gezondheid van de Belgen in de toekomst beter wordt.

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2003200421543

DO 2003200421543

Question no 23 de M. Hendrik Daems du 28 juin 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : BCE et guichets d’entreprises. — E´tat d’avancement. — Avenir.

Vraag nr. 23 van de heer Hendrik Daems van 28 juni 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Après un départ difficile, duˆ à des problèmes techniques, la Banque-Carrefour des entreprises (BCE) semble aujourd’hui bel et bien être sur les rails. Le contretemps imprévu a retardé le démarrage de la BCE, tout en occasionnant des frais supplémentaires. Or, maintenant que la crise semble maıˆtrisée, on peut à nouveau s’atteler à renforcer le principe même de la Banque-Carrefour des entreprises, à savoir l’organisation d’un service de qualité offert tant par le SPF concerné que par les guichets d’entreprises. Afin de garantir ce service public et d’assurer la continuité de ce projet d’administration électronique, il faudra cependant créer une structure spécifique pour le « service public BCE ».

Na een moeizame start door technische hindernissen lijkt de Kruispuntbank voor ondernemingen (KBO) effectief van start te zijn gegaan. Dit onvoorziene oponthoud heeft niet alleen de operationalisering vertraagd maar evenzeer bijkomende kosten veroorzaakt. Nu de crisis lijkt bezworen te zijn kan er volop verder gewerkt worden aan de basis waarop de KBO is geı¨nspireerd, met name een kwalitatieve dienstverlening door zowel de betrokken FOD als de ondernemingsloketten. Om deze openbare dienstverlening en de continuı¨teit van dit e-project in de toekomst veilig te stellen zal een structuur dienen opgesteld te worden voor de « overheidsdienst KBO ».

1. La coordination des différents services publics demeure-t-elle indispensable maintenant que la crise semble maıˆtrisée et vu le départ imminent de M. Vincke ?

1. Is de coo¨rdinatie tussen de verschillende overheidsdiensten nog langer noodzakelijk nu de crisis opgelost lijkt en het vertrek van de heer Vincke nakend is ?

2. Avez-vous déjà une idée de la future structure de ce « service public BCE », et dans l’affirmative, quand cette structure pourra-t-elle être concrétisée sur le plan stratégique et opérationnel ?

2. Heeft u al een zicht op de toekomstige structuur van de « overheidsdienst KBO » en zo ja, wanneer ziet u deze structuur dan realiseerbaar op strategisch en operationeel vlak ?


2003

KBO en ondernemingsloketten. — Stand van zaken. — Toekomst.

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6554

3. a) Des accords ont-ils déjà été conclus concernant les frais supplémentaires survenus durant les six premiers mois du fonctionnement de la BCE ? b) La question serait-elle déjà réglée dans le cadre des factures présentées par les pouvoirs publics aux guichets d’entreprises ? c) Quels sont les principes qui sous-tendent ces accords ? 4. a) Y a-t-il déjà eu concertation sur l’éventualité d’un élargissement des taˆches des guichets d’entreprises, comme prévu par la loi ?

3. a) Zijn er reeds afspraken inzake de bijkomende kosten tijdens de eerste zes maanden van de werking van de KBO ? b) Is er al een regeling uitgewerkt in het kader van de toekomstige facturering vanwege de overheid aan de ondernemingsloketten ? c) Op welke principes zijn deze gebaseerd ?

Les autres questions relèvent de la compétence de mon collègue, le ministre de l’Ećonomie, à qui les questions ont également été posées. (Question no 113 du 28 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 39, p. 6056.)

4. a) Is er reeds onderling overleg gepleegd over een mogelijke uitbreiding van het takenpakket van de ondernemingsloketten zoals gestipuleerd werd in de wetgeving ? b) Zo ja, binnen welke domeinen bevinden zich deze, en tegen welke termijn ziet u de outsourcing van deze taken aan de ondernemingsloketten haalbaar ? Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 27 juli 2004, op de vraag nr. 23 van de heer Hendrik Daems van 28 juni 2004 (N.) : In antwoord op de vragen 3.b) en c), deel ik het geachte lid het volgende mee. De leefbaarheid op lange termijn van het systeem vereist onder meer als voorwaarde een adequate financiering van de opdrachten van openbare dienstverlening die door de overheid werden toegekend. Het niveau en de modaliteiten van deze financiering dienen het voorwerp uit te maken van een nauwgezette en onpartijdige ontleding. De FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie zal door een onafhankelijk orgaan een operationele audit van de ondernemingsloketten laten verwezenlijken. Deze auditopdracht zal als voorwerp omvatten : de kwaliteitscontrole van hun diensten en het formuleren van aanbevelingen die het mogelijk maken een systeem te ontwikkelen inzake adequate reporting over de manier waarop de ondernemingsloketten hun opdrachten van openbare dienstverlening uitvoeren. De overige vragen behoren tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Economie, aan wie de vragen eveneens werden gesteld. (Vraag nr. 113 van 28 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 20032004, nr. 39, blz. 6056.)

Agriculture

Landbouw

b) Dans l’affirmative, de quelles matières s’agit-il, et dans quels délais ces taˆches pourraient-elles être confiées aux guichets d’entreprises ? Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 27 juillet 2004, à la question no 23 de M. Hendrik Daems du 28 juin 2004 (N.) : En réponse aux questions 3.b) et c), j’informe l’honorable membre de ce qui suit. La viabilité à long terme du système requiert entre autres conditions, un financement adéquat des missions de service public qui ont été concédées par l’E´tat. Le niveau et les modalités de ce financement doivent faire l’objet d’une analyse rigoureuse et impartiale. Le SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie fera réaliser, par un organisme indépendant, un audit opérationnel des guichets d’entreprises. Cette mission d’audit comprendra, dans son objet, le controˆle de qualité de leurs services et la formulation de recommandations permettant de développer un système de reporting adéquat sur la manière dont les guichets d’entreprises exécutent leurs missions de service public.

DO 2003200421786

DO 2003200421786

Question no 32 de M. Guido De Padt du 5 juillet 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture : Commission européenne. — Réforme de la politique sucrière. Le prix minimum des betteraves sucrières passera de 43,60 euros, à l’heure actuelle, à 32,80 euros en 2005-

Vraag nr. 32 van de heer Guido De Padt van 5 juli 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw : Europese Commissie. — Hervorming suikerbeleid.


2003

De minimumprijs voor suikerbieten zakt van 43,60 euro nu naar 32,80 euro in 2005-2006. In 2007-2008 zal 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6555

2006 et à 27,40 euros en 2007-2008. Les quotas A et B seront fusionnés et progressivement réduits de 2,8 millions de tonnes.

de prijs zakken naar 27,40 euro. De A- en B-quota worden samengevoegd en gefaseerd verlaagd met 2,8 miljoen ton.

C’est ce qui ressort des propositions de la Commission européenne relatives à la réforme de la politique sucrière, propositions qui ont été dévoilées à la fin du mois de juin 2004. Les producteurs de betteraves percevront un revenu compensatoire dissocié à concurrence de 60 % de leurs pertes, alors que l’Union européenne est disposée à acheter la moitié du quota de production de betteraves.

Dit blijkt uit de eind juni 2004 uitgelekte voorstellen van de Europese Commissie voor de hervorming van het suikerbeleid. De bietentelers krijgen een ontkoppelde inkomstentoeslag tot 60 % van het verlies, terwijl de EU bereid is de helft van het bietenquotum op te kopen.

D’aucuns estiment que cette réforme sonne le glas de la culture de betteraves sucrières.

Volgens sommigen betekent dit het einde voor de suikerbietenteelt in ons land.

1. Comment le gouvernement belge réagira-t-il à la proposition européenne en la matière ?

1. Hoe zal er door de Belgische regering worden gereageerd tegen het Europees voorstel dat thans voorligt ?

2. Souscrivez-vous à la thèse selon laquelle la réforme fait fi des intérêts des pays les moins avancés ?

2. Gaat u akkoord met de stelling dat de hervorming voorbijgaat aan de belangen van de minder ontwikkelde landen ?

3. La survie de notre propre culture de betteraves est-elle en effet menacée ? Quelles peuvent en être les conséquences socioéconomiques pour notre pays ?

3. Wordt onze eigen bietenteelt inderdaad in zijn voortbestaan bedreigd en welke sociaal-economische gevolgen kan dit voor ons land hebben ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 29 juillet 2004, à la question no 32 de M. Guido De Padt du 5 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 29 juli 2004, op de vraag nr. 32 van de heer Guido De Padt van 5 juli 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre.


1. Situation générale

1. Algemene stand van zaken

La Commission européenne a adopté le 14 juillet 2004 sa communication pour une réforme de l’Organisation commune du marché du sucre (OCM-sucre) à mettre en œuvre dès 2005.

De Europese Commissie heeft op 14 juli 2004 de mededeling goedgekeurd voor een hervorming van de Gemeenschappelijke Marktordening voor suiker (GMO-suiker) die vanaf 2005 doorgevoerd wordt.

Cette communication introduit quelques modifications radicales dans l’OCM-sucre, qui seront douloureuses pour de nombreux opérateurs. Les modifications les plus importantes sont une baisse du prix institutionnel du sucre (- 33 % soit 421 eur/T), une baisse du prix minimal pour les betteraves sucrières (37 %) et une baisse des quotas (moins 2,8 millions de tonnes ou 14 % au total).

Met haar mededeling wil ze enkele radicale en voor talrijke marktdeelnemers pijnlijke veranderingen in de GMO-suiker doorvoeren. De voornaamste daarvan zijn een daling van de institutionele prijs voor suiker (- 33 % of 421 eur/T), een daling van de minimumprijs voor suikerbieten (- 37 %) en een vermindering van de suikerquota (minus 2,8 miljoen ton of 14 % in totaal).

Quelques mesures compensatoires doivent quelque peu diminuer la saignée pour les parties perdantes. Elles concernent principalement l’aide compensatoire directe pour les betteraviers, découplée de la production (60 % de la baisse de prix seront indemnisés) et l’aide de reconversion pour les usines qui arrêtent leurs activités.

Enkele compenserende maatregelen moeten de aderlating enigszins verzachten voor de verliezende partijen. Deze betreffen voornamelijk de directe, van de productie losgekoppelde inkomenssteun voor de suikerbietproducenten (60 % van de prijsverlaging zou vergoed worden) en de reconversiesteun voor sluitende suikerfabrieken.

Accessoirement, la commission propose d’exclure le sucre utilisé par les industries pharmaceutiques et chimiques des quotas et d’augmenter le quota d’isoglucose de 300 000 tonnes à partir de 2007.

Daarbij aansluitend stelt de commissie voor om de suiker die gebruikt wordt voor de chemische en de farmaceutische industrie niet aan te rekenen als quotumsuiker en om het isoglucosequotum te verhogen met 300 000 ton vanaf 2007.


2003

2004


827

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6556

Pour aider les pays ACP à surmonter leur perte de revenu, la commission veut contribuer à leurs efforts pour s’adapter aux nouvelles conditions de marché.

Om de ACP-landen tegemoet te komen voor hun verlies aan inkomsten, wil de commissie hen steun verlenen om zich aan te passen aan de nieuwe marktomstandigheden.

D’autres mesures sont introduites en vue de la gestion du marché. Il s’agit du stockage privé, du report de sucre d’une année à l’autre et du rapportage des prix.

Andere maatregelen worden ingevoerd met het oog op het beheer van de markt. Hieronder behoren de private opslag, de overdracht van jaar op jaar van suiker en de prijsrapportering.

La commission espère que la nouvelle OCM donnera une perspective durable à long terme au secteur et le rendra plus compétitif, plus orienté vers le marché. Cela doit permettre aussi à l’UE de mieux souscrire à ses obligations internationales.

Met de nieuwe OMO hoopt de commissie aan de sector duurzaamheid op lange termijn te geven met meer competitiviteit, meer marktgerichtheid. Hiermee moet de EU ook beter tegemoet komen aan zijn internationale verplichtingen.

2. La position belge

2. Het Belgische standpunt

Une certaine révision de l’organisation commune des marchés du sucre est nécessaire pour répondre aux engagements internationaux de l’Union européenne. Toutefois, la Belgique a exprimé lors du premier échange de vues au Conseil des ministres de l’agriculture du 19 juillet 2004 que la réforme proposée est prématurée et excessive par rapport à ces engagements.

Een bepaalde herziening van de gemeenschappelijke organisatie van de suikermarkten is noodzakelijk om een antwoord te bieden op de internationale verbintenissen van de Europese Unie. Tijdens de eerste gedachtewisseling op de Ministerraad voor landbouw van 19 juli 2004 heeft Belgie¨ evenwel gesteld dat de voorgestelde hervorming voorbarig en overdreven was ten overstaande van deze verbintenissen.

De plus, la Belgique a exprimé son attachement aux éléments clés du régime actuel concernant le maintien de la gestion de l’offre et de mécanismes de marchés, y compris des prix garantis. Ainsi, la gestion de l’offre devrait s’appliquer aussi aux importations en provenance des pays les moins avancés.

Bovendien heeft Belgie¨ zijn aanhankelijkheid uitgedrukt jegens de sleutelelementen van het huidig stelsel betreffende het behoud van het beheer van het aanbod en de marktmechanismen, met inbegrip van de gewaarborgde prijzen. Zodoende zou het beheer van het aanbod eveneens op de invoer voortkomende van de minst ontwikkelde landen van toepassing dienen te zijn.

La Belgique a également regretté l’absence de référence aux utilisations alternatives, biocarburants notamment.

Belgie¨ heeft eveneens de afwezigheid van verwijzing naar de alternatieve gebruiken, met name de biobrandstof, betreurd.

Divers éléments, comme les aspects budgétaires et les modalités de gestion des quotas, doivent encore faire l’objet d’un examen complémentaire pour pouvoir préciser la position belge a priori peu favorable.

Verscheidene elementen, zoals begrotingsaspecten en modaliteiten voor het beheer der quota, dienen nog het voorwerp uit te maken van een aanvullend onderzoek teneinde de a priori weinig gunstige Belgische houding te verduidelijken.

3. Les intérêts des pays moins développés

3. De belangen van de ontwikkelingslanden

Les pays moins développés, principalement les pays ACP, subiront une perte de revenu importante suite à la baisse parallèle du prix garanti du sucre brut. Certains de ces pays ne seront plus compétitifs à ce prix.

De minder ontwikkelde landen, voornamelijk de ACP-landen, zullen een aanzienlijk inkomensverlies lijden wegens de parallelle daling van de gegarandeerde prijs voor ruwe suiker. Sommige van die landen zullen niet meer competitief zijn aan die prijs.

La commission prévoit des mesures d’aide pour les pays ACP afin de s’adapter aux nouvelles conditions de marché ou de se diversifier.

De commissie voorziet steunmaatregelen voor de ACP-landen om zich aan te passen aan de nieuwe marktomstandigheden of om zich te diversifie¨ren.

C’est un fait indéniable qu’une majorité des E´tats membres de l’UE et des pays ACP producteurs de sucre subiront des pertes si cette réforme est appliquée sous sa forme proposée.

Het blijft zo dat een meerderheid van de EUlidstaten en van de suikerproducerende ACP-landen verliezen zullen lijden indien deze hervorming wordt doorgedrukt zoals voorgesteld.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6557

4. La continuité de la culture betteravière et les conséquences socio-économiques

4. Voortbestaan van de bietenteelt en de socioeconomische gevolgen

En ce qui concerne la continuité de la culture betteravière en Belgique, cela dépendra en premier lieu des prix minimaux auxquels fabricants de sucre et betteraviers peuvent encore produire de façon rentable.

Wat het voortbestaan van de Belgische bietenteelt betreft, dit hangt in de eerste plaats af van de minimale prijzen waaraan suikerproducenten en bietentelers nog op een rendabele manier kunnen produceren.

Une étude des services de la commission qui examinait les conséquences de la réforme de l’OCM du sucre (Document du Conseil no 12965/03-ADD1) révélait qu’en Belgique le prix minimal critique du sucre blanc, en-dessous duquel la production de sucre devrait être abandonnée, se situe entre 475 et 500 euros par tonne. Ce calcul ne tenait pas compte d’aides compensatoires.

Een studie van de commissiediensten die de gevolgen onderzocht van de hervorming van de GMOsuiker (Raadsdocument 12965/03-ADD1) bracht aan het licht dat in Belgie¨ de kritieke minimumprijs voor witte suiker tussen 475 en 500 euro per ton ligt, beneden dewelke de suikerproductie zou moeten gestaakt worden. Die berekening hield geen rekening met compensatieregelingen.

Une estimation démontre qu’en tenant compte de l’aide découplée pour les betteraviers, qui couvrirait 60 % de la baisse du prix, ces derniers subiront encore une perte de revenu nette de 6,5 euros par tonne de betteraves. Les fabricants de sucre subiront également, aux prix minimaux proposés pour les betteraves et le sucre, une réduction des marges de production du sucre d’environ 86 euros par tonne de sucre. La question se pose si, à ces conditions, la production de betteraves et de sucre est encore économiquement rentable et pour quels producteurs.

Een schatting toont aan dat, indien er rekening gehouden wordt met de directe inkomenssteun aan de telers, die 60 % van de prijsdaling zou dekken, er nog een nettoverlies van inkomen is van 6,5 euro per ton bieten. Ook de suikerfabrieken zien aan de voorgestelde minimumprijzen voor suiker en bieten hun productiemarge dalen met ongeveer 86 euro per ton suiker. De vraag stelt zich of de bieten- en suikerproductie aan die voorwaarden nog economisch rendabel is en voor welke producenten.

Pour le moment, il existe en Belgique environ 16 300 planteurs de betteraves, 1 300 emplois à temps plein dans les usines sucrières et 7 300 emplois indirects. Au cas où la commission réussirait à faire appliquer sa proposition, et si la culture betteravière se maintient en Belgique, les planteurs et les fabricants subiront une perte importante.

Momenteel zijn er in Belgie¨ ongeveer 16 300 bietentelers, 1 300 voltijdse werkkrachten in de suikerfabrieken en 7 300 indirecte werkplaatsen. In geval de commissie haar voorstel kan doordrukken en indien de suikerbietenteelt in Belgie¨ behouden blijft, dan zullen telers en verwerkende bedrijven een groot verlies lijden.

Ministre de l’Emploi et Protection des consommateurs


Emploi

Werk

DO 2003200421757

DO 2003200421757

Question no 105 de Mme Annemie Turtelboom du 30 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et Protection des consommateurs :

Vraag nr. 105 van mevrouw Annemie Turtelboom van 30 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Interdiction de fixer une limite d’aˆge maximale dans les offres d’emploi. — Méthodes de controˆle.

Verbod aangeven maximumleeftijd in jobadvertenties. — Controlemethodes.

Afin d’offrir aux demandeurs d’emploi aˆgés des chances égales dans la recherche d’un nouvel emploi,

Om oudere werkzoekenden gelijke kansen te geven op het vinden van een nieuwe job werd sinds 1998 een


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6558

une loi interdisant de fixer une limite d’aˆge maximale dans les offres d’emploi (loi du 13 février 1998 portant des dispositions en faveur de l’emploi) est entrée en vigueur dès 1998. Initialement, le respect de la loi était controˆlé en procédant par coup de sonde parmi les offres d’emploi publiées dans les journaux, les quoti` l’heure diens régionaux et les journaux d’annonces. A actuelle, de nombreuses offres d’emploi sont toutefois publiées par le biais d’internet ou du télétexte.

wet van kracht die een verbod instelt op het aangeven van een maximumleeftijd in jobadvertenties (wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling). Aanvankelijk werd de naleving van de wet gecontroleerd door het steekproefsgewijs nakijken van de jobadvertenties in de kranten, regionale bladen en advertentiebladen. Evenwel, worden veel vacatures dezer dagen geplaatst via het internet of teletekst.

1. Les méthodes de controˆle ont-elles été adaptées depuis l’entrée en vigueur de la loi, notamment pour permettre le controˆle des offres d’emploi sur internet ou sur le télétexte ?

1. Werden de controlemethodes sinds de inwerkingtreding van de wet bijgestuurd, meer bepaald met het oog op het controleren van jobadvertenties via het internet of teletekst ?

2. Pourriez-vous me communiquer, pour la période 1998-juin 2004, les chiffres suivants, ventilés par année et par région :

2. Kan u meedelen, opgesplitst per jaar voor de periode 1998-juni 2004 en per gewest :

a) Combien d’annonces ont-elles été controˆlées ?

a) Hoeveel advertenties werden gecontroleerd ?

b) Combien d’infractions à l’interdiction légale de fixer des limites d’aˆge dans les offres d’emplois ont-elles été constatées ?

b) Hoeveel overtredingen werden jaarlijks vastgesteld op het door de wet beoogde verbod op het stellen van leeftijdsgrenzen in jobadvertenties ?

c) Combien de sanctions ou amendes ont-elles été infligées ?

c) Hoeveel sancties of geldboetes werden uitgesproken ?

d) Combien de plaintes émanant de demandeurs d’emploi aˆgés le ministère compétent a-t-il reçues à la suite du non-respect de l’interdiction en question ?

d) Hoeveel klachten heeft het bevoegde ministerie ontvangen van oudere werkzoekenden over het niet-naleven van het verbod ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et Protection des consommateurs du 23 juillet 2004, à la question no 105 de Mme Annemie Turtelboom du 30 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 juli 2004, op de vraag nr. 105 van mevrouw Annemie Turtelboom van 30 juni 2004 (N.) :

Il a déjà été répondu à la plupart des questions posées par M. Filip Anthuenis, notamment à la question no 53 du 13 janvier 2000 (Questions et Réponses, Chambre, 1999-2000, no 23, p. 2514), à la question no 134 du 16 octobre 2000, à la question no 158 du 8 décembre 2000 (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 61, p. 6825) et à la question no 181 posée par M. Tony Smets le 16 février 2001 (Questions et Réponses, Chambre, 2000-2001, no 68, p. 7567).

Er werd reeds op de meeste vragen geantwoord die door de heer Filip Anthuenis gesteld werden, namelijk vraag nr. 53 van 13 januari 2000 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1999-2000, nr. 23, blz. 2514), vraag nr. 134 van 16 oktober 2000, vraag nr. 158 van 8 december 2000 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 61, blz. 6825) en een vraag gesteld door de heer Tony Smets, vraag nr. 181 van 16 februari 2001 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2000-2001, nr. 68, blz. 7567).

Le Controˆle des lois sociales procède toujours au controˆle des annonces par coup de sonde, ainsi qu’en vérifiant les offres d’emplois publiées dans les quotidiens, les périodiques, les journaux locaux et régionaux. Ainsi le controˆle du respect de l’interdiction de fixer une limite d’aˆge lors de l’engagement et de la sélection se fait par le biais de coups de sonde dans les annonces parues dans la presse traditionnelle, sans étendre ses investigations aux annonces parues sur internet ou un système de télétexte. Une telle extension de ce type de controˆle ne correspond pas aux priorités actuelles de ce service.

Het Toezicht op de sociale wetten controleert nog steeds deze advertenties steekproefsgewijs, alsook door het nakijken van jobadvertenties in de kranten, in de regionale dagbladen en advertentiebladen. Zo is de controle op het verbod van het aangeven van een maximumleeftijdsgrens bij aanwerving en selectie steekproefsgewijs blijven gebeuren voor de advertenties die in de traditionele pers verschijnen. Haar opzoekingswerk gaat echter niet verder naar advertenties die op internet verschijnen of een ander teletekstsysteem. Dergelijke opzoekingssystemen behoren niet tot de hedendaagse prioriteiten van deze dienst.

Le controˆle des annonces parues via internet exigerait une charge de travail excessive par rapport à

De controle op de advertenties die via internet verschijnen zou een buitengewone energie vragen in ver-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6559

l’objectif poursuivi, charge qui serait perdue au détriment de missions davantage prioritaires. Il reste évident que sur la base de plaintes précises, le Controˆle des lois sociales procédera aux investigations nécessaires. En cette matière, j’estime que le roˆle de ce service doit eˆtre essentiellement un roˆle d’information et de prévention. Veuillez trouver, ci-après, les statistiques demandées. Il n’est toutefois pas possible de vous les communiquer par région. 1998-1999 : Nombre d’annonces controˆlées : 44 622 Nombre d’infractions : 730 Nombre de plaintes : 6 Des données statistiques n’ont pas été tenues pour l’année 2000. 2001 : Nombre d’annonces controˆlées : 67 651 Nombre d’infractions : 371 Nombre de plaintes : 3 2002 : Nombre d’annonces controˆlées : 42 345 Nombre d’infractions : 125 Nombre de plaintes : 0 2003 : Nombre d’annonces controˆlées : 26 436 Nombre d’infractions : 62 Nombre de plaintes : 0 2004 : Nombre d’annonces controˆlées : 15 698 Nombre d’infractions : 10 Nombre de plaintes : 0 Jusqu’à présent aucune sanction pénale ou amende administrative n’a été prononcée. L’instrument statistique du Controˆle des lois sociales ne permet pas, à l’heure actuelle, de distinguer les demandeurs d’emplois aˆgés parmi les plaignants.

houding tot de vooropgestelde doelstellingen. Deze energie zou dan ten koste zijn van opdrachten die meer prioritair zijn. Het spreekt voor zich dat de directie Toezicht op de sociale wetten op basis van duidelijke klachten de nodige onderzoeken zal uitvoeren. Ik ben ook van mening dat de taak van deze dienst met betrekking tot deze materie hoofdzakelijk bestaat uit informeren en preventief optreden. Gelieve hierna de gevraagde statistieken te willen vinden. Het is echter niet mogelijk deze per gewest mee te delen. 1998-1999 : Aantal gecontroleerde advertenties : 44 622 Aantal inbreuken : 730 Aantal klachten : 6 Voor het jaar 2000 werden er geen cijfergegevens bijgehouden. 2001 : Aantal gecontroleerde advertenties : 67 651 Aantal inbreuken : 371 Aantal klachten : 3 2002 : Aantal gecontroleerde advertenties : 42 345 Aantal inbreuken : 125 Aantal klachten : 0 2003 : Aantal gecontroleerde advertenties : 26 436 Aantal inbreuken : 62 Aantal klachten : 0 2004 : Aantal gecontroleerde advertenties : 15 698 Aantal inbreuken : 10 Aantal klachten : 0 Tot hiertoe werden er geen strafsancties of administratieve geldboeten uitgesproken. Het statistisch instrument waarover de directie Toezicht op de sociale wetten op dit ogenblik beschikt kan niet weergeven of de klager tevens een oudere werkzoekende is.

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2003200421769

DO 2003200421769

Question no 57 de M. Roel Deseyn du 1er juillet 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Impossibilité pour les clients caˆblés de faire appel au Service de médiation pour les télécommunications. Il ressort de réactions reçues de citoyens clients de MixtICS, une filiale de Telenet qui a repris les activités

Vraag nr. 57 van de heer Roel Deseyn van 1 juli 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Niet mogelijk zijn van beroep bij de Ombudsdienst Telecommunicatie voor kabelklanten. Uit reacties die we ontvangen van burgers die klant zijn van MixtICS, een dochteronderneming van Tele-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6560

« caˆble » de 10 intercommunales, que ceux-ci ne peuvent faire appel au Service de médiation pour les télécommunications lorsqu’ils rencontrent des problèmes avec leur raccordement à la télédistribution.

net die de kabelactiviteiten van 10 intercommunales heeft overgenomen, vernemen we dat deze mensen geen beroep kunnen doen op de Ombudsdienst telecommunicatie indien er problemen zijn met hun tvaansluiting.

1. a) Combien d’abonnés clients de MixtICS ne peuvent-ils pas faire appel au service de médiation ?

1. a) Hoeveel abonnees kunnen als klant van MixtICS geen beroep doen op de ombudsdienst ?

b) Comment expliquez-vous cette situation ?

b) Hoe verklaart u dit ?

2. a) Pensez-vous comme moi que la télévision numérique interactive, qui sera dans un premier temps principalement proposée via le caˆble, risque également de ne pas relever des compétences du service de médiation ?

2. a) Bent u het met me eens dat interactieve digitale televisie, dat in een eerste fase vooral zal aangeboden worden via de kabel, ook niet onder de bevoegdheden van de ombudsdienst dreigt te vallen ?

b) En cas de plaintes relatives au service video-ondemand, à qui le citoyen doit-il dans ce cas s’adresser eu égard à la répartition actuelle des compétences ?

b) Indien er klachten zijn met betrekking tot videoon-demand, naar wie dient de burger zich dan te richten volgens de huidige bevoegdheden ?

3. Quelles actions avez-vous entreprises et comptezvous encore entreprendre ?

3. Welke acties heeft u ondernomen en welke zal u ondernemen ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 21 juillet 2004, à la question no 57 de M. Roel Deseyn du 1er juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 21 juli 2004, op de vraag nr. 57 van de heer Roel Deseyn van 1 juli 2004 (N.) :

1. a) Selon le 9e Rapport annuel du Comité consultatif des télécommunications, MixtICS comptait 1 578 014 abonnés le 30 septembre 2002.

1. a) Volgens het 9e Jaarverslag van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie had MixtICS op 30 september 2002, 1 578 014 abonnees.

b) Comme vous le savez, le Service de médiation pour les télécommunications est compétent, en vertu de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, pour les relations entre l’utilisateur final et les entreprises suivantes :

b) Zoals u weet, is de Ombudsdienst voor de telecommunicatie, krachtens de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, bevoegd voor de relaties tussen de eindgebruikers en de volgende ondernemingen :

1o tout prestataire de services de télécommunications exerçant ses activités avec autorisation individuelle;

1o alle leveranciers van telecommunicatiediensten die hun activiteiten uitoefenen met individuele vergunning;

2o tout prestataire de services de télécommunications offerts au public tenu de faire une déclaration pour les services à désigner par le Roi;

2o alle leveranciers van aan het publiek aangeboden telecommunicatiediensten die verplicht zijn een aangifte in te dienen voor de door de Koning aan te wijzen diensten;

3o tout autre prestataire de services de télécommunications qui accepte de se soumettre volontairement à cette médiation;

3o alle andere leveranciers van telecommunicatiediensten die zich vrijwillig aan de bevoegdheid van de ombudsdienst onderwerpen;

4o tout éditeur d’annuaires.

4o de uitgevers van gidsen.

La même loi définit un service de télécommunications comme suit : « un service consistant, en tout ou en partie, en la transmission et l’acheminement de signaux par des réseaux de télécommunications, à l’exception de la radiodiffusion et de la télévision ».


2003

Volgens dezelfde wet wordt een telecommunicatiedienst gedefinieerd als volgt : « een dienst die geheel of gedeeltelijk in de transmissie en routering van signalen over telecommunicatienetwerken bestaat, met uitzondering van radio- en televisieomroepdiensten ». 2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6561

La compétence relative à la radiodiffusion et à la télévision appartient exclusivement aux régions.

De bevoegdheid voor radio- en televisie omroepdiensten behoort exclusief toe aan de gewesten.

Les plaintes relatives à la télévision par caˆble ne peuvent dès lors pas être traitées par le Service de médiation pour les télécommunications.

Klachten over kabeltelevisie kunnen bijgevolg niet worden behandeld door de Ombudsdienst voor de telecommunicatie.

Depuis le 1er janvier 2004, le Service de médiation pour les télécommunications a reçu 140 plaintes concernant MixtICS et les a transmises directement à l’entreprise concernée.

De Ombudsdienst voor de telecommunicatie heeft sinds 1 januari 2004 een 140 klachten gekregen over MixtICS en heeft deze rechtstreeks doorgestuurd naar het betrokken bedrijf.

2. a) Puisque la télévision digitale interactive relève également des compétences des régions, les plaintes éventuelles à ce sujet ne pourront pas être traitées par le Service de médiation pour les télécommunications.

2. a) Daar interactieve digitale televisie eveneens tot de bevoegdheden behoort van de gewesten, zal de Ombudsdienst voor telecommunicatie mogelijke klachten terzake niet kunnen behandelen.

b) Toutes les plaintes relatives à la radiodiffusion et à la télévision doivent être traitées par les entités fédérées compétentes.

b) Alle klachten over radio- en televisieomroepdiensten moeten worden behandeld door de bevoegde gefedereerde entiteiten.

3. Puisqu’il s’agit de compétences exclusives des régions, je ne peux pas entreprendre d’actions concrètes en tant que ministre fédérale.

3. Daar het hier exclusieve bevoegdheden van de gewesten betreft, kan ik als federaal minister geen concrete acties ondernemen.

Ministre de la Coopération au développement

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

DO 2003200421608

DO 2003200421608

Question no 28 de Mme Karine Lalieux du 7 juin 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 28 van mevrouw Karine Lalieux van 7 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Montant de l’aide publique au développement. — Comptabilisations d’allégements.

Bedrag van de officie¨le ontwikkelingshulp. — Verrekening van schuldverlichtingen.

En 2003, l’aide publique au développement de la Belgique est passée à 0,61 % du PNB. Ce chiffre est pour le moins impressionnant si on se base sur celui de 2002 : 0,43 %. En clair, l’augmentation de l’aide publique au développement belge est de 47 % par année, passent de 1,137 à 1,671 milliard d’euros ! L’augmentation est encore plus impressionnante quand on se réfère aux chiffres des années précédents : ` ce 0,30 % en 1999, 0,36 % en 2000 et 0,37 % en 2001. A rythme, les 0,7 % annoncés pour 2010 seront rapidement atteints.

In 2003 bereikte de Belgische officie¨le ontwikkelingshulp 0,61 % BNP, een niet onaanzienlijke stijging in vergelijking met de 0,43 % van 2002. Met een toename van 1,137 naar 1,671 miljard euro, stijgt de Belgische officie¨le ontwikkelingshulp jaarlijks met 47 % ! De stijging is nog indrukwekkender wanneer we uitgaan van de cijfers van de voorafgaande jaren : 0,30 % in 1999, 0,36 % in 2000 en 0,37 % in 2001. Indien we op dat elan voortgaan, liggen de 0,7 %, die voor 2010 waren aangekondigd, binnen handbereik.

Et pourtant, le détail des chiffres impose un peu moins d’entrain. En effet, l’essentiel de l’augmentation semble en fait provenir de la comptabilisation des allégements de dette octroyés par la Belgique dans le cadre de l’initiative en faveur des pays pauvres très endettés (PPTE). Au lieu d’octroyer des allégements de dettes

Indien we die cijfers echter van naderbij bekijken, wordt ons enthousiasme enigszins getemperd. Het leeuwendeel van de stijging schijnt immers voort te vloeien uit de verrekening van de schuldverlichtingen die Belgie¨ in het raam van het HIPC-initiatief (heavily indebted poor countries) toekende. In plaats van de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6562

en plus d’une augmentation de l’aide publique au développement à 0,7 % du PNB, on comptabilise ces allégements pour atteindre plus facilement le chiffre des 0,7 %, ce qui atténue fortement l’effet d’« additionnalité » des fonds pour le financement du développement des pays pauvres. Pire, l’essentiel de l’augmentation provient des allégements de dettes octroyés à la République Démocratique du Congo, pays qui avait stoppé ses remboursements depuis la rupture de Mobutu avec la communauté financière internationale en 1990. Les allégements de la dette congolaise, qui sont en réalité des liquidations d’arriérés impayés, ont donc pour effet paradoxal une reprise des remboursements par ce pays totalement à reconstruire (c’est ainsi 30 % de son budget qui est affecté en 2004 au paiement de sa dette extérieure). En outre, cette dette congolaise est un archétype de la dette odieuse, puisqu’elle a été entièrement contractée par Mobutu. 1. Quel est exactement le détail du montant de l’aide publique au développement pour 2003 et l’apport des allégements de dettes dans le calcul des 0,61 % ? 2. Est-ce que ces comptabilisations d’allégements sont « one shot » et si oui, quels sont les moyens prévus en 2004 pour éviter que l’augmentation de 2003 ne soit qu’un artifice comptable ponctuel (étant entendu que le gouvernement s’est engagé à atteindre 0,7 % du PNB en 2010) ? Réponse du ministre de la Coopération au développement du 26 juillet 2004, à la question no 28 de Mme Karine Lalieux du 7 juin 2004 (Fr.) : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que cette question relève de la compétence du ministre des Finances. (Question no 453 du 2 aouˆt 2004.)

schuldverlichtingen toe te staan bovenop de stijging van de middelen voor ontwikkelingshulp naar 0,7 % BNP, worden deze in rekening gebracht om de 0,7 % sneller te bereiken. Op die manier wordt het aanvullend karakter van de financieringsfondsen voor de ontwikkeling van de arme landen wel erg relatief. Erger is dat de stijging vooral voortvloeit uit de schuldverlichtingen die aan de Democratische Republiek Congo werden toegekend. Dat land stopte met de afbetalingen nadat Mobutu in 1990 brak met de internationale financie¨le gemeenschap. De verlichtingen van de Congolese schuld zijn dus niets anders dan de verrekening van onbetaalde achterstallen en leiden er paradoxaal genoeg toe dat dit land, dat van op de grond moet worden heropgebouwd, zijn schuldaflossingen hervat (zo gaat in 2004 30 % van zijn begroting naar de aflossing van zijn buitenlandse schuld). Bovendien is de Congolese schuld een schoolvoorbeeld van de verfoeilijke schuld, aangezien ze volledig werd aangegaan door Mobutu. 1. Waaruit bestaat het bedrag van de officie¨le ontwikkelingshulp voor 2003 precies en wat is het aandeel van de schuldverlichtingen in de berekening van de 0,61 % ? 2. Is deze verrekening van schuldverlichtingen een one-shotoperatie ? Zo ja, welke middelen zullen in 2004 worden vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat de stijging van 2003 niet louter een eenmalige boekhoudkundige truc blijkt (wetend dat de regering beloofde in 2010 0,7 % BNP te halen) ? Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 26 juli 2004, op de vraag nr. 28 van mevrouw Karine Lalieux van 7 juni 2004 (Fr.) : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat deze aangelegenheid onder de bevoegdheid ressorteert van de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 453 van 2 augustus 2004.)

Ministre de la Mobilité

Minister van Mobiliteit

DO 2003200421838

DO 2003200421838

Question no 132 de Mme Jacqueline Galant du 12 juillet 2004 (Fr.) au ministre de la Mobilité : Sens uniques limités. Dernièrement, j’ai reçu un dossier de l’Institut belge pour la sécurité routière (IBSR) relatif au nouvel agencement des voiries à sens unique en vue d’en donner accès aux cyclistes. Il y apparaıˆt que les modifications au plan de circulation pour autoriser l’usage de certaines voiries à sens unique aux deux-roues doivent être

Vraag nr. 132 van mevrouw Jacqueline Galant van 12 juli 2004 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit : Beperkt eenrichtingsverkeer. Onlangs ontving ik een dossier van het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV) inzake de nieuwe inrichting van de eenrichtingsstraten, die voortaan in beide richtingen voor fietsers moeten worden opengesteld. Hieruit blijkt dat de wijzigingen aan het verkeersplan, teneinde tweewielers toe te laten


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6563

faites pour le 1er juillet. En tant que bourgmestre, je m’étonne de ne pas avoir été avisée avant de cet état de choses ! Par ailleurs, je m’inquiète quant à la sécurité des usagers dits faibles qui croisent des automobilistes peu habitués à être confrontés à ce type de situation. L’IBSR parle aussi clairement de cette insécurité, bien qu’ils exposent le peu d’accidents comptabilités depuis la mise en service de ces sens uniques limités.

bepaalde eenrichtingsstraten in beide richtingen in te rijden, tegen 1 juli rond moeten zijn. Als burgemeester verwondert het mij dat ik niet eerder van deze regeling op de hoogte werd gebracht ! Bovendien maak ik mij zorgen over de veiligheid van de zogenaamde zwakke weggebruikers wanneer zij in zo’n straat op autobestuurders stuiten die nog niet met de nieuwe regeling vertrouwd zijn. Ook het BIVV wijst uitdrukkelijk op dit risico, al werden sinds de invoering van het beperkt eenrichtingsverkeer nog maar weinig ongevallen gemeld.

1. Disposez-vous de statistiques appuyant cet argument ?

1. Beschikt u over statistieken die dit argument staven ?

2. Au vu des résultats, il semble que très peu de villes aient instauré ce système. N’est-ce donc pas utopique d’instaurer le 1er juillet comme date butoir ?

2. Aan de resultaten te oordelen, lijkt het erop dat erg weinig steden dit systeem reeds hebben ingevoerd. Is het dan niet utopisch 1 juli als einddatum vast te leggen ?

3. En outre, il apparaıˆt que ce système concerne plus les usagers flamands que les Wallons, encore fort peu coutumiers des déplacements à vélo. Je ne suis pas persuadée que cette mise à sens unique influe sur le comportement des automobilistes. Je doute qu’ils privilégient le vélo simplement parce que l’accès à certaines rues à sens unique leur est autorisé.

3. Bovendien lijkt dit systeem meer gericht op de Vlaamse dan op de Waalse weggebruikers, die de weg naar de fiets nog niet hebben gevonden. Ik ben er niet van overtuigd dat deze nieuwe vorm van eenrichtingsverkeer het gedrag van de autobestuurders zal beı¨nvloeden. Ik betwijfel of zij makkelijker op de fiets zullen stappen, gewoonweg omdat het eenrichtingsverkeer voor tweewielers wordt versoepeld.

Dès lors, ne pensez-vous pas qu’il serait judicieux de revoir ce système et de laisser le libre choix aux gestionnaires de voiries de ne pas favoriser l’accès aux cyclistes ?

Ware het dan ook niet aangewezen dit systeem te herzien en de wegbeheerders de vrije keuze te laten om eenrichtingsstraten al dan niet in beide richtingen voor fietsers open te stellen ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 22 juillet 2004, à la question no 132 de Mme Jacqueline Galant du 12 juillet 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 22 juli 2004, op de vraag nr. 132 van mevrouw Jacqueline Galant van 12 juli 2004 (Fr.) :

La décision de rendre tous les sens uniques accessibles aux cyclistes à contresens date de longtemps déjà, et en décembre 2002, une lettre circulaire a été envoyée par Mme la ministre Isabelle Durant à l’ensemble des communes belges pour les informer de l’entrée en vigueur de cette mesure à la date du 1er juillet 2004. Les communes ont donc eu un an et demi pour prendre les décisions nécessaires en la matière.

De beslissing om het eenrichtingsverkeer in tegenrichting toegankelijk te maken voor fietsers, dateert al van heel lang. In december 2002 heeft minister Isabelle Durant een rondzendbrief naar alle Belgische gemeenten gestuurd om hen op de hoogte te brengen van de inwerkingtreding van deze maatregel op 1 juli 2004. De gemeenten hebben dus anderhalf jaar de tijd gehad om de nodige beslissingen terzake te nemen.

Une lecture attentive du document qui vous a été transmis par l’IBSR vous montrera que la généralisation des sens uniques limités (SUL) dans les villes qui ont adopté cette mesure de longue date, n’a pas amené d’augmentation du nombre d’accidents impliquant des cyclistes. Au contraire, on n’a pas dénombré d’accidents avec des cyclistes roulant à contresens.

Een aandachtige lezing van het document dat het BIVV u bezorgd heeft, zal aantonen dat de veralgemening van het beperkt eenrichtingsverkeer (BEV) in de steden die deze maatregel allang hebben aangenomen, geen toename van het aantal ongevallen met fietsers heeft veroorzaakt. In tegendeel, er werden geen ongevallen gemeld met fietsers die in tegenrichting reden.

Les SUL sont une mesure existant dans de nombreux autres pays européens (France, Pays-Bas, notamment); la Belgique ne joue donc pas cavalier seul.

Het BEV bestaat reeds in talrijke andere Europese landen waaronder Frankrijk en Nederland. Belgie¨ handelt dus niet op eigen houtje.

De plus en plus de cyclistes circulent sur nos routes, même s’il est vrai que la Flandre a une autre tradition

Steeds meer fietsers rijden op onze wegen, zelfs indien blijkt dat de fietsgewoontes in Vlaanderen ver-


2003

2004


828

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6564

du vélo que les deux autres régions du pays. Il n’en reste pas moins qu’il est toujours mieux que la règle soit la généralité et non l’exception. Pour informer correctement l’ensemble des usagers, des émissions « Contact », « Ça roule », « Kijk Uit » ont déjà été programmées, voire diffusées, et un folder grand public sera largement diffusé et téléchargeable sur le site de l’IBSR (les communes vont recevoir une information sous peu à ce sujet). Il est toujours possible, pour le gestionnaire de voiries, de décider de ne pas instaurer un SUL, mais uniquement pour d’impérieux problèmes de sécurité. Ceux-ci sont largement expliqués dans la brochure de l’IBSR à laquelle vous faites référence. De plus, les fonctionnaires du SPF Mobilité et Transports et le personnel de l’IBSR sont à la disposition des communes pour les aider à résoudre des questions plus pointues éventuelles. Les cyclomoteurs de classe A (moins de 25 km/h) peuvent aussi utiliser les SUL, mais de l’expérience des villes qui ont adopté les SUL depuis longtemps, il ressort que ce n’est souvent pas une bonne idée que de ` nouveau, la brochure de l’IBSR les y autoriser. A aborde cette problématique La Région de Bruxelles-Capitale a pris l’intéressante initiative, comme vous le relevez, de subsidier les études préalables à l’instauration des SUL.

schillen met die van de twee andere gewesten van het land. Desalniettemin is het altijd beter dat de regel de algemeenheid is en niet de uitzondering. Teneinde alle weggebruikers correct in te lichten, werden de tvprogramma’s « Contact », « Ça roule » en « Kijk Uit » reeds opgenomen, en zelfs uitgezonden, en zal een publieksfolder uitgebreid worden verspreid en vanaf de BIVV-website kunnen worden gedownload (de gemeenten zullen binnenkort hieromtrent worden ingelicht). De wegbeheerder kan altijd beslissen om een BEV niet in te voeren, maar enkel in geval van ernstige veiligheidsproblemen. Deze worden uitvoerig uiteengezet in de BIVV-brochure waarnaar u verwijst. Daarenboven staan de ambtenaren van de FOD Mobiliteit en Vervoer en het personeel van het BIVV ter beschikking van de gemeenten om hen te helpen bij het oplossen van eventuele specifieke vragen.

En complément, pour votre information, je vous signale que la Région de Bruxelles-Capitale a aussi organisé deux séances de formation pour les agents communaux (une dans chaque langue), et que celles-ci ont suscité des questions quant à la signalisation horizontale, notamment (marquages). Des réponses ont été apportées par l’IBSR sous forme de fiches techniques. Celles-ci sont disponibles, en l’état, auprès du département Mobilité et Infrastructure de l’IBSR et pourraient faire l’objet d’une publication ultérieure si cela s’avérait utile pour les deux autres régions.

Het BEV geldt ook voor bromfietsen van klasse A (minder dan 25 km/h), maar uit de ervaring van steden die het stelsel allang hebben ingevoerd, blijkt dat het dikwijls een slecht idee is om de bromfietsen in tegenrichting te laten rijden. Opnieuw snijdt de BIVVbrochure dit probleem aan. Zoals u terecht opmerkt, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het interessante voortouw genomen tot het subsidie¨ren van de studies voorafgaande aan de invoering van het BEV. Ter aanvulling en te uwer informatie meld ik u dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook twee voorlichtingsvergaderingen voor de gemeentenambtenaren heeft belegd (een in elke landstaal), die vragen hebben uitgelokt over de horizontale signalisatie, met name de markeringen. Het BIVV heeft voor een antwoord gezorgd in de vorm van technische fiches. Deze zijn beschikbaar, in de oorspronkelijke staat, bij de afdeling Mobiliteit en Infrastructuur van het BIVV en zouden later kunnen worden uitgegeven, indien het nuttig zou blijken voor de twee andere gewesten.

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

DO 2003200421694

DO 2003200421694

Question no 22 de M. Roel Deseyn du 22 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Couˆt du site portail fédéral. Dans votre réponse à une question écrite concernant le couˆt du site portail fédéral, vous mentionnez un

Vraag nr. 22 van de heer Roel Deseyn van 22 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Kosten van de federale portaalsite. In uw antwoord op een schriftelijke vraag aangaande de kosten van de federale portaalsite geeft u


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6565

certain nombre de chiffres (cf. notamment la question no 12 du 20 avril 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 33, p. 5177). 1. Pour 2002, vous affirmez dans votre réponse que « la réalisation des applications transactionnelles et leur maintenance, sont respectivement les composants communs transactionnels réutilisables sur le portail, Starters, E-community, E´lections 2003, DIV, Tax-online, Security, pour un montant de 15 192 770,08 euros ». Ce montant de 15 192 770,08 euros vient-il s’ajouter aux 15 367 000 euros engagés par décision du Conseil des ministres du 20 décembre 2002 ou fait-il partie intégrante du montant de 15 367 000 euros ? 2. Pour 2003-2004, votre réponse fait état d’un montant de 2 628 991,20 euros prévu au budget du Fedict pour « Tax-on-web II » et d’un montant de 1 500 108,39 euros prévu au budget du SPF Finances pour les élections 2004. S’agit-il d’une enveloppe complémentaire octroyée à ces services, ou les montants en question sont-ils à charge des budgets ordinaires ? 3. Une enveloppe de 18 065 460 euros a été prévue au budget initial de 55 651 813 euros pour la mise en place d’applications et le support des applications transactionnelles. Cet argent est destiné au développement d’applications au cours des cinq années à venir (à compter de 2002). a) Pourquoi dès lors prévoir des crédits supplémentaires ? b) Quelles sont les applications qui étaient prévues en 2002 lors de l’engagement du budget initial ? 4. Quelle a été l’affectation du crédit supplémentaire de 2 088 460 euros pour le Fedict engagé par le Conseil des ministres le 20 décembre 2002 ? 5. ` combien s’élève jusqu’à présent le couˆt total du a) A développement de la déclaration d’impoˆt électronique ? ` combien estime-t-on le couˆt de développement b) A d’une déclaration d’impoˆt électronique automatiquement complétée par l’administration fiscale (par l’extraction de données des banques de données des pouvoirs publics), qui serait ensuite encore simplement soumise au contribuable pour vérification ? c) Quand ce système sera-t-il opérationnel ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 juillet 2004, à la question no 22 de M. Roel Deseyn du 22 juin 2004 (N.) : En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat et le service public fédéral


2003

een aantal cijfers (zie onder meer : vraag nr. 12 van 20 april 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 20032004, nr. 33, blz. 5177). 1. Voor 2002 staat beschreven dat « de realisatie van de transactionele toepassingen en van het onderhoud ervan respectievelijk de gemeenschappelijk herbruikbare componenten op het portaal, Starters, Ecommunity, Verkiezingen 2003, DIV, Tax-on-line, Security, voor een bedrag van 15 192 770,08 euro zijn ». Komt deze 15 192 770,08 euro bovenop de 15 367 000 euro die werd vastgelegd bij de Ministerraad van 20 december 2002, of vormt het een integraal deel van die 15 367 000 euro ? 2. Voor 2003-2004 werd er volgens uw antwoord 2 628 991,20 euro op het budget van Fedict voorzien voor Tax-on-web II en 1 500 108,39 euro op het budget van de FOD Financie¨n voor de verkiezingen 2004. Werd dit geld bijkomende aan deze diensten toegekend, of werd het in aftrek genomen van hun normale budget ? 3. Van de initie¨le 55 651 813 euro werd 18 065 460 euro voorzien voor het opzetten van applicaties en ondersteuning van transactionele toepassingen. Hiermee zouden de komende vijf jaar (gerekend vanaf 2002) dus toepassingen ontwikkeld worden. a) Vanwaar dan toch de bijkomende kredieten ? b) Welke toepassingen werden in 2002 voorzien bij vastlegging van het initie¨le budget ? 4. Naar waar ging de 2 088 460 euro extra krediet voor Fedict die vastgelegd werd in de Ministerraad van 20 december 2002 ? 5. a) Hoeveel zijn de totale ontwikkelingskosten tot nu toe voor de elektronische belastingaangifte ? b) Hoeveel zijn de verwachte ontwikkelingskosten om de elektronische belastingaangifte in de toekomst vooraf kant en klaar in te vullen (door het zelf extraheren van gegevens uit de eigen databanken van de overheid), en daarna enkel nog ter controle voor te leggen aan de burger ? c) Wanneer zal dit systeem in voege treden ? Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 juli 2004, op de vraag nr. 22 van de heer Roel Deseyn van 22 juni 2004 (N.) : Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de federale overheidsdienst Informatie2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6566

Technologie de l’information et de la communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

1. Pour la réalisation des applications transactionnelles et de leur maintenance, ou plus précisément des composantes réutilisables du portail, à savoir Starters, eCommunities, WEBDIV, Tax-on-line et Security, un montant de 15 192 770,08 euros a été estimé et approuvé par le Conseil des ministres.

1. Voor de realisatie van de transactionele toepassingen en van het onderhoud ervan respectievelijk de gemeenschappelijk herbruikbare componenten van het portaal, Starters, eCommunities, WEBDIV, Taxonline en Security werd een bedrag van 15 192 770,08 euro geraamd en goedgekeurd door de Ministerraad.

La commande de ces marchés de services s’est fait dans le cadre des budgets approuvés de Fedict pour les années de service 2002 et 2003.

De bestelling van deze dienstenopdrachten gebeurde binnen de goedgekeurde budgetten van Fedict voor de dienstjaren 2002 en 2003.

Sur le budget de l’année de service 2002 de Fedict, 10 325 000,00 euros ont été engagés. Sur le budget de l’année de service 2003 de Fedict, 5 042 000,00 euros ont été engagés.

Op de begroting van het dienstjaar 2002 van Fedict werd 10 325 000,00 euro vastgelegd. Op de begroting van het dienstjaar 2003 van Fedict werd 5 042 000,00 euro vastgelegd.

Engagement total : 15 367 000,00 euros.

Totale vastlegging : 15 367 000,00 euro.

Les 15 192 770,08 euros étaient une estimation globale et font partie intégrante des crédits réellement engagés à hauteur de 15 367 000,00 euros.

15 192 770,08 euro was een globale raming en maakt integraal deel uit van de reeël vastgelegde kredieten ten bedrag van 15 367 000,00 euro.

2. Sur le budget 2003 de Fedict, pendant le mois de décembre 2003, un crédit de 2 628 991,20 euros a été engagé.

2. Op de begroting 2003 van Fedict werd tijdens de maand december 2003 een krediet vastgelegd van 2 628 991,20 euro.

Ce crédit a été engagé dans le cadre des budgets encore disponibles et approuvés de Fedict pour l’année de service 2003.

Dit krediet werd vastgelegd binnen de nog beschikbare en goedgekeurde budgetten van Fedict voor het dienstjaar 2003.

Le crédit a donc été déduit du budget normal octroyé et encore disponible pour 2003 et l’attribution de ce marché n’a pas donné lieu à des crédits supplémentaires sur le budget en question.

Het krediet werd dus in aftrek genomen van het normale toegekende en nog beschikbare budget voor 2003 en de toewijzing van deze opdracht gaf geen aanleiding tot bijkomende kredieten op de betreffende begroting.

3 et 4. Un crédit total de 55 651 813,00 euros sur cinq ans a été estimé et approuvé par le Conseil des ministres pour le concept, le développement, l’implémentation, la maintenance et l’exploitation du portail fédéral.

3 en 4. Er werd een totaal krediet van 55 651 813,00 euro over vijf jaar begroot voor het concept, de ontwikkeling, de implementatie, het onderhoud en exploitatie van het federaal portaal en goedgekeurd door de Ministerraad.

De ce montant :

Hiervan was :

— 37 586 083,00 euros sur 5 ans ont été estimés pour les postes 1, 2, 3 et 4 (e-portal due diligence, analyse et conception, mise en place du portail statique et mise en place d’une plate-forme portail transactionnelle générique : due diligence, exploitation, helpdesk, maintenance, mise à niveau, ...)

— 37 586 083,00 euro begroot over 5 jaar voor de posten 1, 2, 3 en 4 (e-portal due diligence, analyse en ontwerp, opzetten van het statische portaal en opzetten van een generiek transactioneel portaalplatform : due diligence, exploitatie, helpdesk, onderhoud, upgrade, ...)

Après la décision du Conseil des ministres du 19 mars 2002, ce montant a été engagé sur le budget 2003 de Fedict.

Dit bedrag werd na de beslissing van de Ministerraad van 19 maart 2002 vastgelegd op de begroting 2003 van Fedict.

— 18 065 730,00 euros ont été estimés pour le poste 6 : pour les applications transactionnelles indiquées à la réponse à la question 1.

— 18 065 730,00 euro begroot voor post 6 : voor de transactionele toepassingen vermeld in het antwoord op vraag 1.

Un montant initial de 4 787 190,00 euros pour la première année a été engagé après la décision du

Een initieel bedrag van 4 787 190,00 euro voor het eerste jaar werd vastgelegd na de beslissing van de


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6567

Conseil des ministres du 19 mars 2002 pour l’exécution des services sur le poste 6 (Central Service Team, mettre au point et aider à développer l’application transactionnelle, ...).

Ministerraad van 19 maart 2002 voor de uitvoering van de diensten op post 6 (Central Service Team, bouwen en helpen uitbouwen van transactionele toepassing, ...).

Après la décision du Conseil des ministres du 20 décembre 2002, pour les applications transactionnelles (telles que mentionnées au point 1), un montant de 10 325 000,00 euros a été engagé sur le budget 2002 et un montant de 5 042 000,00 euros a été engagé sur le budget 2003.

Na de beslissing van de Mministerraad van 20 december 2002 werd er voor de transactionele toepassingen (zoals vermeld in punt 1) een bedrag van 10 325 000,00 euro vastgelegd op de begroting 2002 en een bedrag van 5 042 000,00 euro vastgelegd op de begroting 2003.

Donc, 2 088 460,00 euros (18 065 730,00 euros — 4 787 190,00 euros — 10 325 000,00 euros — 5 042 000,00 euros) de plus qu’estimés ont été engagés : ce crédit a été utilisé pour financer les projets mentionnés au point 1.

Er werd aldus 2 088 460,00 euro (18 065 730,00 euro — 4 787 190,00 euro — 10 325 000,00 euro — 5 042 000,00 euro) meer vastgelegd dan begroot : dit krediet werd gebruikt ter financiering van de in punt 1 gemelde projecten.

Je vous renvoie aussi à ma réponse à la question 12 posée le 21 avril 2004 (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 33, p. 5177).

Ik verwijs eveneens naar mijn antwoord op vraag 12 die werd gesteld op 21 april 2004 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 33, blz. 5177).

Aucun engagement n’a donné lieu à une demande de crédits supplémentaires sur les budgets 2002 et 2003 de Fedict.

Geen enkele vastlegging gaf aanleiding tot het vragen van bijkomende kredieten op de begrotingen 2002 en 2003 van Fedict.

Les projets ont été réalisés dans le cadre des crédits octroyés sur ces budgets.

De projecten werden verwezenlijkt binnen de toegekende kredieten op deze begrotingen.

5. Les frais totaux de développement pour la déclaration fiscale électronique s’élèvent à :

5. De totale ontwikkelingskosten voor de elektronische belastingaangifte bedraagt :

— pour Tax-on-Web 2003 : 3 103 287 euros;

— voor Tax-on-web 2003 : 3 103 287 euro;

— pour Tax-on-Web 2004 : 3 000 216 euros, dont 50 % sur le budget de Fedict et 50 % sur le budget du SPF Finances.

— voor Tax-on-web 2004 : 3 000 216 euro, waarvan 50 % op budget Fedict en 50 % op budget Financie¨n.

Pour les points b) et c) de votre question, je vous renvoie au ministre des Finances. (Question no 454 du 2 aouˆt 2004.)

Voor delen b) en c) van uw vraag verwijs ik u naar de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 454 van 2 augustus 2004.)

DO 2003200421698

DO 2003200421698

Question no 23 de M. Roel Deseyn du 29 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 23 van de heer Roel Deseyn van 29 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Brochures d’information. — Renvoi exclusif à des adresses internet.

Informatiebrochures. — Uitsluitend gebruik van verwijzingen naar webadressen.

J’ai pu lire dans un article de presse que de nombreuses personnes ne disposent pas d’une connexion internet ou sont incapables de se servir de cet outil. Il s’agit là d’un problème de plus en plus préoccupant dans la mesure ou` un nombre croissant de brochures d’information renvoient exclusivement à des adresses internet ou de courrier électronique pour des informations complémentaires.

Uit een krantenartikel blijkt dat heel wat mensen geen internet bezitten of er niet mee overweg kunnen. Dit is een groeiend probleem daar men in steeds meer informatiebrochures uitsluitend nog verwijst naar webadressen of mailadressen voor bijkomende info.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6568

1. a) Comment envisagez-vous de mettre un terme à cette discrimination ?

1. a) Hoe overweegt u ervoor te zorgen dat deze discriminatie stopt ?

b) Quelles mesures avez-vous déjà prises ?

b) Welke maatregelen heeft u reeds ondernomen ?

c) Quelles mesures avez-vous l’intention de prendre dans un avenir proche ?

c) Welke maatregelen plant u in de nabije toekomst ?

2. Quel pourcentage de la population est-il concerné par ce problème ?

2. Hoeveel procent van de bevolking heeft te maken met dit probleem ?

3. a) Quelles mesures allez-vous prendre pour que l’information diffusée par les services publics soit également accessible par d’autres biais que par celui de renvois à des adresses internet ?

3. a) Hoe zal u opleggen dat naast www-verwijzingen, informatie die vertrekt vanuit de overheidsdiensten ook op andere manieren toegankelijk moet zijn ?

b) Pouvez-vous également imposer une telle obligation à des personnes privées ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 juillet 2004, à la question no 23 de M. Roel Deseyn du 29 juin 2004 (N.) :

b) Kan u een dergelijke verplichting ook opleggen aan private personen ?

En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

1. Je vous renvoie à ma réponse à vos questions nos 16 et 21 (Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 37, p. 5795 et no 40, p. 6278).

1. Ik verwijs u naar mijn antwoord op uw vragen nrs. 16 en 21 (Vragen en Antwoorden, Chambre, 20032004, no 37, blz. 5795 en nr. 40, blz. 6278).

2. En vue de l’augmentation du taux de pénétration de l’internet en Belgique, le bureau de conseils Insites Consulting a réalisé en janvier 2004, à la demande du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, une étude sur le nombre de familles disposant d’un pc sans internet et sur la mesure dans laquelle ces pc étaient prêts à accueillir internet.

2. Met het oog op het verhogen van de internetpenetratiegraad in Belgie¨ werd door het adviesbureau Insites Consulting, in opdracht van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, in januari 2004 een studie gemaakt waarbij werd nagegaan hoeveel gezinnen over een pc zonder internet beschikken en in hoeverre deze pc’s internetklaar zijn.

Pour son étude, Insites a utilisé les données de la dixième enquête Insites Belgian internet Mapping (novembre 2003). Les principaux résultats sont les suivants (la base : % de tous les foyers belges (4 362 000)) :

Voor haar studie heeft Insites gebruik gemaakt van de gegevens uit het tiende Insites Belgian internet Mapping onderzoek (november 2003). De voornaamste resultaten zijn de volgende (basis : % van alle Belgische gezinnen (4 362 000)) :

a) taux de pénétration pc général :

a) algemene pc-penetratie :

— familles avec pc : 63 %

— gezinnen met pc : 63 %

— familles avec pc en Flandres : 65 %

— gezinnen met pc in Vlaanderen : 65 %

— familles avec pc en Wallonie : 60 %

— gezinnen met pc in Wallonie¨ : 60 %

b) taux de pénétration pc sans internet :

b) penetratie pc zonder internet :

— familles avec pc sans internet : 12 %

— gezinnen met pc zonder internet : 12 %

— familles avec pc sans internet en Flandres : 11 %

— gezinnen met pc zonder internet in Vlaanderen : 11 %

— familles avec pc sans internet en Wallonie : 13 %

— gezinnen met pc zonder internet in Wallonie¨ : 13 %

c) taux de pénétration pc avec internet :

c) penetratie pc met internet :


2003

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 juli 2004, op de vraag nr. 23 van de heer Roel Deseyn van 29 juni 2004 (N.) :

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6569

— familles avec pc internet : 51 %

— gezinnen met internet pc : 51 %

— familles avec pc internet en Flandres : 54 %

— gezinnen met internet pc in Vlaanderen : 54 %

— familles avec pc internet en Wallonie : 47 %

— gezinnen met internet pc in Wallonie¨ : 47 %

Ces chiffres peuvent nous apprendre plusieurs choses :

Uit deze cijfers kunnen we één en ander leren :

— La Belgique obtient de bons résultats concernant le taux de pénétration des pc. Nous nous situons encore après les pays de tête (Scandinavie, PaysBas), mais nous enregistrons des progrès.

— Belgie¨ scoort goed wat pc-penetratie betreft. We zitten nog onder toplanden (Scandinavie¨, Nederland), maar boeken vooruitgang.

— Le prix des nouveaux pc a fortement diminué (un pc à marque coûte maintenant environ 500 euros). Cela signifie que le prix d’achat d’un pc n’est plus le plus grand frein pour une famille moyenne. Un tel pc à marque ne revient plus qu’à 13,40 euros par mois pendant trois ans. C’est considérablement moins que le coût d’une connexion à large bande.

— De prijs van nieuwe pc’s is sterk gezakt (naar 500 euro voor een merkpc). Dit betekent dat de aankoopprijs van een pc niet langer de grootste drempel vormt voor een doorsnee gezin. Op drie jaar tijd betaal je voor zo’n merkpc nog 13,4 euro per maand. Dat is opmerkelijk minder dan wat voor een breedbandaansluiting wordt betaald.

— La marge de croissance de l’internet à large bande est particulièrement grande (le marché pour la version light de la LB-familles) :

— De groeimarge voor breedbandinternet is opvallend groot (markt voor BB light-gezinnen) :

Surfeurs faible bande ................. Un pc pas d’internet .................. Pas de pc, mais internet ............. Ni pc ni internet ........................

701 106 523 440 174 480 1 439 460

Smalband-surfers ....................... Wel pc, geen internet ................. Geen pc, wel surfen ................... Geen pc, niet surfen ...................

2 838 486

Totaal ........................................

Total .........................................

16,3 % 12 % 4% 33 %

16,3 % 12 % 4% 33 %

701 106 523 440 174 480 1 439 460 2 838 486

3. a) Pour autant qu’il existe des services publics qui ne mentionnent que des www.renvois dans leurs brochures d’information, je suis d’accord avec vous sur le fait que les informations doivent aussi être offertes d’une autre manière aux citoyens. Je ferai part de cette inquiétude au service Communication externe du premier ministre.

3. a) Voorzover er overheidsdiensten zijn die enkel www-verwijzingen vermelden in hun informatiebrochures ben ik het met u eens dat informatie ook op een andere manier moet worden aangeboden aan de burger. Ik zal deze bezorgdheid overmaken aan de dienst Externe Communicatie van de eerste minister.

b) Je ne suis pas partisan d’une quelconque obligation en ce sens. Quand il s’agit de personnes privées, c’est à elles-mêmes de considérer ce qui est le plus intéressant commercialement.

b) Ik ben geen voorstander van enige verplichting in deze zin. Wanneer het gaat om private personen is het aan hen zelf om de afweging te maken wat commercieel het meest interessant is.

Tant concernant le point a) que le b), je tiens à insister sur le fait que le but du Plan d’action national est d’offrir à chacun la possibilité d’accéder à l’internet. En ce sens, an s’efforcera d’équiper suffisamment de lieux publics de pc pourvus d’une connexion à l’internet.

Zowel met betrekking tot a) en b) wil ik benadrukken dat het de bedoeling is van het Nationaal Actieplan dat iedereen de mogelijkheid wordt geboden om toegang te hebben tot het internet. In die zin zal worden nagestreefd dat er voldoende publieke plaatsen uitgerust zijn met pc’s voorzien van een internetaansluiting.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6570

DO 2003200410674

DO 2003200410674

Question no 24 de M. Daan Schalck du 29 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 24 van de heer Daan Schalck van 29 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Modalité de payement des perceptions immédiates et des transactions à la suite d’infractions au Code de la route.

Betalingswijze van onmiddellijke inningen en minnelijke schikkingen, na het begaan van verkeersovertredingen.

Dans la nouvelle législation relative à diverses dispositions tendant à favoriser la sécurité routière, le gouvernement prévoit la possibilité de s’acquitter des perceptions immédiates et des transactions à l’aide des « timbres-amendes », mais également au moyen de cartes de payement.

In de nieuwe wetgeving betreffende diverse bepalingen ter bevordering van de verkeersveiligheid, voorziet de regering niet alleen in de mogelijkheid om onmiddellijke inningen en minnelijke schikkingen te betalen met de zogenaamde « boetezegels », maar ook met betaalkaarten.

En effet, le payement effectué à l’aide de « timbresamendes » est complexe. Les pouvoirs publics perçoivent l’argent plus tard que dans le cas d’un payement immédiat.

De betaling via « boetezegels » is inderdaad omslachtig. De overheid krijgt het geld later dan bij een onmiddellijke betaling.

La procédure du « timbre-amende » est également pesante pour le contrevenant. Même dans le cas de montants peu élevés, les timbres doivent effectivement être apposés au préalable.

Voor de overtreder is de procedure met « boetezegels » eveneens omslachtig. Zelfs voor kleine bedragen moeten deze immers eerst extern worden aangebracht.

1. a) Les arrêtés royaux requis sont-ils prêts pour que dès le 1er mars 2004, date de l’entrée en vigueur de la nouvelle loi relative à la circulation routière, le versement des perceptions immédiates et des transactions puisse se faire par carte ?

1. a) Zijn de nodige koninklijke besluiten klaar om met ingang van 1 Maart 2004, wanneer de nieuwe verkeerswet van kracht wordt, een betaling van onmiddellijke inningen en minnelijke schikkingen met betaalkaarten mogelijk te maken ?

b) Dans la négative, quand seront-ils prêts ?

b) Zo niet, wanneer worden die verwacht ?

c) Quels sont les problèmes éventuels ?

c) Wat zijn de mogelijke problemen ?

2. a) A-t-on prévu les investissements nécessaires pour que les personnes chargées de procéder aux constats soient équipées de terminaux bancaires ?

2. a) Zijn de nodige investeringen voorzien opdat de mensen die de vaststellingen doen, uitgerust zijn met terminals om de betalingen per betaalkaart mogelijk te maken ?

b) Dans la négative, les préparatifs nécessaires sontils en cours pour prévoir cet équipement ?

b) Zo neen, zijn de nodige voorbereidingen aan de gang om in deze uitrusting te voorzien ?

c) Quelle est la date prévue à cet effet ?

c) Tegen wanneer ?

3. Quand pensez-vous que le système sera entièrement opérationnel ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 juillet 2004, à la question no 24 de M. Daan Schalck du 29 juin 2004 (N.) :

3. Tegen wanneer verwacht u dat het hele systeem operationeel zal zijn ?

En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’informatisation de l’E´tat et le Service public fédéral Technologie de l’information et de la Communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.


2003

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 juli 2004, op de vraag nr. 24 van de heer Daan Schalck van 29 juni 2004 (N.) :

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6571

1. a) Le 31 décembre 2003, a été publié l’arrêté royal du 22 décembre 2003 relatif à la perception et à la consignation d’une somme lors de la constatation des infractions relatives à la loi sur la police de la circulation routière et ses arrêtés d’exécution. Cet arrêté royal a été signé par la ministre de la Justice, Mme Onkelinx, le ministre des Finances, M. Reynders et par le ministre de la Mobilité, M. Anciaux. Cet arrêté royal prévoit trois possibilités de paiement (article 7) :

1. a) Op 31 december 2003 werd het koninklijk besluit van 22 december 2003 — betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten — gepubliceerd. Dit koninklijk besluit werd ondertekend door de minister van Justitie mevrouw Onkelinx, de minister van Financie¨n de heer Reynders en de minister van Mobiliteit de heer Anciaux. Dit koninklijk besluit bepaalt drie betalingsmogelijkheden (artikel 7) :

— le paiement par timbres

— de betaling met boetezegels

— le paiement en espèces

— de betaling in geld

— le paiement par carte bancaire ou de crédit.

— de betaling met bank- of kredietkaart.

b) Pas d’application.

b) Niet van toepassing.

c) En ce qui concerne la perception des amendes de la circulation routière via des appareils digitaux, le gouvernement, réuni le 30 mars 2004, a décidé que : « Un groupe de travail de Coordination de la politique, qui se réunira à l’initiative conjointe de représentants du ministre de la Mobilité et du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat et qui sera composé en outre de délégués des membres du Cabinet restreint et du ministre des Finances, élaborera un cahier des charges en ce qui concerne la perception et la gestion administrative des amendes de la circulation routière via des appareils digitaux ».

c) Wat betreft het innen van verkeersboetes via digitale toestellen heeft de regering in vergadering op 30 maart 2004 beslist dat : « een werkgroep Beleidscoo¨rdinatie, die zal vergaderen op gezamenlijk initiatief van vertegenwoordigers van de minister van Mobiliteit en de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en bovendien samengesteld uit vertegenwoordigers van de leden van het Kernkabinet en de minister van Financie¨n, zal een lastenboek opstellen aangaande het innen en het administratief beheer van verkeersboetes via digitale automatische toestellen ».

2. a) Pour la réponse à cette question, je dois vous renvoyer à mes collègues compétents en la matière, à savoir le ministre de l’Intérieur, M. Dewael (question no 330 du 2 aouˆt 2004), et le ministre des Finances, M. Reynders (question no 225 du 20 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 39, p. 6023).

2. a) Voor het antwoord op deze vraag moet ik u doorverwijzen naar mijn collega’s die terzake de bevoegdheid hebben, de minister van Binnenlandse Zaken de heer Dewael (vraag nr. 330 van 2 augustus 2004) en de minister van Financie¨n de heer Reynders (vraag nr. 225 van 20 januari 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 39, blz. 6023).

b) En ce qui concerne les aspects techniques, le groupe de travail de Coordination de la politique susmentionné a déjà examiné, avec les services de police compétents, certaines possibilités relatives à la perception immédiate.

b) Wat de technische aspecten betreft heeft de hierboven vermelde werkgroep Beleidscoo¨rdinatie reeds bepaalde mogelijkheden bekeken in verband met de onmiddellijke inning, samen met de bevoegde politiediensten.

En ce qui concerne les aspects financiers, je vous renvoie à mes collègues (voir réponse 2.a)).

Wat de financie¨le aspecten betreft, verwijs ik u door naar mijn collega’s (zie antwoord 2.a)).

c) Ici aussi, je dois vous renvoyer à mes collègues compétents en la matière (voir réponse 2.a)).

c) Ook hier moet ik u doorverwijzen naar mijn collega’s die terzake de bevoegdheid hebben (zie antwoord 2.a)).

3. Ici aussi, je dois vous renvoyer à mes collègues compétents en la matière (voir réponse 2.a)).

3. Ook hier moet ik u doorverwijzen naar mijn collega’s die terzake de bevoegdheid hebben (zie antwoord 2.a)).

Concernant cette question, je peux vous communiquer que mon administration développe en ce moment

In de rand van deze vraag kan worden meegedeeld dat door mijn administratie op dit ogenblik een


2003

2004


829

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6572

un module d’e-payment. Le projet e-payment permettra d’effectuer en ligne les paiements des citoyens et des entreprises aux autorités. Cela simplifiera fortement l’exécution de processus administratifs (comme la délivrance de formulaires ou de documents pour lesquels une indemnité est demandée). Ce module sera mis à la disposition des différents SPF à partir du premier trimestre 2005. Ce dossier sera aussi discuté dans un groupe de travail institué à l’initiative du gouverneur de la Banque Nationale. En octobre, ce groupe de travail fera rapport de ses activités au Conseil de surveillance de l’autorité des services financiers.

module e-payment wordt ontwikkeld. Het project e-payment zal toelaten om betalingen van burgers en ondernemingen naar de overheid online uit te voeren. Dit zal de uitvoering van administratieve processen sterk vereenvoudigen (bijvoorbeeld zoals het afleveren van formulieren of documenten waarvoor een vergoeding gevraagd wordt). Deze module zal ter beschikking worden gesteld van de verschillende FOD’s vanaf het eerste kwartaal 2005. Dit dossier wordt eveneens besproken in een werkgroep die opgericht is op initiatief van de gouverneur van de Nationale Bank. Deze werkgroep zal van zijn werkzaamheden verslag uitbrengen in oktober aan de Raad van toezicht van de overheid der financie¨le diensten.

DO 2003200421797

DO 2003200421797

Question no 25 de Mme Greet Van Gool du 5 juillet 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 25 van mevrouw Greet Van Gool van 5 juli 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Accessibilité des sites web des pouvoirs publics fédéraux aux aveugles et malvoyants.

Toegankelijkheid van de federale websites voor blinden en slechtzienden.

L’internet est un outil idéal pour se procurer des informations, a fortiori pour les aveugles et les malvoyants, à condition du moins que l’on tienne compte de l’accessibilité des sites.

Het internet is een ideaal middel om informatie te verkrijgen, zeker voor blinden en slechtzienden, op voorwaarde althans dat rekening gehouden wordt met de webtoegankelijkheid.

Ces derniers temps, les autorités fédérales ont déjà consenti de nombreux efforts pour rendre leurs sites web accessibles. C’est ainsi que le site portail fédéral s’est déjà vu attribuer le label « blindsurfer » et plusieurs organismes publics ont demandé que leur site soit analysé. En outre, le gouvernement a décidé, lors du Conseil des ministres spécial tenu à Ostende, que tous les sites web des pouvoirs publics fédéraux devront être analysés, pour octobre 2004, par « Blindsurfer », l’organisation qui évalue l’accessibilité des sites web aux aveugles et malvoyants.

De federale overheid heeft de jongste tijd reeds heel wat inspanningen verricht om haar websites toegankelijk te maken. Zo heeft de federale portaalsite reeds het « BlindSurferlabel » gekregen, en diverse overheidsinstellingen hebben screenings aangevraagd. Bovendien heeft de regering tijdens de speciale ministerraad in Oostende beslist dat alle federale websites tegen oktober 2004 gescreend moeten worden door « BlindSurfer », de organisatie die websites onderzoekt op hun toegankelijkheid voor blinden en slechtzienden.

Ces mesures constituent évidemment une avancée majeure. Je souhaiterais obtenir de plus amples informations au sujet de ce plan ambitieux.

Dit is natuurlijk een belangrijke stap vooruit en graag had ik wat meer informatie gekregen over de concrete aanpak van dit ambitieuze plan.

1. a) Une concertation a-t-elle été organisée avec l’organisation « Blindsurfer » afin que les analyses se déroulent de manière structurelle ?

1. a) Wordt er overleg gepleegd met de organisatie « BlindSurfer » om de screenings op een structurele manier te doen verlopen ?

b) Dispose-t-on d’effectifs suffisants pour effectuer cette taˆche considérable dans les délais prévus ?

b) Is er voldoende personeel om dit vele werk binnen de geplande tijd uit te voeren ?

2. Veille-t-on également à ce que les fonctionnaires responsables dans les différents organismes publics reçoivent la formation et le soutien nécessaires, de sorte que l’accessibilité des sites web fasse l’objet d’une attention continue ?

2. Wordt er ook aandacht besteed aan opleiding en ondersteuning van de verantwoordelijke ambtenaren bij de verschillende overheidsinstellingen, zodat er blijvende aandacht aan de toegankelijkheid kan worden besteed ?


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6573

3. Prévoit-on d’assurer le suivi du projet ?

3. Is er in verdere opvolging van het project voorzien ?

Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 juillet 2004, à la question no 25 de Mme Greet Van Gool du 5 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 juli 2004, op de vraag nr. 25 van mevrouw Greet Van Gool van 5 juli 2004 (N.) :

En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

1. a) Nous nous concertons régulièrement avec l’organisation « Blindsurfer » pour notamment suivre le type et la quantité d’examens demandés par les divers services publics fédéraux. Pour le moment, l’organisation « Blindsurfer » élabore une proposition de projet pour le planning et l’exécution des examens. C’est notamment sur la base de cette proposition que nous assurerons le suivi des efforts des divers SPF.

1. a) Met de organisatie « Blindsurfer » wordt regelmatig overleg gepleegd teneinde ondermeer op te volgen welke en hoeveel screenings er vanwege de diverse Federale Overheidsdiensten aangevraagd werden. Op dit ogenblik wordt door de organisatie « Blindsurfer » een projectvoorstel uitgewerkt voor de planning en uitvoering van de screenings. Onder meer op basis van dit voorstel volgen wij de inspanningen van de diverse FOD’s op.

b) Le gouvernement a décidé que chaque service public fédéral devait prendre les mesures nécessaires pour adapter aux directives de l’organisation « Blindsurfer » les sites web relevant de leur surveillance. La responsabilité de consacrer les ressources nécessaires à ce projet revient aux SPF respectifs. Le concept de « temps nécessaire » dépend naturellement du nombre et de la taille des sites web que le SPF concerné gère, du système de gestion du contenu du site web (le content management system), du logiciel utilisé pour vérifier si des erreurs subsistent et naturellement de la connaissance que les gestionnaires des sites web ont afin de pouvoir effectuer les adaptations nécessaires.

b) Door de regering werd beslist dat iedere Federale Overheidsdienst de nodige maatregelen moest nemen om de websites die onder hun toezicht vallen aan te passen aan de richtlijnen van de organisatie « Blindsurfer ». De verantwoordelijkheid om de nodige resources aan dit project te besteden ligt bij de respectievelijke FOD’s. Het begrip « nodige tijd » is natuurlijk afhankelijk van het aantal en de grootte van de websites die de betrokken FOD beheert, het beheersysteem voor de inhoud van de website (het content management systeem), de software die gebruikt wordt om na te gaan of er nog fouten aanwezig zijn en natuurlijk de kennis die websitebeheerders hebben om de nodige aanpassingen te kunnen uitvoeren.

2. Les fonctionnaires responsables chargés de l’adaptation du (des) site(s) web, trouveront toutes les démarches nécessaires à entreprendre sur le site web www.blindsurfer.be. Toutes les directives auxquelles un site web doit satisfaire y sont clairement décrites.

2. De verantwoordelijke ambtenaren, die instaan voor de aanpassing van de website(s), vinden alle nodige te nemen stappen op de website www.blindsurfer.be. Alle richtlijnen, waaraan een website moet voldoen, staan hier duidelijk omschreven.

L’e-community « portail fédéral » propose de la documentation qui peut être demandée par toute personne ayant accès à une ecommunity, dont tous les services ICT. Il s’agit d’un texte général sur les directives d’accessibilité pour les aveugles et malvoyants et pour les utilisateurs moyens. Le texte de 15 pages est pourvu d’exemples (impressions d’écrans) du portail afin d’illustrer plusieurs problèmes possibles.

Via de e-community « federaal portaal » wordt documentatie aangeboden, die kan opgevraagd worden door iedereen die toegang heeft tot een e-community, waaronder alle ICT-diensten. Dit is een algemene tekst over de richtlijnen voor toegankelijkheid door blinden en slechtzienden voor de doorsnee gebruiker. De tekst van 15 pagina’s is voorzien van voorbeelden (screendumps) uit het portaal om een aantal mogelijke problemen te illustreren.

Le groupe de travail COMMnet Kern Portail, chargé de la gestion du contenu du portail fédéral, communique les directives aux responsables des différents services publics fédéraux. Ces directives permet-

Via de werkgroep COMMnet Kern Portaal, die instaat voor het beheer van de inhoud van het federaal portaal, werden richtlijnen meegedeeld aan de verantwoordelijken van de verschillende federale overheids-


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6574

tent aux uploaders du contenu d’adapter les informations de leur SPF, offertes via le portail www.belgium.be, aux directives de « Blindsurfer ». Ces mêmes directives peuvent bien sûr aussi être utilisées pour adapter leur(s) propre(s) sites web. Toutes les sousdirectives sont basées sur la WAI (Web Accessibility Initiative Organisation), une partie de W3C, qui est reconnu internationalement et qui promulgue des directives pour l’accès à l’internet pour les personnes souffrant d’un handicap de lecture.

diensten. Deze richtlijnen laten de uploaders van de inhoud toe de informatie van hun FOD, die aangeboden wordt via het portaal www.belgium.be, aan te passen aan de richtlijnen van « Blindsurfer ». Diezelfde richtlijnen kunnen natuurlijk gebruikt worden om hun eigen website(s) aan te passen. Alle onderrichtingen zijn gebaseerd op de WAI (Web Accessibility Initiative Organisation) een onderdeel van W3C, dat internationaal erkend wordt en richtlijnen uitvaardigd voor de toegang tot het internet voor mensen met een leeshandicap.

Et finalement mais non des moindres, les fonctionnaires responsables peuvent, s’ils éprouvent des difficultés lors des adaptations, faire appel aux spécialistes travaillant chez Fedict. En ce qui concerne le contenu à adapter sur le portail fédéral, Fedict a envoyé à tous les responsables des différents SPF un e-mail comportant toutes les modifications à apporter.

En last but not least, kunnen de verantwoordelijke ambtenaren, indien zij moeilijkheden ondervinden bij de aanpassingen, beroep doen op de specialisten die werkzaam zijn bij Fedict. In verband met de aan te passen inhoud op het federaal portaal werd door Fedict naar alle verantwoordelijken van de verschillende FOD’s een e-mail verstuurd, waarin alle uit te voeren wijzigingen werden opgenomen.

3. Il est évident qu’il faut constamment prêter attention à l’accessibilité aux sites web des personnes souffrant d’un handicap de lecture. Par respect de la décision gouvernementale, dans le courant du mois de septembre, une première évaluation aura lieu et il sera dressé un inventaire des administrations qui ont déjà adapté leur(s) site(s) web ou qui ont introduit une demande d’examen auprès de l’organisation « Blindsurfer ». Au moyen des résultats de cette première évaluation, nous pourrons ensuite constater si, hormis la motivation constante et la communication de nouvelles directives, des mesures supplémentaires sont encore nécessaires.

3. Het is duidelijk dat er een blijvende aandacht moet zijn voor de toegankelijkheid tot websites voor personen met een leeshandicap. In opvolging van de regeringsbeslissing zal in de loop van de maand september een eerste evaluatie plaatsvinden en geı¨nventariseerd worden welke administraties hun websites reeds aangepast hebben of een aanvraag tot screening hebben ingediend bij de organisatie « Blindsurfer ». Aan de hand van de resultaten van deze eerste evaluatie zullen wij vervolgens kunnen vaststellen of er buiten de constante motivatie en het meedelen van nieuwe richtlijnen nog bijkomende maatregelen nodig zijn.


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6575

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Premier ministre Eerste minister 1

2003200421798

6- 7-2004

39

Guido Tastenhoye

Premier ministre. — Intervention auprès du premier ministre italien par l’entremise du vice-premier ministre de ce dernier en vue de l’obtention de la présidence de la Commission européenne. Eerste minister. — Sollicitatie voor de job van EUcommissievoorzitter bij de Italiaanse premier via zijn vice-premier.

6457

1

2003200421810

7- 7-2004

40

Guido Tastenhoye

Premier ministre. — Candidature au poste de président de la Commission européenne, plaidée auprès des autres « chefs de l’UE ». Eerste minister. — Sollicitatie bij de andere « EUchefs » voor de job van voorzitter van de Europese Commissie.

6458

1

2003200421811

7- 7-2004

41

Guido Tastenhoye

Premier ministre. — Lobbying personnel pour soutenir sa propre candidature au poste de président de la Commission de l’UE. Eerste minister. — Persoonlijk lobbywerk om eigen kandidatuur voor de job van EU-commissievoorzitter te ondersteunen.

6459

1

2003200421812

7- 7-2004

42

Guido Tastenhoye

Premier ministre. — Intervention en faveur de la candidature à la présidence de la Commission européenne auprès du premier ministre et du président polonais. Eerste minister. — Sollicitatie voor de job van EUcommissievoorzitter bij de Poolse premier en president.

6459

1

2003200421813

7- 7-2004

43

Gerolf Annemans

Visites des capitales des E´tats membres de l’UE. Bezoeken aan de hoofdsteden van de lidstaten van de EU.

6460

1

2003200421850 12- 7-2004

44

Guido Tastenhoye

Premier ministre. — Sollicitation auprès du gouvernement espagnol pour le poste de président de la Commission européenne. Eerste minister. — Sollicitatie voor de « topjob » van EU-Commissievoorzitter bij de Spaanse regering.

6461

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 8

2003200421617 17- 6-2004


296

Roel Deseyn

* Possibilité de bloquer l’accès aux sites de pornographie infantile sur Internet. Mogelijkheid tot blokkering van websites met kinderporno.

2003

2004

6439


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6576

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 8

2003200421682 18- 6-2004

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord 297

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

* Nombre de détenus ayant voté par procuration lors des élections du 13 juin 2004. Aantal gevangenen dat op 13 juni 2004 tijdens de verkiezingen bij volmacht heeft gestemd.

6440

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1

000200360120 31- 7-2003

6

Ludo Van Campenhout

TVA. — Commerces. — Obligation de facturation. BTW. — Handelszaken. — Factureringsplicht.

6462

1

2003200421565 27- 5-2004

402

Francis Van den Eynde

TVA. — Garagiste. — Camion volé. — Achat d’un camion de remplacement. BTW. — Garagehouder. — Gestolen vrachtwagen. — Aankoop van vervangende vrachtwagen.

6466

1

2003200421584

3- 6-2004

409

Jean-Jacques Viseur

Mise en vente publique du Domaine royal d’Argenteuil. Openbare verkoping van het Koninklijk Domein van Argenteuil.

6467

8

2003200421697 22- 6-2004

420

Mw. Trees Pieters

* Biens immobiliers ou parties de biens immobiliers dont on dispose gratuitement ou à des conditions avantageuses. — Estimation forfaitaire. — Chefs d’entreprise. — Personnes morales. — Comptabilité. — Grands et petits travaux d’entretien et de réparation. — Entretien du jardin et du baˆtiment par des firmes spécialisées. Kosteloze of voordelige beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen. — Forfaitaire raming. — Bedrijfsleiders. — Rechtspersonen. — Boekhouding. — Grove en kleine onderhouds- en herstellingswerken. — Onderhoud van de tuin en het gebouw door gespecialiseerde firma’s.

6440

8

2003200421702 23- 6-2004

421

Geert Versnick

* Bureaux de controˆle. — Nombre de contribuables. — Nombre de réclamations. Controlekantoren. — Aantal belastingplichtigen. — Aantal bezwaarschriften.

6442

8

2003200421706 23- 6-2004

422

Mw. Trees Pieters

* Exonération de cotisations de société. — Position de l’administration fiscale. Vrijstelling van vennootschapsbijdragen. — Standpunt van de fiscale administratie.

6442

1

2003200421867 14- 7-2004

438

Jacques Chabot

Taxation des gıˆtes et chambres d’hoˆtes. Belasting op vakantiewoningen en gastenkamers.

6468

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting 1

2003200410616 13- 4-2004


20

Roel Deseyn

Projet « I-Line ». Project « I-Line ».

2003

2004

6471


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004 CA

DO

6577


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

1

2003200400137

1

3-11-2003

81

Guido De Padt

SNCB. — Affectation de la ligne TGV au transport de marchandises. NMBS. — Gebruik van het HST-spoor voor goederenvervoer.

6473

2003200400328 24-11-2003

101

Guido De Padt

SNCB. — Baˆtiments de gare. NMBS. — Stationsgebouwen.

6475

1

2003200421279 19- 4-2004

186

Bart Laeremans

SNCB. — Réseau suburbain à Bruxelles. NMBS. — Brussels voorstadsnet.

6480

1

2003200421533 19- 5-2004

211

Gerolf Annemans

SNCB. — Retard dans le réaménagement de l’Astridplein à Anvers. NMBS. — Vertraging van de heraanleg van het Astridplein te Antwerpen.

6481

1

2003200421646 10- 6-2004

221

Mme Zoé Genot

Belgacom. — Budget publicité. Belgacom. — Reclamebudget.

6485

1

2003200421676 16- 6-2004

226

Mw. Marleen Govaerts

SNCB. — Promesses d’amélioration des lignes ferroviaires au Limbourg. NMBS. — Beloofde verbeteringen aan de spoorlijnen in Limburg.

6486

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1

2003200421329 21- 4-2004

255

Guido De Padt

Cambriolages dans des habitations privées. Inbraken in privé-woningen.

6488

1

2003200421483 12- 5-2004

279

Jos Ansoms

Signalisation des véhicules des services d’incendie. Signalisatie van brandweervoertuigen.

6489

1

2003200421572 28- 5-2004

288

Filip Anthuenis

Statut des agents auxiliaires. Statuut hulpagenten.

6490

1

2003200421672 16- 6-2004

293

Filip De Man

Projet de directive concernant l’accompagnement de supporters de football en déplacement par des membres de la police locale. Geplande richtlijn aangaande de begeleiding van voetbalsupporters op verplaatsing door lokale politiemensen.

6491

1

2003200421459 18- 6-2004

294

François-Xavier de Donnea

E´tudiants étrangers. — Visas. Buitenlandse studenten. — Visa.

6494

1

2003200421689 21- 6-2004

295

Dirk Claes

Cartes d’identité électroniques. Elektronische identiteitskaarten.

6495

8

2003200421701 23- 6-2004

296

Mark Verhaegen


2003

* Projet de directive ministérielle MFO2 relative au mécanisme de solidarité entre les zones de police en matière de renforts pour des missions de police administrative. Ontwerp van ministerie¨le richtlijn MFO2 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie.

2004

6443


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6578

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1

2003200400097 23-10-2003

33

Jean-Jacques Viseur

Départements. — SPF. — Conséquences du principe de l’« ancre ». Departementen. — FOD. — Gevolgen van het « ankerprincipe ».

6497

1

2003200410513 30-12-2003

48

Mme Zoé Genot

Provenance régionale des membres du personnel des SPF. Verdeling van de personeelsleden van de FOD’s volgens het gewest van hun woonplaats.

6499

1

2003200410640 14- 1-2004

53

Mw. Greet Van Gool

Accessibilité des sites web des pouvoirs publics fédéraux aux aveugles et malvoyants. Toegankelijkheid van federale websites voor blinden en slechtzienden.

6500

1

2003200420967

1- 3-2004

64

Pieter De Crem

Point de vue de la Belgique en ce qui concerne l’envoi d’une mission de l’OTAN en Irak. Standpunt van Belgie¨ ten opzichte van NAVOmissie in Irak.

6501

1

2003200421233

5- 4-2004

72

Filip De Man

Montée de l’antisémitisme en Belgique. Toegenomen antisemitisme in Belgie¨.

6502

1

2003200421234

5- 4-2004

73

Mme Zoé Genot

« Club de Paris ». « Club van Parijs ».

6504

1

2003200421387 28- 4-2004

78

Mme Zoé Genot

Renégociation des accords conclus entre la Belgique et l’OTAN. Nieuwe onderhandelingen over de tussen Belgie¨ en de NAVO gesloten akkoorden.

6507

1

2003200421561 27- 5-2004

88


Arabie saoudite. — Liberté de culte. Saoedi-Arabie¨. — Godsdienstvrijheid.

6509

1

2003200421562 27- 5-2004

89


E´mirats arabes unis. — Liberté de culte. Verenigde Arabische Emiraten. — Godsdienstvrijheid.

6510

1

2003200421564 27- 5-2004

90


Koweı¨t. — Liberté de culte. Koeweit. — Godsdienstvrijheid.

6511

1

2003200421696 22- 6-2004

93

Claude Marinower

Nouveaux accords européens éventuels sur le statut d’un exilé palestinien en Belgique. Eventuele nieuwe Europese afspraken omtrent het statuut van een Palestijnse banneling te Belgie¨.

6512

1

2003200421728 25- 6-2004

94

Bart Laeremans

Récupération des œuvres d’art spoliées. Terugvordering van geroofde kunstschatten.

6513

1

2003200421817

98

Geert Lambert

Commerce d’armes. — Demandes d’avis adressées par les régions au ministère des Affaires étrangères en vue d’exporter vers certains pays à risques. Wapenhandel. — Adviesaanvragen aan Buitenlandse Zaken voor de uitvoer naar bepaalde risicolanden door de gewesten.

6514

7- 7-2004


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004 CA

DO

Date Datum

6579


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2003200421260 13- 4-2004

75

Mw. Marleen Govaerts

Base de la Force aérienne de Brustem, près de SaintTrond. — Nouvelle affectation. Luchtmachtbasis van Brustem bij Sint-Truiden. — Nieuwe bestemming.

6515

1

2003200421680 18- 6-2004

97

Staf Neel

Armée. — Recrutement de non-Belges. Leger. — Aanwerving van niet-Belgen.

6516

8

2003200421690 21- 6-2004

98

Alain Courtois

* Baˆtiment de soutien logistique « Zinnia ». Logistieke steunschip « Zinnia ».

6446

1

2003200421847 12- 7-2004

104


Citoyens de l’Union européenne dans l’armée. — Officiers de carrière. — Lois linguistiques. EU-burgers bij het leger. — Beroepsofficieren. — Taalwetten.

6519

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie — Economie 8

2003200421617 17- 6-2004

121

Roel Deseyn

* Possibilité de bloquer l’accès aux sites de pornographie infantile sur Internet. Mogelijkheid tot blokkering van websites met kinderporno.

6446

8

2003200421697 22- 6-2004

123

Mw. Trees Pieters

* Biens immobiliers ou parties de biens immobiliers dont on dispose gratuitement ou à des conditions avantageuses. — Estimation forfaitaire. — Chefs d’entreprise. — Personnes morales. — Comptabilité. — Grands et petits travaux d’entretien et de réparation. — Entretien du jardin et du baˆtiment par des firmes spécialisées. Kosteloze of voordelige beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen. — Forfaitaire raming. — Bedrijfsleiders. — Rechtspersonen. — Boekhouding. — Grove en kleine onderhouds- en herstellingswerken. — Onderhoud van de tuin en het gebouw door gespecialiseerde firma’s.

6447

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel 8

2003200421522 21- 6-2004


22

Guido De Padt

2003

* UE. — Suppression de toutes les aides agricoles à l’exportation. EU. — Schrappen van alle steun die boeren ontvangen voor hun uitvoer.

2004

6449


830

QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6580

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales — Sociale Zaken 1

2003200421592

3- 6-2004

111

Koen Bultinck

Remboursement des médicaments pour le traitement de la gale (scabies). Terugbetaling medicatie voor schurft of scabie¨s.

6519

1

2003200421605

7- 6-2004

116

Mw. Maggie De Block

Sapeurs pompiers volontaires. — Remboursement de frais. — Cotisations de sécurité sociale. Vrijwillige brandweerlieden. — Onkostenvergoeding. — Socialezekerheidsbijdragen.

6521

8

2003200421683 18- 6-2004

127

Ludo Van Campenhout

* Remboursement des autotests TP pour certains patients. Terugbetaling toestellen voor PT-selftesting voor bepaalde patie¨nten.

6450

8

2003200421707 23- 6-2004

128

Mw. Yolande Avontroodt

* Remboursement des médicaments contre l’ADHD. Terugbetaling van medicatie voor ADHD.

6451

Santé publique — Volksgezondheid 1

2003200410555

6- 1-2004

91

Jan Mortelmans

Site internet de l’AFSCA. — Site portail fédéral. Webstek van het FAVV. — Federale portaalsite.

6526

1

2003200410632 13- 1-2004

99

Jo Vandeurzen

Lits destinés aux patients comateux. Zorgplaatsen voor comapatie¨nten.

6527

1

200320041420

4- 5-2004

171

Mw. Annelies Storms

Différences visibles entre la manière de travailler des controˆleurs de l’AFSCA dans les différentes Régions. Zichtbare verschil in aanpak in de gewesten van de controleurs van het FAVV.

6529

1

2003200421527 19- 5-2004

191

Guido De Padt

Mort subite du nourrisson. — Causes. — Pollution atmosphérique. Wiegendood. — Oorzaken. — Luchtvervuiling.

6532

1

2003200421531 19- 5-2004

194

Guido De Padt

Grandes surfaces. — Produits. — Résidus de pesticides. Supermarkten. — Producten. — Restanten van bestrijdingsmiddelen.

6536

1

2003200421545 25- 5-2004

195

Mw. Trees Pieters

Cercle de médecins de Meulebeke. — Zones de service de garde. Huisartsenkring van Meulebeke. — Wachtdienstzones.

6538

1

2003200421566 27- 5-2004

197

Guido De Padt

Interdiction de vaccination contre la fièvre aphteuse en Belgique. — Risques liés à la politique de non-vaccination. Verbod inenting tegen monden klauwzeer in Belgie¨. — Risico’s van het non-vaccinatiebeleid.

6541

1

2003200421589

201

Mw. Annelies Storms

Projets-pilotes en matière « d’activation » dans le domaine des soins de santé mentale. Pilootprojecten rond « activering » in de geestelijke gezondheidszorg.

6542

3- 6-2004


2003

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004 CA

DO

6581

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2003200421604

4- 6-2004

205

Mme Colette Burgeon

Préservatifs. — Nitrosamine. Condooms. — Nitrosaminen.

6545

1

2003200421625

9- 6-2004

210

Mw. Maggie De Block

Rapport relatif à la suppression des différences de pratiques injustifiées. Rapport over het wegwerken van onverantwoorde praktijkverschillen.

6547

1

2003200421631

9- 6-2004

216

Jo Vandeurzen

Aide aux toxicomanes. Drughulpverlening.

6548

1

2003200421660 14- 6-2004

225

Jo Vandeurzen

Médecins spécialistes en revalidation. — Critères d’agrément. Revalidatieartsen. — Erkenningscriteria.

6550

8

2003200421685 18- 6-2004

228

Guido De Padt

* Recherches scientifiques sur les données de sécurité relatives à certaines substances chimiques. Wetenschappelijk onderzoek naar veiligheidsgegevens van chemische stoffen.

6452

8

2003200421686 21- 6-2004

229

Guido De Padt

* Utilisation d’aliments d’allaitement et d’aliments concentrés. Gebruik van melkvervangers en krachtvoer.

6453

1

2003200421687 21- 6-2004

230

Guido De Padt

Acides gras trans présents dans des produits destinés à la consommation. Transvetzuren aanwezig in voor consumptie bestemde producten.

6550

8

2003200421688 21- 6-2004

231

Mme Colette Burgeon

* Piscines chlorées. — Risques d’asthme et d’inflammation pulmonaire. Gechloreerde zwembaden. — Risico op astma en longontsteking.

6453

8

2003200421699 23- 6-2004

232

Mw. Magda De Meyer

* Identification douloureuse des chiens par tatouage. Pijnlijke identificatie van honden door middel van tatoee¨ren.

6454

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes — Middenstand 1

2003200421543 28- 6-2004

23

Hendrik Daems

BCE et guichets d’entreprises. — E´tat d’avancement. — Avenir. KBO en ondernemingsloketten. — Stand van zaken. — Toekomst.

6553

Agriculture — Landbouw 1

2003200421786

5- 7-2004


32

Guido De Padt

2003

Commission européenne. — Réforme de la politique sucrière. Europese Commissie. — Hervorming suikerbeleid.

2004

6554


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004

6582

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de l’Emploi et Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken

Emploi — Werk 1

2003200421757 30- 6-2004

105

Mw. Annemie Turtelboom

Interdiction de fixer une limite d’aˆge maximale dans les offres d’emploi. — Méthodes de controˆle. Verbod aangeven maximumleeftijd in jobadvertenties. — Controlemethodes.

6557

Protection des consommateurs — Consumentenzaken 1

2003200421769

1- 7-2004

57

Roel Deseyn

Impossibilité pour les clients caˆblés de faire appel au Service de médiation pour les télécommunications. Niet mogelijk zijn van beroep bij de Ombudsdienst Telecommunicatie voor kabelklanten.

6559

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 6

2003200421608

7- 6-2004

28

Mme Karine Lalieux

Montant de l’aide publique au développement. — Comptabilisations d’allégements. Bedrag van de officie¨le ontwikkelingshulp. — Verrekening van schuldverlichtingen.

6561

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 8

2003200421684 18- 6-2004

52

Mw. Hilde Dierickx * CPAS. — Revenu d’intégration pour les indépendants aux revenus variables. OCMW’s. — Leefloon voor zelfstandigen met een wisselend inkomen.

6454

8

2003200421700 23- 6-2004

53

Mw. Hilde Dierickx * Délais applicables en cas de conflits de compétence entre CPAS. Termijnen bij bevoegdheidsconflicten tussen OCMW’s.

6455

8

2003200421703 23- 6-2004

54

Mw. Martine Taelman

6456


2003

* Accueil des mineurs non accompagnés. — Centres d’accueil. Opvang van niet-begeleide minderjarigen. — Opvangcentra.

2004


QRVA 51 042 02 - 08 - 2004 CA

DO

6583

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit

1

2003200421838 12- 7-2004

132

Mme Jacqueline Galant

Sens uniques limités. Beperkt eenrichtingsverkeer.

6562

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

1

2003200421694 22- 6-2004

22

Roel Deseyn

Couˆt du site portail fédéral. Kosten van de federale portaalsite.

6564

1

2003200421698 29- 6-2004

23

Roel Deseyn

Brochures d’information. — Renvoi exclusif à des adresses internet. Informatiebrochures. — Uitsluitend gebruik van verwijzingen naar webadressen.

6567

1

2003200410674 29- 6-2004

24

Daan Schalck

Modalité de payement des perceptions immédiates et des transactions à la suite d’infractions au Code de la route. Betalingswijze van onmiddellijke inningen en minnelijke schikkingen, na het begaan van verkeersovertredingen.

6570

1

2003200421797

25

Mw. Greet Van Gool

Accessibilité des sites web des pouvoirs publics fédéraux aux aveugles et malvoyants. Toegankelijkheid van de federale websites voor blinden en slechtzienden.

6572

5- 7-2004

2003


S.A. IMPRIMERIE

2004

E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.


379

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents