Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 114

QRVA 51 114

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

27 - 3 - 2006

CHAMBRE • 4e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2005

2006

KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21788

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit Vlaams Belang VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]


CRIV :

2005

2006

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21789

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 21793 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 21809

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

21809 Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

21811 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

Vice-première ministre Vice-eerste minister et ministre du Budget et de la Protection de la consommation 21822 en minister van Begroting en Consumentenzaken Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

21823 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre des Affaires étrangères

21828 Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

21830 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 21833 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

21836 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

—

Minister van Middenstand en Landbouw

Ministre de la Coopération au développement

—

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances 21847 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Ministre de la Mobilité

21850 Minister van Mobiliteit

Ministre de l’Environnement et des Pensions

21855 Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Ministre de l’Emploi 21858 Minister van Werk ´ Secrétaire d’Etat à la Modernisation des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n et à la Lutte contre la fraude fiscale, en de Strijd tegen de fiscale fraude, adjoint au ministre des Finances — toegevoegd aan de minister van Financie¨n Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, adjoint au Premier ministre — toegevoegd aan de Eerste minister Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, Staatssecretaris voor Europese Zaken, adjoint au ministre des Affaires étrangères — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la en Sociale Economie, toegevoegd aan consommation — de minister van Begroting en Consumentenzaken Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handiadjointe au ministre des Affaires sociales cap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken et de la Santé publique 21861 en Volksgezondheid Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenconsommation 21863 zaken


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21791

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 21873

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

21873 Eerste minister 21876 Vice-eerste minister en minister van Justitie 21883 Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister 21958 en minister van Begroting en Consumentenzaken 21976 Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 22008 Minister van Buitenlandse Zaken 22012 Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, 22016 Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Ministre de l’Emploi Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

22021 Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 22040 Minister van Middenstand en Landbouw — Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke 22041 Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen 22053 Minister van Mobiliteit 22059 Minister van Leefmilieu en Pensioenen — Minister van Werk Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n — Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, 22066 toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, — toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan 22068 de minister van Begroting en Consumentenzaken

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumenten22072 zaken

—

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2005

2006

Page/Blz. 22079


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21793

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 8- 3-2004 5510173-

4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

9- 6-2004 5- 7-2004 26- 8-2004 26- 8-2004 9- 9-2004 1-10-2004 26-10-2004 10-11-2004 18-11-2004 23-11-2004 24-11-2004 3-12-2004 3-12-2004 22-12-2004 13- 1-2005 31- 1-2005 15- 2-2005 16- 2-2005 21- 2-2005 23- 2-2005 24- 2-2005 28- 2-2005 1- 3-2005 2- 3-2005

22 203 229 260 272 283 289 291 306 338 339 342 383 416 435 441 448 455 461 462 489 497 518 532 533 535 540 543 545 549 556

Francis Van den Eynde François-Xavier de Donnea Filip De Man Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Mme Marie Nagy Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Alfons Borginon Dylan Casaer Francis Van den Eynde Alfons Borginon Gerolf Annemans Claude Marinower Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Alexandra Colen Jo Vandeurzen Claude Marinower Filip De Man Roel Deseyn Gerolf Annemans Claude Marinower Bert Schoofs Walter Muls

232 4254 4878 5457 5614 5969 6112 6114 6599 7181 7182 7511 8085 8652 8885 9279 9282 9286 9479 9480 9955 10550 11083 11585 11717 11718 11722 12035 12035 12038 12042

Date Datum 31016161623297-


3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005

563 581 587 589 590 608 612 617

21- 4-2005

638

25- 4-2005 28- 4-2005

641 647

9101010101017232525261999999922-

5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

667 674 675 676 677 678 685 687 691 692 693 701 705 706 707 708 709 710 712 723

23272844-

6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005

724 729 731 736 738

Auteur Gerolf Annemans Guy Hove Gerolf Annemans Stijn Bex Stijn Bex Alfons Borginon Servais Verherstraeten Mw. Frieda Van Themsche Mw. Frieda Van Themsche Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Jan Mortelmans Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Dylan Casaer David Geerts Jo Vandeurzen Mme Zoé Genot Guido De Padt Guido De Padt Claude Marinower Stijn Bex Servais Verherstraeten Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guido De Padt Mme Corinne De Permentier Jean-Marc Nollet Geert Lambert Guy Hove Filip De Man Dylan Casaer

Page Blz. 12222 12410 12412 12412 12413 12422 12871 13157 13605 13606 13909 14132 14133 14134 14135 14135 14136 14143 14409 14413 14413 14641 14648 15155 15155 15156 15156 15157 15157 15158 15412 15627 15630 15632 15634 15636

* Liste cloˆturée le 24 mars 2006 * Lijst afgesloten op 24 maart 2006


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21794

Date Datum


11141418262628282828295115-

7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 8-2005 8-2005 9-2005

742 746 747 749 754 756 759 761 762 763 765 768 770 772

881622222228-

9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005 9-2005

774 777 782 790 792 794 802

21-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 21-11-2005 21-11-2005

812 819 823 830 832 833 838 839

24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 29-11-2005 1-12-2005

846 847 848 854 860

7-12-2005 8-12-2005 8- 9-2005 13-12-2005 4- 1-2006 4- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006 9- 1-2006

863 865 870 871 879 880 881 882 883

Auteur Mw. Hilde Vautmans Walter Muls Walter Muls Filip De Man Bart Laeremans Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Daniel Bacquelaine Mw. Sabien LahayeBattheu Filip De Man Guido De Padt Roel Deseyn Claude Marinower Claude Marinower Claude Marinower Mw. Marleen Govaerts Mw. Hilde Vautmans Claude Marinower Mme Muriel Gerkens Alfons Borginon Guy D’haeseleer Stijn Bex Mme Annick Saudoyer Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Martine Taelman Stijn Bex Eric Libert Willy Cortois Mw. Sabien LahayeBattheu Dylan Casaer Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Guido De Padt Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Vautmans Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guy D’haeseleer


Page Blz. 15869 15873 15873 15874 16960 16962 16964 16965 16966 16966 16969 16970 16972 16974 17308 17309 17311 17657 17658 17659 17662 18138 18143 18146 18591 18592 18593 18784 18785 19029 19030 19031 19033 19035 19038 19040 19041 19041 19885 19886 20107 20108 20108 2005

Date Datum


9111212121212121213171818191923252526273111166-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

885 887 888 889 891 892 893 894 895 899 901 903 904 905 906 908 910 911 912 913 916 917 918 919 920 921

771799-

2-2006 2-2006 1-2006 2-2006 2-2006

922 923 924 926 927

9- 2-2006 13- 2-2006 13- 2-2006

928 929 930

1414151515202128-

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 9-2005

2006

932 934 935 936 937 938 939 969

Auteur Guy D’haeseleer Guido De Padt Roel Deseyn Bart Laeremans Hendrik Bogaert Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Mw. Martine Taelman Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Koen Bultinck Roel Deseyn Guido De Padt Mw. Katrien Schryvers Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mme Zoé Genot Servais Verherstraeten Koen T’Sijen Gerolf Annemans Mw. Hilde Dierickx Alfons Borginon Luk Van Biesen Mw. Marleen Govaerts Dylan Casaer Jo Vandeurzen Mme Sophie Pécriaux Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu Alfons Borginon Mw. Hilde Dierickx Mw. Sabien LahayeBattheu Alfons Borginon Bert Schoofs Guido De Padt Dylan Casaer Ortwin Depoortere Guido De Padt Filip De Man Hendrik Bogaert

Page Blz. 20109 20110 20305 20306 20306 20307 20308 20309 20310 20311 20313 20313 20315 20481 20482 20483 20484 20485 20822 20823 20825 20825 20826 20827 21027 21028 21028 21029 21029 21483 21484 21485 21485 21486 21487 21488 21488 21490 21809 21810 21810 21810


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 Date Datum

21795


Auteur

Page Blz.

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 26- 1-2004 23- 2-2004 22- 3-2004 28- 4-2004 5- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 2- 6-2004 23- 6-2004 12- 7-2004 23- 9-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 19-10-2004 26-10-2004 2-12-2004 14-12-2004 15-12-2004 17-12-2004 11- 1-2005 27- 1-2005

45 81 97 104 150 152 158 206 236 274 320 357 367 397 398 407 421 434 487 496 497 499 503 512 518 549 560 561 563 589 625

3133161724223-

629 636 638 645 648 662 673 674 676

1-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005

Geert Lambert Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Pieter De Crem Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Geert Versnick Mw. Trees Pieters Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Melchior Wathelet Geert Lambert Carl Devlies Gerolf Annemans Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Servais Verherstraeten Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies


689 1694 1714 1725 1941 1944 1950 2784 3225 3923 4577 5334 5471 5977 5979 6134 6442 6753 7879 8093 8095 8096 8234 8446 8656 9487 9670 9671 9957 10441 11087 11087 11391 11391 11725 11728 12046 12051 12052 12230 2005

Date Datum


7- 3-2005

681

8101415171722291114202228410171827303031311333671416-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005

686 692 697 700 701 702 705 711 723 732 746 751 761 779 788 793 794 805 807 808 811 812 814 816 817 818 819 828 838 871 877

27- 7-2005 2- 8-2005 2- 8-2005 5- 8-2005 16- 8-2005 26- 8-2005 5- 9-2005 7- 9-2005 28- 9-2005 4-10-2005

891 898 899 901 903 905 910 913 939 944

6-10-2005

949

2006

Auteur Ludo Van Campenhout Alfons Borginon Guido De Padt Hagen Goyvaerts Dylan Casaer Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Nathalie Muylle Jean-Marc Nollet Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Pierre Lano Staf Neel Hendrik Bogaert Melchior Wathelet Mw. Annelies Storms Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Carl Devlies Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mme Zoé Genot Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Dirk Van der Maelen Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies David Geerts Dirk Van der Maelen Jo Vandeurzen Servais Verherstraeten Jo Vandeurzen Mw. Frieda Van Themsche Mw. Marleen Govaerts

Page Blz. 12232 12239 12426 12430 12434 12434 12436 12439 12876 13166 13320 13327 13613 13917 14147 14155 14158 14159 14651 14653 14654 14657 14658 14660 14885 14887 14888 14889 14894 15163 15649 15656 16978 16984 16985 16987 16990 16991 16995 16998 17676 17680 17895


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21796

Date Datum


21-10-2005 24-10-2005 26- 7-2005 25-10-2005 3-11-2005 10-11-2005 10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 18-11-2005 22-11-2005 23-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 7-12-2005 8-12-2005 9-12-2005 12-12-2005 14-12-2005 19-12-2005 9- 1-2006 10- 1-2006 11- 1-2006 11- 1-2006 12- 1-2006 16- 1-2006 18- 1-2006 23- 1-2006 23- 1-2006 30- 1-2006 31- 1-2006 6- 2-2006 6- 2-2006 7- 2-2006 7- 2-2006 8- 2-2006 10- 2-2006 10- 2-2006 10- 2-2006 14- 2-2006 15- 2-2006 15- 2-2006 15- 2-2006 16- 2-2006

957 961 962 963 967 974 975 976 979 980 984 994 1003 1005 1006 1016 1026 1028 1031 1033 1034 1042 1052 1062 1065 1068 1071 1085 1093 1101 1106 1111 1113 1130 1131 1133 1134 1135 1138 1139 1140 1142 1146 1149 1150 1151

Auteur Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Alfons Borginon Mw. Karin Jiroflée Mw. Trees Pieters Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Jean-Marc Nollet Mw. Annelies Storms Koen Bultinck Guido Tastenhoye Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Jef Van den Bergh Jean-Marc Nollet Koen T’Sijen Servais Verherstraeten Servais Verherstraeten Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Patrick De Groote Luk Van Biesen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Luc Sevenhans Dirk Van der Maelen Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters


Page Blz.

Date Datum


18152 18155 18156 18157 18380 18595 18595 18596 18599 18788 18792 18800 18806 19045 19045 19055 19057 19060 19062 19064 19065 19557 20112 20119 20121 20121 20316 20325 20330 20486 20489 20830 20830 21030 21031 21032 21033 21033 21490 21491 21492 21493 21494 21811 21811 21812

20- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 21- 2-2006 22- 2-2006 28-11-2005

1157 1158 1160 1161 1162 1166 1167 1192

2005

Auteur Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Carl Devlies Dirk Van der Maelen Patrick Moriau

Page Blz. 21814 21815 21815 21816 21817 21818 21819 21820

Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken

Budget — Begroting

15-10-2004 9-11-2004 10-11-2004 20- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005 10- 5-2005 10- 5-2005 26- 5-2005 12- 7-2005 28- 7-2005 20-10-2005 14- 2-2006

31 34 36 42 46 54 60 61 62 68 71 74 80

Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Koen T’Sijen Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Mw. Simonne Creyf Geert Lambert Olivier Maingain Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten

8450 8898 8898 10832 11093 13328 14160 14161 14662 15882 16999 18160 21495

Protection de la consommation — Consumentenzaken

21-12-2005 24- 1-2006 26- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006 2- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 2006

167 173 175 177 179 180 183 184

Mw. Magda De Meyer Mw. Nathalie Muylle Mme Zoé Genot Mw. Hilde Dierickx Koen T’Sijen Luk Van Biesen Roel Deseyn Bart Tommelein

19563 20492 20840 20841 20843 21034 21822 21823


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 Date Datum

21797


Auteur

Page Blz.

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 24101617714212228183113132024-

1-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

4- 7-2005 26- 7-2005 26- 7-2005 9- 8-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 8- 9-2005 13- 9-2005 16- 9-2005 20- 9-2005 20- 9-2005 20- 9-2005 21- 9-2005 27- 9-2005 20-10-2005 29- 6-2005 3-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 30- 9-2005 17-11-2005 24-11-2005

496 545 552 556 573 582 595 598 605 625 636 649 651 657 668 677 702 703 713 723 725 726 728 729 733 734 735 737 739 751 757 758 760 769 776 778 779 795

Guido De Padt Mark Verhaegen Guido De Padt Stijn Bex Mw. Frieda Van Themsche Mw. Nancy Caslo Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Martine Taelman Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Marleen Govaerts Geert Lambert Mw. Hilde Dierickx Ortwin Depoortere Guido De Padt Guido De Padt Francis Van den Eynde Mw. Annelies Storms Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Nancy Caslo Jean-Marc Nollet Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Ingrid Meeus Bert Schoofs Dylan Casaer Guido De Padt Guido De Padt Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Guido De Padt Staf Neel


10839 12459 12462 12464 13176 13339 13628 13629 13924 14185 14687 15179 15180 15420 15672 15679 17010 17011 17013 17327 17328 17329 17331 17333 17335 17336 17336 17337 17691 18164 18386 18387 18388 18603 18810 18606 18810 19070 2005

Date Datum


25-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 29-11-2005 29-11-2005 9-12-2005 15-12-2005 19-12-2005 23-12-2005 29-12-2005 9- 1-2006 10- 1-2006 10- 1-2006 11- 1-2006 12- 1-2006 12- 1-2006 13- 1-2006 13- 1-2006 17- 1-2006 18- 1-2006 20- 1-2006 23- 1-2006 24- 1-2006 25- 1-2006 26- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006 8- 2-2006 8- 2-2006 13- 2-2006 15- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 21- 2-2006 21- 2-2006 21- 2-2006 9- 8-2005

796 797 806 808 812 820 825 827 834 839 848 851 852 855 860 861 863 864 867 870 873 874 879 883 884 887 888 891 892 893 895 898 899 900 901 903 904

Auteur Guido De Padt Philippe Collard Patrick Moriau Mw. Nancy Caslo Guido De Padt Melchior Wathelet Guido De Padt Guido De Padt Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Guy D’haeseleer Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Jean-Claude Maene Mw. Ingrid Meeus Gerolf Annemans Mme Jacqueline Galant Willy Cortois Patrick Cocriamont Filip De Man Mw. Ingrid Meeus Mw. Hilde Dierickx Bart Tommelein Dylan Casaer Patrick Cocriamont Patrick De Groote Mw. Ingrid Meeus Geert Versnick Claude Marinower Guido De Padt Guido Tastenhoye Carl Devlies Guido Tastenhoye Ortwin Depoortere

Page Blz. 19070 19072 19077 19078 19080 19085 19565 19567 19573 19886 20125 20127 20128 20130 20336 20337 20338 20339 20340 20342 20493 20494 20497 20500 20843 20845 20846 21037 21038 21496 21498 21823 21824 21825 21825 21826 21827

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 7617221-

1-2004 2-2004 2-2004 3-2004 4-2004

2006

51 59 61 70 71

Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot

2582 3641 3804 4563 4881


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21798

Date Datum


14- 7-2004 29- 7-2004 12-10-2004 18-10-2004 9-11-2004 16-11-2004 10-12-2004 14-12-2004 17-12-2004 21-12-2004 31- 1-2005 18- 2-2005 21- 4-2005 22- 4-2005 31- 5-2005 6- 6-2005 6- 6-2005 7- 6-2005 8- 6-2005 27- 6-2005 12- 7-2005 12- 7-2005 26- 7-2005 27- 7-2005 27- 7-2005 29- 7-2005 20- 9-2005 25-10-2005 4-11-2005

102 109 121 123 127 130 141 142 144 145 170 183 217 218 232 236 237 238 241 245 252 253 257 258 259 260 263 267 269

10-11-2005 17-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 30-11-2005 1-12-2005 22-12-2005 27-12-2005 28-12-2005 28-12-2005 29-12-2005 4- 1-2006

271 273 274 276 277 278 280 282 284 285 288 290 293 294 295 303

Auteur Karel Pinxten Karel Pinxten Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool Patrick Moriau Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Gerolf Annemans Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mw. Alexandra Colen Pieter De Crem Mw. Annelies Storms Pieter De Crem Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Stijn Bex Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Delizée Mw. Inga Verhaert Mw. Inga Verhaert Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Servais Verherstraeten Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mw. Inga Verhaert Stijn Bex Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Stijn Bex Mw. Inga Verhaert Mw. Nathalie Muylle Bart Tommelein Dirk Van der Maelen Koen T’Sijen Dirk Van der Maelen Guido Tastenhoye Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen Mw. Nathalie Muylle


Page Blz. 6766 7228 8248 8461 8917 9115 9683 9684 9969 9969 11102 11751 13631 13632 14691 14918 14918 14919 14920 15682 15900 15901 17017 17017 17018 17019 17339 18168 18392 18606 18815 19090 19091 19092 19093 19095 19099 19101 19102 19577 19579 19581 19582 19583 19891 2005

Date Datum 44555981317172020-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

Question no Vraag nr. 305 307 311 313 314 316 326 327 328 329 330 331

Auteur Mw. Nathalie Muylle Francis Van den Eynde Philippe Monfils Guido Tastenhoye Dirk Van der Maelen Guido Tastenhoye Mw. Inga Verhaert Geert Lambert Walter Muls Mw. Inga Verhaert Dirk Van der Maelen Dirk Van der Maelen

Page Blz. 19892 19893 20135 20137 20137 20137 21500 21501 21828 21828 21829 21829

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 17- 1-2005 8- 3-2005 8- 3-2005 4- 5-2005

36 45 168 191 192 226

8- 6-2005 8- 6-2005 18- 7-2005 26- 7-2005 25-10-2005 10-11-2005 20-12-2005 3- 2-2006 20- 2-2006 20- 2-2006 21- 2-2006

238 240 255 256 282 291 319 340 346 347 348

Karel Pinxten Luc Sevenhans Eric Massin Luc Sevenhans Luc Sevenhans François-Xavier de Donnea Luc Sevenhans Stijn Bex David Geerts David Geerts Servais Verherstraeten Guy D’haeseleer Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans Luc Sevenhans Luc Sevenhans Mw. Hilde Vautmans

2091 2359 10590 12252 12253 14189 14921 14923 15903 17022 18170 18608 19586 21040 21830 21831 21832

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie

3-11-2004 2006

167

Roel Deseyn

8921


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 Date Datum


28-12-2004 7- 2-2005 25- 2-2005 8- 3-2005 27- 4-2005 25- 5-2005 24- 6-2005

197 224 239 243 271 288 312

26- 7-2005 5- 8-2005 8- 8-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 16- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 22- 9-2005 6-10-2005 21-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 24-10-2005 4-11-2005

320 328 330 338 339 340 341 342 343 347 349 360 361 362 363 371

29-11-2005 26- 1-2006 1- 2-2006 2- 2-2006 9- 2-2006 17- 2-2006 21- 2-2006 8-12-2005

383 401 409 411 417 422 423 424

21799

Auteur Gerolf Annemans Mme Muriel Gerkens Dirk Claes Roel Deseyn Roel Deseyn Mw. Trees Pieters Mw. Yolande Avontroodt Marc Verwilghen Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Ortwin Depoortere Roel Deseyn Roel Deseyn Yvan Mayeur Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Mw. Annemie Turtelboom Philippe Monfils Philippe De Coene Roel Deseyn Luk Van Biesen Dirk Van der Maelen Jan Mortelmans Mw. Trees Pieters Roel Deseyn

Page Blz.

Date Datum


10155 11403 12067 12253 13642 14432

1- 2-2005 28- 4-2005 6- 6-2005 8- 6-2005 15- 6-2005 29- 7-2005 20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005

43 51 56 57 58 61 62 63 64

10-11-2005 26- 1-2006 30- 1-2006

65 66 67

15688 17025 17029 17029 17341 17342 17343 17343 17344 17345 17695 17895 18179 18180 18181 18182 18397 19107 20850 20857 21042 21502 21833 21833 21835

Eńergie — Energie

25-10-2005 4-11-2005

153 154

23- 1-2006 31- 1-2006

161 164

Servais Verherstraeten Mw. Annemie Turtelboom Koen T’Sijen Ortwin Depoortere

18189 18400 20504 20859

Commerce extérieur — Buitenlandse Handel

29-12-2004 31- 1-2005

37 42

Mme Muriel Gerkens 10157 Mw. Maggie De Block 11108


2005

Auteur Koen T’Sijen Mme Muriel Gerkens Ortwin Depoortere Stijn Bex Mw. Greta D’hondt Mme Muriel Gerkens Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet

Page Blz. 11109 13644 14927 14927 15184 17032 18189 18190 18400 18610 20860 20861

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid

10-11-2004 1- 2-2005 25- 2-2005 21- 3-2005 31- 3-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 14- 4-2005 22- 4-2005 26- 4-2005 8- 6-2005 28- 7-2005 20-10-2005 25-10-2005 4-11-2005

33 49 52 55 56 59 60 61 63 64 69 75 81 83 84

10-11-2005 5-12-2005

85 89

20-12-2005 20-12-2005 21-12-2005 17- 1-2006 18- 1-2006 27- 1-2006 27- 1-2006 30- 1-2006 31- 1-2006 31- 1-2006

90 91 92 93 94 96 97 98 99 100

2006

Guy D’haeseleer Koen T’Sijen Mw. Simonne Creyf Mw. Simonne Creyf Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Staf Neel Geert Lambert Stijn Bex Mw. Simonne Creyf Guy D’haeseleer Servais Verherstraeten Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mme Véronique Ghenne Stijn Bex Stijn Bex Stijn Bex Gerolf Annemans Gerolf Annemans Pieter De Crem Mw. Ingrid Meeus Jean-Marc Nollet Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts

8928 11111 12070 12472 13012 13355 13356 13356 13645 13646 14929 17034 18191 18192 18401 18611 19113 19593 19594 19596 20351 20351 20862 20863 20864 20865 20865


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21800

Date Datum


Auteur

Page Blz.


241821261013-

279 296 299 302 314 316

6- 6-2005 20- 6-2005 23- 6-2005 29- 6-2005 5- 7-2005 27- 7-2005 29- 8-2005 31- 8-2005 13- 9-2005 23- 9-2005 4-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 4-11-2005

320 328 329 334 335 344 349 350 353 357 358 363 365 369

10-11-2005 14-11-2005

371 373

8135

14-11-2005

375

8137 8252 8253 8253 8469 9519 9521 9522

22-11-2005 22-11-2005

379 381

22-11-2005

382

23-11-2005

384

30-11-2005 5-12-2005 7-12-2005 14-12-2005 19-12-2005 22-12-2005 29-12-2005

389 392 395 399 400 404 405

Affaires sociales — Sociale Zaken

14 19 20 25 41 83 84 87 100

24- 5-2004 11- 6-2004 9- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 4-10-2004

109 122 148 151 153 159 162 167

6-10-2004

170

8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 19-10-2004 30-11-2004 7-12-2004 7-12-2004 9-12-2004

173 174 175 182 206 208 210 212

9-12-2004 10-12-2004 17-12-2004 24- 1-2005 28- 2-2005

214 221 226 248 260

2- 3-2005 22- 3-2005 24- 3-2005

262 275 277

Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Hendrik Daems Patrick De Groote Mw. Hilde Vautmans Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Geert Lambert Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Mw. Annemie Turtelboom



3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004

Date Datum

253 601 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 7526 7529 7718 7721 7723

9695 9697 9700 9973 10851

18- 1-2006 12073 12075 17977 12886 2005

18- 1-2006 18- 1-2006 20- 1-2006 2006

406 407 408 409

Auteur Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer David Geerts Geert Lambert Jo Vandeurzen Mw. Annemie Turtelboom Luc Goutry Mme Marie Nagy Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Greet Van Gool Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Guido De Padt Mw. Maggie De Block Mw. Ingrid Meeus Koen T’Sijen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Koen Bultinck Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Jo Vandeurzen Mw. Greet Van Gool Daniel Bacquelaine Guy D’haeseleer Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom Mw. Trees Pieters Carl Devlies

Page Blz. 12888 13359 13647 13649 14197 14198 14930 15428 15692 15696 15697 17038 17042 17043 17349 17700 17701 18194 18196 18613 18614 18616 18618 18828 18829 18830 18831 19115 19117 19119 19122 19597 19600 19601 20352 20353 20353 20504


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 Date Datum 23263022236799-

1-2006 1-2006 1-2006 2-2006

Question no Vraag nr. 411 414 415 416

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

417 418 419 420 421 422 423

10- 2-2006 13- 2-2006 13- 2-2006

424 425 426

13- 2-2006 16- 2-2006 20- 2-2006 2021219-

2-2006 2-2006 2-2006 1-2006

21801

427 428 429 430 431 432 433

Auteur Luc Goutry Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Koen Bultinck Luk Van Biesen Luk Van Biesen Bart Laeremans Koen Bultinck Mw. Annemie Turtelboom Mw. Trees Pieters Philippe Monfils Mw. Yolande Avontroodt Mw. Maggie De Block David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Bart Tommelein Koen Bultinck Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block

Page Blz.

Date Datum


20506 20866 20867

1-10-2004 4-10-2004 6-10-2004

295 298 299

21043 21044 21045 21045 21046 21046 21504

20-10-2004 25-10-2004

310 316

26-10-2004 27-10-2004 28-10-2004 29-10-2004 23-11-2004 23-11-2004 29-11-2004 10-12-2004

318 321 324 326 336 338 345 361

15-12-2004

362

17-12-2004 10- 1-2005 14- 1-2005 20- 1-2005 24- 1-2005 1- 2-2005 14- 4-2005

364 372 376 381 385 393 445

21505 21506 21507 21508 21509 21836 21837 21837 21838 21839 21840

Santé publique — Volksgezondheid

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 9- 6-2004 24- 6-2004 92626132891021-

7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004

11 12 14 44 66 141 223 234 243 246 247 265 269 277 278 279 287

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Willy Cortois Willy Cortois Koen Bultinck Jo Vandeurzen Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Bart Laeremans


254 255 256 1123 2099 4438 6153

2728239-

4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005

456 459 462 463 467

11- 5-2005

473

31- 5-2005

479

6- 6-2005 6- 6-2005

483 484

6652 6772 7239 7240 7251 7429 7435 7529 7531 7727

272745191926-

2005

2006

6-2005 6-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005 7-2005

497 500 504 506 515 516 524

28- 7-2005

527

Auteur Guido De Padt Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Magda De Meyer Mw. Frieda Van Themsche Mw. Annemie Roppe Mme Jacqueline Galant Jean-Marc Nollet Koen Bultinck Guido De Padt Mme Annick Saudoyer Luc Goutry Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Zoé Genot Mw. Annelies Storms Stijn Bex Gerolf Annemans Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Mme Jacqueline Galant Koen Bultinck Mw. Annelies Storms Mme Dominique Tilmans Mw. Yolande Avontroodt Mw. Sabien LahayeBattheu Guido De Padt Mw. Frieda Van Themsche Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Katrien Schryvers Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Inga Verhaert

Page Blz. 8140 8143 8143 8478 8680 8681 8684 8934 8936 9316 9317 9524 9704 9705 9978 10451 10600 10853 10855 11116 13366 13655 13940 13943 13943 14201 14206 14703 14935 14936 15700 15701 15703 15705 15917 15917 17046 17047


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21802

Date Datum


8- 8-2005

530

24- 8-2005 1- 9-2005 5- 9-2005 13- 9-2005 22- 9-2005 7-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 10-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 22-11-2005 25-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005 28-11-2005

535 540 541 546 549 561 563 564 565 568 575 578 580 584 587 588 592 594 595 601

30-11-2005 5-12-2005

602 605

13-12-2005

608

14-12-2005 14-12-2005 20-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 28-12-2005

610 611 612 616 617 618 619 621

55511-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006

622 623 624 628

12131318-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006

630 635 636 641

Auteur Mw. Marleen Govaerts Mw. Marleen Govaerts Mw. Nathalie Muylle Mw. Hilde Vautmans Luk Van Biesen Alain Courtois Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Mw. Magda De Meyer Koen Bultinck Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Jan Mortelmans Benoıˆt Drèze Mw. Hilde Dierickx Koen Bultinck Daniel Bacquelaine Geert Lambert Daniel Bacquelaine Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nancy Caslo Mw. Yolande Avontroodt Mw. Liesbeth Van der Auwera Jo Vandeurzen Mw. Magda De Meyer Mme Muriel Gerkens Bert Schoofs Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Mme Zoé Genot Patrick Cocriamont Koen Bultinck Mw. Yolande Avontroodt Mw. Nathalie Muylle Mw. Nathalie Muylle Daniel Bacquelaine Mw. Magda De Meyer


Page Blz. 17050 17053 17056 17056 17352 17702 17903 18197 18197 18198 18199 18621 18624 18625 18833 19125 19125 19128 19129 19130 19134 19135 19137 19138 19139 19140 19601 19604 19605 19605 19606 19607 20142 20143 20143 20144 20354 20357 20357 20362 2005

Date Datum 1819232424252626303011122-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

Question no Vraag nr. 644 645 648 651 652 653 657 658 660 661 663 664 665 666 667

22223-

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

668 670 671 672 673

10688910141414151520-

1-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

674 675 676 677 678 679 680 681 682 683 684 685

20212121212222222222-

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

686 687 688 689 690 691 692 693 694 695

2006

Auteur Mw. Magda De Meyer Guy Hove Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Mw. Nathalie Muylle Jean-Marc Nollet Melchior Wathelet Joseph Arens Miguel Chevalier Miguel Chevalier Miguel Chevalier Ludo Van Campenhout Mw. Hilde Dierickx Miguel Chevalier Miguel Chevalier Koen Bultinck Mw. Sabien LahayeBattheu Roel Deseyn Jo Vandeurzen Patrick Cocriamont Koen Bultinck Koen Bultinck Alfons Borginon Guido De Padt Ortwin Depoortere Ortwin Depoortere Miguel Chevalier Mme Muriel Gerkens Mw. Marleen Govaerts Guido De Padt Koen Bultinck Koen Bultinck Koen Bultinck Mw. Hilde Dierickx Jo Vandeurzen Mw. Nathalie Muylle Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx

Page Blz. 20364 20508 20511 20512 20513 20513 20867 20868 20870 20870 20872 20873 20874 21047 21048 21049 21050 21051 21051 21052 21053 21053 21054 21509 21510 21510 21511 21512 21513 21513 21514 21841 21841 21842 21843 21843 21844 21844 21845 21845 21846 21846


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21803


Date Datum

Auteur

Page Blz.

Ministre de la Coopération au Développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 17-12-2004 1- 2-2005 4- 7-2005 17- 1-2006

49 62 91 111

Gerolf Annemans Koen T’Sijen Filip De Man Gerolf Annemans

9987 11126 15712 20364

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken

2-12-2005 20- 2-2006 22- 9-2005

173 190 198

Mme Marie Nagy 19144 Mw. Annelies Storms 21847 Jean-Jacques Viseur 21848

Date Datum


10-11-2005 30- 1-2006

52 57

3-2004 2-2005 2-2005 3-2005

37 96 100 102

7- 6-2005 16- 8-2005 20- 9-2005 4-11-2005 14-11-2005 8- 9-2005 25-11-2005

128 143 148 155 160 162 165

1-12-2005 23- 1-2006

166 176

30- 1-2006 3- 3-2005 21- 2-2006

180 184 187

Mw. Annelies Storms Jean-Marc Nollet David Geerts Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx David Geerts Olivier Maingain Mw. Hilde Dierickx Koen T’Sijen Filip De Man Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Ingrid Meeus Mw. Sabien LahayeBattheu Jean-Marc Nollet Mw. Hilde Vautmans Mw. Hilde Dierickx

26- 9-2005 29- 9-2005 20-10-2005 1-12-2005

73 74 75 81

2-12-2005

82

2-12-2005

84

8-12-2005 13-12-2005

85 86

14-12-2005 20-12-2005 23- 1-2006

87 88 89

27- 1-2006

93

4736 11426 11770 12264 14949 17073 17356 18409 18628 18631 19146 19147 20519 20878 20881 21849

Servais Verherstraeten 18210


Mw. Annelies Storms Mw. Hilde Vautmans Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Francis Van den Eynde Mme Corinne De Permentier Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Mw. Annemie Turtelboom Francis Van den Eynde

17707 17707 18210 19151 19152 19153 19154 19155 19155 19610 20520 20885

Minister van Mobiliteit 29-11-2004 28-12-2004 29-12-2004 1- 2-2005 11- 4-2005 12- 4-2005

182 198 201 221 242 246

2228681013-

4-2005 4-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005

259 266 294 296 303 305

15- 7-2005 26- 7-2005

326 330

29- 7-2005

50

18632 20883

Ministre de la Mobilité

339

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

25-10-2005

Guy D’haeseleer Jean-Marc Nollet

Gelijke Kansen — E´galité des chances

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

313238-

Auteur

Page Blz.

2005

22- 8-2005 22- 8-2005 2006

342 345

Roel Deseyn Jan Mortelmans Jan Mortelmans Koen T’Sijen Guido De Padt Ludo Van Campenhout Hendrik Bogaert Mw. Hilde Dierickx André Frédéric Stijn Bex Patrick De Groote Ludo Van Campenhout Francis Van den Eynde Ludo Van Campenhout Mw. Frieda Van Themsche Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh

9548 10165 10166 11136 13194 13198 13677 13950 14955 14956 15195 15198 15935 17077 17083 17085 17088


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21804

Date Datum


30- 8-2005 2- 9-2005 5- 9-2005 23- 9-2005 26- 9-2005 4-10-2005 6-10-2005 7-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 20-10-2005

346 348 349 362 364 370 372 373 374 376 379

20-10-2005 21-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 3-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 21-11-2005 12-12-2005 1218202323261131620202122-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

382 383 385 386 391 393 396 397 398 400 407 418 423 424 426 427 430 434 436 437 438 439 440 441

Auteur Mw. Hilde Dierickx Servais Verherstraeten Melchior Wathelet Mw. Simonne Creyf Guido De Padt Guido De Padt Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Filip De Man Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Véronique Ghenne Jan Mortelmans David Geerts Guido De Padt Dylan Casaer Jean-Marc Nollet Bart Tommelein Dylan Casaer Dylan Casaer Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Gerolf Annemans Guido De Padt Willy Cortois Jan Peeters Stijn Bex Mw. Annelies Storms Francis Van den Eynde Geert Lambert Mw. Nathalie Muylle Guido De Padt Mw. Inga Verhaert Guido De Padt

Page Blz.

Date Datum


17088 17089 17090 17708 17710 17712 17906 17907 18212 18214

10-11-2005 5-12-2005 20- 1-2006 15- 2-2006 17- 2-2006 17- 2-2006

80 85 89 92 93 94

18216 18218 18219 18219 18220 18412 18413 18633 18634 18838 18840 19161 20365 20369 20521 20522 20523 20886 20888 21515 21850 21851 21852 21852 21853

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu

25-10-2005

78

Servais Verherstraeten 18223


2005

Auteur Guy D’haeseleer Mark Verhaegen Guido De Padt Miguel Chevalier Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms

Page Blz. 18635 19163 20524 21515 21855 21856

Pensions — Pensioenen

9-12-2004 14-12-2005 13- 7-2004 13- 1-2006 18-11-2005 30- 1-2006 3- 2-2006

65 140 141 142 145 146 147

10- 2-2006 20- 2-2006

148 150

Mme Zoé Genot Guy D’haeseleer Carl Devlies Hendrik Bogaert Mw. Greet Van Gool Jean-Marc Nollet Mw. Annemie Turtelboom Hagen Goyvaerts Mw. Annemie Turtelboom

9729 19171 20371 20372 20890 20892 21057 21516 21858

Ministre de l’Emploi Minister van Werk 24- 5-2004 24- 5-2004 13- 7-2004 17- 9-2004 5-10-2004 6-10-2004 25-10-2004

89 90 109 127 138 142 167

15-12-2004

199

13- 1-2005 2- 2-2005 10- 3-2005

215 237 253

161622313127323-

3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 5-2005 6-2005 6-2005

2006

257 258 266 272 274 306 311 322

Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Ortwin Depoortere Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Jean-Marc Nollet

5975 5976 6776 7730 8149 8153 8687 9708 10602 11123 12487 12489 12490 12495 13017 13019 14705 14939 15706


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 Date Datum


6- 7-2005 26- 7-2005

331 338

5- 9-2005

341

15- 9-2005 27- 9-2005

344 348

28- 9-2005

351

20-10-2005 21-10-2005 25-10-2005 4-11-2005 4-11-2005 14-11-2005 17-11-2005

357 362 364 369 370 378 381

18-11-2005

382

18-11-2005 22-11-2005

384 388

28-11-2005 5-12-2005 9-12-2005

396 403 405

14-12-2005 19-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 20-12-2005 29-12-2005

407 410 411 412 413 414

29-12-2005

416

999999912122326-

422 423 424 425 427 429 430 434 435 439 442

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006

21805

Auteur Mme Muriel Gerkens Mme Yolande Avondroodt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Koen T’Sijen Philippe De Coene Bart Laeremans Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts Guy D’haeseleer Mme Zoé Genot François-Xavier de Donnea Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Koen Bultinck Mw. Hilde Vautmans Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guido Tastenhoye Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Benoıˆt Drèze Mw. Maggie De Block Patrick De Groote Mme Zoé Genot


Page Blz.

Date Datum


15710

26- 1-2006

443

17058 17061 17370 17715 17717 18226 18229 18230 18418 18418 18638

2- 2-2006 13- 2-2006 1315202121-

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

19619 19621 20149 20150 20150 20150 20151 20152 20152 20373 20374 20525 20892 2005

453 454 455 456 457

20893 21057 21517 21518 21519 21858 21859 21860

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

18845 18847

19178 19180 19616 20255 19618 19619

451

Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Annemie Turtelboom Mw. Annemie Turtelboom Mw. Hilde Dierickx Mme Muriel Gerkens Mw. Nathalie Muylle Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

18845

18849 19174 19177

448

Auteur

Page Blz.

7- 9-2004 4- 7-2005 22-11-2005 21-12-2005

15 48 53 59

Mme Muriel Gerkens 7437 Pieter De Crem 17720 Dirk Van der Maelen 18851 Mw. Nathalie Muylle 19622

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken Développement durable — Duurzame Ontwikkeling

8292630-

6-2005 7-2005 1-2006 1-2006

41 48 57 58

Stijn Bex Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Jean-Marc Nollet

14960 17097 20899 20900

Ećonomie sociale — Sociale Economie

30- 1-2006 2006

62

Jean-Marc Nollet

20901


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21806

Date Datum


Auteur

Page Blz.

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 121919301616-

4-2005 4-2005 4-2005 1-2006 2-2006 2-2006

49 53 54 80 82 83

Mme Zoé Genot Mw. Karin Jiroflée Mw. Karin Jiroflée Jean-Marc Nollet David Geerts David Geerts

13199 13388 13389 20903 21861 21862

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1- 7-2004 6- 9-2004 17- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 5-10-2004 15-10-2004 5-11-2004 8-11-2004 10-11-2004 24-11-2004 6-12-2004 9-12-2004 9-12-2004 15-12-2004 29-12-2004 3- 1-2005 10- 1-2005 13- 1-2005 19- 1-2005 20- 1-2005 28- 1-2005

244 282 286 291 292 305 319 341 343 350 362 373 375 376 379 389 390 392 400 409 412 417

Filip De Man Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Koen T’Sijen Patrick De Groote Jean-Marc Nollet François Bellot Mw. Ingrid Meeus Mme Zoé Genot Geert Lambert Carl Devlies Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jean-Marc Nollet Gerolf Annemans Jean-Marc Nollet


6624 7414 7702 7881 7881 8110 8451 8901 8903 8908 9296 9498 9674 9675 9678 10150 10315 10443 10570 10574 10833 11094 2005

Date Datum


31- 1-2005 31- 1-2005

419 420

191822222528991014212414181821222610101011262781314232945-

2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 2-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 3-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 4-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 5-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 6-2005 7-2005 7-2005

423 429 443 444 448 450 451 462 466 467 472 483 487 499 507 509 515 516 519 528 529 530 541 555 556 595 603 606 608 615 618 621

6- 7-2005 26- 7-2005

623 641

26- 7-2005

642

26- 7-2005

643

272878-

647 650 658 661

7-2005 7-2005 9-2005 9-2005

2006

Auteur Mw. Maggie De Block Mme Dominique Tilmans Koen T’Sijen Staf Neel Mw. Hilde Vautmans Guido De Padt Mme Zoé Genot Roel Deseyn Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Luk Van Biesen Guido De Padt Roel Deseyn Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh Guido De Padt Roel Deseyn Roel Deseyn Bart Laeremans Mw. Annemie Roppe Geert Lambert Mw. Annelies Storms Mw. Annelies Storms Jan Mortelmans Bart Laeremans Jef Van den Bergh Roel Deseyn Stijn Bex Mw. Inga Verhaert Geert Lambert Olivier Maingain Roel Deseyn Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Mme Muriel Gerkens Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Ludo Van Campenhout Olivier Maingain Olivier Maingain Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde

Page Blz. 11095 11096 11098 11397 11740 11741 11745 12053 12055 12243 12245 12443 12447 12453 12879 13329 13332 13334 13623 13624 13627 14165 14165 14166 14173 14664 14664 14910 15173 15175 15658 15661 15663 15665 15666 17003 17004 17004 17006 17007 17009 17373


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 Date Datum


14- 9-2005 15- 9-2005 19- 9-2005 19- 9-2005 21- 9-2005 21- 9-2005 23- 9-2005 30- 9-2005 4-10-2005 6-10-2005 7-10-2005 19-10-2005 20-10-2005 20-10-2005 24-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 25-10-2005 4-11-2005

666 669 671 672 675 676 682 688 692 694 697 700 704 707 712 715 717 719 720

4-11-2005 4-11-2005 8-11-2005 8-11-2005 8-11-2005 10-11-2005 14-11-2005 17-11-2005 17-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 21-11-2005 22-11-2005 23-11-2005 23-11-2005 23-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 24-11-2005 25-11-2005 28-11-2005 2-12-2005 2-12-2005

721 723 726 727 728 729 731 734 736 738 739 741 742 743 749 751 753 754 756 758 759 760 762 765 767 768

21807

Auteur Guido De Padt Francis Van den Eynde Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Roel Deseyn Jan Mortelmans Roel Deseyn Roel Deseyn Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Roel Deseyn Mme Marie Nagy Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Bart Laeremans Patrick De Groote Geert Lambert Geert Lambert Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Francis Van den Eynde Patrick De Groote Jan Mortelmans Jan Mortelmans Stijn Bex Olivier Chastel Hagen Goyvaerts Francis Van den Eynde Mme Marie Nagy Jef Van den Bergh Roel Deseyn Francis Van den Eynde Bert Schoofs Bert Schoofs Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Ingrid Meeus Jan Mortelmans Jan Mortelmans


Page Blz.

Date Datum


17377 17379 17380 17380 17382 17383 17722 17727 17730 17909 17910 18233 18235 18237 18240 18242 18244 18640

2-12-2005 29- 7-2005 15-12-2005 19-12-2005 20-12-2005 20-12-2005 20-12-2005 21-12-2005 21-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 22-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 23-12-2005 27-12-2005 28-12-2005 4- 1-2006 5- 1-2006 10- 1-2006

769 775 778 779 780 781 783 784 786 789 790 791 792 793 799 800 802 803 804 805 806 812

1010111112121313181919191920202023232424252526-

813 814 815 816 817 819 821 822 825 827 828 829 830 831 832 833 834 835 836 837 838 839 840

18420 18421 18422 18423 18641 18642 18643 18643 18853 18854 18855 18856 18857 18858 18859 18863 18864 18866 18867 19193 19194 19194 19195 19195 19197 19199 19199 2005

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006

2006

Auteur Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Luc Goutry Mme Zoé Genot Mme Colette Burgeon Jef Van den Bergh Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Roel Deseyn Mw. Dalila Douifi Francis Van den Eynde Guido De Padt Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Roel Deseyn Roel Deseyn Guido De Padt Roel Deseyn Mme Zoé Genot Guido De Padt Patrick De Groote Jef Van den Bergh Mw. Trees Pieters Guido De Padt Guido De Padt Guido De Padt Willy Cortois Bart Tommelein Jef Van den Bergh Patrick De Groote Koen T’Sijen Mw. Hilde Vautmans Jef Van den Bergh Jef Van den Bergh Guido De Padt Mw. Hilde Dierickx Mw. Annelies Storms

Page Blz. 19200 19203 19625 19626 19627 19628 19630 19631 19632 19636 19636 19637 19638 19639 19642 19643 19644 19645 19646 19897 20155 20158 20159 20160 20161 20162 20377 20379 20380 20381 20382 20529 20529 20530 20531 20531 20532 20533 20533 20534 20534 20535 20536 20537 20903


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21808

Date Datum 26262730303031313131313131-

1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006 1-2006

3- 2-2006 3- 2-2006 691313-

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

Question no Vraag nr. 841 842 843 844 845 846 847 848 849 850 851 852 853 857 858 859 860 862 863

Auteur Mme Zoé Genot Roel Deseyn Mw. Annelies Storms Jean-Marc Nollet Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Jef Van den Bergh Jan Mortelmans Roel Deseyn Jan Mortelmans Mw. Frieda Van Themsche Guido De Padt Ludo Van Campenhout Koen Bultinck Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Stijn Bex


Page Blz. 20904 20905 20906 20907 20907 20908 20908 20909 20910 20910 20910 20911 20912 21059 21059 21060 21520 21521 21522

2005

Date Datum 1414141515151616171717171717171720202121-

2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006 2-2006

2006

Question no Vraag nr. 864 865 866 868 870 871 872 873 875 876 877 878 879 880 881 882 883 884 885 886

Auteur Guido De Padt Roel Deseyn Jef Van den Bergh Servais Verherstraeten Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Jef Van den Bergh Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Alain Mathot Mw. Hilde Vautmans

Page Blz. 21523 21523 21525 21527 21863 21863 21864 21865 21865 21866 21866 21867 21867 21867 21868 21868 21868 21869 21869 21871


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21809

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2005200607247

DO 2005200607247

Question no 937 de M. Ortwin Depoortere du 15 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 937 van de heer Ortwin Depoortere van 15 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Site internet de l’Exécutif des musulmans.

Webstek van de Moslimexecutieve.

Il me revient de différentes sources (dont la plus récente est le magazine « Klasse », no 117 du 13 février 2006) que l’organe officiel de l’Exécutif des musulmans disposerait d’un site internet, à savoir http:// www.embnet.be.

Uit verschillende bronnen (recentste bron is « Klasse », nr. 117, van 13 februari 2006) blijkt dat het officieel orgaan van de Moslimexecutieve zou beschikken over een webstek, namelijk http:// www.embnet.be.

Un message d’erreur s’affiche toutefois lorsqu’on veut consulter ce site.

Bij raadpleging van deze webstek krijgt men echter een foutmelding.

1. L’adresse internet de l’Exécutif des musulmans est-elle encore utilisée et diffusée publiquement ?

1. Wordt dit internetadres van de Moslimexecutieve nog gebruikt en publiek verspreid ?

2. Quelle est la raison pour laquelle ce site internet n’est pas accessible ?

2. Wat is de reden dat de webstek niet toegankelijk is ?

3. Qui est responsable de la gestion du site ?

3. Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van de webstek ?

4. a) Des moyens fédéraux ont-ils été mis à disposition pour la gestion de ce site ?

4. a) Werden federale middelen ter beschikking gesteld voor het onderhoud van de webstek ?

b) Dans l’affirmative, pour quel montant ?

b) Zo ja, hoeveel ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21810

DO 2005200607299

DO 2005200607299

Question no 938 de M. Guido De Padt du 20 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 938 van de heer Guido De Padt van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Palais de justice. — Huissiers audienciers.

Justiepaleizen. — « Deurwaarders-ter-rolle ».

Dans plusieurs palais de justice, des huissiers audienciers seraient affectés à l’accompagnement des audiences. Il s’agirait de personnes pensionnées (des anciens gendarmes, notamment) qui controˆlent les présences lors des audiences, apportent des dossiers, etc.

In verschillende justitiepaleizen zouden « deurwaarders-ter-rolle » actief zijn om de zittingen mee te begeleiden. Dit zouden gepensioneerden zijn (bijvoorbeeld onder andere gewezen rijkswachters) die tijdens de zittingen de aanwezigheden controleren, dossiers aanbrengen, enzovoort.

1. Combien d’huissiers audienciers sont actifs dans nos cours et tribunaux (ventilation par arrondissement judiciaire et selon la catégorie de la cour ou du tribunal).

1. Hoeveel van hen zijn er actief in onze gerechtshoven (opsplitsing per gerechtelijk arrondissement en naargelang de categorie van rechtbank en hof) ?

2. Selon quelle procédure sont-ils recrutés, quelle est leur mission précise et quel est leur statut (y compris leur statut pécuniaire) ?

2. Op welke wijze worden zij aangeworven, uit wat bestaat hun opdracht juist en wat is hun statuut (inclusief loonstatuut) ?

3. Pourquoi n’est-il pas fait appel à de véritables demandeurs d’emploi ?

3. Waarom kunnen hier geen reguliere werkzoekenden ingeschakeld worden ?

DO 2005200607311

DO 2005200607311

Question no 939 de M. Filip De Man du 21 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 939 van de heer Filip De Man van 21 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Importantes découvertes d’armes de guerre dans la région de Charleroi. — Résultats de l’enquête.

Grote wapenvondsten in de buurt van Charleroi. — Onderzoeksresultaten.

Votre réponse à ma question no 253 du 29 avril 2004 suscite de nouvelles interrogations (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 32, p. 4926).

Uw antwoord op mijn vraag nr. 253 van 29 april 2004 doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 32, blz. 4926).

1. L’enquête est-elle à présent achevée ?

1. Is het onderzoek ondertussen afgelopen ?

2. Dans l’affirmative, quels en sont les résultats ?

2. Zo ja, wat zijn de resultaten ?

DO 2004200505226

DO 2004200505226

Question no 969 de M. Hendrik Bogaert du 20 mars 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 969 van de heer Hendrik Bogaert van 20 maart 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Comptes annuels des sociétés anonymes faillies.

Jaarrekeningen van gefailleerde naamloze vennootschappen.

L’article 54 de la loi du 8 aouˆt 1997 sur les faillites prévoit que les curateurs appellent le failli auprès d’eux pour clore et arrêter les livres et les écritures en sa présence.

Artikel 54 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 bepaalt dat de curators de gefailleerde ontbieden om in zijn tegenwoordigheid de boeken en bescheiden vast te stellen en af te sluiten.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21811

1. Les termes « livres et écritures » doivent-ils être interprétés au sens de l’article 315 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?

1. Moeten de woorden « boeken en bescheiden » begrepen worden zoals in artikel 315 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?

2. Les comptes annuels d’une société anonyme sont-ils indispensables à la fixation de l’impoˆt des sociétés pour ce qui est de l’exercice comptable courant jusqu’à la date de la faillite ?

2. Is voor het boekjaar tot aan de datum van het faillissement de jaarrekening van een naamloze vennootschap noodzakelijk voor de vaststelling van de vennootschapsbelasting ?


Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

DO 2005200607244

DO 2005200607244

Question no 1149 de M. Jean-Jacques Viseur du 15 février 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1149 van de heer Jean-Jacques Viseur van 15 februari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Déduction majorée pour investissements en matière de sécurité.

Verhoogde investeringsaftrek voor beveiliging.

La presse s’est récemment fait l’écho de divers « tiger kidnapping » (hold-up avec prise d’otages) intervenus au cours de ces dernières semaines aux domiciles d’employés et de gérants de banque.

In de kranten viel onlangs te lezen dat de jongste weken een reeks « tiger kidnappings » (overvallen met gijzeling) in de woningen van bankbedienden en -directeurs werd gepleegd.

Si conformément à l’article 69, § 1er, 3o du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les investissements dans des immobilisations corporelles qui tendent à la sécurisation ouvrent le droit à une déduction majorée pour investissement, il n’en reste pas moins que ceux-ci ne visent que des investissements qui tendent à la sécurisation des locaux professionnels.

Luidens artikel 69, § 1, 3o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 geven investeringen met betrekking tot de materie¨le vaste activa die dienen voor de beveiliging, recht op een verhoogde investeringsaftrek. Dat voordeel is echter beperkt tot de investeringen die dienen voor de beveiliging van de beroepslokalen.

1. N’estimez-vous pas opportun d’étendre la déduction pour investissements en matière de sécurité aux habitations personnelles d’employés exerçant une profession à risque tels que les employés et gérants de banques ?

1. Vindt u het niet aangewezen dat de verhoogde investeringsaftrek voor beveiliging moet worden uitgebreid tot de eigen woning van de bedienden die een risicoberoep uitoefenen, zoals de bankbedienden en -directeurs ?

2. Si non, pourquoi ?

2. Zo neen, waarom niet ?

3. Si oui, envisagez-vous de prendre une initiative en ce sens ?

3. Zo ja, is u voornemens een initiatief in die zin te nemen ?

DO 2005200607246

DO 2005200607246

Question no 1150 de Mme Trees Pieters du 15 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1150 van mevrouw Trees Pieters van 15 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Litiges en matière de TVA entre clients et fournisseurs.

Betwistingen inzake BTW tussen klanten en leveranciers.

Des litiges persistants se produisent parfois entre clients et fournisseurs concernant le taux de TVA

Het valt af en toe voor dat er tussen klanten leveranciers blijvende betwistingen ontstaan omtrent het al


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21812

applicable ou non et la régularité d’une facture de TVA et d’une note de crédit. Les questions générales et pratiques suivantes se posent dès lors à cet égard. ` quels bureaux de TVA territorialement 1. A compétents (services classiques et centres de controˆle) et instances supérieures faıˆtières, fonctionnaires d’information, directions ou services centraux les clients et les fournisseurs (assujettis à la TVA et simples consommateurs), domiciliés ou non dans un même ressort ou une même circonspection, peuvent-ils s’adresser par écrit ou par téléphone afin d’obtenir surle-champ une réponse définitive sur l’applicabilité de l’un ou l’autre taux de TVA (réduit), sur une éventuelle exonération et sur la régularité d’une facture ou d’une note de crédit ? 2. a) Ces clients et/ou fournisseurs particuliers ou non peuvent-ils demander tant aux services classiques de TVA qu’à leurs centres de controˆle de se rendre au domicile du client et/ou du fournisseur afin de faire trancher définitivement le litige soulevé en matière de taux de TVA ou d’exonération par l’administration ou le service compétent ? b) Dans la négative, pourquoi ? 3. a) Quels fonctionnaires supérieurs assermentés de la TVA prennent finalement la décision administrative et responsable, en particulier lorsque le siège social, le domicile ou l’adresse d’exploitation des deux personnes (morales) est situé dans un ressort différent et/ou ressortit à une autre direction ? b) Dans quel délai raisonnable une décision écrite doit-elle être prise à cet égard et quel service d’inspection est chargé d’exercer régulièrement un controˆle strict du respect du délai ? 4. Pouvez-vous préciser, point par point, vos méthode et point de vue généraux, tant dans le cadre des dispositions légales et réglementaires en matière de TVA actuellement en vigueur que dans le cadre d’une administration efficace et respectueuse des intérêts de la clientèle ?

dan niet toepasselijke BTW-tarief en omtrent de regelmatigheid van een BTW-factuur en van een creditnota. Terzake rijzen dan ook de volgende algemene praktische vragen. 1. Tot al welke territoriaal bevoegde BTWkantoren (klassieke diensten en controlecentra) en overkoepelende hogere instanties, informatieambtenaren, directies of centrale diensten kunnen zowel de klanten als de leveranciers (BTW-belastingplichtigen en gewone consumenten) al dan niet gevestigd in eenzelfde ambtsgebied of omschrijving zich schriftelijk of telefonisch wenden om meteen definitief uitsluitsel te krijgen over de toepasbaarheid van een of ander (verlaagd) BTW-tarief, over een eventuele vrijstelling en over de regelmatigheid van een factuur of van een creditnota ? 2. a) Kunnen die al dan niet particuliere klanten en/of leveranciers zowel aan de klassieke BTW-diensten als aan hun controlecentra vragen om ter plaatse af te stappen bij de klant en/of bij de leverancier om de ware toedracht van de opgeworpen betwisting inzake BTW-tarief of vrijstelling definitief te laten beslechten door de bevoegde administratie of dienst ? b) Zo neen, waarom niet ? 3. a) Welke bee¨digde hogere BTW-ambtenaren nemen hierover telkens uiteindelijk de administratieve en verantwoordelijke beslissing, inzonderheid wanneer de beide (rechts)personen in een verschillend ambtsgebied en/of in een andere directie hun maatschappelijke zetel, hun woonplaats of hun uitbatingsadres hebben ? b) Binnen welke redelijke termijn moet hierover een schriftelijke beslissing worden genomen en welke inspectiedienst houdt hierover regelmatig een streng toezicht zodat zulk steeds op een stipte wijze gebeurt ? 4. Kan u punt per punt uw algemene ziensen handelwijze meedelen zowel in het kader van alle terzake vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen inzake BTW als in het kader van een klantvriendelijk en behoorlijk openbaar bestuur ?

DO 2005200607250

DO 2005200607250

Question no 1151 de Mme Trees Pieters du 16 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Indemnités de séjour pour déplacements professionnels d’une journée à l’étranger. En 2005, le ministre des Affaires sociales a indiqué que la liste figurant à l’arrêté ministériel du 13 janvier

Vraag nr. 1151 van mevrouw Trees Pieters van 16 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Verblijfsvergoedingen voor buitenlandse beroepsverplaatsingen van één dag. De minister van Sociale Zaken heeft in 2005 gesteld dat de lijst gevoegd bij het ministerieel besluit van


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21813

2004, portant l’établissement d’indemnités journalières octroyées aux représentants et aux employés appartenant au Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement qui se rendent à l’étranger ou qui siègent dans des commissions internationales, pouvait servir de base fiable pour apprécier les indemnités forfaitaires journalières accordées aux travailleurs dans le secteur privé.

13 januari 2004 houdende vaststelling van de verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren afhangend van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die zich in officie¨le opdracht naar het buitenland begeven of zetelen in internationale commissies, kan dienen als een betrouwbare basis voor het beoordelen van de dagelijkse forfaitaire vergoedingen toegekend aan de werknemers in de privésector.

Du point de vue fiscal, une telle approche pose néanmoins les questions pratiques générales suivantes :

Uit belastingoogpunt rijzen daarbij echter wel de volgende algemene praktische vragen.

1. A) Ces montants journaliers forfaitaires ont-ils valeur de consigne fiscale ou de guide sérieux pour la détermination des frais professionnels déductibles encourus lors de déplacements professionnels à l’étranger effectués par :

1. A) Gelden deze forfaitaire dagbedragen eveneens als fiscale richtlijn of als ernstige leidraad bij de bepaling van de aftrekbare beroepskosten gemaakt ter gelegenheid van buitenlandse beroepsverplaatsingen verricht door :

a) les titulaires d’une profession libérale (profits);

a) beoefenaars van een vrij beroep (baten);

b) les commerçants (bénéfices);

b) handelaars (winsten);

c) les dirigeants d’entreprise indépendants (remboursement de dépenses propres à la société) ?

c) zelfstandige bedrijfsleiders van vennootschappen (terugbetaling van kosten eigen aan de vennootschap) ?

B) Si ce n’est pas le cas, pourquoi (pour chaque catégorie précitée) ?

B) Zo neen, waarom telkens niet ?

2. a) Toutes les administrations fiscales utilisent-elles dorénavant la même définition de la notion de voyage d’un jour que les administrations sociales, c’est-à-dire que l’on pourrait dorénavant octroyer à ces trois catégories précitées de contribuables une indemnité de séjour non imposable, dès le moment ou` leurs déplacements professionnels à l’étranger comptent aux moins 10 heures par déplacement, qu’ils comportent une nuitée ou non ?

2. a) Hanteren alle belastingadministraties van nu af aan dezelfde omschrijving van het begrip dagtrip als de sociale administraties, met andere woorden dat er aan die drie voornoemde belastingplichtigen een niet-belastbare verblijfsvergoeding kan worden toegekend van zodra hun beroepsverplaatsingen naar het buitenland voortaan minstens 10 uur per verplaatsing bedragen, ongeacht of er al dan niet sprake is van een overnachting ?

b) Si ce n’est pas le cas, quels sont alors les critères utilisés en matière d’impoˆts directs dans ces cas de figure ?

b) Zo neen, welke criteria worden inzake directe belastingen terzake dan wel gehanteerd ?

3. Ces forfaits journaliers spécifiques couvrent-ils tous les frais encourus lors de séminaires ou de missions professionnelles à l’étranger pour la nourriture, les boissons, le train, le tram, le bus, le métro et le taxi, les pourboires et la petite documentation professionnelle, pour lesquels les fournisseurs ou prestataires étrangers ne délivrent généralement pas de facture avec numéro de TVA ni de quittance fiscale ?

3. Dekken die specifieke dagforfaits alle op buitenlandse seminaries of beroepsopdrachten gemaakte kosten voor eten, drank, trein, tram, bus, metro, taxi, fooien en kleine beroepsliteratuur, waarvoor in het buitenland normaliter geen BTW-factuur of fiscale kwitantie wordt uitgereikt ?

4. Pouvez-vous, notamment à la lumière des dispositions des articles 49; 31, alinéa 2, 1o, in fine; 32 et 183 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, préciser point par point quels sont votre point de vue et votre ligne de conduite en cette matière, tant pour l’impoˆt des personnes physiques que pour l’impoˆt des sociétés ?

4. Kan u, punt per punt, onder meer in het licht van de bepalingen van de artikelen 49; 31, tweede lid, 1o, in fine; 32 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 uw geactualiseerde ziensen handelwijze weergeven zowel op het vlak van personenbelasting als op het vlak van vennootschapsbelasting ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21814

DO 2005200607279

DO 2005200607279

Question no 1157 de M. Dirk Van der Maelen du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1157 van de heer Dirk Van der Maelen van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Controˆles TVA relatifs aux nouvelles constructions érigées par des personnes physiques non-assujetties à la TVA.

Controles op nieuwbouw bij niet-BTW-plichtige natuurlijke personen.

En réponse à ma question no 973 du 8 novembre 2005 (Questions et réponses, Chambre, 2005-2006, no 105, p. 19269), vous m’avez communiqué les données suivantes au sujet des controˆles TVA relatifs aux nouvelles constructions érigées par des personnes physiques non-assujetties à la TVA :

In uw antwoord op mijn vaag nr. 973 van 8 november 2005 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 105, blz. 19269), deelde u volgende inlichtingen mee betreffende BTW-controles inzake nieuwbouw bij niet-BTW-plichtige natuurlijke personen :

— le nombre total de controˆles, ventilé par région;

— totaal aantal controles, uitgesplitst per gewest;

— le nombre de controˆles productifs, ventilé par région;

— aantal productieve controles, uitgesplitst per gewest;

— le nombre de controˆles improductifs, ventilé par région;

— aantal niet-productieve controles, uitgesplitst per gewest;

— le montant des recettes, ventilé par région.

— opbrengst, uitgesplitst per gewest.

Une analyse de ces données nous enseigne que le rapport entre le nombre de controˆles productifs et le nombre total de controˆles varie sensiblement d’une région à l’autre. Ainsi, en région flamande, un supplément de TVA doit être payé à la suite d’un controˆle sur quatre. En région wallonne, ce rapport est de un sur douze.

Een analyse van die gegevens leert ons dat de verhouding van het aantal productieve controles van het totaal aantal controles sterk verschilt naargelang de regio. In het Vlaamse Gewest moet er BTW bijbetaald worden in ongeveer 1 op 4 controles. In het Waalse Gewest is deze verhouding ongeveer 1 op 12.

Les écarts régionaux sont à ce point importants qu’ils ne peuvent s’expliquer par le contenu objectif des dossiers. Il faut donc en conclure que les inspections TVA des diverses régions appliquent de manière différente la législation en matière de TVA. Soit les inspecteurs flamands taxent plus qu’ils ne le peuvent, soit les inspecteurs wallons taxent trop peu.

De regionale verschillen zijn zo groot dat dit niet verklaard kan worden door de obejectieve inhoud van de dossiers. Het kan niet anders of BTW-inspecties van de verschillende regio’s gaan op een verschillende manier tewerk met dezelfde BTW-wetgeving. Ofwel taxeren de Vlaamse meer dan ze mogen, ofwel taxeren de Waalse inspecteurs te weinig.

Tableau : nombre de controˆles productifs / nombre total de controˆles

Tabel : aantal productieve controles/totaal aantal controles

Région flamande. — Vlaamse Gewest ..................................... Région wallonne. — Waalse Gewest ..................................... Bruxelles-Capitale. — BrusselHoofdstad ................................

2002

2003

2004

26 %

25 %

25 %

8%

8%

9%

16 %

4%

3%

1. Comment expliquez-vous ces différences significatives ? 2. Comment envisagez-vous d’y remédier ?


1. Hoe verklaart u deze significante verschillen ? 2. Hoe denkt u dit te verhelpen ?

2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21815

DO 2005200607280

DO 2005200607280



Assurances dirigeant d’entreprise. — Obligation de déclaration.

Bedrijfsleiderverzekeringen. — Meldingsplicht.

Les primes d’assurances dirigeant d’entreprise contractées sur la tête d’un travailleur, d’un associé ou d’un dirigeant d’entreprise et qui prévoient des avantages en cas de vie ne sont plus déductibles à l’impoˆt des sociétés. De telles assurances constituent de plus en plus souvent une technique délibérée visant à s’octroyer un capital « différé » unique par le biais de sa propre société (au moyen de primes financées par les fonds propres de la société) et de le soustraire en temps opportun à la perception d’arriérés. E´tant donné que le fisc ne dispose pas toujours d’une copie du contrat (et ce sera encore moins souvent le cas en conséquence de la non-déductibilité de certaines assurances), le receveur ne peut procéder en temps utile à une saisie (conservatoire) sur le capital à octroyer.

Premies van bedrijfsleiderverzekeringen afgesloten op het hoofd van een werknemer, vennoot of bedrijfsleider en die voorzien in voordelen bij leven, zijn niet langer aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. Dergelijke verzekeringen zijn steeds vaker een bewuste techniek om zich via de eigen vennootschap eenmalig een « uitgesteld » kapitaal toe te kennen (via premies betaald uit het vermogen van de vennootschap) en dit op het geschikte moment te onttrekken aan de invordering van achterstallen. De fiscus beschikt niet altijd over een afschrift van het contract (en dit zal ingevolge de niet aftrekbaarheid van bepaalde verzekeringen nog minder het geval zijn), zodat de ontvanger niet tijdig (bewarend) beslag kan leggen op het toe te kennen kapitaal.

Ne serait-il pas judicieux de prévoir une obligation de déclaration (par exemple, par le biais d’une copie du contrat) dans le cadre de la conclusion de telles assurances ?

Zou het geen goed idee zijn een meldingsplicht (bijvoorbeeld kopie van het contract) te voorzien bij het afsluiten van een dergelijke verzekeringen ?

DO 2005200607283

DO 2005200607283



Sociétés de leasing. — Voitures de société loués en crédit-bail. — Reprise.

Leasingmaatschappijen. — Geleasde bedrijfsvoertuigen. — Overname.

Il n’est pas rare que les voitures de société loués en crédit-bail, une fois amortis par la société, soient repris par le chef d’entreprise ou un membre de sa famille, pour un prix qui ne correspond pas à la valeur marchande du véhicule. C’est là un moyen d’acquérir un véhicule souvent haut de gamme, qui vaut encore beaucoup d’argent, à bas prix et sans que les services du fisc disposent des informations nécessaires pour pouvoir taxer un tel avantage substantiel dans le chef du bénéficiaire.

Geleasde bedrijfsvoertuigen worden, nadat ze door de onderneming zijn afgeschreven, niet zelden overgenomen door de zaakvoerder of een familielid tegen prijs die niet in overeenstemming is met de marktwaarde van het voertuig. Op deze manier worden vaak dure en nog waardevolle voertuigen tegen zeer lage prijs verworven zonder dat de fiscale diensten over de vereiste inlichtingen beschikken om een dergelijk substantieel voordeel te kunnen belasten bij de genieter.

Ne serait-il dès lors pas opportun d’obliger les sociétés de leasing à prévenir les autorités lorsque le contrat de leasing prévoit une option permettant la reprise de la voiture de société par le chef d’entreprise ou un membre de sa famille au moment ou` le contrat arrive à échéance ?

Zou het geen goed idee zijn een meldingsplicht in te voeren voor leasingmaatschappijen wanneer het leasingcontract in de optie bepaalt dat het bedrijfsvoertuig bij het einde van het contract kan worden overgenomen door de zaakvoerder of een familielid ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21816

DO 2005200607284

DO 2005200607284

Question no 1161 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1161 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Avantage fiscal à l’achat d’un véhicule non polluant.

Fiscaal voordeel bij aankoop van een milieuvriendelijke wagen.

Depuis le 1er janvier 2005, les consommateurs qui achètent une voiture neuve non polluante peuvent obtenir une réduction d’impoˆt. Lorsque l’émission de CO2 de la voiture neuve est inférieure à 105 g de CO2/ km, le consommateur bénéficie d’une réduction d’impoˆt de 15 % sur le prix d’achat du véhicule (TVA incluse), avec un maximum de 4 190 euros. Lorsque l’émission de CO2 de la voiture neuve est de 105 à 115 g de CO2/km, la réduction s’élève à 3 % du prix d’achat (TVA incluse), avec un maximum de 790 euros.

Vanaf 1 januari 2005 kan de consument een belastingvermindering krijgen bij de aankoop van een nieuwe milieuvriendelijke wagen. Wanneer de nieuwe wagen minder dan 105 gram CO2/km uitstoot, krijgt de consument een belastingvermindering van 15 % op de aankoopprijs (inclusief BTW) van de wagen, met een maximum van 4 190 euro. Wanneer de nieuwe wagen tussen de 105 en 115 gram CO2/uitstoot, krijgt de consument een belastingvermindering van 3 % op de aankoop (inclusief BTW), met een maximum van 790 euro.

Au début de 2006, la VAB (fédération automobile flamande) a consacré un dossier à cette campagne du gouvernement. Celle-ci ne serait pas efficace parce que les automobilistes recherchent des avantages tangibles lorsqu’ils veulent acheter une voiture non polluante. Or, les mesures précitées ne concernent qu’une catégorie restreinte de véhicules. Deux voitures seulement entrent en ligne de compte pour la réduction d’impoˆt de 15 % et elles ne sont que neuf — toutes de « petites citadines » — à remplir les conditions pour bénéficier de la réduction d’impoˆt de 3 %, dont le montant est d’ailleurs trop peu important pour constituer un élément décisif. Selon la VAB, la campagne ne s’appliquerait qu’à 3 % des achats de voitures en 2005. Sa portée est donc trop limitée.

Begin 2006 publiceerde de VAB (Vlaamse Automobilistenbond) een dossier over de regeringscampagne. Dit zou slagkracht missen omdat automobilisten op zoek zijn naar tastbare voordelen wanneer ze een milieuvriendelijke wagen wensen te kopen. De voornoemde maatregelen hebben betrekking op slechts een beperkte categorie wagens. Er komen maar twee wagens in aanmerking voor een belastingkorting van 15 % en er voldoen slechts negen wagens aan de voorwaarde om een belastingkorting van 3 % te genieten, allemaal kleine stadswagens. Bij deze laatste korting is het bedrag van de korting trouwens te klein om sturend te kunnen optreden. De campagne zou slechts op 3 % van de wagenaankopen in 2005 van toepassing zijn, aldus de VAB. Dit is echt een te beperkt bereik.

Les chiffres de vente pour 2005 révèlent une augmentation de 2,5 % seulement, malgré la campagne menée pour les catégories de voitures concernées.

De verkoopcijfers van 2005 tonen aan dat er slechts een meerverkoop van 2,5 % was, ondanks de campagne in de betreffende categoriee¨n van wagen.

1. Combien de personnes ont-elles bénéficié en 2005 d’un avantage fiscal pour l’achat d’une voiture dont le taux d’émission est inférieur à 105 g CO2/km ?

1. Hoeveel mensen kregen in 2005 een belastingvoordeel voor de aankoop van een wagen met een emissie van minder dan 105 g CO2/km ?

2. Combien de personnes ont-elles bénéficié en 2005 d’un avantage fiscal pour l’achat d’une voiture dont le taux d’émission est compris entre 105 et 115 g CO2/ km ?

2. Hoeveel mensen kregen in 2005 een belastingvoordeel voor de aankoop van een wagen met een emissie tussen 105 g en 115 g CO2/km ?

` combien s’élève le montant total des réduc3. A tions d’impoˆts accordées par ce biais ?

3. Hoeveel bedraagt het totale bedrag van belastingvermindering dat hierdoor werd toegekend ?

4. Quel est le couˆt total de la campagne « voitures propres » ?

4. Hoeveel bedraagt de kostprijs van de gehele campagne « Schoner rijden » ?

5. a) Une évaluation de cette campagne est-elle prévue ?

5. a) Is er een evaluatie gepland van deze campagne ?

b) Dans l’affirmative, quand aura-t-elle lieu et selon quels critères ?

b) Zo ja, wanneer komt deze er en wat zullen de evaluatiecriteria zijn ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21817

c) Dans la négative, pourquoi n’y aura-t-il pas d’évaluation ?

c) Zo neen, waarom niet ?

6. a) Envisagez-vous d’étendre la campagne de manière à atteindre un public cible plus large ?

6. a) Overweegt u om de campagne uit te breiden, zodat er een groter doelpubliek aangesproken kan worden ?

b) Dans l’affirmative, selon quelles modalités ?

b) Zo ja, wat zullen dan de modaliteiten zijn ?

c) Dans la négative, pourquoi pas ?


7. a) Envisagez-vous de prendre d’autres mesures fiscales pour inciter les consommateurs à remplacer leur ancienne voiture par un modèle plus récent et plus respectueux de l’environnement ?

7. a) Overweegt u nog andere fiscale maatregelen om mensen aan te zetten hun oude wagen te vervangen door een recenter en meer milieuvriendelijk alternatief ?

b) Dans l’affirmative, lesquelles ?

b) Zo ja, welke ?

c) Dans la négative, pourquoi pas ?


DO 2005200607285

DO 2005200607285

Question no 1162 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1162 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Déductibilité d’enfants.

Fiscale aftrek van kinderopvangkosten.

fiscale

des

dépenses

pour

garde

Ces dernières années, le gouvernement a pris différentes mesures visant à augmenter le taux d’activité de la population et à aplanir les obstacles à l’emploi. Parmi ces mesures figure l’amélioration de la déductibilité fiscale des frais de garde d’enfants.

De regering heeft de jongste jaren verschillende maatregelen genomen om de activiteitsgraad van de bevolking te vergroten en de struikelblokken voor de werkgelegenheid uit de weg te ruimen. De verbetering van de fiscale aftrekbaarheid van de kosten voor kinderoppas maakt deel uit van die maatregelen.

Le régime applicable à la déductibilité fiscale des dépenses pour garde d’enfants a été récemment élargi, tant au niveau de l’aˆge des enfants concernés (qui est passé de 3 à 12 ans) qu’en ce qui concerne les institutions d’accueil. Le nouveau régime s’applique aux gardes d’enfants effectuées depuis le 1er janvier 2005.

Onlangs is die regeling met betrekking tot de fiscale aftrek van de opvangkosten nog uitgebreid, zowel qua leeftijd van de betrokken kinderen (uitgebreid van 3 jaar tot 12 jaar) als qua opvanginstanties. De nieuwe regeling is van toepassing voor die opvang waar sinds 1 januari 2005 gebruik van is gemaakt.

Le gouvernement octroie également une quotité exonérée complémentaire par enfant à charge aˆgé de moins de 3 ans le 1er janvier de l’exercice d’imposition pour lequel aucune dépense pour garde d’enfants n’a été déduite.

Er wordt door de regering ook een bijkomende belastingvrije som verleend voor ieder king dat op 1 januari van het aanslagjaar jonger is dan 3 jaar en ten laste van de belastingplichtige is en voor wie geen kosten voor kinderoppas worden afgetrokken.

De telles mesures réduisent bien entendu les recettes fiscales de l’E´tat.

Dergelijke maatregelen zorgen natuurlijk voor minder belastinginkomsten voor de overheid.

1. a) Quel est le montant total des dépenses de garde qui ont été déclarées ces dernières années pour obtenir une réduction d’impoˆt ? Pouvez-vous ventiler ces données par année depuis 2000 ?

1. a) Wat is het totaal bedrag aan opvangkosten dat er de jongste jaren ingebracht is om een belastingvermindering te krijgen ? Indien mogelijk had ik graag een opsplitsing per jaar ontvangen sinds 2000.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21818

b) Combien de personnes ont-elles fait appel à la possibilité de déductibilité fiscale des dépenses pour garde d’enfants depuis 2000 (données ventilées par année) ?

b) Hoeveel personen hebben sinds 2000 gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvangkosten (opsplitsing per jaar) ?

c) Quel est le couˆt budgétaire, depuis 2000, de la déductibilité fiscale des frais de garde d’enfants (données ventilées par année) ?

c) Hoeveel bedroeg de budgettaire kost van de fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvang sinds 2000 (opsplitsing per jaar) ?

2. a) Combien de personnes ont-elles bénéficié, depuis 2000, de la quotité exonérée complémentaire pour les enfants pour lesquels aucune dépense de garde ne peut être déduite (données ventilées par année) ?

2. a) Hoeveel personen hebben sinds 2000 kunnen genieten van de bijkomende belastingvrije som voor de kinderen waarvoor geen kosten voor kinderopvang kan worden afgetrokken (opsplitsing per jaar) ?

b) Quel est le couˆt budgétaire, depuis 2000, de la quotité exonérée complémentaire pour les enfants pour lesquels aucune dépense de garde ne peut être déduite (données ventilées par année) ?

b) Hoeveel bedroeg sinds 2000 de budgettaire kost van de bijkomende belastingvrije som die verleend wordt voor die kinderen voor wie geen kosten voor kinderopvang afgetrokken kunnen worden (opsplitsing per jaar) ?

3. a) Quel est le couˆt budgétaire prévu en 2006 pour la déductibilité des dépenses pour garde d’enfants à la suite de l’extension de la mesure tant au niveau de l’aˆge que des institutions d’accueil ?

3. a) Op hoeveel wordt de budgettaire kost van de fiscale aftrek van de kinderopvangkosten begroot in 2006 ten gevolge van de uitbreiding van de maatregel qua leeftijd als qua opvanginstanties ?

b) Si possible, pouvez-vous ventiler ces données par institution et en fonction des catégorie 0-3 ans et 3-12 ans ?

b) Indien mogelijk kan u een opsplitsing geven per opvanginstantie en per leeftijdscategorie, namelijk 0 tot 3 jaar en 3 tot 12 jaar ?

DO 2005200607316

DO 2005200607316

Question no 1166 de M. Carl Devlies du 21 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1166 van de heer Carl Devlies van 21 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Heures d’ouverture de l’administration fiscale. — Date de réception des documents. — Accusé de réception.

Openingsuren belastingadministratie. — Tijdstip ontvangst documenten. — Bewijs ontvangst.

Il ressort de votre réponse à la question écrite no 3898 du 2 april 2004 posée par madame le sénateur Vandermeersch que les contribuables respectent le délai prescrit s’ils introduisent leurs réclamations — et vraisemblablement aussi leurs déclarations fiscales ou leurs réponses — pendant les heures de bureau. Par heures de bureau, on entend les heures pendant lesquelles les fonctionnaires sont présents au bureau et non les heures pendant lesquelles ce bureau est accessible au public (heures d’ouverture) (Questions et Réponses, Sénat, 2003-2004, no 3-19, p. 1202). Si le contribuable choisit de déposer son courrier dans la boıˆte aux lettres de l’administration, il se pose en ce qui le concerne un problème de preuve. Le dépoˆt contre accusé de réception serait une solution avantageuse.

Uit uw antwoord op de schriftelijke vraag nr. 3-898 van 2 april 2004 van senator mevrouw Vandermeersch, blijkt dat belastingplichtigen hun bezwaarschrift, maar ik neem ook aan hun belastingaangifte of antwoorden, tijdig indienen tijdens de kantooruren tijdens welke ambtenaren op hun kantoor aanwezig zijn en niet de uren dat die kantoren voor het publiek toegankelijk zijn (openingsuren) (Vragen en Antwoorden, Senaat, 2003-2004, nr. 3-19, blz. 1202). Wanneer de belastingplichtige zijn brief gewoon deponeert in de brievenbus, stelt zich in zijn hoofde een bewijsprobleem. De afgifte tegen ontvangstbewijs is een goedkope oplossing.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21819

1. Est-il exact qu’un contribuable n’est pas légalement tenu de répondre par lettre recommandée contre accusé de réception ?

1. Is het juist dat een belastingplichtige wettelijk niet verplicht is steeds te antwoorden per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs ?

2. Ou` le contribuable peut-il consulter les heures de bureau du service concerné ?

2. Waar kan de belastingplichtige de kantooruren van de betrokken dienst terugvinden ?

3. Les heures de bureau doivent-elles être mentionnées dans des documents administratifs ?

3. Dienen de kantooruren te worden vermeld op bestuursdocumenten ?

4. Le contribuable qui se rend à l’administration pendant les heures de bureau mais en dehors des heures d’ouverture peut-il toujours demander d’estampiller et de signer pour réception un duplicata du document qu’il dépose ?

4. Mag de belastingplichtige tijdens de kantooruren, maar buiten openingsuren, steeds vragen een dubbel van het in te dienen document te laten afstempelen en ondertekenen voor ontvangst ?

5. Un réceptionniste peut-il estampiller un duplicata et le signer pour réception ?

5. Mag een receptionist een dubbel voor ontvangst afstempelen en ondertekenen voor ontvangst ?

6. Si le contribuable dépose son courrier dans la boıˆte aux lettres, a-t-il l’assurance que que celle-ci sera levée avant la fin des heures de bureau ?

6. Als de belastingplichtige zijn brief in de brievenbus deponeert, heeft hij de zekerheid dat voó´r het einde van de kantooruren steeds de brievenbus wordt gelicht ?

7. Un procès-verbal est-il établi à ce sujet ?

7. Wordt hiervan een proces-verbaal opgemaakt ?

8. Qui est responsable de sa rédaction ?

8. Wie is verantwoordelijk voor het opmaken van het proces-verbaal ?

9. Ou` le contribuable peut-il trouver et consulter ce procès-verbal ?

9. Waar kan de belastingplichtige dit procesverbaal terugvinden en inzien ?

10. Quelles données sont mentionnées dans ce procès-verbal ?

10. Welke gegevens worden opgenomen in dit proces-verbaal ?

11. L’administration et/ou le contribuable peuventils en déduire que le courrier a bien été reçu à la date concernée et pendant les heures de bureau ?

11. Kan de administratie en/of belastingplichtige hieruit afleiden dat zijn brief werd ontvangen op wel betreffende dag tijdens de kantooruren ?

12. Qui vérifie si les boıˆtes aux lettres sont effectivement levées une dernière fois avant la fin des heures de bureau ?

12. Wie controleert of effectief de brievenbussen voó´r het einde van de kantooruren een laatste maal worden gelicht ?

DO 2005200607331

DO 2005200607331



TVA. — Facturation. — Conditions.

BTW. — Facturering. — Voorwaarden.

Par la directive 2001/115/CE du 20 décembre 2001, le législateur européen a tenté de simplifier, de moderniser et d’harmoniser les conditions imposées à la facturation en matière de TVA. Cette directive, qui traite notamment du contenu de la facture, de l’autofacturation et de la sous-traitance, a été transposée en droit belge par la loi du 28 janvier 2004 modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée, dont les arrêtés d’exécution ont été approuvés les 16 et 20 février 2004.

Door middel van richtlijn 2001/115/EG van 20 december 2001 heeft de Europese wetgever getracht de voorwaarden die op het gebied van BTW aan de facturering werden opgelegd te vereenvoudigen, moderniseren en harmoniseren. De richtlijn behandelt onder meer de inhoud van de factuur, de zelffacturering en de onderaanneming. Zij werd omgezet naar Belgisch recht door de wet van 28 januari 2004 tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, waarvan de uitvoeringsbesluiten werden goedgekeurd op 16 en 20 februari 2004.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21820

Le nouvel article 53, § 2, du Code de la TVA énumère les cas dans lesquels un contribuable doit délivrer une facture. L’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992, article 5, modifié le 16 février 2004, règle les modalités d’exécution en la matière. L’article 5, § 1er, 6o, prévoit l’obligation de mentionner les éléments nécessaires pour déterminer l’opération et le taux de la taxe due, notamment la dénomination usuelle des biens livrés et des services fournis et leur quantité ainsi que l’objet des services.

Het nieuwe artikel 53, § 2 Wetboek BTW somt de gevallen op waarin een belastingplichtige een factuur moet uitreiken. Het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, artikel 5, gewijzigd op 16 februari 2004, regelt de uitvoeringsbesluiten terzake. Artikel 5, § 1, 6o beschrijft de verplichting de gegevens te vermelden die nodig zijn om de handeling te determineren en het tarief van de verschuldigde belasting vast te stellen, inzonderheid de gebruikelijke benaming van de geleverde goederen en verstrekte diensten en hun hoeveelheid alsook het voorwerp van de diensten.

Il nous revient de source bien informée que dans la pratique, les factures ne comportent souvent aucune spécification. Les dénominations « cadeaux d’affaires », « prestations effectuées » ou « services fournis » pendant une période déterminée, « management fee », « vêtements professionnels », « carburant », « matériel de bureau » etc. ne permettent pas au controˆleur des Contributions directes ou de la TVA de déterminer la nature exacte de la livraison ou du service et suscitent dès lors des suspicions et des irrégularités. On observe un autre phénomène : certaines chaıˆnes de magasins laissent systématiquement le choix au client d’obtenir une facture spécifiée ou non. On retrouve souvent dans la comptabilité des factures qui ne contiennent que les codes d’un produit. Après examen, il apparaıˆt également qu’il s’agit souvent, en l’espèce, de biens clairement destinés à un usage privé (notamment du matériel hi-fi et télévisé) et qui ne justifient dès lors aucun droit à déduction en matière de TVA.

Uit welingelichte bron hebben wij vernomen dat in de praktijk vaak niet-gespecifieerde facturen voorkomen. De benamingen « relatiegeschenken », « verrichte prestaties » of « verleende diensten » over een bepaalde periode, « managementfee », « beroepskledij », « brandstof », « bureelmateriaal » en dergelijke meer maken het de controleur der Directe Belastingen of BTW onmogelijk de ware toedracht van de levering of dienst te determineren en werkt aldus de nodige argwaan en onregelmatigheden in de hand. Een ander fenomeen is dat een aantal winkelketens stelselmatig de klant de keuze laten een factuur al dan niet te laten specifie¨ren. Vaak komen facturen in de boekhouding terecht die enkel codes bevatten van een product. Bij nader onderzoek blijkt ook hier dat het vaak goederen betreft die duidelijk bestemd zijn voor privé-gebruik en aldus geen recht op aftrek inzake BTW verantwoorden (onder meer hifi en TV-materiaal).

1. Dans quelle mesure l’administration fiscale assure-t-elle un suivi en la matière ?

1. In welke mate wordt dit door de belastingadministratie opgevolgd ?

2. En vertu de l’article 70, § 2, du Code de la TVA et de l’arrêté royal no 41 du 30 janvier 1987, tableau C point II, de telles pratiques doivent être sanctionnées par une amende équivalant à 100 % de la taxe due sur les opérations. Dans quelle mesure de telles amendes sont-elles infligées ?

2. Krachtens artikel 70, § 2 Wetboek BTW, en het koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987, tabel C punt II moeten dergelijke praktijken worden bestraft met een geldboete gelijk aan 100 % van de op de handelingen verschuldigde belasting. In welke mate worden dergelijke boetes toegepast ?

3. Pourrait-on fournir des précisions en la matière au fonctionnaire et au contribuable par le biais d’une circulaire préventive ou d’une campagne d’information ?

3. Is het mogelijk hier meer duidelijkheid te verschaffen aan zowel de ambtenaar als de belastingplichtige via een preventief rondschrijven of informatiseringcampagne ?

DO 2005200606447

DO 2005200606447

Question no 1192 de M. Patrick Moriau du 28 novembre 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1192 van de heer Patrick Moriau van 28 november 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Régularisation des traitements du personnel des zones de police pour l’année 2001.

Regularisatie met betrekking tot de wedden van het personeel van de politiezones voor het jaar 2001.

Fin 2004, une méthode de travail a été définie pour le paiement et la comptabilisation des régularisations

Eind 2004 werd een werkmethode uitgewerkt voor de uitbetaling en boeking van de regularisaties voor


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21821

de l’exercice 2001. Dans un premier temps, les communes reçoivent du Service central des Dépenses fixes (SCDF) les montants nets de la régularisation et le précompte professionnel; dans une seconde phase, les cotisations personnelles et patronales à l’ONSSAPL afin de permettre une comptabilisation correcte en comptabilité budgétaire.

het boekjaar 2001. In een eerste fase ontvangen de gemeenten van de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven (CDVU) de nettobedragen van de regularisatie en de bedrijfsvoorheffing; in een tweede fase ontvangen zij de gegevens met betrekking tot de persoonlijke en werkgeversbijdragen voor de RSZPPO teneinde een correcte boeking in de begrotingsboekhouding mogelijk te maken.

Le paiement des montants nets (phase 1) en l’absence de données complètes posait problème puisque contraire à l’article 56 du règlement général de la comptabilité communale qui prévoit que nulle dépense ne peut être acquittée qu’après avoir été imputée en comptabilité budgétaire et duˆment mandatée et ordonnancée ... à condition que le crédit budgétaire soit existant et suffisant. Il est d’ores et déjà trop tard, dans la majorité des cas pour inclure ces montants dans une modification budgétaire de l’exercice 2005. En outre, les données fournies par le SCDF ne permettaient pas de distinguer les traitements bruts des allocations et indemnités, normalement imputées sur des articles budgétaires différents.

Omdat niet alle gegevens beschikbaar waren, deed de uitbetaling van de nettobedragen (fase 1) problemen rijzen aangezien zulks in strijd is met artikel 56 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit dat bepaalt dat geen uitgave aangezuiverd kan worden dan na de aanrekening op de begrotingsrekening, de betaalbaarstelling en het opmaken van een bevelschrift tot betaling ... op voorwaarde dat er een toereikend begrotingskrediet beschikbaar is. In de meeste gevallen is het nu al te laat om die bedragen in een begrotingsaanpassing voor het boekjaar 2005 op te nemen. Bovendien kon aan de hand van de door de CDVU meegedeelde gegevens geen onderscheid worden gemaakt tussen de brutolonen en de uitkeringen en toelagen, die normaal op verschillende begrotingsartikelen worden aangerekend.

La proposition du SCDF a été évaluée par la firme « Deloitte & Touche » et qualifiée d’exécutable à condition, entre autres, que le délai entre les deux phases n’excède pas un mois et, en tout cas, que le traitement budgétaire complet puisse être réalisé au cours de la même année comptable. La deuxième phase n’a malheureusement pas suivi.

Het voorstel van de CDVU werd door de firma « Deloitte & Touche » gee¨valueerd en als uitvoerbaar bestempeld, op voorwaarde onder meer dat de termijn tussen de twee fasen niet langer is dan één maand en dat de volledige budgettaire verwerking in de loop van hetzelfde boekjaar kan geschieden. De tweede fase werd jammer genoeg niet uitgevoerd.

Il a été demandé aux régions, autorités de tutelle sur les communes, d’autoriser exceptionnellement la comptabilisation de ces paiement dans un compte d’attente en attendant la comptabilisation correcte lors de la transmission des données complètes par le SCDF et de valider la procédure en deux phases décrites cidessus. Les régions ont donné leur accord sous la même condition de délai que celle proposée par Deloitte & Touche.

Aan de gewesten, die het toezicht op de gemeenten uitoefenen, werd gevraagd dat zij uitzonderlijk zouden toestaan dat die betalingen op een wachtrekening zouden worden geplaatst in afwachting van de correcte boeking ervan wanneer de CDVU de volledige gegevens zou hebben toegezonden en dat zij de hierboven vermelde procedure in twee fasen zouden valideren. De gewesten hebben daarmee ingestemd, onder dezelfde voorwaarde met betrekking tot de termijn als die voorgesteld door Deloitte & Touche.

Sur base de cet accord et des circulaires envoyées par les autorités de tutelle dans les administrations, de nombreuses communes ont accepté de payer les régularisations 2001 sur base des données incomplètes (phase 1) transmises par le SCDF. Certaines communes ont payé fin 2004, les autres courant 2005.

Op grond van die instemming en de circulaires die de autoriteiten naar de besturen hebben verzonden, hebben tal van gemeenten ermee ingestemd de regularisaties 2001 uit te betalen op grond van de door de CDVU meegedeeld onvolledige gegevens (fase 1). Sommige gemeenten hebben die bedragen eind 2004 uitbetaald, andere in de loop van 2005.

1. Pourriez-vous nous informer des problèmes rencontrés par le Service central des Dépenses fixes ?

1. Met welke problemen werd de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven geconfronteerd ?

2. Quand les communes recevront-elles les données du SCDF permettant la comptabilisation définitive ?

2. Wanneer zullen de gemeenten de gegevens van de CDVU aan de hand waarvan de definitieve boeking kan geschieden, ontvangen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21822

3. Quelles procédures devront suiver les communes lorsque les régularisations impliquent un remboursement aux agents ?

3. Welke procedures zullen de gemeenten moeten volgen wanneer de regularisaties een terugbetaling aan de ambtenaren inhouden ?

Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken

Protection de la consommation

Consumentenzaken

DO 2005200607291

DO 2005200607291

Question no 183 de M. Roel Deseyn du 20 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 183 van de heer Roel Deseyn van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

E´ventuelle réduction unilatérale du volume de base par un opérateur de télécommunications.

Mogelijk eenzijdig verminderen van het basisvolume door een telecomoperator.

La presse a annoncé que Telenet aurait réduit de façon radicale le volume de base de sa formule ComfortNet (de 1 Go ou davantage à 400 Mo). Le client n’aurait semble-t-il pas été préalablement mis au courant de cette décision. La capacité plus élevée n’aurait été qu’une mesure temporaire destinée à mieux étudier les habitudes des clients en matière d’utilisation de l’internet. Les clients affirment cependant que le contrat ne mentionne aucune disposition de ce genre.

In de pers verscheen de melding dat Telenet zijn basisvolume van de formule ComfortNet drastisch zou hebben gereduceerd (van 1 GB of meer naar 400 MB). Dit zou gebeurd zijn zonder de klant daarvan voorafgaandelijke op de hoogte te stellen. De hogere capaciteit zou maar een tijdelijke maatregel zijn geweest om het surfgedrag van de klant te leren kennen, maar deze ontkennen dat een dergelijke bepaling in de overeenkomst stond.

1. Est-il exact que Telenet a récemment modifié son volume pour la formule ComfortNet ?

1. Klopt het dat Telenet voor de formule ComfortNet recentelijk zijn volume heeft gewijzigd ?

2. a) Le client a-t-il été mis au courant de cette possibilité lors de la signature du contrat ?

2. a) Was de klant bij aangaan van het contract hiervan op de hoogte gesteld ?

b) Dans l’affirmative, de quelle manière ?

b) Zo ja, op welke manier ?

c) Dans la négative, cette adaptation est-elle légale et quelles actions envisagez-vous afin de rectifier la situation ?

c) Zo neen, is dit rechtsgeldig en welke acties overweegt u te ondernemen om dit recht te zetten ?

3. Quand et de quelle manière les clients ont-ils été mis au courant de cette diminution de volume ?

3. Wanneer en op welke wijze werden de klanten op de hoogte gesteld van de volumevermindering ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21823

DO 2005200607303

DO 2005200607303

Question no 184 de M. Bart Tommelein du 20 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 184 van de heer Bart Tommelein van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Grands magasins. — Denrées alimentaires préemballées. — Absence d’indication de la quantité.

Warenhuizen. — Voorverpakte voedingswaren. — Niet-vermelding van hoeveelheid.

En vertu de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur et de l’arrêté royal du 30 juin 1996 relatif à l’indication du prix des produits et des services et au bon de commande, le vendeur est tenu d’indiquer d’une manière non équivoque le prix et la quantité des produits offerts en vente.

De wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument en het koninklijk besluit van 30 juni 1996 betreffende de prijsaanduiding van producten en diensten en de bestelbon, leggen aan een verkoper de verplichting op om de prijs en de hoeveelheid van aangeboden producten duidelijk te vermelden.

Je constate cependant que certains grands magasins proposent à la vente des denrées alimentaires préemballées sans en indiquer la quantité. Il s’agit principalement de produits fromagers et de viande dont les emballages ne mentionnent qu’un prix par 100 grammes et la quantité approximative de produit. Le pesage n’ayant lieu qu’au moment ou` le client passe à la caisse. Le consommateur qui achète ainsi du jambon préemballé dans un tel grand magasin ne sait donc pas au préalable quel montant précis il devra débourser.

Nochtans stel ik vast dat een aantal warenhuizen voorverpakte voedingswaren te koop stelt zonder vermelding van hoeveelheid. Het gaat hierbij om kaas en vlees, waarbij men vermeldt hoeveel het kost per 100 gram en hoeveel er « ongeveer » in het pakje zit. Het pakje wordt evenwel slechts gewogen aan de kassa. De consument die in zo’n warenhuis een pak hesp koopt, weet dus niet op voorhand hoeveel hem dat precies gaat kosten.

Récemment, j’ai eu vent de plaintes émises par certaines personnes qui avaient pris le prix indiqué par 100 grammes pour le prix du paquet et qui n’ont constaté qu’à la caisse qu’ils devaient payer beaucoup plus.

Onlangs kreeg ik van mensen klachten te horen. Zij hadden gedacht dat de aangegeven prijs per 100 gram de prijs per zakje was en stelden aan de kassa vast dat ze heel wat meer moesten betalen.

De telles pratiques sont-elles conformes au prescrit de la loi du 14 juillet 1991 ?

Is deze praktijk conform de voornoemde wet van 14 juli 1991 ?

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2005200607300

DO 2005200607300

Question no 898 de M. Claude Marinower du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 898 van de heer Claude Marinower van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Radiation de citoyens des registres de la population.

Schrapping van burgers uit de bevolkingsregisters.

Chaque année, des citoyens sont rayés d’office des registres de la population.

Ieder jaar worden burgers van ambtswege afgeschreven.

1. En vertu de quels critères des citoyens sont-ils rayés des registres de la population ?

1. Welke voorwaarden worden er gehanteerd om burgers uit de bevolkingsregisters te schrappen ?

2. a) Combien de citoyens ont-ils été rayés des registres de la population depuis 1995 ?

2. a) Hoeveel burgers werden van 1995 tot nu, uit de bevolkingsregisters geschrapt ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21824

b) Pourriez-vous, pour la période de 2000 à 2006, me fournir ces chiffres par année pour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles ?

b) Kan u van 2000 tot nu, indien mogelijk de cijfers geven per jaar met een onderscheid tussen Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel ?

DO 2005200607301

DO 2005200607301

Question no 899 de M. Guido De Padt du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 899 van de heer Guido De Padt van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Victimes d’escroqueries par le biais d’annonces dans les journaux et les magazines ou sur l’internet.

Slachtoffers van oplichting via advertenties in kranten, tijdschriften of internet.

Chacun a déjà vu les annonces publiées dans les journaux et les magazines ou les pop-up sur l’internet qui vous garantissent la richesse et le succès. Pour la plupart d’entre elles, il s’agit toutefois d’escroqueries qui sont parfois orchestrées au niveau international.

Advertenties in kranten, tijdschriften of pop ups op het internet die u rijkdom en succes beloven; iedereen heeft ze wel al eens gezien. Bij veel van deze zaken is er echter sprake van oplichting die internationaal georchestreerd kan zijn.

Des citoyens crédules sont attirés par des gains potentiellement élevés et un meilleur statut social. Ils dépensent dès lors souvent des sommes considérables en répondant aux offres de ces fraudeurs, dans l’espoir de réaliser l’affaire de leur vie.

Goedgelovige burgers voelen zich aangesproken door potentieel grote winsten en een verhoogde status in onze maatschappij. Ze spenderen daarom vaak grote geldbedragen aan deze fraudeurs, in de hoop de slag van hun leven te slaan.

Les escrocs parviennent ainsi à amasser des sommes d’argent considérables et disparaissent ensuite dans la nature. Les personnes dupées se présentent alors souvent, mais pas systématiquement (parce qu’elles ont honte de leur crédulité), à la police (fédérale).

De oplichters slagen er zo in groot geld binnen te halen om dan met de noorderzon te verdwijnen. De gedupeerden kloppen dan vaak, maar niet altijd (vanwege de schaamte voor hun goedgelovigheid), aan bij de (federale) politie.

1. Combien de victimes d’escroqueries se sont-elles présentées à la police fédérale en 2003, en 2004 et en 2005, pour les cas suivants :

1. Hoeveel slachtoffers van oplichting meldden zich in de jaren 2003, 2004 en 2005 bij de federale politie, naargelang het ging om :

a) annonce(s) publiée(s) dans un ou plusieurs journaux;

a) advertentie(s) in de krant(en);

b) annonce(s) publiée(s) dans un ou plusieurs magazines;

b) advertentie(s) in (een) tijdschrift(en);

c) une « offre » sur l’internet ?

c) een « aanbieding » op internet ?

2. Dispose-t-on de chiffres quant au montant (total) que les personnes dupées qui ont déposé plainte à la police ont versé en 2003, en 2004 et en 2005 à de tels fraudeurs ?

2. Zijn er cijfers bekend over het (totale) bedrag dat het aantal gedupeerden die aangifte bij de politie deden, in 2003, 2004 en 2005 aan dergelijke fraudeurs spendeerden ?

3. Combien de ces escrocs ont-ils été arrêtés au cours de ces années et de quels types d’escroquerie s’agissait-il ?

3. Hoeveel dergelijke oplichters werden er in diezelfde jaren bij de kraag gevat en om welke gevallen van oplichting ging het daarbij ?

4. a) Des campagnes de sensibilisation sont-elles actuellement en cours pour avertir les gens de l’existence de telles pratiques et collaborez-vous, le cas échéant, avec d’autres collègues ?

4. a) Lopen er op dit moment sensibilisatiecampagnes om mensen voor dergelijke oplichters te waarschuwen en wordt daarbij eventueel samengewerkt met andere collega-ministers ?

b) De nouvelles actions seront-elles lancées prochainement ?

b) Komen er in de nabije toekomst nog nieuwe acties ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21825

DO 2005200607319

DO 2005200607319

Question no 900 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 900 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Réadmission dans leur pays d’origine d’illégaux ou de demandeurs d’asile déboutés et expulsés .

Terugname uitgewezen illegalen of uitgeprocedeerde asielzoekers.

La Belgique mène actuellement des pourparlers avec plusieurs pays afin de conclure un accord relatif à la reprise par ces pays d’illégaux ou de demandeurs d’asile déboutés et qui sont expulsés par notre pays.

Met enkele landen lopen besprekingen om tot een akkoord te komen over het terugnemen van hun door ons land uitgewezen illegalen of uitgeprocedeerde asielzoekers.

1. Pourriez-vous donner un aperçu des pays avec lesquels des pourparlers fructueux sont actuellement en cours, en indiquant le délai dans lequel un accord pourrait être conclu ?

1. Kan u een overzicht geven van de landen waarmee wij op dit ogenblik terzake vruchtbare gesprekken voeren, met telkens een schatting van het tijdstip waarop dit tot een akkoord zou moeten leiden ?

2. Quels sont les arguments principaux qui pourraient inciter ces pays à réadmettre des illégaux expulsés par la Belgique ?

2. Wat zijn voornamelijk de argumenten die de landen ertoe aanzetten om hun door ons land uitgewezen illegalen terug te nemen ?

DO 2005200607322

DO 2005200607322

Question no 901 de M. Carl Devlies du 21 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 901 van de heer Carl Devlies van 21 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Police locale. — Statutarisation du personnel CALOG. — Calcul du pécule de vacances.

Lokale politie. — Statutarisering CALOG-personeel. — Berekening verlofgeld.

Certaines communes appliquent les règles du secteur privé en ce qui concerne le pécule de vacances de leur personnel « contractuel ». En vertu de cette réglementation, le droit à un nombre de jours de congé (pécule de vacances simple) et le double pécule de vacances sont calculés en fonction de l’exercice de vacances, à savoir l’année qui précède celle au cours de laquelle on prend des vacances.

Sommige gemeenten passen voor hun « contractuele » werknemers wat betreft het vakantiegeld de regels toe van de privé-sector. Deze reglementering bepaalt dat het recht op een aantal vakantiedagen (enkel vakantiegeld) en het dubbel vakantiegeld worden opgebouwd in het vakantiedienstjaar, het jaar dus voorafgaand aan het jaar waarin men vakantie neemt.

Voici un exemple :

Een voorbeeld :

Un membre du personnel entre en service à la commune en tant que contractuel le 1er janvier 2002. Une attestation de vacances de l’employeur précédent permet de vérifier s’il a droit à des jours de congé. Si le membre du personnel a travaillé pendant tout l’exercice de vacances 2000, il a droit à 20 jours de congé légaux mais la commune retient sur son salaire les pécules de vacances, tant double que simple, versés par l’employeur précédent. Ce dernier a effectivement versé ces pécules et la commune n’a donc pas à les payer. Si la période d’occupation du membre du personnel était plus courte en 2000, les pécules sont évidemment calculés au prorata. ` supposer que, dans cet exemple, l’intéressé soit A nommé à titre définitif par la commune à partir du


2005

Een personeelslid komt als contractueel bij de gemeente in dienst op 1 januari 2001. Er wordt nagegaan middels een vakantieattest van de vorige werkgever of het personeelslid recht heeft op vakantiedagen. Heeft dit personeelslid in 2000 het volledige vakantiedienstjaar gewerkt, dan heeft het recht op de 20 wettelijke dagen verlof, maar het vertrekvakantiegeld dat de vorige werkgever heeft uitbetaald, zowel het dubbel als het enkel worden door de gemeente wel op haar loon ingehouden. Immers de vorige werkgever heeft dit uitbetaald en de gemeente moet dit dus niet betalen. Was haar tewerkstellingsperiode tijdens 2000 kleiner, dan wordt alles prorata berekend natuurlijk. In de veronderstelling dat betrokkenen in dit voorbeeld vanaf 1 januari 2003 vastbenoemd zou worden 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21826

1er janvier 2003, il disposerait d’emblée d’un quota de vacances complet mais, en tant que contractuel, il a également droit à 20 jours de congé légaux sur la base de l’année précédente. La commune verse dès lors un « pécule de vacances simple anticipé » pour ces 20 jours. Le double pécule de vacances est versé au mois de mai de l’année, puisque le calcul est similaire.

door het gemeentebestuur, kan hij onmiddellijk starten met een volledig vakantiecontingent, maar als contractueel heeft hij ook op basis van het voorgaande jaar recht op 20 dagen wettelijk verlof. Voor deze 20 dagen betaalt de gemeente dan een « vervroegd enkel vakantiegeld » uit. Het dubbel vakantiegeld wordt, gezien de berekening toch gelijklopend is, gewoon uitbetaald in de maand mei van dat jaar.

Le 1er janvier 2002, ce membre du personnel contractuel est toutefois transféré en tant que membre du personnel CALOG à la zone de police par une décision appropriée du conseil communal. Au cours de l’année 2003, il est statutarisé et le calcul du pécule de vacances et du pécule de vacances antérieur est effectué selon la réglementation fixée par la Fonction publique.

Op 1 januari 2002 gaat dit contractueel personeelslid echter als CALOG-personeelslid bij middel van een daarvoor geeïgende gemeenteraadsbeslissing over naar de politiezone. In de loop van het jaar 2003 wordt dit personeelslid gestatutariseerd en wordt de berekening van het verlofgeld en voorafgaand verlofgeld uitgevoerd volgens de regelgeving vastgelegd door het Openbaar Ambt.

1. Ce membre du personnel peut-il, au moment de sa statutarisation, faire valoir des droits relatifs au versement du « pécule de vacances simple anticipé » par analogie avec les règles en vigueur dans la commune après une nomination à titre définitif ?

1. Kan dit personeelslid op het ogenblik van de statutarisering rechten laten gelden met betrekking tot de uitbetaling van het « vervroegd enkel vakantiegeld » en dit naar analogie van wat de binnen de gemeente van toepassing is naar aanleiding van een vaste benoeming ?

2. Dans l’affirmative, le membre du personnel doitil s’adresser à la commune ou à la zone de police ?

2. Indien dit zo is, tot wie moet het personeelslid zich wenden : de gemeente of de politiezone ?

3. Dans la négative, quelle est en l’espèce la base légale ?

3. Indien dit niet zo is, wat is hiervan dan de wettelijke grondslag ?

4. Quelle réglementation relative aux jours de congé et au pécule de vacances est applicable au membre du personnel qui a opté en faveur du transfert de la commune à une zone de police ?

4. Welke regelgeving met betrekking tot de verlofdagen en het verlofgeld is van toepassing op het personeelslid dat gekozen heeft voor de overstap van de gemeente naar een politiezone ?

5. Le nouveau statut de la police intégrée à deux niveaux opère-t-il une distinction entre le membre du personnel contractuel et le membre du personnel statutaire en ce qui concerne la réglementation des vacances et le calcul du pécule de vacances ?

5. Voorziet het nieuwe statuut van de geı¨ntegreerde politie op twee niveaus in een verschil tussen een contractueel en statutair personeelslid wat betreft de verlofregeling en de berekening van het verlofgeld ?

DO 2005200607327

DO 2005200607327



Accords conclus avec les pays qui rapatrient leurs ressortissants demandeurs d’asile déboutés et séjournant illégalement en Belgique.

Afspraken met landen die hun uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen terugnemen.

La Belgique a récemment conclu des accords avec plusieurs pays dans le cadre desquels ces derniers s’engagent à rapatrier leurs ressortissants demandeurs d’asile déboutés et séjournant illégalement sur notre territoire et qui sont expulsés par la Belgique.

In het recente verleden heeft Belgie¨ met een aantal landen akkoorden gesloten, waarbij die landen beloven hun door ons land uitgewezen uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen terug te nemen.

Pouvez-vous fournir une liste de tous les pays avec lesquels la Belgique a conclu des accords relatifs au

Kan u een lijst geven van alle landen waarmee ons land afspraken heeft gemaakt over het terugnemen van


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21827

rapatriement de demandeurs d’asile déboutés et de personnes séjournant illégalement sur notre territoire, en indiquant pour chaque pays la date à laquelle l’accord a été conclu et, le cas échéant, la date à laquelle l’accord a été entériné par les deux parlements ?

uitgewezen illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers, met voor elk land de datum wanneer die overeenkomst werd gesloten en eventueel door de beide parlementen werd bekrachtigd ?

DO 2004200504973

DO 2004200504973

Question no 904 de M. Ortwin Depoortere du 20 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 904 van de heer Ortwin Depoortere van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Controˆle des bateaux amarrés le long des voies navigables intérieures de Gand.

Controle van boten die aangemeerd liggen in de Gentse binnenwateren.

Le responsable des bateaux stationnaires auprès de la « NV Waterwegen en Zeekanaal, Afdeling Bovenschelde, District Gent » a attiré l’attention sur le nombre trop important de bateaux de tous types amarrés à Gand : bateaux servant à une exploitation commerciale, bateaux habitation, petits yachts et autres bateaux de plaisance.

De verantwoordelijke voor de stilliggende boten bij NV Waterwegen en Zeekanaal Afdeling Bovenschelde, district Gent, trok aan de alarmbel over het overaanbod van boten die aangemeerd liggen in Gent. De functionele invulling van de boten gaat van commercie¨le uitbating, over woonboten, tot kleine jachten en pleziervaartuigen.

Selon la police de la navigation, 70 épaves au moins devraient être enlevées. Deux vieux petits bateaux ont d’ailleurs déjà coulé dans le port de Gand.

Volgens de scheepvaartpolitie moeten op zijn minst 70 wrakken verdwijnen. Er zonken trouwens reeds twee oude bootjes in de haven van Gent.

Lors de la mise en place de la police fédérale, la plus grande partie de l’ancienne police maritime y a été intégrée. Un service d’inspection limité a été maintenu au sein du ministère des Communications et de l’Infrastructure, devenu à présent le Service public fédéral Mobilité et Transports, Transport maritime, Controˆle de la navigation. Sur le plan fédéral, le controˆle de la navigation intérieure est assuré par le Service de la police de la navigation (SPN) de la police fédérale, relevant de la compétence du ministre de l’Intérieur, et par le Service de l’inspection de la navigation intérieure et de plaisance (SINIP) du SPF Mobilité et Transports.

Bij de oprichting van de federale eenheidspolitie werd de vroegere zeevaartpolitie voor het grootste gedeelte hierin geı¨ntegreerd. Een beperkte inspectiedienst bleef behouden bij het toenmalige ministerie van Verkeer en Infrastructuur, thans federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Maritiem Vervoer, Scheepvaartcontrole. Op federaal vlak is het toezicht op de binnenscheepvaart verzekerd door de dienst scheepvaartpolitie (SPN) van de Federale Politie waarvoor de minister van Binnenlandse Zaken bevoegd is en door de Inspectie binnenvaart en pleziervaart (IBP) van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

1. Combien de membres du personnel du SPF Mobilité et Transports ont été affectés au controˆle des bateaux amarrés à Gand ?

1. Hoeveel personeelsleden van de FOD Mobiliteit en Vervoer werden ingezet om de boten die aangemeerd liggen in Gent te controleren ?

2. Combien de controˆles ont été effectués au cours des dernières années ?

2. Hoeveel controles werden er de afgelopen jaren verricht ?

3. Combien de procès-verbaux ont été dressés dans le cadre de ces controˆles ?

3. Hoeveel pv’s werden er naar aanleiding van de controles opgesteld ?

4. Constate-t-on une augmentation du nombre d’infractions ?

4. Is een stijging merkbaar van het aantal overtredingen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21828


Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2005200607259

DO 2005200607259

Question no 328 de M. Walter Muls du 17 février 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 328 van de heer Walter Muls van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Népal. — Fermeture obligatoire du TRWO à Katmandou.

Nepal. — Verplichte sluiting van het TRWO in Katmandu.

Le 9 mars 2005, je vous ai déjà interrogé au sujet du « Tibetan Refugee Welfare Office » (TRWO) à Katmandou. Vous m’avez répondu à l’époque que notre ambassadeur à Delhi prendrait contact avec les autorités népalaises (question no 5403, Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission des Relations extérieures, 9 mars 2005, COM 526, p. 27).

Ik stelde u op 9 maart 2005 reeds een vraag over het « Tibetan Refugee Welfare Office » (TRWO) in Katmandu. U antwoordde toen dat onze ambasseur in Delhi contact zou opnemen met de Nepalese autoriteiten (vraag nr. 5403, Integraal Verslag, Kamer, 20042005, commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, 9 maart 2005, COM 526, blz. 27).

Récemment, certaines sources auprès d’Amnesty International m’ont informé du fait que les réfugiés tibétains se trouvent toujours dans une situation très ` la suite notamment de la fermeture du précaire. A TRWO, ceux-ci sont tous rassemblés au « Tibetan Refugee Reception Centre », un centre d’accueil dont la capacité est limitée à 200 lits. Ce centre accueille actuellement quelque 1 000 réfugiés qui y séjournent souvent dans des conditions inhumaines.

Recentelijk werd me via bepaalde bronnen bij Amnesty International gemeld dat de situatie van de Tibetaanse vluchtelingen in Nepal nog steeds erg precair is. Ze komen — mede door de sluiting van het TRWO — allen terecht in het « Tibetan Refugee Reception Centre », een opvangcentrum met een beperkte capaciteit van 200 bedden. Dit centrum biedt op dit moment onderdak aan ongeveer 1 000 vluchtelingen die er vaak in mensonwaardige omstandigheden verblijven.

Les autorités népalaises et l’ambassade indienne sont incapables de gérer cet afflux de réfugiés. Ce n’est qu’après avoir obtenu les documents nécessaires des deux instances que ces personnes peuvent partir pour l’Inde. Actuellement, le délai d’attente est d’environ trois mois et une cinquantaine de Tibétains quittent le centre chaque semaine.

De Nepalese overheid en de Indiase ambassade kunnen deze vluchtelingenstroom niet aan. Pas als ze over de vereiste documenten van beide instanties beschikken, kunnen deze mensen naar India vertrekken. Op dit moment is er een wachttijd van om en bij de drie maanden en vertrekken ongeveer 50 Tibetanen per week.

Quelles démarches envisagez-vous d’entreprendre auprès des autorités népalaises afin qu’elles mettent fin à cette situation inhumaine dans les meilleurs délais ?

Welke stappen overweegt u te nemen bij de Nepalese overheid opdat zij aan deze mensonwaardige situatie zo snel mogelijk een einde zou maken ?

DO 2005200607268

DO 2005200607268

Question no 329 de Mme Inga Verhaert du 17 février 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 329 van mevrouw Inga Verhaert van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Présence de matériel hautement radioactif en Tchétchénie. ` la mi-décembre 2005, des valeurs radioactives A 58 000 fois supérieures à la norme de sécurité autorisée ont été enregistrées à Grozny, en Tchétchénie. Les sources de radiation se trouvent sur le site industriel partiellement démoli et mal cloˆturé d’une usine chimi-

Aanwezigheid van hoog radioactief materiaal in Tsjetsjenie¨.


2005

Midden december 2005 werden in Grozny, Tsjetsjenie¨, radioactieve waarden opgemeten die 58 000 keren hoger liggen dan de toegelaten veiligheidsnorm. De stralingsbronnen bevinden zich op het deels vernielde en onvoldoende afgesloten bedrijfsterrein van een 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21829

que qui appartient aux autorités publiques. Elles menacent directement la santé publique des riverains ainsi que la sécurité internationale. Les sources de radiation peuvent en effet être utilisées pour la fabrication de « bombes sales ».

chemische fabriek die eigendom is van de overheid. Zij vormen een directe bedreiging voor de volksgezondheid van de omwonenden, maar ook voor de internationale veiligheid. De stralingsbronnen kunnen immers gebruikt worden voor de aanmaak van zogenaamde « vuile bommen ».

1. Quelle position la Belgique adopte-t-elle en tant que président de l’OSCE (Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe) face à cette menace directe pour la population locale et aux menaces potentielles pour la communauté internationale ? 2. Eˆtes-vous disposé à examiner ce dossier avec votre homologue russe ou avec le président Poutine et à insister sur la fermeture hermétique du site industriel ainsi que sur l’élimination des sources de radiation ?

1. Wat is de houding van Belgie¨ als voorzitter van de OVSE (Organisatie voor de Veiligheid en de Samenwerkijg in Europa) over deze directe bedreiging voor de lokale bevolking en potentie¨le bedreigingen voor de internationale gemeenschap ?

DO 2005200607286

DO 2005200607286

Question no 330 de M. Dirk Van der Maelen du 20 février 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 330 van de heer Dirk Van der Maelen van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Mise en œuvre de la résolution relative à la politique en matière de non-prolifération et de désarmement nucléaires.

Beleid inzake non-proliferatie en nucleaire ontwapening. — Uitvoering resolutie.

Le 13 juillet 2005, la Chambre adoptait en séance plénière une résolution relative à la politique en matière de non-prolifération et de désarmement nucléaires (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, no 1545/ 7). Dans cette résolution, il est notamment demandé d’aborder, dans le cadre de l’OTAN, des initiatives concernant la révision des doctrines stratégiques, le retrait graduel d’Europe des armes nucléaires tactiques américaines et la création d’une zone dénucléarisée en Europe. Il est également demandé de prendre, dans le cadre de la politique commune de sécurité et de défense, des initiatives en vue de réduire et, si possible, d’exclure le recours aux armes nucléaires.

Op 13 juli 2005 stemde de Kamer, in plenaire vergadering, een resolutie betreffende het beleid inzake nonproliferatie en nucleaire ontwapening (Parl. St., Kamer, 2004-2005, nr. 1545/7). Daarin werd onder meer gevraagd om binnen de NAVO initiatieven ter sprake te brengen in verband met de herziening van de strategische doctrines, de graduele terugtrekking van de Amerikaanse tactische kernwapens uit Europa en het opzetten van een kernwapenvrije zone in Europa. Ook werd er gevraagd in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid initiatieven te nemen om de rol van kernwapens te beperken en zoveel mogelijk uit te sluiten.

Quelle suite a-t-elle été réservée aux différents éléments de cette résolution et quelles initiatives concrètes ont-elles été prises ?

Kan u meedelen welke uitvoering aan de verschillende onderdelen van deze resolutie is gegeven en welke concrete initiatieven er zijn genomen ?

DO 2005200607294

DO 2005200607294

Question no 331 de M. Dirk Van der Maelen du 20 février 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 331 van de heer Dirk Van der Maelen van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Transports de munitions à l’uranium appauvri.

Transporten van munitie met verarmd uranium.

Le journal « Daily Ireland » a publié, dans son édition du 3 février 2006, le témoignage d’un marine

De krant « Daily Ireland » publiceerde op 3 februari 2006 het getuigenis van een Amerikaanse marinier die


2005

2. Bent u bereid om deze zaak te bespreken met uw Russische collega of met president Poetin en aan te dringen op het hermetisch afsluiten van het fabrieksterrein en het verwijderen van de stralingsbronnen ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21830

américain selon lequel des munitions à l’uranium appauvri auraient été acheminées vers l’Irak via l’aéroport de Shannon.

melding maakt van het transport van munitie met verarmd uranium naar Irak via de luchthaven van Shannon.

1. Des transports de munitions conventionnelles et d’armes contenant de l’uranium appauvri ou de l’uranium industriel à destination de zones de conflit ont-ils par le passé transité par des aéroports belges ?

1. Werden in het verleden conventionele munitie en wapens die verarmd uranium of ander industrieel uranium bevatten via Belgische luchthavens naar conflictgebieden vervoerd ?

2. Dans l’affirmative, quels aéroports belges ont été concernés par ces transports et quand ces transports ont-ils eu lieu ?

2. Welke Belgische luchthavens waren desgevallend betrokken en wanneer ?

3. Quelles étaient, le cas échéant, l’origine et la destination de ces armes à l’uranium ?

3. Wat was desgevalled de oorsprong en de bestemming van die transporten van uraniumwapens ?

4. De tels aujourd’hui ?

4. Vinden dergelijke transporten desgevallend nog plaats ?

transports

ont-ils

encore

lieu

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2005200607295

DO 2005200607295

Question no 346 de M. Luc Sevenhans du 20 février 2006 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 346 van de heer Luc Sevenhans van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Informaticiens. — Allocation informatique.

Informatici. — Informaticatoelage.

Dans un rapport à la Chambre des représentants, la Cour des comptes regrette que l’allocation que le gouvernement fédéral a accordée de septembre 1998 à fin 2001 aux fonctionnaires-informaticiens n’ait pu parer aux fluctuations en matière de personnel. ` la veille du passage à l’an 2000 et de A l’introduction de l’euro, le gouvernement a voulu éviter que ses informaticiens ne désertent la Fonction publique pour un emploi mieux rémunéré dans l’industrie.

In een rapport aan de Kamer van volksvertegenwoordigers betreurt het Rekenhof dat de toelage die de federale regering van september 1998 tot eind 2001 aan informatica-ambtenaren toekende, het personeelsverloop niet heeft kunnen tegenhouden.

1. Quel a été le couˆt annuel afférent à cette mesure pour le département de la Défense ?

1. Wat is de jaarlijkse kostprijs van deze beslissing voor de departement Defensie geweest ?

2. Sur la base de quels critères cette allocation a-telle été accordée ?

2. Wat waren de toekenningcriteria van deze toelage ?

3. Combien de membres du personnel du département ont demandé le bénéfice de l’allocation informatique ?

3. Hoeveel personeelsleden van het departement hebben deze toelage aangevraagd ?

4. Quel est le nombre de personnes qui ont effectivement bénéficié de cette allocation ?

4. Hoeveel personeelsleden van Defensie hebben deze toelage ontvangen ?

5. a) Combien de personnes ayant essuyé un refus ont contesté cette décision devant le Conseil d’E´tat ?

5. a) Hoeveel personeelsleden van Defensie, wiens toelage werd geweigerd, hebben deze beslissing bij de Raad van State aangevochten ?


2005

Met de overgang naar het jaar 2000 en de invoering van de euro in het verschiet wou de regering voorkomen dat haar informatici de administratie zouden verlaten, op zoek naar een beter bezoldigde betrekking in de nijverheid.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21831

b) Combien ont obtenu gain de cause ?

b) Hoeveel onder hen hebben hun gelijk gekregen ?

6. Combien de fonctionnaires de la Défense, à qui une allocation avait été octroyée, ont ultérieurement quitté le département ?

6. Hoeveel personeelsleden van Defensie, aan wie een toelage uitbetaald werd, hebben het departement achteraf verlaten ?

DO 2005200607296

DO 2005200607296



Efficacité de la nouvelle structure de la Défense.

Efficie¨ntie van de nieuwe structuur van Defensie.

Le gain d’efficacité de la nouvelle structure de la Défense, que vous avez mise en place en janvier 2002, a en quelque sorte été élevé au rang de dogme. Tout doute ou toute question formulés à ce sujet sont considérés comme « politiquement incorrects » et, à en croire vos dires, seuls des militaires insatisfaits en seraient à l’origine.

De betere efficie¨ntie van de nieuwe structuur van Defensie, die u in januari 2002 invoerde, werd tot een soort dogma verheven. Elke twijfel of vraag hieromtrent wordt als niet-politiek correct beschouwd en, als wij u mogen geloven, slechts uitgaand van gefrustreerde militairen.

Il semble que la réalité soit plus nuancée. Récemment, la Cour des comptes s’est étonnée de ce que, depuis 2002, votre département n’ait pu utiliser que très partiellement les crédits d’engagement attribués.

De realiteit lijkt echter meer genuanceerd. Het Rekenhof verontwaardigde zich onlangs omdat uw departement sinds 2002 de toegekende vastleggingskredieten slechts heel gedeeltelijk kon benutten.

Le 1er février 2006, vous avez affirmé en commission de la Défense que l’utilisation des crédits d’engagement ne sont pas le meilleur indicateur pour mesurer l’efficacité de la Défense (Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, 1er février 2006, question no 9803, COM51 834, p. 6). Personne n’ignore pourtant qu’en n’engageant pas en temps opportun une acquisition prévue, c’est tout le programme d’ordonnancement qu’on peut mettre en péril.

In de commissie voor de Landsverdediging zei u op 1 februari 2006 dat de aanwending van het vastlegingskrediet niet de meest aangewezen indicator van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de organisatie van Defensie was (Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, 1 februari 2006, vraag nr. 9803, COM51 834, blz. 6). Terwijl iedereen weet dat het niet op tijd vastleggen van een geplande aanschaf het volledige ordonnanceringschema in het gevaar kan brengen.

Selon une étude récente, les armées européennes considérées globalement représentent 60 % du budget de l’armée américaine mais leur efficacité ne représente que 10 % de celle-ci. La question de l’efficacité de l’armée belge est donc bien actuelle.

Een recente studie heeft aangetoond dat alle Europese legers samen 60 % van de begroting van het Amerikaans leger vertegenwoordigen, maar slechts 10 % van de efficie¨ntie van dat leger bereiken. De vraag over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het Belgisch leger stelt zich dus nog actueel.

1. Quels indicateurs objectifs sont utilisés pour mesurer l’efficacité de la nouvelle structure unique ?

1. Welke objectieve indicatoren worden gehanteerd om de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de nieuwe eenheidsstructuur te meten ?

2. Quand ces indicateurs ont-ils été mesurés pour la première fois ?

2. Wanneer werden deze indicatoren voor de eerste maal gemeten ?

3. Quelle est la périodicité de ces mesures ?

3. Wat is de periodiciteit van deze metingen ?

4. a) Une tendance précise a-t-elle été observée lors de mesures successives ?

4. a) Werd er een bepaalde trend bij deze opeenvolgende metingen waargenomen ?

b) Dans l’affirmative, laquelle ?

b) Zo ja, welke ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21832

DO 2005200607326

DO 2005200607326

Question no 348 de Mme Hilde Vautmans du 21 février 2006 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 348 van mevrouw Hilde Vautmans van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Congés des officiers. — Différences entre les différentes composantes et unités.

Verlof voor officieren. — Verschillen tussen de verschillende componenten en eenheden.

Le congé des officiers est toujours réglé à l’heure actuelle par l’arrêté royal du 22 mars 1921 approuvant le règlement relatif aux congés des officiers et assimilés. Cet arrêté royal dispose, entre autres, que le congé constitue avant tout une faveur et non un droit.

Op dit moment wordt het verlof van officieren nog steeds geregeld bij koninklijk besluit van 22 maart 1921 houdende goedkeuring van het reglement betreffende de verloven van de officieren en gelijkgestelden in het leger. Dit koninklijk besluit houdt onder andere in dat het verlof in de eerste plaats een gunst is en geen recht.

Trente jours de congé de type court et trente jours de congé de type long peuvent être octroyés au maximum (samedis, dimanches et jours fériés inclus). De plus, il incombe aux chefs de corps de décider si un officier en particulier entre en compte pour 60 jours de congé au total, en fonction de l’excellence de son état de service.

Maximaal kunnen 30 dagen kort en 30 dagen lang verlof toegekend worden (zaterdagen, zondagen en feestdagen inbegrepen). Het komt bovendien de korpscommandanten toe om te beslissen of de officier in aanmerking komt voor in totaal 60 dagen verlof. De voorwaarde hiervoor is een « excellente » staat van dienst.

En raison, entre autres, du fait que ce régime est différent de celui des sous-officiers et des volontaires de carrière et parce que des différences systématiques peuvent apparaıˆtre entre les différentes composantes et unités, une enquête a été menée récemment parmi tous les officiers pour sonder leur opinion en la matière.

Mede door het feit dat deze regeling verschilt van de verlofregeling van onderofficieren en beroepsvrijwilligers én er systematischse verschillen kunnen ontstaan tussen de diverse componenten en eenheden, werd onlangs een enquête georganiseerd onder alle officieren. Hier werd gepeild naar de mening met betrekking tot de verlofregelingen.

1. Existe-t-il des différences systématiques entre les différentes composantes et unités en matière de congés accordés aux officiers ?

1. Bestaan er systematische verschillen tussen de verschillende componenten en eenheden inzake toegekend verlof voor officieren ?

2. Quels furent les résultats de l’enquête ?

2. Welke resultaten heeft de enquête opgeleverd ?

3. a) Quel régime sera-t-il instauré ?

3. a) Welke regeling zal worden ingevoerd ?

b) Quel sera le calendrier ?

b) Wat is het tijdspad ?

4. a) Le concept de « carrière mixte » conduira-t-il à un régime unique pour toutes les catégories de personnel au sein des Forces Armées ?

4. a) Zal het « Gemengd Loopbaanconcept » voor een eenvormige regeling zorgen voor alle personeelscategoriee¨n binnen de Krijgsmacht ?

b) Quel est l’échéancier ?

b) Wat is het tijdperk ?

5. Compte tenu des questions de l’enquête et des résultats de celle-ci, ou` il était entre autres question de 45 jours de congé à certaines conditions, a-t-on l’intention d’accorder, après l’éventuelle instauration d’un régime uniforme de congé, 15 jours de congé supplémentaire sous le régime, actuellement connu pour les officiers, des demandes de congé ?

5. Rekening houdende met de vragen van de enquête en de resultaten ervan waar namelijk onder meer sprake was van 45 dagen verlof onder bepaalde omstandigheden, bestaat de intentie om, na de eventuele invoering van een eenvormige regeling van verloven, daarnaast nog 15 dagen verlof toe te kennen onder het voor de officieren huidig gekend regime van aanvragen van verlof ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21833

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie

Economie

DO 2005200607273

DO 2005200607273

Question no 422 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 422 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Recours aux services de Belgacom par la Cour.

Belgacom. — Hof. — Gebruik van de dienstverlening.

1. Pouvez-vous me faire savoir si la Cour fait usage des services de Belgacom ?

1. Kan u meedelen of het Hof gebruik maakt van de diensten van Belgacom ?

2. Dans l’affirmative, de quels services s’agit-il (nombre et type de lignes, personnel, etc.), quel en est le couˆt et qui le prend en charge ?

2. Zo ja, over welke dienstverlening gaat het (aantal en soort lijnen, personeel, enzovoort), hoeveel bedraagt de kostprijs ervan en wie draait voor de kosten op ?

DO 2005200607314

DO 2005200607314

Question no 423 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 423 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Ménages de fait. — Patrimoines distincts. — Responsabilité civile. — Assurances familiales. — Assistance juridique. — Assurances habitation, incendie et vol. — Assurance hospitalisation.

Feitelijke gezinnen. — Afzonderlijke patrimonia. — Burgerlijke aansprakelijkheid. — Familiale verzekeringen. — Rechtsbijstand. — Woning-, branden diefstalverzekeringen. — Hospitalisatieverzekering.

De nombreux célibataires, veuves, veufs et/ou hommes ou femmes séparés et leurs enfants mineurs ou majeurs issus de relations antérieures font aujourd’hui partie de nouveaux ménages de fait et sont, en tant que tels, tous domiciliés ou vivent ou résident ensemble à une nouvelle adresse qui est officiellement connue des administrations communales.

Vele ongehuwden, weduwen, weduwnaars en/of gescheiden mannen en/of vrouwen en hun respectievelijke eigen minder- of meerderjarige kinderen uit vorige relaties maken thans deel uit van nieuwe feitelijke en moderne gezinnen en zijn als dusdanig ook allen gedomicilieerd of wonen of verblijven samen op een nieuw adres dat ook officieel gekend is bij de gemeentebesturen.

En pratique, ils règlent en commun les questions relatives à leur ménage et, généralement, ils unissent partiellement leurs moyens d’existence. Leurs patrimoines privés demeurent en revanche complètement distincts.

In de praktijk regelen zij gemeenschappelijk hun huishouden en voegen zij hun bestaansmiddelen meestal ten dele samen, maar hun private patrimonia blijven evenwel toch volstrekt gescheiden.

Par conséquent, chacune de ces personnes physiques conserve généralement ses biens mobiliers et/ou immobiliers personnels en pleine propriété, en usufruit ou en nue propriété. Les meubles aussi bien que les baˆtiments sont exposés aux risques qui leur sont inhé-

Elk van die natuurlijke personen behoudt dus meestal zijn eigen persoonlijke roerende bezittingen en/of onroerende goederen in volle eigendom, in vruchtgebruik of in naakte eigendom. Zowel de inboedel als de gebouwen ondergaan hun eigen risico’s en


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21834

rents et, en principe, ils devraient pouvoir être assurés contre les incendies, le vol, les tempêtes, la grêle, la neige, l’eau, la foudre, le bris de verre et les dégaˆts causés par la fumée.

moeten in principe onder meer kunnen verzekerd worden tegen brand, diefstal, storm-, hagel-, sneew-, water-, blikseminslag-, glasbraak- en rookschade.

En outre, chaque membre du « ménage de fait » peut avoir occasionné des dommages à des tiers à la suite d’un événement survenu dans sa propre vie privée et, dans ce contexte, une responsabilité civile extracontractuelle peut le cas échéant être invoquée. Graˆce à une assurance familiale non obligatoire, une protection financière et une assistance juridique peuvent dans pareils cas être offertes à chacun d’eux séparément.

Daarnaast kan elk van die leden van het « feitelijk gezin » tengevolge van een gebeurtenis in hun eigen privé-léven schade aan derden hebben veroorzaakt en kan daarvoor eventueel een extracontractuele burgerlijke aansprakelijkheid worden ingeroepen. Dankzij een niet-verplichte familiale verzekering kan in zo’n gevallen financie¨le bescherming en rechtsbijstand worden geboden aan elk van hen afzonderlijk.

Les personnes physiques visées et leurs propres enfants qui font partie d’un « ménage de fait » en tant que partenaires de vie peuvent par surcroıˆt, en cas de maladie ou d’accident, et dans certaines conditions d’agrément médicales ou autres, jouir également, en principe, d’une assurance hospitalisation multiple et non obligatoire.

Beoogde natuurlijke personen en hun eigen kinderen, als levenspartners deel uitmakend van een « feitelijk gezin », kunnen in geval van ziekte of ongeval daarenboven onder bepaalde al dan niet medische toelatingsvoorwaareen in beginsel eveneens genieten van een veelzijdige en niet-verplichtende hospitalisatieverzekering.

Toutefois, les questions générales mais néanmoins pertinentes que voici se posent encore en ce qui concerne ces ménages de fait :

In verband met die feitelijke gezinnen rijzen thans evenwel in de praktijk de volgende algemene doch pertinente verzekeringsvragen.

1. a) Une seule police d’assurances peut-elle suffire en droit dans tous ces cas de figure et pour tous les preneurs d’assurances, assurés et bénéficiaires cités :

1. a) Kan in al dergelijke gevallen voor alle genoemde verzekeringsnemers, verzekerden en begunstigden slechts één verzekeringspolis in rechte volstaan :

— en cas de souscription d’une assurance familiale (accidents survenus dans le cadre de la vie privée);

— bij een familiale verzekering (ongevallen tijdens privé-leven);

— en cas de souscription d’une assurance habitation (baˆtiment et meubles);

— bij een woningverzekering (gebouw en inboedel);

— en cas de souscription d’une assurance assistance juridique y afférente;

— bij een daarop aansluitende rechtsbijstandsverzekering;

— en cas de souscription d’une assurance hospitalisation ?

— bij een hospitalisatieverzekering ?

b) Dans la négative, pourquoi non dans chaque cas ? ` quel nom toutes les polices d’assurances de ce 2. A type doivent-elles chaque fois être souscrites :

b) Zo neen, waarom telkens niet ?

a) seulement au nom du chef de famille tel qu’il est connu à l’administration communale;

a) alleen op naam van het gezinshoofd zoals bekend ten gemeentehuize;

b) au nom de chaque membre de ce ménage de fait séparément (homme, femme, enfant);

b) afzonderlijk op naam van elk lid (man, vrouw, kind) van dit feitelijk gezin;

c) au nom des deux principaux partenaires de vie ?

c) op naam van de twee voornaamste levenspartners ?

3. Comment le monde des assurances définit-il ou interprète-t-il en cette matière, pour autant que cela revête un intérêt juridique, la notion de « ménage de fait » d’une façon légale et administrative ?

3. Hoe definieert of interpreteert de verzekeringswereld, voor zover alhier van enig juridisch belang, terzake het begrip « feitelijk gezin » op een wettelijke of op een administratieve wijze ?

4. Pourriez-vous, point par point, communiquer votre conception générale actuelle compte tenu aussi

4. Kan u punt per punt uw huidige algemene zienswijze meedelen zowel in het licht van de huidige bepa-


2005

2. Op wiens naam moeten al dergelijke verzekeringspolissen telkens worden afgesloten :

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21835

bien du prescrit actuel des articles 1382 et 1383 du Code civil, de la loi du 25 juin 1992 sur les contrats d’assurances terrestres, de la loi du 27 mars 1995 relative à l’intermédiation en assurances et à la distribution d’assurances que des avis et informations de la Commission des Assurances, commission instituée par la loi du 9 juillet 1975 relative au controˆle des entreprises d’assurances, ainsi que de la Commission bancaire, financière et des assurances (CBFA) et, éventuellement, des directives européennes en vigueur en la matière ?

lingen van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomsten, de wet van 27 maart 1995 op de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen als in het licht van de adviezen uitgebracht en de inlichtingen verstrekt door de Commissie voor Verzekeringen ingesteld door de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen ne door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) en eventueel de terzake vigerende Europese richtlijnen ?

DO 2005200606552

DO 2005200606552

Question no 424 de M. Roel Deseyn du 8 décembre 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 424 van de heer Roel Deseyn van 8 december 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Suivi de la note « large bande ».

Opvolging van de breedbandnota.

Aux Pays-Bas, le rapport « Voortgangsrapportage Breedband » se penche sur l’état d’avancement du dossier depuis l’élaboration de la note « large bande » (« Breedbandnota ») en mai 2004. Ce rapport retrace également les derniers développements et comprend de nouvelles orientations pour les années 2006 et 2007. Ces nouvelles orientations visent notamment à renforcer l’utilisation de la large bande par les institutions publiques. Les autorités locales et les entreprises du secteur du baˆtiment doivent être davantage informées de leur roˆle et des possibilités qui sont à leur disposition pour encourager l’utilisation de la large bande. Les autorités locales doivent également atteindre un rendement plus élevé graˆce à un regroupement des demandes. En outre, le rapport insiste pour que la position de force des Pays-Bas au niveau international soit exploitée dans le cadre de la promotion à l’étranger, que la mobilité du travail soit stimulée, qu’on renforce la position des consommateurs et qu’on surveille l’évolution du marché à l’échelle internationale.

Het Nederlandse Voortgangsrapportage Breedband geeft een overzicht van de voortgang die is geboekt in Nederland sinds het uitkomen van de Breedbandnota (mei 2004). Ook schetst het de recente ontwikkelingen en worden er nieuwe accenten gelegd voor het jaar 2006 en 2007. Nieuwe accenten zijn erop gericht om vooral het breedbandgebruik door onder meer publieke instellingen te vergroten. Zo moeten lokale overheden en woningbouwcorporaties meer geı¨nformeerd worden over hun rol en mogelijkheden bij het stimuleren van het gebruik van breedband. Ook moeten lokale overheden meer rendement halen uit vraagbundeling. Daarnaast wordt in de rapportage aangedrongen op het benutten van de goede internationale positie van Nederland bij buitenlandpromotie, het stimuleren van mobiel werken, het versterken van de positie van de consument en het internationaal monitoren van marktontwikkelingen.

Par contre, nous sommes sans nouvelles des résultats et du suivi de la note « large bande » belge.

Ondertussen blijft het stil rond de resultaten en opvolging van de Belgische breedbandnota.

1. Pouvez-vous dresser un tableau, comme celui publié dans le rapport de suivi des Pays-Bas, des actions politiques fédérales annoncées dans la note « large bande » belge (sous les dénominateurs « action », « état de la question », « résultat » et « actions complémentaires ») ?

1. Kan u, net als dat het geval is in de Nederlandse Voortgangsrapportage, een overzicht geven in tabelvorm van de in de Belgische breedbandnota aangekondigde federale beleidsacties (in de vorm actie, stand van zaken, resultaat en aanvullende acties) ?

2. a) Pouvez-vous transmettre le rapport belge aux parlementaires ?

2. a) Kan u de parlementsleden het Belgische voortgangsrapport bezorgen ?

b) Dans la négative, quand serez-vous en mesure de le faire ?

b) Zo neen, wanneer is dit te verwachten ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21836

3. a) A-t-on déjà défini de nouvelles orientations ?

3. a) Zijn er al nieuwe accenten beslist ?


b) Zo ja, welke accenten ?

4. a) Quelle est l’évolution du classement de la Belgique dans les statistiques internationales « Information Society Index » et « Networked Readiness Index » au cours de ces trois dernières années (exprimée en places du classement) ?

4. a) Hoe evolueerde de rangschikking van Belgie¨ in de internationale rangschikkingen « Information Society Index » en « Networked Readiness Index » over de jongste dire jaar (uitgedrukt in rankingplaatsen) ?

b) Comment expliquez-vous cette évolution ?

b) Hoe verklaart u deze evolutie ?

5. L’objectif était qu’un total de 2,5 millions de ménages et de 500 000 entreprises utilisent l’internet à haut débit en 2006.

5. Tegen 2006 mikte men op 2,5 miljoen gezinnen en 500 000 ondernemingen die breedbanddiensten zouden gebruiken.

a) Ou` en est-on actuellement sur ces deux plans ?

a) Hoever staan we op beide vlakken vandaag de dag ?

b) Estimez-vous que cet objectif est réalisable ?

b) Acht u de doelstelling haalbaar ?

c) Quand estime-t-on que la Belgique atteindra ces chiffres ?

c) Wanneer zullen we, naar verwachting, deze streefcijfers bereiken ?



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2005200607255

DO 2005200607255

Question no 428 de M. David Geerts du 16 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 428 van de heer David Geerts van 16 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des accessoires pour l’alimentation par sonde.

Terugbetaling van de hulpstukken van sondevoeding.

Le remboursement de l’alimentation par sonde est en grande partie réglementé par l’arrêté royal du 10 novembre 1996. Cependant, la législation présenterait encore quelques lacunes. Ainsi, un remboursement de 2,97 euros est prévu pour l’alimentation entérale (administration de produit polymère) mais il n’y a pas d’intervention pour le « petit tuyau » par ou` transite cette alimentation.

De terugbetaling van sondevoeding is grotendeels geregeld via het koninklijk besluit van 10 november 1996. Nochtans zouden er nog steeds enkele lacunes in de wetgeving staan. Zo is er wel een terugbetaling van 2,97 euro voor enterale voeding (toediening van polymeer product), maar is er geen tegemoetkoming voor het darmpje waar deze voeding doorloopt.

En outre, ces « accessoires » pour l’alimentation par sonde compteraient dans le MAF pour les enfants aˆgés de moins de 18 ans mais non pour les personnes aˆgées.

Bovendien zouden deze « hulpstukken » van de sondevoeding tellen in de remgeldteller MAF voor kinderen tot 18 jaar, maar niet voor ouderen.

On pourrait faire valoir que, notamment pour les handicapés nécessitant des soins lourds, l’intervention est incluse dans l’allocation d’intégration mais cette

Nu kan men wel opperen dat bijvoorbeeld voor zwaar zorgbehoevende personen met een handicap dit in de integratietegemoetkoming zit, maar deze kan pas


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21837

allocation ne peut être demandée qu’à partir de l’aˆge de 21 ans. Par conséquent, la période entre 18 et 21 ans ne me semble pas couverte.

vanaf 21 jaar worden aangevraagd. De periode tussen 18 en 21 jaar lijkt mij niet gedekt.

1. Est-il exact que le « petit tuyau » utilisé pour l’alimentation entérale ne peut faire l’objet d’une indemnisation ?

1. Klopt het dat het darmpje voor enterale voeding niet vergoedbaar is ?

2. Une solution est-elle prévue pour la période de 18 à 21 ans ?

2. Is er een oplossing voor de periode 18 tot 21 jaar ?

3. Une indemnisation pour ce « petit tuyau » employé pour l’alimentation entérale ne pourrait-elle être envisagée ?

3. Is er een mogelijkheid dat het « darmpje » voor enterale voeding toch vergoedbaar wordt ?

DO 2005200607306

DO 2005200607306

Question no 429 de Mme Annemie Turtelboom du 20 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 429 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Accord fédéral relatif aux soins de santé. — Jours de congé supplémentaires.

Federaal gezondheidsakkoord. — Extra verlofdagen.

L’accord fédéral relatif aux soins de santé prévoit l’octroi d’un certain nombre de jours de congé supplémentaires, dans le but d’encourager la population à travailler plus longtemps. Dans le secteur privé, les jours de congé supplémentaires sont accordés en trois tranches (5 jours à 50 ans, 10 jours à 52 ans et 20 jours à 55 ans), tandis que dans le secteur public, les jours de congé supplémentaires seront attribués à partir de 52 ans, leur nombre augmentant avec l’aˆge pour atteindre 20 jours à l’aˆge de 58 ans.

Het federaal gezondheidsakkoord voorziet in een aantal extra verlofdagen met als doel de mensen langer aan het werk te houden. In de private sectoren worden de bijkomende verlofdagen toegekend in drie tijdsschijven, namelijk op 50 jaar 5 dagen, op 52 jaar 10 dagen en op 55 jaar 20 dagen. In de openbare sector zijn de bijkomende verlofdagen vanaf de leeftijd van 52 jaar toegekend en verhogen per leeftijdsjaar om 20 dagen te bedragen op de leeftijd van 58 jaar.

Or, dans la pratique, on constate que de nombreux travailleurs bénéficiant de cette mesure ne prennent pas ces jours de congé supplémentaires, et ce pour des raisons diverses. Tantoˆt le bon fonctionnement du service ne le permet pas, tantoˆt les travailleurs ne sont pas du tout demandeurs de ces jours de congé supplémentaires.

In de praktijk blijken heel wat mensen die onder deze maatregel vallen om allerlei redenen die extra verlofdagen niet op te nemen. Soms laat de werking van de dienst dit niet toe, soms willen werknemers deze extra verlofdagen helemaal niet.

Pouvez-vous fournir un aperçu des jours de congé supplémentaires qui n’ont pas été pris dans les différents secteurs au cours des dernières années ?

Heeft u een overzicht over het aantal extra verlofdagen die niet zijn opgenomen in de verschillende sectoren en over de afgelopen jaren ?

DO 2005200607307

DO 2005200607307

Question no 430 de M. Bart Tommelein du 20 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 430 van de heer Bart Tommelein van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Sociétés. — Cotisations des sociétés. — Perception.

Vennootschappen. — Vennootschapsbijdragen. — Inning.

Conformément à l’article 91 de la loi du 30 décembre 1992 portant des dispositions sociales et diverses,

Ingevolge artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, zijn


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21838

les sociétés sont tenues de verser une cotisation annuelle forfaitaire. Cette cotisation n’est pas due si la société peut prouver qu’elle n’a exercé aucune activité commerciale ou civile.

vennootschappen een jaarlijkse forfaitaire bijdrage verschuldigd. Indien zij kunnen aantonen dat zij geen burger- of handelsrechtelijke activiteit hebben uitgeoefend, is deze bijdrage niet verschuldigd.

Cette preuve doit être fournie au moyen d’une attestation délivrée par l’administration des Contributions directes.

Het bewijs hiervan moet geleverd worden door een attest van de administratie de Directe Belastingen.

La cotisation à charge des sociétés doit toutefois être réglée avant le 1er juillet de l’année de cotisation. Il est souvent impossible de disposer d’une telle attestation dès cette date-là étant donné que l’administration ne peut généralement être informée de l’inactivité éventuelle de la société que lorsque l’exercice est cloˆturé.

De vennootschapsbijdrage moet evenwel betaald worden voó´r 1 juli van het bijdragejaar. Op dat moment is het dikwijls onmogelijk om al zo’n attest te hebben omdat de administratie vaak maar kan weten of de vennootschap inactief is, eens het boekjaar afgesloten is.

Si une société met provisoirement ou définitivement un terme à son activité, cette cessation est généralement due à une maladie ou autre revers. Les personnes concernées considèrent dès lors comme très injuste le fait de devoir encore payer une cotisation au cours de cette période.

Indien een vennootschap haar activiteit als dan niet tijdelijk stopzet, is dat vaak het gevolg van ziekte of tegenslag. Het komt die mensen dan ook zeer onbillijk voor als ze in die periode nog eens een bijdrage dienen te betalen.

1. Dans certains cas, n’est-il pas possible de reporter la perception de la cotisation jusqu’à ce que la société ait pu demander l’attestation visée à l’article 92bis de la loi du 30 décembre 1992 portant des dispositions sociales et diverses ?

1. Is het niet mogelijk om de inning van de vennootschapsbelasting in bepaalde gevallen uit te stellen tot de vennootschap de kans heeft gekregen om het bepaalde in artikel 92bis van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, aan te vragen ?

2. Pour l’année 2005, combien de sociétés ont-elles bénéficié de l’exonération visée à l’article 92bis de la loi susdite du 30 décembre 1992 ?

2. Hoeveel vennootschappen hebben de vrijstelling bedoeld in artikel 92bis van de voormelde wet van 30 december 1992 genoten in 2005 ?

DO 2005200607310

DO 2005200607310

Question no 431 de M. Koen Bultinck du 21 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 431 van de heer Koen Bultinck van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Remboursement des inséminations artificielles.

Terugbetaling kunstmatige inseminaties.

En réponse à ma question no 244 du 19 janvier 2005 relative au remboursement des inséminations artificielles, vous avez indiqué être disposé à envisager l’opportunité du remboursement des inséminations artificielles. (Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 72, p. 11993).

Op mijn vraag nr. 244 van 19 januari 2005 betreffende de terugbetaling van kunstmatige inseminaties antwoordde u dat u bereid bent de opportuniteit van terugbetaling van kunstmatige inseminaties in overweging te nemen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 20042005, nr. 72, blz. 11993).

1. Quelles démarches concrètes ont déjà été entreprises dans ce dossier ?

1. Kan u meedelen welke concrete stappen in dit dossier reeds zijn gezet ?

2. Quels sont, le cas échéant, les résultats de l’étude qui aurait été entamée dans l’intervalle ?

2. Wat zijn de resultaten van een eventueel opgestart onderzoek ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21839

DO 2005200607313

DO 2005200607313

Question no 432 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 432 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Documents sociaux et fiscaux à délivrer à la suite d’une démission spontanée d’un employé.

Sociale en fiscale documenten uit te reiken naar aanleiding van het spontaan ontslag van een bediende.

Des employés résilient parfois eux-mêmes le contrat de travail existant, notamment en raison de tensions et de harcèlement moral sur le lieu de travail.

Het valt af en toe voor dat bedienden onder meer omwille van spanningen en pesterijen op de werkvloer de bestaande arbeidsovereenkomst zelf opzeggen.

Néanmoins, l’employeur est manifestement tenu, y compris à la suite de cette démission spontanée, de fournir ou de (faire) délivrer sur-le-champ ou à une date officielle ultérieure plusieurs documents et/ou attestations sociales ou fiscales au travailleur démissionnaire.

Niettemin moet ook naar aanleiding van dit spontaan ontslag blijkbaar de werkgever ofwel onmiddellijk of op een later officieel tijdstip tal van sociale en fiscale documenten en/of attesten aan de vertrekkende werknemer afleveren of (laten) uitreiken.

En raison des tensions mutuelles, certains employeurs omettent toutefois ou refusent pertinemment dans la pratique de délivrer ponctuellement notamment tant les attestations d’occupation et de vacances requises, les dernières fiches mensuelles de salaire, le document C4, le relevé de rémunérations individuel que les fiches fiscales no 281.10 et ils ne versent pas ou très tardivement le salaire mensuel et plus particulièrement le pécule de vacances anticipé des employés.

Tengevolge van die onderlinge spanningen laten in de praktijk sommige werkgevers evenwel na of weigeren zij pertinent onder andere zowel de vereiste tewerkstellings- en vakantieattesten, de laatste maandelijkse loonbrieven, het document C4, de individuele loonstaat als de fiscale fiches nr. 281.10 stipt uit te reiken en wordt het maandloon en inzonderheid het vervroegd vakantiegeled voor bedienden niet of zeer laattijdig uitbetaald.

En outre, les nouveaux employeurs, les mutuelles, les caisses auxiliaires d’allocations de choˆmage, les services des pensions et/ou d’autres instances demandent ultérieurement en règle générale un exemplaire de ces attestations d’occupation et de vacances, alors que les employés démissionnaires ne sont malheureusement parfois pas en possession de ces documents.

Daarenboven wordt later door de nieuwe werkgevers, de ziekenfondsen, de hulpkassen voor werkloosheidsuitkeringen, de pensioendiensten en/of door andere instanties veelal een exemplaar van die tewerkstellings- en vakantieattesten gevraagd, terwijl de ontslagnemende hoofdarbeiders daarover helaas soms niet eens kunnen beschikken.

Les questions pratiques suivantes se posent dès lors à cet égard.

Terzake rijzen in dit verband dan ook de volgende praktijkvragen.

1. Quelles attestations et/ou quels documents fiscaux et sociaux les employeurs responsables et/ou leurs secrétariats sociaux agréés et mandatés sont-ils tenus de délivrer sur-le-champ ou à une date ultérieure bien précise aux employés démissionnaires en vertu de l’état actuel de la législation et de la réglementation ?

1. Welke fiscale en sociale documenten en/of attesten moeten er aan de ontslagnemende bedienden in de huidige stand van de wetgeving en reglementering allemaal onmiddellijk of op enig later tijdstip stipt worden afgeleverd door de verantwoordelijke en aansprakelijke werkgevers en/of door hun erkende en gevolmachtigde sociale secretariaten ?

2. a) Quelles démarches (écrites) concrètes les travailleurs démissionnaires doivent-ils, au besoin, entreprendre d’abord eux-mêmes à l’égard de leurs anciens employeurs et, le cas échéant, des secrétariats sociaux intervenants et mandatés ?

2. a) Welke concrete stappen moeten de ontslagnemende werknemers desnoods zelf eerst (schriftelijk) ondernemen ten overstaan van hun exwerkgevers en desgevallend ten overstaan van de tussenkomende en gemandateerde sociale secretariaten ?

` quelles instances de controˆle sociales et/ou fiscab) A les les employés lésés peuvent-ils ensuite s’adresser directement eux-mêmes pour faire valoir rapidement et résolument leurs droits ?

b) Tot al welke sociale en/of fiscale controleinstanties kunnen de benadeelde bedienden zich naderhand zelf rechtstreeks wenden om al hun rechten dienaangaande snel en kordaat te doen gelden ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21840

3. Sous quelles conditions, dans quelle mesure et quand les employés peuvent-ils éventuellement bénéficier légalement d’intérêts de retard ou compensatoires lorsque l’ancien employeur a versé tardivement ou n’a pas du tout versé le dernier salaire mensuel et/ou le pécule de vacances anticipé ?

3. Onder al welke voorwaarden, in welke mate en wanneer kunnen de bedienden eventueel wettelijk aanspraak maken op vergoedende of nalatigheidsinteresten wanneer de gewezen werkgever het laatste maandloon en/of het vervroegd vakantiegeld laattijdig of zelfs helemaal niet wil uitbetalen ?

4. Quelles initiatives coordinatrices et énergiques ont été prises en l’occurrence — afin d’éviter ces problèmes humains et ces situations kafkaıënnes — par l’ensemble des autorités fédérales afin de mettre en œuvre dans les meilleurs délais les « simplifications » nécessaires en la matière, de sorte que toutes les instances concernées puissent elles-mêmes, au besoin avec l’autorisation écrite préalable des employés démissionnaires, recueillir directement les informations antérieures requises concernant le salaire et l’occupation par le biais de banques de données centrales spécifiques de l’ONSS et d’autres instances ou de registres et fichiers sociaux ?

4. Welke overkoepelende en krachtdadige initiatieven werden dienaangaande — ter voorkoming van dergelijke menselijke problemen en kafkaiaanse toestanden — door alle betrokken federale overheden tot nu toe gebeurlijk reeds getroffen om op dat vlak snel de nodige « vereenvoudigingen » door te voeren, zodoende dat alle betrokken instanties zelf, desnoods met de voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de ontslagnemende bedienden, de vereiste vorige tewerkstellings- en looninformatie rechtstreeks kunnen inwinnen via specifieke centrale RSZ- en andere databanken of sociale registers en bestanden ?

Les droits sociaux et financiers des travailleurs démissionnaires ne peuvent par ailleurs jamais être lésés ou leur exercice retardé par les comportements négligents et répréhensibles de leurs anciens employeurs.

De sociale en financie¨le rechten van de ontslagnemende werknemers mogen trouwens nooit worden geschaad of vertraagd door de nalatige en laakbare houdingen van hun ex-werkgevers.

5. Pouvez-vous, à cet égard, faire part, point par point, de vos méthode et conception générales actuelles, tant à la lumière de l’ensemble des dispositions légales et réglementaires sociales et fiscales en vigueur en la matière que dans le cadre d’une politique de l’emploi respectueuse des intérêts de la clientèle et du personnel, simplifiée et équilibrée ?

5. Kan u dienaangaande en punt per punt, zowel in het licht van alle terzake vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen van sociale en fiscale aard, als in het kader van een klanten personeelsvriendelijk, vereenvoudigd en evenwichtig tewerkstellingsbeleid uw huidige ziensen handelwijze meedelen ?

DO 2005200606768

DO 2005200606768

Question no 433 de Mme Maggie De Block du 9 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 433 van mevrouw Maggie De Block van 9 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Télétravail. — Chèques-repas.

Telewerken. — Maaltijdcheques.

Pour les personnes qui, de temps à autre, effectuent du télétravail, il n’est pas toujours clair si elles ont droit à des chèques-repas pour les périodes pendant lesquelles elles effectuent leur travail à un autre endroit que leur lieu de travail habituel.

In hoofde van mensen die sporadisch telewerk verrichten blijkt er enige onduidelijkheid te bestaan over hun recht op maaltijdcheques voor de periodes dat ze hun werk verrichten op een andere locatie dan hun vaste werkplaats.

1. Les télétravailleurs ont-ils les mêmes droits à des chèques-repas que leurs collègues qui travaillent dans un régime de temps plein à un lieu de travail fixe ?

1. Hebben werknemers die telewerken dezelfde rechten op maaltijdcheques als hun collega’s die voltijds op een vaste arbeidslocatie werken ?

2. Dans la négative, quelle réglementation relative à l’attribution des chèques-repas s’applique-t-elle à des travailleurs qui :

2. Zo neen, welke regels inzake de toekenning van maaltijdcheques gelden voor werknemers die :

a) effectuent du télétravail sporadiquement;

a) sporadisch telewerken;


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21841

b) effectuent du télétravail à des jours ou à des moments déterminés ?

b) op vaste dagen of tijdstippen telewerken ?

3. Dans la négative, quelles raisons justifient cette différence de traitement ?

3. Zo neen, op basis waarvan wordt deze verschillende behandeling gerechtvaardigd ?

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2005200607297

DO 2005200607297

Question no 685 de Mme Marleen Govaerts du 20 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 685 van mevrouw Marleen Govaerts van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Interdiction de fumer dans les salons de coiffure.

Rookverbod in kapperszaken.

L’arrêté royal portant interdiction de fumer est entré en vigueur et doit donc être appliqué.

Het koninklijk besluit dat het rookverbod regelt is van kracht en moet toegepast worden.

Il me revient que les controˆleurs seraient entrés en action et que des fumeurs auraient déjà été pris sur le fait et se seraient vu infliger une amende.

Naar verluidt zijn er al controleurs op pad en zouden er al rokers betrapt en beboet zijn.

Pourriez-vous me communiquer les informations suivantes en ce qui concerne plus spécifiquement les salons de coiffure :

Kan u meedelen, specifiek voor de kapperssalons :

1. le nombre de controˆleurs opérant dans chaque province;

1. hoeveel controleurs er per provincie werkzaam zijn;

2. le nombre de fumeurs pris en flagrant délit et le nombre d’amendes payées, par province;

2. hoeveel rokers al betrapt zijn en hoeveel boetes zij betaald hebben, ook per provincie;

3. le délai dont disposent les fumeurs pris en flagrant délit pour payer l’amende ?

3. hoeveel tijd de « betrapte rokers » krijgen om hun boete te betalen ?

DO 2005200607302

DO 2005200607302

Question no 686 de M. Guido De Padt du 20 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 686 van de heer Guido De Padt van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Vaccins antipneumococciques.

Pneumokokkenvaccins.

En Belgique, environ 20 000 personnes par an sont atteintes d’une infection à pneumocoques grave. Deux mille d’entre elles en meurent. La plus grande partie des méningites d’origine bactérienne sont dues à des pneumocoques. Quarante-quatre des 350 enfants contaminés par des pneumocoques en 2003 ont eu la méningite. Neuf en sont morts.

In Belgie¨ worden elk jaar naar schatting 20 000 mensen door een ernstige pneumokokkeninfectie getroffen. Bij 2000 van hen kent deze ziekte een dodelijke afloop. Het grootste deel van bacterie¨le hersenvliesontstekingen is te wijten aan de pneumokokken. Van de 350 kinderen die in 2003 besmet werden met pneumokokken, kregen er 44 meningitis. Negen kinderen stierven aan de ziekte.

Dans ce dossier, votre collègue flamande attend que vous preniez la décision de cofinancer l’inclusion éventuelle d’un vaccin antipneumococcique dans le programme de vaccinations pour la raison bien simple

Uw Vlaamse collega wacht in deze uw beslissing tot cofinanciering af voor de eventuele opname van een pneumokokkenvaccin binnen het vaccinatieprogramma. De kosten van zo’n vaccinatie zijn op dit


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21842

qu’actuellement, le couˆt d’une telle vaccination est prohibitif pour de nombreuses familles. ` combien s’est élevée l’intervention du fédéral 1. A (et quel pourcentage du couˆt total représentait celle-ci) dans le financement de ce vaccin en 2003, 2004 et 2005 ?

moment immers nogal hoog voor vele gezinnen om ze volledig zelf te betalen.

2. Combien de vaccinations — et lesquelles — ont été cofinancées au cours de ces années-là par le pouvoir fédéral (ventiler par communauté) ?

2. Hoeveel en welke vaccinaties werden tijdens voormelde jaren gecofinancierd door de federale overheid (opsplitsing per gemeenschap) ?

3. ` combien se monterait la dépense estimée pour a) A l’E´tat fédéral si l’on décidait de financer et d’inclure un vaccin antipneumococcique dans le programme de vaccinations des communautés ?

3. a) Hoeveel bedraagt de geraamde uitgave voor de federale Staat, indien wordt beslist tot de financiering en opname van een pneumokokkenvacccin in de vaccinatieprogramma’s van de gemeenschappen ?

b) Quels arguments militent en défaveur de ce cofinancement ?

b) Welke overwegingen staan deze cofinanciering in de weg ?

4. a) Combien de personnes ont été atteintes par une infection à pneumocoques en 2003, 2004 et 2005 et combien en sont mortes ?

4. a) Hoeveel mensen werden in 2003, 2004 en 2005 getroffen door een pneumokokkeninfectie en hoeveel ervan overleden daaraan ?

b) Combien de ces infections ont abouti à des méningites d’origine bactérienne qui ont entraıˆné la mort du patient ?

b) Hoeveel van deze infecties leidden tot bacterie¨le hersenvliesontstekingen met dodelijke afloop ?

DO 2005200607309

DO 2005200607309



Surconsommation médicale pour les douleurs lombaires.

Medische overconsumptie bij lagerugpijn.

Lors d’un symposium médical consacré aux douleurs lombaires (Sint-Niklaas, 1er février 2006), des spécialistes ont déclaré que le traitement de ces affections s’accompagnait de très nombreux examens inutiles.

Op een medisch symposium over lagerugpijn (SintNiklaas, 1 februari 2006), werd gesteld dat in het kader van de behandeling van lagerugpijn zeer veel onnodige onderzoeken gebeuren.

Plus de 400 000 radiographies classiques de la zone inférieure du dos seraient effectuées chaque année, dans 60 % des cas à la demande des généralistes. Le traitement, qui est souvent totalement inutile, engendre des couˆts s’élevant à 200 millions d’euros par an pour l’INAMI.

De klassieke radiografie van de lage rug zou ruim 400 000 keer per jaar worden uitgevoerd, in 60 % van de gevallen op verzoek van de huisartsen. De kosten voor behandeling, in veel gevallen totaal nutteloos, lopen voor het RIZIV op tot 200 miljoen euro per jaar.

1. Pouvez-vous confirmer ou infirmer ces données concernant la surconsommation médicale pour les douleurs lombaires ?

1. Kan u deze gegevens over medische overconsumptie bij lagerugpijn bevestigen of ontkennen ?

2. Pouvez-vous me communiquer un échéancier strict pour la mise en place de directives fédérales relatives au diagnostic et au traitement des douleurs lombaires ?

2. Kan u een strikte timing geven over de totstandkoming van federale richtlijnen voor diagnose en behandeling van lagerugpijn ?


2005

1. Hoeveel bedroegen de federale bijdragen (en voor welk percentage van de totale kost) in vaccinaties voor de jaren 2003, 2004 en 2005 ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21843

DO 2005200607312

DO 2005200607312



Passeport du diabète.

Diabetespas.

1er

Depuis le février 2006, les médecins reçoivent une rémunération supplémentaire pour l’utilisation du passeport du diabète.

Sinds 1 februari 2006 kunnen huisartsen een vergoeding aanvragen voor de diabetespas.

Le passeport du diabète a été instauté il y a près de trois ans (le 1er mars 2003).

Ondertussen is het bijna drie jaar geleden (1 maart 2003) dat de diabetespas werd ingevoerd.

Dès lors, une première évaluation de ce système s’impose.

Een eerste evaluatie van de diabetespas dringt zich dus op.

1. Combien de passeports du diabète ont-ils déjà été délivrés ?

1. Beschikt u over concrete gegevens over hoeveel diabetespassen sinds de invoering werden afgeleverd ?

2. Le système du passeport du diabète a-t-il déjà fait l’objet d’une évaluation ?

2. Is er reeds een evaluatie gemaakt van het systeem van de diabetespas ?

3. Disposez-vous de données scientifiques démontrant que l’instauration du passeport du diabète a globalement entraıˆné une meilleure qualité des soins administrés aux diabétiques ?

3. Beschikt u over wetenschappelijke gegevens waaruit blijkt dat de invoering van de diabetespas globaal gezorgd heeft voor een verbetering van de verzorging van diabetespatie¨nten ?

DO 2005200607315

DO 2005200607315



Nouvelle campagne relative à l’usage de somnifères et de calmants.

Nieuwe campagne omtrent slaapen kalmeermiddelen.

Le ministre a lancé une campagne, intitulée « Anxiété, stress, troubles du sommeil — choisissez votre solution », qui vise à combattre l’usage excessif de somnifères et de calmants.

Met de campagne « Angst, stress of slaapproblemen — kies voor je eigen oplossing », wil de minister het overmatig gebruik van slaapen kalmeermiddelen tegengaan.

1. Disposez-vous de données scientifiques dont il ressort que somnifères et calmants sont toujours prescrits en trop grand nombre dans notre pays ?

1. Beschikt u over wetenschappelijke gegevens waaruit blijkt dat er in ons land nog altijd te veel slaapen kalmeermiddelen worden voorgeschreven ?

2. Quels moyens d’action sont-ils utilisés dans le cadre de cette campagne ?

2. Welke actiemiddelen campagne gebruikt ?

3. Quel est le couˆt de cette campagne :

worden

voor

deze

3. Hoeveel bedraagt de kostprijs van de campagne :

a) dans son intégralité;

a) in het totaal;

b) par moyen d’action ?

b) per actiemiddel ?

4. Quel est votre avis au sujet de la proposition avancée par le professeur M. Demeyere (UG) et qui vise à élaborer une nomenclature spécifique pour des traitements de désaccoutumance des patients ?

4. Hoe staat u tegenover het voorstel van prof. M. Demeyere (UG) om te voorzien in een specifieke nomenclatuur voor behandelingen van ontwenning van patie¨nten ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21844

DO 2005200607324

DO 2005200607324

Question no 690 de Mme Hilde Dierickx du 21 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 690 van mevrouw Hilde Dierickx van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Petites boulangeries. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections.

Kleine bakkerijen. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

L’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires s’applique aux activités de fabrication, de mise dans le commerce et d’exportation de denrées alimentaires.

Het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne, is van toepassing voor activiteiten van fabricage, handel of uitvoer van voedingsmiddelen.

L’arrêté précise les exigences d’hygiène auxquelles doivent se conformer les établissements du secteur horeca, les établissements de restauration collective et les glaciers, et s’intéresse également aux petites boulangeries.

Naast ondernemingen uit de horecasector, grootkeukens en ijsverkopers, is er ook speciale aandacht voor kleine bakkerijen.

1. Combien de petites boulangeries ont fait l’objet d’une inspection en 2005, et ce si possible par région ?

1. Hoeveel kleine bakkerijen hebben in 2005 inspectie gekregen (graag opsplitsing per gewest) ?

2. Combien d’infractions ont été constatées, par région, aux dispositions de l’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires dans les petites boulangeries ?

2. Hoeveel inbreuken op het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne werden er in kleine bakkerijen vastgesteld, per gewest ?

3. Combien de petites boulangeries, par région, ont fait l’objet d’une mesure de fermeture, qu’elle soit temporaire ou non ?

3. Hoeveel kleine bakkerijen werden er al dan niet tijdelijk gesloten, per gewest ?

DO 2005200607330

DO 2005200607330

Question no 691 de M. Jo Vandeurzen du 22 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 691 van de heer Jo Vandeurzen van 22 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Plainte auprès de la Cour européenne. — Loi sur les hoˆpitaux.

Klacht Europees Hof. — Ziekenhuiswet.

Il semblerait qu’à Bruxelles, une série d’hoˆpitaux privés aient introduit une plainte auprès de la Cour européenne au motif que la loi sur les hoˆpitaux oblige la commune mère à combler le déficit des hoˆpitaux publics.

Naar verluidt zouden een aantal private ziekenhuizen in Brussel een klacht hebben ingediend bij het Europees Hof omwille van het feit dat de ziekenhuiswet de moedergemeente verplicht om het deficit van openbare ziekenhuizen bij te passen.

Ceci impliquerait bien suˆr que l’administration belge est impliquée dans ce litige.

Uiteraard zou dit betekenen dat in dit geschil de Belgische overheid betrokken is.

1. Avez-vous connaissance de ce litige ?

1. Heeft u kennis van dit geschil ?

2. Quel est l’état de la procédure ?

2. Wat is de stand van de procedure ?

3. Quelle est la position du gouvernement en la matière ?

3. Welk standpunt neemt de regering dienaangaande in ?

4. Selon vous, qui est compétent pour les dispositions prévues par la loi sur les hoˆpitaux en ce qui concerne la règle du déficit ? Je tiens à souligner que

4. Wie is volgens u bevoegd voor de regels in de ziekenhuiswet die betrekking hebben op de deficitregel ? Ik wijs erop dat, althans wat de Vlaamse Ge-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21845

ces règles ont déjà été ajustées par décret, du moins pour la Communauté flamande.

meenschap betreft, deze regels al door een decreet werden gemoduleerd.

DO 2005200607334

DO 2005200607334

Question no 692 de Mme Nathalie Muylle du 22 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 692 van mevrouw Nathalie Muylle van 22 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Pollution au cadmium des reins de bovins belges.

Cadmiumvervuiling in de nieren van Belgische runderen.

Une importante contamination au cadmium a été constatée dans les reins d’un pourcentage élevé de bovins adultes. Elle serait causée par du sulfate de zinc, en provenance de Chine et utilisé dans des additifs minéraux.

Er is een significante cadmiumbesmetting vastgesteld van een groot percentage van de nieren bij volwassen runderen. Het zou een gevolg zijn van zinksulfaat afkomstig uit China, dat werd verwerkt in minerale additieven.

Il n’y a aucun risque immédiat pour la santé publique, mais la vigilance est toutefois de mise.

Er is geen onmiddellijk gevaar voor de volksgezondheid, maar toch is waakzaamheid geboden.

1. Quelles mesures spécifiques envisagez-vous de prendre afin d’éviter que les reins contaminés n’entrent dans la chaıˆne alimentaire ?

1. Welke specifieke maatregelen overweegt u te nemen om de besmette nieren niet in de consumptie te laten komen ?

2. Quand ces mesures seront-elles opérationnelles ?

2. Wanneer worden die maatregelen operationeel ?

3. Suivrez-vous l’exemple des Pays-Bas qui ont prévu un système de marques auriculaires spécifiques en vue de la destruction des organes de ces bovins ?

3. Volgt u het voorbeeld van Nederland dat speciale oormerken inlast zodat de organen van deze runderen kunnen worden vernietigd ?

DO 2005200607335

DO 2005200607335

Question no 693 de Mme Hilde Dierickx du 22 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´tablissements du secteur horeca. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections.


Occasionnellement, des reportages télévisés nous montrent des établissements du secteur horeca ou` l’hygiène laisse terriblement à désirer. Les inspecteurs chargés de controˆler la sécurité alimentaire et l’hygiène dans les établissements du secteur horeca constatent plusieurs infractions aux obligations contenues dans l’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires.

Af en toe zijn er televisiereportages over ondernemingen in de horecasector waar de hygie¨ne absoluut te wensen over laat. Inspecteurs, die de voedselveiligheid en de hygie¨ne bij ondernemingen in de horecasector nagaan, constateren inbreuken op de verplichtingen van het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne.

1. Combien d’établissements du secteur horeca ont fait l’objet d’une inspection en 2005, et ce, dans chacune des régions ?

1. Hoeveel ondernemingen uit de horecasector hebben er in 2005 inspectie gekregen, graag overgesplitst per gewest ?

2. Combien de constats d’infraction aux dispositions de l’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires ont-ils été dressés concernant des établissements du secteur horeca, et ce, dans chacune des régions ?

2. Hoeveel inbreuken op het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne werden er in ondernemingen uit de horecasector vastgesteld per gewest ?


2005

Ondernemingen uit de horecasector. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21846

3. Combien d’établissements du secteur horeca dans chacune des régions ont-ils fait l’objet d’une mesure de fermeture, qu’elle soit temporaire ou non ?

3. Hoeveel ondernemingen uit de horecasector werden er al dan niet tijdelijk gesloten per gewest ?

DO 2005200607336

DO 2005200607336



Vendeurs de glace. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections.

Ijsverkopers. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

L’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires s’applique aux activités de fabrication, de mise dans le commerce ou d’exportation de denrées alimentaires. Outre les établissements du secteur horeca, les cuisines de collectivités et les petites boulangeries, une attention particulière est également accordée aux vendeurs de glace.

Het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne, is van toepassing voor activiteiten van fabricage, handel of uitvoer van voedingsmiddelen. Behoudens ondernemingen uit de horecasector, grootkeukens en kleine bakkerijen is er ook speciale aandacht voor ijsverkopers.

Les mesures d’hygiène concernent entre autres : la réception de matières premières, le controˆle de la température, la vente de glace en boules et/ou soft ice.

Er wordt onder meer gelet op : de ontvangst van grondstoffen, de temperatuurcontrole, de verkoop schepen/of softijs en de werkomgeving.

1. Combien de vendeurs de glace ont-ils reçu la visite d’un inspecteur en 2005 (si possible par région) ?

1. Hoeveel ijsverkopers hebben in 2005 jaar inspectie gekregen (graag opsplitsing per gewest) ?

2. Combien d’infractions à l’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires ont-elles été constatées auprès des vendeurs de glace, par région ?

2. Hoeveel inbreuken op het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne werden er bij ijsverkopers vastgesteld, per gewest ?

3. Combien de vendeurs de glace ont-ils été contraints de mettre provisoirement ou définitivement un terme à leur activité, par région ?

3. Hoeveel ijsverkopers werden er al dan niet tijdelijk verplicht de activiteit stop te zetten, per gewest ?

DO 2005200607337

DO 2005200607337



Cuisines de collectivités. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections.

Grootkeukens. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

L’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires s’applique aux activités de fabrication, de mise dans le commerce ou d’exportation de denrées alimentaires.

Het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne is van toepassing voor activiteiten van fabricage, handel of uitvoer van voedingsmiddelen.

Dans le cas des cuisines de collectivités, une attention particulière est accordée à l’achat et à la réception des ingrédients, au controˆle des températures, au stockage, aux préparations, à l’hygiène personnelle, etc.

Bij grootkeukens wordt vooral gelet op de aankoop en ontvangst van grondstoffen, de temperatuurcontrole, de opslag, de bereidingen, de persoonlijke hygie¨ne, enzovoort.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21847

1. Combien de cuisines de collectivités (par région) ont-elles fait l’objet d’une inspection en 2005 ?

1. Hoeveel grootkeukens hebben er in 2005 jaar inspectie gekregen (graag opgesplist per gewest) ?

2. Combien d’infractions à l’arrêté royal du 7 février 1997 relatif à l’hygiène générale des denrées alimentaires ont-elles été constatées, par région, dans les cuisines de collectivités ?

2. Hoeveel inbreuken op het koninklijk besluit van 7 februari 1997 inzake de algemene voedingsmiddelenhygie¨ne werden er in de grootkeukens vastgesteld per Gewest ?

3. Combien de cuisines de collectivités ont-elles été fermées — temporairement ou non — par région ?

3. Hoeveel grootkeukens werden er al dan niet tijdelijk gesloten per gewest ?

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2005200607282

DO 2005200607282

Question no 190 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 190 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

FOD P&O. — Cellule Diversité.

FOD P&O. — Cel diversiteit.

Il y a à peu près un an, le ministre a lancé un plan d’action tendant à valoriser la diversité au sein de l’administration. Ce plan d’action comporte 80 mesures destinées à engager davantage de personnes handicapées et d’allochtones au sein des pouvoirs publics. Il s’intéresse également à la position de la femme dans l’administration.

Ongeveer een jaar geleden lanceerde de minister een actieplan voor meer diversiteit bij de overheid. Een actieplan met 80 maatregelen om in de toekomst meer gehandicapten, meer allochtonen bij de overheid aan het werk te krijgen. Het actieplan heeft ook aandacht voor de positie van de vrouw binnen de overheid.

La Cellule Diversité du service public fédéral P&O a pour objectif d’encourager, de coordonner et d’évaluer la politique en matière de diversité au sein de l’administration. Cette même cellule assume également différents roˆles dans le cadre du plan d’action : donner des impulsions à la mise en œuvre du plan, assurer l’exécution et le suivi du plan, soutenir les « relais diversité » des services fédéraux dans leur mission, animer le réseau des « relais diversité » et accompagner des projets diversité sur le terrain.

De cel « Diversiteit » binnen de federale overheidsdienst P&O heeeft als taak het aanmoedigen, coo¨rdineren en evalueren van het diversiteitsbeleid binnen de overheid. Diezelfde cel vervult in dit actieplan ook een aantal taken : de uitvoering van het actieplan stimuleren, de uitvoering en follow-up van het actieplan verzekeren, de « tussenpersoon diversiteit » van de federale diensten bij de uitvoering van hun opdracht ondersteunen, het netwerk van de « tussenpersonen diversiteit » animeren en de diversiteitsprojecten op de werkvloer begeleiden.

Enfin, dans le cadre de ce plan d’action, la Cellule Diversité doit également lancer des appels annuels aux projets.

Tenslotte moet de cel « Diversiteit » jaarlijks projectoproepen lanceren in het kader van dit actieplan.

1. a) Quels étaient les effectifs de cette Cellule au 1er février 2006 ?

1. a) Hoeveel personeelsleden waren er op 1 februari 2006 actief binnen deze cel ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21848

b) La composition en a-t-elle été modifiée au cours des derniers mois ?

b) Zijn er de afgelopen maanden wijzigingen geweest in de samenstelling ?

c) Dans l’affirmative, en quoi ont consisté ces modifications ?

c) Zo ja, welke ?

2. Quelles actions la Cellule Diversité a-t-elle entreprises l’an passé ?

2. Welke acties ondernam de cel « Diversiteit » het afgelopen jaar ?

3. Par quelles activités la Cellule Diversité a-t-elle assumé, l’an passé, les roˆles prévus par le plan d’action ? Pouvez-vous ventiler ces activités par roˆle ?

3. Welke uitvoering gaf de cel « Diversiteit » in het afgelopen jaar aan de taken die voorzien zijn in het actieplan ? Graag een opdeling per opgesomde taak.

4. a) A-t-on déjà lancé des appels aux projets ?

4. a) Werden er reeds projectoproepen gelanceerd ?

b) Combien de projets a-t-on introduits ?

b) Hoeveel projecten werden ingediend ?

c) De quels projets s’agit-il et que représente leur financement ?

c) Over welke projecten gaat het en welke financiering staat hier tegenover ?

DO 2004200505169

DO 2004200505169

Question no 198 de M. Jean-Jacques Viseur du 22 septembre 2005 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 198 van de heer Jean-Jacques Viseur van 22 september 2005 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Agents admis à la pension. — Octroi d’une allocation de compétence avec effet rétroactif.

Pensioengerechtigde personeelsleden. — Toekenning van een competentietoelage met terugwerkende kracht.

L’arrêté royal du 3 mars 2005 portant réforme de la carrière particulière de certains agents du SPF Finances et de l’Administration des pensions du ministère des Finances et portant diverses dispositions visant à l’exécution de l’arrêté royal du 5 septembre 2002 portant réforme de la carrière de certains agents des administrations de l’E´tat, prévoit que les agents en service le 8 mars 2005, qui s’inscrivent à la première formation certifiée organisée pour leur famille de fonction, sont censés être inscrits au 31 aouˆt 2004 et pourront bénéficier, en cas de réussite, d’une allocation de compétence avec effet rétroactif au 1er septembre 2004.

Het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de FOD Financie¨n en de administratie der pensioenen van het ministerie van Financie¨n en houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen bepaalt dat de ambtenaren die op 8 maart 2005 in dienst waren en die zich inschrijven voor de eerste gecertificeerde opleiding die wordt aangeboden in hun functiefamilie, worden beschouwd ingeschreven te zijn op 31 augustus 2004 en, wanneer ze voor die opleiding slagen, recht hebben op een competentietoelage met terugwerkende kracht op 1 september 2004.

En réponse à une demande d’explications du sénateur Christian Brotcorne relative à l’organisation des formations certifiées pour les agents des niveaux C et B du SPF Finances, vous aviez indiqué que les premières formations certifiées commenceront au plus toˆt en septembre 2005, malgré l’obligation d’offrir aux agents une formation certifiée avant le 31 aouˆt 2005.

In antwoord op een vraag om uitleg van senator Christian Brotcorne over de organisatie van de gecertificeerde opleidingen voor de personeelsleden van niveau C en B van de FOD Financie¨n, verklaarde u dat de eerste gecertificeerde opleidingen niet voor september 2005 zouden aanvangen. Er moest de personeelsleden nochtans een gecertificeerde opleiding worden aangeboden voor 31 augustus 2005.

Si aucune formation certifiée n’a été organisée durant la période comprise entre la publication des dispositions légales au Moniteur belge du 8 mars 2005

Tussen de publicatie van de wettelijke bepalingen in het Belgisch Staatsblad van 8 maart 2005 en eind augustus 2005 werden geen gecertificeerde opleidingen


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21849

et la fin du mois d’aouˆt 2005 par le fait qu’il était indispensable de réaliser au préalable, pour certaines catégories d’agents, les formations sans test et la détermination du grade fiscal ou non fiscal, il n’en reste pas moins qu’une série d’agents ont depuis été admis à la pension sans avoir eu l’opportunité de suivre une formation certifiée. ` cet égard, n’estimez-vous pas que le retard pris 1. A dans l’organisation des formations certifiées ne peut en aucun cas être imputé aux agents qui ont été admis à la pension après le 30 septembre 2005 ?

georganiseerd, omdat voor sommige categoriee¨n personeelsleden vormingsactiviteiten zonder test moesten worden georganiseerd en moest worden uitgemaakt of ze al dan niet een fiscale graad bekleedden. Feit is dat een aantal personeelsleden inmiddels met pensioen ging en niet de kans kreeg een gecertificeerde opleiding te volgen.

2. N’estimez-vous pas que les agents qui étaient en service en date du 8 mars 2005 doivent pouvoir bénéficier en cas de réussite d’une allocation de compétence au prorata des prestations effectuées pour la période du 1er septembre 2004 au 31 aouˆt 2005, puisqu’ils étaient en service durant cette période et que l’impossibilité de participer à une formation certifiée relève du seul fait de votre département ?

2. Meent u niet dat de personeelsleden die op 8 maart 2005 in dienst waren, wanneer ze voor de opleiding slagen, recht hebben op een competentietoelage voor de prestaties tussen 1 september 2004 en 31 augustus 2005, omdat ze tijdens die periode in dienst waren en ze niet de kans hadden om aan een gecertificeerde opleiding deel te nemen om redenen die uitsluitend aan uw departement toe te schrijven zijn ?

3. Dans l’affirmative, pourriez-vous indiquer la manière dont vous envisagez de remédier à cette situation ?

3. Zo ja, welke oplossing ziet u voor dit probleem ?

4. Dans la négative, pourriez-vous préciser sur quelle base légale votre département pourrait refuser le bénéfice des mesures transitoires prévues par l’arrêté royal du 3 mars 2005 aux agents ayant été admis à la pension à partir du 1er septembre 2005 ?

4. Zo neen, kan u verduidelijken op welke wettelijke basis uw departement de toepassing van de overgangsbepalingen vervat in het koninklijk besluit van 3 maart 2005 zou kunnen weigeren aan de personeelsleden die met ingang van 1 september 2005 tot het pensioen werden toegelaten ?

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

1. Meent u niet dat de vertraging die de organisatie van gecertificeerde opleidingen opliep de personeelsleden die na 30 september 2005 met pensioen gingen in geen geval mag benadelen ?

DO 2005200607308

DO 2005200607308

Question no 187 de Mme Hilde Dierickx du 21 février 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 187 van mevrouw Hilde Dierickx van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

CPAS. — Compétence pour les services d’« habitat accompagné ».

OCMW’s. — Bevoegdheid voor dienstverlening bij « begeleid wonen ».

La loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les centres publics d’aide sociale règle les problèmes de compétences entre les CPAS. Mais l’« habitat accompagné », lui, n’est pas réglementé dans cette loi. Or en Flandre, de plus en plus de gens y ont recours. Plusieurs CPAS flamands voient apparaıˆtre de plus en plus souvent sur le territoire de leur commune des places d’habitat accompagné.

De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, regelt de bevoegdheidsproblemen tussen de OCMW’s. Wat niet geregeld is in deze wet is het « begeleid wonen ». Deze hulpvorm wordt alvast in Vlaanderen steeds meer gebruikt. Verschillende Vlaamse OCMW’s zien op het grondgebied van hun gemeente steeeds vaker plaatsen voor begeleid wonen opduiken.

Ce mode de prise en charge n’étant pas défini à l’article 2, §1er de la loi du 2 avril 1965, il faut se repor-

Aangezien deze wijze van opvang niet beschreven wordt in artikel 2, § 1 van de wet van 2 april 1965,


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21850

ter à l’article 1er de cette loi, lequel implique que la résidence est déterminante pour la détermination de la compétence. Conséquence : l’inscription dans les registres de la population ne joue aucun roˆle dans le cadre de cette détermination. Aussi les CPAS des communes comptant de nombreuses places d’habitat accompagné sont-ils lésés gravement. Or selon une certaine interprétation de la loi, si l’habitat accompagné a lieu dans un immeuble rattaché à l’organisme agréé qui organise cet habitat accompagné, cet article 2, §1er de la loi du 2 avril 1965 susmentionné est alors d’application. Dans des cas rares, des mineurs d’aˆge peuvent aussi opter pour l’habitat accompagné, ce qui se produit généralement quelques mois avant qu’ils n’atteignent la majorité. Mais ce sont essentiellement des personnes majeures qui recourent à cette forme d’habitat. 1. Quel CPAS est compétent pour les services d’habitat accompagné : a) quand il s’agit de mineurs d’aˆge; b) quand il s’agit de personnes majeures; c) quelle est la base légale ? 2. Existe-t-il une différence de compétence selon qu’il s’agisse d’habitat accompagné dans des immeubles rattachés à un organisme agréé pour la prise en charge ou de places se situant en dehors d’un tel organisme ? 3. Envisagez-vous d’adapter la loi afin que les places d’habitat accompagné soient inscrites à l’article 2, §1er de la loi du 2 avril 1965 précitée ? 4. Combien y a-t-il de places d’habitat accompagné : a) en Flandre; b) en Wallonie; c) à Bruxelles ? d) Existe-t-il des listes d’attente ?

moet er naar artikel 1 van de wet gekeken worden, waardoor de verblijfplaats doorslaggevend wordt in de bepaling van de bevoegdheid. Hierdoor speelt de inschrijving in de bevolkingsregisters geen enkele rol bij de bevoegdheidsbepaling. OCMW’s van gemeenten waar vele plaatsen « begeleid wonen » zijn, worden dan ook ernstig benadeeld. Er bestaat een interpretatie die zegt dat als het begeleid wonen gebeurt in een gebouw dat aansluit bij de erkende instelling, die dit begeleid wonen organiseert, dat dan wel hogervermeld artikel 2, § 1 van de wet van 2 april 1965 van toepassing is. In zeldzame gevallen wordt begeleid wonen ook toegestaan aan minderjarigen. Dit gebeurt meestal enkele maanden vooraleer men meerderjarig wordt. Toch zijn het vooral meerderjarigen die van deze woonvorm gebruik maken. 1. Welk OCMW is bevoegd voordienstverlening bij het begeleid wonen : a) van minderjarigen; b) van meerderjarigen; c) wat is de wettelijke basis ? 2. Is er een verschil in bevoegdheid voor begeleid wonen in gebouwen van een erkende instelling voor opvang, en plaatsen buiten de instelling ?

3. Overweegt u een aanpassing van de wet waardoor de woonplaatsen van begeleid wonen ook ingeschreven worden in artikel 2, § 1 van de voornoemde wet van 2 april 1965 ? 4. Hoeveel plaatsen voor begeleid wonen zijn er : a) b) c) d)

in Vlaanderen; in Wallonie¨; in Brussel ? Zijn er wachtlijsten ?


Minister van Mobiliteit

DO 2005200607253

DO 2005200607253

Question no 437 de M. Geert Lambert du 16 février 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 437 van de heer Geert Lambert van 16 februari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Kruispunten met verkeerslichten. — Verwarring onder automobilisten, fietsers en voetgangers.

Carrefours équipés de feux de signalisation. — Confusion parmi les automobilistes, les cyclistes et les piétons. Plusieurs carrefours équipés de feux de signalisation créent une certaine confusion parmi les automobilistes


2005

Er bestaat nogal verwarring aan diverse kruispunten met verkeerslichten onder automobilisten en fietsers. 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21851

et les cyclistes. De même, la phase verte disctincte pour les piétons constitue souvent une source de danger pour les usagers faibles.

Ook het afzonderlijk groen voor voetgangers brengt de zwakke weggebruiker dikwijls in gevaar.

1. Pouvez-vous m’indiquer la manière dont les cyclistes doivent se comporter quand le signal reste rouge pour les piétons alors qu’il est vert pour les voitures et que le carrefour est aménagé de telle manière que les cyclistes doivent se ranger aux coˆtés des piétons ? Les automobilistes voient que le signal est rouge pour les piétons et s’attendent donc également à ce que les cyclistes attendent devant le signal.

1. Kan u meedelen hoe de fietser zich moet gedragen wanneer het rood blijft voor de voetganger en groen voor de auto’s en het kruispunt zo is ingericht dat de fietsers samen worden gerangeerd met de voetgangers ? Autobestuurders zien het rood voor de voetganger en verlangen dan ook dat de fietser blijft wachten.

2. Pouvez-vous m’expliquer pourquoi les signaux des piétons ne passent pas automatiquement au vert en même temps que ceux destinés aux voitures ? Les piétons arrivent juste trop tard pour demander le signal vert et estiment qu’ils peuvent traverser même si le feu est rouge.

2. Kan u meedelen waarom de lichten van de voetgangers niet automatisch op groen lichten wanneer het licht voor de auto’s dit doet ? Mensen komen net te laat om het groen aan te vragen en vinden dat ze wel mogen oversteken waar het eigenlijk rood is.

3. Pouvez-vous confirmer si les cyclistes peuvent toujours se baser, aux carrefours équipés de signaux lumineux, sur les feux destinés aux voitures ou s’ils doivent respecter ceux des piétons ?

3. Kan u bevestigen of de fietser zich op kruispunten met verkeerslichten altijd mag baseren op de lichten voor de auto of moet hij zich houden aan de lichten voor de voetganger ?

DO 2005200607278

DO 2005200607278

Question no 438 de Mme Nathalie Muylle du 20 février 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 438 van mevrouw Nathalie Muylle van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Utilisation d’un tachygraphe numérique.

Gebruik van een digitale tachograaf.

Conformément à l’arrêté royal du 14 juillet 2005 portant exécution du règlement (CEE) no 3821/85 du 20 décembre 1985 concernant l’appareil de controˆle dans le domaine des transports par route, tout nouveau véhicule doit être équipé d’un tachygraphe numérique à partir du 1er janvier 2006. E´tant donné que le règlement européen n’impose qu’une date ultérieure, les nouveaux véhicules ne sont pas encore équipés de série d’un tachygraphe numérique. En outre, cet appareil n’est pas encore livrable en kit. Il devrait de surcroıˆt se révéler très couˆteux et son montage devrait entraıˆner un travail et des frais considérables.

Volgens het koninklijk beslut van 14 juli 2005 houdende uitvoering van de verordening (EEG) nr. 3821/ 85 van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer, moeten alle nieuwe voertuigen vanaf 1 januari 2006 uitgerust worden met een digitale tachograaf.

L’annexe I de l’arrêté royal précité du 14 juillet 2005 énumère tous les véhicules qui doivent être équipés d’un tachygraphe mais qui ne doivent pas utiliser cet appareil. Il est dès lors illogique que les usagers de ces véhicules doivent exposer des frais pour un appareil qu’ils ne devront jamais utiliser.

In bijlage I van het voornoemd koninklijk besluit van 14 juli 2005 staan alle voertuigen die moeten uitgerust zijn met een tachograaf maar die hun tachograaf niet moeten gebruiken. Vandaar is het dan ook onlogisch dat de gebruikers van deze voertuigen kosten zullen moeten maken voor een toestel dat ze nooit zullen moeten gebruiken.

Ne pourrait-on consentir une exception pour les véhicules qui ne doivent pas utiliser de tachygraphe ou plutoˆt, peut-on continuer à équiper ces véhicules d’un

Kan er een uitzondering gemaakt worden voor de voertuigen die geen tachograaf moeten gebruiken, of liever, mogen deze voertuigen verder worden uitgerust


2005

Gezien de Europese verordeing slechts een latere datum oplegt, is in nieuwe voertuigen standaard nog geen digitale tachograaf geplaatst. Bovendien is het toestel nog niet leverbaar in een kit om achteraf te monteren. Daarenboven voorziet men dat dit een erg duur toestel zal zijn en dat de montage erg veel werk en kosten met zich zal meebrengen.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21852

tachygraphe analogique tant que le règlement européen n’impose pas une telle exigence ?

met een analoge tachograaf zolang de Europese verordening dit niet eist ?

DO 2005200607298

DO 2005200607298

Question no 439 de M. Guido De Padt du 20 février 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 439 van de heer Guido De Padt van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

DIV. — Demandes de radiation de la plaque minéralogique de véhicules à la suite d’un vol.

DIV. — Aanvragen tot schrapping van de nummerplaat van voertuigen na diefstal.

En cas de vol d’un véhicule, le propriétaire déclare en toute logique ce vol auprès de la police. La Direction de l’Immatriculation des Véhicules procède alors immédiatement à la radiation de la plaque minéralogique. Certains des véhicules volés sont cependant retrouvés rapidement, ce qui permettrait au propriétaire d’utiliser à nouveau immédiatement son véhicule. Or, il est tenu pour ce faire de réintroduire une nouvelle demande (d’immatriculation) auprès de la DIV. Pour les camions volés et retrouvés, il y a par ailleurs lieu d’introduire une demande d’eurovignette et d’autorisation de transport. Les intéressés sont donc confrontés à de nombreuses tracasseries administratives lorsqu’ils veulent à nouveau utiliser leur véhicule.

Wanneer een voertuig wordt gestolen, doet de eigenaar logischerwijze aangifte van het misdrijf bij de politie. De Dienst voor Inschrijving van Voertuigen (DIV) schrapt dan onmiddellijk de nummerplaat. Nochtans worden een deel van de voertuigen binnen korte termijn teruggevonden, waardoor het voor de eigenaar mogelijk zou zijn direct zijn vervoermiddel in gebruik te nemen. Hiervoor dient echter een nieuwe aanvraag (tot inschrijving) aan de DIV gericht worden. Voor teruggevonden gesloten vrachtwagens dient men bovendien ook een aanvraag voor een eurovignet en transportvergunning te doen. Veel administratieve rompslomp dus om een voertuig opnieuw in gebruik te nemen.

1. Combien de demandes de radiation de la plaque minéralogique après le vol d’un véhicule (ventilation par catégorie de véhicule immatriculé) ont-elles été introduites auprès de la DIV au cours des années 2003, 2004 en 2005 ?

1. Hoeveel aanvragen tot schrapping van de nummerplaat na diefstal van een voertuig (opsplitsing per categorie van ingeschreven voertuig) waren er bij de DIV in de jaren 2003, 2004 en 2005 ?

2. Combien de fois une nouvelle demande d’immatriculation a-t-elle été introduite après la radiation (au cours de la même période), le véhicule volé ayant été retrouvé ?

2. Hoeveel maal werd (in diezelfde periode) na de schrapping een nieuwe aanvraag ingediend omdat het gesloten voertuig alsnog teruggevonden werd ?

3. a) Ne pourrait-on prévoir un délai particulier au cours duquel, une fois retrouvé le véhicule volé avec sa plaque d’immatriculation, celui-ci pourrait tout simplement être à nouveau utilisé ?

3. a) Is het niet mogelijk om in een bijzondere termijn te voorzien na de diefstal waarbij, na het terugvinden van het voertuig met de nummerplaat, het voertuig eenvoudig terug in gebruik kan worden genomen ?

b) Ne pourrait-on, en l’occurrence, procéder à une simplificaton administrative ?

b) Kan hier geen werk gemaakt worden van administratieve vereenvoudiging ?

DO 2005200607329

DO 2005200607329

Question no 440 de Mme Inga Verhaert du 21 février 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 440 van mevrouw Inga Verhaert van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Zones avancées pour motocyclistes aux carrefours.

Speciale opstelstrook voor motorrijders bij kruispunten.

La circulation est de plus en plus dense et les embouteillages toujours plus importants. Ceux-ci sont

Het verkeer wordt steeds drukker en de bijhorende files steeds langer. Voor een groot gedeelte is dit te


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21853

essentiellement dus au faible taux d’occupation des véhicules, qui s’élève en moyenne à 1,2 personne par véhicule. Les voitures transportent en d’autres termes beaucoup de vide. Cette situation nuit au transport par route et à la bonne utilisation de l’espace au domicile et sur le lieu de travail. Les motocyclistes occupent beaucoup moins d’espace et contribuent dès lors à une meilleure fluidité du trafic. Au cours des dernières années, la moto connaıˆt un succès grandissant mais fait malheureusement de plus en plus de victimes sur nos routes. Au printemps 2005, l’Institut belge pour la Sécurité routière (IBSR) a lancé une campagne spéciale intitulée « Ne perdez pas les motards de vue ». Au terme de celle-ci, les automobilistes comme les motocyclistes ont été interrogés quant à leurs griefs mutuels sur la route. Ce derniers se plaignent notamment du fait que les automobilistes ne tiennent pas suffisamment compte de la vitesse d’accélération des motos. 1. Que pensez-vous de l’aménagement d’un sas réservé aux motocyclistes aux carrefours, par analogie avec les zones avancées pour cyclistes ? 2. a) Pouvez-vous étayer votre réponse au moyen de chiffres ou d’autres preuves scientifiques ? b) Dans la négative, pouvez-vous demander à disposer des résultats d’un projet-pilote mené à l’étranger ? 3. Eˆtes-vous prêt à créer un cadre législatif si nécessaire ? 4. Envisagez-vous d’aborder ce dossier lors d’une prochaine concertation avec vos collègues régionaux compétents en matière de Mobilité ? 5. Pensez-vous que l’accès aux zones avancées pour cyclistes pourrait être élargi aux motocyclistes ? 6. a) Envisagez-vous de modifier prochainement les conditions d’aménagement de zones avancées pour cyclistes ? b) Estimez-vous qu’une piste cyclable soit indispensable en ville pour l’aménagement d’une zone avancée pour cyclistes ? c) Dans l’affirmative, pouvez-vous préciser votre point de vue ?

wijten aan de lage bezettingsgraad van voertuigen. Deze bedraagt gemiddeld 1,2 personen per voertuig. Personenwagens vervoeren met andere woorden veel lucht. Dit is nadelig voor het vervoer over de weg, maar eveneens voor het ruimtegebruik op de woon- en werkplaats. Personen die zich verplaatsen met een motorfiets nemen heel wat minder ruimte in beslag en zorgen dan ook voor een vlottere doorstroming. Motorrijden kent de jongste jaren meer en meer succes, maar spijtig genoeg vallen er ook meer en meer motorslachtoffers op onze wegen. In het voorjaar van 2005 heeft het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) een speciale campagne gelanceerd onder het motto « verlies motorrijders niet uit het oog ». Na afloop van deze campagne werd zowel bij automobilisten als bij motorrijders gepeild naar de onderlinge ergernissen. Eén van de belangrijke ergernissen van motorrijders is het feit dat automobilisten te weinig rekening houden met de acceleratiesnelheid van motoren. 1. Wat is uw mening inzake een speciale opstelstrook voor motorrijders bij kruispunten, naar analogie van de fietssluizen ? 2. a) Kan u uw mening staven met cijfers of andere wetenschappelijke bewijzen ? b) Zo niet, kan u de resultaten opvragen van een proefproject in het buitenland ? 3. Bent u bereid om een wetgevend kader hiervoor te cree¨ren indien dit noodzakelijk is ? 4. Overweegt u dit onderwerp aan te snijden bij een volgend overleg met uw gewestelijke collega’s van Mobiliteit ? 5. Ziet u een mogelijkheid om de opstelstrook voor fietsters ook toegankelijk te maken voor motorrijders ? 6. a) Overweegt u de voorwaarden voor een fietsopstelstrook binnen afzienbare tijd te wijzigen ? b) Bent u van mening dat binnen een stad een fietspad noodzakelijk is om een fietssluis aan te leggen ? c) Zo ja, kan u uw mening verder toelichten ?

DO 2005200607332

DO 2005200607332

Question no 441 de M. Guido De Padt du 22 février 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 441 van de heer Guido De Padt van 22 februari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit : Alarmerende cijfers van de European Transport Safety Council over verkeersveiligheid. Onlangs presenteerde de European Transport Safety Council (ETSC) cijfers over de verkeersveiligheid die

Chiffres alarmants de l’European Transport Safety Council en matière de Sécurité routière. L’European Transport Safety Council (ETSC) a récemment présenté des chiffres en matière de Sécurité


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21854

routière qui sont tout sauf positifs, l’Union européenne comme pour la Belgique.

pour

allesbehalve rooskleurig zijn, zowel voor de Europese Unie als voor Belgie¨.

En 2004, les routes européennes ont fait quelque 43 500 tués. Chaque jour, 130 personnes trouvent donc la mort dans un accident de la route. Et les statistiques sont particulièrement inquiétantes pour les usagers de la route vulnérables et les motocyclistes.

In 2004 vielen er liefst 43 500 verkeersdoden op Europese wegen. Dagelijks komen er dus 130 mensen om bij verkeersongevallen. Vooral voor de zwakke weggebruikers en motorrijders zijn de statistieken bijzonder verontrustend.

Selon l’ETSC, le rythme de diminution du nombre de tués sur les routes au sein de l’Union européenne n’est pas suffisant pour permettre une baisse de moitié du nombre de victimes de la route à l’horizon 2010. Précédemment déjà, l’institut de recherche Transport & Mobility de Louvain était parvenu à des conclusions analogues. Les nouveaux E´tats membres, principalement, sont à la traıˆne mais la Belgique continue elle aussi à enregistrer de mauvais résultats en matière de Sécurité routière. Le fossé entre les pays qui enregistrent de bons et de mauvais résultats se creuse de plus en plus.

De mate waarin het aantal verkeersdoden in de Europese Unie daalt, is niet voldoende om het aantal verkeersslachtoffers te halveren tegen 2010, oordeelt het ETSC. Eerder kwam het Leuvense onderzoeksinstituut Transport & Mobility al tot gelijkaardige conclusies. Vooral de nieuwe lidstaten hinken achterop, maar ook Belgie¨ blijft slecht scoren op het vlak van verkeersveiligheid. De kloof tussen goed en slecht presterende landen wordt steeds groter.

Pour donner une nouvelle impulsion à la politique défaillante de l’Europe en matière de Sécurité routière, l’ETSC a diffusé toute une série de recommandations à l’intention de la Commission européenne comme des E´tats membres de l’Union européenne.

Om het falende Europese veiligheidsbeleid een nieuwe impuls te geven, lanceert het ETSC een hele reeks aanbevelingen, zowel voor de Europese Commissie als voor de Europese lidstaten.

Ainsi, l’ETSC plaide notamment en faveur du développement d’indicateurs nationaux de résultat, d’une méthodologie européenne pour la recherche scientifique en matière d’accidents de la route et de l’élaboration d’une directive européenne en vue de renforcer les controˆles transfrontaliers en matière de Sécurité routière. L’ETSC préconise en outre la transposition d’une directive relative au placement de rétroviseurs anti-angle mort dans les camions ainsi que l’élaboration d’une directive concernant les « daytime running lights » (phares fonctionnant de jour). L’organisation de Sécurité routière proˆne en outre un renforcement de l’e-safety, les dispositifs électroniques destinés à accroıˆtre la sécurité de la conduite automobile (par exemple, les témoins automatiques de nonbouclage de la ceinture de sécurité, les systèmes antidémarrage en cas d’alcoolémie excessive (« alcolocks ») et les limiteurs intelligents de vitesse).

Zo pleit de ETSC onder meer voor het ontwikkelen van nationale resultaatindicatoren, een Europese methodologie voor wetenschappelijk onderzoek naar verkeersongevallen, een Europese richtlijn rond meer grensoverschrijdende handhaving. De ETSC vraagt daarnaast ook de omzetting van een richtlijn rond het plaatsen van dodehoekspiegels in vrachtwagens en een richtlijn rond de « daytime running lights ». De verkeersveiligheidsorganisatie ijvert tot slot voor meer esafety, elektronica die het autorijden veiliger moet maken (bijvoorbeeld automatische gordelverklikkers, alcoholocks en intelligente snelheidsbegrenzers).

1. a) Pourriez-vous fournir une évaluation intermédiaire de l’objectif du gouvernement de réduire de moitié le nombre de tués sur les routes à l’horizon 2010 ?

1. a) Kan u een tussentijdse evaluatie geven over de doelstelling van de regering om het aantal verkeersdoden te halveren tegen 2010 ?

b) De quel pourcentage le nombre de tués sur les routes a-t-il diminué par rapport à l’année de référence 2000 ?

b) Met hoeveel percent is het aantal verkeersdoden gedaald ten opzichte van het referentiejaar 2000 ?

c) L’objectif sera-t-il atteint ?

c) Zal de doelstelling gehaald worden ?

2. ` quelles recommandations de l’ETSC accordeza) A vous la priorité ?

2. a) Welke aanbevelingen van het ETSC genieten uw prioritaire steun ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21855

b) Envisagez-vous de prendre de nouvelles initiatives en Conseil des ministres dans le cadre de ces recommandations ?

b) Overweegt u om rond deze aanbevelingen nieuwe initiatieven te nemen in de Raad van ministers ?

c) Avez-vous encore d’autres priorités ?

c) Heeft u nog andere prioriteiten ?


Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2005200607274

DO 2005200607274

Question no 93 de Mme Annelies Storms du 17 février 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : E´missions du trafic routier en Belgique.

Vraag nr. 93 van mevrouw Annelies Storms van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

En janvier 2006 sont parus les résultats d’une étude sur les émissions du trafic routier en Belgique pour la période 1990-2030, réalisée à la demande du SPF Mobilité et Transports et de la FEBIAC. Cette étude comporte une série de constats frappants.

In januari 2006 verschenen de resultaten van een studie over de emissies van het wegverkeer in Belgie¨ 1990-2030 die uitgevoerd werd in opdracht van de FOD Mobiliteit en Vervoer en Febiac. Deze studie bevat een aantal opmerkelijke vaststellingen.

Elle confirme la thèse selon laquelle une voiture aˆgée consomme davantage et pollue par définition davantage, ce que le ministre a contesté dans sa réponse à une question écrite (question no 59 du 21 avril 2005, Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 81, p. 13857). Depuis le début des années 1990, les normes EURO imposent pourtant aux constructeurs des normes d’émission de plus en plus sévères pour leurs véhicules.

Het onderzoek bevestigt de stelling dat een oude wagen meer verbruikt en per defintie meer vervuilt. De minister was het hiermee in zijn antwoord niet eens (vraag nr. 59 van 21 april 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 81, blz. 13857). Nochtans verplichten de EURO-normen aan constructeurs sedert begin de jaren 1990 om hun wagens te laten voldoen aan steeds strengere emissienormen.

L’étude susmentionnée confirme cela par des chiffres. Au cours de la période 1990-2005, on a observé une tendance à la baisse des émissions de gaz d’échappement nocifs par le trafic routier : − 5,4 % pour les PM (particules fines) , − 4,5 % pour les NOx (oxydes d’azote), − 7,1 % pour le CO, − 8,4 % pour les HC (hydrocarbures), les émissions de CO2 accusant elles une légère augmentation de 1,6 %, en dépit d’une forte augmentation du nombre de kilomètres parcourus annuellement. La même étude indique qu’entre 1990 et 2030, les émissions de particules fines diminueront de 90 %, celles d’oxydes d’azote de 70 %, celles de monoxyde de carbone de 80 % et celles d’hydrocarbures de 86 %.

De bovenvermelde studie staaft dit met cijfers. De emissie van schadelijke uitlaatgassen van wegverkeer vertoonde in de periode 1990-2005 een dalende trend : PM (fijn stof) − 5,4 %, NOx (stikstofoxiden) − 4,5 %, CO − 7,1 %, HC (koolwaterstoffen) − 8,4 %, en een lichte stijging van CO2 met 1,6 %, en dit ondanks een sterke toename van het jaarlijks aantal afgelegde meters. Tussen 1990 en 2030 zal de uitstoot van fijn stof met 90 % dalen, van stikstofoxiden met 70 %, van koolstofmonoxide met 80 % en van koolwaterstoffen met 86 %, aldus dezelfde studie.

Au 30 avril 2005, le parc automobile belge comptait 4 896 065 véhicules. Plus de 30 % de ces véhicules (soit 1 486 138) ont plus de 10 ans. Plus de 11 % de la tota-

Op 30 april 2005 bestond het Belgisch personenpark uit 4 896 065 wagens. Meer dan 30 % van deze wagens (1 486 138 stuks) zijn ouder dan 10 jaar. Meer dan


2005

Emissies van het wegverkeer in Belgie¨.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21856

lité du parc automobile (soit 541 962 véhicules) ont plus de 15 ans et 16,4 % (soit 803 909 véhicules) ne sont pas équipés d’un catalyseur. Ce sont précisément ces catégories de véhicules qui causent le plus de dommages à l’environnement. Une voiture soumise à la norme EURO I, qui date de 1992, pouvait émettre 3,16 g CO/ km. La norme actuelle s’élève à 0,5 g/km, ce qui signifie qu’une voiture aˆgée de 10 ans émet autant de CO qu’environ 6 nouvelles voitures.

11 % van het ganse wagenpark is ouder dan 15 jaar (541 962 stuks). 16,4 % (803 909 wagens) heeft geen katalysator. Net deze categoriee¨n van wagens zijn het meest belastend voor het milieu. Een wagen die moest voldoen aan de EURO I-norm die dateert van 1992 mocht 3,16 g CO/km uitstoten, met de huidige norm is dat 0,5 g/km. Dat betekent dat een wagen van 10 jaar oud het equivalent aan CO uitstoot van ongeveer 6 nieuwe wagens.

L’étude confirme ce raisonnement. Les voitures à essence très anciennes du parc automobile qui ne satisfont même pas à la norme EURO I ne représentent que 6 % du nombre total de km parcourus mais sont responsables de 36 % des émissions de NOx et de 13 % des émissions de particules fines.

De studie bevestigt dit. De erg oude benzinewagens in het wagenpark die zelfs niet aan de EURO I-norm voldoen, staan maar voor 6 % van het totaal afgelegde km in, maar zijn wel verantwoordelijk voor 36 % van de uitstoot van NOx en 13 % van het fijn stof.

1. a) Tiendrez-vous compte des résultats de cette étude dans le cadre de votre politique ?

1. a) Overweegt u rekening te houden met de resultaten van dit onderzoek in uw beleid ?

b) Dans l’affirmative, comment cela se traduira-t-il concrètement ?

b) Zo ja, waarin zal zal dit zich uiten ?

c) Dans la négative, pourquoi ? 2. a) Pensez-vous que la mise hors circulation anticipée des véhicules les plus anciens du parc automobile puisse influer sur les émissions ?

c) Zo neen, waarom niet ? 2. a) Bent u van oordeel dat het vervroegd uit omloop nemen van de oudste wagens van het wagenpark effect heeft op de emissies ?

b) Pourrait-on contribuer ainsi au respect des normes de Kyoto ? ` combien peut se chiffrer cette contribution ? c) A

b) Kan er op deze manier een bijdrage geleverd worden aan het behalen van de Kyoto-normen ?

3. a) Envisagez-vous des mesures pour inciter les propriétaires d’une voiture aˆgée à remplacer celleci par un véhicule plus récent et moins polluant ?

c) Hoe groot kan deze bijdrage zijn ? 3. a) Overweegt u maatregelen om personen die het bezit zijn van een oude wagen aan te zetten om hun wagen te vervangen door een recenter en minder vervuilend exemplaar ?

b) Dans l’affirmative, lesquelles ? c) Dans la négative, pourquoi ? 4. a) Envisagez-vous des mesures spécifiques pour la mise hors circulation des voitures qui ne sont pas encore équipées d’un catalyseur ?

b) Zo ja, op welke wijze ? c) Zo neen, waarom niet ? 4. a) Overweegt u specifieke maatregelen om wagens die nog niet uitgerust zijn met een katalysator uit het verkeer te nemen ?

b) Dans l’affirmative, lesquelles ? c) Dans la négative, pourquoi ?

b) Zo ja, welke ? c) Zo neen, waarom niet ?

DO 2005200607275

DO 2005200607275

Question no 94 de Mme Annelies Storms du 17 février 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : E´missions du parc de camions en Belgique. En janvier 2006 ont paru les résultats d’une étude consacrée aux émissions produites par le trafic auto-

Vraag nr. 94 van mevrouw Annelies Storms van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Emissies van het vrachtwagenpark in Belgie¨. In januari 2006 verschenen de resultaten van een studie over emissies van het wegverkeer in Belgie¨ 1990-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21857

mobile en Belgique au cours des années 1990-2030, étude réalisée à la demande du SPF Mobilité et Transports et de la Febiac. Les auteurs de cette étude ont fait un certain nombre de constats très intéressants.

2030 die uitgevoerd werd in opdracht van de FOD Mobiliteit en Vervoer en Febiac. Deze studie bevat een aantal opmerkelijke vaststellingen.

La croissance du nombre de kilomètres parcourus par des camions devrait beaucoup évoluer puisque ce nombre devrait passer de 5,6 milliards de kilomètres en 1990 à 11,5 milliards en 2030.

De groei in de afgelegde kilometers door vrachtwagens zou evolueren van 5,6 miljard voertuigkilometer in 1990 naar 11,5 miljard in 2030.

Des normes EURO sont également en vigueur pour les poids lourds diesel et les bus. La norme EURO IV actuelle n’autorise plus que 1,5 g CO/kWh; 0,46 g HC (hydrocarbures)/kWh; 3,5 g NOx (oxydes d’azote)/ kWh et 0,02 g PM (particules de suie)/kWh. Il s’agit donc d’une réduction considérable par rapport à la norme EURO I qui avait été instaurée en 1992.

Ook voor zware dieseltrucks en bussen zijn er EURO-normen van kracht. De huidige EURO IVnorm laat nog 1,5 g CO/kWh toe, 0,46 g HC (koolwaterstoffen) /kWh, 3,5 g NOx (stikstofoxiden) /kWh en 0,02 g PM (roetdeeltjes) /kWh. Dit is een aanzienlijke vermindering ten aanzien van de EURO I-norm die in 1992 ingevoerd werd.

Le 30 avril 2005, le parc automobile belge était constitué de 105 144 camions. Plus de 55 % de ces camions (58 409 unités) ont plus de 10 ans. Plus de 37 % des camions (39 135) ont plus de 15 ans. Or, ce sont précisément ces catégories de camions qui sont les plus nuisibles pour l’environnement.

Op 30 april 2005 bestond het Belgische wagenpark uit 105 144 vrachtwagens. Meer dan 55 % (58 409 stuks) zijn ouder dan 10 jaar. Meer dan 37 % van de vrachtwagens (39 135) zijn ouder dan 15 jaar. Net deze categoriee¨n van vrachtwagens zijn het meest belastend voor het milieu.

1. a) Estimez-vous que le fait de retirer plus toˆt de la circulation les camions les plus aˆgés est susceptible d’avoir un effet positif sur les émissions ?

1. a) Bent u van oordeel dat het vroeger uit omloop nemen van de oudste vrachtwagens een effect heeft op de emissies ?

b) Cette mesure est-elle selon vous de nature à contribuer à atteindre les normes de Kyoto ?

b) Kan er op deze manier een bijdrage geleverd worden aan het behalen van de Kyoto-normen ?

2. a) Envisagez-vous de prendre des mesures concernant spécifiquement les camions afin d’inciter à la fois les organisations et les particuliers à remplacer leur camion par un nouveau véhicule plus récent et moins polluant ?

2. a) Overweet u specifieke maatregelen voor vrachtwagens om organisaties en particulieren aan te sporen hun vrachtwagen te vervangen door een recenter en minder vervuilend exemplaar ?

b) Quelle pourrait être l’importance de cette contribution ?

b) Hoe groot kan deze bijdrage zijn ?

b) Dans l’affirmative, comment ?

b) Zo ja, op welke wijze ?

c) Dans la négative, pourquoi ?


3. a) Envisagez-vous de prendre d’autres mesures afin de réduire les émissions produites par les camions ?

3. a) Overweegt u andere maatregelen om de uitstoot door het vrachtverkeer te beperken ?


b) Zo ja, welke maatregelen ?




2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21858

Pensions

Pensioenen

DO 2005200607304

DO 2005200607304

Question no 150 de Mme Annemie Turtelboom du 20 février 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 150 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Pension de divorcé.

Pensioen van de uit de echt gescheidenen.

Les personnes divorcées ont droit à une pension d’isolé, calculée sur la base de 62,5 % du salaire de leur ex-conjoint pour les années de mariage.

Uit de echt gescheidenen hebben recht op een pensioen van alleenstaande berekend op 62,5 % van het loon van hun ex-echtgenoot voor de jaren dat men was gehuwd.

1. Quel était, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005, dans le régime des travailleurs salariés, le surcouˆt global de la pension de divorcé, majorée de la pension du partenaire, comparé à la pension de ménage ?

1. Wat was in 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het stelsel van de werknemers de globale meerkost van het pensioen van de uit de echt gescheidenen verhoogd met het pensioen van de partner, tegenover het gezinspensioen ?

2. Quel était, pour les années 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005, dans le régime des travailleurs salariés, le surcouˆt de la pension de divorcé majorée de la pension du partenaire, comparé à la pension de ménage, pour les cas ou` le conjoint disposait au cours de sa carrière professionnelle d’un revenu moyen de 50 000 euros, alors que la conjointe n’avait pas de revenu professionnel et que le mariage a duré 20 ans ?

2. Wat was in 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het stelsel van de werknemers de meerkost van het pensioen van de uit de echt gescheidenen verhoogd met het pensioen van de partner, tegenover het gezinspensioen voor een situatie waarbij de man een gemiddeld inkomen heeft van 50 000 euro tijdens zijn loopbaan en zijn vrouw niet ging werken en het huwelijk 20 jaar heeft geduurd ?

3. Quel était en 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005, dans le régime des travailleurs salariés, le surcouˆt de la pension de divorcé majorée de la pension du partenaire, comparé à la pension de ménage, pour les cas ou` le conjoint disposait au cours de sa carrière professionnelle d’un revenu moyen de 50 000 euros, alors que sa conjointe travaillait à mi-temps et disposait d’un revenu moyen de 10 000 euros et que le mariage a duré 20 ans ?

3. Wat was in 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het stelsel van de werknemers de meerkost van het pensioen van de uit de echt gescheidenen verhoogd met het pensioen van de partner, tegenover het gezinspensioen voor een situatie waarbij de man een gemiddeld inkomen heeft van 50 000 euro tijdens zijn loopbaan en zijn vrouw halftijds ging werken met een gemiddeld inkomen van 10 000 euro, waarbij het huwelijk 20 jaar heeft geduurd ?

4. Les femmes divorcées doivent-elles réellement avoir un domicile différent pour pouvoir bénéficier d’une pension de divorcé ?

4. Is het voor uit de echt gescheiden vrouw noodzakelijk om een verschillende woonplaats te hebben om een pensioen als uit de echt gescheidene te genieten ?

Ministre de l’Emploi

Minister van Werk

DO 2005200607289

DO 2005200607289

Question no 455 de Mme Nathalie Muylle du 20 février 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :

Vraag nr. 455 van mevrouw Nathalie Muylle van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Werk :

Ligne d’assistance psychologique aux agriculteurs (Agricall).

Psychologische hulplijn voor landbouwers (Agricall).

Dans la foulée des scandales successifs de la peste porcine, des crises de la dioxine et de la peste aviaire,

Eind 2000 werd na de opeenvolgende schandalen van varkenspest, dioxinecrisissen en vogelpest de


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21859

une ligne d’assistance psychologique aux agriculteurs, « Agricall », a été mise en place. Cette initiative fédérale se propose d’offrir une écoute aux agriculteurs en difficulté. De nombreux appels proviendraient de la Flandre occidentale.

pychologische hulplijn voor landbouwers, « Agricall » opgericht. Het is een federaal initiatief om voor de mensen uit de landbouwsector die het niet meer zien zitten een hulp te bieden. Er zouden vooral uit WestVlaanderen veel oproepen komen.

1. Combien d’appels en provenance de la Flandre occidentale la ligne d’assistance a-t-elle reçus en 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005 ?

1. Hoeveel oproepen kwamen er vanuit WestVlaanderen in de jaren 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 ?

2. Quel pourcentage du nombre global d’appels ces appels représentent-t-ils ? 3. Quelles raisons spécifiques motivent ces appels ?

2. Welk percentage van de oproepen is dit ? 3. Wat zijn de specifieke redenen voor een oproep ?

DO 2005200607313

DO 2005200607313

Question no 456 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) au ministre de l’Emploi :

Vraag nr. 456 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Werk :
















2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21860

2. a) Quelles démarches (écrites) concrètes les travailleurs démissionnaires doivent-ils, au besoin, entreprendre d’abord eux-mêmes à l’égard de leurs anciens employeurs et, le cas échéant, des secrétariats sociaux intervenants et mandatés ? ` quelles instances de controˆle sociales et/ou fiscab) A les les employés lésés peuvent-ils ensuite s’adresser directement eux-mêmes pour faire valoir rapidement et résolument leurs droits ? 3. Sous quelles conditions, dans quelle mesure et quand les employés peuvent-ils éventuellement bénéficier légalement d’intérêts de retard ou compensatoires lorsque l’ancien employeur a versé tardivement ou n’a pas du tout versé le dernier salaire mensuel et/ou le pécule de vacances anticipé ? 4. Quelles initiatives coordinatrices et énergiques ont été prises en l’occurrence — afin d’éviter ces problèmes humains et ces situations kafkaıënnes — par l’ensemble des autorités fédérales afin de mettre en œuvre dans les meilleurs délais les « simplifications » nécessaires en la matière, de sorte que toutes les instances concernées puissent elles-mêmes, au besoin avec l’autorisation écrite préalable des employés démissionnaires, recueillir directement les informations antérieures requises concernant le salaire et l’occupation par le biais de banques de données centrales spécifiques de l’ONSS et d’autres instances ou de registres et fichiers sociaux ? Les droits sociaux et financiers des travailleurs démissionnaires ne peuvent par ailleurs jamais être lésés ou leur exercice retardé par les comportements négligents et répréhensibles de leurs anciens employeurs. 5. Pouvez-vous, à cet égard, faire part, point par point, de vos méthode et conception générales actuelles, tant à la lumière de l’ensemble des dispositions légales et réglementaires sociales et fiscales en vigueur en la matière que dans le cadre d’une politique de l’emploi respectueuse des intérêts de la clientèle et du personnel, simplifiée et équilibrée ?

2. a) Welke concrete stappen moeten de ontslagnemende werknemers desnoods zelf eerst (schriftelijk) ondernemen ten overstaan van hun exwerkgevers en desgevallend ten overstaan van de tussenkomende en gemandateerde sociale secretariaten ? b) Tot al welke sociale en/of fiscale controleinstanties kunnen de benadeelde bedienden zich naderhand zelf rechtstreeks wenden om al hun rechten dienaangaande snel en kordaat te doen gelden ? 3. Onder al welke voorwaarden, in welke mate en wanneer kunnen de bedienden eventueel wettelijk aanspraak maken op vergoedende of nalatigheidsinteresten wanneer de gewezen werkgever het laatste maandloon en/of het vervroegd vakantiegeld laattijdig of zelfs helemaal niet wil uitbetalen ? 4. Welke overkoepelende en krachtdadige initiatieven werden dienaangaande — ter voorkoming van dergelijke menselijke problemen en kafkaiaanse toestanden — door alle betrokken federale overheden tot nu toe gebeurlijk reeds getroffen om op dat vlak snel de nodige « vereenvoudigingen » door te voeren, zodoende dat alle betrokken instanties zelf, desnoods met de voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de ontslagnemende bedienden, de vereiste vorige tewerkstellings- en looninformatie rechtstreeks kunnen inwinnen via specifieke centrale RSZ- en andere databanken of sociale registers en bestanden ? De sociale en financie¨le rechten van de ontslagnemende werknemers mogen trouwens nooit worden geschaad of vertraagd door de nalatige en laakbare houdingen van hun ex-werkgevers. 5. Kan u dienaangaande en punt per punt, zowel in het licht van alle terzake vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen van sociale en fiscale aard, als in het kader van een klanten personeelsvriendelijk, vereenvoudigd en evenwichtig tewerkstellingsbeleid uw huidige ziensen handelwijze meedelen ?

DO 2005200607323

DO 2005200607323

Question no 457 de Mme Maggie De Block du 21 février 2006 (N.) au ministre de l’Emploi : Accidents du travail. — Secteurs d’activités à risque. Dans l’avis no 1508 rendu par le CNT le 24 mars 2005 sur la transposition de la directive 2002/14/CE du Parlement européen et du Conseil du 11 mars 2002 établissant un cadre général relatif à l’information et la consultation des travailleurs dans la Communauté européenne, les représentants de la CSC et de la FGTB

Vraag nr. 457 van mevrouw Maggie De Block van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Werk : Arbeidsongevallen. — Sectoren met risicoactiviteiten. In het het NAR-advies nr. 1508 van 24 maart 2005 over de omzetting van richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap wijzen de vertegenwoordigers


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21861

soulignent que plus de la moitié des accidents du travail graves se produisent dans des PME. De plus, les PME de différents secteurs sans représentation des travailleurs sont semble-t-il confrontées à une fréquence accrue d’accidents du travail. Selon les organisations syndicales, l’explication selon laquelle cette fréquence plus élevée d’accidents du travail dans les PME est occasionnée par les risques importants liés à la nature des activités dans quelques secteurs de PME typiques ne tient pas la route. Les représentants des organisations syndicales se réfèrent par contre à une étude du Fonds des Accidents du Travail qui révèle que les accidents du travail se produisent majoritairement dans les secteurs d’activités à risque. Nombre de ces secteurs comptent proportionnellement beaucoup de PME et de travailleurs manuels. Des études sectorielles du Fonds des Accidents du Travail montrent semble-t-il qu’il n’existe aucune relation avec la représentation syndicale. 1. Pouvez-vous prouver à l’aide des chiffres et des éventuelles études des années précédentes que les accidents du travail surviennent principalement dans les secteurs d’activités à risque ? 2. Quels sont précisément ces secteurs d’activités à risque ? 3. Est-il exact que nombre de ces secteurs à risque comptent proportionnellement davantage de PME et de travailleurs manuels, par rapport à des secteurs comptant surtout de grandes entreprises ? 4. Dispose-t-on d’études qui montrent que l’argument des risques importants liés à la nature des activités dans des secteurs de PME typiques est secondaire par rapport à la présence ou non d’une représentation des travailleurs dans les petites et moyennes entreprises ?

van het ACV en ABVV erop dat meer dan de helft van de zware arbeidsongevallen zich voordoet in KMO’s. Bovendien blijken KMO’s in uiteenlopende sectoren zonder werknemersvertegenwoordiging meer frequente arbeidsongevallen te hebben. Dat de hoge frequentie van de arbeidsongevallen in KMO’s veroorzaakt wordt door de hoge risico’s van de aard van de activiteiten in enkele typische KMO-sectoren, gaat volgens deze organisaties niet op.

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

De vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties daarentegen halen een studie van het Fonds voor Arbeidsongevallen aan waaruit blijkt dat arbeidsongevallen hoofdzakelijk gebeuren in sectoren met risicoactiviteiten. Veel van die sectoren blijken verhoudingsgewijs meer KMO’s en veel handenarbeiders te tellen. Sectorstudies van het Fonds voor Arbeidsongevallen zouden aantonen dat er geen enkele relatie met vakbondsvertegenwoordiging bestaat. 1. Kan u aan de hand van de cijfers en eventueel studies van de afgelopen jaren aantonen dat arbeidsongevallen hoofdzakelijk gebeuren in sectoren met risicoactiviteit ? 2. Wat zijn precies de sectoren met risicoactiviteit ? 3. Klopt het dat veel van die risicosectoren verhoudingsgewijs veel KMO’s en handarbeiders tellen in vergelijking met vooral grote ondernemingen ? 4. Zijn er studies die aantonen dat het argument van de hoge risico’s van de aard van de activiteiten in typische KMO-sectoren ondergeschikt is aan het al of niet aanwezig zijn van werknemersvertegenwoordiging in kleine en middelgrote ondernemingen ?

DO 2005200607256

DO 2005200607256

Question no 82 de M. David Geerts du 16 février 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 82 van de heer David Geerts van 16 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Fiscale voordelen op voertuigen voor personen met een handicap. Een aantal categoriee¨n van « personen met een handicap » hebben recht op fiscale voordelen op voer-

Avantages fiscaux sur les véhicules pour les personnes handicapées. Certaines catégories de « personnes handicapées » ont droit à des avantages fiscaux sur les véhicules.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21862

Pour pouvoir en bénéficier, il faut être soit complètement aveugle, soit paralysé des membres supérieurs, soit être atteint d’une invalidité permanente de 50 % à la suite d’une blessure aux membres inférieurs.

tuigen. Zo dient men bijvoorbeeld volledig blind te zijn, verlamd te zijn aan de bovenste ledematen, een blijvende invaliditeit van 50 % te hebben omwille van een letsel aan de onderste ledematen.

Toutefois, certaines personnes n’ont pas droit à ces avantages sur la base des catégories actuelles alors qu’elles souffrent d’un handicap lourd entravant leur mobilité. Prenons par exemple les personnes atteintes d’une forme aigue¨ du syndrome de Down. La mobilité de ces personnes est souvent extrêmement réduite.

Er zijn echter mensen met een zware handicap, die ook niet mobiel zijn, maar volgens de huidige categoriee¨n niet in aanmerking komen. Zo neem ik als voorbeeld mensen die een zeer zware vorm hebben van het syndroom van Down. Vaak habben zij ook een zeer beperkte mobiliteit.

J’estime donc qu’il convient d’envisager une extension des catégories d’ayants droit. La détermination de ces catégories requiert à mon avis la collaboration du SPF Finances.

Derhalve meen ik dat een uitbreiding van de rechthebbende in overweging dient genomen te worden. Een samenwerking met FOD Financie¨n lijkt mij noodzakelijk om deze categorie vast te stellen.

1. Envisagez-vous d’examiner la d’étendre les catégories d’ayants droit ?

possibilité

1. Overweegt u een uitbreiding van de categoriee¨n te onderzoeken ?

2. Envisagez-vous de créer à cette fin un groupe de travail en collaboration avec le SPF Finances ?

2. Overweegt u hiervoor een werkgroep op te richten met de FOD Financie¨n ?

DO 2005200607258

DO 2005200607258

Question no 83 de M. David Geerts du 16 février 2006 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 83 van de heer David Geerts van 16 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Visite à domicile effectuée par le médecin-controˆleur.

Huisbezoek van de controlearts.

Lorsqu’une personne handicapée se trouve dans l’impossibilité de se rendre chez le médecin désigné en vue d’un controˆle, la direction générale Personnes handicapées organise une visite domiciliaire chez le demandeur.

Wanneer personen met een handicap niet in de mogelijkheid verkeren om zelf op controle te gaan bij de aangeduide geneesheer, regelt de administratie Personen met een Handicap een bezoek bij de aanvrager thuis.

Or, la lettre annonçant cette visite à domicile ne précise ni la date, ni l’heure de la visite. Sans doute l’administration estime-t-elle que la personne handicapée n’est de toute façon pas en mesure de quitter son domicile.

Op de brief omtrent dit bezoek wordt geen gewag gemaakt van datum en uur. De redenering hierachter kan zijn dat de betrokkene het huis toch niet kan verlaten.

Il se peut toutefois que la personne concernée quitte quand même son domicile, par exemple pour se rendre dans un centre d’accueil de jour.

Evenwel kan de betrokkene het huis wel verlaten, bijvoorbeeld om op dagverblijf te gaan.

Ce n’est pas parce qu’une personne handicapée arrive à quitter sa maison graˆce à une précieuse aide (professionnelle) extérieure qu’elle est en mesure de se déplacer à tout moment.

Het is niet omdat deze mensen met veel hulp van (professionele) externen toch het huis kunnen verlaten, dat zij steeds in de mogelijkheid zijn om zich bijvoorbeeld te verplaatsen.

Eˆtes-vous disposée à préciser la date et l’heure de la visite domiciliaire du médecin-controˆleur ?

Bent u bereid om de datum en uur van het bezoek van de controlearts te vermelden ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21863

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

DO 2005200607245

DO 2005200607245

Question no 870 de M. Francis Van den Eynde du 15 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 870 van de heer Francis Van den Eynde van 15 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Problèmes sérieux.

NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Ernstige problemen.

De nombreux voyageurs sont mécontents du service sur la ligne Turnhout-Manage.

Heel wat treinriezigers zijn ontevreden over de lijn Turnhout-Manage en omgekeerd.

Les trains qui desservent cette ligne aux heures de pointe, outre le fait qu’ils sont bondés, sont l’objet des plaintes suivantes : les voitures sont sales, le mauvais fonctionnement des interphones rend incompréhensibles les communications aux passagers, les lampes sont souvent endommagées et, de plus, le train est régulièrement supprimé. Cette situation serait due en grande partie au fait que le train circulant entre Bruxelles et Manage est souvent la cible d’actes de vandalisme.

Niet alleen zijn de treinen die op deze lijn tijdens de piekuren rijden vaak overvol, maar bovendien zijn er de volgende klachten met betrekking tot de treinen die op de lijn worden ingezet : ze zijn vuil, de intercom functioneert zeer slecht zodat de mededelingen onverstaanbaar zijn, de lampen zijn heel vaak stuk en bovendien gebeurt het regelmatig dat de trein afgeschaft is. Dit zou veel te maken hebben met het feit dat de trein tussen Brussel en Manage vaak door vandalen wordt beschadigd.

Selon le personnel des chemins de fer, des jeunes gens placés dans un établissement ouvert à Soignies « s’amuseraient » à dégrader les voitures.

Volgens het spoorwegpersoneel zouden jongeren uit een open instelling uit Soignies er plezier in scheppen de voertuigen zwaar te beschadigen.

1. La SNCB est-elle informée du problème ?

1. Is de NMBS van de problematiek op de hoogte ?

2. Comment explique-t-on que des problèmes sérieux se posent si fréquemment sur cette ligne en particulier ? 3. Quelles solutions envisage-t-on ?

2. Aan wat is het te wijten dat precies deze lijn zo vaak met ernstige problemen te kampen heeft ? 3. Welke oplossingen worden er in het vooruitzicht gesteld ?

DO 2005200607248

DO 2005200607248

Question no 871 de M. Francis Van den Eynde du 15 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :


La Poste. — Suppression de boıˆtes aux lettres. — Communication à l’administration communale et aux riverains.

De Post. — Weghalen van bussen. — Verwittiging van gemeentebestuur en buurtbewoners.

La Poste a récemment supprimé deux boıˆtes aux lettres à Lovendegem parce qu’elles étaient situées trop près du bureau de poste au centre de la commune.

Onlangs heeft De Post twee bussen weggehaald in Lovendegem en dit omdat ze te dicht bij het postkantoor in het centrum van de gemeente opgesteld stonden.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21864

L’administration communale n’a pas été informée de cette mesure et il en va probablement de même pour les riverains. E´tant donné qu’aucun contact préalable n’avait été établi avec l’administration communale, La Poste ne pouvait vraisemblablement pas savoir qu’elle procédait à la suppression des boıˆtes aux lettres précisément au moment ou` des travaux de voirie, rendant l’accès au bureau de poste très difficile, étaient en cours au centre de la commune.

Het gemeentebestuur werd hiervan niet op de hoogte gebracht en dus waarschijnlijk ook niet de bevolking uit de buurt.

1. Ne serait-il pas recommandé que lorsque La Poste prend de telles mesures, elle en avertisse au moins l’administration communale et les riverains ?

1. Zou het geen aanbeveling verdienen dat wanneer De Post tot gelijkaardige beslissingen overgaat ze op zijn minst het gemeentebestuur en de mensen uit de buurt op voorhand zou verwittigen ?

2. Ne serait-ce pas là une manière d’améliorer la coordination entre La Poste, d’une part, et les administrations communales, de l’autre ?

2. Zou op deze wijze geen betere coo¨rdinatie kunnen verkregen worden tussen De Post enerzijds en de gemeentebesturen anderzijds ?

DO 2005200607249

DO 2005200607249

Question no 872 de M. Francis Van den Eynde du 16 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — E´tat de certaines gares bruxelloises.


Plusieurs voyageurs dénoncent la saleté et l’insécurité dans les gares bruxelloises, une situation qui ne cesse d’ailleurs de se dégrader.

Volgens een aantal reizigers worden de stations uit het Brusselse steeds vuiler en onveiliger.

Ainsi, les panneaux d’affichage de la gare de Jette sont régulièrement tagués, ce qui les rend illisibles, et l’éclairage est en panne depuis des mois. ` chaque fois que les graffitis sont enlevés dans le A passage sous-voie de cette gare, les tagueurs frappent à nouveau dans les 24 heures.

Zo worden de informatieborden van het station van Jette regelmatig door graffiti onleesbaar gemaakt en is de verlichting er bovendien maandenlang stuk.

Certains voyageurs ont, de plus, remarqué que le personnel de la SNCB n’est pas vraiment adéquatement équipé pour remédier au problème. En effet, les préposés en sont réduits à éliminer les tags en badigeonnant les murs graffités de chaux au moyen d’une sorte de brosse à encoller.

Volgens sommige reizigers valt het bovendien op dat het NMBS-personeel, dat het probleem moet aanpakken, ook niet over het meest geschikte materiaal beschikt. Ze moeten de zaak aanpakken met witkalk en met een soort pap-borstel.

Dans la gare de Bockstael, les feux de poubelles sont un phénomène plus que récurrent, à tel point qu’il a été décidé récemment d’enlever les poubelles, avec toutes les conséquences que cette mesure comporte pour la propreté de la gare.

In het Bockstaelstation worden dan weer meer dan regelmatig vuilnisemmers in brand gestoken zodat er onlangs besloten werd deze vuilnisemmers te verwijderen, met alle gevolgen vandien voor de netheid van het station.

En plus de tout cela, l’insécurité dans les deux gares susmentionnées est criante (jeunes qui zonent dans ou aux abords de la gare, etc.). Fin janvier 2006, la gare de Jette était encore le théaˆtre d’une violente bagarre.

Beide hierboven vermelde stations zijn bovendien ronduit onveilig (hangjongeren, enzovoort). In dat van Jette was er eind januari 2006 nog een serieuze vechtpartij.


2005

Vermits er geen voorafgaand contact was met het gemeentebestuur kon De Post waarschijnlijk ook niet weten dat ze de postbussen liet verwijderen precies op het ogenblik dat een aantal straatwerken in het centrum het bereiken van het postkantoor zeer moeilijk maken.

NMBS. — Toestand van een aantal Brusselse spoorwegstations.

Telkens de graffititekeningen verwijderd worden in de tunnel die in dat station onder de sporen loopt, staan ze er 24 uur later terug.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21865

Enfin, la situation serait également particulièrement grave dans les gares de Schaerbeek et d’Etterbeek.

Ook de stations van Schaarbeek en Etterbeek zouden het zwaar te verduren hebben.

Quelles mesures la SNCB a-t-elle prises pour remédier à cet état de choses ?

Welke maatregelen werden er door de NMBS getroffen om dit te verhelpen ?

DO 2005200607252

DO 2005200607252

Question no 873 de M. Jef Van den Bergh du 16 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 873 van de heer Jef Van den Bergh van 16 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Clé de répartition 60/40 pour les crédits d’investissement.

NMBS. — 60/40-verdeling van de investeringskredieten.

Les crédits d’investissement destinés à l’infrastructure ferroviaire sont répartis entre la Flandre et la Wallonie selon une clé 60/40. Les chiffres relatifs aux investissements dans le trafic ferroviaire dans les différentes régions pour les années 2003 et 2004 reflètent plutoˆt une proportion 55/44.

De investeringskredieten voor de infrastructuur tussen Vlaanderen en Wallonie¨ worden verdeeld volgens een 60/40-sleutel. De cijfers aangaande de investeringen in het spoorwegverkeer in de gewesten voor 2003 en 2004 wijzen echter naar een verhouding die eerder naar 55/44 neigt.

Pourriez-vous me faire savoir quels moyens ont été investis en 2005 dans le trafic ferroviaire dans les différentes régions (la Flandre, la Wallonie et Bruxelles, d’une part, et les investissements non localisables, d’autre part), exprimés en millions d’euros et en pourcentage du montant global ?

Kan u meedelen de investeringen in het spoorwegverkeer in de gewesten (Vlaanderen, Brussel, Wallonie¨ en de niet lokaliseerbare investeringen) in 2005 en dit in miljoenen euro en in procent van het totaal ?

DO 2005200607260

DO 2005200607260

Question no 875 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 875 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Publications de partis politiques.

De Post. — Publicaties van politieke partijen.

La Poste ne distribue pas les publications de partis politiques dans les boıˆtes aux lettres sur lesquelles figure un autocollant « pas de publicité svp ». Contrairement aux journaux d’information communaux, ces publications de partis politiques sont considérées comme des imprimés non adressés.

De Post bestelt geen publicaties van politieke partijen in de brievenbussen met een zelfklever « geen reclame aub ». Deze publicaties worden beschouwd als niet-geadresseerd drukwerk. Gemeentelijke informatiebladen daarentegen worden niet beschouwd als niet-geadresseerd drukwerk.

D’un point de vue démocratique, cette différence de traitement me semble injustifiable. La Poste précise à ce sujet que les critères régissant la distribution de ce type de courrier ont été établis en concertation avec les autorités et le secteur de la distribution.

Een dergelijk verschillende behandeling lijkt mij vanuit democratisch oogpunt niet te verantwoorden. De Post zegt hierover dat de criteria hierover in overleg met de overheid en de distributiesector werden opgesteld.

1. Quels critères s’appliquent-ils à la distribution de journaux d’information, de publications de partis politiques et d’imprimés non adressés ?

1. Wat zijn de criteria die opgesteld werden voor de verspreiding van informatiebladen, publicaties van politieke partijen en niet-geadresseerd drukwerk ?

2. Qu’entend-on par « journaux d’information communaux » ?

2. Wat verstaat men onder gemeentelijke informatiebladen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21866

3. a) Qu’entend-on par « publications émanant de partis politiques » ?

3. a) Wat verstaat men onder publicaties uitgaande van politieke partijen ?

b) Opère-t-on une distinction entre les différents types de publications des partis politiques (pamphlet, dépliant, journal, journal de section, etc.) ?

b) Wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen soorten publicaties van die politieke partijen (pamflet, folder, krant, afdelingstijdschrift, enzovoort) ?

4. Quelles mesures ont-elles été prises pour que les publications émanant de partis politiques soient distribués dans toutes les boıˆtes aux lettres ?

4. Welke maatregelen werden getroffen opdat publicaties van politieke partijen in alle brievenbussen worden gedeponeerd ?

DO 2005200607262

DO 2005200607262



SNCB. — Comité consultatif des usagers auprès de la SNCB. — Accueil sur les quais. — Programme « Revalor ».

NMBS. — Comité van Gebruikers. — Onthaal op de perrons. — « Revalor-programma ».

Dans son avis 05/39, le Comité consultatif des usagers auprès de la SNCB critique le programme « Revalor » concernant l’accueil sur les quais. Selon le Comité, les normes générales ne tiennent pas suffisamment compte des caractéristiques propres à chaque gare. D’autre part, le Comité estime peu crédible la tentative de fixer les catégories de gares, la classification des gares oubliant complètement la fonction spécifique de certaines gares et de certains points d’arrêt et étant fondée exclusivement sur le nombre moyen de voyageurs recensés au cours des cinq dernières années. Un autre point délicat est l’énorme différence entre la théorie et sa concrétisation sur le terrain. Le Comité estime dès lors qu’il convient de réviser en profondeur les normes et les critères du programme « Revalor ».

Met zijn advies 05/39 heeft het Comité van Gebruikers bij de NMBS kritiek op het « Revalor-programma » in het kader van het onthaal op de perrons. Volgens het Comité houden de algemeen geldende normen te weinig rekening met de plaatselijke situatie die van station tot station grondig kan verschillen. Anderzijds is volgens het Comité de poging om de stationscategoriee¨n vast te leggen ongeloofwaardig omdat er geen rekening wordt gehouden met de specifieke functie van een aantal stations en stopplaatsen en alleen wordt gekeken naar het gemiddelde aantal getelde reizigers van de voorbije vijf jaar. Een ander heikel punt is de opvallende discrepantie tussen de theorie en haar concrete invulling op het terrain. Daarom moet er volgens het Comité ernstig gesleuteld worden aan de normen en criteria van « Revalor ».

1. Partagez-vous cette analyse ?

1. Bent u het hiermee eens ?

2. Quelles mesures avez-vous prises, le cas échéant, pour remédier à cette situation ?

2. Welke maatregelen desgevallend heeft u genomen om hieraan een oplossing te bieden ?

DO 2005200607265

DO 2005200607265



La Poste. — Villes et Communes. — Restructuration du réseau des boıˆtes postales.

De Post. — Steden en gemeenten. — Herschikking postbussen.

Les villes et communes ont exprimé une grande inquiétude face à la restructuration du réseau des boıˆtes postales.

Er heerst grote ongerustheid bij de steden en gemeenten met betrekking tot het herschikken van postbussen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21867

1. Pouvez-vous indiquer ou` les boıˆtes postales sont supprimées dans les villes et communes flamandes ? De combien de boıˆtes s’agit-il au total ? 2. Quels critères sont appliqués en l’espèce ? 3. Quand cette opération sera-t-elle terminée ?

1. Kan u meedelen hoeveel en waar er in Vlaanderen postbussen worden weggenomen in de steden en gemeenten ? 2. Welke criteria worden hiervoor gehanteerd ? 3. Op welke termijn gebeurt dit ?

DO 2005200607266

DO 2005200607266

Question no 878 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : La Poste. — Fermeture des bureaux de poste. — Points Poste. La suppression de certains bureaux de poste suscite beaucoup d’inquiétude. Quelque 40 bureaux devraient être fermés d’ici à l’été. La Poste envisagerait même la fermeture de 80 à 100 bureaux de poste pour la fin de 2006. Ils seront remplacés par les « Points Poste ».

Vraag nr. 878 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : De Post. — Sluiting postkantoren. — Postpunten.

1. Pouvez-vous indiquer dans quelles villes et communes les bureaux de poste seront supprimés ? 2. Seront-ils systématiquement remplacés par des Points Poste ?

Er bestaat grote ongerustheid met betrekking tot het verdwijnen van postkantoren. Voó´r de zomer zouden er 40 worden gesloten. Tegen het einde van 2006 zou De Post zelfs 80 tot 100 postkantoren willen sluiten. In de plaats van deze postkantoren zullen er zogenaamde « postpunten » komen. 1. Kan u meedelen in welke steden en gemeenten er postkantoren zullen verdwijnen ? 2. Zullen deze steeds vervangen worden door postpunten ?

DO 2005200607267

DO 2005200607267

Question no 879 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Train Turnhout-Manage. — Week-end. 1. Est-il prévu de faire rouler le train TurnhoutManage également le week-end ? 2. Dans l’affirmative, à partir de quand ? 3. Dans la négative, pourquoi ?

Vraag nr. 879 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Trein Turnhout-Manage. — Weekeinde. 1. Bestaan er plannen om de trein TurnhoutManage ook in het weekeinde te laten rijden ? 2. Zo ja, vanaf wanneer ? 3. Zo neen, waarom niet ?

DO 2005200607269

DO 2005200607269

Question no 880 de M. Jan Mortelmans du 17 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Mécontentement des navetteurs concernant le traitement de leurs réclamations par courriel. Les navetteurs de la ligne Turnhout-Manage se plaignent de la mauvaise gestion de leurs réclamations par courriel.

Vraag nr. 880 van de heer Jan Mortelmans van 17 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Slechte afhandeling klachten van pendelaars via e-post.


2005

De pendelaars op de lijn Turnhout-Manage klagen over de slechte afhandeling van hun klachten via epost. 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21868

1. Ces plaintes sont-elles fondées ?

1. Klopt dit ?

2. Quelles mesures a-t-on, le cas échéant, prises pour remédier à cette situation ?

2. Welke maatregelen werden desgevallend getroffen om dit te verhelpen ?

DO 2005200607270

DO 2005200607270



SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Accrochage et décrochage de rames superflues à Bruxelles-Midi.

NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Af- en aankoppeling van overtallige treinstellen in Brussel-Zuid.

En ce qui concerne la ligne Turnhout-Manage, la possibilité d’accrochage et de décrochage des rames superflues à Bruxelles-Midi (en raison du vandalisme) est actuellement à l’étude.

Wat de lijn Turnhout-Manage betreft, wordt onderzocht of de overtollige treinstellen in Brussel-Zuid kunnen af- en aangekoppeld worden in plaats van ze te laten doorrijden naar Manage (omwille van vandalisme).

Quelles sont les conclusions de cette étude ?

Wat is het resultaat van dat onderzoek ?

DO 2005200607271

DO 2005200607271



SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Retards des trains.

NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Treinvertragingen.

Les retards sont assez importants jusqu’ici sur la ligne Turnhout-Manage. Vous avez reconnu qu’au cours des derniers mois, la ponctualité des trains était moins bonne dans les deux directions.

De lijn Turnhout-Manage kent tot op heden nogal wat vertragingen. U erkende dat de stiptheid de voorbije maanden minder goed was voor de beide richtingen.

Pouvez-vous préciser quel a été le degré de ponctualité de janvier à décembre 2005 et en janvier 2006, ainsi que les causes des retards ?

Kan u meedelen voor januari tot december 2005 en januari 2006 wat de stiptheid bedroeg en wat de oorzaken zijn voor de vertragingen ?

DO 2005200607290

DO 2005200607290



SNCB. — Train Anvers-Hasselt. — Incident survenu à Lierre.

NMBS. — Trein Antwerpen-Hasselt. — Incident in Lier.

Le jeudi 16 février 2006, un incident inhabituel s’est produit sur la ligne Anvers-Hasselt. Le train de 8.34 heures au départ d’Anvers-Central est parti en direc-

Op donderdag 16 februari 2006 deed er zich een merkwaardig incident voor met de trein van 8.34 u die vanuit Antwerpen-Centraal vertrok richting Hasselt.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21869

tion de Hasselt, s’est arrêté à Lierre d’ou` il est reparti quelques minutes plus tard, sans que les portes se soient ouvertes dans l’intervalle. Le prochain arrêt était Heist-op-den-Berg. Les voyageurs à destination de Lierre ou qui auraient duˆ changer de train à Lierre ont été contraints de prendre un autre train à Heist-opden-Berg pour retourner à Lierre. 1. Eˆtes-vous au courant de cet incident ? 2. Quelle en est la cause ?

In Lier aangekomen, stopt de trein, maar de deuren gaan niet open en na enkele minuten vertrekt hij opnieuw. De eerstvolgende halte was dan Heist-op-denBerg. De reizigers bestemming Lier of mensen die moesten overstappen in Lier, moesten dus opnieuw een trein nemen in Heist-op-den-Berg om in Lier te geraken. 1. Bent u van dit incident op de hoogte ? 2. Wat is de oorzaak hiervan ?

3. Quelles mesures avez-vous prises pour éviter qu’un tel incident ne se reproduise ?

3. Welke maatregelen heeft u getroffen om dit in de toekomst te vermijden ?

4. Les voyageurs lésés ont-ils droit à une compensation ?

4. Hebben de gedupeerde reizigers recht op een compensatie ?

DO 2005200607292

DO 2005200607292



La Poste. — Bureaux de poste fixes. — Distorsion communautaire.

De Post. — Vaste postkantoren. — Communautaire scheeftrekking.

Actuellement, notre pays compterait environ 1300 bureaux de poste fixes, ce qui revient à une moyenne de 13 bureaux par 100 000 habitants. La Flandre compterait 11 bureaux par 100 000 habitants, la Wallonie 17.

Momenteel zouden er nog zo’n 1300 vaste postkantoren in Belgie¨ zijn. Dit betekent gemiddeld 13 kantoren per 100 000 inwoners. In Vlaanderen zou het gaan om 11 kantoren per 100 000 inwoners, in Wallonie¨ 17 per 100 000.

1. Ces chiffres sont-ils exacts ?

1. Zijn deze cijfers correct ?

2. Dans l’affirmative, quelles mesures seront prises pour mettre fin à cette distorsion communautaire ?

2. Zo ja, welke maatregelen werden getroffen om deze communautaire scheeftrekking te verhelpen ?

3. Est-il tenu compte de la situation réelle sur le plan communautaire lors de l’ouverture de Points poste ?

3. Wordt er bij het invoeren van postpunten rekening gehouden met de ree¨le communautaire situatie ?

DO 2005200607325

DO 2005200607325

Question no 885 de M. Alain Mathot du 21 février 2006 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 885 van de heer Alain Mathot van 21 februari 2006 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Fermeture des bureaux de poste à Seraing 2.

De Post. — Sluiting van de postkantoren in Seraing 2.

Je me réfère à ma question orale no 10195 du 13 février 2006 (Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission de l’Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques, 13 février 2006, COM 853, p. 28).

Ik verwijs naar mijn mondelinge vraag nr. 10 195 van 13 februari 2006 (Integraal Verslag, Kamer, 20052006, commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven, 13 februari 2006, COM 853, blz. 28).


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21870

Après la fermeture de Boncelles 1 il y a deux ans et du bureau de Jemeppe 2 qui est effective depuis le 1er février 2006, deux autres bureaux sont en passe de disparaıˆtre dans le courant du premier semestre de cette année sur le territoire de la ville. Ce climat d’incertitude pèse lourd, d’autant plus lourd que beaucoup ne comprennent pas pourquoi une entreprise publique comme La Poste qui preste un service public se lance dans une restructuration de ses bureaux de poste. Le nombre de ces bureaux de poste, symbole s’il en est de la proximité de l’entreprise avec les citoyens, sera réduit de moitié sur l’ensemble du pays. C’est une véritable restructuration qui cadre mal avec le concept de service public et qui donne l’apparence de l’arbitraire.

Na de sluiting van het postkantoor Boncelles 1 twee jaar geleden en van Jemeppe 2 op 1 februari 2006, staat De Post op het punt in de eerste helft van 2006 nog twee andere kantoren op het grondgebied van Seraing te sluiten. De ongerustheid is des te groter daar veel burgers niet begrijpen wat een overheidsbedrijf als De Post, dat een openbare dienstverlening aanbiedt, ertoe drijft zijn kantorennetwerk te herstructureren. Die postkantoren zijn het symbool bij uitstek voor de nauwe band tussen het bedrijf en de burger. Gespreid over het hele land zal hun aantal evenwel met de helft worden verminderd. Het gaat om een echte herstructurering die haaks staat op het concept van de openbare dienstverlening en de indruk wekt op willekeur te berusten.

Prenons la ville de Seraing, la suppression de deux bureaux est-elle décidée sur base d’études de performance ? Il apparaıˆt pourtant que les résultats des bureaux sérésiens ont toujours dépassé les prévisions. Alors pourquoi ces bureaux ?

Ik neem het voorbeeld van Seraing. Wordt over de sluiting van de twee kantoren in die gemeente beslist op grond van prestatie-onderzoeken ? Nochtans zouden de resultaten van die kantoren altijd de verwachtingen overtroffen hebben. Waarom wil De Post dan die twee kantoren sluiten ?

1. Quels sont les critères objectifs qui justifient la fermeture d’un bureau ?

1. Aan de hand van welke objectieve criteria wordt beslist tot de sluiting van een kantoor over te gaan ?

2. La fermeture éventuelle de bureaux sérésiens sera-t-elle « compensée » par l’ouverture d’un magasin postal ?

2. Zal de eventuele sluiting van kantoren te Seraing worden « gecompenseerd » door de opening van een postwinkel ?

3. Je sais qu’un accord général est toujours plus facile à négocier. La Poste a, semble-t-il, passé un accord avec Delhaize (SA) pour y ouvrir des points poste. Ces ouvertures font-elles l’objet d’une étude des véritables besoins des utilisateurs ou ne sont-elles qu’un moyen de nous rassurer ?

3. Ik weet dat het steeds gemakkelijker is over een globale overeenkomst te onderhandelen. De Post zou een akkoord met NV Delhaize over de opening van PostPunten in haar vestigingen hebben gesloten. Wordt bij de opening van die PostPunten rekening gehouden met de werkelijke behoeften van de gebruikers ? Of wil men op die wijze enkel het publiek sussen ?

4. Dans le contrat qui lie La Poste au consortium formé par la poste danoise et CVC, il est stipulé qu’il n’y aura pas de licenciement sec.

4. In het contract dat De Post met het consortium van de Deense post en CVC heeft gesloten, staat te lezen dat er geen naakte ontslagen komen.

Qu’en est-il du personnel d’entretien des bureaux de poste ?

Hoe zit het met het personeel dat voor het onderhoud van die kantoren instaat ?

5. De manière plus générale, comment envisagezvous atteindre l’objectif du quatrième contrat de gestion en son article 6, 1o (rappel : La Poste veillera notamment à assurer le roˆle social du facteur, plus particulièrement envers les isolés et les démunis) alors que l’on ferme les lieux de contacts de proximité ?

5. De lokale postkantoren worden dus gesloten. Hoe zal u er dan meer in het algemeen op toezien dat De Post de doelstelling vermeld in artikel 6, 1o, van het vierde beheerscontract (ter herinnering, De Post moet erop toezien dat de postbode zijn sociale rol vooral ten aanzien van de alleenstaanden en kansarmen kan vervullen) kan verwezenlijken ?

6. Pour ce qui est des critères, vous m’avez répondu qu’il y avait des critères généraux décidant de la fermeture de certains bureaux.

6. Wat de criteria betreft, heeft u me geantwoord dat er algemene criteria aan de grondslag lagen van de sluiting van bepaalde kantoren.

a) Quels sont les critères objectifs justifiant la fermeture des deux bureaux sérésiens ?

a) Welke objectieve criteria rechtvaardigen de sluiting van de twee kantoren in Seraing ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21871

b) Vous m’avez répondu étudier la question d’un possible reclassement du personnel d’entretien. Qu’en sera-t-il ?

b) U heeft me geantwoord dat u zou onderzoeken of het mogelijk is het onderhoudspersoneel een andere betrekking aan te bieden. Tot welke conclusies is u gekomen ?

c) Enfin, vous m’avez affirmé que l’on étudierait la nécessité d’implanter de nouveaux points poste. Ne fallait-il pas le faire avant de décider de la fermeture d’un bureau ?

c) Tot slot heeft u me gezegd dat men zou nagaan waar er nieuwe PostPunten moeten komen. Diende dit niet voó´r de sluiting van een kantoor te worden onderzocht ?

DO 2005200607328

DO 2005200607328

Question no 886 de Mme Hilde Vautmans du 21 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 886 van mevrouw Hilde Vautmans van 21 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

La Poste. — Guichet dans le « Mail Center » à Hasselt. — Fermeture.

De Post. — Loket in het Mail Center in Hasselt. — Sluiting.

La presse annonce la disparition imminente du guichet de La Poste dans le « Mail Center » à Hasselt.

De pers meldt het eerlang verdwijnen van het loket in het Mail Center van De Post in Hasselt.

Or, ce guichet est très fréquenté et est doté d’un vaste parking aisément accessible. En particulier pour les entreprises désireuses de déposer plusieurs colis et envois recommandés à la fois, cette accessibilité constitue un atout majeur. Le porte-parole de La Poste souligne que d’autres bureaux de poste peuvent offrir le même, sinon un meilleur service à la population.

Dit is echter een goeddraaiend loket met een grote parking die makkelijk bereikbaar is. Vooral voor bedrijven die meerdere pakjes en aangetekende zendingen willen afgeven is deze bereikbaarheid een grote troef. De woordvoerder van De Post benadrukt dat andere postkantoren eenzelfde of zelfs betere service kunnen geven aan de mensen.

Il n’y a à l’heure actuelle aucune certitude quant au maintien de l’ouverture les jours de pont et de la possibilité pour les entreprises de déposer des colis en soirée.

Over de overheveling van de openingen op brugdagen en de mogelijkheid dat bedrijven ’s avonds pakjes kunnen afgeven is nog geen zekerheid.

1. La décision de fermer le guichet dans le ’Mail Center’ est-elle définitive ?

1. Is de beslissing om dit loket te sluiten reeds definitief ?

2. Pourquoi a-t-il été décidé de fermer ce guichet offrant des services spécifiques ?

2. Wat is de reden om dit loket met specifieke diensten te sluiten ?

3. a) Le maintien de ce guichet est-il toujours envisageable ?

3. a) Is er een mogelijkheid dat dit loket in het Mail Center toch zou kunnen blijven bestaan ?

b) Quel serait l’impact d’une fermeture éventuelle sur le personnel ?

b) Moest het loket gesloten worden, wat zijn de gevolgen voor het personeel daar ?

c) Sera-t-il encore possible de déposer des colis en soirée, dans le « Mail Center » ou dans un autre bureau de poste ?

c) Zal het afgeven van pakjes ’s avonds nog mogelijk zijn, daar of in een ander postkantoor ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21873

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Premier ministre

Eerste minister

DO 2005200607340

DO 2005200607340

Question no 117 de M. Jo Vandeurzen du 23 février 2006 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 117 van de heer Jo Vandeurzen van 23 februari 2006 (N.) aan de eerste minister :

Hoˆpitaux publics. — Accord de collaboration avec un médecin. — Adjudication de marchés publics.

Openbare ziekenhuizen. — Samenwerkingsakkoord met een arts. — Aanbesteding overheidsopdrachten.

1. Lorsqu’un hoˆpital public souhaite conclure un accord de collaboration avec un médecin, la loi relative à l’adjudication des marchés publics est-elle d’application ?

1. Indien een openbaar ziekenhuis wenst over te gaan tot het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst met een arts, moet dan de wet op de aanbesteding van de overheidsopdrachten gerespecteerd worden ?

2. Pouvez-vous motiver votre réponse ?

2. Kan u uw standpunt motiveren ?

3. Faut-il à cet égard établir une distinction entre les obligations à respecter par l’hoˆpital public en vertu des directives européennes d’une part et du seul droit interne belge d’autre part ?

3. Is er daarbij een onderscheid te maken tussen de verplichtingen die op het openbaar ziekenhuis rusten op basis van Europese richtlijnen dan wel op basis van het interne Belgische recht alleen ?

Réponse du premier ministre du 24 mars 2006, à la question no 117 de M. Jo Vandeurzen du 23 février 2006 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 24 maart 2006, op de vraag nr. 117 van de heer Jo Vandeurzen van 23 februari 2006 (N.) :

Les services sociaux et sanitaires sont effectivement visés par l’annexe 2, catégorie 25, de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services.

De gezondheids- en sociale diensten vallen inderdaad onder de bijlage 2, categorie 25, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

La réponse à la question posée dépend de l’objet de la convention. S’il s’agit de prestations à effectuer dans le cadre d’un lien de subordination juridique, il y a contrat d’emploi. Un tel contrat n’entre pas dans le champ des directives européennes et de la législation relative aux marchés publics (en ce sens, article 16, e), de la directive 2004/18/CE et les exceptions dans la liste formant l’annexe 2 de la loi).

Het antwoord op de gestelde vraag hangt af van het voorwerp van de overeenkomst. Indien het gaat om te verrichten prestaties in het kader van een juridisch dienstverband, is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Een dergelijke overeenkomst valt niet onder het toepassingsgebied van de Europese richtlijnen noch van de wetgeving overheidsopdrachten (zie artikel 16, e), van richtlijn 2004/18/EG en de uitzonderingen in de lijst opgenomen in bijlage 2 van de wet).

Si par contre, ces prestations répondent à la définition du marché public de services au sens des directives européennes et du droit belge, le prestataire agissant

Indien deze prestaties daarentegen beantwoorden aan de definitie van een overheidsopdracht voor diensten als bedoeld in de Europese richtlijnen en het


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21874

en tant qu’indépendant ou sous la forme d’une personne morale, les règles en matière de marchés s’appliquent.

Belgisch recht, omdat de dienstverlener optreedt als zelfstandige of als rechtspersoon, is de regelgeving inzake overheidsopdrachten van toepassing.

Dans l’état actuel du droit, il y a toutefois lieu de tenir également compte de l’article 115 de la loi du 14 janvier 2002 portant des mesures en matière de soins de santé. Cette disposition exonère en effet la passation des prestations de services de l’application des règles en matière de marché public lorsque le montant du contrat n’atteint pas le seuil européen de 211 000 euros HTVA.

In de huidige stand van het recht dient evenwel ook rekening te worden gehouden met artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg. Ingevolge deze bepaling is de regelgeving inzake overheidsopdrachten immers niet van toepassing op de gunning van diensten wanneer het bedrag van de overeenkomst de Europese drempel van 211 000 euro exclusief BTW niet bereikt.

DO 2005200607378

DO 2005200607378

Question no 118 de M. Jo Vandeurzen du 27 février 2006 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 118 van de heer Jo Vandeurzen van 27 februari 2006 (N.) aan de eerste minister :

Hoˆpitaux publics. — Adjudication de marchés publics.

Openbare ziekenhuizen. — Aanbesteding overheidsopdrachten.

1. Pouvez-vous indiquer dans quelle mesure la réglementation relative à l’adjudication de marchés publics s’applique aux hoˆpitaux privés ?

1. Kan u meedelen in welke mate een openbaar ziekenhuis onderworpen is aan de regels met betrekking tot de aanbesteding van overheidsopdrachten ?

2. a) Dans quelle mesure un hoˆpital ayant une forme juridique de droit privé est-il soumis à cette réglementation ?

2. a) In welke mate is een ziekenhuis dat een privaatrechtelijke rechtsvorm heeft aangenomen aan deze regelgeving onderworpen ?

b) Cette réglementation s’applique-t-elle uniquement aux hoˆpitaux publics qui sont subventionnés par l’une des communautés ou également aux établissements qui exercent des activités non subventionnées mais financées par les moyens provenant de l’assurance maladie ? ` la suite des fusions d’hoˆpitaux, l’exploitation 3. A d’un hoˆpital est parfois assurée par une ASBL comptant des administrations publiques (CPAS) parmi ses membres.

b) Alleen wanneer er subsidies worden gegeven door één van de gemeenschappen of ook wanneer het activiteiten betreft die niet gesubsidieerd worden maar wel gefinancierd worden met middelen uit de ziekteverzekering ?

a) La composition de l’assemblée générale et du conseil d’administration joue-t-elle un roˆle pour déterminer si ces ASBL ressortissent à la loi relative à l’attribution des marchés publics ?

a) Maakt de samenstelling van de algemene vergadering en de raad van bestuur een verschil uit wanneer er moet nagegaan worden of op deze VZW’s de wet betreffende de aanbesteding van overheidsopdrachten van toepassing is ?

b) Dans quelles conditions une telle ASBL composée de partenaires publics et privés est-elle soumise à la loi sur les marchés publics ?

b) Wanneer is een dergelijke VZW met zowel partners die van privaatrechtelijke of openbare aard zijn, onderworpen aan de overheidsopdrachtenwet ?

Réponse du premier ministre du 24 mars 2006, à la question no 118 de M. Jo Vandeurzen du 27 février 2006 (N.) :

Antwoord van de eerste minister van 24 maart 2006, op de vraag nr. 118 van de heer Jo Vandeurzen van 27 februari 2006 (N.) :

1. Un hoˆpital public est soumis à l’application de la loi relative aux marchés publics pour tous ses marchés, à l’exception des marchés de fournitures et de services

1. De openbare ziekenhuizen zijn onderworpen aan de toepassing van de wet betreffende de overheidsopdrachten voor al hun opdrachten, met uitzondering


2005

3. Er zijn, naar aanleiding van de fusies van ziekenhuizen, ook een aantal VZW’s die een ziekenhuis uitbaten en waarin openbare besturen (OCMW) leden van de VZW zijn.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21875

n’atteignant pas les seuils européens. Cette exception résulte de l’article 115 de la loi du 14 janvier 2002 portant des mesures en matière de soins de santé.

van de opdrachten voor leveringen en diensten die de Europese drempels niet bereiken. Deze uitzondering vloeit voort uit artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg.

Il convient cependant de souligner que même dans ce dernier cas, des principes fondamentaux, tels ceux de la transparence, de la non-discrimination, de la motivation des décisions s’appliquent.

Hierbij moet evenwel worden opgemerkt dat zelfs in dat laatste geval de grondbeginselen, zoals transparantie, niet-discriminatie en motivering van de beslissingen, van toepassing zijn.

2. a) La forme ou le statut de droit privé d’un hoˆpital ne sont pas des éléments suffisants pour conclure que celui-ci n’est pas soumis à la législation relative aux marchés publics. Il convient en effet de vérifier au regard des critères de la définition de l’article 4, § 2, 8o, de la loi du 24 décembre 1993 si l’entité satisfait des besoins d’intérêt général ayant un caractère autre qu’industriel ou commercial et si une influence publique prépondérante se manifeste au travers soit du financement majoritaire, soit du controˆle de la gestion, soit des membres de l’organe de direction.

2. a) De privaatrechtelijke vorm of statuut van een ziekenhuis vormt geen voldoende basis om te besluiten dat het niet onderworpen is aan de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten. In het licht van de criteria vervat in de definitie van artikel 4, § 2, 8o, van de wet van 24 december 1993, dient immers te worden nagegaan of de entiteit voorziet in behoeften van algemeen belang die niet van industrie¨le of commercie¨le aard zijn en of de overheid een overheersende invloed uitoefent hetzij via de hoofdzakelijke financiering, hetzij via het toezicht op het beheer, hetzij via de leden van het bestuursorgaan.

Sur ce plan, la Cour de Justice des Communautés européennes a développé une jurisprudence désormais bien établie. La notion d’organisme de droit public doit recevoir une interprétation fonctionnelle (voir notamment l’arrêt du 1er février 2001, C-237/99 et l’arrêt du 12 décembre 2002, C-470/99), être comprise dans un sens large (voir notamment l’arrêt du 27 février 2003, C-373/00), le mode de constitution de l’entité étant indifférent (voir notamment l’arrêt du 10 novembre 1998, C-360/96, l’arrêt du 1er février 2001 précité et l’arrêt du 15 mai 2003, C-214/00).

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft op dit gebied een vaste rechtspraak uitgewerkt. Hieruit blijkt dat het begrip publiekrechterlijke instelling functioneel moet worden geı¨nterpreteerd (zie met name het arrest van 1 februari 2001, C-237/99, en het arrest van 12 december 2002, C-470/99), dat het ruim moet worden opgevat (zie met name het arrest van 27 februari 2003, C-373/00), en dat de oprichtingswijze van de entiteit niet van belang is (zie met name het arrest van 10 november 1998, C-360/96, het voormeld arrest van 1 februari 2001 en het arrest van 15 mei 2003, C-214/00).

b) Dans l’arrêt du 3 octobre 2000, C-380/98, la Cour de Justice a jugé que le critère relatif au financement public majoritaire comprend l’ensemble des moyens financiers et subventions accordées par une ou par plusieurs autorités qui sont elles-mêmes des pouvoirs adjudicateurs au sens des directives. Il en résulte que les subventions octroyées dans le cadre de la sécurité sociale entrent également en considération. Par contre, n’entrent pas en ligne de compte dans le calcul les versements effectués à cette entité dans le cadre de contrats à titre onéreux conclus avec ces autorités.

b) In zijn arrest van 3 oktober 2000, C-380/98, was het Hof van Justitie van oordeel dat het criterium van de hoofdzakelijke overheidsfinanciering alle financie¨le middelen en toelagen omvat die door een of meer overheden worden toegekend die zelf aanbestedende overheden zijn volgens de richtlijnen. Bijgevolg worden de toelagen toegekend in het kader van de sociale zekerheid eveneens in aanmerking genomen. De vergoedingen betaald aan die entiteit in het kader van overeenkomsten onder bezwarende titel die met deze overheden worden afgesloten, komen daarentegen niet in aanmerking voor de berekening.

Les hoˆpitaux ne répondant pas aux critères de la définition de l’article 4, § 2, 8o, de la loi du 24 décembre 1993 ne sont quant à eux soumis à l’application de la législation qu’en cas de subvention directe à plus de 50 % pour certains travaux et les services liés aux travaux, sauf disposition plus stricte prévue par une loi, une ordonnance, un

De ziekenhuizen die niet beantwoorden aan de criteria vervat in de definitie van artikel 4, § 2, 8o, van de wet van 24 december 1993, zijn slechts aan de toepassing van de wetgeving onderworpen in geval van rechtstreekse subsidie¨ring voor meer dan 50 % van sommige werken en de diensten verbonden aan de werken, behoudens elke strakkere regel


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21876

décret, un arrêté ou les conditions propres d’une autorité subsidiante.

vervat in een wet, ordonnantie, decreet, besluit of de eigen voorwaarden van een subsidie¨rende overheid.

3. a) et b) Il convient d’apprécier la situation au regard des réponses qui précèdent. Cependant, si l’on devait conclure que l’entité ainsi créée n’est pas un pouvoir adjudicateur au sens de la loi, ceci poserait problème. Il n’est en effet pas permis à un pouvoir adjudicateur de se soustraire à l’application de la loi du 24 décembre 1993 et aux directives européennes.

3. a) en b) De situatie dient te worden beoordeeld in het licht van bovenstaande antwoorden. Indien men evenwel zou besluiten dat de aldus opgerichte entiteit geen aanbestedende overheid is als bedoeld in de wet, zou dit problemen kunnen doen rijzen. Het is een aanbestedende overheid immers niet toegestaan zich te onttrekken aan de toepassing van de wet van 24 december 1993 en van de Europese richtlijnen.


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2005200606894

DO 2005200606894

Question no 898 de M. Bart Laeremans du 13 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 898 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Nouveau phénomène criminel. — Utilisation de la méthode dite à frapper.

Nieuw criminaliteitsfenomeen. — Gebruik van de klopsleutel.

Un nouveau phénomène criminel a fait son apparition aux Pays-Bas il y a environ un an. Il s’agit plus particulièrement de la méthode dite à frapper, une technique de cambriolage en fait relativement simple, qui consiste à introduire une clé à frapper dans le cylindre de la serrure et ensuite à frapper la clé, une sorte de passe-partout, avec un petit marteau. Ce procédé permet de forcer la quasi-totalité des serrures, mêmes des serrures de sécurité.

In Nederland bestaat ongeveer sinds een jaar een nieuw criminaliteitsfenomeen, met name het gebruik van de klopsleutel. Het gaat om een vrij eenvoudige techniek, waarbij men een soort loper-sleutel hanteert waarmee men na enkele slagen met een hamer zowat ieder slot (zelfs beveiligde sloten) kan openen.

La méthode est plus amplement décrite sur le site web www.toool.nl/bumpkey-alert.wmv. Or, ce nouveau phénomène soulève plusieurs problèmes. Ainsi, il semblerait que les compagnies d’assurances refusent, en l’absence de traces d’effraction, d’indemniser les sinistrés.

Meer informatie hierover kan gevonden worden op de website : www.tool.nl/bumpkey-alert.wmv. E´én van de problemen die door dit nieuw fenomeen rijzen, is dat de verzekeraars zouden weigeren de vergoeding van de schade te dekken bij gebrek aan braaksporen.

1. Ce phénomène est-il également connu chez nous et plus particulièrement dans quelles régions ?

1. Is het fenomeen ook bij ons gekend en in welke streken komt het geregeld voor ?

2. Avez-vous connaissance d’éventuelles stratégies mises en place pour contrer ce phénomène aux PaysBas ?

2. Heeft u weet van mogelijke contrastrategiee¨n die hieromtrent in Nederland zijn uitgewerkt ?

3. Est-il exact que les vols commis à l’aide de cette méthode ne donnent pas lieu à une indemnisation par

3. Klopt het dat diefstallen die op deze wijze zijn gebeurd geen aanleiding geven tot terugbetaling


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21877

l’assurance, ou ce type de vol peut-il être qualifié de vol avec effraction au moyen de fausses clés ?

vanwege de verzekering of kan men dit catalogeren als een inbraak met valse sleutels ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 21 mars 2006, à la question no 898 de M. Bart Laeremans du 13 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 21 maart 2006, op de vraag nr. 898 van de heer Bart Laeremans van 13 januari 2006 (N.) :

1. La problématique de la méthode dite à frapper ou de la clé « miracle », telle que décrite dans votre question, est connue des services de police et des autres acteurs concernés. La Police fédérale (direction DGJ/ DJB) m’a cependant confirmé que le phénomène n’a jusqu’à présent pas encore été constaté en Belgique.

1. De problematiek van de klopsleutel of wondersleutel, zoals beschreven in uw vraag, is gekend bij de politiediensten en de overige betrokken actoren. De Federale Politie (directie DGJ/DJB) heeft mij evenwel bevestigd dat het fenomeen tot op heden nog niet werd vastgesteld in Belgie¨.

2. L’existence de la méthode dite à frapper est connue aux Pays-Bas depuis quelques années déjà. Il existe dans ce pays un club d’amateurs qui pratique le lockpicking. Le lockpicking est l’art d’ouvrir une serrure sans effraction et sans utilisation d’une clé. Cette ouverture sans effraction peut se faire de différentes manières, mais a généralement lieu au moyen d’un outillage spécialement destiné à cet usage (sets de lockpicking).

2. Het bestaan van de klopsleutel is in Nederland al enige jaren bekend. In Nederland bestaat een club van hobbyisten die zich bezighoudt met lockpicking. Lockpicken is de kunst om een slot schadevrij te openen, zonder gebruik te maken van een sleutel. Dit openen zonder schade kan op verschillende manieren, maar gebeurt doorgaans met speciaal daarvoor bestemd gereedschap (lockpick setjes).

L’association néerlandaise se fait appeler TOOOL, « The Open Organisation Of Lockpickers ». Le site de ce club est le suivant www.toool.nl (et non www.tool.nl, comme mentionné dans votre question).

De Nederlandse vereniging noemt zichzelf TOOOL, « The Open Organisation Of Lockpickers ». De website van deze club is www.toool.nl (en dus niet www.tool.nl, zoals in uw vraag wordt vermeld).

La Police fédérale n’a pas connaissance d’éventuelles contre-stratégies élaborées aux Pays-Bas en ce qui concerne l’utilisation de la méthode dite à frapper.

De Federale Politie heeft geen kennis van eventuele contrastrategiee¨n die met betrekking tot het gebruik van de klopsleutel in Nederland zouden zijn uitgewerkt.

La prévention des cambriolages requiert une approche intégrale et intégrée, impliquant tous les acteurs pertinents. La Taskforce Prévention des cambriolages (TPC) a été créée suite au Conseil des ministres des 30 et 31 mars 2004 et à la Note-Cadre de Sécurité intégrale. La TPC est présidée par le SPF Intérieur. Le SPF Justice (Service de la Politique criminelle), le Collège des procureurs généraux, la Police fédérale et locale, les compagnies d’assurance, les organisations professionnelles, l’ANPI, le Centre Scientifique et Technique de la Construction, les architectes, les conseillers en techno-prévention et les gouverneurs participent aux travaux. La TPC se concentre en premier lieu sur les thèmes suivants : la qualité des serrures, portes et fenêtres et le développement de nouvelles techniques pour le marquage et l’enregistrement de biens de valeur.

Het voorkomen van inbraak vereist een integrale en geı¨ntegreerde aanpak waarbij alle relevante partners worden betrokken. In navolging van de Ministerraad van 30 en 31 maart 2004 en de Kadernota Integrale Veiligheid werd de Taskforce Inbraakpreventie (TIP) opgericht. De TIP wordt voorgezeten door de FOD Binnenlandse Zaken. De FOD Justitie (Dienst voor het Strafrechtelijk beleid), het College van procureursgeneraal, de Federale en de Lokale Politie, verzekeringspaatschappijen, beroepsorganisaties, de NVBB, het Wetenschappelijk en Technisch Centrum van het Bouwbedrijf, architecten, technopreventief adviseurs en gouverneurs participeren aan de werkzaamheden. De TIP besteedt in eerste instanties aandacht aan de volgende thema’s : de kwaliteit van sloten, deuren en ramen en de ontwikkeling van nieuwe technieken voor het merken en registreren van waardevolle goederen.

Lors de la réunion plénière de la TPC le 13 octobre 2004, quelques autorités ont soumis aux membres de la TPC des informations relatives à la méthode dite à frapper de manière à parvenir à un point de vue commun. Les différents partenaires (Police fédérale et locale, assureurs, serruriers, conseillers en technoprévention) concernés par le phénomène se sont réunis

Tijdens de plenaire vergadering van de TIP van 13 oktober 2004 legden een aantal autoriteiten informatie over de klopsleutel voor aan de leden van de TIP zodat een gemeenschappelijk standpunt kon worden ingenomen. De verschillende partners (Federale en Lokale Politie, verzekeraars, slotenmakers, technopreventief adviseurs) die bij het fenomeen betrokken zijn


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21878

le 21 octobre 2004 pour analyser le problème. Les conclusions de cette réunion ont été les suivantes :

kwamen op 21 oktober 2004 samen om het probleem te onderzoeken. De conclusies van deze vergadering waren de volgende :

— Les modus operandi utilisés le plus fréquemment dans les cambriolages restent l’effraction de portes et le bris de cylindres. Des faits pour lesquels la méthode dite à frapper a été utilisée n’ont pas encore été constatés.

— De meest voorkomende modi operandi bij inbraak blijven het openbreken van deuren en het afbreken van cilinders. Feiten waarbij gebruik werd gemaakt van de klopsleutel werden nog niet vastgesteld.

— La méthode dite à frapper peut être évitée en utilisant des cylindres ayant un profil spécifique (cylindres de sécurité), qui restent fiables.

— De techniek met de klopsleutel kan worden voorkomen door het gebruik van cilinders met een speciaal profiel (veiligheidscilinders), die blijven betrouwbaar.

— L’utilisation de la méthode dite à frapper requiert beaucoup de patience, d’intelligence et une adresse particulière.

— Het gebruik van de klopsleutel vergt veel geduld, inzicht en een bijzondere handigheid.

Suite à une concertation avec la Police fédérale et la Commission permanente de la police locale, il a été décidé d’intervenir de manière préventive et de transmettre l’information aux conseillers en technoprévention (environ 900 agents de police spécialement formés) et aux 196 zones de police locale. L’objectif de ce message confidentiel était d’attirer l’attention des agents de police lorsqu’ils sont confrontés à des plaintes qui concernent le recours à la méthode dite à frapper.

Na overleg met de Federale Politie en de Vaste Commissie van de Lokale Politie werd beslist om preventief op te treden en de informatie door te sturen naar de technopreventief adviseurs (ongeveer 900 speciaal opgeleide politiemensen) en de 196 lokale politiezones. Het doel van deze vertrouwelijke boodschap was de aandacht te trekken van politiemensen wanneer zij met klachten zouden worden geconfronteerd die wijzen op het gebruik van de klopsleutel.

3. En ce qui concerne les assurances, il est important que la police dresse un procès-verbal en cas de cambriolage. La compagnie d’assurance doit être prévenue au plus vite. Le cas échéant, un accusé de réception du dépoˆt de plainte peut être transmis. Il convient de communiquer à l’assureur toutes les données relatives aux dommages et aux biens volés. Il convient également de fournir une liste des objets volés accompagnée, si possible, d’une estimation de la valeur et d’une description détaillée des dommages causés à l’habitation.

3. Met betrekking tot de verzekering is het in geval van inbraak van belang dat de politie een procesverbaal opstelt. De verzekeringsonderneming moet zo snel mogelijk worden verwittigd, desgevallend kan een ontvangstbewijs van de aangifte van de klacht worden overgemaakt. Alle gegevens over de schade en de gestolen voorwerpen moeten worden meegedeeld aan de verzekeraar. Bezorg tevens een lijst van de gestolen voorwerpen, met indien mogelijk een raming van de waarde en een gedetailleerde beschrijving van de schade aan de woning.

L’assureur demande les preuves suivantes en vue d’une indemnisation du vol :

De verzekeraar vraagt de volgende bewijsstukken met het oog op een vergoeding van de diefstal :

— La preuve du vol. Un cambriolage est généralement facile à prouver. S’il n’y a pas de traces d’effraction, par exemple en cas d’utilisation de la méthode dite à frapper, il ne suffit bien entendu pas de déclarer que tel ou tel objet a été volé. Il est nécessaire de communiquer des indications ayant force probante.

— Het bewijs van de diefstal. Een inbraak is meestal makkelijk te bewijzen. Indien er evenwel geen sporen van inbraak zijn, bijvoorbeeld in het geval van het gebruik van de klopsleutel, volstaat het uiteraard niet te verklaren dat één of ander voorwerp werd gestolen. Het is noodzakelijk bewijskrachtige aanwijzingen mee te delen.

— Il convient de prouver que les objets volés appartenaient véritablement à l’intéressé et de communiquer la valeur des objets au moment du vol.

— Er moet worden bewezen dat de voorwerpen die werden gestolen daadwerkelijkheid tot de betrokkene behoorden en de waarde ervan op de dag van de diefstal moet worden meegedeeld.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21879

DO 2005200606970

DO 2005200606970

Question no 907 de M. Dirk Claes du 20 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 907 van de heer Dirk Claes van 20 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Expulsion de détenus condamnés en Belgique.

Uitwijzing van in Belgie¨ veroordeelde gevangenen.

Le Parlement fédéral a adopté la loi du 26 avril 2005 portant assentiment au Protocole additionnel à la Convention sur le transfèrement des personnes condamnées, fait à Strasbourg le 18 décembre 1997. Avant cette adoption, les ressortissants condamnés de pays tiers ne pouvaient purger leur peine dans leur pays d’origine qu’à leur propre demande. Aussi, très peu d’étrangers demandaient-ils à pouvoir purger leur peine dans leur pays d’origine.

Het Federaal Parlement keurde de wet van 26 april 2005 houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, gedaan te Straatsburg op 18 december 1997, goed. Voó´r deze goedkeuring konden veroordeelde onderdanen van derde landen hun straf enkel op hun eigen verzoek gaan uitzitten in hun land van oorsprong. Hierdoor waren er echter zeer weinig vreemdelingen die hun straf in hun land van oorsprong gingen uitzitten.

Toutefois, le Protocole additionnel change cette situation puisqu’il permet aux autorités d’entamer elles-mêmes la procédure de transfèrement, seul l’avis de l’intéressé étant encore nécessaire.

Het Aanvullend Protocol verandert echter de situatie. Het creeërt immers voor de overheid de mogelijkheid om zelf de overbrengingsprocedure op te starten, waarbij enkel het advies van de betrokkene nog nodig is.

1. Combien d’étrangers condamnés en Belgique ont demandé en 2003, 2004 et 2005 de purger leur peine dans leur pays d’origine, cela avant que le « Protocole additionnel » n’entre en vigueur dans notre pays ?

1. Hoeveel in Belgie¨ veroordeelde buitenlanders vroegen in 2003, 2004 en 2005 om hun straf in hun land van oorsprong uit te zitten en dit voó´r het « Aanvullend Protocol » in ons land van kracht werd ?

2. ` combien d’expulsions d’étrangers condamnés aa) A t-il déjà été procédé après l’instauration du Protocole susmentionné et à l’initiative des autorités ?

2. a) Hoeveel uitwijzingen van veroordeelde buitenlanders hebben er na installatie van het bovenstaande Protocol en op initiatief van de overheid, reeds plaatsgehad ?

b) Combien de procédures d’expulsion ont par ailleurs été entamées ?

b) Hoeveel zijn er daarbovenop gestart ?

3. Des Belges ont-ils déjà fait usage également, dans le passé, de la possibilité de purger leur peine, prononcée à l’étranger, en Belgique (ventiler par an et préciser s’ils l’ont fait avant ou après l’instauration du Protocole additionnel) ?

3. Maakten in het verleden ook Belgen gebruik van de mogelijkheid om hun straf, opgelopen in het buitenland, in Belgie¨ te komen uitzitten en dit opgesplitst per jaar en voó´r of na de installatie van het Aanvullend Protocol ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 22 mars 2006, à la question no 907 de M. Dirk Claes du 20 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 22 maart 2006, op de vraag nr. 907 van de heer Dirk Claes van 20 januari 2006 (N.) :

1. En 2003, 27 ressortissants étrangers détenus en Belgique ont demandé leur transfèrement dans leur pays d’origine ou de résidence. En 2004, mon administration a reçu 39 demandes de transfèrement de ce type, pour 43 en 2005. Toutes ces demandes de transfèrement se basaient sur la Convention du 21 mars 1983 sur le transfèrement des personnes condamnées. Par ailleurs, le Protocole n’est pas entré en vigueur via la loi du 26 mai 2005 mais via la loi de ratification du 26 avril 2005 (Moniteur belge du 14 juin 2005).

1. In 2003 verzochten 27 in Belgie¨ gedetineerde buitenlandse onderdanen om hun overbrenging naar hun land van oorsprong of naar het land waar zij verblijven. In het jaar 2004 ontving mijn administratie 39 dergelijke overbrengingsverzoeken, terwijl in 2005 43 buitenlandse gedetineerden om hun overbrenging verzochten. Al deze verzoeken berustten op het Overbrengings- verdrag van 21 maart 1983. Overigens trad het Protocol niet middels de wet van 26 mei 2005 maar middels de ratificatiewet van 26 april 2005 (Belgisch Staatsblad van 14 juni 2005) in werking.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21880

Le nombre de transfèrements effectifs de détenus (ou d’internés) — effectués à leur demande — est bien inférieur au nombre de demandes.

Het aantal effectief — op hun verzoek — overgebrachte buitenlandse gedetineerden (of geı¨nterneerden) is veel lager dan het aantal verzoeken.

Sur les 39 demandes introduites en 2004, une seule a donné effectivement lieu à un transfèrement. Ce transfèrement — vers les Pays-Bas — a eu lieu en février 2005.

Van de 39 in 2004 ingediende overbrengingsverzoeken heeft er slechts één enkel tot een effectieve overbrenging geleid. Deze overbrenging — naar Nederland — vond plaats in februari 2005.

Un grand nombre de détenus retirent leur demande de transfèrement prématurément tandis que d’autres, au cours de la procédure de transfèrement, sont mis en liberté anticipée ou provisoire par l’E´tat de condamnation (Belgique) (suspension de l’exécution de la peine) en vue de leur éloignement du territoire. Dans d’autres cas, l’E´tat de condamnation (Belgique) et/ou l’E´tat où l’exécution de la peine devait être poursuivie s’est ou se sont opposés au transfèrement.

Tal van gedetineerden trekken hun overbrengingsverzoek vroegtijdig in, terwijl anderen in de loop van de overbrengingsprocedure door de Staat van veroordeling (Belgie¨) vervroegd of voorlopig in vrijheid worden gesteld (strafopschorting verkrijgen) met het oog op hun verwijdering uit het Rijk. In andere gevallen weigerde de Staat van veroordeling (Belgie¨) en/of de Staat van verdere tenuitvoerlegging van de straf de overbrenging.

2. a) Le terme correct est « transfèrement » et non « éloignement ». Depuis l’entrée en vigueur du Protocole et de la loi du 25 mai 2005, aucun détenu étranger n’a encore été transféré dans son pays d’origine ou de résidence sur la base de ces instruments.

2. a) De correcte term is « overbrenging » en niet « verwijdering ». Sinds de inwerkingtreding van het Protocol en de Wet van 25 mei 2005 is nog geen enkele buitenlandse gedetineerde op basis van voornoemde instrumenten naar zijn land van nationaliteit of verblijf overgebracht.

b) Depuis juillet 2005, la direction générale Législation et la direction générale Exécution des peines et mesures de mon département collaborent avec l’Office des étrangers du département de l’Intérieur à l’élaboration de listes actualisées et exhaustives de détenus susceptibles d’entrer en ligne de compte pour l’application du Protocole additionnel et de la loi du 26 mai 2005. Entrent uniquement en considération les détenus dont l’E´tat d’origine ou de résidence est partie au Protocole additionnel. En outre, le Protocole additionnel s’applique uniquement aux détenus qui font également l’objet d’une mesure d’éloignement au sens de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers. De plus, il convient de tenir compte des situations d’exception spécifiques prévues au chapitre III de la loi du 26 mai 2005.

b) Sinds juli 2005 werken het directoraat-generaal Wetgeving en het directoraat-generaal Uitvoering Straffen en Maatregelen van mijn departement in samenwerking met de Dienst Vreemdelingenzaken van het departement Binnenlandse Zaken aan actuele en volledige lijsten van gedetineerden die in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van het Aanvullend Protocol en de wet van 26 mei 2005. Enkel gedetineerden met de nationaliteit van of hun verblijfplaats in een Staat die partij is bij het Aanvullend Protocol komen in aanmerking. Het Aanvullend Protocol is bovendien enkel van toepassing op die gedetineerden die tevens het voorwerp uitmaken van een maatregel tot verwijdering in de zin van de Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen van 15 december 1980. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke uitzonderingsituaties die in hoofdstuk III van de wet van 26 mei 2005 zijn opgenomen.

Ainsi, depuis début février, 61 dossiers de transfèrement concrets sont en préparation. Après une première analyse, il ressort que deux dossiers sont déjà en cours d’examen à la suite de la demande des détenus en question. Trois autres dossiers étaient des doublons en raison d’un alias du détenu. Actuellement, 56 dossiers « sortants » sont donc en cours de traitement sur la base du Protocole additionnel.

Aldus is sinds begin februari begonnen met de voorbereiding van 61 concrete overbrengingsdossiers. Na een eerste analyse bleken twee dossiers al in behandeling wegens het verzoek van de gedetineerden in kwestie. Drie andere dossiers kwamen wegens het alias van de gedetineerde twee maal voor. Op dit ogenblik zijn dus 56 « uitgaande » dossiers op basis van het Aanvullend Protocol in behandeling.

Enfin, il est à noter que pour le reste, le Protocole additionnel ne déroge pas à la Convention du 21 mars 1983 : tant l’E´tat de condamnation que l’E´tat d’exécu-

Ten slotte moet onderlijnd worden dat het Aanvullend Protocol voor het overige niet afwijkt van het Verdrag van 21 maart 1983 : zowel de Staat van ver-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21881

tion restent entièrement habilités à refuser le bénéfice du transfèrement.

oordeling als de Staat van tenuitvoerlegging blijven volkomen gemachtigd om de gunst van de overbrenging te weigeren.

` ce jour, mon administration n’a pas reçu de 3. A demande de transfèrement concernant un ressortissant belge condamné à l’étranger ou un étranger résidant en Belgique au sens du Protocole additionnel. Toutes les demandes de transfèrement traitées jusqu’à présent ou en cours de traitement concernent donc des personnes condamnées ayant donné leur consentement à la demande.

3. Tot op heden ontving mijn administratie geen enkel overbrengingsverzoek met betrekking tot een in het buitenland veroordeelde Belgische onderdaan of in Belgie¨ verblijvende vreemdeling in de zin van het Aanvullend Protocol. Alle tot nu toe behandelde of tot nu toe in behandeling zijnde overbrengingsverzoeken betreffen dus verzoeken met de toestemming van de veroordeelde persoon.

Répartition par pays et par année

Ingedeeld per land en per jaar

2003

2003

Allemagne ............................................ Autriche ............................................... Espagne ............................................... E´tats-Unis ............................................ France .................................................. Grande-Bretagne .................................. Italie .................................................... Japon ................................................... Luxembourg ........................................ Maroc .................................................. Norvège ............................................... Pays-Bas .............................................. Suède ................................................... Venezuela ............................................

8 1 10 5 11 3 4 3 1 2 1 5 1 1

Duitsland ............................................. Oostenrijk ........................................... Spanje .................................................. Verenigde Staten .................................. Frankrijk ............................................. Groot-Brittannie¨ .................................. Italie¨ .................................................... Japan ................................................... Luxemburg .......................................... Marokko ............................................. Noorwegen .......................................... Nederland ............................................ Zweden ............................................... Venezuela ............................................

8 1 10 5 11 3 4 3 1 2 1 5 1 1

Total

56

Totaal ..................................................

56

2004

2004

Allemagne ............................................ Autriche ............................................... Espagne ............................................... E´tats-Unis ............................................ France .................................................. Grande-Bretagne .................................. Grèce ................................................... Italie .................................................... Japon ................................................... Luxembourg ........................................ Maroc .................................................. Norvège ............................................... Pays-Bas .............................................. Roumanie ............................................ Russie .................................................. Slovénie ............................................... Suède ...................................................

12 2 22 5 11 20 1 5 3 2 2 1 5 2 1 1 3

Duitsland ............................................. Oostenrijk ........................................... Spanje .................................................. Verenigde Staten .................................. Frankrijk ............................................. Groot-Brittannie¨ .................................. Griekenland ......................................... Italie¨ .................................................... Japan ................................................... Luxemburg .......................................... Marokko ............................................. Noorwegen .......................................... Nederland ............................................ Roemenie¨ ............................................. Rusland ............................................... Slovenie¨ ............................................... Zweden ...............................................

12 2 22 5 11 20 1 5 3 2 2 1 5 2 1 1 3

Total

92

Totaal ..................................................

92


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21882

2005

2005

Allemagne ............................................ Autriche ............................................... Espagne ............................................... E´tats-Unis ............................................ France .................................................. Grande-Bretagne .................................. Grèce ................................................... Hongrie ............................................... Italie .................................................... Japon ................................................... Luxembourg ........................................ Norvège ............................................... Pays-Bas .............................................. Philippines ........................................... Pologne ................................................ Portugal ............................................... République Dominicaine ...................... Suède ................................................... Venezuela ............................................

18 1 17 2 7 13 2 1 5 1 2 1 1 2 1 2 1 5 1

Duitsland ............................................. Oostenrijk ........................................... Spanje .................................................. Verenigde Staten .................................. Frankrijk ............................................. Groot-Brittannie¨ .................................. Griekenland ......................................... Hongarije ............................................ Italie¨ .................................................... Japan ................................................... Luxemburg .......................................... Noorwegen .......................................... Nederland ............................................ Filippijnen ........................................... Polen ................................................... Portugal ............................................... Dominica ............................................. Zweden ............................................... Venezuela ............................................

18 1 17 2 7 13 2 1 5 1 2 1 1 2 1 2 1 5 1

Total ...................................................

84

Totaal ..................................................

84

Nombres de transferts effectifs de détenus vers la Belgique, par année et par pays. Ces nombres sont considérablement inférieurs au nombre de demandes de transfèrement introduites.

Het aantal effectief naar Belgie¨ overgebrachte gedetineerden, ingedeeld per jaar en per land. Deze aantallen liggen aanzienlijk lager dan het aantal ingediende overbrengingsverzoeken.

Pays

2003

2004

2005

Land

Danemark ............ Espagne ............... E´tats-Unis ............ Italie .................... Norvège ............... Portugal ............... Royaume-Uni ....... Suède ................... Venezuela ............

1 3 1 — 2 — 14 2 —

1 2 6 2 1 3 1 — —

— 5 — 1 — — 16 3 2

Denemarken ........... Spanje .................... Verenigde Staten .... Italie¨ ....................... Noorwegen ............ Portugal ................. Verenigd Koninkrijk Zweden .................. Venezuela ...............

Total ...................

24

16

27

Totaal ..................

Remarque : il s’agit des ressortissants belges ou des étrangers résidant en Belgique effectivement transférés dans l’année concernée. Cela concerne dans certains cas, notamment au début de l’année, des dossiers ouverts l’année précédente voire deux ans avant le transfèrement effectif.


2005

2003

2004

2005

1 3 1 — 2 — 14 2 —

1 2 6 2 1 3 1 — —

— 5 — 1 — — 16 3 2

24

16

27

Opmerking : de cijfers slaan op de aantallen in het betrokken jaar effectief overgebrachte Belgische onderdanen of in Belgie¨ verblijvende vreemdelingen. Het betreft, zeker in het begin van ieder jaar soms dossiers die het jaar voordien of zelfs twee jaar voó´r de effectieve overbrenging werden geopend. 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21883


Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

DO 0000200370412

DO 0000200370412

Question no 54 de M. Jean-Jacques Viseur du 9 octobre 2003 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 54 van de heer Jean-Jacques Viseur van 9 oktober 2003 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Application de la loi du 18 septembre 1986 instituant un congé politique à l’égard des titulaires d’une fonction de management au sein du SPF Finances.

Toepassing van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personen die een managementfunctie bekleden bij de FOD Financie¨n.

L’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management (et d’encadrement) dans les services publics fédéraux précise en son article 14 que « le titulaire d’une fonction de management exerce sa taˆche à temps plein ».

Artikel 14 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties (en de staffuncties) in de federale overheidsdiensten bepaalt : « De houder van een managementfunctie oefent zijn taak voltijds uit. »

Or, la loi du 18 septembre 1986 instituant le congé politique pour les membres du personnel des services publics prévoit en son article 6 un congé politique d’office lorsque ces derniers exercent un mandat politique d’échevin ou de bourgmestre. Les périodes couvertes par ce congé ne sont, en outre, pas rémunérées.

Artikel 6 van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten voorziet echter in een politiek verlof van ambtswege wanneer laatstgenoemden een politiek ambt van schepen of burgemeester bekleden. De periodes gedekt door dat politiek verlof worden bovendien niet bezoldigd.

` cet égard, pourriez-vous communiquer si un 1. A mandat d’échevin ou de bourgmestre est exercé parmi les titulaires d’une fonction de management au sein de votre département ?

1. Kan u in dat verband meedelen of sommige van de personen die een managementfunctie in uw departement bekleden een mandaat van schepen of burgemeester uitoefenen ?

2. Dans l’affirmative, pourriez-vous indiquer quel est le sort réservé à l’application de l’article 6 de la loi précitée du 18 septembre 1986 avec la nécessité d’exercer sa fonction à temps plein en ce compris les conséquences en termes de rémunération ?

2. Zo ja, hoe zit het met de toepassing van artikel 6 van voornoemde wet van 18 september 1986 en de daarin opgenomen verplichting om die functie voltijds uit te oefenen en de gevolgen op het stuk van de bezoldiging ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 54 de M. Jean-Jacques Viseur du 9 octobre 2003 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 54 van de heer Jean-Jacques Viseur van 9 oktober 2003 (Fr.) :

L’honorable membre s’interroge sur la portée respective des dispositions de la loi du 18 septembre 1986 et de l’arrêté royal du 29 octobre 2001.

Het geachte lid stelt zich vragen over de respectieve draagwijdte van de bepalingen van de wet van 18 september 1986 en van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001.

Cette question relève de la compétence de mon collègue de la Fonction publique et a d’ores et déjà fait l’objet d’une réponse (question no 2593 du 26 mai 2004; Compte Rendu Intégral, Chambre, 2003-2004, Commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, CIRV 51/COM 276, p. 2).

Deze kwestie behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Ambtenarenzaken en was reeds het voorwerp van een antwoord (vraag nr. 2593 van 26 mei 2004; Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, CIRV 51/COM 276, blz. 2).

En ce qui concerne les questions concernant plus particulièrement le Service public fédéral Finances, je vous confirme que la réponse à la première question

Wat betreft de vragen die meer in het bijzonder betrekking hebben op de Federale Overheidsdienst Financie¨n, bevestig ik u dat, aangezien het antwoord


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21884

étant positive, il va de soi que la réduction de traitement prévue par la loi du 18 septembre 1986 s’applique.

op de eerste vraag positief is, de weddevermindering voorzien door de wet van 18 september 1986 vanzelfsprekend van toepassing is.

DO 2003200410611

DO 2003200410611

Question no 208 de Mme Trees Pieters du 12 janvier 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 208 van mevrouw Trees Pieters van 12 januari 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Provision pour des impoˆts enroˆlés contestés. — Impoˆt des sociétés.

Voorziening voor betwiste ingekohierde belastingen. — Vennootschapsbelasting.

Conformément à l’avis no 128/6 de la Commission des normes comptables (Bulletin CNC, no 14, juin 1984, pp. 15-21), il est manifestement possible, pour des impoˆts directs enroˆlés contestés d’office ou non et pour des impoˆts indirects, de constituer une « provision » comptable par prudence.

Overeenkomstig het advies nr. 128/6 van de Commissie voor boekhoudkundige normen (Bulletin CBN, nr. 14, juni 1984, blz. 15-21) kan voor al dan niet ambsthalve betwiste ingekohierde directe en voor indirecte belastingen blijkbaar voorzichtigheidshalve een boekhoudkundige « voorziening » worden aangelegd.

Dans la pratique se posent toutefois en la matière les questions générales suivantes sur les plans fiscal et comptable.

In de praktijk rijzen terzake evenwel de volgende algemene fiscale en boekhoudkundige vragen.

1. Ces provisions comptables peuvent-elles, dans le cadre de l’impoˆt des sociétés, être intégralement ou partiellement exonérées d’impoˆt en vertu des articles 48, 183 et 185 du CIR 1992 ?

1. Kunnen die boekhoudkundig aangelegde voorzieningen inzake vennootschapsbelasting geheel of gedeeltelijk van belasting worden vrijgesteld op grond van de artikelen 48, 183 en 185 WIB 1992 ?

2. Comment ces provisions pour risques et couˆts doivent-elles être annuellement calculées et recalculées, et quel montant précis peut-il ou doit-il être investi « au minimum » et « au maximum » et ensuite exonéré, intégralement ou en partie, de l’impoˆt des sociétés :

2. Hoe moeten deze voorzieningen voor risico’s en kosten of provisies jaarlijks worden be- en herrekend en welk precies bedrag kan en/of moet er « minimaal » en « maximaal » worden aangelegd en vervolgens geheel of gedeeltelijk van vennootschapsbelasting worden vrijgesteld :

a) en cas de réclamation (voir article 366 du CIR 1992) conditionnée ou non par le fait que la nullité et/ou l’arbitraire des impositions contestées ont été invoqués et/ou qu’il s’agit de questions de principe;

a) in geval van bezwaarschrift (zie artikel 366 WIB 1992) al dan niet afhankelijk van het feit of de nietigheid en/of willekeurigheid van de betwiste aanslagen werd ingeroepen en/of het gaat om principie¨le kwesties;

b) en cas de demande de dégrèvement d’office au sens de l’article 376 du CIR 1992;

b) in geval van verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing in de zin van artikel 376 WIB 1992;

c) en cas de cotisation de remplacement visée à l’article 355 du CIR 1992;

c) in geval van een vervangende aanslag waarvan sprake in artikel 355 WIB 1992;

d) en cas de recours fiscal auprès de la chambre du tribunal de première instance;

d) in geval van fiscaal verhaal bij de fiscale kamer van de rechtbank van eerste aanleg;

e) en cas de recours devant la Cour d’arbitrage;

e) in geval van beroep bij het Arbitragehof;

f) en cas de requête à la cour d’appel;

f) in geval van verzoekschrift bij het hof van beroep;

g) en cas de pourvoi en cassation ? ` quelle date ce dossier litigieux doit-il être jugé 3. A sur les plans comptable et fiscal :

g) in geval van een voorziening in Cassatie ?

a) à la date exécutoire du roˆle;

a) op datum van uitvoerbaarverklaring van het kohier;


2005

3. Op welke datum moeten die betwiste zaken boekhoudkundig en fiscaal worden beoordeeld :

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21885

b) à la date d’envoi de l’avertissement-extrait de roˆle, d’office ou non;

b) op datum van verzending van het al dan niet ambtshalve aanslagbiljet;

c) à la date de dépoˆt de la réclamation ou de la requête fiscale;

c) op datum van indiening van het bezwaarschrift of fiscaal verzoekschrift;

d) à la date limite de paiement;

d) op de uiterste betalingsdatum;

e) à tout autre moment ?

e) op enig ander tijdstip ?

4. Faut-il appliquer (annuellement) un mode de calcul et de traitement comptable et/ou fiscal différent selon qu’il s’agit, respectivement :

4. Is er (jaarlijks) een verschillende boekhoudkundige en/of fiscale berekenings- en behandelingswijze door te voeren al naar gelang het respectievelijk gaat om :

a) d’impositions ordinaires enroˆlées dans l’impoˆt des sociétés, dans le précompte mobilier et dans le précompte professionnel;

a) ingekohierde gewone aanslagen in de vennootschapsbelasting, in de roerende voorheffing en in de bedrijfsvoorheffing;

b) d’impositions spéciales enroˆlées dans l’impoˆt des sociétés (voir articles 219 ancien et nouveau du CIR 1992 et article 197 nouveau du CIR 1992);

b) ingekohierde bijzondere aanslagen in de vennootschapsbelasting (zie oud en nieuw artikel 219 WIB 1992 en nieuw artikel 197 WIB 1992);

c) de TVA;

c) BTW;

d) d’autres impoˆts indirects (comme des droits d’enregistrement, par exemple);

d) andere indirecte belastingen (zoals bijvoorbeeld registratierechten);

e) de taxes environnementales ?

e) milieuheffingen ?

5. La primauté du droit comptable s’applique-t-elle en la matière ?

5. Geldt terzake de primauteit van het boekhoudrecht ?

6. Pouvez-vous, point par point, communiquer votre position en la matière à la lumière de la législation comptable et des dispositions légales des articles 25, 5o, 48, 49, 183, 185, 197, 198, 219, 355 et 360 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et des dispositions réglementaires des articles 24 à 27 de l’AR/CIR 1992 et du principe constitutionnel d’annualité de l’impoˆt ?

6. Kan u, punt per punt, uw huidige algemene praktische ziensen handelwijze meedelen zowel in het licht van de boekhoudwetgeving als van de wettelijke bepalingen van de artikelen 25, 5o, 48, 49, 183, 185, 197, 198, 219, 355 en 360 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de reglementaire bepalingen van de artikelen 24 tot en met 27 KB/WIB 1992 en van het grondwettelijke beginsel van de eenjarigheid van de belastingen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 208 de Mme Trees Pieters du 12 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 208 van mevrouw Trees Pieters van 12 januari 2004 (N.) :

Les questions relatives au bien-fondé, au montant et au moment de constitution d’une provision comptable pour impoˆt enroˆlé contesté relèvent de la compétence de mon collègue de l’Ećonomie. (Question no 50 du 12 janvier 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 35, p. 5395 et Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 41, p. 6390.) Cela étant, l’honorable membre se réfèrera utilement aux avis no 128/ 1, 2 et 3 rendus par la Commission des Normes Comptables (Bulletin CNC no 7, juin 1980, no 8, avril 1981 et no 10, avril 1983).

De vragen met betrekking tot de gegrondheid, het bedrag en het moment van de aanleg van een boekhoudkundige voorziening voor de betwiste ingekohierde belastingen behoren tot de bevoegdheid van mijn collega van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Eńergie. (Vraag nr. 50 van 12 januari 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 35, blz. 5395 en Vragen en Antwoorden, Kamer, 20032004, nr. 41, blz. 6390.) Daarvoor kan ik het geachte lid nuttig verwijzen naar het advies nr. 128/1, 2 en 3 van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (Bulletin CBN, nr. 7, juni 1980, nr. 8, april 1981 en nr. 10, april 1983).

En l’occurrence, le droit comptable prime le droit fiscal, étant entendu que l’exonération d’une provision pour risques et charges est liée au respect des condi-

In het onderliggende geval primeert het boekhoudrecht op het fiscaal recht, met dien verstande dat de vrijstelling van een voorziening voor risico’s en kosten


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21886

tions prévues par les articles 48, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) et 22 à 27 de l’arrêté royal d’exécution du CIR 1992. Les provisions de l’espèce ne répondent pas en principe auxdites conditions et sont dès lors imposables en vertu de l’article 25, 5o, CIR 1992.

afhangt van het voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in de artikelen 48 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) en 22 tot 27 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. De onderhavige voorzieningen beantwoorden in principe niet aan de des betreffende voorwaarden en zijn aldus belastbaar krachtens artikel 25, 5o, WIB 1992.

DO 2003200431939

DO 2003200431939

Question no 449 de M. Bart Tommelein du 27 juillet 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 449 van de heer Bart Tommelein van 27 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Lutte contre les pourvoyeurs de main-d’œuvre.

Strijd tegen de koppelbazerij.

Le secteur de la construction a récemment fait part de son inquiétude à la suite de l’intention de la Commission européenne de citer l’E´tat belge devant la Cour européenne de justice estimant que la réglementation belge visant à lutter contre les pourvoyeurs de main-d’œuvre est contraire à la libre circulation des services.

In de bouwsector rees recentelijk enige ongerustheid omdat de Europese Commissie de Belgische Staat voor het Europees Hof van Justitie wil dagen omdat ze de Belgische regelgeving die tot doel heeft de koppelbazerij te bestrijden, strijdig acht met het vrij verkeer van diensten.

Un entrepreneur doit réserver deux fois 15 % du montant d’un contrat conclu avec un sous-traitant pour honorer ses obligations sociales et fiscales. Cette obligation ne s’applique pas aux entrepreneurs enregistrés.

Het is zo dat een aannemer twee keer 15 % van een contract met een onderaannemer dient te reserveren voor respectievelijk de sociale en fiscale verplichtingen. Deze verplichting geldt niet wanneer het om een geregistreerde aannemer gaat.

En réponse à ma question no 515 posée en séance plénière du 15 juillet 2004, le ministre du Travail a déclaré que la Commission a retiré sa plainte en ce qui concerne le volet social étant donné que les entrepreneurs dont tous les travailleurs disposent d’un certificat de détachement valable ne doivent pas payer la retenue sociale de 15 % (Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, séance plénière, 15 juillet 2004, PLEN 079, p. 4).

Als antwoord op mijn vraag nr. 515 in plenaire zitting van 15 juli 2004 heeft de minister van Werk gezegd dat de Commissie haar klacht heeft ingetrokken wat het sociale luik betreft omdat aannemers waarvan alle werknemers over een geldig detacheringsbewijs beschikken de sociale inhouding van 15 % niet moeten betalen (Integraal Verslag, Kamer, 20032004, plenumvergadering, 15 juli 2004, PLEN 079, blz. 4).

La compatibilité des règles belges de lutte contre les pourvoyeurs de main-d’œuvre avec la libre circulation des services est néanmoins toujours contestée par la Commission en ce qui concerne le volet fiscal.

De verenigbaarheid van de Belgische regels tegen koppelbazerij met het vrij verkeer van diensten, wordt echter wel nog betwist door de Commissie wat betreft het fiscale luik.

1. Estimez-vous la plainte de la Commission fondée ?

1. Acht u de klacht van de Commissie gegrond ?

2. D’autres mesures de lutte contre les pourvoyeurs de main-d’œuvre devront-elles être prises sur le plan fiscal si la Belgique est condamnée par la Cour européenne ?

2. Meent u dat er alternatieve maatregelen zullen noodzakelijk zijn op fiscaal vlak om koppelbazerij te bestrijden indien het Europees Hof de Belgische regelgeving veroordeelt ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 449 de M. Bart Tommelein du 27 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 449 van de heer Bart Tommelein van 27 juli 2004 (N.) :

La Commission des Communautés européennes a, le 11 octobre 2004, engagé une procédure en manque-

De Commissie van de Europese Gemeenschap heeft op 11 oktober 2004 de procedure van ingebrekestelling


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21887

ment à l’encontre de l’E´tat belge au motif que, selon elle, les articles 400 à 408 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui organisent un régime spécifique de recouvrement des dettes fiscales dans le secteur économique de la construction, ne sont pas compatibles avec le principe de la libre circulation des services.

ingeleid tegen de Belgische Staat met het motief dat, volgens haar, de artikelen 400 tot 408 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die een bijzonder stelsel voor de invordering van de fiscale schulden in de economische sector van de bouw regelen, in strijd zouden zijn met het principe van het vrije verkeer van diensten.

Le Gouvernement estime, toutefois, cette plainte non fondée eu égard au fait que les règles précitées s’appliquent indistinctement aux entreprises belges et étrangères.

De Regering meent echter dat deze klacht ongegrond is gelet op het feit dat voormelde regels zonder onderscheid toepasselijk zijn op Belgische en buitenlandse ondernemingen.

L’affaire étant en l’état, une décision de la Cour de justice des Communautés européennes est attendue prochainement.

Voor deze hangende zaak wordt eerstdaags een beslissing van het Europees gerechtshof verwacht.

Dès la réception de l’arrêt, il appartiendra à mon administration, après en avoir analysé la portée, de me proposer, s’il y a lieu, les mesures correctrices ou alternatives qui s’imposent.

Van bij ontvangst van het arrest, administratie om, na onderzoek van mij desgevallend, de verbeterende maatregelen die zich opdringen voor

DO 2004200502852

DO 2004200502852

Question no 556 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 556 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Plan de management des présidents des comités de direction des SPF.

Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.

Conformément à l’article 11 de l’arrêté royal du 29 octobre 2001 relatif à la désignation et à l’exercice des fonctions de management dans les services publics fédéraux, les présidents des comités de direction des services publics fédéraux (SPF) doivent, dans les trois mois de leur nomination, remettre à leur ministre un projet de plan de management et un projet de plan opérationnel (un délai de six mois est en projet).

Krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten, moeten de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten (FOD’s) binnen de drie maanden na hun aanstelling een ontwerp van managementplan en operationeel plan aan de bevoegde minister overmaken (de termijn wordt mogelijk op zes maanden gebracht).

Pour les présidents qui n’ont pas encore réalisé de plan ou qui les ont réalisés hors délai, je constate que l’article 17 de l’arrêté royal précité du 29 octobre 2001 prévoit que l’évaluation bisannuelle et l’évaluation finale du titulaire d’une fonction de management donnent lieu à la mention « insuffisant » lorsque les objectifs de prestation et leur développement concret, tels que prévus dans le plan de management et le plan opérationnel, n’ont manifestement pas été réalisés.

Wat betreft de voorzitters die de plannen nog niet of buiten de termijn hebben opgesteld, stel ik vast dat artikel 17 van het voornoemde koninklijk besluit van 29 oktober 2001 bepaalt dat de tweejaarlijkse evaluatie en de eindevaluatie van de houder van een managementfunctie worden besloten met de vermelding « onvoldoende » wanneer de prestatiedoelstellingen en de concrete uitwerking ervan, zoals vervat in het managementplan en het operationeel plan, klaarblijkelijk niet werden verwezenlijkt.

1. Pourriez-vous communiquer à quelle date le président du SPF qui dépend de votre compétence a réalisé les plans précités et, le cas échéant, si certains présidents n’ont pas encore réalisé de plan ?

1. Kan u meedelen wanneer de voorzitter van de FOD waarvoor u bevoegd bent de voornoemde plannen heeft opgesteld ? Zijn er voorzitters die dit nog niet hebben gedaan ?

2. Si les plans ont été approuvés, pourriez-vous communiquer si ces plans ont été diffusés et ou` les dits

2. Indien de plannen werden goedgekeurd, werden zij dan ook verspreid ? Waar kunnen de ambtenaren


2005

2006

is het aan mijn de draagwijdte, of alternatieve te stellen.


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21888

plans sont consultables par les agents des services publics fédéraux concernés et, éventuellement, par les citoyens ?

van de betrokken FOD’s, en eventueel de burgers, die plannen raadplegen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 556 de Mme Zoé Genot du 9 décembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 556 van mevrouw Zoé Genot van 9 december 2004 (Fr.) :

1. En principe, le président du comité de direction est tenu de soumettre son projet de plan de management et son projet de plan opérationnel au ministre, dans les trois mois de sa désignation.

1. In principe moet de voorzitter van het directiecomité binnen de drie maanden na zijn aanstelling, zijn ontwerp van managementplan en zijn ontwerp van operationeel plan voorleggen aan de minister.

Au sein du Service public fédéral Finances, ceci signifie que le projet de plan de management aurait normalement dû être déposé avant la fin du mois de septembre 2002.

Binnen de Federale Overheidsdienst Financie¨n betekent dit dat het ontwerp van managementplan normaal had moeten worden neergelegd voó´r het einde van de maand september 2002.

En l’espèce, ce calendrier posait toutefois problème dans la mesure où l’élaboration du projet de budget 2003 (que le gouvernement finalise début octobre) allait constituer un moment de vérité puisqu’il allait permettre de constater si on dégageait les moyens budgétaires nécessaires pour permettre d’entamer la réalisation de Coperfin.

Dezer kalender zorgde in dit geval evenwel voor problemen in die zin dat de opmaak van de ontwerpbegroting 2003 (die door de regering begin oktober wordt afgerond) het moment van de waarheid ging worden, omdat op basis daarvan kon worden vastgesteld of men de nodige budgettaire middelen ging vrijmaken om de verwezenlijking van Coperfin te kunnen aanvatten.

Dans ces circonstances, le président a, plutoˆt que d’établir un projet de plan de management, été chargé de me soumettre un business plan en vue de solliciter les moyens budgétaires nécessaires pour entamer la réalisation de Coperfin.

Eerder dan een ontwerp van managementplan op te stellen, werd in deze omstandigheden de voorzitter opgedragen mij een businessplan voor te leggen met het oog op de aanvraag van de nodige budgettaire middelen om de verwezenlijking van Coperfin aan te vatten.

` la lumière des décisions budgétaires intervenues, A un plan de management et un plan opérationnel m’ont été remis le 14 février 2003, après avoir été préalablement soumis au comité de direction.

In het licht van de genomen budgettaire beslissingen werden mij op 14 februari 2003 een managementplan en een operationeel plan overgemaakt, nadat deze voorafgaandelijk aan het directiecomité werden voorgelegd.

2. Le plan de management a fait l’objet d’une publication sur le site du Service public fédéral Finances. Il a également donné lieu à la publication d’une brochure en présentant les lignes de force.

2. Het managementplan werd gepubliceerd op de site van de Federale Overheidsdienst Financie¨n. Het heeft eveneens aanleiding gegeven tot de publicatie van een brochure met een bespreking van de krachtlijnen.

DO 2004200503136

DO 2004200503136

Question no 603 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 603 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage.

Belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders. — Arrest Arbitragehof.

Le 22 juin 2004, vous avez répondu en commission des Finances à une question orale de Mme Camille Dieu sur les conséquences de l’arrêt numéro 185/2002 de la Cour d’arbitrage relatif à la taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés, que vous n’aviez pas connaissance de contribuables qui n’auraient pu

Op 22 juni 2004 heeft u in de commissie voor de Financie¨n op een mondelinge vraag van mevrouw Camille Dieu naar de gevolgen van arrest nummer 185/2002 van het Arbitragehof voor de belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders geantwoord dat u geen gevallen van belastingplichti-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21889

faire valoir leurs droits à la suite dudit arrêt. Vous avez précisé que si de tels cas devaient se manifester, vous les feriez examiner (question no 3198, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission des Finances, 22 juin 2004, COM 303, p. 26). Dans ma lettre du 26 novembre 2004, je vous ai communiqué les noms et adresses d’une vingtaine de cas individuels de Flandre occidentale dont j’ai eu connaissance et qui ont à mon avis subi une discrimination en raison de la procédure choisie en exécution d’un arrêt de la Cour d’arbitrage. Comme ma liste se limitait à des cas de Flandre occidentale dont j’ai eu connaissance, il faut s’attendre à ce que les contribuables concernés soient en réalité beaucoup plus nombreux. Dans ma lettre, je vous ai demandé d’examiner ces cas individuels et de veiller à ce que ces ouvriers puissent encore bénéficier des conséquences de l’arrêt de la Cour d’arbitrage. 1. Quelles mesures avez-vous prises depuis lors pour cette catégorie de pensionnés ayant subi une discrimination ? 2. Quelles mesures envisagez-vous encore de prendre et dans quel délai ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 mars 2006, à la question no 603 de M. Dirk Van der Maelen du 18 janvier 2005 (N.) :

gen kent die ingevolge het genoemde arrest geen aanspraak konden maken op hun rechten. Indien die er toch zijn, zou u ze laten onderzoeken (vraag nr. 3198, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie Financie¨n, 22 juni 2004, COM 303, blz. 26). In mijn schrijven van 26 november 2004 heb ik u de namen en de adressen van een twintigtal individuele gevallen uit West-Vlaanderen gegeven die me bekend zijn en die naar mijn mening gediscrimineerd worden omwille van de gekozen procedure in uitvoering van een arrest van het Arbitragehof. Gezien deze lijst zich enkel beperkte tot door mij gekende gevallen in WestVlaanderen, mag aangenomen worden dat het in werkelijkheid om een veelvoud gaat.

1. En ce qui concerne Bruxelles, les déclarations à l’impoˆt des personnes physiques pour l’exercice d’imposition 2005 (revenus de 2004) des contribuables néerlandophones ont été envoyées immédiatement après celles des contribuables francophones. 2 et 3. La distribution des déclarations fiscales est organisée pour tout le pays et chaque année de manière telle que le délai légal d’un mois pour la rentrée de celles-ci puisse être respecté. E´tant donné le grand nombre de déclarations à l’impoˆt des personnes physiques (près de 6 millions) il est nécessaire — pour des raisons pratiques — de fractionner l’envoi. Par ailleurs, l’ordre d’envoi est revu chaque année afin d’assurer un traitement équivalent à chaque contribuable.

Ik heb u in mijn schrijven gevraagd deze individuele gevallen te onderzoeken, en ervoor te zorgen dat deze arbeiders vooralsnog van de gevolgen van het arrest van het Arbitragehof kunnen genieten. 1. Welke maatregelen heeft u ondertussen genomen voor deze groep van gediscrimineerde gepensioneerden ? 2. Welke maatregelen overweegt u nog te nemen en binnen welke tijdsspanne ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 maart 2006, op de vraag nr. 603 van de heer Dirk Van der Maelen van 18 januari 2005 (N.) : 1. Wat Brussel betreft werden de aangiften in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2005 (inkomsten van 2004) van de Nederlandstalige belastingplichtigen onmiddellijk na die van de Franstalige belastingplichtigen verzonden. 2 en 3. De verspreiding van de belastingaangiften wordt elk jaar voor gans het land zodanig georganiseerd dat de wettelijke termijn van één maand voor het indienen ervan kan worden gerespecteerd. Gelet op het groot aantal aangiften in de personenbelasting (bijna 6 miljoen) is het — om praktische redenen — noodzakelijk dat de verzending ervan wordt opgesplitst. Bovendien wordt de volgorde van verzending elk jaar herzien zodat de gelijke behandeling van alle belastingplichtigen wordt verzekerd.

DO 2004200503250

DO 2004200503250

Question no 631 de M. Hagen Goyvaerts du 31 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Nécessité de préciser le statut des sicafs immobilières. Le régime fiscal des sicafs immobilières a été récemment modifié et précisé, ce qui a permis de lever certai-

Vraag nr. 631 van de heer Hagen Goyvaerts van 31 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Aantal onduidelijkheden rond vastgoedbevaks. Niettegenstaande het feit dat er recentelijk een aantal wijzigingen en verduidelijkingen zijn geweest ten


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21890

nes divergences d’interprétation. Il subsiste néanmoins quelques imprécisions et imperfections fiscales au niveau du statut de la sicaf immobilière.

Conformément à l’article 143, § 1er, de la loi du 4 décembre 1990 relative aux opérations financières et aux marchés financiers, les sociétés d’investissement ne sont imposables que sur le montant total des avantages anormaux ou bénévoles reçus et des dépenses et charges non déductibles à titre de charges professionnelles. Excepté en ce qui concerne la détermination de la base imposable, les dispositions du droit commun en matière d’impoˆt des sociétés s’appliquent également aux sociétés d’investissement. Dès lors par la notion de « dépenses et charges non déductibles à titre de charges professionnelles » précités, il faut entendre également l’impoˆt des sociétés.

aanzien van het fiscale regime van vastgoedbevaks en waarbij een aantal verschillen in interpretatie zijn weggewerkt, blijven er nog een aantal fiscale onduidelijkheden en onvolkomenheden in het statuut van de vastgoedbevak. Zo is er nog onduidelijkheid rond de samenstelling van de belastbare grondslag van de bevak. Een vastgoedbevak is weliswaar onderworpen aan de vennootschapsbelasting, maar de belastbare grondslag wordt op forfaitaire manier samengesteld. Zo is een vastgoedbevak in principe slechts belastbaar op de « verworpen uitgaven » (bijvoorbeeld 37,5 % op restaurantkosten, 25 % van de autokosten, maaltijdchecques, enzovoort). In de werkelijkheid gaat het hier slechts om een fractie van het commercie¨le resultaat van de vastgoedbevak omdat deze hoofdzakelijk komen uit huurinkomsten en gerealiseerde meerwaarden. Vermits de vennootschapsbelasting in principe zelf een verworpen uitgave is, rijst de vraag in welke mate de verschuldigde vennootschapsbelasting moet worden toegevoegd aan het belastbare resultaat. Ook hier ontstaat de situatie waarbij de bevak een belasting op een belasting betaalt, en dat kan niet de bedoeling zijn. Kan u bovenvermelde problematiek verduidelijken en uw standpunt bevestigen ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 631 van de heer Hagen Goyvaerts van 31 januari 2005 (N.) : Overeenkomstig artikel 143, § 1, van de wet van 4 december 1990 op de financie¨le transacties en de financie¨le markten zijn de beleggingsvennootschappen slechts belastbaar op het totaal van de ontvangen abnormale of vrijwillige voordelen en op de niet als de bedrijfskosten aftrekbare uitgaven en kosten. Behoudens wat de vaststelling van de belastbare grondslag betreft, zijn de gemeenrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vennootschapsbelasting ook op beleggingsvennootschappen van toepassing. Bijgevolg dient onder het voormeld begrip « niet als bedrijfskosten aftrekbare uitgaven en kosten » wel degelijk ook de vennootschapsbelasting te worden begrepen.

DO 2004200503572

DO 2004200503572

Question no 682 de Mme Trees Pieters du 7 mars 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Impoˆts sur les revenus. — Frais professionnels. — Holdings étrangers. — Impoˆt des sociétés. — Rémunérations de prestations ou de services. L’article 54 du CIR 1992 prévoit notamment que les rémunérations pour des prestations ou des services ne

Vraag nr. 682 van mevrouw Trees Pieters van 7 maart 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Inkomstenbelastingen. — Beroepskosten. — Buitenlandse holdings. — Vennootschapsbelastingen. — Bezoldigingen voor prestaties of diensten. Krachtens artikel 54, WIB 1992 kunnen onder andere bezoldigingen voor prestaties of diensten, niet

Ainsi, la composition de la base imposable de la sicaf demeure ambigue¨. Certes, une sicaf immobilière est soumise à l’impoˆt des sociétés mais la base imposable est constituée forfaitairement. C’est ainsi qu’une sicaf immobilière n’est en principe imposable que sur les « dépenses non admises » (par exemple 37,5 % sur les frais de restaurant, 25 % sur les frais de voiture, les chèques repas, etc.). En réalité, il ne s’agit ici que d’une partie du résultat commercial de la sicaf immobilière parce que celui-ci provient essentiellement des revenus locatifs et des plus-values réalisées. Dans la mesure ou`, en principe, l’impoˆt des sociétés constitue lui-même une dépense non admise, l’on peut se demander s’il ne pourrait pas être ajouté au résultat imposable. Il s’ensuit aussi que la sicaf donne lieu au paiement d’un impoˆt sur l’impoˆt, ce qui ne saurait être l’objectif. Pourriez-vous éclaircir cette question et confirmer votre point de vue ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 631 de M. Hagen Goyvaerts du 31 janvier 2005 (N.) :


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21891

sont pas considérées comme des frais professionnels lorsqu’elles sont payées ou attribuées directement ou indirectement à un contribuable visé à l’article 227 ou à un établissement étranger, qui, en vertu de la législation du pays ou` ils sont établis, n’y sont pas soumis à un impoˆt sur les revenus ou y sont soumis, pour les revenus de l’espèce, à un « régime de taxation notablement plus avantageux » que celui auquel ces revenus sont soumis en Belgique, à moins que le contribuable ne justifie par toutes voies de droit qu’elles répondent à des opérations réelles et sincères et qu’elles ne dépassent pas les limites « normales ».

als beroepskosten worden aangemerkt indien zij rechtstreeks of onrechtstreeks worden betaald of toegekend aan een in artikel 227 vermelde belastingplichtige of aan een buitenlandse inrichting die krachtens de bepalingen van de wetgeving van het land waar zij gevestigd zijn, niet aan een inkomstenbelasting zijn onderworpen of voor zulke inkomsten aldaar aan een « aanzienlijk gunstigere belastingregeling » zijn onderworpen dan die waaraan die inkomsten in Belgie¨ zijn onderworpen, tenzij de belastingplichtige door alle rechtsmiddelen bewijst dat zij verband houden met werkelijke en oprechte verrichtingen en mits zij « de normale » grenzen niet overschrijden.

1. a) Cet article peut-il aussi être appliqué intégralement et incontestablement à l’impoˆt des sociétés ?

1. a) Is dit artikel eveneens integraal en onbetwistbaar volledig van toepassing inzake vennootschapsbelasting ?

b) Dans l’affirmative, en vertu de quelles dispositions (d’exécution) légales et/ou réglementaires précises et formelles ? ` qui incombe la première charge de la preuve et 2. A pour quels éléments et à qui incombe ensuite la preuve du contraire, tant durant la phase de taxation que durant la phase de réclamation ?

b) Zo ja, op grond van welke precieze en uitdrukkelijk wettelijke en/of reglementaire (uitvoerings)bepaling(en) ?

3. Pourriez-vous me communiquer en l’espèce une liste « actualisée » des « pays refuge » et/ou des « paradis fiscaux » ?

3. Kan er terzake een « geactualiseerde » lijst van fiscale « vluchtlanden » en/of van « belastingparadijzen » worden verstrekt ?

4. a) S’agit-il ici exclusivement de « rémunérations » au sens légal des articles 30, 31, 32 et 33 du CIR 1992, titre II, chapitre II, du Code fiscal précité ?

4. a) Gaat het hier uitsluitend om « bezoldigingen » in de wettelijke zin van de artikelen 30, 31, 32 en 33, WIB 1992 waarvan sprake in hetzelfde hoofdstuk II van titel II van genoemd fiscaal Wetboek ?

b) Dans la négative, pourquoi faudrait-il les interpréter différemment, étant donné la hiérarchie des normes juridiques ?

b) Zo neen, waarom zou, gelet op de hie¨rarchie der rechtsnormen, hieraan eventueel een andere interpretatie moeten worden gegeven ?

5. a) Comment les administrations fiscales définissentelles la notion de « prestations » ?

5. a) Hoe definie¨ren de belastingadministraties het begrip « prestaties » ?

b) Comment les administrations fiscales définissentelles la notion de « services » ?

b) Hoe definie¨ren de belastingadministraties het begrip « diensten » ?

c) S’agit-il en l’occurrence de « rémunérations » payées, octroyées ou imputées en raison de prestations ou de missions effectuées par des travailleurs salariés et, d’autre part, en raison de services ou travaux effectués par des employés salariés ou des travailleurs intellectuels dans le cadre d’un lien de subordination ?

c) Gaat het hier over « bezoldigingen » betaald, toegekend of geboekt enerzijds omwille van prestaties of taken geleverd door loontrekkende arbeiders en anderzijds omwille van diensten of werkzaamheden geleverd door loontrekkende bedienden of hoofdarbeiders in een band van ondergeschiktheid ?

6. Comment les administrations définissent-elles la notion de « régime de taxation notablement plus avantageux » ?

6. Hoe omschrijven of definie¨ren de administraties het begrip « aanzienlijk gunstiger belastingregeling » ?

7. Qu’entendent les administrations fiscales par « limites normales » ?

7. Wat verstaan de belastingadministraties onder « normale grenzen » ?


2005

2. Op wie rust de eerste bewijslast en voor welke elementen en op wie rust vervolgens het tegenbewijs zowel in fase van taxatie als in bezwaarfase ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21892

8. Pourriez-vous, point par point, communiquer votre interprétation stricte puisqu’il s’agit d’une procédure d’exception, et vos conception et méthode générales à la lumière des dispositions légales de l’article 54 du CIR 1992 et du principe constitutionnel de légalité ?

8. Kan u afzonderlijk, punt per punt, uw strikte interpretatie meedelen vermits het hier om een uitzonderingsprocedure gaat en uw algemene ziensen handelwijze in het licht van de wettelijke bepalingen van artikel 54, WIB 1992 en van het grondwettelijk legaliteitsbeginsel ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 682 de Mme Trees Pieters du 7 mars 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 682 van mevrouw Trees Pieters van 7 maart 2005 (N.) :

1. La question posée par l’honorable membre appelle une réponse positive. Il ressort des dispositions des articles 54 et 183 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) que l’application de l’article 54 CIR 1992 n’est pas exclue en matière d’impoˆt des sociétés.

1. De door het geachte lid gestelde vraag houdt een bevestigend antwoord in. Uit de bepalingen van de artikelen 54 en 183 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) volgt dat de toepassing van artikel 54, WIB 1992 niet is uitgesloten inzake de vennootschapsbelasting.

2. Je peux communiquer à l’honorable membre que la portée de la charge de la preuve visée dans sa question a été explicitée dans les travaux parlementaires préparatoires à la loi du 28 juillet 1992 portant des dispositions fiscales et financières (Doc. parl., Chambre 1991-1992, no 444/9, p. 131).

2. Ik kan het geachte lid meedelen dat de in haar vraag bedoelde begrip bewijslast wordt uiteengezet in de parlementaire werkzaamheden voorafgaand aan de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financie¨le bepalingen (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 444/9, blz. 131).

3. Pour l’application de l’article 54, CIR 1992, la liste des pays visée à l’article 73quater de l’arrêté royal d’exécution du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (AR/CIR 1992) peut contribuer à établir la présomption qu’il existe un régime de taxation notablement plus avantageux qu’en Belgique.

3. Voor de toepassing van het artikel 54, WIB 1992 kan de lijst met landen, als bedoeld in artikel 73quater, koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 1992) bijdragen tot het bepalen van een vermoeden dat er een aanzienlijke gunstigere belastingregeling bestaat dan in Belgie¨.

4. La question posée par l’honorable membre appelle une réponse négative. En effet, il ressort des dispositions expresses de l’article 54, CIR 1992 que la notion de « rémunérations de prestations ou de services » a une acception plus large que la notion de « rémunérations » de personnes visée à l’article 30, CIR 1992. 5. E´tant donné que les notions de « prestations » et de « services » ne sont définies ni dans le CIR 1992, ni dans l’AR/CIR 1992 et qu’en outre aucune définition desdites notions n’apparaıˆt dans les dispositions de droit commun, celles-ci doivent être entendues au sens le plus large des termes.

4. De door het geachte lid gestelde vraag houdt een ontkennend antwoord in. Immers, uit de uitdrukkelijke bepalingen van het artikel 54, WIB 1992 volgt dat het begrip « bezoldiging voor prestaties of diensten » een ruimere betekenis heeft dan het begrip bezoldigingen van personen zoals bedoeld in artikel 30, WIB 1992.

Concernant le point c), je renvoie l’honorable membre à la réponse qui a été fournie au point 4 et aux exemples de rémunérations de prestations ou de services énumérés dans les travaux parlementaires préparatoires à la loi du 23 février 1954 (Doc. parl., Chambre, 1953-1954, doc. 9, p. 3) d’où il ressort que le lien d’interdépendance n’est pas une condition nécessaire pour être considéré comme une « rémunération de prestations ou de services » pour l’application de l’article 54, CIR 1992.

Betreffende punt c) verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat werd gegeven onder punt 4 en naar de voorbeelden van de bezoldigingen voor prestaties of diensten, zoals opgesomd in de parlementaire werkzaamheden voorafgaand aan de wet van 23 februari 1954 (Parl. St., Kamer, 1953-1954, doc. 9, blz. 3) waaruit blijkt dat een band van ondergeschiktheid geen noodzakelijke voorwaarde vormt om als « bezoldiging voor prestaties of diensten » voor de toepassing van artikel 54, WIB 1992 in aanmerking te komen.

6. Concernant la notion de régime de taxation notablement plus avantageux, il n’est pratiquement

6. Inzake het begrip aanzienlijk gunstigere belastingregeling is het praktisch onmogelijk ter zake een


2005

5. Daar de begrippen « prestaties » en « diensten » niet omschreven zijn in het WIB 1992 en het koninklijk besluit/WIB 1992 en daarenboven in de gemeenrechtelijke bepalingen geen omschrijving van de betreffende begrippen voorkomt, moeten deze begrippen in de meest ruime betekenis van het woord worden geı¨nterpreteerd.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21893

pas possible de fixer une norme en la matière puisqu’il s’agit avant tout d’apprécier des éléments de droit et de faits propres à chaque cas. Pour une définition générale, on peut utilement se référer aux directives reprises au numéro 54/23, Com.IR 92.

norm vast te leggen, want het gaat er vooral om de gegevens in rechte en in feite voor elk geval afzonderlijk te beoordelen. Voor een algemene omschrijving kan nuttig worden verwezen naar de bepalingen opgenomen onder nummer 54/23, Com.IB 92.

7. Le problème de l’administration de la preuve en matière de « limites normales » doit être résolu au cas par cas à la lumière des éléments de faits. Il est par conséquent impossible de prescrire des règles d’application générales.

7. Het probleem van de bewijsvoering inzake « normale grenzen » moet in elk geval afzonderlijk aan de hand van de feitelijke gegevens worden opgelost. Het is derhalve niet mogelijk algemene toepassingsregels voor te schrijven.

DO 2004200503896

DO 2004200503896

Question no 725 de Mme Trees Pieters du 12 avril 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 725 van mevrouw Trees Pieters van 12 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Marchands de biens immobiliers. — Promoteurs immobiliers et auteurs de projets. — Détermination des bénéfices et moment de l’assujettissement à l’impoˆt des sociétés. — Traitement comptable des créances dans le cas des sociétés.

Vastgoedhandelaars. — Bouwpromotors en projectontwikkelaars. — Winstbepaling en tijdstip van belastbaarheid inzake vennootschapsbelasting. — Boekhoudkundige verwerking van de schuldvorderingen bij venootschappen.

Les numéros 24/13 et 24/95 du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992, publié sur Fisconet, prescrivent notamment comment et quand, en matière d’« impoˆt des personnes physiques », le bénéfice imposable tant sur les terrains que sur les appartements, maisons ou logements privés doit être déterminé et/ou est censé réalisé sur le plan fiscal.

De nummers 24/13 en 24/95 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gepubliceerd op Fisconet schrijven onder andere voor hoe en wanneer inzake « personenbelasting » zowel de belastbare winst op gronden als de belastbare winst op appartementen, huizen of private woningen moeten bepaald en/of fiscaal moet worden geacht te zijn verwezenlijkt.

Ces prescriptions constituent assurément une exception ou une dérogation au principe légal général du caractère imposable au moment de la naissance de la créance.

Die voorschriften vormen allicht een uitzondering of een afwijking op het algemeen wettelijk principe van belastbaarheid op het ogenblik van het ontstaan van de schuldvordering.

Il est néanmoins permis de se poser simultanément les questions générales suivantes : ces directives fiscales alternatives s’appliquent-elles aussi intégralement en matière d’« impoˆt des sociétés » ? Comment faut-il agir sur le plan comptable dans le cas de sociétés soumises à la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité et ` quels aux comptes annuels des entreprises ? A moments précis ou dates de bilan le caractère imposable du résultat réalisé tant sur le plan comptable que sur le plan fiscal prend-il naissance ?

De algemene en gelijktijdige vraag rijst echter of die alternatieve fiscale richtlijnen eveneens onverminderd gelden inzake « vennootschapsbelasting », hoe op boekhoudkundig vlak dient te worden gehandeld bij vennootschappen onderworpen aan de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen en op welke precieze tijdstippen of balansdata de belastbaarheid van het boekhoudkundig en fiscaal behaalde resultaat respectievelijk ontstaat.

Pourriez-vous me faire part, en l’espèce, de votre approche générale actualisée, aussi bien théorique que pratique, notamment à la lumière tant des dispositions légales des articles 183, 185 et 360 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, du Code des droits d’enregistrement, des articles 1134, 1787 à 1799 et 2270 du Code civil, de la « Loi Breyne », modifiée par la loi du 3 mai 1993, que des lois comptables et des avis de la Commission des normes comptables ?

Kan u terzake uw geactualiseerde algemene ziensen handelwijze meedelen, zowel onder meer in het licht van de wettelijke bepalingen van de artikelen 183, 185 en 360 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek der registratierechten, de artikelen 1134, 1787 tot 1799 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek, de « Wet Breyne » gewijzigd bij de wet van 3 mei 1993 als van de boekhoudwetten en de adviezen van de Commissie voor boekhoudkundige normen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21894

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 725 de Mme Trees Pieters du 12 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 725 van mevrouw Trees Pieters van 12 april 2005 (N.) :

Je me permets de renvoyer l’honorable membre à la réponse fournie le 17 mai 2005 par mon collègue de l’Ećonomie, à cette même question (question no 256 du 12 avril 2005, Questions et Réponses, Chambre, 20042005, no 78, p. 13087). En l’espèce, le droit fiscal ne déroge pas au droit comptable. La créance est imposable dès qu’elle est née, à savoir au moment où elle acquiert le caractère liquide et certain.

Ik veroorloof mij het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door mijn collega van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie op dezelfde vraag werd verstrekt op 17 mei 2005 (vraag nr. 256 van 12 april 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 78, blz. 13087). Ter zake wijkt het fiscaal recht niet af van het boekhoudrecht. De schuldvordering is belastbaar van zodra zij tot stand komt, met name op het ogenblik dat zij een vaststaand en zeker karakter verkrijgt.

DO 2004200503932

DO 2004200503932

Question no 731 de Mme Trees Pieters du 14 avril 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 731 van mevrouw Trees Pieters van 14 april 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Définition de la notion juridique et fiscale d’« établissement étranger » au sens de l’article 54 du CIR 1992.

Inkomstenbelastingen. — Definitie van het fiscaaljuridisch begrip « buitenlandse inrichting » in de zin van artikel 54 WIB 1992.

La notion d’« établissement étranger » figure à l’article 54 du Code des impoˆts sur les revenus 1992.

In artikel 54 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt het begrip « buitenlandse inrichting » gehanteerd.

1. La question générale se pose dès lors de savoir comment cette notion doit être précisément interprétée dans le cadre de cette seule disposition légale concrète ou comment elle doit être exactement définie, décrite ou interprétée d’un point de vue juridique et historique.

1. De algemene vraag rijst daarbij wat in het kader van die ene concrete wettelijke bepaling onder dit begrip precies moet worden verstaan of hoe dit exact moet worden gedefinieerd, omschreven of wetshistorisch geı¨nterpreteerd ?

2. S’agit-il en l’occurrence de tout établissement étranger d’entreprises étrangères ou autres qui en dépendent directement ou indirectement et auxquelles ont été payés des intérêts, des rétributions et des rémunérations ou se limite-t-on exclusivement à un établissement, à une filiale, à un bureau fixe ou non ou à une succursale dépendant juridiquement de l’entreprise belge concernée ?

2. Betreft het hier om het even welke buitenlandse inrichting van vreemde of andere al dan niet rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden ondernemingen waaraan interesten, retributies en bezoldigingen werden betaald of toegekend of beperkt zich dit enkel en alleen tot een al dan niet vaste buitenlandse inrichting, filiaal, kantoor of een juridisch onzelfstandige vestiging van de betrokken Belgische onderneming zelf ?

3. Pourriez-vous me donner votre point de vue général, votre description précise et votre interprétation à la lumière des législations et réglementations fiscales belges et internationales existantes et/ou des conventions bilatérales et des traités de l’UE ?

3. Kan u uw algemene zienswijze, zorgvuldige omschrijving en interpretatie in het licht van de bestaande Belgische en internationale fiscale wetgevingen, reglementeringen en/of bilaterale overeenkomsten en EGverdragen meedelen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 731 de Mme Trees Pieters du 14 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 731 van mevrouw Trees Pieters van 14 april 2005 (N.) :

L’honorable membre voudra bien se référer utilement aux nos 54/22 à 54/25 du Commentaire du Code des impoˆts sur les revenus 1992.

Ik kan het geachte lid nuttig verwijzen naar de nrs. 54/22 tot 54/25 van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21895

DO 2004200504129

DO 2004200504129

Question no 762 de M. Pieter De Crem du 2 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 762 van de heer Pieter De Crem van 2 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Résultats de l’étude »Précompte mobilier. — Dividende. — Scission de société« .

Resultaten studie betreffende « Roerende voorheffing. — Dividend. — Splitsing van vennootschap« .

En réponse à ma question no 423 du 24 juin 2004, vous avez précisé que vu la complexité de cette matière, les services spécialisés de votre administration seraient chargés de procéder à une étude (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 63, p. 10186). En attendant, de nombreux actionnaires et institutions financières belges restent dans l’incertitude en ce qui concerne cette matière.

In uw antwoord op mijn vraag nr. 423 van 24 juni 2004 verklaarde u dat er, gelet op de complexiteit van de materie, een onderzoek zou worden ingesteld door de gespecialiseerde diensten van uw administratie (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 63, blz. 10186). Ondertussen blijven vele Belgische aandeelhouders en financie¨le instellingen in de onzekerheid verkeren betreffende deze materie.

1. Avez-vous entre-temps ordonné cette enquête ?

1. Heeft u ondertussen de opdracht gegeven om dit onderzoek te starten ?

2. Dans l’affirmative, est-elle déjà terminée et quels en sont les résultats ?

2. Zo ja, is dit onderzoek ondertussen afgerond en wat zijn hiervan de resulaten ?

3. Dans la négative, ou` en sont les services de votre administration et dans quel délai pouvons-nous espérer recevoir les résultats de cette enquête ?

3. Zo nee, hoever staan de diensten van uw administratie met dit onderzoek en op welke termijn mogen we de resultaten van dit onderzoek verwachten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 762 de M. Pieter De Crem du 2 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 762 van de heer Pieter De Crem van 2 mei 2005 (N.) :

Je peux informer l’honorable membre que le traitement fiscal d’opérations étrangères qui montrent de fortes similitudes avec une scission partielle, auxquelles il est fait référence dans sa question no 423 du 24 juin 2004 est encore à l’examen auprès des services spécialisés de mon administration. Je ne manquerai pas de mettre l’honorable membre au courant des résultats de cet examen.

Ik kan het geachte lid meedelen dat de fiscale behandeling van buitenlandse verrichtingen die sterke gelijkenissen vertonen met een partie¨le splitsing waarnaar wordt verwezen in de door hem gestelde vraag nr. 423 van 24 juni 2004 nog in onderzoek is bij de gespecialiseerde diensten van mijn administratie. Ik zal het geachte lid niet nalaten hem op de hoogte te brengen over de resultaten van dat onderzoek.

DO 2004200504213

DO 2004200504213

Question no 782 de M. Hagen Goyvaerts du 9 mai 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 782 van de heer Hagen Goyvaerts van 9 mei 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Baˆtiments. — Redevance sur les logements inoccupés payée par les autorités fédérales.

Gebouwen. — Leegstandsheffing betaald door de federale overheid.

1. Pourriez-vous me fournir un aperçu des baˆtiments pour lesquels les autorités fédérales paient une redevance sur les logements inoccupés aux régions, en précisant les emplacements et les montants, et ce pour les années 2002, 2003 et 2004 ?

1. Kan u een overzicht geven voor welke gebouwen de federale overheid leegstandsheffing betaalt aan de gewesten met de vermelding van de locaties en de bedragen en dit voor de jaren 2002, 2003 en 2004 ?

2. Quels montants ont été payés et quels montants sont contestés ?

2. Welke bedragen werden betaald en voor welke bedragen bestaat er een betwisting ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21896

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 mars 2006, à la question no 782 de M. Hagen Goyvaerts du 9 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 maart 2006, op de vraag nr. 782 van de heer Hagen Goyvaerts van 9 mei 2005 (N.) :

1. En raison du nombre enorme de réclamations introduites contre la taxe d’inoccupation, le Gouvernement flamand a décidé d’instaurer pour les années 2002 et 2003, un délai de réflexion et de bloquer temporairement les avis d’imposition. Dans l’intervalle, de nouveaux avis d’imposition n’ont pas davantage été expédiés pour les années 2004 et 2005.

1. Ingevolge het enorm aantal bezwaarschriften die tegen de leegstandsheffing werden ingediend, werd door de Vlaamse Regering beslist om voor de jaren 2002 en 2003 een bezinningsperiode in te bouwen en werden de aanslagen tijdelijk bevroren. Inmiddels werden voor de jaren 2004 en 2005 evenmin nieuwe aanslagen verstuurd.

2. Compte tenu de la réponse à la première question, aucune somme n’a été payée pour la période concernée et il n’y a aucune contestation.

2. Gelet op het antwoord op de eerste vraag, werden er voor de bedoelde periode geen bedragen betaald en zijn er geen betwistingen.

DO 2004200504581

DO 2004200504581

Question no 845 de Mme Trees Pieters du 15 juin 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 845 van mevrouw Trees Pieters van 15 juni 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Compensations et rectifications spontanées en matière de TVA et de contributions directes. — Statistiques relatives aux augmentations de recettes et de chiffres d’affaire. — Simplification administrative. ` Au cours de la phase d’examen d’un dossier TVA l’assentiment immédiat du fonctionnaire de la TVA permet, dans la majorité des cas, de rectifier ou de compenser d’emblée, sans difficultés, spontanément et rapidement, de rectifier ou de compenser dans les relevés de régularisation ou de rectification, ou en tout cas dans les déclarations TVA à introduire prochainement (cf. rubrique révisions), toutes les fautes en matière de déduction, erreurs, bévues et autres, commises au détriment du contribuable.

Compensaties en spontane rechtzettingen inzake BTW en inzake directe belastingen. — Statistieken van inkomsten- en omzetverhogingen. — Administratieve vereenvoudiging.

Sur le plan statistique, les compensations TVA ainsi opérées ne devraient même pas être déduites des augmentations positives de recettes ou de chiffres d’affaire constatées.

Op statistisch vlak zouden die doorgevoerde BTWcompensaties niet eens in mindering moeten worden gebracht van de vastgestelde positieve inkomsten- of omzetverhogingen.

En revanche, en matière de contributions directes, il semble pratiquement impossible, au stade de l’examen ou de la procédure de rectification, de redresser ou de compenser directement au stade de l’enquête ou de la procédure de modification des « rectifications en déduction » même incontestables d’imprécisions, de confusions, d’erreurs d’interprétation, de principe ou non, de doubles impositions, etc. Il me revient que, statistiquement, toutes les corrections effectuées à titre exceptionnel doivent être en outre soustraites effectivement des suppléments d’impoˆt ou des augmentations de recettes positives.

Daarentegen schijnt het op het vlak van de directe belastingen nagenoeg volstrekt onmogelijk te zijn om zelfs onbetwistbare « verbeteringen in min » van onnauwkeurigheden, misvattingen, vergissingen al dan niet van principie¨le aard, dubbele belastingen, enzovoort, direct recht te zetten of te compenseren in het stadium van onderzoek of wijzigingsprocedure. Op statistisch vlak moeten naar verluidt alle uitzonderlijk doorgevoerde correcties daarnaast ook nog eens effectief in mindering worden gebracht van de positief behaalde belastingsupplementen of inkomstenverhogingen.

En d’autres termes, les fonctionnaires taxateurs du secteur des contributions directes ne veulent retenir que les éléments positifs, sans tenir compte, en même

Met andere woorden de taxatieambtenaren van de sector directe belastingen willen alleen maar de positieve elementen weerhouden doch willen tezelfdertijd


2005

In fase van onderzoek van een BTW-dossier is het blijkbaar meestal mogelijk dat met de onmiddellijke goedkeuring van de BTW-ambtenaar alle alsdan tijdens de lopende onderzoeksperiode vastgestelde aftrekfouten en vergissingen, misslagen of dwalingen begaan in het nadeel van de belastingplichtige meteen probleemloos, spontaan en snel kunnen worden rechtgezet of gecompenseerd in de regularisatieen correctieopgaven of minstens toch in de eerstkomend in te dienen BTW-aangiften (cf. vak herzieningen).

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21897

temps, des éléments éventuellement négatifs ou à compenser éventuels. Les contribuables se voient dès lors contraints d’introduire ensuite une réclamation en bonne et due forme ou une requête. De surcroıˆt toutes ces réclamations simples ne débouchent sur une éventuelle solution favorable que bien des mois, voire des années plus tard, ce qui est de nature à ternir l’image des Finances.

volstrekt geen rekening houden met alle mogelijke negatieve of te compenseren bestanddelen. Daardoor zijn de belastingplichtigen naderhand genoodzaakt een geldig bezwaarschrift of een verzoekschrift in te dienen. Daarenboven laat de gunstige oplossing van al die ingediende eenvoudige bezwaarschriften veelal ettelijke maanden of zelfs jaren op zich wachten. Dit schaadt het imago van Financie¨n.

Dans la pratique, les questions pertinentes d’ordre général se posent pour les deux secteurs :

Terzake rijzen in de praktijk voor de beide sectoren dan ook de volgende algemene en pertinente vragen.

1. Pourriez-vous me fournir une liste limitative ou non et une énumération de toutes les erreurs qui doivent ou peuvent, au cours de la phase de l’examen polyvalent ou non de dossiers de sociétés et de personnes physiques, être compensées ou rectifiées « immédiatement » et souplement par le biais d’une déclaration d’assentiment ou d’un relevé de rectification ?

1. Kan u een al dan niet beperkende en opsommende lijst weergeven van alle mogelijke vergissingen die in fase van een al dan niet polyvalent onderzoek van dossiers van vennootschappen en van natuurlijke personen « onmiddellijk » en op een soepele wijze moeten of mogen worden gecompenseerd of rechtgezet via een akkoordverklaring of door middel van een correctieopgave ?

2. Dans quels délais ces modifications admises peuvent ou doivent-elles être régularisées ou compensées, d’office, rapidement et directement, avec l’accord écrit mutuel des parties ?

2. Binnen welke termijnen kunnen, moeten of mogen die toegelaten verbeteringen met wederzijds schriftelijk akkoord van de partijen ambtshalve vlot en rechtstreeks worden geregulariseerd en gecompenseerd ?

3. Quelles instructions internes concernant l’insertion ou non des compensations ou des réductions du revenu imposable admises dans les innombrables statistiques, tableaux et/ou bordereaux de données, sont-elles actuellement d’application ?

3. Hoe luiden de huidige interne instructies met betrekking tot het al dan niet opnemen van de toegelaten compensaties of verminderingen van het belastbaar inkomen in de talloze statistieken, boordtabellen en/of gegevensborderellen ?

4. Quelles initiatives, au regard de la capacité à prendre rapidement des décisions, seront prises prochainement, tant en matière d’impoˆt des sociétés qu’en matière d’impoˆt des personnes physiques, pour rendre de telles procédures de rectification directes, simples et, surtout, économiques en temps et en couˆt ? ` cet égard, quelles missions à responsabilité 5. A sont dévolues aux managers locaux et à leurs fonctionnaires du contentieux, ainsi qu’aux fonctionnaires de tutelle des services centraux ?

4. Welke besluitvaardige initiatieven zullen er zowel inzake vennootschapsbelasting als inzake personenbelasting weldra worden getroffen opdat dergelijke rechtzettingprocedures voortaan direct, eenvoudig en vooral tijden kostenbesparend zouden kunnen verlopen ?

6. Auprès de quelles instances, médiateurs ou autorités supérieures, fiscaux ou non, les assujettis à la TVA et les autres contribuables peuvent-ils éventuellement se plaindre en cas de refus des fonctionnaires de première ligne ou des fonctionnaires instructeurs de procéder immédiatement aux compensations ou aux rectifications raisonnablement acceptables ?

6. Bij al welke al dan niet fiscale instanties, ombudsmannen of hogere overheden kunnen de BTW- en belastingplichtigen zich eventueel beklagen wanneer de eerstelijns- of onderzoekende ambtenaren de redelijkerwijs aanneembare compensaties of rechtzettingen niet meteen willen doorvoeren ?

7. Pourriez-vous, dans l’optique d’une administration fiscale performante comme dans le cadre de la simplification administrative voulue par le Gouvernement, et à la lumière de la nouvelle philosophie telle qu’énoncée dernièrement dans la circulaire no Ci.RH.81/548.628 (AFER 21/2002) du 29 juillet 2002 (Bulletin des contributions no 830, p. 2650-2656), nous faire part de vos conception et méthode générales

7. Kan u zowel in het kader van een performant fiscaal bestuur, als in het kader van de door de Regering gewilde administratieve vereenvoudiging en in het licht van de nieuwe filosofie laatst benadrukt in de circulaire nr. Ci.RH.81/548.628 (AOIF 21/2002) van 29 juli 2002 (Bulletin der belastingen nr. 830, blz. 2650-2656) afzonderlijk per fiscale sector punt per punt uw actuele algemene ziensen handelwijze weer-


2005

5. Welke verantwoordelijke taken zijn dienaangaande toegemeten aan de lokale managers en hun geschillenambtenaren en aan de toezichthoudende ambtenaren van de centrale diensten ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21898

et actuelles, point par point et par secteur fiscal ? Pourriez-vous, dans un proche avenir, sensibiliser tous les fonctionnaires taxateurs concernés afin que, sur ce point-là aussi, le filtre administratif fonctionne directement et efficacement ?

geven en alle betrokken taxatieambtenaren hieromtrent weldra gevoelig sensibiliseren zodat ook op dat punt de administratieve filter direct en afdoende zou werken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 845 de Mme Trees Pieters du 15 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 845 van mevrouw Trees Pieters van 15 juni 2005 (N.) :

En ce qui concerne la TVA

Inzake BTW

1. En matière de TVA, il est impossible d’établir une liste comportant toutes les rectifications éventuelles qui peuvent être apportées ou compensées lors d’une enquête en cours puisque des causes diverses peuvent être à l’origine de ces rectifications ou compensations. Ce que l’on peut dire, c’est qu’il est seulement question d’une compensation ou d’une régularisation en faveur de l’assujetti, si tant est que les conditions légales soient remplies dans l’exercice du droit de celui-ci.

1. Het is inzake BTW niet mogelijk een lijst op te stellen met daarin alle mogelijke rechtzettingen die in fase van een lopend onderzoek kunnen worden rechtgezet of gecompenseerd, aangezien deze rechtzettingen en compensaties de meest uiteenlopende oorzaken kunnen hebben. Wel moet gezegd dat er slechts sprake kan zijn van compensatie of regularisatie in het voordeel van de belastingplichtige, indien alle wettelijke voorwaarden tot het uitoefenen van zijn recht zijn vervuld.

2. Le délai durant lequel les rectifications acceptées peuvent être directement régularisées ou compensées dépend du mode de régularisation. Cette régularisation se produit soit directement dans le relevé de régularisation, soit après dépoˆt de la déclaration périodique à la TVA suivante.

2. De termijn binnen de welke de toegelaten verbeteringen rechtstreeks kunnen worden geregulariseerd en/of gecompenseerd, is afhankelijk van de wijze van regulariseren. Deze regularisatie gebeurt hetzij rechtstreeks in de regularisatieopgave, hetzij in de eerstvolgende in te dienen periodieke BTW-aangifte.

3. Les moyens statistiques de prévoient le plus souvent une compenser ». Par conséquent, rentrent toujours séparément en matière de TVA.

3. De statistische kanalen van gegevensinzameling voorzien doorgaans een rooster « Te compenseren bedrag ». Met compensaties wordt bijgevolg inzake BTW steeds afzonderlijk rekening gehouden.

collecte de données grille « montant à les compensations ligne de compte en

4 et 5. Sans objet.

4 en 5. Zonder voorwerp.

6. Pour les désaccords concernant d’éventuelles compensations, les procédures normales de réclamation sont en vigueur : celle-ci peut être déposée, à chaque stade du recours administratif et à tout niveau au sein de l’Administration, c’est-à-dire auprès du chef de service qui a établi la taxation, auprès de la direction régionale, auprès de l’Administration Centrale ou auprès du cabinet du ministre. En ce qui concerne les impoˆts sur le revenu

6. Voor geschillen omtrent eventuele compensaties gelden de normale bezwaarprocedures : een bezwaar kan in elk stadium van het administratief geschil en op elk niveau binnen de Administratie (het diensthoofd van de dienst die de taxatie heeft verricht, de gewestelijke directie, de Centrale Administratie, het kabinet van de minister) worden ingediend. Inzake inkomstenbelastingen

Contrairement à la TVA, il n’existe pas de règle de compensation en matière d’impoˆts sur le revenu.

In tegenstelling tot de BTW is er inzake inkomstenbelastingen geen compensatieregeling van toepassing.

Les directives administratives prescrivent qu’il convient de rectifier d’office les erreurs évidentes que le contribuable a commises à son détriment qui sont constatées avant l’établissement de l’imposition. Une lettre envoyée par le contribuable pour rectifier et compléter la déclaration qu’il avait introduite dans les délais ne peut être considérée comme étant une annexe à la déclaration ou comme en faisant partie intégrante, les délais en matière fiscale étant d’ordre public. Une modification effectuée en dehors du délai légal peut

De administratieve onderrichtingen schrijven voor dat de klaarblijkelijke misslagen die de belastingplichtige in zijn nadeel heeft begaan en die worden opgemerkt voó´r de vestiging van de aanslag, van ambtswege moeten worden verbeterd. Daar de termijnen in belastingzaken van openbare orde zijn, kan een van de belastingplichtige uitgaande brief om zijn tijdig ingediende aangifte te verbeteren en aan te vullen, niet als een bijlage bij die aangifte of als een integrerend deel ervan worden beschouwd. Een buiten de wettelijke


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21899

seulement, dans le meilleur des cas, être considérée comme une rectification spontanée de la déclaration, dont le contribuable reconnaıˆt implicitement l’inexactitude.

termijn aangebrachte wijziging kan, in het gunstigste geval, slechts als een spontane verbetering worden beschouwd van de aangifte, waarvan de belastingplichtige aldus de onjuistheid erkent.

Si une imposition a déjà été établie, le redevable peut se pourvoir en réclamation, par écrit, contre le montant de l’imposition établie auprès du directeur des contributions dans le ressort duquel l’imposition a été établie, et ce dans un délai de trois mois à partir de la date d’envoi de l’avertissement-extrait de roˆle.

Indien reeds een aanslag is gevestigd, kan de belastingplichtige tegen het bedrag van de gevestigde aanslag schriftelijk bezwaar indienen bij de directeur der belastingen in wiens ambtsgebied de aanslag is gevestigd en dit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet.

En outre, le directeur ou le fonctionnaire délégué par lui peut, dans certains cas, accorder d’office le dégrèvement d’une surtaxe résultant d’une erreur matérielle, endéans les délais prévus en vertu de l’article 376 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992). Pour plus de détail aussi bien ce qui concerne l’erreur matérielle, je renvoie au commentaire de l’article précité, qui peut être consulté par l’entremise du site internet www.fisconet.fgov.be. Le directeur ou le fonctionnaire désigné par lui peut, en vertu de l’article 376ter CIR 1992 accorder le dégrèvement d’office des surtaxes, des excédents de précomptes ou de versements anticipés et des autres réductions, visés à l’article 376, par la voie de l’inscription, au nom du contribuable intéressé, du montant dégrevé dans un roˆle rendu exécutoire. Dans tous les cas, sa décision est notifiée au redevable par pli recommandé à la poste. Elle est irrévocable à défaut d’intentement d’une action auprès du tribunal de première instance, dans le délai fixé à l’article 1385undecies du Code judiciaire. L’article précité est applicable à partir du 10 janvier 2005.

Tevens kan de directeur of de door hem gedelegeerde ambtenaar in bepaalde gevallen, waaronder een overbelasting welke voortvloeit uit een materie¨le vergissing, en binnen bepaalde termijnen krachtens artikel 376 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) ambtshalve ontheffing verlenen. Voor verder detail evenals wat wordt bedoeld met materie¨le vergissing verwijs ik naar de commentaar op voormeld artikel, welke kan geconsulteerd worden via de internetsite www.fisconet.fgov.be. Krachtens artikel 376ter WIB 1992 kan de directeur of de door hem aangewezen ambtenaar krachtens artikel 376ter WIB 1992 de ambtshalve ontheffing verlenen van de overbelastingen, het overschot van de voorheffingen of de voorafbetalingen en van andere verminderingen, bedoeld in artikel 376, door middel van de registratie, op naam van de betrokken belastingplichtige, van het ontheven bedrag in een kohier dat uitvoerbaar wordt verklaard, in alle gevallen geschiedt de kennisgeving van de beslissing aan de belastingplichtige bij ter post aangetekende brief. Deze beslissing is onherroepelijk wanneer geen vordering is ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg binnen de in artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek vermelde termijn. Voormeld artikel is van toepassing met ingang van 10 januari 2005.

DO 2004200504586

DO 2004200504586



Amélioration de la taxation. — Simplification administrative. — Suppression des statistiques fiscales.

Beter belasten. — Administratieve vereenvoudiging. — Afschaffing van fiscale statistieken.

Dans une interview au quotidien « De Standaard » du 11 juin 2003, le président du Comité de direction du SPF Finances, M. Jean-Claude Laes, a notamment tenu les propos suivants :

In een interview in De Standaard van 11 juni 2005 heeft de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Financie¨n, de heer Jean-Claude Laes, onder andere het volgende gesteld :

a) « Nous avons opté pour une approche différente des controˆles. Dans le passé, on considérait qu’un bon controˆleur devait nécessairement imposer des suppléments d’impoˆts nombreux et élevés. Le controˆleur était considéré comme un chasseur. »

a) « We hebben besloten de controles op een andere manier aan te pakken. Vroeger leefde het idee dat een goede controleur iemand was die veel en hoge belastingsupplementen oplegde. Het beeld van de controleur als jager. ».


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21900

` présent, nous insistons sur le fait que notre b) « A taˆche est de controˆler si chaque contribuable paie bien les impoˆts dont il est redevable. Ni plus ni moins. Il y a là un changement de philosophie, de culture. Mais les controˆleurs peuvent aussi remarquer qu’un contribuable a oublié de déduire quelque chose. Un controˆleur qui procède à une rectification dans ce sens fait aussi du bon travail. »

b) « Nu benadrukken we dat het onze taak is te controleren of iedereen de belastingen betaalt die hij moet betalen. Niet minder, maar ook niet meer. Dat is een nieuwe filosofie, een nieuwe cultuur. Maar controleurs kunnen ook merken dat iemand vergeten is iets af te trekken. Een controleur die een rechtzetting doet in die richting, heeft ook goed gewerkt. ».

c) « Dorénavant, notre devise est la suivante : il faut moins imposer mais surtout mieux imposer. Il s’agit là d’un choix délibéré. »

c) « Ons motto is nu : minder belasten, maar beter belasten. Dat is een bewuste keuze. ».

D’un point de vue pratique, ce changement de politique soulève les questions et réflexions générales suivantes.

Terzake dringen zich daarbij de volgende algemene praktische vragen en bedenkingen op.

1. a) Avec quelle efficacité et à quel moment cette nouvelle devise a-t-elle été communiquée (ou rappelée) aux fonctionnaires tant instructeurs que dirigeants et directeurs de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus (secteurs TVA et contributions directes) et de l’Inspection spéciale des impoˆts ?

1. a) Op welke afdoende wijze en wanneer werden inzonderheid zowel alle onderzoekende als alle leidinggevende ambtenaren en managers van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit (sectoren BTW en directe belastingen) en van de Bijzondere Belastinginspectie van dit nieuw devies op de hoogte gebracht of er reeds aan herinnerd ?

b) Qui controˆle fermement et résolument l’application et la connaissance effectives, sur le terrain, de cette nouvelle culture fiscale ?

b) Wie oefent er een streng en kordaat toezicht uit opdat deze nieuwe fiscale cultuur en wetenschap zich voortaan daadwerkelijk op het terrein zou manifesteren ?

2. a) Dans cette optique, quelles initiatives dynamiques ont déjà été prises en vue de la suppression définitive et immédiate de toutes les statistiques locales improductives et de tous les tableaux établissant des comparaisons superflues entre les controˆleurs en matière de suppléments d’impoˆts et de TVA qui constituent une perte de temps précieux et d’énergie et qui font même souvent double emploi ?

2. a) Welke slagvaardige initiatieven werden er in die optiek reeds getroffen opdat alle lokale onproductieve statistieken en overbodige vergelijkende personeelstabellen inzake belastingen BTWsupplementen die enorm veel kostbare tijd en energie opslorpen en veelal zelfs dubbel gebruik vormen, meteen en volledig zouden worden afgeschaft ?

b) Est-il exact que dorénavant, toutes les statistiques supplémentaires, tableaux comparatifs, listes, fichiers informatiques et représentations graphiques au niveau local ou régional ne peuvent plus être constitués sans l’approbation formelle des Services centraux et du président du Comité de direction, afin que les controˆleurs puissent donc se consacrer pleinement non seulement à leurs taˆches de controˆle mais encore à leur mission de correction des déclarations, au service du contribuable ?

b) Is het voortaan ook zo dat alle extra statistieken, vergelijkende tabellen, lijsten, computerbestanden en grafische voorstellingen op lokaal of regionaal vlak alleen nog maar mogen worden aangelegd met de uitdrukkelijke goedkeuring van de Centrale Diensten en van de voorzitter van het Directiecomité zodat de ambtenaren zich, naast hun controlerende taak dan ook eveneens ten volle zouden kunnen wijden aan hun klantgerichte en corrigerende opdracht ?

3. Concrètement, comment les fonctionnaires taxateurs ainsi que leurs collègues du contentieux sont-ils généralement encouragés et même motivés, stimulés et récompensés par leurs supérieurs hiérarchiques lorsqu’ils se mettent réellement au service des citoyens et procèdent immédiatement à toutes les corrections fiscales légitimes en respectant une procédure simplifiée ?

3. Onder welke concrete vorm werden of worden zowel de taxatieambtenaren als de geschillenambtenaren algemeen aangemoedigd en door hun lokale hie¨rarchische oversten bovendien gemotiveerd, aangespoord en gewaardeerd wanneer zij ten behoeve van de burgers inderdaad ook alle gerechtvaardigde fiscale correcties op een administratief eenvoudige wijze onmiddellijk doorvoeren ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21901

4. Pouvez-vous me confirmer, point par point, votre approche actuelle, aussi bien théorique que pratique, et inciter autant que faire se peut tous les fonctionnaires concernés à appliquer cette nouvelle politique ?

4. Kan u punt per punt uw moderne ziensen handelwijze bevestigen en alle betrokken ambtenaren genoegzaam sensibiliseren ?



L’approche à laquelle il est fait allusion trouve son fondement dans le texte décrivant les missions du Service public fédéral Finances, dont tous les agents du département ont bien sûr connaissance.

De benadering waarop gezinspeeld wordt, vindt zijn grondslag in de tekst waarin de opdrachten van de Federale Overheidsdienst Financie¨n worden omschreven en waarvan alle agenten van het departement zeker kennis hebben.

Il va de soi que le texte décrivant ces missions constitue en principe le fil rouge de l’action de chacun sur le terrain.

Het spreekt voor zich dat de tekst die deze opdrachten omschrijft, in principe de rode draad vormt in ieders optreden op het terrein.

Il appartient donc à chaque responsable au sein du département de veiller à ce que les actions menées s’en inspirent.

Iedere verantwoordelijke binnen het departement moet er dus op toezien dat de ondernomen acties zich hierop inspireren.

Au sein du Service public fédéral Finances, une large diffusion a été réservée à ce texte, qui a par ailleurs fait l’objet de la publication de certains commentaires et précision.

Deze tekst werd binnen de Federale Overheidsdienst Financie¨n ruim verspreid en is trouwens het voorwerp geweest van de publicatie van bepaalde commentaren en verduidelijkingen.

Afin d’approfondir le changement des mentalités que ce texte postule et de promouvoir le développement de la nouvelle culture répondant manifestement à une large attente, il a en outre été décidé d’adopter une approche structurée visant à faire de cette nouvelle culture encore davantage le fil rouge de l’action de chacun.

Teneinde de mentaliteitswijziging die deze tekst vooropstelt verder uit te diepen en teneinde de ontwikkeling van de nieuwe cultuur — die duidelijk beantwoordt aan de brede verwachtingen — te bevorderen, werd bovendien beslist een gestructureerde benadering te volgen die er op gericht is om van deze nieuwe cultuur nog meer de rode draad te maken in ieders optreden.

` cette fin, il a été décidé d’adopter une approche A par projet et de marquer l’importance accordée aux travaux à mener, en confiant la direction des travaux à un fonctionnaire revêtu du grade de directeur général. Le groupe de travail est actuellement en voie de constitution et aura pour première mission de proposer un plan d’approche permettant d’engranger des résultats concrets et tangibles sur le terrain.

Met dat doel werd beslist een benadering per project te volgen en de belangrijkheid van de uit te voeren werkzaamheden te benadrukken door de leiding van de werkzaamheden toe te vertrouwen aan een ambtenaar bekleed met de graad van directeur-generaal. De werkgroep wordt momenteel samengesteld en zal als eerste opdracht hebben een benaderingsplan voor te stellen dat moet toelaten concrete en tastbare resultaten te behalen op het terrein.

DO 2004200504695

DO 2004200504695



Facturation ou imputation de prestations de travail et de service à des entreprises et sociétés liées ou non. — Dispositions prohibitives éventuelles en matière fiscale ou sociale.

Doorfacturatie of aanrekening van arbeids- en dienstprestaties aan al dan niet verbonden ondernemingen en vennootschappen. — Eventuele fiscale of sociale verbodsbepalingen.

Les facturations internes sont fréquentes entre des sociétés et des entreprises belges liées entre elles ou

Zowel tussen Belgische verbonden vennootschappen en ondernemingen als tussen andere Belgische


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21902

entre d’autres firmes ou sociétés belges pour des prestations de travail et de service accomplies personnellement par des chefs d’entreprise, administrateurs, gérants, cadres, ouvriers, employés, représentants, domestiques, gens de maison, jardiniers et chauffeurs.

firma’s of bedrijven valt het geregeld voor dat er onderlinge doorfacturaties gebeuren van persoonlijke arbeids- en dienstprestaties verricht door bedrijfsleiders, bestuurders, zaakvoerders, kaderleden, arbeiders, bedienden, vertegenwoordigers, dienstboden, huispersoneel, hoveniers en door chauffeurs.

Les questions d’ordre général et pratique suivantes se posent à cet égard. ` quels règlements, lois et conventions de portée 1. A nationale et internationale et de nature fiscale, parafiscale ou sociale sont soumises ces opérations ou facturations entre des entreprises indépendantes ou liées ?

Terzake rijzen op dat vlak de volgende algemene en praktische vragen.

2. Quelles dispositions légales ou réglementaires interdisent-elles éventuellement expressément certaines de ces opérations et quelles instances peuvent ou doivent exercer un controˆle social et fiscal pour ces matières spécifiques et éventuellement prendre des sanctions administratives et/ou pénales ? ` quels prix du marché et du commerce et/ou 3. A selon quelles marges positives ou négatives de tels frais de personnel doivent-ils être portés en compte et appliqués pour chaque catégorie ?

2. Welke wettelijke of reglementaire bepalingen verbieden eventueel uitdrukkelijk sommige van al deze onderlinge verrichtingen en welke instanties mogen of moeten op deze specifieke aangelegenheden allemaal een sociaal en fiscaal toezicht houden en desnoods administratief en/of strafrechtelijk sanctioneren ?

4. Quels taux de TVA, impoˆts directs et indirects, charges sociales et tarifs d’ONSS peuvent ou doiventils éventuellement chaque fois être appliqués ou levés, simultanément ou indépendamment ?

4. Welke BTW-tarieven, directe en indirecte taksen, sociale lasten en RSZ-tarieven mogen of moeten hierop eventueel telkens allemaal al dan niet gelijktijdig worden gehanteerd of geheven ?

5. Pourriez-vous exposer, point par point, votre conception et votre approche générale dans le cadre de toutes les dispositions légales et réglementaires de portée nationale et internationale en vigueur en matière de TVA et d’impoˆts directs autres que les articles 26 et 49 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, et en matière de législation sociale ?

5. Kan u punt per punt uw algemene ziensen handelwijze weergeven in het kader van alle thans vigerende nationale en internationale wettelijke en reglementaire verdragsbepalingen inzake BTW, inzake directe belastingen andere dan de artikelen 26 en 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en inzake sociale wetgeving ?



II va de soi qu’en ce qui concerne les opérations visées par l’honorable membre, pour les dispositions légales en matière d’impoˆts directs, il peut être renvoyé au Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) et à l’arrêté royal d’exécution du Code précité dans lesquels il est précisé que les conditions prévues à l’article 49, CIR 1992 sont d’application pour tous les contribuables, quelle que soit la nature de leurs revenus professionnels imposables (par exemple les bénéfices). En l’espèce, il n’existe pas de dispositions légales particulières en matière d’impoˆts directs. Le service de taxation compétent est le mieux placé pour examiner, sur la base des éléments d’appréciation de droit et de fait propres à chaque cas, si les conditions visées cidessus sont remplies.

Het spreekt voor zich dat met betrekking tot de door het geachte lid bedoelde verrichtingen voor de wettelijke bepalingen die inzake directe belastingen van toepassing zijn kan worden verwezen naar het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) en het koninklijk besluit tot uitvoering van voormeld Wetboek waarbij als regel geldt dat de in artikel 49, WIB 1992 opgenomen voorwaarden van toepassing zijn voor alle belastingplichtigen, ongeacht de aard van hun belastbare beroepsinkomsten (bijvoorbeeld winst). Terzake bestaan er geen bijzondere wettelijke bepalingen inzake directe belastingen. De bevoegde taxatie-dienst is het best geplaatst om, aan de hand van de concrete juridische en feitelijke beoordelingselementen die eigen zijn aan elk geval, na te gaan of de hiervoor bedoelde voorwaarden zijn vervuld.


2005

1. Door al welke nationale en internationale wetten, reglementen en verdragsbepalingen zowel van fiscale als van parafiscale of sociale aard worden al deze handelingen of doorfacturaties tussen al dan niet verbonden ondernemingen beheerst ?

3. Tegen welke markten handelsprijzen en/of tegen welke winstof verliesmarges moeten dergelijke personeelskosten telkens worden doorgerekend en toegepast ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21903

En outre, j’estime utile de rappeler à l’honorable membre que les dispositions de l’article 26, CIR 1992 sont en principe sans effet dans le chef d’une société résidente, lorsque le bénéficiaire de l’avantage anormal ou bénévole est une société résidente, sans préjudice toutefois de l’application éventuelle, dans le chef de cette dernière personne morale, des dispositions des articles 79 et 207, alinéa 2, CIR 1992.

Daarnaast acht ik het nuttig het geachte lid eraan te herinneren dat de bepalingen van artikel 26, WIB 1992 ten name van een binnenlandse vennootschap in principe geen uitwerking hebben wanneer de verkrijger van het abnormaal of goedgunstig voordeel een binnenlandse vennootschap is, onverminderd evenwel de eventuele toepassing van de bepalingen van de artikelen 79 en 207, tweede lid, WIB 1992 ten name van diezelfde rechtspersoon.

En outre, il est signalé que le fait que certains frais ne soient pas déductibles à titre de frais professionnels dans le chef d’un contribuable déterminé en vertu des articles 49 et suivants du Code précité, ne fait pas obstacle à la taxation du revenu qui apparaıˆt du fait de ces dépenses dans le chef d’un autre contribuable.

Overigens wordt opgemerkt dat het feit dat bepaalde kosten, op grond van de artikelen 49 en volgende van het voormeld Wetboek, bij een bepaalde belastingplichtige niet als beroepskosten aftrekbaar zijn, geen hinderpaal vormt om het inkomen dat ingevolge die kosten bij een andere belastingplichtige ontstaat ten name van deze laatste aan belasting te onderwerpen.

En matière de TVA, je peux informer l’honorable membre que les sommes portées en compte pour la fourniture de prestations de services à des sociétés et des entreprises, liées ou non, sont en principe soumises à la TVA quand ces prestations ont lieu en Belgique, peu importe que ces prestations soient considérées par les parties comme des mises à disposition de personnel au sens de l’article 18, § 1er, alinéa 2, 2o du Code de la TVA ou soient considérées comme des contrats de louage d’ouvrage visés à l’article 18, § 1er, alinéa 2, 1o de ce Code.

Inzake BTW kan ik het geachte lid meedelen dat het aanrekenen van diensten aan al dan niet verbonden ondernemingen en vennootschappen in principe aan de BTW onderworpen is wanneer deze diensten in Belgie¨ plaatsvinden, ongeacht of deze diensten door de partijen worden aangemerkt als een terbeschikkingstelling van personeel in de zin van artikel 18, § 1, tweede lid, 2o, van het BTW-Wetboek dan wel worden gekwalificeerd als een contract van werkaanneming als bedoeld in artikel 18, § 1, tweede lid, 1o van dit Wetboek.

Conformément à l’article 26 du Code de la TVA, la taxe doit être calculée sur le prix de la prestation de services, tel qu’il a été fixé entre les parties.

Overeenkomstig artikel 26 van het BTW-Wetboek moet de BTW worden berekend over de prijs van de dienst, zoals die tussen de partijen is vastgesteld.

Le taux de TVA applicable dépend de la nature de l’opération. La mise à disposition de personnel est soumise au taux de TVA normal, qui s’élève à 21 %. La prestation d’entreprise d’ouvrage est imposée au taux applicable selon la nature du travail fourni.

Het toepasselijk BTW-tarief hangt af van de aard van de handeling. De terbeschikkingstelling van personeel is onderworpen aan het normale BTW-tarief, dat thans 21 % bedraagt. De dienst van werkaanneming wordt evenwel belast tegen het tarief dat geldt volgens de aard van het verrichte werk.

DO 2004200504757

DO 2004200504757

Question no 923 de Mme Nathalie Muylle du 7 juillet 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 923 van mevrouw Nathalie Muylle van 7 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Coopération douanière entre l’Union européenne et Israe¨l.

Douanesamenwerking tussen de EU en Israe¨l.

Un Accord l’association a été conclu en 1995 entre l’Europe et Israe¨l.

In 1995 werd tussen Europa en Israe¨l het Associatieakkoord gesloten.

Il s’agit d’un accord commercial qui s’inscrit dans le cadre du partenariat euro-méditerranéen et qui reconnaıˆt à Israe¨l le droit d’exporter des marchandises vers la Communauté européenne sans taxes douanières.

Dit betreft een handelsakkoord dat kadert in het Euromediterraan partnerschap en dat Israe¨l het recht geeft om goederen naar de Europese Gemeenschap uit te voeren vrijgesteld van douanetaksen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21904

Or, Israe¨l exporte également des marchandises en provenance de ses colonies à ces tarifs préférentiels, ce qui est contraire aux dispositions du droit public international. L’Union européenne cherche à trouver une solution à ce problème depuis plusieurs années déjà.

Israe¨l voert echter, in tegenstelling met wat volgens het internationaal publiek recht wettig is, ook goederen uit de nederzettingen uit tegen deze voordelige tarieven. Voor deze scheefgetrokken situatie zoekt de Europese Unie al jaren een oplossing.

En novembre 2003, l’Union européenne a informé Israe¨l de sa position commune à cet égard. Celle-ci indiquait clairement que le problème lié aux règles d’origine devait eˆtre résolu avant l’amendement du Protocole original, qui permettrait à Israe¨l de participer au système de cumul d’origines pan-euroméditerranéen.

In november 2003 maakte de EU haar gemeenschappelijk standpunt aan bilatéral Israe¨l bekend. Daarin benadrukte ze dat het bilaterale probleem van de oorsprongsregels moet opgelost worden voó´r de amendering van het Oorsprongsprotocol, waardoor Israe¨l wordt opgenomen in het systeem van pan-Euromediterrane diagonale cumulatie van oorsprong.

Le 29 novembre 2004, la Commission a soumis une proposition de position commune au Conseil autorisant l’amendement du protocole original existant. Dans son mémorandum explicatif précédant la proposition de « position commune », la Commission précise que la « position commune » ne peut eˆtre soumise au Conseil l’association Union européenne-Israe¨l que si le problème bilatéral lié aux règles d’origine est résolu.

Op 29 november 2004 legde de Commissie een voorstel van « Gemeenschappelijk standpunt » voor aan de Raad dat de amendering van het bestaande Oorsprongsprotocol toelaat. In haar « Verklarend memorandum » dat aan het voorstel voor het « Gemeenschappelijk standpunt » voorafgaat, stelt de Commissie dat « het Gemeenschappelijk standpunt enkel op de EU-Israe¨l Associatieraad kan worden voorgelegd indien het bilaterale probleem van de oorsprongsregels is opgelost.

1. La Belgique estime-t-elle qu’Israe¨l répond à cette condition par la mise en œuvre correcte du règlement technique pour la coopération douanière, entré en vigueur le 1er février 2005, à la condition qu’Israe¨l ne conteste pas l’annulation unilatérale par l’Union européenne des certificats d’origine israe¨liens, justifiée par les informations relatives au lieu de production figurant sur ces certificats ?

1. Meent Belgie¨ dat aan deze voorwaarde wordt voldaan door Israe¨ls correcte implementering van de technische regeling voor douanesamenwerking die in werking is getreden op 1 februari 2005, op voorwaarde dat Israe¨l de unilaterale annulering door de EU van Israe¨lische oorsprongsbewijzen, gebaseerd op informatie over de plaats van productie van deze oorsprongbewijzen, niet aanvecht ?

2. E´tant donné que le règlement technique n’a pas été adopté en tant que décision contraignante dans le cadre de l’Accord l’association Union européenneIsrae¨l et n’a pas davantage été ratifié par le Conseil l’association, Israe¨l a-t-il une obligation juridique envers la Communauté européenne de poursuivre la mise en œuvre de l’accord, ou Israe¨l a-t-il le droit de dénoncer l’accord à n’importe quel moment ?

2. Aangezien de technische regeling niet werd aangenomen als een wettelijk bindende beslissing onder het EU-Israe¨l Associatieakkoord en evenmin werd bekrachtigd door de Associatieraad, heeft Israe¨l dan een juridisch bindende verplichting tegenover de Europese Gemeenschap om de implementering van het akkoord verder te zetten, of heeft Israe¨l het recht om het akkoord op eender welk tijdstip op te geven ?

3. Israe¨l a-t-il l’obligation juridique de garantir que les informations relatives au lieu de production qui figurent sur les certificats d’origine, fournis dans le cadre de l’accord, sont correctes ?

3. Heeft Israe¨l de juridisch bindende verplichting om te verzekeren dat de informatie over de plaatsen van de productie die vermeld worden op de oorsprongsbewijzen, verstrekt onder het Akkoord, correct is ?

4. Dans le cadre de l’application correcte du règlement technique, les exportateurs et les services de douane israe¨liens sont tenus de distinguer les produits exportés depuis les territoires occupés et les produits exportés depuis le territoire de l’E´tat d’Israe¨l. Israe¨l at-il pris des mesures en vertu desquelles les exportateurs ou les services de douane sont aujourd’hui légalement tenus d’établir cette distinction ?

4. Opdat de technische regeling correct wordt uitgevoerd zijn zowel de Israe¨litische uitvoerders als de Israe¨litische douanediensten verplicht om een onderscheid te maken tussen productie die wordt uitgevoerd in de bezette gebieden en productie die wordt uitgevoerd in het grondgebied van de Staat Israe¨l. Heeft Israe¨l maatregelen getroffen die de uitvoerders of de douanediensten nu wettelijk verplichten om dit onderscheid toe te passen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21905

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 mars 2006, à la question no 923 de Mme Nathalie Muylle du 7 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 maart 2006, op de vraag nr. 923 van mevrouw Nathalie Muylle van 7 juli 2005 (N.) :

Les questions 1 à 3 ont été traitées par le ministre des Affaires étrangères. (Question no 251 du 7 juillet 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 94, p. 16799.)

De vragen 1 tot 3 zijn door de minister van Buitenlandse Zaken behandeld. (Vraag nr. 251 van 7 juli 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 94, blz. 16799.)

4. Sur la base des informations écrites que la Commission a fournies pour traitement par le Comité Code des douanes communautaire — section origine —, je peux vous faire savoir que le 10 janvier 2005, la douane israélienne a communiqué à la Commission européenne les directives internes rédigées à l’attention de ses services douaniers et de ses opérateurs économiques pour l’application du règlement technique comme prévu au § 3 de ce règlement. Ces directives renvoient clairement à ce règlement et mentionnent le cadre légal sur lequel celui-ci est basé, les services douaniers israéliens compétents et la façon dont le règlement doit y être appliqué. Par conséquent, la Commission européenne a communiqué, par l’avis aux importateurs no 2005/C 20/02, publié au Journal Officiel de la CE no C 20 du 25 janvier 2005, que le règlement précité était élaboré et que celui-ci est d’application à partir du 1er février 2005 à l’exportation à partir des territoires occupés et de l’E´tat d’Israe¨l.

4. Op basis van schriftelijke informatie die de Commissie ter behandeling door het Comité douanewetboek — sectie oorsprong, heeft verstrekt, kan ik u meedelen dat op 10 januari 2005 de Israe¨lische douane de door haar opgestelde interne richtlijnen ten behoeve van haar douanediensten en haar economische operatoren voor de toepassing van de technische regeling heeft medegedeeld aan de Europese Commissie, zoals voorzien in § 3 van die regeling. Deze richtlijnen verwijzen duidelijk naar deze regeling, vermelden het wettelijk kader waarop zij zijn gesteund, de bevoegde Israe¨lische douanediensten en de wijze waarop de regeling aldaar dient te worden toegepast. Als gevolg hiervan heeft de Europese Commissie met het bericht aan de importeurs nr. 2005/C 20/02, gepubliceerd in het Publicatieblad van de EG nr. C20 van 25 januari 2005, meegedeeld dat de voormelde regeling werd uitgewerkt en dat deze van toepassing is vanaf 1 februari 2005 voor de uitvoer uit de bezette gebieden en de Staat Israe¨l.

DO 2004200505166

DO 2004200505166

Question no 925 de M. Dirk Van der Maelen du 22 septembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 925 van de heer Dirk Van der Maelen van 22 september 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Cession d’un droit d’option sur un immeuble.

Overdracht van een optierecht onroerend goed.

1. Votre administration pourrait-elle préciser si la différence entre le prix d’achat et le prix de vente d’un droit d’option sur l’achat d’un immeuble sous droits d’enregistrement est fiscalement imposable :

1. Kan uw administratie meedelen of dat het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs van een optierecht op de aankoop van een onroerend goed dat onderworpen is aan registratierechten fiscaal belastbaar is :

a) si le preneur d’option est un tiers indépendant;

a) indien de optienemer een onafhankelijke derde is;

b) si le preneur d’option est administrateur au sein de la société (ou d’une société du même groupe) qui a accordé l’option;

b) indien de optienemer bestuurder is in de vennootschap (of een vennootschap uit dezelfde groep) die de optie toegestaan heeft;

c) si le preneur d’option est un collaborateur rémunéré de la société qui a accordé l’option ?

c) indien de optienemer een bezoldigde medewerker is van de vennootschap die de optie toegestaan heeft ?

2. La réponse varie-t-elle selon qu’il s’agit d’options partielles et qu’une société tierce est également impliquée ?

2. Dient het antwoord aangepast te worden indien er gewerkt wordt met deelopties waarbij er tevens een derde vennootschap betrokken is ?

Je songe au cas ou` une société A possède un immeuble et accorde un droit d’option collectif, gratuit ou

We hebben het dan over het geval waarbij een vennootschap A in het bezit is van een onroerend goed


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21906

payant, à une société B (du même groupe) ainsi qu’à un ou plusieurs particuliers ou entreprises. Supposons que la société B détienne 60 % du droit d’option et les tiers 40 %. Il peut être stipulé contractuellement que le droit d’option ne peut être exercé que collectivement. Supposons également que le droit d’option soit accordé pour une durée de 5 ans. Après quelques années, la société A constate toutefois qu’elle pourrait réaliser une plus-value considérable en vendant l’immeuble. Mais il se trouve que les détenteurs de l’option réagissent également et que pour couronner le tout, la société B rachète d’abord l’intégralité des options détenues par les particuliers, acquérant ainsi 100 % du droit d’option. Il va sans dire que les particuliers réalisent ainsi une belle plus-value sur la vente de leur droit d’option. La question est évidemment de savoir si le gain réalisé sur la vente des droits d’option est imposable dans le cadre de l’impoˆt des personnes physiques et s’il le serait même éventuellement dans le cadre de l’impoˆt des sociétés. Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 925 de M. Dirk Van der Maelen du 22 septembre 2005 (N.) : Les données fournies par l’honorable membre ne permettent pas de se prononcer de manière définitive quant aux conséquences fiscales des opérations décrites. En l’occurrence, il convient d’ailleurs toujours de prendre en considération tous les éléments de droit et de fait propres à chaque cas. Si l’honorable membre vise un cas concret, je suis cependant disposé à faire examiner celui-ci. Il voudra donc bien me communiquer les données d’identification des parties intéressées. De manière générale, il s’avère donc bien que tous les avantages obtenus par une personne physique en raison ou à l’occasion de l’exercice de son activité professionnelle, doivent être considérés comme des revenus professionnels visés, selon le cas, aux articles25, 2o, 27, 2o, 31, alinéa 2, 2o ou 32, alinéa 2, 2o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992).

en waarbij zij aan vennootschap B (uit dezelfde groep) en aan één of meerdere particulieren of bedrijven één gezamenlijk betalend of gratis optierecht geeft. Vennootschap B bezit dan bijvoorbeeld 60 % van het optierecht en de derden 40 %. Contractueel kan vastgelegd zijn, dat ze het optierecht enkel gezamenlijk kunnen uitoefenen. Het optierecht wordt verstrekt voor een periode van bijvoorbeeld 5 jaar. Na een paar jaar stelt de vennootschap A echter vast dat ze het onroerend goed met een belangrijke meerwaarde zou kunnen verkopen. Toevallig worden echter de optiehouders ook wakker en om het nog mooier te maken, koopt eerst vennootschap B de particuliere optiehouders volledig uit. Vennootschap B verkrijgt op die manier het optierecht voor 100 %. Dat de particulieren een mooie meerwaarde opstrijken op de verkoop van hun optierecht zal wel duidelijk zijn. De vraag is nu natuurlijk of de gerealiseerde winst op de verkochte optierechten belastbaar zijn in de personenbelasting en als ze u¨berhaupt belastbaar zijn in vennootschappen. Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 925 van de heer Dirk Van der Maelen van 22 september 2005 (N.) : De door het geachte lid verstrekte gegevens bieden niet de mogelijkheid om definitieve uitspraken te doen omtrent de fiscale gevolgen van de geschetste verrichtingen. Hiervoor moeten trouwens steeds alle feitelijke en juridische gegevens eigen aan het geval in aanmerking worden genomen. Indien het geachte lid een concreet geval beoogt, ben ik echter bereid dit te laten onderzoeken. Hij gelieve mij dan de identificatiegegevens van de betrokken partijen mee te delen. Algemeen gesproken is het uiteraard wel zo, dat alle voordelen die uit hoofde, naar aanleiding of ter gelegenheid van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid door een natuurlijke persoon worden verkregen, moeten worden aangemerkt als beroepsinkomsten vermeld, naargelang het geval, in artikel 25, 2o, 27, 2o, 31, tweede lid, 2o of 32, tweede lid, 2o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992).

DO 2004200505271

DO 2004200505271

Question no 947 de M. Gerolf Annemans du 5 octobre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : Aménagement du cabinet des Finances. Il semblerait que le septième étage du baˆtiment de l’avenue des Arts 19H à Bruxelles, occupé jusqu’à

Vraag nr. 947 van de heer Gerolf Annemans van 5 oktober 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n : Inrichting van het kabinet van Financie¨n. Naar verluidt, wordt de zevende verdieping van het gebouw aan de Kunstlaan 19H te Brussel, waar de


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21907

présent par l’Ećole Nationale des Finances et par les Centres de formation professionnelle (CFP) du cadastre, soit désormais utilisé par le Cabinet du ministre des Finances.

Nationale School van Financie¨n gevestigd is en waar de Centra voor beroepsopleiding (CBO’s) van het Kadaster gevestigd waren, gebruikt door het kabinet van de minister van Financie¨n.

1. a) Est-il exact que le septième étage susmentionné est actuellement (en partie) utilisé par le Cabinet du ministre des Finances ?

1. a) Klopt het dat de voornoemde zevende verdieping momenteel (gedeeltelijk) gebruikt wordt door het kabinet van Financie¨n ?

b) Si oui, quelle est la fonction des services du ministre des Finances qui y sont établis ?

b) Zo ja, wat is de functie van de diensten van de minister van Financie¨n aldaar ?

2. Quel est le couˆt des travaux d’aménagement du Cabinet et de rénovation de cet étage et en quoi consiste précisément cet aménagement ?

2. Wat is de kostprijs van de kabinetinrichting- en renovatiewerken op deze verdieping en waaruit bestaat juist de gerenoveerde inrichting ?

3. Pourquoi les CFP ont-ils duˆ déménager ?

3. Waarom dienden de CBO’s te verhuizen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 947 de M. Gerolf Annemans du 5 octobre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 947 van de heer Gerolf Annemans van 5 oktober 2005 (N.) :

En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de porter à sa connaissance les éléments suivants.

In antwoord op de vraag van het geachte lid, heb ik de eer haar volgende elementen ter kennis te brengen.

1. a) Il est exact que quelques collaborateurs du Cabinet occupent désormais certains bureaux dans le baˆtiment sis au 19H de l’Avenue des Arts.

1. a) Het klopt dat enkele kabinetsmedewerkers voortaan zijn gevestigd in een aantal kantoren van het gebouw gelegen aan de Kunstlaan 19H.

Ces collaborateurs partageaient auparavant l’immeuble du Cabinet du secrétaire d’E´tat adjoint aux Finances mais suite au déménagement de celui-ci vers le North Galaxy, il s’est avéré nécessaire de trouver une nouvelle implantation pour ces collaborateurs.

Deze medewerkers deelden voorheen het gebouw van het kabinet van de staatssecretaris toegevoegd aan Financie¨n, maar nadat dit kabinet naar de North Galaxy was verhuisd, moest een nieuwe vestiging voor deze medewerkers worden gevonden.

Diverses opérations de déménagement étant en cours au 19H, cette implantation pouvait se faire à un coût raisonnable et dans un délai acceptable.

Aangezien in de 19H verschillende verhuisbewegingen aan de gang waren, kon ook deze verhuizing tegen een redelijke prijs en binnen een aanvaardbare termijn geschieden.

b) Il s’agit de collaborateurs de fond et exécutant de la cellule stratégique « finances ».

b) Het gaat om achtergrond medewerkers en uitvoerende medewerkers van de strategische cel « Financie¨n ».

2. Les coûts de déménagement et d’installation ont été limités au maximum.

2. De kosten van de verhuizing en de inrichting werden zo laag mogelijk gehouden.

Le baˆtiment 19H étant opérationnel, les frais de rénovation du baˆtiment se sont résumés à un nettoyage approfondi des locaux concernés et seuls quelques aménagements mineurs ont dû être effectués.

Aangezien het gebouw 19H gebruiksklaar was, waren de renovatiewerken in het gebouw beperkt tot een grondige reiniging van de betrokken lokalen en moesten er maar een paar kleinere aanpassingen worden doorgevoerd.

Le déménagement vers des baˆtiments déjà occupés par le SPF Finances permet une économie par rapport à la situation antérieure puisqu’il dispense de charges locatives supplémentaires.

De verhuizing naar gebouwen die reeds door de FOD Financie¨n worden betrokken, zorgt voor een besparing ten opzichte van de vroegere situatie, aangezien geen extra huurlasten meer hoeven te worden betaald.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21908

3. L’installation des collaborateurs s’est réalisée dans le cadre d’une réorganisation des services et du départ de plusieurs entités vers le North Galaxy, permettant ainsi l’installation du service formation dans d’autres locaux en limitant les désagréments potentiels.

3. De vestiging van de medewerkers gebeurde in het kader van een reorganisatie van de diensten en het vertrek van verschillende entiteiten naar de North Galaxy. Zo kon de dienst opleiding haar intrek nemen in andere lokalen en kon mogelijke overlast zoveel mogelijk worden vermeden.

DO 2005200606004

DO 2005200606004

Question no 951 de M. Robert Denis du 19 octobre 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 951 van de heer Robert Denis van 19 oktober 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Personnes physiques. — Surséance indéfinie au recouvrement des impoˆts directs.

Inkomstenbelastingen. — Natuurlijke personen. — Onbeperkt uitstel van de invordering van de directe belastingen.

Les articles 413bis et suivants du Code des impoˆts sur les revenus 1992 permettent aux personnes physiques de demander à l’administration fiscale la « surséance indéfinie au recouvrement des impoˆts directs ».

Overeenkomstig de artikelen 413bis en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 92 kan een belastingschuldige, natuurlijke persoon, de directeur der belastingen om « het onbeperkt uitstel van de invordering van de directe belastingen » verzoeken.

Dans le même esprit que celui qui a présidé à l’élaboration de cette faculté, ne pensez-vous pas pouvoir l’étendre :

Kan die mogelijkheid, in dezelfde geest als waarin ze u¨berhaupt werd ingevoerd, niet worden uitgebreid :

1. aux personnes physiques qui exercent une profession en SPRLU (société privée à responsabilité limitée unipersonnelle);

1. tot natuurlijke personen die een beroepsactiviteit uitoefenen in het kader van een EBVBA (eenmansBVBA);

2. aux impoˆts indirects ?

2. tot de indirecte belastingen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2006, à la question no 951 de M. Robert Denis du 19 octobre 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2006, op de vraag nr. 951 van de heer Robert Denis van 19 oktober 2005 (Fr.) :

Les dispositions des articles 413bis à 413octies du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qui organisent la surséance indéfinie au recouvrement des impoˆts directs, font actuellement l’objet d’un recours en annulation devant la Cour d’arbitrage (affaire portant le numéro de roˆle 3739).

De bepalingen van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, die het onbeperkt uitstel van de invordering van de directe belastingen regelen maken momenteel het voorwerp uit van een annulatieverzoek bij het Arbitragehof (zaak met rolnummer 3739).

La prudence recommande, dès lors, d’attendre l’arrêt de la Cour avant d’envisager une extension de la mesure à l’impoˆt des sociétés ou aux impoˆts indirects.

De voorzichtigheid gebiedt bijgevolg het arrest van het Hof af te wachten alvorens een uitbreiding van de maatregel tot de vennootschapsbelasting of de indirecte belastingen te overwegen.

DO 2005200606172

DO 2005200606172

Question no 972 de M. Hendrik Daems du 8 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 972 van de heer Hendrik Daems van 8 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Régime fiscal applicable aux revenus tirés de valorisations.

Fiscaal regime dat van toepassing is op de inkomsten uit valorisatie.

Conformément au décret du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, le cher-

Ingevolge het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenchap, heeft de


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21909

cheur a droit à « une part équitable, fixée par règlement interne ou sur une base conventionnelle, des produits financiers que l’université acquiert de l’exploitation de la découverte ». Ce principe a été récemment étendu aux chercheurs qui travaillent dans les écoles supérieures conformément au décret relatif à l’enseignement du 19 mars 2004. Depuis, chaque université flamande a élaboré un règlement de valorisation qui définit le pourcentage des revenus tirés des valorisations affecté à des rémunérations personnelles.

onderzoeker recht op « een bij een intern reglement vastgesteld of overeengekomen aandeel in de geldelijke opbrengsten die de universiteit verwerft uit de exploitatie van de vinding ». Dit principe werd recentelijk uitgebreid tot onderzoekers werkzaam aan hogescholen ingevolge het onderwijsdecreet van 19 maart 2004. Elke Vlaamse universiteit heeft inmiddels een valorisatiereglement uitgewerkt waarin bepaald is welk percentage van de inkomsten uit valorisatie bestemd is als persoonlijke vergoeding.

1. Actuellement, les universités flamandes paient un précompte mobilier de 15 % sur les revenus qu’elles tirent des valorisations. Lorsque les universités perçoivent ces revenus, elles retiennent et reversent immédiatement le précompte qui s’y rapporte. Bien entendu, ce serait bien plus avantageux pour elles de ne calculer le précompte mobilier que sur les revenus nets (les recettes moins les dépenses) ou sur les revenus nets conservés par l’université (c’est-à-dire 67 % des revenus puisque 33 % sont rétrocédés aux inventeurs à titre de rémunération personnelle).

1. De Vlaamse universiteiten betalen momenteel een roerende voorheffing van 15 % op de inkomsten die ze verwerven uit valorisatie. Deze voorheffing wordt door de universiteiten ingehouden en doorgestort, onmiddellijk na ontvangst van de inkomsten. Het zou natuurlijk veel voordeliger zijn mocht de roerende voorheffing enkel berekend worden op de nettoinkomsten (ontvangsten min kosten) of op de nettoinkomsten die bij de universiteit blijven (67 %, aangezien 33 % als persoonlijke vergoeding naar de uitvinders vloeit).

Votre administration pourrait-elle expliquer quel mécanisme de calcul elle applique concrètement pour la perception du précompte mobilier dont les universités sont redevables sur les revenus qu’elles tirent des valorisations ?

Kan uw administratie toelichten welk concreet berekeningsmechanisme wordt toegepast voor de heffing van de roerende voorheffing die de universiteiten verschuldigd zijn op de inkomsten die ze verwerven uit valorisatie ?

2. Au plan fiscal, il règne une grande confusion à propos de la classification des revenus acquis à titre de rémunération personnelle en cas de commercialisation réussie d’une découverte universitaire; s’agit-il en l’espèce de revenus professionnels, de revenus mobiliers ou de revenus divers ? Il s’avère que l’administration des contributions de Louvain assimile cette rémunération personnelle à un revenu professionnel tandis que les administrations fiscales de Liège et Louvain-laNeuve la taxent comme un revenu divers.

2. Op fiscaal vlak heerst er tevens grote onduidelijkheid omtrent de classificatie van de inkomsten die verkregen worden als persoonlijke vergoeding bij succesvolle commercialisatie van een academische uitvinding; gaat het terzake om beroepsinkomsten, om roerende inkomsten of om diverse inkomsten ? Blijkbaar is het zo dat de fiscale administratie Leuven van oordeel is dat deze persoonlijke vergoeding beschouwd moet worden als een beroepsinkomen, terwijl de fiscale administraties van Louvain-la-Neuve en Luik deze als een divers inkomen aanzien.

Pourriez-vous me faire savoir si vous êtes au courant de ces différences au niveau du traitement fiscal de la rémunération personnelle que des chercheurs universitaires tirent de la valorisation d’inventions universitai` cet égard, quelles instructions précises comptezres ? A vous donner à votre administration afin de pouvoir garantir, à l’avenir, un traitement fiscal uniforme ?

Kan u meedelen of u weet heeft van deze verschillende fiscale behandeling van de persoonlijke vergoeding voor academische onderzoekers in het kader van de valorisatie van academische uitvindingen en welke concrete instructies u terzake aan uw administratie overweegt te geven opdat in de toekomst een eenduidige fiscale behandeling kan worden gegarandeerd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 972 de M. Hendrik Daems du 8 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 972 van de heer Hendrik Daems van 8 november 2005 (N.) :

1. Les rétributions provenant de l’exploitation d’une découverte qui sont allouées aux universités flamandes, constituent des revenus de capitaux et biens mobiliers imposables en vertu de l’article 17, § 1er, 3o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992).

1. De vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding die worden toegekend aan Vlaamse universiteiten zijn belastbare inkomsten uit roerende goederen en kapitalen in toepassing van artikel 17, § 1, 3o van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992).


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21910

Par ailleurs, l’article 261, 1o et 2o, CIR 1992, dispose que le précompte mobilier est dû en principe soit par le débiteur de revenus de capitaux et biens mobiliers d’origine belge, soit par l’intermédiaire établi en Belgique qui intervient à quelque titre que ce soit dans le paiement de revenus de capitaux et biens mobiliers d’origine étrangère.

Bovendien bepaalt artikel 261, 1o en 2o, WIB 1992, dat de roerende voorheffing in principe verschuldigd is, hetzij door de schuldenaar van de roerende goederen en kapitalen van Belgische oorsprong, hetzij door de in Belgie¨ gevestigde tussenpersoon die op enige wijze is betrokken bij de uitbetaling van inkomsten van roerende goederen en kapitalen van buitenlandse oorsprong.

En ce qui concerne la détermination de la base imposable pour le calcul du précompte mobilier, il est souligné que ce précompte frappe le revenu net tel que défini à l’article 22, § 3, CIR 1992. Le cas échéant, les dispositions de l’article 3, 1o de l’arrêté royal d’exécution du Code précité trouveront à s’appliquer.

Wat betreft de vaststelling van de belastbare basis voor de berekening van de roerende voorheffing, wordt benadrukt dat deze voorheffing betrekking heeft op het netto-inkomen zoals gedefinieerd in artikel 22, § 3, WIB 1992. In voorkomend geval zijn de bepalingen van artikel 3, 1o, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het voormeld Wetboek van toepassing.

2. L’honorable membre vise manifestement plusieurs cas particuliers et/ou litiges en matière de qualification des revenus dans le chef des bénéficiaires. Il comprendra qu’il n’est pas possible d’adopter à cet égard un point de vue uniforme et définitif sans avoir connaissance, au préalable, des données et éléments d’appréciation sur lesquels reposent les différentes positions énoncées dans sa question.

2. Het geachte lid beoogt ontegensprekelijk meerdere concrete gevallen en/of geschillen inzake de kwalificatie van de inkomsten ten name van de genieters. Hij zal dan ook willen begrijpen dat het mij bijgevolg niet mogelijk is om dienaangaande een eenduidig en definitief standpunt in te nemen, zonder voorafgaand kennis te hebben van de gegevens en beoordelingselementen waarop de in zijn vraag aangehaalde verschillende standpunten gesteund zijn.

Je suis toutefois disposé à faire procéder à un examen approfondi si l’identité et l’adresse des contribuables concernés, ainsi que les données concrètes des cas visés me sont communiquées.

Ik ben evenwel bereid een grondig onderzoek te laten instellen indien mij de naam en het adres van de betrokken belastingplichtigen, alsmede de concrete gegevens met betrekking tot de beoogde gevallen worden meegedeeld.

DO 2005200606195

DO 2005200606195

Question no 978 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 978 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Commissaires et autres représentants du gouvernement.

Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.

1. Dans quels parastataux, organismes d’intérêt public, institutions de sécurité sociale ou autres institutions relevant du département dont vous êtes responsable le gouvernement a-t-il désigné un commissaire ou un autre représentant ?

1. In welke parastatalen, instellingen van openbaar nut, instellingen van sociale zekerheid, of andere instellingen die onder het departement vallen waarvoor u bevoegd bent, is de regering vertegenwoordigd door een regeringscommissaris of andere vertegenwoordiger ?

2. Qui est le représentant du gouvernement ?

2. Wie is de vertegenwoordiger van de regering ?

3. Quelle est la durée de son mandat ?

3. Wat is de duur van het mandaat ?

4. Quelle rémunération perçoit-il ?

4. Wat is de financie¨le verloning van de betrokkene ?

5. a) Des avantages supplémentaires financiers ou autres lui sont-ils accordés ?


2005

5. a) Worden er nog bijkomende financie¨le of andere voordelen toegekend ? 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21911

b) Dans l’affirmative, lesquels ?

b) Zo ja, welke ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 978 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 978 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après, la réponse aux questions posées, reprise sous la forme d’un tableau récapitulatif.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op de door hem gestelde vragen onder de vorm van een samenvattende tabel.

Ce tableau reprend les mandats de commissaires de gouvernement (ou de représentants du ministre) octroyés par le ministre des Finances dans les organismes relevant de sa tutelle.

Deze tabel geeft de mandaten weer van de regeringscommissarissen (of van de vertegenwoordigers van de minister) toegekend door de minister van Financie¨n in de organismen die onder zijn voogdij vallen.

Y sont reprises, notamment, les informations demandées par l’honorable membre, dans ses trois premières questions : la dénomination de l’organisme, le nom du commissaire ou du représentant, la durée du mandat.

In het bijzonder worden er de gegevens in opgenomen die het geachte lid vraagt in zijn drie eerste vragen : de benaming van de instelling, de naam van de commissaris of van de vertegenwoordiger, de duur van het mandaat.

Une information exhaustive reprenant l’aspect pécuniaire des mandats, en réponse aux questions 4 et 5, est envoyée directement à l’honorable membre.

In antwoord op de vragen 4 en 5, is een exhaustieve informatie, met inbegrip van het geldelijke aspect van de mandaten rechtstreeks naar het geachte lid gestuurd.

Commissaires de gouvernement ou délégués nommés par le ministre des Finances dans les organismes relevant de sa tutelle

Regeringscommissarissen of vertegenwoordigers benoemd door de minister van Financie¨n in de organismen die onder zijn voogdij vallen

Nom — Naam Arnoldi Jean-Pierre Henin Olivier

De Cuyper Xavier Monbaliu Marc Raepsaet Piet

Van Driessche Orner

Statut — Statuut

Organisme public — Openbare Instelling

Représentant. — Vertegenwoordiger Commissaire. — Commissaris

Banque nationale de Belgique. — Nationale Bank van Belgie¨ Fonds de protection des dépoˆts et des instruments financiers. — Beschermingsfonds voor deposito’s en financie¨le instrumenten

Commissaire. — Commissaris Commissaire. — Commissaris Commissaire. — Commissaris

Holding Communal. — Gemeentelijke Holding

Commissaire. — Commissaris


Conseil d’agrément des agents de change. — Erkenningsraad voor effectenmakelaars Fonds d’amortissement des emprunts du logement social. — Amortisatiefonds van de leningen voor de sociale huisvesting Société anonyme de droit public Credibe. — Publiekrechtelijke naamloze vennootschap Credibe

2005

2006

Durée mandat — Duur mandaat (indéterminée). — (onbepaald) (indéterminée). — (onbepaald) (indéterminée). — (onbepaald) (indéterminée). — (onbepaald) (indéterminée). — (onbepaald) (indéterminée). — (onbepaald)


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21912

DO 2005200606271

DO 2005200606271

Question no 988 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 988 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Coperfin. — Simplification administrative. — Changement de mentalité. — Suppression des statistiques comparatives. — Sensibilisation du personnel.

Coperfin. — Administratieve vereenvoudiging. — Mentaliteitsverandering. — Afschaffing van vergelijkende statistieken. — Sensibilisatie van het personeel.

Plusieurs exposés et articles publiés dans les milieux fiscaux et comptables démontrent que les instances dirigeantes des Finances poursuivent un noble objectif, celui de veiller d’urgence à ce que le « changement de mentalité Coperfin » se poursuive à tous les niveaux dans les meilleures conditions et qu’il soit encore approfondi, fortement amélioré et généralisé.

Uit diverse voordrachten en uit artikelen in fiscale en boekhoudkundige kringen blijkt dat de top van Financie¨n als nobel doel nastreeft er dringend voor te zorgen dat de « Coperfin-mentaliteitsverandering » op alle niveaus op een gedegen wijze voortgaat en nog zou worden uitgediept, sterk verfijnd en verder opgevolgd.

Il se fait que dorénavant, le service public fédéral Finances veille à juste titre non seulement à encaisser de façon légitime et exacte tous les impoˆts directs et indirects en appliquant à la lettre toutes les dispositions légales et les adages fiscaux et en respectant toutes les règles d’une bonne administration, mais aussi à éliminer complètement toutes les situations conflictuelles potentielles et les courses aux suppléments statistiques et autres chasses aux sorcières.

De Federale Overheidsdienst Financie¨n streeft er in theorie voortaaan immers terecht naar om zowel alle directe en indirecte belastingen rechtvaardig en juist te innen met volkomen respect voor alle rechtsregels en fiscale adagia en met eerbiediging van alle regels van behoorlijk bestuur, alsook om alle mogelijke conflicttoestanden en statistische supplementen- en heksenjachten volstrekt uit de weg te gaan.

Désormais, tant les agents taxateurs que les fonctionnaires du contentieux qui rectifient des erreurs spontanément ou accordent des dégrèvements d’office fournissent un excellent travail et ne sont plus montrés du doigt parce qu’ils seraient « statistiquement » moins performants et passeraient en moyenne plus de temps à l’étude de litiges fiscaux difficiles et/ou délicats.

Zowel taxatieambtenaren als geschillenambtenaren die spontaan vergissingen rechtzetten of ambtshalve ontheffingen verlenen, zouden van nu af aan uitstekend werk leveren en niet meer met de vinger worden gewezen omdat zij « statistisch » gezien dan niet renderen en gemiddeld langer bezig zijn met het onderzoek van moeilijk en/of delicate fiscale betwistingen.

De plus, l’administration aurait notamment l’intention de renverser dorénavant, de manière définitive, l’ancienne culture — malheureusement toujours dominante — des « tableaux de chasse » comparatifs et des statistiques et rapports improductifs.

Daarnaast zou er in het vervolg inzonderheid ook zeer radicaal worden gebroken met de oude helaas nog steeds heersende cultuur van vergelijkende « jachttabellen » en onproductieve statistieken en rapporten.

1. Quelles modalités pratiques et pragmatiques nos administrations fiscales appliqueront-elles pour concrétiser réellement et simplement et surtout avec célérité et fermeté cette « nouvelle culture », et supprimer le plus possible tous les « tableaux de chasse » improductifs, servant ou non de comparaisons, ainsi que tous les rapports de vérification ?

1. Op welke praktische en pragmatische wijze zullen alle belastingadministraties die « nieuwe cultuur » daadwerkelijk, eenvoudig en vooral snel en kordaat op het veld realiseren en alle al dan niet vergelijkende en onproductieve « jachttabellen » en verificatieverslaggevingen maximaal afschaffen ?

2. Avec quelle énergie tous les fonctionnaires taxateurs et, à un plus haut niveau, ceux chargés de la surveillance ont-ils été vivement sensibilisés à ce changement de mentalité ?

2. Op welke doortastende wijze werden of zullen alle betrokken taxatieambtenaren en toezichthoudende hogere ambtenaren hieromtrent gevoelig worden gensensibiliseerd ?

3. Le justiciable sera-t-il également informé en détail de cette volonté de changer les mentalités, pour améliorer ainsi de façon encore plus significative l’image des administrations fiscales et de leurs fonctionnaires ?

3. Zal de rechtsonderhorige burger van deze geplande mentaliteitswijziging eveneens uitvoerig worden ingelicht zodat het goede imago van de fiscale administraties en haar ambtenaren daardoor nog duidelijker wordt verbeterd ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21913

4. Quelles actions et mesures de controˆle radicales les services centraux ainsi que les centres de controˆle locaux et services des contributions classiques ont-ils déjà prises pour freiner de suite tous les controˆles téméraires, vexatoires et/ou interminables et réduire radicalement les délais de traitement des litiges et des contestations, pour opérer en même temps une simplification administrative et pour privilégier dorénavant l’aspect purement qualitatif du travail ?

4. Welke ingrijpende acties en controlemaatregelen werden zowel bij de centrale diensten als bij de lokale controlecentra en klassieke belastingdiensten reeds getroffen om alle roekeloze, tergende en/of lang aanslepende controles meteen in te dijken en de behandeling van geschillen en bezwaren drastisch te verkorten en tegelijkertijd administratief te vereenvoudigen en alleen nog maar te streven naar puur kwaliteitswerk ?

5. Comment et quand l’image de tous les fonctionnaires et services de direction du contentieux connaıˆtra-t-elle une amélioration significative ? Seront-ils encouragés en termes élogieux pour avoir fait fonctionner avec succès le filtre administratif en matière de contentieux, il est vrai aux dépens principalement des « tableaux de chasse » et des statistiques comparatives improductives des fonctionnaires taxateurs ?

5. Op welke ernstige wijze en wanneer zullen alle geschillenambtenaren en -directiediensten in een goed daglicht worden gesteld en op een lovenswaardige wijze worden aangemoedigd wanner zij de administratieve geschillenfilter afdoende laten werken, weliswaar grotendeels ten koste van die zogenaamde « jachttabellen » en vergelijkende onproductieve statistieken van de aanslagambtenaren ?

6. Pourriez-vous me faire part, point par point, de votre approche générale actuelle, aussi bien théorique que pratique, à la lumière de la propagation de cette nouvelle culture fiscale et de tous les principes de bonne et conviviale gestion ?

6. Graag in het licht van die gepropageerde nieuwe fiscale cultuur en van alle beginselen van behoorlijk en klantvriendelijk bestuur punt per punt uw algemene geactualiseerde ziensen handelwijze.

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 988 de Mme Trees Pieters du 21 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 988 van mevrouw Trees Pieters van 21 november 2005 (N.) :

L’approche à laquelle il est fait allusion a été largement évoquée dans deux exposés que le président du comité de direction du Service public fédéral Finances a respectivement faits dans le cadre :

De benadering waarop gezinspeeld wordt, werd uitvoerig besproken in twee uiteenzettingen van de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financie¨n respectievelijk in het kader van :

— d’une part du colloque que le CRIO (Centre de Recherche Interdisciplinaire sur l’Ombudsman) a organisé, le 14 décembre 2004, à la Maison des Parlementaires sur le thème « Les effets du travail de l’Ombudsman : les résultats de l’ombudsman dans le domaine de la fiscalité », dont les actes ont été publiés aux éditions La Charte. Le texte de sa contribution, intitulée « Les médiateurs fédéraux et le Service public fédéral Finances » a également fait l’objet d’une publication au Bulletin de documentation du Service public fédéral Finances (2005, no 1, p. 161);

— enerzijds de studiedag georganiseerd door het ICOM (Interdisciplinair Centrum voor Ombudsmanstudies) op 14 december 2004 in het Huis van de Parlementairen over het thema « De effecten van het ombudswerk : de doorwerking van de ombudsman in de fiscaliteit », waarvan de handelingen werden gepubliceerd in de uitgaven van Die Keure. De tekst van zijn bijdrage, getiteld « De federale ombudsmannen en de Federale Overheidsdienst Financie¨n » (2005, nr. 1, blz. l61);

— d’autre part de la journée d’étude sur le thème « Fisc et professionnels du chiffre : perspectives d’un dialogue commun », organisée le 17 mai 2005 à l’initiative du secrétaire d’E´tat Hervé Jamar, en collaboration avec l’ IEC, l’IPCF et l’IRE. Le texte de sa contribution, intitulée « E´tat des lieux de la modernisation des Finances » a été publié par la Revue générale de fiscalité.

— anderzijds de studiedag over het thema « De fiscus en de cijferberoepen : perspectieven voor een gemeenschappelijke dialoog », georganiseerd op 17 mei 2005 op initiatief van staatssecretaris Hervé Jamar in samenwerking met het IAB, het BIBF en het IBR. De tekst van zijn bijdrage, getiteld « Stand van zaken betreffende de modernisering van Financie¨n » werd gepubliceerd in het Algemeen Fiscaal Tijdschrift.

Afin d’approfondir le changement des mentalités déjà amorcé au sein du Service public fédéral Finances et de promouvoir le développement de la nouvelle

Teneinde de mentaliteitswijziging die reeds werd aangevat in de schoot van de Federale Overheidsdienst Financie¨n verder uit te diepen en teneinde de ontwik-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21914

culture répondant manifestement à une large attente, il a été décidé d’adopter une approche structurée visant à faire de cette nouvelle culture encore davantage le fil rouge de l’action de chacun.

keling van de nieuwe cultuur — die duidelijk beantwoordt aan de brede verwachtingen — te bevorderen, werd beslist een gestructureerde benadering te volgen die er op gericht is om van deze nieuwe cultuur nog meer de rode draad te maken in ieders optreden.

` cette fin, il a été décidé d’adopter une approche A par projet et de marquer l’importance accordée aux travaux à mener, en confiant la direction des travaux à un fonctionnaire revêtu du grade de directeur général. Le groupe de travail est actuellement en voie de constitution et aura pour première mission de proposer un plan d’approche permettant d’engranger des résultats concrets et tangibles sur le terrain.

Met dat doel werd beslist een benadering per project te volgen en de belangrijkheid van de uit te voeren werkzaamheden te benadrukken door de leiding van de werkzaamheden toe te vertrouwen aan een ambtenaar bekleed met de graad van directeur-generaal. De werkgroep wordt momenteel samengesteld en zal als eerste opdracht hebben een benaderingsplan voor te stellen dat moet toelaten concrete en tastbare resultaten te behalen op het terrein.

DO 2005200606275

DO 2005200606275

Question no 989 de M. Servais Verherstraeten du 21 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 989 van de heer Servais Verherstraeten van 21 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Revenus d’une société néerlandaise en nom collectif (VOF ou « vennootschap onder firma »).

Inkomsten uit een Nederlandse VOF.

En matière d’impoˆt des personnes physiques en Belgique, les revenus étrangers d’un citoyen belge pour lesquels a convention préventive de la double imposition n’attribue pas le pouvoir d’imposition à la Belgique, font l’objet d’une exonération, sous réserve toutefois de l’application de la clause de progressivité. Cela signifie que ces revenus doivent être mentionnés dans la déclaration belge à concurrencede leur montant imposable et qu’ils sont pris en considération pour déterminer le taux d’imposition applicable aux revenus belges.

Voor inkomsten waarvan de heffingsbevoegdheid krachten het toepasselijke dubbelbelastingverdrag niet aan Belgie¨ wordt toegewezen, behaald door een Belgisch rijksinwoner voorziet de Belgische personenbelasting in een vrijstelling van die buitenlandse inkomsten, doch dit evenwel onder progressievoorbehoud. Dit betekent dat die buitenlandse inkomsten voor hun belastbaar bedrag moeten aangegeven worden in de Belgische aangifte, dat zij in rekening worden gebracht om het toepasselijk belastingtarief te bepalen op de Belgische inkomsten.

Le montant qu’il convient de mentionner dans la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques est le montant brut des revenus étrangers, diminué des cotisations sociales étrangères obligatoires et de l’impoˆt versé. Je me réfère à cet égard à votre réponse à la question no 359 du 28 avril 2004 de Mme Douifi (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 36, p. 5547) qui se rapportait toutefois aux impoˆts à porter en déduction.

Het bedrag dat men moet opnemen in de aangifte personenbelasting is het bruto bedrag van de buitenlandse inkomsten, verminderd met de verplichte buitenlandse sociale bijdragen en de betaalde belasting. Ik verwijs hiervoor ook naar uw antwoord op vraag nr. 359 van 28 april 2004 van mevrouw Douifi (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 36, blz. 5547) dat echter betrekking had op de in mindering te brengen belastingen.

Je souhaiterais que votre administration m’indique comment il convient, dans la pratique, d’appliquer cette règle aux revenus d’une société néerlandaise en nom collectif (« vennootschap onder firma » ou « VOF »). Je souhaiterais plus particulièrement savoir s’il convient de se baser sur le résultat net de la VOF ou sur le bénéfice fiscal (après application de la déduction pour investissement, de la déduction pour formation ou de la déduction pour indépendants, etc.).

Nu wens ik van uw administratie te vernemen hoe dit in de praktijk dient te worden toegepast op inkomsten uit een Nederlandse vennootschap onder firma (VOF). Meer bepaald had ik graag vernomen of als uitgangspunt het netto-resultaat van de VOF dient te worden genomen dan wel de fiscale winst (dit is na aftrek van de investeringsaftrek, scholingsaftrek, zelfstandigenaftrek, enzovoort).

Supposons qu’une personne aux Pays-Bas ait retiré un bénéfice de 45 000 euros d’une VOF, mais que le

Stel dat iemand in Nederland 45 000 euro winst heeft behaald uit een VOF, maar dat de fiscale winst


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21915

bénéfice fiscal ne s’élève qu’à 37 000 euros pour cette année. Cette même année, un montant de 6 000 euros a également été payé à titre d’impoˆts et de primes « mutuelle indépendants » et d’assurance « incapacité de travail indépendants » (« WAZ » ou « wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen »). Ce dernier montant inclut les montants définitifs payés dans le cadre de l’impoˆt sur les revenus, le montant définitif de la prime WAZ et de la prime « mutualité indépendants » des années précédentes ainsi qu’un certain nombre de taxations provisoires se rapportant à l’année proprement dite.

voor dat jaar slechts 37 000 euro bedraagt. Er werden datzelfde jaar ook voor 6 000 euro belastingen, premies ziekenfonds zelfstandigen en premies WAZ (wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) betaald. Dit laatste bedrag behelst zowel de betaalde definitieve aanslagen inkomstenbelasting, definitieve aanslag premie WAZ en ziekenfods zelfstandigen van voorgaande jaren als een aantal voorlopige aanslagen met betrekking tot het jaar zelf.

Il ressort de la réponse à la question précitée no 359 du 28 avril 2004 que tous les impoˆts effectivement payés au cours de cette année-là sont déductibles. La question se pose toutefois de savoir si, en Belgique, il y a lieu de déclarer (et d’exonérer) 45 000 euros — 6 000 euros ou 37 000 euros — 6 000 euros.

Uit het antwoord op voornoemde vraag nr. 359 van 28 april 2004 blijkt dat alle aanslagen die effectief in dat jaar werden betaald in mindering mogen worden gebracht. De vraag rijst echter of in Belgie¨ 45 000 euro — 6 000 euro dient te worden aangegeven (en vrijgesteld) dan wel 37 000 euro — 6 000 euro.

La présente question ne concerne pas un cas concret mais a pour objectif de définir le mode de détermination du montant à mentionner pour les revenus à exonérer.

Deze vraag heeft geen betrekking op een concreet geval maar heeft als doel de wijze van bepaling van het op te nemen bedrag van vrij te stellen inkomsten te bepalen.

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 mars 2006, à la question no 989 de M. Servais Verherstraeten du 21 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 maart 2006, op de vraag nr. 989 van de heer Servais Verherstraeten van 21 november 2005 (N.) :

Je me permets de renvoyer l’honorable membre au no 155/29 du commentaire administratif du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (www.fisconet.be).

Ik ben zo vrij het geachte lid te verwijzen naar het bepaalde in nr. 155/29 van de administratieve commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (www.fisconet.be).

Il en ressort que pour déterminer le tarif d’imposition applicable aux revenus belges, les revenus recueillis à l’étranger par un contribuable, et qui sont exonérés par convention, doivent être pris en considération pour leur montant net tel qu’établi en tenant compte des règles applicables pour la détermination de la base imposable à l’impoˆt (belge) des personnes physiques (le cas échéant encore diminué des impoˆts payés à l’étranger sur ces revenus).

Daaruit blijkt dat voor het bepalen van het belastingtarief op de Belgische inkomsten, de inkomsten die een belastingplichtige in het buitenland behaalt en die bij verdrag vrijgesteld zijn, in aanmerking moeten genomen worden voor hun nettobedrag zoals dat wordt bepaald met inachtneming van de regels die gelden inzake de vaststelling van de belastbare grondslag in de (Belgische) personenbelasting (in voorkomend geval nog verminderd met de in het buitenland op die inkomsten betaalde belastingen).

Cela signifie donc que le montant net des revenus d’origine étrangère à prendre en considération est déterminé conformément aux règles du droit interne, et non pas conformément aux dispositions applicables dans le pays où les revenus ont été recueillis.

Dit betekent dus dat het in aanmerking te nemen nettobedrag van de buitenlandse inkomsten wordt bepaald overeenkomstig de regels van het intern recht en niet overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn in het land waar de inkomsten werden behaald.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21916

DO 2005200606366

DO 2005200606366

Question no 1007 de Mme Marleen Govaerts du 24 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1007 van mevrouw Marleen Govaerts van 24 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Perception du précompte immobilier pour le compte de la Région de Bruxelles-Capitale et de la Région wallonne.

Inning onroerende voorheffing voor rekening van het Brusselse en van het Waalse Gewest.

Les bureaux fédéraux de recettes se chargent toujours du recouvrement du précompte immobilier pour le compte de la Région de Bruxelles-Capitale et de la Région wallonne.

De federale ontvangkantoren zijn nog steeds bevoegd voor de inning van de onroerende voorheffing voor rekeninng van het Brusselse en van het Waalse Gewest.

1. Combien de membres du personnel de l’administration fédérale sont-ils affectés à cette mission ?

1. Hoeveel federale personeelsleden worden voor deze taak ingezet ?

2. Quel est le couˆt total de ces recouvrements ?

2. Hoeveel bedraagt de totale kostprijs van deze inningen ?

3. Combien la région de Bruxelles-Capitale et la Région wallonne paient-elles au trésor fédéral pour ce recouvrement ?

3. Hoeveel betaalt het Brusselse, respectievelijk het Waalse Gewest, aan de federale schatkist voor deze inning ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1007 de Mme Marleen Govaerts du 24 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1007 van mevrouw Marleen Govaerts van 24 november 2005 (N.) :

Conformément à l’article 5, § 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, dernièrement modifiée par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, l’E´tat assure dans le respect des règles de procédure qu’il fixe, gratuitement le service du précompte immobilier, à moins que la région n’en décide autrement, pour le compte de la région et en concertation avec celle-ci.

Overeenkomstig artikel 5, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, laatst gewijzigd door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, zorgt de Staat met inachtneming van de door hem vastgestelde procedureregels kosteloos, tenzij het gewest er anders over beslist, voor de dienst van de onroerende voorheffing voor rekening van en in overleg met het betrokken gewest.

La loi spéciale de financement prévoit également l’obligation de fixer le coût du service des impoˆts pour lequel l’option de recouvrement propre est levée.

In die bijzondere financieringswet is ook voorzien dat de kostprijs moet worden vastgesteld van de dienst van belastingen waarvoor de optie van de eigen inning wordt gelicht.

La détermination de ce coût est une matière très complexe qui ne peut en outre être effectuée qu’au terme d’une concertation préalable avec les régions.

De vaststelling van die kostprijs is een zeer complexe materie die bovendien slechts mogelijk is na voorafgaand overleg met de gewesten.

L’étude préparatoire effectuée par mon administration à ce propos est pratiquement terminée.

De voorbereidende studie die door mijn administratie in dat verband wordt uitgevoerd is zo goed als afgerond.

L’établissement du coût du recouvrement du précompte immobilier fait également partie de cette étude.

Ook de vaststelling van de kostprijs van de inning van de onroerende voorheffing maakt daar deel van uit.

Il va de soi que les résultats finaux de cette étude doivent encore être soumis aux régions.

Uiteraard moeten de eindresultaten van de studie nog aan de gewesten worden voorgelegd.

Les données demandées ne pourront être communiquées qu’au terme de cette concertation.

Pas nadat bedoeld overleg heeft plaatsgevonden, kunnen de gevraagde gegevens worden meegedeeld.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21917

DO 2005200606379

DO 2005200606379

Question no 1010 de Mme Trees Pieters du 24 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1010 van mevrouw Trees Pieters van 24 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Principes de bonne administration. — Traitement impartial des plaintes. — Mise à jour du vademecum à l’attention des centres de controˆle.

Beginselen van behoorlijk bestuur. — Onpartijdigheid bij de behandeling van bezwaarschriften. — Bijwerking van het vademecum ten behoeve van de controlecentrra.

Par respect absolu des principes d’objectivité et d’impartialité, les directeurs régionaux ou ceux des centres de controˆle de l’Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus qui ont participé personnellement, directement ou indirectement, aux vérifications approfondies — qu’elles soient ou non polyvalentes — d’impositions contestées, ou ont rendu un avis verbal ou écrit, ne statuent en principe plus sur un recours administratif contre ces impositions (voir également le numéro 64 de la circulaire du 18 septembre 2000, Bulletin des contributions no 807, p. 1816 et suivantes).

Uit volstrekte eerbeid voor de beginselen van de objectiviteit en de onpartijdighed kunnen de gewestelijke directeurs of de directeurs van de controlecentra van de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit die persoonlijk aan de grondige al dan niet polyvalente verificaties van de betwiste belastingaanslagen rechtstreeks of onrechtstreeks hun medewerking hebben verleend of zelfs mondeling of schriftelijk hebben geadviseerd in beginsel niet meer beslissen over het administratief beroep tegen diezelfde aanslagen (cf. in die zin tevens het nr. 64 van de circulaire van 18 september 2000, Bulletin der belastingen nr. 807, blz. 1816 en volgende)

Les questions pratiques suivantes se posent en la matière.

Terzake rijzen op heden nog steeds de volgende algemene praktische vragen.

1. Quels fonctionnaires du contentieux, totalement neutres mais territorialement compétents et agissant en toute indépendance, des centres de controˆle et des centres annexes ou quels fonctionnaires des services classiques de l’administration fiscale, doivent-ils prendre — dans de tels cas et dans un délai de six mois — les décisions directoriales, dont il est question à l’article 375 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?

1. Door welke volkomen neutrale doch territoriaal bevoegde zelfstandig handelende geschillenambtenaren van de controlecentra, de daaraan gekoppelde bijcentra of collega’s van de klassieke belastingdiensten moeten de directoriale beslissingen waarvan sprake in artikel 375 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 in al dergelijke gevallen binnen de zes maanden worden getroffen ?

2. Les directeurs régionaux peuvent-ils encore participer effectivement aux actes d’instruction proprement dits dans les bureaux ou sur place ?

2. Mogen de gewestelijke directeurs voortaan in de regel nog wel effectief deelnemen aan de eigenlijke onderzoeksdaden ten kantore of ter plaatse ?

3. Les directeurs régionaux des centres de controˆle peuvent-ils émettre personnellement un avis oral ou écrit ou intervenir tant dans le cas d’un précontentieux que dans celui d’un désaccord persistant ?

3. Mogen de gewestelijke directeurs van de controlecentra persoonlijk schriftelijk of mondeling advies uitbrengen of intervenie¨ren zowel in geval van precontentieux als in geval van blijvende niet-akkoorden ?

4. La fonction de « management » des directeurs régionaux et des directeurs en général ne se limite-telle pas, en phase d’enquête et en phase de procédure de modification, exclusivement à l’organisation pure et simple et à la sélection des dossiers, ainsi qu’à la gestion du personnel de leurs centres de controˆle ?

4. Beperkt de managementsfunctie van de gewestelijke directeurs en directeurs zich in fase van onderzoek en in fase van wijzigingsprocedure niet veeleer uitsluitend tot de loutere organisatie en dossierselectie en tot het personeelsbeleid van hun controlecentra ?

5. Quand la version adaptée et actualisée du vademecum relatif à l’organisation des centres de controˆle du 31 juillet 1997 (dont il est entre autres question au numéro 18, deuxième alinéa de la circulaire Ci. RH.863/547.570 du 1er mars 2002 — Bulletin des contributions no 825, p. 1230-1245) sera-t-elle enfin diffusée parmi les fonctionnaires dirigeants et les fonctionnaires du contentieux concernés ?

5. Wanneer zal de reeds lang aangekondigde bijwerking en actualisering van het vademecum met betrekking tot de organisatie van de controlecentra van 31 juli 1997 (waarvan onder meer sprake in het nr. 18, tweede alinea van de circulaire Ci. RH.863/ 547.570 van 1 maart 2002 — Bulletin der belastingen nr. 825, blz. 1230-1245) precies worden verspreid onder de betrokken leidinggevende ambtenaren en geschillenambtenaren ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21918

6. Un fonctionnaire délégué qui doit décider d’une réclamation peut-il se voir reprocher, tant au plan administratif que personnel, de ne pas suivre partiellement voire entièrement la thèse d’un agent taxateur intervenu avant lui et revêtu du même grade, et de laisser le filtre administratif instauré par la loi fonctionner correctement ?

6. Kan het een gedelegeerd ambtenaar die over een bezwaarschrift moet beslissen zowel administratief als persoonlijk ten kwade worden geduid dat hij de zienswijze van een eerder tussengekomen aanslagambtenaar bekleed met dezelfde graad slechts gedeeltelijk of zelfs helemaal niet volgt en de wettelijk ingestelde administratieve filter correct laat werken ?

7. Dans la pratique, quels fonctionnaires supérieurs suivent-ils de près l’application concrète et correcte de toutes les prescriptions et instructions administratives en vigueur à ce sujet ?

7. Welke hogere ambtenaren houden op het veld de praktische en correcte toepassing van alle terzake bestaande administratieve voorschriften en instructies scherp in het oog ?

8. Pouvez-vous préciser distinctement et point par point votre vision générale actualisée compte tenu des dispositions de l’article 375 du CIR 1992, du vademecum mis à jour et de tous les principes de bonne administration ?

8. Kunt u afzonderlijk en punt per punt uw geactualiseerde algemene ziensen handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van artikel 375 van het WIB 1992, het bijgewerkt vademecum en van alle beginselen van behoorlijk bestuur ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2006, à la question no 1010 de Mme Trees Pieters du 24 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2006, op de vraag nr. 1010 van mevrouw Trees Pieters van 24 november 2005 (N.) :

Les informations suivantes sont communiquées en réponse à la question de l’honorable membre.

In antwoord op de vragen van het geachte lid wordt het volgende meegedeeld.

1. Le fonctionnaire qui est intervenu dans un dossier au stade de la taxation et qui établit une imposition après un désaccord persistant au sujet de la taxation annoncée, ne prend aucune décision sur l’éventuelle réclamation à l’encontre de la cotisation ainsi établie.

1. De ambtenaar die is opgetreden in de taxatiefase van een dossier en een aanslag vestigt na een blijvend niet akkoord omtrent de aangekondigde taxatie, neemt geen beslissing over het eventuele bezwaarschrift tegen de aldus gevestigde aanslag.

Une telle décision sera prise par l’inspecteur A compétent si elle concerne une taxation opérée par les services classiques. Si la taxation a été établie par le centre de controˆle, la décision sera prise par un fonctionnaire de la section V — Contentieux.

Die beslissing zal worden genomen door de bevoegde inspecteur A indien het een taxatie betreft uitgevoerd door de klassieke diensten. Indien de taxatie gebeurde door het controlecentrum zal een ambtenaar van de afdeling V — Geschillen de beslissing nemen.

Le principe d’impartialité, en tant que composante du principe de bonne administration, est ainsi respecté.

Aldus wordt het beginsel van onpartijdigheid als onderdeel van het beginsel van behoorlijk bestuur gerespecteerd.

Dans les centres de controˆle, l’on veille à ce que les fonctionnaires de la section contentieux qui ont donné un avis à leur collègues taxateurs en matière de légalité de la taxation proposée ne soient pas chargés de l’examen d’une éventuelle réclamation introduite à l’encontre de cette imposition. Ainsi, l’examen de la réclamation est confié à des fonctionnaires qui n’ont pas encore pris position.

Wordt er zorg voor gedragen dat de ambtenaren van de afdeling geschillen die aan hun taxatiecollega advies hebben verstrekt omtrent de wettelijkheid van een voorgenomen taxatie, niet worden belast met het onderzoek van het bezwaarschrift dat eventueel tegen de aanslag wordt ingediend. Op die manier wordt het onderzoek van het bezwaarschrift toevertrouwd aan ambtenaren die nog geen stelling hebben ingenomen.

2 à 4. Les fonctionnaires, quel que soit leur rang, qui sont intervenus dans la phase de taxation d’un dossier ne prennent plus aucune décision sur une éventuelle réclamation à l’encontre de la taxation établie.

2 tot 4. Ambtenaren van welke rang ook die zijn opgetreden in de taxatiefase van een dossier nemen geen beslissingen meer over een eventueel bezwaarschrift tegen de gevestigde aanslag.

5. Les services compétents de mon administration m’ont informé que la date précise de diffusion n’est pas encore fixée.

5. De bevoegde diensten van mijn administratie hebben mij meegedeeld dat de precieze verspreidingsdatum nog niet vaststaat.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21919

6. Non, pour autant que sa décision soit conforme avec le point de vue administratif tel qu’il ressort des circulaires, instructions, réponses aux questions parlementaires, du commentaire du CIR 1992 et des sources de droit auxquelles l’administration s’est ralliée.

6. Neen voor zover zijn beslissing in overeenstemming is met het administratieve standpunt zoals blijkt uit circulaires, instructies, antwoorden op parlementaire vragen, de commentaar op het WIB 1992 of rechtsbronnen waarbij de administratie zich heeft aangesloten.

7. Les fonctionnaires de la cellule « Assistance et controˆle interne » assurent le controˆle du bon fonctionnement des services.

7. Ambtenaren van de dienst « Bijstand en Interne Controle » staan in voor het toezicht op de goede werking van de diensten.

DO 2005200606479

DO 2005200606479

Question no 1023 de M. Servais Verherstraeten du 30 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1023 van de heer Servais Verherstraeten van 30 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

SPF. — Mise à la retraite de membres du personnel statutaires. — Recrutement de contractuels.

FOD. — Pensionering statutaire personeelsleden. — Aangeworven contractuelen.

Depuis de nombreuses années, des dizaines de membres du personnel statutaires du SPF Finances partent à la retraite sans être, ou très rarement, remplacés par de nouveaux statutaires.

Sedert vele jaren gaan tientallen personeelsleden van de FOD Financie¨n met pensioen. Zij worden niet of nauwelijks vervangen door nieuwe statutairen.

1. Des membres du personnel contractuels ont-ils été recrutés au cours des dernières années ?

1. Werden er ondertussen contractuelen aangeworven gedurende de jongste jaren ?

2. a) Combien de contractuels ont-ils été engagés en 2002 ?

2. a) Hoeveel contractuelen werden aangeworven in 2002 ?

b) Combien l’ont-ils été en 2003 ?

b) Hoeveel in 2003 ?

c) En 2004 ?

c) Hoeveel in 2004 ?

d) En 2005 ?

d) Hoeveel in 2005 ?

3. Quelles sont vos intentions pour 2006 ?

3. Wat overweegt u voor 2006 ?

4. Pouvez-vous ventiler ces chiffres par arrondissement ?

4. Kan u de cijfers opsplitsen per arrondissement ?

5. a) Existe-t-il des différences significatives entre les arrondissements, les provinces et/ou les régions ?

5. a) Zijn er significante verschillen tussen arrondissementen, provincies en/of regio’s ?

b) Dans l’affirmative, pourquoi ?

b) Zo ja, waarom ?

c) Comment ces différences s’expliquent-elles ?

c) Is hier een verklaring voor ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1023 de M. Servais Verherstraeten du 30 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1023 van de heer Servais Verherstraeten van 30 november 2005 (N.) :

Je souhaite avant tout faire remarquer à l’honorable membre que les recrutements qui ont lieu au SPF Finances sont liés aux besoins fonctionnels, lesquels sont établis dans les plans de management et concrétisés dans les plans de personnel annuels.

Ik wens het geachte lid er vooreerst op te wijzen dat wervingen die plaatsvinden bij de FOD Financie¨n verband houden met de functionele behoeften, dewelke worden vastgesteld in de managementplannen en worden geconcretiseerd in de jaarlijkse personeelsplannen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21920

Il est inexact de dire que dans les dernières années il n’y a eu aucun ou très peu de recrutements statutaires au département des Finances. Au cours de la période concernée (du 1er janvier 2002 au 31 décembre 2005), 1 395 nouveaux agents statutaires sont entrès en service.

Het is onjuist te stellen dat er de laatste jaren geen of nauwelijks nog statutaire wervingen plaatsvonden bij het departement Financie¨n. In de beschouwde periode (van 1 januari 2002 tot 31 december 2005) traden er 1 395 nieuwe statutaire personeelsleden in dienst.

Au cours de la même période de référence, des agents contractuels ont également été engagés, afin de permettre d’assurer la continuité du service public. Le total de ces engagements se monte à 698 en 2002, 225 en 2003, 367 en 2004 et 562 en 2005.

In de voormelde referentieperiode werden er ook contractuelen aangeworven, teneinde de continuı¨teit van de openbare dienst mede te helpen verzekeren. Hun aantal bedroeg 698 in 2002, 225 in 2003, 367 in 2004 en 562 in 2005.

La structure de notre banque de données du personnel ne permet pas de disposer d’une répartition de ces engagements contractuels par arrondissement.

Gezien de structuur van de database-personeel van het Departement is een indeling per arrondissement niet onmiddellijk beschikbaar.

Il est néanmoins possible de fournir à l’honorable membre une répartition par région et par province.

De verdeling per gewest en per provincie van de contractuele wervingen kan wel vlot worden bekomen.

Vous trouverez donc ci-après, en fonction du lieu d’affectation des contractuels, la répartition des engagements réalisés depuis le 1er janvier 2002.

U vindt dan ook hierna, volgens de plaats van tewerkstelling van de contractuelen, de desbetreffende verdeling van de sinds 1 januari 2002 gerealiseerde wervingen. Année — Jaar

Province et région — Provincie en gewest 2002

2003

2004

2005

Anvers. — Antwerpen ........................................... Limbourg. — Limburg ........................................... Flandre orientale. — Oost-Vlaanderen ................... Brabant Flamand. — Vlaams-Brabant ................... Flandre occidentale. — West-Vlaanderen ...............

79 9 25 28 47

15 2 4 13 17

17 4 9 15 22

40 11 18 13 45

Total Région Flamande. — Totaal Vlaams-Gewest Hainaut. — Henegouwen ...................................... Liège. — Luik ........................................................ Luxembourg. — Luxemburg .................................. Namur. — Namen ................................................. Brabant wallon. — Waals-Brabant ........................

188 45 41 18 14 7

51 18 20 4 3 6

61 18 30 6 6 7

127 33 35 9 13 3

Total Région Walonne. — Totaal Waals-Gewest .. Bruxelles-Capitale. — Brussel-Hoofdstad ...............

125 385

51 123

67 233

93 342

Des éventuelles différences entre provinces et régions sont liées aux besoins fonctionnels qui se présentent au moment des engagements.

Eventuele verschillen tussen provincies en gewesten houden verband met de functionele behoeften zoals deze zich voordeden op het ogenblik van de wervingen.

Au niveau de l’engagement d’agents contractuels, je tiens à apporter les précisions suivantes :

Wat de werving van contractuele ambtenaren betreft, wens ik de volgende elementen ter kennis te brengen :

— des agents contractuels sont essentiellement recru-

— contractuele ambtenaren worden vooral geworven


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21921

tés soit dans le cadre des plans Rosetta, soit pour pallier des absences totales ou partielles d’agents statutaires, soit pour faire face à des besoins exceptionnels ou temporaires;

in het kader van het Rosettaplan, om een volledige of gedeeltelijke afwezigheid van statutaire ambtenaren op te vangen of om uitzonderlijke of tijdelijke behoeften in te willigen;

— le total des engagements susmentionné ne peut permettre de conclure que le département donne la priorité à l’engagement de contractuels par rapport aux statutaires, ce qui serait contraire à la réalité; il y a lieu de prendre en considération un mouvement de rotation plus rapide chez les agents contractuels.

— uit het bovenvermelde totale aantal wervingen mag niet worden besloten dat het departement voorrang geeft aan de werving van contractuele in plaats van statutaire ambtenaren, wat verre van de realiteit zou zijn; het is raadzaam een snellere rotatiebeweging bij de contractuele ambtenaren in aanmerking te nemen.

Les engagements qui seront réalisés en 2006 tiendront également compte des besoins fonctionnels tels qu’ils se manifesteront au cours de l’année à venir. Il est actuellement trop toˆt pour pouvoir effectuer déjà une telle prévision.

Ook de aanwervingen die in 2006 zullen worden gerealiseerd, houden verband met de functionele behoeften zoals deze zich gedurende het komende jaar zullen manifesteren. Het is thans te vroeg om dienaangaande reeds een accurate prognose te maken.

DO 2005200606599

DO 2005200606599

Question no 1037 de M. Jean-Marc Nollet du 14 décembre 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1037 van de heer Jean-Marc Nollet van 14 december 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Site de l’ancienne entreprise Schotte à Alost. — Assainissement du terrain.

Site van het vroegere bedrijf Schotte te Aalst. — Terreinsanering.

Le site de l’ancienne entreprise « Schotte » à Alost n’a plus de propriétaire et est donc devenu en vertu des articles 539 et 713 du Code civil la propriété de l’E´tat fédéral. Ce site est très pollué et rien de moins qu’une menace pour la santé publique des riverains. Le minimum serait de cloˆturer aussi vite que possible les terrains. Un assainnissement du terrain s’impose évidemment.

Omdat de site van het vroegere bedrijf « Schotte » te Aalst niet langer iemand toebehoort, is het overeenkomstig de artikelen 539 en 713 van het Burgerlijk Wetboek eigendom van de federale overheid geworden. Die site is erg vervuild en brengt de gezondheid van de omwonenden in gevaar. Op zijn minst moet er zo spoedig mogelijk een omheining rond de terreinen worden aangebracht. Uiteraard dienen de terreinen ook gesaneerd te worden.

1. Depuis quand l’E´tat fédéral est-il propriétaire de ce terrain ?

1. Sinds wanneer is de federale overheid eigenaar van dat terrein ?

2. Pourquoi le terrain n’est-il pas encore cloˆturé ?

2. Waarom werd het terrein nog niet met een omheining afgesloten ?

3. a) Quel est le timing pour l’assainissement du terrain ?

3. a) Volgens welke timing zal de sanering van het terrein verlopen ?

b) Un contact avec les services de l’OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) compétent en la matière, a-t-il eu lieu ?

b) Werd er al overleg gepleegd met de diensten van OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) die terzake bevoegd is ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 mars 2006, à la question no 1037 de M. Jean-Marc Nollet du 14 décembre 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 maart 2006, op de vraag nr. 1037 van de heer Jean-Marc Nollet van 14 december 2005 (Fr.) :

L’honorable membre voudra bien trouver, ci-après, une réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te vinden.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21922

1. L’E´tat belge n’est pas propriétaire du site de Schotte puisque celui-ci ne peut pas être considéré comme un bien sans maıˆtre.

1. De Belgische Staat is geen eigenaar van de site Schotte gezien deze goederen niet als verlaten kunnen beschouwd worden.

La loi sur les faillites prévoit que les actifs qui apparaissent après la cloˆture de la faillite peuvent être réalisés, le produit de cette réalisation étant versé à la Caisse des Dépoˆts et Consignations.

De faiilissementswet voorziet immers dat na de afsluiting van het faillissement nieuwe opgedoken activa te gelde kunnen gemaakt worden en de opbrengst daarvan in de Deposito- en Consignatiekas wordt gestort.

Lorsqu’un acheteur se fait connaıˆtre, un curateur ad hoc doit être désigné. Par analogie, cela vaut également pour les biens immeubles pour lesquels aucun acquéreur n’a été trouvé.

Wanneer er zich een koper aandient zal een curator ad hoc dienen te worden aangesteld. Naar analogie kan worden gesteld dat dit ook geldt voor onroerende goederen waarvoor geen koper werd gevonden.

La seule circonstance de n’avoir momentanément aucun acquéreur pour un bien immeuble, compte tenu de sa valeur négative due à la réglementation environnementale, n’a donc pas pour conséquence que ce bien doit être considéré comme un bien sans maıˆtre au sens des articles 539 et 713 du Code civil. Par ailleurs, il faut savoir que, dans certains cas, l’OVAM dispose de la possibilité de procéder à un assainissement d’office.

De enkele omstandigheid dat voor een onroerend goed momenteel geen koper kan gevonden worden omwille van zijn negatieve waarde, veroorzaakt door milieureglementeringen, heeft dus niet tot gevolg dat dit goed als een onbeheerd goed in de zin van artikel 539 en 713 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden aanzien. Daarnaast dient opgemerkt dat OVAM over de mogelijkheid beschikt in bepaalde gevallen over te gaan tot ambtshalve sanering.

2. Aucune réponse ne peut être donnée à cette question qui ne concerne pas le ministre des Finances.

2. Een antwoord op deze vraag kan niet worden gegeven daar de minister van Financie¨n in deze zaak niet betrokken is.

3. a) Aucun timing pour l’assainissement ne peut être donné par le ministre des Finances qui n’est pas concerné par ce point.

3. a) Een timing voor de sanering kan niet worden gegeven daar de minister van Financie¨n in deze zaak niet betrokken is.

b) Ce point de vue a déjà été porté à la connaissance de l’OVAM le 4 avril 2005.

b) Dit standpunt werd reeds op 4 april 2005 aan OVAM kenbaar gemaakt.

DO 2005200606632

DO 2005200606632

Question no 1043 de M. Olivier Chastel du 19 décembre 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1043 van de heer Olivier Chastel van 19 december 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Fiscalité des ASBL.

Fiscaliteit van de VZW’s.

Le ratissage des fausses associations sans but lucratif (ASBL) proˆné par le gouvernement porte ses fruits, mais certaines associations sans but lucratif, ainsi que leurs conseils fiscaux, sont confrontés à des difficultés pratiques.

De door de regering aanbevolen schoonmaakoperatie, die de valse verenigingen zonder winstoogmerk moest opsporen, werpt haar vruchten af. Sommige verenigingen en hun belastingconsulenten worden echter met een aantal praktische moeilijkheden geconfronteerd.

Comment qualifier le bénéfice d’une ASBL réalisé sous régime de l’Impoˆt des personnes morales (IPM) quand celle-ci devient imposable à l’Impoˆt des sociétés (Isoc) ?

Hoe moet de winst die een VZW die in het stelsel van de Rechtspersonenbelasting (RPB) heeft gemaakt worden aangemerkt wanneer die vereniging belastbaar wordt in het stelsel van de Vennootschapsbelasting (Ven.B.) ?

Deux thèses paraissent ressortir des débats sans en exclure d’autres.

Uit de debatten komen twee hypothesen naar voren, zonder dat andere mogelijkheden evenwel worden uitgesloten.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21923

D’une part, il peut être prétendu, quant à l’application de l’article 184, alinéa 5, du CIR 1992 à l’actif net issu d’une ASBL taxée d’abord à l’IPM et ensuite à l’Isoc, que l’actif net est exonéré, par analogie avec le sort réservé au montant de l’actif d’une ` ASBL transformée en société à finalité sociale. A défaut de disposition légale en la matière, on pourrait considérer que l’effet de l’article 19, 3o, de la loi du 22 septembre 1998, s’applique mutatis mutandis à l’actif net d’une association nouvellement soumise à l’Isoc et que la réserve ainsi créée est exonérée pour autant qu’elle continue à satisfaire à la condition d’intangibilité visée à l’article 190 du CIR 1992.

Wat de toepassing van artikel 184, lid 5 WIB 1992 op het nettoactief van een VZW die eerst in het stelsel van de RPB en vervolgens in dat van de Ven.B. wordt belast, betreft, kan er enzerzijds vanuit worden gegaan dat dit nettoactief wordt vrijgesteld, naar analogie met de behandeling van het bedrag van het actief van een VZW die wordt omgevormd tot een vennootschap met sociaal oogmerk. Bij gebrek aan wettelijke bepaling terzake, zou men inderdaad kunnen oordelen dat artikel 19, 3o van de wet van 22 september 1998 mutatis mutandis van toepassing is op het nettoactief van een vereniging die belastbaar wordt in het stelsel van de Vennootschapsbelasting en dat de aldus ontstane reserve vrijgesteld is voor zover ze blijft voldoen aan de bij artikel 190 WIB 1992 bepaalde onaantastbaarheidsvoorwaarde.

D’autre part, il peut être considéré que cet actif net devient une réserve assimilée comme « taxée », définitivement, étant donné que son régime antérieur était caractérisé par une absence d’imposition. Je m’appuie à cet égard sur l’article 183 du CIR 1992 qui définit le principe de la matière taxable à l’Isoc : « les revenus soumis à l’impoˆt des sociétés ou exonérés dudit impoˆt sont, quant à leur nature, les mêmes que ceux qui sont envisagés en matière d’impoˆt des personnes physiques; leur montant est déterminé d’après les règles applicables aux bénéfices. ». Il n’est nullement question de l’IPM et en conséquence, l’actif net issu de l’IPM ne peut être comme tel soumis à l’impoˆt des sociétés.

Anderzijds kan worden geoordeeld dat dit nettoactief wordt gelijkgesteld met een definitief belaste reserve, aangezien het stelsel waaraan het vroeger onderworpen was, gekenmerkt werd door de afwezigheid van belasting. Ik verwijs in dat verband naar artikel 183 WIB 1992 dat het beginsel van de belastbare materie in de Vennootschapsbelasting omschrijft : « wat hun aard betreft, zijn de inkomsten die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of daarvan vrijgesteld zijn, dezelfde als die welke inzake personenbelasting worden beoogd; het bedrag ervan wordt vastgesteld volgens de regels die van toepassing zijn op winst. » Er is geen sprake van de RPB en derhalve kan het nettoactief van de RPB als dusdanig niet aan de Vennootschapsbelasting worden onderworpen.

L’établissement de l’IPM a souvent recours au mode de taxation des revenus divers visés à l’article 90 du CIR 1992 et la différence entre les revenus divers et les revenus professionnels est axée sur la notion d’activité professionnelle. Celle-ci se définit comme un ensemble d’opérations qui se produisent fréquemment et qui sont suffisamment liées entre elles afin de constituer une activité habituelle et continue (Cas., 27 octobre 1983, BC, no 637, p. 456; TPI Bxl, 22 février 2002, Fiscologue, 851, 2002, p. 9).

Bij de vestiging van de RPB wordt vaak gebruik gemaakt van de wijze van aanslag van de diverse inkomsten bedoeld in artikel 90 WIB 1992. Het verschil tussen de diverse inkomsten en de beroepsinkomsten is gebaseerd op het begrip « beroepswerkzaamheid ». Het Hof van Cassatie omschrijft deze als « un ensemble d’opérations qui se produisent fréquemment et qui sont suffisamment liées entre elles afin de constituer une activité habituelle et continue » (een geheel van verrichtingen die regelmatig gebeuren en die voldoende onderlinge samenhang vertonen om als een gewone en ononderbroken werkzaamheid te worden aangemerkt (Cass., 27 oktober 1983, BC, nr. 637, blz. 456; REA Brussel, 22 februari 2002, Fiscoloog, 851, 2002, blz. 9).

Les associations sans but lucratif qui conservent leur statut d’imposables à l’IPM ne peuvent recueillir de revenus « professionnels » étant donné qu’elles ne peuvent se livrer à une exploitation ou à des opérations de caractère lucratif (article 220, 3o, du CIR 1992). En conséquence, l’actif net issu d’une vraie ASBL qui ne respecte plus les critères pour le futur ne peut se voir taxer les « bénéfices » antérieurs étant donné qu’ils peuvent être qualifiés de réels bénéfices au sens de l’article 183 du CIR 1992.

De VZW’s die belastbaar blijven in het stelsel van de rechtspersonenbelasting, kunnen geen beroepsinkomsten verwerven, aangezien ze geen onderneming kunnen exploiteren of zich niet met verrichtingen van winstgevende aard kunnen bezighouden (artikel 220, 3o, WIB 1992). Bijgevolg kan het nettoactief van een echte VZW die voortaan niet meer aan de criteria beantwoordt niet op vroegere winsten worden belast, aangezien die niet als echte winsten in de zin van artikel 183 WIB 1992 kunnen worden aangemerkt.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21924

Le résultat des deux hypothèses est différent. Dans le premier cas, l’irrespect de la condition d’intangibilité entraıˆne la taxation. Dans le second, aucune taxation ne pourraıˆt intervenir pour défaut de disposition légale permettant une base taxable et un impoˆt ne peut être établi que par une loi (article 170, Constitution).

De twee stellingen hebben verschillende gevolgen. In het eerste geval leidt de niet naleving van de onaantastbaarheidsvoorwaarde tot het heffen van een belasting. In het tweede geval kan geen enkele belasting worden opgelegd, aangezien geen wettelijke bepaling bestaat die in een belastbare grondslag voorziet en geen belasting kan worden ingevoerd dan door een wet (artikel 170 van de Grondwet).

En pratique, dans le premier cas, le montant de l’actif net est inscrit en bénéfices réservés exonérés (cadre I., B., j) de la déclaration à l’impoˆt des sociétés et, dans le second cas, le montant de l’actif net est repris lors de la première déclaration à l’Isoc en majoration de la situation de début de réserves, autres (cadre I., A., j, 3e tiret).

In de praktijk wordt in het eerste geval het bedrag van het nettoactief ingeschreven als vrijgestelde gereserveerde winst (vak I., B., j) op het aangifteformulier in de vennootschapsbelasting, in het tweede geval wordt het bedrag van het nettoactief naar aanleiding van de eerste aangifte in de vennootschapsbelasting ingeschreven als « aanpassingen in meer van de begintoestand der reserves, andere » (vak I., A., j, derde streepje).

1. Quelle politique entendez-vous mener à l’avenir en cette matière ?

1. Welk beleid zal u in de toekomst ten aanzien van deze VZW’s voeren ?

2. Partagez-vous l’opinion exprimée dans la deuxième thèse, ou défendez-vous l’idée que la première thèse (ou une autre) doit être applicable aux bénéfices que les associations sans but lucratif ont réalisés sous le régime de taxation à l’impoˆt des personnes morales avant de devenir imposable à l’Isoc ?

2. Bent u het eens met de tweede stelling of meent u dat de eerste stelling (of een andere stelling) van toepassing is op de winst die de VZW’s hebben gemaakt onder het stelsel van de rechtspersonenbelasting voó´r ze in het stelsel van de vennootschapsbelasting belastbaar werden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1043 de M. Olivier Chastel du 19 décembre 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1043 van de heer Olivier Chastel van 19 december 2005 (Fr.) :

Sans pour autant souscrire aux arguments de l’honorable membre, je puis toutefois lui communiquer que les bénéfices résultant des opérations réalisées par une ASBL, pendant son assujettissement à l’impoˆt des personnes morales constituent des réserves taxées au 1er jour de la période imposable pour laquelle l’ASBL en question est assujettie à l’impoˆt des sociétés pour la première fois.

Zonder in te gaan op de argumenten van het geachte lid, kan ik evenwel meedelen dat de winsten die voortkomen uit verrichtingen die door een VZW werden verwezenlijkt tijdens de periode waaraan zij aan de rechtspersonenbelasting was onderworpen, belaste reserves vormen op de eerste dag van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk de betrokken VZW voor het eerst aan de vennootschapsbelasting onderworpen is.

Doivent également être considérées comme réserves taxées au même moment les provisions pour risques et charges existantes et constituées pendant les périodes imposables de l’assujettissement à l’impoˆt des personnes morales.

De bestaande voorzieningen voor risico’s en kosten die werden aangelegd tijdens de periode dat de VZW onderworpen was aan de rechtspersonenbelasting, moeten op datzelfde tijdstip eveneens als belaste reserves worden aangemerkt.

La première année de l’assujettissement à l’impoˆt des sociétés, ces montants doivent être repris en « Situation des réserves taxées au début de la période imposable (sous leur dénomination propre) » plutoˆt qu’en majoration de la situation de début des réserves.

Voor het eerste jaar van de onderworpenheid aan de vennootschapsbelasting, moeten deze bedragen worden opgenomen in de « Toestand van de belastbare gereserveerde winst bij het begin van het belastbare tijdperk (en dit onder hun eigen benaming) », eerder dan in aanpassing in meer van de begintoestand der reserves worden gebracht.

Enfin, je tiens à rappeler que les pertes encourues pendant l’assujettissement à l’impoˆt des personnes

Ten slotte wens ik er aan te herinneren dat de verliezen geleden in de periode dat de VZW aan de rechts-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21925

morales, ne peuvent être déduites pour déterminer la base imposable à l’impoˆt des sociétés.

personenbelasting onderworpen was, niet meer kunnen worden afgetrokken van de belastbare grondslag in de vennootschapsbelasting.

DO 2005200606672

DO 2005200606672

Question no 1048 de Mme Muriel Gerkens du 22 décembre 2005 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1048 van mevrouw Muriel Gerkens van 22 december 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Assujettissement des psychologues à la TVA.

Onderwerping van de psychologen aan de BTW.

Concernant l’assujettissement des psychologues à la TVA, vous m’avez informé que votre cabinet travaillait à la rédaction d’un projet de loi.

Wat de onderwerping van de psychologen aan de BTW betreft, hebt u mij laten weten dat uw kabinet een wetsontwerp voorbereidt.

1. Dans quel délai ce projet de loi sera-t-il déposé au parlement ?

1. Wanneer wordt dat wetsontwerp bij het Parlement ingediend ?

2. Quel est l’état d’avancement de la concertation avec le secteur ?

2. Wat is de stand van zaken in het overleg met de sector ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2006, à la question no 1048 de Mme Muriel Gerkens du 22 décembre 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2006, op de vraag nr. 1048 van mevrouw Muriel Gerkens van 22 december 2005 (Fr.) :

Il découle du libellé clair de l’article 13, A, paragraphe 1, c), de la 6e directive que les E´tats membres définissent les professions médicales et paramédicales auxquelles l’exonération s’applique. Les conditions d’exonération doivent être de stricte interprétation et être liées à des conditions objectives et aisément applicables.

Uit de duidelijke bewoordingen van artikel 13, A, lid 1, c), van de 6e richtlijn volgt dat de lidstaten de medische en paramedische beroepen definie¨ren waarop de vrijstelling van toepassing is. De voorwaarden van de vrijstelling moeten strikt worden uitgelegd en daarvoor moeten objectieve en eenvoudig toe te passen voorwaarden gelden.

L’article 44, § 1er, 2o, du Code belge de la TVA qui prévoit cette exonération a pour but d’éviter la fourniture de prestations de soins à la personne non reconnue officiellement ainsi que la fourniture de ces prestations par des personnes non qualifiées et de ce fait n’entend exonérer que les prestations qui sont reprises dans la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidité.

Artikel 44, § 1, 2o, van het Belgisch BTW-Wetboek waarin deze vrijstelling wordt beoogd, wil voorkomen dat niet officieel erkende diensten van persoonsverzorging worden verstrekt of dat deze diensten worden verricht door niet gekwalificeerd personeel en stelt bijgevolg enkel de diensten vrij die zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.

La problématique que l’honorable membre soulève n’a pas seulement trait aux prestations des psychologues mais également à celles des psychothérapeutes puisqu’il ne saurait être question de porter atteinte au principe de neutralité fiscale pour des prestations identiques. Elle touche pareillement les prestations des ostéopathes, homéopathes, chiropracteurs ou acupuncteurs et plus généralement les praticiens de pratiques non conventionnelles dans les domaines de l’art médical, de l’art pharmaceutique, de la kinésithérapie, de l’art infirmier et des professions paramédicales.

De problematiek die het geachte lid aan de orde stelt, belangt niet alleen de diensten van psychologen aan maar eveneens die van psychotherapeuten. Er mag immers geen afbreuk worden gedaan aan het beginsel van de fiscale neutraliteit ten aanzien van identieke verrichtingen. Zij hebben eveneens betrekking op de verrichtingen van osteopaten, homeopaten, chiropractici of acupuncturisten of meer algemeen op de beoefenaars van niet conventionele praktijken op het gebied van de geneeskunde, de farmaceutica, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen.

Bien qu’il ne saurait être question d’élargir excessivement le cercle des professions paramédicales bénéfi-

Hoewel er geen sprake kan van zijn om de kring van de paramedische beroepen waarvoor een voordelige


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21926

ciant d’un régime fiscal favorable et d’inclure des catégories professionnelles dont les membres ne sont pas qualifiés pour effectuer des prestations médicales ou paramédicales, je n’ai pas d’objection de fond quant au fait d’étendre l’exonération prévue par le Code de la TVA aux prestations des psychologues et des psychothérapeutes ainsi qu’aux prestations de certains praticiens de pratiques non conventionnelles dans le domaine de l’art médical.

belastingregeling van toepassing is, in grote mate uit te breiden en er beroepen in op te nemen waarvan de beoefenaars niet zijn gekwalificeerd om medische of paramedische diensten te verrichten, heb ik in wezen geen bezwaar tegen de uitbreiding van de in het BTWWetboek bedoelde vrijstelling voor de diensten van psychologen en psychotherapeuten alsook voor de diensten verricht door bepaalde beoefenaars van niet conventionele praktijken op geneeskundig gebied.

Toutefois, il s’impose que soient légalement concrétisées au préalable toutes les conditions d’exercice de ces pratiques et plus particulièrement celles relatives à l’enregistrement des praticiens autorisés ainsi que la liste des actes autorisés ou non autorisés et les formations requises; tous ces domaines ne relèvent pas de la compétence de la fiscalité mais doivent servir de référence à une application fiscale.

Niettemin is het aangewezen dat vooraf alle voorwaarden voor de uitoefening van deze praktijken en meer in het bijzonder die met betrekking tot de registratie van de gemachtigde beoefenaars wettelijk worden vastgelegd, alsook een lijst van de al dan niet toegelaten handelingen en van de vereiste vorming; dit alles behoort niet tot het fiscale domein maar moet wel dienen als uitgangspunt voor een fiscale toepassing.

DO 2005200606681

DO 2005200606681

Question no 1049 de M. Koen Bultinck du 22 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1049 van de heer Koen Bultinck van 22 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

« Zuiderpoort-Office Park » à Gand. — Boıˆte aux lettres.

« Zuiderpoort-Office Park » te Gent. — Brievenbus.

En réponse à ma question no 916 du 8 septembre 2005 relative à la boıˆte aux lettres du SPF Finances à Gand, vous avez indiqué, entre autres, que les services des finances de Gand seront centralisés au cours du quatrième trimestre de 2005 dans un nouveau complexe mieux connu sous le nom de « ZuiderpoortOffice Park », qui sera pourvu d’une boıˆte aux lettres suffisamment grande. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 97, p. 17474).

In uw antwoord op mijn vraag nr. 916 van 8 september 2005 betreffende de brievenbus van het ministerie van Financie¨n in Gent, vermeldde u onder meer dat de financie¨ndiensten van Gent tijdens het vierde kwartaal 2005 zullen worden gecentraliseerd in een nieuw complex, dat beter gekend is als « ZuiderpoortOffice Park », dat zal uitgerust worden met een voldoende grote brievenbus (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 97, blz. 17474).

Le baˆtiment a été mis en service depuis longtemps mais il ne dispose toujours pas de boıˆte aux lettres, ce qui est d’ailleurs annoncé explicitement à l’entrée.

Dit gebouw is nu reeds geruime tijd in gebruik, maar beschikt nog steeds niet over een brievenbus. Dit staat trouwens met zoveel woorden aan de ingang ervan geschreven.

` quoi ce retard est-il duˆ ? 1. A

1. Aan wat is deze vertraging te wijten ?

2. Des dispositions ont-elles été prises pour remédier le plus rapidement possible à la situation et d’ici à quand cela est-il prévu ?

2. Werd het nodige gedaan om de toestand zo spoedig mogelijk in orde te maken en tegen wanneer is dit gepland ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1049 de M. Koen Bultinck du 22 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1049 van de heer Koen Bultinck van 22 december 2005 (N.) :

Je vous informe que la boıˆte aux lettres a été placée le 6 janvier 2006 et a été mise en service à partir de cette date.

Ik deel u mee dat de brievenbus geplaatst werd op 6 januari 2006 en vanaf deze datum in gebruik is gesteld.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21927

DO 2005200606770

DO 2005200606770



Exonération brute des plus-values se rapportant à des parts. — Modification de loi annoncée. — Litiges persistants. — Fonctionnement du filtre administratif en matière de contentieux.

Brutovrijstelling van meerwaarden op aandelen. — Aangekondigde wetswijziging. — Blijvende betwistingen. — Werking van de administratieve geschillenfilter.

` partir de l’exercice d’imposition 2007, l’impoˆt des A sociétés devrait comprendre une nouvelle disposition applicable aux exercices cloˆturés à partir du 31 décembre 2006 : désormais, le calcul de la plus-value visée à l’article 43 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 devrait tenir compte des frais de vente.

Met ingang van het aanslagjaar 2007 inzake vennootschapsbelasting, zou voor de boekjaren die afsluiten vanaf 31 december 2006 bij de bepaling van de meerwaarde bedoeld in artikel 43 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 rekening moeten worden gehouden met de verkoopkosten.

Le fait pertinent que le législateur fiscal se soit vu dans l’obligation de modifier la loi pour désormais limiter à son montant net l’exonération envisagée sur les plus-values permet à tous les conseillers fiscaux et experts-comptables de conclure de manière convaincante en droit et en fait que, dans l’état actuel de la législation fiscale, la limitation appliquée par certains fonctionnaires taxateurs n’est dorénavant plus valable pour les exercices d’imposition 2006 et antérieurs en matière d’impoˆt des sociétés.

Het pertinente feit dat de fiscale wetgever strikt genoodzaakt was een wetswijziging door te voeren teneinde de beoogde meerwaardevrijstelling voortaan te beperken tot haar netto-bedrag, laat alle fiscale raadgevers en accountants in rechte en in feite overtuigend toe te besluiten dat in de huidige stand van de belastingwetgeving de door sommige taxatieambtenaren toegepaste beperking voortaan niet meer aan de orde is voor de aanslagjaren 2006 en vorige inzake vennoootschapsbelasting.

1. Souscrivez-vous à cette interprétation logique ?

1. Kan u deze logische ziensen handelwijze direct bijtreden ?

2. a) Le principe de droit fiscal « in dubio contra fiscum » s’applique-t-il en l’espèce ?

2. a) Geldt hier het fiscaal rechtsagadium « in dubio contra fiscum » ?

b) Dans la négative, quelles raisons fondées invoquezvous ?

b) Zo neen, om al welke gegronde redenen niet ?

3. Quelles directives concrètes ont été ou seront prochainement arrêtées à l’attention des fonctionnaires taxateurs pour qu’ils ne mettent plus en œuvre ou en tout cas suspendent toute proposition de taxation ?

3. Welke concrete richtlijnen werden of zullen er weldra worden uitgevaardigd ten behoeve van alle taxatieambtenaren om alle uitgebrachte taxatievoorstellen van nu af aan niet meer door te voeren of minstens op te schorten ?

4. Quelles instructions claires ont été ou seront adressées à tous les fonctionnaires du contentieux et directeurs régionaux responsables pour qu’ils débloquent et examinent toutes les réclamations pendantes et/ou tous les litiges persistants ?

4. Welke heldere instructies werden of zullen er weldra worden uitgevaardigd ten behoeve van alle geschillenambtenaren en alle verantwoordelijke gewestelijke directeurs tot onmiddellijke deblokkering en afhandeling van alle hangende bezwaarschriften en/ of blijvende niet-akkoorden ?

5. Pouvez-vous me communiquer, point par point, votre position générale en la matière, tant dans le cadre de l’objectif d’une administration correcte et performante qu’à la lumière du fonctionnement correct et rapide du filtre administratif en matière de contentieux instauré en vertu de la loi ?

5. Kan u, punt per punt, uw algemene zienswijze meedelen zowel in het kader van een behoorlijk en performant bestuur als in het licht van een correcte en snelle werking van de wettelijk ingestelde administratieve geschillenfilter ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21928

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1051 de Mme Trees Pieters du 9 janvier 2006 (N.) : Je peux faire part à l’honorable membre de ce qui suit.

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1051 van mevrouw Trees Pieters van 9 januari 2006 (N.) : Ik kan het geachte lid het volgende meedelen.

Suite à la modification de l’article 43 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992) par l’article 2 de la loi du 22 juin 2005, instaurant une déduction fiscale pour capital à risque, il est fait référence, à partir de l’exercice d’imposition 2007, à la « valeur nette ».

Ingevolge de wijziging van artikel 43 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) door artikel 2 van de wet van 22 juni 2005 tot invoering van een belastingaftrek voor risicokapitaal, wordt er vanaf het aanslagjaar 2007 verwezen naar de « nettowaarde ».

Ce faisant, la position administrative concernant la détermination des plus-values sur actions ou parts à l’impoˆt des sociétés en vertu des articles 43 et 192, 1er, CIR 1992 est confirmée.

Hierdoor wordt het administratieve standpunt dat betrekking heeft op de vaststelling van meerwaarden op aandelen in de vennootschapsbelasting op grond van de artikelen 43 en 192, § 1, WIB 1992, bevestigd.

Par ailleurs, la jurisprudence en la matière n’est pas unanime et définitive. Différents arrêts favorables à l’E´tat font toujours l’objet d’un recours en cassation.

Bovendien is de rechtspraak dienaangaande niet eensluidend en definitief. Diverse arresten uitgesproken in het voordeel van de Staat maken immers nog steeds het voorwerp uit van een voorziening in cassatie.

Suite à ces recours, il me semble dès lors pour le moins prématuré de donner des instructions en la matière, étant donné que dans l’état actuel des choses, la position administrative est inchangée en ce qui concerne les exercices d’imposition visés.

Gelet op deze voorzieningen, lijkt het mij dan ook op zijn minst voorbarig hieromtrent instructies te geven, aangezien het administratieve standpunt in de huidige stand van zaken voor de bedoelde aanslagjaren niet is gewijzigd.

DO 2005200606805

DO 2005200606805

Question no 1055 de M. Carl Devlies du 10 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1055 van de heer Carl Devlies van 10 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆt des sociétés. — Exonération de la plus-value réalisée sur actions. — Litiges pendants.

Vennootschapsbelasting. — Vrijstelling verwezenlijkte meerwaarde op aandelen. — Hangende geschillen.

Les plus-values sur actions sont exonérées de l’impoˆt des sociétés, pour autant que les dividendes des actions entrent en principe en considération pour la réduction RDT (article 192, § 1er, CIR 1992). L’administration a toujours soutenu que seule la plusvalue « nette » après frais de vente pouvait faire l’objet d’une exonération. Il en est résulté de nombreux litiges. La jurisprudence des juridictions inférieure tendait plutoˆt à opter pour l’exonération « brute ». E´tant donné que l’article 2 de la loi du 22 juin 2005 modifie l’article 43 du CIR 1992, il est prévu en général que seules les plus-values réalisées, diminuées des frais de réalisation, sont exonérées tant en ce qui concerne l’impoˆt des personnes physiques que l’impoˆt des sociétés. Cette modification entrera en vigueur à partir de l’exercice 2007.

Meerwaarden op aandelen zijn in de vennootschapsbelasting vrijgesteld, voorzover de dividenden van de aandelen in principe in aanmerking komen voor de DBI-aftrek (artikel 192, § 1, WIB 1992). De administratie heeft steeds volgehouden dat enkel de « netto »-meerwaarde na verkoopkosten vrijgesteld mocht worden. Talrijke geschillen waren hiervan het gevolg. De lagere rechtspraak was eerder geneigd te kiezen voor een « bruto »-vrijstelling.


2005

Artikel 2 van de wet van 22 juni 2005 wijzigt artikele 43 WIB 1992 waardoor in het algemeen wordt bepaald dat enkel de gerealiseerde meerwaarden, verminderd met de kosten van vervreemding, wordt vrijgesteld en dit zowel in de personenbelasting als in de vennootschapsbelasting. Deze wijziging is van toepassing vanaf aanslagjaar 2007. 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21929

1. Cette modification législative entraıˆnera-t-elle incontestablement l’exonération de la plus-value « brute » réalisée au cours d’un exercice antérieur à l’exercice 2007 ?

1. Volgt ontegensprekelijk uit deze wetswijziging dat de « bruto »-meerwaarde gerealiseerd in een aanslagjaar voorafgaand aan het aanslagjaar 2007 is vrijgesteld ?

2. L’administration renoncera-t-elle dès lors à son action en justice dans les litiges pendants relatifs à l’exonération de la plus-value « brute » sur actions ?

2. Zal de administratie bijgevolg afzien van haar vordering in de hangende geschillen met betrekking tot de vrijstelling van de « bruto »-meerwaarde op aandelen ?

3. Quelles instructions avez-vous données à ce sujet ?

3. Welke instructies werden hieromtrent door u uitgevaardigd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1055 de M. Carl Devlies du 10 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1055 van de heer Carl Devlies van 10 januari 2006 (N.) :

Je me permets de renvoyer l’honorable membre à la réponse que j’ai donnée à la question parlementaire no 1051 du 9 janvier 2006, posée par l’honorable membre, Mme T. Pieters. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 114, p. 21927.)

Ik kan het geachte lid verwijzen naar het antwoord dat ik heb verstrekt op de parlementaire vraag nr. 1051 van 9 januari 2006, gesteld door het geachte lid, mevrouw T. Pieters. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 114, blz. 21927.)

DO 2005200606806

DO 2005200606806



Régime d’option entre la déduction pour capital à risque et la réserve d’investissement.

Keuzestelsel aftrek risicokapitaal en investeringsreserve.

L’article 205novies du Code des impoˆts sur les revenus 1992, inséré par l’article 12 de la loi du 22 juin 2005, instaure un régime d’option entre la déduction pour capital à risque, d’une part, et la réserve d’investissement, d’autre part. Le choix de la réserve d’investissement lie la société pour la période imposable ainsi que pour les deux périodes imposables suivantes. E´tant donné que la déduction pour capital à risque n’est applicable qu’à partir de l’exercice d’imposition 2007, on peut s’interroger sur les conséquences de l’application dans le temps de ce régime optionnel.

Artikel 205novies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij artikel 12 van de wet van 22 juni 2005, voert een keuzestelsel in tussen enerzijds de aftrek risicokapitaal en anderzijds de investeringsreserve. De keuze voor de investeringsreserve bindt de vennootschap voor het belastbaar tijdpek alsmede voor de twee daaropvolgende belastbare tijdperken. Aangezien de aftrek risicokapitaal slechts van toepassing is vanaf aanslagjaar 2007 stelt zich de vraag wat de gevolgen zijn met betrekking tot de werking in de tijd van dit keuzestelsel.

1. Partagez-vous le point de vue selon lequel la constitution d’une réserve d’investissement au cours des périodes imposables rattachées aux exercices d’imposition 2005 et 2006 n’empêche pas une PME d’opter pour la déduction pour capital à risque au cours de l’exercice d’imposition 2007 ?

1. Kan u de zienswijze bijtreden dat de aanleg van een investeringsreserve in de belastbare tijdperken verbonden aan de aanslagjaren 2005 en 2006 niet beletten dat een KMO kan opteren voor de aftrek risicokapitaal in het aanslagjaar 2007 ?

2. En résulte-t-il que le régime optionnel n’influe pour la première fois que sur le choix opéré par une société pour l’exercice d’imposition 2007 ?

2. Volgt hieruit voort dat het keuzestelsel slechts voor het eerst gevolgen heeft voor de keuze die een vennootschap maakt voor het aanslagjaar 2007 ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21930



Il peut être répondu par l’affirmative aux questions posées par l’honorable membre, pour autant que toutes les conditions imposées en la matière soient remplies.

Het antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen luidt bevestigend, mits voldaan is aan alle ter zake gestelde voorwaarden.

De plus, je souhaite attirer l’attention sur le fait que toute modification apportée à partir du 29 avril 2005 à la date de cloˆture des comptes annuels reste sans incidence pour l’application des dispositions relatives à la déduction fiscale pour capital à risque.

Evenwel wens ik er de aandacht op te vestigen dat elke wijziging die vanaf 29 april 2005 aan de afsluitingsdatum van de jaarrekening wordt aangebracht zonder uitwerking is op de toepassing van de bepalingen inzake de belastingaftrek voor risicokapitaal.

DO 2005200606807

DO 2005200606807



Déduction pour capital à risque. — Exclusion des sociétés de navigation maritime appliquant le régime d’option applicable aux amortissements pour les navires neufs.

Aftrek risicokapitaal. — Uitsluiting van de zeevaartvennootschappen die keuzestelsel afschrijving nieuwe zeeschepen toepassen.

L’article 205octies du Code des Impoˆts sur les Revenus 1992, introduit par l’article 11 de la loi du 22 juin 2005, exclut les sociétés de navigation maritime qui sont soumises à l’impoˆt conformément aux articles 115 à 121 ou à l’article 124 de la loi-programme du 2 aouˆt 2002.

Artikel 205octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoerd bij artikel 11 van de wet van 22 juni 2005, sluit de zeevaartvennootschappen uit die aan belasting worden onderworpen met inachtneming van de artikelen 115 tot 121 of van artikel 124 van de programmawet van 2 augustus 2002.

Les articles 115 à 120 de la loi-programme du 2 aouˆt 2002 disposent que les bénéfices provenant de la navigation maritime sont déterminés de manière forfaitaire sur la base du tonnage des navires qui ont généré ces bénéfices. L’article 121 de la même loi-programme instaure un régime spécial d’option applicable aux amortissements pour les navires neufs. Ce régime spécial d’option n’est pas applicable pendant la période durant laquelle les bénéfices provenant de la navigation maritime sont déterminés en fonction du tonnage (article 121, § 6 de la loi-programme du 2 aouˆt 2002). Les sociétés de navigation maritime qui choisissent le régime spécial d’option applicable aux amortissements sont soumises aux dispositions du droit commun dans le cadre de l’impoˆt des sociétés, à l’exception de ce dernier point.

Artikelen 115 tot 120 van de programmawet van 2 augustus 2002 bepalen de winst van uit zeescheepvaart aan de hand van de tonnage op forfaitaire basis. Artikel 121 van dezelfde programmawet voert een bijzonder keuzestelsel van afschrijvingen in voor nieuwe zeeschepen. Dit bijzonder keuzestelsel van afschrijvingen is niet van toepassing gedurende de periode tijdens dewelke de winst uit zeescheepvaart wordt vastgesteld aan de hand van de tonnage (artikel 121, § 6, programmawet van 2 augustus 2002). De zeevaartvennootschappen die kiezen voor het bijzonder keuzestelsel van afschrijvingen zijn met uitzondering van dit laatste onderworpen aan de gemeenterechtelijke bepalingen in de vennootschapsbelasting.

Il est toutefois précisé dans l’exposé des motifs que les exceptions sont valables pour les sociétés « qui bénéficient déjà d’un régime fiscal exorbitant du droit commun ».

De memorie van toelichting verantwoordt evenwel dat de uitsluitingen betrekking hebben op vennootschappen die een van het gemeen recht afwijkende belastingregeling genieten.

1. Pourquoi exclut-on de la déduction pour capital à risque non seulement les sociétés de navigation maritime qui optent pour la taxe au tonnage, mais aussi

1. Waarom worden niet alleen de zeevaartvennootschappen die opteren voor de tonnagetaks maar ook de zeevaartvennootschappen die kiezen voor het


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 celles qui optent d’amortissement ?

21931

pour

spécial

bijzonder afschrijvingsstelsel uitgesloten van de aftrek risicokapitaal ?

2. Le renvoi aux « articles 115 à 121 » au lieu des « articles 115 à 120 » est-il duˆ à une erreur de l’auteur du projet de loi ?

2. Is de verwijzing naar « artikelen 115 tot 121 » in plaats van « artikelen 115 tot 120 » een fout van de steller van het ontwerp ?

3. Dans l’affirmative, pourquoi cette erreur n’a-telle pas encore été corrigée dans le dernier projet de loi portant des dispositions diverses ?

3. Zo ja, wat is de reden waarom in het laatste ontwerp houdende diverse bepalingen dit nog niet werd hersteld ?



Je peux faire savoir à l’honorable membre que le renvoi aux « articles 115 à 121 » qui figure à l’article 205octies, 5o du Code des impoˆts sur les revenus 1992, doit effectivement être modifié en ce sens que les sociétés qui bénéficient du régime spécial d’option applicable aux amortissements prévu à l’article 121 de la loi-programme du 2 août 2002, ne seraient pas exclues de l’application de la déduction fiscale pour capital à risque.

Ik kan het geachte lid meedelen dat de verwijzing naar « artikelen 115 tot 121 » in artikel 205octies, 5o van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inderdaad moet worden gewijzigd, in die zin dat de vennootschappen die het bijzonder keuzestelsel van afschrijvingen als bedoeld in artikel 121 van de programmawet van 2 augustus 2002 genieten, niet van de toepassing van de belastingaftrek voor risicokapitaal zouden worden uitgesloten.

J’ai par conséquent chargé les services compétents de mon Administration de rédiger une proposition de modification législative remplaçant le renvoi précité par une mention aux « articles 115 à 120 ».

Ik heb aan de gespecialiseerde diensten van mijn Administratie dan ook opdracht gegeven in die zin een voorstel tot wetswijziging op te stellen, waarbij de voormelde verwijzing zal worden vervangen door « artikelen 115 tot 120 ».

DO 2005200606808

DO 2005200606808



Déduction pour capital à risque. — Rectification de la base de calcul pour le capital à risque. — Plus-values de réévaluation.

Aftrek risicokapitaal. — Correctie berekeningsbasis risicokapitaal. — Herwaarderingsmeerwaarden.

Le capital à risque entrant en ligne de compte pour la déduction pour capital à risque est diminué des plus-values exprimées mais non réalisées visées à l’article 44, § 1er, 1o du Code des impoˆts sur les revenus 1992 qui ne portent pas sur les éléments de l’actif visés aux §§ 2 à 4 de l’article 205ter du CIR 1992. Ces plusvalues de réévaluation sont à nouveau amorties sur le plan comptable et taxées en conséquence.

Het risicokapitaal dat in aanmerking komt voor de aftrek risicokapitaal wordt verminderd met de in artikel 44, § 1, 1o van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 bedoelde uitgedrukte maar niet verwezenlijkte meerwaarden, die geen betrekking hebben op activabestanddelen als in de §§ 2 tot 4 van artikel 205ter WIB 1992. Deze herwaarderingsmeerwaarden worden boekhoudkundig opnieuw afgeschreven en a rato hiervan belast.

Faut-il diminuer le capital à risque tant de la quotité exonérée non imposée que de la quotité imposée de la plus-value de réévaluation, ou uniquement de la quotité exonérée ?

Dient het risicokapitaal te worden verminderd met zowel het vrijgestelde niet-belast gedeelte als het belast gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarde of enkel met het vrijgestelde gedeelte ?


le

régime

2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21932



La question posée par l’honorable membre fait actuellement l’objet d’un examen par mon administration, dont le résultat figurera dans la circulaire relative à la déduction fiscale pour capital à risque en cours d’élaboration.

De door het geachte lid gestelde vraag maakt momenteel deel uit van een onderzoek door mijn administratie, waarvan het resultaat zal worden opgenomen in een circulaire die in opmaak is met betrekking tot de fiscale aftrek voor risicokapitaal.

DO 2005200606809

DO 2005200606809



Déduction fiscale pour capital à risque. — Correction de la base de calcul du capital à risque en soustrayant la valeur comptable des éléments détenus à titre de placement. — Sicavs de capitalisation.

Aftrek risicokapitaal. — Correctie berekeningsbasis risicokapitaal. — Vermindering met boekwaarde bestanddelen die als belegging worden gehouden. — Kapitalisatiebeveks.

Conformément à l’article 205ter, § 4, 2o du Code des impoˆts sur les revenus 1992, le capital à risque doit être diminué de la valeur comptable des éléments détenus à titre de placement et qui, par leur nature, ne sont normalement pas destinés à produire un revenu périodique imposable.

Het risicokapitaal dient overeenkomstig artikel 205ter, § 4, 2o van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 te worden verminderd met de boekwaarde van de bestanddelen die als belegging worden gehouden en die door de aard ervan niet bestemd zijn om een belastbaar periodiek inkomen voort te brengen.

Dans l’exposé des motifs, cette disposition anti-abus est commentée de la manière suivante. Pour être visé par la disposition, un actif doit répondre à deux conditions : il doit s’agir d’un actif qui, par sa nature, n’est normalement pas destiné à produire un revenu imposable périodique (condition abstraite) et l’actif concerné doit, dans les circonstances particulières de l’espèce, être détenu à titre de placement (condition concrète). Cette dernière condition doit être appréciée en fait et de manière autonome en fonction de l’activité économique effectivement exercée par la société.

In de memorie van toelichting wordt deze antimisbruikbepaling toegelicht. Om als actief in aanmerking te komen onder deze bepaling moet aan twee voorwaarden worden voldaan : het moet om een actief gaan dat door zijn aard normaliter niet bestemd is een periodiek belastbaar inkomen voort te brengen (abstracte toetsing) en het betrokken actief moet, in de specifieke omstandigheden van het geval, als belegging worden aangehouden (concrete toetsing). Deze laatste voorwaarde moet op feitelijk en op autonome wijze worden geoordeeld in functie van de effectief uitgeoefende economische activiteit van de vennootschap.

1. Faut-il cumuler ces deux conditions pour qu’un élément d’actif tombe sous le champ de cette disposition anti-abus ?

1. Dienen deze twee voorwaarden cumulatief te worden voldaan opdat een bestanddeel onder deze antimisbruikbepaling valt ?

2. Cette disposition anti-abus est-elle applicable aux sicavs de capitalisation détenues par une société ou son application est-elle tributaire de l’objet statutaire et de l’activité effective de la société ?

2. Is deze antimisbruikbepaling van toepassing op kapitalisatiebeveks die een vennootschap aanhoudt of hangt dit af van het statutair doel en de effectieve activiteit van de vennootschap ?



Je peux renvoyer à la réponse que j’ai fournie le 7 mars 2006 à la question parlementaire orale no 10565

Ik kan verwijzen naar het antwoord dat ik op 7 maart 2006 heb verstrekt op de mondelinge parle-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21933

du 24 février 2006 posée également par l’honorable membre (Commission des Finances et du Budget, Chambre, 2005-2006, 4e session de la 51e législature, CRIV 51 COM 873, Compte rendu intégral, 7 mars 2006, p. 23-24).

mentaire vraag nr. 10565 van 24 februari 2006 eveneens gesteld door het geachte lid (commissie voor Financie¨n en de Begroting, Kamer, 2005-2006, 4e zitting van de 51e zittingsperiode, CRIV 51 COM 873, Integraal Verslag, 7 maart 2006, blz. 23-24).

DO 2005200606811

DO 2005200606811



Déduction fiscale pour capital à risque. — Correction de la base de calcul du capital à risque. — E´tablissement étranger.

Aftrek risicokapitaal. — Correctie berekeningsbasis risicokapitaal. — Buitenlandse inrichting.

L’article 734quinquies de l’AR/CIR 1992, inséré par l’article 1er de l’arrêté royal du 17 septembre 2005, détermine la manière dont il convient de tenir compte des variations, au cours de la période imposable, des éléments de l’actif et du passif d’établissements étrangers de sociétés belges .

Artikel 734quinquies KB/WIB 1992, ingevoegd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 september 2005, bepaalt de wijze waarop rekening moeten worden gehouden met de wijzigingen van de activaen passivabestanddelen van buitenlandse inrichtingen van Belgische vennootschappen tijdens het belastbaar tijdperk.

Il résulte de la rédaction de l’article 734quinquies de l’AR/CIR 1992 qu’il faut tenir compte de toutes les variations de l’actif net à l’étranger au cours de la période imposable. Le paiement de rémunérations, de loyers et d’autres dépenses diminue l’actif net de l’actif étranger, sans augmentation corrélative du patrimoine en Belgique.

Uit de redactie van artikel 734quinquies KB/WIB 1992 volgt dat rekening moet worden gehouden met alle wijzigingen van de netto activa in het buitenland in de loop van het belastbaar tijdperk. De uitbetaling van lonen, huren, en andere uitgaven, vermindert de netto activa van de buitenlandse activa, zonder correlatieve vermeerdering van het vermogen in Belgie¨.

` votre estime, le législateur voulait-il réellement 1. A faire entrer en ligne de compte toute variation de la valeur comptable nette des éléments de l’actif d’un établissement stable, ou seulement les transferts entre l’établissement stable et le siège belge ?

1. Is het volgens u inderdaad de bedoeling van de wetgever om elke wijziging van de netto boekwaarde van activabestanddelen van een vaste inrichting in aanmerking te nemen of enkel de transfers tussen de vaste inrichting en de Belgische zetel ?

2. L’article 734quinquies de l’AR/CIR 1992 a-t-il pour conséquence qu’un bilan doit être établi mensuellement pour les établissements étrangers ?

2. Heeft artikel 734quinquies KB/WIB 1992 tot gevolg dat maandelijks een balans moet worden opgesteld voor de buitenlandse inrichtingen ?

3. Ce bilan mensuel est-il aussi exigé, dans le cadre de l’application de la déduction fiscale pour capital à risque, des sociétés belges ayant des établissements belges ?

3. Wordt dergelijke maandbalans ook vereist voor Belgische vennootschappen met Belgische inrichtingen voor de toepassing van de aftrek risicokapitaal ?

4. Ne convient-il pas de modifier l’article 734quinquies de l’AR/CIR 1992 de manière à ne plus devoir tenir compte que des transferts, effectués pendant la période imposable, d’éléments de l’actif et du passif entre le siège belge et l’établissement étranger, dans le cadre de la correction pro rata temporis du capital à risque ?

4. Dient artikel 734quinquies KB/WIB 1992 niet te worden gewijzigd, zodat enkel met de transfers tijdens het belastbaar tijdperk van activaen passivabestanddelen tussen de Belgische zetel en de buitenlandse inrichting dient rekening te worden gehouden bij de pro rata temporis correctie van het risicokapitaal ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21934



Le constat dressé par l’honorable membre à la lecture de l’article 734quinquies de l’arrêté royal d’exécution du Code des impoˆts sur les revenus 1992 est correct.

De vaststelling van het geachte lid bij de lezing van artikel 734quinquies van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is juist.

Les questions posées par l’honorable membre font l’objet d’un examen dans le cadre de la circulaire commentant la déduction fiscale pour capital à risque, actuellement en cours d’élaboration. Le cas échéant, on étudiera si une modification de l’arrêté royal d’exécution du Code des impoˆts sur les revenus 1992 devra être proposé

De door het geachte lid gestelde vragen maken het voorwerp uit van een onderzoek in het kader van de circulaire die thans in voorbereiding is en die commentaar zal verstrekken op de fiscale aftrek voor risicokapitaal. In voorkomend geval zal worden nagegaan of een aanpassing van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moet worden voorgesteld.

DO 2005200606888

DO 2005200606888

Question no 1077 de M. Pieter De Crem du 13 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances : E´pargne-pension. — Augmentation. — Déduction valable pour un seul contrat.

Vraag nr. 1077 van de heer Pieter De Crem van 13 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

L’épargne-pension reste le seul moyen d’échapper aux nouvelles taxes sur l’assurance-vie, mais elle connaıˆt toutefois des restrictions.

Het pensioensparen is nog de enige mogelijkheid om te ontsnappen aan de nieuwe verzekeringstaksen op levensverzekeringen. Het pensioensparen kent evenwel zijn beperkingen.

Ainsi, l’article 145/8, dernier alinéa, du CIR 1992, restreint la possibilité de déduire les montants versés pour l’épargne-pension aux paiements effectués pour une seule assurance-épargne. L’article 145/10 du CIR 1992 impose en outre aux institutions financières de n’ouvrir qu’un seul compte-épargne collectif ou individuel ou une seule assurance-épargne par contribuable.

Artikel 145/8, laatste lid, WIB 1992, beperkt de aftrekmogelijkheid van de bedragen gestort voor het pensioensparen tot betalingen verricht voor één enkele spaarverzekering. Artikel 145/10 WIB 1992 legt in hoofde van de financie¨le instelling nog bijkomend op dat zij slechts één enkele collectieve of één enkele individuele spaarrekening of één enkele spaarverzekering mogen openen per belastingplichtige.

Les contribuables qui ont conclu un contrat classique, ont contracté l’obligation de verser un montant fixe (indexé) à échéances fixes. Ces contrats ne tiennent pas compte de l’augmentation du montant pris en considération pour la réduction fiscale, lequel a été porté de 500 à 625 euros (non indexé). Compte tenu des restrictions ci-dessus, ils ne peuvent donc pas bénéficier de cette augmentation.

Belastingplichtigen die een klassiek contract sloten, hebben de verplichting aangegaan om op vaste vervaldagen een vast (geı¨ndexeerd) bedrag te storten. Deze contracten houden geen rekening met de verhoging van het fiscaal aftrekbaar bedrag van 500 euro naar 625 euro (niet-geı¨ndexeerd). Gelet op bovenvermelde beperkingen, kunnen zij dus deze verhoging niet genieten.

Le sens de cette restriction m’échappe puisque, par contre, le panier de l’épargne à long terme peut être alimenté par des versements effectués pour plusieurs contrats.

De betekenis van deze beperkingen ontgaat mij omdat de korf in het lange termijnsparen daarentegen wel kan gevuld worden door stortingen voor meerdere contracten.

1. Quel est l’objectif de la disposition qui restreint la possibilité de prendre des paiements en considéra-

1. Wat is de bedoeling van de beperking dat betalingen voor slechts één contract aan pensioensparen


2005

Pensioensparen. — Verhoging. — Aftrek slechts geldig voor één contract.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21935

tion pour la réduction fiscale, à ceux effectués pour une seule épargne-pension, alors que cette exigence n’existe pas en matière d’épargne à long terme ?

voor de belastingvermindering in aanmerking komen, terwijl dit niet vereist is voor het lange termijnsparen ?

2. Les institutions financières et les contribuables peuvent-ils convenir de mettre un terme aux versements effectués dans le cadre d’anciens contrats et de les poursuivre dans le cadre d’un nouveau contrat, prévoyant le versement flexible des primes ?

2. Mogen financie¨le instellingen en belastingplichtigen overeenkomen de stortingen in de oude contracten stop te zetten en verder te zetten onder een nieuw contract met flexibele premiestortingen ?

3. Convient-il, en raison du principe d’annualité, de considérer par période imposable la restriction de l’article 145/10 du CIR 1992 selon lequel les institutions financières ne peuvent conclure qu’un seul contrat ?

3. Dient ingevolge het eenjarigheidsbeginsel de beperking van artikel 145/10 WIB 1992 dat financie¨le instellingen slechts één contract mogen sluiten, per belastbaar tijdperk te worden beoordeeld ?

4. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour lever ces restrictions de telle sorte que chaque contribuable puisse bénéficier de l’augmentation du montant maximum ?

4. Welke maatregelen overweegt u te nemen om deze beperkingen op te heffen zodat iedere belastingplichtige de verhoging van het maximumbedrag kan genieten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1077 de M. Pieter De Crem du 13 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1077 van de heer Pieter De Crem van 13 januari 2006 (N.) :

Tout d’abord, je souhaite communiquer à l’honorable membre que l’augmentation des primes versées dans le cadre d’une assurance épargne-pension n’est pas assimilée — contrairement à ce qu’il affirme — à un « nouveau contrat », si cette augmentation découle de l’adaptation du montant maximum visé à l’article 634bis AR/CIR 1992 et n’excède pas 25 %. Pour plus de détails, je renvoie l’honorable membre à la circulaire administrative Ci.RH.331/574 .61 du 3 février 2006, laquelle peut être consultée sur www.fisconet.fgov.be.

Vooreerst wens ik het geachte lid mee te delen dat de verhoging van de premies gestort in het kader van een pensioenspaar-verzekering-in tegenstelling tot wat hij beweert-niet met een « nieuw contract » wordt gelijkgesteld, indien die verhoging voortvloeit uit de aanpassing van het maximumbedrag vermeld in artikel 634bis KB/WIB 1992 en niet meer dan 25 % bedraagt. Voor meer bijzonderheden verwijs ik het geachte lid naar de administratieve circulaire Ci.RH.331/574.461 van 3 februari 2006, die op www.fisconet.fgov.be kan worden geraadpleegd.

Compte tenu de ce qui précède, il trouvera ci-après les réponses à ses questions.

Rekening houdend met hetgeen voorafgaat, vindt hij hierna de antwoorden op zijn vragen.

1. Conformément aux articles 1458, alinéa 3, et 14510, alinéa 1er, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, les paiements ne peuvent, au cours d’une même période imposable, être effectués que pour un seul compte-épargne collectif, pour un seul compteépargne individuel ou pour une seule assuranceépargne, et les institutions et entreprises qui organisent l’épargne-pension ne peuvent, par contribuable, ouvrir qu’un seul compte-épargne collectif ou individuel ou souscrire qu’une seule assurance-épargne, dès lors que les revenus des valeurs mobilières sous-jacentes ne sont pas considérés comme des revenus mobiliers et que par conséquent aucun précompte mobilier n’est dû sur ceux-ci.

1. Overeenkomstig de artikelen 1458, derde lid en 14510, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, mogen in eenzelfde belastbaar tijdperk slechts betalingen worden verricht voor één enkele collectieve spaarrekening of één enkele individuele spaarrekening of één enkele spaarverzekering en mogen de instellingen en ondernemingen die het pensioensparen organiseren per belastingplichtige slechts één enkele collectieve of één enkele individuele spaarrekening openen of één enkele spaarverzekering afsluiten om reden dat de inkomsten van de onderliggende roerende waarden niet als een roerend inkomen worden aangemerkt en er bijgevolg evenmin roerende voorheffing op verschuldigd is.

Cette exonération de précompte mobilier ne peut en effet être accordée que pour un seul compte, ce qui explique la limitation.

Die vrijstelling van roerende voorheffing kan uiteraard slechts worden verleend voor één enkele rekening, vandaar de beperking.

L’honorable membre pourra retrouver le raisonnement complet qui a été tenu en la matière lors de l’in-

De volledige redenering die destijds bij de invoering van het pensioensparen ter zake is gemaakt kan het


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21936

troduction de l’épargne-pension, dans le Rapport au Roi de l’arrêté royal du 22 décembre 1986 instaurant un régime d’épargne du troisième aˆge ou d’épargnepension (Moniteur belge du 1er janvier 1987, page 46 — « 5o Régime fiscal des revenus de valeurs mobilières »).

geachte lid terugvinden in het Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 22 december 1986 tot invoering van een stelsel van derde-leeftijds-of pensioensparen (Belgisch Staatsblad van 1 januari 1987, blz. 46 — « 5o Belastingstelsel van de inkomsten van de roerende waarden »).

2. Non, si c’est au sein de la même institution financière (voir réponse à la question 1).

2. Neen, indien bij dezelfde financie¨le instelling (zie antwoord op vraag 1).

3. Non.

3. Neen.

4. Eu égard à l’alinéa introductif et à la réponse donnée à la question 1, il n’est pas envisagé actuellement de modifier les conditions visées par l’honorable membre.

4. Gelet op de inleidende alinea en het antwoord gegeven op vraag 1 wordt momenteel niet overwogen om de door het geachte lid beoogde voorwaarden te wijzigen.

ERRATUM

ERRATUM

Dans le bulletin des Questions et Réponses, no 109 du 20 février 2006, p. 20408, question no 1086 du 16 janvier 2006, remplacer le texte de la question et de la réponse par ce qui suit :

In het bulletin van Vragen en Antwoorden, nr. 109 van 20 februari 2006, blz. 20408, vraag nr. 1086 van 16 januari 2006, de tekst van de vraag en het antwoord vervangen door wat volgt :

DO 2005200606911

DO 2005200606911

Question no 1086 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1086 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

162e Cahier de la Cour des comptes. — Affectation des recettes non fiscales au Fonds de vieillissement.

162e Boek van het Rekenhof. — Toewijzing van nietfiscale ontvangen aan het Zilverfonds.

On peut lire ce qui suit aux pages 21 et 125 à 127 du 162e Cahier de la Cour des comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des représentants : « Le Fonds de vieillissement investit ces moyens dans des titres spécifques de la dette publique, permettant ainsi à l’E´tat de rembourser des emprunts venant à échéance et, en conséquence, de diminuer la dette consolidée de l’ensemble des pouvoirs publics. Lorsqu’il sera fait appel au Fonds de vieillissement pour compenser le surcouˆt entraıˆné par le vieillissement, le remboursement des titres détenus par le Fonds s’opérera en ayant recours aux moyens de trésorerie de l’E´tat, c’est-à-dire par une diminution moins rapide de la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques. »

In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd — lezen we op bladzijden 20 en 124126 met betrekking tot toewijzing van niet-fiscale ontvangsten aan het Zilverfonds : « Het Zilverfonds belegt zijn middelen in speciaal hiervoor gecreeërde effecten van de staatsschuld, waardoor de Staat aflopende leningen kan terugbetalen en dus een geconsolideerde overheidsschuld kan afbouwen. Op het moment dat het Zilverfonds zal worden gebruikt om de meerkosten ten gevolge van de vergrijzing op te vangen, zal de terugbetaling van deze effecten aan het fonds echter moeten gebeuren met de thesauriemiddelen van de Staat, waardoor de afbouw van de geconsolideerde overheidsschuld zal vertragen. ».

On lit également : « Les moyens versés au Fonds de vieillissement et destinés à financer les différents régimes légaux de pension sont donc actuellement utilisés notamment pour rembourser des emprunts de l’E´tat venant à échéance et ainsi diminuer la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques. Ces moyens seront restitués au Fonds de vieillissement au moment ou` la Trésorerie remboursera les bons du trésor spécifiques du Fonds de vieillissement lorsque

En ook : « De middelen die in het Zilverfonds worden gestort om de diverse wettelijke pensioenstelsels te financieren, worden dus momenteel gebruikt om aflopende staatsleningen terug te betalen en om op die manier de geconsolideerde schuld van de overheidsbesturen af te bouwen. Deze middelen worden opnieuw ter beschikking gesteld van het Zilverfonds op het moment dat de »Schatkistbons-Zilverfonds« zullen worden terugebetaald, dat wil zeggen wanneer


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21937

` ce ceux-ci arriveront à échéance, à partir de 2010. A moment, l’E´tat ne pourra financer ce remboursement qu’en puisant dans ses moyens de trésorerie, avec un effet sur la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques. »

zij vanaf 2010 op eindvervaldag komen. Op dat ogenblik zal de Staat die terugbetaling enkel kunnen financieren door te putten in zijn thesauriemiddelen, met een weerslag op de geconsolidderde overheidsschuld. ».

1. La Cour des comptes affirme-t-elle ainsi sans ambages que le Fonds de vieillissement ne permettra pas de faire face aux couˆts du vieillissement ?

1. Mag hieruit afgeleid worden dat het Rekenhof in feite onomwonden schrijft dat het Zilverfonds geen oplossing is om de kosten van de vergrijzing op te vangen ?

2. Ces constatations permettent-elles encore de faire fi de l’impression générale qui prévaut au sein de la société et selon laquelle les efforts menés dans le cadre du Fonds de vieillissement ne suffiront pas à résoudre le problème du vieillissement ? ` votre avis, ne pourrait-on pas décrire la situa3. A tion en affirmant que pour combler un fossé on en creuse en fait un autre ?

2. Kan men met deze vaststellingen nog omheen de algemene indruk in de samenleving dat de inspanningen via het « Zilverfonds » onvoldoende zijn om de problematiek van de vergrijzing aan te pakken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 16 février 2006, à la question no 1086 de M. Gerolf Annemans du 16 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 16 februari 2006, op de vraag nr. 1086 van de heer Gerolf Annemans van 16 januari 2006 (N.) :

1. Dans la phase de construction du Fonds vieillissement des réserves sont créées permettant, dans le futur, le financement des dépenses supplémentaires des différents régimes légaux des pensions suite au vieillissement. Lors de cette phase, par l’option adoptée dans la loi-Fonds de vieillissement de placer les réserves du Fonds de vieillissement en fonds publics consolidables, la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques continuera à diminuer.

1. In de opbouwfase van het Zilverfonds worden reserves aangelegd om in de toekomst de extrauitgaven van de diverse wettelijke pensioenstelsels ingevolge de vergrijzing te financieren. Door de optie die in de Zilverfonds-wet genomen werd om de reserves van het Zilverfonds te beleggen in consolideerbare overheidseffecten, zal in deze fase de geconsolideerde overheidsschuld verder dalen.

Lorsqu’il sera fait appel aux réserves du Fonds de vieillissement, ce qui selon la loi-Fonds de vieillissement pourra arriver au plus toˆt qu’en 2010 et uniquement quand le taux d’endettement se situera endessous des 60 % du produit intérieur brut, la diminution de la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques sera ralentie. Le fait de puiser dans les réserves du Fonds de vieillissement n’implique nullement l’apparition de déficits budgétaires et donc une augmentation de la dette publique, mais bien une diminution des surplus budgétaires et donc un ralentissement de la réduction de la dette consolidée de l’ensemble des administrations publiques.

Wanneer beroep gedaan wordt op de reserves van het Zilverfonds, wat volgens de Zilverfonds-wet ten vroegste kan in 2010 en enkel wanneer de schuldgraad gedaald is tot beneden de 60 % van het bruto binnenlands product, dan zal de daling van de geconsolideerde overheidsschuld vertragen. Het feit dat geput wordt uit de reserves van het Zilverfonds impliceert geenszins het ontstaan van begrotingstekorten en dus een stijging van de overheidsschuld, wel een daling van de begrotingsoverschotten en dus een minder snelle daling van de geconsolideerde overheidsschuld.

2. La loi-Fonds de vieillissement n’a pas seulement créé le Fonds de vieillissement, mais a introduit en même temps une politique scientifiquement appuyée dans le domaine du vieillissement. Annuellement le gouvernement présente une Note sur le vieillissement dans laquelle il expose sa politique relative au vieillissement. Cette note sur le vieillissement contient :

2. De Zilverfonds-wet heeft niet enkel het Zilverfonds opgericht, maar heeft tegelijk een wetenschappelijk ondersteund beleid op het vlak van de vergrijzing geı¨ntroduceerd. Jaarlijks stelt de Regering een Zilvernota op, waarin zij haar beleid met betrekking tot de vergrijzing uiteenzet. Deze Zilvernota omvat :

— une estimation des coûts supplémentaires des différents régimes légaux des pensions, des régimes de sécurité sociale des travailleurs salariés et des indé-

— een raming van de extra-uitgaven van de diverse wettelijke pensioenstelsels, de stelsels van de sociale zekerheid van werknemers en zelfstandigen


2005

3. Gaat volgens u de vergelijking op dat men om een put te dempen gewoon een andere graaft ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21938

pendants et du régime de la garantie de revenus aux personnes aˆgées,. en particulier ceux liés à l’évolution démographique;

en het stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen, in het bijzonder die verbonden aan de demografische evolutie;

— la politique budgétaire à moyen et à long terme, compte tenu des estimations mentionnées au point précédent;

— het begrotingsbeleid op middellange en lange termijn, rekening houdend met de ramingen vermeld in het voorgaande punt;

— la politique générale qui sera menée par le gouvernement en vue de faire face aux répercussions du vieillissement, notamment dans le domaine de la promotion de l’emploi et de l’augmentation de la participation au travail;

— het algemene regeringsbeleid gericht op het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing, in het bijzonder met betrekking tot het bevorderen van de werkgelegenheid en de verhoging van de arbeidsparticipatie;

— l’évolution des réserves des pensions complémentaires (deuxième pilier) et du niveau de pauvreté dans les classes aˆgées.

— de evolutie van de reserves van de aanvullende pensioenen (tweede pijler) en van de armoedegraad bij bejaarden.

La rédaction de la Note sur le vieillissement est étayée scientifiquement par le rapport annuel du Comité d’étude sur le vieillissement dans lequel les conséquences budgétaires et sociales du vieillissement sont examinées. La Note sur le vieillissement se basera également sur les avis annuels de la section « Besoins de financement du gouvernement » du Conseil supérieur des finances au sujet de la politique budgétaire du Gouvernement dans lequel il est tenu compte du rapport du Comité d’étude sur le vieillissement.

De opstelling van de Zilvernota wordt wetenschappelijk onderbouwd door het jaarlijks verslag van de Studiecommissie voor de vergrijzing, waarin de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing onderzocht worden. De Zilvernota steunt eveneens op het jaarlijks advies van de afdeling « Financieringsbehoeften van de overheid » van de Hoge Raad van Financie¨n over het begrotingsbeleid van de Regering, waarin rekening wordt gehouden met het verslag van de Studiecommissie voor de vergrijzing.

L’honorable membre, lors de la lecture de la Note sur le vieillissement, repris dans l’Exposé général du budget général des dépenses, pourra constater que la politique du Gouvernement sur le plan du vieillissement consiste en un ensemble cohérent de mesures : une politique budgétaire prudente, une réduction soutenue de la dette et la constitution des réserves du Fonds de vieillissement, de l’amélioration du taux d’emploi, le financement structurel de la sécurité sociale et la maıˆtrise des dépenses des soins de santé.

Het geachte lid zal bij lectuur van de Zilvernota, opgenomen in de algemene toelichting bij de algemene uitgavenbegroting, kunnen vaststellen dat het beleid van de Regering op het vlak van de vergrijzing bestaat uit een coherent geheel van beleidsmaatregelen : een voorzichtig begrotingsbeleid, een volgehouden schuldreductie en de opbouw van de reserves van het Zilverfonds, de verbetering van de tewerkstellingsgraad, de structurele financiering van de sociale zekerheid en de beheersing van de uitgaven in de gezondheidszorg.

3. Vu ce qui précède, la réponse est négative.

3. Gelet op wat voorafgaat is het antwoord negatief.

DO 2005200606211

DO 2005200606211

Question no 1087 de M. Koen Bultinck du 16 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1087 van de heer Koen Bultinck van 16 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

« Zeevisserijfonds ». — Charges sociales.

Zeevisserijfonds. — Sociale lasten.

Une proposition de loi portant réglementation du contrat d’engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur a été adoptée sous la précédente législature.

Vorige legislatuur werd een wetsvoorstel tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser aangenomen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21939

Dans ce cadre a également été créé le « Zeevisserijfonds », afin de régler la sécurité sociale des marins pêcheurs et de soutenir les armateurs en cas de difficultés financières.

In datzelfde kader werd het Zeevisserijfonds opgestart om de sociale zekerheid van de vissers te regelen en de reders bij te staan bij financie¨le problemen.

Le précompte professionnel des armateurs est calculé sur la base du salaire minimum journalier garanti des pêcheurs. En réalité cependant, les pêcheurs sont payés sur la base du produit de la pêche. La différence du précompte est depuis lors versé au Zeevisserijfonds et à la « Stichting Duurzame Visserij ».

De bedrijfsheffing voor de reders wordt berekend op het gewaarborgde minimum dagloon van de vissers. Maar in werkelijkheid worden vissers betaald op de besomming van de gevangen vis. Het verschil van de heffing wordt sindsdien doorgestort aan het Zeevisserijfonds en aan de Stichting Duurzame Visserij.

Le « Zeevisserijfonds » dispose déjà d’une réserve non négligeable, mais pas un cent n’est ristourné aux armements, malgré des promesses antérieures. C’est pour cette raison que la majorité des armateurs refusent depuis quelque temps de verser deux tiers des charges sociales au « Zeevisserijfonds ».

Ondertussen heeft het Zeevisserijfonds een aardig spaarpotje, maar niets is daarvan teruggevloeid naar de reders ondanks eerdere beloften. Vandaar dat een meerderheid van de reders reeds enige tijd weigert tweederde van de sociale lasten door te storten aan het Zeevisserijfonds.

Entre-temps, tant les autorités européennes que les pouvoirs publics flamands s’efforcent d’élaborer des mesures d’aide au secteur de la pêche.

Inmiddels trachten zowel de Europese als de Vlaamse overheid steunmaatregelen te nemen voor de visserijsector.

1. Pouvez-vous fournir des précisions à propos de la situation financière du « Zeevisserijfonds » ?

1. Kan u duidelijkheid geven over de financie¨le situatie van het Zeevisserijfonds ?

2. Continue-t-on à verser des charges sociales au « Zeevisserijfonds » ?

2. Worden er op dit ogenblik nog sociale lasten doorgestort naar het Zeevisserijfonds ?

3. Quelle est votre position concernant l’action de désobéissance civile des armateurs ?

3. Wat is uw houding met betrekking tot de actie van burgerlijke ongehoorzaamheid van de reders ?

4. Comment pensez-vous débloquer ce dossier, en concertation avec les autorités européennes et les pouvoirs publics flamands ?

4. Hoe denkt u — in overleg met de Vlaamse en Europese overheden — dit dossier te deblokkeren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1087 de M. Koen Bultinck du 14 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1087 van de heer Koen Bultinck van 14 november 2005 (N.) :

Contrairement à ce qu’a répondu mon collègue M. Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, à la même question no 374 qui lui avait été posée le 14 novembre 2005 (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 105, p. 19385 et 19386), l’objet de la question, à savoir, la constitution, le controˆle et le suivi du « Zeevissersfonds », relève exclusivement de la compétence de mon collègue, Peter Vanvelthoven, ministre de l’Emploi (question no 437 du 14 novembre 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 108 p. 20257).

In tegenstelling tot wat mijn collega de heer Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft geantwoord op dezelfde vraag nr. 374, hem gesteld op 14 november 2005 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 105, blz. 19385 en 19386), valt het onderwerp van de vraag, namelijk de oprichting, controle en de opvolging van het zeevissersfonds, onder de uitsluitende bevoegdheid van mijn collega, Peter Vanvelthoven, minister van Werk (vraag nr. 437 van 14 november 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 108, blz. 20257).


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21940

DO 2005200606949

DO 2005200606949



Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Non-distribution d’envois postaux.

Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken.

L’administration fiscale adresse aux contribuables de nombreux imprimés officiels en recommandé sous enveloppe RP.

De belastingadministratie zendt aan de belastingplichtigen tal van officie¨le drukwerken onder aangetekende RP-omslag.

Il s’agit principalement des notifications ou avis suivants :

Het gaat hier voornamelijk om de volgende berichten of kennisgevingen :

— les avis de rectification de la déclaration (imprimé no 279);

— berichten van wijziging van aangifte (= drukwerk nr. 279);

— les notifications d’imposition d’office (imprimé no 279E);

— kennisgevingen van aanslag van ambtswege (= drukwerk nr. 279E);

— les notifications ou les répliques 279T;

— kennisgevingen of wederantwoorden 279T;

— les questionnaires 332 et 332ter;

— vragenlijsten 332 en 332ter;

— les décisions directoriales concernant des réclamations et des requêtes d’exonération d’office;

— directoriale beslissingen inzake bezwaarschriften en verzoekschriften tot ambtshalve ontheffing;

— les notifications 279F2 concernant l’imposition d’amendes administratives.

— kennisgevingen 279F2 inzake de oplegging van administratieve boeten.

Principalement pendant les périodes de vacances et en cas d’hospitalisation, il n’est pas rare que des contribuables se trouvent dans l’impossibilité matérielle d’enlever à La Poste les envois postaux recommandés qui leur sont destinés.

Vooral in vakantieperiodes en bij hospitalisatie komt het geregeld voor dat de belastingplichtigen in de materie¨le onmogelijkheid verkeren om de voor hen bestemde aangetekende postzendingen naderhand bij De Post te gaan afhalen.

D’autres contribuables omettent également, volontairement ou non, et pour des raisons non définies, d’enlever au bureau de poste local les envois recommandés qui leur sont adressés.

Omwille van andere onbekende redenen laten overige belastingplichtigen al dan niet moedwillig daarnaast eveneens na om de voor hen bedoelde aangetekende zendingen af te halen op het plaatselijk postkantoor.

En l’occurrence, les questions générales et pratiques suivantes se posent dès lors tant en ce qui concerne les personnes morales que les personnes physiques.

Terzake rijzen in dit verband dan ook zowel in hoofde van rechtspersonen als in hoofde van natuurlijke personen de volgende algemene praktijkgerichte vragen.

1. En cas de non-distribution d’envois postaux, quand et dans quelle mesure précise sera-t-il à chaque fois question, sur le plan juridique comme au regard de la réglementation postale, d’un « défaut de notification » ?

1. In welke gevallen van niet-bestelling van poststukken en in welke precieze mate is er zowel op juridisch vlak als op het vlak van de postreglementering telkens sprake van een « gebrek aan notificatie » ?

2. Quelle attitude les fonctionnaires taxateurs et les fonctionnaires du contentieux doivent-ils adopter par la suite, notamment lorsque les services postaux renvoient des envois recommandés à l’expéditeur avec une étiquette portant les mentions « Non délivré » et « Absent — Avis déposé dans la boıˆte aux lettres le ... » ?

2. Hoe moeten de taxatie- en geschillenambtenaren naderhand rechtmatig handelen, onder andere wanneer aangetekende zendingen door de postdiensten worden teruggezonden met het etiket « Niet afgehaald » en « Afwezig — Bericht in de bus gestoken op ... » ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21941

3. a) Les envois recommandés susmentionnés doiventils par la suite être renvoyés aux contribuables sous une enveloppe de service normale, accompagnés ou non d’un courrier administratif obligatoire ?

3. a) Moeten alle voornoemde aangetekende zendingen achteraf al dan niet met een administratief verplicht begeleidend schrijven onder gewone dienstomslag aan de belastingplichtigen worden teruggezonden ?

b) Dans la négative, quelle attitude doit être adoptée offiiciellement, à l’égard tant des personnes morales que des particuliers, pour que les contribuables soient duˆment informés en temps opportun du contenu de l’ensemble de ces notifications légales et pour assurer le respect des droits de la défense ?

b) Of, op al welke andere officie¨le wijzen mag of moet er zowel ten opzichte van rechtspersonen als ten opzichte van particulieren worden gehandeld opdat de belastingplichten op afdoende wijze van de inhoud van al die wettelijk voorgeschreven notificaties tijdig kennis zouden kunnen nemen en opdat de rechten van de verdediging niet zouden geschaad worden ?

c) Peut-il éventuellement être procédé parallèlement à une signification par courrier électronique avec accusé de réception et/ou par fax avec rapport de transmission aux contribuables et/ou à leurs mandataires et cette procédure électronique constitue-t-elle un début de preuve en justice ?

c) Mag er aan de belastingplichtigen en/of aan hun mandatarissen terzelfdertijd eventueel een betekening gebeuren door middel van een e-mail tegen ontvangstbevestiging en/of door middel van een faxbericht met transmissieverslag en vormt die elektronische handelwijze in rechte een begin van bewijs ?

d) Le courrier peut-il ou doit-il éventuellement être délivré personnellement au destinataire, à son domicile ou à son siège social ?

d) Moet of mag er eventueel ook een persoonlijke afgifte ten huize of ten maatschappelijke zetel gebeuren ?

e) Quelle est la jurisprudence récente en la matière ?

e) Wat zegt de recente rechtspraak omtrent dit alles ?

4. Les délais de réponse ou les délais de recours ou d’appel imposés initialement sont-ils systématiquement et automatiquement prolongés de ce fait ?

4. Worden de aanvankelijke opgelegde antwoordtermijnen of termijnen van verhaal of beroep daardoor telkens automatisch verlengd ?

5. a) Les contribuables peuvent-ils donner une procuration unique, écrite et gratuite à leurs conjoint, aux membres de leur famille, à leurs partenaires cohabitants et/ou à leur personnel pour les autoriser à enlever pour leur compte à La Poste tous les envois recommandés concernés, sur présentation des documents d’identité requis ? ` qui une personne morale peut-elle ou doit-elle b) A donner une telle procuration gratuite ?

5. a) Mogen de belastingplichtigen aan hun echtgenoten, hun familieleden, hun samenwonende partners en/of hun werknemers eenmalig een schriftelijke en kosteloze volmacht verlenen om alle beoogde aangetekende zendingen in hun plaats bij De Post af te halen op vertoon van de nodige identiteitspapieren ?

6. Pouvez-vous faire part, point par point, des méthode et conceptions générales respectueuses des intérêts de la clientèle qui sont les voˆtres actuellement, à la lumière des dispositions du Code des impoˆts sur les revenus 1992, du Code judiciaire et de la réglementation postale actuellement en vigueur en la matière ?

6. Kunt u punt per punt uw algemene huidige klantvriendelijke ziensen handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Gerechtelijk Wetboek en van de terzake thans vigerende postreglementering ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 1095 de Mme Trees Pieters du 18 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 1095 van mevrouw Trees Pieters van 18 januari 2006 (N.) :

Avant tout, je souhaite signaler que l’administration n’est pas légalement tenue d’envoyer par pli recommandé les imprimés 332 et 332ter visés par l’honorable membre.

Vooreerst wens ik op te merken dat de administratie niet wettelijk verplicht is de door het geachte lid aangehaalde drukwerken 332 en 332ter aangetekend te verzenden.


2005

b) Aan wie kan of mag een rechtspersoon een soortgelijk en kosteloos mandaat verstrekken ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21942

On peut considérer d’ordinaire que tout un chacun doit, en toutes circonstances, prendre les mesures nécessaires pour assurer l’acheminement du courrier (recommandé) qui lui est destiné.

Algemeen kan gesteld worden dat ieder ten alle tijden de nodige maatregelen dient te treffen om de afhandeling van de voor hem bestemde (aangetekende) post te verzekeren.

Lorsqu’il néglige de retirer à la poste un pli recommandé, le contribuable ne peut arguer d’un défaut de notification du document fiscal concerné. Ce qui n’empêche cependant pas que l’administration mette tout en ouvre pour que le document parvienne effectivement à son destinataire (renvoi du document sous pli ordinaire). En pareil cas, les délais fiscaux initiaux, applicables en l’espèce, demeurent valables.

Ingeval de belastingplichtige nalaat een aangetekende zending af te halen, kan hij geen gebrek aan notificatie van het desbetreffende fiscale stuk inroepen. Dit belet evenwel niet dat de administratie pogingen kan ondernemen opdat het stuk de geadresseerde werkelijk zou bereiken (het opnieuw verzenden van het stuk onder gewone omslag). In dergelijk geval blijven de oorspronkelijke fiscale termijnen die van toepassing zijn, gelden.

Lorsque le pli recommandé est renvoyé à l’expéditeur muni d’une étiquette « Inconnu », « Parti sans laisser d’adresse », « N’habite plus à l’adresse indiquée », « Parti pour ... », il ne peut être question de notification du document fiscal concerné. Dans ces cas, il y a lieu de rechercher la nouvelle adresse de l’intéressé et de procéder à une nouvelle notification sous pli recommandé.

Ingeval de aangetekende zending aan de afzender wordt terugbezorgd voorzien van het etiket « onbekend », « vertrokken zonder adres op te geven », « woont niet meer op het aangeduide adres », « vertrokken naar. ... » is er geen sprake van notificatie van het desbetreffende fiscale stuk. Alsdan moet het nieuwe adres van de betrokkene worden opgezocht en moet tot een nieuwe kennisgeving bij aangetekend schrijven worden overgegaan.

L’envoi par courrier électronique des actes pour lesquels l’envoi sous pli recommandé est légalement ou administrativement prévu et des actes de procédure faisant courir un délai, est exclu, Ce n’est qu’à la demande expresse du contribuable et/ou de son mandataire que le document fiscal concerné peut, à titre purement informatif, être transmis par courrier électronique.

Het verzenden via elektronische post van stukken waarvoor de aangetekende verzending wettelijk of administratief voorzien is en van procedurestukken die een termijn doen lopen is uitgesloten. Enkel op uitdrukkelijke vraag van de belastingplichtige en/of zijn mandataris kan het desbetreffende fiscale stuk louter ter informatieve titel via elektronische post verzonden worden.

Je me dois de renvoyer l’honorable membre aux directives et règles de La Poste pour ce qui concerne l’octroi d’un mandat pour le retrait d’envois recommandés.

Wat het verlenen van een mandaat betreft om aangetekende zendingen af te halen, moet ik het geachte lid verwijzen naar de richtlijnen en voorschriften van De Post.

DO 2005200606964

DO 2005200606964

Question no 1097 de M. Patrick De Groote du 19 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1097 van de heer Patrick De Groote van 19 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Restitution des taxes boursières induˆment perçues.

Terugbetaling onterecht geı¨nde beurstaksen.

Dans son arrêt du 15 juillet 2004, la Cour de Justice européenne condamne l’E´tat belge, considérant que certaines taxes boursières ont été perçues illégalement. Il s’agit plus particulièrement de la taxe sur les opérations de bourse et la taxe sur la livraison de titres au porteur frappant les émissions primaires (actions, obligations et fonds). Après cette condamnation, le gouvernement belge a immédiatement supprimé les

Het Europees Hof van Justitie heeft de Belgische Staat op 15 juli 2004 veroordeeld wegens het onterecht innen van bepaalde beurstaksen. Het betreft onterecht geı¨nde afleveringstaks en beurstaks op primaire uitgiftes van aandelen, obligaties en fondsen. De Belgische regering schafte meteen na de bekendmaking van de uitspraak de beurstaks en afleveringstaks af voor nieuwe uitgiftes. Het staat nu vast dat de beleggers


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21943

deux taxes incriminées pour les nouvelles émissions. Il est à présent acquis que les investisseurs pourront demander la restitution de ces taxes induˆment perçues avec effet rétroactif de deux ans à partir de la date de l’arrêt de la Cour de justice.

deze taksen zullen kunnen terugvorderen tot twee jaar terug.

Les investisseurs intéressés devront introduire personnellement une demande de restitution auprès du Service public fédéral Finances, lequel a établi un formulaire type à cet effet. On trouvera ce formulaire, ainsi que le manuel qui l’accompagne, sur le site web du SPF (www.minfin.fgov.be).

Beleggers moeten hun aanvraag tot terugbetaling persoonlijk indienen bij de Federale Overheidsdienst van de fiscus. De Federale Overheidsdienst heeft hiervoor een modelformulier uitgewerkt. Een handleiding voor het invullen van dit formulier is te vinden op de website van de Federale Overheidsdienst van de fiscus (www.minfin.fgov.be).

Le formulaire permet d’obtenir la restitution des taxes induˆment perçues entre le 16 juillet 2002 et le 15 juillet 2004. La restitution peut être réclamée jusqu’au 30 mars 2005 pour toutes les opérations effectuées au cours de la période concernée. Au-delà de cette date, les demandes de restitution ne peuvent plus porter que sur les opérations datant d’il y a moins de deux ans.

De betalingen voor onterechte taksen die gedaan werden tussen 16 juli 2002 en 15 juli 2004 kunnen via dit formulier teruggevorderd worden. De terugvorderingen kunnen voor alle verrichtingen in de betrokken periode gebeuren tot 30 maart 2005. Daarna kan men nog enkel terugvorderen voor verrichtingen die nog geen twee jaar geleden gebeurd zijn !

De nombreuses personnes se plaignent de ne toujours pas avoir reçu de réponse de l’administration compétente à leur demande de restitution des taxes boursières induˆment perçues.

Heel wat mensen klagen dat ze tot op heden op hun vraag tot terugbetaling van de onterecht geı¨nde beurstaksen niets hebben vernomen van de bevoegde administratie.

1. Combien de demandes de restitution de la taxe sur les opérations de bourse et de la taxe sur la livraison de titres au porteur avez-vous jusqu’à ce jour reçues ?

1. Hoeveel aanvragen tot terugbetaling van de onterecht geı¨nde beurstaksen heeft u tot op heden ontvangen ?

2. a) Combien de dossiers votre administration a-t-elle jusqu’à présent traités et cloˆturés, et pouvez-vous ventiler ce chiffre par région ?

2. a) Hoeveel dossiers werden er door uw administratie tot op heden definitief afgehandeld : graag een overzicht voor het Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest ?

b) De quels montants s’agit-il en l’espèce ?

b) Om welke bedragen gaat het hier ?

3. Dans quel délai les demandes de restitution doivent-elles être traitées, avant que des intérêts moratoires ne soient dus ?

3. Binnen welke termijn worden de aanvragen tot terugbetalingen afgehandeld, vooraleer er verwijlinteresten verschuldigd zijn ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 20 mars 2006, à la question no 1097 de M. Patrick De Groote du 19 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 20 maart 2006, op de vraag nr. 1097 van de heer Patrick De Groote van 19 januari 2006 (N.) :

1. Approximativement 800 000 demandes de restitution ont été introduites.

1. Er werden bij benadering 800 000 aanvragen tot teruggave ingediend.

2. Des 240 632 demandes qui étaient traitées le 28 février 2006, 185 058 ont été introduites par des néerlandophones pour un montant de 53 116 767,30 euros et 55 574 par des francophones pour la somme de 16 710 821.06 euros.

2. Van de 240 632 aanvragen die op 28 februari 2006 waren behandeld, waren er 185 058 ingediend door Nederlandstaligen voor een bedrag van 53 116 767,30 euro, en 55 574 door Franstaligen voor de som van 16 710 821,06 euro.

3. Il est référé à la réponse fournie à la question no 3-2226 de Mme le sénateur Hermans du 10 février 2005 (Questions et Réponses Parlementaires, Sénat, 2004-2005, 2713).

3. Er wordt verwezen naar het antwoord verstrekt op de vraag nr. 3-2226 van mevrouw de senator Hermans van 10 februari 2005 (Parlementaire Vragen en Antwoorden, Senaat, 2004-2005, 2713).


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21944

DO 2005200606713

DO 2005200606713

Question no 1129 de Mme Nancy Caslo du 27 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1129 van mevrouw Nancy Caslo van 27 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Gentlemen’s agreement relatif aux moyens de paiement.

Gentlemen’s agreement rond het betalingsverkeer.

L’E´tat est un mauvais payeur. Dans le rapport annuel 2005 — Finance et Société — nous lisons qu’en 2004, les ministres de l’Ećonomie et de la Protection de la consommation ont conclu un gentlemen’s agreement avec les banques pour remédier à ce problème mais que cet accord n’est pas duˆment mis en œuvre. Le secteur bancaire, en revanche, a entre-temps déjà accompli l’ensemble des taˆches qui lui sont dévolues en vertu de l’accord.

De overheid is een slechte betaler. In het jaarverslag 2005 — Financiewezen en Samenleving — lezen we dat in 2004 de ministers van Economie en van Consumentenbescherming een gentlemen’s agreement sloten met de banken om aan deze problematiek tegemoet te komen, maar dat de uitwerking hiervan niet van een leien dakje loopt. Dit in tegenstelling tot de banksector die inmiddels al zijn in het akkoord opgelegde taken heeft vervuld.

L’on indique que la Concertation sociétale Systèmes de paiement (CSSP) n’a enregistré aucun progrès en matière d’efficacité des paiements des autorités. Cela tient en grande partie à l’inertie de l’appareil public et à l’existence de nombreuses caisses de paiement officielles et semi-officielles mais également aux multiples lois, arrêtés, règlements et procédures.

Men verwijst naar het Maatschappelijk Overleg Betalingssystemen (MOB) dat geen vooruitgang boekt inzake efficie¨ntie van overheidsbetalingen. Veelal is dit te wijten aan de inertie van het overheidsapparaat en aan het bestaan van de vele officie¨le en semi-officie¨le uitbetalingskassen maar ook door de vele wetten, besluiten, reglementen en procedures.

1. a) Quelles mesures envisagez-vous de prendre en application de cet accord ?

1. a) Welke maatregelen overweegt u te nemen ter uitvoering van dit akkoord ?

b) Dans quel délai pourrez-vous concrétiser les engagements ?

b) Op welke termijn zal u de beloftes kunnen waarmaken ?

2. Vous êtes-vous concerté avec le secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative pour limiter le nombre de lois et simplifier les procédures à suivre là ou` cela s’avère possible ?

2. Heeft u overleg gepleegd met de staatssecretaris voor administratieve Vereenvoudiging om het aantal wetten te beperken en de te volgen procedures te vereenvoudigen waar dat kan ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2006, à la question no 1129 de Mme Nancy Caslo du 27 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2006, op de vraag nr. 1129 van mevrouw Nancy Caslo van 27 december 2005 (N.) :

En réponse à la question de l’honorable membre, j’ai l’honneur de lui communiquer que la réponse fournie par mon collègue, le ministre de l’Ećonomie à la question no 391 du 27 décembre 2005, fait références aux résultats des travaux publiés sur le website de la Banques nationale de Belgique. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 107, p. 19946.)

In antwoord op de vraag van het geachte lid, heb ik de eer te melden dat het antwoord gegeven door mijn collega, de minister van Economie, op de vraag nr. 391 van 27 december 2005, verwijzingen maakt naar de resultaten van de werkzaamheden gepubliceerd op de website van de Nationale Bank van Belgie¨. (Vragen en Antwoorden, 2005-2006, nr. 107, blz. 19946.).

Cette publication se réfère également à la participation des autorités fédérales et comprend donc déjà le résultat des travaux relatifs à la problématique des paiements au niveau des pouvoirs publics.

Deze publicatie refereert tevens naar de deelname van de federale autoriteiten en bevat dus al het resultaat van de werkzaamheden betreffende de problematiek van de betalingen op het niveau van de regeringsinstanties.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21945

DO 2005200607230

DO 2005200607230

Question no 1144 de M. Carl Devlies du 15 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1144 van de heer Carl Devlies van 15 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Bureaux de recettes domaniales et d’amendes pénales. — Jugements portant des condamnations au paiement d’amendes. — Recouvrements.

Ontvangkantoren der domeinen en penale boeten. — Vonnissen betreffende veroordelingen tot betalen van geldboetes. — Invorderingen.

C’est un flot ininterrompu de jugements relatifs à des condamnations à payer des amendes que les tribunaux et parquets de tous les arrondissements judiciaires de Belgique transmettent aux services du ministère des Finances, celui-ci étant chargé de l’expédition des invitations à payer et, le cas échéant, du recouvrement forcé.

De rechtbanken en parketten van alle Belgische gerechtelijke arrondissementen maken continu vonnissen over aan de diensten van het ministerie van Financie¨n met veroordelingen tot betalen van geldboetes. Het ministerie van Financie¨n verstuurt op haar beurt de uitnodigingen tot betalingen en indien nodig tot gedwongen invordering.

Dans la pratique, ce sont les bureaux des receveurs des domaines et des amendes pénales qui procèdent au recouvrement.

In de praktijk gebeuren deze invorderingen door de kantoren van de ontvangers van de domeinen en de penale boeten.

1. Combien d’ordres de recouvrement la justice a-telle transmis en 2004 et en 2005, et pouvez-vous ventiler ce chiffre par arrondissement judiciaire ?

1. Kan u meedelen voor ieder Belgisch gerechtelijk arrondissement, hoeveel opdrachten tijdens de jaren 2004 en 2005 per jaar en per gerechtelijk arrondissement werden overgemaakt door Justitie ?

2. Quel est, pour chaque année et pour chaque arrondissement, le pourcentage de dossiers pour l’exécution desquels il a été fait appel aux services d’un huissier de justice ?

2. Kan u tevens meedelen per arrondissement en per jaar in hoeveel percent van de dossiers voor de uitvoering een beroep werd gedaan op de hulp van een gerechtsdeurwaarder ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2006, à la question no 1144 de M. Carl Devlies du 15 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2006, op de vraag nr. 1144 van de heer Carl Devlies van 15 februari 2006 (N.) :

1. Les deuxième et troisième colonnes du tableau ci-dessous indiquent le nombre de jugements que chaque bureau chargé du recouvrement des amendes pénales a reçus, en 2004 et 2005. Il est à remarquer que le bureau de Louvain n’a pas encore inscrit tous les jugements de 2005. Le nombre de jugements reçus en 2005 par ce bureau est estimé à 10 000. Le chiffre du bureau de Mons pour 2005 est également une estimation.

1. In de tweede en derde kolom van de onderstaande tabel worden het aantal ontvangen vonnissen vermeld, voor 2004 en 2005, per kantoor belast met de invordering van de penale boeten. Er wordt opgemerkt dat het kantoor Leuven nog niet alle vonnissen van 2005 heeft ingeschreven. Het aantal vonnissen ontvangen in 2005 wordt voor dit kantoor geschat op 10 000. Het cijfer van het kantoor Bergen voor 2005 is een schatting.

2. Dans les quatrième et cinquième colonnes, vous trouverez, par bureau, le nombre de jugements qui, en 2004 et 2005, ont été transmis à l’huissier de justice aux fins de recouvrement par les voies civiles. Cette statistique ne tient évidemment pas compte des jugements que les bureaux ont reçus du parquet, fin 2005 et pour lesquels des tentatives de recouvrement à l’amiable sont toujours en cours.

2. In de vierde en vijfde kolom vindt u het aantal vonnissen per kantoor dat respectievelijk in 2004 en 2005 aan de gerechtsdeurwaarder werd gezonden voor uitvoering langs burgerlijke weg. Deze statistiek houdt vanzelfsprekend geen rekening met de vonnissen die de kantoren eind 2005 ontvingen en voor dewelke de minnelijke invorderingspogingen nog steeds aan de gang zijn.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21946

Il est à remarquer que les jugements et arrêts transmis à l’huissier de justice durant une année déterminée n’ont pas nécessairement été prononcés cette année-là. Ainsi, les amendes faisant l’objet d’un plan d’apurement ne sont confiées à l’huissier de justice que dans le cas où les paiements cessent avant le paiement intégral de la somme due à titre de frais de justice, de contribution au Fonds spécial d’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence et d’amendes. En fonction de la somme due, du montant de chaque acompte et de la régularité des paiements, des années peuvent s’écouler avant que le dossier ne soit transmis à l’huissier de justice.

Bureau — Kantoor

Er wordt opgemerkt dat de vonnissen en arresten die in een bepaald jaar aan de gerechtsdeurwaarder worden toegezonden niet steeds in dat jaar werden uitgesproken. Zo worden de boeten waarvoor een afbetalingsregeling werd overeengekomen pas aan de gerechtsdeurwaarder gezonden als de afbetalingen stoppen voordat de volledig verschuldigde som aan gerechtskosten, bijdrage tot het bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en boeten betaald werd. Afhangend van de verschuldigde som, van het bedrag van de afbetaling en van de regelmaat van de afbetaling kan het gebeuren dat er jaren verstrijken alvorens het dossier aan de gerechtsdeurwaarder wordt toegezonden.

Jugements reçus — Ontvangen vonnissen 2004

Anvers. — Antwerpen ........................................... Bruges. — Brugge .................................................. Ypres. — Ieper ....................................................... Courtrai. — Kortrijk ............................................. Furnes. — Veurne .................................................. Gand. — Gent ....................................................... Audenarde. — Oudenaarde .................................... Hasselt ................................................................... Louvain. — Leuven ................................................ Tongres. — Tongeren ............................................ Turnhout ............................................................... Termonde. — Dendermonde .................................. Malines. — Mechelen ............................................ Vilvorde. — Vilvoorde ........................................... Bruxelles I. — Brussel I ......................................... Bruxelles. II. — Brussel II ...................................... Arlon. — Aarlen .................................................... Dinant .................................................................... Marche .................................................................. Neufchaˆteau ........................................................... Eupen ..................................................................... Huy. — Hoei ......................................................... Liège. — Luik ........................................................ St-Vith ................................................................... Verviers .................................................................. Mons. — Bergen .................................................... Tournai. — Doornik ............................................. Charleroi ................................................................ Namur. — Namen ................................................. Nivelles. — Nijvel ..................................................

46 510 15 431 3 342 13 843 3 100 28 777 6 535 16 499 14 883 10 779 11 918 20 025 13 077 10 305 50 709 34 174 1 681 3 902 2 552 2 588 720 5 498 20 158 328 5 356 11 663 4 566 23 522 6 568 5 108


2005

2005 49 169 18 104 3 573 12 954 3 012 26 016 6 343 17 323 +/-10 000 13 063 13 355 19 340 14 041 9 749 31 300 52 562 1 399 3 997 1 857 2 412 556 5 283 18 756 250 5 736 10 500 4 565 24 878 8 548 6 462

2006

Huissier de justice — Gerechtsdeurwaarder 2004

2005

14 076 5 195 356 592 341 3 028 314 2 507 1 568 1 396 1 313 2 355 2 957 3 494 1 389 1 957 31 19 5 12 163 0 1 523 18 2 928 667 1 586 65 1 482 183

16 387 2 723 358 518 480 4 449 741 3 399 2 417 1 731 1 317 3 051 4 457 953 1 438 2 029 26 16 4 22 189 0 2 188 17 741 968 611 159 1 093 255


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21947

DO 2005200607238

DO 2005200607238



Publication du Bulletin des contributions et de la Revue de la TVA. — Arriéré.

Bulletin der Belastingen en de BTW-revue. — Publicatieachterstand.

La dernier numéro du Bulletin des contributions a été publié en janvier 2004 (numéro 844) et la publication de la Revue de la TVA se fait également attendre : la dernière édition date de mai-juin 2002 (numéro 155).

De jongste publicatie van het « Bulletin der Belastingen » dateert van januari 2004 (nummer 844) en ook de publicaties van het « BTW-revue » laten op zich wachten : de laatste editie dateert van mei-juni 2002 (nummer 155).

1. Quelle est la cause de l’arriéré dans la publication du Bulletin des contributions et de la Revue de la TVA ?

1. Wat is de oorzaak van de achterstand in het publiceren van het « Bulletin der Belastingen » en het « BTW-revue » ?

2. Cet arriéré sera-t-il résorbé ?

2. Gaat men die achterstand nog wegwerken ?

3. Pour quand la prochaine publication est-elle prévue ?

3. Wanneer wordt de eerstvolgende publicatie verwacht ?

4. De quelle manière et quand les abonnés qui ont payé leur abonnement mais n’ont plus reçu de publication depuis bien longtemps vont-ils être indemnisés ?

4. Hoe en wanneer zullen de abonnees die wel betaald hebben, maar reeds geruime tijd niets ontvangen hebben, vergoed worden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 21 mars 2006, à la question no 1147 de M. Dirk Van der Maelen du 15 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 21 maart 2006, op de vraag nr. 1147 van de heer Dirk Van der Maelen van 15 februari 2006 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver cidessous les réponses à ses questions.

Het geachte lid kan de antwoorden op zijn vragen hieronder vinden.

1. Dans le cadre de la discipline budgétaire de 2003, l’édition du Bulletin des contributions a été bloquée pendant neuf mois faute de crédits.

1. Bij gebrek aan kredieten werd de uitgave van het Bulletin der belastingen in het kader van de budgettaire discipline van 2003 gedurende negen maanden geblokkeerd.

La réalisation des Bulletins de l’année 2003, dans le cadre de l’appel d’offres général au secteur privé, n’a pu commencer qu’avec un décalage de plus ou moins un an et s’est achevée en décembre 2004.

In het raam van een algemene offerte-aanvraag bij de private sector is de realisatie van de Bulletins van 2003 slechts kunnen starten met een vertraging van ongeveer een jaar en werd ze voltooid in december 2004.

Comme le contrat était toujours en cours dans le courant de 2004, l’Administration a pris les dispositions nécessaires pour commencer à réaliser en parallèle l’édition 2004 par ses propres moyens. C’est ainsi que le Bulletin des contributions du mois de février 2004 vient d’être imprimé et sera livré dans le courant du mois de mars 2006.

Daar het contract nog verder liep in 2004 heeft het bestuur de nodige schikkingen getroffen om gelijktijdig met eigen middelen te starten met de realisatie van de uitgave van het jaar 2004. Zo werd het Bulletin der belastingen van februari 2004 onlangs gedrukt en zal in de loop van maart 2006 geleverd worden.

Le Bulletin du mois de mars 2004 est en cours d’impression.

Het Bulletin der belastingen van maart 2004 bevindt zich nog in de drukfase.

Les épreuves des Bulletins suivants jusque et y compris octobre 2004 sont en cours de correction.

Momenteel worden de drukproeven van de volgende Bulletins van het jaar 2004, tot en met oktober 2004, verbeterd.

Les dispositions nécessaires sont prises pour résorber dans les meilleurs délais l’arriéré de l’année 2005.

De noodzakelijke schikkingen worden getroffen om de achterstand van het jaar 2005 zo spoedig mogelijk


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21948

En ce qui concerne la Revue de la TVA, les deux derniers numéros de 2002 sont toujours en cours d’impression. Le retard dans la parution de ladite revue résulte d’un manque permanent de personnel dans les divers services qui s’occupent de la matière. L’Administration examine l’abandon éventuel de la publication de la Revue de la TVA.

weg te werken. Wat de BTW-revue betreft, bevinden de twee laatste nummers van 2002 zich nog altijd in de drukfase. De vertragingen bij de publicatie van de BTW-revue zijn te wijten aan het permanent tekort aan personeel in de verschillende diensten die zich met de materie bezighouden. De Administratie onderzoekt de eventuele stopzetting van de uitgave van de BTWrevue.

2. Face à cette situation, où l’on doit bien constater la difficulté grandissante d’assurer la publication régulière sur papier de la documentation fiscale, il faut souligner, en revanche, la disponibilité, via le site internet « Fisconet », de tous les textes repris dans les publications précitées, à un rythme bien plus rapide que ne le permettrait une publication « papier ».

2. Tegenover deze situatie, waarbij de toenemende moeilijkheden om de regelmatige papieren publicatie van fiscale documentatie te verzekeren worden erkend, moet de beschikbaarheid worden beklemtoond van alle in bovenvermelde publicaties opgenomen teksten op de internetsite « Fisconet », en dit veel sneller dan bij een papieren publicatie.

Ce site permet aux clients, tant externes qu’internes, de consulter, télécharger et imprimer gratuitement toute la documentation fiscale disponible, avec des possibilités de recherche que seule une version électronique peut offrir.

Deze site laat zowel de externe als interne clie¨nten toe om gratis alle beschikbare fiscale documentatie te consulteren, te downloaden of af te drukken, met opzoekmogelijkheden die enkel door een elektronische versie geboden worden.

Cette évolution s’inscrit dans la même tendance que celle qui a vu la disparition du Moniteur belge en version papier, et sa mise à disposition gratuite, pour le citoyen, en version électronique via internet.

Deze evolutie maakt deel uit van dezelfde stroming die geleid heeft tot de verdwijning van de papieren versie van het Belgisch Staatsblad en tot het gratis ter beschikking stellen van een elektronische versie via internet voor de burger.

3. La réponse à cette question est reprise au point 1.

3. Het antwoord op deze vraag is vervat in punt 1.

4. Conformément à la procédure habituelle, tant qu’aucun numéro de l’année concernée n’est paru, tout abonné qui en fait la demande se voit rembourser le montant payé pour son abonnement.

4. Voor zover er geen enkel nummer van een betrokken jaar is verschenen wordt overeenkomstig de gewone procedure aan iedere abonnee die erom verzoekt het bedrag van zijn abonnement terugbetaald.

DO 2005200607281

DO 2005200607281



Banques. — Hypothèque pour toutes sommes.

Banken. — Hypotheek op alle sommen.

En matière de crédits, les banques cherchent traditionnellement à mettre en œuvre les techniques les plus aptes à limiter autant que possible le risque d’insolvabilité des emprunteurs. Dans la pratique bancaire, la créativité soutenue dans l’application de certains mécanismes de suˆreté commerciaux a de plus en plus souvent abouti à la conclusion d’une « hypothèque pour toutes sommes ». Cette hypothèque est constituée pour suˆreté de toutes les créances présentes et futures. La loi du 13 avril 1995 modifiant la loi du 4 aouˆt 1992 relative au crédit hypothécaire a défini la base légale de cette technique.

Banken hebben bij hun kredietverlening steeds gezocht naar de meest adequate technieken om het risico van insolvabiliteit van hun kredietnemers tot een minimum te beperken. De volgehouden creativiteit bij de aanwending van zakelijke zekerheidsmechanismen leidde in de bankpraktijk steeds vaker tot de « hypotheek op alle sommen ». De « hypotheek op alle sommen » is een hypotheek die gevestigd wordt tot zekerheid van al wat een schuldenaar aan zijn schuldeiser verschuldigd is en ooit verschuldigd zal zijn. De wet van 13 april 1995 tot wijziging van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, bezorgde deze techniek een wettelijke basis.

Cette loi a conféré une position privilégiée aux banques. Dès qu’elles ont inscrit une hypothèque, elle

Deze wet heeft de banken in een bevoorrechte positie gebracht. Eens zij een hypotheek hebben moeten zij


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21949

ne doivent plus en conclure une nouvelle pour un autre crédit qu’elles accorderaient. Le receveur des contributions ne pouvant jamais plus accéder au premier rang, le fisc perd donc des privilèges.

voor een zogenaamd nieuw krediet, niet opnieuw een hypotheek nemen. Het gevolg is dat de ontvanger nooit meer op de eerste rang kan geraken. Het voorrecht van de fiscus levert dus nog weinig soelaas op.

1. Combien cette pratique couˆte-t-elle annuellement au fisc ?

1. Kan u meedelen hoeveel dit de fiscus kost op jaarbasis ?

2. Ne vaudrait-il pas mieux interdire l’hypothèque pour toutes sommes et n’admettre que des hypothèques pour des sommes déterminées ?

2. Zou het niet beter zijn hypotheken op alle sommen te verbieden en enkel hypotheken ten bedrage van welbepaalde sommen toe te laten ?



L’administration ne dispose pas de chiffres qui permettent de savoir si le fisc voit des recettes lui échapper du fait de la technique de l’hypothèque « pour toutes sommes » utilisée par les institutions de crédit.

De administratie beschikt niet over cijfers die toelaten na te gaan of de fiscus inkomsten aan haar ziet ontglippen door het feit van de door de kredietondernemingen gebruikte techniek van de « alle sommen » hypotheek.

Il me paraıˆt d’ailleurs très difficile, voire même impossible, de recueillir des données chiffrées à ce propos.

Het lijkt mij overigens zeer moeilijk, zo niet zelfs onmogelijk, om daaromtrent cijfergegevens te verzamelen.

La deuxième partie de la question posée par l’honorable membre relève de la compétence de mon collègue, le ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique. (Question no 437 du 24 mars 2006.)

Het tweede onderdeel van de vraag van het geachte lid betreft de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. (Vraag nr. 437 van 24 maart 2006.)

DO 2005200607313

DO 2005200607313

Question no 1165 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1165 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :







En raison des tensions mutuelles, certains employeurs omettent toutefois ou refusent pertinemment dans la pratique de délivrer ponctuellement notamment tant les attestations d’occupation et de vacances requises, les dernières fiches mensuelles de salaire, le document C4, le relevé de rémunérations individuel que les fiches fiscales no 281.10 et ils ne versent pas ou

Tengevolge van die onderlinge spanningen laten in de praktijk sommige werkgevers evenwel na of weigeren zij pertinent onder andere zowel de vereiste tewerkstellings- en vakantieattesten, de laatste maandelijkse loonbrieven, het document C4, de individuele loonstaat als de fiscale fiches nr. 281.10 stipt uit te reiken en wordt het maandloon en inzonderheid het


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21950

très tardivement le salaire mensuel et plus particulièrement le pécule de vacances anticipé des employés.

vervroegd vakantiegeled voor bedienden niet of zeer laattijdig uitbetaald.


















2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21951



Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 1165 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 1165 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses relatives à l’aspect fiscal de ces questions.

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te vinden wat betreft het fiscale aspect van de door haar gestelde vragen.

1. Conformément à l’article 92, § 1er de l’arrêté royal d’exécution du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (AR/CIR92), les débiteurs — tels les employeurs qui paient ou attribuent des rémunérations — doivent, entre autres sur pied de l’article 270, 1o, CIR 1992, pour chaque bénéficiaire de revenus, compléter une fiche ainsi qu’établir et signer un relevé récapitulatif concernant les rémunérations mentionnées à l’article 30, 1o, CIR 1992 qu’ils paient ou attribuent en Belgique ou à l’étranger.

1. Krachtens artikel 92, § 1 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 92 (KB/WIB 1992) moeten onder meer de in artikel 270, 1o, WIB 1992 vermelde schuldenaars -zoals werkgevers die bezoldigingen betalen of toekennen- voor iedere verkrijger van inkomsten een fiche invullen en een samenvattende opgave opstellen en ondertekenen met betrekking tot de in artikel 30, 1o, WIB 1992 vermelde bezoldigingen die zij in Belgie¨ of in het buitenland betalen of toekennen.

Les redevables du précompte professionnel doivent, conformément à l’article 93, § 1er, AR/CIR 1992, en principe avant le 1er mars de l’année qui suit celle du paiement ou de l’attribution des rémunérations, remettre à chacun des bénéficiaires des revenus un double de la fiche, dûment complétée, pour permettre à ceux-ci de remplir éventuellement leur déclaration à l’impoˆt des personnes physiques ou à l’impoˆt des nonrésidents.

Krachtens artikel 93, § 1, KB/WIB 1992 moeten die schuldenaars van bedrijfsvoorheffing in principe voó´r 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarin de bezoldigingen zijn betaald of toegekend een afschrift van de fiche, behoorlijk ingevuld, aan iedere verkrijger van inkomsten overhandigen om hem in staat te stellen eventueel zijn aangifte in de personenbelasting of in de belasting van niet-inwoners in te vullen.

Les rémunérations visées à l’article 30, 1o, CIR 1992 doivent généralement être reprises sur une fiche individuelle 281.10 et un relevé récapitulatif 325.10.

Bezoldigingen in de zin van artikel 30, 1o, WIB 1992 moeten doorgaans op een individuele fiche 281.10 en een samenvattende opgave 325.10 worden opgenomen.

2. En cette matière, le travailleur ne doit, en principe, effectuer aucune démarche, étant donné que le débiteur des rémunérations est tenu, conformément à l’article 93, § 1er précité, de délivrer spontanément au bénéficiaire des rémunérations un double de la fiche 281.10.

2. De werknemer moet ter zake normaal zelf geen stappen ondernemen, aangezien de schuldenaar van de bezoldiging overeenkomstig voormeld artikel 93, § 1, verplicht is het afschrift van de fiche 281.10 spontaan aan de verkrijger van de bezoldigingen uit te reiken.

Dès lors que le débiteur des rémunérations perdurait à ne pas respecter cette obligation, le bénéficiaire des rémunérations peut éventuellement s’adresser à son controˆle local des contributions directes. Conformément à l’article 93, § 1er précité, le débiteur des rémunérations doit introduire auprès de l’administration en question, pour la même date, l’original des fiches 281.10 et des relevés récapitulatifs 325.10 ou les supports magnétiques. Le risque qu’il ne respecte pas ces obligations est plutoˆt minime, étant donné que les rémunérations, dans ce cas, ne pourraient pas, en application de l’article 57 CIR 1992, être considérées

Mocht de schuldenaar van de bezoldigingen ter zake manifest nalatig zijn, dan kan de verkrijger van de bezoldigingen zich eventueel wenden tot zijn lokale belastingcontrole. Overeenkomstig voormeld artikel 93, § 1, moet de schuldenaar van de bezoldigingen het origineel van de fiches 281.10 en de samenvattende opgaven 325.10 of de magnetische informatiedrager immers in principe voó´r dezelfde datum bij de belastingadministratie indienen. Het risico dat hij die verplichtingen niet zou nakomen is eerder gering, aangezien de bezoldigingen in dat geval, gelet op artikel 57 WIB 1992, niet als beroepskosten bij de schuldenaar


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21952

comme des frais professionnels dans le chef du débiteur. Pour les débiteurs qui sont soumis à l’impoˆt des sociétés ou à l’impoˆt des personnes morales, il est possible d’établir dans certains cas respectivement une cotisation distincte telle que visée à l’article 219 CIR 1992 ou un impoˆt sur des dépenses non justifiées à raison de 300 % sur la base des articles 223, 1o et 225, 4o CIR 1992.

mogen worden aangenomen. Voor de schuldenaars die aan de vennootschapsbelasting of aan de rechtspersonenbelasting zijn onderworpen, is dan in bepaalde gevallen een bijzondere aanslag als vermeld in artikel 219 WIB 1992, respectievelijk een belasting op niet verantwoorde kosten tegen 300 % op grond van de artikelen 223, 1o en 225, 4o, WIB 1992 mogelijk.

3. Pas d’application.

3. Niet van toepassing.

4. Pas d’application.

4. Niet van toepassing.

5. Sans objet compte tenu des réponses précédentes.

5. Zonder voorwerp gelet op het voorgaande.

DO 2005200607338

DO 2005200607338



Rapatriement de capitaux de l’étranger.

Repatrie¨ring van kapitaal uit het buitenland.

Les Belges qui possèdent des capitaux à l’étranger ont rapatrié au moins 29,2 milliards d’euros vers notre pays au cours de la période 2002-2005. Vous avez vous-même communiqué ces chiffres au quotidien « De Tijd » le 10 février 2006. L’amnistie fiscale et la prochaine entrée en vigueur de la directive européenne sur l’épargne ont entraıˆné, surtout en 2004, un afflux de capitaux nettement accru.

Belgen met kapitaal in het buitenland hebben in de periode 2002-2005 minstens 29,2 miljard euro kapitaal naar ons land teruggebracht. Die cijfers gaf uzelf op 10 februari 2006 aan De Tijd. De fiscale amnestie en de nakende invoering van de Europese spaarrichtlijn leidden vooral in 2004 tot een forse opstoot van kapitaalinstroom.

Il s’avère qu’en 2004, l’année de la « Déclaration Libératoire Unique », les capitaux rapatriés vers notre pays s’élevaient à 12,1 milliards d’euros, dont 1,1 milliard d’euros au titre de l’amnistie fiscale. Comme l’indiquent les chiffres, c’est surtout l’entrée en vigueur de la directive européenne sur l’épargne à dater du 1er juillet 2005 qui a eu une incidence importante. Compte tenu de l’amnistie fiscale et de la disparition de l’avantage fiscal lié aux titres à rendement fixe au Luxembourg entre autres, l’afflux de capitaux était deux fois plus élevé en 2004 que les années précédentes. En 2002 et en 2003, l’afflux de capitaux s’élevait respectivement à 6,5 et 6 milliards d’euros, alors que les chiffres pour 2005 ne sont pas encore connus. Toutefois, l’amnistie fiscale a rapporté à elle seule 4,6 milliards d’euros. De nombreux fraudeurs fiscaux ont attendu jusqu’à fin 2004 pour déposer leur déclaration et le capital n’a dès lors été rapatrié qu’en 2005. L’an passé, une somme relativement importante de fonds a sans doute été rapatriée de l’étranger, indépendamment de l’amnistie fiscale. L’afflux de capitaux a dès lors dépassé les 30 milliards d’euros pour la période 2002-2005.

Daaruit blijkt dat in 2004, het jaar van de « Eenmalige Bevrijdende Aangifte », 12,1 miljard euro naar ons land werd gerepatrieerd. Daarvan was 1,1 miljard euro een rechtstreeks gevolg van de fiscale amnestie. Maar uit die cijfers blijkt dat vooral de invoering van de Europese spaarrichtlijn vanaf 1 juli 2005 een grote impact had. Door het wegvallen van het fiscale voordeel op vastrentende effecten in onder andere Luxemburg en door de fiscale amnestie lag de kapitaalinstroom in 2004 dubbel zo hoog als de jaren daarvoor. In 2002 en 2003 bedroeg de instroom van kapitaal respectievelijk 6,5 en 6 miljard euro. Over 2005 zijn nog geen cijfers beschikbaar over de kapitaalinstroom. Maar de fiscale amnestie alleen bracht toen 4,6 miljard euro op. Veel belastingzondaars wachtten tot eind 2004 om aangifte te doen, waardoor het kapitaal pas in 2005 werd teruggebracht. Vorig jaar werd wellicht nog een pak geld gerepatrieerd uit het buitenland los van de fiscale amnestie, waardoor de kapitaalinstroom in de periode 2002-2005 boven 30 miljard euro uitkomt.

La CIK (Caisse Interprofessionnelle de dépoˆts et de virements de titres) est le dépositaire central de la Belgique. Un capital important a été rapatrié en Belgi-

CIK (Interprofessionele Effectendeposito- en Girokas) is de centrale depositaris van Belgie¨. Heel wat kapitaal is in de periode 2004-2005 teruggekeerd naar


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21953

que au cours de la période 2004-2005 par le virement de titres depuis un compte-titres à l’étranger vers un compte-titres en Belgique.

Belgie¨ door effecten over te schrijven van een effectenrekening in het buitenland naar een effectenrekening in Belgie¨.

Pour la période du 1er janvier 2004 au 1er juillet 2005 inclus, pouvez-vous donner un aperçu ’mensuel’ du montant de titres qui sont passés de l’étranger vers la Belgique et inversement ?

Kan u voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 1 juli 2005 een « maandelijks » overzicht geven van het bedrag aan effecten die uit het buitenland zijn teruggekeerd naar Belgie¨ en vice versa ?



L’honorable membre voudra bien trouver ci-après, la réponse à la question posée, reprise sous la forme d’un tableau.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op de door hem gestelde vraag onder de vorm van een tabel.

Ce tableau reprend les mouvements mensuels globalisés depuis 2003 jusqu’à juillet 2005 des opérations internationales sur actions, obligations ou fonds d’investissement.

Deze tabel geeft van 2003 tot juli 2005 de maandelijkse globale bewegingen weer van de internationale verrichtingen inzake aandelen, obligaties of beleggingsfondsen.

Ni la CIK, ni EUROCLEAR ne peuvent donner plus de détails à propos de ces transactions : chaque intermédiaire financier envoie en fin de journée tous les ordres de transfert de ces clients vers le dépositaire national de son pays (1), qui à son tour transférera à un moment bien précis de la journée l’ensemble de ces ordres au dépositaire international EUROCLEAR Belgium. Ce dernier redistribuera ces ordres aux différents intermédiaires belges, qui sont membres, sans faire lui-même un classement de ces ordres par exemple sur la base de la nature du client de l’intermédiaire récepteur.

Noch het CIK, noch EUROCLEAR zijn in staat meer details over deze transacties te verstrekken : elke financie¨le tussenpersoon stuurt op het einde van de dag de orders tot overdracht van zijn clie¨nten naar de nationale depositaris van zijn land( (1), die op zijn beurt op een bepaald moment van de dag het geheel van deze orders doorstuurt naar de internationale depositaris EUROCLEAR Belgium. Deze laatste zal deze orders opnieuw verspreiden tussen de verschillende Belgische financie¨le tussenpersonen die lid zijn, zonder zelf deze orders in te delen in categoriee¨n bijvoorbeeld op basis van het type clie¨nt van de ontvangende financie¨le tussenpersoon.

Montants en euros des transferts internationaux

Bedragen in euro van internationale transfers

A = Entrée — A = In 2003

200301 200302 200303 200304 200305 200306 200307 200308 200309 200310 200311 200312

473 801 487,23 416 276 260,24 701 463 694,59 817 313 177,27 2 780 821 330,51 1 184 156 285,17 691 209 798,96 1 389 204 641,38 353 599 662,23 1 084 314 870,97 492 472 541,10 409 072 007,69

(1) Pour la France, par exemple : EUROCLEAR France, ou la Suisse : SEGA-Intersettle ou encore en Allemagne CLEARstreambanking Frankfurt.


B = Sortie — B = Uit

2005

875 828 924,43 402 425 231,66 605 025 628,67 1 917 394 637,97 1 925 492 338,39 1 665 905 696,01 513 845 072,34 711 409 330,11 733 760 443,09 498 069 230,37 467 957 637,11 660 790 926,76

B-A

402 027 437,20 − 13 851 028,58 − 96 438 065,92 1 100 081 460,70 − 855 328 992,12 481 749 410,84 − 177 364 726,62 − 677 795 311,27 380 160 780,86 − 586 245 640,60 − 24 514 903,99 251 718 919,07

(1) Bijvoorbeeld, voor Frankrijk EUROCLEAR France, of voor Zwitserland : SEGA-Intersettle of voor Duitsland CLEARstreambanking Frankfurt.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21954

A = Entrée — A = In

2004

200401 200402 200403 200404 200405 200406 200407 200408 200409 200410 200411 200412

2005

200501 200502 200503 200504 200505 200506 200507

Total. — Totaal

B = Sortie — B = Uit

B-A

10 793 705757,34 436 107 914,51 287 596 167,19 411 628 317,07 1 003 859 207,72 2 152 952 286,87 1 358 516 311,55 394 826 161,04 194 574 593,66 687 830 103,99 494 040 343,05 485 995 453,04 335 110 915,05 8 243 037 774,74 530 311 311,14 484 372 471,90 602 105 156,87 589 676 424,42 3 807 451 386,15 509 953 447,57 371 052 363,89 6 894 922 561,94

10 977 905 096,91 592 001 844,49 476 650 697,79 864 224 072,30 944 509 105,74 1 050 501 039,61 2 463 024 059,78 819 216 314,17 347 320 025,85 390 162 083,59 475 778 621,64 839 581 456,76 791 924 942,69 10 054 894 264,40 257 546 985,07 474 113 582,82 826 300 474,75 1 438 323 080,59 1 543 049 486,05 3 248 381 757,03 1 062 882 919.22 8 850 598 285,52

184 199 339,57 155 893 929,98 189 054 530,60 452 595 755,23 − 59 350 101,98 − 1 102 451 247,27 1 104 507 748,23 424 390 153,13 152 745 432,19 − 297 668 020,41 − 18 261 721,41 353 586 003,72 456 814 027,64 1 811 856,489,67 − 272 764 326,07 − 10 258 889,08 224 195 317,87 848 646 656,18 − 2 264 401 900,10 2 738 428 309,46 691 830 555,33 1 955 675 723.58

25 931 666 094,02

29 883 397 646,83

3 951 731 552,82

DO 2005200607374

DO 2005200607374

Question no 1169 de M. Jef Van den Bergh du 27 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1169 van de heer Jef Van den Bergh van 27 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Provenance régionale des amendes routières perçues en 2005.

Gewestelijke herkomst van verkeersboetes in 2005.

Les chiffres relatifs aux recettes des amendes routières perçues en 2005 viennent d’être publiés (229 millions d’euros).

Zopas raakten de cijfers van de inkomsten uit de verkeersboetes voor het jaar 2005 bekend (229 miljoen euro).

La Région flamande s’interroge à juste titre sur le mode de répartition des recettes du fonds des amendes routières entre les différentes zones de police. Dans ce contexte, la provenance régionale des amendes routières perçues en 2005 reste une inconnue.

Terecht blijven er in het Vlaams Gewest vragen over de verdeling van de inkomsten uit het verkeersboetefonds over de verschillende politiezones. De gewestelijke herkomst van de verkeersboetes in het jaar 2005 blijft hierbij een onbekende.

Pouvez-vous par conséquent indiquer la part de chaque région dans les recettes 2005 des amendes routières ? En ce qui concerne l’arrondissement judiciaire de Bruxelles-Hal-Vilvorde, j’aimerais également obtenir les chiffres d’une part pour les 19 communes bruxelloises et d’autre part pour les zones de police qui

Kan u bijgevolg de herkomst van de inkomsten 2005 uit de verkeersboetes meedelen per gewest ? Dat betekent dat ik ook, wat het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, uitgesplitste cijfers wens te bekomen voor enerzijds de 19 Brusselse gemeenten en anderzijds de politiezones op het


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21955

se trouvent sur le territoire flamand de cet arrondissement judiciaire.

Vlaamse grondgebied in dit gerechtelijke arrondissement.

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 23 mars 2006, à la question no 1169 de M. Jef Van den Bergh du 27 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 23 maart 2006, op de vraag nr. 1169 van de heer Jef Van den Bergh van 27 februari 2006 (N.) :

Je me réfère à mes réponses aux questions nos 655 et 1145 posées par le représentant Carl Devlies respectivement le 23 février 2005 Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 72 du 4 avril 2005, p. 11955) et le 15 février 2006 (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 112, p. 21164.)

Ik verwijs naar mijn antwoorden op de vragen nr. 655 en nr. 1145 gesteld door de volksvertegenwoordiger Carl Devlies op respectievelijk 23 februari 2005 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 72 van 4 april 2005, blz. 11955) en op 15 februari 2006 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 112, blz. 21164.)

La Documentation patrimoniale perçoit les recettes générées par les amendes de condamnations en matières diverses qui comprennent les amendes de condamnations proprement dites, les versements transactionnels et les perceptions immédiates.

De Patrimoniumdocumentatie int de ontvangsten ingevolge boeten van veroordelingen in allerhande zaken die de eigenlijke boeten van veroordelingen, de transactionele stortingen en de onmiddellijke inningen omvatten.

Si les perceptions immédiates concernent intégralement la circulation routière, il en va autrement pour ce qui est des versements transactionnels et des amendes de condamnations. En ce qui concerne les versements transactionnels, il convient de signaler que l’administration susmentionnée n’est pas seulement compétente quant aux perceptions en matière d’infractions au code de la route. En effet, des paiements au niveau des transactions sont perçus dans d’autres matières avec cette conséquence que cette partie, certes marginale, est comprise dans les versements transactionnels. De même, en ce qui concerne les amendes spécifiques de condamnations, des paiements se rapportant à d’autres matières sont également perçus et l’administration ne dispose pas de statistiques permettant de déterminer les recettes provenant d’infractions en matière de roulage à ce niveau.

Terwijl de onmiddellijke inningen volledig betrekking hebben op de verkeersboeten, is dit niet het geval voor de transactionele stortingen en de boeten van veroordelingen. Wat betreft de transactionele stortingen dient er aangestipt te worden dat de bovenvermelde administratie op het vlak van de transacties niet enkel instaat voor inningen inzake verkeersovertredingen. Ook betalingen inzake transacties in andere materies worden geı¨nd met als gevolg dat dit gedeelte, hoewel marginaal, eveneens begrepen zit in de transactionele stortingen. Wat betreft bovendien de specifieke boeten van veroordelingen worden eveneens betalingen geı¨nd inzake andere materies en de administratie beschikt niet over statistieken die toelaten op dit niveau de ontvangsten te bepalen die voortvloeien uit verkeersovertredingen.

La Documentation patrimoniale ne dispose pas de statistiques ventilant ces recettes par arrondissement judiciaire pour des raisons liées à l’organisation même de la perception des amendes de condamnations en matières diverses. La perception de ces recettes est, en effet, centralisée au niveau des dix directions régionales du secteur Enregistrement et Domaines.

De Patrimoniumdocumentatie beschikt niet over statistieken die de ontvangsten per gerechtelijk arrondissement uitsplitsen, dit om redenen eigen aan de organisatie zelf van de inning van de boeten van veroordelingen in allerhande zaken. De inning van deze ontvangsten is immers gecentraliseerd op het niveau van de tien gewestelijke directies van de sector Registratie en Domeinen.

Il convient à cet égard de souligner qu’au niveau de la Documentation patrimoniale, les compétences des bureaux des amendes pénales qui recouvrent les amendes de condamnation en matières diverses sont organisées en manière telle qu’une transposition desdites recettes par arrondissement judiciaire n’est pas disponible sur la base des recettes centralisées par les directions régionales précitées.

Het is nodig in dit opzicht te onderstrepen dat op het niveau van de Patrimoniumdocumentatie, de bevoegdheden van de kantoren der penale boeten, die de boeten van veroordelingen in allerhande zaken innen, zo zijn georganiseerd dat een overbrenging van de bovengenoemde ontvangsten per gerechtelijk arrondissement niet beschikbaar is op basis van de ontvangsten gecentraliseerd door bovenvermelde gewestelijke directies.

Il importe en outre de tenir compte du fait qu’au niveau des perceptions immédiates, le produit total de

Daarenboven dient rekening te worden gehouden met het feit dat op het niveau van de onmiddellijke


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21956

la vente des « timbres-amendes » par la Poste en Belgique est versé au Deuxième bureau des recettes d’amendes pénales de Bruxelles. La totalité des « timbres-amendes » est, par conséquent, comptabilisée au niveau de la direction régionale de Bruxelles et la Documentation patrimoniale ne dispose pas de données permettant de ventiler ce montant par arrondissement judiciaire.

inningen, de totale opbrengst van de verkoop door de Post in Belgie¨ van de « boetezegels » gestort wordt bij het tweede ontvangkantoor der penale boeten van Brussel. De totaliteit van de « boetezegels » is bijgevolg in ontvangst geboekt op het niveau van de gewestelijke directie van Brussel en de Patrimoniumdocumentatie beschikt niet over gegevens die toelaten dit bedrag uit te splitsen per gerechtelijk arrondissement.

Je signale enfin que le produit des perceptions immédiates en 2005 est, quant à lui, en forte hausse par rapport aux années précédentes dans la mesure où le montant des amendes de roulage a été majoré en 2004 d’une part, et dans la mesure où des amendes de roulage anciennement acquittées par des versements transactionnels le sont depuis 2004 au moyen desdits » timbres-amendes » et figurent de ce fait au niveau des perceptions immédiates, d’autre part.

Ten slotte wijs ik erop dat wat betreft de opbrengst van de onmiddellijke inningen er een sterke stijging is in 2005 in vergelijking met de vorige jaren, aangezien enerzijds de bedragen van de verkeersboeten verhoogd zijn in 2004 en anderzijds aangezien de verkeersboeten vroeger vereffend door een transactionele storting sinds 2004 door middel van « boetezegels » betaald worden en tengevolge daarvan dus vermeld worden op het niveau van de onmiddellijke inningen.

Les amendes de condamnations en matières diverses constituent pour la totalité une recette fédérale. En conséquence, elles figurent au Budget des voies et moyens, parmi les recettes courantes fiscales sous l’article 38.02. de l’Administration de la TVA, de l’enregistrement et des domaines.

De boeten van veroordelingen in allerhande zaken zijn in hun totaliteit een federale ontvangst. Bijgevolg worden ze vermeld op de Rijksmiddelenbegroting, onder de lopende fiscale ontvangsten onder het artikel 38.02. van de administratie van de BTW, de registratie en de domeinen.

L’honorable membre voudra bien trouver, dans le tableau ci-après, le produit brut du total des amendes de condamnations en matières diverses, revenant à l’E´tat fédéral pour l’année budgétaire 2005. Ces montants sont ventilés entre amendes de condamnations, versements transactionnels et perceptions immédiates. Les recettes afférentes à l’année 2005 sont provisoires.

Het geachte lid gelieve in onderstaande tabel de bruto-opbrengst te vinden van het totaal van de boeten van veroordelingen in allerhande zaken die de federale Staat heeft ontvangen voor het budgettair jaar 2005. Deze bedragen zijn uitgesplitst tussen boeten van veroordelingen, transactionele stortingen en onmiddellijke inningen. De ontvangsten betreffende het jaar 2005 zijn voorlopige ontvangsten.

Tableau : Produit total brut des amendes de condamnations en matières diverses perçu en 2005 (en euro).

Tabel : Totale bruto-opbrengst van de boeten van veroordelingen in allerhande zaken geı¨nd in 2005 (in euro).

Direction régionale — Gewestelijke directie

Amendes de condamnations — Boeten van veroordelingen (1)

Versements transactionnels — Transactionele stortingen (2)

Perceptions immédiates — Onmiddellijke inningen (3)

Total — Totaal (4) = (1) + (2) + (3)

Bruxelles. — Brussel ...........................

5 374 317,69

25 614 141,94

151 460 314,53

182 448 774,16

Anvers. — Antwerpen ........................ Bruges. — Brugge ............................... Gand. — Gent ................................... Hasselt ............................................... Malines. — Mechelen ........................

6 953 731,61 6 884 297,96 7 059 957,47 10 433 983,33 8 149 088,24

9 877 813,64 4 554 590,16 3 499 986,90 7 379 653,42 11 216 117,50

1 252 544,70 1 614 640,09 1 316 131,44 1 832 069,45 1 238 243,40

18 084 089,95 13 053 528,21 11 876 075,81 19 645 706,20 20 603 449,14

Sous-total. — Sub-totaal .................

39 481 058,61

36 528 161,62

7 253 629,08

83 262 849,31

Arlon. — Aarlen ................................ Liège. — Luik ....................................

1 063 942,78 2 510 128,77

2 339 673,45 8 116 450,70

1 406 419,71 815 182,39

4 810 035,94 11 441 761,86


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

Direction régionale — Gewestelijke directie

21957

Amendes de condamnations — Boeten van veroordelingen (1)

Versements transactionnels — Transactionele stortingen (2)

Perceptions immédiates — Onmiddellijke inningen (3)

Total — Totaal (4) = (1) + (2) + (3)

Mons. — Bergen ................................ Namur — Namen ..............................

1 863 366,08 2 595 600,16

3 457 711,86 7 149 771,49

1 216 579,18 1 271 156,29

6 537 657,12 11 016 527,94

Sous-total. — Sub-totaal .................

8 033 037,79

21 063 607,50

4 709 337,57

33 805 982,86

Total 2005. — Totaal 2005 ................

52 888 414,09

83 205 911,06

163 423 281,18

299 517 606,33

DO 2005200607553

DO 2005200607553

Question no 1191 de M. Hagen Goyvaerts du 17 mars 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 1191 van de heer Hagen Goyvaerts van 17 maart 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Complexité du système fiscal actuel. — Déclarations de l’Administrateur général des impoˆts et du recouvrement.

Complexiteit huidig belastingsysteem. — Verklaringen van de administrateur-generaal van de Algemene administratie Belasting en Invordering.

Le lundi 27 février 2006 paraissait dans différents journaux une interview de l’administrateur général, M. Jean-Marc Delporte, dans laquelle il évoquait plusieurs réalités et lacunes au sein de l’Administration générale des impoˆts et du recouvrement.

Op maandag 27 februari 2006 verscheen in verschillende kranten een interview met de administrateurgeneraal, de heer Jean-Marc Delporte, over een aantal feiten en tekortkomingen binnen de Algemene administratie Belasting en Invordering.

Il a notamment déclaré aux journalistes : « Nous devons reconnaıˆtre que notre système fiscal est beaucoup trop complexe. Le calcul des impoˆts est chaque année de plus en plus difficile. Les responsables politiques devraient peut-être envisager une simplification du système. Il n’est pas normal que Monsieur Tout-leMonde ne puisse pas réaliser lui-même son calcul d’impoˆt ».

Een van zijn uitspraken luidde als volgt : « We moeten durven erkennen dat ons belastingsysteem veel te complex is. De berekening wordt met het jaar ingewikkelder. De politieke verantwooordelijken moeten misschen eens nadenken over een vereenvoudiging van het systeem. Het is toch niet normaal dat Jan met de pet zelf zijn belastingberekening niet kan maken. ».

1. Partagez-vous l’avis de l’administrateur général concernant la complexité du système fiscal actuel ?

1. Deelt u de mening van uw administrateurgeneraal over de complexiteit van het huidige belastingsstelsel ?

2. Dans l’affirmative, quelles initiatives envisagezvous en vue d’une simplification ?

2. Zo ja, welke initiatieven overweegt u te nemen om tot een vereenvoudiging over te gaan ?

3. Dans quels délais pensez-vous pouvoir réaliser ces initiatives ?

3. Binnen welk tijdskader denkt u die initiatieven te realiseren ?

4. Attendez-vous des propositions de la part de votre administration ou préparez-vous vous-même différentes mesures de simplification ?

4. Verwacht u daarover voorstellen vanuit uw administratie of bereidt u zelf een aantal vereenvoudigingen voor ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21958

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 mars 2006, à la question no 1191 de M. Hagen Goyvaerts du 17 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 maart 2006, op de vraag nr. 1191 van de heer Hagen Goyvaerts van 17 maart 2006 (N.) :

Je vous informe que j’ai répondu à cette question lors de la commission des Finances du 7 mars 2006 (questions orales de Mme Govaerts no 10661 et de M. Devlies no 10670, Compte Rendu Intégral, Chambre, 2005-2006, Commission des Finances, 7 mars 2006, COM 873, p. 32).

Ik meld u dat ik deze vraag heb beantwoord tijdens de Commissie voor de Financie¨n van 7 maart 2006 (mondelinge vraag nr. 10661 van mevrouw Govaerts en nr. 10670 van de heer Devlies, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, Commissie van Financie¨n, 7 maart 2006, COM 873, blz. 32).

Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken

Budget

Begroting

DO 2005200607049

DO 2005200607049

Question no 78 de Mme Zoé Genot du 26 janvier 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 78 van mevrouw Zoé Genot van 26 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles.

Toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap.

En février 2003, j’ai posé une question orale au ministre de la Fonction publique sur l’accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes malvoyantes ainsi que sur le financement du projet « blind Surfer ». M. Luc Van Den Bossche m’a répondu en commission le 26 février 2003 qu’il transmettait aux responsables des sites fédéraux les informations relatives à l’attribution du label « Blind Surfer » (dont l’intérêt majeur est de signaler à une personne handicapée de la vue que le site auquel elle accède lui est accessible) et que la procédure relative à l’octroi de ce label est sous la responsabilité de chaque administration gérant un site web (question no B068, Compte rendu intégral, Chambre, 2002-2003, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction ` l’épopublique, 26 février 2003, COM 1006, p. 7). A que il y avait 80 sites fédéraux ayant eu l’attribution d’une adresse « fgov » qui n’avaient encore entamé aucun travail en vue d’assurer leur accessibilité aux personnes handicapées de la vue.

In februari 2003 heb ik een mondelinge vraag gesteld aan de minister van Ambtenarenzaken over de toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap en de financiering van het project Blind Surfer. Minister Luc Van den Bossche heeft me op 26 februari 2003 in de commissie geantwoord dat hij de informatie in verband met de toekenning van het label Blind Surfer aan de federale webmasters zou bezorgen. Dankzij dat label weet de visueel gehandicapte dat hij een bepaalde site kan raadplegen. Voorts stelde hij dat iedere administratie die een website heeft, zelf instaat voor de procedure met het oog op de toekenning van dat label (vraag nr. B068, Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algmene Zaken en het Openbaar Ambt, 26 februari 2003, COM 1006, blz. 7). Op dat ogenblik waren er 80 federale sites met de extensie « fgov » die nog niets hadden ondernomen om hun toegankelijkheid voor personen met een visuele handicap te verbeteren.

1. a) Combien de sites web fédéraux relèvent-ils de vos compétences ?

1. a) Hoeveel federale websites vallen onder uw bevoegdheid ?

b) Quels sont-ils ?

b) Welke zijn het ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21959

2. Le portail de votre administration ainsi que les sites web fédéraux relevant de vos compétences ont-ils tous désormais le label « Blind Surfer » d’accessibilité aux personnes malvoyantes ? 3. Si non, quelle en est la raison :

2. Hebben de portaalsite van uw administratie en alle federale websites die onder uw bevoegdheid vallen, ondertussen het label Blind Surfer dat aangeeft dat ze toegankelijk zijn voor slechtzienden, gekregen ? 3. Zo neen, waaraan is dat te wijten ?

a) Est-ce simplement une question de timing, auquel cas j’aimerais savoir si au moins une partie de vos sites web est déjà accessible aux malvoyants et lesquels, et dans quel délai l’ensemble de vos sites web auront-ils le label « Blind Surfer » ?

a) Is het gewoon een kwestie van timing ? In dat geval zou ik graag vernemen of tenminste enkele van uw websites reeds toegankelijk zijn voor slechtzienden en om welke websites het dan gaat. Voorts wens ik te vernemen wanneer al uw websites het label Blind Surfer zullen hebben.

b) Ou bien ce n’est pas simplement le timing, mais un autre problème qui bloque le processus d’attribution de ce label, auquel cas je voudrais savoir quel est ce problème ?

b) Of ligt het niet aan de timing maar aan een ander probleem dat dat label nog niet werd toegekend. In dat laatste geval wens ik te vernemen waar het schoentje knelt.

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 78 de Mme Zoé Genot du 26 janvier 2006 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 78 van mevrouw Zoé Genot van 26 januari 2006 (Fr.) :

1. a) 2.

1. a) 2.

b) www.begroting.be en www.budgetfederal.be

b) www.begroting.be en www.budgetfederal.be

2. Non.

2. Neen.

3. a) Non.

3. a) Neen.

b) Une partie des conditions est remplie (texte alternatif pour chaque élément non-textuel, contenu rendu visible pour ceux qui ne reconnaissent pas les couleurs, etc.). Nous ne pouvons faire appel qu’à un gestionnaire du site pour rendre le contenu accessible. Lorsque du nouveau contenu sera produit, on veillera à ce qu’il remplit les conditions nécessaires pour obtenir le label « blind surfer », progressivement, le contenu actuel sera adapté.

b) Een gedeelte van de vereisten is reeds ingevuld. (Tekstalternatief voor elk niet-tekstueel element, Inhoud begrijpbaar voor wie geen kleuren kan onderscheiden, enzovoort.). We kunnen slechts een beroep doen op één webmaster om alle inhoud aan de vereisten te laten voldoen. Bij het leveren van nieuwe inhoud zal er op toegezien worden dat deze voldoet aan de Blindsurfer vereisten. Stap voor stap zal de huidige inhoud aangepast worden.

DO 2005200607261

DO 2005200607261

Question no 81 de M. Hendrik Bogaert du 17 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 81 van de heer Hendrik Bogaert van 17 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Primes octroyées entre 1998 et 2001 par les pouvoirs publics à des informaticiens et à des catégories de personnel connexes.

Premies die de overheid tussen 1998 en 2001 betaalde aan informatici en verwante personeelsleden.

Durant la période 1998-2001, les pouvoirs publics ont versé des primes supplémentaires à des informaticiens employés dans la fonction publique afin d’éviter leur départ vers le secteur privé. Les dépenses engagées à cet effet s’élèveraient à 21,5 millions d’euros.

Tijdens de periode 1998 en 2001 betaalde de overheid extra premies aan overheidsinformatici om te voorkomen dat een uittocht zou gebeuren naar de privé-sector. Het zou om een bedrag van 21,5 miljoen euro gaan.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21960

1. Pourquoi n’y a-t-il jamais eu d’étude préliminaire sur le turn over des informaticiens ?

1. Waarom is geen voorstudie gemaakt over het verloop van informatici ?

2. L’octroi de cette prime était-il indispensable pour retenir ces personnes dans la fonction publique ?

2. Was deze premie noodzakelijk om de personeelsleden te kunnen houden ?

3. Dans quelle mesure cette dépense s’écarte-t-elle de l’estimation budgétaire des besoins ?

3. In welke mate wijkt deze uitgave af van de budgettaire behoeftenraming ?

4. Cette décision fera-t-elle encore l’objet d’une évaluation ?

4. Wordt deze beslissing alsnog gee¨valueerd ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 81 de M. Hendrik Bogaert du 17 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 81 van de heer Hendrik Bogaert van 17 februari 2006 (N.) :

Je renvoie à la réponse donnée à cette question par mon collègue de la Fonction publique. (Question no 188 du 17 février 2006.)

Ik verwijs naar het antwoord op deze vraag van mijn collega de minister van Ambtenarenzaken. (Vraag nr. 188 van 17 februari 2006.)

DO 2005200607285

DO 2005200607285

Question no 82 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 82 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Déductibilité d’enfants.

Fiscale aftrek van kinderopvangkosten.

fiscale

des

dépenses

pour

garde

Ces dernières années, le gouvernement a pris différentes mesures visant à augmenter le taux d’activité de la population et à aplanir les obstacles à l’emploi. Parmi ces mesures figure l’amélioration de la déductibilité fiscale des frais de garde d’enfants.

De regering heeft de jongste jaren verschillende maatregelen genomen om de activiteitsgraad van de bevolking te vergroten en de struikelblokken voor de werkgelegenheid uit de weg te ruimen. De verbetering van de fiscale aftrekbaarheid van de kosten voor kinderoppas maakt deel uit van die maatregelen.

Le régime applicable à la déductibilité fiscale des dépenses pour garde d’enfants a été récemment élargi, tant au niveau de l’aˆge des enfants concernés (qui est passé de 3 à 12 ans) qu’en ce qui concerne les institutions d’accueil. Le nouveau régime s’applique aux gardes d’enfants effectuées depuis le 1er janvier 2005.

Onlangs is die regeling met betrekking tot de fiscale aftrek van de opvangkosten nog uitgebreid, zowel qua leeftijd van de betrokken kinderen (uitgebreid van 3 jaar tot 12 jaar) als qua opvanginstanties. De nieuwe regeling is van toepassing voor die opvang waar sinds 1 januari 2005 gebruik van is gemaakt.

Le gouvernement octroie également une quotité exonérée complémentaire par enfant à charge aˆgé de moins de 3 ans le 1er janvier de l’exercice d’imposition pour lequel aucune dépense pour garde d’enfants n’a été déduite.

Er wordt door de regering ook een bijkomende belastingvrije som verleend voor ieder king dat op 1 januari van het aanslagjaar jonger is dan 3 jaar en ten laste van de belastingplichtige is en voor wie geen kosten voor kinderoppas worden afgetrokken.

De telles mesures réduisent bien entendu les recettes fiscales de l’E´tat.

Dergelijke maatregelen zorgen natuurlijk voor minder belastinginkomsten voor de overheid.

1. a) Quel est le montant total des dépenses de garde qui ont été déclarées ces dernières années pour obtenir une réduction d’impoˆt ? Pouvez-vous ventiler ces données par année depuis 2000 ?

1. a) Wat is het totaal bedrag aan opvangkosten dat er de jongste jaren ingebracht is om een belastingvermindering te krijgen ? Indien mogelijk had ik graag een opsplitsing per jaar ontvangen sinds 2000.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21961

b) Combien de personnes ont-elles fait appel à la possibilité de déductibilité fiscale des dépenses pour garde d’enfants depuis 2000 (données ventilées par année) ?

b) Hoeveel personen hebben sinds 2000 gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvangkosten (opsplitsing per jaar) ?

c) Quel est le couˆt budgétaire, depuis 2000, de la déductibilité fiscale des frais de garde d’enfants (données ventilées par année) ?

c) Hoeveel bedroeg de budgettaire kost van de fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvang sinds 2000 (opsplitsing per jaar) ?

2. a) Combien de personnes ont-elles bénéficié, depuis 2000, de la quotité exonérée complémentaire pour les enfants pour lesquels aucune dépense de garde ne peut être déduite (données ventilées par année) ?

2. a) Hoeveel personen hebben sinds 2000 kunnen genieten van de bijkomende belastingvrije som voor de kinderen waarvoor geen kosten voor kinderopvang kan worden afgetrokken (opsplitsing per jaar) ?

b) Quel est le couˆt budgétaire, depuis 2000, de la quotité exonérée complémentaire pour les enfants pour lesquels aucune dépense de garde ne peut être déduite (données ventilées par année) ?

b) Hoeveel bedroeg sinds 2000 de budgettaire kost van de bijkomende belastingvrije som die verleend wordt voor die kinderen voor wie geen kosten voor kinderopvang afgetrokken kunnen worden (opsplitsing per jaar) ?

3. a) Quel est le couˆt budgétaire prévu en 2006 pour la déductibilité des dépenses pour garde d’enfants à la suite de l’extension de la mesure tant au niveau de l’aˆge que des institutions d’accueil ?

3. a) Op hoeveel wordt de budgettaire kost van de fiscale aftrek van de kinderopvangkosten begroot in 2006 ten gevolge van de uitbreiding van de maatregel qua leeftijd als qua opvanginstanties ?

b) Si possible, pouvez-vous ventiler ces données par institution et en fonction des catégorie 0-3 ans et 3-12 ans ?

b) Indien mogelijk kan u een opsplitsing geven per opvanginstantie en per leeftijdscategorie, namelijk 0 tot 3 jaar en 3 tot 12 jaar ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 82 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 82 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) :

Ni le service Assistance à l’élaboration du budget, chargé de l’élaboration du budget des Voies et moyens, ni le service Macrobudgétaire du SPF Budget et Controˆle de la Gestion ne disposent des éléments permettant de répondre à cette question.

De dienst Begeleiding Begroting, die instaat voor de uitwerking van de Rijksmiddelenbegroting, noch de Macrobudgettaire Dienst van de FOD Budget en Beheerscontrole beschikt over elementen om te kunnen antwoorden op uw vraag.

C’est pourquoi je renvoie l’honorable membre à la réponse qui sera formulée par mon collègue des Finances. (Question no 1162 du 20 février 2006.)

Daarom verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat mijn collega van Financie¨n zal geven. (Vraag nr. 1162 van 20 februari 2006.)

DO 2005200606898

DO 2005200606898

Question no 83 de M. Gerolf Annemans du 21 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 83 van de heer Gerolf Annemans van 21 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptes des organismes d’intérêt public. — Adaptation des dispositions légales, réglementaires et organisationnelles.

162e Boek van het Rekenhof. — Rekeningen van de instellingen van openbaar nut. — Aanpassing van de wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen.

Dans le 162e Cahier de la Cour des Comptes — Observations et documents soumis à la Chambre des

In het 162e Boek van het Rekenhof — Opmerkingen en documenten aan de Kamer van volksvertegenwoor-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21962

représentants —, on peut lire ce qui suit à la page 17, en ce qui concerne les comptes des organismes d’intérêt public : « En ce qui concerne les organismes d’intérêt public, la Cour des comptes constate que la législation et la réglementation relatives au dépoˆt des comptes sont insuffisamment respectées. De nombreux comptes 2004 n’ont pas encore été transmis à la Cour des comptes, de même que des comptes des années précédentes. Globalement, la situation ne s’est pas améliorée au cours des dernières années. Il convient que les dispositions légales, réglementaires et organisationnelles existantes soient adaptées de manière à permettre à la Cour de disposer à temps des comptes des organismes d’intérêt public et d’être en mesure de faire duˆment rapport au Parlement. »

digers voorgelegd — lezen we op bladzijde 16 inzake de rekeningen van de instellingen van openbaar nut : « Voor de instellingen van openbaar nut stelt het Rekenhof vast dat de wetgeving en de reglementering over de indiening van de rekeningen onvoldoende worden nageleefd. Heel wat rekeningen voor 2004 zijn nog niet aan het Rekenhof toegezonden; ook ontbreken nog rekeningen voor de voorgaande jaren. In het algemeen is de toestand de voorbije jaren niet verbeterd. De bestaande wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen moeten worden aangepast, zodat het Rekenhof op tijd over de rekeningen van de instellingen van openbaar nut kan beschikken en daarover op gedegen wijze verslag kan uitbrengen aan het parlement. ».

Quelles initiatives avez-vous déjà prises pour réaliser l’adaptation, proˆnée par la Cour des comptes, de ces dispositions légales, réglementaires et organisationnelles ?

Welke initiatieven heeft u reeds ondernomen om de door het Rekenhof bepleite aanpassing van de wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen te realiseren ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 83 de M. Gerolf Annemans du 21 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 83 van de heer Gerolf Annemans van 21 februari 2006 (N.) :

Dans l’état actuel de la législation, le ministre du Budget n’est en charge de la transmission à la Cour des comptes que des comptes des Institutions publiques de sécurité sociale (IPSS).

In de huidige stand van de wetgeving is de minister van Begroting enkel bevoegd om aan het Rekenhof de rekeningen door te sturen van de openbare instellingen voor sociale zekerheid.

L’article 12 de l’arrêté royal du 22 juin 2001 (modifié par l’arrêté royal du 28 août 2001) fixant les règles en matière de budget, de comptabilité et des comptes des institutions publiques de sécurité sociale précise que les comptes visés à l’article 11 du même arrêté royal sont établis par le Comité de gestion, avec l’avis et la certification du (des) réviseur(s) désigné(s). Ces comptes sont transmis en 7 exemplaires au ministre dont l’organisme relève, pour approbation et transmission à la Cour des comptes selon les procédures prévues à l’article 17, § 3, de l’arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale.

Artikel 12 van het koninklijk besluit van 22 juni 2001 (gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 augustus 2001) tot vaststelling van de regelen inzake de begroting, de boekhouding en de rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid bepaalt dat de rekeningen bedoeld in artikel 11 van hetzelfde besluit worden opgemaakt door het beheerscomité, na advies en certificering door de revisor(en). Deze rekeningen worden in 7 exemplaren voor goedkeuring aan de voogdijminister van de instelling overgezonden en vervolgens doorgestuurd naar het Rekenhof volgens de procedures bepaald in artikel 17, § 3 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid.

En pratique, le ministre du Budget reçoit la plupart des comptes directement des institutions.

In werkelijkheid ontvangt de minister van Begroting de meeste van deze rekeningen rechtstreeks van de instellingen.

La Cour des comptes ayant rappelé au ministre du Budget qu’elle n’examine que les comptes des IPSS qui lui ont été transmis officiellement par le ministre du Budget, c’est-à-dire après approbation du ministre de tutelle et accompagné du rapport du réviseur, le ministre du Budget a décidé de ne plus transmettre à la Cour que les comptes répondant à ces exigences.

Het Rekenhof heeft de minister van Begroting eraan herinnerd dat het enkel de rekeningen onderzoekt die het ambtshalve toegestuurd krijgt vanwege de minister van Begroting, dat wil zeggen na goedkeuring door de voogdijminister en samen met het verslag van de revisor. Daarom heeft de minister van Begroting besloten het Hof enkel die rekeningen door te sturen die aan voormelde vereisten voldoen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21963

Par lettre du 8 décembre 2005, mon administration a informé le premier président de la Cour des comptes des problèmes rencontrès pour la transmission officielle des comptes. Copie de cette lettre a été communiquée aux ministres de tutelle et aux administrateurs généraux des différentes Institutions publiques de Sécurité sociale, afin de leur permettre de prendre les mesures nécessaires pour assurer une bonne communication des comptes dont question.

Bij brief van 8 december 2005 heeft mijn overheidsdienst de eerste voorzitter van het Rekenhof op de hoogte gebracht van de problemen die zich voordoen bij de officie¨le overdracht van de rekeningen. Er werd een kopie van deze brief naar de voogdijministers gestuurd en naar de administrateurs-generaal van de verschillende openbare instellingen van sociale zekerheid, om hen in staat te stellen de nodige maatregelen te nemen voor een goede overdracht van deze rekeningen.

De plus, la Commission de Normalisation de la comptabilité des IPSS a l’intention d’inscrire à son agenda la révision des « procédures » de transmission des documents budgétaires et comptables.

Daarenboven is de commissie voor de normalisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid de herziening van de procedure voor overdracht van de begrotings- en boekhouddocumenten op haar agenda plaatsen.

Protection de la consommation

Consumentenzaken

DO 2005200606195

DO 2005200606195

Question no 158 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 158 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Commissaires et autres représentants du gouvernement.

Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.

1. Dans quels parastataux, organismes d’intérêt public, institutions de sécurité sociale ou autres institutions relevant du département dont vous êtes responsable le gouvernement a-t-il désigné un commissaire ou un autre représentant ?

1. In welke parastatalen, instellingen van openbaar nut, instellingen van sociale zekerheid, of andere instellingen die onder het departement vallen waarvoor u bevoegd bent, is de regering vertegenwoordigd door een regeringscommissaris of andere vertegenwoordiger ?

2. Qui est le représentant du gouvernement ?

2. Wie is de vertegenwoordiger van de regering ?

3. Quelle est la durée de son mandat ?

3. Wat is de duur van het mandaat ?

4. Quelle rémunération perçoit-il ?

4. Wat is de financie¨le verloning van de betrokkene ?

5. a) Des avantages supplémentaires financiers ou autres lui sont-ils accordés ?

5. a) Worden er nog bijkomende financie¨le of andere voordelen toegekend ?

b) Dans l’affirmative, lesquels ?

b) Zo ja, welke ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 158 de M. Guy D’haeseleer du 10 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 158 van de heer Guy D’haeseleer van 10 november 2005 (N.) :

1. Le Centre de Recherche et d’Information des Organisations de Consommateurs qui est une Fondation d’utilité publique.

1. Het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties. Dit is een stichting van openbaar nut.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21964

2. Le Commissaire du Gouvernement auprès de cette Fondation est Pierre Dejemeppe, Directeur de la cellule « protection de la consommation » de mon cabinet. 3. Le mandat est à durée indéterminée.

2. De vertegenwoordiger van de regering in deze stichting is Pierre Dejemeppe, Directeur van de beleidscel Consumentenzaken van mijn kabinet. 3. Het mandaat is van onbepaalde duur.

4 et 5. Cette mission n’est rémunérée d’aucune manière.

4 en 5. Deze taak wordt op geen enkele manier vergoed.

DO 2005200606826

DO 2005200606826

Question no 170 de M. Bart Tommelein du 11 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 170 van de heer Bart Tommelein van 11 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Suffisance de l’offre en relation avec une publicité.

Toereikend aanbod bij reclame.

L’article 23, 9o de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur interdit tout publicité portant sur une offre de produits ou de services lorsque le vendeur ne dispose pas du stock suffisant ou ne peut effectivement prester les services qui doivent normalement être prévus, compte tenu de l’ampleur de la publicité.

Artikel 23, 9o van de wet van 14 juli 1991 betreffendde de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument verbiedt reclame voor producten of diensten indien de verkoper niet over een toereikende voorraad beschikt of niet werkelijk de diensten kan verlenen die, gelet op de omvang van de reclame, normalerwijze voorzien zouden moeten zijn.

C’est pourquoi les imprimés publicitaires précisent généralement en petits caractères qu’une offre n’est valable que « jusqu’à épuisement du stock ». En pratique, cette mention fort vague sert semble-t-il parfois à contourner la loi.

Daarom vermelden reclamefolders er meestal in kleine lettertjes bij dat het aanbod slechts geldt « zolang de voorraad strekt ». In de praktijk blijkt deze vage vermelding soms een omzeiling van de wet.

Nous voyons en effet régulièrement des chaıˆnes de supermarchés mener des campagnes publicitaires à grande échelle pour un produit normalement onéreux, tel qu’un ordinateur, qu’elles proposent exceptionnellement à un prix défiant toute concurrence. En pratique, il apparaıˆt très souvent que le stock de l’article en question est déjà épuisé dans de nombreuses succursales de la chaıˆne après une demi-journée de vente.

We merken immers regelmatig dat warenhuisketens grootschalige reclamecampagnes voeren voor een duur product, zoals bijvoorbeeld een computer, dat bij die keten uitzonderlijk aan een spotprijs gekocht kan worden. In de praktijk blijkt al te dikwijls dat het product in kwestie in veel vestigingen van de keten van bij de eerste dag al tegen de middag volledig uitverkocht is.

Quand on mène une publicité à grande échelle pour un produit dont le stock est entièrement épuisé après quelques heures, il ne fait aucun doute que cette campagne a davantage pour but d’attirer l’attention sur la chaıˆne de supermarchés en question que de vanter un produit. Ces méthodes semblent clairement en contradiction avec la loi.

Als de reclame zeer grootschalig gevoerd wordt voor een product dat na enkele uurtjes volledig uitverkocht is, lijdt het weinig twijfel dat de reclame veeleer gevoerd werd om de warenhuisketen in kwestie in de kijker te zetten dan om effectief reclame te maken voor dat bepaald product. Dit lijkt manifest in strijd met de wet.

1. Est-il exact que ces pratiques sont contraires à l’article 23, 9o de la loi du 14 juillet 1991 évoquée cidessus ?

1. Is het correct dat de praktijk zoals hierboven beschreven in strijd is met artikel 23, 9o van voornoemde wet van 14 juli 1991 ?

2. Combien de plaintes la direction générale Controˆle et Médiation du SPF Ećonomie a-t-elle reçues l’an passé pour insuffisance de stocks dans le cadre d’une offre publicitaire ?

2. Hoeveel klachten met betrekking tot een ontoereikend aanbod heeft de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie afgelopen jaar ontvangen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21965

3. Combien de fois a-t-on effectivement constaté une infraction à l’article 23, 9o ?

3. Hoe vaak werd er effectief een inbreuk op artikel 23, 9o vastgesteld ?

4. Comment ces infractions ont-elles été sanctionnées ?

4. Op welke manier werden de inbreuken gesanctioneerd ?

5. Ce phénomène consistant à vanter un produit sans garantir un stock suffisant se rencontre-t-il surtout dans les grandes chaıˆnes de magasins ou le constate-t-on également chez un certain nombre de petits indépendants ?

5. Gaat het meestal om grote winkelketens of zijn er ook dikwijls kleine zelfstandigen die reclame durven maken met een ontoereikend aanbod ?

6. Peut-on affirmer que ce sont généralement les mêmes chaıˆnes de magasins qui se rendent coupables de ces pratiques illégales ?

6. Gaat het meestal om dezelfde winkelketens die zich systematisch aan deze onwettige praktijk bezondigen ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 170 de M. Bart Tommelein du 11 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 170 van de heer Bart Tommelein van 11 januari 2006 (N.) :

1. L’article 23, 9o de la loi du 14 juillet 1991, sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur (LPCC en abrégé) interdit en effet la publicité qui porte sur une offre de produits ou de services lorsque le vendeur ne dispose pas du stock suffisant ou ne peut effectivement prester les services qui doivent normalement être prévus compte tenu de l’ampleur de la publicité. Conformément à cette interdiction des pratiques dites de l’appeau ou du leurre c’est in fine au juge de vérifier si le vendeur dispose d’un stock suffisant ou est en mesure de prester effectivement le service annoncé. Quand on apprécie objectivement le caractère suffisant d’un stock, il faut tenir compte de différents facteurs tels que l’ampleur de la publicité, la nature des produits vantés, le prix et le contenu de la publicité. Le vendeur n’échappe pas à l’interdiction en faisant figurer dans son message la précision’jusqu’à épuisement du stock’. Dès lors le vendeur, qui comme en l’espèce, offre un certain type d’ordinateur à un prix très avantageux dans une publicité de grande diffusion et ne dispose déjà plus de ce produit à peine son offre a-telle démarré, contrevient manifestement à l’article 23, 9o LPCC.

1. Artikel 23, 9o van de wet van 14 juli 1991, betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument (hierna WHPC) verbiedt inderdaad de reclame door middel van aanbiedingen van producten of diensten, indien de verkoper niet over een toereikende voorraad beschikt of niet werkelijk de diensten kan verlenen waarin, gelet op de omvang van de reclame, normalerwijze moeten voorzien zijn. Overeenkomstig dit zogenaamde verbod van lokvogelpraktijken moet in fine de rechter nagaan of een verkoper over een toereikende voorraad beschikt of de geadverteerde dienst werkelijk kan presteren. Bij de feitelijke appreciatie van een toereikende voorraad moet rekening gehouden worden met verschillende factoren zoals de omvang van de reclame, de aard van de geadverteerde producten, de prijs en de inhoud van de reclame. De verkoper wordt van dit verbod niet vrijgesteld door de vermelding in zijn bericht dat de voorraad slechts strekt’tot uitputting van de voorraad’. Een verkoper die in casu een bepaald type van computer aan een zeer voordelige prijs in wijd verspreide reclame aanbiedt en reeds zeer vroeg bij de aanvang van het aanbod niet meer beschikt over dit product, begaat dan ook een duidelijke inbreuk op artikel 23, 9o WHPC.

2. Durant l’année 2005, la direction générale du Controˆle et de la Médiation a reçu 85 plaintes pour insuffisance de stock.

2. In het jaar 2005 ontving de algemene directie Controle en Bemiddeling 81 klachten over onvoldoende voorraad.

3. En 2004 et 2005, 8 et 11 Pro Justitia ont été dressés respectivement.

3. In 2004 en 2005 werden respectievelijk 8 en 11 Pro Justitia’s opgesteld.

` la suite de ces Pro Justitia, il a été proposé aux 4. A contrevenants de payer une transaction. Cette proposition est facultative; dans les cas de non-payement, le dossier a été transmis au procureur du Roi près le Parquet compétent, pour suite utile.

4. Naar aanleiding van deze Pro Justitia’s, werd er aan de overtreders een voorstel van minnelijke schikking toegezonden. Dit voorstel is facultatief en bij nietbetaling werden de Pro Justitia’s toegezonden aan de heer procureur des Konings van het bevoegde Parket voor verder gevolg.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21966

En cas de condamnation, l’amende correctionnelle peut atteindre 100 000 euros.

In het geval van een correctionele veroordeling kunnen er geldboetes tot 100 000 euro uitgesproken worden.

5. D’après la banque de données de la direction Générale du Controˆle et de la Médiation, il n’a été dressé de Pro Justitia que contre des grands-magasins.

5. Uit de databank van de algemene directie Controle en Bemiddeling blijkt dat er uitsluitend Pro Justitia’s werden opgesteld tegen grootwarenhuizen.

6. Cette problématique concerne essentiellement cinq grands-magasins.

6. Deze problematiek doet zich voornamelijk voor bij een vijftal grootwarenhuizen.

DO 2005200606855

DO 2005200606855

Question no 171 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 171 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Mesures auxquelles peuvent recourir les opérateurs en cas de non-paiement.

Maatregelen die operatoren mogen nemen bij een onbetaalde rekening.

En novembre 2005, j’ai attiré votre attention sur une étude menée par Test Achats au sujet des conditions générales des opérateurs de téléphonie mobile. Cette étude soulignait certaines situations inadmissibles, telles que la demande d’un dédommagement excessif en cas de rupture, la cessation de la prestation de services sans avertissement lors d’un paiement tardif, la modification unilatérale de contrats de longue durée, des opérateurs qui se dégagent de leurs responsabilités, l’utilisation de données à caractère personnel sans autorisation du client, etc. Test Achats arrivait à la conclusion que d’une part, très souvent, les opérateurs ne respectent pas les conditions imposées par la loi sur les télécommunications et que d’autre part, les arrêtés d’exécution de ladite loi se font attendre.

In november 2005 wees ik u op de studie van TestAankoop naar de algemene voorwaarden van de GSM-operatoren waaruit tal van wantoestanden bleken, zoals het vragen van een schadevergoeding bij stopzetting die veel te hoog is, het zonder waarschuwing stopzetten van de dienst bij niet-tijdige betaling, eenzijdige wijziging van langlopende contracten, operatoren die zich aan hun aansprakelijkheid onttrekken, het gebruiken van persoonsgegevens zonder toelating van de klant, enzovoort. Test-Aankoop besloot dat de operatoren enerzijds in vele gevallen de voorwaarden uit de Telecomwet niet naleven, anderzijds dat het wachten blijft op uitvoeringsbesluiten van diezelfde wet.

Vous m’avez répondu à l’époque que vous demanderiez à l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) de vous faire parvenir pour le 1er décembre 2005 un projet d’arrêté ministériel relatif aux mesures pouvant être prises par les opérateurs en cas de non-paiement.

U verklaarde toen dat u zou vragen aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) om, wat het ministerieel besluit inzake de te nemen maatregelen die de operatoren kunnen nemen ingeval van een onbetaalde rekening betreft, tegen 1 december 2005 een ontwerp te bezorgen.

1. Qu’en est-il de cet arrêté ministériel ?

1. Wat is de stand met betrekking tot dit ministerieel besluit ?

2. a) Quand sera-t-il disponible ?

2. a) Wanneer kunnen we het verwachten ?

b) Tous les opérateurs devront-ils s’y conformer à partir de cette date ?

b) Zal dit ook de datum zijn wanneer alle operatoren zich eraan moeten conformeren ?

3. Quelles seront les lignes de force de cet arrêté ministériel ?

3. Wat zullen de krachtlijnen zijn van het ministerieel besluit ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 171 de M. Roel Deseyn du 12 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 171 van de heer Roel Deseyn van 12 januari 2006 (N.) :

1. L’arrêté ministériel est actuellement en cours de préparation au sein de mes services. Les différents

1. Het ministerieel besluit wordt momenteel voorbereid binnen mijn diensten. De verschillende aspecten


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21967

aspects des mesures que pourront prendre les opérateurs en cas de défaut de paiement de la part de certains de leurs clients nécessitent une analyse approfondie en vue d’assurer une juste balance des intérêts en présence, ainsi qu’une protection adéquate des consommateurs.

van de maatregelen die de operatoren kunnen treffen bij wanbetaling vanwege een aantal van hun klanten dienen grondig geanalyseerd te worden om een correct evenwicht te verzekeren van de betrokken belangen alsook afdoende bescherming van de consument te bieden.

2. Selon les informations dont je dispose à l’heure actuelle, il pourrait y avoir bientoˆt un premier jet de l’arrêté. Le polissage légistique du projet d’arrêté prendrait alors sans doute encore quelques jours, avant l’envoi du texte pour avis au Conseil d’E´tat. Après cet avis, l’on peut en principe s’attendre à une publication rapide de l’arrêté. Bien entendu, je veillerai à ce que l’arrêté entre en vigueur dès que possible. Il ne faut toutefois pas perdre de vue que la mise en œuvre effective des dispositions de l’arrêté pourrait nécessiter quelques mesures correctrices et certaines adaptations dans les documents et procédures actuellement utilisés par les opérateurs. Il s’agira, en bonne administration, d’accorder à ces derniers un délai raisonnable afin de s’adapter aux exigences nouvelles de l’arrêté ministériel.

2. Volgens de inlichtingen waar ik momenteel over beschik, zou er een eerste ontwerp van besluit weldra beschikbaar kunnen zijn. Wellicht zal het dan nog enkele dagen duren om het ontwerp van besluit op wetgevingstechnisch vlak te vervolmaken, voor de tekst voor advies naar de Raad van State wordt gezonden. Na dit advies mag men in principe verwachten dat het besluit spoedig gepubliceerd wordt. Uiteraard zal ik erop toezien dat het besluit in werking treedt zodra dit mogelijk is. Toch mag niet uit het oog worden verloren dat er mogelijk nog enkele correctiemaatregelen nodig zijn en dat er bepaalde aanpassingen dienen te gebeuren in de documenten en procedures die de operatoren momenteel gebruiken, voor de bepalingen van het besluit daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Krachtens de regels van behoorlijk bestuur zal het zaak zijn de operatoren een redelijke termijn te verlenen om zich aan te passen aan de nieuwe vereisten van het ministerieel besluit.

3. Pour ce qui est des lignes de force du dispositif, il est actuellement prématuré d’en donner un relevé exhaustif. On peut toutefois déjà en souligner le caractère essentiel, qui figure en tant que tel dans le libellé de l’article 119 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques. Cette disposition figure sous le Chapitre III du Titre IV, intitulé « Protection des utilisateurs finals ».

3. Wat betreft de krachtlijnen van het dispositief is het op dit moment voorbarig daar een volledig overzicht van te geven. Niettemin kan men reeds het essentie¨le karakter ervan benadrukken, dat als dusdanig terug te vinden is in de bewoording van artikel 119 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. Deze bepaling staat onder Hoofdstuk III van Titel IV, getiteld « Bescherming van de eindgebruikers ».

Il s’agit donc de prévoir un catalogue de mesures en vue d’assurer aux utilisateurs en défaut de paiement ce que l’on a couˆtume d’appeler une « soft disconnection » , celle-ci étant encadrée par des mesures en matière d’information et de limitation au service directement concerné par le défaut de paiement.

Het komt er dus op aan in een reeks maatregelen te voorzien om aan de gebruikers die verzuimen te betalen, hetgeen men gewoonlijk een « soft disconnection » noemt te garanderen, waarbij deze geflankeerd wordt door maatregelen inzake informatieverlening en beperking tot de dienst waarop de niet betaling rechtstreeks betrekking heeft.

DO 2005200607044

DO 2005200607044

Question no 174 de M. Melchior Wathelet du 26 janvier 2006 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 174 van de heer Melchior Wathelet van 26 januari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Meilleur encadrement légal des moyens électroniques de paiement par SMS surtaxé.

Betere wettelijke regeling van de elektronische betalingen per SMS met toeslag.

Fonds d’écran, logos, sonneries, concours, résultats sportifs, etc. les utilisateurs de GSM sont sollicités par d’innombrables publicités dans des magazines ou à la

Wallpapers, logo’s, beltonen, wedstrijden, uitslagen van sportwedstrijden, enzovoort : talloze reclameboodschappen in tijdschriften en op televisie nodigen


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21968

télévision pour envoyer toutes sortes de SMS et MMS facturés au prix fort (3 à 4 euros par message). Bien que les trois opérateurs mobiles soient dotés d’un « code de conduite » (non contraignant), de nombreux abus font régulièrement l’objet de plaintes auprès du médiateur pour les télécommunications. Ces plaintes concernent en grande majorité des problèmes sur l’insuffisance d’information du consommateur quant au prix facturé pour le service, à la facturation à répétition de services non désirés et à des problèmes liés à la difficulté de se désinscrire du service. ` titre d’exemple d’abus constatés, l’association de A défense des consommateurs Test Achats dénonce le fait que dans l’état actuel du droit, la seule obligation qui incombe à l’organisateur de concours SMS est d’annoncer le couˆt des SMS dans ses publicités. Le « code de conduite » adopté par les trois opérateurs de téléphonie mobile belge n’est absolument pas adéquat. En effet, outre le fait que ce code n’a aucune force contraignante à l’égard des trois opérateurs signataires, les prestataires de service SMS n’ont pas ratifié le document. Je me pose des questions à propos de la mise en œuvre effective des règles contenues dans ce code, car elles ne doivent pas être intégrées dans les contrats entre les opérateurs de téléphonie mobile et les fournisseurs de service. De plus, il n’est pas explicité comment les consommateurs peuvent faire appel aux droits inscrits dans les lignes directrices et quelles seront les conséquences d’une infraction à ces lignes directrices. L’article 134 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques prévoit la mise en place d’une « Commission d’éthique pour les télécommunications » chargée de surveiller la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques. Une des premières missions confiées par la loi à cette Commission est de proposer un « Code d’éthique pour les télécommunications » au Roi. Eu égard aux impératifs de protection des consommateurs, les services SMS et MMS à valeur ajoutée me semblent devoir être mieux régulés. Il pourrait par exemple être utile de prévoir un système de responsabilité en cascade (l’opérateur de téléphonie mobile belge devant répondre des abus des prestataires de services en aval), ou encore de prévoir que les consommateurs peuvent gratuitement demander que de tels services surtaxés soient inaccessibles à partir de leur portable (à l’image de ce qui se fait pour les numéros « consultel »). 1. a) Avez-vous connaissance de pratiques abusives dont certains prestataires de services SMS se rendraient régulièrement coupables ?


2005

de gsm-gebruikers ertoe uit allerlei dure (3 tot 4 euro per boodschap) SMS’ jes en mms’ jes te verzenden. Hoewel voor de drie gsm-operatoren een (niet bindende) gedragscode bestaat, regent het klachten over misbruiken bij de ombudsman voor telecommunicatie. Grotendeels hebben die klachten betrekking op de ondermaatse informatie van de gebruiker over de prijs die voor de geboden dienst moet worden betaald, op het herhaaldelijk aanrekenen van niet gevraagde diensten en op de moeilijkheid om naderhand van de dienst af te zien. Zo klaagt de gebruikersorganisatie Test-Aankoop aan dat de organisator van wedstrijden per SMS volgens de geldende wetgeving alleen verplicht is de prijs van de SMS’ jes in zijn reclameboodschappen te vermelden. De door de drie gsm-operatoren goedgekeurde gedragscode mist zijn doel. Niet alleen is hij niet bindend, maar bovendien werd hij niet geratificeerd door de SMS-dienstverleners.

Ik vraag me dan ook af of de regels van de gedragscode wel worden toegepast. Ze moeten immers niet worden overgenomen in de overeenkomsten tussen de gsm-operatoren en de providers. Bovendien wordt nergens verduidelijkt hoe de gebruikers zich op de in de richtsnoeren opgenomen rechten kunnen beroepen en wat de gevolgen zijn wanneer de richtsnoeren niet worden nageleefd. Artikel 134 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie bepaalt dat een « Ethische commissie voor de telecommunicatie » wordt opgericht, die toezicht moet houden op het aanbieden van betalende diensten via elektronische communicatienetwerken. E´én van de eerste opdrachten waarmee de wet die Commissie belast, is de Koning een « Ethische Code voor de telecommunicatie » voor te stellen. Gelet op de noodzaak de gebruiker te beschermen, lijkt een duidelijker regeling van de SMS- en mmsdiensten met toeslag me aangewezen. Zo kan bijvoorbeeld aan een trapsgewijze verantwoordelijkheid worden gedacht (waarbij de Belgische gsm-operator verantwoordelijk zou zijn voor de misbruiken van de dienstverleners) of kan de gebruikers de mogelijkheid worden geboden de toegang tot de diensten met toeslag vanaf hun gsm gratis te laten blokkeren (zoals dat al kan voor consultelnummers). 1. a) Heeft u weet van misbruiken waaraan bepaalde SMS-dienstverleners zich regelmatig schuldig zouden maken ? 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21969

b) Si tel est le cas, est-ce que le Service de régulation du marché du SPF Ećonomie a mené une enquête ou une instruction sur de tels abus ?

b) Zo ja, heeft de afdeling Toegepaste Marktregulering van de FOD Economie onderzoek gevoerd naar dat soort misbruiken ?

2. Pensez-vous que le cadre légal actuel est satisfaisant pour encadrer les services de paiement par SMS surtaxés ?

2. Meent u dat het bestaande wettelijk kader volstaat om de betaaldiensten via SMS met toeslag afdoend te regelen ?

3. Quelles sont les améliorations réglementaires qui, selon vous, pourraient être apportées afin de mieux protéger les consommateurs ?

3. Welke verbeteringen zouden de bescherming van de gebruiker ten goede kunnen komen ?

4. Pourriez-vous nous indiquer quand interviendront les deux arrêtés royaux prévus dans l’article 134 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, relatifs à la « Commission d’éthique pour les télécommunications » et au « Code d’éthique pour les télécommunications », qui s’étendra forcément à tout le secteur des télécommunications et à toutes les techniques de communication électronique y compris les services offerts via la téléphonie mobile ?

4. Wanneer zullen de twee koninklijke besluiten waarvan sprake in artikel 134 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie worden genomen ? Die besluiten hebben betrekking op de « Ethische commissie voor de telecommunicatie » en op de « Ethische code voor de telecommunicatie », die hoe dan ook voor de hele telecommunicatiesector en voor alle elektronische communicatietechnieken zal gelden, met inbegrip van de diensten aangeboden via GSM.

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 20 mars 2006, à la question no 174 de M. Melchior Wathelet du 26 janvier 2006 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 20 maart 2006, op de vraag nr. 174 van de heer Melchior Wathelet van 26 januari 2006 (Fr.) :

1. Certaines pratiques abusives ont été décelées lors du traitement des plaintes individuelles par la direction générale du Controˆle et de la Médiation. Le plus souvent, les prestataires mis en cause sont établis à l’étranger. En vertu de la clause de marché intérieur les prestataires établis dans un autre E´tat de l’Union européenne ne peuvent en principe être poursuivis en Belgique sur la base de la réglementation belge. Néanmoins, ces prestataires de services sont soumis au code de conduite instauré par les opérateurs belges. En cas de non-respect de ce code, les opérateurs disposent de moyens contractuels pour faire cesser et sanctionner les abus de l’ensemble des prestataires de services, qu’ils soient établis en Belgique ou à l’étranger.

1. Bepaalde wanpraktijken werden ontdekt tijdens de behandeling van de individuele klachten door de algemene Directie Controle en Bemiddeling. De providers die hierin betrokken zijn, zijn doorgaans in het buitenland gevestigd. Op grond van de interne-marktclausule, kunnen de providers gevestigd in een andere staat van de Europese Unie in principe niet vervolgd worden in Belgie¨ op basis van de Belgische reglementering. Niettemin zijn deze dienstverleners gebonden aan de gedragscode ingesteld door de Belgische operatoren. Wanneer deze code niet nageleefd wordt, beschikken de operatoren over contractuele middelen om de misbruiken van alle dienstverleners, of ze nu in Belgie¨ of in het buitenland gevestigd zijn, te doen ophouden en te bestraffen.

2 et 3. Une initiative réglementaire est en cours et concerne la création de la Commission d’E´thique pour les télécommunications. Cette Commission est chargée de proposer un code d’E´thique réglementaire. Dans ce cadre, des mesures plus efficaces de protection des consommateurs pourront être le cas échéant prévues.

2 en 3. Er wordt momenteel gewerkt aan een regelgevend initiatief, dat betrekking heeft op de oprichting van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie. Deze Commissie heeft tot taak een reglementaire ethische code voor te stellen. In dit kader kunnen desgevallend doeltreffender maatregels ter bescherming van de consument voorzien worden.

4. Je viens de franchir le premier pas en ce qui concerne la création de la Commission d’éthique pour les télécommunications. J’ai en effet pris un premier arrêté royal visant à constituer la Commission d’éthique pour les télécommunications (arrêté royal du 23 janvier 2006 relatif à la composition de la Commission d’éthique pour la fourniture de services payants via des réseaux de communications électroniques). Cet arrêté a étais publié au Moniteur belge le 10 février

4. Ik heb net de eerste stap genomen in de oprichting van de Ethische Commissie voor de telecommunicatie. Ik heb namelijk een eerste koninklijk besluit genomen tot samenstelling van de Ethische Commissie voor Telecommunicatie (koninklijk besluit van 23 januari 2006 betreffende de samenstelling van de Ethische Commissie voor het aanbieden van betalende diensten via elektronische-communicatienetwerken). Het werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21970

` 2006. On pourra procéder aux démarches suivantes. A savoir : la désignation des membres par voie d’arrêté ministérielle.

10 februari 2006. We kunnen over gaan tot de volgende te nemen stappen. Met name : het aanduiden van de leden via een ministerieel besluit.

Ensuite, nous devrons prendre un arrêté royal réglant la procédure et les modalités pratiques relatives au fonctionnement de la Commission. Enfin, le Code d’éthique pourra être élaboré par la Commission d’éthique et sanctionné par voie d’arrêté royal.

Vervolgens dienen we een koninklijk besluit te nemen inzake de procedure en praktische regels in verband met de werking van de Commissie. Ten slotte kan de Ethische Code worden opgesteld door de Ethische Commissie en bekrachtigd worden met een koninklijk besluit.

DO 2005200607076

DO 2005200607076

Question no 178 de M. Roel Deseyn du 31 janvier 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 178 van de heer Roel Deseyn van 31 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Offres trompeuses en matière d’ordinateurs.

Misleidende computeraanbiedingen.

Plusieurs revendeurs d’ordinateurs se plaignent des agissements d’une société dont les publicités seraient trompeuses. Des offres très bon marché paraissent dans des dépliants et des journaux, mais après vérification sur le site internet, il s’avérerait que pour la même configuration, le prix est supérieur de 100 euros en moyenne (dans la rubrique de « commande en ligne »).

Verschillende computerdealers klagen over een bepaalde firma die klantenmisleidende reclame zou voorleggen. Men doet in folders en kranten zeer goedkope aanbiedingen, maar bij nazicht op de website zou blijken dat wanneer je dezelfde configuratie kiest, de prijs gemiddeld 100 euro duurder uitvalt (wanneer je direct naar « bestel online » navigeert).

Les prix sont parfois les mêmes que dans la publicité mais alors la garantie n’est que de 90 jours par exemple, soit très peu pour un achat aussi couˆteux.

Soms zijn de prijzen gelijk aan de advertentie maar dan krijgt men situaties zoals een garantie van maar 90 dagen. Hetgeen zeer weinig is voor een dergelijke dure aankoop.

1. a) Vos services ont-ils déjà eux-mêmes constaté des irrégularités en ce qui concerne l’offre de matériel informatique par des grossistes ?

1. a) Hebben uw diensten zelf al onregelmatigheden vastgesteld met betrekking tot het aanbieden van computermateriaal bij groothandelaars ?

b) Dans l’affirmative, de quelles entreprises s’agit-il et combien d’irrégularités ont-elles été constatées dans chaque entreprise ?

b) Zo ja, om welke bedrijven en hoeveel vastgestelde onregelmatigheden per bedrijf gaat het ?

2. Quelles sanctions ont-elles été prises contre ces entreprises ?

2. Welke sancties werden genomen tegen deze bedrijven ?

3. a) Dans quelle mesure vos services controˆlent-ils les offres de matériel informatique quant à leur véracité ?

3. a) In welke mate controleren uw diensten de aanbiedingen van computermateriaal op hun waarheidsgetrouwheid ?

b) Comment ce controˆle est-il opéré précisément ?

b) Hoe gebeurt deze controle precies ?

4. a) Quel délai de garantie minimum doit-il être appliqué en ce qui concerne les ordinateurs ?

4. a) Welke garantietermijn moet minimaal gelden met betrekking tot computers ?

b) Quelles dispositions d’application ?

sont-elles

b) Welke wettelijke bepalingen zijn hier van toepassing ?

c) Est-il permis de ne pas préciser les conditions de garantie dans une publicité ?

c) Is het toegestaan dat de garantievoorwaarden niet worden aangehaald in een advertentie ?


légales

2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21971

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 178 de M. Roel Deseyn du 31 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 178 van de heer Roel Deseyn van 31 januari 2006 (N.) :

1. a) et b) et 2. La banque de données de la direction Générale du Controˆle et de la Médiation (DGCM) fournit les statistiques suivantes à propos des procès-verbaux d’avertissement et Pro Justitia dressés à l’encontre des vendeurs d’éléments d’ordinateurs.

1. a) en b) en 2.Uit de databank van de algemene directie Controle en Bemiddeling (ADCB) blijken volgende statistische gegevens over de processen-verbaal van waarschuwing en Pro Justitia’s die werden opgesteld tegen verkopers van computeronderdelen.

Année 2001 :

Jaar 2001 :

— 2 procès-verbaux d’avertissement pour publicité trompeuse;

— 2 processen-verbaal van waarschuwing wegens misleidende reclame;

— 1 Pro Justitia pour publicité trompeuse;

— 1 Pro Justitia wegens misleidende reclame;

— 1 Pro Justitia pour indication des prix équivoque.

— 1 Pro Justitia wegens dubbelzinnige prijsaanduiding.

Année 2002 :

Jaar 2002 :

— 1 procès-verbal d’avertissement pour indication des prix équivoque;

— 1 proces-verbaal van waarschuwing wegens dubbelzinnige prijsaanduiding;

— 1 Pro Justitia pour indication des prix équivoque.

— 1 Pro Justitia wegens dubbelzinnige prijsaanduiding.

Année 2003 :

Jaar 2003 :

— 1 Pro Justitia pour publicité trompeuse.

— 1 Pro Justitia wegens misleidende reclame.

Année 2004 :

Jaar 2004 :



Année 2005 :

Jaar 2005 :

— 2 procès-verbaux d’avertissement pour publicité trompeuse;

— 2 processen-verbaal van waarschuwing wegens misleidende reclame;



3. a) et b) La DGCM n’effectue pas d’enquêtes visant spécifiquement la vente d’éléments d’ordinateur. Les offres d’ordinateurs et de leurs éléments sont controˆlées dans le cadre d’enquêtes générales portant sur le respect de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur (LPCC), plus particulièrement sa section « indication des prix ». Ainsi l’article 2 LPCC dispose que lorsqu’on offre des produits en vente au consommateur il faut en indiquer le prix par écrit et d’une manière non équivoque. En exécution de l’article 6, 1, LPCC, il est stipulé à l’article 3 de l’arrêté royal du 30 juin 1996 relatif à l’indication des prix des produits et des services et au bon de commande qu’on ne peut pas indiquer des

3. a) en b) De ADCB voert geen onderzoeken uit die specifiek gericht zijn op de verkoop van computeronderdelen. De aanbiedingen van computers en onderdelen worden gecontroleerd in het kader van algemene onderzoeken, inzake de naleving van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (WHPC), meer bepaald de afdeling prijsaanduiding. Zo definieert artikel 2 van de WHPC, dat bij een tekoopaanbieding aan de consument de prijs van een product schriftelijk en ondubbelzinnig moet worden aangeduid. In uitvoering van artikel 6, 1, van de WHPC wordt gestipuleerd in artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 juni 1996 betreffende de prijsaanduiding van producten en


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21972

prix différents pour des produits identiques offerts en vente dans un même établissement, faute de quoi le prix à payer par le consommateur est le prix le plus bas.

diensten en de bestelbon, dat voor identieke producten die in een zelfde inrichting te koop worden aangeboden geen verschillende prijzen mogen worden aangeduid, zoniet is de door de consument te betalen prijs de laagst aangegeven prijs.

4. a) et b) Le 1er septembre 2004 a été promulguée la loi relative à la protection des consommateurs en cas de vente de biens de consommation (Moniteur belge du 21 septembre 2004). Entrée en vigueur le 1er janvier 2005, cette loi a inséré quelques nouveaux articles (1649bis à octies) dans le Code civil, à la suite des articles existants relatifs aux vices cachés (articles 1641 et suivants du Code civil).

4. a) en b) Op 1 september 2004 kwam de wet ter bescherming van de consumenten bij de verkoop van consumptiegoederen tot stand (Belgisch Staatsblad van 21 september 2004). Deze wet werd van kracht op 1 januari 2005 en laste enkele nieuwe artikelen (1649bis tot octies) in het Burgerlijk Wetboek, naast de bestaande artikelen met betrekking tot verborgen gebreken (artikel 1641 e.v. van het Burgerlijk Wetboek).

Ladite loi transpose en droit belge la Directive 1999/ 44/CE du 25 mai 1999 sur certains aspects de la vente et des garanties des biens de consommation. Aux termes de cette nouvelle loi, plus sévère, le vendeur répond de tout défaut de conformité qui existe lors de la délivrance du bien et qui apparaıˆt dans un délai de deux ans à compter de celle-ci. Les vendeurs de biens d’occasion peuvent limiter à un an le délai de garantie légal.

Deze wet zette de richtlijn 1999/44/EG van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop en de garantie voor consumptiegoederen om in Belgisch recht. In deze nieuwe en strengere wet is de verkoper aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming, dat bestaat bij de levering van de goederen voor zover het zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar na de levering. Verkopers van tweedehandsgoederen mogen de wettelijke waarborgtermijn beperken tot één jaar.

c) Ni la LPCC ni la nouvelle loi relative à la protection des consommateurs en cas de vente de biens de consommation n’obligent à fournir des informations sur les conditions de garantie dans les annonces. Toutefois l’article 30 LPCC stipule qu’au plus tard au moment de la conclusion de la vente, le vendeur doit apporter de bonne foi au consommateur les informations correctes et utiles relatives aux caractéristiques du produit ou du service et aux conditions de vente, compte tenu du besoin d’information exprimé par le consommateur et compte tenu de l’usage déclaré par le consommateur ou raisonnablement prévisible.

c) Noch de WHPC noch de nieuwe wet ter bescherming van de consument bij de verkoop van consumptiegoederen, voorzien in een informatieverplichting van de garantievoorwaarden in advertenties. Evenwel wordt in artikel 30 van de WHPC bepaald, dat ten laatste op het ogenblik van het sluiten van de verkoop, de verkoper ter goeder trouw aan de consument de behoorlijke en nuttige voorlichting moet geven betreffende de kenmerken van het product of de dienst en betreffende de verkoopsvoorwaarden, rekening houdend met de door de consument uitgedrukte behoefte aan voorlichting en rekening houdend met het door de consument meegedeelde of redelijkerwijze voorzienbare gebruik.

DO 2005200606595

DO 2005200606595

Question no 181 de Mme Colette Burgeon du 14 décembre 2005 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 181 van mevrouw Colette Burgeon van 14 december 2005 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Surréservations d’hoˆtel à l’étranger.

Overboekte hotels in het buitenland.

Les cas de surréservations d’hoˆtel à l’étranger se multiplient depuis quelque temps.

Sinds enige tijd worden steeds meer mensen geconfronteerd met een overboeking van hun gereserveerde hotelkamer(s).


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21973

Le consommateur lésé peut porter l’affaire devant le Commission de litiges voyages, spécialisée dans ce type de problèmes.

Benadeelde consumenten kunnen hun zaak aanhangig maken bij de Geschillencommissie Reizen, die gespecialiseerd is in de behandeling van dat soort problemen.

La procédure est moins chère que devant un tribunal : 10 % du montant réclamé par le consommateur avec un minimum de 100 euros. Si le consommateur obtient gain de cause, les frais lui seront remboursés par la partie adverse. S’il réclame un montant manifestement excessif, une partie des frais de procédure pourrait toutefois être laissée à sa charge.

Die procedure kost minder dan een rechtsgeding : de kosten belopen 10 % van het door de consument geeïste bedrag, met een minimum van 100 euro. Als de consument in het gelijk gesteld wordt, moet de tegenpartij hem de kosten terugbetalen. Vraagt hij een kennelijk buitensporige schadeloosstelling, dan kan het evenwel zijn dat hij zelf een deel van de procedurekosten moet betalen.

La décision est contraignante. Si le consommateur opte pour cette procédure, il n’y a pas d’appel possible devant un tribunal ordinaire (cf. Test-Achats no 493 de décembre 2005).

De beslissing van de Geschillencommissie is bindend. Als de consument voor deze procedure kiest, is er tegen de uitspraak van de commissie geen beroep meer mogelijk voor een gewone rechtbank (cf. Test Aankoop, editie 493 van december 2005).

1. Combien de cas litigieux ont été traités en 20042005 par la Commission de litiges voyages ?

1. Hoeveel geschillen behandelde de Geschillencommissie Reizen in 2004-2005 ?

2. Combien de sociétés de voyages ont été condamnées ?

2. Hoeveel touroperators werden er veroordeeld ?

3. a) Estimez-vous qu’il conviendrait qu’un appel soit possible devant un tribunal ordinaire ?

3. a) Vindt u dat er een beroepsmogelijkheid voor een gewone rechtbank moet worden ingesteld ?

b) Si non, pourquoi ?

b) Zo neen, waarom acht u dat niet nodig ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 181 de Mme Colette Burgeon du 14 décembre 2005 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 181 van mevrouw Colette Burgeon van 14 december 2005 (Fr.) :

1. En 2005, 137 dossiers ont été fixés en audience par la Commission de Litiges Voyages, dont 9 accords à l’amiable, soit 128 dossiers traités.

1. In 2005 werden 137 geschillen in zitting vastgesteld door de Geschillencommissie Reizen, waarvan 9 minnelijke schikkingen; zodoende werden 128 dossiers behandeld.

2. Dans 94 dossiers une entreprise de voyages a été condamnée.

2. In 94 dossiers werd een reisonderneming veroordeeld.

3. La possibilité d’appel d’une sentence arbitrale, devant la Commission de Litiges Voyages ou devant un tribunal, n’existe pas.

3. Er bestaat geen mogelijkheid tot beroep tegen een arbitrale uitspraak bij de Geschillencommissie Reizen of bij een rechtbank.

Le système d’arbitrage retenu par cette Commission se base notamment sur les dispositions du Code judiciaire. Il est accepté par toutes les parties et vise à régler les litiges à un moindre coût et de manière plus rapide et moins formaliste. Cet objectif a comme conséquence que les parties en litige s’accordent à accepter, sans possibilité d’appel, la sentence du collège arbitral. La composition paritaire de celui-ci (un président indépendant et au moins un représentant du secteur du voyage et un représentant des consommateurs) constitue incontestablement une garantie dans ce domaine.

Het arbitraal systeem dat is weerhouden door deze commissie, steunt in het bijzonder op de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. Het werd door alle partijen aanvaard en is erop gericht de geschillen te regelen tegen de minste kost en op een vluggere en minder formalistische manier. Deze doelstelling heeft als gevolg dat de bij het geschil betrokken partijen overeenkomen de uitspraak van het arbitraal college te aanvaarden zonder mogelijkheid van beroep. Zijn paritaire samenstelling (een onafhankelijke voorzitter en minstens een vertegenwoordiger van de reissector en een vertegenwoordiger van de verbruikers) vormt ontegensprekelijk een waarborg op dit vlak.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21974

Pour régler son litige, le consommateur reste cependant entièrement libre de s’adresser à la Commission de Litiges Voyages ou aux tribunaux.

Toch blijft de consument volledig vrij om zich voor de oplossing van zijn geschil te wenden tot de Geschillencommissie Reizen of tot de rechtbanken.

Le Code judiciaire a prévu une possibilité de recours en annulation de toute sentence arbitrale, auprès du tribunal de première instance dans les cas énumérés par la loi (sentence contraire à l’ordre public, excès de compétence, vice de procédure, etc.).

Het Gerechtelijk Wetboek heeft voorzien in de mogelijkheid van een beroep tot vernietiging van elke arbitrale uitspraak bij de rechtbank van eerste aanleg in de gevallen die de wet opsomt (een uitspraak die strijdig is met de openbare orde, machtsoverschrijding, procedurefout, enzovoort).

Le bon fonctionnement de la Commission de Litiges Voyages m’incite à penser qu’une procédure d’appel plus large ne s’impose pas actuellement.

De goede werking van de Geschillencommissie Reizen brengt me tot het oordeel dat een beroepsprocedure zich thans niet opdringt.

DO 2005200607159

DO 2005200607159

Question no 182 de M. Roel Deseyn du 6 février 2006 (N.) à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 182 van de heer Roel Deseyn van 6 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken :

Réduction du couˆt des appels d’un téléphone fixe à un téléphone mobile.

Goedkoper maken van het bellen van vast naar mobiel.

Au cours des dix dernières années, les prix de la plupart des communications téléphoniques ont enregistré des baisses systématiques, à l’exception des appels d’un téléphone fixe à un téléphone mobile. Le gouvernement a récemment annoncé son intention de faire baisser le prix d’une conversation téléphonique d’un poste fixe à un GSM. En effet, le couˆt d’un tel appel est parfois 4 à 7 fois plus élevé qu’une communication de GSM à GSM ou d’un poste fixe à un autre.

De prijs van de meeste gesprekken is de jongste tien jaar stelselmatig gedaald, behalve dan de verbindingen van een vaste naar een mobiele telefoon. Recentelijk kondigde de regering de intentie aan om de prijs van een telefoongesprek met een vast toestel naar een GSM te doen dalen. De kostprijs van een dergelijke oproep is immers soms 4 tot 7 keer hoger dan met het bellen van GSM naar GSM of met een vast toestel naar een ander vast toestel.

1. a) Peu de consommateurs sont au courant de l’existence des numéros 1399 ou 1299 ou du site web www.crdc.be. Comment comptez-vous les en informer ?

1. a) Hoe overweegt u ervoor te zorgen dat mensen beter op de hoogte worden gesteld van het bestaan van de nummers 1299 of 1399 of de website www.crdc.be ?

b) Quel pourcentage de la population est au courant de l’existence de ces numéros ou de ce site web ?

b) Hoeveel procent van de mensen is op de hoogte van de nummers of de website ?

2. Quelles initiatives envisagez-vous de prendre pour que le consommateur sache qu’il appelle un autre opérateur, éventuellement plus cher ?

2. Hoe overweegt u ervoor te zorgen dat mensen weten wanneer ze naar een andere, duurdere, operator bellen ?

3. a) Comment le simulateur de tarif qui sera bientoˆt disponible sur le site web de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) prendra-t-il en compte les habitudes d’appel d’un client vers d’autres opérateurs ?

3. a) Op welke wijze zal er in de tariefsimulator op de website van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) rekening worden gehouden met het belgedrag van een klant naar andere operatoren ?

b) Quand le simulateur sera-t-il disponible ?

b) Wanneer is de simulator te verwachten ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21975

Réponse de la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 182 de M. Roel Deseyn du 6 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 182 van de heer Roel Deseyn van 6 februari 2006 (N.) :

1. La base de données disponible aux adresses fournit des informations sur l’opérateur assurant le service d’un numéro d’appel donné. Durant la période allant du 1er octobre 2002 au 15 février 2005, cette base de données a été consultée 2 863 166 fois. L’IBPT ne connaıˆt pas le pourcentage du nombre de personnes qui sont au courant de l’existence de cette base de données. Néanmoins, le nombre de consultations nous laisse cependant penser qu’il s’agit d’un groupe relativement important. Afin d’accroıˆtre la notoriété de ces sites Internet, l’IBPT y fera référence sur la première page de son propre site Internet.

1. De gegevensbank bereikbaar via de webadressen verstrekt informatie over de operator die een bepaald oproepnummer bedient. In de periode tussen 1 oktober 2002 en 15 februari 2005 werd deze databank 2 863 166 keer geraadpleegd. Het BIPT is niet op de hoogte van het percentage van de mensen die op de hoogte zijn van het bestaan van deze databank. Maar het aantal raadplegingen doet toch vermoeden dat dit gaat over een vrij omvangrijke groep. Om de bekendheid van deze websites te verhogen zal het BIPT op haar website op de eerste pagina een verwijzing maken.

2. Une procédure triple a été mise au point. Elle vous permet de savoir si vous appelez un autre opérateur que le voˆtre :

2. Er werd een drievoudige procedure uitgewerkt. Op die manier heb je de mogelijkheid om te weten of je naar een andere operator dan de jouwe belt :

— en cas d’appel mobile, vous pouvez programmer votre GSM pour qu’un signal sonore soit émis lorsque l’appelant est abonné chez un autre opérateur. Il faut tout simplement appeler le numéro de téléphone gratuit 1299 et suivre les instructions;

— als je mobiel belt kan je je GSM zo instellen dat je een biepsignaal hoort als de diegene naar wie je belt bij een andere operator aangesloten is. Je belt gewoon naar het gratis telefoonnummer 1299 en volgt de instructies;

— vous introduisez son numéro sur un site web (pour les appels fixes et mobiles). 1299.be pour la prestation du service en néerlandais, 1399.be pour la prestation du service en français. 1499.be pour la prestation du service en allemand. 1450.be pour la prestation du service en anglais;

— je tikt zijn nummer in op een website (bij vast en mobiel bellen). 1299.be voor de levering van de dienst in het Nederlands. 1399.be voor de levering van de dienst in het Frans. 1499.be voor de levering van de dienst in het Duits. 1450.be; voor de levering van de dienst in het Engels;

— vous controˆlez via un numéro de téléphone gratuit (pour les appels fixes et mobiles). 1299 pour la prestation du service en néerlandais. 1399 pour la prestation du service en français. 1499 pour la prestation du service en allemand. 1450 pour la prestation du service en anglais.

— je checkt via een gratis telefoonnummer (bij vast en mobiel bellen). 1299 voor de levering van de dienst in het Nederlands. 1399 voor de levering van de dienst in het Frans. 1499 voor de levering van de dienst in het Duits. 1450 voor de levering van de dienst in het Engels.

3. a) Le projet de cahier des charges pour le simulateur de tarifs indique clairement que le simulateur de tarifs devra bien entendu tenir compte des tarifs des différents opérateurs de télécommunications. Désormais, ces tarifs font une distinction claire entre les appels vers d’autres opérateurs. Les habitudes téléphoniques de l’utilisateur en tiendront donc compte.

3. a) In het project van lastenboek voor de tariefsimulator is er duidelijk vermeld dat deze uiteraard rekening zal moeten houden met de tarieven van de diverse telecommunicatie operatoren. Welnu, in deze tarieven is er duidelijk een differentiatie tussen de oproepen naar andere operatoren. Het belgedrag van de gebruiker zal dus daarmee rekening houden.

b) L’IBPT prévoit qu’une version active du simulateur de tarifs sera disponible sur le site Internet de l’IBPT dans le courant du premier semestre de 2007. Ce délai apparemment long tient compte des différentes étapes devant encore être franchies. Une réunion de table ronde sera tout d’abord tenue avec les opérateurs et les représentants des organisations de défense des consommateurs. Ensuite, il conviendra d’obtenir l’avis de M. l’Inspecteur des

b) Het BIPT voorziet dat tijdens het eerste trimester van 2007 er een werkende versie van de tariefsimulator op de website van BIPT zal te vinden zijn. Deze ogenschijnlijk lange termijn houdt rekening met de diversen stappen die nog te vervullen zijn. Eerst zal er een ronde tafel vergadering worden gehouden met de operatoren en de vertegenwoordigers van consumentenorganisaties. Daarna zal het advies van de heer inspecteur van financie¨n


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21976

Finances. Puis le cahier des charges devra être publié par l’IBPT conformément aux règles européennes en la matière. Ensuite, l’IBPT analysera les offres reçues afin de choisir la meilleure offre. Ensuite commence vraiment le travail du contractant. Celui-ci consiste à concevoir le simulateur de tarifs, à le réaliser, et à en fournir une version test à l’IBPT. Lors de chaque phase, l’IBPT surveillera rigoureusement le suivi du cahier des charges et imposera les corrections nécessaires. Le planning prévu du » premier trimestre 2007 » pour la publication d’une version active sur le site internet tient compte de ces différentes étapes et est donc réaliste et concret.

dienen verkregen te worden. Daarna zal het lastenboek dienen gepubliceerd te worden door het BIPT met inachtneming van de Europese regels ter zake. Daarna zal het BIPT de ontvangen offertes analyseren om de beste offerte te kiezen. Daarna begint effectief het werk voor de contractant om de tariefsimulator te ontwerpen, te verwezenlijken en een test versie aan het BIPT te bezorgen. In elke fase zal het BIPT streng toezien dat het lastenboek gevolgd wordt en de nodige correcties opleggen. Het te verwachten tijdschema van « eerste trimester 2007 » om een werkende versie te publiceren op de website van BIPT houdt rekening met deze diverse stappen en is dus realistisch en concreet.

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2004200503064

DO 2004200503064

Question no 481 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 janvier 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 481 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 januari 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Nombre de contrats de vie commune conclus et dissous.

Aantal samenlevingscontracten dat gesloten werd en ontbonden.

Depuis le 1er janvier 2000, date d’entrée en vigueur de la loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabitation légale, les diverses formes de cohabitation revêtent un caractère officiel.

Aan de verschillende vormen van samenwoning kan sinds 1 januari 2000, dit is het ogenblik waarop de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning van kracht ging, een officieel karakter gegeven worden door de invoering van de wettelijke samenwoning.

Dans ce cadre, j’aimerais obtenir les données suivantes :

In dit kader ontving ik graag nog volgende gegevens :

1. a) Combien de contrats de vie commune ont été conclus, en 2004, en Flandre, en Wallonie et dans la Région bruxelloise ?

1. a) Hoeveel samenlevingscontracten werden in 2004 gesloten in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brusselse Gewest ?

b) Dans quelles villes ou communes ces contrats ontils été conclus ?

b) In welke steden/gemeenten werden die contracten gesloten ?

2. a) Combien de contrats de vie commune ont été dissous, en 2004, en Flandre, en Wallonie et dans la Région bruxelloise ?

2. a) Hoeveel samenlevingscontracten werden in 2004 ontbonden verklaard in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brusselse Gewest ?

b) Dans quelles villes ou communes ces contrats ontils été dissous ?

b) In welke steden/gemeenten werden die contracten ontbonden ?

3. En 2000, 2001, 2002 et 2003, ont été respectivement faites en Flandre 3 845, 19 846, 3 920 et 4 790 déclarations de cohabitation légale.

3. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden in Vlaanderen respectievelijk 3 845, 19 846, 3 920 en 4 790 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21977

Dans quelles villes ou communes ces déclarations ont-elles été faites et combien de déclarations dissoutes ont été enregistrées au cours de ces années dans ces mêmes villes ou communes ?

In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/gemeenten ?

4. En 2000, 2001, 2002 et 2003 ont été respectivement faites en Wallonie 1 061, 1 289, 4 422 et 4 903 déclarations de cohabitation légale.

4. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden in Wallonie¨ respectievelijk 1 061, 1 289, 4 422 en 4 903 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd.

Dans quelles villes ou communes ces déclarations ont-elles été faites et combien de déclarations dissoutes a-t-on recensées dans ces villes et communes au cours de ces années ?

In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/gemeenten ?

5. En 2000, 2001, 2002 et 2003 ont été respectivement faites dans la Région de Bruxelles-Capitale 238, 292, 616 et 1 570 déclarations de cohabitation légale. Dans quelles villes/communes ces déclarations ontelles été faites et combien de déclarations dissoutes a-ton recensées dans ces villes et communes au cours de ces années ?

5. In 2000, 2001, 2002 en 2003 werden er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest respectievelijk 238, 292, 616 en 1 570 verklaringen van wettelijke samenwoning afgelegd. In welke steden/gemeenten werden deze verklaringen afgelegd en hoeveel ontbonden verklaringen waren er in die jaren in die steden/ gemeenten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 481 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 13 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 481 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 13 januari 2005 (N.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2004200504788

DO 2004200504788

Question no 687 de M. Geert Lambert du 12 juillet 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Conseil d’E´tat. — Restitution des dossiers administratifs afférents aux affaires traitées.

Vraag nr. 687 van de heer Geert Lambert van 12 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Le 15 juin 2005, une nouvelle mesure est entrée en vigueur concernant la restitution des dossiers administratifs afférents aux affaires traitées par le Conseil d’E´tat : soit les parties viennent récupérer les dossiers dans le mois qui suit l’invitation, soit les dossiers sont expédiés, « port payé par le destinataire ».

Sedert 15 juni 2005 is een nieuwe maatregel van kracht met betrekking tot het terugbezorgen van de administratieve dossiers van de afgehandelde zaken bij de Raad van State. Ofwel halen de partijen de dossiers op binnen de maand na de uitnodiging ofwel worden ze opgestuurd « port betaald door bestemmeling ».

1. Comment et pour quelle raison cette mesure a-telle été prise ?

1. Hoe en waarom kwam deze maatregel tot stand ?

2. La mesure entraıˆnera sans aucun doute une grande surcharge de travail pour le greffe. Dans quelle mesure le greffe a-t-il été restructuré pour pouvoir faire face à cette nouvelle situation ?

2. De maatregel zal ongetwijfeld de griffie een grote overlast bezorgen. In hoeverre is de griffie geherstructureerd om dergelijke nieuwe situatie op te vangen ?

3. Cette mesure est-elle définitive ou procédera-t-on encore à une évaluation pour ensuite prendre une décision définitive ?

3. Kan u meedelen of deze genomen beslissing definitief is of wordt er een evaluatie gemaakt om dan tot een definitieve beslissing te komen ?


2005

Raad van State. — Terugbezorging administratieve dossiers van de afgehandelde zaken.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21978

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 mars 2006, à la question no 687 de M. Geert Lambert du 12 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 687 van de heer Geert Lambert van 12 juli 2005 (N.) :

1. Le Conseil d’E´tat a l’obligation, sur la base de la Loi relative aux Archives de l’E´tat, de conserver le dossier du greffe d’une affaire traitée et, après un certain temps, de le verser aux Archives de l’E´tat en accord avec celles-ci. Il a été clairement stipulé quels documents entrent en ligne de compte pour la conservation. Tous les autres documents du dossier entrent en ligne de compte pour la destruction. Les documents déposés par les parties au procès suite à une procédure devant le Conseil d’E´tat ne sont pas inclus dans les documents entrant en ligne de compte. D’ailleurs, strictement parlant, ces documents appartiennent aux parties au procès. Il y a en outre lieu de signaler que ces dossiers, même lorsqu’ils sont déposés par les parties requérantes, contiennent souvent des documents originaux, tels que des plans de construction, des documents d’identité, dont on peut supposer qu’ils auront une certaine utilité pour les parties, et ce également après la procédure devant le Conseil d’E´tat et qu’ils ne peuvent tout simplement pas être destinés à la destruction. C’est en raison du souci du Conseil d’E´tat, vu le caractère de ces documents, de les restituer aux parties au procès que la décision d’instaurer un système de restitution efficace de ces documents a été prise. E´tant donné que la restitution de ces documents aux parties ne peut pas grever les dépenses pour le courrier du Conseil d’E´tat (en fin de compte, ce ne sont pas les documents du Conseil d’E´tat mais bien ceux des parties), on a opté, selon l’épaisseur du dossier déposé, pour l’application de l’une ou de l’autre réglementation, à savoir :

1. De Raad van State heeft de verplichting op grond van de Wet op het Rijksarchief het griffiedossier van een afgehandelde zaak te bewaren en na verloop van tijd, in samenspraak met het Rijksarchief, over te dragen aan het Rijksarchief. Er werd duidelijk gestipuleerd welke stukken voor bewaring in aanmerking komen. Alle overige stukken van het dossier komen in aanmerking voor vernietiging. De stukken neergelegd door de procespartijen naar aanleiding van een geding voor de Raad van State zijn niet inbegrepen in deze stukken die voor bewaring in aanmerking komen. Deze stukken behoren trouwens strikt genomen de procespartijen toe. Er dient daarenboven te worden opgemerkt dat deze dossiers, ook wanneer neergelegd door de verzoekende partijen, vaak originele stukken bevatten, zoals bouwplannen, identiteitsdocumenten, waarvan kan aangenomen worden dat ze de partijen ook na het geding voor de Raad van State van nut zijn en niet zonder meer kunnen bestemd worden voor vernietiging. Het is omwille van de bekommernis van de Raad van State, gelet op het karakter van deze stukken, om ze terug te bezorgen aan de procespartijen dat de beslissing werd genomen om een sluitend systeem op te zetten ter terugbezorging van deze stukken.

— si les documents peuvent être envoyés avec l’arrêt définitif, puisque l’épaisseur de ces documents permet de les envoyer comme « envoi normalisé », ` titre ils sont envoyés avec l’arrêt à notifier. A d’indication, on peut admettre que cette réglementation s’applique à la majeure partie des cas;

— indien de stukken mee kunnen worden verzonden met het te betekenen eindarrest, daar de omvang van deze stukken toelaat om ze te verzenden als een’genormaliseerde zending’worden ze meegestuurd met het te betekenen eindarrest. Ter indicatie kan worden meegegeven dat deze regeling van toepassing is op het overgrote deel van de zaken;

— si l’épaisseur des documents est telle qu’ils ne peuvent pas être envoyés comme envoi normalisé (ces dossiers comptant parfois des milliers de pages), la partie est alors invitée à venir les retirer au greffe. Cette lettre est envoyée avec l’envoi notifiant l’arrêt définitif. Les parties se voient octroyer un délai d’un mois pendant lequel le dossier est conservé au greffe pour pouvoir y être retiré. Si la partie ne vient pas retirer le dossier dans le délai imparti, celui-ci sera envoyé avec « port payé par le destinataire » à l’adresse où le domicile a été élu pour la procédure. Le Conseil d’E´tat se voit obligé

— indien de omvang van de stukken zodanig is dat ze niet kunnen verzonden worden als genormaliseerde zending (soms bedragen deze bundels duizenden bladzijden) dan wordt de partij uitgenodigd deze te komen afhalen op de griffie. Deze brief wordt mee gestuurd samen met de zending waarbij het eindarrest wordt betekend. Er wordt de partijen een termijn gegeven van één maand tijdens welke het dossier ter afhaling wordt bewaard op de griffie. Indien de partij binnen deze termijn het dossier niet heeft afgehaald zal het aan het adres alwaar voor de procedure woonplaats


2005

Daar het terug bezorgen van deze stukken aan de partijen de uitgaven van de Raad van State voor de post niet mochten verzwaren (het zijn per slot van rekening geen stukken van de Raad van State maar van de partijen) werd, naargelang de omvang van het neergelegde bundel, er voor gekozen de ene of de andere regeling toe te passen, zijnde :

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21979

de faire payer les frais d’envoi par la partie qui reçoit le dossier puisque dans le cas contraire, le budget du Conseil d’E´tat serait grevé, ce qui, vu ses moyens financiers, n’est pas permis. En outre, il y a encore lieu de signaler qu’il s’agit des documents de la partie qui a, précisément, elle-même déposé ceux-ci au greffe.

werd gekozen worden gezonden « port betaald door bestemmeling ». De Raad van State ziet zich verplicht de verzendingskosten te doen betalen door de partij die het dossier ontvangt daar anders het budget van de Raad van State zou worden bezwaard, hetgeen de Raad, gelet op zijn financie¨le middelen, zich niet kan veroorloven. Daarenboven dient nogmaals te worden opgemerkt dat het stukken betreft van deze welbepaalde partij die door deze zelf ter griffie werden neergelegd.

2. Cette mesure ne signifie à aucun égard une plus grande charge de travail pour le greffe, bien au contraire. Avant l’existence de cette réglementation, le greffe devait se charger de conserver des centaines de dossiers appartenant aux parties, ce qui engendrait une plus grande charge de travail.

2. Deze maatregel betekent in geen enkel opzicht een grotere werklast voor de griffie, integendeel. Voó´r het bestaan van deze regeling diende de griffie in te staan voor de bewaring van honderden dossiers van de partijen, hetgeen een grote werklast met zich bracht.

3. Cette mesure est régulièrement évaluée, comme d’ailleurs toute mesure politique. Les résultats pour la première période sont très satisfaisants et il n’est provisoirement pas nécessaire d’adapter la nouvelle réglementation ou un certain nombre de modalités de celleci.

3. De maatregel wordt op geregelde tijdstippen, zoals trouwens elke beleidsmaatregel, gee¨valueerd. De resultaten voor de eerste periode zijn zeer bevredigend en voorlopig is er geen nood om de nieuwe regeling of een aantal modaliteiten ervan, aan te passen.

DO 2004200504743

DO 2004200504743

Question no 708 de M. Guido De Padt du 28 juillet 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 708 van de heer Guido De Padt van 28 juli 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Violence au sein du couple et violence familiale.

Partnergeweld en familiaal geweld.

On observe une augmentation des cas de violence au sein du couple et de violence familiale. La lutte contre ces deux formes de violence est loin d’être évidente.

Vastgesteld wordt dat partnergeweld en familiaal geweld meer en meer voorkomt. Het bestrijden van dergelijk geweld is verre van evident.

1. Combien de cas de difficultés familiales accompagnées de coups, si possible ventilés par arrondissement judiciaire, la police a-t-elle enregistrés en 2002, en 2003, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 ?

1. Hoeveel gevallen van « moeilijkheden in gezin met slagen » werden in 2002, 2003, 2004 en de eerste helft van 2005 door de politie geregistreerd, met zo mogelijk een opsplitsing per gerechtelijk arrondissement ?

2. Combien de cas de difficultés familiales non accompagnées de coups, si possible ventilés par arrondissement judiciaire, la police a-t-elle enregistrés en 2002, en 2003, en 2004 et au cours du premier semestre de 2005 ?

2. Hoeveel gevallen van « moeilijkheden in gezin zonder slagen » werden in 2002, 2003, 2004 en de eerste helft van 2005 door de politie geregistreerd, met zo mogelijk een opsplitsing per gerechtelijk arrondissement ?

3. Dans quelle mesure avez-vous à cet égard développé des mesures ces dernières années et quels points d’action sont encore prévus ?

3. In welke mate heeft u hieromtrent beleidsmaatregelen ontwikkeld in de voorbije jaren en welke actiepunten staan er nog op het programma ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 23 mars 2006, à la question no 708 de M. Guido De Padt du 6 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2006, op de vraag nr. 708 van de heer Guido De Padt van 6 juli 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vraag.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21980

1 et 2. En fonction des renseignements communiqués par la direction de la Banque Nationale des données policières, l’honorable membre trouvera cijoint les données statistiques en réponse à ses questions 1 et 2.

1 en 2. Overeenkomstig de inlichtingen die werden overgemaakt door de directie van de Nationale Politionele gegevensbank vindt het geachte lid in bijlage de statistische gegevens in antwoord op zijn vragen 1 en 2.

3. Afin d’assurer une implémentation efficace des services de police dans la politique d’exécution du « Plan National » en matière de violences conjugales, le conseil fédéral des ministres a chargé un groupe de travail, sous la direction du ministre pour l’E´galité des Chances, de l’élaboration d’un projet prévoyant notamment les modalités d’exécution pratique pour les services de police. Ce projet est actuellement finalisé. Il prévoit entre autres pour les services de police et d’autres groupes cibles tel que les fonctionnaires de prévention et les acteurs de terrain, en premier lieu des actions d’information et de sensibilisations vers le personnel de police, en collaboration avec d’autres partenaires divers. Dans le cadre de la formation de base des policiers sera également prévu un volet spécifique pour la formation et la sensibilisation des policier en matière de violences conjugales. Dans la pratique, outre le volet concernant les interventions judiciaires, l’uniformisation de l’enregistrement des plaintes et le suivi de celles-ci, l’on prévoit également la mise en œuvre d’un nombre de projets de prévention en matière de violences conjugales. L’aide aux victimes fait partie des taˆches de la police de base et doit dès lors être un souci permanent de chaque fonctionnaire de police.

3. Ten einde de politiediensten efficie¨nt te implementeren in de uitvoeringspolitiek van het « Nationaal Actieplan Partnergeweld », heeft de Federale Ministerraad een werkgroep gelast, onder leiding van de minister voor Gelijke Kansen, ten einde een project uit te werken dat voorziet in de praktische uitvoeringsmodaliteiten voor de politiediensten. Aan dit project wordt momenteel de laatste hand gelegd. Het voorziet onder meer voor de politiediensten en andere specifieke doelgroepen zoals preventieambtenaren en terreinwerkers, in de eerste plaats een informatieverspreiding en het inrichten van sensibiliseringsacties naar het politiepersoneel toe, in samenwerking met diverse andere partners. Er zal in het kader van de basisopleiding eveneens worden voorzien in een specifieke vorming van het politiepersoneel rond het partnergeweld. In de praktijk zal, behoudens het luik met betrekking tot de gerechtelijke tussenkomsten, het uniformiseren van de klachtenregistratie en de opvolging, dit eveneens verwezenlijkt worden door het uitwerken van een aantal preventieprojecten met betrekking tot het intrafamiliaal geweld. De slachtofferbejegening behoort tot de politiebasiszorg en moet dus een permanente zorg zijn van elk politieambtenaar.

Coups et blessures volontaires — Opzettelijke slagen en verwondingen

Intra familial — Binnen familie 2002

Anvers. — Antwerpen ........................................... Arlon. — Aarlen .................................................... Bruges. — Brugge .................................................. Bruxelles-19. — Brussel-19 ..................................... Charleroi ................................................................ Termonde. — Dendermonde .................................. Dinant .................................................................... Eupen ..................................................................... Gand. — Gent ....................................................... Hal-Vilvorde. — Halle-Vilvoorde .......................... Hasselt ................................................................... Huy. — Hoei ......................................................... Ypres. — Ieper ....................................................... Courtrai. — Kortrijk ............................................. Louvain. — Leuven ................................................ Liège. — Luik ........................................................ Marche-en-Famenne ............................................... Malines. — Mechelen ............................................


2003

1 880 213 647 2 437 1 473 1 220 402 74 1 145 728 653 239 108 604 514 1 723 122 432

2005

2006

1 920 215 686 2 599 1 775 1 134 419 70 1 394 773 637 315 118 587 562 1 827 152 420

2004

2 123 236 623 2 510 1 779 1 147 413 76 1 335 669 643 286 133 616 571 1 948 187 381

2005 (1e semestre) — 2005 (1e semester) 1 147 127 330 1 289 878 595 212 25 730 390 351 188 96 307 356 1 074 68 232


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21981


Intra familial — Binnen familie 2002

2003

2004

2005 (1e semestre) — 2005 (1e semester)

Mons. — Bergen .................................................... Namur. — Namen ................................................. Neufchaˆteau ........................................................... Nivelles. — Nijvel .................................................. Inconnu. — Onbekend ........................................... Audenarde. — Oudenaarde .................................... Tongres. — Tongeren ............................................ Tournai. — Doornik ............................................. Turnhout ............................................................... Verviers .................................................................. Furnes. — Veurne ..................................................

1 130 777 158 625 17 391 468 660 501 395 164

1 122 773 193 623 25 361 438 648 542 463 145

1 296 738 153 617 20 290 432 718 517 421 155

654 370 113 323 16 171 194 358 239 210 75

Total. — Totaal ....................................................

19 900

20 936

21 033

11 118


Dispute ou différend familial — Familiale twist, onenigheid 2002

Anvers. — Antwerpen ........................................... Arlon. — Aarlen .................................................... Bruges. — Brugge .................................................. Bruxelles-19. — Brussel-19 ..................................... Charleroi ................................................................ Termonde. — Dendermonde .................................. Dinant .................................................................... Eupen ..................................................................... Gand. — Gent ....................................................... Hal-Vilvorde. — Halle-Vilvoorde .......................... Hasselt ................................................................... Huy. — Hoei ......................................................... Ypres. — Ieper ....................................................... Courtrai. — Kortrijk ............................................. Louvain. — Leuven ................................................ Liège. — Luik ........................................................ Marche-en-Famenne ............................................... Malines. — Mechelen ............................................ Mons. — Bergen .................................................... Namur. — Namen ................................................. Neufchaˆteau ........................................................... Nivelles. — Nijvel .................................................. Inconnu. — Onbekend ........................................... Audenarde. — Oudenaarde .................................... Tongres. — Tongeren ............................................ Tournai. — Doornik .............................................


2003

447 212 955 181 1 856 954 378 40 879 271 150 173 56 228 201 439 122 147 200 273 116 890 10 332 116 299

2005

2006

355 208 447 201 1 745 805 367 40 798 256 130 215 41 176 151 442 147 135 203 247 139 868 25 216 96 201

2004

333 207 749 285 1 648 867 359 46 1 672 226 118 224 148 186 116 453 148 108 316 265 172 761 23 221 76 215

2005 (1e semestre) — 2005 (1e semester) 288 104 365 132 823 466 174 22 892 114 52 97 49 101 63 274 102 59 189 107 96 364 20 123 51 91


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21982


Dispute ou différend familial — Familiale twist, onenigheid 2002

2003

2005 (1e semestre) — 2005 (1e semester)

2004

Turnhout ............................................................... Verviers .................................................................. Furnes. — Veurne ..................................................

429 170 122

311 177 90

367 183 83

189 87 39

Total. — Totaal ....................................................

10 646

9 732

10 575

5 533

DO 2004200504997

DO 2004200504997

Question no 714 de M. Bart Laeremans du 24 août 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 714 van de heer Bart Laeremans van 24 augustus 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Moyens dont disposent les services incendie pour la lutte contre les feux de forêt.

Middelen van de brandweer voor de bestrijding van bosbranden.

En aouˆt dernier, le Portugal n’a pas réussi à maıˆtriser les nombreux feux de forêt qui se sont déclenchés sur son territoire et s’est donc vu contraint et forcé de demander l’aide des autres pays membres de l’UE. La Belgique n’a pas répondu à cet appel parce qu’elle ne dispose pas, nous revient-il, d’avions bombardiers d’eau. Aussi quelques courageux pompiers sont-ils partis par leurs propres moyens et à leurs propres frais, le 23 aouˆt 2005, pour prêter mainforte à leurs collègues portugais.

Portugal slaagde er in augustus 2005 niet in op eigen kracht de vele bosbranden op zijn grondgebied te blussen en riep noodgedwongen de hulp in van de andere EU-lidstaten. Belgie¨ is op deze vraag niet ingegaan, naar verluidt omdat het niet beschikt over blusvliegtuigen. Enkele moedige brandweerlui vertrokken op 23 augustus 2005 dan maar op eigen kracht en kosten naar het getroffen gebied om hun Portugese collega’s te helpen.

1. Quelle demande le Portugal a-t-il adressée à ses collègues européens ?

1. Welke vraag heeft Portugal aan zijn Europese collega’s gesteld ?

2. a) Quelle fut la réponse de la Belgique ?

2. a) Wat was het antwoord van Belgie¨ hierop ?

b) Des initiatives ont-elles été prises pour mobiliser des volontaires ?

b) Werden er initiatieven genomen om vrijwilligers te mobiliseren ?

3. Les dépenses consenties par les bénévoles partis par leurs propres moyens seront-elles remboursées ?

3. Zullen de kosten worden terugbetaald van de vrijwilligers die op eigen kracht vertrokken zijn ?

4. a) Comment explique-t-on que la Belgique ne dispose pas de matériel professionnel de lutte contre les feux de forêt ?

4. a) Hoe komt het dat Belgie¨ niet over professioneel materieel beschikt om bosbranden te bestrijden ?

b) Est-il exact que la Belgique ne dispose d’aucun avion bombardier d’eau ?

b) Is het waar dat Belgie¨ over geen enkel blusvliegtuig beschikt ?

c) Considère-t-on dès lors que les feux de forêt graves sont improbables dans nos régions ?

c) Is men dan van oordeel dat er zich bij ons geen ernstige bosbranden kunnen voordoen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21983

5. a) Avez-vous déjà pris vous-même des initiatives pour l’acquisition d’avions bombardiers d’eau et d’autre matériel adéquat ?

5. a) Heeft u zelf reeds initiatieven genomen om blusvliegtuigen en ander gepast materieel aan te schaffen ?

b) Ou cette matière relève-t-elle de la compétence des régions ?

b) Of zijn de gewesten terzake bevoegd ?

c) Une concertation a-t-elle déjà été menée à ce sujet ?

c) Werd hierover ooit overleg gepleegd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 714 de M. Bart Laeremans du 24 août 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 714 van de heer Bart Laeremans van 24 augustus 2005 (N.) :

1 et 2. Le Portugal a demandé des moyens logistiques spécifiques pour lutter contre les feux de forêts, tels des avions et des hélicoptères.

1 en 2. Portugal heeft specifieke logistieke middelen gevraagd om bosbranden te bestrijden, zoals vliegtuigen en helikopters.

2. a) E´tant donné que la Belgique ne dispose ni d’hélicoptères, ni d’avions spécialement dédicacés à la lutte contre les incendies, elle n’a pu réserver une suite favorable à cette demande.

2. a) Aangezien Belgie¨ niet beschikt over speciale helikopters en vliegtuigen bestemd voor brandbestrijding, heeft het geen gunstig gevolg kunnen geven aan dat verzoek.

b) et 3. La Belgique n’a pris aucune initiative pour mobiliser des volontaires pour la simple raison que le Portugal n’en avait pas fait le demande.

b) en 3. Belgie¨ heeft geen enkel initiatief genomen om vrijwilligers te mobiliseren omwille van de eenvoudige reden dat Portugal dat niet gevraagd had.

Par ailleurs, je ne perçois pas sur quelle base mon département pourrait ou devrait rembourser les coûts liés à l’intervention des personnes qui sont parties de leur propre initiative.

Bovendien zie ik niet in op welke basis mijn departement de kosten in verband met de interventie van personen die op eigen initiatief vertrokken zijn, zou kunnen of moeten terugbetalen.

4. Les feux de forêt d’une importance telle qu’ils nécessiteraient l’intervention de moyens aériens sont extrêmement rares dans notre pays.

4. Bosbranden die van zo’n omvang zijn dat ze de interventie van luchtmiddelen zouden vereisen, zijn uiterst zeldzaam in ons land.

L’honorable membre n’est pas sans savoir que le climat belge est nettement plus humide que celui des pays du pourtour méditerranéen.

Het geachte lid weet ongetwijfeld dat het Belgische klimaat vochtiger is dan het klimaat van de landen rond de Middellandse Zee.

Il s’ensuit que le risque d’incendies, d’une ampleur comparable à ceux qui se produisent dans ces pays, est voisin de zéro.

Daaruit vloeit voort dat het risico op branden, met een dergelijke omvang als de branden die zich in die landen voordoen, praktisch nihil is.

Il s’ensuit également que l’achat d’hélicoptères ou d’avions destinés spécifiquement à combattre les incendies en Belgique ne cadre pas dans une gestion efficace du Trésor.

Daaruit vloeit eveneens voort dat de aankoop van helikopters of vliegtuigen die in het bijzonder bestemd zijn om de branden in Belgie¨ te bestrijden, niet past in een efficie¨nt beheer van de staatskas.

5. a) Je puis toutefois rassurer l’honorable membre : la Police Fédérale a récemment acheté un bambibucket, c’est-à-dire un dispositif de largage d’eau à partir d’un contenant fixé au bout d’un caˆble accroché à un hélicoptère.

5. a) Ik kan het geachte lid evenwel gerust stellen : de Federale Politie heeft recentelijk een bambibucket aangekocht, dit wil zeggen een voorziening om water te lozen vanuit een vat dat vastgemaakt is aan het einde van een kabel aan een helikopter.

Si la nécessité de recourir à des moyens aériens était avérée, il pourrait être fait appel à ces hélicoptères étant entendu, cela va de soi, que l’opération serait dirigée par des pompiers.

Indien het gebruik van luchtmiddelen noodzakelijk blijkt, zou er een beroep gedaan kunnen worden op die helikopters, waarbij de operatie vanzelfsprekend door brandweermannen geleid zou worden.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21984

b) et c) Je rappelle que la matière de la sécurité nonpolicière est restée fédérale.

b) en c) Ik herinner eraan dat de materie van de nietpolitionele veiligheid federaal gebleven is.

Je rappelle également qu’il appartient au premier chef aux communes de prévoir tous les moyens nécessaires pour combattre notamment des incendies. L’aide de l’E´tat à cet égard ne peut être que supplétive.

Ik herinner er tevens aan dat het in de eerste plaats de gemeenten zijn die alle nodige middelen moeten voorzien om branden te bestrijden. De hulp van de Staat daaromtrent mag enkel aanvullend zijn.

DO 2005200606377

DO 2005200606377

Question no 794 de M. Francis Van den Eynde du 24 novembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 794 van de heer Francis Van den Eynde van 24 november 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services d’incendie de la Région Wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale. — Interventions dans des communes de la région de langue néerlandaise.

Brandweerkorpsen uit Waalse en Brusselse Gewest. — Tussenkomsten in gemeenten in het Nederlandse taalgebied.

1. Quels services d’incendie de la Région Wallonne ou de la Région de Bruxelles-Capitale interviennent également dans des communes situées dans la région de langue néerlandaise et combien de membres de chacun de ces services remplissent ou non les conditions légales en matière de connaissance du néerlandais ?

1. Kan u meedelen welke brandweerkorpsen uit het Waalse of uit het Brusselse Gewest ook instaan voor tussenkomsten in gemeenten die in het Nederlandse taalgebied gelegen zijn en hoeveel brandweerlieden van elk van deze korpsen de wettelijke kennis van de Nederlandse taal hebben en hoeveel niet ?

2. Les premiers bénéficient-ils d’une prime linguistique ?

2. Genieten de eersten een taalpremie ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 794 de M. Francis Van den Eynde du 24 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 794 van de heer Francis Van den Eynde van 24 november 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vragen.

1. Pour l’organisation générale des services d’incendie, les communes sont réparties en groupes régionaux. En principe, ces groupes se composent de communes qui sont toujours situées dans une même région linguistique. Les seules exceptions à cette règle sont : le service d’incendie de Herve qui assure les interventions dans la commune de Fourons et le service d’incendie d’Enghien qui assure les interventions dans les communes de Herne et de Biévène.

1. De gemeenten worden voor de algemene organisatie van brandweerdiensten ingedeeld in gewestelijke groepen. In beginsel bestaan deze groepen uit gemeenten die steeds in éénzelfde taalgebied gelegen zijn. De enige uitzonderingen hierop zijn : de brandweer van Herve die instaat voor de tussenkomsten in de gemeente Voeren en de brandweer van Edingen die instaat voor de tussenkomsten in de gemeenten Herne en Bever.

Par ailleurs, un service d’incendie d’une autre région linguistique peut évidemment toujours être appelé en renfort.

Uiteraard kan daarnaast ook steeds een brandweerkorps uit een ander taalgebied worden opgeroepen ter versterking.

Conformément aux lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative, si l’activité s’étend à plusieurs régions linguistiques, l’autorité peut recruter du personnel connaissant une des deux autres langues nationales. Le service d’incendie doit toutefois être organisé de façon telle que le public puisse faire usage, sans la moindre difficulté, des langues officielles de la circonscription.

Volgens de gecoo¨rdineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken kan de overheid, indien de werkkring meerdere taalgebieden bestrijkt, personeel aanstellen dat één van beide andere landstalen kent. De brandweerdienst moet wel zo georganiseerd worden dat het publiek, zonder enige moeite, te woord kan gestaan worden in de officie¨le talen van het werkgebied.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21985

Selon l’information donné par les corps il y a, sur les 54 membres du personnel du corps d’Enghien, 3 néerlandophones, 21 personnes qui parlent le néerlandais régulièrement et 12 qui le parient de manière plus sporadique.

Volgens de informatie gegeven door de korpsen zijn er op de 54 personeelsleden van het korps van Edingen, 3 Nederlandstaligen, 21 personen die regelmatig Nederlands spreken en 12 die het meer sporadisch spreken.

La commune de Fourons est protégée par le poste avancé de Battice du service d’incendie de Herve. Ce poste avancé comprend 25 pompiers. Parmi eux, l’un est néerlandophone, 3 sont bilingues et 5 parlent le néerlandais régulièrement.

De gemeente Voeren wordt beschermd door de voorpost Battice van de brandweer Herve. Deze voorpost beschikt over 25 brandweerlieden. Onder hen bevinden zich 1 Nederlandstalige, 3 tweetaligen en 5 personen die regelmatig Nederlands spreken.

2. Des primes linguistiques ne sont prévues ni à Herve, ni à Enghien.

2. Noch in Herve, noch in Edingen worden taalpremies voorzien.

DO 2005200606572

DO 2005200606572

Question no 821 de Mme Greet Van Gool du 12 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 821 van mevrouw Greet Van Gool van 12 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Plan catastrophe pour les personnes ayant un handicap auditif.

Rampenplan voor mensen met een auditieve handicap.

Quand une catastrophe se produit, il est capital que les riverains en soient informés le plus rapidement possible. Aujourd’hui, ils le sont principalement par la radio, des sirènes, etc. La province d’Anvers a récemment mis au point un système (baptisé « réseau informatique de crise », CIN) qui permet de prévenir en même temps par téléphone un groupe important de personnes d’incidents survenus à proximité de chez elles et qui diffuse des instructions que la population est invitée à suivre. Ce système est financé par l’Intérieur et par la députation permanente.

Wanneer er zich een ramp voordoet is het van cruciaal belang dat de omwonenden daar zo snel mogelijk van op de hoogte gesteld worden. Vandaag gebeurt dit voornamelijk via radio, sirenes en andere. Onlangs heeft de provincie Antwerpen een systeem ontwikkeld (crisisinformaticanetwerk CIN) dat toelaat om per telefoon gelijktijdig een grote groep mensen te verwittigen van incidenten in hun omgeving en dat instructies geeft die de bevolking het best opvolgt. Dit systeem wordt gefinancierd door Binnenlandse Zaken en door de bestendige deputatie.

Toutefois, ce type de système fonctionne presque toujours avec des signaux sonores de sorte que les personnes ayant un handicap auditif ne sont pas alertées par eux. Par conséquent, il est capital de mettre le plus vite possible en place un dispositif qui permette de prévenir ces personnes-là aussi de la survenue de tel ou tel incident.

Deze systemen werken evenwel bijna altijd met geluidssignalen, zodat mensen met een auditieve handicap hierdoor niet gealarmeerd worden en het is dan ook van cruciaal belang dat er zo snel mogelijk een systeem komt waardoor ook deze mensen in kennis gesteld kunnen worden van het voorval.

En outre, les personnes qui souffrent de difficultés auditives ont du mal à se faire comprendre lorsqu’elles ont elles-mêmes besoin d’aide ou veulent signaler qu’une catastrophe s’est produite. Aussi est-il nécessaire d’élaborer un système, par exemple par SMS, qui permette aux personnes affectées de troubles de l’audition de demander de l’aide.

Verder ondervinden mensen met gehoorsproblemen ook moeilijkheden om zich verstaanbaar te maken wanneer ze zelf de hulp nodig hebben of wanneer ze willen melden dat er zich een ramp heeft voorgedaan. Daarom dient er ook een systeem te komen, bijvoorbeeld via SMS, waarmee mensen met gehoorstoornissen hulp kunnen vragen.

En réponse à mes questions précédentes, vous avez dit que vous examiniez la possibilité d’étendre le système d’alarme fédéral existant en y adjoignant une banque de données qui devrait permettre d’envoyer un message au fax des sourds et par lequel il sera possible d’envoyer un e-mail ou un SMS. Vous avez ajouté que vous examiniez s’il ne serait pas possible de faire en

In antwoord op mijn eerdere vragen heeft u gesteld dat onderzocht wordt of het bestaande federale alarmeringssysteem uitgebreid zou kunnen worden met een databank die zou moeten toelaten om een bericht te sturen naar de dovenfax en via welke het mogelijk zal zijn een e-mail of SMS-bericht te versturen en dat onderzocht wordt of mensen met een auditieve handi-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21986

sorte que les personnes affectées d’un handicap auditif puissent communiquer avec les centres 100 par SMS. 1. Ou` en sont ces dossiers ?

cap zich via SMS-berichten in verbinding kunnen stellen met de 100-centra. 1. Wat is de stand van zaken van deze dossiers ?

2. Pourriez-vous faire savoir si, lorsque le réseau d’information de crise a été mis en place dans la province d’Anvers, il a également été tenu compte du problème spécifique des personnes affectées d’un handicap auditif ? Comment pourrait-on veiller à ce qu’elles aussi soient alertées lorsqu’un incident s’est produit ?

2. Kan u meedelen of er bij de installatie van het crisisinformatienetwerk in de provincie Antwerpen ook rekening gehouden werd met de specifieke problematiek van personen met een auditieve handicap, en hoe ervoor gezorgd kan worden dat ook zij gecontacteerd zullen worden wanneer er zich een incident voordoet ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 821 de Mme Greet Van Gool du 12 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 821 van mevrouw Greet Van Gool van 12 december 2005 (N.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Une étude, destinée à examiner sur le plan technique et financier la manière dont les e-mails et les SMS peuvent être intégrés dans le système national d’alerte, est en cours.

1. Er is een studie aan de gang, waarbij technisch/ financieel wordt onderzocht hoe e-mails en SMSberichten kunnen worden geı¨ntegreerd in het nationaal alarmeringssysteem.

Mes services projettent en effet de faire prochainement l’acquisition d’un système informatique permettant d’envoyer des SMS.

Mijn diensten zijn immers van plan om binnenkort een informaticasysteem dat de mogelijkheid biedt om SMS-berichten te versturen aan te schaffen.

L’accessibilité aux services de secours pour les sourds et les malentendants est actuellement examinée dans le cadre des discussions, relatives à l’intégration des numéros 100 et 101 en un numéro unique 112, entamées entre les différents services publics fédéraux concernés.

De toegankelijkheid van de hulpdiensten voor doven en slechthorenden wordt momenteel bestudeerd in het kader van de besprekingen betreffende de integratie van de nummers 100 en 101 in een uniek nummer 112, die aangevat werden tussen de verschillende betrokken federale overheidsdiensten.

2. Actuellement, le réseau provincial d’information de crise de la province d’Anvers ne tient pas compte de la problématique des personnes souffrant d’un handicap auditif.

2. Het huidige provinciale crisisinformatienetwerk van de provincie Antwerpen houdt geen rekening met de problematiek van de personen met een auditieve handicap.

De manière générale, les personnes qui se trouvent ou se rendent dans une zone dangereuse sont également informées par les services de secours au moyen des canaux classiques : télévision, radio, journaux lumineux et haut-parleurs installés sur des véhicules de police, etc.

In het algemeen worden de personen die zich in een gevarenzone bevinden of zich ernaar begeven eveneens door de hulpdiensten verwittigd via de klassieke kanalen : TV, radio, lichtkranten en luidsprekers op politievoertuigen, enzovoort.

DO 2005200606689

DO 2005200606689

Question no 830 de M. Carl Devlies du 22 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 830 van de heer Carl Devlies van 22 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Services d’incendie. — Supplément de traitement et heures supplémentaires des officiers de carrière.

Brandweer. — Weddensupplement en overuren van de beroepsofficieren.

La circulaire du 3 mars 1995 (publication 29 mars 1995) permet aux communes d’accorder un supplé-

De omzendbrief van 3 maart 1995 (publicatie 29 maart 1995) laat aan de gemeenten toe een wedden-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21987

ment de traitement à certains officiers des services publics d’incendie pour prestations de garde accomplies à domicile au moyen d’un système d’appel, conformément aux conditions fixées.

supplement te verlenen aan sommige brandweerofficieren van de openbare brandweerdiensten voor effectieve permanent thuis verrichte wachtprestaties door middel van een oproepsysteem, overeenkomstig de voorwaarden bepaald door dit besluit.

Une de ces conditions est que le supplément de traitement susmentionné pour les gardes assurées à domicile n’est pas cumulable avec des indemnités octroyées pour prestations de nuit, de samedi et de dimanche. Une autre condition à remplir pour pouvoir percevoir ce supplément de traitement est de faire un choix non modifiable dans la même fonction, en le communiquant par écrit, en faveur d’un supplément de traitement.

Een van de voorwaarden van dit besluit is dat het hoger vernoemde weddensupplement voor wacht aan huis niet cumuleerbaar is met vergoedingen voor effectieve nacht-, zaterdagen zondagprestaties. Een andere voorwaarde om dit weddensupplement te kunnen genieten, is een niet wijzigbare keuze doen binnen dezelfde functie, schriftelijk meegedeeld, ten voordele van een weddensupplement.

Les officiers des services d’incendie qui ont fait le choix de percevoir ce supplément de traitement pourraient-ils se voir également verser des rémunérations pour les heures supplémentaires de service de garde dans la caserne ainsi que pour les prestations fournies en dehors des heures de service dans le cadre d’une garde incendie organisée par avance à l’occasion de divers événements tels que festivals de musique, notamment de rock, braderies, etc. ?

Kunnen brandweerofficieren die de keuze gemaakt hebben om dit weddensupplement te genieten nog uitbetaald worden voor overuren gepresteerd voor wachtdiensten in de kazerne, en voor prestaties gepresteerd buiten de diensturen in het kader van een op voorhand georganiseerde brandwacht naar aanleiding van allerlei evenementen zoals muziek- en rockfestivals, braderijen en dergelijke ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 830 de M. Carl Devlies du 22 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 830 van de heer Carl Devlies van 22 december 2005 (N.) :


Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vraag.

Le supplément de traitement octroyé pour prestations de garde, visé par la circulaire ministérielle du 3 mars 1995, n’est en effet pas cumulable avec les indemnités pour prestations de nuit, de samedi et de dimanche.

Het weddensupplement voor wachtprestaties, zoals bedoeld in de ministerie¨le omzendbrief van 3 maart 1995, is inderdaad niet cumuleerbaar met de vergoedingen voor nacht-, zaterdagen zondagprestaties.

La fixation des modalités d’octroi du supplément de traitement pour prestations de garde relève de l’autonomie communale, moyennant le respect des conditions de la circulaire susvisée.

Het behoort tot de gemeentelijke autonomie om de modaliteiten vast te leggen van de toekenning van het weddensupplement voor wachtprestaties, binnen de voorwaarden van bovenvermelde omzendbrief.

Certaines communes ont dès lors décidé d’instaurer un système selon lequel l’officier décide d’opter pour un supplément de traitement sous la forme de forfait ou en fonction des heures prestées.

Sommige gemeenten hebben derhalve beslist om een systeem in te voeren volgens hetwelk een officier kan kiezen voor een weddensupplement onder de vorm van een forfaitair bedrag of in functie van de gepresteerde uren.

Les communes sont libres de fixer les conséquences de ce choix.

De gemeenten zijn vrij om de gevolgen van deze keuze vast te leggen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21988

DO 2005200606693

DO 2005200606693

Question no 832 de Mme Nancy Caslo du 22 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 832 van mevrouw Nancy Caslo van 22 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Prime de fin d’année des policiers. — Double précompte professionnel. ` la suite d’un problème d’encodage, plusieurs A agents de police ont reçu une prime de fin d’année amputée d’un double précompte professionnel.

Eindejaarspremies van de politie. — Dubbele bedrijfsvoorheffing.

Les personnes concernées peuvent réclamer une avance correspondant au précompte professionnel induˆment perçu.

De getroffenen kunnen een voorschot vragen gelijk aan de bedrijfsvoorheffing die werd afgehouden.

Retenue d’un double précompte professionnel, salaires payés en retard, la rémunération des agents de police semble toujours être à l’origine de nombreux problèmes. ` quoi est due exactement la retenue d’un double 1. A précompte professionnel ?

Dubbele bedrijfsvoorheffingen, achterstallige lonen, enzovoort, het correct verlonen van politiemensen verloopt nog steeds chaotisch.

2. Quand ce problème sera-t-il réglé ?

Ingevolge een probleem in de codering hebben verschillende politieagenten hun eindejaarspremie gekregen waarbij de bedrijfsvoorheffing tweemaal werd afgehouden.

1. Waar situeert zich het probleem van de dubbele voorheffing exact ? 2. Wanneer zal dit opgelost zijn ?

3. Quelles initiatives sont prises pour éviter de tels problèmes à l’avenir ?

3. Wat wordt er ondernomen om dit in de toekomst te vermijden ?

4. a) Quel service est chargé du versement des rémunérations ? ` quelles problèmes ce service est-il confronté ? b) A

4. a) Welke dienst is belast met de verloning in het algemeen ?

c) Souffre-t-il d’une pénurie de personnel ?

c) Is er een personeelstekort ?

d) Le matériel informatique utilisé serait-il désuet ?

d) Wordt er gewerkt met verouderde infefficie¨nte informatica-uitrusting ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 23 mars 2006, à la question no 832 de Mme Nancy Caslo du 22 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2006, op de vraag nr. 832 van mevrouw Nancy Caslo van 22 december 2005 (N.) :

En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis lui communiquer ce qui suit.

In antwoord op haar vragen kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

Il est correct que pour 64 membres du personnel pour lesquels, dans le courant de 2005, une adaptation rétroactive (avec effet à 2003 et 2004) du salaire devait intervenir, le SSGPI a utilisé, à cet effet, une codification spécifique ayant résulté en un nouveau calcul automatique pour la prime de fin d’année des années précédentes. Les effets fiscaux d’un nouveau calcul ainsi encodé tombent entièrement à charge de la prime de fin d’année 2005.

Het klopt dat voor 64 personeelsleden voor wie in de loop van 2005 een retroactieve aanpassing (met effect op de jaren 2003 en 2004) van de wedde dient te gebeuren het SSGPI dit heeft gedaan met gebruik van een specifieke codificatie die voor gevolg heeft gehad dat een automatische herberekening is gebeurd ook voor de eindejaarstoelage van de vorige jaren. De fiscale gevolgen van een aldus gecodeerde herberekening worden volledig ten laste van de eindejaarstoelage 2005 werden gelegd.

L’erreur a été immédiatement reconnue mais les règles procédurales fiscales en vigueur ne permettent pas que des corrections soient encore appliquées avec

De fout werd onmiddellijk onderkend doch de geldende fiscale procedureregels laten niet toe dat nog correcties worden doorgevoerd met een aanpassing


2005

b) Wat loopt er fout ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21989

une adaptation des fiches fiscales de l’année — entretemps conclue — fiscale 2005. La correction définitive ne peut être effectuée que dans les fiches fiscales de l’année 2006.

van de fiscale fiches van het — inmiddels afgesloten — fiscale inkomstenjaar 2005. De definitieve correctie kan pas doorgevoerd worden in de fiscale fiches van het jaar 2006.

Tout ceci aurait pour conséquence que le décompte final en faveur du membre du personnel ne peut intervenir que lors du traitement de la déclaration fiscale dans le courant de l’année 2007. Pareil désavantage ne peut être défendu; pour cette raison, les membres du personnel concernés ont tous été personnellement contactés, la situation leur a été expliquée et une solution sur mesure a été élaborée. La solution consiste en liquidant — aux membres du personnel qui le souhaitaient — le déficit sous forme d’une avance qui ne devra être remboursée qu’après le décompte fiscal final.

Dit alles zou voor gevolg hebben dat de uiteindelijke afrekening ten gunste van het personeelslid pas kan gebeuren bij de verwerking van de fiscale aangifte in de loop van het jaar 2007. Dergelijk nadeel valt niet te verdedigen, daarom werden de betrokken personeelsleden allen persoonlijk gecontacteerd, werd hen de toestand toegelicht en werd een oplossing op maat uitgewerkt. De oplossing bestaat uit het — aan de betrokken personeelsleden die het wensten — uitkeren van het tekort onder de vorm van een voorschot dat pas na de uiteindelijke fiscale verrekening dient terugbetaald te worden.

L’ensemble du paiement des salaires est confié à la collaboration de certains services :

Het geheel van de verloning is toevertrouwd aan de samenwerking van een aantal diensten :

— Les responsables du personnel pour la fourniture des droits.

— De personeelsverantwoordelijken voor het aanleveren van de rechten.

— le SSGPI pour le controˆle de l’application correcte des règles statutaires et l’introduction des droits dans les banques de données du moteur salarial.

— Het SSGPI voor de controle op de correcte toepassing van de statutaire regels en de invoering van de rechten in de databanken van de loonmotor.

— Le SCDF (SPF Finances) gère le moteur salarial, exécute les calculs et transmet les fichiers de paiement et les pièces justificatives comptables à l’autorité compétente.

— De CDVU (FOD Financie¨n) beheert de loonmotor, voert de berekeningen uit en maakt de betalingsbestanden en de boekhoudkundige verantwoordingsstukken over aan de bevoegde overheid.

— Le paiement final est effectué par le comptable compétent (le receveur local pour la police locale, le SCDF pour la police fédérale).

— De uiteindelijke uitbetaling gebeurt door de bevoegde rekenplichtige (de lokale ontvanger voor de lokale politie, de CDVU voor de federale politie).

Je me permets de contester que le paiement des salaires des membres du personnel de la police se déroule encore toujours de manière chaotique. Après un démarrage très difficile et la reprise des données, il y a en effet eu un problème très aigu relatif à la vérification nécessaire et la régularisation de la période préalable à la reprise par le moteur salarial du SCDF. Il est correct que la liquidation comptable des périodes écoulées — suite au défaut de certains fichiers justificatifs à fournir par le SCDF — n’a pas encore été entièrement finalisée. Il reste également encore un nombre limité de litiges pour lesquels des membres du personnel individuels contestent l’interprétation et les calculs qui en résultent.

Dat de verloning van de politiepersoneelsleden nog steeds chaotisch verloopt durf ik tegenspreken. Na een zeer moeilijke opstart en overname van de gegevens is er inderdaad een prangend probleem geweest met betrekking tot de noodzakelijke verificatie en regularisatie van de periode voor de opname in de loonmotor van de CDVU. Het klopt dat de boekhoudkundige afwikkeling van de voorbije periodes — ten gevolge van het uitblijven van bepaalde verantwoordende bestanden aan te leveren door de CDVU — nog niet volledig is afgerond. Eveneens zijn er nog een beperkt aantal litiges waarbij individuele personeelsleden de interpretatie en de daaruit voortvloeiende berekeningen betwisten.

Le calcul des salaires pour environ 47 000 membres du personnel gérés via le SSGPI, se déroule entre-temps raisonnablement et ils sont payés à temps et correctement. Compte tenu des membres du personnel avec leurs droits individuels, leur situation familiale changeante, les prestations irrégulières et les allocations dans les services de police, des régularisations seront toujours nécessaires.

De berekening van de lopende lonen voor de bijna 47 000 via het SSGPI beheerde personeelsleden verloopt inmiddels echter naar behoren en de personeelsleden worden tijdig en correct betaald. Gelet het aantal personeelsleden met elk hun individuele rechten, wijzigende familiale toestand en de onregelmatige prestaties en de daaraan gekoppelde toelagen binnen de politiediensten zullen er steeds regularisaties noodzakelijk zijn.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21990

En ce qui concerne votre question au sujet d’un déficit éventuel en personnel et/ou un équipement informatique obsolète, je peux affirmer que la situation au sein du SSGPI — malgré une rotation du personnel assez élevée en raison des possibilités de la mobilité — est sous controˆle. En ce qui concerne la situation au sein du SCDF, je tiens à renvoyer au ministre compétent, le ministre des Finances. (Question no 1204 du 24 mars 2006.)

Wat uw vraag naar een eventueel personeelstekort en/of verouderde informatica-uitrusting betreft kan ik enkel stellen dat de toestand binnen het SSGPI — alhoewel er gelet de mogelijkheden van de mobiliteit een relatief hoog personeelsverloop is — onder controle is. Betreffende de toestand binnen de CDVU dien ik naar de bevoegde collega, de minister van Financie¨n, te verwijzen. (Vraag nr. 1204 van 24 maart 2006.)

DO 2005200606712

DO 2005200606712

Question no 836 de Mme Nancy Caslo du 27 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 836 van mevrouw Nancy Caslo van 27 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Analyse de risques.

Risicoanalyse.

L’analyse de risques vise à fournir un aperçu du taux de couverture dans notre pays et servira de base à la réforme de la sécurité civile.

De risicoanalyse moet een overzicht geven van de dekkingsgraad in ons land. Op basis hiervan zal de hervorming van de civiele veiligheid gestoeld worden.

Par le passé, la province d’Anvers a réalisé ellemême une analyse de risques. Cette version était toutefois nettement plus détaillée. Contrairement à l’analyse actuelle, elle tenait compte de la typologie (nombre d’habitants, caractère rural, nombre d’immeubles à appartements, etc.).

In het verleden deed de provincie Antwerpen zelf een risicoanalyse. Deze versie was echter veel gedetailleerder. In tegenstelling met de huidige analyse werd rekening gehouden met typologie (bevolkingsaantal, landelijk karakter, aantal appartementsgebouwen, enzovoort).

1. a) Pourquoi avez-vous opté pour une analyse de risques « simple » ?

1. a) Waarom koos u voor de « eenvoudige » risicoanalyse ?

b) En ne tenant pas compte de diverses autres données, ne présente-t-on pas une image tronquée en ce qui concerne les délais d’intervention, etc. ?

b) Door geen rekening te houden met diverse andere gegevens, wordt er dan geen verkeerd beeld gecreeërd inzake aanrijtijden en dergelijke ?

2. Combien couˆte l’analyse de risques ?

2. Wat is de kostprijs van de risicoanalyse ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 836 de Mme Nancy Caslo du 27 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 836 van mevrouw Nancy Caslo van 27 december 2005 (N.) :


Het geachte lid kan hieronder het antwoord vinden op zijn vragen.

1. a) Il est vrai que les résultats intermédiaires de l’analyse des risques donnaient uniquement le pourcentage de couverture de la population. Malgré le retard encouru par l’étude, le marché public sera entièrement exécuté et le Consortium des Universités fournira une analyse détaillée des risques.

1. a) De tussentijdse resultaten van de risicoanalyse gaven inderdaad enkel de dekkingsgraad van de bevolking weer. Niettegenstaande de vertraging die het onderzoek opgelopen heeft, zal de overheidsopdracht volledig uitgevoerd worden en zal het Consortium van Universiteiten een gedetailleerde risicoanalyse afleveren.

Celle-ci tiendra compte notamment de la population, du type d’habitation, des données cadastrales et du réseau routier.

Deze zal onder meer rekening houden met bevolkingsaantal, type van de bebouwing, kadastrale gegevens en het wegennet.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21991

b) Le modèle informatisé paramétrable permettra, en fonction des risques récurrents et des risques particuliers, de formuler des hypothèses relatives à l’implantation optimale des casernes et à la capacité requise pour ces postes. Des paramètres tels que le temps d’arrivée pourront être modifiés et testés en tant qu’hypothèses de travail.

b) Het parameetbaar computermodel zal toelaten om, in functie van de recurrente en bijzondere risico’s, hypotheses inzake de optimale inplanting van de kazernes en inzake de vereiste capaciteit van deze posten te maken. De parameters, zoals de aanrijtijd, kunnen dan naar keuze veranderd en getest worden.

2. Le marché public relatif à l’exécution de l’analyse des risques a été attribué pour le montant de 872 000 euros.

2. De overheidsopdracht tot uitvoering van de risicoanalyse werd toegekend voor het bedrag van 872 000 euro.

DO 2005200606717

DO 2005200606717

Question no 837 de M. Ortwin Depoortere du 27 décembre 2005 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 837 van de heer Ortwin Depoortere van 27 december 2005 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Dissolution de l’OBT de Gand.

Opdoeken van het OBT in Gent.

L’unité spéciale chargée de la lutte contre les nuisances ou OBT (« Overlast-Bestrijdings Team ») de la police gantoise va être dissoute. Le chef de la zone de Gand a pris cette décision après que le Comité P s’est penché sur le fonctionnement de cette unité de 24 personnes. Selon le Comité P, l’OBT exerce des taˆches qui incombent à la police fédérale.

De speciale politie-eenheid OBT (OverlastBestrijdings Team) van de Gentse politie, wordt ontbonden. De Gentse zonechef besliste hiertoe nadat het Comité P zich over de werking van de 24-man sterke eenheid boog. Volgens het Comité P voert het OBT taken uit die het moet overlaten aan de federale polite.

Le chef de zone, qui partage manifestement les conclusions du Comité P, a toutefois précisé que l’OBT comblait une zone grise. En outre, la police fédérale déplorerait également la situation dès lors que l’OBT allégeait en partie son travail.

De zonechef die de conclusies blijkbaar deelt van het Comité P voegt er evenwel aan toe dat er een grjze zone was die het OBT invulde. Daarenboven is ook de federale politie — naar verluidt -niet gelukkig met de gang van zaken omdat het OBT deels hun werk verlichtte.

En d’autres termes, une unité de police va être dissoute, alors que cette dissolution ne profite à personne : ni à la police fédérale, ni aux membres de l’OBT de la police locale.

Met andere woorden, een politie-eenheid wordt ontbonden, waarbij niemand met die ontbinding gediend is, noch de federale politie, noch de lokale OBT-teamleden.

1. Selon le Comité P, quelles taˆches l’OBT de Gand ne pouvait-il pas assumer ?

1. Welke taken mocht, volgens het Comité P, het Gentse OBT niet nemen ?

2. Les conclusions du Comité P sont-elles justifiées eu égard à la « zone grise » évoquée par le chef de la zone de Gand ?

2. Zijn de conclusies van het Comité P terecht, gezien « de grijze zone » waarover de Gentse zonechef het heeft ?

3. Existe-t-il une solution légale pour permettre à l’OBT de Gand de continuer à exercer ses taˆches ?

3. Is er een wettige oplossing mogelijk om het Gentse OBT terug zijn taken te laten vervullen ?

4. Les conclusions du Comité P ont-elles des conséquences pour d’autres villes et communes connaissant une situation analogue ?

4. Hebben de conclusies van het Comité P gevolgen voor andere steden en gemeenten met gelijkaardige situaties ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 837 de M. Ortwin Depoortere du 27 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 837 van de heer Ortwin Depoortere van 27 december 2005 (N.) :


Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21992

1. Sur la base des renseignements qui ont été communiqués par le chef de corps de Gand, il appert que d’après le Comité P, le fonctionnement du « Overlast Bestrijdingsteam », avec le temps, s’était trop rapproché du fonctionnement des services spéciaux d’intervention de la police fédérale. La direction du corps de police ne nie pas cette constatation, mais précise que cette nécessité, s’est imposée avec le temps par le fait que la police fédérale ne pouvait, à tout moment, fournir l’appui de ses services spéciaux d’intervention à la police locale. Dès lors, en accord avec le Comité Permanent de Controˆle des services de police, il a effectivement été décidé de réorienter le « Overlast Bestrijdingsteam » vers d’autres taˆches plus appropriées.

1. Uit de inlichtingen die werden overgemaakt door de korpsleiding van Gent blijkt dat volgens het Comité P, de werking van het « Overlast Bestrijdingsteam » door de jaren heen te nauw ging aanleunen bij de werking van de bijzondere interventiediensten van de federale politie. De korpsleiding ontkent deze vaststelling niet, maar verduidelijkt dat deze noodzaak zich door de tijd heen heeft opgedrongen omdat de federale politie niet altijd en op elk ogenblik de steun van haar gespecialiseerde diensten kon waarborgen. In overleg met Comité P werd inderdaad geconcludeerd het OBT te herorie¨nteren naar een andere taakinvulling.

2. La « zone grise » dont parle le chef de corps de la police locale, concerne un domaine qui se situe entre le service de base de la police locale et les services spécialisés de la police fédérale. Lorsque le Comité Permanent de Controˆle des services de police, lors de son enquête, constate que le fonctionnement de l’OBT s’oriente plutoˆt vers les taˆches d’un service spécial d’intervention, les conclusions du Comité P me semblent effectivement justifiées. Il ne faut pas perdre de vue que ces constatations cadrent dans la philosophie du fonctionnement intégré de la police, dans laquelle la police locale est principalement chargée du service de police de base à la population et la police fédérale de l’appui spécialisé.

2. De « grijze zone » waarover de korpschef het heeft, betreft een domein dat zich situeert tussen de lokale politiebasiszorg en de gespecialiseerde politiezorg. Wanneer het Comité P bij haar onderzoek vaststelt dat de werking van het OBT meer gaat aanleunen bij de taken van een gespecialiseerd interventieteam, dan lijkt haar conclusie uiteraard terecht. Men moet steeds voor ogen hebben dat deze vaststelling kadert in de filosofie van de geı¨ntegreerde politiewerking, waarbij de lokale politie hoofdzakelijk gelast is met de politiebasiszorg en de federale politie met de gespecialiseerde ondersteuning.

3. La direction du corps de police locale de Gand insiste sur le fait que l’OBT de Gand n’est pas supprimé, comme semble le prétendre l’honorable membre. L’OBT continuera à exister, il est vrai sous une autre dénomination, mais son fonctionnement sera tout simplement réorienté dans la philosophie d’un fonctionnement intégré, afin de se rapprocher davantage du core-business de la police locale.

3. De korpsleiding van de politie Gent benadrukt het feit dat het Gentse OBT-team niet wordt « opgedoekt » zoals het achtbare lid laat blijken. Het OBT-team blijft bestaan, al ware het onder een andere benaming, maar de werking wordt gewoon geherorie¨nteerd in de filosofie van de geı¨ntegreerde politiewerking, om beter aan te leunen bij de core-business van de lokale politie.

4. Cela me semble en effet logique. Pour le moment une concertation est organisée entre la direction Générale de l’Appui Opérationnel de la police fédérale et les différents corps de police locales qui disposent de ce type de team (Anvers, Namur et Liège).

4. Dit zou mij logisch lijken. Op dit ogenblik zijn er trouwens gesprekken aan de gang tussen de algemene directie van de Operationele steun van de federale politie en de lokale korpsen die over een dergelijk team beschikken (Antwerpen, Namen en Luik).

DO 2005200606830

DO 2005200606830

Question no 856 de M. Guido Tastenhoye du 11 janvier 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 856 van de heer Guido Tastenhoye van 11 januari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Nombre de personnes régularisées sur la base de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers de 1980.

Aantal personen dat werd geregulariseerd op basis van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980.

L’article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et

Artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21993

l’éloignement des étrangers, dénommée ci-après loi sur les étrangers de 1980, prévoit la possibilité pour le ministre de procéder individuellement à la régularisation d’un étranger en situation illégale pour raisons humanitaires.

verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen hierna vreemdelingenwet van 1980 genoemd, voorziet in de mogelijkheid voor de minister om op individuele basis over te gaan tot regularisatie van een illegale vreemdeling om humanitaire redenen.

1. Pourriez-vous me communiquer le nombre de personnes qui ont introduit en 2005 une demande de régularisation sur la base de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers de 1980 ainsi que le nombre de personnes qui ont effectivement été régularisées de cette manière en 2005 ?

1. Kan u meedelen hoeveel personen in het jaar 2005 een aanvraag indienden om te worden geregulariseerd op basis van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980, en kan tevens meedelen hoeveel personen daadwerkelijk op deze wijze werden geregulariseerd in 2005 ?

2. Pourriez-vous me fournir les mêmes données pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et 2004 ?

2. Kan u dezelfde gegevens verstrekken voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 ?

3. Pourriez-vous également me communiquer le délai moyen actuel pour l’examen d’une demande de régularisation introduite dans le cadre de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers de 1980 ?

3. Kan u tevens meedelen wat momenteel de gemiddelde duurtijd is voor de behandeling van een regularisatieaanvraag in het kader van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980 ?

4. Quel est par ailleurs le sort réservé aux personnes dont la demande, introduite dans le cadre de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers, a été rejetée ?

4. Kan u tevens meedelen wat er daadwerkelijk gebeurt met de personen van wie de aanvraag in het kader van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980, werd afgewezen ?

5. La demande de régularisation introduite dans le cadre de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers de 1980, a-t-elle un caractère suspensif ? En d’autres termes, un demandeur ne peut-il être expulsé pendant la durée d’examen de sa demande et quelle est la procédure appliquée dans la pratique en la matière ?

5. Werkt de regularisatieaanvraag in het kader van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980 opschortend, met andere woorden mag een aanvrager niet worden uitgewezen zolang zijn aanvraag in behandeling is, en welke handelwijze wordt hier in de praktijk gehanteerd ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 23 mars 2006, à la question no 856 de M. Guido Tastenhoye du 11 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2006, op de vraag nr. 856 van de heer Guido Tastenhoye van 11 januari 2006 (N.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1. En 2005, l’Office des étrangers (OE) a reçu 15 927 demandes de séjour sur la base de l’article 9, troisième alinéa, de la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980. En 2005, 5 422 demandes au total ont été acceptées sur la base de l’article 9, troisième alinéa, de la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980 (le nombre de demandes acceptées n’est pas uniquement lié aux nouveaux dossiers introduits en 2005).

1. In het jaar 2005 werden er door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) 15 927 verblijfsaanvragen ontvangen op basis van artikel 9, 3e lid van de vreemdelingenwet van 15 december 1980. In het jaar 2005 werden in totaal 5 422 aanvragen op basis van artikel 9, 3e lid van de vreemdelingenwet van 15 december 1980 ingewilligd, (het aantal ingewilligde aanvragen heeft niet enkel betrekking op de nieuwe dossiers die in 2005 werden ingediend).

2. Pour 2000 à 2004 compris, il n’y a pas de chiffres similaires disponibles.

2. Voor de jaren 2000 tot en met 2004 zijn geen vergelijkbare cijfers beschikbaar.

3. Le principe LIFO est déjà appliqué depuis un certain temps pour le traitement de ce type de demandes. En moyenne, les nouvelles demandes ont été traitées dans les 4 mois. De plus, actuellement, environ 41 % des dossiers sont traités dans les 8 mois.

3. Het LIFO-principe wordt al een tijd toegepast voor de behandeling van dit soort aanvragen. Gemiddeld genomen worden nieuwe aanvragen afgehandeld binnen de 4 maanden. Verder wordt op dit ogenblik ongeveer 41 % van de dossiers binnen de 8 maanden afgehandeld.

4. Après que la demande de séjour de l’intéressé a été refusée sur la base de l’article 9, troisième alinéa,

4. Nadat de verblijfsaanvraag van de betrokkene op basis van artikel 9, 3e lid werd afgewezen, wordt,


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21994

un ordre de quitter le territoire (OQT) est délivré si l’étranger n’a pas d’autre procédure en cours. Par l’intermédiaire des bourgmestres, il est demandé aux services de police locaux de réaliser un controˆle à l’adresse des personnes qui sont censées avoir quitté le territoire. Un projet-pilote a été lancé en 2003 afin d’améliorer la collaboration avec les communes en matière d’éloignement des étrangers qui sont en séjour illégal.

indien betrokkene geen andere procedure meer lopen heeft, een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) verstrekt. Er wordt aan de lokale politiediensten, via de burgemeesters, gevraagd een controle op het adres uit te voeren van de personen die geacht worden het grondgebied te hebben verlaten. Om deze samenwerking te optimaliseren, startte in 2003 een pilootproject met als doel de samenwerking met de gemeenten inzake de verwijdering van vreemdelingen die zich in illegaal verblijf bevinden, te verbeteren.

5. La loi sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers du 15 décembre 1980 ne prévoit pas d’effet suspensif pour l’article 9, troisième alinéa, de la procédure. La simple introduction d’une demande de séjour sur la base de l’article 9, troisième alinéa, ne modifie pas le statut de séjour du demandeur.

5. De wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen van 15 december 1980 voorziet geen opschortend effect voor de procedure artikel 9, 3e lid. Het louter indienen van een verblijfsaanvraag op basis van artikel 9, 3e lid, wijzigt de verblijfsstatus van de aanvrager niet.

DO 2005200607218

DO 2005200607218

Question no 894 de M. Ortwin Depoortere du 14 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 894 van de heer Ortwin Depoortere van 14 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Non-reconnaissance des orages de juillet, aouˆt et septembre 2005 comme catastrophe naturelle.

Uitblijvende erkenning van de onweders in juli, augustus en september 2005.

En 2005, la province de Flandre orientale a été frappée à plusieurs reprises par la violence des éléments naturels. Deux de ces phénomènes naturels ont à présent été reconnus comme catastrophe naturelle.

In 2005 werd de provincie Oost-Vlaanderen verschillende keren getroffen door natuurgeweld. Twee van die natuurfenomenen zijn nu erkend als ramp.

Il s’agit des inondations des 3 en 4 juillet 2005 dans le Meetjesland et le sud-ouest de la province et des pluies abondantes et averses de grêle du 29 juin 2005, qui ont surtout causé d’importants dégaˆts dans l’est de la province de Flandre orientale.

Het gaat om de overstromingen op 3 en 4 juli 2005 in het Meetjesland en in het zuidwesten van de provincie. De tweede erkende ramp is de zware regenval met hagelbuien op 29 juni 2005, die vooral in het oostelijke deel van de provincie Oost-Vlaanderen veel schade aanrichtte.

Outre ces reconnaissances, plusieurs phénomènes naturels n’ont pas été reconnus comme catastrophe, dont notamment les pluies et chuˆtes de neige abondantes des 25, 26, 27 en 28 novembre 2005 (qui ont pourtant donné lieu à 11 dossiers d’indemnisation) ainsi que les pluies abondantes et averses de grêle du 18 juillet 2005 à Gavere et Nazareth.

Naast deze erkenningen werden ook een aantal « rampen » niet erkend, namelijk de zware sneeuw- en regenval op 25, 26, 27 en 28 november 2005 (nochtans waren er 11 schadeclaims) en de hevige regen met hagelbuien op 18 juli 2005 in Gavere en Nazareth.

Trois phénomènes naturels n’ont pas encore fait l’objet d’une décision : les violents orages des 29 en 30 juillet (42 dossiers d’indemnisation), des 19 en 29 aouˆt (313 dossiers d’indemnisation émanant de 15 communes) et des 10 en 11 septembre 2005 (465 dossiers d’indemnisation dans 12 communes).

Over drie gevallen is nog geen beslissing gevallen. Het gaat om zware onweders op 29 en 30 juli (42 schadedossiers), op 19 en 29 augustus (313 schadedossiers uit 15 gemeenten) en op 10 en 11 september 2005 (465 schadedossiers in 12 gemeenten).

1. Pour quelle raison les précipitations de neige, de pluie et de grêle de novembre et du 18 juillet 2005 n’ont-elles pas été reconnues comme catastrophe naturelle ?

1. Wat is de reden dat de sneeuw-, regen- en hagelval van november en 18 juli 2005 niet werd erkend als natuurramp ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21995

2. a) Quand une décision sera-t-elle prise en ce qui concerne les trois autres phénomènes d’orages violents ?

2. a) Wanneer wordt een beslissing genomen inzake de onweders van de drie andere onwederfenomenen ?

b) Pourquoi n’a-t-on toujours pas pris de décision à ce sujet ?

b) Waarom werd tot op heden geen beslissing genomen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 894 de M. Ortwin Depoortere du 14 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 894 van de heer Ortwin Depoortere van 14 februari 2006 (N.) :

J’ai l’honneur de fournir les informations suivantes à l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.

Pour qu’un phénomène naturel soit reconnu comme calamité publique, deux conditions doivent être remplies simultanément.

Opdat een natuurverschijnsel als algemene ramp kan worden erkend, moeten twee voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn.

Le phénomène doit présenter un caractère exceptionnel et avoir causé des dégaˆts importants; le montant total des dommages doit être supérieur à 1 250 000 euros et le montant moyen par dossier familial doit être supérieur à 5 000 euros.

Het fenomeen moet een uitzonderlijk karakter vertonen én belangrijke schade veroorzaakt hebben; het totaal bedrag van de schade moet hoger liggen dan 1 250 000 euro en het gemiddeld bedrag per gezinsdossier moet hoger zijn dan 5 000 euro.

Ces conditions sont reprises dans la circulaire ministérielle du 30 novembre 2001 concernant l’application de la loi du 12 juillet 1976 relative à la réparation de certains dommages causés à des biens privés par des calamités naturelles — nouveaux critères de reconnaissance des calamités publiques.

Deze voorwaarden zijn opgenomen in de ministerie¨le omzendbrief van 30 november 2001 betreffende de toepassing van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen — nieuwe normen voor erkenning als natuurramp.

1. Un certain nombre de sinistres n’ont pas été reconnus comme calamité publique pour les raisons suivantes :

1. Een aantal schadefeiten werden niet als algemene ramp erkend om volgende redenen :

— Les pluies intenses, accompagnées de grêlons, survenues le 18 juillet 2005 dans les communes de Gavere et de Nazareth.

— De hevige regenval met hagelbuien van 18 juli 2005 in de gemeenten Gavere en Nazareth.

Pour les deux communes confondues, les dégaˆts ont été estimés à 798 890 euros. Ce montant est nettement inférieur au montant minimum prévu par la susdite circulaire, de sorte que ce sinistre n’entre pas en ligne de compte pour une reconnaissance comme calamité publique.

Voor beide gemeenten samen werd de schade op 798 1390 euro geraamd. Dit bedrag ligt aanzienlijk lager dan het minimumbedrag vooropgesteld in de voorgenoemde omzendbrief, zodat dit schadefeit niet in aanmerking komt voor een erkenning als algemene ramp.

— Les abondantes chutes de neige des 25 et 26 novembre 2005.

— De hevige sneeuwval van 25 en 26 november 2005.

Il ressort de l’avis de l’IRM que l’épaisseur de la couche de neige était localement très importante mais en aucun cas exceptionnelle; de telles valeurs sont observées plusieurs fois par an dans le réseau anémométrique belge de mesure et ne peuvent pas être considérées comme exceptionnelles. Les abondantes chutes de neige des 25 et 26 novembre 2005 ne peuvent donc pas être prises en compte pour une reconnaissance comme calamité publique.

Uit het advies van het KMI blijkt dat de dikte van de sneeuwlaag lokaal zéér hoog was, maar in géén geval uitzonderlijk; dergelijke waarden worden per jaar meerdere malen waargenomen in het Belgische anemometrische meetnet en kunnen niet als uitzonderlijk worden beschouwd. Bijgevolg kan de hevige sneeuwval van 25 en 26 november 2005 niet in aanmerking worden genomen voor een erkenning als algemene ramp.

— Les fortes pluies des 27 et 28 novembre 2005.


— De hevige regenval van 27 en 28 november 2005. 2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21996

Selon les informations fournies par les Gouverneurs de province, le montant total des dégaˆts s’élève à 1 053 953.11 euros. Ce montant est donc inférieur au montant minimum prévu par la circulaire du 30 novembre 2001, de sorte que les fortes pluies des 27 et 28 novembre 2005 ne peuvent pas être prises en compte pour une reconnaissance comme calamité publique.

Volgens de door de Provinciegouverneurs verstrekte gegevens bedraagt de totale schade 1 053 953,11 euro. Dit bedrag ligt dus lager dan het minimumbedrag vooropgesteld in de omzendbrief van 30 november 2001, zodat de hevige neerslag van 27 en 28 november 2005 niet in aanmerking kan worden genomen voor een erkenning ais algemene ramp.

2. a) Le 24 février 2006, le Conseil des ministres a marqué son accord quant à la reconnaissance des phénomènes naturels suivants comme calamités :

2. a) Op 24 februari 2006 gaf de Ministerraad zijn goedkeuring voor de erkenning van volgende rampen :

1. Les chutes de grêle survenues le 17 juillet 2004 sur le territoire de plusieurs communes des provinces de Flandre occidentale et de Flandre orientale.

1. De hagelbuien die hebben plaatsgevonden op 17 juli 2004 op het grondgebied van verschillende gemeenten van de provincies WestVlaanderen en Oost-Vlaanderen.

2. L’extension de la délimitation géographique des pluies intenses, localement accompagnées de grêlons de dimension importante, survenues le 29 juin 2005 sur le territoire de plusieurs communes des provinces du Brabant flamand, du Brabant wallon, de Flandre orientale, de Hainaut, de Liège, de Namur et de l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale.

2. De uitbreiding van de territoriale uitgestrektheid van de hevige regenval, plaatselijk vergezeld van grote hagelkorrels, die heeft plaatsgevonden op 29 juni 2005 op het grondgebied van verschillende gemeenten van de provincies Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, OostVlaanderen, Henegouwen, Luik, Namen en van het administratief arrondissement BrusselHoofdstad.

3. Les pluies intenses, localement accompagnées de grêlons de dimension importante, survenues les 29 et 30 juillet 2005 sur le territoire de plusieurs communes des provinces d’Anvers, du Brabant flamand, du Brabant wallon, de Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Hainaut, de Liège, de Limbourg et de l’arrondissement administratif de BruxellesCapitale.

3. De hevige regenval, plaatselijk vergezeld van grote hagelkorrels, die heeft plaatsgevonden op 29 en 30 juli 2005 op het grondgebied van verschillende gemeenten van de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Luik, Limburg en van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

4. Les pluies intenses survenues les 19 et 20 août 2005 sur le territoire de plusieurs communes des provinces du Brabant flamand, de Flandre occidentale, de Flandre orientale et de Hainaut.

4. De hevige regenval die heeft plaatsgevonden op 19 en 20 augustus 2005 op het grondgebied van verschillende gemeenten van de provincies Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen, OostVlaanderen en Henegouwen.

5. Les pluies intenses survenues les 10 et 11 septembre 2005 sur le territoire de plusieurs communes des provinces d’Anvers, du Brabant flamand, du Brabant wallon, de Flandre occidentale, de Flandre orientale, de Hainaut, de Limbourg, de Luxembourg, de Namur et de l’arrondissement administratif de BruxellesCapitale.

5. De hevige regenval die heeft plaatsgevonden op 10 en 11 september 2005 op het grondgebied van verschillende gemeenten van de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Limburg, Luxemburg, Namen en van het administratief arrondissement BrusselHoofdstad.

b) Les personnes sinistrées ne peuvent introduire leur dossier qu’après la publication de l’arrêté de reconnaissance au Moniteur belge.

b) Pas na publicatie van het erkenningsbesluit in het Belgisch Staatsblad kunnen de getroffenen hun dossier indienen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21997

DO 2005200607241

DO 2005200607241

Question no 896 de M. Hagen Goyvaerts du 15 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 896 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Enlèvement des paratonnerres radioactifs. — Contamination à proximité. — Maison de repos d’Aubel.

Verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. — Omliggende besmettingen. — Geval bejaardentehuis in Aubel.

La question de la contamination qui subsiste dans le cadre de l’enlèvement des paratonnerres comportant des éléments radioactifs, est toujours d’actualité.

Bij de verwijdering van bliksemafleiders met radioactieve elementen blijft de problematiek van de achtergebleven besmettingen een actueel onderwerp.

Le 9 février 2006, un article publié dans les pages régionales du journal Le Jour Verviers. — Vivre à Verviers relatait un incident survenu à la maison de repos d’Aubel.

Op 9 februari 2006 werd op de regionale pagina’s van de krant « Le Jour Verviers. — Vivre à Verviers » een artikel gepubliceerd aangaande een incident dat heeft plaatsgevonden bij het bejaardentehuis van Aubel.

Dans ce cas aussi, il a été constaté lors de l’enlèvement et du démontage des paratonnerres (du type Holemans-Souply, en l’occurrence) que les trois sources radioactives Ra-226 avaient disparu. D’après l’article du journal, une seule source Ra-226 a été retrouvée dans le jardin de la maison de repos, à l’occasion de mesures d’environnement. Celles-ci révélèrent une forte hausse du taux de radioactivité (plusieurs centaines de microSievert/heure), ce qui permit de localiser la source et de délimiter l’endroit concerné. Il semble que les deux autres sources aient disparu dans la nature.

Ook in dit geval werd bij de verwijdering en de ontmanteling van de bliksemafleiders (in dit geval van het type Holemans-Souply) vastgesteld dat de drie radioactieve Ra-226 bronnen niet meer aanwezig waren. Volgens het krantenbericht werd bij het uitvoeren van omgevingsbesmettingen één Ra-226 bron teruggevonden in de tuin van het bejaardentehuis. De omgevingsmetingen toonden een sterk verhoogd stralingsniveau (meerdere honderden microSievert/uur) aan waardoor de bron kon worden gelokaliseerd en de betrokken plaats afgebakend. De twee andere bronnen blijken spoorloos te zijn.

1. L’article publié dans le journal concorde-t-il avec ce qui a été constaté par l’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) ?

1. Klopt de berichtgeving in de krant met de vaststellingen van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) ?

2. Quelles consignes les sociétés agréées pour l’enlèvement des paratonnerres ont-elles reçues en ce qui concerne pareilles situations ?

2. Welke instructies werden aan de erkende verwijderaars gegeven met betrekking tot dergelijke gevallen ?

3. Au cours des dernières années, dans combien de cas des sources radioactives provenant de paratonnerres ont-elles été retrouvées dans un périmètre plus ou moins large ?

3. Hoeveel gevallen zijn er over de afgelopen jaren gekend waarbij radioactieve bronnen afkomstig van bliksemafleiders in de wijde omgeving werden teruggevonden ?

4. a) Compte tenu de la quantité considérable de paratonnerres du type Holemans-Souply qui furent installés à l’époque, l’AFCN dispose-t-elle, comme on peut le présumer, d’un inventaire détaillé en la matière ?

4. a) Gelet op de aanzienlijke hoeveelheid bliksemafleiders van het type Holemans-Souply die destijds werden geı¨nstalleerd, neem ik aan dat het FANC over een uitvoerige inventaris beschikt ?

b) Dans l’affirmative, les propriétaires concernés ontils été informés à ce sujet depuis le début de la campagne d’enlèvement ?

b) Zo ja, werden de betrokken eigenaars sinds de start van de verwijderingscampagne door het FANC hierover ingelicht ?

5. Une suite favorable a-t-elle été réservée jusqu’ici à l’appel lancé par l’AFCN pour qu’il soit procédé à l’enlèvement immédiat des paratonnerres ?

5. Werd er tot op heden een gunstig gevolg gegeven aan de oproep van het FANC om de bliksemafleiders onverwijld te laten verwijderen ?

6. Dans la négative, dans quelle mesure l’AFCN assure-t-elle un suivi en la matière et met-elle les

6. Zo neen, in welke mate volgt het FANC die onwillige eigenaars op en maant ze deze aan om werk te


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21998

propriétaires récalcitrants en demeure de s’occuper de l’enlèvement de(s) paratonnerre(s) se trouvant sur leur propriété ?

maken van het verwijderen van de bliksemafleider(s) op hun eigendom ?

7. Qui assume la responsabilité de l’enlèvement et du conditionnement de sources radioactives qui ne sont « pas » retrouvées à proximité immédiate de l’endroit ou` était installé un paratonnerre ?

7. Wie draagt de verantwoordelijkheid voor het verwijderen en conditioneren van dergelijke radioactieve bronnen die « niet » in de onmiddellijke omgeving van de inplanting van de bliksemafleider worden teruggevonden ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 896 de M. Hagen Goyvaerts du 15 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 896 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 februari 2006 (N.) :

1. Le 16 janvier 2006, lors de l’enlèvement d’un paratonnerre contenant des sources radioactives installé sur la maison de repos « Résidence Le Kan » à Aubel, l’entreprise de démontage a constaté effectivement que plus aucune source n’était présente sur le paratonnerre. Lors de mesures complémentaires réalisées sur des pièces du paratonnerre, cette entreprise a constaté une augmentation du niveau de rayonnement de l’ordre de 220 µSv/h à hauteur d’une conduite d’évacuation des eaux de pluie. L’entreprise en a informé l’AFCN le 19 janvier 2006. Le 20 janvier 2006, l’entreprise de démontage a délimité un périmètre de sécurité d’environ 1 m2 autour de l’endroit où l’augmentation du rayonnement avait été mesurée. Une inspection menée par un inspecteur nucléaire de l’AFCN le 25 janvier a confirmé ces mesures. Des mesures complémentaires ont permis à l’inspecteur de repérer une source. L’inspecteur a isolé cette source et l’a confinée dans un endroit sécurisé en vue de son traitement ultérieur. Après l’enlèvement de la source, le sol présentait encore un niveau de rayonnement légèrement supérieur au fond de rayonnement naturel. Cette augmentation est probablement due à la contamination locale du sol. L’AFCN a immédiatement sommé le propriétaire d’entreprendre les démarches nécessaires afin de procéder à l’élimination de cette contamination par une entreprise spécialisée.

1. Bij de verwijdering van een bliksemopvanger met radioactieve bronnen op 16 januari 2006 bij het rusthuis « Résidence Le Kan » te Aubel, heeft de verwijderaar effectief vastgesteld dat er geen bronnen meer aanwezig waren op de bliksemopvanger. Bij bijkomende metingen van de onderdelen van de bliksemafleider heeft de verwijderaar ter hoogte van een afvoerpijp voor regenwater een verhoogd stralingsniveau van 220 µSv/h vastgesteld. De verwijderaar heeft het FANC hierover ingelicht op 19 januari 2006. Op 20 januari heeft de verwijderaar een afbakening geplaatst van ongeveer 1 m2 rond de plaats van verhoogde straling. Een inspectie door een nucleair inspecteur van het FANC op 25 januari heeft deze metingen bevestigd. Via bijkomende metingen heeft de inspecteur van het FANC 1 bron opgespoord. Deze bron werd door de inspecteur geı¨soleerd en op een veilige plaats weggeborgen voor verdere behandeling. De grond vertoonde na verwijderen van de bron nog een lichte verhoging van de straling ten opzichte van de natuurlijke achtergrondstraling. De verhoogde straling is waarschijnlijk te wijten aan lokale besmetting van de grond. Het FANC heeft de eigenaar onmiddellijk de opdracht gegeven de nodige stappen te ondernemen om deze besmetting door een hierin gespecialiseerde firma te laten verwijderen.

2. Les instructions données par l’AFCN aux entreprises de démontage stipulent clairement que « l’enlèvement du paratonnerre doit être suivi d’un controˆle de la contamination radioactive de l’environnement direct du lieu où se trouvait le paratonnerre et que dans le cas où une contamination radioactive est constatée, l’organisme agréé ou l’AFCN doit en être averti. L’objectif est de détecter et d’éliminer toute contamination importante (détachement des écailles ou des plaquettes de la source) pour ensuite l’emballer et l’évacuer en même temps que le paratonnerre ». Les instructions prévoient par ailleurs que « les contaminations qui peuvent être enlevées facilement doivent être évacuées en même temps que le paratonnerre ».

2. De instructies van het FANC aan de verwijderaars stipuleren duidelijk dat « na afbraak een controle dient uitgevoerd te worden op radioactieve besmetting van de directe omgeving van de plaats waar de bliksemafleider zich bevond en dat bij vaststelling van radioactieve besmetting de erkende instelling of het FANC moeten verwittigd worden. De bedoeling is om de significante besmettingen (losgekomen bronschilfertjes of -plaatjes) te detecteren, te verwijderen en samen met de bliksemafleider te verpakken en te vervoeren ». De instructies stipuleren verder dat « besmettingen die gemakkelijk te verwijderen zijn, samen met de bliksemafleider dienen afgevoerd te worden ».

3. Au cours de ces dernières années, les entreprises de démontage ont à plusieurs reprises fait état de cas

3. Tijdens de afgelopen jaren werd verschillende keren door de verwijderaars melding gemaakt van


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

21999

où les sources présumées n’étaient plus présentes sur ` ce jour, une source a été retrouvée les paratonnerres. A à proximité de l’appareil dans un seul cas, à savoir dans le cas précité.

bliksemafleiders waar de vermoedelijke bronnen ontbraken op de bliksemafleider. Tot op heden is er één geval, namelijk bovenvermeld geval, waar een bron in de nabijheid teruggevonden werd.

4. a) Les paratonnerres radioactifs sont inventoriés dans une base de données sur la base des listes dont dispose l’AFCN, des déclarations concernant des paratonnerres radioactifs ainsi que des inspections menées par les inspecteurs de l’AFCN. Jusqu’à présent, 2 511 paratonnerres ont ainsi pu être identifiés et 1 572 (63 %) d’entre eux ont entre-temps déjà été enlevés. 236 paratonnerres du type Horemans-Souply ont été identifiés dont 166 (70 %) ont déjà été enlevés.

4. a) Aan de hand van de lijsten waarover het FANC beschikt, de meldingen van radioactieve bliksemopvangers, alsook van inspecties uitgevoerd door de inspecteurs van het FANC, worden de radioactieve bliksemopvangers geı¨nventariseerd in een databank. Tot op heden werden op deze manier 2 511 locaties geı¨dentificeerd, waarvan 1 572 (63 %)ondertussen reeds verwijderd zijn. Tot op heden werden 236 bliksemopvangers van het type Horemans-Souply geı¨dentificeerd, waarvan er ondertussen 166 (70 %) verwijderd zijn.

b) Lorsque la présence d’un paratonnerre radioactif est constatée par un inspecteur nucléaire de l’AFCN, l’AFCN envoie une mise en demeure au propriétaire en la sommant de confier l’enlèvement de cet appareil à une des entreprises de démontage agréées par l’AFCN et ce dans un délai de 6 mois. Il convient de préciser qu’un nombre élevé de paratonnerres est enlevé sans l’intervention explicite de l’AFCN. ` ce jour, les propriétaires de 1 066 paratonner5. A res ont reçu un avertissement de l’AFCN et 591 (55 %) de ces appareils ont été enlevés. Compte tenu du délai de 6 mois accordé pour l’enlèvement de ces appareils, ce qui signifie qu’un nombre considérable d’entre eux sera encore enlevé dans les prochains mois, on peut donc en conclure que les avertissements de l’AFCN font l’objet de suites favorables. Jusqu’à présent, 291 propriétaires (27 %) n’ont pas réagi dans le délai de 6 mois.

b) Na vaststelling van de aanwezigheid van een radioactieve bliksemopvanger door een nucleaire inspecteur van het FANC, stuurt het FANC aan de eigenaar de aanmaning deze te laten verwijderen door één van de door het FANC erkende verwijderaars en dit binnen een termijn van 6 maanden. Men dient ook te vermelden dat een heel aantal bliksemopvangers verwijderd worden zonder de expliciete tussenkomst van het FANC.

6. Comme je l’ai déjà indiqué au point 4, après avoir constaté la présence d’un paratonnerre radioactif, l’AFCN envoie au propriétaire une mise en demeure de faire enlever cet appareil par une entre` prise agréée par l’AFCN dans un délai de 6 mois. A l’échéance de ce délai, si aucune suite n’a été donnée à la mise en demeure de l’AFCN, le dossier est transmis au parquet compétent qui se chargera éventuellement de donner un suivi judiciaire au dossier.

6. Zoals in punt 4 reeds vermeld, stuurt het FANC de eigenaar na vaststelling van de aanwezigheid van een radioactieve bliksemopvanger, de aanmaning deze te laten verwijderen door één van de door het FANC erkende verwijderaars en dit binnen een termijn van 6 maanden. Indien na het verstrijken van deze termijn geen gevolg gegeven werd aan de aanmaning van het FANC, wordt het dossier overgemaakt aan het bevoegde parket voor eventuele gerechtelijke opvolging.

7. Si elles peuvent facilement être enlevées, les pièces contaminées ou les sources retrouvées doivent être immédiatement évacuées par l’entreprise de démontage afin d’être traitées en même temps que le paratonnerre. Ce sont les instructions données par l’AFCN aux entreprises de démontage (voir point 2).

7. De besmette onderdelen of teruggevonden bronnen dienen, indien ze eenvoudig te verwijderen zijn, door de verwijderaar onmiddellijk afgevoerd te worden voor verdere behandeling samen met de bliksemopvanger. Dit zijn de instructies van het FANC aan de verwijderaars (zie punt 2).

En ce qui concerne les pièces qui ne sont pas facilement démontables, l’AFCN mènera un examen et des mesures complémentaires avant de décider quelles sont les actions à entreprendre ainsi que le délai dans

Voor niet eenvoudig te verwijderen besmette onderdelen, zal het FANC, na onderzoek en bijkomende metingen, beslissen welke acties dienen ondernomen te worden alsook de termijn binnen dewelke de acties


2005

5. Tot op heden kregen de eigenaars van 1 066 bliksemopvangers een waarschuwing van het FANC, waarvan er tot hier toe 591 (55 %) werden verwijderd. Rekening houdend met de termijn van 6 maanden voor verwijdering, hetgeen betekent dat er nog een behoorlijk aantal de eerstvolgende maanden verwijderd zal worden, kan men dus stellen dat er een gunstig gevolg gegeven wordt aan de waarschuwingen van het FANC. Tot hier toe hebben 291 eigenaars (27 %) niet binnen de termijn van 6 maanden gereageerd.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22000

lequel ces actions doivent avoir été mises en œuvre. L’AFCN se chargera d’en assurer le suivi. Le propriétaire du paratonnerre est responsable de l’exécution des actions imposées par l’AFCN et prend à sa charge les coûts afférents à ces opérations.

dienen uitgevoerd te worden. Het FANC volgt dit verder op. De eigenaar van de bliksemopvanger is verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de door het FANC vastgelegde acties en draagt eveneens de kosten die hiermee verbonden zijn.

DO 2005200607251

DO 2005200607251

Question no 897 de M. Hagen Goyvaerts du 16 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 897 van de heer Hagen Goyvaerts van 16 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Enlèvement de paratonnerres radioactifs. — Progrès réalisés en 2004 et en 2005.

Verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. — Vooruitgang in 2004 en 2005.

1. Afin de pouvoir mesurer les progrès réalisés en la matière, pourriez-vous me fournir les chiffres relatifs au nombre de paratonnerres radioactifs enlevés au cours des années 2004 et 2005 ?

1. Teneinde meer duidelijkheid te krijgen over het recente verleden, kan u een overzicht geven van het aantal verwijderde bliksemafleiders voor de volledige jaren 2004 en 2005 ?

2. Pourriez-vous ventiler ces chiffres selon le type de source radioactive, à savoir le Kr-85, l’Am-241 et le Ra-226 ?

2. Kan u de cijfers opslitsen per type radioactieve bron, met name Kr-85, Am-241 en Ra-226 ?

3. Pourriez-vous ventiler les chiffres globaux afférents aux années 2004 et 2005 entre les différentes Régions ?

3. Kan u de totaalcijfers voor de jaren 2004 en 2005 ook opslitsen per Gewest ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 897 de M. Hagen Goyvaerts du 16 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 897 van de heer Hagen Goyvaerts van 16 februari 2006 (N.) :

Le nombre de paratonnerres radioactifs enlevés en 2004 et 2005 par les entreprises habilitées à cet effet est indiqué dans les tableaux ci-après, tout comme leur répartition par type de source et par région.

Het aantal radioactieve bliksemafleiders dat in de jaren 2004 en 2005 werd verwijderd door de daartoe gemachtigde verwijderingsbedrijven, alsook kun verdeling per brontype en per gewest, wordt medegedeeld in onderstaande tabellen.

Nombre de paratonnerres radioactifs enlevés par des entreprises habilitées à cet effet

Aantal radioactieve bliksemafleiders verwijderd door de daartoe gemachtigde verwijderingsbedrijven

Répartition par type de source

2004 ................. 2005 .................

Verdeling per brontype

Kr-85

Am-241

Ra-226

Non spécifiés — Niet gespecificeerd

Total — Totaal

29 91

128 174

119 202

55 92

331 559


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22001

Répartition par région

Verdeling per gewest

Flandre — Vlaanderen

Wallonie — Wallonie¨

Bruxelles — Brussel

Non spécifiés — Niet gespecificeerd

Total — Totaal

185 289

86 185

13 51

47 34

331 559

2004 ................. 2005 .................

Les données fournies sont basées sur les informations communiquées par les entreprises de démontage à l’Agence fédérale de Controˆle nucléaire. Dans certains cas, la caractérisation de la source n’est pas suffisamment précise et ne permet pas l’identification du radionucléide au moment de l’enlèvement. Dans ces cas, la caractérisation définitive se fait après l’évacuation de l’appareil vers l’ONDRAF. Ces cas sont mentionnés à part dans le tableau, sous le rubrique « non spécifiés ».

De verstrekte gegevens zijn gebaseerd op de aantallen die door de verwijderingsbedrijven werden verstrekt aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. In sommige gevallen is de karakterisatie van de bron ter bepaling van het radionuclide op het ogenblik van de verwijdering niet afdoende precies. In deze gevallen gebeurt de definitieve karakterisatie na de afvoer van het toestel naar NIRAS. Deze gevallen zijn in de tabel afzonderlijk vermeld, onder de rubriek « niet gespecificeerd ».

De même, les lieux où sont enlevés les appareils ne sont pas toujours clairement spécifiés dans les données fournies, ce qui ne permet pas d’établir avec précision une répartition par région. En raison du caractère fédéral des instances publiques concernées, cette information n’est pas systématiquement tenue à jour.

Ook de gewestelijke verdeling van de stelplaatsen is niet altijd duidelijk uit de verstrekte gegevens af te leiden. Wegens het federaal karakter van de betrokken overheidsinstanties wordt deze inlichting niet systematisch bijgehouden.

DO 2005200607321

DO 2005200607321



Pays refusant de reprendre leurs ressortissants illégaux et demandeurs d’asile déboutés, expulsés par la Belgique.

Landen die weigeren hun door Belgie¨ uitgewezen illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen.

Certains pays refusent obstinément de réadmettre sur leur territoire leurs ressortissants illégaux et demandeurs d’asile déboutés, expulsés par notre pays. Ce refus pose un sérieux problème à l’Office des étrangers.

Een groot probleem waarmee de Dienst Vreemdelingenzaken kampt, is dat een aantal landen halsstarrig blijven weigeren hun door ons land uitgewezen illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen.

1. Pouvez-vous fournir la liste exacte des pays qui s’obstinent à refuser de réadmettre les illégaux et demandeurs d’asile déboutés expulsés par la Belgique ?

1. Kan u een precieze lijst geven van de landen die blijven weigeren de door ons land uitgewezen illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen ?

2. Pouvez-vous également, pour chacun de ces pays, indiquer la raison pour laquelle le pays en question refuse de réadmettre ses ressortissants expulsés ?

2. Kan u voor elk betrokken land ook de reden aanhalen waarom dat land blijft weigeren zijn uitgewezen onderdanen terug te nemen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 21 mars 2006, à la question no 902 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 902 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2006 (N.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22002

La problématique tourne principalement autour de l’obtention d’un document de voyage pour des étrangers illégaux expulsés et des demandeurs d’asile déboutés.

De problematiek situeert zich voornamelijk in het verkrijgen van een reisdocument voor uitgewezen illegale vreemdelingen en uitgeprocedeerde asielzoekers.

D’une part, la charge de la preuve de l’identité et de la nationalité de la personne à éloigner doit être apportée. L’identification d’un étranger dépend des données dont dispose l’Office des étrangers pour déterminer l’identité et la nationalité de l’étranger. Certains pays demandent de pouvoir controˆler l’identité exacte de l’étranger et si l’étranger est bien un concitoyen alors d’autres pays se contentent d’une indication de la nationalité de l’intéressé. Ces différences d’approche sont déterminées par la législation nationale des pays concernés ainsi que par les accords bilatéraux à différents niveaux, qui existent entre la Belgique (le Benelux, l’Union européenne) et le pays d’origine.

Enerzijds is er de bewijslast voor de identiteit en de nationaliteit van de persoon die verwijderd dient te worden. De identificatie van een vreemdeling is afhankelijk van de gegevens die de Dienst Vreemdelingenzaken bezit om de identiteit en de nationaliteit van het vreemdeling te bepalen. Sommige landen vragen de exacte identiteit van de vreemdeling om na te kunnen gaan of de vreemdeling wel degelijk een landgenoot is; voor andere landen volstaat een aanwijzing over de nationaliteit van betrokkene. Deze verschillen in aanpak worden bepaald door de nationale wetgeving van de desbetreffende landen, maar ook door de bilaterale afspraken op diverse niveaus, die tussen Belgie¨ (Benelux, EU) en het herkomstland bestaan.

D’autre part, il est capital que les autorités compétentes obtiennent dans un délai raisonnable une confirmation pour s’assurer que l’étranger puisse retourner dans son pays d’origine.

Anderzijds is het van doorslaggevend belang om binnen een redelijke termijn de bevestiging vanwege de bevoegde overheden te ontvangen, waaruit blijkt dat de vreemdeling terug mag naar het herkomstland.

L’Office des étrangers tend vers une procédure d’identification aussi simple que possible et vers un suivi rapide des dossiers.

De Dienst Vreemdelingenzaken streeft naar een zo eenvoudig mogelijke identificatieprocedure en een snelle opvolging van de dossiers.

Il entretient régulièrement des contacts étroits avec les différents postes diplomatiques et consulaires en Belgique des divers pays d’origine. Pour ce faire, il est assisté par le SPF Affaires étrangères.

Zij onderhoudt daarom regelmatige en grondige contacten met de diverse diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van de diverse herkomstlanden in Belgie¨. Zij wordt daarvoor bijgestaan door de FOD Buitenlandse Zaken.

En principe, tout étranger en possession d’un document de voyage officiel en cours de validité peut retourner dans son pays d’origine, sauf s’il a entretemps perdu la nationalité de ce pays d’origine (par exemple : Cuba), conformément au principe de droit général international qui prévoir que tout pays a l’obligation de reprendre ses ressortissants qui sont interceptés sur un autre territoire alors qu’ils se trouvent en situation illégale.

In principe kan iedere vreemdeling die in het bezit is van een officieel geldig reisdocument naar zijn herkomstland terugkeren, tenzij hij ondertussen de nationaliteit van dit herkomstland verloren heeft (bijvoorbeeld Cuba). Dit is conform het algemene internationale rechtsprincipe dat bepaalt dat elk land de plicht heeft zijn onderdanen die illegaal op een ander grondgebied worden aangetroffen, terug te nemen.

DO 2005200607339

DO 2005200607339

Question no 905 de Mme Dalila Douifi du 23 février 2006 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 905 van mevrouw Dalila Douifi van 23 februari 2006 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Membres volontaires des services publics d’incendie recrutés en tant que membres professionnels. — Régime d’ancienneté.

Vrijwilligers openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweermannen. — Ancie¨nniteitsregeling.

L’arrêté royal du 20 mars 2002 accorde aux membres volontaires des services publics d’incendie recrutés en tant que membres professionnels une

Het koninklijk besluit van 20 maart 2002 geeft vrijwilligers van openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweermannen een ancie¨nniteits-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22003

ancienneté équivalente au nombre d’années de service prestées en tant que volontaire à partir du 1er avril 2002.

regeling mee gelijk aan het aantal jaren dienst als vrijwilliger vanaf 1 april 2002.

Pour les membres professionnels des services d’incendie qui étaient volontaires avant cette date, le régime d’ancienneté n’est pas d’application. Les intéressés considèrent dès lors qu’ils sont victimes d’une discrimination.

Voor beroepsbrandweermannen die vrijwilliger waren voor die datum telt geen ancie¨nniteitsregeling hetgeen als discriminerend wordt ervaren.

Votre département poursuit dans l’intervalle l’examen de ce dossier et l’impatience est grande sur le terrain.

Ondertussen wordt door uw departement verder aan deze aangelegenheid gewerkt en wacht men op het veld vol ongeduld.

Quel est l’état d’avancement du dossier à ce jour et quel est le calendrier prévu ?

Hoever staat dit dossier momenteel en wat is de timing ervan ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 23 mars 2006, à la question no 905 de Mme Dalila Douifi du 23 février 2006 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2006, op de vraag nr. 905 van mevrouw Dalila Douifi van 23 februari 2006 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que la phase d’association des régions est terminée. Toutes les régions ont marqué leur accord sur la proposition de modification de l’arrêté royal du 20 mars 2002.

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de fase van het betrekken van de gewesten beeïndigd werd. Alle gewesten gingen akkoord met de voorgestelde wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2002.

La concertation officielle avec les organisations syndicales a eu lieu le 17 mars. Le dossier a été transmis pour avis au Conseil d’E´tat.

Het officie¨le overleg met de vakbonden heeft plaatsgevonden op 17 maart. Het dossier werd voor advies overgemaakt aan de Raad van State.

DO 2005200607361

DO 2005200607361

Question no 909 de Mme Muriel Gerkens du 27 février 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 909 van mevrouw Muriel Gerkens van 27 februari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Sécurité nucléaire. — Arrêté royal du 20 juillet 2001. — Réforme de la réglementation.

Nucleaire veiligheid. — Koninklijk besluit van 20 juli 2001. — Hervorming van de regelgeving.

Le texte réglementaire de base en matière de sécurité nucléaire est l’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants. Cet arrêté royal accuserait un retard certain par rapport à la réglementation en vigueur dans d’autres pays, car il ne porterait que sur les aspects de la radioprotection et ignorerait complètement la suˆreté nucléaire (qui vise à empêcher des incidents et accidents nucléaires provoquant des radiations ionisantes).

Het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen legt de reglementaire basis voor de nucleaire veiligheid. Dat koninklijk besluit zou echter enigszins achterlopen op de regelgevingen die in andere landen van toepassing zijn, vermits het enkel aspecten in verband met de bescherming tegen bestraling zou behandelen en geen oog zou hebben voor de nucleaire beveiliging. Deze laatste is gericht op het voorkomen van nucleaire incidenten en ongevallen waarbij ioniserende stralingen vrijkomen.

1. Pourriez-vous communiquer de quelle manière le savoir-faire en matière de « suˆreté nucléaire » existant a été traduit concrètement dans notre réglementation ?

1. Hoe werd de huidige knowhow inzake de « nucleaire beveiliging » concreet in onze regelgeving vertaald ?

2. Avez-vous demandé à votre administration de préparer une réforme de la réglementation dans ce sens ?

2. Heeft u uw administratie de opdracht gegeven een hervorming van de regelgeving in die zin voor te bereiden ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22004

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 23 mars 2006, à la question no 909 de Mme Muriel Gerkens du 27 février 2006 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 23 maart 2006, op de vraag nr. 909 van mevrouw Muriel Gerkens van 27 februari 2006 (Fr.) :

1. L’arrêté royal du 20 juillet 2001 portant règlement général de la protection de la population, des travailleurs et de l’environnement contre le danger des rayonnements ionisants (en abrégé, le RGPRI) impose des règles et instaure des principes qui portent en premier lieu sur la radioprotection des personnes qui séjournent dans un environnement susceptible de comporter un risque accru au niveau des rayonnements, comme l’indique d’ailleurs explicitement le nom de ce règlement. Il n’est pas faux de constater que le règlement général ne comporte que peu de règles qui relèvent du domaine de la sûreté nucléaire. Ce même constat était d’ailleurs déjà valable pour l’arrêté royal du 28 février 1963, qui n’est plus d’application depuis le 1er septembre 2001 lorsqu’il fut remplacé par l’arrêté royal du 20 juillet 2001. Néanmoins, c’est sur la base de ce règlement, entre-temps désuet, que plusieurs installations nucléaires de notre pays ont été créées et autorisées, notamment les 7 centrales nucléaires qui sont toujours en exploitation actuellement. Ce fut uniquement possible en raison du fait que le règlement de 1963 a mis en place les instruments sur la base desquels les règles en matière de sûreté nucléaire ont pu être imposées aux constructeurs, aux fournisseurs et aux exploitants. Ces instruments ont d’ailleurs vu leur fondement juridique confirmé dans la réglementation actuellement en vigueur, qu’il s’agisse de la loi du 15 avril 1994 sur l’Agence fédérale de Controˆle nucléaire (AFCN) ou du nouveau règlement de 2001 qui constitue un arrêté d’exécution de cette loi.

1. Het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van ioniserende straling (afgekort ARBIS) legt regels op en introduceert beginselen die in de eerste plaats gericht zijn op de stralingsbescherming van personen die vertoeven in een omgeving waar mogelijk een verhoogd stralingsrisico heerst, zoals overigens expliciet blijkt uit de betiteling van dit reglement. Het is een correcte vaststelling dat het algemeen reglement slechts in beperkte mate regels bevat die behoren tot het domein van de nucleaire veiligheid. Dezelfde vaststelling gold ook reeds voor het koninklijk besluit van 28 februari 1963, dat sinds 1 september 2001 niet langer van toepassing is omdat het vervangen werd door het besluit van 20 juli 2001. Het is nochtans op basis van de procedures vastgelegd in dit inmiddels’voorbijgestreefde’reglement dat in ons land een aantal nucleaire installaties werden opgericht en vergund, waaronder de 7 kerncentrales die vandaag nog steeds in uitbating zijn. Dit was slechts mogelijk omdat het reglement van 1963 de instrumenten tot stand heeft gebracht op basis waarvan de regels inzake nucleaire veiligheid aan de constructeurs, de leveranciers en de uitbaters ervan konden worden opgelegd. Deze instrumenten hebben overigens hun rechtsbasis bevestigd gezien in de actueel geldende regelgeving, ofwel in de wet van 15 april 1994 op het Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), ofwel in het nieuwe reglement van 2001 dat een uitvoeringsbesluit is van deze wet.

Le Conseil scientifique des Rayonnements ionisants, établi par l’article 37 de la loi sur l’Agence, a pour mission d’évaluer les demandes d’autorisations de création et d’exploitation des installations nucléaires. Les demandes portant sur une modification ou sur une extension d’un établissement autorisé font également l’objet d’un avis du Conseil. Un avis négatif du Conseil est contraignant pour les autorités chargées de délivrer les actes d’autorisation. Il convient donc de ne pas sous-estimer l’importance du Conseil. Les instances consultatives dotées d’un droit de veto similaire sont extrêmement rares dans le système administratif belge. Le Conseil base ses évaluations sur des règles internationalement acceptée en matière de sûreté nucléaire. En ce qui concerne les centrales nucléaires, il a jadis été convenu de prendre comme référence les règles de l’US Nuclear Regulatory Commission (NRC). Le Conseil est préalablement informé en détails par un rapporteur qui est un représentant de l’AFCN ou de l’organisme agréé qui controˆle l’établissement.

De Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Straling, opgericht door artikel 37 van de wet op het Agentschap, heeft als taak de vergunningsaanvragen voor de oprichting en uitbating van nucleaire installaties te beoordelen. Ook aanvragen tot aanpassing of uitbreiding van een vergunde inrichting worden door de raad geadviseerd. Een negatief advies van de Raad is bindend voor de vergunningsverlenende autoriteiten, zodat het belang van de Raad niet mag worden onderschat. Adviesinstanties met een dergelijk vetorecht zijn erg zeldzaam in het Belgisch bestuurlijk bestel. De Raad baseert zijn beoordeling op internationaal aanvaarde regels inzake nucleaire veiligheid. Wat betreft de kerncentrales werd in het verleden besloten om zich te baseren op de regels van de US Nuclear Regulatory Commission (NRC). De Raad laat zich vooraf grondig informeren door een verslaggever die een afgevaardigde is van het FANC of van de erkende instelling die de controle over de instelling waarneemt.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22005

Le Conseil scientifique a succédé à la Commission spéciale des Radiations ionisantes, établie par le règlement de 1963 et il est donc le garant des décisions prises par son prédécesseur. Il convient de rappeler que la Commission spéciale a approuvé, le 15 décembre 1975, un document important relatif aux règles d’application au sein des centrales nucléaires en matière de sûreté nucléaire. Les passages suivants en sont extraits :

De Wetenschappelijke Raad is de opvolger van de Speciale Commissie inzake Ioniserende Stralingen, geı¨nstalleerd door het reglement van 1963 en aldus de behoeder van de beslissingen van zijn voorganger. Er moet aan herinnerd worden dat de Speciale Commissie op 15 december 1975 een belangrijk document heeft goedgekeurd omtrent de toepasselijke nucleaire veiligheidsregels in de kerncentrales. Hieruit de volgende passage :

« Sans préjudice des dispositions prévues par le règlement général pour la Protection des Travailleurs et des Populations contre le Danger des Radiations ionisantes, les règles publiées ou adoptées par l’United States Atomic Energy Commission (USAEC) et la Nuclear Regulatory Commission (NRC) et relatives à la protection des personnes contre le danger des radiations, sont appliquées ... Le Rapport de Sûreté identifie, motive et justifie en ce qui concerne la sûreté, les dérogations demandées vis-à-vis des dispositions obligatoires des règles américaines; il identifie les différences vis-à-vis des dispositions non impératives de ces règles et en explicite les incidences en ce qui concerne la sûreté. Toutefois, des dispositions additionnelles ou s’écartant des règles américaines peuvent être admises ou imposées par l’Autorité belge ... »

« Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen voorzien door het algemeen Reglement voor de bescherming van Arbeiders en Bevolkingen tegen het gevaar van ioniserende stralingen, zijn de gepubliceerde en aangenomen regels door de United States Atomic Energy Commission (USAEC) en de Nuclear Regulatory Commission (NRC) met betrekking tot de bescherming van personen tegen stralingsgevaar, toegepast. ... Het rapport van de Veiligheid identificeert, motiveert en rechtvaardigt betreffende de veiligheid, de gevraagde afwijkingen ten overstaan van de verplichte bepalingen van de Amerikaanse regels; ze identificeert de verschillen tegenover de niet imperatieve bepalingen van deze regels en formuleert ondubbelzinnig de gevolgen ervan op de veiligheid. Echter, additionele bepalingen of bepalingen die afwijken van de Amerikaanse regels kunnen teogelaten of opgelegd worden door de Belgische autoriteit ... »

Selon le règlement général, les demandes d’autorisation d’exploitation d’établissements nucléaires de classe I, dont les centrales nucléaires, doivent être accompagnées d’un rapport de sûreté dont le contenu est précisé dans la réglementation. C’est à ce rapport que fait référence la décision susmentionnée de la Commission spéciale. Ce rapport de sûreté fait partie intégrante des documents de création et d’autorisation de l’établissement. Ce rapport doit être en permanence tenu à jour par l’exploitant. En outre, l’autorisation de création et d’autorisation de l’établissement prévoit une révision décennale de celui-ci en vue d’évaluer la sûreté nucléaire de l’installation en regard des normes européennes et internationales actuellement en vigueur. Ce processus de révision est suivi de près par les autorités de sûreté qui peuvent, si nécessaire, imposer des modifications aux installations de leur propre initiative, après avoir consulté le Conseil scientifique.

De vergunningsaanvragen betreffende de nucleaire inrichtingen van klasse I, waaronder de kerncentrales, moeten volgens het Algemeen Reglement vergezeld zijn van een veiligheidsverslag, waarvan de inhoud reglementair is vastgelegd. Het is dit verslag waarnaar in hoger vermelde beslissing van de Speciale Commissie wordt verwezen. Het veiligheidsverslag maakt integraal deel uit van de documenten die samen de oprichtings- en uitbatingsvergunning uitmaken van de inrichting. Dit verslag moet door de exploitant voortdurend worden bijgehouden. Bovendien onderwerpt de oprichtings- en uitbatingsvergunning de inrichting aan een herziening van de installatie die om de tien jaar moet worden uitgevoerd, met als doel de nucleaire veiligheid van de installatie te evalueren ten opzichte van de actueel geldende Europese en internationale standaarden. Dit herzieningsproces wordt van nabij opgevolgd voor de veiligheidsautoriteiten, die desnoods ook op eigen initiatief wijzigingen kunnen opleggen aan de installaties, na raadpleging van de Wetenschappelijke Raad.

Il ressort du paragraphe précédent que les auteurs du règlement général ont choisi de déléguer la définition des règles d’application en matière de sûreté nucléaire à la Commission spéciale, dans un premier temps, et au Conseil scientifique, par après, plutoˆt que de s’en charger eux-mêmes. En outre, une procédure pratique, qui prévoit l’établissement d’un rapport de sûreté, sa mise à jour régulière par l’exploitant et l’exé-

Uit wat voorafgaat, blijkt dat het Algemeen Reglement in de praktijk het vaststellen van de toepasselijke nucleaire veiligheidsregels heeft gedelegeerd, initieel naar de Speciale Commissie, later naar de Wetenschappelijke Raad, eerder dan deze regels zelf te bepalen. Bovendien werd via de opstelling van het veiligheidsverslag, de geregelde bijwerking ervan door de exploitant en de tienjaarlijkse herzieningen een prakti-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22006

cution de révisions décennales, a été mise en place en vue de définir les règles de sûreté en constante évolution auxquelles doivent satisfaire les installations et de confirmer l’état des installations. La faiblesse du système belge se situe dans un manque de transparence au niveau de la transposition des règles relatives à la sûreté nucléaire dans des textes réglementaires, ce qui a un impact sur le caractère contraignant vis-à-vis des tiers. Par contre, la flexibilité du système belge constitue un atout majeur.

sche procedure tot stand gebracht om de voortdurend evoluerende veiligheidsregels waaraan de installatie moet voldoen te definie¨ren en de staat van de installaties eraan te confirmeren. De zwakte van het Belgische systeem is dat de nucleaire veiligheidsregels niet op een transparante wijze en op een door derden afdwingbare wijze in regelgevende teksten zijn omgezet. Anderzijds is de flexibiliteit van het Belgische systeem dan weer een belangrijke troef.

2. L’élaboration et la mise à jour régulière d’une réglementation spécifique couvrant en détails la sûreté nucléaire ont par le passé toujours été considérées comme un effort colossal et injustifié pour un pays comme la Belgique étant donné l’importance relativement limitée de son programme nucléaire (7 centrales nucléaires). L’AFCN nourrit l’espoir de remédier à cette situation dans la mesure du possible et compte tenu des perspectives réelles et des possibilités de développement de ces centrales. Eu égard à l’interdiction de création de nouvelles centrales instaurée par la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité, l’Agence n’estime pas judicieux de lancer une initiative réglementaire d’envergure en perspective de la création potentielle d’une nouvelle centrale nucléaire. L’Agence concentrera ses efforts sur le cadre réglementaire de la suite de l’exploitation des installations existantes et de leur démantèlement ultérieur.

2. Het uitwerken en geregeld bijwerken van een specifieke regelgeving die de nucleaire veiligheid van de installaties tot in detail conditioneert, is in het verleden altijd beoordeeld geworden als een te zware inspanning, die voor een land als Belgie¨ niet verantwoord is gezien de relatief beperkte omvang van zijn nucleair programma (7 kerncentrales). Het FANC hoopt aan deze situatie in de mate van het mogelijke te verhelpen, rekening met de ree¨le toekomstperspectieven en ontwikkelingskansen van deze installaties. Gezien het verbod op de bouw van nieuwe kerncentrales ingesteld door de wet van 31 januari 2003 op de geleidelijke uitstap uit de kernenergie voor industrie¨le elektriciteitsproductie acht het Agentschap het weinig zinvol om een grootscheeps reglementair initiatief te lanceren in het vooruitzicht van de mogelijke bouw van een nieuwe kerncentrale. Het Agentschap zal zijn inspanningen toespitsen op de reglementaire omkadering van de verdere uitbating van de bestaande installaties en hun latere ontmanteling.

L’article 24 de la loi du 15 avril 1994 relative à l’Agence fédérale de Controˆle nucléaire accorde à l’Agence un droit d’initiative au niveau de l’élaboration d’une nouvelle réglementation. Je n’ai donc aucune instruction à donner à l’Agence en la matière.

Artikel 24 van de wet van 15 april 1994 op het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle verleent het Agentschap een initiatiefrecht inzake de uitwerking van nieuwe regelgeving. Ik hoef het Agentschap ter zake dus geen instructies te geven.

DO 2005200607362

DO 2005200607362

Question no 910 de Mme Muriel Gerkens du 27 février 2006 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 910 van mevrouw Muriel Gerkens van 27 februari 2006 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

AFCN. — Controˆles des établissements nucléaires.

FANC. — Controle op nucleaire inrichtingen.

L’Agence fédérale de controˆle nucléaire (AFCN) et les organismes agréés mènent régulièrement des controˆles des établissements nucléaires.

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en de erkende organismen onderwerpen de nucleaire inrichtingen regelmatig aan controles.

1. Combien de visites d’inspection ont été menées dans les entreprises nucléaires de classe 1 en 2004 et en 2005 par l’Agence et par les organismes agréés ?

1. Hoeveel inspectiebezoeken hebben het Agentschap en de erkende organismen in 2004 en 2005 in de nucleaire inrichtingen van klasse 1 uitgevoerd ?

2. Combien de procès-verbaux l’Agence a-t-elle dressés en 2002 et en 2003 ?

2. Hoeveel processen-verbaal heeft het Agentschap in 2002 en 2003 opgesteld ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22007

3. Quelles suites ont été données à ces visites d’inspections et à ces procès-verbaux dressés par l’Agence depuis le 1er septembre 2001 ?

3. Welk gevolg werd er aan de door het Agentschap sinds 1 september 2001 opgestelde processen-verbaal gegeven en hebben de inspectiebezoeken tot bijkomende maatregelen geleid ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 24 mars 2006, à la question no 910 de Mme Muriel Gerkens du 27 février 2006 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 910 van mevrouw Muriel Gerkens van 27 februari 2006 (Fr.) :

Le 15 octobre 2003, l’honorable membre m’a posé la question écrite no 65 présentant un contenu similaire. La réponse ci-après sera dès lors en grande partie identique à celle que je lui avais fournie le 26 novembre 2003 (Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 10, p. 1204).

Het geachte lid heeft mij op 15 oktober 2003 de schriftelijke vraag nr. 65 gesteld met een volkomen gelijkaardige inhoud. Het hieronder verstrekte antwoord zal dan ook grote gelijkenis vertonen met datgene door mij werd verstrekt op 26 november 2003 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 10, blz. 1204).

Conformément à la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultants des rayonnements ionisants et relative à l’Agence fédérale de Controˆle nucléaire, l’Agence peut faire appel pour l’exercice de certaines de ses missions, à la collaboration d’organismes agréés. Actuellement, deux organismes sont agréés pour le controˆle des établissements de classe I. Le nombre d’établissements de cette classe qui doivent être controˆlés est toujours 13.

Overeenkomstig de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, kan het Agentschap voor de uitvoering van sommige van zijn opdrachten een beroep doen op de medewerking van erkende instellingen. Momenteel zijn er twee instellingen erkend voor de controle van de inrichtingen van klasse I. Het aantal te controleren inrichtingen in deze klasse bedraagt nog steeds 13.

1. En 2004, 719 visites d’inspection relatives à la sécurité nucléaire ont été menées au sein des établissements nucléaires de classe I. Pour l’année 2005, ce nombre s’élevait à 679.

1. In de loop van het jaar 2004 vonden er in het totaal 719 inspectiebezoeken plaats met betrekking tot de nucleaire veiligheid in de nucleaire inrichtingen van klasse I. Voor het jaar 2005 bedroeg dit aantal 679.

2. Nombre de procès-verbaux dressés par l’Agence et transmis au parquet :

2. Het aantal processen-verbaal opgesteld door het Agentschap en overgemaakt aan het parket bedroeg in de gevraagde periode :

— en 2002 : 2;

— in 2002 : 2;

— en 2003 : 4.

— in 2003 : 4.

Aucun procès-verbal n’a été dressé à un exploitant d’un établissement de classe I. ` la connaissance de l’Agence, à ce jour, trois des 3. A quatre procès-verbaux dressés ont été suivis par le parquet et ont donné les résultats suivants :

Geen enkel van deze processen-verbaal betreft een exploitant van een nucleaire installatie van klasse I.

— deux procès-verbaux ont été cloˆturés et classés après transaction;

— twee processen-verbaal werden afgesloten en geklasseerd na transactie;

— un troisième procès-verbal est toujours en cours mais l’infraction pour laquelle ce procès-verbal a été rédigé a entre-temps été régularisée.

— een derde proces-verbaal is nog in behandeling maar de overtreding waarvoor dit proces-verbaal werd opgesteld is inmiddels geregulariseerd.

L’agence n’est pas au courant d’une éventuelle suite donnée par le parquet pour le quatrième procèsverbal.

Het Agentschap is niet geı¨nformeerd over het gevolg eventueel gegeven door het parket aan het vierde proces-verbaal.

En ce qui concerne les visites d’inspection, des rapports de controˆle sont rédigés par les inspecteurs nucléaires et sont envoyés aux exploitants. Ces

De inspectiebezoeken geven aanleiding tot de opmaak van verslagen die worden opgesteld door de nucleair inspecteurs en overgemaakt aan de uitbaters.


2005

3. Volgens de inlichtingen waarover het Agentschap beschikt, werd door het parket tot op heden aan 3 van de 4 in 2003 opgestelde processen-verbaal een gevolg gegeven, met het volgende resultaat :

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22008

rapports indiquent les manquements constatés, les actions à prendre par l’exploitant pour remédier à ces derniers et le délai fixé pour la régularisation. Dès réception des rapports d’inspection, les exploitants informent l’agence des actions et mesures prises ou à prendre en vue de régulariser les situations infractionnelles constatées.

Deze verslagen identificeren de vastgestelde tekortkomingen, de door de exploitant te nemen acties om ze te remedie¨ren, en de tijdspanne voor de regularisatie. Na ontvangst van deze inspectieverslagen brengen de uitbaters het Agentschap meestal op de hoogte van de reeds genomen of de nog te nemen initiatieven en maatregelen om de vastgestelde inbreuken te regulariseren.


Minister van Buitenlandse Zaken

DO 2005200606731

DO 2005200606731

Question no 296 de M. Dirk Van der Maelen du 29 décembre 2005 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 296 van de heer Dirk Van der Maelen van 29 december 2005 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Engagement de la Belgique dans la relance des ports de Matadi et Kinshasa.

Engagement van Belgie¨ inzake het herstel van de havens van Matadi en Kinshasa.

Le 7 septembre 2005, nous apprenions que le ministre de la Coopération au Développement, M. De Decker, avait reçu une lettre du président Kabila dans laquelle ce dernier proposait de céder la gestion des ports congolais. Une telle mesure mettrait fin à la mauvaise gestion de l’Onatra et permettrait aux pouvoirs publics belges de réaliser leur intention d’injecter un milliard d’euros dans ce projet. Nous nous demandons toutefois dans quelle mesure cet effort considérable s’inscrit dans le cadre de la loi de 1999 relative à la coopération internationale belge, qui limite le champ d’action de la coopération belge aux infrastructures de base. La note stratégique de la Direction générale de la Coopération au Développement (DGCD) définit l’infrastructure de base comme étant l’infrastructure « dont le développement et la gestion sont, en principe, totalement maıˆtrisables, à terme, par les communautés rurales et urbaines pauvres ». Un projet comme celui dont il est question ne s’inscrit pas dans ce cadre.

Op 7 september 2005 vernamen wij dat er een brief van president Kabila bij de minister van Ontwikkelingssamenwerking De Decker toegekomen was, waarin de eerste aanbood het beheer over de havens uit handen te geven. Hiermee zou de hinderpaal van het ondeugdelijke bestuur van Onatra helemaal uit de weg geruimd zijn en zou de Belgische overheid haar financie¨le inspanning van 1 miljard euro voor dit project vooralsnog kunnen uitvoeren. Wij vragen ons echter af hoe deze enorme inspanning kadert binnen de wet op de Belgische ontwikkelingssamenwerking van 1999 waar enkel basisinfrastructuur als mogelijk werkveld van de Belgische samenwerking wordt gedefinieerd. In de definitie van basisinfrastructuur uit de strategienota van de Directie-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) kan men lezen dat basisinfrastructuur die economische infrastructuur inhoudt « die de arme stedelijke en plattelandsgemeenschappen op termijn in principe volledig zelf kunnen ontwikkelen en beheren ». Een dergelijk miljardenproject hoort daar niet in thuis.

Quels moyens pensez-vous pouvoir mettre en œuvre pour la réalisation de ce projet ?

Welke middelen denkt u te kunnen inzetten voor de realisatie van dit project ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 mars 2006, à la question no 296 de M. Dirk Van der Maelen du 29 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 296 van de heer Dirk Van der Maelen van 29 december 2005 (N.) :

1. Ce n’est pas le président Kabila mais le ministre des Transports de la République Démocratique du Congo, M. Heva Mukasa, qui a adressé à M. De Decker, ministre de la Coopération au Développement, une lettre dans laquelle il précisait que la RDC envi-

1. Het is niet President Kabila maar de minister van Transport van de Democratische Republiek Congo de heer Heva Mukasa die een brief gericht heeft tot minister De Decker van Ontwikkelingssamenwerking waarin hij preciseerde dat de DRC « overweegt om een


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22009

sage de demander un appui, notamment de la Belgique, pour la gestion de ses entreprises du secteur public. Pour ce qui concerne son ministère, il ajoutait que « cet appui concernerait plus spécifiquement le port de Matadi, le port de Kinshasa, les chemins de fer urbains de Kinshasa et la « Société Nationale des Chemins de fer du Congo » (SNCC).

ondersteuning te vragen, onder andere aan Belgie¨, op het vlak van het beheer van de bedrijven uit de openbare sector ». Hij voegde eraan toe dat voor wat betreft zijn ministerie « deze ondersteuning meer bepaald het beheer betreft van de haven van Matadi, de haven van Kinshasa, de stedelijke spoorwegen van Kinshasa en de « Société Nationale des Chemins de fer du Congo » (SNCC).

Le ministre de la Coopération au Développement a répondu positivement, mais également avec prudence, à cette lettre en disant qu’il souhaitait au préalable examiner le projet congolais avec ses collègues du gouvernement. ` la suite de la Table ronde « Infrastructure », orgaA nisée par la coopération belge en octobre 2004, le cabinet de la Coopération au Développement a rédigé une note de réflexion sur le secteur des transports en RDC; cette note se penche sur l’ensemble de la problématique, à savoir : le secteur maritime, les fleuves, les lacs, les voies ferrées et le secteur aéronautique, les routes n’étant pas incluses vu qu’elles dépendent d’un autre ministère en RDC.

De minister van Ontwikkelingssamenwerking heeft positief, maar tevens voorzichtig geantwoord op die brief zeggende dat hij dit Congolees voornemen eerst wenst te bespreken met zijn collega’s in de regering.

En accord avec le SPF Affaires étrangères, cette note a été adressée au ministre des Transports de la RDC via notre ambassadeur à Kinshasa.

In akkoord met de FOD Buitenlandse Zaken werd deze nota gericht tot de minister van Transport van de DRC via onze Ambassadeur in Kinshasa.

La poursuite de la procédure et plus précisément, la concertation au sein de notre gouvernement et sa réponse définitive dépendront de la réponse officielle congolaise.

Van het officie¨le Congolese antwoord op deze nota zal het vervolg van de procedure afhangen en meer bepaald het overleg en het uiteindelijke standpunt van onze regering.

2. De toute évidence, les crédits nécessaires pour la réhabilitation du secteur des transports en RDC sont considérables et dépassent largement les possibilités de la Belgique. Il faut donc recourir aux donateurs internationaux tels que la Banque Mondiale, l’Union européenne, la Banque Africaine de Développement et d’autres partenaires. Par ailleurs, il faut souligner le fait que la réhabilitation du secteur des transports en RDC exigera un programme étalé sur 10 à 15 ans et que l’ensemble des travaux devront être encadrés et controˆlés.

2. Het is duidelijk dat de kredieten die noodzakelijk zijn voor de rehabilitatie van de transportsector in de DRC zeer aanzienlijk zijn en dat ze ruimschoots de mogelijkheden van Belgie¨ overstijgen. Er moet dus beroep worden gedaan op internationale donors zoals de Wereldbank, de Europese Unie, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en andere partners. Bovendien moet het worden onderstreept dat de rehabilitatie van de transportsector in de DRC een programma gespreid over 10 tot 15 jaar zal vergen en dat het geheel van de werkzaamheden moet worden begeleid en gecontroleerd.

` ce niveau, il n’a jamais été question d’un effort 3. A financier de l’ordre du milliard d’euros de la part de la Belgique. En fait, le montant octroyé en 2005 aux ports de Matadi et de Kinshasa n’a pas dépassé le million d’euros (500 000 euros étant affectés à chacun d’eux); l’objectif étant d’exécuter des travaux urgents de première nécessité — sous le controˆle des ports d’Anvers et de Bruxelles et avec leur coopération. Ces travaux devront permettre le redémarrage progressif des activités portuaires de sorte que les activités économiques intérieures puissent reprendre au Congo.

3. Er is op dat vlak nooit sprake geweest van een financie¨le inspanning van Belgie¨ van de omvang van 1 miljard euro. Er werd namelijk in 2005 niet meer dan 1 miljoen euro toegekend voor de havens van Matadi en Kinshasa (elk 500 000 euro) met de bedoeling om — onder controle van en in samenwerking met de havens van Antwerpen en Brussel — dringende werken van eerste noodzaak uit te voeren. Deze moeten toelaten dat de havenactiviteiten geleidelijk aan weer opstarten zodat de binnenlandse economische activiteit in Congo weer zal aanwakkeren.

Nos efforts pourront également être poursuivis en 2006 et en 2007, du moins si les autorités congolaises

Onze inspanning zal ook in 2006 en 2007 kunnen worden verder gezet, tenminste indien de Congolese


2005

In opvolging van de Ronde Tafel over de Infrastructuur, georganiseerd door de Belgische Coo¨peratie in oktober 2004, heeft het kabinet van Ontwikkelingssamenwerking een reflectienota opgesteld over de transportsector in de DRC en deze nota omvat het geheel van de problematiek, namelijk : de maritieme sector, de stromen, de meren, de spoorwegen, de luchtvaartsector, maar niet de wegen aangezien die in de DRC van een ander ministerie afhangen.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22010

en formulent la demande et si, dans le même temps, des fonds sont également versés par les donateurs internationaux.

autoriteiten dat vragen en indien er tegelijkertijd ook fondsen worden verkregen vanwege de internationale donors.

Nous examinerons plus précisément la possibilité de fournir l’assistance technique nécessaire pour la gestion des entreprises publiques dans le secteur des transports, dès qu’une demande officielle nous aura été transmise à cet effet par le canal habituel du ministère des Affaires étrangères de la RDC.

Wij zullen meer bepaald de mogelijkheid onderzoeken om de technische bijstand te verstrekken die nodig is voor het beheer van de openbare bedrijven in de transportsector, van zodra een officie¨le vraag ons daartoe werd overgemaakt via het gebruikelijke kanaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de DRC.

DO 2005200606919

DO 2005200606919

Question no 321 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 321 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

162e Cahier de la Cour des comptes. — Postes diplomatiques et consulaires. — Nominations d’ordonnateurs et de comptables.

162e Boek van het Rekenhof. — Diplomatieke en consulaire posten. — Aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen.

Le SPF Affaires extérieures, Commerce extérieur et Coopération au développement a décidé en 1999 de procéder à une réforme de la gestion financière des postes consulaires et diplomatiques. La Cour des comptes a indiqué dès le début de cette réforme que des ordonnateurs ainsi que des comptables, tenus de justifier leurs opérations financières au moyen d’un compte de gestion, devaient être nommés au sein de tous les postes étrangers en vertu de la législation sur la comptabilité de l’E´tat. La Cour des comptes indique dans son 162e cahier que ces nominations n’ont toujours pas eu lieu, ce qui complique le controˆle de la Cour, et que les derniers courriers à ce propos, des 16 juin 2004 et 25 aouˆt 2005, sont restés sans réponse.

In 1999 besloten de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tot een hervorming van het financieel beheer van de diplomatieke en consulaire posten. Het Rekenhof stelde vanaf het begin van deze hervorming dat in toepassing van de wetgeving rijkscomptabiliteit in alle buitenlandse posten ordonnateurs moeten worden aangesteld, evenals rekenplichtigen die hun financie¨le verrichtingen door middel van een beheersrekening moeten verantwoorden. In zijn 162e boek stelt het Rekenhof dat dit nog steeds niet is gebeurd, hetgeen de controle van het Rekenhof bemoeilijkt en dat de laatste brieven van het Rekenhof hierover, gedateerd 16 juni 2004 en 25 augustus 2005, onbeantwoord bleven.

1. Le dossier de la nomination d’ordonnateurs et de comptables a-t-il progressé entre temps ?

1. Werd ondertussen vooruitgang geboekt inzake de aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen ?

2. a) Dans l’affirmative, quelles mesures ont été prises ?

2. a) Zo ja, met welke maatregelen ?

b) Dans la négative, comment s’explique cette situation ?

b) Zo neen, wat is hiervoor uw motivatie ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 mars 2006, à la question no 321 de M. Gerolf Annemans du 17 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 321 van de heer Gerolf Annemans van 17 januari 2006 (N.) :

Mon département est parfaitement au courant des remarques formulées jadis par la Cour des comptes.

Mijn departement is perfect op de hoogte van de opmerkingen van het Rekenhof die destijds werden gemaakt.

Je tiens à vous communiquer que l’attention nécessaire fût donnée à la désignation des ordonnateurs et comptables dans la cadre d’un projet BPR spécifique de B&B ayant trait au controˆle financier dans les postes. La désignation des ordonnateurs sera exécutée

Ik kan u hierbij meedelen dat de nodige aandacht aan de problematiek van de aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen geschonken wordt in het kader van het specifieke BPR-project van B&B met betrekking tot de financie¨le controle op post. De aan-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22011

en fonction de l’installation dans les postes diplomatiques du nouveau programme comptable.

stelling van rekenplichtigen zal uitgevoerd worden in functie van de installatie van het vernieuwde boekhoudprogramma op de diplomatieke posten.

Je tiens également à souligner que par une lettre en date du 16 novembre 2005 à M. Vanstapel, premier président de la Cour des comptes, le SPF Affaires étrangères, Commerce Extérieur et Coopération au Développement a bel et bien donné une réponse aux lettres de la Cour des comptes mentionnées dans votre question.

Ik wil tevens aanstippen dat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met de brief van 16 november 2005 gericht aan de heer Vanstapel, eerste voorzitter van het Rekenhof, wel degelijk een antwoord gegeven heeft op de in uw vraag vermelde brieven van het Rekenhof.

DO 2005200607318

DO 2005200607318

Question no 333 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 333 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Frais de déplacement et d’hoˆtel de « l’envoyé spécial ».

Reis- en hotelkosten van de « bijzonder gezant ».

Vous répondez ce qui suit au septième point de ma question orale no 9793 relative aux activités de « l’envoyé spécial » : « Les frais de déplacement et d’hoˆtel sont à charge du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement » (Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission des Relations extérieures, 8 février 2006, COM 852, p. 1).

Op het zevende punt van mijn mondelinge vraag nr. 9793 met betrekking tot de activiteiten van de « bijzonder gezant » antwoordt u : « De reis- en hotelkosten zijn ten laste van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking » (Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, 8 februari 2006, COM 852, blz. 1).

1. Mon interprétation est-elle exacte si j’en conclus que les frais de déplacement et d’hoˆtel de « l’envoyé spécial » Pierre Chevalier sont réglés distinctement et qu’ils ne relèvent donc pas de l’indemnité de frais forfaitaire mensuelle qui est déjà octroyée à « l’envoyé » ?

1. Interpreteer ik het goed, wanneer ik hieruit concludeer dat de reis- en hotelkosten van « bijzonder gezant » Pierre Chevalier apart worden verrekend, dus buiten de maandelijkse forfaitaire kostenvergoeding vallen die de « gezant » reeds krijgt ?

2. Pouvez-vous nous communiquer les frais de déplacement et d’hoˆtel pour chaque voyage effectué à l’étranger par « l’envoyé » M. Chevalier en 2005 dans le cadre de sa mission ?

2. Kan u de reis- en hotelkosten meedelen voor elke buitenlandse reis die « gezant » Chevalier maakte in 2005 in het kader van zijn opdracht ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 mars 2006, à la question no 333 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 333 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2006 (N.) :

Je remercie l’honorable membre de sa question concernant les frais de voyage et de logement de l’envoyé spécial, M. Pierre Chevalier.

Ik dank het geachte lid voor zijn vraag aangaande de reis- en hotelkosten van de « bijzonder gezant », de heer Pierre Chevalier.

1. Dans ce cadre, je tiens à me référer au point 4 de la réponse formulée à la question orale no 9793 concernant les activités de l’envoyé spécial, dans laquelle j’ai donné un aperçu des voyages entrepris par l’envoyé spécial.

1. In dit verband zou ik willen verwijzen naar punt 4 van het antwoord dat ik reeds gegeven heb op mondelinge vraag nr. 9793 met betrekking tot de activiteiten van de « bijzonder gezant », waarin ik een overzicht heb gegeven van de reizen die de « bijzonder gezant » heeft ondernomen.

2. En ce qui concerne les frais de voyage et de logement de l’envoyé spécial, les mêmes règles qui sont appliquées pour les frais de voyage et de logement des

2. Wat betreft de reis- en hotelkosten van de « bijzonder gezant », gelden de normale regels die van toepassing zijn voor reis- en hotelkosten van ambtena-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22012

fonctionnaires du département Affaires étrangères qui partent en mission valent également pour l’envoyé spécial. 3. Je tiens à vous signaler que les dépenses mentionnées relèvent des règles normales concernant la surveillance et le controˆle des dépenses par l’Inspecteur des Finances et la Cour des comptes.

ren van het departement Buitenlandse Zaken die op missie zijn.

DO 2005200607320

DO 2005200607320

Question no 334 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2006 (N.) au ministre des Affaires étrangères : « Mission d’envoyé spécial ». — Indemnité forfaitaire mensuelle de défraiement. En ce qui concerne le cinquième point de ma question orale no 9793 relative aux activités de cet envoyé spécial, vous répondez que, compte tenu des missions de représentation dont est chargé l’envoyé spécial et qu’il effectue essentiellement à l’étranger, une indemnité forfaitaire mensuelle lui est octroyée à titre de défraiement (cf. Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, commission des Relations extérieures, 8 février 2006, COM 852, p. 1).

Vraag nr. 334 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : « Bijzonder gezant ». — Maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding. Op het vijfde punt van mijn mondelinge vraag nr. 9793 met betrekking tot de activiteiten van de « bijzonder gezant », antwoordt u : « Rekening houdend met de representatieve taken die de Bijzonder Gezant dient te vervullen, waarvan de uitoefening zich hoofdzakelijk in het buitenland voltrekt, werd hem op maandbasis een forfaitaire kostenvergoeding toegekend » (Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, 8 februari 2006, COM 852, blz. 1). Kan u meedelen wat het juiste bedrag is van deze maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 334 van de heer Guido Tastenhoye van 21 februari 2006 (N.) : Ik dank het geachte lid voor zijn vraag. Ik verwijs naar mijn antwoord op mondelinge vraag nr. 9793 wat betreft de activiteiten van de « bijzondere gezant » en kan u meedelen dat de forfaitaire maandelijkse onkostenvergoeding 2 000 euro bedraagt en rekening houdt met de onvoorziene en representatiekosten verbonden met de uitoefening van de functie en de opdracht van de « bijzondere gezant ».

Quel est le montant exact de cette indemnité forfaitaire mensuelle accordée à titre de défraiement ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 24 mars 2006, à la question no 334 de M. Guido Tastenhoye du 21 février 2006 (N.) : Je remercie l’honorable membre de sa question. Je me réfère à ma réponse à la question orale no 9793 concernant les activités de l’envoyé spécial. Le remboursement de frais forfaitaire mensuel s’élève à 2 000 euros et tient compte des frais imprévus et de représentation liés à l’exercice de la fonction et de la mission de l’envoyé spécial.

3. Ik hou eraan u erop te wijzen dat de betrokken uitgaven onder de normale regels vallen voor wat betreft het toezicht en de controle op de uitgaven door de Inspectuer van Financie¨n en het Rekenhof.

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2005200607211

DO 2005200607211

Question no 344 de Mme Ingrid Meeus du 14 février 2006 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 344 van mevrouw Ingrid Meeus van 14 februari 2006 (N.) aan de minister van Landsverdediging : Kazerne Poelkapelle. — Chemische munitie. — Verwerkingsinstallatie van Indaver. In de kazerne Poelkapelle ligt reeds vele jaren een grote munitiestock opgeslagen. Het betreft zowel con-

Caserne de Poelkapelle. — Munitions chimiques. — Installation de traitement d’Indaver. Un stock important de munitions est déjà entreposé depuis de nombreuses années dans la caserne de


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22013

Pœlkapelle. Il s’agit tant de munitions conventionnelles que de munitions douteuses et chimiques. Une partie des munitions chimiques qui y sont entreposées ne sont pas détruites par le SEDEE (Service d’enlèvement et de destruction des engins chimiques), mais dans une installation de traitement spécialisée. Il me revient que ce traitement est principalement effectué dans l’installation de traitement d’Indaver à Beveren (question no 311 du 2 décembre 2005, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 106, p. 19735).

ventionele munitie, twijfelachtige munitie alsook chemische munitie. Een deel van de chemische munitie, ginds gestockeerd, wordt niet vernietigd door DOVO (Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen), maar in een gespecialiseerde verwerkingsinstallatie. Naar ik vernomen heb, gebeurt deze verwerking hoofdzakelijk in de verwerkingsinstallatie van Indaver te Beveren (vraag nr. 311 van 2 december 2005, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 106, blz. 19735).

1. a) L’installation de traitement d’Indaver est-elle utilisée pour le traitement de munitions chimiques ?

1. a) Wordt de verwerkingsinstallatie van Indaver gebruikt voor de verwerwerking van chemische munitie ?

b) Indaver traite-t-elle encore d’autres munitions ?

b) Wordt er verder nog andere munitie door Indaver verwerkt ?

2. Quelles catégories de munitions toxiques Indaver traite-t-elle annuellement (substances chimiques composées d’agents provoquant des ampoules, des troubles du système nerveux, des effets d’empoisonnement et autres) et de combien d’exemplaires par an s’agit-il ?

2. Welke categoriee¨n toxische munitie worden er jaarlijks verwerkt door Indaver (chemische substanties gebaseerd op agentia, resulterend in blaartrekkende, zenuwaantastende, bloedvergiftigende en andere effecten) en hoeveel exemplaren/jaar ?

3. a) Quel est le mode de transport de ces munitions chimiques ?

3. a) Op welke manier wordt deze chemische munitie vervoerd ?

b) Indaver assure-t-elle le transport des munitions chimiques de Poelkapelle vers leur domaine ou l’armée est-elle responsable de ce transport ?

b) Zorgt Indaver voor het vervoer van de chemische munitie van Poelkapelle naar hun domein of is het leger verantwoordelijk voor dit transport ?

4. Quelles mesures sont-elles prises pour garantir la sécurité pendant la durée du transport ?

4. Welke maatregelen worden bij dit vervoer genomen om de veiligheid tijdens het transport te kunnen garanderen ?

5. Il ressort également de la réponse que les munitions conventionnelles sont annuellement détruites par détonation en puits ouverts.

5. Uit het antwoord blijkt eveneens dat de conventionele munitie jaarlijks in open lucht tot detonatie wordt gebracht.

a) Le SEDEE procède-t-il à ces détonations à Pœlkapelle ou ailleurs ?

a) Gebeurt dit in Poelkapelle door DOVO of nemen deze ontploffingen ergens anders plaats ?

b) Dans l’affirmative, à quel endroit ?

b) Zo ja, waar ?

Réponse du ministre de la Défense du 21 mars 2006, à la question no 344 de Mme Ingrid Meeus du 14 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 21 maart 2006, op de vraag nr. 344 van mevrouw Ingrid Meeus van 14 februari 2006 (N.) :

Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.

Ik vraag het geachte lid hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1. Les installations d’INDAVER sont utilisées pour le traitement des éléments toxiques conditionnés, provenant des munitions chimiques de la Première Guerre Mondiale, et pour le traitement des déchets complémentaires produits par les installations de Poelkapelle.

1. De verwerkingsinstallatie van INDAVER wordt gebruikt voor de verwerking van het geconditioneerd toxisch gedeelte van de chemische munitie Eerste Wereldoorlog en van de bijbehorende afvalstromen gecreeërd door de verwerkingsinstallaties van Poelkapelle.

2. La Défense n’est pas au courant de munitions traitées par INDAVER.

2. Defensie is niet op de hoogte van munitie die door INDAVER zou worden verwerkt.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22014

3. Les éléments toxiques traités par INDAVER contiennent des agents incapacitants, asphyxiants, sanguins et vésicants.

3. Het toxisch gedeelte verwerkt door INDAVER bevat incapacitantia, stikagentia, bloedagentia & blaartrekkende agentia.

Aperçu des quantités de déchets (en tonne) qui ont été conditionnées pour le transport vers les installations d’INDAVER

Overzicht van de voornaamste afvalstromen (in ton) die worden geconditioneerd voor transport naar en verwerking door INDAVER Autres types de déchets — Andere typische afvalstromen

Année — Jaar

Elément Tox des Mun (agent) — Tox gedeelte van de Mun (agentia)

2003 ............ 2004 ............ 2005 ............

33,420 22,440 15,200

Eaux usées — Afvalwater

Corps des munitions — Obusmantels

5,740 12,240 15,520

22,840 14,240 12,040

Produit décontamiTenue de nant et agents protection chimiques détruits — — Beschermkledij Ontsmettingsvloeistof en chemisch vernietigde agentia 4,760 6,840 16,900

25,160 25,940 18,760

Gravier « Pea » — Pea gravel 2003

10,860 22,520 35,400

4. et 5. Seulement l’élément toxique des munitions est conditionné pour le transport. Ce transport est organisé par un transporteur civil reconnu. La réglementation ADR est respectée. Ce transport ne contient aucune matière énergétique (explosif).

4. en 5 Enkel het toxisch gedeelte van de munitie wordt geconditioneerd voor transport. Het transport wordt georganiseerd door een erkende civiele vervoermaatschappij. De ADR reglementering wordt gerespecteerd. Dit transport bevat geen energetisch materiaal (springstof).

6. Le transport ne contient aucune matière énergétique. Le transport est conforme à la réglementation ADR.

6. Het transport bevat geen energetisch materiaal. Het transport is conform met de ADR reglementering.

7. Le SEDEE démolit la majorité des munitions conventionnelles découvertes, provenant principalement de la Première Guerre Mondiale et Deuxième Guerre Mondiale, dans les domaines militaires de Poelkapelle, Helchteren, Brasschaat et Elsenborn. Pour des raisons de sécurité, certaines démolitions sont également exécutées occasionnellement sur des terrains civils dans les environs immédiats de l’endroit de découverte de l’engin.

7. DOVO vernielt het merendeel van de ontdekte conventionele tuigen, voornamelijk afkomstig van Eerste Wereldoorlog en Tweede Wereldoorlog op militair domein in Poelkapelle, Helchteren, Brasschaat et Elsenborn. Occasioneel worden er ook omwille van veiligheidsredenen vernietigingen uitgevoerd op burgerterrein in de onmiddellijke omgeving van de vindplaats van het tuig.

DO 2005200607288

DO 2005200607288



Usage des langues à l’armée. — Notion néerlandaise de « streek ».

Gebruik der talen bij het leger. — Begrip « streek ».

La loi du 16 juillet 2005 modifiant diverses lois relatives au statut des militaires modifie notamment

Met de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22015

l’article 25 de la loi du 30 juillet 1938 concernant l’usage des langues à l’armée.

wordt onder meer artikel 25 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger gewijzigd.

En vertu de ces modifications, le Service accueil et orientation (SAO), les dépoˆts, les parcs, les arsenaux, les ateliers de fabrication, les services régionaux du génie et tous autres services et établissements militaires utilisent pour leur service intérieur la langue de la région (« streek » dans le texte néerlandais) ou` ils sont établis. De plus, les dispositions relatives à l’hoˆpital militaire et à la pharmacie militaire de Bruxelles s’appliquent également aux services et établissements qui ont leur siège dans la région bruxelloise (« in de streek van Brussel » dans le texte néerlandais) .

Volgens deze wijzigingen wordt bij de Dienst Onthaal en Orie¨ntatie (DOO), de depots, de parken, de arsenalen, de fabricagewerkplaatsen, de gewestelijke diensten van de genie en alle andere militaire diensten en inrichtingen, voor hun inwendige dienst, de taal gebruikt « van de streek waar ze gevestigd zijn » en zijn de bepalingen aangaande het Militair Hospitaal en de Militaire Apotheek van Brussel eveneens van toepassing op de diensten en inrichtingen die « in de streek van Brussel » gevestigd zijn.

Aux termes de la Constitution coordonnée du 17 février 1994, la Belgique comprend trois communautés (la Communauté française, la Communauté flamande et la Communauté germanophone), trois régions (« gewesten » dans le texte néerlandais) (la Région wallonne, la Région flamande et la Région bruxelloise) et quatre régions linguistiques (« taalgebieden » dans le texte néerlandais) (la région de langue française, la région de langue néerlandaise, la région bilingue de Bruxelles-Capitale et la région de langue allemande).

Volgens de gecoo¨rdineerde Grondwet van 17 februari 1994 omvat Belgie¨ drie gemeenschappen (de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap), drie gewesten (het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Gewest) en vier taalgebieden (het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied).

Dans le texte néerlandais de la Constition, le terme « streek » n’apparaıˆt pas, même pour évoquer la région bruxelloise.

De Grondwet maakt echter geen gewag van een « streek » al dan niet van Brussel.

Sur la base de ce qui précède, je voudrais poser les questions suivantes.

Op basis van het voorgaande wens ik de volgende vragen te stellen.

1. Quelle interprétation doit-on donner à la notion néerlandaise de « streek », telle qu’utilisée dans la loi susmentionnée du 16 juillet 2005 ?

1. Hoe dient het begrip « streek », zoals gebruikt in artikel 11 van de voornoemde wet van 16 juli 2005, geı¨nterpreteerd te worden ?

2. Combien de ces régions, dénommées « streken » en néerlandais, la Belgique comprend-elle et quelles en sont les limites ?

2. Hoeveel « streken » omvat Belgie¨ en wat zijn de grenzen ervan ?

3. N’estimez-vous pas qu’il serait plutoˆt grand temps que le département de la Défense recrute des juristes ou des traducteurs qui maıˆtrisent la langue de plus de 60 % de la population belge ?

3. Denkt u eerder niet dat het hoog dringend wordt dat het departement van Defensie juristen of vertalers aanwerft, die de taal van meer dan 60 % van de Belgische bevolking beheersen ?

Réponse du ministre de la Défense du 24 mars 2006, à la question no 345 de M. Luc Sevenhans du 20 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 24 maart 2006, op de vraag nr. 345 van de heer Luc Sevenhans van 20 februari 2006 (N.) :

La modification de l’article 25 de la loi du 30 juillet 1938 concernant l’usage des langues à l’armée apportée par la loi du 16 juillet 2005 modifiant diverses lois relatives au statut des militaires, avait pour seul but d’introduire des adaptations techniques dans l’article concerné, et ce, à la suite d’une remarque faite par les syndicats lors du comité de négociation sur le projet de loi du 16 juillet 2005 susvisée. D’une part, l’adaptation visait à remplacer, dans le texte néerlandais, le terme « wervingsburelen » par « Dienst onthaal en orie¨nta-

De door de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van diverse wetten betreffende het statuut van de militairen aangebrachte wijziging in artikel 25 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen in het leger had enkel tot doel technische aanpassingen in het betrokken artikel uit te voeren en dit naar aanleiding van een opmerking van de vakorganisaties tijdens het onderhandelingscomité over het ontwerp van de voornoemde wet van 16 juli 2005. Enerzijds beogen de aanpassingen in de Nederlandse tekst het woord


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22016

tie » et, dans le texte français, le terme « bureaux de recrutement » par « Service accueil et orientation ». D’autre part, l’orthographe du texte néerlandais a été adaptée conformément aux règles orthographiques actuelles. C’est pourquoi, le texte néerlandais de l’article 25 a été remplacé dans son ensemble.

« wervingsburelen » te vervangen door de woorden « Dienst onthaal en orie¨ntatie » en in de Franse tekst de woorden « bureaux de recrutement » door « Service accueil et orientation ». Anderzijds werd de spelling van de Nederlandse tekst aangepast aan de huidige spellingsregels. Daarom werd de Nederlandse tekst van artikel 25 in zijn geheel vervangen.

La notion de « streek » figurait déjà dans la version précédente de l’article 25 de la loi du 30 juillet 1938 concernant l’usage des langues à l’armée. Il convient d’interpréter cette notion conformément à l’esprit de la loi du 30 juillet 1938 susvisée. Il en ressort que cette notion doit être interprétée comme « taalgebied » au sens des « taalgebieden » (régions linguistiques), telles que définies dans les lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l’emploi des langues en matière administrative.

Het begrip « streek » bestond al in de vorige versie van artikel 25 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen in het leger. Men dient dit begrip te interpreteren volgens de geest van de voornoemde wet van 30 juli 1938. Daaruit blijkt dat dit begrip geı¨nterpreteerd dient te worden als zijnde « taalgebied », in de zin van de taalgebieden zoals bepaald in de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoo¨rdineerd op 18 juli 1966.

Il convient de remarquer que cet article n’a fait l’objet ni d’une remarque du Conseil d’E´tat, ni d’un amendement lors de la discussion de cet article en commission de la Défense nationale et en séance plénière.

Er dient te worden opgemerkt dat dit artikel geen voorwerp heeft uitgemaakt van een opmerking van de Raad van State, noch van een amendement tijdens de bespreking van dit artikel in de commissie voor de Landsverdediging en in de plenaire vergadering.

Il n’y a donc eu aucune erreur de traduction, comme vous le suggérez injustement.

Er werd dus geen fout gemaakt in de vertaling, zoals u onterecht suggereert.

Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie

Economie

DO 2005200606006

DO 2005200606006

Question no 352 de M. Ortwin Depoortere du 19 octobre 2005 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 352 van de heer Ortwin Depoortere van 19 oktober 2005 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Enquête sur les pratiques commerciales de Budgetticket.

Onderzoek naar de handelspraktijken van Budgetticket.

Selon un certain journal, la manière dont il convient d’aborder les pratiques commerciales de Budgetticket est loin de faire l’unanimité au sein du gouvernement. La ministre de la Protection de la consommation, Mme Van den Bossche, vous reprocherait de ne pas intervenir immédiatement contre les prix — abusifs, selon elle pratiqués par Budgetticket.

Volgens een bepaalde krant heerst er grote onenigheid binnen de regering over de aanpak van de handelspraktijken van Budgetticket. Minister van Consumentenzaken, mevrouw Van den Bossche, zou het u kwalijk nemen dat u niet onmiddellijk optreedt tegen de — volgens haar — woekerprijzen die Budgetticket hanteert.

1. Une concertation a-t-elle été organisée entretemps avec la ministre de la Protection de la consommation ?

1. Is inmiddels overleg gepleegd met de minister van Consumentenzaken ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22017

2. a) Envisagez-vous de charger l’Inspection économique d’enquêter sur les pratiques commerciales de Budgetticket ? b) Quels furent, le cas échéant, les résultats de l’enquête ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2006, à la question no 352 de M. Ortwin Depoortere du 19 octobre 2005 (N.) : Il est exact qu’à ma demande la direction Générale du Controˆle et de la Médiation a ouvert une enquête sur les pratiques de la firme Budgetticket, de Groningue. Celle-ci a toutefois refusé de donner suite aux convocations à elle adressées, arguant du fait que les pratiques en question ne sont pas illégales au regard du droit néerlandais. En effet la Directive no 2000/31/ CE du Parlement Européen et du Conseil de 8 juin 2000 relative à certains aspects juridiques des services de la société de l’information contient une « clause dite du marché intérieur » laquelle autorise les fournisseurs de services de la société de l’information à offrir ceuxci dans toute l’Union sur la base des règles et prescriptions en vigueur dans l’E´tat membre où ils sont établis.

L’appel lancé aux autorités néerlandaises étant aussi resté sans effet, du moins à ce jour, la direction Générale du Controˆle et de la Médiation examine à présent la possibilité d’invoquer l’exception à la « clause du marché intérieur » prévue à l’article 3 point 4 de la directive précitée, telle qu’elle a été transposée en droit belge par l’article 2 de la loi du 11 mars 2003 relative à certains aspects juridiques des services de la société de l’information visés à l’article 77 de la Constitution. Cette exception permet sous certaines conditions strictes de quand même prendre des mesures contre un service déterminé de la société de l’information fourni à partir d’un autre E´tat membre.

2. a) Overweegt u de Economische Inspectie opdracht te geven een onderzoek te starten tegen de handelspraktijken van Budgetticket ? b) Wat waren desgevallend de resultaten van het onderzoek ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2006, op de vraag nr. 352 van de heer Ortwin Depoortere van 19 oktober 2005 (N.) : Op mijn verzoek werd door de algemene directie Controle en Bemiddeling inderdaad een onderzoek opgestart inzake de praktijken van het Groningse bedrijf Budgetticket. Deze firma weigerde echter gevolg te geven aan convocaties vanwege deze dienst, waarbij zij zich op het standpunt stelt dat de betwiste praktijken niet onwettig zijn naar Nederlands recht. Inderdaad bevat de Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij een zogenaamde « internemarktclausule » die inhoudt dat verleners van diensten van de informatiemaatschappij in de gehele Unie diensten kunnen verlenen op basis van de regels en voorschriften die van toepassing zijn in de lidstaat waarin zij zijn gevestigd. Aangezien ook een beroep op de Nederlandse autoriteiten, althans tot op heden, tot geen nuttig gevolg leidde onderzoekt de algemene directie Controle en Bemiddeling thans de mogelijkheid om een beroep te doen op de uitzondering op de « internemarktclausule » die wordt voorzien door artikel 3 punt 4 van de voornoemde richtlijn, zoals omgezet in het Belgisch recht door artikel 2 van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Deze uitzondering laat onder een aantal strikte voorwaarden toe om toch maatregelen te nemen tegen een bepaalde dienst van de informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat wordt geleverd.

DO 2005200607194

DO 2005200607194

Question no 419 de Mme Trees Pieters du 10 février 2006 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Début et fin des amortissements fiscaux et comptables. — Personnes morales. — Impoˆt des sociétés. — Réductions de valeur et amortissements prorata temporis. Conformément aux dispositions de l’article 196, § 2, 1o du CIR 1992, pour les sociétés qui, en fonction des

Vraag nr. 419 van mevrouw Trees Pieters van 10 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Aanvang en einde van fiscale en boekhoudkundige afschrijvingen. — Rechtspersonen. — Vennootschapsbelasting. — Waardeverminderingen en afschrijvingen prorata temporis. Luidens de bepalingen van artikel 196, § 2, 1o WIB 1992, wordt ten name van de vennootschappen die op


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22018

critères fixés à l’article 15, § 1er du Code des sociétés, ne sont pas considérées comme des petites sociétés pour l’exercice d’imposition afférent à la période imposable au cours de laquelle l’immobilisation incorporelle ou corporelle a été acquise ou constituée, la première annuité d’amortissement portant sur des immobilisations acquises ou constitutées pendant l’exercice comptable n’est prise en considération à titre de frais professionnels que proportionnellement à la partie de l’exercice comptable au cours de laquelle les immobilisations ont été acquises ou constituées.

grond van de in artikel 15, § 1, van het Wetboek van vennootschappen bepaalde criteria niet als kleine vennootschappen worden aangemerkt voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin het immaterieel of materieel vast actief werd aangeschaft of tot stand gebracht de eerste afschrijvingsannuı¨teit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht.

1. Peut-on déduire logiquement de ces dispositions que durant l’exercice au cours duquel a lieu l’aliénation, la vente, l’apport, la vente et/ou la mise hors d’usage, sont désormais également acceptés prorata temporis comme frais professionnels les amortissements, les réductions de valeur et/ou les amortissements exceptionnels ?

1. Kan er logischerwijze voortaan ook worden mee ingestemd dat in het boekjaar van vervreemding, verkoop, inbreng, verkoop en/of buitengebruikstelling er tevens een afschrijving, een waardevermindering en/of een uitzonderlijke afschrijving prorata temporis wordt aanvaard als beroepskost ?

En principe, les règles utilisées en fiscalité sont les mêmes que les règles comptables, à moins que les dispositions fiscales ne s’en écartent de façon explicite. Or, ni l’article 43, ni l’article 52, 6o du CIR 1992 n’empêchent d’imputer des amortissements à l’exercice au cours duquel a lieu l’« aliénation » d’un élément d’actif. En effet, durant l’année de l’aliénation également, les éléments d’actif font clairement l’objet d’une moins-value. Il semble que le fait qu’une plus-value soit éventuellement réalisée au moment de la vente n’empêche d’aucune façon que l’élément d’actif en question fasse l’objet d’une véritable réduction de valeur lors de la période imposable au cours de laquelle la réalisation a eu lieu.

In principe worden de boekhoudkundige regels op fiscaal gebied immers steeds gehanteerd voor zover de fiscale bepalingen daar niet uitdrukkelijk van afwijken. Noch artikel 43 WIB 1992, noch artikel 52, 6o WIB 1992 verbiedt dat er afschrijvingen plaatsvinden in het jaar van de « vervreemding » van een actiefbestanddeel. Ook gedurende het jaar van vervreemding verminderen de activabestanddelen trouwens duidelijk in waarde. Het feit dat bij de verkoop eventueel een meerwaarde wordt gerealiseerd, staat blijkbaar geenszins in de weg dat het desbetreffende actiefbestanddeel tijdens het belastbaar tijdperk van de verwezenlijking een werkelijke waardevermindering ondergaat.

2. Pouvez-vous indiquer quelle est, du point de vue de l’économie des entreprises, votre position actuelle à cet égard, tant à la lumière des dispositions des articles 49, 52, 6o, 61, 183, 196 et 340 du Code des impoˆts sur les revenus 1992, qu’à celle de la jurisprudence fiscale y relative, ou encore de la législation comptable ?

2. Kan u uw huidige bedrijfseconomisch gerichte zienswijze zowel in het licht van de wettelijke bepalingen van onder meer de artikelen 49, 52, 6o, 61, 183, 196 en 340 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1922, de erop betrekking hebbende fiscale jurisprudentie als van de boekhoudwetgeving meedelen ?

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2006, à la question no 419 de Mme Trees Pieters du 10 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2006, op de vraag nr. 419 van mevrouw Trees Pieters van 10 februari 2006 (N.) :

Tenant compte des compétences de mon département en matière de droit comptable, j’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre la réponse suivante à la question 2.

Rekening houdende met de bevoegdheden van mijn departement inzake boekhoudrecht, heb ik de eer het geachte lid het volgende antwoord te geven op vraag 2.

2. Les immobilisations corporelles dont l’utilisation est limitée dans le temps font l’objet d’amortissements calculés selon un plan établi par l’organe d’administration compétent, répondant aux principes de prudence, de sincérité et de bonne foi. Les amortissements ne peuvent pas dépendre des résultats et doivent être actés d’une manière systématique.

2. Afschrijvingen van vaste activa met beperkte gebruiksduur gebeuren op basis van het door het bevoegde bestuursorgaan opgesteld plan dat moet beantwoorden aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw. Afschrijvingen mogen niet afhangen van resultaten en worden stelselmatig afgeboekt.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22019

Si l’application d’un plan d’amortissement accéléré, fiscalement admis, entraıˆne des amortissements nettement supérieurs à ceux qui sont économiquement justifiés, il est fait mention dans l’annexe de la différence entre le montant cumulé des amortissements réellement actés et le montant des amortissements économiquement justifiés. Il y est également fait mention de l’influence sur le montant des amortissements grevant le compte de résultats de l’exercice, des amortissements accélérés actés au cours de l’exercice ou d’exercices antérieurs.

Indien toepassing van een fiscaal toegestaan versneld afschrijvingsplan tot aanzienlijk snellere afschrijvingen leidt dan economisch verantwoord, maakt de toelichting melding van het verschil tussen het gecumuleerd bedrag van de geboekte afschrijvingen en dat van de economisch verantwoorde. Ook wordt de invloed aangegeven van tijdens het boekjaar of de vorige boekjaren geboekte versnelde afschrijvingen op het bedrag van de afschrijvingen in de resultatenrekening van het boekjaar.

En ce qui concerne les matières fiscales, je me réfère à la réponse de mon collègue le ministre des Finances. (Question no 1140 du 10 février 2006.)

Wat betreft de fiscale materies, verwijs ik naar het antwoord van mijn collega de minister van Financie¨n. (Vraag nr. 1140 van 10 februari 2006.)

DO 2005200607372

DO 2005200607372

Question no 425 de Mme Annemie Turtelboom du 27 février 2006 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 425 van mevrouw Annemie Turtelboom van 27 februari 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Entreprises. — Instauration d’un « label diversité ». ` l’occasion de l’appel lancé par la Fédération des A Entreprises de Belgique (FEB) en faveur d’une plus grande diversité dans les entreprises, le ministre a annoncé qu’il allait initier une concertation relative à l’instauration d’un label diversité dans toutes les entreprises belges.

Bedrijven. — Invoering van een diversiteitslabel.

1. Sur quels critères entendez-vous fonder la possibilité pour les entreprises d’entrer en ligne de compte pour l’obtention de ce label ?

1. Welke criteria wenst u te hanteren opdat ondernemingen zouden in aanmerking komen om dergelijk label te verwerven ?

2. Quelles actions concrètes envisagez-vous d’entreprendre afin de lancer une concertation concernant l’instauration d’un label diversité ?

2. Welke concrete acties overweegt u te ondernemen om overleg op te starten aangaande de invoering van een diversiteitslabel ?

3. Qui sera associé à cette concertation ?

Naar aanleiding van de oproep van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) tot meer diversiteit in het bedrijfsleven, heeft de minister te kennen gegeven overleg te plannen met betrekking tot de invoering van een diversiteitslabel in alle Belgische bedrijven.

3. Wie zal allemaal worden betrokken bij het overleg ?

4. Quel échéancier vous êtes-vous fixé pour instaurer le label ?

4. Welke timing streeft u na om het label in te voeren ?

5. Quelle plus-value concrète recherchez-vous en instaurant un label diversité ? Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2006, à la question no 425 de Mme Annemie Turtelboom du 27 février 2006 (N.) :

5. Welke concrete toegevoegde waarde beoogt u via de invoering van een diversiteitslabel ?

En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre que cette question relève des compétences de mon collègue, le ministre de l’E´galité des chances, à qui je l’ai transmise. (Question no 100 du 22 mars 2006.)

In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer mee te delen aan het geachte lid dat deze vraag behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, de minister van Gelijke Kansen, aan wie ik de vraag heb doorgestuurd. (Vraag nr. 100 van 22 maart 2006.)


2005

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2006, op de vraag nr. 425 van mevrouw Annemie Turtelboom van 27 februari 2006 (N.) :

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22020

DO 2005200607474

DO 2005200607474

Question no 430 de M. Roel Deseyn du 10 mars 2006 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 430 van de heer Roel Deseyn van 10 maart 2006 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Traitement des plaintes au service de médiation des Télécommunications.

Afhandelen van klachten bij de ombudsdienst voor Telecommunicatie.

J’ai appris récemment qu’une plainte pendante depuis plus de six mois déjà auprès du service de médiation des Télécommunications (elle a été introduite le 1er aouˆt 2005) n’a toujours pas été traitée. Pire encore, la personne intéressée n’a reçu qu’un minimum d’informations du service de médiation sur l’état d’avancement de son dossier. Plusieurs courriers électroniques seraient restés sans réponse. Une lettre que le médiateur fédéral aurait envoyée à son collègue des Télécommunications n’aurait également suscité aucune réaction.

Recentelijk vernam ik dat een klacht die al meer dan een half jaar hangende is bij de ombudsdienst Telecommunicatie (ingediend op 1 augustus 2005), nog steeds niet werd afgehandeld. Erger is evenwel dat de betrokken persoon zeer weinig informatie ontving van de ombudsdienst over de vooruitgang in zijn dossier. Op verschillende mails kwam er blijkbaar geen antwoord; ook een mogelijke brief van de federale ombudsman aan de ombudsman Telecommunicatie leidde niet tot een reactie.

Une amélioration fondamentale pourrait consister à introduire un système de tickets. On pourrait envisager en l’occurrence un système par lequel la personne qui dépose une plainte auprès du service de médiation reçoit un numéro accompagné d’un code login et d’un mot de passe lui permettant ensuite de suivre l’état d’avancement de son dossier sur le site internet. E´tant donné que ces informations sont probablement déjà disponibles au sein même du service (pour les collaborateurs), le système pourrait rapidement devenir opérationnel.

Een fundamentele verbetering zou erin kunnen bestaan om een soort van ticketsysteem in te voeren. Hier kan gedacht worden aan een systeem waarbij elke persoon die een klacht indient bij de ombudsdienst, een nummer ontvangt, samen met een login en paswoord waarmee hij dan op een website de status van zijn dossier kan opvolgen. Aangezien deze informatie waarschijnlijk al beschikbaar is binnen de dienst zelf (voor de medewerkers) zou het systeem snel in werking kunnen treden.

1. Comment le service de médiation explique-t-il cet énorme retard ?

1. Hoe verklaart de ombudsdienst deze enorme vertraging ?

2. a) Comment le service de médiation explique-t-il que plusieurs courriers électroniques sont restés sans réponse ?

2. a) Hoe verklaart de ombudsdienst dat verschillende mails zonder antwoord blijven ?

b) Quelle politique le service mène-t-il en la matière ?

b) Welk beleid hanteert de dienst terzake ?

3. a) Combien de plaintes ont été introduites en 2005 ?

3. a) Hoeveel klachten werden ingediend in 2005 ?

b) Quelle a été la durée moyenne de traitement d’un dossier ?

b) Wat was de gemiddelde doorlooptijd van een dossier ?

c) Quel est le pourcentage de plaintes dont la durée de traitement a dépassé trois mois ?

c) Voor hoeveel procent van de klachten duurde de afhandeling meer dan drie maanden ?

4. a) Que pensez-vous du système de tickets susmentionné ?

4. a) Hoe staat u tegenover de invoering van het bovenvermelde ticketsysteem ?

b) Quand pourrait-il entrer en vigueur ?

b) Wanneer zou dit in werking kunnen treden ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22021

Réponse du ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 21 mars 2006, à la question no 430 de M. Roel Deseyn du 10 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 21 maart 2006, op de vraag nr. 430 van de heer Roel Deseyn van 10 maart 2006 (N.) :

J’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par la vice-première ministre et la ministre de la Protection de la consommation. (Question no 187 du 10 mars 2006.)

Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door de vice-eerste minister en minister van Consumentenzaken zal gegeven worden. (Vraag nr. 187 van 10 maart 2006.)



Santé publique

Volksgezondheid

DO 2004200503168

DO 2004200503168

Question no 382 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 382 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

SPF. — Plan stratégique.

FOD’s. — Strategisch plan.

Conformément aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000 portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, chaque SPF est tenu d’élaborer un plan stratégique.

Conform de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, moet elke FOD een strategisch plan opstellen.

Quand ce plan sera-t-il disponible pour le SPF relevant de votre compétence ?

Kan u meedelen wanneer dit voor uw FOD zal gerealiseerd zijn ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 21 mars 2006, à la question no 382 de M. Gerolf Annemans du 20 janvier 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 21 maart 2006, op de vraag nr. 382 van de heer Gerolf Annemans van 20 januari 2005 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

Afin de préciser la question qui fait référence aux articles 3 et 5 de l’arrêté royal du 7 novembre 2000, portant création et composition des organes communs à chaque service public fédéral, je me permets de reprendre ci-après lesdits articles afin d’éviter toute confusion.

Ter verduidelijking van de vraag, die verwijst naar artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, citeer ik hierna deze artikelen letterlijk om elk misverstand te voorkomen.

Article 3 : Le Conseil Stratégique

Artikel 3. De Beleidsraad :

— formule des avis pour l’établissement du plan stratégique du ministre, le cas échéant, du secrétaire d’E´tat, ainsi que pour toute modification de celuici en cours de législature;


2005

— geeft advies bij de totstandkoming van het strategisch plan van de minister, gebeurlijk de staatssecretaris, alsook bij wijzigingen hieraan in de loop van de legislatuur; 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22022

— se prononce sur les propositions budgétaires annuelles à présenter par le ministre compétent, le cas échéant, le Secrétaire d’E´tat compétent, et de réajustement éventuel du budget; — (...) (AR 2003-01-16/32, art. 1, 003; en vigueur : 29 janvier 2003); — surveille le Comité de direction dans sa mise en œuvre du plan stratégique; — donne des avis au ministre, le cas échéant, au Secrétaire d’E´tat, sur le projet de contrat de management du président du Comité de direction. Il s’agit donc bien du ministre qui doit établir un plan stratégique et non le SPF. J’ai le plaisir d’informer l’honorable membre que, même si aucun conseil stratégique n’a vu le jour pour le SPF santé publique, Sécurité de la Chaıˆne alimentaire et Environnement, on peut considérer d’une part que ma note de politique générale, associée à la déclaration gouvernementale, constitue annuellement un plan stratégique, et que d’autre part, le SPF me propose chaque année les éléments de cette note stratégique. Art. 5. Le Comité de direction est chargé de la gestion du service public fédéral, conformément au plan stratégique. Il formule toute proposition utile relative au fonctionnement du service public fédéral et assure la coordination de l’ensemble des services et des activités de celui-ci. Il propose le projet de budget et le projet éventuel de réajustement de celui-ci; il en surveille l’exécution.

— spreekt zich uit over de jaarlijkse begrotingsvoorstellen die door de bevoegde minister, gebeurlijk de staatssecretaris, zullen worden voorgesteld alsook de eventuele aanpassing van de begroting; — (...) (KB 2003-01-16/32, art. 1, 003; inwerkingtreding : 29 januari 2003); — houdt toezicht op de uitvoering van het strategisch plan door het directiecomité; — geeft advies aan de minister, gebeurlijk de staatssecretaris, bij het ontwerp managementcontract van de voorzitter van het directiecomité. Het is dus wel degelijk de minister en niet de FOD die een beleidsplan moet opstellen. Ik kan het geachte lid met genoegen meedelen dat ook al heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu geen beleidsraad, men er toch mag van uitgaan dat mijn beleidsnota, die nauw aanleunt bij de regeerverklaring, eigenlijk een jaarlijks beleidsplan is en dat de FOD mij bovendien elk jaar elementen van deze beleidsnota voorstelt.

(Il élabore le plan de personnel sur la base des projets établis par les titulaires des fonctions de management et le transmet pour accord au ministre. Le plan de personnel détermine, par fonction, le nombre de membres du personnel statutaires et contractuels exprimé en équivalents temps plein.) Je confirme à l’honorable membre que le SPF a établi les plans de personnel nécessaires et adapte son plan budgétaire selon les directives de la note de politique générale. Les plans de management également ont été établis en font l’objet de révision selon les nouvelles orientations stratégiques. Mon SPF a été et reste pionnier dans ce domaine.

Art. 5. Het directiecomité wordt belast met het beheer van de federale overheidsdienst, overeenkomstig het strategisch plan. Het formuleert alle nuttige voorstellen met betrekking tot de werking van de federale overheidsdienst en verzekert de coo¨rdinatie tussen de diensten onderling en hun activiteiten. Het stelt het begrotingsontwerp en de eventuele aanpassing hieraan voor; het houdt toezicht op de uitvoering ervan. (Het werkt het personeelsplan uit op basis van de ontwerpen opgesteld door de houders van een managementfunctie en zendt het, voor akkoord, aan de minister. Het personeelsplan bepaalt, per functie, het aantal statutaire en contractuele personeelsleden uitgedrukt in voltijdse equivalenten.) Ik kan het geachte lid bevestigen dat de FOD de nodige personeelsplannen heeft opgemaakt en zijn begrotingsplan aanpast volgens de richtlijnen van de algemene beleidsnota. Ook de managementplannen zijn opgemaakt en worden thans herzien in het licht van de nieuwe beleidsopties. Mijn FOD is hierin steeds een pionier geweest en zal dat ook blijven.

DO 2004200504877

DO 2004200504877

no

Mme

Question 522 de Yolande Avontroodt du 26 juillet 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Ostéoporose. — Comité d’évaluation des pratiques médicales en matière de médicaments. — Réunion de consensus. Dans votre réponse à ma question no 431 du 30 mars 2005 relative au traitement au Fosamax de


2005

Vraag nr. 522 van mevrouw Yolande Avontroodt van 26 juli 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Osteoporose. — Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen. — Consensusvergadering. In uw antwoord op mijn vraag nr. 431 van 30 maart 2005 betreffende de behandeling met Fosamax van 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22023

patients masculins souffrant d’ostéoporose (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 83, p. 14326), vous évoquiez la réunion de consensus du Comité d’évaluation des pratiques médicales en matière de médicaments qui devait se tenir le 26 mai 2005 et dont les résultats devaient donner lieu à une révision des règles de remboursement selon les derniers concepts scientifiques.

mannelijke patie¨nten die lijden aan osteoporose (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 83, blz. 14326), verwees u naar de consensusvergadering van het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen die zou plaatsvinden op 26 mei 2005 en waarvan de verkregen resultaten zouden uitmonden in een herziening van de vergoedingsregels volgens de jongste wetenschappelijke concepten.

Quels sont les résultats de la réunion de consensus ?

Wat zijn de resultaten van de consensusvergadering ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 522 de Mme Yolande Avontroodt du 26 juillet 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 522 van mevrouw Yolande Avontroodt van 26 juli 2005 (N.) :

Le rapport du jury de la réunion de consensus est disponible depuis le 1er novembre 2005 et est publié sur le site web de l’INAMI.

Het juryrapport van de consensusvergadering is beschikbaar sinds 1 november 2005 en wordt op de website van het RIZIV gepubliceerd.

La question sera prise en considération.

De vraag zal hierbij in beschouwing worden genomen.

DO 2004200505293

DO 2004200505293

Question no 560 de Mme Magda De Meyer du 7 octobre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 560 van mevrouw Magda De Meyer van 7 oktober 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Refuges pour animaux.

Dierenasielcentra.

Chaque année, le nombre d’animaux abandonnés dans des refuges augmente. Tous les records dans ce domaine ont été battus au cours de l’été 2005. Les centres sont surpeuplés et manquent de moyens de fonctionnement. De nombreux propriétaires cherchent dès lors à couvrir les frais en travaillant ailleurs pendant la journée et en confiant la gestion quotidienne du refuge à des volontaires.

Elk jaar worden er steeds meer dieren achtergelaten in een asiel. De zomer van 2005 was op dat vlak zelfs een recordjaar. Maar de bestaande centra zitten overvol en kampen met grote tekorten aan werkingsmiddelen. Vele van de eigenaars proberen dan ook uit de kosten te komen door overdag elders te gaan werken en het beheer van het asiel in handen te laten van sympathisanten.

1. Disposez-vous de données chiffrées récentes sur le nombre d’animaux abandonnés pendant les vacances estivales et recueillis dans des refuges pour animaux ?

1. Beschikt u over recente cijfers van achtergelaten dieren tijdens de zomervakantie die door asielcentra werden opgevangen ?

2. Combien de refuges pour animaux notre pays compte-t-il au total ?

2. Wat is het globaal aantal dierenasielcentra in ons land ?

3. De quel appui structurel bénéficient-ils actuellement ?

3. Welke structurele ondersteuning wordt er momenteel gegeven aan de asielcentra in ons land ?

4. Quels controˆles l’administration fédérale effectue-t-elle dans ces centres ?

4. Welke controles worden er vanuit de federale administratie uitgevoerd in dergelijke centra ?

5. Ces refuges sont-ils soumis à des critères de qualité ?

5. Worden er kwaliteitscriteria opgelegd aan de asielcentra ?

6. Des refuges pour animaux ont-ils été fermés au cours de l’année écoulée ?

6. Werden er het afgelopen jaar asielcentra gesloten ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22024

7. Dans votre dernière note de politique générale, vous avez préconisé une professionnalisation des refuges pour animaux et un accroissement de l’aide qui leur est apportée. Qu’en est-il ?

7. In uw vorige beleidsnota pleitte u voor verdere professionalisering en ondersteuning van de asielcentra. Kan u een stand van zaken geven ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 560 de Mme Magda De Meyer du 7 octobre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 560 van mevrouw Magda De Meyer van 7 oktober 2005 (N.) :



1 et 2. Chaque année, le Service Bien-être animal et CITES du SPF Santé publique interroge les refuges sur le nombre d’animaux recueillis au cours de l’année précédente et la destination qui leur a été réservée.

1 en 2. De Dienst Dierenwelzijn en CITES van de FOD Volksgezondheid vraagt jaarlijks aan de asielen hoeveel dieren tijdens het voorgaande jaar werden opgevangen en welke bestemming zij hebben gekregen.

Dès lors, les chiffres relatifs aux nombres d’abandons en 2005 ne seront disponibles que dans le courant de l’année 2006.

De cijfers aangaande het aantal achtergelaten dieren in 2005 zullen dan ook pas in de loop van 2006 beschikbaar zijn.

Je ne dispose toutefois que de chiffres globaux car il n’existe pas de statistiques spécifiques pour les vacances d’été. Les derniers chiffres connus sont ceux de 2004 et font état de 38 586 chiens et 33 967 chats abandonnés qui ont été accueillis dans les 78 refuges agréés du pays. En comparaison avec l’année 2003, environ 2000 chiens de plus ont été hébergés dans ces refuges. Par contre, la différence est moins significative si l’on confronte les chiffres de 2001 à savoir 38 169 chiens recueillis avec ceux de 2004. En revanche, l’année 2004 montre une nette tendance à la hausse du nombre de chats recueillis par les refuges sachant que celui-ci s’élevait en moyenne à 27 000 ces trois dernières années.

Ik beschik ook slechts over globale cijfers daar er geen specifieke statistieken voor de zomervakantie bestaan. De meest recente cijfers zijn deze van 2004. Hieruit blijkt dat in dat jaar 38 586 achtergelaten honden en 33 967 achtergelaten katten werden opgevangen in de 78 erkende asielen in ons land. In vergelijking met 2003 werden in deze asielen ongeveer 2000 honden meer opgevangen. Het verschil is echter minder significant wanneer we de cijfers van 2001, te weten 38 169 opgevangen honden, vergelijken met deze van 2004. Wat het aantal opgevangen katten betreft, toont het jaar 2004 echter een duidelijke stijging. De laatste drie jaar ging het hierbij immers gemiddeld om 27 000 dieren.

3. En ce qui concerne le soutien financier, certaines provinces et communes octroient une aide aux refuges situés sur leur territoire. Un tel soutien n’est pas prévu au niveau fédéral.

3. Sommige provincies en gemeenten geven financie¨le ondersteuning aan de asielen op hun grondgebied. Dergelijke ondersteuning is op het federale niveau niet voorzien.

4 à 6. Les refuges sont soumis à des controˆles par le service d’Inspection de la direction générale Animaux, Végétaux et Alimentation du SPF Santé publique afin de vérifier leur conformité avec les exigences de bienêtre animal. Ces controˆles sont systématiques lors de l’examen de toute demande d’agrément. Pour être agréés, les refuges doivent répondre aux conditions fixées par l’arrêté royal du 17 février 1997 portant les conditions d’agrément des élevages de chiens, élevages de chats, refuges pour animaux, pensions pour animaux et établissements commerciaux pour animaux, et les conditions concernant la commercialisation des animaux. Des controˆles sont répétés par la suite selon une programmation générale ou à la suite d’une plainte. Durant l’année dernière, aucun refuge n’a dû être fermé.

4 tot 6. De asielen zijn onderworpen aan de controles van de Dienst Inspectie van het DirectoraatGeneraal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid. Hierbij wordt nagegaan of zij voldoen aan de voorschriften op het vlak van dierenwelzijn. Deze controles worden systematisch uitgevoerd bij elke erkenningsaanvraag. Om erkend te kunnen worden, moeten de asielen beantwoorden aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren. Ook na erkenning worden controles uitgevoerd en dit volgens een algemene planning of naar aanleiding van een klacht. Vorig jaar is geen enkel asiel gesloten moeten worden.

7. Actuellement, le Service Bien-être animal et CITES procède à la révision de l’arrêté royal du

7. De Dienst Dierenwelzijn en CITES momenteel aan een herziening van het voornoemde koninklijk


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22025

17 février 1997 susmentionné. Cette révision, vise notamment à améliorer la responsabilisation du secteur, tant les refuges que les commerçants et éleveurs, ainsi que l’information des acquéreurs d’animaux.

besluit van 17 februari 1997. Deze herziening is er vooral op gericht om de responsabilisering van de sector, zowel asielen als dierenhandelaars en fokkers en de informatie aan de verwervers van de dieren te verbeteren.

Le projet d’arrêté royal qui modifie l’arrêté susmentionné a été délibéré en Conseil des ministres le 23 décembre 2005 et se trouve actuellement au Conseil d’E´tat. Dès réception de son avis qui doit être rendu dans le courant du mois de février, l’arrêté royal sera soumis à la signature royale et publié au Moniteur belge.

Het ontwerp van koninklijk besluit ter wijziging van bovenvernoemd besluit werd goedgekeurd in de Ministerraad van 23 december 2005 en bevindt zich momenteel bij de Raad van State. Zodra deze in de loop van de maand februari advies uitbrengt, zal het koninklijk besluit ter ondertekening aan het staatshoofd worden voorgelegd en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden.

DO 2005200606184

DO 2005200606184

Question no 576 de Mme Yolande Avontroodt du 10 novembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 576 van mevrouw Yolande Avontroodt van 10 november 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Dépistage du cancer de l’intestin.

Darmkankerscreening.

Ma proposition de résolution relative à la prévention du cancer a été adoptée à la Chambre le 16 juin 2005 (Doc. parl., Chambre, S.E. 2003, no 188/3). Dans le prolongement des recommandations européennes en la matière, cette résolution plaide en faveur d’initiatives dans le cadre du dépistage des cancers du sein, du col de l’utérus et de l’intestin. Une attention particulière y est demandée pour le dépistage du cancer de l’intestin compte tenu de l’importance de cette forme de cancer et de l’impréparation totale de la Belgique dans ce domaine.

Op 16 juni 2005 werd mijn voorstel van resolutie tot preventieve bestrijding van kanker goedgekeurd in de Kamer (Parl. St., Kamer, B.Z. 2003, nr. 188/3). In navolging van de Europese aanbevelingen terzake wordt hiering gevraagd om initiatieven inzake borst-, baarmoederhals- en darmkankerscreening. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor darmkankerscreening gezien het belang van deze vorm van kanker en aangezien Belgie¨ op dit vlak totaal onontgonnen terrein is.

Les communautés se sont déjà penchées sur ce dossier. En Flandre, une concertation a déjà eu lieu entre le cabinet de la ministre Vervotte et les médecins généralistes et spécialistes. En Wallonie également, la ministre Fonck réfléchit à la meilleure stratégie à suivre en vue de la prévention du cancer de l’intestin.

De gemeenschappen hebben zich reeds over dit dossier gebogen. In Vlaanderen is er reeds overleg geweest tussen het kabinet van minister Vervotte en de huisartsen en specialisten en ook in Wallonie¨ bestudeert minister Fonck welke strategie het best gevolgd wordt ter preventie van darmkanker.

La question centrale consiste à savoir si le dépistage sera réalisé auprès de l’ensemble de la population au moyen de la méthode FOBT (recherche de sang occulte dans les selles) ou seulement auprès du groupe à risque élevé par coloscopie.

Centraal hierbij staat de vraag of men de hele bevolking zal screenen via de FOBT-methode (opsporen van occult bloed in de stoelgang) of men zich zal beperken tot de hoogrisicogroep middels het uitvoeren van een coloscopie.

Bien que la prévention soit une compétence communautaire, il est évident que l’autorité fédérale est également concernée et qu’une concertation s’impose.

Hoewel preventie een gemeenschapsbevoegdheid is, is het duidelijk dat ook de federale overheid betrokken partij is en dat overleg noodzakelijk is.

1. a) Le dépistage du cancer de l’intestin a-t-il déjà fait l’objet d’une concertation avec les Communautés ?

1. a) Is er inzake darmkankerscreening reeds overleg gevoerd met de Gemeenschappen ?

b) Dans l’affirmative, pourriez-vous fournir plus de détails à ce sujet ?

b) Zo ja, kan u hierover meer toelichting geven ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22026

c) Dans la négative, envisagez-vous un dialogue avec les Communautés à ce sujet ?

c) Zo neen, overweegt u hierover met de Gemeenschappen in gesprek te treden ?

2. Quelles initiatives envisagez-vous pour mettre en œuvre la résolution susmentionnée, en particulier en ce qui concerne la prévention du cancer de l’intestin ?

2. Welke initiatieven overweegt u te nemen om uitvoering te geven aan de hierboven vermelde resolutie, in het bijzonder wat de preventie van darmkanker betreft ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 576 de Mme Yolande Avontroodt du 10 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 576 van mevrouw Yolande Avontroodt van 10 november 2005 (N.) :



Selon l’orientation du plan d’action « l’Europe contre le Cancer », le dépistage du cancer du colon rectal par la méthode FOBT (recherche de sang occulte dans les selles) devrait être proposé tous les 2 ans à la population à partir de l’aˆge de 50 ans.

Volgens het actieplan « Europa tegen Kanker » zou men de bevolking vanaf de leeftijd van 50 jaar om de twee jaar moeten voorstellen om zich via de FOBTmethode (opsporen van occult bloed in de stoelgang) op colorectale kanker te laten screenen.

Une méta-analyse de l’impact du dépistage sur la diminution de la mortalité basée sur quatre études randomisées (RCT) a démontré que le groupe ayant bénéficié du dépistage par FOBT présentait une diminution de 16 % de la mortalité suite à un cancer du coˆlon (risque relatif — RR 0,84, intervalle de confiance (CI) 0,77-0,93). De plus, ajustant le résultat à la participation dans les études individuelles, la diminution de la mortalité s’élevait à 23 % (RR 0,77, CI : 0,57-0,89).

Uit een meta-analyse van de impact van de screening op de daling van het sterftecijfer, gebaseerd op vier gerandomiseerde studies (RCT’s), is gebleken dat het sterftecijfer als gevolg van darmkanker bij de groep die via de FOBT-methode gescreend was, met 16 % daalde (relatief risico (RR) 0,84; betrouwbaarheidsinterval (CI) 0,77-0,93). Als men het resultaat aanpaste op basis van de deelname aan individuele studies daalde het sterftecijfer zelfs met 23 % (RR : 0,77; CI : 0,57-0,89).

En général, nous pouvons estimer que si 10 000 personnes reçoivent une invitation bisannuelle pour un dépistage par recherche de sang occulte, et que deux tiers aient été soumis à au moins 1 test d’hémoculture dans une période de 10 ans, 8,5 décès (CI : 3,6-13,5) suite à un cancer du colon rectal pourraient être évités.

In het algemeen kunnen we ervan uitgaan dat, indien 10 000 mensen om de twee jaar uitgenodigd worden voor een screening om occult bloed op te sporen en er bij tweederde minstens 1 bloedkweek over een periode van 10 jaar wordt uitgevoerd, 8,5 sterfgevallen (CI : 3,6-13,5) door colorectale kanker vermeden zouden kunnen worden.

Sur les effets indésirables liés aux faux positifs du dépistage d’une population asymptomatique, nous pouvons nous attendre, après un dépistage par FOBT, à un certain nombre de colonoscopies ou sigmoidoscopies indiquées comme bilan diagnostique. Suite aux investigations complémentaires, nous pouvons estimer que suite à une colonoscopie, un certain nombre de patients présenteront une complication comme une perforation ou une hémorragie intestinale.

Wat betreft de ongewenste effecten door valse positieven bij de screening van een asymptomatische populatie, kunnen we na een screening via FOBT een aantal colonoscopiee¨n of sigmoı¨doscopiee¨n als bijkomende onderzoeken verwachten. Na verder onderzoek kan ervan uitgegaan worden dat er bij een aantal patie¨nten na een colonoscopie een complicatie zal optreden zoals bijvoorbeeld een darmperforatie of een darmbloeding.

Le risque de complications est de 1 ou 2 perforations sur 10 000 tests par sigmoidoscopie. Quand l’examen complémentaire est une colonoscopie, les risques de perforation sont estimés à moins de 30 sur 10 000 tests et les risques d’une hémorragie intestinale à moins de 3 %.

Het risico van complicaties is 1 of 2 perforaties op 10 000 sigmoı¨doscopiee¨n. Wanneer het bijkomende onderzoek een colonoscopie is, schat men de risico’s van perforatie op minder dan 30 op 10 000 tests, en het risico van een darmbloeding op minder dan 3 %.

1. Le dépistage du cancer de l’intestin n’a pas fait l’objet d’une concertation avec les communautés de l’Institut scientifique de santé publique.

1. Inzake darmkankerscreening is er door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid nog geen overleg gevoerd met de gemeenschappen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22027

Toutefois l’unité d’Epidémiologie de l’ISSP offre un appui technique aux initiatives des communautés pour l’organisation de projets-pilotes pour les dépistages du cancer du colon rectal organisés selon les normes de controˆle de qualité européenne. L’unité d’E´pidémiologie du cancer est membre du réseau européen du cancer (European Cancer Network-ECN). Dans le cadre du projet 2006-2007, pour la deuxième année, il a été prévu une révision bibliographique et la réalisation d’une méta-analyse sur les nouvelles méthodes pour le dépistage du cancer du colon rectal.

Anderzijds biedt de Afdeling Epidemiologie van het WIV technische ondersteuning aan initiatieven van de gemeenschappen rond proefprojecten voor screeningen op colorectale kanker die georganiseerd worden volgens de Europese normen voor kwaliteitscontrole.

2. Dans le troisième trimestre de 2005, la section d’Epidémiologie de l’ISP a élaboré une actualisation de la révision bibliographique du dépistage du cancer du colon rectal dans le cadre du projet CROSP.

2. In het derde trimester van 2005 heeft de Afdeling Epidemiologie van het WIV het literatuuroverzicht over de screening van colorectale kanker in het kader van het COOV-project bijgewerkt.

L’unité d’Epidémiologie du cancer prévoit de faire le bilan des initiatives d’organisation de projets-pilotes pour le dépistage du cancer du colon rectal au niveau des communautés, d’offrir une appui technique pour la mise en place de projets-pilotes par la standardisation des méthodes d’enregistrement, de formuler des propositions pour un protocole pour l’évaluation du programme et la définition des normes de controˆle de la qualité.

De Afdeling Epidemiologie is van plan om een inventaris op te maken van de initiatieven in verband met proefprojecten rond de screening van colorectale kanker op het niveau van de gemeenschappen. Ze zal tevens technische ondersteuning bieden voor de lancering van proefprojecten door de registratiemethodes te standaardiseren, en voorstellen formuleren voor een protocol om het programma te evalueren en de normen voor kwaliteitscontrole vast te leggen.

DO 2005200606192

DO 2005200606192

Question no 577 de Mme Annelies Storms du 10 novembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 577 van mevrouw Annelies Storms van 10 november 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Manque de sommeil chez certains médecins.

Slaaptekort bij artsen.

Il ressort d’une étude parue le 7 septembre 2005 dans « The Journal of the American Medical Association » que les médecins sont souvent fatigués au point que leurs facultés de concentration sont similaires à celles d’un chauffeur ivre.

Uit een studie die op 7 september 2005 verscheen in « The Journal of the American Medical Association » blijkt dat dokters vaak zo vermoeid zijn dat hun bekwaamheid om zich te concentreren gelijkwaardig is aan die van een dronken chauffeur.

C’est la première fois qu’une étude compare l’état de fatigue dans lequel se trouvent certains médecins à l’issue d’une éprouvante garde de nuit avec les effets de la consommation d’alcool.

Voor het eerst vergelijkt een studie de verzwakking van artsen na een zware nachtshift met de effecten van alcoholgebruik.

Une enquête publiée par la revue Eos (septembre 2005), menée parmi 247 gynécologues ainsi que 50 gynécologues en cours de formation en Flandre, révèle que plus de la moitié d’entre eux travaillent plus de 60 heures par semaine. Pour les gynécologues en formation, cette proportion passe même à 80 %. Douze pour cent des gynécologues masculins et 15 % de leurs collègues féminins ont avoué avoir déjà commis des erreurs médicales dues à la fatigue. En Belgique, il semble qu’on dénombre 2 000 cas de décès dus à des erreurs médicales, ce qui en fait une importante cause de mortalité.

Uit een onderzoek in het tijdschrift Eos (september 2005) bij 247 gynaecologen en bij 50 gynaecologen in opleiding in Vlaanderen blijkt dat meer dan de helft van hen meer dan 60 uur per week werken. Voor de gynaecologen in opleiding is dit zelfs 80 %. 12 % van de mannelijke en 15 % van de vrouwelijke gynaecologen gaf toe reeds medische vergissingen gemaakt te hebben die een gevolg waren van vermoeidheid. In Belgie¨ zou het aantal dodelijke slachtoffers ten gevolge van een medische fout 2 000 bedragen, en vormt daarmee een belangrijke doodsoorzaak.


2005

De Afdeling Epidemiologie is lid van het Europese kankernetwerk (European Cancer Network-ECN). In het kader van het project 2006-2007 zal in het tweede jaar een literatuuroverzicht worden opgesteld en een meta-analyse worden uitgevoerd over de nieuwe methodes voor het opsporen van colorectale kanker.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22028

1. Le SPF Santé publique s’intéresse-t-il au problème de la fatigue des médecins et des études sontelles menées dans ce cadre ?

1. Heeft de FOD Volksgezondheid aandacht voor de problematiek van vermoeidheid bij artsen en wordt hier onderzoek naar verricht ?

2. Quelles initiatives avez-vous déjà prises pour faire face à ce problème ?

2. Welke initiatieven nam u reeds om deze problematiek tegen te gaan ?

3. a) Envisagez-vous de vous inspirer des conclusions de cette étude dans la politique que vous menez ?

3. a) Overweegt u gevolg te geven aan de conclusies van deze studies in uw beleid ?

b) Dans la négative, pourquoi ?

b) Indien niet, waarom niet ?

4. Pouvez-vous confirmer le chiffre d’environ 2 000 victimes par an dues à des erreurs médicales ?

4. Kan u de cijfers van ongeveer 2 000 slachtoffers per jaar ten gevolge van een medische fout bevestigen ?

5. a) Envisagez-vous de prendre des initiatives visant éventuellement à limiter le nombre d’heures de prestations autorisées des médecins, spécialistes et médecins assistants en formation ?

5. a) Overweegt u initiatieven te nemen om het aantal uren dat artsen, specialisten en assistentgeneesheren in opleiding mogen presteren eventueel te beperken ?

b) Dans l’affirmative, en quoi consisteraient ces initiatives ?

b) Zo ja, welke ?



6. Envisagez-vous de sensibiliser les hoˆpitaux à ce problème ?

6. Overweegt u de ziekenhuizen te sensibiliseren om meer aandacht te besteden aan dit probleem ?

7. Ne serait-il pas indiqué de faire procéder à des controˆles préventifs visant à faire respecter réellement ces temps de travail et de repos ?

7. Is het niet aangeraden om preventief controles te laten uitoefenen om deze werken rusttijden daadwerkelijk te garanderen ?

8. a) Ne devrait-on pas consacrer davantage d’attention, dans le cadre des formations, à la fatigue et à la manière d’y remédier ?

8. a) Moet in de opleiding niet meer aandacht besteed worden aan het aspect vermoeidheid en hoe hiermee omgegaan moet worden ?

b) Vous êtes-vous déjà concerté à ce sujet avec vos collègues compétents en la matière ?

b) Heeft u hierover reeds overleg gehad met uw bevoegde collega’s ?

c) Dans la négative, quand envisagez-vous de le faire ?

c) Zo neen, wanneer overweegt u dit te doen ?

9. L’article 5, point 17 de l’arrêté ministériel du 30 avril 1999 fixant les critères généraux d’agréation des médecins spécialistes, des maıˆtres de stage et des services de stage stipule que la durée du travail d’un candidat spécialiste ne doit pas dépasser 48 heures par semaine, réparties du lundi matin au samedi midi, avec un maximum de 9 heures par jour. De plus, toujours en vertu de cet arrêté ministériel, le candidat spécialiste a toujours droit à douze heures de repos après une garde « sur place », et la période de disponibilité ininterrompue ne doit dépasser 24 heures.

9. Artikel 5, punt 17 van het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten bepaalt dat een kandidaatspecialist maximaal 48 uren per werkweek mag werken, tussen maandagochtend en zaterdagmiddag, met een maximum van 9 uren per dag.Verder bepaalt het ministerieel besluit ook dat na het volbrengen van een staande wachtbeurt, een kandidaat-specialist steeds recht heeft op twaalf uren rust en dat een onafgebroken periode van beschikbaarheid maximaal 24 uren mag bedragen.

Il ressort de l’étude parue dans Eos que quatre médecins en formation sur dix assurent des prestations qui dépassent le nombre maximal de gardes autorisées.

Uit het onderzoek dat in Eos verscheen, blijkt dat vier op de tien artsen in opleiding meer dan het toegelaten maximum aantal wachten presteren.

a) Un controˆle est-il exercé à ce niveau ?

a) Wordt er hierop controle uitgeoefend ?

b) Dans la négative, pourquoi ?

b) Indien niet, waarom niet ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22029

c) N’estimez-vous pas que de tels controˆles seraient nécessaires, après que plusieurs études successives ont montré le danger, pour les patients autant que pour les médecins, d’un manque de sommeil chez ces derniers ?

c) Zijn dergelijke controles volgens u niet noodzakelijk nu een aantal opeenvolgende studies het gevaar voor patie¨nt en arts aantonen bij een gebrek aan slaap ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 577 de Mme Annelies Storms du 10 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 577 van mevrouw Annelies Storms van 10 november 2005 (N.) :



1. Le SPF santé publique s’intéresse à cet aspect de la pratique médicale. Un projet PATH (Performance Assessment Tools in Hospitals) international est lancé en Belgique, pour 22 hoˆpitaux aigus, sur initiative de l’OMS Europe et coordonné par la Direction Générale Organisation des établissements de soins du même SPF.

1. De FOD Volksgezondheid heeft aandacht voor dit aspect van de medische praktijk. Een internationaal PATH-project (Performance Assessment Tools in Hospitals) is opgestart in Belgie¨ voor 22 acute ziekenhuizen, op initiatief van WGO-Europa en gecoo¨rdineerd door Directoraat Generaal Organisatie van de Gezondheidsvoorzieningen van deze FOD.

Ce projet concerne les infirmiers(-ères) mais ne touche pas les médecins. Ceci s’explique par leur statut d’indépendant pouvant travailler dans différents hoˆpitaux et dès lors la difficulté de synthétiser réellement et exactement leur rythme de travail.

Dit project heeft betrekking op verplegers/ verpleegsters, maar niet op de artsen. Dit is te verklaren door hun statuut als zelfstandige waarbij ze kunnen werken in verschillende ziekenhuizen; vandaar dus de moeilijkheid om hun werkritme effectief en exact te bepalen.

De plus, souvent indépendant, le médecin s’auto organise et détermine lui même ses temps de travail.

Bovendien organiseert een arts vaak zelf zijn planning en bepaalt hij zelf zijn werktijden.

2. La première référence à envisager est l’arrêté ministériel du 30 avril 1999 établissant les critères généraux relatifs à l’agrément des médecins spécialistes, des maıˆtres de stage et des services de stages et en ce y compris les gardes et la durée de travail.

2. In de eerste plaats moeten wij rekening houden met het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten waarin het ook gaat over de wachtdiensten en de arbeidsduur.

Secondairement, le projet PATH nous guidera selon les conclusions obtenues et nous pourrions envisager de poursuivre l’étude auprès des médecins spécialistes et des candidats spécialistes.

In de tweede plaats zal het PATH-project als wegwijzer dienen al naargelang de bekomen resultaten en zullen wij eventueel overwegen om de studie verder te zetten bij de geneesheren-specialisten en de kandidaatspecialisten.

3. Il est certain qu’à la lumière des renseignements et enseignements que nous pourrons tirer de toutes études pertinentes, la politique qui sera menée au sein des établissements de soins visera à améliorer la qualité des soins et, partant, la répartition du temps de travail des médecins, spécialistes ou candidats, afin de maintenir une garantie de qualité et d’efficience de ceux-ci.

3. Het is duidelijk dat in het licht van de informatie en de conclusies die wij kunnen halen uit allerhande relevante studies, het beleid dat zal gevoerd worden binnen de zorginstellingen gericht zal zijn op een verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening en bijgevolg ook van de werkverdeling van de artsen, specialisten of kandidaten, teneinde de kwaliteit en de efficie¨ntie van deze laatsten te garanderen.

4. Aucune source ne confirme actuellement et de manière officielle, ce chiffre de 2 000 victimes d’erreurs médicales dues à une fatigue excessive.

4. Momenteel is er geen enkele bron die op officie¨le wijze dit cijfer van 2 000 slachtoffers van medische fouten te wijten aan oververmoeidheid kan bewijzen.

5. L’arrêté ministériel du 30 avril 1999 répond à cette demande. Il incombe aux maıˆtres de stages de répartir équitablement les charges et horaires de travail. En cas de plaintes, par un patient via l’INAMI

5. Het ministerieel besluit van 30 april 1999 geeft een antwoord op die vraag. Het is de taak van de stagemeesters om de werklast en de werkuren billijk te verdelen. In geval van klachten, vanwege een patie¨nt


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22030

ou émanant d’un médecin, spécialiste ou candidat spécialiste, une commission peut être chargée de l’analyse du respect de la réglementation avec, comme conséquence éventuelle, un retrait de l’agrément. Il serait probablement utile de rappeler à tous les maıˆtres de stages ainsi qu’aux candidats spécialiste la teneur de cet arrêté ministériel.

via het RIZIV of uitgaande van een arts, een specialist of een kandidaat-specialist, kan een commissie belast worden met een onderzoek naar het al dan niet naleven van de reglementering met als eventueel gevolg een intrekking van de erkenning. Het zou vermoedelijk nuttig zijn om alle stagemeesters en kandidaatspecialisten nogmaals te wijzen op de draagwijdte van dit ministerieel besluit.

6. La sensibilisation des hoˆpitaux est possible mais doit se baser sur des études sérieuses et statistiquement représentatives. Nous n’en avons pas suffisamment à ce jour.

6. Sensibilisering van de ziekenhuizen is mogelijk, maar moet gebaseerd zijn op ernstige en statistisch representatieve studies. Tot nog toe zijn er daar niet voldoende van.

Il est possible de se référer aux études étrangères mais toutes les données ne sont pas comparables ou transposables en Belgique.

Het is mogelijk te verwijzen naar buitenlandse studies, maar niet alle gegevens zijn vergelijkbaar of kunnen getransponeerd worden naar Belgie¨.

Dès lors, il serait prudent d’analyser le problème dans sa globalité avant d’émettre des recommandations aux hoˆpitaux.

Bijgevolg zou het raadzaam zijn om het probleem te analyseren in zijn globaliteit vooraleer aanbevelingen te formuleren voor de ziekenhuizen.

7. Le controˆle est sous la responsabilité des maıˆtres de stages.

7. De controle valt onder de verantwoordelijkheid van de stagemeesters.

8. Des séminaires traitant de cette problématique peuvent être organisés par les maıˆtres de stages ou toute autre association ayant l’aval des autorités médicales.

8. Seminaries waarop deze problematiek wordt behandeld kunnen worden georganiseerd door de stagemeesters of door iedere andere vereniging die hiervoor de goedkeuring krijgt van de medische autoriteiten.

Il n’y a pas eu de contact avec d’autre membre du gouvernement, à ce sujet, à ma connaissance.

Bij mijn weten is er hieromtrent geen overleg geweest met een ander lid van de regering.

9. L’organisation du temps de travail, la répartition de la charge de travail et le controˆle de ces facteurs est sous la responsabilité du maıˆtre de stage. Un controˆle indirect pourrait être effectué par les Direction Générale Organisation des établissements de soins et Direction Générale soins de santé primaires du SPF santé publique, Sécurité de la Chaıˆne Alimentaire et Environnement dans le cadre de l’agrément de l’établissement hospitalier et de l’agrément du maıˆtre de stage. Un controˆle par la médecine du travail peut être envisagé pour autant que le médecin puisse en bénéficier.

9. De organisatie van de werktijd, de verdeling van de werklast en de controle hierop valt onder de verantwoordelijkheid van de stagemeester. Onrechtstreekse controle zou kunnen worden uitgevoerd door Directoraat Generaal Organisatie van de Gezondheidsvoorzieningen en Directoraat Generaal Basisgezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in het kader van de erkenning van de ziekenhuisinstelling en de erkenning van de stagemeester. Controle door de arbeidsgeneeskunde kan worden overwogen voor zover dit ten bate is van de arts.

DO 2005200606386

DO 2005200606386

Question no 586 de M. Ortwin Depoortere du 25 novembre 2005 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 586 van de heer Ortwin Depoortere van 25 november 2005 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Assouplissement des normes d’hygiène applicables aux petites entreprises alimentaires.

Soepelere hygie¨nische normen voor kleine voedingsbedrijven.

Le 18 novembre 2005 est paru au Moniteur belge l’arrêté ministériel du 24 octobre 2005 relatif à l’assouplissement des modalités d’application en

Op 18 november 2005 verscheen in het Belgisch Staatsblad het ministerieel besluit van 24 oktober 2005 betreffende de versoepeling van de toepassingsmoda-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22031

matière d’autocontroˆle et de traçabilité dans certaines entreprises du secteur des denrées alimentaires.

liteiten van de autocontrole en de traceerbaarheid in sommige bedrijven van de levensmiddelensector.

Cet arrêté ministériel tend à assouplir les normes d’hygiène pour les petites entreprises (2 à 5 collaborateurs) dans le secteur des denrées alimentaires. Dorénavant, il suffira d’instaurer, d’appliquer et de faire respecter la procédure basée sur les principes du système HACCP.

Bedoeling van het ministerieel besluit is de hygie¨nische normen voor kleine bedrijven (2 tot 5 werknemers) in de levensmiddelensector te versoepelen. Voortaan volstaat het om de op de HACCP-principes gebaseerde procedure in te stellen, toe te passen en te handhaven.

1. Combien de petites entreprises du secteur des denrées alimentaires peuvent recourir à cette nouvelle réglementation ?

1. Hoeveel kleine bedrijven in de levensmiddelensector maken aanspraak op deze nieuwe regeling ?

2. a) Ces entreprises sont-elles informées de l’existence du nouvel arrêté ministériel du 24 octobre 2005 ?

2. a) Worden deze bedrijven verwittigd van het nieuwe ministerie¨le besluit van 24 oktober 2005 ?

b) Dans l’affirmative, de quelle manière ?

b) Zo ja, op welke manier ?



3. En quoi consiste la procédure fondée sur les principes HACCP ?

3. Wat houdt de op de HACCP-principes gebaseerde procedure in ?

4. L’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire exerce-t-elle encore un controˆle en la matière ?

4. Wordt hier door het Federaal Agentschap voor voedselveiligheid nog controle op uitgeoefend ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 586 de M. Ortwin Depoortere du 25 novembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 586 van de heer Ortwin Depoortere van 25 november 2005 (N.) :



1. Pour l’instant, l’Agence fédérale pour la Sécurité de la chaıˆne Alimentaire (AFSCA) ne dispose pas de données chiffrées qui permettent de connaıˆtre le nombre exact d’entreprises pouvant bénéficier des assouˆplissements.

1. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) beschikt momenteel over geen gegevens die een juist aantal bedrijven kan geven die aanspraak kunnen maken op de versoepelingen.

Mais, compte tenu du nombre de travailleurs enregistrès auprès de l’INAMI, on peut avancer les chiffres suivants qui sont des estimations brutes.

Echter rekening houdend met het aantal werknemers geregistreerd bij het RIZIV kan men ruw geschat de volgende cijfers hanteren.

Nombre d’entreprises fournissant au consommateur et occupant 5 équivalents temps plein au maximum : environ 50 000 entreprises.

Bedrijven die leveren aan de consument met maximaal 5 voltijds equivalenten : ca. 50 000 bedrijven.

Nombre d’entreprises fournissant à d’autres entreprises et occupant 2 équivalents temps plein au maximum : environ 10 000 entreprises. ` l’heure actuelle, l’AFSCA procède à une actualisaA tion de ses banques de données dans le cadre du financement de l’AFSCA. Au printemps 2006, des chiffres plus fiables pourront être communiqués.

Bedrijven die leveren aan andere bedrijven met maximaal 2 voltijdse equivalenten : ca. 10 000 bedrijven.

2. Une campagne d’information est organisée à cet effet par l’Agence dans le cadre d’une part de son site WEB « www.afsca2006.be » : vous y trouverez l’arrêté ministériel tel que publié au Moniteur belge, un communiqué de presse reprenant la philosophie et les

2. Er werdt met het oog daarop een informatiecampagne opgezet door het Agentschap, via zijn website « www.favv2006.be » waarop het ministerieel besluit kan worden teruggevonden zoals het in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd alsook een persbericht


2005

Het FAVV is momenteel bezig met een actualisatie van zijn databanken in het kader van de financiering van het FAVV. In het voorjaar 2006 zullen meer betrouwbare cijfers kunnen gegeven worden.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22032

éléments principaux de cet arrêté ainsi qu’une animation explicitant de manière didactique le champs d’application et les exigences auxquelles les opérateurs doivent satisfaire. D’autre part, l’information est également disponible pour le grand public via des spots radio qui ont été diffusés entre le 30 novembre 2005 et le 11 décembre 2005.

dat de geest en de belangrijkste elementen van dit besluit toelicht en een ludieke test over het toepassingsgebied en de aan de operatoren opgelegde eisen. Daarnaast werrdt ook het grote publiek geı¨nformeerd via radiospots die werden uitgezonden tussen 30 november 2005 en 11 december 2005.

Par ailleurs, le Comité consultatif de l’AFSCA où siègent des représentants des fédérations professionnelles et des organisations de consommateurs a été consulté à propos de cet arrêté à diverses reprises et est informé de sa publication.

Anderzijds werd ook het Raadgevend Comité van het FAVV met vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties en de consumentenorganisaties meermaals over dit besluit geraadpleegd en geı¨nformeerd over zijn publicatie.

Enfin, des séances d’information ont déjà été données à la demande d’organisations professionnelles, d’autres sont en cours (producteurs à la ferme, groupe d’action locaux etc.). Toute demande d’information reçoit toujours une réponse favorable de la part de l’Agence que ce soit via le courrier pour les demandes individuelles ou l’organisation de séances d’information en collaboration avec les associations professionnelles.

Tot slot vonden op vraag van beroepsverenigingen reeds een aantal informatiesessies plaats en zijn nog andere aan de gang (hoeveproducenten, lokale actiegroepen, enzovoort). Op alle vragen om informatie wordt door het Agentschap gunstig gereageerd ofwel per brief als het om individuele vragen gaat ofwel via het opzetten van informatiesessies in samenwerking met de beroepsverenigingen.

3. Dans ces assouplissements, une distinction est faite entre les entreprises qui livrent directement au consommateur et les entreprises qui livrent à d’autres entreprises. Pour la première catégorie, la limite est fixée, soit à un maximum de 5 équivalents temps plein pour ce qui est du nombre de personnes occupées, soit à une superficie inférieure à 400 m2. Pour la deuxième catégorie, la limite est fixée à maximum 2 équivalents temps plein, sans tenir compte de la superficie.

3. In de versoepelingen wordt er een onderscheid gemaakt tussen bedrijven die rechtstreeks leveren aan de consument en bedrijven die leveren aan andere bedrijven. Voor de eerste categorie wordt de lat gelegd op hetzij voor wat het aantal personeelsleden betreft maximaal 5 voltijdse equivalenten hetzij een oppervlakte kleiner dan 400 m2. Voor de tweede categorie wordt de lat op maximaal 2 voltijdse equivalenten gelegd en wordt geen rekening gehouden met de oppervlakte.

Une deuxième distinction est faite entre les entreprises selon qu’elles excercent ou non une activité de transformation. Les entreprises qui ne procèdent pas à la transformation de produits (une épicerie, un débit de boisson) génèrent moins de risques et doivent respecter simplement les règles de bonnes pratiques d’hygiène qui précèdent le système HACCP. Il s’agit d’obligations assez simples relatives à l’infrastructure, l’emballage, le transport, la gestion des déchets, la lutte contre la vermine, le nettoyage, la qualité de l’eau, la chaıˆne du froid et du chaud, la santé et la formation du personnel, l’hygiène corporelle, etc.

Een tweede onderscheid is het gegeven of het bedrijf wel of niet transformeert of verwerkt. Bedrijven (een kruidenier, een drankenwinkel) die dit niet doen genereren minder risico en moeten zich houden aan de Goede Hygie¨nische Praktijken. Dit zijn eenvoudige verplichtingen in verband met de infrastructuur, de verpakking, het transport, het afvalbeheer, de bestrijding van ongedierte, de reiniging, de waterkwaliteit, de koude- en warmteketen, de gezondheid en opleiding van het personeel, lichaamshygie¨ne, enzovoort.

Quant aux entreprises qui ont une activité de transformation (par exemple les restaurants, les bouchers, les traiteurs, les boulangers mais aussi les producteurs, de produits fermiers), elles doivent, en plus des obligations précitées, respecter également une série de principes HACCP assouplis. Pour elles, les dangers, l’identification des points critiques et les actions correctives doivent être fixées préalablement dans le cadre d’un guide sectoriel. Sur le plan de la fixation des limites critiques et de la documentation, on peut également se baser sur le guide. L’enregistrement des mesures effectuées est limité aux non-conformités, et la durée de la

Bedrijven die wel transformeren of verwerken (bijvoorbeeld restaurants, slagers, traiteurs, bakkers maar ook producenten van hoeveproducten) dienen zich, naast de zopas aangehaalde verplichtingen, ook te houden aan een reeks versoepelde HACCPprincipes. Zo mogen de gevaren, de identificatie van kritische punten en de corrigerende acties vooraf worden vastgelegd in het kader van een sector gids. Ook op het vlak van de vastlegging van de kritische grenzen en de documentatie kan teruggegrepen worden naar de sectorgids. De registratie van de verrichte metingen wordt beperkt tot de non-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22033

conservation des documents est ramenée de 2 ans à 6 mois.

conformiteiten en de duur van de bewaring wordt herleid van 2 jaar tot 6 maanden.

4. Cela n’influence en rien ni la fréquence des inspections ni les controˆles programmés annuellement par l’Agence dans ces entreprises. Celles-ci, au même titre que les autres, doivent répondre aux exigences réglementaires en matière de sécurité alimentaire. La manière de répondre à ces objectifs est par contre plus flexible (simplification administrative, système de traçabilité adapté à la taille de l’entreprise etc.). Cela correspond entièrement à la philosophie du nouveau cadre réglementaire européen en matière d’hygiène qui sera d’application au 1er janvier 2006 et où il est spécifié que l’opérateur a une obligation de résultats en matière de sécurité alimentaire, une certaine flexibilité quant aux moyens pour y parvenir y étant permise.

4. Dit verandert niets aan de freçuentie van de inspecties of de controles die elk jaar door het Agentschap in die bedrijven worden gepland. Zij moeten, net als de andere, voldoen aan de reglementaire eisen inzake voedselveiligheid. De manier waarop de doelstellingen worden bereikt is echter soepeler (administratieve vereenvoudiging, aan de grootte van het bedrijf aangepast traceerbaarheidssysteem, enzovoort). Dat is geheel in overeenstemming met de geest van de nieuwe Europese regelgeving over hygie¨ne die op 1 januari 2006 van kracht werdt en waarin gesteld wordt dat de operator een resultaatsverplichting heeft op het stuk van de voedselveiligheid terwijl enige flexibiliteit kan worden toegestaan wat betreft de middelen waarmee dat gebeurt.

DO 2005200606934

DO 2005200606934

Question no 640 de Mme Magda De Meyer du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : E´levages canins. — Controˆle de la vente de chiens.

Vraag nr. 640 van mevrouw Magda De Meyer van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Sur le plan du controˆle de la vente de chiens, un rapport publié récemment aux Pays-Bas qualifie de dramatique la situation en Belgique.

Een recent Nederlands rapport noemt de situatie in Belgie¨ in verband met de controle op de hondenverkoop « dramatisch ».

Hondenfokkerijen. — Controles op hondenverkoop.

1. Combien compte-t-on d’élevages canins agréés en Belgique ?

1. Hoeveel erkende fokkers zijn er in Belgie¨ ?

2. Quelle est la fréquence des controˆles de ces élevages ?

2. Hoe dikwijls worden zij gecontroleerd ?

3. Combien de procès-verbaux a-t-on dressés en 2003, 2004 et 2005 ?

3. Hoeveel processen-verbaal werden er opgesteld in 2003, 2004 en 2005 ?

4. Des éleveurs se sont-ils déjà vu interdire la poursuite de leur activité ?

4. Zijn er fokkers die een verbod kregen om verder te fokken ?

5. En Belgique, les chiens sont toujours identifiés par une puce électronique ou par un tatouage. Le tatouage s’effaçant cependant généralement après six mois, cette méthode ne sera plus autorisée en Europe dès 2012. Dans la plupart de nos pays voisins, seule l’identification permanente par puce est encore admise.

5. De hondenidentificatie gebeurt in Belgie¨ nog altijd via chip ofwel via tatoeage. Het probleem met tatoeage is dat die meestal verdwijnt na een half jaar. Daarom wordt deze methode trouwens niet meer aanvaard in Europa vanaf 2012. In de meeste ons omliggende landen is daarom enkel de blijvende identificatie via chip nog toegelaten.

Ne serait-il pas indiqué d’en faire autant en Belgique ?

Zou het niet aangewezen zijn om dit ook in Belgie¨ te doen ?

6. Combien de chiens a-t-on abandonné dans des asiles en 2003, 2004 et 2005 ?

6. Hoeveel honden werden achtergelaten in asielen in 2003, 2004 en 2005 ?

7. Ne serait-il pas indiqué d’interdire la vente de chiots dans des magasins et autres centres d’élevage de

7. Zou het niet aangewezen zijn om de verkoop van puppy’s via winkels en zogenaamde puppyfarms te


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22034

chiots et de ne ne plus autoriser que la vente dans des élevages canins agréés et spécialisés dans un nombre limité de races ?

verbieden en enkel nog verkoop via erkende fokkers, met een beperkt aantal rassen, toe te staan ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 640 de Mme Magda De Meyer du 18 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 640 van mevrouw Magda De Meyer van 18 januari 2006 (N.) :



1. Dans notre pays, nous comptons 678 élevages de chiens agréés.

1. Er zijn 678 erkende hondenfokkers in ons land.

2. Un programme des controˆles à effectuer pour le bien-être animal est établi annuellement. Ainsi, il a été prévu de controˆler en 2005 3,3 % des élevages de chiens, ce qui représente 22 élevages. Lors de la programmation, il est tenu compte également du grand nombre de plaintes qui sont toutes examinées. Ainsi en 2005, en finalité, 32 élevages de chiens agréés ont été controˆlés.

2. Jaarlijks wordt een programma opgemaakt van de te verrichten dierenwelzijnscontroles. Zo werd gepland om in 2005 3,3 % van de hondenfokkerijen te controleren, dat komt neer op 22 fokkerijen. Bij de programmatie wordt rekening gehouden met het grote aantal klachten die ook allemaal onderzocht worden. Zo werden in 2005 in totaal 32 erkende hondenfokkerijen gecontroleerd.

J’attire l’attention de l’honorable membre sur le fait que seuls ont été pris en considération les controˆles programmés et/ou effectués dans des élevages de chiens agréés et non ceux réalisés chez des particuliers, des éleveurs non agréés ou des établissements commerciaux d’animaux.

Ik vestig er de aandacht van het geachte lid op dat zowel bij de geplande als bij de uitgevoerde controles enkel deze in de erkende hondenkwekerijen in rekening zijn genomen en dus niet deze bij particuliere, niet erkende fokkers noch deze in dierenhandelszaken.

3. En 2003, 2004 et 2005 ont été respectivement dressés 61, 95 et 115 procès-verbaux pour des infractions relatives à la législation concernant le bien-être animal. De celles-ci, 55, 95 et 89 infractions concernaient spécifiquement les animaux de compagnie. Ces procès-verbaux qui ont été dressés aussi bien chez des particuliers que dans les établissements agréés concernaient aussi bien des insuffisances d’ordre administratif ou relatives à l’infrastructure que des négligences physiques.

3. Er werden in 2003, 2004 en 2005 respectievelijk 61, 95 en 115 processen-verbaal opgesteld voor overtredingen van de dierenwelzijnswetgeving. Daarvan waren er respectievelijk 55, 95 en 89 specifiek voor overtredingen in verband met gezelschapsdieren. Deze pv’s betreffen zowel administratieve tekortkomingen of tekorten aan de infrastructuur als gevallen van fysieke verwaarlozing van gezelschapsdieren bij particulieren en erkende inrichtingen.

4. En 2003, 5 élevages de chiens se sont vus interdits de produire plus de 2 nichées par an. En 2004, 6 élevages de chiens y ont subis cette interdiction et seulement 2 en 2005.

4. In 2003 kregen 5 hondenfokkerijen een verbod om meer dan 2 nesten per jaar te kweken, in 2004 waren dat 6 hondenfokkerijen en in 2005 slechts 2.

5. Dans notre pays, l’identification par tatouage est appliquée uniquement par la Société Royale SaintHubert. Très récemment, celle-ci a également autorisé l’utilisation du microchip comme moyen d’identification pour les chiens de ses membres. J’ai confiance que cela mènera, à brève échéance, à une identification par microchip de tous les chiens dans notre pays.

5. De identificatie door tatoeage wordt in ons land nagenoeg uitsluitend toepast door de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus. Deze heeft pas zeer onlangs ook de microchip toegestaan als identificatiemiddel voor de honden van hun leden. Ik vertrouw erop dat dit er binnen afzienbare tijd zal toe leiden dat in ons land alle honden doormiddel van microchips geı¨dentificeerd zullen worden.

6. En 2003 et 2004, 15 717 et 16 848 chiens ont été respectivement cédés aux refuges d’animaux. De plus, respectivement 20 928 et 21 738 animaux errants y ont été recueillis. Les chiffres pour 2005 ne sont pas encore disponibles

6. In 2003 en 2004 werden respectievelijk 15 717 en 16 848 honden afgestaan aan dierenasielen. Daarnaast werden er respectievelijk 20 928 en 21 738 zwerfdieren binnengebracht. De cijfers voor 2005 zijn nog niet beschikbaar.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22035

7. L’honorable membre a certainement appris que fin décembre, sur ma proposition, un projet d’arrêté royal a été approuvé par le Conseil des ministres concernant les conditions d’agrément des établissements commerciaux et de commercialisation des animaux. Cette proposition a abouti après de longues discussions au sein du Conseil du Bien-être animal auxquelles ont participé les éleveurs de chiens, les commerçants et les protecteurs d’animaux. La problématique de la vente des chiots dans les magasins et les « fermes » d’élevage de chiots a été prise aussi en considération dans ces réunions, mais il n’y a jamais eu de consensus sur des mesures éventuelles à prendre.

7. Zoals het geachte lid ongetwijfeld weet is eind december op mijn voorstel een ontwerp van koninklijk besluit houdende erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren door de ministerraad goedgekeurd. Dit voorstel is tot stand gekomen na langdurige besprekingen binnen de Raad voor dierenwelzijn, waarbij zowel hondenfokkers, -handelaars als dierenbeschermers betrokken zijn geweest. De problematiek van de verkoop van pups in winkels en van de zogenaamde puppyfarms is in die besprekingen ook aan bod gekomen, maar er is nooit een consensus bereikt over mogelijke te nemen maatregelen.

Je considère donc ces faits comme moins prioritaires et je veux maintenant me concentrer surtout sur la mise en œuvre des dispositions du projet d’arrêté royal susvisé qui apportera une contribution essentielle à l’amélioration du bien-être animal dans le secteur des animaux de compagnie.

Ik beschouw deze feiten dan ook als minder prioritair en wil me nu vooral concentreren op het in uitvoering brengen van de bepalingen van hogergenoemd ontwerp koninklijk besluit, die op zich een wezenlijke bijdrage moeten leveren aan een verbetering van het dierenwelzijn in de gezelschapsdierensector.

DO 2005200606948

DO 2005200606948

Question no 643 de Mme Nathalie Muylle du 18 janvier 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 643 van mevrouw Nathalie Muylle van 18 januari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Fonds européens destinés aux programmes de lutte contre les maladies des animaux.

Europees geld gramma’s.

Fin novembre 2005, la Commission européenne a approuvé une série de mesures de cofinancement relatives aux programmes de lutte et de surveillance dans le cadre de la lutte contre les maladies des animaux. Pour 2006, 185 millions d’euros au total ont été réservés pour les E´tats membres. Lors de l’adoption des programmes introduits par les E´tats membres, la Commission a surtout pris en considération les maladies qui peuvent toucher non seulement la santé animale mais aussi la santé publique.

Eind november 2005 keurde de Europese Commissie het pakket aan co-financieringsmaatregelen voor bestrijdings- en bewakingsprogramma’s in de dierenziektebestrijding goed. Voor 2006 werd in totaal 185 miljoen euro gereserveerd voor de lidstaten. Bij de goedkeuring van de programa’s die de lidstaten indienden, hechtte de Commissie vooral belang aan ziekten die niet alleen de dierengezondheid, maar ook de volksgezondheid kunnen beı¨nvloeden.

1. Quels programmes ont été approuvés ?

voor

dierenziektebestrijdingspro-

1. Welke programma’s werden goedgekeurd ?

2. Quels montants ont été affectés à ces programmes ?

2. Welke bedragen worden gramma’s uitgetrokken ?

3. Quels montants la Belgique prévoit-elle pour les projets de cofinancement ?

3. Welke bedragen trekt Belgie¨ uit voor cofinancieringsprojecten ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 643 de Mme Nathalie Muylle du 18 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 643 van mevrouw Nathalie Muylle van 18 januari 2006 (N.) :



1. La Décision 2005/873/CE de la Commission du 30 novembre 2005 portant approbation des programmes d’éradication et de surveillance de certaines mala-

1. In Beschikking 2005/873/EG van de Commissie van 30 november 2005 tot goedkeuring van programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dier-


2005

2006

voor

deze

pro-


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22036

dies animales et de certaines encéphalopathies spongiformes transmissibles et des programmes de prévention des zoonoses présentés par les E´tats membres pour l’année 2006 reprend la liste des programmes approuvés pour la lutte contre les maladies animales suivantes : rage, brucellose bovine, tuberculose bovine, leucose bovine enzootique, fièvre catarrhale ovine (bluetongue), certains types de salmonelles zoonotiques dans les volailles de reproduction, peste porcine classique et africaine, maladie d’Aujeszky, cowdriose, babésiose, anaplasmose, encéphalopathie spongiforme bovine (ESB) et scrapie. La Communauté européenne peut octroyer une aide financière pour chacun des programmes mentionnés, à condition que les actions programmées soient mises en ouvre efficacement et que les autorités compétentes pour la mise en œuvre des programmes fournissent toutes les informations nécessaires dans les délais fixés.

ziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoo¨noses die de lidstaten voor het jaar 2006 hebben ingediend is de lijst opgenomen van goedgekeurde programma’s voor de bestrijding van volgende dierziekten : rabie¨s, runderbrucellose, rundertuberculose, enzoo¨tische boviene leukose, schapen- en geitenbrucellose, bluetongue, bepaalde soorten zoo¨notische salmonella bij fokpluimvee, klassieke en Afrikaanse varkenspest, ziekte van Aujeszky, heartwater, babesiose, anaplasmose, boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en scrapie. De Europese Gemeenschap kan voor elk van de vermelde programma’s een financie¨le bijdrage verlenen, op voorwaarde dat de voorgenomen maatregelen efficie¨nt worden uitgevoerd en de voor de uitvoering van de programma’s bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de vastgestelde termijnen verstrekken.

2. Le taux de la contribution financière de la Communauté européenne dans chacun des programmes approuvés correspond à un certain pourcentage des coûts supportés par les états membres concernés pour les mesures de lutte, dans les limites d’un montant maximal pour chaque programme. De cette manière, le montant total suivant est prévu pour tous les programmes approuvés par maladie animale :

2. De financie¨le bijdrage van de Europese Gemeenschap in elk van de goedgekeurde programma’s komt overeen met een bepaald percentage van de uitgaven die de betrokken lidstaten voor de bestrijdingsmaatregelen hebben gedaan, tot een bepaald maximumbedrag per programma. Op die manier wordt volgend totaalbedrag voorzien voor alle goedgekeurde programma’s per dierziekte :

— rage : 8 215 000 euros;

— rabie¨s : 8 215 000 euro;

— bruceilose bovine : 14 610 300 euros;

— runderbrucellose : 14 610 300 euro;

— tuberculose bovine : 7 905 000 euros;

— rundertubercuiose : 7 905 000 euro;

— leucose bovine enzootique : 455 000 euros;

— enzoo¨tische boviene leukose : 455 000 euro;

— fièvre catarrhale ovine : 4 600 000 euros;

— bluetongue : 4 600 000 euro;

— salmonelles zoonotiques dans les volailles de reproduction : 4 463 000 euros;

— zoo¨notische salmonella bij fokpluimvee : 4 463 000 euro;

— peste porcine 1 525 000 euros;

— klassieke en 1 525 000 euro;

classique

et

africaine :

— maladie d’Aujeszky : 260 000 euros; — cowdriose, babésiose 100 000 euros; — encéphalopathies (ESB et scrapie) :

et

spongiformes

Afrikaanse

varkenspest :

— ziekte van Aujeszky : 260 000 euro; anaplasmose :

— heartwater, 100 000 euro;

babesiose

en

anaplasmose :

transmissibles

— overdraagbare spongiforme encefalopathiee¨n (BSE en scrapie) :

•

surveillance : 88 305 000 euros;

•

bewaking : 88 305 000 euro;

•

éradication ESB : 8 710 000 euros;

•

uitroeiing BSE : 8 710 000 euro;

•

éradication scrapie : 34 138 000 euros.

•

uitroeiing scrapie : 34 138 000 euro.

3. Pour 2006, les programmes présentés par la Belgique pour la prévention, l’éradication et la surveillance des salmonelles zoonotiques dans les volailles de reproduction, de la maladie d’Aujeszky, de l’ESB et de la scrapie ont été approuvés.

3. Voor 2006 werden de door Belgie¨ ingediende programma’s voor de preventie, uitroeiing en bewaking van zoo¨notische salmonella bij fokpluimvee, de ziekte van Aujeszky, BSE en scrapie goedgekeurd.

La Belgique n’a pas présenté de programme pour les autres maladies éligibles, parce que ces maladies ne se

Voor de overige in aanmerking komende dierziekten werden geen programma’s ingediend, aangezien


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22037

présentent pas dans notre pays, ou parce que notre pays est indemne ou officiellement indemne de ces maladies.

deze ziekten in Belgie¨ niet voorkomen, of omwille van het feit dat ons land vrij of officieel vrij is van deze ziekten.

Pour chacun des programmes belges approuvés, la Communauté européenne peut octroyer la contribution suivante, jusqu’au montant maximal suivant :

Voor elk van de goedgekeurde Belgische programma’s kan de Europese Gemeenschap volgende bijdrage verlenen, tot maximaal volgend bedrag :

— salmonelles : 50 % des dépenses, avec un maximum de 650 000 euros;

— salmonella : 50 % van de uitgaven, met een maximum van 650 000 euro;

— maladie d’Aujeszky : 50 % des coûts liés aux analyses de laboratoire, avec un maximum de 160 000 euros;

— ziekte van Aujeszky : 50 % van de uitgaven voor laboratoriumtests, met een maximum van 160 000 euro;

— ESB et scrapie :

— BSE en scrapie :

•

surveillance : 100 % des coûts supportés pour les tests réalisés (avec un montant maximal de 7 euros par test rapide effectué sur des bovins et des ovins, 30 euros par test rapide effectué sur des caprins et 145 euros par test moléculaire initial de discrimination) : au total, l’aide financière s’élève a un maximum de 3 155 000 euros;

•

bewaking : 100 % van de uitgaven voor de uitgevoerde tests (met een maximum van 7 euro per snelle test uitgevoerd bij runderen en schapen, 30 euro per snelle test uitgevoerd bij geiten en 145 euro per primaire moleculaire onderscheidende test) : de totale bijdrage bedraagt maximaal 3 155 000 euro;

•

éradication ESB : 50 % des coûts supportés pour l’indemnisation des propriétaires des animaux abattus et détruits dans le cadre des programmes d’éradication (jusqu’à concurrence de 500 euros par bovin) : au total, l’aide financière s’élève à un maximum de 150 000 euros;

•

uitroeiing BSE : 50 % van de uitgaven voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van het uitroeiingsprogramma zijn geruimd en vernietigd (met een maximum van 500 euro per rund) : de totale bijdrage bedraagt maximaal 150 000 euro;

•

éradication scrapie : 50 % des coûts supportés pour l’indemnisation des propriétaires des animaux abattus et détruits dans le cadre des programmes d’éradication (jusqu’à concurrence de 50 euros par animal), et 100 % des coûts liés aux génotypages d’échantillons (jusqu’à concurrence de 10 euros par analyse) : au total, l’aide financière s’élève à un maximum de 100 000 euros.

•

uitroeiing scrapie : 50 % van de uitgaven voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van het uitroeiingsprogramma zijn geruimd en vernietigd (met een maximum van 50 euro per dier), en 100 % van de uitgaven voor analyses van monsters met het oog op genotypering (met een maximum van 10 euro per genotyperingstest) : de totale bijdrage bedraagt maximaal 100 000 euro.

DO 2005200607130

DO 2005200607130

Question no 669 de M. Miguel Chevalier du 2 février 2006 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 669 van de heer Miguel Chevalier van 2 februari 2006 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Connaissances de la population en ce qui concerne le VIH et le sida.

Kennis van de bevolking over HIV en aids.

L’enquête de santé de 2004 a notamment sondé le niveau de connaissances de la population quant au mode de transmission du virus VIH, ainsi qu’en ce qui concerne la gravité de la maladie du sida. Les enquêteurs ont abouti à plusieurs conclusions étonnantes à ce sujet.

In de gezondheidsenquête 2004 werd onderzoek gedaan naar de kennis van de bevolking over de wijze waarop het HIV-virus zich verspreidt alsook over de ernst van aids als ziekte. Hierover kwamen de onderzoekers tot een aantal opmerkelijke conclusies.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22038

Ainsi, seulement 33 % des répondants identifient correctement les modes de contamination présentés dans l’enquête. Seulement 56 % des répondants parviennent à identifier correctement les méthodes de protection présentées comme inefficaces contre la transmission du VIH lors de contacts sexuels et seulement 38 % jugent correctement la gravité de la maladie. Le niveau de connaissances en ce qui concerne le VIH et le sida s’est amélioré par rapport à l’enquête de santé de 1997, mais il demeure insuffisant, en dépit des campagnes d’information menées dans les écoles et les médias. La communication relative à la prévention du sida atteint insuffisamment son public cible.

Zo identificeert slechts 33 % van de ondervraagde personen de in de enquête gepresenteerde manieren van besmetting correct. Slechts 56 % herkent de voorgestelde beschermingsmethodes correct als niet beschermend tegen een besmetting met het HIV-virus tijdens seksuele contacten en slechts 38 % schat de ernst van aids als ziekte correct in. In vergelijking met de gezondheidsenquête van 1997 is er een stijging van de kennis over HIV-aids maar deze is nog niet voldoende, ondanks de voorlichting op school en via de media. De communicatie over aids-preventie bereikt met andere woorden zijn doelgroep onvoldoende.

Envisagez-vous de tenir compte des constatations faites dans le cadre de l’enquête de santé dans votre politique, étant donné les effets potentiels du virus ?

Gezien de potentie¨le gevolgen van het virus, overweegt u in uw beleid rekening te houden met de vaststellingen van gezondheidsenquête ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 22 mars 2006, à la question no 669 de M. Miguel Chevalier du 2 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 22 maart 2006, op de vraag nr. 669 van de heer Miguel Chevalier van 2 februari 2006 (N.) :



Les résultats de l’enquête de santé par interview en ce qui concerne les attitudes face au VIH/sida doivent être interprétés en prenant en compte certains aspects de la méthodologie utilisée dans la conception de cette enquête. Parmi ces aspects, deux sont déterminant dans la production des scores et résultats obtenus.

De resultaten van de gezondheidsenquête via interview betreffende de houding ten opzichte van HIV/ AIDS moeten worden geı¨nterpreteerd rekening houdende met bepaalde methodologische aspecten die werden gebruikt bij het ontwerp van deze enquête. Twee aspecten zijn bepalend voor de scores en de bekomen resultaten.

1. Le choix des questions composant les indicateurs : Lors de l’enquête de 1997, il a été décidé d’interroger la population sur les « modes de contact non contaminant » et non pas sur les « modes de contact contaminant ». La raison de ce choix étant que les modes de contacts contaminant (par exemple : contacts sexuels non protégés, partage de matériel d’injection) sont déjà largement et bien connus de la population (1) et que les scores obtenus — très élevésne permettraient donc pas suivre l’évolution des connaissances dans le temps. La bonne connaissance des’modes de contact non contaminant’fait appel à un niveau de connaissance plus élevé chez le répondant, et on doit donc s’attendre à des scores moins performants. Ces questions, plus difficiles, permettent un meilleur suivi dans le temps.

1. De keuze van de vragen die de indicatoren samenstellen : bij de enquête van 1997 werd beslist om de bevolking te ondervragen over de « wijzen van nietbesmettelijke contacten » en niet over de « wijzen van besmettelijke contacten ». De reden voor deze keuze was dat de wijzen van besmettelijke contacten (bijvoorbeeld onbeschermde seksuele contacten, delen van injectiemateriaal) reeds goed gekend zijn door de bevolking (1) en dat de bekomen scores — die heel hoog liggen — niet zouden toestaan om de evolutie van de kennis in de tijd op te volgen. De goede kennis van de’wijzen van niet-besmettelijke contacten’wijst op een hoger kennisniveau van de respondent, zodat men zich moet verwachten aan minder hoge scores. Deze moeilijkere vragen laten een betere opvolging in de tijd toe.

Le même commentaire peut être fait en ce qui concerne la connaissance des modes de protections : les répondants sont interrogés sur la reconnaissance de « modes de protection inefficaces », et non sur les

Dezelfde opmerking kan worden gemaakt voor wat betreft de beschermingsmethodes : de respondenten worden ondervraagd over de herkenning van « inefficie¨nte beschermingsmethodes », en niet over

(1) Hubert M., Marquet J., Delchambre J.-P., Peto D., Schaut C., Van Campenhoudt L. Comportements sexuels et réactions au risque du Sida en Belgique. Centre d’E´tudes Sociologiques, Facultés Universitaires Saint-Louis, 1993.

(1) Hubert M., Marquet J., Delchambre J.-P., Peto D., Schaut C., Van Campenhoudt L. « Comportements sexuels et réactions au risque du Sida en Belgique. » Centre d’E´tudes Sociologiques, Facultés Universitaires Saint-Louis, 1993.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22039

« modes efficaces », généralement bien connus de la population (1).

« efficie¨nte beschermingsmethodes », die algemeen goed gekend zijn door de populatie (1).

2. Le mode de construction des indicateurs : Chaque indicateur est composé de 4 ou 5 questions. Par exemple, l’indicateur « identification correcte des modes de contact non contaminant » est composé des questions suivantes.

2. De wijze waarop de indicatoren zijn opgesteld : elke indicator is samengesteld uit vier of vijf vragen. Bijvoorbeeld : de indicator « correcte identificatie van de wijzen van niet-besmettelijke contacten » is samengesteld uit volgende vragen :

D’après vous, la transmission du virus du sida estelle possible ...

...

Is overdracht van het aids-virus volgens u mogelijk

1. en s’asseyant sur une planche de WC;

1. door op een wc-bril te gaan zitten;

2. en buvant dans le verre de quelqu’un;

2. door te drinken uit het glas van een persoon;

3. en embrassant quelqu’un sur la bouche;

3. door iemand te kussen op de mond;

4. par une piqûre de moustique;

4. door een muggenbeet;

5. en donnant du sang, actuellement, en Belgique.

5. door bloed te geven, op dit moment, in Belgie¨.

Les réponses possibles pour chaque question sont les suivantes :

De mogelijke antwoorden voor elke vraag zijn de volgende :

1. Oui.

1. Ja.

2. Non.

2. Neen.

3. On dit que non, mais je me méfie.

3. Men zegt van niet, maar ik vertrouw het niet.

4. Je ne sais pas.

4. Ik weet het niet.

Pour produire un score de connaissance satisfaisant pour cet indicateur, les réponses doivent avoir été « 2. Non » pour l’ensemble des questions. Toute autre configuration produira un score insatisfaisant. Ainsi, si le répondant a répondu correctement à 4 questions sur 5, mais a répondu à une question par : « 4. Je ne sais pas », son score final sera « Identification incorrecte des modes de contacts non contaminant ».

Om een toereikende kennisscore te bekomen voor deze indicator, moet het antwoord telkens « 2. Neen » zijn. Elk andere samenstelling van antwoorden zal een ontoereikende kennisscore cree¨ren. Zo zal een respondent die correct heeft geantwoord op 4 van de 5 vragen, maar op één vraag heeft geantwoord met : « 4. Ik weet het niet », als uiteindelijke score « incorrecte identificatie van de wijzen van nietbesmettelijke contacten » krijgen.

Le résumé de l’enquête a montré que « seulement 33 % des personnes interrogées ont correctement identifié tous les modes de contacts non contaminant ». Cependant une étude détaillée par question montre que des réponses correctes ont été données par 78,8 %, 76,3 %, 62,8 %, 63,1 % et 57 % des hommes aux questions 1 à 5, respectivement, et par 73,5 %, 74,7 %, 61,6 %, 64,3 % et 53,3 % des femmes aux même questions. Des constatations similaires peuvent être faites en ce qui concerne la reconnaissance des méthodes de protections inefficaces et l’estimation à sa juste valeur de la gravité du sida en tant que maladie.

De samenvatting van de enquête heeft aangetoond dat « slechts 33 % van de ondervraagde personen de wijzen van niet-besmettelijke contacten correct hebben geı¨dentificeerd ». Een gedetailleerde studie per vraag toont aan dat correcte antwoorden werden gegeven door respectievelijk 78,8 %, 76,3 %, 62,8 %, 63,1 % en 57 % van de mannen op de vragen 1 tot 5, en door respectievelijk 73,5 %, 74,7 %, 61,6 %, 64,3 % en 53,3 % van de vrouwen op dezelfde vragen. Gelijkaardige bevindingen gelden voor de kennis van de inefficie¨nte beschermingsmethodes en de juiste inschatting van de ernst van de ziekte aids.

L’indicateur relatif à « la reconnaissance des méthodes de protections inefficaces » a été formulé de manière identique en 1997 et en 2004, et permet donc la comparaison des résultats. Le pourcentage de

De indicator voor « de herkenning van de inefficie¨nte beschermingsmethodes » werd op dezelfde wijze geformuleerd in 1997 en in 2004, en laat dus een vergelijking van de resultaten toe. Het aandeel van correcte

(1) Hubert M., Marquet J., Delchambre J.-P., Peto D., Schaut C., Van Campenhoudt L. Comportements sexuels et réactions au risque du Sida en Belgique. Centre d’E´tudes Sociologiques, Facultés Universitaires Saint-Louis, 1993.

(1) Hubert M., Marquet J., Delchambre J.-P., Peto D., Schaut C., Van Campenhoudt L. « Comportements sexuels et réactions au risque du Sida en Belgique. » Centre d’E´tudes Sociologiques, Facultés Universitaires Saint-Louis, 1993.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22040

réponses correctes à l’ensemble des questions a été de 54,3 % en 1997 et de 53,3 % en 2004 montrant par-là peu d’évolution au cours des 7 années. L’étude plus détaillée des résultats fournira plus d’enseignements sur l’évolution des connaissances et attitudes face au VIH/sida.

antwoorden op het geheel van de vragen bedroeg 54,3 % in 1997 en 53,3 % in 2004, wat weinig verandering aantoont in de loop van zeven jaar. De meer gedetaillleerde studie van de resultaten zal meer informatie verschaffen over de evolutie van kennis en houding ten opzichte van HIV/aids.

Les mesures à prendre pour améliorer le niveau de connaissance dans la population relèvent de l’éducation à la santé et sont donc de la compétence des communautés.

De maatregelen die moeten worden genomen om het kennisniveau van de bevolking te verbeteren betreffen gezondheidsvoorlichting en vallen dus onder de bevoegdheid van de gemeenschappen.

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2005200607242

DO 2005200607242

Question no 110 de Mme Muriel Gerkens du 15 février 2006 (Fr.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 110 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 februari 2006 (Fr.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Indépendants atteints d’une maladie de l’amiante.

Zelfstandigen met een asbestziekte.

1. Votre administration dispose-t-elle de données relatives aux indépendants atteints d’une maladie due à l’amiante : combien de personnes, dans quels secteurs d’activité et quel est le degré de gravité pour ces différentes personnes ?

1. Beschikt uw administratie over gegevens met betrekking tot zelfstandigen met een asbestziekte : om hoeveel mensen gaat het, in welke sectoren zijn of waren ze werkzaam, en hoe ernstig ziek zijn ze ?

2. Dans l’affirmative, pourriez-vous communiquer ces données pour les années 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 et 2005 ?

2. Zo ja, kan u die gegevens verstrekken voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 21 mars 2006, à la question no 110 de Mme Muriel Gerkens du 15 février 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 21 maart 2006, op de vraag nr. 110 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 februari 2006 (Fr.) :

J’ai l’honneur de fournir à l’honorable membre ciaprès les réponses à ses questions.

Ik heb de eer het geachte lid hierna het antwoord op de door haar gestelde vragen te bezorgen.

1. Mon administration ne dispose pas de données relatives aux indépendants atteints d’une maladie due à l’amiante.

1. Mijn administratie beschikt niet over gegevens betreffende zelfstandigen die getroffen zijn door een ziekte die te wijten is aan asbest.

2. La deuxième question est sans objet.


2. De tweede vraag is zonder voorwerp. 2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22041

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2005200606956

DO 2005200606956

Question no 181 de M. Mark Verhaegen du 19 janvier 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Nombre de fonctionnaires occupés par les administrations publiques fédérales. Dans ma question écrite no 172 du 1er décembre 2005, je vous avais demandé combien de fonctionnaires comptaient les services publics fédéraux ainsi que les administrations locales, les régions et les Communautés. Si vous m’avez donné une réponse pour ces trois derniers éléments, vous ne m’avez pas communiqué de chiffres pour le niveau fédéral. (Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 105, p. 19405). Combien de fonctionnaires étaient-ils occupés par les services publics fédéraux au 1er janvier des dix dernières années (au 1er janvier 1995, au 1er janvier 1996, ..., au 1er janvier 2005) ? Combien de ces fonctionnaires étaient-ils statutaires et combien étaient-ils contractuels ? Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 mars 2006, à la question no 181 de M. Mark Verhaegen du 19 janvier 2006 (N.) : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Vraag nr. 181 van de heer Mark Verhaegen van 19 januari 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Getalsterkte van het ambtenarenkorps in de federale overheidsadministraties. In uw antwoord op mijn vraag nr. 172 van 1 december 2005 in verband met de getalsterkte van het ambtenarenkorps bij lokale besturen, gemeenschappen en gewesten naast de federale diensten, werd echter niet geantwoord op de eerste vraag. (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 105, blz. 19405).

DO 2005200607144

DO 2005200607144

Question no 186 de M. Jean-Marc Nollet du 3 février 2006 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Arrêté royal du 16 mai 2003. — Membres du personnel de la Fonction publique administrative. — Primes linguistiques. L’arrêté royal du 16 mai 2003 accordant des primes linguistiques aux membres du personnel de la Fonc-

Vraag nr. 186 van de heer Jean-Marc Nollet van 3 februari 2006 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Koninklijk besluit van 16 mei 2003. — Personeelsleden van het administratief openbaar ambt. — Taalpremies. Het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot toekenning van taalpremies aan de personeelsleden van het


2005

Hoeveel ambtenaren waren er tewerkgesteld bij het begin van de jongste tien jaar (1 januari 1995, 1 januari 1996, ..., 1 januari 2005) bij de federale diensten, opgesplitst naar statutaire, respectievelijk contractuele personeelsleden ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 maart 2006, op de vraag nr. 181 van de heer Mark Verhaegen van 19 januari 2006 (N.) : Het antwoord op deze vraag is het geachte kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22042

tion publique administrative fédérale a introduit une situation inégalitaire en prévoyant des primes linguistiques de montants différents selon le service ou` des fonctionnaires détenteurs d’un même certificat linguistique sont affectés.

Federaal administratief Openbaar Ambt voerde een ongelijkheid in : het bedrag van de taalpremie die aan houders van een zelfde bewijs van taalkennis wordt toegekend, verschilt immers naargelang de dienst waar ze tewerkgesteld zijn.

Conscient de l’inégalité ainsi créée, vous avez indiqué dans une réponse à une question parlementaire du 20 septembre 2005 que le régime des primes linguistiques sera modifié fondamentalement et qu’il va en conséquence remplacer l’arrêté royal susvisé.

U bent zich wel degelijk bewust van de ongelijkheid die zodoende in het leven werd geroepen. In antwoord op een parlementaire vraag van 20 september 2005 antwoordde u dat de taalpremieregeling ten gronde zou worden herzien en dat voornoemd koninklijk besluit derhalve zal worden vervangen.

1. Le projet d’arrêté royal a-t-il déjà reçu l’accord de la ministre du Budget ?

1. Hechtte de minister van Begroting al haar goedkeuring aan het ontwerp van koninklijk besluit ?

2. Le cas échéant, le projet a-t-il entre-temps été soumis à l’avis de la section de législation du Conseil d’E´tat ?

2. Werd het ontwerp desgevallend intussen voor advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State voorgelegd ?

3. Envisagez-vous de soumettre le texte de l’arrêté royal à la signature du Roi dans le courant de la législature ?

3. Overweegt u de tekst van het koninklijk besluit nog tijdens deze regeerperiode ter ondertekening aan de Koning voor te leggen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 mars 2006, à la question no 186 de M. Jean-Marc Nollet du 3 février 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 maart 2006, op de vraag nr. 186 van de heer Jean-Marc Nollet van 3 februari 2006 (Fr.) :

Mon administration a préparé une proposition dans laquelle l’entièreté de la problématique a été traitée dans une approche globale. Une concertation finale entre ma cellule stratégique et mon administration est actuellement en cours par rapport à cette proposition.

Mijn administratie heeft een voorstel uitgewerkt, waarin de hele problematiek wordt behandeld binnen een globale aanpak. Momenteel vindt het eindoverleg over dit voorstel plaats tussen mijn strategische cel en mijn administratie.

Une fois cette concertation interne finalisée, je soumettrai le dossier à la ministre du Budget dans le cadre du controˆle budgétaire. En principe l’arrêté en question sera donc présenté à la signature du chef de l’E´tat dans le courant de la présente législature.

Zodra dit intern overleg is afgerond, zal ik het dossier aan de minister van Begroting voorleggen in het kader van de begrotingscontrole. In principe zal het besluit in kwestie dus in de loop van de huidige legislatuur ter ondertekening aan het Staatshoofd worden voorgelegd.

DO 2005200607261

DO 2005200607261

Question no 188 de M. Hendrik Bogaert du 17 février 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 188 van de heer Hendrik Bogaert van 17 februari 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Primes octroyées entre 1998 et 2001 par les pouvoirs publics à des informaticiens et à des catégories de personnel connexes.

Premies die de overheid tussen 1998 en 2001 betaalde aan informatici en verwante personeelsleden.

Durant la période 1998-2001, les pouvoirs publics ont versé des primes supplémentaires à des informaticiens employés dans la fonction publique afin d’éviter leur départ vers le secteur privé. Les dépenses engagées à cet effet s’élèveraient à 21,5 millions d’euros.

Tijdens de periode 1998 en 2001 betaalde de overheid extra premies aan overheidsinformatici om te voorkomen dat een uittocht zou gebeuren naar de privé-sector. Het zou om een bedrag van 21,5 miljoen euro gaan.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22043

1. Pourquoi n’y a-t-il jamais eu d’étude préliminaire sur le turn over des informaticiens ?

1. Waarom is geen voorstudie gemaakt over het verloop van informatici ?

2. L’octroi de cette prime était-il indispensable pour retenir ces personnes dans la fonction publique ?

2. Was deze premie noodzakelijk om de personeelsleden te kunnen houden ?

3. Dans quelle mesure cette dépense s’écarte-t-elle de l’estimation budgétaire des besoins ?

3. In welke mate wijkt deze uitgave af van de budgettaire behoeftenraming ?

4. Cette décision fera-t-elle encore l’objet d’une évaluation ?

4. Wordt deze beslissing alsnog gee¨valueerd ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 mars 2006, à la question no 188 de M. Hendrik Bogaert du 17 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 maart 2006, op de vraag nr. 188 van de heer Hendrik Bogaert van 17 februari 2006 (N.) :

Je désire tout d’abord attirer l’attention de l’honorable membre sur la publication du rapport de la Cour des comptes transmis à la Chambre des représentants « Efficience de l’octroi de l’allocation informatique dans les services publics fédéraux » de décembre 2005, avant d’aborder de manière plus approfondie les questions posées.

Vooreerst wens ik het achtbare lid te wijzen op de publicatie van het verslag van het Rekenhof aan de Kamer van volksvertegenwoordigers « Doelmatigheid van de informaticatoelage in de federale openbare diensten » van december 2005 vooraleer dieper in te gaan op de gestelde vragen.

1. Une étude préalable a bien été effectuée sur la rotation des informaticiens. Le bureau ABC du ministère de la Fonction publique a réalisé l’étude demandée par le Conseil des ministres du 30 avril 1998 sur la rotation du personnel informatique dans trente services publics entre le 1er novembre 1997 et le 5 mai 1998 (« Mouvement du personnel informatique et assimilé du 1 novembre 1997 au 5 mai 1998 — échantillon de 30 ministères et organismes sur 43 — situation connue le 13 mai 1998 »).

1. Er werd wel degelijk een voorstudie gemaakt over het verloop van informatici. Het bureau ABC van het ministerie van Ambtenarenzaken voerde de door de Ministerraad van 30 april 1998 gevraagde studie uit over het verloop van het informaticapersoneel in dertig overheidsdiensten tussen 1 november 1997 tot 5 mei 1998 (« Mouvement du personnel informatique et assimilé du 1 novembre 1997 au 5 mai 1998 — échantillon de 30 ministères et organismes sur 43 — situation connu le 13 mai 1998 »).

2. En ce qui concerne la rotation des membres du personnel chargés de taˆches informatiques, mais sans grade informatique, celle-ci a diminué au cours de la période où l’allocation était octroyée. La rotation des membres du personnel possédant un grade informatique a également été moins importante en 1998 et 1999 que précédemment.

2. Wat betreft het personeelsverloop van personeelsleden belast met informaticataken, maar zonder informaticagraad, is dit wei verlaagd in de periode dat de toelage werd toegekend. Ook het personeel met een informaticagraad is minder verlopen in de periode 1998 en 1999 dan voorheen.

Globalement, l’allocation semble avoir freiné la rotation, même si celle-ci n’a pas été entièrement contenue.

Globaal blijkt de toelage het verloop te hebben afgeremd, ook al is het niet volledig tegengehouden.

3. Le montant total connu des allocations informatiques liquidées s’élève à 21 579 263,47 euros (calcul de la Cour des comptes sur la base de données des différentes administrations et du Service central des Dépenses fixes (SCDF)). Les allocations liquidées au ministère de la Défense et à l’ancien ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture n’ont pas été reprises dans ce montant, aucune donnée n’étant disponible à ce sujet. L’évaluation du bureau ABC s’élevait à 17 104 653 euros. Le Conseil des ministres du 15 mai 1998 a décidé que le total des allocations ne pouvait

3. Het bekende totaal aan uitbetaalde informaticatoelagen bedraagt 21 579 263,47 euro (berekening van het Rekenhof op basis van gegevens van de afzonderlijke administraties en de Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven (CDVU)). In dit bedrag werden niet opgenomen de toelagen betaald bij het ministerie van Defensie en het voormalige ministerie van Middenstand en Landbouw omdat daar geen gegevens van beschikbaar zijn. De raming van het bureau ABC was 17 104 653 euro. De Ministerraad van 15 mei 1998 besliste dat het totaal van de toelagen het bedrag van


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22044

pas dépasser le montant de 9 419 953,94 euros. Le montant liquidé dépasse ce budget de 129 %.

9 419 953,94 euro niet mocht overschrijden. Het uitbetaalde bedrag is een overschrijding van dit budget met 129 %.

Cet écart est principalement dû aux variables (grade, niveau, fait que le travailleur est ou non resté en service) qui ont pour effet de rendre plus difficile une estimation budgétaire préalable des allocations dues.

Dit verschil is vooral te wijten aan de variabelen (graad, niveau, al dan niet in dienst blijven) die er voor zorgen dat de te betalen toelagen budgettair moeilijk vooraf geschat kunnen worden.

4. Non, puisque cette allocation n’était qu’une mesure temporaire.

4. Neen, deze toelage was immers slechts een tijdelijke maatregel.

DO 2005200607276

DO 2005200607276

Question no 189 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 189 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Selor. — Procédure de sélection anonyme.

Selor. — Anonieme selectieprocedure.

L’article 4 de l’arrêté royal du 25 avril 2005 fixant les conditions d’engagement par contrat de travail dans certains services publics prévoit que « le Selor met à la disposition des services publics une banque de données dans laquelle sont repris les profils des candidats pour un emploi contractuel. Les lauréats d’un concours de recrutement ou d’une sélection comparative qui sont intéressés par un emploi contractuel sont repris dans la banque de données. Les données de la banque de données sont anonymes lors de la consultation. L’identité des candidats n’est communiquée aux services du personnel qu’après que leur consultation a donné des résultats. »

Artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten, bepaalt dat « Selor een databank ter beschikking stelt van de overheidsdiensten waarin de profielen van de kandidaten voor een contractuele betrekking worden opgenomen. De geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen of voor een contractuele betrekking worden opgenomen. De geslaagden voor een vergelijkend wervingsexamen of voor een vergelijkende selectie die een contractuele betrekking wensen, worden in de databank opgenomen. Bij de raadpleging zijn de gegevens van de databank anoniem. De identiteit van de kandidaten wordt pas aan de personeelsdiensten meegedeeld nadat hun raadpleging resultaat heeft opgeleverd. ».

Le Selor applique ce système de consultation de données anonymes avec sa banque de données « e-recruiting » relative aux curriculum vitae des demandeurs d’emploi.

Selor past dit systeem van raadpleging van anonieme gegevens toe met hun CV-databank « e-recruiting ».

1. Depuis quand ce système est-il opérationnel au Selor ?

1. Sinds wanneer is dit systeem bij Selor operationeel ?

2. a) Ce système a-t-il déjà été soumis à une évaluation ?

2. a) Werd dit systeem al aan een evaluatie onderworpen ?

b) Dans la négative, pourquoi et quand sera-t-il procédé à cette évaluation ?

b) Zo neen, waarom niet en wanneer zal dit het geval zijn ?

c) Dans l’affirmative, quelles ont été les conclusions principales de cette évaluation et quelle suite y sera-t-il donnée ? ` combien de recrutements a-t-il déjà été procédé 3. A de cette manière depuis la mise en œuvre du système ?

c) Zo ja, wat waren de belangrijkste vaststellingen en welk gevolg zal hieraan gegeven worden ?


2005

3. Hoeveel aanwervingen gebeurden reeds op deze wijze sedert de aanvang ? 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22045

4. a) Cette méthode de recrutement anonyme a-t-elle déjà abouti à un plus grand nombre de candidatures en vue de l’obtention d’un emploi ?

4. a) Heeft deze manier van anoniem rekruteren meer sollicitaties opgeleverd ?

b) Dans l’affirmative, à combien s’élève ce nombre de candidatures supplémentaires ?

b) Over hoeveel gaat het dan ?

5. Cette méthode de recrutement anonyme a-t-elle déjà abouti à un plus grand nombre de recrutements ?

5. Heeft deze manier van anoniem rekruteren reeds geleid tot meer aanwervingen ?

6. Ce système influe-t-il sur le recrutement de demandeurs d’emploi appartenant à des catégories de personnes qui ont moins de chances que les autres de décrocher un jour un emploi comme les handicapés, les allochtones ou les personnes portant un nom à consonance étrangère, les femmes, etc. ?

6. Heeft dit systeem invloed op de aanwerving van kansengroepen, zoals mensen met een handicap, allochtonen of mensen met een vreemde naam, vrouwen, enzovoort ?

7. Ce système a-t-il abouti à davantage de recrutements de personnes appartenant à ces[d65] groupes à risques ?

7. Heeft dit systeem geleid tot meer aanwervingen van deze kansengroepen ?

8. Quand les sélections d’agents statutaires se feront-elles anonymement, comme c’est déjà le cas pour le recrutement de contractuels ?

8. Wanneer zullen de selecties voor statutairen op anonieme wijze gebeuren, zoals dit nu al het geval is voor de aanwerving van contractuelen ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 mars 2006, à la question no 189 de Mme Annelies Storms du 20 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 maart 2006, op de vraag nr. 189 van mevrouw Annelies Storms van 20 februari 2006 (N.) :

Je prie honorable membre de bien vouloir trouver ci-dessous les informations demandées.

Ik verzoek het geachte lid hieronder de gevraagde inlichtingen te vinden.

1. Depuis juin 2004, e-Recruiting est accessible aux citoyens et aux fonctionnaires fédéraux aux fins de compléter un cv en ligne. Depuis le 1er février 2005, les différents services publics, établissements scientifiques et parastataux fédéraux ont la possibilité d’exécuter des recherches dans cette base de données de cv pour les recrutements contractuels et le Marché interne. Ces recherches dans le cadre des recrutements contractuels se faisaient sur une base volontaire par le biais de eRecruiting avant l’entrée en vigueur (16 octobre 2005) de l’arrêté royal du 25 avril 2005 fixant les conditions d’engagement par contrat de travail dans certains services publics.

1. Voor de burgers en de federale ambtenaren is eRecruiting sinds juni 2004 toegankelijk voor het invullen van een online cv. Sinds 1 februari 2005 is er aan de verschillende federale overheidsdiensten, wetenschappelijke instellingen en parastatalen de mogelijkheid geboden om zoekopdrachten uit te voeren in deze cv database voor contractuele werving en voor Interne Markt. Deze zoekopdrachten voor de contractuele wervingen waren vrijwillig via e-Recruiting voó´r de inwerkingtreding (16 oktober 2005) van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten.

2. Le système e-Recruiting est soumis à une évaluation permanente. La priorité donnée à une adaptation éventuelle est évidemment examinée en concertation avec le manager de projet. Une session de feedback avec les utilisateurs de e-Recruiting, c’est-à-dire les différents services publics, est également prévue deux fois par an. Ceux-ci fournissent alors à l’équipe de projet des pistes de développement intéressantes éventuelles.

2. Het systeem e-Recruiting is aan een permanente evaluatie onderworpen. Uiteraard wordt er in samenspraak met de projectmanager nagegaan welke prioriteit er aan een mogelijke aanpassing wordt gegeven. Tweemaal per jaar is er eveneens een feedbacksessie voorzien met de gebruikers van e-Recruiting met andere woorden de verschillende overheidsdiensten. Zij leveren dan het projectteam mogelijk interessante ontwikkelingspistes aan.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22046

L’évaluation la plus récente nous a appris que, proportionnellement au nombre de cv repris dans la banque de données, il y a relativement beaucoup de candidats qui ne sont plus désireux de participer à une sélection pour une fonction contractuelle. Deux motifs ont été constatés à cet égard :

De meest recente evaluatie heeft ons geleerd dat er in verhouding tot het aantal cv’s in de databank er relatief veel kandidaten zijn die geen interesse meer vertonen om deel te nemen aan een selectie voor een contractuele functie. Hiervoor werden twee redenen vastgesteld :

— Au moment où ils sont contactés, les candidats ont déjà trouvé un emploi dans le secteur privé. Afin d’éviter que ce type de candidat qui recherche rapidement un emploi et s’inscrit à plusieurs sites de recherche d’emploi reste repris dans la banque de données, il est demandé trimestriellement aux candidats s’ils désirent encore rester actifs dans la banque de données. S’il n’y a pas de réponse positive, leur compte est désactivé. Le candidat peut toutefois réactiver à tout moment son compte. En ne reprenant que les candidats intéressés, la banque de données reste ainsi qualitative.

— Kandidaten hebben op het moment dat zij worden gecontacteerd reeds een job gevonden in de privésector. Om te vermijden dat dit type kandidaat die snel op zoek is naar een job en zich op verschillende vacaturesites inschrijft, in de databank blijft opgenomen, wordt er driemaandelijks gevraagd aan de kandidaten of men nog actief wenst te blijven in de databank. Indien geen positief antwoord volgt, wordt hun account gedeactiveerd. De kandidaat kan wel te allen tijde zijn account terug reactiveren. Zo blijft de databank kwalitatief in orde met enkele geı¨nteresseerde kandidaten.

— La durée du contrat offert n’est pas intéressante. Afin d’éviter que des candidats ne décrochent parce qu’ils ont une autre attente en ce qui concerne la durée des fonctions contractuelles au sein de l’administration, il sera possible, à partir de juin 2006, d’indiquer le type de durée du contrat que l’on souhaite. Il faudra indiquer dans les critères de recherche pour les services publics la durée du contrat. Les attentes des candidats correspondront ainsi à la proposition du service public recruteur.

— De aangeboden contractduur is niet interessant. Om te vermijden dat kandidaten afhaken omdat zij een andere verwachting hebben met betrekking tot de duur van de contractuele functies binnen de overheid, wordt vanaf juni 2006 de mogelijkheid geboden om het type contractduur dat men wenst, aan te duiden. Langs de zijde van de zoekcriteria voor de overheidsdiensten zal men de contractduur moeten opgeven. Zo zijn de verwachtingen van de kandidaten gelijk aan het voorstel van de wervende overheidsdienst.

3. Le système e-Recruiting n’étant obligatoire qu’à partir du 16 octobre 2005, les seuls chiffres reflétant la réalité sont ceux qui reprennent la situation à partir de cette date. Depuis cette date jusqu’à la fin de 2005, 41 contractuels provenant de cette banque de données ont été engagés. 4 et 5. E´tant donné qu’il est demandé tous les trois mois de réactiver le cv, il est impossible de donner un chiffre en ce qui concerne une augmentation du nombre de sollicitations en raison du caractère anonyme des cv. En outre, Selor ne dispose pas de chiffres complets de la situation avant l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 25 avril 2005 précité. Je puis toutefois vous communiquer qu’il y a au total 31 202 cv dans la banque de données dont 11 073 sont actuellement encore actifs. Ce dernier chiffre est le nombre de cv parmi lesquels les différents services publics peuvent effectuer une sélection après la dernière réactivation en décembre 2005. 6 et 7. E´tant donné que le système e-Recruiting est encore trop récent, l’impact exact sur les groupes cibles ne peut pas encore être évalué.

3. Aangezien het systeem e-Recruiting pas vanaf 16 oktober 2005 verplicht was, geven alleen de cijfers betreffende de situatie vanaf die datum de realiteit weer. Sinds die datum tot eind 2005 werden uit die database 41 contractuele personeelsleden aangeworven.

8. Concernant les sélections statutaires, la procédure est différente de celle utilisée pour les sélections contractuelles. En effet, selon l’article 16bis du statut des agents de l’E´tat, l’Administrateur délégué de Selor


2005

4 en 5. Daar elke drie maanden gevraagd wordt het cv te reactiveren, is het onmogelijk om een cijfer te geven met betrekking tot een stijging van het aantal sollicitaties omwille van het anonieme karakter van de cv’s. Daarenboven heeft Selor geen volledige cijfers van de situatie voó´r de inwerkingtreding van het reeds vermeld koninklijk besluit van 25 april 2005. Wel kan ik u meedelen dat er in het totaal 31 202 cv’s in de databank zitten waarvan er momenteel nog 11 073 actief zijn. Dit laatste cijfer is het aantal cv’s waaruit de verschillende overheidsdiensten kunnen selecteren na de laatste reactivering in december 2005. 6 en 7. Daar het systeem e-Recruiting nog te recent is, kan de exacte impact op de aanwerving van doelgroepen nog niet worden gee¨valueerd. 8. Wat de statutaire selecties betreft, verschilt de procedure van deze die bij contractuele selecties wordt toegepast. Volgens artikel 16bis van het statuut van het Rijkspersoneel moet de afgevaardigd bestuurder 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22047

doit annoncer publiquement toutes les sélections qu’il organise. Il n’est donc pas possible de fonctionner avec un système de banque de données anonymes. Par contre, Selor garantit l’objectivité de toutes ses sélections et veille à l’égalité de traitement des candidats quels que soient leur sexe, leurs origines, leurs options philosophiques, etc. L’anonymat est ainsi garanti depuis de nombreuses années dans l’organisation des épreuves de sélection écrites (souvent éliminatoires) et/ ou informatisées puisque les correcteurs ne connaissent pas l’identité des personnes dont ils corrigent les copies.

van Selor immers alle selecties die Selor organiseert bekendmaken. Er kan dus onmogelijk met een database met anonieme gegevens worden gewerkt. Selor garandeert daarentegen de objectiviteit van alle selecties en zorgt voor een gelijke behandeling van de kandidaten, ongeacht hun geslacht, oorsprong, filosofische overtuigingen, enzovoort. De anonimiteit is aldus sinds vele jaren gegarandeerd bij de organisatie van schriftelijke (vaak met eliminatoir karakter) en/of geı¨nformatiseerde selectieproeven daar de verbeteraars de identiteit van de personen waarvan de werken worden verbeterd, niet kennen.

DO 2005200607333

DO 2005200607333

Question no 192 de M. Jean-Jacques Viseur du 22 février 2006 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 192 van de heer Jean-Jacques Viseur van 22 februari 2006 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Formation des fonctionnaires de l’Administration fédérale. — Missions de l’Institut de Formation de l’Administration fédérale (IFA).

Opleiding van de ambtenaren van de federale administratie. — Opdrachten van het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO).

Le SPF Fonction publique signale que : « Depuis 6 ans, l’IFA organise un programme universitaire de management public. Il est proposé à 50 fonctionnaires de niveau A sélectionnés sur la base d’un dossier de candidature. La réalisation de ce programme est confiée, sur appel d’offre, à deux universités ».

De FOD Personeel en Organisatie deelt mee dat het OFO voor het zesde opeenvolgende jaar een universitair opleidingsprogramma overheidsmanagement organiseert. De opleiding wordt aangeboden aan maximum vijftig ambtenaren van niveau A, die op grond van hun curriculum vitae worden geselecteerd. De uitvoering van dat programma werd, na offerteaanvraag, toevertrouwd aan twee universiteiten.

1. L’organisation de ce programme a-t-il fait l’objet d’un marché public conformément aux dispositions de la loi du 24 décembre 1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fourniture et de services ? ` quelles universités « l’appel d’offre » dont il est 2. A fait mention dans l’article a-t-il été adressé et quel mode de publicité lui a-t-il été réservé ?

1. Werden in dat verband de bepalingen van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten nageleefd ?

3. Quelles sont les deux universités en charge de ce programme depuis six ans et quels ont été les critères d’attribution de celui-ci à ces deux institutions ?

3. Welke twee universiteiten verzorgen dit opleidingsprogramma sinds zes jaar en op grond van welke criteria kregen ze de opdracht ?

4. Quel est le couˆt du programme — globalement et par université — depuis sa création ?

4. Wat is de kostprijs van dit programma — in totaal en per universiteit — sinds de opleiding van start ging ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 24 mars 2006, à la question no 192 de M. Jean-Jacques Viseur du 22 février 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 24 maart 2006, op de vraag nr. 192 van de heer Jean-Jacques Viseur van 22 februari 2006 (Fr.) :

1. L’organisation du programme universitaire de management public a fait l’objet en 2005 et 2006 d’une

1. De organisatie van het universitaire public management programme was in 2005 en 2006 het voorwerp


2005

2. Aan welke universiteiten werd die offerteaanvraag gericht en op welke wijze werd ze bekendgemaakt ?

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22048

procédure négociée avec publicité au Bulletin des adjudications. Pour les années antérieures (2002, 2003 et 2004), on a eu recours à un appel d’offres restreint également publié au Bulletin des adjudications. Pour le programme de 2001, il a été fait appel à une procédure négociée sans publicité sur la base de l’article 17, § 2, 1, f), de la loi du 24 décembre 1993 sur les marchés publics.

van een onderhandelingsprocedure met bekendmaking in het Bulletin der aanbestedingen. De jaren daarvoor (2002, 2003 en 2004) werd een beroep gedaan op een beperkte offerteaanvraag die eveneens in het Bulletin der aanbestedingen werd gepubliceerd. Voor het programma van 2001 werd een beroep gedaan op een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, op basis van artikel 17, § 2, 1, f), van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten.

2. Les marchés publics avec publicité ont été publiés au Bulletin des adjudications. Cela implique donc que tous les partenaires possibles, universités et autres, pouvaient déposer une candidature.

2. De overheidsopdrachten met bekendmaking werden gepubliceerd in het Bulletin der aanbestedingen. Zulks impliceerde dus dat alle mogelijke partners, universiteiten en andere, een kandidatuur konden indienen.

3. Durant les six dernières années, le programme a toujours été réalisé par le consortium « Université Libre de Bruxelles et Katholieke Universiteit Leuven ».

3. Het programma werd gedurende de voorbije zes jaar steeds uitgevoerd door het consortium « Katholieke Universiteit Leuven en de Université Libre de Bruxelles ».

Dans le cas de l’appel d’offres restreint, les critères d’attribution utilisés étaient les suivants :

Bij de beperkte offerteaanvraag werden de volgende gunningscriteria gehanteerd :

A. L’estimation du marché (40 %) : les soumissionnaires devaient soumettre un plan d’approche. Lors de l’appréciation de ce critère, l’attention portait sur les éléments suivants :

A. De inschatting van de opdracht (40 %) waarbij de inschrijvers een algemeen plan van aanpak voorlegden. Bij de beoordeling ging aandacht naar volgende elementen :

— la mesure dans laquelle l’offre répond à l’objectif fixé;

— de mate waarin de offerte beantwoordt aan de vooropgestelde doelstelling;

— le programme proposé;

— het voorgestelde programma;

— la méthodologie proposée par le soumissionnaire;

— de methodologie die door de inschrijver wordt voorgesteld;

— la qualité du matériel de cours proposé;

— de kwaliteit van het voorgestelde cursusmateriaal;

— la qualité du réseau des établissements d’enseignement dans le pays et à l’étranger.

— de kwaliteit van het netwerk van de onderwijsinstellingen in het binnen- en buitenland.

B. Le prix (30 %).

B. De prijs (30 %).

C. La qualité du ou des consultant(s) proposé(s) (30 %).

C. De kwaliteit van de voorgestelde consultant(s) (30 %).

Ce critère a été évalué sur la base de la qualité et de l’expérience de la personne ou de l’équipe proposée pour la réalisation du marché.

Dit criterium werd getoetst aan de hand van de kwaliteit en de ervaring van de voor de opdracht voorgestelde persoon of van het voorgestelde team.

Le bilinguisme de l’équipe constituait également un critère important.

Tweetaligheid van het team was eveneens een belangrijk criterium.

Pour la procédure négociée avec publicité, les critères d’attribution utilisés étaient les suivants :

Bij de onderhandelingsprocedure met bekendmaking werden de volgende gunningcriteria gebruikt :

A. L’estimation du marché (40 %) : les soumissionnaires ont déposé une proposition de programme de formation concrète et élaborée. Les éléments suivants ont été pris en compte dans l’évaluation des propositions :

A. De inschatting van de opdracht (40 %) : de inschrijvers legden een concreet en uitgewerkt voorstel van opleidingsprogramma voor. De volgende elementen speelden bij de beoordeling van de voorstellen :

— la mesure dans laquelle l’offre répond aux objectifs fixés et au résultat à atteindre;

— de mate waarin de offerte beantwoordt aan de vooropgestelde doelstellingen en het te bereiken resultaat;


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22049

— le contenu, la structure et le calendrier du programme de formation;

— inhoud, structuur en fasering in de tijd van het opleidingsprogramma;

— l’approche didactique (notamment les formes d’apprentissage) et l’encadrement pédagogique proposés par le soumissionnaire;

— de didactische aanpak (onder andere leervormen) en pedagogische omkadering die door de inschrijver worden voorgesteld;

— la qualité du matériel de cours proposé;

— de kwaliteit van het voorgestelde cursusmateriaal;

— l’approche en termes de coordination et de gestion du programme;

— de aanpak qua coo¨rdinatie en beheer van het programma;

— l’approche et la gestion des cours.

— de aanpak en het beheer van de alumniwerking.

B. Le prix (30 %).

B. De prijs (30 %).

C. La qualité des experts proposés (30 %).

C. De kwaliteit van de voorgestelde experts (30 %).

Ce critère est évalué sur la base de la qualité et de l’expérience de l’équipe proposée pour la réalisation du marché.

Dit criterium werd getoetst aan de hand van de kwaliteit en de ervaring van het voor de opdracht voorgestelde team.

Le bilinguisme de l’équipe constituait également un critère important.

Tweetaligheid van het team was eveneens een belangrijk criterium.

Pour la procédure négociée sans publicité (programme 2001), des négociations spécifiques ont été menées avec les institutions concernées en raison du fait que le programme avait alors encore un caractère expérimental.

Bij de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (programma 2001) werden specifieke onderhandelingen gevoerd met de betrokken instellingen doordat het programma toen nog een experimenteel karakter had.

4. Le tableau ci-dessous fait état du coût du programme.

4. Hieronder wordt de kostprijs van het programma weergegeven.

Année — Jaar

Coût total (en euros) — Totale kost (in euro)

2001 2002 2003 2004 2005 2006

KULeuven (en euros) — KULeuven (in euro)

752 076 741 573 670 977 670 977 589 039 589 039

371 719 371 719 330 726 330 726 284 926 284 926

Intégration sociale

ULB (en euros) — ULB (in euro) 380 356 369 854 340 251 340 251 304 113 304 113

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200504092

DO 2004200504092

Question no 113 de M. Ortwin Depoortere du 26 avril 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 113 van de heer Ortwin Depoortere van 26 april 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Répartition des allocations versées dans le cadre du Fonds mazout.

Verdeling van de bijdragen van het stookoliefonds.

Lors de la séance plénière du 21 avril 2005, vous avez précisé que 40 000 ménages avaient bénéficié

In de plenaire vergadering van 21 april 2005 hebt u gewag gemaakt van het feit dat 40 000 families voor


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22050

d’une intervention pour un montant total de 3,2 millions de francs dans le cadre du Fonds social mazout (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, Séance plénière, 21 avril 2005, PLEN 130, p. 2). 1. Pourriez-vous me fournir à ce sujet les précisions suivantes :

een totaal bedrag van 3,2 miljoen frank een toelage hebben gekregen in het kader van het sociaal stookoliefonds (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, Plenumvergadering, 21 april 2005, PLEN 130, blz. 2). 1. Kan u meedelen :

a) combien de ménages par région ont obtenu une allocation;

a) het aantal gezinnen per gewest dat een toelage heeft gekregen;

b) quel est le montant de l’allocation par région ?

b) het bedrag van de toelage dat is uitbetaald per gewest ?

2. Existe-t-il des différences significatives entre les régions et/ou les villes et les communes ?

2. Zijn hier significante verschillen tussen de gewesten en/of steden en gemeenten ?

3. Au vu des chiffres, ne conviendrait-il pas d’adapter le fonctionnement du Fonds mazout, notamment en ce qui concerne l’octroi d’une allocation aux ménages qui se chauffent à l’aide d’autres carburants, tels que le gaz ?

3. Is aan de hand van de cijfers enige bijsturing van het stookoliefonds niet noodzakelijk, namelijk het uitbetalen van een toelage voor gezinnen die zich verwarmen met andere producten, in dit geval gas ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 23 mars 2006, à la question no 113 de M. Ortwin Depoortere du 26 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 23 maart 2006, op de vraag nr. 113 van de heer Ortwin Depoortere van 26 april 2005 (N.) :

En réponse à sa question, je communique à l’honorable membre les éléments de réponse suivants.

Als antwoord op zijn vraag deel ik het geachte lid de volgende elementen van antwoord mee.

1. Dans la Région Flamande les CPAS ont octroyé une allocation de chauffage à 13 823 ménages pour un montant total de 1 328 339,86 euros. Dans la Région Wallone 21 204 ménages ont bénéficié d’une allocation pour un montant total de 1 883 910,86 euros. Et dans la région de Bruxelles Capitale enfin un montant total de 13 108,82 euros a été octroyé à 205 ménages.

1. In het Vlaams Gewest hebben de OCMW’s aan 13 823 gezinnen een verwarmingstoelage toegekend voor een totaal bedrag van 1 328 339,86 euro. In het Waals Gewest kregen 21 204 gezinnen een verwarmingstoelage voor een totaal bedrag van 1 883 910,86 euro. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten slotte werd een totaal bedrag van 13 108,82 euro verdeeld over 205 gezinnen.

2. Le nombre d’allocations de chauffage octroyé par CPAS peut différer fortement. Ceci peut être expliqué, entre autres, par les différents modes de chauffage existant dans la commune, la ville ou la région. Ainsi, le fait que les CPAS des grandes villes octroyent peu d’allocations de chauffage « mazout », malgré une forte représentation du groupe cible dans la population totale, est un phénomène récurrent.

2. Het aantal verwarmingstoelagen dat per OCMW wordt toegekend kan sterk verschillen. Dit kan onder meer verklaard worden door het aanbod van verwarmingsystemen in de desbetreffende gemeente, stad of streek. Zo is het een steeds terugkerend verschijnsel dat OCMW’s in de grote steden, ondanks een ruime vertegenwoordiging van de doelgroep in hun totale bevolking, slechts een klein aantal « stookolie » verwarmingstoelagen toekennen.

L’explication se trouve dans le fait que la plupart des habitations des grandes villes sont raccordées au réseau de gaz, tandis qu’à la campagne, les systèmes de chauffage équipés d’une cuve dans le jardin, sont plus courants.

De verklaring hiervoor ligt in het feit dat de meeste woningen in de grootstad op het gasnet zijn aangesloten, terwijl op het platteland, verwarmingsystemen met brandstoftanken in de tuin gebruikelijker zijn.

D’autre part, les CPAS octroyaient déjà de leur propre initiative et à leur compte, une aide sociale financière aux personnes dont la possibilité de vivre dans la dignité humaine était compromise par les dépenses supplémentaires pour le chauffage en hiver. La mesure dans laquelle cette pratique a été poursuivie

Anderzijds kenden de OCMW’s reeds, op eigen initiatief en voor eigen rekening, financie¨le maatschappelijke hulp toe aan de personen wier mogelijkheid een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid, in het gedrang kwam door de extra uitgaven voor verwarming in de winter. De mate waarin


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22051

cet hiver, peut également être à l’origine de différence en ce qui concerne le montant total d’allocations de chauffage.

deze praktijk deze winter werd voortgezet, kan eveneens aanleiding hebben gegeven tot verschillende bedragen wat het totaal aantal verwarmingstoelagen betreft.

3. Les fonds du Fonds Social Mazout proviennent de taxes sur certains combustibles du secteur pétrolier et ne peuvent être utilisés que pour l’octroi d’une intervention dans le prix de ces mêmes combustibles.

3. De gelden van het Sociaal Stookoliefonds zijn afkomstig van heffingen op bepaalde brandstoffen uit de petroleumsector en kunnen enkel aangewend worden voor een tussenkomst in de prijs van deze zelfde brandstoffen.

En ce qui concerne les personnes qui se chauffent au gaz le CPAS dispose d’instruments spécifiques en vue d’aider les personnes en difficulté de paiement à régler leur facture de gaz. Et ce en application de la loi du 4 septembre 2002 visant à confier aux centres publics d’aide sociale la mission de guidance et d’aide sociale financière dans le cadre de la fourniture d’énergie aux personnes les plus démunies et ses arrêtés d’exécution.

Wat de personen die gas gebruiken om hun woonst te verwarmen betreft, beschikt het OCMW overigens over specifieke instrumenten, om personen met betalingsmoeilijkheden te helpen bij de betaling van hun gasfactuur. En dit met toepassing van de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financie¨le maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering en haar uitvoeringsbesluiten.

Cet hiver le gouvernement a pris, en outre, une série de mesures complémentaires afin d’alléger les charges supplémentaires qui pèsent sur le budget du ménage de tous les particuliers et des plus démunies en particulier à la suite de la crise énergétique actuelle. Ainsi, un budget complémentaire de 5 876 010,3 euros a été libéré entre autres pour les personnes bénéficiaires des tarifs sociaux en matière de gaz et d’électricité.

Deze winter heeft de regering bovendien een reeks bijkomende maatregelen genomen om de extrabelasting van het gezinsbudget van alle particulieren en van de minstbedeelden in het bijzonder ten gevolge van de huidige energiecrisis in te perken. Aldus werd er onder meer voor de gerechtigden op sociale elektriciteit- en gastarieven een extrabudget vrijgemaakt van 5 876 010,3 euro.

DO 2005200606549

DO 2005200606549

Question no 169 de Mme Nahima Lanjri du 8 décembre 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 169 van mevrouw Nahima Lanjri van 8 december 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Exécution du plan de répartition. — Attribution d’étrangers à une commune donnée.

Uitvoering spreidingsplan. — Toewijzing vreemdelingen aan een bepaalde gemeente.

Dans le cadre du plan de répartition, les étrangers parvenus au stade ou` leur demande d’asile doit être jugée fondée ou infondée sont attribués à une commune donnée. Toutefois, dans nombre de cas, ces étrangers ne s’établissent pas dans la commune qui leur a été attribuée.

In het kader van het spreidingsplan worden de vreemdelingen die in de gegrondheidsfase van de asielaanvraag komen, toegewezen aan een bepaalde gemeente. In vele gevallen vestigen deze vreemdelingen zich echter niet in de gemeente die hen is toegewezen.

1. Pourriez-vous communiquer le nombre global le plus récemment recensé d’étrangers qui ne s’établissent pas dans la commune à laquelle ils ont été attribués ?

1. Kan u het meest recente globale cijfer geven van het aantal vreemdelingen die zich niet vestigen in de gemeente waaraan ze zijn toegewezen ?

2. Pourriez-vous fournir un aperçu du nombre d’étrangers qui séjournent dans les grandes villes alors qu’ils ne leur ont pas été attribués ?

2. Kan u een overzicht geven van het aantal vreemdelingen die verblijven in de grootsteden, terwijl ze niet aan hen zijn toegewezen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22052

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 20 mars 2006, à la question no 169 de Mme Nahima Lanjri du 8 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 20 maart 2006, op de vraag nr. 169 van mevrouw Nahima Lanjri van 8 december 2005 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Je voudrais vous signaler en premier lieu que le plan de répartition est applicable aux demandeurs d’asile et non pas aux étrangers en général. Les chiffres concernant le lieu de résidence des demandeurs d’asile, dont mes services disposent actuellement, sont basés sur les données communiquées par les centres publics d’action sociale. Pour chaque demandeur d’asile pour lequel une subvention de l’E´tat est demandée, le CPAS concerné doit mentionner dans le dossier également l’adresse du lieu de la résidence de fait.

1. Vooreerst wil ik u melden dat het spreidingsplan van toepassing is op asielzoekers en niet op vreemdelingen in het algemeen. De cijfers, aangaande de verblijfplaats van asielzoekers, waar mijn diensten momenteel over beschikken zijn gebaseerd op gegevens die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn worden meegedeeld. Voor iedere asielzoeker waarvoor er een staatstoelage wordt gevraagd, dient door het betreffende OCMW in het betreffende dossier ook het adres van feitelijk verblijf te worden meegedeeld.

Les chiffres actualisés les plus complets jusqu’à présent ont trait au mois de décembre 2004. Ces chiffres portent sur 32 535 dossiers de 550 CPAS. Parmi ces 32 535 dossiers de remboursement, 8 199 dossiers avaient une adresse dans la commune du CPAS secourant, soit 26 %.

De tot nu toe meest volledige actuele cijfers hieromtrent betreffen december 2004. Deze cijfers betreffen 32 535 dossiers van 550 OCMW’s. Van die 32 535 terugbetalingsdossiers waren er 8 199 dossiers met een adres binnen de gemeente van het steunverlenend OCMW; wat neerkomt op 26 %.

2. Mes services peuvent uniquement vérifier si l’intéressé réside ou non sur le territoire du centre secourant (cf. point 1). Mes services ne disposent pas de données au sujet du nombre de demandeurs d’asile qui résident dans les grandes villes, alors qu’ils ne leur ont pas été attribués.

2. Mijn diensten kunnen enkel nagaan of een betrokkene al dan niet op het grondgebied van het steunverlenend centrum verblijft (cf. punt 1). Gegevens over het aantal asielzoekers die verblijven in de grootsteden, terwijl ze niet aan hen toegewezen zijn, zijn in mijn diensten niet beschikbaar.

E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2005200606510

DO 2005200606510

Question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du 2 décembre 2005 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 december 2005 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Institut pour l’égalité des femmes et des hommes. — Dotation. — Financement occasionnel.

Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. — Dotatie. — Occasionele financiering.

L’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes béneficie d’une dotation inscrite au budget fédéral sous le programme 40/5.

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen mannen krijgt een dotatie van de federale overheid ingeschreven op programma 40/5.

Conformément à la loi du 16 décember 2002 portant création de l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes, l’Institut peut en outre être financé par des revenus occasionnels, par des dons et des legs, par des subventions octroyées par d’autres pouvoirs, institu-

Conform de wet van 16 december 2002 houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen kan het Instituut bijkomend gefinancierd worden via occasionele inkomsten, giften en legaten, subsidies vanwege andere overheden, instel-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22053

tions ou organismes publics ainsi que par toute autre recette provenant de l’exécution de son objet statutaire.

lingen of openbare instellingen en via andere inkomsten voortvloeiend uit de uitvoering van haar statutaire opdracht.

Pouvez-vous indiquer pour 2004 et 2005 à combien s’élevaient respectivement les revenus occasionnels, les dons et les legs, les subventions octroyées par d’autres pouvoirs, institutions ou organismes publics ainsi que les recettes provenant de l’exécution de son objet statutaire ?

Kan u meedelen en dit voor 2004 en 2005 : hoeveel bedroegen respectievelijk de occasionele inkomsten, de giften en legaten, de subsidies vanwege andere overheden, instellingen of openbare instellingen en de inkomsten voortvloeiend uit de uitvoering van haar statutaire opdracht ?

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 21 mars 2006, à la question no 83 de Mme Annemie Turtelboom du 2 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 21 maart 2006, op de vraag nr. 83 van mevrouw Annemie Turtelboom van 2 december 2005 (N.) :

L’Institut reçoit, outre sa dotation, un subside annuel de la Loterie nationale.

Het Instituut ontvangt buiten zijn dotatie jaarlijks een subsidie van de Nationale Loterij.

L’arrêté royal du 4 décembre 2003 dispose que le subside 2002 de l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes atteint un montant de 74 368,06 euros.

Het koninklijk besluit van 4 december 2003 bepaalt de subsidie 2002 van de Nationale Loterij voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen op een bedrag van 74 368,06 euro.

L’arrêté royal du 8 avril 2003 fixe le subside de la Loterie nationale à l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes à un montant de 100 000 euros.

Het koninklijk besluit van 8 april 2003 bepaalt de dotatie 2003 van de Nationale Loterij voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen op een bedrag van 100 000 euro.

Les deux sommes ont été portées au titre de recettes à l’exercice budgétaire 2004.

Beide bedragen werden in de vorm van inkomsten begroot voor het begrotingsjaar 2004.

L’arrêté royal du 5 juin 2004 fixe le subside pour 2004 de la Loterie nationale à l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes à un montant de 100 000 euros.

Het koninklijk besluit van 5 juni 2004 bepaalt de subsidie 2004 van de Nationale Loterij voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen op een bedrag 100 000 euro.

Le montant a été porté au titre de recette à l’exercice budgétaire 2005.

Het bedrag werd in de vorm van inkomsten begroot voor het begrotingsjaar 2005.

Outre ces subsides de la Loterie Nationale et la dotation du gouvernement fédéral aucune autre forme de recette n’a été perçue.

Buiten deze subsidies van de Nationale Loterij en de dotatie van de federale regering werden geen enkele andere vormen van inkomsten ontvangen.


Minister van Mobiliteit

DO 2004200503914

DO 2004200503914

Question no 253 de M. Roel Deseyn du 14 avril 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 253 van de heer Roel Deseyn van 14 april 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Belgocontrol. — Grève.

Belgocontrol. — Staking.

Le 10 mars 2005, le personnel de Belgocontrol a lancé un mouvement de grève surprise. Le personnel avait depuis longtemps dénoncé certains problèmes,

Op 10 maart 2005 kwam het tot een spontane staking bij Belgocontrol. Het personeel had blijkbaar al lang daarvoor problemen aangekaart maar het bestuur


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22054

semble-t-il, mais la direction a refusé de répondre aux griefs formulés. Récapitulons les doléances : heures supplémentaires non payées correctement, absence de tout plan des besoins en personnel, engagements non tenus en ce qui les postes à pourvoir, absence d’un règlement en matière de promotions, manque total de transparence de la politique salariale pour les agents contractuels, non-respect de la législation sur le travail en matière d’heures supplémentaires et de sursalaires, manquements au niveau de la formation et de l’accompagnement, etc.

weigerde gevolg te geven aan de eisen. Volgende grieven werden naar voren gebracht : het niet correct uitbetalen van overuren, het ontbreken van een personeelsbehoeftenplan, het niet invullen van aangekondigde vacante betrekkingen, het ontbreken van een promotiereglement, het geheim houden van de loonpolitiek van de contractuele werknemers, het nietnaleven van de arbeidswet inzake overwerk en overloon, onvoldoende opleiding en begeleiding, enzovoort.

1. a) Quand et comment les heures supplémentaires restant dues seront-elles rémunérées ?

1. a) Hoe en wanneer zullen de nog niet uitbetaalde overuren worden rechtgezet ?

b) Combien d’heures supplémentaires reste-t-il ainsi à rétribuer ?

b) Om hoeveel overuren gaat het ?

c) Pouvez-vous garantir que ces heures supplémentaires seront considérées comme arriérés ?

c) Kan u garanderen dat deze overuren zullen beschouwd worden als achterstal ?

d) Dans la négative, pourquoi pas ?

d) Zo neen, waarom niet ?

e) Dans l’affirmative, pourquoi la direction a-t-elle dans un premier temps refusé de donner cette garantie ?

e) Zo ja, hoe komt het dat de directie dit niet onmiddellijk wou doen ?

2. a) Quand le personnel pourra-t-il disposer d’un règlement en matière de promotions ?

2. a) Wanneer zal het promotiereglement er zijn ?

b) Comment le retard pris en la matière s’explique-til ?

b) Vanwaar de vertraging hierin ?

3. a) Qu’en est-il du problème des postes vacants qui ne sont pas pourvus ?

2. a) Waar ligt het probleem bij de aangekondigde vacante betrekkingen die niet worden ingevuld ?

b) De combien de vacances et de quels postes s’agitil ?

b) Over hoeveel en welke vacatures gaat het ?

c) Quand ces postes vacants seront-ils pourvus ?

c) Wanneer zullen deze functies ingevuld worden ?

4. Comment expliquez-vous l’absence d’un plan des besoins en personnel ?

4. Hoe verklaart u het uitblijven van een personeelsbehoeftenplan ?

5. a) Pourquoi la société n’informe-t-elle pas les syndicats sur la politique salariale pour les agents contractuels ?

5. a) Waarom geeft het bedrijf aan de vakbonden geen informatie over de loonpolitiek voor de contractuele werknemers ?

b) Quand cette information sera-t-elle fournie ?

b) Wanneer zal deze informatie er wel zijn ?

6. Les manifestants ont fait savoir dans un communiqué que les travailleurs se voient confier de nouvelles taˆches et une plus grande responsabilité sans bénéficier d’une formation adéquate ou d’un accompagnement suffisant et sans être rémunérés en conséquence.

6. De betogers verklaarden in een mededeling dat werknemers nieuwe taken met meer verantwoordelijkheid krijgen zonder voldoende opleiding of begeleiding en zonder aangepaste verloning.

a) De quelle opération de restructuration s’agit-il en l’espèce ?

a) Om welke herstructurering gaat het hier ?

b) Comment expliquez-vous les problèmes qui se posent ?

b) Hoe verklaart u de problemen ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22055

c) Quelles mesures envisagez-vous ?

c) Welke maatregelen overweegt u ?

7. a) De quelle manière sont prises en considération les heures de travail effectuées en plus de l’horaire ordinaire ?

7. a) Hoe beschouwt men de uren die worden gepresteerd buiten het gewone uurrooster ?

b) Est-il exact qu’aucun sursalaire n’est versé en rémunération de ces heures de travail ?

b) Is het waar dat deze uren niet worden betaald als overloon ?

c) Comment cette situation s’explique-t-elle ?

c) Welke verklaring kan u hiervoor geven ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 21 février 2003, à la question no 253 de M. Roel Deseyn du 14 avril 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 21 februari 2003, op de vraag nr. 253 van de heer Roel Deseyn van 14 april 2005 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après les réponses aux questions posées.

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden op de gestelde vragen te willen vinden.

Belgocontrol est une entreprise publique autonome conformément à la loi EPA du 21 mars 1991.

Belgocontrol is een autonoom overheidsbedrijf conform de AOB-Wet van 21 maart 1991.

Les entreprises publiques autonomes disposent d’une autonomie de gestion.

De autonome overheidsbedrijven beschikken over beheersautonomie.

La gestion du personnel (dont le suivi de l’absentéisme pour cause de maladie) tombe aussi sous la coupe de l’autonomie de gestion de Belgocontrol. La gestion du personnel relève de la compétence du comité de direction et du conseil d’administration en tenant compte du roˆle du comité paritaire et des organisations professionnelles.

Ook het personeelsbeleid(waaronder onder andere de opvolging van het ziekteverzuim) valt onder de beheersautonomie van Belgocontrol. Het personeelsbeleid is de bevoegdheid van het directiecomité en de raad van bestuur rekening houdend met de rol van het paritair comité en de vakorganisaties.

En tant que ministre de tutelle, je dois controˆler que la politique menée par Belgocontrol ne met pas en danger l’exécution des taˆches du service public.

Als voogdminister dien ik er op toe te zien dat het door Belgocontrol gevoerde beleid de uitvoering van de taken van openbare dienst niet in het gedrang brengt.

Chaque année, j’émets un rapport écrit auprès des Chambres Législatives sur la façon dont Belgocontrol exécute les taˆches convenues du service public.

Elk jaar breng ik schriftelijk verslag uit bij de Wetgevende Kamers over de wijze waarop Belgocontrol de afgesproken taken van openbare dienst uitvoert.

DO 2004200504169

DO 2004200504169

Question no 276 de Mme Hilde Dierickx du 3 mai 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 276 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 mei 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Transport de choses par route. — Législation imprécise. — Certificat d’aptitude professionnelle.

Vervoer van zaken over de weg. — Onduidelijke wetgeving. — Getuigschrift van vakbekwaamheid.

La législation relative au transport de choses par route comporte des imprécisions. C’est notamment le cas en ce qui concerne les conditions d’obtention du certificat d’aptitude professionnelle pour le transport rémunéré de choses par route, lorsque l’entrepreneur de transport, qui exerce également la fonction de gérant, n’est pas lui-même titulaire d’un tel certificat. L’arrêté royal du 7 mai 2002 relatif au transport de choses par route règle ce problème.

De wetgeving in verband met het vervoer van zaken over de weg vertoont onduidelijkheden. Zo bijvoorbeeld over de « voorwaarden gesteld voor het getuigschrift van vakbekwaamheid bij vervoer van zaken over de weg tegen vergoeding » wanneer de vervoerondernemer-zaakvoerder zelf geen houder is van zo een getuigschrift. Het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg regelt dit.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22056

Dans une circulaire du Service public fédéral Mobilité et Transport du 15 octobre 2002, l’administration tente d’apporter des précisions à ce sujet. L’attention est ainsi attirée sur le fait que la personne en possession du certificat d’aptitude professionnelle doit être effectivement associée à la gestion. Si la participation à la gestion du titulaire est inexistante ou insuffisante, un procès-verbal sera dressé aussi bien à charge de l’entrepreneur que de la personne qualifiée et toutes les licences de transport seront retirées.

In een rondschrijven van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van 15 oktober 2002 probeert de administratie dit te verduidelijken. Men wijst hier op het feit dat de persoon die over het bekwaamheidsattest beschikt wel degelijk mee het beheer moet voeren. Wanneer de houder niet of onvoldoende deelneemt aan het beheer zal een procesverbaal opgesteld worden ten laste van zowel de ondernemer als de vakbekwame persoon, en zullen al de vervoersvergunningen ingetrokken worden.

Par le passé, les exploitants de nombreuses petites entreprises de transport engageaient souvent des personnes qualifiées travaillant à temps partiel, de sorte que les licences étaient en règle. Il est en effet impossible pour une petite entreprise d’engager d’office des personnes à temps plein ou de les laisser participer à la gestion.

De beheerders van vele kleine vervoersondernemingen gebruikten in het verleden vaak vakbekwame personen die deeltijds voor hen werkten, zodat de vergunningen in orde waren. Voor een kleine onderneming is het immers niet mogelijk om zomaar mensen voltijds aan te nemen, of ze in het beheer toe te laten.

Il résulte de l’arrêté royal précité et de la circulaire y afférente que de nombreux exploitants essaient actuellement d’obtenir eux-mêmes le certificat d’aptitude professionnelle. La procédure normale consiste à suivre un cours et à passer ensuite les examens donnant accès au certificat. Certains exploitants estiment toutefois qu’ils pourraient entrer en ligne de compte sur la base de leur expérience. E´tant donné les imprécisions existantes, pourriezvous me communiquer les différentes possibilités existantes, les moyens d’obtenir le certificat d’aptitude professionnelle et les conditions à remplir ?

Het voornoemd koninklijk besluit en het bijhorend rondschrijven hebben nu als gevolg dat vele beheerders zelf proberen hun getuigschrift van vakbekwaamheid te krijgen. Daarvoor is de normale procedure dat men een cursus volgt en daarna examens aflegt om het getuigschrift te bekomen. Toch menen sommigen ook in aanmerking te komen op basis van hun ervaring.

Réponse du ministre de la Mobilité du 21 mars 2006, à la question no 276 de Mme Hilde Dierickx du 3 mai 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 21 maart 2006, op de vraag nr. 276 van mevrouw Hilde Dierickx van 3 mei 2005 (N.) :

Conformément à la loi du 3 mai 1999 relative au transport de choses par route (transposition de la directive européenne 96/26/CE du 29 avril 1996), le certificat de capacité professionnelle au transport de marchandises par route est attribué aux personnes qui justifient des connaissances répondant au niveau de formation prévu dans la directive susvisée, connaissances qui sont constatées par le biais d’un examen obligatoire. En outre, la directive offre également aux E´tats membres de l’Union européenne la possibilité de prévoir une dispense de l’examen pour les candidats qui peuvent justifier d’une expérience pratique d’au moins cinq ans dans une entreprise de transport à un niveau de direction, à condition qu’ils se soumettent à une épreuve de controˆle dont le contenu est le même que lors de l’examen régulier.

Het getuigschrift van vakbekwaamheid voor goederenvervoer over de weg wordt overeenkomstig de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg (omzetting van de Europese richtlijn 96/26/EG van 29 april 1996) toegekend aan de personen die getuigen van de kennis die beantwoordt aan het in de voormelde richtlijn omschreven opleidingsniveau, kennis die wordt vastgesteld aan de hand van een verplicht examen.

Cette possibilité n’a pas été retenue dans la législation belge. Cependant, le ministre ou son délégué peut autoriser qu’une personne de minimum 50 ans, qui n’est pas titulaire d’un certificat d’aptitude mais qui

Deze mogelijkheid werd in de Belgische wetgeving niet weerhouden. Wel kan de minister of zijn gemachtigde toestaan dat een persoon van minimum vijftig jaar die geen houder is van een getuigschrift van


2005

Aangezien er onduidelijkheid bestaat, kan u meedelen wat de mogelijkheden zijn, de manieren waarop men het getuigschrift van vakbekwaamheid kan bekomen en de voorwaarden waaraan men hiervoor moet voldoen ?

Daarnaast biedt de richtlijn aan de lidstaten van de Europese Unie eveneens de mogelijkheid om te voorzien in een vrijstelling van het examen voor de kandidaten die ten minste vijf jaar praktijkervaring kunnen voorleggen in een leidende functie binnen een vervoeronderneming, op voorwaarde dat zij zich onderwerpen aan een controleproef waarvan de inhoud dezelfde is als van het reguliere examen.

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22057

dispose d’une expérience pratique d’au moins 5 ans dans la direction quotidienne de l’entreprise, poursuive la direction des travaux de transport de la personne professionnellement qualifiée qui est décédée ou n’est plus professionnellement qualifiée.

bekwaamheid, maar die over een praktische ervaring van ten minste vijf jaar in het dagelijks bestuur van de onderneming beschikt, de leiding van de vervoerwerkzaamheden voortzet van de vakbekwame persoon die is overleden of onbekwaam is geworden.

En Belgique, le certificat ne peut donc être obtenu qu’après avoir suivi des cours et après avoir réussi un examen écrit et oral qui est organisé par un jury d’examen constitué par le ministre de la Mobilité.

In Belgie¨ kan het getuigschrift in principe dus enkel worden gehaald na het volgen van cursussen en na het slagen voor een schriftelijk en mondeling examen dat wordt georganiseerd door een examencommissie die de minister van Mobiliteit samenstelt.

J’estime qu’aucune imprécision n’existe en la matière : la manière dont on doit satisfaire en Belgique à la condition de capacité professionnelle est indiquée de manière précise et détaillée dans l’arrêté royal du 7 mai 2002 relatif au transport de choses par route et dans l’arrêté ministériel d’exécution du 8 mai 2002.

Ik meen dat er dienaangaande geen onduidelijkheid bestaat : de wijze waarop men in Belgie¨ dient te voldoen aan de voorwaarde van vakbekwaamheid wordt precies en gedetailleerd aangegeven in het koninklijk besluit van 7 mei 2002 betreffende het vervoer van zaken over de weg en het uitvoerend ministerieel besluit van 8 mei 2002.

DO 2005200606617

DO 2005200606617

Question no 410 de M. Guido De Padt du 15 décembre 2005 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 410 van de heer Guido De Padt van 15 december 2005 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Accidents impliquant des cyclistes qui utilisent un GSM sans dispositif mains libres.

Ongevallen met niet-handenvrij telefonerende fietsers.

La ministre néerlandaise des communications, Karla Peijs, a l’intention de demander une étude sur le nombre annuel d’accidents impliquant des cyclistes qui utilisent leur GSM sans dispositif mains libres. La ministre n’a pas encore décidé si, tout comme les automobilistes, les cyclistes néerlandais seraient verbalisés en cas d’utilisation d’un gsm sans dispositif mains libres. La ministre décidera de la nécessité de prendre des mesures sur la base des résultats de cette étude.

De Nederlandse minister van Verkeer Karla Peijs gaat het aantal jaarlijkse ongevallen, waarbij gsm’ende fietsers betrokken zijn, laten onderzoeken. Of fietsers in Nederland straks net als autobestuurders op de bon gaan wanneer zij betrapt worden op het niet-handenvrij bellen, weet de verkeersminister nog niet. Aan de hand van het onderzoek zal Peijs besluiten of maatregelen nodig zijn.

En Belgique, le législateur a déjà interdit un certain nombre de comportements à vélo. C’est ainsi, par exemple, qu’il est interdit aux cyclistes, tout comme aux usagers de la route motorisés, d’utiliser un gsm sans dispositif mains libres pendant la conduite.

In Belgie¨ heeft de wetgever reeds enkele handelingen met de fiets verboden. Zo is het niet toegestaan, net zoals voor de gemotoriseerde weggebruikers, niet-handenvrij te bellen tijdens het rijden.

Combien d’accidents impliquant des cyclistes utilisant un gsm sans dispositif mains libres se sont-ils produits au cours des années 2002, 2003, 2004 et 2005 (ventilation par région) ?

1. Hoeveel ongevallen gebeurden er in ons land in het jaar 2002, 2003, 2004 en 2005 (opgesplitst per gewest) waarbij fietsers, die niet-handenvrij telefoneerden, betrokken waren ?

Dans combien de ces accidents (mêmes ventilation) a-t-on déploré :

2. Bij hoeveel van die ongevallen (zelfde opsplitsingen als vorige vraag) vielen er :

a) des blessés légers;

a) licht gekwetsten;

b) des blessés graves;

b) zwaar gewonden;

c) un (des) mort(s) ?

c) (een) dode(n) ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22058

3. a) Au vu du nombre des accidents, estimez-vous que la législation actuelle — à savoir l’application de la même règle pour les cyclistes que pour les usagers de la route motorisésconstitue la meilleure solution ?

3. a) Acht u de huidige regelgeving — namelijk dezelfde regel voor fietsers als gemotoriseerde weggebruikers — op dit ogenblik als de best mogelijke, gelet op het aantal ongevallen ?

b) Dans la négative, quelles modifications envisageriez-vous d’y apporter ?

b) Zo neen, wat kan en overweegt u eraan te veranderen ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 21 mars 2006, à la question no 410 de M. Guido De Padt du 15 décembre 2005 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 21 maart 2006, op de vraag nr. 410 van de heer Guido De Padt van 15 december 2005 (N.) :

1 et 2. Il n’existe pas de données chiffrées concernant le nombre d’accidents impliquant des cyclistes se servant d’un téléphone portable sans système mains libres.

1 en 2. Er zijn geen cijfergegevens beschikbaar over het aantal ongevallen waarbij niet-handenvrij telefonerende fietsers betrokken zijn.

3. Il est souhaitable de maintenir la réglementation actuelle qui interdit également aux cyclistes de faire usage d’un téléphone portable en le tenant en main.

3. De huidige regelgeving, waarbij het ook voor fietsers verboden is niet-handenvrij te bellen, blijft het best behouden.

Il n’y a pas de raison d’être moins sévère pour les cyclistes que pour les automobilistes.

Er is geen reden om minder streng te zijn voor fietsers dan voor autobestuurders.

DO 2005200607026

DO 2005200607026

Question no 429 de M. Jef Van den Bergh du 25 janvier 2006 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 429 van de heer Jef Van den Bergh van 25 januari 2006 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Nombre d’accidents se produisant le week-end et impliquant des camions et des usagers faibles de la route.

Aantal ongevallen met vrachtwagens en zwakke weggebruikers in het weekend.

Selon le ministre, il y a trois types de problèmes auxquels la nouvelle loi relative à la circulation routière n’apporte pas de solution : les accidents impliquant des camions, se produisant le weekend et impliquant des usagers faibles de la route sont trop nombreux.

Volgens de minister zijn er drie probleemgebieden waarop de nieuwe verkeerswet geen invloed lijkt te hebben : er gebeuren te veel ongevallen in het vrachtverkeer, in het weekend en met zwakke weggebruikers.

Pouvez-vous fournir :

Kan u de volgende gedetailleerde cijfers meedelen :

1. un tableau comparatif pour la période 2000-2005 indiquant le nombre annuel d’accidents impliquant des camions;

1. voor de periode 2000-2005 een vergelijkende tabel per jaar met het aantal ongevallen met vrachtwagens;

2. un tableau comparatif pour la période 2000-2005 indiquant le nombre annuel d’accidents impliquant des usagers faibles de la route;

2. voor de periode 2000-2005 een vergelijkende tabel per jaar met het aantal ongevallen met zwakke weggebruikers;

3. un tableau comparatif pour la période 2000-2005 indiquant le nombre annuel d’accidents se produisant le week-end ?

3. voor de periode 2000-2005 een vergelijkende tabel per jaar met het aantal ongevallen in het weekend ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 21 mars 2006, à la question no 429 de M. Jef Van den Bergh du 25 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 21 maart 2006, op de vraag nr. 429 van de heer Jef Van den Bergh van 25 januari 2006 (N.) :

Je regrette de ne pas pouvoir vous donner les tableaux comparatifs demandés pour la période 2000-

Tot mijn spijt kan ik u de gevraagde vergelijkende tabellen voor de periode 2000-2005 niet geven omdat


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22059

2005, parce que nous ne disposons pas encore — comme vous le savez — des statistiques d’accidents pour la période 2003-2005. Quelques conclusions, basées sur des chiffres plus anciens.

we — zoals bekend — nog steeds niet beschikken over de ongevallenstatistieken voor de periode 2003-2005. Enkele besluiten, gebaseerd op oudere cijfers.

En 2000, le nombre d’accidents corporels impliquant des poids lourds, au sens de « tous les véhicules automoteurs conçus et construits pour le transport de choses dont la masse maximale autorisée dépasse 3 500 kg », s’élevait à 3 159 (les accidents n’entraıˆnant que des dommages matériels ne sont pas repris dans les statistiques de TINS).

Met vrachtwagens, in de zin van « alle auto’s opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximale toegelaten massa 3 500 kg overschrijdt », vonden er in 2000 3 159 letselongevallen plaats (de ongevallen met louter materie¨le schade worden niet opgenomen in de statistieken van het NIS).

En 2001, ce chiffre a chuté à 3 003, et cette tendance à la baisse s’est poursuivie en 2002 pour ne plus atteindre que 2 855 accidents corporels.

In 2001 daalde dat aantal naar 3 003, en deze dalende trend zette zich in 2002 voort tot 2 855 letselongevallen.

En 2000, 10 092 accidents corporels impliquaient des usagers faibles. En 2001, on comptait 9 865 accidents corporels touchant des cyclistes ou des piétons. L’implication de cette catégorie d’usagers s’est à nouveau accrue l’année suivante puisqu’en 2002 on déplorait 10 672 accidents corporels touchant des usagers faibles.

In 2000 waren er bij 10 092 letselongevallen zachte weggebruikers betrokken. In 2001 vonden er 9 865 letselongevallen plaats waarbij fietsers en/of voetgangers betrokken waren. In het daaropvolgende jaar werd hun betrokkenheid weer groter; zachte weggebruikers waren in 2002 betrokken bij 10 672 letselongevallen.

En 2000, on déplorait 15 100 accidents survenus durant les week-ends. L’année d’après, ce nombre s’élevait à 14 366 et diminuait encore en 2002 pour ne plus atteindre que 14 280.

In 2000 waren er 15 100 weekendongevallen te betreuren, een jaar later waren het er 14 366, om in 2002 verder te zakken naar 14 280.

J’ai demandé à l’Institut Belge pour la Sécurité Routière de suivre attentivement ces trois types de problèmes.

Ik heb aan het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid gevraagd om deze drie probleemgebieden aandachtig op te volgen.


Minister van Leefmilieu en Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2005200606913

DO 2005200606913

Question no 88 de Mme Yolande Avontroodt du 16 janvier 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 88 van mevrouw Yolande Avontroodt van 16 januari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Conséquences du chauffage au mazout et au gaz naturel sur l’effet de serre.

Gevolgen van aardgas en stookolie op het broeikaseffect.

En 2004, j’ai déjà posé une question orale sur les conséquences du chauffage au mazout et au gaz naturel sur les émissions de gaz à effet de serre (question no 3407 du 13 juillet 2004, Compte rendu intégral,

In 2004 stelde ik reeds een mondelinge vraag over de gevolgen van de verwarming met stookolie en aardgas op de emissie van broeikasgassen (vraag nr. 3407 van 13 juli 2004, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004,


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22060

Chambre, 2003-2004, commission de la Santé publique et de l’Environnement, CRIV 51, COM 329, p. 1-3). Cette question était motivée par les conclusions d’une étude selon lesquelles le remplacement du mazout par le gaz naturel pour le chauffage des habitations en Belgique ne permettra pas de réduire les émissions de gaz à effet de serre sur une période de 100 ans mais pourrait par contre entraıˆner une augmentation de 5 % de ces émissions sur cette même période.

commissie Volksgezondheid en Leefmilieu, CRIV 51 COM 329, blz. 1-3). Aanleiding voor deze vraag was een studie die tot het besluit kwam dat de vervanging van stookolie door aardgas voor de verwarming van woningen in Belgie¨ niet zal leiden tot een vermindering van de emissie van broeikasgassen over 100 jaar maar daarentegen een stijging van 5 % van de emissies van broeikasgassen tot gevolg zou kunnen hebben over deze periode.

Dans sa réponse, la ministre déclarait que son administration tiendrait compte de ces éléments dans son étude et qu’elle en tirerait ensuite des conclusions définitives.

In het antwoord stelde de minister dat haar administratie deze elementen aan haar onderzoek zou toevoegen, waarna definitieve conclusies getrokken worden.

L’Université de Liège a récemment mené une analyse critique sur une étude allemande relative à l’influence du gaz naturel russe sur l’effet de serre. Il a par ailleurs été examiné si les conclusions du rapport cité précédemment devaient être revues sur la base de l’étude allemande. Selon les conclusions de l’Université de Liège, les différences entre le gaz naturel et le mazout ne sont pas assez significatives pour favoriser un mode de chauffage par rapport à l’autre.

Recentelijk heeft de Universiteit van Luik een Duits onderzoek over de bijdrage van Russisch aardgas aan het broeikaseffect kritisch geanalyseerd. Tevens werd nagegaan of op basis van de Duitse studie de conclusies van het eerder vermelde rapport moeten aangepast worden. De Universiteit van Luik besluit dat de verschillen tussen aardgas en stookolie niet betekenisvol genoeg zijn om één van beide verwarmingsbronnen te bevoordelen.

Pouvez-vous commenter les conclusions que l’administration compétente a formulées en la matière ?

Kan u meer toelichting geven bij de conclusies de de bevoegde administratie terzake geformuleerd heeft ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 22 mars 2006, à la question no 88 de Mme Yolande Avontroodt du 16 janvier 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 22 maart 2006, op de vraag nr. 88 van mevrouw Yolande Avontroodt van 16 januari 2006 (N.) :



Tous les experts sont d’accord sur un point : si nous tenons uniquement compte du processus de combustion, les émissions de CO2 produites lors de la combustion du gaz naturel sont nettement moins élevées que celles du fuel. Il en va de même pour les rejets de polluants atmosphériques tels que les NOx et les suies. Si on parvient à une production, un transport et un stockage efficaces du gaz naturel, l’incidence globale sur le climat est moindre qu’avec le mazout de chauffage. Par ailleurs, il n’y a pas que le secteur du chauffage domestique, mais pour la production d’électricité, cet « avantage » relatif du gaz naturel pour le climat est encore supérieur par rapport à l’autre combustible fossile traditionnel qu’est le charbon.

Over één ding zijn alle experten het duidelijk eens : bekijken we alleen het verbrandingsproces, dan ligt de CO2-emissiefactor van aardgas behoorlijk lager dan die van stookolie. Bovendien komen er bij de verbranding van aardgas minder luchtverontreinigende stoffen zoals NOx en roet vrij. Als je komt tot een efficie¨nte productie, transport en stockage van aardgas dan is de globale impact op het klimaat kleiner dan met huisbrandolie. Trouwens er is niet enkel de sector van huisverwarming, maar voor de productie van elektriciteit is dit relatieve « klimaatvoordeel » van aardgas nog groter ten opzichte van het andere conventionele fossiele alternatief, zijnde steenkool.

Plusieurs études peuvent donc conclure à des résultats différents, selon le point de vue de l’étude. J’attire votre attention sur le fait que les études auxquelles vous vous référez ont été financées par l’ASBL Informazout et l’ASBL Cedicol, deux associations qui défendent les intérêts du secteur du mazout de chauffage.

Verschillende studies kunnen dus tot verschillende resultaten komen, afhangende van het standpunt van de studie. Mag ik er u op wijzen dat de studies waar u naar verwijst gefinancierd werden door de VZW Informazout en de VZW Cedicol, beide belangenverenigingen van de huisbrandoliesector.

Je ne tiens pas à m’associer aux résultats de l’étude financée par Informazout. Si vous lisez attentivement

Aangaande de studie gefinancierd door Informazout wil ik mij niet associe¨ren met de resultaten. Als u de


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22061

entre les lignes de l’étude, vous verrez que les réserves la concernant sont encore légion. L’étude reconnaıˆt entre autres que de nombreuses autres études ont d’autres résultats et qu’une meilleure comparaison est indispensable.

peer review leest kan u duidelijk tussen de lijnen lezen dat er nog heel wat bedenkingen zijn bij de studie. Zij onderkent onder andere dat vele andere studies andere resultaten hebben en dat een betere vergelijking noodzakelijk is.

De même, le « mix » d’origine appliqué au gaz naturel ne vaut pas pour la Belgique. L’étude pour l’ASBL Informazout précise que le gaz naturel provient pour 75 % de Russie et pour 25 % du GNL. L’étude pour l’ASBL Cedicol n’aborde que le gaz russe. Actuellement, tout notre gaz naturel provient presque exclusivement des Pays-Bas, de Norvège et d’Algérie. Je suppose que si on tient compte de cette donnée, les résultats de l’étude sont tout autres.

Tevens is de toegepaste mix van oorsprong van aardgas niet toepasselijk voor Belgie¨. In de studie voor de VZW Informazout stelt men dat 75 % van het aardgas uit Rusland komt en 25 % vanuit LNG. De studie voor de VZW Cedicol kijkt enkel naar Russisch gas. Op dit moment komt bijna al ons aardgas uit Nederland, Noorwegen en Algerije. Ik vermoed als men dit in rekening brengt, de resultaten van de studie totaal anders zijn.

Compte tenu de ces résultats et du fait que les actions à mener pour limiter les pertes dues au transport n’ont pas la Belgique comme territoire, mais se déroulent en dehors de l’Union européenne, il me paraıˆt préférable sous l’angle d’une politique climatique mondiale durable à long terme de développer deux approches :

Rekening houdend met deze besluiten en met het feit dat de te ondernemen acties voor het beperken van de transportverliezen zich niet op het Belgische grondgebied afspelen, maar buiten de Europese Unie, lijkt het mij vanuit een duurzaam mondiaal klimaatbeleid op lange termijn beter om twee paden te belopen :

1. La promotion d’une consommation énergétique pauvre en CO2 en Belgique. Ce qui implique non seulement la conversion vers des sources d’énergie plus extensives en CO2, mais aussi et surtout une forte politique de la demande.

1. Het promoten van CO2 zuinige energieconsumptie binnen Belgie¨. Dit omvat niet enkel de omschakeling naar meer CO2 extensieve energiebronnen maar vooral ook een doorgedreven vraagbeleid.

2. Le soutien à une production, un stockage et un transport du gaz naturel plus respectueux du climat en ` cet égard, les mécanismes de flexibidehors de l’EU. A lité du protocole de Kyoto, en particulier les MOC et MDP, peuvent contribuer aux indispensables investissements.

2. Het ondersteunen van klimaatvriendelijke productie, stockage en transport van aardgas buiten de EU. Hierbij kunnen de flexibele mechanismen onder het Kyoto Protocol, en dan meer bepaald JI en CDM, bijdragen tot de noodzakelijke investeringen.

Pensions

Pensioenen

DO 2005200607239

DO 2005200607239

Question no 149 de Mme Muriel Gerkens du 15 février 2006 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 149 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 februari 2006 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Accès anticipé à la pension de retraite en faveur des travailleurs salariés handicapés. — Proposition de loi. — Couˆt estimé.

Mogelijkheid van vervroegd pensioen voor werknemers met een handicap. — Wetsvoorstel. — Geschatte kostprijs.

Ma question concerne le couˆt estimé de la proposition de loi modifiant la loi du 20 juillet 1990 instaurant un aˆge flexible de la retraite pour les travailleurs salariés et adaptant les pensions des travailleurs salariés à l’évolution du bien-être général afin d’instaurer un accès anticipé à la pension de retraite en faveur des travailleurs salariés handicapés (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, no 600/1).

Mijn vraag betreft de geschatte weerslag op de begroting van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, teneinde gehandicapte werknemers de mogelijkheid te bieden vervroegd met pensioen te gaan (Parl. St., Kamer, 2003-2004, nr. 600/1).


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22062

Suite à la présentation de cette proposition en commission, vous avez estimé à 149 millions d’euros, le couˆt de la mesure proposée qui est de permettre à la personne handicapée, justifiant d’une incapacité de travail de 66 % au moins et d’une occupation de travailleur salarié pendant au moins 20 ans, d’obtenir une pension de retraite acquise à raison d’un trentième par année civile d’occupation. Dans le cas ou` ce travailleur a plus de 50 ans et qu’il n’a pas une carrière de 20 années, un mécanisme correcteur est proposé : chaque année de travail comptant pour 1,5 an, pour faire simple.

Toen ik dit wetsvoorstel in de commissie heb ingediend, heeft u gezegd dat de voorgestelde maatregel de Schatkist ongeveer 149 miljoen euro zou kosten. Dit wetsvoorstel biedt personen met een handicap de kans vervroegd met pensioen te gaan, op voorwaarde dat ze het bewijs leveren van een arbeidsongeschiktheid van minstens 66 % en ten minste twintig jaar beroepsactiviteit als werknemer kunnen voorleggen. Hun rustpensioen wordt dan berekend naar rata van een dertigste per kalenderjaar tewerkstelling. Wanneer een werknemer met een handicap ten minste de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en geen twintig jaar beroepsactiviteit kan voorleggen, wordt een correctiecoe¨fficie¨nt voorgesteld die erop neerkomt dat elk gewerkt jaar voor 1,5 kalenderjaar telt.

Vous avez également signalé qu’il existe déjà aujourd’hui, un calcul plus avantageux qui est celui de l’incapacité permanente, considérée comme période assimilée.

U heeft er tevens op gewezen dat er thans reeds een voordeliger berekeningswijze bestaat, nl. die van de permanente arbeidsongeschiktheid waarbij die periode als gelijkgestelde periode wordt beschouwd.

1. Pouvez-vous donner les données chiffrées et les méthodes de calcul qui vous ont permis d’estimer le couˆt de la mesure à 149 millions d’euros ?

1. Welke cijfergegevens en berekeningswijzen heeft u gebruikt om tot dat bedrag van 149 miljoen euro te komen ?

2. Vous avez cité l’exemple de la France, moins généreux que la proposition de loi puisque retraite anticipée autorisée après 30 ans de carrière et si handicap de 80 %.

2. U heeft naar het voorbeeld van Frankrijk verwezen. In het Franse stelsel dat minder ver gaat dan het wetsvoorstel, wordt het vervroegd pensioen slechts toegestaan na een loopbaan van 30 jaar en indien de invaliditeit minstens 80 % bedraagt.

Pouvez-vous chiffrer ce que cela couˆterait en Belgique ?

Kan u laten berekenen hoeveel het ons land zou kosten indien we dat stelsel zouden overnemen ?

3. Pouvez-vous élaborer un tableau comparatif sur ce que perçoit un travailleur handicapé et sur ce que cela couˆte à la sécurité sociale selon que le scénario est celui d’une retraite anticipée autorisée après 20 ans de carrière ou celui d’une incapacité permanente ?

3. Kan u een tabel laten opstellen met een vergelijking tussen wat een werknemer met een handicap ontvangt en wat hij aan de sociale zekerheid kost, in het stelsel van een vervroegd pensioen na twintig jaar beroepsactiviteit enerzijds en in het stelsel van de permanente ongeschiktheid anderzijds ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2006, à la question no 149 de Mme Muriel Gerkens du 15 février 2006 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2006, op de vraag nr. 149 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 februari 2006 (Fr.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. La proposition de loi introduite par l’honorable membre offrirait aux personnes handicapées ayant travaillé malgré un handicap au moins égal à 66 %, la possibilité de :

1. Het wetsvoorstel ingediend door het geachte lid beoogt aan gehandicapte personen die ondanks hun handicap van minstens 66 % gewerkt hebben als werknemer, de mogelijkheid te bieden om :

— soit prendre leur pension de manière anticipée après 20 ans d’activité comme travailleur salarié, quel que soit leur aˆge, et avec un calcul en 30e;

— ofwel vervroegd op pensioen te gaan na 20 jaar activiteit als werknemer, ongeacht hun leeftijd, en met een berekening in 30e;

— soit prendre leur pension à partir de l’aˆge de 50 ans au cas où l’intéressé ne compterait pas encore 20 ans d’activité comme travailleur salarié à cet aˆge. Dans ce cas chaque année prestée aurait

— ofwel hun pensioen op te nemen vanaf 50 jaar ingeval betrokkene nog geen 20 jaar activiteit als werknemer zou tellen op die leeftijd. In dit geval zou elk gewerkt jaar als teller 1,5 hebben en als


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22063

comme numérateur 1,5 et comme dénominateur le nombre maximum d’années pour obtenir une carrière complète.

noemer het maximum aantal jaren om een volledige loopbaan te verkrijgen.

Pour établir le nombre de handicapés occupés comme travailleur salarié, le matériel statistique a été demandé auprès des institutions suivantes :

Om het aantal gehandicapten werkzaam als werknemer vast te stellen, werd het statistisch materiaal opgevraagd bij de volgende instellingen :

— Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH);

— Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH);

— Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées (AWIPH);

— Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées (AWIPH);

— Service Bruxellois Francophone des Personnes Handicapées (SBFPH).

— Service Bruxellois Francophones des Personnes Handicapées (SBFPH).

Les personnes concernées ont été occupées dans des ateliers protégés ou ont accédé au circuit de travail ordinaire des travailleurs salariés. Dans ce dernier cas, leur employeur bénéficie d’une prime d’insertion ou d’une intervention conformément à la CCT no 26.

Betrokken personen zijn tewerkgesteld geweest in beschutte werkplaatsen of zijn toegetreden tot het gewone arbeidscircuit van de werknemers. In dit laatste geval geniet hun werkgever van een inschakelingspremie of van een tegemoetkoming overeenkomstig de CAO nr. 26.

On peut déduire de l’examen des chiffres rassemblés que par année de naissance, en moyenne 1 013 personnes handicapées ayant travaillé comme salarié pourraient accéder à la pension.

Uit onderzoek van het verzamelde cijfermateriaal, kan worden afgeleid dat er per geboortejaar gemiddeld 1 013 gehandicapte personen die gewerkt hebben als werknemer tot het pensioen zouden kunnen toetreden.

L’incidence financière finale a été obtenue, compte tenu des hypothèses suivantes :

De uiteindelijke financie¨le weerslag werd bekomen, rekening houdend met de volgende hypotheses :

— toutes les personnes concernées (hommes et femmes) accèdent à la pension à l’aˆge de 55 ans après une carrière de travailleur salarié moyenne de 32 ans;

— alle betrokken personen (mannen en vrouwen) treden toe op de leeftijd van 55 jaar met een gemiddelde werknemersloopbaan van 32 jaar;

— à partir de l’entrée en vigueur de cette législation, toutes les personnes aˆgées de plus de 55 ans accèdent immédiatement à la pension;

— vanaf het aanvangsjaar van deze wetgeving, treden alle personen ouder dan 55 jaar onmiddellijk toetreden tot het pensioen;

— le montant de leur pension majorée est égal à 43/45 (= 32/45 + 11/45 (= 1/3 de 32/45)) de la pension minimum garantie aux salariés isolés;

— het bedrag van hun verhoogd pensioen is gelijk aan 43/45 (= 32/45 + 11/45 (= 1/3 van 32/45)) van het gewaarborgd minimumpensioen werknemers voor een alleenstaande;

— le surcoût résulte du fait que ces personnes accèdent au régime avant l’aˆge normal de leur pension (à partir de 55 ans), et créent donc un surcoût durant 10 ans (de 55 ans à 65 ans);

— de meerkost vloeit voort uit het feit dat deze personen voor hun normale pensioenleeftijd (vanaf 55 jaar) tot het stelsel toetreden, dus gedurende 10 jaar (van 55 jaar tot 65 jaar) voor een meerkost zorgen;

— à partir de l’aˆge normal de la pension, la pension minimum garantie obtenue est égale à la pension minimum actuelle qu’elles percevraient, et donc, en d’autres termes, qu’aucun surcoût n’est créé après l’aˆge normal de la pension.

— vanaf de normale pensioenleeftijd zou het bekomen gewaarborgd minimumpensioen gelijk zijn aan het huidige minimumpensioen dat ze zouden ontvangen, met andere woorden er is geen meerkost meer na de normale pensioenleeftijd.

L’incidence financière calculée dans ces hypothèses accroıˆt la charge de pension dans le régime des travailleurs salariés de 82,6 millions d’euros par an à l’indice 116,15.

De met deze hypotheses berekende financie¨le weerslag verhoogd de pensioenlast in de regeling van de werknemers jaarlijks met een 82,6 miljoen euro aan index 116,15.

Ici non plus, les moindres recettes pour la sécurité sociale ne sont pas encore prise en compte.

Ook hier werd het verlies aan inkomsten voor de sociale zekerheid en fiscaliteit nog niet verrekend.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22064

3. La pension individuelle utilisée dans l’estimation de l’incidence budgétaire est de 9 356,36 euros par an. Ce montant serait à financer dans le cadre du budget « pensions » durant 15 ans (entre l’aˆge de 50 ans et celui de 65 ans). Aucune différence de coût n’apparaıˆtrait au-delà de cet aˆge.

3. Het individueel pensioen gebruikt voor de raming van de budgettaire weerslag bedraagt 9 356,36 euro per jaar. Dit bedrag zou te financieren zijn binnen het kader van het budget « pensioenen » gedurende 15 jaar (tussen de leeftijd van 50 jaar en die van 65 jaar). Boven deze leeftijd zou er zich geen enkel verschil in kost voordoen.

La comparaison du coût global pour la sécurité sociale nécessiterait un examen individuel de situations très diverses (situation familiale, de revenus, choˆmage, allocations de maladie et/ou d’invalidité, etc.) et n’est pas réalisable endéans le délai imparti.

De vergelijking van de globale kost voor de sociale zekerheid zou een individueel onderzoek vereisen van zeer diverse situaties (familiale toestand, van de inkomsten, werkloosheid, ziekte- en/of invaliditeitsuitkeringen, enzovoort) en is niet realiseerbaar binnen een redelijke termijn.

DO 2005200607313

DO 2005200607313

Question no 151 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 151 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :













1. Quelles attestations et/ou quels documents fiscaux et sociaux les employeurs responsables et/ou leurs secrétariats sociaux agréés et mandatés sont-ils

1. Welke fiscale en sociale documenten en/of attesten moeten er aan de ontslagnemende bedienden in de huidige stand van de wetgeving en reglementering alle-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22065

tenus de délivrer sur-le-champ ou à une date ultérieure bien précise aux employés démissionnaires en vertu de l’état actuel de la législation et de la réglementation ?

maal onmiddellijk of op enig later tijdstip stipt worden afgeleverd door de verantwoordelijke en aansprakelijke werkgevers en/of door hun erkende en gevolmachtigde sociale secretariaten ?













Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 21 mars 2006, à la question no 151 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 21 maart 2006, op de vraag nr. 151 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.

In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22066

Les questions pratiques posées par l’honorable membre appartiennent toutes aux compétences de un ou plusieurs de mes collègues.

De praktijkvragen die het geachte lid opwerpt, behoren allemaal tot de bevoegdheden van één of meerdere van mijn collega’s.

Néanmoins, l’information suivante peut éventuellement être utile.

Niettemin kan volgende informatie eventueel nuttig zijn.

L’octroi de la pension dans le régime des travailleurs s’effectue à partir d’un extrait du compte individuel de pension de l’intéressé, délivré par Cimiré, où se trouvent mentionnés tant les rémunérations, que les jours de travail et les jours assimilés. Ces éléments communiqués à Cimiré proviennent de différentes sources (ONSS, ONEm, etc.).

De toekenning van het pensioen in de werknemersregeling gebeurt op basis van een uittreksel uit de individuele pensioenrekening van de aanvrager, dat wordt afgeleverd door Cimiré en waarop zowel de lonen, de effectief gewerkte als de gelijkgestelde dagen vermeld staan. Deze gegevens worden aan Cimiré meegedeeld via verschillende bronnen (RSZ, RVA, enzovoort).

Cependant, afin de permettre aux travailleurs d’avoir une vue d’ensemble aussi précise que possible de leur carrière, l’Office national des pensions, dans le cadre de son projet « Aura », adressera, d’ici quelques mois, un aperçu de carrière à chaque personne de 55 ans, habitant en Belgique, et ayant effectué des ` cet aperçu prestations comme travailleur salarié. A sera jointe une estimation des droits de pension déjà constitués à ce moment ou encore à constituer. En outre, la possibilité leur sera offerte d’établir la preuve d’éléments non repris de leur carrière, en vue de l’adaptation éventuelle, après examen, de leur compte individuel de pension.

Om de werknemers evenwel een zo goed mogelijk overzicht te geven van hun loopbaan, zal de Rijksdienst voor pensioenen, in het kader van het project « Aura », binnen enkele maanden starten met het versturen, naar alle personen die 55 jaar zijn, in Belgie¨ wonen en prestaties als werknemer verricht hebben, van een loopbaanoverzicht. Bij dit overzicht zal een pensioenraming gevoegd worden van de reeds opgebouwde en nog op te bouwen rechten. Tevens zal hen de mogelijkheid geboden worden om voor eventuele hiaten in de loopbaan bewijzen te leveren zodat, na onderzoek, de individuele pensioenrekening eventueel kan aangepast worden.

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

DO 2005200607313

DO 2005200607313

Question no 78 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 78 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :







En raison des tensions mutuelles, certains employeurs omettent toutefois ou refusent pertinemment

Tengevolge van die onderlinge spanningen laten in de praktijk sommige werkgevers evenwel na of weige-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22067

dans la pratique de délivrer ponctuellement notamment tant les attestations d’occupation et de vacances requises, les dernières fiches mensuelles de salaire, le document C4, le relevé de rémunérations individuel que les fiches fiscales no 281.10 et ils ne versent pas ou très tardivement le salaire mensuel et plus particulièrement le pécule de vacances anticipé des employés.

ren zij pertinent onder andere zowel de vereiste tewerkstellings- en vakantieattesten, de laatste maandelijkse loonbrieven, het document C4, de individuele loonstaat als de fiscale fiches nr. 281.10 stipt uit te reiken en wordt het maandloon en inzonderheid het vervroegd vakantiegeled voor bedienden niet of zeer laattijdig uitbetaald.
















2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22068



5. Pouvez-vous, à cet égard, faire part, point par point, de vos méthode et conception générales actuelles, tant à la lumière de l’ensemble des dispositions légales et réglementaires sociales et fiscales en vigueur en la matière que dans le cadre d’une politique de l’emploi respectueuse des intérêts de la clientèle et du personnel, simplifiée et équilibrée ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 24 mars 2006, à la question no 78 de Mme Trees Pieters du 21 février 2006 (N.) :


J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse suivante. E´tant donné que cette matière ressort de la compétence du ministre des Finances et du ministre des Affaires sociales, je me réfère à la réponse du ministre des Finances (question no 1165 du 21 février 2006, Questions et Réponses, Chambre, 2005-2006, no 114, p. 21949) et du ministre des Affaires sociales (question no 432 du 21 février 2006) à qui la question a également été posée.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. Aangezien de materie die u bevraagt tot de bevoegdheid van de minister van Financie¨n en de minister van Sociale Zaken behoort, verwijs ik naar het antwoord van de ministers van Financie¨n (vraag nr. 1165 van 21 februari 2006, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 114, blz. 21949) en Sociale Zaken (vraag nr. 432 van 21 februari 2006) aan wie dezelfde vraag eveneens werd gesteld.

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

Développement durable

Duurzame Ontwikkeling

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 24 maart 2006, op de vraag nr. 78 van mevrouw Trees Pieters van 21 februari 2006 (N.) :

DO 2004200504512

DO 2004200504512

Question no 50 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 50 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Accessibilité téléphonique des services publics fédéraux.

Telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten.

Le SPF Personnel et Organisation a conclu un contrat-cadre avec SNT Belgium en vue de mesurer l’accessibilité téléphonique des services publics fédéraux (SPF).

FOD Personeel en Organisatie heeft een raamcontract gesloten met SNT Belgium voor het uitvoeren van metingen naar de telefonische bereikbaarheid bij federale overheidsdiensten (FOD’s).

La Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage a fait office de « cobaye ».

De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen fungeerde als « proefkonijn ».


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22069

Voici quelques résultats de l’enquête :

Enkele resultaten van het onderzoek :

— seulement 45 % des appels ont permis d’établir un contact dans un délai acceptable;

— slechts bij 45 % van de oproepen kwam een contact tot stand binnen een aanvaardbare termijn;

— le nombre de clients d’un bureau est inversement proportionnel à son accessibilité téléphonique : autrement dit, plus le bureau est important, plus l’accessibilité téléphonique est mauvaise;

— er is een omgekeerde correlatie tussen het aantal clie¨nten van een vestiging en de telefonische bereikbaarheid : met andere woorden, hoe groter de vestiging, hoe slechter telefonisch bereikbaar;

— en ce qui concerne les appels vers les bureaux bruxellois, seulement 22 % des appels ont permis d’établir un contact avec un collaborateur capable de répondre à la question.

— wanneer men naar de Brusselse vestiging belt, is er slechts in 22 % van de gevallen contact met een medewerker die de vraag kan beantwoorden.

Le 25 mai 2005, le ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances, M. Dupont, a déclaré, en réponse à ma question orale numéro 6791, que jusqu’à la moitié de l’année 2006, tout service fédéral pourra demander une analyse de l’accessibilité téléphonique de ses services (Compte rendu intégral, Chambre, 2004-2005, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, 25 mai 2005, COM615, p. 3). Il s’est adressé à tous les SPF pour leur donner des explications sur le projet et les modalités de mise en œuvre du contrat avec SNT Belgium. Le département du ministre Dupont prendra le couˆt de l’analyse à sa charge à la condition que le public-cible éprouve des difficultés financières ou sociales à entrer en contact avec l’administration.

Op 25 mei 2005 antwoordde de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, de heer Dupont, op mijn mondelinge vraag nummer 6791 dat elke federale dienst tot midden 2006 een analyse kan vragen van de telefonische bereikbaarheid van zijn diensten (Integraal Verslag, Kamer, 2004-2005, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, 25 mei 2005, COM615, blz. 3). Hij heeft alle FOD’s hierover aangeschreven om het project en de gebruiksmodaliteiten van het contract met SNT Belgium uit te leggen. Het departement van minister Dupont zou de onderzoekskosten op zich nemen, op voorwaarde dat het doelpubliek financie¨le of sociale moeilijkheden heeft om contact op te nemen met de administratie.

Les Pays-Bas ont recours à un baromètre général d’accessibilité. Les pouvoirs publics y réalisent un score d’accessibilité téléphonique de 66 % par un numéro d’appel général. La ligne d’information flamande Vlaamse Infolijn, qui est le numéro central unique des autorités flamandes, réalise un score de 90 à 95 %.

In Nederland bestaat een algemene bereikbaarheidsbarometer. De overheid scoort er een telefonische bereikbaarheid van 66 % via een algemeen nummer. De Vlaamse Infolijn, het unieke centrale nummer van de Vlaamse Overheid, haalt een score van 90 à 95 %.

1. Quels services publics ressortissant à votre compétence entrent en considération pour la réalisation d’une analyse d’accessibilité ?

1. Welke overheidsdiensten die onder uw bevoegdheid vallen komen in aanmerking voor een toegankelijkheidsonderzoek ?

2. a) Ces services ont-ils déjà demandé une telle analyse ?

2. a) Hebben deze diensten reeds om een analyse van de toegankelijkheid verzocht ?

b) Pourquoi l’ont-ils fait ou pourquoi ne l’ont-ils pas fait ?

b) Waarom wel of waarom niet ?

3. a) Encouragez-vous la réalisation d’une telle analyse ?

3. a) Moedigt u aan dat een dergelijk onderzoek zou plaatsvinden ?

b) Pour quelle raison y êtes-vous favorable ou non ?

b) Waarom wel of waarom niet ?

4. Que pensez-vous de l’instauration d’un numéro central unique pour l’ensemble des services publics, à l’instar de ce qui existe en Flandre avec la Vlaamse Infolijn ?

4. Hoe staat u tegenover het instellen van één centraal nummer voor alle federale overheidsdiensten, conform de Vlaamse Infolijn ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22070

Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 50 de M. Stijn Bex du 8 juin 2005 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 50 van de heer Stijn Bex van 8 juni 2005 (N.) :


In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1 à 3. Le SPP Développement durable se compose de dix agents. Il veille à ce que les « clients » sachent joindre le service par téléphone de 8 h 30 à 16 h 30.

1 tot 3. De POD Duurzame Ontwikkeling bestaat uit tien personeelsleden. Er wordt steeds over gewaakt dat de « klanten » de dienst telefonisch kunnen bereiken van 8.30 uur tot 16.30 uur.

Vu la petite taille de ce service public et ses missions, un examen d’accessibilité n’est pas opportun.

Gelet op de kleinschaligheid van deze overheidsdienst en haar opdrachten is een toegankelijkheidsonderzoek evenwel niet opportuun.

4. La réponse à cette question ne ressort pas de mes compétences.

4. Het antwoord op deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden.

Ećonomie sociale

Sociale Economie

DO 2005200607049

DO 2005200607049

Question no 61 de Mme Zoé Genot du 26 janvier 2006 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 61 van mevrouw Zoé Genot van 26 januari 2006 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles.

Toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap.

En février 2003, j’ai posé une question orale au ministre de la Fonction publique sur l’accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes malvoyantes ainsi que sur le financement du projet « blind Surfer ». M. Luc Van Den Bossche m’a répondu en commission le 26 février 2003 qu’il transmettait aux responsables des sites fédéraux les informations relatives à l’attribution du label « Blind Surfer » (dont l’intérêt majeur est de signaler à une personne handicapée de la vue que le site auquel elle accède lui est accessible) et que la procédure relative à l’octroi de ce label est sous la responsabilité de chaque administration gérant un site web (question no B068, Compte rendu intégral, Chambre, 2002-2003, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction ` l’épopublique, 26 février 2003, COM 1006, p. 7). A que il y avait 80 sites fédéraux ayant eu l’attribution d’une adresse « fgov » qui n’avaient encore entamé aucun travail en vue d’assurer leur accessibilité aux personnes handicapées de la vue.

In februari 2003 heb ik een mondelinge vraag gesteld aan de minister van Ambtenarenzaken over de toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap en de financiering van het project Blind Surfer. Minister Luc Van den Bossche heeft me op 26 februari 2003 in de commissie geantwoord dat hij de informatie in verband met de toekenning van het label Blind Surfer aan de federale webmasters zou bezorgen. Dankzij dat label weet de visueel gehandicapte dat hij een bepaalde site kan raadplegen. Voorts stelde hij dat iedere administratie die een website heeft, zelf instaat voor de procedure met het oog op de toekenning van dat label (vraag nr. B068, Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algmene Zaken en het Openbaar Ambt, 26 februari 2003, COM 1006, blz. 7). Op dat ogenblik waren er 80 federale sites met de extensie « fgov » die nog niets hadden ondernomen om hun toegankelijkheid voor personen met een visuele handicap te verbeteren.

1. a) Combien de sites web fédéraux relèvent-ils de vos compétences ?

1. a) Hoeveel federale websites vallen onder uw bevoegdheid ?


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22071

b) Quels sont-ils ?

b) Welke zijn het ?

2. Le portail de votre administration ainsi que les sites web fédéraux relevant de vos compétences ont-ils tous désormais le label « Blind Surfer » d’accessibilité aux personnes malvoyantes ?

2. Hebben de portaalsite van uw administratie en alle federale websites die onder uw bevoegdheid vallen, ondertussen het label Blind Surfer dat aangeeft dat ze toegankelijk zijn voor slechtzienden, gekregen ?

3. Si non, quelle en est la raison :

3. Zo neen, waaraan is dat te wijten ?

a) Est-ce simplement une question de timing, auquel cas j’aimerais savoir si au moins une partie de vos sites web est déjà accessible aux malvoyants et lesquels, et dans quel délai l’ensemble de vos sites web auront-ils le label « Blind Surfer » ?

a) Is het gewoon een kwestie van timing ? In dat geval zou ik graag vernemen of tenminste enkele van uw websites reeds toegankelijk zijn voor slechtzienden en om welke websites het dan gaat. Voorts wens ik te vernemen wanneer al uw websites het label Blind Surfer zullen hebben.

b) Ou bien ce n’est pas simplement le timing, mais un autre problème qui bloque le processus d’attribution de ce label, auquel cas je voudrais savoir quel est ce problème ?

b) Of ligt het niet aan de timing maar aan een ander probleem dat dat label nog niet werd toegekend. In dat laatste geval wens ik te vernemen waar het schoentje knelt.

Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 61 de Mme Zoé Genot du 26 janvier 2006 (Fr.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 61 van mevrouw Zoé Genot van 26 januari 2006 (Fr.) :

J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre. Les sites Internet suivants, gérés par le SPP Intégration sociale, Lutte contre la Pauvreté et Ećonomie sociale, entrent dans ma compétence.

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden. Onder mijn bevoegdheid vallen volgende websites beheerd door de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie.

www.mi-is.be

www.mi-is.be

www.grootstedenbeleid.be

www.grootstedenbeleid.be

www.socialeconomy.be

www.socialeconomy.be

www.sociallabel.be

www.sociallabel.be

Le site Internet www.mi-is.be a été retravaillé dans le courant de 2003 en collaboration avec un bureau de design. Une attention toute particulière a été accordée dans ce cadre aux directives du label Blindsurfer.

De website www.mi-is.be werd met behulp van een design bureau in de loop van 2003 gerestyled. Hierbij werd uitvoerig aandacht besteed aan de richtlijnen van het blindsurferlabel.

Une nouvelle radioscopie du site www.mi-is.be a été effectuée fin 2005 en vue de répondre aux conditions du label Blindsurfer. Un certain nombre de remarques ont été formulées par l’association Blindenzorg Licht en Liefde VZW. Mon administration adapte le site Internet en vue d’obtenir le label Blindsurfer en 2006.

Een nieuwe doorlichting van de site www.mi-is.be werd eind 2005 uitgevoerd om aan de voorwaarden van het blindsurferlabel te voldoen. Enkele opmerkingen werden door de vzw Licht en Liefde geformuleerd. Mijn administratie werkt de website bij om in 2006 het blindsurferlabel te behalen.

Le concept du site Internet www.socialeconomy.be a été retravaillé mi 2005. Le site à fait l’objet de la même radioscopie que celle effectuée pour le site www.mi-is.be fin 2005, en vue de répondre aux conditions du label Blindsurfer. Un certain nombre de remarques ont été formulées par l’association Blindenzorg Licht en Liefde VZW. Mon administration adapte le site Internet en vue d’obtenir le label Blindsurfer en 2006.

Het concept van de website www.socialeconomy.be werd midden 2005 herwerkt. Een doorlichting werd samen met www.mi-is.be eind 2005 uitgevoerd om aan de voorwaarden van het blindsurferlabel te voldoen. Enkele opmerkingen werden door de VZW Licht en Liefde geformuleerd. Mijn administratie werkt de site bij om in 2006 het blindsurferlabel te behalen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22072

Le site Internet www.grootstedenbeleid.be sera retravaillé dans le courant de 2006 par une firme extérieure. Les directives du Label Blindsufer ont été reprises dans le cahier des charges.

De website www.grootstedenbeleid.be wordt in de loop van 2006 gerestyled door een externe firma. De richtlijnen van het blindsuferlabel werden in het lastenboek opgenomen.

Le site Internet www.sociallabel.be va reprendre les concepts de base du site Internet www.socialeconomy.be et remplir également les conditions du label Blindsurfer.

De website www.sociallabel.be zal de basisconcepten van www.socialeconomy.be overnemen en eveneens aan de voorwaarden van het blindsurferlabel voldoen.

En général, les experts de terrain ont conclu que les sites Internet www.mi-is.be et www.socialeconomy.be avaient une bonne accessibilité de base. Un certain nombre d’adaptations, qui ne seront pas radicales pour le site, doivent encore être effectuées en vue de pouvoir porter le label Blindsurfer. Les adaptations nécessaires sont relativement simples à effectuer et peuvent être apportées assez rapidement. Nous espérons donc obtenir le label après une prochaine validation.

Algemeen concludeerde de ervaringsdeskundigen dat de websites www.mi-is.be en www.socialeconomy.be een behoorlijke basistoegankelijkheid hebben. Om het blindsurferlabel te kunnen dragen, zijn nog een aantal aanpassingen nodig die niet ingrijpend voor de site zullen zijn. De gevraagde aanpassingen zijn relatief snel en eenvoudig toe te passen dus we verwachten na een volgende validatie het label te kunnen bekomen.

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation

Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

DO 2003200421763

DO 2003200421763

Question no 244 de M. Filip De Man du 1er juillet 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 244 van de heer Filip De Man van 1 juli 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Plan de crise en cas de détournements d’avion.

Crisisplan voor vliegtuigkapingen.

Nous avons appris à la lecture du quotidien flamand « De Tijd » du 24 juin 2004 que les cinq procureurs généraux de notre pays ainsi que le procureur fédéral avaient écrit à votre office une lettre dénonçant l’absence de plan de crise en cas de détournements d’avion.

In de krant De Tijd van 24 juni 2004 lezen wij dat vijf procureurs-generaal van ons land en de federale procureur een brief aan uw ambt hebben geschreven met betrekking tot het ontbreken van een crisisplan voor vliegtuigkapingen.

Selon l’article de presse dont nous avons pris connaissance, de récentes simulations de prises d’otages ont montré qu’un tel plan était nécessaire. Ce plan de crise étant légalement obligatoire, les magistrats s’étonnent de ce qu’il n’ait toujours pas été élaboré.

Volgens het krantenartikel is uit recente gijzelingssimulaties gebleken dat er nood is aan dergelijk crisisplan. Niettegenstaande de wet zulk een plan verplicht, zijn de magistraten verbaasd dat dit plan nog steeds niet bestaat.

Les procureurs généraux affirment que les législations de 1937 et 1999 obligent les ministres de l’Intérieur, des Entreprises publiques et de la Justice à élaborer un plan de crise. Certains événements qui se sont produits récemment sur la scène internationale ont montré on ne peut plus clairement que les détournements d’avions étaient une activité particulièrement prisée des terroristes.

De procureurs-generaal zeggen dat de wetgeving uit 1937 en 1999 de ministers van Binnenlandse Zaken, Overheidsbedrijven en Justitie verplichten om zulk een plan uit te werken. Recente internationale gebeurtenissen hebben meer dan duidelijk gemaakt dat vliegtuigkapingen een populaire activiteit zijn bij terroristen.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22073

1. a) Les informations publiées dans l’article du quotidien « De Tijd » sont-elles exactes ?

1. a) Is de informatie in het artikel van De Tijd juist ?

b) Pourquoi un tel plan n’a-t-il pas été conçu à ce jour ?

b) Waarom werd er tot op heden geen dergelijk plan opgesteld ?

2. Vous êtes-vous déjà concerté à ce sujet avec la ministre de la Justice et le ministre de l’Intérieur ?

2. Heeft u reeds overleg gepleegd met de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken over deze materie ?

3. Quand pouvons-nous espérer que ce plan de crise devienne opérationnel ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 21 mars 2006, à la question no 244 de M. Filip De Man du 1er juillet 2004 (N.) :

3. Wanneer mogen wij verwachten dat het crisisplan operationeel kan zijn ?


In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

En réponse aux questions posées, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à la réponse fournie par Mme Laurette Onkelinx, ministre de la Justice (question no 304 du 1er juillet 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 41, p. 6337-6338), et par M. Patrick Dewael, ministre de l’Intérieur (question no 304 du 1er juillet 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 45, p. 6927-6928).

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord verstrekt door Mevrouw Laurette Onkelinx, minister van Justitie (vraag nr. 304 van 1 juli 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 41, blz. 6337-6338), en door de heer Patrick Dewael, minister van Binnenlandse Zaken (vraag nr. 304 van 1 juli 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 45, blz. 69276928).

DO 2005200606119

DO 2005200606119

Question no 716 de M. Jean-Marc Nollet du 25 octobre 2005 (Fr.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 716 van de heer Jean-Marc Nollet van 25 oktober 2005 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

SNCB. — Suppression des guichets dans diverses gares.

NMBS. — Sluiting van de loketten in een aantal stations.

En date du 11 janvier 2005, la SNCB a décidé de la suppression des guichets dans diverses gares qui, selon le gouvernement, n’étaient plus rentables.

Op 11 januari 2005 besliste de NMBS de loketten te sluiten in een aantal stations dat volgens de regering niet langer winstgevend was.

Dans sa réponse à ma question no 627 du 12 juillet 2005 relative à l’avenir de la gare d’Assesse (province de Namur), le ministre Vande Lanotte indiquait, relativement à la sécurité des usagers, que les lampes avaient été remplacées et correspondaient aux normes, que le placement d’un système d’information sonore des voyageurs était envisagé dans le courant de l’année, que le système d’affichage serait maintenu voire amélioré et que le placement d’un raˆtelier pour le parcage des vélos pourrait être effectif d’ici 2008 (Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 95, p. 16882).

Op mijn vraag nr. 627 van 12 juli 2005 over de toekomst van het station van Assesse (provincie Namen) antwoordde minister Vande Lanotte, wat de veiligheid van de reizigers betreft, dat de defecte lampen werden vervangen en dat de uitrusting aan de veiligheidsnormen voldoet, dat de plaatsing van een omroepinstallatie nog voor dit jaar gepland is, dat de bestaande informatieborden zullen worden behouden en zelfs verbeterd en dat er tegen 2008 ook een fietsrek zou komen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 95, blz. 16882).


2005

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 21 maart 2006, op de vraag nr. 244 van de heer Filip De Man van 1 juli 2004 (N.) :

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22074

Pour ma part, j’estime que, de façon générale, ces mesures ne sont pas suffisantes. Dans une gare ne bénéficiant plus d’une présence humaine permanente, il y a lieu — sans délai — de redoubler d’efforts quant à l’accueil et la sécurité des voyageurs, ce qui ne semble pas être le cas dans cette situation précise.

Die maatregelen zijn, algemeen beschouwd, volgens mij onvoldoende. In een station waar niet langer op een permanente basis personeel aanwezig is, moet een tandje worden bijgestoken om het onthaal en de veiligheid van de reizigers te verbeteren, wat, in Assesse niet het geval lijkt te zijn.

1. a) Une réflexion particulière a-t-elle été entreprise par la SNCB quant à l’accueil et la sécurité dans les gares sans guichets ?

1. a) Heeft de NMBS nagedacht over het reizigersonthaal en de veiligheid in de stations zonder loketten ?

b) Le cas échéant, quelle en a été la conclusion ?

b) Wat was desgevallend het resultaat van die denkoefening ?

2. Pourriez-vous communiquer si l’avis du Comité Consultatif des Usagers a été sollicité quant aux mesures particulières à prendre dans ces gares pour la sécurité et l’accueil des voyageurs et quelles en ont été, le cas échéant, les conclusions ?

2. Werd het advies van het Raadgevend Comité van de gebruikers gevraagd omtrent de bijzondere maatregelen die moeten worden genomen met het oog op de veiligheid en het onthaal van de reizigers in dat soort stations ? Zo ja, hoe luidde het ?

3. Gare par gare dont le guichet a été fermé, quels ont été les travaux entrepris et quels sont les travaux envisagés et dans quel délai pour assurer l’accueil et la sécurité des voyageurs ?

3. Welke werken werden uitgevoerd en welke werken zijn — op welke termijn — gepland om het onthaal en de veiligheid van de reizigers te verzekeren in elk van de stations waarvan de loketten werden gesloten ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 22 mars 2006, à la question no 716 de M. Jean-Marc Nollet du 25 octobre 2005 (Fr.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 22 maart 2006, op de vraag nr. 716 van de heer Jean-Marc Nollet van 25 oktober 2005 (Fr.) :


In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

En matière d’accueil et de sécurité, les gares dont les guichets ont été fermés sont assimilées à des points d’arrêt non gardés (au nombre de 326 sur l’ensemble du réseau).

Wat onthaal en veiligheid betreft, worden de stations waarvan de loketten gesloten werden, gelijkgesteld met onbewaakte stopplaatsen (aantal : 326 op het volledige net).

La sécurisation de ces gares et points d’arrêt non gardés est intégrée dans un plan de sécurisation des installations ferroviaires du Groupe SNCB. Les 19 brigades du Service de Sécurité des Chemins de fer « Securail », réparties sur l’ensemble du réseau ferroviaire, y effectuent régulièrement des patrouilles préventives.

De beveiliging van die stations en onbewaakte stopplaatsen maakt deel uit van een plan voor de beveiliging van de spoorweginstallaties van de NMBSGroep. De 19 brigades van de Veiligheidsdienst van de Spoorwegen « Securail », die verspreid zijn over het hele spoorwegnet, voeren er geregeld preventieve patrouilles uit.

D’autres mesures sont prises afin d’assurer un niveau de sécurité optimal dans le cadre du transport ferroviaire : d’une part, un projet visant à augmenter et à généraliser des équipements de télésurveillance est actuellement en cours de réalisation et, d’autre part, un numéro d’appel de secours sera également mis à la disposition des usagers des chemins de fer en début de cette année 2006.

Andere maatregelen worden genomen om een optimale veiligheid te verzekeren in het kader van het spoorwegvervoer : enerzijds loopt er momenteel een project om het aantal telebewakingsinstallaties uit te breiden en ze te veralgemenen en, anderzijds, zal er ook begin dit jaar 2006 een noodnummer komen ter beschikking van de spoorweggebruikers.

La synergie proˆnée par le concept Espace MultiServices (EMS) initié par la Région Wallonne a permis de maintenir pour certaines gares l’accessibilité à la

Dankzij de synergie, die het concept Espace MultiServices (EMS) van het Waals Gewest wil bevorderen, kon in bepaalde stations de wachtzaal’s morgens toe-


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22075

salle d’attente en matinée. Cela concerne une quinzaine de points de vente pour lesquels ce projet est abouti ou en voie de l’être avec les Communes respectives. Des panneaux renseignent également la clientèle sur les différentes alternatives qui ont été mises en place pour se procurer un titre de transport. De plus, la sonorisation des points d’arrêt non gardés a été améliorée de manière à pouvoir informer les voyageurs 24h/24.

gankelijk blijven. Het betreft een vijftiental verkooppunten, waarvoor het project met de respectieve gemeenten met succes is of wordt afgerond.

DO 2005200607186

DO 2005200607186

Question no 861 de M. Roel Deseyn du 9 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : SNCB. — Vitesse des trains sur la liaison BrugesBruxelles. Pour de nombreux voyageurs, une liaison ferroviaire rapide entre Bruges et Bruxelles est essentielle. Par le passé, il a même été suggéré de relier ces deux villes par une ligne à grande vitesse. 1. Quelle vitesse moyenne les trains atteignent-ils sur la liaison Bruges-Bruxelles ? 2. Quelle vitesse les trains atteignent-ils sur les différentes tronçons de cette liaison ? Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 22 mars 2006, à la question no 861 de M. Roel Deseyn du 9 février 2006 (N.) :

Vraag nr. 861 van de heer Roel Deseyn van 9 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : NMBS. — Snelheid van de treinen op de verbinding tussen Brugge en Brussel. Een snelle verbinding tussen Brugge en Brussel is essentieel voor heel wat treinreizigers. In het verleden werd zelfs ooit geopperd om een hoge snelheidslijn aan te leggen tussen beide steden. 1. Wat is de gemiddelde snelheid die de treinen halen tussen Brugge en Brussel ? 2. Welke snelheden haalt de trein op de verschillende onderdelen van het traject Brugge-Brussel ? Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 22 maart 2006, op de vraag nr. 861 van de heer Roel Deseyn van 9 februari 2006 (N.) : In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre. 1. La vitesse moyenne entre Bruges et Bruxelles est de 110 km/h. 2. Les trains atteignent en moyenne une vitesse de 109 km/h sur le tronçon de Bruges à Gand-Saint-Pierre et de 124 km/h sur le tronçon de Gand-Saint-Pierre à Bruxelles.

Er zijn ook borden geplaatst die aangeven over welke alternatieven de klant beschikt om zich een vervoerbewijs te verschaffen. Voorts werden de omroepsystemen in de onbewaakte stopplaatsen verbeterd zodat de reizigers 24 uur op 24 kunnen worden geı¨nformeerd.

1. De gemiddelde snelheid tussen Brugge en Brussel bedraagt 110 km/u. 2. De treinen behalen gemiddeld een snelheid van 109 km/u op het traject Brugge-Gent-Sint-Pieters en van 124 km/u op het traject Gent-Sint-Pieters-Brussel.

DO 2005200607254

DO 2005200607254

Question no 874 de M. Dirk Claes du 16 février 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation : Subventions allouées à la Plate-forme Horeca par la Loterie Nationale. Ma question se rapporte à la subvention de 500 000 euros allouée à la Plate-forme Horeca.

Vraag nr. 874 van de heer Dirk Claes van 16 februari 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken : Subsidies van de Nationale Loterij aan het Horeca Platform. Mijn vraag betreft de subsidie van 500 000 euro aan het Horeca Platform.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22076

1. Le 29 mai 2004, la Loterie Nationale a reçu une demande visant à lancer une nouvelle campagne en 2004. Cette demande a été refusée le 18 juin par la Loterie Nationale.

1. Op 29 mei 2004 ontving de Nationale Loterij een aanvraag voor het opstarten van een nieuwe campagne in 2004, deze werd op 18 juni afgewezen door de Nationale Loterij.

a) Quel était le motif de ce refus ?

a) Hoe luidde de motivatie achter deze afwijzing ?

b) Pouvez-vous me transmettre la lettre officielle de demande et de refus ?

b) Kan u het officie¨le schrijven van aanvraag en afwijzing overmaken ?

2. Il apparaıˆt à la lecture des chiffres qui m’ont été communiqués que le montant de certaines factures transmises à la Loterie Nationale ne correspond pas à celui mentionné sur la preuve de payement. Comment expliquer cette différence ?

2. Uit de overgemaakte cijfers blijkt dat in sommige aan de Nationale Loterij overgemaakte facturen het bedrag niet overeenkomt met de som in het betalingsbewijs. Hoe verklaart men dit ?

3. Le montant total des factures est plus élevé que celui qui avait été alloué par la Loterie Nationale (500 000 euros).

3. Het totaalbedrag van de facturen ligt hoger dan de eigenlijke toekenning door de Nationale Loterij (500 000 euro).

a) Qui a payé la différence ?

a) Wie draaide op voor het verschil ?

b) L’ASBL espérait-elle régler le solde l’année suivante graˆce à l’argent d’une nouvelle campagne (qui a finalement été refusée par la Loterie Nationale) ?

b) Hoopte de VZW om het jaar daarop dit te kunnen verrekenen met het geld van een nieuwe campagne (die uiteindelijk werd geweigerd door de Nationale Loterij ?

4. Pouvez-vous me transmettre les annexes à la réponse à ma question du 13 février 2006 (question no 9937, Compte rendu intégral, Chambre, 2005-2006, Commission de l’Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques, 13 février 2006, COM 853, p. 3), car je ne les ai pas reçues malgré la mention de leur existence dans votre réponse, ainsi qu’une copie des factures évoquées dans votre réponse (200392, 190, 191, 193, 194) ? Outre ces factures, je voudrais également consulter les factures partielles originelles (payées aux divers fournisseurs par The Pubagency).

4. Kan u mij de bijlagen bij het antwoord op mijn vraag van 13 februari 2006 (vraag nr. 9937, Integraal Verslag, Kamer, 2005-2006, commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven, 13 februari 2006, COM 853, blz. 3) bezorgen, daar ik die niet ontvangen heb ondanks de vermelding van het bestaan van deze bijlagen in uw antwoord, alsook een kopie van de in het antwoord vermelde facturen (200392, 190, 191, 193, 194) ? Graag bovenop deze laatste facturen ook de oorspronkelijke deelfacturen (die door The Pubagency werden betaald aan de diverse leveranciers).

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 24 mars 2006, à la question no 874 de M. Dirk Claes du 16 février 2006 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 24 maart 2006, op de vraag nr. 874 van de heer Dirk Claes van 16 februari 2006 (N.) :


In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer. het geachte lid het volgende mee te delen.

1. a) Extrait de la lettre de rejet motivée :

1. a) Uittreksel uit de gemotiveerde afwijzingsbrief :

« Votre courrier du 19 mai 2004 dans lequel vous présentez la nouvelle campagne de l’ASBL Horecapromotie a retenu toute mon attention.

« Uw schrijven van 19 mei 2004 waarbij u mij de nieuwe campagne van de VZW Horecapromotie voorstelt, bereikte mij in goede orde en weerhield mijn volle aandacht.

Je suis au regret de vous informer que nous ne pourrons pas donner une suite favorable à votre demande.

Toch spijt het mij u mede te delen geen gunstig gevolg te kunnen geven aan uw verzoek.

Votre association a reçu en 2003 une dotation importante de 500 000 euros pour une campagne promotionnelle.

Uw vereniging ontving in 2003 een belangrijke dotatie van 500 000 euro voor een promotiecampagne.


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22077

Cette année, la Loterie Nationale met l’accent sur d’autres priorités. » Signé. J.-E. Vandenbosch Administrateur délégué

Dit jaar wordt door de Nationale Loterij de klemtoon gelegd op andere prioriteiten. » Getekend. Bestuurder

J.-E.

Vandenbosch

-Gedelegeerd

b) Vous trouverez en annexe la demande et la lettre de rejet motivée.

b) Als bijlage vindt u de aanvraag en de gemotiveerde afwijzingsbrief.

2. La Loterie Nationale paie uniquement les subsides sur présentation des factures et des preuves de paiement afférentes. Si la facture n’est pas entièrement payée par l’association, la Loterie Nationale versera en guise de dotation un montant correspondant au montant payé (la dotation ne correspond donc pas au montant de la facture mais au montant entièrement ou partiellement payé).

2. De Nationale Loterij betaalt enkel de toelage op voorlegging van de facturen én de betalingsbewijzen van deze facturen. Indien de factuur niet volledig betaald wordt door de vereniging wordt de toelage van de Loterij in overeenstemming met het betaalde bedrag uitbetaald (dus niet op basis van het bedrag op de factuur maar wél het betaalde bedrag — geheel of gedeeltelijk — van de factuur).

Seule l’ASBL Horeca Promotie pourra vous expliquer pourquoi le montant figurant dans certaines factures transmises à la Loterie Nationale ne correspond pas au montant mentionné dans la preuve de paiement.

Uw vraag waarom in sommige aan de Nationale Loterij overgemaakte facturen het bedrag niet overeenkomt met de som in het betalingsbewijs kan enkel beantwoord worden door Horeca Promotie VZW zelf.

3. a) Il n’appartient pas à la Loterie Nationale de trouver le responsable de cette différence. Seule l’ASBL Horeca Promotie est compétente pour répondre à cette question. L’association est responsable des engagements qu’elle a pris, ainsi que du paiement afférent.

3. a) Wie opdraaide voor het verschil ligt niet bij de bevoegdheid van de Nationale Loterij maar bij Horeca Promotie VZW zelf. De vereniging is verantwoordelijk voor de aangegane verbintenissen én de betaling ervan.

La Loterie National a respecté ses engagements et a versé le subside après examen des factures et des preuves de paiement pour le montant total de la dotation (500 000 euros).

De Nationale Loterij is haar engagement nagekomen en heeft de subsidie gestort na onderzoek van de facturen én de betalingsbewijzen voor het totaal bedrag van de toelage (500 000 euro).

b) La Loterie Nationale ne peut pas non plus répondre à cette question. En 2003, l’association n’a pas informé la Loterie Nationale de son intention de poursuivre sa campagne en 2004-2005. La Loterie National n’a reçu une demande de subside pour le financement d’une nouvelle campagne que le 19 mai 2004.

b) Ook deze vraag kan de Nationale Loterij niet beantwoorden. De vereniging heeft de Nationale Loterij in 2003 niet in kennis gesteld van de intentie om de campagne voort te zetten in het jaar 2004-2005. Slechts op 19 mei 2004 werd een verzoek voor de betoelaging van een nieuwe campagne ingediend.

4. Si vous souhaitez consulter les factures de The Pubagency, veuillez vous adresser à l’ASBL Horeca Promotie.

4. Gelieve u te richten tot de Horeca Promotie VZW om inzage te krijgen in de facturen van The Pubagency.

Annexes :

Als bijlagen :

1. arrêté ministériel du 16 juin 2003;

1. ministerieel besluit van 16 juni 2003;

2. lettre d’octroi du 17 juin 2003;

2. toekenningsbrief van 17 juni 2003;

3. lettre de paiement 391 587,46 euros (212 492,46 euros et 179 095,00 euros);

3. betalingsbrief 391 587,46 euro (212 492,46 euro en 179 095,00 euro);

4. lettre de paiement 95 000 euros (30 250,00 euros et 64 750,00 euros);

4. betalingsbrief 95 000 euro (30 250,00 euro en 64 750,00 euro);

5. lettre de paiement solde 13 412,54 euros;

5. betalingsbrief saldo 13 412,54 euro;

6. nouvelle demande de l’ASBL Horeca Promotie du 19 mai 2004;


2005

6. hernieuwde aanvraag van Horeca Promotie van 19 mei 2004; 2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22078

7. la lettre de rejet motivée du 18 juin 2004.

7. de gemotiveerde afwijzingsbrief van18 juni 2004.

E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2005200607555

DO 2005200607555

Question no 914 de M. Francis Van den Eynde du 20 mars 2006 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation :

Vraag nr. 914 van de heer Francis Van den Eynde van 20 maart 2006 (N.) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken :

Plaques d’immatriculation européennes. — Indication régionale.

Europese nummerplaten. — Regionale aanduiding.

Vous avez annoncé qu’il était envisagé de délivrer à l’avenir des plaques d’immatriculation selon le modèle européen.

U heeft gezegd dat er gedacht wordt aan het uitreiken in de toekomst van nummerplaten voor auto’s van het Europees model.

Ce modèle est déjà utilisé dans plusieurs pays de l’UE (dont l’Allemagne et l’Italie).

Dit model wordt nu al in verschillende landen die lid zijn van de EU (Duitsland en Italie¨ bijvoorbeeld) gebruikt.

Sur ces plaques figure du coˆté gauche le drapeau européen aux couleurs jaune et bleu et du coˆté droit figurent dans une petite case bleue les initiales de l’Etat émetteur de la plaque avec éventuellement à coˆté l’emblème de la région ou habite le propriétaire du véhicule.

Het is dan onder meer voorzien aan de linkerzijde van een geel-blauw Europees vlaggetje en aan de rechterzijde van een blauw vakje met daarop de initialen van de Staat die ze uitgeeft en eventueel daarnaast het schild van de regio waartoe de eigenaar van het voertuig behoort.

En Allemagne, il s’agit par exemple pour la région de Baden-Wu¨rttemberg d’un écusson avec les griffons et en Italie de l’aigle rouge pour le Sud-Tirol.

Bijvoorbeeld : in Duitsland een schildje met de griffoenen van Baden-Wu¨rttemberg en in Italie¨ de rode adelaar van Su¨d-Tirol.

Envisage-t-on de prévoir la possibilité d’une indication régionale sur les plaques d’immatriculation européennes, comme par exemple un « W » pour les les propriétaires wallons d’un véhicule et un « VL » pour les propriétaires flamands d’un véhicule ?

Wordt eraan gedacht bij ons in de mogelijkheid te voorzien dat de Europese nummerplaten een regionale aanduiding bezitten, zoals bijvoorbeeld een « W » op de auto’s met een Waalse eigenaar en een « VL » op de auto’s van een Vlaamse eigenaar ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation du 22 mars 2006, à la question no 914 de M. Francis Van den Eynde du 20 mars 2006 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken van 22 maart 2006, op de vraag nr. 914 van de heer Francis Van den Eynde van 20 maart 2006 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre que cette manière relève de la compétence de M. Landuyt, ministre de la Mobilité. (Question no 452 du 24 mars 2006.)

In antwoord op de gestelde vragen heb ik de eer het geachte lid mee te delen dat deze materie ressorteert onder de bevoegdheid van de heer Landuyt, minister van Mobiliteit. (Vraag nr.452 van 24 maart 2006.)


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22079

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Premier ministre Eerste minister 1

2005200607340 23- 2-2006

117

Jo Vandeurzen

Hoˆpitaux publics. — Accord de collaboration avec un médecin. — Adjudication de marchés publics. Openbare ziekenhuizen. — Samenwerkingsakkoord met een arts. — Aanbesteding overheidsopdrachten.

21873

1

2005200607378 27- 2-2006

118

Jo Vandeurzen

Hoˆpitaux publics. — Adjudication de marchés publics. Openbare ziekenhuizen. — Aanbesteding overheidsopdrachten.

21874

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1

2005200606894 13- 1-2006

898

Bart Laeremans

Nouveau phénomène criminel. — Utilisation de la méthode dite à frapper. Nieuw criminaliteitsfenomeen. — Gebruik van de klopsleutel.

21876

1

2005200606970 20- 1-2006

907

Dirk Claes

Expulsion de détenus condamnés en Belgique. Uitwijzing van in Belgie¨ veroordeelde gevangenen.

21879

8

2005200607247 15- 2-2006

937

Ortwin Depoortere * Site internet de l’Exécutif des musulmans. Webstek van de Moslimexecutieve.

21809

8

2005200607299 20- 2-2006

938

Guido De Padt

* Palais de justice. — Huissiers audienciers. Justiepaleizen. — « Deurwaarders-ter-rolle ».

21810

8

2005200607311 21- 2-2006

939

Filip De Man

* Importantes découvertes d’armes de guerre dans la région de Charleroi. — Résultats de l’enquête. Grote wapenvondsten in de buurt van Charleroi. — Onderzoeksresultaten.

21810

8

2004200505226 20- 3-2006

969

Hendrik Bogaert

* Comptes annuels des sociétés anonymes faillies. Jaarrekeningen van gefailleerde naamloze vennootschappen.

21810

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1

0000200370412

9-10-2003


54

Jean-Jacques Viseur

2005

Application de la loi du 18 septembre 1986 instituant un congé politique à l’égard des titulaires d’une fonction de management au sein du SPF Finances. Toepassing van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personen die een managementfunctie bekleden bij de FOD Financie¨n.

2006

21883


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22080

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2003200410611 12- 1-2004

208

Mw. Trees Pieters

Provision pour des impoˆts enroˆlés contestés. — Impoˆt des sociétés. Voorziening voor betwiste ingekohierde belastingen. — Vennootschapsbelasting.

21884

1

2003200431939 27- 7-2004

449

Bart Tommelein

Lutte contre les pourvoyeurs de main-d’œuvre. Strijd tegen de koppelbazerij.

21886

1

2004200502852

9-12-2004

556

Mme Zoé Genot

Plan de management des présidents des comités de direction des SPF. Managementplan van de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten.

21887

1

2004200503136 18- 1-2005

603

Dirk Van der Maelen

Taxation du pécule de vacances des ouvriers prépensionnés. — Arrêt de la Cour d’arbitrage. Belasting op het vakantiegeld van bruggepensioneerde arbeiders. — Arrest Arbitragehof.

21888

1

2004200503250 31- 1-2005

631

Hagen Goyvaerts

Nécessité de préciser le statut des sicafs immobilières. Aantal onduidelijkheden rond vastgoedbevaks.

21889

1

2004200503572

7- 3-2005

682

Mw. Trees Pieters

Impoˆts sur les revenus. — Frais professionnels. — Holdings étrangers. — Impoˆt des sociétés. — Rémunérations de prestations ou de services. Inkomstenbelastingen. — Beroepskosten. — Buitenlandse holdings. — Vennootschapsbelastingen. — Bezoldigingen voor prestaties of diensten.

21890

1

2004200503896 12- 4-2005

725

Mw. Trees Pieters

Marchands de biens immobiliers. — Promoteurs immobiliers et auteurs de projets. — Détermination des bénéfices et moment de l’assujettissement à l’impoˆt des sociétés. — Traitement comptable des créances dans le cas des sociétés. Vastgoedhandelaars. — Bouwpromotors en projectontwikkelaars. — Winstbepaling en tijdstip van belastbaarheid inzake vennootschapsbelasting. — Boekhoudkundige verwerking van de schuldvorderingen bij venootschappen.

21893

1

2004200503932 14- 4-2005

731

Mw. Trees Pieters

Impoˆts sur les revenus. — Définition de la notion juridique et fiscale d’« établissement étranger » au sens de l’article 54 du CIR 1992. Inkomstenbelastingen. — Definitie van het fiscaaljuridisch begrip « buitenlandse inrichting » in de zin van artikel 54 WIB 1992.

21894

1

2004200504129

2- 5-2005

762

Pieter De Crem

Résultats de l’étude »Précompte mobilier. — Dividende. — Scission de société« . Resultaten studie betreffende « Roerende voorheffing. — Dividend. — Splitsing van vennootschap« .

21895

1

2004200504213

9- 5-2005

782

Hagen Goyvaerts

Baˆtiments. — Redevance sur les logements inoccupés payée par les autorités fédérales. Gebouwen. — Leegstandsheffing betaald door de federale overheid.

21895


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

22081

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200504581 15- 6-2005

845

Mw. Trees Pieters

Compensations et rectifications spontanées en matière de TVA et de contributions directes. — Statistiques relatives aux augmentations de recettes et de chiffres d’affaire. — Simplification administrative. Compensaties en spontane rechtzettingen inzake BTW en inzake directe belastingen. — Statistieken van inkomsten- en omzetverhogingen. — Administratieve vereenvoudiging.

21896

1

2004200504586 16- 6-2005

847

Mw. Trees Pieters

Amélioration de la taxation. — Simplification administrative. — Suppression des statistiques fiscales. Beter belasten. — Administratieve vereenvoudiging. — Afschaffing van fiscale statistieken.

21899

1

2004200504695 29- 6-2005

866

Mw. Trees Pieters

Facturation ou imputation de prestations de travail et de service à des entreprises et sociétés liées ou non. — Dispositions prohibitives éventuelles en matière fiscale ou sociale. Doorfacturatie of aanrekening van arbeids- en dienstprestaties aan al dan niet verbonden ondernemingen en vennootschappen. — Eventuele fiscale of sociale verbodsbepalingen.

21901

1

2004200504757

7- 7-2005

923

Mw. Nathalie Muylle

Coopération douanière entre l’Union européenne et Israe¨l. Douanesamenwerking tussen de EU en Israe¨l.

21903

1

2004200505166 22- 9-2005

925

Dirk Van der Maelen

Cession d’un droit d’option sur un immeuble. Overdracht van een optierecht onroerend goed.

21905

1

2004200505271

5-10-2005

947

Gerolf Annemans

Aménagement du cabinet des Finances. Inrichting van het kabinet van Financie¨n.

21906

1

2005200606004 19-10-2005

951

Robert Denis

Impoˆts sur les revenus. — Personnes physiques. — Surséance indéfinie au recouvrement des impoˆts directs. Inkomstenbelastingen. — Natuurlijke personen. — Onbeperkt uitstel van de invordering van de directe belastingen.

21908

1

2005200606172

8-11-2005

972

Hendrik Daems

Régime fiscal applicable aux revenus tirés de valorisations. Fiscaal regime dat van toepassing is op de inkomsten uit valorisatie.

21908

1

2005200606195 10-11-2005

978

Guy D’haeseleer

Commissaires et autres représentants du gouvernement. Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.

21910

1

2005200606271 21-11-2005

988

Mw. Trees Pieters

Coperfin. — Simplification administrative. — Changement de mentalité. — Suppression des statistiques comparatives. — Sensibilisation du personnel. Coperfin. — Administratieve vereenvoudiging. — Mentaliteitsverandering. — Afschaffing van vergelijkende statistieken. — Sensibilisatie van het personeel.

21912


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22082

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200606275 21-11-2005

989

Servais Verherstraeten

Revenus d’une société néerlandaise en nom collectif (VOF ou « vennootschap onder firma »). Inkomsten uit een Nederlandse VOF.

21914

1

2005200606366 24-11-2005

1007

Mw. Marleen Govaerts

Perception du précompte immobilier pour le compte de la Région de Bruxelles-Capitale et de la Région wallonne. Inning onroerende voorheffing voor rekening van het Brusselse en van het Waalse Gewest.

21916

1

2005200606379 24-11-2005

1010

Mw. Trees Pieters

Principes de bonne administration. — Traitement impartial des plaintes. — Mise à jour du vademecum à l’attention des centres de controˆle. Beginselen van behoorlijk bestuur. — Onpartijdigheid bij de behandeling van bezwaarschriften. — Bijwerking van het vademecum ten behoeve van de controlecentrra.

21917

1

2005200606479 30-11-2005

1023

Servais Verherstraeten

SPF. — Mise à la retraite de membres du personnel statutaires. — Recrutement de contractuels. FOD. — Pensionering statutaire personeelsleden. — Aangeworven contractuelen.

21919

1

2005200606599 14-12-2005

1037

Jean-Marc Nollet

Site de l’ancienne entreprise Schotte à Alost. — Assainissement du terrain. Site van het vroegere bedrijf Schotte te Aalst. — Terreinsanering.

21921

1

2005200606632 19-12-2005

1043

Olivier Chastel

Fiscalité des ASBL. Fiscaliteit van de VZW’s.

21922

1

2005200606672 22-12-2005

1048

Mme Muriel Gerkens

Assujettissement des psychologues à la TVA. Onderwerping van de psychologen aan de BTW.

21925

1

2005200606681 22-12-2005

1049

Koen Bultinck

« Zuiderpoort-Office Park » à Gand. — Boıˆte aux lettres. « Zuiderpoort-Office Park » te Gent. — Brievenbus.

21926

1

2005200606770

9- 1-2006

1051

Mw. Trees Pieters

Exonération brute des plus-values se rapportant à des parts. — Modification de loi annoncée. — Litiges persistants. — Fonctionnement du filtre administratif en matière de contentieux. Brutovrijstelling van meerwaarden op aandelen. — Aangekondigde wetswijziging. — Blijvende betwistingen. — Werking van de administratieve geschillenfilter.

21927

1

2005200606805 10- 1-2006

1055

Carl Devlies

Impoˆt des sociétés. — Exonération de la plus-value réalisée sur actions. — Litiges pendants. Vennootschapsbelasting. — Vrijstelling verwezenlijkte meerwaarde op aandelen. — Hangende geschillen.

21928

1

2005200606806 10- 1-2006

1056

Carl Devlies

Régime d’option entre la déduction pour capital à risque et la réserve d’investissement. Keuzestelsel aftrek risicokapitaal en investeringsreserve.

21929

1

2005200606807 10- 1-2006

1057

Carl Devlies

Déduction pour capital à risque. — Exclusion des sociétés de navigation maritime appliquant le régime d’option applicable aux amortissements pour les navires neufs. Aftrek risicokapitaal. — Uitsluiting van de zeevaartvennootschappen die keuzestelsel afschrijving nieuwe zeeschepen toepassen.

21930


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

Date Datum

22083


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200606808 10- 1-2006

1058

Carl Devlies

Déduction pour capital à risque. — Rectification de la base de calcul pour le capital à risque. — Plusvalues de réévaluation. Aftrek risicokapitaal. — Correctie berekeningsbasis risicokapitaal. — Herwaarderingsmeerwaarden.

21931

1

2005200606809 10- 1-2006

1059

Carl Devlies

Déduction fiscale pour capital à risque. — Correction de la base de calcul du capital à risque en soustrayant la valeur comptable des éléments détenus à titre de placement. — Sicavs de capitalisation. Aftrek risicokapitaal. — Correctie berekeningsbasis risicokapitaal. — Vermindering met boekwaarde bestanddelen die als belegging worden gehouden. — Kapitalisatiebeveks.

21932

1

2005200606811 10- 1-2006

1060

Carl Devlies

Déduction fiscale pour capital à risque. — Correction de la base de calcul du capital à risque. — E´tablissement étranger. Aftrek risicokapitaal. — Correctie berekeningsbasis risicokapitaal. — Buitenlandse inrichting.

21933

1

2005200606888 13- 1-2006

1077

Pieter De Crem

E´pargne-pension. — Augmentation. — Déduction valable pour un seul contrat. Pensioensparen. — Verhoging. — Aftrek slechts geldig voor één contract.

21934

7

2005200606911 16- 1-2006

1086

Gerolf Annemans

162e Cahier de la Cour des comptes. — Affectation des recettes non fiscales au Fonds de vieillissement. (ERRATUM) 162e Boek van het Rekenhof. — Toewijzing van niet-fiscale ontvangen aan het Zilverfonds. (ERRATUM)

21936

1

2005200606211 16- 1-2006

1087

Koen Bultinck

« Zeevisserijfonds ». — Charges sociales. Zeevisserijfonds. — Sociale lasten.

21938

1

2005200606949 18- 1-2006

1095

Mw. Trees Pieters

Non-réclamation d’envois recommandés. — Notification ou signification de documents fiscaux officiels aux personnes morales et physiques. — Non-distribution d’envois postaux. Niet-afhaling van aangetekende zendingen. — Notificatie of betekening van officie¨le fiscale stukken aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen. — Niet-bestelling van poststukken.

21940

1

2005200606964 19- 1-2006

1097

Patrick De Groote

Restitution des taxes boursières induˆment perçues. Terugbetaling onterecht geı¨nde beurstaksen.

21942

1

2005200606713 27-12-2005

1129

Mw. Nancy Caslo

Gentlemen’s agreement relatif aux moyens de paiement. Gentlemen’s agreement rond het betalingsverkeer.

21944

1

2005200607230 15- 2-2006

1144

Carl Devlies

Bureaux de recettes domaniales et d’amendes pénales. — Jugements portant des condamnations au paiement d’amendes. — Recouvrements. Ontvangkantoren der domeinen en penale boeten. — Vonnissen betreffende veroordelingen tot betalen van geldboetes. — Invorderingen.

21945

1

2005200607238 15- 2-2006

1147

Dirk Van der Maelen

Publication du Bulletin des contributions et de la Revue de la TVA. — Arriéré. Bulletin der Belastingen en de BTW-revue. — Publicatieachterstand.

21947


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22084

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2005200607244 15- 2-2006

1149

Jean-Jacques Viseur * Déduction majorée pour investissements en matière de sécurité. Verhoogde investeringsaftrek voor beveiliging.

21811

8

2005200607246 15- 2-2006

1150

Mw. Trees Pieters

* Litiges en matière de TVA entre clients et fournisseurs. Betwistingen inzake BTW tussen klanten en leveranciers.

21811

8

2005200607250 16- 2-2006

1151

Mw. Trees Pieters

* Indemnités de séjour pour déplacements professionnels d’une journée à l’étranger. Verblijfsvergoedingen voor buitenlandse beroepsverplaatsingen van één dag.

21812

8

2005200607279 20- 2-2006

1157

Dirk Van der Maelen

* Controˆles TVA relatifs aux nouvelles constructions érigées par des personnes physiques nonassujetties à la TVA. Controles op nieuwbouw bij niet-BTW-plichtige natuurlijke personen.

21814

8

2005200607280 20- 2-2006

1158

Dirk Van der Maelen

* Assurances dirigeant d’entreprise. — Obligation de déclaration. Bedrijfsleiderverzekeringen. — Meldingsplicht.

21815

1

2005200607281 20- 2-2006

1159

Dirk Van der Maelen

8

2005200607283 20- 2-2006

1160

Dirk Van der Maelen

* Sociétés de leasing. — Voitures de société loués en crédit-bail. — Reprise. Leasingmaatschappijen. — Geleasde bedrijfsvoertuigen. — Overname.

21815

8

2005200607284 20- 2-2006

1161

Mw. Annelies Storms

* Avantage fiscal à l’achat d’un véhicule non polluant. Fiscaal voordeel bij aankoop van een milieuvriendelijke wagen.

21816

8

2005200607285 20- 2-2006

1162

Mw. Annelies Storms

* Déductibilité fiscale des dépenses pour garde d’enfants. Fiscale aftrek van kinderopvangkosten.

21817

1

2005200607313 21- 2-2006

1165

Mw. Trees Pieters

Documents sociaux et fiscaux à délivrer à la suite d’une démission spontanée d’un employé. Sociale en fiscale documenten uit te reiken naar aanleiding van het spontaan ontslag van een bediende.

21949

8

2005200607316 21- 2-2006

1166

Carl Devlies

* Heures d’ouverture de l’administration fiscale. — Date de réception des documents. — Accusé de réception. Openingsuren belastingadministratie. — Tijdstip ontvangst documenten. — Bewijs ontvangst.

21818

8

2005200607331 22- 2-2006

1167

Dirk Van der Maelen

* TVA. — Facturation. — Conditions. BTW. — Facturering. — Voorwaarden.

21819

1

2005200607338 22- 2-2006

1168

Dirk Van der Maelen

Rapatriement de capitaux de l’étranger. Repatrie¨ring van kapitaal uit het buitenland.

21952

1

2005200607374 27- 2-2006

1169

Jef Van den Bergh

Provenance régionale des amendes routières perçues en 2005. Gewestelijke herkomst van verkeersboetes in 2005.

21954


2005

Banques. — Hypothèque pour toutes sommes. Banken. — Hypotheek op alle sommen.

2006

21948


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

Date Datum

22085


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200607553 17- 3-2006

1191

Hagen Goyvaerts

8

2005200606447 28-11-2005

1192

Patrick Moriau

Complexité du système fiscal actuel. — Déclarations de l’Administrateur général des impoˆts et du recouvrement. Complexiteit huidig belastingsysteem. — Verklaringen van de administrateur-generaal van de Algemene administratie Belasting en Invordering.

21957

* Régularisation des traitements du personnel des zones de police pour l’année 2001. Regularisatie met betrekking tot de wedden van het personeel van de politiezones voor het jaar 2001.

21820

Vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la consommation Vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken

Budget — Begroting 1

2005200607049 26- 1-2006

78

Mme

Zoé Genot

Accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles. Toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap.

21958

1

2005200607261 17- 2-2006

81

Hendrik Bogaert

Primes octroyées entre 1998 et 2001 par les pouvoirs publics à des informaticiens et à des catégories de personnel connexes. Premies die de overheid tussen 1998 en 2001 betaalde aan informatici en verwante personeelsleden.

21959

1

2005200607285 20- 2-2006

82

Mw. Annelies Storms

Déductibilité fiscale des dépenses pour garde d’enfants. Fiscale aftrek van kinderopvangkosten.

21960

1

2005200606898 21- 2-2006

83

Gerolf Annemans

162e Cahier de la Cour des comptes. — Comptes des organismes d’intérêt public. — Adaptation des dispositions légales, réglementaires et organisationnelles. 162e Boek van het Rekenhof. — Rekeningen van de instellingen van openbaar nut. — Aanpassing van de wettelijke, reglementaire en organisatorische bepalingen.

21961

Protection de la consommation — Consumentenzaken 1

2005200606195 10-11-2005

158

Guy D’haeseleer

Commissaires et autres représentants du gouvernement. Regeringscommissarissen en andere vertegenwoordigers van de regering.

21963

1

2005200606826 11- 1-2006

170

Bart Tommelein

Suffisance de l’offre en relation avec une publicité. Toereikend aanbod bij reclame.

21964

1

2005200606855 12- 1-2006

171

Roel Deseyn

Mesures auxquelles peuvent recourir les opérateurs en cas de non-paiement. Maatregelen die operatoren mogen nemen bij een onbetaalde rekening.

21966


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22086

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200607044 26- 1-2006

174

Melchior Wathelet

Meilleur encadrement légal des moyens électroniques de paiement par SMS surtaxé. Betere wettelijke regeling van de elektronische betalingen per SMS met toeslag.

21967

1

2005200607076 31- 1-2006

178

Roel Deseyn

Offres trompeuses en matière d’ordinateurs. Misleidende computeraanbiedingen.

21970

1

2005200606595 14-12-2005

181

Mme Colette Burgeon

Surréservations d’hoˆtel à l’étranger. Overboekte hotels in het buitenland.

21972

1

2005200607159

6- 2-2006

182

Roel Deseyn

Réduction du couˆt des appels d’un téléphone fixe à un téléphone mobile. Goedkoper maken van het bellen van vast naar mobiel.

21974

8

2005200607291 20- 2-2006

183

Roel Deseyn

* E´ventuelle réduction unilatérale du volume de base par un opérateur de télécommunications. Mogelijk eenzijdig verminderen van het basisvolume door een telecomoperator.

21822

8

2005200607303 20- 2-2006

184

Bart Tommelein

* Grands magasins. — Denrées alimentaires préemballées. — Absence d’indication de la quantité. Warenhuizen. — Voorverpakte voedingswaren. — Niet-vermelding van hoeveelheid.

21823

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 4

2004200503064 13- 1-2005

481

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

Nombre de contrats de vie commune conclus et dissous. Aantal samenlevingscontracten dat gesloten werd en ontbonden.

21976

1

2004200504788 12- 7-2005

687

Geert Lambert

Conseil d’E´tat. — Restitution des dossiers administratifs afférents aux affaires traitées. Raad van State. — Terugbezorging administratieve dossiers van de afgehandelde zaken.

21977

1

2004200504743 28- 7-2005

708

Guido De Padt

Violence au sein du couple et violence familiale. Partnergeweld en familiaal geweld.

21979

1

2004200504997 24- 8-2005

714

Bart Laeremans

Moyens dont disposent les services incendie pour la lutte contre les feux de forêt. Middelen van de brandweer voor de bestrijding van bosbranden.

21982

1

2005200606377 24-11-2005

794

Francis Van den Eynde

Services d’incendie de la Région Wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale. — Interventions dans des communes de la région de langue néerlandaise. Brandweerkorpsen uit Waalse en Brusselse Gewest. — Tussenkomsten in gemeenten in het Nederlandse taalgebied.

21984

1

2005200606572 12-12-2005

821

Mw. Greet Van Gool

Plan catastrophe pour les personnes ayant un handicap auditif. Rampenplan voor mensen met een auditieve handicap.

21985


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

Date Datum

22087


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200606689 22-12-2005

830

Carl Devlies

Services d’incendie. — Supplément de traitement et heures supplémentaires des officiers de carrière. Brandweer. — Weddensupplement en overuren van de beroepsofficieren.

21986

1

2005200606693 22-12-2005

832

Mw. Nancy Caslo

Prime de fin d’année des policiers. — Double précompte professionnel. Eindejaarspremies van de politie. — Dubbele bedrijfsvoorheffing.

21988

1

2005200606712 27-12-2005

836

Mw. Nancy Caslo

Analyse de risques. Risicoanalyse.

21990

1

2005200606717 27-12-2005

837

Ortwin Depoortere

Dissolution de l’OBT de Gand. Opdoeken van het OBT in Gent.

21991

1

2005200606830 11- 1-2006

856

Guido Tastenhoye

Nombre de personnes régularisées sur la base de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers de 1980. Aantal personen dat werd geregulariseerd op basis van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980.

21992

1

2005200607218 14- 2-2006

894

Ortwin Depoortere

Non-reconnaissance des orages de juillet, aouˆt et septembre 2005 comme catastrophe naturelle. Uitblijvende erkenning van de onweders in juli, augustus en september 2005.

21994

1

2005200607241 15- 2-2006

896

Hagen Goyvaerts

Enlèvement des paratonnerres radioactifs. — Contamination à proximité. — Maison de repos d’Aubel. Verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. — Omliggende besmettingen. — Geval bejaardentehuis in Aubel.

21997

1

2005200607251 16- 2-2006

897

Hagen Goyvaerts

Enlèvement de paratonnerres radioactifs. — Progrès réalisés en 2004 et en 2005. Verwijdering van radioactieve bliksemafleiders. — Vooruitgang in 2004 en 2005.

22000

8

2005200607300 20- 2-2006

898

Claude Marinower

* Radiation de citoyens des registres de la population. Schrapping van burgers uit de bevolkingsregisters.

21823

8

2005200607301 20- 2-2006

899

Guido De Padt

* Victimes d’escroqueries par le biais d’annonces dans les journaux et les magazines ou sur l’internet. Slachtoffers van oplichting via advertenties in kranten, tijdschriften of internet.

21824

8

2005200607319 21- 2-2006

900

Guido Tastenhoye

* Réadmission dans leur pays d’origine d’illégaux ou de demandeurs d’asile déboutés et expulsés . Terugname uitgewezen illegalen of uitgeprocedeerde asielzoekers.

21825

8

2005200607322 21- 2-2006

901

Carl Devlies

* Police locale. — Statutarisation du personnel CALOG. — Calcul du pécule de vacances. Lokale politie. — Statutarisering CALOGpersoneel. — Berekening verlofgeld.

21825

1

2005200607321 21- 2-2006

902

Guido Tastenhoye

Pays refusant de reprendre leurs ressortissants illégaux et demandeurs d’asile déboutés, expulsés par la Belgique. Landen die weigeren hun door Belgie¨ uitgewezen illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers terug te nemen.

22001


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22088

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2005200607327 21- 2-2006

903

Guido Tastenhoye

* Accords conclus avec les pays qui rapatrient leurs ressortissants demandeurs d’asile déboutés et séjournant illégalement en Belgique. Afspraken met landen die hun uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen terugnemen.

21826

8

2004200504973 20- 2-2006

904

Ortwin Depoortere * Controˆle des bateaux amarrés le long des voies navigables intérieures de Gand. Controle van boten die aangemeerd liggen in de Gentse binnenwateren.

21827

1

2005200607339 23- 2-2006

905

Mw. Dalila Douifi

Membres volontaires des services publics d’incendie recrutés en tant que membres professionnels. — Régime d’ancienneté. Vrijwilligers openbare brandweerdiensten aangeworven als beroepsbrandweermannen. — Ancie¨nniteitsregeling.

22002

1

2005200607361 27- 2-2006

909

Mme Muriel Gerkens

Sécurité nucléaire. — Arrêté royal du 20 juillet 2001. — Réforme de la réglementation. Nucleaire veiligheid. — Koninklijk besluit van 20 juli 2001. — Hervorming van de regelgeving.

22003

1

2005200607362 27- 2-2006

910

Mme Muriel Gerkens

AFCN. — Controˆles des établissements nucléaires. FANC. — Controle op nucleaire inrichtingen.

22006

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1

2005200606731 29-12-2005

296

Dirk Van der Maelen

Engagement de la Belgique dans la relance des ports de Matadi et Kinshasa. Engagement van Belgie¨ inzake het herstel van de havens van Matadi en Kinshasa.

22008

1

2005200606919 17- 1-2006

321

Gerolf Annemans

162e Cahier de la Cour des comptes. — Postes diplomatiques et consulaires. — Nominations d’ordonnateurs et de comptables. 162e Boek van het Rekenhof. — Diplomatieke en consulaire posten. — Aanstelling van ordonnateurs en rekenplichtigen.

22010

8

2005200607259 17- 2-2006

328

Walter Muls

* Népal. — Fermeture obligatoire du TRWO à Katmandou. Nepal. — Verplichte sluiting van het TRWO in Katmandu.

21828

8

2005200607268 17- 2-2006

329

Mw. Inga Verhaert * Présence de matériel hautement radioactif en Tchétchénie. Aanwezigheid van hoog radioactief materiaal in Tsjetsjenie¨.

21828

8

2005200607286 20- 2-2006

330

Dirk Van der Maelen

* Mise en œuvre de la résolution relative à la politique en matière de non-prolifération et de désarmement nucléaires. Beleid inzake non-proliferatie en nucleaire ontwapening. — Uitvoering resolutie.

21829

8

2005200607294 20- 2-2006

331

Dirk Van der Maelen

* Transports de munitions à l’uranium appauvri. Transporten van munitie met verarmd uranium.

21829


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

Date Datum

22089


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200607318 21- 2-2006

333

Guido Tastenhoye

Frais de déplacement et d’hoˆtel de « l’envoyé spécial ». Reis- en hotelkosten van de « bijzonder gezant ».

22011

1

2005200607320 21- 2-2006

334

Guido Tastenhoye

« Mission d’envoyé spécial ». — Indemnité forfaitaire mensuelle de défraiement. « Bijzonder gezant ». — Maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding.

22012

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2005200607211 14- 2-2006

344

Mw. Ingrid Meeus

Caserne de Poelkapelle. — Munitions chimiques. — Installation de traitement d’Indaver. Kazerne Poelkapelle. — Chemische munitie. — Verwerkingsinstallatie van Indaver.

22012

1

2005200607288 20- 2-2006

345

Luc Sevenhans

Usage des langues à l’armée. — Notion néerlandaise de « streek ». Gebruik der talen bij het leger. — Begrip « streek ».

22014

8

2005200607295 20- 2-2006

346

Luc Sevenhans

* Informaticiens. — Allocation informatique. Informatici. — Informaticatoelage.

21830

8

2005200607296 20- 2-2006

347

Luc Sevenhans

* Efficacité de la nouvelle structure de la Défense. Efficie¨ntie van de nieuwe structuur van Defensie.

21831

8

2005200607326 21- 2-2006

348

Mw. Hilde Vautmans

* Congés des officiers. — Différences entre les différentes composantes et unités. Verlof voor officieren. — Verschillen tussen de verschillende componenten en eenheden.

21832

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie — Economie 1

2005200606006 19-10-2005

352

Ortwin Depoortere

Enquête sur les pratiques commerciales de Budgetticket. Onderzoek naar de handelspraktijken van Budgetticket.

22016

1

2005200607194 10- 2-2006

419

Mw. Trees Pieters

Début et fin des amortissements fiscaux et comptables. — Personnes morales. — Impoˆt des sociétés. — Réductions de valeur et amortissements prorata temporis. Aanvang en einde van fiscale en boekhoudkundige afschrijvingen. — Rechtspersonen. — Vennootschapsbelasting. — Waardeverminderingen en afschrijvingen prorata temporis.

22017

8

2005200607273 17- 2-2006

422

Jan Mortelmans

* Recours aux services de Belgacom par la Cour. Belgacom. — Hof. — Gebruik van de dienstverlening.

21833


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22090

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2005200607314 21- 2-2006

423

Mw. Trees Pieters

* Ménages de fait. — Patrimoines distincts. — Responsabilité civile. — Assurances familiales. — Assistance juridique. — Assurances habitation, incendie et vol. — Assurance hospitalisation. Feitelijke gezinnen. — Afzonderlijke patrimonia. — Burgerlijke aansprakelijkheid. — Familiale verzekeringen. — Rechtsbijstand. — Woning-, branden diefstalverzekeringen. — Hospitalisatieverzekering.

21833

8

2005200606552

8-12-2005

424

Roel Deseyn

* Suivi de la note « large bande ». Opvolging van de breedbandnota.

21835

6

2005200607372 27- 2-2006

425

Mw. Annemie Turtelboom

Entreprises. — Instauration d’un « label diversité ». Bedrijven. — Invoering van een diversiteitslabel.

22019

1

2005200607474 10- 3-2006

430

Roel Deseyn

Traitement des plaintes au service de médiation des Télécommunications. Afhandelen van klachten bij de ombudsdienst voor Telecommunicatie.

22020

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 8

2005200607255 16- 2-2006

428

David Geerts

* Remboursement des accessoires pour l’alimentation par sonde. Terugbetaling van de hulpstukken van sondevoeding.

21836

8

2005200607306 20- 2-2006

429


* Accord fédéral relatif aux soins de santé. — Jours de congé supplémentaires. Federaal gezondheidsakkoord. — Extra verlofdagen.

21837

8

2005200607307 20- 2-2006

430

Bart Tommelein

* Sociétés. — Cotisations des sociétés. — Perception. Vennootschappen. — Vennootschapsbijdragen. — Inning.

21837

8

2005200607310 21- 2-2006

431

Koen Bultinck

* Remboursement des inséminations artificielles. Terugbetaling kunstmatige inseminaties.

21838

8

2005200607313 21- 2-2006

432

Mw. Trees Pieters

* Documents sociaux et fiscaux à délivrer à la suite d’une démission spontanée d’un employé. Sociale en fiscale documenten uit te reiken naar aanleiding van het spontaan ontslag van een bediende.

21839

8

2005200606768

433

Mw. Maggie De Block

* Télétravail. — Chèques-repas. Telewerken. — Maaltijdcheques.

21840

9- 1-2006

Santé publique — Volksgezondheid 2

2004200503168 20- 1-2005


382

Gerolf Annemans

2005

SPF. — Plan stratégique. FOD’s. — Strategisch plan.

2006

22021


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

22091

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200504877 26- 7-2005

522

Mw. Yolande Avontroodt

Ostéoporose. — Comité d’évaluation des pratiques médicales en matière de médicaments. — Réunion de consensus. Osteoporose. — Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen. — Consensusvergadering.

22022

1

2004200505293

7-10-2005

560

Mw. Magda De Meyer

Refuges pour animaux. Dierenasielcentra.

22023

1

2005200606184 10-11-2005

576


Dépistage du cancer de l’intestin. Darmkankerscreening.

22025

1

2005200606192 10-11-2005

577

Mw. Annelies Storms

Manque de sommeil chez certains médecins. Slaaptekort bij artsen.

22027

1

2005200606386 25-11-2005

586

Ortwin Depoortere

Assouplissement des normes d’hygiène applicables aux petites entreprises alimentaires. Soepelere hygie¨nische normen voor kleine voedingsbedrijven.

22030

1

2005200606934 18- 1-2006

640

Mw. Magda De Meyer

E´levages canins. — Controˆle de la vente de chiens. Hondenfokkerijen. — Controles op hondenverkoop.

22033

1

2005200606948 18- 1-2006

643

Mw. Nathalie Muylle

Fonds européens destinés aux programmes de lutte contre les maladies des animaux. Europees geld voor dierenziektebestrijdingsprogramma’s.

22035

1

2005200607130

2- 2-2006

669

Miguel Chevalier

Connaissances de la population en ce qui concerne le VIH et le sida. Kennis van de bevolking over HIV en aids.

22037

8

2005200607297 20- 2-2006

685

Mw. Marleen Govaerts

* Interdiction de fumer dans les salons de coiffure. Rookverbod in kapperszaken.

21841

8

2005200607302 20- 2-2006

686

Guido De Padt

* Vaccins antipneumococciques. Pneumokokkenvaccins.

21841

8

2005200607309 21- 2-2006

687

Koen Bultinck

* Surconsommation médicale pour les douleurs lombaires. Medische overconsumptie bij lagerugpijn.

21842

8

2005200607312 21- 2-2006

688

Koen Bultinck

* Passeport du diabète. Diabetespas.

21843

8

2005200607315 21- 2-2006

689

Koen Bultinck

* Nouvelle campagne relative à l’usage de somnifères et de calmants. Nieuwe campagne omtrent slaapen kalmeermiddelen.

21843

8

2005200607324 21- 2-2006

690

Mw. Hilde Dierickx * Petites boulangeries. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections. Kleine bakkerijen. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

21844

8

2005200607330 22- 2-2006

691

Jo Vandeurzen

* Plainte auprès de la Cour européenne. — Loi sur les hoˆpitaux. Klacht Europees Hof. — Ziekenhuiswet.

21844

8

2005200607334 22- 2-2006

692

Mw. Nathalie Muylle

* Pollution au cadmium des reins de bovins belges. Cadmiumvervuiling in de nieren van Belgische runderen.

21845


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22092

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2005200607335 22- 2-2006

693

Mw. Hilde Dierickx * E´tablissements du secteur horeca. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections. Ondernemingen uit de horecasector. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

21845

8

2005200607336 22- 2-2006

694

Mw. Hilde Dierickx * Vendeurs de glace. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections. Ijsverkopers. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

21846

8

2005200607337 22- 2-2006

695

Mw. Hilde Dierickx * Cuisines de collectivités. — Hygiène des denrées alimentaires. — Inspections. Grootkeukens. — Voedingsmiddelenhygie¨ne. — Inspecties.

21846

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw Classes moyennes — Middenstand 1

2005200607242 15- 2-2006

110

Mme Muriel Gerkens

Indépendants atteints d’une maladie de l’amiante. Zelfstandigen met een asbestziekte.

22040

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 8

2004200505169 22- 9-2005

198

Jean-Jacques Viseur * Agents admis à la pension. — Octroi d’une allocation de compétence avec effet rétroactif. Pensioengerechtigde personeelsleden. — Toekenning van een competentietoelage met terugwerkende kracht.

21848

4

2005200606956 19- 1-2006

181

Mark Verhaegen

Nombre de fonctionnaires occupés par les administrations publiques fédérales. Getalsterkte van het ambtenarenkorps in de federale overheidsadministraties.

22041

2

2005200607144

3- 2-2006

186

Jean-Marc Nollet

Arrêté royal du 16 mai 2003. — Membres du personnel de la Fonction publique administrative. — Primes linguistiques. Koninklijk besluit van 16 mei 2003. — Personeelsleden van het administratief openbaar ambt. — Taalpremies.

22041

1

2005200607261 17- 2-2006

188

Hendrik Bogaert

Primes octroyées entre 1998 et 2001 par les pouvoirs publics à des informaticiens et à des catégories de personnel connexes. Premies die de overheid tussen 1998 en 2001 betaalde aan informatici en verwante personeelsleden.

22042


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

22093

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2005200607276 20- 2-2006

189

Mw. Annelies Storms

8

2005200607282 20- 2-2006

190

Mw. Annelies Storms

1

2005200607333 22- 2-2006

192

Jean-Jacques Viseur

Selor. — Procédure de sélection anonyme. Selor. — Anonieme selectieprocedure. * FOD P&O. — Cellule Diversité. FOD P&O. — Cel diversiteit. Formation des fonctionnaires de l’Administration fédérale. — Missions de l’Institut de Formation de l’Administration fédérale (IFA). Opleiding van de ambtenaren van de federale administratie. — Opdrachten van het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid (OFO).

22044 21847 22047

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 1

2004200504092 26- 4-2005

113

Ortwin Depoortere

Répartition des allocations versées dans le cadre du Fonds mazout. Verdeling van de bijdragen van het stookoliefonds.

22049

1

2005200606549

8-12-2005

169

Mw. Nahima Lanjri

Exécution du plan de répartition. — Attribution d’étrangers à une commune donnée. Uitvoering spreidingsplan. — Toewijzing vreemdelingen aan een bepaalde gemeente.

22051

8

2005200607308 21- 2-2006

187

Mw. Hilde Dierickx * CPAS. — Compétence pour les services d’« habitat accompagné ». OCMW’s. — Bevoegdheid voor dienstverlening bij « begeleid wonen ».

21849

Gelijke Kansen — E´galité des chances 1

2005200606510

2-12-2005

83


Institut pour l’égalité des femmes et des hommes. — Dotation. — Financement occasionnel. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. — Dotatie. — Occasionele financiering.

22052

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 2

2004200503914 14- 4-2005

253

Roel Deseyn

Belgocontrol. — Grève. Belgocontrol. — Staking.

22053

1

2004200504169

3- 5-2005

276

Mw. Hilde Dierickx

Transport de choses par route. — Législation imprécise. — Certificat d’aptitude professionnelle. Vervoer van zaken over de weg. — Onduidelijke wetgeving. — Getuigschrift van vakbekwaamheid.

22055

1

2005200606617 15-12-2005

410

Guido De Padt

Accidents impliquant des cyclistes qui utilisent un GSM sans dispositif mains libres. Ongevallen met niet-handenvrij telefonerende fietsers.

22057

1

2005200607026 25- 1-2006

429

Jef Van den Bergh

Nombre d’accidents se produisant le week-end et impliquant des camions et des usagers faibles de la route. Aantal ongevallen met vrachtwagens en zwakke weggebruikers in het weekend.

22058


2005

2006


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22094

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2005200607253 16- 2-2006

437

Geert Lambert

* Carrefours équipés de feux de signalisation. — Confusion parmi les automobilistes, les cyclistes et les piétons. Kruispunten met verkeerslichten. — Verwarring onder automobilisten, fietsers en voetgangers.

21850

8

2005200607278 20- 2-2006

438

Mw. Nathalie Muylle

* Utilisation d’un tachygraphe numérique. Gebruik van een digitale tachograaf.

21851

8

2005200607298 20- 2-2006

439

Guido De Padt

* DIV. — Demandes de radiation de la plaque minéralogique de véhicules à la suite d’un vol. DIV. — Aanvragen tot schrapping van de nummerplaat van voertuigen na diefstal.

21852

8

2005200607329 21- 2-2006

440

Mw. Inga Verhaert * Zones avancées pour motocyclistes aux carrefours. Speciale opstelstrook voor motorrijders bij kruispunten.

21852

8

2005200607332 22- 2-2006

441

Guido De Padt

21853

* Chiffres alarmants de l’European Transport Safety Council en matière de Sécurité routière. Alarmerende cijfers van de European Transport Safety Council over verkeersveiligheid.

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en Pensioenen Environnement — Leefmilieu 1

2005200606913 16- 1-2006

88


Conséquences du chauffage au mazout et au gaz naturel sur l’effet de serre. Gevolgen van aardgas en stookolie op het broeikaseffect.

22059

8

2005200607274 17- 2-2006

93

Mw. Annelies Storms

* E´missions du trafic routier en Belgique. Emissies van het wegverkeer in Belgie¨.

21855

8

2005200607275 17- 2-2006

94

Mw. Annelies Storms

* E´missions du parc de camions en Belgique. Emissies van het vrachtwagenpark in Belgie¨.

21856

Pensions — Pensioenen 1

2005200607239 15- 2-2006

149

Mme Muriel Gerkens

8

2005200607304 20- 2-2006

150


1

2005200607313 21- 2-2006

151

Mw. Trees Pieters


2005

Accès anticipé à la pension de retraite en faveur des travailleurs salariés handicapés. — Proposition de loi. — Couˆt estimé. Mogelijkheid van vervroegd pensioen voor werknemers met een handicap. — Wetsvoorstel. — Geschatte kostprijs. * Pension de divorcé. Pensioen van de uit de echt gescheidenen. Documents sociaux et fiscaux à délivrer à la suite d’une démission spontanée d’un employé. Sociale en fiscale documenten uit te reiken naar aanleiding van het spontaan ontslag van een bediende.

2006

22061

21858 22064


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

22095


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de l’Emploi Minister van Werk 8

2005200607289 20- 2-2006

455

Mw. Nathalie Muylle

* Ligne d’assistance psychologique aux agriculteurs (Agricall). Psychologische hulplijn voor landbouwers (Agricall).

21858

8

2005200607313 21- 2-2006

456

Mw. Trees Pieters

* Documents sociaux et fiscaux à délivrer à la suite d’une démission spontanée d’un employé. Sociale en fiscale documenten uit te reiken naar aanleiding van het spontaan ontslag van een bediende.

21859

8

2005200607323 21- 2-2006

457

Mw. Maggie De Block

* Accidents du travail. — Secteurs d’activités à risque. Arbeidsongevallen. — Sectoren met risicoactiviteiten.

21860

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 1

2005200607313 21- 2-2006

78

Mw. Trees Pieters

Documents sociaux et fiscaux à délivrer à la suite d’une démission spontanée d’un employé. Sociale en fiscale documenten uit te reiken naar aanleiding van het spontaan ontslag van een bediende.

22066

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

Développement durable — Duurzame Ontwikkeling 1

2004200504512

8- 6-2005

50

Stijn Bex

Accessibilité téléphonique des services publics fédéraux. Telefonische bereikbaarheid van de federale overheidsdiensten.

22068

Ećonomie sociale — Sociale Economie 1

2005200607049 26- 1-2006


61

Mme Zoé Genot

2005

Accessibilité des sites internet publics fédéraux aux personnes déficientes visuelles. Toegankelijkheid van de internetsites van de federale overheid voor personen met een visuele handicap.

2006

22070


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006

22096

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 8

2005200607256 16- 2-2006

82

David Geerts

* Avantages fiscaux sur les véhicules pour les personnes handicapées. Fiscale voordelen op voertuigen voor personen met een handicap.

21861

8

2005200607258 16- 2-2006

83

David Geerts

* Visite à domicile effectuée par le médecincontroˆleur. Huisbezoek van de controlearts.

21862

Secrétaire d’E´tat aux Entreprises publiques, adjoint à la ministre du Budget et de la Protection de la consommation Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken 1

2003200421763

1- 7-2004

244

Filip De Man

Plan de crise en cas de détournements d’avion. Crisisplan voor vliegtuigkapingen.

22072

1

2005200606119 25-10-2005

716

Jean-Marc Nollet

SNCB. — Suppression des guichets dans diverses gares. NMBS. — Sluiting van de loketten in een aantal stations.

22073

1

2005200607186

9- 2-2006

861

Roel Deseyn

SNCB. — Vitesse des trains sur la liaison BrugesBruxelles. NMBS. — Snelheid van de treinen op de verbinding tussen Brugge en Brussel.

22075

8

2005200607245 15- 2-2006

870


* SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Problèmes sérieux. NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Ernstige problemen.

21863

8

2005200607248 15- 2-2006

871


* La Poste. — Suppression de boıˆtes aux lettres. — Communication à l’administration communale et aux riverains. De Post. — Weghalen van bussen. — Verwittiging van gemeentebestuur en buurtbewoners.

21863

8

2005200607249 16- 2-2006

872


* SNCB. — E´tat de certaines gares bruxelloises. NMBS. — Toestand van een aantal Brusselse spoorwegstations.

21864

8

2005200607252 16- 2-2006

873

Jef Van den Bergh

* SNCB. — Clé de répartition 60/40 pour les crédits d’investissement. NMBS. — 60/40-verdeling van de investeringskredieten.

21865

1

2005200607254 16- 2-2006

874

Dirk Claes

Subventions allouées à la Plate-forme Horeca par la Loterie Nationale. Subsidies van de Nationale Loterij aan het Horeca Platform.

22075

8

2005200607260 17- 2-2006

875

Jan Mortelmans


2005

* La Poste. — Publications de partis politiques. De Post. — Publicaties van politieke partijen.

2006

21865


QRVA 51 114 27 - 3 - 2006 CA

DO

Date Datum

22097


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2005200607262 17- 2-2006

876

Jan Mortelmans

* SNCB. — Comité consultatif des usagers auprès de la SNCB. — Accueil sur les quais. — Programme « Revalor ». NMBS. — Comité van Gebruikers. — Onthaal op de perrons. — « Revalor-programma ».

21866

8

2005200607265 17- 2-2006

877

Jan Mortelmans

* La Poste. — Villes et Communes. — Restructuration du réseau des boıˆtes postales. De Post. — Steden en gemeenten. — Herschikking postbussen.

21866

8

2005200607266 17- 2-2006

878

Jan Mortelmans

* La Poste. — Fermeture des bureaux de poste. — Points Poste. De Post. — Sluiting postkantoren. — Postpunten.

21867

8

2005200607267 17- 2-2006

879

Jan Mortelmans

* SNCB. — Train Turnhout-Manage. — Week-end. NMBS. — Trein Turnhout-Manage. — Weekeinde.

21867

8

2005200607269 17- 2-2006

880

Jan Mortelmans

* SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Mécontentement des navetteurs concernant le traitement de leurs réclamations par courriel. NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Slechte afhandeling klachten van pendelaars via e-post.

21867

8

2005200607270 17- 2-2006

881

Jan Mortelmans

* SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Accrochage et décrochage de rames superflues à BruxellesMidi. NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Af- en aankoppeling van overtallige treinstellen in Brussel-Zuid.

21868

8

2005200607271 17- 2-2006

882

Jan Mortelmans

* SNCB. — Ligne Turnhout-Manage. — Retards des trains. NMBS. — Lijn Turnhout-Manage. — Treinvertragingen.

21868

8

2005200607290 20- 2-2006

883

Jan Mortelmans

* SNCB. — Train Anvers-Hasselt. — Incident survenu à Lierre. NMBS. — Trein Antwerpen-Hasselt. — Incident in Lier.

21868

8

2005200607292 20- 2-2006

884

Jan Mortelmans

* La Poste. — Bureaux de poste fixes. — Distorsion communautaire. De Post. — Vaste postkantoren. — Communautaire scheeftrekking.

21869

8

2005200607325 21- 2-2006

885

Alain Mathot

* La Poste. — Fermeture des bureaux de poste à Seraing 2. De Post. — Sluiting van de postkantoren in Seraing 2.

21869

8

2005200607328 21- 2-2006

886

Mw. Hilde Vautmans

* La Poste. — Guichet dans le « Mail Center » à Hasselt. — Fermeture. De Post. — Loket in het Mail Center in Hasselt. — Sluiting.

21871

1

2005200607555 20- 3-2006

914


Plaques d’immatriculation européennes. — Indication régionale. Europese nummerplaten. — Regionale aanduiding.

22078


Composition — Zetwerk: IPM S.A.

2005

2006

KAMER • 4e ZITTING VAN DE 51 ZITTINGSPERIODE

Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers 1436

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents