Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 041

QRVA 51 041

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

16 - 07 - 2004

795 CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2003

2004

KAMER • 2e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6300

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BLOK VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Blok Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]

CHAMBRE • 2e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

CRIV :

2003

2004

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6301

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 6305 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 6311

Page Blz. Premier ministre

—

Vice-première ministre et ministre de la Justice

Eerste minister

6311

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères

—

Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

6313

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

6317

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre de l’Emploi et des Pensions

—

Ministre de la Défense

Minister van Werk en Pensioenen

—

Ministre de la Coopération au développement

Minister van Landsverdediging

6321

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre des Finances

6323

Minister van Financie¨n

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’Ećonomie sociale

6324

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

6329

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

—

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères


Minister van Mobiliteit en Sociale Economie

6330

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

—

Minister van Middenstand en Landbouw

—

Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling

—

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

—

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

6333

Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen

6333

Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6303

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 6335

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre de l’Emploi et des Pensions Ministre de la Défense Ministre de la Coopération au développement Ministre des Finances Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Ministre de la Mobilité et de l’Ećonomie sociale Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

— 6335 6339 — — 6343 6357 6361 6362 6367 6390 6399 6400 — 6413

Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Werk en Pensioenen Minister van Landsverdediging Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Financie¨n Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling

—

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

— 6415

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

—


—


—

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2003

2004

Page/Blz. 6419


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6305

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

9111114-

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 2- 9-2003 21-10-2003 26-11-2003 12-12-2003 27- 1-2004 24- 2-2004

22 25 30 66 97 112 158 191

1- 3-2004 8- 3-2004

201 203

930513202126263056671013172628-

3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004

206 222 229 233 238 244 247 249 256 260 264 265 268 272 277 283 285 286

3- 6-2004 3- 6-2004

288 289

Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Daan Schalck Guy D’haeseleer Geert Bourgeois Guido De Padt Mme Muriel Gerkens François-Xavier de Donnea Guido De Padt François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Jo Vandeurzen Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Guido De Padt Alfons Borginon Alfons Borginon Mw. Martine Taelman Walter Muls Mw. Dalila Douifi Walter Muls Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Guido De Padt Alfons Borginon Gerolf Annemans Mme Catherine DoyenFonck Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt

232 233 366 1091 1930 2349 3201


Date Datum 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

2003

2004

6111 6111

6114 6311 6312 6313

Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

6112

4254 4255 4704 4878 4880 5039 5040 5311 5312 5456 5457 5609 5610 5612 5614 5827 5969 5970

Alfons Borginon Olivier Maingain Gerolf Annemans Mw. Sabien LahayeBattheu

Page Blz.


23-10-2003 29-10-2003 18-11-2003 26-11-2003 3-12-2003 15-12-2003 30-12-2003 7- 1-2004 14- 1-2004 15- 1-2004 28- 1-2004 2- 2-2004 6- 2-2004 16- 2-2004 17- 2-2004 25- 2-2004 25- 2-2004 1- 3-2004 1- 3-2004 3- 3-2004 5- 3-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 5- 4-2004 5- 4-2004 13- 4-2004 28- 4-2004 26- 5-2004

3909 4253

291 292 293 294

Auteur

33 34 38 41 45 47 48 51 53 54 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 70 71 72 73 74 78 87

Jean-Jacques Viseur Francis Van den Eynde Roel Deseyn Alfons Borginon André Frédéric Yvan Mayeur Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy Mw. Greet Van Gool Geert Bourgeois Roel Deseyn Claude Marinower Mme Zoé Genot Geert Lambert Pieter De Crem Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Pieter De Crem Pieter De Crem Willy Cortois Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Filip De Man Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy

1347 1348 1674 1931 2078 2350 2450 2582 2770 3019 3202 3416 3641 3804 3804 3911 3912 4095 4095 4096 4257 4563 4881 4881 4882 5041 5314 5971

* Liste cloˆturée le 16 juillet 2004 * Lijst afgesloten op 16 juli 2004



QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6306

Date Datum


27- 5-2004 27- 5-2004 27- 5-2004

88 89 90

Auteur

Page Blz.


Budget — Begroting

13- 4-2004 28- 5-2004

20 22

Roel Deseyn Mw. Sabien LahayeBattheu

4884 6117

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1-12-2003 16- 3-2004 16- 3-2004 15- 4-2004 21- 4-2004 23- 4-2004 12- 5-2004 17- 5-2004 28- 5-2004 3- 6-2004 11- 6-2004 14- 6-2004 14- 6-2004 16- 6-2004

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

22- 9-2003 18-11-2003 24-11-2003 10-12-2003 30-12-2003 5- 1-2004 10- 2-2004 24- 2-2004 13- 4-2004 19- 4-2004 27- 4-2004 13- 5-2004 25- 5-2004 28- 5-2004

81 95 101 112 121 122 163 170 184 186 202 211 214 215

3101010111116-

218 219 220 221 222 224 226

6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

Guido De Padt Daan Schalck Guido De Padt Daan Schalck Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Geert Lambert Stijn Bex Bart Laeremans Guido De Padt Gerolf Annemans Jan Mortelmans Mme Catherine DoyenFonck Guido Tastenhoye Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mme Zoé Genot Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Mw. Marleen Govaerts


Auteur

Page Blz.


Francis Van den Eynde 6115 Francis Van den Eynde 6116 Francis Van den Eynde 6116



Date Datum

203 212 213 239 255 263 279 281 288 289 290 291 292 293

Jo Vandeurzen Melchior Wathelet Melchior Wathelet Hagen Goyvaerts Guido De Padt Filip De Man Jos Ansoms Dirk Claes Filip Anthuenis Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Melchior Wathelet Melchior Wathelet Filip De Man

4260 4424 4424 5048 5058 5327 5620 5833 6119 6120 6317 6318 6320 6320

Ministre de l’Emploi et des Pensions 1509 1681 1935 2218 2453 2583 3805 4097 4887 5044 5618 5972 5973 6118 6118 6313 6314 6314 6315 6316

Minister van Werk en Pensioenen Emploi — Werk

14-10-2003 5- 1-2004 19- 1-2004 22- 1-2004 23- 1-2004

24 50 55 57 58

2931719-

1-2004 3-2004 3-2004 3-2004

62 67 71 72

24252629-

3-2004 3-2004 3-2004 3-2004

73 74 75 77

29- 3-2004 7- 5-2004 14- 5-2004

79 87 88

6317

24- 5-2004

2003

2004

89

Filip Anthuenis Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block François-Xavier de Donnea Guido De Padt Jo Vandeurzen Staf Neel Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Yves Leterme Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool

946 2594 3028 3214 3215 3419 4105 4428 4569 4570 4712 4713 4714 4716 5621 5835 5975


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004 Date Datum 2428282-

6307


5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

90 93 94 95

3- 6-2004 3- 6-2004

96 97

Auteur Mw. Greet Van Gool Geert Lambert Guido De Padt Mme Catherine DoyenFonck Pieter De Crem Mw. Maggie De Block

Date Datum


18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 28-11-2003 5-12-2003 9-12-2003 5- 1-2004 6- 1-2004 8- 1-2004 12- 1-2004 14- 1-2004 26- 1-2004 29- 1-2004

138 150 152 158 169 174 180 195 200 206 208 215 236 240

244 689 947 1117 1364 1694 1697 1714 1725 1748

23923181919222229293013152022272830511111212131718242424-

245 254 273 274 281 305 316 317 318 320 333 334 336 345 350 352 353 355 357 366 367 375 377 387 388 389 391 394 397 398 399

2003

2004

Page Blz. 5976 6120 6121 6122 6123 6124

Pensions — Pensioenen

13- 4-2004 3- 6-2004

24 32

Mw. Greta D’hondt Mw. Nahima Lanjri

4894 6126

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 3-12-2003 16-12-2003 13- 4-2004

36 38 45 75

Karel Pinxten Geert Bourgeois Luc Sevenhans Mw. Marleen Govaerts

2091 2092 2359 5063

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 81321711-

3-2004 4-2004 4-2004 6-2004 6-2004

19 25 26 28 29

Mme Zoé Genot Mme Muriel Gerkens Dirk Van der Maelen Mme Karine Lalieux Gerolf Annemans

4270 5068 5069 6127 6321

Ministre des Finances Minister van Financie¨n 31- 7-2003

6

30- 9-2003 9-10-2003 22-10-2003 28-10-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003

45 54 66 70 81 83 97 104 137

Ludo Van Campenhout Geert Lambert Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Dirk Van der Maelen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters


2-2004 2-2004 2-2004 2-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004

Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Dirk Van der Maelen Yves Leterme Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Hendrik Bogaert Olivier Maingain Mw. Frieda Van Themsche Geert Bourgeois Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Willy Cortois Mw. Trees Pieters Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Carl Devlies Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters

Page Blz. 1748 1941 1944 1950 2094 2223 2228 2597 2599 2784 2787 2800 3225 3422 3426 3656 3922 3923 4107 4281 4575 4575 4576 4577 4724 4724 4725 4898 5071 5075 5332 5333 5334 5470 5471 5622 5623 5624 5625 5836 5836 5837 5977 5979 5980


796

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6308

Date Datum 26272728-

5-2004 5-2004 5-2004 5-2004

28- 5-2004 2237881515-

6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

Question no Vraag nr. 400 401 402 403 404 405 407 409 410 411 412 416 417

Auteur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Francis Van den Eynde Mme Catherine DoyenFonck Ludo Van Campenhout Carl Devlies Guido De Padt Jean-Jacques Viseur Georges Lenssen Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Carl Devlies Geert Versnick

Date Datum


5982 6128 6129

7- 6-2004 7- 6-2004 9- 6-2004

116 118 120

6130

11- 6-2004 15- 6-2004 16- 6-2004

122 123 124

16- 6-2004

125

Page Blz.

6130 6132 6134 6134 6135 6135 6136 6323 6323

11 12 14 44 47 66 91 99 108 140

1624293019294-

3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004 5-2004

141 148 152 153 158 171 173

6- 5-2004 10- 5-2004 10- 5-2004

179 181 182

19- 5-2004

190

5077 5336 5983 6137 6138 6138

19192526273449-

191 194 195 196 197 201 204 205 206

2003

2004

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken

24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 21-10-2003 3-11-2003 9- 2-2004

7 14 19 20 25 34 41 78

3341718116-

3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 3-2004 4-2004 4-2004

83 84 87 90 91 96 100

2224344-

4-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004

102 109 111 113 114

Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Geert Bourgeois Guy D’haeseleer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Guido Tastenhoye Mw. Yolande Avontroodt Mw. Annelies Storms Jo Vandeurzen Koen Bultinck Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block


40 253 601 602 778 1122 1523 3663 4111 4114 4282 4435 4581 4899

Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Yolande Avontroodt

6140 6142 6143 6324 6326 6326 6327

Santé publique — Volksgezondheid

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 6- 1-2004 13- 1-2004 23- 1-2004 16- 3-2004

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

Auteur

Page Blz.

5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jan Mortelmans Jo Vandeurzen Miguel Chevalier Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Geert Bourgeois Mme Muriel Gerkens Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Annelies Storms Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Mme Catherine DoyenFonck Guido De Padt Guido De Padt Mw. Trees Pieters Pierre Lano Guido De Padt Mw. Annelies Storms Mme Colette Burgeon Mme Colette Burgeon Mw. Magda De Meyer

254 255 256 1123 1125 2099 2605 2805 3230 4438 4438 4585 4731 4732 5078 5476 5478 5626 5627 5628 5839 5984 5985 5986 5987 6145 6146 6148 6148 6149


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004 Date Datum


9- 6-2004 9- 6-2004 9- 6-2004

210 216 217

9- 6-2004 9- 6-2004

218 223

11- 6-2004 14- 6-2004

224 225

6309

Auteur

Page Blz.

Mw. Maggie De Block Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Jo Vandeurzen

6150 6151

6153 6328 6329

Ećonomie — Economie

Roel Deseyn

6329

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

31 40

7- 6-2004

67

7- 6-2004

68

Mw. Martine Taelman Mw. Liesbeth Van der Auwera Mme Catherine DoyenFonck Mme Catherine DoyenFonck

49 51

7 37 43

3- 6-2004

48

2136 3051

3-12-2003 13- 2-2004 27- 5-2004

8 14 15

30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 27- 5-2004

4 5 6 7 8 9 11 12 13

28- 5-2004

14

11- 6-2004 16- 6-2004

15 16

André Frédéric 2108 Mw. Annelies Storms 3823 Mme Catherine DoyenFonck 6161

Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mme Catherine DoyenFonck Mme Catherine DoyenFonck Gerolf Annemans Francis Van den Eynde

2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6162 6162 6331 6332

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 27- 4-2004

6156

2003

15

Guido De Padt

5631

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

6157

Francis Van den Eynde 621 Mw. Annelies Storms 4736 Mme Catherine DoyenFonck 6158 Mw. Sabien LahayeBattheu 6160


6160 6330

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

22- 9-2003 31- 3-2004 27- 5-2004

Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques

Fonction publique — Ambtenarenzaken

9-12-2003 19- 1-2004

9- 7-2004 15- 6-2004

Auteur

Page Blz.

Gelijke Kansen — E´galité des chances


120


6151 6152

Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

11- 6-2004

Date Datum

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 13- 1-2004 14- 1-2004 22- 3-2004 2004

10 11 13

Mw. Trees Pieters Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters

2834 2836 4595


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6310

Date Datum


Auteur

Page Blz.

Date Datum

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 24- 3-2004

19

Mw. Greet Van Gool

26

Mw. Maggie De Block 6333


Auteur

Page Blz.

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris voor Europese Zaken, en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

4597

Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen 10- 6-2004


2003

19- 1-2004

9

15- 3-2004 11- 6-2004

2004

Willy Cortois

3053

11

Guido De Padt

4443

14

Gerolf Annemans

6333


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6311

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2003200421649

DO 2003200421649

Question no 292 de M. Olivier Maingain du 11 juin 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 292 van de heer Olivier Maingain van 11 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Détention à perpétuité.

Levenslange hechtenis.

Lorsqu’une personne est condamnée à une peine privative de liberté à perpétuité, la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle, prévoit que cette personne peut être libérée à condition qu’elle ait, entre autres, subi dix ans de sa peine ou quatorze ans en cas de récidive légale.

Krachtens de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling kan iemand die veroordeeld wordt tot een levenslange vrijheidsbenemende straf, voorwaardelijk in vrijheid gesteld worden, als de betrokkene tien jaar of, ingeval de veroordeelde zich in staat van wettelijke herhaling bevond, veertien jaar van zijn straf heeft ondergaan.

1. Votre administration peut-elle communiquer les statistiques concernant le prononcé de condamnations à perpétuité, et ce, arrondissement judiciaire par arrondissement judiciaire pour les cinq dernières années ?

1. Kan uw administratie de statistieken overleggen met betrekking tot de veroordelingen tot levenslange vrijheidstraffen die de afgelopen vijf jaar per gerechtelijk arrondissement werden uitgesproken ?

2. Pour chaque année de la période 1999-2003, combien de condamnés à la détention à perpétuité ontils été libérés ?

2. Hoeveel personen die tot levenslange hechtenis veroordeeld werden, werden er in de periode 19992003 jaarlijks vrijgelaten ?

3. Quelle est la durée moyenne de détention pour les personnes condamnées à la détention à perpétuité et libérées entre 1999 et 2003 ?

3. Hoe lang bleven personen die tot levenslange hechtenis veroordeeld en tussen 1999 en 2003 vrijgelaten werden, gemiddeld opgesloten ?

4. Parmi ces personnes libérées, combien d’entre elles avaient été condamnées suite à une récidive ?

4. Hoeveel van die vrijgelaten gedetineerden waren veroordeelde recidivisten ?

5. Parmi ces personnes libérées, combien d’entre elles ont récidivé à la suite de leur libération ?

5. Hoeveel van die vrijgelaten gedetineerden hebben na hun invrijheidstelling gerecidiveerd ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6312

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 293 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 293 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Voyages à l’étranger.

Reizen in het buitenland.

1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :

1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :

a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;

d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;

d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;

e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;

e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;

f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagnée, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;

f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;

g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagnée, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;

g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;

h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;

h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;

i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat;

i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;

k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;

k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;

l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?

l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?

2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?

2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?

b) Existe-t-il un règlement en la matière ?

b) Bestaat er een reglement terzake ?

c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?

c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.


2003

j) totale kostprijs ten laste van de overheid;

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6313

3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ? b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ? c) Quelle est la réglementation en la matière ?

3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?

DO 2003200421657

DO 2003200421657

Question no 294 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 14 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Traductions des déclarations verbales. — Désignation d’interprètes jurés. La loi du 3 mai 2003 modifiant le Code d’instruction criminelle et la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire en ce qui concerne la traduction des déclarations verbales dispose que les parties civiles doivent être assistées d’office par un interprète juré. 1. a) Combien d’interprètes ont-ils été désignés depuis l’entrée en vigueur de cette loi ? b) Sur la base de quelle procédure ? 2. a) Dans quels arrondissements les désignations ontelles eu lieu ? b) Existe-t-il une clé de répartition pour la désignation d’interprètes dans les différents arrondissements de Flandre et de Wallonie ? 3. Depuis l’entrée en vigueur de ladite loi, à combien de reprises a-t-on déjà sollicité les services d’un interprète juré, ce pour chaque arrondissement ?

Vraag nr. 294 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 14 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Vertalingen van mondelinge verklaringen. — Aanstelling van bee¨digde tolken. De wet van 3 mei 2003 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken wat betreft de vertalingen van mondelinge verklaringen, regelt dat een burgerlijke partij ambtshalve dient te worden bijgestaan door een bee¨digd tolk. 1. a) Hoeveel aanstellingen van tolken zijn geschied sedert de inwerkingtreding van deze wet ? b) Volgens welke procedure gebeurt deze aanstelling ? 2. a) In welke arrondissementen gebeurden deze aanstellingen ? b) Bestaat er een verdeelsleutel voor het aanstellen van tolken in de verschillende arrondissementen van Vlaanderen en Wallonie¨ ? 3. Hoeveel keer werd, sinds de inwerkingtreding van deze wet, al beroep gedaan op een bee¨digd tolk, en dit per arrondissement ?



Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ? c) Welke reglementering bestaat er terzake ?

DO 2003200421644

DO 2003200421644

Question no 219 de M. Jan Mortelmans du 10 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques : Achat de billets combinés train-tram. — Billets d’un jour. En semaine, les voyageurs qui souhaitent acheter un billet combiné train-tram peuvent se procurer un billet

Vraag nr. 219 van de heer Jan Mortelmans van 10 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Aankoop van gecombineerde trein-trambiljetten. — Dagpassen. Reizigers die een gecombineerd trein-trambiljet willen kopen, kunnen dat tijdens de week via een dag-


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6314

d’un jour, valable par exemple pour « De Lijn-Anverszone urbaine ». Le système informatique ne permettrait néanmoins pas de délivrer un tel billet pendant le week-end.

pas, bijvoorbeeld « De Lijn-Antwerpen-stadsgebied ». Het computersysteem zou echter niet in staat zijn zo’n dagpas af te leveren tijdens het weekeinde.

Quelles mesures ont-elles été prises pour remédier à cette situation ?

Welke maatregelen werden getroffen om dat te verhelpen ?

DO 2003200421645

DO 2003200421645

Question no 220 de M. Jan Mortelmans du 10 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 220 van de heer Jan Mortelmans van 10 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Achat de billets de train par le biais de distributeurs automatiques. — Week-end.

NMBS. — Aankoop van treinbiljetten via ticketautomaten. — Weekeinde.

Les voyageurs désireux de se procurer un billet de train aux guichets automatiques sont parfois confrontés à des surprises. Le voyageur qui achète un billet au guichet pendant le week-end se voit accorder automatiquement le tarif de week-end. Celui qui utilise le distributeur automatique doit lui-même demander la réduction par une pression sur l’écran, ce que certains voyageurs oublient parfois.

Reizigers die een treinbiljet wensen te kopen via de ticketautomaten komen al eens voor verrassingen te staan. Wie in het weekeinde aan het loket een ticket koopt, krijgt automatisch het weekendtarief. Wie dat via de automaten doet, moet dat zelf nog aanduiden via het scherm, wat al eens over het hoofd wordt gezien.

Est-il possible de configurer les appareils de telle sorte que le tarif correct soit appliqué automatiquement pendant le week-end ?

Is het mogelijk de automaten zodanig aan te passen dat tijdens het weekeinde automatisch het juiste tarief wordt toegepast ?

DO 2003200421646

DO 2003200421646

Question no 221 de Mme Zoé Genot du 10 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 221 van mevrouw Zoé Genot van 10 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Belgacom. — Budget publicité.

Belgacom. — Reclamebudget.

Dans le prix des SMS, et autres produits d’ailleurs, se retrouvent les milliers d’euros dépensés en publicité par Proximus, Base ou Mobistar.

In de prijs van SMS — en trouwens ook van andere producten — worden de duizenden euro die Proximus, Base of Mobistar aan reclame besteden, verrekend.

1. Quel est le budget publicité de Belgacom, téléphone fixe pour les particuliers ? Avec les détails de ces budgets publicité.

1. Wat is het reclamebudget van Belgacom voor de vaste telefonie, afdeling particulieren ? Graag een volledig overzicht.

2. Quel est le budget publicité de Proximus, filiale de Belgacom ? Avec les détails de ces budgets publicité.

2. Wat is het reclamebudget van Proximus, een dochteronderneming van Belgacom ? Ook hier graag een volledig overzicht.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6315

DO 2003200421334

DO 2003200421334

Question no 222 de M. Roel Deseyn du 11 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 222 van de heer Roel Deseyn van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Lacunes de la lutte contre la criminalité informatique.

Gebrekkige aanpak van de computercriminaliteit.

J’ai pu lire dans la presse que l’unité de police chargée de la lutte contre la criminalité informatique se compose de 17 personnes à l’échelle fédérale et de 75 personnes au niveau des arrondissements. On parle de la FCCU (Federal Computer Crime Unit) au niveau fédéral et des CCU au niveau des arrondissements. Dans le cadre d’une approche davantage proactive, l’internet est à présent surveillé plus activement. L’objectif est de produire un effet de dissuasion en démontrant aux contrevenants que le risque de se faire prendre est réel. Lors du Forum internet parlementaire, un orateur a souligné que les problèmes liés à internet ne sont pas neufs, mais que l’ancienne criminalité revêt une forme nouvelle et prend donc les mêmes proportions. Le manque de protection est total face à l’accessibilité accrue et aux dangers comme les cas d’abus d’enfants et de fraude.

Uit krantenartikels verstond ik dat de politieeenheid die de computercriminaliteit aanpakt uit 17 man op federaal niveau en uit 75 man op arrondissementieel niveau bestaat. Op federaal vlak spreekt men van de FCCU (Federal Computer Crime Unit), op arrondissementieel niveau van CCU’s. Om meer proactief te werk te gaan is men recentelijk begonnen met het actief patrouilleren op het internet. Bedoeling is een afschrikkingseffect teweeg te brengen door overtreders aan te tonen dat de pakkans reeël is. Op het Parlementaire Internet Forum wees een spreker erop dat de problemen die met het internet samenhangen niet nieuw zijn, maar dat het oude criminaliteit in een nieuw kleedje is en dus dezelfde proporties aanneemt. Tegenover de grotere toegankelijkheid en gevaren als kindermisbruik en fraude staat echter een schrijnend gebrek aan bescherming.

1. Donnez-vous raison aux experts qui estiment que la criminalité informatique est en hausse constante ou estimez-vous au contraire que le problème est sous controˆle ?

1. Geeft u de experts gelijk in hun these dat het probleem rond de computercriminaliteit dag op dag grotere proporties aanneemt, of bent u daarentegen van mening dat het probleem onder controle is ?

2. a) N’estimez-vous pas qu’il conviendrait de renforcer l’unité par des moyens tant humains que matériels ?

2. a) Acht u het niet nodig de eenheid te versterken met meer mensen en middelen ?

b) L’unité vous a-t-elle déjà adressé une requête à ce sujet ?

b) Heeft u in dit verband nog geen vraag vanuit de eenheid ontvangen ?

3. En 2000 déjà, le gouvernement avait annoncé la création d’une agence belge pour la sécurité de l’information et des télécommunications.

3. Reeds in 2000 heeft de regering gewag gemaakt van de oprichting van een Belgisch agentschap voor informatie- en telecommunicatieveiligheid.

a) Comment expliquez-vous que nous attendons toujours sa création aujourd’hui ?

a) Hoe verklaart u dat we nu nog steeds hierop wachten ?

b) Quand cette agence sera-t-elle une réalité ?

b) Wanneer zal het agentschap een feit zijn ?

c) Quelles seront ses compétences ?

c) Wat zullen de bevoegdheden ervan zijn ?

4. Il a récemment été question de failles éventuelles en ce qui concerne la protection des données des patients. Il serait même possible de recueillir des informations sensibles de réseaux d’hoˆpitaux au moyen d’un ordinateur portable depuis un parking proche, graˆce à une connexion sans fil.

4. Recentelijk kwamen de mogelijke gaten in de beveiliging van patie¨ntengegevens aan het licht. Zelfs via een laptop van op een nabijgelegen parking zou men, via een WiFi achterpoort, gevoelige informatie van ziekenhuisnetwerken kunnen plukken.

a) En qualité de responsable de la FCCU, avez-vous élaboré une stratégie commune avec M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, pour mieux protéger les données des patients contre le vol ?

a) Heeft u als verantwoordelijke voor de FCCU een gezamelijke strategie met minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte opgesteld om patie¨ntengegevens beter te beschermen tegen diefstal ?


2003

2004


797

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6316

b) Dans la négative, quelles actions envisagez-vous à l’avenir ?

b) Zo neen, welke acties plant u in de toekomst ?

5. Le bon fonctionnement de l’agence, de la FCCU et des CCU ne peut être assuré que s’ils disposent de moyens humains et financiers suffisants.

5. Voldoende menselijke en financie¨le middelen zijn essentieel voor de goede werking van het agentschap en de FCCU en CCU’s.

Quand et selon quelles modalités allez-vos dégager ces moyens ?

Hoe en wanneer zal u in deze middelen voorzien ?

DO 2003200421652

DO 2003200421652

Question no 224 de Mme Maggie De Block du 11 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 224 van mevrouw Maggie De Block van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Nouveaux passeports. — Personnel supplémentaire pour les administrations locales. — Mutations.

Nieuwe paspoorten. — Bijkomende aanwervingen van personeel bij de lokale besturen. — Mutaties.

Il me revient que les administrations locales auront la possibilité d’engager du personnel supplémentaire en vue de la confection des nouveaux passeports. Les membres du personnel de La Poste, de la SNCB et de Belgacom seraient prioritaires à cet égard. Au sein de La Poste, la reconversion de Taxipost entraıˆnera également un dégagement de personnel qui pourrait être affecté ailleurs.

Naar verluidt krijgen lokale besturen de kans om extra personeel aan te werven voor de op komst zijnde nieuwe paspoorten. Personeel van De Post, de NMBS en Belgacom zouden hierbij de eerste keuze krijgen. Binnen De Post gaat Taxipost in reconversie, zodat ook daar mensen vrijkomen voor een andere job.

Il semblerait toutefois que certains membres du personnel de Taxipost ne pourraient entrer en ligne de compte pour une telle opération. Les personnes handicapées par exemple ne se verraient pas offrir la possibilité, par leur employeur, de poser leur candidature à une mutation vers les administrations locales.

Uit casuı¨stiek blijkt dat binnen Taxipost niet alle personeelsleden in aanmerking zouden komen. Personen met een handicap bijvoorbeeld, zouden door hun werkgever niet de gelegenheid krijgen om zich aan te bieden voor een mutatie naar de lokale besturen.

1. Est-il exact que le personnel de La Poste, de la SNCB et de Belgacom bénéficiera de la priorité pour les mutations vers les administrations locales ?

1. Klopt het dat het personeel van De Post, de NMBS en Belgacom de voorkeur krijgen om te muteren naar de lokale besturen ?

2. Dans l’affirmative, le personnel de Taxipost bénéficiera-t-il également d’une telle priorité ?

2. Zo ja, geldt dit ook voor mensen van Taxipost ?

3. Quels travailleurs entrent concrètement en ligne de compte pour une mutation vers les administrations communales ?

3. Welke werknemers komen concreet in aanmerking voor een mutatie naar de gemeentebesturen ?

4. Qu’a-t-il été prévu pour les personnes handicapées ?

4. Welke regeling is voorzien voor personen met een handicap ?

5. Taxipost peut-il refuser l’offre d’un travail plus léger à un travailleur handicapé à 45 % ?

5. Kan Taxipost aan een werknemer met een handicap van 45 % weigeren om lichter werk aan te bieden ?

6. Quel roˆle doit ou peut jouer le service médical du travail en cette matière ?

6. Welke rol moet/kan de arbeidsgeneeskundige dienst hierin spelen ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6317

DO 2003200421676

DO 2003200421676

Question no 226 de Mme Marleen Govaerts du 16 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 226 van mevrouw Marleen Govaerts van 16 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Promesses d’amélioration des lignes ferroviaires au Limbourg.

NMBS. — Beloofde verbeteringen aan de spoorlijnen in Limburg.

Depuis de nombreuses années déjà, le Limbourg est traité en parent pauvre pour ce qui est des investissements dans le réseau ferroviaire.

Limburg wordt al jaren stiefmoederlijk behandeld wat betreft investeringen in het spoorwegnet.

Les travaux relatifs au « bocht van Leuven » et à la mise à deux voies prévue à Landen devraient enfin commencer. Le trajet entre Hasselt et Bruxelles sera ainsi réduit.

Eindelijk zou de zogenaamde « bocht van Leuven » gerealiseerd gaan worden en de ontdubbeling in Landen zodat de reisweg tussen Hasselt en Brussel zou verkort worden.

1. Pourriez-vous indiquer quand ces travaux seront effectivement réalisés et quel en sera le couˆt ?

1. Kan u meedelen wanneer dit werkelijk gaat gebeuren en hoeveel de kostprijs zal zijn ?

2. Dans quel délai la ligne 20, qui relie Hasselt à Maastricht, sera-t-elle remise en service ?

2. Wanneer gaat de lijn 20, Hasselt-Maastricht, terug in dienst gesteld worden ?

3. Quand procédera-t-on à l’extension de la ligne Hasselt-Genk vers le Maaskant ?

3. Wanneer wordt de lijn Hasselt-Genk doorgetrokken naar de Maaskant ?

4. Dans quel délai la ligne Hasselt-Neerpelt en liaison avec le Rhin de fer sera-t-elle rouverte ?

4. Wanneer wordt de lijn Hasselt-Neerpelt met aansluiting op de IJzeren Rijn heropend ?

5. Quel est le couˆt de la gare TGV de Liège et à combien avait-il été estimé initialement ?

5. Hoeveel heeft het TGV-station Luik gekost en op hoeveel was het oorspronkelijk beraamd ?

6. Quel est le couˆt de la nouvelle ligne ferroviaire Bruxelles-Liège et à combien avait-il été estimé initialement ?

6. Hoeveel heeft de nieuwe spoorbaan Brussel-Luik gekost en op hoeveel was dit beraamd ?


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 290 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 290 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :





a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6318

c) objet; d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation; e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté; f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté; g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet; h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet; j) couˆt total à charge de l’E´tat; k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits; l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ? 2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ? b) Existe-t-il un règlement en la matière ? c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ? 3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ? b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ? c) Quelle est la réglementation en la matière ?

c) doel; d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging; e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was; f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was; g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen; h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan; i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan; j) totale kostprijs ten laste van de overheid; k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden; l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ? 2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ? b) Bestaat er een reglement terzake ? c) Indien ja, dan graag kopie hiervan. 3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ? b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ? c) Welke reglementering bestaat er terzake ?

DO 2003200421662

DO 2003200421662

Question no 291 de M. Melchior Wathelet du 14 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Ressortissants étrangers s’inscrivant à la commune pour des raisons professionnelles. L’article 5 de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement

Vraag nr. 291 van de heer Melchior Wathelet van 14 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Inschrijving in de gemeente van buitenlandse onderdanen om professionele redenen. Artikel 5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6319

des étrangers, mentionne que l’étranger qui ne loge pas dans une maison d’hébergement soumise à la législation relative au controˆle des voyageurs est tenu de se faire inscrire à l’administration communale du lieu ou` il loge, dans les trois jours ouvrables de son entrée dans le Royaume, à moins qu’il n’appartienne à l’une des catégories d’étrangers que le Roi a dispensé de cette obligation.

vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, bepaalt dat de vreemdeling die niet logeert in een logementenhuis dat onderworpen is aan de wetgeving betreffende de controle der reizigers zich binnen drie werkdagen nadat hij het Rijk is binnengekomen moet laten inschrijven bij het gemeentebestuur van de plaats waar hij logeert, tenzij hij behoort tot een der categoriee¨n van vreemdelingen die de Koning van deze verplichting heeft vrijgesteld.

En vertu de l’article 20 de l’arrêté royal du 8 octobre 1981, l’étranger qui entre en Belgique pour un séjour n’excédant pas trois mois reçoit de l’administration communale du lieu ou` il loge un document appelé « déclaration d’arrivée ». Ce document est valable trois mois au maximum à partir de la date d’entrée dans le Royaume, à moins que le visa ou l’autorisation tenant lieu de visa, apposé sur le passeport ou le titre de voyage en tenant lieu, ne fixe une durée plus courte.

Krachtens artikel 20 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981, ontvangt de vreemdeling die Belgie¨ binnenkomt voor een verblijf van ten hoogste drie maanden van het gemeentebestuur van de plaats waar hij logeert een « aankomstverklaring ». Dat document is ten hoogste drie maanden geldig vanaf de datum van binnenkomst in het Rijk, tenzij het visum of de visum verklaring, aangebracht op het paspoort of de daarmee gelijkgestelde reistitel, een kortere duur bepaalt.

Selon le directeur général de l’Office des étrangers, vu que le détenteur de la déclaration d’arrivée doit apposer sa signature au bas du document, sa présence physique est requise, notamment lors de son inscription à l’administration communale et de la remise de la déclaration d’arrivée.

Volgens de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken is de fysieke aanwezigheid van de houder van de aankomstverklaring noodzakelijk op het ogenblik van zijn inschrijving bij het gemeentebestuur en de afgifte van zijn aankomstverklaring, aangezien hij onderaan het document moet tekenen.

Ni la loi du 15 décembre 1980, ni l’arrêté royal du 8 octobre 1981, ni l’exposé des motifs de la loi de 1980, ne font cependant état de la présence physique du ressortissant étranger comme un préalable à la signature de la déclaration d’arrivée.

Noch in de wet van 15 december 1980, noch in het koninklijk besluit van 8 oktober 1981, noch in de memorie van toelichting van de wet van 1980 wordt de fysieke aanwezigheid van de buitenlandse onderdaan echter als een voorwaarde voor de ondertekening van de aankomstverklaring beschouwd.

Il existe d’ailleurs un usage courant au sein des administrations communales consistant à procéder à l’inscription des ressortissants étrangers, en séjour temporaire, pour des raisons professionnelles, avant même leur arrivée effective sur le territoire belge. Cet usage me paraıˆt conforme à la législation précitée.

De gemeentebesturen hebben trouwens de gewoonte buitenlandse onderdanen die om professionele redenen tijdelijk in ons land verblijven, voó´r hun daadwerkelijke aankomst op het grondgebied in te schrijven. Die praktijk lijkt me niet strijdig met de aangehaalde wetgeving.

1. Sur quelle base légale ou réglementaire le directeur général de l’Office des étrangers se fonde-t-il pour étayer son affirmation sur l’obligation de la présence physique préalable de tout demandeur ?

1. Op welke wettelijke of reglementaire basis is het standpunt van de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, die oordeelt dat de aanvrager fysiek aanwezig moet zijn, gestoeld ?

2. S’il s’agit d’une interprétation personnelle, pouvez-vous indiquer s’il appartient au directeurgénéral de l’Office des étrangers de dire le droit et les mesures que vous comptez prendre pour restaurer la sécurité juridique au sein des administrations communales ?

2. Indien het om een persoonlijke interpretatie gaat, kan u me meedelen of het hem toekomt recht te spreken ? Welke maatregelen zal u nemen om de rechtszekerheid binnen de gemeentebesturen te herstellen ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6320

DO 2003200421663

DO 2003200421663

Question no 292 de M. Melchior Wathelet du 14 juin 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 292 van de heer Melchior Wathelet van 14 juni 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Uniformisation de l’armement des membres de nos services locaux de police. — Acquisition par certaines zones de police locales d’armes de poing de type P90.

Uniformering van de wapens van de leden van de lokale politiekorpsen. — Aankoop door sommige lokale politiezones van handvuurwapens van het type P90.

La police boraine vient, à l’instar d’une de ses consœurs et avec votre autorisation préalable de se doter de trois armes de poing de type P90, le modèle « Tactical » équipé d’un triple rail, le modèle « Picatinny » muni de visées spéciales et lumineuses et le modèle « Ampoint, Laser, Trjicon » particulièrement efficace pour les interventions.

Net als een van haar zusterkorpsen heeft de politiezone « Police boraine » onlangs, en met uw voorafgaande toestemming, drie handvuurwapens van het type P90 aangekocht : het « Tactical »-model, voorzien van een drievoudige rail, het « Picatinny »-model, uitgerust met een speciaal laservizier, en het voor interventies bijzonder doeltreffende « Ampoint, Laser, Trjicon »-model.

Je ne doute pas que ce nouvel armement, dans une zone confrontée à une criminalité particulièrement importante, assurera, indéniablement, un maximum de sécurité de facilité de manipulation et d’efficacité aux membres des services de police qui en seront les utilisateurs et qui auront, au préalable, participé régulièrement aux séances d’entraıˆnement et de formation spécifique dispensées par les moniteurs de tir.

Ik twijfel er niet aan dat in een zone waar de criminaliteit welig tiert, dat nieuw bijzonder handzaam en doeltreffend wapen de veiligheid van de politiemensen die het zullen gebruiken ten goede zal komen. Zij zullen vooraf immers geregeld aan schietoefeningen hebben deelgenomen en een specifieke door schietinstructeurs verstrekte opleiding hebben gekregen.

La possibilité pour les zones de police locales de bénéficier de ces armes de calibre 5,7 × 28, classées dans la catégorie des armes de guerre, étant soumise à votre autorisation préalable appelle certaines questions.

Lokale politiezones die willen beschikken over die wapens van kaliber 5,7 × 28, die in de categorie van de oorlogswapens worden gerangschikt, dienen u daartoe vooraf om toestemming te verzoeken. In dat verband zou ik u dan ook graag volgende vragen willen stellen :

1. Envisagez-vous, à l’heure actuelle, de donner l’autorisation à d’autres zones de police locales de se doter de ce type d’armement ?

1. Overweegt u thans andere lokale politiezones de toestemming te verlenen om over dat soort wapens te beschikken ?

2. Dans l’affirmative, lesquelles et quand ?

2. Zo ja, welke zones en wanneer ?

3. Sur la base de quels critères accorderez-vous ou non cette autorisation ?

3. Op grond van welke criteria zal u die toestemming al of niet verlenen ?

DO 2003200421672

DO 2003200421672

Question no 293 de M. Filip De Man du 16 juin 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 293 van de heer Filip De Man van 16 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Projet de directive concernant l’accompagnement de supporters de football en déplacement par des membres de la police locale.

Geplande richtlijn aangaande de begeleiding van voetbalsupporters op verplaatsing door lokale politiemensen.

Un article publié récemment dans un journal flamand faisait état d’une directive visant à confier à des membres de la police locale le soin d’accompagner les supporters lors des rencontres jouées en déplacement.

In een recent artikel in een Vlaamse krant werd gewag gemaakt van een richtlijn die bedoeld is om lokale politiemensen te laten instaan voor de begeleiding van supporters naar voetbalwedstrijden op verplaatsing.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6321

Concrètement, cela signifierait que la police locale de la commune A devrait accompagner les supporters vers la commune B ou` se dispute une rencontre. Sur place, elle devrait alors en outre assurer la sécurité.

Concreet zou dit betekenen dat de lokale politie van gemeente A verplicht wordt om de supporters te begeleiden naar gemeente B alwaar een westrijd wordt gespeeld. Ter plaatse dienen zij dan bijkomend in te staan voor de veiligheid.

E´tant donné qu’une telle initiative couˆtera une fois de plus beaucoup d’argent aux communes concernées (principalement en frais de déplacement) et que cette réglementation pourrait être à l’origine de nombreux problèmes sur le plan pratique, organisationnel et linguistique, les questions suivantes se posent.

Omdat dergelijk initiatief de gemeenten in kwestie alweer veel geld zal kosten (voornamelijk verplaatsingskosten) en omdat deze regeling tot heel wat praktische, organisatorische en taalconflicten zou kunnen leiden, rijzen volgende vragen.

1. Est-il exact qu’une telle directive est en cours d’élaboration ?

1. Klopt het dat dergelijke richtlijn wordt opgesteld ?

2. a) Dans l’affirmative, avez-vous songé à ses répercussions financières pour les budgets communaux ?

2. a) Zo ja, heeft u stilgestaan bij de financie¨le repercussies ervan op de gemeentelijke budgetten ?

b) Qui prendra en charge les frais de déplacement des corps de police ?

b) Wie zal er opdraaien voor de verplaatsingsonkosten van de korpsen ?

3. a) A-t-on réfléchi à tous les problèmes pratiques que cette directive pourrait entraıˆner ?

3. a) Is er nagedacht over alle praktische problemen die deze maatregel met zich kan meebrengen ?

b) Qu’en sera-il si des agents unilingues doivent se rendre dans une commune de l’autre roˆle linguistique ?

b) Wat met eentalige agenten op verplaatsing in een anderstalige gemeente ?

4. a) Comment concilier une telle directive avec le Plan national de sécurité qui prévoit un démantèlement de la capacité hypothéquée de la police locale ?

4. a) In welke zin is de richtlijn consequent met het Nationaal Veiligheidsplan alwaar wordt gesteld dat de gehypothekeerde capaciteit van de lokale politie zal worden afgebouwd ?

b) N’avait-on pas prévu une opérationalisation à grande échelle de la Réserve nationale ?

b) Kwam er geen grootschalige operationalisering van de Nationale Reserve ?



DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 29 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 29 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :





a) date et durée;

a) datum en duur;


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6322

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;



e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;


f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;


g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;




i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;


j) couˆt total à charge de l’E´tat;












3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?


b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?

b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?

c) Quelle est la réglementation en la matière ?

c) Welke reglementering bestaat er terzake ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6323



DO 2003200421665

DO 2003200421665

Question no 416 de M. Carl Devlies du 15 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 416 van de heer Carl Devlies van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Communes. — Litiges à propos de l’octroi d’intérêts de retard pour les arriérés de paiement des additionnels à l’impoˆt des personnes physiques. Un litige oppose l’E´tat belge et les villes et communes à propos de l’octroi d’intérêts de retard pour le versement, à titre d’arriérés, d’additionnels à l’impoˆt des personnes physiques au profit des communes. Ce problème s’est posé dans les années 90 et est également connu sous le nom de « dette Rosoux ».

Gemeenten. — Geschillen over toekenning van intrestvergoedingen voor de achterstallen van doorstorting van aanvullende personenbelasting.

Plusieurs communes ont intenté des actions en justice.

Door een aantal gemeenten werden vorderingen ingesteld voor de rechtbanken.

Les délais dans lesquels des actions peuvent être intentées étant désormais écoulés, une liste définitive des communes qui ont intenté une action en justice peut être établie.

Vermits thans de termijnen verstreken zijn binnen dewelke de vorderingen kunnen ingesteld worden, kan een definitieve lijst worden opgemaakt van de procederende gemeenten.

Pouvez-vous me dire quelles sont les communes qui ont intenté une procédure judiciaire en la matière ?

Kan u meedelen door welke gemeenten terzake een gerechtelijke procedure werd ingeleid ?

DO 2003200421666

DO 2003200421666

Question no 417 de M. Geert Versnick du 15 juin 2004 (N.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 417 van de heer Geert Versnick van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Sociétés. — Réserve d’investissement. — Exonération partielle des bénéfices. ` partir de l’exercice d’imposition 2004, certaines A sociétés peuvent bénéficier de l’exonération d’une partie de leurs bénéfices en constituant une réserve d’investissement (cf. article 194quater, CIR 1992).

Inkomstenbelastingen. — Vennootschappen. — Investeringsreserve. — Gedeeltelijke vrijstelling winsten.

Tussen de Belgische Staat en de steden en gemeenten bestaat een betwisting over het toekennen van intrestvergoedingen voor de achterstallen van doorstorting van aanvullende personenbelasting ten gunste van de gemeenten, die zich voordeed in de jaren ’90, ook bekend onder de naam « Rosoux-schuld ».

Vanaf aanslagjaar 2004 kunnen welbepaalde vennootschappen een deel van hun winsten vrijstellen door het aanleggen van een investeringsreserve (cf. artikel 194quater, WIB 1992).

Il me revient toutefois des problèmes arithmétiques insurmontables qui se posent lors de la fixation du montant d’une telle réserve ralentissent l’établissement des comptes annuels à déposer dans le délai légal.

Er bereiken mij echter berichten dat de vaststelling van het bedrag van een dergelijke reserve onoverkomelijke rekenkundige moeilijkheden oplevert, zodanig dat de afwerking van de binnen wettelijke termijn neer te leggen jaarrekeningen wordt vertraagd.

Pour le calcul de la réserve d’investissement, les (mutations dans les) réserves taxées avant impoˆts sont prises en considération. Toutefois, une fois que la réserve autorisée a été fixée, l’estimation de l’impoˆt doit être fondée sur des principes fiscaux et comptables, ce qui modifie encore la situation des réserves taxées. Ce calcul génère à son tour de nouveaux chiffres permettant de déterminer une autre réserve d’investissement.

Bij de bepaling van de investeringsreserve worden de (mutaties in de) belaste reserves voó´r belastingen in aanmerking genomen, maar na deze vaststelling van de toelaatbare reserve moeten op grond van fiscale en boekhoudkundige principes de geraamde belastingen berekend worden waardoor de toestand van de belaste reserves alsnog verandert. Dit schept op haar beurt weer een volgend cijfermatig model waaruit een andere investeringsreserve bepaald kan worden.


2003

2004


798

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6324

Il en résulte en tout état de cause que, pour l’exercice N + 1, le tableau des réserves utilisé pour déterminer la réserve d’investissement déroge aux réserves telles qu’elles figurent dans le bilan fiscal à déposer.

Het gevolg inmiddels is dat voor het boekjaar N + 1 de reservetabel voor het bepalen van de investeringsreserve afwijkt van de reserves zoals opgenomen in de neer te leggen fiscale balans.

La seule manière d’estimer l’impoˆt consiste à recourir à une équation à deux inconnues ou` les dépenses rejetées influent sur la réserve d’investissement autorisée, ce qui ne me paraıˆt nullement avoir été l’intention du législateur.

De enige manier om de geraamde belastingen te berekenen is via een wiskundige vergelijking met twee onbekenden, waarbij de verworpen uitgaven invloed uitoefenen op de toelaatbare investeringsreserve. Dit lijkt mij geenszins de bedoeling te zijn geweest van de wetgever.

En outre, les logiciels spécialement conçus pour le calcul des réserves d’investissement et alimentés par des données identiques, donnent tous un résultat différent. Il peut à tout le moins en être conclu que la législation est actuellement sujette à diverses interprétations en l’absence d’une directive plus transparente.

Bovendien blijken software-programma’s, die speciaal voor het berekenen van de investeringsreserves zijn geschreven, bij identieke input van gegevens elk een andere uitkomst te bieden. Dit betekent op zijn minst dat de interpretatie van de wetgeving vooralsnog uiteenloopt bij gebreke aan een heldere richtlijn.

J’en déduis dès lors qu’il n’est théoriquement pas possible de fixer définitivement une réserve d’investissement autorisée.

Mijn conclusie aldus is dat het theoretisch niet mogelijk is een definitieve toelaatbare belastingreserve vast te leggen.

1. Pensez-vous comme moi qu’il n’est arithmétiquement pas possible de déterminer la réserve autorisée ?

1. Deelt u mijn mening dat het rekenkundig niet mogelijk is de toelaatbare reserve te bepalen ?

2. Les données annexes changent en effet à chaque nouveau calcul.

2. De randgegevens wijzigen immers steeds bij elke nieuwe berekening.

Si vous ne partagez pas mon analyse, comment peuton calculer la réserve d’investissement en une seule fois sans que des problèmes se posent en ce qui concerne les tableaux de réserves ?

Indien u mijn mening niet deelt, hoe mag de investeringsreserve dan wel in één keer vastgesteld worden zonder dat er problemen rijzen in de reservetabellen ?



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 122 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 122 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :





a) date et durée;

a) datum en duur;


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6325

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;
































2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6326

DO 2003200421541

DO 2003200421541

Question no 123 de M. Jo Vandeurzen du 15 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 123 van de heer Jo Vandeurzen van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Cumul des indemnités d’invalidité avec le revenu professionnel. ` concurrence de quel montant les indemnités 1. A d’invalidité peuvent-elles être cumulées avec le revenu professionnel en 2004 ? ` partir de 2006, l’assujettissement au statut 2. A complet du conjoint aidant devient obligatoire pour les revenus de l’époux indépendant attribués au ` la conjoint, et ce pour les conjoints nés après 1955. A lumière de la première question, de quelle manière les revenus attribués au conjoint aidant sont-ils pris en compte :

Cumulatie van invaliditeitsvergoedingen met het beroepsinkomen.

a) comme des revenus propres de la femme, qui ne sont dès lors pas pris en compte pour le calcul du revenu professionnel autorisé de l’époux invalide;

a) als eigen inkomsten van de vrouw zonder dat deze inkomsten in aanmerking worden genomen voor het berekenen van het toegelaten beroepsinkomen van de invalide man;

b) comme des revenus professionnels du mari, comme c’est le cas aujourd’hui ?

b) als globale beroepsinkomsten van de man zoals op dit ogenblik gangbaar is ?

DO 2003200421673

DO 2003200421673

Question no 124 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 16 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 124 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 16 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Indemnités pour frais au bénéfice des clients des services de santé mentale (SSM) qui souhaitent réintégrer le monde du travail.

Onkostenvergoeding voor mensen uit de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) die terug aan het werk willen.

Les clients des SSM sont généralement confrontés à des dépenses supplémentaires lorsqu’ils intègrent le monde du travail. Songeons aux déplacements, aux repas à prendre à l’extérieur, aux frais vestimentaires, etc. Ces charges existent également lorsque l’intéressé rejoint le circuit du travail non rémunéré. Il en résulte qu’il est souvent plus couˆteux pour le client des SSM d’exercer une activité. L’évolution de la situation de ces personnes s’en trouve dès lors bloquée, malgré leur bonne volonté.

De inschakeling in een tewerkstellingssituatie brengt voor de meeste Geestelijke Gezondheidszorg-clie¨nten extra kosten met zich. Denken we maar aan de verplaatsingskosten, de maaltijden buitenshuis, kledij, enzovoort. Deze extra onkosten duiken ook op wanneer een GGZ-clie¨nt zich inschakelt in vormen van niet-betaald werk. Het gevolg is dat het aan de GGZ-clie¨nt vaak meer kost om zich in te schakelen dan om het niet te doen. Hierdoor blijven velen, ondanks hun goeie wil, ter plaatse trappelen.

Pour inciter au maximum les clients des SSM à participer au monde du travail, il conviendrait de prévoir une rémunération pour toute forme d’activité. Dans les situations ou` cela n’est pas possible, il faudrait au moins envisager des indemnités minimales pour frais. Ainsi, le client des SSM se sentira encouragé et ses chances de trouver une place dans le monde actif en seront accrues.

Om de GGZ-clie¨nten maximaal te stimuleren zich in te schakelen in het arbeidsmilieu, moet er naar worden gestreefd om voor elke vorm van arbeidsmatige activiteiten in een vergoeding te voorzien. In situaties waar dit niet kan, moet er tenminste in een minimale onkostenvergoeding worden voorzien. Op deze manier zal de GGZ-clie¨nt zich in de eerste plaats meer gestimuleerd voelen, en in de tweede plaats wordt de mogelijkheid dat hij of zij een plaatsje op de arbeidsmarkt vindt, groter.


2003

1. Tot welke bedragen is cumulatie van invaliditeitsvergoeding met het beroepsinkomen toegestaan in 2004 ? 2. Vanaf 2006 wordt het volledig statuut medewerkende echtgenote verplicht voor echtgenoten die geboren zijn na 1955 voor toegekende beroepsinkomsten van de andere partner. Hoe wordt dan in functie van vraag 1 de toekenning aan de meewerkende echtgenote in aanmerking genomen :

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6327

La prime minimale accordée aux participants pourrait s’élever à un euro de l’heure et s’ajouterait aux indemnités pour frais de déplacement et au revenu de remplacement éventuellement perçu par l’intéressé. Du point de vue du droit social, ceci peut être considéré comme des indemnités forfaitaires pour frais. Dans ce cas, l’impact sur l’allocation d’intégration des personnes handicapées, sur le montant de l’allocation des personnes bénéficiant du revenu d’intégration sociale ou sur les indemnités pour incapacité de travail, est nul.

E´én euro per uur zou de minimale beloning kunnen zijn die toegekend wordt aan de deelnemers, dit naast de vergoeding voor verplaatsingskosten en het vervangingsinkomen dat de persoon in kwestie eventueel geniet. Dit kan sociaal-rechtelijk worden aanvaard als een forfaitaire onkostenvergoeding. In dat geval is er geen impact op de integratietegemoetkoming aan personen met een handicap, noch op de hoogte van de uitkering van personen die een beroep doen op het leefloon, noch op de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid.

1. J’ai déjà été personnellement confrontée à des clients des services de santé mentale n’hésitant pas à dire qu’ils ne sont pas motivés à se mettre au travail — dans la mesure du possible précisément parce que les frais qui en découlent rendent l’opération peu intéressante.

1. Persoonlijk ben ik al geconfronteerd geweest met mensen uit de geestelijke gezondheidszorg die durven zeggen dat ze niet gemotiveerd zijn om — in de mate van het mogelijke — aan de slag te gaan, net omdat ze dan te maken krijgen met andere kosten die het niet de moeite waard maken.

Reconnaissez-vous qu’un problème se pose en la matière ?

Erkent u dat zich hier een probleem manifesteert ?

2. a) Puis-je vous inviter à vous concerter avec le secteur des SSM à ce sujet ?

2. a) Kan ik u ertoe bewegen om overleg te plegen hierover met de GGZ ?

b) Pouvez-vous marquer votre accord sur la solution proposée ou avez-vous une autre vision ?

b) Volgt u mij in deze denkpiste naar een mogelijke oplossing of hebt u een andere visie ?

3. Les pouvoirs publics pourraient-ils soutenir financièrement une telle mesure ?

3. Kan de overheid een dergelijke maatregel financieel steunen ?

DO 2003200421677

DO 2003200421677

Question no 125 de Mme Yolande Avontroodt du 16 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 125 van mevrouw Yolande Avontroodt van 16 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Numéro INAMI des médecins du travail. ` l’inverse d’autres médecins spécialistes, les médeA cins du travail ne disposent pas d’un numéro INAMI propre. Leur numéro se termine par 001, ce qui correspond aux médecins généralistes n’ayant pas suivi de formation complémentaire et ne disposant pas d’un certificat ECG.

RIZIV-nummer van arbeidsgeneesheren.

Conformément à l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, les médecins généralistes (médecins avec un numéro INAMI se terminant par 001 ou 002) peuvent encore facturer les consultations jusqu’au 31 décembre 2004.

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, kunnen algemeen geneeskundigen (artsen met een RIZIV-nummer dat eindigt op 001 of 002) nog tot 31 december 2004 consultaties aanrekenen.

1. Envisagez-vous d’octroyer un numéro INAMI propre aux médecins du travail, de sorte qu’ils puissent être agrées et reconnus en tant que médecins spécialistes ?

1. Overweegt u een eigen RIZIV-nummer toe te kennen aan arbeidsgeneesheren zodat zij als geneesheer-specialist erkend en herkend worden ?


2003

In tegenstelling tot andere geneesheren-specialisten hebben arbeidsgeneesheren geen eigen RIZIVnummer. Ze hebben een eindcijfer 001 dat overeenstemt met huisartsen die geen aanvullende opleiding hebben gevolgd en die geen EKG-certificaat hebben.

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6328

2. Les médecins disposant d’un numéro INAMI se terminant par 001 ou 002 pourront-ils encore prescrire des médicaments après le 31 décembre 2004 ?

2. Zullen de artsen met een RIZIV-nummer dat eindigt op 001 of 002 na 31 december 2004 nog medicijnen kunnen voorschrijven ?

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 224 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 224 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :





a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;





f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté ?













2003


2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6329













DO 2003200421660

DO 2003200421660

Question no 225 de M. Jo Vandeurzen du 14 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 225 van de heer Jo Vandeurzen van 14 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Médecins spécialistes en revalidation. — Critères d’agrément.

Revalidatieartsen. — Erkenningscriteria.

1. Selon vos propres estimations, y a-t-il actuellement suffisamment de médecins spécialistes en revalidation ?

1. Kan u meedelen of er op dit ogenblik, naar uw inschatting, voldoende revalidatieartsen zijn ?

2. Envisagez-vous d’évaluer et d’éventuellement revoir les critères d’agrément applicables à cette catégorie de médecins ?

2. Denkt u eraan om de erkenningscriteria voor revalidatieartsen te evalueren en eventueel te herzien ?

Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique


Ećonomie

Economie

DO 2003200421655

DO 2003200421655

Question no 120 de M. Roel Deseyn du 11 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 120 van de heer Roel Deseyn van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Procès en cours contre les pouvoirs publics portant sur des questions de télécommunication.

Rechtszaken die lopen tegen de overheid aangaande telecommunicatieaangelegenheden.

Plusieurs actions portant sur des questions de télécommunication seraient en cours contre l’E´tat belge

Tegen de Belgische Staat of/en het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) zouden


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6330

et/ou l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT).

een aantal rechtszaken aangaande telecommunicatieaangelegenheden lopen.

1. a) Quels sont les procès actuellement en cours contre l’E´tat belge et/ou l’Institut belge des services postaux et des télécommunications concernant des questions de télécommunication ?

1. a) Welke rechtszaken lopen op dit moment tegen de Belgische Staat of/en het BIPT aangaande telecommunicatieaangelegenheden ?

b) Pouvez-vous préciser, pour chacune de ces actions, quels sont le demandeur, le défendeur et quelle est la date du début du procès ?

b) Kan u voor elke rechtszaak de aanklager, de aangeklaagde en de startdatum voorleggen ?

2. Quels procès étaient en cours contre l’E´tat belge et/ou l’Institut belge des services postaux et des télécommunications concernant des questions de télécommunication au moment de votre entrée en fonctions comme ministre ?

2. Welke rechtszaken liepen op het moment van uw aantreden als minister bevoegd voor telecommunicatie tegen de Belgische Staat of/en het BIPT aangaande telecommunicatieaangelegenheden ?

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances


Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2003200421668

DO 2003200421668

Question no 51 de Mme Hilde Dierickx du 15 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 51 van mevrouw Hilde Dierickx van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Conducteurs du secteur des transports. — Infractions au Code de la route. — Période de déchéance du droit de conduire. — Aide du CPAS.

Autobestuurders werkzaam in de transportsector. — Verkeersovertredingen. — Rijverbodperiode. — OCMW-steun.

Les conducteurs du secteur des transports qui, à la suite d’une infraction au Code de la route, se voient déchus du droit de conduire se trouvent temporairement dans l’incapacité d’exercer leur profession.

Autobestuurders die werkzaam zijn in de transportsector en wegens een verkeersovertreding rijverbod opgelegd krijgen kunnen hun job dus tijdelijk niet uitoefenen.

E´tant donné que ces personnes ne disposent généralement pas d’autres ressources, il est demandé au CPAS d’allouer un revenu d’intégration aux intéressés pendant la période de déchéance. Le CPAS doit-il accéder à une telle demande et accorder un revenu d’intégration et/ou tout autre type d’aide ou de service ?

Aangezien zij meestal over geen andere bestaansmiddelen beschikken, wordt het OCMW gevraagd een leefloon voor de rijverbodperiode uit te keren. Dient bij een dergelijke aanvraag het OCMW leefloon en/of andere steun of dienstverlening te geven ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6331

E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 15 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 15 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :





a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;




















2003


2004


799

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6332











DO 2003200421675

DO 2003200421675

Question no 16 de M. Francis Van den Eynde du 16 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 16 van de heer Francis Van den Eynde van 16 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Terminologie.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Terminologie.

Dans le rapport annuel 2003-2004 du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme, je lis que : « Si la volonté du Centre n’est pas d’exercer un controˆle permanent sur le discours et sur les actes de chacun, il prend néanmoins à cœur sa mission pédagogique qui touche au changement profond des mentalités. [C’est pourquoi le Centre] (...) tend à lutter contre les stéréotypes et les généralisations et la paresse intellectuelle qui peuvent conduire à l’adoption de comportements discriminants. »

Ik lees in het jaarverslag 2003-2004 van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding volgende paragraaf : « Het ligt niet in de bedoeling van het Centrum om een voortdurende controle uit te oefenen op de woorden en daden van eenieder maar zeker en vast wel om zijn pedagogische taak ter harte te nemen. Die taak moet bijdragen tot een grondige mentaliteitsverandering. Daarom (...) poogt het Centrum te strijden tegen alle vormen van stereotypes, veralgemeningen en intellectuele luiheid die allemaal kunnen leiden tot discrimenerende gedragingen. ».

1. N’estimez-vous pas que ces termes sont pour le moins très excessifs, voire qu’ils paraissent un peu ridicules ?

1. Bent u niet van mening dat dit op zijn minst zeer overdreven en zelfs een beetje belachelijk klinkt ?

2. Ne semble-t-il pas puéril de recourir à cette terminologie à l’égard d’un public dont on peut tout de même supposer qu’il est adulte ?

2. Komt het niet wat kwezelachtig over, deze terminologie ten overstaan van een publiek, waarvan toch mag verondersteld worden dat het volwassen is, te gebruiken ?

3. Qu’entend-t-on ici par « paresse intellectuelle » ?

3. Wat wordt hier met het begrip « intellectuele luiheid » bedoeld ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6333

Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions


DO 2003200421647

DO 2003200421647

Question no 26 de Mme Maggie De Block du 10 juin 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions :

1. Eˆtes-vous disposée à étendre la mesure d’écartement préventif en cas de grossesse aux assistantes sociales des CPAS ? 2. Quel dispositif pratique et financier envisagezvous concrètement ? 3. Dans quel délai cette mesure pourrait-elle entrer en vigueur ?

Vraag nr. 26 van mevrouw Maggie De Block van 10 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen : Werkneemsters. — Zwangerschap. — Preventieve verwijdering van het werk. — Maatschappelijk werksters van het OCMW. Een aantal werkneemsters wordt in geval van zwangerschap preventief verwijderd van hun werk. Deze maatregel is verantwoord wegens het risico dat sommige werkneemsters lopen in aanraking te komen met virussen of andere risicofactoren die negatieve gevolgen kunnen hebben op de zwangerschap. Voor maatschappelijk werksters van het OCMW geldt deze regeling echter niet. Nochtans komen ook deze vrouwen in contact met een zeer divers publiek. Het ligt in de aard van hun job dat zij per definitie in contact moeten komen met mensen, onder wie er mogelijk dragers van bepaalde ziektekiemen kunnen zijn. 1. Bent u bereid om ook maatschappelijk werksters van het OCMW in geval van zwangerschap vroegtijdig van hun werk te laten verwijderen ? 2. Welke concrete praktische en financie¨le regeling overweegt u ? 3. Op welke termijn acht u deze maatregel mogelijk ?

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères


Travailleuses. — Grossesse. — Ecartement préventif du milieu de travail. — Assistantes sociales du CPAS. Certaines travailleuses enceintes font l’objet d’une mesure d’écartement préventif. Cette mesure est justifiée par le risque que courent certaines travailleuses d’entrer en contact avec des virus ou par d’autres facteurs à risque susceptibles d’influencer négativement l’évolution de la grossesse. Cette réglementation ne s’applique toutefois pas aux assistantes sociales des CPAS. Or, ces personnes entrent en contact avec un public très divers. La nature de leur travail implique des contacts avec des personnes, dont certaines pourraient être porteuses de germes pathogènes.

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 14 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjointe au ministre des Affaires étrangères : Voyages à l’étranger. 1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de

Vraag nr. 14 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken : Reizen in het buitenland. 1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6334

fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :

waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :

a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;






























2003


2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6335

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.


Vice-eerste minister en minister van Justitie

DO 2003200421496

DO 2003200421496

Question no 275 de M. Walter Muls du 13 mai 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 275 van de heer Walter Muls van 13 mei 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Composition du groupe de travail chargé d’examiner le statut juridique des internés.

Samenstelling van de werkgroep over de rechtspositie van de geı¨nterneerden.

Lors de la réunion de la commission de la Justice du mardi matin 11 mai 2004, vous avez annoncé que vous aviez composé un groupe de travail chargé d’étudier le statut juridique des internés.

Tijdens de voormiddagvergadering van de commissie voor de Justitie van 11 mei 2004 liet u weten dat u een werkgroep heeft samengesteld over de rechtspositie van de geı¨nterneerden.

1. Qui est membre de ce groupe de travail ?

1. Wie is lid van deze werkgroep ?

2. Quel est le statut de ce groupe de travail ?

2. Wat is het statuut van deze werkgroep ?

3. De quelle mission concrète le groupe de travail at-il été chargé ?

3. Welke concrete opdracht werd aan de werkgroep gegeven ?

4. Quel échéancier le groupe de travail devra-t-il respecter ?

4. Welk tijdskader is aan de werkgroep opgelegd ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 13 juillet 2004, à la question no 275 de M. Walter Muls du 13 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 13 juli 2004, op de vraag nr. 275 van de heer Walter Muls van 13 mei 2004 (N.) :

Lors du Conseil des ministres « sécurité et justice » de 30 et 31 mars 2004, il a été annoncé qu’une institution serait créée pour les internés, un hoˆpital pour 300 à 400 internés en Flandre et la rénovation d’une aide en Wallonie.

Op de Ministerraad van 30 en 31 maart 2004, veiligheid en justitie, werd er gesteld dat er voor de geı¨nterneerden een inrichting zal opgericht worden, een ziekenhuis voor een 350 à 400 geı¨nterneerden in Vlaanderen en de vernieuwing van een vleugel in Wallonie¨.

Il a également été annoncé à ce sujet qu’un groupe de travail serait chargé de préparer concrètement ce projet.

Ik dat verband werd ook gesteld dat een werkgroep zou belast worden met de concrete voorbereiding van dit concept.

1. Ce groupe sera constitué d’un représentant du ministre de la Santé publique, du ministre de la Justice et de l’Institut national maladie et invalidité; égale-

1. Deze werkgroep zal samengesteld zijn uit een afvaardiging van de minister van Volksgezondheid, van de minister van Justitie, van het Rijksinstituut


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6336

ment des communautés et des régions pour les thèmes qui les concernent.

voor ziekte en invaliditeitsuitkering en van de gemeenschappen en gewesten voor de thema’s die hen aanbelangen.

2. Ce groupe de travail a pour mandat : d’ébaucher une conception hospitalière adaptée, c’est-à-dire l’élaboration sur le plan du contenu de l’idée d’un campus hospitalier, et le développement des critères possibles afin de fixer l’endroit d’implantation et les critères concernant les exigences architecturales.

2. Deze werkgroep krijgt als mandaat : het uittekenen van een aangepast ziekenhuisconcept, dit wil zeggen de inhoudelijke uitwerking van het idee van ziekenhuiscampus, en het ontwikkelen van de mogelijke criteria om de locatie te bepalen en de criteria qua architectonische vereisten.

3. Formuler des recommandations en ce qui concerne la possibilité de conclure des accords de coopération entre les différents partenaires (justice, santé publique, communautés et régions) sur le plan financier, sur le plan du contenu, du partage et d’accords sur les compétences respectives;

3. Aanbevelingen opstellen in verband met mogelijke samenwerkingsafspraken tussen de verschillende partners (justitie, volksgezondheid, gemeenschappen en gewesten) zowel financieel, als inhoudelijk, en de bevoegdheidsverdeling en de afspraken hierover.

4. Ces recommandations sont attendues pour la fin de 2004.

4. Deze aanbevelingen worden verwacht tegen eind 2004.

DO 2003200421390

DO 2003200421390

Question no 290 de M. Alfons Borginon du 8 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 290 van de heer Alfons Borginon van 8 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Protocole additionnel des Nations unies contre la torture.

Bijkomend Protocol van de Verenigde Naties tegen foltering.

Le 18 décembre 2002, l’Assemblée générale de l’ONU a adopté le Protocole additionnel contre la torture.

Op 18 december 2002 werd het Bijkomend Protocol van de Verenigde Naties tegen foltering aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN.

Ce protocole est un instrument de prévention de la torture et d’autres traitements dégradants. Il instaure un système de visites régulières dans des institutions pénitentiaires par des organisations indépendantes nationales et internationales.

Het doel van dit protocol is om foltering en andere vormen van mishandeling te voorkomen door een systeem van regelmatige bezoeken in detentie-instellingen uitgevoerd door onafhankelijke nationale en internationale organisaties.

Pourquoi la Belgique n’a-t-elle pas signé ce protocole ? Notre pays envisage-t-il de le signer à l’avenir ? Dans l’affirmative, quand ?

Waarom werd dit protocol niet door Belgie¨ ondertekend en gaat Belgie¨ dit protocol in de toekomst ondertekenen en zo ja, wanneer ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 16 juillet 2004, à la question no 290 de M. Alfons Borginon du 8 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 16 juli 2004, op de vraag nr. 290 van de heer Alfons Borginon van 8 juni 2004 (N.) :

Le Protocole facultatif à la Convention contre la torture a été ouvert à la signature, conformément à l’article 27 (1) du protocole, le 4 février 2003. La signature et la ratification de ce protocole font partie d’un examen actuel par le gouvernement.

Het Facultatief Protocol bij de Conventie tegen foltering werd opengesteld voor ondertekening, overeenkomstig artikel 27 (1) van het protocol, op 4 februari 2003. De ondertekening en de bekrachtiging ervan worden thans door de regering onderzocht.

Lors de la procédure de ratification, il conviendra de se pencher sur la question du lien entre cet instrument et la Convention européenne pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants. En effet, les deux instruments complémentaires devront coexister. Ils instaurent tous

Naar aanleiding van de bekrachtiging ervan, moet aandacht uitgaan naar de band tussen dat instrument en het Europees Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Beide elkaar aanvullende instrumenten moeten inderdaad gelijktijdig bestaan. Beide instru-


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6337

deux des mécanismes de controˆle des lieux de privation de liberté.

menten voorzien in controlemechanismen aangewend in plaatsen waarin mensen van hun vrijheid worden beroofd.

J’ai demandé à mon collègue des Affaires étrangères, par courrier daté du 15 juin 2004, de procéder immédiatement à la signature du protocole.

Ik heb, per brief op 15 juni 2004, aan mijn collega van Buitenlandse Zaken gevraagd om onmiddellijk over te gaan tot het ondertekenen van het protocol.

DO 2003200421762

DO 2003200421762

Question no 304 de M. Filip De Man du 1er juillet 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 304 van de heer Filip De Man van 1 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Plan de crise en cas de détournements d’avion.

Crisisplan voor vliegtuigkapingen.

Nous avons appris à la lecture du quotidien flamand « De Tijd » du 24 juin 2004 que les cinq procureurs généraux de notre pays ainsi que le procureur fédéral avaient écrit à votre office une lettre dénonçant l’absence de plan de crise en cas de détournements d’avion.

In de krant De Tijd van 24 juni 2004 lezen wij dat de vijf procureurs-generaal van ons land en de federale procureur een brief aan uw ambt hebben geschreven met betrekking tot het ontbreken van een crisisplan voor vliegtuigkapingen.

Selon l’article de presse dont nous avons pris connaissance, de récentes simulations de prises d’otages ont montré qu’un tel plan était nécessaire. Ce plan de crise étant légalement obligatoire, les magistrats s’étonnent de ce qu’il n’ait toujours pas été élaboré.

Volgens het krantenartikel is uit recente gijzelingssimulaties gebleken dat er nood is aan dergelijk crisisplan. Niettegenstaande de wet zulk een plan verplicht, zijn de magistraten verbaasd dat dit plan nog steeds niet bestaat.

Les procureurs généraux affirment que les législations de 1937 et 1999 obligent les ministres de l’Intérieur, des Entreprises publiques et de la Justice à élaborer un plan de crise. Certains événements qui se sont produits récemment sur la scène internationale ont montré on ne peut plus clairement que les détournements d’avions étaient une activité particulièrement prisée des terroristes.

De procureurs-generaal zeggen dat de wetgeving uit 1937 en 1999 de ministers van Binnenlandse Zaken, Overheidsbedrijven en Justitie verplichten om zulk een plan uit te werken. Recente internationale gebeurtenissen hebben meer dan duidelijk gemaakt dat vliegtuigkapingen een populaire activiteit zijn bij terroristen.

1. Les informations publiées dans l’article du quotidien « De Tijd » sont-elles exactes ?

1. Is de informatie in het artikel van De Tijd juist ?

2. Pourquoi un tel plan n’a-t-il pas été conçu à ce jour ?

2. Waarom werd er tot op heden geen dergelijk plan opgesteld ?

3. Vous êtes-vous déjà concertée à ce sujet avec le ministre des Entreprises publiques et le ministre de l’Intérieur ?

3. Is er overleg gepleegd met de minister van Overheidsbedrijven en de minister van Binnenlandse Zaken ?

4. Quand pouvons-nous espérer que ce plan de crise devienne opérationnel ?

4. Wanneer mogen wij verwachten dat het crisisplan operationeel kan zijn ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 13 juillet 2004, à la question no 304 de M. Filip De Man du 1er juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 13 juli 2004, op de vraag nr. 304 van de heer Filip De Man van 1 juli 2004 (N.) :

L’article 44 de la loi du 27 juin 1937 portant révision de la loi du 16 novembre 1919 relative à la réglementation de la navigation aérienne, inséré par la loi du 3 mai 1999, dispose que les « ministres chargés de l’ad-

Artikel 44 van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, ingevoegd door de wet van 3 mei 1999, stelt dat « de ministers belast met


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6338

ministration de l’Aéronautique, de la Justice et de l’Intérieur élaborent ensemble, en concertation avec les autorités compétentes pour l’exploitation des aéroports et aérodromes, un plan de crise en ce qui concerne les mesures à prendre en cas de détournements d’avion, d’accidents d’aviation sur le territoire de la Belgique et d’alertes à la bombe dirigée contre l’infrastructure aéroportuaire sur le territoire de la Belgique ».

het bestuur van de Luchtvaart, Justitie en Binnenlandse Zaken werken gezamenlijk, in overleg met de overheden die bevoegd zijn inzake de exploitatie van de luchthavens en de luchtvaartterreinen, een crisisplan uit voor de gevallen van onwettige overmeestering van vliegtuigen, luchtvaartongevallen op het grondgebied van Belgie¨ en bomdreigingen gericht tegen luchthaveninfrastructuur gelegen op het grondgebied van Belgie¨ ».

Afin d’évaluer concrètement les mesures à adopter face à de tels évènements, le gouvernement a souhaité simuler une prise d’otages terroriste avec un détournement d’avion en organisant au mois de novembre 2003 l’opération « Zaventem-rouge ». Cet exercice a permis de mettre en lumière tous les problèmes de coordination entre les services de police, les autorités judiciaires et les responsables politiques des différents département concernés.

Om de te nemen maatregelen bij dergelijke gebeurtenissen concreet te evalueren, wenste de regering een simulatie uit te voeren van een gijzelneming bij een vliegtuigkaping en organiseerde daartoe in november 2003 de operatie « Zaventem-Rood ». Deze oefening heeft toegelaten om alle coo¨rdinatieproblemen tussen de politiediensten, de gerechtelijke autoriteiten en de beleidsverantwoordelijken van de diverse betrokken departementen aan het licht te brengen.

Lors du Conseil des ministres des 30 et 31 mars 2004, le gouvernement a adopté la Note-Cadre de sécurité intégrale qui consacre notamment la lutte contre le terrorisme comme une priorité en matière de politique criminelle. La fiche consacrée à ce phénomène criminel fait explicitement référence aux initiatives à prendre en cas de prises d’otages et de détournements d’avions.

Tijdens de Ministerraad van 30 en 31 maart 2004, keurde de regering de Kadernota integrale veiligheid goed, waarin onder meer de strijd tegen het terrorisme als één van de prioriteiten op het vlak van het strafrechtelijk beleid naar voor wordt geschoven. De fiche met betrekking tot dit criminele fenomeen verwijst expliciet naar de initiatieven die moeten worden genomen bij gijzelneming en vliegtuigkapingen.

Sur le plan judiciaire, j’ai souhaité que nous puissions très vite élaborer une circulaire avec le collège des procureurs généraux sur cette problématique tout en y associant le premier ministre et le ministre de l’Intérieur. Cette circulaire est sur le point d’être achevée et détermine les responsabilités des différents acteurs en cas de prise d’otages à caractère terroriste. Le collège des procureurs généraux a également été mandaté pour rédiger une circulaire générale sur les actions terroristes.

Op gerechtelijk vlak wenste ik dat we zeer snel met het college van procureurs-generaal een circulaire over deze problematiek konden opstellen, waarbij ook de eerste minister en de minister van Binnenlandse Zaken worden betrokken. Deze circulaire staat op het punt om te worden voltooid en bepaalt de verantwoordelijkheden van de verschillende actoren bij een gijzelneming met terroristisch karakter. Het college van procureurs-generaal werd eveneens gemandateerd om een algemene circulaire over de terroristische acties op te stellen.

En complément à cela, il y a aussi l’arrêté royal du 31 janvier 2003 qui détermine les plans d’urgence en cas d’évènements de crise : à ce propos, le plan catastrophe règle notamment les phases 3 et 4.

Daarnaast is er nog het algemeen koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor crisisgebeurtenissen en -situaties : hierbij worden bijvoorbeeld fase 3 en fase 4 van het rampenplan geregeld.

Contrairement à ce qui a été dit, il n’y a donc pas une absence d’instruments nous empêchant de réagir en cas de détournement d’avions.

Het is dus niet zo dat er momenteel een vacuu¨m zou zijn in geval van een vliegtuigkaping.

Par ailleurs, le ministre de l’Intérieur a chargé, depuis la fin de l’année 2003, le Centre de crise du gouvernement de préparer un plan de crise.

Naast de hiervoor vermelde instrumenten, gelastte de minister van Binnenlandse Zaken einde 2003 het Crisiscentrum van de regering met de opmaak en coo¨rdinatie van dit crisisplan.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6339


Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

DO 2003200421476

DO 2003200421476

Question no 82 de Mme Zoé Genot du 11 mai 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 82 van mevrouw Zoé Genot van 11 mei 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken :

Ducroire. — Projet de l’oléoduc Bakou-TbilisiCeyhan.

Delcrederedienst. — Project van de oliepijpleiding Bakoe-Tbilisi-Ceyhan.

De plus en plus de questions se posent concernant le projet de l’oléoduc Bakou-Tbilisi-Ceyhan (« BTC »). En effet, il semblerait que l’entreprise BP, un des actionnaires les plus importants, aurait dissimulé un rapport contenant des informations capitales en matière de sécurité et d’environnement. Une plateforme d’ONG a relevé 127 points enfreignant les « IFC Safeguard Policies » et, partant, les « Equator Principles ». En outre, l’entreprise BP aurait négocié un accord avec les pays concernés pour que le projet ne soit pas soumis aux dispositions légales pendant la durée de vie de ce projet, empêchant les gouvernements de fixer, par la suite, des conditions sociales ou environnementales supplémentaires.

De geplande aanleg van de oliepijpleiding BakoeTbilisi-Ceyhan (« BTC ») roept steeds meer vragen op. Zo zou BP, een van de hoofdaandeelhouders, een rapport met vitale veiligheids- en milieu-informatie achtergehouden hebben. Een platform van nietgouvernementele organisaties (NGO’s) heeft 127 inbreuken op de « IFC Safeguard Policies », en bijgevolg ook op de « Equator Principles », vastgesteld. Om te voorkomen dat de regeringen van de betrokken landen achteraf bijkomende sociale voorwaarden of milieueisen zouden formuleren zou BP bovendien met hen zijn overeengekomen dat ze het project zolang het loopt niet aan hun wetgeving zouden onderwerpen.

1. Le Ducroire a-t-il couvert, directement ou indirectement, une partie des investissements dans ce projet ?

1. Is de Delcrederedienst, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, tegemoet gekomen om een gedeelte van de investeringen in dit project te dekken ?

2. Si oui :

2. Zo ja,

a) Pour quel montant ? b) Eˆtes-vous au courant du rapport dissimulé par BP ? Quel est votre avis sur ce rapport ? c) Eˆtes-vous au courant des critiques de la plateforme des ONG ? Quel est votre avis sur les critiques émises ?

a) Voor welk bedrag ?

d) Est-il correct que les contrats de ce projet contiennent des clauses visant à exclure ce projet du controˆle politique et administratif des pays concernés ? Eˆtes-vous d’accord avec une telle approche ?

d) Klopt het dat de contracten die in het kader van dit project gesloten werden bedingen bevatten die moeten beletten dat de betrokken landen administratief en politiek toezicht uitoefenen op dit project ? Bent u het eens met een dergelijke benadering ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères du 12 juillet 2004, à la question no 82 de Mme Zoé Genot du 11 mai 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken van 12 juli 2004, op de vraag nr. 82 van mevrouw Zoé Genot van 11 mei 2004 (Fr.) :

J’ai l’honneur de renvoyer à la réponse faite par Mme Fientje Moerman, ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique par sa lettre du 3 juin 2004 (question no 100 du 11 mai 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 35, p. 5412).

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord door mevrouw Moerman, minister van Economie, van Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid gedaan in haar schrijven van 3 juni 2004 (vraag nr. 100 van 11 mei 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 35, blz. 5412).


2003

b) Bent u op de hoogte van het rapport dat BP zou achterhouden ? Hoe staat u tegenover dit rapport ? c) Bent u op de hoogte van de kritiek die het platform van de NGO’s op dit project heeft ? Hoe staat u tegenover deze kritiek ?

2004


800

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6340

DO 2003200421478

DO 2003200421478



Ducroire. — Projet de l’oléoduc Tchad-Cameroun.

Delcrederedienst. — Project van de oliepijpleiding Tsjaad-Kameroen.

De plus en plus de questions se posent concernant le projet de l’oléoduc Tchad-Cameroun notamment sur le plan social, environnemental et culturel. En plus, l’accord juridique conclu avec les pays concernés contiendrait des dispositions pour que le projet ne soit pas soumis aux dispositions légales pendant la durée de vie de ce projet, empêchant les gouvernements de fixer, par la suite, des conditions sociales ou environnementales supplémentaires.

De geplande aanleg van de oliepijpleiding TsjaadKameroen roept steeds meer vragen op, meer bepaald over de sociale en culturele impact en ook over de gevolgen voor het milieu. Om te voorkomen dat de betrokken landen achteraf bijkomende sociale voorwaarden of milieueisen zouden formuleren zou de juridische overeenkomst die met de regeringen van deze landen gesloten werd bovendien bepalen dat ze het project zolang het loopt niet aan hun wetgeving zouden onderwerpen.

1. Le Ducroire a-t-il couvert, directement ou indirectement, une partie des investissements dans ce projet ?

1. Is de Delcrederedienst, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, tegemoet gekomen om een gedeelte van de investeringen in dit project te dekken ?

2. Si oui :

2. Zo ja,

a) Pour quel montant ? b) Eˆtes-vous au courant des problèmes sociaux, environnementaux et culturels posés par ce dossier et qu’en pensez-vous ?

a) Voor welk bedrag ?

c) Est-il correct que les contrats de ce projet contiennent des clauses visant à exclure ce projet du controˆle politique et administratif des pays concernés ? Eˆtes-vous d’accord avec une telle approche ?

c) Klopt het dat de contracten die in het kader van dit project gesloten werden bedingen bevatten die moeten beletten dat de betrokken landen administratief en politiek toezicht uitoefenen op dit project ? Bent u het eens met een dergelijke benadering ?



J’ai l’honneur de renvoyer à la réponse faite par Mme Fientje Moerman, ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique par sa lettre du 3 juin 2004. (Question no 101 du 12 mai 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 35, p. 5413).

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord door mevrouw Moerman, minister van Economie, van Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid) gedaan in haar schrijven van 3 juni 2004. (Vraag nr. 101 van 12 mei 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, no 35, blz. 5413).

DO 2003200421480

DO 2003200421480



Ducroire. — Commission mondiale des barrages.

Delcredere. — World Commission on dams.

Les grands barrages ont des impacts très controversés en matière de développement durable et

Grote dammen hebben, vanuit het oogpunt van milieu en duurzame ontwikkeling, een zeer omstreden


2003

b) Bent u op de hoogte van de sociale en culturele implicaties, evenals van de milieuproblematiek die dit dossier kenmerken en wat is uw mening hierover ?

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6341

d’environnement. En 1998, la Banque mondiale et l’Union internationale pour la conservation de la nature (UICN) ont conjointement initié un processus qui a mené à la création de la « World Commission on dams » (Commission mondiale des barrages).

reputatie. In 1998 leidde een gemeenschappelijk initiatief van de Wereldbank en de World Conservation Union (IUCN) tot de oprichting van de World Commission on dams (Wereldcommissie voor Dammen).

Pendant deux ans, un forum composé d’ingénieurs, d’écologistes, de représentants de gouvernements, d’indigènes, de financiers, de personnes affectées par les barrages et de chercheurs, s’est engagé dans un processus sans précédent de formulation de politiques publiques globales. Ils ont signé, à l’unanimité, un rapport final en novembre 2000 intitulé « Barrages et développement : un nouveau cadre pour la prise de décision ». Ce rapport fournit l’analyse la plus complète et indépendante à ce jour sur la politique de construction des barrages. Il examine les performances technique, financière et économique des barrages, ainsi que leurs conséquences sociales et environnementales.

Gedurende twee jaar werkte een forum bestaande uit ingenieurs, vertegenwoordigers van de milieubeweging, van de regeringen, van de inheemse bevolking, financiers, mensen wier leven door de dammen beı¨nvloed wordt en onderzoekers, aan het uitzetten van bakens voor een globaal overheidsbeleid. Zo een denkoefening werd nooit voorheen gemaakt. In november 2000 keurde dit forum eenparig een eindrapport goed : « Dams and Development : A New Framework for Decision-Making ». Dit verslag bevat de tot op vandaag meest volledige en onafhankelijke analyse van het beleid inzake de bouw van dammen. Het bestudeert naast de technische, financie¨le en economische prestatie van de dammen ook hun sociale gevolgen en milieu-impact.

Le rapport contient des recommandations et des conclusions précises, notamment en matière de politique des agences de crédit à l’exportation, des agences d’aide bilatérales et des banques multilatérales de développement. Le rapport recommande l’établissement de procédures de classement d’alternatives, tout en respectant les directives de la Commission mondiale des barrages.

Het rapport bevat een aantal duidelijke aanbevelingen en besluiten, met name met betrekking tot het beleid van de agentschappen voor exportkredieten en voor bilaterale hulp en van de multilaterale ontwikkelingsbanken. Het verslag pleit voor het uitwerken van procedures om een rangorde van alternatieven op te stellen, waarbij de richtlijnen van de World Commission on dams in acht worden genomen.

1. Quelles mesures le Ducroire a-t-il prises pour tenir compte du rapport final de la Commission mondiale des barrages ?

1. Welke maatregelen nam Delcredere naar aanleiding van het eindrapport van de World Commission on dams ?

2. a) Le Ducroire a-t-il adapté ses procédures de décision pour tenir compte de ce rapport ?

2. a) Paste Delcredere zijn besluitvormingsprocedures aan aan dit rapport ?

b) Quand et de quelle manière ?

b) Wanneer en hoe ?

3. a) Combien de dossiers de barrages le Ducroire a-t-il approuvé dans la période 1993-2003 et pour quels pays ?

3. a) Hoeveel dossiers met betrekking tot de bouw van dammen keurde Delcredere in de periode 19932003 goed en voor welke landen ?

b) Quels sont les montants annuels qui ont été dégagés pour ce secteur durant cette période ?

b) Welk bedrag werd voor die sector gedurende diezelfde periode jaarlijks vrijgemaakt ?



J’ai l’honneur de renvoyer à la réponse faite par Mme Fientje Moerman, ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique par sa lettre du 3 juin 2004. (Question no 101 du 12 mai 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 35, p. 5414).

Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord door mevrouw Moerman, minister van Economie, van Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid) gedaan in haar schrijven van 3 juni 2004. (Vraag nr. 101 van 12 mei 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, no 35, blz. 5414).


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6342

DO 2003200421481

DO 2003200421481

Question no 85 de Mme Zoé Genot du 12 mai 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères : Rapport de l’Agence de crédit à l’exportation anglaise (ECGD) et le Ducroire. L’Agence de crédit à l’exportation anglaise ECGD vient de publier un rapport « Report on the comparison of export credit agencies ». Ce rapport compare la politique et la gestion de 10 grandes agences de crédit à l’exportation. L’agence de crédit à l’exportation belge (le Ducroire) n’est pas reprise dans cette étude.

Vraag nr. 85 van mevrouw Zoé Genot van 12 mei 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken : Verslag van de Britse dienst voor exportkrediet (ECGD) en Delcredere. Het Export Credits Guarantee Department (ECGD), de Britse delcrederedienst, publiceerde recentelijk een « Report on the comparison of export credit agencies ». Dat verslag vergelijkt het beleid en het beheer van tien grote diensten voor exportkrediet. De Belgische kredietverzekeringsmaatschappij (Delcredere) is daar niet bij. Volgens die studie houden de tien diensten bij de beoordeling van een dossier met drie soorten criteria rekening : de gevolgen voor de inheemse bevolking, de mogelijkheden tot hervestiging en de gevolgen voor het cultureel erfgoed. De Britse, Franse, Canadese, Zweedse en Japanse diensten voor exportkrediet houden, aldus nog de studie, ook rekening met andere aspecten van de mensenrechten.

L’étude signale que les dix agences lors de l’examen d’un dossier évaluent les enjeux dans trois domaines : les conséquences pour les populations indigènes, les perspectives de réinstallation des populations et les conséquences d’ordre patrimonial. Les agences de crédit à l’exportation anglaises, françaises, canadiennes, suédoises et japonaises évaluent également, toujours selon la même étude, d’autres aspects en matière des droits de l’homme. 1. a) Pourquoi le Ducroire n’est-il pas repris dans ce rapport ? b) L’ECGD a-t-il demandé au Ducroire de collaborer à l’étude ? c) Quelle a été la réponse du Ducroire ? 2. a) Le Ducroire fait-il également une évaluation des enjeux en matière de réinstallation des populations ? b) Si oui, lors de quel conseil d’administration les procédures et les méthodologies ont-elles été définies ? c) Quel en est le contenu ? d) Dans la négative, pour quelle raison ? 3. a) Le Ducroire fait-il également une évaluation des enjeux d’ordre patrimonial ? b) Si oui, lors de quel conseil d’administration les procédures et les méthodologies ont-elles été définies ? c) Quel en est le contenu ? d) Dans la négative, pour quelle raison ? 4. a) Le Ducroire fait-il également une évaluation des enjeux en termes de conséquences pour les populations indigènes ? b) Si oui, lors de quel conseil d’administration les procédures et méthodologies ont-elle été définies ?


2003

1. a) Waarom wordt Delcredere niet in dit rapport vermeld ? b) Vroeg het ECGD Delcredere aan die studie mee te werken ? c) Hoe luidde het antwoord van die dienst ? 2. a) Houdt Delcredere bij de beoordeling van dossiers eveneens rekening met de mogelijkheden tot hervestiging ? b) Zo ja, tijdens welke vergadering van de raad van bestuur werden de procedures en methodes omschreven ? c) Wat is de voorgeschreven werkwijze ? d) Zo neen, waarom niet ? 3. a) Neemt Delcredere ook criteria betreffende het cultureel erfgoed in aanmerking ? b) Zo ja, tijdens welke vergadering van de raad van bestuur werden de procedures en methodes omschreven ? c) Wat is de voorgeschreven werkwijze ? d) Zo neen, waarom niet ? 4. a) Houdt Delcredere ook rekening met de gevolgen voor de inheemse bevolking ? b) Zo ja, tijdens welke vergadering van de raad van bestuur werden de procedures en methodes omschreven ? 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6343

c) Quelle en est le contenu ? d) Dans la négative, pour quelle raison ? 5. a) Le Ducroire fait-il, comme les agences de crédit à l’exportation anglaises, françaises, canadiennes, suédoises et japonaises, également une évaluation d’autres aspects en matière des droits de l’homme ? b) Si oui, lors de quel conseil d’administration les procédures et méthodiques ont-elles été définies ? c) Quel en est le contenu ? d) Dans la négative, pour quelle raison ? Réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères du 12 juillet 2004, à la question no 85 de Mme Zoé Genot du 12 mai 2004 (Fr.) : J’ai l’honneur de renvoyer à la réponse faite par Mme Moerman, ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique par sa lettre du 3 juin 2004. (Question no 103 du 12 mai 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 35, p. 5415.)

c) Wat is de voorgeschreven werkwijze ? d) Zo neen, waarom niet ? 5. a) Beoordeelt Delcredere, zoals de Britse, Franse, Canadese, Zweedse en Japanse diensten voor exportkrediet, ook andere aspecten met betrekking tot de mensenrechten ? b) Zo ja, tijdens welke vergadering van de raad van bestuur werden de procedures en methodes omschreven ? c) Wat is de voorgeschreven werkwijze ? d) Zo neen, waarom niet ? Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken van 12 juli 2004, op de vraag nr. 85 van mevrouw Zoé Genot van 12 mei 2004 (Fr.) : Ik heb de eer te verwijzen naar het antwoord door mevrouw Moerman, minister van Economie, van Energie, Buitenlandse handel en Wetenschapsbeleid gedaan in haar schrijven van 3 juni 2004. (Vraag nr. 103 van 12 mei 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 35, blz. 5415.)

Ministre de l’Emploi et des Pensions

Minister van Werk en Pensioenen

Emploi

Werk

DO 0000200360102

DO 0000200360102

Question no 5 de Mme Maggie De Block du 30 juillet 2003 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions : Choˆmeurs complets indemnisés. — Formations professionnelles. Une étude de l’ONEm a révélé qu’à peine 2,6 % des choˆmeurs complets indemnisés suivent une formation professionnelle. Malgré le fait que le groupe-cible ne représente pas la totalité des personnes qui participent à une formation professionnelle, l’étude montre que les formations professionnelles ne remportent hélas guère de succès parmi les choˆmeurs. L’étude indique par ailleurs qu’en matière de formations professionnelles il existe aussi des divergences intercommunautaires. Mais c’est surtout à Bruxelles qu’on tire la sonnette d’alarme. « La situation est inquiétante », dit-on sans détours. Les groupes à risque semblent être partout sous-représentés, alors qu’ils devraient précisément le plus bénéficier des formations professionnelles. Mais le pire est la sous-représentation des choˆmeurs de longue durée et des femmes. L’étude débouche sur la conclusion contradictoire que les personnes récemment diploˆmées et les plus qualifiées bénéficient de la majorité des formations.

Vraag nr. 5 van mevrouw Maggie De Block van 30 juli 2003 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen : Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen. — Volgen van beroepsopleidingen. Uit een studie van de RVA blijkt dat amper 2,6 % van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW’s) een beroepsopleiding volgt. Ondanks het feit dat de bestudeerde doelgroep niet de totaliteit vertegenwoordigt van cursisten in beroepsopleiding, geeft ze een representatief beeld van het helaas geringe succes van beroepsopleidingen bij werklozen. Bovendien toont de studie aan dat ook op het vlak van beroepsopleidingen intergewestelijke verschillen bestaan tussen Vlaanderen en Wallonie¨. Maar vooral over Brussel wordt de noodklok geluid. « De toestand is zorgwekkend », luidt het onomwonden. Ook de risicogroepen blijken overal ondervertegenwoordigd. Nochtans zouden zij het meeste baat moeten hebben van het volgen van een beroepsopleiding. Als klap op de vuurpijl zijn ook de langdurig werklozen en de vrouwen ondervertegenwoordigd. De studie komt tot de contradictorische vaststelling dat de recentst en hoogst geschoolde personen de meeste opleiding krijgen.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6344

1. Envisagez-vous de prendre une initiative pour vous concerter avec vos collègues de Flandre, de Wallonie et de Bruxelles pour remédier au problème du faible nombre de choˆmeurs complets indemnisés qui suivent une formation professionnelle ?

1. Overweegt u een initiatief te nemen om overleg te plegen met uw collega’s uit Vlaanderen, Wallonie¨ en Brussel, teneinde te verhelpen aan het beperkt aantal UVW’s dat een beroepsopleiding volgt ?

2. Envisagez-vous, en tant que président du comité de concertation entre l’ONEm fédéral et les services régionaux compétents en matière d’emploi et de formation professionnelle, de prendre une initiative pour mieux transmettre les données relatives aux choˆmeurs qui refusent ou abandonnent une formation professionnelle ?

2. Overweegt u als voorzitter van het overlegcomité tussen de federale RVA en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding een initiatief te nemen teneinde te komen tot een betere transmissie van gegevens van werklozen die weigeren een beroepsopleiding te volgen of een opleiding stopzetten ?

3. Quels mécanismes de garantie comptez-vous préconiser pour que les trois services concernés compétents en matière d’emploi et de formation assurent la transmission uniforme de ces données de la même manière et avec la même diligence ?

3. Welke garantiemechanismen overweegt u te bepleiten opdat de transmissie van deze gegevens op dezelfde manier en met dezelfde welwillendheid zal worden uitgevoerd door de drie betrokken diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding ?

Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 5 de Mme Maggie De Block du 30 juillet 2003 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 5 van mevrouw Maggie De Block van 30 juli 2003 (N.) :

En réponse à votre question, je veux tout d’abord remarquer qu’il existe différentes possibilités pour les choˆmeurs de se former et de rester à la page et que la formation professionnelle n’est qu’une de ces possibilités. Les choˆmeurs peuvent également suivre des études à horaire décalé et même, sous certaines conditions des études à temps plein avec maintien de leur allocation de choˆmage (par exemple dans un établissement d’enseignement, via l’enseignement de promotion sociale ou via l’éducation de la seconde chance.

In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat ik, vooreerst wil opmerken dat er meerdere mogelijkheden zijn voor werklozen om zich bij te scholen en bij te blijven, en dat de beroepsopleiding slechts één van die mogelijkheden is. Werklozen kunnen immers ook nietvoltijdse studies volgen, en onder bepaalde voorwaarden zelfs studies met volledig leerplan volgen, met behoud van hun werkloosheidsuitkeringen (bijvoorbeeld, in onderwijsinrichting, via onderwijs sociale promotie, via tweedekansonderwijs, ...).

Chaque année, il y a plus de 10 000 choˆmeurs qui suivent de telles études ou formations. En dehors de cela, un choˆmeur peut bien suˆr aussi, pour autant qu’il reste disponible pour le marché de l’emploi et continue à se présenter au controˆle communal, suivre des cours ou des formations de courte durée, même pendant la journée, sans qu’il doive en faire la déclaration à l’ONEM. Encore une fois, en dehors de cela, le choˆmeur peut également participer à une formation professionnelle au sens strict, étant une formation professionnelle organisée ou subsidiée par le service subrégional pour l’emploi et la formation professionnelle. Votre question ne concerne donc qu’une partie de l’offre de formation existante.

Elk jaar volgen zo meer dan 10 000 werklozen een dergelijke studie of opleiding. Daarnaast kan een werkloze natuurlijk ook, voorzover hij beschikbaar blijft voor de arbeidsmarkt en de stempelcontrole blijft volgen, korte cursussen en opleidingen volgen, zelfs overdag, zonder dat hij hiervan aangifte moet doen bij de RVA. En nog eens daarnaast kan een werkloze ook deelnemen aan een beroepsopleiding in de enge zin, zijnde een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding. Uw vraag betreft dus slechts een deel van het opleidingsaanbod.

1. L’organisation de ces formations professionnelles au sens strict relève donc complètement de la compétence des services régionaux, FOREM, ORBEM, VDAB, sous la tutelle du ministre régional compétent. En tenant compte de leurs moyens financiers, ils organisent, en fonction de l’offre et de la demande, des formations pour lesquelles il y a un besoin sur le marché de l’emploi.

1. De organisatie van deze beroepsopleidingen in de enge zin behoort dus tot de uitsluitende bevoegdheid van de gewestelijke diensten FOREM, BGDA, VDAB, onder voogdij van de regionaal bevoegde minister. Rekening houdend met hun financie¨le mogelijkheden organiseren zij, in functie van vraag en aanbod, de opleidingen waaraan een behoefte is op de arbeidsmarkt.

La politique et les possibilités en matière de formation devraient être de plus en plus encadrées dans une

Dit opleidingsbeleid en opleidingsaanbod moet trouwens meer en meer gekaderd worden binnen een


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6345

action sur mesure; sur la base d’une analyse individuelle des avantages et des inconvénients on arrive en collaboration avec le service de l’emploi à dessiner un trajet individuel dont la formation professionnelle peut être l’un des éléments. De cette manière on évite d’organiser des formations pour donner de la formation. Dans le cadre de cette approche nouvelle on a programmé d’autres actions aussi bien avant la formation qu’après (par exemple pour commencer entrainement de sollicitation et accompagnement social et projets d’expérience professionnelle après). Les dernières années, les efforts des régions augmentent systématiquement. Les lignes directrices pour l’emploi prévoient d’ailleurs l’engagement pour les E´tats membres à faire des efforts importants relatifs à la prévention du choˆmage de longue durée, par un accompagnement des jeunes choˆmeurs avant qu’ils n’atteignent six mois de choˆmage et, pour les autres, avant qu’ils n’atteignent 12 mois de choˆmage.

maataanpak van de werkzoekende : op basis van een individuele analyse van sterkten en zwakten wordt samen met de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling een individueel traject uitgestippeld, waarvan opleiding één van de elementen kan zijn. Op die manier wordt vermeden opleiding om de opleiding te organisere. In deze vernieuwde aanpak zijn er meestal zowel voó´r de opleiding als na de opleiding nog andere acties gepland (bijvoorbeeld sollicitatietraining en sociale begeleiding vooraf, en werkervaringsprojecten achteraf). De afgelopen jaren nemen de inspanningen van de gewesten stelselmatig toe. De Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren voorzien trouwens belangrijke inspanningsverbintenissen van de lidstaten aangaande de preventie van langdurige werkloosheid, door een begeleiding van jonge werkzoekenden voó´r ze 6 maanden werkloos zijn, en van de anderen voó´r ze 12 maanden werkloos zijn.

Ceci ne veut pas dire qu’il n’y a pas de problèmes. Ni qu’il n’y aurait pas de problèmes en ce qui concerne la formation des choˆmeurs. Ici également il faut renforcer les efforts et il faut surtout veiller à augmenter le degré de participation des groupes qui n’ont pour l’instant pas suffisamment d’accès à la formation comme par exemple les travailleurs moins formés. Ce thème important qui existe à se former et à rester à la page pendant toute sa vie était déjà un des sujets importants à la conférence pour l’emploi qui s’est terminée en automne dernier.

Dit wil echter nog niet zeggen dat er geen problemen zijn. Net zo min trouwens alsof er geen problemen zouden zijn bij de opleiding van werkenden. Ook hier moet de inspanning verhoogd worden, en moet in het bijzonder gewaakt worden over een verhoging van de participatiegraad van groepen die momenteel onvoldoende toegang hebben tot opleiding, zoals bijvoorbeeld de mindergeschoolden en de ouderen. Dit belangrijke thema van levenslang leren en bijblijven is trouwens één van de belangrijke onderwerpen op de werkgelegenheidsconferentie die in de herfst van vorig jaar beeïndigd werd.

Comme vous le savez, les thèmes que vous mentionnez sont venus à l’ordre du jour dans le contexte des négociations que j’ai mené aussi bien avec les régions et communautés qu’avec les partenaires sociaux dans le cadre du nouveau système d’un meilleur suivi de la disponibilité des choˆmeurs. Nous avons progressé dans la concertation avec les communautés et les régions. Dorénavant, chaque jeune et chaque adulte reçoit une offre d’accompagnement, de formation ou d’expérience professionnelle respectivement pour le sixième et le douzième mois. Les communautés et les régions concrétiseront cette offre par phases mais s’engagent cependant à proposer une approche concluante pour l’ensemble du groupe cible d’ici la mi2007. Il s’agit d’une avancée importante.

Zoals u weet werden de thema’s die u aanbrengt op de dagorde gezet binnen de context van de onderhandelingen die ik gevoerd heb met zowel de gewesten en de gemeenschappen alsmede met de sociale partners binnen het kader van het nieuwe stelsel van een betere opvolging van de beschikbaarheid van de werkloze. In het overleg met de gemeenschappen en de gewesten realiseerden we een doorbraak. Elke jongere krijgt voortaan voor de zesde maand en elke volwassene voor de twaalfde maand een begeleidings-, opleidingsof werkervaringsaanbod. De gemeenschappen en de gewesten gaan dit gefaseerd uitwerken maar engageren zich wel om tegen medio 2007 een sluitende aanpak voor heel de doelgroep te realiseren. Dit is een belangrijke doorbraak.

2. La transmission de données constitue elle aussi un volet de cet accord. Un vaste échange de données sur support électronique est mis en place entre l’ONEM et les services de placement.

2. Ook de transmissie van gegevens vormt een onderdeel van dit akkoord. Een uitgebreide en elektronische gegevensuitwisseling wordt opgezet tussen de RVA en de bemiddelingsdiensten.

3. L’exécution de cet accord de coopération fait l’objet d’une évaluation tous les six mois.

3. De uitvoering van dit samenwerkingsakkoord wordt elke zes maanden gee¨valueerd.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6346

DO 2003200400112

DO 2003200400112

Question no 31 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 27 octobre 2003 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :

Vraag nr. 31 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 27 oktober 2003 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :

ALE. — Réorganisation de l’ensemble des missions. Lors de la Conférence sur l’emploi, il a été convenu que les nouveaux demandeurs d’emploi qui peuvent être aidés par des emplois dans le domaine des travaux ménagers seront orientés, à compter de l’année prochaine, vers des contrats par le biais de chèquesservices, et non plus vers un emploi via le système des ALE. Les agences locales pour l’emploi (ALE) se voient donc confier une nouvelle mission. La réglementation en matière d’ALE continue en effet d’exister pour des activités étrangères aux travaux domestiques, comme le jardinage.

PWA’s. — Hertekening takenpakket. In de Werkgelegenheidsconferentie is overeengekomen dat nieuwe werkzoekenden die geholpen kunnen worden met jobs in de huishoudelijke sfeer, vanaf volgend jaar georie¨nteerd zullen worden naar contracten via dienstencheques, en niet langer naar werk via het PWA-systeem. De plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) krijgen dus een bijkomende opdracht. De PWA-regeling blijft immers bestaan voor activiteiten buiten de huishoudelijke sfeer, zoals werk in de tuin.

1. La réorganisation de l’ensemble des missions des ALE a-t-elle des conséquences sur le financement des ALE existant ?

1. Heeft de hertekening van het takenpakket van de PWA’s gevolgen voor de bestaande financiering van de PWA’s ?

2. La subvention octroyée par l’ONEM pour les agents ALE sera-t-elle maintenue dans son intégralité ou sera-t-elle adaptée si une ALE demande également un agrément en tant qu’entreprise de services ?

2. Zal de RVA-subsidie voor PWA-beambten onverkort blijven bestaan of zal deze worden aangepast indien een PWA ook een erkenning als dienstenonderneming aanvraagt ?

3. L’obligation existante pour les ALE d’affecter 25 % de leurs bénéfices à la formation et à l’apprentissage de leurs travailleurs sera-t-elle maintenue ? 4. a) Certaines ALE qui demandent un agrément en tant qu’entreprise de services ne doivent-elles pas craindre, au début de leur activité dans le cadre des chèques-services, d’être confrontées à des problèmes financiers en raison de la période entre le paiement de leurs travailleurs et le paiement des chèques-services envoyés ? b) Dans l’affirmative, comment aller-vous anticiper ce problème ? Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 31 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 27 octobre 2003 (N.) : Le nouveau dispositif des titres-services n’est pas encore d’application. Il va de soi que, lors de la mise en œuvre d’une nouvelle mesure, toute une série de problèmes se posent pour lesquels des solutions sont recherchées. Actuellement, je suis en mesure de donner les réponses suivantes à vos questions : 1. Les moyens affectés aux ALE sont des moyens récurrents. Dans le budget de l’année 2003, les frais de fonctionnement et de personnel s’élevaient à 29 503 millions d’euros. Un montant identique est également inscrit au budget de l’année 2004.

3. Zal de bestaande verplichting van PWA’s om 25 % van hun winsten te besteden aan vorming en opleiding van hun werknemers gehandhaafd blijven ?


2003

4. a) Dreigen sommige PWA’s die een erkenning als dienstenonderneming aanvragen bij de aanvang van hun activiteiten in het kader van dienstencheques geen financie¨le problemen te krijgen omwille van de periode tussen het uitbetalen van hun werknemers en de uitbetaling van de ingestuurde dienstencheques ? b) Zo ja, hoe zal u op dit probleem anticiperen ? Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 31 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 27 oktober 2003 (N.) : De nieuwe regeling inzake de dienstencheques is nog niet van toepassing. Het spreekt vanzelf dat er zich bij het invoeren van een nieuwe maatregel een aantal problemen stellen, waarvoor er oplossingen gezocht worden. Op dit ogenblik kan ik u het volgende antwoorden op uw vragen : 1. De middelen voor de PWA’s zijn recurrente middelen, in de begroting van 2003 bedroegen de werkingsmiddelen en personeelskosten 29 503 miljoen euro. Ook in de begroting van 2004 is eenzelfde bedrag ingeschreven. 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6347

2. Dans une circulaire aux ALE, il a été précisé que l’entreprise agréée doit rembourser à l’ONEM une partie de la rémunération de l’agent ALE. Cela signifie qu’il faut déterminer, sur la base de critères objectifs, le pourcentage de temps que l’agent ALE preste pour l’entreprise agréée et donc pas pour l’ASBL ALE. L’ONEM enverra alors une facture à concurrence de ce pourcentage, par trimestre, à l’entreprise agréée. Cette facturation de rémunération débutera dès l’instant où le premier travailleur est engagé. 3. L’obligation qui est imposée aux ALE d’utiliser au moins un quart des revenus qu’ils retirent des chèques ALE, pour le financement des formations au profit de leurs travailleurs ALE, sera en tout cas maintenue. En effet, ces formations peuvent faciliter la transition des travailleurs ALE vers le système des titresservices. 4. Une série de mesures de soutien ont été prises pour faciliter le passage de l’ALE à l’entreprise de services. — Au début de cette année, il a été précisé que, pour se lancer, les ALE peuvent recourir à un capital de départ provenant des réserves ALE disponibles. Ce capital de départ peut servir à la création de la section sui-generis. Cet investissement peut être considéré comme une dépense s’inscrivant dans le cadre de l’obligation de consacrer 1/4 à des formations et initiatives d’insertion. — En collaboration avec ma cellule stratégique et avec les représentants des administrations locales, l’ONEM a également organisé à l’échelon provincial des séances d’information portant sur la réforme du système des ALE et des titres-services. — On a commencé une formation poussée pour les agents ALE intéressés par le lancement d’une entreprise fonctionnant au moyen de titres-services. — Il a aussi été décidé que les ALE bénéficieraient, à partir du 1er juin 2004, de la réduction des charges « SINE ». Tout récemment, il a été décidé de continuer à développer ce soutien. — L’ONEM est disposé à rassembler de bons exemples de cadres concrets convenus entre différents partenaires, afin que les petites ALE qui souhaitent adhérer au système via un accord de coopération puissent tirer des enseignements de l’expérience acquise par d’autres. — Pour lever les derniers doutes et les dernières imprécisions qui pourraient subsister parmi les administrateurs et les agents des ALE, il a été décidé d’étendre la ligne-employeur ouverte dans le cadre des titres-services. Tous les agentes et administrateurs des ALE qui s’interrogent sur la transition vers l’entreprise de services peuvent désormais poser leurs questions directement au 02-5154020. L’ONEM mettra tout en œuvre pour y répondre le plus clairement et le plus efficacement possible.


2003

2. In een omzendbrief aan de PWA’s werd duidelijkt dat de erkende onderneming een deel van het loon van de PWA-beambte dient terug te betalen aan de RVA. Dit wil zeggen dat op basis van objectieve criteria dient vastgesteld te worden hoeveel % van de tijd de PWA-beambte werkt voor de erkende onderneming en dus niet voor de VZW PWA. De RVA zal dan per kwartaal voor dat percentage een factuur sturen aan de erkende onderneming. Deze loonfacturatie zal starten vanaf het moment dat de eerste werknemer is aangeworven. 3. De verplichting voor de PWA’s om ten minste één vierde van hun inkomsten uit PWA-cheques te gebruiken voor de financiering van opleidingen van hun PWA-werknemers zal in ieder geval behouden worden. Deze opleidingen kunnen immers de doorstroming van de PWA-werknemers naar het systeem van de dienstencheques vergemakkelijken. 4. Om de overgang van de PWA naar een dienstenonderneming te faciliteren werden een reeks ondersteunende maatregelen genomen. — In het begin van dit jaar werd duidelijk gemaakt dat, om op te starten de PWA’s gebruik kunnen maken van een startkapitaal dat geput kan worden uit de PWA-opbrengsten. Dit startkapitaal kan gebruikt worden voor de creatie van de sui-generis-afdeling. Deze investering kan beschouwd worden als besteding in het kader van de verplichting om 1/4 te besteden aan opleidingen en inschakelingsinitiatieven. — De RVA heeft ook in samenwerking met mijn beleidscel en met de vertegenwoordigers van de lokale besturen, provinciale infodagen organiseren met betrekking tot de hervorming van het stelsel van de PWA’s en het systeem van de dienstencheques. — Er werd gestart met een doorgedreven opleiding voor de PWA-beambten die geı¨nteresseerd zijn in het opstarten van een dienstencheque-onderneming. — Er werd tevens beslist dat de PWA’s vanaf 1 juni 2004 toegang krijgen tot de SINE-lastenverlaging. Zeer recentelijk werd beslist om deze ondersteuning nog verder uit te bouwen. — De RVA is bereid om goede voorbeelden met concrete afsprakenkaders tussen verschillende partners te verzamelen zodanig dat ook de kleinere PWA’s die via een samenwerkingsverband de overstap willen maken, kunnen leren uit de ervaring van anderen. — Om de laatste twijfels of onduidelijkheden in hoofde van bij de bestuurders en PWA-beambten weg te nemen werd beslist om de werkgeverslijn in het kader van de dienstencheques uit te breiden. Alle PWA-beambten en PWA-bestuurders die vragen hebben omtrent de overschakeling naar een dienstenonderneming kunnen voortaan rechtstreeks terecht met hun vragen op het nummer 02-5154020. De RVA zal haar uiterste best doen om de vragen te beantwoorden. 2004


801

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6348

DO 2003200410783

DO 2003200410783

Question no 64 de Mme Maggie De Block du 2 février 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :

Vraag nr. 64 van mevrouw Maggie De Block van 2 februari 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :

Suivi des choˆmeurs. — Nouveau système. — Augmentation du nombre de controˆleurs de l’ONEM. Lors du Conseil des ministres des 16 et 17 janvier 2004, il a été convenu d’instaurer un nouveau système en vue d’améliorer le suivi des choˆmeurs. Toute personne qui persiste à ne pas rechercher un emploi perdra progressivement son allocation de choˆmage. La nouvelle réglementation remplace l’actuel article 80 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage. Selon le nouveau projet, l’ONEM contactera beaucoup plus rapidement les demandeurs d’emploi. En vue de faire face à l’augmentation de la charge de travail, 120 controˆleurs de l’ONEM supplémentaires devraient être engagés. 1. Dans quels délais ces controˆleurs supplémentaires seront-ils engagés ? 2. Sur la base de quels critères les régions ou` seront affectés ces agents seront-elles sélectionnées ?

Opvolging van werklozen. — Nieuw systeem. — Bijkomende RVA-controleurs. Op de Ministerraad van 16 en 17 januari 2004 werd een nieuw systeem overeengekomen voor een betere opvolging van werklozen. Wie aanhoudend weigert om werk te zoeken, zal geleidelijk zijn of haar werkloosheidsuitkering verliezen. De nieuwe regeling komt in de plaats van het bestaande artikel 80 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Volgens het nieuwe plan zal de RVA de werkzoekenden veel sneller contacteren. Om het hoofd te bieden aan het extra werk zouden er 120 extra RVAcontroleurs worden aangeworven.

3. a) Pourriez-vous me communiquer un aperçu de la répartition précise de ces controˆleurs supplémentaires par région ? b) En d’autres termes, de combien d’effectifs supplémentaires chaque bureau de choˆmage bénéficierat-il ? 4. Selon les estimations, quel sera le couˆt de cette opération ? 5. Selon les estimations, quelles seront, pour les trois prochaines années, les économies réalisées sur le budget de l’ONEM à la suite de la nouvelle mesure de controˆle ?

1. Op welke termijn zullen deze extra controleurs worden aangeworven ? 2. Op basis van welke criteria zullen de regio’s worden aangeduid waar deze mensen zullen worden ingezet ? 3. a) Kan u een overzicht geven van de precieze verdeling van deze extra RVA-controleurs per gebied ? b) Met andere woorden : hoeveel extra mankrachten worden per werkloosheidsbureau ingezet ? 4. Op hoeveel wordt de kostprijs van deze operatie geschat ? 5. Op hoeveel wordt de besparing op het RVAbudget begroot ten gevolge van de nieuwe controlemaatregel tijdens de drie volgende jaren ?

Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 64 de Mme Maggie De Block du 2 février 2004 (N.) : 1. La campagne de recrutement des facilitateurs a débuté à la mi-mai. Le recrutement est prévu à partir du 1er septembre 2004. 2. La répartition des facilitateurs se fait proportionnellement au nombre de demandeurs d’emploi qui seront contactés. 3. a) 58 facilitateurs seront recrutés en Wallonie, 26 en Flandre et 16 à Bruxelles. En outre, 14 facilitateurs coordinateurs seront également recrutés. Ces personnes mèneront des entretiens de suivi et rempliront en meˆme temps une mission de coordination.

Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 64 van mevrouw Maggie De Block van 2 februari 2004 (N.) : 1. De wervingscampagne van de facilitatoren ging van start medio mei. De aanwerving is gepland vanaf 1 september 2004. 2. De verdeling van facilitatoren gebeurt proportioneel met het aantal werkzoekenden die gecontacteerd zullen worden. 3. a) In Vlaanderen worden 26, in Wallonie¨ 58 en in Brussel 16 facilitatoren aangeworven. Daarenboven worden ook 14 coo¨rdinator-facilitatoren aangeworven. Deze mensen zullen opvolgingsgesprekken voeren én tegelijkertijd een coo¨rdinerende opdracht krijgen.

b) Pour les facilitateurs, l’administration centrale de l’ONEm a prévu la répartition suivante entre les régions. La répartition des facilitateurs entre les

b) Voor de facilitatoren heeft het hoofdbestuur van de RVA volgende verdeling over regio’s voorzien. De verdeling van de facilitatoren over de verschil-


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6349

différents bureaux (en fonction des besoins qui apparaıˆtront au cours de la procédure).

lende werkloosheidsbureaus kan in de toekomst nog evolueren/veranderen (al naargelang de noden die ontstaan in het verder verloop van de procedure).

Bureau de choˆmage — Werkloosheidsbureau

Nombre de facilitateurs adjugés — Aantal toegewezen facilitators

Anvers. — Antwerpen .......................................................... Malines. — Mechelen ........................................................... Turnhout .............................................................................. Boom .................................................................................... Bruxelles. — Brussel ............................................................. Louvain. — Leuven .............................................................. Nivelles. — Nijvel ................................................................ Vilvorde. — Vilvoorde ......................................................... Bruges. — Brugge ................................................................. Ypres. — Ieper ..................................................................... Courtrai. — Kortrijk ............................................................ Ostende. — Oostende ........................................................... Roulers. — Roeselare ........................................................... Alost. — Aalst ...................................................................... Termonde. — Dendermonde ................................................ Gand. — Gent ...................................................................... Audenarde. — Oudenaarde .................................................. Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas .............................................. Charleroi .............................................................................. Mons. — Bergen ................................................................... La Louvière .......................................................................... Mouscron. — Moeskroen .....................................................

5 1,5 2 0,5 11/5 1 3 1 1 0,5 1 1 0,5 1 0,5 3 0,5 1 12 6 6 1

Tournai. — Doornik ............................................................

3

Huy. — Hoei ........................................................................

2

Liège. — Luik .......................................................................

13

Verviers. ...............................................................................

3

Hasselt. .................................................................................

4

Tongres. — Tongeren ..........................................................

1

Arlon. — Aarlen ...................................................................

3

Namur. — Namen ................................................................

6

Flandres. — Vlaanderen.........................................................

26

Wallonie. — Wallonie¨ ...........................................................

58

Bruxelles. — Brussel ..............................................................

16

4. Le budget disponible pour le suivi des demandeurs d’emploi s’élève à 3 160 millions d’euros pour 2004.


2003

→ Boom →Malines. — Mechelen

→ Roulers. — Roeselare

→Ypres. — Ieper →Audenarde. — Oudenaarde →Termonde. — Dendermonde

4. Het budget beschikbaar voor de opvolging van de werkzoekenden bedraagt voor 2004 3 160 miljoen euro. 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6350

DO 2003200421659

DO 2003200421659

Question no 99 de M. Daan Schalck du 14 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :

Vraag nr. 99 van de heer Daan Schalck van 14 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :

Mise en œuvre concrète des titres-services.

Concrete toepassing van de dienstencheques.

La réponse que vous avez fournie à ma question no 65 du 9 février 2004 appelle des questions complémentaires (Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 28, p. 4309).

Uw antwoord op mijn vraag nr. 65 van 9 februari 2004 doet bijkomende vragen rijzen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 28, blz. 4309).

1. a) Parmi les 30 entreprises agréées ayant encaissé le plus de chèques-services, lesquelles ont enregistré les meilleurs résultats en la matière au cours d’une même période de référence (le premier trimestre de 2004, par exemple) ?

1. a) Welke erkende ondernemingen, die in de « top 30 » figureren, inden recentelijk (bijvoorbeeld in het eerste kwartaal 2004) het grootste aantal dienstencheques over éénzelfde referentieperiode ?

b) Pouvez-vous préciser le nombre exact d’heures de prestations par service agréé ?

b) Kan u preciseren over hoeveel gepresteerde uren het exact gaat, per erkende dienst ?

2. a) Quel montant (sur la base des chiffres les plus récents) du budget prévu les autorités ont-elles déjà consacré au régime des titres-services ?

2. a) Welk bedrag (de meest recente cijfers), van het vooropgestelde budget, heeft de overheid reeds besteed aan het systeem van de dienstencheques ?

b) Pouvez-vous également indiquer les montants exacts qui ont été dépensés par service agréé ?

b) Kan u ook hier preciseren over welke bedragen het exact gaat, per erkende dienst ?

Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 99 de M. Daan Schalck du 14 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 99 van de heer Daan Schalck van 14 juni 2004 (N.) :

1. a) et b) Veuillez trouver ci-dessous les 30 entreprises agréées auxquelles, jusqu’au 22 juin 2004 inclus, le plus grand nombre de titres-services a été remboursé, ainsi que le nombre de titresservices remboursés par entreprise.

1. a) en b) Hieronder gelieve u de top 30 te vinden van de erkende ondernemingen die tot en met 22 juni 2004 het grootste aantal dienstencheques inden, evenals het aantal geı¨nde dienstencheques per onderneming.

Familiehulp, Bruxelles : 171 761 Solidariteit voor het Gezin, Gand : 115 592 Randstad Belgium, Laeken : 113 099 Actief Interim, Hasselt : 92 955 T-Interim, Bree : 67 847 Nichelson Thuiszorg, Waregem : 45 723 Vzw Karweibedrijf, Courtrai : 43 772 Vedior Interim, Anderlecht : 42 327 Flexpoint Interim, Hasselt : 30 718 Cleaning Herentals, Herentals : 29 781 Aslv, As : 28 373 Isis VZW, Halen : 27 934 Schoonmaakbedrijf Nemegheer, Tielt : 24 142 Plus Uitzendkrachten, Anvers : 22 673 Creyf’s Interim, Anvers : 20 329 Landelijke Thuiszorg, Louvain : 20 199 ˆ ge d’Or Services Belgique, Mons : 17 364 L’A D’Hont Johan — Top Cleaning, Alost : 17 355

Familiehulp, Brussel : 171 761 Solidariteit voor het Gezin, Gent : 115 592 Randstad Belgium, Laken : 113 099 Actief Interim, Hasselt : 92 955 T-Interim, Bree : 67 847 Nichelson Thuiszorg, Waregem : 45 723 Vzw Karweibedrijf, Kortrijk : 43 772 Vedior Interim, Anderlecht : 42 327 Flexpoint Interim, Hasselt : 30 718 Cleaning Herentals, Herentals : 29 781 Aslv, As : 28 373 Isis VZW, Halen : 27 934 Schoonmaakbedrijf Nemegheer, Tielt : 24 142 Plus Uitzendkrachten, Antwerpen : 22 673 Creyf’s Interim, Antwerpen : 20 329 Landelijke Thuiszorg, Leuven : 20 199 ˆ ge d’Or Services Belgique, Mons : 17 364 L’A D’Hont Johan — Top Cleaning, Aalst : 17 355


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6351

Onafhankelijke Dienst Gezinszorg, Gand : 16 678 Manpower, Ixelles : 15 600 Thuishulp Regio Limburg, Hasselt : 15 042 Imsir Rupelstreek, Boom : 12 988 CQ Staffing NV, Zonhoven : 12 952 Thuishulp Regio Oost-Vlaanderen, Gand : 12 854 Solidath SCRL, Ath : 12 852 Familiezorg Oost-Vlaanderen, Gand : 12 339 ˆ ge d’Or Services Libramont, Libramont : A 11 990 Proxi Services, Perwez : 11 539 Alcyon BVBA, Merelbeke : 11 028 VZW De Vluchtheuvel, Grammont : 10 858.

Onafhankelijke Dienst Gezinszorg, Gent : 16 678 Manpower, Elsene : 15 600 Thuishulp Regio Limburg, Hasselt : 15 042 Imsir Rupelstreek, Boom : 12 988 CQ Staffing NV, Zonhoven : 12 952 Thuishulp Regio Oost-Vlaanderen, Gent : 12 854 Solidath SCRL, Aat : 12 852 Familiezorg Oost-Vlaanderen, Gent : 12 339 ˆ ge d’Or Services Libramont, Libramont : A 11 990 Proxi Services, Perwez : 11 539 Alcyon BVBA, Merelbeke : 11 028 VZW De Vluchtheuvel, Geraardsbergen : 10 858.

2. a) L’autorité fédérale a payé via l’Office national de l’Emploi 7 025 000 euros à Accor, la société émettrice des titres-services, pour la période de juin 2003 jusqu’en décembre 2003 inclus. Le montant s’élève à 25 393 000 euros pour la période des quatre premiers mois de 2004.

2. a) De federale overheid heeft via de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening 7 025 000 euro betaald aan Accor, de uitgiftemaatschappij van de dienstcheques, voor de periode van juni 2003 tot en met december 2003. Voor de periode van de eerste vier maanden van 2004 bedraagt het bedrag 25 393 000 euro.

b) Ces données ne sont pas disponibles.

b) Deze gegevens zijn niet beschikbaar.

DO 2003200421705

DO 2003200421705

Question no 100 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 23 juin 2004 (N.) au ministre de l’Emploi et des Pensions : Titres-services. — E´tat des lieux pour la région du Westhoek.

Vraag nr. 100 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 23 juni 2004 (N.) aan de minister van Werk en Pensioenen :

L’utilisation des titres-services connaıˆt un succès croissant. Depuis l’introduction du système en janvier 2004, le nombre de titres utilisés a augmenté de quelque 30 % par mois. En mai 2004, 356 327 titresservices ont été utilisés, ce qui représente du travail pour 4 454 personnes, à raison de 80 heures de travail en moyenne par mois.

Het gebruik van de dienstencheques is een groeiend succes. Sinds de invoering in januari 2004 steeg het aantal gebruikte dienstencheques maandelijks met zo’n 30 %. In mei 2004 werden er 356 327 gebruikt, goed voor de tewerkstelling van zowat 4 454 mensen, die gemiddeld 80 uur per maand presteerden.

1. a) Combien d’entreprises de services agréées la région du Westhoek (18 communes : Ypres, Poperinge, Vleteren, Wervik, Heuvelland, Zonnebeke, Alveringem, Dixmude, Langemark, Furnes, Coxyde, Nieuport, Houthulst, Kœkelare, Messines, Kortemark, Lo-Reninge et La Panne) compte-t-elle à présent et ou` sont-elles établies ?

1. a) Over hoeveel erkende dienstenondernemingen beschikt de Westhoek (18 gemeenten : Ieper, Poperinge, Vleteren, Wervik, Heuvelland, Zonnebeke, Alveringem, Diksmuide, Langemark, Veurne, Koksijde, Nieuwpoort, Houthulst, Koekelare, Mesen, Kortemark, Lo-Reninge, De Panne) ondertussen en waar zijn ze gevestigd ?

b) Certaines ALE du Westhoek n’ont-elles pas encore introduit de demande d’agrément en qualité d’entreprise de services agréée ? Dans l’affirmative, lesquelles ?

b) Zijn er PWA-kantoren in de Westhoek die nog geen aanvraag hebben ingediend tot erkenning als erkende dienstenonderneming en zo ja, welke ?


2003

Dienstencheques. — Situatie in de Westhoek.

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6352

2. Qu’en est-il de l’évolution de l’utilisation des titres-services dans le Westhoek ?

2. Kunt u een vergelijkbaar beeld schetsen van het stijgend gebruik van de dienstencheques in de Westhoek ?

a) Combien de titres y ont-ils été utilisés par mois (depuis l’introduction du système en janvier 2004) ? Y observe-t-on également une hausse du nombre de titres-services utilisés ?

a) Hoeveel dienstencheques werden per maand (sinds de invoering in januari 2004) gebruikt in de Westhoek ? Is er ook in de Westhoek een stijging te zien in het gebruik van de dienstencheques ?

b) Combien de personnes ont-elles ainsi été occupées au cours de cette période ?

b) Hoeveel mensen konden tijdens deze maanden tewerkgesteld worden ?

c) Combien d’heures ont-elles travaillé en moyenne ?

c) Hoeveel uur presteerden deze personen gemiddeld ?

Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 100 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 23 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 100 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 23 juni 2004 (N.) :

1. a) Fin mai 2004, huit entreprises ayant leur siège social dans le « Westhoek » étaient agréées dans le cadre du dispositif des titres-services. Ces entreprises sont :

1. a) Einde mei 2004 waren er acht erkende ondernemingen in het raam van de regeling dienstencheques, met sociale zetel in de Westhoek. Deze ondernemingen zijn :

Vandeginste Geertrui, Dixmude; Modern Shop BVBA, Nieuport; Nieuwkuis Marcus, Koekelare; PVA Ieper VZW, Ipres; OCMW Wervik, Wervik; PVA Poperinge en Vleteren, Poperinge; OCMW Poperinge, Poperinge; De Witte Vlinder, Passendale.

Vandeginste Geertrui, Diksmuide; Modern Shop BVBA, Nieuwpoort; Nieuwkuis Marcus, Koekelare; PVA Ieper VZW, Ieper; OCMW Wervik, Wervik; PVA Poperinge en Vleteren, Poperinge; OCMW Poperinge, Poperinge; De Witte Vlinder, Passendale.

b) Fin mai 2004, les douze ALE suivantes du « Westhoek » n’avaient pas encore introduit une demande d’agrément comme entreprise : PWA Wervik, PWA Heuvelland en Mesen, PWA Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle, PWA Alveringem, PWA Diksmuide, PWA Veurne, PWA Koksijde, PWA Nieuwpoort, PWA Houthulst, PWA Kortemark, PWA Lo-Reninge, PWA De Panne.

b) De volgende twaalf PWA’s uit de Westhoek hadden eind mei 2004 nog geen aanvraag tot erkenning als onderneming ingediend : PWA Wervik, PWA Heuvelland en Mesen, PWA Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle, PWA Alveringem, PWA Diksmuide, PWA Veurne, PWA Koksijde, PWA Nieuwpoort, PWA Houthulst, PWA Kortemark, PWA Lo-Reninge, PWA De Panne.

2. a) Depuis janvier 2004 les nombres de titres-services utilisés par mois au « Westhoek » sont les suivantes :

2. a) Sinds januari 2004 werden in de Westhoek per maand de volgende aantallen dienstencheques gebruikt :

01-2004 : 02-2004 : 03-2004 : 04-2004 :

316 726 1 031 888

01-2004 : 02-2004 : 03-2004 : 04-2004 :

316 726 1 031 888

b) Fin mai 2004, douze travailleurs étaient engagés avec un contrat de travail titres-services dans le « Westhoek ».

b) Eind mei 2004 waren er twaalf werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques aangeworven in de Westhoek.

c) Ce chiffre n’est pas disponible.

c) Dit cijfer is niet beschikbaar.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6353

Pensions

Pensioenen

DO 2003200421468

DO 2003200421468

Question no 28 de M. Hagen Goyvaerts du 10 mai 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions :

Vraag nr. 28 van de heer Hagen Goyvaerts van 10 mei 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen :

Paiement des pensions. — Délégation ou transfert par l’entremise d’un comptable. — Délivrance d’un « certificat de vie ».

Uitbetaling van pensioenen. — Delegatie of overdracht via een rekenplichtige. — Leveren van een « bewijs van leven ».

Vous avez récemment préconisé le paiement automatique des pensions par l’intermédiaire des banques.

Onlangs pleitte u voor het automatisch uitbetalen van de pensioengelden via de bank.

Or, de nombreuses personnes perçoivent encore leur pension par assignation postale, comme par exemple les pensionnés redevables d’une pension alimentaire. Ceux-ci reçoivent une assignation postale après délivrance mensuelle par l’administration communale où l’intéressé est domicilié d’un certificat de vie. Dans pareils cas, un comptable est chargé d’exécuter le paiement.

Nu blijken er toch een hele groep gepensioneerden te zijn die hun pensioengeld via een postassignatie uitbetaald krijgen, zoals gepensioneerden die onderhoudsgeld betalen. Zij ontvangen een postassignatie nadat maandelijks een bewijs van leven werd geleverd door het bestuur van de gemeente waar de betrokkene gedomicilieerd is. De uitvoering van de betaling gebeurt in dergelijke gevallen via een rekenplichtige.

1. Combien de pensionnés sont-ils soumis au régime de la délégation ou du transfert par l’entremise d’un comptable ?

1. Hoeveel gepensioneerden vallen onder het regime van de delegatie of overdracht via een rekenplichtige ?

2. Combien de pensionnés sont-ils soumis au régime de la délivrance d’un certificat de vie ?

2. Hoeveel gepensioneerden vallen onder het regime van het leveren van een bewijs van leven ?

3. a) S’agit-il exclusivement de pensionnés du secteur public ?

3. a) Betreft het enkel gepensioneerden uit de openbare sector ?

b) Dans la négative, les pensionnés du secteur privé tombent-ils aussi sous le coup des réglementations visées aux questions 1 et 2 ?

b) Zo neen, vallen de gepensioneerden uit de privésector ook onder de regelingen zoals vermeld in vraag 1 en vraag 2 ?

4. Envisagez-vous d’instaurer le paiement automatique des pensions sur le compte bancaire pour ce groupe de pensionnés également ?

4. Overweegt u om de gepensioengelden van deze groep van gepensioneerden in de toekomst ook automatisch via de bankrekening te laten betalen ?

5. Dans la négative, pour quelle raison ?

5. Zo neen, waarom niet ?

Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 28 de M. Hagen Goyvaerts du 10 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 28 van de heer Hagen Goyvaerts van 10 mei 2004 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vraag, heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Aucun pensionné du secteur privé ou du secteur des travailleurs indépendants ne relève d’un régime de délégation ou de transfert via un comptable. En outre, le paiement mensuel des pensions de travailleur salarié et indépendant par l’Office national des pensions n’est pas soumis à une « preuve de vie » préalable.

Geen enkele gepensioneerde uit de privé-sector of de sector der zelfstandigen valt onder een regime van delegatie of van overdracht via een rekenplichtige. De maandelijkse uitbetaling van werknemers- en zelfstandigenpensioenen door de Rijksdienst voor pensioenen is niet onderworpen aan een voorafgaand « bewijs van leven ».


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6354

Par contre, dans le secteur public, le paiement des pensions sur un compte à l’étranger ou celles faisant l’objet d’une saisie au profit de tiers non institutionnels, sont toujours exécutés par l’entremise des comptables du contentieux de la Trésorerie. Dans ces cas, ceux-ci ne liquident en effet les montants mis à leur disposition qu’après réception, avant chaque paiement mensuel, d’un « certificat de vie ».

Daarentegen wordt, in de publieke sector, de uitbetaling van de pensioenen op een buitenlandse rekening of van deze die het voorwerp uitmaken van een beslag ten gunste van een niet-institutionele derde, steeds uitgevoerd door tussenkomst van de rekenplichtigen der geschillen van de Thesaurie. In deze gevallen, vereffenen zij de ter beschikking gestelde bedragen pas na ontvangst, voor iedere maandelijkse betaling, van een « bewijs van leven ».

Pendant le mois de juin 2004, les comptables du contentieux ont traité 4 311 dossiers de pension.

Gedurende de maand juni 2004, hebben de rekenplichtigen der geschillen 4 311 pensioendossiers behandeld.

En règle générale, les paiements sont effectués par virement avec au préalable production d’un certificat de vie. Il est toutefois loisible au pensionné, pour éviter l’envoi de ce document, de choisir le mode de paiement par chèque circulaire.

In het algemeen, worden de betalingen verricht per overschrijving, mits voorafgaandelijke voorlegging van een levensbewijs. Het staat de gepensioneerde vrij te kiezen voor de betaling per circulaire cheque, teneinde de verzending van dit document te voorkomen.

Selon les informations qui ont été communiquées par le service Central des Dépenses fixes du SPF Finances de qui ce domaine relève, la possibilité d’un paiement automatique via un compte bancaire semble exclue pour les pensionnés du secteur public payés par l’intermédiaire du comptable du contentieux.

Volgens de informatie overgemaakt door de Centrale dienst der Vaste Uitgaven bij de FOD Financie¨n onder wie dit domein ressorteert, lijkt de mogelijkheid van een volautomatische betaling op bankrekening uitgesloten voor de gepensioneerden van de publieke sector die betaald worden door tussenkomst van de rekenplichtige der geschillen.

DO 2003200421580

DO 2003200421580

Question no 31 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 2 juin 2004 (Fr.) au ministre de l’Emploi et des Pensions :

Vraag nr. 31 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 2 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Pensioenen :

Cumul d’une pension de retraite de conjoint divorcé et d’une pension de retraite à charge du Trésor public.

Cumulatie van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot en een rustpensioen ten laste van de Schatkist.

L’octroi d’une pension de retraite de conjoint divorcé tient compte de la carrière professionnelle de travailleur salarié de l’ex-époux, accomplie durant les seules années de mariage.

Bij de toekenning van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot wordt rekening gehouden met de periode waarin de ex-echtgenoot tijdens het huwelijk als werknemer actief was.

Cependant, il me revient que pour obtenir une telle pension, le bénéficiaire doit renoncer au bénéfice d’une pension de retraite personnelle à charge du Trésor public.

Ik verneem evenwel dat de rechthebbende, om dergelijk pensioen te kunnen ontvangen, afstand moet doen van het rustpensioen ten laste van de Schatkist waarop hij zelf recht heeft.

En effet, il semble qu’une pension de retraite de conjoint divorcé ne peut être octroyée pour des années qui ont déjà donné lieu à l’octroi d’une autre pension à charge du Trésor public.

Een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot zou immers niet kunnen worden toegekend voor jaren die reeds tot de toekenning van een ander pensioen ten laste van de Schatkist aanleiding hebben gegeven.

Il semble également qu’une renonciation partielle au paiement d’une pension à charge du Trésor public n’est pas possible. Seule une renonciation au paiement intégral de la pension à charge du Trésor public serait ` noter qu’en cas de renonciation, il serait possible. A

Blijkt tevens dat het niet mogelijk is gedeeltelijk van de uitbetaling van een pensioen ten laste van de Schatkist af te zien. Men zou alleen van de volledige uitbetaling van een pensioen ten laste van de Schatkist kunnen afzien. Wie van dat pensioen afziet zou steeds


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6355

toujours possible de demander le rétablissement du paiement de la pension à charge du Trésor mais ce, uniquement pour le futur.

om het herstel van de uitbetaling van het pensioen ten laste van de Schatkist kunnen verzoeken, maar dit uitsluitend voor de toekomst.

C’est ainsi qu’une personne bénéficiant d’une pension à charge du Trésor aurait la possibilité entre :

Wie aanspraak maakt op een pensioen ten laste van de Schatkist zou aldus de mogelijkheid hebben om :

— soit renoncer au paiement intégral de sa pension à charge du Trésor public rendant ainsi possible l’octroi d’une retraite de conjoint divorcé;

— ofwel af te zien van de volledige uitbetaling van zijn pensioen ten laste van de Schatkist, wat de toekenning van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot mogelijk maakt;

— soit ne pas renoncer au paiement intégral de sa pension à charge du Trésor public et, de ce fait, rendre impossible la mise en paiement de sa pension de retraite de conjoint divorcé.

— ofwel niet van de volledige uitbetaling van zijn pensioen ten laste van de Schatkist af te zien, wat de uitbetaling van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot onmogelijk maakt.

Or, il semble que le fait de renoncer à une pension de retraite à charge du Trésor public a pour conséquence de ne plus bénéficier de la couverture en matière de soins de santé (AMI) qui en découle.

De keuze om af te zien van een rustpensioen ten laste van de Schatkist lijkt evenwel tot gevolg te hebben dat men niet langer de ziekte- en invaliditeitsverzekering (ZIV) die eruit voortvloeit, kan genieten.

De plus, le fait d’opter, en final, pour l’octroi d’une pension de retraite de conjoint divorcé obligerait à devoir procéder au paiement d’une intervention personnelle, assez conséquente, en vue d’obtenir la même couverture AMI dont la personne bénéficie graˆce à sa pension à charge du Trésor.

Als men dan voor een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot opteert, zou men bovendien verplicht zijn een aanzienlijke persoonlijke bijdrage te betalen om dezelfde ZIV-dekking te bekomen als iemand die een pensioen ten laste van de Schatkist ontvangt.

Par contre, il semble que le bénéfice de la garantie de revenus aux personnes aˆgées (GRAPA) ne nécessite pas de renoncer à une pension à charge du Trésor.

Daartegenover staat dat men, om de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) te genieten, niet verplicht is van een pensioen ten laste van de Schatkist af te zien.

1. Confirmez-vous cette situation ?

1. Bevestigt u deze gegevens ?

2. Estimez-vous normal qu’une personne doive renoncer à une pension à laquelle elle a droit pour finalement devoir bénéficier de la GRAPA ?

2. Vindt u het normaal dat iemand afstand moet doen van een pensioen waarop hij recht heeft om uiteindelijk de IGO te kunnen genieten ?

3. N’estimez-vous pas qu’il convient de remédier à ce type d’impasse ?

3. Meent u niet dat dergelijke patstelling dient te worden doorbroken ?

4. Dans l’affirmative, quelles sont les mesures qui ont été prises afin d’y remédier ?

4. Zo ja, welke maatregelen werden hiertoe reeds getroffen ?

5. En d’autres termes, ne convient-il pas de permettre, dans certains cas, un cumul entre une pension à charge du Trésor et une pension de retraite de conjoint divorcé lorsque les montants de la pension à charge sont relativement faibles ?

5. Met andere woorden, ware het in sommige gevallen niet gepast de cumulatie van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot en een pensioen ten laste van de Schatkist toe te staan indien het bedrag van dit laatste tamelijk beperkt is ?

Réponse du ministre de l’Emploi et des Pensions du 15 juillet 2004, à la question no 31 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 2 juin 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Pensioenen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 31 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 2 juni 2004 (Fr.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que la pension de retraite de conjoint divorcé d’un travailleur salarié est acquise comme si son bénéficiaire avait lui-même exercé une activité comme travailleur salarié pendant la durée de son mariage avec son ex-conjoint.

In antwoord op haar vraag, heb ik de eer het geachte lid te laten weten dat het pensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot van een werknemer verworven wordt als zou de gerechtigde zelf een beroepsbezigheid in hoedanigheid van werknemer hebben uitgeoefend voor de duur van het huwelijk met zijn gewezen echtgenoot.

Pour le calcul de cette pension, il est tenu compte d’une rémunération dont le montant est égal à 62,5 %

Voor de berekening van dit pensioen wordt rekening gehouden met een bezoldiging die gelijk is aan


2003

2004


802

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6356

du salaire annuel correspondant qui devrait être pris en considération pour l’ex-conjoint s’il devait faire valoir ses droits à la même pension au même moment. Cette rémunération est néanmoins diminuée de la rémunération de l’année correspondante pour laquelle l’intéressé peut prétendre à une pension de retraite de travailleur salarié à la suite de ses prestations personnelles.

62,5 % van het overeenstemmend jaarloon dat voor de gewezen echtgenoot in aanmerking zou moeten genomen worden, mocht hij op hetzelfde ogenblik zijn rechten op hetzelfde pensioen laten gelden. Deze bezoldiging wordt evenwel verminderd met de bezoldiging van het overeenstemmend jaar voor hetwelk de betrokkene ingevolge zijn persoonlijke prestaties aanspraak kan maken op een pensioen als werknemer.

Pour les années pour lesquelles le conjoint divorcé peut obtenir une pension de retraite ou un avantage en tenant lieu, en vertu d’un autre régime de pension belge, en vertu d’un régime d’un pays étranger ou en vertu d’un régime applicable au personnel d’une institution de droit international public, il ne pourra prétendre à la pension de conjoint divorcé dans le régime des travailleurs salariés qu’à la condition de renoncer à l’autre pension ou à l’avantage en tenant lieu acquis pour une occupation pendant ces mêmes années.

Voor de jaren waarvoor de uit de echt gescheiden echtgenoot een pensioen of als zodanig geldend voordeel kan verkrijgen krachtens een andere Belgische pensioenregeling, krachtens een regeling van een vreem land of krachtens een stelsel toepasselijk op het personeel van een instelling van internationaal publiek recht, kan hij slechts aanspraak maken op het pensioen als uit de echt gescheiden echtegenoot in de werknemersregeling mits hij verzaakt aan het andere pensioen of aan het als zodanig geldend voordeel bekomen voor een tewerkstelling tijdens dezelfde jaren.

Si le régime en cause ne permet pas une reconciation partielle, l’intéressé sera tenu de renoncer à la totalité de sa pension dans cet régime.

Indien het betreffend stelsel geen gedeeltelijke verzaking toelaat, zal de betrokkene ertoe gehouden zijn te verzaken aan het gehele pensioen in dit stelsel.

Il est exact, qu’à l’exception du régime des travailleurs indépendants, la plupart des régimes ne prévoient pas de renonciation partielle. Il en va ainsi en matière des pensions du secteur public.

Met uitzondering van de pensioenregeling voor zelfstandigen, voorzien de meeste stelsels niet in de gedeeltelijke verzaking. Dit is ook het geval inzake de pensioenen van de publieke sector.

L’inconvénient dont il est question ci-dessus est cependant purement théorique car dans l’écrasante majorité des cas le montant de la pension à charge du Trésor public est plus avantageux.

Het nadeel dat hieruit kan voortspruiten, is evenwel louter theoretisch, daar in het overgrote deel van de gevallen het pensioenbedrag ten laste van de Schatkist voordeliger is.

Je confirme donc qu’en cas de renonciation totale à la pension du secteur public, et pour autant qu’il n’y ait pas d’assurance personnelle dans un autre secteur ni de bénéfice de GRAPA, la couverture en matière de soins de santé n’est plus assurée.

Ik bevestig derhalve dat bij volledige verzaking aan het pensioen van de publieke sector, en voorzover er geen persoonlijke verzekering in een andere regeling, noch het genot is van de IGO, de dekking inzake gezondheidszorgen niet meer gewaarborgd is.

` mon sens, il n’est néanmoins socialement pas A justifié d’autoriser le cumul sans limitation des mêmes années civiles ouvrant un droit à pension à la fois à titre de conjoint divorcé d’un travailleur salarié et à titre de pension personnelle dans un autre régime de pension. Il n’entre dès lors pas dans mes intentions de modifier la législation sur ce point.

Naar mijn mening is het sociaal niet verantwoord om de onbeperkte cumulatie toe te laten voor dezelfde kalenderjaren die een pensioenrecht openen tegelijk als echt gescheiden echtgenoot van een werknemer, als uit hoofde van een persoonlijk pensioen in een andere pensioenregeling. Het ligt derhalve niet in mijn bedoeling de wetgeving op dit punt te wijzigen.

Je veux enfin attirer votre attention sur le fait que la pension et la GRAPA sont de nature différente : la pension est un avantage qui relève de la sécurité sociale, constituée par des cotisations tandis que la GRAPA relève de l’assistance sociale et est accordée après une enquête sur les ressources. Par ailleurs, la GRAPA ne peut être accordée que dans la mesure où tous les droits en matière de pension ont été épuisés par l’intéressé — sauf un empêchement légal comme une interdiction de cumul.

Tot slot wil ik nog uw aandacht vestigen op het feit dat het pensioen en de IGO een verschillende aard hebben : het pensioen is een voordeel dat onder de sociale zekerheid valt en opgebouwd is door bijdragen, terwijl de IGO onder de sociale bijstand ressorteert en toegekend wordt na een onderzoek van de bestaansmiddelen. De IGO kan trouwens slechts worden toegekend voorzover de betrokkene alle pensioenrechten heeft uitgeput, behoudens een wettelijk beletsel zoals een cumulatieverbod.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6357

Ministre de la Défense

Minister van Landsverdediging

DO 2003200421583

DO 2003200421583

Question no 92 de M. Staf Neel du 3 juin 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 92 van de heer Staf Neel van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Rémunération du personnel (para)médical indépendant.

Vergoeding zelfstandige (para)medici.

Il me revient que le Service public fédéral (SPF) Justice, et notamment la direction générale de l’Exécution des peines et mesures, verse une rémunération plus élevée à son personnel (para)médical indépendant que le SPF Défense.

Naar ik heb vernomen betaalt de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, meer bepaald het directoraat-generaal Uitvoering van straffen en maatregelen, een hogere vergoeding aan « haar » zelfstandige (para)medici dan de FOD Defensie.

1. a) Pouvez-vous confirmer ou infirmer cette information ? Dans l’affirmative, pourquoi cette différence ?

1. a) Kan u dit bevestigen dan wel dit ontkennen en wat is in bevestigend geval hiervoor de reden ?

b) Seriez-vous le cas échéant disposé à relever le montant de la rémunération du personnel (para)médical au niveau de celui que verse le SPF Justice ?

b) Bent u eventueel bereid de vergoeding voor (para)medici op te trekken tot eenzelfde bedrag als bij Justitie ?

c) Cet élément a-t-il déjà fait l’objet d’une concertation avec les syndicats dans le cadre de la négociation d’une CCT ?

c) Is omtrent deze materie reeds met de vakbonden onderhandeld bij de bespreking van een CAO ?

2. a) Pourriez-vous me communiquer le nombre de places vacantes au sein du personnel (para)médical (indépendant) au SPF Défense ?

2. a) Kan u meedelen hoeveel openstaande vacatures er voor (zelfstandige) (para)medici bij de FOD Defensie zijn ?

b) La rémunération moins élevée pourrait-elle expliquer les vacances (éventuelles) ou d’autres facteurs sont-ils en cause ? Dans l’affirmative, lesquels ?

b) Zou de mindere vergoeding een reden kunnen zijn voor de (eventueel) openstaande vacatures of zijn hiervoor andere redenen en zo ja, welke ?

3. Le SPF Défense donne-t-il la préférence au personnel (para)médical formé au sein du département ?

3. Heeft de FOD Defensie een voorkeur voor (para)medici die opgeleid zijn binnen haar eigen departement ?

Réponse du ministre de la Défense du 12 juillet 2004, à la question no 92 de M. Staf Neel du 3 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 12 juli 2004, op de vraag nr. 92 van de heer Staf Neel van 3 juni 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions. 1. a) Au sein du département de la Défense, le personnel (para)médical indépendant est employé sur une base contractuelle. Il est rémunéré selon la durée du travail effectuée. Le montant de cette rémunération est déterminé en fonction de la qualification de la personne concernée.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. 1. a) Binnen het departement van Defensie worden de zelfstandige (para)medici te werk gesteld op een contractuele basis. Zij worden vergoed volgens de gepresteerde arbeidsduur. Het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald in functie van de kwalificatie van de persoon in kwestie.

b) Les intéressés sont employés sur une base contractuelle. Une comparaison avec le Service public fédéral Justice n’est pas pertinente.

b) De betrokkenen zijn te werk gesteld op een contractuele basis. Een vergelijking met de Federale Overheidsdienst Justitie is niet relevant.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6358

c) Les personnes employées sur une base contractuelle ne font pas partie du personnel du département de la Défense. Dans ce cadre, il n’y a pas de concertation avec les organisations syndicales représentatives.

c) De personen te werk gesteld op een contractuele basis maken geen deel uit van het personeel van het departement van Defensie. Er wordt in dit verband geen overleg gepleegd met de representatieve vakorganisaties.

2. a) Il n’y a actuellement pas de places vacantes pour du personnel (para)médical indépendant;

2. a) Er zijn momenteel geen vacatures voor zelfstandig (para)medisch personeel;

b) Cette question est sans objet.

b) Deze vraag is zonder voorwerp.

3. Hormis les ambulanciers militaires, qui reçoivent une formation de base à l’Ećole royale du service médical, toutes les formations professionnelles du personnel (para)médical ont lieu en milieu civil.

3. Afgezien van de militaire ambulanciers, die een basisvorming krijgen in de Koninklijke School van de medische dienst, vinden alle professionele vormingen voor (para)medisch personeel plaats in burgermidden.

DO 2003200421654

DO 2003200421654

Question no 94 de M. Daan Schalck du 11 juin 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 94 van de heer Daan Schalck van 11 juni 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Détermination du profil médical dans le cadre du recrutement.

Bepalen van het medisch profiel bij rekrutering.

L’hoˆpital militaire de Neder-over-Heembeek est responsable de la sélection médicale des candidats à un emploi à la Défense nationale.

Het militair hospitaal te Neder-over-Heembeek is ook verantwoordelijk voor de medische selectie bij sollicitanten die bij Defensie solliciteren.

Normalement, la détermination du profil médical d’un postulant prend un jour.

Normaal kan het medisch profiel van een sollicitant op één dag worden bepaald.

1. De combien de postulants le profil médical a-t-il été déterminé en 2002 et en 2003 ?

1. Voor hoeveel sollicitanten werd in 2002 en 2003 een medisch profiel opgemaakt ?

2. Pour combien d’entre eux le profil médical a-t-il pu être établi en une seule journée en 2002 et en 2003 ?

2. Voor hoeveel daarvan werden respectievelijk in 2002 en 2003 de profielen opgemaakt op één dag ?

3. Combien de postulants ont été jugés respectivement aptes et inaptes en 2002 et en 2003 ?

3. Hoeveel werden er voor beide jaren respectievelijk geschikt en ongeschikt bevonden ?

Réponse du ministre de la Défense du 12 juillet 2004, à la question no 94 de M. Daan Schalck du 11 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 12 juli 2004, op de vraag nr. 94 van de heer Daan Schalck van 11 juni 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Nombre de profils médicaux de postulant(e)s :

1. Aantal medische profielen van sollicitanten :

a) 2002 : 5 250 postulant(e)s;

a) 2002 : 5 250 sollicitanten;

b) 2003 : 5 867 postulant(e)s.

b) 2003 : 5 867 sollicitanten.

2. Nombre de profils déterminés en un jour :

2. Aantal profielen bepaald op één dag :

a) 2002 : 4 174 postulant(e)s;

a) 2002 : 4 174 sollicitanten.

b) 2003 : 4 628 postulant(e)s.

b) 2003 : 4 628 sollicitanten.

3. Nombre de postulant(e)s médicalement aptes et médicalement inaptes :

3. Aantal medisch geschikte en medisch ongeschikte sollicitanten :

a) 2002 : 4 513 aptes, 737 inaptes;

a) 2002 : 4 513 geschikt, 737 ongeschikt;


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6359

b) 2003 : 5 337 aptes, 530 inaptes.

b) 2003 : 5 337 geschikt, 530 ongeschikt.

De manière générale, le profil médical est déterminé en un jour pour toutes les sélectins de base. Seuls ceux qui postulent pour une certaine spécialité (chauffeur, pilote, ...) doivent subir des tests supplémentaires, répartis sur plusieurs jours.

Algemeen geldt dat voor alle basisselecties het medisch profiel op één dag wordt bepaald. Slechts diegenen die solliciteren voor een bepaalde specialiteit (chauffeur, piloot, ...) dienen bijkomende testen te ondergaan, verspreid over meerdere dagen.

Si, en cas de doute, une expertise supplémentaire s’avère nécessaire, une consultation supplémentaire est prévue au Centre d’expertise médicale. Bien que ce ne soit pas toujours possible, tout est mis en œuvre pour que cette consultation supplémentaire ait lieu le même jour, afin de minimiser le nombre de déplacements des postulant(e)s.

Wanneer, in geval van twijfel, een bijkomende expertise noodzakelijk blijkt, wordt er een bijkomende consultatie voorzien in het Centrum voor medische expertise. Hoewel het niet steeds mogelijk is, wordt alles in het werk gesteld om deze bijkomende consultatie dezelfde dag te laten plaatsvinden, teneinde het aantal verplaatsingen voor de sollicitant te minimaliseren.

DO 2003200421664

DO 2003200421664

Question no 95 de M. Luc Sevenhans du 15 juin 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 95 van de heer Luc Sevenhans van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Participation de réservistes à des manifestations sportives militaires à l’étranger.

Deelname van reservisten aan buitenlandse militaire sportmanifestaties.

En dehors des rencontres sportives militaires internationales organisées par la CIOR et l’AESOR, des compétitions sont également organisées par des associations étrangères de réservistes. Il semble cependant que, pour des raisons budgétaires, la participation de nos réservistes entraıˆnés ait été très fortement réduite.

Buiten de door CIOR en AESOR georganiseerde internationale militaire sportwedstrijden worden er ook door buitenlandse reservistenverenigingen wedstrijden georganiseerd. Maar blijkbaar is de deelname van onze getrainde reservisten wegens budgettaire redenen drastisch teruggeschroefd.

Si des réservistes entraıˆnés souhaitent malgré tout prendre part à ces compétitions, à leurs propres frais, ils ne peuvent le faire au nom de notre réserve. Par conséquent, la Défense ne les autorise pas à porter leur uniforme, contrairement aux usages en cours dans les autres forces armées. Déplorant cette situation, les réservistes souhaitent pouvoir obtenir cette autorisation.

Indien nochtans getrainde reservisten zelfs op eigen kosten wensen deel te nemen aan zulke wedstrijden mogen zij niet namens onze reserve deelnemen. Gevolg is dan wel dat ze van Defensie niet het uniform mogen dragen dit in tegenstelling met gebruiken bij andere krijgsmachten. De reservisten betreuren dat en vragen dat ze hiervoor toch toestemming kunnen verkrijgen.

Logiquement, il semble pourtant indiqué que nos réservistes soient reconnaissables lorsqu’ils prennent part à des compétitions étant donné que cette participation ne peut que promouvoir notre image à l’étranger.

Het schijnt mij toch logisch dat het aangewezen is dat onze reservisten bij deelname herkenbaar zijn aangezien hun deelname ons imago in het buitenland maar ten goede kan komen.

Vu les restrictions budgétaires, je comprends qu’on veuille limiter le nombre de participations mais si celles-ci ne couˆtent rien à la Défense, pourquoi ne peut-on accéder à cette requête, tant en ce qui concerne le port de l’uniforme que l’octroi de facilités, notamment en matière de transport ?

Aangezien er budgettaire beperkingen zijn is er begrip op te brengen voor de beperking van het aantal deelnames maar als er geen kosten zijn voor Defensie waarom kan dan niet op hun vraag worden ingegaan zowel op het dragen van het uniform als op het verlenen van faciliteiten zoals bijvoorbeeld vervoer ?

Réponse du ministre de la Défense du 12 juillet 2004, à la question no 95 de M. Luc Sevenhans du 15 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 12 juli 2004, op de vraag nr. 95 van de heer Luc Sevenhans van 15 juni 2004 (N.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6360

1. a) Les activités militaires à l’étranger auxquelles la réserve entraıˆnée peut participer sont déterminées par le document « Joint Programme Réserve 2004 » établi annuellement par la Direction nationale de la réserve. Le nombre d’activités retenues a été restreint pour des raisons budgétaires.

1. a) De buitenlandse militaire activiteiten waaraan de getrainde reserve kan deelnemen worden bepaald in het document « Joint Programma Reserve 2004 » dat opgesteld wordt door de Nationale Directie van de reserve. Het aantal weerhouden activiteiten werd beperkt om budgettaire redenen.

b) Lors de la participation à une activité retenue, la responsabilité civile de la Défense, ainsi que celle du réserviste, est couverte en accord avec les modalités définies par l’Ordre général-J 616 du 9 décembre 1999. La participation aux activités non reconnues ou non retenues sur le calendrier annuel est aux frais de l’intéressé et sa responsabilité est engagée puisque dans ce cas il n’est pas considéré comme étant en service effectif.

b) Bij deelname aan een weerhouden activiteit is de burgerlijke aansprakelijkheid van zowel de Strijdkrachten als van de reservist gedekt volgens de modaliteiten gedefinieerd in het Algemeen Order-J 616 van 9 december 1999. Deelname aan niet-erkende of niet-weerhouden activiteiten op het jaarlijks programma gebeurt op eigen kosten en op eigen verantwoordelijkheid van betrokkene omdat hij in dergelijk geval niet beschouwd wordt als zijnde in effectieve dienst.

c) Les cas où le port de l’uniforme militaire en dehors des circonstances de service est autorisé sont définis par l’Ordre général-J 517C du 10 aouˆt 1993. Ce document ne réfère en aucun cas à la participation aux manifestations sportives à l’étranger. En outre, le port de l’uniforme en dehors du service à l’étranger est soumis à l’approbation préalable du chef de la Défense. Au plus tard huit semaines avant le début de l’activité en question la demande doit être faite par écrit.

c) De gevallen waar het militair uniform mag gedragen worden buiten dienstverband worden gedefinieerd in het Algemeen Order-J 517C van 10 augustus 1993. Dit document verwijst in geen enkel geval naar deelname aan sportcompetities in het buitenland. Bovendien is de dracht van het uniform in het buitenland en buiten dienstverband onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring door de chef Defensie. De aanvraag moet schriftelijk gebeuren, ten laatste acht weken voó´r de aanvang van de betreffende activiteit.

d) La Défense n’accorde pas de facilités de transport, sous quelconque forme, aux réservistes qui participent sur leur propre responsabilité à des activités à l’étranger non prévues sur le calendrier annuel Joint Programme Training Réserve. Dans ces circonstances le participant concerné n’est pas en service effectif, et la responsabilité civile n’est pas couverte par la Défense.

d) De Krijgsmacht verleent geen transportfaciliteiten, onder welke vorm dan ook, aan reservisten die op eigen verantwoordelijkheid deelnemen aan buitenlandse activiteiten die niet voorzien zijn op de jaarlijkse kalender Joint Programma Training Reserve. In deze omstandigheid is de betrokken deelnemer niet in effectieve dienst, en de burgerlijke aansprakelijkheid is niet gedekt door Defensie.

DO 2003200421670

DO 2003200421670

Question no 96 de M. Luc Sevenhans du 15 juin 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 96 van de heer Luc Sevenhans van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Projet de vente d’hélicoptères du type A109.

Geplande verkoop van helikopters van het type A109.

Il est prévu de ramener à 32 appareils la flotte des hélicoptères A109. Quatorze hélicoptères seront dès lors en surnombre. Il me revient que ces appareils seraient vendus.

Volgens het transcriptieplan zal de vloot van A109 worden verkleind naar 32 stuks. Dat betekent dat er 14 in overtal komen. Naar verluidt zouden ze worden verkocht.

1. Des amateurs se sont-ils déjà manifestés et à quelles conditions les acheteurs doivent-ils répondre ?

1. Kan u meedelen of er reeds geı¨nteresseerden zijn en wie er als koper in aanmerking komt ?

2. Les hélicoptères sont-ils considérés comme du matériel militaire étant donné qu’ils seront mis en vente dans l’état dans lequel ils se trouvent ?

2. Worden de helikopters beschouwd als militair materiaal aangezien ze in de staat waarin ze zich bevinden worden aangeboden ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6361

3. Les recettes de la vente iront-elles au département de la Défense ?

3. Gaan de opbrengsten naar Defensie ?

Réponse du ministre de la Défense du 14 juillet 2004, à la question no 96 de M. Luc Sevenhans du 15 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 14 juli 2004, op de vraag nr. 96 van de heer Luc Sevenhans van 15 juni 2004 (N.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Actuellement, aucune demande officielle n’a encore été introduite par des acheteurs potentiels. On ne pourra parler d’« intéressés » qu’après le lancement de la procédure de vente. Cette procédure sera initiée sous peu par l’envoi aux « nations amies » du catalogue reprenant les systèmes d’arme disponibles pour la vente, dans lequel sont repris les hélicoptères A109. Au stade actuel, nous ne savons donc pas encore qui pourrait eˆtre pris en considération comme acheteur.

1. Tot op heden werd nog geen enkele officie¨le aanvraag ingediend door mogelijke kopers. We kunnen slechts van « geı¨nteresseerden » spreken na het starten van de verkoopprocedure. Deze procedure zal eerstdaags aanvangen met het verzenden van de catalogus van de voor verkoop beschikbare wapensystemen, waarin de helikopters A109 werden opgenomen, aan « bevriende naties ». We weten in dit stadium nog niet wie er in aanmerking komt als koper.

2. Les hélicoptères sont en effet vendus comme matériel militaire (indépendamment de l’état dans lequel ils se trouvent).

2. De helikopters worden inderdaad als militair materieel verkocht (ongeacht de staat waarin ze zich bevinden).

3. La loi-programme du 19 juillet 2001 prévoit en effet que les rentrées de ventes de matériels militaires excédentaires reviennent à la Défense.

3. De programmawet van 19 juli 2001 voorziet inderdaad dat de opbrengsten van de verkoop van overtollig militair materieel terug naar Defensie gaan.



DO 2003200421078

DO 2003200421078

Question no 23 de M. Dirk Van der Maelen du 15 mars 2004 (N.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 23 van de heer Dirk Van der Maelen van 15 maart 2004 (N.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :

Affectation des fonds de la Coopération au développement à la République démocratique du Congo.

Besteding van de ontwikkelingsfondsen voor de Democratische Republiek Kongo.

Dès l’amorce de la législature actuelle, vous avez annoncé, de concert avec le ministre des Affaires étrangères, une augmentation substantielle des moyens alloués aux pays de la région des Grands Lacs. On parle même d’un doublement et, au final, d’un triplement de l’aide belge à cette région, et cela dans un laps de temps de quelques années à peine. Je ne mets pas en doute la nécessité de faire bénéficier ces pays d’une aide importante pour donner une chance de réussite au nouveau processus de paix. Et nul ne contestera que nous devions procéder en la matière de façon très réfléchie, notamment en recherchant à la fois la façon la plus opportune de dépenser nos crédits de coopération et les meilleurs partenaires possibles. En effet, on ne peut absolument pas risquer de compromettre la réputation toujours fragile de la Coopération belge. Le

Reeds van bij het begin van deze legislatuur heeft u, samen met de minister van Buitenlandse Zaken, een substantie¨le verhoging van de middelen voor de landen van het gebied van de Grote Meren aangekondigd. Er wordt zelfs gesproken over een verdubbeling en uiteindelijk een verdriedubbeling van de Belgische hulp aan de regio en dit in een periode van nauwelijks enkele jaren. Dat er een serieuze transfer van middelen noodzakelijk is om de nieuwe evolutie naar vrede een kans te bieden, betwijfel ik niet. Dat we daarbij zeer doordacht tewerk moeten gaan, onder andere door eerst naar opportune bestedingsruimte en de best mogelijke partners te zoeken, zal ook door iedereen aanvaard worden. Men mag immers geen enkel risico lopen om hiermee de nog steeds fragiele reputatie van de Belgische Samenwerking in gevaar te brengen. De minister


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6362

ministre a déjà soulevé un coin du voile en ce qui concerne les secteurs ou` il a l’intention d’investir les douze millions d’euros supplémentaires de l’aide belge accordée au Burundi. Toutefois, pour ce qui regarde tout le reste de cette immense région, je ne vois absolument pas à quels secteurs il destine les nombreux autres millions d’euros d’aide au développement.

heeft al een tipje van de sluier opgelicht over de sectoren waarin hij de twaalf miljoen euro bijkomende steun voor Burundi wil investeren. Het is mij voor de rest van deze enorme regio echter compleet onduidelijk aan welke sectoren de minister de vele andere miljoenen euro steun wil toekennen.

Aussi, puis-je demander au ministre de fournir par pays un aperçu des projets concrets, des montants prévus aux fins de leur mise en œuvre et des institutions et organisations avec lesquelles il compte collaborer de façon à employer ces moyens financiers de la façon la plus pertinente possible du point de vue de la coopération au développement ?

Kan u daarom per land een overzicht geven van de concrete plannen van de minister, van de bedragen die daar tegenover staan en van de instellingen en organisaties waarmee de minister zal samenwerken om deze middelen op een zo ontwikkelingsrelevant mogelijke manier in te zetten ?

Réponse du ministre de la Coopération au développement du 16 juillet 2004, à la question no 23 de M. Dirk Van der Maelen du 15 mars 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ontwikkelingssamenwerking van 16 juli 2004, op de vraag nr. 23 van de heer Dirk Van der Maelen van 15 maart 2004 (N.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).



DO 0000200370413

DO 0000200370413

Question no 55 de M. Jean-Jacques Viseur du 9 octobre 2003 (Fr.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 55 van de heer Jean-Jacques Viseur van 9 oktober 2003 (Fr.) aan de minister van Financie¨n :

Nombre de controˆles et de redressements effectués par l’AFER et l’administration des Contributions directes.

Aantal controles en wijzigingen van aanslagen door de AOIF en de administratie van de Directe Belastingen.

Depuis peu, la presse se fait régulièrement l’écho de la diminution du nombre de controˆles et de redressements fiscaux en commentant notamment la sortie du rapport annuel de l’administrateur général des impoˆts.

Sinds kort verschijnen er regelmatig berichten in de pers over de vermindering van het aantal belastingcontroles en wijzigingen van aanslagen, onder meer naar aanleiding van de publicatie van het jaarverslag van de administrateur-generaal van de belastingen.

Votre administration peut-elle communiquer pour les exercices d’imposition 1999, 2000 et 2001 ainsi que par région (Région de Bruxelles-Capitale, Wallonne et Flamande) pour les catégories suivantes : modèles simplifiés 276.1, modèles complets 276.1 avec partie 2, modèle société, modèles personnes morales (ASBL) :

Kan uw administratie de volgende gegevens meedelen voor de aanslagjaren 1999, 2000 en 2001, voor elk Gewest (Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Waals Gewest en Vlaams Gewest), en met betrekking tot de vereenvoudigde modellen 276.1, de volledige modellen 276.1 met deel 2, het model vennootschap en de modellen rechtspersonen (VZW’s) :

1. le nombre de déclarations envoyées;

1. het aantal opgestuurde aangiften;

2. le nombre de déclarations rentrées;

2. het aantal ontvangen aangiften;


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6363

3. le montant des suppléments établis sur base d’un accord entre l’administration et le contribuable;

3. het bedrag van de aanvullende belasting die gevestigd werd op grond van een akkoord tussen de administratie en de belastingplichtige;

4. le montant des suppléments établis sans accord de la part du contribuable;

4. het bedrag van de aanvullende belasting die gevestigd werd zonder een akkoord met de belastingplichtige;

5. le montant des suppléments établis par l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus (AFER);

5. het bedrag van de aanvullende belasting die gevestigd werd door de administratie van de Ondernemings- en inkomensfiscaliteit (AOIF);

6. le montant des suppléments établis par l’administration des Contributions directes (services de taxation classique);

6. het bedrag van de aanvullende belasting die gevestigd werd door de administratie van de Directe Belastingen (gewone belastingdiensten);

7. le montant des amendes administratives enroˆlées ?

7. het bedrag van de ingekohierde administratieve boeten ?

Réponse du ministre des Finances du 15 juillet 2004, à la question no 55 de M. Jean-Jacques Viseur du 9 octobre 2003 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Financie¨n van 15 juli 2004, op de vraag nr. 55 van de heer Jean-Jacques Viseur van 9 oktober 2003 (Fr.) :

La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2003200421071

DO 2003200421071

Question no 309 de Mme Trees Pieters du 12 mars 2004 (N.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 309 van mevrouw Trees Pieters van 12 maart 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Nouveau statut des artistes. — Répercussions fiscales.

Nieuw kunstenaarsstatuut. — Fiscale repercussies.

1er

Depuis le juillet 2003, tout artiste doit être considéré comme un travailleur aux yeux de la sécurité sociale sauf s’il fournit la preuve du contraire et démontre qu’il est indépendant.

Sinds 1 juli 2003 dient een kunstenaar voor de sociale zekerheid als werknemer beschouwd te worden tenzij hij het tegenbewijs levert en zijn zelfstandigheid aantoont.

Comme on a pu le lire tout récemment dans « Fiscale Actualiteit » (De Buyser, W., « Gewijzigd sociaal statuut van kunstenaars heeft fiscale gevolgen » (La modification du statut social des artistes entraıˆne des conséquences fiscales), « Fiscale Actualiteit », no 8, semaine 9-2004), le statut des artistes devrait logiquement être traduit le plus rapidement possible en termes fiscaux. En effet, il serait difficile de défendre devant le fisc la thèse selon laquelle, du point de vue fiscal, un artiste indépendant perçoit des rémunérations et non des profits. Car dans ce cas de figure, l’artiste concerné a duˆ apporter lui-même des éléments de fait pour prouver qu’il est indépendant, et ces éléments devraient aussi être pris en compte pour déterminer la situation fiscale de l’artiste. Par ailleurs, il serait tout aussi logique que l’artiste qui pour la sécurité sociale est considéré comme un travailleur soit aussi considéré comme tel en matière d’impoˆts sur les revenus.

Zoals onlangs in de Fiscale Actualiteit gesteld werd (De Buyser, W., « Gewijzigd sociaal statuut van kunstenaars heeft fiscale gevolgen », Fiscale Actualiteit, nr. 8, week 9-2004), zou het kunstenaarsstatuut logischerwijze zo snel mogelijk in fiscalibus moeten doorgetrokken worden. Het zou immers moeilijk verdedigbaar zijn tegenover de fiscus dat een zelfstandig kunstenaar fiscaal gezien bezoldigingen zou genieten en geen baten. De artiest heeft in dat geval immers zelf feitelijke elementen moeten aanbrengen tot bewijs van zijn zelfstandigheid, en die zouden ook voor de fiscale situatie van de kunstenaar moeten gelden. Anderzijds is het eveneens logisch dat de kunstenaar die voor de sociale zekerheid als werknemer beschouwd wordt, dat ook is inzake de inkomstenbelasting.


2003

2004


803

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6364

Pourriez-vous communiquer si vous et/ou votre administration fiscale avez pris entre-temps des mesures pour réaliser ce parallélisme souhaitable entre sécurité sociale et impoˆt des personnes physiques, cela notamment — et surtout peut-être — pour éviter qu’il y ait des hiatus sur le plan des transferts de données vers l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants (INASTI) ? Le fisc adresse en effet périodiquement à l’INASTI des données relatives aux revenus de personnes qui perçoivent des revenus professionnels indépendants. Si la taxation de la majorité des artistes devait continuer à s’effectuer suivant les vieux principes, beaucoup d’artistes (sociologiquement indépendants) échapperaient à l’attention de l’INASTI du fait qu’ils sont taxés comme travailleurs.

Kan u meedelen of u en/of uw fiscale administratie ondertussen maatregelen genomen heeft om dit gewenste parallellisme tussen sociale zekerheid en personenbelasting te bewerkstelligen, niet in het minst om te vermijden dat er hiaten zouden zijn bij de gegevenstransferten naar het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) ? Dit rijksinstituut krijgt immers periodiek inkomstengegevens van de fiscus van personen die zelfstandige beroepsinkomsten genieten. Wanneer de taxatie van het gros van de kunstenaars volgens de oude principes blijft gebeuren, gaan er veel (sociologisch zelfstandige) kunstenaars aan de aandacht van het RSVZ ontsnappen omdat zij als werknemer belast zijn.

Réponse du ministre des Finances du 15 juillet 2004, à la question no 309 de Mme Trees Pieters du 12 mars 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Financie¨n van 15 juli 2004, op de vraag nr. 309 van mevrouw Trees Pieters van 12 maart 2004 (N.) :

Au cours de la législature précédente, on a beaucoup évoqué la situation des artistes à travers leur statut social et fiscal.

In de vorige regeerperiode werd veel aandacht besteed aan het sociaal en fiscaal statuut van de kunstenaars.

Nous n’avons cependant pas été au-delà de ce qui a été programmé en matière de statut social, lequel est maintenant une réalité.

We zijn evenwel niet verder gegaan dan wat werd geprogrammeerd inzake het sociaal statuut, wat thans verwezenlijkt is.

Je suis tout à fait disposé, sur la base de propositions de loi ou d’auditions en commission avec des gens du secteur, à reprendre cette discussion, en sachant que des modifications éventuelles apportées au statut fiscal auraient probablement une nouvelle fois des répercussions sur le statut social, ces deux éléments étant intimement liés.

Ik ben bereid, op basis van wetsvoorstellen of hoorzittingen in de commissie met mensen van de sector, de discussie opnieuw aan te gaan, wetende dat eventuele wijzigingen in het fiscaal statuut waarschijnlijk opnieuw gevolgen zullen hebben voor het sociaal statuut, want beide zijn nauw met elkaar verbonden.

Déjà en ce qui concerne les artistes à activité réduite, le gouvernement vient de décider, lors du Conseil des ministres du 9 juillet 2004 de considérer comme indemnités forfaitaires de défraiement non passibles de cotisations de sécurité sociale ni d’impoˆts, les indemnités payées à de tels artistes, dans la mesure où elles n’excèdent pas 100 euros par jour ni 2 000 euros par an. Les adaptations légales et réglementaires nécessaires seront apportées le plus rapidement possible.

Betreffende de artiesten met beperkte activiteiten heeft de regering zopas al beslist, op de Ministerraad van 9 juli 2004, om de aan de artiesten betaalde vergoedingen te beschouwen als forfaitaire onkostenvergoedingen waarop geen bijdragen voor sociale zekerheid noch belastingen verschuldigd zijn, voorzover ze 100 euro per dag en 2 000 euro per jaar niet overschrijden. De wettelijke en reglementaire aanpassingen zullen zo snel mogelijk doorgevoerd worden.

DO 2003200421229

DO 2003200421229

Question no 342 de M. Jo Vandeurzen du 5 avril 2004 (N.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 342 van de heer Jo Vandeurzen van 5 april 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Titres-repas. — Communication 2001/13. — ONSSAPL. ` la question que je vous avais posée sur des contraA dictions éventuelles entre les positions de l’ONSS et des services du fisc à propos de l’octroi de titres-repas pour des journées de compensation, vous avez répondu que l’ONSS n’a pas connaissance d’une

Maaltijdcheques. RSZPPO.


2003

—

Mededeling

2001/13.

—

Op een vraag die ik stelde in verband met mogelijke contradicties tussen het standpunt van de RSZ en de fiscus over maaltijdcheques voor compensatiedagen heeft u geantwoord dat de RSZ geen kennis heeft van een mededeling 2001/13. Dit is inderdaad juist. De 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6365

communication 2001/13. Ceci est en effet exact. Il s’agit d’une communication de l’ONSSAPL, l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales. Dans cette communication, qui peut être consultée sur le site internet de l’ONSSAPL, l’Office national considère bel et bien les jours ou` le travailleur est absent parce qu’il récupère les heures (supplémentaires) qu’il a accomplies à l’occasion d’autres journées de travail en plus de son horaire normal comme des jours ou` le travailleur accomplit effectivement des prestations et, partant, comme des jours pour lesquels il a droit à un titre-repas.

mededeling is afkomstig van de RSZPPO, de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. In deze mededeling 2001/13 (die kan geraadpleegd worden op de website van de RSZPPO) neemt de Rijksdienst wel degelijk het standpunt in van de dagen waarop de werknemer afwezig is ingevolge het recupereren van (over)uren die hij op andere arbeidsdagen gepresteerd heeft, bovenop zijn normale uurregeling, als dagen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties verricht heeft en derhalve als dagen waarvoor een werknemer recht heeft op een maaltijdcheque moeten worden beschouwd.

Puis-je, eu égard à la position adoptée par l’Office national dont relèvent les administrations provinciales et locales, répéter ma question écrite no 204 du 7 janvier 2004 :

Mag ik, gelet op het feit dat er dus wel degelijk een standpunt is van de Rijksdienst bevoegd voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, mijn schriftelijke vraag nr. 204 van 7 januari 2004 herhalen :

Confirmez-vous que pour le fisc également, ce titrerepas accordé pour une journée de compensation n’est pas considéré comme un revenu mais comme un couˆt propre à l’employeur ?

Kan u bevestigen dat ook door de fiscus deze maaltijdcheque, uitgekeerd voor de compensatiedag, niet als een inkomen wordt beschouwd maar als een kost eigen aan de werkgever ?

Réponse du ministre des Finances du 15 juillet 2004, à la question no 342 de M. Jo Vandeurzen du 5 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Financie¨n van 15 juli 2004, op de vraag nr. 342 van de heer Jo Vandeurzen van 5 april 2004 (N.) :

Comme je l’ai déjà communiqué dans ma réponse du 10 mars 2004 à la question de l’honorable membre no 204, les titres-repas qui sont délivrés aux travailleurs sur pied des dispositions de l’article 38, § 1er, alinéa 1er, 11o, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), sont considérés comme des avantages sociaux exonérés pour autant que toutes les conditions énoncées à l’article 19bis, § 3, de l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, soient simultanément remplies.

Zoals reeds meegedeeld in mijn antwoord op de vraag nr. 204 van 10 maart 2004 van het geachte lid worden maaltijdcheques, die worden uitgereikt aan werknemers op grond van artikel 38, § 1, eerste lid, 11o, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), als vrijgestelde sociale voordelen aangemerkt, voorzover al de voorwaarden gesteld in artikel 19bis, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gelijktijdig worden vervuld. E´én van de voorwaarden om maaltijdcheques als een van belasting vrijgesteld sociaal voordeel in de zin van artikel 38, § 1, eerste lid, 11o, WIB 1992 aan te merken is, dat het aantal maaltijdcheques gelijk moet zijn aan het aantal dagen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties levert (ongeacht de duur ervan).

Une des conditions pour considérer les tires-repas comme un avantage social exonéré d’impoˆt au sens de l’article 38, § 1er, alinéa 1er, 11o, CIR 1992, est que le nombre de titres-repas octroyés doit être égal au nombre de journées de travail effectivement prestées par le travailleur (indépendamment de la durée de celles-ci). Suivant sa note 2001/13, l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL), considère les journées d’absence du travailleur en raison de la récupération d’heures (supplémentaires) prestées en plus de l’horaire normal durant d’autres journées de travail, comme des journées effectivement prestées par le travailleur et, par conséquent, comme des journées pour lesquelles le travailleur a droit à un titre-repas.

Volgens haar mededeling 2001/13 beschouwt de Rijsdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO) de dagen waarop de werknemer afwezig is ingevolge het recupereren van de (over)uren die hij op andere arbeidsdagen heeft gepresteerd bovenop zijn normale uurregeling, als dagen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties verricht en derhalve als dagen waarvoor de werknemer recht heeft op een maaltijdcheque.

Pour l’application de l’article 19bis précité, l’Office national de sécurité sociale reste cependant d’avis que

Voor de toepassing van voormeld artikel 19bis, blijft de Rijksdienst voor sociale zekerheid echter van


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6366

les journées d’absence du travailleur dues à la récupération des heures supplémentaires ou lors d’un congé pour don de sang, ne constituent pas des journées de travail effectivement prestées. Selon l’ONSS, l’employeur ne peut pas en effet délivrer des titresrepas pour de telles journées de travail.

oordeel dat de dagen waarop de werknemer afwezig is wegens het recupereren van overuren of wegens verlof voor bloedgift, geen effectief gepresteerde arbeidsdagen zijn. Volgens de RSZ mag de werkgever voor dergelijke arbeidsdagen dan ook geen maaltijdcheques toekennen.

Du fait que l’ONSS est compétent en premier lieu pour l’application de l’article 19bis, § 2 précité, l’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus demeure également d’avis qu’un titre-repas attribué pour la journée de compensation mensuelle, doit être considéré comme une rémunération imposable dans le chef du travailleur et non pas comme un avantage social exonéré d’impoˆt et ce, dans l’attente des résultats d’une éventuelle concertation entre l’ONSS et l’ONSSAPL.

Aangezien de RSZ op de eerste plaats bevoegd is voor de toepassing van voormeld artikel 19bis, § 2, blijft ook de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit bij het standpunt dat een maaltijdcheque die wordt toegekend voor de maandelijkse compensatiedag, bij de werknemer als een belastbare bezoldiging moet worden aangemerkt en niet als een van belasting vrijgesteld sociaal voordeel en dit in afwachting van de resultaten van een eventueel overleg tussen de RSZ en RSZPPO.

DO 2003200421472

DO 2003200421472

Question no 376 de M. Carl Devlies du 11 mai 2004 (N.) au ministre des Finances :

Vraag nr. 376 van de heer Carl Devlies van 11 mei 2004 (N.) aan de minister van Financie¨n :

Contribuables. — Non-exécution de l’obligation de déclaration à l’impoˆt des personnes physiques.

Belastingplichtige personen. — Niet vervullen aangifteplicht personenbelasting.

Combien de contribuables n’ont pas rentré leur déclaration à l’impoˆt des personnes physiques pour les exercices d’imposition 2001, 2002 et 2003 et ce par direction régionale ?

Kan u meedelen hoeveel belastingplichtige personen in gebreke bleven om een aangifte in de personenbelasting te verrichtingen tijdens de aanslagjaren 2001, 2002 en 2003, en dit ingedeeld per gewestelijke directie ?

Réponse du ministre des Finances du 16 juillet 2004, à la question no 376 de M. Carl Devlies du 11 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Financie¨n van 16 juli 2004, op de vraag nr. 376 van de heer Carl Devlies van 11 mei 2004 (N.) :

L’administration de la Fiscalité des entreprises et des Revenus ne tient pas de statistiques permettant de communiquer des éléments chiffrés tels que ceux demandés.

De administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit houdt geen statistieken bij die de mededeling van de gevraagde cijferelementen toelaten.

L’administration général des Impoˆts publie chaque année un rapport dont un exemplaire est communiqué à chaque parlementaire. Ce rapport contient, entre autres, un important volet statistique de l’établissement, du controˆle et du recouvrement de l’impoˆt.

De algemene administratie van Belastingen publiceert wel elk jaar een verslag waarvan een exemplaar aan elke parlementair wordt overhandigd. Dit verslag bevat onder andere een belangrijk statistisch luik van de vestiging, controle en invordering van de belasting.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6367



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2003200421602

DO 2003200421602

Question no 115 de Mme Maggie De Block du 4 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 115 van mevrouw Maggie De Block van 4 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Rééducation professionnelle. — Statut de choˆmeur au lieu du statut de l’AMI.

Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — Werkloosheidsstatuut in plaats van ZIV-statuut.

Selon un avis du « Sociaal Economische Raad Vlaanderen » (conseil économique et social de Flandre) sur les pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel, il existe toute une série de pièges de l’emploi qui découragent ou empêchent les personnes souffrant d’un handicap professionnel de franchir le pas vers le marché de l’emploi. La persistance de ce type de pièges de l’emploi ne favorise nullement l’objectif du gouvernement d’augmenter le taux d’activité général.

Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal activiteitsvallen bestaat die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke activiteitsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.

Le « Vlaams Fonds » n’intervient que dans les couˆts de formation pour les personnes affectées d’un handicap professionnel et bénéficiant d’une indemnité de l’AMI, pour autant qu’elles soient reconnues par le Vlaams Fonds. Les personnes bénéficiant d’une indemnité de l’AMI sans être reconnues par le « Vlaams Fonds », et qui souhaitent suivre une formation pour laquelle l’INAMI refuse de financer le recyclage, doivent demander le statut de choˆmeur au début du recyclage.

Het Vlaams Fonds komt enkel tussen in de opleidingskosten voor arbeidsgehandicapten met een ZIVuitkering voor zover deze een erkenning hebben vanuit het Vlaams Fonds. Personen met een ZIV-uitkering zonder Vlaams Fonds-erkenning die een opleiding willen volgen en waarvoor het RIZIV weigert de herscholing te betalen moeten bij de start van een herscholing het werkloosheidsstatuut aanvragen.

1. Pourquoi les personnes non reconnues par le « Vlaams Fonds » qui souhaitent suivre une formation sont-elles contraintes d’opter pour un statut de choˆmeur au lieu de pouvoir conserver le statut de l’AMI ?

1. Waarom worden personen zonder Vlaams Fonds-erkenning die een opleiding willen volgen gedwongen te kiezen voor een werkloosheidsstatuut in de plaats van te mogen blijven in het ZIV-statuut ?

2. Le statut de choˆmeur étant financièrement moins intéressant que l’indemnité de l’AMI, il constitue une entrave au recyclage et donc à la réintégration sur le marché du travail des personnes affectées d’un handicap professionnel.

2. Het feit dat het werkloosheidsstatuut financieel minder interessant is dan de ZIV-uitkering werkt als een belemmering op de herscholing en dus de reı¨ntegratie op de arbeidsmarkt van arbeidsgehandicapten.

a) Envisagez-vous de remédier à ce problème ?

a) Overweegt u aan dit probleem te verhelpen ?

b) Dans l’affirmative, quand et comment ?

b) Zo ja, hoe en wanneer ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 juillet 2004, à la question no 115 de Mme Maggie De Block du 4 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 juli 2004, op de vraag nr. 115 van mevrouw Maggie De Block van 4 juni 2004 (N.) :

En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis communiquer ce qui suit.

In antwoord op de vraag van het geachte lid, kan ik het volgende meedelen.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6368

Les personnes bénéficiant d’une indemnité AMI, pour qui l’INAMI a refusé une rééducation professionnelle et qui n’ont pas de reconnaissance par le Fonds flamand, peuvent, le cas échéant, demander une rééducation au VDAB.

Personen met een ZIV-uitkering, waarvoor het RIZIV een herscholing heeft geweigerd en die geen Vlaams Fonds-erkenning hebben, kunnen desgevallend bij de VDAB terecht voor een herscholing.

Le titulaire concerné ne doit pas renoncer à son statut d’incapacité de travail AMI, ni en vue de l’introduction d’une telle demande, ni pour suivre une rééducation professionnelle accordée par le VDAB.

Noch voor het indienen van zulke aanvraag noch voor het volgen van een door de VDAB toegestane herscholing dient de betrokken gerechtigde te verzaken aan zijn ZIV-arbeidsongeschiktheidsstatuut.

Les éventuelles formalités ou procédures administratives du VDAB n’interfèrent nullement avec la reconnaissance AMI ni en incapacité de travail primaire ni en invalidité.

Eventuele administratieve formaliteiten of procedures vanuit de VDAB interfereren als dusdanig niet met de ZIV-erkenning noch in primaire arbeidsongeschiktheid noch in invaliditeit.

Dans le cas d’une rééducation professionnelle accordée par le Collège des médecins-directeurs du Service des soins de santé de l’INAMI, il existe une présomption d’incapacité de travail, en d’autres termes, aucune instance « de controˆle » au sein de l’INAMI ne peut mettre l’intéressé au travail.

Wel is het zo dat in geval van een herscholing toegestaan door het College van geneesheren-directeurs bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV, er een wettelijk vermoeden bestaat van arbeidsongeschiktheid, met andere woorden dat geen enkele « controle »-instantie binnen het RIZIV betrokkene aan het werk kan zetten.

Tel n’est pas le cas pour une rééducation professionnelle non accordée par le collège, qu’elle soit prise en charge par le Fonds flamand ou par le VDAB.

Zulks is niet het geval bij een niet door bedoeld college toegestane herscholing, of die nu door het Vlaams Fonds wordt tenlaste genomen of door de VDAB.

Je n’ai par ailleurs pas connaissance d’un problème fondamental concernant la problématique citée par l’honorable membre :

Overigens is er mij in verband met de door het geachte lid aangehaalde problematiek geen fundamenteel probleem bekend :

— Dans le cas d’une rééducation professionnelle d’un titulaire indemnisable AMI, il est dans l’intérêt de chacun — et aussi dans celui de l’administration concernée, car dans ce cas, les frais d’une rééducation professionnelle qui ne sont pas des moindres, sont à charge de l’AMI — que la procédure officielle du Collège des médecins-directeurs soit suivie, afin que la reconnaissance de l’incapacité de travail et la rééducation professionnelle puissent — en premier lieu dans l’intérêt de l’intéressé — être parfaitement harmonisées.

— In geval van een herscholing van een ZIVuitkeringsgerechtigde is het in eenieders belang — ook van de betrokken administratie, want in dit geval vallen de niet-geringe kosten van een herscholing ten laste van de ZIV — om de officie¨le procedure via het College van geneesherendirecteurs te volgen, zodat de arbeidsongeschiktheidserkenning en de herscholing op een positieve wijze — in de eerste plaats in het voordeel van betrokkene — perfect op mekaar kunnen worden afgestemd.

— Si un titulaire en incapacité de travail devait toutefois préférer suivre une rééducation professionnelle dans le cadre et à charge du VDAB, cela ne signifie en aucun cas la fin automatique de la reconnaissance de son incapacité de travail AMI.

— Verkiest een arbeidsongeschikte gerechtigde toch een herscholing te volgen louter in het kader en ten laste van de VDAB, dan betekent zulks in geen geval het automatisch beeı¨ndigen van zijn ZIVarbeidsongeschiktheidserkenning.

Si au bout du compte, des problèmes devaient néanmoins se poser dans un cas individuel, il sera suˆrement possible de les régler moyennant les contacts nécessaires.

Als er uitzonderlijk, in een individueel geval, toch problemen rijzen, dan kan zulks mits de nodige contacten, zeker worden bijgelegd.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6369

DO 2003200421606

DO 2003200421606



Pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Recyclage. — Indemnités de l’AMI. — Relations INAMI et VDAB.

Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — ZIV-uitkeringen. — Verhouding RIZIV en VDAB.

Un avis du SERV (« Sociaal Economische Raad Vlaanderen ») concernant les entraves à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel, a révélé que de nombreux pièges découragent ces personnes ou les limitent dans leurs démarches. La persistance de ces entraves est particulièrement défavorable à l’objectif gouvernemental d’augmenter le niveau d’activité général.

Uit een advies van de Sociaal Economische Raad Vlaanderen over activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap is gebleken dat er een heel aantal activiteitsvallen bestaan die mensen met een arbeidshandicap ontmoedigen of beperken om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Het voortbestaan van dergelijke arbeidsvallen is allerminst bevorderlijk voor de regeringsdoelstelling om de algemene activiteitsgraad te verhogen.

Les personnes affectées d’un handicap professionnel et qui souhaitent se recycler, ne peuvent continuer de prétendre aux indemnités de l’AMI que s’il s’agit d’une demande approuvée par le collège des médecins directeurs. Les personnes en incapacité de travail avec statut AMI ne peuvent prétendre à des actions pour l’emploi émanant du VDAB et de ses dérivés l’ATB et le FSE. Le VDAB consent seulement à inscrire un bénéficiaire d’allocations AMI si le médecin conseil a explicitement confirmé que cette inscription ne sera pas interprétée de manière négative et que l’intéressé ne risque donc pas de perdre son allocation AMI.

Arbeidsgehandicapten die zich willen herscholen kunnen slechts een beroep blijven doen op een ZIVuitkering wanner het om een door het college van geneesheren-directeurs goedgekeurde aanvraag gaat. Arbeidsongeschikten met een ZIV-statuut kunnen dan weer geen aanspraak maken op acties naar werk vanuit de VDAB en bij afgeleide de ATB en ESF. De VDAB wil enkel een ZIV-uitkeringsgerechtigde inschrijven als de adviserend geneesheer formeel heeft bevestigd dat de inschrijving niet op een negatieve manier zal worden geı¨nterpreteerd zodat de betrokkene niet het risico loopt zijn ZIV-uitkering te verliezen.

1. Pourquoi ce manque de clarté entre le VDAB et l’INAMI persiste-t-il ?

1. Waarom blijft deze onduidelijkheid tussen de VDAB en het RIZIV bestaan ?

2. Des échanges ont-ils déjà eu lieu dans le passé entre les deux organismes à ce propos ?

2. Werden over deze problematiek in het verleden reeds contacten gelegd tussen beide instellingen ?

3. a) Envisagez-vous de prendre des mesures pour harmoniser les positions de l’INAMI et du VDAB concernant les personnes affectées d’un handicap professionnel qui souhaitent se recycler ?

3. a) Overweegt u maatregelen te nemen om de afstemming van het RIZIV en de VDAB aangaande de problematiek van arbeidsgehandicapten die zich willen herscholen te verbeteren ?

b) Dans quel délai comptez-vous trouver une solution ?

b) Op welke termijn beoogt u een oplossing ?



Je peux communiquer à l’honorable membre que l’imprécision qu’elle a évoquée a pu eˆtre résolue graˆce à une concertation entre les ministres et les administrations concernés.

Ik kan het geachte lid meedelen dat de door haar bedoelde onduidelijkheid door overleg tussen de betrokken ministers en administraties uit de wereld is geholpen.

Les titulaires bénéficiant d’une intervention AMI ne doivent en aucun cas obtenir une autorisation du médecin-conseil pour suivre des « actions pour l’emploi » auprès du VDAB.

ZIV-uitkeringstrekkende gerechtigden hoeven in geen geval een toelating van de adviserend geneesheer om « acties naar werk » vanuit de VDAB te volgen.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6370

Le fait de suivre de telles « actions » n’a pas davantage d’impact automatique sur la reconnaissance de leur incapacité de travail.

Evenmin heeft het volgen van dergelijke « acties » een automatische impakt op de erkenning van hun arbeidsongeschiktheid.

Certains médecins-conseils encouragent meˆme le suivi de telles actions par une lettre d’encouragement.

Sommige adviserend geneesheren stimuleren zelfs het volgen van dergelijke « acties » met een aanmoedigingsbriefje.

Par ailleurs, la présomption légale d’incapacité de travail n’est pas valable lorsqu’on suit une telle « action », contrairement au projet individuel de rééducation professionnelle axé sur une intégration professionnelle concrète. Cela signifie qu’un titulaire se trouvant dans le premier cas mais ne satisfaisant plus aux conditions réglementaires en vue d’une reconnaissance d’incapacité de travail AMI, perdra ses indemnités AMI.

Anderzijds is het wel zo dat het wettelijk vermoeden van arbeidsongeschiktheid niet geldt bij het volgen van zulk een « actie », dit in tegenstelling met een op concrete professionele integratie gericht individueel herscholingsproject, wat wil zeggen dat een gerechtigde in het eerste geval, die niet langer meer voldoet aan de reglementaire voorwaarden voor een ZIV-arbeidsongeschiktheidserkenning, zijn ZIV-uitkeringen zal verliezen.

Je doute néanmoins que cette situation se présente souvent en pratique.

Of deze situatie in de praktijk vaak voorkomt, durf ik echter te betwijfelen.

DO 2003200421619

DO 2003200421619

Question no 119 de M. Luc Goutry du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 119 van de heer Luc Goutry van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Moratoire sur les conventions.

Moratorium op conventies.

La décision gouvernementale d’instaurer un moratoire dans le domaine des conventions de revalidation a été exécutée par le biais d’une disposition figurant dans la loi-programme approuvée fin 2003. La conclusion de nouvelles conventions allait être suspendue jusqu’à ce que les conclusions d’une radioscopie approfondie du secteur soient connues. Des dérogations à cette règle étaient toutefois prévues. Ces dérogations devaient être fixées dans un arrêté royal, après avis préalable du Comité de l’assurance.

Via een bepaling in de programmawet van eind 2003 werd uitvoering gegeven aan de regeringsbeslissing om een moratorium in te stellen op het vlak van revalidatieovereenkomsten. Tot de conclusies van een doorlichting van de sector bekend zijn, zouden geen nieuwe overeenkomsten kunnen worden gesloten. Er werden evenwel uitzonderingen op deze regel voorzien. Deze uitzonderingen zouden worden bepaald in een koninklijk besluit en na voorafgaandelijk advies van het Verzekeringscomité.

1. Quand cet arrêté royal sera-t-il publié ?

1. Wanneer zal dit koninklijk besluit worden gepubliceerd ?

2. Quelles sont les dérogations qui figureront dans l’arrêté royal ?

2. Welke zijn de uitzonderingen die in dit koninklijk besluit zullen worden bepaald ?

3. Est-il exact que l’une de ces dérogations concernera la convention PC (paralysie cérébrale) ?

3. Klopt het dat één van deze uitzonderingen de CPconventie zal zijn ?

4. Est-il exact qu’il sera également techniquement possible dans ce cadre d’élaborer une convention spécifique pour les patients atteints de spina bifida et d’hydrocéphalie ?

4. Klopt het dat er op die manier ook een technische mogelijkheid zal gecreeërd worden om een specifieke conventie op te stellen voor patie¨nten met « Spina Bifida » en « Hydrocephalie » ?

5. Dans l’affirmative, quand cette convention pourra-t-elle alors être préparée par l’administration de l’INAMI et le Collège des médecins-directeurs et soumise pour approbation au Comité de l’assurance ?

5. In het positieve geval, wanneer zal deze conventie dan door de RIZIV-administratie en het College van geneesheren-directeurs kunnen worden voorbereid en ter goedkeuring aan het Verzekeringscomité worden voorgelegd ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6371

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 13 juillet 2004, à la question no 119 de M. Luc Goutry du 9 juin 2004 (N.) : En réponse aux questions de l’honorable membre, je puis lui communiquer ce qui suit. 1. L’article 217bis de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnées le 14 juillet 1994, inséré par la loi-programme du 22 décembre 2003, introduisant un moratoire sur les conventions de rééducation, prévoyait en effet aussi la possibilité d’exceptions en la matière. L’arrêté royal du 5 juin 2004 traitant de cela a entre-temps été publié au Moniteur belge du 10 juin 2004. 2. Outre la possibilité de prolongation et de modifications « techniques » sans conséquences budgétaires, cet arrêté royal prévoit aussi que de nouvelles conventions type de rééducation fonctionnelle peuvent être conclues avec certains types de centres, qui y sont énumérés. 3. Un de ces types de centres concerne en effet les centres de référence pour infirmes moteurs cérébraux, dénommés « centre de référence en IMOC ». 4. Le Collège des médecins-directeurs de l’INAMI s’est déjà prononcé favorablement sur le principe de créer aussi au sein de ce type de convention de rééducation la possibilité de remboursement des prestations d’équipes expérimentées qui se consacrent au diagnositic, à l’évaluation fonctionnelle et à la coordination de soins pour des patients présentant une spina bifida et une hydrocéphalie associée. Je considère aussi que cette mesure est favorable et indispensable pour ces patients. 5. L’arrêté royal précité du 5 juin 2004 prévoit ces exceptions sur le moratoire jusqu’au 31 aouˆt 2004 inclus. Une proposition d’avenant à la convention IMOC, relative à la spina bifida associée ou non à une hydrocéphalie, sera soumise pour approbation au Comité de l’assurance de l’INAMI dans le courant du mois de juillet.

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 13 juli 2004, op de vraag nr. 119 van de heer Luc Goutry van 9 juni 2004 (N.) : In antwoord op de vragen van het geachte lid, kan ik het volgende meedelen. 1. Het artikel 217bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij programmawet van 22 december 2003 en dat het moratorium op revalidatieovereenkomsten instelde, voorzag inderdaad ook in de mogelijkheid op uitzonderingen daarop. Het betreffende koninklijk besluit van 5 juni 2004 werd intussen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 2004. 2. Naast de mogelijkheid tot verlening en « technische » wijzigingen zonder budgettaire gevolgen van overeenkomsten, voorziet het koninklijk besluit ook dat nieuwe type-revalidatieovereenkomsten kunnen afgesloten worden met bepaalde types van centra, die er worden opgesomd. 3. E´én van deze types van centra zijn inderdaad de referentiecentra voor hersenverlamden, de zogenaamde « CP-referentiecentra ». 4. Het College van geneesheren-directeurs van het RIZIV sprak zich al principieel gunstig uit om binnen dit type van revalidatieovereenkomst ook de mogelijkheid te scheppen tot terugbetaling van de verstrekkingen voor ervaren teams die zich wijden aan diagnose, functionele evaluatie en zorgcoo¨rdinatie bij patie¨nten met spina bifida en daarmee samengaande hydrocephalie. Ik zie dit ook als een gunstige en noodzakelijke maatregel voor deze patie¨nten. 5. Het voormelde koninklijk besluit van 5 juni 2004 voorziet deze uitzonderingen op het moratorium tot en met 31 augustus 2004. Een voorstel van toevoegingsclausule aan de CP-overeenkomst, betreffende spina bifida al dan niet gepaard met hydrocephalie, zal in de maand juli aan het Verzekeringscomité van het RIZIV ter goedkeuring worden voorgelegd.

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2003200410577

DO 2003200410577

Question no 94 de M. Jo Vandeurzen du 7 janvier 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Mise en place d’un parcours de soins en matière de soins de santé mentale. Il va sans dire que la mise en place de circuits de soins en matière de soins de santé mentale (et notam-

Vraag nr. 94 van de heer Jo Vandeurzen van 7 januari 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Uitbouw zorgtraject in de geestelijke gezondheidszorg.


2003

Bij de uitbouw van zorgcircuits in de geestelijke gezondheidszorg (en meer bepaald ook in de drug2004


804

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6372

ment en matière d’aide aux toxicomanes) présuppose le respect du secret professionnel. Or, un circuit de soins se caractérise par le fait que le patient (ou le toxicomane) fait l’objet d’un suivi attentif tout au long du circuit.

hulpverlening) moet natuurlijk respect worden opgebracht voor het beroepsgeheim. Het kenmerk echter van een zorgcircuit is dat het traject van de patie¨nt (of de drugverslaafde) doorheen het circuit zorgvuldig wordt begeleid.

1. Dans quelle mesure un prestataire d’aide ou de soins peut-il partager les informations dont il dispose avec un autre prestataire d’aide ou de soins lorsqu’un patient est traité dans différents modules d’un même circuit de soins ?

1. In welke mate kan een hulpverlener of een zorgverstrekker de informatie waarover hij beschikt delen met een andere hulpverlener of zorgverstrekker wanneer een patie¨nt behandeld wordt in verschillende modules van eenzelfde zorgtraject ?

2. Suffit-il que le patient sache qu’il est traité dans un module qui fait partie d’un circuit de soins pour que les intervenants dans le cadre de ce circuit puissent se communiquer des informations essentielles ?

2. Volstaat het dat de patie¨nt er zich van bewust is dat hij behandeld wordt binnen een module die zich situeert in een zorgtraject om de betrokken hulpverleners uit het zorgtraject toe te laten essentie¨le informatie aan elkaar over te maken ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 juillet 2004, à la question no 94 de M. Jo Vandeurzen du 7 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 94 van de heer Jo Vandeurzen van 7 januari 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

1. Il va de soi que les intervenants et les prestataires de soins sont liés au secret professionnel s’il leur est imposé.

1. Vanzelfsprekend zijn hulpverleners en zorgverstrekkers gebonden aan hun beroepsgeheim indien hiervan sprake is.

Dans les soins de santé mentale, les patients sont pris en charge, accompagnés et traités par une équipe multidisciplinaire composée d’intervenants et de prestataires de soins de différents groupes professionnels. C’est cette équipe qui, en collaboration avec le patient et, si cela est souhaité ou nécessaire, avec son environnement familial direct, essaie d’arriver à un plan de traitement avec des objectifs de traitement univoques ainsi que des directives pour la mise en œuvre de ce plan de traitement.

In de geestelijke gezondheidszorg worden patie¨nten opgevangen, begeleid en behandeld door een multidisciplinair team, een team dat bestaat uit hulpverleners en zorgverstrekkers van verschillende beroepsgroepen. Het is dit team dat in samenspraak met de patie¨nt en, indien gewenst of indien nodig, diens onmiddellijke familiale omgeving, tracht te komen tot een behandelplan met eenduidige behandeldoelstellingen evenals richtlijnen ter implementatie van dit behandelplan.

Les informations utilisées à cet effet par l’équipe ` cet égard, le sont fournies librement par le patient. A patient a toujours le droit de ne pas communiquer certaines informations ou de demander à un prestataire de soins de ne pas divulguer certaines informations lors des discussions de l’équipe. De telles informations ne peuvent dès lors pas être prises en compte lors de l’élaboration du plan de traitement et de la transition entre différents modules au sein du trajet de soins.

De informatie die hiertoe in teamverband wordt gebruikt is de informatie die de patie¨nt vrijgeeft. Hierbij heeft de patie¨nt steeds het recht bepaalde informatie niet te verschaffen of aan een zorgverstrekker te vragen bepaalde informatie niet vrij te geven in teambesprekingen. Hieruit volgt echter wel dat met dergelijke informatie dan ook geen rekening kan worden gehouden bij de totstandkoming van het behandelplan en bij de overgang tussen verschillende modules binnen het zorgtraject.

2. Dans le cadre de soins de santé mentale efficaces et de haute qualité, il est nécessaire d’avoir un bon flux d’informations d’un prestataire de soins à l’autre et d’un module de soin à l’autre, dans le cadre du trajet de soins parcouru par un patient : c’est une conditio sine qua non pour pouvoir garantir et promouvoir la continuité des soins.

2. In een goed functionerende en kwalitatief hoogstaande geestelijke gezondheidszorg is het noodzakelijk dat er een vlotte informatiedoorstroming is van de ene zorgverlener naar de andere en van de ene zorgmodule naar de andere binnen het zorgtraject dat een patie¨nt aflegt. Dit is een conditio sine qua non om de continuı¨teit van de zorg te garanderen en te bevorderen.

Dans le cadre de la réalisation de circuits et de réseaux de soins dans les soins de santé mentale,

In het kader van de totstandkoming van zorgcircuits en -netwerken in de geestelijke gezondheidszorg zal


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6373

l’équipe multidisciplinaire susmentionnée sera transinstitutionnelle. Le plan de traitement d’un patient sera réalisé non seulement par les intervenants et les prestataires de soins des différents groupes professionnels au sein d’un même équipement, mais également par le biais de la collaboration intensive des intervenants et des prestataires de soins des différents groupes professionnels attachés à différents équipements.

het multidisciplinair team waarvan zonet sprake instellingsoverschrijdend zijn. Het totstandkomen van het behandelplan van een patie¨nt zal niet enkel gebeuren door hulpverleners en zorgverstrekkers uit verschillende beroepsgroepen binnen eenzelfde voorziening maar zal gerealiseerd worden door de intensieve samenwerking van hulpverleners en zorgverstrekkers uit verschillende beroepsgroepen verbonden aan verschillende voorzieningen.

` cet égard, le case-management et la fonction de A référent hospitalier pour la continuité des soins peuvent avoir un roˆle à jouer.

Case- en ontslagmanagement kunnen hierbij een rol spelen.

En effet, le trajet de soins d’un patient peut se composer de plusieurs modules et ceux-ci ne doivent pas nécessairement correspondre aux équipements ni initiatives de soins de santé mentale existants.

Immers, het zorgtraject van een patie¨nt kan uit verschillende modules bestaan en deze modules hoeven niet noodzakelijk samen te vallen met de bestaande voorzieningen en initiatieven in de geestelijke gezondheidszorg.

Dans le cadre d’une telle équipe multidisciplinaire transinstitutionnelle également, le patient conserve le droit de communiquer ou non certaines informations aux intervenants.

Ook in het kader van een dergelijk instellingsoverschrijdend multidisciplinair team behoudt de patie¨nt het recht bepaalde informatie al dan niet te verschaffen aan de hulpverleners.

La façon dont la responsabilité relative à la dispensation des soins et du (des) traitement(s) à un patient est partagée par plusieurs acteurs appartenant à différents groupes professionnels et attachés à différents équipements et initiatives de soins de santé mentale, ne pose pas non plus de problème sur le plan juridique en raison du fait que la doctrine a créé la théorie du « secret professionnel partagé ou collectif ».

De wijze waarop de verantwoordelijkheid over de toediening van zorgen en behandeling(en) aan een patie¨nt gedeeld wordt door verschillende actoren behorend tot verschillende beroepsgroepen en gebonden aan verschillende voorzieningen en initiatieven in de geestelijke gezondheidszorg, stelt ook op juridisch vlak geen problemen omdat de rechtsleer de theorie van het « gedeeld of collectief beroepsgeheim » in het leven heeft geroepen.

DO 2003200421567

DO 2003200421567

Question no 198 de M. Guido De Padt du 27 mai 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 198 van de heer Guido De Padt van 27 mei 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Utilisation d’antibiotiques dans l’élevage et la pisciculture et dans les produits destinés à la consommation humaine.

Gebruik van antibiotica in de veeen visteelt en bij producten bestemd voor menselijke consumptie.

L’Agence néerlandaise pour la sécurité des produits alimentaires et de consommation (VWA) conseille au gouvernement de prendre des mesures contre l’utilisation d’antibiotiques dans le cadre de l’élevage. Selon la VWA, il faut restreindra davantage encore cette utilisation pour éviter que ce médicament ne permette bientoˆt plus de guérir, chez l’être humain, des pathologies comme la sinusite. D’après la VWA, des mesures s’imposent d’urgence car, si la tendance actuelle à l’augmentation de la résistance aux antibiotiques se confirme, les maladies infectieuses chez l’homme seront de plus en plus difficiles, voire impossibles à traiter à l’avenir.

De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) adviseert de regering om maatregelen te nemen tegen het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Dit gebruik moet volgens de VWA verder worden beperkt om te voorkomen dat ziekten als voorhoofdsholteontsteking bij mensen straks niet meer met dit medicijn te genezen zijn. De maatregelen zijn volgens de VWA hard nodig omdat als de huidige trend van uitbreidende resistentie tegen antibiotica zich doorzet infectieziekten bij de mens in de toekomst steeds moeilijker of zelfs niet te behandelen worden.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6374

` quelle quantité est estimée l’utilisation 1. A d’antibiotiques (au cours des trois dernières années) dans l’élevage et la pisciculture belges ?

1. Hoeveel was het geraamd gebruik (voor de jongste drie jaar) van antibiotica in de Belgische veeen visteelt ?

2. Mène-t-on des études sur l’utilisation d’antibiotiques dans les produits destinés à la consommation humaine ?

2. In welke mate wordt er onderzoek uitgevoerd op het gebruik van antibiotica bij producten bestemd voor menselijke consumptie ?

3. Quelles mesures prend-t-on pour surveiller et éviter cette utilisation ?

3. Welke maatregelen worden er getroffen om dit gebruik te bewaken en te voorkomen ?

4. La viande de poulet et d’autres aliments étrangers importés font-ils l’objet d’un controˆle concernant la présence d’antibiotiques ?

4. In welke mate worden geı¨mporteerd kippenvlees en andere buitenlandse levensmiddelen gecontroleerd op de aanwezigheid van antibiotica ?

5. La pisciculture est-elle également soumise à un controˆle dans ce domaine ?

5. In welke mate wordt ook de viskweek op dit gebied gecontroleerd ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 juillet 2004, à la question no 198 de M. Guido De Padt du 27 mai 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 198 van de heer Guido De Padt van 27 mei 2004 (N.) :

2. En ce qui concerne la détection de résidus d’antibiotiques dans les produits d’origine animale, les examens suivants sont effectués : ` la suite de la directive européenne 96/23/CE, un a) A plan de monitoring est réalisé chaque année, dont les antibiotiques constituent l’un des éléments. Il s’agit, d’une part, de substances interdites (le groupe dit A6 dont font partie le chloramphénicol et les nitrofuranes), et d’autre part de médicaments autorisés (le groupe B1), qui ont éventuellement fait l’objet de la fixation d’une limite maximale en résidus. Outre les analyses sur les animaux vivants (uniquement pour les substances interdites), des analyses sont également effectuées sur les viandes de bovins, de porcs, d’ovins et de caprins, de chevaux, de volailles (diverses espèces), de lapins et de gibier d’élevage, ainsi que sur les poissons d’aquaculture, le lait, les œufs et le miel. Ce programme doit être approuvé par l’UE quant au nombre d’échantillons prélevés (proportionnel à la production), quant aux substances recherchées, aux méthodes d’analyse, au niveau de performance des laboratoires ainsi qu’aux normes utilisées pour évaluer les résultats. Le monitoring contient un volet « controˆles ciblés », dans lequel an détermine sur base d’une analyse de risque quels animaux et produits (ou leurs catégories ou sous-groupes) font par ailleurs l’objet d’échantillonnages aléatoires. ` coˆté de cela, il y a les échantillonnages effectués A en raison de la constatation de l’un ou l’autre élément suspect. Au cas où des résultats non conformes ont été obtenus, un complément d’enquête est évidemment mené, et les mesures nécessaires prises : saisie des produits, statut H ou R pour les élevages dans le secteur de la viande d’animaux de boucherie selon qu’il s’agit des résidus des groupes A6 ou B1 précités.

2. Met betrekking tot het opsporen van residuen van antibiotica in producten van dierlijke oorsprong worden volgende onderzoeken uitgevoerd :


2003

a) ingevolge de Europese richtlijn 96/23/EG wordt jaarlijks een monitoringplan uitgevoerd waarvan antibiotica een onderdeel zijn. Het gaat daarbij om enerzijds verboden stoffen (de zgn. groep A6 waartoe chloramphenicol en nitrofuranen behoren) en anderzijds om toegelaten geneesmiddelen (de zgn. groep B1) waarvoor eventueel een maximale residulimiet is vastgesteld. Naast analyses op levende dieren (alleen voor verboden stoffen) gebeuren ook analyses op vlees van runderen, varkens, schapen en geiten, paarden, pluimvee (diverse soorten), konijnen en geweekt wild, evenals op gekweekte vis, melk, eieren en honing. Dit programma dient te worden goedgekeurd door de EU op vlak van aantal bemonsteringen (in verhouding tot de productie), op vlak van de opgespoorde stoffen, de aangewende analysemethodes, de performantie van de laboratoria evenals de gehanteerde normen waarmee de resultaten worden beoordeeld. De monitoring bevat een luik « gerichte controles », waarbij op grond van een risicoanalyse bepaald wordt welke (categoriee¨n, subgroepen van) dieren en producten overigens at random worden bemonsterd. Daarnaast zijn er de bemonsteringen die zijn uitgevoerd omwille van het vaststellen van enige verdenking. Ingeval niet-conforme resultaten zijn bekomen, wordt uiteraard een verdere enquête gevoerd en de nodige maatregelen getroffen : beslag op producten, H of R-statuut voor veehouderijen in de sector vlees van slachtdieren naargelang het gaat om residuen van de hoger genoemde groepen A6 of B1. 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6375

En 2003, les résultats suivants ont été obtenus pour les produits d’origine animale :

Produit — Product

Viande bovine. — Rundvlees

Viande porcine. — Varkensvlees

Viande ovine et caprine. — Schapen- en geitenvlees

Viande chevaline. — Paardenvlees

Viande de volailles. — Vlees van pluimvee

Viande de lapin. — Konijnenvlees

Viande de gibier d’élevage. — Vlees van gekweekt wild

Poisson d’aquaculture. — Vis uit aquacultuur

Lait. — Melk

Analyses ciblées — Gericht onderzoek

Résidus — Residu

Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1


In 2003 werden volgende resultaten bekomen bij producten van dierlijke oorsprong :

Nombre — Aantal —

—

—

Non conformes — Niet conform

Nombre — Aantal

Non coformes — Niet conform

149

0

—

—

89

0

—

—

600 101

6 0

337 —

51 —

102

1

—

—

1 997 5

3 0

115 —

2 —

—

—

—

—

0 0

— —

— —

—

—

—

10 101

0 1

2 145

0 1

158

0

—

—

501 10

0 0

— —

— —

12

0

—

—

40 4

0 0

— —

— —

2

0

—

—

16 29

0 0

— —

— —

19

1

34

0

51 511

0 0

— 1

— 0

—

—

—

—

1 689

2

52

3

30 5

—

—

—

—

—

—

—

2003

Suspicion — Verdenking

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6376

Produit — Product

Résidus — Residu

Œufs ovoproduits. — Eieren eiproducten

Chloramphénicol. — Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. — Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1

Miel. — Honing

Analyses ciblées — Gericht onderzoek

Suspicion — Verdenking

Nombre — Aantal


Nombre — Aantal

Non coformes — Niet conform

—

—

11

0

—

—

20

0

1 0

36 11

14 0

—

—

—

11

11

8

295 21 — 60

Un problème s’est présenté avec de la poudre d’œufs importée, qui se trouvait toutefois en libre circulation. ` cette occasion, l’AFSCA a prélevé 714 échantillons, A dans lesquels an a trouvé 228 fois des résidus de métabolites de nitrofurane. Un complément d’enquête a fait apparaıˆtre qu’une certaine métabolite pouvait aussi avoir une autre origine que le nitrofurane, tandis que 57 résultats non conformes étaient imputables avec certitude au nitrofurane.

Wel deed er zich een probleem voor met ingevoerd eipoeder dat zich echter in het vrij handelsverkeer bevond. Bij die gelegenheid heeft het FAVV 714 monsters genomen waarbij 228 maal residuen van metabolieten van nitrofuraan werden aangetroffen. Nader onderzoek bracht aan het licht dat een bepaalde metaboliet ook andere oorsprong kon hebben dan nitrofuraan, terwijl 57 niet conforme resultaten met zekerheid aan nitrofuraan waren toe te schrijven.

b) outre le monitoring, il existe encore d’autres modes de controˆle sur base de diverses réglementations belges.

b) naast de monitoring bestaan nog andere wijzen van controle op grond van diverse Belgische reglementeringen.

— lors de chaque collecte du lait à la ferme, un échantillon est prélevé pour analyse visant à détecter la présence d’antibiotiques. Les résultats non conformes entraıˆnent dans un premier temps une forte diminution du prix, et en cas de récidives, une interdiction de livraison;

— bij elke ophaling van melk op de hoeve wordt telkens een monster genomen voor analyse op antibiotica. Niet-conforme resultaten geven in eerste instantie aanleiding tot sterke vermindering van de prijs en bij herhalingen tot een leveringsverbod;

— lors de l’expertise des carcasses à l’abattoir, l’expert peut, s’il le juge nécessaire, ou même obligatoirement en cas d’abattage de nécessité, procéder à une analyse d’antibiotiques. Les résultats non conformes à un test d’inhibition (test rénal) entraıˆnent un refus de la viande. En 2003, an a ainsi procédé à 3 618 tests sur des bovins (63 non conformes), 776 sur des veaux (20 non conformes), 6 373 sur des porcs (32 non conformes) et 53 sur des chevaux (4 non conformes). En cas d’abattage de nécessité, le vétérinaire qui délivre le document de transport obligatoire doit y mentionner les traitements effectués;

— bij de keuring van karkassen in het slachthuis kan de keurder naargelang hij het nodig oordeelt of zelfs verplicht ingeval van noodslachting, overgaan tot onderzoek op antibiotica. Niet conforme resultaten bij een inhibitietest (niertest) geven aanleiding tot afkeuring van het vlees. In 2003 werden zodoende bij runderen 3 618 (63 niet conform), bij kalveren 776 (20 niet conform), bij varkens 6 373 (32 niet conform) en bij paarden 53 (4 niet conform) testen uitgevoerd. In geval van noodslachting dient de dierenarts die het verplichte vervoerdocument aflevert, daarin melding te maken van de uitgevoerde behandelingen;

— au cas où un statut H ou R est attribué, des restrictions temporaires sont imposées (respectivement durant 52 et 8 semaines, à doubler en

— ingeval een H of R-statuut is toegekend, worden tijdelijke beperkingen opgelegd (gedurende 52 respectievelijk 8 weken, te verdubbe-


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6377

cas de récidive) à la commercialisation des animaux de l’exploitation concernée (destination : uniquement abattoir belge), et à l’abattoir, 10 % (avec un minimum de 1 animal) de chaque lot de ces animaux présentés à l’abattage sont soumis à une analyse.

len bij recidive) voor de verhandeling van dieren van het betrokken bedrijf (bestemming alleen binnenlands slachthuis) en worden in het slachthuis 10 % (minstens 1 dier) van elk lot van deze ter slachting aangeboden dieren verplicht aan analyse onderworpen.

c) une série d’autres initiatives récentes mèneront également à avoir une meilleure idée de l’utilisation (de l’abus) d’antibiotiques, et ainsi à pouvoir mieux la surveiller

c) een aantal recente andere initiatieven zullen eveneens leiden tot een beter inzicht in en toezicht op het gebruik (misbruik) van antibiotica

— l’obligation de tenir à l’exploitation agricole des registres devant étayer la possession et l’emploi justifiés de médicaments, tant dans le chef de l’éleveur que, le cas échéant, du médecin vétérinaire; à cette fin les éleveurs peuvent dans le cadre de la guidance vétérinaire, passer un contrat avec un vétérinaire d’exploitation;

— de verplichting om op het landbouwbedrijf registers bij te houden die het verantwoord bezit en gebruik van geneesmiddelen moeten staven, zowel in hoofde van de veehouder als, in voorkomend geval, van de dierenarts; de veehouders kunnen hiertoe in het kader van de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding een overeenkomst afsluiten met een bedrijfsdierenarts;

— la notification obligatoire à l’AFSCA, par tous les exploitants de la chaıˆne alimentaire, de tout résultat d’analyse non conforme, quelle que soit la personne ou l’entité pour le compte de qui l’analyse a été effectuée;

— de meldingsplicht die op alle exploitanten in de voedselketen berust om elk niet reglementair conform analyseresultaat, ongeacht voor wiens rekening de analyse werd uitgevoerd, te melden aan het FAVV;

3. La réponse figure à la rubrique 2. 4. Les E´tats membres forment ensemble un marché unique, ce qui signifie qu’ils acceptent tout simplement leurs produits respectifs, à moins qu’au sein de l’UE, des mesures de sauvegarde interne ne soient prises pour des raisons bien déterminées. Les produits de l’UE doivent répondre aux mêmes normes et être soumis à la même surveillance par les autorités nationales compétentes

4. De lidstaten vormen gezamenlijk een eenheidsmarkt, wat betekent dat zij elkaars producten zonder meer aanvaarden, tenzij in de schoot van de EU om welbepaalde redenen interne vrijwaringsmaatregelen worden genomen. De EU producten dienen aan dezelfde normen te beantwoorden en aan hetzelfde toezicht door de nationale bevoegde autoriteiten te worden onderworpen.

Dans le contexte européen, le terme « importation » signifie : l’importation en provenance de pays qui ne sont pas membres de l’UE, et qu’on appelle les pays tiers. L’importation des produits d’origine animale dans la Communauté européenne est soumise à certaines conditions. Tout d’abord, il faut que pour chaque type de produit (animaux vivants, viandes fraıˆches d’animaux de boucherie, de volaille, de lapins, de gibier d’élevage, de gibier sauvage, produits à base de viande, préparations de viande, poisson et produits de la pêche, mollusques bivalves, produits de l’aquaculture), le pays tiers en question soit repris sur une liste de pays. Ceci n’est possible qu’après une visite sur place d’une équipe d’inspection de l’UE qui vérifie si l’autorité compétente du pays tiers (tant au niveau central que localement sur le terrain) est à même de garantir que les conditions de production européennes ou des conditions équivalentes sont respectées, y compris la politique européenne en matière de résidus telle qu’elle est en vigueur également pour les E´tats membres. Ensuite, les établissements du pays tiers concerné qui souhaitent exporter vers l’UE doivent

Onder de term « invoer » wordt in europese context begrepen : de invoer uit landen die geen lid zijn van de EU, kortweg derde landen genoemd. De invoer van producten van dierlijke oorsprong in de Europese Unie is aan bepaalde voorwaarden onderworpen. Vooreerst moet per type product (levende dieren, vers vlees van slachtdieren, van gevogelte, van konijnen, van gekweekt wild, van vrij wild, vleesproducten, vleesbereidingen, vis en visproducten, tweekleppige weekdieren, aquacultuurproducten) het betreffende derde land zijn opgenomen op een landenlijst. Dit is slechts mogelijk nadat een EU-inspectieteam ter plaatse heeft nagegaan of de bevoegde autoriteit van het derde land (zowel centraal als lokaal op het terrein) in staat is te garanderen dat de Europese productievoorwaarden of gelijkwaardige voorwaarden worden gevolgd. Daarbij inbegrepen is het Europees residuenbeleid zoals het ook voor de lidstaten geldt. Vervolgens dienen de inrichtingen uit het betrokken derde land die naar de EU wensen uit te voeren eveneens geı¨nspecteerd en opgenomen op een lijst. Alleen producten die tijdens de gehele productiecyclus in dergelijke inrichtingen


2003

3. Het antwoord zit vervat in rubriek 2.

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6378

également être inspectés et repris sur une liste. Seuls les produits qui ont été obtenus, traités ou transformés dans de tels établissements pendant tout leur cycle de production peuvent être expédiés à destination de l’UE. En application de ce régime, bon nombre de pays tiers sont exclus d’importation dans l’UE pour pas mal de produits.

zijn bekomen, bewerkt of verwerkt mogen naar de EU worden verzonden. In toepassing van dit stelsel zijn heel wat derde landen voor heel wat producten uitgesloten van import in de EU.

Enfin, les produits qui sont quand même présentés à l’importation doivent être accompagnés d’un certificat imposé par l’UE et qui doit être signé par l’autorité ` la frontière extérieure de compétente du pays tiers. A l’UE, les produits doivent passer par un poste d’inspection frontalier (PIF) où un controˆle vétérinaire a lieu. Celui-ci se compose d’un controˆle documentaire, d’un controˆle de conformité et d’un éventuel controˆle physique. Les produits qui sont jugés conformes dans le PIF sont autorisés à pénêtrer sur le marché unique. Ce qui signifie, par ex., que des produits venant d’un pays tiers peuvent apparaıˆtre sur le marché belge via un PIF beige, mais aussi via un PIF situé dans un autre E´tat membre.

Ten slotte dienen de wel voor invoer aangeboden producten vergezeld van een door de EU opgelegd certificaat dat dient ondertekend door de bevoegde autoriteit van het derde land. De producten dienen aan de Europese buitengrens via een grensinspectiepost (GIP) te passeren waar een veterinaire controle gebeurt. Deze bestaat uit een documentencontrole, een overeenstemmingscontrole en een eventuele fysieke controle. Producten die in de GIP conform worden bevonden, worden toegelaten tot de eenheidsmarkt. Dit betekent bv. dat producten uit een derde land via een Belgische GIP maar ook via een GIP in een andere lidstaat op de Belgische markt kunnen verschijnen.

Les produits qui, au controˆle frontalier, ne sont pas jugés conformes, sont soit détruits, soit réexpédiés, soit envoyés en transit vers un autre pays tiers. Tous les autres PIF de tous les E´tats membres sont immédia` intervalles réguliers, en tout tement informés (RAS). A cas si des problèmes sont constatés dans le PIF, une équipe d’inspection de l’UE se rend à nouveau sur place pour des controˆles de suivi. Le cas échéant, des établissements sont rayés de la liste, des mesures de sauvegarde sont imposées, telles qu’un controˆle physique systématique et spécifique de certains aspects, des exigences supplémentaires sont reprises dans le certificat, ou bien le pays tiers est entièrement ou partiellement rayé de la liste des pays. Toute cette procédure offre déjà une solide garantie. En plus, an a prélevé par sondage des échantillons dans les postes d’inspection frontaliers. En 2003, les constatations reprises ci-après ont été faites. Le grand nombre d’échantillons concernant les crevettes sont une conséquence de problèmes réellement constatés à l’importation principalement en provenance du Sud-Est asiatique. Idem pour le nitrofurane dans la viande de volaille :

Producten die bij de grenscontrole niet conform worden bevonden, worden hetzij vernietigd, hetzij teruggezonden, hetzij doorgezonden naar een ander derde land. Alle andere GIP in alle Lidstaten worden daarover onmiddellijk geı¨nformeerd (RAS). Op gezette tijden, zeker indien in de GIP problemen worden vastgesteld, begeeft een EU-inspectieteam zich opnieuw ter plaatse voor opvolgingscontroles. In voorkomend geval worden inrichtingen van de lijst geschrapt, worden vrijwaringsmaatregelen opgelegd zoals een systematische en specifieke fysieke controle op sommige aspecten, bijkomende eisen opgenomen in het certificaat of het derde land geheel of gedeeltelijk van de landenlijst geschrapt. Deze gehele procedure biedt reeds een stevige garantie. Er werden daarenboven bemonsteringen uitgevoerd in de grensinspectieposten. In 2003 werden onderstaande vaststellingen gedaan. Het grote aantal monsters betreffende garnalen zijn een gevolg van reeël vastgestelde problemen bij invoer voornamelijk uit Zuid-Oost-Azie¨. Hetzelfde geldt voor nitrofuraan bij gevogeltevlees :

Produit — Product Viande porcine. — Varkensvlees

Viande ovine et caprine. — Schapenen geitenvlees Viande de volailles. — Vlees van pluimvee


Résidus — Residu

Nombre — Aantal


Chloramphénicol. — Chloramphenicol Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Chloramphénicol. — Chloramphenicol

19 5 1 7

0 0 0 0

Nitrofurane. — Nitrofuraan Nitrofurane. — Nitrofuraan B1

2 99 77

0 1 0

2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6379

Produit — Product Poisson (y compris crevettes). — Vis (inbegrepen garnaal)

Poudre d’œufs. — Eipoeder Miel. — Honing

Résidus — Residu

Nombre — Aantal


Chloramphénicol. — Chloramphenicol

489

5

Nitrofurane. — Nitrofuraan B1 Nitrofurane. — Nitrofuraan Chloramphénicol. — Chloramphenicol

85 365 16 1

6 1 4 0

5. La réponse figure à la rubrique 2.

5. Het antwoord zit vervat in rubriek 2.

DO 2003200421590

DO 2003200421590

Question no 202 de Mme Yolande Avontroodt du 3 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 202 van mevrouw Yolande Avontroodt van 3 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Agrément d’infirmiers en chef. — E´valuation des fonctions.

Erkenning van hoofdverpleegkundigen. — Functiewaardering.

Lors de la deuxième séance plénière dans le cadre des « Dialogues de la Santé » au début de cette année, le ministre a affirmé qu’il considérait l’art infirmier comme un des fers de lance de sa politique.

Naar aanleiding van de tweede plenaire vergadering in het kader van de « Gezondheidsdialogen » begin dit jaar stelde de minister dat de verpleegkunde één van de zeer belangrijke onderwerpen is die hij in zijn beleid centraal wil stellen.

Les infirmiers en chef œuvrent depuis longtemps déjà en faveur d’un agrément et d’une évaluation de leur fonction. Ils préconisent la mise en œuvre d’une tension salariale suffisante entre les échelles de traitement des infirmiers gradués, d’une part, et des infirmiers en chef, d’autre part.

De hoofdverpleegkundigen ijveren al lang voor een erkenning en een functiewaardering. Ze pleiten voor een voldoende loonspanning tussen het barema van een gegradueerde verpleegkundige en dat van een hoofdverpleegkundige.

1. Quelles mesures concrètes envisagez-vous de prendre pour revaloriser l’art infirmier ?

1. Welke concrete maatregelen overweegt u te nemen om de verpleegkunde te herwaarderen ?

2. Allez-vous satisfaire à l’exigence d’une évaluation des fonctions telle que formulée par les infirmiers en chef ?

2. Zal u tegemoet komen aan de eis van de hoofdverpleegkundigen voor een functiewaardering ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 juillet 2004, à la question no 202 de Mme Yolande Avontroodt du 3 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 202 van mevrouw Yolande Avontroodt van 3 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.

Hiermee heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1. Ma politique s’articule autour des priorités suivantes :

1. Mijn beleid richt zich op de volgende prioriteiten :

— Le développement de l’approche scientifique, l’extension du champ des responsabilités infirmières, de son autonomie et de sa déontologie professionnelle.

— De ontwikkeling van de wetenschappelijke benadering, de uitbreiding van de verantwoordelijkheden van de verpleegkundigen, de verruiming van hun autonomie en beroepsdeontologie.


2003

2004


805

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6380

— La qualité de vie des infirmiers/ères sera une préoccupation essentielle car elle conditionne étroitement la qualité des soins et l’attractivité du métier.

— De levenskwaliteit van de verpleegkundigen zal een essentie¨le preoccupatie vormen, want zij is een voorwaarde voor de kwaliteit van de verstrekte zorg en de aantrekkelijkheid van het beroep.

— La pluridisciplinarité des équipes structurées doit être renforcée car elle est à la base d’une réponse plus exhaustive aux besoins de soins. Ceci nécessite de différencier les fonctions et de répartir les taˆches formellement selon le principe de « la bonne personne au bon endroit, au bon moment ».

— Het multidisciplinair karakter van de gestructureerde werkteams moet versterkt worden, want het ligt aan de basis van een meer afdoend en vollediger antwoord op de zorgbehoeften. Dit vereist dat men de functies differentieert en de taken formeel herverdeelt volgens het principe : « de juiste persoon op de juiste plaats op het juiste moment ».

L’infirmier/ère doit pouvoir se consacrer pleinement à l’exercice de sa profession et ainsi être assisté(e) par des collaborateurs au sein de l’équipe qui vont se charger des taˆches administratives et logistiques et des taˆches d’assistance du patient qu’il/elle peut déléguer. De même, la qualité des soins doit être abordée de manière transversale et interdisciplinaire et aboutir à un système d’accréditation.

De verpleegkundige moet zich volledig kunnen toeleggen op de uitoefening van het beroep en daarom binnen het team omringd worden door medewerkers die zich gaan bezighouden met de administratieve en logistieke taken en de taken van hulpverlening aan de patie¨nt die de verpleegkundige aan de medewerkers kan delegeren. Op dezelfde wijze moet de zorgkwaliteit eveneens op transversale en interdisciplinaire wijze aangevat worden en in een accreditatiestelsel uitmonden.

` domicile, les axes prioritaires à développer sont : A

Wat de thuiszorg betreft, moeten de volgende prioritaire hoofdlijnen verder uitgewerkt worden :

— tenir compte des nouvelles interventions infirmières à domicile;

— met nieuwe vormen van thuisverpleging rekening houden;

— poursuivre et étendre le financement des services intégrés de soins à domicile;

— de financiering van de geı¨ntegreerde thuiszorg verruimen;

— agréer et financer les pratiques infirmières.

diensten

voor

— de verpleegkundige praktijken erkennen en financieren.

Je tiens également à l’avenir à aboutir à une représentation infirmière plus adéquate, tant au niveau national que local.

Ook wil ik in de toekomst een meer adequate verpleegkundige vertegenwoordiging, zowel op het lokale als nationale niveau.

2. Chaque synthèse sectorielle définitive issue de la première phase des Dialogues de la Santé comporte un tableau reprenant les actions à réaliser en priorité dans le cadre de la politique menée par mes services.

2. Elke definitieve sectorale synthese van de eerste fase van de Gezondheidsdialogen bevat een tabel getiteld « prioritaire acties ». Deze tabel bevat de acties die ik eerst wil verwezenlijken in het door mij gevoerde beleid.

Parmi ces actions prioritaires figurent notamment deux points se rapportant directement à la valorisation de la fonction d’infirmière en chef :

Als prioritaire actie bevat deze tabel onder andere twee punten die rechtstreeks betrekking hebben op de functiewaardering van de hoofdverpleegkundigen. Ik som deze twee punten op.

— Améliorer les conditions de travail et l’encadrement infirmier. Sortir l’infirmier/ère en chef des normes d’encadrement infirmier.

— De werkomstandigheden en het verpleegkundig kader verbeteren. De hoofdverpleegkundige uit de verpleegkundige omkaderingsnormen halen.

— Définir et valoriser les fonctions et les compétences des infirmiers/ères en chef. Poursuivre le développement de leurs capacités managériales et organisationnelles.

— De functies en de competenties van de hoofdverpleegkundigen definie¨ren en valoriseren. De ontwikkeling van hun management- en organisatiecapaciteiten verder zetten.

Ces éléments s’inscrivent dans la politique de valorisation que je souhaite mener.

Deze punten kaderen in het waarderingsbeleid dat ik wens te voeren.

Un groupe de travail « Infirmière en chef » a récemment vu le jour au sein du Conseil national de l’art

Er is recent binnen de Nationale Raad voor verpleegkunde een werkgroep « hoofdverpleegkundige »


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6381

infirmier. Chargé d’élaborer un projet d’avis relatif à la profession d’infirmier/ère en chef, ce groupe s’est déjà réuni à deux reprises.

opgericht om een ontwerp van advies in verband met de hoofdverpleegkundigen uit te werken. Deze werkgroep heeft reeds twee keer vergaderd.

Il convient de situer ledit projet d’avis dans le système des titres professionnels particuliers et qualifications professionnelles particulières des praticiens de l’art infirmier.

Dit ontwerp van advies kadert binnen het stelsel van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde.

L’arrêté royal du 18 janvier 1994 établissant la liste des titres professionnels particuliers et des qualifications professionnelles particulières pour les praticiens de l’art infirmier prévoit la qualification professionnelle particulière d’infirmier/ère en chef pour les titulaires du brevet d’infirmier/ère et les titulaires du diploˆme d’infirmier/ère gradué(e).

Het koninklijk besluit van 18 januari 1994 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen voor de beoefenaars van de verpleegkunde voorziet in de bijzondere beroepsbekwaamheid van hoofdverpleegkundige, voor de houders van het brevet van verpleegkundige en de houders van het diploma van gegradueerde verpleegkundige.

J’examinerai la façon dont ces dispositions pourront aider à valoriser la fonction d’infirmier/ère en chef.

Er zal door mij onderzocht worden op welke wijze dit kan bijdragen tot de functiewaardering van de hoofdverpleegkundigen.

DO 2003200421626

DO 2003200421626



E´tudes scientifiques sur la fibromyalgie.

Wetenschappelijk onderzoek naar fibromyalgie.

La fibromyalgie est une maladie dont on ignore la cause et pour laquelle il n’y a pas de remède connu. Très peu d’études sont apparemment consacrées à cette maladie. Les patients qui souffrent de cette affection ont néanmoins à tout le moins droit à ce qu’un diagnostic soit posé et à ce que des efforts soient consentis pour en rechercher les causes et trouver un remède. La fibromyalgie pourrait apparemment être dépistée par le biais d’un test PCR sur l’ADN du spirochète.

Fibromyalgie is een ziekte waarvan men noch de oorzaak noch de remedie voor kent. Blijkbaar wordt bijzonder weinig onderzoek naar deze ziekte gedaan. Dat neemt niet weg dat de patie¨nten die lijden aan deze ziekte recht hebben op minstens een diagnose en op inspanningen om de oorzaken en de remedie voor hun aandoening op te sporen. Blijkbaar zou de ziekte zijn vast te stellen door een PCR-test naar het DNA van de spirocheet.

1. Avez-vous connaissance d’études scientifiques sur les causes de la fibromyalgie et le remède qui pourrait y être apporté ?

1. Bent u op de hoogte van enig wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken en remedie van fibromyalgie ?

2. Dans l’affirmative, les connaissances déjà acquises dans notre pays sont-elles mises à profit en vue de dispenser un quelconque traitement aux patients concernés ?

2. Zo ja, wordt de reeds verworven kennis gebruikt in ons land om deze mensen enige vorm van behandeling te geven ?

3. Dans la négative, ne serait-il pas souhaitable d’encourager les études scientifiques sur cette maladie ?

3. Zo neen, is het niet wenselijk dat incentives worden gegeven om wetenschappelijk onderzoek naar deze ziekte te stimuleren ?

4. Ne serait-il pas souhaitable de consentir des efforts pour financer d’une manière ou d’une autre le test PCR sur l’ADN du spirochète afin que les personnes concernées puissent au moins savoir avec certitude si elles sont atteintes ou non de la maladie ?

4. Is het niet wenselijk een inspanning te doen om de PCR-test naar het DNA van de spirocheet op een of andere manier te financieren zodat er voor de mensen tenminste duidelijkheid komt over de vraag of zij de ziekte hebben ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6382



1. Actuellernent la cause de la fibromyalgie n’est pas connue. Le diagnostic se fait sur base de symptoˆmes cliniques. En 1990, l’« American College of Reumatology » a établi les critères de classification de la fibromyalgie. Le patient doit avoir une douleur généralisée pendant au moins 3 mois, répartie sur la partie supérieure gauche et droite du corps, au-dessus et en dessous de la taille, au niveau du cou, du dos et de la poitrine. En plus, les douleurs doivent être provoquées par la palpation d’au moins 11 des 18 points douloureux ou tenderpoints. Les points douloureux sont toujours bilatéraux (de chaque coˆté du corps).

1. Tot op heden kon geen oorzaak voor fibromyalgie vastgesteld worden. De diagnose wordt gesteld aan de hand van klinische symptomen. In 1990 ontwikkelde het « American College of Reumatology » criteria voor de classificatie van fibromyalgie. Hierbij moet de patie¨nt gegeneraliseerde pijn hebben gedurende ten minste drie maanden, verspreid over de linker- en de rechterlichaamshelft, boven en onder de gordel en ter hoogte van de nek, borst en rug. Daarenboven moet pijn optreden bij palpatie van 11 of meer van de 18 drukpunten of tenderpoints. Tenderpoints komen steeds bilateraal (aan beide zijden van het lichaam) voor.

Vu que la fibromyalgie est souvent précédée d’une infection virale aigue¨, la recherche a surtout pris cette direction. C’est donc plus les liens avec les entérovirus, le virus VIH, le virus de l’hépatite C, le virus Pogosta et le virus Epstein-Barr qui ont été étudiés. Les relations avec d’autres causes virales et bactériennes ont également fait l’objet de recherches. Un grand nombre d’études ont tenté de démontrer une cause psychopathologique.

Aangezien fibromyalgie vaak voorafgegaan wordt door een acute virale infectie werd vooral in deze richting gezocht. Vooral het verband met enterovirussen, het HIV-virus, het hepatitis C virus, het Pogosta virus en het Epstein-Barr virus werd onderzocht. Maar ook de relatie tot andere virale en bacterie¨le oorzaken werd onderzocht. Een groot aantal studies probeerde een psychopathologische achtergrond voor de aandoening aan te tonen.

Aucun test diagnostique effectué sur sang périphérique ou biopsie musculaire n’a pu démontrer une cause ` l’heure immunologique ou autre pour cette maladie. A actuelle, la fibromyalgie est classée dans le groupe des « syndromes somatiques fonctionnels ». L’Organisation Mondiale de la Santé (OMS) a défini la fibromyalgie comme étant une maladie rhumatologique nonspécifiée.

Geen enkele diagnostische test via perifere bloedafname noch spierbiopsie kon een immunologische of andere oorzaak voor de aandoening aantonen. Tegenwoordig wordt fibromyalgie geclassificeerd bij de « functionele somatische syndromen ». De Wereld Gezondheidsorganisatie (WGO) heeft fibromyalgie gedefinieerd als een niet-gespecificeerde reumatische aandoening.

Vu que la cause de la fibromyalgie n’est pas connue, de nombreux traitements ont été proposés : entre autres électro-convulsivothérapie, suppléments alimentaires, thérapies cognitives et biofeedback training, traitement au lithium, antidépresseurs et administration prolongée de médicaments antimicrobiens. Des médecines alternatives ont également été testées, sans succès. Seuls des traitements analgésiques et/ou kinésithérapeutiques ont pu apporter un peu de soulagement.

Gezien de oorzaak van fibromyalgie absoluut niet gekend is, werd een bredere waaier van therapiee¨n uitgetest. Deze gaan van elektronconvulsieve behandelingen en voedingssupplementen over cognitieve therapiee¨n en biofeedback training tot medicamenteuze behandeling met lithium, antidepressiva en langdurige toediening van antimicrobie¨le geneesmiddelen. Ook talrijke alternatieve geneeswijzen werden zonder succes getest. Alleen pijnstillende en/of kinesitherapeutische behandeling kon enig soelaas brengen.

2. Comme mentionné ci-dessus, les traitements analgésiques et/ou kinésithérapeutiques sont les seuls à avoir un effet probant chez les patients ayant une fibromyalgie. Toutes connaissances acquises sont donc appliquées en Belgique afin de soulager au mieux les patients.

2. Zoals hoger gemeld, hebben alleen pijnstillende behandeling en kinesitherapie enig bewijs van effect geleverd bij patie¨nten met fibromyalgie. Alle verworven kennis wordt in ons land dus aangewend om deze patie¨nten soelaas te brengen.

Pour les traitements analgésiques, les patients ont accès aux mêmes conditions de remboursements que celles de toute la population. Dans notre pays, il est prévu de créer des centres de références multidisciplinaires pour les douleurs chroniques par analogie avec les centres de références pour le traitement du

Voor de pijnstillende behandeling gelden in ons land dezelfde terugbetalingsvoorwaarden als voor de algemene bevolking. Naar analogie met de referentiecentra voor de behandeling van het chronisch vermoeidheidssyndroom zullen in ons land in de toekomst multidisciplinaire referentiecentra voor chro-


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6383

syndrome de fatigue chronique. Le 24 février 2003, le Comité d’assurance a approuvé le texte cadre de l’accord à conclure avec les centres de référence multidisciplinaires de la douleur chronique. L’accord règle les conditions de fonctionnement et de financement des centres.

nische pijn opgericht worden. Op 24 februari 2003 keurde het Verzekeringscomité de modeltekst goed van de overeenkomst die met een aantal multidisciplinaire referentiecentra voor chronische pijn zal worden gesloten. Die tekst regelt de specifieke werkings- en financieringsvoorwaarden van voornoemde referentiecentra.

En premier lieu, les centres de référence essaient d’établir un diagnostic spécialisé multidisciplinaire pour les patients dans le but d’appliquer un traitement adéquat. Si c’est approprié, les centres de références peuvent traiter les patients en utilisant les techniques d’analgésie interventionnelle (elles sont exclues du remboursement dans le cadre de la convention) et/ou des programmes multidisciplinaires de revalidation. Les patients ayant une fibromyalgie pourront se faire soigner dans ces centres.

Voor de patie¨nten zullen de referentiecentra in de eerste plaats een gespecialiseerde multidisciplinaire diagnose proberen te stellen om op basis hiervan een adequate behandeling mogelijk te maken. Indien dat aangewezen is, kunnen de referentiecentra deze patie¨nten ook behandelen via interventionele pijnbestrijdingstechnieken (waarvan de vergoeding buiten het kader van de overeenkomst valt) en/of via een multidisciplinair revalidatieprogramma. De patie¨nten van fibromyalgie zullen in deze centra terecht kunnen voor hun behandeling.

De plus, la fibromyalgie est reprise dans la liste F des maladies prises en considération pour un remboursement supplémentaire en kinésithérapie. Un programme d’exercices kinésithérapeutiques doit être établi pour les patients souffrant de la fibromyalgie et doit faire parti du programme de traitement comme établi par l’équipe multidisciplinaire d’un centre de référence pour les patients souffrant de douleurs chroniques. En attendant l’établissement et le fonctionnement des centres de références pour douleurs chroniques, les centres de douleurs multidisciplinaires pourront effectuer le roˆle des centres de références de douleurs chroniques.

Daarenboven is fibromyalgie opgenomen in de Flijst van aandoeningen die in aanmerking komen voor verhoogde terugbetaling van kinesitherapie. Voor patie¨nten lijdend aan fibromyalgie moet een kinesitherapeutisch oefenprogramma opgesteld worden dat deel uitmaakt van het behandelingsplan zoals opgesteld door de multidisciplinaire equipe van een referentiecentrum voor de tenlasteneming van patie¨nten met chronische pijn. Als overgangsmaatregel en totdat er referentiecentra voor chronische pijn functioneren kunnen multidisciplinaire pijncentra de rol van de referentiecentra voor chronische pijn overnemen.

Un tel programme multidisciplinaire de revalidation peut au maximum comprendre 20 séances de traitement à faire endéans une période de maximum 6 mois. Les cures peuvent aussi être effectuées pendant des périodes plus courtes, par exemple quelques semaines.

Een dergelijk multidisciplinair revalidatieprogramma kan maximaal 20 behandelingszittingen omvatten die binnen een periode van maximum 6 maanden moeten worden verricht, al mogen deze behandelingszittingen ook in kortere periodes (bv. enkele weken) worden verricht.

3. Malgré le fait que toutes les connaissances acquises soient appliquées pour le traitement des patients souffrant de fibromyalgie, la recherche scientifique concernant les causes et les traitements doit être favorisée. Des progrès importants sont encore possibles. C’est surtout sur la recherche des causes immunologiques et de la pathogénie de la fibromyalgie qu’il faut mettre l’accent.

3. Ondanks het feit dat alle tot op heden verworven kennis toegepast wordt in de behandeling van patie¨nten met fibromyalgie, dient het wetenschappelijk onderzoek naar oorzaak en behandeling toch gestimuleerd te worden, aangezien hier nog belangrijke progressie kan geboekt worden. Vooral onderzoek naar immunologische oorzaken en de pathogenesis van fibromyalgie dienen onderzocht te worden.

4. Dans certains cas, l’encéphalopathie de la maladie de Lyme se manifeste avec des symptoˆmes similaires à ceux du syndrome de fatigue chronique ou de la fibromyalgie. Dans certains cas de fibromyalgie, une infection antérieure par Borrelia burgdoferi avait été diagnostiquée. Une infection chronique par cette souche n’a jamais pu être démontrée en cas de fibromyalgie. De plus, il y a très peu de preuves de l’existence d’une relation causale entre Borrelia burgdoferi et fibromyalgie.

4. In een aantal gevallen manifesteert Lyme encefalopathie zich met symptomen die gelijken op het chronisch vermoeidheidsyndroom of fibromyalgie. In een aantal gevallen van fibromyalgie werd een voorafgaande infectie met Borrelia burgdorferi vastgesteld. Maar een chronische infectie met deze kiem werd nooit aangetoond bij fibromyalgie. Daarenboven bestaat er zeer weinig bewijsmateriaal voor een oorzakelijk verband tussen Borrelia burgdorferi en fibromyalgie.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6384

La réalisation d’un test PCR à la recherche de l’ADN du spirochète Borrelia burgdoferi comme test diagnostique de la fibromyalgie n’est donc certaine` ce jour, ce test n’est indiqué que ment pas indiqué. A dans le cadre d’une recherche expérimentale chez les patients souffrant de fibromyalgie. Pour cette raison, le financement de ce test n’est pas justifié.

Het uitvoeren van een PCR-test naar DNA van de spirocheet van Borrelia burgdorferi als diagnostische test voor fibromyalgie is dus zeker niet aangewezen. De test is op dit ogenblik uitsluitend aangewezen in het kader van experimenteel onderzoek bij patie¨nten met fibromyalgie. Om deze redenen is de financiering van deze test niet aangewezen.

DO 2003200421634

DO 2003200421634

Question no 219 de Mme Magda De Meyer du 9 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 219 van mevrouw Magda De Meyer van 9 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Formalités administratives liées à la délivrance de médicaments destinés aux pigeons voyageurs.

Administratieve rompslomp voor geneesmiddelen toegediend aan reisduiven.

Il me revient qu’aucune distinction ne serait faite dans notre pays entre les pigeons voyageurs et les pigeons destinés à la consommation. Il en résulte que tous les pigeons sont considérés comme des animaux entrant dans la chaıˆne alimentaire et doivent donc être soumis à des controˆles sévères. Cela signifie que les colombophiles, dont l’aˆge moyen en Belgique est de 60 ans et qui pratiquent l’élevage des pigeons pour le plaisir, seraient également soumis à d’importantes formalités administratives. Ils devraient conclure des contrats avec des vétérinaires et présenter un rapport bisannuel. Les vaccins devraient également être administrés par un vétérinaire.

Naar verluidt zou er in ons land geen onderscheid gemaakt worden tussen duiven voor ontspanning of duiven voor consumptie met als gevolg dat beide soorten beschouwd worden als dieren die in de voedselketen zitten en dus aan strenge controle moeten onderworpen worden. Dit zou betekenen dat een duivenmelker, waarvan de leeftijd in Belgie¨ gemiddeld 60 jaar is en die reisduiven houdt voor het plezier, eveneens onderworpen is aan de grote administratie rompslomp. Ze zouden contracten moeten sluiten met dierenartsen waarbij er tweemaal per jaar een rapport moet overgemaakt worden. Ook vaccinatie zou door veeartsen moeten gebeuren.

1. Cette information est-elle exacte ?

1. Is deze informatie correct ?

2. a) Cette approche ne vous semble-t-elle pas excessive à l’égard de personnes de plus de 60 ans qui élèvent des pigeons pour le plaisir ?

2. a) Vindt u dit geen overdreven aanpak voor 60+ers die duiven houden voor hun plezier ?

b) La position belge n’est-elle pas contraire à l’approche européenne, qui établit quant à elle une distinction entre les animaux destinés à la consommation et les pigeons voyageurs ?

b) Is dit niet in tegenstrijd met de Europese aanpak die een duidelijk onderscheid maakt tussen dieren voor consumptie en reisduiven ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 16 juillet 2004, à la question no 219 de Mme Magda De Meyer du 9 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 219 van mevrouw Magda De Meyer van 9 juni 2004 (N.) :

La matière à laquelle vous faites référence concerne la loi du 28 août 1991 sur l’exercice de la médecine vétérinaire et ses arrêtés d’application. Celle-ci prévoit actuellement en son article 12 que l’administration de vaccins est exclusivement réservée aux médecins vétérinaires qui, de surcroıˆt, doivent être agréés pour administrer des vaccins de maladies réglementées tels ceux contre la maladie de Newcastle (Paramyxovirose).

De materie waaraan u refereert betreft de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde van 28 augustus 1991 en zijn toepassingsbesluiten. Op dit moment voorziet artikel 12 van deze Wet dat de toediening van vaccins enkel mag gebeuren door dierenartsen, die bovendien erkend dienen te zijn voor de toediening van vaccins tegen gereglementeerde ziekten zoals de ziekte van Newcastle (Paramyxovirose).

Le pigeon est effectivement considéré actuellement comme un animal producteur de denrées alimentaires.

Duiven worden op dit moment inderdaad beschouwd als voedselproducerende dieren. In Belgie¨


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6385

En Belgique, de 300 000 à 350 000 pigeons par an sont abattus pour la consommation humaine et expertisés, dont des pigeons voyageurs de réforme. Faute actuellement de pouvoir, de façon certaine identifier et exclure tous les pigeons voyageurs de la chaıˆne alimentaire, la plus grande précaution pour le consommateur est de mise. Pour l’administration des autres médicaments vétérinaires, il y a une distinction entre ceux qui sont soumis à prescription et ceux qui ne le sont pas. Ces derniers sont en vente libre dans les officines et peuvent être administrès par les responsables d’animaux. Par contre les médicaments soumis à prescription sont, comme leur nom l’indique, prescrits par un médecin vétérinaire. Cela signifie qu’après un examen de l’animal et l’établissement d’un diagnostic, ce médecin vétérinaire instaure un traitement. Il peut déléguer la poursuite de ce traitement au responsable soit en lui fournissant les médicaments nécessaires, soit en les prescrivant.

Pour le rapportage que vous évoquez, c’est le médecin vétérinaire de guidance qui en est chargé et non le responsable.

worden jaarlijks tussen de 300 000 en de 350 000 duiven geslacht en gekeurd voor menselijke consumptie, waaronder ook reforme reisduiven. De onmogelijkheid om reisduiven op afdoende wijze te identificeren en uit te sluiten uit de voedselketen, vereist een grote omzichtigheid ten aanzien van de consument. Voor de toediening van andere diergeneesmiddelen is er een onderscheid tussen deze die onderworpen zijn aan de voorschriftplicht en de niet voorschriftplichtige. Deze laatste zijn vrij te koop in de officina apotheken en mogen toegediend worden door de verantwoordelijke van de dieren. De voorschriftplichtige diergeneesmiddelen daarentegen, worden, zoal hun naam aangeeft, voorgeschreven door een dierenarts. Dit betekent dat, na onderzoek van het dier en het stellen van de diagnose, de dierenarts een behandeling instelt. Hij kan evenwel de voortzetting van de behandeling delegeren aan de verantwoordelijk, hetzij door hem de nodige geneesmiddelen te verschaffen, hetzij door ze voor te schrijven. De verschaffing van deze geneesmiddelen wordt vergezeld van een door de dierenarts opgesteld document dat de verantwoordelijke eenvoudigweg klasseert. Ingeval de diergeneesmiddelen voorgeschreven worden is een exemplaar van het voorschrift bestemd voor de verantwoordelijke die het eveneens klasseert. Deze documenten moeten vijf jaar bewaard worden. Dit is de enige wettelijke vereiste voor houders van duiven, ongeacht of deze op rust zijn of niet. De verantwoordelijk die wenst deel te nemen aan een systeem van diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding kiest op vrije basis een erkende dierenarts met wie hij een bedrijfsbegeleidingscontract afsluit. Dit systeem is echter niet verplicht ! In dit kader kan de verantwoordelijke, indien hij dit wenst, beschikken over een reserve aan bepaalde voorschriftplichtige geneesmiddelen, hem verschaft of voorgeschreven door de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding, en kan hij deze geneesmiddelen toedienen volgens de instructies van deze dierenarts. Daartoe hoeft hij enkel de door hemzelf toegediende geneesmiddelen in te schrijven in een register. De rapportering die u ter sprake brengt is een taak van de dierenarts belast met de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding en niet van de verantwoordelijke.

DO 2003200421667

DO 2003200421667

Question no 226 de M. Daan Schalck du 15 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Désignation de l’hoˆpital Saint-Pierre comme hoˆpital SRAS. ` la suite des épidémies de SRAS qui ont fait des A victimes, notamment au Canada et en Chine, le mi-

Vraag nr. 226 van de heer Daan Schalck van 15 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Aanduiding van het Sint-Pietersziekenhuis als SARSziekenhuis. Na de verschillende SARS-epidemiee¨n die onder meer in Canada en China verschillende doden eisten,

La fourniture de médicaments s’accompagne d’un document rédigé par le médecin vétérinaire que le responsable doit simplement classer. Si ces médicaments sont prescrits, un exemplaire de la prescription est destiné au responsable qui doit également le classer. Ces documents doivent être conservés pendant cinq ans. Il s’agit de la seule exigence légale pour les détenteurs de pigeons pensionnés ou non. Si par contre le responsable souhaite participer à un système de guidance vétérinaire, alors il choisit librement le médecin vétérinaire agréé avec lequel il signe une convention de guidance. Ce système n’est pas obligatoire. Dans ce cadre, et toujours s’il le souhaite, il pourra disposer d’une réserve de certains médicaments soumis à prescription, fournis ou prescrits par le médecin vétérinaire de guidance, qu’il pourra administrer selon les recommandations de ce médecin vétérinaire. Il devra alors inscrire dans un registre les médicaments qu’il aura lui-même administrès.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6386

nistre a récemment annoncé que la Belgique était prête à faire face à un éventuel cas de SRAS.

kondigde de minister onlangs aan dat Belgie¨ klaar staat wanneer de ziekte mogelijk wordt vastgesteld.

L’hoˆpital Saint-Pierre a été désigné pour accueillir d’éventuels patients.

Het Sint-Pietersziekenhuis werd aangeduid om mogelijk patie¨nten op te vangen.

1. L’hoˆpital Saint-Pierre dispose-t-il déjà de l’équipement technique nécessaire pour assumer ce roˆle ?

1. Is het Sint-Pietersziekenhuis nu reeds voldoende technisch uitgerust om deze rol op zich te nemen ?

2. a) Quels dispositifs spécifiques ont-ils été mis en place ?

2. a) Welke specifieke voorzieningen werden er getroffen ?

b) A-t-on jamais envisagé d’utiliser l’hoˆpital militaire de Neder-over-Heembeek ?

b) Werd ooit overwogen het militair hospitaal te Neder-over-Heembeek te gebruiken ?

c) Dans la négative, pourquoi ?

c) Indien niet, waarom niet ?

d) Dans l’affirmative, pour quelle raison l’hoˆpital de Neder-over-Heembeek n’a-t-il pas été retenu ?

d) Indien het wel werd overwogen, waarom werd Neder-over-Heembeek niet weerhouden ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 juillet 2004, à la question no 226 de M. Daan Schalck du 15 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 juli 2004, op de vraag nr. 226 van de heer Daan Schalck van 15 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

1. L’hoˆpital Saint-Pierre dispose de 30 lits L répartis en deux unités de 15 lits. Chacune de ces chambres a respectivement un sas et la capacité d’être mise en pression négative. Chaque semaine des tests de fumigènes sont effectués afin de s’assurer de la conformité technique; les résultats de ces tests sont répétertoriés et transmis dans les unités.

1. Het Sint-Pietersziekenhuis beschikt over 30 L-bedden die over twee eenheden van telkens 15 bedden zijn verdeeld. Elk van die kamers is met een sluis uitgerust en kan onder negatieve druk gebracht worden. Elke week worden er testen uitgevoerd met de bedoeling de technische conformiteit na te gaan; de resultaten van die testen worden geı¨nventariseerd en aan de eenheden bezorgd.

En terme de soins intensifs, l’hoˆpital dispose de 2 chambres avec sas et pression négative et de 10 chambres seules.

Voor intensieve zorg beschikt het ziekenhuis over 2 kamers met een sluis en negatieve druk en 10 éénpersoonskamers.

Des appareils spécifiques de ventilation sont, à ce jour, disponibles dans l’hoˆpital pour améliorer le nombre de renouvellement d’air et permettre donc de réoccuper un local qui aurait été contaminé par un contaminant aérien. Une étude a été commandée afin de mettre ces chambres de façon automatique dans le système de ventilation en pression négative.

Thans beschikt het ziekenhuis over specifieke ventilatieapparatuur om het aantal luchtverversingen te verbeteren zodat een lokaal, waarin de lucht verontreinigd is, opnieuw kan worden gebruikt. Et is een studie besteld om die kamers automatisch aan te sluiten op het ventilatiesysteem dat op basis van negatieve druk werkt.

Et des scénarios alternatifs permettant un isolement « intensif » dans des lits à pression négative sont aussi à l’étude.

Ook alternatieve scenario’s met « intensieve » afzondering in kamers onder negatieve druk worden bestudeerd.

La convention prévoit un délai de six mois pour rendre ce dispositif opérationnel.

De overeenkomst voorziet in een termijn van zes maanden om deze installatie te operationaliseren.

Il faut noter que l’hoˆpital Saint-Pierre est le seul hoˆpital à avoir conservé une infrastructure importante fonctionnelle répondant aux normes L.

Er dient genoteerd te worden dat het SintPietersziekenhuis het enige ziekenhuis is dat een belangrijke functionele infrastructuur heeft in stand gehouden dat beantwoordt aan de L-normen.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6387

2. a) Il ne faut néanmoins pas négliger, outre l’infrastructure « technique », l’importance de la formation du personnel aux mesures d’hygiène de base, notamment l’utilisation des éléments de protections individuelles et l’hygiène des mains (280 personnes seront formées à terme, 150 le sont déjà), ainsi que l’existence de procédures précises pour la prise en charge de ces patients, qui sont des garants importants dans la non-contamination du personnel qui s’occupe de patients hautement contagieux.

2. a) Men mag niet uit het oog verliezen dat, naast de « technische » infrastructuur, ook de opleiding van het personeel op het vlak van basishygie¨ne belangrijk is, met name het gebruik van individuele beschermingsmiddelen en handhygie¨ne (280 personen worden op termijn opgeleid, 150 personen zijn reeds opgeleid), alsook het bestaan van specifieke procedures voor de opvang van deze patie¨nten, die er in belangrijke mate toe bijdragen dat het personeel dat zeer besmettelijke patie¨nten verzorgt, niet besmet raakt.

Par rapport à ces deux points précis, un travail de formation continue et de mise à jour des procédures est également effectué par l’équipe médicoinfirmière hygiéniste.

Met betrekking tot de twee voormelde punten zorgt het medisch-verpleegkundig hygie¨neteam tevens voor een permanente opleiding en updating van de procedures.

b), c) et d) Le présent plan fait suite à une question de ma part au Conseil supérieur de l’hygiène (CSH) concernant la prise en charge des maladies hautement contagieuses. En réponse à cette question, le CSH a remis un avis sur cette prise en charge proposant une organisation centrée sur deux hoˆpitaux : l’hoˆpital militaire et le CHU Saint-Pierre : « Le CSH considère que l’hoˆpital militaire et l’hoˆpital Saint-Pierre doivent agir selon une stratégie qualifiée de « vases communicants ».

b), c) en d)Dit plan werd opgesteld na een vraag van mij aan de Hoge Gezondheidsraad (GHR) met betrekking tot de opvang van zeer besmettelijke ziekten. In antwoord op die vraag heeft de HGR hierover een advies uitgebracht dat een organisatie gericht op twee ziekenhuizen voorstelde : het militair ziekenhuis en het UMC Sint-Pieter : « De HGR meent dat het militair hospitaal en het Sint-Pietersziekenhuis volgens een strategie van « communicerende vaten » moeten werken.

Afin de proposer rapidement un plan opérationnel de cette organisation une cellule rassemblant différents experts a été mandatée par moi (on y retrouvait : quatre personnes mandatées de l’hoˆpital militaire, le médecin hygiéniste et l’infirmière hygiéniste de l’hoˆpital Saint-Pierre, deux représentants de la cellule de vigilance sanitaire, deux experts mandatés par le CSH et un médecin de la cellule hospitalière du cabinet).

Teneinde snel een operationeel plan van deze organisatie voor te kunnen stellen, heb ik een cel van experts gemandateerd (maken hiervan deel uit : vier personen van het militair hospitaal, de geneesheerhygie¨nist en de verpleegkundige-hygie¨nist van het SintPietersziekenhuis, twee vertegenwoordigers van de cel Medische Bewaking, twee experts van de Hoge Gezondheidsraad en een arts van de ziekenhuiscel van het kabinet).

Il n’a pas été possible de concrétiser un accord qui aurait porté sur la prise en charge de 15 patients par Saint-Pierre et de 12 patients intensifs à l’hoˆpital militaire. Le représentant de l’hoˆpital militaire précisant, par ailleurs, son refus de se positionner comme « hoˆpital de calamité » et exigeant comme prérequis, vu son organisation et sa structure, la signature d’une convention lui garantissant le détachement d’un pool d’une centaine de personnes.

Men is niet tot een akkoord kunnen komen over de opvang van 15 patie¨nten in het Sint-Pietersziekenhuis en 12 intensieve patie¨nten in het militair hospitaal. bovendien heeft de vertegenwoordiger van het militair hospitaal zijn weigering om als « rampenziekenhuis » dienst te doen benadrukt en heeft hij als voorafgaande vereiste, rekening houdend met de organisatie en de structuur van het hospitaal, de ondertekening geeïst van een overeenkomst die hem de garantie geeft over een pool van een honderdtal personen te kunnen beschikken.

Dès lors, j’ai demandé que le groupe de travail réduit (c’est-à-dire les mêmes personnes sans les représentants de l’hoˆpital militaire) fasse une proposition alternative qui permette la mise sur pied rapide d’un plan opérationnel.

Ik heb de beperkte werkgroep (dat wil zeggen dezelfde personen maar dan zonder de vertegenwoordigers van het militair hospitaal) dan ook gevraagd een alternatief voorstel te formuleren waardoor toch nog snel een operationeel plan kon worden gerealiseerd.

Le groupe de travail à donc proposé un plan alternatif.

De werkgroep heeft dus een alternatief plan voorgesteld.


2003

2004


806

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6388

Le cas de figure décrit dans ce plan est le plus probable : il s’agit donc du SARS : maladie d’importation. D’autres maladies hautement contagieuses et dont le mode de contamination est semblable pourraient faire l’objet d’une prise en charge identique.

Het in dit plan beschreven voorbeeld is het meest waarschijnlijke : het gaat dus om SARS : geı¨mporteerde ziekte. Andere zeer besmettelijke ziekten met een gelijkaardige manier van besmetting zouden op dezelfde manier kunnen worden behandeld.

La situation centrale de l’hoˆpital Saint-Pierre dans le pays, son expertise en maladies infectieuses et son statut bicommunautaire permettent de rencontrer une grande partie des recommandations émises par le CSH.

De centrale ligging van het Sint-Pietersziekenhuis in Belgie¨, zijn expertise op het vlak van besmettelijke ziekten en zijn bicommunautair statuut maken het mogelijk om aan een groot deel van de aanbevelingen van de HGR te voldoen.

Ce plan ne préfigure pas la fin des discussions avec l’hoˆpital militaire qui pourraient reprendre si une ouverture apparaissait.

Dit plan betekent niet het einde van de gesprekken met het militair hospitaal, want deze kunnen worden hervat wanneer zich een opening aandient.

Le plan souligne qu’une organisation semblable à un autre endroit du pays pourrait par ailleurs aussi être imaginée.

Het plan onderstreept dat een dergelijke organisatie ook elders in het land mogelijk is.

DO 2003200421726

DO 2003200421726

Question no 235 de M. Guido De Padt du 24 juin 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 235 van de heer Guido De Padt van 24 juni 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Commission européenne. — Recherche sur la qualité et la sécurité alimentaires. — Appel à projets.

Europese Commissie. — Onderzoek naar voedselkwaliteit en voedselveiligheid. — Projectoproepen.

La Commission européenne va consacrer cette année un montant de 192 millions d’euros à la recherche sur la qualité et la sécurité alimentaires. Seront ainsi financés 31 grands projets et 13 projets plus modestes couvrant un large éventail de sujets comme la traçabilité, les contaminants, les maladies animales, les allergies alimentaires, l’obésité, etc. L’Europe a prévu pour les deux ans à venir un budget de 360 millions d’euros pour soutenir de nouvelles initiatives. Un appel à projets sera organisé prochainement.

De Europese Commissie zal dit jaar een bedrag van 192 miljoen euro spenderen aan onderzoek naar voedselkwaliteit en voedselveiligheid. In totaal zullen 31 grote en 13 kleinere projecten gefinancierd worden. De projecten behandelen een brede waaier aan onderwerpen zoals traceerbaarheid, contaminanten, dierziektes, voedselallergie¨n, obesitas, enzovoort. Voor de volgende periode van twee jaar voorziet Europa in een budget van 360 miljoen euro om nieuwe projecten te steunen. Binnenkort zal hierover een projectoproep worden uitgeschreven.

1. Dans quelle mesure notre pays est-il impliqué dans l’étude menée cette année et quels projets concernent en particulier la Belgique ?

1. In welke mate is ons land betrokken bij het onderzoek van dit jaar en welke projecten belangen specifiek Belgie¨ aan ?

2. Notre pays va-t-il participer à des appels à projets au cours des deux années à venir et à quels sujets spécifiques songe-t-on ?

2. Zal ons land zich inschrijven voor projectoproepen in de volgende twee jaar en welke specifieke onderwerpen heeft men op het oog ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 15 juillet 2004, à la question no 235 de M. Guido De Padt du 24 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 juli 2004, op de vraag nr. 235 van de heer Guido De Padt van 24 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6389

1. Pour le deuxième appel (année 2004) de projets concernant le thème 5 « Food quality and safety » du 6e Programme-cadre était prévu un montant de 192 millions d’euros à répartir entre 3 catégories de projets :

1. Voor de tweede oproep (jaar 2004) van projecten binnen het 6e Kaderprogramma voor het thema 5 « Food quality and safety » was een bedrag voorzien van 192 miljoen euro te verdelen onder 3 soorten projecten :

— les NI ou Nouveaux Instruments (« Networks of Excellence » et « Integrated projects ») : montant prévu 144 millions d’euros.

— de Nieuwe Instrumenten (« Networks of Excellence » en « Integrated projects ») : voorziene bedrag 144 miljoen euro.

— les TI ou Instruments Traditionnels (« Specific Targeted Research Projects » et « Coordination Actions ») : montant prévu 42 millions d’euros.

— de Traditionele Instrumenten (« Specific Targeted Research Projects » en « Coordination Actions ») : voorziene bedrag 42 miljoen euro.

— les SSA’s ou « Specific Support Actions » en soutien à ERA, PME, nouveaux membres et pays tiers.

— de SSA’s of « Specific Support Actions » voor ondersteuning van ERA-KMO’s en nieuwe lidstaten, derde landen.

Résultat de l’évaluation

Resultaat van de evaluatie

12 projets NI retenus; la Belgique est représentée dans 6 projets.

12 NI-projecten weerhouden; Belgie¨ is vertegenwoordigd in 6 projecten.

19 projets TI retenus; la Belgique est représentée dans 6 projets.

19 TI-projecten weerhouden; Belgie¨ is vertegenwoordigd in 6 projecten.

15 SSA retenus; la Belgique est représentée dans 4 projets.

15 SSA’s weerhouden; Belgie¨ is vertegenwoordigd in 4 projecten.

La part de la Belgique dans le total des projets introduits pour le thème 5 représente 4,08 %.

Het aandeel van Belgie¨ in het totaal van ingediende projecten voor thema 5 bedroeg 4,08 %.

La part de la Belgique dans le total des projets retenus pour le thème 5 représente 2,53 %.

Het aandeel van Belgie¨ in het totaal van weerhouden projecten voor thema 5 bedroeg 2,53 %.

Les 6 grands projets dans lesquels la Belgique est représenté sont :

Belgische vertegenwoordigers zijn betrokken in de volgende 6 grote projecten :

— BIOCOP (nouvelles technologies pour la détection de contaminants chimiques dans les aliments),

— BIOCOP (Nieuwe technologiee¨n voor het opsporen van chemische contaminanten in voedsel),

— CO-EXTRA (co-existence et traçabilité d’aliments génétiquement et non génétiquement modifiés),

— CO-EXTRA (co-existentie en traceerbaarheid van GM- en niet GM-voedsel in de voedselketen),

— TRACE (traçabilité des aliments en Europe),

— TRACE (traceerbaarheid van voedingswaren in europa),

— ECNIS (risque de cancer par les facteurs environnementaux, l’alimentation et les sensibilités individuelles),

— ECNIS (kankerrisico door omgevingsfactoren, voeding en individuele gevoeligheid),

— EARNEST (épidémiologie et marqueurs précoces de diverses maladies chroniques),

— EARNEST (epidemiologie en vroegtijdige merkers van diverse chronische ziekten),

— HEALTHGRAIN (composés actifs des céréales à effets positifs sur la santé).

— HEALTHGRAIN (Bioactieve componenten van granen met positieve gevolgen voor de gezondheid).

2. Il convient de faire remarquer que ce ne sont pas les pays qui introduisent les projets. Cela se fait sur une base libre à l’initiative des laboratoires universitaires, des institutions scientifiques et des firmes privées.

2. Er dient opgemerkt te worden dat het indienen van projecten niet door de landen gebeurt maar enkel op basis van eigen initiatief van de universitaire laboratoria, de wetenschappelijke instellingen en de privébedrijven.

Le programme pour le 3e appel (année 2005) est en dernière phase de finalisation. Il peut déjà être

Het programma van de derde oproep (jaar 2005) is thans in de eindfase van goedkeuring. Het kan reeds


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6390

consulté à l’adresse suivante : www.cordis.eu/food/ workprogramme.htm.

geraadpleegd worden op het volgende www.cordis.eu/food/workprogramme.htm.

adres :

Il contient toute une gamme de sujets qui peuvent représenter une valeur ajoutée dans le contexte européen et auxquels les laboratoires belges peuvent livrer une contribution utile et dont ils peuvent tirer un profit maximal pour notre pays.

Het bevat een hele reeks onderwerpen die een meerwaarde kunnen betekenen in de Europese context en waarbij ook Belgische onderzoeksgroepen niet alleen een nuttige bijdrage kunnen leveren maar ook maximaal profijt kunnen uithalen voor ons land.

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique


Ećonomie

Economie

DO 2003200410611

DO 2003200410611

Question no 50 de Mme Trees Pieters du 12 janvier 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 50 van mevrouw Trees Pieters van 12 januari 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Provision pour des impoˆts enroˆlés contestés. — Impoˆt des sociétés.

Voorziening voor betwiste ingekohierde belastingen. — Vennootschapsbelasting.

Conformément à l’avis no 128/6 de la Commission des normes comptables (Bulletin CNC, no 14, juin 1984, pp. 15-21), il est manifestement possible, pour des impoˆts directs enroˆlés contestés d’office ou non et pour des impoˆts indirects, de constituer une « provision » comptable par prudence.

Overeenkomstig het advies nr. 128/6 van de Commissie voor boekhoudkundige normen (Bulletin CBN, nr. 14, juni 1984, blz. 15-21) kan voor al dan niet ambsthalve betwiste ingekohierde directe en voor indirecte belastingen blijkbaar voorzichtigheidshalve een boekhoudkundige « voorziening » worden aangelegd.

Dans la pratique se posent toutefois en la matière les questions générales suivantes sur les plans fiscal et comptable.

In de praktijk rijzen terzake evenwel de volgende algemene fiscale en boekhoudkundige vragen.

1. Ces provisions comptables peuvent-elles, dans le cadre de l’impoˆt des sociétés, être intégralement ou partiellement exonérées d’impoˆt en vertu des articles 48, 183 et 185 du CIR 1992 ?

1. Kunnen die boekhoudkundig aangelegde voorzieningen inzake vennootschapsbelasting geheel of gedeeltelijk van belasting worden vrijgesteld op grond van de artikelen 48, 183 en 185 WIB 1992 ?

2. Comment ces provisions pour risques et couˆts doivent-elles être annuellement calculées et recalculées, et quel montant précis peut-il ou doit-il être investi « au minimum » et « au maximum » et ensuite exonéré, intégralement ou en partie, de l’impoˆt des sociétés :

2. Hoe moeten deze voorzieningen voor risico’s en kosten of provisies jaarlijks worden be- en herrekend en welk precies bedrag kan en/of moet er « minimaal » en « maximaal » worden aangelegd en vervolgens geheel of gedeeltelijk van vennootschapsbelasting worden vrijgesteld :

a) en cas de réclamation (voir article 366 du CIR 1992) conditionnée ou non par le fait que la nullité et/ou l’arbitraire des impositions contestées ont été invoqués et/ou qu’il s’agit de questions de principe;

a) in geval van bezwaarschrift (zie artikel 366 WIB 1992) al dan niet afhankelijk van het feit of de nietigheid en/of willekeurigheid van de betwiste aanslagen werd ingeroepen en/of het gaat om principie¨le kwesties;


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6391

b) en cas de demande de dégrèvement d’office au sens de l’article 376 du CIR 1992;

b) in geval van verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing in de zin van artikel 376 WIB 1992;

c) en cas de cotisation de remplacement visée à l’article 355 du CIR 1992;

c) in geval van een vervangende aanslag waarvan sprake in artikel 355 WIB 1992;

d) en cas de recours fiscal auprès de la chambre du tribunal de première instance;

d) in geval van fiscaal verhaal bij de fiscale kamer van de rechtbank van eerste aanleg;

e) en cas de recours devant la Cour d’arbitrage;

e) in geval van beroep bij het Arbitragehof;

f) en cas de requête à la cour d’appel;

f) in geval van verzoekschrift bij het hof van beroep;

g) en cas de pourvoi en cassation ?

g) in geval van een voorziening in Cassatie ?

` quelle date ce dossier litigieux doit-il être jugé 3. A sur les plans comptable et fiscal :

3. Op welke datum moeten die betwiste zaken boekhoudkundig en fiscaal worden beoordeeld :

a) à la date exécutoire du roˆle;

a) op datum van uitvoerbaarverklaring van het kohier;

b) à la date d’envoi de l’avertissement-extrait de roˆle, d’office ou non;

b) op datum van verzending van het al dan niet ambtshalve aanslagbiljet;

c) à la date de dépoˆt de la réclamation ou de la requête fiscale;

c) op datum van indiening van het bezwaarschrift of fiscaal verzoekschrift;

d) à la date limite de paiement;

d) op de uiterste betalingsdatum;

e) à tout autre moment ?

e) op enig ander tijdstip ?

4. Faut-il appliquer (annuellement) un mode de calcul et de traitement comptable et/ou fiscal différent selon qu’il s’agit, respectivement :

4. Is er (jaarlijks) een verschillende boekhoudkundige en/of fiscale berekenings- en behandelingswijze door te voeren al naar gelang het respectievelijk gaat om :

a) d’impositions ordinaires enroˆlées dans l’impoˆt des sociétés, dans le précompte mobilier et dans le précompte professionnel;

a) ingekohierde gewone aanslagen in de vennootschapsbelasting, in de roerende voorheffing en in de bedrijfsvoorheffing;

b) d’impositions spéciales enroˆlées dans l’impoˆt des sociétés (voir articles 219 ancien et nouveau du CIR 1992 et article 197 nouveau du CIR 1992);

b) ingekohierde bijzondere aanslagen in de vennootschapsbelasting (zie oud en nieuw artikel 219 WIB 1992 en nieuw artikel 197 WIB 1992);

c) de TVA;

c) BTW;

d) d’autres impoˆts indirects (comme des droits d’enregistrement, par exemple);

d) andere indirecte belastingen (zoals bijvoorbeeld registratierechten);

e) de taxes environnementales ?

d) milieuheffingen ?

5. La primauté du droit comptable s’applique-t-elle en la matière ?

5. Geldt terzake de primauteit van het boekhoudrecht ?

6. Pouvez-vous, point par point, communiquer votre position en la matière à la lumière de la législation comptable et des dispositions légales des articles 25, 5o, 48, 49, 183, 185, 197, 198, 219, 355 et 360 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et des dispositions réglementaires des articles 24 à 27 de l’AR/CIR 1992 et du principe constitutionnel d’annualité de l’impoˆt ?

6. Kan u, punt per punt, uw huidige algemene praktische ziens- en handelwijze meedelen zowel in het licht van de boekhoudwetgeving als van de wettelijke bepalingen van de artikelen 25, 5o, 48, 49, 183, 185, 197, 198, 219, 355 en 360 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de reglementaire bepalingen van de artikelen 24 tot en met 27 KB/WIB 1992 en van het grondwettelijke beginsel van de eenjarigheid van de belastingen ?


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6392

Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 juillet 2004, à la question no 50 de Mme Trees Pieters du 12 janvier 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 50 van mevrouw Trees Pieters van 12 januari 2004 (N.) :

Après avoir recueilli l’avis de la commission des Normes comptables, il peut eˆtre répondu de la manière suivante à la question posée par l’honorable membre pour ce qui concerne les aspects de droit commun comptable qu’elle contient.

Na het advies te hebben ingewonnen van de commissie voor Boekhoudkundige Normen, kan het volgende worden geantwoord op de vraag van het geachte lid, wat de aspecten van gemeen boekhoudrecht betreft die haar vraag bevat.

Il appartient au conseil d’administration de chaque société de déterminer en fonction des circonstances propres à chaque situation particulière et conformément aux articles 50 à 55 de l’arreˆté royal du 30 janvier 2001 portant exécution du Code des sociétés s’il y a lieu de constituer une provision ainsi que son montant ou s’il y a lieu de reprendre totalement ou en partie une provision constituée antérieurement.

Het komt aan de raad van bestuur van elke vennootschap toe om te bepalen in functie van de omstandigheden eigen aan elke bijzondere situatie en conform de artikelen 50 tot 55 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, of een voorziening — en voor welk bedrag — moet worden aangelegd en of een voorheen aangelegde voorziening geheel of gedeeltelijk moet worden teruggenomen.

Les provisions pour risques et charges doivent répondre aux critères de prudence, de sincérité et de bonne foi, doivent eˆtre constituées systématiquement sur la base des méthodes arreˆtés par la société et ne peuvent dépendre du résultat. Elles ne peuvent eˆtre maintenues dans la mesure où elles excèdent en fin d’exercice, une appréciation actuelle, des charges et risques en considération desquels elles ont été constituées.

De voorzieningen voor risico’s en kosten moeten beantwoorden aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw, moeten stelselmatig worden aangelegd volgens de door de vennootschap vastgelegde methoden en mogen niet afhangen van het resultaat van het boekjaar. De voorzieningen voor risico’s en kosten mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling van de risico’s en kosten waarvoor ze werden gevormd.

Les questions qui ont trait aux matières fiscales sont traitées par mon collègue des Finances. (Question no 208 du 12 janvier 2004.)

De vragen die betrekking hebben op fiscale materies worden door mijn collega van Financie¨n beantwoord. (Vraag nr. 208 van 12 januari 2004.)

DO 2003200421534

DO 2003200421534

Question no 112 de Mme Trees Pieters du 24 mai 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 112 van mevrouw Trees Pieters van 24 mei 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Sociétés de médecins. — Honoraires des médecins hospitaliers. — Date de l’imposabilité et de la comptabilisation. — Créances perdues à l’égard des patients.

Doktersvennootschappen. — Honoraria ziekenhuisgeneesheren. — Tijdstip van belastbaarheid en van boeking. — Verloren vorderingen op patie¨nten.

Depuis une dizaine d’années, la comptabilisation, la déclaration d’impoˆt et la taxation des honoraires des médecins hospitaliers est au centre d’une controverse très vive et récurrrente.

De boeking, de belastingaangifte en de taxatie van de honoraria van ziekenhuisgeneesheren vormt al sedert een tiental jaren een algemeen punt van gevoelige en aanhoudende principie¨le discussie.

La perception de ces honoraires est effectué, de façon centralisée, par l’établissement de soins ou par les services de perception pour le compte des dispensateurs de soins.

De inning van die erelonen wordt centraal uitgevoerd door de verzorgingsinstelling of inningdiensten voor rekening van de zorgverstrekkers.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6393

En outre, ces médecins hospitaliers et ces sociétés de médecins ne sont pas payés par l’hoˆpital ou le service centralisé de perception, notamment sous le controˆle de l’INAMI, que plusieurs mois après avoir accompli leurs prestations médicales et après que se sont tenues les assemblées annuelles de sociétés de médecins.

Die ziekenhuisdokters en doktersvennootschappen worden, mede onder toezicht van het RIZIV, daarenboven door het ziekenhuis of de centrale inningsdienst slechts uitbetaald vele maanden na het verstrekken van hun medische prestaties en na de jaarvergaderingen van de doktersvennootschappen.

Ce système central de perception s’applique sans exception aux hoˆpitaux aussi bien privés (ASBL) que publics, et en exécution des articles 133 à 137 inclus de la loi coordonnée sur les hoˆpitaux.

Dit centraal inningsysteem geldt zonder uitzondering zowel voor de private ziekenhuizen (VZW’s) als voor de openbare ziekenhuizen en gebeurt in uitvoering van de artiklen 133 tot en met 137 van de gecoo¨rdineerde Ziekenhuiswet.

Il est incontestable que tant pour les administrations fiscales, les hoˆpitaux ou les cliniques et les associations que pour tous les médecins-spécialistes individuellement concernés et leurs conseillers, il est très malaisé et couˆteux de comptabiliser et de calculer exactement et en temps voulu le montant imposable des honoraires, notamment lorsque ces honoraires sont distribués au sein d’un pool et/ou lorsqu’on se trouve en même temps en présence d’une société de médecins dont les comptes annuels ne sont même pas cloˆturés par année civile.

Het staat onbetwistbaar vast dat het zowel voor de belastingadministraties, de ziekenhuizen of klinieken, de associaties als voor alle individueel betrokken geneesheren-specialisten en hun raadgevers een bijzonder moeilijke opdracht en dure opgave is om het belastbaar bedrag van de erelonen precies en tijdig te boeken en te becijferen, inzonderheid wanneer die honoraria binnen een pool worden verdeeld en/of wanneer men al dan niet tezelfdertijd te maken heeft met een doktersvennootschap waarvan de jaarrekening bovendien nog niet afsluit per kalenderjaar.

Une difficulté supplémentaire qu’il leur faut surmonter pour dresser des listes claires réside dans le faits que les livres comptables ou décomptes des cliniques et des associations ne sont que le reflet de « recettes » et de « dépenses » ou « frais ».

Bijkomende moeilijkheid om overzichtelijke lijsten op te stellen is het feit dat de geschriften of afrekeningen van de klinieken en de associaties slechts een weergave zijn van « ontvangsten » en « uitgaven » of « onkosten ».

En la matière et en pratique se posent encore et toujours les questions de portée générales et de nature fiscale et comptable qui suivent.

Terzake rijzen in de praktijk thans dan ook nog altijd de onderstaande algemene fiscale en boekhoudkundige vragen.

A)

A)

1. Quand, exactement, les honoraires doivent-ils être comptabilisés dans le chef de leur bénéficiaire final ? Quand, exactement, la taxation doit-elle être établie dans le secteur de l’impoˆt des sociétés et de l’impoˆt des personnes physiques :

1. Op welk precies ogenblik moeten de erelonen worden geboekt bij de uiteindelijke genieter en moet de aanslag in de vennootschapsbelasting en in de personenbelasting worden gevestigd :

a) au moment où la clinique ou l’hoˆpital perçoit les honoraires;

a) op het moment dat de kliniek of het ziekenhuis de erelonen int;

b) au moment où le médecin hospitalier se voit réellement attribuer, verser ou payer sa part;

b) op het moment dat de ziekenhuisgeneesheer zijn aandeel werkelijk toegekend, uitgekeerd of uitbetaald krijgt;

c) au moment de l’accomplissement de la prestation médicale ?

c) op het moment van het uitvoeren van de medische prestatie ?

B)

B)

1. Dans quelle mesure convient-il à cet égard de tenir compte de la date du véritable paiement par le patient ou de la date du versement des honoraires aux médecins hospitaliers, aux médecins-membres de l’association (= pool sans personnalité juridique) ou à la société de médecins (SPRL) ?


2003

1. In welke mate moet daarbij rekening worden gehouden met het tijdstip van werkelijke betaling door de patie¨nt of met het tijdstip voor de doorstorting van de erelonen aan de ziekenhuisgeneesheren, aan de geneesheren-leden van de associatie (= pool zonder rechtspersoonlijkheid) of aan de doktersvennootschap (BVBA) ? 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6394

2. Quelle est la date légale ou réglementaire d’une part de comptabilisation ou d’inscription, d’autre part de déclaration et d’imposabilité :

2. Wat is het wettelijk of reglementair voorgeschreven tijdstip van boeking of inschrijving en van aangifte en belastbaarheid :

a) dans le chef d’un médecin hospitalier indépendant;

a) bij een zelfstandige ziekenhuisgeneesheer;

b) dans le chef d’un médecin membre d’une association ou d’un pool;

b) bij een geneesheer-lid van een associatie of pool;

c) dans le chef d’une société de médecins membre d’une association ou d’un pool;

c) bij een doktersvennootschap lid van een associatie of pool;

d) dans le chef d’une société de médecins hospitaliers ? ` quel moment concret les créances des médecins 3. A hospitaliers indépendants des sociétés de médecins ont-elles un caractère suˆr et certain du point de vue du droit fiscal et du point de vue comptable ?

d) bij een vennootschap van ziekenhuisgeneesheren ?

4. a) Quand et dans quelle mesure exacte ou forfaitaire peut-on ou doit-on tenir compte de créances définitivement perdues à l’égard de patients aussi bien dans le secteur de l’impoˆt des sociétés que dans le secteur de l’impoˆt des personnes physiques ? ` quel moment faut-il comptabiliser ces pertes ou b) A peut-on constituer éventuellement, aussi bien du point de vue fiscal que comptable, une provision (forfaitaire) exonérée d’impoˆt au sens de l’article 48 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 et de la Loi comptable ?

4. a) Wanneer en in welke precieze of forfaitaire mate mag of moet er zowel inzake vennootschapsbelasting als inzake personenbelasting rekening worden gehouden met definitief verloren vorderingen op patie¨nten ?

5. a) Les services de taxation de l’AFER peuvent-ils envoyer des questionnaires étendus à tous les hoˆpitaux (ASBL) concernés (privés ou publics) et à toutes les associations afin d’y récolter pour plus de facilité les données requises en matière de taxation, tant pendant la phase de la taxation que pendant la phase de la réclamation, en exécution des articles 322, 323, 327 et 374, premier alinéa CIR 1992 ?

5. a) Mogen door de AOIF-belastingdiensten zowel in fase van taxatie als in fase van bezwaarschrift in uitvoering van de artikelen 322, 323, 327 en 374, eerste lid, WIB 1992 aan alle betrokken (private of openbare) ziekenhuizen (VZW’s) en aan alle associaties uitgebreide vragenlijsten worden verzonden om de noodzakelijke taxatiegegevens aldaar gemakshalve in te winnen ?

b) Les recommandations administratives générales des Com.I.R. 1992 nos 317/11, deuxième alinéa; 322/4, 322/5 et 322/8 sont-elles toujours d’application?

b) Gelden daarbij nog steeds de algemene administratieve aanbevelingen van Com.I.B. 1992 nrs. 317/ 11, tweede lid; 322/4, 322/5 en 322/8 ?

6. a) Les hoˆpitaux appartenant à ces deux catégories ou les associations susvisées doivent-elles éventuellement introduire, pour ces honoraires, des fiches informatives 281 conformément aux dispositions de l’article 57, CIR 1992 ?

6. a) Moeten voor die erelonen door de beide soorten ziekenhuizen of de door associaties eventueel inlichtingenfiches 281 worden ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 57, WIB 1992 ?

b) Quelles sanctions légales et/ou administratives sont le cas échéant appliquées au cas où les dispositions visées n’auraient pas été observées à temps ?

b) Welke wettelijke en/of administratieve sancties worden er desnoods toegepast wanneer de beoogde bepalingen niet tijdig werden nageleefd ?

7. Pourriez-vous, point par point, communiquer vos conception et méthodologie actuelles, d’ordre

7. Kan u, punt per punt, uw huidige algemene praktische en uniforme ziens- en handelwijze meedelen


2003

3. Op welk concreet ogenblik verkrijgen de vorderingen van de zelfstandige ziekenhuisgeneesheren van de doktersvennootschappen zowel uit fiscaalrechtelijk als uit boekhoudkundig oogpunt een zeker en vaststaand karakter ?

b) Op welk tijdstip moeten die verliezen worden afgeboekt of mag er fiscaal en boekhoudkundig eventueel een (forfaitaire) belastingvrije voorziening worden aangelegd in de zin van artikel 48 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de Boekhoudwet ?

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6395

général et de nature pratique, compte tenu des articles 23, 24, 27, 48, 49, 57, 183, 185, 219, 317, 320, 322, 323 et 327 du CIR 1992, des dispositions de la Loi sur les hoˆpitaux coordonnée le 7 aouˆt 1987, de la théorie de l’organe, de la Loi comptable et des avis de la Commission des Normes comptables ? Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 juillet 2004, à la question no 112 de Mme Trees Pieters du 24 mai 2004 (N.) : Après avoir recueilli l’avis de la commission des Normes comptables, il peut eˆtre répondu de la manière suivante à la question posée par l’honorable membre pour ce qui concerne les aspects de droit commun comptable qu’elle contient. Dans la mesure où les sociétés de médecins au travers desquelles l’activité médicale est exercée sont soumises, eu égard à leur forme juridique, à la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité des entreprises et aux dispositions de l’arreˆté royal du 30 janvier 2001 portant exécution du Code des sociétés (article 20 à 105), elles doivent, conformément à l’article 33, alinéa 2, de l’arreˆté royal précité, tenir compte des charges et produits afférents à l’exercice ou à des exercices antérieurs, sans considération de la date de paiement ou d’encaissement de ces charges et produits sauf si l’encaissement effectif de ces produits est incertain.

Les questions qui ont trait aux matières fiscales sont traitées par mon collègue des Finances. (Question no 397 du 24 mai 2004.)

zowel in het licht van de artikelen 23, 24, 27, 48, 49, 57, 183, 185, 219, 317, 320, 322, 323, 327 WIB 1992, de bepalingen van de Ziekenhuiswet gecoo¨rdineerd op 7 augustus 1987, de orgaantheorie als van de Boekhoudwet en de adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 112 van mevrouw Trees Pieters van 24 mei 2004 (N.) : Na het advies te hebben ingewonnen van de commissie voor Boekhoudkundige Normen, kan het volgende worden geantwoord op de vraag van het geachte lid, wat de aspecten van gemeen boekhoudrecht betreft die haar vraag bevat. In de mate waarin doktersvennootschappen via welke de medische activiteit wordt uitgeoefend, gelet op hun rechtsvorm, onder de toepassing vallen van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen en onder de bepalingen van het uitvoeringsbesluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (artikelen 22 tot 105), moeten zij conform artikel 33, tweede lid, van het voornoemde koninklijk besluit, rekening houden met de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden geı¨nd of betaald, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is. De vorming en de eventuele terugneming van waardeverminderingen op vorderingen moeten onder meer beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 45 tot 49 van het voornoemde koninklijk besluit. De waardeverminderingen moeten aldus beantwoorden aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw, moeten stelselmatig worden gevormd op grond van de methoden vastgelegd door de vennootschap en mogen niet afhangen van het resultaat van het boekjaar. De waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling van de minderwaarden waarvoor ze werden gevormd. De vragen die bettrekking hebben op fiscale materies worden door mijn collega van Financie¨n beantwoord. (Vraag nr. 397 van 24 mei 2004.)

DO 2003200421266

DO 2003200421266

Question no 117 de M. Francis Van den Eynde du 8 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Pillage des matières premières au Congo. Au cours de ces quatre dernières années, une équipe d’experts des Nations unies a publié sept rapports sur

Vraag nr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van 8 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Grondstoffenplundering in Kongo. De jongste vier jaar publiceerde een expertenploeg van de Verenigde Naties zeven rapporten over de

La constitution et la reprise éventuelle de réductions de valeur sur créances notamment doivent répondre aux conditions prévues aux articles 45 à 49 de l’arreˆté royal précité. Ainsi, les réductions de valeur doivent répondre aux critères de prudence, de sincérité et de bonne foi, doivent eˆtre constituées systématiquement sur la base des méthodes arreˆtées par la société et ne peuvent dépendre du résultat. Elles ne peuvent eˆtre maintenues dans la mesure où elles excèdent en fin d’exercice, une appréciation actuelle, des charges et risques en considération desquels elles ont été constituées.


2003

2004


807

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6396

le pillage des matières premières au Congo. Ces rapports citent généralement nommément les entreprises qui sont considérées comme suspectes. C’est ainsi que le rapport d’octobre 2002 accusait quatre-vingt-cinq entreprises d’avoir enfreint les directives de l’OCDE sur les pratiques commerciales loyales. Parmi elles, plusieurs banques belges qui auraient permis de réaliser des transactions illégales par le biais d’un certain nombre de filiales au Congo. L’homme d’affaires Georges Forrest est particulièrement visé car il serait directement impliqué dans le pillage des matières premières. Les rapports des Nations unies ont donné lieu à deux résolutions du Conseil de sécurité, qui exhortaient les gouvernements à ouvrir des enquêtes à l’encontre des entreprises qui ont profité, de l’une ou l’autre manière, de la guerre au Congo. En mars, l’ONG Rights and Accountability in Development (RAID), basée à Oxford, a accusé les gouvernements nationaux de n’avoir pratiquement rien entrepris pour enquêter sur les pratiques de pillage par des entreprises établies dans leur pays. Ce serait notamment le cas du gouvernement belge. Ainsi, selon l’ONG, aucune enquête n’aurait été menée sur des transactions illégales qui auraient été exécutées par l’intermédiaire de filiales de la Belgolaise. Selon RAID, différentes transactions relatives à des armes destinées à l’armée congolaise auraient été effectuées par le biais de comptes de la Belgolaise. Des seigneurs de guerre rwandais et ougandais ont également effectué par le biais de la Belgolaise des transactions concernant des ventes illégales d’armes graˆce aux revenus issus du commerce du coltan, de l’or et des diamants. Le volet belge du rapport de RAID s’attarde également longuement sur les agissements de M. Georges Forrest. Celui-ci aurait notamment livré septante-cinq jeeps au gouvernement du président congolais Kabila. Les véhicules auraient été utilisés pour le transport de militaires vers la Zambie. 1. Est-il exact que le gouvernement belge n’a mené aucune enquête à propos des conclusions des rapports des Nations unies ? 2. a) Dans l’affirmative, pourquoi ? b) Dans la négative, quels sont les résultats de l’enquête qui a été menée ? 3. Des mesures particulières ont-elles été prises ? Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 13 juillet 2004, à la question no 117 de M. Francis Van den Eynde du 8 juin 2004 (N.) : Je communique les éléments suivants à l’honorable membre.


2003

grondstoffenplundering in Kongo. De verslagen noemen meestal naam en toenaam van de bedrijven die als verdacht beschouwd worden. Zo beschuldigde het verslag van oktober 2002, vijfentachtig bedrijven ervan de OESO-richtlijnen inzake eerlijke handelspraktijken te hebben overtreden. Daarbij waren ook enkele Belgische banken die via een aantal filialen in Kongo illegale transacties mogelijk zouden hebben gemaakt. Vooral tegen de zakenman Georges Forrest werden zware sancties geeïst, omdat hij direct betrokken zou zijn bij de grondstofplunderingen. De VN-rapporten gaven aanleiding tot twee resoluties van de Veiligheidsraad, waarin regeringen werden aangemaand om onderzoeken in te stellen tegen bedrijven die op een of andere wijze profiteerden van de oorlog in Kongo. De in Oxford gebaseerde NGO, Rights and Accountability in Development (RAID) beschuldigde in maart de nationale regeringen ervan zo goed als niets te hebben ondernomen om de plunderpraktijken van de in hun land gevestigde bedrijven te onderzoeken. Dit zou onder meer voor de Belgische regering het geval zijn. Zo is er volgens de NGO geen onderzoek geweest naar illegale transacties die via filialen van de Belgolaise zouden uitgevoerd zijn. Volgens RAID zouden via Belgolaise-rekeningen verschillende wapentransacties voor het Kongolese leger zijn geleverd. Maar ook Rwandese en Ugandese krijgsheren maakten van de Belgolaise gebruik om met de opbrengsten van coltan-, goud- en diamanthandel, illegale wapentransacties te doen. Het Belgische luik van het RAID-rapport besteedt ook heel wat aandacht aan de praktijken van de heer Georges Forrest. Hij zou onder meer vijfenzeventig jeeps aan de regering van de Kongolese president Kabila geleverd hebben. De voertuigen zouden gebruikt zijn voor het vervoer van militairen naar Zambia. 1. Klopt het dat de Belgische regering geen onderzoek gedaan heeft met betrekking tot de conclusies van de verslagen van de Verenigde Naties ? 2. a) Zo ja, waarom ? b) Zo neen, wat zijn de resultaten van dat onderzoek ? 3. Werden er speciale maatregelen getroffen ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 13 juli 2004, op de vraag nr. 117 van de heer Francis Van den Eynde van 8 juni 2004 (N.) : Ik kan het geachte lid het volgende meedelen.

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6397

1. Dans le rapport final du panel des Nations unies (octobre 2003), quelques entreprises belges étaient encore citées relativement aux Principes directeurs de l’OCDE pour les entreprises multinationales. C’est le Point de Contact national (PCN), créé au sein du Service public Fédéral Ećonomie, qui est responsable du respect de ces principes directeurs. Le Point de Contact national a reçu un certain nombre de dossiers des Nations unies des entreprises belges fin septembre 2003. Ces dossiers comportent des informations plutoˆt générales et sans mise en cause particulière en vertu des principes directeurs en question. Les entreprises concernées ont été entendues par le président et le secrétaire du PCN. Ces dossiers font également l’objet d’une collaboration avec le comité OCDE qui est responsable des principes directeurs ainsi qu’avec les autres PCN concernés. Dans ce cadre le PCN a eu plusieurs contacts avec les membres du panel des Nations unies.

1. In het eindrapport van het VN-panel (oktober 2003) werden nog enkele Belgische bedrijven genoemd met verwijzing naar de OESO-Richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Het Nationaal Contactpunt, opgericht binnen de Federale Overheidsdienst Economie, is verantwoordelijk voor de naleving van de OESO-Richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Het Nationaal Contactpunt heeft een aantal dossiers van de VN gekregen van Belgische bedrijven eind september 2003. Deze dossiers bevatten eerder algemene informatie en geen duidelijke aanklacht tegen de richtlijnen. De betrokken bedrijven werden gehoord door de voorzitter en de secretaris van het NCP. Voor deze dossiers wordt ook samengewerkt met het OESO-comité dat verantwoordelijk is voor de richtlijnen alsmede met de andere betrokken NCP’s. In dit kader heeft het NCP diverse malen contact gehad met de VN-panelleden.

2. Le dépoˆt d’un dossier ainsi que les discussions entourant les dossiers au sein d’un Point de Contact national sont confidentielles. La conclusion est toutefois rendue publique. D’ici peu, un des dossiers sera cloˆturé et le résultat sera rendu public.

2. De indiening van een dossier evenals de besprekingen van deze dossiers bij het NCP zijn vertrouwelijk. De conclusie is evenwel publiek. Weldra zal één van de dossiers worden afgesloten en zal het resultaat publiek worden gemaakt.

Un certain nombre d’enquêtes sont actuellement menées par la Justice belge. Ces enquêtes relèvent de l’indépendance du pouvoir judiciaire.

Momenteel zijn een aantal onderzoeken lopende bij het Belgisch gerecht. Deze onderzoeken ressorteren onder de autonomie van de rechterlijke macht.

3. Les rapports des Nations unies ont amené la Belgique à jouer un roˆle actif dans l’élaboration (novembre 2002) et la mise en œuvre des certificats du processus de Kimberley visant à juguler le phénomène du « diamant issu des conflits ».

3. Naar aanleiding van de VN-rapporten heeft Belgie¨ een actieve rol gespeeld bij de totstandkoming (november 2002) en de implementatie van het Kimberley proces-certificatenschema, waarbij gepoogd wordt het fenomeen van « conflictdiamant » aan banden te leggen.

DO 2003200421314

DO 2003200421314

Question no 122 de M. Guido De Padt du 21 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 122 van de heer Guido De Padt van 21 juni 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Accidents sur la voie publique impliquant des chevaux.

Ongevallen op openbare weg waarbij paarden betrokken zijn.

Dans notre pays, le nombre de pratiquants de l’équitation à titre récréatif est important et va croissant. Des cavaliers et des meneurs se déplacent dès lors sur la voie publique, ce qui peut entraıˆner des accidents impliquant des cyclistes et des voitures. Les conducteurs ne se rendent pas toujours compte qu’un cheval effrayé réagit de façon incontroˆlable (par exemple, lorsqu’un conducteur klaxonne pour avertir ou accélère pour effectuer une manœuvre de dépassement). Il peut en résulter un accident grave.

Ons land kent heel wat recreatieve paardensporters en dat worden er steeds meer. Daarbij komen ruiters en koetsiers op de weg, waarbij soms ongevallen plaatsvinden met fietsers en voertuigen. De bestuurders beseffen niet steeds dat een paard dat schrikt oncontroleerbaar reageert (bijvoorbeeld : even waarschuwend claxonneren, gas geven om snel te kunnen passeren). Een ernstig ongeval kan het gevolg zijn.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6398

1. Combien d’accidents impliquant des chevaux se sont-ils produits sur la voie publique au cours des trois dernières années ? 2. a) Dans combien d’accidents des cyclistes étaient-ils impliqués ? b) Dans combien d’accidents des voitures de tourisme et des camions étaient-ils impliqués ? c) Dans combien d’accidents des véhicules agricoles étaient-ils impliqués ? 3. Quelles sont les causes les plus fréquentes de ce type d’accident ? Réponse de la ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique du 16 juillet 2004, à la question no 122 de M. Guido De Padt du 21 juin 2004 (N.) : Il convient de rappeler que la statistique des accidents de la circulation établie par la direction générale de la Statistique et de l’Information économique recense uniquement les accidents occasionnant des lésions corporelles. 1. Au cours des trois dernières années pour lesquelles la statistique est disponible, les nombres d’accidents impliquant des chevaux se répartissant comme suit : — 23 accidents en 1999; — 24 accidents en 2000; — 20 accidents en 2001. 2. a) Le nombre d’accidents dans lesquels sont impliqués des cyclistes se répartissent comme suit : — 4 accidents en 1999; — 1 accident en 2000; — 2 accidents en 2001. b) Le nombre d’accidents dans lesquels sont impliqués des voitures de personnes et des camions se répartissent comme suit : — 10 accidents en 1999; — 12 accidents en 2000; — 7 accidents en 2001. c) Le nombre d’accidents dans lesquels sont impliqués des véhicules agricoles se répartissent comme suit : — 0 accident en 1999; — 0 accident en 2000; — 2 accidents en 2001. 3. La statistique, fondée sur le formulaire d’analyse des accidents ne permet pas de décrire les causes précises qui sont à l’origine de l’accident : tout au plus peutelle établir que sur le total des accidents impliquant des cavaliers, 52 % en 1999, 58 % en 2000 et 60 % en


2003

1. Hoeveel ongevallen gebeurden er op de openbare weg waarbij paarden betrokken waren de jongste drie jaar ? 2. a) In hoeveel ongevallen waren er fietsers betrokken ? b) In hoeveel ongevallen waren er personenwagens en vrachtwagens betrokken ? c) In hoeveel ongevallen waren er landbouwvoertuigen betrokken ? 3. Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van deze ongevallen ? Antwoord van de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid van 16 juli 2004, op de vraag nr. 122 van de heer Guido De Padt van 21 juni 2004 (N.) : Ik herinner eraan dat de statistiek van de verkeersongevallen, die wordt opgemaakt door de algemene directie Statistiek en Economische Informatie, enkel slaat op ongevallen met lichamelijk letsel tot gevolg. 1. Tijdens de laatste drie jaren waarvoor de statistiek beschikbaar is, is het aantal ongevallen waarbij paarden betrokken waren de volgende : — 23 ongevallen in 1999; — 24 ongevallen in 2000; — 20 ongevallen in 2001. 2. a) Het aantal ongevallen waarbij fietsers betrokken waren : — 4 ongevallen in 1999; — 1 ongeval in 2000; — 2 ongevallen in 2001. b) Het aantal ongevallen waarbij personenwagens en vrachtwagens betrokken waren : — — — c)

10 ongevallen in 1999; 12 ongevallen in 2000; 7 ongevallen in 2001. Het aantal ongevallen waarbij landbouwvoertuigen betrokken waren :

— 0 ongevallen in 1999; — 0 ongevallen in 2000; — 2 ongevallen in 2001. 3. Uit de statistiek, die opgemaakt wordt op basis van het analyseformulier voor ongevallen, kunnen de precieze oorzaken voor het ongeval niet afgeleid worden; wel kan men eruit opmaken dat op alle ongevallen waarbij ruiters betrokken waren, 52 % in 1999, 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6399

2001 se sont produits entre cavaliers et véhicules à moteur ou encore que sur le même total, 26 % des accidents en 1999, 29 % en 2000 en 20 % en 2001 sont le fait de cavaliers seuls, déambulant sur la voie publique.

58 % in 2000 en 60 % in 2001 zich hebben voorgedaan tussen ruiters en motorvoertuigen, of nog, dat op dezelfde totaal 26 % van de ongevallen in 1999, 29 % in 2000 en 20 % in 2001 te maken hadden met ruiters alleen die onderweg waren op de openbare weg.

Ministre de la Mobilité et de l’Ećonomie sociale

Minister van Mobiliteit en Sociale Economie

Mobilité

Mobiliteit

DO 2003200421249

DO 2003200421249

Question no 116 de M. Olivier Maingain du 13 avril 2004 (Fr.) au ministre de la Mobilité et de l’Ećonomie sociale :

Vraag nr. 116 van de heer Olivier Maingain van 13 april 2004 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie :

Direction d’immatriculation des véhicules (DIV). — Demandes d’immatriculation des véhicules par les particuliers domiciliés dans les 19 communes bruxelloises.

Dienst voor inschrijving van de voertuigen (DIV). — Aanvraag tot inschrijving van een voertuig door particulieren met domicilie in een van de 19 Brusselse gemeenten.

Quelle est la répartition linguistique, pour les années 2000, 2001 et 2002, en ce qui concerne les demandes d’immatriculation des véhicules automobiles, motos et remorques, introduites par des personnes physiques domiciliées en Région bruxelloise ? Réponse du ministre de la Mobilité et de l’Ećonomie sociale du 16 juillet 2004, à la question no 116 de M. Olivier Maingain du 13 avril 2004 (Fr.) :

Hoe waren de aanvragen tot inschrijving van personenwagens, motorfietsen en aanhangwagens van in het Brusselse Gewest gedomicilieerde natuurlijke personen verdeeld over de onderscheiden taalrollen in 2000, 2001 en 2002 ?

L’honorable membre voudra bien trouver cidessous un tableau récapitulatif détaillant la répartition linguistique pour les années 2000, 2001 et 2002, des demandes d’immatriculation des véhicules automobiles, motos et remorques, introduites par des personnes physiques domiciliées en région bruxelloise.

Het geachte lid vindt hieronder een samenvattende tabel waarin de verdeling volgens de taal, voor de jaren 2000, 2001 en 2002, van aanvragen tot inschrijving van auto’s, motorfietsen en aanhangwagens ingediend door fysieke personen uit de Brusselse regio gespecificeerd wordt.

Répartition linguistique, pour les années 2000, 2001 et 2002, en ce qui concerne les demandes d’immatriculation des véhicules automobiles, motos et remorques, introduites par des personnes physiques domiciliées en région bruxelloise.

Verdeling volgens de taal, voor de jaren 2000, 2001 en 2002, van aanvragen tot inschrijving van auto’s, motorfietsen en aanhangwagens ingediend door fysieke personen uit de Brusselse regio.

Antwoord van de minister van Mobiliteit en Sociale Economie van 16 juli 2004, op de vraag nr. 116 van de heer Olivier Maingain van 13 april 2004 (Fr.) :

Année 2000 — Jaar 2000

Véhicules automobiles — Auto’s

Motos — Motorfietsen

Remorques — Aanhangwagens

Total — Totaal

Français. — Franstalig .............. Néerlandais. — Nederlandstalig Allemand. — Duitstalig ............

167 238 11 992 296

7 786 812 4

594 80 0

175 618 12 884 300

8 602

674

188 802

Total. — Totaal ........................


179 526

2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6400





Total — Totaal


154 846 10 902 240

7 404 768 6

524 86 0

162 774 11 756 246

Total. — Totaal ........................

165 988

8 178

610

174 776



Total — Totaal




116 579 8 520 188

5 455 514 8

424 57 0

122 638 9 091 196

Total. — Totaal ........................

125 467

5 977

481

131 925

Véhicules automobiles : genres de véhicules VP, SW, AA, AB, AC, AD, AE, AF et OM. Motos : genres de véhicules M2, L3, L4, L et L6. Remorques : genres de véhicules AR, BR, CR, PR, OR, OS, RL, CO et OA.

Auto’s : type voertuigen VP, SW, AA, AB, AC, AD, AE, AF en OM. Motos : type voertuigen M2, L3, L4, L en L6. Aanhangwagens : type voertuigen AR, BR, CR, PR, OR, OS, RL, CO en OA.

Je tiens toutefois à préciser que les chiffres cités ne peuvent refléter la réalité étant donné qu’un pourcentage très élevé d’utilisateurs de véhicules de location sont situés dans la région bruxelloise.

Ik wil er echter op wijzen dat de vermelde cijfers niet de precieze werkelijkheid weergeven aangezien een hoog percentage van gebruikers van verhuurwagens in de Brusselse regio gevestigd zijn.

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances


Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2003200421610

DO 2003200421610

Question no 66 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 7 juin 2004 (Fr.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 66 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 7 juni 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Sélection d’un assistant planning manager.

Selectie van een assistent van de planning manager.

Il me revient que le Selor aurait publié au Moniteur belge du 28 novembre 2003 un appel aux candidats

In het Belgisch Staatsblad van 28 november 2003 is een oproep van Selor tot kandidaatstelling voor een


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6401

pour une sélection comparative d’assistant planning manager d’expression française. 1. a) Pourriez-vous indiquer s’il y a plusieurs assistants planning manager au Selor ? b) Pourquoi ce futur candidat doit-il être spécifiquement francophone ? c) Un candidat néerlandophone ne pourrait-il pas remplir cette fonction ? 2. a) De plus, le respect de l’équilibre global des cadres linguistiques francophone et néerlandophone influence-t-il à ce point le profil requis pour une fonction ? b) Dans l’affirmative, n’y a-t-il pas un risque de n’avoir au Selor que des experts néerlandophones et des généralistes assistants francophones ? 3. a) Pourriez-vous indiquer pourquoi le diploˆme de l’enseignement social de type court est-il requis pour cette fonction assez générale dans sa description ? b) D’autres formations de l’enseignement de type court ne pourraient-elles pas convenir ? Cela aurait le mérite d’ouvrir réellement l’emploi. 4. Pourriez-vous également communiquer s’il y a déjà un planning manager au Selor ? 5. La procédure de sélection précisée dans le règlement de sélection insiste lourdement sur la nécessité d’une expérience de six mois en gestion de planning avec utilisation d’un outil informatique spécialisé dans ce domaine pour une fonction en fait assez générale. Si l’on rassemble les exigences, le profil est fort ponctuel : « un francophone, assistant social ayant utilisé pendant 6 mois un logiciel de planification Ne ciblet-on pas trop le profil d’un candidat « idéal » ?

6. Pourriez-vous communiquer le nombre de candidatures introduites et le nombre de candidatures retenues ? Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 12 juillet 2004, à la question no 66 de Mme Catherine Doyen-Fonck du 7 juin 2004 (Fr.) : 1. ` ce jour, la fonction d’assistant planning manager a) A est occupée uniquement par une personne francophone. Ceci s’explique par le fait que, dans le cadre des mesures de compétences, un équivalent temps plein est suffisant.


2003

vergelijkende selectie van een Franstalige assistent van de planning manager verschenen. 1. a) Kan u me meedelen of er meerdere assistenten van de planning manager bij Selor werken ? b) Waarom is de oproep uitsluitend tot Franstalige kandidaten gericht ? c) Is een Nederlandstalige kandidaat niet geschikt voor deze functie ? 2. a) Wordt het profiel voor een ambt dan opgesteld in functie van de naleving van het globale evenwicht tussen het Franstalige en Nederlandstalige taalkader ? b) Zo ja, bestaat het risico dan niet dat het personeel van Selor wordt opgedeeld in Nederlandstalige deskundigen en Franstalige algemene assistenten ? 3. a) Waarom wordt het diploma van sociaal hoger onderwijs van het korte type geeïst voor een functie die volgens de omschrijving eerder algemeen van aard is ? b) Zijn andere opleidingen van het hoger onderwijs van het korte type niet even geschikt voor deze functie ? Het aanvaarden van andere opleidingen zou de werkgelegenheid effectief ten goede komen. 4. Kan u me tevens meedelen of Selor reeds een planning manager heeft ? 5. Volgens de selectieprocedure vermeld in het selectiereglement is het absoluut noodzakelijk dat de kandidaat over een ervaring van zes maanden beschikt in het domein van planningbeheer met gebruik van een specifieke geı¨nformatiseerde planningtool terwijl het toch om een vrij algemene functie gaat. Als men alle vereisten optelt komt men tot een erg gericht profiel : een Franstalige sociaal assistent die gedurende zes maanden met een planningsoftware gewerkt heeft. Is dit profiel niet al te zeer geschreven op maat van een « ideale » kandidaat ? 6. Kan u me meedelen hoeveel kandidaturen ontvangen werden en hoeveel er in aanmerking werden genomen ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 12 juli 2004, op de vraag nr. 66 van mevrouw Catherine Doyen-Fonck van 7 juni 2004 (Fr.) : 1. a) tot op heden wordt de functie van assistant planning manager enkel uitgeoefend door een Franstalige persoon. De verklaring hiervoor is, dat in het raam van de competentiemetingen een voltijds equivalent volstaat. 2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6402

b) et c) Dans le cadre du plan de personnel et par respect pour l’équilibre global des cadres linguistiques, Selor se devait d’engager quelqu’un de roˆle linguistique français.

b) en c) Bovendien moest Selor in het raam van het personeelsplan en met naleving van het globaal evenwicht van de taalkaders iemand van de Franse taalrol in dienst nemen.

2. a) Comme dit ci-dessus, le respect de l’équilibre global des cadres linguistiques n’a aucune influence sur le profil requis pour la fonction visée.

2. a) Zoals hierboven reeds uiteengezet, heeft de naleving van het globaal evenwicht van de taalkaders geen enkele invloed op het vereiste profiel voor de bewuste functie.

b) Je précise que la fonction d’assistant planning manager fait partie d’une échelle d’expert technique.

b) Ik vestig uw aandacht erop dat de functie van assistant planning manager tot de weddenschaal van technisch expert behoort.

3. a) Les candidats devaient être en possession d’un diploˆme qui satisfasse à une condition d’expert technique (niveau B) mais dans l’environnement particulier de la gestion des ressources humaines (GRH).

3. a) De sollicitanten moesten in het bezit zijn van een diploma dat voldoet aan een voorwaarde van technisch expert (niveau B) maar in het specifieke domein van het human resources management (HRM).

b) C’est donc pour répondre à ces deux prérequis qu’un diploˆme de l’enseignement social de type court a été imposé comme condition de participation.

b) Om dus te voldoen aan die twee basisvoorwaarden werd een diploma van het sociaal onderwijs van het korte type als deelnemingsvoorwaarde vereist.

4. Une personne occupe actuellement la fonction de planning manager au Selor.

4. Er is thans één persoon die bij Selor de functie van planning manager uitoefent.

5. L’exigence requise devait permettre de pouvroi très rapidement former la personne choisie à un logiciel complexe afin d’assurer, dans l’intérêt de la fonction publique, une continuité optimale du service. Je vous informe que l’enseignement social de type court ne se réduit pas à une formation d’assistant social mais est ouvert à toute une série de formations orientées GRH, à savoir : gradués en GRH ou en communication, assistant en psychologie, éducateur, conseiller social et fiscal, bibliothécaire ... Comme vous le relevez pertinemment, une sélection doit permettre de trouver le candidat idéal, mais pour qu’elle soit efficace, il est nécessaire de préciser au mieux les exigences de la fonction et du travail de terrain.

5. De vereiste voorwaarde moest de mogelijkheid bieden de gekozen persoon zeer snel te kunnen opleiden voor een complexe software om in het belang van het openbaar ambt een optimale continuı¨teit van de dienst te bewerkstelligen. Ik deel u mee dat het sociaal onderwijs van het korte type niet beperkt is tot een opleidingen van sociaal assistent, maar eveneens andere opleidingen aanbiedt in het raam van het HRM, met name gegradueerden in HRM of in communicatie, assistent in de psychologie, opvoeder, sociaal en fiscaal adviseur, bibliothecaris ... Zoals u terecht opmerkt, moet een selectie de mogelijkheid bieden de ideale kandidaat te vinden, maar opdat deze efficie¨nt zou zijn, is het nodig dat de functievereisten en het veldwerk zo nauwkeurig mogelijk worden omschreven.

6. L’emploi qui a été ouvert a généré l’inscription de 153 personnes. 34 d’entre elles se sont portées candidates en envoyant leur CV et deux candidatures ont été retenues.

6. Voor de opengestelde betrekking hebben zich 153 personen ingeschreven. Onder hen hebben 34 personen gesolliciteerd door het toesturen van een CV en er werden twee kandidaturen in aanmerking genomen.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6403

Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2003200400145

DO 2003200400145

Question no 17 de M. Francis Van den Eynde du 3 novembre 2003 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 17 van de heer Francis Van den Eynde van 3 november 2003 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ».

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ».

J’ai pu lire dans la presse que le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme étudie en ce moment la manière dont il pourrait agir contre les fondateurs du MAD, le Point de Contact chargé de la lutte contre la discrimination anti-belge, qui démarrera ses activités le 1er novembre 2003 à Malines.

Ik verneem in de pers dat het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding op dit ogenblik onderzoekt hoe het kan optreden tegen de oprichters van MAD, het Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie, dat op 1 november 2003 in Mechelen van start gaat.

Les initiateurs souhaitent, disent-ils, que les Belges puissent s’adressent à eux lorsqu’ils font l’objet d’une discrimination de la part d’allochtones.

De initiatiefnemers willen, naar eigen zeggen, dat Belgen bij hen terecht kunnen wanneer zij door allochtonen gediscrimineerd worden.

Le MAD a fait publier des annonces afin de faire connaıˆtre cette initiative et depuis lors, le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme suit l’affaire de près (voir les différents articles de presse).

MAD maakte het initiatief bekend door advertenties en sindsdien heeft (zie diverse persartikels) het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding de zaak nauwlettend in de gaten gehouden.

1. Pourriez-vous me communiquer les raisons pour lesquelles le centre considère d’emblée cette initiative comme étant suspecte et tient à l’œil les personnes y prenant part ?

1. Kan u meedelen waarom het centrum ab initio het initiatief als verdacht beschouwt en de aan het initiatief deelnemende mensen op de vingers kijkt ?

2. Le centre est-il d’avis que ceux qui créent un point de contact pour la discrimination par des autochtones doivent d’emblée être soupçonnés de racisme ?

2. Meent het centrum dat wie een meldpunt voor discriminatie autochtonen opzet, van meet af aan van racisme moet verdacht worden ?

3. Ce genre de point de contact ne jouerait-il pas plutoˆt un roˆle complémentaire à celui du Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme ?

3. Is zo’n meldpunt niet eerder aanvullend bij de rol van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding ?

4. Le centre considère-t-il ce genre d’initiative comme une concurrence sur le marché de l’antidiscrimination ?

4. Beschouwt het centrum gelijkaardige initiatieven als een concurrentie op de markt van de antidiscriminatie ?

Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 14 juillet 2004, à la question no 17 de M. Francis Van den Eynde du 3 novembre 2003 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 14 juli 2004, op de vraag nr. 17 van de heer Francis Van den Eynde van 3 november 2003 (N.) :

Le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme relève de la compétence du premier ministre. (Question no 45 du 14 juillet 2004.)

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding valt onder de bevoegdheid van de eerste minister. (Vraag nr. 45 van 14 juli 2004.)


2003

2004


808

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6404

DO 2003200400146

DO 2003200400146

Question no 18 de M. Francis Van den Eynde du 3 novembre 2003 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 18 van de heer Francis Van den Eynde van 3 november 2003 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Plaintes avec constitution de partie civile. — Scrutin secret.

Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Klachten met burgerlijke partijstelling. — Geheime stemming.

En réponse à mes différentes questions sur la position qu’entendait adopter le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme quant aux déclarations d’un conseiller provincial du VLD du Brabant flamand qui, l’été dernier, avait préconisé d’interdire temporairement l’accès des centres de loisirs aux jeunes allochtones, vous m’avez précisé que le centre avait décidé par scrutin secret de porter plainte avec constitution de partie civile.

Op mijn verschillende vragen met betrekking tot de bedoelingen van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding in verband met de uitspraken van een VLD-provincieraadslid uit Vlaams-Brabant die er deze zomer voor pleitte om gedurende een tijd de toegang tot recreatiedomeinen aan alle jonge allochtonen te weigeren, deelde u mede dat het centrum bij geheime stemming beslist had klacht met burgerlijke partijstelling in te dienen.

1. Depuis quand les décisions de ce type font-elles l’objet d’un scrutin secret au centre ?

1. Sinds wanneer worden beslissingen van deze aard in het centrum bij geheime stemming genomen ?

2. Pour quelle raison agit-on ainsi ?

2. Waarom moet dit in het geheim gebeuren ?

3. Sur quel règlement cette procédure est-elle fondée ?

3. Op basis van welk reglement gebeurt dit ?

Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 14 juillet 2004, à la question no 18 de M. Francis Van den Eynde du 3 novembre 2003 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 14 juli 2004, op de vraag nr. 18 van de heer Francis Van den Eynde van 3 november 2003 (N.) :

Le Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme relève de la compétence du premier ministre. (Question no 46 du 14 juillet 2004.)

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding valt onder de bevoegdheid van de eerste minister. (Vraag nr. 46 van 14 juli 2004.)

DO 2003200421271

DO 2003200421271

Question no 39 de Mme Marleen Govaerts du 15 avril 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 39 van mevrouw Marleen Govaerts van 15 april 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Centre d’accueil de demandeurs d’asile de Bevingen, près de Saint-Trond.

Asielcentrum in Bevingen bij Sint-Truiden.

Les habitants de Saint-Trond et des environs se demandent avec juste raison ce qu’un tel « Centre ` en croire le bourgd’accueil » couˆte au contribuable. A mestre de la ville de Saint-Trond, tous les couˆts, y compris les avantages en nature comme le fait de pouvoir aller à la piscine et prendre le bus sans payer, sont supportés intégralement par l’Agence fédérale pour l’accueil des demandeurs d’asile.

De inwoners van Sint-Truiden en omgeving vragen zich terecht af wat zo’n « Opvangcentrum » kost aan de belastingbetaler. Volgens de burgemeester van de stad Sint-Truiden worden alle kosten, ook de voordelen in natura, zoals gratis zwemmen en gebruik maken van de bus, enz., integraal gedragen door Fedasil.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6405

1. Combien de demandeurs d’asile le Centre d’accueil de Bevingen héberge-t-il ? ` combien s’élève le prix couˆtant par habitant ? 2. A ` combien s’élève le prix couˆtant de l’entretien 3. A de ce baˆtiment ? ` combien s’élèvent les frais de personnel et 4. A combien de membres de personnel ce Centre d’accueil compte-t-il ? ` combien s’élèvent les frais supplémentaires que 5. A doit encore supporter l’Agence fédérale pour l’accueil des demandeurs d’asile pour couvrir divers avantages en nature (tels que les bus gratuits, l’accès gratuit à la piscine et la non-perception des amendes de roulage pour les pensionnaires du Centre d’accueil des demandeurs d’asile, sans parler du couˆt des vols à l’étage plus ou moins graves que commettent ces demandeurs d’asile) ? 6. Nos concitoyens défavorisés de Bevingen peuvent-ils eux aussi bénéficier de tels avantages ? Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 12 juillet 2004, à la question no 39 de Mme Marleen Govaerts du 15 avril 2004 (N.) : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants. 1. Dans l’année 2003 le degré d’occupation moyen était de 366,75 personnes. 2. En moyenne, le couˆt mensuel de l’accueil d’un résident au centre s’élève à 390,46 euros.

1. Hoeveel asielzoekers verblijven in het Opvangcentrum van Bevingen ? 2. Hoeveel bedraagt de kostprijs per inwoner ? 3. Hoeveel is de kostprijs van het onderhoud van het gebouw ? 4. Hoeveel bedragen de personeelskosten en hoeveel personeel is er aanwezig ? 5. Hoeveel extra-kosten zijn er nog te betalen door Fedasil voor allerlei praktische voordelen (zoals gratis bus, gratis zwemmen en ook nog de niet-geı¨nde verkeersboetes van de inwoners van het Asielcentrum en de kleine en minder kleine winkeldiefstallen door hen gepleegd) ?

4. Fin février 2004 le personnel du centre d’accueil était composé de 75,96 ETP. Les couˆts du personnel s’élèvent à 186 933,06 euros. 5. Tous les couˆts de travail assumés par Fedasil sont compris dans le montant sous le no 2. 6. Cette décision revient à l’administration communale de Saint-Trond et ne fait pas partie des compétences de Fedasil.

6. Kunnen onze eigen minder-bedeelde stadsgenoten ook dergelijke voordelen genieten ? Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 12 juli 2004, op de vraag nr. 39 van mevrouw Marleen Govaerts van 15 april 2004 (N.) : Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken. 1. In het jaar 2003 bedroeg de gemiddelde bezettingsgraad 366,75 personen. 2. De gemiddelde prijs per maand van de opvang van een bewoner in een opvangcentrum bedraagt 390,46 euro. 3. Het onderhoud van het gebouw is gedeeltelijk ten laste van Fedasil en gedeeltelijk van de Regie der Gebouwen. Fedasil heeft een bedrag voorzien van 104 796,7 euro. 4. Eind februari 2004 bestond het personeel van het opvangcentrum uit 75,96 FTE. De personeelskosten bedragen 186 933,06 euro. 5. Alle werkingskosten zitten vervat in het bedrag van punt 2. 6. Het antwoord op deze vraag komt toe aan het stadsbestuur Sint-Truiden en behoort niet tot de bevoegdheid van Fedasil.

DO 2003200421293

DO 2003200421293

3. L’entretien des baˆtiments est en partie à charge de Fedasil et en partie à charge de la Régie des Baˆtiments. Fedasil a prévu un montant de 104 796,7 euros.

no

Question 41 de M. Francis Van den Eynde du 20 avril 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Lieux de prière islamiques. — Littérature défavorable à la condition féminine. On a pu lire dans l’édition du 8 avril 2004 du très sérieux quotidien néerlandais « Trouw », que de la


2003

Vraag nr. 41 van de heer Francis Van den Eynde van 20 april 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Islamitische gebedshuizen. — Vrouwonvriendelijke lectuur. In het zeer ernstige Nederlandse dagblad Trouw stond op 8 april 2004 te lezen dat in de El Tawheed2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6406

littérature proˆnant l’excision des jeunes filles est diffusée à la mosquée El Tawheed à Amsterdam.

moskee in Amsterdam, lectuur verspreid wordt waarin staat dat meisjes besneden moeten worden.

L’imam de cette mosquée s’est déjà illustré par certains propos, qualifiant les non-musulmans de « bois à bruˆler pour l’enfer » et interdisant aux femmes de quitter leur foyer sans l’autorisation de leur mari.

De imam van de betrokken moskee heeft zich al laten opmerken door uitspraken waarin hij nietmoslims « brandhout voor de hel » noemde en vrouwen verbood zonder toestemming van hun man het huis te verlaten.

Selon la littérature disponible à la mosquée, il serait scientifiquement prouvé qu’il existe des différences majeures entre les hommes et les femmes en ce qui concerne leur nature biologique et leurs facultés physiques et intellectuelles, si bien qu’il serait « injuste » d’octroyer aux femmes les mêmes droits et les mêmes devoirs qu’aux hommes.

In de lectuur die in de moskee te vinden is, staat ook dat de wetenschap aangetoond heeft dat er grote verschillen zijn in biologische natuur, fysieke capaciteit en geestelijke vermogens tussen mannen en vrouwen en dat het daarom « onrechtvaardig » is om vrouwen dezelfde verantwoordelijkheden en rechten en plichten te geven als de man.

Les femmes doivent obéir à leur époux, lit-on dans la brochure. Toute insoumission est intolérable et l’homme n’a plus aucune obligation envers son épouse si celle-ci refuse les relations sexuelles ou quitte le toit conjugal. La femme qui ment, mérite « au moins cent coups ».

Vrouwen moeten volgens de brochure luisteren naar hun man. Ongehoorzaamheid is ontoelaatbaar en wanneer een vrouw seks weigert of het huis verlaat, vervalt de zorgplicht van de man voor zijn echtgenote. Een vrouw die liegt verdient « minstens honderd slagen ».

` votre connaissance, existe-t-il dans notre pays 1. A des lieux de prière islamiques ou` sont délivrés de tels messages ?

1. Weet u of er ook in ons land islamitische gebedshuizen te vinden zijn waar gelijkaardige standpunten worden verkondigd ?

2. Quel controˆle est-il exercé en la matière ?

2. Hoe wordt dit gecontroleerd ?

3. Quelles mesures sont-elles prises ?

3. Welke maatregelen zijn er getroffen ?

Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 12 juillet 2004, à la question no 41 de M. Francis Van den Eynde du 20 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 12 juli 2004, op de vraag nr. 41 van de heer Francis Van den Eynde van 20 april 2004 (N.) :

En réponse aux questions de l’honorable membre, je peux affirmer ce qui suit.

In antwoord op de vragen van het geachte lid, kan ik het volgende zeggen.

1. Je me réfère à une question similaire qui a déjà été posée à ma consœur, Mme Onkelinx, vicepremière ministre et ministre de la Justice. Il s’agit d’une littérature bien connue par les services policiers et par la Sécurité de l’E´tat. De tels textes sont présents sur notre territoire depuis longtemps sans qu’ils mènent à des déviances au sein de la communauté islamique.

1. Ik verwijs naar een gelijkaardige vraag die eerder aan mijn collega, mevrouw Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie, werd gesteld. Het gaat over literatuur die bekend is bij de politiediensten en staatsveiligheid. Dergelijke teksten doen reeds meerdere jaren de ronde op ons grondgebied zonder dat deze aanleiding geven tot afwijkend gedrag binnen de islamitische gemeenschap.

2. Un controˆle des lieux de prière islamiques irait à l’encontre du principe de la séparation de l’E´glise et de l’E´tat. Si les conceptions énoncées devaient eˆtre mises en application de façon effective, et si elles devaient conduire à des pratiques répréhensibles, des mesures pénales devraient eˆtre prises.

2. De controle van de islamitische gebedshuizen gaat in tegen het principe van de scheiding van Kerk en Staat. Indien de gemelde standpunten effectief in praktijk zouden gebracht worden en zouden leiden tot strafbare praktijken zullen er strafrechterlijke maatregelen in genomen worden.

3. C’est un point d’attention spécifique dans ma politique en matière de violences à l’égard des femmes ainsi que dans le cadre du dialogue interculturel.

3. Het gaat over een specifiek aandachtspunt in mijn beleid betreffende geweld tegen vrouwen en in het kader van de interculturele dialoog.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6407

DO 2003200421575

DO 2003200421575

Question no 45 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 2 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 45 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 2 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans.

Aantal leefloners jonger dan 25 jaar.

La Flandre connaıˆtrait une augmentation alarmante (de 37 %) du nombre de jeunes bénéficiaires du revenu d’intégration. Les CPAS des villes-centres dénombrent 3 393 jeunes (de moins de 25 ans) bénéficiant d’un revenu d’intégration. Pour la Flandre, cela reviendrait à un nombre approximatif de 11 000 personnes. Et il ne s’agit ici que des CPAS des villes-centres.

Er zou in Vlaanderen een verontrustende stijging zijn van jonge leefloners (met 37 %). Het aantal jonge leefloonclie¨nten (−25 jaar) in de centrumOCMW’s bedraagt 3 393. Voor Vlaanderen betekent dit min of meer 11 000. En hier is nog maar enkel sprake van de centrum-OCMW’s.

Pouvez-vous communiquer les données suivantes :

Kan u meedelen :

1. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Flandre en 2002 (ventilé par ville/commune);

1. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Vlaanderen in 2002 (per stad/gemeente);

2. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Flandre en 2003 (ventilé par ville/commune);

2. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Vlaanderen in 2003 (per stad/gemeente);

3. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Wallonie en 2002 (ventilé par ville/commune);

3. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Wallonie¨ in 2002 (per stad/gemeente);

4. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans dénombrés en Wallonie en 2003 (ventilé par ville/commune) ?

4. het aantal leefloners jonger dan 25 jaar in Wallonie¨ in 2003 (per stad/gemeente) ?

Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 12 juillet 2004, à la question no 45 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 2 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 12 juli 2004, op de vraag nr. 45 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 2 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre des informations suivantes en ce qui concerne les matières relevant de ma compétence.

Ik heb de eer het geachte lid de volgende inlichtingen te verstrekken wat de mij aanbelangende materies betreft.

Conformément à l’article 6 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale, toute personne majeure aˆgée de moins de 25 ans a droit à l’intégration sociale par l’emploi adapté à sa situation personnelle et à ses capacités dans les trois mois de sa demande. En attendant un emploi dans le cadre d’un contrat de travail ou d’un projet individualisé d’intégration sociale, de même que lorsque la personne ne peut travailler pour des raisons de santé ou d’équité, elle a droit à un revenu d’intégration. Lorsque les revenus produits par l’emploi sont inférieurs au montant du revenu d’intégration auquel l’intéressé peut prétendre, le droit au revenu d’intégration est maintenu.

Overeenkomstig artikel 6 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, heeft iedere meerderjarige persoon jonger dan 25 jaar recht op maatschappelijke integratie door tewerkstelling aangepast aan zijn persoonlijke situatie en zijn capaciteiten binnen drie maanden vanaf de datum van zijn aanvraag. In afwachting van een tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of een geı¨ndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie of ook wanneer de persoon wegens gezondheids- of billijkheidsredenen niet kan werken, heeft hij recht op een leefloon. Wanneer de inkomsten uit de tewerkstelling lager zijn dan het bedrag van het leefloon waarop betrokkene aanspraak kan maken, blijft het recht op een leefloon behouden.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6408

Le projet individualisé d’intégration sociale est obligatoire lorsqu’il s’agit d’un projet qui, dans un certain délai, débouche sur un contrat de travail et en cas d’études de plein exercice. Le projet individualisé d’intégration sociale peut également être axé sur la formation. Les chiffres de 2002 et 2003 ne sont pas comparable dans la mesure où la loi du 26 mai 2002 a individualisé les dossiers des conjoints et que les étrangers inscrits au registre de la population émargent maintenant au droit à l’intégration sociale et plus à l’aide sociale. Le droit à l’intégration sociale comprend le revenu d’intégration et la mise à l’emploi. Les chiffres mentionnés ici ne portent que sur le revenu d’intégration. Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans en Flandre au 1er janvier 2002 est de 4 984. Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans en Flandre au 1er janvier 2003 est de 5 163. Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans en Wallonie au 1er janvier 2002 est de 8 983. Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans en Wallonie au 1er janvier 2003 est de 8 394. Il a été ténu compte des chiffres au 1er janvier car un nombre pour une année complète peut donner une image faussée. En effet, certaines personnes peuvent bénéficier plusieurs fois d’un revenu d’intégration au cours d’une année mais pas nécessairement d’une manière continue. Les doubles comptages sont ainsi évités. Les données par CPAS seront fournies à l’honorable membre dans des listes distinctes. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

Het geı¨ndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie is verplicht wanneer het een project betreft dat binnen een bepaalde periode leidt tot een arbeidsovereenkomst en inzake studies met een voltijds leerplan. Het geı¨ndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie kan ook gericht zijn op vorming. De cijfers voor 2002 en 2003 zijn niet vergelijkbaar aangezien de wet van 26 mei 2002 de dossiers van de echtgenoten heeft geı¨ndividualiseerd en de vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister thans recht hebben op maatschappelijke integratie en niet meer op maatschappelijke dienstverlening. Het recht op maatschappelijke integratie bestaat uit leefloon en tewerkstelling. De cijfers die gegeven worden hebben enkel betrekking op het leefloon. Het aantal leefloontrekkers jonger dan 25 jaar in Vlaanderen op 1 januari 2002 is 4 984. Het aantal leefloontrekkers jonger dan 25 jaar in Vlaanderen op 1 januari 2003 is 5 163. Het aantal leefloontrekkers jonger dan 25 jaar in Wallonie¨ op 1 januari 2002 is 8 983. Het aantal leefloontrekkers jonger dan 25 jaar in Wallonie¨ op 1 januari 2002 is 8 394. De cijfers zijn op 1 januari genomen omdat een aantal over een volledig jaar een vertekend beeld kan geven. Immers personen kunnen meermaals op een jaar een leefloon genieten, maar niet noodzakelijk in een continue lijn. Dubbeltellingen worden hierbij vermeden. De gegevens per OCMW worden in aparte lijsten aan het geachte lid bezorgd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).

DO 2003200421576

DO 2003200421576

Question no 46 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 2 juin 2004 (N.) à la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances : Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration. Selon un communiqué de presse diffusé par l’Association des villes et communes flamandes le

Vraag nr. 46 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 2 juni 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen : Aantal leefloners. Uit een perstekst van de Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten van 19 maart 2004 blijkt dat het


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6409

19 mars 2004, le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration a augmenté de 8,5 % en 2004 par rapport aux chiffres de 2002.

aantal leefloners in 2004 steeg met 8,5 % in vergelijking met 2002.

Pouvez-vous communiquer les chiffres suivants, qui doivent me fournir un aperçu du nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration et de leur répartition territoriale :

Kunt u volgende cijfers meedelen zodat ik een globaal beeld krijg van het aantal leefloners en hun territoriale verspreiding :

1. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Flandre en 2002, ventilé par ville/commune;

1. het aantal leefloontrekkers in Vlaanderen in 2002, en dit op basis van de stad/gemeente;

2. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Flandre en 2003, ventilé par ville/commune;

2. het aantal leefloontrekkers in Vlaanderen in 2003, en dit op basis van de stad/gemeente;

3. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Wallonie en 2002, ventilé par ville/commune;

3. het aantal leefloontrekkers in Wallonie¨ in 2002, en dit op basis van de stad/gemeente;

4. le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration dénombrés en Wallonie en 2003, ventilé par ville/commune ?

4. het aantal leefloontrekkers in Wallonie¨ in 2003, en dit op basis van de stad/gemeente ?

Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 12 juillet 2004, à la question no 46 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 2 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 12 juli 2004, op de vraag nr. 46 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 2 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes en ce qui concerne les matières relevant de ma compétence. Les chiffres de 2002 et 2003 ne sont pas comparable dans la mesure où la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l’intégration sociale a individualisé les dossiers des conjoints et que les étrangers inscrits au registre de la population émargent maintenant au droit à l’intégration sociale et plus à l’aide sociale.

Ik heb de eer het geachte lid de volgende inlichtingen te verstrekken wat de mij aanbelangende materies betreft. De cijfers voor 2002 en 2003 zijn niet vergelijkbaar aangezien de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de dossiers van de echtgenoten heeft geı¨ndividualiseerd en de vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister thans recht hebben op maatschappelijke integratie en niet meer op maatschappelijke dienstverlening.

Le droit à l’intégration sociale comprend le revenu d’intégration et la mise à l’emploi. Les chiffres mentionnés ici ne portent que sur le revenu d’intégration.

Het recht op maatschappelijke integratie bestaat uit leefloon en tewerkstelling. De cijfers die gegeven worden hebben enkel betrekking op het leefloon.

Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration en Flandre au 1er janvier 2002 est de 21 252.

Het aantal leefloontrekkers in Vlaanderen op 1 januari 2002 is 21 252.

Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration en Flandre au 1er janvier 2003 est de 23 041.

Het aantal leefloontrekkers in Vlaanderen op 1 januari 2003 is 23 041.

Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration en Wallonie au 1er janvier 2002 est de 31 976.

Het aantal leefloontrekkers in Wallonie¨ op 1 januari 2002 is 31 976.

Le nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration en Wallonie au 1er janvier 2003 est de 32 469.

Het aantal leefloontrekkers in Wallonie¨ op 1 januari 2003 is 32 469.

Il a été tenu compte des chiffres au 1er janvier car un nombre pour une année complète peut donner une image faussée. En effet, certaines personnes peuvent bénéficier plusieurs fois d’un revenu d’intégration au cours d’une année mais pas nécessairement d’une manière continue. Les doubles comptages sont ainsi évités.

De cijfers zijn op 1 januari genomen omdat een aantal over een volledig jaar een vertekend beeld kan geven. Immers personen kunnen meermaals op een jaar een leefloon genieten, maar niet noodzakelijk in een continue lijn. Dubbeltellingen worden hierbij vermeden.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6410

Les données par CPAS seront fournies à l’honorable membre dans des listes distinctes. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut eˆtre consultée au Greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).

De gegevens per OCMW worden in aparte lijsten aan het geachte lid bezorgd.

DO 2003200421651

DO 2003200421651







a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;













k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits ;



2003

Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).


2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6411















Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 15 juillet 2004, à la question no 50 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 50 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

J’ai l’honneur de me référer à la lettre du 16 juin 2004 du premier ministre adressée au président de la Chambre des représentants. (Question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 38, p. 5843.)

Ik heb de eer te verwijzen naar de brief van 16 juni 2004 van de eerste minister gericht aan de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers. (Vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)

Politique des grandes villes

Grootstedenbeleid

DO 2003200421651

DO 2003200421651







a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;


2003

2004


809

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6412





























Réponse de la ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 15 juillet 2004, à la question no 17 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 15 juli 2004, op de vraag nr. 17 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.


2003


2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6413

J’ai l’honneur de vous référer à la réponse du premier ministre du 16 juin 2004 adressée au président de la Chambre des représentants. (Question no 38 du 11 juin 2004, Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 38, p. 5843.)

Ik heb de eer u te verwijzen naar het antwoord van de eerste minister van 16 juni 2004 gericht aan de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers. (Vraag nr. 38 van 11 juni 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843.)

Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable

Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling

Protection de la consommation

Consumentenzaken

DO 2003200421661

DO 2003200421661

Question no 54 de M. Roel Deseyn du 14 juin 2004 (N.) à la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable :

Vraag nr. 54 van de heer Roel Deseyn van 14 juni 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling :

Tarifs téléphoniques en Belgique.

Telefoontarieven in Belgie¨.

Dans le domaine des services de télécommunications aux particuliers, la Belgique compterait parmi les pays européens qui pratiquent les tarifs les plus élevés. Par rapport aux autres pays de l’Union européenne, les communications zonales passées chez nous seraient même les plus couˆteuses : la facture de l’appelant dépasse de 51 % environ la moyenne européenne.

Op het gebied van telecommunicatie zou Belgie¨ wat particulieren betreft bij de duurste in Europa zijn. Voor een zonaal gesprek zou Belgie¨ zelfs het duurste zijn van alle landen van de Europese Unie : de beller betaalt 51 % meer dan het Europese gemiddelde.

1. Combien de communications zonales, interzonales et internationales un ménage belge passe-t-il en moyenne ?

1. Hoeveel procent belt een Belgisch gezin gemiddeld genomen zonaal, hoeveel interzonaal, hoeveel internationaal ?

2. Combien de communications zonales, interzonales et internationales enregistre-t-on en moyenne au sein d’une entreprise belge ?

2. Hoeveel procent belt een Belgisch bedrijf gemiddeld genomen zonaal, hoeveel interzonaal, hoeveel internationaal ?

Réponse de la ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable du 15 juillet 2004, à la question no 54 de M. Roel Deseyn du 14 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling van 15 juli 2004, op de vraag nr. 54 van de heer Roel Deseyn van 14 juni 2004 (N.) :

Dans notre pays, nous ne disposons pas de données chiffrées exactes sur les appels zonaux, nationaux et internationaux moyens des ménages et des entreprises belges.

Er zijn in ons land geen exacte cijfergegevens bekend over het gemiddeld zonaal, nationaal en internationaal belgedrag van de Belgische gezinnen en bedrijven.

En outre, en raison de la prédominance de Belgacom sur le marché des communications zonales, aucune donnée relative à ce marché n’est dévoilée pour des raisons de confidentialité.

Bovendien bezit Belgacom het overwicht op de markt voor zonaal telefoonverkeer en worden er omwille van de vertrouwelijkheid geen gegevens over deze markt vrijgegeven.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6414

En réponse à vos questions, la société anonyme de droit public Belgacom me communique ce qui suit.

De naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom deelt mij het volgende mee als antwoord op uw vragen.

Les détails relatifs au profil d’appel des clients de Belgacom constituent une information confidentielle qui ne peut être dévoilée pour des raisons commerciales.

De details met betrekking tot het oproepprofiel van de klanten van Belgacom vormen vertrouwelijke informatie die om commercie¨le redenen niet openbaar mag worden gemaakt.

En raison du caractère particulièrement concurrentiel du marché au sein duquel évolue Belgacom, cette confidentialité ne souffre aucune exception.

Gelet op het bijzonder concurrentie¨le karakter van de markt waarop Belgacom actief is, mag er geen enkele uitzondering worden gemaakt op deze vertrouwelijkheid.

Belgacom souhaite toutefois émettre les remarques suivantes.

Belgacom wenst toch de volgende verduidelijkingen te maken.

Profils d’appel de ses clients

Oproepprofielen van haar klanten

Depuis environ 4 ans, il n’existe plus de distinction entre les communications zonales et interzonales. Une zone tarifaire unique permet d’appeler au tarif zonal près de 5 millions de lignes sur l’ensemble du territoire national.

Sinds een viertal jaar bestaat er geen onderscheid meer tussen de zonale en interzonale verbindingen. Dankzij een unieke tariefzone kunnen op het volledige nationale grondgebied bijna 5 000 000 lijnen worden opgeroepen tegen zonaal tarief.

Belgacom constate qu’un certain nombre de clients ont un nombre significatif de minutes en trafic international, mais que la grande majorité des clients n’en ont pas ou presque pas. Il est donc difficile de parler de client « moyen ».

Belgacom stelt vast dat een bepaald aantal klanten een aanzienlijk aantal internationale verkeersminuten hebben, maar dat de grote meerderheid van de klanten er geen of bijna geen hebben. Het is dus moeilijk om over de « gemiddelde » klant te spreken.

Pour les clients professionnels, la situation est encore plus compliquéee car il existe plusieurs segments de clients ayant des profils de trafic différents.

Voor de professionele klanten is de situatie nog ingewikkelder, omdat er verschillende klantensegmenten bestaan die elk een ander verkeersprofiel hebben.

Presque tous les clients ont un mix d’appels zonaux, interzonaux et parfois internationaux de même qu’un nombre croissant d’appels fixes vers mobiles. Ces appels fixes vers mobiles qui représentent aujourd’hui une partie non négligeable de la facture des clients, sont très compétitifs. Identifier les évolutions tarifaires par type d’appel n’est donc pas représentatif de l’évolution de la facture globale par les utilisateurs.

Bijna alle klanten hebben een mix van zonale, interzonale en soms internationale oproepen, en ook een toenemend aantal vast-naar-mobiel oproepen. Deze vast-naar-mobiel oproepen, die vandaag een niet te verwaarlozen deel van de factuur van de klanten uitmaken, zijn heel concurrentieel. De tariefevoluties onderverdelen volgens type oproep is dan ook niet representatief voor de evolutie van de totale factuur die door de gebruikers wordt betaald.

Niveau de ses tarifs

Het niveau van haar tarieven

D’une manière générale, les données compilées pour fournir des comparaisons sur une base européenne sont basées sur des hypothèses qui ne permettent pas nécessairement de refléter les spécificités nationales et en particulier celles de la Belgique notamment le fait qu’il n’existe plus qu’une seule zone tarifaire nationale comprenant près de 5 millions de lignes.

Algemeen is het zo dat de gegevens die men gebruikt om vergelijkingen op Europese schaal mogelijk te maken, gebaseerd zijn op hypothesen die niet noodzakelijk de nationale specifieke kenmerken weerspiegelen. Zo is er in Belgie¨ nog slechts één nationale tariefzone die bijna 5 000 000 lijnen omvat.

Lorsque l’on fait des comparaisons internationales, il convient de noter également que les taux de TVA varient d’un pays à l’autre.

Wanneer men internationale vergelijkingen maakt, moet er ook worden opgemerkt dat de BTW-tarieven varie¨ren van het ene land tot het andere.

Par ailleurs, les tarifs présentés ne tiennent généralement pas compte du fait qu’un partie des clients ont souscrit à un plan tarifaire qui leur permet d’obtenir

De aangeboden tarieven houden over het algemeen geen rekening met het feit dat een deel van de klanten hebben ingetekend op een tariefplan dat hen in staat


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6415

des tarifs réduits pour leurs communications. Certains clients bénéficient également du tarif social, c’est-àdire une réduction sur les frais d’installation, une réduction sur la redevance d’abonnement ainsi qu’un certain nombre de minutes gratuites par mois.

stelt verminderde tarieven te bekomen voor hun gesprekken. Sommige klanten genieten tevens het sociale tarief, met name korting op de installatiekosten, korting op de abonnementskosten en ook een bepaald aantal gratis minuten per maand.

Belgacom souhaite également souligner les très bons résultats de la Belgique par rapport aux autres pays de l’Union européenne pour ce qui concerne les tarifs nationaux et internationaux.

Belgacom wenst tevens de zeer goede resultaten van Belgie¨ ten opzichte van de andere landen van de Europese Unie te onderstrepen, zowel voor de nationale als de internationale tarieven.

Pour ce qui concerne les tarifs nationaux (zone tarifaire unique), après la réforme tarifaire de Belgacom en 2000, la Belgique est passée de la 13e à la 5e place dans le classement européen (9e Rapport annuel du Comité consultatif pour les télécommunications).

Wat de nationale tarieven betreft (unieke tariefzone) is Belgie¨, na de tariefherziening van Belgacom in 2000, van de 13e naar de 5e plaats gestegen in de Europese ranglijst (9e Jaarverslag van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie).

Pour ce qui concerne les tarifs internationaux, la Belgique était encore le pays le plus cher en 2000 pour une conversation téléphonique avec les E´tats-Unis, mais a atteint la 5e place du classement européen 2002 graˆce à une réduction de près de 70 % (9e Rapport annuel du Comité consultatif pour les télécommunications).

Wat de internationale tarieven betreft, was Belgie¨ in 2000 nog het duurste land voor een telefoongesprek met de Verenigde Staten, maar staat ons land op de 5e plaats in de Europese ranglijst van 2002 dankzij een tariefverlaging met bijna 70 % (9e Jaarverslag van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie).

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 21 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 21 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :





a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;






2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6416











k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits ;
















Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 16 juillet 2004, à la question no 21 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 16 juli 2004, op de vraag nr. 21 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse suivante.


En concertation avec les autres membres du gouvernement, je renvoie à la réponse du premier ministre.

In samenspraak met de andere regeringsleden verwijs ik naar het antwoord van de eerste minister.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6417

DO 2003200421695

DO 2003200421695

Question no 22 de M. Roel Deseyn du 22 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 22 van de heer Roel Deseyn van 22 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :

Suppression des charges administratives pour les marchés publics.

Wegwerken van administratieve lasten voor overheidsaanbestedingen.

Le secrétaire d’Etat à l’Informatisation de l’Etat, M. Peter Vanvelthoven, a indiqué dans la réponse qu’il a donnée à une question écrite relative à l’attribution de marchés publics par voie électronique que vous supprimeriez au plus tard pour le 1er juillet 2004 une certain nombre de charges administratives pour les entreprises souhaitant participer à une adjudication publique (Question no 13 du 20 avril 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 33, p.5182).

In antwoord op een schriftelijke vraag aangaande het elektronisch uitbesteden van overheidsopdrachten, verklaarde de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat Peter Vanvelthoven dat uiterlijk tegen 1 juli 2004 u een aantal administratieve lasten voor bedrijven die zich willen inschrijven op overheidsopdrachten zal weggewerkt hebben (Vraag nr. 13 van 20 april 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 33, blz. 5182).

1. Quelles charges administratives sont-elles visées ?

1. Over het wegwerken van welke administratieve lasten gaat het hier ?

2. a) Le calendrier a-t-il été respecté ?

2. a) Werd de termijn gehaald ?

b) Dans l’affirmative, à quelles dates chacun des obstacles a-t-il été levé ?

b) Op welke data werden de diverse hinderpalen uit de weg geruimd ?

c) Dans la négative, quand ces charges administratives seront-elles supprimées ?

c) Indien de termijn niet gehaald werd, tegen wanneer zal dit wel gebeuren ?

3. Quel est votre roˆle dans le développement de JEPP II ?

3. Welke rol speelt u in de ontwikkeling van JEPP II ?

Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 16 juillet 2004, à la question no 22 de M. Roel Deseyn du 22 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 16 juli 2004, op de vraag nr. 22 van de heer Roel Deseyn van 22 juni 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse suivante à sa question.


Je me permets pour les questions 1 et 3 de renvoyer à ma réponse à la question écrite no 17 du 20 avril 2004 que l’honorable membre m’avait adressée.

Staat u mij toe voor de vragen 1 en 3 te verwijzen naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 17 van 20 april 2004 van het geachte lid.

2. a) Le délai de réalisation du projet a été maintenu.

2. a) De realisatietermijn van het project werd gerespecteerd.

Les différents pouvoirs adjudicateurs fédéraux ont reçu par circulaire datée du 25 mai 2004 les isntructions pour adapter leurs modèles de cahiers spéciaux de charge ou leurs appels d’offres à la consultation électronique des attestations disponibles sur l’UME 1.

De verschillende federale aanbestedende overheden hebben een rondzendbrief van 25 mei 2004 ontvangen. Hierin werden instructies gegeven voor het aanpassen van hun modellen van speciale lastenboeken of hun oproep tot offertes aan de elektronische raadpleging van beschikbare attesten via UME 1.

Une analyse du suivi de la mesure sera effectuée, et les résultats en seront communiqués.

Er zal een opvolgingsanalyse van deze maatregel gemaakt worden en de resultaten van dit onderzoek zullen worden meegedeeld.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6418

b) Il s’agit de la consultation électronique de l’attestation ONSS (attestation exclusive d’un marché public), du téléchargement des comptes annuels déposés à la Centrale des bilans (document utile lors de la sélection qualitative) et d’une attestation établissant l’assujettissement à la TVA du soumissionnaire (information pour le pouvoir adjudicateur).

b) Het betreft de elektronische raadpleging van het RSZ-attest (attest dat kan leiden tot uitsluiting in het kader van overheidsopdrachten), het elektronisch opladen van de jaarrekeningen ingediend aan de Balanscentrale (nuttig document voor de kwaliteitsselectie) en een attest van onderwerping aan de BTW van de inschrijver (informatie voor de aanbestedende overheid).

c) Cette question est sans objet.

c) Deze vraag is zonder voorwerp.


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6419

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1

2003200421496 13- 5-2004

275

Walter Muls

Composition du groupe de travail chargé d’examiner le statut juridique des internés. Samenstelling van de werkgroep over de rechtspositie van de geı¨nterneerden.

6335

1

2003200421390

8- 6-2004

290

Alfons Borginon

Protocole additionnel des Nations unies contre la torture. Bijkomend Protocol van de Verenigde Naties tegen foltering.

6336

8

2003200421649 11- 6-2004

292

Olivier Maingain

* Détention à perpétuité. Levenslange hechtenis.

6311

8

2003200421651 11- 6-2004

293

Gerolf Annemans

* Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.

6312

8

2003200421657 14- 6-2004

294

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

* Traductions des déclarations verbales. — Désignation d’interprètes jurés. Vertalingen van mondelinge verklaringen. — Aanstelling van bee¨digde tolken.

6313

1

2003200421762

304

Filip De Man

1- 7-2004

Plan de crise en cas de détournements d’avion. Crisisplan voor vliegtuigkapingen.

6337

Vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken 1

2003200421476 11- 5-2004

82

Mme Zoé Genot

Ducroire. — Projet de l’oléoduc Bakou-TbilisiCeyhan. Delcrederedienst. — Project van de oliepijpleiding Bakoe-Tbilisi-Ceyhan.

6339

1

2003200421478 12- 5-2004

83

Mme Zoé Genot

Ducroire. — Projet de l’oléoduc Tchad-Cameroun. Delcrederedienst. — Project van de oliepijpleiding Tsjaad-Kameroen.

6340

1

2003200421480 12- 5-2004

84

Mme Zoé Genot

Ducroire. — Commission mondiale des barrages. Delcredere. — World Commission on dams.

6340

1

2003200421481 12- 5-2004

85

Mme Zoé Genot

Rapport de l’Agence de crédit à l’exportation anglaise (ECGD) et le Ducroire. Verslag van de Britse dienst voor exportkrediet (ECGD) en Delcredere.

6342


2003

2004


810

QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6420

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 8

2003200421644 10- 6-2004

219

Jan Mortelmans

* Achat de billets combinés train-tram. — Billets d’un jour. Aankoop van gecombineerde trein-trambiljetten. — Dagpassen.

6313

8

2003200421645 10- 6-2004

220

Jan Mortelmans

* SNCB. — Achat de billets de train par le biais de distributeurs automatiques. — Week-end. NMBS. — Aankoop van treinbiljetten via ticketautomaten. — Weekeinde.

6314

8

2003200421646 10- 6-2004

221

Mme Zoé Genot

* Belgacom. — Budget publicité. Belgacom. — Reclamebudget.

6314

8

2003200421334 11- 6-2004

222

Roel Deseyn

* Lacunes de la lutte contre la criminalité informatique. Gebrekkige aanpak van de computercriminaliteit.

6315

8

2003200421652 11- 6-2004

224

Mw. Maggie De Block

* Nouveaux passeports. — Personnel supplémentaire pour les administrations locales. — Mutations. Nieuwe paspoorten. — Bijkomende aanwervingen van personeel bij de lokale besturen. — Mutaties.

6316

8

2003200421676 16- 6-2004

226

Mw. Marleen Govaerts

* SNCB. — Promesses d’amélioration des lignes ferroviaires au Limbourg. NMBS. — Beloofde verbeteringen aan de spoorlijnen in Limburg.

6317

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 8

2003200421651 11- 6-2004

290

Gerolf Annemans


6317

8

2003200421662 14- 6-2004

291

Melchior Wathelet

* Ressortissants étrangers s’inscrivant à la commune pour des raisons professionnelles. Inschrijving in de gemeente van buitenlandse onderdanen om professionele redenen.

6318

8

2003200421663 14- 6-2004

292

Melchior Wathelet

* Uniformisation de l’armement des membres de nos services locaux de police. — Acquisition par certaines zones de police locales d’armes de poing de type P90. Uniformering van de wapens van de leden van de lokale politiekorpsen. — Aankoop door sommige lokale politiezones van handvuurwapens van het type P90.

6320

8

2003200421672 16- 6-2004

293

Filip De Man

* Projet de directive concernant l’accompagnement de supporters de football en déplacement par des membres de la police locale. Geplande richtlijn aangaande de begeleiding van voetbalsupporters op verplaatsing door lokale politiemensen.

6320


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004 CA

DO

6421

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de l’Emploi et des Pensions Minister van Werk en Pensioenen Emploi — Werk 1

0000200360102 30- 7-2003

5

Mw. Maggie De Block

Choˆmeurs complets indemnisés. — Formations professionnelles. Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen. — Volgen van beroepsopleidingen.

6343

1

2003200400112 27-10-2003

31


ALE. — Réorganisation de l’ensemble des missions. PWA’s. — Hertekening takenpakket.

6346

1

2003200410783

2- 2-2004

64

Mw. Maggie De Block

Suivi des choˆmeurs. — Nouveau système. — Augmentation du nombre de controˆleurs de l’ONEM. Opvolging van werklozen. — Nieuw systeem. — Bijkomende RVA-controleurs.

6348

1

2003200421659 14- 6-2004

99

Daan Schalck

6350

1

2003200421705 23- 6-2004

100


Mise en œuvre concrète des titres-services. Concrete toepassing van de dienstencheques. Titres-services. — E´tat des lieux pour la région du Westhoek. Dienstencheques. — Situatie in de Westhoek.

6351

Pensions — Pensioenen 1

2003200421468 10- 5-2004

28

Hagen Goyvaerts

Paiement des pensions. — Délégation ou transfert par l’entremise d’un comptable — Délivrance d’un « certificat de vie ». Uitbetaling van pensioenen. — Delegatie of overdracht via een rekenplichtige. — Leveren van een « bewijs van leven ».

6353

1

2003200421580

31

Mme Catherine Doyen-Fonck

Cumul d’une pension de retraite de conjoint divorcé et d’une pension de retraite à charge du Trésor public. Cumulatie van een rustpensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot en een rustpensioen ten laste van de Schatkist.

6354

2- 6-2004

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2003200421583

3- 6-2004

92

Staf Neel

Rémunération du personnel (para)médical indépendant. Vergoeding zelfstandige (para)medici.

6357

1

2003200421654 11- 6-2004

94

Daan Schalck

Détermination du profil médical dans le cadre du recrutement. Bepalen van het medisch profiel bij rekrutering.

6358

1

2003200421664 15- 6-2004

95

Luc Sevenhans

Participation de réservistes à des manifestations sportives militaires à l’étranger. Deelname van reservisten aan buitenlandse militaire sportmanifestaties.

6359

1

2003200421670 15- 6-2004

96

Luc Sevenhans

Projet de vente d’hélicoptères du type A109. Geplande verkoop van helikopters van het type A109.

6360


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6422

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 4

2003200421078 15- 3-2004

23

Dirk Van der Maelen

8

2003200421651 11- 6-2004

29

Gerolf Annemans

Affectation des fonds de la Coopération au développement à la République démocratique du Congo. Besteding van de ontwikkelingsfondsen voor de Democratische Republiek Kongo. * Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.

6361

6321

Ministre des Finances Minister van Financie¨n 4

0000200370413

1

9-10-2003

55

Jean-Jacques Viseur

2003200421071 12- 3-2004

309

Mw. Trees Pieters

1

2003200421229

5- 4-2004

342

Jo Vandeurzen

1

2003200421472 11- 5-2004

376

Carl Devlies

8

2003200421665 15- 6-2004

416

Carl Devlies

8

2003200421666 15- 6-2004

417

Geert Versnick

Nombre de controˆles et de redressements effectués par l’AFER et l’administration des Contributions directes. Aantal controles en wijzigingen van aanslagen door de AOIF en de administratie van de Directe Belastingen. Nouveau statut des artistes. — Répercussions fiscales. Nieuw kunstenaarsstatuut. — Fiscale repercussies. Titres-repas. — Communication 2001/13. — ONSSAPL. Maaltijdcheques. — Mededeling 2001/13. — RSZPPO. Contribuables. — Non-exécution de l’obligation de déclaration à l’impoˆt des personnes physiques. Belastingplichtige personen. — Niet vervullen aangifteplicht personenbelasting. * Communes. — Litiges à propos de l’octroi d’intérêts de retard pour les arriérés de paiement des additionnels à l’impoˆt des personnes physiques. Gemeenten. — Geschillen over toekenning van intrestvergoedingen voor de achterstallen van doorstorting van aanvullende personenbelasting. * Impoˆts sur les revenus. — Sociétés. — Réserve d’investissement. — Exonération partielle des bénéfices. Inkomstenbelastingen. — Vennootschappen. — Investeringsreserve. — Gedeeltelijke vrijstelling winsten.

6362

6363

6364

6366

6323

6323

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken 1

2003200421602

4- 6-2004


115

Mw. Maggie De Block

2003

Pièges de l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Rééducation professionnelle. — Statut de choˆmeur au lieu du statut de l’AMI. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — Werkloosheidsstatuut in plaats van ZIV-statuut.

2004

6367


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004 CA

DO

6423

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2003200421606

7- 6-2004

117

Mw. Maggie De Block

Pièges à l’emploi pour les personnes affectées d’un handicap professionnel. — Recyclage. — Indemnités de l’AMI. — Relations INAMI et VDAB. Activiteitsvallen voor personen met een arbeidshandicap. — Herscholing. — ZIV-uitkeringen. — Verhouding RIZIV en VDAB.

6369

1

2003200421619

9- 6-2004

119

Luc Goutry

Moratoire sur les conventions. Moratorium op conventies.

6370

8

2003200421651 11- 6-2004

122

Gerolf Annemans


6324

8

2003200421541 15- 6-2004

123

Jo Vandeurzen

* Cumul des indemnités d’invalidité avec le revenu professionnel. Cumulatie van invaliditeitsvergoedingen met het beroepsinkomen.

6326

8

2003200421673 16- 6-2004

124


* Indemnités pour frais au bénéfice des clients des services de santé mentale (SSM) qui souhaitent réintégrer le monde du travail. Onkostenvergoeding voor mensen uit de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) die terug aan het werk willen.

6326

8

2003200421677 16- 6-2004

125

Mw. Yolande Avontroodt

* Numéro INAMI des médecins du travail. RIZIV-nummer van arbeidsgeneesheren.

6327

Santé publique — Volksgezondheid 1

2003200410577

1

7- 1-2004

94

Jo Vandeurzen

Mise en place d’un parcours de soins en matière de soins de santé mentale. Uitbouw zorgtraject in de geestelijke gezondheidszorg.

6371

2003200421567 27- 5-2004

198

Guido De Padt

Utilisation d’antibiotiques dans l’élevage et la pisciculture et dans les produits destinés à la consommation humaine. Gebruik van antibiotica in de veeen visteelt en bij producten bestemd voor menselijke consumptie.

6373

1

2003200421590

3- 6-2004

202

Mw. Yolande Avontroodt

Agrément d’infirmiers en chef. — E´valuation des fonctions. Erkenning van hoofdverpleegkundigen. — Functiewaardering.

6379

1

2003200421626

9- 6-2004

211

Mw. Maggie De Block

E´tudes scientifiques sur la fibromyalgie. Wetenschappelijk onderzoek naar fibromyalgie.

6381

1

2003200421634

9- 6-2004

219

Mw. Magda De Meyer

Formalités administratives liées à la délivrance de médicaments destinés aux pigeons voyageurs. Administratieve rompslomp voor geneesmiddelen toegediend aan reisduiven.

6384

8

2003200421651 11- 6-2004

224

Gerolf Annemans


6328

8

2003200421660 14- 6-2004

225

Jo Vandeurzen

* Médecins spécialistes en revalidation. — Critères d’agrément. Revalidatieartsen. — Erkenningscriteria.

6329


2003

2004


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6424

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2003200421667 15- 6-2004

226

Daan Schalck

Désignation de l’hoˆpital Saint-Pierre comme hoˆpital SRAS. Aanduiding van het Sint-Pietersziekenhuis als SARS-ziekenhuis.

6385

1

2003200421726 24- 6-2004

235

Guido De Padt

Commission européenne. — Recherche sur la qualité et la sécurité alimentaires. — Appel à projets. Europese Commissie. — Onderzoek naar voedselkwaliteit en voedselveiligheid. — Projectoproepen.

6388

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie 2

2003200410611 12- 1-2004

50

Mw. Trees Pieters

Provision pour des impoˆts enroˆlés contestés. — Impoˆt des sociétés. Voorziening voor betwiste ingekohierde belastingen. — Vennootschapsbelasting.

6390

1

2003200421534 24- 5-2004

112

Mw. Trees Pieters

Sociétés de médecins. — Honoraires des médecins hospitaliers. — Date de l’imposabilité et de la comptabilisation. — Créances perdues à l’égard des patients. Doktersvennootschappen. — Honoraria ziekenhuisgeneesheren. — Tijdstip van belastbaarheid en van boeking. — Verloren vorderingen op patie¨nten.

6392

1

2003200421266

8- 6-2004

117

Francis Van den Eynde

Pillage des matières premières au Congo. Grondstoffenplundering in Kongo.

6395

8

2003200421655 11- 6-2004

120

Roel Deseyn

1

2003200421314 21- 6-2004

122

Guido De Padt

* Procès en cours contre les pouvoirs publics portant sur des questions de télécommunication. Rechtszaken die lopen tegen de overheid aangaande telecommunicatieaangelegenheden.

6329

Accidents sur la voie publique impliquant des chevaux. Ongevallen op openbare weg waarbij paarden betrokken zijn.

6397

Ministre de la Mobilité et de l’Ećonomie sociale Minister van Mobiliteit en Sociale Economie Mobilité — Mobiliteit 1

2003200421249 13- 4-2004


116

Olivier Maingain

2003

Direction d’immatriculation des véhicules (DIV). — Demandes d’immatriculation des véhicules par les particuliers domiciliés dans les 19 communes bruxelloises. Dienst voor inschrijving van de voertuigen (DIV). — Aanvraag tot inschrijving van een voertuig door particulieren met domicilie in een van de 19 Brusselse gemeenten.

2004

6399


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004 CA

DO

6425


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 1

2003200421610

7- 6-2004

66

Mme Catherine Doyen-Fonck

Sélection d’un assistant planning manager. Selectie van een assistent van de planning manager.

6400

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 6

2003200400145

3-11-2003

17


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ». Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — « Meldpunt Anti-Belgische Discriminatie ».

6403

6

2003200400146

3-11-2003

18


Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Plaintes avec constitution de partie civile. — Scrutin secret. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Klachten met burgerlijke partijstelling. — Geheime stemming.

6404

1

2003200421271 15- 4-2004

39

Mw. Marleen Govaerts

Centre d’accueil de demandeurs d’asile de Bevingen, près de Saint-Trond. Asielcentrum in Bevingen bij Sint-Truiden.

6404

1

2003200421293 20- 4-2004

41


Lieux de prière islamiques. — Littérature défavorable à la condition féminine. Islamitische gebedshuizen. — Vrouwonvriendelijke lectuur.

6405

1

2003200421575

2- 6-2004

45


Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration aˆgés de moins de 25 ans. Aantal leefloners jonger dan 25 jaar.

6407

1

2003200421576

2- 6-2004

46


Nombre de bénéficiaires du revenu d’intégration. Aantal leefloners.

6408

1

2003200421651 11- 6-2004

50

Gerolf Annemans

Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.

6410

8

2003200421668 15- 6-2004

51

Mw. Hilde Dierickx * Conducteurs du secteur des transports. — Infractions au Code de la route. — Période de déchéance du droit de conduire. — Aide du CPAS. Autobestuurders werkzaam in de transportsector. — Verkeersovertredingen. — Rijverbodperiode. — OCMW-steun.

6330

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid 1

2003200421651 11- 6-2004


17

Gerolf Annemans

2003


2004

6411


QRVA 51 041 16 - 07 - 2004

6426

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Gelijke Kansen — E´galité des chances

8

2003200421651 11- 6-2004

15

Gerolf Annemans


6331

8

2003200421675 16- 6-2004

16


* Centre pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme. — Rapport annuel. — Terminologie. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. — Jaarverslag. — Terminologie.

6332

Ministre de l’Environnement, de la Protection de la consommation et du Développement durable Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling Protection de la consommation — Consumentenzaken 1

2003200421661 14- 6-2004

54

Roel Deseyn

Tarifs téléphoniques en Belgique. Telefoontarieven in Belgie¨.

6413

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 1

2003200421651 11- 6-2004

21

Gerolf Annemans


6415

1

2003200421695 22- 6-2004

22

Roel Deseyn

Suppression des charges administratives pour les marchés publics. Wegwerken van administratieve lasten voor overheidsaanbestedingen.

6417

Secrétaire d’E´tat à l’Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l’Emploi et des Pensions Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen 8

2003200421647 10- 6-2004

26

Mw. Maggie De Block

* Travailleuses. — Grossesse. — Ecartement préventif du milieu de travail. — Assistantes sociales du CPAS. Werkneemsters. — Zwangerschap. — Preventieve verwijdering van het werk. — Maatschappelijk werksters van het OCMW.

6333

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes et aux Affaires étrangères, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 8

2003200421651 11- 6-2004

14

Gerolf Annemans

2003


S.A. IMPRIMERIE


2004

E. GUYOT DRUKKERIJ N.V.

6333


379

Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents