Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

QRVA 51 055

QRVA 51 055

CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

————

————

Questions et réponses écrites

Schriftelijke vragen en antwoorden

BELGISCHE KAMER VAN

29 - 11 - 2004

1065 CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

2004

2005

KAMER • 3e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8424

cdH CD&V ECOLO FN MR N-VA PS sp•a - spirit VLAAMS BELANG VLD

: : : : : : : : : :

Centre démocrate Humaniste Christen-Democratisch en Vlaams Ećologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales Front National Mouvement Réformateur Nieuw - Vlaamse Alliantie Parti socialiste Socialistische Partij Anders - Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht. Vlaams Belang Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 : Document parlementaire de la 51e législature, suivi du no de base et du no consécutif QRVA : Questions et Réponses écrites CRIV : Compte Rendu Intégral, avec à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes) CRIV : Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert) CRABV : Compte Rendu Analytique (sur papier bleu) PLEN : Séance plénière (couverture blanche) COM : Réunion de commission (couverture beige)

DOC 51 0000/000 : Parlementair document van de 51e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer QRVA : Schriftelijke Vragen en Antwoorden CRIV : Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)

CRABV : PLEN : COM :

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail : [email protected]

Officie¨le publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail : [email protected]

CHAMBRE • 3e SESSION DE LA 51e LE´GISLATURE

CRIV :

2004

2005

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) Beknopt Verslag (op blauw papier) Plenum (witte kaft) Commissievergadering (beige kaft)


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8425

SOMMAIRE

INHOUD

II. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. II. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. Page/Blz. 8429 II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).

Page/Blz. 8437

Page Blz. Premier ministre

—

Eerste minister

Vice-première ministre et ministre de la Justice

8437

Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vice-premier ministre et ministre des Finances

8445

Vice-eerste minister en minister van Financie¨n

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

8450

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur

8455

Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Ministre des Affaires étrangères

8461

Minister van Buitenlandse Zaken

Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

8462

Minister van Landsverdediging

8464

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

8466

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

—

Minister van Middenstand en Landbouw

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs

8479

Minister van Werk en Consumentenzaken

Ministre de la Coopération au développement

8484

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances

8485

Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Ministre de la Mobilité

8488

Minister van Mobiliteit

Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

8490

Minister van Leefmilieu en Pensioenen


Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

8493

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n

—

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

—

Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

—

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

—

Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8427

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Page/Blz. 8499

Page Blz. Premier ministre Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Ministre des Affaires étrangères Ministre de la Défense Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

8499 8500 8515 — 8525 8540 8549 —

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Ministre de la Coopération au développement Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Ministre de la Mobilité Ministre de l’Environnement et des Pensions Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes

8562 8573 8575 — 8596 8597 8600

8602

Eerste minister Vice-eerste minister en minister van Justitie Vice-eerste minister en minister van Financie¨n Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken Minister van Buitenlandse Zaken Minister van Landsverdediging Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Minister van Middenstand en Landbouw Minister van Werk en Consumentenzaken Minister van Ontwikkelingssamenwerking Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Minister van Mobiliteit Minister van Leefmilieu en Pensioenen Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

8608

Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

8610


8616


—

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

— 8606

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin

In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet. IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp.


2004

2005

Page/Blz. 8620


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8429

I. Liste cumulative des questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 2003. * I. Cumulatieve lijst van de vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 2003. * Date Datum

Question no Vraag nr.

Auteur

Page Blz.

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 20- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 1- 3-2004 8- 3-2004

22 25 66 201 203

951320262651013173-

3-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 4-2004 5-2004 5-2004 5-2004 5-2004 6-2004

206 229 233 238 247 249 260 272 277 283 289

9- 6-2004 11- 6-2004 14- 6-2004

291 293 294

15627426269131616-

303 306 309 323 327 338 339 342 345 350 352

7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004

Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Guido De Padt François-Xavier de Donnea Bart Laeremans Filip De Man Olivier Maingain Guido De Padt Alfons Borginon Alfons Borginon Walter Muls Mw. Nahima Lanjri Guido De Padt Alfons Borginon Mw. Yolande Avontroodt Alfons Borginon Gerolf Annemans Mw. Sabien LahayeBattheu Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Alfons Borginon Mw. Hilde Dierickx Bart Laeremans Stijn Bex Stijn Bex Roel Deseyn Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex

232 233 1091 4253 4254 4255 4878 4880 5039 5311 5312 5457 5614 5827 5969 6112 6114 6312 6313 6598 6599 6601 7178 7179 7181 7182 7511 7512 7685 7685

Date Datum


21- 9-2004 22- 9-2004

361 364

23- 9-2004 24- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 1-10-2004 5-10-2004

366 368 369 370 377 378 380 383 385

5-10-2004

388

6-10-2004

390

7-10-2004 7-10-2004 8-10-2004

392 394 396

15-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 20-10-2004

398 399 400 401 403 404 405 406 408 409

20-10-2004

410

Auteur Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Geert Lambert André Frédéric Claude Marinower Luk Van Biesen Guido De Padt Bart Laeremans Guido De Padt Alfons Borginon Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Liesbeth Van der Auwera Mw. Annemie Turtelboom Bart Laeremans Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Bart Laeremans Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Walter Muls Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Bart Laeremans Staf Neel Stijn Bex Mw. Sabien LahayeBattheu Stijn Bex

Page Blz. 7691 7691 7877 7878 7879 8081 8083 8084 8084 8085 8086 8088 8089 8231 8232 8232 8437 8438 8439 8439 8440 8441 8441 8442 8443 8444 8444

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 30- 9-2003

45

Geert Lambert

689

* Liste cloˆturée le 26 novembre 2004 * Lijst afgesloten op 26 november 2004


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8430

Date Datum


9-10-2003 22-10-2003 6-11-2003 6-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 10-11-2003 18-11-2003 20-11-2003 20-11-2003 24-11-2003 8- 1-2004 12- 1-2004 26- 1-2004 3- 2-2004 9- 2-2004 23- 2-2004 1- 3-2004 8- 3-2004 22- 3-2004 22- 3-2004 13- 4-2004 20- 4-2004 22- 4-2004 27- 4-2004 28- 4-2004 30- 4-2004 5- 5-2004 12- 5-2004 13- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 24- 5-2004 27- 5-2004 2- 6-2004 22- 6-2004 23- 6-2004 23- 6-2004 24- 6-2004 28- 6-2004 5- 7-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 13- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004

54 66 81 83 97 104 137 138 150 152 158 206 208 236 254 273 274 281 305 318 320 345 352 353 355 357 366 367 387 389 397 398 399 401 407 420 421 422 423 425 430 434 435 436 441 442

Auteur Jean-Jacques Viseur Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Carl Devlies Mw. Trees Pieters Olivier Maingain Mw. Trees Pieters Willy Cortois Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Geert Lambert Geert Lambert Pieter De Crem Alfons Borginon Jean-Jacques Viseur Carl Devlies Carl Devlies Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Guido De Padt Mw. Trees Pieters Geert Versnick Mw. Trees Pieters Pieter De Crem Mw. Trees Pieters Mme Colette Burgeon Mw. Trees Pieters Carl Devlies Walter Muls Richard Fournaux Richard Fournaux


Date Datum


947 1117 1694 1697 1714 1725 1748 1748 1941 1944 1950 2784 2787 3225 3656 3922 3923 4107 4281 4576 4577 4898 5075 5332 5333 5334 5470 5471 5624 5836 5977 5979 5980 6128 6134 6440 6442 6442 6605 6607 6612 6753 6753 6754 7187 7187

27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 29- 7-2004 10- 9-2004 15- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 22- 9-2004 23- 9-2004 1-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 20-10-2004

443 445 449 452 471 472 473 478 483 486 487 490 492 494 496 497 499 500 501 503 504 505 506 509 510 511 512 513 514

2004

2005

Page Blz.

Auteur Richard Fournaux Hagen Goyvaerts Bart Tommelein Luc Sevenhans Willy Cortois Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Patrick De Groote Carl Devlies Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Olivier Chastel Mw. Trees Pieters Theo Kelchtermans Hagen Goyvaerts Dylan Casaer Koen Bultinck Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters Dylan Casaer

Page Blz. 7188 7188 7190 7191 7516 7517 7692 7695 7697 7698 7879 8091 8091 8092 8093 8095 8096 8097 8098 8234 8236 8236 8239 8445 8446 8446 8447 8448 8449

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven Budget — Begroting

28- 5-2004 28- 6-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 30- 9-2004 15-10-2004

22 27 28 29 30 31

Mw. Sabien LahayeBattheu Filip Anthuenis Mme Marie Nagy Bart Laeremans Alfons Borginon Mme Muriel Gerkens

6117 6616 7699 7700 8101 8450


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 Date Datum


18-10-2004

32

8431

Auteur Mw. Greet Van Gool

Page Blz. 8451

Entreprises publiques — Overheidsbedrijven

24- 2-2004 27- 4-2004 25- 5-2004 3- 6-2004 11- 6-2004 11- 6-2004 24- 6-2004 25- 6-2004 28- 6-2004 1- 7-2004 2- 7-2004 5- 7-2004 6- 7-2004 9- 7-2004 12- 7-2004 13- 7-2004 26- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 27- 7-2004 30- 9-2004 11- 8-2004 20- 8-2004 6- 9-2004 10- 9-2004 10- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 21- 8-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004

170 202 214 218 222 224 231 239 240 244 245 247 249 250 252 253 254 255 256 257 259 261 263 264 269 270 271 274 282 283 284 286 288 289 290 291 292 293 294 295 296 298

Geert Lambert Guido De Padt Jan Mortelmans Guido Tastenhoye Roel Deseyn Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Mw. Maggie De Block Jan Mortelmans Filip De Man Pieter De Crem Roel Deseyn Roel Deseyn Roel Deseyn Melchior Wathelet Roel Deseyn Jos Ansoms Bart Tommelein Mme Muriel Gerkens Mw. Annelies Storms Willy Cortois Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Roel Deseyn Mme Marie Nagy Bart Laeremans Bart Laeremans Carl Devlies Mme Annick Saudoyer Willy Cortois Guido De Padt Bart Laeremans Dirk Claes Bart Laeremans Guido De Padt


4097 5618 5973 6118 6315 6316 6618 6621 6622 6624 6624 6626 6627 6755 6757 6758 7194 7195 7196 7196 7198 7198 7199 7199 7201 7201 7202 7203 7414 7518 7518 7702 7704 7704 7705 7881 7881 8102 8103 8104 8104 8106 2004

Date Datum


4-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004

299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 314 315 316 318 319 320 321 322 323 324

Auteur Jan Mortelmans Stijn Bex Jan Mortelmans Jan Mortelmans Francis Van den Eynde Jan Mortelmans Jan Mortelmans Mw. Martine Taelman Guido De Padt Guido De Padt Jan Mortelmans Guido De Padt Jan Mortelmans Jan Mortelmans Patrick De Groote Mw. Nathalie Muylle Patrick De Groote Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Staf Neel Mw. Greet Van Gool Staf Neel Francis Van den Eynde Patrick De Groote

Page Blz. 8106 8107 8108 8108 8109 8109 8110 8110 8111 8112 8112 8113 8239 8240 8240 8241 8241 8242 8451 8452 8452 8453 8454 8454

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 17- 5-2004 11- 6-2004 28- 6-2004

281 290 298

112262721112121820258-

304 314 324 325 331 337 338 339 343 344 346 350

7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 6-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004

2005

Dirk Claes Gerolf Annemans Mw. Yolande Avontroodt Roel Deseyn Willy Cortois Claude Marinower Guido De Padt Guido De Padt Stijn Bex Roel Deseyn Roel Deseyn Stijn Bex Francis Van den Eynde Hagen Goyvaerts Guido De Padt

5833 6317 6630 6633 6760 7206 7207 7211 7216 7216 7217 7220 7220 7222 7417


1066

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8432

Date Datum


13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 16- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 23- 9-2004 23- 9-2004 24- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004

352 353 354 355 356 358 360 361 363 364 365 366 367 369 371 372 373 374 376 378 379 381 382 383

1-10-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 19-10-2004

385 386 387 388 391 394 395 396 397 398 402 405 406 407 408 409

20-10-2004 20-10-2004

411 412

Auteur Guido De Padt Guido De Padt Claude Marinower Filip Anthuenis Guido De Padt Geert Lambert Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Marie Nagy Filip De Man Hagen Goyvaerts Bart Laeremans Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Alfons Borginon Bart Laeremans Bart Laeremans Bart Laeremans Geert Lambert Guido De Padt Bart Laeremans Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Annick Saudoyer Philippe De Coene Francis Van den Eynde Guido De Padt Roel Deseyn Hagen Goyvaerts Melchior Wathelet Melchior Wathelet Mw. Trees Pieters François Bellot Guido De Padt Bart Laeremans Servais Verherstraeten Melchior Wathelet Melchior Wathelet Mw. Sabien LahayeBattheu Stijn Bex Dylan Casaer


Page Blz. 7520 7520 7521 7522 7522 7705 7706 7706 7708 7708 7709 7710 7710 7711 7882 7883 7884 7884 8115 8116 8117 8118 8119 8119 8120 8121 8121 8122 8242 8243 8244 8246 8247 8247 8455 8456 8456 8457 8458


Date Datum

Auteur

Page Blz.

Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 18-11-2003 7- 1-2004 6- 2-2004 17- 2-2004 22- 3-2004 1- 4-2004 14- 7-2004 26- 7-2004 29- 7-2004 13- 9-2004 21- 9-2004 21- 9-2004 12-10-2004 18-10-2004

38 51 59 61 70 71 102 104 109 115 118 119 121 123

Roel Deseyn Mme Marie Nagy Mme Zoé Genot Pieter De Crem Francis Van den Eynde Mme Zoé Genot Karel Pinxten Mme Karine Lalieux Karel Pinxten Dirk Van der Maelen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Luk Van Biesen Mw. Greet Van Gool

1674 2582 3641 3804 4563 4881 6766 7223 7228 7523 7713 7714 8248 8461

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 28-11-2003 16-12-2003 4-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004

36 45 117 125 126 127

Karel Pinxten Luc Sevenhans Staf Neel Staf Neel Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool

2091 2359 8125 8462 8463 8463

Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie

11- 6-2004 30- 9-2004 5-10-2004 18-10-2004

8458 8459 8460

30- 9-2004

2004

2005

120 151 156 160

Roel Deseyn Philippe De Coene Dirk Van der Maelen Mw. Greet Van Gool

6329 8127 8131 8464

Eńergie — Energie

67

Luk Van Biesen

8132


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 Date Datum


18-10-2004

69

8433

Auteur Mw. Greet Van Gool

Page Blz. 8465

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid

17- 9-2004 6-10-2004 12-10-2004 15-10-2004 18-10-2004

24 26 27 28 29

Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Patrick De Groote Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool

7717 8133 8251 8465 8466

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Affaires sociales — Sociale Zaken

24- 7-2003 21- 8-2003 22- 9-2003 23- 9-2003 6-10-2003 3-11-2003 3- 3-2004 3- 3-2004 4- 3-2004 16- 4-2004

7 14 19 20 25 41 83 84 87 100

24111512330-

5-2004 6-2004 6-2004 7-2004 8-2004 8-2004

109 122 123 137 141 144

9- 9-2004 10- 9-2004 13- 9-2004 16- 9-2004 16- 9-2004 17- 9-2004 20- 9-2004 21- 9-2004 24- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004

148 150 151 153 154 159 160 162 164 165 166

Jos Ansoms Jan Mortelmans Staf Neel Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Guy D’haeseleer Mw. Trees Pieters Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Mw. Yolande Avontroodt Jo Vandeurzen Gerolf Annemans Jo Vandeurzen Mw. Maggie De Block Mme Zoé Genot Mw. Annemie Turtelboom Luk Van Biesen Luk Van Biesen Luk Van Biesen Willy Cortois Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Willy Cortois Bart Laeremans Alfons Borginon Philippe De Coene Mw. Maggie De Block


40 253 601 602 778 1523 4111 4114 4282 5077 5983 6324 6326 6770 7236 7239 7526 7528 7529 7718 7719 7721 7722 7723 7886 8134 8135 2004

Date Datum


4-10-2004

167

5-10-2004 6-10-2004

168 170

7-10-2004

172

8-10-2004 13-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 20-10-2004

173 174 175 176 177 178 180 181 182 183 184

Auteur Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mw. Annemie Turtelboom Mw. Sabien LahayeBattheu Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Mme Anne Barzin Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Greet Van Gool Guido De Padt Hendrik Daems Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block

Page Blz. 8135 8136 8137 8252 8252 8253 8253 8466 8467 8467 8468 8469 8469 8470 8471

Santé publique — Volksgezondheid

14- 8-2003 18- 8-2003 21- 8-2003 21-10-2003 21-10-2003 29-10-2003 16- 3-2004 29- 3-2004 19- 4-2004 6- 5-2004 10- 5-2004 10- 5-2004

11 12 14 44 47 66 141 152 158 179 181 182

26- 5-2004 9- 6-2004 9- 6-2004

196 206 217

9- 6-2004

223

11- 6-2004 21- 6-2004 24- 6-2004

224 231 234

6- 7-2004 8- 7-2004 9- 7-2004

239 242 243

2005

Jan Mortelmans Jan Mortelmans Jan Mortelmans Guy D’haeseleer Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Bart Laeremans Guido De Padt Guido De Padt Mw. Yolande Avontroodt Pierre Lano Mw. Magda De Meyer Mw. Yolande Avontroodt Mw. Yolande Avontroodt Gerolf Annemans Mme Colette Burgeon Mw. Yolande Avontroodt Koen Bultinck Filip De Man Guido De Padt

254 255 256 1123 1125 2099 4438 4731 5078 5626 5627 5628 5987 6149 6151 6153 6328 6453 6652 6655 6771 6772


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8434

Date Datum 12262627344132666777891017172021243030-

7-2004 7-2004 7-2004 7-2004 8-2004 8-2004 8-2004 8-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004 9-2004

1-10-2004 1-10-2004 4-10-2004 4-10-2004 6-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 19-10-2004 20-10-2004 20-10-2004

Question no Vraag nr. 244 246 247 253 258 259 260 265 269 270 271 272 274 275 276 277 278 279 283 284 285 287 289 290 292 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310

Auteur Mw. Simonne Creyf Willy Cortois Willy Cortois Mw. Hilde Dierickx Mme Zoé Genot Guido De Padt Koen Bultinck Koen Bultinck Jo Vandeurzen Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Magda De Meyer Jo Vandeurzen Mme Marie Nagy Mw. Yolande Avontroodt Stijn Bex Bart Laeremans Guido De Padt Mme Muriel Gerkens Mw. Yolande Avontroodt Guido De Padt Stijn Bex Mw. Maggie De Block Guido De Padt Mw. Annemie Turtelboom Guido De Padt Luk Van Biesen Mme Muriel Gerkens Guido De Padt Mw. Greet Van Gool Koen Bultinck Koen Bultinck Patrick Cocriamont Mw. Maggie De Block Guy D’haeseleer Mw. Magda De Meyer


Page Blz. 6773 7239 7240 7245 7248 7249 7249 7251 7429 7430 7430 7431 7433 7433 7434 7435 7529 7531 7725 7726 7726 7727 7888 8138 8139 8140 8141 8142 8143 8143 8254 8472 8473 8473 8474 8475 8475 8475 8476 8477 8478 2004

Date Datum


Auteur

Page Blz.

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken Emploi — Werk

14-10-2003 19- 1-2004 29- 1-2004 3- 3-2004 19- 3-2004 25- 3-2004 7- 5-2004 14- 5-2004

24 55 62 67 72 74 87 88

2424328-

5-2004 5-2004 6-2004 6-2004

89 90 97 102

1213271016-

7-2004 7-2004 7-2004 9-2004 9-2004

107 109 112 118 120

17- 9-2004 17- 9-2004 17- 9-2004 30- 9-2004 1-10-2004 1-10-2004 4-10-2004 5-10-2004 5-10-2004 5-10-2004

125 127 128 131 133 134 136 137 138 140

6-10-2004 6-10-2004 7-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 8-10-2004 12-10-2004 12-10-2004

142 143 144 148 149 150 151 152

2005

Filip Anthuenis Mw. Maggie De Block Guido De Padt Jo Vandeurzen Mw. Sabien LahayeBattheu Mme Muriel Gerkens Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Greet Van Gool Mw. Greet Van Gool Mw. Maggie De Block Mw. Sabien LahayeBattheu Mw. Maggie De Block Roel Deseyn Luc Sevenhans Luk Van Biesen Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block Mme Marie Nagy Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Luk Van Biesen Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Mw. Annemie Turtelboom Ortwin Depoortere Mw. Maggie De Block Bart Laeremans Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer Guy D’haeseleer

946 3028 3419 4105 4569 4712 5621 5835 5975 5976 6124 6659 6775 6776 7254 7532 7728 7729 7730 7730 8144 8146 8147 8147 8148 8149 8150 8153 8153 8255 8256 8257 8257 8258 8258


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 Date Datum


12-10-2004 12-10-2004 12-10-2004 13-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 20-10-2004

153 154 155 156 157 158 159 161

20-10-2004 20-10-2004

162 163

20-10-2004

164

8435

Auteur

Page Blz.

Guy D’haeseleer Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Mw. Maggie De Block Geert Lambert Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Annemie Turtelboom Guy D’haeseleer Mw. Annemie Turtelboom Mw. Maggie De Block

8259 8259 8260 8261 8479 8479 8480 8480 8481 8482 8482


Date Datum 41518232329-

6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 6-2004 7-2004

49 51 52 53 54 57

4- 8-2004 15-10-2004

58 65

Auteur Roel Deseyn Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Hilde Dierickx Mw. Martine Taelman Mw. Sabien LahayeBattheu Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens

Page Blz. 6160 6330 6454 6455 6456 7255 7256 8486

Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

15-10-2004 18-10-2004

21 22

Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool

8486 8487

Protection des consommateurs — Consumentenzaken

17- 9-2004 15-10-2004 18-10-2004

65 72 73

Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool

7731 8483 8483

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8- 3-2004 17- 9-2004 15-10-2004

19 36 38

Mme Zoé Genot Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens

4270 7733 8484

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken

17- 9-2004 15-10-2004 15-10-2004

76 86 87

Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Mme Muriel Gerkens

7734 8485 8485

Gelijke Kansen — E´galité des chances

30-12-2003 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 5- 1-2004 14- 1-2004 27- 1-2004 19- 4-2004 11- 6-2004 16- 6-2004 5- 7-2004 7- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 8- 7-2004 6- 8-2004

4 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 21 22 24

17- 9-2004 20- 9-2004 8-10-2004 13-10-2004 18-10-2004

25 26 28 29 31

Mme Zoé Genot Jo Vandeurzen Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Marleen Govaerts Mme Marie Nagy Mme Marie Nagy Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Mw. Greet Van Gool

2480 2612 2613 2613 2614 2829 3245 5087 6331 6332 6665 6665 6777 6778 6778 6779 7257 7736 7737 8262 8263 8487

Ministre de la Mobilité Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie

22- 9-2003 31- 3-2004

7 37


Francis Van den Eynde 621 Mw. Annelies Storms 4736


2004

2- 9-2004

2005

143

Mw. Marleen Govaerts

7436


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8436

Date Datum


10- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 1-10-2004 7-10-2004 7-10-2004 12-10-2004 12-10-2004

144 146 148 151 152 153 154 156

15-10-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004

157 158 159 160

Auteur Luk Van Biesen Mme Marie Nagy Jos Ansoms Bart Laeremans Mw. Simonne Creyf Mw. Nathalie Muylle Hagen Goyvaerts Mw. Frieda Van Themsche Jan Mortelmans Mme Muriel Gerkens Jan Mortelmans Mw. Greet Van Gool

Page Blz.

8266 8488 8488 8489 8489

Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu

33 34 35

Bart Laeremans Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool

24 32 36 41 45 46 49 50 51 53

Mw. Greta D’hondt Mw. Nahima Lanjri Francis Van den Eynde Luk Van Biesen Bart Laeremans Ortwin Depoortere François Bellot Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters

22- 3-2004 7- 9-2004 17- 9-2004 21- 9-2004 22- 9-2004 7-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004 19-10-2004

7740 8490 8490

4894 6126 6667 7536 7741 7742 8491 8492 8492 8493

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 27- 4-2004

15

Guido De Padt


Auteur

Page Blz.


13 15 16 18 19 20 21 22 23 24

Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mme Marie Nagy Hagen Goyvaerts Hagen Goyvaerts Mw. Trees Pieters Mme Muriel Gerkens Mw. Greet Van Gool Mw. Trees Pieters Mw. Trees Pieters

4595 7437 7743 7743 7744 8267 8493 8494 8494 8496

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères

Pensions — Pensioenen

13- 4-2004 10- 5-2004 5- 7-2004 10- 9-2004 21- 9-2004 22- 9-2004 15-10-2004 15-10-2004 18-10-2004 19-10-2004


Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances

7534 7737 7739 8155 8264 8265 8265

Ministre de l’Environnement et des Pensions

21- 9-2004 15-10-2004 18-10-2004

Date Datum


21- 9-2004

18

Bart Laeremans

7745

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

5631

21- 9-2004 24- 9-2004

2004

2005

25 26

Bart Laeremans Mme Zoé Genot

7747 7889


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8437

(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. II. Nouvelles questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 123, alinéas 1er à 4 du règlement de la Chambre). II. Nieuwe vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 123, eerste tot vierde lid van het reglement van de Kamer).



DO 2004200502415

DO 2004200502415

Question no 398 de M. Bart Laeremans du 15 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 398 van de heer Bart Laeremans van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Parquet de Bruxelles. — Négligence dans les dossiers relatifs aux mariages blancs.

Brussels parket. — Stiefmoederlijke behandeling van dossiers met betrekking tot schijnhuwelijken.

J’ai reçu des plaintes de plusieurs communes de la région de Bruxelles qui dénoncent la négligence dont le parquet de Bruxelles fait preuve dans le traitement des dossiers relatifs à des mariages blanc. Il semblerait que ces communes signalent régulièrement des annonces de mariages suspectes mais qu’il n’y a jamais de réaction écrite du parquet.

Uit verschillende gemeenten rond Brussel ontvang ik klachten over de stiefmoederlijke behandeling van dossiers met betrekking tot schijnhuwelijken door het Brussels parket. Op regelmatige basis zou vanuit deze gemeenten melding gemaakt worden van verdachte huwelijksaankondigingen, maar op geen enkel moment komt er een schriftelijke reactie vanwege het Brussels parket.

Ce n’est que quand les communes appellent ellesmêmes le parquet qu’elles sont informées de ce que ledit mariage peut être célébré normalement.

Het is enkel wanneer de gemeenten zelf met het parket telefonisch contact opnemen dat er wordt gemeld dat het betrokken huwelijk gewoon mag doorgaan.

Cette gestion est bien évidemment démotivante pour les fonctionnaires communaux.

Deze stiefmoederlijke behandeling zorgt vanzelfsprekend voor een grote demotivatie bij de gemeentelijke ambtenaren.

1. Pouvez-vous indiquer pourquoi le parquet n’envoie jamais d’accusé de réception lorsqu’il reçoit des notifications écrites des communes, ni ne donne suite, a fortiori, à leur contenu ?

1. Kan u verklaren waarom op schriftelijke meldingen vanwege de gemeentebesturen niet eens een ontvangstmelding komt, laat staan een inhoudelijke reactie ?

2. De quel effectif le service concerné du parquet dispose-t-il ?

2. Over hoeveel mensen beschikt de betrokken dienst op het parket ?

3. Pouvez-vous fournir un aperçu du nombre de notifications concernant d’éventuels mariages blancs

3. Kan een overzicht gegeven worden van het aantal meldingen inzake mogelijke schijnhuwelijken van de


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8438

envoyées par les communes de l’arrondissement de Hal-Vilvorde en 2001, 2002, 2003, ainsi que par les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ?

gemeenten uit Halle-Vilvoorde in 2001, 2002, 2003, alsook uit de gemeenten van het Brusselse Gewest ?

4. Combien de fois par an le parquet intervient-il pour empêcher un mariage ?

4. Kan u meedelen in hoeveel gevallen per jaar door het parket initiatieven werden genomen om een huwelijk tegen te houden ?

5. Quelles initiatives ont été prises pour amener le parquet de Bruxelles à traiter ces dossiers normalement ?

5. Welke initiatieven werden er genomen om het Brussels parket tot een normale afhandeling van dit soort dossiers te bewegen ?

6. Comment les déclarations de ce type sont-elles traitées dans les autres arrondissements ?

6. Hoe verloopt de behandeling van dit soort aangiften in ander arrondissementen ?

DO 2004200502416

DO 2004200502416

Question no 399 de M. Guido De Padt du 15 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 399 van de heer Guido De Padt van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Délai de paiement en cas d’amende routière.

Betalingstermijnen naar aanleiding van verkeersboetes.

` la suite de l’augmentation des amendes en cas A d’infraction au code de la route, certaines personnes éprouvent des difficultés à payer leur amende en une seule fois. Les perceptions immédiates proposées par la police doivent être payées sous la forme de timbres fiscaux. Les transactions proposées par les parquets et les amendes prononcées par les tribunaux sont fixées par le ministère des Finances. En cas de perception immédiate, il me paraıˆt difficile de négocier des délais de paiement, contrairement à ce qui est le cas pour une transaction ou une amende imposées par le juge de police.

Ten gevolge van het optrekken van de geldboetes bij verkeersovertredingen, komen sommige mensen in de problemen om hun verkeersboete in één keer te betalen. De onmiddellijke inningen die worden uitgeschreven door de politie, moeten worden voldaan in de vorm van fiscale zegels. De minnelijke schikkingen voorgesteld door de parketten en de door de rechtbanken uitgesproken geldboetes worden echter geı¨nd via het ministerie van Financie¨n. In het geval van een onmiddellijke inning lijkt het mij moeilijk haalbaar om betalingstermijnen te bedingen, dit in tegenstelling tot een minnelijke schikking of een boete opgelegd door de politierechter.

1. Combien de transactions ont été proposées par les parquets pour des infractions au code de la route ?

1. Hoeveel minnelijke schikkingen werden voorgesteld door de parketten voor verkeersovertredingen ?

2. Existe-t-il une base juridique permettant de convenir d’un délai de paiement avec le ministère public dans le cadre d’une transaction ?

2. Bestaat er een juridische basis waarop met het Openbaar Ministerie een betalingstermijn inzake een minnelijke schikking kan worden overeengekomen ?

3. Dans combien de cas a-t-on convenu de délais de paiement dans le cadre de transactions ?

3. In hoeveel gevallen werden er betalingstermijnen naar aanleiding van een minnelijke schikking afgesproken ?

4. Dans combien de cas un délai de paiement a-t-il été accordé à la suite d’une condamnation à des amendes pour infraction au code de la route par le tribunal ?

4. In hoeveel gevallen werden er betalingstermijnen toegekend ingeval van een veroordeling door de rechtbank tot geldboetes wegens verkeersovertredingen ?

5. La police est-elle autorisée à convenir d’un délai de paiement avec le contrevenant au cas ou` une perception immédiate ne pourrait être acquittée en une fois ?

5. Is de politie gemachtigd om met de overtreder betalingstermijnen af te spreken ingeval een onmiddellijke inning niet in één keer kan worden vereffend ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8439

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 400 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 400 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ».

Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen. Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.

1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ?

1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ?

2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ?

2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?

DO 2004200502429

DO 2004200502429

Question no 401 de M. Walter Muls du 15 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 401 van de heer Walter Muls van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Juges de complément dans l’arrondissement de Bruxelles-Hal-Vilvorde.

Toegevoegde rechters in het arrondissement BrusselHalle-Vilvoorde.

Dans le ressort de la cour d’appel, un certain nombre de juges de complément ont été affectés au tribunal de première instance de Bruxelles.

In het ressort van het hof van beroep zijn aan aantal rechters toegevoegd aan de rechtbank van eerste aanleg te Brussel.

1. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais y sont employés ?

1. Hoeveel toegevoegde rechters N zijn er tewerkgesteld ?

2. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français y sont employés ?

2. Hoeveel toegevoegde rechters F zijn er tewerkgesteld ?

3. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais ont-ils un diploˆme linguistique de l’ancien régime ?

3. Hoeveel toegevoegde rechters N hebben een taaldiploma oud regime ?

4. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français ont-ils un diploˆme linguistique de l’ancien régime ?

4. Hoeveel toegevoegde rechters F hebben een taaldiploma oud regime ?

5. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais ont-ils un diploˆme linguistique de niveau 1 (nouveau régime) ?

5. Hoeveel toegevoegde rechters N hebben een taaldiploma niveau 1 (nieuw regime) ?

6. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français ont-ils un diploˆme linguistique de niveau 1 (nouveau régime) ?

6. Hoeveel toegevoegde rechters F hebben een taaldiploma niveau 1 (nieuw regime) ?

7. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais ont-ils un diploˆme linguistique de niveau 2 (nouveau régime) ?

7. Hoeveel toegevoegde rechters N hebben een taaldiploma niveau 2 (nieuw regime) ?

8. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français ont-ils un diploˆme linguistique de niveau 2 (nouveau régime) ?

8. Hoeveel toegevoegde rechters F hebben een taaldiploma niveau 2 (nieuw regime) ?


2004

2005


1067

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8440

9. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais ayant un diploˆme linguistique de l’ancien régime ont-ils été intégrés dans le cadre depuis leur désignation ?

9. Hoeveel toegevoegde rechters N met een taaldiploma oud regime werden sedert hun aanstelling ondertussen in het kader opgenomen ?

10. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français ayant un diploˆme linguistique de l’ancien régime ont-ils été intégrés dans le cadre depuis leur désignation ?

10. Hoeveel toegevoegde rechters F met een taaldiploma oud regime werden sedert hun aanstelling ondertussen in het kader opgenomen ?

11. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais ayant un diploˆme linguistique de niveau 1 (nouveau régime) ont-ils été intégrés dans le cadre depuis leur désignation ?

11. Hoeveel toegevoegde rechters N met een taaldiploma niveau 1 (nieuw regime) werden sedert hun aanstelling ondertussen in het kader opgenomen ?

12. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français ayant un diploˆme linguistique de niveau 1 (nouveau régime) ont-ils été intégrés dans le cadre depuis leur désignation ?

12. Hoeveel toegevoegde rechters F met een taaldiploma niveau 1 (nieuw regime) werden sedert hun aanstelling ondertussen in het kader opgenomen ?

13. Combien de juges de complément du roˆle linguistique néerlandais ayant un diploˆme linguistique de niveau 2 (nouveau régime) ont-ils été intégrés dans le cadre depuis leur désignation ?

13. Hoeveel toegevoegde rechters N met een taaldiploma niveau 2 (nieuw regime) werden sedert hun aanstelling ondertussen in het kader opgenomen ?

14. Combien de juges de complément du roˆle linguistique français ayant un diploˆme linguistique de niveau 2 (nouveau régime) ont-ils été intégrés dans le cadre depuis leur désignation ?

14. Hoeveel toegevoegde rechters F met een taaldiploma niveau 2 (nieuw regime) werden sedert hun aanstelling ondertussen in het kader opgenomen ?

DO 2004200502435

DO 2004200502435

Question no 403 de M. Guido De Padt du 15 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 403 van de heer Guido De Padt van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Vaccination obligatoire des jeunes enfants contre la poliomyélite.

Verplichte inenting van jonge kinderen tegen poliomyelitis.

Dans notre pays, la vaccination des jeunes enfants contre la poliomyélite est toujours obligatoire. Les actes médicaux nécessaires doivent être accomplis pendant le deuxième mois de vie du nourrisson et doivent se terminer à l’aˆge de dix-huit mois. Le certificat de vaccination doit être adressé à l’administration communale du domicile de l’enfant dans les quinze jours après la troisième administration du vaccin. En cas de non-respect de cette obligation, l’inspecteur sanitaire doit être averti et des poursuites judiciaires peuvent être engagées.

In ons land is de inenting van jonge kinderen tegen poliomyelitis nog steeds verplicht. De handelingen die deze inenting omvat nemen een aanvang in de loop van de tweede levensmaand en moeten beeïndigd zijn op de leeftijd van achttien maanden. Het vaccinatiebewijs moet binnen de vijftien dagen na de derde toediening van het vaccin worden bezorgd aan het gemeentebestuur van de woonplaats van het kind. Bij niet-naleving van deze verplichting moet de gezondheidsinspecteur worden verwittigd en kan er gerechtelijke vervolging worden ingesteld.

Pourriez-vous répondre aux questions suivantes pour les années 2001, 2002 et 2003 ?

Kan u voor de jaren 2001, 2002 en 2003 meedelen :

1. Combien d’enfants ont été vaccinés contre la poliomyélite ?

1. Hoeveel kinderen ontvingen een vaccin tegen poliomyelitis ?

2. Dans combien de cas des parents ont-ils manqué à l’obligation légale de faire vacciner leur(s) enfant(s) contre la poliomyélite ?

2. In hoeveel gevallen bleven de ouders in gebreke zich naar deze wettelijke inentingsverplichting te schikken ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8441

3. Combien de cas relevant de la question no 2 ont été transmis à l’inspecteur sanitaire ?

3. Hoeveel van de gevallen onder vraag 2 werden overgemaakt aan de gezondheidsinspecteur ?

4. Dans combien de cas relevant de la question no 3 une plainte a-t-elle été déposée au parquet ?

4. In hoeveel van de gevallen onder vraag 3 werd een klacht ingediend bij het parket ?

5. Quelle suite le parquet a-t-il réservée aux dossiers qui lui ont été transmis ?

5. Welk gevolg hield het parket aan de hen overgemaakte dossiers voor ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 404 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 404 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite.

Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.

Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.

1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ?

1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ?

b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ?

b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ?

2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ?

2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?

3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?

3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ?

DO 2004200502436

DO 2004200502436

Question no 405 de M. Bart Laeremans du 18 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 405 van M. Bart Laeremans van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Communes bruxelloises et communes de HalVilvorde. — Huissiers de justice.

Brusselse gemeenten en gemeenten Vilvoorde. — Gerechtsdeurwaarders.

1. Pourriez-vous, d’une part pour les dix-neuf communes et d’autre part pour les trente-cinq communes de Hal-Vilvorde, fournir les chiffres suivants :

1. Kan u voor enerzijds de negentien Brusselse gemeenten en anderzijds de vijfendertig gemeenten uit Halle-Vilvoorde de volgende cijfers verstrekken :


2004

2005

uit

Halle-


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8442

a) le nombre actuel d’huissier de justice (à la date du 1er octobre 2004);

a) het huidig aantal gerechtsdeurwaarders (op datum van 1 oktober 2004);

b) le nombre d’huissier de justice porteurs d’un diploˆme en langue néerlandaise;

b) het aantal gerechtsdeurwaarders met een Nederlandstalig diploma;

c) le nombre d’huissier de justice porteurs d’un diploˆme en langue française;

c) het aantal gerechtsdeurwaarders met een Franstalig diploma;

d) le nombre de néerlandophones ayant justifié de leur connaissance du français;

d) het aantal Nederlanstaligen dat bewijs heeft geleverd van kennis van het Frans;

e) le nombre d’huissier de justice francophones ayant justifié de leur connaissance du néerlandais?

e) het aantal Franstalige gerechtsdeurwaarders dat bewijs heeft geleverd van kennis van het Nederlands ?

2. a) Combien de places étaient vacantes à la date du 1er octobre 2004, respectivement dans les communes bruxelloises et dans les communes de HalVilvorde ?

2. a) Hoeveel plaatsen waren er op 1 oktober 2004 vacant in respectievelijk de Brusselse gemeenten en Halle-Vilvoorde ?

b) Combien de néerlandophones et de francophones se sont portés candidats ?

b) Hoeveel Nederlandstalige en hoeveel Franstalige kandidaten zich hebben aangemeld ?

c) Quand espérez-vous que ces places soient conférées ?

c) Tegen wanneer verwacht u dat deze vacatures zijn ingevuld ?

3. La réglementation relative à l’autre langue nationale est-elle la même pour les huissiers des communes bruxelloises que pour les huissiers de Hal-Vilvorde ?

3. Is de regelgeving wat betreft de andere landstaal identiek voor deurwaarders in de Brusselse gemeenten als voor deurwaarders van Halle-Vilvoorde?

DO 2004200502437

DO 2004200502437

Question no 406 de M. Staf Neel du 18 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 406 van de heer Staf Neel van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Constitution d’une banque de données nationale en matière de graffitis.

Aanleg van een landelijke database inzake graffitispuiten.

De nombreux citoyens sont victimes de tagueurs et c’est également le cas de la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB). Pour les chemins de fer, l’infrastructure et les voitures constituent en effet la carte de visite de l’entreprise.

Heel wat burgers hebben last van graffitispuiters en dat is eveneens het geval voor de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Immers voor de spoorwegen zijn de infrastructuur en de treinstellen mede het visitekaartje van hun bedrijf.

Aux Pays-Bas, la société des chemins de fer néerlandais dispose d’une banque de données nationale. La police néerlandaise des chemins de fer, qui est responsable de l’ordre public et de la sécurité dans et à proximité des gares, a développé en collaboration avec le service national de recherche et d’information un système d’enregistrement digital des graffitis. Il s’agit d’une banque de données nationale qui contient de nombreuses photos des trains et des baˆtiments qui ont été endommagés. Elle permet d’identifier plus facilement les tagueurs parce que ceux-ci laissent souvent les mêmes signatures ou paraphes.

In Nederland beschikt de Nederlandse Spoorwegmaatschappij over een landelijke database. De Nederlandse spoorwegpolitie, welke verantwoordelijk is voor de openbare orde en veiligheid op en rond het station, heeft in samenwerking met de diensb Nationale Recherche Informatie een digitaal graffitiregistratiesysteem ontwikkeld. Dit is een landelijke database met talrijke foto’s van treinstellen en gebouwen die beschadigd werden, omdat de verfvandalen vaak herkenbaar zijn door hun handtekening of paraafjes die zij achterlaten. Op deze manier kunnen ze iets makkelijker opgespoord worden.

Lorsque le vandale est arrêté, il risque des sanctions particulièrement lourdes.

Wanneer de daders worden opgepakt, hangt hem of haar een ernstige straf boven het hoofd.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8443

La société des chemins de fer néerlandais peut en effet recouvrer sur les auteurs les frais de nettoyage et d’immobilisation du matériel roulant. Aux Pays-Bas, le ministère public a renforcé les moyens de lutte contre les tagueurs en les assimilant à une organisation criminelle, ce qui a permis de dégager des moyens plus importants pour lutter contre ce fléau. La Belgique s’est-elle déjà dotée d’une banque de données en matière de graffitis auprès du ministère de la Justice ?

Zo kan de Nederlandse Spoorwegmaatschappij de kosten van de schoonmaak en het uit roulatie nemen van treinstellen op de daders verhalen. In Nederland heeft het Openbaar Ministerie de aanpak van deze graffitispuiters aangescherpt door ze als criminele organisatie, als criminele bende, aan te merken om zo zwaardere middelen in te zetten tegen deze graffitispuiters. Bestaat in Belgie¨ reeds zulk een databank tegen graffitispuiters bij het ministerie van Justitie ?

DO 2004200502451

DO 2004200502451

Question no 408 de M. Stijn Bex du 19 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Permis de port d’armes et incidents avec armes à feu. Il est souvent apparu par le passé que le Registre central des armes et les autorités judiciaires disposaient de données incomplètes. Ceci ressort des informations demandées par Mme Van Weert (respectivement, les questions écrites nos 593 et 664 au ministre de la Justice du 29 mars 2002 et du 28 juin 2002, Questions et Réponses, Chambre, 2002-2003, no 157, p. 20202 et 2001-2002, no 130, p. 16377). Le 13 octobre 2004, vous avez déclaré avoir demandé ces informations. Bien évidemment, je comprends tout à fait que vous ne puissiez communiquer dès maintenant tous les chiffres. Quelques autres questions peuvent toutefois à mon sens déjà trouver réponse. E´tant donné l’importance d’un bon enregistrement des données pour les permis de port d’armes et pour les incidents avec armes à feu — même l’Union nationale des fabricants d’armes, des chasseurs et des tireurs sportifs plaide en faveur d’un meilleur enregistrement (« De Tijd », 7 octobre 2004) —, les questions suivantes se posent : 1. Quelles mesures ont été prises ces dernières années pour améliorer l’enregistrement des permis de port d’armes ? 2. Quelles mesures ont été prises ces dernières années pour améliorer l’enregistrement des incidents impliquant des armes à feu ?

Vraag nr. 408 van de heer Stijn Bex van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Wapenvergunningen en incidenten met vuurwapens. In het verleden bleek het Centraal Wapenregister en de gerechtelijke overheid vaak over onvolledige gegevens te beschikken. Dit bleek uit gegevens die mevrouw Van Weert opvroeg (respectievelijk schriftelijke vragen nrs. 593 en 664 aan de minister van Justitie van 29 maart 2002 en 28 juni 2002, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2002-2003, nr. 157, blz. 20202 en 2001-2002, nr. 130, blz. 16377). Op 13 oktober 2004 zei u dat u deze gegevens heeft opgevraagd. Ik heb er natuurlijk begrip voor dat u niet meteen alle cijfers kan meedelen. Enkele andere vragen kunnen mijns inziens wel reeds beantwoord worden. Gezien het belang van een goede gegevensregistratie van wapenvergunningen en van incidenten met vuurwapens — zelfs de Nationale Unie der Wapenmakers, Jagers en Sportschutters (Unact) pleit voor een betere registratie (De Tijd, 7 oktober 2004) — rijzen de volgende vragen : 1. Welke maatregelen werden de afgelopen jaren genomen om tot een betere registratie te komen van wapenvergunningen ? 2. Welke maatregelen werden de afgelopen jaren genomen om tot een betere registratie te komen van de incidenten met vuurwapens ?

DO 2004200502463

DO 2004200502463

Question no 409 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 20 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Nombre de détenus placés sous surveillance électronique. L’accord de gouvernement prévoit que le nombre de détenus placés sous surveillance électronique sera

Vraag nr. 409 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 20 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Aantal gedetineerden onder het systeem van elektronisch toezicht. In het regeerakkoord staat dat het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht in de komende jaren


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8444

augmenté d’au moins mille unités pour atteindre un total de 1 300 unités. Je vous avais déjà demandé des chiffres à ce sujet au mois de février 2004.

uitgebreid zal worden met minimaal duizend eenheden (naar 1 300). In februari 2004 vroeg ik u reeds naar cijfers hieromtrent.

1. Combien de détenus étaient placés sous surveillance électronique en date du 1er octobre 2004 ?

1. Hoeveel veroordeelden onder elektronisch toezicht waren er op 1 oktober 2004 ?

2. a) Quelle est la date butoir pour la mise sous surveillance électronique de 1 300 détenus ?

2. a) Wat is de streefdatum om 1 300 eenheden onder elektronisch toezicht te plaatsen ?

b) Ce délai sera-t-il respecté ?

b) Zal deze deadline gehaald worden ?

3. a) Quelle était la répartition géographique des condamnés placés sous surveillance électronique en date du 1er octobre 2004 ?

3. a) Wat was de territoriale spreiding van de veroordeelden onder elektronisch toezicht op 1 oktober 2004 ?

b) Combien en recensait-on en Flandre ?

b) Hoeveel in Vlaanderen ?

c) Combien en recensait-on en Wallonie ?

c) Hoeveel in Wallonie¨ ?

d) Comment étaient-ils répartis entre les provinces ?

d) Hoeveel per provincie ?

4. Quel nombre (exprimé en pour cent) de détenus placés sous surveillance électronique travaillaient effectivement en date du 1er octobre 2004, suivaient une formation, étaient demandeurs d’emploi, bénéficiaient d’une indemnité de maladie, etc. ?

4. Hoeveel mensen (procentueel) die onder elektronisch toezicht staan werken effectief, hoeveel volgen een opleiding, zijn werkzoekende, genieten een ziekteuitkering, enzovoort ? Graag cijfers op 1 oktober 2004.

5. Quel nombre (exprimé en pour cent) de détenus placés sous surveillance électronique étaient demandeurs d’emploi en date du 1er octobre 2004 et doivent donc faire appel à l’indemnité allouée, depuis le 1er janvier 2004, par le Centre National de Surveillance électronique ?

5. Hoeveel veroordeelden (procentueel) onder elektronisch toezicht zijn werkloos en moeten dus aanspraak doen op de vergoeding die toegekend wordt door het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht (vanaf 1 januari 2004) ? Graag cijfers op 1 oktober 2004.

DO 2004200502468

DO 2004200502468

Question no 410 de M. Stijn Bex du 20 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 410 van de heer Stijn Bex van 20 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Destruction de stupéfiants saisis.

Vernietiging van in beslag genomen drugs.

Il arrive régulièrement que la police saisisse des quantités de drogues et découvre des plantations de cannabis ou des laboratoires clandestins de production de drogues synthétiques.

De politie neemt regelmatig hoeveelheden drugs in beslag, of ontdekt cannabisplantages of labo’s voor de aanmaak van synthetische drugs.

1. Combien de kilos de stupéfiants ont été saisis ces dernières années, ventilés selon le type de drogue et l’endroit ou` les drogues ont été découvertes ?

1. Hoeveel kilo drugs werden de afgelopen jaren in beslag genomen, opgesplitst naar soort drugs en vindplaats ?

2. Ou` les drogues saisies sont-elles conservées ?

2. Waar worden de in beslag genomen drugs bewaard ?

3. Combien de temps les drogues saisies sont-elles conservées ?

3. Hoelang worden de in beslag genomen drugs bewaard ?

4. Comment ces stupéfiants sont-ils détruits ?

4. Hoe worden deze drugs vernietigd ?

5. Quel est le couˆt de cette opération de destruction ?


2004

5. Hoeveel kost deze vernietiging ?

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8445

6. a) Que fait-on du matériel pour la culture du cannabis et des équipements de production de drogues synthétiques saisis ?

6. a) Wat wordt met het in beslag genomen materiaal van cannabis en labo’s voor de aanmaak van synthetische drugs gedaan ?

b) Existe-t-il des directives à ce sujet ?

b) Zijn hier richtlijnen voor ?



DO 2004200502417

DO 2004200502417

Question no 509 de M. Koen Bultinck du 15 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 509 van de heer Koen Bultinck van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆts des personnes physiques. — Indépendants. — Location de locaux professionnels.

Personenbelastingen. — Zelfstandigen. — Huur van beroepslokalen.

La location de locaux professionnels relève de la rubrique « frais généraux » dans la déclaration à l’impoˆt des personnes physiques des indépendants.

De huur van beroepslokalen geldt als onkostenpost voor de aangifte in de personenbelasting van zelfstandigen.

Le loueur est également tenu de déclarer les mêmes montants.

Dezelfde bedragen dienen ook aangegeven te worden door de verhuurder.

Si le bail n’est pas enregistré ou si la quotité professionnelle dans la totalité du bail n’est pas mentionnée, l’intégralité du loyer est imposable après déduction de tous les frais légalement prévus.

Als de huurovereenkomst niet geregistreerd is of als de verhouding beroep tot de totaliteit niet is vermeld, is de volledige huur belastbaar na de wettelijk voorziene kosten in rekening te hebben gebracht.

S’agissant des controˆles effectués aux différentes étapes, les points de vue divergent lorsque le bail est adapté tardivement aux normes prévues, ce qui implique éventuellement l’obligation de payer le droit d’enregistrement pour toute la durée du bail.

De standpunten bij de onderscheiden controles verschillen wanneer laattijdig het contract wordt aangepast aan de voorziene normen met betaling van het registratierecht over de hele duur van de overeenkomst.

Certains services fiscaux appliquent le système de l’imposabilité intégrale du loyer jusqu’à la date de l’enregistrement. D’autres tiennent compte de la situation qui est certaine à partir de l’enregistrement.

Sommige belastingdiensten passen het stelsel toe van de volledige belastbaarheid van de huur tot de datum van de registratie. Andere belastingdiensten houden rekening met de toestand die zeker is vanaf de registratie.

Quelle est, selon le ministre, l’interprétation correcte de la législation ?

Wat is volgens de minister de correcte interpretatie van de wetgeving ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 510 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 510 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre

Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.


2004

Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8446

2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ».

2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.





DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 511 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 511 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :













DO 2004200502458

DO 2004200502458

Question no 512 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 512 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Traitement de réclamations importantes. — Enquête personnelle sur place par les directeurs régionaux. — Registres de service.

Afhandeling van belangrijke bezwaarschriften. — Persoonlijk onderzoek ter plaatse door de gewestelijke directeurs. — Dienstregisters.

Selon le numéro 374/16 du commentaire administratif sur le Code des impoˆts sur les revenus 1992, il

Luidens het nummer 374/16 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelas-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8447

incombe au directeur régional, conformément aux compétences qui lui sont attribuées, de prendre toutes les mesures possibles et de mener une enquête « personnelle » sur place lorsque cela concerne des cas délicats ou particulièrement importants afin de pouvoir se prononcer en connaissance de cause et de pouvoir motiver ses décisions, de manière telle que les causes de révision par les instances judiciaires compétentes soient limitées au strict minimum.

tingen 1992 komt het aan de gewestelijk directeur toe, precies ter wille van de bevoegdheid die hem terzake is opgedragen, alle initiatief te nemen en tot een « persoonlijk » onderzoek ter plaatse over te gaan wanneer het kiese of bijzonder belangrijke gevallen betreft, opdat hij met volle kennis van zaken uitspraak zou kunnen doen en zijn beslissingen derwijze zou kunnen motiveren dat de oorzaken voor herziening door de bevoegde gerechtelijke instanties tot een strikt minimum worden beperkt.

Les questions générales suivantes se posent à présent :

Terzake rijzen thans de volgende algemene praktische vragen.

1. a) Les directeurs régionaux de l’AFER (secteur des impoˆts directs) et de l’ISI ont-ils été mis au courant explicitement de ces recommandations administratives depuis l’entrée en vigueur de la nouvelle procédure contentieuse fiscale ?

1. a) Werden sedert de inwerkingtreding van de nieuwe fiscale geschillenprocedure de gewestelijke directeurs van de AOIF (sector directe belastingen) en de BBI aan deze concrete administratieve aanbevelingen nog uitdrukkelijk herinnerd ?

b) Si oui, quand et de quelle manière (par une circulaire, une instruction, par fax, e-mail, etc.) ?

b) Zo ja, wanneer en op welke wijze (via circulaire, instructie, fax, e-mail, enzovoort) ?

c) Si pas, pourquoi n’ont-ils plus depuis été « personnellement » sensibilisés et/ou responsabilisés à ce sujet ?

c) Zo neen, waarom werden zij dienaangaande sindsdien niet meer « persoonlijk » gesensibiliseerd en/of sterk geresponsabiliseerd ?

2. a) Est-ce possible, à l’aide de tous les registres de services officiels et personnels tenus à jour (cf. la question parlementaire de M. L. Bril du 24 mars 1995 publiée sur « Fisconet ») et classés par direction régionale classique pour tous les centres de controˆle, de préciser combien de « mutations de service » personnelles ont eu lieu dans le respect strict de l’application pratique de la recommandation administrative susmentionnée ?

2. a) Kan aan de hand van al hun officieel en individueel bijgehouden dienstregisters (cf. parlementaire vraag van de heer L. Bril van 24 maart 1995 gepubliceerd op « Fisconet ») per klassieke gewestelijke directie en voor alle controlecentra samen voor de jongste drie jaar worden opgegeven hoeveel dergelijke « persoonlijke » dienstverplaatsingen er precies werden verricht uitsluitend met het oog op de praktische toepassing van voornoemde administratieve aanbeveling ?

b) Quelle autre administration hiérarchique des services centraux étudie au préalable ou vérifie a posteriori tous les ordres de service spécifiques des directeurs régionaux ?

b) Welke naaste hie¨rarchische overheid van de centrale diensten viseert vooraf of verifieert naderhand al die specifieke dienstorders van de gewestelijke directeurs ?

3. a) Combien de dossiers de réclamation ont été « bloqués » en date du 30 juin 2004 ?

3. a) Hoeveel bezwaardossiers waren op datum van 30 juni 2004 nog altijd « geblokkeerd » ?

b) Par ordre d’importance, quelles sont les dix raisons principales (qu’elles soient statiques ou non) ou types de « blocage » (par ex. les dossiers QFIE, la requalification d’intérêts en dividendes, l’exonération « brut et net » de la plus-value sur les actions, etc.) ? Cette justification s’applique-t-elle sans exception au niveau national pour toutes les directions régionales de l’inspection spéciale des impoˆts, des services d’impoˆts classiques et des centres de controˆle ?

b) Wat zijn thans in volgorde van belangrijkheid de tien voornaamste (al dan niet statische) redenen of soorten van « blokkering » (bijvoorbeeld FBBmaterie, herkwalificatie van interesten tot dividenden, bruto- of netto vrijstelling van meerwaarden op aandelen, enzovoort) en geldt deze verantwoording zonder enige uitzondering uniform op nationaal vlak voor alle gewestelijke directies van de Bijzondere Belastinginspectie, de klassieke belastingdiensten en van alle Controlecentra ?

4. Dans le cadre de la simplification de la procédure fiscale et d’une administration fiscale performante et

4. Kan u in het kader van de vereenvoudiging van de fiscale procedure en van een klantvriendelijk en


2004

2005


1068

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8448

favorable à la clientèle, pouvez-vous nous faire part de votre conception et de votre attitude actuelles, de même que d’une nouvelle responsabilisation personnelle de tous les directeurs ou managers régionaux dans le but de résorber l’important reliquat de vieux dossiers de réclamation et d’éviter autant que possible les litiges judiciaires ?

performant belastingbestuur punt per punt, uw huidige algemene ziensen handelwijze en een verdere persoonlijke responsabilisering van alle gewestelijke directeurs of managers tot wegwerking van de nog grote voorraad oude bezwaardossiers en ter maximale vermijding van gerechtelijke betwistingen meedelen ?

DO 2004200502459

DO 2004200502459

Question no 513 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 513 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Nullité des montants d’imposition pour accroissements d’impoˆts, arbitraires ou non.

Nietigheid van belastingaanslagen omwille van al dan niet willekeurig opgelegde belastingverhogingen.

Dans le cadre d’une décision directoriale concernant une réclamation, les impositions donnant lieu à des accroissements d’impoˆt doivent en principe être annulés en cas de non-respect des dispositions de la loi du 29 juillet 1991 relatives à la motivation formelle des actes administratifs comme en cas de décision arbitraire. ` ce propos, les questions pratiques et générales A suivantes se posent dès lors.

Bij het treffen van een directoriale beslissing omtrent een bezwaarschrift moeten zowel bij de nietnaleving van de voorschriften van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen als bij willlekeur, de belastingaanslagen waarbij belastingverhogingen werden aangerekend in principe worden vernietigd.

1. Les montants d’imposition contestés doivent-ils être annulés « entièrement » ou « partiellement » à concurrence de la sanction administrative dont il est question à l’article 444, alinéa 1er CIR 1992, et dans les dispositions réglementaires y afférentes ?

1. Moeten de aangevochten belastingaanslagen « geheel » dan wel slechts « gedeeltelijk » worden vernietigd ten belope van die opgelegde administratieve sanctie waarvan sprake in artikel 444, eerste lid WIB 1992 en de desbetreffende reglementaire bepalingen ?

2. A) Peut-on fixer une cotisation de remplacement à partir de l’exercice d’imposition 1999 moyennant une notification régulière : application de l’article 355 du CIR 1992 :

2. A)Kan er met ingang van het aanslagjaar 1999 mits inachtneming van een regelmatige kennisgeving een vervangende aanslag worden gevestigd met : toepassing van artikel 355 van het WIB 1992 :

a) en cas d’annulation de la cotisation initiale en raison de la seule violation de l’obligation de motivation;

a) in geval van nietigverklaring van de aanvankelijke aanslag uitsluitend omwille van schending van de motiveringsverplichting;

b) en cas d’arbitraire pur et simple ?

b) in geval van zuivere « willekeur » ?

B) Dans l’affirmative :

Terzake rijzen in dit verband de volgende algemene praktische vragen.

B) In bevestigend geval :

a) Cela doit-il se faire par le biais d’un avis préalable de révision de la déclaration au sens de l’article 346 du CIR 1992 ?

a) Moet dit gebeuren bij middel van een voorafgaandelijk bericht van wijziging van aangifte in de zin van artikel 346 WIB 1992 ?

b) Cela ne doit ou ne peut-il être annoncé au préalable que par une simple lettre motivée sous pli recommandé ou non ?

b) Of, moet of mag dit voorafgaandelijk slechts worden aangekondigd door middel van een gewone al dan niet onder aangetekende omslag verzonden gemotiveerde brief ?

3. Peut-il être procédé à une nouvelle taxation en cas d’accroissement d’impoˆt arbitraire ou en cas de méconnaissance de l’obligation de motivation :

3. Is zowel bij de arbitraire oplegging van een belastingverhoging als bij de miskenning van de motiveringsplicht nog een hertaxatie mogelijk :


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8449

a) lorsque la décision directoriale contestée a été prise dans le délai approprié de six mois après le dépoˆt d’une réclamation valable;

a) wanneer de betwiste directoriale beslissing werd getroffen binnen de behoorlijke termijn van zes maanden na indiening van een geldig bezwaarschrift;

b) lorsque la décision directoriale n’a pas été prise dans le délai raisonnable de six mois ?

b) wanneer de directoriale beslissing niet wordt genomen binnen diezelfde redelijke termijn van zes maanden ?

4. La violation de l’article 444, alinéa 1er CIR 1992, est-elle toujours considérée comme la violation d’une autre règle « légale » que celle de la prescription, qui n’entrave pas l’application de l’article 355 CIR 1992 ?

4. Wordt de schending van artikel 444, eerste lid WIB 1992 steeds aanzien als een schending van een andere « wettelijke » regel dan die van de prescriptie, die de toepassing van artikel 355 WIB 1992 niet in de weg staat ?

5. Pouvez-vous, point par point et pour chaque possibilité, nous communiquer votre point de vue actuel ainsi que votre manière de procéder à la lumière des dispositions des articles 346, 355, 375 et 444, alinéa 1er du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?

5. Kan u punt per punt, en voor elk van de verschillende mogelijkheden uw huidige administratieve ziensen handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van de artikelen 346, 355, 375 en 444, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?

DO 2004200502464

DO 2004200502464

Question no 514 de M. Dylan Casaer du 20 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 514 van de heer Dylan Casaer van 20 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

TVA. — Leasing financier intracommunautaire.

BTW. — Intracommunautaire financie¨le leasing.

Par le biais d’une annonce parue dans la revue « Ad Rem » de l’ordre des barreaux flamands, une société de leasing néerlandaise a fait de la publicité pour des contrats de leasing non soumis à la TVA. Il s’agit de ce que l’on appelle un « leasing financier intracommunautaire » (entre les Pays-Bas et la Belgique). La TVA ne serait pas due en raison d’une différence d’interprétation au niveau de la législation TVA des deux pays. Conformément à la législation TVA néerlandaise, le leasing serait considéré comme une livraison d’un bien qui devrait être soumis à la TVA en Belgique alors que la législation TVA belge qualifie le leasing comme un service qui doit être soumis à la TVA néerlandaise. En raison de cette différence au niveau de la législation TVA, aucune TVA n’est due pendant la durée du leasing. L’annonceur se laisse même aller à utiliser le slogan « Ećonomisez 10 % sur l’achat de votre voiture ! ». La firme ajoute encore qu’il est possible de profiter de ce système même si la voiture est immatriculée en Belgique.

Door middel van een advertentie in het tijdschrift « Ad Rem » van de Orde van Vlaamse Balies maakte een Nederlandse leasingfirma reclame voor leasecontracten die niet aan de BTW onderworpen zijn. Het gaat daarbij om zogenaamde « Intracommunautaire financie¨le leasing » (tussen Nederland en Belgie¨), waarbij een verschil in de interpretatie van de BTWwetgeving van beide landen leidt tot niet verschuldigdheid van BTW. Overeenkomstig de Nederlandse BTW-wetgeving zou de leasing kwalificeren als een levering van een goed die in Belgie¨ aan de BTW onderworpen zou moeten zijn, terwijl de Belgische BTWwetgeving de lease kwalificeert als een dienst die in Nederland aan de BTW onderworpen zou zijn. Omwille van dit verschil in de BTW-wetgeving is er nergens BTW verschuldigd over de leasetermijnen en laat de adverteerder zich in haar advertentie zelfs verleiden tot het gebruik van de slogan « Bespaar 10 % extra op de aankoop van uw wagen ! ». De firma stelt bovendien dat er geen probleem is om de wagen in Belgie¨ in te schrijven mét Belgische nummerplaat én toch van dit stelsel te kunnen gebruikmaken.

Pour convaincre les avocats méfiants mais qui ne veulent pas laisser passer une si belle occasion, la firme susmentionnée ajoute dans son annonce que cette formule est parfaitement conforme à la législation européenne dans les deux pays. En effet, cette économie effectuée sur la TVA est simplement due à la

Voorts stelt voornoemde firma in haar advertentie, dit ten aanzien van de argwanende advocaat die zoveel lekkers niet wil laten liggen, dat deze formule perfect in overeenstemming is met de Europese wetgevingen in beide landen. Deze BTW-besparing is immers louter te wijten aan een interpretatieverschil van het begrip


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8450

différence d’interprétation du concept de « leasing » (cf. une livraison de bien ou une prestation de services). L’annonceur pose à juste titre la question de savoir combien de temps le fisc va encore tolérer cette situation. Il ajoute immédiatement qu’étant donné que le système fonctionne en Allemagne, aux Pays-Bas et au Luxembourg et compte tenu des lenteurs administratives, la fin de ce système avantageux n’est pas pour demain.

« leasing » (cf. een levering van een goed of een dienstprestatie). Wel stellen zij terecht de vraag : hoelang zal de fiscus dit nog tolereren ? De adverteerder geeft echter in één adem het antwoord : doordat dit systeem mogelijk is voor Duitsland, Nederland en Luxemburg en de Europese fiscale molen tergend traag werkt, is het einde van dit voordelig systeem nog niet voor morgen.

Selon moi, cette firme fait preuve de beaucoup d’audace. En outre, il est évident qu’en permettant un tel système, les sociétés de leasing belges sont soumises à une concurrence déloyale.

Mijns inziens getuigt deze firma van bijzonder veel overmoed. Bovendien is het duidelijk dat door het toelaten van dergelijke systemen Belgische leasingfirma’s oneerlijk beconcurreerd worden.

1. L’administration de la TVA est-elle au courant de ce système ?

1. Is de BTW-administratie in kennis van dit systeem ?

2. A-t-elle pris des mesures pour lutter contre ce système ?

2. Treedt zij hiertegen op ?

3. Ne serait-il pas opportun d’informer les consommateurs des risques liés à ce système ?

3. Is het ook niet raadzaam de consument in te lichten over de risico’s die aan dit systeem verbonden zijn ?

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques

Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Budget

Begroting

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 31 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 31 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :








2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8451

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 32 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 32 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :













Entreprises publiques

Overheidsbedrijven

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 319 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 319 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :






2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8452



DO 2004200502431

DO 2004200502431

Question no 320 de M. Staf Neel du 15 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 320 van de heer Staf Neel van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Achat de nouvelles rames. — Protection contre les graffiti.

NMBS. — Aankoop van nieuwe treinstellen. — Bescherming tegen graffiti.

La SNCB a passé une commande supplémentaire de 70 voitures à double étage auprès des constructeurs de rames Bombardier, à Bruges, et Alstom, en France. Elle a en outre décidé de faire adapter 19 locomotives du type T27.

Door de NMBS werd een bijkomende bestelling van 70 dubbeldekrijtuigen geplaatst bij de Brugse producent van treinstellen Bombardier en de Franse sectorgenoot Alstom, alsmede de aanpassing van 19 locomotieven van het type T27.

1. Pourriez-vous faire examiner, à l’occasion de cette commande, s’il est possible de protéger ces nouvelles rames contre les graffitis de sorte qu’à l’avenir, leur enlèvement entraıˆne moins de frais ?

1. Naar aanleiding van het plaatsen van deze bestelling, kan u laten nagaan of deze nieuwe treinstellen niet kunnen beschermd worden tegen graffiti, zodat bij « vervuiling » door graffiti dit in de toekomst geen verdere grote kosten met zich brengt ?

2. Pour les commandes ultérieures de rames, la SNCB ne pourrait-elle pas exiger une telle protection contre les graffitis ? Ce critère ne devrait-il pas figurer dans le cahier des charges ?

2. Kan dit ook bij later te bestellen rijtuigen overwogen worden en misschien later in het bestek verwerkt worden ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 321 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 321 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :








2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8453







DO 2004200502444

DO 2004200502444

Question no 322 de M. Staf Neel du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 322 van de heer Staf Neel van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Aménagement d’une banque de données nationale relative aux tags.

NMBS. — Aanleg van een landelijke database inzake graffitispuiten.

Les tagueurs incommodent nombre de nos concitoyens ainsi que notre Compagnie nationale des chemins de fer belges (SNCB) qui considère que ses infrastructures et ses rames sont en quelque sorte sa carte de visite.

Heel wat burgers hebben last van graffitispuiters en dat is eveneens het geval voor de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Immers voor de spoorwegen zijn de infrastructuur en de treinstellen mede het visitekaartje van hun bedrijf.

Aux Pays-Bas, les chemins de fer se sont dotés d’une banque de données nationale. Et la police ferroviaire néerlandaise, qui est responsable de l’ordre et de la sécurité publics dans les gares et leurs environs, a mis au point, en collaboration avec le service « Nationale Recherche Informatie », un système numérique d’enregistrement des tags. Il s’agit d’une banque de données nationale comportant d’innombrables photographies de rames et de baˆtiments ayant subi ce type particulier de déprédations. Si cette banque de données a pu être constituée, c’est parce que les tagueurs sont souvent reconnaissables à leur signature ou aux paraphes qu’ils laissent sur leur « œuvre ». De cette façon, il est un peu plus facile de mettre la main dessus.

In Nederland beschikt de Nederlandse Spoorwegmaatschappij over een landelijke database. De Nederlandse spoorwegpolitie, welke verantwoordelijk is voor de openbare orde en veiligheid op en rond het station, heeft in samenwerking met de dient Nationale Recherche Informatie een digitaal graffitiregistratiesysteem ontwikkeld. Dit is een landelijke database met talrijke foto’s van treinstellen en gebouwen die beschadigd werden, omdat de verfvandalen vaak herkenbaar zijn door hun handtekening of paraafjes die zij achterlaten. Op deze manier kunnen ze iets makkelijker opgespoord worden.

Lorsque les coupables sont arrêtés, ils encourent une lourde peine.

Wanneer de daders worden opgepakt, hangt hem of haar een ernstige straf boven het hoofd.

Ainsi, les chemins de fer néerlandais peuvent contraindre les coupables à leur rembourser les frais nécessités par le nettoyage des rames endommagées et engendrés par leur mise hors service.

Zo kan de Nederlandse Spoorwegmaatschappij de kosten van de schoonmaak en het uit roulatie nemen van treinstellen op de daders verhalen.

Aux Pays-Bas, le ministère public a durci la lutte contre les tagueurs en les rangeant dans les catégories « organisation criminelle » et « association de malfaiteurs » de façon à investir des moyens plus importants pour les mettre hors d’état de nuire.

In Nederland heeft het openbaar ministerie de aanpak van deze graffitispuiters aangescherpt door ze als criminele organisatie, als criminele bende, aan te merken om zo zwaardere middelen in te zetten tegen deze graffitispuiters.

1. Les chemins de fer belges (SNCB) disposent-ils déjà d’une banque de données de ce genre ? ` combien s’élève le couˆt des moyens déjà 2. A employés pour remettre en état les rames et les infrastructures détériorées ?

1. Bestaat in Belgie¨ reeds zulk een databank tegen graffitispuiters bij de spoorwegen (NMBS) ?


2004

2. Wat is de kostprijs van de al aangewende middelen tot herstel van treinstellen en infrastructuur ?

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8454

` combien devrait s’élever le couˆt des répara3. A tions restant à effectuer ?

3. Wat is de geraamde kostprijs van datgene dat nog moet worden hersteld ?

4. Les coupables arrêtés ont-ils déjà remboursé la SNCB et, dans l’affirmative, pour quel montant ?

4. Is er al terugbetaling geweest bij het vatten van daders en welk bedrag werd reeds teruggevorderd ?

DO 2004200502452

DO 2004200502452

Question no 323 de M. Francis Van den Eynde du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 323 van de heer Francis Van den Eynde van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — Gare de Bruxelles-Midi. — Accompagnement des moins valides.

NMBS. — Zuidstation van Brussel. — Begeleiding van andersvaliden.

Il semblerait que le service de la gare de BruxellesMidi responsable de l’accompagnement des personnes aveugles, handicapées, etc. qui doivent prendre le train, serait ramené à une seule personne, ce qui est en fait très peu pour une gare de cette importance; les personnes concernées doivent dès lors souvent attendre longtemps avant que l’on vienne les chercher.

De dienst die in het Zuidstation van Brussel moet zorgen voor de begeleiding van blinden, gehandicapten, enzovoort die naar de trein moeten, zou gereduceerd zijn tot één persoon, wat in feite zeer weinig is voor een station van die grootte en dus met zich meebrengt dat de betrokken mensen vaak lang op begeleiding moeten wachten.

1. Pouvez-vous confirmer cette situation ?

1. Kan u dit bevestigen ?

2. Des mesures ont-elles été prises pour remédier à ce problème ?

2. Werden er maatregelen getroffen om dit probleem te verhelpen ?

DO 2004200502453

DO 2004200502453

Question no 324 de M. Patrick De Groote du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 324 van de heer Patrick De Groote van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

SNCB. — « Ticket on line ». — Violation de la législation linguistique.

NMBS. — « Ticket on line ». — Schending taalwetgeving.

Les clients néerlandophones qui achètent un titre de transport via la page web en langue néerlandaise reçoivent un billet uniquement rédigé en français.

Nederlandstalige klanten die een ticket kopen via het Nederlandstalige deel van de website krijgen een ééntalig Franstalig ticket.

Afin de rassurer ses clients, la SNCB leur recommande d’imprimer un « billet-test » via sa rubrique « Ticket on line ». Or, même celui-ci est exclusivement rédigé en français dans la partie néerlandophone du site, de même que les explications complémentaires concernant les conditions de validité d’un billet.

Om tevens de klanten te verzekeren raadt de NMBS via haar webstek aan een « testbiljet » af te drukken. Ook deze is op het Nederlandstalige deel van de site volledig Franstalig, inclusief de bijkomende uitleg betreffende de voorwaarden waaraan een geldig ticket moet voldoen.

1. Pour quelles raisons les billets achetés via la partie néerlandophone du site de la SNCB, ainsi que le « billet-test » et les explications y afférentes sont-ils rédigés exclusivement en français ?

1. Wat is de oorzaak dat tickets verkregen via het Nederlandstalige deel van de website van de NMBS, evenals het « testbiljet » en de bijbehorende uitleg volledig Franstalig zijn ?

2. Quels services sont responsables de cette violation de la législation linguistique ?

2. Welke diensten zijn verantwoordelijk voor deze schending van de taalwetgeving ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8455

3. Existe-t-il au sein de la SNCB des services chargés de veiller à l’application correcte de la législation linguistique et si oui, pourquoi ne sont-ils pas intervenus à temps ?

3. Zijn er bij de NMBS diensten die moeten toezien op de correcte toepassing van de taalwetgeving en zo ja, waarom is hier niet tijdig opgetreden ?

4. Dans quel délai la SNCB pense-t-elle pouvoir mettre un terme à cette violation de la législation linguistique ?

4. Op welke termijn ziet de NMBS deze schending van de taalwet weg te werken ?



DO 2004200502418

DO 2004200502418

Question no 402 de M. Guido De Padt du 15 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 402 van de heer Guido De Padt van 15 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Communes et zones ayant conclu un contrat de sécurité. — Enquête « Moniteur de sécurité ».

Gemeenten en zones met een veiligheidscontract. — Enquête « Veiligheidsmonitor ».

En 2004, l’enquête « Moniteur de sécurité » sera réalisée pour la cinquième fois et un moniteur local sera organisé dans 73 communes ayant conclu un contrat de sécurité et de prévention. Les communes ne devront rien payer à cet effet. Toutes les autres communes et toutes les autres zones de police peuvent y participer à condition qu’elles financent au moins 350 enquêtes terminées.

In 2004 zal voor de vijfde keer de enquête « Veiligheidsmonitor » worden verwezenlijkt en zal er een lokale monitor worden georganiseerd in de 73 gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract. Deze gemeenten hoeven daarvoor niets te betalen. Alle overige gemeenten en politiezones kunnen aansluiten mits eigen financiering van tenminste 350 afgewerkte enquêtes.

1. Combien de communes/zones ayant conclu un contrat de sécurité, et lesquelles, ont-elles élargi leur échantillon (outre le nombre d’enquêtes gratuites, qui est respectivement de 400 et 350) ? Quelle en est l’incidence financière pour les communes/zones concernées ?

1. Hoeveel en welke gemeenten/zones met een veiligheidscontract hebben, hun streekproef vergroot (boven de respectievelijk 400 en 350 gratis enquêtes) en wat is de financie¨le incidentie daarvan voor de betrokken gemeenten/zones ?

2. Combien de communes/zones n’ayant pas conclu de contrat de sécurité, et lesquelles, y ont participé ? Pour combien d’enquêtes ?

2. Hoeveel en welke gemeenten/zones zonder veiligheidscontract hebben zich aangesloten en voor hoeveel enquêtes ?

3. Quel est le couˆt à charge des autorités fédérales pour la réalisation du « Moniteur de sécurité » dans les 73 communes ayant conclu un contrat de sécurité ? Quel est le couˆt à charge de ces communes et des communes n’ayant pas conclu de contrat de sécurité ?

3. Hoeveel is de kostprijs die ten laste valt van de federale overheid voor het uitvoeren van de « Veiligheidsmonitor » in de 73 gemeenten met een veiligheidscontract en hoeveel is de kostprijs die deze gemeenten en de gemeenten zonder veiligheidscontract, zelf moeten dragen ?

4. Envisagez-vous de prendre partiellement ou totalement en charge les efforts budgétaires actuellement consentis par les communes/zones n’ayant pas conclu de contrat de sécurité ?

4. Overweegt u om de budgettaire inspanningen die de gemeenten/zones zonder veiligheidscontract nu moeten dragen, naar de toekomst toe te verlichten of over te nemen ?


2004

2005


1069

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8456

DO 2004200502438

DO 2004200502438

Question no 405 de M. Bart Laeremans du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 405 van de heer Bart Laeremans van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Ressortissants néerlandais. — Inscription dans les registres de la population.

Nederlandse ingezetenen. — Inschrijving in bevolkingsregisters.

Selon le magazine « Gorik », 35 % des 519 électeurs néerlandais enregistrés lors des dernières élections européennes seraient inscrits comme francophones dans les registres de la population de Bruxelles. Ce chiffre élevé s’explique par le fait que certaines communes ont tendance à considérer automatiquement les étrangers comme francophones.

Volgens het tijdschrift « Gorik » zou 35 % van de 519 geregistreerde kiezers uit Nederland bij de voorbije Europese verkiezingen in de Brusselse bevolkingsregisters zijn ingeschreven als Franstalig. Dit hoge cijfer heeft te maken met de vaste praktijk in sommige gemeenten, dat buitenlanders automatisch als Frans gemarkeerd worden.

Cela n’est évidemment pas sans conséquences pour la charge de travail du coˆté néerlandophone dans les communes concernées.

Vanzelfsprekend heeft dit gevolgen voor het Nederlandstalige werkvolume in de betrokken gemeenten.

1. Pouvez-vous confirmer qu’un pourcentage important des 5 326 ressortissants néerlandais est enregistré comme francophone ?

1. Kan u bevestigen dat inderdaad een ruim percentage van de 5 326 Nederlanders als Franstalig geregistreerd is ?

2. Quelles mesures envisagez-vous pour encourager les administrations communales à inscrire dorénavant les ressortissants néerlandais comme néerlandophones, sauf demande contraire expresse ?

2. Op welke wijze kan u er mee voor zorgen dat de gemeentebesturen de Nederlandse ingezetenen in de toekomst automatisch in het Nederlands inschrijven, tenzij uitdrukkelijk andersluidend verzoek ?

DO 2004200502441

DO 2004200502441

Question no 406 de M. Servais Verherstraeten du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 406 van de heer Servais Verherstraeten van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Nomination du Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides.

Benoeming van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatslozen.

Dans une question orale du 14 juillet 2004, je vous demandais déjà des éclaircissements concernant la procédure de nomination d’un nouveau Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides (question no 3391, Compte rendu intégral, Chambre, 2003-2004, commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique, 14 juillet 2004, COM333, p. 27).

In een mondelinge vraag van 14 juli 2004 vroeg ik u reeds veduidelijking rond de procedure van de benoeming van een nieuwe Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatslozen (vraag nr. 3391, Integraal Verslag, Kamer, 2003-2004, commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, 14 juli 2004, COM333, blz. 27).

1. Combien de candidats la commission de sélection a-t-elle retenus ?

1. Hoeveel kandidaten werden door de selectiecommissie uitgenodigd ?

2. Combien de candidats la commission de sélection a-t-elle classés dans les catégories « apte », « particulièrement apte » et « inapte » ?

2. Hoeveel kandidaten werden er « geschikt », « uiterst geschikt » en « minder geschikt » gerangschikt ?

3. Avez-vous déjà présenté un candidat au Conseil des ministres ?

3. Heeft u reeds een kandidaat aan de Ministerraad voorgedragen voor benoeming ?

4. Dans l’affirmative, dans quelle catégorie cette personne avait-elle été classée au stade de la sélection ?

4. Zo ja, wat was de rangschikking van deze persoon bij de selectie ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8457

DO 2004200502442

DO 2004200502442

Question no 407 de M. Melchior Wathelet du 18 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 407 van de heer Melchior Wathelet van 18 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Révision du mécanisme global de financement des zones de police locales.

Herziening van het gehele financieringsmechanisme van de lokale politiezones.

Il y a deux ans, le gouvernement et vous-même vous étiez engagés à revoir le mécanisme global de financement des zones de polices locales, et à couler le nouveau mécanisme ainsi révisé dans une loi de financement. ` ce jour, cette révision n’est toujours pas interveA nue. Un groupe de travail serait bien constitué mais ses travaux seraient immobilisés depuis janvier 2004. Les dysfonctionnements déjà dénoncés du Secrétariat social de la police intégrée structurée à deux niveaux (SSGPI) et par le Service central des dépenses fixes (SCDF) seraient à la base de cette carance. L’absence de calculs du Service central des dépenses fixes ne permet pas d’établir les comptes zonaux. Je vous rappelle que ceux de 2003, voir de 2002, sont toujours attendus, et l’absence de chiffres officiels des dépenses zonales empêche la réévaluation du mécanisme de financement.

Twee jaar geleden verbonden de regering en uzelf zich ertoe het globale financieringsmechanisme van de lokale politiezones te herzien, en het aldus herwerkte mechanisme in een financieringswet te gieten.

L’actuel mécanisme de financement des zones de police locales reste donc d’application, et comme ce mécanisme est limité à la situation budgétaire des dites zones sans tenir compte de la situation des communes au sein de celles-ci, l’arrêté royal dit « 60-20-20 » reste nécessaire pour fixer l’intervention communale minimale au sein des zones de polices pluri-communales. En conséquence, certaines de celles-ci, dont la zone 5281 de Basse-Meuse qui regroupe les communes de Bassenge, Visé, Dalhem, Juprelle, Blégny et Oupeye, se débattent tout simplement à l’heure actuelle, pour leur survie financière.

Intussen blijft het bestaande financieringsmechanisme van de lokale politiezones dus van kracht, en omdat dat mechanisme zich beperkt tot de budgettaire toestand van de zones en geen rekening houdt met de situatie van de gemeenten in die zones, moet men op het zogenaamde « 60-20-20 »-KB blijven terugvallen om de minimale gemeentelijke bijdrage in de meergemeentezones te bepalen. Als gevolg daarvan hebben sommige meergemeentezones, waaronder zone 5281 (Basse-Meuse), met de gemeenten Bassenge, Blégny, Dalhem, Juprelle, Oupeye en Wezet, nu de grootste moeite om het hoofd boven water te houden.

Lors du « superconseil » des ministres « Police et Justice » des 30 et 31 mars 2004, le gouvernement et vous-même avez réitéré votre engagement d’instaurer un fonctionnement normal du SSGPI et du SCDF. Vous avez également réitéré votre engagement de revoir, dans les meilleurs délais, le mécanisme global de financement des zones de police locales.

Tijdens de bijzondere ministerraad van 30 en 31 maart 2004 over het thema « Justitie en Politie » herhaalden de regering en uzelf uw belofte om voor een terdege functionerende SSGPI en CDVU te zorgen, en om het globale financieringsmechanisme van de lokale politiezones zo spoedig mogelijk te herzien.

1. Pourriez-vous communiquer l’état actuel des travaux du groupe de travail mis en place dans le contexte de la révision du mécanisme global de financement des zones de police locales ?

1. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de werkzaamheden van de werkgroep die opgericht werd met het oog op de herziening van het globale financieringsmechanisme van de lokale politiezones ?

2. Est-il bien exact que les travaux de ce groupe sont immobilisés depuis janvier 2004 et pourriez-vous communiquer si la faute en incombe aux dysfonctionnements du SSGPI et du SCDF ?

2. Klopt het dat die werkgroep sinds januari 2004 stilligt, en is dat inderdaad te wijten aan disfuncties bij het SSGPI en de CDVU ?


2004

Dat is evenwel nog altijd niet gebeurd. Er zou wel een werkgroep zijn ingesteld, maar die zou sinds januari 2004 weer stilliggen. Reeds eerder aan de kaak gestelde disfuncties bij het Sociaal Secretariaat van de geı¨ntegreerde politie (SSGPI) en de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven (CDVU) zouden aan deze slofheid ten grondslag liggen. Zonder de berekeningen van de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven kunnen de zonerekeningen niet worden opgemaakt. Ik breng u in herinnering dat de rekeningen van 2003 en zelfs die van 2002 nog steeds op zich laten wachten, en zonder officie¨le cijfers met betrekking tot de uitgaven van de zones kan het financieringsmechanisme niet opnieuw gee¨valueerd worden.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8458

3. Dans l’affirmative, avez-vous pris des mesures pour y remédier et si oui, lesquelles ?

3. Zo ja, heeft u de nodige maatregelen genomen om de situatie recht te trekken, en zo ja, welke maatregelen ?

4. Une révision du mécanisme global de financement des zones de police locales pourra-t-elle encore être effective en 2004, alors qu’un nouveau retard aurait incontestablement des conséquences désastreuses sur la viabilité financière de plusieurs zones de police locales du Royaume ?

4. Kan een herziening van het globale financieringsmechanisme van de lokale politiezones nog in 2004 haar beslag krijgen (een nieuw uitstel zou ontegenzeglijk rampzalige gevolgen hebben voor het financie¨le overleven van verscheidene lokale politiezones in ons land) ?

DO 2004200502443

DO 2004200502443

Question no 408 de M. Melchior Wathelet du 18 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 408 van de heer Melchior Wathelet van 18 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Police fédérale. — Suppression de plusieurs actions planifiées durant les nuits et les week-ends. — Raisons budgétaires.

Federale politie. — Afgelasting van verscheidene geplande nachtelijke en weekendacties. — Budgettaire redenen.

Il me revient que plusieurs actions de police planifiées durant les nuits et les week-end ont été supprimées en cette fin d’année 2004 au niveau de la police fédérale, et ce pour des raisons exclusivement budgétaires.

Naar verluidt worden verscheidene nachtelijke en weekendacties die de federale politie voor de eindejaarsperiode 2004 gepland had, om louter budgettaire redenen geschrapt.

1. Confirmez-vous que des raisons exclusivement budgétaires ont amené la police fédérale à devoir supprimer purement et simplement des actions de police durant les nuits et les week-end et, dans l’affirmative, combien et sur quelles matières portaient celles-ci ?

1. Kan u bevestigen dat de federale politie om louter budgettaire redenen een aantal politieacties ’s nachts en tijdens het weekend heeft moeten schrappen, en zo ja, hoeveel politieacties werden er afgelast en wat was het doel van die acties ?

2. Confirmez-vous également que le budget de la police fédérale pour l’année 2005 sera déjà entamé en novembre 2004 ?

2. Kan u eveneens bevestigen dat de begroting van de federale politie voor het jaar 2005 al in november 2004 aangesproken zal worden ?

DO 2003200421876

DO 2003200421876

Question no 409 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 409 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Nombre de contrats de vie commune conclus.

Aantal gesloten samenlevingscontracten.

La loi du 23 novembre 1998 instaurant la cohabitation légale permet, depuis le 1er janvier 2000, d’officialiser les différentes formes de cohabitation. Il peut être mis fin à la cohabitation légale, soit de commun accord par les cohabitants, soit unilatéralement par l’un des cohabitants au moyen d’une déclaration écrite qui est remise contre récépissé à l’officier de l’état civil.

Aan de verschillende vormen van samenwoning kan sinds 1 januari 2000, sedert het van kracht gaan van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning een officieel karakter worden gegeven door de invoering van de wettelijke samenwoning. De wettelijke samenwoning kan worden beeïndigd hetzij in onderlinge overeenstemming door de samenwonenden, hetzij eenzijdig door één van de samenwonenden door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8459

1. Combien de contrats de vie commune ont-ils été conclus depuis l’entrée en vigueur de la loi susmentionnée du 23 novembre 1998 soit depuis le 1 er janvier 2000, en Flandre, en Wallonie et en Région bruxelloise :

1. Hoeveel samenlevingscontracten werden sinds het in werking treden van de voornoemde wet van 23 november 1998, dus sinds 1 januari 2000, gesloten in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brusselse Gewest :

a) en 2000;

a) in 2000;

b) en 2001;

b) in 2001;

c) en 2002;

c) in 2002;

d) en 2003 ?

d) in 2003 ?

2. Combien de ces contrats de vie commune ont-ils déjà été résiliés officiellement en Flandre, en Wallonie et en Région bruxelloise :

2. Hoeveel van deze samenlevingscontracten werden al officieel beeïndigd in Vlaanderen, Wallonie¨ en het Brusselse Gewest :

a) en 2000;

a) in 2000;

b) en 2001;

b) in 2001;

c) en 2002;

c) in 2002;

d) en 2003 ?

d) in 2003 ?

DO 2004200502465

DO 2004200502465

Question no 411 de M. Stijn Bex du 20 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : E´tablissement d’un procès-verbal lors d’incidents dans lesquels un fonctionnaire de police est lui-même partie.

Vraag nr. 411 van de heer Stijn Bex van 20 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Dans son rapport annuel 2003, le Comité permanent P fait observer qu’il a reçu plusieurs plaintes de citoyens dénonçant le fait que des fonctionnaires de police dressent un procès-verbal pour des faits de roulage dans lesquels ils sont eux-mêmes parties (p. 163-164), ce qui susciterait un soupçon de partialité, alors que l’article 62, alinéa 1er, de la loi relative à la police de la circulation routière attache une force probante aux procès-verbaux établis par les agents de l’autorité qualifiés.

Het Vast Comité P meldt in zijn jaarverslag 2003 dat het verschillende klachten ontving waarbij burgers zich beklagen over het feit dat politieambtenaren in verkeerszaken waarin zij zelf betrokken partij zijn, proces-verbaal opstellen (blz. 163-164). Dit zou aanleiding geven tot een vermoeden van partijdigheid, terwijl artikel 62, eerste lid, van de verkeerswet een bijzondere bewijskracht hecht aan de processenverbaal opgesteld door bevoegde overheidspersonen.

Un arrêt du 14 juillet 1997 de la Cour d’arbitrage (arrêt no 48/97) précise que cette force probante particulière n’est pas valable lorsque le verbalisant « est personnellement concerné par les faits ».

Een arrest van 14 juli 1997 van het Arbitragehof (arrest nr. 48/97) vermeldt dat deze bijzondere bewijskracht niet geldt wanneer de verbalisant « persoonlijk betrokken is bij de feiten ».

Quelques imprécisions subsistent toutefois.

Opstellen van een proces-verbaal bij voorvallen waarbij een politieambtenaar zelf betrokken is.

Toch zijn er nog enkele onduidelijkheden.

1. Que convient-il d’entendre par les termes « personnellement concerné par les faits » ?

1. Wat wordt er verstaan onder « persoonlijk betrokken bij de feiten » ?

2. a) Les fonctionnaires de police (en service ou en dehors de leur service) peuvent-ils peuvent-ils dresser un procès-verbal pour des faits de roulage dans lesquels ils sont eux-mêmes parties ?

2. a) Mogen politieambtenaren (in dienst of buiten dienst) in verkeerszaken waarbij zij zelf betrokken partij zijn, een proces-verbaal opstellen ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8460

b) Quid si un membre de leur famille est partie dans ce fait de roulage ?

b) Wat indien een familielid betrokken partij is ?

3. Disposez-vous de chiffres relatifs au nombre de procès-verbaux qui ont été dressés au cours des années précédentes par des fonctionnaires de police pour des faits de roulage dans lesquels ils étaient eux-mêmes parties.

3. Heeft u cijfers over het aantal processen-verbaal die de afgelopen jaren werden opgesteld door politieambtenaren in verkeerszaken waarbij zij zelf betrokken partij waren ?

4. a) Les fonctionnaires de police (en service ou en dehors de leur service) peuvent-ils dresser un procès-verbal pour des faits autres que des faits de roulage dans lesquels ils sont eux-mêmes parties ?

4. a) Mogen politieambtenaren (in dienst of buiten dienst) in andere dan verkeerszaken waarbij zij zelf betrokken partij zijn, een proces-verbaal opstellen ?

b) Quid si un membre de leur famille est partie dans ce fait ?

b) Wat indien een familielid betrokken partij is ?

5. Disposez-vous de chiffres relatifs au nombre de procès-verbaux qui ont été dressés au cours des années précédentes par des fonctionnaires de police pour des faits autres que des faits de roulage dans lesquels ils étaient eux-mêmes parties.

5. Heeft u cijfers over het aantal processen-verbaal die de afgelopen jaren werden opgesteld door politieambtenaren in andere dan verkeerszaken waarbij zij zelf betrokken partij waren ?

6. Si des imprécisions devaient subsister en ce qui concerne les problèmes susmentionnés, seriez-vous disposé à édicter des directives contraignantes en la matière ?

6. Indien er over de aangehaalde problemen onduidelijkheid blijft bestaan, bent u bereid hierover dwingende richtlijnen uit te vaardigen ?

DO 2004200502466

DO 2004200502466

Question no 412 de M. Dylan Casaer du 20 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 412 van de heer Dylan Casaer van 20 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Police fédérale. — Directives données aux policiers en ce qui concerne leurs relations avec la presse et leur participation à des émissions de radio et de télévision.

Federale politie. — Richtlijnen voor politiemensen ten aanzien van perscontacten en deelname aan radioen tv-uitzendingen.

Le thème de la « Sécurité routière » a été abordé dans l’émission de la VRT « De Leeuwenkuil » (La fosse aux lions) du 21 septembre 2004 à laquelle participait notamment M. Philip van Hamme, président du syndicat policier NSPV et membre lui-même de la police fédérale.

In het VRT-programma « De Leeuwenkuil » van 21 september 2004 kwam het onderwerp « verkeersveiligheid » aan bod. Een van de deelnemers aan het debat was de heer Philip van Hamme, voorzitter van de politievakbond NSPV, tevens zelf lid van de federale politie.

Or les points de vue adoptés par cette personne au cours de ladite émission de télévision allaient tout à fait à contre-courant de la politique suivie ces dernières années en matière de sécurité routière.

De standpunten die deze persoon tijdens deze TVuitzending innam stonden haaks op het verkeersbeleid van de voorbije jaren.

En effet, il a évoqué entre autres : les radars qui, selon lui, servent uniquement à remplir la caisse de l’E´tat et celle des communes; les amendes dont l’unique fonction est de subtiliser l’argent des usagers; les policiers qui sont évalués en fonction du nombre d’amendes infligées. Mais le bouquet, c’était sa conception de la notion de « vitesse inadaptée » : un

Hij had het onder meer over : flitspalen die enkel bedoeld waren om de staatskas en de kas van de gemeenten te spijzen, boetes enkel bedoeld om het geld uit de zakken van de mensen te kloppen, politiemensen die gee¨valueerd worden op het aantal uitgeschreven boetes. Klap op de vuurpijl was echter zijn visie op « onaangepaste snelheid » : iemand die in een stadscen-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8461

automobiliste qui roule à 40 km/h dans le centre-ville alors qu’il est autorisé à rouler à 50 km/h représente, à l’en croire, un plus grand danger qu’un conducteur qui fait du 160 km/h sur l’autoroute.

trum 40 km/uur rijdt waar hij 50 mag rijden, kon gevaarlijker zijn dan 160 km/u rijden op de snelweg.

1. La police fédérale était-elle informée au préalable de la participation de M. Van Hamme à l’émission de télévision « De Leeuwenkuil » ?

1. Was de federale politie vooraf in kennis van de deelname van de heer van Hamme aan het tvprogramma « De Leeuwenkuil » ?

2. a) Les supérieurs hiérarchiques de M. Van Hamme lui ont-ils fait comprendre clairement que ses déclarations n’étaient pas conformes à la politique suivie par la police fédérale qui est tout de même, faut-il le rappeler, l’employeur de M. Van Hamme ?

2. a) Werd er naar aanleiding van de heer Van Hamme aan voornoemd tv-programma, door zijn oversten, aan de heer Van Hamme duidelijk gemaakt dat zijn uitlatingen niet strookten met het beleid van de federale politie, die uiteindelijk toch zijn werkgever is ?

b) Lui ont-ils donné un avertissement ou infligé une sanction ?

b) Kreeg hij een waarschuwing of andere sanctie ?

3. Existe-t-il au sein de la police fédérale des directives destinées aux policiers et ayant trait à leurs relations avec la presse et leur participation à des émissions de radio ou de télévision qui concernent leur profession ?

3. Bestaan er binnen de federale politie richtlijnen voor de politiemensen ten aanzien van perscontacten, hun deelname aan radio/tv-uitzendingen, die verband houden met hun beroep ?



DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 123 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 123 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :








2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8462







Ministre de la Défense


DO 2004200502419

DO 2004200502419

Question no 125 de M. Staf Neel du 15 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 125 van de heer Staf Neel van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Peinture radioactive à des fins militaires.

Radioactieve verf voor militaire doeleinden.

Après la seconde guerre mondiale, plusieurs pays d’Europe ont utilisé de la peinture phosphorescente radioactive pour rendre des instruments d’appareils militaires lisibles dans l’obscurité. De ce fait, des soldats ont été exposés pendant des années à des doses dangereuses de rayonnement radioactif. En Allemagne, une enquête parlementaire sera bientoˆt menée sur la question.

In verschillende Europese landen werd na WOII oplichtende radioactieve verf gebruikt om instrumenten in militaire toestellen leesbaar te houden bij duisternis. Als gevolg hiervan zijn soldaten jarenlang blootgesteld aan gevaarlijke dosissen radioactieve straling. In Duitsland komt binnenkort hierover een parlementair onderzoek.

1. a) L’armée belge a-t-elle déjà utilisé de la peinture radioactive sur et dans des appareils militaires ?

1. a) Heeft het Belgisch leger ooit gebruik gemaakt van radioactieve verf op en in militaire toestellen ?

b) Utilise-t-elle toujours ce type de peinture ?

b) Gebruikt zij de verf nog steeds ?

c) Utilise-t-elle toujours des appareils ayant reçu une couche de peinture radioactive ?

c) Gebruikt zij nog steeds toestellen die met radioactieve verf zijn beschilderd ?

2. a) Qu’a-t-on fait des résidus de peinture radioactive ?

2. a) Wat is er gebeurd met de resten radioactieve verf ?

b) Y a-t-il encore de la peinture radioactive entreposée dans des domaines militaires ?

b) Ligt er nog radioactieve verf opgeslagen op militaire domeinen ?

3. a) Qu’est-il advenu des appareils militaires déclassés qui avaient reçu une couche de peinture radioactive ?

3. a) Wat is er gebeurd met afgeschreven militaire toestellen die beschilderd zijn met radioactieve verf ?

b) Ont-ils été démantelés conformément à la loi ?

b) Zijn deze conform de wet ontmanteld ?

c) Le public peut-il entrer en contact avec de tels appareils, par exemple dans des musées, etc. ?

c) Komt het publiek in contact met dergelijke toestellen in musea, enzovoort ?

4. a) Avez-vous eu connaissance de plaintes de soldats liées à une exposition à de la peinture radioactive ?

4. a) Zij er klachten van soldaten bekend die mogelijk het gevolg zijn van blootstelling aan radioactieve verf ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8463

b) Le département de la Défense a-t-il déjà réalisé une étude sur les effets de la peinture radioactive sur la santé des soldats ?

b) Is er vanuit Landsverdediging reeds een onderzoek ingesteld naar de gevolgen van radioactieve verf op de gezondheid van de soldaten ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 126 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 126 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Landsverdediging :







DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 127 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 127 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :












2004

2005


1070

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8464



Ministre de l’Ećonomie, ´ de l’Energie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique

Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Ećonomie

Economie

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 160 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 160 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :














2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8465

Eńergie

Energie

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 69 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 69 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :













Politique scientifique

Wetenschapsbeleid

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 28 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique :

Vraag nr. 28 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid :

Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature,



2004

Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8466

les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ». 1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ? 2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ?

Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten. 1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ? 2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 29 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique : Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc. 1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ? b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ? 2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ? 3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?

Vraag nr. 29 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid : Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit. Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij. 1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ? b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ? 2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?



Affaires sociales

Sociale Zaken


DO 2004200502420

DO 2004200502420

Question no 176 de Mme Anne Barzin du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Allocations de naissance octroyées pour des enfants mort-nés. L’article 73bis, § 1er, alinéa 2, des lois coordonnées du 19 décembre 1939 relatives aux allocations familia-

Vraag nr. 176 van mevrouw Anne Barzin van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Toekenning van kraamgeld voor doodgeboren kinderen. Artikel 73bis, § 1, tweede lid van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8467

les pour travailleurs salariés prévoit que « l’allocation de naissance est également accordée s’il n’existe aucun droit aux allocations familiales en vertu des présentes lois, à condition qu’il s’agisse d’un enfant à propos duquel un acte de déclaration d’enfant sans vie a été établi par l’officier de l’état civil ».

kinderbijslag voor loonarbeiders bepaalt : « het kraamgeld wordt ook verleend indien geen recht op kinderbijslag krachtens deze wetten bestaat, op voorwaarde dat het een kind betreft waarvoor een akte van aangifte van een levenloos kind werd opgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand ».

1. Disposez-vous de données statistiques concernant l’octroi de ces allocations de naissance pour des enfants mort-nés ?

1. Beschikt u over statistische gegevens met betrekking tot de toekenning van kraamgeld voor doodgeboren kinderen ?

2. Pourriez-vous évaluer la proportion des demandes d’allocation pour ce type de naissance par rapport au nombre effectif des enfants mort-nés ?

2. Kan u een raming geven van het aantal aanvragen voor kraamgeld voor doodgeboren kinderen in verhouding tot het effectief aantal doodgeboren kinderen ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 177 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 177 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :







DO 2004200502432

DO 2004200502432

Question no 178 de Mme Maggie De Block du 15 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 178 van mevrouw Maggie De Block van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Adaptation du système de sécurité sociale au travail à domicile.

Afstemming van het sociale zekerheidsstelsel op het thuiswerk.

Lors du Conseil des ministres des 16 et 17 janvier 2004 à Gembloux, le gouvernement a décidé de donner ` aux travailleurs à domicile un statut à part entière. A cette fin, il a programmé l’élaboration d’un cadre juridique cohérent à la fois adapté aux réalités du travail à domicile et offrant les garanties nécessaires tant du point de vue de la protection de l’emploi que sous l’angle de la protection de la vie privée.

Tijdens de tweedaagse Ministerraad van 16 en 17 januari 2004 in Gembloers besliste de regering om de thuiswerkers een volwaardige plaats te geven. Er werd vooropgesteld dat er een sluitend juridisch kader zou komen voor een thuiswerker aangepast aan de realiteit van dit thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy.

Le gouvernement a duˆ résoudre toute une série d’autres problèmes tels que l’adaptation du système de

Er stelden zich nog een aantal knelpunten, zoals onder meer de afstemming van het sociale zekerheids-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8468

sécurité sociale au travail à domicile. Les parastataux concernés et le Conseil national du travail (CNT) devaient plancher sur ces difficultés.

stelsel op het thuiswerk. Die knelpunten zouden de betrokken parastatale instellingen en de Nationale Arbeidsraad (NAR) onderzoeken.

1. a) Le CNT et les parastataux concernés ont-ils déjà examiné la question de l’adaptation du système de sécurité sociale au travail à domicile ?

1. a) Hebben de NAR en de betrokken parastatale instellingen reeds onderzoek verricht naar de afstemming van het sociale zekerheidsstelsel op het thuiswerk ?

b) Dans l’affirmative, à quelles conclusions sont-ils parvenus et quelles recommandations ont-ils formulées ?

b) Zo ja, welke waren hun conclusies en aanbevelingen ?

c) Dans la négative, quand enjoindrez-vous à vos services de réaliser cette analyse ?

c) Zo neen, op welke termijn zal u opdracht geven om dit onderzoek alsnog te laten verrichten ?

2. Quelles mesures concrètes comptez-vous prendre pour adapter le système de sécurité sociale au travail à domicile ?

2. Welke concrete maatregelen neemt u om het sociale zekerheidsstelsel op het thuiswerk af te stemmen ?

3. Quand pouvons-nous espérer un règlement définitif et son exécution complète ?

3. Op welke termijn mogen wij een definitieve regeling, inclusief volledige uitvoering ervan, verwachten ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 180 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 180 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :














2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8469

DO 2004200502440

DO 2004200502440

Question no 181 de M. Guido De Padt du 18 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 181 van de heer Guido De Padt van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Organisations syndicales. — Fonctionnaires détachés. — Indemnités complémentaires. — Cotisations de sécurité sociale.

Syndicale organisaties. — Gedetacheerde ambtenaren. — Aanvullende vergoedingen. — Socialezekerheidsbijdragen.

Il me revient que les indemnités complémentaires versées par les organisations syndicales aux fonctionnaires détachés par les pouvoirs publics ne sont pas soumises aux cotisations de sécurité sociale. Cette situation se justifierait par l’absence de contrat de travail entre le fonctionnaire détaché et le syndicat auprès duquel il est détaché. L’absence de contrat de travail signifierait dès lors qu’aucun salaire n’est versé et qu’aucune cotisation sociale n’est ainsi due. Les fonctionnaires concernés sont dès lors pénalisés au niveau de la constitution de leurs droits à la pension. Cette situation contraste avec la volonté du gouvernement de soumettre les jetons de présence des administrateurs publics à la sécurité sociale.

Vastgesteld wordt dat de aanvullende vergoedingen die de syndicale organisaties uitkeren aan de door de overheid gedetacheerde ambtenaren, niet aan socialezekerheidsbijdragen worden onderworpen. Men motiveert dit op grond van het feit dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen de gedetacheerde en de vakbond waarnaar hij gedetacheerd werd : het gebrek aan arbeidsovereenkomst zou betekenen dat er geen loon wordt uitbetaald, zodat ook geen sociale bijdragen verschuldigd zijn. De betrokken ambtenaren missen aldus een stuk pensioenopbouw. Een en ander staat in contrast met de intentie van de regering om de zitpenningen van overheidsbestuurders aan de sociale zekerheid te onderwerpen.

1. Combien de fonctionnaires fédéraux, ventilés par SPF et par roˆle linguistique, ont-ils été détachés auprès d’une organisation syndicale (données les plus récentes) ?

1. Hoeveel federale ambtenaren, opgesplitst per FOD en per taalrol zijn naar een syndicale organisatie gedetacheerd (meest recente gegevens) ?

2. Si les indemnités complémentaires accordées aux fonctionnaires en question étaient soumises à la sécurité sociale, à quel montant sont estimées les recettes qui en découleraient pour la caisse de sécurité sociale ?

2. Op hoeveel wordt de opbrengst voor de sociale zekerheidskas geraamd indien de aan deze ambtenaren uitgekeerde aanvullende vergoedingen aan de sociale zekerheid zouden worden onderworpen ?

3. Sur la base de quel fondement légal ou juridique aucune cotisation sociale n’est-elle prélevée sur les indemnités complémentaires susvisées ?

3. Op grond van welke wettelijke motieven en/of rechtsgronden worden geen sociale bijdragen geheven op voormelde aanvullende vergoedingen ?

DO 2004200502461

DO 2004200502461

Question no 182 de M. Hendrik Daems du 19 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 182 van de heer Hendrik Daems van 19 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

« Pc-Privé ». — Cotisations de sécurité sociale.

« Pc-Privé ». — Socialezekerheidsbijdragen.

La loi-programme du 24 décembre 2002 pose les principes d’une exonération de paiement du précompte professionnel lorsque l’employeur intervient dans l’achat par le travailleur d’un ensemble informatique, avec périphériques et imprimante, une connexion à l’internet et son abonnement, ainsi que des logiciels de gestion, dans le cadre d’un projet organisé par l’employeur.

In de programmawet van 24 december 2002 werden de principes ingevoerd van een vrijstelling van betaling van bedrijfsvoorheffing ingeval de werkgever tegemoetkomt in de aankoopprijs die de werknemer betaalt voor de aankoop van een geheel van pc, randapparatuur en printer, internetaansluiting en internetabonnement, alsook de voor de bedrijfsvoering dienstige software, in het kader van een door de werkgever georganiseerd plan.

Le régime fiscale concernant le « pc-privé » a été consigné dans l’arrêté royal du 25 mars 2003 modifiant

De fiscale regeling betreffende « pc-privé » werd geregeld in het koninklijk besluit van 25 maart 2003


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8470

l’AR/CIR 1992 fixant la date d’entrée en vigueur de l’article 396 de la loi-programme du 24 décembre 2002.

tot wijziging van het KB/WIB 1992 en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 396 van de programmawet van 24 december 2002.

L’arrêté royal du 27 avril 2004 modifiant l’arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs (...), définit à présent les conditions que doivent remplir les projets pc-privé afin de bénéficier d’une exonération du paiement des cotisations de sécurité sociale.

Het koninklijk besluit van 27 april 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (...), bepaalt nu de voorwaarden waaraan de pcprivéplannen moeten voldoen opdat geen sociale zekerheidsbijdragen geheven zouden worden.

Il ressort des deux arrêtés royaux que le régime est pratiquement entièrement harmonisé aussi bien sur le plan fiscal que sur le plan social. Sur ce dernier plan, il subsiste encore une incertitude en ce qui concerne le fait de savoir si le montant de 1 250 euros doit être indexé ou non. Par analogie avec le régime sur le plan fiscal, on peut supposer que ce montant de 1 250 euros est indexé.

Uit beide koninklijke besluiten blijkt dat de regeling op fiscaal en sociaal vlak quasi volledig geharmoniseerd is. Enige onduidelijkheid blijft nog omtrent het feit of het bedrag van 1 250 euro moet geı¨ndexeerd worden voor wat betreft de regeling op sociaal vlak. Naar analogie met de regeling op fiscaal vlak kan waarschijnlijk verondersteld worden dat dit bedrag van 1 250 euro geı¨ndexeerd wordt.

Le montant maximum de 1 250 euros, dont il est question à l’article 1er de l’arrêté royal susmentionné du 27 avril 2004, est-il indexé comme c’est le cas dans le cadre du régime fiscal ?

Wordt het maximumbedrag van 1250 euro, waarvan sprake is in artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 27 april 2004 geı¨ndexeerd naar analogie met de fiscale regeling ?

DO 2003200432304

DO 2003200432304



Initiatives en matière d’accueil étendu de l’enfance.

Initiatieven van verruimde kinderopvang.

Dans la province du Limbourg, l’accueil étendu de l’enfance se révèle un franc succès. Ce système permet l’accueil des enfants de 5 h 30 à 23 heures. Initialement l’objet d’une pluie de critiques négatives, il s’avère aujourd’hui, après deux années de mise en œuvre, ne pas être aussi peu convivial pour l’enfant qu’on le pensait au départ. Au contraire, on n’a pas assisté à des pratiques d’« abandon » des enfants par leurs parents. Les parents en retirent également un avantage considérable à tel point que 30 % d’entre eux ont eu le temps de trouver un nouvel emploi et de mieux combiner travail et famille. Dans l’intervalle, l’initiative a été répétée dans treize centres urbains flamands et la province du Limbourg envisage un projet similaire pour les enfants de neuf à onze ans.

In de provincie Limburg blijkt de verruimde kinderopvang een groot succes. In dat systeem kunnen kinderen vanaf 5.30 uur ’s morgens tot 23 uur ’s avonds opgevangen worden. Aanvankelijk regende het negatieve kritieken op het systeem, maar na twee jaar werking is gebleken dat het helemaal niet zo kindonvriendelijk is als eerst gedacht. Integendeel, praktijken waarbij ouders hun kinderen zouden « dumpen » zijn uitgebleven. Ook de ouders voelden er zich enorm mee geholpen, zelfs in die mate dat 30 % van de ouders de tijd kreeg een nieuwe job te vinden en werk en gezin beter te combineren. Intussen kreeg het initiatief navolging in dertien Vlaamse centrumsteden en plant de provincie Limburg een gelijkaardig initiatief voor negen- tot elfjarigen.

Les résultats positifs en termes de combinaison de la vie professionnelle et de la vie familiale ainsi qu’en termes d’emploi correspondent à un objectif important du Fonds des équipements et services collectifs (FESC). E´tant donné que l’accueil de jour est géré par les communautés et qu’en Flandre à tout le moins, l’accueil extrascolaire des enfants est également de

De positieve resultaten op het vlak van de combinatie werk en gezin, alsook op de tewerkstelling, corresponderen met een belangrijke doelstelling van het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten (FCUD). Aangezien de dagopvang door de gemeenschappen wordt behartigd en de buitenschoolse kinderopvang, althans in Vlaanderen, ook meer en meer door de


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8471

plus en plus développé par les communautés, la stimulation de l’accueil flexible étendu de l’enfance paraıˆt une mission appropriée pour le FESC.

gemeenschappen wordt uitgebreid, lijkt het stimuleren van de verruimde flexibele kinderopvang een aangewezen opdracht voor het FCUD.

1. Que pensez-vous des initiatives en matière d’accueil étendu de l’enfance ?

1. Hoe staat u tegenover initiatieven van verruimde kinderopvang ?

2. Planifiez-vous une concertation avec la province du Limbourg afin d’avoir une meilleure vue sur les expériences de la province en matière d’accueil étendu de l’enfance ?

2. Plant u een overleg met de provincie Limburg teneinde een beter zicht te krijgen op de ervaringen van de provincie met het initiatief van verruimde kinderopvang ?

3. Envisagez-vous de prendre des initiatives à court terme pour stimuler davantage l’accueil étendu de l’enfance par l’intermédiaire du FESC ?

3. Overweegt u op korte termijn initiatieven te nemen om de verruimde kinderopvang via het FCUD verder te stimuleren ?

4. Envisagez-vous de tenir compte du fait que de telles initiatives sont non seulement nécessaires dans les grandes villes et les centres urbains, mais également dans de plus petites communes ?

4. Overweegt u rekening te houden met het feit dat dergelijke initiatieven niet alleen noodzakelijk zijn in grote- en centrumsleden, maar ook in kleinere gemeenten ?

5. a) Prévoyez-vous des initiatives spécifiques en matière d’accueil étendu de l’enfance dans le cadre du budget qui vous a été attribué lors du superConseil des ministres de Raversijde ?

5. a) Voorziet u binnen het budget dat u werd toegekend tijdens de superministerraad van Raversijde specifieke initiatieven voor verruimde kinderopvang ?

b) Dans l’affirmative, quelles sont-elles et quel en est le budget ?

b) Zo ja, welke initiatieven en welk budget ?

DO 2004200502470

DO 2004200502470



Refinancement de la sécurité sociale.

Herfinanciering van de sociale zekerheid.

Dans une interview accordée au quotidien « De Tijd » le 18 octobre 2004, le ministre des Affaires sociales et de la Santé publique déclare que le budget de la sécurité sociale devrait afficher un excédent de 218 millions d’euros en 2005. En outre, il attribue aux partenaires sociaux la responsabilité de formuler des propositions pour un refinancement structurel de la sécurité sociale. Pour couronner le tout, le ministre ajoute encore qu’il ne croit pas que de nouvelles décisions seront encore prises durant cette législature. Selon lui, le refinancement de la sécurité sociale pourrait figurer dans l’accord de gouvernement d’une prochaine législature. Dans une interview accordée aux quotidiens de la maison d’édition « Regionale Uitgeversgroep (RUG) » les 16 et 17 octobre 2004, la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs déclare que nous ne pouvons plus rester sans réagir en matière de refinancement de la sécurité sociale. Le temps presse et il conviendrait, au prin-

De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid stelt in een interview met De Tijd op 18 oktober 2004 dat de sociale zekerheid afstevent op een overschot van 218 miljoen euro in 2005. Daarenboven legt hij de verantwoordelijkheid voor het formuleren van voorstellen over een structurele herfinanciering van de sociale zekerheid bij de sociale partners. Als klap op de vuurpijl voegt de minister eraan toe dat hij niet gelooft dat er in deze legislatuur nog beslissingen zullen worden genomen. « In een volgende regeerperiode kan de herfinanciering van de sociale zekerheid dan in het regeerakkoord worden opgenomen », luidt het. Blijkens een interview in de RUG-kranten op 16-17 oktober 2004 stelt de minister van Werk en Consumentenzaken echter dat we ons inzake herfinanciering van de sociale zekerheid niet langer kunnen verstoppen. De tijd begint te dringen, in de lente van volgend jaar moeten we een groot debat voeren over de herfinanciering van de sociale zekerheid. De minister waarschuwt dat we


2004

2005


1071

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8472

temps prochain, de mener un large débat sur le refinancement de la sécurité sociale. Il faut éviter selon la ministre qu’un trou ne se creuse dans le système de sécurité sociale.

moeten voorkomen dat er een gat wordt geslagen in de sociale zekerheid.

1. a) Le gouvernement a-t-il déjà fixé un calendrier précis en ce qui concerne la problématique du refinancement de la sécurité sociale ?

1. a) Is er binnen de regering al een precieze timing vastgelegd aangaande de problematiek van de herfinanciering van de sociale zekerheid ?

b) Quel échéancier sera suivi ?

b) Welk concreet tijdspad zal worden gevolgd ?

2. Le débat sera-t-il mené à la fois au gouvernement et entre les partenaires sociaux ?

2. Zal het debat parallel worden gevoerd in de regering en tussen de sociale partners ?

3. Quelle estimation faites-vous quant au délai qu’il nous reste pour assurer la viabilité du système de sécurité sociale par le biais d’un mécanisme de refinancement ?

3. Welke inschatting maakt u over de tijdsdruk waar we voor staan om de leefbaarheid van de sociale zekerheid te vrijwaren via een herfinancieringsmechanisme ?

4. Estimez-vous qu’il n’est pas utile de prendre des mesures avant la prochaine législature pour mettre en œuvre le refinancement de la sécurité sociale ?

4. Bent u van oordeel dat er voó´r volgende legislatuur geen maatregelen moeten worden genomen om de herfinanciering van de sociale zekerheid te bewerkstelligen ?

5. Sur quelles données chiffrées vous basez-vous pour affirmer qu’il ne sera pas nécessaire de prendre des mesures pendant la présente législature ?

5. Op basis van welke cijfergegevens komt u ertoe te stellen dat er tijdens deze legislatuur geen maatregelen noodzakelijk zouden zijn ?

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2004200502421

DO 2004200502421

Question no 301 de M. Luk Van Biesen du 15 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 301 van de heer Luk Van Biesen van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Hoˆpitaux. — Scanners PET.

Ziekenhuizen. — PET-scanners.

Conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 12 aouˆt 2000, les services de médecine nucléaire peuvent sous certaines conditions s’équiper d’un tomographe à émission de positrons ou scanner PET s’ils font partie d’un hoˆpital qui fournit la preuve d’une activité oncologique suffisante.

Krachtens het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 kunnen er onder bepaalde voorwaarden op de diensten voor nucleaire geneeskunde, positron emissie tomografen (PET-scanners) worden opgesteld voorzover dit gebeurt in een ziekenhuis dat het bewijs levert van een voldoende oncologische activiteit.

1. Combien d’appareils de ce type sont installés à l’heure actuelle ?

1. Hoeveel toestellen zijn er momenteel opgesteld ?

2. Dans quels services et quels hoˆpitaux ces scanners PET sont-ils installés ?

2. Kan u hierbij nauwkeurig aangeven in welke diensten en ziekenhuizen dit het geval is ?

3. Tous les appareils installés le sont-ils dans un service agréé ?

3. Kunnen alle toestellen die werden opgesteld worden gebaseerd op een erkenning ?

4. a) Quelles dérogations ont été accordées en vertu de l’article 4, §§ 3 et 6, de l’arrêté royal du 12 aouˆt 2000 précité ?

4. a) Welke afwijkingen werden er toegestaan krachtens artikel 4, §§ 3 en 6, van het voornoemd koninklijk besluit van 12 augustus 2000 ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8473

` quelles conditions cette dérogation était-elle, le b) A cas échéant, subordonnée ?

b) Onder welke voorwaarden is dit eventueel gebeurd ?

5. a) S’il apparaissait que certains appareils ont été installés sans agrément, quelles initiatives prendriez-vous ?

5. a) Indien zou blijken dat bepaalde toestellen niet zouden kunnen bogen op een erkenning, wat overweegt u dan voornemens te doen ?

b) Dans quels délais les prendriez-vous ?

b) Binnen welke termijnen ?

6. a) Le ministre compte-t-il agir dans le cadre de certaines options stratégiques ?

6. a) Bestaan er bepaalde beleidsopties binnen of krachtens dewelke de minister zich voorneemt op te treden ?

b) Dans l’affirmative, pourriez-vous évaluer votre action en fonction de ces options stratégiques ?

b) Zo ja, kan u uw optreden specifiek toetsen aan die beleidsopties ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 302 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 302 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :







DO 2004200502435

DO 2004200502435

Question no 303 de M. Guido De Padt du 15 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 303 van de heer Guido De Padt van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Vaccination obligatoire des jeunes enfants contre la poliomyélite.

Verplichte inenting van jonge kinderen tegen poliomyelitis.

Dans notre pays, la vaccination des jeunes enfants contre la poliomyélite est toujours obligatoire. Les actes médicaux nécessaires doivent être accomplis pendant le deuxième mois de vie du nourrisson et doivent se terminer à l’aˆge de dix-huit mois. Le certificat de vaccination doit être adressé à l’administration communale du domicile de l’enfant dans les quinze jours après la troisième administration du vaccin. En cas de non-respect de cette obligation, l’inspecteur

In ons land is de inenting van jonge kinderen tegen poliomyelitis nog steeds verplicht. De handelingen die deze inenting omvat nemen een aanvang in de loop van de tweede levensmaand en moeten beeïndigd zijn op de leeftijd van achttien maanden. Het vaccinatiebewijs moet binnen de vijftien dagen na de derde toediening van het vaccin worden bezorgd aan het gemeentebestuur van de woonplaats van het kind. Bij niet-naleving van deze verplichting moet de gezond-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8474

sanitaire doit être averti et des poursuites judiciaires peuvent être engagées.

heidsinspecteur worden verwittigd en kan er gerechtelijke vervolging worden ingesteld.

Pourriez-vous répondre aux questions suivantes pour les années 2001, 2002 et 2003 ?

Kan u voor de jaren 2001, 2002 en 2003 meedelen :

1. Combien d’enfants ont été vaccinés contre la poliomyélite ?

1. Hoeveel kinderen ontvingen een vaccin tegen poliomyelitis ?

2. Dans combien de cas des parents ont-ils manqué à l’obligation légale de faire vacciner leur(s) enfant(s) contre la poliomyélite ?

2. In hoeveel gevallen bleven de ouders in gebreke zich naar deze wettelijke inentingsverplichting te schikken ?

3. Combien de cas relevant de la question no 2 ont été transmis à l’inspecteur sanitaire ?

3. Hoeveel van de gevallen onder vraag 2 werden overgemaakt aan de gezondheidsinspecteur ?

4. Dans combien de cas relevant de la question no 3 une plainte a-t-elle été déposée au parquet ?

4. In hoeveel van de gevallen onder vraag 3 werd een klacht ingediend bij het parket ?

5. Quelle suite le parquet a-t-il réservée aux dossiers qui lui ont été transmis ?

5. Welk gevolg hield het parket aan de hen overgemaakte dossiers voor ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 304 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 304 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :














2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8475

DO 2004200502446

DO 2004200502446

Question no 305 de M. Koen Bultinck du 18 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Donneurs de sang ayant séjourné longtemps au Royaume-Uni. Les centres de transfusion refusent systématiquement les donneurs de sang potentiels qui ont séjourné longtemps au Royaume-Uni pendant les années quatre-vingt et nonante. Cette mesure a été instaurée il y a des années parce qu’à l’époque, les connaissances médicales concernant le développement et la transmission du syndrome de Creutzfeldt-Jacob et de l’ESB, et leurs corrélations, étaient très lacunaires et parcellaires. Mais depuis que j’ai posé cette question à votre prédécesseur, Mme Aelvoet, il y a trois ans, la science a progressé. Pourriez-vous fournir un bilan actualisé et dire s’il est encore nécessaire de refuser les candidats donneurs de sang qui ont séjourné longtemps au Royaume-Uni ?

Vraag nr. 305 van de heer Koen Bultinck van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Bloedgevers die langere tijd in het Verenigd Koninkrijk hebben verbleven. Potentie¨le bloedgevers die in de jaren tachtig en negentig langere tijd in het Verenigd Koninkrijk hebben verbleven, worden systematisch geweerd door de transfusiecentra. Deze maatregel is jaren geleden ingevoerd als gevolg van de toenmalige povere medische kennis inzake de ontwikkeling en de overdracht van het Creuzfeld-Jacob syndroom en BSE en hun onderlinge correlatie. Sinds mijn vraag hieromtrent drie jaar geleden aan uw voorganger, mevrouw Aelvoet, heeft de wetenschap zich verder ontwikkeld.

DO 2004200502447

DO 2004200502447

Question no 306 de M. Koen Bultinck du 19 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Publicité pour des compléments alimentaires dans un quotidien. En première page de l’édition du lundi 11 octobre 2004 du quotidien Metro est parue une publicité pour un complément alimentaire. Dans la publicité ellemême, il était précisé qu’il est interdit de divulguer les résultats de la consommation de tels compléments alimentaires. 1. Est-on, selon vous, en présence ici d’une infraction à la législation sur les pratiques du commerce, plus précisément à ses dispositions ayant trait aux produits qui ne sont disponibles qu’en pharmacie ? 2. Selon les services du ministre, toutes les règles applicables au complément alimentaire RE830 ontelles été respectées dans ce cas de figure ?

Vraag nr. 306 van de heer Koen Bultinck van 19 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Advertentie voor voedingssupplementen in een dagblad. Op de voorpagina van de editie van maandag 11 oktober 2004 van het dagblad Metro, verscheen een advertentie voor een voedingssupplement. In de advertentie wordt zelf aangehaald dat het weergeven van de resultaten van de inname van dergelijk voedingssupplement, verboden is. 1. Is hier volgens u via de bewuste advertentie een inbreuk gepleegd op de wetgeving inzake de handelspraktijken inzake producten die enkel in de apotheek verkrijgbaar zijn ? 2. Zijn volgens de diensten van de minister alle spelregels voor het voedingssupplement RE830 correct nageleefd ?

DO 2004200502448

DO 2004200502448

Question no 307 de M. Patrick Cocriamont du 19 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Enlèvement des pacemakers sur les personnes décédées. Un fait divers suscite mon attention. Il s’agit de l’explosion d’un pacemaker lors de l’incinération d’un

Vraag nr. 307 van de heer Patrick Cocriamont van 19 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid : Verwijdering van pacemakers bij overledenen.


2004

Kan u een nieuwe stand van zaken geven en meedelen of het nog steeds nodig is om mensen die langere tijd in het Verenigd Koninkrijk hebben verbleven, te verhinderen als bloedgever te fungeren ?

Een fait divers heeft mijn aandacht getrokken. Bij de crematie van het lichaam van een overledene is diens 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8476

corps, explosion qui a provoqué des dégaˆts au four. Au-delà de cet incident regrettable, il est apparu que l’organisme des pompes funèbres n’a pas osé pratiquer l’enlèvement dans le corps du défunt du pacemaker par manque d’instruction, d’autorisation.

pacemaker ontploft, met een beschadiging van de oven tot gevolg. Naar aanleiding van dat betreurenswaardig incident is gebleken dat de begrafenisondernemer de pacemaker van de betrokkene niet heeft durven verwijderen bij gebrek aan instructies ter zake of de nodige toestemming.

1. Qui est effectivement chargé de l’enlèvement des pacemakers du corps des personnes décédées, opération qui n’est pas sans risque ?

1. Wie is effectief belast met de verwijdering van pacemakers uit het lichaam van overledenen, een ingreep die niet zonder risico is ?

2. Avez-vous donné des instructions en ce sens ?

2. Heeft u dienaangaande instructies gegeven ?

3. Cette nécessité d’enlèvement des pacemakers avant l’incinération, l’inhumation d’un corps humain est-elle réglée par une directive européenne ?

3. Wordt die noodzakelijke verwijdering van pacemakers voó´r de crematie of de teraardebestelling van een menselijk lichaam geregeld bij een Europese richtlijn ?

4. Y-a-t-il une harmonisation en ce domaine au niveau de l’Union européenne pour les 15 ou pour les 25 pays ?

4. Er is ter zake sprake van een harmonisatie op het niveau van de Europese Unie voor de 15 of 25 landen ?

DO 2004200502449

DO 2004200502449



Entreprises. — Prévention de l’abus d’alcool.

Bedrijven. — Preventie van alcoholmisbruik.

Une étude basée sur une enquête menée de manière électronique auprès de 265 entreprises a révélé que 85 % des entreprises belges sont confrontées d’une manière ou d’une autre à l’abus d’alcool. En moyenne, 7 % de la population active souffre d’une dépendance problématique à l’alcool. Ce problème induit un couˆt moyen de 2,2 milliards d’euros par an, dont environ un tiers (733 millions d’euros) est à charge des entreprises. L’absentéisme des personnes qui consomment de l’alcool de manière excessive est jusqu’à six fois plus élevé que chez le travailleur moyen. De plus, les buveurs sont davantage exposés aux accidents du travail et fournissent en général du travail de moindre qualité.

Uit een onderzoek op basis van een elektronische enquête bij 265 bedrijven is gebleken dat 85 % van de Belgische bedrijven op een of andere manier geconfronteerd wordt met alcoholmisbruik. Gemiddeld 7 % van de beroepsbevolking kampt met een problematische afhankelijkheid van alcohol. Aan dit probleem hangt een prijskaartje van gemiddeld 2,2 miljard euro per jaar, waarvan ongeveer één derde (733 miljoen euro) ten laste van het bedrijfsleven. Het ziekteverzuim van probleemdrinkers ligt tot zes keer hoger dan bij de gemiddelde werknemer. Bovendien lopen drinkers een hogere kans op arbeidsongevallen en leveren ze in de regel minder goed werk af.

Bien que l’enquête ait révélé que 85 % des entreprises sont confrontées au problème, à peine 37 % d’entre elles déclarent avoir une politique en matière d’alcoolisme. Dans la réalité, seulement 8 % des entreprises ont adopté une telle politique. Celle-ci n’est en outre instaurée que lorsque l’entreprise a été confrontée concrètement avec des problèmes d’alcool. Par conséquent, la politique est avant tout curative. La prévention globale des abus d’alcool problématiques est un thème trop rarement abordé. Il faut par ailleurs souligner que l’abus d’alcool chronique n’est pas le seul problème. Les abus occasionnels ont aussi un impact négatif sur le bien-être des travailleurs.

Niettegenstaande volgens de enquête 85 % van de bedrijven met het probleem kampt, heeft amper 37 % een alcoholbeleid. In de feiten heeft slechts 8 % van de bedrijven dergelijk alcoholbeleid. Dat wordt bovendien pas ingevoerd nadat het bedrijf effectief geconfronteerd wordt met alcoholgerelateerde problemen. Bijgevolg is het beleid vooral curatief. Globale preventie van problematisch alcoholmisbruik komt veel te weinig aan bod. Opmerkelijk is bovendien dat niet enkel chronisch maar ook occasioneel overmatig alcoholmisbruik een nefaste invloed heeft op het welzijn van de werknemers.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8477

L’ampleur potentielle des problèmes d’alcool s’avère inversement proportionnelle avec le degré de controˆle social et la qualité du travail, et proportionnelle avec l’acceptation sociale de l’abus d’alcool et la disponibilité matérielle de l’alcool. Investir dans la prévention pourrait amener des économies considérables et améliorer l’ambiance de travail et la santé des travailleurs.

De potentie¨le omvang van het alcoholprobleem blijkt omgekeerd evenredig te zijn met de mate van sociale controle en de kwaliteit van het werk, en evenredig met de sociale aanvaarding van alcoholgebruik en de fysieke beschikbaarheid van alcohol. Een investering in preventie zou kunnen leiden tot een aanzienlijke besparing, betere werksfeer en gezondheid van de werknemers.

1. Envisagez-vous de prendre une initiative pour inciter les entreprises, en concertation avec les partenaires sociaux, à s’intéresser davantage à la prévention des abus d’alcool et à mieux informer leurs travailleurs sur les conséquences des abus d’alcool au travail ?

1. Overweegt u een initiatief te nemen om in overleg met de sociale partners bedrijven ertoe aan te zetten meer aandacht te besteden voor de preventie van alcoholmisbruik, alsook om werknemers meer voorlichting te geven over de gevolgen van alcoholgebruik op het werk ?

2. Allez-vous insister auprès des entreprises pour qu’elles prévoient des procédures leur permettant de réagir à des problèmes d’alcoolisme aigus ou chroniques touchant un ou plusieurs de leurs travailleurs ?

2. Zal u erop aandringen dat bedrijven in procedures voorzien om op te treden in geval van een acuut of een chronisch drankprobleem van een of meerdere van hun werknemers ?

3. Envisagez-vous d’insister auprès des organisations patronales sur la mise au point, au niveau de l’entreprise, d’une réglementation explicite définissant clairement la consommation d’alcool et désignant éventuellement une personne de confiance à laquelle pourront s’adresser les travailleurs ayant des problèmes ou des plaintes à formuler, qu’il s’agisse de leurs propres problèmes ou de ceux des autres ?

3. Overweegt u er via de werkgeversorganisaties op aan te dringen dat op bedrijfsniveau een duidelijke regelgeving wordt ontworpen waarin het gebruik van alcohol duidelijk wordt omschreven, alsook eventueel een vertrouwenspersoon aan te wijzen bij wie werknemers terechtkunnen met problemen of klachten of hun eigen probleem of dat van anderen ?

DO 2004200502471

DO 2004200502471

Question no 309 de M. Guy D’haeseleer du 20 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 309 van de heer Guy D’haeseleer van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Exploitation de manèges. — Renforcement de la réglementation.

Uitbaten van maneges. — Striktere reglementering.

` l’occasion d’un grave cas de négligence dont ont A été victimes des chevaux de manège à Nederhasselt, l’organisation de défense des animaux BLID a plaidé en faveur d’un renforcement des règles relatives à l’exploitation des manèges.

Naar aanleiding van het ernstig geval van verwaarlozing van manegepaarden in Nederhasselt heeft de dierenrechtenorganisatie BLID een pleidooi gehouden om strengere regels uit te vaardigen voor het uitbaten van maneges.

L’organisation BLID pense qu’un grand nombre de manèges n’étant plus rentables, les animaux paˆtissent de cette situation. Elle préconise que les exploitants soient mieux formés en matière de gestion d’entreprise et suggère également un controˆle semestriel obligatoire ainsi que le dépoˆt annuel d’un calendrier des activités, etc. Elle demande par ailleurs que la Division du bienêtre animal du SPF Santé publique effectue un plus grand nombre de controˆles inopinés.

BLID vermoedt dat veel maneges niet meer rendabel zijn en dat zou ten koste gaan van de dieren. Deze organisatie pleit ervoor dat de uitbaters beter zouden gevormd worden op het vlak van bedrijfsbeheer. Ook een verplichte zesmaandelijkse controle, door een dierenarts, het jaarlijks indienen van een activiteitenkalender, enzovoort worden gesuggereerd. Er worden ook meer onaangekondigde controles gevraagd door de FOD Dierenwelzijn.

1. Combien de manèges, par région, sont à l’heure actuelle en activité ?

1. Kan u meedelen hoeveel maneges er momenteel bestaan, opgesplitst per gewest ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8478

2. Combien de controˆles ont-ils été effectués en 2001, 2002 et 2003 dans les manèges, par Région ?

2. Hoeveel controles werden er in de jaren 2001, 2003 en 2003 uitgevoerd in de maneges, opgesplitst per gewest ?

3. Combien d’infractions à la réglementation relative au bien-être animal ont-elles été constatées ?

3. Hoeveel inbreuken op de reglementering inzake dierenwelzijn werden er vastgesteld ?

4. a) Estimez-vous nécessaire de renforcer la réglementation relative à l’exploitation des manèges ?

4. a) Acht u het nodig dat er een striktere wetgeving komt voor het uitbaten van maneges ?

b) Que pensez-vous des propositions de l’organisation de défense des animaux BLID visant à améliorer le fonctionnement des manèges ?

b) Kan u zich dienaangaande vinden in de voorstellen van de dierenrechtenorganisatie BLID om tot een betere werking van de maneges te komen ?

c) Des mesures spécifiques sont-elles envisagées ?

c) Worden er bepaalde maatregelen in het vooruitzicht gesteld ?

DO 2004200502476

DO 2004200502476

Question no 310 de Mme Magda De Meyer du 20 octobre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 310 van mevrouw Magda De Meyer van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Manèges. — Formation. — Controˆles par les pouvoirs publics.

Maneges. — Opleiding. — Overheidscontroles.

Une enquête récente de l’organisation de défense des animaux BLID a mis en lumière de graves abus. C’est ainsi qu’en deux ans, sept chevaux sont décédés en raison d’une sous-alimentation et de la négligence des ` la suite de ces faits, la exploitants d’un manège. A question se pose de savoir à quelles conditions et à quelles normes un exploitant d’un manège doit satisfaire.

Recent onderzoek van de dierenrechtenorganisatie BLID bracht zware misstanden aan het licht. Zo zijn er op tijd van twee jaar zeven paarden gestorven ten gevolge van verwaarlozing en ondervoeding. Naar aanleiding van deze feiten rijst de vraag aan welke voorwaarden en normen een manegehouder moet voldoen.

1. Une formation est-elle ou non requise pour ouvrir un manège ?

1. Is er een opleiding vereist om een manege te kunnen beginnen of kan iedereen hier zomaar mee starten ?

2. Quels controˆles les pouvoirs publics effectuentils actuellement auprès des exploitants d’un manège sur le plan du bien-être des animaux ?

2. Welke controles op het vlak van dierenwelzijn worden er momenteel vanuit de overheid gehouden bij manege-uitbaters ?

3. Les chevaux d’un manège font-ils l’objet d’un enregistrement ?

3. Is er een registratie van de paarden in een manege ?

4. Existe-t-il des chiffres récents concernant les controˆles effectués par les pouvoirs publics dans les manèges ?

4. Zijn er recente cijfergegevens van overheidscontroles op maneges ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8479



Emploi

Werk

DO 2004200502424

DO 2004200502424

Question no 157 de M. Geert Lambert du 15 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 157 van de heer Geert Lambert van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage. — Problèmes dans le cadre du service.

Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. — Problemen bij de dienstverlening.

J’ai récemment été informé par divers canaux du manque de convivialité parfois observé à la Caisse auxiliaire des allocations de choˆmage à l’égard de la clientèle.

Via diverse kanalen werd ik de jongste tijd op de hoogte gebracht van het feit dat de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) niet altijd even klantvriendelijk tewerk gaat.

Les délais d’attente sont très longs dans différents sièges de la CAPAC, et ce en ce qui concerne tant la correspondance que l’accueil téléphonique. En outre, les heures d’ouverture de la CAPAC ne sont pas toujours très conviviales non plus. Le vendredi, de nombreux guichets ferment par exemple encore avant midi.

Op diverse zetels van de HVW lopen de wachttijden erg lang op en dit zowel bij briefwisseling of aan de telefoon. Daarnaast zijn de openingsuren van de HVW niet echt altijd even klantvriendelijk te noemen. Op vrijdag sluiten vele loketten bijvoorbeeld nog voó´r de middag hun deuren.

1. Eˆtes-vous au fait des problèmes qui se posent dans le cadre du service à la CAPAC ?

1. Bent u op de hoogte van de problemen bij de dienstverlening binnen de HVW ?

2. Des mesures appropriées seront-elles prises à l’avenir ?

2. Kan u aangeven of er hier in de toekomst passende maatregelen genomen zullen worden ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 158 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 158 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable.


` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ».

Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.






2004

2005


1072

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8480

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 159 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 159 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :













DO 2004200502467

DO 2004200502467

Question no 161 de Mme Annemie Turtelboom du 20 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 161 van mevrouw Annemie Turtelboom van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Conventions de premier emploi.

Startbaanovereenkomsten.

Les conventions de premier emploi, mieux connues sous l’appellation «plan Rosetta», ont été instaurées au début de la précédente législature. L’objectif était de fournir à des jeunes une formation, de l’expérience professionnelle ou une combinaison des deux. Les entreprises de plus de 50 travailleurs ont été contraintes de proposer des premiers emplois à concurrence de 3 % de leurs effectifs.

Bij de aanvang van vorige legislatuur werden de startbaanovereenkomsten, alias het « Rosettaplan », ingevoerd. Bedoeling was om jongeren een opleiding, werkervaring of een combinatie van beide te bezorgen. Bedrijven met meer dan 50 werknemers kregen de verplichting om a rato van 3 % van hun personeelsbestand startbanen aan jongeren aan te bieden.

1. Pouvez-vous fournir un aperçu, ventilé par région, pour les trois premiers trimestres de 2004 :

1. Kan u voor de eerste drie kwartalen van 2004 een overzicht geven, ingedeeld volgens gewest van :

a) du nombre de conventions de premier emploi en fonction du groupe cible;

a) het aantal doelgroep;


2004

2005

startbaanovereenkomsten

volgens


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8481

b) du nombre de conventions de premier emploi en fonction du sexe;

b) het aantal startbaanovereenkomsten per geslacht;

c) de la part que représentent les personnes peu qualifiées dans les conventions de premier emploi;

c) het aandeel van laaggeschoolden in de startbaanovereenkomsten;

d) de la part que représentent les conventions de premier emploi consistant respectivement en un contrat de travail ordinaire et en un contrat de travail ordinaire combiné à une formation ?

d) het aandeel van deze startbaanovereenkomsten die bestonden uit een gewone arbeidsovereenkomst, respectievelijk een gewone arbeidsovereenkomst gecombineerd met een opleiding ?

2. Après l’adaptation du groupe cible des conventions de premier emploi, un changement dans le sens d’une meilleure adéquation des conventions de premier emploi avec leur objectif initial — à savoir aider essentiellement les personnes peu qualifiées à trouver un emploi — est-il déjà visible ?

2. Is er na de aanpassing van de doelgroep van de startbaanovereenkomsten reeds een verandering merkbaar, waardoor de startbaanovereenkomsten beter tegemoet komen aan hun initie¨le opzet om vooral laaggeschoolden een extra opstapje naar een baan te bieden ?

DO 2004200502472

DO 2004200502472

Question no 162 de M. Guy D’haeseleer du 20 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 162 van de heer Guy D’haeseleer van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Résultats d’un controˆle sur le travail au noir dans les nouveaux baˆtiments de l’ONSS.

Resultaten van een controle op zwartwerk in de nieuwe gebouwen van de RSZ.

Plusieurs services d’inspection ont effectué un controˆle, le samedi 16 octobre 2004, dans un nouvel immeuble de bureaux, situé près de la gare du Midi à Bruxelles, qui servira sous peu de nouveau lieu de travail pour les fonctionnaires de la sécurité sociale, de l’ONSS et de l’inspection sociale.

Verschillende inspectiediensten hebben op zaterdag 16 oktober 2004 een controle uitgevoerd in een nieuw burelengebouw aan het Brusselse Zuidstation dat binnenkort dienst zal doen als de nieuwe thuishaven van de ambtenaren van de sociale zekerheid, de RSZ en de sociale inspectie.

Lors de cette action commune contre le travail au noir, des dizaines d’infractions à la législation sociale auraient été constatées. Plusieurs illégaux auraient également été arrêtés.

Tijdens die gezamenlijke actie tegen zwartwerk zouden tientallen inbreuken zijn vastgesteld op de sociale wetgeving. Ook zouden er verschillende illegalen zijn opgepakt.

1. a) Pouvez-vous me préciser quels services d’inspection ont participé à cette action ?

1. a) Kan u meedelen welke inspectiediensten aan deze actie hebben deelgenomen ?

b) De combien d’inspecteurs s’agit-il ?

b) Over hoeveel inspecteurs gaat het ?

2. a) Quels sont le nombre total et le type d’infractions constatées ?

2. a) Hoeveel en welke inbreuken werden in totaal vastgesteld ?

b) Combien de procès-verbaux ont été dressés ?

b) Hoeveel processen-verbaal werden opgesteld ?

3. a) Combien d’illégaux ont été arrêtés ?

3. a) Hoeveel illegalen werden opgepakt ?

b) Quel sort leur a-t-il été réservé ?

b) Wat was het lot van deze illegalen ?

c) Combien d’entre eux ont été rapatriés ?

c) Hoeveel onder hen werden gerepatrieerd ?

4. a) Quelles mesures prenez-vous à l’égard d’entreprises qui exécutent des marchés publics mais ne sont guère regardantes quant au respect de la législation sociale ?

4. a) Welke acties onderneemt u tegen bedrijven die overheidsopdrachten vervullen, maar die het niet zo nauw nemen met de sociale wetgeving ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8482

b) Des mesures supplémentaires doivent-elles être prises ?

b) Zijn bijkomende maatregelen noodzakelijk ?

DO 2004200502473

DO 2004200502473



Arriérés de paiement pour les sommes dues aux employeurs dans le cadre du congé-éducation payé.

Achterstallige betalingen in het kader van betaald educatief verlof aan de werkgevers.

Lors de discussions avec des chefs d’entreprise, ceux-ci se plaignent régulièrement des arriérés de paiement des sommes auxquelles ils ont droit dans le cadre du régime de congé-éducation payé qu’ils accordent à leurs travailleurs. Les pouvoirs publics accusent un arriéré de paiement important qui peut s’élever, dans certains cas, à trois ans.

Op basis van gesprekken met bedrijfsleiders komt regelmatig dezelfde klacht terug over de uitbetaling van de sommen geld waarop ze recht hebben in het kader van het stelsel van betaald educatief verlof dat ze aan hun werknemers toestaan. De overheid zou een grote achterstand hebben in de betalingen. Die kan in sommige gevallen zelfs oplopen tot drie jaar.

1. Quel est le délai de paiement moyen des sommes afférentes au congé-éducation payé ?

1. Wat is de gemiddelde termijn waarop de betalingen in het kader van betaald educatief verlof aan de werkgevers worden verricht ?

2. Est-il exact que le paiement des sommes afférentes au congé-éducation payé peut accuser un retard de trois ans ?

2. Klopt het dat de uitbetaling in het kader van het betaald educatief verlof een vertraging kan oplopen tot drie jaar ?

3. Quelles en sont les raisons ?

3. Wat zijn hiervan de redenen ?

4. Envisagez-vous de prendre des mesures afin de résorber rapidement le retard ?

4. Overweegt u maatregelen te nemen om de achterstallige betalingen versneld te laten afhandelen ?

5. Quelles mesures entendez-vous prendre afin d’éviter à l’avenir des arriérés de paiement aussi importants ?

5. Wat onderneemt u om zulke grote betalingsachterstanden in de toekomst te voorkomen ?

DO 2004200502474

DO 2004200502474

Question no 164 de Mme Maggie De Block du 20 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 164 van mevrouw Maggie De Block van 20 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Refinancement de la sécurité sociale.

Herfinanciering van de sociale zekerheid.

Dans une interview accordée aux quotidiens de la maison d’édition « Regionale Uitgeversgroep (RUG) » les 16 et 17 octobre 2004, la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs déclare que nous ne pouvons plus rester sans réagir en matière de refinancement de la sécurité sociale. Le temps presse et il conviendrait, au printemps prochain, de mener un large débat sur le refinancement de la sécurité sociale. Il faut éviter selon la ministre qu’un trou ne se creuse dans le système de sécurité sociale.

Blijkens een interview in de RUG-kranten op 1617 oktober 2004 stelt de minister van Werk en Consumentenzaken dat inzake de herfinanciering van de sociale zekerheid we ons niet langer kunnen verstoppen. De tijd begint te dringen, in de lente van volgend jaar moeten we een groot debat voeren over de herfinanciering van de sociale zekerheid. De minister waarschuwt dat we moeten voorkomen dat er een gat wordt geslagen in de sociale zekerheid.

Dans une interview accordée au quotidien « De Tijd » le 18 octobre 2004, le ministre des Affaires

De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid daarentegen stelt in een interview met De Tijd op


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8483

sociales et de la Santé publique déclare par contre que le budget de la sécurité sociale devrait afficher un excédent de 218 millions d’euros en 2005. En outre, il attribue aux partenaires sociaux la responsabilité de formuler des propositions pour un refinancement structurel de la sécurité sociale. Pour couronner le tout, le ministre ajoute encore qu’il ne croit pas que de nouvelles décisions seront encore prises durant cette législature. Selon lui, le refinancement de la sécurité sociale pourrait figurer dans l’accord de gouvernement d’une prochaine législature.

18 oktober 2004 dat de sociale zekerheid afstevent op een overschot van 218 miljoen euro in 2005. Daarenboven legt hij de verantwoordelijkheid voor het formuleren van voorstellen over een structurele herfinanciering van de sociale zekerheid bij de sociale partners. Als klap op de vuurpijl voegt de minister eraan toe dat hij niet gelooft dat er in deze legislatuur nog beslissingen zullen worden genomen. « In een volgende regeerperiode kan de herfinanciering van de sociale zekerheid dan in het regeerakkoord worden opgenomen », luidt het.

1. Estimez-vous que des mesures doivent encore être prises au cours de la présente législature pour mettre en œuvre le refinancement de la sécurité sociale ?

1. Bent u van oordeel dat er in deze legislatuur nog maatregelen moeten worden genomen om de herfinanciering van de sociale zekerheid te bewerkstelligen ?

2. Quel est à votre avis le roˆle précis dévolu aux partenaires sociaux dans ce cadre ?

2. Welke precieze rol is er volgens u weggelegd voor de sociale partners ?

3. Sur quelles données chiffrées vous basez-vous pour affirmer qu’un trou risque de se creuser dans le domaine de la sécurité sociale ?

3. Op basis van welke cijfergegevens komt u ertoe te stellen dat er een gat in de sociale zekerheid dreigt geslagen te worden ?

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 72 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 72 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. ` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce e´quitable ».






DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 73 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 73 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :



Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆti-

Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijk-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8484

ments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

heid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.









Ministre de la Coopération au développement

Minister van Ontwikkelingssamenwerking

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 38 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de la Coopération au développement :

Vraag nr. 38 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking :



` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce e´quitable ».







2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8485



Fonction publique

Ambtenarenzaken

DO 2003200432149

DO 2003200432149

Question no 86 de Mme Marie Nagy du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 86 van mevrouw Marie Nagy van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :

Rapport annuel sur le chiffrage des résultats de la loi relative à la redistribution du travail dans le secteur public et l’impact de la loi sur les recettes et les dépenses de la sécurité sociale.

Jaarverslag over de raming met cijfergegevens van de resultaten van de wet betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector en de weerslag van de wet op de inkomsten en uitgaven van de sociale zekerheid.

L’article 26 de la loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le scteur public, prévoit que « Le ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions remettra tous les ans un rapport aux Chambres fédérales portant :

Artikel 26 van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector bepaalt dat « de voor Ambtenarenzaken bevoegde minister elk jaar bij de Federale Kamers een verslag indient dat betrekking heeft op :

— sur le chiffrage des résultats de la présente loi;

— de raming met cijfergegevens van de resultaten van deze wet;

— sur son impact sur les recettes et les dépenses de la sécurité sociale. » ` quelle date le dernier rapport a-t-il été transmis 1. A à la Chambre et quelle année concernait-il ?

— de weerslag ervan op de inkomsten en uitgaven van de sociale zekerheid. »

2. En cas de retard, comment expliquez-vous celuici ?

1. Wanneer werd het laatste verslag aan de Kamer overgezonden en op welk jaar heeft het betrekking ? 2. Hoe verklaart u een mogelijke achterstand ?

3. Quelles mesures ont-elles été prises pour éviter ce type de retard dans l’avenir ?

3. Welke maatregelen werden getroffen om een dergelijke achterstand in de toekomst te voorkomen ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 87 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 87 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :




2004

Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten. 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8486





Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200502428

DO 2004200502428









Politique des grandes villes

Grootstedenbeleid

DO 2004200502428

DO 2004200502428










2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8487

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 22 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances :

Vraag nr. 22 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen :













E´galité des chances

Gelijke Kansen

DO 2004200502445

DO 2004200502445





Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une

Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenle-


2004

2005


1073

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8488

bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

ving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.











DO 2004200502425

DO 2004200502425

Question no 157 de M. Jan Mortelmans du 15 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 157 van de heer Jan Mortelmans van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

SNCB. — Sécurité dans les gares bruxelloises.

NMBS. — Veiligheid van de Brusselse stations.

La police des chemins de fer et le service de sécurité de la SNCB ont récemment mis un terme aux agissements d’une bande de voleurs qui avaient pour terrain d’action la Gare Centrale à Bruxelles. Les services de police ont constaté que les voleurs opéraient au départ de l’étage intermédiaire ou` ils n’avaient aucune difficulté à voir arriver la police. Celle-ci a alors tendu un piège qui a permis d’arrêter les voleurs.

De spoorwegpolitie en de veiligheidsdienst van de NMBS hebben zopas een dievenbende opgerold in het Brusselse Centraal Station. De politiediensten stelden vast dat de dievenbende opereerde vanuit de tussenverdieping waar zij de politie gemakkelijk zag aankomen. Door het opzetten van een val kon de bende worden opgepakt.

Dans le cadre de la revalorisation des gares, quelles mesures structurelles ont été prévues par la SNCB pour améliorer l’infrastructure de sécurité des gares bruxelloises ?

Welke structurele maatregelen heeft de NMBS voorzien om de veiligheid van de Brusselse stations te verbeteren op infrastructureel vlak in het kader van de herwaardering van de stations ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 158 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 158 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Mobiliteit :




2004

Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8489

2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ».

2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.





DO 2004200502434

DO 2004200502434

Question no 159 de M. Jan Mortelmans du 15 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 159 van de heer Jan Mortelmans van 15 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Véhicules prioritaires. — Dispense du port obligatoire de la ceinture de sécurité. — Accidents.

Prioritaire voertuigen. — Vrijstelling draagplicht veiligheidsgordel. — Ongevallen.

Les conducteurs et les passagers de véhicules prioritaires sont dispensés du port obligatoire de la ceinture de sécurité lorsque la nature de leur mission le justifie. Force est toutefois de constater que souvent ces personnes ne mettent pas non plus la ceinture de sécurité alors qu’il n’est pas satisfait à la condition susmentionnée. Or, les policiers devraient donner l’exemple en la matière.

Bestuurders en passagiers van prioritaire voertuigen zijn vrijgesteld van de draagplicht van de veiligheidsgordel wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt. Vastgesteld wordt evenwel dat ook op andere ogenblikken de gordel niet wordt gedragen. Nochtans moeten politiemensen het goede voorbeeld geven.

1. Le ministre dispose-t-il de chiffres (sur une base annuelle) des accidents de la route impliquant des véhicules prioritaires ?

1. Zijn er gegevens beschikbaar (per jaar) over het aantal ongevallen waarbij prioritaire voertuigen betrokken zijn ?

2. Combien de victimes a-t-on dénombrées ?

2. Hoeveel slachtoffers zijn er daarbij gevallen ?

3. Les causes des blessures sont-elles connues ?

3. Is men op de hoogte van de oorzaken ervan ?

4. Le non-port de la ceinture de sécurité y est-il pour quelque chose ?

4. Is het niet-dragen van de gordel daarbij één van de oorzaken ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 160 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 160 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :



Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des

Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen,


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8490

difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.










Minister van Leefmilieu en van Pensioenen

Environnement

Leefmilieu

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 34 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 34 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :







DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 35 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 35 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :






2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8491

ments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

heid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.









Pensions

Pensioenen

DO 2004200502422

DO 2004200502422

Question no 49 de M. François Bellot du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 49 van de heer François Bellot van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Nombre de pensionnés dans le régime salarié émargeant du secteur privé, indépendants et fonctionnaires.

Aantal gepensioneerden uit de privé-sector die onder de werknemersregeling vallen, gepensioneerde zelfstandigen en ambtenaren.

1. Pourriez-vous communiquer en les distinguant par régions, wallonne, bruxelloise et flamande le nombre de personnes retraitées au 31 décembre 2003 en distinguant :

1. Kunt u meedelen hoeveel gepensioneerden er op 31 december 2003 waren per gewest (Waals, Brussels en Vlaams) en als volgt uitgesplitst :

a) le régime général des travailleurs du secteur privé;

a) de algemene regeling voor werknemers uit de privé-sector;

b) les fonctionnaires;

b) de ambtenaren;

c) les indépendants ?

c) de zelfstandigen ?

2. Quel est le nombre de personnes bénéficiant de la pension de survie par région ?

2. Hoeveel personen per gewest ontvangen een overlevingspensioen ?

3. Quelle est la charge financière supportée en 2003 par l’E´tat fédéral pour délivrer la pension de survie en distinguant la charge par région ?

3. Hoeveel bedroeg, uitgesplitst per gewest, de financie¨le last die de federale overheid in 2003 voor haar rekening nam om het overlevingspensioen uit te keren ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8492

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 50 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 50 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :



` l’occasion de la Semaine internationale du A commerce équitable ayant lieu du 6 au 16 octobre 2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ».






DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 51 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 51 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :














2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8493

DO 2004200502460

DO 2004200502460

Question no 53 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions : Pension complémentaire libre pour les indépendants. Depuis le 1er janvier 2004, les indépendants peuvent conclure une pension complémentaire libre « sociale ». Ils ne doivent plus obligatoirement s’adresser à cet effet à leur caisse d’assurances sociales. Bon nombre de compagnies d’assurances privées se sont lancées sur ce marché. D’un point de vue politique, il est important de pouvoir continuer à observer précisément l’évolution des piliers de pension. En ce qui concerne la pension légale obligatoire ainsi que la pension complémentaire constituées auprès des caisses sociales pour travailleurs indépendants, les chiffres sont disponibles via les statistiques de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants (INASTI) et celles des caisses. Cela ne semble par contre pas être le cas pour les polices conclues via les compagnies d’assurances ou les banques. 1. N’estimez-vous pas nécessaire de pouvoir disposer de chiffres fiables concernant le nombre total d’indépendant qui désirent se constituer une pension complémentaire ainsi que concernant les montants versés ? 2. Le secteur concerné ne peut-il fournir périodiquement ces chiffres, sans que des études « approximatives » ne doivent à nouveau être commandées afin de pouvoir disposer de chiffres « un tant soit peu » acceptables ? 3. N’était-ce pas le souci de ce gouvernement de pouvoir fonder sa politique sur des données maıˆtrisables ?

Vraag nr. 53 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen : Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen. Sinds 1 januari 2004 kunnen zelfstandigen een « sociaal » vrij aanvullend pensioen afsluiten waarvoor ze niet langer alleen bij hun sociale verzekeringskas terecht kunnen. Tal van privé-verzekeringsinstellingen hebben zich op deze markt gegooid.

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances


Vanuit beleidsperspectief is het belangrijk een nauwkeurig zicht te kunnen blijven hebben op de evolutie van de pensioenpijlers. Voor de wettelijk verplichte pensioenen en ook voor de vrij aanvullende pensioencontracten die bij de kassen voor zelfstandigen zijn aangegaan, zijn de cijfers beschikbaar via de statistieken van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen (RSVZ) en deze van de kassen. Dit is, naar vernomen, niet het geval voor de polissen die aangegaan zijn via bijvoorbeeld verzekeringsmaatschappijen en banken. 1. Vindt u het niet noodzakelijk ook over betrouwbare cijfers te kunnen beschikken van het aantal zelfstandigen dat in het hele circuit een complementaire pensioeninspanning heeft verricht, alsmede over de gestorte bijdragen die hiertegenover staan ? 2. Kan de desbetreffende sector deze cijfers niet periodiek aanleveren, zonder dat straks weer « benaderende » studies moeten besteld worden om over « enigszins » aanneembare cijfers te kunnen beschikken ? 3. Was het niet de bekommernis van deze regering om het beleid initieel zoveel mogelijk te laten stoelen op beheersbare gegevens ?

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 21 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :

Vraag nr. 21 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n : Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen. Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (Fair Trade), van 6 tot 16 oktober



2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8494

2004, je vous signale que sous la précédente législature, les ministres Ećolo et Agalev consommaient des produits du « commerce équitable ». 1. Qu’en est-il au sein de votre cabinet et de votre administration ? 2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ?

2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten. 1. Wat doen uw kabinet en uw administratie op dat vlak ? 2. Waarom worden er in voorkomend geval geen « fair trade »-producten aangekocht ?

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 22 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :

Vraag nr. 22 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n : Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit. Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij. 1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ? b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ? 2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?

Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc. 1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ? b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ? 2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ? 3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ?


DO 2004200502458

DO 2004200502458

Question no 23 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :

Vraag nr. 23 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n : Afhandeling van belangrijke bezwaarschriften. — Persoonlijk onderzoek ter plaatse door de gewestelijke directeurs. — Dienstregisters. Luidens het nummer 374/16 van het administratief commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelas-

Traitement de réclamations importantes. — Enquête personnelle sur place par les directeurs régionaux. — Registres de service. Selon le numéro 374/16 du commentaire administratif sur le Code des impoˆts sur les revenus 1992, il


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8495

incombe au directeur régional, conformément aux compétences qui lui sont attribuées, de prendre toutes les mesures possibles et de mener une enquête « personnelle » sur place lorsque cela concerne des cas délicats ou particulièrement importants afin de pouvoir se prononcer en connaissance de cause et de pouvoir motiver ses décisions, de manière telle que les causes de révision par les instances judiciaires compétentes soient limitées au strict minimum.

tingen 1992 komt het aan de gewestelijk directeur toe, precies ter wille van de bevoegdheid die hem terzake is opgedragen, alle initiatief te nemen en tot een « persoonlijk » onderzoek ter plaatse over te gaan wanneer het kiese of bijzonder belangrijke gevallen betreft, opdat hij met volle kennis van zaken uitspraak zou kunnen doen en zijn beslissingen derwijze zou kunnen motiveren dat de oorzaken voor herziening door de bevoegde gerechtelijke instanties tot een strikt minimum worden beperkt.

Les questions générales suivantes se posent à présent :

Terzake rijzen thans de volgende algemene praktische vragen.

1. a) Les directeurs régionaux de l’AFER (secteur des impoˆts directs) et de l’ISI ont-ils été mis au courant explicitement de ces recommandations administratives depuis l’entrée en vigueur de la nouvelle procédure contentieuse fiscale ?

1. a) Werden sedert de inwerkingtreding van de nieuwe fiscale geschillenprocedure de gewestelijke directeurs van de AOIF (sector directe belastingen) en de BBI aan deze concrete administratieve aanbevelingen nog uitdrukkelijk herinnerd ?

b) Si oui, quand et de quelle manière (par une circulaire, une instruction, par fax, e-mail, etc.) ?

b) Zo ja, wanneer en op welke wijze (via circulaire, instructie, fax, e-mail, enzovoort) ?

c) Si pas, pourquoi n’ont-ils plus depuis été « personnellement » sensibilisés et/ou responsabilisés à ce sujet ?

c) Zo neen, waarom werden zij dienaangaande sindsdien niet meer « persoonlijk » gesensibiliseerd en/of sterk geresponsabiliseerd ?

2. a) Est-ce possible, à l’aide de tous les registres de services officiels et personnels tenus à jour (cf. la question parlementaire de M. L. Bril du 24 mars 1995 publiée sur « Fisconet ») et classés par direction régionale classique pour tous les centres de controˆle, de préciser combien de « mutations de service » personnelles ont eu lieu dans le respect strict de l’application pratique de la recommandation administrative susmentionnée ?

2. a) Kan aan de hand van al hun officieel en individueel bijgehouden dienstregisters (cf. parlementaire vraag van de heer L. Bril van 24 maart 1995 gepubliceerd op « Fisconet ») per klassieke gewestelijke directie en voor alle controlecentra samen voor de jongste drie jaar worden opgegeven hoeveel dergelijke « persoonlijke » dienstverplaatsingen er precies werden verricht uitsluitend met het oog op de praktische toepassing van voornoemde administratieve aanbeveling ?

b) Quelle autre administration hiérarchique des services centraux étudie au préalable ou vérifie a posteriori tous les ordres de service spécifiques des directeurs régionaux ?

b) Welke naaste hie¨rarchische overheid van de centrale diensten viseert vooraf of verifieert naderhand al die specifieke dienstorders van de gewestelijke directeurs ?

3. a) Combien de dossiers de réclamation ont été « bloqués » en date du 30 juin 2004 ?

3. a) Hoeveel bezwaardossiers waren op datum van 30 juni 2004 nog altijd « geblokkeerd » ?

b) Par ordre d’importance, quelles sont les dix raisons principales (qu’elles soient statiques ou non) ou types de « blocage » (par ex. les dossiers QFIE, la requalification d’intérêts en dividendes, l’exonération « brut et net » de la plus-value sur les actions, etc.) ? Cette justification s’applique-t-elle sans exception au niveau national pour toutes les directions régionales de l’inspection spéciale des impoˆts, des services d’impoˆts classiques et des centres de controˆle ?

b) Wat zijn thans in volgorde van belangrijkheid de tien voornaamste (al dan niet statische) redenen of soorten van « blokkering » (bijvoorbeeld FBBmaterie, herkwalificatie van interesten tot dividenden, bruto- of netto vrijstelling van meerwaarden op aandelen, enzovoort) en geldt deze verantwoording zonder enige uitzondering uniform op nationaal vlak voor alle gewestelijke directies van de Bijzondere Belastinginspectie, de klassieke belastingdiensten en van alle Controlecentra ?

4. Dans le cadre de la simplification de la procédure fiscale et d’une administration fiscale performante et

4. Kan u in het kader van de vereenvoudiging van de fiscale procedure en van een klantvriendelijk en


2004

2005


1074

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8496

favorable à la clientèle, pouvez-vous nous faire part de votre conception et de votre attitude actuelles, de même que d’une nouvelle responsabilisation personnelle de tous les directeurs ou managers régionaux dans le but de résorber l’important reliquat de vieux dossiers de réclamation et d’éviter autant que possible les litiges judiciaires ?

performant belastingbestuur punt per punt, uw huidige algemene ziensen handelwijze en een verdere persoonlijke responsabilisering van alle gewestelijke directeurs of managers tot wegwerking van de nog grote voorraad oude bezwaardossiers en ter maximale vermijding van gerechtelijke betwistingen meedelen ?

DO 2004200502459

DO 2004200502459

Question no 24 de Mme Trees Pieters du 19 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances :

Vraag nr. 24 van mevrouw Trees Pieters van 19 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n :

Nullité des montants d’imposition pour accroissements d’impoˆts, arbitraires ou non.

Nietigheid van belastingaanslagen omwille van al dan niet willekeurig opgelegde belastingverhogingen.

Dans le cadre d’une décision directoriale concernant une réclamation, les impositions donnant lieu à des accroissements d’impoˆt doivent en principe être annulés en cas de non-respect des dispositions de la loi du 29 juillet 1991 relatives à la motivation formelle des actes administratifs comme en cas de décision arbitraire. ` ce propos, les questions pratiques et générales A suivantes se posent dès lors.

Bij het treffen van een directoriale beslissing omtrent een bezwaarschrift moeten zowel bij de nietnaleving van de voorschriften van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen als bij willlekeur, de belastingaanslagen waarbij belastingverhogingen werden aangerekend in principe worden vernietigd.

1. Les montants d’imposition contestés doivent-ils être annulés « entièrement » ou « partiellement » à concurrence de la sanction administrative dont il est question à l’article 444, alinéa 1er CIR 1992, et dans les dispositions réglementaires y afférentes ?

1. Moeten de aangevochten belastingaanslagen « geheel » dan wel slechts « gedeeltelijk » worden vernietigd ten belope van die opgelegde administratieve sanctie waarvan sprake in artikel 444, eerste lid WIB 1992 en de desbetreffende reglementaire bepalingen ?

2. A) Peut-on fixer une cotisation de remplacement à partir de l’exercice d’imposition 1999 moyennant une notification régulière : application de l’article 355 du CIR 1992 :

2. A) Kan er met ingang van het aanslagjaar 1999 mits inachtneming van een regelmatige kennisgeving een vervangende aanslag worden gevestigd met : toepassing van artikel 355 van het WIB 1992 :

a) en cas d’annulation de la cotisation initiale en raison de la seule violation de l’obligation de motivation;

a) in geval van nietigverklaring van de aanvankelijke aanslag uitsluitend omwille van schending van de motiveringsverplichting;

b) en cas d’arbitraire pur et simple ?

b) in geval van zuivere « willekeur » ?

B) Dans l’affirmative :

Terzake rijzen in dit verband de volgende algemene praktische vragen.

B) In bevestigend geval :

a) Cela doit-il se faire par le biais d’un avis préalable de révision de la déclaration au sens de l’article 346 du CIR 1992 ?

a) Moet dit gebeuren bij middel van een voorafgaandelijk bericht van wijziging van aangifte in de zin van artikel 346 WIB 1992 ?

b) Cela ne doit ou ne peut-il être annoncé au préalable que par une simple lettre motivée sous pli recommandé ou non ?

b) Of, moet of mag dit voorafgaandelijk slechts worden aangekondigd door middel van een gewone al dan niet onder aangetekende omslag verzonden gemotiveerde brief ?

3. Peut-il être procédé à une nouvelle taxation en cas d’accroissement d’impoˆt arbitraire ou en cas de méconnaissance de l’obligation de motivation :

3. Is zowel bij de arbitraire oplegging van een belastingverhoging als bij de miskenning van de motiveringsplicht nog een hertaxatie mogelijk :


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8497

a) lorsque la décision directoriale contestée a été prise dans le délai approprié de six mois après le dépoˆt d’une réclamation valable;

a) wanneer de betwiste directoriale beslissing werd getroffen binnen de behoorlijke termijn van zes maanden na indiening van een geldig bezwaarschrift;

b) lorsque la décision directoriale n’a pas été prise dans le délai raisonnable de six mois ?

b) Wanneer de directoriale beslissing niet wordt genomen binnen diezelfde redelijke termijn van zes maanden ?

4. La violation de l’article 444, alinéa 1er CIR 1992, est-elle toujours considérée comme la violation d’une autre règle « légale » que celle de la prescription, qui n’entrave pas l’application de l’article 355 CIR 1992 ?

4. Wordt de schending van artikel 444, eerste lid WIB 1992 steeds aanzien als een schending van een andere « wettelijke » regel dan die van de prescriptie, die de toepassing van artikel 355 WIB 1992 niet in de weg staat ?

5. Pouvez-vous, point par point et pour chaque possibilité, nous communiquer votre point de vue actuel ainsi que votre manière de procéder à la lumière des dispositions des articles 346, 355, 375 et 444, alinéa 1er du Code des impoˆts sur les revenus 1992 ?

5. Kan u punt per punt, en voor elk van de verschillende mogelijkheden uw huidige administratieve ziensen handelwijze meedelen in het licht van de bepalingen van de artikelen 346, 355, 375 en 444, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8499

III. Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. III. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.

Premier ministre

Eerste minister

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 56 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au premier ministre :

Vraag nr. 56 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de eerste minister :







Réponse du premier ministre du 25 novembre 2004, à la question no 56 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de eerste minister van 25 november 2004, op de vraag nr. 56 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :

Le service public fédéral Chancellerie du premier ministre ne consomme pas ce genre de produits. Ceci est dû au fait que, par exemple pour les boissons, le service public fédéral est lié par des contrats avec des fournisseurs de distributeurs automatiques de boissons qui n’offrent pas de tels produits.

De federale overheidsdienst Kanselarij van de eerste minister gebruikt geen dergelijke producten. De reden hiervoor is het feit dat, bijvoorbeeld voor dranken, zij gebonden is aan contracten met leveranciers van drankautomaten, die in hun drankaanbod geen dergelijke producten opgenomen hebben.

Lors du renouvellement des contrats, la possibilité de reprendre de tels produits dans l’offre de boissons sera examinée.

Bij de hernieuwing van de contracten zal de mogelijkheid onderzocht worden om dergelijke producten in het drankaanbod op te nemen.

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 57 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au premier ministre :

Vraag nr. 57 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de eerste minister :






2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8500

ments publics pour les personnes moins-valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc. 1. a) Qu’en est-il de l’accessibilité pour les personnes à mobilité réduite des services et baˆtiments relevant de votre compétence ? b) Les services régionaux sont-ils également accessibles aux personnes à mobilité réduite ? 2. Des emplacements de parking réservés ont-ils été aménagés à proximité immédiate des baˆtiments concernés ? 3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ? Réponse du premier ministre du 25 novembre 2004, à la question no 57 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) : 1. a) Les baˆtiments sont accessibles par un plan incliné mobile et/ou un ascenseur. b) Il n’y a pas de services régionaux. 2. Nous disposons d’un parking propre, limité à 25 emplacements. Ce nombre réduit nous empêche de réserver, par définition, des emplacements pour des personnes handicapées. J’ajoute en outre que mes services, en raison de leur compétence spécifique de coordination, sont rarement consultés directement par les citoyens mais le sont le plus souvent par un groupe restreint de fonctionnaires et de membres du personnel politique. Néanmoins, les personnes handicapées peuvent, sur simple demande, utiliser le parking. 3. Oui.

heid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij. 1. a) Hoe zit het met de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit van de diensten en gebouwen die onder uw bevoegdheid vallen ? b) Zijn ook de gewestelijke diensten toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit ? 2. Zijn er speciale parkeerplaatsen voorzien in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw ?



3. Wordt er aandacht geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap ? Antwoord van de eerste minister van 25 november 2004, op de vraag nr. 57 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) : 1. a) De gebouwen zijn toegankelijk via een mobiel hellend vlak en/of via een lift. b) Er zijn geen gewestelijke diensten. 2. Wij beschikken over een beperkte eigen parking met 25 plaatsen. Het beperkt aantal laat ons niet toe om plaatsen per definitie te reserveren voor personen met een handicap, te meer daar mijn diensten wegens hun specifieke coo¨rdinerende bevoegdheid zelden rechtstreeks door de burgers geconsulteerd worden, maar vooral door een kleine groep van ambtenaren en politiek personeel. Desalniettemin kunnen personen met een handicap op eenvoudig verzoek gebruik maken van de parking. 3. Ja.

DO 2003200410691

DO 2003200410691

Question no 191 de M. François-Xavier de Donnea du 24 février 2004 (Fr.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice : Augmentation des dossiers pénaux en matière de jeunesse. Le bilan 2003 du parquet de Bruxelles présenté la semaine dernière fait état d’une poussée pour le moins

Vraag nr. 191 van de heer François-Xavier de Donnea van 24 februari 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie : Toename van het aantal strafzaken tegen minderjarigen. Uit het activiteitenverslag 2003 dat het parket van Brussel vorige week heeft voorgesteld blijkt een op zijn


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8501

inquiétante des dossiers pénaux en matière de jeunesse (environ + 25 %) avec 29 084 dossiers enregistrés en 2003 contre quelque 23 000 en 2002. 1. Quelle est en moyenne l’aˆge des intéressés ?

minst onrustwekkende toename van het aantal strafzaken tegen minderjarigen (een stijging met om en bij de 25 %). Dat aantal is immers opgelopen van 23 000 in 2002 tot 29 084 in 2003. 1. Wat is de gemiddelde leeftijd van de betrokkenen ?

2. De quelle nature sont ces dossiers (type de délits; victimes ou agresseurs) ? 3. Quelles suites reçoivent-ils ?

2. Van welke aard zijn die dossiers (soorten misdrijven; slachtoffers of daders) ? 3. Welk gevolg wordt eraan gegeven ?

4. a) Combien d’agressions physiques perpétrées par des mineurs d’aˆge a-t-on enregistré en 2003 ?

4. a) Hoeveel fysieke aanrandingen door minderjarigen werden in 2003 geregistreerd ?

b) Par rapport à l’année 2002, ce chiffre est-il en hausse ou en baisse ?

b) Is dat cijfer in vergelijking met 2002 gestegen of gedaald ?

c) Et par rapport à 1993 ?

c) En in vergelijking met 1993 ?

5. En France, 31 % des viols commis sur des mineurs, sont le fait de mineurs. Qu’en est-il en Belgique ?

5. In Frankrijk is in 31 % van de gevallen van verkrachting van een minderjarige, de dader ook een minderjarige. Hoe zit het daarmee in Belgie¨ ?

6. a) Combien de mineurs ont été mis en cause dans des affaires de délinquance en 2002 ?

6. a) Hoeveel minderjarigen waren in 2002 betrokken bij criminele feiten ?

b) Quel pourcentage cela représente-t-il par rapport au total des faits de délinquance ?

b) Hoe staat dat in verhouding tot het totaal aantal criminele feiten ?

c) Quel pourcentage (en + ou en -) cela représente-t-il par rapport à 1992 ?

c) Welk percentage (meer of minder) vertegenwoordigt dat in vergelijking met 1992 ?

7. Combien compte-t-on de multirécidivistes parmi les jeunes impliqués dans des faits de délinquance, quel pourcentage représentent-ils sur l’ensemble des auteurs de faits de délinquance ?

7. Hoeveel multirecidivisten zijn er onder de jongeren die bij criminele feiten betrokken zijn en welk percentage maken zij uit van het totaal aantal daders ?

8. Quelle est la proportion de délits dus à ces jeunes multirécidivistes ?

8. In hoeveel procent van de gevallen was de dader een jonge multirecidivist ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 24 novembre 2004, à la question no 191 de M. François-Xavier de Donnea du 24 février 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 24 november 2004, op de vraag nr. 191 van de heer François-Xavier de Donnea van 24 februari 2004 (Fr.) :

Sur la base des éléments qui m’ont été fournis par les autorités judiciaires, j’ai l’honneur d’apporter à M. de Donnéa les statistiques relatives à la délinquance juvénile pour l’arrondissement de Bruxelles. Cependant il faut souligner qu’il est pratiquement impossible de répondre aux questions posées de manière précise et ce pour plusieurs raisons :

Op basis van de elementen die mij door de rechterlijke autoriteiten werden overgemaakt, laat ik de heer de Donnéa de statistieken betreffende de jeugdcriminaliteit voor het arrondissement Brussel bekomen. Er moet echter benadrukt worden dat het vrijwel onmogelijk is de gestelde vragen nauwkeurig te beantwoorden, omwille van verschillende redenen :

— premièrement, le chiffre donné par l’honorable membre concerne le nombre global d’affaires, tant protectionnelles que civiles, prises en charge par le

— ten eerste heeft het cijfer van het geachte lid betrekking op alle zaken, zowel burgerlijke zaken als zaken betreffende jeugdbescherming, waarmee de


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8502

procureur du Roi section jeunesse, en 2003 (= 29 082). Par ailleurs, il est utile de rappeler que les statistiques des activités des parquets et de la police sont influencées par des facteurs indépendants de l’évolution de la criminalité : l’efficacité du travail de la police, priorité de la politique criminelle, politique d’enquête et disposition des victimes à porter plainte. Un meilleur accompagnement de celles-ci se traduira par une augmentation des dossiers répressifs. Les statistiques sont d’abord un indice du système de répression tout autant que celui de l’activité criminelle. Les chiffres du parquet de Bruxelles n’indiquent donc pas une augmentation de 25 % de la délinquance juvénile.

procureur des Konings afdeling jeugd in 2003 (= 29 082) belast werd. Bovendien moet er nog eens op gewezen worden dat de activiteitenstatistieken van parketten en politie beı¨nvloed zijn door factoren die los staan van de evolutie van de criminaliteit : de doeltreffendheid van het werk van de politie, de prioriteit van het strafrechtelijk beleid, het opsporingsbeleid en de bereidheid van de slachtoffers om klacht in te dienen. Een betere begeleiding van deze personen zal het aantal strafdossiers doen toenemen. De statistieken geven in de eerste plaats een beeld van het strafsysteem, alsook van de criminele activiteit. In de cijfers van het parket van Brussel is er dus geen sprake van een verhoging van 25 % van de jeugdcriminaliteit.

— deuxièmement, cette section du tribunal de première instance ne dispose pas d’un informaticien ou d’un statisticien.

— ten tweede beschikt deze afdeling van de rechtbank van eerste aanleg niet over een informaticus of statisticus.

En ce qui concerne les statistiques jeunesse d’une façon générale, il convient toutefois d’être prudent. En effet, les parquets n’ont pas toujours la même façon d’enregistrer les données. Certains d’entre eux ont accès au système communément utilisé dans les parquets correctionnels. D’autres enregistrent ces chiffres dans le système « Parquet jeunesse », ou encore procèdent à un enregistrement manuel. Ainsi, pour palier ce manque de cohérence, j’ai demandé à l’INCC de réaliser une recherche sur les statistiques des sections jeunesse des différents parquets. L’objectif est de trouver un instrument statistique permettant d’uniformiser les pratiques en matière d’enregistrement concernant les jeunes.

Er moet evenwel voorzichtig worden omgesprongen met jeugdstatistieken in het algemeen. De parketten registreren de gegevens immers niet altijd op dezelfde manier. Sommige hebben toegang tot het systeem dat doorgaans in de correctionele parketten wordt gebruikt. Andere registreren hun cijfers in het systeem « Jeugdparket » of voeren ze manueel in. Om dit gebrek aan samenhang te ondervangen, heb ik het NICC verzocht een onderzoek uit te voeren naar de statistieken van de jeugdafdelingen van de verschillende parketten. Er wordt gestreefd naar een statistisch instrument waardoor de registratiepraktijken inzake jongeren zouden kunnen worden gestandaardiseerd.

1. La moyenne d’aˆge des intéressés n’est pas connue.

1. De gemiddelde leeftijd van de betrokkenen is niet gekend.

2. Les nouveaux dossiers ouverts en cause de mineurs en danger (article 36, § 2, de la loi du 8 avril 1965) sont au nombre de 3 654 en 2003.

2. In 2003 werden 3 654 nieuwe dossiers betreffende problematische opvoedingssituaties (artikel 36, § 2, van de wet van 8 april 1965) geopend.

Les nouveaux dossiers ouverts en cause de mineurs ayant commis des actes qualifiés infractions (article 36, § 4, de la loi du 8 avril 1965) sont au nombre de 14 667. Il y a eu 169 dossiers mixtes (article 36, § 2, et § 4, de la loi du 8 avril 1965) et 3 479 autres (qui ne relèvent pas de l’article 36, § 2 et § 4, de la loi du 8 avril 1965) ouverts pour cette année 2003.

Er werden 14 667 nieuwe dossiers geopend betreffende minderjarigen die als misdrijf omschreven handelingen hebben gepleegd (artikel 36, § 4, van de wet van 8 april 1965). Er waren 169 gemengde (artikel 36, § 2 en § 4, van de wet van 8 april 1965) en 3 479 overige geopende dossiers (die niet vallen onder artikel 36, § 2 of § 4, van de wet van 8 april 1965) voor het jaar 2003.

Voici un tableau reprenant les différentes qualifications données aux affaires protectionnelles introduites durant l’année 2003 au Parquet de Bruxelles, section jeunesse).

Hieronder vindt u een tabel met de verschillende kwalificaties van zaken betreffende jeugdbescherming die tijdens het jaar 2003 bij het Parket van Brussel, afdeling jeugd werden ingeleid.

Association de malfaiteurs .................................... Vol à l’aide de violence ou de menace .................. Vol au cours duquel des amies sont montrées ou utilisées .................................................................

11

Vereniging van misdadigers .................................. Diefstal door middel van geweld of bedreiging ..... Diefstal waarbij wapens worden getoond of gebruikt ................................................................

2004

2005


45 1 241

45 1 241 11


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8503

Extorsion ..............................................................

149

Afpersing ..............................................................

149

Vol à l’étalage .......................................................

695

Winkeldiefstal .......................................................

695

Identité ................................................................. E´vasion .................................................................

174

Identiteit ...............................................................

174

12

Ontsnapping .........................................................

12

Vol .......................................................................

2 513

Diefstal .................................................................

2 513

Faux .....................................................................

230

Valsheid ................................................................

230

Recel / cel .............................................................

184

Heling / verberging ...............................................

184

Mendicité ..............................................................

8

Bedelarij ................................................................

8

Meurtre ou assassinat ...........................................

20

Moord en doodslag ..............................................

20

Suicide ..................................................................

15

Zelfmoord ............................................................

15

Maladie ................................................................

2

Ziekte ...................................................................

2

Armes ...................................................................

235

Wapens .................................................................

235

Mœurs : .................................................................

515

Zedenfeiten : .........................................................

515

* dont victimes .....................................................

323

* waarvan slachtoffer ............................................

323

* dont prévenu ......................................................

192

* waarvan verdachte .............................................

192

Séquestration ........................................................

76

Opsluiting .............................................................

76

Disparition inquiétante .........................................

372

Onrustwekkende verdwijning ...............................

372

Outrages ...............................................................

148

Smaad ...................................................................

148

2

Slagen aan een persoon met een openbare hoedanigheid bekleed ..........................................................

2

45

Weerspannigheid tegenover de overheid of personen met een openbare hoedanigheid bekleed ...............

45

Alarme ..................................................................

20

Alarm ...................................................................

20

Abandon toit paternel ...........................................

480

Verlaten ouderlijke woning ...................................

480

Abandon de famille ..............................................

1 064

Familieverlating ....................................................

1 064

Non-représentation d’enfant .................................

2 241

Niet-naleven bezoekrecht ......................................

2 241

Coups à une personne ayant un caractère public .. Rébellion envers autorités ou personnes ayant un caractère public .....................................................

Conception avant l’aˆge légal .................................

7

Obligation scolaire ................................................

968

Schoolverzuim .......................................................

968

Indiscipline ...........................................................

1 056

Onbuigzame minderjarige .....................................

1 056

Enfant en danger ..................................................

3 283

Kind in gevaar ......................................................

3 283

Fugue ....................................................................

947

Ontvluchting instelling ..........................................

947

Coups et blessures volontaires ..............................

1 296

Opzettelijke slagen en verwondingen ....................

1 296

Abstention capable de porter secoure ...................

1

Schuldig verzuim hulp te verlenen ........................

1

Fausse alerte .........................................................

6

Valse melding .......................................................

6

Menaces ................................................................

284

Bedreigingen .........................................................

284

Agissements suspects .............................................

492

Verdachte handelingen ..........................................

492

Coups et blessures involontaires ...........................

17

Onopzettelijke slagen en verwondingen ................

17

Incendie ................................................................

112

Brandstichting .......................................................

112

Dégradation ..........................................................

1 071

Beschadigingen ......................................................

1 071

Injures ...................................................................

49

Beledigingen ..........................................................

49

Violation — harcèlement ......................................

50

Schennis ................................................................

50

Manifestation — grève — entrave à la circulation

10

Betogingen ............................................................

10

Hooliganisme ........................................................

1

Hooliganisme ........................................................

1


2004

Zwangerschap voor de wettelijke minimumleeftijd

2005

7


1075

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8504

Séjour illégal ......................................................... Racisme — xénophobie ........................................ Possession de stupéfiants ...................................... Consommation de drogues ................................... Dealer ................................................................... Doping .................................................................. Commerce ambulant ............................................. Interdiction de fumer dan les lieux publics ........... Chasse — pêche — protection des animaux ......... Roulage ................................................................

443 9 450 384 105 1 3 59 1 331

Onwettig verblijf .................................................. Racisme ................................................................ Bezit drugs ............................................................ Gebruik drugs ....................................................... Verkoop drugs ...................................................... Doping .................................................................. Leurhande ............................................................. Verboden te roken in openbare plaatsen ............... Dieren ................................................................... Verkeer .................................................................

443 9 450 384 105 1 3 59 1 331

Total ..................................................................... 21 969

Totaal ................................................................... 21 969

3. Les suites de ses dossiers sont réparties comme suit.

3. De opvolging van de dossiers wordt als volgt onderverdeeld.

1. Décisions immédiates ........................................ 0 2. Jonction ............................................................ 12 3. Affaires transmises pour disposition (incompé252 tence) .................................................................... 4. Classement sans suite ........................................ a) nombre d’affaire ............................................... 10 858 b) motivation des classements sans suite ............... * Opportunités ...................................................... 6 214 * Techniques ......................................................... 4 272 * Autres ................................................................ 372 5. Médiation ......................................................... 87 6. Mesures alternatives ......................................... 135 7. Nombres d’affaires portées devant le Tribunal de 1 763 la Jeunesse après réquisition ................................. 8. Nombre de citations ......................................... 2 775

1. Onmiddellijke beslissingen ................................ 0 2. Samenvoeging ................................................... 12 3. Zaken tot beschikking overgemaakt (onbevoegd252 heid) ..................................................................... 4. Zonder gevolg ................................................... a) aantal ............................................................... 10 858 b) motivering van de seponering ........................... * Opportuniteit ..................................................... 6 214 * Technisch ........................................................... 4 272 * Overige .............................................................. 372 5. Bemiddeling ...................................................... 87 6. Alternatieve maatregelen ................................... 135 7. Aantal zaken tot beschikking overgemaakt aan de 1 763 jeugdrechter .......................................................... 8. Aantal dagvaardingen ....................................... 2 775

4. Si l’on s’en réfère au tableau ci-dessus, le nombre d’agressions physiques (reprises dans les préventions de vol à l’aide de violence ou de menace, vol au cours duquel des armes sont montrées ou utilisées, meurtre ou assassinat, séquestration, infraction pour faits de mœurs dont le mineur est le prévenu, coups à une personne ayant un caractère public, rébellion envers autorités ou personnes ayant un caractère public, coups et blessures volontaires) perpétrées par des mineurs d’aˆge est de 2 883 dont 1 296 procès-verbaux de coups et blessures volontaires et 20 pour meurtre ou assassinat (ou tentative, la proportion n’a pas été quantifiée).

4. Uitgaande van bovenstaande tabel, werden 2 883 fysieke agressies (opgenomen in de inbreuken diefstal door middel van geweld of bedreiging, diefstal waarbij wapens werden getoond of gebruikt, moord en doodslag, opsluiting, zedenfeiten waarbij de minderjarige de verdachte is, slagen aan een persoon met een openbare hoedanigheid bekleed, weerspannigheid tegenover de overheid of personen met een openbare hoedanigheid bekleed, opzettelijke slagen en verwondingen) door minderjarigen vastgesteld, waarvan 1 296 processen-verbaal voor opzettelijke slagen en verwondingen en 20 voor moord of doodslag (of poging, de verhoudingen werden niet vermeld).

5. Il n’est pas possible de procéder à une comparaison avec la France sur la base des statistiques judiciaires en raison des différences de systèmes juridiques et de l’enregistrement statistique entre les deux pays. Les études épidémiologiques sont une meilleure source d’information pour le phénomène. E´tant donné les limitations évoquées dans le premier paragraphe, l’on ne dispose actuellement pas de chiffres pour répondre à la sixième, septième et huitième questions.

5. Het is niet mogelijk een vergelijking met Frankrijk te maken op basis van de gerechtelijke statistieken, omwille van het verschil tussen de rechtsstelsels en het onderscheid in de statistische registratie tussen beide landen. De epidemiologische studies vormen een betere informatiebron voor dit fenomeen.


2004

Gezien de beperkingen die in de eerste paragraaf werden aangehaald, beschikken we op dit moment niet over cijfers om op de zesde, zevende en achtste vraag te antwoorden. 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8505

DO 2003200421746

DO 2003200421746

Question no 301 de M. Guido De Padt du 28 juin 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 301 van de heer Guido De Padt van 28 juni 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Faux-monnayeurs d’Europe de l’Est. — Mise sur pied d’équipes d’enquête multinationales.

Oost-Europese valsemunters. — Oprichting van multinationale onderzoeksteams.

Selon le directeur d’Europol, les faux-monnayeurs originaires d’Europe de l’Est représentent une menace pour le système économique de l’Union européenne. Les malfaiteurs sont de plus en plus habiles à contrefaire les euros, les dollars, les cartes de crédit et les traveller’s chèques. Le directeur d’Europol préconise la création d’équipes d’enquête internationales afin de traquer les faux-monnayeurs.

Oost-Europese valsemunters bedreigen het economisch systeem van de Europese Unie, zegt de directeur van Europol. Criminelen slagen er steeds beter in om euro’s, dollars, creditcards en traveller’s cheques na te maken. De Europol-directeur pleit voor de oprichting van multinationale onderzoeksteams die valsemunters moeten opsporen.

Pourriez-vous indiquer pour les années 2000, 2001, 2002, 2003 et le premier semestre de 2004 :

Kan u voor de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en de eerste semester 2004 mededelen :

1. le nombre de délits de faux-monnayage enregistrés dans notre pays;

1. hoeveel criminele feiten van valsemunterij in ons land werden vastgesteld;

2. le montant total sur lequel ils ont porté;

2. over welke bedragen het in totaal ging;

3. l’origine des faits de faux-monnayage, c’est-àdire l’origine des auteurs/bandes, et le nombre d’auteurs/de bandes impliqués;

3. wat de oorsprong was van de valsemunterij, dit wil zeggen van waar de daders/bendes afkomstig waren, en over hoeveel daders/bendes het ging;

4. le nombre de dossiers qui ont donné lieu à des poursuites;

4. hoeveel dossier aanleiding gaven tot een bestraffing;

5. le nombre de dossiers classés sans suite;

5. hoeveel dossiers er werden geseponeerd;

6. si notre pays est disposé à collaborer à la mise sur pied d’équipes d’enquête internationales et quels sont les moyens et les effectifs qui seront mis en œuvre à cet effet ?

6. of ons land bereid is mee te werken aan de oprichting van multinationale onderzoeksteams en welke middelen en mensen daarvoor zullen worden ingezet ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 26 novembre 2004, à la question no 301 de M. Guido De Padt du 28 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 26 november 2004, op de vraag nr. 301 van de heer Guido De Padt van 28 juni 2004 (N.) :

` la suite de votre question, j’ai adressé une A demande d’informations au collège des procureurs généraux et aux analystes statistiques de ce même collège et des parquets près les cours d’appel pour les réponses aux questions 4 et 5. Des informations complémentaires ont également été obtenues au sujet des questions 1 et 3. Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 45, p. 6860. Vous trouverez les réponses ci-après, en complément à la réponse précédente du 23 août 2004 (Questions et Réponses, Chambre, 20032004, no 45, p. 6860).

Naar aanleiding van uw vraag heb ik mij voor de antwoorden op vragen 4 en 5 een verzoek voor informatie gericht tot het college van procureurs-generaal en de statistische analisten bij het college van procureurs-generaal en de parketten bij de hoven van beroep. Er werd eveneens aanvullende informatie Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 45, blz. 6860 betreffende vragen 1 en 3 bekomen. Hierna volgen de antwoorden, als aanvulling op het vorige antwoord dd. 23 augustus 2004 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 45, blz. 6860).

1. Au cours de la période allant du 1er janvier 2000 au 30 juin 2004 inclus, un total de 42 736 affaires de faux monnayage ont été enregistrées dans le système informatique utilisé par les parquets près les tribunaux de première instance. E´tant donné que la parquet

1. In de periode van 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2004 werden in totaal 42 736 zaken « valsmunterij » geregistreerd in het informaticasysteem dat de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg hanteren. Gezien het parket van Eupen geen


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8506

d’Eupen n’utilise pas ce système, il y a une légère sousestimation du nombre réel de dossiers.

gebruik maakt van dit systeem, betreft het hier een lichte onderschatting van het ree¨le aantal dossiers.

Tableau 1 : nombre d’affaires de faux monnayage 2000-2004 par arrondissement judiciaire

Tabel 1 : aantal zaken valsmunterij 2000-2004 per gerechtelijk arrondissement

Arrondissement judiciaire — Gerechtelijk arrondissement

2000

2001

2002

2003

2004

Anvers. — Antwerpen ....................................... Malines. — Mechelen ....................................... Turnhout .......................................................... Hasselt .............................................................. Tongres. — Tongeren ....................................... Charleroi ........................................................... Mons. — Bergen ............................................... Tournai. — Doornik ......................................... Bruxelles. — Brussel ......................................... Louvain. — Leuven ........................................... Nivelles. — Nijvel ............................................. Gand. — Gent .................................................. Termonde. — Dendermonde ............................. Audenarde. — Oudenaarde ............................... Bruges. — Brugge ............................................. Courtrai. — Kortrijk ........................................ Ypres. — Ieper .................................................. Furnes. — Veurne ............................................. Liège. — Luik ................................................... Huy. — Hoei .................................................... Verviers ............................................................. Namur. — Namen ............................................ Dinant ............................................................... Arlon. — Aarlen ............................................... Neufchaˆteau ...................................................... Marche-en-Famenne ..........................................

479 115 188 185 189 432 214 95 690 89 118 166 249 49 192 164 41 230 387 85 158 337 112 47 86 122

467 91 146 125 139 252 226 130 779 124 84 188 197 48 202 158 49 70 245 45 45 115 73 70 58 33

226 122 138 155 122 139 313 235 2 006 191 132 308 313 79 308 298 89 136 308 32 52 90 88 42 51 49

1 948 371 123 485 315 1 259 636 404 8 129 693 335 1 061 900 190 990 869 168 239 1 106 66 116 291 107 74 70 45

731 98 64 74 41 106 106 49 3 995 47 53 100 140 9 131 151 30 23 257 17 24 48 21 10 13 8

Total. — Totaal ...............................................

5 219

4 159

6 002

20 990

6 346

Remarque : pour 2004, il s’agit du premier semestre. Source : Collège des procureurs généraux.

Opmerking : 2004 betreft het eerste semester. Bron : College van procureurs-generaal.

En 2003, un nombre remarquablement plus élevé de faits de faux monnayage a été enregistré. La raison est probablement l’introduction d’une nouvelle monnaie dans la zone euro en janvier 2002, créant ainsi de nouvelles opportunités.

In 2003 werden er opmerkelijk meer feiten van valsmunterij geregistreerd. Een mogelijke verklaring kan te vinden zijn in de invoering van een nieuwe valuta in de eurozone in januari 2002, waardoor er nieuwe opportuniteiten werden gecreeërd.

3. Dans la plupart des dossiers (42 736), aucun suspect n’a pu être identifié. Au total, 5 494 suspects ont été enregistrès, dont 408 (7,4 %) avaient la nationalité d’un pays de l’Europe de l’Est. Ces 408 personnes sont impliquées dans 300 dossiers différents. On

3. In de meeste dossiers (42 736) kon geen verdachte worden geı¨dentificeerd. In totaal werden er 5 494 verdachten geregistreerd, waarvan er 408 (7,4 %) een Oost-Europese nationaliteit hebben. Deze 408 personen hebben betrekking op 300 verschillende dossiers.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8507

peut également faire état d’une probable sousestimation, étant donné que les données relatives à l’identité des suspects ne sont enregistrées en détail qu’à partir du moment où il y a eu une citation directe ou que l’affaire fait l’objet d’une instruction. En outre, la valeur « Belge » est programmée automatiquement dans le système dans le champ nationalité du suspect. Il est donc possible d’omettre d’adapter le cas échéant cette valeur lors de l’enregistrement.

Ook hier kan sprake zijn van een mogelijke onderschatting, aangezien de identiteitsgegevens van de verdachten pas in detail geregistreerd worden op het moment dat er een rechtstreekse dagvaarding is of dat de zaak in gerechtelijk onderzoek gaat. Bovendien staat de waarde « Belgie¨ » automatisch in het systeem geprogrammeerd als nationaliteit van de verdachte, zodat de kans bestaat dat op het ogenblik van de registratie werd nagelaten deze waarde desgevallend aan te passen.

Tableau 2 : aperçu global des nationalités dans les affaires de faux monnayage

Tabel 2 : globaal overzicht van nationaliteiten in valsmunterijzaken

Nationalité — Nationaliteit

2000

2001

2002

2003

2004

Europe de l’Est. — Oost-Europa ....................... Belgique. — Belgie¨ ............................................ Inconnu. — Onbekend ...................................... Autres. — Andere .............................................

64 1 553 108 444

67 726 102 236

101 373 119 316

124 403 107 222

52 203 57 117

Total. — Totaal ...............................................

2 169

1 131

909

856

429

Remarque : pour 2004, il s’agit du premier semestre). Source : Collège des procureurs généraux.

Opmerking : 2004 betreft het eerste semester). Bron : College van procureurs-generaal.

Le tableau suivant reprend les nationalités des pays d’Europe de l’Est en détail.

In volgende tabel worden de Oost-Europese nationaliteiten in detail weergegeven.

Tableau 3 : aperçu détaillé des nationalités des pays de l’Europe de l’Est dans les affaires de faux monnayage

Tabel 3 : gedetailleerd overzicht van Oost-Europese natinaliteiten in de valsmunterijzaken

Nationalité — Nationaliteit Albanie. — Albanie¨ .......................................... Bosnie-Herzégovine. — Bosnie¨-Herzegovina ..... Bulgarie. — Bulgarije ........................................ Hongrie. — Hongarije ...................................... Croatie. — Kroatie¨ ........................................... Lettonie. — Letland .......................................... Lituanie. — Litouwen ....................................... Macédoine. — Macedonie¨ ................................ Moldavie. — Moldavie¨ ..................................... Ukraine. — Oekraı¨ne ........................................ Polen. — Pologne .............................................. Roumanie. — Roemenie¨ ................................... Russie. — Rusland ............................................ Serbie. — Servie¨ ................................................ Slovaquie. — Slowakije ..................................... Slovénie. — Slovenie¨ ......................................... Tchéquie. — Tsjechie¨ ....................................... Biélorussie. — Wit-Rusland ..............................


2000

2001

2002

4 2 2

2 2 9

1

2 1 14 1

1 8 9 11 19 1

17 5 4 9 1

2003

3 1 16 1

2004

5 8

1 6

1 42 1 1 11 17 2 5

68 1 5 1 16 3 1 11 1

25

1 4 6 4 1

1 1

2004

2005

1

1


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8508

Nationalité — Nationaliteit

2000

2001

Tchécoslovaquie (*). — Tsjecho-Slovakije (*) ..... Serbie (*). — Servie¨ (*) ....................................... Russie (*). — Rusland (*) ................................... Ukraine. — Oekraı¨ne ........................................ Jougoslavie (*). — Joegoslavie¨ (*) ......................

2

Total. — Totaal ...............................................

64

2002

2003

2004

1 2 1

1 2

1

67

101

124

52

(*) = réfugiés (Remarque : pour 2004, il s’agit du premier semestre). Source : Collège des procureurs généraux.

(*) = vluchtelingen (Opmerking : 2004 betreft het eerste semester). Bron : College van procureurs-generaal.

On peut constater une augmentation sensible du nombre de suspects de nationalité lituanienne en 2003. Une augmentation qui a d’ailleurs été constatée de manière générale dans le cadre du rapportage européen en matière de criminalité organisée. Le faux monnayage apparaıˆt également comme étant un domaine où les criminels polonais, serbes, bulgares et roumains sont actifs. Les organisations criminelles bulgares sont d’ailleurs connues pour leurs compétences en matière de faux monnayage. (Source : Rapport 2003 sur la criminalité organisée dans l’Union européenne, p. 17) 4 et 5. Dans la réponse précédente du 23 août 2004, quelques statistiques de jugements ont été données pour la période 2000-2003. Tableau 4 : nombre de personnes condamnées pour faux monnayage

In 2003 kan een gevoelige stijging in het aantal verdachten met Litouwse nationaliteit vastgesteld worden. Een stijging die trouwens ook algemeen vastgesteld werd in het kader van de Europese rapportering over georganiseerde criminaliteit. Valsmunterij lijkt ook een domein te zijn waar Poolse, Servische, Bulgaarse en Roemeense criminelen actief zijn. De Bulgaarse criminele organisaties staan trouwens om hun vaardigheden inzake valsmunterij bekend. (Bron : Rapport 2003 over georganiseerde criminaliteit in de Europese Unie, p. 17).

Année

4 en 5. In het vorige antwoord van 23 augustus 2004 werden enkele veroordelingstatistieken voor de periode 2000-2003 meegegeven. Tabel 4 : aantal veroordeelden voor valsmunterij

Nombre d’auteurs condamnés

2000 ........................................... 2001 ........................................... 2003 ...........................................

8 9 12

Source : Service de la Politique criminelle.

2000


Aantal veroordeelde daders

2000 ........................................... 2001 ........................................... 2003 ...........................................

8 9 12

Bron : Dienst voor het Strafrechtelijk beleid.

Le tableau ci-dessous reprend un état d’avancement des 300 dossiers impliquant au moins un suspect des pays de l’Europe de l’Est. Tableau 5 : état d’avancement des dossiers impliquant au moins un suspect des pays de l’Europe de l’Est

Sans suite. — Zonder gevolg ............................ Information. — Vooronderzoek ........................ Jonction avec un autre dossier. — Voeging ......

Jaartal

Onderstaande tabel bevat een vooruitgangsstaat van de 300 dossiers met minstens één Oost-Europese verdachte. Tabel 5 : vooruitgangsstaat van dossiers met minstens één Oost-Europese verdachte

2001 38 1 3

2004

2002 23 2 7

2005

2003 36 2 18

2004 38 7 25

11 7 14


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8509

2000 Pour disposition. — Ter beschikking ................ Instruction. — Onderzoek ................................. Disposition chambre du conseil. — Beschikking raadkamer ......................................................... Audience. — zitting .......................................... Jugement. — Vonnis ......................................... Jugement sur opposition. — Vonnis op verzet .. Jugement objet d’un recours en appel. — Vonnis waartegen beroep .............................................. Arrêt de la cour d’appel. — Arrest hof van beroep Total. — Totaal ...............................................

2001

2003

2004

3

2

4 1

2 5

1

1

1

4 1

1 1 5 1

7

15

1

1 1

1

52

44

70


3 3

1

2

95

39


Pour la période allant du 1er janvier 2000 au 30 juin 2004 inclus, 48,7 % de ces dossiers ont été classés sans suite. Au cours de la même période, 13,7 % des affaires (41) ont été fixées à une audience ou ont fait l’objet d’un jugement. Tableau 6 : nature du classement sans suite Nature du classement — Aard sepot

2002

In de periode van 1 januari 2000 t/m 30 juni 2004 wordt 48,7 % van deze dossiers zonder gevolg geklasseerd. In dezelfde periode werd 13,7 % van de zaken (41) op een zitting vastgesteld of gevonnist. Tabel 6 : aard van de klassering zonder gevolg

2000

2001

2002

2003

2004

Opportunité. — Opportuniteit .......................... Technique. — Technisch .................................. Autre. — Ander ................................................

6 30 2

5 17 1

18 17 1

12 25 1

3 8

Total. — Totaal ...............................................

38

23

36

38

11



Le classement sans suite est principalement de nature technique (66,4 %). Les raisons du classement sans suite des dossiers (dans lesquels au moins un suspect des pays de l’Europe de l’Est est impliqué) sont dans plus de la moitié des cas l’absence de charges suffisantes (54,8 %). Tableau 7 : raisons du classement sans suite Raison — Motief Répercussion sociale. — Beperkte mts. weerslag Situation régularisée. — Toestand geregulariseerd ................................................................. Préjudice peu important. — Nadeel gering .......


De klassering zonder gevolg is vooral van technische aard (66,4 %). De motieven van de zonder gevolg ingestelde dossiers (met minstens één Oost-Europese verdachte) zijn in meer dan de helft van de gevallen de afwezigheid van voldoende bewijzen (54,8 %). Tabel 7 : motieven voor de klassering zonder gevolg

2000

2001

2002

2

2004

2 1 1

1

2004

2003

2005

2 2

1


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8510

Raison — Motief

2000

2001

2002

2003

2004

Absence d’antécédents. — Afwezigheid van voorgaande ............................................................... Capacité d’enquête insuffisante. — Te weinig recherchecapaciteit ............................................ Autres priorités. — Andere prioriteiten ............. Absence d’infraction. — Geen misdrijf ............. Charges insuffisantes. — Onvoldoende bewijzen Autorité de la chose jugée. — Kracht van gewijsde ................................................................ Auteur(s) inconnu(s). — Dader(s) onbekend ..... Signalement de l’auteur. — Seining dader .........

3 1 28

13

1 2

2 2 1

1

1

Total. — Totaal ...............................................

38

23

36

38


1 2

4

1

1 7 4 13

10 3 21

1 2 2 5

1 1

11


DO 2003200432157

DO 2003200432157

Question no 353 de M. Stijn Bex du 16 septembre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 353 van de heer Stijn Bex van 16 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Autorisations de détention d’armes.

Wapenvergunningen.

Par la passé, le Registre central des armes ne disposait souvent que de données incomplètes. C’est ce qui ressort des réponses aux questions posées par Mme Van Weert (question no 664 du 28 juin 2002, Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, no 130, p. 16377).

In het verleden bleek het Centraal Wapenregister vaak over onvolledige gegevens te beschikken. Dit bleek uit gegevens die mevrouw Van Weert opvroeg (vraag nr. 664 van 28 juni 2002, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 130, blz. 16377).

1. Quelles mesures a-t-on prises depuis pour améliorer les procédures d’enregistrement des données ?

1. Wat zijn de maatregelen die sindsdien zijn ondernomen om tot een betere gegevensregistratie te komen ?

2. a) Combien de demandes d’autorisation de détention d’armes ont-elles été introduites ces cinq dernières années ?

2. a) Hoeveel wapenvergunningen werden er de jongste vijf jaar aangevraagd ?

b) Combien de ces demandes ont reçu une réponse favorable ?

b) Op hoeveel van die aanvragen werd positief gereageerd ?

3. Quelle est la ventilation de ces demandes par Région ?

3. Hoe is de verdeling van deze aanvragen gespreid over de gewesten ?

4. Pouvez-vous communiquer les chiffres des ventes d’armes de chasse et de défense pour les cinq dernières années ?

4. Kan u cijfers geven over de verkoop van jacht- en verweerwapens gedurende de jongste vijf jaar ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8511

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 23 novembre 2004, à la question no 353 de M. Stijn Bex du 16 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 23 november 2004, op de vraag nr. 353 van de heer Stijn Bex van 16 september 2004 (N.) :

1. Afin de mieux enregistrer le nombre de permis d’armes, il a été demandé à toutes les zones de police d’alimenter correctement le Registre central des armes suite, entre autres, à la réforme des polices. Les formations nécessaires ont été dispensées à cet effet par le Service registre des armes de la Direction générale de l’appui opérationnel/Direction de la banque de données nationale de la police fédérale.

1. Met het oog op een betere registratie van het aantal wapenvergunningen werden, onder meer naar aanleiding van de politiehervorming, alle politiezones aangespoord om het Centraal Wapenregister correct te voeden. De nodige opleidingen werden hiertoe door de Dienst wapenregister van de algemene directie van de operationele ondersteuning/Directie van de nationale gegevensbank van de federale politie verstrekt.

Le programme de la banque de données, géré au niveau technique par le centre informatique du SPF Justice, fait l’objet depuis quelques mois d’un projet de modernisation dont la fin est prévue en 2006. L’analyse fonctionnelle est en cours. Un plan de controˆle de qualité est en cours d’exécution sous la direction du Service registre des armes.

Het programma van de gegevensbank, dat technisch beheerd wordt door het informaticacentrum van de FOD Justitie, maakt sinds enkele maanden het voorwerp uit van een moderniseringsproject waarvan het einde is voorzien in 2006. De functionele analyse is lopend. Een plan voor de kwaliteitscontrole is in uitvoering onder leiding van de Dienst wapenregister.

2. a) et b) Pour les armes de défense et de guerre, seules les questions ayant reçu une réponse positive ont été enregistrées dans le Registre central des armes. Pour les armes de sport et de chasse, l’enregistrement se fait depuis 1989 sur la base de la déclaration de possession rendue obligatoire par la loi.

2. a) en b) Voor de verweer- en oorlogswapens worden enkel de positief beantwoorde aanvragen geregistreerd in het Centraal Wapenregister. Voor de sport- en jachtwapens gebeurt de registratie sinds 1989 op basis van de door de wet verplichte aangifte van het bezit ervan.

Les chiffres communiqués ci-après indiquent donc le nombre d’armes qui ont été enregistrées et déclarées et non le nombre de personnes qui sont en possession d’une arme (la nature de la banque de données ne le permet pas).

De cijfers die hierna worden meegedeeld geven dus het aantal wapens weer die werden geregistreerd en aangegeven, en niet het aantal personen in het bezit van een wapen (de aard van de gegevensbank laat dit niet toe).

Le Registre central des armes constitue dès lors une banque de données administrative qui ne peut être utilisée comme instrument statistique que de façon très limitée.

Het Centraal Wapenregister is dan ook een administratieve gegevensbank die slechts in beperkte mate als statistisch instrument kan worden gebruikt.

3 et 4. Le tableau ci-dessous donne un aperçu des comptages du Registre central des armes pour les quatre dernières années et pour l’année en cours. Comme mentionné ci-dessus, le Registre central des armes contient les armes enregistrées et déclarées.

3 en 4. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tellingen van het Centraal Wapenregister voor de voorbije vier jaren en voor het lopende jaar. Zoals hierboven gesteld houdt het Centraal Wapenregister de geregistreerde en aangegeven wapens in.

Armes

2000

2001

31 895 5 584 193 465 55 890 220 286 38 097

30 806 5 097 194 323 64 434 222 796 44 959

Brussels Gewest............

Total ................................................... 545 217

562 415 + 17 198

Région bruxelloise ......

défense chasse/sport Flandre ........................ défense chasse/sport Wallonie ..................... défense chasse/sport


2004

Wapen

2000

2001

31 895 5 584 193 465 55 890 220 286 38 097

30 806 5 097 194 323 64 434 222 796 44 959

Totaal .................................................. 545 217

562 415 + 17 198

verweer jacht/sport Vlaanderen .................. verweer jacht/sport Wallonie¨ ..................... verweer jacht/sport

2005


1076

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8512

Armes

2002

2003

30 883 6 451 197 710 76 620 223 394 51 415

34 807 6 892 211 360 85 886 243 037 58 215

Brussels Gewest............

Total ................................................... 586 473 + 24 058

631 197 + 44 724

Région bruxelloise ......

défense chasse/sport Flandre ........................ défense chasse/sport Wallonie ..................... défense chasse/sport

Armes Région bruxelloise ........................

défense chasse/sport Flandre ......................................... défense chasse/sport Wallonie ....................................... défense chasse/sport

Wapen

2002

2003

30 883 6 451 197 710 76 620 223 394 51 415

34 807 6 892 211 360 85 886 243 037 58 215

Totaal .................................................. 586 473 + 24 058

631 197 + 44 724

verweer jacht/sport Vlaanderen .................. verweer jacht/sport Wallonie¨ ..................... verweer jacht/sport

10/2004 36 029 7 063 213 297 89 492 236 457 61 008

Wapen Brussels Gewest .............................

verweer jacht/sport Vlaanderen ................................... verweer jacht/sport Wallonie¨ ....................................... verweer jacht/sport

10/2004 36 029 7 063 213 297 89 492 236 457 61 008

Total ..................................................................... 643 346 + 12 149

Totaal ................................................................... 643 346 + 12 149

L’enregistrement des armes relève de la compétence de la police locale en ce qui concerne les armes de défense et les armes de chasse et de sport (l’enregistrement des armes de chasse et de sport n’est obligatoire que depuis 1989); l’enregistrement des armes de guerre relève de la compétence des gouverneurs de province. L’ensemble du Registre central des armes dépend donc des enregistrements effectués par les services de police locale et les services provinciaux compétents.

Het invoeren van de wapens behoort tot de bevoegdheid van de lokale politie wat betreft de verweerwapens en de jacht- en sportwapens (de invoering van jacht- en sportwapens is pas verplicht sinds 1989); het invoeren van de oorlogswapens behoort tot de bevoegdheid van de provinciegouverneurs. De volledigheid van het Centraal Wapenregister hangt aldus af van de door de bevoegde lokale politiediensten en provinciale diensten uitgevoerde registraties.

Il convient de remarquer qu’une augmentation constante du nombre d’armes de sport et de chasse est apparue à la suite des déclarations de régularisation en vue de la demande d’une carte européenne d’armes à feu, introduite par l’Arrêté royal du 8 août 1994.

Er valt op te merken dat er een constante toename van het aantal jacht- en sportwapens is ontstaan als gevolg van de regularisatie-aangiftes met het oog op de aanvraag van een Europese vuurwapenpas, ingevoerd door het koninklijk besluit van 8 augustus 1994.

L’augmentation du nombre d’armes de défense en 2003 est due en grande partie à l’enregistrement dans le programme des armes de service de tous les services de police en Belgique, suite à l’Arrêté royal du 26 juin 2002. Cet enregistrement n’est d’ailleurs pas encore terminé. Chaque service de police assure lui-même l’enregistrement de ses armes.

De toename van het aantal verweerwapens in 2003 is in grote mate te wijten aan de invoer in het programma van de dienstwapens van alle politiediensten in Belgie¨ als gevolg van het koninklijk besluit van 26 juni 2002. Deze invoering is overigens nog niet voltooid. Elke politiedienst staat zelf in voor de registratie van zijn wapens.

Il y a encore un nombre important d’armes passives, parmi lesquelles les armes volées, les armes ayant appartenu à des personnes décédées et qui n’ont pas été transmises officiellement à un nouveau propriétaire et les armes qui appartiennent aux personnes rayées du registre de la population.

Er is nog steeds een groot aantal passieve wapens, waaronder met name de gestolen wapens, de wapens die hebben toebehoord aan overledenen en die niet officieel werden overgedragen aan een nieuwe eigenaar en de wapens die toebehoren aan de personen die geschrapt zijn uit het bevolkingsregister.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8513

En ce qui concerne les personnes décédées, le Registre central des armes a transmis cette année la liste des personnes à tous les services de police afin de traiter et d’adapter l’enregistrement.

Wat betreft de overleden personen heeft het Centraal Wapenregister dit jaar de lijst van deze personen doorgestuurd naar alle politiediensten met het oog op de verwerking en aanpassing van de registratie.

DO 2004200502404

DO 2004200502404

Question no 397 de M. Jo Vandeurzen du 13 octobre 2004 (N.) à la vice-première ministre et ministre de la Justice :

Vraag nr. 397 van de heer Jo Vandeurzen van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie :

Délits sexuels. — Condamnation. — Suivi des conditions.

Seksuele delicten. — Veroordeling. — Opvolging voorwaarden.

Lorsque vis-à-vis de l’auteur d’un délit sexuel est prononcé un jugement conditionnel ou un sursis ou encore si à l’issue d’un jugement l’intéressé est mis en liberté conditionnelle, il est essentiel que les conditions imposées par le juge fassent l’objet d’un controˆle.

Wanneer ten opzichte van de dader van een seksueel delict een voorwaardelijk vonnis wordt uitgesproken of tot een uitstel van veroordeling wordt beslist of indien na een vonnis de betrokkene voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld is het cruciaal dat er toezicht wordt uitgeoefend op de voorwaarden die worden opgelegd door de rechter.

1. Qui est responsable du controˆle des conditions à respecter ?

1. Wie is verantwoordelijk voor het toezicht op het respecteren van de voorwaarden ?

2. La victime a-t-elle toujours le droit de demander à pouvoir consulter le dossier de l’auteur des faits même s’il s’agit du respect des conditions imposées ?

2. Heeft het slachtoffer steeds het recht om inzage te vragen in het dossier van de dader ook wanneer het al of niet respecteren betreft van de voorwaarden die zijn opgelegd ?

3. a) La victime a-t-elle le droit de signaler que les conditions ne sont pas respectées ?

3. a) Heeft het slachtoffer het recht om te melden dat de voorwaarden niet worden uitgevoerd ?

b) Le cas échéant, à qui doit-elle s’adresser à cet effet ?

b) Aan wie moet hij/zij dat melden ?

4. La victime a-t-elle la possibilité de vérifier s’il est tenu compte de ses observations ?

4. Kan het slachtoffer nagaan of aan een dergelijke melding gevolg wordt gegeven ?

Réponse de la vice-première ministre et ministre de la Justice du 26 novembre 2004, à la question no 397 de M. Jo Vandeurzen du 13 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Justitie van 26 november 2004, op de vraag nr. 397 van de heer Jo Vandeurzen van 13 oktober 2004 (N.) :

1. Selon l’article 9 de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation l’exécution des mesures probatoires est controˆlée par les commissions de probation. Ce qui veut dire que les personnes dont la condamnation (suspension probatoire) ou l’exécution de la peine a été suspendue (sursis probatoire), sont controˆlées par la commission de probation si de conditions particulières ont été assorties à celleci. Selon l’article mentionné, les probationnaires sont guidés par des agents du Service des maisons de justice qui en font rapport à la commission de probation. Si les conditions ne sont pas observées, la commission de probation peut décider de révoquer le sursis ou la probation. Dans ces cas, le ministère public peut à nouveau citer l’intéressé devant le tribunal de première instance.

1. Volgens artikel 9 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie wordt door de probatiecommissies toegezien op de tenuitvoerlegging van de probatievoorwaarden. Dit wil zeggen dat personen wiens veroordeling (probatieopschorting) of wiens tenuitvoerlegging van de straf werd uitgesteld (probatie-uitstel) onder toezicht staan van de probatiecommissie indien daaraan bijzondere voorwaarden worden verbonden. Volgens vermeld artikel worden de probanten begeleid door ambtenaren van de Dienst justitiehuizen, die hierover verslag uitbrengen aan de probatiecommissie. Indien de voorwaarden niet worden nageleefd kan de probatiecommissie tot herroeping van het uitstel of de opschorting beslissen. In deze gevallen kan het openbaar ministerie betrokkene opnieuw dagvaarden voor de rechtbank van eerste aanleg.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8514

Selon l’article 7 de la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle la tutelle sociale est exercée par le service des maisons de Justice. Ce service fait rapport à la Commission de libération conditionnelle. Le ministère public reste chargé du controˆle du condamné. Si les conditions ne sont pas observées la Commission de libération conditionnelle peut, conformément aux dispositions de la loi du 18 mars 1998, procéder à la révocation, la suspension ou la révision de la libération conditionnelle.

Volgens artikel 7 van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt het maatschappelijk toezicht uitgeoefend door de Dienst justitiehuizen. Deze dienst brengt verslag uit aan de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Het openbaar ministerie blijft belast met de controle op de veroordeelde. Indien de voorwaarden niet worden nageleefd kan de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling, overeenkomstig de wet van 18 maart 1998, overgaan tot herroeping, schorsing of herziening van de voorwaardelijke invrijheidstelling.

2. Ni la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle ni la circulaire commune du collège des procureurs généraux et du ministre de la Justice relative à la position de la victime dans la procédure de libération conditionnelle (COL 4/2002), n’accorde à la victime le droit de consultation du dossier. Ce droit de consultation est réservé à l’auteur et son avocat.

2. Noch in de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling, noch in de gemeenschappelijke omzendbrief van het college van procureurs-generaal en de minister van Justitie inzake de positie van het slachtoffer in de procedure tot voorwaardelijke invrijheidstelling (COL 4/2002), wordt aan het slachtoffer het recht tot inzage in het dossier verleend. Dit inzagerecht wordt voorbehouden voor de dader en zijn advocaat.

La victime peut néanmoins demander à être entendue devant la Commission libération conditionnelle et/ou être informée de l’octroi de la libération conditionnelle ainsi que des conditions imposées dans son intérêt, et seulement ces conditions-ci.

Het slachtoffer kan wel verzoeken om gehoord te worden voor de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling en/of om geı¨nformeerd te worden over de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling en de in zijn belang opgelegde voorwaarden.

La victime précisera les éléments qui justifient selon elle son droit d’être entendue. C’est la Commission qui estime si la victime qui souhaite être entendue et/ou informée, a un intérêt légitime et direct à être entendue et/ou connaıˆtre la décision.

Het slachtoffer verduidelijkt de elementen waarvan hij oordeelt dat ze zijn recht om te worden gehoord rechtvaardigen. Het is de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling die oordeelt of het slachtoffer dat wenst gehoord en/of geı¨nformeerd te worden een direct en legitiem belang heeft om te worden gehoord en/of de beslissing te kennen.

3. a) et b) Quand la victime s’aperçoit que l’auteur ne respecte pas les conditions axées sur la victime, elle peut le déclarer à la police.

3. a) en b) Indien het slachtoffer merkt dat de dader de slachtoffergerichte voorwaarden niet naleeft, kan het slachtoffer hiervan aangifte doen bij de politie.

En ce qui concerne les personnes libérées conditionnellement, le procès-verbal sera transmis au ministère public, qui siège également dans la commission.

Wat de personen, voorwaardelijk vrijgesteld betreft wordt het proces-verbaal overgemaakt aan het openbaar ministerie, dat ook zetelt in de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling.

La victime peut également demander à être entendue devant la Commission libération conditionnelle. Lors de l’audience, elle pourra informer la commission que l’auteur ne respecte pas les conditions axées sur la victime.

Het slachtoffer kan eveneens verzoeken om gehoord te worden door de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Op de zitting kan het slachtoffer dan melden dat de dader de slachtoffergerichte voorwaarden niet naleeft.

Dans la loi sur la probation, le statut de la victime n’est pas déterminé.

In de wet op de probatie is de positie van het slachtoffer niet geregeld.

4. Dans le cas où des conditions axées sur la victime ont été imposées lors de la procédure initiale de libération conditionnelle et que celles-ci ont été communi-

4. In het geval dat er bij de oorspronkelijke procedure tot voorwaardelijke invrijheidstelling slachtoffergerichte voorwaarden werden opgelegd en deze aan


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8515

quées à la victime, cette dernière sera également impliquée dans la procédure de suspension, de précision ou d’adaptation des conditions imposes. La commission fera savoir par lettre recommandée à la victime qu’elle peut demander à être entendue dans la procédure de suspension, de précision ou d’adaptation des conditions imposées. La décision est communiquée par la commission à la victime, si celle-ci a trait aux conditions imposées dans son intérêt.

het slachtoffer werden meegedeeld, zal dit slachtoffer ook betrokken worden in de procedure tot schorsing, nadere omschrijving of aanpassing van de opgelegde voorwaarden. De commissie zal bij aangetekend schrijven aan het slachtoffer laten weten dat hij kan verzoeken om te worden gehoord in de procedure tot schorsing, nadere omschrijving of aanpassing van de opgelegde voorwaarden. De beslissing wordt door de commissie aan het slachtoffer meegedeeld, indien deze betrekking heeft op de in zijn belang opgelegde voorwaarden.

Lorsque la commission procède par contre à la révision ou à la révocation de la libération conditionnelle, la victime n’est pas associée à la procédure. Les victimes qui ont été entendues lors de la procédure d’octroi de la libération conditionnelle ou qui ont reçu la décision seront mises au courant de la révocation de la libération conditionnelle par la commission. En cas de révision, elles seront mises au courant des conditions imposées dans leur intérêt qui ont été modifiées.

Wanneer de commissie daarentegen overgaat tot herziening of herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, wordt het slachtoffer niet betrokken in de procedure. De slachtoffers die werden gehoord bij de procedure tot toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling of die de beslissing hebben ontvangen, zullen van de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling op de hoogte worden gebracht door de commissie. In geval van herziening zullen ze door de commissie op de hoogte worden gebracht van de in hun belang opgelegde voorwaarden die werden gewijzigd.



DO 2003200431886

DO 2003200431886

Question no 439 de M. Geert Lambert du 26 juillet 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 439 van de heer Geert Lambert van 26 juli 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆt sur les revenus. — Déductibilité fiscale. — Cotisations à l’assurance-dépendance flamande. — Cotisations personnelles versées aux mutualités.

Inkomstenbelastingen. — Fiscale aftrekbaarheid. — Bijdragen voor « Vlaamse Zorgverzekering ». — Persoonlijke bijdragen betaald aan ziekenfondsen.

Vous avez indiqué, en réponse à des questions parlementaires antérieures sur l’assurance-dépendance, que les cotisations obligatoires à l’assurance-dépendance flamande ne constituent pas des frais professionnels déductibles parce qu’elles ne satisfont pas aux conditions générales de l’article 49 du CIR 1992.

In antwoord op eerder gestelde parlementaire vragen betreffende de zorgverzekering stelde u dat de verplichte bijdragen voor de « Vlaamse Zorgverzekering » geen aftrekbare beroepskosten zijn omdat ze niet zouden beantwoorden aan de algemene voorwaarden van artikel 49 van het WIB 1992.

Les cotisations personnelles dues en exécution de la législation sociale sont pourtant considérées comme des frais professionnels en vertu de l’article 52, 7o, du CIR 1992. Les dépenses visées dans l’article 52, 7o, du CIR 1992 sont considérées de plein droit comme des frais professionnels sauf si l’administration démontre qu’il ne s’agit pas de frais professionnels en applica-

Overeenkomstig artikel 52, 7o, WIB 1992 worden de persoonlijke bijdragen ter uitvoering van de sociale wetgeving nochtans als beroepskosten aangemerkt. De uitgaven zoals bedoeld in artikel 52, 7o, WIB 1992 worden van rechtswege aangemerkt als beroepskosten tenzij de administratie bewijst dat het geen beroepskosten zijn ten gevolge van de toepassing van de arti-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8516

tion des articles 53 à 66 du CIR 1992 (cf. article 52 du CIR 1992).

kelen 53 tot 66 WIB 1992 (cf. artikel 52 van het WIB 1992).

On peut difficilement nier que la cotisation obligatoire de solidarité à l’assurance-dépendance flamande constitue une cotisation personnelle due en exécution de la législation sociale. Les articles 4, § 1er, et 13, 3o, du décret du 30 mars 1999 portant organisation de l’assurance soins confèrent en effet à cette cotisation un caractère obligatoire et contraignant. En cas de non-paiement de cette cotisation l’article 21bis du décret susmentionné prévoit des sanctions pénales.

Dat de verplichte solidaire bijdrage voor de Vlaamse Zorgverzekering een persoonlijke bijdrage is ter uitvoering van de sociale wetgeving kan moeilijk ontkend worden. De bijdrage wordt immers dwingend opgelegd door de artikelen 4, § 1, en 13, 3o, van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering. Bij niet-betaling van deze bijdrage zijn penale sancties voorzien overeenkomstig artikel 21bis van voormeld decreet.

Le décret du 30 mars 1999 portant organisation de l’assurance soins poursuit de toute évidence un objectif social général et relève donc de la législation sociale. La cotisation susmentionnée constitue dès lors une cotisation sociale spéciale au sens de l’article 52, 7o, du CIR 1992, au même titre que la cotisation spéciale pour la sécurité sociale. Contrairement à cette dernière, la cotisation de solidarité à l’assurancedépendance flamande n’a toutefois pas été explicitement exclue en tant que frais professionnel en vertu de l’article 53 du CIR 1992 (cf. article 53, 4o, du CIR 1992).

Het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering heeft duidelijk een algemeen sociaal doel en behoort dus tot de sociale wetgeving. Voormelde bijdrage is dus een bijzondere sociale bijdrage in de zin van artikel 52, 7o, WIB 1992 zoals de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid. De solidaire bijdrage voor de Vlaamse Zorgverzekering werd echter, in tegenstelling tot laatstgenoemde bijdrage, niet expliciet als beroepskost uitgesloten krachtens artikel 53 WIB 1992 (cf. artikel 53, 4o, van het WIB 1992).

Il appartient à l’administration de démontrer que cette dépense ne constitue pas des frais professionnels en application des articles 53 à 66 du CIR 1992, par exemple parce qu’il s’agit d’une dépense à caractère personnel ou d’une dépense non nécessaire à l’exercice de la profession (cf. article 53, 1o, CIR 1992).

De administratie dient te bewijzen dat de uitgave geen beroepskosten zouden zijn met toepassing van de artikelen 53 tot 66 WIB 1992, bijvoorbeeld omdat de uitgave van persoonlijke aard is of niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid (cf. artikel 53, 1o, WIB 1992).

Une simple affirmation de principe selon laquelle la cotisation ne constituerait pas des frais professionnels ne suffit pas. Il convient d’interpréter strictement les règles d’exception de l’article 53 du CIR 1992, ce qui signifie que les dépenses doivent être de nature purement personnelle ou être totalement inutiles à l’exercice de l’activité professionnelle.

Een simpele principie¨le bewering dat de bijdrage geen beroepskost zou zijn volstaat niet. De uitzonderingsregels van artikel 53 van het WIB 1992 dienen strikt te worden geı¨nterpreteerd, dit wil zeggen dat de uitgaven van strikt persoonlijke aard moeten zijn of dat de uitgaven volstrekt onnodig zijn voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid.

La cotisation de solidarité à l’assurance-dépendance flamande imposée par le gouvernement flamand ne saurait constituer une dépense personnelle au sens de l’article 53, 1o, CIR 1992. Une dépense privée ou une dépense à caractère personnel résulte d’un choix, d’un besoin ou d’une considération strictement personnels relevant exclusivement de la sphère privée.

De door de overheid opgelegde solidaire bijdrage voor de Vlaamse Zorgverzekering kan geen private uitgave zijn in de zin van artikel 53, 1o, WIB 1992. Een private uitgave of een uitgave van persoonlijke aard is een uitgave die het gevolg is van een strikt persoonlijke keuze of een persoonlijke behoefte of een overweging van strikt persoonlijke aard die uitsluitend te situeren is in het privé-leven.

La cotisation à l’assurance-dépendance flamande se rapporte à l’ordre social public et ne peut être imputée à un choix ou à un besoin personnels de l’intéressé, ni à une considération d’ordre personnel. Le contribuable n’a en l’occurrence rien à choisir ni à prendre en considération. Il ne conclut pas de contrat personnel avec l’assureur couvrant les soins de santé. Il est contraint de s’affilier à une caisse d’assurance soins agréée (cf. l’article 4 du décret susmentionné). En raison de leur organisation, il convient de considérer les caisses d’assurance soins comme relevant exclusive-

De bijdrage voor de Vlaamse Zorgverzekering heeft betrekking op de openbare sociale orde en kan niet toegeschreven worden aan de persoonlijke keuze of behoefte van betrokkene of een overweging van persoonlijke aard. De belastingplichtige heeft hier niet te kiezen of te overwegen. Hij sluit geen persoonlijk contract af met de zorgverzekeraar. Hij is verplicht zich aan te sluiten bij een erkende zorgkas (cf. artikel 4 van voormeld decreet). De zorgkassen moeten wegens hun organisatie beschouwd worden als uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap (cf. artikel 15,


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8517

ment de la Communauté flamande (cf. article 15, 2o, du décret susmentionné). Le gouvernement flamand fixe le montant de la cotisation de solidarité (article 9 de l’arrêté du gouvernement flamand du 17 juillet 2000 relatif à l’organisation, à la gestion, au fonctionnement et à l’agrément des caisses d’assurance soins). Il établit également les règles d’exonération ou de réduction de cette cotisation lorsque l’usager se trouve en situation de nécessité (cf. article 23ter du décret susmentionné).

2o, van voormeld decreet). Het bedrag van de solidaire bijdrage wordt vastgesteld door de Vlaamse regering (artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van zorgkassen) die ook de regels bepaalt voor vrijstelling of vermindering van deze bijdrage wanneer de gebruiker in een behartenswaardige toestand verkeert (cf. artikel 23ter van voormeld decreet).

De plus, l’article 49 du CIR 1992 n’exige pas, pour qu’une dépense soit déductible à titre de frais professionnel, qu’un rapport de nécessité soit établi entre la dépense et l’exercice de l’activité professionnelle ou le fait d’acquérir ou de conserver des revenus professionnels. Il est nécessaire, mais suffisant, que ces frais contribuent à l’acquisition ou à la conservation de ces revenus (cf. Anvers, 23 mars 1993 FJF 94/60).

Om als beroepskosten aftrekbaar te zijn vereist artikel 49, WIB 1992 bovendien niet dat er een band van noodzakelijkheid wordt aangetoond tussen de uitgave en de uitoefening van de beroepswerkzaamheid of het behoud of verkrijgen van beroepsinkomsten. Het is noodzakelijk, doch voldoende dat die uitgaven bijdragen tot het verkrijgen of het behouden van de beroepsinkomsten (cf. Antwerpen, 23 maart 1993 FJF 94/60).

Il n’est en tout cas pas requis que ces dépenses se rapportent exclusivement à l’activité professionnelle (cf. Cass. 30 janvier 1962, Pas. 1962, I, 633 : Bruxelles, 4 février 1964, J. Prat. Dr Fise. 1965, 166).

Het is alleszins niet vereist dat zij exclusief met de beroepsactiviteit verband houden (cf. Cass. 30 januari 1962, Pas. 1962, I, 633 : Brussel, 4 februari 1964, J; Prat. Dr. Fise. 1965, 166).

La dépense en question contribue sans conteste à la conservation ou à l’acquisition de revenus professionnels dans le cas d’un agent de l’E´tat, puisqu’elle lui permet d’éviter des sanctions pénales et disciplinaires. L’article 7, 1o, du Statut des agents de l’E´tat stipule en effet que le fonctionnaire est tenu de respecter en toute circonstance les lois et règlements en vigueur. S’il s’abstient de verser cette cotisation, le fonctionnaire s’expose donc à des sanctions disciplinaires en vertu de l’article 13 du Statut des agents de l’E´tat, ainsi qu’à des sanctions pénales, pouvant entraıˆner la perte de revenus professionnels. C’est ce qui ressort également de l’instruction du 1er juillet 1997 en matière de régime disciplinaire du ministère des Finances.

De uitgave in kwestie draagt, bijvoorbeeld voor een ambtenaar, zeker bij tot het behouden of verkrijgen van beroepsinkomsten vermits tucht- en penale sancties worden vermeden.

Il résulte de ce qui précède, certainement en ce qui concerne les agents de l’E´tat, qu’il existe un véritable lien avec l’activité professionnelle. L’administration ne peut donc affirmer que la dépense serait totalement inutile à l’exercice de l’activité professionnelle au sens de l’article 53, 1o, CIR 1992.

Uit het voorgaande blijkt dat er, zeker wat betreft de ambtenaren, wel degelijk een verband is met de beroepswerkzaamheid en de administratie kan dus niet beweren dat de uitgave volstrekt onnodig zou zijn voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid in de zin van artikel 53, 1o, WIB 1992.

En refusant la déduction comme frais professionnel, l’administration prélève en réalité un nouvel impoˆt sur une taxe sociale qui bénéficie à la Communauté flamande. Selon une circulaire du 23 avril 2003, les cotisations personnelles perçues auprès de leurs affiliés par les sociétés mutualistes dans le cadre de leur responsabilité financière sont déductibles à titre de frais professionnels, conformément à l’article 52, 7o, du CIR 1992.

Doordat de administratie de aftrek als beroepskost weigert, heft ze in werkelijkheid nogmaals een belasting op een sociale belasting die de Vlaamse Gemeenschap ten goede komt. Volgens een circulaire van 23 april 2003 zijn de persoonlijke bijdragen die door de ziekenfondsen in het kader van hun financie¨le verantwoordelijkheid bij hun gerechtigden worden geı¨nd als beroepskosten aftrekbaar overeenkomstig artikel 52, 7o, WIB 1992.

Bien que ces cotisation soient en fait été imposée aux affiliés sur la base de la responsabilité financière des sociétés mutualistes dans des déficits budgétaires non imputables aux activités professionnelles de ces

Alhoewel deze bijdragen eigenlijk aan de gerechtigden werden opgelegd wegens de financie¨le verantwoordelijkheid van hun ziekenfondsen voor de begrotingstekorten die niet zomaar zijn toe te schrijven aan


2004

Overeenkomstig artikel 7, 1o, van het Statuut van het rijkspersoneel is een ambtenaar immers verplicht de van kracht zijnde wetten en reglementen van de overheid na te leven. Bij niet-betaling van deze bijdrage kan de ambtenaar tuchtsancties oplopen, overeenkomstig artikel 13 van Statuut van het rijkspersoneel, alsook penale sancties, die het verlies van beroepsinkomsten kunnen inhouden. Dit blijkt eveneens uit de instructie van 1 juli 1997 inzake de tuchtregeling bij het ministerie van Financie¨n.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8518

affiliés et que nul ne soit contraint de s’affilier à une mutualité en particulier alors que le montant des cotisations est fonction du choix de cette mutualité et ne dépend pas des revenus professionnels, l’administration ne considère pas ces cotisations comme des dépenses personnelles mais bien comme des frais professionnels au sens de l’article 52, 7o, CIR 1992.

de beroepswerkzaamheden van de gerechtigden, en niemand verplicht is zich bij een bepaald ziekenfonds aan te sluiten en de omvang van het bedrag van die bijdrage bepaald wordt door de eigen keuze die men heeft gemaakt voor een bepaald ziekenfonds en niet afhankelijk is van de omvang van de beroepsinkomen, beschouwd de administratie deze bijdragen niet als private uitgaven maar als beroepskosten in de zin van artikel 52, 7o, WIB 1992.

L’administration applique manifestement l’espèce deux poids et deux mesures.

en

De administratie gebruikt hier duidelijk twee maten en twee gewichten.

1. Par quels arguments objectifs et rationnels justifiez-vous la différence en matière de déductibilité fiscale entre les cotisations à l’assurance-dépendance flamande et les cotisations personnelles versées aux sociétés mutualistes dans le cadre de leur responsabilité financière ?

1. Hoe verantwoordt u op objectieve en redelijke wijze het onderscheid inzake de fiscale aftrekbaarheid tussen de bijdragen voor de Vlaamse Zorgverzekering en de persoonlijke bijdragen die aan de ziekenfondsen werden betaald in het kader van hun financie¨le verantwoordelijkheid ?

2. Pouvez-vous nous exposer l’argumentation objective et rationnelle sur laquelle vous vous fondez pour ne pas considérer la cotisation susmentionnée comme une cotisation sociale personnelle déductible au sens de l’article 52, 7o, CIR 1992, en particulier dans le cas des fonctionnaires ?

2. Kan u uw objectieve en redelijke motivering meedelen waarop u steunt om voormelde bijdrage niet als een aftrekbare persoonlijke sociale bijdrage aan te zien in de zin van artikel 52, 7o, WIB 1992, in het bijzonder ten aanzien van de ambtenaren ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 25 novembre 2004, à la question no 439 de M. Geert Lambert du 26 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 25 november 2004, op de vraag nr. 439 van de heer Geert Lambert van 26 juli 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

Comme suite à ma réponse à la question parlementaire no 129 du 13 novembre 2003 de Mme le représentant Dalila Douifi (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 37, p. 5723), et à la question parlementaire orale no 3234 de M. Carl Devlies (Compte rendu intégral, Commission de la Chambre des Finances et du Budget, Com. 320, du 6 juillet 2004, p. 7 et 8), je confirme à nouveau que les cotisations de membres de l’assurance soins ne peuvent pas être considérées comme des frais professionnels déductibles sur la base de l’article 49 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), puisqu’elles ne sont pas faites en vue d’acquérir ou de conserver des revenus imposables. La prise en charge par la caisse d’assurance soins des frais encourus pour les prestations d’aide non médicale, n’est pas non plus considérée pour les bénéficiaires comme un revenu imposable au sens du CIR 1992.

In aansluiting op mijn antwoord op de parlementaire vraag nr. 129 van 13 november 2003 van volksvertegenwoordiger mevrouw Dalila Douifi (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 37, blz. 5723) en op de mondelinge parlementaire vraag nr. 3234 van volksvertegenwoordiger Carl Devlies (Integraal Verslag, Kamercommissie voor de Financie¨n en de Begroting, Com. 320, van 6 juli 2004, blz. 7 en 8) bevestig ik nogmaals dat de ledenbijdragen van de zorgverzekering niet als aftrekbare beroepskosten op grond van artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) kunnen worden aangemerkt, daar zij niet zijn gedaan om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden. De ten lastenemingen van de kosten van niet-medische hulp door de zorgkas worden voor de verkrijgers immers ook niet als een belastbaar inkomen aangemerkt in de zin van het WIB 1992.

Les cotisations de membre ne peuvent pas non plus être considérées comme une cotisation au sens de l’article 52, 7o, CIR 1992, du fait que l’assurance soins n’entre pas dans le domaine de la sécurité sociale.

De ledenbijdragen kunnen evenmin worden aangemerkt als een bijdrage in de zin van artikel 52, 7o, WIB 1992, daar de zorgverzekering niet kadert in het domein van de sociale zekerheid.

Conformément à l’article 6, § 1, VI, alinéa 5, 12o de la loi spéciale du 8 août 1980, seule l’autorité fédérale est en effet compétente en matière de sécurité sociale.

Overeenkomstig artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 12o van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 is immers enkel de federale overheid bevoegd inzake sociale zekerheid.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8519

Le Conseil d’E´tat confirme en cette matière dans son avis concernant le décret (Parlement flamand, Doc. parl. 1239, 1998-1999, no 3, p. 9) « qu’il ne s’agit pas d’un règlement qui fait usage du système existant de la sécurité sociale fédérale ».

De Raad van State bevestigt ter zake in zijn advies omtrent het decreet (Vlaams Parlement, Parl. St. 1239, 1998-1999, nr. 3, blz. 9) dat « het niet gaat om een regeling die gebruik maakt van het bestaande systeem van de federale sociale zekerheid ».

La Cour d’arbitrage a également jugé, dans son arrêt no 33/2001 du 13 mars 2001 (Moniteur belge du 27 mars 2001), que la « Communauté flamande a exercé une compétence qui lui appartient, sans empiéter sur celles que la Constitution et la loi spéciale de réformes institutionnelles réservent à l’autorité fédérale ».

Het Arbitragehof heeft in zijn arrest nr. 33/2001 van 13 maart 2001 (Belgisch Staatsblad van 27 maart 2001) eveneens geoordeeld « dat de Vlaamse Gemeenschap een bevoegdheid heeft uitgeoefend die de hare was, zonder zich bevoegdheden toe te eigenen die de Grondwet en bijzondere wet tot hervorming van de instellingen aan de federale overheid voorbehouden ».

DO 2003200432156

DO 2003200432156

Question no 477 de Mme Muriel Gerkens du 16 septembre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 477 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 september 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Déclaration de vol de véhicules. — Taxes perçues.

Aangifte van diefstal van een voertuig. — Belasting.

Il apparaıˆt que lorsqu’un contribuable signale le vol de son véhicule, il existe parfois entre la date de l’enregistrement de la plainte à la police pour vol et radiation de la plaque à la Direction pour l’immatriculation des véhicules (DIV) un délai d’un an.

Wanneer een belastingplichtige de diefstal van zijn voertuig komt aangeven, verstrijkt er naar verluidt soms een jaar tussen de registratie van de klacht wegens diefstal bij de politie en de schrapping van de nummerplaat bij de DIV (Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen).

Le ministère des Finances quant à lui, attend la réception de la radiation de la part de la DIV pour ne plus percevoir la taxe de circulation. Ce qui pose problème au contribuable obligé de payer pour un bien qu’il ne possède plus, vu le délai excessif de transmission des informations. Il m’est revenu un cas ou` le ministère des Finances a récupéré une somme de plus de 300 euros sur un crédit d’impoˆt et réclame encore le solde pour un véhicule volé depuis un an.

Het ministerie van Financie¨n blijft de verkeersbelasting evenwel innen tot de DIV de gegevens met betrekking tot de schrapping heeft doorgegeven. Dat is een probleem voor belastingplichtigen die daardoor belasting moeten betalen voor een goed dat ze niet langer bezitten, omdat het zo overdreven lang duurt voor de gegevens overgezonden worden. Zo vernam ik dat het ministerie van Financie¨n in een welbepaald geval een bedrag van ruim 300 euro van een belastingkrediet heeft afgehouden en het saldo vordert voor een voertuig dat al meer dan een jaar geleden gestolen werd.

1. a) Pourriez-vous communiquer s’il serait possible de modifier la législation pour que ce cas de figure relativement fréquent ne puisse plus se produire ?

1. a) Is een wetswijziging mogelijk om dergelijke toch vrij vaak voorkomende situaties in de toekomst onmogelijk te maken ?

b) Serait-il envisageable par exemple qu’un délai limite de deux mois entre le dépoˆt de la plainte pour vol et la réclamation de la taxe de circulation soit mis en place ?

b) Kan er bijvoorbeeld een maximumtermijn van twee maanden worden opgelegd tussen het indienen van de klacht wegens diefstal en de vordering van de verkeersbelasting ?

2. Pourriez-vous confirmer qu’en théorie :

2. Kan u bevestigen dat, in theorie,

a) la radiation de la plaque à le DIV se fait automatiquement via les services de police lors de l’enregistrement du vol;


2004

a) de schrapping van de nummerplaat bij de DIV automatisch gebeurt via de politiediensten op het moment van de registratie van de diefstal; 2005


1077

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8520

b) la DIV signale automatiquement au ministère des Finances cette radiation et qu’il en résulte dans l’immédiat le non-paiement de la taxe de circulation pour la période qui suit la plainte ?

b) de DIV de schrapping automatisch meedeelt aan het ministerie van Financie¨n, met als onmiddellijk gevolg dat de verkeersbelasting voor de periode na de indiening van de klacht niet betaald hoeft te worden ?

3. Avez-vous un relevé des délais et des dysfonctionnements qui se produisent dans les faits concrets ?

3. Beschikt u over een overzicht van de termijnen en disfuncties die zich in concreto voordoen ?

4. Des améliorations vous semblent-elles nécessaires comme par exemple d’imposer un délai maximal entre l’enregistrement d’une plainte de vol et la régularisation du dossier concernant la taxe de circulation ?

4. Moet er volgens u niet bijgestuurd worden, bijvoorbeeld door het opleggen van een maximumtermijn tussen de registratie van een klacht wegens diefstal en de regularisatie van het dossier inzake de verkeersbelasting ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 novembre 2004, à la question no 477 de Mme Muriel Gerkens du 16 septembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 november 2004, op de vraag nr. 477 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 september 2004 (Fr.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te vinden.

L’article 21 du Code des taxes assimilées aux impoˆts sur les revenus dispose que la taxe de circulation est due par la personne physique ou morale qui est ou doit être reprise au certificat d’immatriculation, aussi longtemps qu’un véhicule est ou doit être inscrit au nom de cette personne dans le répertoire matricule de la direction pour l’Immatriculation des Véhicules (DIV).

Krachtens artikel 21 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen is de verkeersbelasting verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die vermeld is of het moet zijn op het inschrijvingsbewijs zolang een voertuig op naam van deze persoon is of moet zijn ingeschreven in het repertorium van de directie voor de Inschrijving van de Voertuigen (DIV).

Les véhicules sont donc imposables du seul fait de leur inscription au répertoire de la DIV et il ne peut être mis fin au caractère imposable que moyennant leur radiation dudit répertoire.

De voertuigen zijn bijgevolg belastbaar door het enkel feit van hun inschrijving in het repertorium van de DIV en slechts een schrapping uit dit repertorium kan een einde stellen aan deze belastbaarheid.

La DIV fournit mensuellement les données utiles à l’administration fiscale, et plus précisément au Service Contributions Autos Bruxelles, qui procède alors à la taxation ou aux dégrèvements de la taxe de circulation.

De DIV verstrekt maandelijks de nuttige gegevens aan de fiscale administratie en meer speciaal aan de Dienst Belastingen Auto’s-Brussel, die aldus overgaat tot de taxatie of de ontheffing van de verkeersbelasting.

En cas de vol (ou encore de perte ou de destruction) de la plaque d’immatriculation, la radiation peut être réalisée par la production à la DIV d’une attestation originale de dépossession involontaire délivrée par le service de police qui a reçu la plainte.

In het geval van diefstal (of van verlies of vernieling) van de nummerplaat, kan de schrapping bekomen worden door het voorleggen aan de DIV van een origineel attest van « onvrijwillig niet meer in het bezit zijn van de nummerplaat », afgeleverd door de politiedienst die de klacht heeft ontvangen.

Lorsque le Service Contributions Autos Bruxelles reçoit de la DIV l’information de radiation de la plaque, la situation du redevable peut alors être régularisée en deux phases :

Op het ogenblik dat de Dienst Belastingen Auto’sBrussel de informatie van de schrapping van de nummerplaat van de DIV ontvangt, kan de toestand van de belastingplichtige vervolgens in twee stappen geregulariseerd worden :

1. pour la période prenant cours le premier jour du mois de la radiation et se terminant le dernier jour de la période imposable, le service Contributions Autos Bruxelles procède par voie de roˆle au dégrèvement automatique de la taxe (remboursement);

1. voor de periode die ingaat op de eerste dag van de maand der schrapping en die eindigt op de laatste dag van het belastbaar tijdperk, verleent de Dienst Belastingen Auto’s-Brussel automatisch ontheffing van de belasting (terugbetaling), via het kohier;


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8521

2. pour la période allant du premier jour du mois au cours duquel le vol s’est produit au dernier jour du mois précédant celui de la radiation, le dégrèvement peut avoir lieu soit

2. voor de periode die aanvangt op de eerste dag van de maand waarin de diefstal zich heeft voorgedaan tot de laatste dag van de maand die de maand van schrapping voorafgaat, kan de ontheffing verleend worden ofwel

— d’office, en vertu de l’article 31 CTA, par le Service Contributions Autos Bruxelles, s’il dispose des données requises que lui aurait fournies le contribuable;

— van ambtswege, bij toepassing van artikel 31 WIGB door de Dienst Belastingen Auto’sBrussel wanneer deze dienst over de door de belastingplichtige verstrekte nodige gegevens beschikt;

— par décision directoriale, suite à la réclamation introduite par le contribuable auprès du Directeur régional taxation compétent.

— bij directoriale beslissing als gevolg van een door de belastingplichtige ingediend bezwaarschrift bij de bevoegde gewestelijke directeurtaxatie.

Pour ce qui concerne votre question 1 points a) et b), les services compétents du SPF Finances estiment qu’en raison des explications fournies ci-dessus et si le vol est signalé à temps à la DIV, il ne s’avère pas nécessaire de prévoir une période minimale pour la régularisation ou de modifier la loi.

Wat uw vraag 1 punten a) en b) betreft zijn de bevoegde diensten van de FOD Financie¨n van oordeel dat gelet op de hiervoor uiteengezette procedure en indien de diefstal tijdig aan de DIV wordt meegedeeld, het niet noodzakelijk is in een minimumperiode voor de regularisatie te voorzien of de wet te wijzigen.

Afin d’accroıˆtre l’efficacité de la procédure appliquée actuellement, il importe que les personnes victimes d’un vol de véhicule reçoivent une information claire et complète sur la procédure à suivre (cf. réponse à votre question 4)

Om de efficie¨ntie van de thans toegepaste procedure te verbeteren is het wel belangrijk dat slachtoffers van een diefstal van een voertuig op een klare en duidelijke wijze worden ingelicht van de procedure die zij moeten volgen (zie het antwoord op uw vraag 4)

Pour ce qui est de votre question 2 points a) et b), la DIV signale automatiquement la radiation de la plaque à l’administration fiscale, par le biais des listes de données mensuelles dont question ci-dessus, et le Service Contributions Autos Bruxelles traite ces informations le mois suivant leur réception.

Wat uw vraag 2 punten a) en b) betreft, kan ik u bevestigen dat de DIV de fiscale administratie automatisch op de hoogte brengt van de schrapping van de nummerplaat aan de hand van de hiervoor vermelde maandelijkse lijsten met gegevens. Vervolgens behandelt de Dienst Belastingen Auto’s-Brussel deze gegevens in de loop van de maand volgend op die van de ontvangst ervan.

Quant à la question de savoir si la radiation de la plaque auprès de la DIV se fait automatiquement via les services de police lors de l’enregistrement du vol, je me dois de communiquer à l’honorable membre que cela relève de la compétence de mon collègue ministre de l’Intérieur, dont dépendent les services de police, et de la compétence de mon collègue ministre de la Mobilité et des Transports, dont dépend la DIV

Wat betreft de vraag of de schrapping van een nummerplaat bij de DIV automatisch gebeurt via de politiediensten op het ogenblik van de aangifte van diefstal, moet ik het geachte lid meedelen dat dit tot de bevoegdheid behoort van mijn collega minister van Binnenlandse Zaken, waarvan de politiediensten afhangen, én tot de bevoegdheid van mijn collegaminister van Mobiliteit en Vervoer waarvan de DIV afhangt.

Pour ce qui concerne votre question 3, le SPF Finances a communiqué qu’il n’existe pas de relevé des délais et dysfonctionnements en la matière. Il est établi que la plupart des problèmes sont dus à l’absence ou au dépoˆt tardif d’une demande de radiation de la plaque d’immatriculation auprès de la DIV.

Wat vraag 3 betreft heeft de FOD Financie¨n meegedeeld dat er geen lijst bestaat met de termijnen en disfuncties die zich ter zake voordoen. Wel staat vast dat de meeste problemen ontstaan door het feit dat geen of pas laattijdig een aanvraag tot schrapping van de nummerplaat wordt ingediend bij de DIV.

En ce qui concerne votre question 4, l’administration s’efforce d’optimiser le système, notamment en améliorant le système informatique de gestion de la taxe de circulation, ainsi qu’en améliorant la transmis-

In verband met vraag 4 wens ik te benadrukken dat de administratie ernaar streeft het systeem te optimaliseren, in het bijzonder door het verbeteren van het informaticasysteem inzake de verkeersbelasting alsook


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8522

sion des informations au citoyen, par le biais du site fédéral www.belgium.be.

door het verbeteren van de aan de burger te verstrekken informatie, met name via de federale site www.belgium.be.

En outre, un nouveau formulaire d’avis de paiement de la taxe de circulation est en cours d’élaboration et mentionnera, dans la rubrique « Renseignements », les démarches à effectuer obligatoirement en cas de perte ou de vol de la plaque d’immatriculation, afin que la régularisation de la taxe de circulation puisse s’effectuer dans le respect de la procédure applicable actuellement et dans un délai raisonnable.

Bovendien wordt een nieuw formulier van de uitnodiging tot betaling van de verkeersbelasting uitgewerkt, waarbij in de rubriek « Toelichting » melding wordt gemaakt van de stappen die moeten worden nageleefd bij verlies of diefstal van de nummerplaat, zodat de regularisatie van verkeersbelasting volgens de thans geldende procedure binnen een redelijke termijn kan gebeuren.

DO 2003200432189

DO 2003200432189

Question no 480 de M. Dirk Van der Maelen du 20 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 480 van de heer Dirk Van der Maelen van 20 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Impoˆts sur les revenus. — Refus de reconnaıˆtre à certaines personnes le droit de représenter des contribuables en qualité de mandataire.

Inkomstenbelastingen. — Personen het recht ontzeggen belastingplichtigen te vertegenwoordigen in de hoedanigheid van lasthebber.

En vertu de l’article 446 du CIR 1992, le ministre des Finances peut, par arrêté motivé, refuser, pour une période qui n’excède pas cinq ans, de reconnaıˆtre à toute personne le droit de représenter des contribuables en qualité de mandataire, sauf si cette personne est soumise à une discipline professionnelle légalement organisée ou si elle exerce son mandat en vertu de la loi ou d’une décision judiciaire.

Artikel 446, WIB 1992, laat de minister van Financie¨n toe om bij gemotiveerd besluit, voor een tijdperk van maximum vijf jaar, elke persoon het recht te ontzeggen belastingplichtigen te vertegenwoordigen in de hoedanigheid van lasthebber, behoudens wanneer die persoon onderworpen is aan een wettelijk ingerichte beroepstucht of zijn last vervult krachtens de wet of een rechterlijke beslissing.

1. Dans combien de cas une personne s’est-elle vu refuser le droit de représenter des contribuables en vertu dudit article 446 du CIR 1992 ?

1. Hoe dikwijls is, met toepassing van voornoemd artikel 446, WIB 1992, een persoon het recht ontzegd om een belastingplichtige te vertegenwoordigen ?

2. De quelles personnes (catégories professionnelles) s’agissait-il en l’occurrence ?

2. Om welke personen (beroepsgroepen) ging het in die gevallen ?

3. Quels faits leur étaient reprochés ?

3. Wat waren de ten laste gelegde feiten ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 novembre 2004, à la question no 480 de M. Dirk Van der Maelen du 20 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 november 2004, op de vraag nr. 480 van de heer Dirk Van der Maelen van 20 september 2004 (N.) :

J’ai connaissance d’un cas dans lequel le droit de représenter des contribuables en qualité de mandataire a été refusé à une personne sur la base de l’article 446 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (ancien article 336 du Code des impoˆts sur les revenus).

Ik heb kennis van één geval waarbij een persoon op basis van artikel 446 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (voorheen artikel 336 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen) uit zijn recht ontzegd werd om belastingplichtigen te vertegenwoordigen in de hoedanigheid van lasthebber.

Je renvoie en l’espèce à l’arrêté ministériel du 9 février 1990, publié au Moniteur belge du 15 octobre 1994, p. 26205.

Terzake verwijs ik naar het ministerieel besluit van 9 februari 1990, Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1994, blz. 26205.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8523

DO 2003200432347

DO 2003200432347

Question no 502 de M. Olivier Chastel du 6 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 502 van de heer Olivier Chastel van 6 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Recommandation générale du Collège des médiateurs fédéraux. — Règlement collectif de dettes.

Algemene aanbeveling van het College van de federale ombudsmannen. — Collectieve schuldenregeling.

Bien que la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes, autorise depuis 1998 de manière générale, en ce compris donc pour les dettes fiscales, une possibilité de remise de dettes en principal, l’administration fiscale interdit aux receveurs fiscaux pareille exonération dans le cadre de la phase amiable de la procédure de règlement collectif de dettes. Le SPF Finances tire argument pour ce faire du prescrit de l’article 172, alinéa 2, de la Constitution et du système de responsabilité personnelle des comptables publics, une interprétation que le Collège des médiateurs a contesté à moult reprises ces dernières années, en vain.

De wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling biedt sinds 1998 algemeen, en dus ook wat de belastingschulden betreft, de mogelijkheid een kwijtschelding van schulden in hoofdsom toe te staan. De belastingadministratie verbiedt de belastingontvangers echter dergelijke kwijtschelding toe te staan in de minnelijke fase van de procedure tot collectieve schuldenregeling. De FOD Financie¨n voert hiertoe de bepalingen van het artikel 172, tweede lid, van de Grondwet aan, evenals het systeem van de persoonlijke verantwoordelijkheid van de belastingontvangers. Die interpretatie werd de voorbije jaren herhaaldelijk door het College van de federale ombudsmannen aan de kaak gesteld, evenwel zonder resultaat.

Dès lors, il recommande de prendre une initiative législative de nature à permettre expressément aux receveurs de l’administration fiscale d’octroyer l’exonération du capital d’une dette fiscale dans le cadre de la phase amiable de la procédure de règlement collectif de dettes.

Het College beveelt dan ook aan om een wetgevend initiatief te nemen zodat belastingontvangers uitdrukkelijk de mogelijkheid wordt geboden de hoofdsom van een belastingschuld kwijt te schelden in de minnelijke fase van de procedure tot collectieve schuldenregeling.

Pouvez-vous nous préciser votre position par rapport à cette suggestion ?

Kan u uw standpunt ten aanzien van dit voorstel meedelen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 novembre 2004, à la question no 502 de M. Olivier Chastel du 6 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 november 2004, op de vraag nr. 502 van de heer Olivier Chastel van 6 oktober 2004 (Fr.) :

Les fonctionnaires chargés du recouvrement au sein du SPF Finances ne souhaitent pas, en leur qualité de comptables de l’E´tat, courir le risque de voir leur responsabilité personnelle engagée par la Cour des comptes si, dans le cadre d’un règlement collectif de dettes, ils donnaient, sans base légale formelle, leur accord à un plan de règlement amiable proposant une remise totale ou partielle de dettes d’impoˆts en principal. Les organismes de perception des cotisations de sécurité sociale adoptent d’ailleurs la même attitude.

Als rekenplichtigen van de Staat wensen de invorderingsambtenaren van de FOD Financie¨n niet het risico te lopen om door het Rekenhof persoonlijk te worden aansprakelijk gesteld indien zij, zonder een formele wettelijke basis, in het kader van een collectieve schuldenregeling zouden instemmen met minnelijke aanzuiveringsregeling waarbij een volledige of een gedeeltelijke kwijtschelding van de belastingschulden in hoofdsom wordt voorgesteld. Eenzelfde standpunt wordt trouwens eveneens ingenomen door de instellingen die belast zijn met de inning van de bijdragen voor de sociale zekerheid.

L’article 9 du projet de loi portant des dispositions diverses relatives aux délais, à la requête contradictoire et à la procédure en règlement collectif de dette prévoit, dans un souci de clarté, d’efficacité et de sécurité juridique, une base légale formelle permettant aux fonctionnaires de chaque administration fiscale ainsi qu’aux organismes de perception des cotisations de sécurité sociale d’accorder, dans le cadre d’un plan de

Teneinde te zorgen voor duidelijkheid, efficie¨ntie en rechtszekerheid, is in artikel 9 van het wetsontwerp houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldenregeling, een formele wettelijke basis voorzien zodat zowel ambtenaren van om even welke fiscale administratie als de organen die belast zijn met het innen van de bijdragen voor de sociale


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8524

règlement amiable, une remise totale ou partielle des montants dus.

zekerheid, in het kader van een minnelijke aanzuiveringsregeling een volledige of gedeeltelijke kwijtschelding van de verschuldigde bedragen zullen kunnen toestaan.

Ce projet de loi a été déposé à la Chambre des représentants le 28 juillet 2004 (Doc. parl., Chambre, 20032004, no 1309/1).

Bedoeld wetsontwerp is op 28 juli 2004 ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers (Parl. St., Kamer, 2003-2004, nr. 1309/1).

DO 2004200502393

DO 2004200502393

Question no 507 de M. Dylan Casaer du 12 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre des Finances :

Vraag nr. 507 van de heer Dylan Casaer van 12 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Financie¨n :

Comités d’acquisition de Flandre orientale. — Scission en trois sections.

Oost-Vlaamse aankoopcomités. — Opsplitsing in drie onderdelen.

Dans le cadre d’une réorganisation interne du SPF Finances, les deux comités d’acquisition de Flandre orientale, actuellement établis à Gand, seraient scindés en trois sections. Chaque section serait localisée dans une ville différente de Flandre orientale.

In het kader van een interne reorganisatie binnen de FOD FInancie¨n, zouden de beide Oost-Vlaamse aankoopcomités die nu in Gent zijn gevestigd, worden opgesplitst in drie onderdelen. Ieder onderdeel zou in een andere stad van de provincie Oost-Vlaanderen worden ondergebracht.

1. Est-il exact qu’une telle réorganisation interne des comités d’acquisition est en préparation ?

1. Is het correct dat een dergelijke interne reorganisatie van de aankoopcomités in voorbereiding is ?

2. Quelles villes entreraient en ligne de compte pour la localisation d’un tel comité ?

2. Welke steden zouden hierbij in aanmerking komen voor de huisvesting van dergelijk comité ?

3. La ville d’Alost, qui possède plusieurs baˆtiments utilisés autrefois par des services administratifs publics et actuellement désaffectés, entrera-t-elle en ligne de compte ?

3. Komt ook de stad Aalst, die verschillende gebouwen heeft die eertijds door administratieve overheidsdiensten gebruikt werden en die niet langer in gebruik zijn, in aanmerking ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre des Finances du 22 novembre 2004, à la question no 507 de M. Dylan Casaer du 12 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financie¨n van 22 november 2004, op de vraag nr. 507 van de heer Dylan Casaer van 12 oktober 2004 (N.) :

En effet, les comités d’acquisition sont, tout comme les autres services du SPF Finances, concernés par le réforme Coperfin au sujet de laquelle des informations ont été fournies le 2 mars 2004 à la commission des Finances et du Budget.

Net zoals de andere diensten van de FOD Financie¨n zijn inderdaad ook de aankoopcomités betrokken bij de Coperfin-hervorming, waaromtrent op 2 maart 2004 informatie werd verstrekt aan de commissie van Financie¨n en Begroting.

Cette réforme comprend également une redéfinition des ressorts, entre autres sur base du volume de travail. La province de Flandre orientale sera en effet scindée en trois teams de sorte que l’un d’eux soit compétent pour la partie occidentale de la province du Brabant flamand. Il a été opté pour le logement des teams à l’intérieur de leur propre ressort.

Deze hervorming houdt ook een hertekening van de ambtsgebieden in, onder andere op basis van het werkvolume. Oost-Vlaanderen zal inderdaad worden opgesplitst over drie teams, zij het dat één van hen tevens bevoegd is voor het westelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant. Er werd geopteerd de teams te huisvesten binnen hun eigen ambtsgebied.

Dans le Coperfin 1 (2001-2002) développé par le « business », il a été proposé de loger ces teams dans les trois grandes villes de la région concernée, c’est-à-dire Gand, Saint-Nicolas et Alost.

In de tijdens Coperfin 1 (2001-2002) door de « business » uitgewerkte structuur werd voorgesteld deze teams te huisvesten in de drie grootste steden van de betrokken regio met name Gent, Sint-Niklaas en Aalst.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8525

Dans Coperfin 2 (2002-2003), les souhaits des divers piliers et administrations ont été comparés aux baˆtiments et emplacements dont dispose le SPF Finances. Il est ressorti de ce « matching » que le parc immobilier ne permet pas l’établissement d’un comité d’acquisition à Alost. Ninove a été proposée et retenue comme alternative.

In Coperfin 2 (2002-2003) werden de verzuchtingen van de diverse pijlers en administraties vergeleken met de gebouwen en locaties waarover de FOD Financie¨n beschikt. Uit deze matching bleek dat het gebouwenbestand de vestiging van een aankoopcomité te Aalst niet toelaat. Als alternatief werd Ninove voorgesteld en weerhouden.



DO 2003200421267

DO 2003200421267

Question no 239 de M. Hagen Goyvaerts du 15 avril 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 239 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 april 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Matériel obsolète du Service 100 de Louvain.

Verouderd materiaal van de Dienst 100 te Leuven.

La centrale de secours 100 de Louvain qui traite la plupart des appels d’urgence dans la province du Brabant flamand ne peut manifestement plus remplir sa mission correctement en raison de l’obsolescence du matériel informatique et du système de navigation utilisés par le dispatching.

De Leuvense hulpcentrale 100 die zowat alle noodoproepen in de provincie Vlaams-Brabant verwerkt, kan haar taak blijkbaar niet meer naar behoren uitvoeren vanwege het verouderd computermateriaal en het achterhaalde navigatiesysteem waarmee de dispatching moet werken.

Cette situation trouverait son origine dans un désaccord entre votre département et le département de la Santé publique en ce qui concerne l’introduction du nouveau « système de communication Astrid ». En outre, un nouveau système de navigation serait prévu afin que le Service 100 puisse disposer d’un fichier complet et actualisé des nouveaux noms de rue, indispensable à une intervention rapide des services de secours.

Aan de oorsprong van deze toestand zou een onenigheid liggen tussen uw departement en het departement Volksgezondheid over de invoering van het nieuwe « Astrid communicatiesysteem ». Bovendien zou er een nieuw navigatiesysteem voorzien zijn teneinde over een volledig en actueel bestand te beschikken met de nieuwe straatnamen, wat onontbeerlijk is voor een snelle interventie van de hulpdiensten.

1. a) Quand a-t-il été décidé de ne plus investir dans le système existant de communication et de traitement ?

1. a) Wanneer werd er beslist om niet meer te investeren in het bestaande communicatie- en verwerkingssysteem ?

b) Quelles sont les motivations de cette décision ?

b) Wat is de motivatie daartoe ?

2. Quand le nouveau système de navigation destiné au Service 100 sera-t-il mis en œuvre et à quel stade le projet se situe-t-il ?

2. Voor wanneer is het nieuwe navigatiesysteem voor de Dienst 100 voorzien en in welk stadium bevindt zich het project ?

3. Quand le « système de communication Astrid » destiné au Service 100 sera-t-il mis en œuvre et à quel stade le projet se situe-t-il ?

3. Voor wanneer is de implementatie van het « Astrid communicatiesysteem » voor de Dienst 100 voorzien en in welk stadium bevindt zich het project ?

4. a) Cette mise en œuvre est-elle liée à celle du « système de communication Astrid » au bureau central de police sur le site Philips de Louvain ?

4. a) Is deze implementatie gekoppeld aan de inwerkingtreding van het « Astrid communicatiesysteem » op het politiehoofdkantoor op de Philipssite te Leuven ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8526

b) Ou n’y est-elle pas liée ?

b) Of staat het er los van ?

5. Ou` le désaccord entre les départements de l’Intérieur et de la Santé publique relatif au Service 100 trouve-t-il son origine, comment sera-t-il résolu et dans quel délai ?

5. Vanwaar de onenigheid tussen Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid over de Dienst 100 en hoe zal dit opgelost worden en binnen welke termijn ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 239 de M. Hagen Goyvaerts du 15 avril 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 239 van de heer Hagen Goyvaerts van 15 april 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1. Contrairement à ce qu’affirme l’honorable membre, il n’a pas été décidé de ne plus investir dans le système actuel de communication et de traitement.

1. In tegenstelling tot wat het geachte lid beweert, werd er niet beslist om niet meer te investeren in het huidige communicatie- en verwerkingssysteem.

2. Le nouveau système de navigation est testé par les services compétents de la direction générale de la Sécurité civile ainsi qu’au centre 100 d’Anvers. Si les essais sont concluants, ce nouveau système sera progressivement installé dans les autres centres 100.

2. Het nieuwe navigatiesysteem wordt getest door de bevoegde diensten van de algemene directie van de Civiele Veiligheid, evenals in het 100-centrum van Antwerpen. Als de tests overtuigend zijn, zal het nieuwe systeem geleidelijk geı¨nstalleerd worden in de andere 100-centra.

3. Je ne peux pas fournir de réponse précise quant à la date d’implantation du système ASTRID. Son installation et son exploitation nécessitent, en effet, le placement de pyloˆnes qui doivent permettre d’assurer une couverture radio optimale. Le rythme de placement de ces pyloˆnes est tributaire de l’obtention des permis de baˆtir exigés pour leur installation.

3. Ik kan geen nauwkeurig antwoord geven in verband met de datum van implementatie van het ASTRID-systeem. Voor de installatie en de exploitatie ervan moeten er immers masten geplaatst worden die het mogelijk moeten maken een optimale radiodekking te verzekeren. Het tempo van de plaatsing van deze masten hangt af van het verkrijgen van de vereiste bouwvergunningen voor hun installatie.

4. La réponse à cette question est négative.

4. Het antwoord op deze vraag is negatief.

5. Je peux informer l’honorable membre que le SPF Intérieur et le SPF Santé en délibèrent souvent ensemble.

5. Ik kan het geachte lid meedelen dat de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Volksgezondheid hierover vaak samen overleg plegen.

DO 2003200432208

DO 2003200432208

Question no 370 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 370 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Site internet en néerlandais de la police fédérale. — Abréviations françaises.

Nederlandstalige website van de federale politie. — Franstalige afkortingen.

Sur le site internet de « Wegeninfo » (www.wegeninfo.be), le terme « Brussel » apparaıˆt souvent sous une forme abrégée. On lira par exemple : « richting Oostende-Bxl ». Il s’agit toutefois de l’abréviation en français pour « Bruxelles ». Par ailleurs, on ne voit pas pourquoi il est systématiquement recouru à cette abréviation. Le nom « Oostende », par exemple, n’est pas abrégé.

Op de website van de Wegeninfo (www.wegeninfo.be) moet worden vastgesteld dat voor « Brussel » vaak een afkorting wordt gebruikt. Zo zien we staan : « richting Oostende-Bxl ». Deze afkorting is evenwel de Franstalige afkorting voor « Bruxelles ». Het is overigens helemaal niet duidelijk waarom er systematisch gebruik moet worden gemaakt van deze afkorting. Zo wordt « Oostende » niet afgekort.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8527

1. Peut-on admettre qu’une abréviation en français du nom de notre capitale soit utilisée sur le site internet en néerlandais de la police fédérale ?

1. Vindt u het geoorloofd dat op de Nederlandstalige website van de federale politie een Franstalige afkorting wordt gebruikt voor onze hoofdstad ?

2. Avez-vous déjà pris des mesures pour faire remplacer l’abréviation «Bxl» par le mot «Brussel» ?

2. Heeft u reeds maatregelen getroffen om de vermelding « Bxl » te vervangen door de vermelding « Brussel » ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 370 de M. Bart Laeremans du 21 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 370 van de heer Bart Laeremans van 21 september 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.


L’information routière est adaptée en ligne toutes les deux minutes, et dans les deux langues, sur le site www.wegeninfo.be (www.inforoutes.be). Afin de diminuer le temps de saisie autant que faire se peut d’en informer les usagers dans des délais aussi brefs que possible, et sachant aussi que l’information peut être obtenue par SMS, certaines abréviations sont utilisées.

De wegeninformatie wordt om de twee minuten, in beide landstalen aangepast op de site www.wegeninfo.be Om de vattingstijd zo veel mogelijk te verminderen en de gebruikers in de kortst mogelijke termijn te informeren, ook wetende dat de informatie kan worden verkregen via SMS, worden er enkele afkortingen gebruikt.

Parmi ces abréviations, « BXL » est utilisée sur le site internet www.wegeninfo.be afin de désigner Bruxelles. La dénomination « Brussel » pourrrait effectivement être utilisée en lieu et place d’une abréviation. Ceci étant, l’abréviation « BXL » est d’usage fréquent et l’ensemble de l’information sur le site précité est communiquée en néerlandais, de sorte que le contenu est compréhensible pour tous, ce qui me semble l’essentiel. Néanmoins, l’abréviation précitée a été remplacée par l’abréviation « BXL/BSL ».

Tussen die afkortingen op de site www.wegeninfo.be wordt de afkorting « BXL » gebruikt om Brussel aan te duiden. De benaming « Brussel » zou inderdaad kunnen worden gebruikt in plaats van een afkorting. De afkorting « BXL » kent echter een frequent gebruik en het geheel van de informatie op de voormelde site wordt meegedeeld in het Nederlands zodat het begrijpbaar is voor iedereen, wat me het voornaamste lijkt. Desondanks werd voormelde afkorting vervangen door de afkorting « BXL/ BSL ».

DO 2003200432253

DO 2003200432253

Question no 377 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 377 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Chaos devant le hall d’arrivée de l’aéroport. — Intervention des services de police.

Chaos aan de aankomsthal van de luchthaven. — Optreden politiediensten.

C’est un phénomène curieux qu’observent les travailleurs employés à l’aéroport : les nombreux conducteurs qui entravent la circulation à proximité du hall d’arrivée de l’aéroport ne sont pas traités sur un pied d’égalité par les services de police.

Mensen die op de luchthaven werken, stellen een merkwaardig verschil in behandeling vast vanwege de politiediensten ten aanzien van vele chauffeurs die het autoverkeer stremmen bij de aankomsthal van de luchthaven.

Ainsi, force est de constater qu’à l’arrivée de vols européens les policiers font plutoˆt preuve de sévérité vis-à-vis des conducteurs pratiquant le parking sauvage. Par contre, lorsqu’il s’agit de vols en provenance de pays africains la police brille par son absence alors que c’est généralement le chaos devant le hall d’arrivée de l’aéroport.

Wanneer er Europese vluchten landen wordt vrij streng opgetreden tegen chauffeurs die wild parkeren. Wanneer er daarentegen Afrikaanse vluchten landen heerst er doorgaans een algemene chaos ter hoogte van de aankomsthal en zijn er nergens politiediensten te bespeuren.


2004

2005


1078

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8528

1. La police agit-elle systématiquement de la sorte ?

1. Kan u bevestigen of hier een systematiek achter zit ?

2. Est-il exact que les chauffeurs étrangers sont moins souvent verbalisés parce que l’on estime qu’il y a bien moins de chances que l’amende puisse effectivement être perçue ?

2. Klopt het dat allochtone chauffeurs minder snel bekeurd worden omdat men ervan uitgaat dat de kans op inning van de boete een stuk geringer is ?

3. Avez-vous pris des mesures pour éviter ce tohubohu de véhicules devant le hall d’arrivée de l’aéroport ?

3. Heeft u reeds initiatief genomen om de chaotische toestanden aan de aankomsthal van de luchthaven te voorkomen ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 377 de M. Bart Laeremans du 30 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 377 van de heer Bart Laeremans van 30 september 2004 (N.) :

En réponse à sa question, je peux communiquer à l’honorable membre ce qui suit. ` la suite de l’intégration de l’ancienne police 1. A aéroportuaire au 31 mars 1999, la police fédérale est chargée de la surveillance de la circulation. En concertation avec le Parquet et l’exploitant de l’aéroport BIAC, il a été décidé de mettre l’accent sur la sécurité et l’accessibilité aisée de l’aéroport. Il en résulte que la « tolérance zéro » est d’application devant le baˆtiment de l’aéroport.


J’attire l’attention sur le fait que la police fédérale ne tient en aucun cas compte de la race ou de la nationalité quand elle dresse des procès-verbaux. Il n’est pas question d’une approche différente des conducteurs africains ou européens.

Ik wens er op te wijzen dat de federale politie bij het opstellen van processen-verbaal geen rekening houdt met ras of nationaliteit. Er is dan ook geen sprake van een verschillende aanpak van Afrikaanse of Europese autobestuurders.

2. Il est à noter que chaque vol africain donne lieu à un phénomène particulier. Les vols à destination de l’Afrique ont un taux d’occupation moyen de 200 passagers. On a constaté que pour chaque passager, il y a environ 5 « greeters and meeters ». Ceci signifie 1 000 personnes en plus, réparties sur un minimum de 200 ` ces moments-là, les niveaux arrivée et voitures. A départ sont très vite saturés.

2. Er dient te worden opgemerkt dat bij Afrikaanse vluchten zich een bijzonder fenomeen voordoet. Vluchten met een Afrikaanse bestemming hebben een gemiddelde bezettingsgraad van een 200-tal passagiers. Er wordt vastgesteld dat elk van deze passagiers gemiddeld 5 « greeters and meeters » met zich meebrengen. Dit betekent al vlug een 1 000-tal extra personen, verdeeld over minimum 200 voertuigen. Op deze tijdstippen raken het niveau aankomst of vertrek dan ook zeer snel verzadigd.

Il arrive qu’alors, de petits incidents aient lieu dans le baˆtiment de l’aéroport. Les membres du personnel de la police fédérale qui sont chargés de la surveillance de la circulation, sont parfois appelés à donner un coup de main à leurs collègues dans le baˆtiment. Ceci entraıˆne une diminution du personnel présent aux niveaux « arrivée » ou « départ ». Cela pourrait donner l’impression qu’on verbalise moins.

Het gebeurt bovendien al wel eens dat er tijdens deze ogenblikken zich kleine incidentjes voordoen in het luchthavengebouw. De personeelsleden van de federale politie die met het verkeerstoezicht worden belast, dienen in sommige gevallen hun collega’s in het gebouw een handje te helpen, waardoor er natuurlijk minder personeel aanwezig is op het niveau « vertrek » of « aankomst ». Hierdoor kan de indruk ontstaan dat er minder snel bekeurd wordt.

Dans le cas où un procès-verbal est dressé, on ne tient en aucun cas compte de la possibilité minime de perception de l’amende.

Bij het opstellen van processen-verbaal wordt echter in geen enkel geval rekening gehouden met de al of niet geringe kans op inning van de boete.

3. La problématique évoquée ici est liée de près à l’infrastructure locale.

3. De problematiek die wordt aangehaald is nauw verbonden met de plaatselijke infrastructuur.


2004

1. Sinds 31 maart 1999 heeft de federale politie op de nationale luchthaven met de integratie van de voormalige luchthavenpolitie de taak van de verkeershandhaving overgenomen. In overleg met het Parket en de luchthavenexploitant BIAC, werd beslist de hoofdkrachtinspanning te leggen op de veiligheid en de vlotte bereikbaarheid van de luchthaven. Het instellen van een « zero tolérance » voor het luchthavengebouw was hiervan het gevolg.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8529

Seule une fermeture à la circulation de la zone située devant le hall des arrivées peut représenter une solution radicale à ce chaos.

Enkel het verkeersvrij maken van de zone voor de aankomsthal zal een wezenlijke oplossing betekenen voor de chaos.

Dans les divers forums de concertation avec l’exploitant de l’aéroport, la police fédérale est toujours partie prenante d’un changement de l’infrastructure aux niveaux « arrivée » et « départ », et pour renvoyer tous les conducteurs (à l’exception des conducteurs moins valides et des taxis) vers une zone (payante ou non) dans les parkings existants.

In de diverse overlegfora met luchthavenexploitant BIAC is de federale politie steeds vragende partij om de infrastructuur van de niveaus « aankomst » en « vertrek » te wijzigen en alle bestuurders (met uitzondering van minder-valide bestuurders en taxi’s) door te sturen naar een (al dan niet betalende) zone in de bestaande parkings.

Ce principe a été accepté par l’exploitant de l’aéroport mais pour l’instant, il n’est pas encore d’application.

Dit principe werd door de luchthavenexploitant aanvaard maar tot op heden nog niet uitgevoerd.

DO 2003200432338

DO 2003200432338

Question no 393 de M. Servais Verherstraeten du 5 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 393 van de heer Servais Verherstraeten van 5 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Non-exécution d’une condamnation judiciaire par les autorités belges. Dans l’affaire Semira Adamu, l’E´tat belge et les gendarmes qui y étaient impliqués ont été condamnés solidairement à verser des dommages-intérêts à la famille de la défunte.

Niet-uitvoering door de Belgische overheid van een gerechtelijke veroordeling. In de zaak Semira Adamu werd de Belgische Staat en betrokken rijkswachters solidair veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de nabestaanden. Negen maanden na het vonnis werd echter nog niets uitbetaald.

1. Eˆtes-vous informée de cet état de choses ? ` combien s’élèvent exactement ces dommages2. A intérêts ? 3. Pourriez-vous expliquer pourquoi l’E´tat belge n’a toujours pas exécuté le jugement susvisé, qui date du 12 décembre 2003 ?

3. Kan u verklaren waarom de Belgische Staat het vonnis van 12 december 2003 nog steeds niet heeft uitgevoerd ?

4. Les autorités belges ont-elles l’intention, en agissant de la sorte, de faire supporter aux gendarmes impliqués tout le poids des responsabilités ?

4. Is de overheid op die manier van plan haar verantwoordelijkheid op betrokken rijkswachters af te schuiven ?

5. a) Les autorités belges manquent-elles à leur obligation d’exécuter un jugement ou un arrêt dans d’autres affaires encore ou` une décision judiciaire exécutoire a été prise ?

5. a) Zijn er nog andere uitvoerbare gerechtelijke uitspraken waar de overheid in gebreke blijft het vonnis of arrest uit te voeren ?

b) Dans l’affirmative, de combien d’affaires s’agit-il et pour quelle raison l’E´tat belge ne remplit-il pas ses obligations ?

b) Zo ja, hoeveel en wat is de reden hiervoor ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 393 de M. Servais Verherstraeten du 5 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 393 van de heer Servais Verherstraeten van 5 oktober 2004 (N.) :

En ce qui concerne sa question, je puis communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik kan het geachte lid de volgende antwoorden verstrekken op zijn vraag.


2004

1. Bent u hiervan op de hoogte ? 2. Over welk bedrag gaat het hier precies ?

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8530

1. Le jugement date du 12 décembre 2003. Les parties civiles n’ont pas encore été à ce jour intégralement indemnisées. 2. Il s’agit d’une somme de 17 440 euros en principal, à répartir entre les cinq membres de la famille. Gabriel Adamu : 7 440 euros Henrietta Adamu : 2 500 euros Augustine Adamu : 2 500 euros Juliana Adamu : 2 500 euros James Adamu : 2 500 euros Sophie Adamu (q.q. Gabriel Adamu) : 2 500 euros Ces montants doivent encore être majorés des intérêts. 3. L’E´tat prendra en charge ce montant. Cela ne souffre pas de discussion. Les parties civiles en ont été informées par leur conseil et celui-ci a été invité à transmettre son décompte, accompagné du numéro de compte sur lequel ce montant peut être versé, au département. ` ce jour aucune réaction n’a été enregistrée, bien A que mes services aient fait connaıˆtre expressément leur volonté d’exécuter le jugement. La mauvaise volonté de l’E´tat ne peut par conséquent pas être mise en cause. 4. Dès lors que l’E´tat s’est déjà depuis longtemps engagé à indemniser les parties adverses, une exécution à charge des policiers impliqués en cette affaire, est parfaitement inutile. Les parties civiles disposent au demeurant d’un titre exécutoire à charge de l’E´tat. L’E´tat fut en son temps cité directement par les parties civiles aux fins, précisément, d’être indemnisées. Les membres de la famille ont également intérêt à s’adresser à l’E´tat belge qui offre évidemment une garantie de solvabilité.

1. Het vonnis dateert van 12 december 2003. De burgerlijke partijen werden tot op vandaag inderdaad nog niet uitbetaald. 2. Het gaat om een bedrag van 17 440 euro in hoofdsom, te verdelen over de vijf familieleden. Gabriel Adamu : 7 440 euro Henrietta Adamu : 2 500 euro Augustine Adamu : 2 500 euro Juliana Adamu : 2 500 euro James Adamu : 2 500 euro Sophie Adamu (q.q. Gabriel Adamu) : 2 500 euro Deze bedragen dienen nog te worden vermeerderd met de intresten. 3. De Staat zal dit voor haar rekening nemen. Hierover heeft nooit enige twijfel bestaan. De burgerlijke partijen werden hiervan via hun raadsman op de hoogte gesteld, en hij werd uitgenodigd om zijn afrekening, samen met het rekeningnummer waarop dit bedrag mag gestort worden, aan het departement over te maken. Hoewel mijn diensten uitdrukkelijk de wil om het vonnis uit te voeren hebben te kennen gegeven werd hierop tot op de dag van vandaag niet gereageerd. Er is dus geen sprake van slechte wil vanwege de Staat. 4. Vermits de Staat reeds lang heeft toegezegd de schadevergoeding op zich te nemen, is uitvoering bij de betrokken politiemensen onnodig.

5. En ce qui concerne l’Intérieur, je n’ai pas connaissance de précédents.

De burgerlijke partijen beschikken overigens hoe dan ook over een rechtstreekse uitvoerbare titel lastens de Staat. De Staat werd destijds door de burgerlijke partijen rechtstreeks gedagvaard net met het doel om betaling te kunnen bekomen. Zelfs de familieleden hebben er alle belang bij om bij de Belgische Staat, die duidelijk meer solvabel is, aan te komen kloppen. De Staat zal zijn verantwoordelijkheid niet op de betrokken politiemensen afschuiven. Inmiddels werd de raadsman van de burgerlijke partijen nogmaals aangeschreven om zijn afrekening aan de raadsman van de Belgische Staat over te maken. Tot op heden echter nog steeds zonder resultaat. 5. Ik heb wat Binnenlandse Zaken betreft geen weet van precedenten.

DO 2004200502411

DO 2004200502411

Question no 400 de Mme Nahima Lanjri du 13 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Loi sur les étrangers. — Application de l’article 9, alinéa 3. Les étrangers qui séjournent dans notre pays peuvent solliciter à tout moment une régularisation de

Vraag nr. 400 van mevrouw Nahima Lanjri van 13 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken : Vreemdelingenwet. — Toepassing van artikel 9, derde lid. Vreemdelingen die in ons land verblijven kunnen op elk moment om een regularisatie van hun verblijfssta-

L’E´tat ne rejettera pas sa responsabilité sur les policiers impliqués. Entre-temps le conseil des parties civiles a été de nouveau invité à transmettre son décompte au conseil de l’E´tat belge. En vain, à ce jour.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8531

leur statut de séjour. Ce peut être le cas, par exemple, d’étudiants qui se marient dans notre pays et souhaitent conférer une autre base à leur permis de séjour. Cette procédure a lieu en application de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers du 15 décembre 1980.

tuut verzoeken. Dit kan bijvoorbeeld voor studenten die hier huwen en een andere basis aan hun verblijfsvergunning willen verschaffen. Dit gebeurt in het kader van de toepassing van artikel 9, derde lid, van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980.

1. Combien de demandes ont-elles été introduites annuellement dans le cadre de l’article 9, alinéa 3, de la loi sur les étrangers depuis l’année 2000 ?

1. Hoeveel aanvragen in het kader van het artikel 9, derde lid van de Vreemdelingenwet werden er jaarlijks ingediend vanaf 2000 ?

2. Combien de ces demandes ont-elles été approuvées ?

2. Hoeveel van deze aanvragen werden goedgekeurd ?

3. Quelle est la durée moyenne d’une telle procédure ?

3. Wat is de gemiddelde looptijd van dergelijke procedure ?

4. Combien de demandes sont-elles actuellement en cours de traitement ?

4. Hoeveel aanvragen zijn er momenteel in behandeling ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 25 novembre 2004, à la question no 400 de Mme Nahima Lanjri du 13 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 25 november 2004, op de vraag nr. 400 van mevrouw Nahima Lanjri van 13 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.


Il y a d’abord lieu de faire remarquer qu’une demande de régularisation dans le cadre de la loi relative aux étrangers n’est pas un moyen de recours général mais bien une règle de procédure.

Vooreerst dient erop gewezen te worden dat een aanvraag tot regularisatie in het kader van artikel 9, derde lid van de vreemdelingenwet geen algemeen beroepsmiddel is, maar wel een procedureregel.

Des chiffres concernant les demandes de régularisation dans le cadre de l’article 9, alinéa 3, de la loi relative aux étrangers sont disponibles depuis 2001. Aucun chiffre précis n’est toutefois gardé sur le nombre total de demandes introduites. Sur la base du nombre de décisions prises et du nombre de dossiers encore actuellement en traitement, nous pouvons conclure que ce chiffre se situe au delà de 30 000 demandes depuis 2001.

Cijfers betreffende aanvragen tot regularisatie in het kader van artikel 9, derde lid van de Vreemdelingenwet zijn beschikbaar sedert 2001. Er worden echter geen precieze cijfers bijgehouden over het totale aantal ingediende aanvragen op zich. Op basis van het aantal genomen beslissingen en het aantal dossiers dat momenteel nog in behandeling is, kunnen we besluiten dat het om ruim 30 000 aanvragen gaat sinds 2001.

En ce qui concerne les régularisations définitives, il y en a eu 112 en 2001, 171 en 2002, 372 en 2003 et 316 durant le premier semestre de 2004.

Wat de definitieve regularisaties betreft, waren er 112 in 2001, 171 in 2002, 372 in 2003 en 316 in de eerste helft van 2004.

Le nombre de régularisations temporaires qui ont été comptabilisées en 2001 s’élève à 266; en 2002, il y a eu 592 cas; en 2003, ce nombre a atteint 1 279 et durant le premier semestre de 2004 nous en sommes à 1 287 cas.

Het aantal tijdelijke reqularisaties werd in het jaar 2001 vastgesteld op 266, in het jaar 2002 bedroeg het 592, in het jaar 2003 kwam het te liggen op 1 729 en in de eerste helft van 2004 zijn er 1 287.

Ensuite, il y a eu 2 117 décisions de refus prises en 2001; en 2002, il y en a eu 3 379; en 2003, 8 387 et durant le premier semestre de 2004, il y en a eu 7 139.

Verder werden er 2117 beslissingen tot weigering getroffen in het jaar 2001, in het jaar 2002 waren dit er 3 379, in het jaar 2003 bedroeg dit 8 387 en in de eerste helft van 2004 zijn er 7 139.

Pour répondre à la question du délai moyen de cette procédure, il faut signaler que le système LIFO (Last In First Out) est appliqué. Une distinction est faite entre les anciens dossiers et les nouveaux dossiers. La décision pour les nouveaux dossiers est prise en moyenne après environ trois mois. Pour les anciens dossiers, la

Gevraagd naar de gemiddelde looptijd van deze procedure, dient te worden aangestipt dat het LIFOsysteem (Last In First Out) wordt toegepast. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen oude dossiers en nieuwe dossiers. De beslissing voor nieuwe dossiers wordt geveld na gemiddeld een drietal maanden. Bij


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8532

décision tombe généralement après environ un an et demi.

oude dossiers valt de beslissing gemiddeld na ongeveer anderhalf jaar.

Actuellement, à la date du 1er octobre 2004, il y a environ 18 000 dossiers en traitement.

Tot op heden, met name 1 oktober 2004, zijn er ongeveer 18 000 aanvragen in behandeling.

DO 2003200432259

DO 2003200432259

Question no 401 de M. Luk Van Biesen du 14 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur : Étrangers. — Demandes de régularisation. — Retard.

Vraag nr. 401 van de heer Luk Van Biesen van 14 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Des demandes de régularisation déposées début 2000 sont toujours en suspens au parquet. Quatre ans après, la commission de régularisation comme l’Office des étrangers se trouvent dès lors dans l’impossibilité de trancher.

Bij het parket berusten op dit ogenblik nog regularisatieaanvragen van personen die hun aanvraag reeds begin 2000 indienden. Daardoor zijn de Regularisatiecommissie noch de Dienst vreemdelingenzaken in staat een beslissing te treffen. Nog steeds niet, en dit na vier jaar.

Cette situation est assurément devenue inacceptable. Même si on tient compte de la difficulté et de la nature des dossiers concernés, ainsi que des interventions requises par le parquet et des éventuels compléments d’information à fournir par les demandeurs, tout retard supplémentaire dans la prise de décision semble désormais socialement indéfendable par rapport à un groupe de personnes relativement important.

De beslissingen hebben allicht reeds ontoelaatbaar lang op zich laten wachten. Wanneer men de moeilijkheidsgraad en de aard van de betrokken dossiers in aanmerking neemt alsook benodigde tussenkomsten van het parket en de mogelijk door betrokkenen na indiening nog te verstrekken informatie, dan lijkt het verder uitblijven van een beslissing maatschappelijk nauwelijks nog te verantwoorden tegenover toch een relatief grote groep mensen.

1. a) N’estimez-vous pas que le délai raisonnable a été dépassé dans ces dossiers ?

1. a) Bent u ook niet de mening toegedaan dat in deze de redelijke termijn werd overschreden ?

b) L’attente d’une décision dans un si grand nombre de dossiers peut-elle se justifier d’une manière ou d’une autre ?

b) Of kan het uitblijven van een zo groot aantal beslissingen toch verantwoord worden ?

2. Ne convient-il pas que le cabinet et l’administration du ministre arrêtent un plan d’action en étroite collaboration avec le cabinet et l’administration du ministre de l’Intérieur ?

2. Dringt er zich vanuit het kabinet en de administratie van de minister geen plan van aanpak op in nauwe samenwerking met het kabinet en de administratie van de minister van Binnenlandse Zaken ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 401 de M. Luk Van Biesen du 14 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 401 van de heer Luk Van Biesen van 14 oktober 2004 (N.) :



Je tiens à rappeler que le principe est que le traitement des dossiers par la Commission de régularisation est suspendu tant que ces dossiers sont à l’examen pour fraude au parquet. Or, il est évident que les parquets ont besoin d’un certain temps pour effectuer leur travail.

Ik wil herinneren aan het feit dat het principe is dat de behandeling van de dossiers door de Regularisatiecommissie wordt opgeschort zolang de dossiers zich voor een fraudeonderzoek bij het parket bevinden. De parketten hebben vanzelfsprekend een bepaalde periode nodig om hun werk uit te voeren.


2004

Vreemdelingen. — Regularisatieaanvragen. — Achterstand.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8533

Dès que le travail du parquet est cloˆturé, la décision concernant la demande de régularisation est prise conformément aux critères de la loi du 22 décembre 1999.

Zodra het werk van het parket gedaan is, wordt de beslissing omtrent de regularisatieaanvraag genomen overeenkomstig de criteria van de wet van 22 december 1999.

Des documents frauduleux éventuels ne sont évidemment pas pris en considération pour appuyer la demande de régularisation. ` la date du 1er novembre 2004, 463 dossiers de A régularisation doivent encore être traités par les parquets.

Eventuele frauduleuze documenten worden vanzelfsprekend niet in aanmerking genomen ter staving van de regularisatieaanvraag.

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 403 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 403 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :







Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 403 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 403 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :

J’informe l’honorable membre que le cabinet et les fonctionnaires de l’Intérieur consomment quasi exclusivement du café de la marque Max Havelaar.

Ik kan het geachte lid meedelen dat het kabinet en de ambtenaren van Binnenlandse Zaken haast uitsluitend koffie van het Max Havelaar-keurmerk drinken.

Par ailleurs, tout est mis en œuvre pour aboutir à une politique d’achat globalement équitable.

Daarnaast wordt alles eraan gedaan om te komen tot een globaal eerlijk aankoopbeleid.

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 404 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 404 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :



Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins-valides est

Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is


2004

Op datum van 1 november 2004 liggen er nog 463 regularisatiedossiers ter behandeling bij de parketten.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8534

parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort, hebben hier belang bij.









Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 404 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 404 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

J’informe l’honorable membre que la plupart des 38 baˆtiments de l’Intérieur, répartis sur l’ensemble du territoire, sont d’un accès relativement aisé pour les personnes à mobilité réduite. Des couloirs et ouvertures de porte suffisamment larges, des ascenseurs, toilettes spéciales, plateformes de levage, plans inclinés et même des appareils spéciaux de support y contribuent. Dans certains services régionaux, ce n’est cependant pas toujours le cas, principalement parce qu’il s’agit souvent de baˆtiments classés pour lesquels il n’est, par exemple, pas simple de trouver une solution équivalente pour une entrée comportant plusieurs marches.

Ik kan het geachte lid meedelen dat de meeste van de 38 gebouwen van Binnenlandse Zaken die verspreid liggen over het hele land, vrij gemakkelijk toegankelijk zijn voor personen met een beperkte mobiliteit. Gangen en deuropeningen die breed genoeg zijn, liften, speciale toiletten, hefplatformen, hellende vlakken, zelfs speciale draagtoestellen dragen daartoe bij. In bepaalde gewestelijke diensten is dit echter niet altijd het geval vooral omdat het hier veelal gaat om geklasseerde gebouwen waarvoor het bijvoorbeeld geen sinecure is om een gelijkwaardige oplossing te vinden voor een ingang met verscheidene trappen.

Le même phénomène se présente pour les parkings. Généralement, on dispose, à proximité immédiate, d’un propre parking ou d’emplacements suffisamment grands pour placer, par exemple, un fauteuil roulant à coˆté d’une voiture. Il existe toutefois encore des baˆtiments régionaux où il n’y a que peu ou pas de places de parking, ni pour le propre personnel, ni pour les visiteurs. ` l’heure actuelle, peu de mesures spécifiques ont A été prises pour les personnes souffrant d’un handicap visuel ou auditif mais je puis assurer l’honorable membre que ces personnes sont accueillies et accompagnées de manière individuelle et chaleureuse par le personnel du département.

Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij parkeerplaatsen. Meestal is er een eigen parking of zijn er plaatsen in de onmiddellijke nabijheid die extra groot zijn om voldoende ruimte te bieden om bijvoorbeeld een rolstoel naast een wagen te plaatsen. Toch zijn er nog gewestelijke gebouwen waar weinig of helemaal geen parkeerplaatsen zijn, noch voor het eigen personeel, noch voor de bezoekers.

Dans certains services, on a également déjà installé du matériel informatique équipé d’un dispositif en braille et à Hasselt par exemple, l’installation d’un

Ook werd er in bepaalde diensten reeds computerapparatuur met brailleregel aangekocht en staat bijvoorbeeld in Hasselt de installatie van een gesloten


2004

Tot op heden zijn er weinig speciale voorzieningen getroffen voor personen met een visuele of auditieve handicap maar ik kan het geachte lid verzekeren dat deze personen op een hartelijke manier individueel opgevangen en begeleid worden door het personeel van het departement.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8535

réseau en circuit fermé permettant aux personnes qui souffrent d’un handicap auditif de suivre parfaitement les exposés et les discours, figure parmi les investissements prévus.

circuit-netwerk waardoor personen met een auditieve handicap de uiteenzettingen en toespraken perfect kunnen volgen, bij de geplande investeringen.

DO 2004200502454

DO 2004200502454

Question no 410 de M. Filip De Man du 19 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 410 van de heer Filip De Man van 19 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Utilisation probable des munitions « Stunbag » par la police.

Mogelijk gebruik van de « Stunbag »-munitie bij de politie.

Le 21 aouˆt 2004, aux Pays-Bas, les unités spéciales de la Police d’Utrecht ont utilisé un nouveau type de munitions lors d’une prise d’otages. L’équipe d’intervention a utilisé des munitions dites « Stunbag ».

In Nederland gebruikten de speciale eenheden van de politie Utrecht op 21 augustus 2004 een nieuw soort munitie bij een gijzelingsactie. Het arrestatieteam schoot met de zogenaamde « Stunbag »-munitie.

La « Stunbag » (également appelée « Bean Bag ») est composée d’un sac de toile rempli de plombs très fins. Ces munitions ne pénètrent pas dans le corps et ne sont donc pas létales. L’effet produit est comparable à celui d’un coup de poing d’un boxeur professionnel.

De Stunbag (ook wel « beanbag » genoemd) is een stoffen zakje, gevuld met zeer fijne hagelkorreltjes. De Stunbag dringt niet door in het lichaam, waardoor er geen gevaar is voor dodelijke verwondingen. De uitwerking van een schot op het lichaam is te vergelijken met de stoot van een professionele bokser.

Bien que la Stunbag n’ait pas encore été reprise dans les dispositions légales sur les munitions de la Police aux Pays-Bas, l’officier de justice principal a autorisé son utilisation.

Alhoewel nog niet opgenomen in de wettelijke bepalingen over de munitie van de politie in Nederland gaf de hoofdofficier van Justitie toch de toelating tot het gebruik van deze munitie.

Précisément parce que ces munitions ne sont pas létales, elles pourraient utilement venir compléter l’équipement des services de police.

Net omwille van het feit dat er geen dodelijke letsels veroorzaakt worden, lijkt dit een nuttige aanvulling van de uitrusting van de politiediensten.

1. Les unités spéciales DSU/POSA disposent-elles de ces munitions ?

1. Beschikken de eenheden van DSU/POSA over deze munitie ?

2. Les ont-elles déjà testées ?

2. Hebben zij er al tests mee uitgevoerd ?

3. Quels enseignements en ont-elles tiré ?

3. Wat waren hun ervaringen met deze munitie ?

4. L’utilisation de ce type d’armement par les unités spéciales de la police a-t-elle déjà fait l’objet d’un débat au sein de la commission nationale des armes à feu ?

4. Is het gebruik van deze munitie door speciale eenheden van de politie reeds ter sprake gekomen in de Nationale Vuurwapencommissie ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 410 de M. Filip De Man du 19 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 410 van de heer Filip De Man van 19 oktober 2004 (N.) :

L’honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses différentes questions.

Het geachte lid kan hierna de antwoorden vinden op de verschillende vragen.

1. Les unités de DSU/POSA ne disposent pas de munitions « beanbag ».

1. De eenheden van DSU/POSA beschikken niet over « beanbag » munitie.

2. Des tests ont cependant été réalisés dans le passé.

2. In het verleden werden tests met deze munitie uitgevoerd.


2004

2005


1079

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8536

3. Les désavantages de la « beanbag » sont les suivants :

3. De nadelen van de « beanbag » zijn de volgende :

— à courte distance (moins de 6 mètres), l’utilisation de la beanbag entraıˆne des blessures graves et même mortelles lors d’un impact sur la tête ou ` très courte distance, la beanbag dans le cou. A risque de pénêtrer dans le corps;

— op korte afstand (minder dan 6 meter) kan het gebruik van de beanbag ernstige verwondingen veroorzaken en bij impact op het hoofd of de nek zelfs dodelijk zijn. Op zeer korte afstand bestaat ook de kans dat de beanbag binnendringt in het lichaam;

— de par la nature de la munition, l’endroit de l’impact n’est pas toujours le même que le point de mire. Il n’est pas possible de mesurer exactement par distance cette déviation. Celle-ci est fortement variable;

— door de aard van de munitie is de plaats van de impact niet altijd gelijk aan het mikpunt. Het is niet mogelijk om de exacte afwijking per afstand te bepalen. Deze is sterk varie¨rend;

— à grande distance (plus de 15 mètres), l’impact de la beanbag est peu efficace. La distance est de 10 mètres pour une personne avec un manteau.

— op grotere afstand (meer dan 15 meter) is de impact van de beanbag weinig doeltreffend. Bij een persoon met een winterjas bedraagt de afstand 10 meter.

Tenant compte des désavantages de la beanbag et le fait que les possibilités d’utilisation de ce moyen n’apportent pas de plus-value ou de complémentarité des moyens et des tactiques existants auprès de DSU lors d’interception de personnes dangeureuses et armées, il a été décidé de ne pas utiliser cette munition.

Rekening houdend met de nadelen van de beanbag en het feit dat de inzetmogelijkheden van dit middel geen meerwaarde of aanvulling betekenen ten opzichte van de bestaande middelen en taktieken die bij DSU worden gebruikt bij het overmeesteren van vuurwapengevaarlijke personen, werd besloten om dit middel niet te gebruiken.

4. Non, l’utilisation de ce type de munition n’a pas été abordé à la commission nationale des armes à feu.

4. Neen, het gebruik van deze munitie is niet ter sprake gekomen in de nationale vuurwapencommissie.

DO 2004200502544

DO 2004200502544

Question no 418 de M. Carl Devlies du 27 octobre 2004 (N.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 418 van de heer Carl Devlies van 27 oktober 2004 (N.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Lutte contre les nuisances occasionnées par les magasins de nuit.

Aanpak van overlast rond nachtwinkels.

Souvent, l’implantation d’un magasin de nuit dans un quartier génère de nombreux problèmes pour les riverains, tels que le tapage nocturne, l’abandon de déchets ou autres formes de nuisances. Les administrations locales sont les premières concernées par ce problème, mais elles sont souvent impuissantes devant cette situation.

De inplanting van een nachtwinkel in een buurt creeërt bij de bewoners van die buurt vaak heel wat hinder door nachtlawaai, het achterlaten van afval, of andere vormen van overlast. De lokale besturen worden hier als eerste mee geconfronteerd maar staan vaak machteloos.

1. Les nuisances dues à la consommation de boissons alcoolisées en vente dans ces magasins sont souvent à l’origine des plaintes. Dans le cadre de la répression de l’ivresse publique, les communes peuvent-elles infliger des sanctions ?

1. De gevolgen verbonden aan de verkoop van alcohol door deze nachtwinkels is in vele gevallen de oorzaak van de klachten. Kunnen de gemeenten sanctionerend optreden in het kader van de beteugeling van de openbare dronkenschap ?

2. Cette possibilité doit-elle être prévue dans les dispositions de la nouvelle loi communale relatives aux sanctions administratives communales ou convient-il à cet effet de modifier l’arrêté-loi du 14 novembre 1939 relatif à la répression de l’ivresse publique ?

2. Moet deze mogelijkheid voorzien worden in de nieuwe gemeentewet in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, of dient hiervoor de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap worden gewijzigd ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8537

3. a) Quelles autres possibilités la nouvelle loi communale offre-t-elle aux communes pour lutter contre les nuisances liées aux magasins de nuit ?

3. a) Welke andere mogelijkheden biedt de nieuwe gemeentewet om de overlast van deze nachtwinkels aan te pakken ?

b) Des sanctions peuvent-elles ainsi être imposées pour tapage nocturne ?

b) Kunnen in dit kader bijvoorbeeld sancties worden opgelegd voor het nachtlawaai ?

4. Les exploitants de ces magasins peuvent-ils être tenus pour responsables des nuisances ?

4. Kunnen de uitbaters verantwoordelijk worden gesteld voor gevallen van overlast ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 418 de M. Carl Devlies du 27 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 418 van de heer Carl Devlies van 27 oktober 2004 (N.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

1. Votre première question requiert une réponse négative.

1. Uw eerste vraag vergt een negatief antwoord.

L’arrêté-loi du 14 novembre 1939 à laquelle vous vous référez, prévoit déjà des sanctions pénales — des amendes et aussi des peines d’emprisonnement — pour les personnes qui sont trouvées en état d’ivresse dans des lieux publics.

De besluitwet van 14 november 1939 waarnaar u verwijst, voorziet reeds in strafsancties — boetes en ook gevangenisstraffen — voor de personen die in openbare plaatsen in staat van dronkenschap worden aangetroffen.

L’autorité communale n’a donc pas la liberté de prendre en la matière un règlement ou arrêté communal dans lequel sont prévues des sanctions administratives en application de l’article 119bis de la nouvelle loi communale. Une sanction administrative ne peut en effet être prévue dans un règlement ou arrêté communal que dans la mesure ou une loi, un décret ou une ordonnance n’a pas encore prévu une sanction pénale ou administrative.

Het staat dus de gemeentelijke overheid niet vrij om hieromtrent een gemeentelijk reglement of verordening aan te nemen waarin voorzien wordt in administratieve sancties met toepassing van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet. Er kan immers slechts een administratieve sanctie worden voorzien in een gemeentelijk reglement of verordening voor zover een wet, decreet of ordonnantie nog niet heeft voorzien in een strafsanctie of een administratieve sanctie.

2. En exécution de cet arrêté-loi du 14 novembre 1939, la répression spécifique de l’ivresse dans des lieux publics relève donc de la compétence exclusive de ma collègue la ministre de la Justice.

2. In uitvoering van die besluitwet van 14 november 1939, behoort de specifieke beteugeling van openbare dronkenschap dan ook tot de exclusieve bevoegdheid van mijn collega de minister van Justitie.

C’est par elle que devrait être jugé de la nécessité d’une éventuelle modification de l’arrêté-loi concerné. En ce qui me concerne, une telle modification n’est pas opportune. La loi du 17 juin 2004 modifiant la nouvelle loi communale, qui a amplement étendu le champ d’application des sanctions administratives, ` l’heure actuelle, n’est pas encore entrée en vigueur. A les communes s’affairent à se familiariser avec la législation modifiée, ce qui fait qu’une nouvelle adaptation me semble donc inopportune.

De noodzaak van een eventuele wijziging van de betrokken besluitwet zou door haar moeten worden beoordeeld. Wat mij betreft, is zulke wijziging niet opportuun. De wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, die het toepassingsgebied van de administratieve sancties uitvoerig heeft uitgebreid, is nog niet in werking getreden. De gemeenten zijn momenteel volop bezig zich de gewijzigde wetgeving eigen te maken zodat een nieuwe aanpassing mij dan ook niet aangewezen lijkt.

3. Le tapage nocturne est pénalement réprimé par l’article 561, 1o, du Code pénal. Cette disposition fait partie du Titre X du livre II de ce code, qui est abrogé par la loi du 17 juin 2004 modifiant la nouvelle loi communale.

3. Nachtlawaai wordt strafrechtelijk beteugeld door artikel 561, 1o, van het Strafwetboek. Deze bepaling maakt deel uit van titel X van boek II van dat wetboek dat wordt opgeheven door de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet.

Lorsque la dépénalisation de ce titre sera entrée en vigueur, ce qui n’est pas encore le cas jusqu’à présent, l’infraction concernée ne pourra plus être abordée

Wanneer de depenalisering van die titel in werking zal zijn getreden, wat tot op heden nog niet het geval is, zal die inbreuk niet meer strafrechtelijk aangepakt


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8538

pénalement. La commune disposera cependant de la possibilité de faire figurer ce point dans un règlement ou arrêté local afin que, le cas échéant, une sanction pénale (pas supérieure à une peine de police) ou une sanction administrative communale puisse être infligée, comme par exemple une amende administrative ne dépassant pas 250 euros.

kunnen worden. De gemeente zal toch over de mogelijkheid beschikken om dit op te nemen in een plaatselijk reglement of verordening opdat desgevallend een strafsanctie (niet hoger dan een politiestraf) of gemeentelijke administratieve sanctie zou opgelegd worden, zoals bij voorbeeld een administratieve geldboete die 250 euro niet overschrijdt.

En ce qui concerne les sanctions administratives communales, non seulement une amende administrative est possible, mais également, le cas échéant, une suspension, un retrait, voire une fermeture administrative temporaire ou définitive, le tout pour autant que la commune ait fait inclure au préalable ces différents points dans son règlement ou arrêté local.

Voor de gemeentelijke administratieve sancties is dan niet alleen een administratieve geldboete mogelijk, doch desgevallend ook een administratieve schorsing, intrekking of zelfs administratieve sluiting die tijdelijk of definitief kan zijn, dit alles voor zover de gemeente dit voorafgaand in haar plaatselijk reglement of verordening heeft opgenomen.

Avec la loi du 13 mai 1999 relative aux sanctions administratives dans les communes, le bourgmestre s’est également vu attribuer la compétence de prendre le cas échéant les mesures prévues dans la nouvelle loi communale aux articles 134ter et 134quater :

Met de wet van 13 mei 1999 tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, werd ook nog de bevoegdheid gegeven aan de burgemeester om desgevallend de in artikelen 134ter en 134quater van de nieuwe gemeentewet voorziene maatregelen te nemen :

— l’article 134ter attribue au bourgmestre la compétence de prononcer une fermeture provisoire d’un établissement ou la suspension temporaire d’une autorisation : il s’agit d’une procédure d’urgence déclenchée lorsque les conditions d’exploitation de l’établissement ne sont pas respectées par l’exploitant;

— artikel 134ter verleent aan de burgemeester de bevoegdheid om de voorlopige sluiting van een inrichting of de tijdelijke schorsing van een vergunning te bevelen : het betreft hier een dringende procedure tengevolge van het niet respecteren door de uitbater van die inrichting van de uitbatingsvoorwaarden;

— l’article 134quater confère au bourgmestre la compétence d’ordonner la fermeture temporaire d’un établissement, si l’ordre public autour de l’établissement accessible au public est troublé par des comportements survenant dans cet établissement.

— artikel 134quater verleent aan de burgemeester de bevoegdheid om de voorlopige sluiting van een inrichting te bevelen, doordat de openbare orde wordt verstoord buiten de inrichting die toegankelijk is voor het publiek, en dit tengevolge van gedragingen die zich voordoen binnen de inrichting.

Outre les sanctions administratives communales, telles que mentionnées à l’article 119bis de la nouvelle loi communale, qui permettent d’intervenir contre les nuisances, parmi lesquelles figurent le tapage nocturne, les compétences du bourgmestre pour intervenir dans le cadre de la police administrative générale sont maintenues, notamment par la compétence réglementaire du bourgmestre dans le cadre de l’article 134, § 1er, de la nouvelle loi communale (en cas d’extrême urgence) et par sa compétence executive dans le cadre de l’article 133 de la nouvelle loi communale.

Naast de gemeentelijke administratieve sancties, zoals opgenomen in artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, die toelaten op te treden tegen overlast, waaronder nachtlawaai, blijven de bestaande bevoegdheden van de burgemeester behouden om op te treden in het kader van de algemene bestuurlijke politie, onder andere via de verordenende bevoegdheid van de burgemeester in het kader van artikel 134, § 1, van de nieuwe gemeentewet (in geval van hoogdringendheid) en diens uitvoerende bevoegdheid in het kader van artikel 133 van de nieuwe gemeentewet.

4. Concernant votre question de savoir si les exploitants peuvent être tenus pour responsables des cas de nuisance, j’ai déjà fait référence à la possibilité pour le bourgmestre de recourir à la fermeture d’un établissement si l’ordre public autour de l’établissement est troublé par des comportements survenant dans cet établissement (article 134quater NLC). Le collège des bourgmestre et échevins peut ordonner la fermeture administrative d’un établissement à titre de sanction administrative (article 119bis NLC).

4. Op uw vraag of de uitbaters verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor gevallen van overlast, heb ik reeds verwezen naar de mogelijkheid voor de burgemeester om over te gaan tot de sluiting van een inrichting indien de openbare orde wordt verstoord buiten de inrichting door gedragingen die zich voordoen in die inrichting (artikel 134quater NGW). Het college van burgemeester en schepenen kan ook een administratieve sluiting bevelen als administratieve sanctie (artikel 119bis NGW).


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8539

DO 2004200502545

DO 2004200502545

Question no 419 de Mme Zoé Genot du 27 octobre 2004 (Fr.) au vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur :

Vraag nr. 419 van mevrouw Zoé Genot van 27 oktober 2004 (Fr.) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken :

Demandes d’asile introduites dans les ambassades belges.

Asielaanvragen in de Belgische ambassades.

1. Quel est le nombre total des demandes d’asile introduites dans les ambassades belges pour les années 2003 et 2004 ?

1. Wat is het totale aantal asielaanvragen dat voor 2003 en 2004 in de Belgische ambassades werd ingediend ?

2. Quelles sont les ambassades les plus concernées et pour quelles nationalités de demandeurs d’asile ?

2. Welke ambassades ontvangen de meeste aanvragen ? Wat is de nationaliteit van de aanvragers ?

3. Quelles sont les instructions données au chef de poste lorsque de tels cas se présentent ?

3. Welke richtlijnen moeten de posthoofden in zo’n geval volgen ?

4. Quels sont les différents scénarios qui se déroulent alors pour le demandeur d’asile ?

4. Op welke verschillende manieren kan zo’n asielaanvraag worden afgewikkeld ?

Réponse du vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur du 26 novembre 2004, à la question no 419 de Mme Zoé Genot du 27 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 2004, op de vraag nr. 419 van mevrouw Zoé Genot van 27 oktober 2004 (Fr.) :


Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

L’article 71/2 de l’arrêté royal du 8 octobre 1981 concernant l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers, détermine les autorités auprès desquelles l’étranger peut se déclarer réfugié.

Artikel 71/2 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bepaalt de overheden waarbij de vreemdeling zich vluchteling kan verklaren.

Il s’agit, à la frontière, des autorités chargées du controˆle aux frontières et, à l’intérieur du Royaume, des agents de l’Office des étrangers et des directeurs des établissements pénitentiaires.

Aan de grens gaat het om de met de grenscontrole belaste overheden en in het Rijk gaat het om de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken en de directeurs van de strafinrichtingen.

Il n’est par conséquent pas prévu qu’une demande d’asile puisse être introduite auprès des postes diplomatiques ou consulaires belges à l’étranger. Ceux-ci ne peuvent en aucun cas transférer une telle demande à l’Office des étrangers.

Bijgevolg wordt niet voorzien dat een asielaanvraag kan worden ingediend bij de Belgische diplomatieke of consulaire posten in het buitenland. Deze posten kunnen een dergelijke aanvraag in geen geval doorgeven aan de Dienst Vreemdelingenzaken;

Pour ce qui concerne la suite donnée aux éventuelles demandes d’asile qui seraient introduites auprès des postes diplomatiques ou consulaires belges à l’étranger, je vous renvoie au ministre des Affaires étrangères, dont dépendent ces postes. (Question no 136 du 26 novembre 2004.)

Met betrekking tot het gevolg dat wordt gegeven aan eventuele asielaanvragen die bij de Belgische diplomatieke of consulaire posten in het buitenland zouden worden ingediend, verwijs ik u naar de minister van Buitenlandse Zaken, die voor deze posten verantwoordelijk is. (Vraag nr. 136 van 26 november 2004.)


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8540



DO 2003200400123

DO 2003200400123

Question no 34 de M. Francis Van den Eynde du 29 octobre 2003 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 34 van de heer Francis Van den Eynde van 29 oktober 2003 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Coopération belge au développement. — Réduction du nombre de pays. — Critères de sélection.

Belgische ontwikkelingssamenwerking. — Vermindering aantal landen. — Selectiecriteria.

La coopération belge au développement est actuellement axée sur 25 pays. Il est prévu de ramener ce nombre à 18 pour la fin de l’année.

Op dit ogenblik wordt de Belgische ontwikkelingssamenwerking geconcentreerd op 25 landen. Het zou de bedoeling zijn tegen het einde van het jaar dit aantal tot 18 te reduceren.

1. Quels critères de sélection seront-ils appliqués à cet effet ?

1. Welke selectiecriteria zullen in dit verband gebruikt worden ?

2. Deux des pays actuellement retenus (le Vietnam et le Laos), vivent sous un régime marxiste. Les droits de l’homme y sont donc tout à fait inexistants.

2. Twee van de 25 landen die op dit ogenblik weerhouden zijn (het gaat over Vietnam en Laos), worden marxistisch geregeerd. De mensenrechten zijn er dus totaal onbestaande.

Continueront-ils de bénéficier d’une aide de la Belgique ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 novembre 2004, à la question no 34 de M. Francis Van den Eynde du 29 octobre 2003 (N.) : 1. Critères de sélection

Zullen zij verder steun blijven krijgen ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 november 2004, op de vraag nr. 34 van de heer Francis Van den Eynde van 29 oktober 2003 (N.) : 1. Selectiecriteria

La liste des 25 pays partenaires de la coopération bilatérale directe a été fixée par l’arrêté royal du 26 juin 2000 portant exécution de l’article 6, § 1er, de la loi du 25 mai 1999 sur la coopération internationale belge.

De lijst van de 25 partnerlanden van de directe bilaterale samenwerking werd vastgelegd in het koninklijk besluit van 31 augustus 2000 tot uitvoering van artikel 6, § 1, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking.

Cet article de la loi contient les 7 critères de sélection sur la base desquelles la sélection des pays partenaires de la coopération bilatérale directe doit être fait. Le législateur n’a d’ailleurs pas précisé si le pays retenu doit répondre à toutes ou à un minimum de ces critères.

Dit artikel van de wet bevat 7 criteria op basis waarvan de selectie van de partnerlanden van de directe bilaterale samenwerking moet gebeuren. De wetgever preciseert evenwel niet of er aan alle of aan een minimum aantal criteria moet voldaan worden.

Il est évident que en exécutant l’accord de gouvernement qui prévoit que « le nombre de pays de concentration sera ramené de 25 à 18 » ces critères on été respectées.

Het is evident dat bij de uitvoering van het regeerakkoord dat voorziet dat « het aantal concentratielanden teruggebracht zal worden van 25 tot hoogstens 18 » deze criteria werden gerespecteerd.

Vu que ces critères sont assez vagues et par conséquence difficile à quantifiées, une liste supplémentaire a été ajoutée à ces critères pour arriver au choix des 18 pays partenaires.

Aangezien deze criteria redelijk vaag zijn en derhalve ook moeilijk meetbaar zijn werd een bijkomende lijst toegevoegd aan deze criteria om tot de keuze van de 18 partnerlanden te komen.

Ces critères supplémentaires sont :

Deze bijkomende criteria zijn :

— la liste des 25 pays partenaires;

— de lijst van de 25 partnerlanden;

la priorité absolue accordée par l’accord du gouvernement à l’Afrique centrale, et plus particulièrement au RDC, au Rwanda et au Burundi;


2004

— de absolute prioriteit die in het regeerakkoord wordt gegeven aan Centraal-Afrika, meer bepaald RDC, Rwanda en Burundi; 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8541

— la volonté d’assurer une présence sur chaque continent où notre coopération au développement était déjà active;

— de wenselijkheid om in elk continent waar onze ontwikkelingssamenwerking momenteel actief is een aanwezigheid te behouden;

— la volonté de parvenir à une réelle concentration des moyens disponible.

— de wenselijkheid om te komen tot een ree¨le concentratie van de beschikbare middelen.

En plus de cela, une évaluation de notre coopération avec les 25 pays partenaires sur la période des dernières cinq années a été réalisée.

Daarnaast werd een doorlichting over de laatste vijf jaar van onze samenwerking met de 25 partnerlanden uitgevoerd.

Lors de cette évaluation les aspects suivants ont été pris en compte :

Bij deze doorlichting werden volgende aspecten in overweging genomen :

— l’importance de notre coopération avec le pays concerné;

— de omvang van onze samenwerking met het betrokken land;

— notre quote-part dans l’aide bilatérale directe totale au pays concerné;

— ons aandeel in de totale bilaterale hulp aan dat land;

— l’expérience relative à l’identification, la formulation et l’exécution des projets;

— de ervaring bij het identificeren, formuleren en uitvoering van projecten;

— l’impact et la visibilité de la coopération belge;

— de impact en de visibiliteit van de Belgische samenwerking;

— la qualité du portefeuille des projets de développement;

— de kwaliteit van de portefeuille aan ontwikkelingsprojecten;

— la qualité du dialogue avec le pays concerné;

— de kwaliteit van de dialoog met het betrokken land;

— la qualité de la coordination avec les autre bailleurs de fonds.

— de kwaliteit van de coo¨rdinatie met de andere donoren.

Le procédure de sélection des 18 pays partenaires consiste alors d’une combinaison des critères légales, des données chiffrées et des évaluations objectives.

Bij de selectieprocedure van de 18 landen werd dus een combinatie gemaakt van de wettelijk vastgelegde criteria, cijfermatige gegevens en objectieve beoordelingen.

Six pays n’ont pas été retenus : Bangladesh, Burkina Faso, Coˆte d’Ivoire, E´thiopie, Laos et Cambodge. De même que le coopération avec l’organisation régionale SADC, qui ne sera pas continuée.

Zes landen werden niet weerhouden : Bangladesh, Burkina Faso, Ivoorkust, Ethiopie¨, Laos en Cambodja. Ook de samenwerking met de regionale organisatie SADC zal niet worden verder gezet.

2. Droit de l’homme

2. Mensenrechten

Actuellement, la liste des 18 pays contient que un des deux pays, cité par vous, notamment le Vietnam.

Op de huidige lijst van 18 landen blijft van de twee door u genoemde landen alleen nog Vietnam over.

Le Vietnam est un état avec une partie unique, où la partie communiste concentre tout pouvoir politique. Par contre ces dernières années, une évolution vers un état de droit ou le gouvernement est responsable pour la gestion journalière de l’état et l’assemblé national joue de plus en plus son roˆle de législateur s’est manifestée. En même temps des mesures prudentes envers un plus grand pluralisme économique ont été prises.

Vietnam is een eenpartij staat waarin de communistische partij het monopolie van de politieke macht in handen heeft. De laatste jaren werden echter stappen gezet in de richting van een rechtstaat, waarbij de regering het dagelijks beheer over de staat voert en de nationale assemblee meer en meer haar regelgevende rol speelt. Tegelijkertijd worden voorzichtige stappen gezet naar een groter economisch pluralisme.

Il est important d’appuyer cette démarche prudente vers une démocratie et une libéralisation de l’économie par le biais de coopération bilatérale directe.

Het is belangrijk om deze voorzichtige stappen naar democratie en een liberalisering van de economie via de directe bilaterale samenwerking te ondersteunen.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8542

DO 2003200432146

DO 2003200432146

Question no 116 de Mme Muriel Gerkens du 16 septembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 116 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 september 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Mémorandum d’accord relatif à la coopération en matière d’environnement signé avec la Chine.

Memorandum van overeenkomst betreffende de samenwerking op het gebied van het milieu met China.

Le premier ministre a signé le 26 mars 2002 à Beijing avec son homologue chinois, M. Zhu Rongji, un « mémorandum d’accord relatif à la coopération en matière d’environnement » entre la Belgique et la Chine.

Op 26 maart 2002 heeft de eerste minister in Beijing met zijn Chinese ambtgenoot, de heer Zhu Rongji, een « memorandum van overeenkomst betreffende de samenwerking op het gebied van het milieu » tussen Belgie¨ en China, ondertekend.

1. Pourquoi cet accord n’a-t-il pas été soumis à l’assentiment des Chambres législatives ni publié au Moniteur belge ?

1. Waarom werd deze overeenkomst niet door de Wetgevende Kamers goedgekeurd en waarom werd de overeenkomst niet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd ?

2. Ne s’agit-il pas d’un traité mixte au sens des dispositions de la Constitution, la protection de l’environnement étant principalement une compétence des régions dans l’ordre juridique interne ?

2. Gaat het hier niet om een gemengd verdrag in de zin van de grondwetsbepalingen waarin staat dat in de interne rechtsorde de bescherming van het leefmilieu vooral een bevoegdheid is van de gewesten ?

3. Est-il entré en vigueur ?

3. Is de overeenkomst in werking getreden ?

4. Quelles autorités sont chargées de sa mise en œuvre en Belgique ?

4. Welke autoriteiten zijn belast met de tenuitvoerlegging van de overeenkomst in Belgie¨ ?

5. Quelles mesures ont été prises depuis la signature de l’accord pour concrétiser la coopération environnementale entre la Belgique et la République populaire de Chine ?

5. Welke maatregelen zijn er genomen sinds de ondertekening van de overeenkomst om de milieusamenwerking tussen Belgie¨ en de Volksrepubliek China concrete vorm te geven ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 novembre 2004, à la question no 116 de Mme Muriel Gerkens du 16 septembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 november 2004, op de vraag nr. 116 van mevrouw Muriel Gerkens van 16 september 2004 (Fr.) :

1. Il ne s’agit pas ici d’un traité, mais d’une déclaration politique d’intention non contraignante qui devra être complété par les différentes parties et entités fédérées compétentes. C’est la raison pour laquelle ce mémorandum ne doit pas être présenté au Parlement pour approbation.

1. Het gaat hierbij niet om een verdrag met juridische gevolgen in intern Belgisch recht, maar om een niet-bindende politieke intentieverklaring die door de verschillende partijen en bevoegde Belgische gefedereerde autoriteiten verder ingevuld dient te worden. Daarom moet dit memorandum niet voor instemming aan het Parlement voorgelegd te worden.

2. Un grand nombre de sujets dont traite ce mémorandum relèvent de compétences régionales. Dans la période qui a précédé la signature de ce mémorandum, des contacts ont donc été pris entre entre autres le SPF Environnement fédéral et les entités fédérées compétentes. Le Groupe de travail Traités mixtes du 19 février 2002 a décidé de ce que la teneur de ce mémorandum était de nature mixte. Il a en outre décidé qu’il ne s’agissait pas d’un traité. De ce fait, les régions ne devaient pas le co-signer.

2. Een groot aantal van de materies die in het memorandum behandeld worden zijn inderdaad gewestmaterie. In de aanloop van de ondertekening zijn er dan ook contacten geweest tussen onder meer Federaal Leefmilieu en de bevoegde gewestelijke administraties. De Werkgroep Gemengde Verdragen van 19 februari 2002 besliste dat de inhoud van het memorandum gemengd is, maar dat het niet om een verdrag gaat en de gewesten daarom niet dienden mee te ondertekenenen.

3. Ce mémorandum est entré en vigueur 30 jours après sa signature.

3. Het memorandum trad in werking 30 dagen na ondertekening.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8543

4. Le SPF Environnement assurera, si nécessaire, la coordination avec les services compétents des entités fédérées. 5. Ce mémorandum figurait à l’ordre du jour de la Commission mixte UEBL-Chine du 18 juin 2004. La Partie belge y a rappelé l’existence de ce mémorandum et suggéré qu’il y soit donné suite.

4. De FOD Leefmilieu zal indien nodig de coo¨rdinatie verzekeren met de bevoegde diensten van de gewesten en gemeenschappen. 5. Het memorandum stond op de agenda van de Gemengde Commissie BLEU-China van 18 juni 2004. Van Belgische zijde werd herinnerd aan het bestaan van dit memorandum en gesuggereerd dat het een opvolging zou krijgen.

DO 2003200432170

DO 2003200432170

Question no 117 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 117 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken : Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen. 1. In welke parastatalen, bedrijven, organen en dergelijke heeft uw departement een commissaris, een afgevaardigde of een vertegenwoordiger van de regering aangesteld ? 2. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bevoegdheden ? 3. Wat is de wettelijke of de reglementaire grondslag van zijn bezoldiging en hoeveel bedraagt die ? 4. Welke praktische afspraken werden tussen uw departement en die afgevaardigde gemaakt in verband met de te volgen onderrichtingen en de bijhorende follow-up, de deelname aan vergaderingen, het opstellen van verslagen, enzovoort ? 5. a) Hoeveel beslissingen heeft uw commissaris of vertegenwoordiger sinds het begin van de regeerperiode geschorst ? b) In welke gevallen en op grond waarvan ? c) Heeft u die schorsing(en) bekrachtigd ? Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 november 2004, op de vraag nr. 117 van mevrouw Marie Nagy van 17 september 2004 (Fr.) : De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is vertegenwoordigd in volgende instellingen : 1. Het Agentschap voor buitenlandse handel — Wettelijke basis : Het samenwerkingsakkoord van 24 mei 2002 tussen de federale overheid en de Gewesten met betrekking tot de oprichting van een Agentschap voor buitenlandse handel meer bepaald artikel 6, d), van het akkoord en de artikelen 1 tot en met 8 van bijlage 2 van het akkoord. De wet van 18 december 2002 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 mei 2002 tussen de federale overheid en de gewesten met betrekking tot de oprichting van een Agentschap voor buitenlandse handel.

Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. 1. Dans quels parastataux, entreprises, organismes, etc., votre département a-t-il désigné un commissaire, un délégué ou représentant du gouvernement ? 2. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses compétences ? 3. Quelle est la base légale ou réglementaire de ses rémunérations et quel en est le montant ? 4. Quelle est la procédure mise en place entre vous et cette personne du point de vue des instructions données et de leur suivi, de la participation aux réunions, du rapportage, etc. ? 5. a) Combien y a-t-il eu de suspensions de décisions par votre commissaire ou représentant du gouvernement depuis le début de la législature ? b) Dans quels cas et pourquoi ? c) La suspension a-t-elle été confirmée par vous ? Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 novembre 2004, à la question no 117 de Mme Marie Nagy du 17 septembre 2004 (Fr.) : Le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement est représenté au sein des organismes suivants : 1. L’Agence pour le commerce extérieur — Base légale : L’Accord de coopération du 24 mai 2002 entre l’Autorité fédérale et les régions relatif à la création d’une Agence pour le commerce extérieur plus précisément l’article 6, d), de l’accord et les articles 1 à 8 inclus de l’annexe 2 de l’accord. La loi du 18 décembre 2002 portant assentiment à l’accord de coopération du 24 mai 2002 entre l’autorité fédérale et les régions relatif à la création d’une Agence pour le commerce extérieur.


2004

2005


1080

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8544

— Les fonctions ne sont pas rémunérées. Jusqu’à présent aucune indemnités de représentation ni des jetons de présence sont accordés.

— De functies zijn niet bezoldigd. Tot nu toe werden geen presentiepenningen en representatiekosten toegekend.

— Le ministre du Commerce extérieur reçoit l’agenda et les procès-verbaux des réunions du conseil d’administration comme stipulé par l’article 8 de l’annexe 2 de l’accord de coopération.

— De minister van Buitenlandse Handel ontvangt de agenda en de notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur zoals bepaald door artikel 8 van bijlage 2 van het samenwerkingsakkoord.

— Il n’y a pas eu de suspensions de décisions; les délégués de l’autorité fédérale ne peuvent pas faire appel suspensif après de leur gouvernement.

— Er werden geen opschorting van beslissingen getroffen; de afgevaardigden van de federale overheid kunnen geen opschortend beroep instellen bij hun regering.

2. Office national du Ducroire

2. Nationale Decrederedienst

— Au sein du conseil d’administration de l’Office national du Ducroire, six membres effectifs et six membres remplaçants sont nommés sur proposition du premier ministre, des ministres de l’Ećonomie, des Finances, des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au développement.

— Van de raad van beheer van de Nationale Delcrederedienst worden zes leden en zes plaatsvervangers benoemd op voordracht van de eerste minister, van de ministers tot de bevoegdheid van wie respectievelijk de Economische Zaken, de Financie¨n, de Buitenlandse Betrekkingen, de Buitenlandse Handel en de Ontwikkelingssamenwerking behoren.

— La base légale de cette représentation constitue l’arrêté royal no 42 du 31 août 1939 (dénommé ciaprès : la loi organique sur l’Office national du Ducroire), modifié dernièrement par la loi 17 juin 1991 et l’arrêté royal du 3 juillet 1992, notamment :

— De wettelijke basis voor deze vertegenwoordiging wordt gevormd door het koninklijk besluit nr. 42 van 31 augustus 1939 (hierna genoemd : de organieke wet op de Nationale Delcrederedienst), zoals laatst gewijzigd bij de wet van 17 juni 1991, en het koninklijk besluit van 3 juli 1992, in het bijzonder :

— les articles 12, 13 et 16 de la loi organique de l’Office national du Ducroire;

— artikelen 12, 13 en 16 van de organieke wet op de Nationale Delcrederedienst;

— les articles 1er à 6 (inclus) de l’arrêté royal du 3 juillet 1992.

— artikelen 1 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 3 juli 1992.

— La base légale pour les indemnisations des membres du conseil d’administration constitue l’article 12, § 4, de la loi organique sur l’Office national du Ducroire et l’arrêté ministériel du 14 juin 1978. Les montants de base des jetons de présence sont liés à l’indice des prix de consommation selon le régime qui est d’application sur les salaires du personnel de l’Office national du Ducroire. La base d’indexation de ces indemnisations s’élève à l’heure actuelle à 261,46, portant le jeton de présence à 190,95 euros par session pour le troisième trimestre de 2004.

— De wettelijke basis voor de vergoedingen van de leden van de raad van beheer vormen artikel 12, § 4, van de organieke wet op de Nationale Delcrederedienst en het ministerieel besluit van 14 juni 1978. De basisbedragen der zitpenningen zijn gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen volgens het regime dat op de wedden van het personeel van de Nationale Delcrederedienst van toepassing is. De indexatievoet voor deze vergoedingen bedraagt momenteel 261,46 wat voor het derde trimester van 2004 geeft een zitpenning van 190,95 euro per zitting.

— Il n’existe pas de procédure formelle avec nos représentants pour échanger de l’information ou des instructions ni de procédure formelle pour la succession.

— Er bestaat met onze vertegenwoordigers bij de raad van beheer geen formele procedure om informatie of instructies uit te wisselen noch bestaat er een formele procedure voor de opvolging.

— Jusqu’à présent, aucune suspension de décision a été prononcée (cette possibilité est prévue dans l’article 16 de la loi organique sur l’Office national du Ducroire.

— Geen enkele opschorting van een beslissing (mogelijkheid voorzien in artikel 16 van de organieke wet op de Nationale Delcrederedienst) is uitgesproken.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8545

3. La Coopération technique belge — CTB

3. De Belgisch Technische Coo¨peratie — BTC

— La « Coopération technique belge », abrégé CTB, a été créée par la loi du 21 décembre 1998 sous forme de société anonyme de droit public à finalité sociale.

— De « Belgisch Technische Coo¨peratie », afgekort BTC, werd opgericht bij wet van 21 december 1998 als vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk.

— L’article 22, § 8, de la loi précitée dispose que les douze membres du conseil d’administration sont nommés par le Roi dans un arrêté pris par le Conseil des ministres. L’article 28, § 1, stipule que le controˆle au sein de la CTB est exercé par deux commissaires au gouvernement, nommés et destitués par le Roi, l’un sur proposition du ministre qui a la CTB dans ses attributions et l’autre sur proposition du ministre du Budget. Les missions et les procédures de travail des commissaires au gouvernement sont déterminées dans les articles 28 et 29.

— Artikel 22, § 8, van voormelde wet bepaalt dat de leden van de 12 leden van de raad van bestuur benoemd worden door de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit. Artikel 28, § 1, stelt dat de controlebevoegdheid bij BTC wordt uitgevoerd door twee regeringscommissarissen, benoemd en afgezet door de Koning, de ene op voordracht van de minister onder wie de BTC ressorteert en de andere op voordracht van de minister van Begroting. De taken en werkprocedures van de regeringscommissarissen worden verder bepaald in de artikelen 28 en 29.

— Le Roi détermine la rémunération de chaque commissaire au gouvernement. L’administration du SFP Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement ne connaıˆt pas le montant de cette rémunération.

— De Koning bepaalt de vergoeding van elke regeringscommissaris. Het bedrag is niet gekend door de administratie van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

— L’administration du SFP Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement ne connaıˆt pas le nombre d’annulations de décision prises par les commissaires au gouvernement depuis le début de la législature.

— Het aantal opheffingen van beslissingen door de regeringscommissarissen sinds het begin van deze legislatuur zijn niet gekend door de administratie van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

4. La « Société belge d’investissement pour les pays en développement » — BIO

4. De « Belgische Investeringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden » — BIO

— La « Société belge d’investissement pour les pays en développement », abrégé BIO, a été créée par la loi du 3 novembre 2001 sous forme de société anonyme.

— De « Belgische Investeringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden », afgekort BIO, werd bij van 3 november 2001 opgericht als naamloze vennootschap.

— L’article 5 de la loi précitée dispose que le controˆle de BIO est exercé par deux commissaires au gouvernement, nommés et destitués par le Roi, l’un sur proposition du ministre qui a la Coopération au développement dans ses attributions et l’autre sur proposition du ministre du Budget. Ce même article détermine également les missions et les procédures de travail des commissaires au gouvernement.

— Artikel 5 van voormelde wet stelt dat de controlebevoegdheid bij BIO wordt uitgevoerd door regeringscommissarissen, benoemd en afgezet door de Koning, de ene op voordracht van de minister onder wie ontwikkelingssamenwerking ressorteert en de andere op voordracht van de minister van Begroting alsook de taken en werkprocedures van de regeringscommissarissen.

— L’indemnisation des commissaires au gouvernement est fixée par le membre du gouvernement compétent pour la Coopération au développement et n’est pas connue par l’administration du SFP Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement.

— De vergoeding van de regeringscommissarissen wordt vastgelegd door het regeringslid onder wie de ontwikkelingssamenwerking ressorteert en is niet gekend door de administratie van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

— L’administration du SFP Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement ne connaıˆt pas le nombre de suspensions de décision prises par le commissaire au gouvernement depuis le début de la législature.

— Het aantal opheffingen van beslissingen door de regeringscommissaris sinds het begin van deze legislatuur is niet gekend door de administratie van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8546

5. L’Institut royal des relations internationalesIRRI

5. Het Koninklijk Instituut voor internationale betrekkingen — KIIB

— L’IRRI est un « établissement d’utilité publique » et est administré par un conseil d’administration dont les membres sont nommés pour un terme de 3 ans.

— Het KIIB is een instelling van publiek nut en wordt bestuurd door een raad van bestuur, aangesteld voor een termijn van 3 jaar.

— Article 7 des Statuts (annexe au Moniteur belge du 4 avril 2000) prévoit que « Les membres du « Gouvernement belge ayant dans leurs attributions les Affaires étrangères, le Commerce extérieur, la Coopération au Développement, la Défense nationale et la Recherche scientifique, ainsi que les ministres-présidents des gouvernements des communautés et des régions, sont invités à siéger « ex-officio » au conseil d’administration ».

— Artikel 7 van de Statuten (bijlage van Belgisch Staatsblad van 4 april 2000) voorziet dat leden van de « Belgische Regering die Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel, Ontwikkelingssamenwerking, Defensie en Wetenschapsbeleid, alsook de minister-presidenten van de Gewest- en Gemeenschapsregeringen zijn uitgenodigd om « ex officio » te zetelen in de raad van bestuur.

— Il n’est pas prévu de rémunération des membres du conseil d’administration.

— Er is geen vergoeding voorzien voor de leden van de raad van bestuur.

6. L’Union internationale des tarifs douaniers — BITD

6. De Internationale Unie voor douanetarieven — BITD

— L’« Union internationale pour la publication des tarifs douaniers » (BITD) est une organisation internationale créée à Bruxelles en juillet 1890. Suite à l’article 5 de la Convention et l’arrêté ministériel pris en exécution dudit article, le BITD est placé sous l’autorité d’un président que le ministre des Affaires étrangères de Belgique choisit à cette fin parmi les fonctionnaires supérieurs de son département.

— De « Internationale Unie voor douanetarieven » — BITD is een internationale organisatie die in juli 1890 in Brussel opgericht werd. Luidens artikel 5 van het Verdrag en het ministerieel besluit dat inuitvoering ervan genomen werd, is het BITD geplaatst onder het gezag van een Voorzitter die door de minister van Buitenlandse Zaken met dat doel gekozen wordt onder de hoograngige ambtenaren van zijn departement.

— L’article 2 du même arrêté ministériel stipule que le président est chargé, par délégation du ministre des Affaires étrangères, de veiller à l’application de la Convention et du règlement d’exécution du 5 juillet 1890 et de la modification du 16 décembre ` cet effet, il correspond avec les gouverne1949. A ments qui ont adhéré à l’Union.

— Artikel 2 van hetzelfde ministerieel besluit bepaalt dat de voorzitter, met delegatie van de minister van Buitenlandse Zaken, belast is het toezien op de toepassing van het Verdrag en het Uitvoeringsreglement van 5 juli 1890 et de wijziging van december 1949. Hij correspondeert daartoe met de regeringen die toegetreden zijn tot de Unie.

— L’arrêté ministériel prévoit une rémunération d’un montant de 1 105,19 euros.

Het ministerieel besluit voorziet in een vergoeding van 1 105,19 euro.

7. La Fondation Europalia International

7. De Stichting Europalia International

— Les statuts de la fondation Europalia International, une association internationale sans but lucratif, ont été publiés au Moniteur belge du 4 novembre 1988.

— De statuten van de stichting « Europalia International », een Internationale Vereniging Zonder Winstoogmerk, werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 november 1988.

— Comme membre de la deuxième catégorie (personnes morales acceptant de contribuer au fonds social) le SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement est représenté en ce moment au conseil d’administration par le ministre des Affaires étrangères, qui y a délégué le président du Comité de direction, et le secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères.

— De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, als lid van de tweede categorie (rechtspersonen die bijdragen tot het maatschappelijk fonds) wordt op dit ogenblik in de raad van bestuur vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken, welke hier de voorzitter van het Directiecomité van de FOD afgevaardigd heeft, en door de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8547

— Article 14 des statuts stipule que les mandats sont exercés à titre gratuit.

— Artikel 14 van de statuten stipuleert dat de mandaten ten kosteloze titel uitgevoerd worden.

— Le président du Comité de direction du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement fait rapport de ses activités au ministre des Affaires étrangères.

— De voorzitter van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking brengt verslag uit van zijn activiteiten aan de minister van Buitenlandse Zaken.

DO 2003200432227

DO 2003200432227

Question no 120 de M. Geert Lambert du 23 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 120 van de heer Geert Lambert van 23 september 2004 (N.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Palais d’Egmont. — Location à des organismes officiels. ` la question no 97 du 5 juillet 2004 de Mme Karine A Lalieux, vous avez répondu que des organismes officiels peuvent, selon les disponibilités de l’agenda, louer le Palais d’Egmont pour des événements nationaux et internationaux (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 44, p. 6809).

Egmontpaleis. — Verhuur aan officie¨le organisaties.

1. Pourriez-vous indiquer à quel(s) organisme(s) le Palais d’Egmont a été mis à disposition et pour quelles activités, et ce pour l’année 2002-2003 et la partie déjà écoulée de 2004 ?

1. Kan u meedelen aan welke organisatie het Egmontpaleis ter beschikking werd gesteld en voor welke activiteiten, dit voor het jaar 2002-2003 en het reeds verstreken gedeelte van 2004 ?

2. Pourriez-vous également préciser les modalités qui sont appliquées à cet égard, comme le loyer éventuel, etc. ?

2. Kan u tevens meedelen welke modaliteiten daarbij worden gehanteerd, zoals onder andere de eventuele huurprijs, enzovoort ?

3. a) Pourriez-vous en outre mentionner les organismes qui ont introduit une demande pour ces mêmes années, mais qui se sont heurtés à un refus ?

3. a) Kan u ook meedelen welke organisaties voor dezelfde jaren een aanvraag hadden ingediend, maar die werden geweigerd ?

b) Pourriez-vous spécifier les motifs de ces refus ?

b) Kan u meedelen om welke redenen deze werden geweigerd ?

Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 novembre 2004, à la question no 120 de M. Geert Lambert du 23 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 november 2004, op de vraag nr. 120 van de heer Geert Lambert van 23 september 2004 (N.) :

1. Dans ma réponse à la question no 97 du 5 juillet 2004 de Mme Karine Lalieux il apparaissait clairement que le Palais d’Egmont n’est jamais donné en location et donc aucun loyer n’est réclamé à l’organisation qui utilise les salons et salles de conférences du palais. L’organisation assume néanmoins tous les frais inhérents à la manifestation (assurances, interprètes, traiteurs, gardiennage, nettoyage ...)

1. Uit mijn antwoord op vraag nr. 97 van 5 juli 2004 van mevrouw Karine Lalieux blijkt duidelijk dat het Egmontpaleis nooit wordt verhuurd en er dus geen huurprijs wordt gevraagd aan de organisatie die gebruik maakt van de salons en de vergaderzalen van het paleis. Alle kosten verbonden aan het evenement vallen echter wel ten laste van de organisator (verzekeringen, traiteurs, tolken, bewaking, schoonmaak ...)

2. Pour 2004 le nombre de manifestations dépasse en ce moment déjà les trois cents et les principaux utilisateurs on été le SPF Affaires étrangères, Coopération au développement et Commerce extérieur (68 %), l’Institut royal des relations internationales (11 %), plusieurs autres ministères ou SPF (premier ministre,

2. In 2004 hebben tot nu reeds meer dan driehonderd evenementen plaats gevonden en de belangrijkste gebruikers waren de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (68 %), het Koninklijk Instituut voor buitenlandse betrekkingen (11 %), verscheidene andere FOD (eerste


2004

Op vraag nr. 97 van 5 juli 2004 van mevrouw Karine Lalieux antwoordt u dat officie¨le organisaties, naargelang de agendamogelijkheden, het Egmontpaleis kunnen huren en dit voor nationale en internationale evenementen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 44, blz. 6809).

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8548

Justice, Emploi, Affaires sociales et Santé publique, Environnement, Intérieur, Défense) (6 %), les régions et communautés (3 %). Diverses organisations internationales, la plupart ayant leur siège en Belgique (OTAN, UE, Banque Mondiale ...) se partagent le reste. Cette proportion, à quelques variations près, se retrouvait dans les années antérieures 2002 et 2003.

minister, Justitie, Tewerkstelling, Sociale Zaken en Volksgezondheid, Leefmilieu, Binnenlandse Zaken, Defensie) (6 %), de gemeenschappen en gewesten (3 %). Verscheidene internationale organisaties, waarvan de meeste hun zetel in Belgie¨ hebben, (NAVO, EU, Wereldbank ...) maken de rest van de bezetting uit. Deze verhouding, op enkele variaties na, geldt eveneens voor de vorige jaren 2002 en 2003.

3. Les refus ont été motivés en grande partie pour des raisons d’agenda, le Palais d’Egmont est sollicité quotidiennement et il n’est pas rare en effet, d’organiser le même jour deux, trois ou même quatre événements.L’absence de caractère international de la manifestation ou le statut de l’organisateur pouvaient aussi être des motifs de refus.

3. De redenen voor weigering waren in grote mate agendagebonden. Er wordt dagelijks beroep gedaan op het Egmontpaleis en het is niet zeldzaam dat er dezelfde dag twee, drie of zelfs vier activiteiten plaatsvinden. Het feit dat een evenement geen internationaal karakter heeft en het maatschappelijk statuut van de organisatie kunnen eveneens redenen van weigering zijn.

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 122 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 122 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Buitenlandse Zaken :









Réponse du ministre des Affaires étrangères du 25 novembre 2004, à la question no 122 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 25 november 2004, op de vraag nr. 122 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :

J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre de ce que depuis plusieurs années, le café et le thé servis au sein du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement répond au critère de « commerce équitable ».

Ik heb de eer het geachte lid te melden dat de koffie en de thee die de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gebruikt reeds verscheidene jaren beantwoorden aan de criteria van de « eerlijke handelsproducten ».

Par ailleurs, je voudrais profiter de cette occasion pour vous préciser que lors de la Semaine internationale du Commerce équitable, le restaurant de ce SPF a organisé durant deux jours, des déjeuners utilisant un grand nombre de produits bénéficiant de ce critère tels que du riz, des huiles végétales, du couscous, du miel, du sucre, des raisins secs et du mango séché.

Bovendien wil ik van de gelegenheid gebruik maken om te verduidelijken dat onze FOD ter gelegenheid van de Internationale Week van de « Fair Trade » gedurende twee dagen een lunch heeft aangeboden waarvoor allerlei producten werden gebruikt die voldoen aan deze criteria zoals rijst, plantaardige olie¨n, kouskous, honing, suiker, gedroogde rozijnen en mango.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8549

Ministre de la Défense


DO 2003200432357

DO 2003200432357

Question no 119 de M. Luc Sevenhans du 7 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 119 van de heer Luc Sevenhans van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

E´tude sur les problèmes médicaux au sein des anciennes unités radars HAWK.

Studie over medische problemen bij de vroegere HAWK-radareenheden.

Dans votre réponse à ma question relative à l’état d’avancement du dossier concernant l’étude sur les problèmes médicaux au sein des anciennes unités HAWK, vous déclariez que l’enquête serait en principe achevée dans quinze mois (question B481, Compte rendu intégral, Chambre, 2002-2003, commission de la Défense nationale, 1er avril 2003, COM 1044, p. 5).

In uw antwoord op mijn vraag betreffende de stand van zaken in het dossier aangaande de studie over medische problemen bij de vroegere HAWKeenheden, verklaarde u dat het lopende onderzoek normaal binnen de 15 maanden zou zijn afgerond (vraag B481, Integraal Verslag, Kamer, 2002-2003, commissie voor de Landsverdediging, 1 april 2003, COM 1044, blz. 5).

Cette étude, qui a débuté en 1999, devait permettre de tirer des conclusions dans un délai de quatre à cinq ans.

Dit onderzoek dat startte in 1999 was gepland om binnen de 4 à 5 jaar tot conclusies te leiden.

Des centaines de dossiers ayant été constitués, il est plus que souhaitable que ces conclusions soient rendues publiques.

Gelet op het feit dat het hier gaat over honderden dossiers is het meer dan wenselijk dat de conclusies worden bekendgemaakt.

1. Quel est l’état d’avancement de l’étude ? Des conclusions peuvent-elles déjà être tirées ?

1. In welk stadium bevindt zich het dossier en zijn er reeds conclusies te trekken ?

2. Dispose-t-on de résultats pour d’autres forces armées ?

2. Zijn er resultaten bekend bij andere krijgsmachten ?

Réponse du ministre de la Défense du 26 novembre 2004, à la question no 119 de M. Luc Sevenhans du 7 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 26 november 2004, op de vraag nr. 119 van de heer Luc Sevenhans van 7 oktober 2004 (N.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. L’étude a pour but d’analyser la mortalité et les décès par cancer chez les radaristes des anciennes unités HAWK et de les comparer à des unités militaires non exposées mais scientifiquement comparables. Sont pris en compte dans cette étude le rayonnement électromagnétique (non ionisant) et le rayonnement ionisant.

1. De studie heeft tot doel een analyse uit te voeren van de mortaliteit en de overlijdens ingevolge kanker bij het radarpersoneel van de voormalige HAWKeenheden en deze te vergelijken met niet-blootgestelde en wetenschappelijk vergelijkbare militaire eenheden. Bij deze studie worden elektromagnetische (nietioniserende) en ioniserende straling in aanmerking genomen.

La première phase de la recherche consistait à identifier le personnel radar. En l’absence de données informatisées, il a fallu dépouiller les documents journaliers des unités HAWK pour retrouver les noms des personnes appartenant à ces unités entre 1963, année de leur création, et 1994, année de leur dissolution.

De eerste onderzoeksfase bestond erin het radarpersoneel te identificeren. Bij afwezigheid van geı¨nformatiseerde gegevens diende te worden overgegaan tot een nauwkeurige studie van de dagelijkse orders van de HAWK-eenheden teneinde de namen op te sporen van de personen die behoorden tot dezeeenheden tussen 1963, jaar waarin zij werden opgericht, en 1994, jaar waarin zij werden ontbonden.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8550

Plusieurs mètres cubes de documents ont ainsi été analysés. Au départ des noms, une recherche d’identification complémentaire était nécessaire dans les registres de la Direction des Ressources humaines de manière à pouvoir établir un lien avec le Registre national. Ce lien est indispensable pour permettre au personnel concerné de participer à l’enquête et pour pouvoir tracer les personnes décédées. Ce travail a été fait pour les unités HAWK et pour les unités-controˆle. Ce travail d’identification s’est terminé en juin 2004. Près de 44 000 personnes (militaires de carrière et miliciens) ont été identifiées, ce qui représente près de 90 % du personnel HAWK et du personnel des unitéscontroˆle.

Verscheidene kubieke meters documenten werden aldus geanalyseerd. Uitgaande van de namen was een complementair identificatieonderzoek noodzakelijk in de registers van de Directie Human Resources teneinde een verband te kunnen leggen met het Nationaal Register. Dit verband is onontbeerlijk om het betrokken personeel toe te laten deel te nemen aan de enquête en om de overleden personen op te sporen. Dit werk werd uitgevoerd voor de HAWK-eenheden en voor de controle-eenheden. Deze identificatietaak werd afgerond in juni 2004. Nagenoeg 44 000 personen (beroepsmilitairen en dienstplichtigen) werden geı¨dentificeerd, hetgeen bijna 90 % van het HAWKpersoneel vertegenwoordigt en van het personeel van de controle-eenheden.

L’étude de mortalité est en cours actuellement. Elle doit permettre de comparer le taux de décès chez les radaristes à celui du groupe controˆle. Cette recherche est en voie de finalisation et est effectuée pour les militaires de carrière et les miliciens. Elle sera présentée prochainement à un comité d’experts dans une revue internationale pour y subir le processus de « peer reviewing ».

De mortaliteitsstudie is actueel aan de gang. Zij moet toelaten het percentage overlijdens bij het radarpersoneel te vergelijken met dit van de controlegroep. Dit onderzoek is op weg om afgewerkt te worden en wordt uitgevoerd voor de beroepsmilitairen en de dienstplichtigen. Zij zal binnenkort voorgesteld worden aan een comité van experten in een internationaal tijdschrift om er een procedure van « peer reviewing » te ondergaan.

Parallèlement à cette étude de mortalité, d’autres travaux sont en cours : analyse de près de 2 000 questionnaires auxquels ont répondu les radaristes, modélisation de l’enveloppe électromagnétique sur les différents sites radar HAWK, recherche des fonctions exercées par les radaristes pour identifier les groupes à risque, recherche des causes de mortalité.

Parallel met deze mortaliteitsstudie lopen een aantal andere onderzoeken : analyse van bijna 2000 vragenlijsten die door het radarpersoneel werden ingevuld, modelisatie van de elektromagnetische omhullende op de diverse HAWK radarsites, onderzoek van de functies uitgeoefend door het radarpersoneel met het doel de risicogroepen te identificeren, onderzoek naar de mortaliteitsoorzaken.

2. En Allemagne, le Parlement a mandaté une commission d’experts pour étudier les liens éventuels entre exposition aux radars et problèmes de santé chez les militaires de l’ex-Allemagne de l’Ouest et de l’exRDA. La Commission a présenté son rapport le 2 juillet 2003, mais, en l’absence d’étude épidémiologique, elle n’a pas pu établir s’il y a eu une morbidité ou une mortalité accrue chez les radaristes. Elle admet cependant qu’une surexposition aux rayonnements ionisants ou non ionisants a pu exister, essentiellement chez les militaires de l’ex-RDA.

2. In Duitsland werd een commissie van experten door het Parlement gemandateerd om de eventuele verbanden te onderzoeken tussen blootstelling aan radars en gezondheidsproblemen bij militairen van exWest-Duitsland en van de ex-DDR. De commissie heeft op 2 juli 2003 haar rapport voorgelegd maar, in afwezigheid van een epidemiologische studie, heeft zij niet kunnen aantonen of er bij het radarpersoneel een verhoogde morbiditeit of mortaliteit is opgetreden. Zij neemt evenwel aan dat, hoofdzakelijk bij de militairen van de ex-DDR, een overmatige blootstelling aan ioniserende of niet-ioniserende stralen kan zijn voorgekomen.

Les Pays-Bas ont effectué de mesures du rayonnement non-ionisant et ionisant sur leurs radars HAWK encore en activité et ont montré que ce matériel était utilisable sans surexposition. Ils attendent également les résultats de nos études.

In Nederland werden metingen uitgevoerd van de niet-ioniserende en ioniserende straling bij hun HAWK-radars die nog in werking zijn en zij hebben aangetoond dat dit materiaal gebruikt kon worden zonder overmatige blootstelling. Zij wachten eveneens op het resultaat van onze studies.

La France entame actuellement une étude épidémiologique inspirée de l’étude en cours en Belgique Dans les autres pays, il n’y a pas d’étude épidémiologique à grande échelle, mais essentiellement des recherches

Frankrijk vat momenteel een epidemiologische studie aan naar het voorbeeld van de studie die in Belgie¨ aan de gang is. In de andere landen worden geen epidemiologische studies op grote schaal uitgevoerd


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8551

expérimentales cellulaires ou animales sur les effets biologiques des hyperfréquences.

maar wel hoofdzakelijk experimentele cellulaire of dierlijke onderzoeken aangaande de biologische effecten van de hyperfrequenties.

DO 2004200502387

DO 2004200502387

Question no 121 de M. Francis Van den Eynde du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 121 van de heer Francis Van den Eynde van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Domaine militaire de Brasschaat. — Voie ferrée pour le transport de matériel militaire lourd.

Militair domein van Brasschaat. — Spoor voor het vervoer van zwaar militair materiaal.

Le domaine militaire de Brasschaat est desservi par une voie ferrée qui n’est en principe destinée qu’au transport de matériel militaire lourd (artillerie, blindage, etc.). Il ne semble dès lors pas exagéré de parler d’une « voie militaire ».

Vanuit het militair domein van Brasschaat vertrekt een spoor hetwelk in principe uitsluitend gebruikt wordt voor het vervoer van zwaar militair materiaal (artillerie, pantsers, enzovoort) zodat het niet overdreven lijkt om over een « militair spoor » te spreken.

Or, les rails sont fortement oxydés.

De sporen liggen er echter zwaar beroest bij.

1. Cette voie est-elle toujours utilisée ?

1. Worden deze sporen nog gebruikt ?

2. Dans l’affirmative, ne convient-il pas de la maintenir en bon état ?

2. Zo ja, is het dan niet aan te bevelen om ze in goede staat te behouden ?

3. Dans la négative, les rails ne peuvent-ils être démontés ?

3. Zo neen, kunnen ze dan niet afgebroken worden ?

Réponse du ministre de la Défense du 25 novembre 2004, à la question no 121 de M. Francis Van den Eynde du 12 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 25 november 2004, op de vraag nr. 121 van de heer Francis Van den Eynde van 12 oktober 2004 (N.) :

Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen aan te treffen.

1. Ces voies sont toujours utilisées comme raccordement ferré militaire vers le quartier Brasschaat.

1. Deze sporen worden nog steeds gebruikt als militaire spooraansluiting naar het kwartier Brasschaat.

2. Elles sont régulièrement entretenues, controˆlées et, si nécessaire, réparées. La rouille est due à l’utilisation non fréquente.

2. Ze worden regelmatig onderhouden, gecontroleerd en indien nodig hersteld. Het roesten is te wijten aan het niet-frequent gebruik.

DO 2004200502401

DO 2004200502401

Question no 122 de Mme Hilde Vautmans du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 122 van mevrouw Hilde Vautmans van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Ećole d’Infanterie-Cavalerie Blindée (EICB) Quartier Camp Général Bastin à Arlon. — Rapports linguistiques.

Pantserinfanterieschool (InfPsCavSch) Kwartier Generaal Bastin te Aarlen. — Taalverhoudingen.

Selon la communication faite le 3 septembre 2004 par le ministre de la Défense à l’ensemble du personnel militaire et civil concernant le plan de modernisation 2000-2015 du département de la Défense, une nouvelle unité sera constituée en 2007 dans le cadre de l’Ećole d’Infanterie-Cavalerie Blindée bilingue.

Volgens de « mededeling van de heer minister van Landsverdediging aan al het militair personeel en burgerpersoneel over het moderniseringsplan 20002015 van het departement Defensie » daterende van 3 september 2004, zal in het kader van de tweetalige Pantserinfanterieschool in 2007 een nieuwe eenheid gevormd worden.


2004

2005


1081

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8552

1. Quel était — en moyenne — le rapport linguistique (F/N) à l’EICB au cours du premier semestre de 2004 en ce qui concerne le cadre (officiers, sousofficiers et soldats exerçant une fonction au tableau organique) ?

1. Welke taalverhoudingen (NL/F) kende de InfPsCavSch gedurende het eerste semester van het jaar 2004 — gemiddeld — wat betreft het kader (officieren, onderofficieren en troep, welke een functie op de organisatietabel invullen) ?

2. Quel était le rapport linguistique (F/N) au sein de cette école militaire et au cours de la même période, en ce qui concerne le personnel non organique, c’est-àdire les trois catégories de personnel prises séparément qui ont suivi les cours ? 3. E´tant donné que cette garnison est assez éloignée pour de nombreux Flamands et Wallons, une solution de remplacement pourrait résider, pour l’école actuelle, dans le casernement d’un bataillon francophone d’infanterie ou de reconnaissance. Dans ce cas, l’école pourrait être établie à BourgLéopold.

2. Welke taalverhouding (NL/F) kende deze militaire onderwijsinstelling gedurende dezelfde tijdspanne wat betreft niet organiek personeel, dit wil zeggen alle drie aparte personeelscategoriee¨n, die les kwamen volgen ?

Quelle est votre position à cet égard ?

3. Aangezien dit garnizoen voor vele Vlamingen en Walen redelijk afgelegen ligt, zou een mogelijk alternatief voor de huidige school kunnen bestaan uit de kazernering van een Franstalige infanterie — of verkenningsbataljon. De school zou in dergelijk geval in Leopoldsburg gehuisvest kunnen worden. Wat is uw houding hiertegenover ?

Réponse du ministre de la Défense du 26 novembre 2004, à la question no 122 de Mme Hilde Vautmans du 12 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 26 november 2004, op de vraag nr. 122 van mevrouw Hilde Vautmans van 12 oktober 2004 (N.) :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

L’honorable membre pose des questions concernant l’Ećole d’Infanterie et de Cavalerie blindée, qui doit encore être érigée. Les données suivantes peuvent être fournies concernant les deux écoles actuelles qui seront fusionnées ultérieurement.

Het geachte lid stelt vragen betreffende de School van de Infanterie en de Pantsercavalerie, dewelke nog moet opgericht worden. De volgende gegevens kunnen verstrekt worden betreffende de huidige twee scholen die later zullen samengevoegd worden.

1. La répartition linguistique moyenne du personnel du cadre, existant à l’actuelle Ećole d’Infanterie Régiment de Carabiniers Cyclistes et à l’actuelle Ećole de Cavalerie blindée au premier semestre de 2004 : voir tableaux 1 et 2 en annexe.

1. De gemiddelde taalverhouding van het kaderpersoneel, bestaande in de huidige Infanterieschool Regiment Carabiniers Wielrijders en in de huidige Pantsercavalerieschool voor het eerste semester van 2004 : zie tabellen 1 en 2 in bijlage.

Remarque :

Opmerking :

Toute une série de fonctions spécifiques liées à l’instruction est occupée par du personnel qui, pour des raisons légales, doit impérativement appartenir à un régime linguistique défini.

Een hele reeks specifieke functies verbonden met het onderricht wordt ingenomen door personeel dat, om wettelijke redenen, verplicht behoort tot een welbepaald taalstelsel.

2. La répartition linguistique moyenne des élèves, présents à l’actuelle Ećole d’Infanterie Régiment de Carabiniers Cyclistes et à l’actuelle Ećole de Cavalerie blindée au premier semestre de 2004 : voir tableaux 3 et 4 en annexe.

2. De gemiddelde taalverhouding van de leerlingen, aanwezig in de huidige Infanterieschool Regiment Carabiniers Wielrijders en in de huidige Pantsercavalerieschool voor het eerste semester van 2004 : zie tabellen 3 en 4 in bijlage.

3. La décision de choisir Stockem pour y installer la future école fusionnée est l’aboutissement d’une étude très poussée dans laquelle tous les facteurs d’appréciation ont été pris en compte, dont celui de la problématique linguistique. Quelle que soit la solution qu’on retienne dans de pareils dossiers, celle-ci ne rencontrera jamais intégralement les souhaits de tous les membres du personnel concerné.

3. De beslissing om te kiezen voor Stockem om er de toekomstige gefusioneerde school te plaatsen, is het resultaat van een ver doorgedreven studie in dewelke alle beoordelingsfactoren in aanmerking genomen werden, waaronder deze van de taalproblematiek. Welke oplossing men ook weerhoudt in dergelijke dossiers, zij zal nooit integraal tegemoet komen aan de wensen van alle betrokken personeelsleden.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8553

1. Répartition linguistique moyenne du personnel du cadre existant au premier semestre de 2004 Tableau 1 : Ećole d’Infanterie Régiment de Carabiniers Wielrijders

Officiers. — Officieren ....................... Sous-officiers. — Onderofficieren ....... Volontaires. — Vrijwilligers ...............

1. Gemiddelde taalverhouding van het bestaande kaderpersoneel voor het eerste semester van 2004. Tabel 1 : Infanterieschool Regiment Carabiniers Wielrijders

Francophone — Franstalig

Néerlandophone — Nederlandstalig

70,0 % 79,7 % 94,0 %

30,0 % 20,3 % 6,0 %

Tableau 2 : Ećole de Cavalerie Blindée


Tabel 2 : Pantsercavalerieschool Francophone — Franstalig


25,6 % 16,0 % 20,1 %

74,4 % 84,0 % 79,9 %

2. Répartition linguistique moyenne des élèves présents au premier semestre de 2004 Tableau 3 : Ećole d’Infanterie Régiment de Carabiniers Cyclistes Wielriders


2. Gemiddelde taalverhouding van de leerlingen, aanwezig tijdens het eerste semester van 2004 Tabel 3 : Infanterieschool Regiment Carabiniers Wielrijders

Francophone — Franstalig


37,1 % 41,3 % 57,3 %

62,9 % 58,7 % 42,7 %

Tableau 4 : Ećole de Cavalerie Blindée


Tabel 4 : Pantsercavalerieschool Francophone — Franstalig


00,0 % 40,0 % 16,0 %

100,0 % 60,0 % 84,0 %

Remarque : Un certain nombre de cours, normalement prévus au premier semestre, ont été déplacés vers le deuxième semestre pour des raisons organisationnelles.


2004

Opmerking : Een zeker aantal cursussen, normaal voorzien in het eerste semester, werden om organisatorische redenen naar het tweede semester verschoven.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8554

DO 2004200502414

DO 2004200502414

Question no 124 de Mme Marleen Govaerts du 13 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 124 van mevrouw Marleen Govaerts van 13 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Domaine militaire de Brustem près de Saint-Trond. — Route circulaire. — Problèmes de sécurité.

Militair domein Brustem bij Sint-Truiden. — Ringweg. — Veiligheidsproblemen.

Il y a quelques mois, vous m’avez envoyé un plan (document 2003200421260) figurant les différentes zones de l’ancienne base de la Force aérienne de Brustem, près de Saint-Trond.

Enkele maanden geleden hebt u mij een plattegrond (document 2003200421260) toegezonden met de aanduiding van de verschillende zones van de voormalige militaire luchtmachtbasis Brustem bij Sint-Truiden.

Mais manifestement, sur le terrain, ces zones ne sont pas délimitées aussi clairement que sur le plan. La route circulaire est la propriété de la ville de SaintTrond mais traverse la zone militaire, ce qui pose des problèmes de sécurité car la police de la ville de SaintTrond reçoit trois fois par jour l’ordre de relever le grillage roulant qui sépare les terrains communaux du domaine militaire sur lequel des vols sont encore effectués, ce qui crée une certaine insécurité quand on relève ce grillage. 1. Eˆtes-vous informé de cette situation dangereuse ?

Blijkbaar is in de praktijk die afbakening niet zo duidelijk. De ringweg is eigendom van de stad SintTruiden maar loopt dwars door het militair gebied. Dit zorgt voor veiligheidsproblemen want de politie van de stad Sint-Truiden krijgt driemaal daags de opdracht het rolhek open te zetten. Dit rolhek vormt de scheiding van de gemeentegronden met de militaire gronden. Op de militaire gronden is er nog vliegactiviteit zodat er een onveilige toestand ontstaat bij het openzetten van het rolhek.

2. Pensez-vous pouvoir apporter une autre solution au problème posé par cette route circulaire que n’utilisent pratiquement jamais les particuliers mais bien les utilisateurs des pistes de décollage ?

2. Kan er een andere oplossing gevonden worden voor deze ringweg die praktisch niet gebruikt wordt door particulieren, wel door de gebruikers van de startbanen ?

Réponse du ministre de la Défense du 26 novembre 2004, à la question no 124 de Mme Marleen Govaerts du 13 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 26 november 2004, op de vraag nr. 124 van mevrouw Marleen Govaerts van 13 oktober 2004 (N.) :

Je prie l’honorable membre de bien vouloir trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vragen te willen vinden.

1. La Défense est au courant de cette situation dangereuse. La route périphérique qui appartient à la ville de Saint-Trond, croise la piste à deux endroits. Il est donc important que cette route périphérique puisse être fermée au moment où l’on vole. Les deux barrières mobiles qui ont été placées par l’exploitant de l’aérodrome peuvent être déplacées par n’importe qui et constituent donc un problème de sécurité. C’est pourquoi, en attendant la (re)confirmation par le SPF Mobilité de l’autorisation d’exploitation de l’aéroport, la concession à la SPRL a été temporairement suspendue par la Défense le 22 octobre 2004.

1. Defensie is op de hoogte van deze gevaarlijke situatie. De ringweg, die eigendom is van de stad SintTruiden, kruist de piste op twee plaatsen. Het is dus van groot belang dat deze ringweg kan afgesloten worden op het ogenblik dat er gevlogen wordt. De twee rolhekkens die geplaatst werden door de uitbater van het vliegveld, kunnen door iedereen verplaatst worden en vormen dus een veiligheidsprobleem. Omwille hiervan en in afwachting van de (her)bevestiging door FOD Mobiliteit van de vergunning tot vliegvelduitbating, werd de concessie aan de BVBA tijdelijk opgeschort door Defensie op 22 oktober 2004.

2. Il est évident que toute solution interdisant de manière controˆlée l’accès à la piste ou la traversée de celle-ci pendant les activités de vol, peut être appliquée (par exemple une sonnerie en combinaison avec des feux de signalisation, activés par la tour de controˆle du trafic aérien). Ceci exige cependant une concertation

2. Het spreekt vanzelf dat elke oplossing waarbij de toegang of het oversteken van de startbaan tijdens vliegactiviteiten op een gecontroleerde wijze verhinderd wordt, kan toegepast worden (bijvoorbeeld belsignaal gecombineerd met verkeerslichten, bediend vanuit de controletoren voor vliegverkeer). Dit vereist


2004

1. Bent u op de hoogte van deze gevaarlijke situatie ?

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8555

ultérieure et les accords nécessaires entre les deux parties.

echter verder overleg en de nodige akkoorden tussen beide partijen.

DO 2004200502439

DO 2004200502439

Question no 128 de Mme Ingrid Meeus du 18 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 128 van mevrouw Ingrid Meeus van 18 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Interception d’avions de ligne par des F-16 Quick Reaction Alert.

Onderschepping van lijnvliegtuigen door Quick Reaction Alert F-16 toestellen.

Cela fait déjà de nombreuses années qu’en Belgique, deux F-16 Quick Reaction Alert de la Défense nationale sont prêts à intervenir en permanence. Leur mission consiste à protéger l’OTAN et le territoire belge contre d’éventuelles menaces, ce qui implique notamment l’interception d’avions de ligne qui s’écartent de leur itinéraire de vol ou avec lesquels il n’y a plus de liaison radio.

Reeds meerdere jaren staan er in Belgie¨ permanent twee Quick Reaction Alert F-16 toestellen van Defensie paraat. Zij dienen het NAVO en Belgisch grondgebied te beschermen tegen eventuele dreigingen. Een en ander impliceert onder meer het onderscheppen van lijnvliegtuigen die van hun traject afwijken of waarmee geen radioverbinding meer bestaat.

Les médias se font de plus en plus souvent l’écho d’interventions militaires de ce type et, à cette occasion, ils mettent en exergue l’efficacité, et plus précisément la capacité de répondre aux alertes, de nos pilotes de F-16.

Berichtgevingen over dergelijke militaire interventies duiken de jongste tijd meer en meer in de media op en beklemtonen andermaal de alertheid en doeltreffendheid van onze Belgische F-16 piloten.

1. a) Pourriez-vous fournir un aperçu de la fréquence de telles interceptions au cours des trois dernières années ?

1. a) Kan u een overzicht geven van de frequentie aan intercepties doorheen de jongste drie jaar ?

b) Combien de fois nos deux F-16 Quick Reaction Alert ont-ils duˆ réellement décoller ?

b) Hoeveel maal dienden onze F-16’s effectief op te stijgen ?

2. Qu’est-ce qui a motivé ces interceptions ?

2. Aan wat waren deze intercepties te wijten ?

3. a) Les avions interceptés étaient-ils principalement des avions transportant des passagers ?

3. a) Betreft het hier voornamelijk passagiersvliegtuigen ?

b) Dans l’affirmative, à quelles compagnies aériennes appartenaient-ils ?

b) Zo ja, om welke maatschappijen gaat het hier dan ?

4. Combien cela a-t-il déjà couˆté à la Défense nationale (frais de personnel, de matériel, etc.) ?

4. Hoeveel heeft dit aan Landsverdediging reeds gekost (personeelskost, materiaalkost, enzovoort) ?

5. Les compagnies aériennes concernées devrontelles rembourser ces frais à la Défense nationale ?

5. Wordt deze kost verhaald op de betrokken vliegtuigmaatschappijen ?

6. Existe-t-il des mesures préventives dont la finalité est de limiter la fréquence de tels incidents ?

6. Bestaan er preventieve maatregelen teneinde de frequentie van dergelijke voorvallen in te dijken ?

Réponse du ministre de la Défense du 25 novembre 2004, à la question no 128 de Mme Ingrid Meeus du 18 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 25 november 2004, op de vraag nr. 128 van mevrouw Ingrid Meeus van 18 oktober 2004 (N.) :

Je prie l’honorable membre de trouver ci-après les réponses aux questions posées.

Ik verzoek het geachte lid hierna het antwoord op de gestelde vragen te willen vinden.

1. a) Les procédures de sécurité renforcées (prises depuis

1. a) De verscherpte veiligheidsprocedures (voorzien


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8556

les événements tragiques du 11 septembre 2001 aux E´tats-Unis ont entraıˆné une vigilance accrue et permanente au niveau du controˆle de la défense aérienne et de la surveillance de l’espace aérien. Tout écart des procédures est immédiatement signalé aux autorités militaires chargées de la surveillance constante et de la défense de l’espace aérien de l’OTAN. Ceci est aussi d’application pour les incidents dans lesquels il s’agit d’une perte de communication entre les pilotes d’un vol de ligne et le centre du trafic aérien.

sinds de dramatische gebeurtenissen van 11 september 2001 in de Verenigde staten) hebben aanleiding gegeven tot een hogere en permanente waakzaamheid op het gebied van luchtverdedigingscontrole en luchtruimbewaking. Elke afwijking van de procedures wordt doorgegeven aan de militaire autoriteiten, belast met de constante bewaking en verdediging van het NAVO-luchtruim. Dit geldt dus ook voor de incidenten waar een verlies aan communicatie tussen de piloten van een lijnvliegtuig en de luchtverkeerscentra wordt waargenomen.

En 2002, la Défense a dénombré une dizaine d’incidents dus à des problèmes de communications. Ce chiffre est passé à 23 en 2003 et à 63 incidents en 2004 où il y a eu une activation de la chaıˆne de défense aérienne. Cette augmentation n’est pas due à une diminution de la sécurité aérienne, mais à une meilleure collaboration entre les controˆleurs civils et militaires qui amène une meilleure détection des problèmes potentiels.

In 2002 telde Defensie een tiental incidenten te wijten aan communicatieproblemen. In 2003 werden 23 en in 2004 63 incidenten geteld waarbij een activering van de luchtverdedigingsketen werd geı¨nitieerd. Deze stijgingen zijn niet te wijten aan een verminderde luchtveiligheid maar zijn het resultaat van een betere samenwerking tussen de militaire en burger luchtcontrolecentra waardoor een betere detectie van potentie¨le problemen mogelijk gemaakt wordt.

b) En 2003, les avions de combat en QRA(I) — Quick Reaction Alert (Intercepteur) — ont décollé deux fois dans le but d’intercepter des avions civils qui avaient des problèmes de communications. En 2004, ces avions de combats QRA(I) ont exécuté treize missions, dont six par la simple modification d’une mission d’entraıˆnement en vol afin d’identifier un avion commercial.

b) In 2003 zijn de QRA(I) — Quick Reaction Alert (Interceptor) — twee maal opgestegen teneinde een burgervliegtuig met communicatieproblemen te onderscheppen. In 2004 hebben de QRA(I) gevechtstoestellen dertien maal deze opdracht uitgevoerd, waarvan er zes gebeurden door een eenvoudige verandering van een trainingszending naar een identificatieopdracht van een lijnvlucht.

2. Des problèmes de communications sont à la base de toutes ces interceptions. Un pilote civil doit appeler le controˆle au sol à certains moments bien définis comme aux « reporting points » obligatoires, les points de changement de secteurs de controˆle l’espace aérien (FIR/UIR) ou à la demande expresse du controˆleur aérien. Il doit aussi rester en écouˆte permanente de ces secteurs de controˆle. Pour certaines raisons comme des pannes techniques, une perte de concentration du pilote ou de mauvaises informations, les liaisons radio entre le pilote et le controˆleur aérien peuvent être momentanément interrompues. Si différents appels restent sans réponse, la chaıˆne de défense aérienne militaire en est avertie et les mesures adéquates sont prises.

2. Aan de basis van alle intercepties lagen radiocommunicatie problemen. Een burgerpiloot heeft de plicht om op welbepaalde momenten, zoals bij de verplichte « reporting points », verandering van nationale luchtruimen (FIR/UIR) en op expliciete vraag van de luchtverkeersleider, contact op te nemen met de luchtcontrolecentra. Bovendien is hij ook verplicht permanent zijn controlesectoren te beluisteren. Door bepaalde factoren, zoals een technische panne, concentratieverlies van de piloot of verkeerde instructies, kan het zijn dat voor een bepaalde tijd alle radiocommunicatie wordt verbroken tussen piloot en de luchtverkeersleiding. Indien geen gehoor gegeven wordt aan de veelvuldige oproepprocedures wordt de militaire luchtverdedigingsketen gewaarschuwd en worden passende maatregelen genomen.

Celles-ci varient d’appels radio sur d’autres fréquences à l’identification visuelle par un avion de combat.

Deze varie¨ren van het oproepen op bijkomende frequenties naar het geven van een visuele identificatie opdracht aan de QRA vliegtuigen.

3. a) Oui.

3. a) Ja.

b) Le phénomène touche diverses compagnies aériennes européennes, mais aussi d’autres compagnies. Différentes études n’ont pas révélé de liens significatifs entre compagnies et incidents mais bien entre

b) Het betreft verscheidene Europese alsook andere maatschappijen. Studies hebben aangetoond dat er geen relevant gegeven bestaat met betrekking tot het aantal incidenten per maatschappij dan wel tot


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8557

incidents et nombre de vol ainsi que les régions survolées. Il est important de souligner que différentes décisions ont été prises et proposées aux compagnies afin de sensibiliser leurs pilotes à cette problématique. C’est ainsi que les pilotes doivent prendre connaissance et signer un document de sensibilisation qui les oblige entre autres à effectuer des controˆles réguliers afin d’exclure ces problèmes de communication.

het aantal vluchten en regio’s die overvlogen worden. Het is belangrijk te onderlijnen dat reeds meerdere beslissingen werden genomen en voorgesteld aan de maatschappijen om hun piloten te sensibiliseren voor deze problematiek. Zo dienen de piloten een document te lezen en te ondertekenen voor kennisname van het probleem alsook een regelmatige controle uit te voeren om communicatieproblemen uit te sluiten.

4. Ces interventions n’ont aucun impact financier sur la Défense, elles sont en effet comprises dans le programme de vol de la Composante Aérienne.

4. De interventies hebben geen extra impact op de onkosten gedragen door Defensie, daar ze worden ingerekend in het vliegprogramma van de Luchtcomponent.

5. Comme il n’existe actuellement pas de base légale en vue d’un tel remboursement, les frais occasionnés ne sont pas facturés aux compagnies aériennes.

5. Aangezien er momenteel geen legale basis bestaat voor dergelijke terugvordering, worden deze kosten niet verhaald op de betrokken vliegtuigmaatschappijen.

6. Cette problématique est discutée tant au niveau national qu’international. Différentes solutions ont été formulées et présentées aux institutions compétentes. Ces négociations sont menées tant par les autorités militaires nationales que celles de l’OTAN, les centres de controˆles aériens civils et Eurocontrol.

6. Deze problematiek wordt besproken op zowel nationale als internationale fora. Er zijn reeds meerdere voorstellen tot oplossingen geformuleerd en overgemaakt aan de betrokken instellingen. Zowel de nationale als de NAVO militaire autoriteiten, de burger luchtverkeerleidingscentra en Eurocontrol worden betrokken bij deze discussies.

DO 2004200502480

DO 2004200502480

Question no 130 de M. Gerolf Annemans du 21 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 130 van de heer Gerolf Annemans van 21 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Défilé militaire du 21 juillet. — Anciens militaires.

Militair défilé op 21 juli. — Gewezen militairen.

Il est de tradition que des anciens militaires volontaires participent au défilé militaire annuel du 21 juillet.

Tijdens de jaarlijkse militaire défilé op 21 juli lopen traditiegetrouw ook vrijwillige ex-militairen mee.

1. De quelle façon et selon quels critères est-il fait appel à ces anciens militaires ?

1. Op welke wijze en volgens welke criteria wordt er een beroep gedaan op deze ex-militairen ?

2. Ces personnes bénéficient-elles d’une indemnité quelconque ?

2. Ontvangen deze mensen enige vergoeding ?

Réponse du ministre de la Défense du 23 novembre 2004, à la question no 130 de M. Gerolf Annemans du 21 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 23 november 2004, op de vraag nr. 130 van de heer Gerolf Annemans van 21 oktober 2004 (N.) :

1. La notion « ex-militaires volontaires » n’existe pas au sein des Forces Armées.

1. Het begrip « vrijwillige ex-militairen » bestaat niet binnen de Krijgsmacht.

D’une part, on peut penser aux anciens militaires d’activé ayant participé durant leur carrière à des opérations extérieures et qui participent aujourd’hui au défilé en tant que civils, membre d’une Fraternelle. Ils n’ont plus aucun lien avec les Forces Armées.

Enerzijds kan gedacht worden aan oud-militairen die in de loop van hun actieve loopbaan deelgenomen hebben aan buitenlandse operaties en nu als burgers deelnemen aan het défilé, als lid van een verbroedering. Zij hebben geen enkele binding meer met de Krijgsmacht.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8558

Les modalités de participation ainsi que la composition de ce défilé d’Anciens Combattants ou d’associations patriotiques est une responsabilité du service public fédéral de l’Intérieur.

De modaliteiten voor deelname evenals de samenstelling van dit défilé van Oud-strijders, of vaderlandslievende verenigingen is een verantwoordelijkheid van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken.

D’autre part on fait peut-être référence aux militaires du cadre de réserve, communément appelés « réservistes ».

Anderzijds kunnen hiermee de militairen van het reservekader, gemeenlijk « reservisten » genoemd, bedoeld worden.

Le nombre et les critères de participation de réservistes sont d’une part fonction des thèmes du défilé proposés par le chef de la Défense et approuvés par le ministre de la Défense et d’autre part décidés par les commandants des composantes qui peuvent ou non faire appel à des réservistes au sein des détachements qui leur sont demandés.

Het aantal en de criteria voor de deelname van reservisten wordt enerzijds bepaald door de thema’s van het défilé, voorgesteld door de chef Defensie en goedgekeurd door de minister van Defensie en anderzijds beslissen de commandanten van de componenten of ze al dan niet beroep doen op reservisten in de schoot van de door hen te leveren detachementen.

2. Les réservistes participant au défilé reçoivent, à l’instar des militaires d’activé, en plus de leur indemnité normale de rappel, une indemnité pour prestation de week-end et ce pour le jour du défilé du 21 juillet de même que pour les deux entraıˆnements préalables qui se tiennent le week-end.

2. De reservisten ontvangen bovenop hun wederoproepingsprestaties, zoals de actieve militairen, een weekendtoelage en dit zowel voor de uitvoering van het défilé op 21 juli als tijdens de twee voorbereidende trainingen die plaatsvinden tijdens het weekend.

DO 2004200502481

DO 2004200502481

Question no 131 de M. Koen T’Sijen du 21 octobre 2004 (N.) au ministre de la Défense :

Vraag nr. 131 van de heer Koen T’Sijen van 21 oktober 2004 (N.) aan de minister van Landsverdediging :

Risque de cyber-attaque contre l’E´tat belge. — Informations des services de renseignements belges.

Risico op een cyberaanval op de Belgische Staat. — Informatie van Belgische inlichtingendiensten.

« De Standaard » du 6 octobre 2004 titrait « La Corée du Nord recrute des militants pour des cyberattaques ». Selon l’article en question, le ministère sudcoréen de la Défense aurait indiqué dans un rapport au Parlement que la Corée du Nord communiste a entraıˆné 600 experts en informatique pour mener une cyber-guerre contre les E´tats-Unis. Ces cybercombattants ont suivi une formation de cinq ans. Ces pirates informatiques auraient entre autres pour mission de divulguer des secrets militaires de pays comme les E´tats-Unis, la Corée du Sud et le Japon et de mener des cyber-attaques. Un conseiller du gouvernement américain avait déjà signalé précédemment que la Corée du Nord, l’Irak, l’Iran et la Russie entraıˆnaient des personnes en vue d’une cyber-guerre.

De Standaard van 6 oktober 2004 kopte « NoordKorea werft strijders voor cyberaanval ». Uit dit bericht bleek dat het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie in een rapport aan het parlement verklaarde dat het Communistische Noord-Korea zeshonderd computerexperts heeft getraind voor een internetoorlog tegen de Verenigde Staten. Deze cyberstrijders kregen een opleiding van vijf jaar. Deze computerkrakers zouden onder meer tot taak hebben militaire geheimen uit landen als de VS, Zuid-Korea en Japan bloot te leggen en cyberaanvallen uit te voeren. Eerder werd al gemeld door een Amerikaanse regeringsadviseur dat Noord-Korea, Irak, Iran en Rusland mensen trainden in het voeren van een internet-oorlog.

1. Les services de renseignements belges disposentils d’informations confirmant le contenu de cet article ?

1. Hebben de Belgische inlichtingendiensten informatie die deze berichten bevestigt ?

2. Dispose-t-on d’informations selon lesquelles la Belgique fait également partie des cibles potentielles de telles attaques ?

2. Is er informatie beschikbaar die stelt dat Belgie¨ ook als mogelijk doelwit van dergelijke aanvallen geviseerd wordt ?

3. a) Le ministère de la Défense prend-il des mesures pour protéger l’E´tat belge contre de telles attaques ?

3. a) Neemt het ministerie van Defensie maatregelen om de Belgische Staat te beschermen tegen dergelijke aanvallen ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8559

b) Si, oui, lesquelles ?

b) Zo ja, welke maatregelen ?

Réponse du ministre de la Défense du 25 novembre 2004, à la question no 131 de M. Koen T’Sijen du 21 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Landsverdediging van 25 november 2004, op de vraag nr. 131 van de heer Koen T’Sijen van 21 oktober 2004 (N.) :

L’honorable membre est prié de trouver ci-dessous la réponse à ses questions.

Het geachte lid wordt verzocht hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. La Défense n’a actuellement pas de sources propres qui collectent des informations concernant la Corée du Nord. Les renseignements ci-dessus sont bien confirmés par de l’« Open Source Intelligence ».

1. Defensie heeft momenteel geen eigen bronnen die inlichtingen vergaren betreffende Noord Korea. De bovenvermelde Inlichtingen worden wel bevestigd door « Open Source Intelligence ».

2. La Belgique reste une cible possible, mais à ce moment, il n’existe aucune indication qui indique une augmentation de la menace dans ce domaine.

2. Belgie¨ blijft een mogelijk doelwit maar op dit ogenblik zijn er geen aanwijzigingen die op een verhoogde dreiging in dit domein duiden.

3. a) Dans les limites des possibilités budgétaires, la Défense fournit un maximum d’effort pour protéger les informations sensibles de la Défense contre une attaque nommée ci-dessus et cela principalement par l’application des directives Infosecurity. Les systèmes d’information sur lesquels se trouvent des informations sensibles de la Défense ne sont pas connectés à internet.

3. a) Binnen de budgettaire mogelijkheden levert Defensie een maximale inspanning om gevoelige informatie van Defensie te beschermen tegen bovenvernoemde dreiging en dit voornamelijk door het toepassen van Infosecurity richtlijnen. De informatie systemen waarop zich gevoelige gegevens van Defensie bevinden zijn niet verbonden met internet.

b) Un groupe de travail sous la présidence du premier ministre se penche actuellement sur la définition des besoins et donc sur les missions qui devront être attribuées à un organisme qui sera responsable de la sécurité des renseignements et, le cas échéant, avec un paragraphe particulier de ce qui se passe à l’intérieur de la Défense.

b) Een werkgroep onder voorzitterschap van de eerste minister buigt zich momenteel over de definitie van de noden en over de opdrachten die dienen te worden toegekend aan het organisme dat zal instaan voor de veiligheid van de inlichtingen » met desgevallend een afzonderlijke paragraaf voor hetgeen er binnen Defensie gebeurt.

DO 2004200502520

DO 2004200502520



Services. — Certificat ISO.

Diensten. — ISO-certificaat.

Le certificat ISO 9001 est la garantie d’un service de qualité à la clientèle. De nombreux services du département de la Défense œuvrent quotidiennement pour assurer un service optimal au client, et sont dès lors susceptibles d’obtenir cette certification.

Het ISO-certificaat 9001 verzekert een optimale kwaliteitsdienstverlening naar de klant toe. Heel wat diensten binnen Landsverdediging werken klantgericht en komen alsdusdanig in aanmerking voor het bekomen van dit certificaat.

1. Quels services du département de la Défense sont susceptibles d’obtenir la certification ISO 9001 ?

1. Welke diensten binnen Defensie komen in aanmerking voor het bekomen van dit ISO-certificaat ?

2. a) Certains laboratoires et unités ont-ils déjà lancé la procédure de certification ?

2. a) Zijn er al eenheden en labo’s die de procedure om dit certificaat te bekomen hebben opgestart ?

b) Dans l’affirmative, lesquels ?

b) Zo ja, welke ?


2004

2005


1082

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8560

3. a) Certains laboratoires ou unités possèdent-ils déjà la certification ISO 9001 ?

3. a) Zijn er al eenheden en labo’s die dit certificaat bezitten ?

b) Dans l’affirmative, lesquels ?

b) Zo ja, welke ?



L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1. Au sein de la Défense, chaque service qui développe un système de management de la qualité répondant aux exigences de la norme NBN EN ISO 9001 : 2000, peut en principe entrer en ligne de compte pour l’obtention de ce certificat.

1. Binnen Defensie kan in principe elke dienst die een kwaliteitsmanagementsysteem uitbouwt dat voldoet aan de eisen van de norm NBN EN ISO 9001 : 2000 in aanmerking komen voor het behalen van dit certificaat.

2. a) Non.

2. a) Neen.

b) Pro memorie.

b) Pro memorie.

Remarques :

Opmerking :

En ce qui concerne les laboratoires au sein de la Défense, il existe une procédure en cours avec le bureau d’accréditation BELTEST, visant à accréditer 4 laboratoires de l’Ećole royale militaire (DG Formation — ERM) afin d’effectuer certains tests conformément à la norme NBN EN ISO/IEC 17025. Ceci concerne les laboratoires « Systèmes d’armes et Balistique » (ABAL), « Analyse des effets d’explosions » (LAEE), « Dynamique des structures mécaniques » (LDMS) et « Matériaux énergétiques » (LEM).

Wat de laboratoria betreft binnen Defensie is er wel een procedure lopende via het accreditatiebureau BELTEST om bij 4 laboratoria van de Koninklijke Militaire School (DGVorming — KMS) bepaalde testen te laten accrediteren en dit conform de norm NBN EN ISO/IEC 17025. Dit betreft de laboratoria « Wapensystemen en Ballistiek » (ABAL), « Analyse van Explosie Effecten » (LAEE), « Dynamica van de Mechanische Structuren » (LDMS) en « Energetische Materialen » (LEM).

3. a) Oui. b) L’Ećole d’application de la Marine (DIRNAVFORM — OCA).

3. a) Ja. b) De Applicatie school van de Marine (DIRNAVFORM — OCA).

Remarque :

Opmerking :

En ce qui concerne les laboratoires de la DGMaterial Resources les services suivants disposent d’une accréditation ISO 17025 pour certains tests conformément à la norme NBN EN ISO/IEC 17025 :

Wat de laboratoria betreft binnen DGMaterial Resources, beschikken volgende diensten over een ISO 17025 accreditatie voor bepaalde testen en dit conform de norm NBN EN ISO/IEC 17025 :

(1) le « Département Laboratoire de la Défense du Centre de compétence Matériel d’appui et produits » (CC MatSp&Prod — DLD) pour certains tests dans les domaines CBRN et textile;

(1) het « Departement Laboratoria van Defensie van het Competentiecentrum voor Steunmaterieel en -producten » (CC SpMat&Prod — DLD) voor bepaalde testen in het domein CBRN en textiel;

(2) le « Département C2&WS du Centre de compétence Communication et Systèmes d’information » (CC CIS — Dept C2&WS) pour certains tests dans le domaine des télécommunications, de l’acoustique et EMC;

(2) het « Departement C2&WS van het Competentiecentrum voor Communicatie en Informatiesystemen » (CC CIS — Dept C2&WS) voor bepaalde testen in het domein van telecommunicaties, akoestiek en EMC;


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8561

(3) le « Centre d’évaluation du matériel du Centre de compétence Matériel roulant » (CC R&A — CEM) pour certains tests dans le domaine de l’armement, de la balistique et des véhicules.

(3) het « Centrum voor Evaluatie van Materieel van het Competentiecentrum voor Rollend Materieel » (CC R&A — CEM) voor bepaalde testen in het domein bewapening, ballistiek en voertuigen.

DO 2004200502521

DO 2004200502521



« Blue Flight ». — Retour de militaires en opération à l’étranger.

« Blue Flight ». — Terugkeer militairen uit buitenlandse operaties.

L’expression « Blue Flight » est employée par la Défense lorsque des militaires en opération à l’étranger sont renvoyés en Belgique pour des raisons impérieuses.

« Blue Flight » is een term die bij Landsverdediging gebruikt wordt wanneer militairen om dwingende redenen verplicht naar Belgie¨ teruggestuurd worden van een operatie in het buitenland.

1. Combien de militaires en opération à l’étranger ont-ils été renvoyés dans le cadre d’un « Blue Flight » au cours des deux dernières années ?

1. Hoeveel militairen zijn in het kader van « Blue Flight » de jongste twee jaar uit buitenlandse operaties teruggekeerd ?

2. Quels sont les motifs éventuels d’un « Blue Flight » et à quelles opérations les militaires concernés participaient-ils ?

2. Wat zijn de eventuele redenen van een « Blue Flight » en aan welke operaties namen de betrokken militairen deel ?

3. Des mesures préventives sont-elles prévues afin de limiter autant que possible le retour de militaires dans le cadre d’un « Blue Flight » ?

3. Zijn er preventieve maatregelen voorzien om de terugkeer in het kader van « Blue Flight » tot een minimum te beperken ?



1. En 2003, 63 militaires et en 2004, 26 militaires ont fait l’objet d’un renvoi par mesure d’ordre (« Blue flight »).

1. In 2003 zijn er 63 militairen en in 2004, 26 militairen die bij wijze van ordemaatregel (« Blue flight ») teruggezonden werden uit operatie.

— 2003 : 45 du Kosovo, huit d’Afghanistan et dix des opérations de plus petites ampleurs.

— 2003 : 45 uit Kosovo, acht uit Afghanistan en tien uit de kleinschaliger opdrachten.

— 2004 : 6 du Kosovo, seize d’Afghanistan et quatre des opérations de plus petites ampleurs.

— 2004 : 6 uit Kosovo, zestien uit Afghanistan en vier uit de kleinschaliger opdrachten.

2. La motivation du renvoi par mesure d’ordre est un comportement pouvant nuire au bon fonctionnement du service ou présentant un risque important pour le bon déroulement de l’opération. Les causes pouvant être d’origine disciplinaire ou comportementale.

2. De reden om een militair terug te zenden uit een operatie is een storend gedrag dat schadelijk kan zijn voor het goed functioneren van de dienst of dat een belangrijk risico kan vormen voor het goed verloop van de operatie. De oorzaken hiervan kunnen van tuchtrechtelijke- of gedragsaard zijn.

L’attention est attirée sur le fait que, comme telle, cette mesure n’est pas une punition.

De aandacht wordt gevestigd op het feit dat deze maatregel, als dusdanig, geen straf is.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8562

3. De façon préventive, les mesures suivantes sont prises.

3. Bij wijze van preventieve maatregelen worden de volgende stappen ondernomen.

a) Avant le départ en opération, les ordres de bataille sont établis soigneusement afin de limiter les comportements à risque et les règles de comportement et les règlements sont rappelés aux militaires participants à l’opération.

a) Voor het vertrek in operatie zijn de slagorden van de detachementen zorgvuldig samengesteld om risicogedrag te beperken en de aan de operatie deelnemende militairen worden herinnerd aan de bestaande gedragsregels en reglementen.

b) Afin d’assurer la transparence et le suivi du renvoi d’une opération par mesure d’ordre, celle-ci doit toujours faire l’objet d’une motivation précise. Après avoir entendu les parties, le Chef de corps juge de la nécessité d’appliquer un renvoi d’opération en se fondant notamment sur les nuisances ou risques avérés ou conséquences potentielles dommageables pour le service, le personnel, voire pour l’intéressé lui-même.

b) Teneinde de gewenste transparantie en de opvolging van de terugzending per ordemaatregel uit een operatie te verzekeren, moet deze altijd het voorwerp uitmaken van een duidelijke motivering. De Korpscommandant oordeelt over de noodzaak om een terugzending uit operatie toe te passen na het horen van de partijen en door zich te baseren op de ontstane hinder of risico’s of op de potentie¨le nadelige gevolgen voor de dienst, het personeel, of voor de betrokkene zelf.



Affaires sociales

Sociale Zaken

DO 2003200432082

DO 2003200432082

Question no 147 de Mme Muriel Gerkens du 7 septembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 147 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 september 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Office des mutualités et des unions nationales de mutualités. — Controˆle.

Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. — Toezicht.

L’Office des mutualités et des unions nationales de mutualités est un organisme d’intérêt public fédéral, créé par l’article 49 de la loi du 6 aouˆt 1990, qui controˆle les services et activités instaurés par les mutualités et les unions nationales, quant à leur conformité à la loi, la composition et le fonctionnement de leurs organes et le respect dans le cadre de leur mission des actes administratifs. Il dispose également d’une compétence d’avis et de rapport dans ce domaine.

De Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen is een federale instelling van openbaar nut opgericht bij artikel 49 van de wet van 6 augustus 1990. Die dienst ziet erop toe dat de door de ziekenfondsen en landsbonden ingestelde diensten en activiteiten in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen, hij houdt toezicht op de geldige samenstelling en werking van hun organen en op de naleving, in het raam van hun opdracht, van de voorschriften die op de bestuurshandelingen van toepassing zijn. Hij kan ter zake ook adviezen formuleren en verslag uitbrengen.

L’existence d’un tel organisme régulateur, pour lequel il serait évidemment réducteur de vouloir figer une définition plus précise n’est malheureusement pas

Wanneer we de opdracht van dat regulerende orgaan nauwkeuriger zouden omschrijven, zou zijn bevoegdheid onvermijdelijk worden beknot. Op poli-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8563

sans poser des questions politiques, entre autres, sur les relations que celui-ci entretient avec le gouvernement d’une part, avec le Parlement d’autre part. Se pose également le problème de la concertation et du dialogue avec les acteurs concernés et la société civile, ainsi que de sa réglementation. Enfin, il est important de s’interroger sur le controˆle qui est exercé sur ce régulateur et la nature de celui-ci.

tiek vlak rijst echter een aantal vragen, onder meer over de verhouding tussen de Controledienst en de regering enerzijds en het Parlement anderzijds. Ook bestaat onduidelijkheid over het overleg en de dialoog met de betrokken actoren en het middenveld en over de geldende reglementering. Tot slot verdient ook het toezicht dat op dat regulerend orgaan wordt uitgeoefend onze aandacht.

1. Concernant le budget annuel de l’Office des mutualités et des unions nationales de mutualités :

1. Wat de jaarlijkse begroting van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen betreft :

` combien s’élevait ce budget pour les années 2002 a) A et 2003 ?

a) Welk bedrag was daar in 2002 en 2003 mee gemoeid ?

b) Qui finance ce budget ?

b) Wie financiert die begroting ?

c) Qui est compétent pour approuver ce budget ?

c) Wie is bevoegd voor de goedkeuring ervan ?

d) Existe-t-il un réviseur compétent pour exercer un controˆle sur ce budget et si oui, qui le désigne ?

d) Is een accountant bevoegd voor het toezicht op die begroting ? Zo ja, wie wijst die aan ?

2. Qui approuve le règlement d’ordre intérieur de l’Office des mutualités et des unions nationales de mutualités ?

2. Wie keurt het huishoudelijk reglement van de Controledienst goed ?

3. Quelles compétences de controˆle a la Cour des comptes concernant l’Office des mutualités et des unions nationales de mutualités ?

3. Welke controlebevoegdheden heeft het Rekenhof ten aanzien van die dienst ?

4. Quelles compétences de controˆle a le Parlement concernant l’Office des mutualités ?

4. Over welke bevoegdheden beschikt het Parlement op dat vlak ?

5. Existe-t-il une instance qui controˆle l’efficacité et l’efficience de la gestion de l’Office des mutualités et des unions nationales de mutualités ?

5. Is er een instantie die op de doeltreffendheid en de efficiency van het beheer van de Controledienst toeziet ?

6. a) Dans le domaine qui relève de ses compétences, la consultation par l’Office des mutualités et des unions nationales de mutualités du secteur et des opérateurs concernés est-elle informelle ou réglementée ?

6. a) Gebeurt het overleg met betrekking tot de bevoegdheden van de Controledienst tussen de Controledienst enerzijds en de sector en de betrokken operatoren anderzijds op een informele basis of berust het op bepaalde regels ?

b) Si cette consultation est réglementée, comment l’est-elle ?

b) Desgevallend, op welke regels ?

7. Quel est votre avis, en tant que ministre, sur la nécessité d’un dialogue et d’une concertation structurelle entre le régulateur et la société civile ?

7. Is de minister van oordeel dat er nood is aan een dialoog en aan structureel overleg tussen de regulator en het middenveld ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 147 de Mme Muriel Gerkens du 7 septembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 147 van mevrouw Muriel Gerkens van 7 september 2004 (Fr.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.

Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen mee te delen.

1. a) Le budget initial de l’Office de controˆle des mutualités et des unions nationales de mutualités s’élevait à 3 903 507 euros pour 2002 et à 4 333 802 euros pour 2003. L’augmentation du budget initial 2003

1. a) De oorspronkelijke begroting van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen bedroeg 3 903 507 euro voor 2002 en 4 333 802 euro voor 2003. De stijging van


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8564

par rapport à celui de 2002 s’explique essentiellement, d’une part, par une augmentation des rémunérations, du pécule de vacances et des charges sociales (+ 213 716 euros) due, pour la quasitotalité, à l’instauration de la carrière « Copernic » et d’autre part, par la prévision de crédits pour la réalisation :

de oorspronkelijke begroting 2003 tegenover deze van 2002 is voornamelijk het gevolg enerzijds van een stijging van de bezoldigingen, het vakantiegeld en de sociale lasten (+ 213 716 euro), die bijna volledig te wijten was aan de instelling van de « Copernicus »-loopbaan en anderzijds van het voorzien van kredieten voor het verwezenlijken van :

— d’une étude par une équipe universitaire, à la demande de mon prédécesseur, relative à raffinement de l’implémentation des nouveaux critères d’évaluation des performances de gestion des unions nationales de mutualités, des mutualités qui leur sont affiliées, ainsi que de la Caisse des soins de santé de la Société nationale des chemins de fer belges et ce, à la suite de l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 28 août 2002 relatif à la responsabilisation des organismes assureurs sur le montant des frais d’administration (75 000 euros);

— een studie, door een universitaire ploeg, op aanvraag van mijn voorganger, inzake de verfijning van de implementatie van de nieuwe criteria voor de evaluatie van de beheersprestaties van de landsbonden van ziekenfondsen, de ziekenfondsen die erbij zijn aangesloten, alsook de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, en dit ingevolge de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 28 augustus 2002 betreffende de responsabilisering van de verzekeringsinstellingen met betrekking tot het bedrag van de administratiekosten (75 000 euro);

— d’autres études à réaliser éventuellement par des tiers (85 000 euros).

— andere eventueel door derden uit te voeren studies (85 000 euro).

Les crédits susvisés pour des études n’ont pas été utilisés, ce dont il a été tenu compte lors de la demande d’intervention du secteur mutualiste dans les frais de fonctionnement de l’Office de controˆle pour l’année 2004 (voir le point b) ci dessous).

Voornoemde kredieten voor studies werden niet aangewend en hiermee werd rekening gehouden bij de aanvraag tot tussenkomst van de mutualistische sector in de werkingskosten van de Controledienst voor het jaar 2004 (zie punt b) hierna).

b) Les frais de fonctionnement de l’Office de controˆle des mutualités et des unions nationales de mutualités ont, depuis sa création, été entièrement pris en charge, selon les modalités fixées par le Roi, par les entités mutualistes controˆlées.

b) De werkingskosten van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen werden sedert zijn oprichting ten volle ten laste genomen door de gecontroleerde mutualistische entiteiten, volgens de door de Koning vastgelegde modaliteiten.

c) Le budget de l’Office de controˆle est établi par le Conseil de l’Office de controˆle et approuvé, d’une part, par le ministre de tutelle, à savoir le ministre des Affaires sociales et d’autre part, par le ministre du Budget.

c) De begroting van de Controledienst wordt opgemaakt door de Raad van de Controledienst en goedgekeurd door enerzijds de voogdijminister, te weten de minister van Sociale Zaken, en anderzijds door de minister van Begroting.

d) Aucun réviseur n’est affecté auprès l’Office de controˆle. Un controˆle est toutefois exercé en matière budgétaire par l’intermédiaire du commissaire du gouvernement désigné par le ministre de tutelle et par le délégué du ministre du Budget qui, tous deux, assistent aux réunions du Conseil de l’Office de controˆle qui constitue l’organe de gestion de l’organisme. En ce qui concerne la compétence de la Cour des comptes en la matière, il est renvoyé au point 3.

d) Er is geen enkele revisor bij de Controledienst aangeduid. Op het vlak van begroting wordt er echter een controle uitgeoefend via de regeringscommissaris, aangeduid door de voogdijminister, en door de afgevaardigde van de minister van Begroting die beiden deelnemen aan de vergaderingen van de Raad van de Controledienst, die het beheersorgaan van de instelling is. Voor de bevoegdheid van het Rekenhof ter zake wordt verwezen naar punt 3.

2. Les règles relatives à l’organisation et au fonctionnement de l’Office de controˆle sont, en application de l’article 49, § 2, de la loi du 6 août 1990, détermi-

2. De regels inzake de organisatie en de werking van de Controledienst worden in toepassing van artikel 49, § 2, van de wet van 6 augustus 1990 bepaald


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8565

nées par un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres.

door een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit.

En ce qui concerne le règlement d’ordre intérieur du Conseil, il a été approuvé par mon prédécesseur en date du 3 mai 2000, en application de l’article 51, § 4, de la loi du 6 août 1990.

Het huishoudelijk reglement van de Raad werd door mijn voorganger goedgekeurd op 3 mei 2000, in toepassing van artikel 51, § 4, van de wet van 6 augustus 1990.

3. La Cour des comptes dispose, à l’égard de l’Office de controˆle, des mêmes compétences de controˆle qu’à l’égard des autres organismes d’intérêt public qui sont soumis à l’application de la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’intérêt publics. Elle exerce ainsi un controˆle sur les comptes de l’Office de controˆle. Elle veille à ce qu’aucun article du budget n’ait été dépassé, à ce qu’aucun transfert interdit n’ait lieu et au bon emploi des deniers publics. Elle communique à la Chambre des représentants tout manquement aux lois du budget. L’attention de l’honorable membre est à ce propos attirée sur le fait que depuis la création de l’Office de controˆle, aucune remarque en la matière n’a encore été formulée par la Cour des comptes.

3. Ten opzichte van de Controledienst beschikt het Rekenhof over dezelfde controlebevoegdheden als ten opzichte van de andere instellingen van openbaar nut die onderworpen zijn aan de toepassing van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut. Aldus oefent het een controle uit op de rekeningen van de Controledienst. Het ziet erop toe dat geen enkel artikel van de begroting werd overschreden, dat geen enkele verboden transfer plaatsvindt en gaat na of de openbare gelden goed aangewend worden. Het deelt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers elke overtreding van de begrotingswetten mee. In dit verband wordt de aandacht van het geachte Lid gevestigd op het feit dat sedert de oprichting van de Controledienst het Rekenhof ter zake nog geen enkele opmerking heeft gemaakt.

4 et 5. Comme précisé au point 1. d) ci dessus, l’Office de controˆle est géré par un Conseil et est soumis au pouvoir de controˆle de son ministre de tutelle que je suis. Ce controˆle s’exerce à l’intervention du commissaire de gouvernement qui assiste aux réunions du Conseil et qui peut introduire auprès de moi un recours contre l’exécution de toute décision du Conseil qu’il estime contraire à la réglementation ou à l’intérêt général. Un controˆle s’exerce également par le délégué du ministre du Budget en ce qui concerne les matières ressortissant à la compétence du ministre du Budget. Par ailleurs, en application de l’article 52, 9o, de la loi précitée du 6 août 1990, le ministre des Affaires sociales dépose auprès des chambres législatives le rapport annuel de l’Office de controˆle, qui décrit les activités et la situation des entités mutualistes. Par souci de transparence, l’Office de controˆle a décidé d’y faire toujours aussi état de l’action menée par lui dans ` l’occasion ses différents domaines de compétences. A de leur présentation et discussion en commission des Affaires sociales, l’approche suivie par l’Office de controˆle a toujours été appréciée de manière positive. Par ailleurs, il est à noter que dans le cadre de son controˆle a posteriori du bon emploi des deniers publics, la Cour des comptes s’assure également du respect des principes d’économie, d’efficacité et d’efficience.

4 en 5. Zoals gesteld in punt 1. d) hiervoor, wordt de Controledienst beheerd door een Raad en is hij onderworpen aan mijn controlebevoegdheid als voogdijminister. Deze controle wordt uitgeoefend via de regeringscommissaris die deelneemt aan de vergaderingen van de Raad en die bij mij beroep kan instellen tegen de uitvoering van iedere beslissing van de Raad die hij strijdig acht met de reglementering of het algemeen belang. De afgevaardigde van de minister van Begroting oefent eveneens een controle uit inzake de materie die onder de bevoegdheid van de minister van Begroting valt. In toepassing van artikel 52, 9o, van voornoemde wet van 6 augustus 1990 legt de minister van Sociale Zaken overigens aan de wetgevende kamers het jaarverslag van de Controledienst voor, hetwelk de activiteiten en de toestand van de mutualistische entiteiten omschrijft. Omwille van de transparantie heeft de Controledienst beslist daarin tevens steeds melding te maken van zijn beleid op zijn verschillende bevoegdheidsvlakken. Bij de voorlegging en de beraadslaging erover in de commissie voor de Sociale Zaken, werd de aanpak van de Controledienst steeds als positief ervaren. Daarnaast dient genoteerd dat het Rekenhof in het kader van zijn controle a posteriori van het goed gebruik van de openbare gelden, ook nagaat of de principes van economie, efficie¨ntie en doeltreffendheid nageleefd worden.

Pour cloˆturer ma réponse concernant ce point de la question, je fais observer à l’honorable membre qu’à l’occasion de la célébration du dixième anniversaire de l’Office de controˆle, deux de mes prédécesseurs, ainsi que le secteur mutualiste lui-même, ont souligné l’importance des réalisations effectuées par l’Office de

Tot slot van mijn antwoord inzake dit punt van de vraag, doe ik het geachte lid opmerken dat bij de viering van de tiende verjaardag van de Controledienst twee van mijn voorgangers, alsook de mutualistische sector zelf, het belang hebben beklemtoond van de realisaties van de Controledienst sedert zijn oprich-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8566

controˆle depuis sa création. Compte tenu de mon expérience en tant que ministre des Affaires sociales, je me rallie à cette position.

ting. Gelet op mijn ervaring als minister van Sociale Zaken, sluit ik mij bij dit standpunt aan.

6. a) La consultation du secteur mutualiste par l’Office de controˆle est réglementée.

6. a) De raadpleging van de mutualistische sector door de Controledienst is gereglementeerd.

b) Auprès de l’Office de controˆle a été institué un Comité technique au sein duquel siègent notamment un représentant de chacun des organismes assureurs, à savoir la Caisse des soins de santé de la SNCB, la Caisse auxiliaire d’assurance maladieinvalidité et les cinq unions nationales de mutualités, ces dernières y représentant, en application de l’article 8 de la loi du 6 août 1990, l’ensemble des entités mutualistes qui y sont affiliées.

b) Bij de Controledienst is een Technisch Comité ingesteld, waarin inzonderheid een afgevaardigde van elk verzekeringsinstelling zetelt, met name de Kas voor geneeskundige verzorging van de NMBS, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de vijf landsbonden van ziekenfondsen. Deze laatsten vertegenwoordigen er in toepassing van artikel 8 van de wet van 6 augustus 1990 het geheel van de erbij aangesloten mutualistische entiteiten.

Ce Comité donne soit à la demande du ministre de tutelle ou du Conseil, soit de sa propre initiative, un avis sur toutes les questions se rapportant à l’exécution de la loi du 6 août 1990. L’attention de l’honorable membre est, à ce propos, attirée, d’une part, sur le fait que la politique suivie par l’Office de controˆle a toujours été de consulter le Comité technique même dans des cas où la consultation n’est pas obligatoirement prévue par ladite loi et d’autre part, sur le fait que les mesures importantes proposées par le Conseil ont, sauf rares exceptions, fait l’objet d’un avis positif unanime du Comité technique. Il en a encore été récemment ainsi en ce qui concerne la circulaire de l’Office de controˆle relative à la fixation de l’équilibre annuel des services soins de santé « petits risques » pour travailleurs indépendants pour l’exercice 2004, sur la base de laquelle les entités mutualistes qui organisent un tel service ont dû prendre les mesures nécessaires quant au niveau des cotisations demandées pour réaliser ledit équilibre.

Hetzij op aanvraag van de voogdijminister of van de Raad, hetzij op eigen initiatief, brengt dit Comité een advies uit over alle vragen inzake de uitvoering van de wet van 6 augustus 1990. De aandacht van het geachte lid wordt ter zake enerzijds gevestigd op het feit dat het beleid van de Controledienst steeds is geweest dit Technisch Comité te raadplegen, zelfs in gevallen waarin dit niet verplicht was door deze wet en anderzijds op het feit dat de belangrijke maatregelen, voorgesteld door de Raad, behalve in een zeldzame uitzondering, het voorwerp uitmaakten van een unaniem positief advies van het Technisch Comité. Dit was nog voor kort het geval inzake de omzendbrief van de Controledienst betreffende het vastleggen van het jaarlijks evenwicht van de diensten « kleine risico’s » voor zelfstandigen voor het boekjaar 2004, op grond waarvan de mutualistische entiteiten die een dergelijke dienst inrichten de nodige maatregelen hebben dienen te nemen op het vlak van de bijdragen die gevraagd worden om dit evenwicht te verzekeren.

DO 2003200432194

DO 2003200432194

Question no 161 de Mme Yolande Avontroodt du 20 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 161 van mevrouw Yolande Avontroodt van 20 september 2004 (N.) aan de minister :

Remboursement des chaises roulantes. — Simplification des procédures.

Terugbetaling van de rolstoelen. — Vereenvoudiging procedures.

Dans l’accord de gouvernement, le gouvernement s’est engagé à réaliser, en concertation avec les communautés et les régions, une simplification radicale de la procédure de remboursement de fauteuils roulants et à en moderniser les conditions de remboursement.

Het regeerakkoord engageerde zich om in overleg « met de gemeenschappen en de gewesten een aanzienlijke vereenvoudiging tot stand te brengen van de procedures inzake de terugbetaling van rolstoelen en de voorwaarden van terugbetaling te moderniseren ».

1. Quel est l’état d’avancement de ce dossier ?


1. Wat is de stand van zaken in dit dossier ? 2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8567

2. Quand la simplification des procédures serat-elle effective ?

2. Wanneer zal de vereenvoudiging van de procedures worden gerealiseerd ?

3. a) Une concertation a-t-elle déjà été menée avec les communautés et les régions ?

3. a) Werd reeds overleg gepleegd met de gemeenschappen en de gewesten ?

b) Dans l’affirmative, quel en a été le résultat ?

b) Zo ja, wat was het resultaat van dit overleg ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 161 de Mme Yolande Avontroodt du 20 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid 24 november 2004, op de vraag nr. 161 van mevrouw Yolande Avontroodt van 20 september 2004 (N.) :

1. Afin de simplifier et d’actualiser les procédures. de remboursement des voiturettes et autres aides à la mobilité, il était nécessaire d’élaborer une nouvelle nomenclature. Le 26 juillet 2004, le Comité de l’assurance des soins de santé de l’INAMI a approuvé la nouvelle nomenclature des voiturettes et autres aides à la mobilité.

1. Om de terugbetalingsprocedures van de rolstoelen en andere mobiliteitshulpmiddelen te kunnen vereenvoudigen en moderniseren was het noodzakelijk om een nieuwe nomenclatuur op de stellen. Op 26 juli 2004 heeft het Verzekeringscomité de nieuwe nomenclatuur van rolstoelen en andere mobiliteitshulpmiddelen goedgekeurd.

2. La nouvelle nomenclature des voiturettes et autres aides à la mobilité fonctionne avec des listes de produits admis au remboursement. La nomenclature n’entrera en vigueur que lorsque ces listes auront été approuvées. Ces listes seront élaborées lorsque l’arrêté royal de la nouvelle nomenclature aura été publié au Moniteur belge. La nouvelle nomenclature des voiturettes et autres aides à la mobilité se trouve actuellement chez le ministre du Budget en vue de sa publication au Moniteur belge.

2. De nieuwe nomenclatuur van rolstoelen en andere mobiliteitshulpmiddelen gaat samen met de lijsten van voor vergoeding aangenomen producten. De nomenclatuur kan pas in voege treden op het ogenblik dat deze lijsten worden goedgekeurd. Deze lijsten zullen worden opgesteld zodra het koninklijk besluit van de nieuwe nomenclatuur is verschenen in het Belgisch Staatsblad. De nieuwe nomenclatuur van de rolstoelen en andere mobiliteitshulpmiddelen bevindt zich momenteel bij de minister van Begroting met het oog op haar publicatie in het Belgisch Staatsblad.

3. a) et b) En mars 2003, l’autorité fédérale et les communautés/régions ont signé un protocole d’accord. Une des conséquences pratiques de ce protocole est l’instauration du Conseil technique des voiturettes, au sein duquel sont représentées les communautés/ régions. Une réunion du groupe de travail de la Conférence Interministérielle est, par ailleurs, également prévue.

3. a) en b) In maart 2003 hebben de federale autoriteiten en de gemeenschappen/gewesten een protocolakkoord getekend. E´én van de praktische gevolgen van dit protocol is de oprichting van een Technische Raad voor rolstoelen, waarin de gemeenschappen en de gewesten vertegenwoordigd zijn. Een bijeenkomst van de werkgroep van de Interministerie¨le Conferentie is eveneens voorzien.

Santé publique

Volksgezondheid

DO 2003200431885

DO 2003200431885

Question no 248 de M. Miguel Chevalier du 26 juillet 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 248 van de heer Miguel Chevalier van 26 juli 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Décès d’enfants. — Autopsie. — Loi du 26 mars 2003. — Arrêtés d’exécution.

Overlijden van kinderen. — Autopsie. — Wet van 26 maart 2003. — Uitvoeringsbesluiten.

Dans le courant de la semaine du 5 juillet 2004, trois cas extrêmes de décès de bébés maltraités ont été

In de week van 5 juli 2004 werden drie schrijnende gevallen bekend van baby’s die overleden na mishan-


2004

2005


1083

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8568

rendus publics. Les parents de l’un des nouveau-nés décédés ont déclaré qu’il s’agissait d’un cas de mort subite. Les médecins suspicieux ont averti le parquet. Les résultats de l’autopsie ont révélé le « shaken baby syndrome » ou` l’enfant est victime de graves lésions cérébrales après avoir été violemment secoué.

deling. In één van de gevallen werd door de ouders verklaard dat het overlijden werd veroorzaakt door wiegendood. De artsen vonden dit verdacht en verwittigden het parket. Tijdens de lijkschouwing wees alles op het « shaken baby syndrome » waarbij het kind ernstige hersenschade oploopt na dooreengeschud te zijn.

Selon un article paru dans « De Standaard » du 23 janvier 2004, on conclurait trop vite en Belgique à un décès duˆ à la mort subite alors qu’il s’agirait en réalité d’un infanticide. Il ressort d’enquêtes internationales que ces conclusions seraient valables dans 5 à 7 cas sur dix de mort subite.

In een artikel van De Standaard van 23 januari 2004 werd gesteld dat in Belgie¨ bij het overlijden van een baby te snel wordt geoordeeld dat het kind stierf door wiegendood, terwijl het eigenlijk om kindermoord gaat. Uit internationaal onderzoek blijkt dat het om 5 tot 7 gevallen van wiegendood zou gaan.

La loi du 26 mars 2003 réglementant la pratique de l’autopsie après le décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de dix-huit mois a été publiée au Moniteur belge du 22 mai 2003. Or, les arrêtés d’exécution nécessaires à la mise en œuvre de la loi n’ont toujours pas été pris.

In het Belgisch Staatsblad van 22 mei 2003 werd de wet van 26 maart 2003 gepubliceerd die de autopsie regelt na het onverwacht en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden. Die wet wordt echter nog niet uitgevoerd bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten.

1. Ces arrêtés d’exécution ont-ils à présent été élaborés ?

1. Werd er ondertussen werk gemaakt van de nodige uitvoeringsbesluiten ?

2. Quelle est la situation actuelle ?

2. Wat is de stand van zaken van deze besluiten ?

3. Quel est le calendrier concret ?

3. Wat is het verdere concrete tijdschema dat wordt gevolgd ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 248 de M. Miguel Chevalier du 26 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 248 van de heer Miguel Chevalier van 26 juli 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

La loi du 26 mars 2003 réglemente la pratique de l’autopsie après le décès inopiné et médicalement inexpliqué d’un enfant de moins de 18 mois.

De wet van 26 maart 2003 regelt de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden.

Aucun arrêté d’application de cette loi n’a été pris dans le passé et ce car aucune disposition budgétaire n’avait été envisagée.

Er is geen enkel toepassingsbesluit voor deze wet genomen en dit aangezien er geen enkele budgettaire maatregel voorzien was.

Dans le cadre du budget de l’année 2005 le besoin en budget spécifique sera rencontré, ce qui permettra de prendre les arrêtés d’application nécessaires.

In het kader van de begroting 2005 zal de behoefte voor een specifiek budget gevonden worden, wat zal toelaten de nodige toepassingsbesluiten te nemen.

DO 2003200432072

DO 2003200432072

Question no 273 de Mme Muriel Gerkens du 6 septembre 2004 (Fr.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 273 van mevrouw Muriel Gerkens van 6 september 2004 (Fr.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Bien-être des animaux. — Controˆles par l’AFSCA.

Dierenwelzijn. — Controles van het FAVV.

L’arrêté royal du 22 février 2001 organise les controˆles effectués par l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire (AFSCA) et prévoit la possibilité

Het koninklijk besluit van 22 februari 2001 organiseert de controles verricht door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV)


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8569

pour les agents de celle-ci d’imposer à l’auteur d’une infraction qu’ils constatent et après avoir mis celui-ci en mesure de présenter ses moyens de défense, une amende administrative dont le paiement éteint l’action publique.

en voorziet in de mogelijkheid voor zijn ambtenaren om aan de overtreder, na deze de gelegenheid te hebben geboden zijn verweermiddelen voor te dragen, een administratieve boete op te leggen, waarvan de betaling de publieke vordering doet vervallen.

Une amende administrative peut donc être imposée par l’AFSCA dans toutes les matières qui relèvent de sa compétence et qui sont énumérées dans l’article 5 de la loi du 4 février 2000 relative à sa création. Cette énumération vise, notamment, au point 12 de la loi du 14 aouˆt 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux. Je souhaiterais dès lors connaıˆtre les priorités de l’AFSCA en matière de controˆle de cette loi sur le bien-être des animaux.

Het FAVV kan dus een administratieve boete opleggen in alle materies die onder zijn bevoegdheid ressorteren en die in artikel 5 van zijn oprichtingswet van 4 februari 2000 worden opgesomd. In deze opsomming wordt onder meer naar punt 12 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren verwezen. Ik zou dus willen vernemen welke prioriteiten het FAVV legt bij de uitvoering van de controle van deze wet op het dierenwelzijn.

1. Combien de personnes sont compétentes sur base de cet arrêté royal pour dresser des procès-verbaux de constatation d’infraction ?

1. Hoeveel mensen zijn krachtens dit koninklijk besluit bevoegd om een proces-verbaal van vaststelling van overtreding op te stellen ?

2. a) Combien de procès-verbaux ont été dressés pour le deuxième semestre 2003 et le premier semestre 2004 ?

2. a) Hoeveel processen-verbaal werden opgesteld tijdens het tweede semester 2003 en het eerste semester 2004 ?

b) Quelles infractions étaient visées ?

b) Over welke overtredingen ging het ?

3. a) Combien d’avertissement ont été adressés à des contrevenants pour ces mêmes périodes ?

3. a) Hoeveel waarschuwingen kregen de overtreders tijdens deze periodes ?

b) Dans quels types de dossiers ?

b) In welk soort dossiers ?

4. a) Combien d’amendes administratives ont été imposées pour ces périodes ?

4. a) Hoeveel administratieve boetes werden in deze periodes opgelegd ?

b) Dans quels types de dossiers ?

b) In welk soort dossiers ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 273 de Mme Muriel Gerkens du 6 septembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 273 van mevrouw Muriel Gerkens van 6 september 2004 (Fr.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.


Je rappelle à l’honorable membre que l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire n’est compétente pour controˆler l’application et l’exécution de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien être des animaux que depuis l’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 9 juin 2003 complétant l’arrêté royal du 16 novembre 2001 confiant à l’Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaıˆne alimentaire des missions complémentaires, à savoir le 19 juin 2003.

Ik wens het geachte lid erop te wijzen dat het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen pas sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 9 juni 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, dat wil zeggen sinds 19 juni 2003, bevoegd is om de toepassing en de uitvoering te controleren van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

Cette compétence n’a été confiée à l’AFSCA que pour autant que les controˆles s’exercent sur les sites de production, de transformation, d’emballage, de négoce, d’entreposage et de vente de produits alimen-

Deze bevoegdheid werd slechts aan het FAVV toevertrouwd voor zover de controles worden uitgevoerd op de plaatsen waar levensmiddelen en grondstoffen daarvan worden geproduceerd, verwerkt, verpakt,


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8570

taires et de leurs matières premières ainsi que sur tous autres sites où peuvent se trouver toute matière ou tout produit relevant des compétence de l’Agence et, s’il s’agit de sites non affectés par la sécurité de la chaıˆne alimentaire du fait des animaux controˆlés (zoos, chenils etc.), dans la seule mesure où ces controˆles s’inscrivent dans des impératifs de santé publique, de santé animale ou de protection des plantes.

verhandeld, opgeslagen en verkocht alsook op alle andere plaatsen waar zich enige stof of enig product kan bevinden die/dat onder de bevoegdheid van het Agentschap valt en, als het gaat om plaatsen die omwille van de gecontroleerde dieren (dierentuinen, kennels, enzovoort) niets met de veiligheid van de voedselketen hebben te maken, alleen in de mate waarin deze controles verband houden met eisen met betrekking tot de volksgezondheid, de dierengezondheid of de plantenbescherming.

L’AFSCA n’est donc que partiellement compétente tant ratione personnae que ratione materiae et ratione loci.

Het FAVV heeft dus slechts een gedeeltelijke bevoegdheid, zowel ratione personnae als ratione materiae en ratione loci.

Pour répondre plus précisément aux questions posées :

Een preciezer antwoord op uw vragen volgt hierna :

1. Tout agent de l’Agence est légalement habilité à controˆler l’application des dispositions de la loi du 14 août 1986 et ce, en vertu de l’arrêté royal du 18 décembre 2002 désignant les agents statutaires et contractuels de l’AFSCA chargés de surveiller l’exécution des dispositions des lois, arrêtés et règlements de l’Union européenne qui relèvent des compétences de ` ce jour, il s’agit d’environ 550 équivalents l’Agence. A temps plein. Ceci, sans préjudice des compétences reconnues aux officiers de police judiciaire et autres autorités légalement habilitées pour ce faire.

1. Elk personeelslid van het Agentschap is wettelijk bevoegd om de toepassing te controleren van hetgeen bepaald is in de wet van 14 augustus 1986 en dat krachtens het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot aanduiding van de statutaire en contractuele personeelsleden van het FAVV belast met de uitvoering van de bepalingen van de wetten, besluiten en reglementen van de Europese Unie die onder de bevoegdheid van het Agentschap vallen. Thans gaat het om ongeveer 550 voltijdequivalenten. Dit onverminderd de erkende bevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie en daartoe wettelijk bevoegde andere overheden.

2. a) Pour le second semestre 2003, 93 procès verbaux ont été dressés. Pour le premier semestre 2004, 144 procès verbaux ont été dressés.

2. a) Voor het tweede halfjaar van 2003 werden 93 processen-verbaal opgemaakt. Voor het eerste halfjaar van 2004 werden 144 processen-verbaal opgemaakt.

b) II s’agit principalement d’infractions à la réglementation en matière de transport (bovins, porcins, ovins et volailles) et de conditions de bien être à l’étable ou à la production (poules).

b) Het gaat hier vooral om inbreuken op de regelgeving met betrekking tot het vervoer (runderen, varkens, schapen en pluimvee) en het welzijn in stallen of tijdens de productie (kippen).

3. Pour le second semestre de l’année 2003, 434 avertissements ont été adressés dont :

3. Voor het tweede halfjaar van 2003 werden 434 waarschuwingen gegeven, waarvan :

— 162 pour l’espèce bovine;

— 162 voor runderen;

— 149 pour l’espèce porcine;

— 149 voor varkens;

— 16 pour les équidés;

— 16 voor paardachtigen;

— 63 pour les oiseaux et volailles;

— 63 voor vogels en pluimvee;

— 44 pour les petits ruminants.

— 44 voor kleine herkauwers.

1er

Pour la période du janvier 2004 au 30 août 2004, 707 avertissements ont été adressés, dont :

Voor de periode van 1 januari 2004 tot 30 augustus 2004 werden 707 waarschuwingen gegeven, waarvan :

— 326 pour l’espèce bovine;

— 326 voor runderen;

— 180 pour l’espèce porcine;

— 180 voor varkens;

— 24 pour les équidés;

— 24 voor paardachtigen;


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8571

— 126 pour les oiseaux et volailles;

— 126 voor vogels en pluimvee;

— 51 pour les petits ruminants.

— 51 voor kleine herkauwers.

4. 187 amendes administratives ont été proposées aux contrevenants. Dans les autres dossiers, soit le parquet s’est saisi de l’affaire, soit le dossier lui a été transmis vu la gravité des infractions, soit des enquêtes complémentaires s’imposaient, soit la proposition a été retirée après examen des moyens de défense.

4. Er werden 187 administratieve boetes voorgesteld aan overtreders. Wat de overige dossiers betreft, werd de zaak ofwel in handen genomen door het Parket ofwel naar het Parket doorgestuurd omwille van de ernst van de inbreuken, ofwel moesten bijkomende onderzoeken worden uitgevoerd, ofwel werd het voorstel ingetrokken na onderzoek van de verweermiddelen.

DO 2003200432116

DO 2003200432116

Question no 280 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : « Régime Atkins ». — E´tude sur les éventuels effets nocifs.

Vraag nr. 280 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Un institut public britannique va examiner si le fameux « régime Atkins » peut comporter des risques pour la santé publique. L’étude s’inscrit dans le cadre d’une étude à plus grande échelle sur l’obésité chez les Britanniques. On trouve à l’origine de l’étude des informations concernant les éventuels effets nocifs du régime Atkins, comme des problèmes rénaux et une hypercholestérolémie importante. Les personnes qui suivent ou ont suivi ce régime courent davantage de risques de subir une crise cardiaque ou de souffrir de diabète. Le régime Atkins repose essentiellement sur la suppression presque totale des hydrates de carbone, alors que les protéines et les graisses sont autorisées dans une large mesure.

Een Brits overheidsinstituut gaat onderzoeken of het bekende « Atkins-dieet » een gevaar kan betekenen voor de gezondheid. Het onderzoek maakt deel uit van een grootschaliger onderzoek naar vetzucht bij de Britten. Aanleiding voor het onderzoek zijn berichten over mogelijke schadelijke gevolgen van het Atkins-dieet zoals nierproblemen en een hoog cholesterolgehalte. Mensen die het dieet volgen of volgden zouden ook een grotere kans lopen op hartaanvallen of diabetes. Kern van het Atkins-dieet is het nagenoeg verbieden van koolhydraten, terwijl eiwitten en vetten in ruime mate genuttigd mogen worden.

1. Des recherches sont-elles également menées dans notre pays à propos des éventuels effets nuisibles du régime Atkins ?

1. Zijn er in ons land eveneens onderzoeken aan de gang om de mogelijke schadelijke gevolgen van het Atkins-dieet op te sporen ?

2. Dans l’affirmative, les résultats de ces recherches sont-ils connus ?

« Atkins-dieet ». — Onderzoek naar mogelijke schadelijke gevolgen.

2. Zo ja, zijn de resultaten ervan bekend ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 280 de M. Guido De Padt du 13 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 280 van de heer Guido De Padt van 13 september 2004 (N.) :

Contrairement aux pays anglo-saxons, le régime Atkins est très peu prescrit en Belgique.

Atkins dieet wordt zeer weinig voorgeschreven in ons land wat niet het geval is in de Angelsaksische landen.

Le régime en question comprend la suppression des glucides dans l’alimentation et autorise dans une large mesure les lipides et protéines.

Het dieet omvat het weren van de koolhydraten uit de voeding en het in ruime mate toelaten van vetten en eiwitten.

Les effets nuisibles du régime Atkins sont connus; ils se manifestent principalement après que cette cure ait été suivie sur une longue période, sous la forme de

De schadelijke gevolgen van het Atkins dieet zijn gekend; ze treden hoofdzakelijk op na langdurig volgen van het dieet. Het gaat om stoornissen van het


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8572

troubles métaboliques, entraıˆnant hypercholestérolémie, diabète, et autres désordres cardiovasculaires et rénaux.

metabolisme met hypercholesterolemi, suikerziekte, cardiovasculaire en nierstoornissen voor gevolg.

Il est généralement admis que la prescription de ce type de régime ne se justifie pas sur le plan éthique.

Algemeen wordt aangenomen dat het voorschrijven van het Atkins dieet ethisch niet verantwoord is.

` ma connaissance, aucune étude n’est actuellement A menée en Belgique sur les conséquences pour la santé du régime Atkins.

Voor zover ik weet, zijn er heden geen onderzoeken aan gang in Belgie¨ om de gevolgen van het Atkinsdieet op de gezondheid op te sporen.

DO 2003200432270

DO 2003200432270

Question no 293 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 293 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :

Nombre d’expériences animales et d’animaux de laboratoire.

Aantal dierproeven en proefdieren.

Le service public néerlandais « Voedsel en Warenautoriteit » (http ://www.vwa.nl) a publié récemment dans son rapport annuel le nombre d’expériences animales et d’animaux de laboratoire pour l’année 2003. L’an dernier, 600 104 animaux ont ainsi été utilisés dans le cadre de 620 875 expériences, soit une diminution de 102 890 animaux (presque 15 %) par rapport à 2002.

In haar jaarrapportage heeft de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (http ://www.vwa.nl) onlangs verslag gedaan van het aantal dierproeven en proefdieren in 2003. Hieruit blijkt dat vorig jaar 600 104 dieren zijn gebruikt in 620 875 proeven. Ten opzichte van 2002 is dat een daling van 102 890 dieren (bijna 15 %).

Pouvez-vous donner les statistiques pour la Belgique du nombre d’expériences animales et d’animaux de laboratoire pour 2000, 2001, 2002 et 2003 ?

Kan u de Belgische cijfers meedelen van het aantal dierproeven en proefdieren voor 2000, 2001, 2002 en 2003 ?

Réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 293 de M. Guido De Padt du 30 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 293 van de heer Guido De Padt van 30 september 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner la réponse suivante à la question de l’honorable membre.


En premier lieu je voudrais faire remarquer qu’en ce qui concerne les données des Pays-Bas, le chiffre correspondant au nombre d’animaux utilisés dans les expériences est inférieur à celui qui reprend le nombre d’expériences effectuées sur les animaux. Cette différence est liée au fait que certains animaux sont réutilisés pour des expériences différentes.

Ik zou vooreerst willen opmerken dat wat de gegevens van Nederland betreft, het aantal proefdieren lager is dan het aantal uitgevoerde dierproeven. Dit verschil is een gevolg van het herbruik van sommige dieren in verschillende experimenten.

Je signalerai également que nos statistiques annuelles officielles suivent les prescriptions de l’Union européenne et ne mentionnent pas le nombre d’expériences effectuées sur les animaux.

Ik wil verder beklemtonen dat onze officie¨le jaarlijkse proefdierstatistieken volgens de voorschriften van de Europese Unie werden opgesteld en het aantal experimenten op dieren niet vermelden.

Le nombre d’animaux utilisés dans les expériences en Belgique a suivi l’évolution suivante : 2000 : 651 504 animaux; 2001 : 655 217 animaux; 2002 : 695 091 animaux; 2003 : 675 564 animaux.

Het aantal dieren dat werd gebruikt in dierproeven in Belgie¨ kende volgende evolutie; 2000 : 651 504 dieren; 2001 : 655 217 dieren; 2002 : 695 091 dieren; 2003 : 675 564 dieren.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8573

Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture

Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes

Middenstand

DO 2004200502558

DO 2004200502558

Question no 34 de M. Dirk Van der Maelen du 27 octobre 2004 (N.) à la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture :

Vraag nr. 34 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 oktober 2004 (N.) aan de minister van Middenstand en Landbouw :

Controˆle disciplinaire d’experts-comptables, de comptables, de conseils fiscaux et de réviseurs d’entreprises.

Tuchtrechtelijke controle van accountants, boekhouders, belastingconsulenten en bedrijfsrevisoren.

En Belgique, trois instituts professionnels cœxistent toujours : l’Institut professionnel des comptables et fiscalistes agréés (IPCF), l’Institut des expertscomptables et des conseils fiscaux (IEC) et l’Institut des réviseurs d’entreprises (IRE). Ces trois instituts ont la compétence et l’obligation d’organiser la profession, c’est-à-dire d’organiser l’accès (le stage), de tenir à jour la liste des membres, de garantir la formation permanente, de controˆler l’exercice de la profession et de s’assurer qu’il est fait référence ou non à la discipline.

In Belgie¨ bestaan nog steeds drie beroepsinstituten naast elkaar : het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten (« BIBF »), het Instituut voor de accountants en de belastingconsulenten (« IAB ») en het Instituut der bedrijfsrevisoren (« IBR »). Deze drie instituten hebben de bevoegdheid en de plicht om het beroep te organiseren, namelijk de toegang organiseren (stage), de ledenlijst bijhouden, de permanente vorming te verzekeren, toe de zien op de uitoefening van het beroep en zich ervan te vergewissen dat er al dan niet verwezen wordt naar tucht.

Les instituts professionnels sont placés sous la tutelle du Conseil supérieur des professions économiques. Ce Conseil est, entre autres, compétent pour déposer plainte auprès des commissions disciplinaires des trois instituts.

De beroepsinstituten staan onder het toezicht van de Hoge Raad voor economische beroepen. De Hoge Raad voor economische beroepen beschikt onder meer over de bevoegdheid om bij de tuchtcommissies van de drie instituten klacht neer te leggen.

La réglementation actuelle est un système d’autorégulation dans le cadre duquel chaque institut controˆle ses membres. Les associations professionnelles jouent en même temps le roˆle de syndicats défendant les intérêts de leurs membres.

De huidige regeling is een systeem van zelfregulering waarbij ieder beroepsinstituut zijn leden controleert. Tegelijkertijd treden de beroepsverenigingen op als vakverbonden die de belangen van hun leden verdedigen.

L’article 4, 3o, de la loi du 22 avril 1999 relative à la discipline professionnelle des experts-comptables et des conseils fiscaux dispose que des peines disciplinaires peuvent être infligées aux experts-comptables et aux conseils fiscaux qui lèsent manifestement les droits du Trésor ou qui abusent des procédures fiscales dans l’exercice des activités visées à l’article 38 de la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales. Ce dernier traite des avis, de l’assistance et de la représentation en matière fiscale.

Artikel 4, 3o, van de wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten bepaalt dat tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan accountants en belastingconsulenten die de rechten van de schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fiscale procedures bij de uitoefening van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 38 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. Laatst vernoemd artikel handelt over het advies, de bijstand en de vertegenwoordiging in fiscale aangelegenheden.

L’article 19bis de la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des réviseurs d’entreprises dispose que des peines disciplinaires peuvent être infligées aux réviseurs : 1o qui ont manqué à leurs obligations professionnelles dans l’exercice de leurs missions de réviseur d’entreprises ou dans l’exercice d’activités compatibles

Artikel 19bis van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut der bedrijfsrevisoren, bepaalt dat tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan revisoren die : 1o in de uitoefening van hun opdrachten van bedrijfsrevisor of van werkzaamheden die daarmee verenigbaar zijn, tekort gekomen zijn aan hun


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8574

avec elles; 2o qui ont manqué aux principes de dignité, de probité et de délicatesse qui font la base de la profession.

beroepsverplichtingen; 2o tekort gekomen zijn aan de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die ten grondslag liggen aan het beroep.

Les récents rapports annuels (2003) des trois instituts professionnels ne permettent pas de déterminer le nombre d’affaires disciplinaires relatives à la participation active à la fraude fiscale. L’IPCF (9 753 membres) a traité 104 affaires disciplinaires. Dans le rapport annuel de l’IEC (7 198 membres), il n’est fait mention que de 9 affaires disciplinaires. L’IRE (1 401 membres) aurait traité 39 affaires disciplinaires. Je constate par conséquent qu’en ce qui concerne le traitement d’affaires disciplinaires, il existe de grandes différences entre les trois instituts professionnels.

Uit de recentste jaarverslagen (2003) van de drie Beroepsinstituten valt niet op te maken hoeveel tuchtzaken er gevoerd zijn met betrekking tot actieve medewerking aan fiscale fraude. Het BIBF (9 753 leden) heeft 104 tuchtzaken behandeld. In het jaarverslag van het IAB (7 198 leden) wordt zelfs maar melding gemaakt van 9 tuchtzaken. Het IBR (1 401 leden) zou 39 tuchtzaken behandeld hebben. Wat betreft de behandeling van tuchtzaken, stel ik vast dat er grote verschillen bestaan tussen de drie beroepsinstituten.

1. Pouvez-vous expliquer cette disproportion entre les différents instituts en ce qui concerne le nombre d’affaires disciplinaires par rapport au nombre de membres ?

1. Kan u een verklaring geven voor de wanverhoudingen die bestaan tussen de verschillende instituten op het vlak van het aantal tuchtzaken in verhouding tot het aantal leden ?

2. a) E´tant donné que les «Rapports annuels» que j’ai consultés ne contiennent pas d’informations sur des procédures disciplinaires en matière de fraude fiscale, pourriez-vous me fournir un aperçu détaillé des jugements en matière disciplinaire concernant des cas de fraude fiscale commis par des expertscomptables, des comptables, des conseils fiscaux et des réviseurs pour la période 2000-2004 (si possible pour la période 1994-2004) ?

2. a) Aangezien in de door mij geraadpleegde « Jaarverslagen » niets terug te vinden is over tuchtprocedures die betrekking hebben op fiscale fraude, had ik van u graag een gedetailleerd overzicht ontvangen van tuchtrechterlijke uitspraken die fiscale fraude betreffen door accountants, boekhouders, belastingconsulenten en revisoren en dit voor de periode 2000-2004 (indien mogelijk voor de periode 1994-2004).

b) De combien et de quels types d’infractions s’agit-il et dans combien de cas le dépoˆt d’une plainte a-t-il effectivement donné lieu à une sanction ?

b) Kunt u meer bepaald meedelen over hoeveel en welk soort inbreuken het ging en in hoeveel gevallen een klacht geleid heeft tot een effectieve sanctie ?

Réponse de la ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture du 23 novembre 2004, à la question no 34 de M. Dirk Van der Maelen du 27 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Middenstand en Landbouw van 23 november 2004, op de vraag nr. 34 van de heer Dirk Van der Maelen van 27 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de transmettre ce qui suit à l’honorable membre, dans l’ordre de la numérotation des questions posées :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen, in volgorde van de nummering van de gestelde vragen :

IPCF

BIBF

Les règles de fonctionnement des chambres disciplinaires sont réglées par l’arrêté royal du 27 novembre 1985 déterminant les règles d’organisation et de fonctionnement des instituts professionnels créés pour les professions intellectuelles prestataires de services. L’article 49 de cet arrêté royal détermine la manière selon laquelle une plainte ou un défaut doit être traité. Chaque plainte est examinée et traitée selon la procédure de cet arreˆté royal.

De werkingsregels voor de tuchtkamers worden geregeld door het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot bepaling van de regels inzake de organisatie en de werking van de beroepsinstituten die voor de dienstverlenende intellectuele beroepen zijn opgericht. Artikel 49 van dit koninklijk besluit bepaalt de manier waarop een klacht of een tekortkoming wordt behandeld. Iedere klacht wordt overeenkomstig de procedure van dit koninklijk besluit onderzocht en behandeld.

1. Il est difficile de donner une raison précise des disproportions qui existent entre les différents instituts

1. Het is moeilijk om een juiste reden te geven voor de wanverhoudingen die er bestaan tussen de verschil-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8575

professionnels. Plusieurs raisons peuvent en être la cause. Il peut y avoir une différence du nombre de séances tenues par l’organe disciplinaire. Le nombre d’autres compétences dont l’organe dispose est différent, le nombre de plaintes en cours est différent. Il y a une différence de politique de classement, une différence d’efficacité dans le fonctionnement des différents instituts professionnels, etc.

lende beroepsinstituten. Er zijn meerdere redenen die hiervan de oorzaak kunnen zijn. Zo kan er een verschil zijn in het aantal zittingen die gehouden worden door het tuchtorgaan. Het aantal andere bevoegdheden dat het orgaan heeft is verschillend, het aantal aanhangig gemaakte klachten is verschillend. Er is een verschil in seponeringsbeleid, een verschil in (efficie¨nte) werking van de verschillende beroepsinstituten, enz.

2. L’IPCF n’a, pendant la période 1994-2004, reçu aucune plainte concernant la fraude fiscale, ni de la part du fisc, ni de la part des parquets. Les jugements et arrêts qu’a reçu l’IPCF des parquets ne concernaient pas non plus des dossiers de fraude fiscale.

Wat het BIBF betreft, dit beroepsinstituut heeft gedurende de periode 1994-2004 geen enkele klacht inzake fiscale fraude ontvangen, noch vanwege de fiscus, noch vanwege de parketten. De vonnissen en arresten die het BIBF ontving van de parketten betroffen evenmin dossiers inzake fiscale fraude.

Les questions concernant l’IEC et TIRE sont de la compétence de mon collègue, M. Marc Verwilghen, ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique. (Question no 178 van 23 novembre 2004.)

De vragen omtrent het IAB en het IBR vallen onder de bevoegdheid van mijn collega, de heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. (Vraag nr. 178 van 23 november 2004.)



Emploi

Werk

DO 2003200421103

DO 2003200421103

Question no 71 de M. Staf Neel du 17 mars 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 71 van de heer Staf Neel van 17 maart 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Employeurs. — Travailleurs. — Démission sur demande.

Werkgevers. — Werknemers. — Ontslag op verzoek.

Il est fréquent que des travailleurs demandent à leur employeur de les licencier, pour des motifs divers comme l’obtention d’un nouvel emploi de meilleure qualité exigeant d’être choˆmeur complet indemnisé.

Werkgevers krijgen geregeld het verzoek van personeel om te worden ontslagen. Dit kan om allerhande redenen zijn, zoals het vinden van een nieuwe en betere betrekking, die vereist dat men uitkeringsgerechtigd werkloos is.

E´tant donné qu’un choˆmeur volontaire ne peut prétendre ni à un revenu de remplacement ni à un statut de travailleur à temps partiel avec maintien des droits, l’intéressé cherche parfois à parvenir à un accord avec son employeur.

Aangezien een vrijwillige werkloze geen aanspraak kan maken op een vervangingsinkomen of op het statuut van deeltijds werknemer met behoud van rechten, wordt soms getracht om tot een akkoord met de werkgever te komen.

1. Pouvez-vous nous indiquer si des controˆles sont exercés dans ce cadre et en quoi consistent les nouvelles sanctions ?

1. Kan u meedelen of men hierop enige controle uitoefent en waaruit de eventuele sanctie bestaat ?

2. Dispose-t-on de données chiffrées à ce sujet ?


2004

2. Zijn hierover cijfers bekend ? 2005


1084

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8576

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 71 de M. Staf Neel du 17 mars 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 71 van de heer Staf Neel van 17 maart 2004 (N.) :

En réponse à votre question, je peux vous communiquer que le problème que vous soulevez est assez complexe et que les situations dans lequelles il y a licenciement de commun accord entre employeur et travailleur peuvent être assez diverses.

In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat het probleem dat u aanhaalt zeer complex is en dat de omstandigheden in dewelke er een ontslag voorkomt met onderling akkoord tussen werkgever en werknemer zeer divers kunnen zijn.

La base de départ d’un controˆle éventuel des services de l’Office national de l’emploi sont, bien sûr, les données mentionnnées sur le formulaire C4, qui sert à demander des allocations de choˆmage.

De vertrekbasis van een eventuele controle door de diensten van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening zijn natuurlijk de gegevens die vermeld worden op het formulier C4, dat dient om werkloosheidsuitkeringen aan te vragen.

Il va de soi que, lorsque ce formulaire mentionne comme raison de licenciement un commun accord ou la demande du travailleur, le travailleur concerné sera convoqué et entendu et éventuellement sanctionné.

Het spreekt vanzelf dat, wanneer dit formulier als reden van ontslag een gemeenschappelijk akkoord of de vraag van de werknemer vermeldt de betrokken werknemer zal opgeroepen worden om verhoord te worden en eventueel een sanctie zal krijgen.

Toutefois, il y a des exceptions à cette règle, par exemple, et vous mentionnez le cas aussi, lorsque il y a licenciement de commun accord ou à la demande du travailleur lorsque ce travailleur a trouvé un autre emploi. L’article 51, alinéa 3, 1o de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 prévoit d’ailleurs expressément que les dispositions dudit article, relatives aux exclusions prévues pour les choˆmeurs qui sont devenus choˆmeurs volontaires ne s’appliquent pas lorsque le travailleur a exercé un nouvel emploi pendant au moins quatre semaines préalablement à la demande d’allocations.

Nochtans bestaan er uitzonderingen op deze regel, bijvoorbeeld, en u vermeldt eveneens dit geval, wanneer er een ontslag plaatsgrijpt met gemeenschappelijk akkoord of op vraag van de werknemer wanneer deze een andere betrekking heeft gevonden. Artikel 51, derde lid, 1o van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering voorziet trouwens expliciet dat de bepalingen van dit artikel betreffende de uitsluitingen van het recht op uitkeringen van werknemers die vrijwillig werkloos geworden zijn niet van toepassing zijn wanneer de werknemer een nieuwe betrekking uitgeoefend heeft gedurende minstens vier weken voor een nieuwe uitkeringsaanvraag.

En ce qui concerne les autres cas où il y a licenciement à la demande du travailleur, parfois seulement constatés après enquête de l’Office national de l’emploi, j’ai le regret de devoir vous annoncer que ledit Office ne dispose pas de chiffres spécifiques, mais que ces cas sont repris dans les statistiques globales relatives aux sanctions infligées pour abandon d’emploi.

Wat betreft de andere gevallen waar er een ontslag gebeurt op vraag van de werknemer, waar dit niet vermeld wordt op de C4 en die soms slechts geconstateerd worden na een onderzoek door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, spijt het mij u te moeten meedelen dat de Rijksdienst niet over specifieke cijfergegevens beschikt daar deze gevallen opgenomen zijn in de globale statistieken betreffende de opgelegde sancties wegens werkverlating.

DO 2003200432186

DO 2003200432186

Question no 129 de M. Guy D’haeseleer du 20 septembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 129 van de heer Guy D’haeseleer van 20 september 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Inspecteurs sociaux de l’ONEM. — Controˆles. — Violence physique.

Sociaal inspecteurs van de RVA. — Controles. — Fysiek geweld.

Il arrive que des inspecteurs sociaux de l’ONEM soient physiquement menacés lors de controˆles, surtout lorsqu’il est question de travail au noir.

Het gebeurt dat sociaal inspecteurs van de RVA fysiek bedreigd worden door werklozen tijdens het uitvoeren van controles, vooral wanneer het gaat om zwartwerk.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8577

1. Combien de cas de violence physique ont été signalés en 2003 ?

1. Hoeveel gevallen van fysiek geweld werden er in 2003 gesignaleerd ?

2. Dans combien de cas les inspecteurs ont-ils effectivement déposé plainte auprès des services de police ?

2. In hoeveel gevallen werd er ook effectief door de inspecteurs klacht ingediend bij de politiediensten ?

3. Combien de plaintes ont abouti à une condamnation ?

3. Hoeveel klachten hebben uiteindelijk als gevolg gehad dat de daders werden veroordeeld ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 129 de M. Guy D’haeseleer du 20 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 129 van de heer Guy D’haeseleer van 20 september 2004 (N.) :

En 2003, aucun cas de violence physique envers des controˆleurs sociaux n’a été signalé à l’administration centrale de l’Office national de l’emploi.

In de loop van het jaar 2003 werden aan het hoofdbestuur van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening geen gevallen van fysiek geweld tegen sociaal controleurs gemeld.

Par conséquent aucun cas physique n’a donc fait formellement l’objet d’un dépoˆt de plainte auprès de la police, et il n’a donc pas eu de condamnation.

Bijgevolg werd dus geen klacht neergelegd bij de politie, noch werd er iemand veroordeeld.

DO 2003200432272

DO 2003200432272

Question no 132 de Mme Simonne Creyf du 30 septembre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 132 van mevrouw Simonne Creyf van 30 september 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Titres-services. — Offre dans la région de HalVilvorde.

Dienstencheques. — Aanbod in de regio HalleVilvoorde.

Les besoins des ménages sont les mêmes dans les différentes régions et communes de Belgique : chaque ménage devrait donc, s’il le souhaite, pouvoir recourir sans problème à des services susceptibles d’être rémunérés par des titres-services. Or, certaines communes dans la région de Hal-Vilvorde se demandent si l’offre dans leur région est bien aussi étoffée qu’ailleurs.

De noden van gezinnen zijn in de verschillende Belgische regio’s en gemeenten dezelfde : ieder gezin zou — indien het dat wenst — gemakkelijk een beroep moeten kunnen doen op de diensten die met dienstencheques kunnen worden betaald. Enkele gemeenten uit de regio Halle-Vilvoorde, twijfelen er aan of het aanbod in hun streek even groot is als elders.

1. a) Pourriez-vous dès lors faire une comparaison entre la situation dans les différentes provinces, en vous intéressant plus particulièrement à la situation dans les communes de la région de Hal-Vilvorde ?

1. a) Kan u daarom een vergelijking maken tussen de verschillende provincies en meer in het bijzonder met de gemeenten in de regio Halle-Vilvoorde ?

b) Si différences il y a, s’agit-il de différences significatives ?

b) Gaat het om significante verschillen ?

c) Dispose-t-on de données relatives au nombre de titres vendus et utilisés par commune ?

c) Zijn er gegevens beschikbaar over het aantal verkochte en het aantal gebruikte cheques per gemeente ?

2. Les éventuelles différences constatées entre la région de Hal-Vilvorde et d’autres communes dans d’autres régions s’expliquent-elles par des variations sur le plan de la demande ou sur le plan de l’offre de services ?

2. Indien er verschillen zijn tussen de regio HalleVilvoorde en gemeenten uit andere regio’s, hangen die dan samen met een verschil in de vraag naar of een verschil in het aanbod van dienstenactiviteiten ?

3. Envisagez-vous de prendre des mesures incitatives, en fonction d’éventuelles différences au niveau de l’offre, afin de renforcer l’offre dans certaines régions ?

3. Overweegt u op basis van eventuele verschillen aan aanbodzijde stimulerende maatregelen te nemen om het aanbod in bepaalde regio’s te versterken ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8578

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 132 de Mme Simonne Creyf du 30 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 132 van mevrouw Simonne Creyf van 30 september 2004 (N.) :

1. a) Fin septembre 2004, il y avait 743 entreprises agréées dans le cadre du dispositif des titresservices. La répartition par province était la suivante : Anvers : 93, Brabant flamand : 68, Brabant wallon : 24, Flandre occidentale : 126, Flandre orientale : 94, Hainaut : 83, Liège : 62, Limbourg : 87, Luxembourg : 46, Namur : 23. Il y avait 37 entreprises agréées dans la région de Bruxelles-Capitale. L’arrondissement de HalVilvorde comptait 32 entreprises agréées.

1. a) Eind september 2004 waren er 743 erkende ondernemingen in de regeling dienstencheques. De opsplitsing per provincie was als volgt : 93 in Antwerpen, 68 in Vlaams-Brabant, 24 in Waals-Brabant, 126 in West-Vlaanderen, 94 in Oost-Vlaanderen, 83 in Henegouwen, 62 in Luik, 87 in Limburg, 46 in Luxemburg en 23 in Namen. In BrusselHoofdstad waren er 37 erkende ondernemingen. In het arrondissement Halle-Vilvoorde waren er 32 erkende ondernemingen.

b) L’arrondissement de Hal-Vilvorde compte 4,30 % des entreprises agréées, ce qui signifie une légère sous-représentation sur base du nombre de ses habitants.

b) Het arrondissement Halle-Vilvoorde heeft 4,30 % van de erkende ondernemingen, wat een lichte ondervertegenwoordiging betekent op basis van zijn aantal inwoners.

c) Les données concernant le nombre des titresservices vendus et utilisés par commune sont disponibles.

c) Er zijn gegevens beschikbaar over het aantal verkochte en het aantal gebruikte cheques per gemeente.

2. Fin septembre 2004, il y avait 193 512 titresservices achetés par des utilisateurs domiciliés dans l’arrondissement de Hal-Vilvorde. Ce nombre représente 4,1 % du nombre total des titres-services achetés, ce qui signifie également une légère sous-représentation sur base du nombre de ses habitants.

2. Eind september 2004 waren 193 512 dienstencheques aangekocht door gebruikers die gedomicilieerd waren in het arrondissement Halle-Vilvoorde. Dit betekent 4,1 % van het totaal aantal aangekochte dienstencheques, wat eveneens een lichte ondervertegenwoordiging inhoudt op basis van zijn aantal inwoners.

3. Le ministre de l’Emploi agrée les entreprises pouvant exercer des activités dans le cadre du système des titres-services, après avis de la commission consultative d’agréments. Les conditions d’agrément sont fixées par la réglementation concernant les titresservices. Il n’est pas possible de favoriser des entreprises dans certaines sous-régions lors de l’octroi d’un agrément. Ce serait contraire à la réglementation susvisée et au principe de l’égalité.

3. De minister van Werk erkent de ondernemingen die activiteiten kunnen verrichten in de regeling dienstencheques, na advies van de adviescommissie erkenningen. De erkenningsvoorwaarden zijn vastgelegd in de regelgeving betreffende de dienstencheques. Het is niet mogelijk om ondernemingen in bepaalde subregio’s te bevoordelen bij het toekennen van een erkenning. Dit zou strijdig zijn met de voornoemde regelgeving en met het gelijkheidsbeginsel.

DO 2003200432332

DO 2003200432332

Question no 139 de Mme Maggie De Block du 5 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 139 van mevrouw Maggie De Block van 5 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Réinsertion des femmes au foyer sur le marché de l’emploi.

Herintreding van huisvrouwen op de arbeidsmarkt.

Il ressort d’une étude réalisée par l’Institut supérieur du travail (IST) qu’une femme au foyer sur trois souhaite réintégrer le marché de l’emploi pour des raisons financières ou pour briser l’isolement dans lequel elle se trouve. Parallèlement, force est de constater que les femmes aˆgées surtout maıˆtrisent beaucoup

Uit een studie van het Hoger Instituut voor de arbeid (HIVA) blijkt dat één op drie huisvrouwen wil herintreden op de arbeidsmarkt om financie¨le redenen of om het isolement te doorbreken. Tegelijk wordt vastgesteld dat vooral oudere vrouwen veel minder de moderne technieken beheersen en dus een ernstige ar-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8579

moins bien les nouvelles technologies et sont donc affectées d’un sérieux handicap dans leur recherche d’emploi. En définitive, à peine 17,5 % des femmes de plus de 55 ans sont actives dans notre pays. L’encouragement de la réinsertion des femmes au foyer sur le marché de l’emploi peut largement contribuer au relèvement du taux d’activité.

beidshandicap ondervinden in hun zoektocht naar werk. Uiteindelijk werkt in dit land amper 17,5 % van de vrouwen boven de 55 jaar. Met het oog op het verhogen van de activiteitsgraad kan het aanmoedigen van herintreding van huisvrouwen een belangrijke bijdrage vormen.

1. a) Envisagez-vous de prendre des mesures pour stimuler la réinsertion des femmes au foyer sur le marché de l’emploi ?

1. a) Overweegt u maatregelen te nemen om het herintreden van huisvrouwen op de arbeidsmarkt te stimuleren ?

b) Dans l’affirmative, lesquelles ?

b) Zo ja, welke ?

2. Envisagez-vous de mener une campagne de sensibilisation des femmes au foyer qui souhaitent réintégrer le marché de l’emploi afin de les aider à surmonter leurs réticences ?

2. Overweegt u een initiatief om huisvrouwen, die zich opnieuw wensen aan te bieden op de arbeidsmarkt, te sensibiliseren om hun drempelvrees te overwinnen ?

3. Allez-vous consulter des associations féminines à cet effet et éventuellement mener une action en collaboration avec elles ?

3. Gaat u hiervoor overleg plegen met vrouwenorganisaties en eventueel in samenwerking met hen een initiatief op poten zetten ?

4. Envisagez-vous de faire examiner quelles procédures découragent actuellement les femmes de réintégrer le marché de l’emploi et éventuellement, de modifier ces procédures ?

4. Overweegt u te laten onderzoeken welke procedures momenteel het herintreden van huisvrouwen ontmoedigen en deze zonodig bijsturen ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 139 de Mme Maggie De Block du 5 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 139 van mevrouw Maggie De Block van 5 oktober 2004 (N.) :

Un effort important a déjà été fait en faveur des demandeurs d’emploi qui souhaitent s’insérer ou se réinsérer sur le marché de l’emploi. En effet, en application de l’article 3, alinéa premier, 6o, de l’arrêté royal du 19 décembre 2001 de promotion de l’emploi des demandeurs d’emploi de longue durée, inséré par l’arrêté royal du 26 mars 2003, les demandeurs d’emploi qui produisent la preuve qu’ils ont preste au moins 624 jours de travail ou jours y assimilés au sens de la réglementation du choˆmage au cours de leur carrière professionnelle sont considérés dans le cadre du plan activa comme des choˆmeurs complets indemnisés ayant droit à une allocation de travail, pour autant évidemment qu’ils remplissent les conditions concernant la durée d’inscription comme demandeur d’emploi.

Er werd reeds een belangrijke inspanning geleverd ten gunste van werkzoekenden die zich wensen in te schakelen of terug in te schakelen op de arbeidsmarkt. Inderdaad, met toepassing van artikel 3, eerste lid, 6o, van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 maart 2003, worden werkzoekenden die het bewijs leveren dat zij gedurende hun beroepsloopbaan ten minste 624 arbeidsdagen of daaraan gelijkgestelde dagen in de zin van de werkloosheidsreglementering gepresteerd hebben in het raam van het activa-plan beschouwd als een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze die gerechtigd is op een werkuitkering, uiteraard voor zover zij beantwoorden aan de vereisten inzake de inschrijvingsduur als werkzoekende.

Dans le dispositif des titres-services l’article 3, alinéa 2, de la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité a été modifié de sorte que le travailleur qui est engagé par une entreprise agréée ne doit plus être inscrit comme demandeur d’emploi dans un service régional de l’emploi.

In de regeling dienstencheques werd artikel 3, tweede lid, van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en buurtbanen gewijzigd bij de programmawet van 9 juli 2004, zodat de werknemer die door een erkende onderneming in dienst wordt genomen, niet meer moet ingeschreven zijn als werkzoekende bij een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.

Par ailleurs, je vous rappelle que le placement des travailleurs est une compétence des régions.

Overigens herinner ik u eraan dat de arbeidsbemiddeling een bevoegdheid is van de gewesten.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8580

DO 2003200432342

DO 2003200432342

Question no 141 de Mme Annemie Turtelboom du 6 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Lutte contre le travail au noir. — Inspections. — Controˆle des journaux publicitaires et autres médias. Les entrepreneurs sont de plus en plus nombreux à se plaindre de l’iniquité engendrée par le travail au noir. On peut trouver en abondance dans les journaux publicitaires des annonces dans lesquelles des « hommes à tout faire expérimentés » proposent leurs services à un tarif horaire incroyablement bas; ainsi, un prétendu « spécialiste en peinture et tapissage » propose par exemple ses services au tarif de 7 euros l’heure. Ses nom et adresse ne sont pas mentionnés. Seul figure dans l’annonce un numéro de GSM permettant de contacter l’intéressé. Non seulement ces pratiques génèrent une concurrence vis-à-vis des entrepreneurs mais elles sont en outre souvent le fait de leurs propres ouvriers qui travaillent ainsi après leurs heures. Ces derniers ne sont dès lors pas en mesure d’effectuer des heures supplémentaires sur les chantiers urgents, au risque de mettre les entrepreneurs en difficulté pour ce qui concerne le respect de leurs engagements à l’égard de leurs clients. Il me revient même que certains travailleurs veulent absolument prendre un congé de maladie pour pouvoir ensuite travailler au noir. 1. L’inspection compétente controˆle-t-elle également les journaux publicitaires ou d’autres médias (tels qu’internet) dans le cadre de la lutte contre le travail au noir ? 2. L’inspection est-elle compétente pour mener des enquêtes plus approfondies sur les annonces, par exemple en vérifiant qui a placé l’annonce en question, afin d’identifier ainsi le travailleur au noir et ensuite le ou la controˆler ?

Vraag nr. 141 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Strijd tegen het zwartwerk. — Inspecties. — Controle advertentiebladen en andere media.

3. Dans l’affirmative, combien de controˆles ont-ils été effectués au cours des dernières années et quels en étaient les résultats ? 4. Dans la négative, envisagez-vous de prendre des initiatives pour permettre aux inspections compétentes de procéder à des enquêtes plus approfondies sur les annonces suspectes et réprimer le cas échéant les agissements des contrevenants ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 141 de Mme Annemie Turtelboom du 6 octobre 2004 (N.) : Il existe une différence entre le « travail au noir » et le « travail frauduleux ».


2004

Meer en meer ondernemers klagen over de oneerlijkheid van het zwartwerk. In advertiebladen verschijnen frequent allerhande advertenties waarin « ervaren karweimannen » hun diensten aanbieden tegen een onrealistisch lage uurprijs. Een voorbeeld daaromtrent is iemand die zichzelf bestempelt als « gespecialiseerd in schilderen en behangen » en zijn diensten aanbiedt tegen 7 euro per uur. Naam en adres zijn onbekend. Enkel een GSM-nummer om betrokkenen te contacteren wordt afgedrukt. Probleem is niet alleen de concurrentie die ondernemers van deze praktijken ondervinden. Vaak zijn het immers hun werknemers die na hun uren gaan bijklussen. Tijd voor overuren in geval van dringende werkzaamheden hebben betrokkenen niet, waardoor de ondernemers in moeilijkheden dreigen te komen met hun aangegane engagementen ten aanzien van de klanten. Ons bereiken zelfs verhalen van werknemers die mordicus in ziekenverlof willen gaan om dan in het zwart te gaan bijklussen. 1. Worden door de bevoegde inspectie ook advertentiebladen of andere media (zoals internet) gecontroleerd in de strijd tegen het zwartwerk ? 2. Heeft de inspectie de bevoegdheid om verdachte advertenties dieper te onderzoeken, bijvoorbeeld door na te trekken wie de bewuste advertentie heeft geplaatst om op die manier de identiteit van de zwartwerker te ontdekken en hem of haar nadien te gaan controleren ? 3. Zo ja, hoeveel controles werden de afgelopen jaren verricht en wat waren daarvan de resultaten ? 4. Zo neen, neemt u initiatieven opdat de bevoegde inspecties verdachte advertenties dieper kunnen onderzoeken en overtreders zo nodig beteugelen ?

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 141 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 oktober 2004 (N.) : Er bestaat een verschil tussen « zwartwerk » en « sluikwerk ». 2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8581

Il y a travail au noir quand un travailleur exécute, sous l’autorité de son employeur, des prestations pour lesquelles aucune déclaration (préalable) à la sécurité sociale n’a été établie.

Zwartwerk ontstaat wanneer een werknemer, onder gezag van zijn werkgever, prestaties uitvoert waarvoor geen (voorafgaande) aangifte aan de sociale zekerheid gebeurt.

Le travail frauduleux suppose que des prestations sont effectuées en tant qu’indépendant

Sluikwerk daarentegen bestaat uit het leveren van prestaties op zelfstandige basis.

Les exemples et plaintes cités visent des infractions à cette dernière réglementation.

De aangegeven voorbeelden en klachten betreffen inbreuken op deze laatste wet.

Le travail au noir est en droit celui effectué en infraction à la législation sur les documents sociaux (arrêté royal no 5), à la réglementation ONSS (loi de 1969), à la loi du 16 mars 1971 sur le travail, au travail à temps partiel (loi-programme de 1989), à la loi du 30 avril 1999 relative à l’occupation de travailleurs étrangers ou à celle du 6 avril 1960 concernant l’exécution de travaux de construction.

Zwartwerk wordt juridisch vertaald in een inbreuk op de wetgeving sociale documenten (koninklijk besluit nr. 5), de RSZ-wetgeving (wet van 1969), de arbeidswet van 16 maart 1971, deeltijdse arbeid (programmawet van 1989), de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers of de wet van 6 april 1960 betreffende de uitvoering van bouwwerken.

Le travail frauduleux vise les infractions à la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal.

Siuikwerk daarentegen betreft een inbreuk op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter.

La direction générale Controˆle des lois sociales (appelée ci-dessous inspection du travail) est compétente pour le controˆle de toutes formes de travail au noir. Elle ne l’est pas pour rechercher les infractions en matière de travail clandestin dans le cadre de la loi du 6 juillet 1976.

De algemene directie Toezicht sociale wetten (verder arbeidsinspectie genoemd) is bevoegd om controle uit te voeren op allerlei vormen van zwartwerk. Zij is niet bevoegd om inbreuken op te sporen inzake sluikwerk in het kader van deze wet van 6 juli 1976.

L’inspection du travail est également compétente pour le controˆle des cartes professionnelles délivrées dans le cadre de la loi du 19 février 1965 relative à l’exercice, par les étrangers, des activités professionnelles indépendantes.

De arbeidsinspectie is wel bevoegd om toezicht uit te oefenen op de beroepskaarten die worden afgeleverd in het kader van de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen.

La loi du 6 juillet 1976 sur la répression du travail frauduleux désigne les fonctionnaires du SPF Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie et ceux du SPF Finances pour le controˆle de l’application de cette loi.

De wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk duidt ambtenaren van de FOD Economie en Middenstand en ambtenaren van FOD Financie¨n aan om toezicht uit te oefenen op deze wet.

Pour plus d’informations sur le respect de cette loi et les controˆles à ce sujet, il convient de vous adresser aux ministres compétents pour l’Ećonomie et les Finances.

Voor meer informatie over de naleving van deze wet en de controles daarop, moet ik u dan ook doorverwijzen naar de bevoegde ministers voor Economie en voor Financie¨n.

Je puis vous répondre ce qui suit à vos questions concrètes en ce qui concerne la direction générale Controˆle des lois sociales :

Op uw concrete vragen kan het volgende geantwoord worden wat de algemene directie Toezicht sociale wetten aangaat :

1o L’inspection du travail procède de fait à un controˆle des annonces dans la presse, mais de manière non systématique.

1o De arbeidsinspectie kijkt wel advertentiebladen na, maar ze doet dit niet op systematische wijze.

2o L’inspection du travail peut, en vertu des pouvoirs lui conférés par la loi du 16 novembre 1972 concernant l’inspection du travail, procéder à un examen plus approfondi des annonces jugées suspectes. Elle doit néanmoins tenir compte de la législation sur la protection de la vie privée. Ainsi par exemple le nom du titulaire d’un numéro de GSM ne

2o De arbeidsinspectie heeft de bevoegdheid om verdachte advertenties dieper te onderzoeken en dit in het kader van haar bevoegdheden toegekend door de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie. Zij moet daarbij wel rekening houden met de bepalingen van de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8582

peut être obtenu qu’après intervention de l’autorité judiciaire.

eigenaar van een GSM-nummer kan bijvoorbeeld slechts bekomen worden na gerechtelijke tussenkomst. Er worden geen statistische gegevens bijgehouden over deze aard van controles door de arbeidsinspectie. De nieuwe, federale raad voor de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude kan, binnen het kader van haar doelstelling, beoordelen of deze vorm van controles nuttig kunnen zijn in de strijd tegen het zwartwerk.

3o L’inspection du travail n’établit pas de données statistiques se rapportant à ce type de controˆle.

3o

4o Le nouveau Conseil fédéral de lutte contre le travail illégal et la fraude sociale pourra décider, dans le cadre des objectifs qui lui sont fixés, de l’utilité de cette forme de controˆle pour la lutte contre le travail au noir.

4o

DO 2003200432361

DO 2003200432361

Question no 145 de M. Patrick De Groote du 7 octobre 2005 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs : Frais d’administration des différents organismes de paiement des allocations de choˆmage. ` combien se sont élevés les frais d’administration A des différents organismes de paiement des allocations de choˆmage depuis l’an 2000 ? Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 145 de M. Patrick De Groote du 7 octobre 2005 (N.) : Concernant l’intervention de l’Office national de l’Emploi dans les frais d’administration des organismes de paiement pour les années 2000 jusqu’à 2003, les indemnités suivantes leur ont été octroyées en application de l’arrêté royal du 16 septembre 1991 portant fixation des indemnités pour les frais d’administration des organismes de paiement des allocations de choˆmage.

Vraag nr. 145 van de heer Patrick De Groote van 7 oktober 2005 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken : Administratiekosten voor de verschillende uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen. Hoeveel bedroegen de administratiekosten voor de verschillende uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen vanaf het jaar 2000 ? Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 145 van de heer Patrick De Groote van 7 oktober 2005 (N.) : Met betrekking tot de tussenkomst van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening in de administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen werden hen voor de jaren 2000 tot 2003 volgende vergoedingen toegekend in toepassing van het koninklijk besluit van 16 september 1991 tot vaststelling van de vergoedingen voor administratiekosten van de uitbetalingsinstellingen belast met de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen. De afrekening van de vergoeding met betrekking tot het dienstjaar 2002 werd ter goedkeuring overgemaakt aan de voogdijoverheid. De gegevens voor 2003 betreffen voorschotten. Deze voorschotten werden overeenkomstig de principes vervat in het voormelde koninklijk besluit van 16 september 1991 en met gebruikmaking van voorlopige parameters in maandelijkse schijven aan de uitbetalingsinstellingen overgemaakt. De definitieve afrekening kan slechts uitgevoerd worden wanneer alle parameters van de berekeningsformule als definitieve waarde bekend zijn.

Le décompte de l’indemnité concernant l’exercice 2002 a été transmis pour approbation à l’autorité de tutelle. Les données 2003 concernent des avances. Ces avances ont été payées en tranches mensuelles aux organismes de paiement, conformément aux principes énoncés par l’arrêté royal précité du 16 septembre 1991 et en tenant compte des paramètres provisoires. Le décompte final ne peut être effectué que lorsque tous les paramètres de la formule de calcul seront définitivement connus.

Euro

FGTB. — ABVV ................................ CSC. — ACV .....................................


Décompte final — Definitieve afrekening

Avances — Voorschotten

2000

2001

2002

2003

49 040 926 57 389 777

53 228 022 62 412 779

56 548 753 65 591 863

58 502 998 68 284 999

2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

Euro

8583

Décompte final — Definitieve afrekening

Avances — Voorschotten

2000

2001

2002

2003

CGSLB. — ACLVB ............................ CAPAC. — HVW ..............................

10 276 862 19 789 340

10 896 390 19 747 041

11 524 984 21 853 000

11 821 999 22 692 999

Total. — Totaal ..................................

136 496 905

146 284 232

155 518 600

161 302 995

DO 2003200432370

DO 2003200432370

Question no 146 de M. Jo Vandeurzen du 7 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 146 van de heer Jo Vandeurzen van 7 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Heures supplémentaires des cadres.

Overuren gepresteerd door kaderleden.

1. Quelle est la réglementation régissant les heures supplémentaires des cadres ?

1. Wat zijn de bestaande regelingen in verband met overuren die gepresteerd worden door kaderleden ?

2. Ces heures supplémentaires doivent-elles faire l’objet d’une rémunération spéciale ?

2. Moeten die extra vergoed worden ?

3. Cette législation s’applique-t-elle également aux CPAS et aux établissements de soins autonomes (cf. association, chapitre XII de la loi organique des CPAS) ?

3. Is deze wettelijke regeling ook van toepassing op OCMW’s en autonome verzorgingsinstellingen (cf. vereniging, hoofdstuk XII van de OCMW-wet) ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 146 de M. Jo Vandeurzen du 7 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 146 van de heer Jo Vandeurzen van 7 oktober 2004 (N.) :

La notion de personnel de cadre n’existe au niveau du droit social que dans le cadre des élections sociales. La loi du 16 mars 1971 sur le travail, qui réglemente la durée du travail, ne contient donc aucune disposition spécifique concernant cette catégorie de travailleurs.

Het begrip kaderpersoneel bestaat op het vlak van sociaal recht enkel in het kader van de sociale verkiezingen. De arbeidswet van 16 maart 1971, die de arbeidsduur regelt, bevat dus geen enkele specifieke bepaling betreffende deze categorie van werknemers.

Cette loi exclut du champ d’application des dispositions en matière de durée du travail les travailleurs désignés par le Roi comme investis d’un poste de direction ou de confiance.

Deze wet sluit uit het toepassingsgebied van de bepalingen betreffende de arbeidsduur, de door de Koning aangewezen werknemers die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden.

Dans le secteur privé, l’arrêté royal du 10 février 1965 détermine quelles sont ces personnes.

In de privé-sector bepaalt het koninklijk besluit van 10 februari 1965 welke deze personen zijn.

Cet arrêté comprend des fonctions exercées dans tous les secteurs de l’économie (directeurs, sousdirecteurs, gérants ...) et des fonctions exercées dans des secteurs particuliers (les banques, le secteur hoˆtelier ...).

Dit besluit bevat functies uitgeoefend in alle sectoren van de economie (directeurs, onderdirecteurs, filiaalhouders ...) en functies uitgeoefend in particuliere sectoren (de banken, de hotelsector ...).

Les cadres ne sont pas directement visés par l’arrêté royal, seules les personnes assumant une des fonctions citées dans l’arrêté royal sont exclues des dispositions

De kaderleden worden niet rechtstreeks geviseerd door het koninklijk besluit, enkel de personen die één van de functies als vermeld in het koninklijk besluit


2004

2005


1085

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8584

en matière de durée de travail; par ailleurs, comme le souligne la jurisprudence, cet arrêté royal étant dérogatoire à la loi, ses dispositions sont de stricte interprétation (Trib. trav. Bruxelles 22 mai 1991, JDS 91, p. 359).

uitoefenen, zijn uitgesloten van de bepalingen inzake arbeidsduur; bovendien, zoals wordt benadrukt in de rechtspraak, dienen de bepalingen van dit koninklijk besluit strikt te worden geı¨nterpreteerd, waar dit afwijkt van de wet (Arbrb. Brussel 22 mei 1991, JDS 91, p. 359).

Dans la mesure où un travailleur occupe une des fonctions visées par l’arrêté royal susmentionné, il est donc exclu de toutes les dispositions en matière de durée du travail, y compris les dispositions relatives aux heures supplémentaires et aux sursalaires.

Voor zover een werknemer één van de functies uitoefent die worden geviseerd in het vermelde koninklijk besluit, zal hij bijgevolg uitgesloten worden van alle bepalingen inzake arbeidsduur, inclusief de bepalingen aangaande overuren en overloon.

De nombreuses décisions de jurisprudence ont trait à la problématique du sursalaire concernant le personnel de direction et de confiance.

Talrijke rechterlijke beslissingen behandelen de problematiek van overloon voor personeel dat een leidende functie uitoefent of een vertrouwenspost bekleedt.

Deux tendances principales peuvent être relevées dans cette jurisprudence.

In deze rechtspraak kunnen twee belangrijke strekkingen worden teruggevonden.

Selon une première tendance, les travailleurs ainsi exclus ne peuvent prétendre à aucune rémunération pour ces heures de travail supplémentaires (C. trav. Gand 21 novembre 1986, Chr. D.S. 1987, p. 279; Trib. trav. Tournai 22 décembre 1989 JLMB 1990, p. 1032; C. trav. Liège 27 février 1991, JLMB 1991, p. 729; Cass. 10 janvier 2000, JTT 2000, p. 73).

Volgens een eerste strekking kunnen de werknemers die aldus worden uitgesloten aanspraak maken op geen enkele vertoning voor deze bijkomende arbeidsuren (Arbh. Gent 21 november 1986, SRC 1987, p. 279; Arbrb. Doornik 22 december 1989, JLMB 1990, p. 1032; Arbh. Luik 27 februari 1991, JLMB 1991, p. 729; Cass. 10 januari 2000, JTT 2000, p. 73).

La seconde tendance considère que les travailleurs peuvent obtenir la rémunération, mais non les sursalaires, des heures qu’ils prestent au-delà de l’horaire normal de l’entreprise, à condition qu’ils puissent invoquer une autre source de droit qui peut être le contrat de travail (C. trav. Anvers 20 janvier 1989, R.G. 503/87; C. trav. Gand 16 mars 1992, JTT 1993, p. 29; C. trav. Liège 19 novembre 2001, JTT 2002, p. 148), l’usage (C. trav. Bruxelles, 9 mars 1988, RDS 1988, p. 442; C. trav. Gand 22 décembre 1993, JTT 1994, p. 287, R.W. 1994-95, p. 1130) ou l’équité, par exemple lorsque la rémunération de ce travailleur est trop basse pour couvrir les heures prestées en dehors de l’horaire normal. Par contre dans le cas où la rémunération est élevée, on pourrait considérer qu’elle couvre l’ensemble de la prestation (C. trav. Bruxelles, 16 novembre 1993, RDS 1993, p. 436; C. trav. Anvers 4 novembre 1997, RG 58/95; C.T. Liège 19 novembre 2001, JTT 2002, p. 148).

De tweede strekking meent dat de werknemers voor de uren die zij presteren buiten het normale uurrooster van de onderneming, het loon kunnen bekomen, maar niet het overloon, op voorwaarde dat zij een andere rechtsbron kunnen inroepen, mogelijks de arbeidsovereenkomst (Arbh. Antwerpen 20 januari 1989, A.R. 503/87; Arbh. Gent 16 maart 1992, JTT 1993, p. 29; Arbh. Luik 19 november 2001, JTT 2002, p. 148), het gebruik (Arbh. Brussel 9 maart 1988, TSR 1988, p. 442; Arbh. Gent 22 december 1993, JTT 1994, p. 287, R.W. 1994-95, p. 1130) of de billijkheid, bijvoorbeeld indien het loon van deze werknemer te laag is om de uren gepresteerd buiten het normale uurrooster te dekken. In geval het loon daarentegen hoog is, zou men kunnen stellen dat het het geheel van de prestaties omvat (Arbh. Brussel 16 november 1993, TSR 1993, p. 436; Arbh. Antwerpen 4 november 1997, A.R. 58/95; Arbh. Luik 19 november 2001, JTT 2002, p. 148).

En fonction du cas d’espèce soumis au juge, ces deux tendances de la jurisprudence peuvent parfois se recouper.

Naargelang de concrete casus die wordt voorgelegd aan de rechter, kunnen deze twee strekkingen uit de rechtspraak elkaar soms kruisen.

Les dispositions en matière de durée du temps de travail prévues par la loi du 16 mars 1971 ne sont pas applicables aux personnes occupées par l’E´tat, les régions et les communautés, les provinces, les communes, les établissements publics qui en dépendent et les organismes d’intérêt public, sauf si elles sont occupées

De bepalingen inzake arbeidsduur als voorzien bij de wet van 16 maart 1971 zijn niet toepasselijk op personen tewerkgesteld door de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen die er onder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8585

par des établissements dispensant des soins de santé, de prophylaxie et d’hygiène.

tewerkgesteld zijn door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygie¨nische verzorging verlenen.

Les établissements dispensant des soins de santé, de prophylaxie et d’hygiène dépendant des CPAS relèvent donc du champ d’application de la loi du 16 mars 1971. Par établissements dispensant des soins de santé, de prophylaxie et d’hygiène il y a lieu d’entendre les hoˆpitaux, cliniques, polycliniques, cabinets médicaux, instituts médicaux et chirurgicaux, maternités, crèches-pouponnières, infirmeries, hospices, asiles, maisons de repos, sanatoriums, préventoriums et dispensaires (Doc. parl., Chambre, 1962-1963, no 476/ 1, p. 6).

De instellingen die geneeskundige, profylactische of hygie¨nische verzorging verlenen die ressorteren onder OCMW’s vallen dus onder het toepassingsgebied van de wet van 16 maart 1971. Onder instellingen die geneeskundige, profylactische of hygie¨nische verzorging verlenen dient te worden verstaan de ziekenhuizen, klinieken, polyklinieken, medische kabinetten, medische en heelkundige instituten, moederhuizen, kinderdagverblijven, verpleeginstellingen, gestichten, tehuizen, rusthuizen, sanatoria, preventoria en consultatiebureaus (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. 476/1, blz. 6)

DO 2004200502455

DO 2004200502455

Question no 160 de M. André Frédéric du 19 octobre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 160 van de heer André Frédéric van 19 oktober 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Demandeurs d’asile. — Conditions pour l’obtention d’occupation provisoire de travailleurs étrangers.

Asielzoekers. — Voorwaarden voor het verkrijgen van een voorlopige arbeidsvergunning door buitenlandse werknemers.

La situation de nombreux demandeurs d’asile en Belgique se dégrade continuellement. Sans aide sociale, sans emploi et sans revenus, certains vivent d’expédients ou de la charité publique. La plupart attendent depuis des mois voire des années, d’être régularisés, soit parce que leur demande n’a pas encore reçu de réponse, soit parce qu’ils ont introduit un recours pour raison exceptionnelle ou pour raison humanitaire.

De situatie van tal van asielzoekers in Belgie¨ gaat er voortdurend op achteruit. Sommigen onder hen ontvangen geen maatschappelijke bijstand, hebben geen werk en dus geen inkomsten, trachten zelf met alle mogelijke middelen te overleven of zijn aangewezen op liefdadigheid. De meesten onder hen moeten maanden of zelfs jarenlang wachten op een regularisatie van hun situatie, ofwel omdat zij nog geen antwoord op hun aanvraag hebben gekregen, ofwel omdat zij beroep hebben ingesteld om uitzonderlijke of humanitaire redenen.

En application de la circulaire du 1er avril 2003, certains demandeurs d’asile peuvent obtenir une autorisation provisoire d’occupation, d’une durée renouvelable. Il s’agit :

Overeenkomstig de circulaire van 1 april 2003 kunnen sommige asielzoekers een voorlopige arbeidsvergunning krijgen. Het betreft :

— des ressortissants étrangers qui ont introduit une demande de régularisation sur base de la loi du 22 décembre 1999, alors qu’au 1er avril 2003 aucune décision n’était intervenue quant à cette demande;

— buitenlandse onderdanen die een aanvraag tot regularisatie van het verblijf op grond van de wet van 22 december 1999 hebben ingediend, en voor wie er op 1 april 2003 nog geen enkele beslissing met betrekking tot die aanvraag was genomen;

— des ressortissants étrangers qui, avant le 10 janvier 2000, ont introduit une demande de régularisation sur base de l’article 9, troisième alinéa de la loi du 15 décembre 1980, et pour lesquels aucune décision n’est encore intervenue au 1er avril 2003.

— buitenlandse onderdanen die voó´r 10 januari 2000 een aanvraag tot regularisatie op grond van artikel 9, derde lid van de wet van 15 december 1980 hebben ingediend, en voor wie er op 1 april 2003 nog geen enkele beslissing was genomen.

Même si cette circulaire représente indéniablement une avancée en matière de droits des étrangers, certaines catégories sont toujours maintenues à l’écart du

Ook al vormt die circulaire ontegensprekelijk een vooruitgang op het stuk van de rechten van de vreemdelingen, toch worden bepaalde categoriee¨n onder hen


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8586

marché du travail. Je pense notamment à toutes les personnes qui ont introduit une demande de régularisation après le 10 janvier 2000, soit pour raison humanitaire, soit pour motif exceptionnel. Ces personnes manifestent par leur persévérance leur intention de demeurer légalement en Belgique, alors que toutes les circonstances semblent les inciter à partir : aucun moyen de subsistance, pas de permis de travail et la peur quotidienne de l’expulsion.

nog altijd de toegang tot de arbeidsmarkt ontzegd. Ik denk met name aan alle personen die na 10 januari 2000 een aanvraag tot regularisatie hebben ingediend, hetzij om humanitaire, hetzij om uitzonderlijke redenen. Door hun volharding geven die mensen aan dat zij op een wettige manier in ons land willen verblijven, hoewel de omstandigheden hen er zouden moeten toe aanzetten het land te verlaten : zij hebben immers geen bestaansmiddelen en geen arbeidsvergunning en leven dagelijks met de angst om het land te worden uitgezet.

Permettre à ces personnes de subvenir à leurs besoins en exerçant une activité professionnelle légalement reconnue, c’est lutter contre le travail au noir qui mine l’économie nationale. C’est aussi leur assurer une protection contre toutes les formes d’exploitation dont ils sont trop souvent victimes.

Door die mensen in staat te stellen in hun behoeften te voorzien via het uitoefenen van een wettelijk erkende beroepsactiviteit, kan het zwartwerk, dat de nationale economie ondermijnt, worden bestreden. Op die manier zouden zij ook kunnen worden beschermd tegen allerhande vormen van uitbuiting waarvan zij maar al te vaak het slachtoffer zijn.

Les insérer dans la vie de la cité en tant que travailleurs, c’est aussi revaloriser leur statut aux yeux de la population autochtone et c’est souper court aux arguments xénophobes.

Door hen als werknemers in de maatschappij te integreren, kan men tevens hun status in de ogen van de autochtone bevolking opwaarderen en xenofobe argumenten in de kiem smoren.

Comptez-vous élargir les conditions pour l’obtention d’occupation provisoire de travailleurs étrangers ?

Op welke manier zal u de voorwaarden voor het verkrijgen van de voorlopige arbeidsvergunning voor buitenlandse werknemers verruimen ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 160 de M. André Frédéric du 19 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 160 van de heer André Frédéric van 19 oktober 2004 (Fr.) :

En premier lieu, il faut noter que les demandeurs d’asile dont la demande a été jugée recevable peuvent, pendant la durée de l’examen de leur demande d’asile, bénéficier du permis de travail C. Ce permis est valable pour tous les employeurs et toutes les professions; il peut avoir une durée maximale d’un an, renouvelable. Il prend fin lorsqu’une décision définitive intervient quant au bien-fondé de leur demande de reconnaissance comme réfugié.

Er moet in de eerste plaats worden op gewezen dat de asielzoekers van wie de aanvraag ontvankelijk werd verklaard, gedurende de tijd nodig voor het onderzoek van hun asielaanvraag, aanspraak kunnen maken op de arbeidskaart C. Die arbeidskaart is geldig voor alle werkgevers en voor alle beroepen; de maximale duur van dergelijke arbeidskaart bedraagt één jaar en is hernieuwbaar. De arbeidskaart verliest alle geldigheid wanneer een definitieve beslissing inzake de gegrondheid van asielaanvraag wordt genomen.

Par conséquent, la circulaire du 1er avril 2003 ne concerne pas les candidats réfugiés mais, entre autres, des personnes qui ont été définitivement déboutées du droit d’asile et qui ont introduit une demande de régularisation. Cette circulaire vise, à titre transitoire, à maintenir les droits en matière d’accès à l’emploi des personnes qui ont introduit une demande de régularisation sur base de la loi du 22 décembre 1999 ou, avant le 10 janvier 2000, sur base de l’article 9, 3o de la loi du 15 décembre 1980.

De omzendbrief van 1 april 2003 heeft dan ook geen betrekking op de asielzoekers, maar wel ondermeer op personen die definitief uitgeprocedeerd zijn inzake asielrecht en die een aanvraag tot regularisatie hebben ingediend. Bedoelde omzendbrief heeft tot doel om tijdelijk de rechten inzake toegang tot de arbeidsmarkt te vrijwaren van personen die een aanvraag tot regularisatie hebben ingediend op grond van de wet van 22 december 1999 of voó´r 10 januari 2000, op grond van artikel 9, 3o van de wet van 15 december 1980.

Par définition, le nombre de personnes concernées par cette circulaire diminue au fil du temps.

Na verloop van tijd dient het aantal personen waarop bedoelde omzendbrief van toepassing is, uiteraard te verminderen.

Si l’accès au marché du travail doit être accordé à d’autres catégories de personnes en séjour précaire ou

Indien de toegang tot de arbeidsmarkt moet toegekend worden aan andere categoriee¨n van personen


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8587

limité, cela doit logiquement se faire par l’extension des catégories ayant droit au permis C. Ce fut récemment le cas par l’arrêté royal du 15 juillet 2004 qui prévoit l’octroi du permis C aux bénéficiaires de la protection temporaire.

met een precaire of beperkt verblijfsrecht, dient dit logischerwijze te gebeuren door uitbreiding van de categoriee¨n die recht hebben op de arbeidskaart C. Dergelijke uitbreiding werd onlangs nog doorgevoerd door het koninklijk besluit van 15 juli 2004 dat in de toekenning van de arbeidskaart C voorziet aan begunstigden van een tijdelijke bescherming.

Je n’envisage en tout cas pas d’élargir les conditions pour l’obtention d’une autorisation provisoire d’occupation.

Ik overweeg dan ook niet om wijzigingen aan te brengen aan de voorwaarden voor toekenning van een voorlopige arbeidsvergunning.

DO 2003200432104

DO 2003200432104

Question no 165 de M. Luk Van Biesen du 22 octobre 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 165 van de heer Luk Van Biesen van 22 oktober 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Mutualités. — Obligations en matière d’assurance libre complémentaire. — Critère de remboursement des frais relatifs aux médicaments et thérapies non conventionnels.

Ziekenfondsen. — Verplichtingen tot vrijwillige aanvullende verzekering. — Criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen en therapiee¨n.

A) Outre la cotisation légale obligatoire, la plupart des mutualités proposent également une assurance libre complémentaire. Certaines mutualités imposent toutefois cette assurance libre, ce qui est contraire à la loi sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.

A) Naast de verplicht wettelijke bijdrage bieden de meeste ziekenfondsen ook nog een vrijwillige aanvullende verzekering aan. Meerdere ziekenfondsen maken deze vrijwillige verzekering echter verplicht. Deze praktijk is in strijd met de wet op de handelspraktijken en in strijd met de voorlichting van de consument.

Dans certains cas, les mutualités majorent unilatéralement la cotisation ou élargissent la couverture de manière telle que le consommateur, placé devant le fait accompli, n’a d’autre possibilité que de payer. Souvent, ces services, comme l’assurance-voyage ou la couverture de certains frais d’hospitalisation, font double emploi avec les assurances que le consommateur a déjà souscrites par ailleurs (et à de meilleures conditions). Lorsque le consommateur refuse de payer deux fois et décide de renoncer à l’assurance libre complémentaire, certaines mutualités vont jusqu’à le menacer d’exclusion. Dès lors qu’il s’agit de services proposés dans le cadre du « circuit commercial », les mutualités sont tenues, elles-aussi, de respecter la loi.

In sommige gevallen verhogen ziekenfondsen eenzijdig de bijdrage of breiden ze het pakket uit, waardoor de consument voor een voldongen feit wordt geplaatst en alleen maar kan betalen. Geregeld overlappen die diensten, bijvoorbeeld voor reisbijstand of bepaalde hospitaalkosten, de verzekeringen die de consument al elders (en beter) heeft afgesloten. Wanneer de consument weigert een dubbele betaling door te voeren en beslist om van deze vrijwillige aanvullende verzekering af te zien, dreigen sommige ziekenfondsen zelfs met uitsluiting. Gezien het gaat om diensten die aangeboden worden in het « handelscircuit », dienen ook ziekenfondsen de wet te volgen.

B) Le remboursement des traitements homéopathiques se justifie-t-il ? Dans la mesure en effet ou` l’efficacité de seulement certains médicaments homéopathiques serait avérée, il faut en effet se garder de toute généralisation.

B) Is de terugbetaling van homeopathie verantwoord ? Men mag immers niet veralgemenen, gezien slechts sommige homeopathische middelen effectief doeltreffend zouden zijn.

Les mutualités remboursent partiellement les frais afférents à des thérapies non conventionnelles (l’homéopathie, l’ostéopathie, la chiropractie, l’acupuncture). Le professeur Lieven Annemans, de l’Université de Gand, estime à 15 millions d’euros par an le remboursement de soins homéopathiques, notamment, par l’ensemble des mutualités (« De Stan-

Ziekenfondsen betalen kosten voor alternatieve therapiee¨n (bijvoorbeeld homeopathie, osteopathie, chiropractie, acupunctuur) gedeeltelijk terug. Professor Lieven Annemans van de Gentse Universiteit raamt het bedrag dat alle ziekenfondsen samen terugbetalen voor onder andere homeopathie op 15 miljoen euro per jaar (De Standaard, 20 januari 2004). Door de


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8588

daard », 20 janvier 2004). Ce remboursement confère aux médicaments et aux thérapies non conventionnels une crédibilité qui n’est pas toujours justifiée (dans la mesure ou` leur efficacité n’est pas établie). Se justifiet-il de rembourser des soins qui ne donnent pas de résultats ?

terugbetaling verkrijgen deze alternatieve geneesmiddelen en therapiee¨n geloofwaardigheid die ze niet altijd verdienen (want er is geen bewijs van hun werking). Is het terugbetalen van kosten die geen resultaat hebben wel zinvol ?

1. a) Les mutualités peuvent-elles contraindre leurs membres à souscrire une assurance libre complémentaire ?

1. a) Kunnen ziekenfondsen een vrijwillig aanvullende verzekering verplicht maken voor hun leden ?

b) Dans la négative, le ministère des Affaires économiques sanctionne-t-il ce type de « vente couplée » ?

b) Zo neen, sanctioneert het ministerie van Economische Zaken dergelijke « koppelverkoop » ?

2. a) Sur critère repose le remboursement de médicaments ou de thérapies non conventionnels (homéopathiques notamment) ?

2. a) Wat is het criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen/therapiee¨n (onder andere homeopathie) ?

b) Les mutualités ne doivent-elles pas se fonder pour le remboursement sur le critère de l’efficacité avérée du médicament ?

b) Dienen ziekenfondsen zich niet te beroepen op het criterium van de bewezen werkzaamheid van een geneesmiddel ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 165 de M. Luk Van Biesen du 22 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 165 van de heer Luk Van Biesen van 22 oktober 2004 (N.) :

1. a) Des plaintes du même ordre se sont déjà produites dans le passé, notamment en ce qui concerne l’offre d’assurances hospitalisation complémentaires de certaines mutualités. Suite à une question préjudicielle à ce sujet, la Cour d’arbitrage a rendu un arrêt le 13 juillet 2001 (arrêt no 102/2001).

1. a) In het verleden hebben zich reeds gelijkaardige klachten voorgedaan, meer bepaald met betrekking tot het aanbieden van aanvullende hospitalisatieverzekeringen door sommige mutualiteiten. Naar aanleiding van een prejudicie¨le vraag hierover heeft het Arbitragehof, op 13 juli 2001, een arrest geveld (arrest nr. 102/2001).

La Cour estime d’abord que les assurances libres et complémentaires, offertes par les mutualités, tombent également sous l’application de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités, dans la mesure où ces assurances sont en rapport avec la santé des affiliés et de leur famille, et répondent aux critères de « prévoyance », « d’assistance mutuelle », et de « solidarité », et cela sans but lucratif.

Het Hof stelt hierin vooreerst dat ook de vrije en aanvullende verzekeringen aangeboden door ziekenfondsen onder de toepassing van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen vallen, in zoverre deze verzekeringen verband houden met de gezondheid van de aangesloten leden en hun gezin, en aan de criteria « voorzorg », « onderlinge bijstand » en « solidariteit » beantwoorden, en dat zonder winstoogmerk.

La Cour souligne que le législateur, en raison des spécificités qui caractérisent les mutualités, a pu prévoir à leur égard un traitement différent. En application du principe de la « lex specialis », dérogation est donc faite à la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.

Het Hof oordeelt dat de wetgever, vanwege de specifieke kenmerken eigen aan de ziekenfondsen, in een verschillende behandeling voor ziekenfondsen kon voorzien, waardoor er dus, bij toepassing van het « lex specialis »-beginsel, afgeweken wordt van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.

La Cour poursuit que la soumission des activités des mutualités à un régime spécifique n’est pas disproportionnée par rapport au but poursuivi par le législateur, vu la limitation de leurs activités par la loi sur les mutualités — seules les activités ayant un lien avec la santé, dans un esprit de prévoyance, d’assistance

Het Hof vervolgt dat het onderwerpen van de activiteiten van ziekenfondsen aan een specifieke regeling niet onevenredig is in verhouding tot het door de wetgever nagestreefde doel, gezien de beperking van hun activiteiten ingevolge de wet op de ziekenfondsen — enkel de activiteiten die met gezondheid te maken


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8589

mutuelle et de solidarité, sans but lucratif, sont visées —, et vu le controˆle préventif par l’Office de controˆle des mutualités et des unions nationales de mutualités.

hebben, in een geest van voorzorg, onderlinge hulp en solidariteit, zonder winstoogmerk, worden geviseerd —, en gezien de preventieve controletaak van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van de ziekenfondsen.

Je renvoie également au considérant où la Cour d’arbitrage fait remarquer que l’assurance complémentaire implique que les cotisations pour certains de ces services sont facultatives, et que l’entraide mutuelle n’implique pas que tous les membres d’une mutualité doivent adhérer à tous les services qu’elle organise (voir considérant no B.13.4.).

Ik verwijs eveneens naar de overweging waarin het Arbitragehof opmerkt dat de aanvullende verzekering inhoudt dat de bijdragen voor bepaalde diensten facultatief zijn, en dat onderlinge bijstand niet inhoudt dat alle leden van een ziekenfonds verplicht toetreden tot alle door het ziekenfonds ingerichte diensten (zie overweging nr. B.13.4.).

b) II appartient à l’Office de controˆle des mutualités et des unions nationales de mutualités de veiller à ce que cette liberté de choix soit effectivement garantie pour les assurances complémentaires.

b) Het behoort tot de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van de ziekenfondsen om erover te waken dat deze keuzevrijheid voor de aanvullende verzekeringen effectief gewaarborgd wordt.

2. Je renvoie à la réponse du ministre des Affaires sociales, à qui la question a été posée. (Question no 149 du 10 septembre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 54.)

2. Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Sociale Zaken, aan wie deze vraag werd gesteld. (Vraag nr. 149 van 10 september 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 54.)

DO 2003200421842

DO 2003200421842

Question no 186 de Mme Maggie De Block du 12 juillet 2004 (N.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 186 van mevrouw Maggie De Block van 12 juli 2004 (N.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Loi contre le harcèlement au travail. — Nombre de plaintes officielles par direction des Inspections médicales.

« Anti-pestwet ». — Aantal formele klachten per directie van de Medische Inspecties.

Selon le rapport d’évaluation du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale sur la loi contre le harcèlement au travail, le nombre de plaintes officielles s’élève à 1 157 au total pour la période de juillet 2002 à novembre 2003 pour les cinq directions de l’Inspection médicale (IM).

Volgens het evaluatieverslag van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg over de « antipestwet » bedraagt het aantal formele klachten voor de periode juli 2002-november 2003 voor de vijf directies van de Medische Inspectie (MI) in totaal 1 157.

Si on ventile le nombre de plaintes par IM, le chiffre élevé enregistré par l’IM de Charleroi est frappant en termes absolus. L’IM d’Anvers enregistre 108 plaintes, l’IM de Bruxelles 380, l’IM de Gand 121, l’IM de Liège 117, tandis que l’IM de Charleroi enregistre avec 431 plaintes environ trois fois plus de plaintes que les IM d’Anvers, de Gand et de Liège.

Opgesplitst per MI valt in absolute termen het hoge aantal klachten in de MI Charleroi op. De MI Antwerpen noteert 108 klachten, de MI Brussel 380, de MI Gent 121, de MI Luik 117, terwijl de MI Charleroi met 431 klachten ongeveer het drievoudige aantal klachten noteert ten aanzien van de MI’s Antwerpen, Gent en Luik.

Le chiffre relatif à Charleroi est frappant à première vue, compte tenu du taux de choˆmage relativement élevé de cette région. En conséquence de ce chiffre élevé enregistré par l’IM de Charleroi, la Wallonie enregistre un nombre de plaintes largement plus de deux fois supérieur à celui enregistré en Flandre (548 contre 229) et environ une fois et demie supérieur à celui enregistré à Bruxelles (548 contre 380).

Het cijfer voor Charleroi is op het eerste gezicht opvallend rekening houdend met de relatief hoge werkloosheidsgraad van de regio. Het hoge cijfer van de MI Charleroi zorgt er tevens voor dat het aantal klachten in Wallonie¨ een stuk meer dan het dubbele bedraagt van dat in Vlaanderen (548 ten opzichte van 229) en ongeveer anderhalve keer hoger ligt dan in Brussel (548 ten opzichte van 380).


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8590

1. Quelle est l’importance relative du nombre de plaintes officielles introduites par rapport au nombre de travailleurs dans la région couverte par l’Inspection médicale concernée ? Quel est, concrètement, le pourcentage du nombre de plaintes introduites pour cent travailleurs dans chacune des cinq IM ?

1. Hoeveel bedraagt het relatief gewicht van het aantal formeel ingediende klachten zich ten opzichte van het aantal werknemers in het gebied van de betrokken Medische Inspectie ? Concreet vernam ik graag het percentage van het aantal klachten dat werd ingediend per honderd werknemers in elk van de vijf MI’s.

2. Comment s’explique le chiffre plus élevé enregistré par l’IM de Charleroi ?

2. Hoe kan het hogere cijfer van de MI Charleroi worden verklaard ?

3. Disposez-vous d’éléments indiquant que la taille de l’entreprise joue un roˆle dans la propension à introduire une plainte officielle ?

3. Heeft u indicaties dat de grootte van de onderneming een rol speelt in het al dan niet sneller indienen van een formele klacht ?

4. Dans les régions couvertes par chacune des cinq IM, quel était le rapport en ce qui concerne le nombre de plaintes introduites dans des entreprises comptant respectivement plus et moins de cinquante travailleurs ?

4. Hoe lagen de verhoudingen binnen de gebieden van elk van de vijf MI’s wat het aantal ingediende klachten in ondernemingen met meer, respectievelijk minder dan vijftig werknemers betreft ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 29 novembre 2004, à la question no 186 de Mme Maggie De Block du 12 juillet 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken 29 november 2004, op de vraag nr. 186 van mevrouw Maggie De Block van 12 juli 2004 (N.) :

Veuillez trouver, ci-après, la réponse à la question posée.

Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te vinden.

1. La direction générale Controˆle du bien-être au travail (DG CBE) ne dispose pas du nombre total de travailleurs par service d’inspection régional. On ne peut donc répondre explicitement à cette question.

1. De algemene directie Toezicht op het welzijn op het werk (AD TWW) beschikt niet over het totaal aantal werknemers per regionale inspectiedienst zodat niet expliciet op deze vraag kan geantwoord worden.

De par la restructuration (fusion des inspections technique et médicale en la direction générale controˆle du bien-être au travail), les circonscriptions administratives des directions régionales ont été reconverties depuis janvier 2004 (conversion de 5 directions régionales de l’ex inspection médicale en 10 directions régionales auprès de la division du controˆle de base de la DG CBE).

Door de hervorming (fusie van de technische en medische inspectie in de algemene directie toezicht op het welzijn op het werk) zijn de ambtsgebieden van de regionale directies vanaf januari 2004 herschikt (overgang van 5 regionale directies van de ex-medische inspectie naar 10 regionale directies bij de afdeling van het basistoezicht van de AD TWW).

D’après les statistiques sur l’emploi, on dispose toutefois du nombre de salariés par région (les chiffres les plus récents sont ceux de 2002). De ce fait, on peut relativiser les chiffres par région.

Uit de werkgelegenheidsstatistieken beschikken we echter over het aantal loontrekkende per gewest (meest recente cijfers zijn deze van 2002). Hierdoor kunnen we de cijfers wel relativeren per gewest.

Le tableau en annexe reprend également les chiffres détaillés du premier semestre 2004. Pour pouvoir faire la comparaison, les chiffres sont relatés par an (210 jours ouvrables) et par million de travailleurs, ce qui rend la comparaison possible (voir dernière colonne).

In de tabel als bijlage zijn eveneens de gedetailleerde cijfers van het eerste semester van 2004 opgenomen. Om de vergelijking mogelijk te maken zijn de cijfers gerelateerd per jaar (210 werkdagen) en per miljoen werknemers waardoor vergelijken mogelijk wordt (zie laatste kolom).

2. Après s’être renseigné auprès de la direction, les raisons éventuelles suivantes ont été avancées :

2. Bij bevraging in de directie werden volgende mogelijke redenen naar voor gebracht :

— Peut-être que, dans cette direction, l’enregistrement des plaintes formelles n’a pas été fait de la même façon que dans les autres directions. La façon dont les plaintes doivent être enregistrées était insuffisamment formalisée, ce qui fait que des

— Mogelijk is er geen gelijkaardige registratie gebeurd van de formele klachten in deze directie en in de andere directies. Hoe men de klachten moest registreren, was onvoldoende geformaliseerd zodat regionale verschillen in registratie de statistieken


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8591

différences régionales dans l’enregistrement peuvent avoir un impact sur les statistiques des plaintes. Le nécessaire a déjà été fait à ce propos en élaborant des définitions plus précises dans une procédure opérationnelle pour le traitement des plaintes.

omtrent de klachten kunnen beı¨nvloeden. Hieraan werd reeds het nodige gedaan door duidelijkere definities vast te leggen in een operationele procedure voor het behandelen van klachten.

— On a fait beaucoup de publicité autour de la promulgation de cette nouvelle législation dans cette direction régionale via des conférences, des colloques et des symposiums, peut-être plus que dans d’autres directions régionales, ce qui a pu amener à se servir plus des possibilités légales pour les victimes.

— Er is veel ruchtbaarheid gegeven aan het uitkomen van deze nieuwe wetgeving in deze regionale directie via conferenties, colloquia en symposia, mogelijk meer dan in andere regionale directies, hetgeen kan geleid hebben tot het meer aanwenden van de wettelijke mogelijkheden voor slachtoffers.

— D’après la législation actuelle, il y a une équivalence en ce qui concerne l’introduction d’une plainte par la voie interne ou par l’intermédiaire des services d’inspection ou via l’auditorat. C’est pourquoi le choix de l’instance à laquelle on s’adressera peut dépendre de l’information qu’on reçoit via les différentes organisations socioprofessionnelles (syndicats, associations, assistants sociaux, etc.).

— Volgens de huidige wetgeving is het volledig gelijkwaardig of men intern een klacht indient of via de inspectiediensten of via het auditoraat. Daarom kan de instantie tot welke men zich zal richten, afhangen van de informatie die men krijgt via de verschillende socio-professionele organisaties (vakbonden, verenigingen, hulpverleners, enz.).

3. II ne peut pas être établi un lien statistique direct entre la dimension de l’entreprise et le fait de faire davantage ou non appel à l’introduction d’une plainte formelle.

3. Er is niet direct een statistische link te leggen tussen de grootte van de onderneming en het al dan niet sneller indienen van een formele klacht.

Néanmoins, voici une considération suivante à ce sujet : le fait de faire davantage ou non appel à l’introduction d’une plainte formelle dépend plutoˆt des possibilités de communication (interne à l’entreprise ou externe par l’intermédiaire du service externe pour la prévention et la protection au travail).

Wel de volgende beschouwing in dit verband : het al of niet sneller indienen van een formele klacht is eerder functie van de mogelijkheden tot communicatie (intern in de onderneming of extern via de externe dienst voor preventie en bescherming).

Ainsi, on peut constater que lorsqu’une personne de confiance est désignée dans l’entreprise ou s’il règne une ambiance de communication franche, on dépose beaucoup moins vite une plainte formelle. Une partie des plaintes résulte du fait qu’on n’est pas au courant des personnes de contact éventuelles dans l’entreprise et que c’est pour cela qu’on dépose une plainte formelle.

Zo kan men vaststellen dat, wanneer er een vertrouwenspersoon is aangeduid binnen het bedrijf of wanneer er een sfeer van open communicatie heerst, er veel minder snel een formele klacht wordt neergelegd. Een deel van de klachten komen voort uit het feit dat men niet op de hoogte is van de mogelijke contactpersonen binnen het bedrijf en dat men daarom een formele klacht neerlegt.

L’action de l’inspection consistera donc à inciter l’employeur à élaborer de bonnes structures internes et de les faire connaıˆtre aux travailleurs.

De actie van de inspectie zal er dan ook in bestaan de werkgever aan te zetten om goede interne structuren op te zetten en deze ook kenbaar te maken aan de werknemers.

4. Cette donnée n’est pas enregistrée explicitement mais sera examinée plus systématiquement dans l’avenir. Les expériences des diverses directions régionales sont très divergentes et on doit en rechercher la cause dans les divers types de plainte et leur trajet (voir réponse à la question 3).

4. Dit gegeven werd niet expliciet geregistreerd maar zal in de toekomst meer systematisch worden bekeken. De ervaringen uit de diverse regionale directies is uiteenlopend en de oorzaak hiervan moet gezocht worden in de diverse types van klachten en hun traject (zie antwoord op vraag 3).


2004

2005


1086

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8592

Population active 2002 (salariés).

Beroepsbevolking 2002 (loontrekkende).

Région — Gewest

Total — Totaal

Flandre. — Vlaanderen ........................................................................................... Wallonie. — Wallonie¨ ............................................................................................. Bruxelles. — Brussel ...............................................................................................

1 988 101 902 496 602 571

Total. — Totaal.......................................................................................................

3 493 168

Période du 1er juillet 2002 au 30 novembre 2003 Nombre de jours : 517.

Periode van 1 juli 2002 tot 30 november 2003 Aantal dagen : 517.

Nombre de plaintes reçues — Aantal ontvangen klachten

Nombre/année/millions de travailleurs — Aantal/jaar/miljoen werknemers

Flandre (108 (Anvers) + 121 (Gand)). — Vlaanderen (108 (Antwerpen) + 121 (Gent)) Bruxelles. — Brussel .................................... Wallonie (431 (Charleroi) + 117 (Liège)). — Wallonie¨ (431 (Charleroi) + 117 (Luik)) ....... Total. — Totaal............................................

229

1 plainte sur 2 jours. — 1 klacht per 2 dagen

81

380

1 plainte sur 1 jour. — 1 klacht per 1 dag

297

548

1 plainte/jour. — 1 klacht/dag

642

1 157

2 plaintes/jour. — 2 klachten/dag

234

Période du 1er janvier 2004 au 25 juin 2004

Periode van 1 januari 2004 tot 25 juni 2004

Nombre de jours : 116.

Aantal dagen : 116.

Nombre total de plaintes reçues — Totaal aantal ontvangen klachten


Flandre. — Vlaanderen ................................ Bruxelles. — Brussel .................................... Wallonie. — Wallonie¨ ..................................

115 130 233

1 plainte sur 1 jour. — 1 klacht per 1 dag 1 plainte/jour. — 1 klacht/dag 2 plaintes/jour. — 2 klachten/dag

182 679 812

Total. — Totaal............................................

478


431

Nombre de plaintes non motivées — Aantal niet met redenen omklede klachten



81 64 200

1 plainte sur 1 jour. — 1 klacht per 1 dag 1 plainte sur 2 jours. — 1 klacht per 2 dagen 2 plaintes/jour. — 2 klachten/dag

128 334 697

Total. — Totaal............................................

345


311


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8593

Nombre de plaintes pour lesquelles l’obligation de discrétion n’est pas levée (questionnaire non renvoyé). — Aantal klachten waarvoor de discretieplicht niet is opgeheven (vragenlijst niet teruggestuurd)



34 66 33

1 plainte sur 3 jours. — 1 klacht per 3 dagen 1 plainte sur 2 jours. — 1 klacht per 2 dagen 1 plainte sur 4 jours. — 1 klacht per 4 dagen

54 345 115

Total. — Totaal............................................

133

1 plainte/jour. — 1 klacht/dag

120

Protection des consommateurs

Consumentenzaken

DO 2003200432342

DO 2003200432342



Lutte contre le travail au noir. — Inspections. — Controˆle des journaux publicitaires et autres médias.

Strijd tegen het zwartwerk. — Inspecties. — Controle advertentiebladen en andere media.

Les entrepreneurs sont de plus en plus nombreux à se plaindre de l’iniquité engendrée par le travail au noir. On peut trouver en abondance dans les journaux publicitaires des annonces dans lesquelles des « hommes à tout faire expérimentés » proposent leurs services à un tarif horaire incroyablement bas; ainsi, un prétendu « spécialiste en peinture et tapissage » propose par exemple ses services au tarif de 7 euros l’heure. Ses nom et adresse ne sont pas mentionnés. Seul figure dans l’annonce un numéro de GSM permettant de contacter l’intéressé.

Meer en meer ondernemers klagen over de oneerlijkheid van het zwartwerk. In advertiebladen verschijnen frequent allerhande advertenties waarin « ervaren karweimannen » hun diensten aanbieden tegen een onrealistisch lage uurprijs. Een voorbeeld daaromtrent is iemand die zichzelf bestempelt als « gespecialiseerd in schilderen en behangen » en zijn diensten aanbiedt tegen 7 euro per uur. Naam en adres zijn onbekend. Enkel een GSM-nummer om betrokkenen te contacteren wordt afgedrukt.

Non seulement ces pratiques génèrent une concurrence vis-à-vis des entrepreneurs mais elles sont en outre souvent le fait de leurs propres ouvriers qui travaillent ainsi après leurs heures. Ces derniers ne sont dès lors pas en mesure d’effectuer des heures supplémentaires sur les chantiers urgents, au risque de mettre les entrepreneurs en difficulté pour ce qui concerne le respect de leurs engagements à l’égard de leurs clients. Il me revient même que certains travailleurs veulent absolument prendre un congé de maladie pour pouvoir ensuite travailler au noir.

Probleem is niet alleen de concurrentie die ondernemers van deze praktijken ondervinden. Vaak zijn het immers hun werknemers die na hun uren gaan bijklussen. Tijd voor overuren in geval van dringende werkzaamheden hebben betrokkenen niet, waardoor de ondernemers in moeilijkheden dreigen te komen met hun aangegane engagementen ten aanzien van de klanten. Ons bereiken zelfs verhalen van werknemers die mordicus in ziekenverlof willen gaan om dan in het zwart te gaan bijklussen.

1. L’inspection compétente controˆle-t-elle également les journaux publicitaires ou d’autres médias (tels qu’internet) dans le cadre de la lutte contre le travail au noir ?

1. Worden door de bevoegde inspectie ook advertentiebladen of andere media (zoals internet) gecontroleerd in de strijd tegen het zwartwerk ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8594

2. L’inspection est-elle compétente pour mener des enquêtes plus approfondies sur les annonces, par exemple en vérifiant qui a placé l’annonce en question, afin d’identifier ainsi le travailleur au noir et ensuite le ou la controˆler ?

2. Heeft de inspectie de bevoegdheid om verdachte advertenties dieper te onderzoeken, bijvoorbeeld door na te trekken wie de bewuste advertentie heeft geplaatst om op die manier de identiteit van de zwartwerker te ontdekken en hem of haar nadien te gaan controleren ?

3. Dans l’affirmative, combien de controˆles ont-ils été effectués au cours des dernières années et quels en étaient les résultats ?

3. Zo ja, hoeveel controles werden de afgelopen jaren verricht en wat waren daarvan de resultaten ?

4. Dans la négative, envisagez-vous de prendre des initiatives pour permettre aux inspections compétentes de procéder à des enquêtes plus approfondies sur les annonces suspectes et réprimer le cas échéant les agissements des contrevenants ?

4. Zo neen, neemt u initiatieven opdat de bevoegde inspecties verdachte advertenties dieper kunnen onderzoeken en overtreders zo nodig beteugelen ?

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 23 novembre 2004, à la question no 69 de Mme Annemie Turtelboom du 6 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 23 november 2004, op de vraag nr. 69 van mevrouw Annemie Turtelboom van 6 oktober 2004 (N.) :

Je fais remarquer à l’honorable membre qu’en tant que ministre qui a la protection de la consommation dans ses attributions, je ne suis pas seule compétente en cette affaire. D’une part, la matière du travail frauduleux indépendant est du ressort des ministres de l’Ećonomie et des Classes moyennes, D’autre part, certaines infractions en matière de travail frauduleux sont aussi des infractions à l’article 97 de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur. Cette dernière loi entre dans mes attributions exclusives.

Ik merk het geachte lid op dat ik in deze zaak, als minister bevoegd voor consumentenzaken, niet alléén bevoegd ben. Enerzijds behoort de materie van het zelfstandig sluikwerk tot de bevoegdheid van de ministers van Economie en Middenstand. Anderzijds zijn bepaalde inbreuken op de wetgeving inzake sluikwerk tevens inbreuken op artikel 97 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en voorlichting en bescherming van de consument. Voor deze laatste wet ben ik exclusief bevoegd.

1. La direction générale du controˆle et de la médiation (DGCM en abrégé) du Service public fédéral Ećonomie, PME, Classes moyennes et Eńergie est avec d’autres instances de controˆle chargée de rechercher et de constater les infractions à la Loi du 6 juillet 1976 sur la répression du travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal. L’article 2 de cette loi considère comme travail frauduleux « tout travail pouvant faire l’objet d’une profession relevant de l’artisanat, du commerce ou de l’industrie, effectué en dehors de tout lien de subordination, par une personne physique ou morale qui, soit n’est pas immatriculée au registre du commerce ou de l’artisanat (aujourd’hui Banque Carrefour des Entreprises), soit viole les prescrits légaux en matière d’autorisation, d’assujettissement ou d’immatriculation, relatifs à l’exercice de cette profession pour autant que ce travail, soit par son importance et son caractère technique, soit par sa fréquence, soit par l’usage d’un matériel ou d’un outillage, présente un caractère professionnel spécifique ».

1. De algemene directie Controle en Bemiddeling (afkorting ADCB) van de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand & Energie is, samen met andere controle-instanties, bevoegd voor het opsporen en vaststellen van inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter. Artikel 2 van deze wet bepaalt dat sluikwerk het werk is, dat voorwerp kan zijn van een beroep behorend tot het ambachtswezen, de handel of de industrie en dat niet in ondergeschikt verband wordt verricht door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die ofwel niet is ingeschreven in het ambachts- of handelsregister (huidige Kruispuntbank Ondernemingen), ofwel de wettelijke voorschriften inzake vergunning, verzekeringsplicht of inschrijving in verband met de uitoefening van dit beroep overtreedt, voor zover dat werk hetzij door zijn omvang en zijn technische aard, hetzij door zijn frequentie, hetzij door het aanwenden van materieel of van werktuigen, een specifiek karakter heeft.

Dépister le travail frauduleux n’est que l’une des nombreuses taˆches de la DGCM. Lorsque celle-ci dispose d’assez d’éléments (par exemple graˆce à une plainte) indiquant la possibilité d’un travail frauduleux, elle ouvre une enquête. Dans le cas des annonces citées par l’honorable membre, en l’occurrence une

Het opsporen van sluikwerk is slechts een van de vele taken van de ADCB. Wanneer de ADCB beschikt over voldoende gegevens (bijvoorbeeld via een klacht), die wijzen op mogelijk sluikwerk wordt een onderzoek ingesteld. In het geval van de advertenties aangehaald door het geachte lid, in casu een persoon die


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8595

personne disposée à effectuer des travaux de peinture et de tapissage à 7 euros de l’heure, il importe d’avoir suffisamment d’indices, beaucoup de ces travaux frauduleux ou non se faisant dans des habitations privées, où l’on ne peut pénêtrer qu’avec l’autorisation préalable (droit de visite) du juge de police. En fonction de l’arrondissement judiciaire cette autorisation n’est accordée qu’après production d’une plainte argumentée ou d’autres indices. En outre il ne faut pas croire que toutes les annonces passées dans les journaux régionaux et autres publications de ce genre seraient par définition l’indice d’un travail frauduleux.

bereid is schilderen behangwerken uit te voeren tegen 7 euro per uur, is het belangrijk over voldoende aanwijzingen te beschikken, omdat veel van deze al dan niet sluikwerken doorgaan in private woningen, waarvoor een voorafgaande machtiging (visitatierecht) is vereist van de politierechter. Afhankelijk van het gerechtelijk arrondissement wordt deze machtiging pas verleend, na voorlegging van een geargumenteerde klacht en of andere indicie¨n. Bovendien is het niet zo, dat alle advertenties die worden geplaatst in regionale kranten en dergelijke, per definitie wijzen op sluikwerk.

2. Dans le cadre de leurs recherches les controˆleurs et inspecteurs de la DGCM peuvent opérer toutes constatations utiles et recueillir tous renseignements qu’ils estiment nécessaires à l’accomplissement de leur mission, interroger toutes personnes, se faire soumettre sans déplacement tous documents et en prendre copie ou même les saisir contre récépissé. Lorsqu’on recherche quelqu’un ayant passé une annonce et dont on connaıˆt uniquement le numéro de GSM. on contacte d’abord le responsable du journal publicitaire. S’il ne peut rien fournir de concret au sujet de l’intéressé, on demande à l’opérateur de téléphonie par l’intermédiaire du Procureur du Roi l’identité du titulaire du numéro de GSM en question.

2. Bij de uitoefening van hun onderzoek mogen de controleurs en inspecteurs van de ADCB alle nuttige vaststellingen doen en alle inlichtingen inwinnen die zij nodig achten voor het vervullen van hun opdracht, alle personen ondervragen, zich zonder verplaatsing alle documenten doen voorleggen en er afschriften van opmaken of ze zelfs tegen ontvangstbewijs in beslag nemen. Specifiek voor het opsporen van de persoon die een advertentie plaatst met als enig identificeerbaar gegeven een GSM-nummer, wordt aanvankelijk contact opgenomen met de verantwoordelijke van het advertentieblad. Indien deze geen concrete gegevens kan meedelen over de betrokkene, wordt via de heer procureur des Konings een verzoek ingediend om bij de telecomoperator de identiteit te achterhalen van de houder van het vermelde GSM-nummer.

3 et 4. Au cours des années 2002 et 2003 on a dressé respectivement 62 et 112 pro justitia pour infraction à la loi du 6 juillet 1976 sur la répression du travail frauduleux à caractère commercial ou artisanal. Pour 2004 on a le chiffre provisoire de 77 pro justitia.

3 en 4. Tijdens de jaren 2002 en 2003 werden respectievelijk 62 en 112 pro justitia’s opgesteld, wegens inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter. Tot op heden werden in 2004 aangaande deze materie reeds 77 pro justitia’s opgesteld.

DO 2004200502644

DO 2004200502644

Question no 78 de M. Jean-Marc Denis du 10 novembre 2004 (Fr.) à la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs :

Vraag nr. 78 van de heer Jean-Marc Denis van 10 november 2004 (Fr.) aan de minister van Werk en Consumentenzaken :

Comptes des entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastatales et autres organismes.

Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.

1. Pourriez-vous communiquer pour les entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastatales et autres organismes qui relèvent de votre compétence et pour lesquels un réviseur se prononce sur les comptes, si le réviseur a émis des remarques sur les comptes de l’année 2003 ?

1. Hebben de bedrijfsrevisoren belast met de controle van de rekeningen 2003 van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen die onder uw bevoegdheid vallen, over deze rekeningen opmerkingen gemaakt ?

2. Si oui, dans quel sens et quelles suites ont été données à ces remarques ?

2. Zo ja, wat is de inhoud van die opmerkingen en welk gevolg werd eraan gegeven ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8596

Réponse de la ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs du 24 novembre 2004, à la question no 78 de M. Jean-Marc Denis du 10 novembre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de minister van Werk en Consumentenzaken van 24 november 2004, op de vraag nr. 78 van de heer Jean-Marc Denis van 10 november 2004 (Fr.) :

En ce qui concerne la protection de la consommation, aucun organisme cité dans la question ne relève de mes compétences.

Wat betreft consumentenzaken behoort geen enkel in de vraag genoemd organisme tot mijn bevoegdheden.



Intégration sociale

Maatschappelijke Integratie

DO 2004200502445

DO 2004200502445
















2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8597

Réponse du ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances du 23 novembre 2004, à la question no 66 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen van 23 november 2004, op de vraag nr. 66 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer les éléments suivants à l’honorable membre.

In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

1. Le service public fédéral de programmation Intégration sociale est établi dans un immeuble qui est coloué par plusieurs firmes privées.

1. De Programmatorische federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie is gehuisvest in een gebouw dat medegehuurd wordt door verschillende privé-firma’s.

Il est accessible pour les personnes en chaise roulante et un ascenseur a été équipé à cet effet.

Het is toegankelijk voor rolstoelgebruikers en er is een voorziening aangebracht in een lift.

2. Il y a des possibilités de parking dans la proximité immédiate du baˆtiment.

2. Er is parkeergelegenheid in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw.

3. Il n’y a pas d’équipement prévu pour ces personnes.

3. Er zijn geen bijzondere voorzieningen voor deze mensen.



DO 2003200432184

DO 2003200432184

Question no 147 de M. Guido De Padt du 17 septembre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 147 van de heer Guido De Padt van 17 september 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Risques de dérapages causés par la présence de boue répandue sur la chaussée par les véhicules et les travailleurs agricoles. — Signalisation.

Slipgevaar tengevolge van modder afkomstig van landbouwvoertuigen en loonwerkers op de weg. — Signalisaties.

La période des récoltes engendre une insécurité accrue sur les routes desservant les entreprises agricoles et les champs. Principalement lorsque la récolte est acheminée par la voie publique et que les conditions atmosphériques se détériorent, les routes sont recouvertes de boue, avec toutes les conséquences qui en découlent. Chaque année, en effet, l’état extrêmement glissant des routes duˆ à la boue entraıˆne de nombreux accidents, dont certains à l’issue très grave.

De oogsttijd is een periode van toegenomen verkeersonveiligheid op de wegen van en naar de landbouwbedrijven en velden. Vooral als de oogst via de openbare weg wordt vervoerd en het weer slechter wordt, komt er modder op de weg met alle gevolgen van dien. De spekgladde wegen te wijten aan modder, veroorzaken immers jaarlijks heel wat ongevallen, waarvan sommige met ernstige afloop.

Cinq provinces ont récemment lancé une campagne de sensibilisation à ce sujet, avec le soutien de l’Institut belge pour la sécurité routière (IBSR). L’un des points d’action tend à convaincre les agriculteurs et les travailleurs agricoles de la nécessité de signaler le danger au moyen de panneaux spéciaux et de nettoyer rapidement les routes. Les usagers de la route sont également invités à adapter leur conduite à l’état de la chaussée.

Vijf provincies startten recentelijk, met steun van het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid (BIVV), hieromtrent een sensibiliseringsactie. Een van de actiepunten strekt ertoe de landbouwers en loonwerkers te overtuigen van de noodzaak om het gevaar te signaleren met speciale borden en de bevuilde wegen zo snel mogelijk schoon te maken. Ook de weggebruikers worden ertoe aangezet hun rijgedrag aan te passen aan de staat van het wegdek.

1. Estimez-vous opportun d’imposer l’obligation de signaler le risque de dérapage causé par la boue répan-

1. Acht u het aangewezen om het slipgevaar tengevolge van modder (afkomstig van landbouwvoertuigen


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8598

due sur la route par les véhicules et travailleurs agricoles ?

of loontrekkers) op de weg, verplichtend te laten signaleren ?

2. Estimez-vous opportun d’imposer l’obligation d’informer la police locale du risque de dérapage causé par la boue répandue sur la route par les véhicules et travailleurs agricoles ?

2. Acht u het aangewezen om het slipgevaar tengevolge van modder (afkomstig van landbouwvoertuigen of loonwerkers) op de weg, verplichtend te laten meedelen aan de lokale politie ?

3. Dans l’affirmative, quelles initiatives envisagezvous de prendre à cet effet ?

3. Zo ja, welke initiatieven overweegt u daartoe te nemen ?

4. Quelles actions de sensibilisation sont-elles encore prévues, notamment à l’intention des personnes concernées, dans les cinq provinces qui ne participent actuellement pas à l’action précitée ?

4. Welke sensibiliseringsacties worden er nog in het vooruitzicht gesteld, onder meer ten behoeve van de betrokkenen in de vijf provincies die thans niet participeren aan voormelde actie ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 26 novembre 2004, à la question no 147 de M. Guido De Padt du 17 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 26 november 2004, op de vraag nr. 147 van de heer Guido De Padt van 17 september 2004 (N.) :

1. Conformément à l’article 78.2 du code de la route, la décision suggérée existe déjà.

1. Conform artikel 78.2 van het verkeersreglement bestaat de gesuggereerde beslissing reeds.

2. Je ne suis pas favorable à la déclaration suggérée. Contrairement à l’honorable membre de la Chambre des représentants, je ne juge pas nécessaire d’imposer cette charge administrative supplémentaire aux agriculteurs et travailleurs qui travaillent déjà très dur. Il est utile et indiqué d’avertir la police lorsqu’il s’agit d’un obstacle important, à savoir dans le cas d’une pollution importante créant un risque de dérapage. De toute façon, l’article 78.2 reste entièrement d’application !

2. De gesuggereerde aangifte ben ik niet genegen. In tegenstelling met het geacht lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ben ik niet van oordeel om deze extra administratieve last op te leggen aan de reeds hard werkende landbouwers en loonwerkers. Mededeling aan de politie is nuttig en aangewezen wanneer het om een aanzienlijke belemmering gaat, namelijk, ernstige bevuiling met slipgevaar. Maar ook dan blijft artikel 78.2 onverkort van toepassing !

3. Une initiative ne me paraıˆt pas nécessaire. Les obligations nécessaires existent déjà dans la réglementation actuelle. L’autorité ne doit pas toujours imposer des obligations additionnelles spécifiques au citoyen.

3. Initiatief lijkt mij hier niet nodig. De nodige verplichtingen bestaan reeds in de huidige reglementering. De overheid hoeft niet steeds de burger bijkomende specifieke verplichtingen op te leggen.

4. D’un point de vue général, aucune autre action que celle annoncée n’est prévue.

4. Er worden vanuit algemeen oogpunt geen andere acties dan de aangekondigde in het vooruitzicht gesteld.

Il va de soi qu’il est aussi recommandé aux nonparticipants de mener des actions spécifiques dans leurs zones agricoles, par exemple, via une plus grande surveillance par la police locale, la diffusion d’avis par les autorités communales dans la presse locale et aux associations agricoles, la distribution du dépliant de l’IBSR ...

Vanzelfsprekend is het ook de niet-deelnemers geraden bijzondere acties te voeren in hun landbouwgebieden, bijvoorbeeld via verhoogd toezicht door de lokale politie, berichten van het gemeentebestuur in de streekpers en bij de landbouwersverenigingen, verspreiding van het BIW-vouwblaadje ...

Par ailleurs, la commune dispose encore d’un autre moyen permettant d’éviter des accidents : dans les zones avec beaucoup de cultures de plein champ, elle peut placer des signaux amovibles ou pliables avec le symbole « chaussée glissante » (A15) ou des signaux qui ne sont rendus apparents que lorsque la chaussée risque de devenir glissante. L’arrêté fixant les dimensions minimales et les conditions particulières de placement de la signalisation routière (arrêté ministériel du 11 octobre 1976) prévoit notamment cette possibilité pour « les endroits d’une chaussée que

Overigens beschikt de gemeente nog over een ander middel dat een ongevalsvoorkomend effect kan hebben : ze kan in gebieden met veel akkerbouw wegneembare of plooibare gevaarsborden met het symbool « glibberige rijbaan » (A15) plaatsen ofwel borden die alleen zichtbaar worden gemaakt wanneer gladheid zich daar dreigt voor te doen. Het besluit betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens (ministerieel besluit van 11 oktober 1976) voorziet namelijk in die mogelijkheid voor « de plaatsen van een rijbaan


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8599

seules des circonstances saisonnières rendent glissantes » (article 7.5.3o).

waar het enkel glad is door seizoengebonden omstandigheden » (artikel 7.5.3o).

DO 2004200502397

DO 2004200502397

Question no 155 de Mme Frieda Van Themsche du 12 octobre 2004 (N.) au ministre de la Mobilité :

Vraag nr. 155 van mevrouw Frieda Van Themsche van 12 oktober 2004 (N.) aan de minister van Mobiliteit :

Essais sur la voie publique.

Testritten op de openbare weg.

Il est apparu, il y a quelques mois, que certains constructeurs automobiles effectuent, en toute illégalité, des essais sur la voie publique pour tester dans des conditions réelles la vitesse et la tenue de route de leurs voitures lors de manœuvres inopinées dans le trafic. Des accidents causés par les situations dangereuses que créent parfois ces pilotes d’essai ont déjà fait de nombreux morts et blessés graves.

In Duitsland is enkele maanden geleden aan het licht gekomen dat sommige autoconstructeurs illegale testritten laten uitvoeren op de openbare weg om de snelheid en de wendbaarheid van de wagens bij onverwachte manoeuvres in het echte verkeer te beproeven. Bij ongelukken als gevolg van de gevaarlijke situaties die de testritpiloten veroorzaken, zijn reeds ettelijke burgers zwaar gewond of om het leven gekomen.

1. Avez-vous connaissance d’essais effectués sur nos routes ?

1. Heeft u weet van dergelijke testritten op onze wegen ?

2. Quel est le nombre connu de morts ou de blessés, victimes d’un accident causé par un tel essai ?

2. Hoeveel slachtoffers zijn er bekend die als gevolg van dergelijke testritten op onze wegen gedood of verwond zijn ?

3. Les autorités sont-elles déjà intervenues ?

3. Is tegen dergelijke testritten reeds opgetreden ?

4. a) Que prévoit la réglementation en ce qui concerne les essais sur la voie publique ?

4. a) Wat is de reglementering inzake testritten op de openbare weg ?

b) Qui controˆle le respect de ces dispositions ?

b) Wie controleert dit ?

Réponse du ministre de la Mobilité du 26 novembre 2004, à la question no 155 de Mme Frieda Van Themsche du 12 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Mobiliteit van 26 november 2004, op de vraag nr. 155 van mevrouw Frieda Van Themsche van 12 oktober 2004 (N.) :

J’ignore si en Belgique, dans le contexte cité par l’honorable membre, des essais sont organisés sur les voies publiques (routes ouvertes à la circulation).

Het is me niet bekend of er in Belgie¨, in de context die het geachte lid aanhaalt, testritten worden ingericht op de openbare wegen (wegen die open zijn voor het verkeer).

Je n’ai dès lors pas non plus connaissance d’accidents impliquant des victimes.

Ik heb bijgevolg ook geen weet van ongevallen met slachtoffers.

Le simple fait de tester ou de faire tester un véhicule sur la voie publique n’est en principe pas interdit pour autant que toutes les règles de circulation conventionnelles soient respectées, comme par exemple celles relatives à la vitesse, aux manœuvres, à la place sur la chaussée, à l’obligation de se comporter sur la voie publique de manière à ne pas entraver ou mettre en danger les autres usagers de la route, ...

Het loutere feit een voertuig te testen of te laten testen op de openbare weg is in principe niet verboden voor zover alle conventionele verkeersregels worden nageleefd, bijvoorbeeld in verband met de snelheid, manoeuvres, plaats op de rijbaan, de verplichting om zich zo te gedragen op de openbare weg dat geen hinder of gevaar wordt veroorzaakt voor de andere weggebruikers ...

Il va de soi que l’essai doit aussi respecter certaines dispositions d’interdiction spécifiques telles que celles liées aux aspects suggérant une forme d’épreuve ou de compétition. L’article 50 du code de la route (arrêté royal du 1er décembre 1975) stipule en effet que « sauf

Vanzelfsprekend mag het feit te testen ook niet gepaard gaan met het niet in acht nemen van bepaalde specifieke verbodsbepalingen zoals aspecten die wijzen op een vorm van wedstrijd of competitie. Artikel 50 van het verkeersreglement (koninklijk besluit van 1 de-


2004

2005


1087

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8600

autorisation spéciale de l’autorité légalement habilitée, il est interdit de se livrer sur la voie publique à des luttes de vitesse, ainsi qu’à des épreuves sportives, notamment des courses ou concours de vitesse, de régularité ou d’adresse ».

cember 1975) vermeldt in feite dat « behoudens een speciale vergunning van de wettelijk gemachtigde overheid, alle snelheids- en sportwedstrijden, inzonderheid snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden verboden zijn op de openbare weg ».

En outre, celui qui a incité ou provoqué à circuler à une vitesse excessive pourrait, le cas échéant, être poursuivi (article 10.4. du code de la route).

Tevens zou ook in voorkomend geval kunnen opgetreden worden tegen diegene die aangezet of uitgedaagd heeft om overdreven snel te rijden (artikel 10.4 van het verkeersreglement).

Il n’existe donc pas de réglementation spécifique en matière d’essais, ni pour les routes normales, ni pour les autoroutes et les routes pour automobiles.

Er is dus geen specifieke regelgeving inzake testritten, noch voor de gewone wegen, noch voor de autosnelwegen en autowegen.

Toutefois, les essais techniques de prototypes de véhicules sont interdits sur les autoroutes et les routes pour automobiles (articles 21.6.3o et 22.2 du code la route). Mais il s’agit en l’occurrence d’autre chose, à savoir l’essai sur le plan technique d’un premier modèle original.

Op de autosnelwegen en autowegen is het echter wel verboden technische proeven met prototypes van voertuigen te houden (artikelen 21.6.3o en 22.2 van het verkeersreglement). Maar hier wordt iets anders geviseerd, namelijk de beproeving, uit technisch oogpunt, van een eerste, oorspronkelijk model.

Les agents qualifiés pour veiller à l’exécution des lois relatives à la police de la circulation routière ainsi que des règlements pris en exécution de celle-ci, sont mentionnés à l’article 3 du code de la route.

De personen bevoegd om toezicht uit te oefenen op de naleving van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer en de ter uitvoering daarvan genomen reglementen zijn vernoemd in artikel 3 van het verkeersreglement.


Minister van Leefmilieu en van Pensioenen

Pensions

Pensioenen

DO 2003200432166

DO 2003200432166

Question no 42 de Mme Annemie Turtelboom du 17 septembre 2004 (N.) au ministre de l’Environnement et des Pensions :

Vraag nr. 42 van mevrouw Annemie Turtelboom van 17 september 2004 (N.) aan de minister van Leefmilieu en Pensioenen :

Fonctionnaires contractuels. — Pension complémentaire. — Enquête.

Contractuele ambtenaren. — Aanvullend pensioen. — Onderzoek.

La déclaration gouvernementale prévoit que le gouvernement doit examiner la possibilité d’offrir une pension complémentaire aux fonctionnaires contractuels.

De regeringsverklaring stelt dat de regering « de mogelijkheid moet onderzoeken om zijn contractuele ambtenaren een aanvullend pensioen aan te bieden ».

Vu le nombre toujours croissant de contractuels par rapport aux statutaires, cette étude ne manque pas d’intérêt et revêtira de plus en plus d’importance.

Gelet op het toenemend aantal contractuelen in verhouding met de vastbenoemden is dit onderzoek niet onbelangrijk en wordt het steeds belangrijker.

1. La possibilité d’offrir une pension complémentaire aux fonctionnaires contractuels est-elle actuellement à l’examen ?

1. Wordt de mogelijkheid van een aanvullend pensioen voor contractuele ambtenaren momenteel onderzocht ?


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8601

2. a) Dans l’affirmative, quand les résultats de cette étude seront-ils disponibles ?

2. a) Zo ja, tegen wanneer mogen we de resultaten van dit onderzoek verwachten ?

b) Qui réalise cette étude ?

b) Wie doet dit onderzoek ?

c) Les résultats de cette étude seront-ils communiqués au Parlement ?

c) Zullen de resultaten van het onderzoek aan het parlement worden meegedeeld ?

3. a) Dans la négative, quand l’étude débutera-t-elle ?

3. a) Zoniet, wanneer zal het onderzoek worden opgestart ?

b) Qui réalisera l’étude : l’administration elle-même ou un bureau externe ?

b) Wie zal het onderzoek doen : de eigen administratie of een extern bureau ?

Réponse du ministre de l’Environnement et des Pensions du 25 novembre 2004, à la question no 42 de Mme Annemie Turtelboom du 17 septembre 2004 (N.) :

Antwoord van de minister van Leefmilieu en Pensioenen van 25 november 2004, op de vraag nr. 42 van mevrouw Annemie Turtelboom van 17 september 2004 (N.) :

L’octroi de pensions complémentaires aux fonctionnaires contractuels est, dans l’état actuel de la législation, déjà possible. La loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires s’applique à toutes les formes d’engagements de pensions conclus au profit de travailleurs. Aucune distinction n’est faite, à cet égard, entre les travailleurs du secteur privé et ceux du secteur public. La loi sur les pensions complémentaires tient d’ailleurs compte explicitement de la spécificité du secteur public. Elle stipule ainsi que les compétences en matière de pensions complémentaires, qui sont exercées dans le secteur privé par le conseil d’entreprise, sont attribuées dans le secteur public aux comités de concertation de base ou aux comités de concertation intermédiaire. De même, il a été prévu d’organiser des pensions complémentaires à un niveau supérieur, notamment via des protocoles conclus au sein des comités sectoriels. ` l’instar des entreprises privées, les pouvoirs A publics peuvent donc, dans le cadre de la loi sur les pensions complémentaires, instaurer un régime de pension complémentaire pour leur personnel contractuel. Cette mesure relève du domaine de la concertation sociale à mener au niveau de l’autorité concernée. Diverses autorités disposent du reste déjà de pensions complémentaires pour leurs collaborateurs contractuels.

De toekenning van aanvullende pensioenen aan contractuele ambtenaren is in de huidige stand van wetgeving reeds mogelijk. De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen is van toepassing op alle vormen van pensioentoezeggingen aan werknemers. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen werknemers uit de privé-sector en werknemers uit de publieke sector. De wet op de aanvullende pensioenen houdt trouwens expliciet rekening met de specificiteit van de publieke sector. Zo is bepaald dat de bevoegdheden op het vlak van de aanvullende pensioenen, die in de privé-sector worden uitgeoefend door de ondernemingsraad, binnen de publieke sector worden toebedeeld aan de betrokken basisoverlegcomités of tussenoverlegcomités. Eveneens werd in de mogelijkheid voorzien om aanvullende pensioenen te organiseren op een hoger niveau, met name via protocollen binnen de sectorcomités.

Indépendamment de cette possibilité de principe, un certain nombre de questions se posent quant à l’octroi de pensions complémentaires aux fonctionnaires contractuels, par exemple concernant les situations dans lesquelles des services contractuels sont suivis d’une nomination à titre définitif. Dans ce cas ces services sont actuellement pris en compte pour le droit et le calcul de la pension des agents nommés. Ces questions sont actuellement examinées par le service d’étude de l’administration des Pensions du ministère des Finances.

Los van die principie¨le mogelijkheid, rijzen er een aantal vragen met betrekking tot de toekenning van aanvullende pensioenen aan contractuele ambtenaren, bijvoorbeeld wat situaties betreft waarbij een contractuele diensttijd wordt gevolgd door een vaste benoeming. In zo’n geval wordt de contractuele diensttijd immers in aanmerking genomen voor het recht en de berekening van het pensioen van de vastbenoemde personeelsleden. Deze vragen worden op dit ogenblik onderzocht door de studiedienst van de administratie der Pensioenen van het ministerie van Financie¨n.


2004

Net als private ondernemingen, kunnen de overheden voor hun contractueel personeel dus een aanvullend pensioenstelsel invoeren binnen het kader van de wet op de aanvullende pensioenen. Dit behoort tot het domein van het sociaal overleg binnen de betrokken overheid. Verschillende overheden beschikken trouwens al over aanvullende pensioenen voor hun contractuele medewerkers.

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8602

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques

Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

DO 2003200432164

DO 2003200432164

Question no 34 de Mme Maggie De Block du 15 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van 15 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Administration. — Télétravail. — Projets.

Overheid. — Telewerken. — Projecten.

Lors du Conseil des ministres spécial qui s’est tenu à Gembloux les 16 et 17 janvier 2004, il a été décidé de réserver au télétravail à domicile une place à part entière sur le marché du travail. Toutefois, le télétravail à domicile pose encore toute une série de problèmes pratiques et juridiques. C’est pourquoi il a été décidé d’élaborer un cadre juridique cohérent pour le travailleur à domicile, un cadre adapté à la réalité du travail à domicile et assorti de garanties en ce qui concerne la protection du travail et la protection de la vie privée. Les principales pierres d’achoppement se situent au niveau de la législation sur les accidents du travail et du RGPT. Le gouvernement a décidé d’examiner un certain nombre de ces problèmes et de lancer un certain nombre de projets de télétravail au sein de l’administration.

Tijdens de bijzondere Ministerraad van Gembloers op 16 en 17 januari 2004 werd overeengekomen om tele-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op de arbeidsmarkt. Het tele-thuiswerk stuit evenwel nog op een reeks praktische en juridische problemen. Daarom werd besloten een sluitend juridisch kader voor de thuiswerker op te stellen aangepast aan de realiteit van het thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Vooral op het vlak van arbeidsongevallen en het ARAB situeren zich enkele knelpunten. De regering kwam overeen om een aantal knelpunten te bekijken, alsook een aantal telewerkprojecten op te starten binnen de overheid.

1. Combien de projets de télétravail ont-ils déjà été lancés au sein de l’administration à la suite de la décision prise à Gembloux ?

1. Hoeveel projecten inzake telewerken werden er binnen de overheid reeds opgestart in opvolging van de beslissing van Gembloers ?

2. Dans quelles administrations des expériences sont-elles en cours ? Quelle est la durée de ces expériences et combien de travailleurs y sont à chaque fois associés ?

2. In welke administraties lopen er experimenten, wat is hun duurtijd en hoeveel werknemers zijn daar telkens bij betrokken ?

3. Quels projets concrets sont-ils envisagés à court terme ?

3. Welke concrete projecten staan er op korte termijn op stapel ?

4. Quand les projets feront-ils l’objet d’une évaluation ?

4. Wanneer worden de projecten gee¨valueerd ?

5. De premiers enseignements peuvent-ils déjà être tirés des expériences en cours ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 novembre 2004, à la question no 34 de Mme Maggie De Block du 15 octobre 2004 (N.) :

5. Kunnen er uit de eerste ervaringen al conclusies worden getrokken ?

En ce qui concerne le secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat et le service public fédéral Technologie de l’information et de la communication (SPF ICT), j’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit.

Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 november 2004, op de vraag nr. 34 van mevrouw Maggie De Block van 15 oktober 2004 (N.) :

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8603

Tout d’abord, je désire décrire clairement ma compétence en matière de télétravail. Pendant le Conseil des ministres spécial de Gembloux et en exécution de l’accord gouvernemental de juillet 2003, j’ai pris l’engagement de simplifier le lancement de projets de télétravail pour fonctionnaires au sein de ` cette fin, mon administral’administration fédérale. A tion offrira, en collaboration avec les autres SPF, une série de fondements. Via le portail fédéral, les agents de l’E´tat pourront, après identification et authentification (au moyen d’un token ou de la carte d’identité électronique, d’un nom d’utilisateur et d’un mot de passe) travailler à domicile ou ailleurs en étant reliés au réseau du bureau. On tient compte de la confiden` cette fin, on utilise un Virtual tialité des données. A Private Network (réseau privé virtuel) qui permet une connexion sécurisée à Internet par la création d’un « tunnel sécurisé » sur une simple connexion à Internet, permettant à toutes les informations transportées dans ce tunnel de n’être visibles qu’aux points finaux du ` la tunnel : chez les utilisateurs et dans les serveurs. A suite du Conseil des ministres spécial d’Ostende, des projets pilotes ont été lancés au SPF Personne ! et Organisation et au SPF Santé publique. Fin 2004 début 2005, on ajoutera à ces deux projets la possibilité d’une authentification centrale pour l’application VPN.

Vooreerst wil ik duidelijk mijn bevoegdheid omschrijven inzake telewerken. Tijdens de bijzondere Ministerraad te Gembloers en in uitvoering van het regeerakkoord van juli 2003 heb ik het engagement genomen om het opstarten van telewerkprojecten voor ambtenaren binnen de federale overheid te vereenvoudigen. Daartoe zal mijn administratie, in samenwerking met de andere FOD’s, een aantal bouwstenen ter beschikking stellen. Via het Federaal Portaal zal het overheidspersoneel na identificatie en authentificatie (door middel van token of elektronische identiteitskaart, gebruikersnaam en paswoord) in staat worden gesteld om thuis of elders op het netwerk van het kantoor te werken. Er wordt rekening gehouden met de confidentialiteit van de gegevens. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een Virtual Private Network dat een beveiligde internetconnectie mogelijk maakt door de creatie van een « beveiligde tunnel » over een gewone internetverbinding waardoor alle informatie die in deze tunnel wordt getransporteerd enkel zichtbaar is aan de eindpunten van de tunnel : bij de gebruiker en bij de servers. Naar aanleiding van de bijzondere Ministerraad te Oostende werden bij de FOD Personeel en Organisatie en de FOD Volksgezondheid pilootprojecten opgestart. Beide projecten worden eind 2004 begin 2005 uitgebreid met de mogelijkheid van een centrale authentificatie voor de VPNtoepassing.

Je peux par ailleurs vous signaler que Fedict a procédé à un tour de table auprès de l’ensemble des SPF et SPP pour obtenir un meilleur aperçu du statut ` ce propos, les des différents projets de télétravail. A données suivantes nous ont été transmises :

Verder kan ik u meedelen dat door Fedict een rondvraag werd gedaan bij alle FOD’s en POD’s om een beter inzicht te krijgen in de status van de verschillende projecten rond telewerken. In dat verband werden ons onder meer volgende gegevens overgemaakt :

Service public fédéral — Federale overheidsdienst

SPF Finances. — FOD Financie¨n ...................... SPF Emploi. — FOD Werkgelegenheid ............. SPF Ećonomie. — FOD Economische Zaken .... SPF Affaires sociales. — FOD Sociale Zaken .... Banque-carrefour de la sécurité sociale. — Kruispuntbank sociale zekerheid ............................... SPF Chancellerie. — FOD Kanselarij ................ SPP Politique scientifique. — POD Wetenschapsbeleid ...................................................... SPF Santé publique. — FOD Volksgezondheid . Agence fédérale pour la sécurité de la chaıˆne alimentaire. — Federaal Voedselagentschap ......


Nombre de travailleurs (environ) — Aantal werknemers (ongeveer)

Durée — Duurtijd

Depuis 2000, étendu en 2003. — sinds 2000, uitgebreid in 2003 depuis 1999, plusieurs fois étendu. — sinds 1999, verschillende keren uitgebreid déjà depuis plusieurs années. — reeds verschillende jaren lancement février 2004. — gestart februari 2004

400

depuis 2002. — sinds 2002 lancement mai 2004. — gestart mei 2004

600 24

depuis 2001. — sinds 2001 lancement mi-2004. — gestart medio 2004

20 20

lancement janvier 2004. — gestart januari 2004

2004

2005

100

200 45

150


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8604

Service public fédéral — Federale overheidsdienst

SPF Personnel et Organisation. — FOD Personeel en Organisatie ................................................... SPF Intérieur. — FOD Binnenlandse Zaken ......

Nombre de travailleurs (environ) — Aantal werknemers (ongeveer)

Durée — Duurtijd

lancement mi-2004. — gestart medio 2004 lancement septembre 2004. — gestart september 2004

27 20

Cette liste est purement indicative. Plusieurs autres SPF ont aussi montré de l’intérêt.

Deze oplijsting is louter indicatief. Een aantal andere FOD’s tonen ook belangstelling.

En ce qui concerne les projets au SPF Personnel et Organisation et au SPF santé publique, une évaluation aura lieu mi-2005 en collaboration avec Fedict. Pour les autres projets, je vous renvoie à mes collègues compétents respectifs pour plus d’informations.

Wat betreft de projecten bij de FOD Personeel en Organisatie en de FOD Volksgezondheid zal in samenwerking met Fedict een evaluatie plaatsvinden medio 2005. Voor de andere projecten verwijs ik u naar mijn respectieve bevoegde collega’s voor meer informatie.

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 35 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 35 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :





2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 24 novembre 2004, à la question no 35 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :



Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de federale overheidsdienst Informatieen Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

En réponse à votre question, je peux vous signaler que tant Fedict que ma cellule stratégique apportent leur contribution afin d’offrir un assortiment aussi

In antwoord op uw vraag kan ik u meedelen dat zowel Fedict als mijn beleidscel hun steentje bijdragen om een zo ruim mogelijk assortiment van eerlijke han-


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 24 november 2004, op de vraag nr. 35 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8605

large que possible de produits du commerce équitable. En ce sens, du vin, du jus de fruits, des chips, ainsi que des cartes de vœux sont achetés au secteur du commerce équitable.

delsproducten aan te bieden aan het personeel. In die zin worden wijn, fruitsap en chips aangekocht uit het eerlijke handelscircuit, alsook nieuwjaarskaarten.

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 36 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 36 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :



Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.

Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort hebben hier belang bij.







3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ? Réponse du secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 24 novembre 2004, à la question no 36 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :



Wat betreft de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat en de federale overheidsdienst Informatieen Communicatietechnologie (FOD ICT) kan ik aan het geachte lid het volgende antwoorden.

1. a) Fedict, mon secrétariat et ma cellule stratégique sont tous les trois situés dans le même baˆtiment, qui est loué à la Régie des Baˆtiments, qui ressort de la compétence du ministre des Finances. Il a été

1. a) Zowel Fedict als mijn secretariaat en beleidscel zijn gehuisvest in hetzelfde gebouw, dat wordt gehuurd van de Regie der Gebouwen. De Regie der Gebouwen ressorteert onder de bevoegdheid van


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 24 november 2004, op de vraag nr. 36 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8606

demandé à la Régie des Baˆtiments d’examiner de manière plus détaillée l’accessibilité du baˆtiment pour les personnes à mobilité réduite.

de minister van Financie¨n. Aan de Regie der Gebouwen werd gevraagd om de toegankelijkheid van het gebouw voor personen met een beperkte mobiliteit nader te bekijken.

b) Je n’ai pas de services régionaux sous ma compétence.

b) Ik heb geen gewestelijke diensten onder mijn bevoegdheid.

2. Dans le baˆtiment lui-même, il y a suffisamment de places de parking à proximité des ascenseurs pour les personnes à mobilité réduite.

2. In het gebouw zelf zijn voldoende parkeerplaatsen in de nabijheid van de liften beschikbaar voor personen met een beperkte mobiliteit.

3. Je peux vous confirmer qu’on porte l’attention nécessaire aux personnes souffrant d’un handicap visuel ou auditif.

3. Ik kan u bevestigen dat de nodige aandacht wordt geschonken aan mensen met een visuele of auditieve handicap.

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre

Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister

DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 27 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 27 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :





2. Au cas ou` les produits du commerce équitable n’y seraient pas consommés, quelle en est la raison ? Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre du 23 novembre 2004, à la question no 27 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :


J’ai l’honneur de donner à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.

1. Tant au sein de la cellule stratégique Simplification administrative qu’au sein de l’Agence pour la simplification administrative, on ne prépare pas de repas.

1. Zowel binnen de beleidscel Administratieve Vereenvoudiging als bij Dienst voor de administratieve vereenvoudiging worden geen maaltijden bereid.


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister van 23 november 2004, op de vraag nr. 27 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8607

Vu le fait que les deux services dépendent de la Chancellerie du premier ministre en ce qui concerne la restauration, je renvoie à la réponse à votre question du premier ministre. (Question no 56 du 15 octobre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 55, p. 8499.)

Aangezien beide diensten wat betreft de catering afhankelijk zijn van Kanselarij van de eerste minister, verwijs ik dan ook naar het antwoord van eerste minister op uw vraag. (Vraag nr. 56 van 15 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 55, blz. 8499.)

` la suite de la réponse à la question 1, la question 2 A est sans objet.

Ingevolge het antwoord op vraag 1, is vraag 2 zonder voorwerp.

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 28 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre :

Vraag nr. 28 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister :













Réponse du secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre du 23 novembre 2004, à la question no 28 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister van 23 november 2004, op de vraag nr. 28 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de donner au membre estimé la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.


2004

2005


1088

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8608

1. a) Les services ressortant de ma compétence sont installés dans les baˆtiments qui ressortent de la compétence de la chancellerie du premier ministre. Par conséquent, je renvoie à la réponse à votre question du premier ministre. (Question no 57 du 18 octobre 2004, Questions et Réponses, Chambre, 2004-2005, no 55, p. 8499.)

1. a) Aangezien de dienksten die onder mijn bevoegdheid vallen gehuisvest zijn in gebouwen die onder de bevoegdheid van de Kanselarij van de eerste minister vallen, verwijs ik naar het antwoord van de eerste minister op uw vraag. (Vraag nr. 57 van 18 oktober 2004, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 55, blz. 8499.)

` la suite de la réponse à la question 1.a), les quesA tions 1.b), 2 et 3 sont sans objet.

Ingevolge het antwoord op vraag 1.a) zijn de vragen 1.b), 2 en 3 zonder voorwerp.

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères


DO 2003200421651

DO 2003200421651

Question no 14 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) au secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères :

Vraag nr. 14 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken :

Voyages à l’étranger.

Reizen in het buitenland.

1. Pouvez-vous indiquer pour chaque voyage que vous avez effectué à l’étranger depuis votre prise de fonction en 2003, et pour lequel vous avez utilisé en tout ou en partie des moyens publics (financiers ou matériels), les éléments suivants :

1. Kan u voor elke reis in het buitenland die u sinds uw ambtsaanvaarding heeft ondernomen in 2003, en waarvoor er geheel of gedeeltelijk een beroep werd gedaan op openbare middelen (financieel of materieel) het volgende meedelen :

a) date et durée;

a) datum en duur;

b) destination;

b) bestemming;

c) objet;

c) doel;

d) voyage effectué d’initiative ou sur invitation;

d) reis op eigen initiatief of op uitnodiging;

e) nombre de fonctionnaires vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/ connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;

e) hoeveel ambtenaren u vergezelden en vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis deelnamen en wat de kostprijs hiervan was;

f) nombre de membres de cabinet vous ayant accompagné, à quel titre et sur la base de quelles spécialisation/connaissances/compétences ils ont participé au déplacement et le couˆt que cela a représenté;

f) hoeveel kabinetslui u vergezelden, vanuit welke hoedanigheid en specialiteit/kennis/bevoegdheid zij aan deze reis participeerden, en wat de kostprijs hiervan was;

g) nombre de membres de la presse (cameramen, personnel technique, etc., inclus) vous ayant accompagné, avec mention des organes de presse qu’ils représentent et du couˆt total pris en charge par l’E´tat à cet effet;

g) het aantal perslui (inclusief cameralui, technisch personeel, enz.) die u vergezelden, met vermelding van de persorganen waarvoor zij werken en de totale kosten die hiervoor ten laste van de overheid kwamen;


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8609

h) présence éventuelle de membres de votre ménage ou de votre famille et, dans l’affirmative, nombre de personnes et montant des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;

h) of er gezins- of familieleden waren die u vergezelden, en zo ja, hoeveel en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;

i) présence éventuelle d’autres personnes vous accompagnant avec mention de leur nom et qualité ainsi que des frais éventuellement pris en charge par l’E´tat à cet effet;

i) of er nog andere personen u vergezelden, met vermelding van hun naam en hoedanigheid, en of de kosten hiervoor ten laste van de overheid kwamen, alsook de kostprijs hiervan;

j) couˆt total à charge de l’E´tat;

j) totale kostprijs ten laste van de overheid;

k) à quels postes budgétaires ces frais ont été inscrits;

k) op welke posten van de begroting deze kosten kunnen worden teruggevonden;

l) les résultats atteints en fonction de l’objectif de la mission ?

l) welke de bereikte resultaten zijn in functie van het vooropgestelde doel van de reis ?

2. a) Comment les demandes de missions à l’étranger sont-elles introduites et éventuellement approuvées ?

2. a) Hoe worden dienstreizen aangevraagd en eventueel goedgekeurd ?

b) Existe-t-il un règlement en la matière ?

b) Bestaat er een reglement terzake ?

c) Dans l’affirmative, puis-je en recevoir une copie ?

c) Indien ja, dan graag kopie hiervan.

3. a) Les membres du gouvernement en mission reçoivent-ils de « l’argent de poche » ou une indemnité journalière et, dans l’affirmative, à combien s’élève cette indemnité ?

3. a) Worden reizende leden van de regering voorzien van eventueel « zakgeld » of een dagvergoeding en zo ja, hoeveel bedraagt dit ?

b) Qu’en est-il pour les personnes qui les accompagnent ?

b) Geldt dit ook voor hun medereizigers ?

c) Quelle est la réglementation en la matière ?

c) Welke reglementering bestaat er terzake ?

Réponse du secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères du 22 novembre 2004, à la question no 14 de M. Gerolf Annemans du 11 juin 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken van 22 november 2004, op de vraag nr. 14 van de heer Gerolf Annemans van 11 juni 2004 (N.) :

Je tiens à référer l’honorable membre à la réponse à votre question no 38 du 11 juin 2004 communiquée par le premier ministre à la Chambre (Questions et Réponses, Chambre, 2003-2004, no 38, p. 5843).

Ik wens het geachte lid te verwijzen naar het antwoord op uw vraag nr. 38 van 11 juni 2004 dat door de eerste minister medegedeeld werd aan de Kamer (Vragen en Antwoorden, 2003-2004, nr. 38, blz. 5843).


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8610

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques


Développement durable

Duurzame Ontwikkeling

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 19 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 19 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :













Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 novembre 2004, à la question no 19 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 november 2004, op de vraag nr. 19 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre la réponse suivante.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende antwoord te bezorgen.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8611

1. a) Le service public fédéral de programmation (SPP) Développement durable est accessible aux personnes à mobilité réduite.

1. a) De Programmatorische federale overheidsdienst (POD) Duurzame Ontwikkeling is toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit.

b) Le SPP Développement durable n’a pas de services régionaux.

b) De POD Duurzame Ontwikkeling heeft geen gewestelijke diensten.

2. II y a cinq emplacements de parking spéciaux dans la proximité immédiate du baˆtiment.

2. Er zijn vijf speciale parkeerplaatsen in de onmiddellijke omgeving van het gebouw.

3. Les visiteurs avec un handicap visuel ou auditif peuvent faire appel à une hoˆtesse.

3. De bezoekers met een visuele of auditieve handicap kunnen beroep doen op een onthaalbediende.

Ećonomie sociale

Sociale Economie

DO 2004200502426

DO 2004200502426

Question no 29 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 15 octobre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 29 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 15 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :

Aide aux nouveaux indépendants. — Coopératives d’activités.

Ondersteuning startende zelfstandigen. — Activiteitencoo¨peratieven.

L’initiative des coopératives d’activités a été prise dans le cadre de l’économie sociale pour soutenir les nouveaux indépendants. Une subvention de 62 000 euros a été octroyée à cet effet par arrêté royal du 15 avril 2002 à Azimut, De Punt et le Centre d’Entreprises Dansaert, pour les soutenir respectivement dans le cadre de leur développement ou de leur démarrage. Les coopératives d’activités sont constituées sous la forme de sociétés coopératives à responsabilité limitée à finalité sociale. Ces structures contribuent à la lutte contre le choˆmage et le travail au noir.

Om startende zelfstandigen te ondersteunen werd in het kader van de sociale economie het initiatief van de activiteitencoo¨peratieven gestalte gegeven. Daartoe werd bij koninklijk besluit van 15 april 2002 een toelage van 62 000 euro toegekend aan Azimut, De Punt en Centre d’Entreprises Dansaert om hen te ondersteunen in hun verdere ontwikkeling, respectievelijk opstart. De activiteitencoo¨peratieven worden opgericht in de vorm van een coo¨peratieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en met een sociaal oogmerk. Deze structuren dragen bij tot de strijd tegen de werkloosheid en het zwartwerk.

1. Quel est à l’heure actuelle le nombre de coopératives d’activités constituées et quels moyens financiers sont prévus au total pour chaque société ?

1. Wat is de huidige stand van zaken van het aantal opgerichte activiteitencoo¨peratieven en in welke financie¨le middelen worden in totaal per vennootschap voorzien ?

2. D’autres nouvelles seront-elles constituées ?

d’activités

2. Staan er nog nieuw op te richten activiteitencoo¨peratieven in de steigers ?

3. Combien de demandeurs d’emploi ou de personnes bénéficiant du revenu d’intégration chaque coopérative a-t-elle déjà pu aider dans le cadre de l’aide au démarrage d’une activité d’indépendant ?

3. Hoeveel werklozen of leefloners heeft elke coo¨peratieve reeds kunnen helpen in de ondersteuning bij de opstart van een zelfstandige activiteit ?

4. Dans quels types d’activités se lance-t-on principalement ?

4. Welke soort zelfstandige activiteiten wordt in hoofdzaak opgestart ?

5. A quelle aide concrète financière et autre le demandeur d’emploi ou le bénéficiaire du revenu d’intégration peut-il prétendre lorsqu’il entame une activité d’indépendant ?

5. Op welke concrete financie¨le en andere ondersteuning kan een werkloze of leefloner een beroep doen bij de opstart van een zelfstandige activiteit ?

coopératives


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8612

6. a) A-t-on déjà procédé à une évaluation du caractère durable des activités d’indépendant qui ont été initiées ?

6. a) Werd er reeds een evaluatie gemaakt naar de duurzaamheid van de zelfstandige activiteiten die worden opgestart ?

b) Dans l’affirmative, quels en furent les résultats ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 24 novembre 2004, à la question no 29 de Mme Sabien LahayeBattheu du 15 octobre 2004 (N.) :

b) Zo ja, wat waren hiervan de resultaten ? Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 24 november 2004, op de vraag nr. 29 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 15 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre :

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden dat :

II y a actuellement cinq coopératives d’activités qui sont en activités :

1. Er zijn thans vijf activiteitencoo¨peratieven werkzaam :

— Azimut à Charleroi;

— Azimut te Charleroi;

— Challenge à Libramont;

— Challenge te Libramont;

— Take Oft à Oostende;

— Take Off te Oostende;

— Startpunt à Gand;

— Startpunt te Gent;

— Dansaert Emergences à Bruxelles (Dansaert Emergences n’est pas encore pleinement active).

— Dansaert Emergences te Brussel (op te merken valt dat Dansaert Emergences nog niet helemaal actief is).

En 2003, Azimut a reçu 25 000 euros de la part du ministre de l’Ećonomie sociale afin de coordonner la mise en réseau de ces coopératives d’activités tandis que les autres structures (à l’exception de Dansaert Emergence) ont reçu une subvention de 50 000 euros afin de poursuivre leur développement.

Azimut heeft in 2003 25 000 euro ontvangen van de minister van Sociale Economie om deze activiteitencoo¨peratieven in een netwerk te integreren, terwijl de overige structuren (met uitzondering van Dansaert Emergence) een toelage van 50 000 euro hebben ontvangen voor hun verdere ontwikkeling.

Par ailleurs, ces structures reçoivent également des soutiens auprès des autorités régionales, provinciales ou européennes, sans qu’il y ait, bien entendu, double financement.

Deze structuren worden overigens ook ondersteund door de gewestelijke, provinciale of Europese overheden, zonder dat er uiteraard sprake is van dubbele financiering.

2. Il y a actuellement quelques projets de création de nouvelles coopératives d’activités. L’objectif fixé par la conférence pour l’emploi était de favoriser le développement d’une coopérative d’activités par province. Actuellement, des projets sont en cours en province d’Anvers et du Limbourg ainsi qu’un nouveau projet à Bruxelles. En Wallonie également des initiatives sont entreprises mais elles sont encore à un stade moins avancé.

2. Er zijn thans enkele projecten voor de oprichting van nieuwe activiteitencoo¨peratieven. Naar aanleiding van de tewerkstellingconferentie was het de bedoeling een activiteitencoo¨peratieve per provincie te bevorderen. Projecten zijn thans aan de gang in de provincies Antwerpen en Limburg. In Wallonie¨ werden ook initiatieven genomen, maar ze zijn nog niet in dezelfde mate uitgewerkt.

3. Sur la base des informations transmises par les différentes coopératives d’activités, on retrouve aujourd’hui plus de 70 personnes employées sous le statut d’entrepreneur-salarié. Il est question ici des personnes qui désirent réellement commencer le test de leur activité. En effet, on distingue 4 grandes catégories de personnes dans une coopératives d’activités : les personnes qui viennent en reconnaissances (premier contact : qu’est-ce que la coopérative d’activités), les personnes qui bénéficient de contacts plus approfon-

3. Op basis van de informatie medegedeeld door de verschillende activiteitencoo¨peratieven telt men thans 70 personen tewerkgesteld met het statuut van ondernemer in loondienst. Het gaat hier om personen die echt willen beginnen met het uittesten van hun activiteit. Men onderscheidt immers vier grote categoriee¨n van personen in een activiteitencoo¨peratieve : personen die op verkenning uitgaan (eerste contact : wat is de activiteitencoo¨peratieve ?), personen met grondigere contacten, kandidaat ondernemers (degenen die hun


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8613

dis, les candidats entrepreneurs (ceux qui conceptualisent leur projet) et les entrepreneurs salariés (ceux qui testent leur projet). On dénombre près de 300 personnes qui, en 2004, se sont rendus plusieurs fois auprès d’une coopérative d’activités et y ont commencé à y suivre un accompagnement. 4. Les activités entreprises par les candidats entrepreneurs et les entrepreneurs salariés sont essentiellement des activités de services aux particuliers et aux entreprises et d’activités artisanales, artistiques. On retrouve ainsi des journalistes freelance, des services informatiques, des consultants, photographes, des activités de communication, des conseillers en diététiques, des menuisiers, des esthéticien(ne)s, des traducteurs, etc. 5. Le principe d’une coopérative d’activités est que « pas un euro ne sort de la coopérative s’il n’est pas d’abord rentré ». Ce principe limite donc le type d’activités pouvant entrer en ligne de compte. Ainsi, le candidat entrepreneur ne pourra lancer un projet s’il n’a pas les compétences requises (éventuel accès à la profession) et/ou l’investissement requis (machines, outils, ...). Aucune bourse ou subvention n’est prévue pour les candidats-entrepreneurs. Le soutien financier le plus important qui leur est apporté reste sans aucun doute le maintien de leur pouvoir d’achat (maintien assuré d’une part par le salaire versé par la coopérative, au pro rata de l’activité exercée et d’autre part des allocations de choˆmage diminué du allocations de choˆmage diminué du salaire perçu). 6. Aucune évaluation de la durabilité des activités lancées dans le cadre d’une coopérative d’activité n’a, pour le moment, été entreprise. En effet, les premiers entrepreneurs salariés sont à peine sortis de la coopérative. Ce type d’étude doit pouvoir s’effectuer sur une période de 3-4 ans minimum, or, aucun entrepreneur salarié sorti d’une coopérative d’activités n’a, actuellement, plus de deux années d’activités à son actif. Une telle étude sera certainement entreprise dans les prochaines années.

project conceptualiseren) en ondernemers in loondienst (degenen die hun project uittesten). Zowat 300 personen hebben in 2004 een activiteitencoo¨peratieve meermaals opgezocht en zijn daar met een begeleiding begonnen. 4. Activiteiten uitgeoefend door kandidaat ondernemers en door ondernemers in loondienst zijn voornamelijk dienstenactiviteiten voor particulieren en bedrijven en ambachten kunstactiviteiten. Het gaat hier ondermeer om freelance journalisten, informaticadiensten, consultanten, fotografen, communicatieactiviteiten, dieetadviseurs, schrijnwerkers, schoonheidsspecialisten, vertalers. 5. Het principe van een activiteitencoo¨peratieve is dat « de coo¨peratieve geen enkele euro uitgeeft, die ze niet eerst heeft ontvangen ». Dit principe beperkt dus het soort activiteiten dat in aanmerking kan komen. De kandidaat ondernemer kan aldus geen project opstarten waarvoor hij niet over de vereiste bekwaamheden beschikt (eventuele toegang tot het beroep) en/of de nodige investeringen heeft gedaan (machines, gereedschap, ...). Geen enkele beurs of toelage is voorzien voor kandidaat ondernemers. De belangrijkste financie¨le steun waarvan ze genieten blijft ongetwijfeld het in stand houden van hun koopkracht (enerzijds, dankzij het loon dat door de coo¨peratieve wordt uitbetaald naar coo¨peratieve wordt uitbetaald naar gelang van de uitgeoefende activiteit en, anderzijds, de werkloosheidsuitkeringen waarvan het ontvangen loon wordt afgetrokken). 6. De duurzaamheid van de activiteiten, ondernomen in het kader van een activiteitencoo¨peratieve werd tot nu toe niet gee¨valueerd. De coo¨peratieve heeft immers maar onlangs de eerste ondernemers in loondienst opgeleverd. Dergelijke evaluatie moet na een periode van minimum 3 tot 4 jaar kunnen gebeuren maar geen enkele ondernemer in loondienst afkomstig van een activiteitencoo¨peratieve kan thans meer dan twee jaar activiteit voorleggen. Dergelijk onderzoek zal in de komende jaren zeker plaatshebben.

DO 2004200502427

DO 2004200502427

Question no 30 de Mme Sabien Lahaye-Battheu du 15 octobre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques : Demandes de reconnaissance comme entreprise d’insertion fédérale. Afin que leurs travailleurs puissent entrer en ligne de compte pour pouvoir bénéficier de la mesure SINE,

Vraag nr. 30 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 15 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven : Aanvragen tot erkenning als federale inschakelingsbedrijven. Opdat hun werknemers in aanmerking zouden komen voor de SINE-maatregel, moeten invoegbedrij-


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8614

les entreprises et les sections d’insertion en Flandre, les entreprises de formation par le travail en Wallonie et les entreprises d’insertion à Bruxelles doivent obtenir une reconnaissance fédérale comme entreprise d’insertion.

ven en invoegafdelingen in Vlaanderen, inschakelingsbedrijven in Wallonie¨ en inschakelingsondernemingen in Brussel een federale erkenning als inschakelbedrijf krijgen.

Pouvez-vous, pour les questions suivantes, ventilé par Région et par année, et en ce qui concerne la Flandre, ventilé également par entreprise d’insertion et par section d’insertion, me préciser :

Kan u voor volgende vragen, telkens opgesplitst per regio en per jaar, en wat Vlaanderen betreft ook opgesplitst volgens invoegbedrijven en invoegafdelingen meedelen :

1. Combien de demandes de reconnaissance comme entreprise fédérale d’insertion ont été introduites au cours de la période 2002-2004 ?

1. Hoeveel aanvragen tot erkenning als federale inschakelingsbedrijven werden ingediend in de periode 2002-2004 ?

2. Combien de ces demandes ont été rejetées ?

2. Hoeveel van die aanvragen werden geweigerd ?

3. Combien de travailleurs ont pu faire appel à la mesure SINE graˆce à cette reconnaissance ? 4. Quel budget est prévu à cet effet ?

3. Hoeveel werknemers konden dankzij deze erkenning een beroep doen op de SINE-maatregel ? 4. Welk budget staat hier tegenover ?

5. Combien d’entreprises reconnues ont duˆ cesser leurs activités ?

5. Hoeveel van de erkende ondernemingen werden genoodzaakt om hun activiteiten te stoppen ?

6. Une longue période s’écoule-t-elle entre la demande de reconnaissance et la reconnaissance effective ?

6. Verloopt er een lange periode tussen de aanvraag van de erkenning en de effectieve erkenning ?

Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 novembre 2004, à la question no 30 de Mme Sabien LahayeBattheu du 15 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 november 2004, op de vraag nr. 30 van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu van 15 oktober 2004 (N.) :

J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre.

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden dat.

Avant toute chose, je souhaite replacer votre question dans son contexte. Il y a effectivement une reconnaissance fédérale en matière d’entreprises d’insertion. Celle-ci stipule, à l’article 1, § 1er, 2o, de l’arrêté royal du 3 mai 1999 portant exécution de l’article 7, § 1er, alinéa 3, m), de l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs relatif à la réinsertion de choˆmeurs très difficiles à placer : « les entreprises d’insertion, soit les entreprises et associations dotées d’une personnalité juridique, reconnues en tant que telles et subventionnées par les autorités de la région ou de la communauté et qui ont comme finalité sociale l’insertion socioprofessionnelle de choˆmeurs particulièrement difficiles à placer, par le biais d’une activité de production de biens ou de services.

Eerst en vooral wens ik uw vraag in de juiste context te plaatsen. Er bestaat inderdaad een federale erkenning voor inschakelingsbedrijven. Deze stipuleert, in artikel 1, § 1, 2o, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m), van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen : « inschakelingsbedrijven, zijnde de ondernemingen en verenigingen met een rechtspersoonlijkheid, als dusdanig erkend en gesubsidieerd door de overheid van het gewest of de gemeenschap, en die, als sociaal doel de socioprofessionele inschakeling van bijzonder moeilijk te plaatsen werklozen hebben via een activiteit van productie van goederen of diensten.

Le ministre de l’Emploi et du Travail reconnaıˆt les entreprises d’insertion dans le cadre du présent arrêté; »

De minister van Tewerkstelling en Arbeid erkent de inschakelingsbedrijven in het kader van dit besluit. ».

Comme vous pouvez le constater, c’est le ministre de l’Emploi et du travail qui se charge de reconnaıˆtre les entreprises d’insertion.

Zoals U vast kan stellen is het de minister van Werk die zich bezig houdt met de erkenning van inschakelingsondernemingen.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8615

Je vous prierai donc de poser vos questions à ma collègue en charge de l’Emploi. (Question no 181 du 23 novembre 2004.)

Ik nodig u dan ook uit om uw vraag te richten aan mijn collega bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid. (Vraag nr. 181 van 23 november 2004.)

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 32 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques :

Vraag nr. 32 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven :




Regelmatig krijg ik reacties binnen van personen met een handicap waaruit blijkt dat de toegankelijkheid van openbare gebouwen niet altijd aangepast is aan hun beperkingen. Niet alleen is dit strijdig met de antidiscriminatiewet, het is ook nefast voor de integratie van onze minder mobiele medemens en maakt dat deze niet optimaal kan participeren in onze samenleving. Bovendien is een goede toegankelijkheid van publieke gebouwen niet alleen belangrijk voor personen met een handicap, ook minder mobiele personen, gezinnen met kinderwagens, senioren, enzovoort hebben hier belang bij.







3. Qu’en est-il des personnes présentant un handicap visuel ou auditif ? Réponse de la secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques du 23 novembre 2004, à la question no 32 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :


Premièrement, je souhaite souligner le fait que je partage les préoccupations de l’honorable membre.

Vooreest wil ik benadrukken dat ik de bekommernis van het geachte lid deel.

1. Le service public fédéral de programmation Intégration sociale est établi dans un immeuble qui est coloué par plusieurs firmes privées.

1. De programmatorische federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie is gehuisvest in een gebouw dat medegehuurd wordt door verschillende privé-firma’s.

Il est accessible pour les personnes en chaise roulante et un ascenseur a été équipé à cet effet.

Het is toegankelijk voor rolstoelgebruikers en er is een voorziening aangebracht in een lift.


2004

Antwoord van de staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven van 23 november 2004, op de vraag nr. 32 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

2005


1089

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8616

2. Il y a des possibilités de parking dans la proximité immédiate du baˆtiment.

2. Er is parkeergelegenheid in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw.

3. Il n’y a pas d’équipement prévu pour ces personnes

3. Er zijn geen bijzondere voorzieningen voor deze mensen.

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique


DO 2004200502428

DO 2004200502428

Question no 29 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 29 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :




Naar aanleiding van de Internationale Week van de eerlijke handel (« fair trade »), van 6 tot 16 oktober 2004, breng ik u in herinnering dat de Ećolo- en Agalev-ministers tijdens de vorige regeerperiode « fair trade »-producten kochten.




2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8617



Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 29 de Mme Muriel Gerkens du 15 octobre 2004 (Fr.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 29 van mevrouw Muriel Gerkens van 15 oktober 2004 (Fr.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à la réponse qui sera fournie par mon collègue, le ministre des Affaires sociales, à qui la même question a été posée sous le no 117 du 15 octobre 2004.

In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door mijn collega, de minister van Sociale Zaken, zal worden gegeven, aan wie dezelfde vraag werd gesteld, onder het nr. 177 van 15 oktober 2004.

DO 2004200502445

DO 2004200502445

Question no 30 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) à la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique :

Vraag nr. 30 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid :



Des personnes handicapées attirent régulièrement mon attention sur le fait que l’accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes moins valides est parfois aléatoire. Cette situation est contraire à la loi anti-discrimination et complique l’intégration des personnes à mobilité réduite qui ne peuvent ainsi occuper une place à part entière dans notre société. Une bonne accessibilité des baˆtiments publics est évidemment importante pour les personnes présentant un handicap mais également pour les personnes ayant des difficultés à se déplacer, pour les personnes conduisant des voitures d’enfants, pour les personnes aˆgées, etc.











2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8619

Réponse de la secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique du 24 novembre 2004, à la question no 30 de Mme Greet Van Gool du 18 octobre 2004 (N.) :

Antwoord van de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 24 november 2004, op de vraag nr. 30 van mevrouw Greet Van Gool van 18 oktober 2004 (N.) :

En réponse à sa question, j’ai l’honneur de renvoyer l’honorable membre à la réponse qui sera donnée par mon collègue, le ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, à qui la même question a été posée sous le numéro 180 du 18 octobre 2004.

In antwoord op haar vraag heb ik de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord dat door mijn collega, de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, zal worden gegeven, aan wie dezelfde vraag werd gesteld, onder het nummer 180 van 18 oktober 2004.


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8620

IV. Sommaire par ministre et mentionnant l’objet IV. Inhoudsopgave volgens minister met vermelding van het onderwerp CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord

Premier ministre Eerste minister 1

2004200502428 15-10-2004

56

Mme Muriel Gerkens

Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.

8499

1

2004200502445 18-10-2004

57

Mw. Greet Van Gool

Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.

8499

Vice-première ministre et ministre de la Justice Vice-eerste minister en minister van Justitie 1

2003200410691 24- 2-2004

191

François-Xavier de Donnea

Augmentation des dossiers pénaux en matière de jeunesse. Toename van het aantal strafzaken tegen minderjarigen.

8500

2

2003200421746 28- 6-2004

301

Guido De Padt

Faux-monnayeurs d’Europe de l’Est. — Mise sur pied d’équipes d’enquête multinationales. Oost-Europese valsemunters. — Oprichting van multinationale onderzoeksteams.

8505

1

2003200432157 16- 9-2004

353

Stijn Bex

Autorisations de détention d’armes. Wapenvergunningen.

8510

1

2004200502404 13-10-2004

397

Jo Vandeurzen

Délits sexuels. — Condamnation. — Suivi des conditions. Seksuele delicten. — Veroordeling. — Opvolging voorwaarden.

8513

8

2004200502415 15-10-2004

398

Bart Laeremans

* Parquet de Bruxelles. — Négligence dans les dossiers relatifs aux mariages blancs. Brussels parket. — Stiefmoederlijke behandeling van dossiers met betrekking tot schijnhuwelijken.

8437

8

2004200502416 15-10-2004

399

Guido De Padt

* Délai de paiement en cas d’amende routière. Betalingstermijnen naar aanleiding van verkeersboetes.

8438

8

2004200502428 15-10-2004

400

Mme Muriel Gerkens * Cabinets et administrations. — Consommations issues du commerce équitable. Kabinetten en administraties. — « Fair trade »aankopen.

8439

8

2004200502429 15-10-2004

401

Walter Muls

8439


* Juges de complément dans l’arrondissement de Bruxelles-Hal-Vilvorde. Toegevoegde rechters in het arrondissement BrusselHalle-Vilvoorde.

2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8621

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502435 15-10-2004

403

Guido De Padt

* Vaccination obligatoire des jeunes enfants contre la poliomyélite. Verplichte inenting van jonge kinderen tegen poliomyelitis.

8440

8

2004200502445 18-10-2004

404

Mw. Greet Van Gool

* Accessibilité des baˆtiments publics pour les personnes à mobilité réduite. Toegankelijkheid van overheidsgebouwen voor personen met beperkte mobiliteit.

8441

8

2004200502436 18-10-2004

405

Bart Laeremans

* Communes bruxelloises et communes de HalVilvorde. — Huissiers de justice. Brusselse gemeenten en gemeenten uit HalleVilvoorde. — Gerechtsdeurwaarders.

8441

8

2004200502437 18-10-2004

406

Staf Neel

* Constitution d’une banque de données nationale en matière de graffitis. Aanleg van een landelijke database inzake graffitispuiten.

8442

8

2004200502451 19-10-2004

408

Stijn Bex

* Permis de port d’armes et incidents avec armes à feu. Wapenvergunningen en incidenten met vuurwapens.

8443

8

2004200502463 20-10-2004

409

Mw. Sabien Lahaye-Battheu

* Nombre de détenus placés sous surveillance électronique. Aantal gedetineerden onder het systeem van elektronisch toezicht.

8444

8

2004200502468 20-10-2004

410

Stijn Bex

* Destruction de stupéfiants saisis. Vernietiging van in beslag genomen drugs.

8444

Vice-premier ministre et ministre des Finances Vice-eerste minister en minister van Financie¨n 1

2003200431886 26- 7-2004

439

Geert Lambert

Impoˆt sur les revenus. — Déductibilité fiscale. — Cotisations à l’assurance-dépendance flamande. — Cotisations personnelles versées aux mutualités. Inkomstenbelastingen. — Fiscale aftrekbaarheid. — Bijdragen voor « Vlaamse Zorgverzekering ».— Persoonlijke bijdragen betaald aan ziekenfondsen.

8515

1

2003200432156 16- 9-2004

477

Mme Muriel Gerkens

Déclaration de vol de véhicules. — Taxes perçues. Aangifte van diefstal van een voertuig. — Belasting.

8519

1

2003200432189 20- 9-2004

480

Dirk Van der Maelen

Impoˆts sur les revenus. — Refus de reconnaıˆtre à certaines personnes le droit de représenter des contribuables en qualité de mandataire. Inkomstenbelastingen. — Personen het recht ontzeggen belastingplichtigen te vertegenwoordigen in de hoedanigheid van lasthebber.

8522

1

2003200432347

502

Olivier Chastel

Recommandation générale du Collège des médiateurs fédéraux. — Règlement collectif de dettes. Algemene aanbeveling van het College van de federale ombudsmannen. — Collectieve schuldenregeling.

8523

6-10-2004


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8622

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502393 12-10-2004

507

Dylan Casaer

Comités d’acquisition de Flandre orientale. — Scission en trois sections. Oost-Vlaamse aankoopcomités. — Opsplitsing in drie onderdelen.

8524

8

2004200502417 15-10-2004

509

Koen Bultinck

* Impoˆts des personnes physiques. — Indépendants. — Location de locaux professionnels. Personenbelastingen. — Zelfstandigen. — Huur van beroepslokalen.

8445

8

2004200502428 15-10-2004

510


8446

8

2004200502445 18-10-2004

511

Mw. Greet Van Gool


8446

8

2004200502458 19-10-2004

512

Mw. Trees Pieters

* Traitement de réclamations importantes. — Enquête personnelle sur place par les directeurs régionaux. — Registres de service. Afhandeling van belangrijke bezwaarschriften. — Persoonlijk onderzoek ter plaatse door de gewestelijke directeurs. — Dienstregisters.

8447

8

2004200502459 19-10-2004

513

Mw. Trees Pieters

* Nullité des montants d’imposition pour accroissements d’impoˆts, arbitraires ou non. Nietigheid van belastingaanslagen omwille van al dan niet willekeurig opgelegde belastingverhogingen.

8448

8

2004200502464 20-10-2004

514

Dylan Casaer

* TVA. — Leasing financier intracommunautaire. BTW. — Intracommunautaire financie¨le leasing.

8449

Vice-premier ministre et ministre du Budget et des Entreprises publiques Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Budget — Begroting 8

2004200502428 15-10-2004

31


8450

8

2004200502445 18-10-2004

32

Mw. Greet Van Gool

8451


Entreprises publiques — Overheidsbedrijven 8

2004200502428 15-10-2004


319


2004

2005

8451


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8623


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502431 15-10-2004

320

Staf Neel

* SNCB. — Achat de nouvelles rames. — Protection contre les graffiti. NMBS. — Aankoop van nieuwe treinstellen. — Bescherming tegen graffiti.

8452

8

2004200502445 18-10-2004

321

Mw. Greet Van Gool


8452

8

2004200502444 18-10-2004

322

Staf Neel

* SNCB. — Aménagement d’une banque de données nationale relative aux tags. NMBS. — Aanleg van een landelijke database inzake graffitispuiten.

8453

8

2004200502452 19-10-2004

323

Francis Van den Eynde

* SNCB. — Gare de Bruxelles-Midi. — Accompagnement des moins valides. NMBS. — Zuidstation van Brussel. — Begeleiding van andersvaliden.

8454

8

2004200502453 19-10-2004

324

Patrick De Groote

* SNCB. — « Ticket on line ». — Violation de la législation linguistique. NMBS. — « Ticket on line ». — Schending taalwetgeving.

8454

Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1

2003200421267 15- 4-2004

239

Hagen Goyvaerts

Matériel obsolète du Service 100 de Louvain. Verouderd materiaal van de Dienst 100 te Leuven.

8525

1

2003200432208 21- 9-2004

370

Bart Laeremans

Site internet en néerlandais de la police fédérale. — Abréviations françaises. Nederlandstalige website van de federale politie. — Franstalige afkortingen.

8526

1

2003200432253 30- 9-2004

377

Bart Laeremans

Chaos devant le hall d’arrivée de l’aéroport. — Intervention des services de police. Chaos aan de aankomsthal van de luchthaven. — Optreden politiediensten.

8527

1

2003200432338

5-10-2004

393

Servais Verherstraeten

Non-exécution d’une condamnation judiciaire par les autorités belges. Niet-uitvoering door de Belgische overheid van een gerechtelijke veroordeling.

8529

1

2004200502411 13-10-2004

400

Mw. Nahima Lanjri

Loi sur les étrangers. — Application de l’article 9, alinéa 3. Vreemdelingenwet. — Toepassing van artikel 9, derde lid.

8530

1

2003200432259 14-10-2004

401

Luk Van Biesen

E´trangers. — Demandes de régularisation. — Retard. Vreemdelingen. — Regularisatieaanvragen. — Achterstand.

8532

8

2004200502418 15-10-2004

402

Guido De Padt

* Communes et zones ayant conclu un contrat de sécurité. — Enquête « Moniteur de sécurité ». Gemeenten en zones met een veiligheidscontract. — Enquête « Veiligheidsmonitor ».

8455


2004

2005


1090

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8624

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


1

2004200502428 15-10-2004

403

Mme Muriel Gerkens


8533

1

2004200502445 18-10-2004

404

Mw. Greet Van Gool


8533

8

2004200502438 18-10-2004

405

Bart Laeremans

* Ressortissants néerlandais. — Inscription dans les registres de la population. Nederlandse ingezetenen. — Inschrijving in bevolkingsregisters.

8456

8

2004200502441 18-10-2004

406

Servais Verherstraeten

* Nomination du Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides. Benoeming van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatslozen.

8456

8

2004200502442 18-10-2004

407

Melchior Wathelet

* Révision du mécanisme global de financement des zones de police locales. Herziening van het gehele financieringsmechanisme van de lokale politiezones.

8457

8

2004200502443 18-10-2004

408

Melchior Wathelet

* Police fédérale. — Suppression de plusieurs actions planifiées durant les nuits et les week-ends. — Raisons budgétaires. Federale politie. — Afgelasting van verscheidene geplande nachtelijke en weekendacties. — Budgettaire redenen.

8458

8

2003200421876 19-10-2004

409


* Nombre de contrats de vie commune conclus. Aantal gesloten samenlevingscontracten.

8458

1

2004200502454 19-10-2004

410

Filip De Man

8

2004200502465 20-10-2004

411

8

2004200502466 20-10-2004

1

1

Utilisation probable des munitions « Stunbag » par la police. Mogelijk gebruik van de « Stunbag »-munitie bij de politie.

8535

Stijn Bex

* E´tablissement d’un procès-verbal lors d’incidents dans lesquels un fonctionnaire de police est luimême partie. Opstellen van een proces-verbaal bij voorvallen waarbij een politieambtenaar zelf betrokken is.

8459

412

Dylan Casaer

* Police fédérale. — Directives données aux policiers en ce qui concerne leurs relations avec la presse et leur participation à des émissions de radio et de télévision. Federale politie. — Richtlijnen voor politiemensen ten aanzien van perscontacten en deelname aan radioen tv-uitzendingen.

8460

2004200502544 27-10-2004

418

Carl Devlies

Lutte contre les nuisances occasionnées par les magasins de nuit. Aanpak van overlast rond nachtwinkels.

8536

2004200502545 27-10-2004

419

Mme Zoé Genot

Demandes d’asile introduites dans les ambassades belges. Asielaanvragen in de Belgische ambassades.

8539


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8625

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 1

2003200400123 29-10-2003

34


Coopération belge au développement. — Réduction du nombre de pays. — Critères de sélection. Belgische ontwikkelingssamenwerking. — Vermindering aantal landen. — Selectiecriteria.

8540

1

2003200432146 16- 9-2004

116

Mme Muriel Gerkens

Mémorandum d’accord relatif à la coopération en matière d’environnement signé avec la Chine. Memorandum van overeenkomst betreffende de samenwerking op het gebied van het milieu met China.

8542

1

2003200432170 17- 9-2004

117

Mme Marie Nagy

Représentation du gouvernement au sein des entreprises, parastataux et autres organismes. Vertegenwoordiging van de regering in bedrijven, parastatalen en andere organen.

8543

1

2003200432227 23- 9-2004

120

Geert Lambert

Palais d’Egmont. — Location à des organismes officiels. Egmontpaleis. — Verhuur aan officie¨le organisaties.

8547

1

2004200502428 15-10-2004

122

Mme Muriel Gerkens


8548

8

2004200502445 18-10-2004

123

Mw. Greet Van Gool


8461

Ministre de la Défense Minister van Landsverdediging 1

2003200432357

7-10-2004

119

Luc Sevenhans

E´tude sur les problèmes médicaux au sein des anciennes unités radars HAWK. Studie over medische problemen bij de vroegere HAWK-radareenheden.

8549

1

2004200502387 12-10-2004

121


Domaine militaire de Brasschaat. — Voie ferrée pour le transport de matériel militaire lourd. Militair domein van Brasschaat. — Spoor voor het vervoer van zwaar militair materiaal.

8551

1

2004200502401 12-10-2004

122

Mw. Hilde Vautmans

Ećole d’Infanterie-Cavalerie Blindée (EICB) Quartier Camp Général Bastin à Arlon. — Rapports linguistiques. Pantserinfanterieschool (InfPsCavSch) Kwartier Generaal Bastin te Aarlen. — Taalverhoudingen.

8551

1

2004200502414 13-10-2004

124

Mw. Marleen Govaerts

Domaine militaire de Brustem près de Saint-Trond. — Route circulaire. — Problèmes de sécurité. Militair domein Brustem bij Sint-Truiden. — Ringweg. — Veiligheidsproblemen.

8554

8

2004200502419 15-10-2004

125

Staf Neel


* Peinture radioactive à des fins militaires. Radioactieve verf voor militaire doeleinden.

2004

2005

8462


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8626

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502428 15-10-2004

126


8463

8

2004200502445 18-10-2004

127

Mw. Greet Van Gool


8463

1

2004200502439 18-10-2004

128

Mw. Ingrid Meeus

Interception d’avions de ligne par des F-16 Quick Reaction Alert. Onderschepping van lijnvliegtuigen door Quick Reaction Alert F-16 toestellen.

8555

1

2004200502480 21-10-2004

130

Gerolf Annemans

Défilé militaire du 21 juillet. — Anciens militaires. Militair défilé op 21 juli. — Gewezen militairen.

8557

1

2004200502481 21-10-2004

131

Koen T’Sijen

Risque de cyber-attaque contre l’E´tat belge. — Informations des services de renseignements belges. Risico op een cyberaanval op de Belgische Staat. — Informatie van Belgische inlichtingendiensten.

8558

1

2004200502520 26-10-2004

132

Mw. Ingrid Meeus

Services. — Certificat ISO. Diensten. — ISO-certificaat.

8559

1

2004200502521 26-10-2004

133

Mw. Ingrid Meeus

« Blue Flight ». — Retour de militaires en opération à l’étranger. « Blue Flight ». — Terugkeer militairen uit buitenlandse operaties.

8561

Ministre de l’Ećonomie, de l’Eńergie, du Commerce extérieur et de la Politique scientifique Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Ećonomie — Economie 8

2004200502445 18-10-2004

160

Mw. Greet Van Gool


8464

Eńergie — Energie 8

2004200502445 18-10-2004

69

Mw. Greet Van Gool


8465

Politique scientifique — Wetenschapsbeleid 8

2004200502428 15-10-2004


28


2004

2005

8465


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8627

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 8

Page Blz.


2004200502445 18-10-2004

29

Mw. Greet Van Gool


8466

Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Affaires sociales — Sociale Zaken 1

2003200432082

7- 9-2004

147

Mme Muriel Gerkens

Office des mutualités et des unions nationales de mutualités. — Controˆle. Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. — Toezicht.

8562

1

2003200432194 20- 9-2004

161

Mw. Yolande Avontroodt

Remboursement des chaises roulantes. — Simplification des procédures. Terugbetaling van de rolstoelen. — Vereenvoudiging procedures.

8566

8

2004200502420 15-10-2004

176

Mme Anne Barzin

* Allocations de naissance octroyées pour des enfants mort-nés. Toekenning van kraamgeld voor doodgeboren kinderen.

8466

8

2004200502428 15-10-2004

177


8467

8

2004200502432 15-10-2004

178

Mw. Maggie De Block

* Adaptation du système de sécurité sociale au travail à domicile. Afstemming van het sociale zekerheidsstelsel op het thuiswerk.

8467

8

2004200502445 18-10-2004

180

Mw. Greet Van Gool


8468

8

2004200502440 18-10-2004

181

Guido De Padt

* Organisations syndicales. — Fonctionnaires détachés. — Indemnités complémentaires. — Cotisations de sécurité sociale. Syndicale organisaties. — Gedetacheerde ambtenaren. — Aanvullende vergoedingen. — Socialezekerheidsbijdragen.

8469

8

2004200502461 19-10-2004

182

Hendrik Daems

* « Pc-Privé ». — Cotisations de sécurité sociale. « Pc-Privé ». — Socialezekerheidsbijdragen.

8469

8

2003200432304 19-10-2004

183

Mw. Maggie De Block

* Initiatives en matière d’accueil étendu de l’enfance. Initiatieven van verruimde kinderopvang.

8470

8

2004200502470 20-10-2004

184

Mw. Maggie De Block

* Refinancement de la sécurité sociale. Herfinanciering van de sociale zekerheid.

8471


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8628

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Santé publique — Volksgezondheid

1

2003200431885 26- 7-2004

248

Miguel Chevalier

Décès d’enfants. — Autopsie. — Loi du 26 mars 2003. — Arrêtés d’exécution. Overlijden van kinderen. — Autopsie. — Wet van 26 maart 2003. — Uitvoeringsbesluiten.

8567

1

2003200432072

6- 9-2004

273

Mme Muriel Gerkens

Bien-être des animaux. — Controˆles par l’AFSCA. Dierenwelzijn. — Controles van het FAVV.

8568

1

2003200432116 13- 9-2004

280

Guido De Padt

« Régime Atkins ». — E´tude sur les éventuels effets nocifs. « Atkins-dieet ». — Onderzoek naar mogelijke schadelijke gevolgen.

8571

1

2003200432270 30- 9-2004

293

Guido De Padt

Nombre d’expériences animales et d’animaux de laboratoire. Aantal dierproeven en proefdieren.

8572

8

2004200502421 15-10-2004

301

Luk Van Biesen

8

2004200502428 15-10-2004

302


8473

8

2004200502435 15-10-2004

303

Guido De Padt

* Vaccination obligatoire des jeunes enfants contre la poliomyélite. Verplichte inenting van jonge kinderen tegen poliomyelitis.

8473

8

2004200502445 18-10-2004

304

Mw. Greet Van Gool


8474

8

2004200502446 18-10-2004

305

Koen Bultinck

* Donneurs de sang ayant séjourné longtemps au Royaume-Uni. Bloedgevers die langere tijd in het Verenigd Koninkrijk hebben verbleven.

8475

8

2004200502447 19-10-2004

306

Koen Bultinck

* Publicité pour des compléments alimentaires dans un quotidien. Advertentie voor voedingssupplementen in een dagblad.

8475

8

2004200502448 19-10-2004

307

Patrick Cocriamont * Enlèvement des pacemakers sur les personnes décédées. Verwijdering van pacemakers bij overledenen.

8475

8

2004200502449 19-10-2004

308

Mw. Maggie De Block

* Entreprises. — Prévention de l’abus d’alcool. Bedrijven. — Preventie van alcoholmisbruik.

8476

8

2004200502471 20-10-2004

309

Guy D’haeseleer

* Exploitation de manèges. — Renforcement de la réglementation. Uitbaten van maneges. — Striktere reglementering.

8477

8

2004200502476 20-10-2004

310

Mw. Magda De Meyer

* Manèges. — Formation. — Controˆles par les pouvoirs publics. Maneges. — Opleiding. — Overheidscontroles.

8478


2004

* Hoˆpitaux. — Scanners PET. Ziekenhuizen. — PET-scanners.

2005

8472


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8629

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


Ministre des Classes moyennes et de l’Agriculture Minister van Middenstand en Landbouw

Classes moyennes — Middenstand 1

2004200502558 27-10-2004

34

Dirk Van der Maelen

Controˆle disciplinaire d’experts-comptables, de comptables, de conseils fiscaux et de réviseurs d’entreprises. Tuchtrechtelijke controle van accountants, boekhouders, belastingconsulenten en bedrijfsrevisoren.

8573

Ministre de l’Emploi et de la Protection des consommateurs Minister van Werk en Consumentenzaken

Emploi — Werk 1

2003200421103 17- 3-2004

71

Staf Neel

Employeurs. — Travailleurs. — Démission sur demande. Werkgevers. — Werknemers. — Ontslag op verzoek.

8575

1

2003200432186 20- 9-2004

129

Guy D’haeseleer

Inspecteurs sociaux de l’ONEM. — Controˆles. — Violence physique. Sociaal inspecteurs van de RVA. — Controles. — Fysiek geweld.

8576

1

2003200432272 30- 9-2004

132

Mw. Simonne Creyf

Titres-services. — Offre dans la région de HalVilvorde. Dienstencheques. — Aanbod in de regio HalleVilvoorde.

8577

1

2003200432332

5-10-2004

139

Mw. Maggie De Block

Réinsertion des femmes au foyer sur le marché de l’emploi. Herintreding van huisvrouwen op de arbeidsmarkt.

8578

1

2003200432342

6-10-2004

141

Mw. Annemie Turtelboom

Lutte contre le travail au noir. — Inspections. — Controˆle des journaux publicitaires et autres médias. Strijd tegen het zwartwerk. — Inspecties. — Controle advertentiebladen en andere media.

8580

1

2003200432361

7-10-2005

145

Patrick De Groote

Frais d’administration des différents organismes de paiement des allocations de choˆmage. Administratiekosten voor de verschillende uitbetalingsinstellingen van de werkloosheidsuitkeringen.

8582

1

2003200432370

7-10-2004

146

Jo Vandeurzen

Heures supplémentaires des cadres. Overuren gepresteerd door kaderleden.

8583

8

2004200502424 15-10-2004

157

Geert Lambert


2004

* Caisse auxiliaire de paiement des allocations de choˆmage. — Problèmes dans le cadre du service. Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. — Problemen bij de dienstverlening.

2005

8479


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8630

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502428 15-10-2004

158


8479

8

2004200502445 18-10-2004

159

Mw. Greet Van Gool


8480

1

2004200502455 19-10-2004

160

André Frédéric

Demandeurs d’asile. — Conditions pour l’obtention d’occupation provisoire de travailleurs étrangers. Asielzoekers. — Voorwaarden voor het verkrijgen van een voorlopige arbeidsvergunning door buitenlandse werknemers.

8585

8

2004200502467 20-10-2004

161


* Conventions de premier emploi. Startbaanovereenkomsten.

8480

8

2004200502472 20-10-2004

162

Guy D’haeseleer

* Résultats d’un controˆle sur le travail au noir dans les nouveaux baˆtiments de l’ONSS. Resultaten van een controle op zwartwerk in de nieuwe gebouwen van de RSZ.

8481

8

2004200502473 20-10-2004

163


* Arriérés de paiement pour les sommes dues aux employeurs dans le cadre du congé-éducation payé. Achterstallige betalingen in het kader van betaald educatief verlof aan de werkgevers.

8482

8

2004200502474 20-10-2004

164

Mw. Maggie De Block

* Refinancement de la sécurité sociale. Herfinanciering van de sociale zekerheid.

8482

1

2003200432104 22-10-2004

165

Luk Van Biesen

Mutualités. — Obligations en matière d’assurance libre complémentaire. — Critère de remboursement des frais relatifs aux médicaments et thérapies non conventionnels. Ziekenfondsen. — Verplichtingen tot vrijwillige aanvullende verzekering. — Criterium voor terugbetaling van kosten voor alternatieve geneesmiddelen en therapiee¨n.

8587

1

2003200421842 12-7-2004

186

Mw. Maggie De Block

Loi contre le harcèlement au travail. — Nombre de plaintes officielles par direction des Inspections médicales. « Anti-pestwet ». — Aantal formele klachten per directie van de Medische Inspecties.

8589

Protection des consommateurs — Consumentenzaken 1

2003200432342

6-10-2004

69


Lutte contre le travail au noir. — Inspections. — Controˆle des journaux publicitaires et autres médias. Strijd tegen het zwartwerk. — Inspecties. — Controle advertentiebladen en andere media.

8593

8

2004200502428 15-10-2004

72


8483


2004

2005


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8631


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502445 18-10-2004

73

Mw. Greet Van Gool

1

2004200502644 10-11-2004

78

Jean-Marc Denis


8483

Comptes des entreprises publiques économiques, les sociétés anonymes, parastatales et autres organismes. Rekeningen van de economische overheidsbedrijven, de naamloze vennootschappen, de parastalen en andere organismen.

8595

Ministre de la Coopération au développement Minister van Ontwikkelingssamenwerking 8

2004200502428 15-10-2004

38


8484

Ministre de la Fonction publique, de l’Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l’E´galité des chances Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen Fonction publique — Ambtenarenzaken 8

2003200432149 15-10-2004

86

Mme Marie Nagy

* Rapport annuel sur le chiffrage des résultats de la loi relative à la redistribution du travail dans le secteur public et l’impact de la loi sur les recettes et les dépenses de la sécurité sociale. Jaarverslag over de raming met cijfergegevens van de resultaten van de wet betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector en de weerslag van de wet op de inkomsten en uitgaven van de sociale zekerheid.

8485

8

2004200502428 15-10-2004

87


8485

Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 8

2004200502428 15-10-2004

65


8486

1

2004200502445 18-10-2004

66

Mw. Greet Van Gool

8596


2004


2005


1091

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8632

CA

DO

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Politique des grandes villes — Grootstedenbeleid

8

2004200502428 15-10-2004

21


8486

8

2004200502445 18-10-2004

22

Mw. Greet Van Gool

8487


Gelijke Kansen — E´galité des chances 8

2004200502445 18-10-2004

31

Mw. Greet Van Gool


8487

Ministre de la Mobilité Minister van Mobiliteit 1

2003200432184 17- 9-2004

147

Guido De Padt

Risques de dérapages causés par la présence de boue répandue sur la chaussée par les véhicules et les travailleurs agricoles. — Signalisation. Slipgevaar tengevolge van modder afkomstig van landbouwvoertuigen en loonwerkers op de weg. — Signalisaties.

8597

1

2004200502397 12-10-2004

155

Mw. Frieda Van Themsche

Essais sur la voie publique. Testritten op de openbare weg.

8598

8

2004200502425 15-10-2004

157

Jan Mortelmans

8

2004200502428 15-10-2004

158


8488

8

2004200502434 15-10-2004

159

Jan Mortelmans

* Véhicules prioritaires. — Dispense du port obligatoire de la ceinture de sécurité. — Accidents. Prioritaire voertuigen. — Vrijstelling draagplicht veiligheidsgordel. — Ongevallen.

8489

8

2004200502445 18-10-2004

160

Mw. Greet Van Gool


8489

* SNCB. — Sécurité dans les gares bruxelloises. NMBS. — Veiligheid van de Brusselse stations.

8488

Ministre de l’Environnement et des Pensions Minister van Leefmilieu en van Pensioenen Environnement — Leefmilieu 8

2004200502428 15-10-2004


34


2004

2005

8490


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8633

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur

* Question sans réponse 8

2004200502445 18-10-2004

Page Blz.

* Vraag zonder antwoord 35

Mw. Greet Van Gool


8490

Pensions — Pensioenen 1

2003200432166 17- 9-2004

42


Fonctionnaires contractuels. — Pension complémentaire. — Enquête. Contractuele ambtenaren. — Aanvullend pensioen. — Onderzoek.

8600

8

2004200502422 15-10-2004

49

François Bellot

* Nombre de pensionnés dans le régime salarié émargeant du secteur privé, indépendants et fonctionnaires. Aantal gepensioneerden uit de privé-sector die onder de werknemersregeling vallen, gepensioneerde zelfstandigen en ambtenaren.

8491

8

2004200502428 15-10-2004

50


8492

8

2004200502445 18-10-2004

51

Mw. Greet Van Gool


8492

8

2004200502460 19-10-2004

53

Mw. Trees Pieters

* Pension complémentaire libre pour les indépendants. Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen.

8493

Secrétaire d’E´tat à l’Informatisation de l’E´tat, adjoint au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven 1

2003200432164 15-10-2004

34

Mw. Maggie De Block

Administration. — Télétravail. — Projets. Overheid. — Telewerken. — Projecten.

8601

1

2004200502428 15-10-2004

35

Mme Muriel Gerkens


8604

1

2004200502445 18-10-2004

36

Mw. Greet Van Gool


8604

Secrétaire d’E´tat à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances Staatssecretaris voor Modernisering van de Financie¨n en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financie¨n 8

2004200502428 15-10-2004


21


2004

2005

8493


QRVA 51 055 29 - 11 - 2004

8634

CA

DO


Date Datum

Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.


8

2004200502445 18-10-2004

22

Mw. Greet Van Gool


8494

8

2004200502458 19-10-2004

23

Mw. Trees Pieters

* Traitement de réclamations importantes. — Enquête personnelle sur place par les directeurs régionaux. — Registres de service. Afhandeling van belangrijke bezwaarschriften. — Persoonlijk onderzoek ter plaatse door de gewestelijke directeurs. — Dienstregisters.

8494

8

2004200502459 19-10-2004

24

Mw. Trees Pieters

* Nullité des montants d’imposition pour accroissements d’impoˆts, arbitraires ou non. Nietigheid van belastingaanslagen omwille van al dan niet willekeurig opgelegde belastingverhogingen.

8496

Secrétaire d’E´tat à la Simplification administrative, adjoint au Premier ministre Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste minister 1

2004200502428 15-10-2004

27

Mme Muriel Gerkens


8606

1

2004200502445 18-10-2004

28

Mw. Greet Van Gool


8606

Secrétaire d’E´tat aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken 1

2003200421651 11- 6-2004

14

Gerolf Annemans

Voyages à l’étranger. Reizen in het buitenland.

8607

Secrétaire d’E´tat au Développement durable et à l’Ećonomie sociale, adjointe au ministre du Budget et des Entreprises publiques Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven Développement durable — Duurzame Ontwikkeling 1

2004200502445 18-10-2004


Composition — Zetwerk: TMP S.A.

19

Mw. Greet Van Gool

2004


2005

8609


Impression — Drukwerk: Chambre des représentants — Kamer van volksvertegenwoordigers

993

QRVA 51 055 29 - 11 - 2004 CA

DO

8635

Date Datum


Objet Voorwerp

Auteur


Page Blz.

* Vraag zonder antwoord Ećonomie sociale — Sociale Economie

1

2004200502426 15-10-2004

29


Aide aux nouveaux indépendants. — Coopératives d’activités. Ondersteuning startende zelfstandigen. — Activiteitencoo¨peratieven.

8610

1

2004200502427 15-10-2004

30


Demandes de reconnaissance comme entreprise d’insertion fédérale. Aanvragen tot erkenning als federale inschakelingsbedrijven.

8613

1

2004200502445 18-10-2004

32

Mw. Greet Van Gool


8614

Secrétaire d’E´tat aux Familles et aux Personnes handicapées, adjointe au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

1

2004200502428 15-10-2004

29

Mme Muriel Gerkens


8615

1

2004200502445 18-10-2004

30

Mw. Greet Van Gool


8616


2004

2005


Schriftelijke vragen en antwoorden. Questions et réponses écrites CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN QRVA QRVA

Recommend Documents